This is a digital copy of a book that was preserved for generations on library shelves bef ore it was carefully scanned by Google as part of a project
to make the world's books discoverable online.
It has survived long enough for the copyright to expire and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject
to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books
are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that 's often difficult to discover.
Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the
publisher to a library and finally to you.
Usage guidelines
Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to
prevent abuse by commercial parties, including placing technical restrictions on automated querying.
We also ask that you:
+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for
personal, non-commercial purposes.
+ Refrainfrom automated querying Do not send automated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine
translation, optical character recognition or other areas where access to a large amount of text is helpful, please contact us. We encourage the
use of public domain materials for these purposes and may be able to help.
+ Maintain attribution The Google "watermark" you see on each file is essential for informing people about this project and helping them find
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it.
+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other
countries. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can't offer guidance on whether any specific use of
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner
any where in the world. Copyright infringement liability can be quite severe.
About Google Book Search
Google's mission is to organize the world's Information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full text of this book on the web
at|http : //books . google . com/
fllllil
HX HHflT A
*i^-'
'• ^
P^ r. ''^:
ScX ISSlS'JCó-
l^arfaarU (üToUege l.ii)rai:o
FROM THE FUKD OP
CHARLES MINOT .
OlM* of 1888
SCIENCE CENTER LIBRARY
Digitized by
Google
Digitized by
Google
Digitized by
Google
TIJDSCHRIFT
TER BEVORDERING VAN
NIJVERHEID^
ZAMENGESTELD
DOOR
A. H. VAN DER BOON ME8CH en H. C. van HALL.
Uitgegeven door de
ELFDE DEEL,
HAARLEM,
Bu DE Erten LOOSJES.
1847.
Digitized by
Google
sa /S-^ó'./Ct'
AUG15 1916
Digitized by
Google
I NH o U D.
EERSTE STUK.
Algemeen Verslag wagens den Staal Tan den Landboaw in -
JbeC Koningfrijk der Nederlanden, gedurende üet jaar
1845, epgmnaakt door eene Commiane uit de Neder»
landaehe Haatachappij ter berordering ran Nijverheid • . iladc.
TWEEDE STUK.
HandeGngen der Negen en Zeitigtte Algemecne Vergadering
Tan de Nederlandiche Maatichappij ter Befordering Tan
N^TCM-heid, gehouden te Haarlem, op den 21 Jutij 184$
en Tolgende dagen Bfadz. 1.
OferngC Tan de Torderingen der Terschillende Takken Tan
Nörerheid, of Verslag ti^ de Technologiiche TTeteh-
adu^^ien gedurende 1848 , 1844 en 1845, door Dr.
S. BlLIlKAOODI —i—^ 157.
Woileelt en Trolhandel in Oostenrijk , 231.
DERDE STUK.
BijdFa^en Toor de NiJTeriieid, bepaaldelijk ten aanzien ïran
de Kjuiiten, Handwerken, FabrijlLen, Trafijken, den
Koophandel, de ZeeTaart en de ViMcherijen . ; Bladt. 255.
Algemeen Verslag over het Pita^vlas^ opfl;einaakt uit de
Rapporten Tan de Departementen der NEOERLllfSSCHB
SaITSCSAFPTJ tbr BcTORDERIHG TIK NlJTIRHKID .... ■ 297.
Cieregtelijk-scheikundig onderzoek Tan Vergiftigde Suiker;
eene bijdrage Ier waarschuwing tegen het gebruik Tan
Tergiftigende klcurstolTen, door A. 11. TlH DER BOOK Mesch. — — -~ 208.
Digitized by
Google
De Electriciteit en het Magnetisme toegepast en aangewend
. in Terscbillende takken Tan NiJTerbeid , of Tweede Af*
deeling ran bet Verslag der Tecbnologiscbe Wetenscbap-
pen, door Dr. S. BtSEKioODi Bladi. 326.
1« Toepassing der Terscbijnselen , afhankelijk Tan de
geleidbaarheid en Toortplanting der E. en M. • . . ■ $81.
Wenken OTer de mogelijkheid dor Termeefdeiïng Tan Toed-
selmiddelen in Nederland; door H. C tah Hau .... ■ 387.
Scbeu der Landbuisbouding in ee^ gedeelte Taa Maas en .
Waal — 402.
Berigten en Mededeelingen; door EU C tak HAii. .... 422.
1). Bet wpeAea en branden op Teenachtige gronden . -— -« 422.
2). Wilte aren in de Rogge 426.
3). Waarde Tan het zeezand Toor ligte zandgronden ■ 426.
4), De groole Spurrie . • 427.
5). Bewaring Tan Aardappelen 432.
6). Teelt der Hop - 432.
7). Gebruik der Rbabarhenoorten 435.
8). Rupsen in denneboomen . . . ^ . . 489.
9). De Gagel •.^— ^ 440.
10). Oorzaak Tan bet blaauw- worden der melk . . . 1 441.
Uitgekomene Boekwerken betrekkelijk de Landhuisboudkunde — -^ 443.
Verslag Tan den Slaat der Landhuishoudkundi^e School (e .
Groningen; Januarij 1847 . ^ 455.
VIERDE STUK.
De ElecCricileit en het Magnetisme, toegepast en aangewend
in Terscbillende takken Tan NiJTerheid, of Tweede Afdee-
ling Tan het Verslag der Technologische Wetenschappen
door Dr. S. BWïK^OODB, (TerTolg Tan Deel XL biz. 386J. BJadz. 469.
Orer de betrekkelijke waarde Tan het Terwarmend Terrao-
gen der Bruinkolen — 637.
Algemeen Verslag wegens den Staat Tan den Landbouw in
bet Koningrijk der Nederlanden , gedurende bet jaar 1846,
opgemaakt door eene Commissie uit de Nederlandsche
Maatschappij ter beTordering Tan NiJTerheid 1.
Bijlagen . . 188.
Digitized by
Google
B £ R I G T.
• ••'•P^yjBI^SW** w*"
Bf| een beslait der Algemeene Vergtulering der Neder^
landsehe Maatschappij ter bevordering van N(JTerheid, vwm
het jaar 18459 i^» op een Voorstel van Directeuren, be»
paald geworden, dat de bertgten betreffende den Land*
öoutü , vroeger afionderlijk uitgegeven , voortaan alléén in
bet Tijdschrift der Maatscbappy louden worden opgen^
men. Bij de overwegingen » waarop dit besluit genomen is ,
werd aJs wenscbelijk opgegeven , dat uit dese Serigten at^
leen datgene mogt bijeenversameld worden , wat werkel^k
vm belang is , met terxi}destelling van onnoodige nitg^
breidbrid, of niets afdoende, onwetenscbappell)ke en door
weinigen gelezene mededeelingen*
BQ de nadere deliberatie^ over dit onderwerp , in de Ver-
gadering van Directeuren der MaatscbappQ , is ecbt^r» op
goede gronden , begr^^en» dat, b^ de samenstelling van bet
Algemeen Verslag wegene den Staat van den Landbouw ^
deselfde wQ se van bewerking beboorde ffevolgd te worden 4
als vroeger had plaats gevonden, daar net, bij practisebe
mededeelingen , moeijelljk is vooraf uit te maken , wat, als
werkelijk van belang, behoort opgenomen, wat daarenl»*
gen , als minder belangrQk , moet ter iljde gelegd worden.
Aan dit laatste besluit gehoor ffevende, heeft dan ook
de daartoe benoemde Commissie, bestaande uit de Hoeren
Mr. W. H. TAN Voorst, Mr. W. B. Hutgens, Mr. M.
H. Weldijk van IiIMM£n, J. A. van EiDEN en Jonkheer Mr.
D. R. Gbvers Detnoot, onder voorzittisg van den Heer
Directeur Dr. J. A. van Bemiuxen, op deselfde wijze, als
z(j , sedert vele jaren gewoon was , sich met de samenstel-
ling van den Staat van den LanMouw in het Koningrijk
der Nederlanden 9 over het jaar 1845 , besig gehouden , wel-
Digitized by
Google
II
B E R I G T.
ke Siaai^ als een ieel yboï het Tijdschrift uitmakende, aan
de Leden der Maatschappij xal worden uitgereikt, doch te-
vens, onder eenen afzonderlijken titel, voor het algemeen
verkrijgbaar zal worden gesteld.
Aan de beari>eiding van de afzonderlijke gedeelten van
dezen Siaai mogten al de leden der Commissie deel ne-
men , doch het mogt haar niet gebeuren , bij de vereeniging
van ieders afzonderlijken arbeid tot één geheel, allen te-
ffenwoordig te zien. Op den 8 Junij 1846 overleed toch
haar geacht medelid, de Heer Weldijk, die, sedert den
jare 1817, wanneer door de Maatschappij voor het eerst,
tot de uitgave der Uitreksels uit de berigten van Leden
Correspondenten en Departementen werd besloten, telkens
tot Lid dezer Commissie gekozen, deze taak steeds gaar*
ne en gewillig op zich nam, en met naauwkeurigfaeid en
kennis van zaken voltooide; waarvan het opstel yan zijn
gedeelte in den tegen woordigen Staat y onder zijne papie-
ren, na zijn overlijden, aanwezig gevonden, op nieuw ten
bewijs mag verstrekken, daar hetzelve, geheel onveran*
derd , door de Commissie overgenomen , naar zijn l^and-
achrift is afgedrukt. De gedachtenis van den Heer Welduk ,
wiens verlies de Commissie hartelyk betreurt, zal bjj haar
en by onze Maatschappij , aan welke hij zich verdiensteijlk
naakte , en b^ allen die hem kenden , in vereerend aan*
denken blijven!'
Het tegenwoordig Verslag bevat wederom Uittreksels uit
de Rapporten . van de Commissiën van Landbouw, en uit
de Staten voor de voortbrengi^en van den I^indbouw , door
de Departementen en Leden Correspondenten der Maat*
sobappy opgemaakt.
Laatstgenoemde Staten werden dit jaar ingezonden :
Uit Noord-Braband, door de Leden , Corresponden-
ten, de Heeren^: Jonkheer Mr. H. B. Martini van Ouwe^
KERK, te Fught 9 (de kaniona 's JfertogenboscA f Tilburg ea
Boxtel); T. van Düynhooven, te Cuyk; (de kantons Ëox-
meer 9 Ravenst^in en Grave), en Jonkheer Mr. M. A« J«
VAM DER . Beken Pasteel te Eindhoven , (kanten Eind*
koven) (1).
Uit Zeeland, door het Departement Middelburg ,m de
(1 ) Ter Daaim keurige ooderschcidiof; , welke districten of £;ODieen(en
de berigten der departementen en Leden Correspondenten omTaUen, ^jn
dezelve wederom, voor xoo verre daarvan opgave is gedaan, fusscben
( ) aangewezen.
Digitized by
Google
B E R I G T. m
Leden CorrespondetiteD, de Heeren: M. ML d£ LafIsb te
Tholen (hét Eiland TAolen); en J. 6. J. tan den Bosch »
te ïFUhelminadorp ^ bij Goes^ (omtrek van het Departe-
meDt Goes j Eiland Zuid^Beveland).
Uit Zuid-Holland, door de Departementen Leiden^
^▼erdeeld in 3 Districten Leimuiden ^ Koude AerA en FooT'
eehoien en de omliggende gemeenten en omatrdcen) ; *sGra^
venhaee; Rotterdam; Delft , (den omtrek yan Delft , meest
beueuel^k het Westland) ; Sataenheim^ (den omtrek Taa
het Departement) ; Oud^Beijerland^ (het kanton Oud^Bet*
jerland^ benevens de gemeenten Putierehoek^ Mynehee^
renland^ Rkoon en Pendreohi^ Poortugaal en Pemis);
Gouda f (den Zuidplaspolder in Schieland en Krimnener*'
to€utrdf; en door het Lid Correspondent den Heer W. Hut-
QENS TRIOLEN ïtO BoskoOf.
. THt Nookd-Holland, door de Departementen Haar^
lem^ Amsterdam 9 Wormerveeren Zaandijk; en de Leden
Correspondenten, de Heeren Mr. P. Pont, ieMedemblikj (het
kanton Medemblik) ; Mr. W. Bok, te Texel ^ (den omtrek
van het District) ; J. L. Crap HiBi4[.iN«iifAN , te Melder j (den
omtrek van het District); A. Peri:, te Hilversum^ (om-
trek van Milversum) ; en J. Boubun, in de Beemster^
(de Beemster en omliggende plaaisen)^
Uit Gelderland; door de Leden Correspondenten, de
Heeren: Mr. C. P. E. Robidè tan der Aa, op het Hais
de Bemelsche Berg ^ bij Arnhem ^ (den omtrek van OoS'
ierbeek 9 Renkum en den Feluwezoom); Jonkheer W* J*
£• Baron tan Lijnden tan Hbiibien, te Memmen bij ffa*
geningen, (de Overbetuwe) ; Dr. W. C. H. Staring, te
Lochem , (de zandstreken Tan het arrondissement Zutphen);
B. TE GsMPT, te Batenburg^ (het District Tan tnsschen
Maeu en Waal) ; Dr. J. Wttkwaaix , te Voorst bij Zutpken^
(de gemeente Tan Voorst^ boTattende de dorpen Foorstj
Wilpe , Twello); O. W. A. GraTe tan Btiwindt tak Ma-
riSnwaard, in den Beest ^ bij Idenden; F. L. W. Baron
TAN Brakkll, te Lienden^ (District Neder^-^Betuwe) ; en
Tan het Lid, den Heer A. Liese, ie ^ Apeldoorn.
Uit OTerijssel, door het Departement /^et;en/er, (den
omtrek Tan Deventer); en door het Lid Correspondent dén
Heer E. C. Enklaar, te Zalk^ (Gemeente Zalk).
Uit Vriesland, door de Leden Correspondenten, de
Heeren: W. van Petbia, te Temaard^ (Noord- en Noord-
Oostelijk gedeelte der Provincie); en T. G. Wassenaar , te
Digitized by
Google
iT B E R I 6 T.
Si. Anna Parochie y (de Grietenijen het Bildj Ferwerde-»
radeel, Menaldumadeel en Barreuieel).
Uit Groningen, van de Leden Correspondenten , de Hee*
ren : G. Reinders , op den haize Groot- Zeewuk (de voor^
malige kwartieren Hunzin^ en Fiveltngo); SI. P. tan der
TuüK, te Bellingwolde^ (District Oldambt en Westerwol-'
de); H* H. dbHaan, te Hallum^ (het voormalig Fivelin"
^o-kwartier, het Goreoht en Sappemeer); en J. C. Bill-
KOTH, te Noordhom, (het voormalig kanton Zuidhom ^
sighde de gemeenten Hoogkerk , Aduard^ E%inge^ Olde*
hove^ Grypskerk en Zuidhom).
Uit Drenthe 9 door de lieden Correspondenten, deHee»
ren: Mr. J. Tonckens , te Westerwolde ; en W. 'Visser, te
'« Gravenhage , (de Koloniën der Maatschappi) van Wel-
dadigheid).
En eindelijk van het Lid Correspondent , den Heer '6.
fVooRHBLM Sc»NERVooGT, woonachtiff te Anholt in Pruis*
96» V eenige mededeelingen betrekkelijk den Landbonw ia
en. om Gendringen, Provincie Gelderland. '
t Voorts zijn als Bijlagen hierbij gevoegd:
' : A. Staat der Marktprijzen te Leiden*
B. Rapport van den tleer R. J. van der Let, Lid der
Commissie van Landbonw in Vriesland, nopens
den toestand van landbouw en Veeteelt op het eiland
Ameland.
C. Anna Paulowna-Polder.
. D* Dennenrups uit Utrecht.
Ten slotte acht de Maatschappij zich verpligt, met er-
kentelijkheid te vermelden de namen van vier Heeren Le-
den Correspondenten , welke zij , in het afgeloopen jaar 9
heeft verloren. Het zijn de Heeren: M. J. Adriani^ te
Oude Pekel'Aj aangekomen in 1805, overleden; B. Rus-
BüRG, te Kampen 9 aangekomen 1813, W. J. J. van Franc*
kenbero en Proschlitz , te Sas van Gent , en B. W. Blij-
OBNSTBiN, te Enschedé j beiden aangekomen in 1835, die
voor deze betrekking , uit hoofde hunner geklommene ja*
ren, hebhen bedankt.
Digitized by
Google
GESTELDHEID
VAN HET
WEDER
nr HEV JAJkJEL 18M.
lle CommisBie van Landbouw in dePtovinde Utrecht
heeft het volgende aangeteekend*
flaniiartl*
Gedarende de eelwte vier dagen had er ligte vont plaata ,
waarop aachte dooi volgde , terwQl dea nachts nog weder-
om vorst werd waargenomen. Van den 7*^ tot den 9^^
ontstond er xware mist. Op den KH*" geraakte de rivier
de Lek , die zich reeds in December des vorigen jaars had
vastgezet, in beweging, en ging dezelve, even als de ove-
rige rivieren, zonder eeqig gevaar open. Later had we-
derom meermalen sterke mist plaats, en was de dampkring
vochtig; doch er viel slechts op den 16^^ en llH^ rogen»
aoodat het we6r gedarende deze maand kon gezegd wor-
den over het geheel droog te zi]n. Enkdie dagen waren na
bet opklaren van den mist tamelijk fraai en helder. Van
den 27**™ ontstond er tot aan het eind der maand op
nieow vorst met sneeuw*
De maand Januari} kenmerkte zich voorts door onge«
1
Digitized by
Google
2 GESTELDHEID van het WEDER.
nieene ivindstilte, zijnde de wind doorgaans znid-oostelijk
en zuid-westelijk, zelden noordelijk geweest. Alleen in
den nacht van den 26»'~ op den 27*^° was de wind storm-
achtig.
Febraary.
De vorst, in het laatst van Januarij op nieuw begonnen,
duurde in Februarij voort. Hoewel gedurende de eerste
vier dagen gematigd zijnde, terwijl het wéér over dag
meermalen ontladen was, en de vorst met sneeuw en re-
gen werd afgewisseld , zoo nam dezelve weldra in sterkte
toe, zoodat de Thermometer des ochtends te 7 uren, op
den 9*"^ op 17o, en op den 11*^«^ op 11» Fahr. daalde,
terwijl dezelve later nog meermalen op 16o en 20o, en op
den 19*^*° des avonds te 11 uren op 11» werd waargeno-
men. Öp den 13«i«°, lé^»*, 15*~ en le*^*'» 25» en 26© , den
27«i«n yiei ^j veel sneenw, waarbij tusschen beide dooi-
weder met regen plaats vond. De vorst hervatte zich ech-
ter bestendig, en duurde tot het laatst voort, dalende de
Thermometer op den 28*^*** nog wederom op 18» des och-
tends te 7 uren. De rivieren waren reeds voor het midden
der maand op vele plaatsen en later geheel op nieuw vast-
gezet, terwijl de binnen waters , die ter naanwemood in
Januarij, wat enkele hoofd vaarten betreft, gedurende eeni-
ge dagen, waren opengegaan, bij voortduring gesloten
bleven.
Haart.
De vriezende weersgesteldheid bleef in Maart niet al-
leen tot den 22*^^ aanhoudend voortduren, maar de vorst
nam , omtrent het midden der maand ^ in eene , voor den tijd
ongewoon hevige mate toe. Op den 1'^^ daalde de Ther-
mometer van Faur. op 14«, op den 4*«» en 6^^ op lOo.
Op den 4**" en 5*^«° viel er sneeuw. Op den 10*«° had er
dooi plaats zonder regen , welke ontlading echter van kor-
Digitized by
Google
GESTELDHEID tan hbt WEDEll. 3
ten daar was , daar de vorst sicb reeds deaselfden avond
bervatte en nu ongemeen in sterkte toenam: soodat de
Th^mometer op den 13"^ en 14^^ des ochtends te half 7
oren aan 's R^ks Vee-fnrtsenQschool en elders op 5o, bij
eenige wanmemers echter op 2o, en l^ boven, en zelfs,
zoo men hoorde, 1 o onder nal tedcende. Op den 12^^ viel
er nog wederom eenige sneeaw ; doch over bet geheel was
de hoeveelheid sneeow in deze Provincie veel minder, dan
die, welke in andere gewesten schijnt te zijn gevallen. Vele
dagen waren overigens ongemeen helder en fraai, en deed
de zon over dag hare kracht gevoelen, doch volgde daar*
op des nachts steeds strenge vorst De rivier de Lek
werd te Vreeswijk aan de Vaart tot den 20"^ met paar-
den en rijtuigen, uitgezonderd de diligence, voortdurend
gepasseerd (1). Hetzelfde had op de overige rivieren
plaats (2), zijnde het igs, door opschuiving, op sommige
plaatsen , tot eene dikte vaa meerdere ellen vastgezet. De
(1) AI<;cniceii Handel- en Ad?er(entieblad van 22 Maart 1845.
(2) AJs eene bijzooderlieid werd, onder dagteekening; van 7 Maart
1845, uk Dordrecht gemeld, dat 11. Zaturdag eene zwaar beladen
MeöenJKhe kar met paard aan het Paipendreolktsohê veer de rivier
gepÉMCcrd ia, en dat er aan het Meêrdtvóorttohe veer in de laatite
dageo oedetvcheidene otien van 800 a 1000 oude ponden de rivier zijn
overgekomen. Uit Kampen werd gemeld, dat, op den 12<1m dezer,
eene met pa»d bespannen vrachulede van het Eiland ürk naar Vol^
lenhovt de Zaiderzee was gepasseerd. VtreohUche Courant van 19
Maart 1845. Op den 15 MaaK des ochtends te 7 ure, vertrokken vijf
inwoners deier plaat» met paard en arrestede naar Sehokland^ en kwa-
men aldaar tegen elf ure aan. Tegen een uur van daar weder vertrok-
ken zijnde, arriveerden zi| det namiddags te vier uren te Zwartsluis
terug.
Bij mcnschen geheugen waren nog nimmer op Sekohland in een zoo
ver gevorderd saisoen lieden over ijs met paard en slede aangekomen,
hetwelk dus met regt als eene groote bijzonderheid kon worden aange-
merkt ({T/recA/^cA Nieuws- en Advertentie-blad van 21 Maart 1845).
Men vergeleek den nu afgeloopen winter met overige langdurige win-
Digitized by
Google
4 GESTELDHEID vam het WEDER.
Mrind was steeds oost en noord-oostelQk , aleelUs enkele
malen xnid-oostelijk gebleven, en de Barometer behield
bestendig een' hoogen stand, bereikende dece op den 21*^^
779 millimeter. Op den 22^^ viel de dooi in met regens
welke onafgebroken en snel voortging; zoodat reeds voor
het eind der maand. de meeste binnenvaarten open en be-
vaarbaar waren. Op den 24*^ raakte de rivier de Lek ,
waarover men , een paar dagen te voren , nog met vracht-
wagens passeerde, in beweging en genoegsaam Op den-
zelfden t^d raakten ook de overige rivieren los. De ijs-
dammen die zich hier en daar (bepaaldelijk by Ameroti"
gen) door opschoiving tot eene aanmerkelijke dikte had-
den gezet, werden op den 28*^ gelukkig opgeruimd, en
zoo gingen de rivieren voor de tweede maal open , zonder
ander nadeel, behalve hier en daar afslag aan de buiten-
glooijingen der dijken te hebben veroorzaakt. Op den 30*^
en 31*^*^ hadden er nachtvorsten plaats, met fraai en hel-
der weder op den dag.
tere, namelijk (belial?e van nog Troegere tijden, als 824, 994, 1438,
1517, 1584, 1822, 1887, 1874) met die ran 1709, 1740, 1830 en
andere (Algemtetne Konti^ en Ltittrhoie van 14 Maart 1846). In
den eersten telde men in ffoUand 61 Yorttda^n , in 1740, 77, en de jim-
sierdamsehe trekachepen bleven 10 weken in het iji bekneld; in 1830
gedurende 80 dagen. Indien men enkele dagen van Januarij uilzon-
dert, waarop sommige hoofd vaarten, bijv. de Vecht ^ en ook de rivie-
ren voor korten tijd open waren gegaan, zoo kan men zeggen, dat de
' scheepvaart dezen winter van 1 December 1844 . tot het laatst van
Maart 1845, en dns gedurende drie maanden en 27 a 28 dagen of na-
genoeg vier maanden is gestremd geweest
In denzelven hebben 84 vorstdagen plaats gehad, namelijk:
2 in de maand November 1844
22 ]> » 9 December d
13 2) » » Januarij 1845
25 » j> 9 Februarij »
22 )> D 2> Maart »
84.
Digitized by
Google
GESTELDHEID tak het WEDER. 5
April.
De eerste seven dagen waren ongemeen helder en fraai,
doch bieren ti^ sterke nachtvorsten voortduren , en was
de lucht steeds schraal en droog. Ongeacht de rivier de
Lek , gelQk mede de overige rivieren , in het laatst der
vorige maand 9 gelukkig waren opengegaan , zoo verkreeg
de eerste in het begin van April ^ ter oorzake van het
van boven afkomend water , zulk een' boogen stand als
slechts hoogst zeldzaam plaats heeft , en dreigde de Lek-
dQk op eenige plaatsen, namelijk bij Jaarweid en aan
het nieuws -aangelegde Fort te Hondswijk^ te bez^j3cen«
CMukkig werd 9 door inspanning van alle krachten en de
aanwending van g^aste hdlpuiddelen , waaraan duizende
van handen te pas kwamen y het dreigende gevaar afge-
berd. Op den 6^^ verkreeg het water een* verlaagden
stand. Gfelnkkig, dat de voordurende oostewind van het
begin af aan gunstig voor den a£k>of was gebleven.
Van den 8*^ tot den 16^*° was het wéér dagelgks re^
genachtig of vochtig, doch guur. Enkele dagen waren
winderig en onstuimig, blijvende de wind bestendig noorde-
igk en noord-oosteli)k , enkele malen ook noord-westeli)k
toepende. Na den 16^^ volgde er droogte onder eene fraaij«
en heldere luchtgesteldheid , klimmende de Therm. enkele
malen op den dag tot 63» en 7Qo Fahu., doch ook nu deden
zich wederom nachtvorsten gevoelen. De ontwikkeling
anakte hierU} slechts zeer geringe vorderingen, zoodat
men eerst om en met den 20*^^ eenige werkzaamheid in
de vroege heesters , hoornen en het gras kon bespeuren.
Op den 23*^ had er kortstondig enweèr plaats , vergezeld
van malschen regen. Van nu af maakten de noordel^ke
winden plaats voor zuidelijke en zuidwestel^e. Deze
gunstige weersgesteldheid , waarbij zich de regens schier
dagelijks herhaalden , bragt eene ongemeen spoedige en
gewenschte vruchtbaarlieid aan, en nam de groeikracht
Digitized by
Google
6 GESTELDHEID tan het WEDEB*
soodanig toe , dat het geboomte met het eind der lyiaand
een groen aanzien bad verkregen , en Tele weiden nog in
April geschikt waren geworden « om het Tee te onlvangoD*
Hel.
Dese maand onderscheidde sich door baitengewoiie .nat-
heid, donkere lucht en geringe warmte* Gedurende de
eerste helft was het wéér aanhoudend guur en onaange-
naam. Er hadden veeltijds nachtvorsten plaats en over dag
regen. Op den 8*^ ontstond er in den nadenmiddag»
tusschen 4 en 6 uren» voorbijgaand onweer, vergezeld yan
hagel, hetwelk xich op den KH** herhaalde. In de tweede
helft bleef nagenoeg dezelfde weersgesteldheid voortduren:
zoodat bij sommigen h^t vuur uit de woonvertrekken nog
niet mogt verwijderd worden , teekenende de Therm. tot dea
ndga j^ ochtends ten 7 uren algemeen 50^ en 51o Fahr.
Op den 17^^ viel er nog sneeuw. In den nacht vaa den
19dea op den 20^ had er onweer plaats met faageibuyea*
Er vielen ook nu dagelijks en meennalen aanhoudende
regens. Op den 25*^ scheen de lucht te zullen opklaren,
doch reeds op den 24*^*° viel er wederom overvloedig 'wa*
ter, alsmede op den 26*^° met kortstondig onweer, waar^
na eene aangename zoelheid in den dampkring werd waai^
genomen. Dit onweer herhaalde zich op den 28*^*°, waar*
op wederom aanmerkelijke verkoeling volgde. Op den 31*^*^
was het wéér fraai en helder.
De wind was gedurende de geheele maand , genoegsaajü
onafgebroken noordel^k, noord-oostelijk en noord-westelijk
gebleven , slechts enkele malen , en niet dan kortstondig
met zuid-oostelijken en zuid-westelijken afgewisseld. Men
telde in Mei slechts 3 of 4 volkomen drooge dagen , en de
zon had zich schaars doen zien en gevoelen.
JuiMl-
Behalve op den 3^^"^ en 5<^ , waarop vruchtbare regens
Digitized by
Google
GESTELDHEID van lurr WEDER.
▼ideny waren de eerste dagen droog en meestal helder.
Op den 11^** en 12*» had er telkens des avonds ongemeen
sware veendamp plaats, waardoor de lucht ten eenemale
Tordonkerd werd, en de son vanrrood onderging. Op den
12^*> klom de warmte tot 80o Fahr. » en op den 13<^ tot
860 , b§ sommige tot 880. Er werd na des namiddags te
3 uren ligt onweer gehoord, hetwelk xieh op den 14'^«'> na-
genoeg in deielfde mate herhaalde (I). Er volgde hierop
eeaige verkoeling, doeh op den 17^"^ bereikte de Therm.
op nieow SOo Fahe* , en ontstond op den 18"^ wederom
vr| bevig enweér, hoewel op ver na niet noo. awaar als
in imdere pffoviaeiën^ vooral ook in Groningen plaats had,
als waardoor molens in brand s|jn geslagep en andere on-
gelaUmi werdea veroonaakt (2). Hierop volgde verkoe-
ling, en vielen er wijders dagel^ks, doch meestal slechts
voorbQgaande regens , afgewisseld met drooge tusschen-
oren* De twee laatste dagen echter bleven geheel droog.
De eerste twee dagen waren onstuimig. Op den 3^<» had
er onweer plaats in den morgenstond, doch rees de Therm.
reeda op dien dag tot 84o en 860, bJj enkelen tot 88» Fauk.
in den namiddag» Deselve bereikte nog wederom deae hoog-
te op den 6*", 7*~ en 8»*~, als wanneer er des avonds
te 7 oren ligt onweer ontstond (3). Van nu aan nam de
(1) Dil ottvrader detd lieb ie avdère GeinartoD itork gloeien, be-
paaldelijk in Drenthe y alwaar door hetzelre menachen werden gedood,
{Gronimger Cemnmt Yan 30 Janij J845).
(1) A. p.
(3) In de Gromnger Courant van 11 Jolij 1845, Yindl men om-
trent den tbermooMtei^ftaBd, en de uitwerking der aterke warmte het
vdgeBds aaageteakend: »0p Donderdag den 3« Julij teekende de tlier-
• mooieler, dea middags Ie 2 uren, S?» FiflR., en op den "7^^ d\\.
»Heer dan eena is de hitte dit jaar reeda grooter geweest dan in 1844,
9 toen de wanmla dag was 85<>.** Er worden hier onderscheidene ge-
Digitized by
Google
8 GESTELDHEID tan het WEDER.
warmte aanmerkelijk af, en vielen er dagelijks aiacbts met
uitzondering van den «*« 19^«», 21«*«», 2»*«, 24»««, 24^^,
en 26*^ tot aan het eind der maand meerdere en minde-
re, somwijlen zeer doordringende regens, - die echter
meestal bij baijen, en ook als zware stnifregens.nedervie-
len. Op den 29**«", 30**^ en 31*^ waren dezelve meer aan-
houdende. De onweders hadden zich ook nog op den 11^»
en 80"^^ herhaald. Over het geheel kenmerkte zich deze
maand door eene spoedig toenemende en sterke warmte
in het begin, later door meerdere koelheid, donkere Idohtp
en voortdurende natheid, hoewel het weer oveiigem 'niét'
onaangenaam was voor het gevoel , niettegenstaan^o/de wind
mefestnoordel^k , namelijk noord- westelijk en oostelijk was
gebleven , zQnde alleen in het laatst der maand westelfk
en meer zuid-westelijk geloopen.
JkugUBiUB»
Behalve den eersten, leverde de maand Augustus totover
de helft geen' enkelen dag op , die kon gezegd worden volko-
men droog te zijn gebleven , zijnde op vele dagen overvloe-
dige en zelfs zware regens gevallen , hoewel door droo-
ge tusschenpoozen afgewisseld. Op den 17^^ en 18^*^ scheen
het weer te zullen opklaren, doch op den lOdes ontstond
er een hevige wind, waardoor boomen werden ontworteld
en schade aan gebouwen werd toegebragt* Niet alleen heeft
deze stormwind , vergezeld van waterhoozen , in deze Pro-
vincie, bepaaldelijk te Tienhoven (l),nadeelen teweeg ge-
vallen aangehaald Tan werklieden, die door de warmte op het land aja
bezweken, namelijk te Adorp^ Sauwert en GoéUinzey terwijl op an-
dere plaatsen ?oetboden, door de hiUe zoodanig werden aangedaan,
dat zij in een bowusteloozen staat geraakten en overleden zijn. Het on-
weder van den Ss^a iiad mede zwaar gewoed over de alad Delflt en
hare omstreken, waardoor eene woning en molen in brand werden ge-
slagen (Séaats-Ckfurani van 11 Jnüj 1815).
(1) Provinciale Utrechtêohe Courant van 17 Augustus 164&«
Digitized by
Google
GESTELDHEID vak hbt WEDER. 9
bragt, maar heeft dudélTe almede Sn Zutd^mkmdf JSfoartt-
MoUand^ Zeeltmdj Groningen , voomamelQkodc ib JBf^ardr
Brabandj bQzonder te Zevenbergen essk Lage^Zwakuwe ^'
bl^kena de daaromtrent in de dagbladen (l) medegedeel->
de berigten , groote yerwoestingen aadgerigt , terwijl de-
idlde TersehiJnsekniOQk in naburige laadjeii, zoo. als ia het
Noorden ran Fraaknük, hebben plaau gehad. .Ook gedu-
rende den 20^^ en 21"^ bleef bêt weérottstuimig en,re-
genachtig. In den nacht van dett 22^^ op den 24^^^ bad
er hevig onweer plaats, en bleef het w«ér ?^r4f9r t^t.Jietf
and der maand ^nstandfaslig en ^somwijlen g1iuf«i Men
telde over de geheelè inaandslechtt vier of v^fl geheel dteo-'
ge dagen» daar, indien al het weer over dag veeltijds droog»
was» er des avonds of des nachts wederom regen viel,.
September.
Tot aan den 13"^ was het wedr droogt helder en fraai;
sgnde slechts op den 2*^^ en 10^^ eenige onbeduidende, re-
gen gevallen. Er hadden echter van den S^'^ tot den 8*^
reeds vrij sterke nachtvorsten plaats. Van den 14^*° tot
aan het eind der maand, vielen er met uitsondeting Van
den 19^, 20^, 24»»« en SI»**, dagelijks regens, aoodat
de tweede helft van September slechts vier geheel drooge
dagen opleverde, hoewel de regens niet swaar ef- aan*
hondende waren , nf aar met drooge tusschenpoosen afwis^
selden. Om en met den 25*^ deden zich nog r wederom
naebtvorsten gevoelen.
October*
De eerste twaalf dagen waren droog, helder, snebt 'en
fraai, hoewel er somvirylen, meestal des avonds, ligte re-
(1) Meo zie onder aoderen de S$aat9-Cour4mt v«n 22 AugupCiis
1846; het Algemeene Handelsblad van 23 en 28 Augustus 1845; de
HaarUwMcke Courtmi^ Yan 23 en 26 Aiiguatus 1846.
Digitized by
Google
10 GESTELDHEID van ukt WEDER«
g«D« plaato hadden. Nu vdgde tot den 16^* ongemeen flchoon
weder , doch deden sich vrij sterke nachtvoraten geroden ,
bij een ongemeen lagen stand des barometers. Daarna weri
de laeht onstuimig, soodat de windig den ftO^ ongemeea.
hevig werd, en zich tot storm verhief, waardoor het wa^
ter langs de kasten en in de rivieren tot eene ongewone
hoogte werd opgedreven , soodat zalks óp meerdere plaat*
sen, voor een korten tijd , groote bezorgdheid verwdit»,
zijnde in sommige steden kelders en straten, eMerslaadoi,
bepaaMelQk in Nocrd^ Holland ^ Over^$s0lj Noord^Broh
band en Groningen (1) ondergeloopea en waterkeeringeii
beawekeè. Later bleef het wéér op nieuw droog, hddèr
en fraai, meest onder zuidelijken, westelijken en noord*
westelijken wind, met voortdurende matige nachtvorsten,
zijnde slechts enkele malen 's avonds eenige regen gevallen.
De laatste dag was mistig , doch leverde overigens , nadat
deze was opgetrokken , eenen uitmuntenden , ja zelfs zomer-
schen dag óp^
NoTember.
Dezelfde drooge, meestal heldere weersgesteldheid en
nachtvorsten , welke laatste slechts gedurende de eerste zet
dagen aanhielden, duurde tot den 17"^ voort* Vele da^
gen waren uitstekend helder en fraai; eenige tegen esr om
het midden der maand waren mistig. Van na af aas werd
het wéér meer ruw, onstuimig, en zelfs meermalen stom-
achtig, en viel er op de meeste dagen of des nachts regen.
De wind bleef bij voortduring zuid , zuid-oostelijk of zuid-
westelijk , hebbende slechts enkele malen voor een' korten
t^d eene noordemice rigting aangenomen.
(1) Men zie hieromtrent de Siaots- Courant Yan 24 October; bei
AlgetHeeme Handelsblad van 24 en 25 October dneê jaars, en andere
dagbladen.
Digitized by
Google
GESTELDHEID taii het WEDER. 11
Tan het begin af vochtig en regenachtig zijnde , had er
op den middag van den 3^^ , en in dén nacht van den 4^^ ,
onweer plaats met hagel- en sneeiiw-buijen en onstaimigen
wind. Na volgden er eenige, grootendeels dröoge» dagen,
waarbij de lacht somwijlen op den dag helder was. Na den
10^» werd het raw, onstuimig weder, en stormachtig -met
veel regen. Op den 14^^ had er ligte vorst plaats, welke
slechts éénen dag aanhield, en door de vroegere onstai-
mige gesteldheid vervangen werd.
In den avond en nacht van den 16^^ op den l?^'^, had
er hevig onweer plaats , waardoor de bliksem in den Doms-
ioren sloeg, xonder echter brand of andere ongelukken te
verwekken (1). Later bleef dezelfde regenachtige en on-
stuimige weersgesteldheid voortduren. Op den 22*^ viel
er sneeuw; enkele dagen waren mistig; doch van 27 tot
Ml met den 30*^*^, verhief zich de wind, die gedurende
de g^eele maand grootendeels westelijk, namelijk zuid-
en noord-westelijk, was gebleven, op nieuw tot storm.
Het water werd te dier oorzake ongemeen tegen de zee-we-
rlngen opgestuwd , en bleef op sommige plaatsen slechts
weinige duimen beneden de hoogte, welke hetzelve bij den
vloed van Februar^ 1825 bereikte, waardoor aan dijk- en
paalwerk veel schade werd veroorzaakt (2).
De weersgesteldheid van het afgeloopen jaar heeft zich
dus onderscheiden, door ongewone langdurigheid van den
winter, en het laat verschenen van het voorjaarssaisoen ;
(1) Zie Utrechtache Courant Tan 19 December 1845.
(2) Men zie over den ongemeen hoogen vloed en de door den storm-
vrind in de maand December veroorzaakte ongelukken, liet Algemeene
Handelsblad van 15 en 18 December, de Haarlemsche Courant van
18 December en andere dagbladen van dezen tijd en later.
Digitized by
Google
13 GESTELDHEID var mt WEDER.
door eea spoedigen overgang tot oagewone» hoewel kort
aanhoudende, broeijende warmte in den vroegen somer,
welke vervolgens over het geheel vochtig is gebleven. Het
wéér was dus veelal niet aangenaam, bij gemis van ion*
neschijn , hetwelk echter eenigermate is vergoed door ^ai
herfst-^weder.
Digitized by
Google
I. Tarwe» Na den winter hesfenrde men in hel
Hertogdom Limburg dat de Tarwe gleobt waa; aaaawe^
Igks kon men. zien, waarmede de aarde beaaaid waa, veel
werd er doB omgeafckerd; dat etaaa bleef, gaf weinig en
onaoiver stroo. Het gstf hoogstene 13 raad per bunder. —
de korrel was goed van hoedanigheid, maar er was veel
oakraid odder. De Zoaier-Tarwe was meer dan ooit ge-
teeld en bragt :aeer vbordeelig op. Bij het gebrek der Rog-
ge werd er seef yeti met een gedeelte Phardeboonen Yoor
brood. Terméngd; in het Idgemeen gaf het 16 muddon.
Niettegenstende de aaaitljd. ia 1844 tot ^n vrbeg iitge-
vdlen ¥orat gunstig was, is eehtér de afkomst der Tarwe
in de Provincie Noord-Braband aeer Tersohillend uit-
gevallen; zij stoad goed te veld en werd een Weinig door
slakken geplaagd. Door den ateiken winter vreeede men
voor eene geheele mislukking; de vorst had aeer verscl^l^
lead gewerkt, zoo als bij dea dooi^ bleek». Op de zeer
zware kldilanden van Zevenbergen , en Klxtnderi had he^ ge-
was weinig geleden y op de ligtere meerder, vooral in do
landen van Ret^den en Altenai, ' die door lagere ligging
neerder aan natheid z^n blootgeeteUI Hoezeer later gaeA
loorgegrèeid , kwam deselvei doo^ de weersgesteldheid la-
ter dan gewoonlijk tot rijpheid. De inzameling ging met:
▼eel moeife veijgezeld. De regen , die in de eerste helft van
Aaguatns bijna enfl%ebr<iken aaihiéld^' vereorzaakto dat de
meeste Tarwe oageanaid stond ; de geweldige stoirm van
Digitized by
Google
14 TARWE.
den 19^^ dier maand deed veel graan verloren gaan, het-
geen gemiddeld op 2&3 mudden per bunder begroot werd
terwijl het in de landen van Aliena wel •). bedroeg.
De gewone binnenlandsche , bekend onder den naam van
Ouwertsche^ heeft minder geleden dan de witte, deris of
Kleefsche, waarvan de korrel losser in het stroo sit. De
opbrengst was dus ook verschillende; in de zware klei-
landen had men 22 tot 28, in de ligtere 18 tot 22 en in
de lage gronden van Geeriruidenberg tot Werkenclam niet
meer dan 14 k 16 mudden per bunder; dooreen gerekend
is het naanwelijks 75 ^ per mudde^
In de gemeenten langs den Mcuudijk van . Grave tot
CreveeóewTf kan wegens de gebrekkige waterloaing geen
Winter-Tarwe meer van eenig belang geteeld warden*
De inzameling had in Zeeland oek eene- maand later
plaats» dan werd door goed weder begunstigd^ 'de afkomst
beantwoordde niet aan de verwachting ^ en bedroeg niet
meer gemiddeld dan ÏS k 20- mudden per bunder.
Votlgeinb het rdpport der Provinciale Commissie in Zhid.-
H o Hand, is de Winter-Tarwe ' goed uitgevaMen in Betf-^
land en biet Westland; ia Rijnland^ Lande van IJeeel--
monde en: den 'Zwyndreohlseken Waard ^ Lande van
Rhéon en Porlugaui^ den AUlaséerwaard «n Lamie vmn
ArJkel en Vzanen hebben een redelijk beschot gegeven' vah
vjeg goede ^ualiteit, vooral de laatst geoogste, als van
15 — 18 è 23 mud per: blinder.
Op Goederèede en Flakkee^ de Laaide van.Voóm ul
Putten^ de Beierlanden^ Lande van Str^en "wtis, raea-
minder te vreden; daar hadden sommige stukken, dooi*, de
regens en harde winden veel geleden iik de maand Abgus*
tua, ïoodat men berekent dat er van somdiige. stukken 3.
k 4 Mudden z^a verloren gegaan. De. qualiteit der eerst
geoogste was maar iseer middelmatig;; de^ opbrengst wordt
ojlgegeven ab van 12 tot ;24 mud per bunder; l^et stroo w«g
ovier heÉ algemèea zeer goed en overvloedig.
Digitized by
Google
TARWE. 15
Het Departement * $ Crravenhage meldt, dat men gemid-
deld van 26 — 33 mud paik soortige Tarw per bander kan
rekenen , en boewei de Wittington«che rnim loo Teel be-
schot oplevert, is deselre voor de bakkerijen niet soo vol-
doende qIs dé gewone Zeeawscfae en roode soorten.
Het Departement Oud^Bijerland berigt: »De Witting-
tonsehe Tarwe beeft men opgemerkt, dat meer uitwaait
dan de gewone , op den daar wordt dezelve niet de voor*
kear gegeven , daar verseheidene boawlieden weder tot de
zaaging van gewone zyn overgegaan."
Het Departement J9e{^/ berigt, dat van het oostelijk ge<-
deelte der stad tot en om Soetermefir, de Tarwe door de
gele wormen (misschien een gev^dg van den langdarigen ,
strengen winter) dermate afgeknaagd waren , dat te Fre-
weyk het grootste gedeelte moest worden uitgeploegd , bet
staande gebleven heeft niet meer dan een half gewas o^'
geleverd, waarvan de qnaliteit alles behalve uitstekend was.
Uitiiet Departement £o//er»£a3f» wordt medegedeeld, dat de
Tarwe , die uit hoofde van de niet uitploeging staande waa.
gebleven , veel geleden had in den bloeit^d door eene stof-
damp of mist. Hiermede vereenigt sich het Departement 6ro«*
da , dat hetzelfde b^jrigt omtrent dén ZMUi|jf9^-polder geeft*
Uit Noord-Holland luiden de berigten over het alge<^
meen gunstig. In sosuaige streken bragt die gemiddeld 23
mnd per bundet op; in het 6^ distriet moest veel na 'den
strengeta winter omgeploegd worden; in bet 7* district, al-
waar men aanvankelijk eenen goeden oogst hoopte, werd
zij door den storm van den 19^^ Augustus geteisterd; ón*
der Calandsoog is de oogst gehedl mislukt.
Van Texel berigt men dat de qaaliteit uitstekend goed, de
korrel jblank, wigtig en vrij van brand is geweest.
Ook in de Provincie Utrecht had men over. het vro^-
gezaaide en over dat van hetgeen: van bet later gezaèide
staande was gebleven « een góéd gewas, zoo wel wat bet
stroo als de hoedanigheid van het graan betreft.
Digitized by
Google
1(> T A B W E.
Door deo storm Taa 19 op 20 Auguatiu had Tooral de
toen Dög niet gemaaide risweii veel .koren laten valleD.
Men rekent gemiddeld 20 Tinnen van het hiftider.le heb-
ben verkregen; dan^ hoewel de Tarwe zeer krigtig is, bod
is de scheat tegen gevallen» kunnende op véle plaatsen
slechts op ruim \ Van het meest op |- mnd van de vin wor-
den, aangeslagen , zoodat men op niet meerder dan 10 — 12
mud van bet bunder kan rekenen.
Uit de Provincie Gelderland berigt men dat het ten
redelijk gewas heeft opgeleverd en geacht kan worden eene
goede opbrengst te hebben ^even. Door de hooge pre-
zen zag men minder op zwaarte en qualiteit. In sommige
sUreken heeft hetzelve door de zware regens en daarop
gevolgde overstroomingen veel geleden.
De Heer F. Baron van Brakeix deelt mede, dat h^
in 1844 Wittingtonsche Tarwe vetbonwd had; dezelve had
wel voldaan ; in 1845 is zijn 2 bunders mede bezaaid. Ook
heb ik. een half mud Canada te veld gebragt; alle Tarwe
staat lütnemend schoon.
De Correspondent te Gempt berigt, dat in het distriet
pan den Jfkalkani doorgaan» meer Tarwe valt dan aan de
zijde der Jifaa^, omdat de laatstgeineMe lager ligt* Aan
ieuMaasffoni was het gewas over het algemeen zeer slecht,
als gevolgder koude en vervolgens van den hoogen wat^stand
in April en Mei. Al was het hooger gelegen bouwland
boven den waterspiegel, zoo was de bodem te koud en te
vochtig vopr de Tarweplant; de opbrengst was gemiddeld
8 k 9 mudden.
Aan de WaaUyde was daarentegen bet gewas gunsti-
ger^ en de- qualiteit goed met eene zwaarte van circa 80
N. pd. het mud; de opbrengst was hier gemiddeld 14 mud
per bunder*
• De Heer Voorhelm Schneevooot vermeldt omtrent het
district Gendertngen dat de Tarwe daar op verschillende
klei- en gemengde gronden zeer veel geteeld werd, dat de
Digitized by
Google
T A R W E* ir
vroeg gexaaide beter uitgevallen is dan de laat gesaaide ; van
deze laatste moesten vele landlieden weder oflq>loegen en het
land met haver bezaaid of met aardappelen bepoot worden.
Die Heer deelt verder mede, dat hij het verslag van
1844 aan eenen bakker ter lezing gegeven had, die hem
omtrent de. Wittingtonsche Tarwe het volgende schreef:
»Dat hij in dat verslag, op pag. 15 die Tarwesoort bo-
ven de tot hiertoe gebruikt wordende vond aangepresen,
als verre de Toorkeur verdienende; dat bQt het gene daar
omtrent deameerd»«n <^brengst van graan gezegd wordt,
niet zal tegenspreken, daar het met cijfers en getallen wordt
<^gegevea. Men had daar ook met die Tarwe , regtstreeks
van de Heeren tin 'Rukevohsej^ te Rotterdam ontboden,
proeven genomen;, hij had die Tarwe, omdat zi] hem op
het oog zoo nitmnntend voorkwam, ook geteeld en behan-
deld, doch hoe gunstig dezelve zich ook voor het oog op»
doet, kon hij als bakker, baar dien uitbundigen lof niet
toezwaaijen. Na onderzoek en daarmede geaomene proeven
is het hem gebleken, dat mén van de Wittingtonsche Tarwe
goed brood kan bakken, doch, dat zij| gedeelte zetmeel miader
inhoudt dan onze gewone Tarwe , zoodat de Bakker, wil h(j
van de Wittingtonsche Tarwe goed brood bakken, genood*
zaakt is zijn deeg veel stijver te maken dan .van dé gewone
Tarwe , want maakt hij zijn deeg van deze Tarwe zoo slap,
ds men het van de gewone soort doen kan, dan is bet hem
onmogelijk om er. brood van te bakken."
Vde velden moesten ten gevolge van den harden winter
en het gure weder in de Provincie Over]yssel hier en
daar omgeploegd worden. Het inundatiewater heeft daarbij
in Ols^ en Wijhe veel .vernield. De storm in Augustus deed
ook veel graan verloren* gaan , zoodat onderscheidene land-
lieden in den omtrek vau 5/e«nicfyA na den oogst het land
hebben omgebouwil 9 ten einde te beproeven of zij zonder
nieuwe jmayiag geen behoorlek product konden verkrijgen ;
niettegenstaaade al die: wederwaardigheden is het gewas
2
Digitized by
Google
18 T A R W £•
nog middelmatig geweest, daar het zaad Tan eene goede
^ualiteit was met een wigt van 75—79 N. S het N. mud.
Het bezaaide bandertal wordt opgegeven op 536, waar-
van men 365 lasten heeft verkregen.
De Heer Enklaar deelt mede , dat de Wittingtonscbe Tar-
we door hem op ruim 2 bunders gezaaid , zeer goed voldaan
heeft, gevende 60 kop per vim, hetgeen door geene Tar-
we nit den omtrek kon gehaald worden , en zulks niette-
genstaande zij , door zware winden in den oogsttijd getroffen ,
meer dan het zaaizaad op het veld verloor* De voortreffe-
lijkheid van dit gewas viel zoo zeer in het oog, dat hij daar-
van vele mudden aan onderscheidene boeren tot saadkoren
verkocht heeft, zoodat zij, indien zij duurzaam voldoet, als
aldaar gevestigd kan worden beschouwd.
Dezelfde oorzaken die elders de Tarwe nadeel deed lijden,
golden ook in Vriesland; de uitkomsten waren derhal-
ve beneden het middelmatige, doch leed zij door geen brand
of andere ziekten; alleenlijk was er veel onkruid, wanneer
ook trouwens de zaai-tarwe behoorlek gekalkt wordt,
schijnt dit ongemak niet te duchten te zijn, gelijk de Heer
Worp van Buma zegt, die door een SOjarige eigene on*
dervinding daarin tevens bevestigd is geworden*
De Heer F. 6* Wassenaar deelt op dit artikel nog
mede, dat het opmerkelgk is dat de beide soorten van
Tarwe eene buitengewone moeite bij het dorschen vor-
derden , zoodat dezelve bijna niet van het stroo te scheiden
waren ; het beschot en de wigt was niet zoo goed als het vorige
jaar; gemiddeld rekent men 20 è 22 mud per bunder, van
66 4 68 N. e het mud.
In de Provincie Groningen, waar dezelve hier en daar
van de slak geleden had, was die beter door den Winter
gekomen dan men verwachtte; de witte Tarwe had soms
zoo veel geleden, dat zi} uitgeploegd moest worden* Het
gewas bleef overal dun te veld en de oogst daarvan kan
men door elkander voorzeker op niet meer dan 20 mudden
Digitized by
Google
TARWE — ROGGE. 19
van het bunder schatten; het gewigt wag veelal 66—72
N. pd. het stroo lererde een geasond veevoeder op. Men
heeft algemeen weinig brandkoom opgemerkt, hetgeen
waarschijnlijk daaraan xal toe te schrijven mn, dat de
zwakke planten (die in den regel het meest aan brand-
siekte lieden) door den winter meerendeels sollen idjfk om-
gekomen-
De Heer Billroth zegt dat sommigen in plaats van het
iokalken van het zaaizaad, de Tarwe vooraf met kalkwa-
ter wasschen, hetwelk algemeen beter gehouden wordt.
2. ROGGE. In geene dertig jaren is de Rogge in het
Hertogdom Limburg zoo mislukt iJs in 1845; in het ge^
heele district van Maastricht y is geen pachter of limd*
bouwer, die voor zijn eigen voedsdi en dat van zijne werk-
lieden en voor z^n vee, genoegzaam Rogge ingezameld
heeft, veel min kon er iets ter markt gevoerd worden, de
opbrengst gaat de 9 mudden p. bunder niet te boven.
Met het voor de zandstreken in de Provincie Noord-
Braband zoo allerbelangrijkst gewas als de Rogge , wa»
het oneindig treuriger gesteld dan met de Tarwe , en het on-
derscheid tusschen de klei en zand-aarde was ook bijzon-
der merkwaardig; in de eerste had men over het algemeen
reden xich over de opbrengst te verheugen terwijl die op
de laatste noodlottig was: de zware klei in het arrondis-
saaent Breda overtrof ook nog verreweg de ligtere in de
kantons Waalwijk en Beusden.
Hoezeer de qualiteit beneden het middelmatige is , wordt
het beschot in de zware kleilanden opgegeven van 24 tot
32 mndden , terwQl de afkomst der anderen van 17 tot 20
mudden begroot wordt, en het gewigt der klei-rogge ge-
middeld op 70 pd. per mud.
In de zandgronden was het erg gesteld; de zaaitijd was
niet ongunstig, het zaadgraan van het vorige jaar , met schot
bezet en denkelijk inwendig gekiemd , bragt eene schrale ,
ziekelijke plant voort, die tegen de harde, langdurige
Digitized by
Google
20 ROGGE.
vorst niet bestand was , zoodat vele ,planten na den dooi
rood waren , in de wortels verrot en kort daarna van de
akkers verdwenen ; bet overgeblevene kwijnde tot in de eer-
ste dagen van Mei en berstelde zich op eene verwonder-
lijke wijze, de planten stoelden nit, doch nieuwe kon-
den er niet ontstaan; van daar stond de Kogge te dan 9 voor-
al in de schrale zandgronden , die geen kracht genoeg had-
den om de kwijnenden te herstellen en te doen nitstoelen ,
en was er bj} den oogst ^ en aan vele oorden de helft te wei-
nig stroo op den akker*
De oogst was ook niet zonder rampspoed. De Bogge werd
eenige dagen later rQp^ slechts zeer weinig was er voor
den 3*^^ Augustus ingezameld; de meeste stond gemaaid
ef nog ongemaaid te -velde. Het regende gedmrende 13 da-
gen bfjna bestendig-9 waardoor de Bogge aan bet schie-
ten raakte; alle zorg» om dit voor te komen, was vruchte-
loos , de toppen der garven waren zoodanig gekiemd , dat
zQ groene uitspruitsels kregen ; de oogst is op alle booge ,
schrale zandgronden in het zuiden en zuid-oostelijk gedeelte
der Provincie ruim 4 minder dan die van een gewoon jaar^
terwijl de opbrengst gemiddeld 13 & 15 mudden niet te bo-
ven gaat; vele akkers hebben f eene 10 mudden afgewor-
pen. In de zware , betere zandgronden is de uitkomst veel
gunstiger ; hoezeer de qualiteit niet beter en zelfs nog erger
is dan in de héide-streken , is de afkomst toch grooter;
die stroo had» had ook graan; 16 & 19 mudden zullen hier
de gemiddelde afkomst uitmaken van de beste zandgron-
den; in het Arrend. Breda "WorAt van 25 mudden gewaagd;
Ten aandien van de Rogge heeft er eene bijzonderheid pluitz
gehad, die onder de landlieden veel opspraak gemaakt, en
waarover men zich in gissingen verdiept. heeft, doch waar-
van de oudste boeren geene reden weten te geven. Het is
algemeen bekend , dat de vroegst gezaaide Rogge ook het
eerst rijp wordt. Door de plotseling ingevallen vorst had-
dan vele landlieden in de goede zandgronden niet afgezaaid ,
Digitized by
Google
ROGGE. 21
en nen maakte daartoe dus van den door in dé eerste helft van
Jannarij gebraik. DH gesaaide was bij de tweede vorst die
tot 23 Maart aanhield, nog niet uitgekomen. Kort daarna
kwam dezelve to voorschijn , doch beantwoordde niet aan
de v^wachting , soodat dezelve gedeeltelijk moest omge-
ploegd worden. Op vele akkers achtte men dit niet noodig,
en nu had bet bijzondere verschijnsel plaats , dat de Rogge-,
in lanuailf gezaaid, eerder r^p^as dan die in October, en
het eerst moest gemaaid worden^
In Zeeland heeft de Rogge een middelmatig beschot op-
geleverd, en kan men desselfs prodnct niet met dat der Tar^
we vergelijken.
De Heer J. 6. J. van dbn Bosch zegt» dat de korrel van
goede qualiteit was, maar de schotbaarheid gering , bedra-
gende door een niet meer dan circa 20 mudden p. bunder.
De Heer M. M. de Lanoe zegt onder anderen , dat het
meeste stroo onbruikbaar is tot kram werk aan de zeedijken.
Uit Zuid-Holland waren de berigten^ dat in Del/s^
land en het Westland^ RijnL en jittiassertüaard ^ Lart''
de van Arkd en Vianen de Rogge goed gelukt was en het
beschot vrij voldoende van 23 — 30 mudden per bunder. In
de andere districten der Provincie was men minder te vre*
den ; daar had dezelve meer door de nattigheid geleden,
waardoor de qualiteit minder was en een gedeelte zelfs voor
de bakkerij ongeschikt, de opbrengst rekent men van 18 —
24 mudden. In de Beierlanden en deni Lande van Strijen
30 — 40 mudden.
Het Departement Oud'Beyerland berigt op dit artikel r
de qualiteit der Rogge was goed , veel stroo heeft dezelve
opgeleverd en ze is goed binnen gereden ; afkomst van 24-^
36 zradden. De Rogge had, volgens het berigt van het
Departement Roiterdam^ niet zoo veel geleden van den damp,
die bij de Tarwe is opgegeven.
Uit Noord-Holland waren de berigten zeer uiteenloo-
pende, hoewel meerendeels gunstig. In het 8« en 9« Dis-
Digitized by
Google
22 ROGGE.
trict had dase graansoort bij uitstek goed gestaan. Ook op
de hooge zandgronden in Gooiland is sij zeer goed oitge-
Tallen en gelukkig geoogst ; wel was sij aldaar op akker*
nabQ bosch en in de laanwte gelegen, op het punt om in
de aren te kiemen, doch de daardoor geleden schade waa
Tan luttel beteekenis. Onder Leymuiden was de opbrengst
redelQk « onder Nicuwer^Amêtel goed. In het 7« distriel
had de storm van 19 Augustus wel eenig nadeel gedaan,
maar was de uitslag toch niet onvoordeelig.
Daarentegen klagen de 3«, 4<, ö« en 6« districten over
eenen onvoordeeligen oogst. De Winter-Rogge had op som-
mige plaatsen veel geleden , het zaad was niet opgekomen of
weggekwiynd , zoowel Winter- als Zomer- Rogge was klein
en smal van korrel; de opbrengst was gemiddeld 2i\ Mud-
den per bunder. Op het Eiland Texel was dit gewas be-
ter geslaagd , dan wel in vroegere jaren het geval was , en
leverde mitsdien dit jaar een vry goeden oogst op ; de qua-
Üteit was zeer goed en de opbrengst p. m. 20 mudden , ook
het stroo was lang en stevig gegroeid.
In de Beemster best uitgevallen , gemiddeld 28 mudden.
Wegens de aanhoudende vorst, vooral in de maand Maart,
had de Rogge in vele streken der Provincie Utrecht ge-
leden, waardoor het gewas dun te velde stond; van het
staande geblevene was echter de halm zeer goed gevuld
en de korrel van eene goede hoedanigheid.
De Zomer- Rogge slaagde, schier overal daar dezelve ver-
bouwd werd, voordeelig, hoewel even als de Winter- Rog-
ge later dan gewoonlijk rgp geworden; de inoogsting on-
dervond door het natte en wankelende weder in Augustus
oponthoud , waardoor dezelve niet vrij van schot is geble-
ven. By ondervinding is gebleken» dat het beschot op \
mudden van de vim kan worden gesteld; is men dus met
de qualiteiten het stroo tevreden, welk laatste op 21 vim
van het bunder wordt geschat, zoo heeft echteir de scheut
ni^t aan de verwachting voldaan.
Digitized by
Google
ROGGE. 23
De Provineiale Commissie uit Gelderland deelt me-
de , dat er niet veel stroo mn het veld kwam , en men dus op
een midddmatig gewas rekende, doch dat de uitkomst die
Trees beschaamd heeft, en het een goed gewas mag ge*
noemd worden. Op groote vlakten , waar de sneeuw afge-
waaid waa» had de Winter-Rogge veel door de vorst
geledNi, Boodat men sommige akkers moest omploegen.
Uitmuntende resultaten heeft de Rogge, in Guano ver-
bouwd, opgeleverd.
Dr. W. C. H. Stariko berigt, dat de Rogge dun van
het land gekomen is , en alleen de hooge prijzen van graan
en stroo veroorzaakt hebban , dat men in geldswaarde eenen
goeden oogst had. Volgens Dr. J. Wttewaai. was de
Rogge op .de kleigronden door het hooge IJsselwater zeer
slecht of geheel verloren. Op hoogere gronden , tot de zand-
gronden behoorende 9 was dezelve goed. Het bunder leverde
20 vim» de vim gaf 15 mud, wegende 72 N. pd. per mud.
De Hew A Li£Se (Apeldoorn) vermeldt: »Het over-
mesten der Rogge in de maand Maart met vermengde en
nitgebroeide stalmest of met roet , wordt meer of min als
l^ilzaam voor dit gewas beschouwd."
In het district van Maas en fVdal is zIJ zeer goed ge-
wassen en tevens van goede qualiteit, de veelvuldige re-
gens in den oogsttijd schijnen van geen bijzonder groot
nadeel geweest te zijn , zoo als dit wel vroeger het geval
is geweest; de later geoogste is eenigzins ligter bevonden
en hidd daarom ook minder in.
In Overijssel had dit gewas ook door den harden win-
ter geleden , zoodat het in het voorjaar dun te veld stond
en door het gure, drooge voogaarsweder ongunstig hleei;
door gunstiger weersgesteldheid veranderde dit graan ge-
heel van aanzien ^ met nitzondering van het laatgezaaide» dat
zidi niet konde herstellen. Ook de regens in den oogst-
tgd hebben het veel doen iQden , soodat zelfs hier en daar
koren op het veld is uitgeloopen.
Digitized by
Google
24 ROGGE.
Door Jonkheer van Bönninghausen tot Heerinkhave is
de opmerking gemaakt , dat de beste landen, welke in ge-'
wone jaren den rnimsten oogit opIeFeren, een zeer mid-^
delmatig prodact hebben gegeven , terwijl op zeer ligte en
hooge zandgronden het verbouw voldoende is geweest. De
opmerker schrijft dit vreemde verschijnsel daaraan toe, «kift
de bovenmatige hoeveelheid sneeuw, in den winter gevallen,
en de na de dooijing gevolgde aanhoudende regens, den
zwaren, vetsten en besten grond van boven zoo vast en
digt toegeslagen hadden, dat de plant niet konde groeijen,
en de weldadige zonnestralen door de harde korst niet kon-
den dringen , om de aarde behoorlijk te verwarmen en te
doen uitwasemen ; 23738 bunders werden met Rogge ver-
bouwd, die 15259 lasten opbragten. Het Departement i^e-
venter berigt dat de qualiteit boven verwachting goed was
en van 70 — ^75 N. pd. woog. De Heer E. C. Enklaah deelt
op dit artikel nóg mede , dat de Rogge algemeen sterker ,
dan hij zulks immer had waargenomen, met moederkoren
was bezet; daar intusschen die Rogge reeds gedeeltelijk
terstond in consumtie gekomen is, zonder dat men iets
van nadeelige gevolgen vernomen heeft, zoo schijnt dit een
bewijs op te leveren voor de onschadelijkheid van deze
misvorming der' Rogge , zoo als zulks ook betoogd is in een
stukje van zekere Dr. Peterman, voorkomende in den Vriend
van den Landman voor 1845.
Het gewas der Rogge was over het geheel in Vries-
land beter dan dat der Tarwe. De vorst schijnt minder
haren invloed daarop te hebben uitgeoefend. De veelvul-
dige regen heeft gedurende den groet nadeelig op de vrucht
gewerkt. Het stroo was wel lang en overvloedig, maar
sl^ en krachteloos, zoodat het veel te spoedig leggen
ging. Door de weersgesteldheid met veelal bewolkten hemel ,
schijnt het voedingssap niet die eigenaardige omwerking
en veredeling ondergaan te hebben, als tot een krachtig
gewas en het wel gedijen in alle deelen noodzakelijk is.
Digitized by
Google
ROGGE. 25.
De uitkoiMteii sijn, gelijk dit meest het geval is, bij de
doKcbing zeer ongellf k. Men geelt het bedirag op van 24 k
26 mudden per bander , terwijl bet gewigt, vooral in de
zachte kleietreken als guastig mag besebouwd worden, be-
dragende gemiddeld 72 N« pd. per madde.
De Heer Geeht Reinders deelt op dit artikel^ medec
»De proef om van zaaizaad te verwisselen, teneinde de,
ziekte (stof brand) wdke 2 achtereenvolgende Jaren in m^ne
Rogge had geheeracht (zie.de verslagen van 43 en 44)-
voor te kcMnen, is voUcomen gelakt y. daar de ziekte zich
dit jaar alleen bepaalde bij dat gewaz, waarvan het, zaai-
zaad van het voorgaand ziekelijk gewas afkomstig was.
Verschillende behandeling of soort van grond kondeliier
geen' invloed hebben, aangezien het verwisselde, en éigenl
zaaikoren op hetzelfde, veld nevens elkander werd besteld.*'.
Uit de Provincie Groningen, waar dooyrgt^aos drie ma^
len meer Rogge dan Tarwe uitgezaaid wordt, z^n de be-
rigten gnnstiger. De Winter-Rogge bad, met enkele «n-
gonstige uitzonderingen in de Veea-Kolonie op alle. vel-
den^ die eene goede afwatering hebbenen das het évec**
vloedige sneeuwwater gemakkel^k konden ontlasüen, van
den winter weinig en van den storm in Augustus genoeg-
zaam nieto geleden*. De vroegst gezaaide stond ook dit jaar
het voordeeligst, zoodat men zich op zandige gronden
meer en meer op eene vroege zaaiying begint toe te leg-
gen; de opbrengst was door elkander op 25 — 80 mudden
tot een gewigt van 60 — 66 pd.. geschat. Het stroo was
overvloedig, doch wegens de dikwijls natte wedersgesteld^
beid niet overal van eene goede qualiteit.
In bet voormalig Fivelingo kwartier^ GoreeAi en Sajh
pemeer waren de berigten minder gunstig; door den boo-
gen stand van het water, door de sneeuw- en ^sverstop-
pingen der kanalen was er veel nadeel toegebragt en vele
perceelen geheel verloren gegaan. De aanhoudende regens
in den oogsttQd, deed bet zaad lang week bleven, waar-
Digitized by
Google
26 ROGGE — GAB8T.
door niet weinig in de schoof ontkiemde. Hoeseer het we-
der later verbeterde, bezat het graan bij de insameling
de Tereischte hardheid niet; de opbrengst Fan de slecht
geslaagde was niet meer dan 14 & 16 mad per bunder.
Door den soo gnnstigen afloop der Winter-Zaaljing was
er weinig Zomer-Rogge geteeld; hetgeen er was stond vrij
goed en is gnnstig ingeoogst.
De oogsttijd der Winter-Rogge bragt door den veel vol*
digen destijds gevallen regen aan de qnaliteit in de Pro-
vincie Drenthe veel nadeel toe; voor dequantiteit liet die
niets te wenschen over, vermits men eene gemiddelde op^
brengst van 20 è 25 mud kan aannemen. De Zomer-Rogge
is goed geslaagd, en de uitlcomst per bunder bedraagt van
18 — 522 mud; de hoeveelheid stroo is middelmatig, heeft
door het langdurige natte weder veel geleden en was voor
veevoeder minder geschikt.
In de Koloniën van ffeldcuh'gheid was men over den
oogst redelijk te vreden; van de 751 bunders, die daarmede
z^n bezaaid geweest, 10820 mud geoogst of 14,40 mud
van het bunder, dat is in het geheel 1791 mudden en van
het bunder 3,36 mudden meer dan in 1844.
3. GARST. Hoezeer men in het Hertogdom Limburg
gevreesd had, dat de Winter-Garst door dezelfde oorza-
ken als de Winter-Tarwe en Rogge zoude geleden hebben 9
overtrof de opbrengst de verwachting, en men bekwam
20 & 26 mud; door zeldzame uitzondering werd er van
een bunder 351 ^^^^ ingezameld. Door het uitakkeren van
vele Tarwe en Rogge is er buitengewoon veel Zomer-Garst
geteeld, waarvan de opbrengst goed en voordeelig is.
Alleen in de omstreken van Bergen op Zoom , Steenber^
gen en Zevenbergen wordt er Winter-Garst in de provin»
eie Noord^Braband geteeld , het weinig gezaaide is goed
door den winter gekomen en heeft bij eene opbrengst van
36 & 40 mudden blaak en zwaar graan ten volle aan de
Digitized by
Google
G A R 8 T. 27
▼erwaebting ToMaan. Van meerder belang is de Zomer-
Gant 9 waarvan in de kleilanden , nitboofde er Teel Kool-
Zaad moest omgeploegd worden ^ bijzonder Teel is gexaaid
en in bet algemeen zeer goed gelakt
Ook aan den MaasAani beeft men zicb door het af-
drinken der Winter-Trncbten op deze teelt b(jsonder toe-
gelegd ; allerwege en speciaal ook op de zandgronden is
de Zomer-Garst wel geslaagd en kan als een der Toordee-
ligste gewassen bescbonwd worden, zoo uitboofde Tan
raim bedrag Tan graan , als ook wegens den boogen pr^s.
In deproTincieZeeland leTerde de Win ter-Garst goede
tesoltaten op ; de opbrengst wordt tusschen de 30 en 40 mud-
den berekend; ook de Zomer-Garst slaagde Trij gunstig;
soo wel de qnaliteit ab de quantiteit mag als Toldoende
bescbouwd worden. De opbrengst berdcende men dooreen
op 35 mudden.
Hoezeer eenige stukken Winter-Garst in de proTincie
Zuid -Holland badden moeten omgeploegd worden»
laidden deberigten anders oTer bet algemeen gunstig , bob-
bende Teel goede Garst opgebragt en minder gdeden door
den barden wind. Op Goedereede tn Over-Flakkée ecfatet
Talt de Winter-Garst bij bet dorscben tegen , zoowel ia
hoeTeelbeid als boedanigbeid, zijnde meestal ligt en wei-
nig geschikt Toor de pelderij. De Maartscbe Garst is re-
delijk uitgeTallen en de Zomer^Garst , waanran meer dan
gewoonlgk gezaaid werd , ten goTolge Tan uitgeploegd Kool-
zaad, is zeer goed geslaagd; men berekent de opbrengst door
eikander SOtot 45 mudden der Winter-Garst, 35 tot 38 mud-»
den Maartscbe Garst en 20 tot 25 k 35 mudden Zomer-Garst
Het Departement Delft deelt op dit artikel nog mede,
dat er Tan de brandaren, die er in 1844 zoo menigTuldig
in Toorkwamen, niets te bespeuren was.
Aangaande de afkomst der Hemel- of HemfJtga Gars4
ook naakte genaamd, geeft het Departeiaent *s Gravenhage
op 30 mudden Tan deze Garst, uiimuntend Tomr grutte^
Digitized by
Google
28 G A R S T.
rjjeneti pelterijen geschikt, ook voor elk ander doel goedv
en kan men ook goed brood bakken uit f van die <jfar»t
en ^ Tarwe.
De oogst was over heC algemeen in Noord- Hol land,
ten gevolge der langdwrige vorst in het inoorjaar , en de
zware vrinden in Jallj en Angnstas onbedaidend , wat de
hoeveelheid betreft , doch de qualiteit daarentegen vol»
doende, ja op sommige plaateen nitmontend. In het 5^«
district sch^t het koade voorjaar ook nadeelig op' de
hoedanigheid te* hebben gewerkt. In het 7* district heefit
de storm van 19 Angnstas groote schade gedaan. Geluk-
kig was op Texel de Winter-Garst binnen en had goed
vddaan , dan op Terschelling is op dien dag de geledene
schade wel op /4000 begroot, de qimliteit was echter
goed en wat binnen kwam was 66 Ned. pd. , de opbrengst
gemiddeld 30 mudden per bunder.
De Winter-Garst was in de provincie Utrecht goed in
den grond gekomen , dochr had van de langdurige vorst
veel te li}den , zoo dat er in de maand Mei nog weinig
van te verwachten was ; hoezeer de plant echter weinig
uitgestoeid is, heeft het nog een tamelijk gewas gege-
ven. De Zomer*Garst, welke in plaats van het verloren
Koolzaad nog al veel gebouwd is, is voordeelig opge-
groeid en naar wensch ingezameld. Omtrent de deugdzaam-
heid is 'men van beide soorten allezins te vreden, doch de
scheut voldoet niet, men rekent op 25 tot SO mudden.
De Garst leverde een voldoend gewas ia Gelderland
op. De Heer tb Gehpt berigt uit het Maas en fVaal^
dat de Zomer-Crarst een buitengewoon ruim gewas heeft
opgeleverd. De qualiteit werd algemeen gezegd, goed te
zQn, de zwaarte was van 55 tot 60 Ned. pd. per mud, dé
opbrengst op sommige plaatsen 20 op andere 25 tot 30 mud
per bunder.
De Heer Voorhelm Schneevoo€t zegt, dat de Zomer-Garst
ongeluk is uitgevallen; die na den 15^ Mei gezaaid is ge-
Digitized by
Google
S A B S T. 29
worden, is oret het algemeen beter vitgeTalIen dan de
iroeger gezaaide., ook in de provincie Oyer^ssel had
de Garst van den storm geleden^ men had echter de van
destelve afgeslagene aren , die het graan nog haddea be-
honden , kunnen opzoebeb én verzamelen.
De Winler-Garst had van de koude ia het Toorjaar te
IQden, zobdat de oogst daarvan als mislukt beschouwd
wordt, de Zomer-Garst leverde een vdj goed verbouw en
is van eene middelmatige qualiteit maar blank. De herig*
ten uit het Arrondissemeüt Almelo Jniden gunstiger; met
dit gewas werden 1749 bunders bezaaid 5 die 1469 lasten
qpbragten.
De vié]?reijige Zomer-Garst / vooral de laat gezadde.y'is
uitmuntend gesiJUi^gd*
Na het ophouden der vorst had men hier en daar in de
provincie Vriesland nog al -veel hoop pp de Winter*
Garst, dan belaas, die gunstige Terwachtiag werd niet be-
vestigd; stij kwijnde weg en slechts zeer enkele stukken
bleven er over , welke daarenboven met veel arbeid .(wieden
en hakken) een. gering beschot opbragten van een^ matige
qualileit.
In de meeste gtpnded ward Zomër-Garst gezaaid, die
zeer goed slaagde, men berekent bet, beschot door een op
40 & 50 mudden met een gewigt van 02 tot 58 Ned. pd.
Volgens de Heer Wassenaar had die door den regen
en eenen plaats gehad hebbenden wind, waardoor dezelve
meerendeels aan den grond j;eraakte , geleden, dat 'echter
meer het gewi^^t betrof.'
De berigten uit de provincie Groningen a^n omtrent
de Garst vig wel overeenstemmende, maar geheel verschil-
lende naar de onderscheidene soorten.
Nopens de Wiite^-Gars^ zijn al d^ berigten hoogst on-
gunstig; Zij leed eerst in het najaar van 1844 van de. slak,
later van het afwisselende wihterweder en vooral van' het
overrloedige sneeuwwater , dat alle landen bQoa als over*
Digitized by
Google
30 G A R S T.
stroomde zoodaC een groote uitgestrektheid moest omge-
ploegd worden ; het was eene uitzondering als men hier of
daar een stuk Winter-Garst zag. Het staande geblevene en
met zorg behandelde gaf nog een vrij goed gewas » waorrani
de opbrengst gemiddeld op 35 è 40 mudden van goede qua^
liteit en wegende 53 tot 56 Ned. pd. gerekend werd.
Maartsche Garst is weinig kunnen uitgezaaid worden;
later heeft dit op de polders en de hoogere kleigronden
Tan het Oldambt nog in middelmatige hoeveelheid kunnen
plaats hebben, en dit hoezeer later gewas is echter vrij
goed bij gegroeid en leverde een goed beschot op; volgens
den Heer van der Tuuk met eene geringe opbrengst van
34 mud en volgens de provinciale Commissie van 50 mud-
den beide tot een wigt van 52 k 53 ponden.
Ten gevolge van zoo veel mislukte Winter-Garst was
er eene buitengewone hoeveelheid Zomer-€farst uitgezaaid,
die algemeen zeer goed geslaagd is, -en op vele plaatsen
een uitmuntend gewas zoo van stroo als van korrel ople-
verde. Door elkander zal men de opbrengst op 36 Mud
rekenen , met een gewigt van 50 & 51 pd.
Veel leed de Zomer-Garst ook door den storm van Au-
gustus, waardoor veel graan van den halm is afgeslagen.
De Heer Billroth meld: ^Van de Chevalier-Garst is
veel uitgezaaid , dewelke ook zeer goed gelukt is en het
zaad van beste qualiteit; deze soort wil algemeen een gei-
ler bodem als de gewone Zomer-Garst.**
De Heer H. H. de Haan berigt: » De knobbel-Garst had
steviger stroo, leed daardoor minder van den regen, en
en is uit dien hoofde beter van qualiteit."
De onderscheidene soorten van Garst werden op 50 & 60
pd. geschat.
De Zomer-Garst viel in de Provincie Drenthe vrij goed
uit, met eene gemiddelde opbrengst van 25 mud, doch
leed veel door den storm , en het was treurig om te zien , boe
de grond met de afgeslagene aren bedekt was. In de Ko-
Digitized by
Google
GARST — HAVER. 31
lonie yan fF'elddiiigAeül viel iie minder goed uit, hebben-
de niet meer dan 800 mad van de 56 bunders of mim 14
mud per bonder opgebragc.
4. HAVER. Men was algemeen over de opbrengst
der Haver in het Hertogdom Limbarg, zoo in korrel als
in stroo zeer te vreden, men genoot van 32 tot 35 mud;
in het district Roermond scheen men echter zoo gelukkig
niet , alzoo men aldaar slechès op 24 mud , die nog van
zeer ligte hoedanigheid was, rekende.
Dit gewas slaagdein dekleilandea der Provincie Noord-
Braband zeer goed» en later dan de andere granen rijp
wordende 9 heeft dé inzameling niet geleden; door den vroe-
gen regen was het stroo veelal plat gestreken , hetgeen
te weeg bragt dat de storm van Augustos er weinig kwaad
aan deed. Men houdt de opbrenst voor 38 — 46 mud, en
het wel gewonnen stroo vooral van veel belang als winter-
voeder voor het vee.
In de Polders aan den Maasdyk^ alwaar de Haver het
voomaamste product is, en de welvaart er grootendeels
van afhangt , had men door de late afstro<Hning weinig kun-
nen zaaijen , en het gewas was in de eerste helft van Augus«
tum veelal onder water geraakt , zoodat bet in die polders ge-
wonnen graan ligt en spits was, en het stroo veelal bedorven.
In de zware zandgronden van het Arrondissement Breda
is de Haver voortreffelijk gegroeid, en had weinig min-
der dan die van de klei opgeleverd.
In het Arrondissement Eindhoven bespeurde men , in de
laatste helft van JuliJ , bederi in het Haver-gewas even als
in de aardappelen; er ontstonden van onderen op roest-
vlakken in het stroo, vervolgens in de lissen, die later
geel werden , het benedenste gedeelte der aren werd wit ,
dof en geraakte zonder korrel; de ramp was vrJJ algemeen,
het malsche stroo werd door den regen gestreken en slo^
geknakt aan den grond, waarvan het gevolg geweest is.
Digitized by
Google
32 HAVER.
dat bfj mindere quantiteit het graan bij de dorscliing soo
ligt bevonden is , dat men er zich geen voorbeeld van her-
inneren kan. Haver, die anders 43 è 45 ® weegt 9 kon nu
meerendeels naauwelijks 34 k 36 pd. halen.
De Even* of zoogenaamde Zand-Haver \fkB wegens het
harde . stroo overeind gebleven , zeer goed gegroeid zonder
bederf gebleven , doch had door den storm van 19 Augus-
tus veel door uitslag geleden.
De Heer Maetini zegt dat dezelve naar evenredigheid niet
zoo veel als in het vorig jaar opbragt, daar men wel op
36 a 27 vimmen stc6o, doch op niet meer dan 32 k 33
mu^ kon rekenen. .
In Zeeland :had het door de aanhoudende regens gedu-
rende den nazomer veel geleden ^ zoodat dezelve op onder-
scheidei^e plaatsen tegen 'den grond was geslagen en veel
graaa verloren had. Over het algemeen kan het verkregene
bescliot slechts als middelmatig worden aangemeikt. De
opbrengst was op 35 mud berekend.
Op de Eilanden Tholen en Zuid-Beveland Bch(jnt dit
gewas beter geslaagd; van het eerste zijn de berigten, dat
het boven alle gewassen het beste geslaagd is 9 en de op-
brengst gemiddeld op 45 mud geschat wordt.
De b^rigten uit Zuid-Holland waren omtrent dit ge-
was zeer eensluidende en wel gunstig » 'hebbende veel en
goede Haver en stroó opgeleverd; de opbrengst was van
40 — 50 mud , in Beierland en Lande van Strijen zelfs van
50 — 70 mud. Alleenlijk in den ZmV^/a«-polder schijnt die
niet zoo gelukt te zijn 9 daar men van daarberigt» dat het
beschot geringen de qualiteit ligt was, dooreen gerekend
90} halve ponden, en 30 mud per bunder.
In de Provincie Noord -Holland was over het alge-
meen de oogst der Haver vrig goed, in het 3* district is
meerder geteeld dan gewoonlijk, in het 6* district was de
qualiteit slechts matig, men had aldaar enkele bunders
Weiland met Haver bebouwd , die 'eenen ruimen oogst op-
Digitized by
Google
HAVER. 33
leverden » doch door te welig gewas eene krachtelooie kor-
rel ; io het 9* hadden zware regens veel schade toegebragt aan
het gewas. De gemiddelde opbrengst rekent men op 36 mnd.
Niettegenstaande de schrale en drooge weersgesteldheid
en den kouden toestand der gronden de zaaijing in de Provin-
cie Utrecht hadden vertraagd , was dezelve echter meest-
al onder gunstige omstandigheden nog tijdig genoeg kun-
nen worden in het werk gesteld. Dezelve is bij de , voor
dit gewas gunstige natte weersgesteldheid goed opgekomen
en voortgegroeid ; de Haver had fraai stroo , was goed ge-
laden, en is gunstig ingeoogst. De vroege overtreft ech-
ter de latere zoo wel in hoeveelheid als qnaliteit, zijnde
de laatste veel met brandkoren besmet.
Dit product is vrij algemeen met voordeel verbouwd , de
best geslaagde leverde 22 vimmen van het bunder op , met
een beschot van ruim 1 mud per Tim.
Op de hooge gronden in de Provincie Gelderland is
de Haver zeer goed geweest, op de lagere gronden had men
door de aanhoudende regens niet zoo veel kunnen zaaljen
als men wel gewenscht had ; de uitkomst was ook niet zoo
voordeelig als op de hoogere gronden, men had lang moe-
ten wachten met dezelve in te halen. Er is veel stroo ge-
wonnen, maar het zaad was zeer ongelijk; gemiddeld kwa-
men er 30 vimmen van het bunder.* De vim bragt op som-
mige stukken 8 mud op anderen 30 mnd op; dit groote
verschil is vooral veroorzaakt, omdat het water zoo laat
is gekomen en toen de tijd van zaaijen daar was , niet allé
lieden dadelijk het zaad konden te velde brengen.
Uit het district Maas en ^oo/ wordt graield , dat het
gewas op de gescheurde weilanden zeer slecht was ; waar
in andere gewone jaren de weilanden door elkander 30 mud
per bunder opbragten, bestond die opbrengst in 1845 op
zgn hoogst in 15 mud.
In de Provincie O v e r IJ s s e 1 is veel Haver verbouwd ; zij
is meestal uitmuntend uitgevallen , en woog van 40 — 47 N. pd.
3
Digitized by
Google
34 HAVER.
Er werden 2982 bunders mede bebouwd , waarvan de op-
brengst op 2855 lasten gerekend werd.
De Heer £• C» £nkla.a.r deelt een op dit gewas geno-
mene proef mede; hij zegt: »Eene door mij in het klein
met de zoogenaamde Russische Haver genomene proef le-
vert het bewijs op, hoever men het door eenvoudige, goe-
de cultuur brengen kan. Het is bekend dat men in het al*
gemeen bij de gewone cultuur der Voer-Haver gemiddeld
op niet meer dan 40 Mud rekenen kan ; alleen , zoover mij
bekend is, komen in Zeeland voorbeelden van 80 Mud
per bunder voor. Van het Genootschap voor Landbouw en
Kruidkunde te Utrecht eene kleine hoeveelheid Roode Ha-
ver ontvangende, zaaide ik deze op gewoon maar goed
gemest en met de spade bewerkt bouwland, op 20 vierk. Ned.
ellen in rijen op ongeveer 2 palmen afstand van elkander,
later was zij behakt en van onkruid zuiver gehouden, en
leverde op 16 kop, makende per bunder 82,5 mud."
Over de cultuur van dit gewas was men in de Provin-
cie Vriesland mede zeer te vreden; de hoeveelheid en
hoedanigheid kan men als zeer wel beschouwen; men re-
kent de opbrengst van 50 tot 60 mud. Sommige Landbou-
wers brengen deze hoeveelheid echter tot 70 mud, terwijl
anderen zich slechts met 40 moesten bevredigen , doch bei-
de voorbeelden zijn uitzonderingen.
Ook in de Provincie Groningen was de Haver over
eene groote breedte uitgezaaid , en de opbrengst was mid-
delmatig goed, maar eenigzins ongelijk; in eenige zeer
lage streken had men te laat moeten zaaijen en leed de
Haverbouw van den regen, de vroegst rijpe, inzonderheid
de dikke Haver , deelde in de schadelijke gevolgen van den
zoo dikwerf vermelden stornu In het zuiden en westeo
der Provincie was men het best te vreden , maar door el-
kander zal men de opbrengst op niet meer dan 40 mud
per bunder, bij een gewigt oploopende van 33 tot 48 pd.
kunnen rekenen
Digitized by
Google
HAVER — BOEKWEIT. 35
Het oTervloedigst was de opbre&gst van het stroo , welk
tot voedering van het ree zoo gewigtig voortbrengsel met
enkele uitzonderingen meestal goed binnen gekomen is*
In het Noorden der Provincie maakte men de opmerking,
dat er weinig brand of zwart in de Haver gezien werd,
hetwelk schgnt te bewijzen, dat het minder voorkomen
van brandkoren in de Tarwe althans niet alleen aan het
omkomen van de zwakkere en alzoo voor ziekten meer vat-
bare planten gedurende den langen en strengen Winter moet
worden toegeschreven, hoewel de gevolgtrekking niet vol-
komen zeker is, daar de brand of het zwart in de Haver
eene eenigzins andere ziekte is dan de brand in de Tarwe.
Hoe zeer men over de opbrengst van dit gewas zoo aan
stroo als aan koorn in de Provincie Drenthe zeer tevre-
den was , was er evenwel door den feilen wind veel verloren
geraakt. Men rekent de uitkomst op 25 & 80 mudden.
5. BOEKWEIT. De opbrengst der Boekweit was in
het Hertogdom Limburg verschillende. Door eenigen wer-
den ad 16, door anderen ad 22 mudden opgegeven, gemid-
deld zal de opbrengst op 19 mudden geschat kunnen wor*
den; het stroo was overvloedig.
In de zandstreken van Noord-Braband was de boek-
weit de grootste steun van den Landman; zonder het wei-
gelukken derzelve zoude de ellende ten top gestegen zijn.
Men had na de zaaijing weinig verwachting en hoezeer de
afkomst, zoo als veelal, verschillend was , overtrof dezelve
ver die van een gewoon jaar; ook io de kleilanden was
men zeer te vreden.
Men kan over het algemeen de opbrengst op 25 a 30
mudden berekenen, en van de beste behoort een beschot
van 36 mud niet onder de zeldzaamheden; dit gewas staat
gelijk mei dat van 44!, doch de qualiteit is veel beter, het
graan wigtiger en blanker, en is dit jaar veelal zoo zwaar
ah de Rogge, hetgeen bijna nooit het geval is.
Digitized by
Google
36 BOEKWEIT.
Daar waar de boekweit in de Provincie Zeeland nog
geteeld werd, had dit gewas van het natte saisoen veel
geleden en eene zeer geringe opbrengst opgeleverd, 12
mud per bnnder.
Alleen nit het district vafn Goedereede en Overflakkee
had men uit de Provincie Zn ihI -Hol land eenige berig-
ten; dezelve had een tamelijk goed gewas opgeleverd; de
korrel zwaar en droog, 21 mud per bunder.
De vochtige weersgesteldheid van Augustas had de
Boekweit in Noord-Holland benadeeld , en de storm van den
19^^ vooral veel schade gedaan, desniettegenstaande was
het gewas gezegend en is de oogst voordeelig uitgevallen,
ja slaagde die voortreflfel^k op stukken , die tegen den zui-
denwind gedekt waren.
In de Provincie Utrecht leed de boekweit door dezelf-
de oorzaken , als zoo even van de voorgaande Provincie is
opgegeven ; dezelve is goed binnen geoogst , de scheut bier
meer, daar minder, doch dezelve valt over het geheel ge-
nomen mede ; men zal dezelve door elkander op zijn best
op |- schepel zaad van de vim en ongeveer 20 mud van
het bunder mogen rekenen. In de gemeente Tssebtein had
een bunder 53 vim opgeleverd met een beschot van | mud
per vim, en echter kan men zeggen dat dit gewas door
de stoute prijzen met voordeel verbouwd is, vooral door
de bouwlieden der zandstreken.
Zelden zag men dezelve schoener bloeijen in de Provin-
cie Gelderland dan in dit jaar. Toen de bloem zich
begon te zetten deden de sterke winden en piasregens veel
nadeel, en hoewel men zeer te vreden mag zgn met de
opbrengst, had dezelve niet die uitkomst opgeleverd,
waarmede men zich in den bloeitijd vleide.
Volgens de opgave van den Heer Wttewaall was het
zaad van vrij goede qualiteit, de Boekweit leverde 25 vim,
de vim gaf 16 mud , het mud woog 63 è 64 N. pd.
Ook in de Provincie Overijssel had de boekweit met
Digitized by
Google
BOEKWEIT — KOOLZAAD. 37
Meergenoemde rampen te kampen , echter was de inoogsting
met ongunstig. De Veen-Boekweit is middelmatig goed uit-
gevallen; van dezelve is op 1573 bunders verbouwd^ die
gerekend worden opgebragt te hebben 407 lasten; voor de
andere was besteed 5695 bunders,- welker opbrengst op
3866 wordt begroot, wegende raa 61 — 69 N. pd.
Van de Zandgronden uit de Provincie Vriesland
waren geene berigten.
Dit gewas stond aanvankelijk in de Provincie Gronin-
gen zeer gunstig en beloofde eenen dubbelen oogst» die
niet verwezentlijkt werd. De teelt der Zand-Boekweit is
als zeer middelmatig te beschouwen, hebbende een beschot
van 14 & 15 mud met eengewigtvan 60 — 62 pd. De Veen-
Boekweit werd door den storm hevig geteisterd, als ook
door nachtvorsten in September, zoo dat daarvan de oogst
als geheel mislukt moet beschouwd worden ; daar het veen ,
waarin de vorst gewoonlijk zeer lang blijft zitten , (op 14
Mei 1845 bespeurde men nog de vorst in het hooge veen
in het fFesierwoldsche) zoo laat eerst tot de bezaayiog
geschikt is » dat deze op onderscheidene plaatsen eerst na
den langsten dag kan plaats hebben. — Op de hooge en
drooge zandgronden heeft dit gewas zooveel van den wind
geleden , dat men het op niet meer dan eene gewone op-
brengst zal mogen rekenen , waarvan de qualiteit zeer goed
is, 63 & 64 pd. Met dit laatste berigt komt dat van
Drenthe overeen. In de Koloniën der Maatschappij van
Weldadigheid oogstte men 712 mudden van 84 bunders
.land 9 dat is omtrent %\ mud van het bunder.
6. KOOLZAAD. Zoo het Raapzaad als andere Winter-
Oliezaden, hadden, zoo te zeggen, in het Hertogdom Lim-
burg geene opbrengst gegeven; eerstens is door den hevi-
gen Winter de plant bijna geheel vernietigd, van het ove-
rige gewas is het grootste gedeelte, de plaats die het be-
kleedde niet verdienende, omgei^erd geworden en het
Digitized by
Google
3i KOOLZAAD.
weinige, dat was blyven staan was zwak en teder, en was
nog door de aardvlooijen geteisterd. Het Zomer-Oliezaad
werd daarom overvloediger gezaaid in de omgeakkerde gron-
den en gaf eene voordeelige opbrengst, waardoor in den
mangel van het Winter-Zaad eenigzins voorzien is ; de op-
brengst kan op 15 mud geschat worden.
In Noord-Braband beloofde het Winter-Zaad tot in
het laatst van November bijzonder veel, doch had de strenge
langdurige vorst evenmin als de op de zandgronden ge-
zaaide en uitgeplante slooren niet kunnen weerstaan, met
uitzondering van eenige weinige blokken, die, opVlasland
gezaaid , minder geleden hadden , had men alles zonder on-
derscheid moeten omploegen; het weinige, dat men had la-
ten staan had niet meerder dan 12 k 18 mud opgebragt,
doordien hetzelve door de koude spillig was doorgescho-
ten en er ook te weinig planten op de akkers stonden.
In de kleilanden is in het omgeploegde veel Zomerzaad
gezaaid, hetgeen aanvankelijk goed opkwam; doch later, aan
het pratten geraakt door de natheid, verwilderde en ver-
stikte het; het beschot, hoezeer droog ingezameld, viel bij
de dorsching zeer tegen, en gaf gemiddeld ook niet meer
dan 14 a 18 mud.
Minder ongunstig was het Zomer-Zaad in de goede
zandgronden; hoezeer het hier en daar ook door de nat-
heid geleden had, bedroeg de afkomst gemiddeld 20 mudden.
In Zeeland viel het Koolzaad zeer nadeelig uit, leed
by de zaaijing, later door den Winter, zoodat veel moest
omgeploegd worden. Men moet de opbrengst als uiterst ge-
ring beschouwen; het product kan dooreen naauwelijks op
12 mud berekend worden« Het Zomer-Zaad leed door in-
secten, het vroeg gezaaide evenwel het minste.
Uit Zuid-Holland waren de berigten verschillende.
In Del/land en het Westland^ in Rijnland^ in de Beijer*
landen en Land van Streijen^ op Foome en Putien is zeer
veel Winter-Koolzaad, hetgeen in den voorwinter zeer schoon
Digitized by
Google
KOOLZAAD. 39
«tood, naderhand door de aanhoudende en felle yorst dood ge-
TTOsen en omgeploegd; het overgeblevene is redelijk wel ge-
slaagd, had echter zeer ongelijk opgebragt als van 10 tol
25 k 30 mad per bander, naar gelang bet eene stak meer
of minder door de vorst geleden had. De qnaliteit was
echter vrij voldoende; men had in die districten veel Zo-
mer-Koolsaad gezaaid, hetwelk vrij goed is geslaagd, 24
k 30 mud. .
Op Goedereede en Overflakkêe is het koolzaad alge-
meen goed door den Winter gekomen en had een gonstig
gewas opgeleverTl; de qualiteit zeer goed en droog; het
beschot 25 mad, hebbende verscheidene stakkea van 40 — 45
mad opgebragt; het zomerzaad is aldaar mede gonstig
uitgevallen, 18 mud*
Uit Noord-Holland luiden de berigten zoo wat qoa-
liteit als quantiteit betreft ongunstig, gemiddeld 18 mud.
In de Provincie Utrecht waren meerdere akkers dan
gewdonlgk met koolzaad bezaaid en ofschoon het vdór den
winter goed te veld stond , is er na denzelven slechts met
enkele uitzonderingen , het grootste gedeelte ondergeploegd.
Het weinige dat staan bleef voldeed niet aan de verwach-
ting, terwijl ook nog de inoogsting door onbestendig we-
der gedurende den dorschtijd tegenspoed ondervond: de
bouw van het koolzaad mag dus als mislukt beschouwd
worden. Er is te weinig Zomer-koolzaad uitgezaaid om daar-
van een algemeen verslag te geven.
Het Aveelzaad voor zoo verre het slechts in geringe hoe-
veelheid was verbouwd , is ongunstig uitgevallen. In G e 1-
derland is het winterzaad meestal mislukt, dat, hetwelk
is blijven staan, stond zeer dun en had een slecht gewas
opgeleverd. Daar waar het Winterzaad mislukt is, had
Bien zomergarst gezaaid , hetwelk goed gelukt is.
Ia Over^ssel had het Koolzaad door de scherpe vorst
veel geleden en moest grootendeels omgeploegd worden ;
het zomerzaml had een' gnnstigen verbouw opgeleverd. De
Digitized by
Google
40 KOOLZAAD.
proeven , in de omstreken van Steenwyk met Koolzaad ge-
nomen op sware zandgronden zijn dit jaar mislukt ; men wil
desniettegenstaande weder eene proef met Winter-koolzaad
op eenen , met gebrand leem vermengden zandgrond nemen.
Met Koolzaad zijn 754 bunders verbouwd , welker opbrengst
op 254 lasten wordt berekend.
Ook in de Provincie Vriesland was sleehts een ge-
ring gedeelte geschikt om te knnnen blijven staan; dit ont-
wikkelde zich laat en veroorzaakte eene ongelijke rijping
van het zaad. Volgens den eenen Correspondent had men
onder het dorschen nog al goed weder, terwijl de beide
anderen zeer klagen over het nadeel van den storm, in
Augustus daaraan toegebragt; doch de algemeene uitkom-
sten werden door allen als onvoordeelig geacht. Beter wa9
men over het Zomerzaad te vreden; het beschot daarvan
werd op 22 & 24 mud berekend, en van het Winterzaad
op 18 d 20 mud.
In Groningen was het Winter-Koolzaad in groote hoe-
veelheid gezaaid en leed van de slak, waartoe de vochtige
weersgesteldheid niet dan al te veel aanleiding gaf. Later
vreesde men zeer voor de nadeelige gevolgen van den zoo
lang aanhoudenden en zoo sneeu wrij ken winter. Dan deze
yrees had zich niet overal bevestigd y en de bewaring van dit
anders zoo teeder gewas zal wel voor het grootste gedeelte
aan de heilzame bedekking, die de sneeuw verschafte, moeten
worden toegeschreven. Het meest had dit gewas daar geleden»
waar het in het najaar bijzonder weelderig stond, waar het
al te laat gezaaid had moeten worden, of waar het gedu-
rende den Winter de zoo heilzame sneeuwbedekking niet
had mogen genieten. Zoo had men in eenige streken vaa
het Oldambty waar vrij veel Koolzaad verloren is gegaan »
opgemerkt, dat dit vooral het geval is geweest op de rug-
gen der akkers, die het meest van sneeuw ontbloot wa-
ren. In het Oldambi, met uitzondering der meeste Pol-
ders aan ien Doliard en in het Wester kwartier had men
Digitized by
Google
KOOLZAAD — VLAS. 41
Ti^ yeel KooUnuid-laDd moeten onploegm ; maar fai het
Toor dexe teelt soo gewigtige Hunsingo en roond in het
lïve/tng'o kwartier is het meerendeels bewaard gebleren.
In het laaUte district op de polders van het Oldambi
en in hét Oostelijk deel van Hunsingo^ was men yrij wel te
Treden, daar het gewas ook van geene insecten in den
Uoeitgd geleden en eene opbrengst gegeven had, door el-
kander van 2Q mnd, dat bij de thans heerschende prijzen
van / 10 en /Il middelmatig goed te noemen was; elders
was het beschot op niet meer dan 12 k 14 mad. De in-
oogsting is seer belemmerd, aoodat het derschea c^ het
veld lang had moeien uitgesteld worden , en veel saad , dat
nog vochtig en van slechte hoedanigheid was , is binnen ge-'
hragt; het aaad, dat op het veld lag, had vreeselJjk door
den 8torm# geleden. Het Aveeliaad had nagenoeg even als
het Ko(daaad geleden en beneden het middelmatige opge-
bragt.
Zomer-Kookaad was er vrij veel nitgexaaid, en had aan
geene bijiondere rampen geleden^ behalve daft het laatst aan-
kom^ide van het vocht eeoig nadeel ondervond; de op-
hrragst was van 12—22 mad.
Hattentut of het daar aoogenaamd Deder of Doddemaad
is in geene noemenswaardige hoeveelheid geteeld*
In Drenthe sijn het Zomer- en Boteczaad vr^ goed nit-
gevallen (1).
7« YLAS. Door de Provinciale Commissie in 'Noor d-
Braband wordt berigt, dat, in de landen van Alterm en
EeusdeUf dit jaar bijzonder veel Vlas geteeld is, hetgeen
ook algemeen tamelijk wel geslaagd is. Het laat gezaaide
leed door de natheid; het tijdig gezaaide gaf doorgaans
180 steen per bunder* Voor het te veld staande deden
(1) Zie, wegens de prijzen der OraiieD, den Staat der MarkffNtjxen
Ie Leyden. Btjla^ A.
Digitized by
Google
42 VLAS.
xicb weinig koopers op, zoodat mea naaawel^ks /180 a
/200 per. bander maken kon, waartoe vele eigenaren niet
beslaiten konden. Er is veel vlas opgereden, hetgeen an<
ders verkocht sonde geworden sijn, ea men heeft er sich
wel bij bevonden.
De steeds toenemende prijzen van het Vlas, hetgeen
door Rotterdanische kooplieden meestal voor buitenland-
sche verzending, sterk gezocht werd, en nog voortdurend
gezocht wordt, hebben een zooveel winstgevend resultaat
te weeg gebragt, dat zich vennootschappen geformeerd
hebben, die het Vlas, in Gelderland en elders, opkoopen,
om hetzelve te huis te laten bewerken, en hierdoor aan
honderde behoeftigen weik verschaften, die, in den te-
gen woordigen rampvoUen tijd, aan de armen-tafel zouden
vervallen zijn.
Het Lijnzaad valt slecht en geeft niet meerder dan 8 a
9 mudden per bunder De prijs daarentegen, is zeer voor*
deelig: fi^SO è/1,90 per steen van 3 N. pd. Het zaad
gddt/11 kf 14[ per mud.
In de zware kleilanden van het Arrondissement Breda
wordt geklaagd , dat het Vlas kort gebleven is en van den
r^en geleden heeft. Op stam werd er f 190 tot / 280
van gemaakt. Het gezwingelde Vlas gold er 60 è 6&
cents per N. pd., terwijl er 7 k 8- mudden gering zaad ge-
wonnen is, waarvoor de prijs ƒ11 k f 12 per mud be-
droeg.
. Door de lage prijzen van de laatste jaren ontmoedigd ,
is de Vlasteelt voor den handel , die te Veghet en omstre-
ken van belang was , meerendeels verlaten , en nu bepaalt
men zich bijna uitsluitend tot eigen gerief, waartoe de
machinale spinnerij ook niet weinig bijdraagt, zoodat het
bandspinnen voor twijnders en garen-fabrijkanten geheel heeft
opgehouden. De qualiteit was hier middelmatig, en de
prijs van het weinige, dat verkocht werd, was van 45 a
50 cents per N. pd.
Digitized by
Google
Y h {LU. 4}
In Zeeland ia, rolgens het verslag der Provinciale
Commissie, het vlas, in grootere hoeveelheid dan gewwm^k^
geteeld; doch naar het berigt van den Heer de L4N6E9 in ver-
gel^k met vorige jaren, %eer weinig Vlas gezaaid. Naar Inid
van beide berigten, gaf het een slechts middelmatig beschot.
De verhoring van het Vlasland aan Znid-Hollandsche
boeren, Uijft in deze Provincie aanhouden, die alles met
hnn eigen volk verrigten, en het Vlas, na inoogstiag, ter
verdere bewerking verschepen. Meermalen heeft men hier
aangevangen het Vlas zelf te bewerken, maar men kan^
in qoaliteit met dat in Zuid^HoUand bereid , niet mede«>
dingen. Men schrQft dit toe aan het water waarin het
Vlas geroot wordt, en ook, volgens den Heer van dem
Bosch , hieraan , dat de landlieden de eigen bewerking nog
niet dorven ondernemen, nit gebrek aan kunde en onder'*
vinding, die hoofd vereisefaten daarvan zQn*
De berigten uit Zuid-Holland luiden meestal gunstige
Het gewas wordt geroemd, goed en van goede qnaliteit^
van 150 tot 180 steen , van 3 n. ^d. per bunder. Alléén
in de Beierlanden en Lande van Stryen^ klaagt men dat
enkele stukken geleden hebben , door de aanhoudende re«*
gens, waardoor het Vlas wankleurig is geworden. De aft
komst van het IQnzaad was gering, als vaa 13 tot 16
Dardsche achtendeelen(l) per bunder. De prijs van het
Vlas , was ƒ 1.80 k /2.20 per steen , hetgeen zeer veel is ;
het zaad f4 i ƒ4.70 per acAlendeel (^ . Op Tlakkee z^n
eenige stukken Vlas verkocht voor ƒ200 tot /280 per
bonder. Het Departement ^sGravenhage stelt den prijs
van het zaad op /'14 è ƒ 16 per mud , en van het Vlas op
50 & 60 cents.
Onder Nieuwveen en Zevenkove9i, zijn nog eeiüge bun-
ders met Vlas bezaaid geweest. In het tweede distriet,
waaromtrent het Departement Leiden berigt , had men de
vroeger gestaakte teelt weder opgevat , welke gansch niet
ongunstig sch^nt uitgevallen te zijn.
Digitized by
Google
44 VLAS.
Volgenfl bet Departement Beijerland^ was de bewer-
king van bet Vlas moeijelijk , betgeen ook wordt toege-
schreyen aan de vele regens die op hetzelve, vöör dat bet
rijp was, gevallen is. Naar bet berigt van bet Departe-
ment Gottday beeft in den Zuidplas-'poïieT bet Vlas zeer
goed te veld gestaan, docb door de menigvuldige regens
veel geleden. De prijs maakt bet ecbter goed , zoodat de
Vlasboeren een middelmatig jaar bobben.
In Noord-Holland wordt geen Vlas geteeld, dan
4i bunder onder Leimuideny die slecbt gestaan bebben,
en onder JVinkel en Barsingerhom y waar zulks gesebiedl
voor Zuid*Hollandscbe rekening en bet veld tot dat einde
verbuurd wordt , namelijk dit jaar 3^ bunder » onder Bar^
singerhom en 2 bunders 4 roeden 73 el, onder IVtnkel^
tegen den pr^s van/ 190 per bunder, in laatstgenoemde
gemeente. De opbrengst was matig. Op Texel zi^n^ vol-
gens den Heer Bok ^ dit jaar 30 bunders uitgezaaid ge-
worden, welke over bet algemeen, een vrij voldoend ge-
was bebben opgeleverd. De uitslag kan echter niet wor-
den opgegeven , daar bet Vlas, voor rekening uitgezaaid,
dadelijk van het veld wordt weggereden en , ter verdere
bereiding , naar Zuid-Holland vervoerd.
In Gelderland wordt bet Vlas, bijna door allen die
land hebben , docb slechts in kleine hoeveelheid , voor
eigen gebruik geteeld. Naar mate liet verschil van grond
en de verschillende bewerking, is ook de uitkomst meer-
der of minder voordeelig geweest.
In Overijssel beeft het een behoorlijk verbouw opge-
leverd. Het was van behoorlijke lengte en voldoende van
zaadbollen voorzien ', doch bet Lijnzaad heeft van de ie-
gens geleden. Voor Vlas werden 765 bunders besteed, die
gerekend worden 172,140 N. pd. te bebben opgebragt,
waarvan de marktprijs was 60 tot 70 Cents het N. pd.
In Vriesland leverden de vroeg gezaaide landen eenc
uitmuntende vrucht scheutig Vlas. Van deze ging echter
Digitized by
Google
VLAS. 45
het zaad, meerendeels door het ongniuitig weder Terloren»
loodat Teel ter naaawemood geschikt voor veevoeder is
gebleven. Het later gezaaide leverde bij miader Ylas,
beter zaad, hoewel van geringe qnantiteit, dewijl eene
gunstige weersgesteldheid de rijpwording b^zonder begun-
tigde. Niettegenstaande deze uitkomst^ bleek het echter
al wederom overtuigend, dat laat gezaaid Vlas, bij langO
niet die gunstige resultaten oplevert , welke men gewoon
is van het vroeg gezaaide te bekomen; zelfs heeft dit
laatstgenoemde met aanmerkelijk meerdere ongemakken
van. het weder te kampen y dan bet eerstgemelde. De prijs
van het zaad was /IQ per madde; van het Vlas, naar de
^naliteit van /1»50 tot/2 per bunder , met dalende markt;
hetwelk echter meest aan de speculatie der opkoopers
wordt toegeschreven.
De Heer Worp van Petha acht het wenschelijk, om naar
-een onkostbaar middel uit te zien » ten einde bij . ongun**
stige weersgesteldheid 9 de knop op het land, .voor bederf
en het zaad voor ontkiemen te bewaren. HQ acht dit te
gewigtiger, daar nood en behoefte déze cultuur steeds aan*
moedigen en eene, schier jaarlijksche vermeerdering van
bnadertallen noodzakelijk maalu; terw^l de Vlasbewerking
in de behoeften der arbeideade klasse, eenigermate te ge*
moet komt. Het Vlas is (bit product , waardoor, nog hét
best bet evenwigt tusscheh zomer- en winterarbeid behou-
den wordt; eene zaak voor de algemeene welvaart van het
hoogste belang. Want wordt de arbeid, gedurende slechts
korten tijd of gedurende "den zomer , vermeerderd en uitgezet,
de werkeloosheid en ledige handen zullen bij den winter
vermeerderd worden , tenzy men in dezelfde verhouding den
arbeid, ook in dat jaargetijde, weet uit te breiden. Ove|;-
spanning waarin 'ook, is niet duurzaam vol te houden.
Door .den Heer Wassenaar wordt medegedeeld, dat men
in het midden en tegen het einde van de maand Jul$, in
de bloemknopjes en in de eerst ontluikende bloemen een
Digitized by
Google
46 VLAS — HENNEP.
zeer klein insect ontdekte, geel^groen van klenr, én eenig^
zins gelijkende naar de zoogenaamde aardvloo , doch zoo
klein , dat het ongewapend oog het niet , of altlians moei-
jelijkkonde ontdekken. Het schijnt, dat de vermenigyul-
diging van dit diertje de ontwikkeling der zaadknoppen
beeft belemmerd; zeker althans is het, dat de Ylasknop
algemeen nietig en de zaadkorrels zeer onvolslagen ble-
ven. De meeste stukken gaven dan ook niet meer dan 8
a 10, sommige slechts 4 & 5 mudden zaad per bunder.
Ook zag men later zoogenaamde doode plekken , in eenige
stukken Vlas, veroorzaakt door eene al te spoedige rijp*
wording of liever ontijdige sterfte, waarvan de oorzaak
misschien aan verschillende omstandigheden is toe te schrij-
ven , en daardoor modjel^jk te bepalen.
De Provinciale Commissie in Groningen meldt, dat
bet Vlas gedeeld heeft in den voordeeligen wasdom der
meeste zomergewassen , maar later , onder ongunstige weénh
gesteldheid , eene geringe hoeveelheid goed, droog zaad heeft
opgeleverd. Het lint echter was vrij voordeelig uitgegroeid t
en ook het geschoonde Vlas werd tegen voldoende prijzen
verkocht, zoodat dit eenigzins tot opbeuring strekt der
bier, in de laatste jaren , meer en meer in verval geraak-
te Vlasteelt. Er is dan ook , volgens den Heer Billroth ,
dit jaar , ruim zoo veel vlas verbouwd , als vroeger. De
opbi^engst van het zaad wordt door hem op ^ , 10 tot 14
mudden bepaald. Ook door dezen Correspondent wordt de
uitbreiding van den Vlasbouw wenschelijk geacht, om den
daglooner gedurende den winter werk te geven.
- In Drenthe is de Ylasteelt, welke zich, in den re*
gel , voor eigen gebruik bl^ft bepalen , middelmatig geslaagd.
8. HENNEP. Uit Noord-Brahand berigt men, dat
deze vroeger , in de landen van Eeusden en Altena , zoo be-
langrijke cultuur, bijna geheel verlaten is. In de overige
gedeelten teelt ieder landbouwer een klein hoekje hennep.
Digitized by
Google
HENNEP. 47
waarvan h^ de voor eigen gebruik beaoodigde toawen laat
slaan. De hennep is dit jaar tamelijk wel geslaagd.
De berigten uit Zaid-Holland, luiden, over het al*
gemeen» gunstig. lo quantiteit komt het gewas wel wat
te kort* doch dit wordt door den redelijken pr^s eenigsins
vergoed. Het is te wenschen , schrijft de Provinciale Com-
missie , dat onze Marine-administratie dit jaar goedvin-
den zal, Tan onze dengdzame schiihennep eene boeveelheid
te doen leveren, tot opbeuring van dit inlandsoh product,
hetwelk het vreemde ver overtreft. Volgens het Departe-
ment Gouda ^ was de prijs van het hean^zaad, dat zwaar
is geweest , f6 k /6 j- het mud ; en van den hennep , ook
zwaar en goed van> qnaliteit, ƒ15 tot f 17 de 50 N. pd.
Uit Utrecht wordt gemeld, dat de hennep veelal laat
en traag opkwam, en daarna van de nathdd te lijden had.
De warme dagen van Juni} hebben dit echter hersteld , als
wanneer de hennep bijzoader hoog is opgeschoten. Door
den stormwind van 19 op £0 Augustus, heeft de plant veel
zaad verloren , en zlfn hier en daar , de stengels geknakt*
De droogtijd, na het roten, was zeer gundtfg, en heeft de
hennep alzoo een deugdzaam gewas, van goede qualiteit,
geleverd; doch de scheut van bet zaAd was karig, hebbeih>
de naanwlijks |- mudde van de vim gegeven. De prezen
waren als in Zuid-Holland. De aanvoer van overzeeschen
hennep was niet ruim en de pr^s hoog, hetwelk op het in-
landsch product een gunstigen invloed zal hebben gehad.
De, in Gelderland, tusschen Maas en Waal, ver«
bouwde niet noemenswaardige hoeveelheid is goed gelukt»
In Overijssel is, in de g&Ofiente Ztvartsluis j df ze eulr
tour, met gunstigen uitslag, herhaald. Met hennep zfjn^
ia laatstgenoemde Provincie , 9 bunders 85 roeden verbouwd,
die 3000 N. pd. hebben opgeleverd. In Drenthe is de
voor eigen gebruik geteelde goed geslaagd.
9. TABAK. In Zeeland zQn, in het ^ District^
Digitized by
Google
48 TABAK.
proeven genomen, welke, ofschoon door de Provinciale
Commissie aangemoedigd , nog weinig beduidende resulta-
ten hebben opgeleverd. De grond , schrijft de Heer van
DE» Bosch, is voor den tabaksbouw wel geschikt, doch
de invoering deier cultnur lijdt schipbreuk op het bestaan-
de gemis aan genoegxame kennis, en geldel(}ke uitschot-
ten, die ze vereischt.
Yanhety in Zuid-Holland, toegezonden zaad, als te
laat ontvangen, heeft men nog geene proeven kunnen ne-
men, doch hoopt men zulks, in 1846, te doen. Volgens
het berigt van het Departement Gouda 9 zijn van, i^ Moord-
recht genomene proeven Sigaren vervaardigd , welke , of-
schoon niet op dierlijke mest geteeld , niet tot de zeer keurige
behoorden.
In Utrecht is, over het geheel, de tabaksplanting voor-
deelig geweest, hebbende een goed gewas opgeleverd en
geene aanmerkel\jke schade door hagel of wind geleden,
bdtalve op sommige plaatsen , door de winden van 19 tot
22 Augustus. Het gewas is tevens bevonden van een goed
gewigt en kleur te zijn. De priQzen waren, te Wouden-
berg^ in het begin van October, /12 namelgk voor het
aardgoed, oude soort; voor het zoogenaamd Yalkenburgs-
aardgoed,/17 de 50 N. pd. Voor het best goed werd
ƒ14 en voor de zuigers /6 gevraagd.
Te Amerongetij Rhenen^ Eist en Leersum is de tabak
reeds in het laatet van Augustus verkocht; het aardgoed
voor/27.50,/28tot/29en/30 tot/30.50 de 50 N. pd.;
het uitschot voor de helft dezer sommen, en de lompen van
5 en 51 Cents, het halve N. pd. ; de tweede pluk of het best
goed voor /12 en /14.
Het blijkt dus , dat de Tabak , dit jaar, greüg is weg-
gegaan, zQnde de voorraad meest opgeruimd; zoodat de-
se, veeltijds wisselvallige bouw aan de planters voldoen-
de voordeelen heeft verschaft. Alléén te Amersfoort is
weinig verkocht en d^ voorraad van vorige jaren nog aan-
Digitized by
Google
TABAK. 49
wesig* Voor het weinige, dat hier verkocht werd, was
de prijs van het aardgoed /17, van het beat goed /19.
Men heeft mede eene proef genomen met de ^a7K>-bemes-
ting, sijnde namelijk 200 onde roeden met tabak beplant,
welke, behalve met gewonen stalmest, met 500 N. pd. guano-
poeder werdea bemest. Het gewas was uitmuntend , zwaar
en goed van kleur; docfh de planter maakt daarby nog gee-
ne rekening , daar de duivenmest , welke deselfde uitkoms-
ten geeft, minder kostbaar is.
In Gelderland leverde, over het algemeen, ook de Ta-
bak goede resultaten op , daar de priysen voldoende waren ,
en deselve wigtiger was , dan men om de vele regens had
durven hopen. In sommige streken der hooge Feluwe kwa-
men de zware soorten niet tot de gewenschte rapheid. Men
beeft er ook, in het klein, met goed gevolg, de Guano-
bemesting op toegepast, welke in het volgende Jaar in
bet groot zal herhaald worden. Tabak , uit zaad van Ma^
mlla verbottwd, had geene der qualiteiten van zijn vader-
land behouden, maar bleek, proefondervinddijk onzen ge-
wonen inlandsohen geheel gelQk te zQn. De Heer tb Gempt
rekttit, dat in zijn district, gewassen is 250,000 N. pd.
aardgoed en nagenoeg dezdfde hoeveelheid best goed ; beiden
lot den pr(js van /20 tot /28 per 50 N. pd. De Heer van
Brakeijl roemt het gewas, als zoo voortrelBelijk van qua^
liteit en opbrengst , als in Iwge jaren niet was te beurt
gevidlen.' Ook het getuigenis van den Heer RoBmé van
DER Aa is gunstig, ofsohoon naar diens opmerking, by
bet opboflseo, het blad gebleken is, minder consistentie te
hebben en weeker te zQn, dan in vorige jaren. De hoo«
gere pr(|zen, thans vcM het aardgoed besteed, ^n voor
den landbouwer gunstig* Vioeger^toch , merkt laatstgenoem-
de Correspondent aan , Waren de opkoopers hij dalende prg-
zen, uiterst moeïjelyk.in het ontvangen van best goed, en
katieden (dat is, afkeuren) menige partij; maar tegen-
woordig beeft de groote prijsrijzing van het aardgoed ver-
4
Digitized by
Google
50 TABAK — MEEKRAP-
oorzaakt » dat de handel gesloten wordt Toor eenen bepaal-
den prijs , door elka&r door den verbouwer te leveren , wat
er komt , en door den handelaar te ontvangen » soo als het is.
10. MEEKRAJ'. Uit Noord-Braband wordt gemeld,
dat op de xware kleilanden in het Arrondissement Breda y
de geplante kiemen, ofschoon goed in den groei gekomeo,
niet veel vracht hebben voortgebragt. De wortel schgnt ge-
zond gebleven te zijn. Van de twee- en driejarige meede
is het resultaat niet voordeelig. Er bevonden zich in on-
derscheidene streken, ledige vakken. De harde en lang-
durige vorst, en de daarop gevolgde natte weersgesteldheid
hebben nadeelig op de, buitendien reeds zwakke planten
gewerkt. De driejarige meede heeft dit jaar b^na niets
aangewonnen, terwijl de tweejarige, die de eigenlijke mee-
cultuur alhier uitmaakt weinig wortel heeft opgeleverd. BIJ
de bereiding in de meestoven , heeft men eene geringe af-
komst gehad , terwijl de prezen , hoewel nog zeer voldoen-
de , in vergelijking van het vorige jaar, eene belangr^ke
daling hebben ondergaan. Men berekent de afkomst der
driejarige meede van 800 tot 1200 pd. ; gemiddeld zal het
lOSO pd. halen. De prQs heeft, in de laatste maanden ge-
fluctueerd; was hooger, doch is nu tot f60 &/64 terugge-
loopen.
In Zeeland is de cultuur over het algemeen nadedig
uitgevallen , en heeft volkomen aan de vrees voor eene on-
gunstige delving beantwoord. Algemeen kan het Terlies,
of de mindere uitlevering op ^ è |- berekend worden , ter-
vfifl het beschot , als zeer uiteenloopende moet worden aan*
gemerkt. Overigens was de qnaliteit der krapen vrij goed,
doch zal , nit hoofde der lage prQzoi , eene geringe gelde>
l^ke opbrengst opleveren. Het product wordt berekend vaa
de driejarige meede op 1200 N. pd», en van de tweejarige
op 1000 N. pd. per bunder.
De Heer de Lange stelt de opbrengst nog lager, name-
Digitized by
Google
MEEKRAP. 51
lï)k, gemiddeld op 500 N« pd. ; en de driejarige op 1000.
In het jaar 1845 werd meer oppervlakte , dan in de laatst
voorgaande jaren beplant, waardoor veel vraag naar kie*
men was, voor welke men van / 100 tot / 126 per bunder
besteedde. De, in dat jaar, geplante mee heeft wel gevaL
De acettijd was laat, en, bij den aanvang van den winter,
was de jonge mee nog niet zwaar. De sachte winter geeft
echter hoop, dat de plant niet zal geleden hebben. De
laatste regens kannen daarop echter niet gunstig werken.
De plant belooft veel kiemen. Op vele plaatsen waren die ,
met het laats van Febmarij, reeds zigtbaar.
De Heer tan den Bosch genoegzaam dezelfde resultaten
mededeelende , vermeldt nog, ten opzigte van de kiemen ^
dat, terwijl ƒ100 per bunder, voor de gewone soorten
bedongen werd , voor de nieuwe soorten , uit Schouwen en
de Willemstad /125 è /ISO besteed werd; deze nieuwe
soorten hebben zich, bQ de planting, ook gunstig onder-
scheideo en zijn goed in de vat gekomen.
De Provinciale Commissie in Zuid - Holland teekent aan ,
dat in het district Foome en Puiten en het eiland Ro%enr
burg de Meekrap geacht werd door eene soortgelijke ziekte
aangetast te zign als de aardappelen. In de Beyerlanden ^
Lamie van Strijen en het eiland Hordreeht werd weinig
meekrap meer geteeld, en die op de Hen Gemeten (GeuL
Zuid'Beijerland) was niet gunstig uitgevallen. [Volgens
het Departement Oud^Beijerland , neemt echter bepaalde-
Igk in ilte gemeente, de cultuur toe, hetgeen het aanvan-
kelijk wèl gelukken schijnt te bewijzen]. Op Goederee-
de en Overflakkee is het gewas mede ongunstig uitgeval-
len; ten gev(dge van de strenge vorst, waren de planten
zeer zwak en leverden geene genoegzame kiemen op, die
daardoor tot het driedubbelde van den gewonen prijs ste-
gen. Bf) het delven viel de qnaliteit niet tegen , doch de
opbrengst was niet meer dan de helft van een goed gewas ,
namelijk van de Sjarige 900 N. pd. , van de 2jarige slechts
Digitized by
Google
52 MEEKRAP. — HOP.
500 N. pd. per bunder. Vóortfl is de aftrek van dit arti-
kel gering en de handel lusteloos. Ook staan de tegen-
woordige prijzen in geene verhouding tot den geringen voor-
raad, die, in ons Rijk, van onze gewassen kan aan-
wezig zijn, en men moet zulks dus toeschrijven aan degroo-
te, te voren nooit gekende mededinging van de Fransche
meekrapteelt , en de betere wijze van bereiding, die al-
daar, door meer doelmatige toepassing van werktuig- en
scheikunde, in de laatste jaren, zoo sterk is toegenomen,
en doordien de aldaar bereidde meekrap, op alle Europesche
markten , de voorkeur boven de HoUandsche meekrap heeft
bekomen.
Het is dus wenschelijk, (zoo eindigt dit Verslag) ten
einde het geheele verval van dezen belangrijken tak van
onzen Yaderlandschen Landbouw te voorkomen , dat man-
nen van kunde in het vak der Meekrap, zich vereenigen
mogen , om , ook hier te lande , in de nog gebruikelijke ,
gebrekkige wijze van meekrap-bereiding, die verbeterin-
gen in te voeren, waarvoor dezelve vatbaar is, ten einde
met de vreemde mededingers gelijken tred in de verbete-
ring van dit kostbaar product , te houden.
11. HOP. Uit Noord-Braband wordt gemeld, dat
dit teeder, voor natheid zeer gevoelig gewas, bij en kort
na de planting zeer weinig beloofde, en de scheuten een
zwart, kwijnend en treurig aanzien hadden. Later ech-
ter, in Junij, herstelde het zich volkomen, en, zonder
door luis of honigdauw gekweld te worden, groeiden zij
welig en verkregen een groot aantal bellen, die echter,
misschien om derzelver menigte, kleiner dan gewoonlijk
bleven, doch van uitmuntende qualiteit waren. De regen in
Augustus , en vooral de harde winden op den 19^^ en 20"^^
dier maand, bragten veel nadeel te we^. De prijs van
ƒ36 per 100 pd. is zeer voldoende; doch de mislukking in
andere landen, waarvan men verneemt, geeft vooruitzigt
Digitized by
Google
HOP. — CICHOBEI. 53
op ryring , «n om die reden bestaat er b{j de Hoppetelera
weinig lust tot afsetting van hunnen voorraad.
In Drenthe ia dit gewaa mislnkt
12. CICHOBEI, In Vriesland acht men dit gewas
wel geslaagd. Men bespenrde wel zeer vele planten, wel-
ke opgeschoten waren, en das zoogenaamde Slekwortelen
opleverden, doch 'overigens waren de wortels meestal gaaf
en vri{ zwaar van stnk. Er schijnt minder Cichorei ver*
bonwd te zijn dan in vorige jaren. Immers deed bestaan-
de behoefte h^ de fabrieken den prQs der natte wortelen
in het laatst van October en November stagen , terwiyl
men anders meestal ondervindt, dat 4e eerstgedolvfin wor-
telen tegen den hoogsten prys verhandeld worden, wegens
derzelver meerdere deugd. Daar de mislukte aardappe-
lenbouw vele landlieden schroomvallig maakt, deze cultuur
fl^ioedig weder op uitgebreide schaal te ondernemen, is
het hoogst wenscheiy k , dat de goede prigzen der Cichotei zich
op den duur, ook Uj vermeerderden verbouw , staande zullen
kunnen houden, daar de Cichorei,, bij veel handenarbttd,
een zeer wwkzaam middel is, om vooral st^ve kleigron^
den te verbeteren en los te maken, dewijl derzelver diqi-
gaande wortelen on vennijdel^k ten gevolge hebben, ^at de
grond 18 tot 20 Rgnlandsche duimen moet worden opge-
graven, en de hiertoe vereisehte werkzaamheden eenen
aanvang nemen, na het eindigen van den anderen veldar«>
beid. Prigs der natte wortelen per 1000 N. pd. /13 a /14
tot fïi; en van de gedroogde /*6,50& ^6,75 de 100 N. pd.
De opbrengst wordt door den Heer Wassenaar gemid-
deld geschat op 18000 k 19000 N. pd. per bunder.
Uit Groningen wordt berigt, dat men over den was-
dom en de opbrengst van dit gewas wel te vreden was;
ia het Gorecht vooral, waar de voornaamste teelt daarvan be-
staat, hoewel er ook eenige Cichorei, gewoonlijk te Mid--
wolde en Kloosterburen ^ alsmede te Haren ^ wordt aan-
Digitized by
Google
54 CICH O REL — ERWTEN.
gekweekt. De prijs bedroeg 70 4 80 cents de 50 N. pd.
Volgens den Heer Reindbrs, neemt de teelt eerder af
dan toe. De opbrengst was, naar de opgave van dezen
Correspondent, van 18 tot 20,000 N. pd. per bunder, te-
gen ƒ 10 &/12 per 1000 pd. natte wortels.
In Drenthe heeft de Cichorei, ofschoon niet algemeen
verbouwd wordende, voldoende uitkomsten gegeven, en is
voor goede prijzen , van 90 cents tot /'1,10 de 50 pd.
verkocht.
13. ERWTEN. In de ommestreken van Maastricht
berekende men de opbrengst op 15 mudden per bunder,
terwijl men in het district Roermonde hoogstens een vierde
van eene middelmatige inzameling heeft gehad ; in het noor-
deiyke gedeelte nogthans had men tot 17 mudden inge-
oogst.
In Noord-Braband beloofde men zich veel van de-
ze cultuur; de regen in Augustus deed echter de vef«
wachting te leur stellen. De Erwten werden %wart^ wan-'
'kleurig en wormstekig ^ nogthans was de opbrengst van
de kleilanden van 22 tot 28 , van het zand 16 tot 18 mud-
den per bunder. De ongelukkige Aardappelen-oogst deed
de prijzen buitengewoon klimmen; men kon dezelve ver-
koopen, de geele en groene van / 12 tot / 14
graauwe f 16 tot /21; dit vergoedde ruimschoots de an-
ders mindere productie.
In de Provincie Zeeland stond dit gewas aanvanke-
lijk vrij gunstig en beloofde een voordeelig product; de
uitkomst evenwel heeft niet aan de verwachting beantwoord ,
en uitgenomen in Walcheren , waar dit gewas voordeeli*
ger schijnt uitgevallen te zyn , heeft men zich teleurge-
steld gezien , en zoowel ^ualiteit als quantiteit liet veel
te wenschen over. — Men berekende de opbrengst tusschen
de 15 en 20 mudden per bunder, terwijl de middelprijs
zich bepaalde tot / 11,34 per mud.
Digitized by
Google
ERWTEN. 55
Ook de hooge pr^sen waren Toor den Terbonwer zeer
Toordeelig.
De berigten nit Znid-Holland kom«i nagenoeg over-
eok net dat der Provinciale Commisfie aldaar. Uit het een
en ander bt^kt» dat op Goêdereede en Overflakkee, alle
soorten van Erwten ongunstig sljn uitgevallen. Hooseer de-
selve in de maanden Jani{ en Juli) allergunstigst stonden ,
loo badden later de luis en andere onheilen deselve xooda*
nig benadeeld, dat daarvan niet meer dan ^ van een gewoon ge*
was is gedorsobt , meest alle soorten waren daaraiboven
van slechte qualiteit, lOo door onvolkomenheid j door
wormeteek 9 ak door het eehot ; men blekende de op-
brengst der geele of wiUe Erwten op slechts 14 mudden,
de blaauwe op 20 mudden en de graauwe op niet meer
dan 10 mudden per bunder.
In de andere streken echter was men beter te vreden,
en was de afkomst voldoende , zelfs in Delftsland en het
Westland is het zeer goed geweest , van 20 tot 24 mud
per bunder. Uit de Beierlanden en Lande van Strijen ,
melde men dat dezelve bQ het gebruik minder ongunstig
sQn uitgevallen dan men gevreesd had.
De pr^s der graetuwe erwten m Octoher / 1 5 &/ 20.
December > 12 è » 18.
Blauuwe • • . • October > 13 è » 16. \^
December » 10 & » 12,50 1 5
Witte October > 10 &>13,5o| S^
December » 8.25 è » 10,25>
De uitkomst der Erwten is in Noord-Holland zeer ver-
schillend geweest; in sommige streken was dit gewas zeer
goed en voordeeUg, in andere beneden de verwachting,
hetwelk echter door de hooge prijzen is vergoed; voorts wordt
ons gemeld dat men te Zandvoort de Erwten-teelt op re-
gels by de Aardappelen , hetgeen deze hoofdteelt niet be-
nadeelt en goede uitkomsten levert De prQs van deze
cultuur is ons opgegeven:
rts
Digitized by
Google
56 ERWTEN.
De Crrauwe per mnd / 18 è / 25
Groene • • • • » 14 è » 22*
fFüie » 12 è » 18.
De prgzen waren gevolgUJk hooger dan in Zoid-Holland.
Uit de Provincie Utrecbf wordt ons gemeld, dat de
onderscheidene soorten Tan Erwten eenen goeden opgang
hebben gehad, voorspoedig waren voortg^roeid en wel
geladen waren geweest vooral op de ligte kleigrenden»
Op de zware kleigronden liad men gevreesd dat dezelve te
sterk zonden hebben doorgebloeid en daardoor te weinig
zaad zonden zetten. Bg het maaijen ec)iter viel de verwachting
van de laatstgemelde grondep nog gunstiger nit dan mea
aanvankeüjk gedacht had. Dan hoewd de inzameling g^
regeld heeft kunnen geschieden , en het gewas veel s$roo
heeft geleverd , terwijl ook de Erwten van eene goede hoeda-
nigheid waren, zoo voldeed echter, indien men enkele
akkers uitzonderde , die eene voordeelige opbrengst hadden
over het geheel de scheut niet aan de verwachting.
De prijzen waren tot / 26 het mud gekl<mimen.
De berigten van Gelderland komen almede hierin
overeen , dat geen gewas door de bijzondere hooge prijzen
van dit jaar den verbouwer meerder voordeel heeft gege*
geven dan 'de Erwten; dezelve waren over het algemeen
goed geladen , en het gewas op tabaksland op rijen ge-
plant, konde overvloedig genoemd worden; men hoopte
dat dit overvloedig resultaat den moed der verbouwers ver-
der zoude aanwakkeren , daar de vroeger lage priljzen in
de laatste jaren velen van dezen verbouw hadden doea afzien.
Over het algemeen waren de meeste berigten uit Gel-
derland , ten aanzien van het Erwten-gewas en de uitkom-
sten van hetzelve gunsHg,
In de Provincie Overijssel was er weinig cultuor van
Erwten geweest , de resultaten waren versohilleod echter
buiten belangrijke klagten , terwQl men in Vriesland , over
de uitkomst der groene Erwten minder te vreden was,
Digitized by
Google
ERWTEN. — PAABINEN. es DUIVEN-BOONEN. 57
lietwelk het gevolg wa< , &t men slechi %amd had gebruikt »
ook, dat men aldaar dit gewac digter moect nitsaaijeB,
waardoor het oricroid de plant minder zonde benadeelen,
aboo do<Nr weliger greei dor Erwten het onkruid zoiden
▼erttikken , en men minder kosten zonde behoeren aan te
wenden met het wieden der Erwten ; ook had raen.bg het
inoogst»! te Teel regen gehad , nogtane was men over dén
prys te Tredeo.
De ProTincialeCommistie van Landbouw in Groaingen
meldt ons, dat de Erwten over het algoneen vxel'wuren^g^
slaagde Het gewas was goed en de opbrengst eene mid- ]
delmatige heeredheid van eene goede hoedanigheid. Het ver-
bouw was echter niet algemeen in dat gewest. De aaaziei^
igke pr^s /lO voor de geele^ ƒ12 k /14 voor de graam^
we en /14 k f 16 voor de greene^ welke pngaen op het
laatst van het jaar nog hooger lieden, maakten, segt ge-
melde Commissie deze teelt niet onvoof deelig.
In eenige deelen van het noorden van' gedaebt gewest,
leden de Erwten op het einde van den zomer in haren blo^
Tan eene soort van Crypiogamen ^ wtordoor de bladen eerst
i(mi werden en een geheel %ieheltjk aanzien, ja ten laatste
ook eene %timrie kleur verkregen.
Dit Drenthe isolis ten aanzien van deze cultuur weinig
belangrijks geworden, alleen scimnt men uit de berigten,
uit die Provincie ontvangen , te moeten opmaken , dat er geene
Erwten voor den handel liiaar alleen voor eigen gebruik ge-
teeld worden.
14. PAARDEN- bnDüIVEN.BOONEN. In Limburg
i^n de Paardenbooncfn van dubbeld nut geweest; dezelve
hebben ved gediend tot menschen- voedsel. De minvermo-
genden hebbm om in het gebrek van Rogge te voorzien 9
dezelven vermengd met het broodgraan; het brood werd
twaarder en drooger; \ met f tarwe en \ rogge vermengd,
gaven de Boonen aan het bieod een zuivere en witachjtige
Digitized by
Google
58 PAARDEN- en DUIVEN-BOONEN.
kleur en het werd goed en voedjiaam beironden» De opbreagst
seer voldoende.
In Noord-Brabandi^nde Paardenboooen, die nitaloir
tend in de zware kleigronden bij Breda geteeld worden»
van eenen gewenschten aitfllag geweest*
Zg leden naar evenredigheid van andere producten wei-
nig van de nattigheid, sijn tot de inoogiting bij lang ste*
vig stroo goed doorgegroeid en waren met welgevulde peu-
len behangen. Zij sijn laat rgp geworden, en daardoor ook
laat nog niet volkomen droog ingezameld*
De opbrengtt was van 28 tot 34 mudden per bunder»
de prQs buitengewoon hoog, doordien zij ook aldaar tot
voedsel van den mensch gebezigd werden ; f 6^50 k /7,60
per mud.
Even zoo voldoende was de opbrengst der Duivenboo-
nen , die op de ligtere kleigronden in de Tianden van Alieiia
en Heusden in het groot geteeld worden, vooral omdat
daardoor het land in staat gehouden wordt, gesehilu om
door Tarwe opgevolgd te worden.
De Puivenboonen hebben, na van de nattigheid weinig
hinder gehad te hebben , eene ruime afkomst van 26 mud-
den per bunder gegeven. Daar de Ifuivenboonen voor meD-
schen voedsel oneindig geschikter dan de Paardenboonen
z^n, zoo stegen de prijzen aanvankelijk van/8 tot /lO bet
mud , later waren zij ruim /l minder geloopen.
Het gewas van Paarden^ en Ifuivenboonen was aldaar
door de buitengewone voorbeeldelooze prijsverliooging dit
jaar als het voordeeligste in de kleigronden beschouwd.
Uit Zeeland schrijft men daarentegen dat deze cultuur
door aanhoudende droogte en later door te veel regens is
tegengevallen, nogtans rekende men de afkomst op 90 mud
per bunder.
In Zuid- en Noord-Holland was de opbrengst van 20tot
30 it 35 mud per bunder en over het algemeen van eene
zeer goede hoedanigheid; vele zoo wel Paarden^ als fitn-
Digitized by
Google
PAARDEN- EN DÜIVENBOONEN. i9
venboanen waren voor Toedgel Tan den mensch met graag-
te en goed gevolg gebruikt, de prezen waren:
Zmül-ffoUand Paarden-boonen/G. /8,20. / 7,10. p. mud.
DiuTen-boonen >8. >8,80. > 8,20. »
Noord-Holland Vroege Boonen •••.••> 10,0(>. »
Geele Boonen >35,30. >
In het laatst der maand Jnlij sQn de Boonen in de Provin-
cie Utrecht op sommige plaatsen met vele Inisen besoeht
geweest, die zich op den kop der planten nederzetteden en den
bloesemen de vrncht schenen te zullen benadeelen, doch later
ÏB gebleken dat bet door dit ongedierte toegebragte nadeel
Tan geen groot belang is geweest. De Boonen zQn voor-
spoedig binnengereden en hebben eene , in allen opsigte voor-
deelige uitkomst opgeleverd. Ook de prijzen waren voor
doi verbonwer allezins gunstig, de witte boonen iQn al-
daar vericocht tot /i22 & /25 bet mud, paarden- en (hii-
venboonen van/7 tot ƒ8.
IndeProvincie Gelderland is dit gewas almede over het
geheel allergunstigst uitgevallen ; de prQzen waren zoo hoog,
dat men zich daarvan geen voorbeeld konde herinneren.
De Provinciale Commissie uit den wensch , dat men van
dit gewas meerder cultuur zoude maken , opdat door lagere
piQzen hetzelve meer algemeen verkrijgbaar konde zQn ,
alsoo dit product voor de arbeidende klasse als het geschikt-
ste en meest kracht amibrengende voedsel van belang kan
worden gehouden.
Onze Correspondent de Heer Emzlaar te Zalk bQ Zwolle
maakt melding van een vreemd eoort van Boonen, welke
gemdde Heer door tusschenkomst van den Heer Baron tan
Itteisum teHatten uit den Oeconomischen tuin te Groningen
had ontvangen, welke boonen zeer goed hadden voldaan ,
bijzonder wegens fijnheid van den bast en betere smaak,
ten gebruik voor menschen voedsel ; dezelve waren te Zwolle
ter maAt verkocht voor ƒ IS per mud.
Als een algemeen overzigt dezer cultuur voor de Provin*
Digitized by
Google
60 PAARDEN- En DUIVENBOONEN.
cie Yrieslancl , waarmede aageaoeg alle andeie rapporten uit
die Provincie, in het byzonder ook dat van de Heeren Corres-
pondenten Worp van Petma en Wassenaar ovei^eBkonien ,
nemen wjy over hetgeen wij bij de Provinciale Commissie
uit dat Gewest vinden opgeteekend.
> Deze (Paardea- en Duivenboonen)' zoo wel als de Wal-
» sche of groote Boonen werden in dit jaar gelukkig nog al
>in aanzienlijke hoeveelheid verbouwd; in tegenstelling
» van vele andere jaren gelukten dezelve algemeen %€er goed.
» De vrees , dat dezelve door dezelfde zidcte zouden aan-
» gestoken worden als de aardappelen , bevestigde zich ge-
» lukkig evenmin als bij de Tarwe en andere graanvrnehten ,
» hoewel er werkel^k een kort tgdperk is geweest, waar
>in vele struiken dezelfde verschijnselen vertoonden , als
» de aardappelen.
» Goed binnen gereden , bleek bij de dorsehing, dat de boo-
» nen gaaf^ blank en in hoedanigheid voldoende waren.
» Voor huiselijk gebruik werden dezelve byzonder malech
>en smaJielijk bevonden.
«Ongeveer tegen ƒ8. per mudde verkocht, leverden de-
» zelve voor den verbouwer goede uitkomsten, terwijl bo-
3 vendien bet frissche stroo een uitmuntend veevoeder op-
9 leverde.*'
De Commissie gaat verder voort:
> Dat het hoogst wenschelijk voor onzen landbouw zoude
» zijn , indien de verbouw der Boonen menigvuldige zooda-
> nige bovengemelde gunstige resultaten opleverde , daar het
» herhaald mislukken dezer, den grond zoo zeer verbete-
» rende vruchten derzelver verbouw, tot betrekkelyke ge-
»ringe bunders had doen afnemen.*'
In de Provincie Groningen was de cultuur derBoonoi
veel algemeener, haar gewas was voortreffelijk , zy bloei-
den goed , en men konde de opbrengst rekenen op 34 è 40
mudden per bunder , die tegen /6 en ƒ 7 ja tot /8 , en dus te-
gen goede prijzen verkocht zy n ; die vochtig ingeoogst waren ,
iets minder.
Digitized by
Google
PAABD.. BN DUIVENB. — WIKK. en LINZEN. 61
AUes ie samen gettoiBca mdldt mem ons uit dat gewest,
dat deze cultnor voor de meest ToordeelgeTende deelen van
den akkerbonw moest gehouden worden*
Eindelijk in Brenihe was hiervan weinig Terbonw ge-
weest, doch Tan dat weinige was men almede «eer /e t;red{en,
letwifl de Heer Tonccens den wensch uit, dat men zich
meer op deze coltnur zonde toeleggen , alzoo de resultaten
gunsüg waren.
15. WIKKEN EN UNZEN. Van deze onltnor zQn
weinig herigten ingekomen, waanraa wff echter sullen nw-
bedoelen die, welke maar eenlgsins belangrQk zijn»
In de Provincie Noord-Braband waren de Wikken,
die alleen in de kleilanden verbouwd worden, by zonder
wel geslaagd; van de luizen, meende men, uit hoofde van
de geringheid der cultuur, geene vermelding te moeten
maken»
De Proyindale Commissie in Zeeland zegt: Dat de
cuhunr der Wikken, als voedergewas voor het ree, vrQ
aansittil^k is geweest, doch dat hetzelve over het alge-
meen niet zoo gnnstig als in het voorgaande jaar was ge-
grodd; overigens dat hetzelve op onderscheidene stallen
met wezenlijk voordeel tot zomervoedering is aangewend
geworden.
In de Provincie Utrecht zijn deze gewassen niet van
de /tftsen vrijgebleven, doch waren overigens goed gewas-
sen en ingeoogst, wel geladen geweest en hadden goed
zaad en voederstroo opgeleverd.
De Heer Wttewaai., onze Correspondent te Voorst bQ
Zatphen, vermeldt, dat dit gewas groen was a^emaaid,
omdat de klaver door de langdurige Winter "was dddd ge-
gaan; voorts dat het gewas goed was* Ook dè Heer Wa-
«enaar zegt, dat ^e Wikken dit jaar algemeen zeer goed
geslaagd zijn, en groen gevoederd voor het vee tot een
uitmuntend voeder had verstrekt, hetwelk uit hoofde van
Digitized by
Google
62 WIKKEN EN LINZEN. — AARDAPPELEN.
de schaarschheid vaa grac en klaver zeer te atade lu ge-
komen.
Meerdere berigten van voorgemelde cultnnr zgn niet
tot on8 gekomen, deze en gene echter heeft den wensch
uitgedrukt, dat men zich op deze gewassen meerder aoode
toeleggen, als zijnde wezenlijk van belang voorden'
16. AARDAPPELEN. Volledig stemmen wig in en dee-
len in het gezegde van een onzer achtingswaardige berigt-
gevers, dat de opbrengst van dit nuttig, noodzakelijk, ja
onontbeerlijk product van den landbouw allerrampspoedigst
ontzettend en betreurenswaardig geweest is; echterom van
alle de mededeelingen , hoe verdienstelijk ook, melding te
maken, gedoogt onze bemoeijing niet* Wij moeten uittrek-
sels leveren en waarlijk ons zijn zeer uitvoerige verhande-
lingen geworden, die wij niet mogen verbrokkelen, en
alle deze merkwaardige stuldcen over te nemen, zoude een
groot boekdeel vullen; maar ook onder dezelve ziyn er, die
door tractaatjes en in de openbare nienwspapieren bereids
zijn vermeld: wij zullen ons moeten vergeüoegen, slechts
hier en daar iets van deze belangrijke stukken over te ne-
men. Ongelukkig heeft de ramp zich niet alleen tot ons
Vaderland uitgestrekt, maar vele aangrenzende en verre
verwijderde landen hebben in die ramp op eene verschrik-
kelijke wijze gedeeld.
Wij gaan als naar gewoonte over, ons berigt Provin-
ciaalsgewljze te behandelen.
Uit Limburg wordt ons gemeld, dat ter zake van de
hiervoor bedoelde ziekte de uitkomst zich had bepaald op
niet meer dan ^^^ van de gewone opbrengst, dat de inge*
zamelde aardappelen verder van de ramp waren bevr^d
gebleven; de prijzen waren buitengewoon hoog.
Ook Noord-Braband deelde in deze verschrikkelijke
ramp, evenwel was de cultuur op hooge zandgronden min-
der geweest dan op de kleilanden ; het onderzoek van na-
Digitized by
Google
AARDAPPELEN. 63
taor^ kruid- es scheikundigen hebben ni«ftg bepaaldel^kt i
de ziekte aldaar kunnen opgeven , ten minste om iets met
lekerheid deswegens te kunnen aannemen.
Volgens het berigt van den Heer Martini had lich de
oogst bepaald op {- Tan een gewoon gewas; dezelve wa-
ren kleiner van stuk en minder smakelijk dan in voor-
gaande jaren.
De Heer van Dutnhootbn had Aardappelen door hoven-
genoemden Heer uit Amerika ontvangen, welke ook door
de ziekte waren besmet geweest; een* verderen uitslag
hiervan wordt te gemoet gezien.
De Commissie van Landbouw in Zeeland^ houdt almede
de cultuur voor geheel mislukt ; Tooral van de winteraard-
appelen schijnt weinig te regt te zijn gekomen ; men vrees-
de zelfs gebrek te zullen hebben aan %etgoed.
Het Departement MiMelburg berigt ons almede dat de
inzameling overal ten vollen mislukt was , uitgenomen op
eenige zandige en hooggelegene gronden , waar de opbrengst
redelijk vras , alhoewel niet geheel vrQ van meergemelde
ziekte.
De Heer van den Bosch refereert zich ten aanzien van
dezen ramp tot het door zoo vele Geleerden door den
druk medegedeelde, doch meent dat de koude regen en
de daarop gevolgde buitengewone hitte eenen verderfelij-
ken invloed op deze cultuur had te weeg gebragt, ter-
wijl overigens alle de verdere berigten uit die Provincie,
anders zoozeer wegens de cultuur van Aardappelen beroemd^
eenstemming noodlottig zijn.
Ook de Provinciën Zuid'- en Noord^ffolland hebben in
den algemeenen ramp gedeeld , zoo echter , dat almede op
de hooge zandgronden , alsmede de vroege Aardappelen ,
daaronder begrepen de zoogenaamde Kromhouten , het vtash
ste hebben geleden , terwijl de Vriesche Witten 9 anders
een uitmuntende aardappel, niet hunne gewone grootte
hebben bekomen en niet melig zijn bevonden. De goede
Digitized by
Google
64 AARDAPPELEN.
Aardiypeleii sijn tot f 10 en faooger het miid verkocht
terwijl men de uitkomst gemiddeld niet hooger konde be-^
rekenen dan | van een gewoon gewas. De winteraardappe-
len , Tooral in de kleilanden , sijn in veefe streken ons als
geheel mislukt opgegeven , en men vreesde ook aldaar , voor
gebrek aan goede poters.
Het Departement Delfl deelt ons een uitvo^g berigt
roede , doch alzoo het een en ander door den druk bekend
is, achten wij ons verschoond dit uitgebreid stuk, hoe
verdienstelijk ook , alhier over te nemen ; men vindt het in
den Vriend van den Landman.
Het meest opbeurend i& het berigt van het Departement
'« GravenAage ; de vroege soorten waren aldaar tot aan de
uitgebrokene liekte zeer voldoende, ja zelfs beter dan
in de laatst verlopene jaren ; de meeste van die soorten
hielden zich tamelijk wel , en men vleide zich dat het aan
geene legaardappelen zoude ontbreken.
Ook h»t Departement Zeiden meldt ons , dat in de Gfe-
meente Feur^ ofschoon slechts eenige roeden laads onbe-
smet zijn gebleven. Voorts was de ramp in dat Departe-
ment vrij) algemeen.
In de Krimpener-Waard ^ volgens het medegedeelde uit
Crouda , was de aardappelen-oogst totaal te niet gegaan ,
allen waren verrot of verzuurd. Sommige hadden dezelve
in den grond gelaten om te beproeven of er nog ieta van
terégt zoude komen, doch bij het rooijen is bykans nieta
meer gevonden , dan hier of daar , enkele geheel verrot.
Sommige aardappelen onder eene laag natte bagger en
klei, ter dikte van & k 8 palmen , waren volgens het be-
rigt van dat Departement van de ziekte bevrijd gebleveuw
Volgens het Departement Sdssenheim , waren de aard-
appelen die vroeg hun wasdom hadden verkregen' en op
booge zandgronden geteeld, verkocht voor y 8 & ƒ10 bet
mud. Voorts vermddt ons gedacht Departement , dat men
aan de Kitny's-aardappelen geene ziekte heeft ontdekt.
Digitized by
Google
AABDAPPELEN. 66
zegt y^dw dat het te bejunmeren iè» dat hiërvaa geene
meerdeire eullnai^ beslaat.
Ook io Noord-Holland ia deie cnkilur seer tegenge-
▼alleQ , echter die. öp hoogè , Mmdgronden géledd » waren
het meeste voldoende, teen heeft dezelve tot/12 het mad.
verkoebté
De Heer Bok bevestigt bet »>o evetagenlelde. . Op Texel
was de ramp dragelijk; de uitkmnst der iandiwrdappelen
was niet minder dan voorgaande jaren , ook was de hoe-
danigheid goed ; op zwaarder grond was echter de ziekte
doorgebroken. De verbouwer was over de géamakte prij-
zen te vreden, die sch bepaalde tot f 8 è/5 het mnd,
terwQl de Heer Poutr de pcgs van /4 opgeeft*
De Commissie van Landbouw in dé Provincie Uirecht ,
verwijst ons tot. hét medegedeelde in de Staals^Couiant van
20 September 1845,' en geeft ons voorts de nQvoIgendo uit-
komst. De opbrengst der Aardappelen was 235225 mud-
iim minder gewi^e^l dan in 18i4^ De hoeveelheid, welko
gerekend wordt te Se|j#i in^ieoog^it» weird geratoid te hebben
bedragen 1095&7 jftudded, terw^l zulks in 1844 was go*
weest 344792, zoo dbt.Aieli volgens, de bedoelde opgave
mag aannemen , dat de opbseilgM eff w«tni|^ minder dan \
gedeelte Aardappelen moet worden gerekend van het yoHge
jaar, indien de beplante bnndertallen ili beide 'jaren gelijk
worden gesteld. Dit verschil weH echter^ voor het' jaar
1845 nog nadeelSger^ waaneerman in oyenvegingneenit, dak
in 1844 , «kobM 2872 bundera met dit gn#as waren be-
plant , lerw{fl dit getal in 1845 y 3264 bediroeg. Toen werd
de ,ganiiddelde opbrengst geschat op IflO nradden per bon*
deri dit jaar op aleohta 33 mndderi; i . ' . :
Volgene \wiJJtreelU9ehé marktberigt Iverden de Aardap-
pelen tan Octobér tot «n mét December! verkocht van
ƒ3, f% B^fli later waren ze verköbht tot/ 10
het. mnd.
Niet weinig heeft Gelderland gedeeld in de.algemee-
5
Digitized by
Google
66 AARDAPPELEN.
ne ramp; al de berigten uit die Provincie komeii daar-
in overeen, dat vele velden, bijzonder lage en kleiach-
tige landen met Aardappelen beset , geheel %ijn vernietigd
en niets hebben geproduceerd. Minder echter was het
kwaad op de hooge- en zand-gronden , terwijl vooral de
zoogenaamde bleekrooden het minst van de ziekte waren
aangedaan , en dat die weinige, die gezond waren gerooid,
niet door de ziekelijke zijn besmet geworden. Dezelve
waren echter kleiner yvdl stok, glaziger en êtijver dan
in gewone jaren.
In de Provinciën Oyerl|ssel en Vriesland was het
niet beter gesteld ; al de berigten van daar waren almede
zeer bedroevend ; nergens is men van den ramp verschoond
gebleven. Meer dan in andere Provinciën vreesde men , dat
de poters voor een volgend jaar %iekelijk zoude zijn aan-
gedaan , terwijl ons lid correspondent de Heer Wassenaar
vermeend een insect in de aardappelenplant en den aard-
appel ontdekt te hebben , waaraan h^ de ziekte toeschrijft.
De Provinciale Commissie van Landbouw in Gronin"
gen verwijst ons tot haar verslag, door den druk be-
kend gemaakt, en in der tijd in de Staats-Courant ge-
plaatst , hetwelk over de ziekte der aardappelen is hande-
lende , en beveelt daarenboven zeer aan z^ker werkje ten
titel voerende: Volks voorschriften om de rot%iekle thr
aardappelen te behandelen en te genezen ^ geschreven
door den Hoogleeraar Morren te huik. Groningen 1845.
Voorts zouden wg gaarne melding maken van het ver-
slag over de aardappelen, ons door den Heer Rbinders ge-
worden; dan onze bemoeijing, gelijk boven gemeld is, is
te zeer beperkt, om dergelijke uitvoerige verhandeliÉgen
over te nemen; hetzelve houdt nogtans vele zaken in,
waarvan wij hier reeds hebben melding gemaakt, et|
zoude mitsdien alleen moeten strekken tot een bewijs
van waarheid, van hetgeen hiervoren is gezegd en over-
gnomen.
Digitized by
Google
AARDAPPELEN— KNOLLEN. 67
AUertrenrigst liJn oveiigeü al de ▼«rdnre IiMrigteo , soo
mt Groningen ala Drenthe, welke berigten wQ allen
kunnen yoreenigen met dat', ons Tan de eomnissie van
Drenike geworden ; dat rapport jnd kannen strekken tol
een resnmé van de' ongelukkige gesebiedenis der aardi^-
peleo in 1845. Gemelde commissie segtkort:
Aardappelen. Gelijk elders is ook iuer de oogst seer
sleeht nitgevallen.
De Ttoege, namel^k voor .Mei geiette,. s^ middeljua-
tigb^gekconen; de in die maand en later gepooten, s|}n
mislnkt.
In bet laatst der maand Jol^ heeft men bet verderf der
ranken waargenomen, hetwelk meh spoedig algemeen ver-
spreidde, en wel in xoodanige mate, dat in Angostos al
de aardiq>pelenTelden daardoor waren aangetast.**
17. KNOLLEN. In Limburg sijn de £no//M, op Ifjnea
geplant en met veel sorg behandeld , niet gnsistig nitgeval*
len , hetwelk te meer te bejammeren was , yermits door den
lachten winter dit gewas seer te stade sonde s^n gekomen,
soo voot den mensch als voor het yee ; men konde de uit^
komst rekenen op de helft van een middelmatig gewas-
In Noord- Br ab and raakten de vroeg gesaaidé aan het
praüen en bleven bijsoader klein; later geraakte dit ge-
was aan het groeien en gaf eenegewenschle uitkomst* Het
Iaat geaaaide knolgroen is echter meerendeels mislukt.
De Tumips en ZeeuwsoAe Rapen zQn in Zuid-Beveland
SMl bet beste gevolg verbouwd; goede resnltaten heeft dit
gewas opgeleverd , veelal is het tot Schapenvoeder gebesigd.
De Heer tan den Bosch roont Ab Muéabaga seer voor
huiselijk gebruik. De smaak van eenige soorten was. seer
aangenaam ; de pcgs was niet hoog.
Ia Zuid-Holland djn de knollen over het algemeen
goed uitgevallen.
De Heer Bouman in de Beemster meUt ons , dat de Zweed-
Digitized by
Google
68 KNOLLEN.
8che of Koolraap xeer ^ed is geslaagd » g^k iiede de
gele zoogenaamde sandraap die op het boonenlattd, vroe^
ge aardi^pelen* 'of erwtenveld. nog eeafmtmantendgewas
had opgeleverd; ook badden eenige'pcoeTba met yérschil*
lende soorten van iSimips zeer Voldaan.
Over het algemeen ' was men ook in Noord4Iollatid
over dit gewas te vreden.-
Insgelijks in de Provincie Utrecht waren de ImoUeBy
-welke niet in de roggestcqipek waren gesaaid, ea;op den
behoorlijken tijd inden grond gekomen^ geslaagd, ehidiet
met de boekweit gezaaid , hadden eene zeer goede' op-
brengst gegeven.
In Gelderland was' de nitkomst van dit gewas iseer
ongelijk , zonder 'dat daarvan eene jniste oorzaak yrÉM .op te
geven. In het algemeen waren de zandknoUen beier geslaagd,
dan die op de kleigronden ; nogtans geeft ons de Heer Ro-
BiDÉ VAN DER Aa op, dat de knollen buitengewoon voor-
deelig waren uitgevallen en veel meer hadden: opgeleverd ,
«dan enders in de beste jaren.
De Heer Liess vermeenty dat de knolrapen in April in
den tuin gezaaid en ter bekwamer t^d op enderlingen afiitanA
van 30 duimen op gbed bouwland verpoot > eene groote hoe-
veelheid gezond en voedzaam veevoeder opleveren.
Vocnrts had de zachte winter toegebragt , dat men dit ge-
was lang heeft kunnen gebruiken*
In Overijssel, volgens het verslag van de Provisciale
Commissie, waren 4612 bunders verbouwd, die 11678 las-
ten knollen opleverden, waarvan men de waarde schatte op
ƒ30 per bunder. De knelrapën waien in de ommestfeken
van Deventer, waar aij in het groot verbouwd waren-, uit-
muntend geslaagde
De Heer Enklaar geeft ons op , dat braakkm^en op rQ-
en te zaaifen eene opbrengst konde geven van /ISO per. bun-
der, ,V ^^^ ^^^ bunder had gemelde Heer voor /M) ver-
kocht, en merade zells, dat daarvan meerder te maken
zoude zijn geweest.
Digitized by
Google
KNOLLEN — WOdRTELGEWASSEN. 69
In Yriealand was men over deie cokitinriy de klei be-
ter te vredeo dan op de aa»dgronden.
Li Groningen warengeenehljsondere rampen; vr^ al-
gemeen bad men aldaar dese caltnor op heoge waarde ge-
steld en waren de knollen veel te gemoet gekomen in de
ramp der aardappelen.
EindelQk was deÊit tditimr in de Provineie Drenihe miiH
der ¥an aanbelang geweest; ,daar was de ÏOÊfil kleiner Taa
stok gebleren, doch het loof had seer lang gestrekt tot
geiende stalvoedering. /
18. WORTELQEWA8SEN. De Beeiworieltn x^n door
nQvere Landbouwers in Limburg mei veel zotg en kosie»
op Ignen geplant» en gaven eene. goede opbrengst; van an-
dere wortelsoortett was weinig gesaaid. .
biNoerd-Brabandbektaig4ie»ettzieh,datde w<»teleir
klein van stok si}n gebleven , ddch de prijs was het ddb^
beid van gewone jaren »• en had ^eel Toorzien inde behoef-
ten van andere levensmiddelen voor den Beegenaamden ge-
meenen man; nefd had ie even als aardflqipelen gekuild ^en
iQ iQn lang goed- en smakelifk gebleven. .
Daarentegen vinden wij in het vesslag. dsF, Provinciale
Commissie van Zeeland opgeteekMidt^
Dat wel is waar bet telen van den mamgelwovitl jaar^
iQks aaniienlijk toeneemt, en dat jbeeren meer. bg de land-
lieden de overtniging bevestigd wordt, dat dit.gewas vooral
bfj hooge preien der granen een gunstig voordeel i^krvert^
doch dat overigens de opbrengst in het aigeloopen jaar niet
als gunstig kan besohonwd worden v als hebbende de daar-
mede beiette veMea , waarschQnlijk uit hoofde dér menigvul-
dige regens, een veel geringer proiluot opgeleverd.danin 1844.
De opbrengst der Paardenpeen was almede niet loo
mim als in andere jaren.
In vele districten van ZuiA^HoUand was de Paarden- en
andere peen goed gegroeid.
Digitized by
Google
70 WORTELGEWASSEN. — SPURRIE.
Op Goedereede en Flakkee hebben de Bardnoten of aard-
akers een gering beschot gegeTen; men rekende hetselve
op niet meer dan op 1500 ned. pd. per bunder, hetwelk
men achtte omtrent de helft van een gewoon .gewas.
Volgens bet verslag van het Departement Oud- Beierland
bad men in de Gemeente Klaaswaal dezelfde ciekie in bet
gewas der Paardenpeen ontdekt al» hg de aardappelen ,
zich openbarende in versterf van bet loof, en roestachtigtt
vlekken op de vrucht.
In Noord-Holland waren ie worielgetaassen aeeer
goed uitgevallen; hoewel op enkele plaatsen de hoeveel-
heid minder was , werd zulks door de grootte en de gave
hoedanigheid vergoed.
De prijs was /l per mud of /l,Sa de 1000 stuks.
Dit gewas is wel is waar in de Provincie Utrecht klein
van stuk bevonden, nogtans had men geene andere tegen-
spoeden ontdekt. Ook in Gelderland was de aftrek gtooi
en men was over deze cukunr te vreden.
De Heer Robidé tan der Aa meldt ons , dal de worte-
len onffewoon grooi van stuk en lekker van smaak ^i^uren
bevonden, maar meer aan spoedige verrotting onderhevig
dan in gewone jaren*
In de Provincie Overijssel had men, in he^Arrondiase*-
ment Almelo, met goed gevolg de Peen gezaaid onder het
Vlas en Zomer*koolzaad.
Ook uit Vriesland en Groningen , ofschoon wij over dit
artikel weinig hebben ontvangen , zijn de berigten zeer vol-
doende, bgzonder waren de koolrapen^ of aldaar %Qfiffi^
imaxaA% plantrapen^ %oeier en smakelijker dan bevorens.
In Drenthe was deze cultuur meerendeels voor eigen eoe-
sumtie in het klein , doek ook van daar luiden de berig-
ten gunstig.
19. SPURRIE. In de Provincie Noord-Braband
is de voorjaars-, tot zaad-winning bestemde Spurrie uitmun-
tend geslaagd.
Digitized by
Google
SPURRIE. —KLAVER. 71
De hwfiBtsparrie, die doiNr den lateren oogst ock later
dan gewoonlijk in den etoppel is kunnen gezaaid werden^
deelde in het lot van de knollen en raakte aan het praii^n^
doch in het begin van Oeiober herstelde sij sich. Men heeft
van dit nnttig voederkroid tot in het midden van Decem-
ber kunnen gebraik maken, waardoor veel hooi is uitge-
wonnen.
Van gemeld gewas was in Zuid- en Noo'rd-HolIan4
geenecnltonr, alleen het Departement CowtAi meldt om, dat
hieroMde eene kleine proef was genomen, die volkomen ge-
slaagd is. Wf{ h<qpen dat geradd Departement in een vol-
gend jaar daarop zal terugkomen , alsoo dit gewas alleaina
aanbevelingswaardig is.
Volgens het verslag van de Provinciale Commissie van
Uirechi had de vochtige weersgesteldheid in den nazomer
gunsiig op de Spurrie gewerkt, waardoor dit gewas voor-
deelig was gegroeid.
In Gelderland was de Spurrie, metSt. Lanrene gezaaid ,
zeer goed gelukt» de latere minder goed opgekomen, ech-
ter was dit gewas zeer te gemoei komende geweest voor
het beestenvoeder. De Heer Iüese hield dit gewas voorn
voartreffel^k.
In de Provincie Overijssel, ofschoon laat aangekomen ,
WM dit gewas voldoende geweest. Moi heeft aldaar 4606
bmders verbouwd, hetwelk ailes is kannen vervoederd
worden.
De Provüiciale Commissie van Landbonw in Friesland
dedt ons mede , dat ook daar de Spurrie goed slaagde. By
het aanhoudend xachte winterweder had men hetzelve den
geheelen winter versch kunnen maafen en had zij lang tot
voorraad verstrekt.
In de overige gewesten was hiervan weinig cultuur ; daar
eehter,waar de Spurrie is verbouwd, was die^M/^geslaagd.
20. KLAVER. Het klaversaad, hetgeen biQzonder in
Digitized by
Google
72 KLAVER.
het district Roerm&nd éen iemBsiènlijk voorwerp ma han-
del is, was aldaar seer gering en ligt^ werd door.^e
aanhoudende regens leer.moeljelijk ingezameld, en mer*
keiijk in hoedanigheid bedorren; men rekende de uitkomst
<^ niet meer dan 460 k 500 pd. per bunder; de prQs wa»
hoog van 60 tot 65 eents.
De Provinciale Commissie van Landbouw in iVbonAiBrvx^
band geeft 'ons een meer algemeen overzigt vafi dit gewas.
De overjarige of zoogenaamde oude klaver^ zegt gemel-
de Comn^ssie , heeft aan * de hevige vorst , noch op de
klei noch in het zand kunnen weecstaan, zij is meestal
nitgevroren en met weinig uitzondering. omgeréed: moeten
worden. Ook de jonge klaver had aan sommige oorden »
hoewel in eene geringe mate geleden.
Vooral in de zware klei is de klaver goed en welig ge*
groeid ; men was over de eerste snede meerder dan over de
tweede te vreden.
. Ia de zandgronden had juist het tegendeel plaats. Oe hier
mindere krachtige bodem en misschien de strengere uitwer-
king van den vorst deed de klaverplanten , die cfvergi^le-^.
ven waren > laat in den groei komen ; de eerste snede viel
daardoor zeer uit de hand , de tweede daarentegen gaf veel
meerder, hetgeen gewoenlyk het geval niet is. Met de
zaad winning was. het allerwege niet gunstig gesteld ; de een
gen heeft veel wankleurig zaad te weeg gebragt, waairvaft
ook niet veel geworden is.
De onder. zomervrnchten gezaaide klaver heeft het veld digt
beslagen en geeft een goed nitzigt .op het volgende, ff^'^^fwu
Met liet vorenstaande komen al de berigtgevers ait Noords
Braband idsinede uit de Provincie ZeebuuL tamelijk over-
een, zoo dat zulks voor die beide Provinoidn geldig ia.
Insgelijks waren de berigtan uit Z u i d- en Noord - Hol-
lan d eensluidend , de ttueede snede had goed voldaan > men
had goed en krachtig klaver-hooi gewonnen. Ook de nu
gezaaide klaver stond goed.
Digitized by
Google
KL AVE R. : 73
In de Pfovincie Utrecht klaagde mm ever dese calt uw.
Deor elkander gerekend konde dezelve «léchta een fcal£>geN
was opleveren ; de eers^e^ snede kad ook aldiiar van de vorst
des vorigen winters veel geledeiB.'
De onder de Rogge en andere granen gezaaide Klaver was
goed aangeslagen en stond na de inaaQing van het kereii
ongemeen digt en was verder w^ltg opgescfaoteik
In vele opzigten was de gesteldheid van de Klaver in de
Pfovinctën Gelderland en Overijssel gel^klnidende.
De strenge winter bad dit gewas 'eitk aldaar veel naded toege*
bragt; geheele kampen waren t;er/or^n gegaan , de overge#
blevene bad door den invloed der heete' Isebtsgesteldheid
voor de tweede snede veel geleden. In de meeste zandstre-
ken was men met de opbrengst te treden , dofeb in vele klei-
streken was het gewas igrBbiénHéeh misluAt^ '
De Heer Enklaah * beveelt ^eèr aan de Klaver op ri^en
te zaaijen op twee palmen afstands ^ faetweik gemelde Heer
zeer goede nitkoansten had tie weeg- gebsagl
In de Provinéie Vriesland' waren weinig klagtcn. Men
was algemeen over déze onltaorBeer tevreden, enmenlmd
goede klaverweiden gehad; ook de inzameling 'Von het .hooi
en het zaad wto redeligk. De prf)s. van het beste nienwe
klaverzaad heeft men opgégefen^van /|K)-^/60' — f7B
het mnd. .-..-. «^ i-. , * -..i , '^ .
Uit Ghroningen laten wij volgen het verslag vmi' de Pro*
vinciale Coinnilssie van Landbouw aldaar* *
De roode of Bra/kandseAe Klaver gaf een zner góèdpro-
dact, vooral de t%&eede snede» l>egen verwaehjijng had het
gewas van den strengen winter wèieigof niet geleden,' iets
dat ook wederom aan dè ge^de veldbedeUting door. de rij*
kel^ke sneeuw moet worden toegesehrevenw Het-metni;
gezaaide stond g^ed.
Ook over i^ Wttie Klaver waren de bscigten algemeen
gunstig y wat haar #asdom in stengen en bladeren aAnb^
langt, echter met nitzondering van de kleigronden vto
Digitized by
Google
74 KLAVER. — GRASLANDEN en HOOI.
bet Wester^Kwartier* Ten aandien van de howeelheid en
i» hoedanigheid van het Klaverhooi^ waar het ssaad aldaar
anders een 20e belangryk artikel is , was het ook wedercnn
dit jaar slecht en in eene geringe hoeveelheid inge«anield«
De Heer Rcimders bertgt ons dat hg de eerêt^ snede der
Klaver droog gewonnen had , en opgebragt 3000 k 400O pd.
per bnnder, alsmede dat de verboaw van Klaver hoe Ion*
gèr hoe meer toenam.
Overigens was meerendeels het gewas der Klaver, klei-
ne bijzonderheden uitgesonderd , gelyk.het met de cnltnar
van alle gewassen gelegen is » alsmede in de Provincie Ifren'
the goed geslaagd.
2L GRASLANDEN en HOOL In de Provincie Lim-
burg gaven de grasweiden eene middelmatige hoevei^**
beid, en men berekende de opbrengst van bet nagras op f
van hetgene men gewoonlijk wint*
In de Provincie Noord -Braband was de opbrengst
der Gras- én Hooilanden zeer verschillend» en hing al-
leen van de meer of mindere booge ligging der laaderljeo
af. Zoo was er overvloed van gras in bet Arrondissement
Breda de Zartgêiratd^ terwiyl in de omatreken van '# JTier-
iogenhasoh de lage uiterwaarden aan de Maas bn in all*
polders van nabij Grave tot de Dïe%e de schAde door
overatroemingen , ten gevolge van den hoogen waterstand
van de JUaas niet té berekenen was. HonAerdeb werklie*
-den, die hun eenig; bestaan in bet maaijen, booten en la-
ter in het giteven van slooten vooden ^ waren sonder werkt
en hieraan moet dan ook to^eschreven worden, dat de
prijs van Hooi in bet najaar pr. 1000 N. pd. / 4 k f 6
hooger was dan in gewone jaren.
Alle berigten uit Zeeland, waarmede die uit Zuid-
Holland overeen komen , stemmen daarin overeen, dat
de Graslanden een' mimen voorraad hebben oqigeleverd,
dat de Uooibouw gelukkig is uitgevalloi en het vee, we*
Digitized by
Google
ORAfiLANDEN en HOOI. 75
gwis het saelite w^Wj seer fauig in de weide is ge-
Ueym.
In Noord-Holland vnm da Hoóil>oaw nuU oogon-
sCig, maar klaagt men dat het Hooi dof en 8chiiQ«ielaob'
tig was, waardoer de beesten weinig melk gaven*
In Utrecht waten de fimslanden Jaat goeen en de op-
brengst van Hooi nmtig. O^r liet algemeen was, het Hooi
wegens gebrek aan aontaescfaijftt, niet seer hard en djroqg,
«I was daardoor méd aan bro^ ing onderhevig, tetwijl
hetaelve h% de voedering niet neer kraèhtig wer4 be^Mr
den, en verre beneden dat dcnr twee katstvorige jaren ge-
acht. De niet voordeelige gesteldheid der Graslanden had
-reeds vroegt^iyg invloed op die der Hboilandenl t waar-
door de bnitend^knhe velden, die raim mét gras beaet
waren 9 voer ongeboorde prQsen «yn veifaoht geworden.
In Gelderland was de oogst, voldoende» behalve in
de Geldersche vallei, alwaar de hoedanigheid van het
Hooi slecht was, hetwelk meestal in natte janen het ge-
Tal is, ten gévolger van volslagen febreh aan bebodrlgke
afwatering.
Zeer ongeluk was het. ten desan Opsigte in. de Provin-
cie OTerifssel gestelde De laag gelegene laÉden in.de
nmistrdien van Kampen hebbmi veel gekden door^ het goie
en natte weder; die omstredcs Zwoïie «f FoUemk&uen
werden in Augnstns dóór de. skgeegens onde^ water ge-
net, terwyl de bnitenlanden langs de Jlees en het Mtpp^
lerdiep bijnond^ venl gras gaven, btiisscbeli was men
in het dgemeen over den hooibouw te vmden.' • ,,
In Vriesland hebben dé beste Gras- en Hoeilanden
over het algemeen geene gunstige üitlosnuiten c^geleverdv
behdm die in de lagere en wondstrekea gelegen ^0. Me^
klaiq[t ook aldaar, eveniAi in Utrecht, diJUiheteaderiOii-
gnnstige omstandigheden geikrohnén hooi, bQ de winter*
voedering veelal dof en met schimmel heset was , waef *
door het de gewone voedsaamheidniet besat.
Digitized by
Google
76 GRASLANDEN en HOOI, •-- RUNDVEE.
Allergünstigit luiden de 1>erigl;0n uit daiPnyFiocie Gr«-
niDgen; wel stonden de velden in het eerst geheel dor,
iioodat men meende dat kij van den Wintel ireel geleden
hlidden > doch in de tweede ;helft Tan April lü^rdetn «ij als
met een tooverslag groen^, zaedat men. toen reeds op «IH
kele plaatsen hei' vee in de weide kon brengen. Later
"werd «f veel Hooi gewonnen , döèh heit mgras was achaarscb,
insónderhiÜ toen er nachtvorsten» begonnen te heerschen.
Evengiinatig Iniden ie berigiwn ^'D.centhe, behalve
het tiadeel hetwelk- de veelvuldige regens in Augustus op
sommige plaatsen té weeg-gébsagt hebben.
22. BUNDVEE. Dit de ondersobeüden^ berigten,
gaande het Rundvee blijkt /dat, de' longsiekie : skichts in
-enkele ge\Me6tei^ van öas lai|d nog blijft heersefaenp en de
'ge»indbeidstdettand over het algeraeeh gubsti|| iwas.
^In Limburg beséaat! gebsek aan! goede stieren ter velr-
betering TQii. het ras, hetwelk wegens den Jagen prijis dor
Runderen 'en de booge.'regtbn van invoer i^, UAburig^ v(^
ken, voor als nog moeijelijk sal weggenomen worden*.
Uit Noord -B>F9 band; werd ireel vee ^aar JEnge^nd
liitgevoerd en maakte ineA op ..de kleigronden eede
]goede rekening» In de zands treken, alwaar bij .4e lang-
durige vorst gebrek aan voeder in het voorjaar was ont-
istaan, en hét vee aeeer vermdgerde, waien db veehouders
min^der te vredea. .. > !< i .. ..
'•• In Z^eelatod klflagde men ov«r ide. o^brengftt van h^
zuivel en de geiingei prQaén welken voor het, vette. v»e be-
steed warden.» Doèf het Lid CoIrreiiptedeÉt Mi JVL de
La!90b W€(rdt vermeld., dat deElngelsohe stier, . door de
Commisjde vaii Landbouw te TAoien ge^aatat^> mebr ea
meer de aandacht der viedhondebi tot zich 'trekt, en dat
de daarvan ifoortkomende kalveren grooter en ibrseher zffA
dan die van het gewone vee.
In Zuid*Holland bHfft de longaiekte nog op vele
Digitized by
Google
R U Nö VE Ei 77
piaataen btanchefl^ soo ak id Mijniand^ Aén AlèlM^er^
waarde De^flandi Maoêkmd en Beiferbrndi hoewel dtfar*
emtfent geene jqpettfiéke «fgaTedem da ProiriMiale Ckmi*:
■ièsie is . goêMHiv >eii bet aantal 'der geatoffvoM roadiBifM
niet is ^gegélreok //-tl..
DoeF het Deparienmt Leiden :wordt echter, murmeld , dat
te FMrseAo/tftr 66 roDdefitn .aondea gestorven ,s^, tef"
vr^ voi^ne liei b^gt Tén< hed Departement G^uda in den
JSrimpenertomeird Iran de: 71 aaègetaate ;toQ.dfitn> 54 non-i
den xijn beswékeb. . Oveci^^a levexde de Teetoelt in din
Pvorincïe eené gèede rekenSng^op-^ daaribet vette vae Toer
hooge prigsen werd vexkikhÉi iitoartoe de, veraendingen naar
Sngelatul meet yfi^tkkm^.
Door bét:Depdrtiiment MoiéerdM^ wferdt ten desen op-
aigte. medegedeeUf dat tito düar/iil dit Jaar ntac ^LoMden
per stoomboot cijn uitgevoerd 5817 Bunderieiileiii 505 Kat
Ook in Noor4-Holland bebb^n belangrijke Conunis-
fite vtoor Eogdacbe rekltniog bet vee in pifgs deeni lit^<i>
gen. De longziekte béartebtb op velei plaJMlseii hevig;
neer dan ééti landman beeft W mnderea, verlopen ^ en in
de Beemsier s^n er. moer dan 1000 «Bogetnsl:. Deer bet
lid Correistpofldent Bouj»u9l. wiofidt, het aantal geetorteil
Runderen op 400 begroot. De.j^even tot geneniag.wa»
ren vruohtélee#» en 'debeeMeil dtior dd. Heèeen Wbuëalb
e. 8» bébandeM.9 stierven :n<ig vra€^ dto gewoonlijk na
1^ öp twee of driei n^ beswéked, noedat 'da. landlieden
gpoedig voldaan waren van si^iie voosgcmrende Itennis,
In de Provincie Ulrecbc iside dieiiDte ia e3\/b distric-
ten «fjgenomenv en. heeffcïin» sominige gëbèel opgehenSdeQ^
Opmet ken'swaardig- : ts hetv dMI ' 'sfÜoboén IeIJ . sicb ijh , de
geineenten Soeei ^ Baam cin Eemnes » gedarende de ' laat-
séa maimden dësrjaars' taieé kleer bad:geöpèabaafid^ d^
sebe te Beeisokoien^ in Éitgeterstentl en 'wel h^ bét vee
iKtwelk in Noveadkeff tn Móern was aiangékocht. >: Qdfc te
Digitized by
Google
78 R U N D V E Ei
Rheenen en in de nabijheid van utrecht kwnmmk enkde
ziektegevallen Toor^ welke door van elders afkomstig vee
boogfltwaarsohijnlijk ontstaanr xi|n« I{ieniU, «egt de Pro*
vfneiale Commissie van Landbouw in Utre^» blfkt dut
op nieaw, hoe wenschelijk het zoude sijn, indien er
strenge maatregden werden genomen tegen het vervoer
van vee oit besmette stallen, als zijnde hierin de hoefl-
ziAk gelegen • van de voortdurende verspreiding der long*
ziekte. Overigens klaagde men in die Provineie ovec
de>lage prijzen van het' vee, daar vele- landlieden in Mei
ieer de schaars^fate aan. voeder genoodzaakt waren hnn
ve» te» verkoopen, zoodat de markten overladen waren en
de prijzen daalden, hetwelk het gansche jaar voortdanrde.
In OelderlanJ schijnt men van de longzielue bevr^d
te z^ en de vedteelt leverde aldaar gunstige uitkomsten
(^ Het Lid Correspondent W. C. H. Staring te LocAem
meldt, dat de voor die streken zoo weldadige uitvoer nanr
Munsierlcmfl en de la'ppe ook dit jaar op eene uitge-
breide schaal plaats had, en dat de Landbouw daarvan
den gëzcgeaden invloed ondervindt. Op de. markten ver^
meerdert het aantal van Runderen; de landlieden leggen
zich meer en nkeer tee op beter vee, en het aanfokken van
kalveren, voor tien jaren in die streken geheel onbekend»
heeft thans algemeen plaats.
Even gimstig luiden de berigten uit OverQssel om^
trent den gezondheidstoestand der Runderen. Zij lever«>
den eene goede hoeveelheid zuivel, de vetweideri^ slaagde
wel, en dé prezen waren hoog.
Insgelijks schijnt men ia Vriesland bewaard te zijn
gebleven voor de longziekte, en meent zulks te mogen toe-
schrijven aan de krachtdadige maatregelen van het Chwe»-
telljk Gouvernement, welke aldaar algemeen bijval onder-
vinden. Ofschoon de weiden aldaar in het vooijav niet
voordeelig stonden y herstelde zich zulks en het vee groeide
goed» zoodat het in den herfiii vdorbeoge prezen weed
Digitized by
Google
RUNDVEE — BOTER. 79
▼orkodrt, waartoe ook hier de TersendingeD naar Enge^
imnd medewerkten. Sedert eenigen tQd is er van Harlin-
goi aaar Lomden eene geregelde stoomTaartdienst ia wer^
kingt waardoor de verxending van alle handelsartikelen
xeeria bekort en gemakkelgk gemaakt, en een' gonstigen
invloed heeft op die der Ronderen. Volfene het kerigt
▼an het lid Correspondent F. 0« Wassbnaar ae«den er
langs dien weg wekelijks '160-^ltOO ronderim liit de Pre*
vineie Yriesland t^n uitgevoerd.
In Groningen mogt men xieh verheugen over eene
doorgaande gezondheid van het Rundvee. De handel daar^
in was levendig) doch de prQsen van het slagtvee waren
over het algemeen niet hoog. Voor het melk- en voor het
Jonge vee, hetwelk naar Engeland werd vervoerd, be-
steedde men hoogere prgaen. Het Lid Correspondent S. P,
▼Aif DBR TtruK meldt, dat men in sjgn district meer en
meer atefa toelejgt op de veredeling van de soort en op
goede springstierea Iet, waartoe de keuring en uitdêeling
van premifin doer het genootschap te Omierdendam veel
bQdraagt.
Ook in Drenthe heerschte onder de Runderen geene
hQsondere aiekfen, doeh waren de prijzen laag.
23* BOTER. In Noord-Braband was men tiver de
imeveelheid, alsmede over prezen, vooral in het najaar,
teer te vréden. Van half October tot half December
werd er veel overheerlijke Spurrieboter gemaakt, welke
hooger in prijs was dan 'die deir gewone landsfreken.
In Zeeland werd veel Beter gemaakt, doch klaagde
men over den geringen prijs.
Daarentegen was die in Zuid-Holland zeer voldoen-
de; te JDel/l beliep dezelve in den Zomer, gemiddeld
ƒ30— / 36; te Leiden fdO-^/U.
In Noord-Holland werd veel Boter gewonnen*
In Utrecht was de Botermaking over het algemeen
Digitized by
Google
80 B O T E B.
Biet ovenrloeëig4 doeb de sterigé priJBOi welke de fibter
beeft behondeo, bebben te weeg gebragt, dat dit prédoet
veer den Téebondef Toordeelige uitkomsteii beeft «Ke*
le^erd*
. In Gelderland ^Mbynt men van dit artikel mihder 'werk
lejBiken, waardoer bet als bandeltardkel voM>r defte Pm*
vinoie Milder belangrijk is^ terwiyi het bQ eeM goede be*
handeUng «efir laimzienlQk sou kuAnan; syn (1). Dit jaar
werd er eene genoegzain^ bpeveelheid goeda Boter gewoa»
nen^ welke in prQe voor de HoUandacibe en Vrieaehe moeat
opderdiMu . ) ' .
r! .In.,Overi|0flel was de opbrengat niiddejinatig en deprfa
bodg« /
In de Provimoie Vriealand was de Boter goed
bQedanigheid en lOter de boevc^lbeid viel gedarende ié ^
4te Qegen mmaden niet te klagen, do«)b gedurende 4e Win*
tempa^nden werd er. in vele oorden b|)kaBs nieta g^maidu f
waardpor d^pr^jg aanmerkelijk gteeg« De hooge |^(j« van
boopen» aardappelen en graansoorten, welke anders veelal
tot bij voeder van bet melkvee gebruikt worden en de alèeh*
tf^ hoe^anigbeid: van bet booi warea oorzaak dat de melk-
koeijen minder zuivel gaven en eerder dan gewoonlyk droog
werden.
. In Groningen werd er weinig Boter gewonnen , betwelk
men aan eene mindere yetheid van de melk toesebjrQft* Dt
prijii was echter voldoende, zoodat men dit artikel uiet <da
QHiyo^rdeelig beschouwde^
In.Prentfae was de opbreogst van de Boter in .4e^ voor^
zomer vpprdee}igf maar verminderde na Ausmtos wnner-
(1) riet Lid Correspondent W. C H. Staring maakt melding van een
nieuw ré^Iemetat op dien belangrijken Handel , door het Stedelijk Bestuur te
Zutphen gemaakt, hetwelk 1 Maart 1846 in werking zou komen, en
waarsokfijnliSk éen' giunttigcn intloed op de Boternaking in dio streken
rksfabea ial.
Digitized by
Google
BOTER— KAAS 81
kel^k ten gevolge van de natte weersgesteldheid. Het Lid*
Correspondent J.Tonckkns vermeldt, dat eenige landlieden
binnen die Provincie van jaar tot jaar zieh meer toeleggen
op het maken van goede Boter, welke naar Bolland vforét
vereenden. De daartoe gi^kte vaten bedroegen in 1845
4656 {. Tonnen , 4762 i Tonnen.
24. KAAS« In Zaid-Holland werd ved goede Kaas
gemaakt. De prijs der komijnde Kaas bedroeg /12 — f 16
tm die der Stolkwifksêhe /20 de 100 N. pd.
Ook in Noord^Holland werd veel Kaas van eeneuit-
Mmtende hoedanigheid gewonnen, en de markten waren
leer voordeelig, da«r de prijs van de groote/44, van de
midddibare /40^ en van de kleine /M de 100 N. pd. be-
draeg«
De navolgende hoeveelheden w«rden aldaar gewogen:
Alkmaar . .
. 4401771 Ned. pd.
Moom 4 . .
. 256S8SS >
Enkhuisen. .
. 618236 •
MedembHk . .
. 100S387 >
Purmerende .
. 1301166 . »
Edam . . .
444391 »
Monnickendam
. 211439 >
Woöffkarspel .
. 26M60 >
Leimtdden . .
7000O ^
Daarenboven sijn van Texel uitgevoerd 32038 N. pd.
groene Schapenkaas tegen fS,50 è //9 de 50 N. pd. eu
van Wieringen 7808 tegen /6 de 50 N. pd«
In de Prorvimie Utrecht was de Kaas. van eene goede
hoedanigheid en men kan in het algemeen aannemen , dat al}
in hoeveelheid en prQs een vierde meer voordeel hedTt aan-
gebragt dan in het vorige jaar , soodat de Kaashandel , die
in 1843 en 1844 aldaar voor ons land scheen verloren te
gaan, sich heeft hersteld.
De grove of Kanterkaas , die in Vriesland als ban-
6
Digitized by
Google
82 PAARDEN*
delsartikel in het groot gemaakt ^ofAt, werd dit jaar in
eene genoegzame hoeveelheid en van eene goede hoedanig-
heid gewonnen , terwijl de pi^iien willïg warep.
25. PAARDEN. De f roTSaeiale Commiastie van Lim-
burg deelt mede, dat men van de nitloving van premifo
voor Dekhengsten en Veulenmerriën , sedert vier jaren door
haar aldaar ingevoerd, reeds eene merkelijk^ verbetering
begint te bespeuren.
In Noord-Braband neemt de fokkerQ in d« kleiMrie-
ken toe. Het aantal goedgekeurde Hengsten bedh>6g 46
(7 meer dan in het vorige jaar) en deit der gedekte Mercifia
4252. De handel was miader levendig, d^n ;in het vorige
jaar ; djaarbij kwam , dat vele landlieden, die gew4H)n ^n op
de najaarsmarkten veulens te koopen en deze tot den «ra-
derdom van vier jaren dan Jl;e houden, dit jaar hjervan war-
den teruggehouden wegens den hoQgep prgs der wortelen
en knollen, waarmede de^e dieren des. wipters gevoed wor-
den , zoo dat half jarige Yeulenv , die in 1844/60 — ƒ80
opbragten , nu voor /45 — ƒ60. verkocht werden.
In Zeeland voldoen = 4e Gelde^sche Hengsten tot ver-
betering van het Paardenraa zeer goed.
In Zuid- Ho Hand gaat de.fokkerQ voordeelig, daar
er volgens de bg de Commissie ym J^andbouw gedane opga-
ve, 7610 Merriên door goedgekeurde Hengsten zijn gedekt;
de markten te Rijnsburg ^ Valkenburg ^ FoorseAoiefi en
Leiden waren in vergelijking van het vorige jaa^ 4ruk ba-
zocht, en de prQzen der paarden zeer willig.
In Noord-Holland vermindert dezelve en de Maat-
schappij tot veredeling van faet P^uurdenpas. beeft tot nog
toe geen' gnnstigen invloed di^rop gehad. Het aantal der
gedekte Merrièn wordt door de Provinciale Commissie ojf^
gegeven te bedragen 465. i
In Utrecht blijft men zich met kracht op de Paarden-
fokkerij toeleggen. Op de Hengstenkenringen werden 79
Digitized by
Google
PAARDEN. 8T
Bhogsten aaDgebiagt, Tan welke er 72 td^n goedgekeiwd;
op de Premiekearing dongen er 17 Hengtteo en 31 MamSu*
Gedurende dit jaar werden er 2863 Merri^tt gedekt , iwk
575 meer. dan in het vorige; ook iu de aanfok niet an*'
▼oordeelig geweest, en de handel lerendig» daar de Sticht-
flthe Paarden door Fransche kooplieden bij de landlieden
werden opgezocht en voor hooge prijzen gekocht*. De Palm*
markt was minder bezet» gedeeltelijk wegens het onguns-
tige weder , gededtelijk omdat gemelde handelaren de Paar-
den b^ .de landlieden jielven reeds hadden opgekocht.
In de Provincie Gelderland is de Paardenfokker^
niet toegenomen. Yele Paarden werden voer hooge pr(jsen
verkocht ea naar Frankrijk en DtUUeUand uitgevoerd »
waardoor vele ^genaars van achoone Hengsten en Merriën
sich lieten verleiden om hunne stampaarden te verkoopen.
Daarom, zegt de Proviadale Commissie, zoa het wensch?*,
iQlc zif n 9 dat b^ het geven van premi#n voor de voldoen-
de Hengsten en MerriCn y waarvan de afstammelingen als
seer waardig geacht worden, den eigenaar van dusdanige
itanpaarden, de Verpligting kon opgelegd worden > dezel-
ve ten minste drie jaren aan te honden. Het Lid Corres-
pondent ^¥. C. H. Stahino zegt echter , dat in zijne om-
itrelcen {Loehem) de landlieden zich meer op de verbete-
nag van het Paardenras toeleggen, nadat de gemeente-
gronden verdeeld sQn, en de hnsdlieden meer genoodzaakt
worden om aieh wjf de ?4rUiéering Imnner kunstweidea
toe te leggen.
Ia de Provincie O ver.(ls(S#l was Ae liandel zeer ge-
ring, zoo dat de Venlens b^kaw onverkoopbaar waren.
In Vriesland gaat men vmH het Paardenras te ver-
WerMi door Hengstenkearen» het uitreiken van premiën
viar de beste venidragende jnerrUn , en het aanknopen van
Venlens voor de Provincie, welke tot stampaarden aange-
bonden worden. Ook heeft men dit jaar een nieaw regle-
Msat met betreUcing tot de Dekhengsten in werking ge-
Digitized by
Google
84 PAARDEN. — SCHAPEN en WOL.
bragt, waarin bepaald wordt ^ dat dé voor het eerst ter
keuring aangeboden driejarige Hengsten dadelijk de b(f
dat reglement bepaalde hoogte van Tolwamene moeten heb»
ben om als Dekhengsten toegelaten te worden, waarbij
aan de 'bestgekeurde welke o/ de Vftreischtea bezitten ,
drie verschillende premiên worden uitgeloofd , als eene van
f 200 9 eene van / 150 en eene van / 100.
In Groningen werden de beste soorten van Paarden
aan Transche kooplieden voor hooge pr^xen verkochte Ook
de jonge Paarden en Veulens waren op de herfstmarktei»
geldig, doch de werkpaarden waren minder in prffs. De
aanfokking bl^ft aldaar Mop dezelfde hoogte en door 31
goedgekeorde Hengsten zijn 2792 Merriën gedekt. Geene
algemeene ziekten werden er waargenomen, slechts het
Lid Correspondent J. C. Bii.rotu maakt gewag van den
droes, welke van een' zeer kwaadaardigen aard was.
In Drenthe zijn er 17J80 Merriën gedekt, terwigl het
getal Yeulens op den 1 Augastus 1242 bedroeg.
26. SCHAPEN en 'WOL. Zoowel in het Hertogdom
Limburg als in Noord-Braband neemt de Schapen*
teelt bij voortduring af. Men schrijft zylks in beide ge-
westen aan dezelfde oorzaken toe, nameligk aan den lagen
prgs der vette Schapen, welke wegens de hooge inko*»
mende regten niet meer naar België uitgevoerd worden,
aan de mindere waarde van de Wol en aan toenemende
ontginningen der heidegronden, waardoor de Schaapsdrift
aan vele oorden beperkt wordt. In Noord-Braband
kon men voor jonge Lammeren niet meer dan / 3^ è ƒ 4|-
maken, en in Augustus, walmeer men gewoonlijk de half-
jarige verkoopt, was er geen prijs te bedingen, en zijn
b||na allen onvericocht gebleven. Door de Provinciale Com-
missie aldaar wordt nog vermdd, dat de proef om Oot)en
van het Kempens ras met een' Ram van het Dishleys ras
te kruisen door den Heer van der Brugghen van Crot
Digitized by
Google
SCHAPEN EN WOU 85
genomen, eene goede oitkonut beeft opgeleverd ; dat daar*
▼an Lammeren xigii yoortgekpmen y uitmyntende door zwaar-*
dere gestalte {Jsmede doer fijnere en langere wol, en dat die
proef met een grooter getal Ooijen sal voovtgeset werden*
Even Boo schijnt in Zeeland de vermenging van het
inkodache- met het DiftUejusras te voldoenic Het Lid Cor-
respondent J. G. X. TAN DEN. Bosch 9 de eenige die nit dit
gewest eenige berigien aadgaande de Schapen mededeelt,
vermeldt , dat dit ras op den duur aan de verwachting bl^ft
beantwoorden en dat de veraendingen naar £M^e/an<^ goede
vekening geven.
Gnnstig Iniden alle besigten omtrent de Schq^ nit
Z^nid-Holland. Zij hebben daaf. aan geene siekte ge-
leden« leveiden ved Wol van eene goede qnaliteit op en
werden dons verkoeht wegens de verzendingen naar Lon^^
den. Van RoHerdam werden 12055 stuks uitgevoerd per
stoomboot.
In Noord-Holland heerschte op sommige plaatsen
bet ongans, waaraan vele Schapen stierven. Overigens
waren dezelve gezond en gaven goede rekening, vooral op
Je eilanden. Op Texel werden 77910 Ned. pd. sckoone
Wol tegen / 1,45 — 3600 Schapen tegen /5 è/7 en
14360 lammeren tegen / 3 en ƒ 4,25 uitgevoerd. Op Wïe^
riffen bedroeg dit getal 25629 Ned. pd. Wol , welke te-
gen 80 Ct. (waarscmnlgk vuil) , 1200 Schapen , welke
voor /5r ^a 4500 Lammeren, die tegen /2,50 wesden
verkochtr
In 'de Provincie Utrecht heeft es in sommige kudden
veel stevfte onder de Schapen plaats gehad , ten gevolge
van het vochtige weder gedurende den Zomer. Door de toe^
nemende ontginningen der woeste- en heidegronden neemt
de Schaapsteelt in die Provincie bestendig af. Intusschen
is men in het Gooiland begonnen in dit gebrek zoo veel mo-
gelijk te voorzien door bet aanleggen van Sphaapsweiden «
met oogmerk om met minder yeld, meerdere Schapen te
Digitized by
Google
86 SCHAPEN en WOL.
kunnen onderhouden. Men meent dat dit Ia aangrensendc»
Gemeenten navolging zal ondervinden » Mraardoor voor bet
behoud der Schapen xal yi^orden gezorgd, terw^l zulks wegras
den deugdzamen mest aan de ontginning bevorderlQk zal
kunnen zijn.
De Wol heeft aldaar meer aftrek gehad dan in het vo*
rige jaar, doch de vachten werden bevonden niet zeer wig-
Ug te zijn. De prijs der Wollen versdiilden van /0,80
tot /IjW.
Uit Gelderland ontvingen wij slechts weinige berig-
ten, alle hierin overeenstemmende dat de Schapenteelt dit
jaar voordeelige uitkomsten had opgeleverd.
Gansch anders luiden de berigten uit Overijssel, al-
waar vele Schapen in het voorjaar aan het ongans zijn ge-
storven 9 en anderen in de maanden Jnlij en Augustus we-
gens de natte weersgesteldheid kwijnden » terwijl de prijs
zoo wel der Schapen als van de Wol zeer laag was.
In Vriesland neemt de Schapenteelt af. Over het al-
gemeen waren deze dieren gezond, behalve in de Griete-
nij Ferwederadeel ^ alwaar in het voorjaar eenige sterfge-
vallen plaats hadden. Het aanfokken dezer dieren lever*
de den landman slechts matige uitkomsten op. Door den
strengen en langdurigen winter vereischte de voeding der-
lEelve gedurende geruimen tijd aanmerkelijke kosten , daar-
bij was de hoeveelheid en hoedanigheid der Wol zeer ge-
ring, terwijl de prijzen zeer laag waren. In het najaar
herstelden zich deze door de verzendingen naar Engeland.
Door de Provinciale Commissie van Groningen werd
vermeld, dat de Schapenteelt in het algemeen eenigzins voop-
uitgaat, en daarbij de volgende bijzonderheid medegedeeld.
Men heeft te Slochieren de opmerking gemaakt, dat et
in den winter van 1845 tot 1846 onderscheidene Schapen
gestorven zijn van degenen, die inden zomer geweid, maar
niet van die, welke bij gebeele stalvoedering gehouden
waren. Van ziekte wordt alleen melding gemaakt door het
Digitized by
Google
SCHAPEN EN WOL. — VARKENS. 87
Lid Correspondent J. C, Bilroth , in wiens omstreken het
ongans vrQ hevig heerschte.
Bovenal echter schijnt die siekte in Drenthe geheerscht
te liehbeiiy alwaar daarenboven vele Lammeren in Maart
geworpen, ten gevolge van de konde gestorven zijn.
27* VARKENS. De ziekte onder de aardappelen heeft
een grooten Invloed op^ de Varkensteelt gehad. In het voor-
jaar slaagde dese in hèt Groot-hertogdom Limburg en
m de Proviooie Noord^Braband niet ongelukkig. Zoo-
dfa echter bet kwaad onder de aardappelen bespeurd werd
ea de levensmiddelen in prijs stegen , veranderde de zaak
geheel van gedaante. Be markten werden met Biggen over-^
voerd, die allengsketas voor mindere prijzen verkocht wer*
deo , zoo zelfs dat Biggen vah twee k drie weken voor 10
en 20 Centen werden aangeboden en door arme lieden wer-
den opgekoèht, om met- eenig brood en groenten als de
goedkoopste kost gegeten te worden. De mesting lev:er-
de dan ook zeer ongunstige uitkomsten op, daar de ge*
wone mestingmiddelen meer dan het dubbeld kosten, van
hetgeen de Varkens éan Tet en vleesch naar den toenma-
tigen prifs kónden aanwinnen.
Ook in Zeeland, alwaar de aénkwe^ng van Varkens
zich slechts tot eigen gebruik bepaalt, was het even* zoo
gesteld.
Even zoo Uaagt men in Zuid-Holland, dat de Var-
kens weg^ens gebrek aan voedsel weinig voordeel hebben
opgeleverd. DaarenI>oven zijn er op Flakkee en Ooede^^
reede reeds eenig^i aan de zoogenaamde roode* of plekziek-
te gestorven.
In Noord-Holland héerschie weder op vele plaatsen de ge-
wone Varkensziekte. Ook heeft zQ zich dit jaar voor liet eerst
^ Texel en TerseketKng geopenbaard; op het eerstge-
noemd eiland z^n er 220 en op het andere 42 gestorven. Eeno
opmerking van eenige jaren heeft bewezen , dat de herfst-
Digitized by
Google
88 VARKENS.
biggen, welke tot bet voorj[aar ieJEgwtofui atm Zee ge-*
houden en alsdan elders gemest worden , niet door die ziek-
te worden aangetast ^ zoodat in genoemd dorp des winters
een zeer groot aantal Biggen wor^t gehouden, welke in
het voorjaar tegen hooge prijzen wordea afgezet.
Daarentegen is men in de Provincie Utrecht van die
ziekte bevqjd gebleven » doch de mislukkiog der aardappe-
len en de duurte der overige mestvoeders waren ook daar
oorzaak y dat de Varkensteelt niet voor deelig wm.
De Provinciale Commisrie van Gelderland meldt, dat
er in sommige streken , vooral in de Lywiere en de gemeen-
te Gent zich eene ziekte onder de VarkeDB heeft geopen»
baard , waardoor vele volwassene dieren zi^ gestorven. Door
het Lid Correspondent W. C. H. Staaimo wordt vermeld ,
dat de Engelsche Varkens , reeds voor een' geruimen. tü4
in Twenthe ingevoerd , door den Heer Ainswoath thans in
de omstreken van Lochem zQn overgebragt, en dat deze
zoo wel zuiver als gekruist met het inlandsche ras, zich
wegens hunne voortreffelijke eigenschappen spoedig alge-
meen zullen verbreiden. Uiermede stemt ook overeen het be-
rigt van den Heer Baron van Brakell, welke meldt: >hel
alhier bestaande ras van Varkens heb ik bij m(j doen ver-
vangen door de Engelsche soort , gecroiseerd met een Over-
iysselsch ras. Algemeen vindt deze soort bijval by de boe-
ren , en het is zeer waarschijnlijk , dat dezelve in het vervolg
de plaats van het alhier bestaande ras zal vervangen^ daar
men deze Varkens met een derde minder voer kan v^-
mesten/'
Even gunstig luidt hieromtrent het getuigenis van de Pro-
vinciale Commissie in Overyssel, volgens welke het
slechte oude inlandsche ras, door het croiseren met het
Engelsch ras geheel verdrongen wordt. Overigens z(|n de
berigten van daar omtrent de Varkensteelt, wegens meer-
gemelde oorzaken , even ongunstig als elders , zoo zelfs dat
de Varkens op fommige lijden onverkoopbaar waren.
Digitized by
Google
VARKENS. 99
In de berigleii uit Vries latid treft men dézelfifo klkg-
ten aan, boewei Bnlks eenigainn vergoed werd door rerMH^
dingen naar Engeland > waardoor de prgs der yette Varv
kens later aaiMDerkel^k steeg. Intussehen werden er in den
nasomer vele jonge Varkens door de gewone siekte weg*
genomen , welke dit jaar géene nitzondering maakte tnasehen
de Yriesche en zwarte Varkens.
Zeer treurig was het ten opzigte dezer zMctein de Pro*
Tuicie Groningen gesteld, waaraan zeer vele dieren z^n
oagekomeD. Dien ten gevolge zga alle de Veeartsen , die
te Utrecht gestudeerd hebben , ea in dit gewest geplaatst
vjia , door de Provinciale Commissie aangeschreven , om
zich met ernst met dit onderwerp bezig te handen en
aan haar alle zoodanige besohonwingen ten opzigte dezer
jaarlfks wederkeerende ziekte mede te deelen , als zQ noo-
dig znllea oordeelen. Eene vereeniging dezer Veeaitsen
tot een VeearUenl|knndftg gezelschap doet hopen» dat het
ia hnnne gemeenscbappelijlce werkzaamheid zal gelukken,
eenig licht o?er deze zaak te verspreiden.
Ten aanzien dezer ziekte meent men w^d^, ^ren als in
vorige jaren » opgemerkt te hebben , dat de zwaarte of nod-
genoemde Chinesche Varkens l^na overal van dezelve ver*
scboond bleven , als ook de daarmede gekrniste inlandsche
Varkens tot in het tweede en derde geslncbt. Overigens
was de Varkensteelt in die Provincie» even als elders
wegens de meergemelde oorzak^i voor den landman on*?
Toordeelig«
Hierop komen ook de berigten nit Drenthe neer, al-
waar de mestiog étt Varkens nadeelige uitkomsten ople«
verde.
Wij laten hier volgen het getal vee in ISéStè Utrecht
«er markt gebragt: i299t Paarden, 8837 Rundeten, 838
Kalyeren, 990 Schapen en 10104 Varicens ; ziféde een ga^
tal van 95 Paarden minder, en van 659 Runderen, 6 Kal*
veren , 7 Schapen en 886 Varkens meer dan in het jaar 1844.
Digitized by
Google
00 GEVOGELTE. — BIJEN.
S». GEVOGELTE. De yerschilleade rapporten , aoowel
vmtk de Coflunissiëa van laadbouw als van Ueereii Corre»-*
pondentoD komen daarin overeen, dat de voortdurende koude
en natte weersgesteldheid in het voorjaar van zeer nadee*
ligen invloed geweest is op het jong. gevogelte..
Over het algemeen lijn er dit jaar weinig eendrogeli
geweest; slechts in enkele bnitenkooijen , aan h&t BioÊh
boech onder anderen , is er nog al botit gevangen»
Alleen de Provinciale Commissiën van ikundbonw in
Vriesland en Groningen vermelden, dat er dit jaat
aldaar meerder bout dan in liiet vorige jaar is gevangen.
De prysen van ecsden en gannen zijn , deels om èe schaarsob-
te, deels uit hoofde der versendifag, vootal naar Enge-
land, williger geweest dan in het voorgaande jaar.
Uit meest alle gewesten worden er klagten aangeheven
over de sehaarscbheid van het wild« en dat daarran de
oorzaak gelegen is in iiét rapen der eijeren, in het stroo-
pen met netten en mndere ongeoorloofde middelen buiten
den jagttljd.
De Provinciale Commissie, van land{>oiiw in Noord-
Hollandechter uitgezonderd; deze meldt, dat erdit jaar al-
daar neg al üaisanten en patrijzen zijn geweest, . zelfs op
velden, waar deze nimmer tevoren werden gevonden , het*
geen deze Oimmissie vertneent te mogen toeseiirijven aan
de keur, welke aldaar bestaat^ tegen het rapen van ei-
jevenw •.:-•.
.29. BIJEN. De berigten onHrent deze n^vere diertjes
lalden algemeen dit jaar weder ongunstig.
In de Provincie Limburg heeft deze teelt hetzelfde
belang niet meer als te voren.
Volgens de berigten der Provinciale G^mmissie van
landbouw in Noord^Br.abahd, was de b^nhouder ook
dit jaèr in zijne aanvankelijk goede verwachting teleurge*
ateld; de regens in Aogustoa deden alles te loor gaan,
Digitized by
Google
GEVOGELTE. — BIJEN. 91
ie heideUoem, die aiiden veel honig oplevert, gaf v<^
«trekt niets. De korven teerden in, en van 26 Jnly is,
volgMM deie Commissie, in de plaats van toe te nemen,
uit de korv^ opgeteerd. De prijs toch van honig en was
onderging geene noemenswaardige verandering.
Ook volgens het rapport van de Provinciale Coaunissie
van Utrecht is de uitkomst voor de de byénhonders op'
nienw ongunstig geweest ; gedurende de twee laatste jaren
xgn daardoor de b^ëns tallen aldaar merkelijk verminderd.
De prQs der honig was/ 80 de 200 N. pd.
De Ck>mmissie van landbouw in Gelderland geeft
ons berigt, dat de bijen in den voorzomer wri bebben ge-
wonnen, en toen veel honig verxamelden, uitgezonderd in
de Betuwe, ten gevolge van het weinig bloeljen van het
koolzaad. De nazomer toch , zegt deze Comnóssie, was
minder gunstig; de vele regens^ waren op de boekweit*
bloem voor dit insekt zeer nadeelig, en de heidebloem 1^
verde geene honig op. Volgens mededeeling van den
Heer A. Liese zoude de bijénteelt onder Apeldoorn voor-
deelig zijn geslaagd.
Het Departement Bevtnter berigt, dat de bijënteelt al*
daar voldoende geweest is, terwyl de Commissie van
landboew in Vriesland, deze niet meer dan matig noemt,
«■ de prezen opgeeft als: Honig/ 44 de 100 Ned. pd.
Was fim de 100 Ned. pd.
Volgens de berigten der Commissie iü Groningen,' i«
de b^ftiteelt in dat gewest, in de laatste jaren zeet ver-
iwaderd, ja zelfs op vele dorden in de kleistreken geheel
te niet gegaan. Ook di« jaar was daarvoor niet aanmo^
digend, daar de m«n, eenen korten tf)d op het koolzaad
sterk gewonnen, doch ovetigens van bet doorgaande natte
weder veel geleden hebben en weinig of geen voordeel
hebben opgebragt.
In de Provincie Drenthe alwaar deze teelt mede slecht
is geslaagd, heeft men opgemerkt, dat de byën in het
Digitized by
Google
02 BIJEN. — WAKMOEZERQëN.
laaist van Jalij geene vlagt hadden op de.sandiM>«kweit,
^en m#ende dit te moeten toeschrijven aan de op dat ge-
was gevallen honigdaow. Volgens het b^rigt van dep
Heer Correspondent J. Tonckenb »yn er slechts voor den
honig, die van de bijenteelt in den handel gebragt is., in
4m geheele Provincie geijkt: 539 kwart^ 178 halve en 2
heele tonaem
80. WARMOEZEKIJEN. Op weinige nitxonderingm
na, zijn dit jaar de keuken* en moesgewassen wel ge^
Blaagd, en sijn dese door bet zachte weder tot laat in het
najaar kannen verbouwd worden. De koolplant is wel ge-
noeid, en leverde zoowel voor menschen akh voor het
Teé, eèn z^er goed voedsel op.
De Commissie van landbouw in Zuid-HoHamd doet
ons opmerken, dat, vooral onder Loosduinen, er dit jaar
:reel bk)emkool geteeld is, voor uitvoer naar Engeland^
0» aldaar te worden ingemaakt.
. Die van Noord-Holland berigt, dat de verbouwing
van boonen, erwten, peulen en augurken, onder A^Umeer
met goed gevolg is voortgezet, en dat de verzending hier-
van naar Ani^erdam goed is uitgevallen, zoo zelfs, dat
Jaatstgenoemd artikel /1,50 per roede heeft opgebragt. Ia
Jbet 9^ distrkt daarentegen zQn de augurken en komkom»
jners door dezelfde ziekte als de aardappelen aangetast
gevonden en verrot.
. De Provinciale Commissie van Groningen noemt de
opbrengst der moezerijën in dat gewest over het algemeen,
4Üet meer dan middelmatig, de Uadgroenten slaagden ech-
ter meerendeels goed, de erwten bleven laag en bragten
niet veel op, terwijl de snijbooneo veel van den wind en
xegea geleden hebben en weinig hebben opgebragt. De
kool evenwel is ook daar goed gegroeid, zoowel die voor
voedsel voor menseben ali» voor het vee.
Digitized by
Google
FIJNE ZADEN. — BLOEMISTERIJEN. 93
31* FIJNE ZADEN. De berigten hieromtrent hf} ons
ontvangen, zijn iit jaar niet zoo niigebreid als vroeger.
De Commissie van landboow in Zuid*>Holland meldt
daarvan , dat onder Rijnland de fQne zaden nog al i^e-
igk z^n gewonnen en een matig beschot hebben opgeh*
verd; dat in Flakkee en Goedereede de opbrengst der
fijne zaden gering is geweest, vooral van het ajninzaad,
en dat de afkomst van het salade- en spinagiezaad van
geringe beteekenfs geweest is.
De Commissie in Noord-Holland berigt, dat het
nostaardzaad veel is geteeld, doch bQna overal met on-
gnnstigen uitslag; bet kanarie- en korianderzaad is op het
Heldersche Koegras en Kalandsoog maar redèll}k geslaagd:
In het 6^ district is naar luid van dat berigt bet karwei-
en kanariezaÉid goed geslaagd; het eerste Is hoog, doch
het laatste laag in prQs geweest. Het korianderzaad wai
r bovenmatig slecht; ook is in dat district nog al rood en
geel mostaardzaad verbouwd geworden, hetwelk door-
gaande 13 tot 15, mudden per bunder opleverde. Ia het
8« district, ineldc deze Commissie, slaagden de zaden uit-
ueaiedd en waren de prijzen van het mosterdzaad ƒ 8 è
/11, kanariezaad /7 è/7,50, het korianderzaad gold
ƒ7,60 het mud.
Het wit mosterdzaad, hetwelk dh jaar niet alleeii in
het Oldambii maar ook in h^t Hunêingo-kwariier in vrij
aanzienlijke boeveelheid werd uitgezaaid, is volgens het
rapport der CommilMie van landbouw in de Provincie
Crroningen niet meer dan middelmatig geslaagd.
32. BLOEMISTERIJEN. In de meeste Provinciën moe*
ten deze meer als liefhebberij worden beschouwd, als wel
bepaald een' tak van handel uit te maken.
De Commissie van Landbouw in Zeel and 'berigt ons dan
ook, dat in die Provincie, vooral op Walcheren^ zioh de
aankweekiog van kasplanten , en andere bloemsoorten
Digitized by
Google
»4 BLOEMISTERIJEN.
ea meer ootwikkelt en vopruitgaDg belooft. Ons Departe-
ment Sassenheim meldt, dat d^ Hyacinthenbollen van
den langdurigen winter geen nadeel schjynen gehad te heb-
ben; dat z() wel wat later sijn aangekomen, doch tamelijk
geed sijn gewassen. 2iekte heeft zich daarin niet meer
dan gewoopL|)kyertoond, en de verzending van bollen naar
buitenslands neemt niet af.
De Provinciale Commissie van Landbouw in Noord-
Holland rapporteert, dat de uitslag der bloemisteryen
over het algemeen voldoende was, j> zelfs waren de prij-
zen der bollen gunstig, door de groote verzending en zon-
den hoog - geloopen zyn , zonder den groeten voorraad en
de veelvoudige concurrentie.
Ons Departement J7aar/em, alwaar voorzeker de bloe-
misterijen voor v^len eenen voornamen tak van bestaan uit-
maken, deelt ons l|et volgende mede: > De toestand der
bloemisterijen is pver het algemeen niet minder gonstig dan •
voorheen ; de meeste soorten van bloembollen vonden goe-
den aftrek, schoon tegen lage prezen. De cultuur is» wat
de Hyacinthen betrelt, goed uitgevallen; daarentegen heb-
ben de tulpen en eenige andere bolgewassen , zwaar gele>
den door den langdurigen , afmhoudenden winter, vooral
hebben de late tulpen allerwege een gevoelig verlies onder-
gaan; en bij sommige bloemkweekers is daarvan hQ na alles ver-
loren gegaan. Als vermoedelijke oorzaak van 4ie ramp wordt
algemeen aangemerkt, het weinig of iH bet geheel niet be-
dekken dezer laatste bloembolsoort, gedurende den winter;
schoon anderen die, met meerder regt, meenen te vin**
den in de vochtigheid en kilheid der gronden, die, daar
de langdurige winter , de aatde tot eene zekere veiharding
beeft gebragt, alzoo de eerst ontwikkelde groeikraeht be-
lemmerde."
' Volgens betigt der Commissie vanl4iQ4boaw in Ut recht,
ondervindt het Genootschap voor Landbonw en KmidkwH
^ te Utrecht meer <en meer belangstelling; hare tentoon-
Digitized by
Google
BLOEMISTERIJEN. — BCX)MK\VEEKERIJEN. M
stelUiigen worden' dnik besoeht en leveteo hét bewQt^ dal
de tuinbouw in Nederland steeds toeneesiU Dqqt de oil§s*
ven van de berigten en niodedéelingen , jsoowol als door
de jaariijksche verspreidiof van nattige juiden» welke»
door het bestmnr aangekocht, voor de lede» loi het nemen
van proeven gratis verkrQgbaar mn, Zêl dat Genootschap
voorseker hier en daar nut stichten eo tot verbetering van
den Vaderlandschen landbouw bydragen. De oqs vioeget
toegesegdo IQst van bloemen , welke gedarende een tieiya**
rig tgdvak hier te lande sQn ngovoerdy bl|jveo w(| steeds
van den vriendel^ken aanbieder verwachten, eni Iv^n in
staat gesteld te warden, dese in een volgend vtrslig mtt»
de te deelen.
33. BOOHKWEEKEBIJEN. In Limbnrg en Noo^d*
Braband bleven die in goeden staat voop^aw» in Ze«*
land breidden da BoenkweffcerQen sioh meet en meet
nit, daar vooral de aftrek der Zeeuwsche Olmm of IJfiei^
zeer toenkm', waardoor de pr^s daarvan aatimerfcelijk is
gestegen, hetgeen ook het geval was met het ^Is^ en Em^
sdien plantsoen, en met ooderaebeidene vrachtboemen en
heestergewassendie alleQ xeer getrdcken waren.
Door het Departement Sasèenheim wordt berigt, dat da
kweeketig der witte Moerbesieboomen waarvan vroeger
melding was gemaakt,- door .den langdorigen winter .veeA
gdeden had; het voedde evenwel de hoop dat, daarin djt
verlies reeds vtoorsien was^ men later gunstiger roededee*
Kagen dsiaromtrent aeode kanoen doen* Wegens de Boon^
kweeker^n te Boskoop meUt ons de Heer Uinrof&s Tii^LOi
aldaar, dat de strenge koude op vele hoornen eepen aadeeli*^
gen invloed heeft nitgeeefend; dndef dese noemt Z. £• de
druiven en ocliUtie^per^ikken en abriko|(en, waarvan een
gioot aantal door het opvriezen der gronden zijn doodge^
vroaea» Voorts was het gewas van een en apder slechts
anddelfllatig. Het debiet van hoornen was in het vooijaar
Digitized by
Google
96 BOOMKWEEKERIJEN.
namurlijk gering , doordien de winter te Img aanhield , dit
gemis schijnt evenwel in het nigaar merkelijk vergoed te
sijn^ daar was vaa sommige artikelen genoegzamen voor-
raad; alleen p^en- en vooral pmimeoboomen ontbraken.
De toestand der beroemde Boskoopsche kweekerijen was
dan ook seer voldoende, terwQl door de geschiktlieid
der gronden en door de gepaste lorg en behandeling der
kweekers, die aleode roem werd gehandhaafd, en daar-
door bevestigd de reden waarom xoowel vrochtboomen als
heestergewassen, ofschoon soms de prijzen der JBoskoop-
sehe iets kooger mogten zijn dan elders , steeds om de qtia->
Uteit der boomeo menigmaal werden geprefereerd.
Even gunstig als te Boskoop is de toestand der bekeode
kweekerijen te Aalsmeer ; er was daar veel aftrek van ap-
pel- en perenboomen, minder van haag- en heestergewas-
sen geweest. In het 3de district van Noord-Holland
kwijnden deze inrigtingen en waren er een aantal kweeke-
rijen te niet gegaan.
De Akers, die men aldaar in het voorjaar had gelegd,
waren bfjna allen bevrozen en dos niet opgekomen.
Voordeeliger zijn de berigten omtrent da Boomkweeke-
rijen in de Provincie Utrecht. De menigvuldige aanplan-
tingen door ^e ontginningen der heidevelden nog vermeer-
derd , hebben eene prQsverhboging in de meeste hantsoor-
ten te weeg gebragt, vooral van het daartoe meest dienen-
de Eiken Stekhout. Voor buitenplaatsen scheen aldaar de
aftrek minfler geweest te zOn, hetgeen ook vbomamel||k
werd toegeschreven aan den lang aanhondenden winter; die
hg het aanbreken der late Lente vele aanplantiiigeii be-
moegelijkte.
In Gelderland klaagde men, dat releboomen door de
strenge koude hadden geleden en de aftrek in de kweeke-
rijen zeer gering was geweest, desniettegenstaande breid-
de zich de inrigting van den Heer Wtiswaal te Voorêi
gednrig ineer en meer uit. Gemelde Heer dit bevesti-
Digitized by
Google
BOOMKWEEKERIJEN. — VRUCHTBOOMEN. 97
geode»^ voegt daarbQ, dat gedurende den somer het schot
▼an zQn pbntsoMi buitengemeen lang is geworden.
In Vriesland slaagden de fcweekeiijen naar wensch,
ronden gereeden aftrek van plantsoen en werden daardoor
langzamerhand nilgebreider.
In de Koloniën der Maatschappf) Tan Weldadigheid is
het jong plantsoen, dat tot aanleggen van heggen of wallen
bestemd wordt, zeer goed geslaagd en zijn daarvan ver-
scheiden duizenden op de hoeven overgebragt, die even als
de vroeger verplanten goed agn aangeslagen en gegroeid.
Men kan alzoo veilig als slotsom opmaken , dat de kwee*
kerijën by den aanvang van 1845 door den lang aanhouden-
den winter veel geleden hebben , en ten gevolge daarvan , ve-
le boomen kwijnden of verloren gingen; dat evenwel de af-
zet in het najaar b^ velen het gemis aan debiet in het voorr
jaar heeft vergoed, en dat alzoo over het algemeen geno-
men de BoomkweekerQën in ons Vaderland, voor zoo ver
ens de berigten z(jn ter hand gekomen y zich in eènen guns-
ügen toestand bevinden.
34. VRUCHTBOOMEN. In Lii^burg was met uitr
zondering van appelen en druiven de oogst zeer middelma*
tig; de eersten waren klein en niet smbkd^k, de laats ten,
schoon overvloedig , qjpten moeijelgk. Veel aftrek en ver-
tier vonden aldaar de i^pel- en perensiroop, gelijk mede
de geschilde en gedroogde vruchten, die meerendeels naar
de noordeiyke gewesten verzonden werden. . .
Ook in Noord- Br aband was de klagt algemeen, dat
h§na alle vruchtsoorten weinig of niets hadden opgeleverd ;
niet voor het einde van April bloeiden zQ, en. het daarop
gevolgde gure weder, van nachtvorst en noordewinden ver^
geseld , vernietigde m^ de flaauwe hoop op eenigen oogst.
Peren , Appelen en Okkernoten waren er wel , doch klei-
ner dan gewoonlijk.
In Zeeland was de opbrengst van appelen, peren en
7
Digitized by
Google
98 VRÜCHTBOOMEN-
vele steeirrraohten geenssitis voordeelig nitgeTalIeo ; d0
mees ten rerioren spoedig hiinnèQ smaak eo hanae saprijk*
beid en gingen reeds vroegt^dig tot verrotting over. Als
voordeelig wordt de oogst der Appelen in Delfland^ Rif'"^'
landj Goedere'edeenFlakkeeiypgegeyfen; ook de Persikken
schijnen daar wel geslaagd; de Peren evenwel minder,
terwijl overigens, in andere gedeelten der Provincie Znid-
Hoiland, de inzameling over het algemeen minder gons*
tig is uitgevallen. Het DefRrtement *s Gravenhage roemt
den goeden oogst der vrachten , de appelen waren daar voor
/1,80 k f2 per mud verkocht, terwijl de gezonde toestand
der vrucfatboomen in Jiet algemeen wordt toegeschreven aan
ket beteren der stammen.
De druivenoogst is in Zuid-Holland ongunstig uit*
gevallen; de vruchten waren klein, wankleurig en zuur.
Men berekende, dat daarvan slechts voor /6000 dit jaar naar
Engeland en voor dezelfde waarde naar Noord- en Zuid-
Holland was afgeleverd; terwQl men de geheele op-
brengst daarvan op circa /20,000 kon berekenen. Niet-
tegenstaande dien tegenspoed door het gure weder veroor-
zaakt, ging men gedurig voort met bet oprigten van hei-
ningen en het doen van nieuwe beplantingen.
. Uit het Westland zijn de opgaven nog al verschillend*
De druiven waren slecht geslaagd en tegen 70 Cs. het Ned.
pd. verkocht ,' do perzikken , die redelijk goed waren , golden
3 Cs. per stuk, Appelen , die in tamelijke hoeveelheid wa-
ren, golden /l, 50 per mud, even zoo de Peren. Pruimen,
die wel geslaagd waren, bragten ƒ 2,50 per mud, en kruis-
bezien /'1,50 per mud op. Aalbessen en morellen hadden
slecht gewas; de eersten bragten ƒ1,50 per \ mud en de
laatsten 50 Cs^ het Ned. pd. op. De- vruchtboomen te Bot^
Aóop hebben algemeen weinig gedragen ; appelen en peren
bloeiden wel , doch gaven b^na niets ; alleen perzikken wa«^
ren iets beter uitgevallen ; de frambozen leverden een ma>
tig product op en werden tot goeden prijs verkocht. Wat
Digitized by
Google
VBÜCHTBOOMEN. 99
belangt de aardbesiën, xoo waren dezelve beiden Engelsche
en Hollandsche sleebts middelmatig geslaagd, de prijzen
waren erenwel voldoende.
Ook in Noord- Ho 11 and was, ondanks het goed voor-
ailsigt bij den bloei, de oogst van alles tegengevallen;
alleeii appelen maakten eene uitzondering, die door de
schaarschheid é%t aardappelen wel verkocht zijn.
In de Beemsier waren als elders de vmchtboomen laat
in bloei gekomen; de peren zijn meerendeels mislakt; de
oogst der appelen was middelmatig. Beide genoemde vrucb«
ten bleven doorgaans onsmakelQk en waren reeds in No*
vember met roetvlekken aangezet, die ia eene kankerach-
tige ongesteldheid, niet ongeluk aan de aardappelziekte ont-
aardde , terwijl daarbQ de opnserking gemaakt werd , dat
de fijnste soorten, vooral der appelen, daardoor het hevigst
werden aangetast. De Zomerperen waren duur en golden
ƒ6 of ƒ6 per mud; de Winter-appelen /l, 40 kf2.
Hetzelfde berigt als boven geldt ook voor de Provincie
Utrecht, waar de milde bloeitijd geenszins aan den oogst,
veel minder aan goede hoedanigheid van appelen en pe-
ren beantwoordde. Kersen waren er overvloedig en hielden
goeden prf|s, Pruimen weinig. Abrikozen en Perzikken
tamelgk, doch de qualiteil middelmatig; ook de Wijnstok
had aldaar als elders veel geleden ; een aantal boomen wa-
ren bevrozen of gaven door verlies van veel takken weinig
vmcbten , die daarenboven weinig of in het geheel niet rijp
zQn geworden.
In Gelderland werd almede de hoop des Landmans te-
leurgesteld , en de meeste vruchtsoorten zijn weinig of on-
volkomen ingezameld geworden.
In bet District tusschen Maas en Waal was de oogst der
Kersen zeer goed, die der Appelen en Peren minder; de
Appelen werden voor/ 1,50 kf2ie Peren voor f2 tot
/4 per mud verkocht.
De Heer Correspondent Baron tan Brakei. klaagt, dat
Digitized by
Google
100 VRUCHTBOOM EN.
in bet Distrkt van de Nechr^Beiuwe op sommige plaat-*
sen eene kleine groene worm de Kersen- en Perenboomen
teisterde, zoodanig dat die gebeel van vruchten beroofd
zijn geworden. Men bad bet bew^s daarvoor, dewijl in
oorden , waar zich deze wormen niet bevonden , beide vracht-
soorten best zijn geslaagd, ofschoon de smaak der Kersen
doorgaande het gewoon aangenaam zoet miste.
In de Provincie Overijssel was het resoltaat niet
gunstig; de Appelen waren minder schaars doch klein en
onaanzienlijk, Pruimen. in het geheel niet, terw^l alleen
de Notenboomen eenen redelijken bouw hebben opgeleverd.
In het Noor doos telyk gedeelte der Provincie Yriefiland
waren de meeste boomvruchten in tamelyke hoeveelheid;
men beklaagt zich daar, dat over het algemeen de vracht-
hoornen niet genoeg worden verzorgd en onderhouden , daar
toch van eene geregeld goede behandeling veeld de goede uit-
slag afhangt. Intusschen bl^ft het, gelijk van eene andere
z^de gemeld wordt, eene altoosdurende onzekere cultuur,
daar men in oorden, in de nabyheid der zee of groote stroor
men gelegen, dikwerf ten speelbal der koude winden ui , en
de hoop van eenige maanden soms in-één' dag verloren gaat:
van daar laat ,het zich verklaren dat men in sommige
streken van Vriesland minder genegenheid en lust ge-
voelt om de daar kostbare gronden tot boomgaarden in te
rigten.
Hoezeer de berigten uit andere gedeelten van Vries-
land niet ongunstig luiden, zoo klaagde men toch over
smakeloosheid van vele vruchten, die daardoor ook tot lage
prijzen waren verkocht.
In de Provincie Groningen hebben meest alle Vracht-
boomen, door de reeds meermalen opgegevene oorzaken, bij-
zonder geleden; ook de Wijnstok was, als elders, mis-
lukt: zelfs was dit van toepassing op die in trekkasten
voorkomen, die almede door de koude aan de wortels ge-
raakt waren. Wat aan de hoornen van Appelen, Peeren
Digitized by
Google
VRUCHTBOOM.— OPGAANDE WOÜDBOOM. löl
CDX. gespaard was 9 werdt meereadaels door den storm in
AagastQS weggeslagen » soo dat over het algemeen ge-
nomen de oogst beneden bet middelmatige is gebleven.
Na al het medegedeelde kan men ten slotte het jaar 1845
dl een bijzonder nadeelig vraohtenjaar beschoawen; want
met inüEondering der Appelen in bet algemeen en der Ker-
sen op sommige plaatsen, zêo xQn meest alle overige soo
fijne als grove vrachtsoorten i^lérwege mislukt.
35. OPGAANDE WOUDBOOMEN. Uit Noord- Bra-
band xQn de berigten, 200 wel wat betreft den groei als
den toestand hiervan y seer gunstig. De virees, die men het
vorig jaar voedde, dat ook de mastbosschen door de Dennen-
nps zonden worden geteisterd , heeft zich niet bevestigd.
Door sommigen werd de oorsaak van het wegblijven der
rapsen aan den harden winter , door anderen , welligt met
meer grond aan het voortdarend natte weder in JuliJ en
Angvstiis — de tQd dat s^ anders i^ersebijnèh — toegeschre-
ven. De Eiken waren laat in het blad gekomen en lever-
den, evenmin als de Beuken, eikels of vrachten op. De prijs
van bet eikenhout was^n Noord-B ra band gestegen, zoo*
wel door den hoogen prijs van de schors, als wel om het
meerder beaoodigde tot vernieuwing of herstelling van pu-
blieke werken.
In Zeeland bleven de IJpen door derzel ver weligen groet
steeds het sieraad van vele oorden uitmaken. Men beplant-
te daarmede , met het beste gevolg , voortdurend de dijken
der binnenpolders en droeg zorg dat de gerooide boomen
terstond door nieuwe aanplantingen vervangen werden. De
vraag daarnaar voorden Scheepsbouw, die vooreenige ja-
len nog al aanzienlek was , is echter verminderd.
In Noord-Holland hadden de meeste boomen goed
sehot gemaakt, de Linden tloeiden uitstekend; Beuken-
zaad en Eikels waren daar bijna niet gewonnen.
Uit de Provincie Utrecht ontvingen wij een belangrijk
Digitized by
Google
102 OPGAANDE WOUDBOOMEN.
Yerftlag OTer de Dennenriip* en de verwoeetingen daardoor
Teroomakt (1).
Volgens berigt der Commissie van Landboaw in Gel-
derland, vertoont lich in sommige bosichen een Insect,
befaoorende tot het geslacht der aardylooJDen , dat bet
allereerste lot af knaagt; deze bosschen hadden het aan-
zien of ssij dcKMT nachtvorsten geleden hadden. Behalve de
dennenbosschen , die door de rupsen veniield waren , gavea
de opgaande hoornen een voordeeljg resultaat, terwijl het
Eikenhout steeds in pr^s steeg.
De Heer Correspondent Staring te Lochem vermeldl « dal
de hooge pr^s van het timmerhoat zoo wel als de gevel*
gen van het verdeelen der Markgronden de aanplantingen
van eiken, beuken, populieren en vooral dennen, zeer
bevorderden ; ook de dennenraps had kich als elders weder
vertoond en wel onder anderen in een bosch te Ztlhem in
het Zutphensch kwartier, teebeboorende aan den Baron
TAN DER Heidbn VAN BAAKé — Die Heer heeft echter in
den herfst geene moeite gespaard ter verdelging der pop*
pen, zoo door het houden van Hoenders, Kapoenen ala
Varkens, gelijk mede door het wegharken der dennennaal*
den, bij welke laatste bewerking de poppen bloot komen ea
daardoor, zoo men wil, sterven. Men had alzoo aanvankeiyk
gegronde hoop, dat deze ramp in hare beginsels gestuit en
voor het vervolg was tegengegaan.
In den omtrek van Oosterbeek ^ Renkum en de Vetuwe
tierden de woudboomen welig, alleen de grove bennen
stonden in sommige streken aan de vernieling van den
dennenrups ten doel, die men te vergeefs heeft zoeken tQ
keeren. Dat men zich dit onheil wezenlijk heeft aange-
trokken, kanonder anderen biyken uit eenotdoer het Lid
Correspondent Roeide van der Aa, bQ gevoegde gcfd rukte
memorie , waarbij op voordragt eener Commissie de Gede*
(1) Zie bier achter Bijlade
Digitized by
Google
OPGAANDE WOUDBOOMEIV, 103
^teerde Staten vao Gelderland lmddeleai;heU)eQ iix he4
werk gesteld ter wering van dii so<^ Terderfelyk insect i
hetwelk, gelijk in den aanhef van hetstttk renneld wordt,
reeds meer dan 383 iMindertaleii dennenbosschen^ aasDertge-
steld uit 20 tot 30Jarig hoat, had remield. .
In Overi|ssel hebben alle wnadboomen een goed
schot gemadtt, ofschoon sij ook door sneeuw en nacht*
vorsten hadden geleden. De verdeeling der. marken bevor-
derde ook in dat gewest bijzonder het aanleggen van den-
nenbosschen en liet planten van popnlieren.
In Vriesland tierden de opgaande woudboomen we-
lig, het gekapte vond gereeden aftrek en tegen vry hooge
pcgsen.
Uit Drenthe bl^kt^dat de opgaande vvoudboomeo, wat
verkoopwaarde betreft, op eene goede hoogte blijven, waar-
van het gevolg is, dat het hakkaar hout van tyd tot tyd
vermindert, en hoewel hier ^ daar aaepiaAtingen plaat»
hebben, zoo geschiedt dit laatste, naar het sehynt, niet
ia evenredigheid met het jaarlyks geveld werdende hout.
Voorts heeft men de opmerking gemaakt dat de Ptnu»-
auêiriucae Uk Drent.bd moeyjeii^ wordt vOerlgekwec^,
terwyl de Pinus Larix al4«fac>bet^ seb^nt tp slagen. In
liet voorjaar 1844 had uten van het Ministerie yan Bin-
nenlandsche zaken eene hoeveelheid zaad V^ beide, soorten
aan de Commissievan Landbouw tot öene proeve verstrekt,
ea daaruit is gebleken , dat van de eeiste soort wel enkele
planten zijn opgekomen , doch die na lang gekwynd te heb-
ben eindelQk allen wegstierven; van Ae Pinus Larix echter,
die vooraf in d^ maand Maart 1844 in een broeibak
gezamd war^, heeft men in 1845 potelingen van 2 tot 3
palmen lengte verkregen, welke, op goeden grond tusschen
jonge dennen geplant, terstond kleine scheuten gemaakt
hebben, even als de overige dennen. Ander zaad , op tuin
grond gezaaid, heeft potelingen van 2 palmen opgeleverd,
die in 1846 zullen kunnen verplant worden; van hetzelfde
Digitized by
Google
104 OPQ. WOUDBOOM. — AKKERMAAL8H. en RUN.
xaad, iat in r|jeii gexaaid was, is eene minder voordeelige
uitkomst Terkregen, daar het rermoedelljk te Aiep gezaaid
en daardoor verstikt was geworden.
Uit een ander gedeelte yan Drenthe meldt de Heer
Correspondent Tónckbns te WesterwoUe^ dat de prijsen
van het Eikenstamhout eenigsins gerezen waren; ook naar
ander opgaand hontgewas was veel vraag, men beklaagde
zich echter ook hier, dat de aanplantingen veel minder
waren dan het jaarlijks gevelde hont, waardoor de vom^>
raad van jaar tot jaar begon te verminderen.
36. AKKERMAALSHOUT en RUN. In Noord-
B ra band heeft deze houtsoort goed schot gemaakt, en
schoon de aftrek niet haperde, was de prijs niet aanzienlek;
de hegschors was in het Arrondissement Brecla dit jaar
zeer daar en werd van/ 5 tot /"G de 100 Ned. pd. betaald;
hetzelfde was het geval met de boomschors , waarvoor men
in het vorig jaar van /23 tot /26 het hoed van 800 pon-
den maakte» terwijl die thans van/ 80 tot ƒ35 betaald
werd.
In de Provincie Utrecht is bovengemelde houtsoort
zeer goed geslaagd en tot voordeelige prijzen afgezet. Door
den langdarigen winter is er, vooral in de streken van
EemneSf Soestd^k en Baarn veel Eikenhoat verkocht.
Dewigl dat hout daar doorgaans minder geschild wordt geeft
zulks bij het kappen in den winter eene betere rekening en
wordt daarom door de Eigenaars van bosscben hieraan
meestal de voorkeur gegeven. De prijs van den Eikenbast
of Run was /32 of fZZ de 830 Ned. pd.
Het Akkermaalshoat gaf in Gelderland mime reke«
ning: de Run hield almede goeden pr|js. De stoven wdren
voortreffelijk uitgeloopen en die in het verleden jaar ten
achteren waren, hebben de schade weder ingehaald. Ook
het Schelhoat vond aldaar goeden aftrek.
Öok de Heer Correspondent Wttewaal te Voorsi be*
Digitized by
Google
AE3XRMAAL8HOUT en RUN. 105
yestigt dat, er bQ voegende: dat^ de prgs vu de Ran Vrij
door was; het mad gold/ 3,25 wegende 64 Ned. pd.» het-
geen b^na /5 de 100 Ned. pd. uitmaakt.
In het Arrondisaenient Zutphen was daarentegen de Bnn
kagyinaar het Akkermaalshont xeerin pri^^ gestegen, daar
het hoot Yan 1844 langs den IJssel geheel was opgernimd*
0£B€hoon het Akkermaalshont langs de Veluwe wel ge-
daagd en de Rbn geldig was, soo wann Terscheiden sUe^
ken in de nabijheid ran den* hemelschen berg doof de
aurdvloe aangetast, soedat reeds Teel in Angnstns dor en
bladerloos stond : dit heeft reel schade aan het Sint Jans
lot gedaan en den groei belemmerd. Intosschen was dit
kwaad soo ongelijk verdeeld, dat men dikwerf aan de eeae
sQde van den weg Mseh weliglierend bosch en aan de
andere sijde verwoeste streken aantrof. Mén aehreef de
oersaak daarvan toe aan een dikken kleveraohtigen mist,
dien meo op sommige phatsen dikker heeft waargenomen
en gewoonlQk henigdanw noemt. .
In Overijssel was ondantm het doodvrieien der loten
de toestand der bossohen niet ongnnstig te noemen; de
pi^s van het bont was daar niet aeer hoog. De ran wai
wel gewonnen en ofseboon die door den regen nog al ge«
leden had en in zwaarte en qnaliteit had vedoren, 200
was die wel te verkoopen.
In de Provinoie Vriesland is het Akkermaalshont goed
geslaagd-, de jonge Rnn per ton van 65 Ned. pd., gold
/S,30 terwijl de onde tegen/2,50 was verkodt geworden.
In Drenthe was dit houtgewas xeer gesocht en gaf
by de aanxiral^ke prQzen soo van bet biandhoot als van
de Rnn, welke laatste van /2,75 iot/8 de 65 Ned. pd»
heeft g^even, eene goede opbrengst.
Wegens den Jioogen prgs van het braadhout/hebben de
Eikensebilbossehen voordeelige hitkomsten^ opgeleverd,
terwijl men van den aanleg van dergelijke bosschen hoe
langer hoe meer werk begon te maken.
Digitized'by
Google
106 WEERDEN-, ELZEN- £NESSCSiIEN-HAKHOUT.
37^ WEERDEN-V ELZBN^ en ESSCHEN^HAKHOUT.
Het Weerden- of giiendhput in zoo in het land Tan M-
tenuj te Diemen^ Werkendam en aan bet Biesbosch^ leer
goed geslaagd) en levert gelijk de ProTihdale Comiiikaie
Tan Noord -Braband aanmerkt, een bestaan op Toerdin-
senden menschen.
Het tierjarig bont werd in veiling Teor/2, 10 of/2,75
pel* bunder verkocbt, hetgeen men een goeden prijs achtte.
Men klaagt evenwel over de schade « die door het onder
water staan der Elzenbosschen ia Noord-B ra band
is te weeg gebragt; Tele sfronken, vooral die in het voor-
jaar gekapt waren, zijn verrot. De berken en esschea
schaarbosschen waren best geslaagd, en door den langdn-
rigen winter was de prijs der takkebossen aanzienlyk ge-
stegen, en ofschoon deze nog al varieerde, zoo kon mèn
de dzentakkeboesen voor/3 è ƒ4,50, eiken voor ƒ3,50
&/5, berken vaa/3 tot/ 4, en dennea van /If tot ƒ 2^50
de 100 stuks verkoopen, wegende doorgaans 5 & 6 N. pd«
Het elzen- én essehenhakhoot in Zeeland is .tutmon-
tend geslaagd -, en men bestemde dat met go6d gevolg om
de 6 jaren tot iddtebossen.
Uit den Albhisserwaardy Vijfheereniand en Land vmn
Arkelf meldt men, dat de cultuur van bovengemeld hmit
daar best schijnt te slagen en de grienden duur verkoeltt
worden. Vele handen vonden daarin werk, en grondeige-
naar en pachter trekken daaruit groote voordeeleo.
In de Provincie Utrecht zijn elzen en esfiröben slechts
tmnelijk gegroeid; de aftrek daarvan was evenwel vrQ
goed, het weerden-hout was daar goed gewassen en tot
hooge prijzen verkocht, hetgeen Iioofdzakelijk werd toege-
schreven aan de vele waterwerken die ondernomen wer-
den, waartoe dit hout bij uitsluiting wordt gefaruikt en
hetgeen dus geene voordeelige verhouding. voor dé hoepel-
makerij opleverde.
In Gelderland waren alle soorten goed gegroeid en
Digitized by
Google
WEERD.-. ELZ. enESSCHEN HAKU. — BIET tmz.tor
tot geiMde pr^en verkocht; de el«en en barken w^èn
al meer ea meer tot faakboat aangelegd ^ tot klimmeode
pryEED afgeset.
In de Provipde Ov^w^nnel W98 bet ryaboat pf^tbovr
dend, en desen somer goed gegroeid; door kH natte ea
gore weder werkte de tw^fgi^iet oaar weHiMA^aoodat 4ie
op Tele plaatsen seer fijn gtaat; dezelye ia laag in pffg,
ja l^na niet te verkoopeo»
In Drentbe werden voor elzen, benken en ander
hrandhent de aaaaienl^kato prOaen bedongen, en daardaor
is bet, dat deae boeacben over bet algemeen éene vrg
Yoordeelige rekeoii^ bebben opgeleverd. Men scheen even-
wel minder werk te maken van het geregeld aanleggen van
nieuwe bosscben tot dat eiode^
• . Il , .
38. BIET EN BIEZflN* Men klaag» in Noord-firiï*
band, oficboon bet Riet wel was geslaegd, dat :da$trveer
geen* grooter pr^ was te bedingen, en lager waa dan in
bet vorige jaar; bet geringste gold /4, bft beste /7 d^
100 bossen raains^onkscbe bai|d* De biesen woreq ald«|«r
minder goed geslaagd, deels door tragen grpei» deels door
de vele regens in Augustus, daardoor verrotten er velen,
andere waren seer kert uitgevallen; het voer van 62 bos*
sen gold van/ 12 ,tot ƒ15. In de omsUeken van 'sHer-^
togenbosch stonden beiden, riet en biesen, door den lang*
dongen faoogen stand der rivieren zeer voordeelig. Ia de
nabgheid vbsï Rotterdam waren beide soorten wel geslaagd »
en men kon dezelve voor/ 1,50 4/2 de hondefd scho-
ven verkoopen.
In onderscheidene gedeelten van de Provincie Noo-rd"»
Holland zfjn beide artikelen best geslaagd; te jiaJsmeer
was het riet uitstekend; aan den Uithoorn iets minder ,
doch beter dan in het vorige jaar; onder Nieuwer'^ Am^tel
blijft dit prodnct bijna het eenige onderhoud voor de be«
woners der uitgeveende plassen. Te Sparenwoude . en
Digitized by
Google
108 RIET EN BIEZEN.
Sohalkwyk maakte het riet «teeAr eene goede rekeningp»
Tan waar het gretig wordt opgekocht voor de bloemiste-
ryen rondom Haarletiu Het wiermaaijen neemt in Noord-
Halland jaarliOks toe^ sedert men van dit gewas builen*
lands begint gebraik te maken. Men maait dat gewoon^
Igk onrijp, omdat die hoedanigheid meer gezocht wordt.
In den omtrek ran Wïeringen wordt dit maaien om da
zes jaren verpacht, terwijl het gewonnen wier naar de de-
pots in Amsterdam' en Roiierdam wordt afgeleverd; Daar-
van alj* in 184ft circa 300009 N. pd. afgeiéveM, tegen
/6 de iOO ponden, ja de aankweeking van dit gewas is
soo aanzienlijk, dat meer dan 150 haisgeitfinnen daarin
een middel van bestaan vinden.
In de Provincie Utrecht vreesde men, hoezeer de so^
mer, vooral voor het riet voordeelt^ geweest was, daarop
de zachte* winter minder gunstig zoude zijn, vooral wat
betreft de maafjing en inoogstiog.
Het riet was in Gelderland goed gewonnen^ terw^t
door het minder gewas van stroo, zulks goede rekening
had gemaakt. Het is te verwonderen , zegt de Commissie
van landl>ouw, dat daar er in dat gewest langs sloten, en
vooral in den ouden IJasel^ zoo vele biezen groeijen, daar«>
van zoo weinig werk wordt gemaakt. Indien men elders
daarvan een hoofdtak van landbouw maakt, zonde men
zulks ook in Gelderland met vrucht kunnen beproeven,
én het Iaat zich aanzien , dat men in het vervolg ddiaar
eene proef zal nemen met het vervaardigen van matten.
In Vriesland leverden riet en biezen een goed gewas
op, hetgeen tegen matigen prijs is verkocht. De inzame-
ling van het riet dat gewoonlijk over het ijs geschiedt,
werd dit jaar door het aanhoudend zachte weder nog al '
bezwaariyk.
Uit Groningen en wel bepaald uit het voormalig
kwartier Ttvelingo wordt gemeld, dat hét riet iil 1845
uitstekend gegroeid was. BQ gebrek van ijs heeft echter
Digitized by
Google
RIET EN BIEZEIM. ~ WOBSTE GRONDEN. 109
i» winiiuig op ée merra : geënt plaats kunnen hebben. In
êe baggeriLolkeo , van waar bet laeeate riet komt, wordt
betsdve meestal in het voorjaar bij laag water gewonnen;
daarenboven wa& door de geweldige f neeow ia bet begin
van bet laatf tvorig jaar veel riet vernield , waardoor de
piQs daarvan aannwrkeligk ia gestegen^
In Overigaaél waa^ Dndanka defchadedoor de aneevw
ioegebragty veel voorraad van riet, dat evenwel moe^el^k
te verknopen scheen. In den nanomer verbeterden de prff-
san adeb , terwQl hel staande riet een goed voorkomen bad.
De biesen waren daar Wel gelidct en goed gewonnen,
doch moe|}eigk te plaatsen, daar de mattenfaandel jaar-
iQks verminderde, en niettegenstaande vele bq^lfmtingen
met biexen door inpoldering opbondeè, vennindert toch
kmgnaam de. aanvraag*
3». WOESTE «RONDEN. Met genoegen kunnen wi|
verasdiden , dat de ontginning deser gronden ever het ge*-
heel met kracht wordt voortgezet, en willen de onder^
aeheideneberigten, dienaangaande tet ons gekomen, korte*
^k mededeelen»
De ComiMssie van riandbonw 'in 'Limburg beklaagt
xich, dat' hmi gcfcreki aan meststefleni, de eotginning der
in dat Hertogdom nog too nitgestrekte woeste gronden
grootelifks verhindert. '
De Commissie in Noord-Rraband berigt oas daaren-
t^;en, dat vele heidevelden tot partienlieren eigendom sQn
overgegaan, en vooral ter onltnar van hontgeWas ngn in-
gestoken. In het AnrondAS$emelit Eindhoven sign in on-*
derscheidone ^meenten omtrent IIQOO bnndei» aan parti*
cnlieren: verkocht, 200 ook in andere districten, onder an«
deren in' de maand December IL in de- gemeenten Baarle^
NtiSêaUj GA^amy Rijsbergen ^ Klundé^t en is de heide
geniiddeld tegen, ƒ 20 per bunder verkocht»
De Commissie van landbonw in Noord* Ho Ita n^ deelt
Digitized by
Google
110 WOESTE GRONDEN.
ons het volgende rapport Mede: »In 4eii winter van
1841'^-45 z^n de ontginningen onder Laren en Uilvertuwê^
met ijver Toortgezet. Daarbij verdienen bijzondere opmer-
king, die van den Heer Joh. Ruts Zdz , van de HU* 6.
VroiiIk» e. van de Velde en Sikcel. De maatschapp^
van cultuur beeft op vertehillénde plaatsen in het Goot*
/a«4if, hare werkzaamheden voortgezet* De weigerachtig-
heid der Gemeentebesturen van Laren ^ Blarieun^ en ifia*
xixni oÉn heidegronden voor de cultuur aftéstaan i. is de re*
den, dat ée voordeeien der ontginningen niet in röimer
mate worden ondervonden. De afzandtngen onder Naar»
den gAan steeds voort^ hoezeer minder spoedjg dan t^dene
den aanleg van de spoor wegbanen: nabij Ameierdam. Eene
nieuwe afzaadiig.éoer Jhr^ Mr. Rdtqers tan Rozenburo
onder Bussum nab(j *s Graveland begonnen, levert gnn<-
stige resultaten op. Vele nieuwe duinvalleijen in het 3*
diftüiot zijn omgespit en met aardappelen heteeld, meer
dan vijf bandera alleen onder Zanchoori^ en er is voort-
durende i^nvraag om nog meer te spitten. Eenige Haar-
lemmers» verschaflfea arbeid door daartoe afgestane duin-
gronden te laten bespitten* De duinvallei onder Zand^
vowrty waar de wedloop gehouden wordt, vertoont reeds
veel -verbetering in den bodem, en. doet 13 bnéden j[oed
weiland verwaohten* . De weinige bunders langs den Zij»
perdijk worden doorgaans met schapen en jonge runderen
beweid. Onder dë gemeente St^ Pancrae worden de zoo-
genoemde fiolien meer en meer gebruikt en schenen den
ontginner niet te leur te stellen* Op het EijerUmd zQn
dit jaar 1360 bnnders onder den pldeg geweest; men be«
^^dt daar thans, behalve de arbeiderswoningen, 31 hof«
steden met circa 600 zielen. Cokêdarp is niet' toegeno-
men; men telt daar nog 47 huizen, 2 kerken en 1 school.
Op Het eiland Urk gaat men voort jearligks 3 & 4 bunders
moeras tot goed weiland op te maken, en men verhoogt
bet strand van de zuidzijde."
Digitized by
Google
WOESTE GRONDEN. lil
De yersk^^eo 4er Groet- en Waardgreftdea , ahtmede van
den Anna Paulouma PoUUr^ mUenr wQ om derielvef uit-
gebreidheid en belangrijkheid achter dit verelag ia hon
geheel als bijlage doen volgen.
De Cmnmisfie van laandboaw in Utreeht geeft om be-
rigt, dat in de omstreken van Zeisi^ Jfriebergen^ Jfoom^
Maarten en bijxonder ook ia het Gooiland^ de ontginning
in het groot i plaats heeft i en dat onder, het dorp. Boisrff
weldra geene woeste gronden meer aullen worden gevonden.
In de Pnmneie Gelderland a^n of worden de meesta
Markgrosden verdeeld , en. de verkoop daarvan aan parti*
cnlieren geeft eene gnnstige aitkomst. Onse Gkrrespondent
de Heer Dr. W. C ,H. SrAniNG deelt ons bet volgende
mede, omtroit den staat der woeéte gronden en aagt: »De
voorbereidingen tot bet verdeelen en de werkelijke ver*^
deeUng der woeste Markgronden in het oostel^k ge-*
deelte van het Zutphensche, worden steeds met igver
voortgesety en over een vQfital jaren sal,er waarschljnmk
geene andere onverdeelde en derhalve woeste grond in
deae streken meer aanwezig aljn, dan alleen de 800 bon-
ders heide van de stad Lochwip Het bestuur Vali deae
gemeente sch||nt nog steeds niet te wiilen begrijpen, dat
hetgeen aan alle omliggende gemeenten nut en voordeel
heeft aangebragty ook hier eene rijke bron van voorspoed
en welvaart zal worden; en dat, de ontgtaaing te bele^
ten van woeste gronden , evenseer of liever nog meer tot
oneer verstrekt voor een bestuur, dan slechte wegen « ver-
waarloosde waterleidingen en invallende gemaentegeboa*
wen. Het laatste toch kan onvermogen tot oorzaak heb*
ben, gepaard met den besten wil, terwyl woeste gronden
steeds gebrek aan overleg aanduiden, en ottwil om aan
de thans zoo dgemeene vraag naar werk en grondeigen-
dom, gehoor te geven."
De ontginning van woeste gronden, zo6 Inidt het lap-r
port der Conunissie van Landbouw in OverQ ssel, neenit
Digitized by
Google
112 WOESTE GRONDEN.
jaarl^ks toe. Groote dennenboMchen vrorieu op de vorige
heiden aangelegd en voor sooTenre deielye geschikt sgn
▼oor wei* en boawlanden, worden dese, naarmate er mest
aanwezig ii, in cultuar gebragt*
De Provincicde Commiegie van Landbomw in Groningen
meldt ons, even als IL jaar, dat de ontginning en aan-
leg tot wei- en bouwland in de Veenkoloniën met ^ver
Toortgeiet wordt, dat de xoo heiixame Terdeeling der
Markgronden meer en meer de aandacht 8ch|jnt te trek-
ken, xoodat deee Commiieie hoopt, dat er nog meer ver-
deelingen plaats hebben znllen en de ontginning der woeste
gronden daardoor bevoi'derd Eal worden.
De Heer van der Tuuk , onse Correspondent te BelUng^
wolde^ vermeldt ons mede, dat de ontginning van woeste
gronden bestendig blijft vooraitgaan en dat de reeds lang
voorgenomene verdeeling der Markgronden in de gemeen-
te Wedde in den aanstaanden zomer, naar men zegt, tot
stand zal komen, terwijl eene soortgelijke verdeding te
Fee/e, gemeente VlugtwedcU voorbereid wordt, hetgeen
op de ontginning van woeste gronden , eenen gunstigen
invloed doet verwachten, even als de aanleg van Kunst-
wegen, daarop eeaeo groeten invloed uitoefent.
Het rapport der Commissie van Landbouw in Drenthe
luidt als volgt: » Wij voeden de hoop dat een der hoofd-
bezwaren, welke de ontginning van woeste gronden, 'in
deze provincie in den weg staan 9 het niet be9taan vmn
Kanalen, binnen weinige jaren zal opgeheven zgn, zoo
namelijk de kanalen zullen zijn daargesteld, waaromtrent
tusschen hunne Exell. de Ministers van Binnelandsche Za-
ken en van Financien , als daurtoe gemagtigd bij Koninglijk
Besluit dd. 9 December 1845. No 10 en den Heer 8. W.
Balkemi. voor zijne firma S. H. Bauoma en Comp. is
overeengekomen. Door het maken van die kanalen, znllen
onafzienbare velden en veenen doorsneden en voor ontgin-
ning en vergroving geschikt worden. Door de verdeeling
Digitized by
Google
WOESTE GRONDEN. — N. PBOD. en PROEFN. 113
▼an Markgronden , waartoe men al meer en meer. over*
gaat 9 atal een tweede bezwaar langsamerband worden weg-
genomen, en, bijaldien ook het derde, meermalen door
óns geopperde beletsel , werd opgeheven — wij bedoelen het
beswarende van de wet van den 6 Jan|j 1840 (Staatsblad
laP. 17) — 'dan. xoude de ontginning, aan duixenden van
lediggangers, werk en brood kannen verschaffen, en znUcs
ook werkelijk doen.
' Odse Correspondent de Heer Tonckbns , van wien in vo-
rige verslagen meermalrai de bedenkingen xyn opgetiomen
omtrent datgene, hetwelk de ontginning nog 'in den weg
staat , meldt ons , dat hij met bevreemding heeft gezien ,
dat de wet van 6 Janij 1840 (StaatsbK n». 17) door dezen
en genen beschouwd wordt, gunstig op de ontginningen te
werken. »Hoe kan«toch," zegt Uj, > eene wet, die den
ootginner van woeste gronden de verpligting oplegt, for*
naliteiten in acht te nemen, op straffe, dat anders de be-
slaande kadastrale aanslag van het ontgonnene , na verloop
van vijfjaren zal worden verhoogd, aanmoedigend voor de
ontgnining van woeste gronden zijn, daar,. bij het niet be-
staan van die wet , bij ontginning geene verhooging kan plaats
hebben , evenmin als de aanslag verhoogd kan wórden van
gecnltiveerd land, hetwelk aanmerkelijk verbeterd wordt.
Alleen hij eéne algemeene herziening van het kadaster , was
anders eene dusdanige. verhooging mogelijk; en is eene dus-
danige herziening wegens de bezwaren, die daaraan ver-
bonden zfln, wel te verwachten?"
Onze Correspondent de Heer Visseb berigt ons , dat door
den strengen en latigdorfgen winter, in de Koloniën der
Naatschappg van Weldadigheid slechts enkele bunders grond
aangemaakt ^ijn, en dat daarmede wordt voortgegaan, naar
mate t^d en handen, na het verrigten van den gewonen
hnd- en fabridcarbeid, beschikbaar zijn.
40. NIEUWE PRODUCTEN en PROEFNEMINGEN.
8
Digitized by
Google
114 NIEUWE PRODUCT, en PBOEFNEM.
Hieromtrent zijn bij oni weinige belangrijke berigten inge-
komen. Men schijnt over het geheel hier te lande bevreesd
te zijn, nieuwe producten in te voeren, en ook geene be-
duidende proefnemingen te durven ondernemen; mogten
«venwei sommige proeven door enkele liefhebbers worden
in het werk gesteld , wij moeten het betreuren , dat de uitslag
daarvan te weinig wordt bekend gemaakt, zoodat het alge-
meen daarvan geen voordeel kan trekken , en deze proefnemin-
gen alzoo voor den landbouw van geen belang kunnen z|jn.
Onder dankbetuiging aan diegenen, die ons hebI>eD in
staat gesteld een en ander op dit artikel jnede te deden,
vermelden wij het volgende :
Onze Correspondent in Noord-Braband, van Dütn-
HOVEN heeft Maïs of Turksch Koren van Amerika, uit
het Milanesche en uit het Westland ontvangen, aan lief-
hebbers en arme kleine landbouwers in zijn Correspondent-
schap uitgedeeld met de voorschrijving, langs kanten van
tuinbedden of velden , voren van één voet diep uit te spa-
den, daarin de korrels, in Maart If voet van een en 2
vingers diepte te leggen, bij het opkomen telkens in die
voren aan te aarden, zoo als men de vroege erwten doet;
daardoor kan men dit gewas , voor de lentevorsten bewa-
ren en vroeger rijpe planten krijgen , hetgeen van belang is ,
omdat dit koren in ons land dikwijls niet goed rijp wordt.
De Heer van der Beken Pasteel berigt, dat de Incar-
naatklaver, waarvan vroeger is melding gemaakt, dezen
winter (1845) niet heeft doorgestaan, terwijl het zaaisel
van Augustus IL veel belooft.
Door een Lid van- het Departement Rotterdam is de
Onalis-Deppel , als eene nieuwe groentesoort gekweekt.
In eenen weltoegemaakten grond slaagde zij vrij goed , vot
gens zijne mededeeling. De bollen hebben veel van den 61a-
diolusbol ; de wortds , welke onder aan deze plant ten ge-
tale van 4 stuks komen, hebben veel overeenkomst met
de Dahliaknobbels. De smaak voldeed echter niet aan
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCT, en PROEFNEM. 115
de verwachting, die der wortela mantte niet yerre boven
dien der knollen uit.
Het Departement 's Hoge berigt ong , dat men thans over
de Hemel- of Hemelya-naakte garst met grond kan oordee-
lèn , sifnde er in dat departement II. soraer op verschillen-
de akkertjes I biervan nitgesaaid geworden en alles goed
geslaagd. Dece garstsoort leverde door een 30 è 33 mud-
den per bunder, op wjgt 75 Ned. pd. Als xaaikoren is
dese van /lO tot ƒ 12 verkocht. De Hemelyagarst is vol-
gens dat departement zeer geschikt om tot brood te wor-
den gebakken; onderscheidene proeven xijn hiervan geno-
men , en men bevindt het brood voldoende. » Bl^ft dexegraan-
SGk>rt onbelast ,*' segt genoemd departement , » en als mes-
ting (zijnde eene garstsoort) niet gezand, dan is het eene
wezenlijke vervulling voor de arbeidende klasse, bij het
gemis van aardappelen."
Ten vervolge zijner proefnemingen met de Guano ^ ons
11. jaar medegedeeld , levert de Heer Grocnbweoen het vol-
gende verslag: > Wederom heeft zich de Guano bQ mg en
anderen , die dezelve beproefden , als eene uitmuntende mest-
specie voor de gerstteelt doen kennen. Drie bunders schraal
land werden met de Guano k 250 Ned. pd. per bunder ge-
mest. Een klein gedeelte van dit perceel, dat veel vrucht-
baarder was, en te allen t^de zwaairdere gewassen voort-
bragt , werd ongemest gelaten , vervolgens werd er gerst op
gezaaid, en een en ander met de egge ingewerkt. Men
zoude reeds tamelijk over de Guano voldaan zijn geweest,
indien het gewas, van het met dezelve gemeste land, met
dat van het meer vruchtbare en ongemeste gedeelte had ge-
l^k gestaan; hier bleef het echter niet bij, het gewas van
het met Guano gemeste , liet het andere nu even zoo verre
achter zich, als dit in vorige jaren al het overige hadover-
troflTen. Twee bunders werden met 350 Ned. pd. per bun-
der gemest, met gerst bezaaid, en als voren behandeld;
dit land was uitgeput, eil zoude hoogstens niet meer dan
Digitized by
Google
116 NIEUWE PRODUCT, en PROEFNEM.
een half gewas hebben kunnen voortbrengen; nu echter heeft
dit land een gerstgewas opgeleverd , dat tegen de zwaarste
gewassen uit den geheelen omtrek op kon wegen. Daar de
▼oorsohrevene partijen nog niet zijn afgedorscht, zoo kan
de afkomst, die ongetwijfeld goed zcil zijn, nog niet vér-
meld worden. Voorts verdient nog te worden opgemerkt,
dat in Augustus IL één bunder Vlasland , na viermalen ge-
ploegd en vervolgens gelijk geslecht te zijn, met 350Ned«
pd. Guano is bemest en met Koohaad bezaaid. Het we-
der was tijdens deze bewerking door de menigvuldige re-
gen ) die er viel , zeer ongunstig , zoodat de grond in plaats
van los en luchtig, zooals dezelve voor koolzaad behoort
te zijn, pannig en stug werd. Niettegenstaande dezen te-
genspoed is dit stuk koolzaad vry goed geslaagd , en , staat
het al iets minder dan het op braakland gezaaide , hetwelk
dit jaar buitengewoon geslaagd is , het overtreft daarente-
gen al die partijen, welke op Vlasland gezaaid zijn, of-
schoon aan dezelve eene goede quantiteit stalmest Is toe-
gediend geworden. Minder gunstig viel eene proefneming
met Gitano op een gedeelte van een stuk Grasland uit.
de bemesting tegen 350 N. pd. per bunder geschiedde op
25 April 1845. Reeds den volgenden dag viel er eene goe-
de hoeveelheid regen , hetwelk eene gunstige verwachting
omtrent de werking der Guano deed opvatten , die echter
niet is verwezenlijkt. Na een tijdsverloop van 3 & 4 we-
ken werd op het gemeste gedeelte, het gras wel eenigzins
donkerder groen; maar de verdere groei van het gras en
ook de opbrengst van hooi was op hetzelve wel iets beter,
doch niet zooveel, dat daardoor de kosten der bemesting
werden 'goedgemaakt.
Inde Provincie Gelderland is, volgens het rapport
der Commissie in dat gewest, voor het eerst.de teelt der
Wittkingtonsohe tarwe ingevoerd geworden, en is zeer
goed geslaagd. Een stuk gronds met Tojnnamhoers be-
plant, heeft bij uitnemendheid voldaan, de knollen waren
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCT- en PROEFNEM. 117
gibot en talrijk, ilj zijn, ongeacht den strengen winter in
den grond gebleven en hebben een goed voedsel opgeleverd.
Deze Commissie geeft mede berigt, dat de bemesting met
Guano of Ichaboemest meer en meer aldaar in gebntik
komt. De Rogge zoowel als de Boekweit daarin verbouwd,
heeft -bQzender gmistige resultaten opgeleverd , zoodat het
zaad zoowel in hoeveelheid als deugdelijkheid dat der ge*
wone dierlijke mestspeciegewassen verre overtrof, terwijl
de kosten der bemesting eens bunders met Guano, in den
regel slechts niet veel meer dan de helft van die voerbe-
mesting met gewonen stalmest bedraagt. De Commissie oor-
deelt het van groot belang, dat deze meststof neer algemeen
en gemakkelijker te verkrijgen konde worden gesteld.
Onze Correspondent in het District Neder^Betuwe ^ de
Heer F. L. \V. Baron van Brakkl , die reeds sedert ja-
ren op een gedeelte van zijn bouwland de spadecultaur
had ingevoerd, meldt hiervan de beste resultaten, zooda^
by na al zijn bouwland , wat bezaaid is , met de spade thans
is bewerkt en op rijen gezaaid. Verder berigt deze, dat
ook bij hem de Witthingtonsche tarwe met goed gevolg is
verbouwd, en dat hij een half mud Canadlitarwe te vel4
heeft gebragt. Alle tarwe en rogge, onder welke laatste
zichéén bunder Russische bevindt, als nu voor het eerst ge-
zaaid , stond t^dens de inzending van zijn verslag (22 Ja-
nuari) 1846) uitnemend schoon. Sedert drie jaren worden
op z^ne bonwhoeve, de knollen tusschen de tarwe en de
rogge gezaaid , wanneer dezelve in den lialm wil schieten ;
zoodra bet koren geoogst is , en de knollen goed zigtbaar
zgn, worden deze behakt en gedund. Tusschen de rogge
en het vlas zQn ook met den besten uitslag, wortelen ge-
zaaid.
iDaar ik vernomen had, dat men op sommige plaat-
sen kool voor het vee inmaakte" zegt deze berigtgever,
heb ik biertoe koolzaadplanten gebruikt. Het vee eet
zulks met graagte en geeft goede melk en boter. Dit is.
Digitized by
Google
118 NIEUWE PRODUCT, en PBOEFNEM.
een dabbel Toordeel, men verkr^gt voeder: en door het
koolzaad te dunnen, is het minder aan uitvriexen bloot*
gesteld." In 1^45 is door hem circa 10000 Ned. pd. in-
gemaakt, dit jaar zoude hij minstens 40000 Ned. pd. doen
inmaken ; dit werk is niet omslagtig en gaat spoedig voort*
Tot een kinnetje zaadplanten of kool is {- Ned* pd» ruw
zout benoodigd. De zomerstalvoedering wordt door dezen
Correspondent zeer aangeprezen; hij zegt, dat dezelve aan»
houdend, een gunstig resultaat oplevert^
Van den Heer Correspondent Graaf van Btlandt van
Marienwaard verwachten wij in het volgende jaar, de
uitkomst zijner proeven, genomen met de bepoting van
onderscheidene Aardappelsoorten, als: Amerikaansche,
Napelsche, Hamburgsche, Fransche en andere.
De Provinciale Commissie van Landbouw in Vriesland
berigt ons , dat er op den Noord-Oosthoek van die Provin-
cie, vele mosselen zijn opgevischt en ter bemesting ge-
bruikt geworden , hetwelk goede uitkomsten beloofde , die
in een volgend verslag zullen worden medegedeeld.
Dezelfde belofte ontvingen w(j van onzen Correspondent ^
de Heer Worp tan Petma te Leeuwarden j die ook daar-
mede proefnemingen heeft ondernomen, en die het voor-
nemen heeft den uitslag te onderzoeken, van de aanwen-
ding van Zeewier als meststof, zoowel met stalmest ver-
mengd , als in onvermengden toestand. Deze berigten zien
wg reikhalzend te gemoet.
Ten vervolge van de berigten omtrent de Chevalier^
garsty in vorige verslagen opgenomen, wordt ons door
onzen Correspondent in Groningen , den Heer Reynders
het volgende medegedeeld: »Door de opvolgende proefne*
mingen , door mij genomen , moet ik aanmerken , dat men
als vrij zeker kan aannemen, dat de Chevaliergarst geen
vruchtbaarder akker behoeft, dan onze gewone Zomer-
garst , ja eerder dan deze , eenen minderen voor lief neemt ;
als mede, dat de Chevaliergarst tien dagen later rijp
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCT, en PROEFNEM. 119
wordt , en in hoeveelheid aan graan y minder dan de gewo-
ne Zomergarat geeft; doch wat z(j in deeen verliest, wint
sij weder in dengdsaamheid of meerdere zwaarte van het
grman, soodat de geldelijke opbrengst nagenoeg gelijk
kont.
Eene in den zomer van 1845 vorgelQkende proefneming
van onze gewone Zomergarst met Chevaliergarst (tweei-
reijige) en met geswoUene (bre(jige) Zomergarst op eene
oppervlakte van 15 bunders zandachtigen zwavelgrond,
welke goed bQ kracht was, gaf de navolgende resultaten
per bonder: gewone Zomer-garst 5S mud, wegende op de
kleine Ned. Korenschaal — welke het gewigt p. m. 5 pd. lig-
ter aangeeft dan de groote schaal — 55 Ned. pd.
Chevaliergarst 46 mud, wegende 61 pd.
GezwoUenegarst 55 » > 61 pd.
Na kost gewoonl^k te Groningen de gewone Zomer-
garst van 55 pd. geen /3|50 het mud, en in den regel
geefk of kort de kooper 15 et. (thans 20 et.) per pd. bij
«eerder of minder gewigt, zoodat na dezen gestelden prijs,
de Terschillende soorten van garst eene geldswaarde ver-
tegenwoordigen per bunder, als:
Gew. Zomer-garst 58 mud, weg. 55 pd. è/3,50— /203.
Chevaliergarst 46 » » 61 pd. è /4,40 —ƒ202,40
GezwoUenegarst 55 » > 61 pd. è /'4,40 — /242.
RQzen de prijzen boven /3,50, dan kan de betere quali-
teit of het meerder gewigt tegen 15 et per pd., de meer-
dere hoeveelheid van de gewone Zomergarst niet weder
goedmaken , doch dalen de pryzen daar beneden , dan be-
draagt de geldswaarde der betere qualiteit meer; zoodat by
hooge pri|sen, het voordeel aan de zQde van de gewone
Zomergarst, doch hij lage prijzen aan de zyde van de
Cheralier en de gezwollenegarst zal z^q. Eindelyk, wat
aanbelangt het stroo, geeft de gewone Zomergarst het
meeste, de gezwollene het minste/ en dat van de Che-
valiergarst heeft minder waarde als beestenvoeder , en Iaat
Digitized by
Google
j
120 NIEUWE PRODUCT, en PROEFNEM.
het graan daarvan zich minder gemakkelQk aüdorséheo*
De tijd van rijpwording is van de gezwollene de eente en
van de Chevaliergarst de laatste."
De Commissie van Landbouw in de Provincie Gronin*
gen berigt ons, dat er wel onderscheidene proeven met
nieuwe prodacten in die Provincie genomen zijn 9 doch
nog niet zoo uitgebreid , dat hiervan melding kan gemaakt
worden. Alleen kan deze Commissie vermelden , dat th
ronde 0/ KaapscAe duivenboonen — eene standvastige ver^
scheidenheid van de daivenboonen , deels met rood, deels
met geelachtig zaad — reeds gedurende eenige jaten in ,d«
landhuishoudelljke tuin te Groningen gekweekt, en aaa
onderscheidene personen medegedeeld, dit jaar vooral, veel
opgang gemaakt hebben, daar dit gewas veel opbrengt en
wegens de fijne zaadhuid tot menschenvoedsel beter geschikt
is, dan de paardenboonen , die anders in de tegenwoordi-
ge tijdsomstandigheid al vrij veel door den mensch gebruikt
worden en een allezins krachtig en gezond voedsel ople-
veren.
Onze Correspondent te Noordkom , de Heer J. C. Bili>
EOTH deelt ons mede , dat men onder zijn Correspondent*
schap veelvuldig gebruik maakt van de handeling van den
Heer Brutn, om de slakken van de landerijen te vangen,
door middel van koolbladeren , en wel met het beste gevolg.
De gewone mosselen worden , volgens berigt van dezen ,
op de zachtste Waardsiergronden , meer en meer als mest*
specie gebruikt , met het beste gevolg. Men neemt daartoe
gewoonlijk 200 mudden mosselen op een bunder lands; de
mud kost aldaar 12 k 13 cents, derhalve /24 k /26 per
bunder, terwijl de gewone mest op ƒ40 kf45 per bunder
te staan komt. Een stuk gebraakt land, datgedeeltelyk
met gewonen mest , gedeeltelijk met mosselen was bemest ge-
weest, bragt eenen zeer goeden oogst zomerkóolzaad op,
echter met dat verschil , dat het met mosselen bemest ge*
deelte 4 mudden per bunder meerder heeft opgebragt , dan
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCT, m PRÖEFNEM. 121
hel gedeelte, hetwelk op de gewone wijze was bemest
geweeste
Ten slotte laten wij hier het rapport volgen Tan de permaï
nente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid, om*
trent de in liare koloniën genomen vergel^kende proeven
met de- Gnano, tot bemesting der gronden, zoo dooï* het
beaaaijen van versehillende akkers met rogge, als bepotec»
met aardappelen , en waarbij- vooral op het oog is gehou-
den, de vergelijking der kostbaarheid van die specie meC
die van andere mestsoorten, ingeval die ook moeten wür->
den aangekocht.
Op onderscheidene plaatsen werden op twee stakken
gronds, naast elkander gelegen, van. gelijke grootte en
soort, beide te voren met aardi^pelen beteeld geweest en
te samen 6 RijnL morgens of 5,16 N. B. uitmakende, deze
proeven genomen, en daarvan de eene helft met Guano,'
de andere met eene gewone bemesting van koemest, beide
ter vraarde van ƒ 50 op het morgen of /56 op het bunder
bemest en met rogge bezaaid» Bij de wamrde der koe^
nest is niet gerekend op de meerdere kosten van trans-^
port. boven dié der Gvano, dat intusscfaen veel opmerking
verdiend.
De opkomst^ groei en opbrengst leverden in het alge*
mees en op onderscheidene stukken, ook in verband tot
de algemeeae rogge-o^st in de koloniën beschouwd , wei**
aig of geen verschil, als zijnde verkregen:
op Guano 1392,
gewone meststof proef 1533 i
en van het gdieel, zooals reeds is gezegd, 1440 muddei»
van het bunder, kunnende de mindere opbrengst op Goanv
omtrent gelijk worden gesteld met de kosten, welke he^
vervoer der gewone mest dat der Guano te boven gaat»
Dan behalve de genoemde , sQn ook zulke vergelijkende
proeven genomen met het verbouwen van aardappelen op
Guano en gewonen mest, doch deze beide op nieuw aan»
Digitized by
Google
123 NIEUWE PBODUCT. kn PBOEFNEM.
gemaakte doch ongeiyiuoortige gTonden , namelijk op Ugi
veenacbtige en meer zware of leemachtige gronden ; ea he|
ia opmerkelijk» hoezeer hier de uitkomsten van elkander
verschillen.
Beide soorten van gronden waren bemest, de eeiie helft
met eene gewone bemesting voor nieuwe gronden , dat is
eene waarde van / 150 op het bunder» de andere helft met
Guano tot een gelijk bedrag» De uitkomsten in de ver^
sehillende koloniën was:
Gewone mest op leemaohtige gronden 136 mud.
Guano op idem 16 »
Gewone mest op veenacbtige gronden 121 >
Guano op idem .119 »
Op al de koL meest brembemesting 109 mud per bunder«
Intusschen maakt de algemeene oorzaak van het ais*
lukken der aardappelen hier elke vergelQking bijna onmo*^
gelijk of ten minste onjuist» doch wanneer men die alge-
meene oorzaak en het mislukken der aardappelen buiten
de beschouwing laat, of liever aanneemt, zooals werke*
liyk het geval is geweest, dat die op alle gel^kdijk heeft
gewerkt, dan zou men, door opgemdde uitkomsten, tot
het besluit komen, dat de Guano meer geschikt is voor
veenacbtige of met onvergane plaatstofien voorziene gron*
den, dan voor zand- of leemachtige, dat is, dat big mn&tm
een opwekkend dan een voedend vermogen bezit en alzoo
het doelmatigst is aan te wenden op natuurlijke graslan-
den; staande de prijs omtrent gelijk met die van andere
meststoffen. Ten slotte moet ik hier nog bijvoegen, dat
een gedeelte der Guano droog en een ander gedeelte met
water vermengd, als gier op het land is gebragt, doch dat
de uitkomst der verschillende stukken geenen algemeenen
regel heeft gegeven, waarom de eene handelwijze. bav«D
de andere zoude te verkiezen zijn.
Digitized by
Google
TOESTAND tan WEGEN en VAABTEN. 123
41. TOESTAND tan WEGEN ên VAARTEN. De
ProTinciale Commissie Tan landbovw in Limburg Ter-
neldt de landwegen, als in zeer goedrai staat, terwijl de
dorp- en veldwegen , vooral in natte jaren, integendeel
Iqna onbruikbaar sifn.
Ook de Commissie in Noord-Braband berigt, dat de
gioote Rijks- en de Provinciale klinkerwegen, wat liet on-
derhoud betreft, weinig te weosoben overlaten. De natte-
weèrsgesteldheid had, naar luid van die Commissie, greo-
ten invloed op de binnenwegen, vooral in de kleistreken.
In den loop van 1845 is et veel tot verbeteriqg der
eommunicatiën gedaan, en er bestaan nog vele plannen,
welker nuttigheid en noodzakelijkheid algemeen erkend
worden; doch meerendeels ontbreekt het aan de middelen
tot uitvoering. Dé werken van de Zuid- Willemsvaart wor-
den goed onderhouden; een zijtak op Eindhoven^ door de
rq;ering dezer stad voor eigene rekening ondernomen, is
aanbesteed; het geheel zal met 1 Augustus 1846 vol-
tooid zijn.
Met de in ons laatste verslag medegedeelde op handen
zgnde verbeteringen der wegen, in het 4* en 6« district
der Provincie Zeeland, is eenen aanvang genomen, en zal
alzoo aan de merat dringende behoefte voor deo landbonw
in het vervolg te gemoet gekomen zijn. Wat betreft het
ia 1844 reeds aanhangig zijnde voorstel, om het 3<) district
van dit gewest door liet aanleggen van eene landingsplaats
en de verbetering der communicatie, in een dadel^k ver-*
band te brengen met de tnsschen Rotterdam enJUteUel"
Imrg varende stomnbooten, zulks heeft in de laatste^ ver«
gadering der Provinciale Staten eene wijziging ondergaan»
en heeft men gemeend de voorkeur te moeten geven, aan
het denkbeeld eener verbeterde communicatie tusschen Go^
en het Wolftiardijksche veer, met het aanleggen van eenfui
veerdam en steiger ter laatstgenoemde plaatse, als eene
omvattende bevordering der algemeene belangen en
Digitized by
Google
124 TOESTAND van WEGEN en VAARTEN.
▼mi landbouw, veeteelt en handel aanbiedende,- en de meest
doelmatige gemeenschap tusseh^ de eilanden Noords en
Zuid-Bevelcmd daarstellende. Buitendien , segt verder deze
Commissie, heeft zich voor Zeeland het vooruitsigt ge-
opend van nieuwe, nooit gekende weg;en van verkeer, die
in verbinding met eenen spoorweg, dit gewest niet alleen
met Noord-Braband en Limburg verbinden, maar te-
vens met IXuüsctland vereenigen zullen, en 'in verband
met eene nieuwe haven, van af de hoofdstad van dit ge-*
west, tot aan. de monden der Schelde,* een gunstig ver*-
schiet opleveren voor eene' alsdan op nieuw te ontluikene
welvaart.
De Commissie in Znid-Holland omtrent den goedei^
staat der wegen in Rijnland^ Del/land en het WestUaui
berigtende , geeft tevens te kennen , dat in den AlUasser^
waard j Lande van Ar kei j van Fianen en Leerdam ^ er
nog: vele verbeteringen aan de wegen zijn toe te brengen.
In de Beijerlanden en Lande van Strijen aija de wegen
veel verbeterd « en men vleit zich aldaar, dat degeprojec*
teerde verbetering der wegen in den Lande van Voome en
Puiten y kanton Bz-tc/Ze, slagen zai. De in 1843 op (roe-
dereede^ en Overflakkee aangelegde schelpwegen , voldoen
niet alleen aan de daarvan voorgestelde verwachting, maar
overtreffen deze in vele opzigten; het is wenschel^k, zegt
deze Commissie, dat aan de besturen der belanghebbende
gone^nten, spoedig worde toegestaan, om in de kosten
van het onderhoud, uit hare eigene middelen te mogen
voorzien. Het is te betreuren dat tot hiertoe de daaromtrent
aan de hooge regering gedane voordragten, nóg niet zijn
geautboriseerd, of wel, dat daarop geen bepaald besluit is
genomen, dewijl bij langer verwijl ten deze, deze kost-
bare en zoo nuttige wegen aan derzelver lot zuUén moe-
ten worden overgelaten, en dus tot den voormaligen on-
bruikbaren staat, zoo niet tot erger toestand zullen moe-
ten vervallen, hetwelk te bejammeren zoude zije, dewijl
Digitized by
Google
TOESTAND tan WEGEN en VAARTEN. 125
ket groote nat , hetwelk daarin Boowel voor den landbMw
ala voor het Terkeer is gelegen » sich hoe langer hoe meer
doet gevoelen. In Foome en Puiten zQn de wegen in
den winter geheel onbruikbaar en fagna selfs met geen' Ie*
digen wagen te berijden. En dag vleit men sich, dat de
geprojecteerde verbeteringen tot stand zullen komen.
In de Provincie Noord-Holland is men besig met
eenen nieuwen schelpweg van AlkmaaruBBs Sgmond^op den
Móeff^ in verband met een, van daar tot aan de gemeente
Egmond aan Zee te leggen straatweg, waartoe aanvrage
is gedaan en verkregen. Ook bestaat het voóruitaigt, dat
spoedig de aanbesteding en beschelping van den weg, tos^
sehen de stad Alkmaar tot aan de gemeente Ursèm tal
plaats hebben, wanneer de weg tot aan de stad JSToomvol^
wuskt goed sal i|}a. Volgens de ingekomen rapporten »jn
overigens de wegen in goeden staat, ook bi) droog weder
de kleiwegen, welke echter bQ aanhoudend nat weder bQ*
na onbraikbaar zijn*
Onse Correspondent de Heer Pont segt, dat de toestand
der wegen en vaarten in het ambacht van de vier noorder
Ceggen gelegen « het onderwerp is van de ernstige dellbe*
nttiCh van het Dtjksbestuar, en hoopt in het volgende
jaar, daaromtrent helangr^ke mededéelingen te sullen kun^
aen doen.
Het Departement fFormerveèrmtlèt: »De toestand onset
'wegen laat nog veel te wenschen over. De meest ndUg-
liggepde steden, nitgesonderd -Zaandam, sijn voor ons des
winters bijua ontoegankelijk; de wegen in de nabarige ge-
meenten Xronimente, Warmer' en We8t%(mn sljn, onge-
lukkig genoeg, somer en winter voor rijtuigen onbruik-»
baar; het sijn slechts voetpaden. Dit Departement geeft
medezgn verlangen te kennen, om eene regtstreeksehe ge-
meenschap te water te hebben met "bet Noord-^HoDandsebe
kanaal voor schepen van eenigen diepgang, ten einde de
uit see komende schepen mét' naar hier bestemde ladingen
Digitized by
Google
126 TOESTAND tan WEGEN en VAARTEN.
niet te Alkmaar^ te Purmerend of te Amsterdam moeten
lossen, maar tot aan dese gemeente zouden kunnen opTaren."
Onze Correspondent de Heer Perk berigt , dat de door-
graving van de vaart tot de kom der gemeente Hilversum
naarwensch vordert; ruim 13 ellen is de hoogte, die thans
vergraven wordt, de geheele lengte van de onderneming
bedraagt 900 ellen , waarvan reeds op eene betrekkdgk zeer
onkostbare w^ze 400 ellen zijn afgewerkt.
De Commissie van Landbouw in Gelderland berigt,
dat aldaar de meeste wegen in goeden staat zijn. De grind-
weg van Hat tem naar het Loo is voltooid, alsmede die
van Zutphen op Hmmerik en er wordt een klinkerw^ aan-
gelegd van Z^oe^^or^A tot aan de Pruisische *grenzen, te^
wijl men in onderhandeling is over eenen grindweg van den
Zuidenseeschen straatweg naar Veenendaal. Een zandweg
van Ttel op Z. Bommel wordt aldaar sterk verlangd , en
■onde allernoodzakelijkst z^n. De Heer Dr. W. C. H. Sta-
ring, ons Lid Correspondent, deelt mede, dat er eene al*
gemeene opneming der hoogstgebrekkige wateriozingen en
bevaarbare riviertjes van het Arrondissement Zutphen^ op
last der Staten van Gelderland heeft plaats gehad. Dh
■00 belangrijke werk is met de meeste zorg , oplettendheid
en kunde bewerkstelligd geworden , en zal weldra zijn ten
einde gebragt door den l^Luit. der Artillerie W. C. A.Sri-
niNOs Hy zegt daaromtrent: » Thans zal het alzoo te be-
zien staan, of men de gelden vinden kan tot het ten uitvoer
brengen van de verbeteringen , waarnaar het Graafschap Zui"
pken sedert eeuwen reikhalzend uitziet.
Terwiyl de Commissie van Landbouw in Overijssel
deti goeden staat der wegen te kennen geeft, waaraan nog
jaarlijks verbeteringen worden aangebragt, beklaagt zQ zich
over den onvoldoenden en verwaarloosden toestand der vaar-
ten in dat gewest, hetwelk zQ vermeent te moeten toe-
sehrJQven aan de aldaair nog bestaande hand- en spandiens-
ten, welke doorgaans gebrekkig werk leveren*
Digitized by
Google
TOEST. VAN WEG. kn VAART. — AANMERK. 127
De Commissie in Vriesland berigt misde, dat de we-
gen aldaar van t^d tot t^d verbeterd worden, en dat de lang
gewenschte weg Tan Leeuwitrden naar Dókkum langs de
klei nn bepnind en Terbelerd xal worden. Omtrent den wa*
torstaat daarentegen Terklaart s^ sich niet aoo gunstig en
nit den wensefa » dat men eindel|jk afdoende of meer ge-
schikte afvoeringsmiddden naar xee moge in het werk stel*
koy tén einde dit ongerief te yerhetpen.
Volgens het Verslag der Commissie Tan Landbouw in
Gronia gen gaat men aldaar Toort met de verbetering der
wegen en Taarten , en sijn reeds onderscheidene wegen on-
krnomen of naar wensch Toltooid geworden , waarvan in
ons laatste Verslag was melding gemaakt.'
De ProTinciale Commissie Tan Landboaw in Drenthe
vermeldt , dat er nn door tnsscheokomst Tan het Hooge Be-
staar sal worden voldaan aan hare soo dikwijls geaite wen-
schend dat er meerdere kanalen in die Provincie mogten
worden daargesteld. Die aangelegenheid acht dexe Commis-
sie van het meeste belang , en zQ voelt lich gedrongen , bQ
die gelegenheid hare holde over die zoo lang gewenschte
mtkomst toe te brengen aan Hen, die daartoe het hnnne
liebben bijgedragen. Ook het aanleggen van een' Spoorweg
acht dese Commissie van groot belang voor de Provincie.
43. AANMERKINGEN. De Provinciale Commissie van
Noord-Holland meldt omtrent de Eilanden, dat aan de
ZUdknst van Wieringenin 1846 tydig een begin zal ge-
naakt worden met de indi}king Tan omtrent 480 bandera
best Ueiland. Vlieland Terliest op den dnnr Tan zQn beste
weiland aan de Zaldzifde en Terlangt daartegen Toorzienf ng
▼an een ooTerwerk. Terschelling heeft een zeer slecht
jaar gehad, zoo door sterfte van Schapen en Varkens als
^r de schade , aan graan en aardappelen geleden. De wer-
ken aan den Anna Paulowna polder zQn gelukkig voort-
gezet en hebben van geene inbraak geleden.
Digitized by
Google
129 AANHERKINOEN. .
De Pfotiooiale Commiaiie van Utrecht geeft Ie Tol-
geode mededeelingen :
. 9 Ten aaDziea van 's Rijks Kabinet van Landbonwweck*
tnigeo kannen wij melden » dat ingeTelge de daarvan ver-
kregene opgave van den Heer Directenr deser Vertameluig,
het getal besigtigers is geweest 360 Nederlanders* ea SS
vreemdelingen, te zaroen 418. - Dit is wel minder dan io
1844, maar tot Augastus was het getal nog grootér .dan
u» eea iet belangrQkste jaren te voren*
Er zijn door Nederlanders nagemaakt 132 en afgetee-
keod 73 stuks werktuigen, terwijl de vreemdelingen heb*
ben doen namaken 14 en afgeteekead 135 werktuigen. Heit
namaken van werktuigen gaat dos , vergeleken met vorige
jaren, vooruit."
ȣr 2ijn dit jaar, 8 kweekelingen van 'sRyks Vee^
artsen^chool , die hunnen leertgd hadden velbragt, totVee^
artsen bevorderd, als:
/wee voor de Provincie Zuid^HoUoMd^
een » » » Groningen.
drU
»
3
9
Gelderland.
ten
»
»
>
Vriesland.
een
»
»
9
Noard^Holland (1)."
' Voorts geeft deitelfde Commissie een Over%igi van de
uitkomsten van den Ijandbonw, dus luidende:
Het over%tgl der uitkomsten van den Landbouw leidt
(1] AaDgemam zoude bet den Veehouden in het Weadatii ajn, ia*> .
dïen er ook Ie Naaldwijk een Rijks- VeearU wierd geplaaltt Noeh Ie '
Naaldwijk^ Monster^ *s Gravesande^ Wateringen of Uer rindt men
een deskundige, daar men inderdaad dagelijks behoeften heeft, en door
den te grootcn afstand ran '« Hage of Maasland^ men Teelal te laat , of
In het geheel geene geschikte middelen aanwendt ; doordien men nog lx>-
'téndien na eene reis Tan twee i drie m«n een ran beide de Heeren af-
wezig Yindt.
Digitized by
Google
AANMERKINGEN* 129
tot Tenehiilende beschonwingen , daar dezelve deels als
rai^poedig^ deels als niet onvoordeelig kannen worden
beschonwd. Wij neenen anlks in eenige bijzonderheden te
mogen aanwijzen. Toen men na eenen zwaren Ijsgang in
de rivier de Lsk , ten gevolge van den strengen en lang-
jarigen winter, zich meende te mogen vleijen van verder
gevaar bevrijd te zullen bleven , zag men dezelve in het
laatst van Maart en het begin van April met groote bekom-
neriog tot eene geheel ongewone hoogte stijgen, hetwelk
eM overloop van den dijk deed vreezen. Groot was het
gevaar vomr het Distriet langs den Lekdijk gelegen, bo-
reaal te JiutrsveUf en big het fort te HondswyA; op de
eerste plaats door het springen van een daiker, in den dijk
geplaatst. Gelnkkig werd het gevaar door inspanning van
alle mogelijke kraehten en bet aanwenden van doelmatige
middelen, door het Achtbaar Dljkbestnar, afgeweerd, en
de aebade voorgekomen, welke voor den gewestelij ken
Landbouw, bg eene voortgaande doQrbraak, onbereken-
baar ^oade geweest zijn. Oostenwind en stil weder be-
gaostigden den afloop des waters ; en mag men aannemen ,
dat bi| opstoppende winden alle menschelijke krachtin-
spanniog verijdeld zou zijn geworden. Bij den terugblik
op dezen toestand mag men zich met een dankbaar gevoel
over deze gelukkige uitkomst verblijden.
Over twee hoofdrampen heeft men zich te beklagen,
agnde namelQk de mislukte teelt der aardappelen, en de
voortdurende schade, door de rupsen toegebragt aan som-
mige dennenbosschen. De eerste ramp, waarin dit ge-
west, niet minder dan andere Provinciën heeft gedeeld,
is van te meer gewigt, daar het steeds onzeker blijft, in
boe ver de ziekte der aardappelen zich in het volgende
jaar of langer zal herhalen. Vooral heeft deze ramp zoo*
dmiige kleine bouwlieden getroffen , die uit de aardappelen
niet alleen voor bun eigen gezin den voornamen winter-
vootraad moeten verkregen, maar ook de pachtpenningen
9
Digitized by
Google
130 AANMERKINGEN.
der aan hen, voor die teelt verhuurde gronden , yename-
len. Door de mislakking vinden zich zoowel deze plan-
ters, als meestal ook de verhuurders , geheel te leor gesteld.
Deze omstandigheid kan tot een vernieuwd bewijs verstrek-
ken 9 welke ongelegenheden uit de mislnkking van een .
enkel hoofdproduct van den Landbouw kunnen voortvloei-
jen; zoo zelfs dat zulka tot gewigtige staatshuishoudkan*
dige en staatkundige beraoeijingen aanleiding kan geven.
Moge men uit dergelgke voorbeelden meer en meer in de
overtuiging deelen, van hoeveel belang het is, dat de
Landbouw, als de noodzakelqkste en allereerste bron van
leven, volksbestaan, maatschappeli|ke rust en welvaart,
in alle hare deelen, zegen en voorspoed ondervindt: iets,
hetwelk meermalen te veel uit het oog wordt verloren.
Ofschoon de verwoesting van meerdere dennenbosscbea
door onderscheidene Rup6soorten niet heeft opgehouden,
zoo is het echter* verblijdend, dat dezelve eer is af dan
toegenomen, zoodat er hoop bestaat, dat zij volgens den
gewonen loop , welke deze plaag ook in andere landen ,
pleeg te houden , meer en meer zal vemkinderen , en ein-
delgk ophouden. Ook de Longziekte schijnt in kracht en
uitgebreidheid af te nemen.
Indien wij de vooroaawste voortbrengseko van den Land-
bouw in aanmerking nemen-, zoo mogen wij denzelven niet
ongunstig noenoien^ Indien men . toch het Koolaacui uitzon-
dert . dan zijn zoowel de Winter'- als Zomef^ewassen
over het geheel welgelnkt, en heèben dezelve een vrij vol-
doende opbrengst gegeven. Wel laat de selMut van som*-
mige granen te wenscheo over, dan de qualiteiten van de
meeste waren goed , en vindi de Landman wegews de hoogs
prijzen meestal eene meer dan voldoende vwgoéding voor
de mindere hoeveelheden.
De zachte en opeae weersgesteldheid tot het einde des
jaars heeft veroorloofd , dat het landwerk schier onafge-
broken heeft kunnen worden voortgezet, -waardoor aan vele
Digitized by
Google
AANMERKINGEN. 131
hftoden , ter leniging der armoede , niet alleen , arbeid heeft
konnen worden verschaft, maar ook vele \verkzaamheden
IQ voorbaat tegen het aanstaande voorjaar hebben kannen
worden verrigt Vergelijkt men dan de voor- ^en tegenspoeden
met elkander, dan Bal het éindbesluit, daarop nederkomén,
dat, ongeacht den meermaleh vermelden rampspoed der
Aardappelen, en het daardoor ontstaande gebrek aan dit
voedsel voor den gemeenen man , het verloopen jaar voor
den Landbouwer niet tot dé onvoordeelige zal mogen gere-
kend worden\ en dat hetselve niet Jcan gelijk gesteld wor-
den met andere soortgelijke , bij voorbeeld met het jaar
1816, hetwelk, ofschoon vit geheel andere oorzaken dan
thans voortgevloeid , met regt onder de rampspoedigste ja-
ren dezer eeuw voor het landbedrijf gerangschikt wordt:
waardoor dan ook toen de prijzen der meeste producten hoo-
ger dan thans waren gestegen. De nieuw uitgezaaide win-
tergewassen hebben tot das ver mets geleden, dan hier en
daar door. de slakken, en geven aanvankelijk gunstige voor-»
nitzigten. Er bestaan dus redenen, om, ongeacht de ver-
melde bezwaren , bemoedigden in vertrouwend opzien naar
boven, de toekomst te gemoet te gaan, en met onverflaauw-
den yver het bedrijf voort te zetten. .
De Provinciale Commissie van Overrfssel eindigt haar
verslag met deze aanteekening:
»In de grensdistricten klagen de Landlieden zeer over
de lasten , welke zij ingevolge het onvrije territoir te dra-
gen hebben; daar zij in hunne bedrijven ongeloofelijk ge-
plaagd worden door de menigte formaliteiten en voorschrif-
ten« waaraan zij bQ het brengen hnnner granen naar de
markt en naar den molen , of bij het halen van hun brood
bg den bakker onderworpen 2ijn. Het was te wenscben,
dat de belasting op het gemaal en geslagt aldaar bij ad-
modiatie werd geheven , opdat 's Lands lasten door alle in-
gezetenen evenredig gedreven wierden."
Eindelijk zijn ons medegedeeld Verslagen van het Land-
Digitized by
Google
132 AANMERKINGEIV.
huishoudelyk Onderwijs Tan den Heer E. C, Enklaak ,
te Heideoord bij Zeist , en van de Landkuishotulkundige
School te Groningen^ opgemaakt door den Hoogleeraar
H. C. VAN Hall, op welke beide inrigtingen wij het van
belang achten , ook te deser plaatse , de aandacht te ves-
tigen. In de inrigting van den Heer Enklaar, vroeger te
Zalk opgerigt en thans naar Zeyst overgebragt, wordt
onderwijs gegeven, in de theorie en practijk van Land-
bouw , Veeteelt en hetgeen verder tot de Landhnishouding
kan betrokken worden; terwijl door eenen Doctor in de
Wiskunde en Natuurlijke Wijsbegeerte het onderwijs ge-
geven wordt in de Wis-, Natuur-, Plant- en Scheikunde;
door eenen bekwamen Veearts worden de beginselen der
Veeartsenijkunde onderwezen , ten einde den toekomstigen
Landhuishoudkundige in staat te stellen, om bij ontsten-
tenis van eenen bekwamen Veearts, zich in ligte gevallen
zelven te kunnen helpen en ook bij het uitbreken van ern-
stige ziekten de eerste en noodsakelgkste hulp te kunnen
verleenen; eindeljyk is er, voor zoo verre dit verlangd
wordt, gelegenheid tot het ontvangen van onderwijs in de
Nieuwe talen , Muziek enz., waarbij echter aangemerkt moet
worden, dat de kosten van dit onderwijs in talen ene niet
onder het vastgestelde honorarium begrepen zijn , maar af-
zonderlijk betaald moeten worden.
Tot het ontvangen van genoemd onderwijs worden Jonge-
lingen , mits niet beneden de 14 jaren oud , in buts opge-
nomen en wordt voor kost, inwoning, bewasschen en on-
derwijs betaald ƒ400 *sjaars, en zulks in twee termynen
bij den aanvang van ieder half jaar. Indien er voor eenen
kweekeling eene afzonderlijke kamer met vuur en licht
verlangd wordt, zoo wordt daarvoor boven het iionorarium
betaald ƒ 200. Er zijn twee vacantiën 'sjaars; de eene
van 15 Junij tot 15 Jnlij, welke bepaaldelijk elders wordt
doorgebragt, de andere van 15 December tot 15 Januarlj^
welke des verkiezende , ook aan de inrigting kan doorge-
bragt worden.
Digitized by
Google
AANMERKINGEN. 133
De Landhuis howlkundige School ie Groningen gaat
geregeld voorait. Eene Boerderij is ten behoeve van de*
lelve aangekocht, en een voor de leerlingen ingerigt ge-
bouw en schaar, is op den 24 Junij 1845 door de leerlin-
gen betrokken, wier getal thans 17> bedraagt. Voorts be*
helst dit Verslag nog de volgende b§ zonderheden.
> Hetgene aan de geregelde orde in 1845 ontbrak , zal ,
loo wij vertrouwen , in 1846 geheel hersteld zijn , doordien
wg na alles , in overleg met den Onderwijzer voor de prac-
t$k, vooraf hebben geregeld en niet alleen wat, maar ook
hoe alles gekweekt zal worden en hoe de leerlingen ver-
schillende werkzaamheden, bij afwisseling onderling, zul-
len verrigten; terwijl in dit tweede jaar van beteeling voor
de zoo noodzakelijke zuiverheid van het land,, ook door
de invoering Aittrijenteeli ^ beter zorg kan gedragen wor-
den , dan dit wel in het eerste jaar f;eschied is. Er is voorts
op goeden, hoogen grond een ploegveld aangewezen, dat
alleen tot oelBaiag in ploegen , eggen , enz. voor de leer-
lingen zal strekken in die gedeelten van het jaar, dat er
anders weinig- of geene zoodanige werkzaamheden op den
dcker i^ doen sugn.
Een ander gebrek in onze inrigting was , dat de boerde-
rij te klein was , om eene genoegzame verscheidenheid van
cultaur te doen plaats hebben. Ook hierin hebben wij aan-
vankelijk voorzien door het bijhuren van voor niim/200
goed land ; welke uitbreiding wij denken voort te zetten ,
zoodra er zich daartoe eene voegzame gelegenheid aanbiedt^
Eenige uitbreiding was het ook , dat een paar kleine plek-
ken Bijksgrond aan den straatweg, die ons ook voor het
Qitwendig aanzien yan ons gebouw zeer hinderlijk waren,
deels aangekocht, deels in vruchtgebruik door ons verkre-
gen zijn.
Dat voor het koopen , bouwen enz. enz. vele gelden noo-
dig zijn geweest , begrijpt men ligtelijk , doch w^ vertrou-
wen, dat de geldelijke ondersteuning van het Rijk en van
Digitized by
Google
134 AANMERKINGEN.
de Provinciën Groningen en Drenthe ons daanaam zal
te beurt vallenen dat ook enkele bysoodere portonen of ze-
delijke ligchaftien , gelijk wij daanran reeds eenige aange-
name ondervinding hebben verkregen, de een op dese, de
ander op gene wijze tot het nuttig doel , dat wig ons voor-
stellen, zullen medewerken. Zoo ontving onze inrigting
met dankbaarheid van den Baron Sixma van Hkehstra de
som van/25 » van de Maatschi^ppQ van .Ny verheid te Haar-
lem onderscheidene door baar mitgegevene schriften , als
ook van drie personen 9 hier en t» Rotterdam^ eenige land*
bouwkundige boeken ten geschenke^ waardoor, even als
door het bijkoopen van eenige belangrijke werken , de Boe*
kerij der School meer en meer toeneemt, en door de leer-
lingen met nut gebruikt wordt.
Van Gouvernementswege ontvingen wij met genoegen,
van de te Utrecht aan de Vee-artsenijschool gevestigde
kudde 9 een ram en eene ooi met haar lam van Engeisch
ras , welke wij hopen , dat mettertijd eene stamkadde voor
dit ras in deze Provincie zal uitmaken^
Wg kunnen korter zijn aangaande hetgene verrigt wordt
in den wintercursus, die met den 15 October IL begon-
nen is. Hierin toch is weinig verandering gekomen , daar
de ondervinding ons over het geheel het doelmatige dezer in-
rigting aangetoond heeft. De lessen in de Lcmdhuiêhoud"
kunden Natuurkunde ^ Scheikunde ^ toegepaste Scheikun"
de 9 JVerktutgkunde ^ Natuurlijke Geschiedenis^ Kruid-
kunde en Wiskunde zijn zeer geregeld door alle leerlin-
gen bijgewoond. Door de welwillendheid van den Hoogleer-
aar Mulder , aan wien onze jeugdige instelling reeds zoo-
veel verpligting heeft is het onderwijs in de voor land-
bouwers zoo gewigtige fScheikunde nog met twee uren in
de week vermeerderd. Ook heeft de Heer Lector tan Cles:ff
de School zeer aan zich verpligt door het opstellen van een
Handboek voor de Werktuigkunde^ ten behoeve onzer in-
rigting. De afzonderlijke lessen over den Landbouw in
Digitized by
Google
AANMERKINGEN. 135
de keerkringslanden ^ voornamelijk met toepassing op on-
ze Oost' en West-Indische Koloniën^ worden door twee
der leerlingen bijgewoond.
Overigens maakt de een op deie, de ander op gene wij-
le gebruik van de vele hulpmiddelen tot uitbreiding van
nuttige kundigheden , die onze wetenschappeüjke Stad aan-
biedt, doch allen — wij schroomen niet dit openlijk te ver-
klaren — onderscheiden zich gunstig door een goed gedrag
en een vlijtig gebruik van de hun hier opengestelde gele*
genheden tot nuttige vorderingen."
Het hiervoorgaande algemeen Statistiek Land^
huishoudkundig Overzigt ^ over den Jare 1845,
waarvan het origineel by de Maatschappij is fte-
rustende^ gecertificeerd bij mij Algemeenen Se-
cretaris der Nederlandsche Maatschappij ter be-
vordering van Nijverheid^
i. T. 8IEGEL.
Digitized by
Google
B IJ L 4 6 £ B.
Verslag van het Lid van der Let, aangaande %%jne r^
bevinding op het eiland Ameland enz. >,
Al< men steeds in eene Truclitbare landouw zijn rerblijf boodt, e»
aldaar gewoon is eenen krachtigen en rijken Teestapel te lien, alsmede
te aanschouwen, de wijze waarop en de moeite waarmede men met den
grond woekert, om hem eene schatting Tan winstgeTende Tmehten af
te persen ; als men de groote Toonraadschuren , als zooTelc bewijzen Tan
ruime oogsten beschouwt, en de bedriJTighetd en het gewoel der land-
lieden opmerkt, om die te Terkrijgen; in een woord, als men in de
Truchtbaarste streken Tan het Tnichtbare Vriesland is opgeToed, woont
en het bedrijf Tan landbouwer uitoefent, dan kan het niet anders of de
beschouTring Tan het eiland Ameland moet, wat dcszelfs landbouw be-
treft, eenen onaangenamen indruk te weeg brengen, en het daaroTer te
Tellen oordeel ongunstig zijn; want in plaats Tan arbeidzaamheid, ttocIi-
bare akkers en welige weiden, Tindt men er dorre gronden, Tan Trelke
sommige, bijna Tele, geheel aan hun noodlot worden OTcrgelaten en
den aanschouwer dus bcTredigende redenen aan de hand geTen, waarom
men op dit eiland in plaats Tan goede Toorraadsehuren, grootendeeb
slechts bekrompen afdaken aantreft en der landlieden leTenswijze oTcr
het algemeen zoo heukerend en armoedig zij.
Toen ik II. September Ameland bezocht, scheen het dan ook w"
Digitized by
Google
VAN DEN
itsen binnen di
Ische maat.
ntiteite;
R.
KAAS.
=P
iNMERKINGEN.
Digitized by
Google
Digitized by
Google
B IJ L A G £ ü. 187
toe, dat de gMtoldbeid Tan denelfr Umdbovw veel Ca neMcben Oferlaat
ca oogetwijfald toot aamnerkelijka faiielenfig Tatbaar is.
Jn de eerste plaats Tid mij in het oo^ de ondodmatige en verwaar-
lootde ligging der oppenriakte van den grond, die onafgebroken tot al-
gemeene beweiding ran den veestapel bestemd is. Deselre is op vele
plaateen eene aaneensehakeling ran Terherenboden en laagten , londer eene
genoegiame boefoellieid slooten en greppels, omaanbetofenrloedigewa*
ter eenen behoorlijken afloop te Terzekeren.
Er wordt niett ter TerbeterSng Tan deze aanuenKjke uitgestrektheid
g^tmda aangewend , ten gerolge waarran dan ook hare opbrengst ran grtt
betrdkeliik leer gering is; bemesting heeft er geen plaats, lellt wordt
de , gednrende de beweidbg op dezen grond gOTaHen mest in den herftt
100 naaowkeurig raogelijlropgezechtendes winters tot brandstof ferfaruikt.
De algemeene weide zonde derhalYe, in de eerste plaats, zeer reef
verbeterd kunnen worden, als men dezelre behoorlijk rlak ouudite, door
slooten en karelingen ?erdeelde, en deze eene genoegzame hoeveelheid
grappen toefo^gdei om alle orertoUig water geregdd te doen aiVloeijen.
Behahre de hierdoor ferbeterde ligging van den grond zoude mei nog
een ander voordeel erbngen, dat insgdijks op deiielfii vmehtbaarheid im
grooten invloed moet zijn; ik bedoel hier de bij hel graven der slooten
te voorschijn komende klei , welke onder de zandige oppenriakte bedol-
ven b'gt. Indien men deze klei op de kavelingen bragt, daarna behoor-
lijk verdeelde en vervolgens met klaveriaatd beiaaide , zoude de (hans der-
re graszode voorzeker binnen korten tijd aanmerkelijk in Trucbtbaarheid
toenemen , en alzoo de aan deze werkzaamheid verbondene moeite rijke-
lijk belooneo.
Dat deze klei den zandgrond fan het eiland inderdaad f ruchtbaar maÜLt
is bewezen door den Heer Riichabd , Chirurgijn te H^ümt^ Deze heeft
rondom zijn land slooten laten graven, en de hierdoor verkregene klei over
hetzelve verdeeld ; na dit alles wel behandeld en den grond behoorlijk
bemest te hdiben, heeft hij dcnzdven met koolzaad gebouwd, hetwelk
in het vorige jaar te velde stond
Op mqne reis toenmaals derwaarts ondernomen , bd> ik hetaelve be-
zigtigd, en den ondetzoekenden verbouwer te kennen gegeven, dat hij
daarvan eeuen goeden oogst te wachten had, waarin hij dan ook berve-
digend geslaagd ia. Den meerderen zamenhang, die deze grond door de
vereeniging met klei verkrijgt, kan niet anders dan WFeldadig op desael^
vruchtbaarheid inwerken.
Niett^enstaande nu de Heer RiiciAAD door deze proef, en meer an«
deren, aan zijne Landgenooten getoond heeft, welk nuttig gebruik ly
Digiti
zedby Google
138 B IJ L A G £ N.
Tan liunne lüei kunnen maken, bten zij dezalre no^nit onaangeroerd
en houden vol, hun land in dentelfdcn Kaat Ie bebouwen, waarin lieC
verkeerde toen lij het yerkregeo.
Een ander gedeelte tan het Ameland, hetwelk men weide noemt,
lot bouw-* en hooiland gcbniikt wordt , is niet oiia%ebrokeB voor de Ie-
vendo have toegankelijk, maar om dit te beleUai^ zoowel als om bet
teewaler te keereo, omgeven met ongeveer fder veeten hoo^ Tan
zoden gemaakte steile dijken;, dit gedeelte verkeert in betere ooutandlg-
heden, en geen wonder; want alleen bicxa^ wprden de plaats heb-
bende werkzaamheden t0 koste gelegd, de meslbpopen worden Wemaar
toegevoerd en over de bouwakkers, nadat dezelve geploc^ zijn, ver-
deeld en door eggcQ zoodwug met d» grondioppertlakte vermengd aU
gioodig geoordeeld vrordt om daarvan eene goede roggörnicht te ver-
krijgen. Daar dit dan ook zelden mislukt, en de' overige op hot eiUnd
geteeld wordende gewassen insgelijks meestentijds goed voortkomen, zoe
mag men hieruit afleiden, dat hetzdve niet onvruchtbaar is.
Een der grootste hinderpalen tegen de meerdere vobnaking van den
Ariielandschen Landbouw ia het algemeen, en ynk bijzonder tegen die
def «traksgenoemde weiden, is, dat de eigenaren huinnb . dgeadoHmden
niet voor elkander kunnen beschutten. Zoodra de % September van «Ik
jaar daar is, begint de zoogenaamde algemeene weidegang, en is men
verpligt aMe hekken en stekken, ter toelating van het vee open te aei^
ten. Het gevolg hiervan is, dat de boer, die zijne hooUanden in betere
cultuur heeft dan zijn buurman b. v. of iemand anders, dit voordeel
niet voor zich alleen behoudt, maar ook anderen in de gelegenheid ziet
daarvan te genieten.
Op de bouwlanden dezer weide, die men later wederom tot hooi-
land laa^ ligS^n «n omgekeerd, wordt rogge en garst van uitmuntende
hoedani^ieid en zwaarte geteeld, alsmede goede haver, erwten en boo*
nen en onakelijke aardappelen.
Zoolang de kleine plekjes, waarin deze landerijen verdeeld zijn en
die men achtendeelen noemt, en slechts zekere merkteekenen tot grens-
lijnen bebben, aan zoo vele verschillende eigenaren toebeheoren, en
wel Tooral zoolang deze onderscheidene eigendommen zoo door elkan-
der liggen als tegenwoordig plaaU heeft, vak ook aan de verbeteriag
van dit gedeelte van Amelands Landbouw niet te denken; want hier-
door wordt het sdiier onmogelijk gemaakt, de afwateringskanalen to
vermenigvuldigen, waaraan deze gansclic plek gronds anders 'zoo zeer
behoefte heeft. Het gevolg hiervan is, dat de goede wil van den bes-
ten boer steeds shiimerendc blijft, omdat de eerste grondslag ter verbe-
Digitized by
Google
BIJ L A 6 £ Ff. 139
tering zijoer bndertjen steeds buiten zijn bereik ligt; fan hier dan ook
misicliien, dal men ter ferdelging ran het onkruid zoo weinig moeite
doet, en het planten Tan boomen achterwege laat, omdat eene treurige
erranng geleerd heeft, dat zij telken jare, zoodra de weidegang be-
gonnen is, door het Tee worden afgerreten.
De eertijds zoo bloeijende paardenfokkerij van het Ameland is sinds
de laatste jaren aanmerkelijk afgenomen, omdat de waarde der reu-
lens jaar op jaar zeer gering is.
De paarden, runderen en schapen zijn oTcrigens. in goeden staat, en
de melkkoeijen worden thans ook tegen behoorlijke prijzen rerkocht.
De moestuinen gefen, wanneer zg wel onderbonden worden, beste
tuin? nichten , die echter hare standplaats meestentijds met eene aan-
zienlijke hoereelheid onkruid moeten deelen.
In sommige duinen befinden zic^ nog rele konijpien, rooral in do
nabijheid van Ballum en ran de Buren.
In de Togelkooi wordt jaarlijks eene groote hoeveelheid waterrogels
gerangen. Orerigens treft men op Ameland niet reel wild geTogelte aan.
Patrijzen en Hazen zijn er volstrekt niet, maar Wildstert en Ganzen
Tertoonen er zich dikwijls in groote menigte.
De algemeene rijweg is zeer oneiTen en heeft vele diepe sporen,
wdke schaars worden aangevnld.
Aiduë opgemaakt door ket Lid der Commiêsie wam Laud-*
houw in Friesland.
(Get.) B. J. Tijf lu Ut.
Digitized by
Google
B IJ L i G E C.
Verslag wegens de Waard-^ en Groelgronden.
•o^aiii«&<h>-
De bedijking fan de Waard- en Groeigropden i«, c^Mïhoon niel ge»
heel toltooid, zeer gevorderd. De gebeele dijk i$ in den loop van diC
jaar aan de binnenzijde aanmerkelijk venwaard, en beeft men bet bai-
tentalud naar de reeda gemaakte ondenrinding gewijzigd. Het beslag
werk is booger opgetrokken, en op sommige punten eene bekleeding ran
zware steenen aangebragf. Deze dijk beeft op den 19 Augostns — en
toen men met gemelde verzwaring nog niet gereed was — alsmede o^
den 19 en 20 October aan de stormen goeden weerstand geboden, zoo«
dat men Trij gerust den tweeden Winter ingaan kan. Immers een Tloed:
«▼an 1,80 boven Tolzee met noordwesten storm door te staan, is wel
het krachtigste bewijs voor de deugdelijkheid van de specie des dijks.
Het dijkskaoaal van de Waard zal behooren tot den boezem; men
heeft een gedeelte daarvan, en wel van den molen af tot aan het Rol-
bomer diep voltooid. Bij die gelegenheid heeft men de uitgegraven spe-
cie willen doen strekken tot de oplevering van het profil bij de concet-
sie omschreven. De ondervinding heeft echter nu geleerd, dat de bin-
nenberm nog te zwak is, om de geheele massa, in eens opgebragt,
te dragen.
De kapitale zecsluis is thans voltooid en het Rolhorner diep afgesloten.
Ook de beide molens zijn af €\i voldoen uitmuntend. De geheele polder
Digitized by
Google
B IJ L A 6 E N. 141
Is iBam Toonien van riooten, liggende alles op karels ran 5 bunders met
belioorlijke diepte, tot heden rerschillen^e, omdat op sommige plaatsen
de weekheid ran den grond belet om de diepte dadelijk te krijgen;
men kan mtiwchen gerust zéggen, dat de toestand der bemalmg zoo-
danig is; dat men den polder goed- droog kan Itouden. De in het roor-
leden jaar rroeg iogetaflen en laat aangebonden Torst, heeft den voort-
gang der werkzaamheden zeer belemmerd, rooral om het daarop ge-
volgde aanhoudende natte voorjaar.
Maatadiappelijke verpliglingen noodzaakten het Bestuur eene proeve te
nemen, om zoo veel mogelijk eenige voordéelèn van de reeds droo^
geworden gronden te trekken, en "Werden ètts een groot aantal bundert
cenigzins losgemaakt, bezaaid met zomerkoolzaad en gele mosterd; wêêH
paardm kon men er niet op.
Het zaad kwam goed op, maar de aanhoudende plasregensen de nog
slechte staat van bemaling, hebben de verdere ontvrikkeling terug ge-
bonden, en is de proeve infshikt. De kleine hulpmolenijes waren niet ia
staat de buitengewone groole massaas regenwater vit te malen ; de hoog-
ste gedeelten alleen geven eenig zaad; maar de nienwe kade van de
IViedorper kogge uitwalering werd insgelijks met lomerkooliaad beiaaidt
Dezelve was p. m. f bunder groot en heeft 21 mudden zomerkoolmad op-
geleverd, hetgeen bé^vijst dat eene hooge ligging voldoende is om te
sbgen; men is dus algemeen van oordeel, dat nu het kolhomer diep b
afgesloten en de bemaling zeer voldoende is, men aanstaande jaar op
een oogst, ten minste voor een groot gedeelte zal kunnen rekene».
Men heeft het voornemen om den polder voor vijfjaren voor maat-
sdiappelijke rekening te bebouwen opgegeven, en in de maand Juiy is
de polder onder de leden verdeeld, terwijl nog 800 bunders voor maai*
sdiappe^e rekening te bebouwen over tollen blijven ; daarvoor is ceno
Commissie benoemd, ten einde de taak van het Bestuur te verKgtea»
Men juicht deze verdeelkig zeer toe, en belooft liek van dien maatre-
gel veel goeds. Verscheidene leden hebben reeds een aantal slooten <m
diepe greppels voor eigene rekening krteu maken; aadere beginneB
huizen te bouwen en schuren te plaalsen; en doelmatige naiyver zal be-
vorderfijk tijn aan den ' spoedigen h\M des poldert, waarbij nu de le-
den individueet meer geiateresseerd zijn dan bij de maatschappelijke be*
boowing. Op enkele plaatsen als op kavel 1, 14 en 15, staat het win-
ferkoolzaad, aveelzaad enz. zeer mooi, insgci^ eenige stukken tarwe
en gerat. Men heeft eerst laat het koolzaad kuuÉen zaayen, en had
men wel gewenscht meer te kunnen ploegen, hetgeen echter om bui-
tengewone redenen volstrekt onmogelijk was* Op kavel 1, hoogste ge»
Digitized by
Google
m 1$ IJ L A 6 E N.
deel(e p, m. drie bunders, ttaat bet winterkoolzaad een roei boog; de
pen gaat diep en regt naar beneden in den grond, de wortelt zijn
kracbüg. Op dien kavel kon geploegd worden omdat bij booger lag,
bet konde ecbter maar eenu gescbieden; dit resultaat op de boogste
gedeelten van kavel 1, 14 en 16, bewijst evenieer als dat van de
kade ]ang< de Niedorper kogge iiitwatering, dat eene booge ligging of
liever goede beniaUng alles afdoet.
De boedanigheid der gronden beantwoordt volkomen aan de verwach-
ting, en men hoort daarover maar ééne stem ; daarenboven beeft Profes-
sor HbiiOBR te XJtrechi daarvan eene uitvoerige analyse laten maken door
Dr. BatJKHil^SR , de geleidende brief van Z H. Gel. bij toezending der
analyse luidt als volgt: a de bierbygaande analyse der, van dep Heer tav
Gbuits ontvangen aardsoorten beeft geleerd, dat dezelve vanioodaaigen aard
zijn, dat zij voor plantengroei alles in zicb bevatten, wat men van leer
goede gronden eiseht en daarbij niets scbadelijkf bezitten. Zij mogen den
naam van zeer vruchtbare aardsoorten dragen ; van aardsoorten die in den
eersten tijd geen toevoegsel hoegenaamd zullen behoeven en wel minder
zullen behoeven braak te leggen , dan vele andere der beste kleigronden
van ons Vaderland. De zamenstelling derzelve is natuurlijk niet zoodanig
dat alles met evenveel voordeel op dezelve zal kunnen verbouwd worden ,
maar wat bare bestanddeelen aangaat, is er bg ons geen verbouwd ge-
was* hetwelk niet de ter goeden groei noodzakelijke stoffen uit dezelve put-
ten kan, zoodat de practische regelen, op de Pbysisclie geaardheid der
gronden bertisliende, de keuze dier gewassen geheel bepalen kan.**
Dit wordt bevestigd door het reeds verpachte land aan bekwame landbou-
wers (van Andtfh bij MedtmUik) waarvoor ƒ62 per bunder jaarlijks en
vt«l voor 10 jaren is bedongen. Deze lieden hebben daarenboven vele
onkosten gemaakt om deze bonders , 60 in getal , geheel te laten omspit-
ten tegen ƒ80 per bunder. De boog? waarde der gronden vergoedt de
meerdere onkosten boven de beraming gemaakt, en heeft meo genoeg»
same bewijzen, dat, al moest de bedijking 10 k 11 tonnen gouds be-
loopen, dat men daarvoor :y' meerdere Waarde zal hebben gecreëerd. De-
ze bedijking bad geene antecedent en bet Bestuur had dot met vele moei-
jelijkbeden (e kampen; het ongunstige weder, van de beideii verloopen
zomers beeft 'zfier veel bygedrdgen dé zaak te bemoeijel^ken. Maar echter
zijn de gnootste zlrarigbcdcn overvronnen , en men mag met veel grond
•poedig eenen oQgst verwachten. .Vele nijfKïre handen zullen, in de gele-
genheid komen opi dendunr bon ondek-houd in dezen tohoonen polder te
vinden. Allengskens beginnen gd)ouwen te verr^^^ de weldadige uit-
vrerkihig bc^ merLI)aar zich te doen gef oeien op de belendende ge-
Digitized by
Google
B U L A G E H 143
de ^gthoawdfi eigendommien be^oneB in wftarde te rijieii. Velen
— DO nog Toonifüg — »en reikkalzeod uit naar liet oogenblik, dal zij roor-
deeli§ tullen kunnen pachten , xoo ali gedeeltelijk reeda is getchied. Da-
^ebjka tg* ^^^ ^ '^^^ ™^ '^ ^ drukit vanden tijd werkzaam ge-
ween! , en men zal moeten bekennen , dat deze onderneming, welke al-
ras door die van den Anna Panlowna-polder ia gevolgd, den geeit heeft op-
^•wekt Tan bedijkingen in het algemeen. Voorzeker mag dezelve dut
hoogst weldadig gedoemd worden,, en wanneer ook de voordeelen der
nodeneoiera niet zoo groot zjjn als men aanfankelyk verwacht heeft,
zoo kan men echter de onderneming beschouwen als wel gelukt te zijn ,
terwijl men de pnmittve aandeelen reeds met 25 lot 4d pet. winst heeft
overgedaan.
Dat bi) alle sooHgelöke nuttige onderaemii^gQn dezelfde geest van so-
liditeit > bl^ve heeraehen , en dezelve nunmer moge ontaarden ïn adie-
enz. en^
VeriUig omêreHi de Anna Paulowna^pólder in Nooré-^ffMméL
Onder de verschillende openbure werken, thans door b^umdere per-
sonen ondernomen wordende, bekleedt voorzeker de in het hoo£l deies
genoemde Indrjking van den Anna Pmulowna pMêr eene voorname
pbats. Hoe groot toch het nol der Spoorwegen voor handel en nijver*
heid moge vrezen, hoe veel werkzaamhefd daardoor ook aan velen ge-
geven vrordt, het nut der landaanwinningen is toch van blijvenden
aard, en, om dit, hier burgerregt verkregen hebbende woord, tegefami*
ken, geheel Natiouaal.
Het lal wel geen betoog beiioeven, dat deze ondemenringen, de be-
huigstelling van ieder, die het vreltfijn en de eer des Vaderlands éer
harte gaat, ten hoogste moeten gaande maken, dewijl zij destelft i^^-
dom op verschillende w^n vermeerderen, aan ontelbare nijvere ban*
den werk en brood verschaien, door het terugdrijven van de zee, aan-
de aehterfiggende landen meer veiligheid en bewoonbaarheid geven, en
ons herinneren aan de roemripie gewrochten van het voorgeshdit, waar-
deor VFQ tbani deze aan de baren oritwoeherde plek mogen bevtonéo,
en bij vrelker besoiiri^g HiUARS vol geertdrift uitnep:
Digitized by
Google
144 B U L A G E N.
sNatunr deed nieU voor oat, ontroofde ons zdfii haar $unal;
Al ^'at dit land ons toont, is arbeid, vlijt en kunst."
Eene korte beschrijriog dezer werken zal dos ook door reien niet
zonder genoegen worden Temonien. Het Tolgende moge daartoe strek-
ken. Eene bedijking en bepoldering der Waardgronden , gelegen tus-
schen de 1n het jaar 1817 plaats gehad hebbende bedijking Tan het
koegras hij den Helder in Noord-Holland, en de ereneens bed^e
polders de Zype en de fFieringerwaard^ had sints lang reler aandacht
tot zich getrokken.
Ook reeds in het laatst der Torige eeuw, en dus nog Toor de daar-
stelling der Toomaamste werken aan het Nieuwe Diep, werd, hoewel
meer met het oogmerk tot yerbetering van laatstgemelde haven , door
zekeren Laurers Brandligt het voorstel gedaan, om dijken te leggen,
ongeveer in dezelfde rigting, als thans voor den nieuwep Polder reeds
gedeeltelijk heeft plaats gehad, en waardoor men zich tevens de aan-
winst van vele bunders vruclitbaar land voorspelde.
Het was echter in deze dagen , zoo rijk aan industrieele ondernemingen,
dat weder met ernst aan de verwezenlijking van dit plan werd gedacht,
en door eene Vereeniging, gevestigd te Haarlem aan Z. M. de vergun-
ning werd verzoclil tot afdamming van een gedeelte van de Zuiderzee en
wel bepaaldelijk het Zuiderdeel van het zoogenaamde Balgzand, tusschen
de bedijkingen van het Koegras , de Zype en den Wieringerwaard ,
ter grootte van ongeveer 6000 bunders.
In JhIij 1B44 werd, nadat de belendende Polderbesturen onder ze-
kere voorwaarden hunne toestemming hadden verleend, en ook door
>s Rijks Waterstaat het noodige was geregeld, daartoe door den Koning
besloten en spoedig daarop eene Maatschappij gevormd, ter volvoering
dezer belangrijke zeak.
Het bestuur dezer Maatschappij besloot terstond, bij deszeUs vestiging
aan H. M. de Koningin te verzoeken, Hoogstderzelver Doorluchtige naam
aan den ontworpen Polder te willen schenken.
De belangstelling in den bloei des Lands , zoo menigmaal door H. M.
betoond, bleek ook weder bij deze gelegenheid, uit de welwilicnheid,
vraarmede aan dit verzoek werd voldaan, en dien ten gevolge werd mei
den Dieesten ijver, alles in het werk gesteld tot spoedige daarstelling
van den Anna Patdowno'^lder,
In Jamiarij 1 845 kwam eene Vereeniging tot stand , waarbij onder-
scheidene vermogenden zich verbonden tot het bijeenbrengen eener sona
van ƒ500000, waartegen 1000 bunders der beste kleigronden, binnen
Digitized by
Google
B IJ L A 6 £ N. 145
deo l^d YÊÊk twee jaren na de iluitiDg Tin het oontnct in eenan ter cnl-
tour geidiikten itaat , door de Maattchappi} aan de ooderscbeidene deel^
iiBMCii worden geleTerd. Deze gelden moerten strekken, om de landen
zoo Terre te omdöken , dat dezelve kadastraal opgenomen en hypotbecahr
Tcrboaden konden worden ; voor de rerdere Toltooijing ran het werk , werd
dan ook later eene gtldleening tot atand gebragt, groot ƒ 1200000 tegen
5 ten honderd 'fjaart, tot zeerheid waanran de oterbliJTen^ 4000 ban*
ders met eene eertle hypotheek werden bezwaard.
De m Ie dijken oppervlakte schijnt uitnemend voor dit doel geëigend;
dezelve bestaat grootendeels uit vette kleigronden, een gevolg der gedo*
rige aanslibbiogen langs de kosten der ^liderzee. Echter vindt men er
ook een gedeelte zandgrond ter grootte van ongeveer 1000 bunders, hier
en daar met eene dunne Uiag slib overdekt, waardoor men met zeker-
heid verwacht, dat deeelve vooral niet minder vruchten zal kunnen op-
leveren , dan de zandgronden in de belendende Zijpe , alwaar overal , met
het beste gevolg haver en rogge worden gebouwd. Onder deze opper^
vlakte bevindt zich nog een gedeelte, waarvan de klei slechts met 20
a SO duim zand is bedekt, Waardoor alzoo de gelegenheid bestaat, om
hetzij door ^Kep ploegen of door ligt spitten , eenen meer vruchtbaren
bodon te verkrijgen.
Verder worden in den polder eenige bunders zandgrond aangetroffen,
die met eene laag van 80, 40 tot 50 duim slib en wier zijn overloo-
pen en dos voor zeer vruchtbaar zijn te houden, zoo dat alhier vei^
sdiillende soorten van bouwgrond aanwezig zgn, hetgeen voor de aan*
vankelijke in cultuur brenging dezer aanzienlijke oppervlakte niet onvoor-
deelig is, dew^l men algemeen oordeelt dat de ligtere gronden, alhoe-
wel op den duur niet zoo deugdzaam, eerder te bebouwen zullen zijn,
dan die welke uit zware klei bestaan.
Het is intussehen uit het voorbeeld van den Wieringerwaard , die geheel
als de Anna Pi»ml&wna'po\étt uit aangeslibde gronden bestaat, voldoen-
de gebleken, hoe vruchtbaar de op deze wijze verkregene kleigronden
ajn, wordende aldaar de uitrauntendste bouw- en vrei landen gevonden.
De zeer aanzienlijke opbrengst van eenige , sedert een paar jaren om-
kade en bebouvrde, uit gemengden grond bestaande Schorren, gele-
gen buiten den koegrasd^k, en alzoo onmiddelijk grenzende aan den
zandigen streek des nieuwen polders, bewijzen voorts, dat slechts wei-
nige duimen van deze weldadige slib, genoegzaam zijn, om gedurende
zekeren tijd eenen nitmuntenden bouwgrond voor koolzaad, erwten en
granen op te leveren, die daarna met het beste gevolg voor weiland
kan worden ingerigt.
10
Digitized by
Google
146 B IJ li A G £ N.
De groodiUg dezer nieuwe Unden u gemiddeld kooger dta de ge-
wone lage watenUnd der zee op dit punt, vallende dezelve b^ de eb
groolendeeU droog, terwijl de natnurlijke afwatering zeer wordt bemr^
derd door een aantal kreken, welke zich allen reraenigen in een, den
polder in de breedte doorsnijdend vaarwater, genaamd liet Otide Fe&tj hq
welkt monding door de werking van de vereeaïgde afiitrooming der aeh-
terliggende geulen, eene aanmerkelijke diepte, op tommige pnaten iclif
lot 10 en 11 Ned. Ellen, onder den gevronen vratentand wordt gepeild.
De digting van deze monding, vrelke voor de omdijking van het ge-
heel wordt gevorderd, ia dut een 2eer belangrijk en koitbaar werk* Het-
zelve zal in het volgende jaar ten uitvoer worden gelegd en it reedt
aan voorname aannemers, volkomen bekend met dergelijke werken, tnt-
besteed.
Om de uitgestrektheid van hetgeheele werk, besloot het bettoor der
Maatschappij, hetzelve in twee gedeelten ten uitvoer te brengen, en een
oostelijk en westelijk deel, onderling gescheiden door het vroeger ge-
noemde vaarwater, het Oude Keer, daar te stellen.
Het eerste kwam ter bedijking het vrestelijk deel in aanmerking, waar-
toe een zeedijk moest worden gelegd van 14000 Nederl. ellen (ruim 2}
uur gaans), zijnde van het Koegras tot den mond van het OuëU Fïttfr,
en vervolgens, den westelijken oever van deze diqjte volgende, tot aan de
Oude Sluis in deZype. Dit werk werd voor eene som van ruim ƒ 600000
aanbesteed , en in den laattten zomer met buiteogewonen spoed binnen
den tijd van 6jf maand ten uitvoer gelegd. Circa twee duizend werk-
lieden vonden aldaar werk en brood, en men had het genoegen dat,
niettegenstaande het doorgaans regenachtige en onstuimige weder, geene
rampen van eenigzins belangrijken aard w^en ondervonden. Ook on-
der het werkvolk heerschte bij voortduring rust en tevredenheid, ter-
wijl de gezondheidstoestand zeer wenschelijk wat, en door doehnatige
verordeningen op eene tpoedige nijze geneetkundige hulp kon worden
verleend.
De dijken , welke op de gewone hoogte der zeeweringen , of ruiin
drie ellen boven den dagelijkschen waterstand, met flaauwe buitenhellin-
gen werden opgevierkt, zijn voor het grootste gedeelte op rijzenbed-
dingen aangelegd. Op de meer zandige gedeelten in de nab^hetd van
den Koegrasdijk, werd zulks minder noodzakelijk geoordeeld; de onder-
vinding heeft later ook doen blijken dat dit gevoelen gegrond wat.
De voor de dijken benoodigde gronden werden verkregeu uit eene
langt dezelve gegraven ringvaart, ter breedte van 40 tot 60 Nederl. el-
len en diep 2 ellen onder volzee. Het it op het zandige .gedeelte, dat
Digitized by
Google
B U L A G £ N. 147
dit kanaal breeder «o dieper ii geffOfden, om dat men aldaar meer
grond had te terwerfcen, Yoor dat men aan de kleilaag kwam. Dit ka-
naal werd teUbent, wanneer een nieuw gedeelte onder handen genomen
werd, t^dent de eb, alt wanneer de grondtlagn geheel droog bgen,
met ligle kaden, Torstkaden genaamd, ingesloten, waardoor men bij het
opkomend hooge watefgeCijde gelegenheid had, de opwerking der hoofd-
diiken te ? er? olgen.
Men kan eefaler Itgtelijk beeeffen, dat dergehik weit aan fele zor*
gen en nueiieiykheden onderbetig it, daar rooreenl loo wel des daagt
alt doe nnchtt de ebben moeien te baat genomen worden, en het dik-
wqk zeer moeijeli^ ia om de pa« opgeworpen rorttkaden, tegen den
opkomenden Tloed Ie beteiligen en eene inbraak der putten te foorke-
men, mardoor al de koilen ran het werk der vooiigaande uren verlo-
ren aouden aijn.
De aanroer Tan materialen en lerenimiddelen , vooral van drinkwa-
ter, wat evemeer moeijelijk en koilbaar, terwijl ook al het werkvolk
üaedi in riolen hutten of keelen moeit worlen gehmeveit, daar de af-
tfand van den vaüea wal al spoedig te groot werd. Deze ruwe ver*
blijven werden dadelgk, na de voorloopige omdijking van nieuwre leng-
ten, geplaatst, met een weinig klei omringd en terstond betrokken,
VOO dat ook hier Sn ruime mate kan blijken, hoezeer de gewoonte de
vreet voor gevaar doet wijken , en het llgchaaro koude , vooht en al*
leriiande ontberingen doet verduren.
Te gelijk met de daarttelling der dijken werd de bouw aangevangen
van eene tchutsluis, dienende, zoo voor uitwateriog 'van den nieuwen
polder, als tot behoud van die der achterilggende landen in de Zijpé en
den Wiering^rwamrd. Dit werk it ook reedt belangrijk gevorderd, en
bij eenigzins gunstig weder zal hetzelve vroegtijdig in het aani4aande
jaar aan bet voorgestelde doel kminen beaotvroorden , waarna altdan de ver-
dere aithniing van het oottelijk deel det poldert zal kunnen plaalt hebben.
Men bleef intossohen niet achterliik In het daartteUen der zoo noo-
dige middelen van waterlozing^ en bemaling, waartoe in de eerste
plaatt reedt bij het begin der werken eene houten tluit, van voor het
doel vr^ aanzienKjkn aflnetingen vrerd gebouwd, aan den mond van een
der groottte in het Oude Veer uttwaterende zvrinnen. Met deze tluis,
welke reedt m het midden van Aoguttut kon werken, vrerd het door
de dijken ingetlolen waleé zeer spoedig ontlast en de landen zoodanig
droog, dat het grootste gedeelte eener dwars door den Polder loopende
vaart kon worden gegraven* Later echter, in de maanden October en
November, kon al het gevallen regenwater niet door deze sluis worden af-
Digitized by
Google
14S B IJ L A G E N.
gefoerd, daar de Zee in dit saizoen, niet zoo dikwijls alt in de zomer-
maanden eenen lagen stand bereikt, waardoor dus ook de landen bij bet
nog niet gereed zijn der bemalingmiddelen met meer regenwater werden
bedekt Dit laatste werkt echter merkbaar gunstig op bet wegvoeren der
OTermatige zoutdeeltn.
De bemaling van het westelijk deel zal geschieden, door eenen bgna .
Toltooiden windvijzelmolen , Tan de grootste afmetingen, staande in de
nabijheid der reeds beschrevene houten sluis, en thans gereed zijnde atoom-
machine Tan ongereer 23 paardenkrachten Tan hooge drukking, wei^
kende met eenen liggenden cilinder. Daarmede zal,Tolgens het plan Aer
übriekanten, een ijzeren tonmolen, wijd over diameter 1 el 75 duim,
in beweging worden gebragt, terwijl men rekent, dat, indien beide werk*
tuigen de daaraan toegekende kracht kunnen uitoefenen, opeene afdoen-
de Tvijze in de bemaling des Polders zal zijn Toorzien; iets, wat Tooral
Toor nieuwe bouwlanden Tan het grootste belang moet worden geachL
Men stelt zich verder Toor, de verkaveling en begreppeling dezer knden
vroegtijdig in het aanstaande voorjaar te doen plaats hebben, vraardoor
reeds alsdan eene proeve zal kunnen worden genomen, in hoe verre de
vereischte vruchtbaarmakende kracht is doorgedrongen.
Tot dus verre is alzoo dit werk in alle opzigten met . gunstig geTolg
daargesteld. Reeds tweemalen , den 21 October en 12 December IL heb^
ben hcTige Noordwestenstormen het zeewater tot eeoe buitengewone hoog-
te opgestuwd, zonder dat de dijken belangrijk hdbben geleden, loodat
men mag hopen , dat bg eene oplettende behandeling verder geene grooCe
onheilen Tan dien kant zullen zijn te wachten.
Het Bestuur der Maatschappij is ook te zeer oTertuigd Tan de waar-
heid , dat eene hechte bedijking de waarde der achterliggende lande*
aanmerkelijk Termeerdert, om niet alles aan te wenden, wat naar men-
sdielijke berekeningen mogelijk is, om den eigenaren dezer, met looveel
kosten en zorg Terkregene akkers, een gerust bezit te Terzekeren.
Kostbare steenglooijingen en andere oeverwerken worden dtu geens-
zins gespaard, tervirijl men zich zooveel mogelijk tracht bekend te ma-
ken met de geaardheid der gronden, waarop de dijken komen te leg*
gen. Deze onderzoekingen gaven spoedig de overtuiging, dat met aan-
wending van betrekkelijk weinige kosten, door eene verandering in de
rigtiDg der aanvankelijk voor het ooste^jk deel ontworpen dijken, nog
eene oppervlakte van ongeveer 300 bunders kan worden ingesloten. De
daartoe gevorderde magtiging van het Gouvernement gevraagd en beko-
men zijnde, zal zulks in het volgende voorjaar alzoo vw>rden ten uitvoer
gelegd.
Digitized by
Google
B U L A G £ R. 149
Dil oacerxigt rtn den tegenwoordigen stand nn zaken , hoe beknopt ook,
geeft ecbter een denkbeeld Yan denelver omrang en belangrijkheid.
Moge dezelte bij voortduring met eenen gelukkigen uitslag worden be-
kroond, en de ondernemen daarin de beloooing Tinden Toor de tele
moeiteQ en zorgen, onaftcheidbaar aan zulke grooCe werken rerbonden.
Voor eenilnidend Aftchrift,
de GrüBer der SUten Tan Noard-ffolUmd ^
H. H« R O è L l.
Digitized by
Google
B IJ L A G £ D.
-»«oooO o-ooo*-
Verslag over de dennenrups van de Provinciale
Commissie uit Utrecht.
In aommige streken, bepaaldelijk in het 7* district, heeft de ver-
woesting der rupsen opgehouden; doch in andere was zulks het geral
niet, daar het kwaad zidi op andere plaatsen bij Toortduring en uit-
breiding heeft vertoond, zooak in de gemeenten Zeist ^ Driebergen
en ie Bilt. De uitgestrektheid der bosschen, welke door de denneo-
rups meer of minder zijn aangedaan , kan alleen in de gemeente IVte-
bergen op p. m. 150 bunders worden begroot.
Volgens een bij den Heer Staatsraad Gouverneur ingekomen, en door
Z. HoogEd. Gestrenge aan de Commissie toegezonden berigt, van den
Heer tak Bbrk, Burgemeester der gemeente Zeist ^ heeft de dennen-
rups zich voornamelijk in zulke bosschen geopenbaard, die het voor-
gaande jaar waren verschoond gebleven, zijnde echter de rups niet zoo
menigvuldige en alzoo de schade niet zoo groot geweest als in 1844.
In deze bosschen echter, welke in het afgeloopen jaar als met rupsen
waren bezaaid, en wel in de nieuwe loten , welke waren geschoten , en
waardoor men hoop op eenen nieuwen wasdom had, vertoonde zich
eene soort van kleine tor, die het geschoten lot doorknaagde en het
merg er uit vrat, zoodat hetzelve hol, en hgn een zwavelstok gelijk,
afviel, en eene geheele versterving te weeg bragt, welk verschijnsel
als een nieuwe ramp moest worden aangemerkt.
Digitized by
Google
B U L A Q C N« 151
HMiairde wordt beri((fc door clen Heer A« EilUJtG op Zandbergen ,
onder ZeUi gelegen.
Wij neenen hier (e Biogen mededeelent ^^ uillrekiei ait eenea
brief, betrekkelijk dit oodenrirp, door gemeldeo Heer «an den Bur-
gemeetter dier gemeente getchrefeo, waarbij ket nafolgende wordt
fenneld:
»Toen in de maand Febraarij jl., uit hoofde Tan de felle Tortt, welke
aoo lang aanhield, rele wericxaamhedeo moeiten worden gestaakt, Ket
ik in iomm'^ boMchen, waarin in het Torige jaar geene ruptenpop-
pen wBten geiockt, den grond met geweld k^breken en kuilen gra«*
fea, waarin de omliggende boT«olaag tan motch en nadelen, met de
ach daarin bevindende niptenpoppen werd geworpen, en met aarde ge»
dekt ter dikte Tan rijf palmen, ten einde het uitkomen dier rüpeen
pqipen te beletten.
Met dene bewerking werd een gerubnen tfd roortg^gaan orer eene
timelyke idlgeitrekiheid, doch maakte dit «loohts een betrekkelijk ge-'
ring gedeelte qit van 28 bandera en 84 roeden, zijnde de gefaeele op-
penrlakte der meeit geteisterde boücben. In denelfde maand Februar^
ontbood ik zulk. een stuk of kluit, hetwelk uit den bofvengrond, alt iit"
kkiup werd geüoken en mij te Amsttrimm gezonden» fletaelTe in een
ferwaimd Tertrek bemtawnd z^nde, kwamen omilreeks de helft tkn
Maart de THndera daaruit te. .voortohijn. Bet waren faniingranuw ge*
spikkelde nachtvlinders; bij het uitkomen hadden dezelve geene vletH*
gelf ; dene ontwikkeklen zich binnen 24 uren. Deno vlinden leetten
van 6 tot 8 de^, z$ aten niet; slecktt leer weinigen hebben eenige
eijeren gel^, waarvan in buul geene zijn idtgekoBMn, terwijl maar «it
de groolata helft <&er poppen vlindert z^ voortgekomen.
In de boischen vertoonden zich de vlinden omsireekt de helft vani
ApriL Aldaar, schijnt het kleinète ge^o^l^ der poppen te zijn uUgeko-
men, en zijn er nog lang daama vele doode en verdroogde poppea
aanwezig bevonden. Bij deM geJagenbeid ia opgemerkt, dat uit de
grooCtle peppen vBbdert voortkwamen, en uit eene kleinere aoort,
welke aan de einden meer teegerond en donkerder bruin tan klenr was»
eene menigte groote zwarte vKegen agn te voorachijo gekomen « welkt
hij groote zwermen door de bosschen hebben gevlogen, tentijl in dm
katile helft van Mei en in bet b<^ van Judij, uit andere, van de
vorige weinig veracbillende poppen, twnederlei andere toerttti vim vlie-
gende inaecten vbortkvrmmèn; de eene gelijkende op de vliegende mier,
de andere, in kleiDer getal, met lang en dun nehterüjf, veel ovcfereen-
koBst hebbende mei de kltfne wesp, ook vliegeneter genaemd Mede
Digitized by
Google
HSi B IJ L A G £ N.
omtrent dezen tijd, half Junij, werden bij lioogen graad Tan wwmfe,
de eerste rupsen ontdekt; dezelven hadden met het einde dier maand
derzelyer Tollen wasdom verkregen , en waren geheel gelijksoortig met
cüe Tan het Torige jaar; zij doorknaagden de weinig overgeUetene ja-
rige nadels, en fieleii bij gebrek aan Toedsel, ook op de nadefs Tan
wijnmoedspijnen aan, welke boomsoort daarran minder geleden heeft
dan de dennen.
Of de opgemelde insecten op de rupsen hebben geaasd , h^ ik ni«C
kannen bespeuren^ daar dezelTe zich in de toppen der bocmen beTon-
den, maar wel, dat de rupsen zich dezen zomer, in nfjne boischen al-
thans, in Teel kleiner aantal hebben geopenbaard; maar deze bossohen
waren ook in het Torige jaar het meest aangetast geweest, zoodat de
booonen bijna nadelloos waren , en de weinige jonge loten naauwelijks b^
gonnen te ontspruiten.
Om eenige jonge bosscfaen, Tvelke aan de aangetaste grensden, te be-
Teiligen, liet ik langs dezelTe greppels of kleine slooten graTen, aan de
zijden der te beTeiligen bossohen uilgebold, om het oTerkruipen der rup-
sen te beletten , doch heb ik niet ontdekt dat zij dit jaar in groote ge-
tallen hebben gekropen.
De bossdien , welke in her Torige jaar zijn beTrijd gebleTen , zijn bij mij
althans, ook wederom dit jaar gelukkig gespaard, terwijl elders in bos*
schen, welke woeger waren benijd gebleTen, dezen zomer de grootste
Terwoestingen zijn aangerigt.
Met het begin Tan Augustus begonnen de rupsen te Terflaauwen, af te
Tallen en te Terpoppen, vraarTan later Tele zijn bcTonden ledig of uit-
gegeten, zonder te hebben kunnen ontdekken door welk insect; ook zijn
dit jaar de spreeuwen wederom in buitengewoon groote hoeTeelheden
in de bosschen ' waai^nomen.
Alhoewel de dennennips zidi bij mij dit jaar in Teel geringer aantal
heeft geopenbaard, T?as daarentegen de kleine blaauwzwaiie deaneotor
in buitengewone mate in alle denneobostchen aanwezig; zij doorknaagden
de jonge loten en deden deielTe afvallen, zoodat de grond met groene
takjes was bedekt; eene nieuwe ramp Toorwaar, Tooral in de mtgdc
door de rupsen reeds zoo zeer geteisterde en Tan nadeis bijna berooide
bossohen.
De Trees Toor de nadeelige gefdgen Tan dezen tweejarigen ramp heeft
zich dan ook ongelukkigerwijze meer dan te Teel Terwezenfijkt In hel
midden der meest aangetaste bosKhen bleken de meeste boomen dit TOOr*
jaar dood te zijn, terwijl anderen, die nog groene nadeb hadden OTerge-
honden of ook jonge loten gemaakt, later bleken 'm den wortel reeda
Digitized by
Google
B IJ L A G E N. 153
TentonrcB te ziJB en va» oodereo opttienreD. Onder de achort dezerboo-
men Yerfoonden zich al qioedig de gewone houtworm, die in de ttam-
men doordrong; wedialve er geen ander middel orerbleef, om van de
Tenninderende waarde nog zoo Teel mogelijk te redden, dan om deze
boiwlien geheel of gedeeltelijk te Terkoopen , welke gedwongene Terkoo-
pen , en zulkt op zoo vele plaatten en in te grooCe manaat dan ook niet
anders dan tot aanmerkelijk verlaagde prijzen konden worden bewerk-
aleUigd , naauwelijks de helft of een derde bedragende van de waarde ,
welke deze boomen zouden gehad hebben, in gezonden staat en in gewone
omitandigheden. Door dezen onvoorzienen ramp is dan ook de berekening
der belastbare waarde bij het kadaster, waarnaar de grondlasten jaar-
lijks moeten worden betaald , aanmerkelijk komen te falen.
Daar de meeste dennenbosschen , welke door de rupsen zijn aange-
daan, gekapt worden, kan zulks mogelijk eenigennate medewerken om
den voortgang van het kwaad tegen te gaan, daar de oppervlakte van
den grond door het kappen en wegvoeren van het hout niet rustig blijft
liggen, en aan de poppen van het insect de noodige gelegenheid en tijd
niet wordt gelaten tot het uitkomen.
Digitized by
Google
Digitized by
Google
ALPHABETISGH
REGISTEIL
A.
Aanmerkingen UZ) BI. 127
Aardappelen (lo) 62
B.
Biezen (38) 107
Btjen 29 90
Bloemieterijen (32) 93
Boekweit (5) 55
Boomkweekerijen (33) > 95
Boenen {Paarden- en DtUveU') (14) 57
Boter (23) 79
a
Cichorei (12) 55
E.
Erwten (13) 54
G.
Garst (3) 26
Gevogelte (28) . 90
Graelanden (21) 74
Gronden {Woeete) (39) 109
H.
Hakhout {Weerden-, Elzen- en Etgchen) {Zl) 106
Haver (4) 51
Hennep (8) 46
Hooi (21) 74
Hop (11) 52
Hout {AkkermaaU) (36) 104
K.
Kaas (24) 81
Klaver (20) 71
Knollen (17) • . 67
Koolzaad (6) 57
Digitized by
Google
156 HEGISTER.
L.
Linzen (15) 61
M.
Meekrap (10) SO
P.
Paarden (25). 82
Producten (Nieuwe) en Proefnemingen (40) . . 113
R.
Riet (38) • .107
Rogge {^). . 19
Run (36) 104
Rundvee (22) 76
S.
Schapen (26) 84
Spurrie (19) 70
T.
Tabai (9) 47
Tance (1) 15
.V. .
Varken* (27) 87
Vlas (7) 41
Vrucktboomen (34) 97
W.
Warmoezerifen (30) 92
Weder {Gesteldheid van het) 1
Weeën en Vaarten ( Toestand en verbeUring van)
(fi) rT...i25
Wikken (15) 61
Wol (26) 84
Wortelgewassen (18) 69
Woudboomen (Opgaande) (35) 101
Z.
Zaden (Fijne) (31) 95
Digitized by
Google
UAMUmSLlXeiEiM
DER
NEGEN-Ell-ZESTIGSTE
ALGEMEENS YERGADERING
VAN DE
TiEDERLANDSGHE MAATSCHAPPIJ
TER BEVORDERING VAN
NU VERHEID,
gehouden te Haarlem ,
Op den 2l8ien Julij 1846 en volgende tlagen.
-«<>^Hx>C§9<
Op Dingsdag den 21>teQ Jalij 1846, is de Negen-
en-- Zestigste Algemeene Vergadering der Nederland-
8CHE Maatschappij ter bevordering van Nijverheid
gebonden , in het locaal van de Staten der Provincie
Noord-Holland op het Prinsenhof te Haarlem, en wel
de eerste Zitting des voormiddags ten negen ore.
Tegenwoordig waren de Heeren Directeuren: Dr. J. A.
TIN Bemmelen, President, Mr. Johs. £nschedé, Dr. F..
J. van Maanen , Prof. A. H. van der Boon Mesch , Mr.
W. H. VA5 Voorst, Prof. Dr. A. Numan en Mr. J. C.
FaBER van RiEMSPTK.
A
Digitized by
Google
2 HANDELINGEN, 1846.
Aan de Vergadering wordt kennis gegeven , dat te Noord-
hom , in de Provincie Groningen , een Departement dexer
Maatschappij is opgerigt ; dat het Departement 's Herio-
genbosch heeft opgehouden eene afdeeling dezer Maatschap-
pij te zyn , en dat de geachte Directeur , de Heer Mr. M.
U. Weldtk van Limmen , op den 8s(«° der vorige maand is
overleden*
Hierop wordt door de Afgevaardigden der Departemen-
ten, naar luid van Art. 185 der Wetten, door het trek-
ken van een Nommer, de rang van zitting en stemming
bepaald , en naar inhoud van Art. 186 de Brieven van
qualificatie voorgelezen , waaruit bl^kt, dat tot deze
Vergadering zijn gecommitteerd , van wege het Departe-
ment (1).
Groningen. De Hoogleeraar J7. C. van Hally de Mee-
ren U. Cr. Schilikuis Jz. , *Dr. Z. AH Cohen en C. E.
van Ankum.
Delft. *P. J. Kipp^ *L. A. van Meerien^ *Dr. S.
Bleekrode.
's Gratenhage. De Heeren *Dr. C E. Muller ^ *D. JT.
van Deinse, *F. 1>. Vrijdag Zijnen.
Limmen. Uit het Bestuur de Heeren *6r. C JI. van
Vloten^ V. Stuart en *A* Ealder E%. als Leden uit
het Bestuur, en üit de Leden de Heeren V. G. A.
Verhoeff Secretaris , *A* Eirsckig €%• , Z. /. van
Stry en Mr. A. /. C Mcuts Geesleranus van Zuid"
scharwoude.
Arnhem. De Heeren •Mr. C. P. E. Robidé van der
Aa en V. Boeker.
Oud-Beijeriund. De Heeren •Mr. W. WïjnaemÜs^ A.
van Driel^ *Mr. J. Los^ J. MaelPz.^ J. Verhoeven
en ƒ. /. Buurman.
(1 ) De mf l een * geleckende zijn op de Vergadering tegenwoordig geweest
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 3
Leiden, pe Heeren P. E. Sioffels^ *H. R. de Breuk ^
*W. J. Hoefman^ 'Mr. N. van Beefiingh^ *J. Castaux^
J. de riaam, *S. Meerburg, W. K. J. Seko&ry ƒ. W.
Schaap.
Haarlem. De Heeren V. A. van E eden ^ *Joh. de Breuk ♦
•JT. Kaanj ait de Directie; *N. J. A. Travaglino, V. ff.
Dfserinck, •Mr. P. Mabé Jr. , *A. BakeU , *C. K. de
Geus, en /• C Krusenuin.
Assen* *Mr« P. W. Alsiorpkius CrreveUnk , Secretaris vao
gemeld Departement
Utrecht. Uit de Directie Prof. A. C. Bergsma en Mr.
/• Gerltngs ; uit de Leden de Heer^i *F. Berfkena en •Dr.
r. W. C. Krecke.
Deventer. •Mr. A. J. Bouck en Dr. C. B. J. van
BercAujfs*
Rotterdam. De Heeren •Mr. 2>. ü. Gevers Deijnoot ,
*Dr. G, van Charante en •!>. S* Bouwmeester.
Amsterdam. De Heeren IV. E. Wdmsinck P%.j *D. Pas,
•Mr. fV. ƒ. C. van Basseli, •Dr. 5. Sarpkatiy •Jhr. Mr.
B. Boeufft van Velzen ^ nit het Bestnar en *A. B. Wal-
ter nit de Leden.
Sassenheim. De Heeroi •Mr. W* B. Huygens, *W. A.
A. Buijgens , •P. O. van Waveren Pancras Clifford
en G. J. Bengeveld.
WoRMERTBER. De Hccren *H. P. Pieper, •/. Dekker C%.
*B' Ruijter en ƒ. Stuurman.
Zaandijk. De Heeren •/. Spekham Duives en *D. Donker.
Gouda. De Heeren •Mr* Ravestein Medemblik^ •/.
Thierry de Bije en*! P. Viruly.
De Vergadering wordt door den President, den Heer
Dr. J. A. VAN BemmeleNi met eene Aanspraak geo-
pend.
Daarna wordt, in voldoening aan de Artikelen 1 10 en
126 der Wetten, benoemd eene C!ommissie tot het na-
rien en opnemen der Rdcening dezer Maatschappij , over
Digitized by
Google
4 HANDEUNGEN, 1846.
het Jaar 1845, en worden daartoe uitgenoodigd de Departe-
menten ^s Gravenhage 9 Uirechi ^ RoUerdam «n Delft.
In banden van deze Commissie wordt ook gesteld de
Begrooiing van de waarschijnlijke ontvangsten en uit-
gaven in 1847 , met eene daartoe strekkende "Memorie van
toelichting.
Hierop wordt de Rekening over den Jare Ii345 , nevens
een korte staat der Kasse tot primo Janij dezes Jaars, ter
inzage van de Leden , ter tafel gelegd.
Vervolgens worden, ten gevolge van Art. 189 der Wetten ,
door den President in de Commissie van Landbouw be-
noemd de Heer Directeur Professor Dr. A. Numan, en
de afgevaardigden uit de Departementen Utrecht j Gronin-
gen^ *s Gravenhage ^ Leiden ^ Limmen^ Heuxrlemj Rot^
ierdaniy Sassenheim^ Oud-Beijerland ^ Assen en Amster»
dam^ en wel om de Vergadering te dienen van berigt: !<>.
op de Geëxpireerde Prijsvragen ^ vermeld in de Ponten
van Beschrijving bladz. 11, de *Conceptvragen No. 6,7,
8, 9, 12, 20, 21, 22, 23, 26 en 27, en op eenen brief
van de Maatschappij ter indijking der Waard- en griend-
gronden in Noord-Holland, met overlegging van eenige
monsters zaad en halmen Garst , Rogge en Tarwe ^ in
dit jaar aldaar gegroeid.
Tot de Commissie van Kunsten , Handwerken^ Fahrij^
ken en Trajijken^ worden uitgenoodigd de Heeren Direc-
teuren Dr. F. J. VAN Maanen en Prof. A. H. tan dkr
Boon Mesch , benevens de Afgevaardigden uit de Depar-
tementen Haarlem n Leiden^ Amsterdam^ Utrecht^ Gro-
ningen ^ Rotterdam y Zaandijk^ Limmen^ SassenheiMj
Delft , Deventer , Gouda ^ Wormerveer en Arnhem 9 en
wel om de Vergadering te dienen van berigt: !<> op de
Geëxpireerde Prijsvragen, omschreven in de Punten van
Beschrijving bl. 12; 2o op de Conceptvragen , No. 1, 2,
3, 4, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 24 en 35,
en 30 op Art. 11 en 15 der Punten van Beschrijving, de
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 5
Geexpireerde Prijsvraag No. 184, welk gebruik er van
het oude Bltk te maken xQ , en op de in advies gehon-
dene Conceptvragen N». 7 en 26 , over het gebruik te
maken van de uit Oost-Indiën aangevoerde Bindroiétngen,
en over de toepassing de Galvano-plastiek op Palher's
Glypkograpkie.
Tot de Commissie van Koophandel^ Zeevaart en Vis-
êcherijen worden verzocht de Heeren Directeuren C. J. Gla-
TiMANS en Mr. J. G. Fabkr van Riehsdtk, om met de ge-
committeerden uit de Departementen Amsterdam ^ Rotter-
dam , Zaandijk en Wormerveer , te willen dienen van
consideratiën en advies op de in dit Jaar opgegevene
Conceptvragen No. 5 en 28, te vinden in de Ponten van
Beschrijving bladz. 15 en 33.
Hierna overgaande tot de Artikelen van de Ponten van
Beschrijving, zeo wordt omtrent
Art. 1. Het doen van rapport nopens de verrigtingen
van Directeuren j sedert de laatstgehoudene Algemeene
Verg€ulering y berigt, dat ie Pryzen en Belooningen ^ door
die Vergadering toegekend , blijkens de overgelegde Reke-
ning, aan de belanghebbende zijn uitgereikt.
Nopens Art. 2 : het doen van Verslag door de Depar-
tementen , wegens gedane nieuwe proeven , ontdehAin-
gen en verbeteringen in den Landbouw , (Handlgn.. bladz.
927) blijkt, dat geen der Departementen hieromtrent
eenige mededeeling heeft te doen.
Omtrent Art. 3 : het doen van berigt door de Departe--
menten , nopens de Kunsten , Handwerken , Fabrijken en
Trajijken (Handlgn. bladz. 928) wordt door het Departe-
ment Deventer ingediend het navolgende verslag.
Het Deventersche Departement , opmerkzaam . gemaakt
op de belangrijke Verhandeling van den Heer L. A. van
Meerten, te Delft: Over hetgeen ter verbetering tij het
gebruik van eikenhouten Vaten , bijzonder van boterva-
ftn kan gedaan worden ^ en over de bewaring van het
Digitized by
Google
6 HANDEUN6EN, 1846.
Aoui in het tUgemeen , te vinden in bet TgcUchrift der
Maatschappi} D. IX. St. 3, vond haren inbond zoo hoogst
nuttig in de toepassing, dat het besloot de onderwerpelQ-
ke zaak nader te onderzoeken.
Dit onderzoek aan deszelfs Commissie van Kunsten enz.
opgedragen zijnde, heeft deze zich op eene hoogst naauw-
keurige wijze van baren taak gekweten, en niet alleen al
de opgegevene resultaten bevestigd gevonden , maar bo-
vendien proefondervindelijk aangetoond , hetgeen later ook
door den Heer L. A. tan Meerten is opgegeven, dat
het vaatwerk niet met de bedoelde oplossingen behoeft ge-
vuld te worden , maar dat eene bloote bestrijking met de»
zelve voldoende is.
Op grond van een en ander heeft bet Departement niet
geaarzeld deze hare proeven met derzelver verkregene uit-
komsten onder de aandacht der Stedelijke Regering te bren-
gen , met uitnoodiging om , zoo H. £• Achtb. met het De-
partement eenstemmig over het nut der uitvinding mogt
oordeelen , er alsdan zoodanig gebruik van te maken , als
H. E. Achtb. het doelmatigste mogt voorkomen; en met
genoegen kan het Departement berigten, dat ook de Ste-
delijke Regering de zaak belangrijk genoeg beschouwd
heeft, om baar aan de Provinciale Staten in overweging te
geven.
Ten aanzien van Art 4 : hei doen van verslag door de
Departementen nopens den Koophandel^ Zeevaart en Vis-
scherijen (Handlgn. bladz. 929) geene mededeeling gedaan
zijnde, zoo wordt
Met opzigt tot Art. 5 : nopens de imending van de Naam-
lijst der Leden door de Departementen (Handlgn. bl. 829)
gemeld, dat daaraan door dezelve is voldaan en dat, naar
aanleiding van Art. 4 der Wetten , de Naamlijst der Leden
in dit jaar is herdrukt en aan de Departementen gezonden.
Op Art. 6 : het doen van herigt der Ledsn Correspon»
denten j (Handlgn. bL 929 en 970) wordt gemeld: l». dat
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 7
▼an het Cfoaveraesieiit zyn ontFangen de Provinciale Saaien
van de Vooribrengselen van €len Landbouw j over 1845 ,
en deaie over het voorachreven jaar ook oog zQn ingeionden
door de Leden Correspondenten > de Ueeren Jkbr. Mr. U.
B. Martini van Ouwerkürk, te '^ fferiogenbosck ; T. van
I>UTNHovEN, te Cuykf bjj Grave; Jkhr. Mr. M. A. J.
TAN DER Breken Pastrel, te Eindhoven; Jkhr. W. J. E.
Baron van Ltndrn van Hemmen , te Hemmen , bij Wage-
ningen ; O. W. A. Grave van Btlandt van Marienwaerth ,
op den Hoize Marienwaerth ^ onder Beest; Mr. C. P. E.
RoBiDÉ VAN DER Aa, ïb Arnhem ; Dr. W. C. H. Staring,
te Lochem; B. te Gehpt, te Batenburg bij Nymegen;
F. Baron van Brakël, te Lienden; Dr. J. Wttewaal,
te. Voorst j bij Zutphen; W. Hutgens Tholen, te Bos-
koop; Mr. P. Pont, te MedembliA ; Mr. W. Bok, op Texel;
J. lé. Crap Hellingman, aan de Helder; A. Perk, te Hil-
versum; J. BouMAN, in de Beemster ; M. M. de Lange,
te Tholen; J. G* J. van den Bosch, te fFilhelminadorp f
bg Goes; W. van Petbia, te Ternaard; T. G. Wasse-
naar, te St. Anna Parochie y Grietenij het Bildt; B. W.
Bltdenstbtn, te Enschedé; Dr. E.C. Enklaar, te Zalk^
by Zwolle; G. Reinders, op den huize Groot Zeewijk^
in de Noordpolder; S. P. van der Tuuk , te Bellingwol^
de; H. H. DB Haan, te Helium; J. C. Billroth, te
Noordhom ; Mr. J. Tonckens , te Westerwolde ; W. Vis-
ser, te ^sGravenhage ; van dezen laatsten wegens de Ko-
loniën der Maatschappij van Weldadigheid; voorts nog van
het Lid dezer Maatschappij den Heer A. Liese , te Apel-
doorn en van het bnitenlandsch Lid CJorrespondent den
Heer G. Voorhelm Schnbevoogt , te Anholt in Pruisen ,
wegens zijn voormalig district Gendringen^ in Gelder-
land; en van de Departementen Amsterdam ^ Oud-Beijer-
land^ Delft ^ Deventer^ Goes, Gouda , 's Gravenhage^
Haarlem , Leiden , Middelburg , Rotterdam , Sassenheijm ,
Wormerveer en Zaandijk,
Digitized by
Google
8 HANDEUN6EN, 1846.
29. Dat buiten Toormelde Staten ook nog berigten lijn
ingekomen nopens de Kunsien , Handwerken » Fabrijken
en Trafij&eny den Koophandel y de Zeevaart ea Fisêche»
rifen yen wel van de Departementen Delft y Deventer y
Gouda y Leiden y Wormerveer en Zaandijk^ en Tan de
Leden Correspondenten, de Heeren S.P. tan der Tuuk,
te Bellingwolde ; 6. Reinders^ op den Huize Groot^Zee"
wijk^ bij Warfum; H. H. de Haan, te Helium; J, ۥ
BiLLROTH, te Noordhom; A. Perk, te Hilversum; J. J.
^$B1ITS VAN EcKART, te Eyndhoven ; O. W. A. GraTe tan
Btlandt van MARiëNWAERTH , te Mariënwaerth ; B. W.
Bltdenstbtn, te Enschedé; van het Lid , den Heer A. Liese,
te Apeldoorn en het Lid Correspondent den Heer 6. Voor-
iiELM ScHNEEVooGT, te Anholt ^ iu Prutsen^ nopens zijn
voormalig distriet Gendringen in Gelderland^
3o« Wordt nog berigt, dat van de in het vorige jaar
benoemde Leden Correspondenten die betrekking is aange-
nomen door den Heer J. C. Billroth, te Noordhom en
J. D. Preuyth, ie Geervliet; dat de Heer M. J. Adriani,
te Oude Pekel' A is overleden; en dat de Heeren W. J. i. van
Franckenbero en Proschlitz, te Sas van Genty B. Rus-
burg te Kampen en B. W. Bltdenstein te Enschedé , uit
hoofde van gevorderde Jaren hebben bedankt, en dat de
Heer J. Groenewegen , te Zoetermeer y van die betrekking
heeftafgezien, als zijnde lid geworden bij het Departement
Delft.
Hierop, ingevolge Art. 206 der Wetten y de omvraag ge-
schiedende, of er ook Leden Correspondenten zijn voor te stel-
len, worden de hiertoe voorgedragene op eene lijst gebragt,
em daaruit op den laatsten dag der Vergadering eene keuze
te doen.
Omtrent Art. 7 , het doen van berigt nopens het Ka--
binet en de Boekver%ameling der Maatschappij (Handel.
'bl. 931), wordt gemeld, dat daarin zijn geplaatst de in het
voorgaande jaar bekroonde en geremunereerde stukken , te
Digitized by
Google
UANDEUNGEN » 1846. 9
weten : ijzeren vertinde goederen , geplei tin en compo*
sitievanloodentin^ kcUoenen zeildoek ^ spaansch-groen ^
zijde ^ cudbear en naile orseille, Nieuw^Zeelands vlas^
bier- en wijnglazen en geelste platen.
Art. 8 , het doen van verslag wegens het Tijdschrift
ter bevordering van Nijverheid dezer M<iatschappij ,
(Handel, bladz. 931), wordt gerapparteerd, dat van af de
Algemeene Vergadering in het vorige jaar in druk zijn
nitgegoFen en aan de Departementen verzonden het 4e stuk
van het IXe Deel en het Ie en 2e stuk van het Xe Deel,
waarvan het 3e stuk ter pers is en binnen kort staat
uitgegeven te worden.
Ten aanzien van Art. 9 : vorderende het doen van ver^
slag nopens het volAs-onderwijs in de Wïs^ en Natuur»
kundige Wetensciappen , toegepast op Handwerken en
Fabrijkeny (Handel. bL'931) wordt het volgende gemeld:
Ter voldoening aan het voorschrift van Art. 164 der
wetten , is door elk der zes departementen 9 waaraan in het
afgeloopen jaar eene ondersteuning voor de industrie-seho-
len is toegelegd, een verslag van het gegeven onderwijs
ingezonden. Die Departementen z^n: Assen, Groningen,
Haarlem, Leiden, Middelburg en Rotterdam. Deze ver-
slagen getuigen zoo wel van de belangstelling en van den
i^ver dier Departementen, als van de goede uitkomsten ,
welke het onderwijs heeft opgeleverd; ook vooral daar,
waar hetzelve door medewerking van andere inrigtingèn
of ook van *s Lands Regering , eene meerdere uitbreiding
heeft kunnen verkrijgen.
Kortelijk zullen wij de voornaamste bijzonderheden dier
verslagen aanstippen.
Te Assen bedroeg het getal leerlingen 25 , welke de les-^
sen in het hand- en bouwkundig teekeoen geregeld heb*
ben bijgewoond. Zij hebben blijken gegeven , dat zij het
onderwijs op prijs stellen. Van hunne vorderingen is ook
Digitized by
Google
10 HANDEUNGEN, 1846.
gebleken, op een in de maand April U* gdionden examen,
MraarbjJ de GouTernear der Provincie en de Burgemeester
der Stad tegenwoordig waren; terwijl door een lid der
Commissie voor de scliool aan eenige leerlingen getuig-
schriften werden uitgereikt.
Door tusscbenkomst van den Gouverneur, heeft het De-
partement ten behoeve van de school van Zijne Majesteit
den Koning voor ééns eene subsidie van /600 bekomen ,
en men vleit zich ook van de Stad eenige ondersteuning
te verkrijgen , tot verbetering van het school-Iocaal*
TVij mogen intusschen niet onopgemerkt laten , dat, daar
in dit verslag slechts van onderwijs in het hand- en bouw-
kundig teekenen melding wordt gemaakt, hieruit schijnt
te moeten worden opgemaakt, dat het onderwijs zich ook
niet verder, en bepaaldelijk niet tot de reken- en wiskun-
de heeft uitgestrekt, en dus niet geheel aan de bedoelin-
gen der Maatschappij heeft beantwoord.
Te Groningen heeft het onderwijs meerder omvang
gehad, en zich ook uitgestrekt tot de reken-, meet-
en natuurkunde. 54 Leerlingen hebben daaraan deel ge-
nomen. De Onderwijzer betuigde , dat hij hoogst te vre-
den was over den betoonden ijver van alle zijne kweekelin-
gen, en dat hij daardoor zeer in zijne niet gemakkelijke
taak bemoedigd werd.
Ook daar is een voldoend examen gehouden, en men
heeft het voornemen weldra aanmoedigende geschenken
en getuigschriften aan eenige leerlingen uit te reiken, en
wel vooral aan hen, die zich een gunstig getuigenis bij
hunne werkbazen hebben verworven.
Van den naar Hamburg gezonden kweekeling had men,
in Augustus des vorigen jaars, gunstige berigten ontvan-
gen » terwijl een beloofd nader omstandig schrijven met
belangstellend verlangen werd verwacht.
Ook te Haarlem is geregeld onderwijs gegeven in
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 11
de reken-» meet-, werktuig- en natnarkonde, terw^Iook
iets gedaan ia aan het meetkandig teekenen. De werktui-
gen en mtniuntende modellen uit Tetlers kabinet zijn ook
dit jaar weder der induatrie«school ten gebroike afgestaan.
49 Leerlingen hebben aan het onderwijs deel genomen , en
de tweemaal 's weeks gegeven lessen over het algemeen
getrouw bggewoond.
De vlijt, waarmede vele jongelingen de industrie-school
bezoeken, hunne belangstelling in het onderwijs, hunne
betuiging, dat het genoten onderwiys hen uitstekend is te
stade gekomen, en de omstandigheid, dat veelal de broe-
ders uit hetzelfde gezin, de een naden ander, aan het on-
derwijs deel nemen, en dat de vaders, die werkbazen zijn,
hunne zoons zoo gaarne op de school geplaatst zien, wor^
den door het Departement te regt als bewijzen aangevoerd ,
dat het ware doel dezer instelling, namelijk: den aanko-
menden knecht de hand te bieden en den weg te wijzen,
om zijn werk met oordeel te verrigten , ten aanzien van
vele der kweekelingen bereikt wordt.
Te Leiden is het onder w(|s weder, onder medewerking
van het Departement, op dé scholen van het Genootschap
Maihesis Soieniiarum GenUrix gegeven , zoodat het hono*
rarium van de onderwijzers in de natuurkunde en in het
mechanisch teekenen, gedeeltel^k uit de maatschappelijke
bijdragen is voldaan; terwijl het overige gedeelte van dat
honorarium, de belooning van den onderwijzer in de wis-
en rekenkunde, en de verdere onkosten, door het gemelde
Genootschap gedragen zijn.
Het onderwijs in de rekenkunde, toegepast op koophan-
del en ambachten , werd gegeven aan 108 leerlingen ; dat
in de rekenkunde , toegepast op bouw- en werktuigkunde ,
aan 35, dat in de meetkunde aan 18, in de natuur- en
werktuigkunde aan 16 , en in het mechanisch teekenen ,
* aan 18 leerlingen.
Het gehouden examen heeft blijken opgeleverd, zoowel
Digitized by
Google
12 HANDEUNGEN, 1846.
van de doelmatigheid van het onderwigs, als van den ijver
der leerlingen; zoodat het Departement het regelmatig
Toortzetten van dit onderwijs ernstig aanbeveelt , te meer
omdat de goede vruchten eene grootere belangstelling heb-
ben opgewekt.
Ook te Middelburg is met goed gevolg het onderwijs in
het rekenen, de meetkunst, de algebra, het lijnteekenen
en de werktuigkunde , gedurende den winter viermalen
's weeks voortgezet. 81 Jongelingen werden daarvoor
ingeschreven, waarvan 67 vrij naauwgezet de lessen
bijwoonden. Was het bijwonen der lessen meer gere-
geld dan in vorige jaren, niet minder was de ijver,
welke de leerlingen hebben betoond; en het in Maart
11. gehouden examen gaf de overtuiging, dat zoowel het
wetenschappelijk gedeelte, als het gebruik van hetzelve
voor het dagelij ksche leven, goed begrepen werd , en dat men
zich met eenige zekerheid mag vleijen , dat men, zoo als
het onderwijs thans gegeven wordt, het doel daarmede be*
oogd zal bereiken.
Het herhalings-onderwljs gedurende den zomer, waartoe
het voornemen bij het vorig verslag van dit Departement
werd vermeld, is in 1845 met 8 leerlingen beproefd, en
met de beste uitkomst bekroond, zoodat dit in het loo^
pende jaar met 20 leerlingen wordt voortgezet.
Voor het meetkundig teekenen is ten gebruike der in-
dustrie-school, door den hoofd-onderwijzer A. Gouka,
eene zeer doelmatige handleiding zamengesteld , waarvan
een exemplaar door het Departement aan de Maatschappij
is aangeboden.
Het Departement Jto//er^am eindelijk, treedt bij het in-
gezonden verslag in vele en belangrijke bijzonderheden van
het onderwijs , dat op vier scholen verdeeld , in vereeni-
ging met het Rotterdamsche Departement der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen , onder medewerking van de Ste-
delijke Regering gegeven is.
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 13
Dat onderwijs tweemaal 's weeks van Maart tot October
gegeven, bevatte de rekenkunde, de algebra, de meet-
kunde , de werktuigkunde , de natuurkunde en het liniair
teekenen. Het getal leerlingen , dat bij andere inrigtingen
aldaar, tengevolge van de duurte der levensmiddelen min-
der groot was dan vroeger, klom tot 85, en overtrof dus
idat van bet vorige jaar met meer dan de helft; terwijl de
meer dan ooit getrouwe opkomst dier leerlingen , de be-
langstelling, waarmede zij den geheelen winter de cursus
volgden , en vooral de vorderingen , welke door velen zijn
gemaakt, en waarvan het voor het sluiten der lessen ge-
hoaden examen de blijken heeft opgeleverd, bewijzen, dat
*het nut dezer instelling door hen , in wier belang zij is op-
gerigt, meer en meer begrepen en naar waarde geschat
wordt*
Meer dan één voorbeeld bestaat er ook reeds, dat per-
sonen , die vroeger het onderwijs op deze industrie-school
hebben bijgewoond, ten gevolge van de aangeleerde kun-
digheden, en op vertoon van het daarvan afgegeven getuig-
schrift, in fiibrijken geplaatst, aldaar met goed gevolg
vreemdelingen hebben kunnen vervangen.
Bij alle de verslagen wordt aangedrongen op het voort-
ihuren der tn 1845 toegelegde ondersteuning,. en bij som-
migen wordt eene vermeerdering daarvan gewenscht.
Als slotsom van het vermelde in deze Verslagen, ver-
meenen Directeuren te mogen opgeven , dat zij daardoor op
nieuw bevestigd zijn in de overtuiging, dat de bestaande
industrie-scholen wezenlijk nut stichten, en dat dit nut te
gelQk met den bloei dier scholen toeneemt ; maar dat door het
nog meer verdeelen van de daarvoor bestemde som , wel-
ke in verhouding tot de middelen der Maatschappij niet
vermeerderd kan worden, het zoo nuttig doel dezer inrig-
ting niet meer zoude kunnen bereikt worden, en zelfs op
sommige van de bestaande scholen, het onderwijs niet zou
kunnen worden voortgezet.
Digitized by
Google
14 HANDELINGEN, 1846.
Met danksegging voor de gedane mededeeling beslait de
Vergadering, dat eene te bepalen toelage tot Yoorxetting
van dat onderwijs xal worden uitgesteld , tot na den af-
loop der deliberatiën over de Ontwerp-wetten.
Volgens Art. 10 , de Deparfemenien uitgenoodigd wor*
dende tot het geven van een beknopt verêlag hunner
werkzaamheden in het a/geloopen jaar (Handign. bl. 935)
wordt door het Departement Groningen het volgende i
De werkzaamheden van ons Departement iQn op densdf-
den geregelden voet voortgezet , zonder dat dezelve vele
bijzonderheden hebben opgeleverd , welke in dit verslag
verdienen opgenomen te worden.
Het aantal Leden is sedert de laatste opgaaf met eenige
vermeerderd ; terwijl er slechts twee hebben bedankt en
een is overgegaan tot het nieuwe opgerigte Departement
Noordhom ^ zoo zijn er daarentegen verscheidene nieuwe
bijgekomen. Öns Departement telt thans 78 Leden en 3
Donatrices.
Ten aanzien van het Industrieel Onderwijs nemen wij
de vrijheid te verwezen tot het door ons daaromtrent inge-
zondene allezins gunstige verslag*
Dit doen wij ook met opzigt tot den staat van de Land-
huishoudkundige School, van welker toenemenden bloei
wg de beste verwachtingen koesteren , vooral nu het on-
derwijs in de Practijk op een vaster voet geregeld is.
Door het Departement Limmen wordt deswegens het
volgende gemeld:
Het Departement Limmen heeft de plaats van bijeen-
komst, welke gedurende 22 jaren te Castricum is geves-
tigd geweest , onlangs teruggebragt onder de gemeente Lim-
men, waar hetzelve den 4^^ April 1815 werd opgerigt
door wijlen den Heer J. Weldtk, daartoe het denkbeeld
opvattende in herinnering aan zijn vroeger deel in het be-
stuur van het Departement Goada.
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 15
Sinds die oprigting werd de betrekking van Secretaris
des Departements onafgebroken vervuld door den zoon
des oprigters , den Heer Mr. M. H. Weldtk van Libimen ,
den 8*^^ Junij deses jaars overleden.
Bij de holde straks aan diens nagedachtenis door s^ne
mede-Hoofdbestuurders gebragt , zij het ons vergund te
TO^;en die van het Departement Ummen^ waarvan wQ niet
aarzelen hem het werkzaamst lid , de steun en spil , waar-
door het geheel gedurende een tijdvak van ruim 31 jaren
bedrgvig was , te noemen. Erkenteiyk ziet in het bijzon-
der dat Departement terug op de veelvuldige diensten,
welke die overledene , tot in zijne laatste levensdagen , (ge-
tuige de na het overlijden nog aan het hoofdbestuur inge-
zooden verslagen)» Qverjg» onvermoeid en geheel be-
langloos, aan de doeleinden dezer Maatschappij wigdde;
en hoezeer de 25 Leden van het Departement, meerendeels
te AlknuMVy anderen te Beverwijk^ Fel%eny Uitgeest en
Nieuwe Niedorp wonen , en slecht één hunner te Lim-
men is gevestigd , is het onzen wensch die erkentelijkheid
levendig te houden , door aan het Departement den naam
te bleven geven van de gemeente , binnen welke de Heeren
Wkldtk de grondslagen voor hetzelve hebben gelegd.
Van de werkzaamheden des Departements in het afge-
loopoi jaar vallen geene eigenlijke bijzonderheden mede te
deelen. Zeven vergaderingen werden gehouden , in welke de
belangen der Maatschappij werden overwogen. De gewig-
tige en voor den Landbouw zooveel heilzaams belovende on-
dernemingen tot indyking van Groet- en WtMrclgronden ^
der uiitna jPou/ou^no-polder, het Nieuwland en de Grafter-
meer f allen in het noorder kwartier, en waarvan wij,
soodra er meer belangrijke uitkomsten van cultuur zyn,
ons voorstellen later mededeelingen te doen , gaven gedu-
rig stof tot dienstig onderhoud. Het nut der byeenkomsten
wmrd verhoogd door voorlezingen en bijdragen uit het ge-
Digitized by
Google
16 HANDEUNGEN, 1846.
bied der Ngverheid, door eenige Leden welwill^id ge
levèrd.
, Op eene gepaste wijze werd voorts in de bijeenkomst
van December 1845 aan den Heer A. Halder Hz. te Be-
verwijk , de remaneratie van honderd gulden uitgereikt ,
aan denzelven in de vorige Algemeene Vergadering toege-
kend voor het monster inlandsche tabak j van allen onaan-
genamen reuk en wan^smaak bevrijd, geteeld op grond zon^
der dierlijke bemesting , ingezonden op Prijsvraag n^. 168.
Het bestuur is zamengesteld uit de Heeren J. Stüart,
Voorzittend Lid, E. F. Scheltikga Winterbergen, A.
Haloer Hz., waarbij voorts thans werkzaam zijn als Se-
cretaris de Heer J. G. A. Verhoitff , in de plaats van wij-
len den Heer Mr. M. H. Weldtk van Luimen» en als
Thesaurier, de Heer G. C. R. van Vloten, in de plaats
van den Heer C. D. Cannb Dz. , die na deze laatste be-
trekking gedurende een aantal jaren met veel yver en lof te
hebben vervuld , tot groot leedwezen van het Departement ,
ook uithoofde van verandering van woonplaats, voor zgn
lidmaatschap heeft bedankt.
Het Departement Leiden j berigt het navolgende.
De stukken , welke ter beoordeeling van H. H. Direc-
teuren zijn ontvangen, hebben het meerendeel der be-
moeijingen van het Departement uitgemaakt, en nu en
dan aanleiding gegeven tot nuttige deliberatiën , welke
niet onbelangr^k zign geweest, om de telkens bijeenver-
gaderde Leden ten gunste van den werkkring der Maat-
schappij te stemmen.
En was de voorraad van ingekomen stukken ontoerei-
Icende, om de Leden te kunnen bezig houden, dan hiel-
den de Heeren A. H. van der Boon Mesch en H. R.
DE Breuk, op eene niet minder nuttige als aangename
wgze de Leden bezig, door de voordragt van belangrij-
ke redevoeringen , door het nemen van electro-magnetische
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 17
proeven , of door de yeridarii^ Tan daartoe betrekkel^ke
eo andere belangrijke werktoigen.
Genoemde Heer A. H. tan dbb Boon MfiacH nam ook
met alle bereidvaardigheid de taak op zich , om de beide
medailles, in de laatste Algemeene Vergadering aan de
Heeren J. Casaux en 8. A. Mekrburg Jr. toegewezen ^ nit
tereikeo, en heeft dit in eene openbare Vergadering op eene
wgze gedaan , zQne Hooggeleerdes betrekking aan Leidens
Akademie , zoo welalsde eer van deze Maatschappij waardig.
Het verslag van het Departem^t Assen is dus luidende :
Het verslag nopens de werkzaamheden in ons Departe-
ment gedurende het afgeloopen jaar is kort, maar niet te
min , zoo wij vertrouwen , zeer voldoende.
Het getal Leden bedragende nu 32 neemt toe; niet één
verloren w^. De vergaderingen worden geregeld gehou-
den. De voornaamste zorg bestaat in de instandhouding
der tedcenschool ; een twintigtal leerlingen woont gore-
geld de lessen big , en deze nuttige inrigting heeft eraen
groeten steun gevonden in eene toelage , haar door Z. M. on-
zen geëerbiedigden Koning toegestaan; en ofschoon die
subsidie slechts voor ééns is , z^n wij daardoor in staat
gesteld voor ons belangrQke uitgaven te bestreden , en ook
iets tot belooning van het onderwas zelve, dusverre gra-
tis gegeven, af te zonderen. W|j hebben onze belangen
ook aan de Stedel^ke Regering voorgedragen ; en het is
met grond , dat wQ ook van die zQde alle ondersteuning
meenen te zullen ondervinden. Wij vlegen ons alzoo ^ dat
wi) weldra ons in het bezit van een geschikt locaal, op-
zettelijk daartoe aangebouwd , zullen verheugen ; van de
i^de van het bestuur van het Departement wordt in deze
niets onbeproefd gelaten.
Ik moet hierbt} voegen , dat ook in het vervolg van wege
dit Departement onderwl|8 zal worden gegeven in de
Scheiknnde, toegqiast op den Landbouw, hebbende zich
daartoe bereid verklaard de Heer D. Cohen. Dit moge strek-
B
Digitized by
Google
18 HANDELINGEN, 1846.
ken tot aanvulling van het zoo even door het Hoofd-
bestuur gegeven Verslag over het ^ industrieel onderwgs
in ons Departement; i^aarbij teregt de aanmerking is ge-
maakt, dat zich het onderwijs alléén tot Hand- en
Bouwkundig teekenen bepaalde.
Onze bibliotheek is niet uitgebreid uit gebrek aan fond-
sen. Zij is bestemd voor boeken uit het gebied der Land-
hnishoudkunde, Natuurkundige en Staathuishoudkundige
Wetenschappen en Geschiedenis. Wij hopen ook deze
inrigting met der tijd uit te breiden.
De Heer Mr. S. Gratama is benoemd tot President.
Het hieromtrent medegedeelde door het Departement
Deventer is vervat in de volgende bewoordingen:
Het Departement heeft het genoegen te berigteo , dat ,
terwijl volgens art 44 der Wet , de Departementale Verga-
deringen tweemaal 'sjaars moeten gehouden worden, het-
zelve in het afgeloopen wintersaisoen , even als vroeger, niet
alleen geregeld om de 14 dagen is vergaderd geweest, maar
ook alle deze Vergaderingen door redevoeringen of bijdragen
heeft opgeluisterd gezien ; en dat bovendien de in het laatst
des vorigen jaars genomene proeve, om den overigen
tijd dier bijeenkomsten aan het voeren van eene redewis-
seling over eenig Staathuishoudkundig onderwerp toe te
w^den, dit jaar getrouw voortgezet en uit verschillen-
de oogpunten z66 doelmatig bevonden is, dat het De-
partement geene zwarigheid maakt ook andere Departemen-
ten tot navolging in deze op te wekken.
Door het Departement Amsterdam wordt ingediend het
volgende Verslag:
Het Amsterdamsche Departement neemt steeds in aantal
leden toe. Dat Departement , hetwelk in 1826 naauwelyks
12 , in 1835 33 en in 1840 slechts 78 leden telde , mag zich
nu in een getal van 114 leden verheugen ; en hoezeer dit getal
nog in geene verhouding staat tot de bevolldng der stad ,
waar het gevestigd is, wanneer mén andere Departemen-
Digitized by
Google
HANDELIN6EIV, 1846. 19
ten in aanmerking neemt , mag men ecbter rerwachten , dat
bet. voorbeeld anderen zal aanmoedigen, en het cijfer al-
xoo langxamerhand sal klimmen.
De Vergaderingen 9 waarvan er zeven in het afgeloopen
jaar zijn gehouden werden vrij) talr^k bezocht. In
eene hield de Heer A. H. Wai.thbr eene voorlezing over
de ikee^ hare groei, bereiding, handel en bestanddeelen ;
in eene andere las de Heer J« J. Wijsmuller over den
cirkelvorm^ als grond van de werkiuigkunde ; in ande-
re gaven eenige leden meer of min belangrijke mededee-
llogMi in die vakken, welker bevordering het doel der
Maatzdiappfj is.
Onder dankzegging voor de gedane mededeelingen wordt
tot de opname dezer Verslagen in de Handelingen besloten.
Art. 11. De in advies gebonden Prijsvraag n^. 184, over
het gebruik maken van het Owie blik en den afval bij blik-
slagers, werd in handen gesteld van de Commissie tot de
Konsten, Handwerken, FabrQken en Trafijken.
Aangaande Art. 12, betreffende het in overweging nemen
van de ComcepUwetten en het Verslag der Commissie tot
revisie van dezelve (Handl. bl. 940) wordt aan de Vergade-
ring berigt, dat door Directeuren uit hun midden tot die
Commissie zijn benoemd geworden, de Heeren Dr. J. A.
VAN BfiBniELEN , Prof. A. H. VAN DER BoON MeSCH OU Mr.
Faber van Riemsdijk , en dat door het Departement Leiden
daartoe is gekozen de Heer Mr. N. van Beeftingh; door
het Departement '« Gravenkage de Heer Dr. 6. Simons ;
door het Departement Amsierdam de Heer Mr. W. J. C.
VAN Hasselt; door het Departement Rotterdam Jonkheer
Mr. D. R. Gevers Detnoot ; door het Departement Haar-
lem de Heer J. A. van Ejcden en door het Departement
Ulrecki de Heer Mr. J. Gbrlings ; terwijl de beraadsla-
gingen over voorschreven ontwerp- Wetten en het Verslag
der Commissie worden uitgesteld tot na den afloop der in
de Punten van beschrijving vermelde artikelen.
Digitized by
Google
20 HANDELINGEN, 1846.
Ten aanzien van Axt. 13 , het doen van berigt op het
model van een' Kojffijsiampery (Res. bl. 948 en 957) rap*
porteren Directeuren, dat de by het besluit gevorderde
bewijzen nog niet zijn ontvangen , die echter uit de Kolo*
niën te wachten zijn ; ten gevolge waarvan , op preadvies
van Directeuren , wordt besloten , dit onderwerp nog één
jaar in advies te houden.
Op Art. 14 , het doen van berigt van de met Oud-bUk'-
oplossing gever wde goederen , wordt kennis gegeven , dat de
inzender getracht heeft, door het inzenden van een' brief, aan
de gestelde voorwaarden ter bekrooning te voldoen; dat
die brief aan de vroeger over deze zaak geraadpleegde
Departementen ter beoordeeling is «gezonden, en de meer-
derheid derzelve van gevoelen is , dat de inzender dezer
missive aan geene der gestelde voorwaarden heeft voldaan ;
terwigl zi} daarbij in het midden laten zijne onvooczig*
tigheid om , in strijd met Art. 147 der Wetten , zijn' naam
bekend te maken. Op praeadvies van Directeuren , wordt
deze missive ter zijde gelegd.
Daar de bij Art. 15 in advies gehoudene Conceptvraag
No. 7 , over het gebruik , dat hier te lande zoude te ma-
ken zijn van de uit Oost-Indiën aangevoerde Bindroihn^
gen en N». 26, nopens de toepassing der Galvanoplas-
Hek op Palmer's Glyphograpfue , beide in 1845 voorge-
steld , bij den aanvang van de Vergadering , om conside-
ratiên en advies z^n gesteld in handen der Commissie tot
Kunsten, Handwerken, Fabrijken en Trafijken;
Zoo wordt op Art. 16 door Directeuren gemeld, dat de
Algemeene Rekening dezer Maatschappij over het jaar
1845 sluit met eene nadeelige uitkomst in meerdere
uitgaaf van /344.44, zijn oorzaak hebbende door deel-
neming in de 3 prcts. leening, vastgesteld bij de Wet
van 8 Maart 1844. Zij stellen voor deze meerdere uitgaven
te dekken door de ontvangsten in het jaar 1846 , waartoe
door de Vergadering wordt besloten.
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 21
De bfl Art 17 voorgedragene OtUwerp^Prijêvragen ^
Toorkomeode op blads. 14 — 34 der Punten van Beschrij-
Ting, bQ bet op blads. 160 hiervoren benoemen der on-
derscheidene Conunissiên gesteld synde in denielver ban-
den , om daarohitrent de Vergadering te dienen van berigt ;
Zoo worden in deliberatie gebragt de beide voorstellen
door een der Departementen > bij Art. 18 der Punten van
Beschrijving 9 ingesonden en wel lltt. A dus luidende :
Bij de discnssiën, welke in ons Departement plaats ge-
had hebben over de Verslagen, hetzelve door zijne drie
Commisfiien aangeboden, is het dit jaar op nieuw geble-
ken, dat er verschil van gevoelen hy de Leden bestaat:
\o. Over het doel, waarmede deze Verslagen door het
Hoofdbestuur aan de Departementen worden gevraagde
2o» Over het nut , dat deze Verslagen zouden kunnen
stichten.
30. Over de wijze, waarop deze Verslagen behooren te
worden ingerigt , en wat m; al of niet behooren te be-
vatten.
Is dit nu reeds bQ ons Departement het geval , hoeveel
te meer moet dan de inrigting dezer Verslagen van de
onderscheidene Departementea niet uit elkander loepen?
En dat deze Verslagen ook niet altijd aan het voorgestelde
doel beantwoorden, blijkt, onder anderen, uit hetgeen
door het Hoofdbestuur, bladz. 941 der Handelingen van
1845 wordt gezegd , te weten :
9 De berigien betreffende den Landbouw beantwoor-
den, door de inrigting, die vele inzenders daaraan geven ,
weinig aan de moeite en den arbeid , die de Commissie
daaraan besteedt en die daarvoor de erkentenis der Maat-
schappQ zoo zeer verdient. Veel wordt daarin gevonden ,
hetgeen onzen Landbouw geenszins voorlicht of vooruitzet ,
en dat slechts weinig geschiedkundige waarde heeft. Zij
worden daarom weinig gelezen en zeldzaam verkocht."
»Uit de betigten van de Commissiën van Landbouw
Digitized by
Google
22 HANDELINGEN, 1846.
en uit die der Leden Correspondenten^ loa alleen dat
gene behooren bijeenverzameld te worden, hetgeen werke-
lijk yan belang is, met ter zijdestelling van onnoodige uit-
gebreidheid , of niets afdoende , onwetenschappel^ke en door
weinigen gelezene mededeelingen."
De aanmerkingen, welke hier door het Hoofdbestuur op
de Verslagen, betrekkelijk den Landbouw, worden ge-
maakt, zijn voorzeker even toepasselijk op die van Kunsten
enz. ) als ook op die van Handel enz. > en het kan dus uit een
en ander ten duidelijkste blijken, dat er groote behoefte
bestaat aan eene geschikte handleiding voor deze drie ver-
schillende Verslagen.
Hierom stelt het Departement voor , het Hoofd-
bestuur te magtigen , om onder deszelfs opzigt te doen ver-
vaardigen eene Handleiding tot het zamenstellen der drie
Verslagen, welke jaarlijks door de Departementen aan het
Hoofdbestuur, ingevolge art. 169 der Wet, op deszelfs aan-
vraag moet worden ingezonden, welke Handleiding zonde
moeten bevatten :
Vooreerst eene duidelijke en naauwkenrige omschrijving
van het doel, waarmede deze Verslagen door het Hoofd-
bestuur aan de Departementen worden gevraagd.
Ten tweede^ eene, zoo veel mogelQk, volledige opgave
van het nut, hetwelk, volgens het gevoelen van het Hoofdbe-
stuur, uit deze Verslagen zoude kunnen voortvloeijen , zoo-
wel voor het Departement, dat het Verslag geeft , als voor de
overige Departementen, die hetzelve in het Tijdschrift
of elders lezen, als eindelijk ook voor de Nijverheid in het
algemeen. Tot staving van het nut , dat deze Verslagen , goed
ingerigt zijnde , zouden kunnen stichten of reeds gesticht
hebben, zoude het wenschelijk zijn, hier eenige voorbeel-
den uit de geschiedenis der Maatschappij bij te brengen.
Ten derde ^ eene duidelijke aanwijzing, hoe het Hoofd-
bestuur wenscht , dat deze Verslagen voor het vervolg zul-
len worden ingerigt , en van welk standpunt men bij der-
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 23
idver sammstelliDg btboort nit te gaan (1) ; tevens met
eene volledige opgave , wat ^ naar desselfs gedachten , de-
selve al of niet behooren te bevatten f en de gronden waar-
op dit gevoelen berust.
Ten vierde j een model van elk der drie Verslagen, aoe
als er reeds gedeelteli}k een voor den Landbouw bestaat ,
en zolks, of overgenomen uit die, welke door eenig De-
partement, in vroegere jaren, sQn ingezonden en de goed-
keuring van het Hoofdbestnor hebben mogen wegdragen ;
of 9 zoo dk beter mogt worden gekeurd , geheel gefingeerd ,
welke modellen alsdan door -de on&rscheideae Departe-
menten, naar verandering van plaats, t^d en omstandig-
heden , meer of minder konden gevolgd worden , en waar-
door deze Verslagen onderling eene meerdere gelijkvor-
migheid zullen verkregen»
De bedoelde Handlei£ng wenseht het Departement in
het T^dsehdft geplaatst, of, zoo dit minder doelmatig
mogt worden geoordeeld, ia allen gevalle aan de Departe-
menten ingezonden te zien , vötfr of te gej^k met de aan-
vrage om de naastvolgende Verslagen (2).
Aangezien de modelstaat van Liftidbouw is ingerigt, vol-
gens een door het Ministerie van Binnenlandsehe Zaken
(1) Beaise Leden dee DeparleiseDU iqa Tan oorde«l, dat de (oeiUnd
der TOichiUaide takken moet opgegeyen worden, bloot in Yei;gelijkiDg
Tan ToH^ jaren, terwijl anderen willen, dat zulks moet zijn in tegen-
nrerstelling ook Tan andere plaatsen in ons Taderland , en nog anderen ,
dat men hierbij uitsluitend Tan de Hoogte der wetenschap moet uitgaan.
(2) Dit Toorstel was reeds ingezonden, toen het Departement, door
hetwelk helzelTe is gedaan, bekend werd, met het uilmuntend Ver-
sbg Tan het Rotterdamadi Departement, te Tinden in het Tqdschrift
omer Maatsdiappij^ 1846, X Deel, Ie Stuk, bl. 97-.151. Het Depar-
tement heeft dos, hij deszelfii zamenstelling, tot zijn leedwezen, Tan dit
Verslag geen gebruik kunnen maken, en Termeent daarom te moeten
doen opmerken, dat hetzeWe Teïe nuttige wenken en opmerkingen be-
Tat, die hij de zamenstelling der begeerde Handleiding, voor de jaar-
lijksche Verslagen, Tan veel dienst kunnen zijn.
Digitized by
Google
24 HANDELINGEN, 1846.
goedgekeurd model, en ook alsoo door de PiOTinciale Com^
inissiën van Landbouw wordt gevolgd en aan de Maal*
schappif wordt ingezonden tot het opmaken van een alge-
gemeen verslag; terwijl die der Fabrijken en Handel als
van een te onzekeren aard en afhankelijk is van plaatsel|ke
omstandigheden, en de fabrijken ook soms naar elders worden
overgebragt of wel geheel ophonden te bestaan , zoo wordt ,
op voorstel van Directeuren , dit voorstel ter zijde gdiegd.
6. Met genoegen ziet het Departement deszelfs
werkkring door de toenemende belangstelling der Leden
zich meer en meer uitbreiden , maar hiervan is dan ook het
onvermijdelijk gevolg, dat de werkzaamheden van z^nea
Secretaris van jaar tot Jaar toenemen; en waren nu deze
vrij aanzienlijk, dan zullen de werkzaamheden der Seore*
tarissen in de overige Departementen ook wel niet gering
zijn , vooral indien dezelve elders met zulk eeoen belang-
loozen ijver en groote naauwkeurigheid worden waarge^
nomen , als bij ons het geval is.
Het Departement ••..•.• is daarom van gevoelen , dat
de Maatschappij wel eenig blijk van erkentenis aan deze
Heeren mogt toekennen , en ste^t dus voor te bepalen : Aan
elk , die de betrekking van Secretaris bij eenig Departement
der Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, gedu-
rende vijf of meer achtereenvolgende jaren, met belangloozen
iyver, zonder genot van eenig honorarium, heeft waarge-
nomen, zal, op aanvrage van het Departement, door het
Hoofdbestuur een Diploma van benoeming tot Lid van ver-
dienste dezer Maatschappij worden uitgereikt, welk Di-
ploma zal inhouden, dat, zoodra de als zoodanig benoem-
de zijne bel rekking van Secretaris tien achtereenvolgende
jaren zal hebben waargenomen , hij levenslang in het volle
genot van alle regten der gewone Leden zal blijven, zon-
der dat hij echter daarvoor de jaarlijksche contributie zal
behoeven te betalen, even als iets dergelijks bij art. 210,
omtrent Leden Correspondenten is bepaald.
Digitized by
Google
HANDEUNGEN, 1846. 25
Daar Directearw het dnduadcpet viodeii , dat het aan-
bieden van een bew^s van erkentelijkheid aan de Departe-
menten zelve wordt overgelaten , soo wordt 5 op derselver
▼oordragt, beeloten aan dit voorstel geen gevolg te geven.
Yervolgena ovei^;aande tot de by Art. 19, der Punten
van Beeehi^ving» blads. 6, inouomsn stukksn, wordt
gemeld dat ingekomen B(jn de navolgende Boekgeschen-
ken« als:
a^Van het Ministerie van fiinnenlandsche Zaken, lo.
de I37*««, 138ite, 139»te, léOiU, m^u en 142»te stukken
van de Fiora Baiava , en 2o. Be^cripHons de» Hxposi^
Hans indusirielles et artiaiiqueey faxtee en France^
en 1844, par db Moléon, Tème 27, 28 en 29, Farts
1844.
i. Van de MaatschappQ van Weldadigheid de Algemeene
Verelagen wegens den staat der Maatschappij en die harer
Koloniën en Gestichten 9 over het dienstjaar 1844.
c. Van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en
Weteneehappen te Batavia , het 19<le Deel harer Verkan-
delingen, gedrukt te Batavia 1843.
d. Van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en
Wetenschappen in Noord-Braband^ te 's Hertogenhosohj
het 1<^, 2d« en 3^« Deel en het l«te stukje van het 4^e
Deel harer Verhanifelingen , nevens den afdruk der Cata-
1<^8 harer Boekverxameling.
e. Van het Genootschap ter bevordering van den Land-^
bouw in Drenthe f Verslag van bet Verhandelde in de
Vergadering tot oprigting van bet Genootschap, in 1844,
met de Verslagen der !•'«, 2d« en 3d« Algemeene Verga-
l^^ng» gehouden 22 Januarij, 16 April en 1 September
1845 en 12 JaauarQ 1846.
/. Van het Genootschap voor Landbouw en Krutdhunde
te Utrecht, het Programma eener te boudene Tentoonstelling
van 28 — 30 Maart en van 22 — ^24 Augustus 1846 en het exem-
plaar vaq Berigten en Medeeleelingen ^ 4e aflevering 1846.
Digitized by
Google
26 HANDELINGEN, 1846.
g. Van de Provinciale CoBUiisiie ▼» Londboaw in Zee-
land f een afdruk van voorstellen , met oitleoving^ mm Pre-
miën en Medailles j ter beyordering van Atxk\Landbauw^
die Provincie, 7e Stukje, 1845.
lu Van het Provinciaal Utrechtach Genootschap van
Kunsten en fTetensckappen j het Programma voor 184&,
nevens een afdrnk van aanteekeningen van het verhandd-
de in de Sectie-Fergaderingen , ter gelegenheid van de
Algemeene Fergadering^ gebonden in 1845*
u Van het Lid Correspondent den Heer P* Mbijsr, te
Batavia , een exemplaar van het door Zijn £d. uitgegeven
Gedenkboek der Feestelijke vereemgtng van o%ule SiU"
denten der Vaderlandsoke Hoogescholen j gehonden te
Batavia , 2de Augustus 1844.
k. Van den Heer J. J. L. L. Jacobson, te Batavia^
Handboek voor het sorteren en afpakken van Tkee , op
Java^ gedrukt te Batavia 184S.
Van den Heer Directeur A. H. tan der Boom Mbsch
eene Verhandeling over de Nooduikelijkkeid van de be-
oefening der Natuurkundige (Fetensekappen voor den
Landbouw jn Nederland; uitgesproken in de Eerste Klas-
se van het Kon. NederL Instituut. Te Amsterdam^ bij
J. Muller, 1846.
Voor alle deze geschenken wordt aan de inzenders de
dank dezer Vergadering toegebragt*
/• Het model van een Drijfgorclel tot redding |van
Sckipbreukelingen ^ met berigt onder de letters W. H. D.
V. (Hdlgn. bl. 950).
Aangezien door het nader inzenden van eene ligtere
stof, om den Drijfgordel te vervaardigen , niet kan worden
te gemoet gekomen aan de door de meerderheid der Dé-
partementen gemaakte aanmerkingen op den groeten om-
vang van denzelven , waardoor deze aan het voorgesteld doel
niet kan voldoen, zoo besluit de Vergadering, op praeadvtes
Digitized by
Google
HANDELING£N, 1846. 27
tbh Direüieiiren , dat de inimder van deien DrQfgordel geene
aanspraak op bekrooniag oi aanmoediging van de xQde
der MaatBchappiy maken Ican.
m. Verhandeling nevens een middel, ^TAereuma^' ge-
naamd, ter genezing van het Schurft der Schapen en de
verdrijving van het ongedierte big hetxelve. (Hdlgn. Uadz*
957) Zinaprenk:
Een schurft schaap steekt tk ganecie kudde aan.
Daar onderscheidene proeven met dit middel genomen,
geene soodanige uitkomsten hebben opgeleverd, dathetselve
km geacht worden, reeds andere bekende middelen te
overtreffen, soo wordt, op voordragt van Directeuren,
dexe Verhandeling ter zijde gelegd.
n. Model , Teekening en Beschrijving eener Bascule per^
jsendiculaire f met losse schaal , onder de lettws: W. C«
R (Hdlgn. Uads. 957).
Daar alle de in deze geraadpleegde Departementen
daarin overeenkomen , dat dit werktuig noch op bekrooniag
noch op aanmoediging of eerrolie vermelding amispraak
kan maken, zoo wordt , op praeadvies van Directeuren, dit
model ter beschikking van den inzender gelaten.
o. Monster Artificieel Romeinsche Cement^ met een b^
rigt, hebbende de letters: H. M.
Daar de uitkomsten door alle de beoordeelende Departe*
menten bij het nemen van derselver proeven , geheel dezelf-
de zijn, dat namelijk deze Cement niet voldoet aan die
eigenschappen en vereischten , waarvoor het wordt uitgege*
ven en althans de l>ekende Dordtsche tras niet kan ver-
vangen , veel min overtreffen , en bovendien den prQs van de
Dordtsche verre te boven gaat , en er alzoo geene termen
tot bekrooning of remuneratie bestaan ; zoo wordt op het
gepraeadviseerde van Dlirectearen besloten , aan deze inzen-
ding geen verder gevolg te geven.
p. Monster Pita Vlas , ingezonden door het Lid Corres-
pondent den Heer R F. Baron van Radbrs , te Curagao.
Digitized by
Google
28 HANDEUN6EN, 1846.
Daar Tolgent het oordeel der hierover geboord sQnde
Departementen y dit voorbrengsel als een belangryk pro-
duct kan beschouwd worden j soo wordt op voordragt van
Directeuren besloten : !<>. Dat den Heer Baron van lUDBas,
te Curagao , voor die iniendingde dank der MaatschappQ sal
worden toegebragt. 2p. Dat van de belangryke proeven door
de verschillende Departementen, volgens denelver advies
genomen, daaruit een geheel zal worden opgemaakt en ge-
plaatst in het T^ dscbrift dezer MaaUcbappQ ; en 3o. Dat bij
de toezending van dat T||dschrift, de Heer Baron tan
Baders zal worden uitgenoodigd , zijn invloed op het ei-
land Curagao te bezigen, om aan de Maatschappij die inlich-
tingen mede te deelen , welke z\j daarbij verlangt.
q. Het model van eene ScAulsluis , die op éene nieuwe
en min kostbare w^ze , zonder het bezigen van de gewone
afdammingsmiddelen , is droog te maken en te houden,
met berigt geteekend 6. J. Daar alle de geraadpleegde De-
partementen in hunne beoordeelingen overeenstemmen, dat
dit ingezonden stuk niet tot bekrooning of eenige remn-
n^atie, goedkeurii^ of onderscheiding kan worden aanbe-
volen , met welk gevoelen Directeuren 2ich vereenigen , zoo
wordt dien overeenkomstig besloten.
r. Monster Tabak ingezonden door den Heer A. J.
Vbbrns , verbouwd op grond zouder dierlijke bemesting ,
in den jaren 1843 9 1844 en 1845, met een berigt. Opgrond
der daarover uitgebragte adviezen besluit de Vergadering,
dat de Heer A. Dbbrns voor de mededeeling z^ner be-
langrijke voortgezette proeven zal worden bedankt, met
verzoek van aan Directeuren vrijheid te verleenen, van zijn
daarbij overgelegd berigt gebruik te mogen maken voor het
Tijdschrift dezer Maatschappy.
#• Monster Vezelsiof van de Agatni Amerieana , met een
berigt, hebbende de letters J. E. T. Aangezien de inzen-
der de Heer J. E. Tbysmann te Batavia slechts 3 kilogr.
en geen 150 kilogr. , zoo als b^j besluit der Algemeene
Digitized by
Google
UANDEUNGEN, 1848. 29
Ve^adering in 1844 Bes. bl. 879 was bepaald, beeft in-
gasondeo , aoo kan de premie van f 500 aan hem niet worden
toegekend, doch worden de pogingen Tan den Heer Tets*
■AMN ten deze in het werk gesteld , met lof vermeld , ter^
w^l op voordragt van Directenrea de Heer Titsbunn voor
x^ne mededeelingen zal worden bedankt en nitgenoodigd ,
om eene meer geschikte Agava-soort op te sporen en op
Java in te voeren*
/. Teekening en Beschrgving van eenen Jimoêpheri*
schen spoorweg f zinspreuk:
Toi nui f uii vermaakt
Daar alle de geadvieseerd hebbende Departementen er ia
overeenstemmen , om dit stak ter zijde te leggen , als geene
genoegzame verdiensten bezittende om in gunstige aanmer*
king te worden genomen , wordt daarCoe, op praeadvies van
Directeuren besloten.
u. Monster P aient' Smeer kttarsen^ met een berigt en
Certificaat geteekend : H. C. T.
Daar de over dit onderwerp gehoord zQnde Depmrtemen*
ten er in overeenstemmen , dat het ingezonden Fabrijkaat
op geene remnneratie of onderscheiding aanspraak kan ma-
ken, zoo wordt, op praeadvies van Directeuren , het inge*
zondene ter zijde gelegd*
Ten aanzien van Art. 20 der Punten van Beschrijving
bladz. 8, nopens de ingekomen Jntwoorden op Prys vra-
gen, van welke de termijn van inzending met den laatstn
September 1846 is afgeloopen, wordt berigt dat ingekomen
is het Volgende :
Art. 1. Twee geschriften, de middelen aanw^zende om
de Kersen^y Abrikozen^ en Pervikenhoomen^ voor het
uitloopen van de Gom te beveiligen ; Prf]svrai^ No. 126 ,
bladz. 166, onder de zinspreuk:
a* Ondervinding 18 (te besie leermeesteresse. 1 Uandlim
b* Onder%oeki alle dingen en behoudt hel f i « g^^
goede* j
Digitized by
Google
30 HANDELINGEN, 1846.
Daar beide deae antwoorden in geenen daele aan de
vereisehten van de vraag voldoen, en geene de minste waar*
de bezitten , worden deselve , op voordragt van Directen-
ren, ter xijde gelegd.
II. Verhandeling nopens het kersiel en aangroei vao
Veengronden^ Prijsvraag No. 127 bl. 166, sinsprenk:
Onder%oek leidt tot kennis.
Aangezien volgens het eenstemmig gevoelen der geraad-
pleegde Departementen de SchrQver de bedoeling van de
vraag niet heeft begrepen en de Verhandeling alle weten-
schappelijke waarde mist , zoo wordt , op voorstel van Di-
recteoren, dit antwoord ter sQde gelegd.
III. Verhandeling wegws genomene proeven ter bemes-
ting van landen met Eoul' of Turf kool en de daarvan ver-
kregene uitkomsten , Prijsvraag No. 170, bl. 236 geteekend:
Ondenoek leidt tot hennis.
Daar de inzender dezer Verhandeling aan den in-
houd der Vraag heeft voldaan, zoo wordt , op praead'»
vies van Directeuren, den inzender de premie van de
tweede gouden Medaille bQ de Vraag uitgeloofd toegekend ,
die bij de ontzegeling van z^n naambillet is bevonden te
zijn de Heer Cornslis Rkinders , op den huize Groot-Zee-
wijk^ in den Noord-polder Gemeente Warfumj Provincie
Groningen.
• IV. Verhandeling de middelen aanwijzende om voor te
komen , dat de verschillende Meststoffen in de steden voor
den Landbouw niet verloren gaan, met teekeniag en verzeld
van monsters, Prijsvraag No. 186, bl. 257 met de spreuk:
Be Mest is ket door de natuur aangewe%en Plantenvoedsel.
Daar de Departementen , die dit antwoord ter beoordeeling
hebben gehad , eenparig van gevoelen zyn 9 dat hetzelve niet
voor eene bekrooning in aanmerking kan komen, zoo ver*
eenigt zich de Vergadering met het praead vies van Directeu-
ren , om dit antwoord ter zijde te leggen.
V. Verhandeling , de middelen aan de hand gevende tot
Digitized by
Google
HANDEUNGEN, 1846. 31
hel aanleggen Tan Bosechen ter bevordering van de Houi-
cultuur , Pnjsvraag No. 187 bh 268 , Haodlgn. bl. 954 , zin-
ipreuk:
Ondervinding is de beste leermeesteresse.
De uitspraken der Departementen j aan wier oordeel en
voorlichting dit antwoord ifl onderworpen geweest, keu-
ren dezelve over het geheel als onvolledig af, om als
handleiding tot de Hout-caltnor te kannen dienen ,/ zoo als
znlks door de Maatschappij wordt verlangd , en waarvan de
vereischten en voorwaarden in de vraag zoo bepaald en
uitvoerig zQn oiteeogezet en aangewezen. En wordt alzoo
op het gepraeadviseerde van Directeuren geoordeeld , dat dit
antwoord te onvolledig en ongeschikt is, om in aanmeriung
te kunnen komen.
Aangaande de Artikelen 21 , 22, 23 en 24, vermelden-
de de ingekomen Antwoorden op Prijsvragen , van welke
de termijn van beantwoording openstaat tot den laatsten
September 1846, 1847, 1848 en 1850 als daar zijn:
voor 1846.
o. Twee geschriften , om het ontstaan van het vuur (Ifrey"
rot) in het Eikenhout tot aanbouw van schepen en werken ge-
bezigd wordende, tegen te gaan of te voorkomen, Prijs-
Traag N». 160, bl. 210 voerende tot spreuken:
Ie. Het goede doen het slechte te laten en%. Handlgn. bl. 956.
2e. Bet eenvoudige is vaak het kenmerk van het ware.
b. Verhandeling over de verbouwing en bereiding der
Meekrap, Prijsvraag No. 176, bl. 239 Handlgn. bl. 955.
geteekend :
Volharding is mijn doel.
c. Proeven van uit gegoten Zink vervaardigde Oma--
menten. Prijsvraag No. 192, bl. 26, Handlgn. bl. 955.
met de spreuk:
Mifn streven is naar hooger*
d. Drie Verhandelingen over de kwijnende %iekte der
Schapen , het ongans of leverbot%iekte ook wel de gal-
Digitized by
Google
32 HANDELINGEy, 1846.
ligheid gewamd, Prijsvraag No. 133, bl. 171, getee-
kend met de spreuken :
lo. Het is beter het kwacui voor te komen clan te
verhelpen.
2o. Keukenzout.
3o. ff et eenvoudige is vaak het kenmerk van het ware.
e. Verhandeling , om ff out tot Scheepsbouw en Timmer^
hout benoodigd , voor bederf te bewaren , nevens daarbij
gevoegde monsters , Prijsvraag No. 218 , bh 293 , geteekend;
// n^est potnt tci ba^ de moisson sans culture.
ĥ Een geschrift om de gebreken van scheuren , gaten , .
of andere defecten in looden of vinken Goten ^ zonder
het gebmik van vaar , te herstellen , Prijsvraag No 222 , •
bL 295, zinspreuk:
Zoekt en gij %uU vinden.
voor 1847.
Eene Veihandeling om de Boomhaai of Speerhaai , die
op ffaring jagt maakt, uit te roeijen, of b^ d^rsdver
vangst, daarvan een meer voordeelig gebmik te maken.
Prijsvraag No. 198 bL 266, Handlgn. bl. 956, adnspreak;
Tandem fit surculus arbor.
voor 1848.
Twee geschriften , de middelen opgevende , om de Bloem-
kool voor het doorknagen van den Worm te beveiligen ,
No. 206, bl. 284, geteekend met de spreuken:
lo. Ondervinding is de beste leermeesteressen
2o. Onderzoek leidt tot beproeving eh kennis.
voor 1850.
Verhandeling over het teelen van Meekrap op zandgron-
den en aantoonen , in hoe verre dezelve met de elders ge-
teelde gelijk staat, onder de spreuk:
Volharding is mijn doel.
Wordt besloten , de deliberatien over voormelde antwoor-
den uit te stellen , tot dat de tijd van inzending , bij die
Vragen bepaald , zal zijn afgeloopen.
Digitized by
Google
HANDEUNGEN, 1846. 38
Daar de bQ Art. 25 der Ponten van deliberatie bl.
11 en 12, de herinnering aan de Prijsvragen, van welke
de termijn van beantwoording met den laatsten September
1845 18 afgeloopen, en de Oniwerp-Prijsvragen ^ Ponten
▼an Beschrijving bl. 14 — 33, bij den aanvang der Verga-
dering z^n gesteld in handen van de onderscheidene Com-
missiën, om daaromtrent te dienen van berigt, zoo worden
de volgende beraadslagingen uitgesteld tot den laatsten dag
dezer Algemeene Vergadering als : op Art* 26. het benoe-
men van Directeuren in plaats van de aftredende, Art. 53
der Wet; Art. 27. het benoemen van een' President j nit
de Directeuren te Haarlem woonachtig, Art. 68 van de
Wet ; Art. 28. het benoemen van Leden Correspondenten^
Art. 205 en volgende der Wet; Art. 29, het benoemen
eener Commissie tot het opmaken van een Algemeen Ver-
tlag nit de staten van den Landbouw en uit de berigten
der Leden Correspondenten, Art. 170 der Wet, en Art. 30,
het bepalen van den dag der volgende Algemeene Verga-
dering, Art. 173 der Wet.
Laatstelijk wordt gemeld, dat na het afdrukken der Pun-
ten van Beschrijving nog is ingekomen het navolgende :
a. Van den Heer Directeur van het Kabinet van Land-
bouwkundige Werktuigen te Utrecht, een exemplaar van de
Catalogue des Instruments , et MacMnes a r usage de
tAgriculture , réuni au Cabinet de FEiat de tAgrioul^
iure a Utrecht^ 's Gravenhage 1846.
b. Van het Lid Correspondent den Heer J. J. Bruinsma ,
te Leeuwarden^ een kort overzig van de Weérsgesteldkeid
gedurende het jaar 1845.
c. Van de Geldersche Maatschappy van Landbouw , JTe-
dedeelingen en Handelingen 1846. N». 1 — 3.
d. Van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen
te Haarlem het Programma, root 1846.
e. Van de Overijsselsche Vereeniging tot ontwikkeling
vBn Provinciale Welvaart y te Zwolle ^ een exemplaar van
C
Digitized by
Google
34 HANDEUNGEN, 1846.
het Over%igt der 'Landbouw-Scheikunde voor Nederlan
ders , alsmede eene Voorlezing yan Dr. W. C, H. Sta-
ring over de Aardkunde van Salland^ in het Land van
Vollenhove.
f. Van de Heer Mr. A.Houck, te Deventer^ het exem-
plaar zijner Bissertatio Oeconomtco^Poliitca inaugurtüis
etc. Deventer 1846.
g. Van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken:
lo. Monsters van buitenlandsch Aardappelen%aad ^ met
eene aanwijzing tot het kweken van dezelve, nevens eeo
exemplaar eener Anleitung %um Kartoffelbau^ mit rük-
eicht auf die im Herbste 1845, %um vorsckein gekommene
Kartoffelkrankheid und deren Fölge , von Dr. von Pabst
in Hohenheim* Stnttgart 1846.
2o. Monster Maia of Turkache - Weit y afkomstig van
het buitenland 9 met aanwijzing, hoe dit koorn moet wor-
den behandeld.
h. Het model van eenen verbeterden toestel der van zich
zelven Sluitende deuren^ niet berigt onder de letters 6. V. T.
t. Teekening en Beschrijving van een verbeterd toe-
voegsel aan de gewone Brandspuiten , geteekend : £• V.
k. Monster Groene Kiuis, gelijk aan de Zwitsersche, in
antwoord op Prijsvraag N^. 2 van 't Programma voor 1845,
expirerende ultimo September 1846, onderschreven met de
Spreuk : Arbeidzaamheid.
L Monsters Eau de Cologne y met berigt, onder de
Zinspreuk: Het rijsje wordt allengs een boom*
Omtrent deze van g — / ingekomen stokken, berigten
Directeuren, dat daarover het gevoelen der Departementen
wordt ingewonnen, om daarvan in eene volgende Algemeene
Vergadering verslag te doen.
m. Van den Heer S. E. Swerein, Hoofd-Directeur der
Nederlandsche Fenj/er^tó«-Fabrijk , te Zwijndrechi j een
Certificaat van het voortdurend bestaan der aldaar geves-
tigde Fen^/er^/a^-Fabrijk , dingende naar de premie van
Digitized by
Google
HANDEUNGEN, 1846. 35
driehonderd guldens Toor het tweede jaar , uitgeloofd in
PrijsTraag No. 120, bL 145, ResoL U. 956.
Daar ait voormeld Certifikaat, gedateerd Zwijndrech
1 Jalij 1846, blijkt, dat voorzegde Fabr(jk van 30 Janlj
des vorigen jaars onafgebroken werkzaam is geweest en
nog is, alsmede dat uit de boeken is gebleken, dat van
de Algemeene Vergadering des vorigen jaars tot 1 Julij
dezes jaars 1846 , zijn afgeleverd vijf duizend vijf hon-
derd drie en veertig kisten Vensterglas van verschillende
afmetingen , en dat overigens in die Fabrijk steeds werk-
zaam zijn drie en zestig personen , zoo wordt op voorstel
van Directeuren aan gemelden Heer Samukl Elsazar
SwERBiN toegekend de premie van drie honderd Guldens
▼oor het tweede jaar*
Verder wordt door Directeuren kennis gegeven, dat
zich een persoon tot de Maatschappij heeft gewend met
eene nissive meldende dat hy door Z. M. den Koning,
is geoctroijeerd op de uitvinding, door welke belet
wordt, dat Locomotieven en Rijtuigen buiten de sporen
kunnen gaan; dat hij daarvan een verkleind model heeft
laten maken, en dat hij verzoekt, dat zulks door eene
Commissie uit de Maatschappij worde onderzocht en be-
oordeeld.
De Vergadering besluit, dat, zoo de Schrijver belang
stelt , dat zijne uitvinding door de Maatschappij beoordeeld
wordt , hij alsdan , volgens de bij de Maatschappij be-
staande Wetten, het model zijner uitvinding met een
duidelijk geschreven memorie aan haar ter onderzoek moet
inzenden.
Hiermede alle de Stukken van de Punten van Beschrij-
ving afgehandeld zijnde, wordt deze Vergadering opgehe-
ven tot heden avond te zeven ure, om alsdan in beraad-
slaging te nemen de Concept- wetten. Art. 12 der Pun-
ten van Beschrijving.
Digitized by
Google
36 HANDELINGEN , 1846.
AvOND-ZlTTlNG
21 Julij 1846 ten %even ure*
Tegenwoordig de Heeren Directeuren en de Departe-
menten van heden morgen, behalve de Heer Professor Dr.
A. NuidAN en de Heeren Gedeputeerden van het Departe-
ment Groningen.
Hierop in overweging zullende worden genomen de voor*
gedragene Ontwerp-Wetten, zoo wordt, na een voorafgaand
wisselen van consideratiën met het Departement Limmen ,
door het Departement Arnhem voorgesteld, om, uit hoof-
de van het belang, dat er in gelegen is, om hQ het hersieo
van wetten eener Maatschappij met bedaard overleg te werk
te gaan , het beraadslagen over het thans aanhangig weto*
ontwerp uit te stellen tot eene volgende Algemeene Verga-
dering, en de Departementen in de gelegenheid te stel*
len, om, binnen eenen bepaalden tijd, hunne bedenkingen
op de aangeboden Concept- Wetten , schriftelijk, aan de
thans bestaande Wet-Conimissie in te zenden , welke deze
met hare eigene aanmerkingen en tegenbedenkingen in een
algemeen Verslag zal vereenigen; hetwelk gedrukt en aan
alle Leden zal toegezonden worden ; en dat zal worden be-
paald, dat de thans in werking zijnde wetten van kracht
zullen blijven tot het oogenblik, dat de nieuwe wetten zul-
len zijn aangenomen*
De Vergadering dien overeenkomstig besluitende be-
paalt, op voordragt van Directeuren, dat de bedenkingen
op de Concept- Wetten door de Departementen binnen drie
maanden aan de thans bestaande Commissie tot de Wets-
heüziening zullen moeten worden gezonden.
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 37
DE DERDE XITTING OP DONDERDAG DBlf 28^en j^^jj Ig^Q^
des voarmiddags ien tien ure*
Tegenwoordig de Heeren Direetearen Dr. J. A. tin Beh-
MRLE5 , Prendeni; Mi. Joh. Enschede , Dr. F. J. tin Maa-
HEN, Prof. A. H. TAN DER BoON MeSCH , Mr. W. H. TAN
Voorst, Prof. Dr. A. Nüman en Mr. J. C. Faber tan
Riemsdijk, en de AfgeTaardigden van de Departementen
Groningen j Delft ^ *ê GravenAagej Limmen^ Arnhem ^
OudrBeijerland^ Leiden ^ Haarlem^ Assen ^ Utrechts De-
venier y Rotterdam^ Amsterdam^ ScusenAeim , Wormen^
veerj Ztiandijk en Gouda.
De aanteekeningen van het verhandelde in de beide bij-
eenkomsten van den 21«n dezer worden gelezen en goedge-
keurd.
Door de Afvaardigden van het Departement ^s Gra^
venhage wordt voorgesteld, om terng te komen op het
besluit genomen in de avond-zitting van den 21ea dezer,
waarbij is bepaald, dat de beraadslagingen over de Ont-
werp-Wetten zullen worden uitgesteld tot eene volgende
Algemeene Vergadering, en deze als nu in overweging te
nemen. Daar naar aanleiding van Art. 198 der Wetten,
geen f der stemmen zich daarvoor verklaart , wordt het
genomen besluit voor verbindend gehouden.
Hierop wordt de Commissie, waaraan is opgedragen het
nazien en opnemen der Rekening en de Begrooting ^ ver-
zocht tot het geven van een verslag harer bevinding, en
door haar gerapporteerd hetgeen volgt :
De Departementen Utrecht, 's Hage, Rotterdam en Delft,
benoemd tot het nazien van de rekening en verantwoor-
ding over 1845 en de begrooting voor 1847 voor de Maat-
Digitized by
Google
38 HANDELINGEN, 1846.
schappij ter bevordering van Nijverheid, heeft dien taak
met genoegen volbragt.
Zij doen hulde aan de naauwkeurigheid , die er in deze
administratie heerscht, en verheugen zich derhalve de
tolk van allen te mogen zijn , door den welverdienden
dank toe te brengen aan den Heer Thesaurier dezer Maat-
schappij.
Alle uitgaven vonden wij door behoorlijke bewifzen ge-
staafd en verantwoord. Bij de posten van ontvangst heb-
ben velen de raming overtroffen , terwijl de uitgaven meest-
al beneden deze gebleven zijn. Dat dit het geval niet zijn
kon met Art. 8, betreffende de onkosten verbonden aan
de uitgave van het Tijdschrift, dit was voorzeker reeds
a priori te voorzien , naardien alle leden dit werk reeds
thans gratis ontvangen. Wij hebben daarom gemeend
hierop geene aanmerking te moeten maken , te minder ,
omdat wij de overtuiging deelden , dat de Redactie van dat
Tijdschrift wel geen middel onbeproefd zal laten , om y
zonder de belangrijkheid hiervan in het minst te scha-
den , die bezuinigingen in de uitvoering te maken , die
voor de kas der Maatschappij zoo hoogst wenschelijk
s^n.
Van ééne aanmerking konden de Leden der Commissie
zich niet onthouden ; zij betrof het artikel drukloonen.
Vele posten hadden eene vermindering ondergaan , an-
deren daarentegen eene aanzienlijke verhooging; redenea
waarom wij de aandacht van het Bestuur hierop wenschen
gevestigd te zien.
Uit vroegere rapporten is het ons gebleken, dat men
reeds de aanmerking heeft gemaakt , dat niet alle Depar-
tementen de nota van vracht en briefporten gespecificeerd
hebben ingeleverd ; wij moeten die aanmerking herhalen ,
naardien enkelen van deze ons vrij hoog zijn voorgeko-
men.
Kan de Commissie eindelijk dit rapport niet besluiten
Digitized by
Google
HANDELINGEN^ 1846. 39
net de aangename mededeeling , dat ci| de rekening met
een voordeelig saldo sag sloiten , zoo xijn de redenen , die
aanleiding hebben gegeven tot dezen schijnbaar ongnnstigen
staat , ons reeds door den Voorzitter ontwikkeld.
Ook heeft de Commissie geene zwarigheid gevonden
zich met de opgemaakte begrooting te vereenigen , ^wes-
halve zi] deze goedkeuring door onderteekening van bei-
den heeft bekrachtigd.
Ed hiermede verraeenen wIJ onze taak te hebben vol*
bragt , en eindigen daarom met het voorstel , dat ook door
het Bestnnr de rekening zoo wel als de begrooting zal
worden goedgekeurd.
Onder dankzegging aan de Commissie wordt het rap-
port met goedkeuring door de Vergadering aangenomen,
en de Thesaurier wegens deze ^ne gedane rekening
gedechargeerd.
Hierop wordt door Directeuren berigt, dat de Klerk
dezer Maatschappij , die tot hulp van den Algemeenen
Secretaris door Directeuren 9 volgens Art. 79 en vol-
gende der wetten wordt aangesteld , bij missive heeft ver-
zocht , dat zijne jaarwedde , aangezien de meerdere werk-
zaamheden hg de Maatschappij, worde verhoogd; waarop^
op voordragt van Directeuren, aan den tegenwoordlgen
Klerk J. Schouten wordt toegekend eene jaarlijksche
gratificatie van vijftig Qulden , in te gaan met primo Ja-
nuarlj dezes jaars.
Vervolgens wordt de Commissie tot den Landbouw
mtgenoodigd> om de Vergadering te willen dienen van
consideratie en advies op de stukken in hare handen ge-
steld, en wordt deswegens door haar het volgende berigt.
De Commissie bestaande uit de Departementen 'sHage,
Leiden , Limmen , Assen , Groningen , Haarlem , Rotter-
dam, Utrecht, Sassenheim, Delft en Oud Beyerland , en
hebbende tot derzelver president den Hoogleeraar Dr. A.
NuM%N, heeft eenen aanvang met hare werkzaamheden ge-
Digitized by
Google
40 HANDELINGEN , 1846.
maakt met de beoordeeling der Pi^s vragen, waarvan de ter-
mijn van beantwoording met den Iaat»ten September 1S45
is verschenen (1). De slotsom der ten dezen gehoadene
beraadslagingen is geweest als volgt:
No. 126* Kersenboomen voor hei uitloopen van cUgom
te beveiligen. Uwe Commissie stelt voor deze vraag op nieuw
uit te schrijven, met behoud van dezelfde redactie doch met
bepaling van uit. September 1849, als termyo van inzending.
No. 127. Over hei hersiel en tien aangroei van veen-
gronden* Daar deze vraag meer b^zonder schijni inge-
rigt te zign voor de lage veengronden, en de redactie al-
zoo niet zeer duidelijk is , maar voornamelijk daar er ook
reeds veel over het veen is geschreven en nog geschre-
Ten wordt, gelooft uwe Commissie, dat onze Maatschappy
deze vraag niet meer behoort uit te schrijven.
No. 130. Ten aanzien van hei leveren van een bewerkt
fabrijkaai uit Jgave of hei phormium tenax , begrijpt
uwe Commissie , dat deze vraag behoort te worden gehou-
den voor beantwoord door de bekroonde Verhandeling van
den Heer Cazaüx over de Phomuum tenax.
No. 142. De vraag over hei bevryden der Granen van
den hontgdaauwy is aan uwe Commissie genoegzaahi belang-
rijk voorgekomen , om op nieuw uitgeschreven te worden ,
doch alsnu met deze redactie: » Hoewel er ook in onze taal
geschriften over den honigdaauw j den roest en aanverwante
ziekten der graangewassen zijn uitgekomen, zoo sch|)i4
het evenwel, dat er tot nu toe geene genoegzame mid-
delen ter voorkoming of genezing van zoodanige ziekten
bekend zijn. De Maatschappy vraagt dzoo: Wat is er
bekend nopens het verband , dat er bestaat tussehen ho-
nigdaauw, roest en andere aanverwante ziekten der graan-
soorten, en nopens derzelver vermoedelQke oorzaak? Welke
(1) Zie p.'ll punlen ran betchiiJTiog.
Digitized by
Google
HANDEUNGEN, 1846. 41
sQn ene; yerder deselfde redactie en met bepaling van
het jaar 1849 als termijn Tan expiratie.
No, 145. De vraag over hei bewaren van granen
neent uwe Commissie, dat niet meer behoort te worden
oitgesehreTen.
Van hetselfde oordeel is uwe Commissie ten aanxien der
Yiaag over cle %warie koppen in het vlaê^ en wel op
grond y dat deze vraag reeds sedert 1827 zonder eenig
gevolg is nitgeschreven ^ en oit hoofde der onzekerheid,
of onze Mooge Regering alsnog genegen zonde z(jn om de
daarhy bedoelde premie van /400 uit te reilcen.
No. 170. De vraag over het bemesten van land of
grond met hoots- of tnrflcool is in uwe vergadering van
gisteren bekroond, zijnde de schrijver de Heer C, Reindurs
te Warfnm.
No. 171. De Commissie oordeelt, dat de vraag over de
uUvinding van een maai'werAiutg niet meer behoort te
worden uitgescfareven , als zijnde het genoegzaam gebleken ,
dat de reeds uitgevondene werktuigen van deze strekldng
Qf den duur ten eenemale niet voldoen*
No. 172. De vraag over hei verbeteren van grond mei
gebrande leem behoort naar het gevoelen der Commissie
mede te worden ingetrokken; hebbende de Commissie
hierbij in aanmerking genomen de proeven door den Heer
Wardenburo met de gebrande leem gedaan , en welke aan
de verwachting niet schijnen te beantwoorden.
No. 186. De vraag over het bewaren der meststoffen
in de steden is aan de Commissie voorgekomen als ge-
schikt, om op nieuw uitgeschreven en te worden, advi-
seert dus daartoe, met bepaling van ulto. September 1847
als termijn van inzending.
No. 187. Ten aanzien der vraag over het in%enden
eener handleiding voor de houtcultuur oordeelt de Com-
missie, dat op , nieuw behoort te worden uitgeschreven ,
doch met de bepaling, dat de schrijver der reeds op deze
Digitized by
Google
42 HANDEUNGEN, 1846.
Traag iogekomene yerhandeling des verkiesende bij bet
Bestuur der Maatschappij zal kunnen kennis nemen der
hoofdaanmerkingen op dezelve gemaakt, en welke van dien
aard zijn, dat deze Terbandeling niet kon worden be-
kroond ; stellende de Commissie Toor bet jaar 1848 als
termijn van inzending.
De Commissie is hierna overgegaan ter beoordeeling der
nieuwe voorgestelde Prgsvragen en wel in de eerste plaats
van N<). 6 vermeld op bl. 16, nopens eene volledige
scheikundige opgaaf der %amenslellende deelen van alle
akkerplanten hier te lande geteeld enz. Deze vraag is
voorgekomen als te zijn veel te veel omvattend en alzoo
niet vatbaar voor eene volledige beantwoording, en de
Commissie meent dus , dat dezelve niet behoort te worden
uitgeschreven.
N<>. 7. Gunstiger denkt de Commissie over de concept-
vraag No. 7 op bl. 17 nopens de Tabaksplanting ^ en stelt
voor dezelve uit te schrijven, met bepaling van ult^. Sep-
tember 1849 als termijn van inzending.
No. 8. De vraag N». 8 vermeld op bl. 19 om Land-
bouwkundige hulpmiddelen op te geven ^ om het kwaad
in alle soorten van Erwten voor te komen ^ is ongeschikt
ter uitschrijving voorgekomen, ook op grond, dat het daarbij
bedoeld gebrek en de middelen daartegen genoegzaam be-
kend kunnen worden geacht, en voorkomen in onderschei-
dene landbouwkundige handboeken.
No. 9. Het onderwerp bedoeld in de vraag No, 9 op
bl. 19 omtrent de verdeeling der Marken en gemeenschap-^
pelijke Heidevelden^ hangt naar het gevoelen der Com-
missie geheel af van plaatselijke omstandigheden. De
vraag is dus min geschikt voorgekomen , om te worden
uitgeschreven.
No. 12. De ziekte der Moerbezieboomenj bedoeld in de
conceptprijsvraag No. 12 op bl. 23, komt aan de Commissie
voor als te weinig bekend in ons Vaderland, om met grond
Digitized by
Google
HANDEUNGEN, 1846. 43
eeoig goed antwoord te kanoen verwachten. 2UJ stelt dos
Toor dese vraag niei uit te schrijven.
No. 20. Ook de vraag uü welke bestanddeelen de
gronden tier Heidevelden beslaan j bedoeld onder No. 20
U. 29 is aan de Commissie als ongeschikt ter uitschrij-
ving voorgekomen; en wel op grond, dat geoordeeld werd,
dat dit onderwerp xoo xeer afhangt van plaatselijke om-
standigheden, dat eene beantw|>ording der voorgestelde
vraag ala nagenoeg onmogelijk behoort te worden aange-
merkt.
No. 21. Even ongeschikt ter uitschryving is aan de
Commissie de concept-prijsvraag voorgekomen sub No. 21
Termeld op bh 30, tvelAe planlen en gewassen gevonden
en aangektueekl zouden kunnen worden^ gesohikl om daar-
uit fabrijkmatig Polasck en Soda te bereiden, en wel
Toomamelijk omdat de potasch reeds xoo goedkoop van
elders te bekomen is.
No. 22. De Commissie is verder van oordeel om de
volgende concept-prijsvraag No. 22 hl. 30, uit te schrijven,
doch alsdan gewQzigd als volgt:
Daar men beweert, dat het Tussak-gras niet alleen ge-
schikt is tot voedsel voor het vee, maar xelfs tot beschut-
ÜDg van de schapen op het land kan dienen , . soo looft
de Maatschappij de gouden medaille uit aan hem , die een
paar bunders duin, of anderen schralen grond mH die gras-
soort beplant, en van het resultaat voor of op den laatsten
September 1849 het meest voldoend verslag inxendt, uit
hetwelk soude kunnen blijken, of eene verdere aankwee-
king van dit gewas in meerdere uitgestrektheid al dan
niet voordeel zoude kunnen aanbrengen. — En verder dan
hierbi) te verwijzen naar het IX* deel 3« stuk p. 525 van
het Tijdschrift onzer Maatschappij.
No. 23- De Commissie heeft daarop in deliberatie ge-
nomen de vraag onder No. 23 hl. 30 der Punten van be-
schrijving voorgesteld , nopens het aanleggen eener boom-
Digitized by
Google
44 HANDEUN6EN, 184&
gaard van hoog* of Aa/f-sfamwüfe Moerbeziën-boomen ;
lij is echter van oordeel, dat ook dese vraag niet behoort
te worden nitgeschreTen. Zij acht jnamelgk de cultaor der
Moerbezieboom reeds genoegiaam in ons Vaderland inge-
voerd, althans bekend; zöödat men thans met grond. kan
verwachten , dat wanneer er in der daad voordeel aan ver-
bonden is, deze cultuur ook verder zal worden beoefend.
No. 26. De vraag onder No. 26 bL 33 over kei ver-
krijge7i van goede stremsel tot kaasmaking voorgesteld,
is voorgekomen te zijn van geheel wetenschappelijken aard,
en derhalven voor als nog zonder toepassing op den land-
bouw en stelt dus voor ook deze vraag niet uit te schrijven.
No. 27. Hetzelfde stelt de Commissie voor ten aanzien
van de volgende conceptvraag sub No. 27 hl. 33 en wel op
grond , dat de bouw der lueeme genoegzaam in ons Va-
derland bekend moet worden geacht.
Eindelijk is nog bij de Commissie gelezen een brief
van den President der Maadschappij der bedijking en 6c-
bouwing der waard- en groetgronden in N. Holland^ hou-
dende toezending van eenige monsters koom en zaad op die
gronden geteeld. Zij stelt voor genoemden heer voor deze
toezending te bedanken , en hem uit te noodigen , om wel
te willen voortgaan met de mededeeling van belangrijke
zaken deze ontginning betreffende.
Na het aanhooren van dit rapport en het in overweging
brengen van ieder Artikel afzonderlijk, vereenigt zich
de Vergadering met de gedane voordragt.
De hierop volgende Commissie tot Kunsten^ Handwer*
hen^ Fabrijken en Trafijken^ uitgenoodigd wordende tot
het doen van berigt, geeft het volgende verslag.
De Commissie tot de Kunsten, Handwerken, Fabrijken
en Trafijken , bestaande uit de Heeren Directeuren Dr. F. J.
TiiN Maanen en Prof. A. H. van der Boon Mbsch met
de Depart. Haarlem, Leiden, Amsterdam, Utrecht, Gro*
ningen , Rotterdam , Zaandijk , lammen , Sassenheim ,
Digitized by
Google
HANDEUN6EN, 1846. 45
Delft 9 Deventer» Gouda, Wormenreer en Arnhem, heeft
by deae de eer te rapporteren, dat op de geëxpireerde
Pr^arragen, Fermeld op bl. 12 der Ponten van beacfarijving^
bealolen ia voor te atollen om:
De yraag No. 155 bl. 145 betreffende hei vervaardigen
van een bruikbaar vUi van den afvcU der hennipve%el^ niet
weder nit te achrijven, aangesien er tot nog toe geenerlei
antwoord op is ingekomen, en het te voorondemtellen ia,
dat indien het aldus verraardigde vilt van eenige nuttige
toepaaaing ware, snlks dan sekerlijk reeds van buiten 's landa
sonde zQn ingevoerd geworden, en daar er sedert eenigen t^d
in ona land eene stof vervaardigd wordt, die, hoewel met
de bovengenoemde eenige overeenkomst hebbende, echter
. niet aan het voorgestelde doel beantwoordt.
De vraag N». 179 bl. 204 omtrent het verv€uirdigen
van boekbinders-linnen j meent uwe Commissie belangrijk
genoeg te aijn, om die op nieuw oit te schrijven, en voor
de termiyn van beantwoording het jaar 1849 te stellen.
Vooral daarom is hiertoe besloten, omdat het gebruik er
van in de laatste jaren vrQ aanzienlijk geweest is, en het-
selve nog steeds nit andere landen ingevoerd wordt.
De vraag No. 185 bl. 242 over den aanbouw der%onnO'
bloem {HeUanthus annuus) meent uwe Commissie van te
weinig waarde te xijn, om die op nieuw nit te achrijven >
wQl er tot deae kweeking volstrekt geene behoefte bestaat,
en er van de daarvoor benoodigde landerQen een nuttiger
gebruik te maken is.
De vraag No. 194 bl. 264 over de daarsielling eener
fabryk van vloeibare Asphali insgelQks niet weder nit te
schreven, daar de «ondervinding reeds genoegsaam ge-
leerd heeft, dat deae kunstmatige bekleeding, om den aard
der saak, nooit genoegzaam aan het doel kan beantwoorden.
Omtrent de vraag No. 195 bl. 264 over het leveren
van een voldoend verslag over de waarde der turf^
soorten waren de gevoelens uiteenloopend, ofachoon het
Digitized by
Google
46 HANDEUN6EN, 1846.
meereodeel der leden te veel doordrongen wai Tan de be->
langrijkheid der zaak, dan dat sij niet soaden Foorstellen
dexe vraag op nieuw weder uit te scbrijven , en als termijn
van beantwoording te stellen het jaar 1849.
De vraag N». 221 bl. 295 over de vervcuirdiging van.
k<nU8chroeven^ veriinde spijkers enx. stelt uwe commis-
sie voor nogmaals, maar met veranderde redactie, uit te
schrijven en wel op de volgende wijze:
Aan den fabrijkant, die onder zijn bestuur zal hebben
doen vervaardigen houtschroeven , vertinde spijkers en
krammetjes, ringen, haken en oogen enz. allen van ver^
sdiillende afmetingen en voldoende hoedanigheid, wordt
uitgeloofd de Gouden Medaille. De MaatschappQ stelt
hierbij als voorwaarde ^ dat zij het regt of de vergunning
hebbe, om Gecommitteerden te zenden uit bet CoUegie van
Directeuren, ten einde van de behoorlijke vervaardigings-
wijze kennis en zekerheid te erlangen.
Monsters , bewgzen en getuigschriften in te zenden voer
of op den laats ten September 1848.
Als nu tot de Concept-prijsvragen overgaande (zie Pun-
ten van beschrijving bl. 14) wordt met algemeene stem-
men besloten, dat de vraag No. 1, om het Ultramarinfabrijk-
maiig bereiden 9 zal worden uitgeschreven, aangezien het
onderwerp belangrgk genoeg is, om ook hier te lande be-
proefd en aangemoedigd te worden.
De vraag No. 2 gaf aanleiding tot vrij uitvoerige de-
liberatien, zoo om de belangrijkheid van het onderwerp
zelve , als om het verband , waarin men die beschouwde te
staan met No. 19 (zie P. v. Beschr. bl. 28). De meeste
leden waren van gevoelen, dat deze -laatste vraag het eerst
in aanmerking diende te komen, en wel voornamelijk, wgl
men de vraag No. 2 gevoegeUjk konde beschouwen als era
vervolg op N^. 19 , en het noodzakelijk was , dat de beant-
woording dezer laatste als van meer wetenschappelijken
aard voorafging. Na breedvoerige betoogen en toelichtin-
Digitized by
Google
UANDEUNGEN, 1846. 47
gm van sommige Departementeo , werd na besloten de vraag
N^. 10 uit te schriJTen, maar met eenige verandering in de
redactie en wel in dier voege: om de 13 eerste regels d^
Yraag geheel te behouden, maar als dan te laten volgen:
ter verkrijging van Jodiam uit ten minsten 100 Ned« Ü .
ep onse kasten verzameld en gedroogd zeewier op eene
voldoende wijze volledig opgeeft, met overlegging van 6
Ned. S der gebruikte wiersoorten en der daar uit door hem
verkregen voor den handel geschikte producten. De ant-
woorden in |e zenden voor den laatsten September 1848.
Hierop kwam in behandeling de vraag No. 2 en was de
meerderheid voor de uitschryving derzelve, echter met
eenige veranderingen nameUjk: Aangezien enz. tot te
vinden zijn en vervcdgens: waarin deze zelfstandigheid
voorkomt, zoo looft de M. hare gouden Medaille uit aan
hem, die gedarende twee achtereenvolgende jaren, jaarlijks
eene hoeveelheid van minstens 10 Ned* S Jodiiim zal heb-
ben bereid en afgeleverd enz* De termijn van inzending
werd bepaald op den laatsten Sept* 1848 en besloten, om
de bijgevoegde verwijzing geheel achterwege te laten.
De vraag N^* 3 meende uwe Commissie, dat zeer gevoe-
gelijk konde uitgeschreven worden , ofschoon van meer dan
ééoe zijde nog al aanmerkingen op de redactie gemaakt
werden, waarom besloten werd deze aldus te veranderen.
Pe Maatschappij looft aan hem, die hier te lande Sal-
peter fabr|jkmatig bereidt en in den handel brengt, tegen
eenen prQs en van eene deugdzaamheid, welke met de van
elders aangevoerde kan wedijveren, hare gouden Medaille
uit* Monsters en bew|jzen in te zenden voor den laatsten
Sept 1850*
De vraag N». 4, hei verscheiden van werk aan be*
hoefitgen werd eenparig geacht geheel buiten den werk-
kring der Maatschappij te zijn gelegen , waarom uwe Com-
missie van oordeel was deze niet uit te schreven.
De vraag No* 10, het sikken van Terpentijn uit denf
Digitized by
Google
48 HANDEUNGEN, 1846.
nen op %andêtreeken gegroeid^ werd io8gel|jki niet
genomen 9 aangezien dit onderwerp reeds een punt van on-
derzoek heeft aitgemaakt^ en de pogingen dienaangaande,
hoewel met zeer veel kennis van zaken genomen , zonder
gewenscht gevolg gebleven zijn.
De vraag No. 11 , nopens te doene putboringen werd
almede niet aangenomen, om de groote, zoo niet misschien
geheel onuitvoerbare moeijelljkheden , die aan de volledige
beantwoording derzelve noodzakelijk verbonden z|jn.
De vraag No. 13, het barsten van kei lak op rijiuigenvoor
te konten^ meent uwe Commissie niet uit te schrijven, aange-
zien het genoegzaam bekend is, dat het bQ de vraag bedoelde
gebrek geheel kan voorgekomen worden, indien men slechts
stoffen van voldoende hoedanigheid en zuiverheid bezigt.
Omtrent de vraag N^. 14, om cijeren door stoom^ of
kunstwarmte uit te broeden, was men algemeen van mee-
ning, dat het onderwerp niet belangr^k genoeg was om tot
eene Prijsvraag te kunnen strekken, te meer nog, daar er hier
te lande reeds eene inrigting tot het voorgestelde doel l)estaat.
De vraag No. 15, door bewijzen staven, dat men hei
water als brandstof by groote vuren met voordeel heeft
aangewend^ werd niet aangenomen, aangezien er eenige
jaren geleden eene dergelijke door de Holl. Maats, van
Wetensch. is uitgeschreven , waarop de antwoorden nog
steeds worden ingewacht.
De vraag No. 16, over de voor- en nadeelen^ die uU
statistieke opgave voor handel en Nijverheid voortvloeijen,
meende uwe Comm. niet te moeten uitschreven.
De vraag No. 17 , het tn%enden van een geschiedkun-
dig overztgt van het nut door de Maatschappij verrigt^
werd niet aangenomen, als zijnde geheel zonder eenige ver-
diensten, terwijl het uwe Comm. bovendien nog voorkomt,
dat de juiste en onpartijdige beantwoording dezer vraag
van wege de Maatscliappij aan groote moeijelijldieden on-
derworpen is.
Digitized by
Google
HANDELINGEN, 1846. 49
Omftreiit de vraag No. 18 , nopens de grojuisiofi toaar-
uit hei Papier vervaardigd toordtj werd bealotea dezelve
voor als nog niet uit te schrijven , maar baar één jaar in
advies te. bonden , aangezien deze vraag reeds bij de 1« KI.
van het Kon* Ned. Institnnt een pnnt van onderzoek nitmaakt.
De vraag No. 24 over elastieke rollen voor boekdruk-
kers, meent nwe Commissie zeer geschikt voor de nit-
schriyving te-zQn, aangezien de voldoende beantwoording
derzelve eene wezenlijke en nnttige verbetering zoude aan-
brengen.
Omtrent de vraag No. 25 om onbrandbare weefsels of stof-
fen te vervaardigen^ is de Comm. van oordeel, dat het on-
derwerp te veel bezwaren voor de voldoende beantwoording
zal opleveren; waarom zij van meening is deze vraag niet
uit te schrijven.
De vraag No. 11 op bl. 1 der P. van Beschr. Prijsvraag
No. 184, welk gebruik er van het ou€le Blik en den afval
by blikslagers te maken zi| , meende uwe Commissie niet
weder op nieuw uit te schrijven, daar het gebleken is,
dat de volledige beantwoording dezer vraag aan groote
DMM^el^kheden onderhevig is.
De beide één jaar in advies gehouden eoncept«pr|{svra-'
gen orerhtt gebruik der Bindrotting uit O. ƒ. aangevoerd,
en nopens de toepassifig der Galvano-plasttek op Palmers
Glyphographie, Punten van Beschrijving Art 15, stelt uwe
Commissie voor niet uit te schrijven, aangezien voor de
1* vraag door het Departement, waarvan de vraag was uit-
gegaan, werd voorgesteld die iji te trekken, wi)l de
redenen , die het uitschrijven in het vorige jaar wenschelijk
maakten, gedeeheligk opgeheven zijn. Ten aanzien der
tweede vraag werd insgelijks besloten dezelve niet uit te
schri^en, aangezien de gevraagde inlichtingen zQn achter
wege gebleven.
En hiermede meent uwe Commisme aan de haar opge-
dragene last te hebben voldaan.
D
Digitized by
Google
50 HANDEUNGEN, 1846.
De Vergadering vereeoigt sicb onder dankxegging aan
de Commissie met bet door haar gepraeadvieseerde.
Daarna wordt door de Commissie tot den Koophandel^
de Zeevaart en de Vtascherijen berigt» hetgeen volgt:
In handen van de Commissie Tan Koophandel , Zeevaart
en Visscheryen , bestaande nit den Heer Direetenr M^
J. C. Faber van Riemsduk en de Departementen Amster-
dam, Rotterdam, ZaandQk en Wormerveer-, xijn gesteld
de Concept-vragen No. 5 en No. 28 bl. 15 en 33 der Pun-
ten van Beschrijving.
Zfj heeft de eer aan de vergadering voor te stellen beide
deze vragen uit te schrijven.
Wat de vraag No. 6 aangaat echter met bijvoeging
lo. Van de woorden:
»Een na door of van wege de MaatschappQ gedaan on-
denoek op bl. 16 tosschen de woorden ingeleverd en vol-
doend geacki werktuig.^ ^
2o. Aan het slot van de vraag de navolgende b^aling:
»Aan hem, die belangrijke verbeteringen in de reeds be-
kende middelen weet aan te wysen, xal xoodanige beloo*
niog worden toegekend, als de MaatsehappQ sal vermee-
men te behooren."
En om den t^d van inlevering één jaar te verlengen en
alxoo te stellen 1848 in plaats van 1847.
Met betrekking tot de vraag No. 28 stelt sQ de vol-
gende redactie voor.
»Daar er sQn, die beweeren, dat uit de Clio*s even
goede olie of traan als uit den walvisch, op eene min
kostbare wijze, kan worden verkregen; zoo looft de
Maatschappijj hare 2d« gouden medaille en eene prae-
mie van / 300 uit aan hem, die het eerst, uiterlfjk
voor den 1 September 1850, aan haar zal hebben ge-
leverd eene hoeveelheid van twee Nederlandsche vaten
Traan, met het bew^s, dat deze alleenldk van Clio*8
afkomstig is en vermelding van de plaats en w^jze van
Digitized by
Google
HANDEUN6EIV, 1846. 51
vangst, van de wtjse van bereiding der Tnian, en opgave
▼aD het getal der dieren, die de gemelde hoeveelheid heb-
ben opgeleverd. — Het een en ander onder overlegging
▼an bew^sen, om znlks te staven, en een 20 tal Clios;
alfldan te doen volgen: bij Escéirioht, Andtomie der Clionen
▼indt men hieromtrent het volgende en dan de aanhaling
xoe als die op bl. 34 wordt gevonden.
Met welk gepraeadvieseerde de Vergadering sich onder
dankbetuiging vereenigt.
Hierop wordt, op voordragt van Directeuren, tot voort-
zetting van het VolkS'^Onderwijs in de JVts- en Natuur'-
kundige Weienêckappen^ (bladz. 14 deser Handelingen) ter
beschikking van Hon Ed. gesteld de somma van één dut'
%end Gulden^ j te verdeelen onder die Departementen,
waar die inrigtingen van wegen dese Maatschappif bestaan.
Vervolgens, naar inhoud van Art. 55 der Wetten, over-
gaande tot het beno^nen van Directeuren in plaats van de
in dit jaar aftredende Hoeren Mr. Johs. Enschedé,
Dr. F. J. VAN Maanen en Prof. A. H. van der Boon
MfiflOH, worden in denelver plaatsen gekozen, voor
Haarlem j de Heer J. A. van Eeden en tot buiten-Direc-
tenren de Heeren Dr. 6. Simons, te Delft en D. Pas, te Am--
sterdam^ terwgl, naar aanleiding van Art. 56 der wetten,
in plaats van den overleden Directeur Mr. M. H. WeldYk
TAN linmEN, wordt benoemd de Heer Jonkheer M. D. R.
Gbters Detnoot, te Rotterdam.
Verder wordt naar aanleiding van het bepaalde in Art.
58 étss Wet, uit de Directeuren te Haarlem woonachtig
tet Praeexdent voor het volgende jaar benoemd de Heer
Br. J. A. TAN Bbbimei.bn.
Daarna wordt ingevolge Art. 207 der Wet, tot Lid
Correspondent benoemd de Heer H. L. Stemfoort, Ryks-
meeter en tauxateur van de Turf in Drenthe, te Smilde.
•Hierop in voldoening van Art. 170 der Wetten zullende
overgaan tot het benoemen eener Commissie, om uit de
Digitized by
Google
52 HANDELINGEN, 1846.
Provinciale Staten van den Landbouw eo die der Depar*
tementen en Leden Correspond^Uen , alsmede uit de beiig-
ten nopens de Fabrijken en Trafijken^ den Koophandel^
Zeevaart en Vissoherijen^ een algemeen overaigt op te
maken en aan Directeuren in te zenden, worden , <^ het
berigt, dat de Heer Mr. ML H. Weldtk tan Limmen is
overleden en de Heer Mr. W. VL van Voorst voor die
betrekking heeft bedankt, de overige Leden dexer Com-
missie , die zich vroeger met dien arbeid wel hebben
gelieven te belasten, zijnde de Heeren Mr. W. B. Hinr-
GENS, J. *A. TAN Eeden en Jkhr* Mr. D. R« Gbters Det-
NOOT, op nieaw daartoe verzocht; en uit een dabbeltal
van Leden, aan de Vergadering voorgedrag^, zijn tot
Leden -dezer Commissie gekozen, de Heeren Dr. W. H. De
VaiESE , Hoogleercuir te Leiden en Mr. C. tan dbr Gobz ,
te 's Gravenhage.
Verder worden de Biljetten van onbekroonde jtniwoor-
den en Stukken^ in voldoening aan Art. 156 der wetten ,
ongeopend verbrand.
Wijders wordt ten gevolge van Art. 173 der wetten be-
paald , dat de eerstvolgende Algemeene Vergadering dezer
Maatschappij zal gehoaden worden op den derden Di'ngS'
dag van de maand Jul^ des volgende jaars ackUenhonderd
cieven-en^veeriig.
Daar het eindelijk by omvraag blijkt, dat geen der Heeren
Directeuren of een der Afgevaardigden uit de Departemen-
ten iets heeft voor te dragen, wordt deze negen-^en-
^sHgste Algemeene Vergadering door den Heer Praesideni,
Dr. J. A. tan Beumelen, met eene aanspraak gesloten, die
op eene v^rpligtende wijze beantwoord wordt door den Heer
Dr. L. Ali Cohen , afgevaardigde van het voorzittend De-
partement Groningen , en alzoo onder wdmeenende wen-
sehen voor het welzijn des Vaderlands en den bkei dezer
Maattchappij geëindigd.
Digitized by
Google
ALPUABET.ISCH
REGISTER
OP BE
HANDELINGEN
Yan 1846.
-o-»oo^9MP^"^*-**
A.
blads.
Aanspraak bQ het openen en sluiten der Algemeene^
Vergadering door den Heer Dr. J. A. tan Beivi-
MELEN, en beantwoord door den Heer Dr. L*
Ai.1 coHEN, afgevaardigde yan het voorzittend
Departement Groningen 3, 52.
Agave Amerieana (monsters Vezelstof der). Aan
den Heer J. E. Tetsman kan de praemie nog niet
worden toegekend 28, 29.
Algemeene Vergadering Ie, 2e, en 3e Zitting en
wanneer in het volgende jaar te houden* 1 , 36, 37 en 52.
Au CoHEN (Dr. L.) Zie Aanspraak 53.
Amsterdam zie Depariemenien 14 — 19.
Ahriko%en zie Aer^enboomen 29,30.
Atmospherischen spoorweg. (Teekening en Be-
schrijving van eenen) ter zigde gelegd. ... 29.
Assen zie Volksonderwijs. 9 — 14.
-■ zie Departementen, . •. . . . . . .11—19.
Digitized by
Google
54 B. C.
B.
blads*
Bascule perpendiculaire (aan het model, teeke-
ning en Beschrijving eener) kan geene belooning
worden toegekend 27.
Balavtaasch Genoolschap (van het) het 19e deel
zijner Verhandelingen. • 25.
Bemmelen (van) xie Directeuren 1,35,51.
— zie Jlanspraak. .• '» ^'«
Billetlen van Onbekroonde stukken verbrand. . 52.
Bloemkool (twee Geschriften onl de) voor de worm
te beveiligen, uitgesteld. . , 32.
Boon Mesch (v. d.) zie Directeuren, • . • 1, 36, 51.
(van den Heer v. d.) Verhandeling
over de noodzakelijkheid van de beoefening der Na-
tuurkundige Wetenschappen voor den landbouw
in Nederland 26.
Boekver%ameling y berigt daarvan 8.
BosecAfin (Verhandeling over het aanleggen van)
en de bevordering der Hout-Cultuur, ter zijde
gelegd. . ' 31.
Brandspuit (teekening en BeschrQving van een
verbeterd toevoegsel van de gewone) uitgesteld. 34.
Bruinsma (van den Hr. J. J.) kort oversigt over
de weersgesteldheid * • • 33.
C.
Cement (aan monsters Artijicieele RomeinscAe)
kan geene belooning worden toegekend. • • . 27.
Commissie tot de rekening en begrooting , «ie
rekening 4, 37 — 39.
tot den Landbouw %ïe Landbouw. 4, 39 — 44.
tot de Kunsten f Randwerken en For
brijken, zie Kunsten 4, 20, 44-50.
Digitized by
Google
C. D. 55
bladz.
Commissie toi Koophandel ^ Zeevaarien Ftssche»
rijen^ n» Koophandel. 5, 50, 51.
toi de JVeisheniening 19, 36.
(van de Provinciale) van Landboaw
•n Zeeland, voorstellen. • • 26.
tot het opmaken der verslagen uit de
berigten van de Leden Correspondenten Depar-
tementen op nieuw ingekoxen en voor de Hoe-
ren Mr. AL fl. Weldtk van Limmen overleden,
en Mr. W. H. van Voorst, die bedankt heeft,
benoemd de Hoeren Dr. W. H. de Vriesc en
Mr. C. VAN DBR €k«s * . . . 52.
Canceptwetten (Overweging der), op voorstel van
het Departement Arnhem de beraadslagingen
daarover één jaar in adv|}s gdiouden. ... 36.
— Voorstel van het Departement *s Gra*
venhage^ om op het besluit van de Wetten één
jaar in advQs te houden, terug te komen, ver-
worpen 37.
Ckmceptvragen xie prifs en concepivragen. . . 4,5.
Correspondenten zie Leden Correspondenten. . 7,51.
D.
Debrns (besluit omtrent de ingezonden Tabak door
den Hr. A. J.) 28.
Departementen^ welke tegenwoordig. • . 2, 36, 37.
(de) die geene mededeeling heb-
ben wegens Koophandel, Zeevaart en VisscherQen. 6.
zie Leden Correspondenten. . . 7.
(verslag van de) Groningen , Idm^
meny Leyden^ Assen ^ Deventer^ Amsterdam. 14 — 19.
Deventer zie Kunsten, Handwer-
ken en Fabrijken.
Digitized by
Google
56 D. E. F.
bladx.
Deventer rie JOepar tementen» .••••• 14 — 19.
Beuren (Model eener verbeterde toestel der van
zich zelve sluitende) uitgesteld 34.
Directeur (van den Heer) van bet Kabinet van
Landbouwkundige werktuigen te Utrecbt Cata-
logue des Instrument» et Machines enz. • • 33.
Directeuren j wie tegenwoordig. . . . . 1, 36, 37.
.-^ (voor de aftredende) de Heeren Mr.
Joh. Enschedé 9 Dr. T. J. vam Maanen, en
Prof. A. H. V. D. Boon Mesch benoemd de
Heeren J. A. v. Eeden, Dr. 6. Simohs, en
D. Pas en als Pcaesident gecontinueerd Dr» J.
A. V. Behmelen 51»
Directeur (voor den overleden) de Hr. Mr. M. U.
Weldtk van Limmen benoenid de Heer Jbr. Mr*
D. R. Gevers Detnoot. ..••.•.• 51»
Doom of Speerhaai ('Verhandeling om de) uitte-
roeijen, uitgesteld) • . . 32.
Drijf gordel (Aan het model van een) kan geene
belooning worden toegekend 26.
E.
Eeden (J. a. V.) Zie Directeuren. 52.
Eikenhout (twee Geschriften om bet vuur in het)
tegen te gaan, uitgesteld 31.
Enschedé (Mr. Joh.) Zie Directeuren. • . . 1, 51.
Eau de Cologne (Monsters) uitgesteld. ..... 34.
F.
Fabrijken li^ Kunsten 4, 5, 6, 44 — 50.
Flora Batava zie Minislerie van Binnenlandsche
Zaken 25.
Digitized by
Google
G. H. 57
G,
Genootschap (van bet) van Landbouw en Kraid-
konde te Utrecht programma 25.
(van het) ter bevordering van Land»
bouw en Drenthe, verdagen. .••••.. 25.
(van het Pjrovinciaal Utrechts) pro-
gramma en handelingen 26.
(van het Provinciaal) in Noord-
Braband handelingen 25.
Gevers Detnoot (Jhr. Mr* D. R.) sia Directeuren. 51.
GoES (Mr. C. VAN dvr) zie Commissie tot het
opmaken van het verslag ens^ ..•.•• 52.
Goten (verhandeling om de gebreken en eeheuren
in looden en Binken) zonder vuar te herstellea »
uitgesteld. 32.
Gom zie Kersenboomen 29, 30.
Groningen zie Volks-Onderwys. . . . , . 9 — 14.
%\e Departementen* 14*<^19.
H.
Haarlem zie Volks-Ondertuijs. . . • . . 19—14.
Handwerken zie Kunsten 4, 5, 6, 44-r-»50.
t' Hertogenbosch (Departement) vervallen. ... 2.
HoucK (van den Heer Mr. A.) e^ne afdruk zijner'
Dtssertatio Oeconomico-Polttica 34.
Hout (verhandeling om het) tot Scheepsbouw enz.
benoodigd, voor bederf te. bewaren, uitgesteld. • 32.
Hout of Turfkool (verhandeling wegens genomen
proeven ter bemesting van landen met) inzender
de Heer C. Retj^ders, de Gouden Medaille. . 30.
HuTGBNS (Mr. N. B.) zie Commissie tot het op^
fnaken van het verslag enz . 52.
Digitized by
Google
58 I. J. K. L.
I.
blads.
IndusirieacAolen zie Volks-Otulerwijs. . • 4 — 14. 61.
J.
Jacobbon (van . deo Heer J. J. L. L.) Hatul^
boek voor het sorieeren en afpcikken van
thee 26.
K
Ka4i8 (Monsters groene) uitgesteld 34.
Kabinet j berigt daarvan 8.
Kersen- Abrikozen- en Perzikenboomen (verhan-
deling om de) voor bet nitloopen van gom te
beveiligen, ter zijde gelegd 29, 30.
Koffij stamper (Model van een) dit onderwerp nog
een jaar in advijs gehouden 20.
Koophandel^ Commissie aangesteld om rapport te
doen op de geëxpireerde prijs- en de concept-
vragen 5.
rapport 51.
Kunsten j Handwerken en Fabrykénj CSommissie
aangesteld om rapport te doen op de geëxpi-
reerde prijs- en de conceptvragen , en verslag
van het Departement Deventer wegens de ver-
handeling van den Heer L. A. tan Meertbn. . 4, 5, 6.
^ Rapport 44 — 50.
L.
Landbouw i Commissie aangestdd om berigt te
doen op de geëxpireerde prijs- en de concept-
vragen en op den brief van den Praesident der
Maatschappij der bedijking en bebouwing der
Waard en Groetgronden in Noord-Holland. . 41.
rapport . 39—44.
Digitized by
Google
L. M. S9
bladz.
leden (Naaml^st der) 6.
leden Correspondenten (opgare van wdke Depar-
tementeo en) berigten lijn iogekomen 7, 8.
leden Correspondenten^ welke yeran deringen daar-
in zQn Toorgeyalleo g.
— (Benoeming yan). • • • 51.
leyden «ie Volks^Ofiderwys. 9 — 14.
sie Departementen • 14 — 19.
limmen «ie ...•*•.. 14 — 19.
locomotieven en Rijtuigen (brief om te onderzoe-
ken eene uitvinding om) te beletten buiten de
sporen te gaan: de incender zal'yenoeht worden
■lodel enx. in te «enden 39.
Kaanbn (tan) «ie Directeuren. ... 1, 36, 37, 51.
Maatschappij yan Wetenschappen (van de) te
Haarlem^ Programma. •••••••• 33.
— • van Weldadigheid (van de) Alge-
meene verslagen •••••• 25.
■ van landbouw (van de GMdersche)
Mededeeling en Handelingen • 33.
Meekrap (verbalen over het teelen van) op Zand-
gronden, uitgesteld 82.
Mma (van den Heer P.) Gedenkboek der Fees-
telijke Vereeniging van Oud-8tudenten der Va-
derlandsche Hoogescholen 26.
Meststoffen (Verh. om) te vensamelen ter «ij de
gelegd 30.
Middelburg «ie Volks- Onderwijs 9—14.
Ministerie van Binnenlandsche %aken (van het)
de Flora Batava en Description des Exposi'
tions industrielles et artistiques /aites en
Trance 26.
Digitized by
Google
60 M. N. O. P. R.
bladz.
Ministerie van Btnnenlandsche %<iAen (van het)
monsters aardappelen xaad enx. eo Slais. • • 34.
N.
Naamlijst der Leden door de Departementen in-
gezonden • 6»
NuMAN zie Directeuren. • * • . • • 1, 86, 37, 51.
O.
Onderwijs zie Volks-Onderwijs 9 — 41, 51.
Oud Blik (met oplossing van) geverwde goederen:
de inzender heeft aan de gestelde voorwaarden niet
voldaan. . • • 20.
Overijsselsche Vereeniging (van de) eenige door
haar uitgegeven stukjes 33, 34*
P.
Pas (D.) zie Directeuren. 51.
Patent Smeerkaarsen (monsters) ter zijde gelegd. 29.
Perziken zie Kersenboomen 29, 30.
Pita Vlas (voor de ingezonden monsters) den Heer
R. T. Biuron van Raders te bedanken enz. . . 27, 28.
Prijs- en Conceptvragen aan de Commissièn. . 4, 5.
Prijzen en Belooningenj die uitgedeeld zQn. . . 5.
R.
Raders (R. T. Raron van) besluit omtrent het door
hem ingezondene 27 , 28.
Rekening Commissie aangesteld en daaraan ook
de Regrooting voor 1847 4.
■■ ■ Rapport. . . • 37 — 39.
(Nadeelig saldo der Algemeene). ... 20.
Digitized by
Google
R. S. T. V. 61
bladz.
Ret7«der8 (de Hr. C) bekroond ; . 30.
RiEMSDTK (Fabbr tan) xie Directeuren • 1 , 36, 37 en 51.
Rotterdam zie Volks^Onderwijs 9 — 14.
8.
Schapen (aan een middel , ter wering van het schurft
der) thereuma genaamd^ kan geene belooning wor-
den toegekend • • • • 27*
(twee verh. over de riekte der) uitge-
steld 31.
Schouten (besluit omtrent den klerk J.). • • • 39.
Schutsluis (Aan het model van eene) kan geene
belooning worden toegekend 28.
Simons (Dr. 6.) zie Directeuren. ...... 51.
Stbiifoort (de Hr. H. L.) tot Lid-Core«pondent
benoemd. •* 51.
SwBREiN (aan den Hr. S. E.) eene praemie toege-
legd 35.
T.
Tabak (den Heer A. J. Debrs Toor de ingezonden
monsters) te bedanken * . 20.
Tbtsbian (Besluit omtrent het door den Hr. J. E.)
ingezondene. 20.
Trajijken zie Kunsten 4,6,6,44 — 50.
Tijdschrift ter bevordering van Nijverheid (Ver-
slag van het). ........... 9.
. V.
Verslag van de Departementen Groningen , Lim-
men, Leyden^ Assen ^ Deventer y Amsterdam. 14, 18.
Digitized by
Google
62 V. W. 2.
bladz.
Volks-Onderwijs in de Wis en Natuurkundige
Wetenschappen enx. en verslag daarvan uit de
berigten der Depart. Assen ^ Groningen j Haar'
lemj Leyden, Middelburg en Rotterdam. • • 9 — 14.
(ter voortzetting van het) ter be-
schikking van Directeuren gesteld / lOOO. • • 51.
Veengronden (Yerh* nopens het herstel en den
aangroei van) ter idjde gelegd • • 30.
Vtsscherijen zie Koophandel. . . . . . . . 5, 51.
YooRST (yA:s) zie Directeuren 1^36, 87.
■ zie Commissie tot het opmaken van
het Verslag enz 52«
Voorstel A om eene handleiding te doen vervaar-
digen tot het zamenstellen der drie verslagen ,
geen gevolg aan gegeven* •••••••• 21 — ^23*
^ B om de Secretarissen der Departemen-
ten na vijfjarigen dienst tot leden van verdiensten
te benoemen, geen gevolg aangegeven* • • • 24, 25*
Yribsb (de) zie Commissie tot het opmaken van
het verslag enz 52.
W.
WkLDTK VAN LiMMBN (Mr. M. H.) overledeu. . • 2,15.
Z.
Zeevaarten Visscheryen zie Koophandel. . . • 5, 5L
Zink (proeven van uit gegoten) vervaardigde orna-
menten, uitgesteld 31.
Digitized by
Google
Over%tgl van de Vorderingen der verschttlende
Takken van Nijverheid^ of Verslag van de
Technologische Wetenschappen gedurende
1843, 1844 en 1845.
door
Dr. S. BiiEacKRODK»
C. De stoommachine in hare toepajsino
BIJ DE SCHEEPVAART.
(Venrolg ran Deel X bladz. 525).
0. De Toor- en nadedea der Ulao» -^ en direct werkende machineii
«derlins Tergeleken, g^ .,,,,.., , . . ,.
UnmiddelIijkDanet invoeren der directe
werking bij de Gorgonmachines (1), is de strijd begonnen
over het voor- en nadeelige tusschen het oudere en nieuwere
stelsel. Het nieuwe had ten xijnen voordeele besparing van
ndmte en gewigt (2) , minder gelegenheid tot onstentenis
mt hoofde van de meer eenvoudige constructie , mindere
(1) De meest uilToerige beschrijving is te rinden in Appendue C
ran Triscoid.
(2) The Civ. Eng. a Arch J. 42. p. 5 , 157. Het mindere ge-
ftigt is niet oreral van hetzelfde belang, wanneer men b. t. dit door bal-
bit zoo als in oorlogschepen moet vermeerderen.
11
Digitized by
Google
158
trilling in het vaartuig , en minder gevaar wegens de be-
"weging van hef boomen en balansen , — en %oo aJs men 6e-
weerde: eene betere en meer oeconomtsche krachtsaau'
wending. Dit laatste punt is van alle kanten in overwe-
ging genomen , en men heeft de waarheid van hetzelve be-
streden , omdat bij eene korte zuigerslag en korte krnkstang,
de beweging niet geheel 'gelijkvormig zoude overgaan (1).
In de Gorgoumachine is de verhouding tusschen zuiger-
slag en kniklengte 1 : 3. S^ward is begonnen met dit
punt nader toe te lichten (2) , in eene vergadering van het
Instituut van Civil Engineers te Londen « en heeft aange-
toond 9 dat de kortheid der krukstang geen regtstreeksch
verlies van kracht kan geven , aangezien zij wel eene on-
geli}ke verdeeling der beweging geeft voor gelijke beo-
gen van den cirkel, die door de kruk wordt beschre-
ven, maar de beweegkracht blijft dezelfde (3). Ook de
totale wry ving zoude volgens S. niet verschillen , —
want ten eerste is de zuigerwrijving korter en ten andere
wordt de beweging der grootere balansmassa vermeden,
zoodat de meerdere wrijving ten gevolge van de korte
krukstang niet tot grooter nadeel kan uitvallen (4). Het
punt van vermeerderde wrijving, die tanen, wegens de
schuinsche werking van krukstang en kruk, als bezwaar
tegen de direct-werkende machines heeft aangenomen , i«
door WiLLiAM PoLE Verder onderzocht en in de vergade-
ring van deCiv. Engineers te Londen behandeld (5). Polk
_
(1) Zie mijne Teolnologie bl. 1016.
(2) On long and short sUroke Enginesj and long and short
cotmecting Kods* The Civ. Eng. J, a Arch. 41 p. 166. Mech. mag.
40. II. p. 156 , p. 417.
(3) D. Clark heeft dit nader aangetoond I. 1. p. 220. H. F. GUF-
rORD 1. I. 43. p. 307. Mech. mag, 43. II. p. 244, 266.
(4) L. 1. p. 308 en 344. Meoh. mag. 40. II. p. 199.
(6) The Ctv. Eng. a. Areh. J. 43. p. 170. The Mech. mag. 431 p.
342 en 356 ; 44 11. p. 71. Wiale»8 Quaterly papers on engineering
IV. 1844 p. IIÏ.
Digitized by
Google
159
«telt, dat, aannenmide de nrf^ting der bafams-machinet
= 1 dan wordt dk
▼an oseillerende werking =: + 1|1 Jftoe.
direct-werkende met scbni-
vende jukken (sliders) =r — 1,8 »
id. metgeleischijv. (rollen) é^ — 0,8 •
id« met paralel-motion tr: — 1,3 »
De Terschillen zijn das soo gering , dai hieruii geene ge-
volgirekking ten nadeele der direct werkende machinei
af ie ieiden is.
Terwijl men intusschen voortgegaan is met liet aanboo-
wea Tan yele stóomschepen , Tolgena liet eene df andere be-
ginsel van directe bewerking ^ en xelft bet Gonvemement
dexe wQze van constructie scheen te begunstigen ^ is de
stryd op nieuw in het voorgaande jaar met hevigheid ge-
roerd. GoRDON stond aan het hoofd der tegenstanders van
directwerkende machines (1)«
Niettegenstaande bet beslist was , dat de direct werkende
nachines voor de scheepvaart geschikter zijn dan de ba«
lansraachines , zocht Albxander Gordon in eene circulaire
de laatste ten nadeele der eerste te verheffen, en heeft
daarbg vooral de constructeurs der eerstgenoemde belas-
terd (2). Hy noemt zich agent van R. Napobr, die niet an-
ders dan balans-machines aflevert, omdat de directwerkende
niet zoo voordeeKg waren, als de theorie wel voorstelt Hif
heeft zelfs eene tabel te zamen gesteld ter vergelijking van
directwerkende roet balans^machines, ten opzigte van het
Terbruik van brandstof per uur en per paardekraeht en de
kosten van onderhoud, -—en de uitkomst scheen ten voor*
(1) The econamy of the marine Steam êngime , wiik suggest"
ient f ar its imfrotemeni^ and Notês ttpam vmieuê suhfêcts c(m^
nectcd witk steam. Bij Lïeuf. GOBDOS, 1815.
(2] Meelu Mag, 45. I. |>. 857. AlillMDiil GORnOF Memarandmn ds
to marine steam engines and steam ships 1. 1. p. 300.
. Digitized by
Google
160
deele der laatite. Maar een ongenoemde (Justus) heeft de
brochnre van Gordon in hare wesenlljke beginselen aan-
getast en getoond I dat zelfs de daadsaken in de gemelde
tafels opgenomen, niet geheel naar waarheid zijn voorge-
steld (1). Evenwel moeten wij aan Gordon het regt laten
wedervaren, dat hij de waarde van de door eenen onge-
noemden opgeworpene argumenten niet kan doen gelden of
wil onderzoeken, vóór dat derzelver antoriteit gestaafd is (2).
Wy zonden hier niet zoo lang stil gestaan zijn, ware de
zaak niet van zulk een hoog en algemeen belang , dat het
eene onpartydige beslissing vordert.
De invloe>l van eene korte of lange zuigerslag, hangt
terder af van de geheele inrigting der machine , en vooral
ook van de werking , die men van een voorwiel verwacht^t
kan , zooals men vooral in Amerika dadelijk heeft aange-
merkt , waar men scheepsmachines bouwt , niet alléén
met een zuigerslag van 12 vt. lengte (Stevens te Hobo-
ken nabg N. York) maar zelfs ook van 10—14 dm. (te
Boston) ; doch bleef men aan de lange zuigerslag uit den
aari der zaak de voorkeur geven (3). Ook bij de nieuwste
verbeteringen der directwerkende stoommachines, die wij
boven hebben vermeld , heeft men steeds op den voorgrond
gesteld, om gelegenheid te vinden tot het aanbrengen
van eene langere krokstang ; dit was het geval bij Boul-
TON en Watt , Maudsjlay en Field en andere. Daarbij
heeft men echter toch gewild dit te bereiken, zonder
het machineruim te vergrooten, en dientengevolge zgn de
ringvormige machines van Maudslat en Field , de Os-
cillerende machines en andere ontworpen.
(1) Meoh. Mag. 46. h p. 393. en 405.
(2) Mech. Mag. 45. I. p. 444. Ook de Redadie van bel Civ. Eng.
a. Arch. J. (43. p. 311) Ycrwcrpt niet len eenemale hel gcroelen Tan
GORDOH, maar rerlangt me^r naauwketirige inlichÜDgen.
(3) Mech. Mag. 40. II. p. 247. 437.
Digitized by
Google
wi
lis
I'S?
? g^
51?
I
2.
f-
o -ï § 69
s $
ris"
«il ?
Ba-
B ?" --
» S o e»
3 S e-S sS
2 s s 3 ^"^
■« V o
lil
S"^?
I I o
co 00 Oi »»•_
00
Sö^üi 5 3 s
P 8-
S '-v
C7«
feo co
•a H* ü, ü» M (
Digitized by
Google
163
ö-rMfSg- g-
0
9 .5^ S » ^ 2'
BS
(99
^|I Is
?
g?' ^
SS.
^05
Sr (ft ^
s • o s o
•*• CD •
^ 5 2
s.- g
D -
(»3
p-o** Sas
c^
e
%
CO
O
o ... -
^M
en
M
^ g 3 S »^
CD O
; . S-. I-I;
CD
O
^ 5-
4
CO
00
S
09
00
O
Om
5
B
S
^
en
^^
o •
G
'S '
Ê5.
g
cn
CD a S
S'
0^
9 • .
»o
CD ^^ C3I
09
42
® O C7I KO
sau B« ««0 lO ^^ ?T CO O
Mm
S-c
00
».ri o NA I lO O J^ N^
r S B
CO CD
s§
^.güio^ K© ^kö
lO
Digitized by
Google
163
Vergelijkt meo nu in de tweede plaats de machines on-
derling , dan bestaan er eigenlQk ses hoofd^onstractien ,
als:
L Gorgon'-engineê zoo als die het eerst ontWorpen zijn
door Seaward, en tot welke ook de latere constructien
▼an BouLTON en Watt (in de Virago) , Tan Miller en
Ravenhill , Fairbain en Co. kannen gebragt worden , die
alle met éénen cilinder werken.
2. Steeple engines Tan D. Naj^ier.
3. Be dubbele cilinder machines , van welke de grondt
vorm aan Maudslat ontleend , en door Pakkyn , Hick en
anderen nagevolgd is (bh 510).
4. De dubbele juk machiitea yan Burt of Fawcett.
5. De oscillatie machines.
6. De sünger-machine yan Ericsson.
Ten opzigte van de y(jf eerste klassen , heeft men de
voor* en nadeelen in den laatsten tyd in overweging gene-
nen en heeft men daarop de volgende beschouwing ge-
grond (1)
1. De Gorgok-Enoines ; afhebben eene krukstang , die de
kruk en zuiger te zamenkoppelt.
Er bestaan vele en gewigtige be-
zwaren tegen deze constructie,
als :
a. Eene korte %mgerslag. Zoodra de zuigerslag te kort
is, wordt de opvolging der slagen te snel y en de stoom kan
niet zijne gehede kracht aan den zuiger mededeelen. Zon-
der jaist, even als bij eene langere slag of in eenen lan-
gen cilinder eene expansie-werking te beoogen, is nog-
taas eene roiddelniatige grootte een vereischte voor den
geregelden en 'gelgkmatigen gang der kleppen en de stoom-
verdeeling.
(I) A treatise on the steam engtne btf the Artiaau club, P(.
XVUl Dee. I, 1845. The qiv. gng. a. Arth. J, 46 p. 38.
Digitized by
Google
164
6. Be wrijving. Hoe Wel de wrijving niet groeier « al-
thans even groot is als bij de balans-machines, bestaat
hier eene nadeelige werking door de ongelijke verdeeling
der wrijving. Immers de hoek , dien de kmkstang met
de krak maakt , verandert gedurende de rondgaande be«
weging» en deae verandering is ongelijk groot» soodatmen
moeijelijk het heet loepen kan voorkomen , wat eindelijk
vermeerdering van wrijving ten gevolge heeft.
c. Een groot scheprad. Omdat de as hoog moet liggen;
ten einde ruimte voorden zuigerslag te winnen, wordt ook
de verdeeling van het scheprad grooter dan noodig is ; het
gevolg hiervan is « dat de omvang of liever de schepbor-
den snel omwentelen , en een gedeelte d^r bewegende kracht
doen verloren gaan. Want overal , waar het verschil tas-
schen de snelheid van het scheprad en die van het schip
te groot is , bestaat verlies aan kracht , daar het water
achter het wiel wordt weggeduwd , in plaats van het sehip
voort te stuwen. Dit bezwaar schijnt van zooveel belang
te zijn, dat het reeds alléén voldoende ware, om de Gror-
gon-machines , even als alle andere wier as hoog gelegen
en zuigerslag kort is , te verwerpen.
2. Steeple Engjnes; zij bevatten de constructie van Da-
TiD Napier , die voor de riviervaart
vele voordeelen door beknoptheid
en vermogen opleveren, en daardoor
veel in gebruik zijn gekomen.
Als bezwaar noemt men evenwel
a. Be plaatsing van een groot gedeelte der machinerie
boven de as.
Yooial is dit in zeeschepen nog na-
deeliger.
b. Be beweging van de luchipontp en sloomzuiger %{jn
in een slag verbonden.
Door te snelle beweging moeten de
luchtpompkleppen veel lijden ^ iets.^
Digitized by
Google
163
dat alléén door het ioToeren van de
equilibrium klep der Cornwallische
machiDes zoude te Terhelpen zijn.
3. Dfi DUBBfXB CILINDIR-MACHINES (Bouble Cilinder En-
gtnes).
Deze constructie ah afkomstig van
Maudslat is bekend , doordien elke
machine twee cilinders heeft.
De bezwaren die hierntt voortvloei»
jen zijn duidelijk
o. Dubbele lekkaadje, dubbele wrijving, dubbele warm-
te-uitstraling, terwijl het groote doel van ruimtebespa-
ring niet geheel bereikt wordt*
6. Daarbij komt de kleinere Condensor, die niet zeer diep
kan gemaakt worden en dos zonde de luchtpomp gedu-
renée de beweging des schips soms ledig kunnen gaan.
4. De DOUBLÉ CROSS HEAD ENGiNES {Dubbele Jukmachtties).
o. Bü&t's Constructie met éène dubbelwerkende luchtpomp»
Men bad bezwaar gevonden tegen deze luchtpomp , om-
dat de lucht tracht zich onder den zuiger te Verzame-
melen ; maar men is. dit tegengegaan ^ doordien het lig- '
chaam van den zuiger zoo gemaakt is » dat hQ de uit-
gaande q^ening voorbij komt en dus de lucht met het
water kan uitdrijven.
h. Ten tweede moet men zorg dragen, dat geen koolen-
klein of andere vreemde ligchamen in de pomp dringen ^
en dat dus geen water door de lenspomp in den bene-
den-eondensor gepompt worde.
B. Fawcett's constructie heeft twee
Inchtpompen , werkende door eene
onafhankelijke bell-kruk, in ver-
binding met de kruk van eene tus-
schenas. Het benedenjuk heefï deir
vorm van een kruis, van welks uit-
einde stangen komeu, die door een
Digitized by
Google
166
een jukstang zijn verbonden en aan
weerskanten Tan den cilinder tus-
schengeleilijsten werken, en den ci-
linder eenen meer onwrikbaren stand
geven.
Later heeft Fawcett zijne constractie meer aan die van
BuRT gelijkvormig gemaakt, coodat het verschil tosschen
beiden gering is. Het is deze constructie die men voor
de beste van de%e geheele kicisse wil houden.
5. Oscillatie-machines.
a. Het grootste bezwaar zonde zijn , dat cilinder en stop-
bus trachten ovaal (of op zQn minst aldns in den begin-
ne) uitslijten , ten gevolge van de eigene beweging des
cilinders. Evenwel is de nitslQting zoo gering , dat ze
dikwijls niet in de practjyk opgemerict wordt, en zelfs
d&&r, w&&r ze na verloop van een jaar is gezien, was
zij niet grooter dan in de cilinders naar het side-lever-
plan. En dit laatste is niet te verwonderen, omdat de
parallele-beweging noodzakelijk eveneens eene z^deling-
sche drukking moet voortbrengen.
Overigens maakt men uit voorzorg de stopbas niet
zeer diep, bekleedt dezelve met geel koper (brass) en
maakt de zuiger van zeer hard staal, waarvan het ge-
volg is , dat men de machine jar«i lang kan gebroiken
zonder de minste ontstentenis.
6. Men heeft gemeend een bezwaar te vinden in de bewe-
ging van den cilinder zelf, vooral bij onstuimige zee.
Maar de geringe beweging van een zwaar ligchaam zoo
als dat van den cilinder, afhankelijk alléén van den
gang de» stoomzuigers , kan niet meer moeyelijkheid
opleveren als de beweging van de balans in de balans-
machines of van elke andere massa.
c. Als derde bezwaar beeft men genoemd het bogtige ver-
loop der afvoerende stoomopeningen , terwijl deze in de
gewone machines kort en regt zijn. Evenwel ziet men
Digitized by
Google
hQ ondenrindiAg 9 geene nadeelige gevolgen bieruit voorts
komen.
d. BQ alle andere nog minder belangrQke beswaren beeft
men gevoegd de aanmerking , dat de oscillerende ma-
chine wel gescbikt is voor kleine en niet voor groote
schepen. Doch in bet stoomscbip: BlaeA Eagle beeft
men reeds met goed gevolg een cilinder van 62 dm.
w^dte gebruikt; er is das geene reden te vinden, wes-
halve niet nog grootere cilinders soaden te gebruiken zijn.
Men %%et dus , €UU bij het uUeenloopen der gevoelene y we^
gefts de voorkeur €ian de eene construeH^ boven de ande^
re ie geven , allee nog afhangt van hetgene de ondervin'-
ding in tateren tijd zal leeren. Wy moeten dus soo wel
voc» de Zee- als Riviervaart het oog gevestigd boaden op
Engeland en Noord-America. Engeland is vooral in staat,
om alle andere Staten voor te liobten, wanneer men be-
denkt, dat betselve selfs in dit jaar eene vloot, enkel ait
stoomscbepen beeft te zamengesteld , ten einde met deze
onder anderen ook de zee-manoeavres overeenkomstig dit
nieawe vervoerstelsel te vestigen. Het smaldeel bestaat
uit de
Terrthle Tan 1847 ton
, SOOpd.
druk
k. oonstr. MiüDSiiT et FiEin.
ntttribution » 1641 »
800 7>
s>
idem.
Avenger » 1444 »
650 I»
9
idem.
480 ]»
»
Saupêot^ (fregat) 9 »
450 »
3>
G. IT J. RSKNU.
Ardent (sloep) » »
200 D
2>
idem.
KMtUr D 800 :»
200 »
]»
MlUDSIATetFlILD.
Soomge » 1124 »
200 »
»
idem.
Bloei Eagle i» 495 d
260 »
»
PiNN a. Co.
Daarenboven beeA het Engelscbe Goavernement aan alle
Commandanten van oorlogstoomschepen bet model van tabel-
len toegezonden, om daarin te vermelden den staat en bet
vermogen van een. vaartuig, de snelheid van hetzelve in
stil en onstuimig water, gewigt van machine en ketel >
Digitized by
Google
168
lengte van zuigerslag , verbraik van brandstof ens. (1). De
Btoomschepen , die, voor het Britsche Gonvemeraent) door
verschillende firma's met maehines zjyn of nog worden voor-
sten, zijn de volgende (2):
lo. Seaward a. CAPfX 3320 pdkr. Avenger 650 Sidon
600; Termagant 620; 2 fVacAiseAepen van 600;
Desperaie 400; Torch. 150.
2o« Maudslat a. FifiLD 3070 pdkr. Terribf^SOO; 2 Wacht-
schepen yan 450; JVtger 400; Cfmflid 400; Medea
350 ; Orappler 220.
3o« BouLTON a WATT 2440 pdlcr. Vulcan 700; Cenitmr
640; Trtdent 350; 2 Wachiechepen van 360; Myr-
midon 150.
4o. Fairbain a Co. 1636 pdkr. Dragon 560 ; 0<&'» 556 ;
Megaera 520.
60. Mii.LER a Ravenhiu. 1598 pdkr. Gladiator 430;
Amphïon 300; Triton 264, Rifleman 202, ^Aa//?-
s hooier 202 , Jfzror 100 , 7eafter 100.
6o. Renme a Co. 1460 pdkr. BuUdog 500; 2 ffocA^-
schepen 350, Oberon 260.
7o. Penn a Co- 1440 pdkr. Sphynx 500; Encounier
360 Antelope 260; J^afy^y 200; Garland 120.
8o. Napier a Co. 1360 pdkr. Scinoom 780 ; Dauntless
580.
9o. FoRESTER a Co. 556 pdkr. Btrhenhead.
lOo. RiGBT a Co. 515. pdkr. /«ry.
11 o. ScoTT a Sinclair 510 pdkr. Pegasus.
I2o. Fawcett a Co. 350 pdkr. Injlexible.
13o. RoBiNsoN a Co. 220 pdkr. Janus (Dundonalct).
Te zamen 46 schepen van 18475 paardekrachten.
Wij vertrouwen geen onnut werk verrigt te hebben ,
door «hier uitvoerig over de scheepsmachiiies te hebbea
(1) Mech, Mog. 46. f. p. 176.
(2) Mech. Mag. 46. f. p. 92.
Digitized by
Google
169
gehandeld. Wij hebben wel is waar Engeland's «toom-
narine op den yoargrond gesteld , en zij verdient het met
ToUe regt. Het beeft zelfs niet in Frankrijlc willen ge-
lokken, om Groot-Brittanje op zijde te streven* — In het
laatste jaar heeft Frankr^k onderscheidene stoomschepeii
Teloren , als de Serpent y de Sphinx , de Groenlandj de
Papin etc*
Bij de gelegenheid; dat de Moniteur Industriële dit
laatste berigt mededeelt , doet hij opmerken , dat de Pa^
pin Engekche machines bezat , maar verongelnkt is door-
dien hij stoomketels uit de Fransche fabrQk te Indret had
ontvangen. — * En dit is niet het eerste voorbond van die
fabrgk , aangezien de machines van het koninklijke Stoom-*
jagt Compte (PEu eveneens slecht uitgevallen zQn (1).
Dit zelfde kan ook blyken uit de inspanning, waarmede
het Fransche Gouvernement het binnenlands maken van
stoommachines beeft willen bevorderen*
Niettegenstaande dit alles , denke men niet , dat in Enge-
land alles even goed gelukt , en dat in het land der practijk
alles even volmaakt is* Het spreekwoord is: niet alles,
wat blinkt, is goud. Dit wordt het meest duidelijk, door
de geschiedenis van het gebruik der stoomexpaosie b^ de
marine-stoommachines, waarmede men eerst sedert vier
jaren is begonnen, nadat men reeds eenenzestig jaren
met het voordeelige van deze wijze van stoom-aanwen-
ding bekend was. Men leze daaromtrent de vertoogen
van den Scheepsconunandant Hoseason aan de Engekche
Admiraliteit (2) , waaruit bijizonder blijkt de gebreldd-
(1) Meclu Mag. 40. p. 96.
(2) Tot beloooiog toot detzelft bemoeijingen om bet Toordeelig ge-
bruik Tan de Jtoomexpansie bij de marine in (c roeren, it bij bui-
tengewoM berorderd geworden. Mech, Mag. 45. J. p. 406. Mech.
Mag. 45. If. p. 262, 282, 292, 329, 355, 418, 444. Wire draum
(Capit Otwat , Mech. Mag. 45. f I. p. 284.) acbijnt de icbeept-bena >
ming (e zijn ran itoom , die met Yolle drukking \rerkt.
Digitized by
Google
ITO
ze kenniit '^® i^bUh nog bij de Engelsclie marine héeracht
ten opcigte van het hestoren van stoommachines , niette-
genstaande deselve met den expansie-toestel waren voor-
sien. (»/^ tnusi be confessed^ kotaever^ thai ihere is
^still a lamentabh degree of tgnorancsj prevailinff
^among Royal Navy men on the euhjed j* leest men
t. a. p. geschreven uit Plymoath 11 Sept. 1845).
De Greai Britmn^ de mammath der Engelsche stoom-
schepen , levert ons een tweede voorbeeld. Op zijn vierde
reis is de schroef besweken 9 en nu leest men in een be-
rigt van Maart 1846, dat hij eene algehede bemieawing
moet ondergaan {^entire reconsiruciton**) (1). wHow ske
> should have been able , leest men daar , misengined and
»tneMcient <is shetuas, to makeeven tree haJÜngvoya^
3 ges she did , is a marvel. Verily , it must have been
» of God^s mercy that she did not share the fate of the
%imfortunaie P resident y
Noord-Amerika streeft Engeland op eene waardige wij-
ze ter zijde, zoowel in het bouwen van rivier- als van zee-
booten. Reusachtige gevaarten worden daar met de groot-
ste snelheid in beweging gesteld , zoodanig zelfs , dat 15
booten nagenoeg eene mijl (5225) vt. lengte hébben. De
George Washington is 340 vt. lang (2). Beroemd is zelfii
in Engeland de Massachuset geworden , dat eigenlyk een
zeilschip is , en den stoom slechts te hulp neemt b|j slappen
wind (3). Even zoo heeft men daar veel opspraak ge-
maakt van de Marmora (4), gebouwd voor het Turk-
sche Gouvernement , met eene machine van 155 pdkr. naar
eene nieuwe constructie, die in zQn geheel slechts 1«
vierk. vt. inneemt. Bij al deze schepen , en eene menigte
andere wordt Ericssons schroef gebruikt.
(1) Mech. Mag. 45. II. p. 302 , 308, 319; 46. I. p. 192.
(2) Jüech. Mag. 46. I. p. 188.
(3) Meck. Mag. 45. II. p. 255 en 257.
(4) Mech. Mag. 46. 11. p. 240.
Digitized by
Google
171
Wij zouden oobiUijk handelen , indien wij ook niet den
Hollandschen bouw , vooral van rivier-booten noemden ,
daar deze toch , blijkens de berigten der dagbladen , overal
met goed gevolg in concurrentie kannen treden met con-
Btructiën van andere landen.
8. 0?er bijzondere deeleo der madiiiie. a. Het Engelscbe
Gouvernement be-
paalt in deszelfs contract het gebruik van meialen %ui'
gers in den stoomcilinder. De meest gebruikel(fke cod-
stroctien van dien aard zijn reeds vroeger door ona aan-
gewezen in dit Tijdschrift DL p. 575—580.
ó. De luchtpomp^ met zuiger en stang moet geheel uit ka-
non- of mauts-metaal (?) worden gemaakt, of met dit metaal
bekleed, indien ze uit geslagm (jzer zQn vervaardigd (1).
Al de andere buizen, kleppen en kranen der machine
dienen uit hetzelfde metaal gemaakt te zQtu
c. Hoogst gewigtig is het voorschrift, dat de voedings»
pomp door eene afzonderlyke kleinere stoommachine moet
kunnen gedreven worden, en vooral indien er tubulaire
ketels gebruikt worden. Dit is vooral het eerste voorbe-
hoedmiddel tegen gevaarlijke explosies door watergebrek ,
waaraan de scheepsketels buitengewoon blootgesteld zQn,
(dit Tijdschrift X. p. 44).
d. Het centrum der hoofdas wordt in machines der
eerste klasse bij het gebruik van schepraderen gesteld op
8| vt. en I^ machines van de tweede klasse op S|- vt.
boven de waterlijn.
e. De koolhokken (behoorende tot het machineruim en
onder het gewigt der machinerie) , moeten bij schepen der
eerste klasse op zQn minst 400 ton en bQ die der tweede
(1) Zie oTer de kleppen TKê Civ, Eng, a. Arck. J. 48. p. 405.
p. 226 en p. 287. Over de condensatie Tolgens Hau, en SnUFOTOlfs
stekel (Datu) Napub). Zie ereneens Tke Civ, Eng. th Jrch. /. 42.
p. 289.
Digitized by
Google
172
klasse 350 ton bevatten. Daarenboven moeten deze met
doorloopende togtboisen worden voorzien (zie dit Tjfef**
schrift X. p. 83) en op 13 dm. vrije tasschenraimte van
den ketel geplaatst zijn»
Kapit. Carepntër (1) , brengt onderscheidene buizen uit
geslagen ijzer in de koolhokl^n» beginnende eenige dnimen
boven den bodem , en eindigede bovendeks ; deze zijn van
6 dm. wijdte 9 en :|- dm. dikte. Bij gevaar van ontbran-
ding zal men rook nit dezelve zien opstijgen » en kan
men door het ingieten van water alle luchtcircnlatie voort-
komen en dus de brand uitdoven.
ĥ Elke ketel en stoomcilinder moet afzonderlijk kan-
nen werken.
g. Het water moet ingeval van lekkaadje nit het scheeps-
hol in den condensor gepompt kunnen worden. Verder
moet eene handpomp aanwezig zijn , die ook door de ma-
chine zoude kunnen bewogen worden , om water in en uit
den ketel voeren , over boord te pompen enz.
A. De spuibuis moet bij machines der eerste klasse 4
dm. en bij die der tweede klasse 3^ der middellijn en \ dm.
dik zijn (2).
De waterontlasiingS'kleppen in den top en bodem des
cilinders moeten in metalen kasten ingesloten zijn, opdat
■iemand aan ongemak zij blootgesteld tijdens derzelver
werking.
■ De stortpijp moet met een opsluitingsklep aan den kant
van den ketel en met ëene stopklep aan den kant van de
scheepswand voorzien zijn , opdat niet bij ontstentenis wa-
ter in het scheepsruim dringe.
I. Van bijzonder belang heeft het Gouvernement gere-
kend te zijn de bekleeding van stoomketel, stoompypen
(1) MoniL Industr. DlHGLER's Journal XCVIH. p. 215.
(2) Orer de pijpen enz. Zie The Civ, Eng. a. Arch, /. 42. p.
368.
Digitized by
Google
173
en sioomcilinder i tegen de uitstraling van warmte. Ue
▼oorschriften , hiertoe gegeven , zijn reedg vroeger roede-
deeld (zie dit Tijdschrift IX. p. 583). Alleenlijk voegen
wij er nog bij ^ dat de viltbekleeding van den ketel aan
alle kanten 10 dm. van den schoorsteenbuis moet verwij-
derd blijven ; in deze vrije ruimte wordt een steenen
kraag in cement gelegd en vervolgens met blad lood ge-
dekt, nadat het door een verband van ijzeren hoepels is
ingesloten.
Vroeger werd slechts eene eenvoudige lood-bekleeding
gebruikt. Bij ^ duim dikte of met het zoogenaamde 4 ponds
lood, verkreeg men reeds eene besparing van brandstof
ten bedrage van 7 perc. (1).
9. De Breinpomp. t. Er moet eene breinporap met refrige*
rator of eenige andere inrigting , tot het-
zelfde doel leidende I gebruikt worden« (Zie Ait Tijdschrift
X. blz- 53).
Tot nu toe waren er drie handelwijzen in gebruik (2) :
•m het geconcentreerde zout-water uit den ketel te ver-
wijderen.
1) De meest gebrnikelyke aanwending van het spuijen
{hlowing off iyl hlowing down) door eene pijp en kraan»
geplaatst nabij den bodem van den ketel (zie sub A). —
Deze handelwijze heeft veel verlies van warmte ten ge-
volge en wordt dikwijls veronachtzaamd.
2) De Breinpomp met refrigerator en verder toestel
van pijpen en kranen zoo als door Maudslat en Fields
is uitgevoerd ; — deze inrigting geeft vooral bezwaar door
bare zamenstelling , omdat elke ketel eenen afzonderlijken
toestel moet hebben , en daardoor ligt eene ongelijkmatige
stoomdrnkking en waterverdeeling voortbrengt, indien
men niet bijzonder oplettend is.
(t) Mech. Mag. 42. I. p. 144.
(2) Civ. Eng, a. Arch. J. 44. p. 409.
12
Digitized by
Google
174
3) Het uitblazen van de brein door stoomdruktung al-
4één. Hiertoe bestaat eene eenvondige inrigting in het
bij afwisseling doen openen Tan eene klep yan den ketel,
door middel van eenen baak of hefboom , die aan de hoofd-
as is bevestigd , zoodanig , dat gedurende elke zuigerslag
eene zekere hoeveelheid brein zal ontlast worden, wel-
ke men door eene schroef kan regelen. Het eenigste be-
zwaar tegen deze inrigting bestaat daarin , dat de machine
zoude kunnen gestopt worden, tijdens de klep open is,
waardoor dan de ketel aan het gevaar wordt blootgesteld
van ledig te loopen. Ware dit laatste te voorkomen , dan
zoude men op deze wijze het doel het best kunnen be-
reiken.
10. De Brciometcr of Salinomcler ran RcssiL. J- ScOTT RüSSEL ,
heeft voor den sa-
linometer de zilveren medaille ontvangen van de Konink-
lijke Schotsche Maatschappij van Kunsten (1). Fig. 20.
De nuttigheid van eene zoodanige verbeterde inrigting is
genoegzaam duidelijk, vooral daar men tot nu toe min
volmaakte middelen heeft aangewend , als 1) den %ooge'
naamden indicator^ bestaande in een' kogel van zoodanige
specif. zwaarte, dat dezelve eerst begint te drijven, wan-
neer het brein eene bepaalde concentratie heeft aangeno-
men ; de kogel binnen den ketel gesloten werkt naar de
wijze van een' gewonen vlotter op eene index buiten
den ketel, of 2) het plaatsen van eenen hydrometer in
de waterpeilbnis des ketels , welks reizen en dalen den
graad van concentratie zoude aanwijzen , doch uit den
aard der zaak zulks niet naauwkeurig doen kan. Meer-
dere naauwkenrigheid heeft dus RusssiJi getracht te ver-
krijgen door den afgebeelden toestel, die hoofdzakelQk
(1) Meeh, ifa^. 44. I. p. 33 ; 7%e Civ, Eng, o. Arcl. J. 44. p. 7
The Edinb. Joum. April 43. p. 228. DliCCiiR'S Journal , LXXXiX.
p. 269. Polyt, Centralbl II. p. 52.
Digitized by
Google
175
daarop berust » dat in de armen van eene U vormige buis
tweederlei vloeis toifen , b. v. water en kwik gegoten zijn-
de, deze zich op eene verschillende hoogte in het hy-
drostatisch evenwigt plaatsen , zoodanig dat b« v. de ko-
lom water 13 dm. is tegen 1 dm. kwik; eene kolom zoetwa-
ter 41 dm* tegen 40 zootwater enz. Neemt men ' nu ge-
woon zeewater 9 dat ^ vaste bestanddeelen heeft, als
standaard vocht van éénen graad aan, dan zal het water, dat
op de helft uitgedampt is 2 graden toonen , en dus eene
kolom van 42 dm. balanceren , en op deze wijze kan men
elke duim hoogte als een graad van concentratie bestem-
pelen.
De toestel brine^gauge bestaat nu eenvoudig in twee peil-
glazen, in plaats, dat men anders er één gebruikt; het
eene peilglas wordt door eene koperen pijp in gemeenschap
gesteld met het voedingswater en de andere met het be-
nedenste gedeelte van den ketel, en het verschil in stand
toont den graad van concentratie. Men kan bij onder-
vinding bepalen den graad, waarbij het spuljen dient te
geschieden, welke meestal 3 is.
A B zijn de peilglazen, C is de gemeenschapshuis van
een der peilglazen met het binnenste van den ketel nabij
den bodem; £ is eene gemeenschapshuis tusschen de bo-
veneinden van beide peilglazen binnen den ketel; F, 6
zgn kranen , met behulp van welke de peilglazen van het
inwendige der ketels worden afgesloten en in gemeenschap
gesteld met de buis H komende van de voedingspomp , I
is eene kraan om de gemeenschap der buis £ met de
buis K te regelen, welke laatste in het ruim des schips
eindigt.
Om den toestel in werking te brengen, worden de drie
kranen in dezen stand geplaatst ^ waardoor de brein in
de bois A opklimt en door K in het scheepsruim zich
ontlast tot zoolang, dat deze buis zioh genoegzaam roet
helder vocht heeft gevuld. Men diraait dan de kraan
Digitized by
Google
176
«m ^ en B cal eveneens met brein gevuld worden. Na
brengt men de bovenste kraan op hare plaats + .^ en
draait eene der benedenste horizontaal, waardoor d^ ge-
meenschap van de voedingspomp wordt geopend met een
der buizen binnen den ketel; men verkrijgt dus twee
kolommen , doch van eene verschillende specifieke zwaarte
in de communicerende buizen, en dus zal het verschil van
den stand in beide peilglazen den graad van saturatie der
brein aantoonen. Mogt er een der peilglazen gebroken
zijn, dan stelle men de kranen in deze positie lij. en er
zal geen vocht uit den ketel geraken.
8. Het meten ran het vermogen der scbeepnuaohines. CoiXADON (1)
heeft, om het
vermogen der scheepsmachines te kunnen meten , zamenge-
steld een instrument onder den naam van balance dynamo-
Tnetrique des forces hori%ontales , dienende hoofdzake-
lijk om te bepalen de nuttige werking, die aan de
schepraderen in het horizontale vlak wordt medegedeeld.
Ten gevolge van de verkregeno goede uitkomsten is eene
zoodanige machine door de Engelsche Admiraliteit in het
dok te Woolwtch in gebruik gesteld.
Er heerscht groote verwarring in het bepalen van het nond-
naJe en effective vermogen eener stoommachine; de machi-
nes worden verkocht en gebouwd naar bet zoogenaamde
nominale vermogen^ en aldus de waarde per paardekracht
berekend.
Het nominale vermogen leidt men af van de cilinder-
middellijn en de lengte van den zuigerslag, maar hetzelve is
niet bepaald omschreven en ieder machine-constructeur
volgt zijne eigene (practische) regels. De bepaling derhalve
(1) BMetin d*Enoourag. 42 p. 90. DniGLiR's Jowmal XCV p. S^
Lê Technolopste 45 p. 231. Comptes Rendus 14 p. 1029. Poijft
€entralblatt 45 p. 212.'
Digitized by
Google
177
wisselt met elke soort van wijsigiog der constractie (1).
Het effective j(actual) vermogen kan men alléén door den
indicator vinden. Geen wonder dus, dat men nog meer
onkundig is in de bepaling der kracht, welke nuttig tot het
voortstuwen van het schip wordt gebruikt In 1843 heeft
CoLLADON aan het Fransche Instituut te Parijs eene ver«-
handeling aangeboden (2) ter bepaling van den arbeid van
Bcheepsmachines en van den tegenstand dier schepen , naar
aanleiding van proefnemingen genomen met meerdere kleine
en groote (56 pdkr.) booten. C. stelt dat de dwaling, voort-
spruitende uit de stelling: dat de tegenstand des waters
steeds tang en ttaal op het scheprad werkt , slechts 3» 'o
van de ware grootte van dien tegenstand kan bedragen. De
proefneming werd gedaan; door de boot door een' kabel
met een vast pnnt te verbinden, en in plaats dat dezelve
door de werking der machine en raderen zich kon voortbewe-
gen, verkreeg men eene spanning in den kabel, even groot
als de voortstnwingskracht van het wiel, welke door een
véer-dynamometer kon worden gemeten, en die, vermenig-
vuldigd zi}nde met de snelheid van ronddraaljing der schep-
raderen, gaf de grootte der nuttige werking van de machine.
Voor zooverre echter de tegenstand van de beweging der
sehepradsborden minder is, wanneer het schip zelf in be-
weging is, zocht CoLLADON eveneens, bij proefneming, dien
(l)2B0ülT0li lir Watt bebben bij ondenriodio^ het nomdnale vermo-
gen afgeleid uit de formule
(Pa— 4D)V
2Ö5ÖÏ ajode D de middelKjo de« cilindert in E. dm.
V de halme snelheid des stoomzuigers
in E. Yt per minuut
y is erenwel niet constant, daar de zuigerslag rcrandert met het ka-
fiber Tan den cilinder. Zelfs geldt deze formule niet meer, wanneer de-
zelfde Constructeurs eene andere bouworde volgen.
(2) Comptes Renduê T. XV p. 800—893. Poltfi CentralblaH I
p. 444.
Digitized by
Google
178
tegenstand voor het stilstaande schip (tijdens de proefneming)
te verminderen, door de borden tot eene mindere diepte
ie laten indompelen. Het is duidelijk 9 dat wanneer eene
stoomboot, door stil water wordt gedreven, de tegenstand,
die op de schepborden werkt, afhangt van het verschil
tusschen de snelheid van den omvang des scheprads en die
van het schip zelf. Wanneer nu de omvangssnelheid de-
zelfde blijft, dan groeit de tegenstand in dezelfde verhou-
ding, waarin het schip langzamer voortgaat. Indien dus
een schip door een kabel in deszelfs beweging wordt be-
lemmerd, en er evenveel steenkooj verbrand wordt in
denzelfden tyd, als tijdens de vaart b^) dezelfde stoom-
vorming, ^an zullen desniettegenstaande de raderen lang-
zamer rondgaan. De hoegrootheid der kracht, of het pro-
duct der snelheid met den tegenstand van den kabel, zal
aanmerkelijk verschillen naar de hoegrootheid van beweeg-
kracht* welke werkelijk tijdens de vaart plaats vindt,
aangezien, bij dezelfde stoomvorming, de boegrootheid in
beweegkracht met de snelheid van de zuigerslag veran-
dert. CoLLADON gaat dus bij zijne proefnemingen op de
volgende wijze te werk: wanneer de boot vast ligt en
de machine in werking is, wordt de indompelingshoogte
zooveel vermindert , totdat de machine even veel omwente-
lingen in de minuut maakt als tijdens de vrije vaart. In
dit geval dus kan de tegenstand van den kabel gelijk ge-
steld worden met de werkelijke horizontale voortstuwings-
kracht. C. vond door proeven, dat het middelpunt van
botsing, welks snelheid in rekening gekragt moet wor-
den op 0,31 der indompelingshoogte is gelegen (1).
Op deze beginselen en als vervolg van deze onderzoe-
kingen strekken de latere werkzaamheden van Colladon,
welker belangrijkheid ook de Engelsche Admiraliteit, zoo
als gezegd is, erkend heeft. Volgens de eigene woorden
(1) Compies Rendas T. \VJ p. 101. Poli/t Centralhl \ p. 414.
Digitized by
Google
179
van C. beataat de toestel uit eeo stelsel faefboomen, die
de horizontale trekkracht van den kabel zuiver aan eenen
appareil tndieaieur overbrengen, zonder dat het gewigt
van den kabel en de hoek van helling des kabels van
eenigen invloed op de aanwijzing wordt. Men kan zelfs
aanzienlijke gewigten aan den kabel hangen , denzelven lan«
ger of korter maken , de waterstand kan veranderen , en
nogtans zal de aanwijzing dezelfde blijven, zoolang de
beweegkracht niet verandert. Wij willen de verdere be-
schrijving achterwege laten in de hoop, dat wij later zulks
met behnlp van de noodige teekeningen zullen kunnen uit-
voeren. Wij voegen er slechts bij dat de toestel geplaatst
mrordt op eene kolom van gesmeed ijzer hebbende 3,5 palm
middellijn; de kolom is op eenigen afstand van het dok
door eene hechte fondering onwrikbaar bevestigd. Op de
kolom rust eene borizontaal-draayende schijf; ,en op deze
is de meet-toestel geplaatst, bestaande uit eenen hefboom
(balance & force horizontale) die regthoekig gebogen is.
Aan den langsten horizontalen arm hangt eene schaal met ge-
wigten , aan den korteren verticalen is de kabel , evenwel niet
onmiddellijk, verbonden. De kabel werkt namelijk op
eene haak 9 hangende in het middelpunt van een horizon-
taal raam, dat verbonden is met den verticalen hef booms-
arm. Dit raam wordt aan deszelfs vier hoeken gedragen
door vier verticale stangen, voorzien met balans-messen
(suspensions k conteaux) ; dezelve loopen langs de hoeken
van het raam en hangen aan twee montants of potences
uit gegoten ijzer, dié aan de horizontale schijf zijn beves-
tigd. Deze geheel-beweegbare stangen balanceren dan het
gewigt en de helling van den kabel, zoodat er geene an-
dere werking overblijft dan de horizontale trekkracht, welke
men door de gewigten op den anderen hefboomsarm meet.
9. Het melen van de snelheid der stoomschepen. Men is algemeen
van gevoelen dat.
het log een hoogst onnaauwkeurig middel oplevert tot het
Digitized by
Google
180
meten van de inelheid der stoomschepen ^ en dat das de
opgaven bij vergelijkende proefnemingen niet steeds even
goed zijn te vertrouwen. Van daar dat men op andere
middelen is indachtig geworden. Soott Russel heeft in
1842 bij de British Association (1) voorgesteld ecne in-
dex tot het meten van de snelheid van een stoomschip,
bestaande in eene buis, die door de boeg van het schip
over den bodem loopt tot aan het swaartepunt van het-
zelve, en aldaar in eene verticale glazen buis eindigt.
Aan deze buis bevindt zich eene beweegbare schaal , welks
o-punt geplaatst wordt bij den stand des waters in de buis,
wanneer het schip in rust is; tijdens de beweging zal nu
het water in de buis klimmen. Bij proefneming wordt
de snelheid des schips bepaald voor elke rijzing des wa-
ters. — Het is evenwel duidelijk, dat ook dit middel hoogst
gebrekkig is bij het vergelijken van verschillende schepen
onderling, wegens derzelver verschillende afmetingen, de
schommelingen van het schip, bet opvullen met slijk enz.
Van een geheel anderen aard is het log van Biram (2).
Hetzelve bestaat uit een rad , dat verticaal onder water is
geplaatst en onwankelbaar aan eene ijzeren stang hangt.
Dit rad is gemaakt uit waaijervormige plaatjes, naar de
wijze van de ventilators (vashistas), die men in de glas-
ramen plaatst. Deszelfs beweging wordt door eene schroef
zonder einde en stang overgebragt op eenen wijzer over
een quadraat loopende, welke op het dek is geplaatst.
EngeUcbe mijl. Ten slotte voegen wij hier bij , dat de
nauticalmile der Engelschen gerekend wordt
te zijn -^j^ van eenen graad, deze is dus even als de fran-
sche mijl = 1852 el (=6084E. vt.) ; dezelve wordt door-
gaans genoemd knot^ knoop (nodus) en wordt dan in
tiende-deelen verdeeld. De êtaiuie miie of alléén mile is
slechts 1609 el.
(t) The Ctr. Eng. a. Arch, J. 42 p. 276.
(2) Mech. Mag. 45 IT. p. 216.
Digitized by
Google
181
II. Hët Voortstuwingstuig.
U Toortstuwingstuig (propeller, motear) bestemd om
het schip door de stoomkracht voort te stawen , bestaat in
a Het scheprad {paddie w heel 9 side propeller ^ Aoue
d aubes).
a verticaal
jj hori%oni€ial (godilles Fr.) (1).
b De schroef (screw , submarine , siem^propeller).
c Er bestaan behalve het scheprad en de schroef, nog
enkele ^andere middelen , die hoofdzakelijk als wijzigin-
gen van een der genoemden te beschouwen zijn.
1* Verfaoudiog tusicheii kracht en tonnelait. Bij het tegenwoor-
dige Standpunt der
Theorie kan geenszins de beweging van scheprad of schroef
in verband met de beweging van het vaartuig door het
water, zoo a priori uit mechanische grondbeginselen wor^
den afgeleid, dat het resultaat eenigzins aan de practijk
zal voldoen. De invloed van den vorm des schips, des-
zelfs diepgang, de tegenstand van water en lucht, de ei-
gene beweging van het schip en van bet water, de ver-
houding tusschen de bevrachting en de aangewende stoom-
kracht, leveren omstandigheden op, welke de theorie nog
niet kan te zamen vatten tot bepaalde formules (2)*
Ook de ondervinding met de door de practijk verkregene
daadzaken, is niet van zoodanigen aard, dat zij tot alge-
meene practische regels kan leiden. De omstandigheden,
die de theoretische beschouwingen bezwaren, storen even-
(1) Behalve dexe zijn yoorj^eld slingerende roeiimgen {avirous Fr.)
de auhee a reues van DsSBllKCS en a.
(2) The Civ. Eng, o. Arch. J. 42. p. 181.
Digitized by
Google
182
eens de Maarneming. Hoe weinig men het verband in
acht genomen heeft tusschen het vermogen der machine
en de bevrachting, kan blijken uit de volgende opgaven
bij welke wij nog eenige jongere opgaven zullen voegen.
Arcad
ï« (hout) 1200 ton 440 pdkr.
dusl pdkr. 2 J,lon (Napier).
Oriental (bout) 1670 » 440 »
» 1 » 4 D
(FlWClTT).
Great Western 1340 a> 450 »
D 1 » 3 »
(Madduat).
Great Liverpool 1543 » 464 j»
» 1 D 3| »
(FORRXSTER).
BritisU Queen (hout) 2016 i> 500 »
2> 1 » 4 »
(Napier).
President (1) 2366 » 540 »
» 1 » 4J. »
(Fa-wcett).
'K\]^t Great Britain u de Terboudin^
1:3^ (ijier)
»
Terrible x>
1:2,3 (ijier Oorlogschip)
3>
Antelope (BouiTON en WiTT)
1:3 (bout)
»,
Avenger (Macdslat)
1:2^ (houten Oorlogschip)
2>
Black Eagle (PiHif)
1:1,^ D
»
a>
Caledonia (NiPIïR)
1:2,7 (hout)
2>
City of Lotidon (Nl?I£R)
1:2,8 (ijier)
3»
Cormorant (FlIRBilff)
1:3,7 (houten Oorlogschip)
:»
Om (ScoTT ▲. Sinclair)
1:3,6 ( B
Packetboot)
»
Jktarf (RlNMlB van 164 ton)
1:1,8 (ijxer)
s>
Eclair (MiLLIR)
1:3,7 (hout)
»
Empire (Americaansch)
1:2 »
'
»
Gladiator (MiLLIR)
1:2,77 »
x>
Helen mac gregor (FORRESTIR)
1:2,7 (ijzer)
»
Hiniostan (Fawcett)
1:3 (hout)
2>
Medea (Maddsiat)
1:4 *>
3»
Memnon »
1:2,75 »
x>
Qattler »
1:4 »
»
Betributiofi »
1:2 »
2>
Vulcan (FORRISTIR)
1:2,9 (ijzer)
■ Uit deze laatste opgaven zouden wij alléén het gevolg
kunnen trekken, dat men in de laatste jaren (sedert 1842)
eene kleinere verhouding tusschen paardekrachr en tonoe
last heeft aangenomen , terwijl zij vroeger grooter was (2).
(1) The Civ, Eng. a, Arch. J. 41. p. 19.
(2) Zie ook de Tabel ran O. Lang en 'Uuniijon's Pockethook hliiO
en boven blz. 479; zie beneden de Amerikaanschc berigfen.
Digitized by
Google
183
De lonnelast wordt berekend naar eenen empirischen re-
gel, bevattende de afmetingen van het schip (1). Indien
dus de tonnelast op dien grond is berekend zal de bepa-
ling Tan de aan te wenden kracht afhangen van de snel-
heid, waarmede de last zal moeten vervoerd worden. Deze
bepaling is echter in de eersie plaats afhankelijk van de
kennis van het gedeelte der beweegkracht , dat eigenlijk
als nuttige werking, na aftrek van alle de zoogenaamde
active en passive tegenstanden, overblijft, en in de tweede
plaats van de betrekking, waarin men met het vermeer-
deren van den tonnelast ook de kracht moet doen toenemen.
De bedoelde verhouding kan niet in eene enkelvoudig toe-
nemende rede zijn, omdat met het vermeerderen van den
tonnelast, de inhoud van het schip, bijgevolg deszelfs
doorsnede , en verder de tegenstand van de beweging door
het water grooter wordt, welke op zich zelf genomen nog
sterker aangroeit , omdat dezelve afhangt van de vierkanten
der bewegings-snelheid. Van daar dat S. Seaward stelt,
aannemende, dat SOpdkr. 1200 ton met 4 knoopen snelheid
per uur kunnen draven , er 300 paardekr. zullen benoodigd
zijn, om dezelfde vracht 2\ malen sneller, dat is 10|
knoopen voor te stuwen; d. i. eene tienvoudige vermeer-
dering van kracht. S. Scaward heeft eene tafel bere*
kend (2), omvattende eene tonnage van 1200 — 100 ton
(1) The Civ. Eng, a. Arch, J. 41. p. 202. De inhoud in tonnen bij
13 knoopen «nelheid is gelijk aaa (lcn<;le — f breedte) | groofsfe breedte
dB.
De belangrijke proeven door J. ROBISOK en Scott Rdssu genomen o?er
den Toordeeiigsteo Torm der schepen met belrekking lot den tegenstand,
medegedeeld van de British Association for the advancement of
Science ; zie in The Civ. Eng. a. Arch. J. 43. p. 35 J. — Vroegere proe-
Ten Tan Rdssel over het verband tusschen kracht en lonnelasl zie The
Civ. Eng. a. Arch. J. 89. p. 444.
(2) TIMPIET05 Pocketb. biz. 122.
Digitized by
Google
184
met 300 — 30 pdkr. , en aanwijzende de snelheid , met wel-
ke de gegevene tonnage door de bepaalde kracht zal wor-
den bewogen. Daarbij is vastgesteld dat de grootste
snelheid in kalm water is 13 knoopen of 15 statnte mijlen
(ieder van 5280 vt.) per nnr. Dat de uitkomst anders
zijn zal in onstuimig water, dat de invloed van den
stroom niet te vergeten is, dat het voortstuwingsmiddel
nog onder dezelfde omstandigheden, als zoodanig, andere
uitkomsten kan opleveren , is genoegzaam duidelijk.
Indien dus de ondervinding ten dien opzigte algemeene
regels zal opleveren, moet zij naar vaste en onfeilbare
proeven en waarnemingen worden geleid. Dit wordt een
uitgestrekt veld, met welks bewerking men naauwelijks
is begonnen; het tegenwoordige tijdstip is zelfs nog niet
voldoende, om hechte grondslagen voor de toekomst op te
leveren. Van groot gewigt zijn die bemoeijingen van
CoLLADON, die wij boven biz. 177 hebben vermeld, maar
deze betreffen alléén de schepraderen. Men rekent, dat
bij het gebruik van het scheprad , de halve kracht verlo-
ren gaat door de mededeeling van beweging aan het wa-
terzelf en de schuinsche rigting der werking. De eigen-
lijke voortstuwende kracht wordt begroot te zijn 35 — 00
procent van de effective kracht — en wil men ook nog
den invloed van wind en stroom, van de ongelijke
indompeling in rekening brengen, dat blyft er hoogstens
330/0 over.
BouRGois heeft in 1845 zijnen arbeid bekend gemaakt
over het voortstuwen van stoomschepen door de schroef.
Hij stelde zich bij zijne theoretische en practische onder-
zoekingen ten doel , om' het verband tusschen alle voor-
waarden (elementen) , die de schroef beweging betreffea
met die der beweegkracht in diervoege te vinden, dat het
mogelijk zoude z^n t;oor elk vaartuig onder gegevene
voorwaarden den besten vorm van schroef te bepalen, B
Digitized by
Google
185
lieeft 67 schroeven niet de meest afwekende Tormen onder ver-
schillende omstandigheden ondersocht. De slotsom van
deze proefnemingen was, dat het verlies van nuttige wer-
king evenredig is aan de levende kracht van het water,
dat door de schroef weggeduwd wordt; hoe minder water
dus 9 door de kleinste ruimte wordt verplaatst, des te
geringer Eal dit verlies uitvallen. Verder schijnt ook het
vervangen van een voortstuwings middel, dat door botsing
werkt, door eene drukkende werking, voordeelig te zul-
len zijn. De schepraderen werken dus onder minder gun-
stige omstandigheden, en de constructie van de kromte
der schroef hangt van de juiste toepassing van de boven-
gunelde grondstelling af. B stelt den schroefvorm van
Re£CH als de beste; deze gelijkt de wieken van eenén
windmolen om eene horizontale as. Verder zal de schroef,
naar het gevoelen van B* voor zooverre zij thans reeds
aan het schip eene niet mindere snelheid, dan het schep-
rad mededeelt , dit laatste overtreffen , indien men naanw-
keurig alle omstandigheden bij de aanwending in overwe-
ging neemt (!)• Belangrijk is ook de vraag, of niet de
bouw van hei schip dient gewij%igd worden j naarmate
men scheprad of schroef wil aanwenden (2).
2* Sloom en windkracht gelijktijdig aangewend. De Vergelijken-
de proeven tus-
scben scheprad en schroef zullen later worden medege-
deeld* Alléén willen wij nog de aandacht vestigen, op
eene wijziging in het gebruik van den stoom bij de scheep-
vaart, die allengs meer en meer veld wint. Z^ is name-
Igk deze, dat men den stoom meer tot hulpmiddel wil ge-
bruiken, indien de windkracht niet de voldoende snelheid
(1) JfeciL Mag. 45. L p. 892.
(2) Gompteê Renduê 1845. T. XX. p. 1092. Polyt. Cemtralhl. VI.
p.212.
Digitized by
Google
186
oplevert (1). Kostbaar is allexios de stoomkracht, en
Tooral ook bi] de scheepvaart, wanneer door oeconomie
in tijd niet een evenredig voordeel kan worden aangebragt.
Daarbij komt nog: 1) dat men aanzienlijke rnimten moet
sparen voor den voorraad van brandstof, welke een niet
onaanzienlijk deel der vracht uitmaakt vooral bij lange zee-
reizen; 2) dat men bij mogelijke onstentenis van de ma-
chine of van het voortstnwings middel (en hiervan be-
staan zeer vele voorbeelden) (2) met groote bezwaren te
kampen heeft. Het is dns niet te verwonderen, dat men
tracht stoom- en windkracht te verbinden; de laatste im-
mers is kosteloos, en het zonde geld verspillen zijn, om
Tan haar geen gebruik te maken, wanneer hare kracht
alléén voldoende is, en men zal geld sparen, wanneer
men de stoomkracht even zooveel minder sterk behoeft te
ontwikkelen, als de wind medehelpt (3). Eenmaal bewe-
zen zijnde, dat de stoomkracht aan de vereischten der
scheepvaart voldoet, zoowel bij de binnen- en rivier- als
de groote zeevaart, zoo moet men noodzakelijk trachten
haar met de minste kosten aan te wenden. Zoolang de
schroef als voortstuwingsmiddel niet bekend was , leverde
. (1) The Civ. Eng. a. Aroh. J. 41. p. 169, 175, 356. 43 p 101.
(SllWlRD).
(2) ff^tj herinneren slechts aan de vierde reis der Great-Brifain
ioen^ na twee dagen op zee geweest te sijn door de ontstentenis
der schroeft de machine moest 'worden gestopt en de reis verder ge-
luhkig alléén onder zeil voleindigd is.
(3) Luitenant J. H. Wabd zegt in zijn werk: Elémentary course of
Instruetion on Ordnance and Gunnery^ together with a cowtise
Treatise on Steam, etc, Philadelphia 1845. Mech, Mag. 45. 11. p. 349.
>» Experience has however further shown that in many , if 9Uft
»9 in nearly all cases ^ mercantile navi gation can he rendered more
niboertain aud profitable^ and the service of men of war more
:Dibcertain aud efficiënt by retaining the sail as the principal power
yi>j>and introducing steam as the auxiliary.** "
Digitized by
Google
187
het scheprad, door deszelfs uitwendige en vrtfe plaatsing
aan weerskanten van het schip een aanzienlijk bezwaar,
tegen het gelijktijdige gebruik van de windkracht; de
schroef geplaatst beneden het schip, en dus te regt sub«
marine propeller genoemd, leverde derhalve dadelijk een
meer gunstig uitzigt tot het verwezentlijken van dit doel.
Er zijn in den laatsten t^d vele schepen voor de gelijk-
tijdige aanwending van stoom- en windkracht gebouwd:
De Amphion (1) Margarei (2) Novelty (3) en a.
a. er. Hei verticcUe schepr€ui (4).
L Met vaste schepborden.
1. Het gewone scheprad met borden in de rigting van
de straal (common wheel).
Men heeft het zonderlinge denkbeeld bekend gemaakt,
om het water, dat door hetzelve opgemalen wordt als
hulpkracht, tot beweging van een ander wiel te doen
dienen (5).
2. Field's Cjfcloïdal wheel (6) met borden, die uit af-
zonderlijke stukken gemaakt en geplaatst zijn naar het ver-
loop van eene .cycloïde of die te zamen eene cycloïdale op-
pervlakte vormen.
3. Mei schuin siaande borden volgens Samuel Hall
(1) Mech. Mag, 44. U. p. 128, 39. p. 240.
(2) MecJL Mag. 43. If. p. 240.
(3) Meok. Mag' 43. II. p. 4.
(4) Tridgoid Appendix \\i p. 40. (P. W. BlRLlw) en p. 117 (CapC.
OilTXR Mobit).
(5) Mech. Mag. 43. I. p. 15.
(6) London Journal 1835. Dec
Digitized by
Google
188
in 1836 geoctrooijeerd; heilende onder 45o volgens Lord
DUNDONALD (!)•
4. Hei wiel van Pkrkins.
Dit rad maakte als het ware den overgang tot de schroef-
vormige voortstuwings middelen*
Hetzelve is in 1825 geoctrooijeerd.
Hawkins heeft in den laatsten tijd vooral de aandacht
er op gevestigd 9 hetzelve voorstellende als een soort van
omwentelend roei-tuig (revoivtng oar or scull propellor) «
van welks werking hij groote verwachting koestert, vooral
omdat dit niet met de grootere snelheid, welke de schroef-
beweging vordert, behoeft rondgedraaid te worden (2)
Hawkins de werking van dit wiel, overeenkomstig de
schroef beschouwende, noemt het Pëiikins screw. Het
wiel heeft veel overeenkomst met de roeden van eenen
windmolen; hetzelve is nabij het achtersteven geplaatst
Er zijn twee wielen, die elk om eene afzonderlijke as
draaljen; de as gaat niet dwarsch door het schip, maar
heeft eene zoodanige schuinsche rigting, dat de vlakken
der wielen verlengd zijnde, elkander onder 90» mijden in'
het vlak van de kiel.
5. Het wiel van Chatterton (3).
De borden bestaan uit twee afdeelingen, die dwars
onder eenen hoek zijn te zamen gevoegd. De uitkomst,
verkregen door R. Napier bij eene aanwending op de
Superbe was allezins voldoende.
6. Reunie's Patent Trape%ium puodle wheel (4).
In plaats van regthoekige borden gebruikt Reunie deo
(1) Mech. Mag. 43. IL p. 269. DiKCLKi's Jomnal XC p. 850. Reperi.
of Pat. Inv. Oct. 48. p. 300.
(2) Mech. Mag. 43. II. p. 210, 44. 1. p.^99.
(3) Mech, Mag. 42. II. p. 46. 43. II. p. 808.
(4) The Civ. Eng. a. Arch. J. 41. p. 101, 210, 268.
Digitized by
Google
189 .
trapesoidalen Torm, en stelt de borden» naar de langste
hoekUjn der fignur, in de rigting van den straal. De proe-
ven, genomen in vergelijking met de regthoekige borden,
hebben geleerd, dat de uitwerking deselfde was, maar
dat men wint in gewigt en grootte enx. (1).
IL Met beweegbare borden {fetUhering floais).
1. De borden draagen om spillen, in de rigting van
den straal des cirkels (radial axes).
Deze raderen hebben niet voldaan, omdat de borden
onder eenen te schuinschen hoek werken.
2. Het Püch-wheel van Buchanam, beproefd op de
Phoenix en Salamander.
3. Het wiel van Oldham, welks schoepen bewogen
worden door een excentriek, dat om de as van het wiel
is geplaatst. Hetzelve heeft niet voldaan.
4. Het wiel van Morgan U algemeen in gebruik ge-
komen; deetelfs inrigting wordt geroemd wegens de
schoone werking, de sterkte , de duurzaamheid, de vei-
ligheid, de spaar%aamheid en de gemakkelyk^ bewe^
' gi^ (2).
Eene vergebjking tosschen het wiel van Morgan, het
cycloidale van Fields en het gewone scheprad is te vin-
den bij Tredgold t. a. p.
Het Morgan's wiel van het jagt: Victoria and Albert is
eenigzins gewijzigd (3).
5. Het wiel van Cavé. (Jearbook of /acts 46. p. 14).
6. H. Ch. Daubeny (Boulogne sur mer) maakt de
borden zoodanig, dat zQ met de breede oppervlakte in het
(1) Meoh. Mag. XXXIL p. 172, 198, 227, 810, 274, 851, 536.
UlII. p. 18.
XXXIII. p. ia
^/v/uti. p, lO.
(2) Mech. Mag. XXXVIII. p. 453
(3) Mech. Mag, 39. I. p. 221, li
p. 221, lï. p. 357; 43. U. p. 179.
13
Digitized by
Google
190
water dompelen 9 doch op kant in en nit hetxelre draai-
jen (1).
7. Als wi)zigingen van het middel tot bet overbrengeii
der beweging naar de borden, zijn te be«choawen de
plannen van O. Wiixiams (2) T. 8. Jonei (3) J. Wakb (4),
Truscott (5) , J. S. Brunet (6) en anderen.
8. Peter Lear en E. Bock hebben octrooi gekregen
Toor bet plan, om het wiel, niet aan weerskanten, maar
in bet midden van het schip, langs de kiel te plaatsen,
en wel beide wielen achter elkander met in- en uitslaande
borden (7).
9. Tot deze klasse behoort ook het plan van Kebbi£,
om de borden aan eene ketting zonder einde te bevesti-
gen (8). Verder van J. 6. T. Campbell (9).
De belangrijkste verbetering is, die van Holebrooke (10)
Samuel Hall (11), Wilsox (12), Oxlet (IS) om de schep-
borden naar de behoefte der beweegkracht te yergrooten
of te verkleinen (ree/ing pcuidles).
De borden, derzeWer bevestiging enz. Men ziet dus Ook hi^,
zoo als bij elke andere
^uuik , dat er steeds nienwe plannen worden voorgedragen ,
(1) The aV. Eng. a. Aróh, J, 41. p. 284. Mech. Mag, XXXIV. p. 447.
(2) Mech. mag. XXXV. p. 124.
(3) Ibid. p. 125.
(4) Mech. Mag. 43. L p. 50.
(5) The Civ. Eng. a. Aroh. /. 41. p. 358. met bebnip yan eene ket-
ting zonder einde.
(6) The Civ. Eng. a. Arch. J. 44. p. 36 Mech. Mag. 44. I. p. 273.
(7) Mech. Mag. 44. 11. p. 441. Ook in het Mech. Mag. 44. IL p. 392.
18 het plan voorgesteld tan tn-^ en étiachmvende horden.
(8) The Civ. Eng. a. Arch. J. 44. p. 196.
(9) Mech. mag. XXXVI. p. 45.
(10) Mech. mag. XXXï. p. 360, 362; XXXIÏ. p. 702.
(11) Mech. mag. XXXII. p. 252, 273, 397, 448, 453, 702.
(12) Ibid. p. 482.
(13) Ibid. p. 485.
Digitized by
Google
191
niettegenstaande slechts weinige de aandacht vestigen om
beproefd te worden, en slechts eene enkele de algemeene
goedkeuring wegdraagt. Belangrijke opmerkingen wegens
de borden (paddies) en derzelver bevestigings-bonten zijn
te vinden in het Civ. Eng. a. Arch. J. V p. 405. Het
beste voorbehoedmiddel (beter dan koolteer) tegen de
vertering door het zeewater, wordt gezegd te zijn, het
dikwgls verwen met menie. Als eene aanzienlijke ver-
betering heeft men ontvangen het voorstel van A. 8.
Raimond, Zoon van den Vice Admiraal, (waarvoor octrooi
is verleend) om de borden niet door Bchroefbouten met
moeren te bevestigen^ maar met vierhoekig gebogen beu*
gels (links) en spieën (1); vooral is dit middel van nut
bij het uitwisselen van borden gedurende de vaart; ook
zal men minder borden verliezen door het afvallen of los-
gaan der moeren enz.
Beweging Tan ieder sckeprad afzonderlijk. Men heeft in den laat-
sten tijd op nieuw voor-
gesteld, om elk scheprad afzonderlek te doen bewegen,
. of ten minste , dat de inrigting zoodanig zQ , dat elk af-
londerlQk zoude kunnen bewogen worden. B[j het stran-
den van een schip of aan den grond zitten hangt het be-
houd des vaartnigs veel af van de mogeiykheid, om de
beide wielen in tegengestelde rigtingen te kunnen doen
draaijen, want dan kan men hetzelve als het ware vrij malen.
CoBBT beweert, dat, wanneer zulks uitvoerbaar ware ge-
weest, de Gorgon niet zoude verongelukt zQn (2).
Eén scheprad. Beaulieu in Charleroi heeft kanaal-stoomboo-
ten met een enkel scheprad gebouwd, het-
welk Uj het achtersteven werd geplaatst (3).
(1) Mech. Mag. 45. I. p. 261. The Civ. Eng. a. Arch. J. 45. p. 16a
(2) Mech. Mag. 44. II. p. 146.
(3) Polyt. Ceniralbl. 43. II. p. 306. ZeH. ƒ. Handel u. fabnka-
Jnduttrie 43. no. 8. 10.
Digitized by
Google
192
a. ^. Het Hori%ontale scheprad.
1. Luitenant Hunter (Noord- America) plaatst halver-
wege tusschen dek en kiel, in het midden van het schip,
een horizontaal scheprad, dat altijd geheel onder water
blijft, aangezien hetzelve in eenen waterdigten cilinder
opgesloten is.
De eerste toepassing geschiedde in 1841 op de Germ ;
aan weerskanten van de kiel was een rad geplaatst, dat
afzonderlijk door eene stoommachine gedreven werd* Men
was in staat, om het schip zonder roer te stnren , omdat men
de beweging van weérs-kanten kon wijzigen. — Later is de-
zelfde inrigting gebruikt bij de Unton (1) en misschien
behooren de zoogenaamde side propellers , die bij de Vir-
ginia aan weerskanten van de kiel geplaatst zjjn, tot de-
zelfde klasse (2). — De gemelde schepen zijn in Noord-
America gebouwd. Men heeft vergelijkende proeven ge-
nomen te New-York op de Spencer tusschen dit wiel en
Lopers schroef, welke ten nadeele van hetzelve zijn uit-
gevallen (3).
Snbmer^ed propeller. 2. TATI.OR en SiMPSON plaatsen in
het midden van het schip aan weers-
kanten van de kiel een rad in eene kast, uit welke het
water als het ware wordt uitgemalen; f.25 a b c de kast
vormt eigenlijk eene holte in de scheepswanden , die water*
Jigt afgesloten is. In een ander plan van dezelfde uitvin-
ders is het horizontale wiel zoo gemaakt, dat alléén de
schoepen in een cirkelvormig kanaal loopen f. 25 d. — In
allen gevalle moet de kast, waarin de raderen loopen lucht
bevatten, zoodat men, indien zulks niet plaats heeft, deze
met lucht-aanvoerende buizen moet voorzien. — T. en S.
(1) Mech. mag. 43. If. p. 10
(2) Mech. mag. 45. U. p. 296.
(3) Mech. mag. 46. I. p. 377.
Digitized by
Google
193
Terder, dat meo een rerdcaal rad op gelijke wijze
kan doen werken (1). Verder behoort hiertoe het octrooi
Tan Marxs (2)*
De schroefvormige inrigtingen, die meer of min op ge-
lyksoortige wgze werken^ xuUen wij later beschrijven.
b. De schroef. {Archimedean screw^ submarine
propeller j siem-propeller etc.)
De schroeft — hoe lang zy ook reeds bekend zij , hoe*
velen ook hare werking mogen beproefd hebben — is
eigenl^ eerst door F. Petit Smith, sedert 1836, in hare
hoogst belangrijke aanwending als voortstuwingsmiddel van
schepen bekend geworden* Als een niet gering bewijs voor
SiUTH*s verdiensten, dient niet zoo zeer, hetgene in la-
teren tijd is verder volmaakt en ontwikkeld, als wel de
omstandigheid, dat er in het practische Engeland aan
den onbemiddelden werktuigkundige naauwelgks gelegen-
heid gegeven werd, om deze oude nieuwigheid (zoo als
men later ijverde ze te doen voorkomen in practyk te
brengen (3), op welker eerste geboorte zoowel de Fran-
schen als de Noord-Amerikanen willen trotsch zyn (4).
(1) Meck. mug. 45. II. p. 438.
(2) Meoh. mag. 42. If. p. 48.
(3) Polyiechn. Ceniralbl. 41. p. 21.
(4) Men leze Jobirb's §rooUpraak (I. I.) sCcst en Franoc qu'on a d^abord
^appliquée Ie m d'Archjmdde a la propultnoD des DaTiret; l'ADgleterre
sc'est immediatement emparée du fyiteme c'est enoore en
» Franoe que l*on Tient de donner la theorie de la vis , dont on ne pourra
Dplus nous conlester la priorité, mais que nos cmules feront tourner è
» leur avantage Ainsi nous inTenfons , les Anglais appliquent etc.**
Ten opzigte van den aanspraak der ï^oord- Amerikanen lezen wij: jHhe oourse
aof evenCs In this case betng jnst the reverse of wbat took place on the
»introdnc(ion of stcam navigation ; for insiead of Englishmen planning
liond Americans execuiing^ it is the Americans, who have been here
Dthe schemers, and the Englisch who have carried off the palm of per-
Digitized by
Google
194
De slotsom van alle geschiedkundige nasporiogen is in
de Tolgende schets vervat (!)•
Reeds in 1618 zonde de eerste aanwending der schroef
als scheepsvoorstnwingsmiddel plaats gevonden hebben,
volgens WooDCROFT, wiens verdere nasporingen wlf nog
te gemoet zien (2).
Davib BusHNELL, ocn Amerikaan , is, voor zoover thans
onze kennis reikt, de eerste geweest, die eene soort van
Archimedische schroef onder eene boot gebruikt heeft, om
dezelve voor- en achterwaarts te drijven (3).
Het gebruik, dat Düqubst in 1729 van de schroef ge*
maakt heeft (4) om schepen stroom-opwaarts te bewegm ,
kan geenzins gerekend worden tot de schroefaanwending,
waarvan hier sprake is. Duqcest wordt dus ten onregte
onder de eerste uitvinders genoemd , want de schroef is
hier een gewoon hydraulische moteur.
JoN4THAN HuLLS, ccu Eugelschman volgt in 1736 (5).
D. Bernouilli en de waardige zoon van den groeten wis-
kundige A. Eulbr hebben omstreeks het midden der voor-
sionnaDce.'' ffoo^loos in America geootro&ijeérd ^ beproefd en «er-
worpen \eeft de eohroef onder EngeUche handen de eege behaald,
MecK Mag. 45. I. p. 165—167. Evenwel Tvaren er in 1845 reedt in
Noord- America 60Taartuigenmet het «cJlroeZ-ToorUluwingsmiddel gebouwd.
(1) De Litteratuur der geschiedenis is te viodeo in het Meck, Mag.
48. 11. p. 292, 340, 359, 388; 44. I. p. 294. The Civ.Eng. a.Arch.
Journal 44. p. 186. Taioooid, Appendix D bij E. Gallowit en Taid-
60ID, on steam Namgaiion 1827, LlON Dopaac in JObird'8 BMetin
^Industrie 43. IV. p. 33. in BMetin d'Eneouragement 43. p. 445.
PoJ^t. CeniralbL 41. p. 21. 43. II. p. 337. llf. p. 80.
(2) Mech. Mag. 45. II. p. 854.
(3) NatUioal magaaine 1833 ; LlON DU PiRC I. 1.
(4) LlON D9 PARC 1. I. Machines et tnv. approuvées par PAcad, Rof.
des Sciences T. V. zelfs nog later bekend onder den naam Tan aquawuh
teurs a points fises,
(5) LlON 00 PARC I. I.
Digitized by
Google
19S
giaiide eenw ondbnoekingen in het werk gesteld omtrent
het bewegen van schepen sonder xeilen en windkracht (1)
EciJER Btdde het gebruik van schepraderen voor 9 terwijl
Mathon LicouR aantoonde de wijse hoe xnlks in praotijk
xonde te brengen i^n. — Bbrnouilli zonde aan het Toor^
steven een rad met hellende borden hebben willen plaat-
se, om een raartnig voort te stnwen. Bbrnouilli heeft
nog een ander middel van Toortstawing nitgedacht, vnmr-
over later xal worden gehandeld.
Paugton (2) is vooral nitvoerig geweest in het aandui-
den (want beproefd heeft hij deielve niet) hoe de archime-
dische schroef, geplaatst naar de lei^fte van het schip,
gdieel of ten halve onder water, als motenr sonde kun-
nen dienen ; — h|j noemde dezelve pieraphore.
C. Dallez , een Franschman , is gebleken te bQu de ver-
vaardiger van een plan, om eene boot door twee schroe-
ven te drijven , van welke de eene aan het achtersteven is
geplaatst met e^ne enkele ronddraaQende beweging, en de
andere aan het voorsteven met eene dubbele ronddraaiende
en zijdelingsche beweging. Beide schroeven, elk van een
schroefgang, worden door één koord zonder einde gelijk-
tgdig bewogen. Dit voorstel dateert vóór 1792 volgens het
berigt van den Baron Skouier, gegeven aan het Fransche
Instituut in 1842 (4 April). Dit verslag door ons ont-
leend aan Lbon du Parc hebben wfj niet kunnen vinden
in de Compies Rendus; uit een nader ondenoek is ons
gebleken: dat de Fransche Academie bevestigd heeft de
aanspraak van Dallert op de straks gemelde aanwen-
ding der schroef als voortstuwingstuig , het gebruik van
in- en uit- elkander schuivende masten (Ericsson in den
(1) Memoireê de BerUm ao. 1764. en Reoueil de» pieoe»^ qmi ont
rewtparié Uê prut VIII. Pri» déoemés par l* Academie pour 1752.
T. VII. biz. 2. UiKHiRT Cur9U8 math. appl, VI. p. 157 env.
(2) Theorie de la vis d*Archimede^ Paris 1768 p. 209.
Digitized by
Google
196
laatsten tijd) en het Toordeel van stoomketeh met verti-
cale buizen, sedert 1803 (1).
In Amerika werd in 1792 door Shorter werkelijk de
proef met dit nienwe voortstuwingsmiddel ui^evoerd (2).
De proef werd ter reede Tan Gibraltar en Malta yertoond.
J. Tatlor zoude in het* bezit zijn van de stukken, die
tot het octrooi behooren, hetwelk aan Shorter is ver-
leend (3). Datid Napier heeft eveneens deze modellen
gezien, nadat hij eigene proeven had ondernomen.
In 1794 wordt genoemd Ltttleton van Middelessex als
uitvinder van eene (xquattc scretu propeller (4).
Ër bestaat geene zekerheid, dat Castéra omstreeks
1796 big zijne sloep*onder-zee (sous-marin) de schroef
zoude gebruikt hebben als voortstuwingsmiddel, — althans
in een later octrooi door denzelven genomen en by latere
proefnemingen wordt de schroef niet genoemd (5). Kenige
waarschijnlijkheid geeft slechts een berigt van Fulton aan
Cartwrioht omstreeks dien tijd medegedeeld, aangeziea
er toen eene zoodanige sloep voor eertsgenoemden werd
gebouwd.
6. Stevens van Hoboken nabij N. York was omstreeks
1804 de ontwerper van een spiral-wheel nabij het achter-
steven ; — hetzelve was echter niet voldoende (6) — HiJ
behoort tot de uitvinders, van welke Marestier gewaagt,
(jffémoire sur les bateatix a Vapeur des Etats-unis
dAmerique Paris , 1824) die in Amerika de schroef als
voortstuwingsmiddel hebben voorgesteld. Ook Robert-
(1) Compteê Rêndus 44. I. p. 527. 45. I. p. 256 en 790.
(2) Mech, mag, 45. I. p. 392. Andere hebbeo het jaartal 1802 gesteld.
(3) üech, mag. 45. ff. p. 316.
(4) Mech. mag. 45. II. p. 354.
(5) Lbok od PiRC I. I. BuüeL d*Enoourog. 1809. T. VIII.
(6) Mech. mag. 45. I. p. 164. The Frtmhlin Jomnal N. S. 1830.
V. p. 314.
Digitized by
Google
197
80N BucHANiM {Treattse on propelling vesseh bij Steam
1816) vermeldt, dat de proeven, die in N. Amerika xQn
genomen y de aanwendbaarheid der schroef niet hebben
beftlist.
Men noemt als vervaardiger van dit voortstnwingstnig:
Trevithick in 1815; — Millinoton in 1816 (1), Lowb (?)
in 1817 (2). ^Ook Braine, een in België gevestigd En-
gelsch werktuigkundige wordt aangeduid, omdat hQ vol^
gens Lbon du Parc (1. I.) seide: je me vtsae eouê
rettu (3) ; verder J. Lewis uit Virginie in februar|j
1819 (4) en Scott van Omuaion (5). Dit laatste voor-
stel zoude in 1838 door Hale op nieuw geoctrooljeerd
zijn (6).
Bekend is de mededeeling ten opzigte van Whttock
van Edinburg d. d. October 1819: dat hij namelijk twee
schroeven, aan weerskanten van het vaartuig, toen reeds
sedert vQf of zes jaren, zoude hebben aangewend (7).
Baimond had op de Fransche tentoonstelling van 1819
het model van een vaartuig met schroef geleverd — maar
de proeven hebben geene voldoende uitkomst opgeleverd.
BQ de tentoonstelling van 1839 heeft hi) de ftilveren me«-
daille ontvangen , omdat hij het eerst met vrucht in Frank-
rijk zoude hebben aangewend: les roues a tarrière dee
haieaux a vapeur.
DuvERNET, geboortig te Hythe, ter zelfde plaatse als
Smith, wien men tegenwoordig als eersten persoon van
het scliroef-voortstuwingstnig begroet, zoude in 1820 reeds
(1) MéoK Mmg. 44. IL p. 167.
(2) Mech. Mag. 42. p. 460.
(3) £ene enkele zegswijze plaatst dut iemand in de reeks Tan inCfinden!
(4) Meoh. Mag. 45. I. p. 165.
(5) TflOHSOirs Annals XI. p. 438.
(6) Mech. Mag. XXXI. p. 22a Repert, «ƒ Pat. tuv. VII. p. 250.
(7) Edinb. Pkiiosoph. /. II. p. 19.
Digiti
zedby Google
198
eeD model van hetielve verraardigd hebben, en eigenli|k
zoude door Sbiith aan hetselve eene meerdere ▼olmaking
gegeven lijn (1).
In 1823 zoude Delislb aan het Fransche gouvernement
het voorstel gedaan hebben van eene inrigting, die veel
overeenkomst had met de latere van EaicsaoN (in 1836).
Hieraan werd echter geen gevolg gegeven, even als het
vroegere overeenkohistige voorstel, waarvan reeds in 1805
anonym gewaagd werd, niet ten uitvoer is gekomen (2).
Verder vindt men in 1823 en 1824 onder de Fransche
octrooljen de voorstellen van Deberoub en Dunois te Pa-
rijs, fiouRDON frères te Ma^on (3). Dollmann (Brevet*
expirés T. XII), Delangre en Davidoe (4).
Het voortstuwingstuig van Perkins (zie boven hls. 188)
wordt door Hawkins ook tot deze klasse gebragt. Het-
zelve dateert van 1824 (5).
De Bisschop Heber verhaalt omstreeks 1824 — ^25, dat
toen door een Engelschman aan den Koning van Oude (Indie)
het schroef-voortstuwingstuig werd medegedeeld (6).
Ter gelegenheid, dat in 1825 door eene Engelscfae Com-
pagnie eene prijs van 100 guinies werd uitgeloofd voor
een beter voortstuwingsmiddel dan het scheprad, stelde
Sauubl Brown de bekende uitvinder der g<i8 vctcuum
tnachtne (7), voor een voortstuwingstuig: bestaande uit
(1) Mech. mag. 44. L p. 295. Het tegenachrift Tan Smits in Meoh,
Mag. 44. II. p. 368.
(2) AnmUes de» arts ei Manufact, T. XX. Proposiiion pour les
vaisseatup et pour la flotte de Boulogne d'un propulseur sous-'
mariu etc Annales de la Société scientifique de Lilh
(8) Brevete espirés T. XVIII. p. 244. Ti XL p. 166.
(4) Mech. mag. T. XXIX. p. 448.
(5) Mech. mag. 44. I. p. 295.
(6) Mech. mag. 45. II. p. 222.
(7) Mijne Technologie biz. 595.
Digitized by
Google
199
twee Tlengeli 9 die onder 45o aan eene as i(|n bevegtigd.
Hetselve londe Tolgens Lbon du Pabc veel overeenkomsC
hebben met het ondere voorstel van Dalles (1). De be<
weegkracht werd by de beproeving door de vacanm-ma-
ehine verkregen.
WooDCROPT, wiens voortstnwingstoig in den laatsteo
tgd van practisch gewigt is gebleken te i^jn, wordt reeds
in 1826 genoemd (2). In een octrooi van 1832 worden
door denzelven elf onderscheidene w^xen aangetoond > om
de schroef te gebmiken. Hjj is vooral bekend geworden
door de proefnemingen met de Liverpool sereWf welker ma-
chines, gebouwd door Matheh , Dixon en Grantham hebben
oscillerende cilinders, werkende door hoogedmkking en f ex-
pansie; onder gel^k gonstige omstandigheden sonde men
25o/o en^inder min gunstige omstandigheden, b(j onstuimig
wéér, 50o/o boven het scheprad winnen (3). Later heefi
W.denzelven met beweegbare vleugels gemaakt, zoodat de
middelly n tnsschen 7\ en 12^ E. vt. kon worden veranderd (4).
In 1827 heeft de Engelsche Admiraliteit het model der
•chioef van den Kolonel Macbroni afgewesen , omdat een
ichip door de schroef niet met voldoende snelheid zoude
kannen worden voortgestuwd (I!) , daar men stelde dat da
▼oorwaartsche beweging gelijk zij aan de hoogte van eenen
Bchroefgang.
Men noemt verder Gar^on Malar ; Ch. Cumbierow in
1828. — Bbniamin Smith van Rochester b(j N. York (5)
in 1829; dit voorstel is werkelijk beproefd.
(1) Mech. mag. toL II. ii«. 31 IV. n*». 86. Tke CtV. Eng. a. Arok.
/. 41. p. 84.
(2) Mtoh. mag. XXXI. p. 228; 43. II. p. 340; 44. I. p. 124.
(3) Mech. mag. XXXVIÏI. p. 379. XXXIX. p. 293. Tk€ Civ. Eng. a.
Arek. /. 43. p. 219. 44. p. 84, 186.
(4) The Civ. Eng. o. Aroh. J. 44. p. 322.
(5) ScuUing'wkeels hetzelve heeft men aangeweDd geziea in 1830
ia cene boot bij Syracusc. Mech, mag. 45. I. p. 165.
Digitized by
Google
200
Iq 1830: John Poolb (1); Dukolarb; J. M. PAraeN
van Milton en dien OTereenkomsdg is het plan van Lowe,
dat in 1838 geoetrooijeerd is; de schroef bestond «it eea
doorloopend vlak of enkele segmenten (2) ; John CkiPLBT
van Pennsylvanie roet acht Tiengels als segmenten van eene
spiraal (ook door Lowe als wtjiiging nagevolgd) ; Felix
Peltibr overeenkomstig aan een onder voorstel van
WOODCROPT.
in 1831: Dr. Giraüd (spïrallevet); Salichon, Ingenieur
te Parijs (vis composée) (3).
In 1832: Sauvage, een Fransch scheepsconstmcteor te
Boulogne snr mer. Men heeft later deszelfs aanspraak op
bet invoeren van de schroef als voortstuwingsmiddel bif
het Fransche Gouvernement zoo hoog geschat, dat aan
denzelven eene Nationale belooning werd toegekend als
schadeloosstelling voor genomene proeven (4).
In 1835: John L. Smith van Charleston; E« P. Fm
Patrick van Monntmorris b^ N. York en Borck.
Zoover gaan de oudere historische mededeelingen betrek-
kelijk de aanwending van de schroef als voortstuwings-
middel. Neemt men al de plannen te samen , dan treft
men de volgende hoofdvormen aan:
I. Het rad geplaatst dwars naar de lengte-as van het
schip met schuinstaande schoepen of borden (stem propel-
Ier, les gocUlles der Franschen).
II. De schroef (screw propeller, submerged propeller,
vis in het Fransch) in drieërlei constructiën.
(1) Dit ipvas een dwars geplaatst rad met schuinsche borden (roue
0odille); in 1832 zag men een soortgelijk model ten toongestdd in de
Adelaide galerij te Londen.
(2) Meeh. mag, 44. II. p. 165. en 461; 43 I. p. 190 45. I. p. 165.
(3) Brevets expirés XXXI. p. 294.
(4) Momieur Industriel 42. n»« 667. DlNGLER's Joumal LXXXVIL
p. 76. Comptes Renius 42. XV. p. 730. BulltU d'Encourag. 42. p. 455.
Digitized by
Google
201
a. Het schroefvlak (Spiraal) om d^ ciliiider (t;t> Ae/ioe,
V Archimède).
b. Het schroefvlak om den kegel {vis conóidé)
e. Vleagels {vane$^ blads in bet Engelich) als segmen-
ten van een schroefvlak geplaatst aan eene en deielfde as.
(Vis fcurhillon).
In 1836 werd in Engeland de Archimedeam sorew van
F. Petit Smith bekend, beproefd op de kleine boot /n-
fdnt Royal en in 1889 op het schip de Arclumedes^ — ge-
bouwd door 6. en J. Rennib voor The Sktp propeller Cam-
vany aangewend en sedert in vele stoomschepen — ge-
braikt (1). De schroef ligt vrij} buiten het schip nahy
bet achtersteven in het midden van het zoogenaamde ({had
fooody Ie massif) achterwrerk. Smfth is niet bQ liJn
eerst model gebleven, maar heeft hetzelve allengs, aan de
band der ondwvinding, gewijzigd, zoodat bfl de proefne-
ming op de Aleclo in 1845 de derHende wijziging uitge-
voerd werd (2). Dien ten gevolge heeft men de Engelsché
Admiraliteit beschuldigd van partijdigheid jegens Smith,
aan wien men meer gelegenheid tot de volmaking zijner
voorstellen had gegeven , dan aan de uitvinders van andere
later ingediende modellen (3). De gelukkige proefvaarten
van den Archimedes in 1841 hebben aan Smith's stelsel
bet meeste vertrouwen bezorgd, zoodat men toen reeds be-
«ioot de GreatBriiazn ermede te voorzien (zie boven). De
eente vorm is voorgesteld in fig. 23, een later model fig. 24.
In hetzelfde jaar werd* Ericsson*s stelsel in Noord-
Amerika volmaakt en het eerst op de Francis Ogden en
later op 60 schepen toegepast. Dit voortstuviringstuig
heeft meer den vorm van een wiel (godille); over den
(1) DnfGLiB's Jaumal IXXlll. p. 396. LXXV. ^ n. The Gp, Eng.
a, Jrck. J. sa p. 442.
(%) Mech. mag. 46. I. p. 315.
(3) Mech mag. 45. I. p. 33«.
Digitized by
Google
202
omtrek Tan het rad zijn namell)k zes tot acht bladen , ieder
in den vorm van het segment eens spiraals, op gelijke
afstanden van elkander geplaatst fig. 18, ah c; die bla-
den loepen tot aan de as des cilinders. Twee zoodanige
raderen zijn onmiddellijk achter elkander geplaatst, heb-
bende de bladen in tegengestelde rigtingen, terwQl sö
ook in tegengestelde rigtingen draaijen (1), en de as
van het achterste door de holle as van het voorste wiel gaat.
Dit stelsel heeft eveneens onderscheidene wijzigingen
ondergaan , alvorens hetzelve dien graad van volmaaktheid
heeft bereikt, welke men in de Princeton (zie boven)
zoozeer bewonderd heeft*
Terwijl men in het laatst de eer der vinding van Ericsson
betwist en aan Emirson heeft willen toekennen (2), zQn
er ook vergelijkende proeven genomen met de zoogenaamde
seull van Stivbns (3), en wel in hetzelfde vaartuig ,
waardoor men op 11 mijlen ééne mijl otZ2 tijd seconden per
mijl zoude winnen. Dit pont wacht evenwel nog op na-
dere beslissing.
In 1837: Willum Gillet (4); Schwartz van Stok-
holm (5).
In 1838: Ono overeenkomende met het stelsel vanEnica*
80N (6) ; CrEORGB Smith twee schroeven met vlakke bladen ;
DuQUESMOT, M. Gaulet, Jahbs Lowe en Tatlor. — Lows's
inrigting met gebogene vleugels of segmenten, welke verlengd
zijnde eene schroefvlakte zonden vormen, wordt door S.
(1) Mech. mag. XXVIf. p. 130. XXVIII. p. 215. XXIX. 118, 17«
eo p. 283. 42. I. p. 191, 36& 44. II. p. 224. 46. I. p. 225 en 884.
The Civ. Eng. 0. Jroh, J. 44. p. 186. V. p. 299. DiNGUft's Jottrmml
LX?, p. 895, LXXII. p. 895.
(2) Mech. mag. 45. II. p. 239.
(8) Meck. mag. 45. II. p. 206.
(4) Repert. of Pat. ïnv. 87. p. 149.
(5) Brevets expirés XUL
(6) Mech. mag. XXIX. p. 143. XXX. p. 281, 836, 432.
Digitized by
Google
203
Pekn Ie Greenwicfa bq^roefd (1). Tatlor's toestel rer*
tchilt weinig van de genoemde en dien ten gevolge is dit
een onderwerp van geschil geworden (2). De laatste ver-
lehilt ook weinig van dien, met welken Wadi^ll vele
proeven genomen heeft, die eene gunstige nitkomst heb-
ben opgeleverd (3).
In 1 889 : Hunt's stem propeller (4) ; J. C. Haodan (het
lehroef vlak wordt nabij de as afgebroken) (5) co boofdsakel^k
de Conoidal screw propeller van 6. Bennie. De spiraal
loopt namelgk om eenen kegel. Dit voortstnwingstnig is
beproefd op de Memund (vroeger Dwarf). Vergelijkeade
proeven , reeds aanvankelyk gencnnen , vielen allesins ten
s^ne ganste nit (6). Later werd deselve slechts nit drie
vleogels gemaakt en onder dien vorm op de Mermaid
(vroeger de Dwarf) beproefd (7).
In 1840: Carpenter's voortstnwingstnig bestaat nit twee
vlakke trapeioïdale vleugels, hebbende den vorm, welke
door Newton is gehouden, als den minsten tegenstand ral-
lende ontvangen in de rigting van de lange as ; met den
leUden vorm heeft ook de Kolonel Beaufot de meest gun*
ttige uitkomsten verkregen. Twee soodanige toestellen
worden gebruikt, geplaatst aan weerskanten van het achter»
(1) Mecli. mag. 45. I. p. 105.
(1) Mech. mag. XXIX. p. 400 eo 432. Repert. of Pai. In». 38. vol.
X p. 82 en 39. toI. XIJ. pw 58.
(3) Mech. mag. 39. XXX. p. 82 en 224.
(4) Men heefl daarbij getracht bet roer te Temn(^, door aan het
foortiUmingstuig zelf eene zijdelingfche beweging te geven. Lioif du fakc
vermeldt meerdere plannen Tan dien aard I. I. MêolL mag, XXXVi. p.
456, 602.
(5) Mech. mag. 42. p. 180. Repert. óf Pat /iuk. 40. XIV. p. 70.
(8) Mech. mag. 40 T. XXXVII. p. 179. Repert. ef Pat. Jnm. 40. XV.
Fk 585. Ie Teohnologiste 41.
(7) Mech. mag. 43. L p. 338, 353. 44. J. pL 294. The Cip^Eng. •.
ircA. J. V. p. 300. 44. p. 188.
Digitized by
Google
204
Bteven, weshalve sij genoemd worden (quarter-propellera).
De proefneming ii geschied op de Geyser^ welke door
eene Ifisc-engtne bediend wordt (1).
CuLiiOT*B cyclontfdrame ; Thomas Jackson; Benjamin
Bbbchbr.
In 1841: John Jones maakt de spiraalvlakte g^Iemd,
ten einde bQ deielfde middellgn eene grootere oppervlakte
te verkregen (2); Bi^xiand voortstawingstnig bestaande
nit meerdere hellende vlakken , die als de hekscfaee van
eenen windmolen aan de vier spaken van eene kerisontale
bewegings as geplaatst siyn is beproefd in de Swifisure.
Hetselve is geoctrooigeerd door Stbinmaïin en van daar ia
eene verwarring van namen geboren. Het wordt b^roefd
bij de Phoenix (3).
JoEST octrooi voor Betsi en O. Garthb van Kenlen (4),
bevattende vier constractifin onder den naam van dauUe
Fiêh'-taü (dnbbele visch-stiaart) en syphm serew (hevel-
schroef).
NoRMAN*8 inrigting hy de Napoucon bestaat uit vier
vleugels (5); dit is het eerste schroef-voortstuwingstnig
dat op een Fransch vaartuig is gebroikt.
In 1842: Datid Napibr (6), Hcon, werktuigkundige te
Brest; Biram êtem-'propeller (7).
. (1) Meel. mi^. 40. XXXII. p. 18. 41. XXXIII. p. 608 ; XXXVL p.
128, 364. TTie Civ Eng. a. Aroh. /. 41. p. 56—158. DufClB&'8 Jour-
nal LXXXI. p. 23.
(2) Meoh. mag. 41. XXXIV. p. 67.
(8) Meoli. mag. XXXV. p. 210. XXXVI. p. 449, 475. XXXVIL 180.
57a XXXIX. p. 295.
(4) Mêch. mag. 41. XXXV. p. 386. en 42. XXXVI. p. 422. DiKGLU's
Jornnud LXXXIV. p. 92. LXXXV. p. 410.
. (5) Mech. mag. 44. I. p. 295. Le Teehnologiaie 43. Juni p. 589.
(6) Mech. mag. 42. XXXVIL p. 212. DiHCClR's Janmal LXXXV. p.
172. Kopert, of PatefU Jonij 42. p. 355.
(7) Meoh. mag. 46. XXXVIL p. 821. 44. I. p. 249.
Digitized by
Google
205
In 1843: Th. Sumdbrlamd, WnuiuMï (1), AIirdlb (2),
P« BoRRiB (3) — de sterapcopelkr van den laatstgenoemden
bestaat nit drie spiraalsgewijse geplaatste seetors.
Walker'b ▼oortstowingstoig (4) bestaat in het plaatsen
▼an eene horizootaie arohimedische schroef of Tan oenen
cilinder met schroefTormtge bladen A bij 21 a, i, c, in
een kanaal CF onder bet seheepshol; dit kanaal heeft
eene opening \Aj C, die naar batten gemeeaschap heeft,
en twee openingen aan weerskanten van de kiel B. Door
het malen van de schroef binnen dit kanaal, dringt het
water langs C naar binnen en ontlast sich langs B» waar-
door de Toortstawende kracht wordt geboren. De openin-
gen van het kanaal xijn met kleppen voorzien , waardoor
de beweegkracht kan worden gewysigd. Volgens de rigting,
waarin de schroef maalt, kan het schip voor- of achter-
waarts bewogen worden (zie boven hht. 191).
Naar den inbond van het octrooi sch^nt Bodhbr (6)
deselfde inrigting bij reddingsbootea aan te wenden.
Volgens TrKvbltan (6) sonde Walkir eene inrigting
van BuRSTALL (7) slechts gewijzigd hebben. In allen ge-
valle is dit voortstuwingsmiddel weiug aan te bevelen,
uit hoofde van het verlies van bewegende kracht door
den tegenstand dés waters.
BuTHVBN heeft in 1842 eene 8oortgel(jke inrigting met
goed gevolg beproefd (8) Fig. 22. C is eene centrifugale
pomp, welke het water door de kanalen taw opzuigt en
bij AA ontlast, wordende de pomp door eene stoomma-
(1) Mech. mag. XXXVIIL p. 4. 139, 386, 353, 449.
(2) Meoh. mag. XXXVIU. p. 304.
(3) The CiV. Eng. a. Arch. J. 44. p. 113.
(4) Mech. mag. 43. II. p. 376.
(5) Mech. mag. 43. IL p 431.
(6) Mech. mag. 44. I. p. 90.
(7) Mech. mag. XXXIV. p. 67a P^fyi. CeniraUd. 41. p. 8a
(8) Mech. mag. 43. 1. p. 32. 44. 1. 90 ea 208.
14
Digitized by
Google
206
chine gedreves. De Wweegkfacht werkt hier voordeeli-
ger, doordieo het water tt^ in de laobt oDtlast wordt.
Wanoeer bet water, volgens de beide in de teekening,
aangewezene rigtingen uitstroomt, dan gaat het schip voor-
waarts; Eijn daarentegen de waterstralen in eene tegenge-
stelde rigting, dan zal het schip wenden, zoodat men op
deze wijze het schip %ondtr roer^ zonde kunnen staren.
Het beginsel van terugwerking , geeft das hier de voort-
stuwende kracht (retroircuiiive presêure) , even als b|j de
turbine of den Barkerschen molen.
Vermoedelijk komt hiermede overeen de werking der
Toortstuwingstuigen, ontworpen voor Hbnrt Booth (1),
M. Ardrle (2) , Pbtbe von Sohmidt's Aofi%onial fan
blower (3) , J. J. Brunet (4) en H. Davrs (5).
In 1844 is vooral Hat's differential stem propeller
bekend geworden, hebbende die inrigting, dat de borden
verplaatst kannen worden volgens den snelheidsgraad,
welke verlangd wordt* Als eene b^zonderheid van dien
toestel dient nog te worden gemeld , dat dezelve door een
differentiaal drijfwerk (differential gearing) wordt gedre-
ven. Men is daardoor in staat, om aan het voortstuwings-
tuig, gedurende de beweging, eenen willekeurigen graad
van snelheid mede te deelen, hetgene hier van bijzonder
belang is , omdat de stoomkracht slechts als ondersteuning-
smiddel der windkracht kan zijn (6). Deze inrigting is
beproefd op de Experiment ^ welke door Beale's rotatie-
stoommachine bewogen wordt.
(1) The av. En^. a Arch. J. 42. p. 257.
(2) Mech, mag. 43. J. p. 304.
(3) Mtch, mag, 45. I. p. 317. Thê Civ. Eng. a. Arch. / 46. p. 161.
(4) The Civ. Eng. a. Arch. J. 44. p. 86.
(5) The Civ. Eng. a. Arch. J. 44. p. 367.
(6) Mtoh. mag. 45. I. p 22. 193. 812. Th: Civ. Eng. a. Arch. J.
p. 45. p. 90. — DiNGL£R*s Journal XGVII. p. 406.
Digitized by
Google
207
R. H0DG8ON (1) maakt bet Toortatawiagttnig uit platte
of parabolische Fleugels , die tangentiaal aan eenen regten
kegel zijn bevestigd , terwijl de as des kegels in de lengte
van het schip, met het toppnnt Toorwaarta geplaatst wordt; —
de inrigting zoude vooral voor de vaart op rivieren kan-
nen dienen.
J. Mavdslat (2) heeft een voortstuwingstnig gemaakt ,
naar het model van Ericsson, met twee tot vier schuin-
staande borden 9 en hetzelve op het midden achter bet
achtersteven geplaatst. Doch, aangezien door deze plaat*
sing, de beweging van het roer belemmerd werd, zoo
mankte hij aan weerskanten van bet achtersteven een roer.
Dit stelsel van een dubbel roer is bij de Janus (zie bo-
ven blz. 487) beproefd.
Yele proeven zijn door Cavé genozMn, om den besten
vorm van het schroefvormige voottstnwingstuig te leeren
kennen (3).
In 1844; vinden wij nog vermeld de plannen van Chapi-
NAux (4) en Bodneadx (5).
In 1845 wordt een plan gemeld van Boujuiibr (6),
zonder verdere beschrijving. Ook Gachet heeft een nieuw
plan van schroef-tuig voorgedragen (7) ^ hy wil eene zeer
laoge schroef van 100 vt. lengte gebruiken, en dezelve in
eene buis afsluiten.
Beadon*s patent bevat een' geheel nieuwen vorm van
schroef- vlak , dien hij sphaeroidaal noemt (8).
(1) The. a>. Eng. a, Arch. J. 44. p. 820.
(2) Tke Cip. Eng. a. ArcK /. 44. p. 37. Momteur Indmtriel no.
895 Jtnr. 45.
(3) Tke Civ, Eng. a. Aroh. J. 44. p. 85.
(4) Compte Rendu 44. IL p. 608.
(5) c R. 44. II. p. iiea.
(6] C. R. 46. I. p. 968.
(7) Mech. mag. 45. II. p. 891; 46. T. p. 6, 79. 397. II. p^ 44, 109.
(8) Mech. mng. 46. I. p. 118.
Digitized by
Google
208
OxLETS patetit repafuting seretv propeller (1) is even
als de boyengenoemde inrigting van Hat bestemd, «hu
den stand der schroef-segmenten te veranderen, en dan
de beweegkracht te wijzigen, naarmate wind en stroom
snlks noodzakelijk maken.
Verslag Tan Tergetijkende proeven geoomeo met bet achroefVormige
voortatuwingsiuig. De eerste vergelijkende proeven werden op
last der Engelsche Admiraliteit genomen ia
1842 onder opzigt van Maudslat en Fieud. — De Bee^
een klein stoomschip van 18 paardekr. en 30 ton, werd
achtervolgens voorzien met het gewone scheprad en 8mith*8
schroef; de uitkomst was to«i allezins gunstig genoeg,
om tot eene voortzetting der proefnemingen op eene groo-
tere schaal te besluiten.
1. De proeven met den Arohimedesj het eerste schip,
dat met Smith's schroef werd voorzien (1888 — 1842 ge-
nomen) gaven eene snelheid van 8,5 mijl per nnr.
2. De proeven met de Bee, gaven voor de schroef, vol-
gens Gallowat eene snelheid van 6,852 mijl per nnr (2).
De proeven met Stbinman-Blaxland's patent gaven eene
snelheid van 7,115 mijl per uur.
De proeven met Eriosson's patent — wordende de bewe-
ging door een r^em zonder einde overgebragt — , gaven
eene snelheid van 5,486 mijl per uur.
De proeven met het gewone scheprad gaven eene snelheid
van 7,7 mijl per uur.
Deze proeven met de Bee genomen hield men evenwel
als niet beslissende, omdat het mededeelen van de bewe-
gende kracht aan het voortstuwingstnig niet zonder ge-
(1) Mech. magi 46. I. p. 160. 177.
(2) Mech, mag. 43. f. p. 337. en 460. De eerste procfen met de Beê
toonden zelfs een meerder yerbniik van brandstof door de schroef. Het-
zelfde xoude ook ïk\ de Tergelijking der Battler eo Ahcêo hebben plaats
gevonden. Mech, mag, 46. I. p. 55.
Digitized by
Google
ao9
breken was ens* Nc^^tans z^d de laatste pfoeven, die mei|
met de Bee genomen heeft (September en October 1845)
ten eenenmale ongunstig voor de schroef uitgeFalicii. Vol-
gens dynamometrische aanw^sing stond de werking van
het scheprad tot die van de schroef = 584,76: 523,05.
Nog grootere waarde werd gehecht aan eene proef, waarby
men scheprad en schroef gelyktijdig liet werken in, aan
elkander tegengestelde, rigtingen, en het scheprad de bo*
Tenhand behield met eene meerdere krachtsontwikkeling
van 317,27 S van den dynamometer (1). Deze preeven
schijnen dns niet ten voordeele van de schroef te zijn uit-
gevallen.
3. Gunstiger waren evenwel die, welke met den Railier
en den Promelheus vergelijkender wijse werden genomen^
Het Engelsche Gouvernement beeft den Ratller geheel gelgk
aan den Promelheus laten bouwen , en d^i eersten bestemd
om tot proefneming met de schroef te dienen, terwijl de
laatste door schepraderen werd gedreven. Beide schepen
zijn van 200 paardekr., 800 ton eii tot 11^ Eng. voet
diepgang geladen (2). De uitkomst was als volgt (3):
De snelheid van den Promelheus 8,757 Knoopen per uur.
De snelheid van den Ralller 9,240 Knoopen per uur of
]0,75 mijl, en dus ten voordeele van de schroef (Smith's
Constructie).
4. Wat verder Steinhan-Blaxland*8 patent betreft , zoo
hebben latere proeven geleerd, dat men zelfs eene snel-
heid van 12,142 statute mijlen in één uur bereikt heeft (4).
(1) Mech. mag. 45. IL p. 270 en 297.
(2) De Ratiler heeft gewone, en de Promeiheus buisvormi(;e tioom-
kelels.
(3) Mech, mag. 44. I. p. 129 en 157. ne Civ. Eng, a. Arch. J. 44.
p. 85 en 95.
(4) Mech mag, 44. J. p. 293.
Digitized by
Google
210
5. De proeven met Woodcroft's schroef op de Ldver^
pool zijn zeer gunstig uitgevallen (1). Dit schip wordt
gedreven door eene machine van 19 — 20 paardekr. , vol-
gens de constructie van Mathur, Dixon en Grantham
(zie bladz. 514), van hooge drukking 50 — 56 E. tt eo f
expansie. De zuigerslag bedraagt 18 £• dm. ; de laachlne
is verder van directe werking, en de as van het voort-
stnwingstuig gaat 85 malen rond. De verhouding 'tasschen
de snelheid des schips en der schroef was =i 93:100.
De verhouding tusschen de snelheid des schips en het
scheprad was =r 70:100.
6. Rennié's Conoidale propeller is beproefd op de
Dwarf^ vroeger Mermaid genaamd, een schip van 90
paardekr. (twee machines) en 164 ton. De snelheid be-
droeg \2\ — 13 mijl per uur by 35-^6 zuigerslagen in
de minuut (2). Volgens Hoseasom zoude men na 22 proe-
ven niet meer dan 9j knoop per uur verkregen hebben (3).
(1) Mech. mag, 43. I. p. 451. 44. I. p. 124, 156 en 290. The C4v.
Eng, a, Arch. J. 44. p. 94.
(2) MeoL mag. 44. II. p. 283. De knoop is 6,084. £. vt
(8) Mech. mag. 46. I. p. 57.
Digitized by
Google
311
s
^
Ö
1
9
BB
t
*k m
i^
i^ A
A
A
4)
•
9
•-<
»
9
'S
9
3
•g
e
9
f
5
QB
Si"
A
•
1
A A
•
s
•
1
00
■TH
A
ü
«c
t^
r^
Ni «
>
9
'9
a
i,"
A A
CO
TH
A
O?
A A ^
S
A
«
00 ^
S
1
a
A ^
'S
A
^
A A
'S
A
«
'S 'S
A
'S
^
>
SS
^
SS
9
m lo
o
r^ ca
<0 00
CO
pmi CO
CO
> 00
o
i^ oó'
oT ö^
00
OD oo"
«0
cT ?o
.2 "
-2 'S
f-*
9 9
N^>^
S) o
« 4)
to
A
5-
Q 9
t(0 «MD
0)
«51
Si»
'S
•
>
U *
4rf
^ 4itf
>
^ •
'^ "5
>
> >
« >
^
s-ë
^
ui ^
g
A
g s
O o
•s
'S
il
m
^ A
s
JS
9
•1
A
1
&4 O
1
^
Y
2
■
S g
J3
as
CQ
*
i
il
00
1 -
A A
o
s
-1
>5
m
1
«
as
o
cc
1
*i
^
JS.
;3
5^
c
1
~
O «
^
s
S '^
,
•
o
V G
mm a>
CO
00
<**
30
1
«.SP
fM
p
Q 2
a
a*
?
pO
pO
. 60
o
O
^^
^ .S
»
w
--^
S
o
o
Digitized by
Google
212
De proef viel das ten gunste Tan Smith's schroef uit.
Men mag echter niet nit het oog verliezen, dat inzonder-
heid aan Smith de gelegenheid is gegeven , om zijne inrig-
ting herhaalde malen te \^ijzigen en te verbeteren. OiHler
de twee en dertig proeven telt men er 25 met Smith's
schroef, welke twaalf meden is veranderd ; — men heeft
das niet onpartijdig gehandeld (1).
8. Aller aandacht was gevestigd op de uitkomsten van
de schroef (naar Smith*s constructie), die de Great Brit-
tain zoude drijven. Het is bekend, dat dit kolossale schip
niet zeer gelukkig is geweest, en thans bijna hoopeloos verlo-
ren (October 1846), weshalve wij slechts willen aanwijzen,
waar des betreffende opgaven te vinden zijn , zonder nitvoe-
riger te worden (2). Op de reis van New-Tork neutr Li-
verpool in Junij j. 1. , 4io in %\ dag volbragt werd , heeft
hetzelve gemiddeld 16 statute miles afgelegd, eene snel-
heid, die nog nooit door een scheprad is bereikt (3).
9. Men heeft onderzocht, in hoeverre geheele boven
verdeelde schoepen zouden te verkiezen zijn, en de uit-
komst was ten gunste van eerstgenoemde (4). Op dezelfde
wijze heeft men de uitwerking onderzocht van eene schroef,
van welke men het centrale gedeelte heeft weggenomen,
en de uitkomst was gunstiger (5).
10. Wanneer wij alles te zamen vatten, dan is er ei-
genlijk nog geen resultaat verkregen ^ dat beslissen kan
tusschen scheprad en schroef bij de rivier- of zeevaart.
Men kan ten voordeele van de schroef a priori reeds
stellen:
a.) Dat het voortstuwingsmiddel in eiken stand van het
(1) Mech. mag. 45. I. p. 104 en 332.
(2) Mech, mag. 45. II. p. 150. 170. 391.
(3) Mech. mag. 46. II. p. 118.
(4) Mech. mag. 44. II. p. 224.
(5) The Civ. Eng. a. Arch. J. 44. p. 186.
Digitized by
Google
213
schip eyen guMtig ureikt, terwiyi nog daarenboTen de
werking yan het roer door de schroef ondersteand wordt.
Men heeft dan ook werkelijk gezegd, dat de schroef
heter geschikt is Toor zeeschepen (1), en bij onstnimig
wéér vele Toordeelen boven het scheprad zonde opleye-
len (2). Nogtans heeft de Rentier minder goed als zee-
schip voldaan dan de Black E<igle en de Vicioria and Al*
bert (3) , — iets hetgeen in de constructie kan gelegen
zijn« — Dat de Alecto door den Rottier is overtroffen ,
heeft men toegeschreven aan de omstandigheid, dat eerst-
genoemde onde machines bezit (4).
Volgens de proefneming met de Ftüry (die best voldaan
heeft) heeft men willen beweren, dat het scheprad voor
de riviervaart eene grootere snelheid zonde geven (5))
xelfs nog voor de Zeevaart bij stille zee en slappe Aoelte.
b.) Hat men gelijktijdig wind- en stoomkracht kan
gebruiken is ten eenenmale eene voordeelige orastdndig*
heid tot de kenze van de schroef. Het onverraijdellfke
slingeren des schips bi^ het gebmik van 'zeilen maakt de
aanwending van schepraderen nadeelig (6).
(1) Meoh. mag. 45. II. p. 174. 180.
(2) Mech. mag. 45. I. p. 192.
(8) Meoh. mag. 45. I. p. 208.
(4) Mech. mag. 45. I. p. 315.
(5) Mech. mag, 45. II. p. 31. Een der 'ketels yan de Fairt U, lijdeiM
zij met de grootste snelheid Tan 13 knoopen Toer, gesprongen, en nu
moest de orerblijvende de beweging onderhouden. Daar de beweegkracht
met de helft verminderd werd, zoo moest men nog op zijn minst eene
snelheid Tan 10 knoopen bereiken; (want de kracht staat in de verhou-
ding Tan de cubus der snelheid l:i. := 13 >: X^) maar de snelheid
klom niet op ^jf knoopen.
Deze daadzaak werd een nieuw wapen voor HosiiSOR tegen het ge-
bruik der schroef. Mech. Mag. 46. I. p. 355; doch deielTe wordt door
de verdedigers der schroef omgekeerd aldus Terklaard: de enkele kracht
gaf eene snelheid yau 5 en de dubbele 13 in plaats Tan 10.
(6) Mech. mag. 45. I. p. 192. Zie boven blz.180. De Amphion heeft
Digitized by
Google
214
c.) De plaatiing Tan het voorCttnwiogatiiig onder wa-^
ter, en de mogelijkheid om ook de macbüie beneden d«
waterlijn te boawen, pleiten ten yoordeele van de aanwen-
ding der schroef bij Oorlogscbepen*
d.) De nadeelige werking van stroom en wind op de
raderkasten valt weg; men wint in de breedte van het
schip; de nadeeUge werking van den slag op dammen &k
dijken bestaat niet; de stoommachine en het Toorts tuwings-
taig zijn minder zwaar en minder kostbaar enz.
Ten nadeele van de schroef wQst men op de vdgende
pnnten :
a.) Het verlies van kracht, nademaal een gedeelte der
beweegkracht verloren gaat door de z^delingsche beweging
der schroef.
6.) De moeijel^kheid van het overbrengen der bewe-
ging tot de as van het voortstuwingstuig, vooral daar het-
zelve %eer snel moet worden rondgedraaid.
c.) De beschadiging door ondiepten; de moeijelijkheid
der reparatie 9 het bezwaarlijke om de schroef in en uü
hare plaats te brengen.
Opmerkingswaardig is het, dat de schroef v€m de Greal-
Britatny en Massachtisei of Marmora, in volle %ee zijn
beschadigd geworden, de eerste was tan geslagen jgzer
van 77 cent. zwaarte, de laatste van koper. De reden
zoude volgens Hoseason te zoeken zijn in de afwisselende
werking der schroeiT boven en onder water bij holle zee;
buiten water neemt de omwentelings-snelheid buitenge-
woon toe, die plotseling bij het indompelen gestuit
wordt. *
<L) Het gevaarlijke der opening tot het doorlaten der
as van het voortstuwingstuig, die onder water door het
scheepshol gaat.
hiervan op nieuw onlan(^ een gtinsli^ bewijs geleverd. Mech» fnag, 16.
II. p. 209.
Digitized by
Google
215
Wy kimneB des metUgenstaanile Btellen, dat deze oa-
deeleo vao dien aard sijo, dat zij kunnen yerbolpen, en
door de voordeden verre overtroffen worden.
11. Kapt. HosiiSOif's bestrijdiiif; en HiuUD'a verdedigiDg der •obrocf.
Kapt. HosEASON heeft zich stellig tegen het voordeelige ge-
bruik van de schroef verklaard (1) in de eerste plaats op
grond van de nadeelige nitkomsten verkregen met de Great-
Brüain; hare snelheid bedroeg slechts 8,4 nautical myl
per uur, en' dus nog ^^ minder dan het gemiddelde der
beweging van de stoomschepen met schepraderen in de-
zelfde vaart (zie boven blz. 212 het tegenstelde). In de
tweede plaats wijst hij op de plaats gehad hebbende spoe-
dige ontstentenis der schroef (zie boven) en in de derde
plaats zoude er veel meer brandstof verteerd worden, dan
bij het gebruik van het scheprad. — Voor de Transatlan-
tische scheepvaart zoude de schroef ten eenenmale onge-
schikt zijn, en alléén b{) wachtschepen , en als hulpmid-
del voor zeilschepen kan zij nuttig worden.
Volgens HoscASON zijn zelfs al de latere proefnemingen
met de Rattler en Bee ten nadeele van de schroef uitgeval-
len, en zelfs zoude het Amerikaansche schip de Massa-
chuset^ «lie de schroef tot hulpmiddel had, buiten dienst
gesteld worden (2). De Fairy heeft denzelfden ijverigen
tegenstander der schroef een nieuw wapen verschaft (zie
boven), die bij z^nen laatsten uitval de voorstanders
tergende uitdaagde, daar zij tot nu toe op al z^ne ge-
maakte aanmerkingen gezwegen hebben ; — in het belang
der waarheid riep hij > a foeman worthy of my steel.^'
Kapt. Ualstcd heeft de handschoen opgenomen en de ver-
regaande uitvallen van Hoseason grootendeels onschadelijk
gemaakt (3), en aangetoond van -welk standpunt, de uit-
(1) Mech. mag. 46. I. p. 56.
(2) Mech. mag. 46. I. 317. p. 472.
(3) Mech. mag. 46. I. p. 445 en 470 clc.5 If. p. 27. 84. 103. 110.
Digitized by
Google
216
komsten , verkregen met de Bee en Fairff en anderen
ten beoordeeld worden. Wij willen voor bet oogenblik
berusten in het bloote yemielden der bestaande twist^ge-
schriften 9 en zullen trachten in ons Verslag voor een vol-
gend jaar de eindbeslissing mede te deelen; omdat wij
voor het tegenwoordige zulks slechts onvolledig zonden
afdoen. Halsted bewijst overigens door voorbeelden, dat
de voordeelen, boven door ons ten gunste van de schroef
'gemeld zijn, merkelijk door de ondervinding worden be-
vestigd.
12. Vergelijkende proef van HtniTiR'S wiel en LOPIA'8 schroefl Eene
Com-
missie van het Franklin Instituut in Noord-Amerika heeft
het volgende rapport bekend gemaakt, van vergelijkende
proeven genomen met het horizontale wiel (submerged
wheel) van Uunter (zie boven 191) en het schroef tnig van
Loper (!)• De proeven werden genomen met een en het-
zelfde stoomschip: Spencer (2) in September 1844 en
Mei 1845.
Het vermogen der stoommachine werd berekend door
de stoomdrukking te vermenigvuldigen met het aantal zui-
gerslagen*
Proef met Hunter's rad. Loper*s schroef
Stoomdrukking gemiddeld 77,5 E. S. 63,79
eigenlijk wisselende tus-
schen 75 en 80 S
expansie, f }
dus gemiddelde
drukking in den
cilinder 64,54 54,08
en effectief, na
aftrek van wrlj-
(1) Mech. mag. 46. I. p. 376.
(2) Dcszelfs inrigling wordt niel beschreven.
Digitized by
Google
217
▼ing volgens de
formules van be
Pambour. 41,86 32,85
Het aantal zni-
gerslagen in 1', 53,5 of 53—54 44,45
dos effective
werking, 2239 }460
melheid van het
schip 6,5Digipernnr 9,38
Hieruit blijkt das , dat de werking der machine met
Hunter's rad: Loper's schroef =z 2239: 1460 = 1:0,652
terwijl de nuttige werking (in verhouding van de cubi
der verkregene snelheden) staat b^
Huhter's rad : Loper's schroef •= 6,5» : 9,38» =
274,6 :/825,3 = 1: 3,005
Derhalve heeft de machine, de halve kracht uitoefenende met
Loper's schroef eene driemalen grootere uitwerking gehad ,
of sEOude bij gelijke kracht viermalen meer verrigt hebben.
Ingevolge dit gunstige venslag werd Loper's schroef
aangewend bij de ^zeren stoomboot Water-witch y die
vroeger met Hunter's rad was voorsien. Dezelfde Com-
missie heeft bij die gelegenheid nog eenige andere proe-
ven bewerkstelligd, uit welk bleek:
1) DcU de snelheid van het schip nagenoeg evenredig
IS aan hei aantal omwenielingen van het voor/siw
wingstmg.
2) Dai de tegenstand van het schip evenredig ts aan
de vierkanten van de snelheid.
18. Oplofring van enkele yraagttukken door Noord- Amerikaanache theoreli-
tche en practiacfae werktoigkundigeiu De Noord-Amerikaansche
Admiraliteit heeft in 1841-
1842 aan verschillende geleerden en werktuigkundigen de
volgende vragen ter oplossing voorgelegd, betreffende:
1) Het bedrag der paardekrachten in verhouding van
de tonnage van een Oorlogschip.
Digitized by
Google
218
2) Be beste soort van machine'Constructte.
3) Het gebruik van ééne enkele of van dubbele ma*
chines*
4) Het gebruik van hooge of lage drukking (1).
De antwoorden ontvangen van Prof. Renwick, Mr. Keh*
BLE, Mërrick en Towne, Charles W. Copeland hebben
het volgende geleerd:
ad 1. Bij de moeyelijkheid om de grootte van het ver-
mogen eener machine in paardekrachten te bepalen , ont-
breekt bet ten eenenroale aan eenen regel, om de ver*
houding van kracht tot de tonnage vast te stellen.
Kehblb stelt voor zulks te bepalen op 1 paardekr. per 3 ton
en n^eint de Great- Western tot model.
Copeland (stoommachine-maker) berigt , dat men in
Europa de volgende regel heeft aangenomen , afhankelijk
van de lengte der vaart, waarvoor het schip is bestemd:
250—400 E. mijlen is 1:2
600—1000 > 1:3
1500—3000 3 1:4
evenwel vindt men afwijkingen, zoo als bij de Nemesis,
die eene verhouding van 1:5,5 heeft C beschouwt, dat
de verhouding vooral afhankelijk is van de afmetingen van
het schip ; dat het vermeerderen van de lengte in verhou-
ding van de breedte, en het verminderen van den diepgang,
•de bewegings-tegenstand van het schip kleiner doen wor-
den, en dat daardoor de bedoelde verhouding kan worden
vergroot. Doch mag de geheele bouw van het schip niet
uit het oog worden verloren.
ad 2. Kemble, Merrick, Towne en Charles W. Co-
peland komen daarin overeen, dat de constructie gevolgd
in het stoomschip Missouri boven alle anderen de voorkeur
verdient. Deze heeft twee hellende cilinders , ivier zuigers
bij genoegzame lengte (door expansie) werken direct op
(1) Mech. mag. 46. H. p. 161. 40, 110.
Digiti
zedby Google'
219
de krok-as. Overigens is de machine niet zwaar, oui-
dat het ijzeren geraamte der Eogelsche machines wegbUjft,
en men zelfs meerdere hecbtheid verkregen heeft door het
onmiddeUgke verband van de machine met het getimmerde
van het schip. De eenigste tegenwerping zoode te zoeken
zijn, in de ongelgke uitslijting van den cilinder en des-
zelfs stopbns — maar de ondervinding is ten dien opzigte
geenszins ten nadeele uitgevallen (zie boven).
De right-aagle*machines, z^nde eene nieuwere Ameri-
kaansche constructie , bij welke de cilinders naar de lengte
van het schip aan weerskanten van de kruk-as geplaatst
zyn, zijn geenszins voor oorlogschepen aan te raden, zoo-
als vooral door de gemelde deskundigen , in tegenstelling
van Prof. Renwick is ontwikkeld (1. 1. p. 112).
ad 3. Men is algemeen van gevoelen geweest , dat voor-
al daar, waar het stoomschip andere diensten moet vervul-
len, dan bloot als wachtschip of kostvaarder, het aan te
raden is, om twee machines te gebruiken, omdat op die
wijze de werking gelijkvormiger plaats vindt. Zelfs heeft
men den raad gegeven, om de inrigting zoo te maken,
dat men in staat zijn zoude, om eene enkele machine te
doen werken.
ad 4. Merkwaardig bovenal is in dit opzigt het ver-
schil van gevoelen tnsschen de practische deskundigen en
Prof. Rbnwick. De laatstgenoemde verklaart zich ten
gunste van de hooge drukking, mits bisperkt tot 80 S
drukking en sto<mi-afsluiting bij \ (|. expansie). De eerst-
genoemde %ijn eenparig vóór de werking met stoom van
lage dniAAittg, en beweren, dat zulks het eenstemmige
gevoelen is van alle solide Amerikaansche werktuigkun-
digen.
Kehblk: neemt hier de Great- Western tot voorbeeld: de
stoomdrukking in den ketel is 5 ft , en is effectief in den
cilinder 8 tt gemiddeld; hierbg behoort 7 voet zuigerslag
en 30 slagen in de 1' dus 210 E. vt. snelheid in de 1 '• In Ame-
Digitized by
Google
220
rika heeft men alle graden van drakking en expansie be-
proefd , en zelfs op de Hndson-rivier vond men een voor-
beeld van 50 ft drakking, met 10 vt. snigerslag en stoom-
afsluiting op f|. Onderhondskosten , gevaar van explosie
en lekkaadje leverden steeds genoegzame bezwaren, oba
het stelsel van hooge drukking niet aan te bevelen. Eene
drukking van 10 ft in den ketel , werkende big | afslui-
ting , geeft gemiddeld 9,9 ft drukking op den stoomcilin-
der, en 15 omwentelingen van een scheprad van 30 vt*
middell|jn. Deze inrigting als maatstaf aannemende, dan
zoude men het schip met eene snelheid van 7 — 10 mijl
per uur kunnen drijven.
Belangrijk is de opmerking van Copeland , die daarin
eene reden te meer vindt, om de stoomwerking bl| hooge
drukking af te keuren, dat men gezien heeft in onder-
scheidene schepen, die de Erie-zee bevaren, dat zQ uit
dien grond door het zoogenaamde dry^rot werden aan-
getast.
Overigens schynt men niet gunstig gestemd te zijn voor
de zoogenaamde tubulalre ketels, en heeft men, bij eene
vergelijking tusschen koper en Ijzer als ketel-materiaal,
beslist , dat de voor- en nadeelen , die men van deze ma-
terialen kent, tegen elkander opwegen.
De Theorie van de schroef. Wij hebben boven reeds melding
gemaakt van Bourgois. Na ons
de verhandeling van dien geleerde uitvoeriger is bekend
geworden , dienen wij er nogmaals op te rug te komen (1).
Taurines Professor te Brest (2) heeft reeds in 1842 on-
derzoek gedaan naar den besten vorm, dien men aan de
schroefvlakte dient te geven, en daarbij getracht aan te
(1) Comptes Rendus 45. XXL p. 797 en 861. Pofyt. CentrMl 46
vol. Vf. p. 113.
(2) Annales maritimes et coloniaiet Sepl. 1842, JOBARBAfif9^ de Plft-
dustrie iV. p. 54.
Digitized by
Google
221
wijlen het verband tnsschen bet dynamisebe vermogen en
de nuttige werking. De formnles, door T. gevonden, wer-
den door LABnouME, Luitenant ter Zee (1) toegepast en
opgehelderd — > evenwel waren ze te ingewikkeld en wei-
nig geschikt tot eene vergelijkiog met, ja zelfs in *8tri}d
met de ondervinding. — « Rebch, Directeur-Ingenieur der
Bfarine-scbool te Lorient heeft naderband in een Rappori
sur la mackine du Brmndon betselfde onderwerp onder-
xocht. — In ditzelfde tijdperk beeft men op middelen ge-
dacht, welke zouden kunnen strekken om de voortstuwende
kracht te meten. Duput Dblomc heeft in 1841 ter reade
▼an Tonion de eerste proeven genomen tot bet meten der
voortstuwende kracht in eene horizontale rigting (traction
horizontale) met behulp van eene dynamometer. — Ook Taü-
muczs heeft eene b^zondere pendule; Rbbch eenen hydrau-
Bschen dynamometer ten dienste van deze proefiiemingen
uitgedacht.
Al^emeese regels uit de proereo afgeleid. Tot de belangr(jkste
gevolgtrekkingen uit
de bewerkstelligde proeven behoort:
lo. Dat de teruggang^ — zQnde de vef houding van de
theoretische snelheid tot bet verschil tusscben de werkelijke
snelheid van het schip en de iheoreüsehe snelheid der
schroef in de rigting van hare as (reeul absoluj of vol-
gens PoNCBLËT : coëfficiënt du recuf) — afneemt ^ naarmaie
ie middelf}n der schroef aangroeit, de hoogte van den
schroefgang kleiner is, een grooter deel van eenen vollen
schroefgang gebruikt wordt, en het getal schroefgangen
toeneemt.
2o. Dat binnen zekere grenzen de kromming der gene-
ratiix (d. i. de lijn die door hare beweging den schroef-
gang doet geboren worden) geenen merkbaren invloed
(1) Revue de P Architecture et des Travaux PuhUes 184S. Pülijft*
ceniralia. p. 117.
15
Digitized by
Google
222
heeft op de uitkomst, terwijl die krommiDg van de uit-
wendige directrix op de ontwikkelde cilindervlakte (d. i.
de lijn, welke het eene einde der generatrix volgt tijdens
bet beschrijven van den schroef gang) van groot belang is,
want de teruggang (sub 1) neemt af, wanneer de vloei-
stof de holle zi^de, en groeit aan soo xig de bolle x^de
der directrix treft.
30. Wanneer de grootte der bewegende kracht gegeven
is , dan lal men lij eene verhouding der ganghoogte tot
de middellijn (bnitenwerks gemeten) = 1': 1,75, de
grootste snelheid der boot verkrijgen.
40. De beweging der schroef binnen eenen cilinder, — >
door welken men getracht heeft het verlies van bewegende
kracht te voorkomen, ontstaande door de verstrooijing des
waters naar buiten, langs de generatrix, ten gevolge van
de middelpuntvliedende kracht — werkt nadeelig, door het
vermeerderen van den tegenstand van wrijving. Het is
zelfs proefondervindelijk bewezen, dat eene zoodanige mid-
denpuntsvliedende kracht niet bestaat, daar de waterdeel-
tjes de rigting van den schroefgang volgen en als het ware
even zoo vele concentrische schroefdraden om de as van
beweging en te zamen eenen voUen watercilinder vormen.
50. Eene verandering der snelheid in de verhouding van
2:3 heeft hg eene en dezelfde schroef weinig invloed op
de bovenbedoelde snelheids- of teruggangverhouding; de
laatste schijnt eer in eene omgekeerde rede te verminderen.
6o. Wanneer eene schroef uit een genoegzaam getal
gangen bestaat, dan zal het wegnemen van een' of meer
derzelve weinig invloed hebben ter vermeerdering van den
teruggang; dit is ook het geval, wanneer men, bij het be-
houd van het aantal schroefgangen, van dezelve grootere
stukken afsn^ dt door middel van vlakken , die loodregt op
de as der schroef staan.
Gerolgfrekkiogen uit de iheorie. Uit de theoretische ontwik-
keling heeft B« afgeleid:
Digitized by
Google
223
7o. Dat de inrigting der schroef eiet iilléén verschillen
moet volgens de afmetingen der schroef, maar ook naar de
grootte van hare bewegende machine en naar de bestem-
ming des vaartuigs, als snelvaarder, oorlog-, transport- of
sleepboot.
80. De geheele oppervlakte van den schroef gang ^ die
op het water werkt, moet in eene regie verhouding tot
de te overwinnen tegenstanden en in eene omgekeerde
verhonding tot de snelheid staan.
De verhouding van de echroefganghoogte tot de middel-
hjn^ of liever de helling vaa den schroefgang op het vlak
van omwenteling groeit in gelijke verhonding met de om-
wentelingssnelheid.
De absolute grootte der middelKjn is van omstandighe-
den, als de bestemming des sohips afhankelijk, die bui-
ten bet bereik der theoretische berekening is.
9. Voor groote schepen past de vorm, gelijkende aan
die der hekscheden — * oppervlakte van eenen windmolen >
het best voor bet maximum van werking.
lOo. De directrix van den schroefgang (lie sub 2)
moet zoo ontworpen worden , dat de waterstralen , bl) den
aanvang (het eerste element der oppervlakte) tangentiaal
bvallen, en dus %onder botsing werken.
In alle gevallen is het tot nu toe niet gelukt, om het
schroeftuig met gelijke snelheid te doen bewegen als het
scheprad, zoodat men aan de as van dezelfde machine
onmiddellijk een der beide klassen van voortstuwingstui-
gen zoude kunnen aanwenden, zonder de tusschenvoeging
van drQfwerk, koord zonder einde enz. Grantham heeft
beweerd, dat een schroeftuig van dien aard zoude te
maken zijn — doch de verwezenlijking is ons niet bekend
geworden (1).
(1) Meck. mag. 44. f. p, |57.
Digitized by
Google
224
c. Bij%ondere voorisfuwingsmiddelen.
VoortstawingsmiddeleQ Tan schepen, welke niet tot de
beide voorgaande afdeelingen kannen gebiagt worden, zijn
de volgende:
Bernouilli heeft reeds voorgesteld (1) » om het water
door pompen op te voeren» en dan het vaartuig te drijven
door de reactie, die ontstaat, wanneer het water uit de
verzamelplaats door het achtersteven naar buiten stroomt,
waarin het opgepompt werd. Hennert heeft tevens aange-
toond het verlies van beweegkracht, dat op dese wijxe
wordt geboren. — Een soortgelijk plan is ontworpen
door W. DiCKSON te Glasgow (2) Fodorinibr (3) Ro-
NALDS (4) en de werktuigkondige Falkirk (6). Men heeft
zolks zelfs aangeraden bQ de Greai-Briiain , doch met
horizontale, in plaats van verticale pompen (6). J. Seaward
heeft onder anderen eene zoodanige inrigting beschre-
ven (7). CuBiBERiiAND Rastrick heeft ook zoodanig denk-
beeld gehad (8).
Te Edinbnrgh is voorgesteld, om een vaartuig te dra-
ven zonder rad of schroef, maar met behulp van eenen
enkelvoudigen cilinder, naar de wijze van een windas en
geplaatst op het midden van het schip (9).
Ten slotte dienen wij ook hier te noemen de palmdpède
(1) HSNNERT Cursu9 VI. p. 186.
(2) Mech. mag. XXXV. p. 116.
(8) Ibid. XXXIV. p. 250. fiier werkt lucht en water te zamen alt
drukkende of voortstuwende kracht ; in een plan Tan J. en 6. Wiimiir
zoude de lucht zulks alD^ doen (AfecA. m^g. XXXV. p. 206>
^ (4) Mech. mag. XXXVI. p. 443.
(5) The Mining Journal 1840 no. 257.
(6) Mech. mag. I. I. p. 44.
(7) The Civ. Eng. a. Arch. J. 45. p. 297. pi. XXII. %. 3 en 4.
(8) Mech. mag. XXXIV. p. 292. en p. 458.
(9) Mech. mag. 44. I. 120.
Digitized by
Google
225
van den Blarkies de Jouffroi (1) en A* Motuxon te
Londen (2); — de beweging door middel van rondgaande
seetorvormige roeivlakten (3) volgens Finch ; van heen en
weergaande roeiers (reciproceUing vcdve propellers (4)
volgens Henrt Booth.
J^ De Terbïndine tiHscben het YoorttüiwiiigsUiig en de ttoommachine.
De verbinding tasseken de stoommachine en het voort-
stnwingstaig is soodanig, dat dezelve van elkander los
gemaakt, ontkoppeld kannen worden, en das de machine
onafhankelijk van het scheprad of de schroef sonde kan-
nen bewogen worden , en zelfs in geval van nood, nitslui-
tend zonde knnnen dienen tot het bewegen der scheeps-
pompen, om het schip drijvend te honden. Er zijn vele
middelen tot verbinding en ontkoppeling voorgesteld {dis
conneotingy découpler)^ welke wij slechts zullen opnoe-
men, voor zoo verre ze in lateren t^d zi|n voorgesteld,
zonder ons met derzelver beschrijving in te laten, daar
zalks zonder teekeningen ondnidelljk moet uitvallen.
De ontkoppelingstoestel van Seaward is door C. Robst
beschreven (5); andere inrigtlngen zijn voorgesteld door
HoLTBRooE (6) WiMSHURST (7) Mallart (8) Wake (9}
(1) The 0U>. Eng. o. Arch, J, 42. p. 66. Ducclke'$ Joumal LXXiX.
p. 163. CompUê Bendus 1840. no. 18. p. 687.
(2) Lontion Joumal of arts. April 40. p. 33. DUfGill's Joumal
LXXIX. p. 166.
(3) Roperi. of Pat. Ine. Dec. 1841. p. 151. Mech. mag. XXXVL
p. 384. DiKGLil'8 Joumal LXXXIIL p. 434.
(4) Meoh. mag. XXXVH. p. 49, 147, 229. The Theory and Prac
tice of propelkng trough water etc.
(5) L. I. PUat IX. % 3—5. en p. 55.
(6) Mêch. mag. 41. p. 352.
(7) Mech. mag. XXXIV. p. 382.
(8) Mech. mag. XXXVIII. p. 15.
(9) Ibid. p. 49.
Digitized by
Google
226
BiRDS (1), Petbr Borvrie (2). — Meer bqpaald ten ge-
braike van het schroefvoortstawingstoig i^n ontkoppeüogs-
toes tellen Toorgetteld door Grantham (3); Braithwaftk,
MiLNER en Co. (4); Boulton en Watt (5); CAvi (6);
G. T. Loper (7) en J. Hat (8) — Bi} de beoordeling
van deze irerschillende inrigtingen komt het vooral er op
aan 9 om den spoed te kennen, waarmede de ontkoppeliiig
of zamenkoppeling kan worden ai^;eToerd* Volgens Guppt
vordert de toestel der GrecU-BrUain een vierde nur; ter-
wiyl Braithwaite gewaagt van het uitvoeren der manoeuvre
in eene halve minnnt.
Met een enkel woord dient hier ook nog te worden ge-
sproken van de inrigtingen, welke dienen moeten om de
snelheid der stoommaehine-as in zoodanig veelvoud tot de
as van het schroef-voortstawingstuig over te brengen aLi
desselfs beweging noodzakdQk maakt WQ hebben hier-
van reeds met een enkel woord gewag gemaakt (deel X
p. 506 noot). Het overbrengen der beweging met bdinlp
van tandraderen is door W. Fairbairn te Manchester ge-
octrooijeerd (9). Het octrooi van J. Mauoslat (10) bevat
de inrigting, om een koord zonder einde te gebruiken.
(1) Mech. mag. p. 898.
(2) Ibid. 44. 1. p. 806.
(8) The Civ, Eng, o. Arch, J. 41. p. 358. 42. p. 8. Dikgub's
Jaumal LXXXIV. p. 187.
(4) The Cir, Eng, a. Aroh. J. p. 85^60 116; dcce inrigtin^ h eigen-
lijk TToeger ^bruikl door Trewhitt bij schepraderen, doch heeft yoI->
geus ScoTT, Sinclair en C<\ ook bij de achroef foldaan (ibid p. 205)
DlKGUR's Journal LXXXiV. p. 847.
(6) Mech. mag. 43. J. p. 84.
(6) The Civ. Eng. a, Arch. J. 44. p. 85.
(7) Mech. mag. 45 II. p. 207.
(8) Mech. mag. 45 I. p. 198; DiNGUUi>« JeurmA XCVII p. 406. 7i#
dv. Eng. a. Arch. J. 45. p. 90.
(9) The Civ. Eng. a. Arch. J. 44* p. 870.
(10) Ibid p. 37; Mech. mag. 44. 1. p. 18a
Digitized by
Google
227
hetwelk eenige inalen rond loopt in aleuven , gemaakt in
ie oppervlakte van de cilinders of trominelt, door writte
de beweging van de eene at tot de andere orergaat; on
dit koord sonder einde te spannen ^ loopt betielve ook nog
oTer afsonderiyke gjeletachiJFen.
Over Gallowat'b inrigting tot het Termemgraldi-
gen der beweging zonder raderwerk sie boven bic. 509
Deel X (1); deielve soiide sich bgaonder aanbevelen,
door de gemakkel^kheid waarmede de ontkoppeling kan
worden uitgevoerd en zelÜB de schroef 9p het dek kan
worden gebragt, wanneer men alléén zdlen wil.
De Scheepsbouw.
WQ willen sleelui kort cQn met het aanwifse» van enkele
verbeteringen, die den scheeptbonw betreffen, omdat dese
eigenlek buiten het gebied van ons Verslag is gelegen (2).
1. Het gebruik van ijzer als scheepsmateriaal neemt
nog bij voortduring toe. Zoo men het ook al ééns is over
de bijzondere geschiktheid voor riviervaart, zoo zgn het
de practiei niet eens over de aanwendbaariieid bij zee-
schepen van het eerste kali4>er (3). Niet zonder invloed
zullen evenwel zQn de nitkomsten der beproeving met
betrekking van de doelmatigheid des metaels root den
romp van oorlogschepen , daar de kogel sfjne verplette-
rende kracht sterker uitoefent op eene metaalplaat dan op
het vezelige, en meer of min weeke hout. In allen ge-
valle vordert het ijzer meer toezigt (4).
Als bewezen voor de duurzaamheid van het ijzer die-
nen de Aaron Manhy ^ eea vaartuig, dat reeds vijf en
(1) DlHGLKB'S Journal XC p.
(2) Meeh. mag. XXXI. p. 596 XXXIf. p. 130. Luiten. WkU over
Zeestoombooten ibid. p. 477.
(8) Tho Cw. Eng. a. Aróh, J. 45. p. 370. DiNGLiR's Jotrmal LXIX.
p. 233.
(4) Mech. mag, 44. T. p, 55.
Digitized by
Google
228
twintig jaren in gebniik is en alechta 60 ê Mderfaonds-
kosten gevorderd heeft ; eveneens is een ander yser schip
reeds sedert jaren in de vaart op de rivier Shannoo. Se-
dert 1830 zijn er in Engeland 150 ijseren schepen gebouwd,
van welke er 25 in Indië in dienst sQn (1).
Malu£T beeft een vernis samengesteld nit 40 deelen
steenkool-teer, 1 deel caontscfaonc (opgelost) en 5 deelen
jnenie, hetwelk dienen moet, om het ^ser van de kiel en
scheepsromp te bewaren tegen oxydalie en bet aanhechten
van see-planten en dieren. Vooral om deae laatste te we-
ren, wordt op dit vernis gehragt eeoe laag» bestaande uit
een mengsel groene zeep, hars, talk en olie-vernis met
realgar en menie, Welke vergiftige inmengsels hoofdzake-
lijk op de aanhangende bewerktuigde wezens zouden wer-
ken (2). — Men rekent evenwel algemeen , ook in Nóord-
Amerika, dat het dikwijls verwen met menie genoegzaam
aan het oogmerk voldoet.
Over het vervaardigen der (jzeren platen door Fairbairm
zie Mech. mag. XXXVIII. p. 142 en 256.
2. De waterdigie scheepsafdeelingen of luchikisten
(BuicA'headê) worden in de meeste der nieawste stoomsche-
pen gebruikt. Dete vinding is eigenlijk afkomstig van
Sir S. Bentham in 1795 — zooals onlangs uit zijne nage-
latene papieren is gebleken (3). — C. W. Wuulums beeft
echter in lateren tijd de aandacht gevestigd op deze in-
rigting, die hij het eerst in practijk gehragt beeft, omdat
dezelve voor stoomschepen , behalve de gewone welbe-
kende voordeelen, ook nog de volgende oplevert, dat het
(1) Mech. mag. 45. p. 365. Dihglir's Jounwl XCVIII p. 241.
(2) DiHGLsrs Journal LXXXIV. p. 16. XCVI. p. 280. -« Echo da
monde savant 1845 n». 26.
(8) Mevh. mag, 45. II. p. 186. The Ciw. Eng. a. Arch. J. 42 p.
462. Mech, mag, 48 H. p. 160 en 200; 44. I. p. 21. DilVGLEft'S Jour^
nal XCn. p. 151.
Digitized by
Google
229
indriogende water buiten het bereik der Tourplaats blifft,
waardoor men anders vao alle middelen verstoken zonde
worden om het vaartaig te bewegen op een tijdstip, dat
de beweegkracht alléén het behoud des vaartaigs kan be«
Torderen. Men heeft eerst beproefd , om waterdigte lucht*
bmxen door het scheepshol te leiden, doch bevonden dat
lolks niet aan het oogmerk geheel voldoet. Doelmatiger
is gebleken te zgut de verdeeliog van het scheepshol in
waterdigte afdeeliogen, waardoor bij ontstane beschadi-
giog het indriogende water tot die ruimte beperkt wordt;
dese inrigting soude reeds lang volgens Williams, aan
de Chinezen bekend geweest zyn, die nélb op hunne
handelsvaartoigen somtijds de verschillende afdeeUngen aaa
aCEonderlijke schippers toevertrouwen.
Williams heeft zijne inrigting het eerst in toepassing
gebragt bij den bouw der stoomboot Ganyawen^ in de
vaart op de Shannon bij Limerick en by de handelsbar^
ken, in dienst van de sleepbooten der Dublin-Company.
In de eerste boot waren de middelschotten even als het
schip zelf van ijzer. 0?erigens heeft de ondervinding ge-
leerd, dat houten middelschotten moeijeli[)k waterdigt ge-*
houden kunnen worden, zoo ze ook al in den beginne met
de meeste zorg uitgevoerd waren. Van daar , dat W. in
alle soort van schepen ijzeren middelschotten, gesterkt
door diagonaal loopende staven aanraadt, en de naden
ter aansluiting met de ribben van het schip met patent-
Tilt bekleedt.
Natuurlijk klimt de veiligheid met het aantal afdeelin-
gen, maar aan den anderen kant vormen gewigt en onkos-
ten eenen anderen grens. W. rekent dat vijf afdeelingen
het doelmatigste zijn, als de middelste afdeeling voor de
machine , de 2* en 4* der voorste en achterste scheepsrui-
men, of op passagiersbooten als voor- en achterkajuit.
Daar het als een buitengewoon geval kan beschouwd wor-
den, dat gelijktijdig al de afdeelingen zonden lek worden,
Digitized by
Google
230
zoo is deze inrigting voor een afdoend mligheidsmiddel
te boaden. W. heeft aan de medeleden van Ae ^British
oêsociiUion te Liverpool de volgende proef getoond : Hij
liet namelijk de eerste af deeling van het nienw gebouwde
schip Royal Adelaïde doorbooren, en nadat bet water in
hetzelve met hét waterpas er buiten gelijk stond , was bet
sehip vóór slechts 15 ned. dm. gezonken en achter 5 dm.
gerezen; na deze afdeeling te hebben geledigd^ werd de-
zelfde proef met de tweede afdeeling herhaald, waardoor
het voorgedeelte van het schip 30 dm. zonk, doch het
achterste gedeelte niet merkbaar oprees ; — het schip be-
vond zich juist in de omstandigheid , waarin het door het
zamenstooten met een ander, zouden gebragt zijn.
De kosten van ijver- en houtwerk hebben bedragen op
de Royal William en Aiklone 290 ig , zijn dus niet aan-
zienlijk, weshalve deze inrigting tot beveiliging van per-
sonen en goederen allezins de meeste aanbeveling ver^
dient. De Royal William werd op eene reis in 1841 door
een driemaster aangeloopen, ontving daardoor een groot
gat in de boeg, en kwam nogtans, ten gevolge van deze
inrigting, behouden te Portsmonth binnen (1). Inderdaad
zijn reeds zeer vele Engelsche schepen op dusdanige wQze
gebouwd: de Royal Adelaïde^ Queen Ficioria, Ben*
iincky Jron Duke^ Great-Britain enz. enz.
GiBSON heeft voorgesteld om langs de buiten wanden
van het schip lachtdigte zakken te hangen, ten einde een
vaartuig vlot te houden (2); een voorstel, dat weinig na-
volgers zal vinden.
3. Be Ventilatie. Over de ventilatie van schepen zie
Meck. mag. 43. II. p. 418 en 438.
4. De Sckeepspompen. Over de scheepspompen zie Meek.
mag. 43. II. p. 42, 77, 119, 143, 219.
(1) The av. Eng. a. Arch. J. 41. p.
(2) Mech. mag. 44. I. p. 210, 269.
210.
Digitized by
Google
-#«oo-aOooo««-
Wolieeli en Wolhandel in Oostenrijk.
Na Saksen is Oostenrijk het land. Waar de veredeling
yan het Duitsche schaap het ijverigst behartigd werd. De
Keixerin Maru THEaesu ontbood in 1775, eenige hon-
derd sehapen nit Spanje en Noord-Afrika; en in 1786
liet Keimer Josbf II op nieaw een aantal Spaansche scha-
pen aanknopen en in de schaapskoojjen van Holitsch
ca Mannersdorf overbrengen. Uit doaelve werden vele
lammen, vaak tot zeer hooge prijzen, verkocht, om in
Oostenrijk, Bohemen, Stiermarken en Hongarije gebezigd
te worden. Op een der kroon-domeinen in Creatie werd zelfs
eene bijzondere school voor schaapherders opgerigt, en
alsoo de schaapsteelt op alle mogelijke wi)sen bevorderd.
Nogtans ontaardde het Spaansche ras, door vermenging
met Padnaner schapen, aldra weder; zoodat in 1801 een
aieaw transport, voor 's Keizers rekening, aangevoerd
worden moest. Deze Schapen dragen den naam van Kei*
aer-schapen of Imperial-schapen , en zQn van bet ras der
Negretti, wier w<d krachtig, kemig en vet is* In 1814
kwam , biy de verdeeling van het land tusschen Moezel en
Digitized by
Google
232
RhiJD , wederom eeoe partij Merinos , welke op de bergen
Tan Ober^Emmel gindszijds den Rhijn geweid hadden,
en een eigendom van Keiser Napoleon geweest waren,
naar Oostenrijk. De laatste veredeling op raime schaal
had plaats in 1825, door Saksische en Engelsche (Dischleij
en New-Leicester) schapen.
In 1785 telde men in Oostenrijk niet meer dan 7,000,000
schapen; daarvan bezat Hongarije er 4,000,000. In 1818
was dit getal tot 12,000,000 aangegroeid. Boven alle
provinciën munt Moravie in de schaapsteelt uit. De schaaps-
kooljen van Hostiz, Hennersdorf, Fulusk, Ostran, Raitz,
Austerlitz, Namiest, Napagedl, Kovitschan, Sokolwitz,
Tischuowitz, Ungarisch-Brod, Wiese behooren tot de nit-
stekendste der Monarchie. De behandeling der schapen
aldaar wordt ten voorbeelde gesteld, en het gemeene land-
schaap is er bijna geheel verdwenen. In Brüun bestaat
eene Maatschappij van schaapsteelt, die reeds veel goeds
moet hebben gesticht.
De tweede rang wordt ingenomen door Bohemen; des-
zelfs uitgestrekte dreven zijn ongemeen gunstig voor de
schaapsteelt, en de veredeling dezer dieren werd reeds
vroegtijdig door den invoer van talrijke^ kentschi^n en
in Interen tijd, ook door den ijver en de vlgt der aldaar
gevestigde schaapsfokkers aanmerkel^k bevorderd. Een
groot aandeel dezer bevredigende uitkomsten wordt toe*
gekend aan de pogingen der Maatschappi) van Veeteelt te
Praag. Beroemd zijn de schaapekooljen van Zdislowits^
Cochelua, Quassitz en Horschowitz. In Bohème bedroeg
het getal schapen in 1805, 1,297,816; in 1815, slechts
958,735; in 1825, 907,637; in 1837 reeds weder 1,392,343.
Neder-Oostenrijk bezit in de sehaapskooijen van Tribas*
winkel, Horn, Ungarisch-Altenburg, Scharfeneck , The-
resierfeld en Mannersdorf aanzienlijke kodden van nieri-
nos. Evenwel stelt er de landbouw, en inzonde^^heid de
wijnteelt, grenzen aan eene verdere uitbreiding der. Scha-
Digitized by
Google
233
penfokkerij. Deze ProTincie bezat, in 1837, 487,957
schapen.
Minder beduidend is de schaapsteelt in de overige pro*
Tioeien. Opper-Oostenrijk brengt meerendeels slechts ge-
meene Wol voort, voor volksgebruik. Stiermarken bezit
wel eenige schaapskooijen met veredeld ras, bi) voorbeeld
in Ebersfeld en Kranichfeld, maar deze z^n niet van be-
teekenis. Hetzelfde geldt van Karinthie, Krain, het kast*
land en Gallicie; ofschoon wel is waar het getal *der
schapen, (in 1817 bedroeg dit niet meer dan 4P2,642), aan-
nerkelijk toenam; doch zonder dat derfeelver veredeling
noemenswaardige vorderingen maakte. Tirol bezit veredelde
schaapsteelt in de dalen van Tessin en Primör, doch over
het algemeen is de aard des lands haar ongunstig. Dal-
matie bezit Spaansch ras in Pago en Trau; de meerder-
heid der schapen echter is grof wollig; zij worden op
Turksch grondgebied geweid en geschoren; zelfs moet,
om pest-aansteking te vermeden, de gewonnen wol baiten
's lands blijven. In het Lombardisch- Venetiaansche Ko-*
ningrgk zijn de merinos van Padua, Yicenza en Yerona
met roem bekend. Groote kudden derzelve worden van
daar ter weide gezonden op de Piemontesche Alpen; over
het algemeen echter is de op den hoogsten trap gedreven
landbouw dezen tak der Veeteelt minder bevorderlijk*
Eene groote uitbreiding daarentegen bereikte dezelve ia
Hongarije.
Reeds de omstandigheid, dat de eerste schaapskoo^fen ,'
onder de Keizerin Maria Theresia, op Hongaarsch ge-
bied , in Holitsch en te Maikopail opgerigt werden , droeg
aanmerkeUjk daartoe bij. Uit deze schaapskooijen hebben
xich vele Magnaten voorzien van uitstekende rammen,
waarvoor zij^ menigwerf zeer hooge prijzen betaalden (1)
(1) Zoo werd in 1806, in Holitsch, een Ram met 8,645 gtilden, in
1810 met 16,2CrO gtilden, in 1811 met 80,000 gukkn bankaotcii betaald.
Digitized by
Google
234
en door eenigen derzelven werd aan de hoogst gespannene
Terwachdng voldaan; b. y. in AlesnC, in de schaapskooijen
yan den Aarls-Hertog Johan, in de Zeng|JelBtier schaaps-
kooljen yan den Baron Fechtig, alsmede door de Somo-
gQer actien-maatschappij. Nogtans vindt men er oyer
het algemeen weinig schapen van de eerste soort, maar
een zeer groot getal half veredelde dieren. In Zevenber-
gen vindt men slechts het gemeene Zorkanschaap; even-
eens besit de Militaire Grens wel is waar veel, maar
meestal schapen van grove woL
De volgende tafel levert een overzigt van het bedrag
en de opbrengst der Schapen in het Keizerrijk:
Promncien.
jtautai Schapen.
Neder-Oostenrgk
538,057
922,400
Opper-Ooatenryk
301,071
458,400
Stiermarken
160,704
354,600
Karinthie en Kkuq
253,096
551,900
Kustland
344,201
221,200
Tirol
483,251
1,159,300
Bohème
1,660,370
4,865,600
Moravie en Silene
906,299
1,811,700
6aIIicie
1,466,170
2,932,200
Dalmatie
637,995
1,264,900
Lombard^e
141,698
- 1,010,300
Venetië
373,268
1,211,400
Militaire Grens
1,002,845
2,000,000
8,269,026
18,763,900
Hongarije
17,000,000
34.000,000
Zevenbergen
2,200,000
4,000,000
27,469,026
56,763,900
Neemt men aan, dat een Schaap jaarlijks ongeveer
Digitized by
Google
235
twee pond wol levert (1) zoo bekomt men het in de bo-
venstaande tafel geraamde bedrag van 56,763,900 pond.
Eekter schat men algemeen de jaarlljksche opbrengst van
wol op ten minste 700,000 centenaars.
Daar een grdot gedeelte der Oostenrijksche wol binnen
's lands verwerkt wordt, soo heeft er zich de behoefte aan
groote Wolmarkten nog niet zoo zeer doen gevoelen, als
in andere Duitsche landen. Er bestaan wel is waar Wol-
markten in Pesth, Praag, Pilsen, Brnün, Olmütz, Lem-
berg, enz.; doch daaronder is die van Pesth de eenige
van bednidenden rang.
Men weet, dat een tak van nijverheid ook daar eenen
hoogen trap van ontwikkeling kan bereiken, waar de tot
denzelven vereischte grondstof volstrekt niet, of slechts
niet in toereikende hoeveelheid, binnen 's lands geteeld
wordt. Niets levert daarvan een zoo opvallend bewQs als
de in alle landen van Enropa soo veelvuldig bewerkte ka-
toen, die b(jna geheel uit vreemde werelddeelen gehaald
wordt. Nogtans valt niet te ontkennen , dat er tnsschen de
voortbrenging der grondstof en de verwerking derzelve eene
ümige zamenhang bestaat Waar meerendeels inlandsche
grondstof verwerkt wordt, daar kan zich de betrokken tak
van nijverheid — onder overigens gelijke omstandighe-
den — zeker weliger ontwikkelen en aan minder stoornis
blootgesteld zien , dan wanneer die grondstof ver af moet
worden ontboden, en men van het buitenland afhanke*
lyk is (2). De mogelijkheid van een onmiddelUjk ver-
keer met den voortbrenger, de besparing van vervoer-
kosten en de zekerheid voor vijandige tolmaatregelen
(1) Op de teotoooitelliog der voortbrengselen van Nijverheid in 1845,
bevond zich het vliet van een ouden Ram, H welk 5 pond, 16 lood
woog; een ander vlies uit Manncrsdorf, woog 3 pond, 14 lood; en eeo
soder uit Holitsch, 3 pond, 6 lood.
(2) Van daar de pogingen der Engelschen, om de veredelde schaaptteell
ia hunne Koloniën in Australië in te voeren*
Digitized by
Google
236
of andere van het buitenland te duchten hindernissen >
sullen , in allen geval den verwerker van inlandsche grond-
stof menig voordeel opleveren, en daardoor tot der*
zelver verwerking uitnoodigen. Omgekeerd zal ook, b^
bloeijende mannfactunr, de zekerheid van vertier eenen
gnnstigen, aanmoedigenden invloed oefenen op de voort-
brenging der grondstof. Wordt nu in een land de grond-
stof in grootere hoeveelheid geteeld , dan het verbruik der
inlandsche fabrijken vordert, zoo moet zij eene buiten-
landsche markt zoeken , en dit heeft dan ook geene zwa-
righeid , in zoo ver de daarbij betrokken Nijverheid reeds
eenen hoogen trap van volkomenheid bereikte; is dit ech-
ter het geval niet, dan ware het zeker te wenschen, aan
die nijverheid meer uitbreiding te geven, en liever het
voltooide fabrijkaat dan de onverwerkte grondstof uit te
voeren; daar bij den uitvoer van het fabrijkaat ook de
winst op den arbeid den inlandschen fabrijkant te beurt
valt. Het ergst is het echter gesteld, wanneer de inland-
sche manufactuur niet eenmaal de behoefte des lands dekt,
maar de in den vreemde uitgevoerde grondstof, van daar
als fabrikaat, weder naar het land der productie terug-
keert. Zulk een toestand vestigt eene voortdurende af-
hankelijkheid des lands, hetwelk de grondstof voortbrengt
van het land, dat dezelve verwerkt, en houdt de n^ verheid
van het eerstgenoemde in gedrukten staat, waaruit sQ
zich slechts met behulp van doeltreffende maatregelen der
Regering verheffen kan. Onder deze maatregelen behooreo
wel berekende beschermende regten. Zijn namelijk de
koofdvereischten voorhanden , waarbij de eene of andere
tak van nijverheid zich ontwikkelen kan, terwijl deze
echter niet in staat is met de reeds oudere en ontwikkelde
manufacturen der buitenlandsche fabrijkanten te wedijve-
ren , zoo kan de wedijver der inlandsche fabrijkanten ge-
voegelykst daardoor mogelijk gemaakt worden , dat de in-
voer van het betrokken fabrijkaat met zoo hooge regten (be-
Digitized by
Google
237
scbemieiide regten) worde belast, alt noodig schijnt, om
den prijs van bet baitenlandsche fabrijkaat gelijk te stel*
len met dien, welke de zich nog in ontwikkeling bevin-
dende inlandsche nijverheid behoeft. Hoe meer deze dan
ontluikt, des te gemakkelijker zal het haar vallen, met
het buitenland te wedijveren, en des te lager kannen dan
ook de gemelde regten gesteld worden, des te spoediger
kunnen zij geheel verdwenen; ja, dit moet ten laatste
geschieden, om der nijverheid niet den noodigen prikkel
te ontnemen, en se in vadzigfaeid en achteloosheid te la-
ten verzinken. Groot-Brittanje kan ten deze als voorbeeld
worden aangehaald. In vroeger tijdeti voorzagen Duitsche
en Belgische kooplieden Engeland met lakens. Edward III.
liet eerst Vlaamsche lakenbereiders in het land komen , en
toen er een toereikend getal weefstoelen aan den gang wa-
ren, vaardigde hij een verbod uit tegen het dragen van
vreemde lakens. Edward IY. verbood derzelver invoer
geheel, en Edward VI. voltooide het aangenomen stelsel
door opheffing der privilegiën, verleend aan het, in 12S0
te Londen gegrond , kantoor der Duitsclie kooplieden
{Siahihof) genaamd. — In 1354 voerde Engeland voor
277,000 pond sterling aan laken uit, onder Jacob I. reeds
voor 2,000,000 pond sterling. Toenmaals werden de lakens
meest naar België uitgevoerd en aldaar geverwd en voltooid.
Onder Karel I. hield ook dit op. In 1603 bedroeg de uit-
voer der wollen waren ^^^ van den geheelen uitvoer, en aldra
liad Engeland de Hanseaten op de markten van Rusland ,
Zweden, Noorwegen en Denemarken geheel verdrongen.
In Oostenryk ontwaart men eencfki soortgelijken loop van
zaken. Reeds in 1045 waren er aanmerkeUjke gilde-pri-
vilegiën aan de Boheemsche laken-fabrijkanten verleend
geworden. In 1579 kwam de eerste lakenfabrijkant, Urban
UoFFiiANN, uit Seiderberg in de Lausitz, naar Reichen-
berg, en vele anderen volgden hem. Den 6« Jnlij 1592
werd er bepaald dat geen buitenlanders op de jaar- en
16
Digitized by
Google
238
weekmarkten Treemde lakens bij de el zonden mogen af*
snijden, en dexe bepaling werd den 14« Junij 1614 her-
nieuwd. Toen EuBABETH van Engeland aan de Hanaeste-
den bare voorregten benam, werden, den.l« September
1597, al de Engelsche kooplieden uit Oostenryk gebani
en roet beslagname hunner lakens bedreigd, byaldien de
niet binnen drie maanden weggebragt waren* Te Lins
ontstond de eerste lakenfabriek , welke aanving lakens
naar Engelsche en Nederlandsche manier te Tervaardigeo.
Zij werd in 1660, 1672 en 1682 met menigerlei privile-
giën begiftigd, en in 1694 voor een «Keiserligk weric"
verklaard* Den 3e October 1697 werd de aankoop van
buitenlandsche lakens verboden, hoewel den 18^ Maart
1699 dit verbod gewijzigd werd in voege, dat de Neder-
Oostenrijksche kooplieden jaarlijks 2000 staks, de Opper-
Oostenrijksche jaarlijks 400 stuks uit de geelde Lin-
zer fabrijk betrekken moesten, doch de meerdere behoefte
met buitenlandsche waren zouden mogen dekken. Deze
bepaling werd in 'de patenten van 22 January 1715, 22
Januanj 1717, 6 November 1727, en 18 Julij 1734 her-
nieuwd. Den 12e Augustus 1754 werden de vreemde wol-
len waren met een inkomend regt van 30o/o op de waarde
bezwaard. In het toltarief van 1766 is op de bnitenlando
sche lakens, naar gelang van kleur en fijnheid « een con-
sumde-regt van 27 kreutzers tot 1 gulden 30 kreutzers
per pond, en op andere wollen waren een consumtie-regt
van 24 tot 120 gulden per centner gesteld. Later werd
de. in voer dezer waren weder geheel verboden, en slechts
>tot eigen gebruik'* doch steeds onder hooge regten ge-
oorlpofd. Tegenwoordig betaald de ruwe wol een inko-
mend regt van 30 kreutzers en een uitgaand regt van 1
gulden per centner. De uitvoer naar Hongarije is vr(j.
Wollen garen, ruw en ongeverwd, is onderhevig aan een
inkomend regt van 5 gulden het centner; gedraaid en ge*
verwd betaalt het een regt van 7[ gulden het centner^
Digitized by
Google
23d
hg den uiUroer 1)etaBk garen, zonder ondergcheid, 25
krentzers per centner. Vreemde wollen waren sijn buiten
haodel gesteld. Worden zg, met bijzondere bewilliging «
tot eigen gebruik ontboden, zoo betaten zij: fijne waar 1
galden 50 kr. per pond; shalls 36 kr. van iederen gulden
waarde; gemeene waar 40 krentzers per pond; gebreide
waren eveneens 40 krentzers per pond. Deze regten z^n^
in weerwil der vermindering , welke zij in 1840 ondergin-
gen, (van 3 gulden 36 kr. op fijne, en 1 gulden 12 kr.
op geneene en gebreide waren) nog steeds zoo hoog (be«
dragende meer dan 60<)/o der waarde), dat zij den ijver
der fabrij kanten allen prikkel benemen, en, ge volgelij k,
nadeelig werken op dezen tvk van nijverheid. — Het uit-
gaand regt daar en tegen is onbeduidend, en beeft geen
invloed op hef verkeer.
De Oostenrijksche nijverheid verwerkt hoofdzakelijk in-
landsche wol; er wordt echter eene niet onbeduidende
boeveelheid gemeene Turksche wol ingevoerd, wier waarde
niet hooger geschat kan worden dan op 40 gulden het
centenaar; de invoer wordt -dan ook ver overtroffen door den
nitvoer, gel^k blijkt uit de volgende overzigten:
Be invoer van ruwe wol bedroeg:
JToêVteOuid.
Waarde.
Bedrag der regten.
In 1831 38,593 centen.
; 1,543,720 gulden
; 19,296 fl. 30 kr.
> 1832 41,210 >
1,648,400 »
20,605 >
> 1833 48,982 >
1,959,280 »
24,691 »
> 1834 45,226 »
1,809,040 >
22,613 »
> 1835 46,993 >
1,879,720 >
23,496 > 30 >
> 1836 41,295 >
1,651,800 »
20,647 » 30 >
. 1837 41,706 »
1,668,240 >
20,853 >
» 1838 48,050 »
1,922,000 >
24,025 »
> 1839 50,562 »
2,022,480 >
25,281 »
* 1840 36,153 >
1,446,240 .
18,078 ».
Digitized by
Google
240
IToeteelktid. Waarde. Btirag d»r r»ftem,
la 1841 46,060 centenaars; 1,842,400 golden; 23,030 fl. kr.
» 1842 52,164 » 2,082,560 » 26,026 »
» 1843 53,444 » 2,137,760 > 26,722 »
Van deze 53,444 centenaan, des jaan 1843, kwamen er
26,211 uit Tnrkge
9,908 > Rusland
12,757 over Venetië
1,111 » Triest
Daarentegen beliep de uitvoer van ruwe wol:
ffotvttlheid. Waarde. Betbragdêrr^ten.
In 1831 83,244centenaar8; 6,659,520 golden; 83,244 gold.
10,151,840 » 126,898
9,936,080 > 124,451
8,442,080 » 105,526
8,794,880 » 109,936
14,449,280 » 180,616
8,023,200 > 111,540
13,189,760 » 164,872
11,807,920 » 147,599
11.366,048 » 142,081
13,375,200 > 167,165
9,459,200 » 118,071
9,273,440 » 115,918
Waarbij de waarde van het centenaar op 80 golden ge*
schat wordt en het uitgaand regt 1 gulden het centenaar
bedraagt.
De uitvoer beliep in 1843:
1832 126,898 »
1833 124,451 >
1834 105,526 »
1835 109,936 »
1836 180,616 >
1837 111,540 »
1838 164,872 »
1839 147,599 »
1840 142,081 »
1841 167,190 »
1842 118,240 »
1843 115,918 »
naarZaid-Dirit8chIand49,304centenaar8]
3 Saksen 45,837 » y^V'
» Prnissen 10,631 > )
o van den ge-
heelen uitToer.
Digitized by
Google
941
Daarvan gaal het meeste over Hamburg naar EngèlancT
en over Frankfort aan den Mein naar de Nederlanden en
Frankrijk.
De doorvoer van wol bedroeg in 1842:
Uit Rittlandy over Brodij, naar Pruissen, 19,141 centenaars
> > » > > Krakau, 1,315 >
> > > > » Zuid-Dait8chK74 >
> > » » » hetKustland, 26 >
20,829
uit Tark(je naar Zuid-Daitschland, 7,090 »
» » > Sakse, 2,535 »
» » » het Knstland, 3,045 »
13,773
uit Italië naar andere Italiaansche Staten en Zwitserl. 3,307
over Venetië naar Italië, Zuid-Duitschl. en Zwitserl. 8,510
nit Rusland over de Zeekust en andere grenzen • • 894
overige doorvoer • 742
te zaraen 48,055 es..
Ter waarde van 2,883,300 gulden conventions-munt, en
met een doorvoerregt van 3,243 gulden, 30 kreuUers.
Uit de bovenstaande tafel blijkt, dat de nitvoer van
ruwe wol nog steeds zeer aanmerkelijk is (1), ofschoon
in den laatsten tijd de verzending naar Engeland veel ge-
ringer was, en, bij toenemend verbruik der Koloniale
wol, vermoedelyk nog meer verminderen zal. Als men
den uitvoer der ruwe wol vergelijkt met den later te vee-
melden uitvoer der wollen waren , zoo zal men zien , dat
de fabricatie der laatste nog veel zou kunnen toenemen,
en dat er zich inzonderheid nog een uitgestrekt veld op-
doet voor den omzet van wollen waren tegen Overzeesch»
(1) Dezclfe bedraagt ongereer ^ der bionenlandt geteelde wol, zOo-
dal er ^ in het rijk refwerlu wordt.
Digitized by
Google
242
prodacten. Overigens is een groot gedeelte der in de
Duitsche en Slavonische provinciën van Oostenrijk ver--
werkte wol een voortbrengsel van Hongarije. De invoer
over de grens, die Hongarije van de andere landen scheidt,
bedroeg:
Hoeveelheid, Waarde, Tolregt,
In 1881 229, 123 centenaars; 18,329,8400. 57,280 fl. 45 kr.
> 1832 263,035 > 21,042,800 » 65,758 » 45 >
> 1833 245,384 » 19,630,720 » 61,846 >
» 1834 190,361 > 15,228,880 » 47,690 > 15 »
» 1835 221,309 » 17,704,720 » 55,327 » 15 »
» 1836 248,420 » 19,873,600 » 62,105 >
> 1837 210,909 > 16,872,720 > 52,727 » 15 *
» 1838 267,834 » 21,426,720 > 66,958 » 30 »
» 1839 226,467 » 18,117,360 » 56,616 » 45 »
> 1840 237,740 » 19,019,200 > 59,435 >
* 1841 257,235 * 20,578,800 » 64,308 » 45 »
> 1842 240^669 > 19,253,520 » 60,167 » 15 »
Van die 240,669 centenaars, des jaars 1842, gingen er
126,378 naar Neder-Oostenrijk ; 99,800 centenaars naar
Moravie en Silezie; 14000 centenaars naar Gallicie. — De
invoer van wol uit Hongarije bedraagt 82o/o van den ge-
heelen invoer uit dat land naar de overige provinciën des
Keizerrijks. De uitgevoerde Wol is ineerendeels van fijne
soort; in het land zelf worden: bijna uitsluitend grove
soorten verwerkt.
De gezamentlQke wolverwerking des Rijks, met uitslui-
ting van Hongarije, werd in 1841, in de volgende werk-
plaatsen van nijverheid gedreven:
Digitized by
Google
243
Zelfstandige faliqiLen.
Sorteren en wuschen van
wol
Spinoer^en van ftrgk ga-
ren.
Spinnerijen van kamgaren.
Laken fabrgken
Fabryken van andere wol-
len waren
Shawl fabrijken
Tapijt fabrijken
Fabr^ken Tan| katoen en
paardendekens
Fabr^ken van har reis en
wollen band
Wolverwerijen
Fabrijken van Tmrksche
kampen
Fabrijken van gebreide
wmren (Strwmpf wir-
herwaren /abriehen) in
wol, z^de, katoen en
linnen*
4
I
&
Zti
12 18
Ui—
6,152!63| 2\ 4|
Ï28,3A\ 81 8
4^
ë
3321
04
S
In kei voormelde jaar 1841 , werden vervaardigd:
stukken
InNeder-Oostenrijk
> Opper-Oostenrijk 9,000
» Stiermarken en lil jrie 30,000
> Tirol 30,000
> Bobemen 456,000
» Moravie en Silezie 705,000
1 GalUcle 15,000
» Lombardge 31,000
> Tenetie 31,000
wegende uit centenaars wol waard
382,000; 27,000 centenaars; 26,000 ; 7,365,000 gulden
Te zamen
In Dalnutie
Transporteren
2,500
7,000
7,000
76,000
125,000
4,000
7,000
7,000
1,689,000 261,600
6,000
3,000
10,000
10,000
125,000
198,000
6,000
13,000
13,000
350,000
1,060,000
660,000
16,820,000
30,884,000
760,000
900,000
900,000
403,000 69,679,000
650,000
266,500
60,229,000
Digitized by
Google
244
Tranjport tM,600 eO,aM,000 gnldm
In Hongarije 70,000 6,000,000 »
» Sevenbergen 25,000 1,800,000 »
» de Militaire grens 14,000 1,200,000 »
Te zamen 875,600 08,229,000 »
Hierbij komen nog:
Tan wege de fabrijkatie van Shawls 6,400,000 »
» » » » » gebruikte waren 8,000,000 »
» » » » > Turksche kappen 1,500,000 »
76,120,000 •
Hiervan werden buiten 's lands verkocht voor "• . . 6,400,000 >
69,720,000 »
De behoefte des legers werd gedekt met 1,450,000 »
68^79,000 »
De Oostenrijksche lakenfabrijkatie heeft haren hoofdze-
tel in Bohème, Moravie en Silezie. Het stadje Reicben-
berg, in het Bunzlauer district, Brunn en Iglao in Mora-
vie, en BieÜtz in Silezie zijn, om zoo te zeggen, hare
centraal-punten.
In 1579 vestigde zich, gelijk boven reeds vermeld is,
de eerste lakenmaker te Reichenberg. In 1638 telde men
er reeds ongeveer 100; in 1657: 150, en in 1750: 340.
In 1775 bereikte hun getal 500, en in 1785: 600 mees*
ters. In 1787 gingen er aanzienlijke verzendingen van
fijne lakens naar Zwitserland en Italië; in 1796 werden
er 35,534 stukken laken, ter waarde van 2,353,030 gal-
den, en in de jaren 1796 tot 1805, gemiddeld 55—60,000
stukken ter waarde van 4,000,000 gulden, vervaardigd.
In 1813 had er, wel is waar, eene aanmerkelijke crisis
plaats; maar vlijt en opmerkzaamheid bragten de laken-
fabrijkatie weder op eene hoogte, welke zij zelf» in de
gunstigste periode van vroegeren (ijd niet bereikt bad.
Men telde in 1820: 1017 meesters lakenmakers roet 495
weefstoelen, die 56,572 stuk, ter U aarde van 2,828,600
Digitized by
Google
245
gulden, veryaardigden ; in 1826: 1160 meesters lakenrao-
kers 9 met 585 weefstoelen , die 42,954 stnk , ter waarde
van 3,545,705 galden, in 1841 drie landsfabrijken en 1300
meesters lakeomakers, met 1400 weefstoelen, die 70 —
80,000 stokken , ter waarde van 4,000,000 galden , leverden.
Het verbraik van wol bedroeg in 1820: 14,143 cente-
naars, in 1826: 16,886 centenaars, in 1841: 40,000 centenaars,
die in 39 str^kgaren-spinnerijen , met 54,000 spindels tot
strijkgaren versponnen werden. De spinnerij en laken-
fabrijkatie gaf werk aan meer dan 9000 menschen, die IJ.
millioen gulden arbeidsloon bekwamen. Ook de vervaar-
diging van andere wollen waren is te Reichenberg zeer
aanzienlijk, en levert ongeveer 140,000 stuk, ter waarde
van 3,000,000
Na Reichenberg komt Gablouz, een belangrijk Manufac-
tnur-stadje met twee lakenfabrljken en meer dan 100
lakenmakers, die jaarlijks 5000 centenaars wol verwerken
en daaruit 12000 stuk geplette waren, ter waarde van
600,000 voortbrengen. Onder de elders gelegene fabrijken
munten die van Oberleutensdorf en Senftenberg uit, door
de uitgebreidheid harer nijverheid. Een groot aantal af-
zonderlijke lakenmakers, voornamelijk aan de Moravische
grenzen, vervaardigen eene aanmerkelijke hoeveelheid ge-
meene lakens, welke gedeeltelijk in het land verbruikt,
gedeeltelijk naar Gallicie, Italië en Zwitserland verzonden
worden.
De gezamentlijke productie der geplette waren in Bohème
laat zich ongeveer volgender wijte indeelen:
Reichenberg ▼ervaardij^ 80,000 stok, ter waarde ¥an 7,000,000 ^alde»
Gablouz
»
12,000
»
»
Oberleatensdorf
9
2,000
»
»
Senftenberg^
»
8,006
»
»
De overige fa-
brijken
»
14,000
>
»
Transporteren
»
111,000
»
»
600,000
160,000
180,000
»
9
6d0,000
»
» 8,540,000
Digitized by
Google
240
Transpon Tcnraardigl 1 1 1 ,000 stolt , ter waardt ran 8,540,000 guldtn
Afzonderl^ke laken-
makers in ReicHe-
naa, Wildensch-
wert en Polna » 25,000 » » » » 780,000 »
In de oTerige streken » 50,000 » » » » 1,500,000 »
Te zamen > 186,000 » » » » 10,820,000 »
Het hiertoe benoodigde strijkgaren, 60,000 centenaars in
gewigt , wordt slechts voor een gering gedeelte door hand-
spinnerij gewonnen; schier de geheele hoeveelheid wordt
in 70 Spinnerijen en door middel van verscheiden, door
afzonderlijke fabrijken of lakenmakers gebezigde Spin-
machines voortgebragt.
De vervaardiging van ongeplette waren geeft almede,
in Bohème, werk aan een groot aantal fabrijken — waar-
onder zich de Neugedeiner, in het Klattauer district bij-
zonder onderscheidt — en aan vele afzonderlijke wevers
van wollen stoffen, in onderscheidene oorden des lands:
Men rekent op:
Reichenberg en desselfs omstreken 170,000 stnk; ter waarde van 3,000,000 g:alden
Nengedein 12,000 » » » » 500,000 >
De overige fabrijken .... 67,000 » » » * 2,000,000 »
De afzonderlijke venraardigers van
wollen sloffen 20,000 » » » » 600,000 »
Te zamen 260,000 » » » » 6,000,000 »
Deze tak der wol-nij verheid verbruikt 15 & 17,000 cente-
naars strjjkgaren en 9 üi 11,000 centenaars kamgaren, ter
wier voortbrenging 9 fabrijken in het land voorhanden
zijn, die, op 14,200 spindels, jaarlijks 4,860 centenaars
leveren. Het overige wordt deels uit andere provinciën,
deels van buiten 's lands getrokken.
Doch, is in Bohème de wol verwerking aanmerkelijk,
zij is het nog meer in Moravie en Silezie. Brünn alleen
verbruikt jaarlijks ongeveer 50,000 centenaars wol, tér
waarde van 5,000,000 gulden; deze wol wordt in 32 Spin-
Digitized by
Google
247
Derijen, met 89,000 spindels, yersponnen tot 30,000 cente-
naars strijkgarcn , 7,500,000 gulden waard. Deze hoeveel-
heid garen, met uitzondering van omstreeks 888 centenaars,
die naar Weenen gaan, wordt in Brünn zelf verwerkt, en
wel door IS fabrijken en 456 afzonderlijke laken- ea
wollen waren-makers, welke daaruit 190,000 stokken laken
en andere wollen stoffen vervaardigen, wier'gezamentlijke
waarde geschat wordt op 13,289,000 galden — 24 stoom-
werktnigen, met 262 paardenkracht, zijn bedrijvig bij de
Brnnner wol-nij verheid , welke aan meer dan 18,300 per-
zonen werk geeft.
Gelijk Brünn voor de fijne, zoo is Iglan het middelpunt
voor de voortbrenging van gewone lakens en wollen wa»
ren. Zijne jaarlij ksche behoefte beloopt 60,000 centenaars
wol, die nieerendeels uit Hongarije, tegen 40 & 60 gul-
den het centenaar, getrokken en in 50 Spinnerijen met onge-
veer 96,000 spindels tot garen versponnen wordt. De
weverij geeft er werk aan 476 laken makers en 86 wol-
lenwaren-wevers op meer dan 1200 stoelen. De gezament-
Ujke productie bedraagt ruim 250,000 stukken, ter waarde
van 5,000,000 gulden.
De derde fabrljlottad van beduidenis }» Bielitz, bene-
vens het naburige Biala, alwaar in 13 spinnerijen, met
34,000 spindels, meer dan 28,000 centenaars Hongaarsche ,.
Gallicische, Russische en Silesische wol, ter waarde van
2,000,000 gulden, tot 19,000 centenaars garen versponnen,
en deze tot 70,000 stuk laken, ter waarde van 4,000,000
verwerkt worden. Het lakenniakers-gilde telt er 210
meesters en 790 gezellen, die 790 weefstoelen aan den
gang houden.
Wijders moet er worden gewaagd van Wagstadt, in hel
district Troppau, alwaar twee fabrieken en verscheiden
lakenmakers jaarlijks 21,000 stukken, ter waarde van
1^000,000 golden, vervaardigen; — van Neutitschein, in«
het district Prcvc^u, met cene jaarlijksche productie van»
Digitized by
Google
248
20,000 stuk, ter waarde van 820,000 gulden; van JSgers-
dorf in het district Troppau, hetwelk 18,000 stokken ter
waarde van 648,000 gulden, hoofdzakelijk ter verzending
naar Italië, Gallicie, Hongarije en Zwitserland, levert;
verder komt Fielnek, met een bedrag van 15,800 stokken, en
Troppao, met eene productie van 15,000 stokken. Uitste»
kend inzonderheid is de fabrijk van fijne lakens te Namiest,
welke reeds van 1796 dagteekent en thans 175 weefstoe-
len aan den gang houdt en aan ongeveer 1,000 personen
werk geeft.
Gallicie bepaalt zich hoofdzakelijk tot de voortbrenging
van gemeene waar; aan de Silezische grenzen echter heeft
in den laatsten tijd de industrie eenige vorderingen ge-
maakt.
Neder-Oostenrijk bezit slechts ééne lakenfabrijk van
beduidenis : die der gebroeders The Losen te Ritterzfeld ,
welke 500 menschen onledig houdt en 3000 stukken serail-
laken , ter verzending naar de Levant levert. — Veel uit-
gebreider is in deze provincie de voortbrenging van onge-
plette modewaren, deels uit zuivere wol, deels uit wol
met katoen en zijde gemengd ; deze waren worden voor-
namelijk te Weenen of in deszelfs omstroken vervaardigd,
of althans aldaar geverwd , gedrukt, geappreteerd en in
den handel gebragt. Men schat de waarde der Weener
Wolmanufactuur (met inbegrip der gemengde waren) op
7,000,000 gulden.
In Opper-Oostenrijk verdient de lands fabrijk te Lins
bijzondere vermelding; wel is waar ving zij, in 1838 aan,
zich te beperken tot de fabrijkatie van tapijten en het
drukken van wollen waren, doch in deze takken van nij-
verheid heeft zij dan ook uitmuntende voortbrengselen
geleverd.
Stiermarken, Karinthie, Krain en het Kustland bepalen
zich tot de vervaardiging van gemeen laken, kotzen en
piaarden dekens, slechts de fabrijk der gebroeders Mqbo
Digitized by
Google
249
te Vietring bij Klagenfart, heeft sieh roem verworten.
Hare fijne lakens en casimieren behooren onder de mann-
facturen van den eersten rang, en hebben op de laatste. Ber-
lijnsche tentoonstelling aan de bezitters der fabrljk den
Rooden Adelaar verschaft.
In Tirol bloeit nog steeds de fabrijkatie Fan tapijten en
tafelkleeden ; ook wordt er door de landlieden veel onge-
plette, langharige stoffen voor eigen gebmik vervaardigd*
In het Lombardisch-Venetiaansche Koningrijk heeft de
lakenmanufactnur bij toenemenden landbouw en zijdeteelt»
veel van hare voormalige beduidenis verloren. Wel is
waar wordt er, behalve de in het land geteelde Wol, ten
bedrage van 22,000 centenaars, nog ongeveer 4000 centenaars
Maudonische wol verwerkt; doch meerendeels voor ge--
meene lakens tot huiselijk gebruik, tot viltstof voor de
papiermolens, en tot bed- en paarden dekens. De fijne
waren worden uit de overige provinciën getrokken, en op
de jaarmarkt van Bergaroo alleen worden 40 — 50,000 stukken
laken en 24 — 30,000 stukken wollen waren, ter waarde van
3][^ & 4 millioen afgezet.
Dalmatie voorziet, voor het grootste gedeelte, zelf in
zijne behoefte van gemeene waren, matrozen-mantels, enz.
aan fijnere waren worden 466 centenaars meer in- dan uit-
gevoerd.
In het militaire grensland bezit big na ieder huis een of
meer weef stoelen, waarop wit, grijs, zwart en donker
blaauw laken geweven wordt* Bijzondere vermelding ver-
dienen de tapijten , voorschoten en gordels der Clementi-.
ners, die zich door schoonheid van kleuren en duurzaam-
heid onderscheiden. In Hongarije kon, in weerwil van
de menigte en goedkoopheid der voorhanden grondstof, de
laken-fabrijkatie zich nogtans niet regt vestigen. De be-
langrijkste fabrijk bestaat te Gaes, in het Nesgrader graaf-
schap, die evenwel geene vergelgking kan doorstaan met
de voornamer fabrijken der overige provinciën. In Giinz ,
Digitized by
Google
250
Oedenbnrg, Modern vindt men vde afsonderl^Jke laken-
makers; doch hunne voortbrengsels xijn meest van grovere
soort. Hetzelfde geldt van Zevenbergen, waar echter de«e
tak van nijverheid met veel vlijt gedreven wordt. Alleen
ter vervaardiging van kotzen bestaan er 76 fabrijk-inrig-
tingen, en blaauw Halina-Iaken wordt ook naar Moldavië
en Wallachije uitgevoerd.
Een bijzondere, buitengemeen belangrijke tak van wol-
nijverheid is de shawlweverij, die alleen te Weenen en
deszelfs omstreken haren zetel heeft. Vijf fabrijken en
208 shallwevers vervaardigen, op 2624 weefstoelen^ jaar-
lijks 400,000 stuks, ter waarde van 3,400,000 gulden.
Er wordt beweerd , dat de Weener shalls in schoonheid
•Tan teekening en fijnheid van weefsel weinig achterstaan
bij de Parijsche. Zij worden , in weerwil der hooge 4oI-
regten, waarmede zij buiten 's lands bezwaard zijn, naar
Italië, Duitschland, (voornamelijk naar de Leipziger jaar-
markt) ja zelfs naar Noord-Amerika uitgevoerd, en zeer
goed afgezet.
De vervaardiging van gebreide (geweven) waren, kou-
sen, handschoenen, mutsen, borstrokken enz., bloeit
eveneens het meest in Bohème en Moravie; men schat de-
zelve op eene waarde van 3,000,000 gulden, waarvan er
2,300,000 op Bohème komen.
Eindelijk moet ik nog gewagen van de Turksche kap-
pen (fühs). De 7 oudste fabrijken derzelve bestaan te
Venetië, en geven werk aan 1230 arbeiders; zij vervaardigen
ongeveer 80,000 dozijn, ter waarde van 400,000 gulden.
Twee fabrijken te Weenen leveren 40,000 dozijn, in ééne
t^ Brunn 8000 dozijn. Het uitgebreidst echter is deze tak
van nijverheid in de Boheemsche stadjes Strakonitz en
Pisek, welke 216,300 dozijn ter waarde van 734,200 gul-
den vervaardigen.
Wendt men nu den blik op het buitenlandsch verkeer
in wollen garen en wollen waren, zoo vindt men dat,
Digitized by
Google
251
de uitvoer Tan garen bedroeg :
plat en ongeverwd gedraaid en gewonden.
Ia 1831 204 centenaars 41 centenaars.
» 1832 225
»
26
» 1833 362
>
31
> 1834 196
>
137
» 1835 233
>
92
» 1836 416
>
142
» 1837 344
>
77
> 1838 267
»
139
» 1839 716
>
141
» 1840 265
»
88
> 1841 640
>
395
> 1842 1253
»
193
De uitvoer van wollen waren:
F^n* vaar. Grov* icaar. Oeireide waren. Skaüs,
1831 21,296 centenrs ; 2049 centn. 185 ceoto.
1832 24.214 > 2816 » 414 »
1833 22,458 » 3555 > 681 >
1834 19,097 » 3183 » 559 »
1835 20,842 > 2281 > 535 >
1836 25,536 > 2755 > 163 »
1837 21,488 . 3323 » 778 >
1838 25,033 > 4117 > 633 »
1839 18,108 > 5596 > 4285 centn. 1027 >
1840 13,461 » 5567 > 4778 » 848 >
1841 11,858 » 6421 » 4441 > 1020 »
1S42 13,885 > 7431 > 4820 » 1038 »
Het verkeer met Hongarije geschiedde in de volgende
verhonding:
Digitized by
Google
252
Uitvoer naar Hongarije:
Wolgwren. FSjne. Grove, Gthreide,
WoUe-waren,
1835 344; 20,121; 4445 » centenaars
1836 427 19,378 4996 > >
1837 441 18,999 4463 » »
1838 450 22,318 5574 > »
1839 572 18,114 9717 3611 >
1840 578 15,842 11,098 5846 »
1841 508 12,756 13,121 6452 >
1842 625 12,684 12,794 6321 *
In het geheel werd er in 1842 uitgevoerd:
Centnera; ter vaarde van; waarvan betaald aan
tolregten,
Wollen garen 1,446; 264,140 gulden 602 galden
Fijne wollen-warenf 13,885 4,165,500 » 5,785 »
Gemeene » 7,431 817,410 » 3,096 >
Gebreide waren 4,820 530,200 » 502 »
Shalls 1,038 1,557,000 » 432 »
28,620 7,334,250 » 10,417 >
Daarvan gingen 6,870 centenaars fijne wollen-waren naar
Turkije, 3,365 centenaars over Triest; 1653 centenaars naar
Zuid-Duitschland; 3,387 centenaars grove waar naar Turkije;^
1,399 centenaars over Venetië; Shalls bijna uitsluitend naar
Duitschland.
De doorvoer bedroeg: aan wollen garen 166 centenaars,
ter waarde van 16,600 gulden, met tolregten van 73 gul-
den 48 kreutzers; aan wollen-waren 25,999 centenaars, ter
waarde van 6,499,750 gulden, met tolregten van 11,380
gulden 3 kreutzers.
Digitized by
Google
253
De uitvoer naar Hongarije bedroeg:
Centenaars ter waarde van tolregten.
Aan wollen garen 625 ; 121 ,880 gulden 2,21 4 galden
Fgne wollen-waren 12,684 3,805,200 » 68,705 »
Gemeene > 12,794 1,407,340 » S7,316 »
Gebreide > 6,921 695,310 » 5,926 »
30,424 6,029,730 » 114,161 »
In den laatsten tijd heeft zich in Hongarije eene partij
geTonnd, welke de inlandsche niJTerheid tot eiken prijs
wil bevorderen. Deze partij verlangt nu ook beschermende
regten voor de inlandsche fabrijkatie, en wel bij zonderlijk
voor de wollen-waren. Ziende dat de Regering hare vor-
deringen ten deze niet vervulde, zoo poogde zij zich zelve
een verbodsstelsel van invoer te scheppen , door hare leden
te verpligten zich uitsluitend van Hongaarsche voortbreng-
selen te bedienen. Dit middel echter, welks voorstanders
reeds aanmerkelijk zijn verminderd en verflaauwd, was
ook wel niet geschikt ter bereiking van het aangegeven
doel; want, zullen beschermende regten en verbods wetten
gunstig werken, zoo moeten ook de overige vereischten
ter ontwikkeling eener krachtige nijverheid voorhanden
zgo. Hongarije nu heeft reeds boven de overige provin*
cien goedkoopheid van grondstof, goedkoopheid van ar-
beidsloon en besparing van aanvoer kosten voor; doch, als
des niet te min zijne fabrijken zich niet verheffen en met
die der overige monarchie wedgveren kunnen , zoo moeten
de hindernissen harer opkomst wel inniger zijn, dan dat zij
door beschermende regten, als met een tooverslag op te
raimen waren. Waar de bevolking nog zoo dun gezaaid
is, gelijk in HongarQe; waar het aan straatwegen en an-
dere middelen van gemeenschap ontbreekt; waar geen wei-
gezeten en ondernemende middelstand aanwezig is; waar
«*ndel en nijverheid geene achting genieten; waar het
17
Digitized by
Google
254
fltadflwezen nog in sQne ki»dsheid verkeert ; waar de reg-
ten door geene goede wetten verzekerd zijn , en zich ge-
volgelijk geen krediet kan vestigen ; waar nog zoo weinig
kennis onder de geringe standen verspreid is; daar sol-
len bescfaemende regten bezwaarlQk de gooden vruchten
der nijverheid doen rijpen.
Geen onbevooroordeelde , geloof ik, zal dit gevoden
betwisten, en de tijd zal deszelfs jaistheid bevestigen.
Digitized by
Google
Bedragen voor de Nijverheid, bepaaldelijk ten aan%ien
van de Kunsten , Handwerken , Fabrijken , Trafijken ,
den Koophandel y de Zeevaart en de Visscherijen.
Opgemaakt uit de Mededeel! ngen der Deparlemenfen en Leden-
Correspondenten der Nederlandsche Maatschappij ter be-
vordering van Nijverheid.
He mededeelingen , die de Maatsehapp^ betrekkelijk
het jaar 1845 , over dit onderwerp ontving, werden haar
to^ezonden :
Uit Zuid-Holland, door het Departement Delft, Lei-
den en Gouda; uit Noord- Holland , door den Heer A.
Perk, te Hilversum, en het Departement Wormerveer en
Zaandijk; nit Overijssel, door het Departement Deven^
ter en den Heer B. W. Blijdenbtein ; uit Groningen,
door de Heeren 8. P. tan dbr Tuuk , te Bellingwolde ,
H. H. DE Haan, te Helium, en J. C. Billroth, te
Noordhom.
Het Departement Delft berigt het volgende:
De Commiisie van Kansten, Handwerken en Fabrijken
IS
Digitized by
Google
256
van het Departement Delft der Maatschappij ter bevor-
dering van Nijverheid , hebbende willen voldoen aan de
vereerende uitnoodiging van Heeren Bestnardera van gemeld
Departement, tot het verzamelen van bijdragen wegeni den
staat der Fabrijken, heeft bij deze de eer te berigten,
dat zij slechts ten deele in deze hare pogingen heeft
kunnen slagen, aangezien een groot getal der belangheb-
benden tot hiertoe in gebreke is gebleven hunne beloofde
bijdragen in te zenden. Zij kan zich dus niet anders dan
tot eenige bijzonderheden bepalen , waarvan de juiste op-
gave ter harer kennisse is gekomen.
Betreffende de Kunsten valt niets te vermelden, dan
dat de bij ons bekende en reeds vroeger met lof genoemde
Kiinstoefeaaren , onze stad tot een blijvend sieraad ver-
strekken.
Met de Handwerken is geene de minste vooruitgang
bespeurbaar geweest, vermits er geene werken van eenig
aanbelang zijn ondernomen noch voortgezet, zoodat de
nijvere ambachtsman schaarsch zijn onderhoud heeft kun-
nen vinden. De langdurige winter zou voor vele vlijtige
ambachtslieden zeer noodlottig zijn geweest, was het niet,
dat de Regering dezer stad, ondersteund door milde bij-
dragen der ingezetenen, daarin op eeae loffelijke wijze
had voorzien , door het slechten van een gedeelte der stads
Vesten, ten einde die aan te leggen tot eene aangename
wandelplaats voor de Burger^; door welk middel een
aantal van nagenoeg zeventig vaders van huisgezinnen werk
en brood hebben bekomen, en alzoo den aanhoudenden wiA^
ter met minder kommer dan anders hebben kunnen door*
staan.
De Fabrijken, behalve enkele na te melden uitzoade>
ringen, blijven steeds in eenen staat van kwijmng, zoo
niet van achteruitgang verkeeren. De redenen daarvan
heeft Uwe Commissie in haar rapport over bet jaar 1844
trachten op te geven ; die redenen blijven nog bi} voort-
Digitized by
Google
257
daring bestaan, en s(jn heofdsakelijk oorsaak, dat wy niets
gnnstigs kannen mt dedeelen 9 noch van de hier aanweiige
Branderijen^ Desfilleerderycn^ Bitrbrouwerijenj noch van
eenige anderen, welke of te worstelen hebben met de
bestaande wetten op de granen en aeeynsen, of met de
concurrentie van Buitenlaadscfae » wettig of ter slaiks inge-
voerde artikelen; terwijl geheel en al oaafhcaikeli(jk van
deze, door den mislukten aardappelen-oogst de Aardap-»
pelen^Brandewyn Fabrijk van den Heer Flor^ ^ Comp.
in het lot heeft moeten deelen van zoo vele andere fabr^-
ken, welke uit de educten van aardappelen haar bestaan
geheel of gedeeltel^k moeten vinden , en die hare werk-
zaamheden hebben moeten staken. — - Daardoor zijn in de
onderhavige fabrijk een aantal van niet flMnder dan twin-
tig arbeiders , waaronder verscheidene vaders van huisge-
zinnen , zonder bestaan geraakt. Hoe treurig dit ook zijn
moge, en hoe weinig voldoening dit ook moge Verschaffen
aan de Maatschappij en inzonderheid voor dit Departement,
met betrekking tot derzelver vooruitgang, zoo is het Uwe
Commissie evenwel aangenaam te mogen berigten, dat
niet alle fabrijken hier ter plaatse in dezen ongnnstigen
toestand verkeeren.
Zoo heeft onder anderen de fabryk van TegtUjet van
den Heer Mr. J. E. tan der Mandklkn, reeds in het
voorleden jaar vermeld , eenen aanmerkeljjken vooruitgang
ondervonden, naardien gemelde fabrijk in het jaar 1845
boven de 150,000 stuks Tege^jes meerder heeft gefabri-
ceerd, ^n in de vorige jaren , en waarvan de verzending
Bieest naar buiten'slands heeft plaats gehad.
Ook de Vijlen- fabrijk van den Heer Hartog Heijs on-
dervindt eenen dagelijkschen vooruitgang^ zoowel in de
kwaliteit van het fabrikaat zelve, als in het meer en meer
rich uitbreidend debiet ; terwijl de fabrigk van Holle bak-
ken en andere soorten van Houtwerk van den Heer B1.011
^ Comp. zich ef en zoo over vooruitgang mag verhengen ,
Digitized by
Google
258
2iJBde deze fabiijkant, zoo Uwe Commissie ten deze wel
onderrigt is , thans bezig om eenige proeven van vorderin-
gen in zijn vak in gereedheid te brengen, ten einde die
ter gelegener t^d aan de Maatschappij ter bevordering van
Nijverheid ter beoordeeling aan te bieden.
En hiermede vermeent uwe Commissie zich van hare taak
te hebben gekweten ; mogt zij in allen deele niet aan uwe
verwachting hebben beantwoord, men gelieve zulks toe te
«chrijven aan de gebrekkige en schoorvoetende bijdragen
der belanghebbenden, van welker medewerking veel te
wenschen overblijft. Van hare zijden heeft nwe Commissie
al het mogelijke gedaan, en zij eindigt dit haar rapport
met den hartelljken wensch , dat eenmaal de tijd mag ge-
boren worden , dat hier ter stede, zoowel als in ons gansche
vaderland , Kansten , Handwerken en Fabrijken , gepaard
met den Koophandel en de Visscherlj , dien trap van luister
ivederom herkrijgen mogen, als waarop onze voorvaderen
eich mogten beroemen.
Het Departement Leiden geeft het volgende bèrigt:
Het is voor het Departement een innig genoegen, dat
de meerdere bedrijvigheid, die zich in de werkzaamheid
van den een', en de ondernemingen van den ander' open-
baart, gunstig getuigen, dat niet alle fabnjkantén den
blaam verdienen, dat zij met hunnen .tijd niet mede gaan;
want deze beschouwing kan aanvangen met de vermelding
van twee nieuwe inrigtingen, sedert het laatst ingediende
Rapport over 1844 alhier tot stand gekomen. In de eerste
plaats moet hier genoemd worden de Katoenen Zeildoeh-
fabrijk van den Heer S. A. Meerburg Jr. , aan wien,
zoo als bekend is, voorleden jaar eene bekrooning met
de %ilveren medaille ter Algemeene Vergadering onzer
Maatschapp^ is te beurt gevallen ; terwgl wij tevens kun-
nen berigten, dat deze onderneming zich in eenen aaa-
merkeliyken bloei verheugen mag. 2o. Dat bij de reeds
Digitized by
Google
259
bestaande Fc^rijk door stoom gedreven, van den Heer
P. TAN Geer, ook in werking gebragt is eene Rijst-
en Gortpeldtr^ en Ftneerzagertj ; zoodat deze fabrijk
thans dag en nacht kan doorwerken , welke onderneming
evenzeer eenen goeden uitslag belooft.
Omtrent de bestaande fabrijken en trafijken hebben w^
bet navolgende mede te deelen.
De Lakenfahrijken hebben niet ongunstig gewerkt; als
oorxaak daarvan kan vooral worden opgegeven, dat zij
ten gevolge eener verbeterde machinerie, ook een verbe-
terd fabrijkaat opleveren.
De Grijnfabrijken verkeeren in eenen vrij gunstigen
toestand , zoodat zij dezen geheelen winter hebben kunnen
blijven doorwerken; hetwelk eenen hoogst voordeeligen
invloed heeft uitgeoefend , op den toestand der talrijke
daarin arbeidende werklieden.
De Bekenfabrijken hebben zich in eene meerdere werk-
zaamheid , dan wel in vroegere jaren het geval was , mo-
gen verheugen. In hoeverre of de aangewende pogingen
slagen sullen , om dit fabrijkaat in het thans voor den
handel meer geopende China in te voeren , kan nog met
geene zekerheid worden bepaald.
De Boe%elfabrijken^ eenmaal een zoo bloeijende tak
van welvaart te dezer stede, verkeeren bij voortduring in
eenen kwijnenden toestand.
Blijder luiden de ingewonnen berigten omtrent de fa-
brijken van Wollengarens 9 vooral van Saijeltenj voor wier
voortreffelijk fabrijkaat de concurrentie der Engelschen
zwichten moet, en die zich dan ook in eenen vrij gim-
stigen toestand bevinden.
Datzelfde kan ook in ruime mate van de Verwerijen
van wollen Manufacturen gezegd worden, die door honne
voortreffelijke bewerking, zelfs de buitenlanders uitlokken
daarvan proeven te nemen , en van welken zij eene-aanzien-
iQke hoeveelheid goederen ter verwing ontvingen. Haar
Digitized by
Google
260
bloei oefent ook eenen ganstigen invloed op veraehiUende
andere fabrijkaten.
De fabrijken van Buckittgbaatjen slagen zeer goed*
Yan de twee hier bestaande Kaioenfabrijken staat er
eene geheel stil, terwijl de andere zich in eene vermeer-
derde werkzaamheid mag verheugen.
De fabrjjk van gebreide wollen sti>ffen bUjft voortdu-
rend werkzaam.
De Zout%iedertj en Zeepziederij vinden biy voortdnriDg
eenen gereeden aftrek voor haar fabrijkaat, even zoo de
Bierbrouwerijen. Met genoegen kan geotöld wordea, dat
de Looijerijen zich op een beter fabrgkaat toeleggen j
waarvan de gunstige gevolgen niet achterwege blijven.
De Branderijen^ Zeemlouti/erijen en Loogt raanfabrij ken
zijn door verschillende omstandigheden in een' kwgnenden
toestand.
Zoo als van zelve volgt , ondervindt de Wolhandel den
gnnstigen invloed van den vermeerderden bloei der ver-
schillende fabrgken.
De 7Va«- en Pleislerfabrijken vinden steeds een tame-
mdljk debiet, en schijnen niet onvoordeelig te weiken.
De Grofsmederij blijft werkzaam; de proeven met bet
smeden van scheepsankers genomen hebben, tegenover de
Engelsche , een gunstig resultaat ingeleverd.
De IJ%ergieterij is in het afgeloopen jaar bijzonder
werkzaam geweest, vooral ook door de aangenomen le-
verantie van ijzeren nachtlegers, ten dienste der armee,
welke bij hunne aflevering allen lof hebben mogen weg-
dragen.
De Koffij siroopbranderij blijft steeds met gnnstigen uit-
slag werkzaam.
Dit is ook het geval met de Tabaks en Stgaren/abrif-
ken^ wier toenemend aantal voor een ruim debiet schijnt
te pleiten.
De Boek^ en Plaaidrukheryen verschaflfen bQ vo<Mrt-
Digitized by
Google
261
dnring aan velen arbeid ; zij . leTeren kearig en net
werk , en verdienen lof. Zeer bloeijende kan de drukke-
rij van BeAangselpapier genoemd worden, wier voortref-
felijk fabrijkaat den ijvefigen eigenaar eere aandoet, en
hem op eenen voortdarenden gunstigen uiislag kan doen
hopen.
Onder de hier bealaande SleendruAAenjen mag met roem
vermeld worden die der Heercn A. Arnz éc Comp. , die
prachtwerken levert, welke met de beste buitenlandsche
▼an dien aard kmmen wedijveren* Men mag ook bij deze
gelegenheid niet stilzw^gend voorbggaan , dat wij in onze
stad in den Heer P* W.' ML Trap eenen lithograaf bezit*
ten 9 die volgens eenstemmig gevoelen van bevoegde bin<*
nen- en buitenlandsche beoordeelaars, onder de beste in
dat vak kan geteld worden, vooral wat bet teekenen en
graveren van platen aangaat, waarUj het gebruik van het
microscoop gevorderd wordt, bl^kens de door hem bewerk-
te platen van ket werk , handelende over de Oost-Indische
MoBsoorten, uitgegeven door de Heeren Dr. Molkbnbobr en
DozT. Genoeaide Heer beeft daarbij , ten einde evenwij-
dige lijnen te kannen trekken, een machine van eigen
uitvinding laten vervaardigen, dat met eene meer snelle
werking dan gewoonl^k, eene uiterst suiivere regelmatig*
matigheid verbindt, zoodat zij toelaat om verdeelingen te
graveren in 2500*^* ddelen van eene Ned. duim, welke
v^deeling op glas gegraveerd, zich door het microscoop
nog zuiverder evenwijdig vertoont, en dat overigens de-
zelfde resultaten oplevert, als dat van Dondorf te Frank-
fort, maar het verre overtreft in gemakkelijkheid van ver-
vaardiging en mindere kostbaarheid. Men meent dat dit
een en ander wel der melding waardig is.
Slaan wij nu het oog op de fabrijken en trafgken, wel-
ke zich in den omtrek dezer stad bevinden, dan moet
men aanvangen met de onaangename mededeeling, dat de
GraintwpapieT'tnolen niet alleen niet meer werkzaam.
Digitized by
Google
262
maar geheel Ternietigd is* De oorsaken vbq dat verval zij o
van verschillenden aard. Onganstig Inideir de berigten om-
trent den toestand der Steen- en Pannenbakkerijen en Kalk"
branderijen. Eene Pannenbakkerij is door den eigenaar in
een buitenverblijf herschapen.
Gunstiger luiden de berigten omtrent de Oliefabrijken;
ook bij deze wordt bewaarheid, dat een goed fabrijkaat steeds
een nieuw vertier vindt.
De Touwslagerij te Katwijk beantwoordt bij voortdaring
aan den on vermoeiden ijver en kunde barer eigenaars , en
is in meer dan een opzigt hoogst belangrijk.
De weinige Bloemisierijen^ behouden bij yoortdnriag eeo
vrij goed debiet.
Het Departement Gouda vermeldt het volgende:
De Handel in hel algemeen. Uwe Commissie heeft gee-
ne aanleiding kunnen vinden om over den eigenlek gezeg-
den handel iets mede te.deelen ; bepalende zich dezelve voor-
namelijk tot die artikelen, welke in de alhier gevestigde
Fabrijken en Trafijken vervaardigd worden, en tot de
aanvoeren van eenige scheepsladingen P^paarde , DoifsCeen
en Steenkolen; alle welke artikelen hoofdzakelyk dien-
den tot Fabrijk- en Txafijks-verbrnik , algemeen en hui-
selijk gebruik, of tot aannemingen ter verzorging van pa
blieke gestichten, zoo als gevangenhuizen , gasthuizen
en dergelijke ; welke aanvoeren derhalve voor een groot
deel niet aan regtstreekschen handel gewijd zijn ge-
weest.
Het Fabrijkiue%en. Ten aanzien van het Fabrljkwezen
is uwe Commissie van oordeel geweest , alvorens tot eene
nadere beschouwing van hetzelve over te gaan , te moeten
kennisgeven , dat zjy van het wezen van sommige Fabrijken
en Trafijken slechts een oppervlakkig en geenszins een
juist verslag van derzelver werking en aard in het al-
gemeen ^ noch van de hoedanigheid der gefabriceerde voor^
Digitized by
Google
263
werpen en voortbreogselen in het bijzonder mogt geven,
vermits daardoor en de gevoelens en de belangen der
daarbij betrokkene Fabrijkanten en Trafijkanten konden
gekrenkt of benadeeld worden. Om deze redenen heeft
uwe Commissie dan ook niet den gang derzelve willen
onderzoeken, noch de bronoen van welvaart of oorzaken
van kwijaing van ieder derzelve heeft willen opsporen,
veelmin zich zoodanige inlichtingen doen geven , waar-
uit de t;oor- of achieruUgang derzelve konde afgeme*
ten worden. Ook ging Uwe Commissie van bet begin-
sel uit , dat het bij haar niet uitgemaakt was , dat de
te verkrijgen antwoorden op dusdanig genomene renseig-
nementen berustende, aannemelijk genoeg zoude kunnen
zijn, om den toets der bevinding en meening der daarbg
geïnteresseerden en deskundigen te kunnen doorstaan, en
wijders, dat op grond dezer redenering het Uwe Commis-
sie is voorgekomen, dat de Maatschappij ter bevordering
van Nijverheid bij de vaststelling harer Statuten in art.
169 en meer bepaaldelijk b(j het eerste gedeelte van art*
211 omschreven, nimmer op het oog heeft kunnen gehad
hebben, dergelijk Verslag te vorderen, als hetwelk Uwe
Vergadering zich van hare Commissie bij voorraad mogt
hebben voorgesteld. Uwe Commissie heeft derhalve goed-
gevonden} zich" slechts bij de mededeeling van 't volgend
verslag* te moeten bepalen.
De Pijpen-fabrijAen, De pijpen-fabryk blyft steeds haren
ouden roem handhaven door het fabrijceren van eene meer
goedkoope tevens deugdzame soort, dan elders gefabrijceerd
wordt. — Het weinige vertier, dat zij heeft, is bijgevolg
niet gelegen in de ongegronde klagt, wegens vermeende
slechtere hoedanigheid dan vroeger ('t welk beweerd wordt
door velen bier te lande, welke de 2de, 3de, ja zelfs de
4de qualiteit in plaats der 1ste gebruiken) maar zijn' grond
vindt, deels in 't gebruik van sigaren, doch hoofdzakelijk,
dat hetzelve onder . den druk van zware inkomende regten
Digitized by
Google
264
in het Buitenland is kwijnende, en waarvan de opbeuriog
niet dan door algeheele opheffing dier regten kan verwacht
worden.
De Kleingaren-fabrijken. Dese fabrfjken lijden almede
wat de verzending naar het Buitenland betreft , onder
Eware inkomende regten niet alleen , maar door belangrijke
invoeren van machinaal gesponnen garens uit andere lan-
den ,■ 't welk te meer te betreuren is, daar zij zich niet
dan met vele moeite en met zeer weinige verdiensten
slechts staande houden.
De Potten- en Pijpen-bakkerijen. Dezelve zijn hier ter
stede zeer na aan de Pijpen-fabrijken verwant, opzigtens
het bakken harer pijpen^ en deelen almede op eene ontzet-
tende wijze in den achteruitgang dier fabrijken; terwgl
de ongehinderde invoer van vreemde potten, haar in iea
aftrek van derzelver fabrijkaat zeer belemmert, wordende
de [vroegere welvaart dezer fabrijken door dien invloed
dermate ondermijnd, dat velen derzelve weldra uit hoofde
van geene verdiensten zullen moeten vervallen.
De Schors- of Run-maeUertjen. Dezelve zQn in eenen
Terminderden toestand , door de concurrentie van onze zui-
delijke naburen.
De Tras*7naalerijen bevinden zich in eenen bedrijvigen
staat, niettegenstaande de prijzen, waarvobr zij werken,
zeer gering mogen genoemd worden.
De Aardappelen-Siroop en Sago-fabrijk. Het misge-
Was der aardappelen heeft aan dezelve dat vertier ont-
honden , hetwelk haar anders zoude zijn ten deel ge-
Tallen.
De hoodwit-makerij houdt zich steeds met gewone le-
vendigheid staande.
De Bierbrouwerijen, Dezelve blQven met dezelfde be-
drijvigheid als in vorige jaren bestaan.
■ De Zeepzieder ij en. Dezelve mag men beschouwen als
in eenen bloeijenden staat te verkeeren.
Digitized by
Google
265
De Pelmeuüerijen. Ia dexelve heeft zich vooral gedu-
rende het laatste gedeelte van het jaar » eene buitongewo-
ne werkzaamheid geopenbaard.
De Olieslagerij wordt met weinig voordeel gedreven.
De Piiieniolie-fabrijken. Beide dese £Bbr|jken verkee-
ren in eenen werkzamen staat.
De Hout'%aagmolen8. Ofschoon de concurrentie van el-
ders zich belangrijke party stelt, zoo zijn dezelve nog^
thans in eenen werkzamen staat.
De Leerlooijeryen. De concurrentie der zuidelijke na-
buren doet dezelve eenen nadeeiigeu invloed ondervin-
den, echter blijven dezelve in eenen werkzamen staat ver-
keeren»
De Perkament*' en Zetmfabrijk. Deze fabrijk wordt
zeer gedrukt door den invoer van dat artikel van buiten
slaads.
De Jenever-deitilherderijen honden zich met de gewone
leTendigheid gaande.
De Papier-fabrijken. Dezelve zijn dit jaar met meer-
dere levendigheid gedreven dan in vorige jaren.
De Heer Perk, te Hilversum^ schrijft het volgende:
De Katoenen Baai-fabrijk is nog ia den toestand van
het vorig« jaar, dragelijk in vergelijking van eenige jaren
vroeger, door de goedkoope prijzen waarvoer het fabrij*
kaat kan afgeleverd worden.
De Vloerkleden^ en Tapijt-fairijken hebben veel ^e-
dea door de verhoogde regten in België op dat goed ge-
legd, zoodat de uitvoer van Koeharen-kleeden mmw Aat^
werpen en Brussel, welke zeer was begonaes; toe te ne*
men, geheel is opgehouden » en in België zelf met weck*"
lieden van hier ontboden, dergelyke fabryken z(|n opg^
rigt. Naar elders echter is liet debiet eenigzins to^^enomen,
en heeft dit den geheelen winter door alhier genoegzaam
werk verschaft, zoodat hoezeer met ongelijjk minder gelde-
Digitized by
Google
266
lijk voordeel dan vroeger, over den staat en de werkzaam*
heid dezer fabrijken reden van tevredenheid bestaat.
Het Departement IFormerveer berigt bet volgende :
Papier. De onderscheiding in witte, basterd en graaa-
we molens is kennelijk door de inrigting en den aard vaa
het fabrijkaat en bnitelidien bekend. De wit-fabrijken,
waarin de stof op de oude gewone manier geschept, en
het zoogenaamde handpapier wordt vervaardigd , hebben ia
de laatste jaren eene gevoelige mededinging gevonden in
het machinale papier.
Tot vele einden en om verschillende redenen heeft het
laatstgemelde van tijd tot tijd meer aftrek gevonden, en
bet is te duchten , dat nog meer op de oude wijs ingerigte
wit-molens, bij gebrek aan debiet, zullen moeten worden
gesloten. Onder de acht fabrijken, welke nog in weirking
zyn , behoort er ééne aan de Ueeren van Gcxder Schouten
& Co., welke sedert het jaar 1838 ingerigt is tot het fa-
briceren van machinaal papier. In dezelve worden vervaar*
digd alle soorten van schrijf-, post-, teeken-, druk-, be-
hangsel- en gekleurd omslag-papier, zoowel in de gewone
formaten, als ook in eene breedte en lengte, welke de in-
rigtingen voor het handpapier niet kunnen voortbreng^i, en
daarenboven tot mindere prijzen. De basterd-molens hebben
een redelijk vertier genoten. In één dezer molens, insge-
lijks van de Heeren van Gelder, Schouten & O. zijn in de
4aatste weken de noodige werktuigen benevens eenen stoom-
ketel aangebragt, met het doel, om dezelfde soorten van
zoogenaamde basterd -papieren ook in alle verlangde breedte
«n lengte te kunnen vervaardigen , en daardoor de orders
•aan zich te trekken, die tot hiertoe naar Engeland en
Dnitschland moesten worden gezonden. De graauwe fabrij-
ken hebben van buitenlandsche concurrentie minder te lij-
den gehad.
Olie. Het is moeljelijk van deie fabrijken eenige opga-
Digitized by
Google
267
ven te leveren , die van vooruitgang of teruggang getui-
gen, omdat zij geheel afhankelijk sijn geworden van
eenen handel , waarbij de voorraad van gefabriceerde en
ongefabriceerde goederen niet altijd geraadpleegd wordt,
en veel afwisseling plaats grijpt, welke de berekening
van ervarene fabrij kanten teleurstelt. Het getal der olie-
inolens bedraagt 31 , waarvan er 12 voor rekening der in-
gezetenen dezer gemeente werken ; het gemaal derzelven
is gemiddeld van 160 tot 180 last per molen. Van hoeveel
afwisselende kansen de uitkomst voor de eigenaars ook
moge afhangen , is het een geluk te noemen , dat zij . zich
niet uitstrekken tot de belangen der arbeiders , wier eeni-
ge maatstaf de wind is , en die bij gemiddelde bereke-
ning een vrij goed bestaan hebben.
Go7i. Yoor rekening van de ingezetenen dezer gemeente
zijn zes molens in werking, voorzien van tien paar pel-
steenen. De bedrijvigheid, die gedurende de maanden Au-
gustus, September en October in dezelve heerschte, was
buitengewoon, en heeft goede vruchten gedragen. Na dien
tijd zijn de werkzaamheden en de winsten tot een gemidr
deld bedrag teruggevoerd, en het is te vermoeden, dat de
twee tijdelijk ingerigte fabrijken, ook weldra wéér uit-
sluitend tot andere bedrijven gebezigd zullen worden.
De vier anderen aan de Heeren Albkrt, Vis, Wessani»
en Laan toebehoorende, kunnen met de meest doelmatige
in dit vak wedijveren, en met name ééne van eerstgemel-
den fabrijkant, die door een volledig zamenstel van
werktuigen , eene veel grootere hoeveelheid garst kan be
werken, dan met de gewone inrigting doenlijk is.
Men rekent, dat voor de gemelde fabrijken jaarlffks
aan arbeidsloon en onkosten /" 20,000 worden uitbetaald;
en toch Iaat zich hieruit niet zoo ligt de hoeveelheid van
het fabrljkaat afleiden, omdat de wijze van pelling, ge-
ëvenredigd naar de behoefte aan het artikel, te veel uit-
een loopt. Bij de vele aanvragen naar gort in den laatsten
Digitized by
Google
268
tijd is de soort , die onder den naam van parelgamt b$
aanzienlijke lioeveelheden naar buitenlands wordt geaon-
den , niet gefabriceerd.
RijsL In eene der genoemde pelfabrijken wordt de rijtt-
pelderlj uitgeoefend, die gedurende het najaar om de ver-
dubbelde prijzen en de stremming daardoor in den handel,
hare werkzaamheden in dit artikel heeft geschorst, doch
bij nieuwe aanvoeren van Java en gematigder prijzen ze
hoopt te hervatten. Naarmate van aanvoer en koers be-
draagt haar fabHjkmat jaarlijksch 500,000 tot 1 mUlioea
Ned. «.
Stijfsel. In drie fabrijken, die voor reicening van de
ingezetenen dezer gemeente in werking zijn, heeft in het
afgeloopen jaar het fabrijkaat omstreeks 300,000 Ned. C
bedragen, waarvan in ééne derzelven de geoetroljeerde
Urling-patent-stijfsel wordt gefabriceerd.
De eerste helft des jaars was over het geheel vrij vol-
doende ; later had er ten gevolge van bekende oorzaken ,
eene rijzing in de tarweprijzen plaats, waarmede de ver-
hooging van de stijfsel geenen gelijken tred hield, en waar^
door de tegenwoordige toestand der fabrijken « ofschoon
er naar gelang van het jaargetijde goed doorgewerkt
wordt, niet gunstig te noemen is. Jaarlijks wordt voor a^
beidsloon en onkosten gemiddeld ƒ 12,000 betaald.
Weedaêch. De twee fabrijken van dit artikel, welke in
het Departement bestaan, hebben bij het mindere vertier
vaninlandsch linnen, een gevoelig verlies geleden. De on-
beduidende uitvoer naar buitenslandsch heeft dit verlies
niet vergoed. Daarentegen heeft de hooge prgs der Dant-
ziger Weedasch en de minder innerlijke waarde derzelfe, .
in vergelijking van vroegere jaren , het vertier ' onzer fa-
brijken begunstigd; en bijaldien de binnenlandsche linnen-
bleeker^en geenen verderen teruggang ondergaan, zullen
bQ, niettegenstaande de aanhoudende concurrentie tegen
de menigte kunstmiddelen, die bij de linnen-bleek be-
Digitized by
Google
269
proefd en aangewend worden, Toor als nog niet geheel
^worden verdrongen.
BergblaautVé Sedert eenige jaren is hiervan eene fa-
Irijk opgerigt, waarin deze soort van blaauw, alsmede
Mineraalblaanw , Torentjes- en Florent|jn-bIaauw in de
meeste verscheidenheid worden bewerkt , en welker kwali«
teiten met die van de beste inrigtingen wedijveren. Van
mindere uitgebreidheid zijnde, dan de te voren genoemde,
daar ook de ontzettingen in dit artikel meer beperkt zijn,
vallen hieromtrent alleen derzelrer bestaan en voldoende
werking , geenszins de belangrijke resultaten te vermelden.
Lakmoes. In het jaar 1844 werd alhier door den Heer
Jan Dëxker eené Lakmoes-fabrijk in werking gebragt. In
meer dan één opzigt is de daarvan gekoesterde verwach-
ting niet teleurgesteld.
Uit een toereikend debiet mag men met eenigen grond
tot de deugdelijkheid van het fabrijkaat besluiten, en de
aanwinst voor onze gemeente is belangrijk te noemen , daar
de som, die in 1845 aan arbeidsloon en onkosten is be-
taald, omstreeks/ 5,000 bedraagt.
Aardappel-meel en Siroop. Van de hiervan bestaande
fabrijk valt weinig gunstigs te zeggen. Wel is waar, de
hoedanigheid van het meel en de siroop kan voldoende ge-
acht worden; doeh behalve dat de zaak zelve meestal ge-
ringe vruchten opleverde, is in het afgeloopen najaar door
het misgewas en de duurte der aardappelen, het werk ge-
heel gestaakt , en bestaat er vrees , dat het in dit jaar nog
niet hervat zal worden. Deze belemmering is des te meer
te bejammeren , daar de gemelde fabr^k , in volle werking
z^nde, maandelijks omstreeks / 1,000 aan arbeidsloon af-
werpt, zonder de vrachten en het onderhoud te rekenen.
Looduné. De alhier gevestigde fabrijkzaak onder de fir-
ma P. Grootës d Co. beeft de voorkeur, welke inzonder-
heid buitenslands aan haar fabrijkaat wordt toegekend,
en hetwelk onder den naam van Peerebooms Loodwit
Digitized by
Google
270
eenen geyestigden roem bezit, ook dit jaar staande ge-
houden.
BlaauwseL Dit artikel maakt eenen Trij aanzienlijken
en bloeijenden handel hier ter plaatse uit , waarmede Te-
len zich eene voldoende winstgevende zaak weten te be-
zorgen; en door fabr^kmatige zuivering, wassching en
verfijning, daaraan meerdere waardeen bruikbaarheid voor
onderscheidene einden weten te geven. ^
Sedert vele jaren wordt deze tak van handel hier met
succes gedreven , draagt niet weinig tot den bloei der ge-
gemeente bij , en is tot grootere uitgebreidheid dan n na-
borige plaatsen gebragt geworden.
Chocoïaad. Voor dit artikel bestaan hier 2 fabrijken»
behoorende aan de Heeren W. J. Boon en de Erven de
"Wed. H. DE Jong , zijnde de eerste sedert lang en de
laatste sedert 2 jaren in werking, welke naar hunnen aard
en omvang een geregeld en voldoend debiet vinden.
Olie uit droes. Onder de fabrljken, aan ingezetenen
dezer gemeente toebehoorende , moet ook eene Olie- en
Dik-kokerij genoemd worden. Moge dezelve in belang-
rijkheid al niet op ééne lijn geplaatst kunnen worden met
andere inrigtingen van grooteren omvang, zij draagt toeh
jaarlijk omstreeks ƒ1,000 tot de maatschappelijke wel-
vaart bij. Zij was in vroegeren tijd eene der talrgke traam
kokerijen , wordt ook nog in de zeldzame gevallen , dat
er traan te koken of te zuiveren is, daartoe gebruikt,
doch nu hoofdzakelijk gebezigd tot het zuiveren van dikke
of troebele olie (het bezinksel in de bakken der talri}ke
oliemolens aan de Zaan) , alsmede tot het koken van lijn-
olie voor schilders en voor de verzending naar Oost- en
West-Indiën
Leerlooijerij, Voor rekening van één der leden onzes
Departements wordt nog eene leerlooljerij in de nabnrife
gemeente Krommenie in werking gehouden, zgnde dit de
eenige , die nog in dezen omtrek bestaat.
Digitized by
Google
271
Hout%€tgerij. Sedert eenige jaren zfjn door één* der in-
gezetenen dezer gemeente , twee hontzaag-molens daarge-
Bteld , welke door hunne gunstige ligging ruimschoots de-
biet Tinden.
Met betrekking tot den handel, die te dezer plaatse
mrordt gedreven 9 mag het er voor gehouden worden, dat
Wormerveer zich eenigzins voordeelig boven de andere
plaatsen van de Zaan onderscheidt. Die handel 9 welke
sedert eenige jaren eene belangrijke uitbreiding ondergaan
heeft, was ook in het afgeloopen jaar zeer levendig. De
-voornaamste artikelen, waarin de omzettingen alhier ge-
schieden, zijn granen y olie-zaden ^ kaas^ fijne %aden
en verw stoffen.
Granen en Oliezaden. De handel in granen en oliezaden
is in 1845 inzonderheid belangrijk geweest. Het zou te
gewaagd zijn , om het cijfer der alhier verhandelde lasten
te hegrooten, daar vele ladingen, hetzij bij aankomst te
Amsterdam verkocht, of in pakhuizen buiten de gemeente
zijn gezolderd. Eenigermate zonden als maatstaf de huur-
prijzen der graanpakhuizen kunnen worden aangenomen,
vrelke in de tweede helft des jaars 50 — 75o, o zijn ge-
rezen.
Kaas. Onder de vakken, die aan de plaatselijke wel-
vaart eene ruime bijdrage leveren, behoort de handel in
kaas. Daartoe zijn de uitgebreide betrekkingen van eenige
firma's inzonderheid bevorderlijk. De inkoopen worden
op de grootste markten onmiddellijk van den boer gedaan ;
de verdere zoldering, bewerking, verpakking enz. ge-
schieden alhier, en men mag aannemen, dat geheel het
binnenland en een groot deel der aangrenzende landen,
als Engeland, Belgi€, Noord-Frankrijk, Nnord-Duitsch-
land en de Rijnstreken, met dit artikel van uit deze plaats
voorzien worden.
Behalve in Noord-HoUandsche , wordt ook hier aanzien-
lijke handel in Goudsche en Leidsche kaas gedreven.
19
Digitized by
Google
272
Er worden 13 pakhuizen toe gebruikt met 35 — 10
knechts, en 7 hier wonende schippers vinden in dezen
tak van nijverheid grootendeels hun bestaan.
Fijne zaden. Gelijk bekend is» levert de Provincie
Noord-Holland daarvan jaarlijks eene aanzienlijke hoeveel-
heid op. Eenige hier gevestigde handelaars bezoeken ge-
regeld de markten, waar deze artikelen hoofdzakelijk wor-
den aangevoerd, en stellen zich bovendien in betrekking
met de landbouwers zelven, waardoor vele partijen hier
aankomen, zonder ter markt (e zijn geweest. De handel
in mosterd-, kanarie-, karwei- en kor ian der-zaad enz. is groo-
tendeels in handen van hier bestaande firma's.
Verw-waren. Hierin wordt door fabrijkanten en maga«
zijnhouders een niet onbeduidende handel gedreven , zoo-
wel buiten- als binnenlandsch ; het vertier en de omzet in
dit artikel nemen hier ter plaatse toe, en hebben eene mer-
kelijke uitgebreidheid verkregen.
Scheepsreederij* Van alhier gevestigde kantoren zijn
6 schepen in de vaart, als: 5 schoonerschepen en 1 kof-
schip, metende te zamen omstreeks 450 lasten.
Deze vaartuigen met 45 — 50 koppen bemand', hebben
meestal eene geregelde vaart, als:
Een op Engeland.
Twee > de Oost en Middelandsche Zee.
Een » Guragao en West- Indien.
Twee » Frankrijk.
Zij worden te Punnerend of Alkmaar grootendeels met
kaas, gort, raap- of lijn koeken beladen, hetgeen wij ho-
pen , dat eenmaal hier op de plaats zelve zal kunnen ge-
schieden , wanneer de bezwaren tot uitdieping onzer rivier
en eene directe verbinding daarvan met het Noord-Hol-
landsch kanaal voor zeeschepen, door het overwegende be-
lang onzer industrieè'len zullen worden opgelost.
Commissie- Handel. Ingevolge de uitgebreide betrek-
kingen van vele handelaars hier ter plaatse is ook deze
Digitized by
Google
273
handd niet onbelangrijk , en worden er jaarlQks in onder-
scheidene artikelen voor binnen- en buitenlandsche reke-
ning groote omzettingen gedaan.
Vaien-f zakken-^ kaaskisten-makerijen^ alsmede smedC'
rijen en meer verschillende bronoen van bestaan, vinden
ingevolge de genoemde fabr^ken en handel , een ruim
vertier.
Het Departement Zaandijk geeft het volgende verslag.
Binnenlandsche Scheepvaart. De Scheepvaart in deze
omstreken is zeer aanzienlijk 9 dewijl er een groot aantal
vaartuigen gevorderd wordt voor het af- en aanvoeren van
gefabriceerde goederen , als van aan de fabrijken benoodig-
de grondstoffen, materialen en brandstoffen; alsmede tot
het vervoer van granen, zaad, kaas enz.
Men vindt alhier gelegenheid tot eene geregelde versche-
ping van stukgoederen, bijna op alle voorname handel-
plaatsen van dit rijk; ook varen hier schepen, om de
goederen op Belgi€ direct te kunnen afzenden.
Buitenlandsche Scheepvaart. Deze vaart is van weinig
beteekenis; uithoofde van de Jroogte van het vaarwater,
moeten de schepen met hunne ladingen voor de Zaan en
derzelver omstreken gedestineerd , in de nabijheid van
Arasterdam lossen.
In het jaar 1845 werden te Zaandam aan het kantoor
yan in- en uitgaande regten ingeklaard 213 Zeeschepen,
welk getal by een geschikt vaarwater veel aanmerkelijker
loode zijn. De weinige Zeeschepen in dezen omtrek te
huis behoorende, blijven om meergemelde redenen te Am-
sterdam of elders liggen.
Zeildoekfabrijkeny Spinbanen en Hennepklopperijen.
Te Krommenie zijn 12 Zeildoekfabrijken gevestigd; de-
zelve zijn voor het volksbestaan in dezen omtrek van een
leer groot belang, zoodat de vóör- of nadeelige staat van
ie werkzaamheden dezer fabrjjkea b) de onvermogende
Digitized by
Google
274
Tolksklasse 9 vooral in 'bovengemelde gemeente , als ook
in het naburige Assendelft, sich spoedig doet gevoe-
len. De vermindering der Nationale Vloot , het venral der
Wal visch vangst, en de concurrentie in dit fabrikaat van
andere volken, hebben deze tak van nijverheid, in vergelij-
king van het debiet van vorige jaren, aanmerkelijk bena-
deeld. Tot de vervaardiging van Hollandsch Zeildoek
wordt bij voorkeur de Zuid-Hollandsche hennep gebruikt ,
en zij bevordert hierdoor den landbouw in de Dordsche, Krim-
pener en andere Waarden in eenen zeer hoogen graad;
zoodat de landerijen aldaar voor den bouwman een ruim
middel van bestaan opleveren. Na den oogst wordt de
hennep naar Krommenie gezonden, ondergaat aldaar door
klopping, enz. zoodanige verandering, dat zij daarna geheel
en al van gedaante verwisselt.
In de vijf laatste jaren zijn gemiddeld berekend , jaar-
lijks gefabriceerd 17,951 rollen Zeildoek. ledere rol heeft
eene lengte van 33 n«l. ellen. Voor bovengenoemde werk-
zaamheden worden een groot aantal arbeiders vereischt.
Door het bestaan van genoemde fabrjjken heeft men aldaar,
alsmede te Edam, Ilindelopen, Franeker, Stavoren, Mep-
pel, Epe, Heerde, Hattem, Montfoort, Oudewater, enz.
spinbanen opgerigt, die aan een groot aantal onvermogen*
den gelegenheid verschaffen, om voor een groot gedeelte in
de behoeften van hunne huisgezinnen te kunnen voorzien.
Nieuwe uitvinding van ZeildQek enz. In het jaar 1840
is door de firma de GiiJtaoKDERS van Lctden aangevraagd
en verkregen van Z. M. den Koning Willem I een octrooi
van 15 jaren voor eene uitvinding van ligt Zeildoek, bij-
zonder geschikt voor bo ven-zeil en van groote schepen en
kleine vaartuigen; welke soort van Zeildoek voorheen uit
Belgtè' moest worden getrokkon. Bovengenoemde fabrij-
kenrs [hebben na veel moeite en opofferingen eene proef-
neming tot dat einde gedaan, en daarop een gunstig re-
sultaat bekomen. Dit artikel wordt door hen met goed
Digitized by
Google
275
succes geAebiteeril. Behalve de Zeildoekfabrijken te Krom-
menie heeft men aldaar weverijen van graaow- of presen-
ning-doek , van welk artikel in het Torige jaar 620 rollen
gefabriceerd zijn.
De Heeren Buts, de BoRDEg en Jordan hebben aldaar
sedert eenige jaren ook linnen-weverijen opgerigt.
Olieslagef^ij. Deze tak van nijverheid kan voor het
volksbestaan in dit oord mede als eene bron van burger-
lijke welvaart beschonwd worden. Men telt in dezen om-
trek 112 Oiiemolens met enkele en dubbele werken. Op
lederen molen werken 3 — 5 knechts , die door het boven-
genoemd bedrgf een zeer goed bestaan vinden. Men be-
rekent, dat er jaarlijks op iederen molen ruim 150—200
lasten zaad verbruikt worden.
De jaarlijksche onkosten van iederen molen bedragen
eenige duizende guldens voor arbeidsloonen aan Tim-
merlieden, Metselaars, Smids, Zeilenmakers , Haren- en
Buil-makers, alsmede voor Schippers , door het belangrijk
vervoer van zaden, olie en koeken.
Earenmakerij. Dit fabrijkaat staat in verband met de
olieslagerij; aldaar worden de haren bewerkt, tusscben
welke de raap-, lijn- en hennep-koeken gemaakt worden.
Er zijn 2 harenmakerijen ; op ieder derzelven werken
2 — 4 personen, welke voor hunnen arbeid een zeer goed
loon genieten.
Papiermaker ij. Sedert twee eeuwen heeft de bovenge-
noemde tak van nijverheid haren hoofdzetel aan de Zaan
gevestigd.
Men telt er thans nog d witte papiermolens , waaronder
er één is, waarin het papier machinaal en door stoom
vervaardigd wordt, en die in dit jaar meteen tweeden molen
▼an dien aard zal worden vermeerderd ; vervolgens 8 blaau-
we- basterd- en bord-papiermolens, en 8 molens, waarin
graaaw papier wordt gefabriceerd.
Op de witte papiermolens werken 60—80 personen
Digitized by
Google
27<
bestaande uit mannen » vrouwen en kinderen, op de blaaa-
we en basterde 20 — 30, en op de graauwe 10 — 12 werk-
lieden, zoowel kinderen als volwassene personen. De
groote omvang van het onderhoud dezer fabrjjken verschaft
aan verschillende bedrijven een belangrijk vertier. De
grondstoffen, bestaande uit lompen, oude vodden, oud
touwwerk enz. geven aan de geringere volksklasse, zoo-
wel hier als elders, door het opzoeken, sorteren en ver-
knopen van dezelven eenig middel van bestaan. Uit dien
hoofde kunnen de papierfabrijken als nnttige inrigtingen
voor het volksbestaan alhier beschouwd worden.
Fonnenmakerij, Dit bedrijf staat in een onmiddellijk
verband met de papierfabrijken. In dezelve worden de
vormen gemaakt en hersteld, waarmede het papier geschept
wordt; men telt alhier van dien aard drie verschillende
werkplaatsen, alwaar in ieder derzelven 1 — 3 personen
werkzaam zijn.
Zakjesplakkerijen. Deze tak van nijverheid is in dezen
omtrek niet onbelangrijk. De zakken van verschillende
kwaliteiten en formaten worden voornamelijk in den klein-
handel verbruikt. De verkoop geschiedt bij de riem of bij
de 50 Ned. ponden.
Men telt in de omliggende plaatsen 8 zakjes-plakkerijen,
waarop in ieder derzelven van 2 tot 12 arbeiders geplaatst
worden.
Patent'OUefabryken, In deze fabrijken wordt de gewone
raapolie op eene kunstmatige wijze gezuiverd en ten ge-
bruike van lamp- of lantaarnlicht bereid.
£r zijn in deze omstreken 6 zoodanige fabr^ken , alwaar
in ieder derzelven 2 — 3 knechts arbeiden.
Oliedikkokerij. In deze fabrijken, ook wel prothuisen
genaamd , wordt het dik of zinksel uit de bakken der olie-
molens gezuiverd en opgekookt, en in zulk eenen staat
gebragt, dat hetzelve tot gebruik der zeepzieder|)en k»n
dienen.
Digitized by
Google
277
£r zgn aaD de Zaan 3 zoogenaamde pruthuizen, alwaar
in ieder derzelven 1 , 2 en soms meer personen werk
vinden. Het debiet van dit artikel is niet onbelangrijk.
Peldety. Deze tak van nijverheid is in dezen omtrek
van zeer groot belang; men telt alhier 48 pelmolens,
waaronder één, welke door stoom wordt gedreven. Gemid*
deld berekend worden er door iederen molen jaarlijks ge-
peld 125 — 150 lasten garst; hier moet men bijvoegen,
dat ook met deze molens in hetzelfde tijdvak millioenen
ponden ryst gepeld worden. Deze fabrijken vorderen vele
onkosten, en geven alzoo aan verschillende ambachten
werk, als aan Timmerlieden, Steenhouwers, Smids, Zeef-
tenmakers , enz. terwyl tot het af- en aanvoeren der pro-
docten Tele vaartuigen benoodigd zijn, en daardoor aan
vele werklieden arbeid wordt verschaft.
Uoui%agertj. Deze tak van nijverheid is mede eene der
belangrijkste voor het Zaanlandsch volksbestaan, en ver-
schaft aan vele personen , behalve aan de gewone knechts ,
welke daarin arbeiden, veel werk, zoo als aan Schipper,
Houtvlotter, Timmerman, Smid, enz. Het getal der hout-
saagmoleoz in dezen omtrek bedraagt 106, waardoor on-
geveer I deel meerdere hoeveelheid hout gezaagd wordt
dan 25 of 80 jaren geleden. Op iederen houtzaagmolen
werken meestal 2 mannen en één of 2 jongens , en meerma-
len ook een sjouwerman.
Sltjfselfabrijken. Deze fabrijken brengen voornamelijk
veel voordeel aan den korenmolenaar, uithoofde dat de
tarwe moet gemalen worden , alvorens men dezelve tot
stijfsel kan fabriceren. Door de behoeften aan vaat-
werk voor de verpakking vindt de kuiper eene goede
bron voor zijn burgerlijk bestaan. Het afval van het fa-
brijkaat is voor runderen en andere beesten een uitmun-
tend voedsel, waardoor de veehouder in staat is op eene
^oordeelige wijze zijn vee te kunnen onderhouden en vet*
meiten.
Digitized by
Google
278
De bovengenoemde fabrijken zijn 13 in getal, op ieder
derzelven werken 3-^ mannen.
Loodwit fabrijken. Men vindt in dezen omtrek slechts
ééne zoodanige fabrijk; daarin werken 20 — 30 mannen,
vroeger meestal Duitschers; doch deze worden hoe langs
hoe meer door Hollanders vervangen.
Verwmolens, Deze inrigtingen 22 in getal zijn voor
deze omstreken zeer voordeelig. Zij verschaffen behal%'e aan
de 2 — 3 mannen, die gewoonlijk op iederen molen werken,
vele verdiensten aan den Kuiper, Schipper, Smid, Steen-
houwer, enz.
Mostaardmolens. Deze zijn alhier vier in getal. Op
iederen molen werken slechts 1 man en 1 jongen.
Snuifmolens. Deze zijn drie in getah Op ieder dezer
molens werken 2 — i mannen.
Merkwaardig is het, dat omstreeks 100 jaren geleden ,
alhier 2 of 3 Snuifmolens bestonden , die later tot 100 in ge-
tal zijn opgeklommen, en die nu weder tot 3 zijn teruggegaan.
Blaauwselfabrijken. Voor dit fabrijkaat bestaan alhier
op heden 9 fabrijken ; op ieder derzelven \terken van 2 tot
15 mannen , en brengen in het bijzonder den Kuiper, Schip-
per en Zeef tenm aker veel voordeel aan.
Lakmoes fabrijken. Het getal dezer fabrijken is slechts
2 in dezen omtrek, waarvan er ééne te Wurmerveer sedert
eenige maanden eerst is opgerigt. Op die te Westzaan
werken 15 mannen en evenveel jongens van 14 tot 18 jaren ;
deze soort van fabrijken zijn zeer voordeelig voor den
Kuiper, Smid en Schipper en daarenboven voor vele par-
ticulieren, uithoofde in dusdanige fabrijken belangr^ke
hoeveelheden urine gebruikt worden.
Cudbear en natte Orseillefabrijk. Hiervan is er in
dezen omtrek slechts ééne, toebehoorende aan de sociëteit
der Blaauwselfabrijk te Westzaan. Op deze fabrijk werken
thans 6 mannen en 4 jongens, en zij geeft veel werk aan den
Kuiper, Smid en Tingieter.
Digitized by
Google
279
Bergblaauwfabrijken. Deze fabrijken, zijnde 3 in ge-
tal, verschaflfen over het algemeen nog al eenige bezig-
heid, vooral aan jongens, welke gewoonlijk het deeg in
stokjes snijden.
Fermicellefabrijk. Van dit fabrljkaat wordt er slechts
ééne fabrijk in dezen omtrek gevonden. Op dezelve wer-
l^en 10 — 12 mannen 9 en 3 meisjes van 10 tot 14 jaren. Zij
is door het groote verbruik van gemalen tarwe , in het
bijzonder voordeelig voor den Korenmolenaar, alsmede
voor den Timmerman, door de groote hoeveelheid kistjes,
die men tot verpakking noodig heeft.
ChocoUidefabrijken. Op de zes fabrijken van dit artikel
alhier werkzaam , worden in ieder derzelven 2 — 4 mannen
en jongens geplaatst.
Schulp%andmolens. Deze zijn 6 in getal; op lederen
molen werken doorgaans 1 man en 1 jongen.
Inlandache- of koude Potasch/abrijken* Hiervan zijn
3 fabrijken; het getal der werklieden daarop werkzaam is
onbepaald.
Lijnbanen. Deze zijn alhier 2 in getal. Op eene dezer
banen werken 40 — 15 en op de andere 20 — 25 mannen
en jongens; op beide banen werkt men machinaal en nit
de hand. Er wordt thans minder zwaar touwwerk dan
vroeger gemaakt, uithoofde er tegenwoordig vele anker-
kettingen gebruikt worden»
Lijmfabrijk. Hiervan is er ééne, toebehoorende aan
de Heeren W. éo J. Po£L te Zaandam ; dezelve werkt zeer
geregeld door, zelfs des zomers met 50 werklieden, tot dat
de haringbuizen uitgaan , waarmede dan een groot gedeelte
der arbeiders vertrekt.
Asphalifabrijk. Hiervan vindt men in dezen omtrek
slechts ééne, handelende onder de firma Forsters Kolen-
Maatschappij. Op deze fabrijk, in het voorjaar van 1845
van Weesp naar Westzaan overgebragt, werken 15 man-
nen en zij geeft een belangr^k vertier.
Digiti?edby Google
280
Scheepsbeschuiihakkerij. Eéne is er, ia 1836 te Zaan-
dain opgerigU en werkt tot das verre zeer gewenseht door.
Leerlooijerij. In dezen omtrek vindt men ééne leer-
looijerij, die met succes gedreven wordt.
Tarwemeelbuilderij. Eéne bestaat er te Zaandam, welke
zeer geregeld doorwerkt en éénen goeden aftrek naar bui-
tenslands vindt.
Tras- of Cement -molens. Er bestaat één Tras- of
Cement-molen te Wormerveer, die steeds in volle wer^
king is.
Smederijen , Lood- en Met aal gieterij en. In dezen om-
trek vindt men 25 zoodanige inrigtingen , die veelal
ten behoeve der menigvuldige fabrijken goed werkzaam zijn.
Kuiperijen Er worden in deze omstreken geteld 20
kuiperijen , die door de behoeften aan vele fustagiën
voor sommige fabrijken goed in werking zijn , en op eeni-
ge waarvan, van 10 tot 15 personen arbeiden.
Molenmaker ij en. In dezen omtrek vindt men 16 molen-
makerijen, die veelal in goeden gang zijn, en waardoor
aan vele Timmerlieden werk wordt verschaft.
Buillakenfabrijken. Van dit artikel, ten behoeve der
oliemolens, vindt men in dezen omtrek 2 fabrijken, als
ééne te Wormer en ééne te Zaandam, die in volle wer*
king zijn, wordende in de laatstgenoemde ook carsaai-
en zakkendoek geweven; vele menschen vinden daarin hun
bestaan.
Stokken- en Stovenmakerïjen» Men vindt alhier twfe
zoodanige werkplaatsen, als eene te Westzaan en eene,
welke onlangs is opgerigt te Koog aan de Zaan, die bei-
den geregeld aan den gang zijn, en aan vele menschen
werk verschaffen.
Scheep- en Schuitenmaker ij en. Men telt in deze om-
streken 13 scheep- en schuitenmakers werven. Wat de
schuitenmakerljen betreft, sommige daarvan zijn in goede
werking; de werven echter voor grooto schepen zijn ge-
Digitized by
Google
281
heel en al in verval, ten gevolge van de ondiepte van
het vaarwater de Voorzaan, waarom zoo als vroeger is
gemeld, hetzelve door geene groote schepen kan worden
bevaren.
AardappeleU'Siroopfabrijken. Er bestaan alhier 2 zoo-
danige fabrijken, die echter, ten gevolge der mislukte
aardappelen -oogst in 1843, minder dan vroeger werk-
zaam zijn ; ééne daarvan is zelfs tegenwoordig geheel bui-
ten werking.
Nieuwe takken van Nijverheid. Deze door den invloed
van het Departement Koog en Zaandijk der Maatschappij
tot Nat van 't Algemeen tot stand gebragt, bestaan in het
maken van klompen en kartonnen dozen. Het getal der
werklieden voor het eerste fabrijkaat is nog zeer onbe-
paald. Op de kartonnen-dozenfabrijk werken 20 personen
en meest alle meisjes.
Getal fahrijken en inrigtingen in den omtrek.
Zeildoekfabrijken 12.
Oliemolens 112.
Harenmakerijen 2«
Papierfabrijken , . . 22.
Vormenmakerijen 3.
Zakjespiakkerijen 8.
Patent-Oliefabrijken 6.
Oliedikkokerjjen 3.
Pelmolens 48.
Houtzaagmolens 106.
Stijfselfabrijken 13.
Loodwitfabrijken I.
Verwmolens 22.
Mostaardmolens. • 4.
Snuifmolens 3.
Blaauwselfabrijken 9.
Lakmoesfabrijken 2.
Cndbear en natte Orseille fahrijken 1.
Digitized by
Google
282
Bergbkiauwfabrijken. • ^ • . • • 3;
Verinicellefabrijkeo • 1.
Chocoladefabrijken 6».
Schulpzandmolens • • 6.
Inlandsche of koude Potaschfabrijken 3.
LiJDbanen .«^ 2.
Ujiufabfijk.. • • 1.
Asphaltfabrijk 1.
Scheepsbeschuitbakkerij. . • • • K
Leerlooijerij • 1.
Tarwemeelbuilderij 1.
Tras- of Ceiuentmolens. • 1.
Smederijen, Lood- en Metaalgieterijen 25.
Kuiperijen 20.
Molenmakerijen 16.
Buillakenfabrijken 2.
Stokken- of Stovenniakerijen »..•.• 2.
Scheep- en Schuitenniakerijen. •. • • 13.
Aardappelen-Siroopfabrijken • • %
Nieuwe takken van Nijverheid 1.
Te samen 485.
Het Departement Deventer vermeldt het volgende.
Om een doelmatig verslag te geven, in de eerste plaats,
van den toestand der kunsten enz. komt het aan het De*
partement Deventer het geschiktste voor, hierbij uit to
gaan van de tegenwoordige hoogte der wetenschappen,
omdat het niet kan ontkend worden, dat wetenschappelijke
kennis roet het materieele belang der ui toefenaren teo
naauwste verbonden is. En hiervan uitgaande, dan valt'
het dadelijk in het oog, dat het standpunt, waarop verre
de meeste takken van Nijverheid zich te dezer stede be-
vinden, veel te wcyischen overlaat, schoon — en hierop
moeten wij vooral drukken — schoon meer ten opsigte
van het buitenland,, dan van onze andere vaderlandscfae
Digitized by
Google
283
-steden. De redenen hiervan op te sporen ligt niet in den
aard van dit verslag; maar het feit bestaat.
Immers, slaan wij eenen blik op onze Kasiemakerijen,
dan zien wij, dat men zich in niet weinige huisgezinnen
uit den fatsoenlijken stand van buitenlandsche meubelen
voorziet, en zulks zoowel om de lagere prijzen, als den
meer eleganten vorm. Wel is waar, ons fabrijkaat in
deze bezit eene meerdere soliditeit; maar de tijd is voor-
bij , dat ^soliditeit alleen de voorkeur behaalt. — Van hier
dan ook dat deze tak van nijverheid hier bij voortduring
blijft kwijnen. ^
Ook het Smitsvak in het algemeen staat op eene lage
trap van ontwikkeling, en daarom strekt zich de werk-
kring onzer smeden ook melden verder uit dan deze stad.
Men ontdekt, wel is waar, bij enkelen eenigen vooruitgang
in het aanschaffen van sommige betere werktuigen, maar
het voornaamste, eene wetenschappelijke opleiding — welke
deze stand evenzeer als eenige andere noodig heeft — ont-
breekt bij velen.
Op de Metselaars is het laatst genoemde, schoon in
eene eenigzins mindere mate, insgelijks van toepassing;
want ook bij velen van hen heerscht nog een afkeer te-
gen bijna alles, wat naar vooruitgang zweemt. Mogtenzij,
en met hen ook de overigen, meer met hunnen tijd mede-
gaan, zulks zoude gewis gunstig op hunnen materielen
toestand terugwerken. — intusschen mogen wij met eeni-
gen ^ond vooronderstellen, dat de dit jaar te dezer stede
daargestelde inrigting tot het geven van practisch onderwijs
aan jonge handwerkslieden op den gewenschten vooruitgang
eenen gunstigen invloed zal uitoefenen; te meer, daar de on-
dervinding leert, dat juist die ambachten de overige het
meeste vooruit zijn , waarvan de beoefenaars het getrouwste
gebruik gemaakt hebben van het gra^s onderwijs, dat op de
sinds jaren gevestigde Koninklijke Teeken-Academie-school
wordt gegeven, ten bewijze waarvan wij onze Timmerlie-
Digitized by
Google
284
den mogen noemen, daar wij onder dezen stand bij Toortdo-
ring eenen wetenschappelijkenvooruirgang mogen opmerken.
Onze Verwers gaan met hunnen tijd mede, en vooral
deze verdienen grooten lof.
Van onze Schoenmakers en Kleermakers mag in het
algemeen gezegd worden , dat schoon ook schoenen en
kleedingstnkken meermalen van elders tot ons komen, zg
echter ook meermalen hun fabrijkaat naar elders afzenden.
Een voor deze stad nieaw ambacht, namelijk het Stra^
tenmaken^ heeft zich hier sedert weinige jaren gevestigd.
Hetzelve breidt zich telken jare meer uit, en opent het
vooruitzigt, dat deze tak, waartoe wij voorheen steeds lie-
den van elders moesten ontbieden, weldra aan meerdere
huisgezinnen binnen deze stad een behoorlijk bestaan zal
opleveren, daar de ondernemer, wegens de deugdzaamheid
van zijn werk, steeds met meerdere bestellingen ook op
andere plaatsen wordt belast.
Wat, in de tweede plaats, de Fabrijken aangaat, zoo
mogen wij thans, even als vroeger, met roem gewagen
van de hier ter stede gevestigde Tapijifabrijk en IJzer^
gieterij , van welke beiden het mag gezegd worden , dat z§
bij voortduring met den tijd medegaan.
De Tapijifabrijk heeft in het afgeloopen jaar veel ge-
werkt, en schoon de inrigting in den eigenlijken zin niet
is vergroot, zoo heeft echter de eigenaar, die geene on-
kosten spaart, om zijn fabrijkaat met de vorderingen der
wetenschappen gelijken tred te doen houden, aan dezelve
eene belangrijke verbetering aangebragt , door de verwerij
en droogery met stoom te doen werken. Deze nieuwe in-
rigting beantwoordt ook geheel aan de verwachting, die
men er van koesterde, zoowel wat de meerdere fraaiheid,
levendigheid en vastheid der kleuren betreft, als ten
aanzien van het voordeel, hetwelk ontstaat « eendeels door
besparing van brandmateriaal , en anderdeels door de vol-
maakte uittrekking der gebezigde verwstoffen*
Digitized by
Google
285
Verder mag het gezegd worden, dat deze fabrijk in
het afgeloopene jaar een ruimer debiet gehad heeft, dan
in de naast voorgaande jaren , in welke zulks , — vol-
gens opgave der Kamer van Koophandel en Fabrijken (zie
het Dagblad: Overijssel^ van 27 September, 1845) — in
de jaren 1842 — 1844, de aanzienlijke som van honderd-
duizend gulden, gemiddeld, jaarlijks heeft bedragen. —
De boven bedoelde stoomketel met toebehooren, naar
de nieuwste uitvinding ingerigt , en , volgens verzeke-
ring van den eigenaar, voor groote verwerijen alle aan-
beveling verdienende, is alhier op de IJzergieterij van
de Ueeren Nbderburg, Nbrmt, Bögix en Comp. ver-
vaardigd.
Ook deze Fabrijk houdt zich op de hoogte van haren
tijd. Belangrijk mag men hare werken van het afgeloopen
jaar noemen, onder welke vooral in aanmerking komen,
behalve gemelde Stoomverw-inrigting en een Stoomblee-
kerij-toeWtel te AcUien^ Provincie Gelderland^ in werking,
de ijzeren kraan te dezer stede, welke reeds gedurende
een groot half jaar gebruikt wordt en volkomen aan het
doel beantwoordt. Zij is geheel van ijzer vervaardigd, en
zoo ingerigt, dat men er, naar het verschillende gewigt
van den last op deze verschillende wijzen de magt op aan
kan wenden. Vier personen zijn, zonder buitengewone
inspanning van krachten, instaat, om er eene last van tien
duizend Ned. ponden mede te ligten ; terw^l twee personen
de kraan met dezen last bezwaard, kunnen omdraaijen, en
één in staat is, om dien langzaam en voorzigtig te laten
zakken. De gewone lasten, waarvoor deze kraan bestemd
is, worden er gemakkelijk en spoedig door twee personen
mede geligt.
Onder de verder nog door deze Fabrijk geleverde voor*
Werpen, voldoet evenzeer aan het doel het Ijzeren gebint
en de balans voor de wipbrug te Goor^ Provincie Overijssel^
en nog heden is men bezig om in de Oostwalderpolder y
Digitized by
Google
286
Provincie Groningen^ een Stoommachine van hooge druk-
king, werkende met een Termogen Tan 16 paardenkrachten,
op twee hydraulische schroeven te plaatsen; ieder, die het
genoegen had dit machine hier geheel afgewerkt in el-
kander te zien staan , moet bekennen, dat dit werk met het
buitenland kon wedlJTcren. Ook mag deze fabrijk zich bij
Toortduring in ruime bestellingen verheugen , zoodat er de
werklieden dezen winter geen gebrek aan werk zullen on-
dervinden. Het debiet dezer fabrijk was in het afgeloopen
jaar nog gunstiger dan in de voorgaande jaren , in welke
het echter ook reeds zeer aanzienlijk moet geweest zijn,
daar het gezamenlijk bedrag van gegoten en bewerkt ijzer,
én door genoemde firma én door anderen te dezer steede,
gedurende de jaren 1800 twee-, drie- en vierenveertig, ge-
middeld, de hoogst aanzienlijke som van vijfmaalhonderd-
duizend gulden heeft bedragen « en er jaarlijks alleen op
de onderhavige fabrijk, insgelijks gemiddeld, ongeveer
900 wagens met oer of ijzer-erts, — elke waoren gerekend,
volgens opgave van den eigenaar « gemiddeld op ruim 10
Ned. mud. of 200 Ned. pond, dus jaarlijks, gemiddeld
ruim 9,000 mud. of 180,000 Ned. pond. versmolten wer-
den; een en ander volgens opgave der Kamer van Koop-
handel enz. (zie bovengemeld Dagblad: Overijssel).
De fabrijk van Brandkisten en Brandkasten blijft haren
vorigen roem handhaven; terwijl ook de Kagchelfabrijken
zich in het afgeloopene jaar in een vrij goed debiet , vooral
ook buiten de stad, hebben mogen verheugen. ^
Ten aanzien van den alhier door stoom werkende oliemolen',
mogen wij melden, dat deszelfs inrigting in allen deele
met de wetenschap vooruitgaat, daar in het afgeloopene
jaar zijne heljen of kielpersen, ,ook wel stampers genoemd,
geheel door hydraulische persen zijn vervangen, en het
pelwerk in denzelven, dat gedurende eenige jaren had
stilgestaan, dit jaar weder in werking gebragt is, en nu
door stoom bewogen wordtt
Digitized by
Google
287
Betrekkelijk de alhier gevestigde Zeep%iederij Terme-
nen wij te moeten melden, dat zij xich op denzelfden Toet
staande houdt.
Ook de Bierbrouwerij bleef 9 ofscboop met opoffering,
door de hooge prijzen van het graan , op dezelfde hoogte.
Aan eeoen boogeren prijs Tan dezen drank durft men niet
denken, wil men hem nog niet meer bij het volk in on-
broik braigen. Steeds blijft het te hopen, dat de zware
belasting, welke met zegel en opcenten 33 proc. bedraagt,
worde afgeschaft van eenen gezonden en krachtigen drank,
welke vroeger met regt onze volksdrank genoemd werd.
De KoekebdAAerijen gaan, niettegenstaande de hooge
laadprijzen en algemeene kwijning, vrij goed, daar de
afsending, ^n vergelijking der omstandigheden, nog aan-
zienlek mag heeten, schoon dezelve minder was dan in
vorige jaren.
Door de] algemeene ramp, de aardappelen-ziekte , is de
Aardappelemneel'fabrijk , welke dit jaar aan eenen an-
deren eigenaar is overgegaan , een gedeelte van dit jaar
met schade werkzaam geweest, en werd er sedert eenige
weken het werk geheel gestaakt.
De fiabrgk van Zevendoek^ welke zich in den laatsten
tijd zeer beeft uitgebreid, ook door de vervaardiging van
Uiergaas, is in bloeijeaden staat.
Alle andere fabrijken bevinden zich ongeveer in den-
zelfden toestand als het vorige jaar, schoon echter' de
eene meer, de andere minder door de tydsomstandigheden
gedrukt wordt.
Van eene fabr^k te dezer stede is nog nimmer in de
Verslagen der Maatscha]^ij melding gemaakt, en echter
is zij, zoo men niet beter weet, eenig in deze Provincie,
namelgk, de Meilery of Moutertj van wQlen E. Broek*
Huig, welke deze febrijk hier gedurende dertig jaren heeft
gedreven. Zij voorziet vooral het platteland van het be-
noodigde mout voor het brouwen en branden; doch ook
20
Digitized by
Google
'288
deze üabrijk ondervindt thans de gevolgen van den aardig
pelen-ramp, daar de anders nu reeds ontvangen bestellin-
gen bijna geheel zijn uitgebleven.
Eindelijk vermogen w^ nog te melden, dat omstreeks een
jaar geleden de Heeren H. J, en W. Ankersmit alhier,
elk voor zich afzonderlijk, eene Callico-weverij hebben op-
gerigt; gebrek aan geschikte localen echter belet hen, om
deze fabrijken te dezer stede de gewenschte uitbreiding
te geven, ten gevolge waarvan zij dan ook op onderschei-
den andere plaatsen dergelijke inrigtingen hebben daar-
gesteld.
Het Departement wil dit Verslag besluiten met nog
eenlge mededeelingen te doen uit de meer vermelde opgave
der Kamer van Koophandel . en Fabrijken, overgenomen
uit het boven aangehaalde Dagblad: Overijssel^ en zulks
voor zooverre deze opgaven betrekking hebben tot Kun*
sten, Handwerken, Fabrijken en Trafijken.
Volgens deze opgave dan bedroeg in den jare 1800
twee-, drie- en vierenveertig de gemiddelde invoer van
het kool- en lijnzaad 700 lasten, de gemiddelde uitvoer van
hetzelve 50 lasten. — De gemiddelde invoer van Olie was
800 Ned. vaten en de uitvoer 5100. — De gemiddelde
invoer der duigen heeft bedragen 1,600,000, derzelver uit-
voer slechts 800,000. — Nog wordt opgegeven, dat de
invoer van eikenschors 15,000 mudden en de uitvoer 10,000
zouden bedragen hebben.
Eindelijk mag nog vermeld worden, dat er 125 lasten duif-
steen zijn ingevoerd en niets daarvan is uitgevoerd, ea dat
er terwijl er geen cement werd ingevoerd, 100 lasten van
hetzelve zijn uitgevoerd. — Uit al deze opgaven nu zullen
waarschijnlijk belangrijke resultaten aangaande den toe-
stand en werkzaamheden van onzen oliemolen, onzer kui-
pers, looljerijen en trasmolens af te leiden zijn.
Het Dep* heeft de eer te rapporteren, dat er in het al-
gemeen, wat den toestand des handels betreft, weinige
Digitized by
Google
289
Terandering bij dien van het vorige jaar is opgemerkt; dat
men echter geene redenen had, om zich in het algemeen
over deszelfs bloei te verheugen, doordien deze, gelijk in
de meeste binnensteden, gewoonlijk uit zoogenoemde tweede
hands-zaken bestaan moet, en deze tak door eenen zamèn-
loop van omstandigheden hier, even als in geheel Europa^
in een kwijnenden toestand verkeert.
Verder, dat men als een gevolg van de aardappelen-
ziekte, in de maanden September en October eene buiten-
gewone levendigheid in den aardappelen-handel heeft opge-
merkt, en men gedurende die beide maanden aanzienlijke
hoeveelheden , zoo zieke als gezonde aardappelen heeft zien
verschepen, welke tot de prijzen van drie tot vier gulden,
soo bier ter stede als ten platte lande, opgekocht wer-
den.
Eindelijk, dat men, ook als een gevolg van boven be-
doelde ramp, eenen bijzonder grooten aanvoer van granen
heeft opgemerkt, welke men hoopt, dat zonder verdere
verhooging van prijzen, aan de graanhandelaren voordee-
lige resultaten zal opleveren.
De Heer B, W. Bltdenstein, te] Enschedé , vermeldt
het volgende:
De Fabrijken in den omtrek van Enschedé voor bin-
nenlandsche behoefte, verkregen weder eene merkelijke
uitbreiding.
De Spinnerijen werken met aanzienlijke vermeerdering
en belangrijke voordeelen. De kleinere, met handmolens
(mule-jennys) zijn alle in volle werking en kunnen, even
als de grootere, niet aan de aanvraag voldoen.
De Weverijen van Calicots hebben met meer en min-
der voordeel en dikwerf met nadeel gewerkt. De terug-
gang der Gareninarkt en andere bijkomende omstandighe-
den hebben vele Fabrijkanten aanzienlijke verliezen toege-
bragt. Niettegenstaande deze ongelukkige omstandigheden
Digiti?ed by
Google
290
is er gedarende den zachten winter rol op werk geweest,
en een hoog weefloon betaald, zoo dat dit fabrijkaat seer
heeft medegewerkt, om de gevolgen van den mislukten
aardappel-oogst te verzachten.
Eenige beletselen van de volk*8-vlijt zijn weggenomen,
eentge bezwaren verminderd. De communicatie-wegen
zijn verbeterd, de verdeeling en ontginning der woeste
gronden zijn begunstigd; ook de oprigting der Kamers
van Koophandel in meer of min belangrijke steden, wel-
ker consideratië'n nu en dan worden gevraagd, zijn reeds
in den beginne nuttig geweest, doch leveren geen vol-
doend tegenwigt op tegen de rapporten van de finantiele
en andere ambtenaren, welker inzigten uit den aard der
zaak, van uit hun standpunt naar den administrativen
geest zijn gewijzigd, en daarbij natuurlijk alleen de faci-
liteit der administratie, de regeling der controles en de
vermeerdering der ontvangsten voor oogen hebben. Hun
vak, hun post, hunne bepaalde pligt is het belang der
Finantien, hetgeen tot in de meest minutieuse strekking
wordt opgespoord en voorgestaan, als of Land en Volk,
Landbouw en Handel alleen dk&r zijn om de finantiele ad-
ministratie.
Meermalen heeft eene, schijnbaar geringe belasting,
eene kleine wijziging in de formaliteiten, die de admi-
nistratie der belastingen of in- en uitgaande regten eenig-
zins faciliteerde , eenen belangrijken tak van nijverheid
onherstelbaar vernietigd. Het is voor het Gouvernement
met den besten wil dikwerf moeljelijk, om uit s* Hoge
op rapporten uit zoo verschillend oogpunt opgemaakt , deze
details in de gevolgen vooriiit te zien, en daardoor blijft dan
eene reeks van nnoodige belemmeringen voortduren of
wordt nieuw ingevoerd, hetgeen dadelijk bij een onbevoor-
oordeeld en neutraal onderzoek op de plcuils %eive zoude
worden afgekeurd.
Men heeft sedert jaren en herhaaldelijk met aandrang
Digitized by
Google
2Ö1
van hier aanzoek gedaan , dat van wege het Ministerie of
van de Administratie van de Nijverheid een kundig Amb*
tenaar naar deze afgelegene streken, die gedeeltehjk tot
het onvrij territoir behooren, werd gezonden om de lo-
cale belangen op te nemen, hetgeen toch, en tijdens de
vereeniging roet de Belgische Provinciën, en thans bij
de nieuwere ontwikkeling van de. Fabrijken , van zoo
veel belang ware geweest. Niemand heeft ooit locale in-
spectie genomen van hetgeen in Twenthe bestond , of wat
er kon ondersteund of opgerigt worden, terwijl de Indus-
trie in de beide Vlaanderen^ in Luik enz. met eene lof-
felijke en werkdadige belangfttelling werd bezocht , onder-
steund en aangemoedigd.
Van hoe veel belang zonde het niet thans nog zijn, om
in de voornaamste fabrijkplaatsen, waar de spinnerijen, de
wevergen van calicots, van koffijzakken enz. gevestigd
sijn, een onderzoek te laten doen naar de geschiktste wijzen
ter verbetering en uitbreiding.
Onder de reeks der bestuafide bezwaren behoor en:
lo. De belastingen, bepaaldelijk en bij uitzondering op
de vUjt.
2o« De nog voortdurende speciale gunsten aan bijzon-
dere Provinciën , Steden , armeninrigtingen enz.
3o. De belemmeringen in den aanvoer van brandstoflEen ,
van welker prijs, vooral thans bij het gebruik van stoom-
kracht, het bestaan der fabrijken afhangt. Daartoe be-
hoort de onbegrijpelijke vertraging der vestiging van een
kantoor voor in- en uitvoer bij de knalhutte aan de gren-
zen naar CoesveldL De aanvoer van den turf uit de
meest nabij liggende Venen wordt daardoor belet. De Ësch-
marke met 2400 Inwoners, beroemd door haren vroeger
uitnemenden welstand, heeft eéne gunstige ligging tus-
Digitized by
Google
292
scben de fabrijken van Enschedé en de naaste, in het ge-
zigt liggende Pruisische veengronden^ van ouds groo-
tendeels den eigendom der Eschmarkers. Een voordeelig
en gereed debiet van hunnen turf, vermeerderde hunne
vlijt, hunne welvaart en rijkdom.
Welnu! door administrative maatregelen^ mogelijk al-
leen om de surveillance wat gemakkelijker te maken , wer-
den zij, als met den slag van hun eigendom afgesneden,
>vaarvan de waarde tevens met hunne bloeijende Industrie
werd vernietigd. De bezitters van het verder afgelegen
veen over de glanerbrug naar Eepe^ allen Pruisische ei-
genaars, leveren nu alleen dezen turf aan onze fabrijken eo
30 — 40» ƒ0 booger, daar de mededinging van de Neder-
landsche ingezetenen onmogelijk gemaakt is.
Maar het regelregte verkeer met d.e bevolkte districten
van Westfalen^ die zoo geheel in ons voordeel gelegen
zijn, een oud grondgebied van onzen handel, blijft hier-
door van ons en den naasten en voordeeligsten weg naar de
Zuider%ee als afgesneden , de handel en doorvoer van onze
havens geëntraveerd , en als met de hand aan Emden en
Leer toegevoegd.
4o. De kleeding der Land- en Zeemagt roet buitenlands
gefabriceerd linnen, terwijl in het Britsche Rijk de armee
bij voorkeur met katoen-linnen wordt gekleed, ofschoon
de fabrijk van vlassen-linnen aldaar (in Ierland) ook te
huis is.
De Heer S. P. van der Tüuk, te Bellingwotde , ver-
meldt het volgende:
Op den toesiand der fabrijken valt, in het district fVes-
terwolde en het Oldambt^ niet te roemen. Eene te groote
concurentie schijnt bij velen den vereischten bloei te belet-
ten; de uitgebreide Aardappel-Montwjjnstokerij, te Zuid*
broek ^ heeft opgehouden te bestaan; sommige anderen
werkten (ook vooral ten gevolge van den mislukten oogst
Digitized by
Google
293
i^Ê Aardappelen) seer Imigxaam, of stonden gedurig stiL
Te Wilder is door de Heeren Uniken eene Aardappel-
Mootwijnstokerij der 6de en 6de klasse opgerigt, welke zeer
doelmatig tnsschen veenderij- en woeste gronden en kana-
len is gelegen; en de ondernemers schijnen zich de ont-
ginning dier gronden voornamelijk ten doel te hebhen ge-
steld.
Bi) het dorp Onstwedde^ waar zich één vrindkorenmo-
len bevond, is een tweede opgerigt.
Te Oostwolderpolder bouwde men eenen stoomwatermo*
len, doch die tot hiertoe, weinig lum de goede verwachting
schijnt te beantwoordeiu
De Heer H. H. db Haan berigt het volgender
OUeslagerijeiu De olieslager^jen hefaben met tamelijk
succes gewerkt. De mindere deugdelijkheid der zaden,
inzonderheid van het koolzaad, werd vergoed door de
vaste olieprijzen en den hoogen stand der koeken.
Pelderijen* De pelderijen hebben sedert vele jaren geene
zoo gunstige resultaten opgeleverd, als in het verloopen
jaar. De prijs der gort was in verhouding steeds boog,
inzonderheid in de 2« helft van het jaar, als wanneer die
prijs tot eene ongewone hoogte steeg, veroorzaakt door
bet verlies der aardappelen.
Himt%aagmol€n8 , Scheepsiimmertoerven , Zeilmaker
fijen^ Tauwsiagerijen en Ankerêmederijen. Het naauw
verband tnsschen deze onderscheidene fabrijken bestaande,
heeft mQ het meest geschikt doen oordeelen, dezelve on-
'er een hoofdstuk op te nemen. Het zal dan ook vol-
doende zijn aan te merken, dat de meerdere bedrijvigheid
op de werven door vermeerderde afzet van schepen be-
staande, ook op de overige vier genoemde fabrijken gun-
s^ geweAt heeft.
Sckeepvaari. De vrachten inzonderheid in het 2* half
jaar waren aanmerkelyk hooger, dan het vorige jaar..
Digitized by
Google
294
Echter zjjti er dezen herfst eenige schepen TeroDge-
liikt.
MotUwijnstokerijen uit Aardappeleiu Het uitzigt Toor
deze fabrijken was aanvankelijk bij voldoenden prijs van
bet fabrijkaatf zeer ganstig, toen de ziekte der aardap-
pelen dat uitzigt geheel veredelde. Hierdoor werd belet
met deze fabrijken behoorlijk door te werken. Wel werd
vooreerst van aardappelen gebruik gemaakt, die reedt
door de ziekte waren aangedaan, en welke dos voer lage
prijzen te bekomen waren, maar zij schenen toch ook
te weinig geschikte grondstof, voor de fabrijken op
te leveren, om met eenig voldoend voordeel verwerkt te
kannen worden. Na het verbruik van deze soort moest
echter , wegens de hooge prijzen en onverkrijgbaarheid van
gaaf product, het fabriceren gestaakt worden. De vee-
stallen waren daardoor ook veel minder dan het vorige
jaar, en wel beneden de helft van het gewone getal
voorzien*
Siroop van Aardappelen. De fabrijk van dien aard,
welke alhier bestaat, schijnt het meeste voordeel van het
aardappelen-bederf, boven alle andere bedrijven, waar dit
artikel als grondistof gebezigd wordt, getrokken te heb-
ben. Reeds totaal bedorven aardappelen, zoo zelfs, dat
dezelve uit de schepen moesten gespit worden, werden,
zoo het althans voorkwam, met goed succes verbruikt
Voor spotprijzen opgekocht, bleef de fabrijk daarmede tot
in het einde van het jaar goed doorwerken*
Grutterijen. Ook voor de grutterijen was de siekte
der aardappelen voordeelig, daar dezelve tengevolge daar-
van meer werk hadden, en hetwelk eene goede winst op-
leverde.
Steen- en Pannebakkertjen. Deze belangrijke bedryven
allen bij het Damslerpted gelegen , werkten weder dit jaar
goed door. De aftrek was echter tot in den herfst oiet
5lcrk en de prijzen niet hoog. Dit verbeterde zich echter
Digitized by
Google
295
tegen het einde Aen jaars , zoodat b^na alle de voorhan«
dene steenen en pannen tot eenigzins hoogere prijzen
werden verkocht.
De Heer J. C. Billroth, it Noordhom ^ geeft het vol-
gende Terslag.
De toestand van het Fabrijk' en Trajijk*we%en^ en andere
tdcken van Nijverheid, in het voormalig verslag was
hij uitstek gunstig. De Pelmolens hebben sedert de
nieuwe gort is afgeleverd geworden, onophoudelQk
werkzaam geweest en hunne voortbrengselen vonden gra*
ge koopers. De gort is algemeen met groote winst ver-
kocht; zulks is te zoeken in het gemis van den aardap-
pel.
De Rogge» en Boekweilmolens hebben alweder met veel
voordeel gewerkt, door dezelfde omstandigheid als de Pel-
molens.
Olieslagerijen waren dit jaar met meer voordeel werk-
zaam dan het voorgaande jaar.
Het getal Pelmolens is met een' vermeerderd, op de Bril,
gemeente Zuidhom ^ t^r plaatse, waar in Januarij 1845
een oliemolen was afgebrand. Te Enumatil in dezelf-
de gemeente is wederom een oliemolen gebouwd, die
thans reeds ten volle werkzaam is. De pelmolen van
Zuidhorn is ruim 6 N. ellen booger gebragt, hetwelk
eene vrijere werking van den wind op deozelven te weeg
heeft gebragt.
Sleen» en Pannebakkerijen hebben een matig debiet ge-
had; hnnae leverantiën bepalen zich hoofdzakelijk aan par-
ticulieren, en door de geldschaarschheid is er niet veel
getimmerd.
Kalkbr anderijen hebben meer aftrek gehad dan vroeger,
en wel omdat de kalk van dezelve beter is dan die, welke
veelal uit Vriesland wordt aangevoerd.
Andere takken van bedrijvigheid zijn op denzelfden voet
Digitized by
Google
296
gebleven; de coDcarrentie in de meeste baiidwerkeD
al meer en meer toe, zoodat de toeataad Tan den
bachtsman niet beter wordt.
In sommige gemeenten wordt aan de Trouwen en kin-
deren wol en garen uitgereikt, om te spinnen ea te brijen
gedurende den Winter, ten einde hen, die een karig inko-
men hebben, in de gelegenheid te stellen, sich selTea koo
Teel mogelyk door eigen Terdiend loon een ruiMier bestaan
te bezorgen.
Digitized by
Google
-•^oo^WÊtc^^^^
Algemeen Verslag over hei Pita-Vlas , opgemaakt uil
de Rapporten van de Departementen der Neder^
LANDSCHE MAATSCHAPPIJ TBR BEVORDERING VAN
Nijverheid, aan welke hel ter beoor*
deeling was toegezonden.
Onder de verachillende pogingen, die door den Baron
VAN Kaders, vroeger Geaaghebber van Curagao, thans
6oa?erneur van Suriname^ sijn in het werk gesteld, om
door de uitbreiding van den Landbouw en den Handel,
den toestand van onze West-Indische bezittingen, Cura^
fao^ Bonaire enz. te verbeteren, behoort ook de Pi'
/a-cultuur. De Agave Americana (Pita) behoort tot de
gewassen, die men doorgaans Aloë noemt. De bladen de-
zer planten, van 4 — 5 voeten lang, bevatten eene vezel-
itof, waaruit de Indianen gewoon zijn zeker grof doek en
koord te vervaardigen. De verbouwing nu van dit gewa9
trachtte de Heer Raders op de genoemde eilanden te be-
vorderen, en hij schijnt daarin wel te sLigen.
'In het jaar 1842 schreef de Heer Raders, dat ereenige
Tertraging in zijne proefnemingen plaats had, dewijl hij
in den aanvang, bij vergissing, eene minder edele soort van
Pita had gecultiveerd, die naderhand door eene betere
werd vervangen, welke veel sterker, witter en fijner
Digitized by
Google
298
draad levert; doch deze planten waren nog niet g^enoeg
ontwikkeld , om daaruit goede vezelstof te trekken ; waarop
bij Iaat volgen, dat bij een monster Cara^aoscb Pita-vlas
van de gemelde minder edele plant zal overzenden (1).
Op grond biervan rast bet vermoeden, dat het aan de
Maatschappij toegezonden monster Pita-vlas afkomstig is
van de minder edele soort van planten.
Dit Pita-^vlas is door zes Departementen der Maat-
schappij beproefd en beoordeeld, uit wier adviezen bet vol-
gende Algemeen Verslag is opgemaakt, ten einde in dit
Tijdschrift te worden opgenomen.
De benaming Pita-vlas en Pita-hennep is niet eigenaar^
dig gekozen, vermits het woord PiUa, (waarschijnlijk van
Mexikaanschen oorsprong), niets anders beteekent dan
ruwe ve%elslof^ Jila8se\ waarom men alle die planten ».
waarvan de bladen zulk eene stof opleveren, in de West-
Indië met den naam van Pita-planlen, dat is, Ve%eUiof'
planten , bestempelt. Van deze benaming heeft men reeds
voorlang in de Kruidkunde gebruik gemaakt, dewQl men
toen waarschijnlijk meende, dat slechts enkele soorten van
de geslachten Agave en Aloë uitsluitend tot bet vervaar-
digen van Jilasse geschikt waren. Men noemde ze Agave
Pilta en Aloë Püta, en men heeft eerst later het onvol-
doende van deze benamingen ingezien, toen bet bleek, dat
men, bijna zonder onderscheid, alle soorten en variëteiten
van deze twee uitgebreide planten-geslachten tot hetzelfde
doel kan bezigen. Van het gebied der Kruidkunde wordt
intusschen deze verwarring in de Technologie overgebragt;
de oorspronkelijke beteekenis van het woord PiUa werd
vergeten, en men vervalt algemeen in de dwaling, om de
vezelstof zelve Pita-vlas of -hennep te noemen, zonder
te bemerken , dat men van een vreemdsoortig pleonasmus
(1) Algemeen Verslag wegens den Staat van den Landbouw^
gedurende hei jaar 1842,- bl. 177 en 181.
Digitized by
Google
299
gebrnik maakt, hetgeen nog bovendien den joiiten oor-
sproDg der stof in het duister laat. Of de bedoelde ioge-
xondene stof van eene Agave* of Tan eene Aloë-soort af-
komstig zijl is voorals nog onzeker, daar er geene kruid*
kundige beschrijving van de plant, die deze vezelstof
levert, was bijgevoegd; doch dit kan voor als nog bij de
beoordeeling, of deze vezelstof eenmaal een belangrQk
voorwerp van cultnnr en handel worden zal, meer op den
achtergrond geplaatst worden.
Het Püa-vlas heeft volgens het niterl^k aanzien eenige
gelijkheid met Oostzeesche hennep. De klenr van hetzelve
is gedeeltelijk blanker dan die van hennep, gedeeltelijk
echter meer goudgeel; hij kemt dooreen verwerkt zQnde,
ia kleoir genoegzaam met hennep overeen, en kan, uit dit
oogpunt beschouwd, voor het maken van touwwerk die-
nen, en in plaats van hennep gebezigd worden. Zijn beiden
geteerd, dan is de klenr minder gelijk, daar het geteerde
touwwerk van Piia-vltis lichter van kleur bl(jft.
Het Pita-vlas onderscheidt zich verder gunstig van
vele andere tropische vezelstoffen, door eene zachtere,
minder haarachtige gesteldheid van de vezel, ten gevolge
waarvan het daarvan geslagen touwwerk een genoegzaam
glad en gelijk voorkomen heeft, gelijk aan dat van gewoon
heoneptouw. Ten einde het Pita-vlas nader te onderzoe-
ken, heeft men hetzelve op de gewone, bij hennep en vlas
gebruikelijke wijze, doen hekelen, en daarbij tot uitkomst
verkregen, dat, wanneer het tot dien graad uitgehekeld eq
verfijnd wordt, als tot het spinnen van ligt haringnetten-
garen noodig is, uit de 100 ft 80 ft spinvezel en 16 ft
af?al verkregen werden, en door het verhekelen op eenen
fijnen vlashekel, om het zoo veel doenljyk te verfijnen,
58 p. c. fijne korrel of eerste trek, 34 p. c. smeit of tweede
trek en 14 p. c. afval of werk verkregen werden; welke uit-
komst men voor tamelijk voldoende mag houden, terwijjl
die op verre na niet uit alle hennep-soorten te verkrijgen is.
Digitized by
Google
300
Het zal met regt verwondering baren, dat, wanneer de
laatst vermelde hekel-uitkomst bij een wordt gerekend, men
meer dan 100 p. c. grondstof verkrijgt; doch deze uit-
komst is alleen daaraan toe te schrijven, dat het ingezon-
den Pita-vlas, bij vochtige weersgesteldheid, eene groote
hoeveelheid water uit de lucht tot zich trekt, en zoo dien
ten gevolge natuurlijk zwaarder wordt. Dit aantrekken van
vochtigheid is zelfs zoo groot, dat het Pita-vlas, al blijft
het ingepakt liggen op eene tot het bergen van hennep ge-
schikte plaats, niet alleen klam, maar zelfs vrij nat wordt,
ten gevolge waarvan het eenen zoogenaamden verstikten
reuk heeft verkregen, dat waarschijnlijk aan de sterkte
van hetzelve veel afbreuk zal doen.
Deze eigenschap van in die mate klam te worden ,
schijnt alleen verklaard te kunnen worden, door aan te ne-
men, dat het met zoutdeelen bezwangerd is, hetgeen door
den smaak en door eene indruppeling van salpeterzuur
zilveroxyde-oplossing in een waterig aftreksel van het
Pita-vlas duidelijk te erkennen was, daar er nu eene aan-
zienlijke hoeveelheid van chlor^zilver werd nedergeslagen.
Deze zoogenaamde brakke gesteldheid van dit vlas is,
daar van geene beschadiging bij den overtogt blijkt, wei-
ligt daaraan te wijten, dat bij de bereiding van hetzelve
op het aan zoet water zoo arme Curagao^ van zeewater is
gebruik gemaakt, om het' vlas af te spoelen. Daar na
deze brakke gesteldheid van dit vlas het voor het gebruik
in ons vochtig klimaat ongeschikt doet zijn, terwijl bet
daarvan geslagen touwwerk onder gewone omstandigheden
daardoor aan beschimmeling onderhevig is, gelijk uit het
bij het Verslag gevoegde eind tros blijkt, zoo zoude voor
toekomstige overzendingen, deze afwassching in zeewater
moeten worden nagelaten, of van eene zorgvuldige afwas-
sching met zoet water en drooging vóór het inpakken
moeten worden achtervolgd.
Om te onderzoeken , of de kleurstof zich gemakkelijk
Digiti
zedby Google '
301
liet verwij dereQ, werd de vezelstof in zuiver water en in
potasehloog gekookt, en nu werd bevonden dat 0,211 ruw
vlas door uitkoking in water, werd terug gebragt op 0,192
en dus ruim 9 p. c. in gewigt verloor, üoor eene uitkoking
in potaschloog werd 0,204 vlas teruggebragt tot op 0,165,
en het had nu dus ruim 19 p. c. in gewigt verloren. Door
deze handelwijze werd de kleur dan ook aanmerkelijk
verminderd, en door potasch-loog bijna geheel weggeno-
men. De uitkoking met potasch-loog had echter, gelijk
nader blijken zal, eene aanmerkelijke vermindering van
sterkte ten gevolge, en deze handelwijze is alzoo niet
aan te bevelen.
Uit den aard der bedoelde stof was reeds met eenigen
grond af te leiden, dat zij, hoezeer den naam van vlas
dragende, welligt in de hoedanigheid meer overeenkomst
had roet den hennep. Men liet haar dus bewerken tot
touwwerk van verschillende dikte , en vergeleek de sterkte
daarvan met touwwerk van Russische hennep van gelijke
dikte en lengte. Het laatste droeg 1 S meer dan het
touw van Pita-vlas. Andere proeven, in vergelijking met
henneptouw van gelijke dikte, hebben de volgende uitkom-
sten geleverd:
K». 9) Touw Tan Pitaylas brak door eene belaxün^; mei 16 Med. fg.
— AS Hennep » s ]» » » 39,8 j» »
D » ya
» u B
> s s
» » u
— > » Hennep » » » »
Men heeft nog andere proeven genomen, ten einde de
10)
30
3> Pita-vlas
D
—
»
^ Hennep
»
")
>
9 P2fa?las
x>
»
» Hennep
3
M)
»
> PiUTlai
9
— .
9
» Hennep
3
13)
»
9 PiU-Tlas
3
—
>
2> Hennep
D
")
»
9 PilaTlas
J>
3>
28.4
B
2)
35,6
B
»
41.5
B
B
95
B
»
61
B
»
136
B
30
389^2
B
B
305.6
B
B
B
956.2
B
B
B
1478,5
B
B
Digitized by
Google
302
sterkte van het Pi ta- vlas te bepalen. Men heeft haar ge-
toetst met eene lijn van drie garens, ter lengte van 1^
Ned. el en tevens gelijke lijnen van andere hennepsoorten
beproefd op dezelfde wyze. De uitkomsten waren de vol-
gende:
De Holland«cbe tcbilbennep brak door 205 Ned..S}.
» Poolsche rijnhennep
»
D
180
2>
» Petertburger ]>
9
X>
160
»
s> Amerikaansche 1 quaU
»
3>
200
»
» Japansche ]>
S>
S>
160
S
3» Manilla 9
»
»
115
»
» Pisang hennep s
s
2>
65
»
Het PiU-flat
9
»
80
9
De rekking van het Pita-vlas moet ten minsten op het
dubbele van die van den hennep gerekend worden, iets wat
in vele gevallen in deszelfs voordeel is.
Doch zal de algemeene waarde van dit touwwerk uit
Pita-vlas worden bepaald^ dan moet de ondervinding ge-
durende het gebruik leeren , of het even sterk is als het
henneptouw , of het even goed de vochtigheid kan verdu-
ren, en andere deugdelijke eigenschappen bezit.
Doch er zijn nog andere proeveh genomen, om over de
sterkte van het Pita-vlas te kunnen oordeelen. Men heeft
2 draadsgaren of touw, gelijk aan dat, van hetwelk bQ
het onderzoek der Agave Rumphii (Hasskarl), door Aed
Heer Tusman te Batavia ingezonden (1), is gebruik ge-
maakt, en van hetwelk de 260 haspelomslagen of Amster-
damsche vademen 0,47 Ned. fi behooren te wegen, doen
spinnen, en de sterkte van hetzelve op soortgelQke wijze
als aldaar is te werk gesteld , onderzocht. Daarait is ge-
bleken , dat zoodanig garen ter zwaarte van 0,37 S droog
gemiddeld gebroken werd in 9 proeven door eene belas-
(1) Venneld in dit lijdjohriit Deei IX, bl. 274.
Digitized by
Google
303
ting met 10,3 Ned« 8, bij herleiding tot garen van 0,47 9
gelijk staande met 13^2 S; terwijl bet nat nagenoeg door
hetselfde gewigt gebroken werd, daar de gemiddelde uit-
komst slechts 0,2 hooger was. In eene dergelijke proef
met garen uit zoo veel mogelyk verfijnde spinvezel gespoof-
nen, werd eene eenigzins geringere uitkomst verkregen ^
namelijk van 11,6 fi, bij herleiding tot het gevorderde ge-
wigt van bet garen, soodat de vezel door het beuken en
sterk hekelen in kracht scheen verloren te hebben. Door
het nitkoken in waletr daarentegen scheen geene verminde-
ring in sterkte veroorzaakt te zijn, alzoo het garen van het
uitgekookte Pita-vlas, hij herleiding eerst gebroken werd
droog door 14 ft, en nat door 12,85 9. Men moet hierhy
echter in aanmerking nemen , dat de vezel door bet kdken
9 p. c. ligter was geworden; en zoude men dus tot eene
juiste vergelgking ongeveer -fV RM>eten aftrekken , als wan-
neer men nagenoeg dezelfde uitkomst verkrijjgt.
Indien men deze «itkomsten vergelijkt met die, welke
betreffende den hennep bij het onderzoek der Agave Rumphii
(Habskahi.) medegedeeld is, dan blijkt bel, dat de sterkte
der Pita- vezel tot die van HoUandsdien schilhennep, b^
drooge gesteldheid staat als 13 : 16 of 17; bij natte ge-
steldheid van dezen hennep als 13 : 25—^26. Be sterkte van
bet Pita-vlas is alzoo aanmerkelijk geringer dan die van
beanep , en zij bereikt ook niet de sterkte van Europeesch
▼las, waartoe het zich zoo wel droog als nat verhoudt,
ongeveer als 13 : 16. Door het uitkoken in Potasoh-loog
is de sterkte van het Pita-garen tot op 9 — 7 afgenomen,
^ dit bragt dus eene aaamerkelDke vermindering van
kracht te weeg yan omstreeks 25 p. o. Men mag overi-
gens vermoeden, dat door de brakke en vochtige gesteld-
heid van het Pita-vlas, de sterkte van hetzelve eenige
Termindering zal hebben ondergaan. Gelijk boven reeds is
<^gemerkt| laat dit vlas zich zeer wel teeren, en het
soa das voor zoodanig touwwerk, bij hetwelk het minder
21*
Digitized by
Google
304
op zeer groote sterkte aankomt, als b. v. voor bopenA
touwwerk, zeer wel te gebmiken %fjn.
De pogingen, om nit het Pita-Tlas linnen te vervaardi-
gen, zijn mislukt, en het is ongeschikt bevonden om door
het gewoon spinnewiel bewerkt te worden. Er is evenwel
daarnit een lap doek vervaardigd, ten einde over de mo-
gelijkheid van het spinnen en weven dezer stof te konneo
oordeelen. Men vermeent uit deze proeven te kunnen be-
sluiten, dat het Pita-vlas in Nederland toe hofftj-baUn
bewerkt, welligt dienstbaar zon kunnen zijn voor onze be-
trekkingen met Java. Met dit doel, dat voorzeker behar-
tiging verdient, werd een gedeelte van dit Pita-vlas tot
zu]k eene proef gebezigd, en aan de MaatschappQ door
een der Departementen het model eener koffij-baal nit Pita-
vlas toegezonden. Bij de bewerking dezer Iroffij-baal is h^
model nagevolgd der gewone balen, zoo als die aan de
Nederlandsche Handel-MaalseAappij worden afgeleverd.
Men is van oordeel, dat de koffij-baal uit Pila-^vlas zich in
twee opzigten gunstig onderscheidt boven de gebroikellf-
ke, namelijk door sterkte en cUgtkeid. Wat toch de
sterkte aangaat, zoo kan het niet onversehillig zijn, wat
er van de baal overbluft, nadat zi) als koffijzak gediend
heeft. Door ze tot gelijken prijs als tot heden tevens ster-
ker te kunnen hebben , ri)zen zij in waarde voor het
doel, waartoe zij hoofdzakelgk dienen, en voor het ver-
schillend gebruik, waartoe de geledigde' bestemd worden,
en zij zouden, na vele andere diensten zelfs nog waarde
behouden als grondstof voor de papler^fabrQken. Eene an-
dere belangrijke eigenschap der koffïj-baal uit Pita-vlas »
de grootere dtgtketd. Men zou hiertiit mogen verwachten,
dat dergelijke balen langer het indringen van het water
beletten, en alzoo veel bedragen tot beveiliging van de
koffij. De inzender heeft ons den prfjs van het Pita-vlas
als ƒ 11 de 50 Ned. 9 opgegeven. De vervaardigde baal
weegt 0,88 Ned. ®, en kost dus, behalve de vracht der
Digitized by
Google
305
stof en het arbeidsloon 17^6 et.; een p^ys, die voorzeker
de aandacht verdient.
Wat het venraardigde doek betreft, de ketting is ge-.
maakt ait het beste en de inslag nit den afval; doch deze
proef kan niet als welgeslaagd worden aangemerkt. De
bardheid, die aan het Pita-vlas eigen is, en die het zelfs
bij alle aangewende pogingen tot verzachting behouden,
beeft, maakt het voor de gewone linnen-bereiding onge-
schikt. Welligt is het Pitavlas geschikt voor de ver-
vaardiging van die soorten van doek, die dienen tot be-
kleeding of tot vervanging van anderen , die hunne stevig*
beid aan pap en vernis verschuldigd zijn. Ten aanzien van
den prijs zoude het voorzeker tot zoodanige einden kun-
nen dienen, daar de grondstof van het stuk doek op eene
breedte van 1^ el oude maat niet hooger te staan komt
dan 6J cent de oude el. De kosten van vervoer, het spin-
en weefloon alhier zou vermoedelijk niet zoo bezwarend
worden, dat het uit dien hoofde door de Fabrijkanten zoa
worden afgewezen.
Het is ook gelukt om uit het Pita-vlas garen te laten
spinnen, en ofschoon dit garen ruw en onvolkomen was,
zoo levert het toch het bewijs, dat dit vlas op de gewo-
ne wijze kan gesponneo worden , waaraan men vóór de proef
twijfelde. Het is evenwel zeer moe(jel|jk tot eenen dunnen
draad te vereenigen, en deze blijft aljt|jd zeer stoppelig.
Be ruwheid van het genoemde vlas liet zich evenwel door
hekeling eenigzins verminderen. Andaren hebben, om de
hardheid der vezel , van dit vlas geenen goeden draad kun-
nen laten spinnen ; door het eenige uren met een weinig
>^p te laten koken, te droogen, te hekelen, kloppen,
spinnen en weven is wel is waar doek verkregen, doch
dat door het arbeidsloon te kostbaar was in evenredigheid
^^ de waarde. Het is insgel(jks mislukt , om uit het Pi*
ta-vlas deugdelijk zeildoek te vervaardigen.
Uit het aangevoerde zal het voldoende U^ken , totweln
Digitized by
Google
306
ke einden het Pita-vlas zou kannen dienoiy en Toor welke
het minder geschikt is. Indien men nn in aanmerking neemt,
dat volgens het berigt van den Iniender, dit vlas met voor-
deel voor 11 cents het onde pond zou kunnen geleverd
worden, en aanneemt, dat voor transport- en expeditie-
kosten niet meer dan 3—4 cents voor het pond zal behoe-
ven gerekend te worden, en het dns hier te lande voor
ƒ42 — 45 het schippond TerkrQgbaar sou kunnen zQn , ter-
wijl Petersburger half rein hennep tegenwoordig op ƒ 56
staat en zeldzaam beneden de ƒ45 te verkregen is; dan
mag men aannemen* dat voor dit Pita^vlas wel goede af-
trek hier te lande- te vinden zou zijn, het zij voor touw-
werk of voor gemeen geweven doek, als b. v. koG^balen,
waartoe men anders zoogenaamde jutenhennep bezigt. Het
zon -daarvoor nog te méér geschikt zijn y omdat de vezel
ongeveer' | 'ligter dan hennep schijnt te wezen , terwijl men
voor deze balen eene ligte grondstof verlangt. De cultuur
dezer vezel zal dus waarschijnlijk met goed gevolg kan-
nen worden voortgezet. Het mag hier ook niet onopge-
merkt blijven, dat het Pita-vlas langer is dan eenige an-
dere vlassoort, en dat het blanker is dan vlas of hennep;
en indien het derhalve mogt gelukken, om, volgens de
inzigten van den Inzender, de cultuur te verbeteren, dan
zou het welligt ook door gelijke sterkte eenige soorten van
hennep kunnen vervangen en tot het vervaardigen van gro-
ve linnen-manufecturen uitmuntend geschikt zijn. Het zou
verder van belang zijn, indien men op Curacao ook de
cultuur beproefde van de Pt/a van Guataca^ indien deze
Pita-soort eene andere is dan die , van welke de vezel be-
reids aan de Maatschappij is toegezonden. Volgens Likd-
jj£X*B Botamcal Rerigsier Vol. XII. pag. 11. of the Mis-
cellaneous Notices toch is de Pita de Guafdca eene der
beste soorten , en hare vezel door meerdere sterkte , daar-
zaamheid en vatbaarheid tot eene voordeeligere bewerking ,
gunstig onderscheiden. De opgave echter aldaar voorkomende,
Digitized by
Google
307
dat tot het maken Tan toawwerk, zeildoek of andere weefsels,
3 ion Pita met 15 ton hennep gelijk zonden staan, is echter
uit den aard der zaak onjuist of op misverstand bernstende.
Het oordeel van anderen over de cnltnurran^hetJ^Pila-^
Tlas is minder gunstig.
De Pisang-hennep , eindelijk, kwam, zoo als 'gebleken
18, het naast bij het Pita-vlas, wat beider kracht betreft.
Van dezen Pisang-hennep nu is onlangs te Amsterdam eene
zekere hoeveelheid verkocht, doch daar zij voor touw-
werk weinig waarde bezit , heeft zij dan ook den geringen
prijs van ƒ25 de 150 Ned. ponden opgebragt. Hierdoor is
men genoodzaakt, om eene som van ƒ 45 nagenoeg voor de 150
Ned. ponden als maximum van waarde voor het toegezonden
Pita-vlas aan te nemen 9 terwijl de tegenwoordige prijzen van
de andere hennep-soorten veel aanzienlijker zijn ; namelijk:
HoUandsche schilhennep kost ƒ56 de 150 N. ponden.
Poolsche reinhennep • . > - 66 » » >
Petersbnrger hennep • • > - 63 1 » »
Amerikaans, hennep l^te qual. - 68 » > »
Japansche hennep • • • » -60 > » »
Manilla hennep ...» - 63 » > »
Het is derhalve natuurlijk , dat de kosten der produc-
tie van het Pita-vlas zeer gering moeten wezen, zal men
uit zijne cultuur voor de Nijverheid onzer Kolonie en^voor
onzen Handel eenig- voordeel zien ontspruiten. De gemid-
delde waarde, de volumineusheid van het Pita-vlas, de
vracht en andere kosten zullen de overblijvende winst voor
den kooper gering doen zijn ; en er zal alzoo weinig aan-
moediging voor den speculant bestaan, om er aanzienlijke
ladingen van te ontbieden , zoodat men voor het wel sla-
gen dezer cultuur in onze West-Indische bezittingen geen'
genoegzamen waarborg bezit, om er thans aanzienlijke
sommen aan te wagen (1).
(l*) Hen kan orer het Pila-?Ia8 raadplegen , liet daaroTer reeds mede-
gedeelde in dit Tijdicbrifl. Deel X, bl. 575 enz.
Digitized by
Google
Geregielijk'Scheikundig onderzoek van Ver^
giftigde Suiker; eene bijdrage ter waar-
schuwing iegen het gebruik van vergif-
tigende kleurstoffen y
door
A. H. VAN DER Boon Mesch.
Ik ODtving onlangs van den Heer Mr. J. F. Pringle , Reg-
ter- Commissaris ter instructie van strafzaken , Arr^. Ley-
den, eene verzegelde doos met pepermunt, met het ver-
xoek, om, ten gevolge van het Requisitoir van den Heer
Officier van Justitie, Mr. D. Tieboel Siegenbeek, dezepepe^
munt aan een scheikundig onderzoek te onderwerpen , ten
einde op te sporen , of zij voor de gezondheid nadeelige
bestanddeelen bevatte.
De doos bevatte vier soorten van pepermunt, en ééne
soort gekleurde suiker, in den vorm van pepermunt. Elke
soort is aan een bijzonder scheikundig onderzoek onder-
worpen , hetwelk de volgende uitkomsten heeft opgeleverd.
1). De witte pepermunt werd volkomen in zuiver wa-
ter opgelost. De oplossing was helder en ongekleurd, en
werd noch door hydrothionzuurgas , noch door zwavel-am-
monium veranderd. In een platina-kroesje volkomen ver-
brand, liet zij niets achter; en het verder scheikundig on-
derzoek leerde, dat zij uit suiker, water en pepermuntolie
Digitized by
Google
309
was laneogetteldy en èlaao geene voor de gesondheid oa-
deeUge bestanddeelen bevatte.
2). De gele loogeiiaande pepermunt werd intgeLyks
volkomeo in xniver water opgelost* De oplosaing was hel-
der en geel gekleurd. In een platina-kroesje volkomen
verbrand, liet liJ gerae aaeh achter; en s|j bleek, by ver-
der ondersoek , uit suiker en water samengesteld te s^ n » ge-
kleurd door eene geringe hoeveelheid van eene gele orga-
nitebe kleurstof « die in alle opzigten de verschillende ei-
genschappen besat van die van den gewonen saffraan. Ook
dese soort van suiker bevatte geene voor de gesondheid
oadeelige bestanddeelen.
3). De roode pepermunt werd volkomen in water op-
gelost De oplossing was helder en rood gekleurd. Door
de reeds vroeger genoemde herkenmiddelen werd x|j niet
veranderd. Door verder ondersoek bleek dese pepermunt
te Bfjn samengesteld oit suiker, water, pepermuntolie en .
eene roode kleurstof van organischen oorsprong, die alle
eigenschappen vertoonde van de kleurstof van cochenille»
Dese derde soort van suiker bevatte geene voor de gesond-
heid nadedige bestanddeelen.
4). De bidauwe pepermunt werd in suiver water slechts
gedeeltelyk ingelost. De oplossing was troebel en blaauw
geideurd. Door doorsijging werd sij helder en ongekleurd,
doehop het filtrum bleef eene blaauwe kleurstof achter. De hel-
dere en ongekleurde waterige oplossing werd noch door hy-
drothionsuurgas, noch door swavel-ammonium veranderd. De
blaauwe kleurstof, op het filtrum achtergebleven en met suiver
water afgewasschen, werd doorzuiversalpeterzuur, metach-
teriating van eene geleiachtige witte massa, opgelost. Zy werd
ook door chlorwaterstofsuur gedeeltelijk opgelost , onder ont-
wikkeling van een weinig hydrothionsuurgas en afscheiding
van witte geleiachtige vlokken. De aldus verkregene zure
o^ossingen waren volkomen ongekleurd, gaven met am-
monia versadigd een wit geleiachtig nederslag, dat van
Digitized by
Google
110
het vocht afgezonderd en afgewassehen, op kool voor de
blaaspijp gegloeid en met salpeterzunr oobaltoxydnle be-
vochtigd en weder gegloeid , donker blaauw geklenrd werd.
Een ander gedeelte der zure oplossing leverde , na de toe-
voeging eener kali-oplossing, een geleiaohtig wit nedersfaig,
dat door de toevoeging van meer kali-oplossing volkomen
werd opgelost. Door de bijvoeging eener oplossing van chlor*
ammonium vertoonde zich het nederslag wederom gedeeltelgk,
en meer volkomen, toen het mengsel verwarmd werd. Eender-
de gedeelte der zure oplossingen gaf, na de toevoeging van
zwavel-ammonium in overmaat, een wit nederslag. De ge-
leiachtige witte ma^sa, die het salpeterzanr en chlorwa-
terstofznor, gedarende hunne ontledende werking op de
blaauwe kleurstof, hadden afgezonderd, werd afgewasscbeo,
gedroogd en met watervrije koolzure natron voor de blaas-
pijp tot een ongekleurd troebel glas gesmolten. Toen een
•ander gedeelte der blaauwe kleurstof in een platina-kroesje
aan sterke en langdurige gloeihitte werd bkfiotgesteld, ging
de blaauwe kleur verloren, en zij liet eene graauw witte
stof achter, die zonder opbruising, doch op nieaw met
achterlating van eene witte geleiachtige stof, in zbiver sal-
peterznur werd opgelost. Deze oplossing gedroeg zich vol*
komen als de voorgaande, doch salpeterzure baryt-oplot-
sing veroorzaakte daarenboven een wit nederslag, in toe-
gevoegd salpeterzunr onoplosbaar. Uit alle dese proevea
bleek het, dat de blaauwe kleurstof van deze pepemiaBt
kunstmatig ultramarin was. Dese pepermunt was alzoo
zamengesteld uit suikei*, water, pepermuntolie en kunst-
matig ultramarin, doch geen Weener ultramarin. Hier moet
nog vernield worden , dat ik in de genoemde kleurstof geen
spoor van ijzer-verbinding heb kunnen ontdekken.
5). De groene pepermunt werd aan de volgende onder-
zoekingen onderworpen.
a). Eene van deze pepermunt in een platina-lepdtje
verbrand wordende, verspreidde niet den gewonen reuken
Digitized by
Google
311
damp yan brandende suiker, naar tevens eeae eigenaar-
dige groenaehtig-blaanw-rood gekleurde vlam en eenen wit^
ten nevel. De overgeblevene kool werd met soiver salpe-
tersnnr uitgetrokken. De zure oplossing werd door eene
overmaat van ammonia blaauw gekleurd; een ander ge-
deelte 4er oplossing werd door hydrothtonsuurgas bruin*
xwart nede^;es]agen. Een derde gedeelte werd door eene
oplossing van cyan^ijxer-kalium fraai rood^brnin nederge-
slagen. In een vierde gedeelte werd een stukje ijzerdraad
met een rood koperkleurig beslag bedekt.
b). Deze pepermnnt werd in zoiver water niet volko«
men opgelost, maar liet een zeer fijnen fraai groen gekleurd
poeder onopgelost aebter. De oplossing, door doorsijging
van dit poeder afgezonderd, was helder en ongekleurd %
doch werd door hydrothionznnrgas licht bruinachtig geel
gekleurd , zonder dat de vloeistof evenwel troebel werd , of
een nederslag , afzette.
c). Het groen gekleurde poeder van 6) werd in een ijze-
ren lepeltje boven de alcohol-vlam verhit. Het stootte nu
eenen witten nevelachtigen damp uit, en liet eene kool-
achtige massa aebter, die met salpeterzuur bedruppeld niet
opbruiste, doch eene groen-blaauwe oplossing leverde,
met de eigenschappen in a) reeds vermeld.
d). Op de kool voor de blaaspijp verhit, veroorzaakte
dit groene poeder een wit beslag, en liet een bruin-rood-
achtig poeder achter.
e). Met watervrije koolzure natron op de kool aan de
reductie-vlam blootgesteld, ontwikkelde het poeder knof-
lookrenk, en liet een gesmoltenen uitwendig graauw metalen
kogeltje achter.
ƒ). Het poeder van d) en het metalen kogeltje van e) ,
werden in zuiver salpeterzuur opgelost, en de groenachtig
blaauwe oplossingen vertoonden, met de herkenmidde-
len in a) vermeld , de aldaar reeds opgegevene verschijn-
selen.
Digitized by
Google
312
g). Dit groene poeder, dat in water onoplosbMur was^
werd door chlorwatertlofkanr gemakkelijlc en TolkoMeo
opgelost* De oplossing was helder en geelachtig groen
gekleard. Met water yerdondy werd de klevr meer hlaavw-
ach tig groen.
h). Door bet Tocfat van g) werd hydrothioosnorgas ge-
leid 9 tot het^ TOcht daarvan den reuk in mime mate kad
aangenomen; bet vocht werd vervolgens verwarmd en ge-
schnd. Het- nederslagy daardoor veroorsaakt, was bmin
gekleurd , en werd door doors|jging afgesonderd en afgewas-
schen. Het afgeloopen vochr was waterhelder, en werd
met ammonia en daarna met swavtl^ammiMÜnm vermengd;
door beiden, ontstond geen nederslag, even soo min als door
de toevoeging van phosphorsure natron. Een gedeelte
van het vocht werd verdampt en het overgeblevene ge-
boeid, waardoor niets achterbleef.
t). Het nederslag in A) vermeld werd overgoten met
eene oplossing van zwavel- kalium en daarmede verwarmd.
Het loste zich daarin niet geheel op; nu werd het met zuiver
water verdund en doorgezegen » en het filtrum werd afge-
wasschen. Bij het doorgeloopen vocht werd zuiver chlor-
waterstofzuur in kleine overmaat gevoegd , en nu werd het
verwarmd. Er was nu uit het vocht een donker geel
gekleurd nederslag afgezonderd, dat op een filtrum afge-
scheiden, afgewasschen en volkomen gedroogd werd.
k). Een gedeelte van het geel gekleurde nederslag van
t) werd op een porseleinen spadeltje verhit; het smolt en
vervlugtigde zich. Een ander gedeelte werd met eene
ruime hoeveelheid van een mengsel van gelijke deelen
cyan-kalinm en watervrije koolzure natron in een glazen
buisje met bolletje in de alcohol-vlam verhit, waardoor
een spiegelende metallieke ring ontstond, die door verhit-
ting gemakkelijk verplaatsbaar was. Een derde gedeelte
van het gele poeder werd met watervrije koolzure natron
en een weinig water vermengd, op een stukje dun glas
Digitized by
Google
313
gebragt» gedroogd en in eene glaxen buis gelegd, met
eenen toestel vereenigd, waarin uit suiver link en saiver
yerdond zwaveliaar gedroogd waterstofgas zich ontwikkelde,
en daarin gegloeid. Er ontstond na op nieuw een metal-
liek beslag, dat sich gemakkd^k door yerhitting liet ver-
plaatsen.
/). Een ander gedeelte van het groene poeder werd in
sniyer chlorwaterstofsuur opgelost, en gebragt In den toe**
stel van Marsh, zoo als die op eene uitmuntende wijze
verbeterd is door de Wetenschappelijke Commissie voor
Geneeskundige Zaken, te Berlijn (1). Vóór het inbrengen
der ehlorwaterstof zure oplossing, ontwikkelde zich uit den toe-
stel zuiver waterstofgas , daarna zette zich in de op ééne
plaats gloeijende buis een metalliek beslag af, dat zich ge-
tnakkelijk door verhitting liet verplaatsen. Het gedeelte
der buis, waar het beslag verzameld was, werd afge-
sneden, in een glaasje met zuiver rookend salpeterzunr
bedruppeld en daarna even verwarmd, ilet beslag werd
nu geheel en spoedig opgelost, en het vocht werd op een
faorologieglas voorzigtig tot droog toe verdampt. De over-
geblevene witte stof werd in zuiver water volkomen op-
gelost. Deze oplossing leverde met eene onzijdige oplos-
sing van salpeterzunr zilveroxyde een steenrood nederslag.
Eene andere buis werd met den toestel verbonden , en het gas
na de weder opening der kraan aangestoken, veroorzaakte
op een stuk porselein in de vlam gehouden een zwart
beslag, dat nader beproefd dezelfde eigenschappen ver-
toonde, als dat in het afgescheiden gedeelte der buis. Ein*
delyk werd de vlam opgevangen in een zuiver glazen kolfje.
Dit werd nu inwendig met een wit beslag bedekt, dat in
warm water volkomen werd opgelost, voorzigtig met ver-
(1) Deze door mij gebezigde toestel is beschreven en afgebeeld ki
Archiv der Pharmacie B. LXXXV. S. 128. De inrigttng, het gebraik
«D de bebaodelhig moet ik bier bekend rooronderatellen.
Digitized by
Google
314
dande ammonia-oplossing werd verzadigd , en^ dat door io-
druppeling eener oplossing van salpeterzuar zilveroxyde
een geel nederslag leverde, dat door aiuiueoia en door sal-
peterzunr werd opgelost.
m). Het zwarte nederslag van i), dat door de zwavel-
kaliam-oplossing onopgelost achtergebleven en afgewas-
Bchen was, werd op een porselein schaaltje met zuiver
salpeterzanr verhit. Het werd opgelost, onder afscheiding
van vlokjes zwavel, en de oplossing was blaauwachtig
gekleurd. Deze werd doorgezegen, en bij een gedeelte
werd verdunde ammonia gevoegd; hierdoor ontstond een
licht blaauw nederslag, dat door meer ammonia tot een
donker blaauw vocht geheel werd opgelost. In een tweede
gedeelte; met water verdund, veroorzaakte cyan-kali-
iim-Qzer-oplossing een bruinachtig-rood nederslag. Eeo
derde gedeelte werd met koolzure ammonia in over-
maat behandeldj; na 24 uren was geen wit nederslag ont-
staan.
n). Was door alle de voorgaande proeven de aanwezig-
heid van koperoxyde en eene arsenicum^verbinding on-
wederlegbaar bewezen; er moest nu worden onderzocht,
of deze laatste arsentgzuur^ dan wel arseniksiuur was.
Ten dien einde werd een gedeelte der groene kleurstof in
chlorwaterstofzuur opgelost, en met hydrothionzuurgas ne*
dergeslagen. Het afgewasschen nederslag werd met eene
oplossing van kali-hydraat behandeld. Het vocht werd
van het zwart nederslag afgezonderd en met bismuthoicyde
hydraat gekookt. Het vocht werd van het zwavel-bi«moth
afgezonderd; de helft werd met twee druppels eener ver-
dunde oplossing van zwavelzuur koperoxyde vermengd en
gekookt, waardoor de aanvankelijk blaauwe vlokken nMNf
gekleurd werden. De andere helft der alkalische oplos-
sing werd met zuiver salpeterzuur geneutraliseerd, en
door indruppeling vermengd met eene oplossing van sal
peterzuur zilveroxyde. Hierdoor ontstond een geel neder-
Digitized by
Google
315
■lag, dat in ammonia en verdund salpetersranr geheel op-
losbaar was. De gevondene arsentcum^erbiftding was das
arsentgzuur.
o). Een gedeelte van het groene poeder werd met zw»>
velzanr in een buisje bedrnppeld. Er werd na een seer
prikkelende damp ontwikkeld, die den seer kennelijken
reak van azijnzuur bezat, en het mengsel werd wit. Het
werd na met een weinig water behandeld, waardoor eene
licht blaaawe vloeistof ontstond , en een wit poeder zich
afzonderde. De vloeistof gedroeg zich, wat de erkenning
der basis, het koperoxyde^ betreft, als in a) en m) reeds is ver-
meld. Het witte poeder loste zich in meer water volko-
men op, werd door hydrothionzuurgas geel nedergeslagen,
en leverde afgewasschen en gedroogd, en in een geschikt
boisTJe met drooge koolzure natron en cyan-kalium verhit,
op nieuw het metalliek beslag van arsenicum. Was hier-
door de aanwezigheid van koperoxyde en arsenigzuur op
nieuw aangewezen, die van a%yn%uur was nu tevens gebleken.
p). De aanwezigheid van het 4i»^n%uur werd beves-
tigd, door in een klein buisje een gedeelte van het groene
poeder met gelQke deelen zwavelzuur en alcohol te ver-
mengen en te verwarmen. Het laanwe mengsel deed vooral
duidel^k den reuk van azijnzuur aethyloxyde onder-
kennen.
q). Ten einde de hoeveelheid der kleurstof in deze pe-
permunt te bepalen, werden 12 pepermunten^ die 3,560
gram. wogen, in zuiver water opgelost. Het vocht met
het groene poeder werd doorgezegen door een filtrum, dat
vooraf behoorlek gedroogd woog 0,455 gr. Het poeder op
dit filtrum werd volkomen met koud en zuiver water af-
gewasschen , voorzigtig gedroogd en gewogen. Het gewigt
Tan het filtmm bedroeg nu 0,579 gr. In 3,560 pepermunt
was alzoo van de groene verwstof 0,124 aanwezig.
r). Waren alzoo de bestanddeelen van het groene poe-
der qualitalief opgespoord , zij moesten nu quantitatief
Digitized by
Google
316
bepaald worden. Ten dien einde werden 1,415 poeder,
op + 100^ gedroogd , en met 3 zuivere watervrije koolzure
natron en 4 zuivere salpeterzure kali voorzigtig gesmol-
ten. De gesmoltene massa werd met zuiver water behan-
deld, doorgezegen en het onopgelost overgeblevene zwar-
te poeder behoorlek afgewasschen. Hetzelve werd in zui-
ver salpeterzuur opgelost; de oplossing werd met zuiver
water verdund en in eene porseleinen schaal aan het ko*'
ken gebragt. Nu werd er eene verdunde oplossing van
zuiver kali-hydraat bijgevoegd, tot dat er niet op nieuw
een praecipitaat ontstond. Het mengsel werd nog eenigen
tijd verhit, en daarna aan. hetzelve rust gegeven ter be-
zinking. Nu werd eerst het Yocht en daarna het neder-
slag op een gewogen filtrum gebragt , dat met kokend wa-
ter werd afgewasschen. Het filtrum werd nu gedroogd,
en het poeder dïiarvan afgezonderd, werd in een gewogen
platina- kroesje gegloeid ; daarna werd het filtrum verbrand ,
en de overgeblevene asch in het platina kroesje g^hiagb
en op nieuw gegloeid. Na onder 0ene klok naast een
schaaltje met sterk zwavelzuur genoegzaam afgekoeld te
zijn 9 werd het kroesje gewogen. Het platina-kroesje had
alleen het gewigt van 22,832; met het poeder woog het
23,286. Het gewigt van het poeder bedroeg dus 0,454;
hiervan 0,013 asch van het papier, waarvan de asch-ge-
halte te voren bepaald was, afgetrokken, zoo bedroeg het
gewigt van het afgezonderde koperoxyde 0,441. 1,415
van het groene poeder bevatten dus 0,441 koperoxyde ,
dat is op de 100 deelen 31,170 koperoxyde.
s). Het afgeloopen vocht van de zout-massa, dat nu het
arsenigzuur als arsenikzuur bevatte, werd in eenen gla-
zen kolf met eene sterke oplossing van zwaveligzunr in
ruime overmaat vermengd, en daarmede gekookt en ver-
der zoo lang verwarmd , tot dat de vloeistof den reuk van
zwaveligzunr volkomen verloren had. Er werd nu bij haar
eenig zuiver chlorwaterstofzuur gevoegd , en daarna werd
Digitized by
Google
317
er liydrotbteDsiiargas in gevoerd , lot dat de vloeistof,
ook na tchadding, den reuk van dit gas aterk verspreid-
de* Gedurende 1^ uur werd het mengsel in den naauw-
keorig gesloten toestel aan zich zelven overgelaten , en
daarna werd er door hetzelve zoo lang en snel zuiver kool-
zuurgas doorgeleid, tot dat geen reuk van bydrothionzuur-
gas meer te bespeuren was. Het nederslag werd nu op
een gedroogd en gewogen filtrum gebragt, snel en volko-
men afgewasschen , op + 100^ gedroogd en gewogen. Het
filtnuA alleen woog 1,132; met het zwavel-arsenicum had
het het gewigt van 2,157. 1,415 van het groene poeder
hadden alzoo geleverd 1,025 zwavel^arsenieum , dat is =:
72^438 p. c. 100 deelen van het bewuste poeder bevat-
ten derhalve 58,294 p. c. araenigzuur.
Na alle deze proeven had ik geene genoegzame hoeveel-
heid van het groene poeder meer ter mijner beschikking,
ten einde het derde bestanddeel , het a%yn%uur , dat qua-
IütUie/vra& epgespoi^d, ook quanMatief direct te bepalen.
De verkregene iiitkemsten evenwel , betreffende de hoeveel-
heid der beide andere bestanddeelen , wgzen de hoeveelheid
van het derde bestanddeel aan. 58,294 arsenigzuur vorderen
28,384 koperoxyde; er schieten dus van het door mij ge-
Tonden koperoxyde, (31,170p.c.) 7,786 koperoxyde over,
en deze vorderen 10,097 azijnzuur. In 100 deelen van het
groene poeder waren alzoo gevonden:
Koperoxyde 31,170.
Arsenigzuur <8,294.
Azijnzuur 10,097.
99,561.
Uit het onderzoek blijkt derhalve , dat het groene poe-
der was 3 Cu O, Asj O, + Cu O, A.
Digitized by
Google
318
Volgens deie atötnistMche zamenstelÜBg toch bestaan
100 deelen uit:
Koperoxyde •••• 31,31.
Arsenigzuur . . . • 58,54.
Azijnzuur • . • • . 10,15.
100,00.
Uit alle de uitkomsten van het scheikandig ondersodc
blijkt het zonder eenigen den minsten twijfel, dat de
groene pepermuni die kleur verschaldigd is aan twee
kcper^oulen, arsenigzuur koperoxyde en a%ifn%uur Ao-
peroxyde, die met elkander die groene verwstof vormen,
die onder de benamingen van JUilUsgroen^ fVeenergroen^
Schivein/urier-i Kirchberger- ^ Neu-^ en Katser-groeny
in den handel voorkomt, en tot wier l>ereiding door Mir-
TIS, K4STNER, BaACONNOT, CrEUTZBURG, I4IEBIG OD 81BBBG
voorschriften gegeven zijn; en welke verwstof ait basisch
azgnzuur koperoxyde , arsenigzuur en azijnzuur, ofzwavd-
zuur koperoxyde, arsenigzuur, koolzure kali en azfjoznur,
met verschillende handgrepen, bereid wordt.
Zyn nu alle koper-zouten in meerdere of mindere mate
vergiftigand, de beide koper-zouten in de onderzochte
pepermunt behooren onder de ergste vergiften. De hier
bedoelde verwstof veroorzaakt in den mond eeoen eigen-
aard igen koperachtigen smaak, en in eene zeer kleine
hoeveelheid ingenomen eene drooge tong, een gevoel van
belemmering in de keel, menigvuldige braking, gewel-
dige smart in den buik, pijnlijke ontlasting, dorst, moei-
jelijke ademhaling, eigenaardigen angst, hoofdpijn, groote
afmatting, convulsies en, eindelijk, den dood. Het arse-
nigzuur koperoxyde is zulk een gevreesd vergift, dat men
meermalen en te regt gewaarschuwd heeft zelfs tegen het
gebruik als olie-verw en voor kleuring van behangselpapier,
en dat men maatregelen van veiligheid heeft voorgeschre-
ven , als zij tot de beide genoemde einden gebezigd waren.
Digitized by
Google
319
De yerwstof in i^ ondersiochte groene pqiennnnt auiwê*
lig, behoort derhalve onder de zwaarste yergiften gerang-
schikt te worden ; en zij yeroorsaakt zelfs in zeer kleine gif-
ten, indien geene ruime uitbraking en geneeskundige hulp
op het inwendig gebruik tijdig volgen, onder de opgenoemde
hoofd^yerschgnselen, eenen ge wissen dood. — De overige
bestanddeelen der groene pepermunt waren, behalve de
genoemde verwstof, suiker, water en pepermuntolie. —
Een Verslag van dit onderzoek werd met de verzegelde
glazen bnisjes, die het in de groene pepermunt gevonden
koper en arsenicum bevatten, door mij aan den Regter-
Commissaris toegezonden.
De nitkomsten van dit scheikundig onderzoek z^n later
volkomen bevestigd in de Zitting van de Arrondissements-
Regtbank te Leyden, van den 8 Mei 1846, waarin de
volgende feiten plaats hadden.
1). Verklaarde de beklaagde •««««, bij wien de ge-
kleurde|"pepermunt was in beslag genomen, en die van
het scheikundig Verslag geene kennis droeg, dat h|]
de ter tafel zynde pepermunt herkende; dat hij zoodanige in
zi)neo winkel gehad en verkocht had, en dat z(j bij hem
waren ia beslag genomen; dat de gele pepermunt met
Hiffraan<i de roode met cochenille ^ de blaauwe met m/-
iramarin door hem gekleurd was, en dat hjy voor de
groene pepermunt spina%iegroen (l) gebezigd had; weUke
verwstof 9 om suiker te kleuren, hij onder den opgegeven
naam, met andere gereedschappen voor zijn bedrijf, had
overgenomen van «*•**.
2). Verklaarde de derde getuige **** ^ dat zij bij den
beklaagde een lood van zoodanig gekleurde pepermunt.
(1) Oneigenlijker benaming kon er aan de gebezigde Terwtlof wel niet
gegeren worden dan die Tan Spina^egroen. Mogelijk is het klettroiid-
dd, 8Qlmeinfunergro9n^ door eene S. geteekend geweest, en heeft dit
•ankidiag gegeven tot bet denken aan SpinwUei
22
Digitized by
Google
320
als ter tafel was, had gekocht; dat x^ dienselfden mor-
gen daarvan, om aan eene vroegere belofte te voldoen ^
aan drie kinderen van den Heer «**««* onder het les
geven , iets had aangeboden ; en dat binnen het tiai^ twee
der kinderen over hoofdpijn begonnen te klagen, en in
het algemeen verklaarden, dat «j zich onwel begonnen
te gevoelen.
3). Verklaarde de tweede getnige, de HeerP. M.Mb88,
Med. Doctor, dat hij op den dag van het gebeurde, '^twee-
malen in zijne hoedanigheid geroepen was ten huize van
den Heer ******; dat de drie kinderen onpasselijk wa-
ren; dat hij bij allen in verschillende graden dezelfde ver-
schijnselen heeft waargenomen , behoudens die der ont-
lasting, welke in het Scheikundig Verslag vanden eersten
getuige als de eerste gevolgen van het inwendig gebruik van
het in dat Verslag genoemde vergift zijn opgegeven ; dat dese
verschijnselen gedurende 10 uren hebben aangehouden; dat hij
aan de kinderen een antidoium heeft toegediend ; dat daarop
brakingen gevolgd zijn , en dat de drie kinderen door verdere
geneeskundige behandeling binnen 4 dagen waren hersteld.
De Officier bij de voornoemde Regtbank, Mr. D. Tieboei.
SiEGENBEEK, zctto daama alle de feiten uit een, wees
op de volkomene overeenstemming van de gevolgtrekkin-
gen in het Scheikundig Verslag met de verklaringen van
den bekL en van de getuigen, en concludeerde op grond
van Art. 1 , 3, 6 en 7 der Wet van 19 jMei 1829, Staats-
blad Nc>. 35, dat de Beklaagde zou worden veroordeeld
tot gevangenis van twee jaren , boete vm / 200 , intrek-
king van zijn patent en ontzegging van de bevoegdheid,
om dergelijk patent gedurende den tijd der gevangenisstraf
te erlangen , last tot in beslagneming en vernietiging der
aldaar vermengde waren, mits^ders in de kosten van
den processe, verhaalbaar bg liyfsdwang.
De Advocaat Mr. N. Sikkel Groos yerdedigde den be-
klaagde , en toonde aan , dat de bekl.de verwstof gebezigd
Digiti
zedby Google
321
bad , sonder haren geraarlijken of TérgiAigMiden avd ke
kennen ; dat bij den bekl. geehe bedoeling had bestaan
om te Tervalschen of te yergiftigen , en dat de Art. ran
de Wet van 19 Mei 1829, Staatsblad No. 35, ia het oi^
derhavige geval van geene toepassing waren.
Acht dagen later sprak de Arrondissements - Begftfaank
baar vonnis nit, hetwelk na de vermelding van alle de
feiten 9 ten slotte inhield:
O. Dat uit het voorgaande voldoende is beweseo, dat
de beklaagde in zijnen winkel beeft voorbanden gehad en
werkel^k in Maart 1. 1. daarvan beeft verkocht peper-
nrant, waarin vergiftige stoffen vernwngd waren;
O. Dat echter om zulks strafbaar te stellen, ingevolge
de bepaling van Art. 3 der Wet van 19 Mei 1829, Staats-»
blad No« 35 , vereischt wordt , dat de eetwaren enz. ves-
meld bij Art. 1 dier Wet , welke tot verkoop of ter uif-
deeling bestemd z(JD en met de vergif tstoffen in Art 1
ea 2 bedoeld zign vermengd , worden verkocht, met voor»
kennis van zoodanige vermenging.
0. Dat ten procesae geenszins is gebleken, dat de ver-
koop van zoodanige voorwerpen in voorn. Wet vermeld,
door den bekl. is bewerkstelligd, terwyl hj) met voorken-
w, dat dezelve vergiftige doelen bevatteden, handelde.
0. Dat alzoo het feit den beklaagde by dagvaarding ten
laste gelegd, noch misdaad, noch wanbedryf, noch over-
treding oplevert, en hij dien tengevolge van alle regtsver-
volgiag ter dier zake behoort te worden ontslagen.
Ofschoon het mij genoegen deed, dat de beklaagde, die
ook volgens m(|ne overtuiging uit onkunde en zonder kwade
bedoeling, eene stof voor inwendig gebruik bestemd ver-
giftigd bad, niet gestrafd werd voor eene daad in onwe-
tendheid en zonder opzet bedreven; moet ik het evenwel
in het algemeen belang . betreuren , dat eene daad, die de
•chroomelljkste gevolgen had na zich kunnen slepen, zon-
'^ tijdige geneeskundige hulp, eenen vader van drie kin-
Digitized by
Google
322
deren had kunnen berooven, en nit haren aard geschU^
vfBB , om nog meer slagtoffers te maken , én mogelijk is
én door geene Wets "bepalingen wordt voorgekomen, be-
dreigd, en na overtreding der Wet door eene gepaste straf
wordt achtervolgd. Het onderhavige geval, dat ik "met
anderen, die ter mijner kennisse zijn, zou kuonen
vermeerderen, levert een nieuw bewijs, dat eene Wet
betreffende het verkoopen en gebruiken van vergiften eene
wezenlijke behoefte mag gerekend worden.
Het gebruik van vergiftigende verwstoflèn tot kleuring
van suiker enz., is in deze eeuw om onderscheidene re-
denen aanmerkelijk toegenomen, en onder de gevaarlijkste
is voorzeker het in het vermelde geval gebezigde Schwein»
furter groen te rekenen, dat niet alleen 31,31 p. c. koper-
oxyde, maar daarenboven 58,54 p. c. arsenigzunr of rotten-
kruid bevat. Opmerkelijk is zelfs de uitwendige vergifti-
ging, die door deze verwstof kan plaats hebben, en de
waarnemingen van Dr. Blandet betreffende ongevallen, die
in de fabrijken, waarin zij bereid en tot bedrukken van
behangsel-papier met verschillende tinten van groen gebe-
zigd wordt, nu en dan plaats hebben, verdienen alle aan-
dacht. De werklieden, die daarmede het papier bedrok-
ken, het satineren, de verwstof ziften en behandelen, zifn
aan verschillende ziekten blootgesteld. Zij worden dikwerf
aangetast door eenen hardnekkigen huiduitslag, geken-
merkt door de ontwikkeling van eene aaamerkeüjke zuebt
in het aangezigt, vergezeld door groote puisten. Het sl^m-
vlies in de neusgaten is ontstoken, en eene sterke afzon-
deringvan speeksel gaat gepaard met slijmvloeiging nit den
neus. Deze eerste graad der ziekte wordt opgevolgd door
kolljk, hoofdpijn en wegzinking van krachten. Men vindt
zelfs opgeteekend, dat honden, die in eene goot geloopen
"hadden, waarin het afwasch water van deze groene verw-
stof wegliep, weldra door sterk gezwoUene pooten met
diepe kloven werden gekenmerkt. L. Gmeun vormdidt
Digitized by
Google
323
seUk ée iiadeelige gevolgen ^ Tan het slapen in kamers,
waarin het behangielpapier ioot Schweinfurter groen ge-
kleurd was, zoo als te MosbacA, Eberbaeh en Neuhaurg»
Deze kaaiers njn» vooral bij Toehtig weder, door eenén
geheel eigenaardigen en ona^^ngenamen reuk keanelyk , waar-
van de zoheikiindige oorzaak nog niet is opgespoord, en
die niet aan arsenikwaterstofgas kan worden toegeschreven.
Eene meid, die* znlk een behangsel had afgestoft, was
reeds daardoor vergiftigd, en hg haar openbaarden zich
alle de verschijnselen van vergiftiging door eene koper-
verbinding en arsenigzaur ; en LieBig veriKldt eenen hnid*
nitslag,. die bij een persoon vele jaren voortduurde en
veroorzaakt w^d door het dragen van eene groene kap.
De ziekte verminderde oi week, nadat zQ geheel afgele-
gen was. En evenwel is het gebruik dezer zoo gevaar-
lijke verwstof, om de uitstekende schoonheid der kleur,
meer en meer toegenomen; waarvan men zich eenig denk-
beeld kan vormen, als men nagaat, dat in ééne fabr^k in
de straat de la Roquetie te Parijs, dagel^ks 300 Ned;
ponden arsenigzunr daartoe worden verbruikt.
Het |)zeroiDyde-hydraat is ook tegen het bedoelde ver-
gift een uitmuntend tegengift, hetgeen reeds door Dr.
Spaeth d'Esslingbn is opgemerkt. Een kind van 3 jaren
had eene schelp met arsenigzuur koperoxyde uitgelikt,
waarop weldra hevige brakingen , ontlastingen , zware pij-
nen in den onderbuik en onleschbare dorst volgden* Na
het gebruik van koud water en daarna van 15 gram. ijzer-
oxyde-hydraat, verdeeld in warm water en in 4 giften in-
genomen , waren reeds na één uur alle de noodlottige ver-
schijnselen verdwenen, en den volgenden dag waren alle
de teekenen der vergiftiging geweken. (Ga%ette médicale^
1840. Np. 30).
Sommige buitenlandsche Regeringen hebben nu en dan
het gebruik van vergiftigende kleurstoffen daar, waar zij
Badeel konden berokkenen , verboden. Ik zal hier slechtik
Digiti
zedby Google
224
wffsanop 4e EonigL JPreuss. Minisierial^FerfugttMg ^ vam
28 Nov, 1800, de Verardnungen der Konigi. Preuss.
Regterung %u Coblen% 1818 en %u Amsberg 1825. De
Grieksche Regering beeft te Athene ^ op den 2 April
1835, eene Wet uitgevaardigd , betreffende het verkoopen
yan vergiften , gecontrasigneerd door Kolbttib , waarin veel
i;oeds voorkomt, en o van § 3 in het hier boven medege-
deelde geval Kon te pas gekomen zijn. Ook in Frankrijk
liet rieh de Regering genoodzaakt, telkens strengere WeU-
bepalingen tegen het verkoopen en gebroiken van vergiiten
te nemen, zoo als in de Wet van 19 JnlIJ 1845 en in
het Koninklijk Besluit van den 29 Oetober 1846.
Ik mag het hier niet verzwegen, dat er in onder-
scheidene geheime geneesmiddelen zware vergiften voor-
komen. Sommigen van zoodanige algemeene middelen te-
gen koortsen b«v. bevatten ar«ent^st<re^a/t« Defleschjes zijn
voorzien van etiquetien , waarop in sierlijken stijl de on-
derdom der personen, waarvoor het middel dienen moet,
vermeld staat. De fleschjes zijn in 4 soorten verdeeld, en
bevatten 20 — 35 centigrammen arsenigzare kali op 32 gram.
water. De noodlottige gevolgen van het verkoopen van
zulke middelen door onbevoegde personen kan men vinden
in de Ga%eite de Montpellier^ Ja». 1844. — Men had deze
en soortgelijke, voor het algemeen gevaarlijke misbruiken
reeds sedert lang in Nederland kunnen voorkomen en be-
letten , doch men heeft het niet ernstig gewild.
Ik moet, eindelijk, hier nog vermelden, dat de Medi-
mnal'Aesessor Jahn over de algemeene eigenschappen der
vergiftigende verwstoffen en over de onschadelijke kleur-
stoffen eene bruikbare mededeeling gedaan heeft in het
Archiv der Pharmacie von R. Brandbs imrf H. Wac-
KENRODER, B. LXXVII. S. 195—218, waarvan menig
Fabrikant veel nut zou kunnen trekken.
Digitized by
Google
De Eleciriciteit en het Magnetisme, toegepast
en aangewend in verscAtUende takken van Nijverheid y
of
IVeede Afdeeling
van het Verslag der Technologische
Wetenschappen.
door
Dr. S. Bleekrode.
Hoogleeraar te Delft,
1. loleidlog. Zoo het ook moeijelJjk valt te besIisseQ,
welk gedeelte der Natuur- en Scheikundige
wetenschappen de belangrijkste toepassingen aan de yeel-
▼oldige takken van Nijverheid en Kunst heeft opgeleverd,
zeker is het, dat de steeds toenemende practische aanwen-
ding van de electriciteit en het magnetisme, — hetzij ie-
der afzonderlijk o^ in wederkeerige zaraenwerking en te-
ragwerking als electro-magnetisme en magneto-electriciteit
«nz., — hetzij door derzelver zuiver natuurkundige wer-
iung of scheikundigen invloed, op enkele uitzonderingen
Da, aan onzen tijd , aan het jongste wetenschappelijke le-
ven toebehoort. De magneetnaald als gids van den zee-
Atan, behoort aan een onbekend tijdvak in de geschiedenis
der menschheid ; beter bekend is hij , die zich door de uit-
Digitized by
Google
326
yinding van den bliksemajleider eenen welverdiendenloo-
Bterfelijken naam heeft yerschaft. Inderdaad staat Dr. Bkn-
JAMIN Franklin aan het hoofd van allen, die sedert ééne
eeuw (1747) deze nieuwe baan hebben geopend, en langi
welke men zoo vele schoone uitkomsten reeds heeft ver«
kregen.
Een verslag willende geven van hetgene de leer van de
electriciteit en van het magnetisme, in den uitgestrdsten
zin, gedurende de laatste jaren belangrijks en nuttigs heeft
opgeleverd, kwam mij hoofdzakelijk ééne moeijelijkheid
voor, deze namelijk, om het verslag slechts tot den loop
der laatste jaren te beperken. Het scheen mij toe (en ik
vertrouw niet verkeerd gezien te hebben) dat mijn verslag
bij zoodanige beperking zeer onvolledig moest nitvallen
aangezien mij geen werk, en zeker in onze taal geheel
niet, bekend was, waarin deze gewigtige afdeeling van
toegepaste wetenschappelijke kennis zoo behandeld is,
dat men weet, op welke hoogte men eigenlijk is ge-
komen.
Ik zal mij bij het bewerken van dit verslag op een roi*
mer standpont plaatsen, en zal, van eigene ondervinding
gebruik makende , trachten het tegenstrijdige van veler op-
gaven en mededeelingen , zoo veel mogelijk toe té lichten
of op te heffen.
2. Verdeeling Tan het onderwerp. De groote verscheidenheid
van zaken, welke nu reedi
onder het bereik van de practische electriciteit en het mag-
netisme vallen, vordert, dat wij ons onderwerp niet enkel
geschiedkundig behandelen, maar dat wij hetzelve, naar
den aard der onderscheidene electrische en magnetische
werkingen indeelende, in even zoo vele hoofd- en ooder-
deelen splitsen als de theoretische behandeling eenersijds
en de practische aanwending anderzijds noodzakelijk zal-
len maken.
I. Toepassing der verschijnsels , afhankelijk van de CE-
Digitized by
Google
327
uoDBAAiiHEfD CH VOORTPLANTING dcT etecirisoAe en magne^
iische werking.
A. De Bliktem-afleiders.
a. Tea behoeve van gebouwen.
b. Ten behoeve vaa schepen,
e. De Hagel'o/leiders.
B. De Eleetrische Telegraphie.
a. De eoTitróle bij spoorwegen.
C De EJectro-magaetitche uurwerken.
Dé De Controle en het meten van den gang
Tan weerkundige instrumenten.
E. Het meten van tyd en anelheid {chrono^
eoopie).
a. De tijd-' of snelheid-meier.
b. Hei elecirische log.
F. Het Ireoordeelen van de natuur- en schei-
kundige hoetlanigheden van verschillen-
de stoffen.
a. Van ij%er en siaal.
b. Van andere metalen.
e. Fan oliesoorten {diagometer) en andere stof-
fen*
II. Toepassing der verschijnsels 9 afhankelijk van Eu:c-
TRISCBB OF MAGNETISCHE AANTREKKING EN AFSTOOTING.
A. Het kompas als rigtings-middel.
a. De invloed van het ijzer der schepen op de
rigting der magneetneuild.
B. Het kompas als dikte-meter.
C. De magnetische aantrekking aangewend:
a. Om de wrijving van spoorwagens te ver*
meerderen.
b. Om de gevoeligheid van balansen te verhoo-
gen.
c. Het a/zonderen van %j%er en y%er-ertsen uii
andere bijgemengde stoffen.
Digitized by
Google
32g
d. Hei beschermen van kei ge^t tegen tj%er^
splinters*
IIL Toepassing der Elegtro - magnetische kwebg-
KRACHT.
a. Onmiddellijk door Eleetro magnetische wer-
king.
b. Middellijk door scheikundige werking.
rV. Toepassing der warmte-ontwikkeling.
a. Het ontsteken van buskruid tot het sprin^^
gen van mijnen enz.
b. Het eleotrische schieigeweer eni,
e. Het ontsteken van ontvlambare luohtsoorten.
y« Toepassing der Licbtontwikkeling.
a* De galvanische verlichting,
b. De electrische photographie.
YI. Toepassing der Scheikundigb werking.
A. Pe metaal-bewerking, Electro-metallurgie.
a. Het scheiden van metalen uit derzelver
ertsen.
b. De aanwending bij het uit smelten van me-
talen.
c. Eet maken van metaalmengsels of alliages.
B. De metaal-scheiding in gegevene vormen 5 ^a/-
vanoplastie.
a. Galvanoplastie.
b. Galvanotypie.
c. Galvanographie.
d. Glyphographie.
C. De metaal-bedekking, galvano*stegie.
a. De bedekking met edele metalen, het ver-
galden, verzilveren, verplatineren enz.
b. De bedekking met onedele metalen.
c. De bedekking met metaaloxyden.
d. De bedekking van gewevene stoffen met me-
talen.
Digitized by
Google
339
e. De metaal-bedekkiog als middel toe het &e-
waren van bewerfUmgde sifkffhn.
D. De Etskanst, gaivano-oausUek ot gravure*
E. De scheikundige ontleding en samenstel-
ling, Eleciro'chemte.
a. QuanUtaiive en qtuilitative analyse.
F. De Kristal-vorming.
6. De Kleur-vorming, Electro-ehromaüsme.
a. De eleoirisehe kleurvorming op meicUen.
6« Hei iriseren*
c. De eleciriacke kleurdrukken op katoen ens. ,
(Eleoiropriniing^ Calicopriniing).
VIL Toepasêing van verschijnsels ^ %amenhangende
mei den oorsprong van Electricit£IT-ontwikk&-
UNO.
A. De beseherming van metalen tegen oi^y*-
datie enz.
a. De scheepshekleeding.
h. Metalen voorwerpen.
e. Gegalvaniseerde meialen.
B. Het meten van den warmtegraad door Ther-
nuheleoiriciieit.
a. Pyrometers.
C. Het meten van den waterstand in eenen
stoomketel.
D. Met sonderen.
Yin. Toepassing bij ben Landbouw, Eleotro-culture.
IX. De .eleoirisehe versekijnsels ^ die hij verschillende
werktwigkundige en scheikundige bewerkingen worden
epgemerkt.
3. AJ^meeoe opmerkingeo. Alvorens tot de behandeling van
ons onderwerp over te gaan ,
overeenkomstig bovenstaande schets, is het noodwendig,
dat wij nog enkele opmerkingen in het algemeen laten
voorafgaan.
Digitized by
Google
330
Wij verstaan door Electriciteit E, de oorzaak der zoo«
genaamde electrische Tersch^nsels, onverscktUtg de bron
waaruit dezelve geboren worden, door wrijving, warmte,
galvanisme ens; — voor%ooverre de eleotrische versohijnr
sels gewijzigd worden volgens der%elver verêohillewien
oorsprong^ znlien wij dezelve dien overeenkomstig noe-
men, als wrijvings-electriciteit, galvanische electriciteit,
thermo^lectriciteit, magneto-electriciteit enz. WIJ nemen
dos djBze onderscheiding aan, ééner%ijds zonder aan de
éénheid van alle electrische verschijnsels te kort te doen,
anderzijds in derzelver algemeene {coUective) beteekenis,
zonder te willen doordringen in eenige theoretische na*
tnnrknndige beschouwing over derzelver waren aard» voor
Boo verre deze door de Natuurkundigen nog niet eenstem-
mig erkend wordt. Wij zullen spreken van + £ of po*
sitive electriciteit en — E of negative electriciteit, — on-
verminderd het vraagpunt over één of twee soorten , aan el-
kander tegengestelde electriciteiten, — omdat daardoor de
gang der electrische verschijnsels duidelijker kan worden
voorgesteld, wanneer men bij dezelve twee aan elkander
tegengestelde beginselen van werking aanneemt. Indien
men dan deze bijgevoegde teekens neemt in eene betrek-
kelijke beteekenis, om zoo te zeggen in eene mathemati-
sche tegenstelling, verdienen dezelve allezins de voorkeur
boven de kunsttermen, die door Faraday zijn ingevoerd
by de galvanische electriciteit,, en welke toch ook niets
meer kunnen aanduiden dan eene betrekkelijke tegenstel-
ling. De — E wordt door dien hoogst beroemden natuur-
kundige kathode^ de + E anode genoemd. — Als hulp-
middel , om de rigting der electrische werking aan te dui-
den, is men overeengekomen, om te spreken van eenen
electriscken stroom gaande van -f E naar — E , niettegen-
staande in vele, zoo niet in alle gevallen , te gelijk eene
werking (strooming) van -h E naar — E en van — E naar
-f E wordt waargenomen. Beide + E en — - E zijn steeds
Digitized by
Google
331
4a oretBl gel^ktijdig eo in gel^ke sterkte ontwikkeld.
Faradat noemt den stroom Elecirode.
Volgens het tegenwoordige standpunt der wetenschappen
en in weerwil der jongste hoogst belangr^ke ontdekkingen
▼an Farajut, zijn wy nog steeds geregtigd om eene af-
zonderlijke klasse van magnetische rerschijnsels aan te ne-
men, en het magneitsme als jBoodanig te erkennen; wQ
'Onderscheiden nM en zM, overeenkomende met dat soort^
hetwelk zich bevindt in de uiteinden van de magneetnaald^
die naar het Noorden en Zuiden wijzen.
Electriciteit en magnetisme in derzelver wederkeerige
ivei^ing, of op zich zelve terugwerkende, brengen die klas-
sen van veescbijnsels voort, welke onder den naam van elec-
iro-magnetisme, magneto*electriciteit, electrische en mag-
•netische inductie bekend zijn.
I. Toepassing der verschijnsels ^ afhankelijk van de
GELBIDBAARBEID EN VOORTPLANTING der E eit AL
A. a. De bliksemafleiders op gebouwen (!)•
4. De blikMmafleidere. Hoe bekend zulks ook zij, blijft
het nogtans ene welverdiende hul-
-de, den naam van den uitvinder der bliksemafleiders.
(1) Paratonnerre U de kunatnaani geworden, onder welken in tateren
^ door de Frantchen b liekend geworden , de afleider of Gonducfeur
pour précenrer lea édificen de la foudre. De zamenatelling van dit woord
il Tan para en tonnerre (donder) ; parm u van itafiaanacben oorsprong
parare beteekent afweren.
In de eerste tijden Terkocbt men te Parijs parafonnerres ^ zijnde de
gewone regenseherm, op welke tijdens een onweersbui een koperen
INnf geschroefd werd Tan 1 è 2 palm lengte, en van hetwelk eeoekel-
^ tot op den grond nederbmgii
Digitized by
Google
332
Dr. Beniamin Franklin met eerbied te noemen. Z^n be-
schermin^middel tegen bet vunr Tan de Electriciteit des
dampkringf, dagteekent eigenlek van 1749, en was in
1760 in zijn vaderland. Noord- Amerika^ eene rrij alge»
meen aangewende zaak. In Builschland^ in Makren
werd de eerste afleider gebouwd door Procopius Ditiscr
in 1754; in Engeland te Payne$hill door Watson in
1762; in de Nederlanden^ op bet Gelderscbe landgoed
Ro%endaalj door den Rpssischen Ambassadeur, den prins
DE Gallitzin in 1778. Sedert dien tyd is de aanwending
in bet algemeen zeer langzaam rooruit gegaan , zooalz ten
opzigte van ons vaderland getuigen Prof. G. Moll in s^ae
Bijdragen over Afleider» en hei Onweder (1) en de Loi-
tenant Generaal Baron KnAiiKNiiorF in zijne Handleiding
tol het stellen van Bliksenuifleidere (2), toen bet win-
ter-onweer van 12 Febrnarij 1836 op onderscbeidene plaat-
sen zoo veel onbeil bad veroorzaakt, en ook bet geval
was in bet Koningrijk JFurtemberg in de jaren 1833 —35, —
in Engeland begroot men nog de sebade, jaarlijks door
het inslaan des onweérs veroorzaakt , op 50000 é (3) —
om slecbts enkele voorbeelden te noemen (4).
5. Gedurende de reeks van jaren , welke sedert de eer-
ste invoering der bliksemafleiders verloopen zijn, zijn er
onderscbeidene geschriften in bet licht gegeven, deels
door bijzondere personen , deels op booger gezag, om te
strekken tot handleiding voor den aanleg van dit verdedi-
gingsmiddel bij gebouwen van verschillenden aard en on-
(1) Uitgegeven (e Haarlem 1836 en oTergedrokt uit den Algewu
KoHSi en Letterbode 1836, n». 21, 22, 36 en 50.
(2) Te ^ymegen, bij C A. Vi£WS6, 1836.
(3) Electrical mngazin I p. 143^ na kind of apath^ prepmle/*
The Civ. Eng. a. Arch. J. V p. 356.
(4) On the nature of Thunder 3torms\ and on the Memnê of
ProtecHng Buildings and shipping against the destruoHve effeete
of Lightmng. By W. Sltow HiRBls, 1843.
Digitized by
Google
333
dencheidene bestemming. Men soade na oek met regt
Terwacbten dat de ondervinding, wellce in hetselfde tijd-
Tak verkregen kon worden, den practischen aanleg van
bliksenafleiders zoo vast aan regels xoade hebben gebon*
den, dat er zich bj[j de toepassing geene tw^felachtige ge-
vallen zouden voordoen, — en nogtans heeft men tot nu
toe er bet tegengestelde van gezien. De vraag, in hoe-
verre het geoorloofd zij, het onweer, als bet werk des
Almagtigen, tegen te gaan, moge niet zoo algemeen meer
voorkomen (1); geleerden twisten niet meer over de wer-
king, of dezelve defensief (alleen afleidende) dato o^e«-
tief (aantrekkende en de wolken verzwakkende) z^jn (2)
moet; en evenwel zijn er nog vele pnnten, die toelichting
vorderen, omdat er van de eerste tijden af tot nu toe , ge-
vallen z(}d voorgekomen, die aapleiding hebben gegeven'
tot bet betwijfelen van de onvoorwaardelijke nuttigheid der
bliksemafleiders (3). Te regt bemerkt Prof. Puisninqbr,
dat deze intigting een gebouw zoo volmaakt mogeliik ie*
gen de schadelijke werking van den bliksem kan bescher-
men ^ als over het algemeen menschelijke middelen toe-
(1) Meo Tond dit nog noodzakelijk in de allezint doelmalige hand-
leidiog door Prof. Dr. PiiXKiHG£R uitgegeTen namens, ifo KStUgL Cem^
fraUteÜe der Lafuiwirischafilichen Vereins in Würtemberg^ onder
den Ikel: üeber die Blitzableiter ^ ihre Vereinfachung und die
Verminderung ihrer hosten^ StuKgart und Tübingen, 1835. Polytechn.
Cemrolhlatt II p. 641, 655, 658, 86a
(2) Bekend is Noutrs uitdrukking bij die gelegenheid: » Je persiste
k dire, que Ie projet d'épuiser une nuée orageuse n'eit pas oelui d*un
Piiysicien» Laissons donc tonner et fulminer, oonune nous laissons pleu-
Toir.»'
(3) Ven denke tan den brand van het werkhuis te Beckingham bij
Ronvich op den' 7 Junij 1782, in weerwil van deszeUs achttal aflei-
^«w» — een voorbeeld, waarop in den laalsten tijd, in den twist tus-
«cben Uarris en Stubgeon, gewezen is. Eigenaardig was de opmerking
van LiO]iTlRJi£BG : dat dit hinderen waren ^ %oelke aan ingeente poh-
*e« z^ overleden.
Digitized by
Google
334
REIKENDE KUNNEN SUN TEGEN DB , dw^ den Sok^fpet M
Natuur ontwikkelde en in het groot werkende kraek'
ten (L 1. p. 24). Het verband tuischen werking en temg-
werking mag niet ait het oog verloren worden, eo dien
len gevolge moeten er grenzen bestara , binnen welke de
electrigehe stroom aonder nawerking langs den ge(af)lei»
der neerdaalt, even als w^ dit in het klein bQ onze eleo-
trische proeven zien (l). •
Zoo als bekend is, onderscheidt men bg eiken afleidery
een bovenste opnemende of opvangende gedeelte , dat vig
boven het te beschermen gebouw uitstaat; het middelste
gedeelte y dat den stroom over en langs het gebouw voort-
geleidt; en het ondereinde of de wortel des afleiders ^ dat
tot afleiding in den grond dient.
6. Iiirigiing en materiaal. Ten opzigte van het nuUeriaol en
den vorm aan hetzelve te ge^
ven^ treft men de volgende verscheidenheid:
. a. Het kiddelgedeblte des afxbiders.
A* Metaalstrooken.
Reimarus heeft het eerst het gebruik aangeraden van
metaalstrooken uit koper of lood voor het middengedeelte
(1) Men leze de Terhandeüng van Prof. C. W. BOCKMIKK in ant-
woord op de Traag: Aan welke gebreken der afleiders is het toe t$
schrijven^ dat s4j in enkele gevallen de gebouwen of schepen niet
geheel beveiligd hebben ? ra het 9e Deel der Verhandelingen 9an dê
EoUandsche Maatschappij van wetetischappen te Haarlem. (1818)»
Onverminderd de theorie helder of duister idj^ zegt Arigo (bL
614), slaat de daadzaak der gunstige vrerking Tast, én door de los-
barsting geTaarloos te maken , én door het aantal derzeWe te venninde-
ren. De afleiders beroven de onweérsVolken aHèngskens derzehrer
lading, en voeren deze ongemerkt naar de aarde af (bl. 558). Dien t«
gevolge sal de hevigheid des onweérs verminderen (bl. 565), zelft im
de onweerswolk geheel vennetigd worden (bL567). M. sur Ie Tnmerre
in het Amtuaire 1888,
Digitized by
Google
335
let afleiders. Desselfs werk onder den ticel: REntARUi
auzfkhrliche Forschrifien %ur Blii%€U>leitung an allerlei
Gebauden; au/s Ifeue geprüft und naoh %uverlas8tgen
Effahrungen in Uinsickt auf Sicherheit und BequetH'
Kckkéit eniworfen , Hambarg 1794 — wordt nog in Duitsch-
land door Dote als hoofdwerk genoemd (1).
Dat strooken lood kannen voldoen en zelfs eene reeks
Tan jaren den heilsamen invloed des afleiders hebben be-
vestigd, kan blijken uit de bovengemelde verhandeling
van Kraijenhoff, welke ons leert: dai de looden reep^
vormende den a/leider van den Doesburgschen toren ^ 86
achtereenvolgende jaren uitmuntend had gediend. De
handleiding door den tachtigjarigen grQsaard geschreven,
geeft dan ook alles aan de hand, wat ten dien opsigte
wetenswaardig is.
Vertind ij%erblik is later door Trechslkr aangeraden (2).
Te regt bemerkt Krauenhoff, dat, by de kleinheid der
blikplaten, de kosten van het aan elkander solderen nog
al in aanmerking zijn te nemen.
, Bandij%er van 4 — 5 N. dm. breedte en 0,2—0,4 N. dm*
Jik, wordt door Plieninger voorgesteld, omdat het bij
froofere duur%aamheid minder kostbaar is dan ai de an*
dere genoemde metalen ^ en daarbij behsr geleidt dan
lood.
B. Metaalstangen.
Voornamelijk zijn ij%eren stangen door Franklin aange-
wend en worden nog bij voortdnring tot afleiders in de
Ooitenrijksche Staten en ook te Stuttgart (3) gebruikt.
De Commissarissen der Fransohe Akademie te Parijs heb-
(t) Men TeiigeKj|[e Pf afp in bet P\y$ih. Wdrt9rh. in foce «a Hmmd-
•9rterhwsh ier Chemie a. Pkysik. io toce; VmcetVs Bne^lopstUê
in foce.
()) GniBRTS AnmaUn der Ph^M. LXIV p. Ut.
(8) Phy$ik. Wörterh. in tooc p. 1071.
23
Digitized by
Google
336
ben deselfde inrigting imiibevolen (1) in de instructie , die,
door dezelve in vereeniging met Gat-Lussac op last van
bet Fransche Gouvernement is ontworpen. Chari.e8 t.
Walker heeft voor den Conductor der Londensche beurs
gebruikt, eene Aopcren stang van | Eng. dm. of 1,9 ned.
dm. dikte (2).
C. Zamengevlochtene draden (metaal-touw).
Metalen kettingen zijn minder algemeen in gebruik ge-
komen , dan zamengevlochtene metaaldraden ; op schepen
schijnen ijzeren kettingen in de eerste tijden veel gebruikt
te zijn. In de Brieven over de Electricitelt spreekt Frakk-
LiN van de afleiding door middel van eenen metaaldraad.
De Saussure heeft in plaats van de ijzeren stangen ge*
bruikt drie te zamengevlochten (g^^l) koperen draden;
ook Epp heeft in 1777 voorschriften gegeven tot bet ver-
vaardigen van eene dusdanige te zamen gevlochtene koper-
draad-afleiding. In lateren tijd zijn dezelve in Begeren alge*
meen ingevoerd , en ook ton Yeuln heeft derzelver bruik-
baarheid verdedigd (3). De bovengenoemde Fransche Com-
missie heeft het gebruik van ijzertoow aangeraden.
De aanwendbaarheid van melaal-iouw (wire-rope) tot
afleiders van schepen is in den jongsten t^d in Engeland
het onderwerp van een twistgeschrijf geworden tusscben
Snow Harris en J. Martyn Roberts, zoo als wij ter
zijner plaatse nader zullen mededeelen. Behalve dien is
er een verschil ontstaan tusscben Roberts en A. Smith
over de prioriteit van vinding. J. Hill nam de pen op
voor Smfth , als hebbende eene groot aantal schepen met
(1) Annales de Phys. et Ckim. T. XXVI p. 403 (Julij 1824) ea
POGGENDORrr*s Annalen Bd. 1. p. 403. Voor de navolgers ran desê
Tnsiructie is lei nuttig de lesing aan te hevelen van ?Wkfr% mw*
merhingen in het Physih. WSrterbuoh io voce p. 1077.
(2) Eleotrical Magazin. Vol. I p. 504.
(3) F. X. Epp Ahhandlung von den Magnetismus der EaiüiU»
chen Electricitat {Mixnchen 1777) 2te Auflage too YlLllf (1822)l
Digitized by
Google
337
iexB floort van afleiders Toorsien (1). J. Marttn Robirts
beroept zich op zijn Toorttel, dat reeds den 24. JaniJ
1837 aan de Engelscbe Admiraliteit is gedaan , zoo als
ook de uitgever van het Mech. mag. getnigt (2), maar
eindelijk beeft Sir John Herschbt^ (3) berigt, dat deze
afleiders reeds Toor 1838 te Manchen bekend waren. Uit
bet boven aangehaalde blijkt evenwel, dat dezelve van
veel ondere dagteekening zijn. Indien men na nog mogt
tegenwerpen , dat zulks betrekking heeft op gebouwen en
fiiei op schepen , dan kunnen w^ verwijzen tot eene ver-
handeling van onzen van Marum (4), die reeds in 1818
breedvoerig over deze soort van afleiders ten behoeve van
sdiepen heeft gehandeld , terwijl dezelve ook in de Fran-
scbe Instructie van 1824 vermeld wordt.
D. Metalen bui%en.
Lakpadius heeft aangeraden te gebruiken %j%eren hui%eni
welke men aan elkander zoude schroeven (5).
Koperen bui%en zijn in Engeland onlangs ter sprake
gekomen bQ eene beoordeeling van de doelmatigheid . der
afleiders , geplaatst op 4e Londensehe beurs.
Koperen gas-buizeo werden door J. Mctrrat aangewend
en ook Trbveltan verdedigt derzelver gebruik (6). Men
daeht door derzelver aanwending aan den geleider eene groo-
tere oppervlakte te geven , daar men van de veronderstel-
Kogaitgiag, dat men eene dubbde geleidende oppervlakte ver-
(1) Meeh. mag, XXXVII p. 579, 682.
(2) Meok. mag. XXXVII p. 203, 446, 478, 603.
(8) The dv. Eng. a, Arek. J. 1643 pw 48.
(4) Watumrbundige Verhamdelmgen 9an de Eaüemdêohe Maai"
•ch^pij ier JVetenêckappen, Deel IX p. 383.
(5) GuBxars Annale9^ XXIX p. 60.
(B) MoHRiT Tormde het uiteinde uit eene pyramide of lantTormige
«P»ï« toet ▼ier scherpe kanten. Storgioh Annals of EUotrioity no. 13
P* B4. AfeoA. mag. XL! p. 184 en 285. The Cie. Eng. b. Arck. J.
^ P* 321. DiMUK'tf Jeumml LXXXVI p. 179.
Digitized by
Google
338
kreeg) nameiyk langs. de binnen en bniten-ciJUndenrlakte ,
en ten dien einde werd de kopere bnis beoeden de spitt
met eene rij gaten doorboord. Macbrone beeft reeds Troe-
ger buisvorraige conductors voorgesteld (1).
E. Niei metallieke voorwerpetu
Zonder op bet onsinbige voorstel van den Apotheker
des Franfichen Konings la Postollb (etn JFindbeutd
und Ignorant %ugleich , «egt Pfapf) terag te komen we-
gens den afleider uit %amen gevlochten siroo moeten w^
gewagen van de aantrekkende kracht^ welke men san
de %warte kleur heeft toegekend. Sellibr heeft, o?er>
eenkomstig een plan van den engelschman Arrowsmith
(2) voorgesteld, om masten en raa's zwart te verwea,
hetgeen reeds eene voldoende!^ afleiding zonde kaoiica
daarstellen. Volgens Arago zoude dit middel nied
afdoen. Evenwel heeft de ondervindin|; geleerd , dat de
bliksem, bij het slaan op den mast van een schip, de
geteerde zijde heeft vervolgd , zoo als door Henlct reeds
in 1776 is waargenomen. Ook opstQgende rookkolommeo
hebben electrisehe ontladingen door scheorsteenen uitge-
lokt , en ook kiest de electriciteit , wanneer zij inslaat ,
den binnenkant van het metselwerk. Zelfs wordt in Noord-
America de afleider met zwartsel bestreken. De saak
komt ons , op zich zelve genomen , ook niet zoo vreemd voor,
daar de grondstof der zwarte kleur kool is , welke alf
een beste geleider der electriciteit is bekend. W^ kunnea
immers aan elk ligchaam eene geleidende oppervlakte voor
de electriciteit mededeelen, door ze met zwartsel, pot-
lood «m derg. te bestrijken, zoo als dit bQ de galvano-
plastie ruimschoots toegepast wordt. Dat het ontstel^eo
van groote vuren een voorbehoedmiddel tegen den hagel-
slag zoude zijn was reeds door Volta voorgesteld. Later
(1) Mtch. mag. XXVI p. 969.
(2) Omptei Benêns XIX p. 268, en XVII p. !««.
Digitized by
Google
339
beeft Mattbocci de aandacht geveitigd op de waarneming^
dat de streek der AppenQaen , waar keolbrandergën sljn ,
Tan onweer en hagelslag beyrijd blijft; biy Rimino (te
Pertieaga) werd in 5 jaren tijda slechte éénnud onweer
^gMnerkt (1). Bekend is het afleidende, en dien ten ge-
▼olge beschermende vermogen van boog opgaand geboomtCi
▼an bonten staketsels — decb deae kannen minder ter sprake
komen, waar men eene daursame kunstmatige afleiding
wenacht daar te stellen.
WQ hebben aangekondigd gevonden eene verfaandeliBg
van Richardot: f$ouveaux appareiis corUr€ les dangers
de lm /audrej mis a la portee de toutes les classes de la
Sodéié (2)| doch waren niet in de gelegenheid om met
den inbond bekend te worden.
j}« Hei bovenste gedeelte of de cpvangstang.
7. De plaatsing van eene ^zei*^ opvangstang boven het
meest uitstekende gedeelte van een gebouw, en het voor<^
nen van dese met een spits toeloopend uiteinde, is door
Franklin voorgeschreven. Wij dienen dus de hoogte van
de opvangstang en hare spits afaonderlijk in overweging
te nemen.
lo. Aan het spitse uiteinde werd in den beginne het
vermogen toegekend om de E. der wolken op eene on-'
merkbare tuyxe op te zuigen of aan te trekken en dan
xonder explosie af te leiden , even als de proeven in 't
klein dit leerden. Doch allengs is deze verwachting ver-
igdeld , nadat men in vele gevallen gezien heeft , dat de
spits niet onvoorwaardelQk aan de hevigheid van het elec-
trische vuur weerstand kan bieden; de metalen spit-
sen werden afgeslagen, gesmolten, terwijl de verdere ger
(1) Compisa Bendms IX p. 605.
(2) Compfes Rsndms XVI p. 836.
Digitized by
Google
340
leiding der E. langs den afleider, seoder «chafe te yer-
oorzaken f plaats Tond. Wanneer men alles wel orerweegt,
wat de ondervinding heeft aan de baad gegeven , dan moet
het bevreemden, dat er zoo veel gewigt gehoeht wordt aan
het gebruik van deze spitsen (1). Om niet terug te kosnen
op bijzonderheden, zij het genoeg in bet algemeen aan te
stippen f dat men zoowel ten gunsU als ten nadeele der
metaalspitsen even gewigtige en bevoegde autoriteiten zon-
de kunnen aanhalen* Bij de meesten evenwel schijnt de
gunstige stemming meer te zijn het gevolg v€m bloote na-
volging dan van juiste overweging der omstandigheden,
die zieh in bet groot voordoen. Want reeds a priini of
liever de analogie leert onê het onvermogen der sptise mi"
einden der opvangsiang; immers da4r, waar de Electri-
citeit zich bet eerst ontlast of nederstort (wij noemen het
Terscbijnsel zoo als bet zich aan ons oog voordoet), ont-
moet zij de, kleinste oppervlakte en de geringste massa;
de spitsen zuilen onveranderd blijven, zoo laag de electri-
sche werking binnen zekere grenzen blijft, ge^venredlgd
I genoemde groodieid en den aard dier geleidende stof (2).
(1) Dat TAN MiRlTM reeds io 1781 deie zaak uit Let juiate aCaiid-
puDt heeft gezien, blijkt uit de Verhandeling vah het Bataaf sche
Genootschap iê Rotterdam^ Deel VI p 28; en nogtans tlelt bij op
grond fan zijne proeven, dat spitse afleiders te rerkiezen zijn.
(2) De meerdere of mindere fijnheid der spitsen is slechts betrekke-
lijk, zegt KliilJE5iorf , zoodat eene fijne naaldspits toot gewone E,
niet fijner is als stomp afgeronde metalen staven voor de wolken.
ABA60 beschouwde de beslissing wegens de werking derapilien moet-
jeltjk (biz. 560); nMent echter dat de waamen^ngen van CicCiBiA
tot derzelTer voordeel pleiten. Dat deze echter onvoldoende zijn, blijkt
uit de opmerking, dat onder zekere atmospherische toestanden (die
niet omschreven worden, en van welke toch eigenlijk hier alles af-
hang!) de werking van het spitse einde bestand is in het overbrengen van
meerdere en sterkere vonken. AliiGO zelf is len slotte gdied en al tcft
gunste van spitse a/leiders gestemd (Uz. 582 en 584).
PftiCBTL beslist ten nadeele der metaalspitsen (t. L p. 478).
Digitized by
Google
341
Wanneer de spits beiwQkt yoor ile dedrisehe werkiog»
sonde het gesmoltene metaal brand kannen verwekken; dit
beswaar is allezins gegrond; ongegrond is het, dat de
spits als xoodanig de electrische wolken zovde aantrekken,
aanlokken (1).
2o. Zg , die waarde hechten aan eene spitse opvangstang,
hebben niet alleen getracht dezelve tegen roest te beschut-
ten, door dezelve met een ander minder aan roest onder-
hevig metaal te bekleeden, te vergulden enz., maar veel-
eer uit een ander metaal, gond, platina, koper enz. te
vervaardigen (2). Geen van beide middelen kan duurzaam
de ontlading der E. weerstaan. Immers reeds door eene
matige electrische ontlading zien wij , bij vele proefne-
mingen , dat de metalen vervliegen , en nog eer zal dit hier
het geval zijn. Dan moet de zamenstelling van den ge-
leider uit twee ongelijk geleidende metalen, en soms zelfs
uiteen minder geleidende, zoo als het platina, nog eer aan-
leiding geven, om het spitsere uiteinde te doen gloeljen
(1) In P0I71UIT.Mdusr*S Lehrbuch der Physik leest men bh. 588
»weM nwr di» Spitze stiimpf ist, so kann der Blilz einschbgeD, allein
er wird die Leitun^ folgen, olioe das Gebjliide zu zersCÖreD;*' Eend
itelliDi;, die niets bewijst — immers dal de bliksem op een êtompe punt
hm inslaan zonder onheil (e Teroorzaken , staat gelijk mei bet geval dat
bij een scheq>e punt kan trelTen.
Eigenaardig zegt KRAiJlHZOrf : Het is dus niet algemeen waar, dat
de metalen spitsen de uitbarsting van den bliksem geheel voorkomen,
MNntijds worden zij onverhoeds daardoor getroffen^ en vooral dan, wan-
secr sterk geélectriseerde wolken laag drijven, en de spitsen verrassen
▼oor dat zij den tijd hebben, om de bliksemstof in stilte te kunnen
orerwinnen en wegvoeren etc. (biz. 22).
(2) Immers in geval van sterke ontladingen des onweérs , heeA men zelfs
S^zien , dat het vernis, de menie, waarmede ze was overtrokken , even als de
'oest der roestvlekken lossprong en zich verstrooide (Pliihikgir bIz. 39).
Oferigens diene men er wel aan te denken, dat roest de geleidbaar-
M vermioderl , eo dat men tegen hetzelve op dt eene of andere wijt»
^Aen moet*
Digitized by
Google
342
eo smdten» even alt dit ook in onie werkplaalseii wordt
waargenomen. Araoo berigt, dat de platinaspits van deD
afleider der brik Le Nisus gesmolten is, toen dit vaartiiig
op den 2^*^ Maart 1839 door een onweer werd getroffen (1 ) ;
het vaartuig had verder geen schade bekomen (2). Ook de
(1) Compte Rendus IX p. 3S0.
(2) De bekende q>iU Yao deo toren te Doesbai^g was tot op 9 streep
dikte gesmolten, ofer eene lengte Tan ISj- dm., zoodat het koper er af-
dnippelde.
Prirr heeft uitToerig gehandeld over de aanwending der spitsen , en be-
sfisl ten nadeele derzel?e. PkysicaL Wörierb. in ?ooe p. 1046—1064.
Voorbeeldeo T«n gloe^ing en smelting door het inslaan des onweérs»
IJzer. De slang van de
St.Paal>8Domte
Londen in 1772.
r(MM^^;. o. e. lengt. T. 0,100 el en 0,012 el dikte.
De ijveren spits
opdePakketboot:
New Tork in
1827.
gesmol. » » •> » 0,800 > » 0,066 » » (1)
Kqwr.De spito des af-
»]>»]>» 0,240 » » 0,008 » »
leiders op het huis
Tan Fbahkiin te
PhiUdelphial787
Te OppemteiUr
doorBoOKHAKbl.
802 beschreren.
9 » > » 9 0,070 »
Te StuttgaH. id.
bL 809. 9 » » » »0,024 » i» 0,<
Te Doesburg in
1885. »]>»]> 9 0,195 > 9 0,009 » >
(1) Door dikte wordt hier Terstaan de middeUijn van den k^l ter
plaatse, waar de smelting was opgehouden.
Digitized by
Google
34»
^adnaspits Tanden bliksemafleider vanden toren te Goe«
dereede was tot een droppel van 3 streep middellijn te za-
meagesmolten (1). De platinaspits van den Straatsbnrger
Dom was 10 Jalij 1843 over eene lengte van 5--6 streep
gesmolten; de spits was 8 dm. lang en aan de basis 1
dm. dik. Het gebmik van platina spitsen is dos niet een
onfeilbaar middel tegen het smeltend vermogen des blik-
sems, soo als velen het wilden doen voorkomen, en om
welkereden lij dit metaal algemeen hebben aanbevolen (2).
Gooden spitsen s^jn weinig in gebruik gekomen; wQ her-
inoeren slechts aan die, welke door de Franschen in 1811
op de St. Pieters Kerk te Rome is geplaatst- Wegens de
kostbaarheid van het vergolden der spitsen, stelde Plik-
lOMOKR voor Ijzeren spitsen, die met zilver of nieuw-zilver
bedekt worden tegeo bet roesten. Het bestreken met pot-*
lood, zal naar ons oordeel even goed voldoen, wanneer
men hetzelfde doel op eene min kostbare wijze« wil be-
reiken.
In 1790 heeft Robcrt Pattbrson reeds spitsen uil
Poilood aangeraden, welke wegens onsmeltbaarheid zeker
de voorkeur verdienen.
Prof. EucE heeft voorgesteld palludium spitsen, omdat
dit metaal hü^ deszelfs onsmeltbaarheid nog beter geleidt
dan zilver (3).
Daar ook Plieninger van denkbeeld is, dat de fijn uit-
loopende metaalspitsen der opvangstangen niet te verkie-
zen zijn en geene meerdere veiligheid aanbieden, en daar
hg van oordeel is dat men aan deze uiteinden juist eene
(1) Ktm»* en Letterh. 5 Aug. 1836.
(2) Batza 10 Praag heefl in 1842 aaogekondi^ dat platina spitten
Ixj dcnzelTen yerkrijgbaar zijn ii 5 tot 8 Flor. Polyt CentralbL XV. p.
362,842,528.
(3) Electrival magavin Vol. L p. 158. Observationi smi pmrafUl^
sniit, Aus. 1843.
Digitized by
Google
S44
grootere oppervlakte diende te goTen, soo stelde hf| voor
de opvangstang kegelvormig ait bont te maken, roet teer
te bestrijken en met geslagen ijzer te bekleeden, die dan
verder tegen roest door vertinnen enz. bescberrad wordt (1).
Reeds vroeger heeft Gutle aangeraden het gebruik van
lansvormige spitsen van 19 Hgnl. dm. lengte, 5 dm.
breedte en { dm. dikte; Murrat's pyramidale spitsen heb-
ben wö reeds gemeld (2).
90. BetchermiDgskriDg. De hoogte van de opvangstang, of
liever het vrije gedeelte van dezelve
dat boven het gebouw uitsteekt is aan eme bijzondere be-
paling onderworpen geworden, omdat men veronderstelde
of liever omdat men vaslsielde^ dat hare hoogte bepaalde
den kring, binnen welken de bescherming des afleiders
%ich uitstrekt. In Frankrijk heeft men als eene ondervin-
dings daadzaak aangenomen, dat de beschermende kracht
bepaald is binnen eenen cirkel van 20 el middellijn rondom
den afleider. In de instrnctie van de Franscbe Commissie
is voorgeschreven, naar het schijnt in navolging van Char-
Ms, om de opvangstang 5 — 6 el hoog te maken, en dan
heeft de beschermende cirkel een straal ter dubbele lengte
dier stang. Het is er verre van af dat deze bepaling door
de ondervinding is bevestigd en boven allen twijfel verbe-
ven i zooals de meeste auteurs dit mededeelen. Ter ge«
legenheid dat de bliksem insloeg in een hnis in de Kue
St. Jacques te Parijs, gelegen binnen den cirkel van den
afleider van Falde Grdce , verklaarde Araoo in eene verga-
dering van de Academie des Sciences, dat het punt van
beschermings-cirkel nader onderzoek verdiende; er werd
ook eene Commissie benoemd, — maar men wacht nog
het rapport dier Commissie, zoo als dit niet zelden bij de
(1) Plukikgir, L I. p. 63 eoz.
{t) Thê GV. Efig. n. Arch. /. V. p- 321.
Digitized by
Google
345
Ffansehe Academie het geval is (1). ftj het inslaan Tan
den bliksem in het slot te Dresden (den 24 Aagustos
1784) strekte xich de bliksem niet tot 4,8 el (16 n.) nit (2).
Hieruit blijkt reeds van lelf , dat er nog minder op te ver-
troQwen is, dat een afleider, looals die op eenen toren
b. T. Tan 60 el eenen omtrek van iwee of drie malen 50
ellen aoude beschermen; Bockman (1. 1.) en Rlieninger le-
veren ons daadxaken die dit nader toelichten (3) , en gene be-
sloit eindelgk: dai het minder op de voUtrekie hoogte
der opvangstang^ op %iek %elve genomen^ aankomi^ doch
veel meer op de overige volmaaktheid der afleiding tot
in den vochiigen ondergrond; en dat de ondervinding
wegens den afstand der bescherming leert, om een gebouw
▼an meerdere nitgestrektheid naar evenredigheid Aiet meer-
dere afleiders te voonien. De bescherming van lagere
gebouwen door hoogere, of liever de afwering van het
OBweér van lager geplaatste voorwerpen door de plaatsing
van een' afleider van genoegzame hoogte is eveneens een
punt van gewigt, maar moeijelijk door de wetenschap voor
het oogenblik te beslissen. WQ weten, dat er beweerd
wordt (Prechtl) dat één hooge toren een geheel dorp,
in welks kom hf} gebouwd is — dat meerdere torens de
stad, die zij versieren, tegen het onweer zouden bescher-
men dat — men, bij den bouw van torens dus hoofdzakelijk
op die gewigtige dienst dient te letten, — dat aelfs de
Chinezen met geen ander doel hunne zoogenaamde pagoden
hebben opgerigt. Ik geloof te mogen stellen , dat dit alles
(1) Cêmptea Rêndu* XVI p. 1189 15 Juoij 1848. EleotHoal mag.
I* p. 152. In ziJDe vroe^re Teriiaodelin^ geeft Afiico zijne Terwonde»
nog te kennen, dat Feakklih zich niet met de bepaling der boogto
l^eft ooledis gehouden. Maar op welken grond kon FjURUUl deze be-
palen?
(2) Physik WMerb. in Yoce p 1016.
(3) Ll.p. 49.
Digitized by
Google
346
•leehtt «^pervlakkige denkbeelden xQn SMder wetenschap-
pelQken noch proef ondervindel\j ken grond. AlleiinB dient
den bonwknndigen te xijn aanbevolen , om den bouw van
torens en hooge gebonwea soo in te rigten, dat sij xick
onschadelijk ten hemel verheffen, en dat de afleiding van
het op deie losbarstende electrisehe vnor langs den kort-
sten weg sonder gevaar en schade ten einde gebragt kan
worden. In Engeland lelfs heeft Bien er ov^r geklaagd «
dat bonwknndigen ten dien opiigte soo al niet uit onacht*
saamheid, dan toch nit onkunde te werk gaan.
Het laatste pnnt^ dat w|j overwogen hebben» lijdt daar-
om aan soo vele onzekerheid, omdat wg hier niet afhan-
kelyk zQn van de afleiding des onweérs aJs %oödanigj
maar van de beweging en de hoogte der onweerswolken^
of zoo als eigeniyk het geval is, van de toohi^ van den
luchisiroom , die %ioh voor en lodens hei onweer vomU.
Immers ook op schepen treft het onweer niet altoos den
hoog%ten mast.
/ Eei benedenste gedeelte of de wortel des afleiders,
9. De afleiding in water, in den steeds vochtigen onder-
grond (1 ) en wat het beste is , in eene met kokes uit de gasre-
torten gevulde ruimte (2) behoeft geene nadere toelichting.
De laatstgenoemde wijze van afleiding is vooral daarom
belangrijk, omdat, bij eene goede afleiding tevens gezorgd
wordt tegen het verteren van het ^zer door roest; men
(1) In 1831 zag men te Berlijn de noodloUi^ gevolgen Tan liet in-
daan des bliktems in het Liutslot Bellevue (in de diergaarde) doordien,
waartcliijnlijk wegens het droQge jaargetijde , deze afleiding gebrekkig was.
FISCHER -August Piaiurléhre II. p. 83. Veel beteekenend zip de woor-
den Tan August: Es kommen tndeê* auch Fliüe cor, die sich nicki
befriedigend erklaren lassen,
(2) Uil baksteenen gemaakt of bestaande in gebakken aarden buizen.
Gewone kouêsholen zijn niet Toldoende (ArigO bl. 580.)
Digitized by
Google
347
keeft TOorbeeMen , dat ijzer op die wQse gedurende 30
jaren ia onveranderd gebleven* Deze afleiding is eene zaak
van uiterst belang, omdat men de volle werking der E*
brengt in de nabijheid van vele voorwerpen. Den 10 Juljj
1843 sloeg de bliksem op den afleider van de Calhedrale
van Straatsborg, en in de plaats van in den grond te ver-
dwijnen, sloeg hij over naar de werkwinkel van eenen bliksla-
ger door oene openstaande deor, door de inwerking van
bet aldaar aanwezige metaal; de afleider bleek evenwel,
na ingesteld onderzoek , in eenen volmaakt goeden staat ge-
weest te Zijn (1).
10. Bereniging. Men zonde denken dat het reeds lang eene be-
sliste zaak ware , dat men bet middelste ge-
deelte van den afleider zonder gevaar aan de deelen van
bet gebouw zonde kunnen bevestigen , langs welke dezel-
ve geleid wordt, en evenwel is dit punt op nienw in
overweging genomen. Charles W. Walkrr had den af-
leider der nieuwe beurs te Londen eenige duimen van de
muren des gebonws verwijderd* Baddelet vroeg nader*
baad, waarom men dezelve ntei geheel had geïsoleerd;
want de afleiding langs den mast op schepen was slechts
een geval van uitzondering (2). Het is er echter verre van
af, dat dit als eene exc^ioneele omstandigheid zoude te
bescboawen zi)n ; immers de geheele leer der bescherming
berust op het grondbeginsel, dat de E steeds den besten
geleider volgt; wanneer derhalve de afleider goed uitge-
voerd is , dan kan dezelve gerust aan het gebouw gehecht
worden , zoo als door vele voorbeelden kan worden bewe-
zen. Bg de Nelson-kolom te Londen (Trafalgar square)
zQn de koperstrooken van 3 Eng. dm. breedte en j- dm.
dikte 9 met koperen nagels in het metselwerk genageld (3).
(1) EUeirical mag. Vol. I. pu X^LAthenaeum JalySS 1843. p. 167.
Comp. Kend. 7 Aug. 1843 p. 254.
(2) Mech, mag. XLI. p. 140 eo p. 325.
(8) Ekctrical mag. Vol. 1. p. 152.
Digitized by
Google
348
J. MüKRAT (eie boven) heeft z()nen afleider geTsoIeeitl
door eene laag caoatchonc of lei onder denzelven te leggen»
of denselven door glaien ringen of houTasten te geleiden ; h^
beroept zich er op , reeds 50 op die wijse te hebben Ter*
Taardigd. Hierop heeft ook Baddelvt gewezen , even als
op den antenr in de Ennyelop. Britiam (voce Electricity) ,
terwijl volgens Walker de meeste schrijvers over de Elec-
triciteit van vroegeren en lateren tijd dit pont onaangeroerd
laten , als zijnde van' weinig belang. Bet is evenwel niet
nit het oog te verliezen , dat misschien het aanbrengen
van den afleider uiiwendig geïsoleerd aan het gebonw in
eenige betrekking staat met liet denkbeeld van eene moge-
lijke tenigwerking op metaal-massa's of andere uitgestrekte
goedgeleidende ligchamen binnen de gebouwen, door de
zoogenaamde %tjdeling$cAe onilaeling of terugslag , indien
deze niet onderling in eene wel geleidende verbinding
slaan (!)• Het niel aanhechten van den afleider aan bet
des betreffende gebouw « hetwelk door Sturgbon uitdruk-
kelijk aangeraden wordt (2) , spruit voort uit de vrees van
%ijdeling8che ontlading. Walker zelf is van gevoelen,
dat de afleider niet behoeft geïsoleerd te worden (3),
en deswege mag de medegedeelde inrigting bif de Londen-
sche i>eurs wel bevreemden. Van Marum handelende over
de bescherming van windmolens zag er geen bezwaar in,
dat de afleider onmiddellijk op de riet-bekleeding geplaatst
worde, hoewel hij er bijvoegt, om voorzigtigAeielsAalve
denzelven er van verwijderd te houden. Er zijn gevallen
bekend, waarin de afleider ^ in aanraking met vermolmd
hout, het onweer, zonder schade te verwekken, heeft af-
(1) Dit wat immeri het geral (oen het onweer den (oren Tin de
Biïxton-Rerk trof, welke met een afleider was Toorzien. Tkê Civ. Eng.
«. Arclu J: V. p. 229 en 277 (Verslag Tan WlLKlR).
(3) Ltctwre» on Eleotricity.
(3) M9eh. mag. XLI. p. 176 en 280.
Digitized by
Google
349
geleid. Arago beschouwt eveneens deie saak voor afg8«
handeld en zegt oitdrukkelijk , dat de isolatie zoude zijn
un exces de precauiion irès dispendieux (bl« 592)« Wij
znllen later op dit punt terugkomen 9 omdat hetzelve bij-
zonder bij de bliksem-afleiders op schepen in overweging
is genomen.
11. De aanleg bij Terscbillende gebouwen. Wij behoeven er niet
bij stil te staan , op
welke wijze de bliksem-afteider bij de meest verschillende
soorten van gebouwen dient te worden aangelegd.
a.) Wat de torens betreft, verwijzen wij tot de meer-
gemelde handleiding van Krayenhopf.
6.) Bij molens vordert de aanwending eenige wijziging;
VAN Marum heeft reeds in zijne verhandeling van 1781 (| 26)
en op nieuw in het aanhangsel tot de meergemelde ver-
handeling van BocniAN in 1819, al de noodige regels
aan de hand gegeven (bl. 327). v. M. voegt er bij , dat
men uit onkunde en zucht tot geldbesparing weinig ge-
bruik van dtt beveiligend middel heeft gemaakt.
c.) Ten opzigte van Buskruid magazijnen zegt Eraten-
HOFF , » dat deze aan militaire Ingenieurs zijn toebetrouwd ,
die daartoe in 1818 beredeneerde voorschriften hebben ont-
vangen in het Memoriaal voor de Officieren der Artille^
rie en Genie 1819 Deel IV. Iste Stuk (1).
Tijdens bet afdrukken van dit blad leest men uit Sa-
marang d. d. 18 November 1846: d€U een maga%tjn mei
scheeps' en handelsfmskruid door een %w€Uir onweer in
de luehi gesprongen is en er twee menschen %ijn dood
geslagen (2).
d.) Voor den min kostbaren aanleg bij private woningen
(1) Mech. mag. XIX p. 262 Wegens de plaatsing van den afleider
^^f^^^iddellijk op de magazijnen of hei hechten aan afzonderlijke
«iotte». Zie Abago p. 596.
(2) Handelsblad d. d. 27 Januanj 1847.
Digitized by
Google
850
in Bieden f boerenwoningen en sehuren net of londer
steenen daken , fabrijkgeboutven volge nen Puenimger's
Teriiandeling*
e.) Onlangs heeft Prof. Henrt te Philadelphia (1) ge-
handeld over den aanleg van afleiden b(j gebouwen mei
metaalbekleedxng op der%€lver daken ^ omdat dese meer
aan het inslaan des onweèrs sijn blootgesteld. De verban-
deliog bevat ten dien opxigte niets nieuws , slechts de aan-
wijsing om eene goede geleiding te verkrijgen.
6. JDe bliksemq/leider op eehepen.
12. Veel langsamer dan bij gebonwen beeft de aanwending
der bliksemafleiders bij de schepen algemeeoen voortgang
gemaakt. Snow Harris bemerkt onder anderen , dat geda-
rende de jaren 1810 — 1815 niet minder dan 35 Liniesche*
pen 13 Fregatten en 10 Korvetten door het onweer meer of
min beschadigd zijn geworden; behoorende alle tot de
Britsche marine. Naauwelgks werd eerst in de laatste
jaren bQ de marine van de verschillende- Staten meer Ae-
paald voor het gebruik van afleiders gesorgd, terwijl nog
steeds derzelver gebruik bij de koopvaardij verwaarloosd
wordt. Behalve vooroordeel eo nalatigheid of verinim , le-
verde het gebrekkige of het min volmaakte van de wijie,
waarop men de inrigting der scheepsaflriders had voorge-
schreven een beswaar, dat niet over het hoofd gezien mag
worden. Wanneer er waargenomen was, dat de bliksem-
afleider van een gebouw aan de verwachting niet had vol-
daan, dan kon men veelal de oorzaken nagaan en de ge-
breken van den slechten of onvoldoenden smmenstel van
denzelven door deskundigen laten 'opsporen , zoodat men
ten slotte het vertrouwen op d^n bliksemafleider (zoo ook
(1) Tht Philosoph. mag. April 1846. p. 810. Dlif6Uli*8 J&mnud CL
p. 48, '
Digitized by
Google
351
kortstondig geschokt) koD bevestigen. Men had de onder-
vinding voor zich liggen, dat er schepen, tnei en »on-
der afleiders ter zelfder tijde door het onweer werden ge-
troffen en de eerste zonder schade deszelfs vernielende
werking hebben weerstaan (1); men bezat ook de onder-
vinding, dat er schepen , in weerwil van de afleiders ,
in meerderen of minderen graad hadden geleden (2)*
In 1822 werd de aandacht der Engelse ke Admiraliteit
bijzonder op dit pnnt gevestigd door Snow Harris , en
eerst lang%afnerhand is men daardbor in de gelegenheid
gekomen , om een jnist oordeel te vellen over de beste in-
rigting€fn de gunstige werkjng der scheep-afleiders* Ik zeg
lang%amerhand ^ omdat eerst in 1839, nadat men op nieuw
vele ongelukken bjj de Britsche marine te betreuren had,
de zaak der afleiders door eene speciale commissie
van wege de Admiraliteit ten einde werd afgehandeld. Deze
Commissie bestond uit de contre-Admiraals (schout bij
(1) In 1783 werd een zoodanig geval ter reede Tan Batavia waarge-
nomen , geboekt door Rritkiiboff in JicsufiT , Proeve eefter Electri-
scke Natuurkunde bl. 294 ; de beneden genoemde Engelsche Commis-
sie wijst op een geval, dat in 1815 is waargenomen, ook Arigo citeert
in zijne verhandeling (bl. 610) voorbeelden , bij de Brilsche marine gezien.
Vooriieelden van schepen, die vroeger door den bKkaem schade had*
den geleden, doch later door den afleider werden beschermd, zijn niet
zelden, en dit zelfs in gevallen van het hevigste onweer, dat den aflei«
der vernielde. De NewYorh^pahhetloQl leverde hiervan in 1827 een
boogst merkwaardig voorbeeld (STDRGloif Anmales d: 23 p. 372 be-
rigt van Ch. Rici; Arago p. 313; SililMAK Americ. Joum, XXXVII p. 321).
(2) Er bestaan vele voorbeelden, waarin de afleider vernietigd werd
xji gesmolten is, met en zonder behoud van deszelfs beschermendeii in-
vloed ^ iiiet alteen omdat dezelve te dun was, maar ook omdat de af-
leiding gebrekkig was door de oogen, schakels en andere verbindings-
pbatsen, welke men bij de vroeger gebruikelijke ketenvormige afleiders
aantrof. In de Verhand, van de HolL Maatsck. ie ffaarlem (Deel IX
p. 316) verhaalt TAH MiRUM twee gevallen: de Pluto in 1805 en de
Fenms in 1815, waarin de afleiders geeoe bescherming hadden ver-'
leend, omdat ie te dun waren*
24
Digitized by
Google
352
nacht) GaiFFiTHS «n Gordon, Kapt* Clarke Ross, den
Scheepsbouwmeester Fincham en de Uoogleeraren Damell,
Faaadat en Wheatstone (1). In 1845 werd Harris
van wege den Keizer van Rusland roet eene porseleine vaas
van 50 dm. hoogte en 45 dm. middellijn (2) vereerd*
Men zocht toen te beslissen.
1) over de keuze tusschen de gebruikelijke loshangenr
de afleiders uit metalen ketens of metalen touwen , die of
steeds van den mast langs het want neer hingen , of alleen
bij het opkomen van onweer werden opgehangen — e^ de
vaste aan den mast genagelde afleiders uit metaalstrooken.;
2) over de afleiding langs den mast door het scheepshol
of de inwendige geleiding en de uitwendige geleiding in
verbinding met de scheepsbekleeding, ten opzigte van de
veiligheid en van het ongehinderde uitvoeren der scheeps-
manoeuvres; en
3) de kostbaarheid van het te kiezen stelsel. De ge-
wone losse afleider kostte voor een britsch linieschip slechts
3 é y terwijl de vaste afleider , volgens het stelsel iran
Snow Harris moest kosten 365 M of nagenoeg 4000 GL
13* In 1820 werd zoo als van Marum berigt, bij on%e ma-
rine nog geen doorgaand gebruik gemaakt van de afleiders ,
en nog minder bij koopvaardij-schepen* Men gebruikte
vroeger eenen afleider uit 6 koperdraden van ^ dm. dik-
te te zamen gevlochten, zoodat de geheele dikte van de
te zamen gevlochtene koord naauwelijks | dm. (4,35 streep) be-
droeg, terwijl zij op zijn minst \ dm. (13,07 streep) diende te
zijn. Hy voegt er uitdrukkelijk bij dat men ze behoort te
maken uit gegloeid rood koperdraad , omdat de metaal-
koord in sterkte en buigzaamheid uitmant. Desniettegen-
staande wijst hij nog aan , hoe men , wanneer men de kost-
baarheid van eenen dusdanigen afleider bij koopvaardy-
schepen schroomt, ëenen min kostbaren kan vervaardigen
(1) Tijdschrift toegewijd aan het zeewegen. 2e ReeU I p. 1S8L
(2) Electrical Magazin. Vol. II n<».,10. p. 160.
Digitized by
Google
353
met balf-dnims yser-gtaven» welke io lengtens van ses
voeten door scharnieren worden verbonden. De Blotsom
komt evenwel daarop neder, dat men eiken masi mei
èéne enkelen koperen^ uil draad gevlochten afleider moet
voorsien. Het gebruik van eenen enkelen afleider aan el-
ken mast , werd door tan Marun reeds in xfjne eerste
verhandeling (/7a/a<K/'«cAe Maateeh,) aangeraden, omdat de
vereeniging der masten met elkander door eene metaalge-
Idding en de verdere afleiding door eenen enkelen toestel
wegens belemmering in het zeilwerk, onuitvoerlgk was*
Evenwel heeft men op s'Landsehepen aan eiken mast , na-
melQk aan weerskanten van denzelven twee afleiders ge»
braikt Dit heeft tot eene allesins belangrijke opmerking
geleid, die door den Schout b|j nacht Rutsch is medege-
deeld: 'dal nameiyk, by hei treffen van onweer op den
matl^ men den electrischen stroom alléén langs den af'
leider aan bakboord %ag nederschielen , terwijl die aan
üwÊTboordvry bleef (1). Hieraan sluit sich eenigermate de
waarneming van den Franschen Admiraal Roussin op het
Fregat Jono, op reis naar Indie in 1830 (18 April op kor^
tea afstand van de Canarische eilanden); het onweèr*sloeg
namelijk op den mast, welke meteenen afleider van koper-
koord , 1 Ned. dm. dik , voorzien was aan stuurboords%ijde^
wen heeft ge%ien dat het eleclrische vuur bij éénpunt , ter
^ver afstand tusschen de groote mars en verschansing
<^ afleider verliet en aan bakboord in de golven %ich
verdeelde \ de afleider, die behoorlijk in zee neerhing was
(1) Het sigthttar af stroomen van bet elecCrische vuur langs den af-
Wder, 'terwijl bet vaartuig Tan elke scbade bcTrijd bleef, is ook door
ROTSCH in zijnen brief aan vak MaRüM (biz. 337) medegedeeld. Er be-
'l'M Tele voorbeelden bienran van latere dagtcekening , zelfs beeft de
^▼engeooemde Engelscbe Commissie die gevallen bij voorkeur aange*
^Id (uit de jarei/ 1821-1838) ten bewijze van de nuttige en on-
'^^li^lijke werking des afleiders. Laatstgenoemde beeft daarbij nog op-
•••••od gemaakt op bet eigenaardig geluid (geraas, gesis of onlptofling)
''^«anncdc de strooming vergezeld wordt. HiRRis in Electrical Mag. I p. 395.
Digitized by
Google
354
Yohtrdct niet beschadigd en in goeden staat ge1>leven ; —
men verhaalde, dat er t^defts het inslaan des onweérs
een zeer harde wind (tres violent) woei (!)•
Wij zouden bij deze waarneming niet zoo lang stil staan,
ware dezelve naar ons insien niet van invloed op de plaat-
sing des afleiders aan den mast. Is deze willekeurig, of wi}*
zen de gemelde waarnemingen eenen noodzakelijk op te volgen
regel ? In lateren tijd is b^ onze marine tot regel aangenomen^
om de enkele afleiders der I)eide masten (want hg ons
worden tegenwoordig slechts de twee hoogste masten er
mede voorcien) niet aan denzelfden kant te doen neerhangen ,
maar den één aan stuurboord en den ander aan bakboord (2).
Het gebruik van te zamengevlochten metaaldraden of
Tood-kopertouw (reep) werd ook door de Fransche Commis-
sie (zie boven bl. 336) in 1823 aanbevolen (3) ; hetzelve werd»
even als bij ons reeds gebruikelQk was , aan eenen kope-
ren haak gehangen , bevestigd aan eene spitse koperen op-
vangstang, welke op den top van den mast werd geschroefd.
Meestal werden de afleiders eerst ingehaakt», wanneer men
een naderend onweer vreesde, en dan kon de loshangen-
de koord voor het uitvoeren van scheepsmanoenvres hin-
derlyk zijn, terwijl ook het plaatsen van dezelve niet
van alle gevaar vrij te pleiten is (4). Daarbij was alles
(1) Arago (biz. 515 en 517) ?erklaart het Terschijnsel uit de bewe-
ging der lucht, en de daarmede in verband slaande lucbtyerdunning.
(2) In het Tijdschrift toegewijd aan het Toewezen 2e Reeks I. p. 416
staat iets omtrent het gebruik der kettingafleiders: sDezelve loopen langt
top en pardoen (ot in den rust en worden bier opgeschoten en bijgevangen.*'
Dit laatste iê eene hron van ongelukhen en daarom wordt voorgesteld
den afleider onder den rust langs het boord naar de koperhuid te lei-*
den* Het doel is dus om den afleider niet vrij in het water te laten hangen.
(3) Opdat de metaaldraden niet door uitwendige invloeden lijden,
wordt voorgeschreven , om de koord uitwendig goed met teer te bestrijken.
(4) Men heeft voorbeelden , dat de manschappen doodelijk werden ge-
troffen, tijdens het opbrengen van den afleider.
Zie overigens het verslag der Engelsche Commissie t a. p.
Digitized by
Google
355
aan de willekearige behandeling yan het onkundige scheeps*
▼olk overgelaten. HierbQ lomt nog, dat men in gevalle
de masten neergelaten waren , het loose gedeelte moest op-
winden 9 en daardoor de afleiding des electrischen strooms
moeijelijk maakte door het overspringen van electriscbe
vonken. De Franscbe Commissie had één geheel doorloo^
pend touw voorgeschreven (1). Dit laatste beswaar heeft
men bij onxe marine getracht te verhelpen door de koord
nit twee deelen te maken » welke men dus slechts behoeft
van elkander te scheiden, en het benedeneinde in een oogboat
van het ezelshoofd in te haken , waardoor de afleiding van den
benedenmast bij het afnemen van de bramsteng hersteld wordt»
na er eenen opvangstang te hebben opgeschroefd (2).
Uit eene brief d. d. 2 Augustus 1843 van den Minister
van marine der Yereenigde Staten David Hemshaw aan
Ebbh Muhum te Brooklijn (aldaar) blijkt: dat er geen
voorbeeld besictai^ dat een schip dier Staten , met eenen
ajleider voor%ien^ door het onweer %oude %ijn bescha*
dtgd (foudroyé) (3). Zoo ik mij niet bedrieg , dan gebruikt
men in N. Amerika koordafleiders*
In den t^d dat Snow EUaais zijn stelsel voordroeg wa-
ren by de Britsche marine in gebruik koperen ketens met
sthalmen vaa twee voet lengte, als zoogenaamde jpo^/a/tt/e
afleiders* De vraag of de geleiding van den eleetrischen
stroom door het Ixgchaam van het schip gevaarlijk %ij^
was het onderwerp der geschillen ,. die tusschen Snow EUh-
Ris en Sturgeon waren gerezen en niet altijd binnen de
grenzen van de wetenschap werden gehouden. Terwijl
(1) Ann. de Phys. e/. Chim, T. XXVI p. 292.
(2) De inrigting bij onze Marine ichijot oorspronkelijk Yasigesteld (e
zijn door tan Miadm en Rutsch, in de Verhand. der HoU. Maatsch'
van Wetensch, ie Haarlem. Doel iX p. 339.
(3) Cemptei Rendus XXI. p. 774.
Digitized by
Google
356
men eenengda in Engeland twistte over de tii^« en in"
wendige afleiding , werd anderxfjds niet minder gehandeld
over de roorkeor van vaste of losse afleiden tuaachen
Snow HAnRia en Martmn RonsKTS. Wij hebben reeds ge-
sproken over de prioriieits^ueslie , betrefiènde het in«
voeren van metaal-koord, tusscben J* Martiin Roberts
en A. Sbuth (zie boven bl. 336) het verhandelde toont
klaarblijkelijk, dat geen van beiden er aanspraak op maken kan*
Met betrekking tot het eigenaardige van Harris stelsel
willen wij herhalen het slot van de meermalen genoemde
verhandeling van Böckmann (bl. 318^: >daar volgens vele
waarnemingen b. v. volgens James Horsbürgh (1) de blik-
sem altijd op defi top van een der masten valt en langs
de%elve naar beneden gaat , %elden of ooit de rcCs ie-
sokadigende^ zoode het naar migne gedachten allesins doel-
matig lijn , wanneer de masten , ook de achterste en boeg-
spriet, met spitsen van omtrent drie voet hoog voorzien
werden. Van de%e moesten twee tot drie duim breede t
genoegzaam dikke j digt op één liggende en aan elkan-
der gesoldeerde koperen platen , door nagels bekoorl^k
vastgeklonken tot op het dek loepen. >>yan den mast ter
plaatse , waar dezelve het dek raakt , wordt dan de aflei-
der verder, langs het hout ter %yde naar beneden geleid
en wel zoo , dat hij , bij eiken stand van het schip is
een storm, met water bedekt blijft."" Wig zien dos klaa^
blijkelijk, dat dit plan, eigenlijk onder eenige wijziging,
door J. Snow Harris, is in practijk gebragt, zonder dat
wij willen beweren , dat hetzelve aan laatstgenoemden be-
kend is geweest. De inwendige afleiding door de scheeps-
holte is eveneens reeds vroeger voorgesteld , namelijk in
1811 door Benjamin Cook van Birmingham (2), door stan-
gen langs den groeten mast te plaatsen.
(t) GiLBiars Annalen der Physik 1808. Bd. II. p. 62.
(2) Storciok, Lectures on EUciricity p, 208. STüRfiWK AnntU»
Digitized by
Google
357
1 5. Het stelgel van Snow Haaris komt op het volgende ne-
der : In eene slenf ter diepte van \ dm* = 6,35 streep ,
wordt langs den mast (aan deszelfs achterkant) ingelaten
▼an den kloot af tot het saadhout, eene dubbele metaal-
strook , eene dunnere van j\ dm. = 1,6 mm* en eene
dikkere van \ dm* = 2,3 mm* er boven; hare breedte
wisselt van 1} dm* =4 ned* dm* tot 6 dm. = 15,8 overeen-
konnstig de dikte van den mast; de bevestiging geschiedt
door koperen nagels. De geleider is over de verschillende
toppen heéogebogen en aan de andere zijde bevestigd,
en bi| de stengen wordt dezelve beneden de plaats van
aanraking met het ezelshoofd verlengd. Tusschen het ron-
de en vierkante gat der ezelshoofden bevindt zich eveneens
eene dubbele koperstrook, die bij de koper-bekleeding aan
den achterkant van het ronde gat begint en door het vier-
kante gat naar beneden gaat. Op die w^ze is de metaal-
gemeenschap gevormd tusschen den mast en stengen , en
de geleiding daargesteld van den top tot in het scheepshd.
In het scheepshol wordt de geleiding van den mast ver-
volgd door koperen banden van 16 n. dm* breedte, die op
het aaadhout vastgemaakt zijn en aan weerskanten van het
spoor 5 of 6 koperen bouten bedekken , waardoor de af-
leiding naar de scheepsbekleeding geschiedt. Verder zijn,
waar de masten door het dek komen (onderdek en koe-
brugdek) koperen strooken langs de dekbalken gehecht,
die in gemeenschap gebragt worden met de ijzeren knieën
en anderen metaalverbindingen van de zijden en de scheeps-
bekleeding* Van den fokkemast worden koperen banden naar
den voorsteven, en van den bezaansmast naar den achter-
steven gelegd en met de daar aanwezige metalen verbon
den* Ook de boegspriet en het kluif hout worden aan den
D». 36 p. 451; London Journal of Arts 1823. Vol. V. p. 47 en 198
KiCoL80H*s Jomnal. Vol. XXIX p. 305 en XXXI p. 108»
Digitized by
Google
358
onderkant met den geleider Yoorzien en verder vereeeigd
met het koper van de kiel (1).
Ter plaatse waar de zamenstelling van den mast en sten-
gen gevonden wordt , moest noodzakelijk wegens de ver-
schuif baarheid der stengen, de metaalstrook afgebroken
worden , maar nu is voor de doorgaande metaalgeleiding
gezorgd , door op het e%el8hoofd de metaalverbinding daar
te stellen met behulp van eenen tuimelaar, welke op het
metaal van het ezelshoofd rust, en bestaat in eene korte
koperen staaf met eene scharnier aan derzelver basis , die
op het metaal aan de steng gelegen en door eene bont op-
gesloten is. Verder is de wakerspil op den grooten mast
door middel van eene schroef in eene neat bevestigd , die
ook in de verschillende toppen is ingelaten , zoodat men
deze bij elke verandering kan verplaatsen , en dus de af-
leider een spits boveneinde verkrijgt*
Aanvankelijk zocht Harris de deugdelijkheid van zQn
stelsel langs proefondervindelijken weg te bewijzen ; wer-
(1) SifOW Harris, On the nature «ƒ Thunderstarms ; and on the
means of protecting buildings and shipping againtt the destruo-
iive effects of Lightning^ London 1848. Walker*8 Magaoin i [k
142. On the damage^ uthich ha» ocourred in the British navy b^
Lightning^ with an account of the aitendant Phenom^ena^ ah-
stracted from the official Joumals of the respective Ships and
from other authentic sources of information bij W. Svow HiJlRli,
from the Nautical Magasin 1843. Oyerigens bevat het Nauiical Ma-
gazin al de des belreffeode afzonderlijke Tcrhandelin^n Tan onzen au-
teur; deze zijn ook (e Tinden in het London-Edinhurgh Philosophi^
cal Magazin,"^ Kemarhahle instances of the ptoieetion of certmn
ships of his Majesty navy from the destructive effects of Ldght"
ning^ collected bij SffOw HiRRls in Walker's Magasin. Vol. 1 p. 395.
The Meteorology of Thunder Storms^ with a Bistory of the ef-
fects of Liqhtning on two hundred and ten Ships of the British-
Navy eic. bij S«ow IIarris from the Naut. Mag,
Eene uitvoerige beschrijving en (eekening is Ie vinden in het Tijd^
schrift toegewijd aan het Zeetcesen, 2e Rcckt 1 p. 251.
Digitized by
Google
359
keli)k werden ook op het gchip Caledonia te Plyroodth
in tegenwoordigheid van Wollaston en Humphrt Davt
de proeven met goed gevolg uitgevoerd, en in Julij 1842
herhaald op de Orestes (l) te Porfsmouth; — deze proe*
Ten konden evenwel niets anders bewijzen dan de electri-
sche Btrooming langs eene onafgebrokene goede metaalge*
leiding en niet de deugdzaamheid des bliksemafleiders in
zgne stelling tegenover de onweerswolken, evenmin als zQ
de onwaarde van Sturgeon's bedenkingen konden aan den
dag brengen. Bij de laatste gelegenheid werd vergelijken-
derw^ze ook metaaltoow gebezigd tot afleider; daarby werd
aangetoond dat het metaaltouw gevaarlijk kon worden door
het overspringen van vonken in de bogt van het touw
op den man, die de stengen tijdens het onweer moet strij-
ken ; dientengevolge hechtte de Admiraal Sir Edward Co-
DRiNGTON zijne goedkeuring uitsluitend van het stelsel van
Harris. Toen in 1839 de bovengenoemde Engelsche Com-
missie der Admiraliteit zich ten gunste van het stelsel
Tan Uarris had verklaard, waren er slechts ^r/ien sche-
pen mede voorzien geweest (2) — iets, hetgeen ons niet
bevreemden kan, zoo wy in aanmerking nemen de aanzien-
lijke uitgave, die derzelver aanwending veroorzaakt, en
waarin misschien, meer dan in andere bezwaren, de re-
den der zeldzame aanwending is gelegen.
De bovengenoemde daadzaak van Uorsburgh is door
Har&is nader bevestigd, door de ongevallen op te sporen,
welke door het inslaan des onweèrs waren veroorzaakt op
schepen. In 100 gevallen werd de groote mast 50 malen
de fokkemast 25 »
de bezaansmast 5 >
de boegspriet 1 »
(1) Meoh. mag, X^XVII p. 399. TheJearbooh of facia 13 p. 172.
Tijdaokrifi toegew^d aan het zeewezen, 2e Reeks III p. 325.
(2) Repertorium der Physik. Bd. VI p. 290. De getuigenis Tan twee
tScheepskapiteins in Stdrgeon's AnnaU n<>. 21. p. 171.
Digitized by
Google
360
getroffen. Daarbij werd 93 malen de ondermast
83 » de steng
60 » de bramsteng bescha-
digd. Zes vaartuigen zijn geheel verbrand. In dese 100
gevallen werden 62 menschen gedood en 114 gewond.
Onder 174 andere gevallen waren er 44 met schade aan
de bramsteng, en wel bepaald 31 malen door regtstreek-
sche werking des onweérs en 13 malen ten gevolge van de
beschadiging van den mast* Eigenlijk is hieruit slechts
die gevolgtrekking te maken, ilat het hoogst of meest verken
vene punt j zooals algemeen bekend in y het veelvuldigst ge-
troffen werd 9 en dat d44r, waar meer uitstekende jwm-
ten bestaan^ niet juist het hoogste aangetast wordt ^
maar hoofdzakelijk datgene, hetwelk in de rigting, waarin
het onweer opkomt^ is gelegen. HierbQ komt nog, dat
het inslaan des onweérs niet iets bloot toevalligs is , maar,
zooals Harris (l) later heeft doen opmerken, dat de on-
weêrswolk door inductie werkt op ligchamen, welke on-
der haar bereik komen en het electrische evenwigt her-
steld wordt langs den weg, die den minsten tegenstand
biedt, zoodat inderdaad de weg van den bliksemstraal
vooraf bepaald en als het ware afgebakend is*
W* M. RiCE heeft de volgende opgave bekend gemaakt
der kosten aan arbeidsloon en materiaal des afleiders van
ÜARais, bij welke wij gevoegd hebben de opgaven van
het naderhand door Harris zelf gewijzigde, en van het door de
Admiraliteits-Commissie gewijzigde plan, en eene verge*
lijking met de afleiders van vroegere inrigting (de kope-
ren kettingen met schalmen ter lengte van twee £• voeten
en dikte van -J- dm. rs 4,2 mm.)«
(1) In bovengemeld werk § 44: slu progrest iherefore, is ooi, a*
many imagine, lefl to the chances of (he instant, lo beas it were, at-
traclet or drawn aside by metallic bodies at aoy given point; oa the
contrary, the whole coune of a slrokeofli^htiuog i« already flxed and
settlod, before the discliarge takei place."
Digitized by
Google
361
-Op
co 00 co 00 o
1 l"g g^'s ^**^
o »l^<O«^e40Ó^€O€O^
'S gcocoeoao«««ci
.JL
i
1 I s s s, i s § s §
i "^ 5 2 2 g S 8 I SST
'2.
g' fls <o 00 o » «r cT co" ^
.^jJoSi>-i§co5ï^o
10 o 10 o S
co 00 «, ^ o,
I 8 S S S
o5 ei -^ o 05
0^ e^ ^ T^
s s s s s
05 « o cd' ^
S^ 10 ^ 00
lO ^ CO 04
A A A ft A
O CO 00 CO O
lo -^ d ^ ^
ft ft ft ft ft
ft ft ft I ;g
-^ pa
ft ft ft ft ft
bp
na
0
O
e
t
bc
JS
c5
lO
d* o
P
1 &
a 'S
•s -
^ ft
22 »o
n »
ft ft ft
I I
H*oo^
t. co*
1^
& a
ft ft
II II
I
SS
ë
•o A
SB
« f?.
n n
ei W
1:
lO 04
A ft
H "
CO
a
i.
ft ft
CO ^
o lO
n n
ft A
^ CO
ft ft
ft ft
ft ft
n CO
10 oo"
^ d
Il 11
ft ft
ft ft
o co
kO O)
% ft
e
« ^
Digitized by
Google
362
dus te zamen 1882 cub. dm. = 30830 wegende 613 S =:
278,057 Ned. fS, voor den nienwen geleider; en 9,44 cub.
dm., wegende 30 *S = 13,61 Ned. ft voor den ouden af-
leider, wordende dus in bet nieuwe stelsel 20 malen meer
-metaal gebruikt. Zoodanig was de oorspronkeUjke opgaFe
van IIarris Toor éénen mast, en deze moet verdrieFOQ-
digd worden 9 omdat elke mast met eenen afleider Foorzien
zal worden. In mindering op de hooge aanlegskosten
heeft men willen brengen de waarde Fan bet oude koper,
als zijnde de helft Fan het nieuwe koper, hoewel dit eerst
na Ferloop van jaren gelden kan. De naar beneden toene-
mende breedte der metaalstrooken staat oFerigens in Fer-
band met de bekende natuurkundige wet, dat de tegen-
stand Fan geleiding met de lengte der geleiders regtstreeks
toeneemt en door het Fermeerderen der dwarsche door-
snede afneemt. Daarenboven heeft Snow Harais als mi-
nimum Foor de doorsnede der metaalmassa aangenomen,
oFereenkomstig met tin Marum (aan wien men de bepa-
ling te danken heeft) , de doorsnede Fan eenen cilinder
van l E. dm. = 12,7 mm. middellijn. Bij de latere wij-
ziging Fan Harris is de breedte der metaalstrook als Folgt
Ferminderd, en op die wijze eene Fermindering Fan kotr
ten met | bereikt:
breedte van de metaalstrook
vao de hommer tot den kloot 2 kil dm. =: 5,08 — 8,81 N. dm.
bramsteng en jaaghout (builen kluiverp.) 2y s 6,35
steng en kluifbout (kluiverpen) 3 =: 7,62
mast en spriet 4 s 10,16
D^ wijziging door de Admiraliteits-Commissie vooige-
steld, had eene Ferdere bezuiniging Fan ^ der kosten ten
geFolge ; zij bestaat daarin , dat men de metaalstrooken in
linieschepen en fregatten by den koebrug en in korFetten
en brikken bij het OTiderdek doet eindigen en de metaal-
Ferbinding met de scheeps bekleeding daarstelt langs de
aldaar gelegene balken, in plaats Fan den weg door de
Digitized by
Google
363
Idel. OTerigeM verklaarde de CorainiaBie, dat elk der
maêien mei eenen afzonderlijken afleider dient voorzien
te worden (1).
16.Zijdeluigicii60BtladiD^AVij willen ons nu naar het terrein bege*
yen , waar hetstelsel van IIareia werd
aangevallen. De geleiding of afleiding door het ligcbaam des
vaart aiga werd g^et/aar/y'A beschouwd uitboofdevansy^fe/ing'*
9che ontltidingen {laieral discharges) ; een bezwaar , dat het
eerst door Marttn Roberts werd opgeworpen en dosr Stur-
OEON ij verig vergroot. Onder %ijdelingsche oTit lading verstaat
Stub€H£ON in de eerste plaats het geval, wanneer de samenhang
{continuiteil) des afleiders verbroken is en dus de over-
gang van den stroom door het overspringen van vonken
sigtbaar wordt (2). In de tweede plaats noemt Sturgeon
esne andere soort van zijdelingsche ontlading, bij w^ce van
uitstraling langs de kanten of scherpe hoeken, even als
men dit in het donker opmerkt bij de ontlading door eenen
in verschillende bogten gebogen draad of door eene metaal-
strook. In de derde plaats gewaagt hij van het overgaan
der electriciteit op de in de nabijheid aanwezige ligchamen.
17. Wat nu de eerste soort betreft, zoo is het duidelijk,
dat de gevolgen voor elk soort van geleider ^ hetzij uit«
hetzij inwendig voortgaande dezelfde moeten zijn , en dat
binnen zekere grenzen, vooral, indien de beide uiteinden
der metaalgeleiding in elkanders nabijheid of werkkring
2^n, er zelfs geen gevaar uit geboren kan worden. Tot
dezelfde soort behoort meer of min het overspringen van
«lectrische vonken , bij ketengeleiders (3). » Bij zeer felle
(1) Stukgeon AnnaU n». 25 p. I (1840). Rapport der Commiitie.
(2) ASAGO citeert biz. 555 twee gevallen yan EageUche schepen; in
W( eene, zijnde een fregat onder bevel van KapU WcN wa» de aflei-
der omstreeks één duim gescheiden, en men zag gedurende 2^ uur aan-
l>oudend vonken overgaan. Smw^w^s AtmaU n<>. 81 p. 24; — Philosoph.
(3) QetbevrijiTan da faiJEOoderevrerking van den eledritchen stroom bij
Digitizeti by
Google
364
bliksemstralen , legt tan Marüm , loade de overgang der
stof van schalm op schalm zigtbaar kannen worden, het-
geen wegens de brandbaarheid van het touwwerk geheel
vermijd moet worden (bl. 338) ; dit is gewisseljjk te ver-
meden 9 wanneer men de staven vereenigt door scharnie-
ren van genoegzame breedte en dikte/* Bijzonder behoort
hier ter plaatse de invloed van den vorm der bogten van
den afleider, zoo als die bij de plaatsing langs geboawen
veelvuldig aan denzelven worden gegeven, opdat hij den
vorm des gebouws volge. Arago (bL 594) heeft eigenUjk
de aandacht hierop gevestigd, daarbij aanstippende, dat
de bliksemstraal den korsten weg zoekt (1). Harris er-
kent alleen de nadeelige gevolgen van deze soort van %y*
delingsche oniiading of het overspringen van electrische
vonken.
18. Wat de tweede soort betreft , zoo beweert Harris (2) ,
dat dezelve alleen kan voorkomen bij de met electriciteit
geladene en niet bij enkelvoudig geleidende ligchamen.
Wij zouden zeggen , dat hiertoe het geval behoort , waar-
in men, wegens te geringe afmetingen des afleiders (naar
evenredigheid te geringe capaciteit) de electriciteit zigt*
baar zag afstroomen (3). Overigens moeten wiy instemmen
zoodanige o?ergaiigen blijkt rooral duidelijk uit de Toorbeelden van bet
Ie zamen smelfen der schakels van ijzeren ketens, zooals dit gezien is in
1807 en 1829 in eenen windmolen te Great-WaHon in Lancashire.
AriGO p. 316.
RRATXifHOPr I. 1. p. 58. MiRTiJif Roberts grondde hierop een bezwaar
tegen Harris, wegens het afbreken Tan den afleider aan den roet der
•tengen.
(1) Arago beeft ook hierran een merkwaardig roorbeeld aangewezen
(biz. 514), dat gemakkelijk met andere zoude kunnen Termeerderd
worden.
(2) STüRClors Annals. N<». 22 p. 810.
(3) Men zag na hel treffen ran het onweer op den afleider Tan eenen
kerktoren, die in verbinding stond met bet koperen dak, en Tan h<(-
Digitized by
Google
36S
met VAN MAmuMf dat » wanneer een aflfeider genoegsame
dikte heeft, men denzelven veilig langt de zijde van het
schip in het water kan laten hangen , terwijl het hont van
het schip als dan, bij de onmerkbare afleiding niets kan
te lijden hebben;" (bL 340) — en dit geldt eveneens voor
bet geval , dat de afleider in den mast is ingelaten. Om«
dat de cilindrische geleider aan eradiatie niet onderhevig
zonde zijn , heeft Stürgeon dien vorm verkozen.
Het bekende verschijnsel van eene verdeeling des blik-
semstraals tn meer af%onderlyke streUen^ behoort zeker
onder de soorten van zijdelingsche ontladingen, waarvan
hier gesproken wordt. Men weet bij ondervinding, dat
onder andere eene zoodanige splitsing geschieden kan, in-
dien de bliksem niet eenen wel zamenhangenden goeden ge-
leider kan volgen , of de afleider niet in verhouding tot"
het onweer staat en daarbff nog andere goed geleidende
massa's in de nabgheid zijn (1).
19. Onder de derde soort van zijdelingsche ontlading be-
hoort verder het verschijnsel , dat vroeger onder den keer^
$lag van Mah^w (choc en retonr) werd begrepen, en waar^
toe ook behooren vele verschijnsels , die men tegenwoor-
dig onder inductie of liever electrrsche verdeeling zamen»
vat Het is eene daadzaak , dat men soms binnen *s huis
electrische vonken waarneemt, tijdens de bliksem (van
hevige onweerswolken) door den afleider aftrekt (2). Deze
zelve IQ de aarde afgeleid iverd, — overal lang» de kanten van het
dak vonken verspreiden. Physik Wdrterb. io Toce Blitsi, p. 1007.
(1) Bij het inslaan van den bliksem tn den dom van bel Hotel der
Invaliden te Parijs, is bienraneen merkwaardig voorbeeld gezien ((!^iim-
ttt Benduê 17 Junij 1839); drie dagen vuur bet toeval vras de aflei-
^ bevonden te zijn in den besten staat.
(2) Pkysikal fFörterbuoh in voce pag. 1014. Arigo I. I. p. 352.
Het merkwaardige voorbeeld van bet inslaan des onweérs op de drie
afleiders van êe gevangenis te Charlesiown den 31 Julij 1829; son^
^ dü$ het gebomo %elf de minste schade geleden heeft (ibid p.
Digitized by
Google
366
werking bepaalt zich hoofdzakelijk tot afgezonderde me-
talen voorwerpen en — volgens Pfaff , zoude de vonk der
door verdeeling opgewekte electriciteit zwak zijn. Daar-
entegen zegt P. RiESS uitdrukkelijk in zijn verslag van
ons onderwerp: Es ist nicht %u leugnen^ doAs diesty
ausserhalb des dem Blit%e dargebotenen LeiterSy Staü
Jindende Electricitais-bewegung in seltenen Fdllen jc-
Jdhrlich werden kann , €iber nicht absusehen , wie diete
%u besettigen set. Dass der BlH%ableiter Gef assen ^ Ut
mit enlvündlichen Stoffen gefülU sind^ nicht %u nahe ge-
bracht werden durf e , leuchtet ein , ober taan wird dies
leicht vermeiden können^ ohne darum den anderweittg
beqMcmen Harris* *cAen Ableiter %u verwerf en (1)." In
allen gevalle is het hoofdbezwaar van Sturgeon tegen de
inwendige afleiders niet ongegrond en zoude zelfs de voor-
zigtigheid tegen dezelve pleiten. Ook Araoo is niet gnn-
stig gestemd voor de afleiding binnen gebouwen , h(j voegt
er Voltaire's woorden bij: i^Il y a des grands seigneurs
dont il ne faut approcher quavec dextrêmes préeauU-
ons; Ie tonnerre est de ce nombre.*' (1. L). Ppaff (PAy-
sik Wörterb. in voce p. 1058) zegt: > Auch die besten Ab-
leiter setzen dem freien Fortgang eines Blitzstrahls eini-
gen Widerstand entgegen , \^elcher Seiten-explosiooen
gegen angrenzende Körper veranlassen kann.*' Hij is er
tegen dat men den afleider in den muur opsluite of in an-
dere inwendige gedeelten van een gebouw (2),
598) hebben drie honderd menschen eenen zwaren electriflcheo icbok
ondenrondeD, doordien nagenoeg allen met hamers, vijlen enz. wcom»
waren 9 en er buitendien reel ijzer aanwezig was.
(1) Repertoriun de Physih. 1. 1. p. 292. W. H. Wsnis (StOT-
GION*s Anndl» n». 86 p. 446) berestigt eveneens SlUKGEOifs leer van
lateral discharge, rooral met belrekking ran de electrische verdefKoi
door SrDRGBOif onder den naam ran electrische golWng {eleotriewawt)
beschrefen.
(2) Wij hertnno^n aan het roorbeeld van de St. Martin*» kok t»
Digitized by
Google
367
20. Onder de geTolgender.Bgd0liD9idieontkdi]igo£inlne-
tie behoort ook het magnetisch worden van gieren voonver*
pen en selfs het verswakken, veniieligen of omkeeren van het
magnetisme der aan boord zyade coaipaSnaaldeny het storea
van chronometers enz. — zoo als €m^ op schepen mei afitider^
voor%ïen (1) is waargenomen, en allecins onder de oéheil aan-
brengende omstandigheden des onweérs gerekend moet wor*
den (2). Tot de jongste voorbeelden behoort het geval vaa
de Vigie^ welk sehip aoo als de Kommandant heeft be«
rigt, driemalen op deselfde reis door h^ onweer sonder
schade werd getroffen langs den afleider van den middel-
sten mast. Een matroos , die den last had oatvangen., om
den afleider te onderzoeken, ontving, wür hy denaelven
aanraakte een' schok en ten laatste zoo sterk, dat b|} neéi>
sloeg. Al hei ij%er op hei echip tuas nuigneiieehj kei
eonqnis in wanorde , en %elfs %oo sierh , dai een meww
eomp€i$ , heiwelh nchi dagen laier aan boord werd oni*
vangen , eveneeTie aangedaan werd (3).
21 . Met welke partijdigheid ook de strijd moge gevoerd zQn
tosschen Harris (4) en Sturobon (5) zoo moeten wij eener^
Dorlmund , waar meo dea afleider Mwm» da kerk niet de moUat-
plaat Tan het laorameot heeft verbonden.
(1) Wegens schepen zonder afleiders. Zie Ara€0 bb. 340.
(2) Akago in de Comptes Rendus T. IX p. 373. Bij het inslaan dei
onweérs op de New York pakketboot gin^ dit gepaard met Temietiging
▼an den afleider. Berigt Tan Ce. Rici in ST0AGE0if*8 Annaia no. 28
^ 372.
Op de Beagle^ Toorzïen met HiBKis afleider.
(3) Comptes Rendus^ 7 Aug. 1848. Walur'8 MagmsUt^ I p. 152.
The Civj Eng. o. Arch. J. 48 p. 818.
(4) HiBRis in Stubgiok'8 Annals no. 8 pb 81 , no. 10 p. 241 » n«.
22 p. 810, no. 24 p. 484, no. 25 p. 41, no. 27 p^ 208. Later zijii
de tegen- of TerdedigingsscbrifteQ Tan HiRJils alléén geplaatst in hel
Nautical Magasin Febr. 1841 enz. Phüowph. Mag. MaaK 1841 enx.
(5) STDRGfOii'8 Annal» n<». 11 p. 308, nc. 21 p. 161, no. 28 p^
414, n». 24 p. 446, n^25p. 5$, a«.27 p. 220, no. 36 p. 46L58,
25
Digitized by
Google
36§
»gd9 met StüBOEm intteÉiiiieii , dat de weridiig ¥ao emeo
electiischen stroom door sijdelingtche ontlading of induc-
tie niet uit het oog mag verloren worden en allesins b§
eene inwendige afleiding gevaarlijk kan worden, maar an-
denrijds asegt Harr» teregt, dat de bedoelde invloed ook
niet bIJ de nitwendige afleiding weggenomen wordt, maar
veeleer bi) elk stekel van afleiding kan geboren worden ,
en naar het ons voorkomt altijd, ingevalle de afleider geeneca-
paoitèit genoeg heeft voor een hevig ra aanhoudend on-
weer (!)• De verschillende uitwerkingen van den bliksem
op de voorwerpen van een vaartuig, welks mast geen* af-
leider besittende , door het onweer wordt getroffen , lee-
ren eveneens, dat men de electrische inductie niet over
het hoofd moet zien. Hoe is het te verklaren , om slechts
bet jongste voorbeeld van dien aard aan te halen , dat de
hofologie in den zak eens visschers is gesmolten, terwQl
hij en z^ne kleederen onbeschadigd bleven bg het inslaan van
een onweer, dat den mast van zijn vaartuig tot splinters ve^
sloegt (2) Hoe is het anders te verklaren, dat ijzer en staal
n^. 53 p. 437. Sturgeoic heeft zijn eerste rerhandeling (no. 21 p.161)
tegen Sifow Hakms aan vierénê^nHg geleerde Genootoehappen aanbeyoleo.
Later beeft hij eene balans (BaUmêe sheet) ontworpen Tan den staat der
geschillen (no. 24 p. 501). Ten slotte is evenwel de hoofdzaak zonder
bepaalde eindbeslissing gebleven; éen ieder heeft de waarde Tan zijn ei-
gen stelsel volgehouden, terwijl de Admiraliteit de meer eenvoudige, hoe-
wel kostbare inrigting van Harbis onder cenige w^iging heeft goedgekeurd.
(1) Niet zonder grond is de aanmerking van HiRRis betrekkelijk de
vele metalen voorwerpen, welke a%ezonderd en verspreid tangs de mas-
ten aanwesig en buiten verbinding met den miwendigen afleider zijn.
Hiertoe behooren zeker de gevallen viui bet splijten van den mast door
het inslaan des onweérs op de opvangstang, welke in den top geschroefd
was en waaraan een ketenafleider hing ponder anderen is zoodanig voor-
beeld döor Luit. GRIM besehrefien in Sturqbou's amiois no. 22. De
voorbeelden door Harris aangevoerd in StvrgsOITS annals n?. 25 p. 41.
FhOesoj^kicMl Mngazin XVI p. 116.
(2) jAMlsoif Edinb. Jeum. 1844 n». 71. Yearhook offacti 45 p. 2S1.
Digitized by
Google
369
■agaetiich gewerden is <^ penoncn»' ëia sich in de na*
bijbeid Tan een losbarateod onweer hebben bevonden?
22. Ook de overweging van de weriung des onweéra, dat
den toren Tan Brixton-kerk heeft getroffen , heeft de wa^
king der indactie klaarbl^kel^k getoond als loogenaamde
vijelelingsche cmilading. (X V. Wausr heeft dit bij de
Eleciricai Society nader toegelicht, en ook later proefon-
dervindelijk aaogewesen, dat men de ontlading des on»
weèrs niet moet gelijkstellen met die van eenen leidsciien
flesch , maar met het overspringen der electrioiteit van den
eersten conductor op de omliggende ligchamen, en dat in
dit geval doidel^k de sQdeliogsche ontlading geiien werd ,
soodat Walker verklaart: »Me danger of lateralJIasAes
is evident (l).'* De Admiraliteits Commissie, en met na-
me FARADA.T en Wheatstone , heeft alleen het gevaar van
njdelingsche ontlading erkend , ingevalle de afleider geene
voldoende capaciteit bezat, waartegen bij de inrigting Tan
Harris genoegzaam is gezorgd. Men vreesde oTenmin , dat
er eenig nadeel uit geboren kon worden , dat de metaal*
geleiding bi) de stengen der masten afgebroken is ; Wheat-
STONE ging zelfs verder en seide: dat eene vrije tnsschen*
rnimte van één k twee doimen geen kwaad kon Teroor*'
zdken. Overigens hebben wi) reeds medegedeeld, dat de
Coinmissie de inrigting van Harris gewijzigd heeft, door
de afleiding van den mast af langs de balken van het on-
derdek of van den koebrug naar de scheepsbekleeding te
vervolgen , waardoor het bezwaar wegens de geleiding door
het hol des schips grootendeels is weggenomen»
23. De nitwendige afleiding, die door Sturgeon is voorge-
steld, is zoo ingewikkeld, dat het niet bevreemden kaïf,
dat dezelve voor de practfjk ongeschikt verklaard wordt.
Hij stelt namelijk voor om eiken mast met vier afleiders
(1) M9ch. mag. XXXVII p. 110. Uariéok rf f4icu 4S p. 171.
UAitis lieeft zich faienncde niet kuMitn terecnigen.
Digitized by
Google
370
te Tooriien loopende paarsgewigie aan weérakanten langs
het want met name, de voor- en aehter hoofdtouwen; dan
nog worden de stengen der verschillende masten onderling
en met den boegspriet in- geleidende gemeenschap gebragt;
de afleiders zelve bestaan nit koperen buizen , kopertoaw
enz. De afleider zoude voor een fregtrt van 50 stak, big
het gebruik van evenveel koper als bIJ Harris stelsel,
kosten /ISOO; dus veel minder dan voor het eerste ont-
werp van Harris was begroot.
24. Het stelsel van Marttn Roberts verschilt daarin van
het gewone gebruik van kopertouw tot lossen afleider (de
Commissie noemde dit het Fransche stelsel) , doordien de
koord van den kloot af tot op het ezelshoofd van den be-
nedenmast langs de stengen neerhangt en van daar als bak-
stag naar de scheepsbekleeding afloopt. Edte heeft ins*
gelyks eene wijziging van het stelsel van Harris ontwo^
pen, nidt veel van Roberts stelsel afwijkende (1). Koper-
strooken zonden dienen tot -aan de honmier van de bramsteng
of steng, en dan koperdraadreep als pardoen tot aan de ko*
perbekleeding. De Commissie van de Admiraliteit was
niet gestemd voor het koperen touw als afleider, omdat
in de eerste plaats de mast-stengen door hetzelve te zwaai
zoude belast worden (2); in de tweede plaats het touw min-
der weerstand kan bieden aan de werking van den wind
en dan ligt verscheurd of weggeslagen wordt (3); in
(1) Er werd ook am de Commtsrie bet abiiirde plan Toor;^Iegd, om
den top Tan den maat met glas te bedekken.
(2) Dit bezwaar tt ook aan Rotsoh en tah Maboii niet ontgaan (L l)
weshalve zij voorgesteld hebben om in de bramsteng eene ijzeren slaaf
in te laten Tan den koperen top af tot op den hommer ; de staaf be-
neden met eenen haak te Toorzico en den afleider langs de bramsteog»-
pardoen te laten neerhangen.
(8) Het schijnt dat de G>mmissie op het metaaltoow heeft toegepast,
hetgene bij de ketenaflciders ? eelmalen is gezien , nademaal dit tooir »
buigzaamheid niet foor het gewone onder doet.
Digitized by
Google
371
de dtrde plaats kan de losse afleider eer Teronacktzaamd
worden , zoo als de ondervinding meermalen heeft geleerd ,
en in de vierde plaats wilde men aan deze afleiders niet
het Tolle Tertronwen van een yol maakt beschermingsmid-
del toekennen, zoodat de Admiraliteit het gewijzigde
stelsel van Harris bij de Britsche marine invoerde (1).
25. Desniettegenstaande is het gebruik van metaal-ton w, en
met name Ijzer- ton w door A. Smiths (2) ook op onder-
scheidene engelsche schepen en stoombooten tot bliksem
afleider aangewend (zie boven), namelijk op 14 schepen
en 12 stoombooten alléén tot afleider en op 36 schepen
tevens voor vast tuig. Het ijzerdraad is vertind. Het touw
(1) De tegenwerping ran Robirtt: dat het beslaan van den mast met
kopersirooken deszdfs eleciriciteit zoude verminderen , en dat het indj^yreQ
der na^ls deoxeWen zouden verzwakken, is natuurlijker wijze door de
Commissie beschouwd van geen invloed te zijn.
Nadat mijne verhandeling zooverre afgedrukt was, kwam mij in han-
den , de Verhandeling over ie Electriciteit dee dampkrings op 9ee
e» de middelen ter beveiliging van schepen ^ tegen het gevaar y
waaraan dezelve ten dien opzigte zijn blootgesteld^ door D. G*
HüLLlR, geplaatst in de Verhandelingen en Berigten betrekkelijk
let Zeewegen en de Zeevaardftmde , verzameld en uitgegeven door
Jr. 6. A. TI50AL en JicoB Zwart. Derde deel 1843. p. 1, en tot
mijn genoegen kan ik hiervan nog een belangrijk gebruik maken.
De Heer MuiLSR heeft nog de volgende bedenkingen tegen het stelsel
van HARRI& (biz. 76):
1^ Dat op den duur de koperen nagehjes zullen loslaten, vooral door
tterke uitdrooging tn warme klimaten.
2o. De invloed der inwatering achter de reepen en in de ^keiw
gaten.
30. Bet sleten der reepen door het voortdurend wringen ^ vnijven en
ichiiiven der rakken.
4o. De bijzondere aandacht, welke gevorderd wordt voor het onder-
houden der gemeenschap door de tuimelaars (blz. 368).
5o. Het onvoorzien toeval van het uitvallen of uitspringen van eene
reep koper, vooral bij de sterke buiging der stengen enz.
()) Mech. mng. XXXVn p. 579 en 582.
Digitized by
Google
372
wordt bevestigd op den top (cap) van de steng, loopt van
daar langs den mast tot aan de dwars zaling , waar hetsd-
ve aan eenen koperen haak is vastgemaakt, wordt vao hier
•naar beneden afgeleid voor het achter-hoofdtouw en eio-
digt in eene koperen plaat welke in den scheepswand gelegd
is en in de algemeene bekleeding overgaat. De kosten vnn
dit stelsel dat in twee dagen kan afgewerkt worden , be-
loopen op / 720,00, waar Harris stelsel vy f malen soovesl
en drie weken arbeid vordert. Inderdaad is de tijd
een belangrijk element, ten voordeele van de toawr-afld-
ders, omdat bij het wegslaan van den mast ook de aflei-
der in hetzelfde ongeval deelt. Verder is men bij dea af-
leider , uit metaaldraad te zamengevlochten verzekerd van
eene onafgebrokene geleiding; welke, hg eene zamenstel-
ling nit metaalstrooken , over eene lengte van 40 — 70 ei
ned. op enkele plaatsen gebrekkig kan uitvcdlen.
26. Het grootste bezwaar tegen de koord- of touw-afleiden
ontstond uit de omstandigheid, dat dezelve niet vast xfn-
ren, maar tijdens het opkomen van het onweer werden
uitgehangen. Dit bezwaar heeft men eerst langzamerhand
gezocht op te heffen* Langen tijd begreep men, dat hei
bof/enetnde der afleiders, vooral wegens bet strijken en
neerlaten der stengen, moest los blijven (1); in lateren
tijd besloot men , dat het beter ware hei benedeneinde vrij
ie lalen en bij opkomend onweer over boord werpen. Bg
de koord- afleiders , zoo als die ook bij ons in gebruik
zijn, wordt namelijk: de koord aan de brampardoen, over
deszelfs geheele lengte, door iyzeren ringen gehecht (2),
(1) Ia daarentegen het boTeneinde Tatt, dan ootitaat er eeo beswaar
bij het strijken door het trompetsgewijze opbindeo der koord, dat oo
TTtj vrordt.
(2) De koord wordt aan de atang op den (op gehecht, loopt van
daar tot op den hommer der brtmateng r^gtatandig, en fervolgt langt
den brampardoen. Dit is Tolgens den Heer D. 6. MoUBS het i^' mi#
gebruikelijke slelael (I. L p. 59> Oetgene door ndj op bh. 855 ^ncgd
Digitized by
Google
373
têj moet das èe rekbaarheid der pardoena en de betr^iog
van het tuig zonder te breken kannen volgen» en dit
scheen niet doeol^k by eene gelijktijdige yaatheehting van
bet benedeneinde met de koperfauid enx. of lierer bij eene
▼astheehting der twide einden. Het was wel is waar be-
ter ook het benedeneinde yrij te laten, dan bet boven*
einde; hetselve werd dan gewoonlOk aan de rost in eenen
uithoader (doove-jotje) vastgebonden , maar ook hier lijdt
bg veel door bescbadigiBg en beweging. Verder heeft men
de bedenking geopperd, dat na het nitwerpen van het
losse einde in zee, men niet verzekerd is ia onstuimig
wéér (wanneer toch alles er van afhangt) dat hetzelve
onder water (1), en dus ook de afleiding volmaakt blijft.
27. Nadat men het plan van tan Marum (2) by on%e ma-
is wegens de verdeeling des afleiders in twee deelen (yolgens eene
vrieodelijke mededeeling) heeft denkelijk belrekking tot bet stelsel Tan
den Heer BIüLLXii, dat mij Troeger niet bekend was.
(1) Dit bezwaar is in 1839 door den Kapitein ter zee PillNG aan
het Departement Tan Marine op nieuw medegedeeld. Zie de verkonde'
Ung Tan den Heer HuilXR blz. 60.
(2) De Heer MoiLiB geeft een geachiedkandig oTerzigt Tan hetgen«
bij ons Terrigi b ten opzigte Tan de marine-afleiders « Traaroit Tnj hek
volgende ontleenen:
In 1766 werd door den Equipagemeester W. MiT bier te lande het
gebruik der scheepsafleiders Toorgesteld, doch eerst in 1781 werden de*
zelre algemeen ten gebruike verstrekt op de Lands schepen, en in 1788
werden ze op nieuw door de Commissie tot de lengte der see aan-
bevolen. In 1796 werd het eerst Tan koperdraad^nfleiders gebruik
gemaakt; de oudere waren metalen ketens Tan \ R. dm. dikte cTen ala
de landmelers-keteDa met achakels van vier R. Toelen lengte.
Nadat TIN MiROM's iorigting in gebruik gekomen was, werd in 1822
bepaald dat de afleider steeds op de aangewezene standplaats
moei 9tjn', het benedendndè hing lot over boord. Evenwel werd op
€cn achip slechts één afleider gebruikt, want in 1828 werd veorge-
adireven, om twee masten er mede te vo&raien^ namelijk de groofe
en de fokkemast. Waarschijnlijk werd men hiertoe bewogen door het
Mg«Tal Tan het fregat de Etsfidite Mun betel ¥MI Kapitala Wüu
Digitized by
Google
374
Yine (bis. 352) bad ingevoerd , werdeD er mog ondenohei*
dene w^sigingen bif oas voorgesteld, die evenwel minder
doeltreffend waren. De Equipagemeester P. J. AsMUt
had in 1820 yoorgeeteld den koordafleider regtstiwdig ea
los Van den top, achterstengen en masten, door d«a mart
heen, naar beneden te leiden, en wel benedendeks binnen
eenen koker te vervolgen tot op het %a4ulhaut^ Daaren-
tegen stelden de Koninklijke Instrumentmakers J. M. Ku>
MAN EN, Zoon in 1822 voor, om, de afleiderskoord inwen-
dig door den mast te leggen, en in eene koperen plaat ia
het spoor te doen eindigen , vanwaar de verdere geleiding
zonde geschieden door middel van koperen bouten tot eene
uitwendige plaat. Later nog werd door dezelve (in 1826)
aangeraden, om op eiken top eene afleiderstan^ te stellen,
deze onderling door kettingen te verbinden, en de af-
leiding van voren over de boegspriet en van achter over
den gaffel naar het water te brengen*
De laatste verbetering is van den Heer D. 6. Mui^lbr
in, 1843 (1). Wat de uitvoering betreft komt dezelve veel
overeen met de beschrevene van A. Sbutus. De afleider
hangt van de top achter de bramsteng en de steng tot op
den mast neder, loopt dan langs het achterste hoofdtouw
van het onderwant door de rust, en wordt op de koper*
huid vastgehecht. Maar nu %oude dezelve in drie ein-
den, voor bramsteng, steng, mast, worden verdeeld of
liever uit drie lengten worden zamengesteld,. De losse
einden (voor welke eene lengte van drie palm vrij bl^ft)
worden door kabelgaren te zamen gebonden; bij het strij-
ken der stengen kan men dus de lengte inkorten, en bij
AIRBURO in 1826, toeo de groote ma«(, met eensn afltiier voar^
iiienj Trij bleef, en de bliksem sloeg in den anderen mast Er zal dns
oog de dag aanbreken, dat mee bg onze marine al de masten met a^
leiders zal Toorzien.
(K) UUroerig beeft de Heer KousR zijn stelsel ootnikkeid blz. TSenib
Digitized by
Google
375
iMt wegocMiMi van dearive, ktn ook de daarbij behoorende
lengte wordm geborgen. Verder wordt op elke top eene
<^vangiitang van 1 dm. igser geplaatst (2,6 n. óm.) ge*
plaatst, die van boven op | dm. (2 dra. n.) toeloopt; —
elke top heeft namelijk eene vaste opvangstang, of de op-
van gstangwordt naar de verschillende toppen verplaatst. De
koord van 13 streep dikte zoude vervaardigd worden uit
vier strengen van welke ieder uit drie driedraads strengen
bestaat, en dus uit 36 enkelvoudige koperdraden van
1,5 — 1,7 streep dikte. Een nederl. el van dexe koord
kost op de Rgks lijnbaan vervaardigd gemiddeld, met het ar-
beidsloon , ƒ t en weegt ^ ned. S. Voor een fregat van 44
stuk koet elke afleider ƒ50,00 (50 nederl. ellen) en du€
voor alle masten / 150,00.
Dit stelsel lijdt aan een groot beswaar, hei a/breken
iler zoogenatwtde continuiieii van den afleider. Hoe kan
men verzekerd , zijn dat deze steeds en onder alle omstan-
digheden door ondergeschikte personen zoo uitgevoerd
wordt, dat de electrische stroom ongestoord zal voort*
vloeijen.
28. Onder alle inrigtingen belooft die van Shith met ijzeren
kabels de meeste voordeden. Bij de hooge praetiscbe
ontwikkeling der kunst om metalen touwen, kabels enz. te
vervaardigen, lijdt het aan geen twQfel, dat men deze
wel nit eene lengte zoo kan verkrijgen, dat zij in rek-
baarheid niet voor het gewone touwwerk zullen onderdoen
en dos ook als afleiders zullen kunnen dienen.. De kost-
baarheid boven de opgeroeide koperen koordafleiders, is
nog verre beneden die van Harris's constructie en zal dus
voor hem, die de veiligheid zijner schepen ter harte gaat
ge^i bezwaar opleveren.
e. JBe invloed van het onweer op spoorwegen*
Nadat door ons beschreven is al hetgeen de besehertaling
Digitized by
Google
376
tan gebotiwen eh schepen tegen bet onweer betreft, die-
nen wij een oogenblik stil te staan bi| bet bescbenwcn
Tan den invloed des onweérs op spoorwegen. A priori lam
men xeggen, dat bier eene drievoudige gelegenheid be*
staat, om bet onweer aan te trekken, namelijk de boTsa
de aarde uitgespannen telegraaf draden ^ de spoorstaven
en de voorbijsnellende spoorwagen. Dat bet onweer op
de telegraafdraden werkt, ja dat selfs de atmospberiscbe E.
als soodanig haren invloed heeft uitgeoefend, is reeds door
meer dan één voorbeeld gebleken — wij komen daarop in
bet hoofdstuk over den electriscben telegraaf terug, de
jEaak is allezins van belang, want men brengt sijns on-
danks het electriscbe vuur binnen een gebouw en is on-
verhoeds aan het grootste gevaar blootgesteld'.
Ook de spoorstaven zijn bij enkele gelegenbeden door
het onweer getroffen geworden ; nadeelige gevolgen be«ft
men niet gezien. De voortgeleiding is hier meer beperkt
of liever afgebroken.
De spoorwagen kan drie oorzaken van gevaar opleveren,
wanneer dezelve tijdens het onweer in beweging is; sg
verdienen onze bijzondere aandacht boven en behalve de
gewone omstandigheden, waarin elk voorwerp sich dan
bevindt. De metaalmassa des wagens, de rook- en daiq^
kolom, die uit denzelven oprijzen, de snelle bewegingen
de daardoor voortgebragte tocht of Incbtzaiging, werken
te zamen om eene eicplosie van bet onweer uit te lokken.
Wij herhalen hier hetgeen reeds vroeger door ons is me-
degedeeld (Deel IX bl. 565 art. IX). Eene schnkkel^ke
explosie heeft plaats gevonden tijdens een allerhevigst on
weder nabij Reading in Pensylvanië ; Dr. Lardner , die
den verongelukten locomotief »AtcAi9io9uf onderzocht, boadt
als waarschijnlijke oorzaak, dat dezelve door den bliksem
was getroffen. Er bestond eene gebeele verbrijzeling, en
de stukken waren tot op aanzienlijke afstanden voortgeslin-
gerd. De oorsaken van bet ongelak waren niet toéte scbrij-
Digitized by
Google
377
Y6Q aan gebreken van ketel of locomotief, noch aan onacht-
xame of slechte bediening. Indien ook al geene andere
oorzaak op te sporen ware, dan het onweer, aan hetwelk
de trein reeds sedert geruimen tyd was blootgesteld, dan
bligft het nogtans duister hoe dit onweór gewerkt heeft*
Dr. Lardnër namelijk wilde niet de losbarsting des on-
weer» als aoodanig en alleen beschuldigen, maar neemt
eene middellijke werking van hetzelve aan » doordien het
eene overhitting en vervolgens eene plotselingsche en over-
matige scoomvorming zoude veroorzaakt hebben. De spoor-
staven waren ter plaatse van het ongeluk als het ware
door midden geuiagd.
Hieraan sluit het volgende hoogst merkwaardige voorval
medegedeeld door Jobabd aan Ssouier (1), en waargeno-
men op den Belgischen spoorweg tusschea Gent en Luik,
nabij het Station Mechelen. Men zag namelyk den 21
Jan|| 1841 s'avonds te 6| uur bjy elke zamenvoeging der
spoorstaven een electriek licht, waarby tevens een eigen-
aardig knitteren hoorbaar was (une éspece de petillement,
de craquement). Verder schenen de reraorquer Marie
Therese met nog eeoige waggons voor een oogenblik ge^
heel in vuur te stcuin; schitterende licht-bandels straal-
den van alle hoekige vormen; b(j het aanraken ontving
men een' sterken schok. Het versch(jnsel duurde vijf mi-
noten.
d. De afleider beschouwd overeenkomstig de leer over
de geleiding van de electriciteit.
Overeenkomstig de theorie is het beginsel der onweér-
. afleiders zeer eenvoudig, namelijk 1) er wordt eene on-
afgebrokene metaalgeleiding daargesteld van het meest uit-
stekende of vrije punt Tan een gebouw of schip af tot in
den vochtigen aardbodem of het water; 2) de £ des on-
(1) Compies Eendus T. XIII. p. 233.
Digitized by
Google
378
weérs volgt dien metalen weg , wanneer deze de korftte
18 , en er geen voorwerp nabij is , dat eene rnimere en
snellere afleiding (minderen tegenstand van geleiding) aan-
biedt; 3) de E zal niet mechanisch werken, noch warmte
opwekken , noch scheikundigen invloed uitoefenen , indien
de metaalgeleiding aan hare hoeveelheid geëvenredigd is
en den gertng8te?i tegenstand vfin geleiding aanbiedt.
Hieroit volgt nu voor de toepassing:
a) dat ELK metfial even goed aan het oogmerk kan vol*
doen, mits men %org drage voor eene rnime aflei-
ding, t^'e/*e afhankelijk is van den stoffelijken aard,
en de afmetingen in doorsnede en lengte. Maar met
het aannemen van dezen regel moeten wij ons verklaren
over de tegenstrijdigheid , welke ten dien opzigte bestaat.
Het is bekend dat men de geleiding der zoogenaamde spaa-
nings (frictie) electriciteit stelt langs de oppervlakte van
ket geleidende ligchaam onafhankelijk van den inhoud en
de massa of de stoffelijke hoedanigheid des geleiders ; bg
den electrische stroom van galvanische en andere electriciteit
is daarentegen de geleiding afhankelijk van den inbond des
geleiders en de stoffelijke verscheidenheid , terwijl de op-
pervlakte er geen invloed op uitoefent.
Aannemende , zoo als ook werkelijk het geval is , dat
de electriciteit, uit welke bron zij ook mogt ontstaan
zijn, eene en dezelfde blijve, schijnt in de gemelde wet-
ten van geleiding eene tegenstrijdigheid te zijn gelegen.
Dezelfde tegenstrijdigheid is ook de oorzaak geworden van
het verschil in gevoelens over de inrigting van den blik-
semafleider, daar de één slechts spreekt van een maxi-
mum van dikte of doorsnede , terwijl de oppervlakte bal-
ten rekening blijft (van van Marum af tot Harris en a.)t
en de ander wil de grootste oppervlakte van afleiding (MuR-
RAT, Hknrt en a.) (1) Harris, Prechtl en andere leg-
(1) Horrat ifvijkt geheel en al Tan de bekende daadzaken orer de
Tcrspreidiug der E af, wanneer hij (lie boTco biz. 337) meent eene
Digitized by
Google
379
gen dudelUk overeenkoBMüg de bekende wetten van Ohv«
^t men de doorsnede dient te vergrooten, naannate de
afleider langer gemaakt moet worden, opdat de grootere
doorsnede vergoede , wat door den tegenstand eener meer-
dere lengte vertraagd wordt (1). Paechtl sprekende over
dé ijseren afleiders segt selfs , dat het raadiaam is , aan
de stangen de geringste opperrlakte te geven, opdat i(|
het minst aan de inwerking der lacht souden zijn blootge*
stdd.
De tegenstrydigfaeid wordt nog grooter, wanneer men
daarbQ in aanmerking neemt, dat de atmospherische eleo*
triciteitvan gelV|ken aard gehoaden wordt als de wr^vings*
ef spannings-electriciteit. Het is immers ook dese over*
eenkomst, welke aanleiding heeft gegeven tot het aanwen-
den van spitse punten bij den afleider. Het algeheele in*
hollen van een voorwerp binnen een metalen net van goedgelei-
dende stof (meer of min het stelsel van Sturgbon by
schepen), het inkleeden van een gebouw over desselfs ge-
heelen omvang in metaal (buskruidmagazijnen) , soude de
verspreiding der E naar de binnenruimte wegnemen, soo«
ab de proeven van Fhanklin, Coulomb, Aoardh, en ten
hatste Farabat overtuigend loeren.
De Baak komt derhalve daarop neder: moet bg de pcao*
tQk des afleiders gevolgd wordt de wet i^an verspreiding
van de siatische E^ zoo als Coui^mb ze het naauwkeurtgst
heeft doen kennen; of die van den electrischen (dynami*
9che E.) stroom, welke w\) aan Ohm te danken hebben.
Dat de verschijnsels van de statische E., hare verspreiding
laogs het oppervlak eens ligohaams overeenkomstig deszelAi
iukhele geleidende oppervlakte ie hunnen verhrtjgen\ dit reiw
nadt ten eeoenmale onkunde Tan de eerste be^nselen der electrid-
teitileer.
(2) Prichtl l lp. 475: i>denn auch die Metaüe werden %u
*cUeekien Leitem^ wenneie niol4 Massa genug haben^t die Eleo'
triziigi ungekinderi dureh sm lassen,^
Digitized by
Google
380
vorm en onafhankelijk Tan desxeMs massa, boven allea
twijfel Terheyen zijn, behoef ik slechts te herinneren; maar
daarenboven heeft ce Poisson wiskunstig bewesen : aanne-
mende dat elk stofdeeltje evenveel van beide E. bevat,
ivelker volmaakt beweegbare deeltjes volgens de wet van
de omgekeerde rede van de vierkanten der afstanden el-
kander aantrekken en afstooten, dan moet het evenwigt
bestaan in eene verspreiding over het oppervlak, en af-
hankelijk van den vorm eens ligchaams.
P. Knus (1) handelende over de absolute Uuiing der siof^
zegt: In den staat van rust brengt de E. in de stofdeel*
tjes eens ligchaams geene verandering voort; hare werking
wordt slechts door den vorm en niet door de natour des
ligchaams gewijzigd. Deze allezins merkwaardige eigen-
schap der E. kan evenwel niet tot de gevolgtrekking lei-
den, dat de stof niet ontvankelijk zoude zQn voor eene
volstrekte (absolute) electrische lading. Met hetzelfde regt
kon men volgens de ondervinding het tegengestelde aanne*-
men, omdat de E. een ligchaam verwarmt, ontleedt, ver-
brijzelt. Dat zijn wel is waar verschijnsels van ontla-
ding, maar aan elke ontlading moet toch, hoe kort dan ook
van duur, eene lading voorafgegaan zQn, en by gevolg
moet het geheele ligchaam, in deszelfe massa geladen ge-
weest z(jn. De afleider van het onweer dient niet voor de
verspreiding der E. tot een statisch evenwigt vart lading,
maar voor de ontlading dus voor de voortbeweging der E;
bij moet den electrischen stroom doorlaten. Eigenlijk
wordt de afgebrokene beweging {discontinuirliche Strom)
door de massa de oorzaak van het gloeijeo , smelten ,
scheuren en verstrooijen der stofdeeltjes, terwQl de
aanhoudende stroom [continuirliche Stram) slechts che-
misme en magneetkracht ontwikkelt (2). Derhalve komt
(1) Repertorium VI. p. 118.
(2) Rus in POGCINDORPP*! AnmUen LXIV pi 628: en HlHBlCl idem
LXIV p. 845. PuTiER Qmptes Bendms. Dec 16 1844.
Digitized by
Google
3S1
de doorsnede van den afleider alleBins en in de eerste
plaats in aanmerk! ng, omdat bij de dynamische E* de te*
geastand van geleiding des te geringer wordt, boe meer
de doorsnede aangroeit; de oppervlakte kan naar vorm ea
grootte buiten aanmerking blijven. De doorsnede dient des
te grooter te worden, hoe langer de afleider moet sljn; zij
moet Toor de metalen verschillend genomen worden, naar
mate zQ in andere verhoudingen geleiden.
Wq stellen dns:
h) dat de torm dee afleiders onverschillig is; metaal-
strooken, metalen baizen, te zamen gevloch*
ten e draden %ullen alle even goed aan het oogmerk vol*
doen, indien het sub a. gemelde wordt in acht genomen (!)•
c) Ifai de grootte van de doorsnede des et/leiders uit
de ondervinding moei a/geleid worden^ Wij hebben
gezien, dat men hierbij tot voorbeeld gekozen heeft eene
metaaldikte, welke tot nu toe bevonden is, als aan de wer-
king van bet onweer te hebben weerstand geboden* De
grootste opgave voor koper bedroeg 2,85 vierk. ned. dm.
(Londonsehe beurs) ; op schepen 1,25 vierk. ned. dm. (Har-
Ris); voor geslagen y%er 2 vierk. ned. dm. (Pi.ibninger);
/(W3 vierk« n« dm. (Kraatenhopp) ; gevlochten koperdractd
1)32 vierk. n. dm. (van Mjlrum) (2).
(1) Het it er rerre Tan af, dat men de eenroudi^ beginsels der af-
leiders algemeen bekend mag Tcronderstellen.
Het Pepart. van fabrtjhwezen en handel te St. Petersburg stelde
aan de Academie de vraag TOor (Bulletin de PAcademie Imperiale
des Se. de St PeCersb. T. IV. p. 301. Mei 1S45) of men niet de ijze*
ren afleiders kon verrangen door die Tan gevlochten geel hoperdraad,
welke men in Weenen gebruikt, omdat bet minder kostbaar is en niet
exy^eK. Het werd aan Jacobi en Lssz opgedragen om rapport oit te
brengen.
LiRZ gaf aan dezelre berigt Tan een betoog, door hem aan het De.
pw^ement der Artillerie Verstrekt oTer de noodiakelijkheid om de me-
^^albeklee^ngYan liet dak eens kruidmagazijns met den afleider te Terbinden.
(2) Het beschutten der oppervlakte tegen roest enz. wordt meestal aaiv*
Digitized by
Google
382
d) Ifai de smtts uitbindkn dl^r ti/leiders eir nadeelig
dan voordeelig %ijn (bl. 840) , in één woard^ onmuitig ^gn.
De werking van de spitse uiteinden behoort geheel en al
tot de klasse der statische E. Voor de dynamische wer-
king der E. bestaat hier de minste gelegenheid.
Is het denkbaar, dat de eleetriciteit juist de bovenste
spits aal treffen, en dat als het ware de bliksemstraal
op haar gerigt wordt? Meestal treft de straal in eene
schuinsche rigting, zelfs in enkele gevallen herisontaal (!)•
e). Wanneer de metaal-geleider genoeg%ame capaciieii
heefl^ dan %al hij de E» sonder nawerking afleiden
en kan sonder eenige bezorgdheid oitniDDeiaJiK
AAN HBT TE BESCHERMEN TooRWBftP ingehechl worden —
ISOLATIB t> ten eenenmale onnood ig (bis. 347, 10).
f). Eene bijzondere omzigtigheid tt er no^digywanr
neer in de nabyheid des afleiders^ in des'mlfs werkkring
(sphère d'activité) meer of min groote hoeveelhe-
den van goed geleidende stoffen aanwezig zijn«
Dit punt vordert onze aandacht, ten opzigte van voor-
werpen, zoowel buiten (blz. 347) als binnen (blz. 366)
eenig gebouw geplaatst, dat met een' afleider is voorzien.
Het afwijken van den electrischen stroom van de ho<rfdrig-
ting , het overspringen van de electrische vonk en de in-
ductiewerking kunnen op geene wijze worden voorkomen;
tenzij men alle voorwerpen van éénigen omvang in eene
metaalgeleiding en verbinding stelle met den eigenlijken af-
leider. Bij gebouwen, die tot derzelver constructie veel
metaal vorderen of met veel metaalwerk worden voorzien,
geraden. EllK BIiriim wil daareniegen, doi de afleider metmmihltmi
wordt gehouden, Comptet Bendus XXI. p. 771. Hoe bij ziilkf wil
doen, woidt evenwel niet opgegeven.
(1) De dom te Straalsbnrg;
PotiGiifDOBFF'8 Annalen LXVI. p. 6M. Evenwel worden de ra'i
der fchepen niet door bet onweer het eent getroffien; ahbani is er
geen Toorbeeld bekend.
Digitized by
Google
383
behoort men reedt aaoTankelijk: den bouw zoó te leiden, iat
de afleider doelmatig aangelegd kan worden. Op schepen
ii dit niet minder gewigt wegene de kanonnen (1).
Wg dienen allezins te onderscheiden tu9schen het over-
springen van de vonk » de xoogenaamde sijdelingsche ont-
lading en de inductiewerking; de eerste kan schroomelijke
gevolgen hebben , van de laatste is dit niet denkbaar. De
ondervinding alléén kan ten dien opzigte eene nadere be-
slissing opleveren; het stelsel van Harris kan veel daar-
toe bedragen. Vele gevallen van zijdelingsche ontlading
waren wel is waar gevolgen van onvolmaakte gebrekkige
afleiding, maar er zQn ook, die dfeuiraan niet geweten kan-
nen worden (blz. 366).
g). De OMVANO VAN DEN BESCHERMINGS-CIRKEL iS tot nU tOB
door de ondervinding niet aangewe%en (2), Het is niet
waarschijnlijk, dat zulks ooit geschieden zal (blz. 344 art. 3)»
looals reeds door ons is opgemerkt (blz. 346). Elk gebouw
o{ vaartuig van eenige uitgestrektheid^ of met meerdere uit-
stekende gedeelten voor%ien , dient door meer dan éénen
afleider te taorden beschermd j vooral indien het alléén
en afge%onderd staat*
Vergeten wij niet ten slotte, aan de zoogenaamde op-
gaande rigting des onweèrs , zoodat men eigenlijk niet al-
toos aan de neerslaande rigting des bliksems kan denken
Marianini beeft de aandacht er bijzonder opgevestigd (3),
^ de wetenschap moet deze nog nader toelichten. Men
kent de zoo gevreesde vuurballen op zee, die steeds nood-
lottig zijn voor de vaartuigen welke ze bereiken.
(1) Verhandeling Tan den Heer MfTLliR blz. 75 en elders.
(2) Lul» heed reedt in 1825 bepaaldelijk dese aelling aangeno-*
mea. Edinh. Pkihsoph. Joum. 1825. Meek. mag. XXXIX p. 80.
De afleiding op schepen beTesligt dezclTe nog moer.
(3) Amnal de Chim. ei Phys. 1845. 8c Serie XIIL p. a45. EUc-
•^•^ nmgmr. n. t». 11.
26
Digitized by
Google
384
Wij kammi diui van de leer des afleiden afsti^peB.
Het lag niet in ons doel, cm den aanleg van eenen blik-
semafleider te beschrijven 9 want hiervoor vindt men ge-
schikte handleidingen aangewezen. Wig wenschten veeleer
het uiteen loopen van veler gevoelens, het verschil van vele
voorstellen toe te lichten. Wij zochten naar de aan de
ondervinding ontleende en bevestigde daadsaken; hiMt>p
hebben wij ons oordeel gegrond , om vele algemeen
genomene denkbeelden te bestrijden en in derselver
licht te ontwikkelen.
Wg hopen hierdoor de aanwending der afleiders dte^ bif
ons nog 9 %oowel ie land als te waier^ v€r%uimd wordt ,
te bevorderen. Het is %elfs te verwonderen ^ dai onste
vele scheeps'gebouw' en molen-- assurantte-maatsckap^
jnfën de%e %aak niet meer ter korte nemen/
A. c. Ife Hc^elafleiders (Paragrële).
Wanneer wij den hagelafieider onder de afdeeling der
electriciteits«afleiders brengen, zoo geschiedt znlks niet,
omdat wiy de etectriciteit als oorzaak van de hagelvorming
houden^ maar omdat deze stelling langen t^d is en nog
wordt volgehoaden. MtisscHCNBaoBK was de eerste, die
deze leer verkondigde; Volta heeft haar op nieuw ver-
dedigd (1), en nog z^n er velen die haar in alle ojmigten ge-
trouw zijn; onder anderen noem ik slechts Pelticr en Ara-
Go (2). Reeds in 1785 werd door de bekroonde verhandeling
(1) Li Cog beTondt zich in eenen hagelwolk, zonder eenig ▼erscbijn-
icl naar VotTl'S theorie, te bemerken. Comptes Bendus 1836 p. 324.
PoGGEifDORrrs AutuUen XXXVllI. p. 606,
(2) Abago bescboumrt de haselTortting uU dit atandpnot, zooals bGj-
ken kan uit zijne yerhandelin^ over ke$ voarspeUe» van kef weder*
Bij Terklaart het yenchijnsel : dat in Sardinië die provincifo , wier hfic-
gen met boisdien bedekt ^n^ vAa kasdsbg berryd blijven» — ^^nit den
inyioed Tan de booBien, om tf dienen ali eT^ zo» mie blikaefnailei*
Digitized by
Google
386
van Placidus HnmiCH 1^ de Bei^ersehe Academie (neue
AhhanM. der BaierscAe Academie %u Munohen T# V.) en
later in 1798 door £. F. Wrbde en C. 8. Wsns bg de
Berliner Geselhèhaft mUurforsokender Freunde (nen»
SehrilteB T. HL) aangetoond, dat de E. niet de hoofd-
oorzaak ia van den hagel , %y verge%eU alechU %ijne vorming^
it er een gevolg van. Het sij dus genoeg te uiteggen, dat
de leer van L. von Buch, gestaafd door de onderzoekin-
gen van Olmsted en nog meer door de grondige naspo-
f logen van Kamtz hoogst waarschijnlijk is, en dus de ha-
gel geboren werdt door de tvorsteling van koudere en
warmere lucktstroomen,
In 1776 heeft Guenant ob Montbrillard het eerst den
onweér^afleider ook als hagelafleider voorgesteld; — het
Ueek echter bij ondwvtnding, dat hij wel tegen de elee*
tricitett des onwedrs, maar niet tegen de onweérsbni kon
beschermen. In 1820 trad la Postollb (biz. 338 E) met
zijne stroo-afieiders en houten staketsels op , die later door
Tbollard met metalen spitsen werden voorzien; velden en
wijnbergen in het 'zniden van Frankrijk, Dnitschland, Zwit-
serland en Italië zocht men op deze wijze tegen hagelslag
te beschermen; natnur* en landhnishondltundigen twistten
met elkander, zelfs gevestigde aatoriteiten vermogten niets
tegen het onzinnige plan , totdat eindelijk de uitkomst de
hoog gespannene verwachting veredelde. Paupaille was
de laatste, die deze hagelafleiders in bescherming nam (1).
Later heeft men nogmaals voorgesteld, om eenen metalen
kogel met vele punten gewapend, in eene hagelwolk op te
laten en dan de E. door een aan denzelven hangenden af-
leider af te leiden, opdat er |[een hagel gevormd zoude wor*
den, die ftil en br| Toortduring werken. De E zoude onmisbaar zijn
^^oor de hageWorming. Algemêene Konst en Letterbode 1846 n<>. 48.
p.259.
(1) AnnoL de la Soc. Unnéenne de Paris 1827 Sepl. p. 116.
Digitized by
Google
886
iea (1)« Mmi heeft diu van deselfde TeronderatelliDg of
liever dwaling gebruik gemaakt sonder gnnttig gevolg.
De aodere beschemingsmiddeleD tegen hagelslag, bo-
msteode op eene mechanische verdeeling van de wolken »
bet opwekken van storende luchtstroomen enz. behooren niet
tot ons onderwerp. Voor soover men thans in de kennis dier
onderscheidene hulpmiddelen gevorderd Is, hestaat er geen
onfeilbaar kunstmiddel dat Aier met den bliksemafleider
gelQk gesteld kan worden (2).
A. tL De Elêciricüeilê^Jlintler van den stoomketel.
(Electrofugé).
Wij hebben reeds vroeger gesproken (Deel IX p. S60)
over een voorstel van D. Tassin, namelijk, om den stoom*
ketel met eenen afleider te voorzien, ten einde de ont-
ploffing af te weren, welke de etectriciteit van den stoom
sonde kunnen veroorzaken.
Naar hetgene ons bekend is van de ontwikkeling van
E. door de stoom vorming, behoef ik niet omstandig dit
heraensqhimmige plan verder na te gaan. Het bdioorde
hier genoemd te worden, omdat het met ons onderwerp in
verband staat.
(1) Mêch. mag. XXXI p. 31.
(2) MUm. th PAcmdemie d^s Soiénce$ de Pons 1880 T. IX. |i.51
Mei vervolg Menuu
Digitized by
Google
>mc^
fFenken over de mogelijkheid der vermeerdering van^
voedselmiddelen in Nederland ^
door
H. C. TAN HilJW
£en der onderwerpen, welke op dit oogenblik het
meest de aandacht bezig houden, is de behoefte der min*
dere klasse, veroorzaakt door de groete duurte ten ire-
volge van het gedeeltelijk mislukken der beide voornaam-
ste voedselmiddelen onzer Natie. Men vraagt, welke
hulpmiddelen bezit Nederland in zich zelf, om in de zoo
algemeen gevoeld wordende behoefte aan levensmiddelen
te voorzien, en zoo men al de herhaling van zoodanige
rampen, als 1845 en 1846 ons in eene eigenaardige we*
dersgesteldheid en ziekien van planten hebben doen ge-
voelen , niet kan voorkomen , hoe men dan op andere wij-
zen hulpmiddelen kftn zoeken tot vermindering van het,
niet dan al te ernstig dreigende kwaad?
Al wat, zoo ver het vak mi)ner studie aangaat, hiertoe
in aanmerking komt, in enkele bijzonderheden na te gaan,
rekende ik geen geheel ongepast noch natteloos onder*
Digitized by
Google
388
werp te zijn, om daaraan eenige oogenblikken toe te
wijden.
Wanneer wij met hetgeen ons het naast is, met de
Toortbrengselen uit het Dierenrijk aanvangen, xoo zijn
er enkele zUcen, waaromtrent ik mf] zai vergenoegen met
een enkel woord hierover aan te stippen , daar eene volle-
dige beoordeeling van dil gedeelte mijns onderwerps te
veel buiten den kring mijner kundigheden zoude liggen.
Het is wel bekend , dat wiy vele inlandsche zoogdieren
en vogelen tot voedsel gebruiken en dat nog al enkele
personen hierin een bestaan, anderen eene aangename uit-
spanning hunner bezigheden, ^ sommigen ook wel eene
afwisseling van niets doen zoeken. Ik vermeet mij niet
de wetten en gewoonten op het jagtwezen en het honden
van sommige soorten « van vogels half in het wild, de
duiven b. v. %wanen en ganzen^ die vaak ook aan het
eigendom van anderen nadeel toebrengen, in alle opzigten
te beoordeelen, maar meen dan toch te mogen vragen,
of er voor elks natuurlijk eigendomsregt bij dit alles wel
altoos genoegzame «org is gedragen en of het nadeel dat
konijnen^ hazen^ uitvliegende tiuiven^ zwanen enz. aan
de veldvruchten en andere^ voortbrengselen van akker of
weiden toebrengen, niet vaak grooter is, dan de geringe
vermeerdering van voedselmiddelen , die hieruit voor de
Natie ontstaat; zonder nog te spreken van den iijdj dien
velen voor een luttel gewin verliezen en die met dit
kleine voordeel in geene aanbevelenswaardige verhouding
staat. — Ervarene landlieden weten veel te verhalen van
het nadeel,, dat zij van zoodanige door de wet eenigzini
in bescherming genomen dieren menigmaal in hunne oog-
sten ondervinden. En dat de konynen b. v. hoewel in
een groot deel van ons land, vooral in de duinen aan den
vasten wal van Holland, grpotendeels uitgeroeid, echter
op andere plaatsen Hog menigvuldig zijn, is op de heide-
velden in Utrecht, Gelderland en elders wel bekend ea
Digitized by
Google
389
UQkl ook ëaarait, dat onder andereo nog ia 1843 de ko-
iigneiiyan§r8t op ter Sekelling Terpaeht is Toor/1093, o^
Vlieland voor/ 153 (1).
Meer voordeeÜg, en sonder schade voor andere bedrijf
Teo, is de vangst va». ondèrsoheidene vogels, vooral treky
vogels 9 welke ooae seekusten en binnenwateren xoo over«
vloedig dikwijls besoeken; waarraitreat de eendenkooijen
b. v« alle bescherming der Begering waardig afjn. Een
gioot aantal derselve is op onae kusten, aan den Biesbosch
en de groote rivieren ia Zoid-HoUand en elders in moeras*
rige streken verspreid. Als men statistisch konde nare-
kenen» welk eén overgroot aantal vogels en derzelver
eljeren hier nit het wild worden opgesameld en deels tot
voedsel der iagesetenen verbruikt» deels naar het naburig
Engeland versondea worden,, dit sonde gewisselijk eene
aanmerkelijke som beloopen. In sommige kooien aan den
Biesbosch vong men in Nov. en Dec. 1844 in 4 dagen
tijds 700 — 800 stuks eendvogels , die te samen voorseker
eene belangryke waarde vertegeftwoordigen (2). De insame-
ling van eijeren bedraagt alleen op het kleine eiland Aoitum
jaarU)ks door elkander meer dan 10,000 groote en 30,000
kleinere eijeren en ook op eenige andere onser Noordelyko
eilanden is die vangat veelal aansienlijk.
Van hoe overgroot belang de Nederlandsche visseheryen
iQli, soo op onse binnenwateren, als vooral in de opse
stranden omspoeleede see, is algemeen erkend eo, b^ do
groote doorte van alle sp^aen uit het Dierenrijk, valt dit
behog thans bijsonder in het oog; maar het is de vraagt
of men in sommige streken door eene betere inrigting der
▼isch-schepen, wat de langdurige bewaring van den visch
aangaat; door eene meerdere aorg voor den aanleg van
oesterbanken en door de toepassing onzer kennis van do
(1) Staat Yao deo landbouw over 1848, R 18a
(2) Slaat fan den landlxww OTer 1841, bl 78—79.
Digitized by
Google
390
jiatudrligke historie dezer dieren op derselver vomeiiig-
vnldiging en inzameling, dezen tak Tan nijverheid niet
nog veel meer opbrengende zoude kunnen maken (1); iets,
dat thans vooral van gewigt is, nu de meer gemakkelQke
middelen /van vervoer de verzending van zeevisch naar het
binnenland meer en meer zullen doen uitbreiden en Enge-
land ook hieromtrent blijkt eene nooit te verzadigen markt-
plaats voor onze voortbrengselen te wezen, daar er zelfs
Engelsche schepen steeds op stroom liggen in de nabijheid
der viscbplaatsen onzer ingezetenen in de Noordzee om de
tarbot j die wij daardoor hier te Groningen zoo zelden
zien, en andei% zeevisch onmiddellijk in ontvang te nemen.
Alleen van één enkel artikel, van de aal uit onze biz-
nen wateren, gaan jaarlijks ongeveer 300,000 Ned. ponden
uit Friesland naar Engeland. En hoeveel wordt van deze
en andere vischsoorten niet nog binnenslands verbroilu,
waarvan de hoeveelheid, zelfs niet bij raming, is op Ce
geven.
Uit het plantenrijk verzamelt men eenige, hoewel niet
zeer vele, soorten uit het wild en ware het niet onbe-
langrijk, dat de kennis van die gewassen, waarvan nieo
tot voedsel, hetzij van den mensch, hetzij van de voor
hem zoo gewigtige huisdieren, gebruik maakt, meer alge-
meen verbreid werd. Menig n^vere arme zoude hierdoor
in de soms drukkende behoeften van zich en zijn gesia
kunnen voorzien; inzonderheid ook daarom, omdat bet
menigmaal eene soort van werk is, dat ook aan zwakke
vrouwen en kinderen kan worden overgelaten. Men ver-
gunne mij enkele voorbeelden:
Wel bekend is de inzameling uit het wild van aard'
akers j paardebloem (molsla of hondetong) ^ zuring t
(1) Zie eenige verspreide denkbeelden bieromtreDt in lief Wétemehp'
peUjk Blad ter uitbreiding der liederkmdeehe vi$eohen§em. o** ^
en 2. Deri^nler 1S45.
Digitized by
Google
391
blammwiesBen^ iramen^ htnelnoien ens* Niet overal ech-
ter aan oose zeekusleB is die wijie bekend, waarop men in
Zeeland de %eekrdal (JSalieomia herbacea^ in Gron. kralh
bestrmk of hanepool geheten) gewoon is, jong in Ie za-
melen en Tersch als salade te gebruiken of, meer alge-
meen, even als wij met saladeboonen doen, in te maken
en zoo vaak op verre afstanden te verzenden. Niet overal
let men er op, dat de gewone veldsalade (Fedia oUtoria)
vrg algemeen ia het wild groeit, en tasschen het te veld
staande winterkoorn opgezocht, dikwijls veel aangenamer
▼an smaak is dan dezelfde in onze tuinen gekweekte plant-
jes. Niet overal weet men, zoo als ik het wel heb zien
doen , de soorten van veldkers of Cardamine uit het wild
in te zmnelen en tot eene welsmakende salade te berei-
den. De zoo algemeen bij ons groeijende waierkers {SU
tymbrium NaslurHum) wordt niet dan hoogst zelden
tot voedsel alhier ingezameld en het ware niet onbelang-
rijk, dat men in Nederland beproefde, kweekerijen van wa-
terkers of zoogenaamde cressaniéres aan te leggen, hoe-
danige de nabnurschap van Parijs en Londen algemeen
zijn en eene veel aangenamer soort van kers tot toespijze
opleveren dan de biiierkers^ die wij kennen (1). Niet
overal k^it men de kunst, om van in het wild groeijende
kruiden een goed mengsel tot een kruidmoes in soepen
enz. bijeen te zamelen. Niet overal weet men , ti/e/Ae wilde
kruiden, de melde (Chenopodtum alhum enz.) b. v. en
onderscheidene anderen, tot een onschadelijk veevoeder,
b. V. als toevoegsel tot de in den tsopketel" te zamen ge-
kookte kruiden en wortels voor het vee, of des noods ook
(1) Zie de wijze Tan waterkers aan te kweeken, onder anderen op»
gegeven in Hibmbstadt, Archiv der AgriouUur-chemie VII. p. 836—349;
Atmmles de VAgriculimre Froncaise XXXIV. p. 40 Tolg. en de Vriend
des VoderUmds 1836. bl. 702-703 en Mais^n rusHque du XTXe
êiéde. iU F- 160.
Digitized by
Google
392
tot toedsel voor den mensch kunnen dienen; of weet mnt
welk bijkomend gebraik, ook tot menschen Toedsd, ge-
maakt kan worden van gewassen , die wIJ gewoon xi|n tot
andere doeleinden aan te kweeken. Zoo is het blad vaa
den gewonen mangelwortel als eene zeer goede bladgtoeote
te eten. Zoo wordt het blad van het gewone winter- e&
somer-koolzaad te Groningen , onder den naam vao kladje*
moes niet zelden tot voedsel gebezigd.
Niet onbekend is het veelvuldig en belangrijk gebruik,
daty inzonderheid tot veevoeder, van eikels en beuknotem
te maken is, waarbij men op plaatsen, waar die algeneeo
zijn, ook nog de, na eene geringe bereiding zeer broik*
bare, wilde kastanjes konde bijvoegen; maar geheel (be-
halve tot vermeerdering van den mest) wordt in ons land
verwaarloosd het gebruik van boombladeren tot veevoeder
en, evenwel, betzelfde loof vaneschdoorn, linden en meer
andere boomsoorten (1), dat in de bergachtige streken van
Zwitserland en Duitschland, vooral gedroogd, tot voede-
ring van schapen en soms ook van runderen dient, zoude
in tijd van nood, ter gedeeltelijke vervanging van het hooi
en tot besparing van de, ook voor den mensch dienstige,
aardappelen kunnen verstrekken, waarbij men echter steedi
in het oog moet houden, dat het loof der hoornen priAie-
lende eigenschappen heeft, die een uilsluilend gebruik
van hetzelve, vooral in den verschen toestand, onraad-
zaam maken (2).
De meest duurzame en krachtdadigste vermeerdering ech-
ter van voedselmiddelen zal van den steeds meer en meer
zich uitbreidenden en verbeterenden landbouw te wachten
zijn, wanneer de duizende bunders heide en onbebouwde
(1) Verg. MaiBon ruêHque du XfXe siècle. L p. 527^528 ee JV
p. 187.
(2) VON WiCKJUailN, die londwirikêchufiiiche Tkief'prQdmkliei^
I. p. 150-.151.
Digitized by
Google
393
nldea, die wij» meest ten gevolge van het onverdeeld h^-^
sit denelve, nog altoos in ons Taderlapd xien, tot kal-
taor sullen gebragt zijn; iets dat dabbeld voordeelig mag
geacht worden, omdat daardoor aan vele handen werk
wordt gegeven, dewijl het aantal personen op zandboerde-
igen in den regel grooter is dan op de klei; omdat ver-
der de zandgronden door de daar vaak plaats hebbende
lumlteelij gedurende het koode jaargetijde vele personen
nattig bezig honden, die 's zomers tot den veldarbeid en
de dan drakker werkzaambeden van den oogst kunnen me-
dewerken, waardoor wQ alsdan van buitenlandsche arbei-
ders zoo veel te minder afhankelijk zijn; en eindelijk^
omdat daardoor de bevolking vermeerdert, juist in die
oorden, welke door gezondheid boven alle de lagere en
Meer aangespoelde veen- en kleistreken uitmunten. WQ
klagen over toenemende armoede, ook in verband met de
overbevolking; maar hoevele personen zouden nog behoor-
lijk hun levensonderhoud kunnen vinden op de uitgestrekte
beiden, welke nog zoo vruchteloos daarhenen liggen! Hoe
vele polders zouden nog aan de zee ontwoekerd kunnen
worden, indien men de handen behoorlijk in een sloeg I
>Zeg tot de golven der zee," zegt een hedendaagsch schrij-
ver (1), »o Nederland van heden, zooals het Nederland
van vroegere t(jden: keert terug! en tot de heiden: geef
brood! en de natuur zal u zoo wel als uwe vaderen ge-
hoorzamen^ als gy verstaan wilt, hare leiding te vol*
gen.
Veel is er nog van den Nederlandschen landbouw te
wachten, wanneer geenerlei hulpmiddelen, die tot bevor-
dering van den landbouw op goede wetenschappelijke gron-
den kunnen strekken , in ons Vaderland verzuimd worden ^
wanneer op alle bijkomende hulpmiddelen en vele i^okeay
(1) R. POSTICMÜS, over 3e nl te grooie armoede en veranmug:
m Xederkmdj en de middelen dawrtegen. Leetiwardeo 1816. bl. 23^
Digitized by
Google
394
die voor andere oogmerken onbruikbaar , aiaar Toor dea
landbouw van Teel gewigt zijn, behoorlek gelet wordt
Immers welk eene aaniienlijke hoeveelheid mesispeeiën van
allerlei aard gaan in vele onzer groote steden verlorai
niet alleen, maar strekken daar zelfs tot verontreinigiBg
yan den dampkring en velerlei overlast, doch zoadoi Toor
den landbouw van overgroot voordeel kunnen sgn, wQl
door behulp daarvan duizende bunders woeste heide zoo-
den kunnen ontgonnen en tot vruchtbare velden herschapai
worden., — Het ware van belang, dat de ontdekkingen
der wetenschap, en bepaaldelijk die der Scheikunde, ia
het groot doelmatig werden aangewend, om alle zulke
stoffen voor de steden onschadelijk, gemakkelQk vervoer-
baar en voor den landbouwer van hét meest oiuniddellQk
voordeel te doen zijn. Op hoevele plaatsen wordt vm
nutteloos weggeworpen stoffen uit vele fabrijken geenerlei
partij getrokken. Is mij het voorbeeld niet bekend vso
eenen fabrijkant, die tevens een vrij aanzienlijk aantal
runderen van de overblijfselen zijner fabrijk voedde en die
de landbouwers in zijne nabuurschap niet koude overtot*
gen, dat er voor hen eenige waarde lag in de uit ziJDen
stal afloopende gter of de vloeibare mestspecién van bet
vee! — Hoevele scheepsladingen usch worden uit de groote
steden van Holland niet jaarlijks naar België verzondeo,
hoewel deze stof ook in ons land van dezelfde nuttigheid
konde wezen als in België! Welk een overgroot aantil
beenderen worden jaarlijks van hier uitgevoerd, om des
grond van den nijveren Engelschen landbouwer te bevrach-
ten. Hoe vaak ziet men in onze steden het zoo krach-
tige, ammoniakale roet en vele andere hoogstbruikbare
meststotfen ongebruikt in het water wegwerpen*
Waarlijk wij , die zooveel klagen (hoewel in sommige
opzigten niet zonder reden) , wij , die van maiatse en pau*
perisme den mond vol hebben, wij moesten met veerkracb-
ligen geest uitzien naar kulpmttkleieny waar die ook te
Digitized by
Google
395
▼iDdtti djoy en wel het eerat en het best elk in sQn eigen
kring.
£n wat den landbouw betreft, wijst de wetenschap en
wijst dê hier en elders verkregene ondervinding ons niet
nog op vele halpmiddelen , welke tot verbetering zonden
kunnen worden ingevoerd, waardoor in het levensonder-
hond der ingezetenen beter dan tot nu toe, konde worden
Toorsien.
Wi^ ^^ ^^^ ^"'® zandgronden jaarlijks herhaalde be-
mesting noodig hebben en dat de regens vele vruchtbare
deelen vandaar wegspoelen, gelijk het donkergekleurd zijn
Tan de uit onze zandgronden afspoelende wateren zoo dui-
delQk doet zien; iets hetwelk met onze klei wateren geens-
zins het geval is. De wetenschap leert ons, dat dit
daardoor veroorzaakt wordt, dat de verschillende zuren,
welke in de vruchtbare bonwaarde aanwezig zijn en wel-
ke 9 aan bases gebonden, uitmuntende plantenvoedseis zijn,
door de kleideelen gebonden gehouden worden en niet dan bij
kleine gedeelten aan de plant tot voedsel worden aangeboden.
Hoezeer ware het dus niet eene duurzame verbetering, in-
dien kleideelen langzamerhand en voorzigtig met het zand
Termengd, konden worden ; iets dat in vele oorden van ons
land zoude kunnen geschieden, omdat de gelukkige lig-
ging onzer gronden zoodanig is, dat er, met uitzondering
Tan Drenthe^ geen enkel Gewest in Nederland is, in het-
welk niet èn zandgronden èn kleigronden, dikwijls op
zeer geringen afstand van elkander, worden aangetroffen.
Heeft de ondervinding in Engeland niet het groot voor-
deel doen zien van de meeste zorg aan de veeteeli toe
te wijden, en zorg te dragen voor de vorming en onder-
houding van goede en op %ich %elve voordeelgevende ras-
sen, waardoor de mest als byprodukt des te onkostbaar-
der en overvloediger verkregen wordt. Zouden wij, door
de meer algemeene navolging van de reeds in enkele dee-
len tan ons Byk hieromtrent met goed gevolg genomene
Digitized by
Google
396
proeven (l), voor de beiere voeding onzer iogesetenen en
tot het leggen van eenen goeden grondslag voor allen Ter»
beterden landbouw « niet nog veel nut kunnen doen.
Zoude van de meer uitgebreide geologische kennis on-
zes Vaderlands niet nog voordeel voor den landboaw te
wachten zijn en zouden wij in allen gevalle niet nog meer
dan thans het geval is, ons oogmerk moeten rigten op het
langzaam en voor%igiig verdijen van den bebouwden
bovengrond (2), waardoor de bruikbare grond in de diepte
als het ware vergroot, ondiep wortelende met diep wor-
telende gewassen op eene nuttige wijze afgewisseld eo,
zoo hierdoor, als ioot eene goede behandeling van den
akker in het algemeen, meer voordeel en bepaaldelijk meer
voedsel voor mensch of vee verkregen kan worden.
Zonder het goede te miskennen , dat onze Nederlandsche
landbouw werkelijk heeft, bestaan er echter nog in te veel
oorden onmiskenbare gebreken. Hoevele onkruiden ne-
men niet nog de plaats in, waar nuttige planten behoor-
den te staan; hoe menig arme, vooral zoo men de armen
uit de steden daartoe konde bezigen, zoude door het be-
hoorlijk uitwieden der landerijen voor zich en de zijnen,
bg eenen gezonden arbeid in de vrije natuur, het levens-
onderhoud kunnen vinden. Hoe menig niets waardige
vmcbtboom wordt, onverschillig, vele jaren achtereen op
eene gunstige standplaats gedoogd en neemt intussehen
(1) Waaromtrent de in Zeeland Terkregene ondenrindingen alle aan-
dacht verdienen.
(2) De grondwoelder of ondergrondsploeg ^ welke onder anderen kt
de Terzamelingen foor den landbovw te Utrecht en te Groningen aan-
wezig, en ook reedt bier en daar praktisch in gebniik is, loude hierfag
vooral in aanmerking moeten komen, op gronden, die bet water niet
gemakkelijk laten doorzakken, en Toor de teelt van sommige diepworle-
lende gewassen, bij voorbeeld, aardappelen, cichorei, roode klaver enz.
Door dezen ploeg wordt de grond in de diepte verbroken en losge-
maakt, maar niet omgevrend en ahoo ook niet naar hoita gebragt.
Digitized by
Google
397
eTenveel plaats in dan eene goede mKurt Hoezeer ver-
dienden dan ook de boomkweekerijen en de teelt vooral
der Ooftboomen in deze onze Noordelijke gewesten meer
en meer aangemoedigd en uitgebreid te worden I
Zouden wij » ten aanzien van eene goede volgorde van
gewassen en ten aanzien van het meest mogeljyk gebruik
ook van eene kleine plek gronds, bij het of niet, of zoo
zeldzaam mogelijk braakliggen der landerijen, niet nog
veel van onze Belgische naburen kunnen leeren? Of zien
wij, zelfs niet reeds in ons eigen land, boe men menig-
maal meer dan éénen oogst in hetzelfde jaar aan den
grond weet te onttrekken, inzonderheid op onze ligtere
zavel- en zandgronden. Zien wij niet b. v. het veld,
waarvan de rogge is ingeoogst, nog in hetzelfde jaar
eenen niet onbelangrijke^ oogst van knollen of spurrie
voor het vee opbrengen. Zien wij hetzelfde land niet in
één jaar rogge en wortelen , of boekweit en knollen , of
erwten en wortelen, vroege aardappelen en koolrapen of
kool, paarden- en duiven-boonen in rijen afwisselende
met rijen aardappelen, of meekrap met witte stamboonen
en zoo eene menigte van dubbele gewassen ter zelf der
tgd opleveren en zoude de landbouw niet des te meer in-
gesetenen kunnen voeden, naarmate hij meer als de /tim-
h(nvw gedreven werd, en daarbij tevens zelve verbeterd
worden; want het is een waar gezegde bij de Landhuis-
hoadkundigen , dat de landbouw in het algemeen des te
voortreffelijker zal wezen, naarmate hij meer aan den
tainbouw nadert. '
In dit opzigt, en ook in betrekking tot hetgeen wt) met
nat van België zouden kunnen overnemen, verdient het te
veel veronachtzaamd gebruik van de spade j ook uit een
philanthropisch oogpunt, allezins onze aandacht (1). Zou-
(1) Ver^ J. L. VAS AlUROtOZ, werkdadige landbotWfhoHsi der
Geod 182S. bl. 87; Tijdschrift voor Nijverheid Ylll. bl.
Digitized by
Google
396
den wij er niet mogen bijvoegen, dat, ab het gebnuk der
gpade algeineener werd, eene kleine plek gronds meer
xoude kanneo opleveren dan thang het geval is eo dat
arbeiders die in den winter en in het vroege voorjaar en
den laten herfst hun levensonderhoud door het bewerken
der landerijen met de spade verdienen, tijdens den oogst
in den zomer in het dan vaak groot gebrek aan handeo
souden kunnen helpen voorzien*
Welk eene overgroote hoeveelheid van de meest ver-
scheidene voortbrengselen levert een enkel bunder moes-
land mei op. De warmoezenier denkt er niet alleen niet
aan, dewijl hij er geene behoefte aan heeft, om het land,
zelfs den zwaarderen kleigrond, ooit een geheel jaar braak
te laten liggen, m£^lr hQ is, en met reden, niet te vre-
den , als hij niet ieder jaar ten minste 2 en meermalen
3 of 4 oogsten van een en hetzelfde plekje grond gewon-
nen heeft. Enkele voorbeelden mogen dit aantoonen. Daar,
waar h^ in het vroege voorjaar de spinagie heeft aange-
kweekt, zet hij late snijboonen of saladeboonen en tus-
schen deze kropsalade en daar deze laatste vroeger dan
de saladeboonen het veld ruimt, kon hy op de plaats der
kropsalade nog veldsalade voor najaars- of wintergebruik
uitzaaijen;
Of hij laat de spinagie door knolsellery opvolgen , tos-
schen welke hij voor kropsalade nog weder plaats vindt;
Of hij zaait vroeg in het voorja^ wortelen en radijs
door elkander, plant, na de inzameling van deze, vroege
saladeboonen of diergelijke, waarna hij nog tijd genoeg
overhoudt om de saladeboonen nog door late andjQvie te
vervangen;
Of hij legt vroege erwten of peulen, na d^co wortelen
435 en de Voorstellen der Commissie van Landbcmw in Zeeland
1843 en Volg., wiarbij ook prenuen voor het owMfitien der Itnder^
worden uit^loofd.
Digitized by
Google
399
of sahdebooBen » en kan dan nog dienselfden grond Toor
boerenmoet (boerenkool) gebruiken;
En steeds wordt de grond door gestadige bearbeiding
en bemesting in goeden staat gebonden , ja de vracht-
baarheid daarvan nog steeds door deze cnltores vermeer-
De opgenoemde voorbeelden zouden met nog vele an-
dere kunnen vermeerderd worden , maar genoeg reeds om
te doea gevoelen, dat de groote landbouwer in vele op-
zigten te weinig opmerkzaamheid schenkt aan bet leerzame
plekje grondSf dat hij als moesland behandelt. Veel van
hetgeen bij goede warmoezeniers plaats heeft, zoude met
nat op den akker kunnen worden toegepast en eene 'aan-
zienlijke vermeerdering der voortbrengselen onzer bouw-
gronden te weeg brengen*
In vele streken toch van ons Vaderland bestaat eene
verstandige en welgeördende praktijk van den tuinbouw]
waaruit voor d^ groote landbouwers veel goeds zoude zijn
over te nemen. En dat die tuinbouw van groot gewigt is»
niettegenstaande hij slechts een naar evenredigheid gering
aaotal bunders ten gebruike heeft , moge biyken uit de
nawiienlijke uitvoer die, niettegenstaande de groote be-
hoeften van onze eigene talrijke bevolking, van onze
groenten, bloemkool, komkommers (1), augurken, druiven
aardbeziën enz. al wederom naar Engeland plaats heeft,
tot verfrissching na het gebruik van de vele vleesch- en
▼ischspQzen, welke het magtig Albion voor een groot deel
mede uit ons kleine land gewoon is te ontvangen.
(1) In 1829 tclireefCviH DIB VUTlii (Wimdelingen in en om Am*
**erJam bL 890), dit er buiten de Weleringpoorl te Amtterdam Tcle
komkommen geteeld worden, waarran de uiifoer naar Engeland in
SMnmige jaren S2 k 28 milHoenen ttukt beliep. — En dit slccblt van
*tt achijnbaar zoo gering artikel. -~ Van de orerigen is het van alge-
"Mene bekendheid, boewei er mij nog geene jiatistiicb>naauv?keiirige
•HJ*^» TM» lijn foorgekomen.
27
Digitized by
Google
400
Voorwaar, ée ryke grond dien wg bewonen» is orer-
Tloedig genoeg niet alleen, om i^ne ingezetenen te voe*
den, maar ook om een goed deel zijner Toortbrengselen
uit te voeren in ruil tegen voortbrengselen van andere lan-
den. - Vooral dan sonde dese opbrengst groot genoeg voor
ons zijn, wanneer wij iets minder handelgewassen^ ieta
minder vüiSj hennep^ koohaad^ meekrt^ en diergelQke
aankweekten, of dese bepaalden tot die gronden, welker
overvloedige vruchtbaarheid dit gemakkelyk toelaat. Daar
echter, waar die vruchtbaarheid meer twijfelachtig is, zal
het en voor de duur%ame en steeds vermeerderende vrucht*
baarheid van den bodem, welke men steeds moet beoogen,
en in verband met de behoeften aan inheemsche voedsel-
middelen bij den in de laatste jaren zoo zeer toenemendea
uitvoer van allerlei soorten van sp|)zen (1), noodzakelijk
zf|n, het eerst en het meest voedselmiMelen voor mensch
en vee alhier aan te kweeken.
Wij begeeren geene beletselen voor den uitvoer, maar
willen in deze behoeften van den handel naar het buiten*
land eenen spoorslag zien om onze eigene productie te
vermeerderen. Maar wij wenschen vooral, dat die milde
gaven des Allerhoogsten goed gebruikt zullen worden.
(1) Volgens de Nieuwspapieren {Provinciale Friesoke Courant^ en
daaruit Maarlemmer Courant 6 October 1846) liJD, Tan 1 Jaouarij tot
23 September 1816 , uit Uarlingen uaar Engeland Tenonden :
26 paarden
4,730 koeijen en o«sen
224 kalreren
13,264 schapen en lammeren
127 Tarkent en biggen.
Rekent men bierbij de waarde der hoenders, ganzen, eenden e»
zwanen, welke ook zijn uilgevoerd, zoo kan men, lezen wij t. a. pi.,
stellen, dat wekelijks uit HarKngen naar Engeland voor /17,500 wordt
verzonden.
Men weet, dat ook uit RoUerdam veel vee naar Engeland ea ook
Frankrijk fervoerd wordt.
Digitized by
Google
401
dat wi) dat, wat tot voedsel bestemd is, niet ijdelijk Ter-
gpillen , of io bedwelmende dranken tot een vloeibaar vaar
Terstoken. Wij wenschen, dat zedelijkheid en orde alom
heerschen en dat bet goed gezond verstand onzer ingezetenen
hen meer en meer zal doen inzien het dwaze Tan overdrevene
weelde^ (een dnbbel treurig verschijnsel big hen, die ge-
stadig over drak en verarming enz. klagen), en het on-
gepaste der invoering hier te lande van zoo vele nutte^
iooze of zelfs scAadelyke voorwerpen uit den vreemde,
die wiy, door eene ijdele mode medegesleept , thans al
bijna niet meer knnnen missen. Mogten wig vooral ook
steeds doordrongen zijn van de overtuiging van het onge-
oorloofde en schadelijke van alle misbruik der voortbreng-
selen ook van den rjjksten grond I Mogen zoo de rampen,
die wi) beleefd hebben en nog beleven, den grondslag leg-
gen tot nieuwe veerkracht en tot herstelling van vele ge-
breken, zoo in de stoffelijke als in de %edelijke wereld!
Groningen 25 Nov. 1846.
Digitized by
Google
Schels der Landhutshouding in een gedeelte van
Maas en Waal (!)•
De «tre^, welker laDdhaishoiidiDg ik zal trachten te
beschrijven ^ is gelegen tusschen de rivieren de Maas en
de Waal en bevat de gemeenten Leur^ Wieken en JSTer-
nen, benevens de buurt de Vurmer. Hiervan ligt Leof
ongeveer in het midden, \ uur van Wichen en Hernen,
2\ uur van Nijmegen (de voornaamste graanmarkt) en 1
uur van de stadjes Batenburg en Ravenstein verwijderd,
waarheen vrij goede grindwegen leiden.
(1) Meermalen, en onder anderen in het Ttjdsokrifi voor Nijver^
hetd VIII. bl. 222—229, aangedrongen hebbende op hel nut ran eeae
algemeene beschrijving fan onzen Landbouw, wa» hel mij aangenaam
de hierbijgaande schets van den Heer E. EHGILBIRTS, leerling der
Landhuishoudkundige School Ie Groningen, Ie ontvangen. Daar dit
stuk , dal oorspronkelijk bij een verblijf in die streken alleen tot eigeno
oefening, op mijn raad, opgesteld was, echter handelt over den land-
bouw van een in dit opzigt nog weinig bekend gedeelte van ons Va-
derland, en het zich, naar mijn inzien, door beknoptheid en duide-
lijkheid aanbeveelt, heb ik gemeend wél te doen, met de plaatsing
daarvan in dit Tijdschrift te bezorgen, en er een paar aanteekeningea
bij te voegen, die ik, ter onderscheiding, met de letters T. H. heb ge-
teekend. H. C YAH Hiu.
Digitized by
Google
403
Aanmerkelyke hoogten of uitgestrekte bottchen treft
men er oiet aan, doch wel oTervloedig hontgewas lange
wegen en slooten, dikwijls tot groot nadeel der kant-
akkers*
Van alle granen, peal vrachten , boekweit en vlas, die-
op den akker wassen» moeten tienden opgebragt worden
(de 12e en 13^ garf, alzoo eigentl^k slechts 8 ten 100),
alsmede op sommige plaatsen van het koolsaad, de var-*
kens, lammeren en bijen.
De boerenplaatsen zijn onder Wichen en Hemen weinig.*
grooter dan 30 bunders bonw- en weiland; onder Leor en
de Varmer vindt men er verscheidene van omstreeks 50 b.;
zij worden zoowel in eigendom als in pacht bezeten. Het
wei- en hooiland neemt dporgaans. de grootste helft des^
plaats in, en hoewel na en dan gescheurd wordende voor
haver (eenige lage hooilanden b. v. veel om het andere
jaar, zonder andere bemesting dan die van het na eene
overstrooming overblijvende vlotgras), zoo is het grasland,
op weinige uitzonderingen na, te laag om geregeld met
het bouwland verwisseld te kunnen worden.
Het woonhuis heeft slechts ééne verdieping en bevat
eene keuken, die tevens tot eet- en woonkamer dient,
daar achter is doorgaans de oven om brood tot eigen ge-
bruik te bakken en een fornuis met groote ijzeren pot tot
het koken- van varkensvoeder; tevens is aldaar eene plaats
om te karnen en de ingang tot den boterkelder. Sommi-
gen hebben een op zich zelf staand bakhuis, hetwelk
in vele opzigten verkieslijk is, vooral wat het gevaar voor
brand betreft. Yerdet biedt het huis meestal nog één of
twee slaapvertrekken aan, behalve eene kamer, die bijna
uitsluitend dient tot het ontvangen van bezoeken. Boven
deze vertrekken heeft men den graanzolder, terwijl het
achterhuis den zoogenaamden deel bevat, alwaar ter we-
derzgde eene rij hoornvee en paarden met de koppen naan
het midden gekeerd staan, zon'dcr mestgrcppel.
Digitized by
Google
404
Bij kleine boeren of by hen, die geen^ schaar besitte»,
wordt hier gedorscht. Boven den deel komt het hooi op
balken te liggen en in de op zich zelve «taande schaiir
wordt het graan geborgen en afgedorscht, behalve de ha-
ver, waarvan in goede jaren 1 — 3 mijten (ieder van om-
trent 50 vim of 5000 garven) worden gezet, waardoor si}
bij eene geschikte behandeling niets in hoedanigheid ver-
liest. De varkenshokken hebben meest een eigen dak,
terwijl de houders van schapen nog van eene raime loods
voor deze veesoort voorzien zijn.
Het aantal inwonende mannelijke dienstboden bedraa^
doorgaans 1 — 3 op plaatsen van 2 — 6 werkpaardeo, be-
halve eenen herder bij houders van schapen; dat der vrou-
welijke 1 — 2* Hierbij- moet echter in aanmerking geao-
men worden, dat er veelal zonen dés huizes zijn, die
mede eenig werk, vooral met de paarden, verrigten. Ech-
ter heeft men in sommige jaargetijden, zoo als bij deo
hooi- en koombouw, het zichten en dorschen van koolzaad
op klei- en van boekweit op zandgrond, nog een vrijf aan-
merkelijk aantal buitenarbeiders noodig.
De gesteldheid van den grond wisselt op verschillende
plaatsen zeer af. Onder Leur treft men meest ligten klei-
grond aan, die onderscheiden kan worden in vruchtbare
en schrale, mestgierige klei. De ondergrond is hier ge-
lijkvormig aan den bovengrond of de akkerkruim (met uil-^
zondering van de humus die in den laats ten aanwezig
is), hetgeen wel het meest gewenseht wordt; of zandig^^
hetwelk in drooge zomers aan het verflensen der daarop
staande gewassen zigtbaar is; of sterk ijzerhoudend, zoo-
dat eene onvoorzigtig gedane diepe bouwing den akker
voor vele jaren zoude bederven; slechts enkele lage plaat-
sen hebben eenen veenondergrond. Onder Hemen en
Wichen is de grond meest zavelig en zandig, of ook lan-
ger of korter ontgonnen heidegrond. Hier blijft de onder*
grond meest tot op eene vrij aanmerkelijke diepte gelijk-
Digitized by
Google
«05
Tormig aan den bovengrond; eakefe leembanken nitgeno-
men. Schelp- of mergelbanken xgn hier niet voorhanden.
ffij eeoen hoogen stand der rivieren, en derhalve bi)na
iederen virinter, loopen een groot gedeelte van het klei-
bouwland en verreweg het meeste grasland onder water ^
loodat het xandig bouwland bijna uitsluitend watervrD is.
Daarentegen vindt men des xomers slechts op zeer lage
plaatsen water in de slooten. Voor het overige heeft de
grond eene vrij sterke helling van het O. naar het W.
Het stekel van waterlozing laat veel te wenschen over.
Wichen en Leur lozen hun water in de Maas, gedeehe-
lyk door eene duikersluis te Nifterik^ gedeeltelijk door
2 diergeHjke sluitep verder benedenwaarts de rivier af bij
Appeliem^ waar tevens al het water van Hernen geloosd
wordt. De wetering, welke bfj Nifterik in de Maas valt
is zeer bogtig, even als de togt- en verdere slooten, die
daarop uitloopen, al hetwelk onmisbaar eenen nadeeligen
invloied op den waterafloop moet uitoefenen. De andere
wetering, vallende in de Maas bij Appeltern, is wel min-
der bogtig, doch hier wordt de afloop weder vertraagd
door den grooten toevoer van water uit de veel hooger
gelegene Hooge- en Teersche broeken, welke vroeger der-
zelver water hooger op door de NtfterikscAe en Balgoyefi'
9che sluizen loosden, hetgeen zeker veel doelmatiger en
billijker was , vooral met opzigt tot het lager gelegene
Lenr, hetwelk buitendien reeds, door ingeslopen misbruik,
veel van het Wichensche water te lijden heeft.
De radploeg met hoogen galg op het voorstel en gebo-
gen ijzeren strijkbord is hier algemeen in gebruik, door-
gaans voorzien van een kouter(me8), hetwelk slechts bij
net scheuren van grasland door eene draaijende schijf ver-
hangen wordt; bij ondiep ploegen van bard, kluiterig land
bezigt men noch schijf noch kouter.
Bouwt men dieper dan 5 R. duimen, zoo wordt de ploeg
gemeenlijk door 3 paarden getrokken, anders door 2.
Digitized by
Google
406
Het iweevurgén wórdt niet dikwijh in praktijk gebragt;
daarentegen riooU (1) men op sandgrond dikwQh tmt
boekweit en gele peenen, hetwelk veel tot denelTer ge-
dijen bijdraagt; vooral kan boekweit, waarvoor gmoold
is , veel beter de droogte verdragen , dan wanneer salka
niet geschied is.
Het land wordt geSgd, hetzij met eene koppeleggt^ hetzg
met eene zware 6-balksche kweek» of puinegge. De eer-
ste bestaat nit twee deelen in de gedaante van geschoven
vierkanten 9 te zamen voorzien van 52 schuinsstaande kan-
tige tanden en verl)onden door eenen lossen Ijzeren bea«
gel, op zoodanige wijze, dat als het eene deel, waaraan
de trekhaak bevestigd is, voortbewogen wordt, het andere
eenigzins achterna sleept. De koppelegge wordt meestal
door 2; de kweekegge, welke 26 tanden heeft als die
van de koppel egge, maar veel zwaarder, wordt door 3 ea
ook enkel wel door 4 paarden getrokken.
De rol is slechts bij enkele landlieden in gebruik en
wel op kleigrond, alwaar men hare werking in drooge
zomers hoog roemt. Op zandgrond, waar dit werktoig
zooveel nut zoude kunnen aanbrengen door het, op zijn*
tijd, doen sluiten van den bodem enz., is zij nog geheel
vreemd. Eén paard is voldoende om de rol met genoeg-
zame, snelheid voort te trekken. Zijn er op den akker
zeer groote onhandelbare kluiten, dan worden deze
soms vergruisd met den kluithamer, zijnde een zware
houten hamer met langen steel. — Het molbord is hier
geheel onbekend.
(1) Onder het woord riolen Yerslaat men bier de bandel wijze om
bij het ploegen een aantal arbeiders over de lengte der Torc te rerdee-
len. die de aarde nog een spil dieper iiitdelfen en op de omgebouwde
Turg werpen. (Het it de Traag, of in siilke gevallen do grondwoeUer
niet uitnemend te pat zoude komen en veel tot bespoediging yan den
arbeid zoude toebrengen, hoewel het bierdoor verrigite werk eenigzins
verschillend is, daar de grondwoelder de aarde in de diepte wel
breekt en los maakt, maar niet ^rcn brengt, (r. U.)
Digitized by
Google
407
Bg ée iraak (hier %o»tervoor genoemd) wordt naar om-
Handigheden 4, 5 of meermalen geploegd en Terscheidene
malen gepuinegd, waarbij men echter zorg draagt dea
grond in den aanvang niet te zeer te verkruimelen^ maar
eenigzina ruw en kloiterig te houden, daar de grond
hierdoor later mul en leer geichikt wordt tot het zaaijen
Tan koolzaad, hetwelk meest omstreeks 16 Aug. geschiedt.
Voor tarwe wordt meest 2 malen gebouwd, na aardap*
pelen 1 maal; voor gerst 4 — 5 maal, waarvan 2 maal vóór
den winter (wintergerst wordt hier niet verbouwd); voor
rogge 3 malen ; voor haver 1 maal vóór en 1 maal na den
winter, klaverland of grasland slechts éénmaal na den
winter ter diepte van 4 — 5 B. duimen; overigens is de
laatste of zaaibouwing voor winterkoorn hier de diepste
van allen.
Voor boekweit, erwten en aardappelen is het land door-
gaans vóór den winter reeds 1 of 2 malen gebouwd, het-
welk daarna naar omstandigheden nog 1 — 3 malen herhaald
wordt. Voor stoppelknollen (hier eigentlijk lange rapen)
boQWt men 2 malen en zaait ze in de 2« helft van Aug.
Op kleigrond hebben de akkers eene flaauwe ronding
en eene breedte van 10 — 12 Ned. el en meer, welke vol-
gens deskundigen echter ook veel te groot is. De wend-
akkers, welke doorgaans 1 Rh. voet lager liggen dan de
akkers zelve, hetgeen de afwatering zeer bevordert (1),
(1) Ik meen de Trtjbeid te hebben, bij deze gclegenbeid een uit-
treksel (e plaatsen uit eenen brief fan den bekenden landbouwer W. tak
PiTMi te Ternaard in Friesland, hetwelk met de bier Termelde zaak
io naauw Yerband staat, en welks mededeeling zijn nut hebben kao.
»De weodakkers," schrijft TAff Peyma, »zijn hier in Friesland bij de
meeste naauwlettende landbouwers, alle 0ېr laag^ groen b^roeid ea
hebben niet boTen de 2 ii 2^' treden breedte met den wal er bij ge-
rekend. DU heeft het voordeel, dat zij Tolstrekt geene belemmering aan
de afwatering Tan het land Teroorzaken, ten allen tijde een groot ge-
mak bij het ploegen geren en Toor den (ijnercn akkerbouw, met al-
Digitized by
Google
408
UiJTen hier ongeploegd en leveren eene goede sèhaaps-
weide op. Op zandgrond zijn de akkers vlak en meestal
nog breeder.
De mest van paarden , hoornvee en varkens wordt op
eenen gemeenschappelijken vaalt vereenigd, waartoe meo
den grond ter diepte van 1 — 2 Toet uitgraaft en op den
bodem eene dunne laag zand brengt; men geeft den Taalt
niet gaarne eene hoogte van meer dan 6 voet* Bg deze
inrigting van den mesthoop bedenkt men niet genoeg, dat
er bij aanhoudenden regen veel van de beste sappen van
den mest als een donkerbruin vocht ginds en herwaarts
wegvloeit en aldus geheel verloren gaat! Met den scha*
penmest wordt iets beter gehandeld. Daar de kudden ge-
durende den zomer des daags meest op stoppellanden ea
langs de wegen geweid worden , zoo gaan hare uitwerp-
selen alsdan nagenoeg verloren; doch des nachts en gedu-
rende den winter worden zij op stal gehouden en goed
onderstrooid; zoodat zij dan veel en goeden mest maken,
die men hier ook zeer hoog schat. Van aarde wordt tot
onderstrooijing geen gebruik gemaakt, doch wel van heide-
lerlei loort ran werklaigen nog meer voordeel geren (bij hel in en uit
de rijen brengen ran aanaardploegen of schoiTelwerli tuigen enz. bij de
kunstmatige rijenteelt). Eenmaal 'sjaars, loo alt op grcidland, wordt
bet gras er van tot hooi gemaaid, terwijl zij in het najaar nog dikwerf
eenige weide aan het vee geven. Somwijlen turen kleine landbouwers
er 8chapen op. Daar hier weinig greidland is, heeft dit in alle opiig«
ten zijn voordeel, doch builen dat schijnt het bebouwen der keer- of
wendakkers mij toe, met vele nadeelen gepaard te moeten gaan. Eoa
dezer nadeelen is, dat de einden van den akker nimmer zoo goed met
den ploeg geraakt of zoo goed losgeploegd kunnen worden ; voorts dat
het geheele veld veel moeijelijker bearbeid wordt; dat het tijdig zich
ontlasten van het water er door belemmerd wordt enz. Waar de wend-
akkers alzoo nog aanwezig zijn, behoort men die tot de diepte onderde
Toren van het land af te graven, met graszaad in te laaijen en zoo te
laten liggen. In onze vochtige luchtstreek zal men daar voordeel van
oiidenriiiden.*' -y, U,
Digitized by
Google
400
plaggen en pelleii benigras {Aira eaespitosa)^ een «lecht,
bard gras, hetwelk door geen vee aangeroerd wordt*
Op den kleigrond wordt het grootste gedeelte van den
mest naar de braaklanden gevoerd en wel ter boeveelheid
Tan 60 — ^70 éenspannige voeren op bét bunder; verder
nest men voor aveelzaad, tarwe, gerst, erwten en aardap-
pelen, wanneer de toestand van den grond zulks ver-
eischt; — voor rogge, haver en boekweit wordt op ge-
noemde grondsoort niet gemest. De slechtste kleigrond
wordt gewoonlijk om de 3 jaren , de beste om de 4 of 5
jaren gemest. Op zandgrond mest men veelal om het an-
dere jaar Trij sterk, meestal voor rogge en aardappelen. —
Ofschoon kalk en asch er bij gedane proefnemingen eene
uitmuntende werking te weeg bragten, welke van de kalk
verscheidene jaren lang zigtbaar was, zoo blijft men om-
trent het aanwenden dezer stoffen altijd nog eene onbe-
grijpelijke onverschilligheid koesteren. Andere^ min ge-
wone meststoffen komen niet eenmaal ter sprake. — Ook
de groene bemesting en het opvangen en gebruik maken
van de gier zijn er ten eenenmale onbekend, hoewel de
laatste handelwijze, vooral op het zandig gedeelte dezer
landstreek, zulk een groot nut zoude kunnen aanbrengen.
Ten aanzien van het zaaizaad neemt men de volgende
voorzorgen in acht: men zaait dikwyis Bovenlandsche
(Pruissische?) tarwe, Zeeuwsche rogge en ook, hoewel
zeldzamer, Guliksche boekweit met goed gevolg uit en
kalkt de tarwe in water doch zonder bijvoeging van zout.
Alle zaad wordt er met de hand gezaaid. Het winter-
koora en koolzaad brengt men met de koppelegge, de zo-
nergewassen met deze en de rol onder, ook wel met de
omgekeerde egge doorvlochten met doornen takken. Hier*
mede bewerkt men het land niet alleen in de lengte, maar
ook in de breedte en sehuinschte en is aldus instaat eenen
leer voldoenden arbeid te leveren.
De granen, boekweit en erwten worden door zorgvuldige
Digitized by
Google
410
(derhalve niet door alle) landlieden van wiedbara ookmU
den gezuiverd f zoo als de herik of krodde {Sinapü ar--
vensis)^ de wilde radijs of kiek {Raphanus Rapha^
nistrum) de wilde haver {Avena fatua) en andere , xoo
dikwijls zij zich vertoonen, doch niet op geregelde tijden.
Het eggen van wintergranen in het voorjaar heeft niet
algemeen plaats, hoewel het vooral op kleigrond dikwyiz
eene uitmuntende werking doet; het rollen dezer g^ranen
is in het geheel niet in gebruik, doch wel van de haver,
"wanneer dezeeene hand breed hoog boven den grond staat,
en deze te nat was om onroiddelijk na de zaaijing te rol*
len, waardoor zich eene zeer nadeelige korst aan de op«
pervlakte zoude vormen. Het overweiden met schapen heeft
geene plaats.
Onder de voornaamste onkruiden, welke de landman
hier te bestrijden heeft, kunnen geteld worden, het al-
daar zoogenoemde Paddekruid (Anhemis Coiula) vooral
op vochtig kleibouwland zeer menigvuldig; het Hond^^ of
Kraailook {Allium vineale), hetwelk aan het daar tns-
schen staand koorn eenen onaangenamen reuk mededeelt;
het algemeen verspreide kweek- of jmingraa {Agropy*
rum repens); verder de wilde haver {Avena fatua) ; de
%achledravik (Bromus mollis), vooral tusschen de tarwe;
de vogelwikke {Ficia Cracca) en akkerwinde {Convolvu*
lus arvensis) op zandgrond; de smalhladige tFeegbree
{Plantago lanceolcUa) tusschen de roode klaver en haar
zaad daardoor ook niet zelden in het klaverzaad.
Behalve het wieden in den zomer en het puineggen in
het najaar en op de braak, worden er geene bijzondere
hulpmiddelen tot derzelver verdelging in het werk ge-
steld.
De mollen, en op enkele plaatsen de wateirrotten, sya
het eenige ongedierte in gewone jaren, en op verre naaoo
schadelijk niet als het talrijk gevogelte, dat zich hier in
het hontgewas ophoudt en op de akkers nederstrijkt.
Digitized by
Google
411
Het oogatan geschiedt over het algemeen met zorgvul-
digheid ; echter hebben sommige landlieden de schadelijke
gewoonte het koom steeds overrijp te laten worden, ten
nadeele der kwantiteit en kwaliteit hunner prodnkten.
Het maaljen van het graan geschiedt algemeen met de
zigt; de garven maakt men opzettelijk eer klein dan groot 9
waardoor zij ligter droog worden en zuiverder uit te dor-
schen zf}n. De rogge wordt met twee banden gebonden
en aan ronde hoepen (hokken) van acht garven gezet, die
weder met eenen gemeenschappeligken band vereenigd zijn,
zoodat zij in dezen toestand niet ligt omwaayen. Men
bindt |de andere granen slechts met eenen band en zet ze
aan langwerpige hoepen van acht tot tien garven. Kool*
en a veelzaad, boekweit, erwten en klaverzaad blijven on-
gebonden; de boekweit en het klaverzaad worden soms,
ter betere drooging, ook wel aan hoopjes van 4 garven ge-
zet en het laatste bij zonneschijn ééns of tweemaal gewend,
om het moeljelgke dorschen eenigzins te verligten. Het
kool- en aveelzaad^ alsmede de boekweit worden terstond
na het binnenhalen (1) afgedorscht en wel met den vle»
gel, zijnde er in deze geheele streek geen dorschblok
(dorschrol) of ander dorsch werktuig voorhanden.
Het achoonen wordt verder door wannen (de wanmolens
zi^n nog Toor verbetering vatbaar) en ziften met ronde (2)
zeven, die kringvormig geschud worden, bewerkstelligd.
De granen, welke er geteeld worden, zyn: witte tar-
(1) Tot het binnen brengen van kool- en aYeehaad, voorziet men de
borden der gewone kar van eenigzint naar batten gerigte opzetitukken,
ter breedte van ongeveer |- R. voet en belegt verder het geheel met
c^ zoogenaamd zaadkleed.
(^) I>e Inngwerpige zeven, zoo alt die in de prov, Grontugen al-
S^DBeen in gebruik zijn, tchtjnen verkieslijk, omdat het vrerk hiermede
meer onafgebroken voortgaat; terwijl de ronde telkens weder a£u)nder-
^ ontledigd moeten worden. T. H.
Digitized by
Google
412
we, spelt, rogge, zomergerst (yierrijige of gewone) , witte
Toerhaver.
Men saait op het bunder: tarwe raim IJ- N. M., speh
omstreeks 3 M., rogge 1| M., gerst 2 M., haver 2J M*
De middelbare opbrengst dezer gewassen zonde, vooral op
bet kleijig gedeelte dezer streek, zeer voldoende sgot
indien de hooge waterstand 's landmans hoop op eeoea
goeden oogst niet zoo dikwijls te leur stelde, daar des-
zelfs schadelijke invloed zich niet alleen tot het winter-
koorn en koolzaad, maar zelfs tot de daarna verbouwde
zomergewassen uitstrekt.
De middelbare opbrengst van de tarwe kan dus niet boo-
ger gesteld worden dan 18 M. van het bunder, van de
spelt 28 M. , rogge 20 M. (op vele plaatsen echt^ aan-
merkelijk minder), gerst 25 M., haver op het bouwland
30 M., op gescheurd grasland 50 — 60 M.
De spelt ^ waarvan het verbouw echter niet zeer uitge^
breid is (1), wordt hier op denzelfden tijd ongeveer als de
wintertarwe uitgezaaid en ingeoogst en het prodnkt daar-
van meest aan de bierbrouwers verkocht.
Van boekweit zaait m^n omstreeks 0,75 M. per boa-
der. Velen houden het voor voordeeliger de boekweit nog
dunner te zaaijen, daar de meeste vrucht zich aan de zQ-
takken en niet aan het einde van den hoofdstengel set.
De middelbare opbrengst is moéyelijk te bepalen, daar
dit gewas zoo wisselvallig is, dat de opbrengst het eene
jaar soms geen 8, het andere 28 mudden en meer van
het bunder bedraagt.
(1) Volgens de MededeeUmgen «m» de Gelderêche Mmaêêchappij
9an Landbomw 1846 &<>. 5, werden In 1845 in ^beel Gelderland niet
meer dan 15,88 bunders met spelt beteeld, waarvan 1 onder Bmigey
en Keeni^ 0,70 onder AppeUem^ 8 onder Batenburg^ % ooderiNv^
Jltfrei», 3 onder Borsêen^ 0,28 onder Driel^ 1,65 onder Kerkw^i^
2,80 onder Nederhmêert en 1 onder Bemmel^ weÜLO te zaaien 489
N. mudden in 1845 zoudcD hebbeo opgeleverd. T. H.
Digitized by
Google
413
De erwten sQn i€ eeniggte peulvrachten, die hier op
den akker geteeld worden; men verbouwt daarvan: lo. de
groene, 2o. de graauwe, beiden tot mensohenvoedsel , 3o.
de kleine gele (hier iijd^erwten genoemd) voor het vee*
Tot saaixaad bezigt men 2 M. meer of minder op het
bunder. Ook dit gewas mislukt dikwijls, aoodat de mid-
delbare opbrengst op niet meer dan 12 IML per bunder kan
geschat worden.
De hier verbouwde voeder- en wortelge wassen xijn: de
roode of Brabandsche klaver; de spurrie, die men tot
saad winning doorgaans reeds in bet voorjaar zaait, volgt
ab 2e vrucht na rogge, wanneer zij tot veevoeder bestemd
is; op kleigrond wordt zij afgemaaid en op stal vervoe-
derd; op zandgrond, waar dit voortreffelijk voedergewas
meer opbrengt, wordt het hoorn vee daarop getoijerd.
De aardappelen worden hier algemeen met de spade ge^
poot, waarbij men zegt minder poters te behoeven dan
1^ het onderploegen ; verder worden zij met den handhak
aangeaard en brengen dan gemiddeld 250 M. van het bun-
der op. Men voedert ze bij voorkeur raauw aan de melk-
koeien , doch gekookt aan het mestvee en de varkens.
Mangelwortelen worden slechts in zeer geringe hoeveel-
heid verbouwd, daar men het voordeeliger acht, in plaats
daarvan aardappelen aan te kweeken.
Knollen (witte) en lange rapen worden meest als stoppel-
vrucht na rogge geteeld; haar opbrengst is moeijelijk op te
geven , daar deze wortelgewassen tot veevoeder bestemd
xijnde, zelden of nooit gemeten of gewogen worden en
men de opbrengst dus slechts naar gissing begroot; het-
zelfde geldt voor klaver en spurrie in^ den groenen toe-
stand vervoederd. Daar de landlieden niet gewoon zijn
boek te houden , zoo is het hun ten eenenmale onbekend
hoeveel die gewassen per bunder juist opbrengen.
Op goeden zandgrond worden de knollen en rapen zeer
voordeelig vervangen door gele penen ^ die, in het voor-
Digitized by
Google
4U
jaar tiuachen de te rdd ataande rogge nitgeiaaid, nog
eenen goeden tweeden oogat in betaelfde Jaar goTen» doch
tevens ook veel arbeid vereiachen* daar alle stoppelen aC-
geëgd, het onkruid uitgewied en beide van bet land ver>
wiyderd moeten worden , terwijl xorgvoldige landboawers
niet nalaten de wortelen in desen toestand nog eens te
behakken, voor welke moeite een mimer oogat hen iQ-
kelijk beloont.
Kool wordt er niet meer dan tot eigen gebmik getedd
en geene handelsgewassen als hooi- en aveel%aad; lifndt
de vlasbonw er niet noemenswaardig.
Tot xaaisaad bezigt men voor het kool- en aveelaaad
5-*6 N. koppen op het bunder, soms meer, b. v» wan*
neer men veel onkraid te vreezen heeft. De middelbars
opbrengst van het koolzaad kan op 20 M., die van het
aveelzaad op 16 M. van het bnnder geschat worden. Het
stroo dezer oliegewassen wordt als brandstof in den ovea
aangewend, terwijl de doppen een goed veevoeder ople-
veren.
De vlasbonw is hier van zoo weinig belang, dat ik
daarvan geene voldoende opgaven leveren kan. De redes
hiervan is grootendeels gelegen in de omstandigheid, dat
het vlas niet, even als het koolzaad op vele plaateen, tiend-
vrij is.
Hoewel men zich bij het verbouwen dezer gewassen san
geene bepaalde orde bindt, zoo komen de volgende echter
dikwijls voor op kleigrond:
1. Gemeste braak (60 — ^70 éénspannige voeren msit
op het bunder).
2. Koolzaad..
3. Tarwe.
4. Rogge met klaver.
5. Klaver.
6. Haver en nog eens haver, wanneer de klaver goed
gestaan heeft.
Digitized by
Google
¥eit, )
415
Of:
1. Aardappelen gemest.
2. Tarwe.
3. Rogge of gent (dikwQls gemest).
4. Klaver.
5. Haver.
Op zandgrond heeft men:
1. Rogge gemest.
2« Aardappelen gemest.
3. Boekweit.
Of:
1. Rogge,
2. Rogge, ^ met knollen of sparrie daarna.
3. Boekweit,
Ofschoon men op hoerderijen van 20 — ^70 B. ieder jaar
1 — 4 B. braak heeft liggen, waarin doorgaans koolzaad
gezaaid wordt, zoo komt de braak niet na eeoen zekeren
tijd geregeld op denzelfden akker terag, daar men dik-
wijls ook den toestand van het land als anderzins in aan-
merking neemt. Echter stemmen de landlieden toe, dat
hon grond niet zoude behoeven gebraakt te worden, tit-
dïen %ij aleohis genoeg konden mepten. (Zoude deze daad-
zaak geen gebrek in hnn bouwstelsel aandaiden?)
De behandeling der graslanden laat mgns bedunkens
wel wat te wenschen overig. Dezelve liggen «leestal niet
zeer vlak, worden niet geregeld gegreppeld en, op weinige
uitzonderingen na, nooit gemest. Slechts enkele landlieden
brengen op een gedeelte van h«n weihmd eene soort van
compost, bestaande nit kaf en ander afval uit de schuur
besproeid met mestwater. Ook de modder uit de slooten,
wanneer deze opgemaakt worden, bezigt men met goed
gevolg tot hetzelfde einde, vooral wanneer zij doorvroren
is geweest.
In den regel worden de laagste graslanden hier jaarl|}ks
éénmaal gehooid en. het etgroen of nagras (hier eimet ga*
28
Digitized by
Google
416
noemd) afgeweid* Dit hooi, ter oDderscheiding van het
waardeohooi binnenveldsch g^heeten, moet voor het eerste
verre onderdoen, zoowel in hoedanigheid, als in hoeveel-
heid van eene bepaalde oppervlakte, waarbij nog komt,
dat men genoemde binnen vel dsche hooilapden na en dan
scheurt voor haver, en dit alles zonder ooit te mesteo.
Het is das zeer nat uar lijk dat zij zich meestal in eenen
Trij schralen toestand bevinden en doorgaans niet me«r
dan 4^ — 6 voer (van 500 N. fi) per bunder opbrengen.
Ook is het binnenveldsch hooi meestal op verre dk niet
toereikend om in de behoefte van den veestapel te voor-
zien, zoodat men gewoon is ieder jaar eene zekere opper-
vlakte uiterwaard te pachten, zoowel om te hooijen, als
voor het etgroen. — Volgens de bevinding der landlieden
in deze streek, is het voederen van waardenhooi meestal
veel voordeeliger dan van het veldhooi; mogt het eerste
soms al wat kostbaar zijn, zoo wordt dit toch door zyne
uitstekende hoedanigheid opgewogen.
De schadelijke onkruiden in de graslanden bepalen zich
meestal tot de distels en op de slechtste en laagste gron-
den de hermoes of kwaclenaard (Equisetwm palusire).
De mollen zijn, voor zooverre mij bekend is, in gewone
jaren het eenige ongedierte in de graslanden.
Het aanleggen van nieuwe graslanden wordt nagenoeg
aan de natuur overgelaten; wanneer het koorn van bet
veld is, laat men het toekomstig grasland eenvoudig liggen
en echter levert het dikwijls in den nasomer reeds eene ta-
melijke weide voor het hoornvee op.
Het /temen, de Aootegge en andere middelen om het
liooi spoediger dan op de gewone wijze té bewerken, zijn
er onbekend.
De eerste snede der roode of Brabandscke klaver wordt
gedeeltelijk gehooid (gewoonlijk in de 2« helft, van Jon^,
of het begin van Juiij) , gedeeltel^k groen aan de paarden
vervoederd* De tweede bljjft, vooral in drooge somert ter
Digitized by
Google
417
zaadwiiining staan en kan alsdan 5 M. en meer van bet
boader opleveren (voor eene geldelijke waarde van/200
en 9ieer), doch mislukt dikwijls.
Het dorseben en schoenen van dit saad vereischt, vooral
bij natte zomers, veel arbeid en overleg. Eerst worden
de kno(^n van bet stroo gedorscht, daarna verwijdert
men dit en scheidt door den wanmolen het uitgevallene
zaad van de knoppen en andere by mengsels^ vervolgens
worden deze weder gedorscht, daarna gewand, enz., tot
bet zaad van alle bymengsels en stof bevrijd is (1).
Het rundvee wordt alleen des winters op stal gebonden;
des zomers gaat het dag en nacht in de weide; de zomer-
stalvoedering is er das geheel vreemd en onder de tegen-
woordige omstandigheden (het ooderloopen van hooi- en
weiland) op vele plaatsen ook onuitvoerbaar.
De soivelbewerking bepaalt zich tot het maken van
boter.
De verisoop van jong vee geschiedt op 2 of 2jjarigen
leeftijd, weinige weken voor bet eerste afkalven (onder
den naam van dragende maal) of op Sjarigen leeftijd
^ste vaars) i ook de ossen worden op 2 en 3jarigen oa-
éerdom verkocht.
Op vele boerenplaatsen heeft men eenen paardenkarn-
molen; op andere wordt een op- en nedergaaude pds m»t
de band door eenen zwengel bewogen, slechts weinigen
maken gebruik van eenen bondenkarnmolen.
De versch gemolkene melk wordt door eene teems ge-
daan en in eene ondiepe ronde houten vloot gegoten. Al-
(1) op ondcwoheidcne pUaisen in d^ pror. Groi»iqgen Iiceft men,
▼oor bet dorucben van rood klaverzaad met ^oed gevolg de klaverpeu-
Ico vermengd met gerst en dit te zamen gedorscht, waardoor bet kU-
verzaad gemakkelijker uit de peul komt en daarna zonder veel moeite
door zeving van de gerstkorreU kan vrorden geiuiverd. Ook voor bet,
in dit Gewest veel gewonnen wordend, zaad van de wiWe klaver is bet
kier ea daar in gebruik. ^' ^*
Digitized by
Google
418
das Iaat men haar staan tot men een karnsel heeft en
karnt <ie goor gewordene melk, waarbij men des zomers
nog eene aanzienlijke hoeveelheid kood en heet water (b.
V. 2 emmers koud en 1 emmer heet water op een kamsel
van circa 120 Ned. kannen) , en des winters alleen heet
water bijvoegt. De verdere behandeling geschiedt op de
gewone wijze (1).
Op boerenplaatsen van 30 B. bouw- en grasland boadt men
gemeenlijk 2 karrenpaarden (wagens zijn er niet in ge-
brnik) en 2 jonge paarden van 2 en 3 jaar, op welken
leeftijd zij reeds vrij sterk voor ploeg en egge gebmikt
worden ; ja met 3 jaren begint men ze reeds in de kar te
spannen. Plaatsen van 50 — 60 B. hebben 6 — 8 paarden,
naar gelang van derzelver sterkte en ouderdom.
Het fokken van jonge paarden wordt hier vrij sterk ge-
dreven; de verkoop heeft meest op IJ jarigen leeftijd plaats.
De meeste landbouwers op plaatsen van 40 of meer
bunders houden eene kudde schapen van 80 — 120 staks,
behoorende tot het alhier zoogenaamde inlandsche ras, mid-
delmatig groot, met niet zeer fijne wol en langen staart. De
scheertijd valt meest in de eerste helft van Jullj, nadat de scha-
pen eenigen tijd te voren in loopend water gewasschen zijn.
De wolopbrengst bedraagt in de verschillende kudden
gemiddeld 2—2^ N. ft per stuk.
(l) Hel gebeurt bij warm weder niet zelden, dat de bolerdcelfjes
zich niet dan met de grootste moeite laten afscheiden; dit liad Yooral
in den afgeloopen zomer weder plaats en gaf aanleiding, dat de land-
bouwer, ten wiens huize ik mij bevond, op mijn aanraden gebruik
maakte ran de handelwijze om telkens eenige hoohiofsure «odW in
water opgelost bij de versch gemolkene melk te Toegen, lietgeen met
het l)cs(e gevolg bekroond werd. Mogt hij daarmede Toortgaan zoo
zoude dit ook anderen tot navolging kunnen wekken. -^ Ofer het ge-
bruik van de hoolstofzure soda ter befordëring der hxmiafscbeiding,
verdient vooral nagelezen te worden, C TitomiER, das Molktnfoesem,
tetWn 18iC.
Digitized by
Google
419
Schapen-kaas en boter sijn hier beide evenzeer - onbe-
kend. Het verkoopen van lammeren heeft sleehts bij uit*
zondering plaats; dat der zoogenaamde vette (eigenlijk
halfvette) schapen geschiedt op 1^- en S^arigen leeft^d
{één en iweegeschoren); deze worden dan vervolgens op
beteren grond b. v« in de Betuwe of aan den Waalkant
vetgeweid.
Het aankweeken en vetmesten van varkens heeft hier
ook veel plaats. Het laatste, op verre na niet altijd voor-
deelig, als men de waarde van het gegeven voeder naauw-
keurig in rekening brengt, geschiedt doorgaans met kar-
nemelk of afgeroomde melk, aardappelen, gersten- 9 erwten-
en boek wei tenmeel. Chineesche of zwarte varkens treft
men hier niet aan.
Ganzen en eenden worden hier niet gehouden, ook zoude
bun des zomers het water op vele plaatsen ontbreken;
hoenders meestal slechts tot eigen gerij f.
De bijenteelt is er niet vreemd, doch wordt meest door
kleine boeren en arbeiders bedreven. Men kweekt niet
neer moesgewassen dan tot eigen gebruik vereischt wor-
den; zelfs zijn er velen, die niet eens het voor zich be-
noodigde tuiozaad winnen» maar zulks in de steden aan-
koopen.
De ooftboomteelt is hier niet bclangrük: meestal heeft
men in eeoen kleinen boomgaard bij huis eenige kersen-,
appelen*» peeren-, pruimen- of notenboomen; ook staan
zij dikwijls in den moestuin verspreid; dit laatste echter
niet altijd zonder nadeel voor de daaronder groeijende
ffloesgewassen , vooraK wanneer men de boomen niet pyra-
midaalsgewijze opsnoeit. De uitvoer van ooft kan dos
niet anders dan onbeduidend zijn.
Hontgewas is hier daarentegen in overvloed voorhanden.
Op den klei- en goeden zandgrond worden eik en els het
meeste aangetroffen en slagen er vrij goed , evenals de ijp
en esch; de lagere istreken leveren Kanadasche populie-
Digitized by
Google
420
ren en wilgen op, welke eerste vooral seer welig tieren;
de hooge zand- en heidegrond dennen en sparren. De
eiken hoadt men als opgaande boomen, knoteiken en slag-
hoat; de wilg wordt doorgaans als knotwilg, de els als
slaghoat, de popalier, esch en ijp als opgaande boomeo
gehouden. Van het slaghoat dient een gedeelte tot eigen
gebraik, het andere, voornamelijk het eiken, wordt b|
hossen verkocht, nadat hetzelve alvorens van deszelfs
hast ontdaan is, die weder door looijers, enz. gebezigd
wordt; de opgaande hoornen worden tot timmerhout ver-
kocht.
Ook levert de streek tnrf en steen op, zijnde er te
Wychen veenderij en eneene steenbakkerij.
Nopens de geschiedenis der veranderingen , die hier ia
de laatste jaren hebben plaats gehad valt het volgende te
zeggen: over het algemeen heeft men, vooral met het stij-
gen der graanprijzen, het bouwland ten koste van het
grasland uitgebreid; ook gaan de ontginningen, vooral op
de Wychensche heide, jaarlijks voort.
De prijs der landerijen is op vele plaatsen gedurende
de laatste 25 jaren bijna verdubbeld; de huur der pacht-
hoeven is* mede algemeen opgeslagen, hoewel niet voor
zulk een aanzienlijk bedrag. Ook kan als eene bijzonder-
heid vermeld worden, dat vóór genoemd aantal jaren hier
weinig meer aardappelen verbouwd werden dan tot eigen
gebruik , terwijl de teelt van dit nuttige gewas zich nu jaar-
lijks meer uitbreidt.
Behalve het af koopbaarstellen van het zoo nadeelige regt
van tiendheffing, zoude het eene allergewigtigste verbete*
ring voor de landstreek zijn, wanneer men dezelve door
eene stoommachine ten allen lijde van haar overtollig
water konde ontdoen, gelijk zulks reeds aanvankelijk ge-
schied is in den nog lager gelegen polder bevattende de
gemeenten Leeuwen^ Wamel en Dreumel^ volgens ont-
werp en onder toezigt vao den Heer Ingenieur Finic*
Digitized by
Google
421
Hoe onvolledig deze scheta ook il)n moge, vlei ik mij
echter, dat men uit deielve lal kuDoen opmaken, dat de
landhuishoading van bovengenoemd gedeelte der prov. Gel-
derland wel is waar voor groote verbeteringen vatbaar is,
doch daarentegen ook veel goeds bevat, met name de zorg-
▼uldige bearbeiding, welke den akker bijna allerwege ten
deel valt; de kenze van eene gepaste vrachtopvolging,
waarin de nitpattende gewassen nu en dan door roode
klaver vervangen worden, enz.
Digitized by
Google
Serigien en MedecUelit^en^
door
H. C. TAN Hall*
1. Het woelen en branden op veenachtige gronden.
He landbouwer E. M. R, Huisman te Helium in de
prov. Groningen heeft reeds voor eenen geruimen tijd on-
derscheidene proeven genomen, om zijnen grond te verbe-
teren, zonder bijvoeging van dierlijke meststoffen, van den
uitslag van welice proeven het volgende berigt mij door
zijn' zoon R. E. Huisman vriendelijk is medegedeeld.
Sedert den tijd dat het zoogenaamde roppen (1), door
(1) Het roppen eo branden ran den grond bestaat daarin « dat men
van koude, zuurachtigc met gras begroeide velden, de zode ondiep met
een ploeg afschill (ropt), de zoden laat droogen, daarna verbrandt, eo
de hiervan komende asch over bet land uitstrooit, dat veelal op de
daarna gekweekte vruchten eene goede uitwerking heeft, hoewel bel,
naar mijn inzien, niet dikwijU op hetzelfde land, indien dit niet zeer
Teenachtig en tevens hoog gelegen is,' herhaald mag worden, daar er
natuurlijk altoos veel humusdeelen bij die l>i^nding verteren en de op-
pervlakte van den grond alzoo langzamerhand lager wordt Zie deze
gansche handelwijze beschreven in J. IIoba Siccaha, Verslag wegens
hei roppen, Groningen 1816.
Digitized by
Google
423
[•Men landbeawer te Siddeburen uitgevonden , te Helium
algemeen in gebroik is gekomen , is men er op bedacht
geweest, om At 4isc&^ waarvan men de nuttige werking
proefondervindelijk gezien had, ook nog door andere mid-
delen te verkrygen. Dit geschiedt door het hier (elders
wordt dit woord ook wel in eenen anderen zin gebraikt)
zoogenoemde woelen^ dat is het omspitten van den grond
ter diepte van nagenoeg 22 (oude) duimen en het daarna
verbranden der oppervlakte, hetwelk hier op de volgende
wyze geschiedt.
De landen, die hiervoor geschikt zullen zijn, moeten
vooreerst hoog genoeg zijn, omdat door deze kunstbewer-
king het land ten laatste altoos iets lager komt te liggen;
ten tweede moeten zij eene genoegzame hoeveelheid teel-
grond, 9 — 12 oude duimen diep, bezitten. Deze teelgrond
is hier veenacbtig en zandig. Daaronder volgt meestal
eene digte aardlaag, een gele veengrond, hier spalier ge-
heeten, die zeer onvruchtbaar is en het water slecht door-
laat. Onder deze aardlaag vindt men gewoonlijk rood of
grys zand. In deze grolden, en bijzonder in de beide
laatste aardlagen, treft men veel hout aan, meest eiken en
greenenhout, dat, als men het eerst een jaar in het duis-
ter laat liggen en als men het daarna alleen binnen 's huis
en onder den grond bezigt, dikwyis zeer duurzaam en tot
velerlei einden bruikbaar is. Men ziet hieronder boomen
van verbazende dikte en lengte, welke soms bijna zoo
hard zQn als ijzer. De stammen liggen grootendeels met
den top naar het Oosten of Noord- Westen en bij voorzig«
tige behandeling, vindt men meermalen nog de bladeren
ia half versteenden toestand aan de takken derzelve.
Het werk van het woelen of omspitten heeft doorgaans
in den herfst plaats, omdat de vorst het veen (spalter)
geschikter maakt voor deszelfs verdere bewerking. Bij
zeer gunstig voorjaarsweder geschiedt het echter ook nog
wel in Maart of April. Tot betere drooging slaat men het
Digitized by
Google
424
opgedolven Teen niet in ttokkea, soo als dit hQ gewone
omspilting gebniikelijk is, muur ieder spit wordt ter
lengte van de spade ongesebonden opgedolven en nederge-
legd, opdat lucht en vorst haren 'weldadigen invloed daaiop
des te beter souden kunnen uitoefenen. Wanneer de om-
gespitte gronden behoorlijk gedroogd sijn, dat dikwijls
eerst in April of Mei plaats vindt, zoo worden xij geëgd*
Na de egging wordt de losgeëgde opperkorst van het land
door de zoogenaamde brandegge (1) in boopen bQ elkan-
der gebragt op den afstand van 4 — 6 schreden en deze
hoopen, liefst bij eenen sachten wind in brand gestoken.
Wanneer echter de spalter over het gansche veld gelijk
keltjk gedroogd was, zoo wordt het aan boopen brengea
nagelaten en het land na bet eggen alleen op verscheidene
plaatsen te gelijk in brand gestoken, dat bij goed weder
en eenen gunstigen wind boven het verbranden in de boo-
pen de voorkeur verdient , wegens de meerdere gemakke-
lijkheid in de bewerking en de betere yerbranding die er
dan plaats beeft. Na de branding wordt de asch soo
spoedig mogelijk dun ondergeploegd , waarin zomer kool*
^ %aad^ dat dan menigmaal 30 è 40 mudden zaad van het
bunder oplevert, en aardappelen^ vooral de grovere soor*
ten, die men dan wel op 400 — 500 mudden van het bun-
der kan schatten^ uitnemend wel slagen. Na zomerkool-
zaad of na aardappelen volgt rogge ^ het decde jaar weder
roggek Na deze oogst wordt de overgeblevene spalter met
de stoppel verbrand , waarna in het vierde jaar weder uit*
(1) De brandegge is eigenlijk eeoe leer groote eo breede toort Tan hark,
met laoge landen en met een wiel voorzien, door tweo paarden TOort*
getrokken, viclke bij het roppen gebruikt wordt om de gedroogde zo-
den bij elkander op hopen te harken. Zie dit eenvoudige werktuig af-
gebeeld en levenf eene uitvoerige beschrijving van het ropptn^ veen'*
hrandtn enz. in Fr. Arinds, Abhandlung vom Kasenhrennen und
tfem Moorhrennen» Hannovcr 1826.
Digitized by
Google
425
mantende rogge wast, terwijl het land dan nog mtm ge^
schikt is, om in het yQfde jaar een goed gewas haver
▼oort te brengen.
De kosten van het omspitten bedragen ƒ40 — 50 van het
bunder. Een goed arbeider kan daags op genoemde wijse
spitten ruim een spint land , dat is 12 voeten in het vier-
kant, terwijl men 88 spint op het bander rekent. Het
xoo omspitten van het spint land wordt hier gewoonlijk
betaald met 45 cents of met 50 cents, als er eene groote
hoeveelheid teelaarde op de spalter ligt en er dus meer
aarde moet verwerkt worden, of als er veel hoat in den
grond gevonden wordt. De grond blijft na deze bewef'^
king steeds los en laat het water beter door dan vroeger;
terwijl men, na het nitdelven van het hout, alle werktui-
gen geruster in den grond kan gebruiken. Neemt men
nn de kosten van dit woelen in aanmerking in vergelij-
king met de kosten van den mest, soo is dit zeer ten
voordeele dezer bewerking, welke wij, op daartoe ge-
schikte, vooral hooggelegene en veenachtige gronden daar-
om als zeer nuttig en voordeeliger dan het branden alleen
van de oppervlakte, waardoor hoofdzakelijk alleen de teel-
grond verbrandt, meenen te moeten beschouwen^ Immers
voor ƒ50 mest op het bunder is niet te veel en daarop
kan men hier slechts drie^ na het woelen echter, op bo-
ven omschrevene wijze, vijf goede vruchten telen.
Er zgn echter vele gronden, die niet voor zulk woelen
geschikt zijn, al zijn het ook veengronden; want, wordt
de spalter niet overal gelijkelijk aangetroffen, zoo bederft
men door de omspitting den grond, dewijl men op die
plaatsen, waar men geen spaher vindt, zandige, onvrucht-
bare aarde, die geene asch geven kan, boven brengt. — ^
Lage vochtige landen zijn voor deze bewerking ook niet
geschikt, omdat z^ hierdoor nog lager en vochtiger wor-
den; maar op de aangewezene hooge veenachtige gronden,
waar men gewoonlQk mest te kort komt^ sehf)nt dese
Digitized by
Google
426
handelwijze allezins aanbevelenswaardig, daar de asch loo
den mest volkomen vervangt. Althans de genoemde land-
honwer heeft op deze wijze reeds meer dan tien bim-
ders land, voor en na, verbeterd en heeft op de%en grond
tot dusverre zeer gunstige uitkomsten van deze zijne proef-
nemingen mogen zien.
2. Witte aren in de Rogge.
Niet zelden ziet men, dat op een veld rogge, tnsschea
de goede aren, hier en daar enkele witte, geheel ijle en
onvruchtbare aren voorkomen. De oorzaak hiervan is de
kleine rups vaneen vlinder, Pyralis secalis geheeten, die
zich in den halm tusschen den bovensten knoop en de aar
invreet en daardoor de aar, van voedsel beroofd, doet op-
■droogen, wit worden en sterven. — Het ware niet onbe-
langryk, dat men met de huishouding van dit diertje meer
van nabij bekend werd , daar het mogelijk was , dat ook
dit dier in sommige jaren zich buitengewoon vermeerderde
en alsdan groote verwoestingen aanrigtte. Zie de Afede"
deeiingen van de Geldersc/ie Maatackapj/y van landbouw
1846, no. 2 bl. 57.
3. Waarde van liet zeezand voor lig/e zandgronden.
Over dit onderwerp behelst tlie American Agricuiturisi
van Juljj 184J, p. 227, het volgende;
De Heer Lorimkr merkt in het dagblad voor Landboaw
op, dat hy op eene reis door Normandije en Frankrijk
gezien heeft, dat de Normandiërs niet bij de landbouwers
aan de zeekusten van Engeland behoeven achter te staan
in het gebruik maken van de hulpmiddelen, welke de zee
verschaft. Het zeezand namelijk wordt hier veel gebruikt
en wel gewoonl\jk in vermenging met p:ewonen mest. Ik
was verwonderd, zegt. LoRiMiiR, dit gebruik meer algemeeo
Digitized by
Google
427
op zandige dan op stijve kleistreken aan te treffen, dewijl
ik ait den staat der landbouwkundige wetenschap aldaar,
begreep, dat de eigenschap, waarom hetselve het waar-
schijnlijkst genomen werd , bestond in het losmaken van
den grond, en niet in het opleveren van scheikundige in-
mengsels, welke voor den groei der gewassen vereiscbt
worden. BQ onderzoek vernam ik echter, dat de landlie-
den aan hetzelve een vermogen toeschreven, geheel ver*
schillend van datgene, waaraan ik gedacht had. De oor-
zaak, die zij opgaven, waarom het hoofdzakelijk op eenen
xandigen grond werd toegepast , was , dat zulk een grond
heet zijnde, het koele zand vereischte om denzelven te
▼erfrisschen , terwijl de stijve klei koud zijnde door kalk
•moest verwarmd worden.
Deze verklaring, hoewel verre van wetenschappelijk te
xijn, toonde, dat zij een zeer duidelijk en tastbaar denk-
beeld hadden van de oorzaak der werking, en niet, even
als een groot aantal landbouwers , te vreden waren met
de bloote daadzaak van een wezentlijk of schijnbaar voor-
deel, dat zqlk eene handelwijze aan hunne oogsten toe-
bragt.
De Hoogleeraar Johnston heeft de volgende ontleding
van het bovengenoemde zeezand medegedeeld:
Organische stof. • • • . 5,06.
Koolzure kalk 43,50.
Gips, keukenzout en Ijzerverzuursel. . 3,43.
Onoplosbare kiezelaardige stof. ..... 47,69.
99,68.
Het bestaat bijna geheel uit overblijfselen van kleine
schaaldieren, en uit de ligchamen en geraamten van infu-
siediertjes. Van deze laatsten is de kiezelaarde afkom-
^^^gf zijnde het kiezelzand bijna geheel afwezig.
4. jDe groote Spurrie.
Men kent driederlei soorten van Spurrie:
Digitized by
Google
428
lo. De wUde Spurrie of waiergal (Spergula orvenHê
Ft. Daiu), welke de kleinste en voor de caltunr de miiist
waardige is, sóodat zij, xoo ver my bekend is, nergens
in ons Vaderland aangekweekt, maar wel hier en daar
nit het wild opgesameld en tot veevoeder verbniikt wordt.
Zy is afgebeeld in de Flora Batuva no, 427 en aan de
eenigzins kantige, aan alle zijden met witachtige of grijze
stippen bedekte, zaden ligt te herkennen.
2o. De gekweekie Spurrie {Spergula sativa Boekn),
dat is de iets grootere, gewoonlyk gekweekte soort, her-
kenbaar aan hare zwarte, gladde, dik-linsvormige zaden,
op den kant van eenen iets uitstekenden witten rand
voorzien.
30. De grooie Spurrie {Spergula maxima Wbihe),
welke doorgaans 2 of 3 palmen hooger groeit dan de ge-
wone en dus, mits iets digter gezaaid zijnde, vrij wat
meer op dezelfde oppervlakte lands in staat is op te bren-
gen. Hare zaden z^jn bijna tweemaal zoo groot als die
van de gewone Spurrie, dik en eenigzins kantig met on-
gelljk-straalswijze uit een middelpunt uitloopende stippen
en strepen. Ik heb deze drie vormen sinds vele jaren in
den landhnishoudelijken tuin te Groningeu aangekweekt en
jaarlijks geregeld het zaad doen inzamelen, zonder eenige
verbastering van de eene Spurrie in de andere op te mer-
ken, waarom ik ze als drie. goed onderscheidene soorten
beschouw*
Re^ds voor verscheidene jaren (in 1829) vond ik de
grooie Spurrie in het wild tusschen het vlas op zavelige
bouwlanden b^ Holwert en omstreken in Friesland. Haar
verschil van de gewone Spurrie en hare grootte deden ny
dadelijk denken aan de naam Niegen-knee ^ waarmede ik
wist, dat men in sommige oorden van Duitschland de
groote spurrie bestempelt, naar de vele knopen of kni€n
als het ware, die op de steng, telkens aan den voet der
talrijke, fijne, kransvocmende bladen geplaatst zyi|. Het
Digitized by
Google
429
jnad daarvaa mejegenonien afjnde, is my gebleken te sQa
dat vaa de grooie Spurrie, welke van dien tijd af in den
landhuisboudeligken tuin te Groningen aangekweekt en»
Toor en na, aan onderscheidene landbouwers medegedeeld
is, soodat xij, althans in de provinciën Utrecht, Gronin-
gen en Drenthe, bij verscheidene landbouwers bekend en
thans genoegzaum in het groot beproefd is. De plant al-
soo in onsen vaderlandscbeo landbouw niet meer geheel
vreemd z(jnde, meende ik wel te doen, mei de aandacht
nog nader daarop te vestigen door de mededeeling van het
volgende uittreksel uit eenige aanteekeningen daaromtrent
van Prof. Dr. A« G. Schwuitzbr, geplaatst in het Land»
wirihseAafiticAes JaArbuch der Akademie %u TAaratid
ü (1845) p, 257—272.
BQ een gevreesd gebrek aan genoegsamen mest, besloot
ScHWBiTZKR in 1S41 een stuk land, dat anders gewonen
stalmest Konde ontvangen hebben, eene groene bemesting
te doen ondergaan en hiertoe, deels de grooie Spurrie
alleen, deels vermengd met Madia en Aveelzaad^ te ge-
bniiken. Het mengsel erlangde eene grootte en digtheid
van wasdom dat het, ondergeploegd, eene volkomen vol-
doende bemesting gaf. De Spurrie wies zoo hoog op,
dat by besloot die niet onder te ploegen, maar te vervoe-
deren, waarbij het echter bleek, dat de koeijen dit voed-
sd niet gretig tot cich namen, waardoor de melkopbrengst,
na het gebruik der groote Spurrie, bijna oogenblikkel^k
verminderde. Daar dit laatste echter b^ latere proeven,
onder andere wedersgesteldheid, piet weder werd opge-
merkt, meende hij reden te hebben, dit aan de omstan-
digheid toe te schrijven, dat het gewas aan het vee ge-
geven was na eenen langHurigen regent^d, waardoor de
spurrie op het veld gestreken was en eenen rotachtigen
reuk had aangenomen. (Wij vermelden deze bijzonderheid
opzettelijk daarom, omdat men ook in Nederland wel eens
de opmerking gemaakt heeft, dat het vee deze spurrie
Digitized by
Google
430
ni«t gaarne eet, hetwelk dan wdllgt aao deselfde oorsaak
sal moeten worden toegesehre?en, daar seer vele landbou-
wers mij integendeel van het volkomen bruikbare deser
plant als voedergewas uit eigene ervaring versekerd heb-
ben).
In het drooge jaar 1842, toen soo vele gewassen door
de groote droogte geheel en al mislukten, trok de gioote
spurrie zijne bijzondere aandaeht, wijl xij toen, ztUu of
voor haar anders minder 'geschikten kleiaehtigen grond,
welig opwies en 9 weken na hare uitsaaijing, eene aan-
zienlijke hoeveelheid hooi, of 10^ weken na hare zaa|fiDg
zeer voedzaam zaad en stroo konde opleveren, en dit al-
les zonder bemesting of liijsondere moeite bij de aankwee-
king te vereischen.
In 1843 zaaide hij op het einde van Mei op 208 q roe-
den (1) daartoe zeer geschikt land, dat het vorige jaar
haver gedragen had, 5 Mei%en zaad van de groote spur-
rie, die nu 2\ — 3 voet hoog groeide. Bijna ^ van dese
oppervlakte werd tot groen voeder gebruikt en verschafte
aan 17 koeljen, waaronder 11 melkkoeijen, gedurende 6^
dag het rijkelijkste voedsel. De melkkoeljen bekwamen
daarvan zoo veel zij verkozen, doch niet vochtig, waarna
de melkopbrengst %eer toenam. 50 è 60 D roeden van ge-
noemd land werden tot zaadwinning gebruikt en leverden
ruim \\ schepel zaad, dus 7\ schepel van den Saksischen
akker op. Terwijl dit laatste tot rijpheid kwam, sproot
de groen afgesnedene spurrie weder uit, en wel zoo krach-
tig, dat- zij voor de tweedemaal konde afgemaaid worden,
welke tweede snede wel niet zoo overvloedig als de eer-
ste, maar toch allezins de moeite waardig was. Hjj was
wel niet in de gelegenheid, de opbrengst dezer tweede snede
(1) Een D Sakfische roede is = 23^5^ □ Sakiiiche ToeCcn, Een
Saksische voet is = 0,28326 Ned. e!.
Een Saksische gchêpêl is = 16 mwiztn of 103,905 Ked. koppen.
Digitized by
Google
431
naauwkenrig na te gaan , maar baadt zich echter oyertoigd»
4at z^ tot afweidiog of groene bemesting eene niet onbe-
langryke waardy bezat.
Ook in 1844 heeft hij eene niet onbelangrijke uitge-
strektheid daarn^de beteeld en meer zuiver voordeel daar-
van getrokken, dan van een daar naast liggend erwten veld;
terwijl het als veevoeder zeer goed beviel, daar runderen
daarvan eene mindere hoeveelheid dan van roode klaver
behoefden.
Hij is daarom voornemens, zich nooit meer van dit ge-
was te ontdoen, maar het te bleven aankweeken tot ver-
dere proefnemingen, hoewel vooreerst nog maar alleen op
niet al te uitgestrekte velden, daar de hoogte van het ge-
was oorzaak is, dat het, wanneer het niet op zQn tijd
yervoederd of tot hooi afgesneden wordt, ligt op het veld
gaat liggen en dan bij nat weder vaak eene mindere waarde
tot veevoeder verkrijgt. — Om dit nederstrijken voor te ko-
men, moet het zaad van de grooie spurrie ook digter
gezaaid worden dan van de gewone spurrie ^ gelijk dat
ook bij onderscheidene proefkaayingen in Nederland geble-
ken is.
Inzonderheid zal dit gewas aanbeveling verdienen op
zandgronden (hoedanige wij er zoo velen in Nederland be-
zitten), welke te dor en te los z^n, om goede klaver
voort te brengen, zoo als Scbwkitzer aan den oevers der
Elbe boven Pillnit% zag. — Op leemachtigen zandgrond
i« het, bij eene proef in het klein aan de Landhuishond-
kundige school te Haren genomen, ons zeer goed beval-
len, zoodat wjj die proeven meer in het groot denken
voort te zetten.
Vrees, dat het gewas den grond zal uitputten, zal er
wel niet zQn, als men ten minste de spurrie afsnijdt en
niet uit den grond trekt. Schw. althans heeft geene
uitputting van den grond op een goed behandeld spurrie-
veld kunnen opmerken. .
29
Digitized by
Google
432
Uit de in 1842 genomene proeTen bleek het» dat de
groote spurrie j tot hooi gebragt, weinig indroogt, daar 50
ponden groene spurrie 20 ponden sparriehooi gege?»
hebben, terwijl gewoonlijk bij sappige klaver en dio'ge-
lljke gewassen 80 — 100 ponden groen gewas niet meer dan
20 ponden hooi geven. In minder drooge jaren, sai de
spurrie als hooi wel meer ponden indroegen dan in 1842,
maar wegens hare mindere walerachtigheid en minder blad-
verlies bij de drooging, naar ons inzien, toch altoos dhb-
der dan roode klaver.
5. Bewaring van aardappelen.
In het LittercUurblaU van Beijers Allgemeine Zeiiung
Dec. 1845 p. 71 leest men het volgende berigt, door
Arnold te Hochsiriefs onderteekend: «Vele landbezitters
in Oost-Praissen , gedeeltelijk mij in persoon bekend, la-
ten in den herfst dadelijk na den oogst, alle de aardappe*
len die zij tot voeder voor paarden, runderen en varkens
gedurende een jaar noodig hebben, in damp koken en
daarna vast instampen in kuilen, in elk van welke bijna
200 (Pruissische) schepels geborgen kunnen worden. Van
boven worden die kuilen met stroo en aarde overdekt, op>
dat noch regen, noch verandering va» warmte op de inge-
stampte aardappelen invloed uitoefenen. Daar deze han-
delwijze aldaar sinds jaren in gebruik is, hebben die kui-
len vast toegeslagen of van steen opgemetselde wanden,
doch dit is geen noodzakelijk vereischte, als men groote
hoeveelheden aardappelen spoedig wil inkuilen en bewa-
ren, wanneer een ruime oogst daartoe aanleiding geeft. De
aardappelen blijven zoo langer dan een jaar uitmuntend
wel bewaard, nemen eenen ligten zuren smaak aan en
worden van alle dieren gaarne gegeten/'
6. Teell der Hop.
Het Tijdschrift Natuurkunde bevat in zijn n». 7
Digitized by
Google
433
1846 bh 209—215, oyergenomeii vit de Echo du monde
savani van 1846 d^. 29 en 30, het een en ander over de
seheikundtge samenstelling der Aop^ in verband met hare
aankweeking, door J. C. Nesbit. Hoewel de teelt van
hop hier te lande nog van gering aanbelang is, raeenen
wQ echter dat dit beter kan worden, als men sich met
meer Qver op deze teelt toelegt en vooral voor de betoa"
ring der ingeoogste hop beter zorg draagt (1). WeUigt
dat ook eenmaal weder het bier, in plaats èf van verslap-
pende warme dranken , èf van de door het misbrnik ont«
lenawende jenever, meer algemeen in gebruik komen zal,
zoodat wij onze aandacht voortdurend ook op dü gedeelte
der Landhalshondkunde willen blijven vestigen en daarom
het volgende uit de genoemde verhandeling overnemen:
De hoppeteelt behoeft veel mest. Volgens het hier me-
degedeelde scheikondig onderzoek is dit hoofdzakelijk toe
te schrijven aan de groote hoeveelheid pdlasch, welke deze
plant uit den grond opneemt. Immers de zamenstelling der
anorganische zelfstandigheden , welke in de hop bevat sijn,
sgn in honderdste deden deze:
Bloemen BUzden* Takken.
{vruchten).
KieMlmrde
31,50
12,14
6,07
Chloor-potassiam
7,24
9,49
6,47
Chloor-sodiam .
1,67
9,64
Soda
0,39
Potasta
25,18
14,95
25,86
Kalk
15,98
49,67
38.73
Magnesia
6,77
2,39
4,10
Zwavelsnor
5,41
5,04
3,44
Phosphorsanr
9,8a
2,42
6,80
Pbosphonoor-yseroxyde 7,45
3,51
0,40
(1) Verg. Tijdschrift voor Nijverheid. Deel V bl. 533 -5a6.
Digitized by
Google
434
Om 500 (Engeifcbe) pondm (1) bloemea (vniditaD)
koppebellen) van de hop te verkrUgen, worden 11 pon-
den en 3^ oneen poiassa nit den grond genomen. Bdnn
hierbij de bladeren en takken, die mede aan den gioed
worden ontnomen en ook potaseh bevatten » soe kan mm
rekenen dat met die 500 ponden bloemen, bet product vaa
1000 Tierkante voeten land ongeV)e#r, te lamen 16 pon-
den, 3^ onctn potitssa f 1 pond en 11 oneen CAlorureium
potussii nit den grond genomen worden, benerena 5 poad
6|- oneen pAospAorzuur^ enz.
Om 17 (Engelsche) ponden of 7,705 N. ponden potana
aan den grond weder te gevmi, z^n noodig:
355,48 Ned. ponden gvxmo^
1421,39 3 » iarwe$irooy
3110 » » gewone stalmest.
Zalk eene bemesting zonde alzoo, voor 1000 vierkante
voeten , eene veel te kostbare bemesting worden , docb door
de bijvoeging van zelfatandigheden die potussa zelve be-
vatten,'kan men, voor de overige zamens tellen de bestand*
deelen van de hop, met veel mindekr gewonen mest toe.
Er komen twee algemeen bekende potassa-zouten io den
handel voor> nameiyk het salpeter en Ae potascA. Van
deze bevat de eerste 47 pet potassa, ie potascA 68 pet,
zoodat 29 Ned. ponden potassa in den grond kunnen ge-
bragt worden door 61,64 Ned. ponden salpeter, waarvan
de prijs ongeveer, is /20, of door 42,60 Ned. ponden pot-
asch, waarvan de prijs ongeveer is / 22. Men zonde met
eene mindere hoeveelheid kunnen volstaan, als men de
stengen met de bladen , die ook vrij wat potassa bevat-
ten, zoo veel mogelijk op bet land liet
Onderstaande mengsels zonden alzoo bijzonder voordee-
lig z^n tot mest bij de teelt der hop , en wel voor 1 Bi<^
gen (?) of 1000 D voeten
(1) s 226,25 Ned. ponden.
Digitized by
Google
435
Of 152,29 Ned. ponden Goano,
50,76
Keakeniont ,
76,15
Salpeter of 25,38 Ned. 'ponden
silicas potasaae,
25,38
Gips.
0/ 50,76
Guano,
76,14 .
Biphosphas calois.
50,76
Keukensout ,
50,76
Potassa,
25,38
Gips.
7. Gebruik der RAabarbersoorien.
Er bestaat een groot verschil tusschen de welbekende
werking van den Rhabarber-wortel en die van hare bladstee-
kn^ De laatste hebben eenen geheel verschillenden, aan-
genaam-Euren smaak en hebben niets van de purgeerende
eigeoscbappen, die aan den wortel eigen zijn. Men begint
dan ook in ons Vaderland reeds meer en meer gebruik te
maken van die steelen met suiker tot een seer aangenaam
moes — even als abrikoxenmoes — in taarten enz.
In Engeland is dat gebruik reeds veel algemeener.
Bondom London ziet men gansche bunders, alleen met
Rhabarber beteeld en de markten dier stad zijn in het
Toorjaar als <^gevuld met bundels Rhabarbersteelen, welke
in April en Mei bij den Londonschen middelstand zeer
algemeen in gebruik zijn. Niet alle soorten van het ge-
tiacht RAeum (waartoe de Rhabarber-soorten behooren)
i^n echter even geschikt tot voornoemd gebruik.
Eene der oudstbdcende en nog de meest algemeen ver-
spreide soort, is Rheumundulaium. Deze is ook het eerst
tot bovengenoemd gebruik aangewend door de Engelschen,
die daartoe waarschignlijk aanleiding gevonden hebben in
betgeen Olivier berigt heeft over het gebruik, hetwelk in
Persien gemaakt wordt van eene andere sooirt, de RAeum
Digitized by
Google
436
Rtbes L. , waarvan hij ongeveer het volgende zegt: De
Perzen geven den naam van riebas aan deze plant, welke
aldaar in drooge kleigronden groeit Zij maken veel werk
van de jonge spruiten en van de bladstelen, welke zg
raauw eten met zout en peper, na die van de schors te
hebben ontdaan. Zij dampen ook het daaruit geperste sap
uit en brengen het met honig of droivensuiker tot eene
soort van siroop of conserf , waarvan zij groote verzending
doen naar buiten 's lands. Bosc voegt bij deze berigtcn
bij, dat men deze soort ook wel in de tuinen aldaar aan-
kweekt en met aarde overdekt om de jonge bladen eo
stengen te verbleeken, waarna men ze op de markten vao
Ispahan en elders verkoopt, als een zeer gezocht en aan-
genaam toevoegsel bij vleeschspijzen.
Ueze plant was reeds in 1724 in Engeland ingevoerd,
maar is, zoo daar als elders, zeer zeldzaam, zoodat men
die tot keukengebruik nog niet heeft kunnen beproeven.
Onder de soorten van Rbabarber, welke in onze tuinen
veelvuldig voorkomen en welke daartoe bijna allen gebe-
zigd kunnen worden, kiest men, tot voornoemd gebniik
der bladsteelen, dezulke uit, in welke deze steelen bet
grootst en tevens niet van eenen bitterachtigen smaak zQn,
welk laatste bij enkele, dezer soorten voorkomt. De Hoogl.
MoRnEN te Luik, uit wiens opstel over dit onderwerp
(geplaatst in de Annales de la Socteié oT Agrieuiiure tl
de Bolanique de Gand Avril 1846 p. 158 — 164) wi) deze
aanteekeningen inzonderheid ontleenen, noemt als de aller^
beste soort tot bovengenoemd oogmerk Rheum undulalum
var. Elfordiense^ dat is, eene verscheidenheid van de in
onze tuinen meest algemeene Rbabarber met golvend blad,
welke verscheidenheid door uitzaaijing van het zaad van
Aez% Rheum undulalum gewonnen is door Wiixum Bvck,
tuinier te Elford bij Lichfield in Engeland. ïieze ver-
scheidenheid kenmerkt zich doordien zij vroeger aankomt,
een blader groen vertoont en zachter , weeker en sappiger
Digitized by
Google
437
is dan de meeite andere Rhabarber-soorten* Ook iQn de
bladsteelen langer, de bladen selve kleiner en meer gol-
yende.
Men Yermeerdert baar door saad of door verdeeling van
den wortel. In bet eerste geval zaait men in het voorjaar
in goed losgemaakten grond en verpoot de jonge plant op
hare blijvende plaats, als zij in bet najaar 2 a 3 palmen
hoog is. Des noods zoude men in bet onmiddellijk daarop
volgend voorjaar de bladsteelen reeds knnnen gebruiken;
maar bet is voor de plant beter hiermede nog een jaar te
wachten. Bij de schenring van den wortel behoort ieder
stak, waamit men eene nieuwe plant wil aankweeken,
van eenen eindelingschen knep voorzien te zijn.
Men plant dit gewas in welgemesten zand- of tnin-grond..
Zware kleigronden behooren met zand of op eene andere
wiJie losgemaakt te worden, daar de wortel zich behoor-
lijk in de diepte moet kannen ontwikkelen* Gier is daar-
voor eene zeer geschikte meststof. Men plant op rijen in
het verband: de rijen op 6 palmen en de planten in de
r^en 1 Ned. el van elkander verwijderd. Zoo kan de
plant 15—^20 jaren op dezelfde plaats blijven staan. In
het najaar en vooral in het voorjaar wordt het land tus-^
8ch^ de rijen voorzigtig, zonder de wortels te kwetsen,
omgespit en van tijd tot tijd goed bemest. Rondom Lon-
den snijdt men jaarlijks al de doorschietende stengen af
en behoudt daarvan alteen* zooveel als men ter zaadwin-
ning noodig heeft, opdat de planten niet uitgepnt' worden
on het blad zelf zich zooveel mogelijk ontwikkele.
Men kan de planten in bakken^ kweeken en alzoo reeds
in Februarij of Maart dit blad inzamelen. Meer algemeen
echter laat men de bladen in April en Mei geheel uit-
groeijen, snQdt de bladsteelen vlak aan haren voet af en
ontdoet ze aan den top van de eigenlyk bladschijf, zoodat
nen de steelen alleen behoudt. Deze worden in bundels
▼im 12 of 24 ter markt gebragt of, als men ze zelf wil
Digitized by
Google
438
gebraiken, geschild en daarna gesneden in stukkea vum
ongeveer een halve palm lengte en gekookt. Het water
van het eerste kooksel is te zuur en wordt weggeworpen;
maar het daarna er weder opgebragt water wordt vermengd
met sniker en geurige inmengselen b. v. kaneel, en citroen-
of oranje-schillen, bet best de nog groene schil van oranje»
Zoo wordt dit te zamen, op een zacht vuur en wel be-
dekt, gekookt tot het de dikte van een conserf of moes
beeft, dat niet overmatig zuur, maar aangenaam van smaak
en zeer gezond is.
In Engeland is men nog verder gegaan en heeft men
ook het gebruik der zich ontwikkelende bloemen van de
Bhabarber aangeprezen* Men noemt deze nieuwe groente
in bet Fransch rhu-Jleurs (van rhu^ rhubarbe enjleursj
even als men zegt chou-Jhur^ zie Morren in de aange-
haalde AnnaUs de Gand Juillet 1846 p. 308). In bet
Nederduitsch zoude men baar kunnen noemen bloem-
rhabarber^ welk woord alzoo zamengesteld is evenals bet
woord bloem-kool, daar men in beide gevallen de nog niet
ontwikkelde bloemen ten gebruike bezigt.
FoRSTTH tuinier van den Markies van Shrewsbury te
Alton-Towers in Stafforsbire zegt daarvan ongeveer bet
volgende in bet Hortioultural Magazine van Maart 1846;
De zich ontwikkelende bloemsteelen van de Rhabarber
zijn vast en te gelijk siq>pig en kunnen zeer gemakkelijk
in het voorjaar aan de plant gemist worden, wijl bet bui-
tendien *een regel bij de teelt der Rhabarbers is, om slechts
een' enkelen bloemsteng tot zaadwinning te laten staan.
In de maand April, wanneer de meeste groenten zeldzaam
en duur zijn, zijn de beginnende bloemsteelen en bloemen
der Rhabarbers het best en bet overvloedigst.. Zij hebben
eene fraaije kleur en worden evenals de Rhabarbers zelve
bereid. Inwendig, hebben zij al het aanzien eener vi|g.
De smaak is zoeter dan die der Rhabarber^^bladsteelen en
zij worden bet best als broccoli of bloemkool gebruikt.
Digitized by
Google
439
Men moet daartoe de Moemateelen nog zeer jong en ge-
vuld, bij derzelver eerste ontwikkeling , ten gebruike ne-
men en bij de koking , even als men dit hij de bloenkool
doet, eenigzins zorg dragen derzelver deelen niet lüt el-
kander te doen wijken*
8. Rupsen in denneboomen.
Behalve hetgeen vroeger hieromtrent is opgeteekend, wil-
len wij thans nit de Gelder sche Mededeelingen (1846 n»,
3 bl. 94 — 96) met een woord opgeven de welgelukte proe-
ven die op het Zelhemsche %andj een jong dennebosch in
Cielderland, groot 500 bnnders, in 1845 genomen zijn.
Toen men daar , in het laatst der maand Juli) , de rupsen
het eerst gewaar werd, is terstond aan de omwonende
bonwlieden vergonning gegeven om het mos en de naalden
voor strooisel op te harken en weg te voeren, van welke'
vergunning zeer ijverig gebruik gemaakt is, zoodat lang-
zamerhand het geheele bosch op die w^ze gezuiverd is.
Tevens werden 45 kapoenen , onder geleide van een jon-
gen, dageiyks op de afgeharkte plaatsen gedreven, waarbij
men opmerkte , dat deze niet alleen de rupsenpoppen gre-
tig opvraten en de poppen van vliegen en sluipwespen,
(welke beide diertjes een groot aantal dennerupsen en
poppen gewoon zijn te vernielen) lieten liggen, maar ook
dat zij alles schoon oppikten, voor dat zij verder gingen.
Dit gevogelte was alzoo veel voordeeliger dan de varkens,
van welke men er ook dertien in het bosch gebragt had,
die men in eene opgeslagen loods van Augustus tot De-
cember des nachts bewaarde en over dag liet rondloopen,
doch die zoowel de rupsen als de de vliegenpoppen ver-
slonden en zonder orde in den grond wroetten, zoodat men
naderhand die plekken weder moest opharken, en daarbij
nog eenige poppm vond. Zoowel de varkens als de kapoe-
nen hielden zich big deze levenswQze zeer goed, hoewel
Digitized by
Google
440
men aan beide nog eenig bijvoeder genoodzaakt was te
geven.
Zoo hierdoor , als door het bloot leggen der poppen aan
, de felle xonneschijn in Julij en Augustus, (bij het opbar-
ken van het mos enz.), tegen welke hitte en droogte nj
niet bestand schijnen te zijn, is men zoo verre gekoineo,
dat de rupsen thans, zonder groote schade aangerigt te
hebben, bijna geheel uit dit bosch verdwenen zijn.
9. Be Gagel.
Er zijn onderscheidene soorten van mollen^ welke aan
huisraad enz. veel nadeel toebrengen. De Tinea vestig-
nella is dacurvan eene der meest algemeene soorten eo
leeft, gelijk de naam het reeds aanduidt, in onze wollen
kleederen. Tinea tapet%ella is in onze woningen niet zeld-
zaam, en zy is het vooral, die zooveel nadeel toebrengt
aan het inwendig bekleedsel van koetsen enz. Tinea pel'
lionella is een zeer schadelijk en ongelukkig ook een
zeer algemeen verspreid insekt, dat vooral in allerlei
bont-werk en wollenstoffen enz. schade doet. Recurvaria
saratella leeft van wol, maar ook van toepetten, haar*
toeren enz. vooral, zoo deze op eene vochtige plaats be-
waard worden. Gallerta mellonella is een hoogstgevaar-
lyke vijand voor de bijenkorven, in welke zij bet was
verslindt. Bij gebrek hieraan leeft zij ook wel van laken,
leder, papier enz. Behalve die motten, zijn er ook en*
kele, meest kleinere, soorten van lorren (Coleoplera) ,
welke aan kleed ingstoffen enz. veel nadeel toebrengen. On-
derscheidene middelen zijn tot verdrijving van deze en
soortgelijke schadelijke insekten voorgeslagen , zoo als
kamfer, terpentijn, zwavel- en chloor- dampen enz. welke
echter of slechts gedeeltelijk helpen , of andere nadeden
met zich slepen. Het beste middel, gelijk wij lezen, is
het bij de te bewaren voorwerpen bijleggen van eenen
Digitized by
Google
441
heester, welken de nottea ens. iii^t kanoen Terdragen en
waardoor zij alzoo van onze kleederen, bontwerken enz.
afgehouden worden. Dese heester is de welbekende Gagel
{lUyrioa gaie)^ ook wel Drenlsche Ihee geheeten en in
de veenachtige heidegronden van Nederland veelvuldig
groeijende. De ondervinding heeft voornoemd gebruik van
de Gagel allesins bevestigd volgens Dubt en Morrkn
in de aangehaalde Annales de Gandj Octobre 1846 p.
424—429.
10. Oor9aaA van hei blaauw-worden der melJL
Het onlangs uitgekomen 2» Stuk van het Ve Deel van
het Feearisenij kundig Maga%ijn van den Hoogleeraar
NuMAN bevat, in het Berigt over de uitbreiding der Vee-
artsenijkunde in de jaren 1841 , 1842 en 1843 door den
Hoogleeraar Wellk^nbergh bl. 192 — 195, een uittreksel
nit eene verhandeling van Fuchs over de gebreken der
melk. Volgens hem is de oorzaak van jiet blaauw-worden
der melk niet te zoeken in eene ziekelijke afscheiding
▼an de melk in het ligchaam der koe, maar wordt zij
eerst later, onder de roomzetting, meest 24 of 48 uren
na het melken, geboren. Het denkbeeld dat die blaauwe
kleur aan blaauwe kleurstoffen in de planten , indigo b. v.,
soude moeten worden toegeschreven, komt hem niet waar-
schijnlijk voor en wel lo omdat hij van die blaauwe
kleurstoffe in de melk niets kon ontdekken; 2o omdat
Steinhof , reeds vroeger , waargenomen had , dat het
blaauw-worden der melk zich door middel van menschen
en mei {(gereedschap kon verspreiden en dat hierbij dus
eene soort van smetstof aanwezig moest zyn; 3o omdat
hy met het Mikroskoop gezien heeft, dat de blaauwe
kleur, althans in de blaauwe melk, die hij onderzocht
heeft, aan Infusiediertjes was toe te schrijven en wel be-
paaldelijk aan eene soort, die door Ehrenberg Vibria
Digitized by
Google
442
cyanogenus genoemd is. In den gesonden toestand van
de melk wordt dit Infnsiediertje niet gevonden, maar,
als het eenmaal aanwexig is, laat het zich bewaren en
van de eene melk in de andere, als eene eigene smet-
stoffe, overplaatsen. Deszelfs ontstaan sch^nt door bet
snnrachtige van de melk bevorderd te worden, waarom
GnsLEN, die mede dezelfde Infusiediertjes in de blaauwe
melk gezien had, veel nut ondertonden had van de aan-
wending van koolzure soda^ waardoor het zuur der melk
wordt weggenomen. Het volkomen aitroeijen dier Infusie-
diertjes door bet uitbroeijen der melkgereedscbappen met
kokende kalk enz. is bet beste middel om de oorzaak van
het blaauw-worden der melk weg te nemen.
Zeldzamer komt de gele melk voor, maar ook deze
wordt door een Infusiediertje veroorzaakt, welke Fuchs
Vibrio xanihogenus genoemd beeft.
Digitized by
Google
DITGEKOMENE BOEKWERKEN
beirekkeltjk de Landhuishotidkunde.
Mjarsiellung des Ferfahrens beim Flachsbau und bei
der Bereiiung des Ftachses im Eènigreich Belgten. Biele-
feld 1845.
Geschreven ter aannnoediging eener betere vlasteelt
en vlasbereiding io heC Graafschap Ravensberg. Stle^
%ien^ Wurtemberg en Ierland j zoo lezen wij daar,
hebben personen naar Belgien gezonden, om sich met
de beste behandelingsw^ze van het vlas aldaar bekend
te maken* Dit voorbeeld is voor Ravensberg en Bie-
lefeld nagevolgd, en het is het resultaat der onder-
zoekingen van den tot dat oogmerk afgezonden Duit-
schen landbouwer, welke in dit werkje vervat zijn.
Eenen gelijken oorsprong beeft ook het werkje:
Alpreo Rüfin, der Flachsbau und die Flacksbe^
(trbeilung in België. Wesel 1845.
J. N* TON Sghwerz's, landmirihschafllicher Naohlass...,
hearbeilel und herausgegeben von Dr. H. W. von Pabst.
Stuttgart und Tübingen 1845. (XIV en 145 pag. gr. 8o).
Het werk van den beroemden Schweez, Anleïlung
%um praktischen Ackerbauj heefit, wegens z^ne aan-
Digitized by
Google
444
gename schr^fwQie en vooral wegeng sQne volledig-
heid en praktische bruikbaarheid eenen grooten en
welverdienden roem verworven. Wij mogen ons alsoo
verheugen, dat een der voornaamste zijner leerlingen
de handschriften van den beroemden man beeft ont-
vangen en daarvan aan het publiek mededeel ing beeft
gedaan in dit geschrift, waarin ]<> verban delingen
voorkomen over de teelt van vla8y hennep^ kooi%aadj
aveelzaad en eenige andere oliesaden; van tabak ^
wouw y weede of pasiel en meekrap^ al hetwelk nog
niet in de drie uitgegevene Deeien van Schwerz^s
Anleitung voorkwam; 2o losse opmerkingen en korte
aanteekeningen over verschillende algemeene landhuis-
bondkundige saken; 3^ berigten van eenige leerlingen
van Hohenheimy aan Schwerz medegedeeld, ais de
vrucht hunner landbouwkundige reizen naar West'
Vlaanderen en waarin veel belangr^ks over deze
streken voorkomt , gedeeltelijk ook door den uitgever
bIJ de opstellen van Scmwerz zelven over de boven-
genoemde kandelgewassen bijgevoegd.
Het geheel is net uitgevoerd, niet duur (/1,80) en
versierd met drie goede plf^en, werktuigen voor de
vlasbewerking voorstellende. Jaaimer, dat de uitge-
ver bet door Sghwbrz in zyne vroegere schriften
steeds gevolgde metrieke stelsel van maten en gewig-
ten bier overal in bet Pndsftaehe beeft overgebragt,
waardoor het werk voor ons^ Nederlanders, veel min-
der gemakkelijk ten gebruike is»
Kurze Beschreibung der Oestreichisnhen ScAwar%kie'
f er (Pinus nigra austriaca) von K. O. Graf von Urrull-
GriiLENBAND. Frankfurt am Main 1845 (62 pag. gr. 8o).
Dit werk van eenen Wurtembergschen Ober^/orster
wijst uitvoerig het verschil aan tusschen den gewonen
groven den of Kiefer {Pinus sylvestris) en den daar-
aan naauw verwanten %warten of Oostenrijksehen den
Digitized by
Google
445
(Pinms nigra ot ausiriaea) , welke laatste naam Pinns
ausiriaca te verkleien is, 'omdat er ook nog een an*
dere Finu9 nigra bij de kruidkundigen bekend is;
Toorta schetst hij de geheele groeiwijse, behandeling
en de groote nuttigheid van desen boom in vele bij*
zonderheden, hetwelk waarschijnlijk eerlang ook
bier te lande onderzocht sal kunnen worden , als ten
minste de door sommigen ontvangen saden van de
. PinuB ausirictca xnllen blaken van de echte soort
berkomstig te sijn. -^ Eebe bijgevoegde plaat geeft
eene duidelijke afbeelding van de wijse, waarop de
Aart gewonnen wordt door geregelde, schuins naar
beneden toe en aldaar asamenloopende, insnQ dingen in
bet buitenste van den levenden stam.
Die Güierverpachiungen tiach sicherslellenden Grund-
prinzipien . • • • von C. Ruchner , Oekonomie-Commissar.
Chemnii% 1846. 122 pag. 8o.
Die Lehre von den Urbamiachungen und Grundver^
besserungen^ von Dr. K. 8pRteN6EL. Zweile vermehrle
mnd verbesserte Au/lage. Leipzig 1846. XXVII en 467
pag, gr, 8o.
Das Neuesie im Gebtete der Land- und Forsttvirth"
eehaft.... oder gedrangier, sj/$thenuUisoh georelneier
Au8%ug ans den Prolokollen der Fereammlungen deut-
seher Land* und ForsiwiriAe vom Jakre 1887 — 1844«
Von Th. Mögling. Heotlingen 1846.
Die Landwirlhschaftalehre in ihrem gan%en Umfange
naeh den Erfahrungen und Erkenninissen der leixver^
floesenen 100 Jahre; mii wissenschafilicke Strenge dar^
gestelt von Dr. F. X. Hlubec , Professor %u Graiz • . . .
Ersier Band. Wien 1846. XXXII en 160 pag. gr. So.
Dit eerste stnk handelt over de chemische elemen-
ten, over de lucht- en wedersgesteldheid en de geo-
logische en physische eigenschappen der grondsoorten.
Ckimie agrieoh. Theorie ei praiique des engraisjpré-
Digitized by
Google
446
cédées tt anatomie ei depkysudogte végéinlee ,/Mir BlAxna
Paulet. Paris 1846* 80. "
Der praktische OeAonomie^FerwaUernack den Anfor^
derungen der jetztgen Zeit , von 6. C. Patzig. Ztveiie
vermekrie und verbesserde Auflage. Leipzig 1846. (XU
en 412 bL8o).
EeB handboek voor administratears van landgoede-
ren en alzoo ook voor landbesiUers lelve, b|j het be-
heer der bezittingen en de befalandeling der velden, al-
les hoofdzakelyk oit een praktisch oogpont.
Der praktische Kieselwirik. Noch eigenen Erfakrunr
gen von G. C. Patzig* , Dritte verbesserte und vermehrie
Avfiage. Leipzig 1846. (XVI en 265 bl. 80).
Een handboek over de beste wijze van bewatering der
landerijen; een onderwerp dat hier te lande wel niet
dikwijjls zal te pas . komen , maar waartoe toch de
plaatselijke gelegenheid .enkele malen aanleiding geeft.
De schrijver behandelt in dit werk den aanleg Tan
graslanden op onderscheidene grondsoorten, de nat-
tigheid van l)et overbrengen van water op d^eelve in
verschillende jaargetijden, den aard van het water, het
maken van dijken, kanalen enz. , met afbeeldingen ook
der daartoe noodige werktuigen enz.
L. Vincent , tFiesenbaumeistet der Pommerschen 600-
7U>mi8chen GeseltscAa/i und Docent an der landwirtk'
schaf tlichen Lehranstalt %u Aegenwalde, der rationeile
Wiesenbau. Berlin 1846, {f^).
Handelt ook vooral over het bewateren der lande-
rijen door kanalen enz. hetwelk tevens met vele af-
. .beeldingen op 12 platen wordt opgehelderd.
Fr. AuG. PiNCKERT, dic Fermehrung der Fruchihar»
heit unserer Culturlündereien. Brannschweig 1846. (VIII
en 191 pag. gr. 8o)»
De middelen , welke de schrijver (een Altenburgseh
landbouwer) tot vermeerdering der vruchtbaarheid van
Digitized by
Google
447
de beteelde landerijen wil aangewend hebben, bestaan
Tooral in de uitbreiding der bontteelt, het aanleggen
van levende heggen , de afwisseling van bouw- en gras-
land onderling, de verbetering der natunrlijke wat-
den, de vermeerdering van den te gebruiken mest,
het dieper maken van den bouwgrond en de invoe-
ring der vruchtverwisseling; voorzeker geene nieuwe
zaken, doch waartoe de schrijver de, naar zijn inzien,
beste inrigtingen ia een kort bestek tracht te om-
schreven.
Als* Petzholdt, die JlgricuUur*Chemte in popularen
Vorlesungen. 2e Auflage. Leipzig 1846. (XVI en 461
pag. gr. 8o).
G* liOWsoN, ihe modem Farrier; eoniaining the eau-
seêj stfmpioms, and most approved methods of preventing
and curing the various diseases of horses^ cowsj and
sheep. London 1846. (12 en 234 pag. kl. 8o).
Darstellung der vorzüglichsten landwirthsehaftliche
Verkaltnisse. Ferfasst von R. André und mit jénmev'
kungen von Aug. Rieger und C. J. R. Balling. Fünfte
Au/lage. Prag 1846 (XX en 236 pag. gr. 8o).
Eene omwerking van dit boek geheel naar de be-
hoeften van Nederland en ook naar de Nederlandsche
maten en gewigten ingerigt, ware geene onbelangrijke
zaak.
Die jéus%ehrung und Bereicherungdes Feldbodens durch
den Anhau der Feldgewaehee • • • . von W. A. Kretssig «
Ostpreussisehem Landwirthe .... Konigsberg 1846 (X en
212 pag. gr. 8o).
De schrijver handelt in dit werkje over de voor-
naamste oorzaken, waardoor de vruchtbaarheid van
den grond verhoogd of daarentegen uitgeput wordt,
en gaat, uit dit oogpunt, de behandeling van den
grond en voorcd de teelt der onderscheidene veld-
gewassen , als ook den invloed dien sommige on-
30
Digitized by
Google
448
kraiden in dit opiigt nitoefeneii, in een geregeld
overzigt na.
Populare BüngerleAre . . . • von J. A- Schlipf» Ober-
lêhrer %u Hohenheim . . . . Pforzheim 1846. (114 pag.
kl. 8o; /0,50).
Een onkostbaar, eenvoudig, doch, loo bet schoot,
welgescbreven boekje, aanwijzende de beste behande-
ling van den stalmest in een gewoon boerent>edrJjf eo
opgehelderd door eenige matig-goede hoatsneéfigareo.
Het is eigenlijk een uittreksel uit een uitvoeriger eo,
naar bet mij toesch^nt, niet onbelangrijk werk vao
denzelfden schr^ver, namelijk:
J. A. ScHLiPF, Lehr^und Handbuch der gesammien
Landwirihsohaft fur den Miitehiand^ nach dem gegett-
warligen Standpunkle der landwirthschaftliehen Forl'
schriiien. Stuttgart 1846. (I« Band: X en 217 p. gr. 8^).
In dit eerste Deel wordt de kennis van den giond,
de ontginningen, de bemesting en de bearbeidiog Tan
den bodem behandeld en het een en ander met ny
goede houtsneéfiguren opgehelderd.
Mittheilungen über die Rinderpest. Von Dr. W. Th»
J. Spinola. Berlin 1846. (146 pag. gr. 8o).
Deze mededeelingen zijn verzameld op eene reii,
in bet voorjaar van 1845, op last der ProiiBsische
Regering, ondernomen naar Polen en Rusland. Meo
vindt in dit werk onderscheidene belangrijke geschied-
kundige berigten en algemeene beschouwingen omtient
de Runderpest^ hare uitbreiding in Polen en Rosland,
de verschijnselen dezer ziekte, haar verloop en waar-
schijnlijken oorsprong , alsmede berigten over de b9
hfmr aangewende geneesmiddelen en de uitkomsten van
bewerkstelligde inentingen derzelve. Hij toont haren,
althans in Midden- en Westelijk-Europa , êUlUi'
besmettenden aard aan en geeft berigt van de politi^
maatregelen, welke in eenige landen tot beteogeUog
Digitized by
Google
449
van dit kwaad genomen sijn. Het aitgebreide Rus-
land liH^ geene maatreg^n nemen, om de inTOering
der riekte te weren, wigl dese menigmaal in dit R^k
. xelf , vooral in de sieppsnlanden van Aziatisch Rus-
land ontstaat; doch sonde yeel nut kvanen doen, door
op eene aitbreiding van het aantal en op de weten-
acbappel^ke vorming der veeartsen meer en meer de
aandacht te vestigen. Polen , waar de riekte rich nooit
oorspronkeiyk ontwikkelt, zoude door strenge fua-
nx9t/atne-*maatregeleB de invoering van besmet vee
kimneti en behoeren tegen te gaan. Oostenryk^ dat
ook menigmaal aan bet van buiten af inbrengen dezer
ziekte bloot staat, behoorde ook met strengli^id bier-
tegen te waken en in dit opzigt een voorbeeld te ne*
men aan Ptuigsen^ welks politie*maatregelen in dit
oprigt zeer geroemd worden. Hier tocb is, in Opper-
Silerië, de rundeipest 26 malen in den tijd van 17
jaren ingebragt, maar dadelQk gestrit, zonder noe-
- meaawaardige verwoesting te bobben aangerigt*
Ëinige Worte über die Anlegung von Saat^ und Pjlan-
^lensohulen , so wie das Neueste über das Verset%en von
'^'^X^jahrigen Hohffiaavien im FrOAhng^ Sommer und
Hsrbst , von JC 0« Qraf von UxKÜi^i-GTiAGifBAiiD, KémigL
ff^ürtemb. Ober/örsler. Tubingen . 1846. (31 pag; gr.8o.).
Eene bescbrQving van de beate inrigting vaa sari-
séholen tot aaakweeking van boatgewas rit xaad^ waas-
by Afbeeiditageo van eenige sooirten van ombeiningan
derzelve; de wijze om jonge boomen uit den grond
te nemen , te vervoeren en elders weder in *te plan-
tea lÉdet de zekerste boop van wel te'sbgeo, door
middel van . eenen nieuwen plamibom^ of verplanter
met spirarivorsltg gedmrid blad (met woorden mori-
jelljk te omsdudyven, maar in de by ge voegde platen
duidelijk afgebeeld); ziedaar de onderwerpen van dit
boefje, waaraan de aebrijver viecklaart da hoofdzaak
Digitized by
Google
450
TerAékuUigè te zijn aaa den Oberférsier Buebamn
in Mövén bg Mantjoie in het dit trikt j^Aen.
Die landwirthschafüiche ThierprodufUion^ von A* ton
WfiCKHBRUN. Stntlgart und Ttibingen 1846. III Deelen.
Een mtvoerig werk ^ waarin alles wat de Veeteelt
betreft, xoo ih het algemeen (I Deel, 235 pag.)» ali
in ket bijsonder, en wel het geheele II Deel (467 pag.)
wat het rundt h^t UI D®«1 (345 pag.) wat het ackaap
aanbelangt, ep eene zeer lezenawaardige wtjse wordt
uit een gezet. *— Of de sehrijver litfer ook over andj»e
diersoorten zal handelen , hUjkt niet, zoodat ^Ut werk
. •bieraiede vooreerst velledig is.
Anleitung %um Karti]ffett>au ^ mit Rücknckt auf die
im Eerbate 1845 «wm ForscAetn gekommene Kartoffel'
krankheti und deren Folgen • • • . ver/dsst van Ifireetor
Dr. TON Pabst in Hohenheim. Stnttgart 18^. 36 pag. 8o.
Dit boel^'e geeft een goed algemeen overzigt tsb
hetgeen ToomanelQk hij de aardappdteelt in acht ge-
nomen moet; worden* — De Heer C. BöBtBUiieH, Qb-
d^w^zer aan de Landkuiehotulkundige School te Gro-
ningen, heeft daarvan eene zeer welgeslaagde vertaling
gemaakt en deze met éenige, meer bepaaldelQk ep
ons .Vaderiaad toepasselgke aanteekeningen vertakt,
onder den titel van:
• Handleiding tot de Aardaj^elteelt. Naar het Hoogdnitsdi
van. Dr. W. H. ton Pabst, Directenr der Landhnisbond-
knndigé SchooLte Hohenheim. Groningen 1846. 32 bL 8o.
(/~25).
: Beredeneerd Overzigt der landbonwknndige SchrÜten,
betrekkelijk de provincie Jfoord-Brabandj door Dr. C R*
Hbrmams, (uitgegeven door het Provinciaal (ïenootscbif
van Knnéten en Wetenschappen in Noord-Braband) 's Her-
togenbosch 1845.
Wy vinden hier een orerzigt van de werken raa
Digitized by
Google
4S1
TBU0t rai^ GomiT 6& andenn, inxMideflnU «?«r de
ontginDiDg en beteeliog der beidegrotideii en^ in Noord-
B«fc«d. Heewei er wel eokele Ividboitwlrondlge za-
k^i B^n» waarin wQ Tan des Sdiryvera oefdeeivelliii-
gm eenigiim aooden reraohillen, soo heliben w|i
echter 9 Tooral ait een historiack oogpqnt, met veel
genoegen kennit genaakt met dit getehrift, hetwelk wij
daarom bepaalde^k ▼ermelden, omdat het aan TeteJand-
boawkuadigen welligt neg onbekend aal gebkiren sgo,
als «tmakebde een gedeelte der werken van bet Prot/m-
cüuU Genootschap in Noord-Brabafuiyr^^Bmeestsi
aao tmdere onderwerpen van wetenacltop toegewijd s(jn.
Redevoering nitgetproken tei gelegenbeid van de inw^j-
img der Maataobapp^ tot bevordering van den landbouw
en de veeteelt (in Zeeland)^ o^^ den 19 JnoQ 1844. Re-
devo«ing ter gelegenheid van de twoede^ en van de d!en/e
algjMiieeiie Vergadering der MaatedMiffpy tot bevordering
van den landbouw. Middelburg 1844, 1845, 1846i.
Deae Redevoeringen, waarin vetacheidenè algeaMene
belangen van , den Vadealandachen landkoaw en vele>
sakfisi Zeeland in het b^sonder betreffende ter apèidie'
worden gebragt, a(jn vooral ook daarom helangcgky..
omdat aij éene naauwkeuaige opgave behleken van
aUe de voorwerpen , welke op de ti^Dtoonaiellin-
gen voor landboaw en veeteelt, in 1844, 1845 en 1846
<^ ondersebeidene plaatsen in Zeeland gehouden, sijn
aangebragt en welke tentoonatellingen van warme be-
langatelling in: den iaadbouw en vaii gewigtigcn voor- .
nitgaag, xao ioor v^beterde werktuigen, als door de
invoering van veredelde veerass^, vooral ait Enge-
land aangevoerd, getotgen,
Btjtlragen iai de Fadtrlandeche LandhuiahouMundej
door J. BouMAN, laadmaa in de Bee)nster;.3o Stak. Pur-
meiende 1846 (112 bl. gr. 8o).
Onder meer andere stukken, bevatten deae Bijdra-
Digitized by
Google
; ]g0n emJBi JtamUeüüng tot de Aennls^en behandeling
. der N.eord'^BoUandeehe haus; wdke HmuUeidingj
: akvaa «eoeii prakdsoh in dit vak bedreiraaea land-
isafci aCkomadg) alk aéndaoht verdient eo weHce ook
afaKiÉidefliJk verkrygbaar gesteld ie li^ deoselfden
uiilgever {k 4S^ ols.)
Mededeeüngen en Handelingen van dé ^teidereohe M<iat'
sehÊ^p^ van Landbouw No. 1 -^ Arttkent 1846.
Dit blad bevat, behalve de berigteo van het Hoofd-
iMtmir aai^ de oaderecheidene Afdeelingen éexer
Blaatschappd , die over een groot getal leden it alle
eerden van het gewest verspreid nijn»- vele kleinere
nattige berigten voor den landbouwer» en in het 5« aem-
mbr eQa0 belangr^kè statistieke opgave van de of-
breligBlen van de versohillende veld vruchten, bandert-
gewgae» in alle de gemeenten van Gelderland, gelijk
die door de genraMttebestiwen over 184A sQn opge*
maakt.
Smndboeh der FeengraveriJ, in de Hooge Feenen en
aHee wat daartoe behoort^ met Platen ^ Tabellen^ Foor-
beelden en Berekeningen f door H. L. Stbüfoort, Myh-
meter en Taxatewr van den tuff in DrenlAe.
Qndêr bovenstaaaden titel aai bij inteekening wor-
den uitgegeven een werk, dat ons van eene xeer
goede hand bijzonder is aanbevolen , en hetwelk wi]
ons daarom verpligt rekenen ter kenaia te hrengeo
der lezen van dit Tyiischcift, ten einde eene meer
algemeene inteekemng te bevorderen cf een boek,
dat in onie Letterkunde nog geheel ontbreekt* Het
zal voor den pri}s Tan /8 verkrfjghaar zijn by ie
Boekhandelaars van Gorcwi en O. (e Assen en be-
vatten eene handleiding tot de behandeling der hooge
veenen in alle bijzonderheden , het opspKtten der vee-
nen, het leggen der wijken (kanalen), het turfgraifea,
de \^ze van verkoop enz« enz. , de teelt yam de boet
Digitized by
Google
453
weit en de beteeling der groBdeo» waarvan het reen
ifl afgegrayen.
De niet te hooge prijs in verhouding tot de vele
Tabellen, Platen enz. en de belangrijkheid des onder-
werps zal , boopen wQ , eeae genoegzame algemeene
deelneufing uitlokken, om het werk tot stand te doen
komen.
Wat kan er ter bevordering van den Faderlandsohen
landbouw en veeteelt en nierdoor ter • bevordering van
^sLands wehijn gedaan worden f door J. A« N. Moorrees.
Deventer 1847.
De drie hoofdpunten, waarover de schrijver han-
delt, zQn lo uitbreiding van het onderwijs in de Land-
huishoudkunde, 2p afschaffing van de zoo schadelijke
tiendpligtigheid en hinderlgke jagtwetten en 3o het op-
rigten van Maatschappijen van landbouw in elke Pro-
vüicie, naar de bepaalde behoeften van iedere land-
streek ingerigt. — In welke opsigten wij met den
tebryver over deze onderwerpen overeenstemmen , en in
welke wy verschillen^ zal voor een groot deel kun-
nen blijken uit de, vroeger in dit Tydschrift ge-
plaatste Verhandelingen: over de voornaamste alge^
meene hulpmcUeien ief verbetering van den, land*
bouw in ons Faderlhnd Deel Vil bL 1—19 en
waaraan heeft Nederlands landbouw behoefte 9 Deel
IX bL 61^—641.
V. H.
Digitized by
Google
-♦♦♦■OrOimtCO^t
Verslag van den Siaai der LandAuishoudkundige
School te Groningen.
Januari) 1847*
G-ednrende het jaar 1846 heeft de Landfanishoadkiindige
School te Groningen wederom eene belangrijke uitbreiding
ondergaan , zoodat sij thans meer en meer alt geheel ge-
vestigd mag beschouwd worden.
De inrigting voor het praktisch onderwijs » welke, in
verband met eene meer theoretische en beschaafde oplei-
ding, voor de vorming van den echten Landhuishondknn-
digen van zooveel gewigt is, had hij ons in den aanvang
met vele, ook geldelijke, bezwaren te kampen, gelyk wij
dit in vroegere verslagen hebben opgegeven. Wij meenen
echter thans te kunnen verzekeren, dat wij die moeijelijk-
heden (zoo men de rentebetaling van de opgenomene la*
pitalen en andere geldelijke uitgaven uitzondert) voor ver
reweg het grootste gedeelte zijn te boven gekomen, daar
wij door het nog aanknopen van één en het, voor een tijd-
vak van 6 jaren , bijhuren van onderscheidene andeie
stukken lands, thans grond genoeg hebben voor eene ge-
noegzame verscheidenheid van bouw- en grasland en nn
ongehaast geschikte gelegenheden tot verderen [aankoop
Digitized by
Google
4SS
legen wtaHge piesen kunnen afwachten. Een gedeelte
daurvan in tent in December 1846 io oae besit gekomen ^
doch betgene wy in den xomer van dal jaar reeds in ge-
hmik hadden, waa echter genoegsaaro, om aan de 10 è 13
leerlingen , welke wiy in het zcmerhalfjaar op onie l^oer-
derf) te Haren gehuiivest hebben, bezigheid en oefening
te geven. Wiy missen nu nog gronden voor de Houiteelt
geschikt, maar hopen, zoodra de gelegenheid zich daartoe
aanbiedt en onze geldel^ke omstandigheden dit gedoogen,
ook daarin te voorzien.
De grond te Haren, e«ie soort van leemachtig zand,
ia ons gebleken voor veterlei cultures . geschikt te zyn,
daar, wel is waar, de haver gedeeltelijk en de jpaarden-
boenen' geheel mislukt zijn (hetwelk trouwens op meer
plaatsen Sn de provincie Groningen in 1846 het geval ge-
weest is); maar daarentegen %omerger9i, raode klaver^
erwten^ mangeitoorielen , vlaSf oiohorei^ en%, wèl ge-
slaagd zijn en wy zelfs een goed gewas winterkaohaad
(«at.eeoe proef uitgezaaid), zeer goede %omeriarwe en
uitmuntende mais hebben ingezameld. Wy maken daar*
uit met regt op , dat de bodem hier voor zeer verschil-
lende beleling — voor aan vangers zoo leerzaam, — vat-
baar is en geenszins enkel zandgrond, zoo als velen dit
hdbben willen doen voorkomen. — De cultuur op rijen ^
met eenige gewassen beproefd , heeft in het algemeen*
goede «i^omsten opgeleverd , zoodat wy daarmede in
1847 op éene meer uitgebreide schaal denken voort te
Op het einde van den zomercursus is» in tegenwx>or-
dig^id van bet Bestuur, voor het. eerst een examen van
de toen aanwezige leerlingen afgenom^, waarbij z^ on-
derscheidene practische werkzaamheden, ploegen, e^en,
dorschen^ enz. zelve venrigt en op de door de oaderwfj-
zers voorgestelde meer theovetisohe vragen geantwoord
hehbeii. V
Digitized by
Google
456
Noch in ket zomer-, nocb in iiet, op 4«i lUon October
1846 begonnen, winterbalfjaar, beeft bet gtdra|^ der J4nh
gelieden ons eenige reden tot klagten gegeven. Than
tellen ^vij 24 kweekelingen , uit bijkant al do gewettn
Tan ons Vaderland bier Terêenigd. Drie derxelven wobm
de afzonderlijke lessen orer den kolcnialen landbomu bf.
In bet personeel des Bestuors is dese vieranderiog ge-
komen, dat de Hoogleeraar Th. van Swindkren, xga
ontslag als Voorzittend Kommissaris der Scbool verlaagd
bobbende, als Kommissaris opgevolgd is door den Heer
H. C. Rrindbks , Lid der Kommissie van LaiMlboaw in
de provinoie Groningen ; terwQl de Baron J. W« C. tax
iTTEiteuii tot Voorzittend Kommissaris. beaoemd is. Het
ondervv*Qs in de ioegepasie Werkitdgiunde, vraarvoorwjj
gednrando eenige jaren groote verpligting gebad faebbes
aan den beer J» tan Cleeff, is tbans, met diens goed*
vinden, opgedragen aan den beer C Röüblingr; terwjl
bet praktiscb onderwijs in de Soheiktmde van den beer
L. R« F. TAN Mesdag, die naar olders is Tertvokkeo, sp
den beer O. Loftërs overging.
Behalve de jaarlljksobe ondersteaning vap 's Rijks wege
en van de Provinciën Groningen en Brenihe^ bobben wj
van onderscheidene bijzondere personen blijken van deel*
neming ontvangen , die bet ons tot eenen duren pligt ma-
ken , om aan die meer en^ meer toenemende belangsteUiog
in deze onze iorigting door een goed gebraik der half*
middelen, die ter onzer beschikking staa», te beantwe<»^
den. Onder anderen ontvingen wij met dankbaarheid vaa
den baron Sixma van H«em8Tra/2J) en dezelMe som van
den predikant Pé Mt^ES. Doom ons gebouw geplante hoo-
rnen zQn ons deels uit den landbnishondelijken t«in te
Groningen, deels door den heer H. C. Reinders gesehon-
ken. Enkele personen zonden landbouwkundige werken voer
onze, langzaam zich uitbreidende boekerij, en vooral heeft
de beer W. K. tan Gennep te 's Gravenbage ons zeer ssa
Digitized by
Google
457
lich yerpligt door de toezendiDg vaa eenen uitmuntenden
ram van Engelsch ras.
Wg rekenen het ongepast» om in meer bijzonderheden ,
die welligt van minder belang zouden geacht worden, te
treden, doch vertrouwen, dat het medegedeelde genoegzaam
zal zijn, om van den tegenwoordigen toestand der Landhuis-
houdkundige School een bevredigend denkbeeld te geven,
terwijl wij ons tot het geven van alle nadere inlichtingen
aan personen, die zich daartoe tot ons wenden, steeds
gaarne bereid verklaren.
UU naam van hei Bestuur der Landhuis*
houdkundïge School Ie Groningen 9
H. C. VAN Hall.
Digitized by
Google
DRUKFOUT.
Deel X, stuk 8, bl. 630, regel 24, ffaat: kasaeasiy lees: kassiêeu.
Digitized by
Google
JDe Electriclteit en het Magnetisme, ioegepasi
en aangewend in verschillende takken van Nijverheid^
of
TVeGDE AFDEBLüfe
van het Verslag der Technologische
If^etenschappen »
door
Dr. S. Bleekrode.
Hoo|^eentr te Ihl/t.
(Vervol» Tan Deel XI bladz. 886).
B. De ElÊctrische Teleqraphie.
Het is tra twee jaren geleden (1) sedert wij onze ver-
handeling over den electrischen telegraaf hebben geschre-
(1) Dit TijcUchrift Deel IX p. 1 en 175.
Eene Terhandeling ran Jacobi oTerde betrekking Tan de E. toC de
Tel^graphie, in 1845 uitgegeven, is mij niet onder den waren titel be-
kend geworden; cf. Electrical Mag. IL p. 156, tenzij hiermede moet
bedoeld zijn de verhandeling in het Bulletin de PA. de Petersbowrg (8
Janaarij 1844) T. IV. p. 118. of in de Archiv. d»Bhoinoité T. V. p.675,
31
Digitized by
Google
460
ven , en wij kunnen thans met genoegen melden , dat i
sedert belangrijke schreden voorwaarts gedaan heeft. Wjj
kiinnen nu berigt geven van de meerdere volmaking en de
verdere uitvoering van vroegere ontworpene voorstellen;
wij kunnen mededeelen de toegenomene aanwending bij ie
spoorwegen op het vaste land (zelfs in Egypte) , en ook in
ons Vaderland ; ja , wij kunnen zeggen dat drie meckanid
in ons Land zich beijverd hebben, om den electrischen
telegraaf eene verbeterde inrigting te geven.
De snelheid van de voortplanting der signalen langs de
geleidraden der telegraphen wordt door Jacobi gegroot op
10000 werst per seconde, of 10582 kilometers; hij zal dit
nog nader proefondervindelijk nagaan ; Arago begroot de
snelheid op 32000 mijlen per uur. Dit onderzoek zal van
groot wetenschappelijk belang zijn, omdat hier over de
snelheid van den galvanischen stroom gehandeld wordt,
terwijl Wheatstonb's proeven alleen bij de frictie E. be-
perkt waren (Deel IX p, 8).
Onze verhandeling vervolgende; zullen wij mize be-
schouwing aldns verdeelen:
I. Over het opwekken van den electrischen stroom*
II. Over het geleiden van den stroom; waarbij tevens
melding zal gemaakt worden van de spoorwegen , bIJ welke
de electrische telegraaf in gebruik is.
III. Over den telegraphischen toestel.
a. Ten opzigte van de electrische werking.
6. Ten opzigte van de signalen.
I. Over het opwekken van den electrischen stroom.
a. Door spannings-electriciteit.
Hetgene wij over de aanwendbaarheid van wrijvings- of
spannings-electriciteit vroeger gezegd hebben heeft H. Heigh-
TON door een octrooi voor zich, als uitvinder, verse-
Digitized by
Google
461
kerd (1). HQ stelt voor te gebniikea Arbutaong's stoom*
electriseermachine met eeDe batterij Leidsche flestchen ; de
ontlading xoade het seio geven en met behulp yan tien
ontladingen wil hij 16000 signalen Toortbrengen. De sig-
nalen worden op de volgende wijse (onder andere voor-
stellen) verkregen; er bestaan twee draden, van welke de
eene gemeenschap heeft met de beide stations en de an-
dere slechts eene verbinding met den aardbodem daarstelt.
Loodregt op derzelver rigting wordt op eene strook papier,
voorbij het negativo pooleinde, door een uurwerk bewo-
gen; het papier is met chromtum%ure loocloxyde (chromaat-
geel) gekleurd , en wordt door de electrische vonk ontleed ;
om de ontleding te bevorderen zoude het papier nog met
xwavelzunr , bevochtigd kunnen worden. Men zoude dna
een in kleuren uitgedrukt register van signalen verkrijgen.
Er zVin geene proeven bekend geworden, die hiermede
zijn in het werk gesteld. Het is ook allezins te betwigfe*
len of tegenwoordig nog eene zoodanige kostbare inrigting
aan te bevelen zoude zijn, zoo ze ook al mogt voldoen*
Het onderhouden van eenen stoomketel met vuur, het
voortbrengen van stoom van 5 — 6 atm. spanning zijn geene
gunstige voorwaarden. Verder had Heighton een veel ge-
voeliger herkenningsmiddel kunnen vinden in het Jodure*
turn kalicwm^ stijfsel met dit zout bevochtigd en op pa-
pier gestreken is zelfs gevoelig voor de uitstroomende
electriciteit van eenen spitsen draad , op den conductor ge»
|4aattt. Hbigmton is later met een ander nog minder ge*
Inkkig plan opgetreden.
b. Door Galvanische Electriciteit.
De galvanische toestellen worden veel gebruikt. De be-
(1) 1. I. biz. 22. The Civ. Eng. o. Arcl. J. 1845. Vlf. p. 55.
Mechan, mag. XLlf. p. 122. PolyU Centrnlbl Yf. p. 86. The EUc-
trieal magmzin I. p. 606.
Digitized by
Google
462
knoptheid der toestellen hangt zamen met de inrigting vao
de seintoestelleo. Morse, die de electrische telegraphie
op seer groote schaal in Noord-Amerika uitgevoerd heeft,
heeft in den beginne Toor eenen afstand van 40 ni|]l = 75
kilometer eene galvanische baUerIj noodig gehad van 100,
later van 80 en ten slotte slechts van iien elementen (1).
De inrigting is deze: de cilindervormige elementen igi
geplaatst in een bekerglas van 3 E. dm. hoogte en 2|
middellijn; de zinkcilinder is 3 dm. hoog en 2 dm. mii-
dellijn. Binnen den zinkcilinder is de porense cilindef
g^laatst, in welke een dunne (als tinfoelie) platinastmk
van 4 vierk. dm. oppervlakte neerhangt. Het zaar voor
de platina is salpeter%tiur; voor het ^ink is verdwd
%wavel%uur 1:12.
. In de inrigting der galvanische batterij heeft Coa
eene wijziging gemaakt, waardoor hare werking meer con-
stant wordt. Hij gebruikt eenen WoLLASTON'schen trogtoe-
stel met platen van koper en geamalgameerd zink; elke
cel wordt gevuld met droog en ;iust;er zand; dit (saai
wordt bevochtigd met verdund. zwavelzuur, en zulks worA
van tijd tot tijd herhaald, waardoor de toestel twee— fgf
maanden in dezelfde goede werking blijft. De eenigste loig)
die de toestel vordert, is om het zink behoorlijk te aaal-
gameren eri zulks van tijd tot tijd te herhalen ; ook bet
zwavelzuur dient zuiver te zijn. Men gebruikt geplet siik
van I of -^ E. dm. dikte, gesneden in platen van 4[ ds.
op 3 dm. De duurzaamheid der platen is 5—6 mtuü
Er worden 12 tot 60 elementen gebruikt, naar de aitge-
strektheid der telegraphische lijn.
Bain gebruikte voor de lijn van Edinburg naar Glasgow
16 elementen op 46 mijl (2) =: 82 kilom.
(1) Méch.mag. XU p. 260 ; Deel IX p. 182 noot sUtt mhusif^
2 elementen.
(2) DiKGLER's Journal Cl p. 8.
Digitized by
Google
463
FAROBitT vaa Caatel naar fViesbaden S,8 kilometerB
één element of de aardstroom.
Wbnckebach bj) de telegraphische lijn Tan Amsterdam
tot Haarlem van 18 kiloineters, 6 elementen van Danibij;
Tan 135 vierk. ned. dm.; doch zonden drie toereikende
geweest «(jn (1) ; de geleidraad is nit Ijzerdraad. Voor het
telegraphische gedeelte tusschen '^ GravenAage en Uaar^
hm worden 15 elementen gebruikt; zijnde een afstand van
M,5 kilometers.
Bj de telegraphische lijn van Parijs naar Rouaan heeft
men de volgende uitkomst verkregen:
De seintoestel vorderde voor koperdraad-geleiding 10 ele<'
Benten 9 en men had naar de verhouding van geleidbaar-
heid tusschen koper en Ijzer berekend dat er 80 voor eene
^zwdraad-geleiding, zouden benoodigd zijn. Door het ver-
beteren van den seintoestel koo men eindelijk zijn doel
bereiken door 6 elementen, en verwacht zulks ook door
4 elementen. Zelfs is het gelukt om doof één element
leo seintoestel tusschen Rouaan en Parijs te doen wer*
ken (2), zijnde een afstand van 137 kilometer.
Het be«t beviel, na proefnemingen met verschillende
toestellen, die van Bunsen; er wordt ook gesproken van.
eene nieawe inrigting.
Het onderhouden van de constante werking wordt eene
kostbare en lastige omstandigheid, indien men zorg dragen,
moet, dat het zink steeds eene goede kwik-huid hebbe;'
iets evenwel , dat meestal slechts in den beginne wordt in
acht genomen, en later verwaarloosd, maar ten nadeele
der constante werking en hare hoegrootheid.
Het wordt van belang in overweging te nemen, in hoe-
Teire het noodig is, om op een der corresponderende sta-
(1) AmsierdatHsch Handelsblad 12 iamiarij 1846.
(2) Compte» Rendus 1845 T.; XXII p. 744*, XX p. 1373 ; XXI p. 760^
Polyi. Ctntralbl. VIII p. 565.
Digitized by
Google
464
tions eene af%onderlijke bdiiertf in werldng te hooden (sia
later Mor8e*8 dubbele geleidiDg). Het zal ook Toordeeli-
ger zijo» uit den aard der galTanische werking, dal de
baltei^, wanneer de telegraaf niet werkt, gesloten xQ^
of duidelfjker gexegd, dat de telegraaf werkt door beC
tQdelijk verbreken van den atroom 9 en ruste door bet slui-
ten van deuelven.
c. De Magneto-electrische Machine.
Reeds de eerste telegraaf werd. door de magneto-eleetii-
sche macbine bediend (1). Steinheil gebruikte die van
Glarke; ook WHCATsrcmB heeft ten dien einde eene mew
samengestelde machine laten vervaardigen (2). Jacobi
heeft intosschen eenen wetenschappelijken arbeid ondw-
nomen over deze machines (3) en thans ontvangen wij het
resuhaat van die nasporingen (4). Jacobi wijst op de vol-
maaktheid van de magneto-electrische machine van St5hr£b
te Leipiig, welke later nog verbeterd is en eene andere
constructie heeft verkregen (5); onder de merkuMzardig-
9ie eigenschappen noemt 8. haar vermogen, om niet soo
als vroeger, door middel van fijne platinadraden, maar
door breede platinastrooken, het water snel te ontleden.
Niet lettende op enkele moeijelijkheden^ die de practi-
sche uitvoering oplevert en overwonnen kunnen worden,
komt de beslissing daarop neder: dat de seheikundige
(1) Deel IX p. 81.
(2) U I. p. 61.
(3) L. I. p. 9a
(4) Bulletin de PAoai. Imp. de Si. Peiershourg T. V. b». lOS
p. 98. Polyt, Ceniralbl VIII p. 360.
(5) De beflcbrijvin^ in Poggehdorff's Annalen Vid. LXI p 417 is
eene vroegere oonilnictie. Eene oTereenkomitige vcrraardigd door dtt
mecbanicut BcciiR te Arnhem wordt genoemd 10 den Alg, Konst- en
Letierh. 1846 p. 264.
Digitized by
Google
465
kramkt troor het oogenblikiaeer kostbaar ig dan
de mectutnuohe d* L de deetriiche kracht verkrtgeD door
de galvanitche battei^ (•cheikuodig) vordert meer uitga-
ven , dan die welke de beweging van de magneto^lectische
verooüTsaakt. Dit ia evenwel meer van toq>ataing, waar
men in de practijk door de £• leheiknndige bewerkingen
verrigt» b. v. galvan<q>la«tie ; — waar wQ dog op dit
pont terngkooMtt. B(j de telegraphie wordt de roagneto-
electriaebe machine als de beste inrigting gehouden om
E. op te wekken , — soo ook al db eerste aanschaffing van
den toestel meer kostbaar is — omdat ze standvastig
werkt en minder toesigt sonde vorderen. Wat het toesigt
betreft, b<»o geloof ik niet, dat dit by eene electro-magae*
tische machine kan verwaarloosd worden; — er is een
groot verschil tosschen eene machine » die in een natnnr-
kondtg kabinet bewaard wordt en eene, die dagel^ks
moet dienen onder min kundige handen.
Ch. G. Paoe heeft de magneto^lectrische machine ver-
beterd ten dienste van de telegraphie (1). Reeds in 1838
heeft Pacb de magneto-electrische machine verbeterd, waar-
door se vooral geschikt wetd voor de soogenaomde tn/eii*
nteiis^uferking j als water-ontleding en physiologische
werking (2). Later heeft aich Page vooral ten doel ge*
(1) Report of the U. S. Commissioner of PaUmts forlhe Jear 1844
p. 440. Communie, bij W. G. Lettsom io The Electr. mag, 11. p. 94.
DiNGLiR*8 /aMma/ XCIX p. 46. Polyt. Centralbl. VIII p. 249. Lofidon
Joumal of arts Oef. 1845 p. 210.
(2) De eerste Terbetering Tan Pagi bestond in het brengen Tan de
tegengestelde stroomen in een gemeenscbappefijk kanaal (bij a contriTance
for oooducting these opposing corrents into one channel or direction,
^ich part of tbe oontriTance Tras cailed unitress); Terder is dit niet
omschreTen en heeft misschien oTereenkomst met de Terbetering, die in
der lijd door onzen geachlen Leermeester Tnjien Prof. Stbatifgh is uitgeToerd,
M Triens eer dezer dagen door den Heer Logehah tegenoTer Kul en
WlTSiAE is gehandhaafd. Zie Konst- ên LetierbotU idA6. En de Mag-
neto-eicctritcfae machist Tan STRinifGl in dit Tijdschrift,
Digitized by
Google
466
sldd, om desdvo voor de fuanüteiiê^werking ais
netuche en theimiflehe werking te Tolmaken en «elignt
hierin bniteogewoon geslaagd te xija, — - de toestel heeft
biji den telegraaf van Mobse nitmonteod voldaan* Paoe
heeft aijn doel bereikt door de spiraal^omwoelingen te
▼erbetereo en beweert een maximnn bereikt te hebben in
het ontwikkelen van magnetische kracht; eene hoef ver-
kreeg de kracht van 1000 S Ehg. Page heeft later eenige
wetten Tan magneto-electrische inductie bekend gemaakt (1): .
deck syn toestel, is nog niet beschreven.
lo. . De inductie werking van eene gegeven spiraal op
eene ingeslotene staaf week*ijser irtaat in eene regte ver-
hoading tot de massa, en niet tot de <4>pervlakte, soodirt
eene massive staaf meer werking doet daa eene holle.
2o. De werking van eene spiraal staat , overeenkomstig
de wet van Ampère, in eene omgekeerde reden van de af-
standen.
KiNG heeft eene magneto-electrische machine vervaar-
digd, waarvoor aan denselven octrooi is verleend (2).
De Heer W. M. Loobman te Haarlem (3) heefit tea
dien einde eenen eenvoodigen toestel onder den naam vaa
Sein^Rheomotor bekend gemaakt. Deselve bestaat «uit
eenen gewonen staal magneet^ welks polen volgens Du-
lARDiN (4) met geïsoleerde draad windingen voorzien sfJDi
en eene mechanische inrigting (die niet omschreven wordt)
om het anker van den magneet te verwijderen en er we-
(1) SiLLiHAirs American Journal 2« serie, September 1846 p. 201
(2) Repertory of fat, Inv. December 1846 p. 830.
(3) Algomeone Konst- en LeUerhode voor het jaar 1846 n». 45
p. 300.
(4) Comptea Mendus T, XXI p. 192 , beachrijving van deo eledro
magnetischco toestel yan Ddjabbik, welke met de hier bedoelde o?er-
eenkomt llij heeft dezen toestel eveneeos Yoorgesteld Toor den elecUi-
achen telegraaf L L p. 1182; doch de daarvoor bestemde toestel is tral
ontworpen maar niet gemaakt wc^gens de groote kosten.
Digitized by
Google
467
te brengen, éen magneet te openen en te elnitett,
Moals men bet noemt, door het draaijen aan een Icnik-
je Door bet draaijen wordt eene schijf, waarop de
letten gegraveerd zijn, mede in beweging gebragt, s^dat,
wanneer men deie eenige letters heeft doen voortgaan, de
magneet soovele malen geopend en gesloten is geworden
ds noodig is, om in den met den rbeomotor verbondenen
telegraaf (seintoeslel) deielfde beweging over te bren-
gen.
Wg moeten er in toestemmen, dat deze eenvondige in*
rigting in verbinding met den allezins vernuftig zamenge-
stelden seintoestel aanbeveling verdient. Er ontbreekt ech-
ter, wat toch de hoofdzaak, is — de beproeving der werk-
zaamheid des toestels op die grooie afstanden, zoo als ze
1>Ö telegraphische lijnen voorkomen. Want dit laatste
noodzaakte Wheatstonc eenen groeten en omslagtigmagneto-
electrische toestel aan te wenden.
De met bovenstaande in vele opzigten overeenkomende
Tereenvondigde magneto-electrisohe machine van BnEeKST
toï dienste van de telegraphische lijn tasschen Parys en
Si. GemuUn^ znllen wij later beschrijven.
•
d. Door Magneto-electrische inductie»
De proeven van Gauss over de aanwendbaarheid van de
magnetische inductie voor de telegraphie zijn door ons
omstandig medegedeeld (1. 1. p. 28 en 29); la^ gebruikte
eenen zoogenaamden inductie-mul tiplicator, die over eene
sterke magneetstaaf bewogen wordt. De Heer C. Bbgker,
mechanicus te Arnhem (1) heeft aan deze inrigting eene meer
kunstmatige ontwikkeling gegeven , door de seinen voort te
brengen, niet door een verschillend aantal schommelingen
eener magneetnaald, maar door eene verschillende grootte
{\) Algemeene Konsé- en LeUerhode 1846 n<>. 43 p. 263.
Digitized by
Google
468
van de induotiewerkiDg. » Langs eeiie TMrticftal geplaatate
staaf,** dus laidt de beschrijving van Dr. 8. Brouwer,
» waarop twintig of meer letters onder elkander gesteld
zijn, i8 een metalen dwarsbalkje bewegelijk. Nadat dit
dwarsbalkje is opgetild tot nevens het merk, waarbij eeM
der 20 letters is geplaatst , laat men hetselve vallen. Deie
val wordt door een tegenwigt zoodanig vertraagd , dat de-
zelve» als in de machine van Atwood, slechts langzaan
plaats heeft. Door dezen val of beweging wordt een in-
ductiestroom opgewekt , waarvan de meerdere of mindere
kracht van de verschillende valhoogte afhangt, en dese
meerdere of mindere kracht van de indoctiestroom bepaalt
de meerdere of mindere afwijking eener magoeetnaal^
Een ligte stift of wijzer, met die magneetnaald yerboo-
den, en bewegelijk in een vlak, evenw^dig aan dat der
beweging van de naald langs een limbus, waarop de let-
ters in dezelfde volgorde voorkomen, als op de verticale
staaf, wijst op het einde zijner beweging juist de letter aan,
van waar men den val van het dwarsbalkje beeft doen be-
ginnen , en gaat daarna terstond terug tot z^ne rustplaats.
Voor de overbrenging van elke letter wordt dus niet meer
tijd vereischt, dan benoodigd is voor de opheffing en ver-
traagden val van het dwarsbalkje. De inductlestroom wordt
opgewekt door twee verticaal en met de pooluiteinden naar
beneden geplaatste magneethoeven , langs dewelke vier bo-
bines (holle cilinders of klossen) met omsponnen koper-
draad omwonden en met het dwarsbalkje vereenigd, be-
wogen worden. Er bestaat dus geen stroom, dan b^ de
beweging van het dwarsbalkje en der bobine's en de ver-
schillende kracht van den stroom, door valhoogte en toe-
nemende inducerende kracht vanden magneet, bQ de polen
bepaald, regelt het over te brengen sein."
Het stelsel van Becker komt nu eigenlijk daanq> neder,
dat de electrische kracht niet voor alle seinen dezelfde
sterkte heeft, maar gewijzigd wordt naar de grootte van
L
Digitized by
Google
469
den boog» die de naald moet besobrijven, om een gege-
Ten sein te bereiken. Zal men no in staat z^n, om op
dese w^ie een toestel van standvastige krachtsontwikke-
ling te verkrijgen? iets, hetgene hier te meer noodzake-
lyk is, omdat zoodra deze verandert ook de seintoestel
Bijne waarde verliest. Het is ook niet te denken dat^ deze
toestel zoo snel werken kan, als men dit by de telegra-
pbie kan doen* De zamenstelling van den toestel berust
ep eene hoogst naaowgezette beproeving en voor zooverre
de boven medegedeelde beschrijving gaat, kan dezelve al-
leains als natuurkundig instrument geprezen worden, de
aanwendbaarheid in de practijk en de bruikbaarheid voor
langen tQd, dient nader te worden bewezen.
e. Door den Tribo-electrischen stroom.
Erman heeft eene nieuwe klasse van electrische ver-
schijnsels bekend gemaakt, onder den naam van Tribo'
eleeirtciieU.. Hij zag, dat er een electrische stroom opge^
wekt werd, wanneer men ligcharaen, die in eene thermo-
electrische spanning staan,. tegen eikander wrijft, zoo als
b. V. eene schijf antinonium-metaal tegen bismuth. Erman
stelt nu , dat de op deze wijze opgewekte electrische
stroom eene hoogst nuttige toepassing zal vinden bij de
electrische telegraphie. Nadere proeven zullen deze zaak
verder moeten toelichten (1).
II. Over het geleiden van den Eleclrischen stroom
en de bestaande Telegraphische lijnen*
Vele schoons en uitgebreide proefnemingen hebben de
reeds bekende daadzaken, vooral ook over het geleidende
(1) JrehUf. de PEctricité T. V p. 477. VlnMtiiut de B Oct, 1,845
no. 614. Tkê EkcUital magazine T. 11 p. 141.
Digitized by
Google
470
TenDog^n Tan ^n aardbodem bevettigd en met énkel»
nieuwe Tenchijnflels vermeerderd.
1. Alvorens tot de -hoofdsaak over te gaan willen w$
fllecbtfl in bet voorbijgaan berinner^n aan bet twistgeachtijf
tnsseben Steinheil en Jacobi over de prioriteit van toe-
passing der geleidbaarheid van de aarde bij de telegrapbie*
Steinhul vond zich te kort gedaan, doordjoi Jacobi des-
selfs naam er niet bg gemeld beeft 5 en den schQn zonde
gegeven hebben als of bij zelf het eerst zelfstandig deze
toepassing zoude gemaakt hebben. Men leze in het Bui-
leiin de la Clas99 Physico-fHcUhematique de FAcad. Imp*
de^ sctences de Si. Peiersbaurg Tom. V (1845) p. 1—8
de briefwisseling welke tusschen Steinhbil en de Acade-
mie is gehouden ; de antwoorden , door Jacobi gegeven —
het besluit door de klasse genomen (1); en men zal zien,
dat Steinheil eigenlijk zich al te gevoelig getoond beefit
over eene zaak, van welke bij toch niet de volle eer kon
genieten, hoezeer de eerste aanwending hem toekomt^
Waarom heeft Jacobi in den beginne de beleefdheid ver-
zuimd, om Steinheil*s naam te noemenf.... in eene la-
tere verhandeling leest men ^selbst Physiker ersten
Ranges wie Steinheil und Wheatstone cUe su:h %uer$t
mit Anlegung Eleotrischen Telegraphes b^asst AaUen
2. Invloed tan niel volkomene ifdaCie der meUatgeleidnig. . JaCOBI
heeft
zijne proeven over de geleidbaarheid der aarde vervolgt (2)
(1) Quant è la prétention du savant de Mttnich (STEI5HEU) de
se voir cité par M. JicOBi , la classe admet oomme principe , fii«
chaque auteur est Ubre de citer les autres , selon Ie degré d^im^
portance gu*il attaché d leurs travaux et que ce point dépendant
entiérement de Vopinion particuUère de chacun,
(2) Bulletin de la classe Physico^mathem, de PAcad. Imp, d.
se. de St. Petershourg. T. IV. no. 8 en 9. p. 113. (6 Mai 1845).
PocbiWDORff's Annalen^ gelezen in de vergaderisg der. Academie
▼an deo 13 Dec. 1844.
Digitized by
Google
471
en beichoawt de kennia der geleiding ais de meest ge-
mrigtige en moeijell}kste voor de telegraphie, aangesien de
seintoestellen op de meest willekeurige wijze kunnen wor-
den uitgevoerd. Jacobi plaatst xich op het volkoHien
practisch standpunt wegens de uitvoerbaarheid der ge-
leiding; .deze immers moet beveiligd zijn tegen moed-
-willige beschadiging en tegen den invloed van het kli-
maat , doch wat nog meer zegt , naar hetgene reeds
boven is medegedeeld, tegen de elecirtscAe werking van
den dany^kring. Het leggen van de draadgeleiding t>eiie-
den de aardoppervlakte kan alléén al deze bezwaren weg-
nemen (1). Wij hebben reeds vroeger (blz. 17) medege-
deeld, dat J. de draadgeleiding, met gom-elastiek tot isolatie,
in de aarde gelegd heeft. De vraag is nu , hoe sterk moet
de isolatie zf|n in den steeds vochtigen grond, daar eene
volmaakte isolatie al te kostbaar zoude uitvallen, en aau
den anderen kant er des te meer kracht- ef liever stroom-
Terlies plaats vindt, hoe geringer de isolatie is; de
«terkte van de rheomotor of galvanische batter^ eenerzQds
en de gevoeligheid van den seintoestel anderzijds zullen
dan de lengte der telegraphische lijn bepalen. Jacobi be-
schouwt de onderhoudskosten van eene genoegzaam sterke
batterij zoo gering, dat zulks in eenen oeconomiscben sin
geen bezwaar kan opleveren; voor eene lijn van 30—^
werai zz 31 — i2 kilometer rekent bij een zinkverbruik
per dag van 15 solotunik = 64 gramme.
De gla%en buizen over eene lengte van 9030 vt door
Jacobi aanvankelijk gebruikt in 1842 hebben niet voldaan;
dezelve scheurden, namen vocht op, zoodat in het begin
van 1843 een verlies bestond van 30o/o — evenwel bleef
de telegraaf voort werken zonder merkbare verandering.
(1) Waarom Firdilt meent {Pofyi, CenirMl. VIII p. 568), dat
eene (mderaardsehe geleiding de ondememere van êpoarwegen voor
do fokgrapAio somde mfêohrikkonj kan ik niet begi^pw.
Digitized by
Google
472
De mastik, waarroede de dradeo bedekt waren was ook
afgesproDgen. Ten dien opxigte raadt J. voor het vervolg
aan, om dexelve uit de losse hand met hennep of vlas te
omspinnen (beter nog dan met katoen) en dan met maatik te dek-
ken , waardoor de baigvaamheid van den draad bewaard U^ft
In het voorjaar van 1843, bij ingevallen dooi, hield de
werking van den telegraaf plotseling op; en na ondersoek
bleek het, dat de ingedrongene vochtigheid door tnsschen-
geleiding de voortgeleiding had doen ophouden. Wij heb-
ben boven gemeld, dat er in de glasen buizen vier geiso*
leerde draden aanwezig waren (biz. 17) twee aan twee
een* afzonderlijken telegraaf bedienende. Toen nu door
de vochtigheid de isolatie was opgehouden, werd er eeoe
geleiding door de aarde daargesteld, door bet brengen
van eene metaalplaat in bet Catharina-kanaal en eene an-
dere op het tweede station in eenen aldaar zich bevinden-
den vijver. Verder werden twee draden te zamen genonea
▼oor de andere geleiding en de proeven voldeden , omdat na
meer stroomkracht overging (de 4 September 1843) zoo-
dat de telegraaf kon werken; later werden al de vier dradea
voor de draadgeleiding te zamen genomen (12 Sept. 1843)
en op nieuw nam de stroomkracht toe, zelfs in Augus-
tus 1844 was deze, hoewel eenigzins zwakker, nog vol-
doende; en Jacobi twijfelt niet of die inrigting zal langen
tijd voldoen. Er werden 12^24 Danieirsche elementen
gebruikt. Het bleek duidelijk, dat in verloop van twtt
jaren, de draadleiding, hoezeer zIJ in den vochtigen grond
gelegen was, hare dienst niet gewijgerd, en eene voldoende
kracht voor den telegraaf voorgebragt heeft, terwijl de
aardbodem zelf het andere gedeelte der geleiding daar-
stelde. Het komt alles neer, zegt Jagobi op de eenvou-
digheid van den seintoesteK waardoor men tevens nog min-
der elementen noodig kan hebben.
Wy vonden aangeteekend dat Wright en Bain gevon-
den hebben , dat by het gebruik van eenen eêerken gal-
Digitized by
Google
473
vanüoAen toestel de «troem ging door eenen in water ge-
legden draad (1).
3. De invloed T«n den dampkring. Bij de telegraphische lijn
tnsschen Parijs en Rouaan
is het gebleken, dat de stroom-intensiteit (stericte) xoo als
die door den sinosbonssole werd gemeten bIJ elke weersge-
steldheid dezelfde bleef, onafhankelijk van het aantal
elementen der batterij. Dat de palen, over welke de draad
gespannen is, geene afleiding veroorsaakten, beslnit Bae-
QUET uit de omstandigheid, dat in regenachtig wéér geene
meerdere venwakking yan den stroom bestond. Integen*
deel er zonde dan eene toenemende stroomstwkle bemerk-
baar zijn, als of de middellijn der geleiders door de naast
omgevende vochtige Inchtlaag zoude vergroot zijn. — Wij
hebben reeds vroeger medegedeeld, dat Stkinheil (2)
eene tegenavergesielde waarneming geboekt heeft.
Verder spreekt baKOUET van een verlies door eene soort
van uitstraling, evenredig aan den tegenstand van ge-
leiding.
Ik moei bekennen, dat indien zulks niet behoort tot de
onvolmaakte isolatie, zoo als waarsch(jnmk is, er bij deParlJs-
Rouaansche telegr^hische iQn eene nieuwe eigenschap der
electriciteit ontdekt zoude zijn!
4. Infloed van de vorei. In den winter van 1842 — 1843, on-
derzocht Jagobi den invloed van de
vorst op de geleidbaarheid der aarde bij eene temperataur
van — 9 è lOo R. (—10 k 12o), omdat het ijs een slechte
geleider der £ is en ook de geleidbaarheid der vochten
met het afnemen der temperatuur vermindert. Hij ver-
kreeg met den voltameter slechts een verlies van 1,8^ o
als verschil tnsschen den gas (volta*)meter in onmiddellijke
nabijheid van de batterij en dien van het eindstation. Toen
(1) Mech. mag. XXXVII. p. 198.
(2) Deel IX. p. 16.
Digitized by
Google
474
na de geleidraad verdabbeld werd, was er geen Tertdol
meer te bepalen « zelfs toen werden in 1| minunt 100 gas*
deelen ontwikkeld « terwijl hg de proeven met den enM-»
Toadigen geleidraad bierroor 2 minuten gevorderd werdeo*
5. De gelekUiMrbeid Tan wftter. Bij de bovengemelde tempsrar
tirar werden hierover de proe-
Ten in het werk geatdd den 13 Maart 1843; een gelet-
draad lag op het ijs, dat nog 2 voet dikte had, en dos
genoeg (en xoo als later bleek volkomen) isoleerde, had
eene dikte van 0,075 dm. en was met hennep omkleed en
aehtmaal met eaontsohonk in Ignolie opgelost bestreken; de
laagte was 9 wmtsI tr: 9523,80 N. el.
De proeven werden genomen met:
1). Eene voltasche battery van Koper-sink paaren van
5 dm* vierkant met tasscbengelegdepapiersebf} ven be-
vochtigd met salmiak.
2)> De magneto^electrisehe machine van Clarkb , in gewQ-
zigde conatractie.
3). Eenen electro-magnetisch inductie toestel met rheo-
tom, bestaande uit eene rol, omgeven met eene gal-
vanische en magneto-electrisohe spiraal, waarin een
bundel, steik gdakte gserdraden.
4). Grove's batterij van 12 elementen platina-sink; bet
platina •}- vierk. voet oppervlakte (6 dm. vierkant).
De inductietoestel verbonden met den galvanisch- Grovb's
toestel van 6 dubbele elementen (no. 4) gaf de sterkste
werking; er was geen stroomverlies merkbaar noch door
magnetometrische, physiologische of chemische werkiog.
Het eene uiteinde van de inductierol was verbonden met
den draad van den telegraaf, het andere aan eene zinkplast
van 10 vierk. voet oppervlakte, die in het water was ge-
dompeld.
De Grove's toestel van 12 elementen werd gebruikt f
door de platina-pool te verbinden met de in water gelegde
sinkplaat en de sinkpool met de telegraphisclie Ijjn; het
Digitized by
Google
475
andere nitdmde der tdegraphische iQn werd verbondeii
Biet eenen pladnadraad, en deze gelegd in eene oplossing
Tan koper-vitriool; onmiddellijk ving de koperredactie aan,
waardoor de platinadraad rood werd.
Ook de electrische vonk werd door het water voortge-
plant, toen de toestel van 100 elementen werd gebruikt;
de vonken verschenen door twee koolspitsen tegen elkan-
der te wrgven» Maar hierbij bemerkte de Loitenant-
Generaal Vitostov, die by dexe proefnemingen tegenwoor-
dig was 9 dai de vonken reeds verschenen ^ wanneer de
unkplaat der geleiders slechts met het water aan den
rand in aanraking kwam, en weldra zag men tot
syne verbazing, dat de zinkplaat geheel overbo-
dig was, aangezien de stroomgeleiding even goed, de
vonk even duidelijk was, wanneer de draad één
duim diep in het water dompelde*
6* Geene metaalplaat yoor den overgang Tao den ttroom. Dit is eene
belangr^ke
daadzaak , die later ook elders is bevestigd en vooral door
Breguet bij de telegraphische lijn van Parys naar Rou*
aan (1), Met de sinus-bussole verkreeg men op den af-
stand van 137 kilometers:
bij eene verbinding met de rails 18o
by het bloot neerleggen van den draad op den vochtigen grondl2o
b§ het houden van den draad tusschen de vingers. • • • 7^
Het is dus ook onnoodig, om eene put te graven, ten
einde de uiteinden der pooldraden dieper te leggen.
Op theoretische gronden, uit overweging van de ver-
houding der geleidbaarheid van water en koper, is men
er toe gekomen, om te stellen dat eene doorsnede van 61
vierk. voeten water gelijk staat met \ vierk. streep ko-
per-doorsnede, zoodat men bij den overgang uit het koper
in het water de geleivlakte in die verhoudiug dient te
(1) Compus Rendus XXI p. 760. Polyt. CêtUrMl VII p. 226.
32
Digitized by
Google
476
vergrooten. De onderTuidling heeft deze Wrekemiig ia 't
groot niet bevestigd. De 9iroom kan in den aardbodem
en hei taaier overgaan uit een enkel puni en %al %ick
van daar door de onbegrensde masea verspreiden in alle
rigltngen»
: Er zijn waarnemiogen, die nog voor het gebruik van
groote oppervlakten pleiten, en aao deze kunnen w)j geem-
zins het vertrouwen weigeren, zoodat eigenlijk dit punt
nog niet in al deszelfs bijzonderheden is bekend. Bij de
proeven, welke Hütschinson (1) genomen heeft over het
doen springen van mijnen onder water door middel van
buskruid , is gebleken , dat wanneer men den eenen gdei-
draad door het water verving, de eindvlakte van den draad
bij eene diepte van 1000 E. voet bedragen moest drie
inerk. voeiy om de explosie te doen gelukken.
Bij de Noord- Amerikaansehe telegraphen worden uitge-
strekte platen gebruikt.
Morse's onderzoekingen over het geleiden van den te-
legraaf door rivieren (2) schijnen ook geleerd teliebben»
dat de [quantiteit) grootte van den electriscAen stroom ^
die van den eenen oever tot den ander overgaat^ even
redig is aan de oppervlakte der plaats welke in iet
ivater is. neergelaten. .
7. De geleidiBg van den telegraaf door kanden of nviereo. HetgS-
leidea
van den telegraaf door kanalen of rivieren, die de rigting
der telegraphische lijnen dwars doorsnyden, gaf van dea
beginne af zwarigheden, welke men zocht te voorkomen,
door den draad geïsoleerd op den bodem des waters te
(1) On conductory power of water «# appUed to submarine ex-
.plosions by voltaic E in the Professional Papers of the Corps of
Engifieers T. VII p. 33. The Civ. Eng. a, Arch. J. 43 p. 337.
(2) The Report of the United States Commissioner of Patents
for the Year 1844 p. 447. The Electr. mag. II p. 99. DmMnf
Ja0tnal XCIX p. 55.
Digitized by
Google
477
brengen (!)• Door de Eaat Jtiver nabij New- York werd
eene looden buig gelegd; deze bestond uit een stuk ter
lengte van J mijl = 900 N. el en woog 6000 ft = 2720
kilogr.; — daar dezelve zonder zamenvoeging is, was men
ook verzekerd van eene luchtdigte sluiting; in de bui-
xen werden vier, van elkander geïsoleerde draden gelegd.
Met behulp van eene stoomboot werd zij, na veel inspan-
ning, op den bodem van de rivier neergelegd (2). Reeds in
1842 vond Morse zich genoodzaakt op sommige plaatsen
van deze handelwijze af te wijken, omdat de draad, door
het uitwerpen van ankers te leiden had. Hij ontwierp het
volgende plan:
ft b en c d zijn de oevers van de rivier; B de galvani-
sche batterij; M de electromagnetische toestel; e e zijn de
telegraafdraden, loopende evenwijdig met den oever der
nvier en eindigende in dezelve met de koperen platen f f.
Het is nu duidelijk dat de stroom, door de batterij opge-
dekt, door de rivier gaat links en na op den electromag-
neet te hebben gewerkt, regts terugkeert. De proef is al-
(1) Bij de telegraphische lijn tunchen Amsterdam en Haarlem werd
de draad yer?oIgd door eene bui«, welke op den bodem van bet Spaam»
vrerd gelegd.
(2) The Yearbooh of f acts, 1846. p. 170
Digitized by
Google
478
letins gelokt bij eene rivier Tan 60 voet breedte en iiff
▼erschillende lengte der telegraafdraden. Behalve de bo-
Tengemelde opmerking betrekkelijk de oppervlakte, te ge-
Ten aan de uiteinden der draden, welke in het water dom-
pelen, wordt ook nogberigt, dat de afstand der platen aan
denselfden kant, of liever de lengte van den draad e van
invloed is op de nitkorast; men verwacht de nadere proef>
ondervindelijke aiteensetting van Prof. Gale, aan wien
Morse zulks heeft opgedragen. Yail en Rogers hebben
het beproefd met goed gevolg bij de Sosqnehannah rivier,
bij Havre de grace op een E. mijl afstand.
Matteucgi heeft zich ook met dit punt onledig gehoa^
den, en verkreeg in het klein goede uitkomsÊen [i). Üjj
eene eerste proefneming werden naa weèriikaDten van de
rivier twee putten gegraven O Oj
in deze koperp!aten gebragt, weM
ker geïsoleerde draden in ife ri-
vier eindigden* Werd nu een galJ
vanometer G in de draadgelei -|
ding gebragt, dan week deirelve]
afin geringe matej doch wanneer]
men aan den anderen kant in den]
draad eene Uatterij van vier fitrr^-l
gENBche elementen plaatste, daal
klom de afwijking O'j/o. De|
Btroomgeletding bestond dus hier uit de geïsoleerde draad-
geleiding en het water eenerzyds, en andera^ds door den
aardbodem tosschen beide potten. De proef is bij de ri*
vier Arno uitgevoerd. Ook wanneer eene FARADAv'sciie
batterij van 15 elementen in de rivier werd geplaatst en
door geïsoleerde draden verbonden met de koperplaten der
putten, was de galvanische stroom gesloten en meetbaar
(1) Electr. mag. II. p. 41. Archiv. i»Elecir. T. V p. 156.
Digitized by
Google
479
door den galvanometer. Nog een ander plan had Matteucci
beproefd, dat ook toepasselijk zijn zoude voor het aanleggen
van eene telegraphische lijn tasschen Calais en Donvres*
Hetzelve heeft veel overeenkomst roet dat van Morse, met
dit onderscheid, dat b. v. de platen regts (zie fig. van
Morse) in de zee dompelen, en de platen links in putten
gelegd worden; doch deze proef gelukte wel bij eenen
Ucintn vijver^ maar niet bij de rivier Arno. — De aanleg
▼an eenen electrischen telegraaf tossehen New-York en
Xngeland zal nog wel een moeljelijk op te lossen pro-
blema blijven (1).
8» He( geldden ran twee stroomen gelijktijdig in dezelfde of tegen-
gettdde rigtingen. Mangrim geeft onder anderen als eene ge-
volgtrekking: uit zijne proeven (no. 32) het
.Vagende op (2): wanneer ongelijke galvanische stroo-
men B B' door drie ge-
leidraden worden geleid
a, b, c, zoodat de mid-
4lelste tot geleiding moet |
dienen voor de tegenge-
stelde polen van beide
batterijen » dan zal de werking op de galvanometers 6
en 6' dezelfde zijn, als of deze ieder afzonderlijk met den
i>vereenkomstigen galvanischen stroom waren verbonden..
Vail heeft de voortplanting van twee stroomen gelijk-
.tijdig in tegengestelde rigtingen» op de volgende ivljze
tasschen Baltimore en Washiogton toegepast (3) , met het
doel om dan twee stations heen en terug met ééne batterij
te bedienen» Stel dat op de beide stations I en II die met
(1) Electr. mag. II. p. 160.
(2) Elecir. mag. I. p. 596.
(3) Descriptian of the American Eleotro-magnetic telegrapKy
uow in operation between the ciiies of Washikgton and Balti-
more, by Alfred Vail^ Philadciphia 1845 p^ 17.
Digitized by
Google
480
elkander correi- 1
ponderen y lijn Sl
en 8' de sein ge- 1
vende toestellen
en T, T' de tele*
graphische in-l
rigtingen. Wan-|
neer nu I met II wil corresponderen, dan sluit men
bij I de stroom der batterij B met S; deze gaat door
•ene draadgeleiding naar den telegraphiscben toestel T
▼an II en keert door de aarde terug. In denzelfden tijd kan
ook II met I corresponderen, wanneer aldaar 8' gesloten
wordt, want de stroom gaat door de aarde en de batterij
naar den telegraphiscben toestel I en keert langs de an-
dere draadgeleiding terug. Bij de beschrijving van Morse's
telegraaf komen wij er nogmaals op terug. Reeds vroe-
ger hadden wij berigt, dat zoodanige proeven worden ge-
nomen (!)•
Deselfde proef schijnt op dezelfde wijze bij den tele-
graaf tusschen Parijs en Rouaan gelukt te zijn, zoodat
men in denzelfden^ tijd van Parijs naar Rouaan en van
Ronaan naar Parijs depêches kon afzenden (2).
9. Het ophouden Tan de isolatie der slecht- of niet-geleidende ligcfaa-
men; (de dampkring). Ch. G. Page heeft belangrijke opmer-
kingen bekend gemaakt over het op*
honden van de isolatie door de zoogenaamde isolerende
ligchamen (3). Uitgaande van de electrische wet, dat de
geleidbaarheid toeneemt met de afmetingen van een lig-
chaam, toont hij aan, dat: wanneer meer draden in eene
buis gelegen en van elkander door eene isolerende laag
(1) Deel IX p. 46.
(2) Echo du Monde SavanU Mei 1846. n®. 36. p. 847. DUfGLiB'S
Journal CC p. 74.
(3) SilliMaN's American Journal Sept. 1848. p. 204. Pkiloê, Maf.
Nov. 1846; Bibliotheq. Univers. 1847 n». 13 p. 165.
Digitized by
Google
481
xQn» DOgtaiM de itroom ran den een' tot den
ander overgaat; vooral wanneer de waarnening in het
gioot hQ eene telegraphiiche lijn gedaan wordt. Ter ge-
legenheid dat Morse in 1843 den telegraaf aanlegde tas-
edten \¥ashington en Bahimore, werd eene looden buis in.
de aarde gelegd , die Tiet van elkander geïsoleerde draden
bevatte 9 en waaneer de keten gesloten was door de looden'
boia eenerzQds en een der draden anderzijds, dan werd*
de atroom van eene intensiteits-batterij , ook door elk der
overige draden (buiten de keten) voortgeplant. De is#le->
rende lai^ had hier eene aanmerkelijke doorsnede (lengte)
liQ eene geringe lengte (dikte), en kon dus de E. beter ge-;
knden(l). Morse vond dese explicatie zoo voldoende, dat
hQvan stelsel veranderde, en de E. door de lucht geleidde.»
Verder houdt het Page er voor, dat ook vochtige lucht ,
door hare massa waarschijnlijk de galvanische E. geleidt
of liever afleidt; hg zal dit punt nog nader proefondervin-
êelljk bevestigen. De proef, door Page' medegedeeld en
waarop deze stelling rust, schijnt mij niet toe dezelve on-^
tegenzeggd^k te staven (2).
Men zoude derhalve tot het besluit komen , dat men tot
au toe bg alle telegraphische draden slechts met eene ge-^
deeltelijke isolatie heeft gewerkt, en nu eigenlijk beslis-^
sen moet, hoe groot de graad van isolatie moet zijn voor
een' gegeven' electrischen toestel, of in welke verhouding
Bioet isolatie tot stroomsterkte staan. Ook Matteucci zag
hg zQne naauwkeurige galvanometrische proeven ^ dat in
(1) Eene leogfe ran 10 mtjlen en ^ dm. breedte (dik(e) geeft eene
doonoede ran 560 Tierk. roeten.
(2) Het dek ran het Patent ofBee te Washington h met koper ge-
dekt, en heeft dut 22000 vierk. voet metaalopperrlakte ; hiermede was
de eene draad Tan den galvanischen keten rerbonden , terwijl de andere
draad Itwam ran eene zinkplaat, die geheel geïsoleerd stond — er was
«•a stroom merklxuur door eenen gefodigen galvanometer , vooral wan-
neer de zinkplaat bevochtigd werd.
Digitized by
Google
482
enkele gevalleii het OBTerachillig wat of de draad gdn»-
leerd werd of niet (1).
10. De ioTlocd tib hel ooweér en rtn de lacht-elecfriciteit Er
reeds onderscheidene gevallen Toorgekomen, waarin het
imweér de draden van eenen telegraaf is gevolgd. Het
voorval te Muncken bQ den telegraaf van Stexnheii. is
reeds door niQ medegedeeld (Deel IX p. 69); op den
7 Juli] 1838 trof de bliksem den telegraafdraad en werd
door eene explosie binnen de woning van S. merkbaar*
Ia JunQ 1846 werd te Lancasier (2) en in Aagnstiis de
telegraphische lijn van London naar Porismauik door het
onweer getroflfen; in het laatste geval werden de palen, die
de draden droegen te Famham weggeslagen en te Gesport
was de seintoestel ontsteld (3). Den 29 April 1846 sag
men te Lancasier dat de E. de draad gevolgd is tot in het
wachthais en slechts d4ar merkbaar werd door gernisch
en vonken. Den 10 Mei daaropvolgende werd de draad
tusschen Washington en Baliimore gesmolten en gebroken.
Bovenal merkwaardig was de werking des onweérs in Noord-
Amerika (op den 4 JuniJ) , tusschen New-York en BitUi"
more waargenomen (4); drie onweérsbnijen, onderling
30 — 60 mijlen van elkander verwijderd, hebben zich op
den telegraphischen draad ontlast, en derzelver werking
geteekend te Jersey-City, Philadelphia, Wilmington en
Baltimore op den seintoestel van Morse door de teekens
van L en T of der getallen 1,5, 550, 5000 — »even
als iedere bliksemstraal eigenaardig spreekt, zoo schrijft
hij ook, wat hij zegt,", zijn de woorden van den berigt-
(1) Comptea Rendus XX p. 1433 en EUetr. mag. II p. 3a Meo
vergelijke Lo?eii bL 470.
(2) Mechan, mag. 1846. I p. 496.
(3) MechoH. mag. 1846. II p. 164.
(4) Meohan. nwg. 1846. H p. 67. Verslag ran Elllf HsRim ia de
Cvmptes Rendms 1846 p. 646.
Digitized by
Google
483
gerer* Pagb berigt, 4at gedurende sware storjoen een
bliksemstraal cf twintig myien afstand van den telegra-
phischen draad bQ inductie xoo veel E. opwekt, dat
Mobsb's telegraaf in werking komt (1). Ook op andere
tdegraphische lijnen is een zoodanig spel des onweérs
^waargenomen, scK>wel in Frankrijk tosschen Parijs en Rou-
aan als Uj ons tosschen Amsterdam en Haarlem. Toi nu
toe is^ voor %oaverre mijne berigien gaan^ dU spel %on'-
der gevaar afgeloopen^ en bet verwonderde mij in liet Am-
sierdamsch Handelsblad van 16 November 1846 een bni-
tenlandscb berigt te lezen : dat de telegraafdraden als blik-
semafleiders hebben gewerkt en dat er dien ten gevolge
menschenlevens z(jn verloren gegaan. Wij bekennen even-
wel, dat hier een gevaarlijk spel gespeeld kan worden,
ao men wel voorzigtig diene te zQn , om eenen telegraphi-
fschen geleider te naderen; de ongelakkige dood van Rich-
mAN is nog niet vergeten.
Merkwaardig is hel beriglj dat men in vele gevallen
ifpgemerkt heeft eenen electrischen stroom in den tele^^
graaf dr€iadj wanneer de electrischen toestand van den
dampkring aan de beide uiteinden van den%elven ver*
schilde (2).
Men zegt dat Steinheil eene bekleeding (a new Coating)
▼oor de metaaldraden zoude daargesteld hebben, waardoor
ze tegen de electriciteit des dampkrings zouden geïsoleerd
worden. De toepassing zoude geschieden langs de lijn van
Munchen tot Augsburg (3).
11. ICevwe voontellen. Ten opzigte van het leggen der
draden (4) in zoogenaamde thon*
rohren (gebakken steen-buizen van 3 dm. middellijn of in
(1) SULfHAirs American Journal. Sept. 1846. p. 208.
(2) Bulletin de PEnoouragement. 1846. p. 511.
(8) The Civ. Eng. o. Areh. J. 1846. p. 321.
(4) DlHGUrs Jounial XCVIII p. 107.
Digitized by
Google
484
hoatën ileuven heeft Luitenant Ph. Brauw niete bgsMi^»
ders medegedeeld, dat der aandacht waardig is.
Evensoo maken wij slechts ter loops melding van den
inhoud van een octrooi verleend aan William Yoèna ea
Archibald më Nair in 1846 (1) voor het maken van eeoe
isolerende draadgeleiding door middel i^aii machioerie;
de draden werden niet omwoeld maar tngebretd^ dan ia
looden of leeren buizen gebragt, en deze met eene nkl
geleidende massa, pik, asphalt enz. volgegoten*
12. De 8(rooingeleiding door de aarde in bare werking ea oormfc.
Tusschen Milaan en Mon%a heeft BeLi.1 in 1844 proeven
genomen , die volgens een berigt van Mattedcoi de va-
gende uitkomst hadden:
De stroom van één constant galvanisch element ging
door eenen draad van 12500 Ned. ellen lengte, van 28000
Ned. ellen lengte , en van 12500 Ned. ellen lengte meieenê
aardlaag van gelijke lengte; de verhouding tusschen de
intensiteit van deu stroom was 30:17:27. Hieruit bl^kt
dus dat de geleidingstegenstand van de aarde uiterst ge*
ring is in verhouding van dien der draadgeleiding ^ dat
zelfs bij gelijktijdige draad- en aardgeleiding de tegen-
stand van de draden meer merkbaar wordt (2).
13. L. Magrini heeft (3) te Milaan vele proeven geno-
men over de zoogenaamde electromotore kracht der aarde«
(tijdens de vergadering van de Natuuronderzoekers te Mi-
laan in 1844, den 15, 25 en 27 September) en de uit-
komst medegedeeld aan het Keizerl^ke Instituut van Lo»
bardQën. Langs den spoorweg van Milaan naar Mofiza
(1) 771e CtV. Eng. a. Arch. J. 1846. p. 249.
(2) Comptes Rendus XIX p. 845. = Polytechn. CentrMl Y pi
191. Ook medegedeeld aan de vergadering van NatunroRderzoekert te
Milaan. Electrical mag. I p. 593.
(8) Comptes Rendus XX p. 183. Electrical magasdn f p. 593.
Jrekiv. d'Slêctt. IV p. 610.
Digitized by
Google
485
(15 kilom. afstands) waren vier draden gespannen, twe0
f}zeren van 1,2 mm. dikte en twee koperen van 0,625 mm.
^ikte, volgens de verhouding van de geleidbaarheid dier
metalen. De draden werden gedragen door (droog) bootea
«laken, en hingen in ooren, welke met gewaschte taf wa-
ren bekleed. M. rekende dat de Isolatie aldus voldoende
was voor het onderzoek naar de electromotore kracht der
aarde en de stroorogeleiding van een Bagration's toestel (!)•
De eerste reeks van proeven (no. 1 — .10) leerde niets
anders^ dan dat men een galvanisch element verkrijgt,
door het begraven van twee verschillende of dezelfde me«
talen in den aardbodem van gelijken of verschillenden aarde
De tweede reeks (no. 11 — 19) moest opheldering geven
van de stroorarigting in den gesloten keten, en nitA^ derde
reeks (n©. 20—22) wordt afgeleid: dat de electromotore
kracht der aarde van eenen eigenen aard t>, zoodat z^
melfs de gewone galvanische werking tasschen metalen en
▼loeistoffim overwint; dat de aarde is het meest electro*
magnetische ligchaam; en dat de galvanische stroom ei-
genlijk uit eene %uivere contaot^werhing voortspruit, om*
dal de aarde door hare aanzienlijke geleidbaarheid, de E.
spanning onderhoudt en vrQ maakt.
De vierde reeks (ao. 23—28) gaf tot gevolgtrekking,
dat de geleidbaarheid met de vermeerderde doorsnede der
begravene platen toenam, en deU de tegenstand der gelei'-
ding van de aarde alle%ins merkbaar %o%ide %ijn^ als ge^
igkstaandemet 260 eL koperdraad per 1000 Ned. el., ter-^
wijl de tegenstand van overgang 200 el zonde bedragen.
V Do v^fde reeks {n9. 28 — 33) moest dan opheldering ge^
ven over de oorzaak der verschijnsels.
Ik heb met reden omstandiger den inhoud van Mangri-
Ni's verhandeling opgegeven, om de onderscheidene afwij[-
kende uitkomsten te zamen te vatten en te herinneren aan
(1) Deel IX p. 184.
Digitized by
Google
486
een later ondenoek yan Mattbuogi, waaruit bleek, dat
BlANGRiKi Bijoe proeven niet met die omzigtigbeid beefit ia
het werk gesteld, dat de verkregene uitkomsten vertroa-
wen verdienen (1). De telegrapbiscbe draden, waren niet
genoeg gefsoleerd, boo als verondersteld was en ten grond-
slag diende der proeven, en Bniks gaf tot de dwaling aan-
leiding. Inderdaad beeft ook Mangrini later bierin ten
deele toegestemd (2). . Als bevestigde daadsaken, kannen
w(j derbalve met Mi.TTEUCCi aannemen:
Dai de aarde geen* tegenstand van geleiding aanbtedi^
hoe groot ook de telegraphische lijn %y ; '^Ife wurdi
deoke bij eene gemengde geleiding geringer (3)^
Mangrini beeft z^ne proeven berbaald, en blijft even-
wel bIJ bet besluit over bet bestaan van eenen eigenen tel-
luriseben electriscben stroom; — maar ook deze proeven
kunnen evenmin dit besluit bekracbtigen.
14. Matteucci heeft zicb later voorgesteld op te lossen
of (de verminderde tegenstand) bet ophouden van den te-
genstand der aarde moet toegeschreven worden aan hare
groote afmetingen, dan aan de afleiding van de vrije EU
Van bet met haar in aanraking zijnde pooleinde, en dos
zonder eigenlijk den stroom te geleiden of door te laten.
M. deed deze proef (4): De stroom van eene Bonsenscbe
Batterij B werd geleid nearj
twee putten, a en d, fik
160 ellen n. van elkandi-r
verwyderd waren ; lusschen
deze waren er nog twee ^m-
dere, b op 50 el en c up
(1) Comptes Bendus XX p. 1431. Electrical mag, H p. 36. Ar-
ohiv. d*Electr. V p. 151. Biblioth. üuivers. de Genèvè 1846. Ar^
ehiff. des Sc, Physic, I p. 93.
(2) Archives de VEleciricité V p. 606.
(3) iu 1. p. 1435. Deel IX b). 19.
(4) Comptes Rendus T. XX p. 86. POGG£KDORrr's Ann. LXVllï p. 146.
Digitized by
Google
487
80 el van de uiteinden verwijderd, en dos met 30 el on-
derlingen afstand. De galvanomer draden werden of met de
eindelingsche potten a d of met de middelste b € verbon-
den; in beide gevallen verkreeg men dezelfde afwijking,
niettegenstaande in het laatste geval de stroom de aarde
moest doordringen van a-i^b en d -4r>c. De aarde geleidt
das den stroom als zoodanig. Vreemd is het evenwel in
deze proefiieming, zooals Poggicndorff jnist aanmerkt,
waarom gaat de stroom tot den galvanometer over en niet
regtstreeks van b naar c, indien er geen overgangs-tegen-
stand bestond voor de geleiding door de aarde?
GiRARD, DB Tbssan en GuiLLEMiN hebben, volgens Arago,
aan de Fransehe Academie eene verklaring medegedeeld
. van de circulatie der electrische stroomen door de aarde
voor de telegraphie. Er ontstond eene hevige discnssie, wel-
ke nader hervat zoude worden, en eerst dan zonde het on-
derwerp worden openbaar gemaakt — maar dit is tot nu
toe niet geschied (1), hoewél er sedert meer dan één jaar
is verloopen.
15. Onder al de waarnemingen, welke geboekt sQn be-
trekkelijk de electrische stroomen van de aarde, voor zoo-
verre deze afhankelijk zijn van de natuur der aardlagen en
de scheikundige gesteldheid der onderaardsche wateren ,
verdienen die van BEcauEREL (2) het meest onze aandacht
fooQüBREi. spoorde deze stroomen op bij het gebruik van
platinaplaten, welige dus de aardstroomen overbragten zoo
als die bestonden, en niet zoo als anders de terugwerking
op de gewoonlijk gebruikt wordende koper- of zinkplaten
ie opwekten. Niet alleen, wó&r een verschil van aardla-
gen bestond, maar ook waar dezelfde soort van aarde door
verschille de vochten wordt doordrongen , ontwikkelden zich
electrische stroomen; op deze wijze ontstaan overal locale
(1) Comptes Rendua XX p. 1604.
{%) C^mpteB Rendms XIX p. 1052. Ekotne. mag. I. p. 670.
Digitized by
Google
488
4KrodBieii, die de itfoomen, welke door eene aardlaaig ge-
leid worden, of welke door liet begraven Tan oxydeerbare
jnelalen worden opgewekt, sullen veraterken of vermwakr
ken, al naardat sy in gelQke of tegengestelde rigtingen
voorkomen. Dese zaak verdient daa nader onderxoek ten
behoeve der telegrapbie«
16* De polaritaUe der draden bij iwakke ftroomen eo in den geofen-
den kelen. In eene nooi bla. 80 hebben wij oplettend ge-
maakt op eenige versch^nsela , die aan eene po-
larisaiïe van de geleiders moeten worden toegescbrevea.
Jacobi heeft nu nieuwe daadsaken hiervoor geleverd. Het
bleek uit xijne proeven dat de verhouding tusacben de
wefking van den voltameter naast de galvanische batteiQ
(oorspronkelijke kracht) en de voortgeplante tot den voU^
tameter van het tegengestelde uiteinde des te groo/er is,
hoe zwakker de aanvankelijke stroom was. De galvanome-
ter werkt nog , wanneer de voltameter reeds heeft opgehoo*
dèn, uit hoofde van den invloed der polarisatie op den
tweeden voltameter, die des te grooter uitvalt, hoe verd<r
hg verwijderd is en hoe onvolmaakter de isolatie. Bij de
beproeving van den bovengenoemden niet geïsoleerden te-
legraaf (bis. 470) door de ontleding van koper vitriool,
bleek het (bij het gebruik van twee DANiKLLVelementea),
dat er aan beide stations geen verschil bestond tusscbfn
het koper, dat na vier dagen tijds werd gewogen, tenv|jl
eene grootere batterij van 25 elementen een verlies gaf van
S(y> o« De polarisatie verzwakt de hoofd werking, maar
versterkt de voortgeplante werking, zoodat misschien de
ontleding zoude voortgeduurd hebben , wanneer de batterS
verwijderd ware geweest. Verder zoude de polarisatie met de
vermeerdering van de electromotore kracht of stroomsterkie
toenemen f en wel in eene sterkere verhouding dan dese(l)«
Zij neemt allengs toe in sterkte en is daarin afhankelijk
(1) Jacobi 1. I. p. 131.
Digitized by
Google
48»
ywBt dé nattiat Tan den aardbodem , werkt meer standrtis-
tig en verdwgnt veel langsamer dan zalks bij de gewone
preeven van de polarisatie der platina-electroden plaaU
vindt
Wanneer de keten te TsarskoTe-Selo geopend werd en te
l^t. Petersburg de uiteinden van den galvaoometer werden
verbonden met de. draadgeleiding en de in water geplaatste
koperplaat, dan ontstond er eene meer of min standvastige
afwgking van omstreeks 3(K> , alsof de koperplaat + ware*
Wrioht en Bain hebben gesien dat de electrische stroom
niet dadelijk ophoudt, wanneer de keten geopend wordl (1)»
Brecuet beeft uitvoerige proeven genomen langs den
Par^s — Rouaan telegraaf over de verhouding tusscben den
stroom bij gesloténe geleiding tot die, welke ua bet ope*
nen der geleiding overblijft, en 9ieÜ de laatsie op d^
hetfi der eerste^ d. i« =:- 2:1*
De telegraphische lijnen welke in
werking zijn.
17. Jicoii's lefegrtaf. De telegraaf tusschen Petersburg en
TsarsAoïe-Selo van Jacobi (2) heeft
overigens aan de verwachting voldaan; in 2 seconden (Ijds
doorloopt de naald de w^zerplaat met 36 teekens. J. be-
rtgt ook (zonder nadere beschrijving) , dat hij bij den tele-
|raaf van het winterpaleis de inrigting gemaakt beeft,
^vtutrdoor men gefijkitjdig in beide n'gtingen kon seinen (3).
(1) Mech. mug. XXXVIII p. 198.
(2) Deel IX p. 16 en 179. Buüetin de Si. Peiershourg. H no»
17. = Polytechn. Centralbl. IV p. 220.
Buüetin de Se. Peterabourg. IV n». 8, 9. p. 113. s Polytechn.
CêntrML VI p. 84. =: POGGlNBORrr't Annalen LXVI p. 207. Comptes
Bendus de Travatix de VAcad. Imp. des se. dé Petersbourg pour
Pon 1846 p. 11.
(3) Archiv. de PElectr. V p. 587.
Digitized by
Google
490
18. MoBsi'8 tolegruf. In IVoord-Jmeri Aa htehPni.
(thans Inspecteur-Generaal der elee-
trische telegraphen der Vereenigde Staten van N. A.) iQn
stelsel op groeten schaal met het beste gevolg ten nitvoer
gebragt (1). Van New- York als middelpunt strekt sich
de electrische* telegraaf in onderscheidene rigtingen uit,
als New'York +» Buffalo^ New-York +» Boston j Boi-
ion +» Washington^ New- York +» Coney Island; over
eene vlakte uitgebreidheid van 500 mijlen van het Zuiden
naar het Noorden en van het Oosten naar het Westen.
De kortste lijn is van New-York 4^ Coney Island ^ van
welke men de wekelijksche ontvangst voor het overbren'
gen van seheepstijdingen begroot op 50 Dollars (2) de
uitvoering van dit telegraphisch net geschiedt onder lei-
ding van Morse door afzonderlijke associatiën.
Er is thans eene onafgebrokene telegraphische lijn van
den oceaan af tot aan het Erie-meer over 507^ Engelsehe
mijlen met de stations Troy, Albany, Utica, Syracuse,
Auburn en Rochester. Er zijn twee draadgeleidïngen aan-
gelegd, behalve de aarde-geleiding (denkelijk voor de dub-
bele correspondentie); de draad weegt per m^l (1609,32
el) 100 S (45,36) of per 100 ned. el 2,82 ned. « en
wordt gedragen door palen , die van boven door glas geï-
soleerd zQn, terwijl h|} nog daarenboven met een isole-
rend vernis bedekt is. Aan elk uiteinde is eene galvani-
sche batterij; van New-York af worden de berigten nav
alle rigtingen voortgeplant; de tusschenstations ontvangta
deze nagenoeg gelijktijdig. ' Verder is er voor gezorgd i
dat het beantwoorden der berigten door de stations b^ op-
volging zonder verwarring kan geschieden (3).
(1) Deel IX p. 40. art 18.
(8) Meohmn. mmg. XUII p. 418. Con^tes Rendus 1845 T. XXII
p. 745.
(8) Gompies Rsndus 1848. XXIU p. 885. Polyi. CentrML 1847.
p. 106.
Digitized by
Google
491
De Tolgende iQnai wordea aabgdegd (1):
Aïhmj
New-York
New-York
New-York
'Washington
Bidtiiaoro
PkUadelphia
New-York
New-Haven
Hartford
Springfield
AlbaDy
Boflhlo 350 myien )
Boston 220 » f sQn alle in
AlbaDy 150
Waahingtoii 330
Baltimore 40
Philadelphia 97
New-Yoffk 88
New-Havea 84
Hartford 30
Springfield 20
Boston 98
Rocbester 252
i
werking.
De totale lengte van het telegraphische n^ bedraagt
1659 m^l of 2670 kilometers. Merkwaardig is de goede
werking van dit stelsel loo als onder anderen is gebleken
nit eene avond-eorrespondentie tnssoben New-York , Was-
hington, Baltimore en Philadelphia (2).
MoasB gebruikt tot geleiders best rood koperdraad,
«miwoeld met katoendraad , eerst met schellak yemist en
achterna gedekt met em mengsel asphalt, was, hars en
iQnolie.
Men heeft voor elke 100 m|]l = 160,932 kilometers
noodig 17000 S = 7709,5 n* 9 hiperdraad. Er was in
1845 reeds aanbesteed de levering van koperdraad voor
1107 mijl = 1781,617 kilometer, s^nde 188,190 « =
85363 kilogr. (3). Dus weegt de 100 el nagenoeg 4,8 ki-
(1) Mechmi. mag. 1846. II p. 334. CompH» Rendu$ XXUI p. 545.
BpUetin étEncouragem. 1846. p. 512. Tke Civ. Eng. a. Arch. J.
1846. p. 323.
(2) Meekom, mag. 1846. II p. 106.
(3) The Yearhooh of facts. 164a p, 170.
33
. Digitized by
Google
493 »
log. en de dikte der dradeo is 2,6 streep. Het schijnbare
▼erschil in dese opgave met de voorgaande ontstaat , door-
dien Morse koperdraad n». 30 gebrnikte voor de electio-
magneten en n». 16 voor de geleiding.
Wegens de groöi4 af standen d«r stations van de ^ord-
Americaansche telegraphea bleek het al spoedig, dat men
niet onbepaald door 4e batterQ van het eene
station onmiddêllQk in den electromagneet van
het verwQderde statiën genoegsame kracht
kon opwekken om den telegraaf te doen wer-
ken. Om dese reden heeft men van Whbatstonb'b vroe-
gere plannen gebraik genaakt , om op elk verwigderd sta-
tion eene galvanische batterij te plaatsen, als holpbatteiff
om den electromagneet des telegraafs te bedieneB* De
stroom van de faalpbatterij wordt bestuurd door de electro-
magnetisdie werking van de hoofdbatterf}, en hierin 6e-
stcuit dus hei grooie raadsel van hei Amerioaarische ie-
legraafsielsel. Elk der elf stafions tusschen New-Yoik
en Buffido heeft eene soodanige hulphattMfj met electro-
magnetische inrigting. Het stroomveriies is op dese wijse
niet of weinig merkbaar en de woking wordt meer doel-
matig en zeker. Reeds in 1845 had Morse in Parijs aaa
de Academie eene BDodanige iorigting vertoond (1).
19. Het is niet te verwonderen, dat Morse's stel-
wA na snik eene gelukkige uitkomst overal gretig ent-
Tangen werd (2^. De toestel is zeer eenvoudig (3).
'Fig. 1. A is een hoefiprer ter z^de gezien, naar de ge-
wone w^ze met omwoelde koperdraden bekleed; Iietzelve
(1) Camptes Rendus XXIÜ p. 087. Pofyt. C^mtralbl 1847. p. 108.
(2) Methau, mag. XLII p. 400 en 421.
(8) The Report of ihe U. S. CommUseioner of Patents for
the Year 1844. p. 442. Comm. hij W. G. LlTTSOM m the Eleetr.
mag. II p. 95. London Journal of Arts 1846. T. XXVII p. 210-
220. DiKGiM's Journal XCIX p. 289. Polyt. CentralH. VII p. 297.
Vail I. I.
Digitized by
Google
493
•taat in een voetituk-D en !• door schroeren B aan eene
opitaande kolom Tastgeheeht ; E sijn dé uitstekende einden
▼an het gemelde hoefijzer. £oven desa einden haagt, zoo
als gewoonlijk geschiedt, een week Ijzeren anker 6, be«
Testigd aan den hefboom H H. Deze hefboom wordt in
diervoege geplaatst, dat hQ door eene veer K in de stel-
ling der teekening wordt gebonden; wordt echter de hoef
door den ingeleiden stroom magnetisch, dan beweegt hij
zich om eene scharnier bQ L oyereenkomstig de magneti^
sche aantrekking. Aan het andere uiteinde Tan den hef*
boom ziet men eene teekenstift of potlood O, geplaatst bo-
ven eene rol T, waarin eene smalle sleuf zich bevindt
tegenover de plaats van de tedcenpen; over deze rol wordt
eene strook papier bewogen S S , waarop de telegraphische
seinen geteekend worden; P en N zijn de beide geleidra-
den Toor den galvanischen stroom. — In de brochure van
Vail wordt de zamenstelling des toestels eenigzins an-
ders opgegeven, zooals beneden omstandiger wordt ver-
klaard.
20. Het is nu duidelijk dat, wanneer de stroom geslo-
ten is, de hoef magnetisch en dien ten gevolge bet anker
aangetrokken wordt, de pen nadert tot het papier, en
blijft zoolang in dien stand als de stroom voortduurt.
Wordt nu de stroom. geopend, dan houdt de magnetische
aantrekking op, de veer brengt den hefboom in den vo-
rigen stand terug en de pen is van het papier verwijderd.
De papierstrook wordt door een uurwerk bewogen , zooals
dat vroeger door ons is verklaard (1). Eene aantrekking
des ankers vormt een teeken op het papier, hetwelk in
een enkel stipje bestaat, wanneer de stroom slechts kort-
stondig duurt; hetzelve vormt een meer of min lang streepje,
wanneer de sluiting langer voortgezet wordt. Men heeft
het das volkomen in zijne magt, om voort te brengen en-
(1) Deel IX p. 90.
Digitized by
Google
494
kde stipjei eo itreepjet, een aantal bQ dkander behoo-
rende itipjet en itreepjet en deze nog op eenen neerdereo
of minderen afitand (met ipatie) van elkaodert aan welke
men eene bepaalde betedcenii of waarde ali alpbabetiseh
cbaracter geeft. Zoodanig is de toeatel, die het eerst
werkte tasschen Bakimore en Washington op 40 aiQlen
afstands van elkander; men verkreeg aanvankelQk 30 sei-
nen per minaat« De eerste seinen alléén bestonden id
streepjes van enkele en dubbele en viervoudige grootte,
met eene wisselende spatie* De seinteekens s{}n na de
volgende volgens Vail:
• — — • • • • • • Mi» • • • • .«. • .1.»—. • • • • •
ABCDEFG H
IJKLMNOP
QRSTÜVW X
•••• •••• •••• •• ^. MM » • 9 _ 9 « • • • — • • • • • —
Y Z d 1 2 3 4
__„ "V" 't" ~'i" ~9~ O
Voorbedd Tan telegnphi«eh Bchrift
The American Electro
Mag netic Telegrapb
Er bestaat eene bepaalde verhouding voor de lengte der
streepjes tot den ouderlingen afstand of spatie der stipjes,
even als voor de spatie tusschen de opvolgende letters en
woorden. Eene enkele oogenblikkel^ke aanraking van den
electro-magneet geeft . (E); duurt de aanraking zoolaog
als er noodig is voor twee stipjes, dan ontstaat er — (T)^
Digitized by
Google
495
Toor vier stipjes (L) , voor %es —— (O). De Aor-
tere sp€Uie tnsschen opvolgende letters wordt verkregen
door den toestel zoolang te laten rusten als er noodig is
▼oor drie stipjes ; de grootere spatie tnsschen de woorden
is de tijd van %e9 stipjes. In de combinatie van stipjes
tot letters is slechts de spatie van een stipje (C, O, R,
Y, Z, &.) Men kan zich das door eenige oefening al
spoedig de tempo's eigen maken , die noodig zijn om de
bovenstaande seinen der verschillende letters uit te voe-
ren (1).
21. De snelheid van het overbrengen der teekens werd
allengs zoodanig , dat men tegenwoordig op 100 per minuut
rekent (2). De aanspraak van den President derVereenigde
Staten , betrekkelQk^ de oorlogsverklaring aan Mexico werd
in drie uren tg ds overgebragt met een gemiddeld getal van
84 letters per minuut (3).
Eene vergelijking tusschen Wheat8Tone*s en Morse's
telegraaf gaf dan ook al spoedig de volgende verschillen
ten Toordeele van den laatsten (4).
Wheatstone's Telegraaf^ Morse's Telegraaf
De werking door twee magneetnaalden» den electromagneet
geleiding vijf draden één draad
w^st de letter aan schrijft ze neder
vordert aanhoudend toezigt werkt zonder on-
middellijke tegen-
woordigheid van
een persoon
seinen langzaam 24—30 in 1' snel 80—100 in 1'.
(1) Ofer de Terdere oitToeriDg kom<eo w^ later terug io het Hoo£l-
•bik Ofer de leintoestelIeiL
(2) CompiB9 Rendua T.XXU p. 745. PoUfi. CentrMl. VIIIp. 566.
(3) Compus Rendus T. XXII p. 1004. Polifi. CenirMl. VUI p. 56a
(4) Meoh. mag. XLU p. 400 en 421.
Digitized by
Google
496
Bain*s telegraaf geeft 50 seineo per minmit; Jagobi 36 ,
Wenkbbach 24, Bbeguet 10—12 (1).
22. Het verslag van Mobse d. d. 1845 bevat belangrijke
ophelderingen over het stelsel van de eleetrische telegra-
phie in het algemeen (2); het berust op de uitkomsten
verkregen gedurende acht maanden. Er hadden twee on-
gevallen plaats eens door een brand te Baltimore, waar-
door een paal verbrandde, doch in 2 è 3 uren tij ds was
de schade hersteld; later door het omvallen van een
boom en eindelijk meermalen door moedwil. De telegraaf
heeft gewigtige diensten gedaan tot het overbrengen van
depêches naar Washington, tijdens een volksoploop te
Philadelphia; in het vangen van eenen deserteur van het
schip Penusylvania , in het uitvoeren van schaakspelen etc
De vergelijking leerde het volgende:
De semiphore telegraaf iusschen Londen en Porismouik
op 72 mijlen afstands kost jaarUjks aan onderhoud 3405 ^
of 40860 guldens. In den loop van drie jaren , volgens
een berigt aan het Huis der Gemeenten in 1843, waren
er 323 dagen , dat men van denzelven geheel geen gebmik
kon maken; overigens wordt dezelve bediend van den
1 October tot 28 Februarij 5 uren per dag van «'morgens
10 tot s' avonds 3; — van 1 Maart tot 30 September 7
uren per dag van s'morgens 10 tot s'avonds 5. Inderdaad
is de gemiddelde tijd voor het gebruik van den telegraaf io
drie jaren door elkander gerekend slechts 4 uren per dag.
Frankrijk beiit vijf groote telegraphische lijnen te sa-
men 1474 mjjlen , die aan het Gouvernement jaarlijks meer
dan één milUoen francs kosten, namelijk
Parijs— Calais 152 mijlen.
Parijs — Straatsburg 255 »
Parijs— Brest 325 »
(1) Mech. mag, 1846. II p. 15.
(2) Mech. mag. XLIII p. 250.
Digitized by
Google
497
PwQs— ToQlon 317 mijlen.
ParQs — Bajonne 425 »
Hiervoor bestaan 519 stations, welker oprigtiog gekost
heeft nagenoeg 2,5 millioen fir.
De eleotrische telegraaf volgens Morsb stelsel zonde
kosten 461 dollars of ƒ 1200 per mQ! of een gelQke om-
Tang als in Frankryk 619515 dollars d. i. 3,4 millioen
francs nagenoeg of één derde meer. Doch de meerdere
tijd van brnikbaarheid , en de mindere onderhoudskosten le-
veren de voordeelen op, soodat de electrische telegraaf
door de eigene opbrengst zelTg kan worden onderhouden.
Ook het aantal stations is aansienlijk minder* In Frankr^k
heeft men nagenoeg op elke drie mQlen afstands één sta-
tion; bij den electrischen telegraaf kan men deze naar
willekeur van elkander verwijderen; 15 stations zouden
des verkiezende de 519 kannen vervangen.
23. De Electrische telegraphie id GrooC-BnUanje. Ook in Groot-
Brittanje is de
toepassing van de deetrische telegraphie aanzienlijk toege-
nomen. In de laatste parlementsacte betrekkelijk den
aanleg van spoorwegen d. d. 9 Augustus 1844 is bijzon-
der Toorzien in den toekomstigen aanleg van electrische
telegraphen langs de spoorwegen (art. XIII en XIV), op-
dat deze zonder tegenkanting van derden ten behoeve van
het Gouvernement, der spoorweg-maatschappyên of private
personen zoude kunnen worden uitgevoerd. Het wordt
verder geoorloofd om ze ten behoeve van private corres-
pondentie te doen dienen, houdende echter het gouver-
neaseBt en de belangfaeftbende maatschappij den voorrang.
Te Londen zal het centrale punt van al de telegraphi-
sche l^nen worden aangelegd in de nabiljheid van de Ko-
ninklijke beurs, aangrenzende aan de Lloyds-gebouweo ;
Akkt zal de gemeenschap met de koninklijke paleizen,
geuvernements scheepsdekken, gamisoenen en vesting-
plaatsen des Koningryks worden daargesteld. Het geheel
Digitized by
Google
498
komt onder het beheer Tan de Eleoirit^ Tehgrapk Compa-
njfy onafhankelijk van de spoorweg-maatsehappijën (1).
De Engelsche telegraphische llfnen , die die aangelegd
reed» in werking %ynj worden^
Soutk Weitern (2) 99 mijl.
South Eastera 88 » South Eaiteni
9 » Ranugate Branch 30 » i» Dealbraich9iiiijL
3> » Margate 4 »
» » Haiditoiie 10 »
» » Tonbridge Wellt 6 »
» 9 BricUayen Annt 9 »
BlackwaU (8) 6 ,
Eastero Countiet, Colchettcr liae • . . . 51 »(4)
i> 9 Tbamet junctioo ... 3 »
]> 9 Cambridge line .... 88 »
3» » Hertford branch ... 7 »
Eastem Gouotiai, Ely aad Peterfaorough 29 9
Eaiteni Union 17 »
Norfolk RaUway 38 » Norfolk Railmy
» 9 Yarmooth and Norwich 20 » (5) » Loweitoft
branch 10 »
3» DerdiamlS j»
Woferton and Peterboro 57 » SyitonandPeter-
borough 40 »
Blidland Gountiet-South line (9) 49 » LcedsandBrad-
foitl 15 »
Trimaiiorlerw» 607 » 87 »
(1) The Atkenaettm 28 Norembwr 1849. p. 1219.
(2) Deel IX p. 97 en 176. Betchrefen met teekenkgcn hi de
lUmstrated London news n^. 154. Tke Jearhooh of /mets 1846. p.
167. The Atkenoeum 1846. no. 906.
(3) Deel IX p. 69. De draden b'ggen in buizen in den grond.
(4) Zie over den aanleg beneden.
(5) Het stelsel bij dezen «poorvr^ met eene baan, it daC yao Cooil.
Deel IX p. 194.
(6)DecIIX p. 198.
Digitized by
Google
499
lifmm^part 607 mijL
MidlMd CounÜei-Wert 41 »
» 9 North 73 9
» 9 Deri)y and Linooln ... 41 »
» > Sheffield branch . • • . 6 »
Tof^ and Noiili midlaBd 2S »
HiiU and Selby and MUford eiteniioB . • 40 »(1)
Tork and Scarboroogh 48 »
Greath North of En^d 45 a>
» 9 9» RichmoDd Branch 9 »
HeW'Castlê and Darlington 39 »
j> 9 Durham branch 2 »
» » SoDderland i »
9 » Shiddt 3 3>
Preilon and Wyre 20 »
Sheffield and lIanche8ler(woodhead Tunnel) 3 »
Great Western (2) 19 »
South Deron 20 »
London and Croydon 8 j>
Totoal 1051 mijl
87 mijl.
Leeds and Man-
chester 61 3D
Huil and Brid-
lington 27 b
New-Ca&tle and
Berwick 60 >
South Deron . 27 »
262 mijl.
(1) Bij de telegrapbische Kjn langs denspoorvreg Tan Huil heeft men,
waar zij lich dwars orer de ririer Quse bij Selb^ uitstrekt, den gelei-
draad ofer masten fan zoodanige hoogte Yoortgeleid, dat de Taart Tan
het grootste schip er niet door zoude belemmerd worden. Men heeft na-
mefijk één mast opgerigt in de riTier, Tan 75 E. tL lengte, dragende
eene strag Tan 68 E. Tt lengte, een tweede mast Tan 80 Tt. lengte met
cene steng Tan 56 E. Tt lengte is geplaatst aan den eenen oeTer. Ore*
rigcos 1^ decelTe beTestigd door patent-ijseMonTrwerk als Tmnt, en
Toorzien mei büksemafleiders. Om aan het geheel het aamien Tan mas*
ten te geTen, zijn deze nog met raa*s Toorzien en met ezelshoofden
eren als bg een Schooner-schip. Zij dragen 12 draden (*).
(2) Deel IX p. 64 en 75; besofareTen met teekeningen in de lüus"
traied Lotukm news. R®. 141.
n AiUwÊim 1840. p. 1374. December 13.
Digitized by
Google
500
Betrekkelijk de êuimarine telegraphische Terbioding
van Engeland mei Ierland door deD Oceaan (I), en van
Engeland met Frankrijk door het kanaal (2) is het Tui-
gende bekend:
Zoowel bet Fransche als het Engelsche gouTememeiit
hebben concessie verleend tot den aanleg van den subma-
rine telegraaf. De proef geschiedt het eerst van Kaap Grü-
ne% of Kaap Blan ne% (Fransche kast) naar Souik Fere-
land (Engelsche kast) ; aldaar is op het midden het water
37 vademen en nabij de kast 7 vademen diep. Alles was
hiervoor gereed en xal zeker reeds beproefd zijn. Ook
tasschen Dublin en Holyhead is concessie verleend , en
buiten twijfel zal deze aanleg door vele andere gevolgd
worden (3). Volgens een ander berigt wordt thans de sub-
marine telegraaf tasschen Folkséone en Boulogne door dè
Soutk-EoMtem Railway Camp. aangelegd (4)«
Er worden ook proeven genomen dwars door iie kaven
van Portsmouik , van Watering Island in het Dock-Yard
af naar de landingsplaats van het Royal Clarence Yard (5).
24. WiiAWTOSifs lelesraat De telegraaf van den Soath-
Westem spoorweg van Londen
naar Gesport heeft gekost nagenoeg 24000 ^, welke som
voor de helft door de Spoorweg-maatschappij , en voor de
helft door de Admiraliteit is gedragen. De met zink be-
dekte draden rusten op houten palen, die 50 yards = 46,7 el
van elkander afstaan. De telegraaf seint de letters met
twee naalden; andere teekens met ééne naald. De afstand
van Landen naar Portsmouth =: SS mijlen was reeds io
FebraarQ 1S4S gereed; in twee uren tgds werd de ope-
ningsrede d^ Kbning^B bestaande in 3600 letters geseind
(1) Mech. mag. T. XLUI p. 8t.
(2) TU Mhémaemii tU^ p. 680.
(3) The Athenaeum 1846. n». 965 p. 485.
(4) The Civ. Eng. a. Arch. J. 1817. p. 81.
(5) Pohft. Centralbl 1847. p. 108.
Digitized by
Google
501
en OTergedmkt, derhalire 30 lelters per minaat. — Vol-
gttis berigt vftn Maart 18^5 was men, over de werking van
den telegraaf, onder de meest verschillende weersgesteld-
heid 9 Tolkomen te vreden. Het verlies bedroeg onder de
onganatigste omstandigheden slechts 5 tot lOo o f als ver-
schil der werking b(| schoon wéér. Evenwel werd er
voor eene dubbele lengte van 176 mi^l onder de ongunstig-
ste omstandigheden 50o/o in kracht verloren, en de wer-
king hersteld door het verdubbelen der kracht van den '
stroom. Het Gonverneaent betaalt aan de Maatschappij en
aan den uitvinder jaarlijks 1500 £ voor het gebruik van dM
telegraaf (1) en voor den dienst tosschen de Admiraliteit te
Whitehall en den commanderenden Officier te Portsmouth*
De telegraaf van den Midland-Couniiea spoorweg (2)
van Leeds naar Birmingham, Derby naar Nottingham en
Rugby kost 40000 £.
De telegraaf van den Souih-Eoêtem spoorweg is ook
opengesteld voor particuliere correspondentie, tusschen
loonden, Tonbridge, Maidstone, Falkestone, Dover, Rams-
gate; een berigt naar Dover en terug, beneden de 20
woorden bevattende , kost 11 sh« *= / 6,60 (3). Men
heeft desen prijs te hoog gevonden in vergelijking met
dien in België, zynde tusschen Brussel en Antwerpen 5
francA - /2,45 (4).
Whkatstone en Cooke hebben hunnen telegraaf op nieuw
verbeterd, en hiervoor den 6 Mei 1845 octrooi ontvangen;
de verbetering is niet nader bekend geworden (5).
Ten opsigte van Whcatstqne's en Cooke's naald»iele^
(!) Eleotr. mmg. II p. 64. The Yearhooh of facts 1846 p. 167.
Mech, mag, XLII p. 48, 96 ; waar verkeerd staat 300 letten per mi-
ouut; — p. 19i.
(2) The Civ. Eng* a. AroK. J. 1846. p. 291.
(8) Bteok. mmg. 1846. II p. 884.
(4) The Civ. Eng. a. Arch. J. 1846. p. 323.
(5) Ekoir. mag. II p. 160.
Digitized by
Google
502
graphen sijn enkele b^sonderheden bekend gewordee,
welke wQ tot aanvulling van het vroeger verhandelde hier
zallen bijvoegen (1).
De naald- telegraaf is voorgesteld in fig. 2 van binnen;
in fig. 3 in doorsnede; — in fig. 4 dezelfde, maar een
gedeelte is weggenomen, om de verbinding van den stroon
beter te doen zien; fig. 5 is dis platte grond.
De spiraal bestaat uit 200 yards fijnen koperdraaA, met
katoen of zijde omwoeld; de draad is -^^ E. dm. dik (2);
de roagneetnaalden zijn met tegengestelde polen, dos asta-
tisch geplaatst, om eene horizontale as, doch de beneden-
einden zijn zwaarder, opdat de naald eer in den verticalen
stand terugkeere.
De inrigting voor het openen en sluiten v€m den
stroom met behulp van het handvatsel c, is deze. Het
cilindrische gedeelte van het handvatsel bevat op deszelft
midden een tusschenstak van ivoor e, zoodat de nitein-
den alléén van metaal zt)n; het achterste einde is met een
borst d afgedraaid en rast met een tap in koperen ring p.
Het uiteinde d draagt eene naar boven gerigten stalen
draad f, en het einde c eenen anderen g, die naar bene-
tien gebogen is. Z en C zQn de polen van de batter^,
overgaande in de koperen banden k en m, die even alf
veeren op de beide einden van het cilindrische gedeelte vaa
het handvatsel rast, zoodat de eigenlijke pooleiaden wo^
den f en g. Twee veeren h en h', zi]n met eene breede
grondvlakte op het benedenvlak des toestels bevestigd en
rnsten, van boven tegen twee duimen, komende van eene
koperen staaf i, welke aan den voorsten wand geschroefd
is. Deze veeren sloiten den stroom tasschen P en l* (fig. 4);
(1) The Engineer's and Contractor^ê Poohet^Book fbr ik» Jesr$
1817 and 1818. p. 850. ed. bij JOHN Wiili.
(2) De tegensUnd tid geleiding komt weinig in aanmerling UgeD
OTer den tegenstand Tan de batterij (uit yele iLleine elementen) en tai
de geleiding.
Digitized by
Google
503
binnen dezen kring is nu ook nog gelegen P, de spiraal
der magneetnaalden en de koperen band tusschen V en P.
Stel nu dat er een sein wordt gegeven van no. 1 naar
no. 2 fig. 69 dan gaat de stroom van P, waar ze in den
toestel van n^ 1 komt, langs den koperband naar P (fig. 5),
van daar door den spiraal (fig. 2) naar P terog, verder
door de veer h' door den dnim i naar de veer h en van
daar naar P , vrkkr de stroom dit station verlaat; P of P
agn de uiteinden van den telegraafdraad of van de plaat,
voor de aarde-geleiding dienende. Wanneer na een sein
zal worden gegeven, dan wordt liet handvatsel naar regts
of links bewogen ; bij de beweging in fig. 4 en 5 voorge*
steld , is de «ene batteri]-draad f in gemeenschap met de
veer h\ waardoor de verbinding met i ophoudt, terwijl
de andere batterij-draad g. gedrukt wordt tegen het grond-
vlak van de veer h. De stroom gaat dus van f naar h'
over, verder door den spiraal naar P (zooals vroeger) en
vervolgens naar het andere station 9 keert van daar terug
door P, naar het grondvlak van h, waarmede de andere
batterij-pool gemeenschi^ heeft* De inrigting is nu zoo-
danig, dat de naald denzelfden stand aanneemt q^r regts
en links als het handvatsel.
Ife wekkerioestel (1) is ook eenigzins gewijzigd ge-
worden ; het raderwerk des wekkers wordt van den krab-
belaar bevrQd door middel van eenen electromagneet ;
maar deze electromagneet werkt niet door een' afzonder-
lijk galvanisch toestel in deszelfs nabijheid. De spiraal-
draad van den electromagneet maakt een geheel met den
algemeenen telegraphischen draad, en ontvangt dus den
stroom van het seingevende station. De krabbelaar is
door een' hefboom met het anker verbonden, die zoo«
lang het gaande werk des wekkers vrij laat, als de
stroom gesloten blQft. Aangezien nu ,hierdoor het bellen
(1) Deel DC p. 72, b.
Digitized by
Google
5(VI
aanhoudt zoolang er geseind wordt, zoo heeft men twee
middelen j om zulks te voorkomen. Het eene bestaat
hierin , dat men op het sein-ontvangeade station den
stroom naar den electromagneet des wekkers afbreekt
door middel vao een handvatsel, dat den stroom dan te-
vens eenen korteren weg aanbiedt naar den spiraal der
seinnaald. Het komt er dus op aan dat men later sorg«
drage, dat de verbinding tusschen den geleidraad en dea
electromagneet des wekkers hersteld wordt. — Het iindert
middel is meer kostbaar en vordert eenen afsonderlgkea
geleidraad voor den wekkertoestel; deze heeft dan ook
een' afzonderlijken sleutel, waardoor op de wekkers van
elk station kan gewerkt worden fig. 7. Het ligcbaasi
des handvatsels is van koper; twee koperdraden Z, C
zijn door ivoren buisjes geleid en eindigen in de knopjes
p, zoodat zij geheel geïsoleerd zijn van het ligchaam des
handvatsels. De kraag t' en schQf t dienen , om het hand-
vatsel in den wand van het kastje des wekkers te bevesti-
gen; daarenboven is achter de kraag eene veer gelegd ,
die het handvatsel in deszelfs eerstcf stelling terugbrengt.
Het achtereinde van het handvatsel rust tegen twee vee-
ren f zoo als boven is beschreven , en op deze wijze is de
stroom gesloten tusschen den eenen geleidraad (die in het
voetstuk van de eene veer overgaat) , en den spiraal van
den electromagneet, welke met het voetstuk der andefe
veer gemeenschap heeft. De draden Z en C zijn verbon-
den met eene batterij door middel van zeer dun draad,
waardoor de beweging van het handvatsel niet is belem-
merd. In den tijd van rust komt de stroom van het ver
wijderde station langs den eenen draad naar de veer san
dien kant, door het ligchaam van het handvatsel over de
veer aan den anderen kant, en vervolgens door de spirsd
van den electromagueet des wekkers enz. , zoodat hier de
bel zal gaan. Moet daarentegen de bel van een ander
station worden bewogen, dan wordt het handvatsel J- cir-
Digitized by
Google
506
kei omgedraaid, dan komen de kooppen pp» in plaats van
ket ligchaam des handratsels» in den kring, zoodat de
stroom der batterij p p ikmgs de veeren enz. naar het an-
dere station overgaat om den electromagneet te doen wer-
ken. — Dit laatste stelsel heeft het eenigstè voordeel, dat
men steeds onvoorbereid op de wekkers vi^i al de stations
kan werken*.
De geleidraden sQn meestal van gegaivaniseerd (ver-
zinkt) if%er van | E. dm. middell^ =:: 0^4 N. dm. of ü<^. 8
•▼an de wire gnage. De teden hangen in zware vierkante
Dantziger of Memelsche balken, die )• mQl van elkander
afstaan ; in de tnsschenroimte z^jn ligtere palen (op 45-55
yards afstand) g^Iaatst. De draden zQn van het hont
geseheiden door kokertjes of platen gebakken aardewerk.
De hoofdbalken zijn met den toestel voorzien om de dra-
den te spannen, de tnssehenpalen dienen slechts om deze
te ondersteunen. Het is ennoodig hierover, even als over
de inrigting b(j de tunnels uit te weiden, aangezien op
vele wi}zen even goed bel doel kan worden bereikt.
•Eei stelsel van Cooke war de toepassing bij spoorwe-
gen (Deel IX. p. 197) is onder eenige wijziging aange-
wend bij de Eastem Cknmiies telegraphische lijn ; fig. 8
is een schetsteeksniog. De wekkertoestel wordt door
eenen afzonderleken draad bediend, en is op elk station
aanwezig (voorgesteld door eenen zwarten driehoek), de
telegraaf toestel met twee naalden (Deel IX. p. 76) is
voorgesteld door een' cirkel met twee stipjes; w&ar de
driehoek bij eenig toestel niet is aangeteekend, d&4r is de
wekker in één verbonden met den telegraaftoestel. Brox-
boume en Cambrtdge zgn twee hoofd (divisie) stations;
aldaar bevinden zich telegraphische toestellen doorloopende
van Londen tot Branden. Behalve deze zijn er de toe-
Btellen voor de correspondentie van de eene divisie met
de andere en de tosschen gelegene stations. Het is tot
regel aangenomen: om in elke divisie niel meer dan
Digitized by
Google
506
vier telegraphüoAe (Mêseken^êiahotu aan ie leggen^
weg^B de T€rwarriiig die er ontstaan kan, wanneer bmd
van Terscfaillende stations gelQktiJdig begint te seiacB.
Omdat het sein gelQktijdig op alle stations sigtbaar wordt,
en men toch bepaald dient te weten tnssdien welke sta-
tions de correspondentie plaats Tindt, soo is men eroreea-
gekomen om door de beweging der naalden naar regts of
links enz. snlks vooraf aan te dolden. — Voor de igiak-
ken wordt de gemeensdiap der telegraphisebe I|jn daaige-
steld of bij het hoofdstation der vereeniging of het naaste
tnsschen-station. De berigten worden na of door tas-
schenkomst Tan dit station over gebragt of ook wel legl-
streeks, wanneer de inrigting er nasur gewijzigd wordt.
26. Bira»8 telegTMf. Bain's telegraaf is ia gebruik, be-
halve by den spoorw^ van Londen
naar Wimbledon (l) , bij den Sdinburg — Glasgwf
spoorweg (2). Bij den laatstgenoemden spoorw^ koite
de aanleg per Eog. mijl 50 ^ = /600 — m de toestel
voor elk station 12 J = / 144,00 (3).
De Eleciro^TelegrapAie in DtutecUamL
26. FiBDurs Telegraa£ Fardelt's Telegraaf bij den Ta»-
nurs spoorweg (4).
Mellbr heeft de volgende kosten opgegeven : de seio-
toestel (Anzeige-apparat) met galvanischen toestel 50 giild.^
de afdruk-toestel 100 gnld. Er wordt slechts een gelei-
draad gebruikt ; de proef is genomen tasschen Koitel es
(1) Deel IX p. 175. Meeh. mag. T. XL p. t68.
(2) Electr. mag. II p. 80. DJNom*s Joutnal Cl pw 8.
(3) The Ch. Eng. a. Arch. J. 1815. p. 231.
(4) Deel IX p. 177. Di!iGm»8 Journal Cl p. 478. Uit de ifo»-
heimer Zeitung 1846. n». 4. Een Troeger berigt Tan IfruiR in bet
MonaUblaU des Fesstachen Gewerbe-vereins 1844. Oclobcr, p. 1^*
Polyt. Centralhl T. V. p. 183. Berigt Tan FiRBElT in BerUner Ge-
werbe-IndustHe u. Handchbl. 1846. Bd. XIX ü9. 9. Pokf*' ^^
tralbl VIII p. 546.
Digitized by
Google
5W
ff^tesbaden over eene lengte van 8800 ned» el niet eenen
koperdraad van 1| mki dikte; bij de statioBs eindigde de
draad in koperplaten van meerdere voeten oppervlakte,
die ia patten gelegd waren. De draad rast op 12 vt. hooge
palen, die 40 ned. el van elkander afstaan*
Op 1000 ned. el 46 f^ koperdraad è 1 fl. 6 kr. 50 il. 36.
40 pakn y bewerkt en met
tebeepslgm bedekt . • • . 20 »
40 geslagen ijseren kiqpjes om
bet boveneinde der palen
te dekken ••»••••.. 4 »
Het opstellen 6 »
80 fl.
Derhalve bedragen 4e kosten per 5000 el of aar gaaos
406 fl. en per geographische ndjl 602 £L — D^ palen slja
van boven iBgecaa^ tot op een geboord gat, waardoor de
draad loopt ; bQ wordt door eene bonten pen bevestigd ea
bel geheel door een geslagen ijzer kapje dat op* den pald
genageld is, gedekt; verder wórdt de paal van boven ea
beaeden met marine-lt)m bekleed, waardoor de isolatie
voldoeade wordt.
De ll|n wordt vervolgd tot Frankfort.
Men gebroikt hoofdaakel^k den sein toestel, die meer of
min met den Wfie4TSToii'8CHia9 overeenkomt; en een soo-
danige bevindt zich op alle stations. Een drak-seintoestel
sonde alleen op de eind- of hoofdstations gebroikt worden*
Op den spo<^weg van Berlijn naar Potsdam en weldra
op dien naar Brandénbarg en Maagdenborg werkt eene te*
legraphisohe inrigting van Leonrard, horologiemaker te
B^lijn, die eene eigenaardige cotMUractie ai^jedacht
heeft (1); de seinletters worden door eenen wijser aange-
wezen.
Men heeft thans in Praisen, na ingesteld onderzoek
(t) Ded IX p. 202. Noot. The Civ. Eng. a. Areh. J. 1S46. p.223.
34
Digitized by
Google
508
zulk een gunstig denkbeeld van de Electrisehe telegnphie
gekregen, dat dit stelsel algemeen sal worden ingevoerd.
De telegraaf van den HoUandschen spoorweg.
. 25. De telegraaf voorziet thans de dienst tnsacheo Aa-
sterdam en 's Gravenhage met de stations Haarlem eo
Leiden; er is zelfs vooruitzigt, dat dezelve ten dienste
van het publiek zal gesteld worden.
Volgens de bekend gemaakte beschrijving, schgnt de
inrigting eene wijziging van die van Wheatstonb te zijs,
gedreven wordende door eenen electromagneet. Het anker
namelijk van den electromagneet werkt op het echappe-
ment van een uurwerk (dus luidt de beschrijving), dat bg
elke beweging eene tand laat doorschieten* Op de as vas
bet echappement zit eene schijf met letters, die één voor
één door eene opening in den voorkant van den toestd
zigtbaar Worden. Het anker wordt door eene veer in zg-
nen vorigen stand teruggebragt, zoodra de stroom opboadt
Het afwisselende openen en sluiten van den stroom ge*
schiedt door eene schijf met afwisselende bont en keper
afdeelingen, en deze wordt bewogen door eene krnk, die
buiten het kastje , welke den geheelen toestel imislnit, is
geplaatst. Hetzelve bevat ook een' afdruk-toesteh
Eene excentrieke schijf werkt op eenen hefboom en ve^
der op den wekker; het eene uiteinde van den hefboom
rijkt buiten het kastje van den seintoestel en draagt een
gewigtje, dat aan eene koord hangt; wanneer na dese
hefboom door den electromagneet wordt terug getrokken,
valt het gewigtje eraf, en de wekker komt in beweging;
De electrische ielegraphie in Frankrijk.
26. De trage voortgang van het electrotelegraphische stel-
sel is door ons reeds vroeger opgemerkt. Eerstin 1845 vee*
Digitized by
Google
509
tigd« Arago de aandacht Tan het Frënsche publiek en minis*
terie er b^sonder op, in een afaonderlijk vertoog dat een
eenyoudïge schets en verklaring van dit stelsel bevatte (1).
De telegraaf van Wheatstone, bestaande in eenen wek-
ker, alphabetisch' seintoestel en eenen afdruktoestel , wordt
gebraikt langs de telegraphische lijn van Parijs naar Or-
leansj en van Parijs naar Versailles^ regter spoorweg. De
seintoestel geeft 25 seinen per minuut , en wordt bediend
door een galvanischen toestel of magneto-electrische machi-
ne, die ael£i nog tot op 352 E. m^len voldoen zoude (2).
Intnsscben ^n er ook nog eenige voorstellen in Frank-
rQk zelve ontworpen, behalve die, welke reeds door ons
sQn vermeld ; — wQ plaatsen deze hier bg elkander omdat
derzelver eigenlijke inrigting niet is beschreven (3):
Amtot (4); DtJJARDiN (5).
Lbsage (6) , bestemd volgens een berigt van Arago voor
de l^n van Parys naar Nanies.
Gariobr (7); Sainte Preutb (8); Chüard (9).
De meest uitvo^ige proefnemingen zijn bekend gewor-
den van de telegraphische lijn van 137 kilometers tnsschen
Pargs en R&uaan onder leiding van Brbgubt. De aan-
leg heeft gekost 140000 francs — de toestel is niet be-
schreven (lO).
(1) Echo du monde savante, 1845. n». 39. s DlifCLER'8 Journal
XCVI p. 487.
(2) Gompies Bendus T. XX p. 1703. BuUetin de la Soc. d'En^
couragement. T. XLII p. 419; T. XLIII p, 492; XLIV p. 233. Blee^
*neal. mag. H p. 144«
(3) DedlX p. 56.
(4) Comptes Bondus T. V. p. 909.
(5) Ibid. p. 47.
(6) BuUoÜn ^Eneomrag. T. XLIV p. 160.
(7) UmU p. 415. U Technologiete 1846. p. 186.
(8) Ibid. p. 607.
(9) Comptês Bendus. T. XX p. 1721.
(10) VenAêff tm Boj^ouioif in do Momteur Indmstrel, 1845. n^.
Digitized by
Google
510
fiRBGUBT (ï) heeft in de xittiiig van de Fransche Aca-
demie op den 7 Dec. 1846 voorgesteld, eene nieowe magnetiK
electrisehe machine voor de telegraphi«cbe lijn tusschen
Parijs en St. Germain (spoorweg) welke met die vwi Logkmak
veel overeenkomst heeft. Een Btaalmagneet is verticaal op
een voetstuk bevestigd; boven en nabij de polen is aaa
eene spil bevestigd een week ij^ren anker ; om desieUs
spil bevindt zich een rondsel, dat door een groot koperci
tandrad wordt gedreven. Op bet vlak van dit laatste rad
zi^n de letters van het alphabet gegraveerd , en tegenover
elke letter is een klein gat. Aan de as van hetzelfde rad i«
een handvatsel geplaatst, tevens hebbende eene stalen stift,
dat in de opvolgende gaten kan vatten* (Het is das eene wij-
ziging van Bain's stelsel , Deel IX p. 98). Het handvatsel il
namelijk om eene scharnier bewegelijk, waardoor hetzelve
booger en lager geplaatst kan worden , en dus de stift is
een der gaten grijpt of uit hetzelve geUgt wordt, en dan
de beweging van het handvatsel naar beide kanten kan plaatt
vinden. Nabij den rand van het genoemde rad is een hef boon
geplaatst, met den korteren arm boven het middelpunt van be-
iveging, en den langeren er beneden; de laatste werkt op eenes
tweeden hefboom. De verbinding van beide hef boenen is
zoodanig , dat eene geringe beweging van .den kleinerei
hefboomsarm den langeren arm van den tweeden hefboon
doet draaijen. De bovenste arm van den eersten hef boos
dient voor het tegenhouden van bet handvatsel , terwijl dao
de langere arm van den anderen hefboom gelijktijdig de
Tonddraaijing stopt. De toestel is zoo ingerigt, dat kyzidi
zelf bestuurt tot het vinden en overbrengen der letten*
933—934. Polytechn. GfM/ni/R Vip. 87,2aa,159. CompteMBmim
XXI p. 7&. PolyU (kntralkl VII p^ 22. Echo, eb$ mtOHêh êavmU
1846. p. 847. =r DiNCLER^S JoumaL Cl p. 74.
(1) Comptes Rendus, Dec. 7. 1849. The Athem»eutm, bo. 999.
1846. Dec 19. p. 1807. The Cit% Eng. a. Jrvh J. 1847. hn. p. 30.
Digitized by
Google
511
IIL
Over den Telegraphiechen toestel.
In ODze voorgaande verhandeling hebben wij dese Ter«-
deeling aaDgenomen, en deseifde volgorde zal op nieuw
worden in acht genomen:
a» De electrische werking*
b. De signalen.
A* Het seinen tot oplettendheid^ en
B. Het mededeelen der telegr€q)AiseAe teehens.
A. Hét seinen tot oplettendheid.
Het seinen tot oplettendheid in den beginne geichiedt
door middel van een wekker-toestel. Bij alle telegraphi-
sche inrigtingen wordt dit stelsel opgevolgd; men ver-
«eUilt slechts in de w^ze, hoe de wekker-toestel wordt in
beweging gesteld.
De wekker-toestel wordt in werking gebragt door eenen
eleotroptagneet 9 een anker aantrekkende.
De stroomgeleiding geschiedt;
1. Jfoor eenen a/%anderltjken geleidraad^ zoo als bo-
ven aangewezen is Uj Wheatstonb's inrigting, en overi-
gens niet nagevolgd is.
2. De electromagnetisohe hoef van den wekker^toestel
heeft geen* afgezonderden geleidraad, maar
a. is geseheiden van de inrigUng des seintoestels. Deze
inrigting komt alléén te pas, waar de seintoestel niet door
«enen electromagneet wordt gedreven y eo wordt dus hoofd-
zakelijk bij de naald- telegraphen van Wheatstone aan-
gewend.
p. De electromagneet van den seintoestel bedient ook
rf«n umkker.
Het laat zich ligt denken, dat men vele werktnigkun-
Digitized by
Google
512
dige hulpmiddeleo kan te haat nemeo, on het doel te be-
reiken, zonder dat er in de uitvoering eene andere ver-
dienste kan gevonden worden, dan die uit de eenvoa-
digheid der te samenatelling voortvloeit. De wekk»-toe-
etel moet in dier voege de I>eweging ontvangen van dca
electromagneet des seintoeatelB , dat hij aleehts ééns, ia
den beginne , en niet gedurende den geheelen tif d van bet
seinen wordt bewogen. Er sf{n, die dit doel bereikoi
door middel van een liaakje of stiftje, waardoor of de bs-
mers van den wekker of eenig ander gedeelte dea toestels
wordt vastgezet (de inrigting van Garkier). Bij andete
inrigtingen komt de wekker » na in den beginne gewerkt
te hebben, van zelf boiteii werking (de inrigting van Wenc-
kebach). By sommige toestellen wordt de E. stroom nsar
den weUcer afgebroken (Nott) enz.
B. Het mededeelen der telegraphische ieekens.
1. De toestellen tot het mededeelen der telegraphisek
teekens zijn tweeledige als:
1. Be eigenlijke telegraaf^ dienende om de geseinde
teekens op liet TerwQderde station kenbaar te doca
worden.
2. De seinioesielf of de inrigting om de seinen mede
te deelen, bestemd dos om den electrischen stroon
te openen en te sluiten , zoo als dit gevorderd woHt
voor de seinen, die overgebragt moeten worden.
Op elk station zijn beide inrigtingen voorlianden, io el*
kanders nabijheid geplaatst, en zelfs eenigermate van elkan-
der afhankelijk in de constructie.
2. De tdegraaf: I» De Éelegruaf werkt alléén op het g^
%igt^ namel^k:
a. Door de beweging van een goudblaadje f (Hich-
ton).
/I. Door magneeinaaldenj de seincharacters aanw^*
zende.
Digitized by
Google
513
Dit stebtl behoort tot de eenvoodigtte, en wordt
daarom nog gteeds in Engeland volgens Wheat-
STONB en CeoKK gebtoikt (lie boven bis. 501).
y. Door teni9n eleoiromagneet.
a. Schr^'ielegrapheiu
De minst aamengestdde inrigting van dese klasse,
«i dien ten gevolge met een bnitengewoon goed ge-
volg, is door MoRSB aangewend en selfii als het
Ifoard^AmerikaanschesieUelh^foemAfi&wofdkn* De
beweging van het anker van den electromagneet dient
OBmiddellyk voor telegrapbie.
6. Telegraphen met tü%j%erplaten^
vertoonende de characters van het alphabet, de cijfers
en enkele andere seinen. Dese inrigdog verschilt
eigenlijk van de voorgaande, doordien de heen en
weérgaande beweging van het anker van den dec-
tromagoeet niet als zoodanig de seinen geeft, maar
door de tosschenvoegiog van deze of gene werktai-
gelljke organen in eene ronddretatjende beweging
wordt veranderd. Behalve de nadeelen van het veran*
deren der soort van beweging komt in aanmerking
het tijdverlies door de opvolging van bewegingen
OOI van het eene sein tot het andere te geraken.
ma. Ër zijn met bewwgbare w^serplaten, wor-
dende het geseinde character zigtbaar door eenen
vasten ring, of de wijzerplaat is geheel gedekt
en in de overdekkende schijf is eene opening
gespaard, om een sein zigtbaar te doen wor-
den (Whe4tstonb, Logeuak).
66. Over eene onbeweegbare wtfzerplaat wordt
een w^%er bewogen.
c Telegraphen mei drukioesieUen
worden doorgaans te geljjk met die, welke wij sub
6 genoemd hebben, gebruikt (1).
(t) Jicoii zegt: TiCei appareil est plus ingenieux qU*ut{h:^
Digiti
zedby Google
5U
ié Jfoor eenen elêoiromagneet #» uurwerk mei t/a*
hn veer f/ gewtgien.
(Bain, FABDUfT, Gaknuji» Mathbt enx.)*
c. Door eleciromagneéiscAe inductie.
II. De telegraaf werkt op hei gehoor allééa, of door-
gaans in vereeniging met eene der Toorgitfaide inriglingen.
Het geluid wordt
€u Door de el»ctroinagiieti«che werking werktoigelgk
Toortgebragt
(Steinheii., Bain, Jaoobi).
§. Regisireeks door den eleoirieohen siroom opgewekt,
(DfiLARivB, JaOobi)*
IIL De phystologisohe tele^praaf»
IV. De êcheihundige .telegraaf (lie boven Hiqiiton
bk. 461, B. Smith).
3. De teioioeiieL Men beeft aan dese toeetellen yemchil-
lende namen gegeven» die alle op bet-
zelfde neerkomen» Zy dienen, sooals gexegd is, om de
seinen mede te deelen, en dus is de naam commum'caieur
{transtneUeur) allesins geschikt. Z|{ doen sulks door deo
electrischen stroom bij afwisseling te openen en te sluiten, eo
dus kan men ook zeggen, oommuiaieuTf rheoiom^ gyrotrope.
De eenvoudigste inrigting is die van eene touche, zoo
als ze b. v. Vorssexmam dë Heer (1) gebruikte en zoo
als ze ook door Morse wordt aangewend, onder den naam
van Aetf of correspondent (zie beneden).
4. De beweglDg Tan een goüdblêAdje. Volgens een later berigt
heeft HiQHTON de sei-
nen getracht voort te brengen door de aantrekking van den
electrischen stroom op dunne metaalstrooken (goudbiad),
naar de wijze van éenen eleetremeter (2). Als. voordeden
aan deze inrigting verbonden, noemt Higbton:
(1) Deel IX bli, 60.
(2) The Athen^ettm. Nor. 21. 1846. p. 1226. Handelsblad van den
8 Februarij 1847.
Digitized by
Google
515
1) Om gow&o^pkeid; ée nieowe toestri kost 20 shiK
liiigs , tet w^l de oudere 20 ^ kost.
2) De werking tot grootere afstanden; met eene swak*
kere batten} zomde meo tot op 100 £• mijlen kanaen wer-
ken met één' draad.
Men kan de stroom in twee of meer deelen splitsen.
Een berigt dat I^v. regtstreeks van Liverpool naar Lon-
den aal worden OTergezonden, gaat tevens langs bijwegen over
Briaftol en Cambridge en York.
8) De meerdere gevoeligheid en snellere werking, welke
bij een goudblaadje sterker 2i|n dan bO de magneetnaald ,
omdat bet minder aan vele schommelingen onderhevig is.
4) Een grooter aantal teekens in denselfden t^d.
5) De toestel is draagbaar, kan in den %ak tvorden
medegenomen 9 en in één et twee minuten op elke plaatfti
voor bet gebruik gereed sijn.
6) Wegens het goedkoope, kan men steeds eenige iui
veorraad hebben.
7) De stroom ondervindt minder tegenstand bij de voort-
geleiding; de tegenstand van elke draadomwinding (vair
den galvaaometer) staat gel^k met eenen draad van 6 E.
mglen lengte; — die van een goudblaadje (van den electro*
meter) van eenige honderden ellen.
Ik heb omstandig deze lofspraak medegbdeeld , om juist
daardoor te toonen , dat zQ niet te veel vertrouwen verdient -^
die te veel bewijst, bewijst niets. Volgens eene andere
mededeeling (1) bestaat Hmhton*» zoogennaurde verbet^
ring in niets anders, dan in bet plaatsen van een gondn
blad in eene glazen buis ; de glazen buis b#eft aan weérs*
kanten een koperen deksel, zoodat het gondUaa^je rtuUft
taaschen beide bevestigd is; buiten, hejt baisje is een vastn
(1) Repertory of Pat. Inv. Sept. 1846. p. 162. DlKGIER»» Joumal^
CU p. 178. The London Journal of Arts, Nor. 1816. p. 261. ne
Ciü, Eng. a. Arch. J. 1846. p. 321. Polyt. CenWalbl, 1847. p. 108.
Digitized by
Google
516
magaeet geplaatst ; waimeer nu een stroom door het ge«d»
blaadje gaat, sonde hetselve door den magneet wotdem
aangetrokken , en de daardoor ontstane beweging is het te-
legraphische sein. H. wil daartoe de electridteit van eeoe
galvanische baUetnj gebrniken.
5* De naald-telesFaplieii. Wij hebben reeds orer de naald-Cele-
graphen gehandeld, boven bis. 501.
6« De telegrapbeo met etectromagiieteii. De telegraphen met elee-
tromagneten hebben het
meest de aandacht tot zich getrokken en xijn daanMa op
onderscheidene wijzen gewijzigd geworden.
Het voornaamste gedeelte is de eleciramagneei^ omdat
van dezen de kracht wordt ontleend, die den telegraaf
moet in werking brengen. Het welgelakken op groote af-
standen hangt dus niet alléén af van de iarigting van den
telegraaf, maar ook van de kracht, die in den dectro-
magneet kan worden opgewekt.
7. De eleotromagneet. Aan Jacobi en Lenz moeten wlf dfl
eer toekennen de wetten proefonder»
vindelijk te hebben bepaald, die ons bQ het maken van
electromagneten tot leidraad moeten dienen (1). De slotsom
was , dat men voor eene gegevene baiier^ en eenen ge^
gevenen mulitplieaiordraad (spiraal) hei mtucimum u€SJt^
(electromagnetische) werking verkrijgt^ wanneer de ge-
leidingêiegensiand van den draad gelijk te aan die vom
de halter^ vermeerderd met dien van de geleiding. Ver*
der is de kracht van electromagneten of multiplicator-naal-
ien alléén afhankeli)k f>an hel aanlal spiraalgangen. Men
kan derhalve de gevoeligheid van eenen door electromagne»
tische kracht werkenden toestel vergrootm , door de afnie«
tingen van den electromagneet en de draadmassa te ver-
meerderen , voor zoover er hieruit geene bezwaren tegen
de geheele zamenstelling van den toestel geboren worden.
(1) Deel IX p. 87.
Digiti
zedby Google
S17
Wanoeerde tagwitandvan geleiduig bciEeDd is, data ataaii
de maxima van werking Cot elkander alt de vierkante wor-
tels uit de gebruikte draadmassa.
Jacobi merkt nu aan, dtU dit alléén volkomen gekU
bij vobnaaklo isolatie van de beide electroden , doch dat
hel nuodmam anders uitvalt , wanneer er bljttroomen be-
staao iioor onvolmaakte isolatie. In dit geval wordt het
maximum eerst verkregen (volgens de theoretische aflei-
ding) wannees de tegenstand van den miiltiplicatordraad
gelgk is aan den tegenstand van de electroden, van de
batteil) en van de polarisatie van den tosscbenstroom. Daar
het echter moeljelJijk is , om de grootbeden voor dese be<-
rekening uit de ondervinding af te leiden , zoo beeft Jat
coBi als benaderingsformule voor het maximum het volr
gende aan de hand gegeven:
Men plaatst op het verwijderde station eenen galvano-
meter, ingerigt tot het meten van de stroomsterkte , van
welken de tegenstand der draadgeleiding t bekend i««
'Waaneer nu uit de constructie van den telegraaf de draad-
massa m bekend is (de vorm van de multiplicator-spip
raal) dan sal de noodige draadlengte voor het maximum
van werking 2ijn = ^ t. nu Stel, na meting, de stroomr
sterkto =^k, dan is de kracht van den spiraal 1. k =
k ^ t. m. Indien er nu in den gesloten* keten een andere
tegenstand van geleiding ontstaat t', t'S t'" ens. dan meet
men de overeenkomstige stroomsterkleo k', k'', k"' f vet^
krijgt Toor de uitwerking de reeks k'|/ t'ia, k"^t"9),
k'"^t'"m ens. waaruit men eene grens* waarde esH via-
ietkf die aan het gevraagde maximum het meest nab|j sal
komen. — Met behulp van een' galvanometer en eenep
agometer (voor het meten van den tegenstand van gelei-
ding) kunnen al de desbetreffende proeven worden uitge-
voerd.
8. De Eleclromacneet Tan Messx. In de bel^chrgving van den
Noord-Amerikaanschen te-
Digitized by
Google
51g
legraaf door Vau. Tonden wig eene teekeniiig
electromagneet , geheel afwekende yan den gewonen Tona,
en van dien , welke wij in de overige (niet oorspronkelijk»
beschrijvingen) hebben gezien. Dexe is voorgesteld fig:» O.
Het bijzondere komt daarop neder, dat de armen van dea
boef-magneet niet regtstandig eindigen , maar naar eUnnder
toe gebogen zijn , zoodat de pooleinden zeer nabig elkan-
der geplaatst zijn. Het is bekend, dat de electromagne-
ten zelden nit één stuk gemaakt worden , Toorai zoo deae
nog al groot moeten zijn; zij bestaan dan nit twee stuk-
ken week en zuiver ifser, die door een ijzeren dwamnUik
-of juk verbonden zijn, met behulp van schroeven en moe-
Ten , zoo als de teekening aanwijst. . De spiraal is op eene
•afzonderli)ke klos opgerold. De Electromagaeet schijnt
nog al groote afmetingen te hebben — daeh nergens in de
4ieschrQving is eenige maat opgegeven , welke hier van
het hoogste gewigt zoude zijn. Bij de groote afmetingen,
•die de electromagneet schijnt te hebben is op deze mdjme
4iet doel bereikt^ om met een klein anker te kunnen
ifeerken.
Mathet (1) gebroikt slechts eene enkele spiraal met
•eene ijzeren staaf tot kern»
Logeman heeft twee electromagoeten met een staal-mag-
neet tot anker aangewend.
Breoubt Jr. berigtte am de Fransche Academie (2),
dat nit zijne proeven , in verbinding met CfouNEixe gedu-
rende meer dan twaalf maanden gebleken is , dat het vooi>-
'Stel van Dujardin uit Lille, om tot ankBr te gebrtUken
een stctal-magneet in plaats van week yzer, geene vol-
doende uitkomst heeft opgeleverd*
~ 9. De èchrijftelegraaf Tan SoMB. De schr^telegraaf is ia
fig. 10 voorgesteld. De tap
(1) Le Technologiste, 1846. p. 112.
(2) Comptei Rendus. Nor. 9. 1846. The Aihenaeum. p. 119$.
Digitized by
Google
519
deil hefboom, iAq welkoD het aeker is hevostigd^
wordt gedragendoor detehroevea E 5 gaande door de stan?
daards dea toeatels. fiij w is een beugel verbonden met
de veer M, welke gehecht is aan den standaard N. In
den vnfen stand is het anker -^ dm* E« (;=:d,17 n. streep)
van den dectromagn^t verwijderd. Aan het «iteinde van
den hefboom bevinden zich drie stalen namUen^ om d&
seinen te schrijven ^ op het papier , dat van de stalen rol
FF afgewenden wordt.
MoRSB gebruikt eenvoudige stalen naalden , omdat noeh
potlood, noch zelf-voedende inktpennen op den do&r kun-
nen voldoen. — Eene eenvoudige staalnaald is aan geene
verandering onderhevig. Zekerheids*halve worden er dde
painen naast elkander gebruikt, elk sein wordt dus ge*
l^ktijdlg driemalen aangeteekend» De punten van de pen*
nen sijn even als van breidaaldenstoaip, opdat af} sleehls
indrukselen in het papier, en geene gaten maken. Om
deze reden is ook de rol T over welke het papier gescho-
ven wordt Ottder.de naalden met drie groeven voorzien.
Morse noemt het gedeelte van den toestel (1), waardoor het
piqpier gelijkmatig voorbij de naalden voortgeschoven wordt:
het register^ en is voorgesteld in fig. 10. Naast den te-
legraaf is bij S 5 een uurwerk of liever gaande werk ge^
plaatst 9 en dient om het papier onder den rol T te trekken
en van den cilinder II af te windien. Dil gaande werk
is afhankelijk van den dectromagueet eb kan naar Wille-
keur in beweging gesteld en ook gestopt worden t aOo als
fig. 11 nader aanwast. Aan de spil B' is oen koperen tfom,
waaraan het ^wigt 4 met eene ketting hangt , om het gaande
werk te drigven, welks beweging hoefdaakel^k o.vergaat tot
de twee walzen F en E, tusschen welke bet papic^ opgenottün
en voortbewogen wordt , nadat het de telegraafnaalden basft
(1) Ihae toestel U miei noodwendige daar hei papier uit de
hand kan worden bewogen. Zie Terder beneden.
Digitized by
Google
590
yeriaten. De benedeDste wals E woHl, namelyk door wn
rondgel en kroonrad bewogen, terwijl de bovenste wals
door haar gewigt (met behulp van eene veer) er op drakt*
De beweging van het gaande werk is nu op de volgende
wQse aan die van den electromagneet verbonden. Aan de
trom-spil van het gaande werk is eene kleine schijf R' ,
en eene grootere bevindt sieh bQ Q, over beide loopt eene
koord xonder einde (1) en op die wijse wordt Q rondge-
draaid , volgens de rigting der pijltjes. Een gedeelte der
sch^f Q is in de teekening weggelaten om den am te
doen aien, welke aan hare spil is bevestigd, haaksw^se
gebogen en rust op de frictieschijf G met eene klaaaw hg
P. Deze frictiescbijf is in bet midden van het uurwerk be-
vestigd, regtstandig onder den hefboom L van den tde*
graaf. Van dien hefboom hangt een dunne draad A neer ,
gaande door den arm A, en aldaar door schroef met noer
bevestigd , dienende om deselve langer of korter te ma*
ken. Daarm is de werking van den telegraaf hef boom vifl
of ook in verbinding inet de fricdeschijf. Deselfde draad
werkt op den hamer van den wekker-toestel. De arm HD
werkt als een vangstuk op de frictieschijf C, zoodat het
doorschieten van het gewigt verhinderd wordt en dos het
uurwerk stilstaat. Door de werking van den magneet
wordt de pen-hefboom opgeligt volgens het J^fltje 3, daar>
door tevens de verbindingsdraad A met den vang HD,
zoodat het gaande werk in beweging komt. De spil B
draait au volgens het aangewezen pijltje, en dedt ook
de beweging aan Q mede. Wanneer derhalve de befboooi
niet door den magneet wordt opgehouden, daalt de vang
langzaam, en stopt de beweging reeds, zoodra hij P be-
reikt heeft, terwQl de pen-hefboom nog in beweging U,
en eindelijk staan beide stil.
(ï) In eene latere inrigtiog it de bevFegisg door Undraderen orer-
gebragt
Digitized by
Google
521
Het laatste gedeelte, dal dq neg te beflchrijren it, ia
de aeintoestel, door VAiLde sleuiel (Kejf , Correspondent)
genoemd , fig. 12 « en bestaat op de eenTondigste wijze in
eeo metalen aambeeldje 8 in verbinding met den draad c ,
ea 7 een hamertje gehecht aan een koperen veer 9, in
yerbinding met den draad d. De werking is nu zoo een-*
▼oudig als maar mogelijk is, daar het aandrukken den
stroom sluit en met het loslaten de stroom geopend wordt.
Er wordt gewoon machinepapier gebruikt, en opgerold
tot een' eilinder van omstreeks 3,5 palm middellijn.
Ten opsigte van de correspondentie dient nu oog hier
bijgevoegd te worden, dat voor het geval der gewone in«
rigting met één' geleidraad van het eene .station naaf het an*
dere, in den tijd dat niet geseind wordt op beide stations
tusschen den hamer en aambeeld een metalen wig wordt
gepletst 9 om dus een gesloten stroomcirkel te hebben .
aangezien hier eene bat-
terij gebmikt wordt S ïsj
de sleutel, Tde telegraaf,
B de batterij; de bovenste I
is de geleidraad; de bene-
denste is de geleiding door
de aarde of door een^n draad. In den tjjd van rust is alles
gesloten, en de werking begint van het seingevende sta*
tion (regts of links) door den wig tusschen den sleutel
weg te nemen , en dan uit de hand de opening en sluiting
te regelen. Wordt in de rust verzuimd den metalen wig
op zijne plaats te brengen , dan wordt daardoor de moge-
lijkheid benomen om te seinen, aangezien de stroom ter
plaatse van het verzuim niet overgaat Hier wordt niet
gebruikt de inrigting, om bet register te bewegen, maar
de bediende moet , zoodra de wekker gaat op zijne hoede
2ijn , en de beweging des papiers besturen.
Bij de latere inrigting , om gelijAiydig van twee stations
te kunnen seinen met ééne batterij , is het gebruik van
Digitized by
Google
!522
déze wiggen niet modig, maar de lofutel voor het regïtte£_
noodig. Immera de stroom j
loopt rond onafbankelijk vw\
den sleutel S tosschen T en
S' en van S naar T'. Daar
nu in dit geval de telegraaf
werken kmn sonder dat er
een bediende bij noodig is , |
soo moet de zelf-beweging van het papier door het re-
gister er aangeveegd njn. Zoodra men dus den stroom
door een sleutel sluit « komt het sein op het tweede sta-
tion door de aantrekking van het anker van den pen-hef-
boom en het vrij worden van het gaande werk des regis-
ters.
10. Gel(iid« en lolHijf-telegraaf fan JicoBi. Bij den telegraaf te
Petersburg door Ja-
CDBi aangelegd tusKchen *s keizers winterpaleis en het mi-
niBtene van openbare uerken {!). Het anker van denelec*
tromajirneet werkt bij elke sluiting van den stroom door
middel van een echappemcnt op de hamers van een slag-
werk» en deelt de beweging mede aan eene teekenstift,
welko de seinen (naar de wijze van MoRS&) aanteekent op
eene ma t -glazen fichljf, die door middel van een uurwerk
over een ijseren spoor onder dezelve geschoven wordt. —
JacoBi heeft ook bier moeten zorgen, om van beide sta-
tions geljjktgdig te kunnen seinen, — hij schijnt hierin
slechts ten deele geslaagd te zijn; de inrigting wordt ner-
gens medegedeeld.
De telegraaf van Tsarskoje Selo (2) beeft nagenoeg
dezelfde inrigting « maar hier had Jacobi te kampen Mt
de te .geringe sterkte van zyne electromagneten op diea
grootjeren afstand (25 kilometer). Jacobi heeft dien toige*
(1) Deel IX p. 17. Archiv. de l*Blectr. T. V p. 586.
(2) Doel IX p. 178.
Digitized by
Google
523
▼olge zijne toevlogt genomen even ab Morse tot eèn micMel ,
dat w^ vroeger hebben bésckreTen bij de inrigting^n van
Whkatotone (1) ; in de onmiddellijke nabijheid van den tele-
graaf is een kleine galvanische toestel geplaatst , die denzel*
ven bedient ; het openen en slaiten van den stroom van dezen
seooMcünren toestel geschiedt door het seingevende station.
Jagobi zegt, dat er geeo verschil in het overbrengen der
depêches bestaat, hetzij men op deze wijze of regtstreeks
<^ den electromagneet van den telegraaf werkt. Hij ge-
waagt van de moeijelijkheden, die hij te overwinnen had,
om het doel te bereiken, maar is even geheimzinnig met
de wijze van uitvoering. Zelfs zoude men de hulpbatterijën
op tasschenstations kunnen plaatsen, en daardoor aan den
dienst eene meerdere uitgebreidheid geven.
De Electrochemisohe werking.
11. De sohrijftelesraaf of electrochemische telegraaf Tan
R. Shith. R. Smith gebruikt geen' electromagneet, en in
plaats van deozelven, de volgende inrigting:
Over eene loodea wals wordt eene strook katoen ge-
trokken; zij is namelijk aan eene andere wals bevestigd ^
wdke door een uurwerk wordt gedreven; alvorens over
de eerstgenoemde wals te gaan , wordt de strook geleid
dooreenen trog, bevattende eene oplossing van ijzerblaauw-
zure.potassa (kalium-ijzer-cyanur) door eenige druppen zwa-
velzuur aangesuurd. Boven de eerstgenoemde wals vindt
men verder het uiteinde van den eenen geleidraad, terwijl
de andere in verbinding staat met de wals zelve. Tijdens
na de galvanische stroom gesloten is,' bevindt zich de
katpenstrook tusschen de twee pooleinden van den stroom,
^^^ opgenomene vocht zal dientengevolge ontleed worden ,
maar alléén tegenover het spitse uiteinde van den eenen
(1) Deel IX p. 72; boven blz. 492.
35
Digitized by
Google
524
geleidraad» en het gevolg sal iljn eene blaaswe streep <tf
Btipfe , al naar den door Tan de inwerkinjg. De correspon-
dentie kan overigens even als bQ den toestel van Morsb ge-
sehieden.
De batterij bestond nit 40 paren kool en sinkplaten : en
water werd als vloeistof gebmikt De koolplaten waren
bereid nit 3 deelen poeder van houtskolen » 2 deelen poe-
der van kooks en 1 deel tarwemeel, met water werd alles
tot een deeg doorgekneden , gevormd, gedroogd en in ge-
dekte hessische kroeien rood-gegloeid (1).
Telegraphen met wijserplaten.
Wij hebben hier te brngtm van twee nieuwoe inrig^
tingen, die nader bekend zijn geworden. De bestaande
inrigtiogen zijn reeds vroeger beschreven*
12. GiENiiK's telegraaf: De telegraaf van Garnier (2) is
op de volgende wigze ingerigt:
De seinioesiel {Transmeiteur). Eene wijzerplaat met 54
caracters is geplaatst om eene spil, die tevens • draagt een
kroonrad met driehoekige tanden (en roohei) ; een haak vat
in deze tanden, en laat, opgeligt zQnde, telkens een'iand vrQ,
waardoor ook een caracter wordt aangewezen. De as vaa
dezen haak is verder met eenen kleinen arm voorzien , welke
verbonden is met eene opgerolde veér-spiraal {rtêsort a
boudtn)j eindigende de laatste in een koper-plaatfe, be-
stemd dus om den stroom te sluiten. Omdat nu het koper
ligt beslaat, wil Garnier de veer doen eindigen in eene
streep zeer hard staal, en dit laten werken op eenschijQe
zuiver goud, gehecht aan den geleidraad. Een kfeine pe-
daal is beneden het kroonrad geplaatst en bestenid om de
seinen over te brengen door middel van eenen klaauw (/nW
(1) Deui9che Gtwerbeseitumg 1B46. i|0. 108 Pofyt. CetUrML 1817,
p. 108.
{%) Le Technohgtste 1846. p. 186.
Digitized by
Google
52S
«b bicAe) gejdaatst aan den tegengestelden kant van de
plaats , waar de hand op het pedaal werict. De hand op het
pedaal werkende verschuift door middel van den klaanw
eeoen tand, en terwijl dese voorbij den haak schnift, wordt
de aanraking of liever de stroomsloiting door de veer be-i
werkstelligd.
De telegraaf. De wekkertoestel van den telegraaf wordt
door de seinplaat zelve bewogen ; de wekker bestaat slechta
in eenen enkelen hamer en klok. Zoodra het sein verno-
men is 9 wordt de hamer door een knopje vastgesteld.
De wQserplaat is gedekt en het gegeven sein wordt door
eene vierkante opening rigtbaar voor d^ letters , en door eene
ronde voor de cijfers, s^nde dese in evenwQdige eirkeli'
geplaatst. De wi)serplaat is met 54 kammen (ehevilies)
voorsien, die evenwijdig met hare spil en dos loodregt
op hare oppervlakte sQn geplaatst ; op dese kammen werkt
een krabbelaar (eokappetnent) van bijsondere constmotie. De
werking van de onrust wordt afgeleid van een' hefboom,
aan welken een kleine koperen band is bevestigd , dragende,
het anker, waarop de electromagneet werkt; als tegenwigt
om het anker van den magneet te verwijderen, dient eene
spiraalveèr. De beweging van de wgserplaat wordt be-
vorderd door een klein gewigt van 100 grammen, han-.
gende aan eene koord over eenen kleinen cilinder , welke om
hare as gelegd is ; aan de verlengde as van dezen cilinder
sit verder een klein katrolletje; ove;r hetzelve windt zich
«ene andere koord in dcaelfde mate op, als het gewigt daalt
en dient dus na het afloopen om het gewigt op te winden.
Het eerste sein van de schijf is eene rood geteekende S
en dan laat zich de wdÜEertoestel hooren; een klaverblad
^ sein wijst om te letten op de cQfers , die in den tweeden
cirkel a&onderl^k gqplaatst z|{n. Het teeken I is eene tus-.
schenpoozing en de stand van rust, of ook wel tot scheidings-
teeken van woorden; tegengesteld aan hetzelve vindt men een
teeken II, alleen tot scheidingsteeken der woorden. Men
Digitized by
Google
526
gebraikt het eene of andere , naarmate Men er nader hg
!«• Het bedoelde sein wordt aangewesen door den gtroom
een oogenblik gesloten te houden, en al naar de plaats op
de schyf zijn er meer bewegingen noodig, om dit te be-
reiken.
13. De telegraaf TaD A. O. MiTiiT. A. O. Mathet Essayenr
te Neafchètel in Zwitser-
land heeft de volgende inrigting beschreven fig. 13 (1).
De seinioeslel bestaat naar gewoonte ait eene wijxer*
plaat f en is bevestigd om eene as, op welke zich tevens
bevindt een koperen rad B met 14 tanden en tegen dit
laatste is eene glazen schijf bevestigd C. Over de glazen
schijf glijdt de tonohe D, aan eene veer bevestigd» Kont
de touche in aanraking met de tusschenruimten der glazen
schijf, dan is ide stroom geopend; deze wordt gesloten
door de aanraking met een der tanden. De beweging ge-
schiedt door middel van een handvatsel £ ; om deszelfs as
ziet men een krabbelrad met haak, om den teruggang te
beletten. De eene geleidraad is verbonden met de touche,
de andere eindigt in de koperen veer BL, welke over de
oppervlakte van de kopèrschijf slijpt — Later heeft Ma-
thet de glazen schijf weggelaten ; de touche wordt name-
lijk door een isolerend ligchaam op eene bepaalde hoogte
gehouden, en de sluiting geschiedt door de aanraking met
de spitsen der tanden; het handvatsel met het krabbelrad
is weggebleven en de beweging geschiedt door eene Inrig-
ting met trekstangen, die de schijf -^V ^<^ ^^^ omtrek
verplaatst.
De telegraaf bestaat uit een gewijzigd horologie-werk,
gedreven wordende door eene veer opgesloten in de trom-
mel k, waardoor het krabbel-rad bet echappement van
regts naar links tracht te draaien. Het anker B is
zoo gemaakt, dat het hij elke heen- en weérgaande
(1) Lt TeekHologtêie 1846. f. 412.
Digitized by
Google
$27
beweging een tand vrQ laat. Daar na het rad C van den
seintoestel 14 tanden heeft, soo geeft elke tand twee be-
wegingen, dos 28 Toor alle de teekens der wiJKerplaat.
Het Toordeel bestaat hoofdsakelijk daarin, dat men bi|
het opvolgen der seinen slechts bet halve getal bewegingen
of magnetiseringen noodig heeft van die, welke gevorderd
worden , wanneer elke tand slechts één sein bedient.
Dé electromagnëet bestaat uit ééne spiraal , waarin een
Qxeren cilinder of bnndel ijzerdraden als kern is geplaatst.
De hefboom van het anker werkt door den dubbelen haak
op het rad A, welks beweging gestuit wordt, zoo dikwijls
de stroom wordt gesloten en dus het anker aangetrokken.
De haak wordt door een tegenwigt G of eene veto geba-
lanceerd.
14. De idegraaf ran Logimak. ))e eenvoudigheid van de werk-
tuigelij ke inrigting, niet vei^-
schillende van die rm Wheatstonb (1), kenschetst den
telegraaf van Logesun (zie boven) niet zoo zeer, a/« de
mndingrijke aanwending der eleclromagneten tot het
verkrijgen van de noodige beweegkracht. vTosschen iwee
electromagneten , welke, met de polen naar eikander toe-
gekeerd, tegenover elkander zQn geplaatst, beweegt zich
een stalen staafje , daar boven aan een beweegbaar spille-
tje verbonden, vrij heen en wéér.
De draadwindingen om deze electromagneten zijn zoo ift-
gerigt, dat, wanneer een electrische stroom door beiden
wordt geleid, de noordpool van den eenen electromagnëet
xich tegenover de zuidpool van den anderen bevindt, en
omgekeerd. Hét stalen staafje, dat zich tusschen beiden
beweegt en aan elk derzelve beurtelings tot sluitstnkje
dient, is permanent magnetisch. Het gevolg hiervan is ,
dat, zoodra een electrische stroom op de electrómagneteli
werkt, de een derzelve het staal-magneetje afstoot en de
(t) Deel IX biz. 80. dg. 49.
Digitized by
Google
528
Midere het aaatrekt« Keert men nu de rigting van dien
stroom om, dan heeft hetxelfde, maar in juist tegenoTsr*
gestelden sin plaats en het stalen staaQe beweegt zidi
naar de andere lyde. Ziedaar dus eene heen en wtir"
gaande beweging , verkregen door den electrieohen êtroom
alléén. .
Het voordeel van dese inrigting staat in verband met
het gebruik van de magneto-electricitett. Inmiers d4&ry
wé&r steeds de stroom in deselfde rigting voortgaat, soo-
als bij de galvanische £• , kan hiervan geen partg wordea
getrokken; er Uyft geen ander middel over, ab om doer
eene afmmderlgke veer de aantrekkende kracht des mag-
neets te balanceren. BIJ de magneto-electrische machine
bestaan uit den aard der xaak steeds twee aan elkander
tegengestelde stroomen; dese worden, in plaats van door
eenen commutator onmiddellQk in gelijke rigtingen over-
gebragt te worden, dadelijk voortgeplant, en leveren dm
in denselfden tQd twee tegengestelde bewegingen, soo sie
ter beweging van het mechanisme, des telegraafs noodig is.
Dien ten gevolge heeft dan ook de magneto-electrische
toestel (1) eene meerdere eenvoudigheid verkregen. Ver-
der is een kleiner aantal bewegingen noodig om hetseUde
aantal seinen voort te brengen; een geheele omgang der
magneto-electrische machine, geeft twee bewegingen, waai^
door dus twee tanden worden voortgeschoven , en dus de
halve tijd noodig wordt voor de geheele ronddraai) ing vao
den telegraaf* De seintoestel bestaat eenvoudig in eene
wijzerplaat, om de kruk van de magneto-electrische ma-
chine geplaatst.
15. De rerbetering Tan Düjarbut. Dese betreft hoofdsakelyk
het weglaten van de veer
door welke het week-yseren anker van de electromagneten
verwijderd wordt, wanneer de stroom ophoudt. Dujardqi
(1) De uitTinder Doemt dezelre sein-rtowiotor*
Digitized by
Google
529
ipfedct yan de moeijdQkbeid om de sterkte of lieTer de
Teérknieht ran de italen veer soo te bepalen,, di zulks
Boodig ia Toor het balanceren met de opgewekte magneet-
kraefat» Daarentegen itelt hg voor, om een smalen anker
te gébruih^n^ dat permanent magneh'eoA te (en geheel
verzadigd) ; dit anker sal van stand verwisselen, naarmate
mm den strowi omkeert (1).
Brbquet berigt, dat h^ met Goumrllb reeds dexe in-
rigting van DuiabdIN beproefd heeft, met het doel, om
dsor da Terticale en honiontale stelling van eenen w^zer
seiaeB te geven* Naast eenüen electnmiagneet werd een staal*
magneet geplaatst, om volgens de stroomrigting te worden
aangetrokken of afgestoten; de beweging van het anker
werd door raderwerk tot den w^aar overgebragt, terwf)!,
oahetzasMnhaagenvan anker en electromagneet te voorko»
men, eene strook papier of koperfalik tnssehen beide ge*
kgd was.
AanvankelQk was de werking des toestels voldoende,
doch later Ueek het, dat door het temgbl(jvea van mag-
netische polariteit in den electromagneet, eene twijfelach-
tige «itkomst werd verkregen, vooral bij het gebruik van
zwakke strwMnen , door welke naar evenredigheid meer
folariteii terugblijft^ dan na sterke stroomen (zie art. 17
\^* 48g). BQ stroomen , die ec»e magnetische kracht van
SO — ^100 grammes draagkracht opwekken, is de overblQ-
vende polariteit onscbadelifk.
Breguet berigt een middel gevonden te hebben om van
Parifs af naUr Bonaan eene electromagnetische werking op
te wekken van honderde ponden sterkte (2) , en dit bestaat
dleen in het gebruik van eeiie tusschenbatterIJ , zoo als
(1) C9mpt09 lUndma 1846, Bd. XXIII p. 835. Pofyt. CentrMl.
1847. p. 107.
(2) Campeê Rendus 1848. XXIIi p. 880. Folytêchn, Cênêraikk
t847. p. 107.
Digitized by
Google
630
reeds aanvankelijk Wheatstónb (Deel IX p. 72) bepiotfd
en later Morse en Jacobi in practgk gebragt hebben.
16. De wijzeiv en gekiidtelegraaf van JOHN Nott. John Nott (1)
herft ectrooi
▼erkregen voor eene telegrapfaische inrigting, am welke hf
de Tolgende bijzonderheden toeschrijft:
lo. flet gebruik van de regtstreeksehe is^erking van 4«i
electromagnéet tot het aanwijzen Tan letters en nnmmen
op eene wijzerplaat , welke op eene eigenaardige wijze ge-
rangschikt zijn; de beweging wordt aan de w^zerfrfaak
medegedeeld dooreen krabbelrad, op hetwelk twee hefboo-
men als scboifstangen werken.
2o. Het plaat gen van twee électromagneten in den on*
yang eens cirkels tegen over elkander, welker niteiota
gelijktijdig op het anker werken en den bel voor de ge-
luidsignalen, terwijl door de eleetromagneHsche indudie
het aankleven der ankers na het openen van den stroom
wordt voorkomen* '
3o. Eene eigenaardige inrigting van den stein-beL
4o. De inrigting , om den telegraaf buiten en het seifi-
slagwerk binnen ien electriscben stn>om te plaatsen 9 eo
omgekeerd, algmede om den stroom bij voortdaring ge-
sloten te houden; en
50. De inrigting om roet alle stations gelijktijdig te ee^
responderen of naar verkiezing een station bniten de ge-
meenschap te houden.
17. De Pkysiologische telegrapbie (2).
Wij hebben reeds gehandeld over he^^ene door
(1) Reperiory of Pmtent Inveniions. Februarij 1847. p. 97. Th
London Journal Dec 1846. The dv. Eng. a. Aroh. Jomrm, iW*
p. 56. Een proces deswege geroerd lic in Meohan. mag. 1847.
(2) Deel IX p. 47.
Digitized by
Google
631
VeiWBLMAN DB Heer Tan ie pbysiologiiche wêrkiDg dêr
indactiestroonen yerwacht werd voor de telegraphie. Ja-
ooBi beeft de physiologUcbe werking op nienw beproefd,
ter gelegenbeid van zQn ondersoëk viin de geleidbaarbeid
des waters (zie boven bis. 475 (1)); de eleetrisebe scbok
werd voortgeplant door eenen geleidraad en eene water*
lengde (zee) van 9 werst ; zij was merkbaar wanneer men
met de wijs- en middelste vinger der linkerplaat twee me-
taalplaten aanraakte, die met de draad- en watergeleiding
in verbinding stonden. Jacobi gebmikte sleebts één Gro-
te's element tot op nagenoeg 10 kilometers afstand ; dit
element was verbonden met den inductierol, nit eene en-
kele electromagnetische spiraal met ean ijrêrkem. Over
den toestel van Vorsselbian de Heer maakt Jabobi, zoo
als wel te wacbten was, aanmerkingen, omdat zij minder
geschikt voor de praktijk is, zonder evenwel te Tergeten
's mans Terdiensten te roemen (2).
Langs de telegrapbiscbe lijn Tan Milaan naar Mon%a
(15 kilometers) werd de sefaok Tan inductie-electriciteit
Toortgeplant (3).
18. De werking van den telegraaf-toestel
door indactiestroomen.
In plaats dat de aantrekking van een anker door eenen
tijdelijken electromagneet gebruikt wordt, om de seinen
aan te wQzen of nit te drukken, zoude men volgens een
berigt van Henrt aan de i.a Rite (4) gebruiken de aan-
(1) Bulletin p. 121. Art. 11. ArcMv. de PEleoir. T p^ 583.
(2) Wij moeten hier bijvoegen, dat eerst in 1846 TORSSSUfllTs te-
legraaf door Waikir, Tolgens dit berigt ran Jacobi, in het Electri'*
eal Magazin ii medegedeeld. April 1816. p. 315.
(8) Eleotr. mag. 11 p. 160.
(4) Biblioth. Univers. 1846. n . 6. p. 178. Bulletin d'Eneourag.
1846.
Digitized by
Google
»12
liekkiDg Tan eené week Qsena htef <^ ecne iadvetUiol,
jBOoali by de baUmee elecifxmt€ignetiqme wam BBCODBftKL:
Een U-Tormig week ijser wordt gehangen boven twee in-
ductiekloasra, welker ipiraalgwigen met de tek^;raaldra4«i
een geheel vormen ; de lijnen van het ^xer bangen naanw*
kevrig boven de opening der klosaen, soodat ag er ver-
ticaal in neerdalen , wanneer de ekctrisefae ttroom er door
gaat. Door het dden van het ijser komt de haak loa, aoo
dat een tand doorschiet van bet raderwerk eens norweriu,
dat dan het sein aanwijst.
19. Het geluid van den electrischen stroom-zelf
als sein voor de telegraphie.
Pa€}b*8 waarneming ia 1837 over het gelnid, dat de
electriscbe stroom in eenen geleider voortbrengt , is in
4e laatste jaren bOsonder beoefend geworden (1). Ond»
«raderen heeft de la Rivb het verschijnsel nader en seer
grondig onderzocht, en (2) besluit uit sijne proeven, dat
de afgebrokene werking van den electrischen strown
in eiken geleider^ maar by^onder in week ij%er een
sterke en duidelijk koorbare trilling voortbrengt; kei"
%elfde geschiedt ook , wanneer het ij%er binnen eene spi*
raal is geplaatst ^ door welke de afgebrokene stroom
wordt geleidt. De sterkte dier trilling is afhankeUjk vaa
de spanning des geleidraads, de temperatuur, de middden
•van stroombittking, de snelheid van opvolging ens. Zelfs
op aanzienlQke afstanden kan deze trilling en. bij gevolg
(1) Qmpieê Rendus 28 April 1845. Archiv. de PElectr. V pw
200--32d. Yearhook of f acts 1816. p. 170.
(2) J. P. BUimif iD Archiv. de PElectr. T. V p. 196. W. BllT-
soz ArcTiiv. p. 197. s Electr, Maga». April 1815.
Digitized by
Google
633
bet geltiid opgewekt worden , en sonde da» een
YOQdig telegrapkiseh seinmiddel opleveien.
Jaoobi, die in B|jne verhandeling over de electridcbe te^
legEapbea» van ondersebeidene toetteUen spreekt, maar
van geene iets nitvoerig mededeelt, noemt ook een /e/e«-
grapAe acouêiiqme remarquaUe par «a déltcaiessej sa
êmpUeiU et par la oommodiié de eon emploü Jacok
geeft aan deze gelaidsigaalen de vobrkenr boven die met
klokken, omdat ae spoediger knnnen worden voortge*
bragt (1). Het openeii en sluiten van den stroom gesebiedt
door eene inrigting {rheotomé) overeenkomstig met het
bekende blit%rad van Neef*
20* Gelnidtelegrapben door werktuige-
li|)ke middelen.
De , werking van den telegraaf door het voortbrengen
van geluid door werktuigelijke middelen.
Geluidsignalen,
SxEiNHmii beeft reeds geluidsignalen gebruikt in ver-
eenigiog met de onrniddellyke teekening op piq^ier (2).
La. BoiUifi stelt alléén gelnidsignalen voor, die op de vol-
gende wijse muden voortgebragt. worden (3): In plaats
van eene w^xerplaat, waarop de achttien letters den cirkel-
omvang vullen, worden dezelve door -den enkelvoudtgen
of drievaudigen slag van eenen hamer op eenen klank*-
bodem in verschillende combinatiên hoorbaar. De eerste letter
is b. V. een enkele slag, de laatste is 6 drievoudige slagen,
de voorlaatste 5 drievoudige slagen en 2 enkele slagen
enz. — Gillet en Saintard hebben de signalen nog meer
(t) Archiv. de PEleoir. T. V p. 592.
(2) Deel IX p. 39. Art V.
(3) Comptes Rendus XI p. 526.
Digitized by
Google
534
muBikaal willen maken, soodat men ie in mnzyksciirifi
of noten zonde knnnen OTerbrengen; elk signaal zonde be-
staan in een arnital slagen met bepaalden maat (interiralle)
of tempo (1). DüJARDiN heeft ook eenen telegrapke eleo-
irocousHque aan de Fransche Academie gezonden (2).
In de zitting der Petersbarger Aeademie van den 21
Mei 1846 heeft Jacobi mededeeling gedaan van een /e-
legraphe elecirophomque (3). Dit schijnt evenwel geen
eigenlijke telegraaf te zijn, want Jacobi berigt slechts dat
met b^ulp van eene galvanische batter^ met zink-platina
elementen op een clavier met 10 noten eene aria werd
uitgevoerd, en ook een carillon bestaande nit 10 timbres
eneven zoo vele hamers bespeeld werd. — Het is bekend,
dat Prof. Stratikgh te Groningen reeds voor jaren eene,
door galvanisme gedreven wordende, mnzij k-doos had la-
ten vervaardigen.
21. De signalen in het algemeen.
Om de signalen mei voort te brengen (signes indiea-
tenrs) heeft Garmibr eene verbetering van dezelve voor-
gesteld. Het verslag der Commissie van de Fransche
Academie is nog niet bekend geworden (4).
DujARDiN heeft aan de Fransche Academie toegezonden
eene plutne telegraphique (5). '
(4) CompUê RêHdm9 XX p. 1578.
(5) Comptea Renduê XXllI p. 230.
(1) BuUeHn de PAcad. Imperiale de St. Peiershourg T. Y b^
12. p. 208.
(2) Comptes Eendua XXI p. 526.
(8) Compiei Rendus XXIII p. 480.
Digitized by
Google
535
B. o. BIJZONDER GEfiRUIK TAN DEN ELECTISCMEN
TELEGRAAF BIJ DE SPOORWEGEN.
Behalve den vervoerbaren telegraaf^ die op den Tan-
n«B spoorweg elke trein vergezelt , heeft Maus voorge-
steld f on den telegraaf te doen dienen tot het seinen ,
wanneer een oonvoai een bepaald station bereikt — dit
xoade dé beste w^se sQn, om de stiptheid van den dienst
en de- snelheid van beweging te controleren (1).
DujARDiN beeft aan de Fransche Academie voorgelegd
een plan , waardoor eene trein %tjne plaats langs eene
telegraphische lijn seint ; de locomotief zonde namelijk 9
wanneer hij bepaalde plaatsen voorbijgaat, op eene veer
drokken, die in gemeenschap is met eene index, en dus
zekere seinen aanwiyst (2)«
B. b. GEBRUIK TAN DE ËLECTRI8CHE TELEGRAPHIE
OP SCHEPEN.
De eerste proef van dien aard is genomen op de stoom-
boot Scourge\ zij zonde dienen om de bevelen van den
Kapitein tot den Stuurman en Machinist over de bren*
gen; de toestel kost 3 ^ (3).
Op het Koninklijke jagt Victoria and Albert (4) , is
de Electrische Telegraaf eveneens in gebruik gebragt.
(1) CompU9 Rendus.T. XXL p. 808. Mech. «m^. 1846. II. p. 499.
(2) The Yearhooh of faoU , 1846. p. 170.
(3) Praci, Mech, a. Eng. Mag. Maart 1846. p. 163. Polyt. Cen-
trablatt VIII. p. 566. DlifGLlR's Joumal C p. 49t.
(4) Mechim. mag. 1846. 11 p. 804.
Digitized by
Google
536
AANHANGSEL
over de proeven mei de submarine ielegraphen.
Wij hebben vergeteD te berigten, dat reeds in Jal|
1846 (1) in den baven te Portsnoath , onder leiding Tan
Prefeasor Hat yoldoende proeven iQn genomen aan boord
der schepen Pigue en Blakej tnsschen bet Adauraliteila-
gebouw te Poriemoutk en de bogt ima Gospori. De
draden wuen met eene isolerende massa OTerdekt.
(1) Moniteur Indusiriel 1816. d<>. 1035. DlKGLlR's Journal CU.
p. 80.
jffei vervolg hierna.
Digitized by
Google
-»»»o-a^oo-o c 0-
Over de betrekkelijke waarde van hei verwarmend
vermogen der Bruinkolen.
De groote waarde der brainkolen als brandstof wordt
meer en meer erkend, vooral daar bet door de ondervin-
ding der laatste jaren bewezen is , dat bet mogeli|k is ,
in goed trekkende ovens haar in plaats van kostbaar bont
te kunnen branden. Wordt er in den haard van eene
gewone kagcbel een smaller rooster gelegd , en eene trek*
opening onder het rooster gebragt « dan branden de bruine
kolen met witten gloed y en geven eene losse en witte asch.
Is de asch rood, dan bevat de bruinkool zwavel-ijzer of
reeds gevormde ^zer-vitriooL Znlke kolen ontwikkelen ede
swaveligzoor , dat in het bijzonder in ketel-vuringen den
bodem der ketels zeer gemakkelijk kan aangrijpen» Men
merkt dit ook bij sommige tnrfsoorten op , die daarom ge-
durende de verbranding veel zwaveligzuurgas ontwikke-
len. De zoogenaamde verhitting's-waarde van Inchtdroog
hout en steenkolen is bekend. Indien nu de scheikundige
zamenstelling der bruinkolen meer met de eene dan met de
andere der genoemde stoffen overeenstemt , dan zal het be-
sluit niet te gewaagd zQn , als men aanneemt , dat ook de
waarde van de bruinkolen als brandstof het meest aan die
zal naderen , met welke z^ het meest in scheikundige ge-
aardheid overeenkomt.
Digitized by
Google
538
De samenitelling van lochtdioog hout ii , Tolgent Gat-
LiissAG en Thènard
52,53 koolstof, 5,69 waterstof, 41,78 zauntof.
Schilferkolen
volgens Kar-
STEN 78,39 * 3,20 * 17.77 »
Bruinkolen vol-
gens Karsten. 77,10 » 2,54 » 19,35 >
en 1,00 anorganische stoffen»
Iq scheikundige zamens teil ing komt derhalve de 'bruin-
kool het meest met de steekolen overeen , en zij zon der-
halve , volgens het boven aangevoerde gezigtspunt , het naast
bij de betrekkelijke verhitting's- waarde der steenkolen
komen.
Het is vervolgens uit de proeven van Clement bekend j dat
1 pond Inchtdroog hout
verwarmt 36,66 pond. water van O0-.IOO0 C.
1 pond steenkool van mid-
delmatige hoedanigheid
verwarmt 60 » » » Oo_100oG.
Is derhalve het genoemde gezigtspunt juist , dan zou ook
de bruinkool in hare betrekkelyke verhitting*s-waarde na-
der bij de steenkolen , dan bij het hout komen — eene om-
standigheid , die voor het gebruik der bruinkool als brand-
stof gunstig getuigt, en hare waarde meer verzekert.
Dexe schatting kan slechts als vergelijking eenige waarde
hebben , tot dat naauwkeurige proeven betrekkely k dit onder-
werp genon>en zijn , die hetzelve in dezen tijd zeer verdient.
Cement voor ijzeren stoombui%en.
Men vermengt goede lijnolie-vernis met een mengsel van
gelgke deelen loodwit ^ bruinsteen en witte pypaarde, tot
dat het de vereischte dikte verkregra heeft. Dit cement
wordt harder dan gewone gebakken steenen.
(Berl. Gew.' Industrie ^und UqndelsbL Ufo. 6. u. 19.)
Digitized by
Google
ALeEMEElV VlUfilIiAe
WiGfKS DElf
9 V 4iL vL V
TAN DIN
LANDBOUW
IN HiT
KOHDTCtmUFK »ER HB^BKLAVBEM,
GIIDIINJII UT JAAA
apgemMikt door eeae CloMUiüMle
DIT DB
IHEDERLANDSCHE MAATSCHAPPJJ
TER ^
BEYORDERIIIG TIN NIJTERHEID.
^»»»»»tWH ><<<<<
Te MmmÊ^Um^ hif
Drukkers van de Ifedêrlandsche Maatschappij;
isr k0V9rd$ring van PItjvgrheid»
Digitized by
Google
Digitized by
Google
IJITTREHSELfii
CIT DE
B E R I G T E N
LEDEN CORRESPONDENTEN
£11
DEPARTEMENTEN
SER
NEDERLANDSCHE MAATSCHAPP^
TER
Htpovbtvin^ vhn ISiijiPtvhtib y
EN TAN SE
ProTlHelale CUmunlsslte Tan liMtMovw
r
III IET
KmÊÊmgt^ü'k der JWederlmmdem.
Ifegen^en-dertigste Stuk.
1M6.
Te HMrlem, ¥0
Dnikkert Tao de NederUndiche Maatschappij
ter berordering van Nijverheid.
Digitized by
Google
Digitized by
Google
B £ R I G T.
ag@|B»«i
De Commissie uit de Leden der Néderiandsche Maat-
schappQ ter bevordering van Nijverheid , bestaande uit de
Ueeren Mr. B. W. Hutgens, J. A. yam Eeimm, Jhr. Mr.
D. R, Gevers Detnoot, Prof. W. H. de Vriese en Mr.
C. VAN DER 6oES, onder voorzitting van. den Heer Diree-
tear J. A. tan Bemuelen, belast met de samenstelling van
den Staai van den Landbouw in hei Koningrtfk der Ne-
derlanden over hei jaar 1846, verbeugt sich dat haar
werk vroeger dan in vorige jaren in het licht verschignt*
Zij werd daartoe in staat gesteld door de welwillende mede-
werking der Inzenders van de door haar ontvangene rap-
porten , die schier alle hnane Verslagen volgens de door de
Commissie voorgestelde wf)ze ingerigt hebben. Mogt de
tyd der inzending van de verslagen j al ware 't slechts eene
Digitized by
Google
II B E R I G T.
maand) in een volgend jaar, vervroegd worden, zoo zon de
uitgave van dit Algemeen Verslag daardoor wederom bespoe-
digd , en aan eenen algemeen geuiten wensch voldaan kun-
nen worden*
Het tegenwoordig Verslag bevat de Uittreksels ait de
Rapporten van de Commissiën van Landbouw (behalve die
van Vriesland, van welke geen Itapport is ingekomee)
en uit de navolgende Siaten^ voor de Voortbrengselen,
van den Landbouw door de Departementen en Leden Cor-
respondenten der Maatschappij opgemaakt, en ingezonden.
Uit Noord-Braband door de Leden Correspondenten ,
de Heeren: Jhr. Mr. H. B. Martini tan Ouwerkbrk, te
Vughi , (de kantons '« Hertcfenboaoh , Tilburg en Boxtel^)
T. VAN DuYNHOOVEN te Cuyk y (de kantons Boxmeer y Ra-
vensiein en Grave^) en Jhr. Mr. M. A. J. van der Bke-
KEN Pasteel, te Eindhoven j (kanton Eindhoven).
Uit Zeeland, door het Departement Goes.
Uit Zuid-Holland, door de Departementen Leyden^
(verdeeld in drie districten: Leimuiden , Koudekerh en
Voorschoten en de omliggende Gemeenten) , *« Gravenha*
ge^ Rotterdam, Delft (meest betrekkelijk het Westland)^
Sassenhetm , Oud^Beijerlandy en het Lid Correspondent
W. HuTOENS T^oLbn, te Boskoop.
Uit Noord- Hel land, door de Departementen Haar^
Jem en lammen y en de Leden Correspondenten: A. Perk,
te Hitversumy J. Bouvan, te Betmstery Mr* W«Bok, tt
Texel y J. L» Crap Hcllikqhan, aan de Helder.
Uit Utrecht, door het Lid Correspondent de Heer E.
'C. Enbxaar Ie Zeist.
Uh Gelderland, door de lüden Correspondenien, de
Heeren: Mr. C. P. E. Rcmuié tan der Aa, op het huis
de Jfieme/fcAe Berg b^ Arnhem^ (den omtrek van Ooster-
beek , Rènkmm en de Velmwe»oomi) ; Dr. W. C H. Sta-
ring, te Lothewïy (de Landstreken van het Atrobdisse-
ment Zutphtn)\ B. te Cbsupr^ té Batenburg y (het dis-
Digitized by
Google
B £ K I G T.
ni
trict Tftü tQMchen Mams en Waat) ; Dr/ J. Wttkwatal ,
Voorst bij Zutpherty (de dorpen Voorst ^ fVtfypen en T^aA
/o); O. W* A. Grare vajk Büandt van Marierwabrd ,
in de Beest ^ bij Lienden; F. L. W. Baron tan Brakeli,)
ie Lienden^ (district Neder-Betuwe) \ A. Lhcse, te ^p*
Uit Overijssel, door ket Departement Deventer^
Uit Vriesland door de Leden Correspoadenten , de
Heeren W* van Petma, te Temaard (Noord- en Noord-
Oostelijk gedeelte der Provincie), F. G. Wamknaar te
St. Anna Parochie (de Grietenijen Yk^tReld^ Ferwedera-
deel 9 Menalnumadeel en Berradeel) en J. J. Bruihsiu te
Leeuwaarden*
Uit Groningen van de Leden Correspondenten déHe^
ren 6« Beinder^ op den huiae Grooi-ZeewijA (kanton Be-
dum) S. P. VAN DÈR TuuK te Bellingwolde (district Old*
ambt eb Westerwolde) y H. H. de Haan te Helium (de
kantons Appingadam en Hoogezand) en J. C. Bilroth te
Noordhom.
Uit Drenthe door de Leden Correspondenten, de floe-
ren H, L. Stempoort te Smtlde en W. Visser te 's Gra-
venhage (de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid).
Voorts zijn als Bijlagen hierbij gevoegd:
A. Staat der marktprijzen te Leyden.
B. Opgave van de hoeveelheid granen, welke het kan-
ton Oud'Beyerland heeft opgeleverd.
C. Opgave van de voortbrengselen van den Landbouw
in de Provincie Utrecht.
D. Verslag omtrent de St, Anna Paulowna-Polder in
Noord-Holland, van de Provinc. Commissie van Land-
bonw.
E. Verslag aangaande de bedijking van het Nieuwland
op 'teiland Wieringen^ van dezelfde Commissie.
F. Verslag aangaande de Waard- en Groetgronden , in-
gezonden door het departement Litnmen.
Digitized by
Google
IV B E R I 6 T.
6. Verslag van de oiiidJ)kiiig van im EendragUPold$r
op het eilaod TexeL
H. Opgave van de hoeveelheid granen en andere voort-
brengselen van den Landboniv, welke Nederland ia 1843
heeft opgeleverd.
Hoewel dese tabel eigenlijk beudcking heeft tot het ve^
slag des vorigea jaais» heeft de Commissie gemeend de-
zelve hier te moeten bijvoegen.
Eindelijk acht de Maatschappij lich verpligt , met er-
kentenis te vermelden de naiMn van drie Heeren Ledea
Correspondenten « die in vorige jaren gewoon waren hanne
bijdragen voor dit verslag toe te senden, namelijk M. M.
DE Lange te Tholen^ die voor dese betrekking heeft be-
dankt, P. Pont te Medenbük en Jhr. J. J. Smits van
EcHHERDT te Eindiwen, welke beide laatste overkilen^
sijo.
Digitized by
Google
GESTELDHEID
VAN HET
WEDER
nr HBV JMJLM XSê».
De Commissie Tan Landbouw inde Provincie Utrecht
heeft het volgende aangeteekend.
De eerste dag was regenachtig en onstuimig. Op den
tweeden hadden er hagel- en sneeuwbuijen plaats ^ verge«
leld van hevigen wind. Van den 3*^ tot en met den 5^*^
ontstond er ligte vorst , waarbij echter de Thermometer
aan 's RQks Veeartsenijschool niet lager dan op 28o Fah«
RENHEiT werd waargenomen , terwyl er op den laatsten dag
sneeuw viel. Op den 6^*^ was het wéér reeds weder ont-
laden, gepaard met mist. £r volgden nu eenige drooge
dagen , die tamelijk zacht waren , tot den 10^^ , toen er
andermaal zeer ligte vorst inviel, waarbij de Thermome-
ter van Fahrenheit 2o of 3<> onder het vriespunt teeken-
de , onder Zuid-Oostelljken wind. De vorst duurde slechts
tot den 16^^. Van dezen tgd tot het einde der maand was
het wéér onstuimig , herhaalde malen stormachtig , en viel
1
Digitized by
Google
2 GESTELDHEID van het WEDER.
er bijna eiken dag veel en somwijlen aanhoudende re-
gen, vooral op den 24«*~ en 25^.
Had het binnenwater, zoowel als het water der rivieren
in het begin der maand een' hoogen stand verkregen , xoo-
dat vele landen onderliepen , in het laatst der maand had
znlks nog in eene sterkere mate plaats, en rees de Lek
tot eene ongemeene hoogte, hetwelk het dijk-leger in be-
weging bragt. De laatste dag was droog.
FebrvariJ.
De vier eerste dagen bleven genoegzaam droog en stil;
doch nu volgde tot aan den S*** regenaebtig, ruw, en on-
stuimig weer , en tegen den ochtend van den laatsten dag
onweer. Vervolgens had er ligte vorst plaats met sneeuw;
welke echter slechts tot den ll*^ aanhield, en waarbg
de Thermometer niet beneden 22o en 23» Fahrenheit was
< gedaald. Het water in de rivieren bleef bij voortduring
verhoogd , waardoor de dijken veel te ligden hadden , het-
welk eene aanhoudende waakzaamheid noodzakelijk maak-
te. Na het midden der maand bleef het water afvloeijende,
en was het weer nu wijders ongemeen zacht, meestal
droog en stil. Er deden zich nog wdi wederom enkde
malen onbeduidende nachtvorsten gevoelen , doeh deze wer-
den dan door ongemeen heldere en voer het saisoeo fraaie
en warme dagen opgevolgd. Op den 25^*~ , 26»«- en 27*^
bereikte de Thermometer van Fahrenheit reeds 62^^ en 6K
De landen waren meermalen des ochtends met dauw ova^
dekt , geligk in den nemer (t),
(1) Men Tindt de volgeode bijvonderhede» oiatreiit êt weenf^eiltU-
heid dezer maand eo de daannede m Terbaod staande , Txo^gtiidis ack
ontwikkelende, groeikracht , waardoor lich deie maand onderscheidde,
in de dagblaclen yan dezen tijd opgeteekend.
Uit Apeldoorn wordt , als eene bijdrage tot de Toortdureode ladite
weersgesteldheid, gemeld: «dat aldaar crooussen^ mamndrozen «
aardappelen reeds bloeijen , terwijl de Pyrus s^domm even ak de (»-
Digitized by
Google
GESTELDHEID van het WEDER, 3
Staart»
Oiiichoori dé vier eerstft dagen tamelijk zacht en groo-
teodeela droog waren, toö kreeg het wéér echter, reeds
van het begin der maand , een schraler aanzien. Er volg*
den na eenige regenaefatige dagen. Yan den 7^^ tot den
13^~ badden er nachtvorsten plaats, die een en anderroa-
len Van fraai en helder weer over dag gevolgd werden.
Van den 14<>~ t6t b^nti aafl bet eind der maand, viel er
reboom in Tollen bloei slaan. De Lontcera caprifolium u met bladen bezef,
en vertoont bloemknoppen. De knoppen der overige bloemheetters ,
Tracht - en T?oudboomen beginnen te zwellen , gelijk andera in het
laatst Tan April. Ook de gras- en klavenrelden zijn meer dan twee
maanden Toornit.** fiierbi} werd gevoegd een uittreksel uit het men-
gelwerk der Vaderlandsche Letteroefeningen voor 1 807 , waarin melding
wordt gemaakt van zachte winlera, met welke de tegenwoordige kan
worden vergeleken , als van 1289, 1420, 1524, 1538, 1572, 1585,
1607, 1609, 1617, 1622, 1659, {Amh. Courant van 5 Febr. 1846).
Te Arnhem werd op den 9den , 's avonds f e elf en een half uur eene
ligte aardA^Iuidditig getoefd, welke drie of vier seconden aanhield.
Eebigé oogeAbKkken later, ontsloild een vrij hevige storm. De barome-
ter tcelMnde 1» onder 0. De wfnd W. Z. W. Sommigen meenden in den
nndit van 81 Januarq jl. omstreeks 2 oren hetzelfde naluurverachijasel
te hebben waargenomen , {Amk, Courant van 10 Febr. 1846).
Op het laatst der maand stonden de krui»bezièn genoegzaam in het
volle blad, en andere heestere gedeeltelijk, tten had reeds zwaluwen
gezien en kapelten. Pérzikken tn abrikozen stonden op gunstige siellhrgen
hier eil daa^ in blóél , als ook de aoi'dbezfëkk , waarvail soinmigeit reedt
tiodit begoHAeift te taten. M«é zag reeds doperwlen en grooteboonen
grodjcn. Er waren er te Zoelen gezaaid , die thans 9 dnimeil hoogte had*
den , waaraan de bloei zigtbaar was. Ook uit Sneek werden dergelijke
berigten medegedeeld. Men rooide reeds hier en daar nieuwe aardap-
pelen, die in Augustus waren geplant {Utrechtsche Courant van 2
Maart 1846). Men hoorde reeds in deze maand, meetlen, en andere
▼ogels, en zelfs déh nachtegaal hun voorjaart-zang aanhefTen, {Vtrtchi-
9che Courant van 6 en 9 Maart 1846. Groninger Courant fan Maart
1846).
Digitized by
Google
4 GESTELDHEID tan het WEDER.
meestal eiken dag meer en minder regen , na en dan
sneeuw ; er hadden hagelbuijen plaats op den 17^^ en 18^*,
en nachtvorst van den 2V^ op den 22"^ y waa^hy de
Thermometer op 26^ en 27^ Fahrenheit daalde. De laal>
ste dag was droog en helder.
Over hei geheet was de maand Maart , ala naar g^
woon te, nat, kond, en guar. De wind was over hei ge*
heel Zuid- en Noord-Westelijk gebleven. Op den laatstee
dag liep dezelve voor eenige uren Noord-Oostelijk.
De ontwikkeling van alles werd dan ook in Maart aan-
merkelijk tegengehouden, in betrekking tot het yooroit-
zigt, hetwelk men van den voortgang in Febr. had opgevat
April.
Na den eersten dag , die fraai en helder was , viel er
op den 2^^ regen des middags met onweer in de verte (1)
terwijl het weer vervolgens winderig en onstuimig bleef,
op den 1^^ en 12*"» , dagelijks vergezeld van veel regen
en nu en dan hagelbuijen.
De rivier de Lek verkreeg tegen het midden der maand,
onder Zuidelijke en Zuid- Westelijke winden , een' onge-
meen hoogen waterstand, waardoor de uiterwaarden oa-
derliepen ; doch deze werden onder begunstiging van Noor-
delijke en Noord-Oostelijken wind , weldra van het water
wederom bevrijd. Van den 12*^ tot den 14**° had delucbt
onder Zuid-Oostelijken wind , eene zachtere hoedanigheid
aangenomen , waarbij de Thermometer , kort na den mid-
dag , van %4^ tot 68o Fihrenheit bereikte. Van den 19^
tot den 23*^ lieten zich tamelijke nachtvorsten gevodea,
onder droog weder overdag ; doch weldra viel er schier
eiken dag regen , en bleef de lucht over het geheel koud;
(1) Dit onweder woedde op eene hevi^ wijze in de omitreken tan
Antwerpen^ waardoor huizen in brand geslagen en mentcfaen gedood
werden, {Kamper Courant Tan 20 April 1846, en andere dagbladen).
Digitized by
Google
GESTELDHEID van het WEDER. 5
soodat dan ook de T^tade, hoewel vooniitgegaaü , geens-
sina die vorderingen maakte , welke vroeger waren te ge-
moet genen. Op het eind der maand had echter de Na-
tuur sich in een' tamel^k groepen dosch getooid , en nog
een Toordeeliger aanzien verkregen , dan zulks in de mees-
te jaren het geval is. April telde echter slechts vijf of zes
volkomen drooge dagen , en had de zon zich slechts op
enkele dagen ^ gedurende eenige uren , doen gevoelen.
Hel.
Crednrende het eerste derde gedeelte der maand was het
wéér bij afwisseling droog en regenachtig, en hleef het-
zelve over het geheel, onder meestal Noordelijke winden,
nog dezelfde gesteldheid van April* behouden , hoewel nu
en dan een* zachteren aard aannemende. Van den 11*^ tot
den 15^^, hadden er, na droog weder overdag, vrij ster-
ke nachtvorsten plaats. Van den 16*" tot den 21«^*» vie-
len er dagelijks regens, en wel op den IS***» en 19*^,
zware buijen met onweer in de verte en onstuimigen wind.
WQders bleef het wéér droog, doch onder voortdurenden
Noordenwind, eenigermate schraal, terw:yl ook de nacht-
vorsten nog niet terug waren gebleven.
Op de eerste acht dagen dezer maand had er ongemeen
sterke veendamp of zoogenaamde haar ^ rook of spaak
plaats , welke de dampkring ten eenemale vervulde , zoo-
dat zi) bij het ondergaan der zon een vuurrood aanzien
verkreeg. Deze damp maakte het verblijf in de buiten-
lucht niet alleen onaangenaam, maar dezelve drong zelfs
tot in de huizen door. (1)
(1) Men zie de klagten over den Veendamp uit Ossneg en West-
foUn^ in het Algemeen Handelsblad yan 11 Junij 1846, en eenig»
andere dagbladen dezer ma9nd.
Digitized by
Google
(i GESTELDHEID van het WEDER.
Wijders blMf het weer tot aan deo 23*^ geheel dreeg,
onder beetendigep Noordenwiad. ladieo al op eakele phMU-
sen in de Pro?iaeie au ea dan r^teovlageq mogten sQn ge-
vallen j zoo waa dit ia en aai de Stad Uirechi — indien aien
een voorbQgaaade enMaideade etafregea ia den ochtend
van den 11^** aitapnderd — geeafyina het geval; aoodal
dus het yerlaageq naar regea vaoi: tain^ en veldgewasaoi ,
en niet minder ?Qpr de waterbakkea , yeer groet werd.
Inmiddels was de warmte , bij een' bestendig helderen
hemel en algemeene windstilte nu en dan tot eene aanmer-
kelQke hoogte gekloamep , zoa^ 4e T^efmometer op den
19^ en 20*^ 80^ en op d^n 32>^ , des middags te 2 uren,
8$^ bereikte, hMji^eiide te 5 qrea nog 85o FAURia^iifiiT
behouden. Deye tempi^ratpuf w^ te opiaerkelüker , in
a^mmerkiag gepemep dep N^vdemifei) wind, waaronder
jeyelve plaats Md.
Op den 93^"" viel er , na eep^ zpp geed als volkomene
droogte van 23 dageq , VQor bet eerst een verkwikkende
regen, welke licb d^ nachts daaraan volgende herbai^de,
aijnde de wind door het Ooaton Zuidwaaris gekeerd.
JTuUJ.
Deze maand kenmerkte zich door afwisseling van droog-
te en regenvlagen , met dcforgaande warmte. Hoewel ech-
ter op meer dan d^ helft der dc^fep meer of n^inder orer-
vloedige regens vielen , zoo had zulks alechts bj} Misscken-
poezen plaats, ea had het wéér over het geheel eeae
ongewone vastheid aangenonien f ^nde de wind meestal Zui-
del^k en Zuid- Westelijk , in bet If^itst der maand i|ieer Oos-
telijk en Noord-OostelDk geWevea» In Iwt begi? der maaqd
steeg de warmte aanmerkelijk, zpodat de Thern^cMiieter,
op den 4**° en 5**" , 84® en 86° Fahrenheit bereikte. Ver-
der bleef de warmte meer gematigd, doch dezelve klom
in het laatst der maand , namelyk op den 24*^^, 30*^<» en
31»^«», wederom tot 84^ en 85. Op den 5^, den 14*«,
Digitized by
Google
GESTELDHEID tan het WEDEIL 7
en 26***^ hadden in ea om de stad Utrecht ligte en Toor-
liQgaande onwedera — op den laatvten dag 's ochtends te
8 uren gepaard met hagelslag — plaats ^ die echter el^
den 9 namelijk in Noord-Holland ^ Noord-Braband en
Gelderland^ meermalen en zwaarder werden waargeno-
men, vergeseld van vemielenden hagelslag, en onheilen
van brand (!)•
Over het geheel ^as bet wéér , over de geheele maand ,
alleraangenaamst, sQnde hetzelve slechts eenmaal, gedu-
rende vi^reiltwintig uren , nameli|k na het onweer van den
5^^ 9 eenigermate onstuimig geweest , terwj)l er overigens
algemeen windstilte plaats had.
Angustits*
Van den 1*^ tot den 8"^*°, was de warmte buitenge-
woon, bereikende de Thermometer nagenoeg bestendig
aan 's Rijks Veeartsenijschool de hoogte van 80» , 86o en
89o — binnen de stad Utrecht 90» en 91» Fahrenheit,
terwijl dezelve meermalen des avonds te 10 uren nog 76o
toekende, en des nachts niet beneden 7(K> en 72' daalde.
Er hadden nu en dan , en wel op dèn 6*~ , 6^^ , 7**" en
8*^^, soo in Utrecht als elders ligtere en zwaardere on-
weders plaats^, welke in verschillende streken onheilen te
weeg bragten , zijnde zoowel menschen als vee daarbij ge-
dood geworden , vergezeld van meer of min overvloedi-
ge regens (2). Opmerkelijk was het, dat deze onweders
(1) Sioaiscourani van 20 Julij 1846. Uiteclusiiie Courant fan
29 JuUj 1846.
(2) Op den 2den Au^iusttM werden te Betmeveld (Vrorinde Dren~
the) een Herder en 22 schapen door den bliluem getrolTen èn gedood,
(ÜtrecKtBché Courant Tan 10 Augustus 1846). Op den 5den sloeg bet
weder buiten de Waardpoort te Utrecht in twee huizen , zonder echter
aanmerkeiyke schade te hebben nagelaten, (Utrecktsche Courant Tan 7
Augs. 1846). Op den 7den had er allerzwaarst onweder plaats , rer^
Digitized by
Google
8 GESTELDHEID van het WEDER.
geene aanmerkelijke verandering in weersgesteldheid of
verkoeling in den dampkring, geUjk zolks anders gewoon-
lijk plaats vindt , veroorzaakten , maar deze zich onmiddel-
lijk als herstelde y en op nieuw eene warme gesteldheid
aannam.
Na den S*'^» ging wel de hitte der vorige dagen voor»
bij ; nogtans bleef de dampkring steeds eene standvastige
temperatuur meestal van 70^ — ^73o en 749 Fahrenhëit be-
houden* Er viel slechts spaarzame regen , namelQk op
de avonden van den 18^^ en 19^^, en meer aanhoudend
op den 20^ en 21-*«.
Overigens bleef het wéér bestendig droog « sQnde de
lucht y met uitzondering van eenige dagen , namelijk
den 20*^ tot den 25*^ » gewoonlijk helder. De wind
gezeld van hagel- of lierer Tao een ijsregeo , teRhenen^ waardoor meiallces
een groot gedeelte der glasruiten aan stukken geslagen , maar ook de
veldgewassen , bepaaldelijk de boekweit en tabak, Tolkomen Terniekl
werden. De schade werd op niet minder dan ƒ 80,000 begroot,
(üirecAische Courant Tan 10 Augustus 1846).
Van Terschillende kanten werden berigten medegedeeld, wegens bet
doodblijven van menscben en dieren, ten gevolge der aterke hitte.
Zoo werd uit Leeuwarden gemeld , dat op den 2den , nabij Doekum^
Tier Tette ossen dood op het land zijn gebleven , terwijl in de omstre-
ken nog verscheidene andere koebeesten gestorven waren , (Algemeem
Handelsblad van 6 Augustus 1846).
In de Haarlemsche Courant van 16 AugusL 1846 , vindt men op-
geteekend, dat in Vriesland alleen ongeveer 20 personen, ten gevolge
der ongewone en aanhoudende hitte , zijn bezweken. De hoogste stand
Tan den Therm. was bier geweest 90 Fim. In de Groninger Cow
rant van 11 Augs. 1846, wordt mede vermeld, dat verscheidene
werklieden , ten getale Tan 11 , die bij name worden genoemd , aldaar ,
als ook te Kampen en elders , hierdoor zijn omgekomen , om van an-
dere ongelukken , hetzij door de heete weersgesteldheid , of door on-
weders, welke om dezen tijd, in verschillende streken hebben plaats
gehad , zijn teweeg gebragt , waaromtrent in verschillende andere dag-
laden berigten zijn gfgeTen , niet te gewagen.
Digitized by
Google
GESTELDHEID tan het WEDER. 9
orerhet geheel tot den en met den 21*^ Oostelijk, Zuid-
OottelIJk en Zuid- Westelijk , na dezen Noord-OosfeLjk.
September.
Ook na bleef het weder eene warme en drooge gesteld-
heid behouden 9 onder Oostelij ken, doch meest Noord-Oos-
telJJken , wind. De Thermometer bereikte nog wederom
een en ander maal, namelijk op den 6<^ en 7^^, 80^
en 790 Fahrenheit. Ep had nu en dan des avonds , zoo
■alt op den 6*^ en 8**" onweer in de verte plaais (I). Op
den 9^^ ontstond, nadat reeds in den morgen, te half 6
uren , donder was gehoord , boven de stad Utrecht , een
hevig onweder met feilen hagelslag en stortregen, waar-
door veel schade aan gewassen en glasruiten werd toege-
bragt (2). Het wéér zette zich echter hierna wederom tot
droogte , hoewel de lacht donker bleef, en zich na en dan
tot regen scheen te zetten , blijvende de warmte onder
eene afnemende teniperatuar van 75o — 70o , en later van
680 — 65* Fahrenheit aanbonden. Op den 18*~ nam het
weer eene meer koele gesteldheid aan, er werden den
20*^ reeds nachtvorsten waargenomen. Van na af vielen
er tot het laatst der maand meestal dagelijks overvloedige
regens, onder Noord-Oostelij ken en Zuid- Westelijken en
Zaid-Oostelijken wind.
October.
Hoewel het weer gedurende deze maand , over het ge-
heel droog en vast bleef, zoo vielen er echter tasschen
beide 9 en wel van den 6<^ tot den 11^^, alsmede vanden
14^*» tot den 38*^ , meermalen regens. Op den 8*^ had er
(1) Dit onweder bad heviger plaats in deomstrelen Tan Rotterdam^
alwaar te Kethel een hooiberg in brand werd geslagen, (Uirechtsche
Couroni Tan 9 September 1846).
(2) Vireohtsche Courant van 11 September 1840.
Digitized by
Google
10 GESTELDHEID tanhetWEDEB.
onweder plaati. Van den 21*^ tol den 23*^ wat de lacht
onstuimig ; doch overigens kenmerkte ook dexe maand xich
door windstilte, xijnde de wind meest Zuidelijk en Zoid-
Oostelijk , slechts enkele malen Westelijk en Noord-Weste-
lyk geweest. De les laatste dagen waren doorgaans hel-
der , lacht en aangenaam. Van den 24*^ en later deden
sich nachtvorsten gevoelen.
November.
Tot aan den 20^*° bleef het wéér standvastig en droog,
onder Zaidel(iken) Zoid-Oostelyken en Noord-Oostdijkea,
wind. De vier eerste dagen varen fraai en helder; de
laatste, nadat de mist was verdwenen. Er hadden van
nn af tot den 12^*", nachtvorsten plaats > en deed de lacht
sich koud gevoelen. Later werd de weersgesteldheid we-
derom sachier, bij een' doorgaans donkeren dampkring;
de ochtenden waren veellQds mistig. Op den 18*^ en 19^*
viel er eenige regen, «ijnde het eerste water, dat na den
23*^ October , en dus sedert 26 dagen » was gevallen. Er
werd, ten gevolge deser aanhoudende droogte, hier en
daar gebrek aan drinkwater gevoeld, en werd de scheep*
yaart op de rivieren, wegens den lage» waterstand, onge-
meen belemmerd , ieu , hetwelk voor dit saisoen als eene
zeldxaamheid was te beschouwen. • Na den 20**^ vielen
er, ofschoon niet dagelijks, tamelijk overvloedige regens,
waardoor in de behoeften aan water werd voorzien. Het
weder was, na langdurige windstilte, of enkele dagen,
bepaaldelijk om en met den 22P^ onstuimig ; doch zulks
duurde niet voort, daar de lucht weldra tot de vorige rus-
tige gesteldheid terugkeerde, blijvende de wind doorgaans
j2uid, en Zuid- Westelijk.
Op den 80*^ viel er des avonds eenige sneeuw»
Digitized by
Google
GESTELDHEID TAN HET WEDER. 11
Beeember*
Deze maand begon met vorst , welke tot het eind der-
xelve, met enkele tasschenpoozen van dooi-weder Toort-
daarde. De eerste T^f dagen waren donker en mistig. Op
den 64« wfts het wéér ontladen i en defie dooi hi^ld aan
tot den 18*~, pis wanneer er aneeiiw viel, hetwelk in
groote mate tot den 17"^ aanhieU^ aoodat df» grond met
eene fwnre laag bedekt werd , en waardoor de gf meensobap
op vele pJciatsen werd belemmerd* Men bad reeds , van
den 9^ tot den 12^^, des avondl weerliehten opgemerkt*
Op den 14^^ brak, ia den voormiddag ongeveer te 1 le-
uren , boven de stad UireoAi een hevig onweder uit , bet-^
-welk langer dan een uur aanhield i waarb|i in bliksem
tot drie malen in den Domtoren sloeg » zonder echter aan-*
merkelijke schade of onheilen te verwekken (1). Sedert
iea 19^9 nam de vorst in sterkere mate toe, «oodat de
Thermometer van Fahrknheit op den 12^^ op 3I0P , en op
den 13*~ op 17°, doch op den 18*»« op 3'^ en 4^ boven O
daalde des morgens te 8 nren. Op den 19^*° viel echter
de dooi krachtig in, die ook reeds op den 17*^ overdag
had plaats gehad , met regen , welke tot den 23*^*" aan*
hield , waardoor de sneeuw al spoedig verdween. De vorst
intosschen hervatte zich reeds op den 23*^, en duurde
nu tot het laatst der maand, met afwisselende sterkte,
▼oort , terwijl er ook nog tot den 22*^ wederom sneeuw
viel. Credurende de drie laatste dagen , viel de Thermo-
meter wederom op 15^ en 16^, des ochtends te 7 uren,
terwijl dezelve op den 31*^ , te 6 uren, op 11^ werd waar-
genomen.
(1) Utrechtêche Courant van 16 Dec 1846. Dit onweder had ook
elders gelijktijdig plaatü , zijnde onder Soeterwoude (Pror. Zuid- Hol-
land) twee schapen door den bliksem doodgeslagen, (Algemeen Han^
delsblad yan 19 Dcc. 1846}.
Digitized by
Google
12 GESTELDHEID tan het WEDER.
De wind was , gedurende de geheele maand, meest Z. O*
en N. W. , eenige dagen ook N. O. , Z. en N. W. gebleren.
Het laatstrerloopen Jaar heeft xich dos onderscheiden
door een* ongemeen xachten winter en een' baitengewoon
warmen en droegen somer , welke weersgesteldheid tot laat
in den herfst heeft yoortgedanrd. Dezelve had op de ve-
getatie van schier alle veldgewassen en boomen een' krach-
tigen invloed ; zoodat niet alleen alle granen en vruchten
yroegtQdig ingezameld en van den akker verwijderd' wer-
den, maar zelfs op vele plaatsen sommige planten en
vruchboomen , als appel- en pereboomen , en zelfs draiven
ten tweedenmale bloeiden , en , ia enkele gevallen , hier-
yan rijpe vmchten voortbragten (1).
Wijders heeft zich het afgeloopen jaar gekenmerkt door
buitengewone windstilte, zijnde zelfs de gewone herfst-
stormen in geringe mate waargenomen.
(1) Voorbeelden hienran rindt men onder anderen medegedeeld in
de üirechUche Courant Tan 6, 16, 19 en 80 OcL lS4Sw; in de
HaarUfMchê Ctmnmt Tan 81 Oct. 1846; in het Algometne Bm^
^hbiad van 26 Oef., 18, 28, 26 Nofember 1846, en in andere
dagbladen.
Digitized by
Google
1. J.AR\V£. Volgens de berigten van de Provinciale
Commissie van Limbarg slaagde de Zomer-Tarwe tame-
Igk goed en gaf tot 15 k 16 mud per N. B. Dit graan
echter wordt aldaar weinig geteeld om in de behoefte van
andere granen te kunnen voorxien ; het sou lekerliyk meer
verbouwd worden, indien het een meer voedzaam brood
opleverde.
De Winter-Tarwe scheen vooral aanvankelijk en in ver-
gelgking met de Rogge voordeelig; doch, bij de inzame-
ling en de dorsching bekwam men de overtuiging , dat
men zich te zeer gevleid had ten opzigte van de opbrengst 9
die hoogst middelmatig was, en niet meer dan 13 mud
in het algemeen opgeleverd heeft. Stroo was er weinig en
dit zeer kort, doch zeer voedzaam.
De hooge prijzen der Tarwe zouden evenwel eene ver-
zachting in den rampspoedigen staat der Landbouwers ge-
weest zijn , indien zij dezelve verkoopen en daarmede hun-
ne pachten en andere noodige uitgaven betalen konden 9
doch dit is het geval niet; want door het b(jna geheel ge-
brek aan Kogge zijn zij genoodzaakt het grootste gedeelte
hunner Tarwe tot brood van eigene behoefte te doen die-
nen , en gelukkig acht zich de Landbouwer die een derde
deel zijner gewonnen Tarwe ter markt kan brengen.
De hoedanigheid der korrel is zeer goed en zwaar, doch
de schaarsheid van het stroo veroorzaakt door de hitte en
groote droogte heeft de opbrengst grootelljks verminderd;
Digitized by
Google
14 TARWE.
ook is dese meer yoordeelig io de vochtige , daD in de
hooge en drooge gronden geweest.
Alhoewel zeer hoog in prijs tot/ 11.80 kfl2 het rond,
is het onderscheid in prijs van Tarwe en goede Rogge zeer
kelin, en in den zaaityd kon men Tarwe tegen volmaakte
goede Rogge a pari omwisselen.
In Noord-Braband heeft de Tarwe, waarvan de
knltanr zich bijna nitsluitend tot de kleilanden bepaalt,
zeer ongelijke uitkomsten opgeleverd, welke echter daar,
waar zij fneest bevredigend was , naaaweligks de helft vaa
een gewoon gewas bedragen heeft. De nitzaaijing in het nn-
jaar van 1845 was buitengewoon gunstig ; in de hooge zware
landen van het Arrondissement Breda stond het gewas
vroegt^dlg goed en welig (e veld, terwijl hetzelve gedu-
rende den zachten winter , uitgenomen door de slakken ,
weinig leed. De verdere ontwikkeling in het voorjaar werd
door de natheid terug gehouden , waardoor de planten ver-
zuurden en verkleurden , ioth zich schQnbaar weder her-
stelden; de daarop gevolgde buitengeWoile droogte beeft op
de Tarwe , wat kwantiteit bcftreft , zeer nadfipelig , doch op
de kwaliteit zeer gunstig gewerkt , zoa dat men berekenen
kan , dat de afkomst niet booger dan 12 k 14 nradden , en
van de beste 20 mudden per bunder bedraagt; het graan
laat in kleur en gewigt niets te wenschen oven
Treuriger tras het fn de ligtere en oter het algemeen
lagere klerigronden in de landen van Heusden en Aliena
gesteld. Hoetéér de Tarwe voor den .Winter goed op-
kwam, leed 1^ al dadelijk door het hooge binnenwater,
waardoor de meeste akkers dras geraakten. Aan vele oo^
den moesten zQ, zoodra daartoe geregenheid was, omge-
ploegd en met zomervrudtten bezaaid worden, welke mee-
rendeels wegens de vroegere natheid mislukten; bet over-
geblevene groeide dun en spilKg op, zoodat er weinig
stroo en in evenredigheid nog minder graan van den ak-
ker kwam; hierbij kwam, dat in eenige gemeenten net
Digitized by
Google
TARWE. 15
name in die Tan Almkerk^ Emmiokhoven^ Bussen, Meeu»
tven en meer anderen de muixen lich in eene yenchrik--
kelyke menigte rertoonden en groote verwoegtingen aan-
rigtten, xoodat een aantal bandera, die kort voor den
oogst nog eene tamelijke opbrengst beloofden, ter naan-
wemood bet nitgexaaide graan terug gaven. Dooréén ge-
rekend , heeft een bunder Tarwe in dexe streken niet meer
dan 6 tot 12 mndden, dus gemiddeld 9 mudden van uit-
muntende kwaliteit afgeworpen. Aan den MaascUjk is de
koltuur yan Wintergraan wegens de aanhoudende over-
stroomingen en de hoogst gebrekkige waterlozingen bijna
geheel verlaten, xoodat er geene Tarwe van eenig aanbe-
lang gexaaid Is. De weinige op xandgrond gexaaide Tarwe
heeft dit jaar in vergeli)king der Rogge xeer goed vol-
daan, en dit xoude nog meer het geval geweest sQn, in-
dien xich de roest even als blf de Rogge, dotb in eeneii
minderen graad , niet vertoond bad« lotussdiea xal dit bij-
dragen , dat er in het vervolg op daartoe geschtkle gron«'
den in de xands treken meer Tarwe xal gexaaid worden»
Zoo lang de koltuur xich tot enkele stnkken bepaalt, beeft
de Tarwe te veel door het klein gevogeltote lieden, dat
daarin groote sekade veroorxaakt, waardoor meoig land*'
bouwer is afgeschrikt geworden; doeh welk bexwaar greo^
«endeels bQ eene meerde uitbreiding der Tarwe^kuktfur
Tervallen xal, als wanneer het gevogelte zich meer xid
Terdeelen, xoo als dit aanvankelijk reeds hi ee»ig0 g^
meenten bepeurd wordt.
Over de vooruitzigten van den volgenden oogst, vak
nog weinig te xeggen. Het nieuw gexaai is geed opgeko-
men, en stond tet de ingevallen vorst Xeer geed« Aan
Tele oorden is xelfh onder de sneeuw, al wal groen was,
tot aan den grond toe door de muixen afgevreten, doch imÉ
de wortel niet beschadigd is« baart dit minder bekommering.
Het Lid Correspondent F. van Duinbovbm te Cwyk bij
Crrave berigt, dat de Tarwe in de cantons Jtavesitfn^
Digitized by
Google
16 TARWE.
Grave en Boxmeer in den Winter door het water veel ge
leden heeft, en in den Zomer soo alt algemeen alfer-
lei tegenspoed heeft gehad, soodat er doorgaans maar j- Tan
den gewonen oogst is gekomen ; de prys was na den oogst
tnsschen 10 k 12 gnidenhet mnd^maar werd later dnnrder.
Uit Zeeland meldt de ProTinciale Commissie, dat
in het najaar van 1845, de beploeging der landct^en,
met vri] gunstige omstandigheden gepaard ging, soodat de
zaaijing dezer wintervrncht algemeen voordeelig mogt ge-
noemd worden; alleenlijk werd men op onderscheidene
plaaUen door de slakken gekweld, waaraan het mialnkken
van enkele partijen, en het achterwege bleven van rele
planten, inzonderheid op lage gronden, moet worden toe*
geschreTon; overigens waren zoowel de zachte Winter^
als warme Zomerdagen, dit gewas zeer gunstig, en oefen-
den vooral op de hoedanigheid van het graan eenen voor*
deeligen invloed uit; terwijl de tQd der inoogsting zich
door bmtengemeen . schoon weder kenmerkte, en in dien
opzigte met den oogst van 1845, een gunstig verschil
daarstelde. Nogthans liet de opbrengst algemeen veel te
wensohen over, aangezien de gedorschte hoeveelheid naaa*
welijks twintig mudden per bunder opleverde; zoodat zon-
der de hooge opdrijving der prijzen die gedurende het af-
geloopene jaar gemiddeld è ƒ 10,32 per mud zQn geweest,
de geldelijke baten van dit gewas als gering zouden moe-
ten beschouwd worden.
Uit het district Ter Goes wordt berigt, dat de korrel
goed en zwaar was , echter zeer bezet met de zoogenaamde
poppen of wankorrei,.'tgeen aan het natte vooijaar wordt
toegeschreven. Het stroo was goed, maar niet overvloedig*
De Provinciale Commissie in Zuid-Holland berigt
bet volgende:
De kwaliteit der Tarwe is zeer goed , maar het beschot
is over het algemeen , niet meer dan drie vierde van een
gewoon gewas.
Digitized by
Google
TARWE. 17
' üp Gwihreede em Flakkee^ rekent méa da WinCer-Tar-
-mm op itS'iiRiddeD per bunder en de Zomer- Tarwe, welke
yeel ninder van kwaliteit was^ op 17- mudden.
lo de Bi^wrlanelenj Lande van Slrytn en bet eiland
Dèrdffeckty alwaar de Tarwe het boofdpiodnct is, en men
meer dan gewoonlijk daarvan had uitfs^ezaaid , uithoofde
Tan bet mislukken der aardappelen in 1845, ook wel op
gronden welke daartoe minder geschikt waren, wordt de
afkomst berekend op niet meer dan 18 mudden.
In Foorne ^sk Puéiem en op bet eiland Mo%enburg , in
den Zwyndrechischen fFaard en Lande van Ysseltnonde ,
Dvordt de opbrengst gerekend van 10 tot 16 mudden , doch ia
4e kwaliteit mede sseer goed.
In Beiflsland en het Westland i wordt de afkomst be-
rekend Tan 25 tot 30 mudden per bunder; doch <ip. de lar
ge gronden had desblve^, in het voorjaar, veel te l^den
gebfid vim :de hooge waterstanden.
In Mynlandi ia den Mblasserwaardj Lande van Via-
nen^ van Arkel en Leerdam^ was de afkomstmede maar
ilii4d^matig,:.dodi de kwaliteit goed.
Het Tarwe*fitroo is zeer goed ; de pr||sen ^a niet hoog
«o er wtordt veel ui^evoerd.
De nu te veld staande Tarwe, aiond goed, doeh h««fit
mp vele plaatsen zeer veel geleden door de muizen , welke in
se^r groot . aantal overal de wintervruchten veel nadeel
gedaan hebben, doch nu wel zullen verminderd z(jn,.door
ie afwisselende vorst « sneeuw en dooi.
' Vaa wiege het Depivrtement 's Gravenhage veHieemt men
•4at dit g^was %6i uitmuntend geslaagd üs, dat men er
«ieh bijna geen voorbeeld van herinnert. De afkeoMtt van
het nieuwe land (z^nde de tweede schoof na .^e klai^r)
ietvert, door^o» ruim 40 mud per hunder op.. De gewas-
sen waren al vroeg aan den grond, door de buitengewone
jKwaartè, waardoor veel vreee voor bUnsmw etk schot <int-
stond; doch de sbnhoudende droogCe» juist gedurende al
2
Digitized by
Google
18 TARWE.
dB dagan der rgping, bragt er eene zoo groote devgd-
xaamheid in,- dat ook de kwaliteit uitmuntend iji» daar
dezelve, door één, 78 Ned, ponden het nrad weegt,
ja, sommige, partgtjes 80, en er roode wordt geToodea
van 84 Ned. ponden. De prijzen zijn mede hoog vaa / 11|
tot / 12| het mud.
Daar men, na de klaver, gewoonlijk late aardappdci
zet, en die vrucht in 1845, door het bederf, zeer weimg
voedsel uit den grcmd heeft geput, konde het iivel niet an-
ders , of het Tarwe-gewas moest zeer zwaar zi|n.
De Wittingtonsche Tarwe is , even als de roode -ca
gewone Zeeuwsche , zeer goed geslaagd , doch blijft
d^ bakkerij , van wege den dikken bast of zemel , en
door meerdere afval, minder begeerd, waardoor de prgi
al ligt 50 Cts. per mudde minder geldt.
Het stroo geldt van / 8 tot / 10 de 1000 Ned. póodea.
Dit gunstige berigt uit het Weêtland, is op andere stre-
ken niet van toepassing^ alwaar het beschot veel minder
geweest is.
Gunstige berigten aangaande de kwaliteit zQn oTer de
Tarwe ingezonden van wege het Rotterdamsch Departe-
ment der Maatschappij , doch heeft dezelve over het alge-
meed een klein beschot opgeleverd.
In het westelijk gedeelte der stad Delft was, Tolgeas
het verslag van het Departement ingekomen, het geww
goed.
In het oostelijk gedeelte slaagde de Tarwe in den beffit
en ook. gedurende den zachten winter van 18f| uitnemend,
zoo dat ze in het laatste van Februarij 1846 twee maan-
den in groei vooruit was. In Maart kon evenwel dit ge-
was dit voorregt niet handhaven; eensdeels ^ omdat de
gronden, bij gebrek aan wintervorst, stug en kil waren;
Miderdeels , de warmte waaraan de planten in hare verdere
ontwikkeling behoefte hadden , ontbrak , maar door het
schrale en koude weder vervangen werd.
Digitized by
Google
TARWE. 19
Het gewas geraakte deilialTe aan iiet kwQifen» Werd
geel en kreeg eéne menigte dorre hladerea; waarvan sick
BttABffaand, alleen die stokken' herstelden » welke kloek en
krachtig waren.
Het beschot was seer matig , sleehts 18 mnd per bun-
der, de kwaliteit uitmnntend, de prijs Toldoendé.
Beschot per bunder, in het westelifke^ 30 mudden.
PrQs door elkander per mad in beide gedeelten / 11 &
/ 11.60.
Géwigt per mad in beide streken 7S N* p*.
De Tarwe was, Tolgens het Departement Sasêenhejfmy
bij uitstek goed geslaagd, en heeft eene blanke korrel op-
gtlererd, IiQ den voldoenden nilslag x^a de preien hoogt
aoo dat dit gewas den bonwmtdi voordeel heeft aangebragt.
De prijs was van / 11.50 tot / 13 per mnd.
In het Departement Leyden Iste Distriot , c^enbaarde tUh
bimr en daar eene ziekelijke gesteldheid in de plant, waar-
door het beschot niet aan de verwachting heeft voldaan,
flet stroo was stevig , lang en goed , maar de opbiwgvt
was gering.
. In het 2de en 3de District wordt het Weimg of niet ge-
teeld.
In Noord-Holland is, naar de mededeeling der Com-
niissie van Landl)eaw, de Tarwe over het algemeen zeer
geed nitgevallea en voordeelig ingeoogst. De gemiddelde
opbrengst was 2i mud per bunder.
Ia het 7«. district heeft de droogte aan de hoeveelheid
aefaade gedaan, terwijl uit het 8*^ geklaagd wordt, dat at-
daar de veelvuldige regens en het daardoor welig opschie-
ten, rma hét onkruid den groei eenigermate .belemmerd^
hebben, hoewel in beide streken de hoedanigheid uitiMu-
tend WMMé
PiQs van een fiTeded. knudde /9 è /Ib
Het Lid Correspondent W. Bok meldt wegens Teicel,
dtt ès Tarwe over het algwiem een Inddoend gowaii he^t
Digitized by
Google
90 T A KW C
ópgéleverA; dat &ièh echter meer nog door sijne b^son-
Aeié ^ede hoawiuiiflietd dan hoeVeeUietd onderscheidde
als wellsie ' dooréén genomen, niet hooger dan 20 nrad kaa
worden gesteld; het stroo was niet lang.
' Nefigens heëfi men dit jaar eentge sporen rwa noge-
naamden- brand ta dit geWaa ontdekt. De naii^r^ ¥■■
/lOè ƒ11 por mad,
.' Gunstige bérigten ontYing de Maatsehappi) bovendien
omtrent de Tarwe, van den Correspondent J. L. Ciuu>
Stellingman , te Helder ^ van bet Departement Ia$h^
men^ van hel Lid Correspondent J. Bouwman in de Beem^
sfi$r.
* De FroTindale Commissie van Utrecht heeft aangaande
de Tarwe medegedeeld, dat deselve in het najaar van
1845 over het geheel goed te veld gekomen was, en aaa-
taiikell^k eenfn , voordeel igen groei had. Deselve werd
eehter gednrende het najaar en den Winter, bij bet aan«
hondend sacbt en open weder ^ en door natheid^ voeml
ep dé- ft ware Idcigropden, v»I door.de slakken benadeelde
In het laatst van FebroarIJ werd vooral de vroeg gt*
zaaide l^rwé, in weerwil der saohte weersgesteldheid,
geel, een verschijnsel, hetwelk men gewoonlijk siet ont-
staan, 'itêr odriake' vmi schraal .eii nat weder in het laatst
tan Maart. Thans meende laen snlks te moeten toetduQ*
ven aan eene ie vroege ontwikkeling van den groei , dair
de plant door geene Winterkoade in denzélven was tegen*
gebonden^ en daardoor eene te groote teérheid. had ver-
kreg€fn. t Dese omstandigheid deed wel geen iktnder aan
deii opgroei, doch b^mdeelde de nitstoeling der plaitt
watfrvan het gevolg is geweest v dat er weinig vioraMn
werden vericregen, boedel men eene gdede sohent ver*
wachtte. Deze is echter bij den dorsch tegen gevallen 9
kunnende op niet' ineer dan raim ^ Jnad vas de vim wor-
den berekend.
De ooget nam overigens reeds in het laatst der raaaad
Digitized by
Google
T A R W E. 31
Jq19 em aant^aiig, en'wM >oor0p#ett^, irifgidft ook hit
graan van eene deagdzame kwaliteit.
De pyycen i^aren VaR /ll.DO A /12eO' bet miH. *■
Dli ia het mjf»r rêB 1849 g^jsaafde TW^ 'te^ wegens
bét «anlieiidende diooge weder, xeer laat te veld gebh^,
doch is goed opgekomen en had veel lot gemaakt , doch
désielve is trte»k door de muitem henMleeld* •
De Apei4ndale Commissie van Geldierlaivd'lieeft hit
•navolgende berigt. De kwaliteit ilerTsrtre is iritmantend,
doch de kwMtiteit bedraagt niet meer dan twee derden
TStt eenen gewonen oogst. Op^ gemengd gronden %vas dit
gewas beter dan op zware. Op andere pinatsên Is afj- bijna
geheel misinkt, zoo als ondev de gemeente \ffar9ften en
Aerdtf waar de opbrengst niet meer bedroeg -dan een tien-
de van een gewoon gewas« Hetzelfde vond plaats langs
de IJssehevePê^ veroorzaakt door gedurige overstrooraiM-
gMI«
Men begint meer en meer de WIttinglonsèhe en Cmm-
dasche Tarwe te verbouwen ^ welke beide soorten geprezen
woorden. ' -*
In aommigi» streken, vooral itk A^'^B^^Mmue^ heeft uie
thans te veld staande Tarwe veel door^de muizen gleden.
SoMmige stokken iign voor een derde,- anderen voor eifti
vierde afgevreten. Men hoopt echter, dat ziqh dit nog
herstdien zal; zoo niet, öord^t men het btfter, die ak-
kers in het voorjaar om te bouwen dan een gedeelte te
loten sMm. De velden, welke ndet door de Éraizen gele-
den hebben, sebl}nen gunstig te zoUen nit^a)Ien«
Evenmin gunstig was de ondervinding van den • Heer
BoniDÉ VAN DER Aa* De Tarwe was weinig verbouwd)
• klein van korrel en heeft niet zulke goede uitkomsten op-
geleiverd, als de gunstige toestand > waarin z^ zich in den
beginne bevond, verwachten Jiet; als melde van den Heer
Bamn VAN Brakel ie Ldendén; z^ne Ta*we heeft niet
meer dan twee derden van een gewoon gewas opgeleverd.
Digitized by
Google
S2 T il B W C.
Ia hiH votajMr w«i wmH luid^dl door de Makken datttn
te weeg gebragt.
De ]pfoevoii met Witönglotiiehe Tarwe door den Heer
Wttswaal Ie Foofêt bQ» aitaemoAd gelokt en Tooiel ii
dit in bet oogloopenda gnii«tig oitgevallen op landen » welke
onder, water bebben geetaan*
Stakken van eediife morgene gr<iot, beide op deuelfdéo
grond CD 'onder deaelUe omaiandigbeden geaanid, beide
ook onde» water • gdoepen , gayea de iFo^ode mtkoant.
De roode Tarwe leverde 27{, de Wittingtoneehe UO
kop. Zy Hehynt dae yeel beter aan bet water wedentaad
te knnnoÉ biedett*
Een en ander ie ooraaak dat dezelve in het najaar io
groote hoeveelheden ie nitgesaaid geworden»
Bijna alle landen onder Foorêi en Brummen , waar Ta^
we verbouwd wordt, iq|n in het voorjaar « op soianii|fe
plaatsen, xelfe ook in het najaar, door het IJsselweter
overstroomd geworden. Meo kan rekenen dat hierdoor {
van het gewas verdronken is*
Tarwe welke het vroegste gezaaid is geworden in*seer
Vruchtbaar land , is het beate in het leven gebleven.
Stukken Tarwe, wdke goed gelakt zi||n, gaven 26 vim
per bunder; de vim leverde 75 kopf^en. Het raud woog
78 Ned. ponden.
Volgens het Lid Correspondent Gcmpt, ie Baienbuff^
was de Tarwe ongunstig uitgevallen.
De Provinciale Commissie Tan Overijssel deelde ons
mede dat de Tarwe eeiw goede uitkomst heeft opgeleverd*
Op enkele plaatseh had het te veel van het winterwster
geleden , om zich naar behooren te lierstellen. De balnMn
waren zwaar geladen en het koren was van de beate kwsU-
teit; 585 bunders daarmede bezaaid, worden gerekead 330
lasten opgebragt te hebben. De nieuw uitgezaaide stait
zeer goed, met uitzondering van de plaatsen, waar- de
muizen veel schade aanrigten.
Digitized by
Google
TAVRAVE. 23
In bet algttmen kMit iaaÊWfeé^ bteneb, b«t ddot bet
Departenént Devenêer medegeleeLde* *
Het Lid GemtpoDdent P. Wamsnaar, Ib £/. '^niM
Puroc^i Previocie Vriealaitd, meldl dat door den vcy
hoogea staod tbii bet water gedarénde bet najaar van ]845|
den xachteii meeatal natten winter^ gevoegd bfj de omstan*
digbeid dat men in het m^aar niet veel, althans met goed
gevolg, konde werkzaafai sign, veroetxaakte dat de grond
in bel veeijaar (1M6) ongesond en op yele vooral de za-
vigsie landtti, xeer onbrvikbaar was.
Even als op alle winte^^ewassen, bad dit ook op het
gewas der Tarwe eenen nadeeligen invloed, xoodat.men
algemeen gee&e welige stildun aantrof. Hierbij kwam
w^ dat het siróo weiirig selfstandigbeid had, het-
geen bleek, doordien bet bij den minsten regen en wind
t^en den grond werd gedrnkt en eenigzins ontijdig stierf,
ef althans tot cjfpen overging.
Velen si^en bxeftn eene soort van zi^te^ die men met
die der aardappelen in overeenstemming zoebt te brengen «
deeb de Hr. Wassenaar schrijft deze omstandigheden lie-
ver aan de bovenstaande oorzaak toe^
De nkmtmtende drooge zomer werkte biw evenwel gun-
stig, en veroorzaakte dat het schot zoowel als bet gewigt
der Tarwe, nog al wel was, hetgeen gevoegd bij de gun-
stige prijzen, den Tarwebouw tot geene slecbte uitkoni«-
zten leidde^
Ode Zomer-Tarwe werd dit jaar wederom vrig veel ver-
bouwd > en hoewel nog niet alles a%edQracht is, luiden
de berigten opzigtens den ilitsJag redelijk weL
De Hr. W. tak Pztma te Terné^trd^ meldt dat bet proi-
dukt der Tarwe is beneden dat van de gewone jaren,
maar dat.de Icwaliteit goed is, en de 'prgzen boog zijn.
De Provinciale Commissie van Gronivgen berigt iiet
volgende:
Niettegenstaande bet votbÉige najjoar van 1845 de voor^
Digitized by
Google
24 T A RW&
befdding vftQ dM «kket Ttll wal beiemnwd 4ad, wat 'de
Tarwe echter, wegens de Iraoge graanprlfxen, In goaoeg*
Mme hoevedheid nUgesaaid. Het gewaï oetwikkelde sich
boTee Terwacbtieg en stond vreeg in bet ▼oerjaar goed,
doeb heeft later en door bet nat en deor de slakken gétede»^
loodat het ia bet begin van den somer, vooral op de lage
kleigronden, niet dan weinig beloofde. De warme en drooge
weérsgesteldheid , die den ganseben eomer gdcenanerkt
beeft f soliQot echter veel tot herstel van bet gewas te heb-
ben toegebragt* Altbane Termeent men algemeen eeaea
middeimatigen oogst daanran fe hebben Ingeaamelé, wd-
ke door elkander op 20 mudden Tan bet bunder kan ge»
aohat wordea. De boedanigbeid van bet graan was bgsso»
der goed ; bet gewigt was 66 — 74 Ned. ponden ; de marictprifs
door dkander/9,00.
Stroo was er niet Teel, ook omdat bet gewas TrQ bol
stond en Troeg in de aren was geschoten, doch op de
meeste plaatsen was dit stroo goed gewennen en leTerde
een gesond Toeder toot het Tee op.
• Hier en daar eehter leed de Tarwe, even als dit net
enkele winter-granen — en in Teel hoogere mate — bet
geTal was, aan de roest j het gerolg waarsohfjnlijk van
den zeer natten nawinter, waardoor de grond in bet Toor-
jaar te Teel gesloten en het gewas hierdoor minder ge-
«ond was.
Uit deselfde ProTincie ootTingen wij de onderstaande
mededeeling Tan de kantons Appin^admm en Hogezand
Tan de9,/!^orrespondent H. H. de Haan. De^ voortdarendê
lage prijzen der Tarwe in verhouding Tan andere granen^
beeft den bouw Tan dit gewas sedert lang doen ainemen.
Ook in den herfst Tan 1845 was de uitzaai weder eenig*
zins minder dan het Torige jaar, Tooral op de gemengdt
zand- en Teengronden Tan Hogezand en Sappmneer. De
Tochtige herfst, winter en Toorjaar werkten op den groad
niet Toordeelig, hetgeen eobter grootendeela w^r door
Digitized by
Google
.'- ;> :■' T K R-\r e: :i i. t ss
laMre AHoogte én ^irarHtf» hersteld werd.: Datt dit' geWas
mn^ r<Mbt9idate, waaeraiiJket éAp\M gehe«l vbraehéood:
was gebleven, geen noemenswaardig nadeel had geleAm^
gaf hetzelve nog tannl^k sttoo» .1
- Het 'MMaoei^, hetwelk^ veor de ineegslSng vto; alle det
ptod«cten fim den landbe«w*g«nstig was,? gif:' ook 'voofc
de drooge inhaling ruime gelegenheid. Wat Jssfc hesnhoÉ
betreft, 4it vtamidiUmatig. Op de kleif eh zav^igobn-
den bedraagt de «fbrezgst van IG tot 18 ssodden, en op
dé gemengde zand* en veengtnadfia i^aq 14 Éet'.16:nnddciDi
het bunder. Het gewigt was 71 S. De prije van f^i^
tot ƒ10,25.
: De Heer 8. P. van nez Tuux ite- OUeimèt en . We^ieru/dUe
deelt meife, datditprodnctinetabe gewnii» boetodU^d uilgt^
znsdzfjnde, hoezeer hei in deaHerüit viy aidhterltjk was^rg^obd
door den zaehtMi wister kwam; de gedhurtgeiafwiteelMis
van koaüeen wacoitetia de Maand Mei, vereeffsaakte wet
cenige vertraging in dea groei, ddcK bet lavser^: eèn vol*«
doend gewas 6p, keedat inen vaa 18 tot 24 ntedden'bel
bunder» net het bmt^ngefnrpqnvgewigt van 72 (ot74pted^
heeft kunnen oogsten..
J. C BujJMoiMi uit de Provincie Groningen, bengC
dal dit gewas algemeen vrij goed deor den winter is gé^
komen» en vee 1^ eeüt geringe (loeveelheid »Uoo opleverde 1
d«A evenwel de épbrengst vso de kerrei.niet betrekking
tet die van het stro^» cedelyk goed' ie^ noemen was; De
deugdzaamheid va» de *koirrel en de voldegenhc^d' latten niets
te wenschen evecig, 4lj beiit een bqitengeweén' «Waac
gewigt
Er was gedurende dit Jaar veel brand in de Tarwej
nerkel^k meer dan in het vorige jaair. . '
De geringe opbrengst van stroo en daardoor . mindere
geilheid van het gewtis,, is veroorzaakt d^i^dien de grond
lüet los en mul is gewerden, door gebrek aan vorst ai
den vobrgilandeii winter* /
Digitized by
Google
20 TARWE — B066E.
' Gemiddeld kan men de opbresgst op 16 mndden per
bunder rekenen. Het gewigt kan men gemiddeld op 71 S
bepalen.
Het Lid Correspondent Geert Reinders berigt vit het
kanton Bedum^ dat de opbrengst aan stroo en saad bene-
den het middelmatige bleef, doch beide van goede kwa-
liteit waren.
Volgens de Provindale Commissie van Landboaw ia
Dr ent h-e wordt de Winter-Tarwe daar niet ▼etbonwd;
slechts hier en daar de Zomer-Tarwe in geringe hoeTeelheid
Toor eigen gebruik.
2. ROGGE. De Provinciale Commissie* van lambarg
deelt aangaande de Winter* Rogge mede, dat sedert men?*
schen geheugen dit graan in het Hertogdom zoo algemeen
met mislukt is ale dit jaar; er bestaat wel eeaig vencfail
Tan opbrengst in de onderscheidene districten, doch xender
uitsondering is waar, dat men nooit sulk eenen oavoor-
deeligen Rogge-oogst, dien men op vele plaatsenr als vol-
strekt misgewas kan aansién, treeft te betreurea gehad.
Vele landbouwers, inzonderheid die, welke «ohaaphoadert
zQn, hebben, na zich met veel moeite zaai-rogg& van hoa
eigen gewaa bezorgd te hebben , de dorsehing van de of»>
rige Rogge niet voortgezet, eir het arbeidsiomi niet kun-
nende uittrekken^ en hebben verkozen het stroo onnitge*
dorscht aan hunnen schaapskudde voor te werpen. Men Inn
met zekerheid besluiten, dat geen Imidbouwer^ na de
noodige hoeveelheid om zijne akkers voor het volgends
jaar te bezaaijen er van genomen te hebben , het derde deel
heeft overgehouden van hetgeen noodig was , om aan zya
huishouden het noodige brood te bezorgen^ en men kan
beweren /dat in het algemeen de opbrengst der Rogge in
het Hertogdom Vier mudden per bunder niet te boven gaat
De oorzaak van deze ramp is onbetwistbaar in de zoelbeid
van den winter, die de plant alsdan ont^hondd^k heeft
Digitized by
Google
ROGGE. aOf
gronJcB, wanneer sij volgens bare nataal van Win*
tetgnuMi, sich in den wortel bad moeten Tersterken, doek
inloof en in wasdom moeat BtiUtaan ; en ai(} wies dasdanig, dat
reedt in bet begm van Maart de aarde met een palm hoog
gewm bedekt was, betgeen by het aanzien allervoordee-
ligtt scheen te %^ïu l)ooh toen de lyd kwam, dat de plant
lich moeet ontwikkelen en insebaehten, in aren geraken,
waren bare groeikrachten uitgeput. ZQ begon te kwQnen,
en in bare onderste bladen geel en roestig te worden; in
April Yermeer4erden eenige konde naebten en de scherpe
noorden-wind met vorst, de^^ kwaal. De plant kon niet
meer de voeding bQsetten, die de voordeelige ontwikkeling
der aar vereischte. De roest klotn op in ie schacht en tot
io bet .Qodec^te der aar, welker top ook nog door vorat
aangetast werd; si} werd gedèeltejijk ja zelfs geheel geel,
waardoor bet korrelen volstrekt verhinderd werd , en zich
eindelijk in de aar geene of neer weinige korrels vormdetK
Er wns weinig stroo en de aren waren onvolkomen ^ op
dit alles moest dna een zeer geringe opbrengst volgen.
Hiermede koinen overeen de mededeelingen van de Pté^
vineiale Commissie in Noord-Braband. De Rogge is
daar zender onderscheid veelal mislnkt, de verschrikken
li}kste ramp die de zandatreken dier Provincie treffen kan*
De nadieid in den afgeloopen winter deed de Roggen
^nten, die vroeger door de zachte weersgesteldheid stedk
waren doorgegroeid, kwijnen, rood worden en gedeeltelijk
verdwenen, doeh in de laaute helft van Maart, herstelde
zich bet gewas eenigerroate, toen men in het einde van
April in 'de vroeg gezaaide Rogge een zeer verontrustend
bederf bespeurde , namel^k het verdorren der onderste li»-
Mn of bladeren, die met eene klevige gele stof bezet wer-
den, en zich meer en nïeer uitbreidende, binnen wonigè
dagen tot aile met Rogge bezaaide akkers overgang, bet*
gceo ten gevolge bad, dat de Rogge mager en spits in 'de
spil kwam. Deze, tot dus verre, zelfs bij de oudste land^
Digitized by
Google
S8 B O 6 G &
liedeh onbdcende kwaal, dUe in den be^nne-
&oningdaa«w gehandem: iv«td^ ibch nadarband
naam >ah roest w^rdbestanij^eldt bragt eent gêbeel ver-
sterf in de liaaen vdovt en ging latortot in de aren mrer,
waarin zich, na dev voor bet overige wmnen nieC dttgoa-
atigen bloeitijd, die echter met Kwaren, mikn êm attnlan-
den Teendampi ia de eerate dagen van Jan^ Toot«l dift
avonds vei^cield ging, slechts weinige korrels entwikkri-
den, die iooé de aanhondende droegte klein Ueve», apea»
dfg aanrff pten , en eenen bnitengewonen vrèegen oogat vtt-
oorzaakten, met datialiemoedlottigst gevolg, dat -aan vele
oorden bijna mets van de akkers gekomen is, on metwai-
nige nitzondering de opbrengst van 6 • è 10 moddon fcr
batider niet te boven gtng. Wannéér men bedenkt, dot ia
«de hooge zandgronden 'van het arrondissement 3mdkmfm
•en in de landen van RtaveHstein gewoonHjk vèettieB ft vjf-
«tien vierentwintigste gedeelte van al het vootlianden
beawland met Kogge beiaaid wordt, en dat do
van dit jaar doorgaans een derde en de beate adader das
-de helft van een gewoon gewas bedraagt , dan zal noo «ck
«en denkbeeld. kannen vormen van de algómeeno ollènde,
•welke daardoor vetoe^aakt wordt; de landbouw op- zand»
^ grond kan :niet in het groot gedreven worden , do grootsts
boeren brengen in gewone jaren niet meelr 'dasi. do helft
van hun verbouw tet markt, de andere helft hebhen z§ Ist
saaijing en tet cdnaum|>tie vim het talrQk peraonoel bsnse
4Egd; thans, nu het gewas tot beneden do helft gehsagt
is, hebben zQ niet alleen volstrekt niets te verkoopea,
maar weten zelfs niet, hoe tot aan den volgenden oogst
4e geraken, dan door bet gebrnik van boekweit, waaria
<de meesten nog al steun vinden. Is dit na met de groole
hoeiien het geval ^ dan zal men ligtei^k konaien beaeffini)
boe' bet in de bedrijven van geringeren omvang, djo ne-
ten achtste van het geheel uitmaken jfcmot gesteld %wfay oa
niet van den ambachtsman, die niet produceert^ togewageii.
Digitized by
Google
R o Q6 E. 38
, '<AI iké^JBmt me/i^t 4en oogst 6d aselft reeAi vroeger ten
gei^olge wm den gedeeitelijkeii nuaw'as van 184& do^ hak*
kers in de ittidsiieken Y«rbekken te, bestaat, met.aeerge*
fiageiiitseDderiiig, uit buit^kadsoh graan , 't welk nit ELol-
JandL woM taangevoerd ^ en vraanran de prijsen dagelijks hooger
«ordeBydaardeaaDVosr, doorket besloten water, een gerdimen
-ti^ l^estremd werd en waardoor eerlang totaal gebrek xal
'- • Iv de ligte kleigronden van de landen van Heusden en
^iéëfut was 'het tan 'aanaièn der Bógge, die aldaar eekf er
g%mk koofdprodnot nitmaakt, niet beter gesteld. Uit dé
xware Uhagroadèn wordt van een half gewas van 12 A 14
móddën gewaagd*.
Het graan is van nitmuntende kwaliteit^ UeinkorreUg ^
droog en weegt van 71 tet 74 ponden.
-\ Het inënw gesaai is goed uitgekoraen, men heeft nftir
fier aaadfgraan dan gewoonlijk noodig gehad. Sommigen
eekter hebben dit uH cninigheid OTordreven , , soodèt het
)nj het Invallen van de. vorst wel goed docih dun te vèld^
Na de sndeitwstnelting en dade^jk daarop weder gis velg*
de verst 9 waren in de Jaaiote dagen van. December, vel^
aickefs metieea ijskorst overdekt^ hetgeen algemeen !vpef
een ofgnnstig teeken wbrdt gebonden ; bepaaldelijk' ia btei^
averivog niets [te Éeggen» '
• . Hieroilder volgen de méledeelingen van Jookhc MARTtfa
irèJ9 (kjWÈKwn^K^ ié Fug4:
- Bi} i den vrij laat ingevallbn 'en . bviléngewoèn. alaebled
winter, -was er meer dan gewoon veel Bog^e «itgéziMud
gemorden ^ en stand dit,, gewas y Trof^ in het vooljaar, niis
nemend sidiMi» eti j£racbtigteviBtdé;di>nv omtrent hiJf Mei «
Iwgosi iiêteetvé teede door 4e aanhondcnde :di^sogte en b0-
vfga O. N. O. widden ^ inzonderheid o^ de hoogst gelegene
■andakkers f Bigtbaar'te lijden en reeds eenige verdroogde
bladeren ^uder ,aan. de. sjtengels der. planten tq vertoon^n^
Digitized by
Google
30 ft O 6 G E.
Welke teekeneft van vervfoegde aanigping van het
door de aanhoadende hitte en droogte, weuiig Teimeeideid
werden , ofschoon de op den 9^«^ en twee volgende dagea
gevallene n^J8€be regenbuien het gewag aanmttkelgk veiw
kwikten, dit kon echter (naar het soh^nt) niet belettn»
dat daarna, hQ rernieawde en aanhondesde bnitengev
hitte en droogte, de halmen zelve van het graan ,
aangetast veelal vemood r|jpten^ loodat men bij de
aanrifping vele aren van onder aan den stengel, meer of
minder ledig en over het geheel b|} de inoogsting aanmer-
kelijk kleiner en Ugter dan gewoonlijk vond* Ook Is men
bQ het dorechen, ever het algemeen, in deae strdDen ont-
waar geworden , dat de scheut van het koon gansch niet
ia medegevallen.
Het wigt en de hooge prijs vergoedde eehter veeU de
minder ingeoogste kwantitrit; waarmede in db hoeCdmmkovo^
eenstemmen de mededeelingen van het Lid t Correepoiidettt ie
Eindhoven^ Jonkhr. van der Bbbkbn Pasukbl. De oogst waa
gering, de hoedanigheid is goed, klein van korrel, iwaar,
dun van bast, geeft veel meel en goed brood, en U^
hoog in prQs. De buitengewoon saehte winter heeft te weeg
gebragt , dat men b^na | meer Rogge dan gebnrikel^k
is, heeft knnnen nitiaaljen; seer laat zag men dÜLets
daarmede geteeld worden, hetwelk gelnkki^k ^ den
oogst van groeten invloed is geweest, die daardoor natvuw
lijk is vermeerderd geworden. De groei was snel: gedn-
rende den geheelen winter stonden de korenveldeii over*
heerlijk sdioon. Vooruitaiende landbouwers hebben begre-
pen dat die weelderige wasdom gedurende de wintermaatif-
den, nadeeVg kon aQn, omdat bij ongenoegsaamheid der
mest, die toen niet dan karig was, het plantenvoedsd voor
den tijd *reeds zou worden geabsorbeerd: zij verkiezen dat
de gtond eenigen tijd uitruste en hebben dan ook voor 1846
geen goed jaar voorspeld. Dit kan wel iets hebben bQgedragen
tot het mislukken vim dit gewas, waarvoor eehter nogi
Digitized by
Google
R o 6 6 E. 3t
andere reden beeft bestaan , en ' vel de roeit of bonig-
daaaw zoo als anderen dit noemen. De opbrengst hi gemid-
deld geweest 12}^ mndden per bunder.
Oognnstig sQn mede de berigten Tan den Heer F. tan
9tJiNH0TEN, Lid Correspondent» ie Cuyk bg Grave.
Dese graansoort, Tolgens berigt der ProTinciale G>m«
mistie Tan Zeeland, skehts in sommige gedeelten der
ProTinoie Terbonwd, werd onder deselfde gunstige om-
standigheden als de Tarwe gezaaid, doch beeft geenszins
aan de yerwaehting dienaangaande beantwoord; dezelTO
heelt Teel Tan het drooge Tooijaarssaisoen te lijden ge-
had-, en slechts een niterst gering beschot opgeloTerd,
selfs niet met het prodnkt der Tarwe te Terge^
lijken.
De opbrengst per bander wordt dan ook op niet hoo-
ger dan op naianwelQks T^ftien mndden per bunder he-
rdoend; terw^l de middelpr^s OTer 1846 bedroeg /8,77
per mpd.
In het district Goea is de roestziekte later tot staan ge-
komen« en hoewel de opbrengst beneden het middelmatige
was , is echter de oogst daar niet als mislukt te besohon-
web; de korrel is goed en Toediaanh
Ook.in Zuid-Uolland, heefk, Tolgens de ProTinciale
Commissie aldaar, de Rogge algemeen door de roest gele-
den, waardoor dezelTe naauweliiks de helft Tan een ge-
woon gewas heeft opgebragt. De kwaliteit is echter zeer
goed.
Men berekent op .Goedereede en Overflakkeej in de
Beijerlanden^ Lande van Siryenen Dordrecht^ In Delfi^
land en bet ff^esiland de opbrengst op niet meer dan Tan
14 tot 15 mudden per bunder; in de andere districten op
niet hooger dan Tan 10 tot 12 mndden, en maar zeer en-
kele stukken tot 14 mudden te zullen oploTeren.
In Rijnland is men echter beter te Treden met de af*
knmst der Rogge*
Digitized by
Google
8S ROG &E.
. 'Ja j^i^prfie. en Pulten 19 A% opbrengst zeer ongaliflk
sis van 13 tot 22 nuriden»
Het Rogge-stroo \b uiunxintend en oief daqr.
De n^ te v^lde sl^aode Winter- R<>f^ staat mede goed,
voor zoo verre, dezelve ook niet te slerk door de miüzeii
is a%evreten»
. De prijs der Rogge/ 8,50, /9,60 tot/ 10,50 per WkuL
, Dit gewfu; is ^.volgens bet medegedeelde door het De-
f?si^m»At U Gr avenhage^ ook in het Westland^ onvoor*
4eielig uitgevallen ; men kan de afkomst, zoo van de klei-
a]s zandgronden, niet hooger dan 10 en 11 mud per bvn-
^r beramen, eki geldt v;aQ/9, f9{ tot/ 10. De afkomst
sran Het ^froo is. Qok ivbl 2QQ0 ft ^minder per bunder, das
van die der Tarwe; prijs mede ƒ9 en/ 10* De roest is
4e vopiTmme oo^za^' dffc.min glmstige uitkomst.
. O^k. op! d^ z^\kAr^fin duingtonden herft de , roest ziek
ftjjerk ^tqc^d; ;de Koggeroogst kan derhalve ook démr ds
mislukt worden aangegeven, en alleen de hooge pojssa
hebben^ den, i^rbOuw>^': esnigziiis ercbadeloDs gesteld.
Ongunstig ziji$ mede de berigten vain wege het Depatte»
ment Rotterda^^^ alsmede van Ait. van Leydem.
Volgens het DeparliemeAt Delfts was in het Westd^k
d^ 9 d^ Rpgge zped«r. ujitzondeiing ongonstig. ^ Ia het Oos-
t^l^ oa4^rging dJU igs^was een z waren ramp, die aaB ho-
mgd^QUW; ^ nspbtv^st if; toe. te schreven, waardoor vele
aren gebb^l ledigiUsYr^n, terwgl andere eléchu weiaigs
en dan veelal nog onvol komene korrels voortbragten..
' 'iHeit besehot waiii sleehtsï 12 taiudden, in het WesHUad
10 mudden, op enkele plaatsen nabij 16 mudden per bun-
der. Prijs/ 9 è/9,50. Gewigt 70 i 72 Ned. ponden.
(. NB». In het jaar ISd&w^ het besehot 23 k 30 mndden.
- Volgens het Depaiitement S0sse7éheim,rw£LS de Rogge
hard van .korrel en blatok^ hel stroo kort, het beschot ge*
nog/ eehter is -si^ alhier. Weieif; van.geteeld:
Provinciale Commissie in Noord -Hojland. De lUggS
Digitized by
Google
R o 6 6 E. 83
keeft «ver 'tiJgemeen in 4e naand'Mei aan de roest gele-
den, die aan de bladeren een roods (ofachdge kleor mede-
deelde ^ en sioh van hel onderste gededte van den halm
tot aan de aren uitbreidde. Dexe kleur verdween van lie-
verlede; maar b(j en na den bloei t^d ontwaarde men, dat
de aren ligt en meer doorzigtig bleven, dan anders het
geTal . is omtrent dien tyd« ' Van toen af aan was de ver-
wachting-gering, en hoezeer het gewas goed door bleef
groeyeo en mea van de roest niets meer vernam, .zelfs
geeae^enne^'A; daaruit vloeijende gevolgen bespeurde, beeft
de uitkomst de slechte verwachting bevestigd en het Rog*
ge-gewas niet meer opgeleverd dan de helft van gewone
jaren*
Vooral de akkers, waarop in 1845 haver verbouwd was
en die in 1846 met Rogge beteeld waren, hebben eenen
ODgunstigen oogst geleverd. De opslag van de haver was
in den zachten Winter niet gestorven, maar ontwikkelde
EÏch later wederom, zoodat de .Rogge, met haver door-
mengd gewonnen en ter markt gekomen, naauwel^ks de helft
heeft opgeleverd van den prijs, waartegen anders de zui-
vere Rogge wordt afgezet. Prijs van een NederL mudde
ƒ9,50.
Om Haarlem^ dus berigt ons het Departement, wordt
de Kogge, hoewel niet in groote noeveelheid, geteeld; in
den aanvang stond dit gewas zeer goed ep beloofde eenen
goeden oogst; later, welligt door de aanhoudende droogte,
leed de Rogge veel schade door de zoogenaamde roest, de
oogst viel daardoor zeer tegen, hoewel de hoogere prijs
dit verlies eeoigermate vergoed heeft. Over het algemeen
v^as de Winter- nog beter dan de Zomer-Rogge uitge-
vallen.
De Correspondent W. Rok te Texel^ deelde deswegens
het volgende mede. Nadat .men van de Rogge, gedurende
den afgeloopen winter en dit voorjaar tot in Junij , de beste
verwachtingen had mogen koesteren, ontdekte men in het
3
Digitized by
Google
34 ROGGE.
begin dier maand daarin de roest, met het geToIg dat dit
gewas geen half besehot beeft opgeleverd; siechts enkele
akkers bleven er van bevr^; over het algemeen kan men
de opbrengst niet hooger ramen dan 10 mudden per bun-
der; de korrel zelve was ook ligt en klein; het stroo
was anders vrfj lang.
De voornoemde ziekel(jkbeid der Rogge was in dien he-
vigen graad door geen der hier aanwetige, en daaronder
onde, landbonwers opgemerkt; algemeen schreef men dit
toe aan het eerst bnitengewoon sachte weder en de daarop ge-
Volgde koude en vochtigheid van dit voorjaar.
Ook te Helder was de kwaliteit slecht.
Departement Ummen. De oogst was seer middelmatig
ter oorzaak van de roest, en heeft slechts een derde van
het gewone beschot opgeleverd. Op enkele plaatsen, welke
onbesmet zijn gebleven, was de oogst goed, en gaf goede
winsten, door de bnitengewoon hooge prijzen. De Rogge
op haverstoppels geteeld, heeft onzuiver graan opgeleverd
en is tot halve prijzen afgezet, doordien de haver in den
winter van 1845 — 46 niet dood gevrozen, zich met de
Rogge vermengd had.
De Hr. Perk, te Hilversum ^ berigt dat de Rogge in het
begin van den zomer ^zeer gunstig was; die echter het
best gegroeid was, leed het meest van de roestziekte, gaf
weinig koom, veel maar slecht stroo, over bet algemeen
geen half gewas, slechts 8 mud per bunder waarvan an-
ders 20 kan komen. De kwaliteit goed en zeer zwaar, de
prijs in 1846 van /7 tot/7,50.
Volgens het Lid Correspondent J. Bouwbian in de Beent"
sieTj was de roest aldaar zeer algemeen, en de opbr^gst
slechts I van het gewone beschot. De kwalititeit Wfo
voldoende.
De Provinciale Commissie van Utrecht, heeft het on-
derstaande omstandig relaas gegeven: «
Dit gewas is^ even als de overige Wintergranen, ter
Digitized by
Google
ROGGE. 35
bekwame tfjd gezaaid geworden en voonpoedig digt beiet
op den akker Ce Toor8cbi)n gekomen. Op sommige plaat-
sen was hetzelve , wegens de zachtheid des weders , onge*
• meen welig opgeschoten, zoodat de akkers Teeltijds door
de schapen moesten worden afgeweid. In sommige stre-
ken echter, vooral op de zware klei gronden, had de Rogge
mede veel te lijden van de slakken, zoodat sohnmige ak-
kers in het vooijaar moesten worden omgeploegd, om tot
Zomer-graan of wortelge wassen te worden bestemd.
Daar de nitstoeling, wegens de min gnnstige gesteld-
heid des weders in Maart en April, waardoor het gewas
kier en daar een geel en dor aanzien verkreeg, slechts
onvoldoende bleef, was zulks almede de oorzaak, dat de
Rogge in het algemeen dun op den akker stond.
Wijders groeide dezelve goed voort tot aan dén bloeitijd,
als wanneer zich vrij algemeen, doch het sterkst in de
vroeg gezaaide, roest op de halmjbladen vertoonde, welk
bederf zich ook tot aan de aren in de kaf bladen en de
korrel voortzette. Dit bragt te weeg, dat vele aren slechts
onvolkomen gevuld, en gedeeltelijk lok>s of ledig zijn ge-
bleven. Het aantal vimmen was ten gevolge dezer oorza-
ken, beneden het gewone, beloopende van 17 tot 18 vim-
men per bunder , en de scheut wordt over het geheel slechts
op I mud van de vim geschat, hebbende maar bij enkelen
} mud opgeleverd. De opbrengst zal dus vooral op niet
hooger dan een half gewas kunnen worden aangeslagen.
De inoogsting heeft vroegtijdig en voorspoedig plaats ge-
had; zij was, reeds in de maand JuniJ begonnen zQnde,
in het laatst van JuliJ afgeloopen.
Het stroo is van eene goede hoedanigheid, en bezit eéne
matige lengte, schijnende het roestig bederf, waarvoor
men gevreesd had dat het voor veevoeder ongeschikt zod
z^n geworden, daaraan geen nadeel te hebben toegebragt;
het Cryptogamisch produkt is, tijdens de rijping van het
graan, van de plant verdwenen.
Digitized by
Google
36 B O 6 G E.
De hoedanigheid der Rog'ge is oAgenteen ' deagdsaam ,
en bezit eene ongewone z^vaarte, sgnde er gedorschen,
welke een gewigt. had Vwol 150 halve Ned. ponden. De
Zoitter-Roggo had in het voprjaar nog meer dan de Winter-
K<%gc g^'l^d^'A* Dezelve kwam wel goed op, doch stoelde
niet sterk uit De bloei was niet ongunstig, doch de
vruchtzetting niet voordeelig, deelende de Zomer- Rogge,
evenoeer. in de aandoening door de roestsiekte, sijnde vele
halmen hierdoor en door de aanhoudende droogte, toege-
ftlaigen, en als het ware genoodrypti dun en slecht gevold
gebleven, terw^l er ook weinig stroo van het veld is ge-
koAieA^ zoodat ook de opbf'^gst van de Zomer-Bogge
naaqwelyks op meer dan j- mud per vim mag geschat
worden.
' De niéuw gezaaide Wioter-Rogge staat vrij voordedig,
eH de muizen hebben daaraan minder nadeel toegebragt,
dian aiu) de Tarwe.
De prijzen der Rogge «ijn geklommen van ƒ8, /9 en
zelfs tot/ 10.
Te Zeyit heeft, volgens den Heer Enki^aar, ie Rogge
zeer vecj door de roest geleden.
Met de mededeelingen van andere gewesten komen over-
een die van de Provinciale Commissie in Gelderland.
De Rogge was,, over het algemeen , beneden het middel-
matige. De roestziekte, waardoor dezelve in het voorjaar
is aangetast, heeft eerst voor een algemeen misgewas doen
vreezen; later vleide men zich met de helft van eenen ge-
wonen. oogst; ook dit is niet bevestigd, daar op de
meeste plaatsen naauwelijks een vierde van één Ned. mad
gedoreichen werd, zoodat men het Rogge-gewas hoogstens
op e^n der^e van eenen gewonen oogst kan rekenen.
De. Winter- Rogge , vooral de vroeg gezaaide, staat over
het ^Igeme^n gunstig. De droogte in September en Octo-
her hebben er ^chter wel eenig nadeel aan toegebragt.
Naar aanleiding van ee^ige waarnemingen ^ bestaat bi)
Digitized by
Google
ROGGE. 37.
'enkele liaAtoaweh» viets» int 4e aantteMde Rogge^opgst
niet geheel vrij van de roest zQn zal , daar oip pliÉHaeKi
nani^iQk wau dtt kfraüd zich in dezen Zonur vtatoaade,
eo' toen het graan dezelfde hoogte had. bereikt» hetzelve
sieb reeda veder openbaart*
Volgens de bérigton Tan- den fir; tak dkr Aa» is de
Rogge te Armkem ook door de roMt bezet geweest, doek
OTor het algemeen luct zoo sterk abektera; de opbrengst
kan door elkander op de helft Tan een geween gewas g»
ateld worden; het stroo was bijzonder figo en Toldoende,
Trat de hooTe^eid betrof. ,
Volgens deHr. Baron, tak Bhakël, kan men de .epr
Vreogat Tan de Rogge niet meer dan een half gewab nsf
kenen , en heeft zij Teel door de roest geleden*
In de streken daor doi Heer ^Wttewaai. bewoond ia de
Rogge algenpeeo aangetast geweest I04 dé bladen door
de Dredo Rubigo vera De Cand. 2p. de aren door dat-
zelfde soort Tan roest, alsmede door de Fticoinia gramims
Pers.
Naanwkearige besehrIjTingen Tan beide de ziel^ten zijn
door de Heer Wttbw aai. opgemaakt . en . gepkatat imie
Mededeelingen van de^ Geldertohe MaaisoAapfnf van L(m($r
bauwj No. 2. bladz. 45 en No. 3. Uadz. 97^
Door een en . ander is de Roggeteelt zeer slecht ititgc»-
Tdlen en^ moet op niet meerder, dan \ Tan. eeneo middel-
matigen oogs't berekend worden*
Z^' leTorde okigeTeer .20 Tim per bander. De Ti4i gaf
sleohts 25 kop; de allerbeste leverde SOi kop. Het mud
woog 68 tot 70 Ned. S*
De Zeenwsehe Bog^» na eedèart drie jaren aldaar be-
proefd, neemt Tolgens. hetzelfde Lid Correspondent, aterk
toe. Vooral gónstig. heeft zij zich dit : jaar onderaf heiden ,
doordien dezelve minder Taa de rdest is aangetast gewos-
den. 2Uj. leverde nog 75 kop per Tim,iterwV|l de gewone
slechts .25 tot 60 afwierp. Het zaad is ^k nog zwaarr-
Digitized by
Google
38 KOGGE.
der, maar het moet op Tettea, niet al te laadigMi groné
gezaaid worden*
Dat de roestziekte de Bogge stede heeft aangetast, ii
ook medegedeeld door den Hr. Starino te Loohem. De
Rogge is daar, even als elders, geweldig door de roest
bezet geweest. Van zeer voordeelig, gel^k zich de oogst
▼oor den bloei deed aanzien, is deze tot op de helft vat
een goed gewas neergekomen, nameLyk niet meer dan 7
tot 8 mnd per bonder.
Het Lid Correspondent A. Lieze, te Apddoomy deek
mede, dat de oogst middelmatig en het beschot \ minder
was dan gewoonlijk. De opmerking is door denzel^en ge-
maakt, dat by sommige eenzaam gelegen boeren» de roest
zich niet vertoond heeft.
Ook te Batenburg is, volgens den Heer Gempt, de
klagt over misgewas van dit zoo belangr^k ptodact alge-
meen. Op vele plaatsen heeft het land naanwelijks weder
zoo veel koom opgeleverd, als waarmede het is i>esaaid
geweest.
De opbrengst is geweest 3 of 4 op zijn hoogst 6 mud-
den per bunder. Het is geene zeldzaamhei d, dat de bon-
der niet meer dan 2 mudden heeft afgeworpen. De kor-
rel van uitnemende kwaliteit, gewigt 72 ft. De prys in
October 1846 was/ 9,50 en in Januarg 1847/10,25.
In Overijssel kan, volgens deszelfs Provinciale Coai-
missie, dit gewas, over het geheel, als misldkt beachonwd
worden. Ten gevolge van den a%eloopea natten winter
mogt men zich niet met een gunstig Bogge-gewas vleyso,
hetwelk zich echter na de ontwikkeling der. planten in hst
Toorjaar, nog al gunstig liet aanzien, en rekende men
alstoen op eenen goeden bouw. In de maand Maart kre^
het gewas een schraal aanzien en vertoonde zich over het
algemeen dun op het land, hetwelk men aanvankei^k aan
koude nachten en bekomende vorst teesohreef, doch b^j
het schieten der aren, ontwikkelde zioh eene b^zondere
Digitized by
Google
B Q G G E» 39
gtoeUuaete ia. iM^ve, en kwam het tot ee^e ongewone
gioette; tc^oo den bloeitiH en ^m» deMelveo waren do
naohten b^ud; de bloei ontwikkelde ueh mH$ en er kwam
eene gele stof aan de bladeren en den stengel, welke sieb
am do aimi m»dodoflde; de Bogge Jttoof niet of olecfats
weinig, xoo als men snlks noemt, «Jade dit het lateq
vfdleo wmt de Uoeislaif , welke gedeeltelOk in de aar bleef
sitten; d# iüM(^, roest genaamd, vermeerderde aterk en
deed yelfs 4e korrel «an. B^eondere warmte en droogte
deed de kpi^rvsl xeer fijn bl^iven, helgeeo natonrligk op de
ultkoMisi of 4e kwantUeil nadeeliger werkte; de saivere
-madgnM^ien sebynen bet meest yan deze kwaal geleden te
bobben, en aldaar wordt de opbrengst op niet meer dan
«len Tierde van* een gewoon gewas berekend. Ofschoon
^pi^atige akkers eene «teer gMastige opbrengst hadden <^
geleuterd , en wel vooi^nameiyk ipiddea op de hoogste ge<-
deelten van dezelve» wordt bet bescbet in het gunstigste
Aiatclet Sleenunjk en MiSitreken, op niet meerder dan 12
mudden per bunder berekend, doch in het grootste gedeelte
der Provincie leverde het bunder slechts van 5 tot 8 mud-
den koren af. Het stc!Oo was ook minder dan een gewooe
veij^w» en wordt berekend op 20 4 25 vimmen van de
:bttiid«r, en voor veevoedef van geringe kwaliteit geacht.
Heit nad W'trd onder giwstige omstandigheden ingeoogst,
^KHiéat de kwaliteit daaf?aa zeer goed kan genoemd wor-
den , waardoor meer brood dan in verleden jaar uit dezelfde
■zwearie kan gebakken wofden. De prij^ van hetzelve, die
ia de«i aanvang /6J2i per mud was , is sedert omstreeks
3kot / 10 gerenen» lo bet afgeloopen jaar werden 222725
•bunders m^t Bc^e verbouwd, en leverde slechts 6463
JQle nimw «(iigezaaide Bogge staat jm den regel vol-
doeade , olsebooe dezeli^e hier en daar met plekken is weg-
gegaan, iMff^n men toescbjrüA aan zekere witte kever-
NNorm , Wftlke vroeger de jknoUen en zetls de aardappelen
Digitized by
Google
40 ROGGE.
aantastte, en aan de mnisen; de ingevallen vorst zal waar-
schijnlijk voordeelig op het gewas werken, en wanneer de
winter en het voorjaar gnnstig zijn, kan de aanstaande
oogst goed worden.
Hieraan sluit sich het berigt : deswegens door het De-
partement Deventer.
Van St. Anna Parochie, Prov. Vriesland, wordt ge-
meld dat men e?en als bij de Winter-Tarwe, ook bi} de
Rogge dit jaar een schraal gewas en ligt stroo had ; waar-
bij in het voorjaar of bet begin van den zomer zich nog
de roest voegde. Ofschoon geene stukken daarvan geheel
verschoond waren, was deze omstandigheid evenwel hier
en daar zoo erg, dat men het op eenen aanmerkelijken af-
stand kon zien. Correspondent meent evenwel dat, in de
Grietenij Ferwerderadeel dit ongemak zich meer dan ia
deze en andere Grietenijen vertoonde, terwijl zulks in de
wondstreken boven al het geval was.
De opbrengst was gering, de hoogere prijs vergoedde
echter eenigermate dit nadeel.
De uitkomst der Rogge-teelt was, ook Inidens andere berig-
ten, in Vriesland ellendig. Volgens het Lid Correspondent
W. VAN Pëyma te Ternaard , zijn vele veMen geheel mis-
lukt, en de opbrengst was in het geheel ver beneden een
middelmatig gewas. Een eigenaardig rood uitslag op sten-
gel en bladen scheen de hoofd-oorzaak van die mislukking.
De Provinciale Commissie van Groningen meldt het
volgende. Dit graan, dat na koude en drooge winters dik-
wijls zulk eenen rijken oogst oplevert, schijnt van d«i
zachten maar natten winter van 1845 — 1846 veel nadeel
ondervonden te hebben. Het had vooreerst op de klei van
de slak geleden , en vertoonde in het voorjaar een bolstaand
en spichtig gewas. Op de zandgronden stond het aanvan-
kelijk gunstiger, maar het bleek ook hier dat het een be-
ginsel van ziekte in zich had. Althans én op de klei- én
op de zandgronden (hoewel het meest op de meer natie
Digitized by
Google
ROGGE. 41
en ongezonde deelen van den akker, inzonderheid op de
wend akkers) zag luen de halmen bij de eerste warmte
spillig opschieten, waardoor men reeds dadelijk voor
schaarsCe van stroo vreesde; maar daarenboven ontdekte
men zeer algemeen de roest (Uredo rubigo) op de bladen,
die daardoor een ziekelijk*geel en roestkleurig aanz en
verkregen. Dit kwaad begon zich reeds in het begin van
Mei (1) te vertoonen, maar was tn de tweede helft dier
maand vrij algemeen, vooral op het bovenvlak der bla-
den. De onderste bladen waren op het laatst van Mei
reeds geheel verwelkt en ook de bovenste bladen door
deze ziekte aangedaan. Bij hèt begtn der bloeijing ver-
spreide dit kwaad zich ook op de aar, en wel hoofdzake-
lijk op de binnenzijde der kafblaadjes (g/umae) en kiep^
jes (vahulae) , ja tastte ook enkele vruchtbeginsels zelve
aan, en was als een geel poeder op de stempels zelve
zigtbaar; waardoor vele bloempjes vooral de onderste en
bovenste van iedere aar misdroegen en ook die, welke
nog vrucht aanzetteden , eene bekromperi korrel opleverden.
De opbrengst was op niet meer dan 8-^10 mudden per
bunder, dus op weinig meer dan een derde van eenen
gewonen oogst te rekenen. Bij goede oc^ten dorscht men
gewoonlijk één mud Rogge van 6 of 7 hokken, elk van
12 schoven. Thans had men daartoe 15 of 20 hokken, ja
op sommige plaatsen nog meer noodig.
Het^ stroo was schaars, doch overigens goed ingeza-
meld, daar het roest bij enkele regens daarvan als afge-
wasschen werd, en den grond der Roggelanden geheel en
al als met een roestkleurig poeder bedekte. De Roggekor-
rel was , wel is waar , klein , maar hard en droog gewon-
nen, wegende van 64 — 66 N. ponden. De marktpr^s was
(1) In België was dit reeds (usschen 20—26 April op dé Rogge
zigtUaar. fAe een belangrijk artikel over deze ziekte , door L. G. TliK-
"TiRiHCS iD de botanische Zeiiung^ 1846 p. 62t->681.
Digitized by
Google
42 B O 6 6 E«
door dkander Beer goed te noemai, /9fS0 ƒ0,00 co
daarboven.
De Zomer^Rogge wae niet veel uitgexaaid en deelde in dea
siekelijken toestand en geringe opbrengst der Winter-Rogge.
Hier volgen uit betselfde Gewest, de berigten over dit
gewas, van den Correspondent IL H. dk H^an, omtrent
Appingadam en Hogesand.
Met Winter-Rogge was in den herfst van 1845 de ge-
wone oppervlakte gronds bexet. De veelvuldige regens na
den zaaityd, maakten den bodem digt en slemperig, en
verhinderden dat de zaad bestelling overal naar eisch kon-
de geschieden. Door den zachten winter- en het gonatige
weder in April en Mei werd veel hersteld, en waren er,
met uitzondering alleen der late zaaisels, uitzigten op
eenen redelijken oogst. Deze lioop werd echter weiras
door de roestziekte verydeld. In Mei begon zich die ziek-
te te openbaren , welke later eene zoo vreesselijke vernie-
ling ten gevolge had. Voor zoo verre de zaadzetting daar-
door niet werd verhinderd, bleef bij gebrek aan behoorlijk
voedsel , de korrel uiterst klein ; terwijl om diezelfde re-
den eene ontydige rijpwording volgde. Het noodlottig ge-
volg hiervan was, eene b^jna gebeele mislukking van den
oogst op vele percelen. Van het-laatstgezaaide wordt voor-
al op de zandgronden veelal naauwelijks bet zaaizaad te-
rug bekomen. Op de zavel- en gemengde gronden was het
algemeen iets beter en gaf nog vroeg gezaaid , een welig
gewas , en eene opbrengst van ruim 10 mudden per bunder.
De kwaliteit, vooral door het drooge weder, is beter uit-
gevallen dan men verwacht bad. Het gewigt is van 64 tot
67 «. De prys van 66 «/7,Ö0— /9,25.
Van bijna gelgken inhoud waren de mededeelingen over
dit gewas , ons toegezonden door het Lid S. P. van der
Tuujc, te Oldambt en Westerwolde, die echter ook in
bedenking geeft , of niet als oorzaak van het mislukken
mede behoojnen in aanmerking te komen eenige kleine W9r-
Digitized by
Google
ROGGE. 43
man , met het bloote oog naauwel^kg te ontdekken in
bet bovenste gedeelte van den wortel aanwezig, ten ge-
volge waarvan het gewas van gebeele akkers is bedorven*
Van den Coirrespondent J. C. Billroth wordt de roest « als
seer algemeen in de Uogge waargenomen z|j ode, opgegeven. Of
nu deze reest ook oorzaak van de geringe opbrengst zij , kap
men, naar het gevoelen van Correspondent niet bewyzen, aan-
g^eB de bloeijing en het stuiven zeet goed plaats vond. Wfj
voor onSf zegt Corr. , nemen liever aan, dat de geripge opbrengst
der Rogge voor een groot gedeelte moet gezocht worden
in de spoedige rypwording en het afsterven van den stengel ^
waardoor aan de korrel de toevoer van vochten tot voe-
ding te spoedig heeft opgehouden, en daardoor als het
ware in zgnen wasdom is gestuit geworden. De ondervin-
ding wil dat het stroo (denkelyk door de woekerplan^es)
voor paarden, als voeder nadeelig is.
Gel^ke oi^^anstige berigten omtrent deze kuituur zijn ge-
geven door het Lid Correspondent Kbinders, voor zoo
veel aangaat het voormalige MunAigo^Kwarlierj tbans kan-
ton Bedum.
De Provinciale Commissie van Drenthe deelde mede,
dat, alhoewel men over bet a]geme0n kan aannemen,
dat de Winter-Rogge gewoonlijk ruim ^ meer opbrengt
dan de Zomer- Rogge, in 1846 het omgekeerde heeft
plaats gehad. Reeds vóór dat de Rogge in bloei kwam,
vertoonde zich een roode roest op het loof; dit ongemak
nam gedurende den bloeitijd inzonderheid der Winter-Rog-
ge sterk toe. Daarenboven was het weder, hetwelk sich
destjyds door buitengewone stilte, helderheid en hitte on-
derscheidde, voor het zetten des korrels ongunstig. Het
sch^t bieraan te moeten worden toegeschreven , dat er
zoo weinige korrels in de aren gezet ^u^ en dat er veel
van die , welke reeds gezet waren , door de roest z^a
verteerd en te niet gegaan.
De opbrengst der Winter-Rogge, die van eene buitan-
Digitized by
Google
44 ROGGE.
gewone beste kw&Iiteit is , bedraagt gemiddeld 10 mud per
bunder, z^ne minder dan de helft Tan een gewoen Ter-
bonw en die der Zomer^Rogge 12 mudden het bnnder.
De opbrengst Tan stroo was niet VoMoende.
De prifs der Rogge heeft in 1846 bedragen tot Angoa-
tos, gemiddeld /7,50 en later /9è/10 de mod.
De Heer VmmeH) Lid Correspondent in de Kolonie Tan
Weldadigheid, scherft dat de opbrengst der Rogge seer
gering was , als zijnde Tan 826 bunders die dawmede
bezaaid waren , niet meer dan 6536 mudden , dat is om-
trent 8 mudden Tan het bunder, of omtrent de lielft Tan
een gewoon gewas, geoogst
De zaaitijd was TrIJ gunstig en de winter, zoo als be-
kend is , zacht , ten gevolge waarvan de Rogge in Bbart
buitengewoon schoon en voortreffelijk stond , en men zich
reeds met eenen aanstaanden ruimen oogst begon te Tlei-
jen ; het minder gunstige weder in het laatst dier maand
en in April deed de Rogge wel eenigzins terug gaan,
doch zou zich wel hebben hersteld , bij het sehoone we-
der Tan Mei en vervolgens , ware niet de algemeene zid^-
te, bekend onder den naam Tan rood of roest daarover
gekomen. Over de oorzaak en waren aard dier ziekte is
reeds veel geschreven en acht Corresp. het daarom onnoodig
bierbij op nieuw stil te staan; genoeg zij het te zeggen,
zoo als uit de hierboven gedane opgaven genoegzaam Ufjkt,
dat de gevolgen allemoodlottigst zQn , zf^de over het al-
gemeen in de naburige dorpen buiten de koloniën, naar
OTenredigheid nog minder Terkrc^n.
Overigens is de Rogge fijn van korrel en redeigk zwaar,
doch vooral meelr^k en levert veel brood. - *
Aanvankelijk bestond bQ de Hoofd-directie der Maat-
schappij van Weldadigheid het denkbeeld of de ziekte ook
van inTloed kon zijn op de deugdzaamheid der Rogge alt
zaaizaad? dan vooraf, genomeiie proeven schonende onge-
grondheid dier vreeze voldoende aan teioonen, en de goede
Digitized by
Google
R o G G E — e A R S T. 45
opkomst on groei van dat zaad , heeft dil later ▼olkomeii
bevestigd.
De Heer Steinfobt, te Smilde deelt mede: Dit gewas liet
ten aaasien vaa z)jne prodactie, wat kwantiteit betreft, zeer
veel te wenschen over, wijl men den verbouw op naanwe-
li}k8 de helft van eene middelbare opbrengst zal mogen
schatten ; het zoogenaamde rood of roest zal hiervan wei-
ligt als de oorzaak moeten worden beschouwd; hare hoe-
danigheid was aitmnotend, wegende van -65 tot 70 Ned.
ponden, terwylde prgs per mad tot 10 galden opliep*
Het Ter dient nogtans opmerking dat de bakkers ongeveer 12
Ned« penden brood per mudde, 6ot;en gewone tijden hebben
kunnen uitleveren. Het tegenwoordig aanzien van op nieuw
bezaaide gronden met Win ter- Rogge, belooft veel, daar
alles als 't ware met een digt groen dons is beslagen y
zoo selfs dat onen op vele Esch-landen schapen en varkens tot
i^seheriDg ziet weiden ; eene omstandigheid naar het schijnt,
daaruit voortgekomen , dat er latndboowers worden gevonden*
éie het zpogenaamd mudde^laad met het mudde-zaad heb«
ben bespreid , zonder in aanmerking te nemen dat het ge-
tal xaadkerrels, thans van kleiner volume, een grooter
aantal per inudde daarstelt.
3. GARST* De Provinciale Commissie van Limburg
berigt, dat de Winter-Garst eene zeer v^rdeelige opbrengst
heeft g^even, zoo in hoeveelheid als in hoedanigheid, en
het stroo was overvloedig en lang; in het algemeen kan
men de opbrengst op 30 mud per bunder berekenen, en^
eeiMge akkers gaven tot 35 & 38 mudden.
De. Zomer-Garst gaf aldaar ook een goed gewas vair
omtrent 20 mudden; dit graan wordt er zeer weinig ge-
teeld.
De Winter-Grarst is, naar luid der berigten van de
Provinciale Commissie van Noord -Br aband, hoezeer de
ted in de laatste jaren veel versninderd ei| thans van wei*»
Digitized by
Google
46 6 A R S T.
nig belang is, tamelijk vrel gelukt. Dezelve had in de
zware kleilanden minder door de droogte dan andere ge-
wassen geleden, en de opbrengst wordt berekend op 28
tot 35 mudden per bunder te hebben bedragen. Het graan
bij gunstig droog weder ingezameld , is van goede kwali-
teit en de prys van omstreeks ƒ7 per mud is zeer be-
moedigend. Met de Zomer-Garst in de kleigronden wai
het minder gunstig gesteld ; door de sterke droogte wai
de grond te hard geworden, zoodanig, dat er scheuren in
ontstonden, zoodat de wortels geen voedsel konden ▼»-
krijgen ; het stroo was zeer kort gebleven en de aren klein.
Uit de landen van AHena wordt het beschot op 12 a 18
mudden per bunder opgegeven.
Niettegenstaande de hitte in de zandgronden op de Zo-
mer-Garst nadeeltg gewerkt heeft, heeft dit gewas toch
tamelijk wel voldaan, en kan in vergel^king der Rogge,
als vrij wel gelukt beschouwd worden. Het graan is wel
Kgt en spits, doch dit wordt door de kwantiteit, die men
op 25 & 30 mudden per bunder berekenen mag en vooral
ook door den prijs van/6 gerugsteund.
Vele landlieden die hun eigen brood bakken, vermengen
j- of j- Garstemeel onder het Roggemeel ; het daarvan ko-
mende brood staat in alle opzigten met dat van enkele
Rogge gebakken gelijk, doch men heeft opgemerkt dat het
eenigzins vroeger droog wordt.
Te Cuyk bij Grave heeft deze kuituur maar een half
goed gewas opgeleverd , volgens berigten van het Lid Cor-
respondent F. VAN Dutnhovï:n.
Volgens de berigten van de Provinciale Commissie van
Zeeland, viel de Winter-Garst vrij voordeelig uit; de-
zelve wierp ruim stroo en goed graan af, zoodat men door
één deszelfs opbrengst op veertig mudden per bunder
Échatten kan.
^et hetzelfde kan omtrent de Zomer- en Maartsehe
Garst worden medegedeeld; die, uit hoofde van de laiig-
Digitized by
Google
G A R S T. 47
dnrige droogte, lich swak en schaam vertoonde, en of-
sehoon de deugd van het graan voldoende werd bevonden,
was de opbrengst van stroo zeer gering, xoodat dit gewas
geenszins als voordeelig kan worden opgegeven ; men schat
het product op naauwel^ks twintig madden per bunder.
De middelprijzen zijn geweest:
Win(er*Garst ƒ 5,35 per mud.
Zomer-Garst 5,00 per mnd.
Uit het district Goes deelt men mede, dat de Winter*
Garst waarvan het stroo niets geleden heeft, goed is uit-
gevallen , doch niet zwaar is : dat het stroo om de hard-
heid min geschikt is voor veevoeder; de Zomer-Garst heeft
een min gonstigen oogst opgeleverd.
De Provinciale Commissie van Zuid-Holland deelt
mede, dat de Winter-Garst op Goedereede en Overflakkee
Koo wel ia hoeveelheid als in kwaliteit gunstig is uitge-
vallen, en rekende men dat dezelve 49 mudden per bun-
der zou opbrengen. De Maartsche Garst geeft een minder
beschot, en wordt niet hooger dan op 40 mudden be-
rekend.
Zomer-Garst is een slecht gewas , en zal niet meer dan
26 madden van geringe kwaliteit opleveren.
Öp Vowme en Puiten en het eÜBikA Ro%enhurg^ rekent
men, dat de Winter-Garst het beste van alle granen is
uitgevallen. Zomer-Garst is aldaar, gelijk in de andere
districten, maar zeer matig uitgevallen , zoowel in op-
brengst als in kwaliteit.
In de Beijerlanden en Lande van Slrijen^ wordt de-
zelve berekend op 30 mudden per bunder.
In Rijnland^ den Alblasserwaard^ Lande van Arkel
en Vtanen is de kwaliteit redelQk, doch de korrel klein,
uithoofde der groote hitte.
In Delfsland en het We$iland\% de Winter-Garst goed
uitgevallen, en men berekent de afkomst op 40 madden
P^r bunder.
Digitized by
Google
48 6 A R 8 T.
. De Zomer-Gargt slaagde maar middelmatig, en zal niet
meer dan 20 mudden opbrengen.
De te veld staande Winter-Garst heeft veel te lljdcs
gehad van de muizen.
Bevigt Ycm het Departement '^ Gravenhage.
lo. Over naakte Garst.
Even als de gewone Zomer, is ook de naakte Garst
een ligt gewc^s gebleven, ja levert zelfs nog minder
op, namelijk 16, 18 a 20 mud, en weegt ook 4 è 5 Ned.
® ligter dan in 1845. Hetzelve is nu 70 é 72 Ned. S,
en men bereidt dezelve weder tot brood, vermengd met
TarWe. Ook op zich zelve gebakken, is het zeer Tol*
doende, de voorraad js natuurlek nog klein, daar er al-
thans niet meer dan 10 bunders zijn geteeld; het gajit
spaarzaam van de hand, tegen / 8 en ƒ9.
- Men staat nog toe om deze Garstsoort, als mestifig,
zonder belasting te doen malen.
2o. Over gewone Garst.
. Zonder dat men de uitkomst^der Garst slecht kan noe-
men, is dit gewas algemeen ligt. Door de droogte du
opgekomen én weinig uitgestoeid, had men naanweljjks de
helft des voeders van het vorige jaar, dus weinig maar
goed stroQ toor voeder. De afkomst is 20 & 25 mad per
binder; prijs van/ 5,75 tot/6; en de chevalier, meest
voor de Pelderijën gezocht, tot/6J- è/7 het mod.
In het bijzonder heeft het ongunstige voorjaar nadeelig
gewerkt, zoodat dit gewas eerst laat aan het vatten is ge-
komen^ en door de daarop gevolgde droogte, dun is ge-
bleven.
Het Departement Rollerdam berigt, dat de Winter-
Garst daar wéinig is geteeld^ doch een middelmatig be-
schot heeft opgeleverd.
Opbrengst per bunder 20 mudden.
Gemiddelde prijs /6,50 per mnd.
Zomer-Garst heeft een klein beschot opgeleverd van IS
Digitized by
Google
6 A R 8 T. 49
toi 20 midden per bander. Cremiddelde priji / 5,25 tot
ƒ6 het mud.
In het Departement Delfty Westelijk gedeelte, waren
gewas en kwaliteit slecht.
In het Oostelijk gedeelte:
Daar een groot deel der velden met Wintergewassen
bezet was, is de Zomer**6arstbouw niet uitgebreid ge-
weest Het gewas heeft veel nadeel geleden van de droogte;
het stroo is kort gebleven en de aren waren klein, het
beschot is derhalve niet groot, maar de kwaliteit voldoende»
De Winter-Garst heeft daarentegen een oitmuntend gewas
opgeleverd; derzelver afkomst kan op 60 mndden per ban-
der gerekend worden.
Beschot in beide gedeelten der Zomer-Garst, 25 mud-
den per bunder. Prijs / 5,75. Gewigt 62 Ned. ponden.
In 1845 was het beschot 38 & 40 mud.
Het Departemeut Leyden berigt, dat de Garst dit jaar
goed is uitgevallen. Vooral in het tweede district is de
knltnur algemeen.
In Noord-Holland is de Winter-Garat redelijk inge-
oogst en leverde een gewoon beschot van goede hoedanig*
heid en selfs de opbrengst was ongemeen voordeelig, ja van '
45 tot 52 mudden per bunder.
De Zomer-Garst is minder gunstig uitgevallen; wel kwam
de oogst goed binnen, doch, ten gevolge van den droegen
Zomer, was het gewas ligt en smal van korrel, zoodat op
vele plaatsen de opbrengst niet meer dan ^ van eenen ge-
wonen oogst was.
Op sommige plaatsen, als onder Leymuiden en Bloe*
mendaalj is men echter beter voldaan; onder Petten en
op Terschelling zelfs bij uitstek. Van het laatste eiland
is dit gewas tegen ƒ5 per mud willig uitgevoerd.
De Winter-Garst was, naar 't berigt van den Hr. W. Bor,
over bet algemeen goed, vooral wat betreft de kwaliteit;
het beschot* was zeer ordinair.
4
Digiti
zed by 'Google
50 G A R S T.
Zomer-Garst was minder voordeelig, ja leverde voor
len geen half gewas op , daar toch ook de korrel ligt en
smal was; het beschot Yan de
a. Winter-Garst was dooréén 28 mud per bunder.
6. Zomer-Garst » » 18 » » »
Marktprys. a. Winter-Garst /6{..
b. Zomer-Garst » 5|.
Het Departement Limmen berigt» dat de oogst redelQk
wel is geslaagd; de Zomer-Garst was matig, en gaf door
4e sterke droogte gering beschot; de Winter-Garst daaten-
tegen gaf rijkelgk, op sommige plaatsen iel£i van 45 lot
52 mudden per bmider.
Volgens het Lid Correspondent J. Boüwbian in de Seew^
sier 9 is de WInter-Garst goed geslaagd ; de kwaliteit was
be^t; de opbrengst gemiddeld 48 mudden per bunder»
Zomer-Garst ia hier weinig verbouwd en heeft een slecht
beschot opgeleverd; slechts 30 è 34 mudden per bunder.
In de Provincie Utreèht is de Winter-Garst den wis-
ter goed door gekomen , hoewel de slakken er in den herfirt
van 1845 veel achade aan hadden toegebragt, en stoelde
in het voorjaar voordeelig uit. Ofschoon om denielfdeft
i^d als de Tarwe geel geworden zijnde, had toUeb ech-
ter op den voortgang geen zigtbaar nadeeligen invloed.
De bloeitijd was mede gunstig, en de zaadzetting naar
behooren. De inoogsting geschiedde even als die der ove*
rige granen, vroegt((dig en levert de Garst bij den donch
eene vrQ goede scheut op, namelijk van 1 — 1^ mud per
vim.
. Over bet str^o i^ men insgelijks even zeer te vreden,
zynde op 22 tot 23 vimmen van het bunder geschat.
Zomer-Garst ig, voor zoo ver die slechts in eene ge-
ringe hoeveelheid verbouwd wordt, wegens de droogte,
slecht geslaagd.
De pqjzen zQn geweest van/ 5/5,50 4/6.
In Gelderland was de Winter-Garst van besie kwa-
Digitized by
Google
G A R 8 T. 51
liteit en wordt betekend op 20 tot 22 mnd per bunder op»
gpebragt te hebben.
De Zomer-Garst wat van mindere kwaliteit, ligtenwan-
kleorig; de opbrengst was gering. Door de hitte was de-
selve te schielijk rijp geworden, en heeft daardoor noch
▼eel, noch xwaar koren opgelererd.
Be xoogenaande Jeruêolemêcke Garst begint meer en
meer in aanmerking te komen, daar deselve nitmnnt door
vwaar en veel koren. De uitgezaaide Winter-Gantf staat
▼oordeelig.
De Hr. Baron tan Brakxl te Idenden^ meldt dat dit
^was goed gelnkt is.
De Heer Wttewaal deelt mede, dat de Winter-Gant
door het IJsselwater is verdronken. Het land had veel ge*
leden, kon slecht worden voort>ereid, en dien ten gevolge
was ook de Zomer-Garst niet best uitgevallen , welke
daarmboven door de langdurige droogte al te spoedig rQp
werd. Zij leverde 30 vim per bunder; de vim g^
iO kop.
Ten gevolge van den boegen waterstand, volgens het
Lid Correspondent Gempt, te Baienburg^ was in sommige
gemeenten veel winter-koren verdronken, waarvan het land
weder omgebouwd, vervolgens met Zomer*Garst is beiaaid
geworden. Het gewas van de Zonier-Garst was tamelyk
goed. Hetzelfde geldt van de Winter-Garst.
In Overijssel is de Winter-Garst over het algemeen
middelmatig geslaagd; in sommige districten wordt het
verbouw zelfs zeer goed genoemd. Ofschoon de Zomer*
Garst ook een vrij goed verbouw heeft opgeleverd , is de-
Belve echter iets minder, en het stroo kort gebleven; de
kwaliteit is ligt, hetwelk wordt toegeschreven aan de aan-
houdende droogte, kort na den zaaitijd ingevallen. Men
berekent de opbrengst van een bunder van 15 tot 25 mud-
den naar de verschillende districten; 1982 bunders waren
met dit gewas beiet, en derzelver opbrengst wordt op 1298
Digitized by
Google
52 G A 11 S T.
lasten gerekend. De marktprijs is van /4,75 tot /5|7S.
De uitgezaaide Winter-Garst doet zich, do<Nréén getekeni,
goed yoor.
Het Departement Devenier heeft omtrent dit gewas geen
ongunstige berigten geleverd.
Te 5/. Anna Parochie^ in Friesland, was bij vele landboi-
wers dit product een der Toordeeligste, uithoofde men nekbg
vrij hoogen prijs der Garst over een matig beschot raogt to-
heugen. Daar waar men evenwel de Garst of lage wat»
achtige gronden had verbouwd, was deze uitkomst op
verre na zoo bemoedigend niet^ van daar het groote ver-
schil dat men dit jaar in de resultaten van dit voortbresg-
sel ontwaart.
^Sommigen brengen het schot tot op 48 mudden; andflRi
slechts op 32 mudden per bunder; gemiddeld schat men^
ïelve evenwel op 38 mudden per bunder.
. Het gewigt derzelver was echter uitmuntend, bedragtde
voor het meerendeel 62 k 64 Ned. tt het mud. De pipi
roet verhoogde markten bedroeg ƒ 6,50 tot ƒ 7,50 per mi'*
Van wege het Oost- en Noordelijk gedeelte der ProfSf-
cie Vriesland, deelt de Heer Wqrp tan Petha mede,
'dat de Winter-Garst onder de best geslaagde vmchtei
behoort.
In Groningen is de Winter-Garst zeer overvloedig ii
1845 uitgezaaid en uitnemend door den winter gekovcs;
doch reeds in het najaar leed zij hier en daar, vooral ep
de klaverlanden , van de slak; terwijl ook die velden,
welke het water niet behoorlijk lieten doorzinken, door
de langdurige vochtigheid in den nawinter en door 4^ daarij
komende koude in April, niet dan een geel en xiekeljk
gewas vertoonden. Op de drooger liggende gronden waB
dit echter beter, en ook op de overige velden herstelde
2ich dit alles boven verwachting, soodat men, alles te is-
men genomen, een matig goed gewas van Winter-Gaitt,
hoewel met niet veel stroo, heeft gewonnen. In de tweede
Digitized by
Google
6 A R 8 T* S3
helft vau Blaart en het begin van April (1) bad men hier
en daar wel eenigen roest (zoo het scheen dezelfde soort
als die 9 welke op de Rogge later zoo algemeen is roor-
gdcomen) opgemerkt, maar dit herstelde zich weder; de
later ontwikkelde bladen aan den steng, en de aar zelve
Ueven gezond, zoodat wij hiervan geene nadeelige uit-
werkselen op den oogst hebben knnnen bespeuren. Wan-
neer die roest zich, zoo wel als big de Rogge, later, te-
gen den bloeityd had ontwikkeld, zouden de gevolgen
daarvan veel meer te vreezen geweest zijn.
Van de droogere zavelgrondeU uit het Noorden en Noord-
Westen der Provincie, en van de hoogere klei- en polder-
landen, die het water wel laten doorzinken, luiden de be-
rigten het gunstigst. Men rekende daar algemeen 40 mud
Tan het bunder, en graan van eene goede kwaliteit tot een
gewigt van 54 — 60 ponden te hebben ingezameld.
Minder gunstig was de opbrengst op de meer in het
midden en Westen der Provincie gelegene zware en dik-
wijls lang het vocht behoudende kleigronden, waar de
groote afwisseling van langdurige vochtigheid en sterk
aanhoudende droogte meer nadeel schijnt gedaan te heb-
ben dan op de zachtere, straks genoemde akkers. Het stroo
bleef in het voorjaar hier lang ziekelijk en het gewas gaf
niet meer dan eene zeer middeliAatige opbrengst, door el-
kander op 30 mudden van het bunder te schatten; met
uitzondering van eenige streken , die nog voor en na door
regenbuijen in den zomer verfrischt waren geworden, eii
waar het gewas, zoo als in het Westerkwartier, iets beter
stond.
Doch overal gaf het bijzonder gunstige weder bfj iën
oogst het voordeel, dat de hoedanigheid van stroo en graan
(1) Ook in de ProTincie Luik in België heerschte, volgens een bij-
zonder schriJYen van den Hoogl. Horren te Luik, de roest zeer alge-
meen op alle winler{p*anen in de tweede helft van de maand Haart.
Digitized by
Google
B4 G A R S T.
leer blank en goed was. De prijs Tan het graan was
/4,60 è/6,75.
Bfaartegarst was niet dan in geringe hoeveelheid nitge-
naidy daar de veelyoldige regens in Maart en April bet
land geheel ongeschikt voor dexe saaying gemaakt bad«
den 9 waarom de opbrengst van dese Garstsoort» in dit
jaar als seer onbelangrijk moet beschouwd worden.
Zomer-Garst was in eene matige Iioeveelbeid nitgesaaid,
doch over het algemeen niet gelukkig geslaagd. Op de
kleigronden die na de veelvnldige regens snel opgedroogd
waren, was de oppervlakte van den grond moeijjemk te
bewerken en bQna niet fijn te kragen, loodat bet gesaai-
de slecht opkwam. Doch ook op de liglere gronden j waar
het genaide meer getykmatig opkwam en minder ongsa-
atig is voortgekomen s leed het gewas later aeer van de
droogte en overal schoot de halm soo spoedig in de aren,
dat het stroo don en kort en de opbrengst beneden bet
middelmatige bleef. Men aal het door elkander op niet
meer daa 20 — 25 mndden van het bander knnnen schat*
ten, en ook de kwaliteit van de korrel, waarvan het ge-
wigt ongeveer 50 Nederlandsche ponden per mud was, liet
ved te wenschen over. Over dit laatste was men nog al
het best te vreden op de leemacbtige, voor Zomer- en
Knobbe-Garst bijxoader geschikte zandgronden, te JSToren»
waar de korrel vrij vast was en waar het gewigt van 54 — 56
Ned. ponden bevonden is.
De prijs /4 è /5.
Het stroo is dengdaaam doch niet overvloedig. .
Hieraan sluiten de mededeelingen van de Leden Correa-
ponden: Als H. H. Haan, over jÉppingttdam en Hoge%cmd^
en van bet Lid S. P. van der Tuuk, te Oldambi en fFeS'
ierwolde en J. C. Billroth.
In Drenthe is de Zomer-Garst voor eigen gebroik ver-
bouwd en vrij goed bijgekomen; er wordt geen Winter-
Garst verbouwd.
Digitized by
Google
jGARST. — BOEKWEIT. 5&
In de KidoniSn van WeMadigheid beeft de Zomef-G«rsl
éooi de Btetke droogte Teel geleden, en ie alsoo het ge*
was niet groot geweest. Te Ommersohana , waar desa
▼mcht hoofdxakelijk gevonden werd, heeft cij roim 17
mudden van het bonder gegeven; of nog bijna 3 madden
meer dan in 1845 over al de Koloniën. Hoezeer het een
klein gewaa ia geweest, vermeent men in de gegeven om-
fltandigheden daannede te 'vreden te kunnen sDn.
4. BOEKWEIT. De Bocdsweit bleef in Limburg door
de groote droogte xeer lang in de aarde; hoogstens een derde
derselve kwam op den gewonen t|jd te voorsch^n. Na een
weinig regen kwam een tweede gedeelte, en eindelgk na
eene hevige onweérsbni, het overige saad op. Zij leverde
eene ongewone hoeveelheid stroo. Doch de eerst opgekb*
mene plant bloeide en rijpte door de droogte en warmte
neer vroi^, en een groot gedeelte Boekweit viel af eer de
laatste opkomst rijp was. DesEe eerste alleen, was volko*
men; het laatste gedeelte bloeide 4 of 5 wdcen en gaf
korrels sonder meel ; het beloofde dos zeer veel, doch gaf
▼eel minder goed graan dan in een middelaiatig jaar, en
niet meer dan 9 è. 10 mud per bnnder van zware korrels*
Het stroo en het overvloedig kaf of de ligte korrels lever-
den veel voedsel voor het hoomvee; de beschaduwde ak-
kers hebben eene betere opbrengst gegeven dan die, welke
aan sterken zonnescliyn waren blootgesteld, en wel tot
15 è 16 madden ^ het weder begunstigde zeer de inza-
meling.
In Noord^Braband kwamen alle Icocrels op, waar-»
door het gewas te digt stond, hetgeen voor niet goed wordt
beschouwd, wQl de Boekweit vooral uit de zijspranken
moet komen , die door de buren verhinderd worden zich
te ontwikkelen.
Door de droogte niet terug gehouden , bleef de Boek-
weit sterk doorgroe^fen, en beloofde op het einde van Julij.
Digitized by
Google
66 BOEKWEIT.
eenen bniteogtwoon oirervloedigen wfpiU Door den regen
in Augustus gevallen en 'onweersbuien kwamen er eene
groote menigte nieuwe bloemen , die dadelf)k korrelden en
door anderen gevolgd werden, soodat men aan deselfde
plant r^pe, half r^pe en groene korrels vond. Hi^door
geraakte men omtrent bet tijdstip der maaijing in verle-
genbeid; die vroeg maaiden hadden een bescbot van 18 k
22 mudden per bnnder, terwijl zij, die veertien dagen la-
ter maaiden en sich de gedeeltelijke rijzing der eerst ge-
rypten getroostten» een beschot van 28 tot 35 mudden
hadden. Men kan het gemiddelde produet op een last per
bunder stellen*
Van al de voortbreugselen in de zandgronden, is de
Boekweit dit jaar verreweg bet voordeeligste; het graan is
blank, droog, van goede kwaliteit en wigtig. Tot hoisel^k ge-
bruik wordt de Boekweit, hoewel gewoonlijk | minder in prijs,
met de Rogge gelijk gesteld. De pap , die des morgens ea
des avonds gebruikt wordt, bestaat uitmelk en Boekweiten-
meel. Voor middagkost, vooral bij het gemis van Aardap-
pelen, wordt spekkoek, hier struif genaamd, gegeten, ea
tot varkensmesting wordt aan Boekweiten-meel de voor-
keur gegeven. Daarom is bet, dat in den tegenwoordigea
tijd bijna geen Boekweit ter markt wordt gebragt.
De berigten van deo Heer Martini tan OuwERZEiur ko-
men hiermede, wat de hoofdzaak aangaat, genoegzaam over-
een. De opbrengst was 24-^^25 mudden per bunder.
Alsmede die van den Heer tan der Bebken Pastebl.
Te Cuyck by Grave^ stond zij algemeen zeer goed,
doch kwam ook weinig ter markt om de algemeene behoef-
te onder den boerenstand.
In Zuid -Holland wordt de Boekweit weinig geteeld;
alléén uit Rijnland meldt men, dat Üj algemeen goed it
uitgevallen.
En uit Goeder eede en Overflakhee: dat zij een tame^jk
goed gewas heeft opgeleverd; de opbrengst per bunder, Is
Digitized by
Google
BOEKWEIT. n
op 36 mudden te flchatten ; ook is dexelve van zeer goede
kwaliteit.
In den omtrek van Rotterdam wordt de Boekweit zeld-
laam geteeld; zij heeft echter een goed beschot en wigt
opgeleyerd. Gemiddelde prijs ƒ 2,25 per last of / 7, 50 per
mud.
In Zeeland wordt zij weinig verbouwd; overigens
stond zij nitmnntend , en gaf ruim 20 mudden per bunder;
de middelprjjs was / 7.17 per mud.
In Noord -Holland was het gewas voordeelig.
Deberigten van den Heer Perk, te Hilversum^ wegens
Laren en in den omtrek, z^n gunstig; te Hilversum is
dit gewas goed geslaagd; de kwaliteit is zeer goed en
zwaar, de prys van fS tot / 10.
Door het redelijk wel slagen en de hooge prijzen heeft
dit gewas in het Gooi den nadeeligen bouw van de Rogge
veel vergoed.
Daar de akker, voor dit gewas bestemd, goed kan wor-
den toebereid, en daar men, door den regen niet belet werd
het land behoorlek los te maken en van onkruid te zuive-
ren, is in de provincie Utrecht de Boekweit goed in de
versch omgeploegde voor kunnen worden gezaaid, en in
opgang gekomen. Waar zulks verzuimd werd , heeft men
twee opgangen gehad, die veel verschilden, daar de eer-
ste opgang door het gunstige weder reeds begon te bloei-
jen, terwQl de tweede pas begon op te komen, hetwelk
in sommige streken de opbrengst heeft benadeeld. Van de
in eenen opgang opgekomene Boekweit is het gewas over
het geheel gunstig geweest; doch ook deze heeft somwij-
len, ten gevolge der voortdurende warmte nog eene tweede
Uoe^ng ondergaan , hetwelk voor de zaadzetting niet voor-
deelig, en voor de inoogsting moegelijk was. Het gunsti-
ge weder échter heeft de maa^ing reeds in het begin van
de maand September kunnen doen beginnen en geregeld
doen voortgaan. Op sommige kleigronden, alwaar het ge-
Digitized by
Google
S8 BOEKWEIT.
was ongdljk was «^gekomen, en daarb^ Iviger te TeM«
gebleven, beeft de Boekweit veel van de muilen geleden.
Uitgezonderd de genoemde omstandigheden en behalve
de bedoelde kleigronden, waar de Boekweit bovendien in
den opgang t door aanhoudende en sterke droogte, over bet
geheel werd tegengehouden, en waardoor sij, bij gesif
van zaad , niet meer dan een matig voeder-gewas opleverde,
is de Boekweit , in het algemeen genomen , zoowel op de
zavelachtige als de zandgronden, voordeelig geslaagd, ei
heeft eene goede scheut opgeleverd, namelijk van •} tot 1
mud en meer van de vim. Het zaad is mede goed van kwa-
liteit. Men schat de opbrengst in sommige streken op 25
mudden per bunder door elkander.
In den omtrek der stad Rhenen^ alwaar de Boekweit^
door het onweder en den hagelslag op den 7 Augustus
grootendeels was verwoest , is dezelve echter, bij den lang
aanhoudenden zomer, nog beter geslaagd dan men vooi^
loopig had kunnen denken.
Door de gunstige uitkomst van dit zomergewas, in vei^
band tot de booge prijzen , zijn vele landbouwers in de
zandstreken, welke wegens misgewas en ziekte onder
de schapen in vorige jaren , in een verachterden toestand
waren geraakt , wederom opgebeurd. De prijzen waren van
f 7.00 tot / 8.00 het mud , en hooger.
Om Zeyst is , volgens den Heer Enklaar , de Boekweit
vrQ wel geslaagd , vooral op velden , die eenige beschat-
ting tegen de schrale Oosten winden in den eersten bloei-
tijd genoten. Op de hooge openliggende vlakten heeft de
eerste bloem grootendeels doof gebloeid, maar de latere
heeft door gunstiger weder vrij goed aangezet. Om (deze
reden is aldaar de eenige dagen later dan gewoonlijk ge-
zaaide beter geworden, dan die, walke op den joisten tjgd
in den grond gekomen was.
In Gelderland was de Boekweit b|j menschen geheu-
gen nooit zoo voordeelig geweest , wat de hoeveelheid , de
Digitized by
Google
BOEKWEIT. (»
hoedanigheid en de roimé opbreagit van stroo betreft. De-
selTe sette volkomen , tot de laatste bloem toe; werd allerge-
lokkigst binnen gehaald en leverde van 1 tot 1^ mud van
de vim op. Onder Epe dorschte een landbouwer 13 mnd
van 7 vim. Het gewigt was 2 è 3 ft zwaarder dan ia het
vorige jaar.
Onder Winter9tuijk en Aalten was men vooral te vreden
over.de fijnkorrelige Brabandsche Boekweit, die de ge-
wone meer en meer begint te verdringen.
Omtrent het goed gelukken bij Arnhem en Lienden sQn
berigten van den Heer Bobidé van D£R Aa en den Heer
Baron van Brakel.
Evenioo van den Heer Wttewaal» te Voorst. De bun-
der gafSOvimen meer, op enkele bunders heeft men tot 50
vim gehad. De vim leverde 75 kop xaad gemiddeld. Het
saad weegt ongeluk van 60 tot 70 Ned. ft het mud.
De Boekweit maakt in die landstreken een sesde ge*
deelte van den verbouw uit«
De Correspondent Libse, te Apeldoorn berigt, dat men
lich geen jaar herinnert dat de Boekweit zoo voordeelig
heeft gestaan, zoo zwaar geladen en zoo voordeelig inge*
oogst is.
Evenzoo de Heer Staring, te Lochem^ en het Lid Cor-
respondent Gempt, te Balenburg»
De Boekweit heeft, volgens de Provinciale Commissie,
en het Departement Deventer in Overijssel, eenen uit-
muntenden uitslag opgeleverd. Het stroo was lang; zQ le-
verde ved zaad, en is goed ingeoogst. De korrel is hQ-
zonder goed, zoodat de opbrengst van de Zand- Boek weit
in vele districten op één last per bunder wordt berekend^
en de 5417 bunders, 4803 lasten hebben opgebragt.
In dé kleistreken had de felle zonneschijn en sterke
droogte eenig nadeel toegebragt, en hier en daar waren op
den 10 Julij sommige akkers verhageld. Als eene bijzon-
derheid kan vermeld worden, dat in de omstreken van
Digitized by
Google
60 BOEKWEIT.
Steenwijk i Boekweit is gezaaid, en rQp geoogst gewa-
den van land , hetwelk hetzelfde jaar een Rogge-oogst luid
geleverd. Ook de Veen-Boekweit slaagde nitmantend,
selfs het stroo was mede bijionder goed, terwijl meestal
ÜO mudden van het bunder is ingezameld; 1747 bnnden
▼een werden dit jaar gebrand voor dit verbouw, en lever-
den 1824 lasten af; de pr^ was van /6 tot/8,25.
Zij was in Groningen voortreflfelfjk , zoo op het zand
als op het veen. Beide zQn op het gunstig oogstweder
zeer goed binnen gebragt, zoodat dit gewas als in alle op-
zigten wel gelukt mag beschouwd worden.. Ook de hoe-
danigheid van beide was goed; het gewigt 67 6 70 Ned.
ponden. De opbrengst kan genuddeld, per bunder, begroot
worden op 30 mudden voor de zand- en 25 mudden voop
de veen-Boekweit.
De oorzaak van deze gunstige uitkomsten zal, naar ons
inzien, moeten gezocht worden in de afwezigheid van ram-
pen, zoo als nachtvorsten in het voorjaar, die deze ge-
voelige plant anders zoo dikwijls treffen , en in het dnar-
zame warme en drooge zomerweder met weinig storm en
weinig donderbuljen , zoo als dit anders hoogst zeldzaam
alhier plaats heeft.
Ook geldt dit van jtppingaulam en Hoge%and^ volgens
den Correspondent H. H. de Haan, en van het Lid Cor-«
respondent S. P. van der Tuuk, te Oldambt en WeS'
tertuolde.
Ook van de Provinciale Commissie van Drenthe zl{n-
zeer gunstige mededeelingen , zoowel omtrent de Zand-
Boekweit, waarvan de opbrengst per bunder 30 muddea
bedraagt, als ten aanzien van de Yeen-Boekweit.
De prijs bedraagt van 6 tot 8 gulden het mud;
In de Koloniën van Weldadigheid is geen gewas beter
geslaagd, en maar zelden was daar het verbouw zoo greot
als dit jaar, zgnde van de 88 bunders, welke daarmede
in het geheel bezaaid waren, geoogst 1565 mudden o£
Digitized by
Google
BOEKWEIT. — HAVER. 61
l^na 18 mud van het bunder; wanneer men hierbf] denkt
dat onder die 88 banders, 56 bandera ongeenhiveerde
veenlanden gevonden worden, waarvan sommigen reeds
Toor de 6*, 7* of 8« maal gebrand, en das, soo als men
dit noemt ^ aitgeboekweit zijn, dan sal bet niet vreemd
Toorkomen als van enkele stukken lot 30 madden van bet
bunder sijn verkregen. Het weder was dan ook voor dit
gewas van bet branden der veenen af, lot aan den oogst-
tijd, allergunstigst.
De opbrengst der Veen-Boekweit was in de streek van
Smilde^ algemeen naar wenscb en boven aller verwach-
ting. Op de Veen-Koloni^n sQn geXvone arbeidslieden ge-
weest, die voor bun eigen hoofd meer dan 200 Ned. mud-
den hebben ingesameld; iets hetgeen vele armen lieden
eene niet gekende welvaart heeft aangebragt. Het pro-
dact was van goede kwaliteit en leverde gemiddeld 20
mndden per bunder, wegende van 68 tot 70 Ned. ponden.
De marktprgs liep van 6 tot 7 gulden bet mud.
5. HAlVER. Omtrent dit gewas berigt de Commissie
Yan Limburg dat het stroo kort en niet overvloedig
was , doch veel gaf en eene goede korrel had , en omtrent 35
mud per bunder leverde; op eenige vochtige akkers was
de hoeveelheid stroo ook voldoende, hetgeen de groote
droogte als oorxaak van de algemeene schaarsheid van
stroo doet betrachten.
In Noord-Braband was ook in dit jaar wederom
mericwaardig het verschil van het Havergewas in klei- en
sandgrond. In de zware kleigronden van de Schelde tot
aan den Biesbosck is in de nieuwe landen de JBaver uit-
muntend gegroeid; bi) swaar lang stroo gaf sij vaak een
beschot van 50 mudden per bunder. De soogenaamde oude
landen der ligte kleigronden deelden geheel in het lot der
zandstreken, namelQk dat door de aanhoudende droogte
het gewas bigsonder slecht is uitgevallen. HierbQ komt
Digitized by
Google
62 HAVER.
nog* dat men dit jaar hetirifde bederf beapevrd beeft»
waarvan wQ in het verslag van het vorige jaar gewaagdeiiy
namelijk het geel worden der lissen en een soort van ver-
sterf van het stroo, drie k vier weken vödr de rQpwor-
ding. Men kan dit van denxelfden aard heschonweay hoe-
wel in eenen minderen graad , als hetwelk op de Bogge boo
noodlottig gewerkt heeft, soodal, indien men dezen ramp ia
xyne verschijnselen nagaat en met de Rogge vergdijkt^ er
niet aan te twijfelen valt of bet is dezelfde kwaal , die
men met den naam van roest bestempelt. Hoe dit si)n moge,
de uitwerkselen s^n over het geheel bedroevend geweest»
loodat de opbrengst gemiddeld een half gewoon gewas niet
te boven is gegaan. Eene gonstige nitiondering vindt men
echter in de vroeg voor half April gezaaide Haver; deze
had vóór de sterke droogte het land, zoo als men het
noemt, onder zich; zij was namelQk reeds zoo hoog opge*
groeïd, dat de zon niet meer op den grond kon schenen,
het gewas door de hitte minder leed , en een beschot vaa
30 è 36 mudden per bunder gaf.
De prijs der Haver wordt van dag tot dag hooger.
Door den hoogen waterstand , en het bezwijken der polder-
dijken, heeft men dit jaar in de gemeenten langs den
Maa$dijk wdlnig Haver kunnen zaaijen.
Jonkhr. Martiki van Ouwbrkerk berigt dat dit geww
wel voldaan heeft. •
In de streek van Eindhoven is, volgens den Heer viz
K>ER Bbekzn Pasteel de Haver slechts middelmatig ge-
weest. Het stroo bleef kort , de korrel was ligt, terwQl
er tusschen de vroeg en de laat gezaaide daaromtrent wtt*
nig verschil heeft bestaan. De zomerhitte was al te sterk
en te aanhoudend om een beter resultaat te kunnen ver-
wachten. Op lagere en waterhoudende gronden zag men
hier en daar goede Haver groeigen en rijpen; dit is echter
• eene uitzondering geweest, terwQl daarentegen menige te
laag liggende akkers weinig hebben opgebragt; 25 mad-
Digitized by
Google
HAVER. 63
d«i per boiider was over het algemeen de opbreogsC yan
dit gewas, hetgeen voorzeker nog de verwaehting heeft
overtroffen.
De Haver is in Zuid-HoHand op Goedereede en Over^
flahkee goed uitgevallen; men berekent de opbrengst al-
daar op 56 mudden per bunder; ook is de korrel blank
eok swaar.
In de Beierlanden en Lande van Strijen^ is de Ha-
ver redelijk geslaagd en wordt de opbrengst niet hooger
dan op 36 mudden berekend.
Op Foome en Putien en op het eiland Rozenburg is
de Haver zeer slecht uitgevallen en Ujna mislukt, wor-
dende aldaar op niet hooger dan van 15 tot 26 mudden
gerekend en dan is zij nog ligt van kwaliteit.
In Belftsland en het Wesilandj den JZwtjndrtcAischen
Waardj Lande van IJsselmonde en in Rijnland j heeft
de Haver mede maar een zeer middelmatig gewas gege-
ven , veroorzaakt door de langdurige droogte en zware zo-
merhitte, en wordt de opbrengst berekend van 25 tot 30
mudden per bunder. Kort van stroo en de korrel ligt.
De prijs van/3,75 tot/5,20 per mud.
Het Departement '« Gravenkage berigt, dat de Haver
ligter is dan gewoonl^k, doch beter dan de Garstsoorten;
het stroo is mede zeer geschikt tot voeder. De afkomst
der hier bedoelde lage of voedersoorten, kan men niet
hooger dan 30 mudden bepalen; prijs/ 3,50 ^/3,75, op
eene wigt van 40 & 42 Ned. S per mud.
De Haver heeft algemeen het meeste door de droogte
geleden, en op vele plaatsen is dezelve van boven naar
bekleden gerapt i zoodat het beschot nietig en het gewigt
ligt werd. Die welke een wigt van 42 Ned. ft heeft kun-
nen bereiken, heeft over de/4, en die over de 47 Ned«
S kon bereiken, heeft/ 5 per mud kunnen bekomen.
Men heeft overal in dit Departement, de Ctarst beter*
dan de Haver gevonden.
Digitized by
Google
64 HAVER.
De Haver^ (fijne) Gort ia raim loo vddoenée geweest,
en levert Tan 30 tot 35 inodden per bunder op ; is med6
xeer gexoeht, en weegt wel ligter dan gewoonlijk, daar
men maar weinige pardjtjea vindt die 50 Ned. S knnnen
halen , maar de meeste blijven tnsscfaen de 40 en 50 Ned.
«; waarde van /4,26 tot/ 5.
Het Departement Rotterdam deelt mede, dat de Haver
ligt van icwaliteit is en een klein bescliot heeft opgele-
Terd van 20 tot 25 mndden de bnnder.
Gemiddelde prijs onderscheiden naar mate van het ge-
wigt/3, ƒ4 tot/6 het mud.
Het Departement Delft.
WestelQk gedeelte, gewas en kwaliteit matig.
Oostelijk gedeelte, voor het Haveigewas is de droogte
■eer nadeelig geweest, vooral op de hooge kleigrondeo;
daarbij is het te vroeg rQp geworden, soodat kwantiteit
en kwaliteit veel te wenschen overlatm.
Beschot gemiddeld iti beide gedeelten 28 mudden per
bunder^ Gewigt gemiddeld 42 Ned. ft. In het fTeetland
50 Ned. tt. Beschot in 1845 45 è 50 mudden.
In het eerste district van het Departement Leyden neemt
de Haverbouw eer af dan toe. Dit jaar was het stroo ligt,
kort en onvoordeelig. In het tweede district is de op-
brengst nog al mede gevallen; desgelijks in het derde.
De Haver was in het Departement Sassenheim ligt.
Prijs van /4,75 tot /6 per mud.
In Zeeland heeft sij veel van de drooge somerdagen
geleden; op de meeste plaatsen was Klj dun opgekomen,
terwijl zij in kwijnenden toestand verkeerde; het graan was
van middelmatige hoedanigheid, en de oogst dus ongunstig.
Men berekent dooréén de opbrengst op 20 mudden per
bunder, terwijl de middelprfjs gedurende 1846 is geweest
/3,58 per mud.
In het verslag van het district Goe$ komt voor, dat de
opbrengst tamelijk goed was.
Digitized by
Google
HAVER. 65
De Haver-oogst wat in Noord-Holland over het al-
gemeen goed, en beeft 30 è 40 mudden per bunder opge-
leverd, alleen viel bier en daar de korrel wat ligt
Onder Aalsmeer is men dit jaar begonnen dit gewas te
teelen; de proef is voordeelig uitgevallen.
De Heer tan Sanen Teengs meldt dat bij in den berfst
van 1845 eenen kleinen akker die met Haver bezaaid ge*
weest was, welke door den storm van 19 Augnstas van
dat jaar dooreen geslagen was, bad 'laten liggen, en dat
de Haver, door den zacbten winter niets- geleden heb*
bende, na ingezameld en gedorscben te zijn, de bijna on-
gelooflijke zwaarte van 61 Ned. fi per mud bad ver-
kregen.
Ptgs vari 1 Ned. mnd /3,75 k /4,60.
Op Texel beeft de Haver, volgens bet Lid Correspondent
W. Bok, slecht gerendeerd en van de droogte geleden.
De opbrengst kan naauwelijks op 20 madden^ per ban-
der worden bepaald; bet stroo was ook niet beduidend
lang. '
De marktprijs was dooréén /4,25 per mud.
Te Limmen was de oogst voordeelig voor den verbou-
wer, in besebot en kwaliteit; op de zandstreken nogtbans
en in de omstrtdken Yw^ Beverwijk ^ was i^ door de hitte
te vroeg rijp en het beschot minder.
Te Hilversum was een schraal gewas, kort van stroo.
Prijs van/S tot/3,50.
In de Bé^mster is zf), volgens het Lid Correspondent
J. Bouwman, allezins slecht uitgevallen; naauwel^ks 28
k 30 mudden per bunder.
Op de nieuws aangelegde gronden, welke Jn t^ds kon-
den bezaaid worden, en in de lage streken der Provincie
Utrecht, heeft de Haver een tamelQk gewas opgeleverd,
doch op gewone bouwlanden, die niet dan later bezaaid
konden worden, en op de hoog gelegene gronden, is de
Haver, wegens de aanhoudende droogte in JunQ, on-
5
Digiti
zedby Google
66 HAVER.
gunilig ▼oortgckomeii» M is het gewas daardoor in Tele
kleistreken onTOordeelig uitgevallen i en zelfs hier %n daar
geheel mislukt De Uav^ is nede vroegt^dig rijp ge-
worden, en Toor een goed gedeelte reeds in de eerste
helft van Augustus binnen gekomen.
Men rekent, dat in de lagere streken, alwaar de Haver
het best gelukt is , dsselve gemiddeld van 15 tot 24 en 25mndr
den van het bimder heeft oj^bragt, doeh die op de ge-
wone landen heeft somwijlen naauwelijks het zaai-koren
terug gegeven* De prgsen syn van/ 3 en /4 en daar-
boven.
In Gelderland leed zg o<^ door de hitte; de op-
brengst was slecht. De laag gelegene landen maken daarop
echter eene uitzondering. In sommige gedeelten van het
voormalig Graafschap Zutphen heeft men zelfs eenen voor-
deeligen oogst gehad.
Omtrent Arnhem gaven de weinige met Haver bezaaide
akkers in deze streek, door de hoogte der gronden niet.
wat zij op lagere gronden hebben opgeleverd. Het zaad
was echter zeer goed, maar de opbrengst niet meer daa
de helft van die van een gewoon jaar.
Te Lienden heeft de Haver niet meer dan een derde
van een gewoon gewas gegeven; door de droogte is de
groei daarvan veel verhinderd.
De Haver was om Brummen^ volgens den Heer Wtti-
WAAL, op de zavelgronden goed, en vooral was de vroeg
gezaaide de beste. Op de kleigronden is dezelve, om re-
den by Art. 3 vermeld , te laat en slecht te veld kun-
nen gebragt worden; op die gronden leverde de vim daa
ook slechts 40 tot 50 kop op. Op zandgronden gaf de
vim 75 kop ongeveer, terw(jl er 25 tot 30 vim van het
bunder kwam.
In de streken van Lochem was de bouw van minder
aanbelang, omdat daartoe meestal de meest uitgeputte
gronden genomen worden; zy .was op de l^ge grondes,
Digitized by
Google
HAVER, 67
vooral gescheurde weilanden» ToortreffelQk. Ten gevolge
van de ^dfoogte e^ter hebben de hooge akker» niet meer
dan een half gewas geleverd.
Het Lid Correspondent te Batenburg schrpt, dat over
het algemeen de hooge rivierstaod, ten gevolge waarvan
Ae hioneidaBdeD te lang onder het water waren, niet heeft
toegdatM^9 dat er veel Haverland heeft hesaaid kminen
worden. Op sooUnige plaatsen waren eerst in het laatst
van Mei of in bet begin van Juny enkele weilanden soo
▼ene vaii water heVfffjdi dat se kenden qeigeploegid en be-
xaaid worden. Men ging te eerder daartoe over, omdat de
van wÉit^ onf Ueiete weilanden dik beschoten waren met
vlotgras* Qfsjsboon de verwachting van dit late xaaiaeL
niet gradt was » is echter de. mtkomst xeer verblijdend ge-
weesft, vooral wegeitt do hooge pr|jnen«
Op de hooge bonwlanden was. het gewas tamelQk goed»
«venaoo ook op de gesebenrde weilanden. De opbrengst
op het eene loo wel als isp het ander, is geweest 25 A 30
modden per bnnder; alléén was er groot verschil in de
swaaste. J)e Haver op hooge gronden :35 è 40 iS , en op
de gescheurde weilanden fl& è 30 fi.
Pr|s der sware Haver /4 k /4,50.
Prijs der ligte Haver /3 &/3,50.
In Overijssel heeft dit geWas/ even als de Zomer-
Gkürst van de aanhoudende droogte geleden. . De oogst is
echter middelmatig gefeest, ofschoon het stroo kort en het
saad niet zMiaar wsa. flet verbonw wordt per bunder <^
17 tot SO vimmen gerekend, en heetTt meestal omstreeks
16 ,tot 20 modden opgebragt. In de omstreken van Sieen^
«c^'A^was de opbrengst echter gunstiger; de 2854 bunders,
welke roet Haver xign bebouwd geworden^ bragten 1960
lasten <^. De pi^s van de Haver was van / 3,50
tot ƒ5.
Het Departement JUev^nier mddt, dat de Haver een
slecht gewas, beeft geleverd, dok el ten. g«v(dge van de
Digitized by
Google
6S HAVER.
felle droegte en roest , door trelke laattte het stroo tbd
weinig waarde werd. Het gewigt was yan M *tot 44
Ned. a.
Te St. Anna Parochie was de Haver, onder min gvn-
stige omstandigheden gesaaid, Tooral op de laagste landea.
De droogte, hoewel voor de herstelling Tan den grond
Toordeelig, veffoorcaakte echter dat de Haver, aiduuis de
laatst gesaaide, voor een deel verdroogde.
Dit in aanmerking nemende , moet het verwonderen, dat
zQ nog dat gewas opleverde, hetwelk men meerendeel vee-
kreeg.
Er werd veel braad in de Hnver opgemerkt, doch Cor-
respondent had ook thans weder de ondervinding, dat dit
nadeel door kalbing der Haver voikomen kan worden vooc^
gekomen, daar hij kan getuigen geen den minsten brand in
de vooraf gekalkte te hebben genten.
Volgens den Heer Worp van PfirmA , luiden nit de
Provincie Vriesland de berigten over de opbrengst van
de Haver gnnetig; de praten sQn hoog.
Dezelfde redenen wélhe ahi de ooisaak van het nünder
welslagen der Zomer-Garst mogen werden aangenmnen, gel-
den volgens de Provinciale Conunissie in Groningen ook
van de Haver.
Dese heeft algemeen ved van de droogte geleden, en kan
door elkander- op êene opbrengst van niet meer dan 30
mudden per bunder gerekend worden. Daarenboven was
er niet veel Winter^graan omgeploegd, waardoor er ode
geene uitgestrektheid lands dit jaar met Haver bezaaid ii
geworden. Het een en ander zal oorzaak zijn, dat ons ge*
west van dit hier anders zoo gewigtige graan, naar even-
redigheid van andere jaren, slechts weinig zal hebben op-
geleverd. Eene gunstige uitzondering maakt de vroegst ge-
zaaide Haver, die eenen goeden oogst van 40 — 50 mud-
den blank en wigtig graan heeft opgeleverd, ter zwaarte
van 44 Ned. ponden; doch het later gezaaide was slecht op-
Digitized by
Google
HAVER. 69
gekomen, en echeeabij het uitkomen der bloeiplnimen kiaeh-
teloos / xoodat vele halmen lelfs knakten ,. ef geen,, of zeer
ligt en veel te vroeg tot rapheid gekomen graan oplever-
den. Het ttioo vf9m niet overvloedig, maar in uitnemend
goeden ataat binnen gebragt. Zoo ook de korrel, die by-
londer hoog in pc§a waa /3,50, /4 en meer per mad; de
liglece. soorten naar evenredigheid. De Voer* Haver b. v.
van 34 — 36 Ned. ponden waa/2,70, ƒ3 en daarboven. De
awarte Haver \roog 32 — 38; de dikke, witte of Broow-
Uaver wisaelt af van 32 tot 48 Ned. ponden.
De Correspondent H. H. de Haan deelt aangaande Ap-
jnngadam en Mog&aand mede, dat voor eene tijdige zaad-
bettelling de te vochtige bodem meest niet geschikt was.
Veel van het mtgezaaide kwam daarom ook slecht te
gronde. De zoogenaamde wiotervoor, was bij gebrek aan
vorst, digt en slemperigy en beloofde weinig goeds. Later
werd wel het weder voer de zaaijiog gnnstiger, doch de
voortgang van het gewas tegen gewerkt door de buitenge*
wone droogte, die ook voor den groei van veel van het
vroeg gezaaide, hoewel in mindere mate, nadeelig was.
Een en ander had ten gevolge, dat dit product (waarmede
eene gewone koeveelbeid grond bezet was) minder stroo
g9f dan gewoonlijk, en het beschot veelal beneden het
middelmatige bleef; veoral de laat gezaaide, welke daar-
enbavea door te vroege r^pwordiog buitengewoon ligt uit-
viel. De dikke Haver was niet zelden beneden de 40, en de
voersoorten beneden de 35 ponden. Die der vroegere be-
draagt meestal van dikke soort van 40 tot 4i en van de
voer van 36 tot 38 ponden. De kwaliteit is zeer matig,
en het beschot gemiddeld van 25 tot 30 mudden hét
bander.
Veel bladen waren ook door de roestziekte aangedaan i
zonder dat zulks evenwel later tot de hs^raen oversloeg,
zoo als bQ de Kogge plaats vond, en het nadeel daardoor
te vreeg gebragt, niet belangrijk werd.
Digitized by
Google
70 HAVER*
De priJzeD waren: van ét dikke Harer van 40 i 48 S
ƒ3, /3,50,/4,50 tot/5, en van de voeraoorten van 36 è
38 « witte /2,80, ƒ3,10 tot ƒ3,50 è ƒ4.
Het Lid Correspondent S. P. van dbr Tuuk te OldamU
én Westerwoldej meldt, dat alleen vroeg gesaaide Ham
big weinig stréo, een matig en deugdsaam prodnet leverde.
Die door afwisselende regen laat in den grand kwam, lever-
de wel veel stroo, docbde geringe boeveelheid van 20 tot 39
randden bet bunder, wegende sleobts 30 & 35 pond, ter-
wijl de vroeg gesaaide plas minns 40 tot 50 mudden per
bunder met een gewigt van 46 tot 48 pond konde opbren-
gen en alles xeer voordeelig geoogst werd.
De Heer J< C. Billroth deelt mede, dat de Ibver vear
het grootste gedeelte een seer schraal gewas en niet veel
stroo leverde, en eene nog mindere korrel, vooral wat de
kwaliteit betreft; xlj was in bet algemeen niet volwassen.
De vroegst gesaaide was veel deogdsamer en swaardcr
dan die, welke later gesaaid is*
Aan de groote droogte in den somer, wil men gedeei-
tel^k de te vroege rijping der Haver toeschrIJveD, en de
soms spoedig afwisselende weersgesteldheid van den so-
mer, wordt al mede als seer nadeeUg voor deseive ge-
houden.
Men heeft menigvuldig aan de seheedebladen e«ie rood-
heid bespeurd, welke ook als bederf is aaBgemerlct ge-
worden.
De Zand-Haver was beter dan de Klei-Haver; ook wat
dezelve zwaarder: de opt>reng8t van 15 tot 40 midden h^
een gewigt van 20 tot 30 & 35 S.
De zwarte Haver was dit jaar meer bont dan in andife
jaren.
Uit het kanton Bedum deelt de Heer 6. Reinders mede,
dat het gewas beneden de gewone opbrengst is gebleven.
De hooge waterstand en de regens in April hebben bet
bewerken van de akkers en de besaaljing moeijelQk ge-
Digitized by
Google
HAVER. — KOOLZAAD. 71
maakt. De daarep gevolgde droogte wae voor het jonge
gewas seer nadeelig.
Id de Provincie Drenthe is de Haver, voor soo verre
sij vroeg is gesaaid, matig; doch de latere is, vooral ten
aansien der kwaliteit ^ slecht nitgevalleo.
Van de Koloniën van Weldadigheid is berigt, dat ge-
doreade den saaitijd van dit gewas en Icort daarop vol^
gende het reeds seer droog was, xoodat een gedeelte van
het saad niet opkwam. Hierdoor sijn eenige stokken ge*
lieel mislnkt, doch de overige daarentegen hebben een zooda-
nig goed gewas gegeven, dat van de 129 bunders die daar*
mede in 't geheel besaoid sijn, nog 3174 rondden of 241
mud doorMn is geoogst. Het laad was boitengewoon vroeg
r^p, en seer ligt.
6. KOOLZAAD. De verscheidene soorten van Winter-
Oliesaden s^n in 1846 in Limburg seer goed geslaagd.
De buitengewoon sachte winter, die aan de wintergranen
soo schadelijk is geweest, begunstigde integendeel de te-
dere olieplanten, welker merg en midsche schacht aan de
vorst seer gevodig s^n.
Reeds in Abart stond hier de plant in voUen bloei,
die alsdan door de koude nachten van de aard-vloogen,
vijanden deser planten, bevrgd bleven. De r^ping ge-
schiedde dus gunstig en de opbrengst was seer voordee-
iig; in de goede gronden bekwam men tot 23, en selfs in
de ligte tot 20 mudden per bunder.
Bij welgelukking is het Winter-Koolsaad in Noords
B ra band een seer voordeel ig gewas; van daar dat het
daartoe bestemde land met veel sorg behandeld en gewoon-
lijk sterk gemest wordt. Reeds vroegtijdig stond het
Koolsaad, door saeht weder begunstigd, goed te veld,
leed wel eenigzins door de aardvloö, doch geraakte zonder
verder onheil door den sachten winter. Door de natheid
in Februari^ en opgevolgd guur weder, geraakte het Kool-
Digitized by
Google
72 KOOLZAAD.
Baad aaH het kwenen in de lage landea, d4»ck faeisldde
licb ten eenemale io de maand Mei en bleef toen sterk
doorgroeyen. Over het algemeen waa de opbrengat, doch
net uitsondering, aeer gelukkig; de marijtng zoowel ab
de afdorsching, geschiedde bQ droog weder. De afkooMt
in de kleilanden was van 25 tot 35 mndden; het saad is
▼an uitmuntende kwaliteit, blank en wigtig. De <^ imnd-
grond gezaaide en ook verplante slooreo, hebben de ver-
wachting overtroffen , zoodat, hetgeen zeldzaam bet geval
is, de opbrengst met die der kleigronden kan gel0k ge-
steld worden.
Doordien er dit jaar geen winter-zaad in de klei be-
hoefde omgeploegd te worden, heeft men minder zoo^r-
zaad dan in gewone jaren gezaaid. Hetzelve werd evea
als op de zandgronden door de droogte in den wasdom ge-
stuit« was kort en spiUig van stroo, werd te vroeg rijp
en gaf daardoor slechts weinig graan > naauwdijks gemid-
deld twaalf mudden per bunder.
De teelt van zomersaad is ep zandgrond van geen groot
belang, en bepaalt zieh meereadeels tot eigen gebruik,
hetgeen bij de hooge boterpryzen , dit jaar te weeg brengt
dat er veel olie ia plaats van boter in de baishooding ge-
bruikt wordt.
Te Cuyh by Grave heeft dit gewas, volgens het Lid
Correspondent F. van Duinhoven, in desen winter veel
geleden, en het zomerzaad is ook maar middelbaar ge-
weest, zoodat men het op eenen gewonen oogst kan reke-
nen; het wordt van/ 9 tot/ 10 per mud verkochf.
Van af den aanvang der zaaging, stond het Koolzaad
in Zeeland allervoordeeligst ; uithoofde van den zacbten
wintertijd, had hetzelve niets geleden en vertoonde. reeds
vroeg in het voorjaar eene welige en krachtvolle bloem,
het schoonste wéér begunstigde deszelfs inzameling, en ia
alle opzigten was de uitkomst van dit gewas, die gedu-
rende de laatst verloopen jaren zoo menigmalen tegenviel,
Digitized by
Google
KOOLZAAD. 73
in 1846 bevragend; ook het gedorsfhen saad watf Tolko-
men rijp en droog, en het beschot mogt ruim geheeten worden.
Men schatte desselfs opbrengst op rnim vier en twintig
mudden per bunder, terwijl de middelpri)S van hetcelve
ƒ10,37 de mud bedroeg.
Uit al de distrieten van Zuid-Holland luiden de be**
rigten even gunstig over de uitkomsten van het Winter-
Koolaaad , hetwelk een ruim beschot van zeer goede kwa->
liteit heeft gegeven; berekenende men over het algemeen
de opbrepgst op 25 è 26 mudden. Op Goedereede en
Overflakkee en in DelfUland en het Westland z^lh tot
36 mudden per bunder.
Het zomersaad heeft geleden door de droogte en aan-
houdende hitte, en beeft niet meer dan 18 mudden per
bunder ^gehragt.
Uithoofde van het mislukken der aardappelen, had men
in het najaar van 184$, op vele plaaUen meer Koolzaad
dan gewooniyk uitgezaaid, hetwelk alzoo zeer voordeelig
voor den landman is geweest; te meer daar de prijzen
steeds zeer voordeelig zijn gebleven; van /9, /IQ kflX
per mud.
Het nu te veld staande Koolzaad, staat algemeen zeer
gunstig.
Ook in het bijzonder het Departement '« Gravenhage
deelt mede^ dat het Koolzaad zeer voldoende geslaagd is,
zoowel in afkomst als in kwaliteit, namelyk ruim 35 k 40
mudden per bunder ; men sloeg dooréén 9 vat bet last, en is ^
meestal onmiddellijk na den oogst, tegen y 9^20 i/9,40
verkocht. Later, in September, October en November
zijn de prijzen tot/ 10 en/ 10,25 gestegen.
Het Departement Rotterdam deelt mede , dat het Kool-
zaad een goed gewas en groot beschot heeft opgeleverd;
dooréén van 28 tot 30 mudden van de bunder.
De gemiddelde prQs, door de bouwlieden gemaakt, was
/8,75 tot/ 9 het mud.
Digitized by
Google
74 KOOLZAAD-
In het Departement Delft ^ Westeligk gedeelte , iQii het
gewas en de kwaliteit goed te noemen.
In het Oofltelfjk gedeelte \% het Koolsaadgewas aller-
gnnstigst geweest; het stond reeds io den herCit bmteo-
gewoon krachtvol te veld , en zonder desselfs herfstblad te
verliezen, groeide het gedurende den zoo aeldzameii saeh-
ten winter gestadig door 9 waardoor het ongewone ver-
schijnsel plaats had, dat reeds in FebroarIJ de Koolzaad-
velden eene menigte bloeljende planten vertoonden
Beschot bij beiden van 35 tot 42 mudden per bunder-
Beschot in 1845 slechts 16 & 20 mndden.
Prijs /9 in het Westen, ook /ia
In den omtrek van Rijnsburg en in hét Ambacht zelve
geteeld, had het geleden door de droogte on hitte, zoodat
het reeds vroeg rijp was en veel zaad verloren heeft; de
prijs echter was voldoende ƒ10 en ƒ12 per mud-
De berigten omtrent dit gewas nit Noord- Hol land,
zijn zeer verschillende, daar van sommige plaatsen de oapt
als zeer voordeelig, van andere als min gunstig wordt op-
gegeven- Over het geheel kan men echter de resultaten
als niet ongunstig aanmerken, ofschoon de prijzen volgens
sommigen wel wat laag zQn geweest. De opbrengst was
ongeveer 25 mudden per bunder winterzaad, 23 mndden
zomerzaad.
Onder Nieuwer-Amsiel is dit gewas bij proefnemii^
geteeld op de gesloopte hofstede Reigersdaai^ en heeft
b0 verkoop ƒ2 per' bunder mogen gelden.
Op Texel is deze bouw dit jaar over het algemeen vrij
wel geslaagd, en heeft van 18 tot 25 mudden per bunder
gerendeerd.
De marktprijs was ƒ9 per mud.
Het is om Ltmmen over het algemeen goed geslaagd;
de prijzen echter voldeden niet aan de verwachting.
Het Winter-Koolzaad was in de Beetn$ter zeer middel-
matig. Opbrengst 28 mudden per bunder.
Digitized by
Google
KOOLZAAD. 75
Er was in de Provincie Utreeht veel Koolsaad uitge-
laaid , hetwelk goed opkwam , weinig leed van de aard-
vloo, den winter goed doohitond en wi^era Toordeelig op-
groeide. Door bet zachte weder begmUitigd , Tertoonden
sieb reedt in liet laatat van Februari) eenige bloemen aan
bet gewas, ketwelk vervolgent buiteiigewoon mei bloeden
heelt aaagehoaden, en goed met peulen werd beladen,
waardoor bet Winter^Koolaaad, soowel in kwantiteit ala
kwaUteit, een goed product beeft opgeleyerd, sf)iide bet
zaad boTonden seer ryk te xija aan olie. Hetselve werd
meestal reeds met half Janiy voorspoedig ingeoogst.
Zomer-Kool^HHid wordt ia deze Provincie niet noeaoMns-
waardig verbouwd.
Het nieuws uitgezaaide Koolsiuul beeft tot dusverre van
de vorst nfet geleden; doch later is men in sommige stre->
ken bevreesd gewwden roor bet nadeel door de muizen; '
De pr^sea z^a geweest vaa/11 tot/ 12 het mud.
Door het mislukken der aardappelen werd in Gelder*
land veel Koolzaad uitgezaaid, hetwelk buitengemeen
goed geslaagd is. Het heeft veel zaad aigebragt, en door
bet scboone weder, waarin hetzelve gemaaid engedorschea
is, was de kwaliteit zeer goed, en de prlgzen, vooral in
betrekking tot den mimen oogst, zeer voldoende. Het
nieuw uitgezaaide, waar hetzelve atet door veldmuis of
aardvloo geleden beeft, geeft boop op eea goed gewas.
Te Lïenden was de opbrengst bi| uitstdc gunstig, arod
dat zulks bij menseben geheugen niet beter was gekend.
Te Fo&r»i wordt Koolzaad alleen op de kleilanden ver»
bouwd, én dezezija doer bet IJsselwater verdronken geworden.
Volgens bet Lid Correspondent Gëmpt, te Batenburg^
beeft sedert jaren het Koelnaad- geen zoo roim beSchot of->
geleverd als in bet jaar 18M. De plant bad in den wln*«
ter niets geleden, en bleef in het voorjaar, ook bij Iconde
en regen, zeer goed doorgroeijen nvet eenen kraehtvoUen
stam en eene menigte vruchtdragende loten.
Digitized by
Google
76 KQOLZAAa
De opbrengst 24 è 30 muddea per buoder ; en vaa Aveel-
saad 18 & 20 nudden per Ininder»
Pr|jt yan het Koolzaad ƒ 11.
» » » ATeelzaad f 10.
De oogst van het Koolzaad in Overijssel is meestd
seer goed geweest. Het gewas had niet van de vorst ge-
leden. In TwetUAe valt het echter tegen by het doffsebea.
De opbrengst kan gemiddeld op 16 mudden per bunder be-
rekend worden, zoodat 759 bunders- 454 lasten aflevorden.
Om Deventer wordt het weinig vwbonwd. Wat ge-
zaaid was, is bijzonder goed gelakt.
Een omstandig berigt gaf het Lid Correspondent Was-
senaar te Si. Anna Parochie j in Vriesland.
Dit product werd dit jaar op eene ruime schaal ver-
bouwd. Door de natte, weersgesteldheid , juist ten tijde
der zaaijing ia het najaar van 1845, geschiedde dit niet
vroeg y en hoewel spoedig in het gewas gekomen , gaf het
eenige vrees dat de kleine Koolzaadplantjes eenen stren-
gen winter of voorjaarsvorst niet zouden knnnen doerataan,
doch daar het tegendeel plaats vond en het Koolzaad bgaa
den gaascfaen winter aan het gewas bleef, zag men in het
voorjaar hetzelve algemeen behouden.
Deze oinstandigbeid maakte nogthacis ook dat vele stok-
ken aaomerkeliyk bezet w^ren met onkruid; terwijl de le-
verachtighdd van den grond blifkbaar den weligen groei
verhinderde. Dit alles gevoegd bij de menigvuldigheid der
planten, veroorzaakte dat het Koolzaad algemeen een don-
ker zwartachtig armoedig aanzien l>ekwam, hetgeen bij de
meeste stukken, gedurende den ganscben zomer zich niet
geheel herstelde., en hetgeen sefaeen oorzaak te zijn dat
het schot niet overvloedig, bij verre de meesten beneden
het middelmatige was, bedragende door elkander niet bmct
dan 20 mudden per bunder.
Het Wiuter-Koolzaad heeft in de Provincie G soa in-
gen, volgens derzelver Commissie, niets van deo winter
Digitized by
Google
KOOLZAAD. 77
geleden en liet zich in het voorjaar leer goed aaniien.
'Met enkele nitzonderingen , was de hloesem algemeen seer
gezond en gaf eenen overvloed van honig « waardoor cien,
ook faierait , eenen allezins gnnstigen . oogst meende te
kunnen voorspellen. Bij dit zoo wisselvallig gewas, heeft
ile uitkomst hieraan eehter niet overal beantwoord. In de meer
drooge, zavelige streken schatte men de opbrengst op niet
meer dan 15 — Sö mndden van het bunder. In de eigen-
igke Ueistreken en op de voor dit gewas zoo belangrijke
polders aan den Dollard , was het beschot echter veel be-
ter, ja zelfs zeer goed te noemen, rnim 25 mndden van
het bunder, en zal door elkander, over het geheele gewest,
op 22 mudden van het bunder kunnen begroot worden;
Door eenige regens, juist in den oogsttijd, heeft bet een
weinig geleden , maar was toch over het algemeen voldoen-
de van kwaKtdt en zeer olierffk, zoo dat men in het Old-
ambt rekende wel 20 — 30 Ned. kannen olie uit een mud
kodzaad te hebben kunnen slaam De marktprijs was ƒ 8.fiO
è ƒ9.50 en hooger. Van hoeveel belang het koolzaad voor
deze Provincie is, kan daaruit blaken dat ook dit jaar wo-
der, geigk dit meermalen gebeurt, op éénen dag 1000 las-
tem Koelzaad te GrotHngen ter markt zijn aangevoerd.
Zomer*Koolzaad was zeer weinig uitgezaaid en leverde
ook weinig op, en zaad, dat wel droog, maar onzuiver
en iseer ongelijk van stuk was , zoo dat dit geheele artikd
als van geen l>élang voor dit gewest in dit jaar kan be*
achouwd worden. In de streken , waar hetzelve het best ge-
slaagd was , meende men de opbrengst op 16—18 ' mudden
te kunnen schatten.
Aveelzaad deelde in de matig goede uitkimiaten van het
Ifoolzaad en wms buitengemeen vroeg rijp, zoo dat er op
den 19 Junij alreeds een monster nieuw Aveelzaad aan de
beurs vertoond werd. Het- bragt. een weinig minder op
dan bet Koolzaad en werd door elkander voor/8,60 ver-
kocht.
Digitized by
Google
78 KOOLZAAD. — VLAS.
. In het algemeen «luiten xieh de beugten van den Heer
£. P« viJN tNER TuuK, te Oidambi en WesierwoUe^ m
het Lkl Correepofldectt J» C. Biu^ieTH, alsmede die van
eenige andere Corjre6po94enten afia die welke beven x|n
medegedeeld, &k ten aanzien van welke wi}» om herlia*
lingen te venayden, naar bet reeds aangevoerde rer^
wijcen.
Het Zomer-Kools^d en Beteramad agp in Drenthe nav
wenfich uitgevallen, en voer/ 7 tot ƒ 8 d^ mnd vedcocht
Winter-Koolzaad w<»rdt'met vetboawd*
7. VLAS« In de Proviileie.NoArd-Braband was de
uitkomst van de Ylasteelt aeer ^dnderscheiden. »Ib de klci-
laaden van het arrondiseeinent Breda en de landen vaa
Menêden en ^/^«iia, kwam ia de tmde iandiea het Vlas
dun te voorsehgo) leed delor de aardvleo co swarte vlieg ,
geraakte aan het praAten. en bleef kort van stMgeL Ia
het kanton OvdenboacA werden bunders te veld staand
Vlas voor ƒ70 i/100 terkoeht. In het ktoton Zeven-
•bergen gelukte het vlas in de:oiide landefei beter; de op»
^rengst was hier van /150 tot /240l Veel gunstiger
was de afkomst in de- soogenaamde nieuwe landen^
BvmelQk zulke die van weideland in de zware klei, hetzg
dadelijk of sedert korie jaren on^feploegd zijn ; op deze
gronden is het Vlas keer goed gelukt en gold goed. te veld
staande/ 300 &/326 per bunder* ïn de binnealandeo van
4iet land van Heuêden ea Altena had men niet meer dan
70 tot 100 steenea van 3 ned* ponden per bunder; in een
gewoon jaar zoude dit het dubbelde geweest z^* De pff|*
«eh zi^ dit jaar vri] geed, doch hangen geheel van de
lengte en deugd van het lijn af; zij leiden van /150 tot
/260 per steen, en het gezwingelde ,Vlas vindt vootéI
uit Roiterdcan veel Traag, en. wordt zells door handdasrs
An de gemeenten zelven bij de luidlieden gezocht en opge-
kocht. De afkomst van het zaad was minder verschilknd
Digitized by
Google
VLAS. 79
van 7 tot 11 mnddeii per bunder, waarvan de jsrl^u vaa/11
t<rt / 12,50 ifl.'*
De weinige berigten uit Zeeland hieromtient ingezon-
den, l^omen hierop neder « dat het Vlas een gering gewigt
per bunder heeft opgeleverd, doch dat het lint van eene
sterkd en goede hoedanigheid was, terwijl het zaad, waar-
van de opbrengst tegen acht mudden per bunder werd be-
rekend, van eene goede hoedanigheid was.
In Zuid-Holland is het Vlasgewas gunstig uitge-
vallen op Goedereede en OverfiaAMee^ vooral in de ligtQ
kleine zavelgronden; zijnde bet te velde staande aldaar,
tot de prezen van /160 & ƒ300 per bunder verkocht ge-
worden. In Rynland was men ook wel voldaan over de
afkomst van het Vlas; maar uit de andere districten, meldt
men, dat, over het algemeen, het Vlas maar redelijk te
velde stond , en niet zoo voordeelig als het vorige jaar ,
daar hetzelve veel geleden had door de hitte en aanhou-
dende dreogte, waardoor het veelal kort is gebleven en
don stond, berdcenende men ook, dooreen, de afkomst op
meC hooger dan 100, enkele 12Q k 150 steen 1} Ned. ft
per bunder* De afkomst van het Ylas. of Lgnzaad wordt
ook niet hooger berekend dan van 7 & 8 mudden per bun-
der. De prQs van het Vlas f 1.70 , / 2,20 k f 2.75 per
«teen van l\ Ned. fi. Van bet zoogenaamde Sla^-Lynzaad
/ 3.25 k f 3.70 en het Zaaizaad f 3.50 kf 3.70 per mud.
Door de aanhoudende droogte is het Vlas in Noord -
Holland kort en schaarsch uitgevallen, hoezeer de hoa-
danigheid redeBjk wel voldeed.
De Provinciale Commissie van Landbouw in Gelder^
land vermeld aUeeii dat het Vlas aldaar kort en slecht
was. Het Lid Correspondent B. te, Gempi noemt het ge-
was tamelijk gped en meldt dat in z^n district de kuituur
van bet. Vlas aanmerkelijk vermeerdert.
In de Provincie Overyssel is bet Vlas, waar het
door de voojjaarsdroogte niet had geleden , redelijk wel
Digitized by
Google
80 VLAS.
geslaagd , doch het na lo. Mei gezaaide is kort gebleveD.
Er werden daartoe 745 bunders gebmikt, die berekend
>¥orden 100,000 Ned. ft Vlas en 120 lasten LQnsaad te
hebben opgeleverd. De pr^s van het Vlas bedroeg 50 Cts.
het Ned. «.
Omtrent de Vlasteelt in de ProTincie Vriesland kin-
nen mj alleen het berigt Tan het Lid Correspondent T. 6>
Wassenaar mededeelen : » Door den droogen lomer ws-
schien was het Vlas algemeen niet "welig van gewas ea
bleef met weinige uitzonderingen kort; doch dit xelfde was
tevens oorzaak dat de deugd, of, zoo als men segt, bet
gewigt tamelijk wel was , zoo dat de menigte bundels misi-
schools tegen die van het vorige jaar opwogen, zelfs wa-
ren er een paar voorbeeldeuxdie de buitengewone hoeveel-
heid van ruim 300 bundels per bunder opleverden ; genSd-
deld zal dit echter niet hooger dan 140 k 160 bandels be-
dragen. De hoeveelheid zaad was nogtans beneden bet mid-
delmatige, bedragende niet meer dan van 9 tot 12 mudden
per bunder, doch algemeen beste kwaliteit. De prQa was
hooger dan het vorige jaar, daar die van het zaad ƒ 9.75
per mudde, en yan het Vlas, beste kwaliteit ƒ 1.80 k/2
per bundel bedroeg.*'
In de Provincie Groningen is de Vlas-kultaor in de
laatste jaren verminderd , zoo dat er ook dit jaar weinig
Vlas is uitgezaaid , het welk middelmatig is gegroeid. Het
LQnsaad werd goed gewonnen , en zoo wel dit als het be-
werkte Vlas is tegen hooge prijzen verkocht. Door het lid
Correspondent Billroth wordt omtrent de mindere opbrengst
liet navolgende opgemerkt: »Dat het Vlas zeer hol stond
en een dun gewas opleverde, is, volgens mi}ne ziemwQ-
ze, voor een groot gedeelte daarin gelegen, dat men in
het algemeen geen regt geschikt land nam, om dat gewas
op hetzelve te verbouwen, daar het genoegzamn bekend
is , dat het beste en vruchtbaarste land er het meest voor
geschikt is, iets, waaraan niet altijd wordt voldaan.'*
Digitized by
Google
VLAS. — HENNEP.— TABAK. 81
In de Provincie Drenthe, alwaar het Vlas alleeii
▼oor eigen gebruik wordt geteeld , was de opbrengst slechts
middelmatig.
8. HENNEP. In het land van Hèusden, Provincie
Noord-Braband, vermindert de Hennep-cultnnr jaar«
li)ks en hetgeen aldaar nog voor den handel geteeld wordt,
▼erdient naanwelijks eenige vermelding. De Hennep slaag*
de echter in dit jaar goed.
Uit den Alblasserwaard , Provincie Znid-Holland,
wordt gemeld dat de Hennep volkomen is geslaagd en gre-
tig is opgekocht. De prijs bedroeg / 20 & / 21 de 50
Ned. ft; het zaad beliep / 160 het last.
De Provinciale Commissie van Utrecht berigt hierom*
trent : » Men is ever het geheel over dit gewas wel te vre«
des. Wel is waar waren sommige akkers , die , wegens
het drooge weder, te laat waren bezaaid ^ en die waarop
de planten , wegens droogte , geen voorspoedigen opgang
hadden verkregen , dun bezet , waarop dé planten kort
sijn gebleven. De Hennep heeft echter door elkander eea
gitnstig gewas opgeleverd. Het plakken der geUtitg in reeiê
in den aanvang van Angnstas begonnen; de ztmiltng heeit
mede aan de verwachting beantwoord. De goede prezen
Tan den Hennep , die bij de tegenwoordige en waiarsohQn-
lyk aanhoudende duurte van den Oostzeesehen Hennep zal
stand honden, heeft medegewerkt, dat dit gewas eeae
▼oordeelige oiitkomst heeft opgeleverd. De scheut van het
zaad was mede voldoende. De pr^s van den Hennep is
f 16 k/17 de 50 Ned. ponden; van het zaad ƒ5,50 k
f6 het mud/'
9. TABAK. Hoewel de cultuar van deze plant door de
Commissie van Landbouw in Zeeland aldaar is aange-
moedigd en in sommige districten is begonnen, schijnt de-
zelve weinig voldaan te hebben ^ daar men Hiervan , ook
6
Digitized by
Google
82 TABAK.
daar waar de uUkomtten niet oognnstig waren, heeft af-
gexien.
Ten aanzien ran de Proyincie Utrecht berigt de Pro-
vinciale Commisaie: »Het drooge en warme weder heeft
seer gunstig op de Tabaksplanten gewertct, waar^Mr dit
gewas leer goed is geslaagd, s^nde de kwaliteit en kleor
bij het droogen onder de bedoelde weersgesteldheid seer
beguosiigd. Bij de narraag naar baiten ea binnenlands,
heeft dit prodact voor de planters eene TOordecKge op>*
breogst gegeven» z^nde de Tabak tot goede prgaen ver-
kocht en opgeruimd* Het blijkt op nienw, dat hQ eene
goede behandeling en onder gunstige weersomstandigheden
de Tabaksbouw, hoe kostbaar dezelve wegens de bewer-
king z^n moge, bij goede prezen met voordeel kan ge-
dreven worden. Vooral waren de pr^en van het nardgoed
Q zeer hoog. Men kan nagaan, dat er planters geweest zijn,
in de gemeenten Amerongen en Rhenen^ alwaar de Tabak
vooral geschikt bevonden wordt om tot dekUaden van d-
garen te dienen die è/1500 tot/ 1800 van het bnnder heb-
ben gemaakt. Men mag echter niet onvermeld laten den
zwaren hagelslag welke op den 7 Augustus in en om de
stad Rhenen den Tabak heeft getroflSMi, waardoor aan som-
mige planters overgroote schade werd toegebragt, zijnde
een aanzienlijk gedeelte als in een oogenblik ter tieder ge-
slagen en verwoest. De prezen te Amerêfoori zyn geweest
van het Aardgoed /17. Zandgoed/lS. Bestgoed /23 k
/24. Te fTotidênberg van het bestgoed /l^ Te ^me-
rong^n van bet bestgoed ƒ 19. Aardgoed/ 33; enkele par-
^OD werden verkocht voor/36."
Ook in Gelderland werkte alles mede om dk gewas
goede uitkomsten te doen opleveren, zoodat de meeste ver-
bouwers te vreden waren. Het blad was groot van gewas,
taai, en had veel wigt op de schaal. JDe pcfsen waren
hoog. Het Lid Correspondent RoBioé van dsr Aa , melit
fay deze gelegenheid dat de bouw van dit gewas jaarlgks
Digitized by
Google
TABAK— MEEKRAP. 83
in Gelderland toeneemt en dat de landlieden aich steeds
beijveren om bet gewas doelmatig te bevorderen.
10. MEEKRAP. Ten aanzien van deze belangrijke teelt
meldt de Provinciale Commissie van Noord-Braband:
»De in dit jaar geplante riemen z(jn over het algemeen
goed in de vat gekomen, doch hebben door de buitenge-
wone droogte weinig fruit gemaakt. De twee en driejarige
Meede is middelmatig gegroeid en het blijkt bij de be-
reidiog, dat de afkomst voordeelig is geweeet. De kwa-
liteit is buitengewoon zuiver en krachtig. De delving is
wegens den harden grond, door de droogte veroorzaakt,
met veel moeite en arbeid vergezeld gegaan, en is daar^
door zeer kostbaar geweest. Jammer iat dit artikel , 't welk
in de zware kleigronden van het arrondissement Br^dw
aan zoovele handen werk en brood venchaft, thans in
prQs zoo zeer is gedaald» dat het te voorzien is, dat in
het volgende jaar de Meekrapteelt eene aanzienlijke ver-
mindering zal ondergaan; te meer, wfjl by den tegenwoor-
digen standprQs der granen, deze een voordeeliger resul-
taat aanbieden. Men berekent de afkomst der in het kan-
ton Oudenboêch geteelde driqarige Meede van 5S00O tot
2400 Ned. ponden per bunder, én die der tweejarige op
1200 k 1800 ponden. De piijs der onberoofde gewone
Meede is thans /44 tot ƒ47 per btonderd ponden. De
Meekrap in het kanton Zevenbergen is bijzonder ge-
slaagd; de opbrengst heeft hier van de driejarige Meede
3000, zelfs tot 3500 Ned. ponden bedragen."
In Zeeland slaagde de Meekrap-cultuur zeer goed.
De drooge en warme zomerdagen oefenden daarop een
ganstigen invloed uit; zoowel de oude als jonge planten
groeiden naar wensch, terwijl inzonderheid de laatste zich
bnitengewoon ontwikkelden. Ook de wortel was zuiver
en zwaar, en het product bedroeg 3000 Ned. IS hand-
goed per bunder. Intusschen waren de prezen zeer laag,
Digitized by
Google
.84 MEEKRAP.
daar de vraag naar Zeenwsche Mee, ten gevolge van de
concurrentie der Avignooscbe, jaarlijks vermindert.
Op Goedereede en Overflakkee in Zaid-Holland, al-
waar de Meekrap nog een belangrijk prodact ia, ia liet
Meekrapgewag tamelijk gnnstig nitgevallen. Van de drie-
jarige rekent men 240Q Ned. S, en van de tweejarige
1700 Ned. ft te zullen reeden. Er aijn zelfs eenige stak-
ken jarige Meede gedolven, waarvan men 1500 tot 2000
Ned. ft heeft gereed, hetwelk ab buitengewoon gonstig
is aan te merken. De prijzen zQn van het begin der teeh
(Ootober 11.) van 20 tot 25 gulden per 50 Ned. 6.
Op Foome en Putten en het eiland Rtnenburg stond
de Meekrap ook redelijk goed, hoezeer men in sommige
stukken een bederf meende te bespeuren , als in de aard-
appelen; de bfjgeplante of opboetelingen z^n echter bQge-
groeid. De opbrengst aldaar der 2iarige van 1600 tot
2200 Ned. S. Van de jarige van 800 tot 1100. De pi^s
van ƒ20 tot/ 21 de 50 Ned. R.
Door het Departement (hid^Beiferland wordt het na-
volgende medegedeeld: »De proeven mèt het telen van Vkè
alhier genomen, hebben verschillende resultaten opgde-
verd. Bij eenen was de afkomst van tweejarige Meè
slechts IdOO halve Ned. ponden per gonet en dus niet meer
dan tamelijk; bIJ eenen anderen evenwel was het bedrag
2500 halve Ned. ponden. Wat de proeve met Franscbe
Meé aangaat, deze is «lecht gelukt, waarschijnlijk door de
droogte by de zaaljing, waardoor die voor een derde niet
is opgekomen. De nu gelegde kiemen zullen denkelijk be-
ter uitkomst opleveren, doch wigt en klenr gelooft mea
intusschen niet dat zallen voldoen aan de verwachting."
De Provinciale Commissie van Landbouw in Noord-
Holland berigt dat er dit jaar te fFifk €tan Zee en Dmin
door den Heer de Bruin Prikce eene proef is genomen
om Meekrap te telen, welke aanvankelijk sdiljnt goed te
zullen slagen.
Digitized by
Google
MEEKRAP.— HOP.— CICHOREI. 85
Het Lid Correspondent O. W. A. Grare van Rijland,
Pffovincie Gelderland, vermeldt ook dat hij dit jaar twee
bunders met Meekrap heeft aangelegd , die zeer goed staat.
11. HOP. Hieromtrent konmen Avij alleen het navolgende
berigtuit Noord-Braband mededeelen, het eenige hetwelk
met betrekking töt dit gew^is bij de Commissie is inge-
komen: > Aanvankelijk had dit gewas niets dan voorspoed.
Bffj het aansetten der bellen na het bloeijen , bespeurde men
het zoogenaam4e zwart, in vrij hevigen graad , die voor de
inislnkking der Hop deed vreezen. Een ingevallen regen
deed het kwaad spoedig verdwijnen, het gewas herhaalde
sioh, groeide zeer weelderig, en gaf eene buitengewone schoo-
ne krachtige vracht van beste qualiteit. De prijs van ƒ40 a
ƒ48 per 100 Ned. ponden is zeer voldoende, doch daar
er nog rijziog wordt te gemoet gezien , zijn weinige Hop-
telers voor als nog tot afzet genegen."
12* CICHOREI. Ook hieromtrent kwamen geene of zeer
korte berigten. De Provinciale Commissie van Noord-
Holland berigt dat er te ZuidscAarwoude 15 roeden met
Cichorei zijn beteeld, waarvan de opbrengst was ƒ3 per
mud.
Die van Utrecht meldt dat dit gewas, hetwelk niet al-
gemeen wordt verbouwd, zeer goed is geslaagd, zijnde de
50 Ned. a natte wortels voor ƒ0,80 tot ƒ1 verkocht.
Volgens de Provinciale Commissie van Groningen
bedroeg de prijs slechts ƒ0,70 tot /0,80 de 50 Ned. 9.
Overigens was men zoowel over. de hoeveelheid als de hoe-
danigheid van den wortel zeer te vreden, waartoe de warme
en drooge zomer medewerkte.
Het Lid Correspondent W. van Pevma meldt nog daar-
omtrent: »Ook dit product werd dit jaar niet zoo menig-
vuldig aangetroffen als wel in vorige . jaren. De droogte,
hoewel voor sommige stukken in den aanvang niet voor-
Digitized by
Google
86 CICHOREI. — ERWTEN.
deelig, belette ecluer niet dat het gewas meerendeels goed
was. De opgavea welke ik van de uitkomsten Tan den
Cichoreiboaw ontving, waren niet ongnnstig, nieltegeD-
staande de prijs die in het vroege najaar nog eenigzins
billijk was, later onder het uitgraven aannerkel^k terag
ging. Het uitgraven had echter eenige moeijelijkheid ver-
oorzaakt door de onbmikbaarheid van den grond in het
voorjaar en de later gevolgde hardheid van denselven. De
hoeveelheid sal ongeveer 20000 4 22000 Ned. « per bun-
der bedragen, terwöl de prifs eerst, omstreeks de ƒ14,
later tot op f 10 afdaalde."
13. ERWTEN. In de Provincie Noord-Braband
waren de Erwten veelal door de droogte gedeeltelijk, en
in de hooge zandgronden ten eenenmale mislakt.
De beste in de kleigronden hadden een beschot gege-
ven van 16 & 22 randden j>er bunder, terwijl men in het
zand niet meerder heeft ingeoogst dan 5 tot 8 mudden.
Bg de vroege rQpwording zQn dezelve bij droog weder
ingezameld, hetgeen op de hoedanigheid veel invloed heeft
gejiad. De prijs der Erwten die echter meerendeels In
overjarigen bestonden, was bijzonder hoog en wel flOk
f II per mud. Men klaagde algemeen, dat vooral de graauwe
Erwten niet gaar werden. Over de Doperwten, hoexeer
goed gegroeid, was men niet te vreden; de gelijktijdige
rijpwording, door de hitte van het weder, is oorzaak ge-
weest, dat de onderscheidene soorten niet zoo als gewoon-
lijk elkander opvolgden.
Ook in Zeeland was de klagt, uit hoofde der hitte,
over geen voordeelig beschot.
In Zuid- en Noord -Holland was de opbrengst 1re^
schillend; echter waren er enkele stukken waarvan men
12 tot 20 mudden , zeer enkele van 25 tot 30 madden per
bunder had ingeoogst.
Op Goedereede en Overflakkee had men gereken J:
Digitized by
Google
ERWTEN. 87
De graaawe Erwt.en per bunder op 18 muddeiu
Groene of blaaawe » » » 25 »
Witte of gele » » » 24 »
Van uitmuntende hoedanigheid.
Prijs: De graauwe per mud/ 10 &/13.
Groene of blaaewe » » 9,50» 11«
Witte of gele » » 8,75» la
Uit Noord-Holland ivaren de berigten orer het al*
gemeen niet onguMtig; van sommige plaatsen klaagt men
ecbter, dat ofschoon de struiken veel bdoofden en hoog
vraren opgeschoten, de peul weldra verdroogde en de vrucht
niet Iwag groen is kunnen verkocht worden. De opbrengst
was gemiddeld 18 mudden per bunder.
Voorts sijn op de Eilanden de Erwten, droede ten ge-^
Tolge der droogte, misgeslagen, vooral op Texel ^ waar
de groene bovendien wormsteklig waren; ook had in hel:
aobtste district bet ongedierte schade gedaan. *
Onder ZatuhoortviB» een proeve genomen in eene duin-
vallei om een bunder omgeploegd land met groene Erwten
te bebouwen. Dese beloofde aanvankelijk eene goede uit-
komst, deeh is later, ten gevolge van de droogte, mis-
lukt, en heeft slechts een vierde meer dan er gezaaid was,
opgeleverd; men zonée de proef in het volgende jaar, zoo
op geploegd ak op omgespit land herhalen.
In de duinvallen van Z. K. H. Prins Frederik onder
Bakkem was nogtfaans dit gewas uitmuntend geslaagd.
Pri|s per mud: Graauwe ƒ10 4/17.
€roene 10 » 18.
Witte 7,50» 16.
Zoo ook was de uitkomst ia de Provinciën Utrecht en
Gelderland verschillend, doch op de ligtere gronden
beter als op de zwaardere; het stroo was deugdzaam ge-
weest; ook de prf}zen waren aldaar van de Erwten zeer
hoog, en bepaalde sieh van/ 14 4/15 per mud.
Het gemelde stt»t tamel^k gelQk'met de berigten uit
Digitized by
Google
8» EBWTEN. — PAARDEN- en DUI VENBOONEIV.
de overige Provinciëo, doeh ook daar had de droogte en
baitengewoae hitte dit gewas seer benadeeld, jcaodat de
Erwt klein is gebleven van stuk.
14. PAARDEN en DUIVENBOONEN. In Limburg
waren de Bponen bnitengewoon hard en gaven eene ge-
ringe opbrengst De plant, die sedert de zaaijingtot na den
bloei geen regea had gehad , was door de droogte aao het
kwiynen geraakt; men was aldaar in het vorige jaar be-
gonnen dit product door het brood te mengen hetwelk met
de rogge een goed voedsel was.
Men beschouwde dit gewas ia Noord-Braband voor
mislukt , ook klaagde men over den honig-daauw » soodat
hrt stroo naanwelijks de lengte van | el bereikte, de
Paardenboonen waren wankleurig fay eene afkomst van
12 & 18 mudden per bunder; de Duivenboonen in de lan-
den van Allena hadden niet meer dan 7 è 10 mud-
den opgeleverd en vele hadden dit beschot niet kunnen
bereiken*
Ook Zeeland klaagt over droogte en hitte zoodat de
afkomst gering was , hoogstens B muddoi pêr bunder. De
middelprijs berekende men aldaar op /'6,66 per nmd.
Alleen in Del/sland en het Westland waren de Paarden-
boonen goed uitgevallen en hadden een beschot opgeleverd
van ruim 35 mudden- per bunder.
Uit het Departement 's Gravenhage werd ons gemeld,
dat op Hoekenburg onder Faorburg veertig rifnlandsthe
roeden met boouen zijn bezet geweest hetwelk had opge-
bragt drie Ned. mudden van eene aOezins goede hoeda-
nighdd, zeer melig en voedzaam.
Uit de andere streken van Zuid-Holland luiden de
berigien minder gunstig, hebbende de Paarden- en Duiven*
boonen door de droogte veel geleden, \^iardoor z|j slecht
gepeuld waren en daardoor de opbrengst gering, ecirter
dehoedapigheid goed was. Men berekende de opbrengst der
Digitized by
Google
PAARDEN EN DÜIVENBOOiVEN. 89
PaardenbooDen gemidldeld van 12 tot 15 madden , die de D«i-
Tenboonen naanweljjks van 10 tot 14 madden.
Op Goedereede en Overfldkkée berekende men de op-
brengst der Witteboonen op 26 mudden en der Bruineboo-
nen op 21 maddeo per bunder.
Prys ^r Witteboonen per mudde/10 è/11,50.
» » Bruine » » p 10,50 > 13,25.
» » Paarden » » > 7 > 7,50.
» » Duiven » > > 7,50 » 8,00.
Met betrekking tot d^ teelt, der Duivenbooaen vermeldt
ket Departement dat deszelft medelid J. Guoenrwkgen
onder S$^iermeer die boonen, in pkats van dezelve, te
saai^ea, in reijen en op geleken afsund heeft laten poten.
De uitslag decer proefneming yfan alleains voldoende.
Bij de dorsphing hebben 3^ dusdanig gecultiveerde bunders
land UI mudden Duivenboenen opgebragt, sijnde ciica
32 mudden per bunder, terwijl de gezaaide Duiveinboo^ea
dit jaar in dien omtrek slechts 20 mudden en maar enkele
stukken lands 23 è 24 mudden per bunder hebben opge-
leverd. De meerdere onkosten, welke het poten in reijen,
veroorzaakt, worden opgewogen door de mindere hoeveel-
heid boonen welke men bij het uitznaljen noodig heeft,
zoodat bovenvermelde proefneming wanneer men den prijs
der Duivenboenen è f 7 berekent, eene winst van meer dan
ƒ ÖOO geeft.
In Noord-Holland waren op sommige plaatsen de
Paardenboonen redelijk, elders beter uitgevallen.
Ia het 8 en 9 district was de oogst vroegtijdig, de op-.
Wengst overvloedig en de hoedanigheid voortreffi^k ge-
weest. Uit het. 6 district daarentegen klaagden men, dat
geen gewas meer van de droogte geleden had dan dit pro-
duet. Op Texel waren de bo4men bet dorschen oaauwe-
lijka waardig.
De Duivenboenen waren redelijk ingeoogst, de prijzen wa-
ren iets hoogeralshiervoren Tan Zuid-Holland is gezegd.
Digitized by
Google
90 PAARDEN bn DUI VENBOONEN.
Dê Prorinciale Commissie van Landbouw in Utrecht
zegt ons op dit artikel:
> De Boonen sfjn over het geheel mede min gnnstig ge-
slaagd, vooral op de, in het najaar omgeploegde akkers,
doordien deze niet waren doorgevrozen. Die in het voer-
jaar eh op omgeploegde gronden werden gezaaid, hebben
eenige betere uitkomst gegeven; door elkander gerekend
gaven evenwel de Boonen eene schrale opbrengst*
Het stroo is zoo bijzonder kort gebleven « dat de Boo-
nen , in plaats van gemaaid , met de hand geplakt werden.
De zoo geringe opbrengst kan nagenoeg met een misgewas
worden gelijk gesteld. De Boonen kwamen met al de ove-
rige vrachten vroeg tot rijpheid, zoodat men hier en daar
met half Augnstas begon dezelve in te halen*
De prezen waren /8 è. 8,S0 het mnd*"
Ook in de Provincie Gelderland was dit prodoet
zeer tegen gevallen, men had aldaar vrQ algemeen geen
derde gedeelte van een gewoon gewas gehad. De baiten-
gewone en aanhoadende hitte was hiervan de oorzaak, de
bloesem had zich niet behoorlek kannen ontwildcelen en
vele waren verbrand.
Eene middelmatige opbrengst had men in OverQssel,
en zeld had men in de omstreken van Sieenwijk dit pro-
duct als geheel mislakt aangemerkt, men schreef aldaar
veel kwaad toe aan insecten en zoogenaamde zwarte luis.
De Provinciale Commissie zegt dat dit gewas op het
voorbeeld van den Heer Waardenburg bijna aitsloitend
tasschen de Aardappelen wordt verbouwd en ait den wensch
dat door naauwkeurige en vergelijkende proeven zoude
worden uitgemaakt of die wifze van verbouwing, zoo voor-
deelig te achten is, als dezelve schijnt te zijn*
Uit Groningen komen alle de berigten hiermede overeen:
Dat de Paarden- en Duivenboonen over het algemeen slecht
hebben voldaan*
Daar nogthans, waar men dezelven op meer lage zave-
Digitized by
Google
PAABD.-bnDUIVENB* — WIKK.enLINZ£N. 91
lige giosdeD , aoo ds aan de geheele NoordkiMt der Pro-
Tincie, vroeg had uitgezaaid, was men te Treden» en re-
kende men op eene opbrengst van 30 mudden per bun-
der* Zoo ook enkele gronden in het Oldambt^ alwaar men
hier en daar reeds in Februarij gesaaid had f was de op-
brengst Teldoende; doqh alle maar eenigsins laat nitge-
aaaide boonen waren sleefat, de stengel kort en weinig
geladen, op Tele plaatsen niet HMer dan 6 4 10 mudden
mok de bunder opbrengende» zoodat men over de gansche
Provincie te samen genomen op niet meer dan | van eenen
gewonen oogst konde rekenen. De hoedanigheid der boe-
nen zelve was echter goedy hard en blanke daar sQ vroeg-
t^dig en bij zeer gunstig weder ingezameld hadden kun-
nen worden.
Pr^s /6,50 tot /8 de mud.
Van alle boonseorten hadden de iruine^ gele of 6oit/-
gespikAetden en wüie boonen $ siamboonen, alle tot het
geslacht PhtueoluM behoorende» dit jaar veel opgebragt
cm waren bQ de algemeene schaarsobte van levensmiddelen
tot hooge prijzen verkocht; men beval die teelt hQ warme
ee drooge jaren zeer aan.
Uit de overige streken van ons Rijk si^n ons verder
geene belangrijke. opgaven dienaaagaande geworden.
15. WIKKEN EN UNZEN. Van Noord-Braband
alwaar Wikken alleen voor groen voeder Sn de klei
worden geteeld, zijn ons geene bijzonderheden opge«
geven.
De Wikken zijn in Zeeland, alsiede als voedergewas
geteeld wordende, goed geslaagd, en gaan vri|} aanzienl(jk
▼oort, ofschoon dezelve uit hoofde van de langdurige
droogte minder dan gewoonli|]k opleverden, werden de-
selven nogthans, tijdens de schraalheid der weilanden,
niét wezenlijk voordeel, op onderscheidene stallen aan het
Toe vervoederd.
Digitized by
Google
r
92 WIKKEN EN UiVZEN. ~ AARDAPPELEN.
In Zaid-HolUnd op Foom en Puilen ü om berigt,
dat de Wikken aldaar voldoende waren gegroeid.
' De eerste snede van dese gewassen had in de Pro-
vincie Utreobt, voor soo verre eIj in het begin van den
somer geen hinder van de droogte badden geleden, in
sommige streken een tnmeiyk gewas gegeven, doch later
s(jn deselve bijna algemeen verdroogd, loodnt dese voe-
dergewassen alstoen genoegsaam niets badden opgekverd;
terwijl men nit Drenthe klaagt dat van dese gewassen
geen werk wordt gemaakt.
16. AARDAPPELEN. Ten aansien van de vermelding
van dit prodact moeten wij ons gedragen aan hetgeen door
ons is gezegd in bet berigt van het voorgaande jaar.
Uit alle de ingekomene stokken uittreksels te leveren,
sonde, nit hoofde van seer groote en breedvoerige ver-
handelingen, ons bestek niet gedoogen, en door deselven allen
over te nemen en letterlQk te vermelden, sonden wlf een
geheel afsonderlijk boek SMeten leveren ; daarenboven wat
in het eene rapport ten aansien vnn de geschiedenis der
Aardappelen voor waarheid wordt opgegeven, werd door
een ander regelregt tegen gesproken, en snlks wel of-
schoon-die nit deselfde districten komen.
Alle de berigten komen nogthans daarin overeen, dat
de siekte der aardappelen sich allerwege wederom heeft
vertoond , doch in eenen minderen graad , en men voedt de
hoop dat deselve sich langzamerhand zal verbeteren en
eindelijk geheel sal opbonden te bestaan.
De vroege soorten sQn meer van de siekte bevrijd
geUeven dan de latere; over het algemeen was de pro-
dnctie minder dnn van een gewoon jaar; de pr^sen nog-
thans waren hoog, soodat dit den teelder eenigermate ver-
goedde.
De berigteli ten aanzien van de coltunr der Kitny's-
Aardappelen, ofschoon dit by weinige ophoudt » waren
Digitized by
Google
AARDAPPELEN. 93
ganstig; Aese- waren wederom geheel Tan de zidcte ver-
echoond gebleven, maar deselven warea aiet groot vaa
stak ; doeh biervan kannen het drooge weder en de buiten»
gewone hitte wel de oorzaak zgn geweest, ten minste dit
werd Termeed.
Van de proef, genomen door deaHeerTsia^cos, te^tfam.
Provincie Noord-Holland, téA'aatizien van hét opgeko-
men zaad , alwaar twee jaren geleden Aardi^pelen waren
gepoot, waarvan waarsch^nlijk eenige zijn in itn groa4
gebleven, verwachten wij nader de uitkomst meer be»
paald te mogen Tememen.
Voorts zij vermeld, dat de ProvincfaAe Commissie van
Landbouw te Utrecht, klaagt over de slakken in de
jonge Aardappelenptanten, en daarenboven vegt ons die
Commissie, dat de Aardappelenplanten, verkregen uit de
verschillende zaden , van wege het Gfouveraement ontvan-
gen, almede niet Van het verderf zijn vr^ gebleven, het-
welk ons ook uit Gelderland en Overijssel wordt
bevestigd. /
En de gewestelijke Commissie uit 'Groningen klaagt,
dat de uit Duiièch en EngeUch zaad gewonnen Ajirdiq[K
pelen mede aan de ziekte onderhevig zijn geweest, evea«-
eens als de van Aardappelen gepootte planten.
Allerwege was men van gevoelen ^ dat wanneer wij van
natte en broeia<)hdge zomers bevr^ mogen blijven, die
rampspoedige ziekte in de Aardappelen zioh steeds zal
verbeteren en welligt ophouden te l>eslaan.
Het Lid Correspondent de Heer Starino te XocAem,
deelt omtrent dit gewas nog het navolgende mede:
Even als in het horige jaar hebben alle Aardappelen ,
genoegzaam zonder eenige uitzondering, van de rotziekte
geleden, met dat onderscheid eveawel dat de hoeveelheid
niet veel meer beeft bedragen (110 nrad per bunder) maar
dat de hoedanigheid veel beter was , en weinig vjeraehilde
ran die in vroegere jmren.
Digitized by
Google
94 AARDAPP. — KNOLLEN. — WORTELQEW.
Ten aaasMii der rotsiekte rtrw^wn wQ , oni onooodige
bcrhaliBgen te Tenn|jdent naar bet 7^ stakje iet Mede^
deelingen van de GeUereeAe MaeUseh. v. Landbouw ^
waarin aan aitgebreid stak over 4e Mekle« gel^k sij sieh
in 1845 en 1846 in Nederland en in Gelderland ia het
byionder heeft Tertooad.
Gelijk in den winter van 1845—1846, soo houden zieb
thans (December 1846) de Aardappelen volkomen goed in
de winterbewaarplaatsen.
17. KNOLLEN. Alle de berigten over dit gewas lol-
den allergnnstigat; het aaad was wel uit hoofde van den
den droogco aoamr lang in den grond gebleven, doeh na
het vallen van een weinig regen ^ groeiden deaelve net
neerder kracht dan gewoonlQk; py waren smakelijk en
groot van stuk; selfs op sommige plaatsen heeft de eerste
invallende vorst aan dit gewas geen nadeel veroorzaakt;
het heeft ten eenenmale in de behoefte van den menscfa en
vee voorzien.
Op zeer enkele plèatsen klaagde men dat de groot
Tan stuk gerooide Knollen «en weinig voois z^n bevon*
den*
Met het teekn van Koolrapen gaat men met goeden uit-
slag voort; ook deze voorzien in de behoeften van den
mensch en het vee ; men beveelt zeer aan om de zaayiag
niet te laat te doen.
De prijzen waren voor den verbouwer allergunstigst, en
toch voor de consumtie niet buitengewoon hoog.
18. WORTELGEWASSEN. Ook z^n de berigten eens-
luidend, dat dit gewas bijna allerwegen in de behoefte
heeft voorzien ; echter moeten w^ ditoaangaande in eeoige
bijzondetheden treden en eenige wetenswaardige zaken me-
dedeelen.
In het Liraburgsche had men eene proef genoman om
Digitized by
Google
WORTELGEWASSEN. 95
in de daurte der granen te voorzien ,^ de Beetwortelen met
de Rogge vermengd te beseigen tot het vervaardigen van
brood, evenwel was men nog niet op die hoogte deswe-
gens als men wenachte; men bad dese teelt aldaar ver*
dubbeld.
De Provinciale Commissie van Noord-Bfaband ver-
meldt ons:
De Yeldwortelen op sandgronden- geteeld , werden in het
voorjaar onder de Rogge gezaaid; door het vroeg ruimen
der roggescboof verkregen de Wortelen meerder t^d tot
groeyen, hetgeen echter, wijl de grond te droog was, aan-
vankeliyk zeer traag ging, doch na dat er regen gevallen
vras, herkregen zij zich ten eeoenmale en binoen weinige
dagen waren zij in overvloed voorhanden en bleven tot
laat in November doorgroeijen. Het Wortelgewas had om
dezen tijd meerder waarde dan de Rogge» waarvan het de
opgevolgde vrucht was.
De afwisselende vorst, sneeuw, dooi en weder vorst
tot driemaal toe, heeft het heerlijke grootendeela te veld
staande gewas geheel vernield. Dit gemis was vooral in
dit jaar bij de duurte der andere levensmiddelen groote-
]ijks te betreuren , te meer wyl de Wortelen als een ge-
zond voedsel, zoo voor menscheo als vee, algemeen be-
kend zQn , en veel tot leniging der algemeene rampen
konden bijdragen.
De Mangel- of Beetwortel was over het geheel genomen
wel geslaagd , vooral die van zaad getrokken onverzet ±ijn
gebleven , die stokken van opmerkel^ke grootte en zwaarte
hadden voortgebragt. De uitgezette planten daarentegen
badden veel door de droogte geen wortel gevat of zijn om
die reden klein gebleven, zoodat de wortelen naaaweligks
de helft van de gewoone grootte verkregen badden*
In Zeeland en Zuid-Holland luiden de berigten
dat by de landlieden meer en meer de overtuiging leven-
dig werd , dat het telen van den Mangelwortel goede uit*
Digitized by
Google
/
96 WORTELGEWASSEN.
komsten had gegeven, en dit gewas was al wederom zeer
goed geslaagd.
Het Departement Oud-Beyerland meldt ons, dat ondter
de gemeente Goudswaard een stnk land groot ruim een
bunder van de raimste kwaliteit had opgebragt 987 mnd-
den Beetwortelen , wegende te zamen 60020 ned. 9 die yer-
kocht zijn de 100 S & 60 Ct het 9 terwijl de opbrengst
der Paarden-peen berekend werd tegen 1000 mnd Tan den
bunder, die verkocht zijn voor ƒ 1,20 per mud.
Ook het Departement *s Gravenkage geeft eene gelQke
prijs van ƒ1,20 per mud op, ofschoon later gedaald op
80 Ct. Men had aldaar Oranje-peen gerooid wegende 2
Ned. S het stuk, en als een uitmuntend voedsel voor den
mensch wordt dit gewas zeer geroemd; de cultuur der
Beetwortelen wordt insgelijks zeer aangeprezen , men rooide
aldaar tot 1300 mudden per bunder.
In de gemeente Rtjnsburg^ Departement SassenAeim,
was om deszelfs bijzondere zwaarte ter waag aldaar gewo-
gen een Beetwortel wegende 18 Ned. ft en een ter zwaarte
van 16 ft. ook was men in die gemeente over de cultuur
van dat gewas bijzonder te vreden.
Te Zutdsckarwoude Provincie Noord -Holland-, ha*-
den de Beetwortelen ƒ400 en de gele wortelen /375 per
bunder opgebragt.
In de Provincie Utrecht was men alleen te vrede over
de cultuur der Beetwortelen, de gewone witte eo gele
badden door de droogte en hitte veel geleden.
Uit de Provincie Gelderland komen alle de berigtea
hierin overeen dat de wortelgewassen, zoowel de gewone
roode als gele van eene uitmuntende hoedanigheid en groot
van stuk waren. Ook de Mangelwortel had aldaar een
goed verbouw opgeleverd.
In sommige districten van Overi]s^l nogtans was klagt
ever de muizen, waardoor bQ het rooijen, dit gewas eeotg^
zins was tegengevallen.
Digitized by
Google
WORTELGEWASSEN. — SPURRIE. 97
Ia Groningen had de droogte TÓoral op de kleigron-
den de Wortelgewamen ceer benadeeld , over de caltaur
Of de sandgreiiden was men neer te Treden.
Als eene UJzonderheid is ona de<Mr de gewestelijke Com-
miasie gemeld, dat een gewone roode Mangel wortel by
éen boomkweeker jille Syi%es Bakker te Sapmeer bad
gewogen 22[ pond oud gewigt.
' Ecbter de Koolrapen (of ItaapknoUen , gel^k men ze al-
éasut noemt) leden en van het Terplaaten b^ de droogte ea
Tan eene rotachtige ziekte in den knol, waardoor. de op^*
btengsc beneden het middelmatige is geblcrren*
10. SPURRIE. Deze plant zegt de Commissie van Land^
boaw ia Noord-Braband, in het voorjaar tot> Zaad*
wiDoing gezaaid, was door de droogte kort gebleven, en
keeft weinig opgeleverd. De vroeg , dadelijk- na het rai-
men der Rogge gezaaide, is mede wegens dé droogte o£
niet uitgekomen of aan het opkomen verbrand; de veertien,
dagen later gezaaide of zoogenaamde na^putrie is beter
gegroeid en gaf gedurende eene maand van half Octobec
tot half November, in de hooge zandsttékeh een ^aond,
melkrijk voedsel voor het Rundvee.
Het gemis aan Spurrie werd dit jaar door liet knalgroen
rQkel^k vergoed; aan de Spurrie wordt echter voor. dé
botermaking en de smakelijkheid derzeive verreweg do
voorkeur gegeven*
Ook de Heer Martini bevestigt het bovengemelde, .do
Inalsche regenbuien na Augustus hadden dit gewas zeeit
verbeterd en was de Spurrie over *t geheel nog een goed gewas.
In de Provincie Utrecht was dezelfde klagt over den
zoo zeer droogen zomer.
Het zaad ingesleept en niet met de egge ingewerkt was
boven den grond blijven liggen en door gebtek aan regen
niet opgekomen ; ook de cultuur was over het algnneen niet
gunstig geslaagd. —
7
Digitized by
Google
98 S F U R R I E*
Voorts geeft odb de Heer Enklaar op» eene proeve te
hebben geöomen , met een vreemd soort van zaad pit UiMW^
burg bekomen, welke proeve, alhoewel niet gonstig nil-
gevallen xijode, door gettelden Heer in 1847 zal wordba
herhaald.
Uit Gelderland wordt ons gemeld » dat dit gewas
nitmantend en overvloedig is geweest*
De vroeg ingevallen vorst was echter oorsaak dat een
gedeelte van dit voederkruid minder is kunnen gehmikt
wordeto.
Men uitte den wensch , dat de wijse om dit ew en an-
der groenvoeder in putten met gerafineerd soot in te ma-
ken, zoo als aulks bij den Heer WASSaNAAft Katwtk,
op den huize ffoekeium plaats vindt , meer in gehraiJc
kwam.
De Heer van Duinhoven te Kuyk b|j Grave , bevestigt
mede , dat de zomer*spurrie b^fzonder goed gewas was , en
dfce men tijdig bad. kunnen droog kr|jgeoa veel zaad ge>
geven , en voor / .4. / 6. tot zelfs / 6. de mud is ver-
kocht.
De afgeweide herfst*-8purrie was redei(ik goed geweest
en had veel boter opgeleverd*
In Over^ssel was klagt over de droogte, doch was
later nog al goed by gekomen, door de vroeg ingevallen
vorst was niet alles verbruikt.
De Provinciale commissie uit Groningen geeft ons
op, iéjt er de Haren proeven waren genomen met de groo-
ie Spurrte (Spergula maxima Weihe) uit den landhuis-
boudeljjken tuin teG ro n i n g en genomen , welke bijzonder
Tsoldaan hadden. Het zaad moet iets digter bij een , dan het
zaad der gewone Spurrie, gezaaid worden , maar de plant
wordt geregeld 2 k $ palmen hoqger van steng , hetwelk
bij eene eenigirïns uitgebreide cultuur een %eer grooi ver»
sehil oitBmakt^ Ook heeft er niet ligt verbastering plaats
van deze in de gewone Spurrie , want het is eene eig^^u
Digitized by
Google
S P U R It I E. — K L A V E R, Ö9
saior/ ^ OQk door de gedaaote en de oppervlakte van het
9aad duideljjk Van de andere soorten van Sparrie te on*
derscheiden*
Eindeii^ in. Drenthe bad dit gewas veel door de
droogte geleden « bijsonder de vroeg gezaaide , veel was
er daardoor mislukt, liet laat gèsaaide had een matig ge*
was opgeleverd.
In de Koloniën dar Maatschappij van Weldadigheid w»»
ren , volgens opgave , 747 bandars seo atct klaver beset
als groen land.
SQ. KLAVER. In Limburg was de eerste snede
zeer voordeelig uitgevallen , doch de tweede door de
gvoote droogte minder. In het district Roermond had taen
Klaverzaad ingeoogst van 4 & 5 mudden per bunder.
De roode Klaver was wat de eerste snede aanbetrof «
voordeelig, de tweede snede wat minder goed nitgevaU
}en , welke tweede snede meermalen aldaar schijnt te mis-
lokken , waarom men de ^altuur van dit soort niet ver*
kieslijk acht.
In de aangrenscode Provincie Noord^Braband is de
Klaver goed door den teohtea winter gekomen, en had
met geleden.
Door het gure voorjaarsweder echter in den wasdom <
ternggehondeni kwam dezelve later aan , dan men vermeed
had f doch was rljkel^k in de o^rengst , die allerwege
als groen voeder voor het roadvee en in de kleilanden
FOor de paarden gebraikt werd. Dé tweede snede was al-
mede minder gunstig iiitgevalles , door de aanhoudende
bttte waren vele planten niet dan dun opgekomen , ston-
den niet digt genoeg , waardoor de opbrengst als voeder-
plant zeer verminderd werd ; op de aaadwinning nogrtians
werkte dit niet ongunstig; de ruimere afstand der planten gaf
aanleiding tot het doen ontstaan van zijspranken , waarin
zich bij opgevolgd gunstig weder een groot aantal snad*
Digitized by
Google
100 K L A V E K.
boHen ontwikicelden 9 die zwaar , glinsterend %aad heb-
ben opgeleverd, voornamelijk wijl de insameling b^
droog weder heeft kunnen plaats hebben.
Ten aanzien ■ van de zaadwinning meent de eommisrie
van Landboaw bet niet ongepast te zijn om op te geven, virat be-
vorens in 1839 is vermeld, ten einde hierop de aandacht
te vestigen. De genen die deze methode volgen , hadden
er zich bij voortduring wel bij bevonden.
Ook in Zeeland had de eerste snede goed voldaan,
en was veel als hooi ingeoogst ; de tweede snede was mid-
delmatig , terwijl de jonge Klaver op vele plaatsen ach-
terbleef, en in het vervolg eenen nadeeligen invloed aal
te weeg brengen.
In Znid-Holland roemde men almede eene goede
klaverhooi-winning ; ook was men over de naweide te
vreden , maar het nienw gezaaide was op vele plaatsen
zeer door de muiden benadeeld*
Het Departement Delft geeft ons het beschot op in
het westelijk gedeelte 4,500 % per bunder. Prijs van bet
hooi /" 16 — de 1600 Ned. ®.
Noor d-H o 1 1 a n d heeft goede resaltaten opgeleverd ,
men meldt nit die Provincie dat door het ganstige weder,
de tweede snede met de eerste in hoeveelheid en hoeda-
nigheid wedijverde.
In de Gemeente de Zype^ had men drie malen van
eenige stukken gemaaid. De gezaaide nogthans was ten
gevolge der lange droogte ook aldaalr slecht aangeslagen.
Insgelijks was men in de Provin<jen Utrecht en 6 el*
derland, over den Klaverbouw zeer te vreden, daar de
eerste en tweede snede zeer voordeeKg hadden opgeleverd,
terwijl ook de derde snede , hoewel hier en daar , wegens
de droogte weinig hebbende gegeven , nog op vele plaat-
sen jruim had opgebragt.
De inoogsting van het Klaverhooi was ook allerguns-
tigst geweest.
Digitized by
Google
KLAVER. — GKASIAiNDEN en HOOI. 101
De nieuw uitgezaaide Klaver nogthaoB was , wegens de
4soogte gebrekkig opgekomen j zijnde het opgegane door
imgedterte benadeeld , en in sommige streken door de tnui-
%en geheel vernield , ook deze ramp meeade men dat in
de gevolgen zonde gevoeld worden.
Bj zonder was men in Overijssel over dit gewas voor-
namelijk op de vochtige gronden te vreden; de eerste
snede was op hooge en drooge landen middelmatig, de
derde snede was redelijk goed.
De rooek of Brabandsche Klaver eindelijk in de Pro-
vincie. Groningen, kon meerendeels als gunstig wor-
den beschoawd , hetzelve had zoowel als groen voeder
eok als Aoot rijkeUjk opgebragt.
Het in het voorjaar nienw gezaaide Klavergewas is ,
door de vochtigheid van den grond , in Maart en April goed
ontkiemd , en beeft naderhand , doordien de granen , waar-
mede of waarin z|j gezaaid was , zelve meestal vrij hol
stonden , gelegenheid genoeg gehad om zich behoorlijk
verder te ontwikkelen.
21. GRASLANDEN bn HOOI. In het Hertogdom
Limburg, was de opbrengst. overvloedig, gevende 2000
a 2200 S per bunder.
De Gras weiden stonden voordeelig in het voorjaar, doch
door de groote dsoogte gedurende den zomer , was er wei*
nig nagras.
Wat de Provincie Noord-B ra band betreft, dezelve
konde zich niet algemeen beroemen op een voordeelig gras-
gewas , aangezien het er in de omstreken van 's Herto-
genbosch allertreurigst uitzag, door het bezwijken van
onderscheiden binnendijken, waardoor duizende bunders
land ondergeloopen waren , en uithoofde der zeer slechte
en gebrekkige waterloozingen dras gebleven waren. Voor-
deeliger stonden de landerijen in de omstreken van Breda.
In de landen yvia Aiiena en Heusden was overvloed van
Digitized by
Google
102 GRASLANDEN «n HOOI.
Hooi, echter ontstond er gebrek nan BftWtide» daar de
veldraaizen , (door de warate van den aomer soo renae**
nigTuldigd ) groote schade aan het graa toebragten »et de
wortels af te knagen.
Te Waspik en Raam$éonk^ was meo onopboadel^k
werkzaam, het Hooi kunstauitig in kisten saam te pers-
sen , ter vervoer naar Frankrijk en Algiers , de opbrengst
bedroeg ƒ 20— i ƒ 24-- per 1000 Ned. ft-
In de Provincie Zeeland was overvloed Van Gras«
nithoofde van den sachten winter, even\Vel heeft de lang-
durige droogte in den zomer, den groei gestremd. Het
vee is tot op December in de weide gebleven.
In Zuid-Holland was over het algemeen overvloed
van Hooi , hoewel oek de veldmaizeo aan de weiden veel
kwaad deden « voornamelijk in het IVettland mk te Bos-
koop; de opbrengst dooreen gerekend bedroeg 4000 è 4500
Ned. s per bander; de prijs / 10*-^ tot f 20-^ de lOOO
Ned. ft.
In Noord-Holland waren de weiden aeer voldoen-
de, daar de beesten reeds in April van stal zijn gegaan
en tot in December genoegsaam voedsel hebben kunnen
vinden.
De hooibouw was algemeen zeer gnnstigy hoewel eenige
laagliggende stukken eenigsins door de droogte hebben
geleden , op Texel hebben de veldmnisen ook groot nadeel
aan de weilanden toegebragt.
De prijs van het Hooi was gemiddeld ƒ 20 — per 1000
Ned. ffi.
In Utrecht hebben de weilanden gunstige uitkomsten
opgeleverd , daar men reeds in het laatst van Maart melk-
beesten in de weide zag. De lager liggende weilanden
kwamen uithoofde der vochtigheid later op hun verhaal,
herstelden zich echter in JunIJ geheel en al, en gaven
overvloedige naweiden.
De Hooibouw heeft zich in meerdere of mindere op-
Digitized by
Google
GRASLANDEiY jen HOOI. 108
Imngst , geragrid naar de ondenc^idene liggiag der lan- ,
4en.
De veldnMdzen rigttm ook groote ■cfaade aani , en trok-
ken big het naderen van den winter in de booibergen*
De piijeen Tan bet Hooi waren TersebUlende / 1^^-*-
f 20 — en/ 22— de 1000 Njed. «.
Ia : Gelderland stonden de Graelandeii zeer welig,
bebbeii rijkeljk gras gegeven en nieaegensiaande de groote
dreogte een irisch aanzien beboaden en goede naweiden
mff^tleveEé^
Er is seer veel Hooi van uitmuntende kwaliteit gev^HMi-
nen , waartoe de weersgesteldheid niet weinig beeft bijge-
dragen.
Da pr||s van bet Hooi waa/ 20— tot ƒ 24-^ de 1000
Ned. fi.
Het Departement Deventer meldt dat de Graihmden m
Overhel een goed gewas hebben opgeleverd , vooral de
uiterwaardeoi
Uit Vriesland, schrijft bet Lid Corresp. K 6. Wis-
scMAAR , stenden de weiden in het voorjaar «ee<r gnnstig,
en gdven niettegenstawide de groote drei^te 'oftervleedlg
Hooi.
De prijs van bet Hooi was gemiddeld/ 13-^.. de 1000
Ned. «.
De berigten nit de Provinde Groningen luiden al-
lergunstigst , aldaar was in den voorzomer overvloed van
Gras en Hooi, veel van betaelveis tot goede proffen naar
elders verzonden ; hoewel de naweiden weinig grcn oplé*-
verden , oitfaoofde der groote droogte in Augustus en Sep-
tember, zoodflt men genoodsaakt was bet vee op te stal*-
len ) BuUcs beeft siob echter later hersteld , en l>eeft men
betaelve wederam in de weide kunnen doen.
Ook de iauizen hebben de weiden zeer benadeeld 4 voot¥d
in bet OUtambi.
De in die streken gelegene kwelderlanden (met grM
Digitized by
Google
104 GRASLANIXEN en HOOI.
eu. begroeide , 'biiiteD4^k8 , aan zee gel^[me landftD) um
den JDoUardj hebben overvloed van kweldergras (PoanuB-
fiivma L.) opgeleverd , hetwelk tot matige prijzen is ver-
kocht i «over het algemeen kon het jaar 1846 , ak een der
meest gezegende jaren , voor den Gras- en Hoeibonw» in
den laatsten tijd beschouwd worden.
. In Dr^enthe waren de weilanden steeds goed beaet»
en hebben veel Gras opgeleverd; ook de Hooifanden li^
:teki niets te wenschenover» daar er eene aanzienlyke iMie-
veelheid buitengewoon goed Hooi is gewonnen. De b»-
-weiden waren , zelfs op de laagste landen voldoende.
22. RUNDVEE. In Limburg schijnt nog gebrek Se
bestaan aan goede Springstieren tot verbetering van het
ras , men schrijft* daaraan toe , dat gedurende het jaar
1846 , zeer weinige Koeijen bevrucht zijn geworden.
Yele Rqnderen stierven aan het miltvuur, de best ge-
voeden het spoedigst, met andere ziekten bad men nieC
te worstelen.
In Noor d-Bra band is het Vee niet met ziekten gb-
tysterd geworden 9 met uitzondering echter van de landen
Tan Allena , waar de tongblaar en klaauwziekte lang re-
geerden^ echter den dood niet ten gevolge hadden, doch
de beesten lang deden kwijnen.
. :De prezen der melkbeesten waren hoog alsmede van
het j.9nge vee.
De lust tot aanfokken van vee vermeerderde en deed
4^ Kalveren in waarde qjzen*
. In Zeeland was de staat van het Vee redelQk vol-
doende, en leverde vry goede resultaten op, in het na-
jaar eebter bekwamen eenige het mildvuur , ontstaan door
gebrek aan geed drinkwater; ook openbaarde zich in het
btfitst van October , enkele gevallen van longziekte , wel-
ke echter spoedig door gepaste middelen werd tegeoge*
Digitized by
Google
RUNDVEE. 105
De opbrengst vsm nirel wem niet ovenrioedig en de vet-
weijeri) weinig Toordeelig.
De kruising met Ëngdsche Durham Shprthom vol-
Uoed Stieren, lieeft reeds voordeelige nitkomsten opge-
leverd.
In Zuid-Holland U^ft de longiiekte nog aanhouden
op enkele plaatsen , en veel Vee is in de gemeenten Delft ^
Sass^nheim en Oud^Beyerland^ door liet klaauwzweer
en tongblaar aangetast geworden , echter niet daaraan ge-
storven*
- De prQien van het melkvee alsmede der vette beesten ,
waren zeer hoog , veroorzaakt door den uitvoer naar En-
geland , daar volgens bet getuigenis van het Departement
JHoiierdamj aldaar gedurende 1846 per stoomboot, meestal
naar Londen zijn uitgevoerd — 14,653 stuks Koeijen en
Ossen, 101 Hokkelingen 1,164 Kalveren.
Ook in Noord-Holland heeft steeds de longziekte
geheerscht, vooral in de gemeenten Lejf muiden , Aalsmeer^
Sloten en Idmmen.
Vele Runderen hebben aan de tongblaar en klaauwzeer
geleden, vooral op Texel.
Door het Lid Corresp. J. Bouman in de Beematerj
wordt het aantal aan de longziekte gestorven Runderen,
begroot op 600 stuks.
De prijzen van bet vette Vee bleven hoog^ uithoofde
van den groeten uitvoer naar Engeland.
Volgens bmgten der Provinciale Commissie van U t re c h t
waren in dat gewest de Runderen in eenen kw^nenden
toestand UJ het verlaten der stallen, veroorzaakt door het
slechte ia 1845 gewonnen hooi , men hoorde algemeen klar
gen over de slapheid der Kalfkoe^|en en het onledig verleg-
gen der Kalveren.
Door den overvloed aan gras in 1846 , is het Vee ech-
ter spoedig hersteld 9 en waren de pr|jsen der vette bees-
ten buitengewoon hoog.
Digitized by
Google
IOC RUNDVEE.
De loDgsiekte was o^er het algeOMea miiider , in de ge-
meenten echter van Linsehoien^ Lopik, Kapel ^ Cot-
baauw ^ Z evender ^ Benschop ^ Yaeehiein en Juipkaas^
waren gedurende bet geheele jaar 1846, 171 stuks aas-
getast en 116 gestorven.
Te Bunschoten en Kamerik , beeft de liekte in het be-
gin van bet jaar nog voortgeduard.
In enkele streken om de stad Uirechi^ b(j W^k 6y
Duvrsiede^ bij Baam en Eemnes ^ waren veelvuldige
gevallen van miltvuur, welke vele beesten wegsleepte;
wijders beeft bet mond* en klaauw-zeer ook in vele stre-
ken geheerscbt«
Volgens bet verslag van den Veearts van Dommelen te
Baam , zoude de inenting van bet mondzeer , goede uit*
komsten hebben opgeleverd.
In Gelderland bleef het Vee door het overvloedige
voedsel gezond $ de prijzen waren hoog uit hoofde van
iden uitvoer naar En|[eland«
In het voormalig Graafschap Zutphen klaagt de land-
man over de moeijelQkbeidy on goede Sprtogs tieren te
bekomen.
, Be nitvoer van Melkkoèijett naar de Roer en LIppe deed
de prijzen rijzen.
De Provinciale Commissie van Overijssel berigt, dat
het Vee van de longziekte is verschoond gebleven, met
uitzondering der gemeenten Ysêetmuüien , Masienbroek ca
Sieenwijkertüold , alwaar zich eenige gevallen hebben op>
gedaan^
Het vette Vee , was almede door den uitvo«sr naar bni-
ten*s iands, boog in prijs, zoo ook het jonge Vee.
Het Depaft. Deventer verhaalt, dat bet Vee, neer door
de hitte beeft geleden, van daar weibfg v^, maar ligt
vleeseh.
In YrieÉjIand, zegt het Lid Correspondent F. 6.
Wassenaar te St. Anna Parochie , liet de gezondheids-
Digitized by
Google
RUNDVEE. 107
toestand van het Vee nieta te wensdieo orer, de veelvul-
dige yetzendingen) vet Vee, vaa Uatling^n^nMs Lenden»
deden de prijaeb aanmerkelijk rJ^zen^
Ook de befigten uit Groaingen Imdea gimatlg over
den staat van het Vee» hebbende hetielve echter niet ge^
heel aan de verwachting beantwoord, «it hoofde van de
hitte en gebrek aan dripkwater^ de prijaen van het slagt^^
vee waren evenwel zeer voldoende, waarbij de greote nit*»
voer naar Engeland niet weinig bedroeg, bovendien is
veel melkvee voor Duiischland vertonden»
Longziekte had aioh netgens geopenbaarde
In Drenthe was de handel in melkvee zeer levendig,
ook de prijzen van het slagtvee waren hoog; sleebts enke*
Ie gevallen van loogaleloe hebben zieh opgedaan.
23. BOTER. In Li u borg heeft men overvloed gehad
aan melk eo Boter en waren de prijzen aeer voldoende.
In Noord-Braband was men over de kwalileit en
kwantiteit der Boter te vreden , hóewei het zich in den
beginne niet gunstig Het aanaten uit gebrek Hasck voedeirv
de prijzen waren hoog 65 k 80 Ct per &•
In Zeeland wasten gevolge van de geringe deugdzaam*
beid van het h(X>i gedurende de winteretalliog van 1845 en
1846 en de schraal bezette graslanden in denaomer, de op*
brengst van Boter , algemeen niet mim , daarentegen waren
de pr(jzen zeer voldoende.
In Zuid-Hollanii werd^ met aitzon^ring van som*^
mige plaatsen, veel Boter gemaakt en .waren de piijsen
uit hoofde van den uitvoer zeer voldoende; te Leythn
waren de prijzen der Boter 77^ Ct è /ly^O per ned. 9
Te Del/i waren de prezen gedurende den winter f dp
k ƒ44 de 40 Ned. "^^ in den somer ƒ40 &/53, te Ley^
den in den winter /34 &/42 in den zomer ƒ40 A ƒ49.
Ook in Noord-Holland was de opbrengst der Boter
^eer voldoende , de prijs 80 k 00 Ct. het Ned. 8»
Digitized by
Google
108 B O T JE IL *- K A A S.
In Gelderland» oFerrloedig Beter van eeoe goeée
kwalileit genaakt, ie pr^aen waren aeer hoog. 4oer den
uitvoer naar Engeland^ de prga 70 & 80Cl het Ned. S.
De nieaw opgeiigte botetmarkt te Zutphen sehijnt ook
reedi aaavankei(|k gonitig te werkea.
Over het algeseeo waa bmd ia Overijssel te vreden
over de opbrengst der Boter^ in den nasoBier stegen de
prezen tot /1,00 het Ned. 8.
In Twenihe begint men thans ook Boter te verkoopt ,
uitgelokt door de hooge preien*
Uit Vriesland meldt het Lid Correspondent F. G.
WASSBNAAa, dat aaosienlijke hoeveelheden Boter, tegen
hooge pr^aen werden a%eleverd«
In Groningen werd gedurende den algeloopen somert
niet veel Boter gemaakt; uit hoofde van de groote hitte
was zij aan bederf onderhevig. De prijzen waren echter
hoog ƒ25 è /36 de ^ ton, ook werd veel Boter naar buit-
ten 'slands veraonden.
In Drenthe was de opbrengst der Boter zeer voldoen-
de hoewel de kwaliteit minder was door de groote hitte.
De gemiddelde pr^js bedroeg van 60 tot 80 Ct het S.
24. KAAS. In Zuid-Holland is tamelijk veel Kaas
gemaakt; de prijs der komende Kaas bedroeg /24 Ji/26
de 100 Ned. «, die der Westlandsche / 18 4 /20 de 100
Ned. 8, Het Departement Leyden meldt dat de prgs des
Kaas v/aa/2S %oi/U de 1^0 Ned. 8.
Het Lid Coi;respondent W. HuvcasNS Tholen te Boskoop
berigt, dat de Kaas aldaar /30 k /45 de 100 Ned. fi gold.
In Noord-Holland is weinig Kaas gemaakt en is er
Uj mensehen gehengenis nooit zooveel gebrek aan geweest.
De buitengewone hooge pr^sen hebben den maker eenig-^
zins schadeloos geateld, de prijzen der zoetemelkscbe
Kaas, waren ƒ40 k /50 de 100 Ned. S die der komfju-
Ae/2f) h/.28 dQ 100 Ned. «.
Digitized by
Google
KAAS. — PAARDEN. 109
Gedarende bet jaar 1846 lijn ter waag gebragt de vol*
gende koeveelhedeD : te
Alkmaar 4,241»728 Ned. ««
Hoorn 2,389,391 » »
Purmerende 1,416,025 » »'
' Edam 446,210 » »
Monnikendam 175,547 ^ % »
Snkhui%en 687,886 » »
Medemblik 911,152 » »
Daarenboven zijn van 'Tejcel uitgevoerd 39,870 Ned. 9
Schapenkaas, tegen /16 è/19 de 100 Ned. ft.
Van tFieringen 8441 Ned. ft è/ 16 de 100 Ned. ft
en van den Melder 60,000 Ned. ft tegen /40 de 100
Ned. ft.
Ook in de Provincie Utrecht is veel Kaag gemaakt
gedarende den afgeloopen zomer; de prQzen waren hoog,
. ƒ36 è/42 de 100 Ned. ft.
Uit Vriesland meldt het Lid Correspondent F. 6.
ÜVassenaak, dat er veel Kaas gemaakt is, en dat de prQ**
zen een tijd lang hooger waren dan die der Boter.
Hoewel in Groningen minder Kaas dan tot eigene be*
' hoefte wordt bereid , waren de prQzen en hoedanigheid
zeer voldoende.
26. PAARDEN. Uit Limburg meldt men dat de zware
frekpaarden zeer door de Fransche kooplieden gezocht zfjn
geweest en tot goede prgzen verkocht; op sommige stal-
len deden zich gevallen op van kwaden droes.
De venlens uit Borcnlosche hengsten gefokt, waren wel
wat ligt; evenwel hebben de uitgeloofde ptemiên voor de
beste dekhengsten en veulen-merriën goede uitkomsten op-
geleverd.
In Noord-B ra band blijft de Paardenfokkerij steeds
goede uitkomsten inleveren, hoewd er gedurende het af-
geloopen jaar minder Paarden voor de remonte naar Frank*
Digitized by
Google
110 PAARDEN.
rijk sQn verkodit 4an in vorige jaren, Wpaalde lieh de
verkoop meer tot beste Paarden van de eerste kwaliteit 9
welke vrij duur betaald werden.
De gezondheidstoestand was voldoende; alechts enkele
gevallen van kwaden drees hebben giek voorgedaan.
Het aantal goedgekearde hengsten bedroeg 40$ <^n dat der
gedekte merrién 4378; hierop koa roea eehter niet met
xekerheid staat maken , daèr vele roerrtëo door afgekeurde
hengsten ter sluiks voor eeoen minderen pr^a worden ge-
dekt.
De ProyinciiJa Commissie heeft tn bat nieuw ^nlwor-
pen reglement Koorgesteld, om de bengsient diein het ver-
volg van tlid ter keuring mogfien aangeboden worden ea
niet goed bevonden, onmiddellijk te doen castreren, ten
einde dit bedrog tegen |e g?an, welk rfglemen^ door de
Provinciale Staten aaa Z^ Aft den Kooing ter goedkearing
is aangeboden. \ ..
In Zeeland voldoeii 4e Geldemche iienglBtaii ^eergoed;
alleen op Walcheren b^ift de lfm4inaa nog Ie vaal aan
het inlandscbe ras geheeht. .
In Zuid-HoUand is de Pi^denfokkeitj gQQslig vit-
gevallen; bet getal der marri^a, door gaadgefca^rde beng^
sten gedekt, bedroeg 8202. De prijzen der Paarden en
veulens op de najaarsmarkten bleven hoog, alhoewel er
minder uitroer naar baitan 's lands wajr.
Te SM9enkrim,^n 5$ roerriëa gediJct door de aldaar
gestatioaneerde Borcploscbe hengsten.
In Noord-UoUand daarentegen ia de Ptaardenfokkery
gering en de So<ue|eit tot veredeling van bet Paardencas,
heeft nog geene- zeer voldoende aitkomsHBn opgeleverd.
De prlJs der Paarden was boog; van Ti^rscMü'ng ayn
140 veulens uitgevoerd &/35 tot / 40 per stak.
Het Lid Cerrespendent J. REUMAN in do tfeetnsierg klaagt
dat aldaar geen enkele dekhengst wordt aang^lroflEen*
In de Provincie Utrecht blyft mten zicb al laeer ea
Digitized by
Google
PAARDEN. 111
meer toeleggen op bet aanfokkeo van Paarden. Op de
keordagen kwamen 74 hengsten, waarvan 63 goedge-
keurd werden; op de premiekenring waren ter mede-
dinging aangebragt 13 hengsten t en op de merriënkenr
waren 60 stuks voorhanden. Gedurende het a^Ioopen jaar
werdeft er sleebts 2713 merrifin gedekt, sijnde 150 min*
der dan in 1845.
De prgsen der 5 en 6Jarige Paarden waren boog, wor-
dende deselve door Fransohe Icooplieden opgekocht, voor
/200, /300 en daarboven.
De ptümmarkt werd drak besocht, en er waren vele
Paarden aanwezig, niettegenstaande reeds vele aan bethvis
Ter Heide opgekoobt en vereonden waren.
In de Provincie €!el4erland werden de Paarden sterk
gesocht en door treemde kooplieden voor hoogeii prijs ep^
gekocht; 5 en 6jarige Paarden golden /200 è /30Q.
Het getal van goedgekeurde hengsten bedroeg iets min-
der dan in bet vorige jaar.
In de Provincie Overijssel heefit de kwsde drses ge-
durende het afgeloopen jaar iets minder gebeerscbt.
De paanbnfokkerij is dat jaar goed gelakt.
De uitvoer naar buiten 's lanés was aller bdangrykst en
de prljsen waren redelQk boog.
Uit Vriesland meldt bet Lid Correspondent F. 6«
Wassenaar, dat de Paarden' geldig waren « soodat men
voor 6 en 7jarige werkpaarden ƒ ISO tot/ 175 besteedde»
In de Provincie Groningen was de aaofèk van Paar-*
den middelmatig.
Van 4é ter keuring aangeboden dekbengsten z{|n «31
goedgekeurd en z(jn er 2864 merriêit gedekt geworden.
De prijsen waren middelmatig, de uitvoer was gering.
£r was veel navraag naar beste trekpaarden.
Evenwel meldt het Lid Correspondent H. H. pe Haan
te Appingadam , dat vele Paarden tot zeer goede prijsen
>Miar Frankrijk uitgevoerd zijn geworden.
Digitized by
Google
112 PAARDEN. — SCHAPEN ên WOL.
In Drenthe is geilorende het afgdcM^eo jaar Teel
handel geweest in Paarden en liJn nj tegen booge prijien
▼erkecht. Door 1789 merriën in het vorige jaar gedekt,
sijn 1180 veulens geworpen; evenwel is de aanfok ver-
minderd, hoewel meo sieh vl^t dat salks wederom lal
toenemen, uit hoofde der hooge prijsen van de venlens.
26. SCHAPEN en WOL. In het Hertogdom Limburg
Termindert de Schapenteelt , uit hoofde van de moeijelQk*
heid van uitvoer naar België^ en van den al te lagen prigs
der Wol. In im gmneente Beek stierven vele Schiqpen
aan het miltvuur.
Zoo ook is in Noord-Braband de Schapenteelt kwQ*
Bende, aangesien er loovele heidevelden worden ontgon-
nen. De prijs der Schapen blijflt laag; eenjarige waren
voor/ 5 verkr^gbaar..
De prezen der Ooi-Wol bedroegen/ 1,10 i/1,20, die
der hamels /1,20 4 /1,40 het Ned. «.
Op de vermaarde CujfkscAe Wolmarkt sgn geen 15,000
halve ponden meer verkocht.
Uit de Provincie Zeeland luiden daarentegen de be-
rigten allergunstigst. De aangevangen veredeling der Scha-
pen voldoet in alle opzigten ten volle aan de verwachting,
wordende vele naar Engeland en Frankrijk verzonden.
Men legt zich voornamelijk toe op het verkrijgen van ludf
volbloed ras, door middel van kruising van inlandscbe
Ooijen met BishleytBmmeu , welke zeer ^e wol hekben
en zeer geschikt zijn voor de slagtbank.
In Zuid-Holland waroi deprifzen der Schapen lioog,
40 Cts. per Ned. ft ; de Wol gold 70 Cts. het Ned. «.
De aanfok van Schapen was gering, daar de meesten als
Lammeren uit Groningen en 7^e/ worden ontboden en
gedurende een jaar geweid; de uitvoer naar Engeland
was belangrijk; het Zetce«/er-ras' begint zich, vooral on-
der de gemeente ff^assenaary weer te verspreiden, waar-
Digitized by
Google
SCHAPEN EN WOL. - 113
om de Wol tot 60 Cts. bet Ned. t beeft gegolden. De
ptQs der witte Oo^en bedroeg/ 20 bet stuk.
Het Dej^emeDl RMerdam meldt, dat ook daar UMir
buiteii 'slaods, meeetal naar Engeland^ minstens 46^685
Scbapen en 927 Lammeren iQn verroerd,, terwijl op Texei
de Lammeren, welke in 1847 nog meeten geworpen wor-
den , reeds tot aaniienlijke prijsen op levering van 4 of 6
iveken oud, verbocht waren»
In de nabnarscbap van SassenAetm, ^m de Sebi^en
niet verseboond gebleven, van de tongbkar en bet klaanw-
In N.oord-Holland i(jn de Scbapen op w^nig nit*
zonderingen na geiond gebleven , bebbende op sommige
plaatsen de tongblaar en het klaanwzeer gebeerscht. De
Tette Scbapen «Qn voor boege prijaea verkocht.
Op Texel werden nitgevoerd 5,620 Schapen tegen / 7«
& / 9.50 bet stnk , 14»646 Lammeren tegen f 4. &'ƒ 4.S0>
en 92,935 Ned. « schoone Wol è / 1J25 bet ft.
Op Wieringen bedroeg dtt getal 5,000 Lammeren k
f 2.50 en 29,907 Ned. « Wol (vnil) k 67 Cts. bet ft.
In de Beemater heersehie bet lotkreapel, de tongblaar
en bet klaanwzeer.
In de Provincie Utrecht sgn de Scbapen, minder
dan in vorige jaren door bet ongans aangetast geworden.
De versendingen naar boiten's lands waren veelvuldig ,
waardoor de prijsen aeer lijn gestegen.
De voorjaats Lammeren werden tegen / 7. i / 8.00
verkocht.
De prijzen der Wol waren matig 75 Cts. tot M Cts.
mterll^ 90 Cts. het Ned. ft;
Ook ia Gelderland was de staat der Scbapen vol^
doende , i|j werden voor booge prigzen naar Engeland ver^
zonden , alleen te Ualle gemeente Brummen , werden er
op eens 4,000 stuks naar Barlingen , en van daar per^
stoomboot naar lionden gezonden.
a
Digitized by
Google
114 SCHAPEN EH WOL* -*- VARKENS.
De Wol gold fl.kf 1.20 bet Ned. «•
1d de ProriDcie Overyssel wai de prQs der Seba-
pen Toldoeode door den nitToer naar Engeland, alhoewel
de teelt jaariljka seer Terminderd , aithoefde van het ver*
deelen der algeaneene markegrooden.
De pr|{s der vette Schapen waa 32 Cta. het Ned. S ,
die der Wol 60 A 80 Cta. per Ned. «.
Uit Vriesland schrift het Lid Correapondent F. 6.
WAsaBNAARy dat de uitvoer naar Engeland mede yerba-
send is geweest , waardoor de prQsen aeer boog ategen ,
Correspondent verkocht in de maand Aogastns drie, reeds
in Mei geschoren moederschapen voor den prijs van f 17.
het stak.
De Wol gold 75 Cts..tot/ 1.00 per Ned. 1B.
In de Provincie Groningen was het aantal der Lam-
meren, in het voorjaar geworpen, niet aansienlgk, vele
Schapen waren door iiet schurft aangetast.
Alle soorten van Schapen waren hoog in pHjs door den
uitvoer naar Engeland, de vette golden/ 10. kf 15.
De Wol is voor 60 Cts. è / 1.00 het Ned. tt verkocht
en meestal naar Frankrijk versonden, doch over het al-
gemeen waren de vachten seer ligt, hetwelk men aan den
lachten winter toeschreef.
27. VARKENS. Ia Limburg waren de vette Var-
kens zeer gesocht, nraar door gebrek aan voedsel zijn er
weinig gemest, de magere Varkens en Biggel werden
uithoofde van de schaarste ook tamelijk goed verkocht.
Ook in Noord -B ra band was de prijs der Varkens
tamelijk , door gebrek aan aardappelen , echter waren er
weinig voorhanden; voorjaars Biggen van 4 i 5 weken,
golden / 2.75 k f 4.00 , doch de prijs daalde in bet na-
jaar ; de prijs der vette Varkens bedroeg 32 k 42 Cts. het
« (vuil).
In de Provincie Zeeland begint men zich meer toe te
Digitized by
Google
VARKENS. 115
Iegg#a op ie yerhelering Tan het ZwQngras , door krntslog
met het Chinesche BerkBhtre Varken , betwdk gpoediger
vet wordt, en over het algemeen, zijn dexél?e gesoiid
gebleven ; de duurte van alle soort van voedsel ter mes-
tiflsg 9 maakte evenwel , dat de aankweeking voorleden jaar
minder was , de prezen waren echter hoog.
Ook in Zuid-Holland was de teelt der Varkens
minder dan in andere jaren , hetwelk aan den mislukten
aardappel-oogst moet toegeschreven worden.
In de omstreken van Del/t , te SassenAeim en Boskoop^
Bi)n er seer vele aan de varkensziekte bezweken.
De prijzen der Varkens en Biggen >varen hoog, het
epek gold 38 & 40 Cts. het Ned. ft.
Het Departement Rotterdam meldt, dat van daar naat
Londen 1619 stuks zfjn verzonden.
In Noord-Holland, maar vooral in ie Beemster^
beeft ) volgens getuigenis van het Lid Correspondent J.
BouB&AN, de gewone Varkensziekte geheerscht, welke er vele
beeft weggesleept*
De pr0zen waren hoog ; bet spek gold 30 a 40 Cts. hetN. S.
Ia Utrecht daarentegen zgn de^Varkeins van de bijna
algemeen heerschende ziekte bèvr^d gebleven, en de aan-
fok was voorspoedig. Door de schrale Aardappel teelt en
de daurte van het graan werden er minder Varkens dan
gewooDlyk gemest.
Door den uitvoer naar Engeland zQn er voor de vette
Varkens aanzienl^ke prgsen besteed geworden; het spek
goM van 50 k 60 Cts. het Ned. ^.
lo Gelderland zijn er door gebrek aan voedsel wei-
nig Varkens opgelegd, en werden meest jong verkocht.
In bet voorjaar waren de Varkens daur, in den' zomer
daarentegen zeer goedkoop ; de pr^ 'van het spek was 25
Cis. bet Nëd. «.
De verbetering ran het ras , door kruising met het £;*•
gelsckCf neemt meer en meer (oe.
Digitized by
Google
11$ VARKENS. — GEVOGELTE.
De Varkepsteek in Overijssel is ook goed gidakt;
de pr^sen waren in den beginne redelijk, maar daalden
echter later; de vette Varkens waren seer lioog io pi^s,
30 & 49 Cts; h^ Ned. 9.
. In de Provincie Groningen heeft de gewone Varkcas-
Blekte wederom geheerscht, hoewel niet soo erg* als ia
1845, weshalve vele ontijdig gedood sijn.
Volgens getuigenis van het Lid Correspondent BnjLRcmi
te Noordhom ^ sQn de Varkens aldaar minder doar de
ziekte aangetast ; men schreef zulks toe aan de kraising
met het zwarte Varken, welk ras daaraan minder ociAn«
hevig schijnt te zijn.
De prijzen echter waren niet hoog; de prijs van het
spek was 40 & 50 Cts. het Ned« S.
In Drenthe waren , uit hoofde van den mislukten Aard*
appeloogst, de prijzen der magere Varkens en Biggen laag.
Wij laten hier volgen het getal Vee in 1846 te Utreeht
ter markt gebragt: 2957 Paarden, 9922 Runderen, 671
Kalveren, 1188 Schapen en 8794 Varkens, hetwelk ana*
wijst 9 dat er 34 Paarden, 157 Kalveren, 1&9 Schapen ea
1310 Varkens minder, daarentegen 1083 Banderen auer
dan in het jaar 1845 zijn aangevoerd.
28. GEVOGELTE. Het Gevogelte, voorzeker nitgedokt
door het buitengewoon vroeg en zacht voorjaar, geraakta al
zeer vroeg aan het paren , leggen ea broeyen ; de voor- en
nazomer, zoowel als het najaar steeds zeer gestadig waaa
en vrij droog zijnde , groeide al het Cievogelte zeer voar^
spoedig op , . en was doorgaaas , in den slagt - en jagtt0d ,
zeer doorvoed, malscb en vet. De sterke nilvoo* naar
buitenslands , vooral naar Engeland , deed het gevogelte
prijshouden. Over het geheel genomen, kan men nitdeoa*
derscheidene ingekomene berigten besluiten , dat bet jaar
1846 voor het gevogelte en de wildbaaa voordeelig geweest
is, hoewel er in de eendekooyen ongelijk gevangen is.
Digitized by
Google
GEVOGELTE. 117
De Profitictde Ceounuiaie van Landbouw in Noor d-
Br^band beklaagt lich, dat in die Provincie reeds voor
de opening der jagt, de Patrijsen, tot ontmoediging der
jagtHefhebbers met netten worden weggertreopt In genoem-
èt. Provincie sQn er , vooral in de naa«id Óctober, ved Vin.
ken gevangen,, m aelfs gedorende eenige dagen soo menig-
vnldig, dat dezelve, gepinkt, voor één cent bet stuk,
langs de. denren te koop werden aangeboden ; ook de vangst
der Leeawerikken was daar zeer voldoende- Hobtsaippen
waren er weinig, doch Watersnippen nooveel te meer, en
bijzonder vet en zwaar. •
Volgens berigt der Commissie in Z n i d -Ho 1 1 a n d is
de vangst dér Eendekooljen in de Be^ef^nden en landen
van Streyen voordeeliger geweest , dan vorige jaren.
In J)^and en in bet Westland daarentegen hebben de
EendekooQen slechter vangst gebad, betgeen waarscbijnlijk
veroorzaakt is door bet lage water* Over de wildbmin viel ,
dit jaar , niet te klagen ; trekvogels tocb zijn er weinig
geweest, vooral weinig Houtsnippen.
Naar luid der mededeelingen uit Not^rd -Ho Hand
schans, dit jaar, de trek van bet gevogelte meer West-
daa Oostel^k te zffn geweest, immers terwijl de berigten
ontrent de EendekM^n, in bet Westelijk gedeelte der
Provincie gelegen, zeer gunstig luiden, klagen die, welke
Oostel^k gelegen zijn, over sleobte vlugt. Ook volgens bet
Dqpartefnent •Limmen , nam men in dié te Winkel eeaen
gerittgèn trek waar, betwelk men wil toescbrgveh aan de
iad^kmg der gronden , aldaar buitendQks gelegen , genaamd
Waard en, GroeL Volgens dat Departement bragten de
Zwaaen en Gaazen goed op , vooral de eerste broeiden zeer
voordeaKg. De reden biervan is, dat de Zwanen den ge-
heelc» winter open water baddèn en dos in den broeiti|d
niet waren verarmd , hetwelk de broeQing van die vogels
gemKMilijk sleobt doet slagen. De jonge Zwanen golden
4 4 5 Gulden bet stuk.
Digitized by
Google
118 G E V O G E L T E. — B IJ E N.
In de Provincie Utrecht is, mede door den buitenge-
wonen lagen i/vfOerfltand en de vroeg ingevallen vorst ^ de
vangst op de Eendekooqen gering geweest.
De Provinciale Commissie in Gelderland ons goede
berigten omtrent het Gevogelte mededeelende « vermeidt
dat er op de Uooge Feiuwe > buitengewoon veel Koilioea-
ders geweest zijn*
Volgens de Commissie in Overijssel, heeft men in
die Provincie, op sommige plaatsen, eene bnicengewone
sterfte onder de Kippen opgemerkt en sijn daar vele jon-
ge Eenden en Ganzen gestorven.
De Commissiên van landbonw in Groningen en
Drenthe, den goeden staat van het Gevogdte co der
wild baan berigtende, voegen daarbij de opmerking, dnt,
ten gevolge der verzending naar Buitenslands, de prezen
der Hoenders en derzelver eijeren, alsmede van het vüe-
gead wild bijzonder gestegen is.
29. BIJEN. De Böenteelt was dit jaar, naar Inidt
der ingekomen berigten dienaaogaande , bijzonder gmiedg,
en de Bijenhouders hebben sedert verscheidene jaren snik
eene voordeelige inzameling niet gehad , waartoe de
gé en gunstige Uoei van het koolzaad en andere
den , vervolgens der boekweit , alsmede de drooge
gesteldheid, in het bijzonder hebben medegewerkt. De
Bi)en hebben al de honiggevende planten in de opvolging
van den bloeitijd , by het gunstige weder kunnen bevlie-
gen. Op de wilg*', en heidebloesems hebben z^ ge-
durende den zomer en den herfst overvloedig vergaderd.
Men kon by den gewonen tyd , welke de Byen let bet
ven^amelen kunnen besteden, ééne maand bQvoegen, daar
de lente zeer vroeg is begonnen en de herfst zich door nan-
houdend warm en schoon weder kenmerkte. De Bijenben-
ders echter zouden gaarne, de prijzen van honig en
wat hooger gezien hebben.
Digitized by
Google
B IJ E N. 119
De Pfovineiale Comnihsie vaa landbouw in Noord -
B ra band vermeent» dat de mislukking van het vorige
jaar» gevoegd hij de bge prQjien , de B^nleelt, in die
Provineie veel beeft doen verminderen , en dat , sonder het
welgel]ikken over het algemeen , in dit jaar , aan dezen
tak van nijverheid ^ den doodelag soude zQn toegebragt.
Door dece Commietie wordt de prijs der boaig opgegeven
op 40 gl. de 100 Ni. S en die der was op 160 è 170gL ; vol-
gens onsen Correspondent de Heer van deb Bbkbn PASTseii
vras de honig 30 è 35 Cents het NL « » terwijl de Heer
Martini tait Ouwbüjcehk te Fught opgeeft, dat, om dea
overvloed, de pr^s doorgaande niet booger was dan 25
cents hel NK S.
In Zuid-Holland worden, volgens de berigten van
de ComnMssie van landbouw , seer Weinig B(jen aangehou-
den ; alleen uit Foome en Putien wordt gemeld , dat de
stallen aldaar aangehouden i zeer goed en y verig hebben
gewerkt. Het Departement '« Zfa^e geeft dea prs(^ der lio-*
Djg op van 40 tot 45 eents het NL S.
Ook in Noord-Holland bestaat geene eigenl|}ke ^-
coteelt. Uit OverQssel en Gelderland* worden in
het voorjaar » eenige ladingen Bijenkorven in Breohlerland
aangebratgty teli einde de Bgen op de bloesems der vrucht-
boomen, van het kool en sMatardamad te doen azen; de
Bf|eoboaders trekken met hunne korven van de eene plaats
Daar de andere, tot dat de UoeitQd geheel voorbij is , en
keeren im. weder huiswaarts.
Volgens de berigten der Provinciale Commissie van
Utrecht, geven de BQenhouders voor, dat de B(lens(ok->
ken al te sterk en te laat in den tyd met swermen hebben
aangehouden , aoodat er tan sommige korven , aelfe drie
of vier zwermen zijn afgevlogen , waardoor het winnen van
honig niét bevorderd wordt. • Evenwel sQn vroege zwer-
Bon, welke in eene kale of ledige korf waren gekomen,
dat is , sonder eenig werk van bet vorige {aar , 25 NI, ft
Digitized by
Google
120 B IJ E N.
zwaar ^worden. Menife BiJenluMidera faebhHi ridi door
Aeze gunstige omstandigheid van Vroeger geledene verii»>
ten eenigzins kannen herstellen; sommigen hebben van IS
tot 20 NI. 8 honig door elkander uit eiken stok kvmiMi
halen. De lage prijzen echter, naar Intd van dat berigt^
waartoe de honig moest worden afgezet , en welke liQiui
de helft minder waren , dan in het vorige jaar, hebbea de
voordeelige uitkofnst, eenigermate getemperd.
' De rapporten der Commissie van Gelderland bondmi
in , dat de oudste Bgenhonders in die Provincie ziek aiet
herinneren, ooit een beter Bgenjaar beleefd te hebben. Er
zijn korven geweest, welke 30 NI. fg inhielden; doch door
dien overvloed was de honig ook goedkoop en gold slechts
20 cents het NI. ffi. Onze Correspondent , de Heer tak
DutJNHOTEN te CuijA bij érrat;a drnkt zieh over deze teelt
aldns uit: » niemand heugt het, dat er ooit zooveel lie-
j» nig is gevallen ; er zl|n enkele Bigeiytokken , die m%er
»dan honderd hahre ponden honig opleverden, en stokkea,
» die zich door het vroegtijdig zwermen in vQf stokkee
> hebben verdeeld , en dooreen , ieder vijftig halve poedee
» honig leverden , zoodat zij zich dos ruim tienmaal is
» zwaarte hebben vermraigvuldigd." De Heer Lienb, oed
Correspondent te Apeldoorn ^ meldt dat reeds of 1 Mei dl»
jonge Koninginne irfjn opgemerkt.
InOverfjssel was de B^nteelt nog gunstiger; i^el-
gens de Provinciale Commissie aldaar , wordt onder anderen
vermeld^ dat één korf tot tien is afgezwermd, ea dac
ónder' dit tiental nog drie korven waren, die over de 80
halve ponden wogen. De honig was ook in die Provincie
niet duur en werd betaald met 22 è 24 cents het NI. S ,
terwijl voor de beste kwaliteit 40 cents betaald is ; het was
gold/ 1,75 per NI. »•
Ten bewijze van de vioege en gunstige ontwikkeling der
Bijen, meldt de Provinciale Commissie van Groningen
dat men te Groningen reeds op den 13 JolQ IL eenen jon-
gen zwerm van eenen zwerm van datzelfde jaar opving.
Digitized by
Google
BIJEN. ~ WARMOEZERIJEN. 121
Ome Gonespondent de Heer Stbmtoort^ «e Smiidej be-
rigt Aèlï de Bijenteelt onder sijh district soo * voor tpoe-
éigii uitgevallen', dat vele J^enhoaderfi, die aanvanke-
I^ 16 kerven hadden opgexet, gedoreade het sai^oen,
tet een getal Tan 66 waren opgeklemmen. Algemeen'
-w«ren de korren wigtig , en konden ran 40 tot over de
50 NL S bonden , welke in dien ruwen toestand verkocht
^n , tot 16,1S en 20 cents het NL S.
3a WARMOEZERIJEN. Zoowel de Provinciale be-
Tigten als die der departnnenten en van de leden Corres«
pondenten, vetmelden meerendeelg den ataat der Warmoe-
xergen ale niet oovoordêêlig in dit jaar geweest te sfjn.
Wel is waar, dat door bet aanbeudeiide schoene en wwme
weder vele Vruebten, Erwten, Boenen en Afoeskmiden, ak
het ware té geli}k «i|n rf)p geweest en niet lang hebben
atand gebevdmi, soodatdaardoor vreder later schaursebfaeid
ontstaan is; enkele kleine, doch geene groote rampai'S^n
ovw bet geheel genetten, op dit artikel mede te doelen.
* Volgens de Provinciale Coaunissie van Limburg, bad
men op soanaige plaatsen nog al hinder van rupsen in de
Kocdboorten; ook klaagt die van Noortl-Braband, dat
énderscbeidene Kooleoorten niet best slaagden en klein
bleven; de pr^s der vroege Kool was laag, maar op de
latere na|aiurs»arkten toch, gold de witte en bgaöndèr de
foode Kool een derde, loo niet de bellt meerder dan In
gewone jaren. •
in de Provincie Zeeland aoodén naar luid der be-
rigt^R, de Wormoezerijen soo voordeelig miet sijn ge-
staagd en eanzienl^k minder dan ia 'I84S hebben opge-
leverd.
In Zuid-Holland was de Groentenbóuw over bet ge-
heel goed; de Kropsalade is wel wat doorgeschoten door
de droogte, en de kool, welke in sommige streken in het
begin van de rupsm had te lijden, is naderhand goed door-
Digitized by
Google
122 WABMOEZEBIJExV.
gegroeid en wel geUtktt en had groeten a£trdc, vooral de
bloemkool, naar buiten 'elande*
Volgens de berigten der Provinciale Commiteie van
Noord-Holland legt men sich onder AmUmeer vooral
toe op de teelt der angarkeo, die naar Atmierdam worden
venenden en waarvan dit jaar een goed gewas geweest
iu Hoewel de groota toevoer de prQsen ook verminderde,
rekent men toch dat die teelt gemiddeld 1 galden per Ryal.
roede beeft opgebragt. Het departement Limmen berigt,
dat de oljen veel aftrdc naar Enge/and gehad hebben, dat
dese sohaarsch waren en bnitengewoon dnor.
. Als bQzenderheid mag worden vermdd, dat in de Pro-
vincie Utrecht enkele voorbeelden Bgn waargenomen van
meloenen, die op den konden grond aijn voortgekomen,
die ctene bdboorlgke rgpheid en. goeden smaak hadden ver*
kregen« Te MotU/oori werd er eene geteeld ^ welke de
grootte had van oen menscheiyioofd en de swanrte van 5
Ned. »
De Provinc&ale Coüiaissie van Overigssel berigtmede,
dat de taelt der WarmoeSvroehten tamelgk geweest is; de
al. te sterke bitle deed de greenten al te schielijk ont-
wikkelen i soodat ook daar alles, als bet ware t^el^k,
r^jp. was; in de omstreken van iEis«g»eit had men in het
begin des jaars neg al lafet van de aardvloo»
. 'De Provinciale . Commissie van Groningen g^eft oas
eepi uitvoerig en niet in alle doelen, even gunstig verslag,
hetwelk wy in xijn geheel bier doen volgen.
D^ v;roeg|i(ie yruchten der moealanden, aegt.dexe Com-
missie, welice het meeste geldelyk voordeel aanbrengen,
leden veel door de langdurige vojchtigheid in Abunt en
April , die de beboorl^ke bewerking dezer velden zeer be-
learoerde* Hif^ deed ook het ongedierte, veelal door deo
voorbecMeloos aachten winter in het leven gebleven, reeds
vroeg ia. bet vooiyaar, veel kwaad. Niet alleen de slak,
maar ook de gewone pier of regetiwonn (iMmbrieus ttr^
Digitized by
Google
WARMOEZERIJEN. — FIJNE ZADEN. 123
reepris) deed, althans bg de stad Groningen, menig laai-
«d mislukken, loodat men by na niets aan den gang kon
kragen en de gelegde erwten, selfs onder den grond mei
dersèlver stengen doorboord en vernield werden. Deze
wormen tastten selfs de zich ontwikkelende aspergiên aan«
dat anders, hi^ ten minste, een zeldzaam verscbynsel is.
Ook de muiten» de rünaald en velerlei klein ongedierte»
baddeo sieh in den sackten winter a^merkeljjk vermt-
nigvaldigd« Later werd bet met de Warmoezerij gunsti-
get , hoewel de erwten en boonen veel minder opbragten
dan gewoonlijk, welligt omdat de sterke hitte aan d^bloe"*
sem eenig nadeel had toegebragt. Op de groote booneft
merkte men ook zwarte rottifs plekken op de bladen op.
Zoo ook op het blad van de sellerij, zoodat dit blad ge<*
dedtelyk afviel en de knolsellerij slechts zeer weinig uit-
groeide. Alle soorten van salade «n snyboonen gelukten
daarentegen volkomen; de bladgtoenten iets minder, maar
toch redeiyk, daar men- in de kleinere moestuinen de ^^
volgen van al te sterke droogte eenigzins kon temperen en
de warmte voor vele moesgewassen allezins voordeelig is.
Op de koolsoorten bragt de rups veel nadeel te weeg, en
deze leden bij de verplanting van de sterke droogjte. . De
kool was slecht gesloten» en hoewel zg in den beginne
zich vrij goed ontwikkelde, toen eenmaal de sterke warmte
en droogte geheel heerscbende was, stond hare wasdom
hyna ^dbeel stil» AUes te zamen genomen j hebben de
vooftbrengselen van het inoesland. niet meer dan eenen ze^r
middelmatigen oogst opgeleverd.
31. FIJNE ZADEN. Hoewel de afgeloopene zomer voor
de teelt en de inzameling dezer zaden , uiutekend gunstig
moet besebouwd worden, zijn dienaangaande, weinige
berigten ingekomen. Deze zaden worden niet algemeen
in bef groot geteeld , maar meer^odeels in bet klein en tot
eigen gebruik»
Digitized by
Google
124 F IJ NE ZADEN.
De Provinciale Conraiissie Tan Znid-Halland berigt
ens , dat in Rijnland , de fijne saden een goed beaebot heb-
ben opgeleverd ên door beC drooge weder goed sijn gewon-
nen* Op Goedereede en Over/laAAee ia bet Ajnihsaad
gtinatig nitgevallen ; men scbat de <^brengat op 550 è 600
NI. fg per Bonder ; de prQsen daarvan waren/l tot/1,80
per NI. 9. Het Saladezaafd gaf roim beschot en 60 tot
70 centg werd er voor bet S bedongen. Het apinastexaad
'bragt weinig op ; de prfjs daarvan was 5 tot 6 cents per
NI. ff. Het vogeltjes-zaad was middelmatig van op-
brengst, men schatte dit op 16 mndden van den Bander,
do prQs was / 7 tot / 8 de mudde. Volgens bet Departe-
mfent Ifel/i is het bloemkoolsaad in bet ITes f land Yetko€ht
tot / 8 è / 9 bet NL «.
Volgens dé berigten nit Noord -Hollan d is het moa-
tardzaad vee) minder ridaar verbouwd dan vroeger, doop»
brengst waa matig 12 è 18 mudden per Bonder: De fijne
2aden aan de Langedijken geteeld , hebben sedert eenige
Jaren minderen aftrek gehad, doordien de te Noordw^k
geteelde de voorkenr genieten , zoodat daardoor de teelt
binnen die Gemeente zeer vervallen is. Men heeft te
Zutdschartcoude en in de Zijpe^ kanarie, karwei, ko-
riander en Mostardzaad gebouwd , hetwelk', met uitzonde-
ring van de karrewei, weinig heeft opgeleverd; de prg«
ken daarvan waren gemiddeld , karrewei / 16 A/ 20. —
koriander /'3 &/4. — kanarie/ 7 4/ 8* de mndde, mos-
sterd / 8 è / 10. Het vetzaad te Egtnond im grootendeela
mislukt, als hebbende nret meer dan j- van den gewonen
oogst bedragen. Het zaad is door den te grooted voorraad
Van de vroegere Jaren moegelijk verkocht kunnen worden*
Aan den Helder zijn ruim dO Bunders kdnariezaad v^*
t)0uwd, welke gemiddeld 10 mud per Bunder opbragten
t^én eene prijti van/ 7 de mud.
' In Gelderland wordt met gunstig gevolg, nogal Bronfc-
horster wortelzaad geteeld, waarvan veel wordt uitgevoerd.
Digitized by
Google
BLOEMISTEJtUËN. US
32. BLOEMISTERIJEN. Slechte de volgende beHg-
ten sijn hierovei^ bQ ons iRgekonen. i
De Previnetale .Commissie van. Zeeland befigt, dat
er in die Provincie wrinig werk wordt gemaakt van.eigen-
l^ke Bloemisterj^n^ met betrekking tot bloembollen, doch
dat de vooritttgang in bet aankWeeken van - kasplaatea en
andere bloemsoorten , zoowel bQ particnlieren , als by aoo-
genaamde bloemisten , voomamelgk op fFaloAerem aigt*
baar is.
Het Departement ^sHagemelitj dat het bloemgewas in
Veur c. a.9 dit jaar niet gunstig geweest is; b^na overal
was hetzelve zeer ligt , en er heèrschte onder de planten
vooral de ringsiekte, welke voornamelijk veroorzaakt schijnt
te Bgn , door het menigvnldige regenwatur , waardoor de
planten gedarende den vorigen winter veel geleden hebbei»;
Toocal is dit het geval 'geweest » volgens dat berigt met
de Talpen , die daardoor bijna geheel, verrot zijn*
Hoewel het Departement SassenAeiin otm mededeelt » dat
de Hyacinthen en andere bolgewassen goed sijn geslaagd
en dat er onder dezelve geene ziekte, van aanbelang is <^
gemerkt , geeft de Provinciale Commissie van Landboaw
in Noord-Holland het volgende berigt.
De BloemisterjUen rondom Uaarlem, a^n if den gewonen
staat; de bloembollen hebben veel door ziekte tel|jdeng^
had en vele zijn gestorven , doch de aankweeking is zeer
gelidckig uitgevallen, zoodat het eene. het andrate schade-
loos stelt. De bollen ai}n zeer gezocht en hebben een
groot debiet gehad naar buiten. De bloeuistery ender Slo-
ten 8ehi)nt meer en meer achteruit te raken. Die. van IR^mr
UNO op het Rusien&urger /Muf «uder Nieuwer^dn^iel wordt
als zeer fraai gepreaen. Onder AcUèm^er is het gewas
zeer goed geweest , doch met weinig ^trek , daar er niets
doodgevnwen was in den vorigen nachten winter, aoodlit
nldaar de Btoemisten naauwelQks, en. sommige in bet ge*
heel niet^ de kosten hebben kunnen goe^ttistken.
Digitized by
Google
lae BLOEMISTERUEN. ~ BOOMKWEEKERIJEN.
Ten ftlotte laten wig hier het rapport van het D^arte^
ment Haarlem volgen , van dezen inbond :
De meeste soorten van bloembollen , xegt dat Departe-
ment, het Toorname prodnkt der bloemiater^en , jü)b wel
geslaagd , met uitconderiag van «ommige Tulpen , Tooral
vroege duc van Tol en eenige dubbele soorten , die mee-
rendeels mislukt, klein en slecht waren. De prQxen vin
Hyacinthen waren als gewoonlijk, die van het zoogenaamd
bijgoed trager dan vroegere jaren. De Crocusaen warea
beter en groóter en tot minderen prijs verkrijgbaar dan ia
1845. De Ranonkels zijn daarentegen, denkelijk door de
vroege warmte meerendeels mislukt.
Wat de cultuur van gewassen betreft , desdve bl^ft ia
vorigen kwijnenden toestand ; de bestaande verEamelkgeo
verminderen, veoral de soegenaamde warme kaaplaatai,
waarvan de collectiën, vroeger zoo talrijk ronden aaae
stad , bijna geheel verdwenen zijn.
De hoofdoultuur der Bloemisterijen blijven de bloembol-
len , en met name de Hyacinthen ; daar sommige gronden
welligt afgeteeld of te kostbaar werden , heeft men onlangs
in de nabijheid onzer stad , eenige stukken weiland inge-
stoken , en voor de kweeking van bloembollen ingerigt:
het is eene proere , waarvan men later den uitslag zal
vermelden.
33. BOOMKWEEKEBIJEN. Men kan over het alge-
meen de toestand dezer inrigtingen in ona vaderland ab
gunstig vermdden. Ondanks het aanhoudend drooge ca
zeer warme weder gedurende liet grootst gedeelte des
Jaars, hebben bigna alle Boomkweekerijen, wat groei ea
wasdom betreft, de voordeeligste aitkpmstan opgeleverd,
terwijl overigens behoudens eenige weinige «itsonderiagca
de aftrek van allerhande sooiten van plantsoen eerder beeft
toe- dan a^enomen. In beide opaigten had men in de pro-
vincie Noord-Braband den teeneaMnden welstand ea
Digitized by
Google
BOOMKWJBEKE RIJEN. 127
iiUbf«t4itig éet kweeketQ te Otahnbosoh te Termelden ,
terwijl soewel dese als tiadere daar bestaande genoegzaam
io de beboefteo van den omtrek kenden voorzien.
In de Pffovin<^ Zeeland breidden zich de Beomkwee-
keryen meer en meer uit; de naTraag naar. Zeeowsehe oI«-
mea of ypennam steeds toe^ en het eken- en esschenplam-
soen bleef voortdurend gevraagd , terw^l de teelt van
YruebtbooflMn en Heestergewassen jaarlijks vermeerderde.
In Zttid-Hollaad en met name in Delftsland^ bet
JFeelland en Rynbind waren alle gewassen uitnemend ge-
slaagd; de kweekerQ te Loosduinen bevend zich almede
ia voldoeode teestand, ofschoon in die streken het meeste
houtgewas van elders wordt ingevoerd.
Bijzonder gunstig zQn de berigten aangaande de bekende
en beroemde BoomkweekerQen te Boêkoop. De voorraad
▼an Appelen, Peeren, Persikken en Abrikozenboomen was
genoegzaam; aan Pruimen heerschte gebrek. Door gemis
van pitten had men dit jaar weinig of niet kunnen zaai-
jen, en was men daardoor eenigzins achterli)k geraakt.
fiijzottder was aldaar de vraag naar altoos groene hees-
ters geweest; soodat de prijzen daarvan aanmerkelijk ge-
stegen waren» zoo ook was de éftrek van Essohen groot,
en de voorbandkn voorraad werd tot goeden prijs gerede-
J(jk geplaatst. De vroeg ingevallen vorst bad eeiiige strem-
miagen in de verzending te weeg gebragt, die men echter
in het voorjaar hoopte te kannen herstellen ; den toestand
der Boskoopsche kweekerljen kan men dus over het ge»
heel genomen als gunstig en vooruitgaande aanmerken.
Minder bevredigend zijn de berigten uit de Provincie
Nodrd-Holland, wantofscfaoon de Kweekerljen ie IVactr»
den en Haarlem als niet ongutistig worden vermeld , ja
mUs de eerstgenoemde zich in een vooruiigaanden staat
bevindt, zoo is dit geenszins het geval met de inrigtingen
van dien aard te AaUmeer ea Beverw^A*
Wel geeft men van beide zijden goede berigten omtrent
Digitized by
Google
IfB B0OMKWEXKERUEN.--V1IUCHTVOOMEN.
dea groei en iea viteiet voordeeHgen etsat nm bfiui die
BootMoorten, naar eenetemmig was daartegen de Ui^
dat de a£Mt gering «a de oeneurrentie dagelijks grooter
werd. Oek bet departeaieat Idmmen deek geeae gnnetige
berigtea nede; het genaide wat «leekt opgekomeD en bet
«itgepknta soewel ak een aantal jonge Beemen door de
aanhoudende droogte meereadeds geetorren.
JGnnstiger nededeelingen gaf one^ de P^oriaeiale Com-
BÜsaie van Utrecht; de bMdoatginningen namen steeds
toe eo daar dh door aanplanting spoedig gevolgd werd,
werkte aulks eok op bet vertier der Boomkweekeiyea
mede, de heesierkeboawing van heidegronden seheen eok-
ter eenigzins te veiflaaowen*
Onder de meest geaochte boomsoorten waren Elzen en
Beiiken*poter8 , die aelfs zeer sekaars wenden ; van EikenstA
bad men daarentegen goeden voorraad , daar die minder ge^
vraagd wat , dan in 1845.
Ook in Gelderland roemde men algenmen den goe-
den staat der beomen ; de Kweekerlj van den Heer Wttb-
WAAL te Foarsij waaromtrent reeds in vro^^er Jaron gnn-
stige mededeeliog gegeven is, neemt bestendig toe, in
waarde en uitgehseidhmd. Als een bewijs daarvan ka»
strekken dat gemelde Heer in 18d6 , op nienw eene q>per-
vlakte van zeven bunders bg s({ne Kweekerij beeft gevoegd;
onder meer andere voortbrengsels dezer inrigtingroenui
byzonder oene zeer nitgebreide en r^ geaogteerde
meliog van Stamrozea.
34. YRUCHTBOOMEN. Ia Limburg en Noord-
B r a b a n d gel|}k elders , beloofde de maand April eea
uitfnuntenden oogst, alle hoornen zonder onderscheid, bloei-
den voortreffelijk en spoedig ; en bijna eensklaps vertoonde
zich zekef bederf de bloemen vielen ontijdig af en wat nog
aanwezig bleef was klein en misvormd.
De meeste steenvruchten deelden in dien tamp over wel-
Digitized by
Google
VRBCHTBOOMKN. 12&
kenr oorsaak nen seer niteenloq^iide gtsaingcB maakte.
Sommigen schreven het aan de weersgesteldheid des vori-
gen jaars toe, weike znlk een nadeeligen invloed op de
Aardappeloi had , anderen meenden in de scherpe nacht-
vorsten der maand Mei , en weder anderen in de vroegt|{-.
dige en aanhondende warmte , die de bloemen verschroeide
of beving , de oorsaak van dit onheil gevonden te hebben.
Welke ook de aanleiding moge geweest liJn» de uit-
komst was in allen deele ongunstig ; Appelen en Peren wa^
ren f zoowel de fijne als grove soorten , slecht , Kersen klein ^
gekrompen en smakeloos , Abrikozen geheel mislukt» terwijjl
de Perzikken, hoewel weinig in getal, goed ayn éitf^vallen*
Daarentegen roemt men als oitHrantend geslaagd, al-
le soorten van Druiven , zoowel vroege als lafie soorten;
de laatste rijpten volkomen en waren zeo smcd^elijk dat men
zich zeldzaam iets dergelQks herrinnerde« De Okkernoten
en Kastanjes waren insgelijks best geslaagd , ofsehoon bei-
de niet groot van stok zgn geweest.
Men beklaagde zich vooral in Limburg, met reden, dat
deze mislukking nog eene tweede schade ten gevolge had ,
dat naniel(jk het vervaardigen en afleveren van Siroop en
Appelazijn, hetgeen anders een aanzienlijk middel van uit*
voer en ook van verbruik opleverde, nu, door het gemiz
van Appelen en Peren , weinig o£ niets had beteekend.
Ook in Zeeland was de oogst gering , ofschoon men
daar, integenstelling met 1845, den bigzonder goeden smaak
en de saprijkheid der schaars gewonnen vruchten roemde»
Desgelijks was het in Zuid-Holland, waar Appelen
en Peren mislukten , maar daarentegen de Aalbessen uit-
mmitend vaaren uitgevallen en tot ongdioorde prijzen ver-
kocht.
In het WeUland haperde het almede aan vrachten; maai^
wat het voornaamste prodokt, de Druiven betreft, deze
waren uitmuntend geslaagd. . Als een bewigs van de be-
langrijkheid der kuituur daarvan i meldt het Departement
9
Digitized by
Google
130 VBDCHTBOOMEN.
Ddflj dal in 1846 aUec(n naar Londen^ voer eene waarde
Tan ruim f 70,000 is nitgevocrd ; voegt men daarbij het-
geen naar Uuli en onderscheiden JBinoenlandscbe plaatsen
is afgeleverd) en almede aansienlijk was, dan kan men
Bich eehig denkbeeld maken van den Toordeelgevenden
staat dier kaltaur in bet afgeloopen jaar ; de prijs der Drai-
ven bepaalde sioh van 60 oeats ^otfl per NI. pond.
- Het Departement 'f GravenAage ascJdt , dat de afkomst
der Bessen dit jaar minder dan gewoonlijk was ; echter ver-
goedde de kwaliteit dit gemis eenigermate, daar aij door
den warmen somer vroeg rapten en aeer smakelijk wa-
ven* Van dit gewas vnm f naar Buitenlands Fersonden, en
tot 6 , 7 en 8 cents verkocht geworden , terwijl na de in-
xameKng die prezen nog aanmerkelijk gestegen waren.
Abrikozen en Perzikk^i waren er weinig , Pruimen in
tamelijke hoeveelheid, doch boog in prijs afgeset.
De Drniven, dus berigt betselfde Departement « waren
zoo wel witte als blaauwe in groeten overvloed ; bij vnj
naauwkenrige opneming bleek het , dat de nitvoer naar En-
getand 211,000, en het Binnenland sche gebruik 165,000
halve NI. ponden bedroeg. Dezelve waren- buitengewoon
groot en smakelijk , men betaalde 2l^k30 cents per 5 oneen
voor de grootste n1a88a^B , welke prQs later tot 50 cents
per 5 oneen is gestegen.
Ofschoon Boskoop deelde in den algeraeenen ramp, zoo
roemt men aldaar de buitengewoon voordeelige opbrengst
der Aard bezien 9 gelijk mede van de Frambozen; van
beide vruchtsoorten werden alleen naar Roiterdtam 140,000,
en naar *s Gravenhage 90^000 potten afgeleverd.
Als een bijsonder bewijs van den giinstigen iAvloed den
weders , meldt men zoo uit Noord-Holland als van
elders^ dat enkele Perenboomen ja zelfb Druiven tot twee-
malen gebloeid en rijpe vruchten voortgebragt hebben.
Ook in de Betmster was , ondanks den voortreffelQken
bloei van het voorjaar, Veel verloren gegaan, de Appelen
Digitized by
Google
VRUCHTB OPGAANDE WOUDBOOMEiV. 131
en Peren waren wel schoon en groot van stuk maar mee-
reodeels inwendig aangestoken en spoedig aan bederf on-
derhevig; de prijs der vroege Peren liep van/ 4 tot/ 6.
Vroege Appelen / 2,50^4/ 5 , en de latere soorten van/ 4
tot / 6 het mod.
De berigten uit Utrecht^ Gelderland, Overijs-
sel, G r oningen en Urenthe stemmen bijna allen met
bet hie^ voormelde overeen ; meest alle vrucbtsoorten , met
nitsondering der Dmiven , waren schaars en zijn daardoor
gretig en tot ongehoorde prijzen verkocht.
De fikïtsom van alles is dus dat , even als in het vorigejaar ,
allerwege zonder uitzondering de oogst is nadeelig geweest.
35. OPGAANDE WOUDBOOMEN. In Limbarg zoo
wel alft in Noord-Braband heeft het hont algemeen
goed schot gemaakt; de prijs daarvan was vooral, wat
Eiken en Eschsen betreft, in eerstgenoemde Provincie ge-
stegen , daar men bij geprojecteerde spoorwegen en vaarten
daarvan veel tot beplanting gebruik maakt. In Noord-
Brabiind zijn voorfs in het Eikenhout geen rapsen waar-
genomen, en daar zich tegen het najaar geen poppen ver-
toonden, vleide men zich ook een volgend jaar daarvan
bevryd te zullen blijven. Ook de dennebosschen zijn dit-
maal geheel van de vroegere plaag bevrijd gebleven, men
schreef dit gedeeltelijk toe aan gevallen sneenw in de
Jmaand December, die echter aan den anderen kant veel
nadeel heeCt toegebragt en eene groote reeks van boomen,
vooral in de bosschen die tusschen 18 en 25 jaren oud
waren, heeft doen vallen.
Over het algemeen ging men met aanplanting van Woud-
boomen voort en bovenal bepaalde men zich bij voorkeur
tot het aanleggen van sparrenbosschen* Deze verkiezing
van den Ptnus sylvesifH$ scbreef men aan speculatie toe,
daar de belastingen op torf en steenkolen hoog zijnde ,
zulks het dennephoof als brandstof zoude doen voortrekken.
Digitized by
Google
132 OPGAANDE WOÜDBOOMEN.
In Zeeland hebben de ijpenboomen ; die aldaar ia groo-
ten getale geteeld worden, goede loten gemaakt; de aan-
planting dezer boomsoorten langi de di}ken en binnenpel-
ders hield daar als vroeger steeds aan.
Van wege het departement *s GravenAage meldt neo
den goeden prijs der beukenboomen tot plaat- of werkhout
geschikt, die bij eene diameter Tan 70 Ned dnimeD /36
of ƒ 40 opbragten; de mindere beuken werden meedtal vm
/25 tot/ 30 verkocht. Intnsschen achtte men de prijsea
niet hoog, daar ingevolge het met België gesloten trae-
taat, veel benkenhout van daar werd ingevoerd^ hetfeea
in deugdelijkheid het Nederlandsche meestendeels ovefftreft.
Zware eikenstamnien voor werkhout meestal van den om-
trek van 70 tot 90 Ned. duimen, bragten ƒ 60 of ƒ 60 per
stam op; de Wilgen golden van/ 10 tot/ 13, en evenaoe
de populieren; esschen en ijpenstammen, die, bQ genoeg-
zame zwaarte door wagenmakers gezocht worden, wam
hoog in prijs en stonden met benken gell]k.
Door het departement Leydeh wordt ook de gunstigea
toestand der opgaande Woudboomen geroemd; vooral bleef
aldaar het wilgenhout zeer hoog in prQs en meer en meer
gezocht, daar men onder de inlandsche houtsoorten de
wilgen bij eene goede standplaats voor de beste en meest
voordeelgevende kultnur hield.
Uit Noord-Holland meld men dat behalve den bg-
zonderen groei der meeste Woudboomen, onder anderen de
tamme kastanjes, veel hebben gedragen en de vruchtea
behoorlek gerapt zijn.
Ook uit Utrecht verneemt men met genoegen niet al-
leen den goeden toestand der Qpenboomen, maar ook te-
vens dat die Provincie dit jaar gelukkig is bevrijd geble-
ven van de verwoesting door de dennemps die in 1844 — 45
aldaar zoo veel schade had aangerigt.
Hetzelfde berigt wordt ook door de Provinciale Cooi-
missie van Gelderland medegedeeld, ofschoon daarb^
Digitized by
Google
OPGAANDE WOUDBOOMEN. 133
gemeld wordt dat vele boftsehen boewei bevrijd van de denne-
rops, weder door andere insekten waren bezocht geworden.
Men vermoedde sdfs dat eerstgenoemden nog niet geheel uit-
geroeid, maar altoos, hoewel in kleiner hoeveelheid, aanwezig
waren, en dat men dit geringer getal zoowel aan de meer-
dere opmerkzaamheid ter uitroeijing als aan de gunstige
weersgesteldheid te danken had.
Dit laatste gevoelen wordt ook volkomen bevestigd door
bet Lid, den Heer Robidé van der Aa te Arnhem^ die
Toorts daarbij voegt dat steeds het zware bont geldig in
prijs was. De reden daarvan zal wel hierin gelegen zijn,
gelijk de Heer Correspondent Gempt bij Batingen meldt,
dat onder anderen de zware eikenboomen hoe langer hoe
seldzamer voorkomen. Van daar dat men vooral in de
hooge streken van Wijchen sints geruime» tijd bezig is
net heidegronden aan te leggen en beteelbaar te maken;
hoofdzakelijk schijnt men die met dennen , en op sommige
plaatsen met CSanadasche populieren te willen beplanten.
Het Lid Correspondent Staring te lochem meldt des-
wegens het navolgende: de prezen van eiken- of timmer»
liout waren voldoende, in weerwil van de groote hoeveel"
heid, die per as uit het Munstersche op d^ houtmarkt te
Zulphen werd aangevoerd. Door die groote navraag ver-
mindert bet zware en oude hout aanhoudend , maar daarente-
gen legt men zich met ijver toe op de aankweekerij van
nieuw opgaand hout.
Vooral vermeerderen de dennebossehen , die men als het
meeste geschikt acht om op ontginde gronden met goed gevolg
aan te kweeken. De dennen toch zijn , zoowel des winters
als des zomers , de beste windschermen , en de wind is wel
de grootste vijand, dien men bij ontginningen te bestrijden
heeft. Dezelfde Heer Correspondent vermeldt, gelQk hier-
boven ook met een woord gezegd is , dat de dennernps
zich op een paar plaatsen , evenwel in gering aantal , heeft
vertoond én overigens geheel schijnt verdreven te zQn. Het-
Digitized by
Google
134 OPQ. WOÜDB. — AKKERMAALSH. en BUN.
lelfde Lid yefwytt overigens op twee Terbaodelingen Tan
den Heer Dr. A. Brants, betreffende de dennenrops, te
vinden op bUdz. 77 eu 157 van de nededeelingen der
'Geldersche Maatgchappij van Landboow, waarin niet al-
leen de geacbiedenis van dit insect, maar ook de verwoes-
tingen, die bet vooral in Gelderland beeft aangerigt,
omstandig uiteen gezet zijn.
Voldoende zQn ook de mededeelingen der Provinciale
Commissie vjan Drentbe, de opgaande Wou4boomen wa-
ren aldaar zeer gesocbt, en leverden door de booge ver-
koopwaarde eeD niet onaansienl^jken hakidel op.
36. AKKERMAALSHOUT en RUN. InNoord-Bra-
band was men algemeen zeer te vreden zoowel wat bet
gewas, ais wat de opbrengst betrof . Het Akkermaalsboot,
een artikel van belang , was in de landen van Breda , tot
zeer voordeelige prijzen verkocht; de begschors gold/ 5
è ƒ 6 de lOQ NI. ponden , betgeen men een aanzienlijken
prijs aebtte. De boomsebors, die in bet vorige jaar ƒ 30
è/ 33 bet boed van 800 NI. ponden opbragt, scbeen min-
der gewild ; in den aanvang kon men daarvoor , niet meer
dan ƒ 24 è ƒ 25 bedingen; later liep de prijs , tot op
/ 22 terug.
In Noord-Holland maakt men doorgaans weinig
werk van bet scbellen der Eiken , dewyl aldaar het Spal-
hout beter rekening schijnt te maken ; bet lot van bet ge-
bakt hout was lang en wel gewassen , ja men voegt er bg
dat bet st. Janslot, tegen bet eind van Augustus , ten
tweede maal vrij welig was uitgeschoten.
Ook in de Provincie Utrecht had bet Akkermaalshout
een buitengewoon voordeeligen wasdom gehad ; men had
er gemeten , welke uit den Eikenstam , nadat die in bet
laatst van Mei was gekapt , in September eene lengte van
zeven voeten eo daarboven verkregen; bijna nimmer bad
men zulken sterken groei van het Akkermaalshout gezien.
Digitized by
Google
AKKERMAALSHOUT en BUN. 135
lo 4eo aanvaog i^ jaars waren de ff^ztn hoog , lateir
daalden die eenigermate , het wit gemaakte Eikenhout bragt
ƒ Z k/ é per vim ep.
De RuQ was aldanr goed droog geworden , maar de han-
del daarin scheen sedert het vorige jaar te kw^oea; de
prys per 830 NI. ponden bedroeg ƒ 28 / 30.
In Gelderland en bepaaldelijk in de omstreken van
Arnhem j tierde het Akkermaalshout welig , doch op som^^
jnige plaatsen vertoonde aich eensklaps op de bladen ^ eene
soort van ijservlekken , die weldra den groei schenen te
belemmereiu De Ran leverde veel op , maar deer de hoo*
ge regten op den uitToer , was de Terzendiag minder, en
de prijzen aansiealijk gedaald.
Hiermede stemt ook het lid Correspondent den Heer
Stariko te Loohem overeen. Het Akkermaakhoot zegt de-
se Heer was minder gezocht en de schors- of iMOmeik, an-*
ders voer deEngelfiche taanderijen gretig opgekocht, bleef
nu tot lage prijzen aangeboden. Yelen, dns vervolgt de
Correspondent, maken zich ongerust over die vermindering,
en schrijven de oorzaak ^mrvan aan het Randeh^artef
toe; — wig die door onze gunstige ligging het gemakke*
l^kst en goedkoopst de Schors aan de Engelschén kon-
den leveren, hebben' deze ten gevolge yen bet tarief steeds
danrder prijzen doen betalen , dan zonder hetzelve noodig
zonde geweest zijn. — Daardoor schijnen Wij de Engelsehe
geleerd te hebben , deels om zich meer op bet berei-
den van schors toe te leggen , deels om zich van elders^
eek of surrogaten daarvoor aan te schaffen. Door het ta-
rief, hebben wij alzoo een ujdlang wel hooger prijzen ge-
maakt, maar moeten dit thans doer een afnemend debiet
dubbel boeten.
Door het Lid Correspondent de Heer WtteWaal té
F'oorêi wordt ons medegedeeld, dat bet Eikenhout dit jaar
een bgzonder zwaar schot had gemaakt , hetgeen doorgaans
bij warme zomers het geval is. De bossehen, vervolgt
Digitized by
Google
136 AKK. EN BUN. — WEEBD. ELZ. en ESCSS. HAKH.
dat Lid^ z^q rrij daar ▼«rkoofat, ofsehoon niet soo lM>og
alt in 1845 » m^ achtte den prijs nog te aanzleolifk in
verhoading met de prijsvermindering van de Ban, die siecbts
/ 2,50 k f 2,70 liet mad van 64 NI. ponden gold , en waar-
van een gedeelte ait gebrek aan ko<^ers , onverkocht is ge-
bleven.
In Overijssel was almede het Akkermaalsheat goed
geslaagd, en de scheaten na den hak ai^;eloopen sondec
voorbeeld. De prijsen waren echter niet hoog geweest^
evenmin als van de Ban, die slechts/ 2,50 k/ 3 bedroeg
en waarvan de hoofdoorzaak als hierboven, aan den weinigen
■itvoer naar bnitenlahds werd toegeschreven. Het Bevem-
ter hek- of duizendhout bragt f 7 k/8 het voer op ; het dat
penbout gold f 4tkf 4,50 het duizend.
Ook in Drenthe hadden de bosschen een goed gewas
opgeleverd en het brandhout was tot goeden pr^ verkodrt
geworden ; wat de Bun betreft , zoo had die aldaar , even
als elders, eene nadeelige.rek,ening gemaakt.
37. WEEBDEN ELZEN en ESCHSEN HAKHOUT.
In geheel Nóord-Braband schijnt dit wel geslaagd te
!É|}n; de beplantingen langs bet Biesbosch, en in de lan-
den van AUemi hadden door den zachten winter niets door
het i^s geleden en tierden dqs welig op. De prezen wa-
ren iets minder dan het vorige jaar en iiet vierjarig grond*
gewas was van/ 160/ 180 tot ƒ200 per bunder verkocht
geworden.
Het HoUanda dekry s gold /2 de 104 bossen; de boepek wa-
ren nogal gevraagd, bijzonder de zoogenaamde tien voetstienen,
die men by de hooipersen te Waspik en Raanudonk gebmikL
Het Elzen en Elscbsenhakbout , was in die Provincie goed
geslaagd ; het laatste scheen minder te worden gevraagd ,
omdat dat hout meer dan ander onderhevig was aan roe*
verijen ; daar het onmiddellijk droog zgnde , spoedig tet
brandstof dient.
Digitized by
Google
. WEERDEN, ELZEN EN ESCHSEN HAKHOUT. 137
Het Eiken en Berkenhakhoat was , door het ganatig sai-
soen, ahnedle wel gewassen ; de takkehoM^n waren in bet
najaar laag in pfl)s , de oorsaak daarvan lag hierin dat de
gemeene man, die bij voorkeur dese brandstof koopt,
meestal buiten staat was die te betalen ; hetgeen op de
▼erkoopiogen eenen nadeeligen invloed uitoefende.
In den omtrek van '« GravenAage en in een groot gedeel-
te van Zuid -Hol land is het Etcbsen hakhout tegen 80
k 90 cents de Bijnlandsehe Roede verkocht ; het jeugdi-
ger gelijk mede het Elzen en Eikenhakhout, ging van 69
tot 80 cents ; het Weerdenhakhont van 80 tot 40 cenu.
In de Provincie Noord-Holland klaagt men over
bet verschroeijen van veel ingeboet hout; de pr^sen op de
veiling waren aansienl^k, ofschoon men door het meer
algemeen gebruik van lange turf, eene vermindering in de
waarde der takkebossen opmerkte.
Yan wege het Departement Limmen wordt berigt , dat
men weinig ongedierte in het .Hout heeft waargenomen ,
de pr))s van het brandhout was daar hoog, ofschoon de
tiendbossehen voor mandemakiog gebruikt , minder hebben
opgeleverd, dan gewoonlijk. De oorsaak daarvan wijt
men aan de groote hoeveelheid slakken, die lich in de
koppen der jonge loten hadden gevestigd , en dezelve ge*
heel hadden zamengetrokken; de daarop gevolgde droogte
beeft de ontwikkeling belennnerd , zoodat de stam te kort
en te droog van bast is gebleven*
In de Provincie Utrecht heeft men, tegen den nazomer
vooral in het jeugdig Griendhout , veel schade gehad door
muizen* Het Weerdenhout werd duur verkocht, voor-
namelQk tot herstelling van dijken en het maken van we-
gen gebruikt; ofichoon de oude voorraad van hoepels
niet was opgeruimd , heeft dit echter geene prQsverminde-
ring van het Weerdenhout ten gevolge had, het overige
Hakhout was tot lager prijzen dan het vorige jaar verkocht.
De prQs van het Weerdenhout langs de rivieren., en
Digitized by
Google
138 WEEKD. ELZ. en ESCH8. HAKH. — RIET bh BIEZ.
het Elzenhakhout op de Binnenlanden , i« volgens den Heer
Correspondent Gicmt te Batenburg , in zijn district minder
hoog geweest dan vroeger ^ voor bet vim van 156 lange
bossen Uijsweerden besteedde men van / 24 tot ƒ 28.
De twyg en Reis weerden in de Provincie Overyssei
slaagden- zeer goed ; de (barvoor gemaakte prijzen warea
echter niet aanzienlijk en bedroegen van/ 60 tot/ 80 de vin.
381 RIET EN BIEZEN. In Noord-Braband is deze
kuitaar, door bet aanhoudend«schoon en droog weder, uit-
muntend geslaagd; het Dek- en Matriet, dat in het voer-
jaar gesneden wordt, was almede welgelnkt; de pri}« daa^
van kwam op/ 6 & /8 de 100 bossen.
Het Bladriet dat in den herfst groen gesneden werd,
was in grooten overvloed en tamelijk goed, en, in verge*
Ijjking met vroeger jaren, niet duur.
Het nog te veld staand snijbaar Riet is in December
1846 zeer geteisterd, eerst door de zware sneeuw en later
door het Ijs ; men vreest daarom dat dit Riet voor de helft
verloren zal z^n, zoodat hetgeen behouden gebleven is, voor
zeker in prijs aanmerkelijk stijgen zal.
Het gewas der Biezen was goed en vroeg bekwaam on
te snijden en alzoo droog binnen te komen, het mist even-
wel de gewone zachtheid die er de waarde van uitmaakt;
de prgs is geweest van /Il tot/ 14 de 100 bossen ea
men vreesde dat het in scharen geborgen Riet , dat aea
niet heeft kunnen verschepen, veel door het ongedierte, voor-
namelijk de muizen, zal geleden hebben.
Ook in de omstreken van '^ Herlogenbosch zijn deze ^
wassen best geslaagd; het Riet gold doorgaans / 1 ,40 è
/ 1,50 de 100 bossen; de Biezen 75 k 80 Cents de 100
bossen.
Ook in Zuid-Holland hebben beide, Rieten Biezen,
ofschoon in den aanvang naar wensch staande, veel door
de sneeuw geleden, waardoor vooral het Riet gekromd en
Digitized by
Google
RIET EN BIEZ. — WOEST. QR. en VEENGRAV. 13?
gebroken is; de prigs van het Riet was / 2,20 è/2,50
de 100 schoven van 47 Ned. duimen omtrek.
InNoord-HoIlandy mei uiuonderïng van den Uiihoarn
en het Noordelijk gedeelte der Provincie, was het Riet
buitengewoon lang en zwaar; de pr4)8 daarvan was te
Aalsmeer f l\0 de 100 grootbossen; te Leymuiden f \ ^2i
per voer of 61 schoten; onder Spa4irmüoude f b de 100
bossen.
De Provinciale Commissie van Gelderland uit, bij het
vermelden van de menigte Riet en Biezen, die overal langs
wegen en weiden aanwezig zijn en onnut daarheen groeit,
den wensch dat men hierop in de toekomst alle aan*
dacht moge geven, en het voorbeeld van Overijssel vol-
gen, waar voornamelijk de Biezen eene go^dm^n ma*
gen heeten.
De berigten uit de Provincie Overijssel luiden over
beide gewassen gunstig; de prjjs van het Riet was eveq
wel niet aanztenlyk en bedroeg van/2 tot /3 de vim;
omtrent den prijs der Biezen kunnen wy niets mededeer
len, het gewas is goed geweest, en de oogst is naar wenacb
nitgevallen»
39. WOESTE GRONDEN en VEENGRAVERIJEN.
Uit de onderscheidene tot ons gekomen berigten blijkt we-
der dit jaar, dat men met de ontginning van Woe«te
Gronden krachtig is voortgegaan, en dat er bovendien niet
onbeduidende land-aanwinniAgen door inpoldering ea droog-
making hebben plaats gehad; ook over de Veengraver{)ea
zullen wij hier mededeelen, hetgeen dienaangaande bij ons is
bekend geworden.
De Commissie van Landbouw in Limburg betigt, dal
in dat gewest geene vermeld ings waardige ontginningen heb-
ben plaats gehad; slechts weinige hadden plaats tot zaaijing
van Dennen boomen in het district Roermonde*
InNoord-Braband daarentegen gijn in een «aantal
Digitized by
Google
14Ó WOESTE GRONDEN en VEENGRAYERIJEN.
gemeenten, na Toorafbekomene aatomatie, woesdiggende
gronden verkocht geworden, opder verpligting, om dezelve
binnen vier jaren ter knhuur te brengen. Over het alge-
meen heeft, naar luid van het berigt der Provinciale Com-
miasie van dat gewest , de koopsom de voorafgegane taxa-
tie overtroffen. De heidegronden in het arrondisaement
Breda ^ door het domein verkocht, worden meest alle met
goed gevolg ontgonnen.
De Commissie van Landi>oaw in Noord<-Holland
meldt ons, dat de knltunr in het Gotnland zich bepaalt
bij de voortzetting van wat begonnen was, daar er, ten
gevolge der weigering van de gemeentebesturen, om Woeste
Gronden voor ontginning af te staan , geene nieuwe on-
dernomen worden. Op liet eiland Texel is dit jaar wei-
nig duingrond ontgonnen of beplant. De nieuwe ind^king
beoosten het Eijerland draagt den naam van Eendragu-
polder en is, zonder tegenspoed, droog gemaakt van Met
tot in October; deze polder is 240 bonders groot, daar-
van zijn 40 bunders tweemaal met koolzaad bezaaid , maar
zonder vrucht, terwijl men later met 10 bunders, eene
proef men wintergarst genomen heeft. De kultunr van bet
• Eijerland gaat bij afwisseling geregeld voort; in 1846
heeft men er 1368 bunders bebouwd en 5!200 beweid; er
bevinden zich daar thans ongeveer 650 zielen en 130 wo«
ningen. Op Wteringen heeft men 417 bunders beste klet-
grond gewonnen, met het aanleggen van eenen zeedQk,
doch men heeft aldaar nog nie\ gebouwd. Op het Bniten-
veld of zoogenaamde Koegras, onder Kalandsoog^ gaat de
kuituur vooruit, door verbeterde waterafleiding; men heeft
dit jaar 90 bunders bebouwd. Onder de bannen van den
Helder heeft men 210 bunders daarvim gebrand, en blijft
de kuituur op dezelfde hoogte. Onder Pellen is men be-
gonnen 20 bunders van het zoogenaamde korfwater te plee-
gen, waarvan de uitkomst zal moeten worden afgewacht.
Op ürk heeft men 8 bunders moeras tot vruchtbaar land
Digitized by
Google
WOESTE GRONDEN bnVÊEiVGRAVERIJEN. 141
gemaakt; op Vlieland 4790 roeden dningrond om het dorp
met zandaardappelen bepoot; ook de dainFalletjeD aan de
Westkant der ProTincie, worden meer en meer met aard-
appelen en hont beteeld. Volgens het berigt Tan onira
Correspondent, de Heer Mr. W, Bok te Texel^ worden op
dat eiland, voor sooverre er nog zoogenaamde Woeste
Gronden, meer bekend onder den naam van miendgronden f
gevonden worden, dese, van tf|d tot tijd, tot min of meer
vrochtbaar land gebragt.
Het bg ons ingekomen berigt van het departement Delfi
Inidt aldns:
Uit het westelijke gedeelte vernemen wlf , dat de dit
jaar ondemomene droogmakerij van de uitgeveende Woad-
sche Polder, door middel van eenen windvijsel-watermolen,
zoo verre gevorderd is, dat bl| gnnstige omstandigheden^
de landen in het voorjaar reeds sullen kannen worden be-
xaaid. Uit het oostelijke gedeelte wordt het navolgende
gemeld :
De Npotdorpsche droogmaker^en verdienen tot hedeo
nog maar al te seer, onder de rubriek van woeste gron-
den gerangschikt te worden. Z(| zi{n dit jaar grootendeels
met rogge en haver beteeld geworden, welke gewassen
geene seer bevredigende nitkomsten hebben opgeleverd. Né
den oogst zi)n de landen, uit hoofde van oneenigfaeid, on^^
bebouwd blf)ven liggen, iets hetwelk te meer te befam-
meren is, daar men bij het scbooae herfstweder, die lan-
den voor een volgend gewas uitmuntend had kunnen voor-
bereiden.
De Provinciale Commissie van Utrecht dedt ons me-
de, dat de ontginning der Woeste Gronden in dat gewest
geregeld voortgaat, en meest tot pootkultuur wordt be-
stemd, vooral van sparrebosscben , hetwelk de uitgebreid*'
faeid dier ongeknltiveerde gronden in vele districten , aan-
merkelijk doet verminderen.
Volgens hét rapport der Commissie van Landbouw fn de
Digitized by
Google
142 WOESTE GRONDEiVraVEENGRAVERIJEN.
Provineie Gelderland iiijn, ten gevolge van den over-
gang der Dominiale heide aan de gemeenten, daarvan door
verkoop vele gedeelten aan particuliere eigenaren overge-
gaan. Onder Oldenbroek^ Doomspijk^ Ermelo^ PuUem
on Epe s^n ook vele heidegronden verdeeld, verkocht ea
ontgonnen, waardoor de knltuor aanhoudend toeneemt. Het
ware wenbchelQk, vervolgt deae G)nimi88ie» dat er alge-
meen tot de verdeeling der nog weinige aanwezige mar-
ken werd overgegaan.
Als eene byzonderheid kan men vermelden , dat , ten ge-
volge van den lagen waterstand, jonge denneboaschca,
vóór 10 è 15 jaren uilgecaaid, zijn omgekapt, tot krib-
hout verkocht en thans tot bouwland worden aangelegd.
De mededeeling van den Heer Dr, Starikq , sullen wg
in zijn geheel hier opnemen.
Met genoegzaam alle woeste markengronden in het Arron-
dissement Zulphèn^ berigt d#ze Correspondent « is thans
een aanvang gemaakt , om tot verdeeling onder de regtheb-
benden te geraken , in zooverre zij namelijk niet reeds ver-
deeld en aan de ontginning overgegeven zijn, hetwelk wd
met 4 gedeelte der vroeger bestaan hebbende, bet geval
zal zijn. Van eenige weinigen , omstreeks Aalien^ wordt
de filiale töewijzmg nog terug gehouden , doordien de ont-
worpen verbeteringen in de waterleidingen niet schijnea
te strooken met hot groote plan van verbetering der afwa-
teringen in dit Arrondissement. Tot ons leedwezen, moe-
ien wij nogmaab berigten , dat er nog steeds eene zeer
uitgebreide Heidevlakte , onverdeeld en onbebouwd in de
BaUjheid vart Zulphen , te midden van verdeelde ea groo-
tendeels in.ontgtnning begrepen gronden , bl(jft liggen. Wj
bedoelen de zoogenoemde Lochemer-Heide , onder het beheer
van het stadje van dien naam , staande. Te droeviger is
op dit oogenbtik, het gezigt dier woeste vlakte, wanneer
men bedenkt , dat door hare verdeeling , aan een groot aaa*
tal daghnurdeA werk in overvloed zou worden verleend ,
Digitized by
Google
WOESTE GRONDEN kn VEENGBAVERIJEX. 1 43
want hier, eTeniliin als elders, lou het aanrangen der ont-
giiming niet achterblijven.
Ook in de Provincie Over^sael wordt door de jaar-
lijks toenemende verdeeling van markengronden , de ontgin-*
ning der woeste gronden , bednidend bevorderd. Eene me-
nigte Bunders , die vroeger tot de gemeene heidevelden en
broekgronden behoorden , worden telken jare in graan en
graslanden herschapen en overal neemt op die gronden de
boutteelt toe. Ook aan de Dedemsvaart maakt de ontgin-
ning der afgeveende hooge veenen jaarli}ks groote vorderin-*
gen. De Provinciale Commissie van Landbouw berigt ons
dat de Yeenderyen goed zijn gelukt , en dat vele veenen ,
dit j^ar , tot boekweitvelden gebrand zijn geworden.
De Provinciale Commiteie van Landbouw in Gronin-
gen geeft het volgende berigt.
• De verdeeling der markengronden van SmeerUng en Wed'
de in het IFesterwoldsche , is door Z. M.. den Koning
goedgekeurd. Verreweg de meeste markengronden in het
Westerwoldsche zijn thans alzoo verdeeld , zoodat elke
eigenaar vrijelijk over zijnen grond aldaar kon beschikken en
ieder stok lands overeenkomstig zijnen aard , op de meest
Toordeelige wijze kan gebruiken.
Ook onder Glimmen^ onder de Gemeente. Jïaren, is een
klein gedeelte heide verdeeld en in bij zonderen eigendom over-
gegaan , hetwelk op de beteeling dier woeste gronden , bui-
ten twijfel, eene gunstige uitwerking hebben zal, en welk
voorbeeld wij hopen , dat meer en meer algemeen gevolgd
zal worden.
De Heer van der Tuuk, onze Correspondent te £e//ütg'-
wolde , berigt ons , dat ofschoon de ontginning van woeste
gronden nog altijd door onvoldoend middelen van vervoer
in het H^esterwoldsche tegengehouden wordt, omdat er geen
afvoer van turf naar » of aanvoer van nestpeciën van el«
ders, kan plaats hebben , zoo gaat de ontginning toch lang-
zason vooruit. Alleen in de Gemeente Ootiwedd^^ waar
Digitized by
Google
144 WOESTE GRONDEN EN YEENGRAVERUEN.
men aan het stadskanaal is gelegen , wordt de ontgumiag,
even als in de daaraan grensende veenkoloniën m^ kracht
ondernomen. Aan de Terdeeling der markengionden blQft
men bestendig werlnaaoi, terwijl men eene doelmatige
kanalisatie , als eene saak Tan veel gewigt voor de alge-
meene welvaart blQft beschonweo , sijnde het middel waar-
door belangrijke dorpen ontstaan, en eene menigte men-
seben, hnnne middelen tot bestaan vinden kannen.
De Provinciale Commissie van Landbouw in Ifrenike,
vermeent reden te hebben f om cieh te bedroeven , dat van
het middel van ontginning der woeste gronden , die in dat
gewest nog aanwesig ^n , geen doelmatiger gebmik wordt
gemaakt ; dat het aan aanmoedigingen daartoe ontbreekt ; dat
lelfii wettelijke bepalingen , die de ontginningen in den w^
staan , nog bij voortduring van kracht blf)ven ; ea dat de-
se bron , waaruit sooveel welvaart en voonpoed ton kan-
nen vloeijen, gestopt blijft.
Over de Yeengraverijen laten w^ liet verslag van onsen
Correspondent de Heer Stemfoort te SmiUe in zijn ge-
heel hier volgen.
De hooge VeengraverQ en bare gevolgen is een onser
voornaamste takken , ja wdligt de rijkste en nuttigste tak
van nijverheid ; sij schept welvaart en volksbestaan , dikt
waar woeste moerassen zonder eenig nat aanwezig waren,
en laat ziob gevoegelyk in drie belangrijke takken onder-
scheiden, als:
1. De ontginning der Yeenen zelve, ter bestrijding
van de behoefte aan brandstof in ons noordel^lk klimaat
2. De ontginning der afgegravene ondergronden tot
bouwland; en
3. De daarstelling van kolonisatie.
De eerste dezer bronnen van volksbestaan levert aan dui-
zenden nijvere menschen , handenarbmd en onderbond ,
waartoe zelfs jaarlijks vreemdelingen bij duizendtallen naar
herwaarts overkomen , * en met aanzieiüijke sommen f
Digitized by
Google
WOESTE GRONDEN en VEENGRAVERIJEN. 145
Ba geëiodigdea arbeid , weder naar han land vertrek**
ken.
Bij eene beschouwing van ten minstens 80 daizend bnn-
deren ruwe veenen en reeds ontbloote ondergronden, alles
nog in onvrnehtl>aren toestand , die zich in onze noorde-
lijke gewesten bevinden, mogen wij toch wel aannemen,
dat er rairate en gelegenheid genoeg voorhanden is , om
onze NederlandSche nijvere werklieden , een bestaanmiddel
aan te wijzen en hierdoor de noodlottige manie tot volks-
verhnizing naar een vreemd werelddeel te tempereoé Het
is waar, eene voorafgaande kanalisatie in Drenthe en
ket aangrenzende Overijssel moet luertoe ten grondslag
strekken* De ontwerpen tot dezen grondslag zijn voorge-
steld , en reeds is door de Hooge Redering , tot derzel*
ver uitvoering, concessie verleend: eene zaak, die niet
langer op het papier behoorde te blijven , maar met den
meesten spoed in praktijk komen moest«
Ten tweede. De kultnur der afgegravene dal - of on-
dergronden , levert de geschikte gelegenheid op , om
niets opbrengende gronden tot rentegevend bouwland te
brengen. Het kapitaal daarin besteed , wordt den onder-
nemer na verloop van 3 & 4 jaren wederom terug gegeven ,
en by heeft eene altijd durende rente daargesteld, -^mid-
delerwyl een vrochtopbrengende grond is verworven , waar-
op menschen, hetzij te huur of in pacht, een bestaanmiddel
zullen vinden. Men besehouwe slechts de landbouwende
veenkoloniën in onze noordelyke gewesten , met derzelver
talrijke , welvarende en zich zelven helpende inwoners ; ko-
loniën, waarvan de oudste naauwelgks twee eeuwen heeft
beleefd.
, Ten derde. Kolonisatie. De daaruit voortspruitende
aanwinst van mouwen bouwgrond , uitbreiding van bevol-
king en bestaanmiddelen , verdient bij de steeds toenemen-
de bevolking in ons vaderland , alle opmerking. Het nut
daarvan toont Drenthe ^ hetwelk, hy eene gebrekkige ka-
10
Digitized by
Google
146 WOESTE GRONDEN en VEENGRAYERIJEN.
naUsatie en kolonisatie in 4e laatste 60 jaren, nogthans
verdubbeld is.
De onberekenbare voordeelen , die koloniratiên in woes-
te oorden hebben kunnen voortbrengen , knnnen door vde
in ons vaderland voorbanden voorbeelden worden aange*
toond , waarvan hier slechts op te noemen in de Provincie
Groningen: het Hooge %andy Sappemeer^ Veendam, fFti^
dervank^i de beide PekekCsy de Kijl^ Bange en Trips-
Compagnie , Stads-Kan€uil ens. , in Drenthe: Hoogeveen ,
Smilde, Annemeenscke-Compagnie^ Gasfelter Ntfveen^
en».: en in Overflssel: de UasfeUer of Dedemsvaart ;
slechts twee eeuwen waren noodig , om dit alles uit het
niet te voorilh|{n te brengen. Eene bevolking van meer
dan 60,000 zielea leeft nn Akkv , van de hooge veengra-
verf) en hare gevolgen ; voegt men hierbij de duisende sche-
pen, die jaarlijks met het veenproduct bevracht» ooie
binnenwateren bevaren , dan gewis mag de ontginning der
hooge veenen , wd een zeer voorname t€dc van N^verheid
worden geno^nd.
Ten slotte hebben wQ het niet ondienstig geacht, denavd-
gende statistieke opgaven te laten volgen: Tijdens de invoe-
ring der acc^ns-wetop de Turf in 1834, beliep de produc-
tie der hooge veenen in ons vaderland, p. m. 11 millioenen
tonnen (dubbele mudden) lange steekturf. De uitbreiding
der graverljen nam sedert toe en is reeds in deien t^d (1846)
tot p« m. 20 millioenen gelQke tonnen geklommen. Wan-
neer men nu op het oog houdt de millioenen ponden steen-
kolen en andere brandstoffen van vreemden bodem bQ ons
ingevoerd , die den voortgang en bloei onzer veenen steeds
blijft belemmeren , dan ziet men gewis dadelijk in , dat er
nog voldoende ruimte openblijft, om den handel door meer-
dere productie onzer inlandsche brandstof te bevorderen.
Het jongstverloopen veensaizoen was voor den vervee-
ner over het algemeen gunstig; geene ver]i»en had men
te betreuren , alles werd droog en in de hoopen bijeen
Digitized by
Google
W. GR. EN VEENGRAV. — N. PROD. en PROEFN. 147
verzameld; de pr^xen beliepen ter plaatse der prodaetie,>
Toor den ordinairen twarten'fabriektarf endenhaardbrand,
gemiddeld 28 gnldent per dagwerk (250 tonnen) en de
afvoer was meer dan in de laatst verloopen jaren. Al-
leen langs de Drentscke hoofdvaart, dat is, van Assen
naar Meppet, werden circa 11000 dagwerken of 2,700,000
tonnen Tarf afgevoerd.
40. NIEUWE PRODUCTEN en PROEFNEMINGEN.
Hoewel wij ons , naar aanleiding van onderscheidene ver-
slagen , omtrent proefnemingen in het vorige Jaar gedaan ,
hadden mogen vleijen, dat de inzenders ons, ook dit Jaar
inet de uitkomst daarvan zonden hebben bekend gemaakt;
«oeten wij tot ons leedwezen te kennen geven, dat on-
derscheidene in gebreke zijn gebleven, aan hiinne gedane
t>elofte te voldoen , zoodat er over het geheel genomen ,
m^einig verslagen van belang , omtrent nieuwe prodncten en
proefnemingen bij ons zijn ingekomen. Wij zullen het
meerendeel der berigten , in hun geheel overnemen , ten
^nde ook door dit algemeen verslag , de juiste uitkomst
der proefhemingen y heter zal kunnen worden nagegaan ^
€n van meerdere bekendheid worden. De meeste versla*»
gen en berigten handelen over de van Grouvernementswege
rondgedeelde zaden van maïs , aardappelen en tabak ; en
zijn niet van belangrijkheid ontbloot, en nogal onder-
Acheiden.
De Provinciale Commissie van Limburg berigt, dat
de maïs of Turksche weit, aan die Commissie toegezonden
door derzelver leden en door eenige andere landbouwers
met zorg geplant is geworden. In zeer vetten grond heeft
deze , welige stammen en volmaakte aren voortgebragt; op
gewone akkers gepoot , gaf zij geringe , Ja kwijnende plan-
ten en zeer ontoordeeligen opbrengst. Hieruit blijkt, zoo
luidt dat berigt, dat dit graan zeer veel mest noodig heeft
en toch geen stroo oplevert dan om te verbranden, het-
Digitized by
Google
148 NIEUWE PRODUCTEN en PBOEFNEMINGEN.
welk niet seet tot dese teelt aanmoedigt. .OverigeDS ii bet
brood, Tan de maïs Terraardigd, soo cwaar en OBTefteer-
baais dat niemand het wil gebruiken; ^met rogge ea tarwe
in kleine «venredigbeid gemengd , kan bet met smaak ge-
geten worden ; docb daar, waar de belasting op het .ge»
maal bij collecte betaald wordt , aal men nooit óm mali
tot meel doen malen, omdat deselve met de tarwe gd^k
gesteld wordt.
Het toegesondene zaad van 7 soorten aardappd^i, ver-
volgt die Commissie, is alhier geteeld, en beeft appeltjes
gegeven die men in bet voorjaar aal kannen poten; wei-
ligt 'Sullen er eenige soorten van goede aardappelen vaa
gewonnen worden, de Boslonscbe worden als xeer voor-
deelig aangexien.
De Provinciale Commissie van Landbouw in Noord-
Braband vermeldt, dat de onderscheidene soorten nuos,
ter proefneming uitgedeeld, aldaar wel zfjn geslaagd ea
dat dese proefnemingen een afzonderlek rapport sullen uit-
maken.
De Heer van der Beken Pasteec, onze Correspondent
te Eindhoven 9 berigt, dat van de twee soorten maïs, hem
door de Commissie van Landbouw uitgereikt, de eent»
soort, de gele, goed is uitgevallen, en een goed resul-
taat belooft. De witte maïs kwam te laat aan en is niet
rijp geworden; wat er van is voortgekomen, was zeer goed
en gaf even schoon graan. De aardappel, Pinkeye PoiaioeSf
gaf veel loof en groote knol; wat de smaak aangaat, deze
was niet goed, zij waren al te. waterachtig, voor beesten-
voeder schijnt zy zeer geschikt. Het Amerikaansofae ko-
ren is uitgezaaid, en staat vr(j goed; de uitkomst daarvan
zal later moeten bligken*
De Commissie in Zuid-Ho Hand geeft ons kennis, dat
er proeven zijn genomen met Turksche tarwe of maïs,
vreemd aardappelzaad en Amerikaansche rogge, welke j
vankelyk eene {;oede uitkomst hebben opgeleverd.
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN en PROEFNEMINGEN. 149
Het departement '9 GravenKage berigt, d'at er in den
omürek van dat departement proeven zijn genomen met de
teelt van henn^, welke eene voldoende nitkomgt ople-
verde. Dez6 vmcht op goed* bemest land , met half Mei
gezaaid, groeide «eer welig op, en verkreeg eene hoogte
van raim zeven Rynlandsch^ voeten; dezelve heeft 16 mud-
den zaad opgeleverd, en ongeveer 1200 Ned. ft hennep,
]ier bunder. Door de ongewoonte was de bearbeiding moei-
jelijk en kostbaar, doch meerdere uitgebreidheid zal ook
aan deze vrucht in 1847 gegeven worden; te meer is déze
leling hier van iiut« daar men er, in de opgerigte tonw-
thigerQ, zonder transport of vervoerkosten , 35 Cts. per
Ned. ft voor ontving.
Omtrent de proeve met de maii heeft men aldaar be-
vonden , dat , waar de planten genoegzaam gedekt waren ,
tegen de sterke en gare winden , deze gunstig zijn uitge-
vidlen; vele stengen kregen de hoogte van 3 ellen en had-
den 1 zelfs sommige 2 aren , aan elk van welke 250 k
SOO korrels geteld zijn. lifèt rondgedeelde aardappelzaad'
heeft op de zandgronden goede poters voor 1847 opgele-
verd, en eenen ruimen oogst, zoodat men voor de op-
brengst van dat jaar goede verwachting koestert. Op de
klei is zulks niet zoo voordeelig mtgevallen; daar heeft
de ziekte zich spoedig op het loof vertoond , en hetzelve
nagenoeg geheel doen versterven , zoodat de knolaanzet-
ting achterwege bleef; later echter heeft de struik zich
hervat, en er is nieuw schot gekomen, zoodat men laat
in het jaar nog eenige poters heeft geoogst, die vrij van
de ziekte schenen te zijn. Over de Amerikaansche rogge
kan eerst in 1847 geoordeeld worden, daar het gebleken
is winteriroren te zijn.
Te bejammeren is het, dat de resultaten der proef-
n^ning met de maïs in het departement Oud-Betjer^ .
Umd niet kunnen worden opgegeven, uithoofde van het
aBsterven des proefneroecs. Aldaar is met de Canada-
Digitized by
Google
150 NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEMINGEN.
gcbe tarwe eene proef genotteo, die aaDFSnkel^ goed ge-
slaagd isr
De Commusie van Laodboow in Noord-Holland
geeft het bertgt, dat de van hoog^rhand haar toegesooden
maïs, op verschillende bouw- tn moeslanden gepoot ge-
weest, zeer goed is opgekomen; dat bijna alle de pkmteft
twee welbeladen vrachten gegeven hebben en sommige drie.
Ingeoogst en afgepeld sQnde, had op sommige plaatsen het
koren niet de genoegsame rijpheid, om vatbaar tot bema-
ling te sijn, en moest alvorens in den oven gedroogd wor^
den. Dit heeft doen vreezen, dat zoo dr maïs bij eenen*
warmen zomer niet r||p werd , zij snlks nog minder in ge-
wone zomers zonde worden. Welligt was zij te laat ge-
plant, en zal eene volgende reize zalks dadi^k in Maart
verrigt worde».
Door den Heer Tbenos zijn 6 kop gepoot » welke 2 mnd
en 30 kop hebben opgeleverd: aan sommige bollen waren
tot 365 Irorrels gewassen; eenige koppen heeft hij laten
droogen , malen en tot brood doen verbakken ^ hetwelk een
zeer smakelQk en aangenaam voedsel heeft opgeleverd»
. De Amerikaansche rogge is goed opgekomen ,. doch heefl
op de eene plaats sterke planten gegeven, terwijl zQ op de
andere 9 ter hoogte van eene handbreedte is verdord.
Het departement Hcuirlem schrijft ons het volgende,
In de Zandvoorder duinen heeft eene Commik^ie, ten
einde gedurende den winter en het voorjaar aan vele be-
hoeftige ingezetenen der stad Haarlem weirk te verschsf-
fen, circa 20 bunders dniogrond doen omspitten. De hdfi^
daarvan is met aardappelen bepoot geworden, waarvan de
uitslag ruimschoots aan de verwachting heeft beantwoord;
de Commissie vermeldt daarbij, dat de vroege soort, be-
kend onder den naam van Kromhouten , het voordeeligst ge-
slaagd zijn en dat voorts alles wat tegen de helling der dui-
nen was geplant, een' beteren oogst heeft opgeleverd, dan
hetgeen op de lagere gedeelten of in de zoogenaamde val*
Digitized by
Google
NIEUWE PRODüCTEiV EN PROEFNEMINGEN. 151
ley«n was gepoot. De overige boirders van bovengemeld
diÜBgronden zQn met boonen en erwten beteeld geworden ;^
deze proefneming is echter tegengevallen y daar het mees-»
te door de buitengewone droogte is mislakt. Men had het
voornemen om in het volgend wintersaisoen ,. dese onderne-
ming verder te vervolgen.
Een lid van het departement Ummen oogste op een stak
zandgrond van 10 Ned. roeden, circa 250 Ned. IS maïs.
De Provinciale Commissie van Utrecht deelt ons het
navolgende uitgebreide verslag van eenige proefnemingen^
mede.
Tot 'de Nieivwe Producten meenen wij te moeten bien*
• gen de Turksche tarwe of maïs , waarvan aan de Commir-
sie, van wege het Gouvernement, eene zekere boe veel beid
graun ter proefsaaijing was toegezonden, afkomstig uit de
omstreken van Sfraaisburg^ Ofschpon de verbouwing van
de maïs niet ais nieuw kan bescliouwd worden, als zijnde
daarmede , reeds voor vele jaren , proeven ondernomen , zoo
kan de zaaijing der bovengemelde soort uit Stmatsburg
afkomstig, in zooverre als nieuw worden gehouden, als
dezelve voor het eerst aan eene meer algemeeae en opzet-
telijke beproeving hier te lande is onderworpen. De uit*»
komsten , welke de zaa^ing heeft opgeleverd , zijn bij een
afzonderlijk berigt aan den Heer Staatsraad Gouverneur de*
zer Provincie medegedeeld. Uit dezelve blijkt, dat de ver-
bouwing niet ongunstig is uitgevallen , en dat de maïsplaat
op de meeste gronden, zelfs op zandbodems, mits krach-
tig bemest zijnde, goed voortkomt, hebbende de aren eei|ie
goede ontwikkeling en korrels van eene behooriüke volde**
genheid verkregen. Intusschen is men van oordeel , dat het
welgelukken dezer verbouwing grootendeels aan de bijzon*
der voordeelige weersgesteldheid, vooral aan de voortdu-
rende warmte van den zomer zal mogen worden toegeschre-
ven; mep meent echter , dat de miüfsplant , om meer dan eene
reden, welke bij het uitgebragte rapport uitvoerig z^n ont-
Digitized by
Google
152 NIEUWE PRODUCTEN BN PROEFNEMINGEN.
wikkeld, in Terband tot vroeger deswege verkregeiie en-
derrindingeD , aan een te onzekeren uitslag onderworpen
blijft, om dit graan onder de eigenlijke veMgewassen op
te nemen. De aankweeking sal altijd bij ons moeten be-
perkt blij ren tot kleine hoeTeellieden , op daartoe geschik-
te, voor den wind beschutte, en warme plaatsen, tot het
verkrijgen van eenig roestyoeder, vooral van plnimgedier-
te, alsmede voor sommig hmsseÜjk gebmik. Voor de ver^
boowing in het groot schijnt de mafs alhier minder geschikt,
en zal men met meerder voordeel, gewone granen en veld-
gewassen kannen verbouwen. Men dient hierbij op te mer-
ken^ dat de zaaiyingen niet dan in het begin van Mei bel>-
ben kannen geschieden , wegens de late ontvangst der za-
den , hetwelk in een volgend jaar, bi} het voorhanden zgn
van het graan zal kannen vervroegd worden; iets hetwelk
voor de lijpwording bij eene min gunstige weersgesteld-
heid van belang zal mogen geacht worden.
Met de Amerikaansche maïs, te laat ontvangen, en toen
reeds de akkers met andere gewassen bezaaid waren , zol-
len in het volgende jaar proeven worden genomen.
Voorts zijn met de van Gonvemementswege ontvangene
vQf soorten van aardappelzaden, als: zaad nit Ramberg^
van witte Saxische, vroege Engelsche, Nieuwe Howards
aardappelen en een zakje zaad ait Engeland met honts-
kool en andere zelfistandigheden. vermengd, proefzaaijingen
ondernomen waarvan almede de oitkomsten aan den Heer
Staatsraad Goavernenr dezer Provincie, bQ een afzonder-
lek rapport zijn ingekomen. Deze zawjingen zijn over liet
geheci goed gelakt, hetwelk tot een bewijs verstrekt van
de deogdzaamheid der zaden. De planten z^n echter, even-
min als de inlandsche aardappelsoorten , van het heerschend
bederf bevrijd gebleven , waardoor in zooverre de nieawe
zaailingen niet kannen geacht worden aan het doel te zal-
len beantwoorden, om de besraande ziekte te doen ver-
dwenen* Over de deugdelijkheid der nieuwe soorten vak
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEMINGEN. 163
Toor als nog niet geBoegiaam te oordeelen, alg hebbende de
voorraad meeetai slechts de grootte van poters verkregen,
ioKk in het volgrade jaar te worden voortgeplant. -
De Aardappelen uit Boston , waarvan bJj de Commissie
eene hoeveelheid van 5 Ned. ponden waren ontvangen,
xijn door haar op twee soorten van gronden, namelijk op
klei- en op zandgrond geplant. Dezelve sJjn op ^en laat-
sten grond ruim soo goed voortgekomen als op den kloibo-
dem. Zij werden op dezen ook sterker door de ziekte aan«
gedaan , ofschoon dezelve er op den zandgrond niet van
bevrijd zijn gebleven , terwijl de ontvangen poot-aardappe*
len ook reeds gebleken waren , door de wrat- of schnrft-
siekte te zf|o aangedaan. De Rostoascfae Aardq>pelen be^
hoeren tot de groote en grove soorten. BQ de beproeving
dezer Aardappekn konden dezelve niet als uitstekend van
smaak worden beschouwd, zynde ook niet zeer. brokkelig,
naar digt; terwijl zij overigens veel overeenstemmen met
sommige groote en grove inlandscbe soorten, welke let
Teevoeder of fabriekmatig gebruik dienstbaar zjjn. Ook
wat den smaak betreft , voldoen die van den zandgrond be*
ter , dan die van den kleigrond.
Eindelijk z^n zaden van v^f soorten van Yirgiate Ta-«
bak , met name :
No* 1. Beu wies thiek set Tidmcco.
No. 2. Long red Leaf Tobacco.
No. 3. Broad Leaf thiek set Tobacco.
No. 4. Silky Yellow Tobacco.
No. 5< Spengled Tobacco, aanr onderscheidene planters,
door tusschenkomst van Ueeren Burgemeesters , in die Ge-
meenten , alwaar de Tabaksbouw hoofdzakelijk gedreven
wordt, uitgedeeld, die daarmede proefzaaijingen hebben
in bet werk gesteld , waarvan de uitslag even als omtrent
de vorige artikelen, aan den Heer Staatsraad Gouverneur
«itvoerig is medegedeeld.
Door den. Heer Burgemeester der Stad RAenen^ een vrij
Digitized by
Google
154 NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEIUNGEN.
omstandig verslag luqpMs de uitkomst tui de plaoling d»
bedoelde Virgioi-TahaksoorteD bij de Commissie zgnde in-
gekomeih is daaruit gebleken y dat door de Heeren Menso;
Saréuirink , BoGHAUi OU VAN BBR Mebr VAN KuFF£iifiR, daar
mede proeven xQn genomen.
Alleen heeCtlaatstgemelde Heer van bet gewas, alssljnde bij
bem vroeger dan bij de overige gedoemde Heeren tot behoorll)-
ke rQpheid gekomen, eene gedeeltelijke inzameliog voor het
invallen van den bagelslag in Angnstns (xie de weérsge-
sleldheid) kannen bewerkstelligen, en wel van bet sooge-
nasmde aard of sandgoed.
'De nitg^laote Tabak, insenderfaeid No. 2, 3, 4 ea S
ontwikkeUeo licb xeer goed , doch bovenal muntte uit No. 3,
Mijnde de Broad Leaf « welke eenen buitengewonen omvang
verkreeg, terwijl No. 1 , aleebts eën smal blad gaf het-
welk in alle geval ver achter den gewonen Tabak bleef.
Hst aardgoed overtrof verre de verwachting, als sich
onderscheidende door e«ie i^j nheid , rekbaarheid en grootte
van blad, en aUoo eene bljtondere geschiktheid oplevtfca-
de voor het dekUad van cigaren*
De Heer van der Meee van Kupfelbr merkt verder
op , dat men , uit hoofde van de fijnheid van het aardgoed ,
sal mogen besluiten , dat de plant ook een fijn soort vaa
bestgoed zoude opgelevwd hebben , ware ketselve door den
hagelslag niet geheel vernietigd; dat, bij aldien deze mee-
ning zich zou bevestigen, de aankweeking van d^e soort
van Tabak van het hoogste belang zon zl)n , als hebbende
bet gebruik van den , in de streken van Rk&nen verbouwd
wordende Tabak , eene geheel andere bestemming gekre-
gen, wordende dezelve hoofdzakelijk gebezigd — bepaalde-
igk het aardgoed — tot dekblad voor Cigaren , voor welk
doel dit laatste eene steeds klimmende waarde heeft ver-
kregen, terwijl daarentegen het best of bovengoed in pi^aaan-
merkelijk gedaald is, daar slechts een klein gedeelte hiervan
tot voorzegd oogmerk kan worden gebruikt, en dan nogal-
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN en PROEFNEMINGEN. 155
leen vooreene mindere soort van cigaren. De aankweeking van
fijner bestgoed zou das den prijs van hetzelve stellig opheffen.
Het is dan ook om deze reden , dat bovengemelde Hoe-
ren in het volgende jaar, gaarne weder eenige zaden van
No. 2 f 3, 4 en 5 zouden wenschen te ontvangen, ten einde
daarmede de reeds genomen proeven te hervatten.
Het berigt , door den Heer Burgemeester der stad Amera*
foort ingezonden, houdt in, dat, vorens het gevoelen der Ta-
baksplanters aldaar, de vermelde Tabaksoorten nietkunnen ge-
acht worden, geschikt te zijn, om in die streken te worden aan-
gekweekt, en vooral niet de voorkeur verdienen bovenden in-
landschen Tabak, daar de aard van den grond medebrengt, dat
aldaar alleen zware soorten van tabak , .dienende tot snuift
en spin-tabak .worden verbouwd, waartoe de Virgini-esoor-
ten gebleken zijn , ongeschikt te wezen.
Men ziet dus, dat er, met opzigt tot deze Tabidcsoorten ver-
schil van gevoelen bestaat, hetwelk hoofdzakelijk aan dei^
grond, de wijze van kuituur en de bestemming, welke den
Tabak gegeven wordt, zal mogen worden toegescbreveiu
De Heer E. C. Enkiaar, onze Correspondent te ZeUi^
venneldt ons het navolgeode-
Tot de nieuwe produkten schijnt men als nog de maïs
te kunnen rekenen , omdat derzelver teelt , ofschoon sinds
lang hier en daar in tuinen gedreten , zelden of nooit » of
althans nimmer zoo algemeen in het open veld beproefd is..
De door het Gouvernement uit Duitsehland ontbodene eo
aan dezen en genen , toegezondene groote mais heeft bij*
kans algemeen wel voldaan en is behoorlijk tot rijpheid
gekomen. Intusschen geloof ik , dat men hieruit geenszins
een voorbarig besluit voor de toekomst afteidenmoet, daar
de buitengewoon lange en aanhoudende warme zomer slechte
als eene uitzondering te beschouwen is, en ik het meer dan
waarschijnlijk acht , dat deze soort biy ons, de rijpheid niet
bereiken zal. De kleine maïs daarentegen (zea mats prae-
cox) zou overigens in onze landstreek verkieselijk z(jn,.
ware niet hare opbrengst gering en de korrel weinig meelrijke.
Digitized by
Google
156 NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEMINGEN.
Het best sal mmchien lijn , dat men naar het Toonchrift
Tan Thear eene tasechensoort traehte te rerkrijgen nit de
vermenging der beide genoemde soorten , die dan wel niet
de groote opbrengst van de eerste geven sal', maar in de
meeste zomers beboorKjk rijp sal worden. In ieder geval
verdient de groote mats zeer, om als groenvoeder geteeld
te worden, waartoe ik dezen zomer, bijna mijn geheele
gewas met het beste gevolg gebroikt heb , maar waardoor
ik ook buiten staat ben , om de hoeveelheid van het saad
op te geven, daar slechts hier en daar enkele ptant^i, als
zaaddragers sQn blijven staan.
In de lente van 1846 si}n door mQ , vooral op aanbeve-
ling van Dr. C. Sprengel een paar akkers, pimpernel
(poteriam sangnisorba) , tot voeder gesaaid. Deze beeft
in sooverre niét aan de verwaehting beantwoord , dat z^ in
het eerste jaar niet is kminen worden gemaaid, soo als
men er van verkondigde ; thans eehter staat si| seer goed
en wQ sullen de uitkomst in den volgenden somer moeten
afwasten. Volgens sommiger beweren moet sQ in dea
herfst gesaaid worden , en dit soo voorséker een aanmer-
keUJk verschil kunnen maken, hetgeen dus nader te be-
proeven is.
Als een wel niet nieuw, maar toch zeer weinig biQ ons
bekend gewas is voorséker ook de aardpeer of topinamboer
te beschonwen» Hiervan heb ik in 1646 raim 400 stuks
gepoot, die nog bijna alle in den grond zitten; maar te
oordeelen naar eenige weinige , die uitgedaan zijn , een
vrQ ruim gewas geven zullen, ofschoon de grond zeer
sdiraal en kiezelacfatig is. Dit gewas sch^nt in de daad
meer algemeen ter beproeving aanbevolen te kunnen wor-
den , daar het volgens eene algemeene ondervinding in den
Elzas en elders , de Aardappelen niet slechts in hoeveel-
heid van opbrengst, maar ook in voedzaamheid voor het
vee schijnt te overtreffen , terwijl de knol , ofschoon mia-
der smakelijk dan de Aardappel , een zeer goed mensche-
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEMINGEN. 157
igk voedsel levert en daarom zeer geschikt is om de Aard-
appelen gedeeltelijk te vervaDgen , te meer daar deze plant
oenen vry schralen grond vopr lief neemt , waarom ik dan
ook voornemens ben , de teelt daarvan in dit jaar aanmer^
keUjk uit te breiden.
Onze Correspondent de Heer B. Gempt te Paieniwrg geeft
berigt, dat een ervaren Landbouwer te Brummel, één
Bonder vette kleigrond met de Himmali^a garst bezaaid heeft,
waarvan hij 31 NI. mndden heeft geteeld , wegende 72 NI. ft
het mud (122 pond graangewigt).^ Tegen den pr(js van de
Rogge is er bij hem, van die garst zaadkoom te verkrijgen^
- Naar luid der Commissie van Landbouw in Gelder-
land, heeft men aldaar proeven genomen met de Whitting<>
tonsche Tarwe en de Canadasche , alsmede de Jeruzalem-
«ehe Garst , welke goed geslaagd zyn ; vooral is de Cana«
dasche Tarwe bg ni^tek bevallen.
De , ^or z^ne Exellentie , den Minister van Binnen*
landsche Zaken , aan de Commissie van Landbouw ter uil*
saat}ing toegezondene maïs is goed opgegaan. Daar do
saaying niet zoo vroeg, als wenscheijyk ware geweest,
konde plaats hebben , is de eerst toegezondene niet véór
half Mei in den gfond kunnen gebragt worden , doch ^
ia evenwol voor het grootste gedeelte, tot behoorlQke rijpheid
gekomen. De ongewoon gunstige zomer heeft de moge-
lijkheid van dat rijp worden toegelaten en op de eene plaata
meer , op de andere minder gunstige resultaten opgeleverd.
Neemt men echter in aanmerking, datb|j demogelijkheid,
om in een volgend saisoen den zaait^d 4 4 6 weken te
vervroegen, mep dan tevens, door de ondervinding geleerd,
eene betere Wjjfze van behandeling , ruimere bemesting en
doelmatiger bereiding van den grond zal kannen aanwen»
den; dan beslaat er gegropde hoop, dat men hierin hulp-
middelen bezit , welke tegen eene vermoedelyke veel zan-
der gunstige weersgesteldheid, in volgende jaren zulleo
kunnen opwegeué
Digitized by
Google
1 68 NIEUWE PRODUCTEN eic PROEFNEMINGEN.
De Heer T. yanBrakel , onze G>respondeDtop den hiuse
den Eng berigt ods het navolgende:
De spade-kultnor blijft aanhoudend voordeeliger nitkoM-
«ten dan de bewerking met de ploeg geven. — De atai-
voedering is ook ingevoerd bij de Schapen: liet vorige
jaar had ik er SO thans 100 stnks , in het begin van Maart
«uilen deselve vet zijn* De schapenstal is op eene gdieel
nieuwe wijse gebouwd ; het model hiervan is op de tentoon-
stelling in Goes verkocht , of het aldaar is nagemaakt is
mij onbekend. Het inmaken van xnurkool voor het melkvee,
heeft, zoo als in het vorige jaar, wederom pljkata gehad.
De Whittingtonache tarwe heeft een goed gewas gege-
ven^: de Canadasche echter heeft ze verre overtroffen. Van
deze laatste zijn thans 7 bunders bezaaid, en men kan van
dezelve in dit jaar zaadkoeken bekomen, mits vroegtgdig
de aanvrage geschiedt, om mij in staat te stellen dezelve
tegens den zaaitijd gereed te hebben; zij zal/ 2 per mud
duurder zijn dan de gewone, aangezien bet vroege dor-
echen met de machine , in mijn bedr^f , zeer onvoordeelig
komt. Het meel neemt meer water aan, en het broed is buiten-
gewoon smakelijk. Het faandploegje wordt voortdurend ge-
bruikt , om tusschen de rijen van het wintergraan te bonwen.
De Russische rogge was door de roest zeer aangetast,
en gaf weinig: van dezelve is wederom 1 bunder 90 roeden
gezaaid, zij is zeer zwaar, doch smal van korrel.
Het te veld staande jonge gewas heeft veel door de mai-
zen geleden, het mijne echter is in vergelijking van ande-
ren weinig besehadigd , en de hoop bestaat dat het b^cba-
digde zich zal herstellen.
Het vee wordt bijna uitsluitend met hooi en wortelge-
wassen gevoederd, en blijkt voordeeliger te zyn, althans
wanneer de verhouding tusschen stroo en hooi maar is als
1 tot 2}. Voor twee jaren is door den Heer C. Taats te
Bodewaard, voor het eerst in \ eeuw 55 roeden meekrap
geplant , bij de delving is de uitkomst , wat de hoevedbeid
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN B5PR0EFNEMINGEiV. 159
9 aangaat, alIerToordeeligst geweest; van de qaaliteit beeft
men nog geen berigt ontvangen.
Om te betlniten moet ik berigten , dat bij mQ in eenige
stnklEen knoMen eene diergel^ke ziekte, jsoo ik mQ niet
Tergis als die der aardappelen, is waargenomen, welk ook
bet geval in andere streken moet zijn; c^k de mangelwot-
telen sijn daarvan niet vrij.
Het Departement Deventer berig dat de proeven, met
Zweedsche Rutabaja en Engelsche Tnrnips genomen, niet
aan de verwachting voldaan hebben.
Het belangrijke rapport der commissie van Landbonw in
Groningen, laten w§ hier in zijn geheel volgen.
Onder deze afdeeling vermelden wij :
lo. Uitkomst der proeven genomen met het aardappel-
saad.
De negen verschillende soorten van aardappelzaad door
^ zorg der Regering aan ons medegedeeld, zijn met zorg
beproefd , en zoowel aan leden van de commissie van Land«
bouw , als aan onderscheidene andere personen toegezon-
den in de volgende plaatsen van dit gewest: Groningen^
Warfunty Loppersum^ Oldenkove, Klein Meer^ de Bult
onitr Bellingtüoldej Haren , Helium^ Zuidhorn^ Noord-
hom j Sokeemdaj Noordbroek y E%inghe, l]ilhui%en^
Adu€ird, Slockieren , Leena , Kloosterburen enz. , derhalve
op zeer verschillendende soorten van gronden. Van bijkans
alle deze plaatsen hebben wij berigten ontvangen , welke
wij , zender tot al te veel bijzonderheden te willen afdalen ,
in de volgende hoofdpunten meenden te kannen zamentrek-
ken, als de uitkomst der proefnemingen in het jaar 1846,
in de Provincie Groningen, in het werk gesteld, Alle
de zaden zijn behoorlek opgekomen met 10 — 12 dagen in
de bakken, met 3 — 4 weken in den konden grond, we*
gens die langzame ontwikkeling op den konden grond, zal
men ze waarschijnlQk reeds in het begin van April, al*
thans op welbesehntte plaatsen , op den vollen grond knn^
Digitized by
Google
leO NIEUWE PRODUCTEN KN PROEFNEMINGEN.
uw mllsBaQeii* Id de neesle proaTM waraa z^ op den
koaden grond hier eerst op het laatst van April gesaaid.
De saden hebben een cnrergroot aantal jonge planten op-
gekverd, doch hoewel die saden onder Terscbilleiide be-
aamingen ontvangen aQn, zQn het eehter geenasina ala wel-
gevestigde soorten te beschoawen. Want, alle de hierooi-
trent ontvangene berigten komen .daarin overeen (geüjk dit
by de vernenigvaldiging van aardappelen uit saad, eene
gewone opmerking is) y dat uit hetzelfde laad geheel ver-
schillende aardappelen voortkomen, en wel b|j dese saai-
Jangen in 1846 vroege en late, lage en faooggreegeode,
fijne en grovere, ronde en langwerpige, witte, roode en
van andere kleuren; ja, la het berigt van het gemeente-
bestuur van Scheemda ontvangen « vinden wi| xelfii ver-
meld, dat, aan een' en denielfden stengel xich* aardappe-
len van verschillende kleur en vorm hebben bevonden.
Dit laatste is echter elders, loo ver wQ weten, niet
waargenomen, maar het groot verschil der van dese saai-
IJAgea iogesamelde aardappelen heeft aanleiding gegeven^
dat de een dese , de andere eene geheel andere soort voor
de beste hield , en dat in allen gevalle door vele kweekos
verscheidene vortitien daaronder gevonden sijn, die aan ons
ervarene kenners van dit. gewas als goede soorten voorko-
men 9 en .die op onderscheidene plaatgen van dit gewest in
stand gehouden en tot vernieuwing, en zoo w|i hopen tot
verbetering van het ras dezer aardvrucht zullen strekken;
zoodat wij van dezen maatregel der Regering op den duur
ons nog goede gevolgen naeenen te mogen beloven.
De genomeae proeven zouden betere uitkomsten gege-
ven hebben, indien de zaailingen van de aardappelziekte
waren vry gebleven. Dit is echter niet het geval geweest.
Zeker in { der plaatsen, uit welke wij berigten ontvangen
hebben , en niet alleeü op de klei , maar ook , hoewel ia
inindere mate op het zand, doch het allermeest in de lig-
te zavelige kleigronden, met één woord overal» waar de
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN^ PBOEFNEMINGEN, 161
ziekte onder de op de gewone wijse gepote aardappelen
geheerseht beeft, is zij ook, in de eene plaats meer, in
de andere minder dan bij de gepote aardappelen , in de zaai-
lingen bespeurd; ja van sommige plaatsen kunnen wQ in
het geheel geene nitkomsten mededeelen, omdat het geheel
Tan zaad opgekomen gewns verloren gegaan was.
Geheel tegenstN^dige uitkomsten hebben ée genomene
proeven, ten aanzien van de aardappelziekte, op verschil-
'lende plaateen gegeven. Te Huren ^ te Zuidhom en elders
hebben de zaailingen , die in het geheel niet verplant wa-
ren , veel beter gestaan dan de verplante. Te Scheemda ,
Noordbroek en elders heeft men hiervan jaist het tegendeel
opgemerkt.
De grootte der gewonnen aardappelen was zeer ongelijk,
vele ter grootte 'van een knikker, maar ook vele ter groot-
te van een hoenderei en grooter. Op tweederlei wijze
schijnt het, dat men de zaaiaardappelen reeds in het eerste
jaar tot genoegzame grootte kan brengen:
10. door die eerst in eenen kouden bakzeer vroeg uit te
zaaQen , en naderhand op het open veld te verplanten. De-
ze zaafjing is in den landhitishoudelljken tuin te Ctronin'
gen met al de negoi soorten geschied in eenen konden ,
Inleen met vlak glas bedekten bakj op ongemesten grond,
op 28 Maart 1846, dadelijk na de ontvangst der zaden;
maar het kan nog veel vroeger geschieden. De daarvan
gekomene planten zQn op den voUea grond gepoot op den
1 Mei, toen de planten neg zeer klein, slechts 2-^4 Ned
dnimen lang, en alle nog alken maar van zeer kleine, en-
kelvoudige bladen voorzien waren* Op lossen tuingrond zijn
mQ allen aangekomen , en ééne zoodanige plant heeft b|j de
volgende soorten opgeleverd:
1. van Bamberg 37 stnks, waarvan de grootste 4 Ned*
dnimen lang en '2 Ned. duimen dik waren ;
2. witte Saksische, 34 stuks;
3. vroege Engelsche, 41 stnks, vele 3 en 4 N. duimen dik;
11
Digitized by
Google
162 NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEMINGEN.
4. wiitm. vfoege van Algiers f 39 stuks ;
5. NUrMi5 tweanaal veredeld, 18 stnks kleiae;
6. nievwe Howards, 24 staks;
7« .Eftffly Tuil AsMricaa, 30 stuks vri] groote aardap-
pelen;
8. roode^ wUde, 30 groote, waaroudeff er waren Tan 7
Ned« duimen lang, 4} — 5 duinen dik, 1 ons en 2 lood
Ned. swaar ens. ;
9. Engekche, met kool en andere stoffen gemengd, 2i
■tuks.
Die, welke nog eenmaal meer of op tateren leeftijd ver-
bant waren ,. aQa veel minder groot geworden.
2o. door, als men se op den kouden grond saait, de
planten liel te saaijen en naderhand op behoorleken afstand
uit te dunnen en van onkruid zuiver te houden.
Te ScAeemda , waar de kwedung plaats gehad had <^
xwarte, veenachtig losse, het vorige jaar wel bemeste
aarde, hadden de in het b^n van April gesaaide en op
half Juni) eens vérplante zaailingen , van enkele zeer vroe-
ge soorten reeds in. het begin van Augustus, aardappelen
van gewone grootte; de meeste echter waren in het mid-
den van September, de late in het begin van Ociober rijp.
Men had ésm op 6 vierkante Ned* roeden en 25 ellen 3|-
mud aardappelen ingezameld, waarronder 2^ mud van de
gewone gioote, terwijl eenige struiken 40 aardappelen,
waaronder slechts weinig kleine , hebben opgdeverd » zoo-
dat dit, als er geënte siekte in het loof geweest was, aan
eene gewone opbrengst van pootaardappelen gelijk gesteld
had kunnen worden. Sommige van deze aardappelen, en
wel langwerpige uit Saksisch zaad, groeiden zeer boog aan
de onderaardsche steng, zoodot deze noodzakel^k schgnen
te moeten wordeü behakt en aangeaard, terwQl andere,
onder die van Algiers , door deze bewerking waarscbynlyk
zouden benadeeld worden, omdat de jonge anrdi^pelen
bier aan zeer lange stelen ohdier den grond groeijen, wel-
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEMINGEN. 163
]^e door bet tu^schonploegen ligtel|pc beschi^digd xoadea
kuimeQ woeden. Zoo , en in vele andere opzigteii^ l^eeracbte
er het allergrootct verschil tusschea de verschillende vaa
zaad gewoqnen aardappelen.
Alla te lameo ^ geaomen , achynt de hernieuwing dezer^
proef in eea volgend Jaar » en de soirgvuldige beproeving
der van bet zaad thans geufonneQ poters fdlezins aan te
hevelen. Het is hoo^pt waarscbi|nl|ik , dat h|erd^r eene
nuttige verbetering zal tot stand komen; n^^it vhet zal veel
moeite kosten t om de tbi|ns gewonnen pot^a behporlQk te
sorteeren, en door eene naauwkeurige onderscheidi<ig der
kenmerken eene nieuwe , goede. ^ g«ioegzaam s^^vasti-
ge aardappelsoort daaruit aan te kweeken.
30» Wegens de gel||kbeid van het onderwerp, deelen
wiy bier ook mede de door C. van deb MarK| tuinman op
Voorveldr onder Hur^n by GroningeUf genomene pree-
ven mec aardappelzaad 9 welke door hem in de Gromng^
Couranten van den 16 December 1846 zijn bekend ge^
maakt* Hig zegt daaromtrent het volgende: ,
«Hoewel ik geene vreemde zaadsoorten had bekomen »
heb ik evenwel beproefd en ondervonden ^ dat de.teelt va^
vroeg r||pe aardappelen uit zaad, ze^r aanpr^zenawaardig
ia, en dat daaruit in hetzelfde jaar, niet alleen go^de po-
tere te telen z^^ maar, met zorg behandeld, een over-
vloed van volkopen volwajuien^ groote en smal^f^ijl^e eet-
aardappelen te trekken is. .
»Ik ben hiermede op de volgende wyze te w^rk. gegaan:
»Den 10 f>9bruarij zaaide ik het z»ikd van vroege zpmer-
Sehotsche en vroege zwarte aardappelen, door m|j zei ven
in het vorige jaar gewoiMien» in een matig warmen ^bak^
waarvan ik op den 20" de plantjes bcjgon te zifm; den 17
Maart verplantte ik dezelve op 3 oad^ duimen afstand in
oenen kouden bak met glas bedekt» zynde.fde plakjes toen
in het derde blad , en bragt dezelve den 20 April uit dien
bak op de vaste standplaats op den kouden grond, zijnde
Digitized by
Google
164 NIEUWE PRODUCTE^f EN PROEFNEMINGEN.
matig met koemest gemeste tningrond, over, en plaDtte
dezelve aldaar op rijen, 15 oude dalmen in het vierkant
van elkander.
»0p desea stand werden de planten door schoffelen en
wieden schoon gehouden en den 7 Jnll), toen zQ begonnen
te bloeden, aangeaard; kort daarop werden de planten,
de eene meerder, de andere minder, door het «nvel
getast , ten zelfden t^de dat het ook in de aardappden
poters op het veld werd waargenomen* Dit ongeval heeft
voorzeker eenen nadeeligen invloed op de vmchtzetting en
derzelver groei uitgeoefend.
»Dien onverminderd, leverden alle de planten bQ het
rooien , hetwdk den 20 October plaats had , een zeker ge.
tal volwassen aardappelen op : een der vroege zomer*SchoC-
sche gaf negen groote , twintig gewone en elf krielaardap-
pelen, welke laatste evenwel eene hazelnoot in grootte
overtoffen, terwijl 19 der grootste aardappelen 1 Ned. ft
wogen.
»BiJ de aardq>pelenteelt van dit Jaar, die ook wederom
gedeeltelQk mislukt is, heb ik overigens opgemerkt, dat
vele voorzorgen overbodig en vele veronderstellingen ge-
heel andere uitkomsten hebben opgeleverd. De besmetting
hebbende poters kiemden het eerst, leverden de beste en
sterkste planten , en gaven de meeste en dikste vmcbten.
Ook had de soort van grond, waarop men de aaradppden
teelde, daarop weinig of geen invloed; zQ sloegen even
goed aan op alle akkers , onverschillig of die het vorige
Jaar al of niet met aardappelen waren beteeld, en toen in
het laatst van de maand JuUj het euvel zich op nieuw in
dat nuttige gewas openbaarde, trof het zoowel vroeg r^pe
als late soorten, van poters geteeld, op hooge of lage
gronden geplaatst, overal rigtte die kwaal dezelfde ver*
woesting aan , hoewel op de zandgronden niet zoo algemeen
als in het vorige Jaar, en ook niet aUe planten aantasten-
de, zag men op denzelfden akker vele planten wegster-
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEMINGEiV. 165
yen, terwQl andere ongestoord tot Tolkomene rQpbeid door-
groeiden.
>Nog faeefide aardappelenteelt ven dh jaar geleerd , dat
de, zeer vroeg* op boogen landgrond geplante vroeg rijpe
aardappelen 9 de volkomene rapheid bereikten, TÖór dat
zich het bederf in het gewaï openbaarde, pa dat ook de
ligte roode aardappelen er het beet tegen bestand s^n , zoo
dat z^ over het algemeen in deze gemeente een matig be-
aehot hebben <^geleyerd«
>Bij de onzekerheid omtrent den aasd en de oorzaak van
het aardappelen-envel 9 heb ik gemeeitd van de uitkomst
in^ner proeven in den afgeloopen zomer hg de aardappel-
teelt nit zaad en van 'poters verkregen, ten fügemeenen nat-
te berigt te mogen geven i hetwelk ten slotte hierop neder-
komtt dat, als men vroeg i^pe poters vroeg te velde
brengt , op wel toebereid land , of vroeg rgp aardappelzaad ,
op de wijze als vroeger omschreven » behandelt , er ook
aelfs big herhaling van het euvel in 1847, een matig be-
schot van smakelQke, deagdzame aardappelen verkregen
kan worden."
4o. hebben wQ van Gonvernementswege ontvangen ,
aardappelen nit Boêion aangevoerd , onder den naam van
Pinkeye potatoes*
Deze aardappelen zijn door ons op verschillende gronden
beproefd , maar hebben in het algemeene let der aardap-
len gedeeld, daar zQ niet minder dan andere hier meer
gewone soorten door de ziekte z^n aangedaan; iets, dat
ook wd te verwachten was , daar eenige van die aardap-
pelen, bg derzelver ontvangst idhier, seeds duidelijk door
de rotziekte aangetast waren* Alleen in de zandige stre-
ken van het znideq der Provincie, ^jn de berigten hier-
omtrent eenigzins gunstiger. Men beschouwt ze daar wel
als. eene grove , maar toch vry veel opbrengende soort ,
welker beproeving men een volgend^ < jaar herhalen wil.
Acht stuks van deze aardappelen , door doorsnijding tot
Digitized by
Google
166 NIEUWE PRODUCTEN BN PROEFNEMINGEN.
t6 stnk» vermeerderd, gaven bfj een onxer medeleden 12
Ned. koppen , bQ een ander | Ned. mud , dat das al vrg
na overeenkomt. Tot bunne spoedige vermeerdering heeft
men tich • ook met goed gevolg bediend van die handd-
^xe, die oiider den naam van het stekken der aardappe-
len bekend is* ZQ behoort onder de vroege soorten ; want
de knol , op 1 September alt den grond genomen » was
toen reeds volkomen rijp.
50. Bij het weder op nieaw uitbreken der riekte onder
de aardappelen in do maand Jnig heeft men te Groningen
toen de riekte dnidelQk was in het blad en de steng , maar
de nieaw gevormde Imol self nog gaaf scheen te zgn,
beproefd Ab siekte to atoiten , door de steng geheel uit te
treken en de aarde aan den knol weder voonigtig aan te
dmkken. Men heeft dit bf) aeht verschillende soorten van
a«da]nP*^ b^foefl en ter yergetijking een geli}k getal
«troifcen Van deselfde soet^ onaangoroerd gelaten. Daar na
het veraseUen van mislokte proeven tot waarschuwing strek-
•ken kan , teekenen wij op , dat deze handelwQze gebleken
is, meer na- dan voordeelig geweest te rijn, want de niet
aangetoefde planten hebben bQ de rooijing in October een
grooter aantal nieuwe -aardappelen en deze grooter van stak
en niet meer door de riekte aangedaan opgeleverd, dan de
andere, waarvan de nieuwe knolten, na het aftrekken van
het loof of niet meer aangedikt of op nieuw uitgeloopoi
wanen' en alvoo hunne waarde biQna geheel verloren hadden ,
daar zt) toen nagenoeg met den ouden pootaardappel ge-
l^k waren te stellen.
6o. Het planten van boonen op ri^en afwisselende met
aardappelen, zoo ak dit door den Heer Wardenburg
{Tijdétihrift voor Jfijverkeid , Deel X. blz; 371—375.) is
aanbevolen, schgnt alle aandacht té verdienen. Althans
een Landbouwer te Kropstuolde heeft duivenboonen inge-
kuild op het laatst.van Februarij en deze , op goeden ge-
mesten zandgrond, op 15 April tusschen de rijen aardap-
Digitized by
Google
NIEUWE JPROmJCTENENPROEFSffeMINGEN. 167
pelea gepoot. Op den 22 JalQ kxmèm xfj^UbMTigk r^p,
weggenomen worden tosschen de aardappelen, die loen
eenen geruimen tijd konden blijiren Toortgroeijen en eenen
matig goed^ ooget hebben opgeleverd.
J"". Z^n hief dit jaar [vele proeren genomen met maït
of Tnrkache tarwe en wel met de groote maïs, uit saad
van Goovernementewege uit SlraaUburg ontvangen. Dit
zaad , dat gebleken is , van volkomen goede hoedanig^id
té ^n f is overal behoorlek opgekooHn ^ en heeft soowel
op de klei als op de zandgronden een vitaisadtend gewas
gegeven. De stengen waren op vele plaatsen 10—^14 voe-
ten hoog en hebben , door den buitengemeen wsnmen zo*
mer begunstigd , goed rQp zaad opgeleverd , aan aren die
soms 4Ü0 en meer korrels telden. De allerbaste- besigien s|}n
ens daaromtrent toegekomen van savelige of zandige war-
me tuingronden. Op koudere veengronden daarentegen is
de teelt mislokt«
Aan de Landhuishoodkundige sehool te Baren Uf 6ro-
ntngen is de maïs , volgens beiigt van den Heer C. J. Gübrt-
SEMA aldaair > op leemaehtigen vroehtbaren zandgrond ge-
zaaid , op den 0 Mei 1846, in rffen, Ü è 8 kèiveb bIJ el-
kander in één gat ^ en die g^en twee voeten in het vier-
kant van efkander vèrw^dèrd. De zaden werden vóör de
zaaQIng in verdunde gier geweekt y waaraa z^ zeer spoe-
dig opkwamen. Het veld werd behoorlijk gescboflfeld en
gewied , waarna het gewas zoo snel opwies > dat men de
overtollige planten,' natuurlgk de kleinste moest wegne-
men en' aan het vee vervoeren* Dit uitdunnen gesehiedde
in het begin van Jolij , inaar het was , zbo als nu bleek ,
voordeeliger geweest als men dit nog vroeger gedaan had ,
omdat de voordeeltgitfe planten toen reeds begonnen te
bloeden.
WaarsehQnl^ zen het nog allerbest geweest z^n , in-
dien men sleehts 1 of 2 korrels in ieder plmitgat gelegd
en de dubbele planten] zeer vroeg uitgetrokken of verplant
Digitized by
Google
168 NIEUWE PRODUCTEN EN PROEFNEMINGEN.
had , waBtteer hierdoor aan do ovBrbl^vonde , voistrek )
nadeel was loegebragt.
Kort. na den bloeitijd, toen het ftnifmeel gestoTi^n had,
zijn de bovenste deelen der stengen afgesneden , zoodat er
slechts óén blad boven de vrucbtaren bleef zitten , ten ein-
de lo. deze stengtoppen tot veevoeder te gebruiken en 29. de
te sterke bescbaduwing der vruchten te verminderen. De ia-
oogstiag had plaats op bet laatst van September ; 2^ Ned. roe-
den bragten op IJ mud zaad, dat is 60mndden van bet Bunder.
De inoogstu^ van het graïan had plaats , toetn de dek- of
schatbladeren van de aar verdroogd en de korrels zelve
hard geworden waren. Toen werd de aar, zonder die dek-
bladeren weg te nemen , in haar geheel op den zolder ge-
legd f en gedroogd , dat ge^nerlei bezwaar opleverde. De
dorsching werd in den winter b^roefd met den vlegel eo
door de korrels op een' stompen sabel of scherpen kant
van de middelspil , als af te krabben ; maar gelukte bet
best door het graan eenvoudig met de hand uit te wrijven ,
op welke wijze een arbeider één mud maïs op eenen dag
kan dorschen* BQ meerdere uitbreiding dezer teelt znllea
echter in het vervolg dorschwerktoigen noodig zijn.
Vervolgens is het graan op eenen gewonen ro^eiMileo
gemalen, waarbij het echter gebleken is, dat hiertoe eenige
bijzondere oplettendheid en bekwaamheid van den molenaar
vereischt wordt, ten einde bet meel niet, zoo als men
zegt, dood gemalen worde, waardoor het voor de bnkking
ongeschikt wordt. Om fijn meel te verkregen , moet bet
b|i herhaling over den zoogenaamden kleinsteen, of be«er
nog, eens over den tarwesteen gaan. Is het meel goed ge-
malen, dan laat het zich, na gebuild te zijn, zeer goed
bakken , vooral zoo men er een weiniig rogge bijvoegt. Voor
brood is het dan uitmuntend geschikt en zeer smakelyk.en voed-
zaam. Onderscheidene $ooff ten van Huishoudemk gebak kannen
daarvan gemakt worden , en behoeft het zoo in vele ^-
zigten niet U} de tarwe achter te staan. Paai;den eten het
Digitized by
Google
NIEUWE PRODUCTEN EK PROEFNEMINGEN. 169
eren gaarne als ander meel, en het scbijot althans niet
minder Yoedsaam te zQn.
Bij de Toortzetting der proeven in een volgend jaar,
sal vooral op de waarde van het raeel tot voeder van paar-
den en varkens worden acht gegeven.
Een ander gedeelte tnaié is iets digter uit de hand ge-
zaaid, m^t oogmerk om de planten tegen den bloeitijd af
te sneden tot veevoeder en dit alzoo te doen dienen tot
een hulpmiddel in jaren, waarin men vreest dat het zaad
niet behoorlijk tot rijpheid zal komen. Het randvee was
naar dit afgesned^ loof zeer I^geerig , zelfs in den ge-
heel verwelkten toestand; ook de paarden (hoewel deze de
roode klaver met meerdere graagte nuttigen) aten het ech-
ter gaarne, inzonderheid als men de stengen, vooral de
zwaarste ondereinden, vooraf met een faakselsnijder in kleine
stukken gesneden had ; de schapen verkozen de roode kla-
ver en aten de bladeren van de maïs alleen, ten laatste op.
De opbrengst der maïs als groenvoeder sch^nt echter
op niet meer dan op de helft van de opbrengst der roode
klaver geschat te kunnen worden, omdat de maïs slechts
eens, de klaver daarentegen bij goede behandeling drie
malen kan a^esneden worden.
Met dit uitvoerig berigt kamim de ook van elders ont-
vangene mededeelingen, in de hoofdzaak overeen. Aan de
BuU onder Belhugwokk j door ons medelid Waalzkns ge-
kweekt, was zij daar op Ijmd, waar in het vorige jaar
roode klaver gestaan had, «i^ezaftid, tege^k met Unzen,
die echter onder het uitgebreide loof der maïs bijna geheel
verstikten. Pe mals zelve, groeide weKg, doch een derde
gedeelte daarvan Weef onbeladsn, da overige twee derde
deelen hadden 1, 2 enkele 3 vruchtaren^ van welke de
grootste S12, de kkinst^ 12Q korrels droeg. De hoogte
der steng maakt, dJü het in onze luehtstreek op eene be-
«chutte plaats zal ni0eten geplaatst worden, ten einde niet
al te veel van den wind te lijden. Het was hier eindelijk
Digitized by
Google
170 NIEUWE PRODUCTEN Elf PROEFNEMINGEN.
gebleken , dat de TeldmnhEen bet saad gretig opsoeken ,
en door het uiteten der aren, waartoe xij de maisstengMi
nog op het veld gèmakkel^ beklioimen, veel nadeel te
weeg brengen.
Bij eene te Klooaierhuren door den OnderwQser H. tan
Houten genomene proef , was 2} Ned* roeden goede, sa-
velige tuingrond besaaid mtt 1 Ned. kop inaTs, welke 2
N^d. mudden saad hadden opgeleverd. Daar men echter
reeds in dit zoo bijsonder drooge jaar met de drooging
van het zaad moeite geha^ heeft, vreest men dat dit op
den duur een groot bezwaar zal opleveren.
Onder Rropswolde heeft de landbouwer H. D. Miju>aR
met goed gevolg de proef genomen om kleine saladeboo-
nen tnsschen de rf{en maTs te kweeken. Pronkboonen (Pfaa-
seolus maltiflorus) daarentegen op dezeffde wQse tassebea
de maïs gezaaid, namen op geilen groQd]^eene al te hoege
vlagt , dat voor de mafs schadelQk was. Erwten eiadel^k
groeiden slecht tusschen de mafs.
Het van Gouvemementswege ontvangen zaad van mxl%
uit Noord' Amerika is nog grootendeels voorhanden , zoo-
wel omdat dit te Iaat ontvangen is om daarvan nog in 1S46
eene goede uitkomst te verwachten, als omdat de onder*
vinding ons vroeger geleerd had, dat dk zaad verscheidene
jaren lang zonder schade bewaard kan blijven , en vrQ ons
alzoo voorstellen , die proeven in 1847 op nienw en in het
groot te herhalen , alhoewel wij vreezen dat bet behoorlek
in tQds rQp worden van het zaad in gewone jaren, vele
zwarigheden zal otttmeeten*
Onze Correspondent te JVoonMom, de Heer J« C. BiLir
ROTH, vervolgt, dat de biemesting met mosselen in die
streken bestendig toeneemt, en met he^ beste gevolg wordt
voortgezet, vooral daar, waar men deze schdpdi^en ge»
makkelek kan laten aanvoeren, en waiur de sehepen, die
deze meststof aanbrengen , zeer kort bg de landen koaaeB
komen , die er mede bemest zullen worden.
Digitized by
Google
N. PROD.ENPnOEFiV — TOEST.v.VAAUT.enWEG. 171
De Provinciale Commissie van Drenthe maakt de be-
rekening, dat de opbrengst van enkele kleinere gedeelten
landg met maïs bepoot tot het grootere overgebragt , is ge-
weest 60 mudden per bunder. Op het loof van de aard-
appelen uit zaad, zegt die Commissie, heeft men mede
vlekken ontdekt even als op de andere aardappelen , en het
voomitzigt, om op deze wijze aardappelen vrij van bederf
te krijgen, is niet gunstig.
41. TOESTAND van WEGEN en VAARTEN. Uit de
meeste bij ons .ingekomen, berigten omtrent den toestarrA
van Wegen en Vaarten, uit de onderscheidene provinciën,
zien wij dat deze meestendeels in goeden staat zijn, en
dat vele verbeteringen, waarvan in het algemeen verslag
van 1845 melding is gemaakt, of tot stand zQn gekomen,
of op handen zfjn; enkele berigten slechts maken hierop
uitzondering. De Provinciale Commissie van Landbouw in
Limburg onder anderen, beklaagt zich, dat de toestand
der Dorps- en Veldwegen in de kleigronden zeer veel te
wenschen overlaat en dat derzelver slechten staat ook op
den landbouw groeten invloed uitoefent.
De berigten der Commissie in Noord-Braband zfjh
de volgende:
De groote Rijkswegen en Provinciale^klinkerwegen wor-
den goed onderhouden. In de landen van Breda, van
Heusden en AUena en in de Langstraat zijn vele wegen
bij natheid en in het wintersaisoen ten eenemaal onbruik-
baar. Veel is er reeds gedaan tot verkrijging van betere
communicatie tusschen de gemeenten onderling, doch er
valt nog veel meerder te doen, waartoe allerlei plannen
bestaan, die, zoo men hopen mag, eerlang tot stand zul-
len worden gebragt; om hiertoe te geraken, zullen er vele
.zwarigheden moeten -overwonnen worden , waarvan de vin-
ding van de benoodlgde. fondsen wel de voornaamste is.
Aan den weg van Grave naar MaasAeeze zijn reeds
Digitized by
Google
172 TOESTAND van WEGEN en VAARTEN.
groole vorderingen gemaakt. J)e verlenging van deo klin-
kerweg van Vegchel naar Gemert , en het daarstdlen vaa
eenen griend- of klinkerweg van SL Oedenroode naar de
Provinciale hoofdstad ^ waartoe de wegen , door de daarb^
betrokkene gemeenten aan de Provincie zijn afgestaan ^^ ma-
ken nog voortdurend een onderwerp van overweging ea on-
derzoek uit..
De drooge weersgesteldheid was voor het aanleggen eo
verbeteren der zandwegen, bijzonder gunstig, en hiervan
is aan vele oorden gebruik gemaakt, zoodat dezelve zich,
met weinig uitzondering in eenen goeden bruikbaren staat
bevinden* Het kanaal van Eindhoven naar de Zuid^Wtl-
hmsvaart is , in bet laatst van October, voor de scheqw-
vaart geopend , waarop dadel^k eene groote levendigheid ,
zoo door aanvoeren van allerlei koopmansgoederea uit Hol-
land ^ als van steenkolen uit Relgië aanwezig wa8« waar-
door aanvankelijk de verwachting overtroffen is, eo deze
vaart een gegrond vooruitzigt oplevert , van aan de billijk
gekoesterde hoop te zullen beantwoorden.
De uitvoering van het groote plan van uitwatering van
Ravestein tot Geertruidenberg ^ wordt algemeen als bet
eenige redmiddel van een zeer belangrijk gedeelte onzer
Provincie beschouwd. Het bestaan en de welvaart van
duizenden ingezetenen hangt er van af; hetgeen in den loop
van dit jaar als voorbereidend werk is verrigt, en de rgp*
beid waartoe het voorloopig gekomen is, doet de hoop voe*
den, dat men zich eerlang over deze groote daarstelliog
zal mogen verheugen.
Uit Zeeland meldt de Conunissie van Landbouw, dat
er over het algemeen veel vooruitgang bespeurd wordt io
de binnenlandsche middelen van vervoer; dat er met yver
wordt voortgegaan met de verbetering der wegen in het 4e
en 5* district door bestrating, en dat in Noord-Beveland
het voornemen bestaat , ^om vele wegen door bezanding te
verbeteren.
Digitized by
Google
TOESTAND van WEGEN en VAARTEN. 173
Volgens bet berigt itt Commmie vao Landbouw in
Zuid-Holland zijn in Rijnland^ Det/têland, bet fFesi^
land en Schielartd^ de wegen en vaarten in goeden staat.
In den Alblasserwaard ^ Lande van Viauen en Leerdam
verlangen ecbter nog vele binnenwegen naar verbetering.
In Voome en Putten njn de wegen in eenen allerellen-
digsten toestand, soodat de geprojecteerde verbetering al-
daar nog niet is tot sfan^ gekomen. In de Betjerlandên
wenscbte men «4at de weg van 'Klaaswaal tot over West^
ma^isen amslnitende te Mijnaheerenland Bian den scbnlp-
wegnaar Dordrecht^ sijnde slechts een tfstand van één nur
gaans, roogt worden doorgetrokken en ook bescbnipt Ook
het departement Oud-Beyerland nit den wensch, dat er
meerder scbnlpwegen in verbinding met de reeds bestaande
mogten worden aangelegd , daar dan eerst de nn reeds ver-
beterde we^n ten volle aan het doel znllen beantwoorden.
Omtrent Noord-Holland geeft de Commissie nit dat
gewest het volgende berigt:
In Gooiland is de toestand der wegen over de heide
bifzonder slecht, en het is alleen aan de najaarsziekten ,
welke het reizen van geneeskundigen veroorzaakten, te dan-
ken, dat daarin eenigzins voorzien is. In het 2* district
wordt die toestand als voldoende opgegeven. Te Aals*
meer is .de Uitèrweg aan het westen van het dorp gedeel-
telijk met puin verhoogd , ten einde te voorkomen dat die
niet weder overstroomd worde, als in het vorige Jaar het
geval is geweest. De vaarten in die gemeente worden op
behoorlijke diepte onderbonden, terwijl de drooge zomer
het bewies heeft opgeleverd van het belang, om de gewone
schouw nog tot andere vaarten uit te strekken , en hier-
door aan den boezem van Rijnland vrijeren doorstroom te
bezorgen.
In het 3«. district zijn de wegen en vaarten in behoor-
lijken staat; de schulpweg tusschen fFtjk aan Zee en de
Beverwijk is thans in orde en een groot gerief voor het
Digitized by
Google
174 TOESTAND van WEGEN en VAARTEN.
dorp; oen , gedeelte Tan den binaenweg in de Gemeente
Heemstede is gehoogd , gepuind en begrind , hetwelk dit
jaar tot naar Haarlem zal vervolgd worden.
In het 4* en 5« district wordt bij voortduring aan de
verMeriog der wegen gewerkt; de voorgenomen acholp-
weg van Alkmaar naar E^mond op den Hoef is voltooid
en de kosten z^o dajEU'van « roet behulp van subsidie der
Provincie, door de stad Alkmaar gedragen. Ook is de
schnlpweg langs den Hugowaardschen djjk tot aan ür-
sem gelegd voor rekening der Provincie, behalve eene
aanzienliyke subsidie van Alkmaar. Vermoedelijk zal in
1847 een zijtak tot aan de Ueusbroekerbmg voor rekening
van Alkmaar worden gemaakt*
De Zigpe geeft op , dat puin , straat en schulpwegen ,
het, geheele jaar bruikbaar z^o geweest, zoo voor rijtuigen
als voor voetgangers , ook te Winkel en Nieuw Niedorp
i« men % vooral over den nieuwen puinweg zeer te vreden ;
Barsifigerhom klaagt over den -kleiweg » die in deo zo-
mer door de aangewende kosten redelijk, maar in dca
winter onbruikbaar is.
In den Beemster heeft men twee proeven genomen , on
een gedeelte straat in de klei te leggen, hetwelk, naar
men zich vleit , geheel aan het oogmerk zal voldoen , en
in het aanstaande jaar zal vervdgd worden.
Het Departement Limmen geeft ons over dit onderwerp
het volgende uitvoerig veirslag:
Met genoegen kan .gemeld worden dat de behoefte aan
goede en gemakkelyke gemeenschap, meer en meer gevodd
wordt ; ni^t alleen toch dat in dit Departement van alle zy-
den mede wordt gewerkt om de wegen te verbeteren. In
de laatste 4Aren zijn dien ten gevolge onderscheidene we-
gen daargesteld , bedragende eene gezamenlijke lengte van
35548 ei waarvan 2000 el bestraat, 33543 el beschulpt ea
bepuind is. Hieromtrent kan het volgende geroeid wordes.
In. 1843 hebben de Gemeentebesturen van Nieuwe Aïe>
Digitized by
Google
TOESTAND vak WEGEN kn VA^^BTEN. 176
dfn*p en Winkel^ fik^ tot H. £• G. A. ^eereIl Qedepujteer*
A^ Staten van Noord -Hol land gewend,, mfLt verzoek^
«one. gnbiBidïe van. ƒ 2000 te mogen erlange^ tot het aan-
leggen van eonen puin^yeg. Door deze tf^gestane en an-
dere gelden 9 in staat geteld , hecift men de pain van de
afgebroken kerk te Winh^l aangekpcbt en daarvan «enep
weg gemankt, Jai^ roiin 15300 el» beginnende van den be-
TChplpten «eedijk te Win^^ly ioopeojde door die geheele
Gemeente , over den fFinkêle^^mi^ door Nieuwe Niedorp
tot aan de oade Siem^e Jiüéhrper mofeniogi* De weg
welke naar gelang van d?n grondslag nit een of .twee vlakke
)M9ikbige9 met fijpe puin gedekt en .daarna met 0.10 8chul«r
f0a oi^rtogen beslaat.» is. slechts 2.00 bpreed» Evenwel
voldoet deselre geheel am de beho^C^e , en doet den wensch
g^lHHren worden » dat dezelve weldra tpt het Nieuwe Nie-
dorper tferlc»i (1200 el) worde voortgezet , en door het
verbeteren van den Laanerweg (30$0 el) in den Bugowaard
.ten alle t|jde de bovengemelde dorpen en de nieuw aange-
legde polders, eeoe goede gemeenschap verkrgge met de
lange d|^kep^v^<^rp^nian alzeo met Alkmaar.
In 1^44 icyn van wege het: Bg^ de jaagweg en de stortgron-
jden bewei^ten het Nooj^d-Hollandsch kanaal tusschen Alk-
maar euSckoorldam h^Hchulft, waaj^door de moeyelyke en
gevafurlijlf:^. weg door het dorp . Koedijk wordt verorden ,
en de groote maritipie wegenpqstroate, tusschen ^/iimao?*
em het. Niey*we diep thans ; geheel is voltooid* Deze weg
Jieeft op eenige plaatsen verbreediog en ophooging benevens
verai|deriag vgn bruggen enz-,, yereischtj en is hy^, publieke
aanneming vpor / 38200 bf^teed en op den 18 October
1844 voor. het publiek. opengesteld* Dezelve bestaat uit
eene aarden baan, breed fnin^rt^fis 10 el; waaropeen schulp-
weg lang 8770 el breed 4,00, van 2 vlakke lagen met
gemiddeld 0,10 schulpen bedekt*
In 1845 is door h^t -Gem^eiitehestuur van Wyk aan zee
eene geldleening .geopend, ten einde den bestaanden weg
Digitized by
Google
176 TOESTAND vin WEGEiN pn VAARTEN.
tastchen de Beverwijk en eerttgenoemd dorp tot bet atimd.
door eehen schnlpweg te rerbinden. Vooral het drukke
verroer van schalpen, totschen dese plaatsen gaf aanleidiDg
tot dese onderneming waarbij het bonwen van een tolhau
en Gemeenteraadkamer, en het beetraten van een gedeehe
van het dorp Wijk aan Zee werd gevoegd. De w^ is
met deszeir* zQtak naar Zee 5155 ellen lang, breed 4,00
en bestaat nit twee vlakke briklagen met gemiddeld 8,125
schnipen bedekt. De bestrating in het dorp Wyk aan Zee
is lang 230 el, breed 3,00 en moet even als de weg, voor
bet dorp als een groote verbetering beschouwd worden.
Het drakke gebruik dat zwaar beladen, en immer aehter
elkander in hetzelfde spoor rijdende sdiulpkarren van de-
zen weg maken , maakt een Irostbaar onderhoud noodsakelgk.
Sedert langen tijd waren klagten geuit over den sleehtea
staat, van een gedeelte des wegs tusschen Mkmaar en
Hoorn ^ en wel bepaaldeigk, over het gededte tusschen
den Huigendijk over Oterleek en Rustenbnrg naar Ursem.
Dit gedeelte lang 8058 el , was het eenige dat tusschen
genoemde steden in de laatste Jaren niet verbeterd was ;
en de communicatie met rijtuigen des winters gevaarlek
en soms letterlijk onmogelijk maakte. De Provinciale Sta-
ten hebben op de jaren 1846 en 1847 sommen disponibel
^steld , welke met eene aanzienlijke bedrage van het Ste-
delijk Betuur te Alkmaar j gelegenheid hebben gegeven,
de gewenschte verbetering te bewerkstelligen. Na met de
besturen van den Heer^Hugotoaard en de Sokermer over
welken df)k de weg loopt,- gehandeld te hebben; is een
schulpwcg breed 3,50, van twee vlakke briklagen ovef<-
dekt met schulpen en kalkpuin , voor de som van f 33400
besteed en op den 11 October 1846 voor het puUiek ge-
opend.
De verbetetering van den uiterst slechten weg door de
polder Hensbroek y wordt in ernstige overweging genoaieii
zullende daardoor de straatweg van Opmeer en Opdam ,
Digitized by
Google
TOESTAND van WEGEN en VAARTEN. 177
met den Heer Hugtnvaaral-difk in verbinding gesteld wor-
den. Zpodra dit geschied , heeft het Stedelijk Bestuur van
Alkmaar op sich genomen » laatstgenoemden dijk tusschen
de Heusbroekerbrug en Rustenburg; ten koste der Stad
beschulpen, en zal men sich kunnen verheugen , hetnoor-
debjk gedeelte van Noord- Holland, met het zuid-wes-
telijk gedeelte, in gemakkelQke gemeenschap gesteld te
zien.
Meer en meer werden de bezwaren , tegen het transport
vau de Egmondsche visch, over Limmen en Akersloqi
naar Amsitrdam ingezien , en de visch dien ten gevolge
per as naar Alkmaar , en van daar in vaartuigen verder
vervoerd.
Het Stedelijk Bestuur van Alkmaar ^ dezen tak van han-
del en de gemeenschap van bovengenoemd aanzienlijk dorp *
met de stad willende bevorderen, besteedde op den 25 Au-
gustus 1845 na bekomene magtiging, de verbetering van
den weg tusschen de Hooge brug over de ringvaart van het
ügmonder meer nabij Alkmaar, en Egmond op den Hoef^
benevens ket boawen van een tolgaarderswoning , aan , voor
y2ffJ0(k Voor deze som werd de bestaande weg verbe-
terd op eenige plaatsen verbreed , op andere bogten wegge-
nomen , - en daarna over de lengte van 6260 el , met twee
lagen briJk over de breedte van 3,20 bevlakt , en nader met
gemiddeld 0,10 dikte schulpen bedekt.
Deze verbetering, door het Stedelijk Bestuur van Alk-
maar tot stand gebragt, beantwoord geheel aan het doel,
en heeft zoowel voor landbouw , vischhandel , als aange-
naam verkeer , reeds goede vruchten opgeleverd.
Eindelqk komt als verbetering van wegen , de bestrating
van den weg tusschen Egmond aan den Hoef e^n Egmond
aan Zee^ welke weg aansluit, en als verlenging mag
beschouwd worden, van den reeds opgegeven schulpweg
tusschen Alkmaar en Egmond aan den Hoef.
12
Digitized by
Google
178 TOESTAND van WEGEN en VAARTEN.
Over eene lengte van 1235 el heeft men eene nieuwe 1
gemaakt , breed 8 ellen , klimmende roet de helling van on*
geveer 100 op 1 aan de oostzijde, tot het hoogste pont , en
dalende aan de westzijde , weder met de valling van on-
geveer 200 op 1. Het maken van deze baan, waarin zel&
doorgravingen van 14 el diepte, en ophoogingen van 3)- el,
worden aangetroflfen , heeft gedorende den winter van I84S
tot 1846, aan de behoeftige inwoners van het zeedoip^
werk verschaft; en heett gelegenheid gegeven, den ooden
weg waarin hellingen van 12 op 1 worden aangetroffen , en
waarvan het hoogste pont ongeveer 6,00 , hooger dan dat
van den nieuwen weg ligt, tijdens de bestrating voordu-
rend te blijven gebruiken.
De bestrating, welke in waalmoppen, ter breedte van 4,00
'zoowel over den weg , als door het doi^ Egmand aan Zee
is geschied , heeft eene lengte van 2000 el , en is met bet
nieuwe tolhuis voor de som van ƒ14400 aangenomen , en
op eenige weinige lengte na voltooid.
Hetgroote vervoer van visch niet alleen, maar van levens-
behoeften , en vooral van schulpen , hetwelk tusschen de
beiden Egmonden bestaat , heeft eene 4 el breede bestrattBg
noodzakelijk gemaakt.
Uit het bovengemelde kan de volgende staat van verbe-
tering, van wegen in het Departement Idmmen opgemaakt
worden, als:
Van Nieuwe Niedorp naar fFiniel 6300 el
» Alkmaar naar SchoorUam 8770 » 3820O
» Beverwijk naar Wijk €uin Zee 5155 » 18400
» den Huigendijk naar Ursem 8058 » 33400
» Alkmaar naar Egmond op den Hoef 6260 » 2O700
» daar naar Egmond aan Zee 2000 » 14400
Betrekkelijk verbeteringen en wijzigingen aan kanalen
en vaarten , valt veel minder dan b(| de wegen op te ge-
ven , alleen kan men noemen de onder handen zijnde nit-
ruiming van de Zijper doorvaartslnis.
Digitized by
Google
TOESTAND van WEGEN en VAARTEN. 179
Nadat voor eènige jaren door andere meer doelmatige midde-
en dan yroeger, de polder de Zijpe^ bij eventuele opzetting van
water in het Noord-Hollandsch Kanaal , tegen overstrooming
{•waarborgt* is , heeft het Departement van Binnenlandsche
saken tot de nitraiming van bovengemelde schotbalken-
slnis besloten. Voor en aleer men met de afdamming eH
droogmaking dezer slais konde aanvangen, ismen genood-
zaakt geweest een hnipkanaal van 6,28 -f. AP. diepte daar
te stellen, om de scheepvaart op het Noord-HoUandsehe
Kanaal niet 4e belemmeren. Dit werk, hetwelk voor de
som van ƒ 13,900 is aanbesteed, was met 1 Jannarij 1846 ge-
reed* De afdamming , welke daarna voor de som van ƒ 15700
besteed was, werd voltooid, en de beide landhoofden tot
de diepte van ongeveer 5,00 -f. AP. afgebroken , toen op den
8 Mei 1846 onverwachts de geheele put, niettegenstaande
de vele genomen voorzorgen, vol water liep.
Door het stuk heljen en opvisschen van het nog overge-
blevene hinderlijke metselwerk, is men inde totale oprui-
ming geslaagd, en heeft men gegronde hoop dat dit werk
in den loop van dezen zomer geheel zal voltooid zijn.
Door deze kostbare werkzaamheden zal alzoo aan het
groot Noord-Hollandsche kanaal eene groote verbetering
toegebragt, en de sluis opgeruimd zijn, die voor de klei-
ne scheepvaart nadeelig en aan het spuijen door het kanaal
hinderlijk was; daarenboven dikwijls door groote schepen
beschadigd werd en schade aan groote schepen toebragt,
en zelfs hg sommige gelegenheden van wind en stroom , den
doortogC van groote schepen tijdelijk belette.
Door de indijking van den Anna-Paulowna polder is de bin-
nenlandsche scheepvaart tot aan de Ew^cksluis, dat is
over eene lengte van ongeveer 5000 Ned. el, door het af-
gesloten Oude veer uitgevloeid.
Deze vaart zal voor diep geladen binnenschepen, wan-
neer de nieuwe polder in cultuur is gebragt, in het ver-
volg groot gemak opleveren, waartoe de daarstelling van
Digitized by
Google
180 TOESTAND van WEGEN en VAARTEN.
een jaagpad lang het Oade Veer en het nu reed« noodza-
kelijk uitdiepen van de groote sloot in de Zijpe^ xeer be-
vorderlijk zullen siJD.
Als zeer wenschelfjke verbetering van communicatie kaa
men opgeven , de daarstelling van een weg tnsschea ÏFesl-
%aan en het Assemer tolhek , waardoor de volkr^ke Zaan-
streek met den ^straatweg der 1* klasse N». 4 zonde in
verband gebragt worden. Naar men verneemt zijn reeds
dodmatige plannen daarvan opgemaakt, en wordt er ge-
tracht de noodige gelden tot de mtvoering bijeen te brengen.
De gewone vaartuigen van Alkmaar naar Ztzandam en
Nauema bestemd, geladen met kaas of andere goederen,
zQn genoodzaakt thans over het Alkmaarder- of Lange
meer, tusschen het Noord-HoUandsche kanaal en de Mar-
ker-vaart gelegen , te passeren. Dit brengt vooral bij ruw
weder of stilte groote vertragingen en ongerief te weeg,
en de regering van Alkmaar was daarom reeds vóór on-
geveer 17 jaar bedacht op het doen graven van eene vaart
uit het Noord-HoUandsche kanaal, een weinig bewesten
Wesi'Grafdijk door den ITo^er-polder naar de Marker- vaart
waardoor de vaartuigen van Nauema tot het Nieutue Diep
een geregeld en doorloopend jaagpad zonden verkregen.
Dit plan, hetwelk waarschijnlijk destgds door gebfek
aan fondsen is uitgesteld, is in het jaar 1843 weder ter
sprake gdcomen. Deze doorgraviog zoude thans na het
verleggen van den vlotbrug te tFest*Grafdijk^ en het ver-
plaatsen van den bragwachterswoniag minder kostbaar zijn
dan vroeger; .waardoor de hoop geboren wordt, dat deze
vaart spoedig door vereenigde krachten van Steddyke en
Gemeente-besturen, benevens van de Provincie en het Rijk, zri
worden tot stand gebragt , te meer daar men tevens in de
gelegenheid zoude zijn , den weg tusschen Knollendam en
Alkmaar merkelQk te verkorten en te verbeteren.
Volgens de Provinciale Commissie van Utrecht begin-
nen reeds sommige Besturen in te zien , dat het van W
Digitized by
Google
TOESTAND van WEGEN en VAARTEN. 181
lang is , wegen aaa te leggen , welke hel spoedigste tot den
spoorweg leiden, en zij vormen ten dezen einde dan ook bereids
plannen ; zoo als b. v. te Baam waar men eenen weg traclit
aan te leggen^ ten einde tot de ijzerbaan te ^Tet^/ te naderen.
Volgens de berigten van de Provinciale Commissie
van Gelderland zgn meest alle wegen in eenen goeden
staat. De nieaw aangelegde grindweg van HcUiem naar
Appeldoorn is thans in eenen zeer goeden staat, en wordt
▼an Zwolle naar Arnhem vri| druk bereden. Een grind*
weg van den Zuiderzeeschen straatweg , door Bameveld
en Lunteren naar Ede^ is aangevraagd en toegestaan.
Met verlangen ziet men te Wtnterswyk en Aallen de
eindelijke vaststelling te gemoet van de ontworpene wegen
naar de Prnisische grenzen*
Het plan voor de verlenging van het griftkanaal van Ap*
peldoom op Dieren^ wordt door de ambtenaren van den
AVaterstaat onderzocht.
Volgens berigt van onzen Correspondent, den Heer W.C.
H. Staring, is het plan van waterloozing voor het Arron-
dissement Zutpheny waarvan hij ons vroeger berigt gaf
(zie Verslag over 1845» bl. 126)9 thans gereed en ter per-
se , ten einde bij de aanstaande Vergadering der Staten in
overweging te kunnen worden genomen.
Het Lid Correspondent» C. W. A. Geave van Btlandt
TAN Marienwurt, dcolt ons het volgende omtrent de we*
gen en vaarten uit z^jn correspondentschap mede :
~ De straatweg van af Geldermalsen tot Culenborg is afge-
werkt en voor het pubUek opengesteld, en er bestaat hoop,
dat dezelve van Geldermalsen af tot den Bosch gemaakt
zal worden.
In het Graafschap Gulenborg is een nieuwe grindweg
aangelegd» van dQ stad af tot aan het territoir van den
polder Beesl. Het is te bejammeren dat de bekrompene
.denkbeelden van de ingezetenen dezer laatste plaats, de
oorzaak zyn , dat deze weg op het territoir van Beesl niet
Digitized by
Google
182 TOESTAND van WEGEN en VAARTEN,
voortgezet wordt , waamit handel, nQ verheid en landbonw
veel voordeel trekkeo souden; vooral, bijaldien de wegen
in den polder van Rumpi veri>eterd werden, waardoor eene
geregelde communicatie op Z. Bommel en op Asperen kondo
daargetteld worden. Maar het polderbeatuor van Buw^
schijnt, tegen de bestaande verordeningen aan, geregtigd
te sijn, om sijne wegen in eenen onbruikbaren staal te
laten.
Tot heden toe schQnt het Gouvernement van dit Bijk
sich de klaglen der ingeseteocn, over de slechte oitwate-
ring der Lingej niet aan te trekken.
De Provinciale Commissie van Landbouw in Over^ssel
schijnt meer te vreden te eQu over den staat harer w^;eB
en vaarten. Over het algemeen, zegt deze Commissie, ka»
men zich in de meeste deelen dezer Provincie over goede
wegen verheugen; dezelve worden bij de veideeling der
woeste gronden behoorlijk aangelegd, zoodat de boerscb^ïs-
wegen meestal aanmerkelijk verbeterd zijn. Men mag thans
met eenigen grond de hoop voeden, dat de geprojecteerde
grindweg van Sieenwyk naiir Oldemarki in het vidgende
jaar begonnen en voltooid zal worden. Als byzonder be*
langrijk ook voor den landbouw wordt beschouwd, de tha^
in werking zijnde kunstweg van Almelo op Ooimarsum.
De vaarten zijn in goeden welstand; men beklaagt zich
echter, dat de afwatering der verdeelde Markegronden , b^
gebrek aan kanalen, veel te wenschen overlaat. In het
zesde district, in de gemeenten Wtjke, Olsi en Diepend-
veen , die voor den overloop van den Soippelingsdijk bloot
liggen, heeft men dit jaar zich wederom zeer over dien
last te beklagen gehad; eene geringe verhooging van den
Overlaatsdijk, onlangs bewerkstelligd, kan misschien eene
enkele maal het overloopwat^ afweren , doch telkens wan-
neer die overlaat werkt, is de slechte toestand der water-
leidingen in dat district oorzaak, dat het land veel langer
dan noodig was , door het overlaatswater bedekt is. Ook
. Digitized by
Google
TOESTAND van WEGEN en VAARTEN. 183
de gewone waterafleidingen vorderen hier en daar nog ver-
beteringen, vooral in de gemeente O/t/, waar deselve op
meerdere punten slecht knnnen genoemd worden, hetwelk
veel nadeel aan de landi>onwer8 en grondbezitters toe*
brengt.
De Commissie in Groningen geeft ons ook over de
wegen en vaarten het volgende breedvoerig verslag:
Naar luid der Provinciale Commissie van Landbouw in
Groningen worden in die Provincie alle hoofdwegen , in
volkomen goeden staat gehouden en vbb tyd tot tyd aan*
merkelijk verbeterd , tot groot gerief der ingezetenen , en
voordeel van den Landbouw* Zoo is de kunstweg van
j^ppingadam naar SlocAteren thans geheel gereed , en vol-
doet in eene belangr^ke, daar bestaande behoefte; vooral
nu die weg van Slachieren ook doorgetrokken is naar Noord-
broek j waar hij in verbinding is met den groeten straat-
weg van Groningen over Winschoien^ naar de Duitsche
grenzen. Deze laatste weg is geheel voltooid, en in ge-
bruik van Groningen tot Winschoten , en van daar tot aan
de Duitsche grenzen , met uitzondering van een klein ge-
deelte tusschen Beerla en Nieuw Beeria. Het laat zich
dus aanzien, dat in deze belangrijke Communicatie eerlang
geheel zal voorzien zijn , daar men ook in Oosivrieeland
druk bezig is , aan de aarde baan van Bonda naar IFeener
en de weg van Weener naar de Noord ^ ook reeds aanbe-
steed is , zoodat men , als dit alies gereed is , over goede
straatwegen van Groningen tot Oldenburg en verdeir zal
kunnen razen.
Van uit de stad Groningen , heeft men een deel puinweg
aangelegd naar den Horenschen dijk. Wanneer deze weg
kon worden voortgezet , tot Eelderwolder en verder op
in Drenthe, zoude dit voor de hier hoogst gebrekkige
gemeenschap met Drenthe, allezins wenschelijk en voor
de. stad Groningen y als belangrijke marktplaats van vele
voortbrengselen van den Landbouw, van groot gewigt we-
Digitized by
Google
184 TOESTAND van WEGEN en VAABTEN,
zen. Er zijn nog onderscheidene projecten van wegen
die genoegzaam bewijzen , hoezeer de aandacht op dit ge-
wigtig onderwerp gevestigd is; maar waaromtrent op dit
oogenbltIC) nog niet genoeg met zekerheid berigt kan^ worden.
In den toestand der groote vaarten en afwateringen , i»
geene verandering van eenig aanbelang voorgevallen. De
waterlossing op het Reitdiep blijft gebrekldg, en de on-
diepte en de vele bogten van dit vdarwater beletten bet
tot stand brengen , van eene geregelde stoomboot-vaart vao de
stad Groningen op Londen 9 dat voor den nitvoer van ve-
le voortbrengselen, van onzen gewestelij ken Landi>onWy
van het allerhoogste gewigt zoode wezen. De aandacht
van het Provinciaal Grouvernement blijft wel op verbeterin-
gen, in dit Reitdiep gevestigd, maar afdoende verandering
gen schijnen niet wel tot stand te kannen komen , dan na
eene volledige afsluiting van het Reitdiep van de zee; het-
welk weder niet wel l>eslist kan worden , voordat er over
de geprojecteerde kolossale indijking van de gansche Laa-
werzee en das van den geheelen mond van het Reitdiep
een besluit genomen is.
Intnsschen lijdt de geregelde afstrooroing van het water,
vooral bij langdurigen regentijd , hierbij grootelijks , en ir
het naar ons inzien te vreezen , dat de uitvoer onzer pro-
ducten steeds minder onmiddellijk , en meer en meer over
Vriesland, en bepaaldelijk over Harlingen^ zal plaats
hebl>en.
Men vraagt alzoo of de vroeger wel eens geopperde
plannen , om alle afwateringen , meer en meer noordoost-
waarts in het diepen , niet aanslijkende strooml>ed van de
Eems te * doen plaats hebben , en het verbreden van hel
vaarwater van Groningen ^ naar Belf%yl^ ook voor zee-
schepen en het aanleggen van eene stooml>oot, van Belf%gl
op Londen , thans niet op nieuw alle aandacht zoude ver-
dienen?
In den DoUarl is door de Maatschappij , tot inpoldering
Digitized by
Google
TOESTAND van WEGEN en VAARTEN. 185
▼an den Dollari , Nederlandsch gedeelte , een groote dam
gelegd tot slijkaanwinning , om te dienen tot eenen grond-
slag, waarop, een volgend jaar, de indf)king van den
Nienw^Reiderwolder polder, lal. kunnen geschieden.
Wanneer die indijking zal voltooid zijn , en welligt an-
dere gedeelten van den Dollari^ daarmede in begrepen
-werden , kan er waarscbijnlijk , indien de onderscheidene
daaïin betrokkene besturen tot eenstemmigheid te brengen
waren , ep eene zeer doeltreffende wijze voor de thans zoo
gebrekkige afwatering van het Westerwoldsche , BelHng' .
wolde en omstreken gezorgd worden , door een groot wa-
ter af voeringskanaal door dien nieuwen polder heen, en
door de landpunt van Reide ^ roede, in bet daar diepe
stroombed van de Eems y uit te bvengen; iets, dat voor
dit Gewest, gewisselljk eene zeer groote aanwinst zoude zijn.
De waterloozing toch, van dit groot gedeelte onzer Pro^
vincie is , door het steeds op nieuw toeslijken van de ma-
den of buitenwaardsehe uitmondingen , ^ der zeêslaizen,
door welke de Westerwoldsche Aa , haar water moet ont-
lasten , steeds als hoogst gebrekkig te beschouwen.
Onze Correspondent de Heer Billroth te Noordham
vermeent , dat het voor de belangen van het Westerkwartier
wenschêlijk zijn zou , dat er een kunstweg aangelegd werd
van Noordhorn naar de Roode Haauj hetwelk de com-
mnnwatie met het Hunsego distriet ook in slechte tijden
zoude bevorderen; deze correspondent vreest echter, dat
het daarstellen daarvan nog lang tot de vrome wenschen
zal blijven behooren.
De Provinciale Commissie van Landbouw in Drenthe
heeft nog niet gezien» dat er gevolg is gegeven aan hare
zoo dikwijls geuitte wenschen en waarvan wij io ons laat-
ste verslag ook gewaagden. Het onderzoek van de plans
over de spoorwegen door, en de kanalen in deze Provin-
cie schijnt nog niet te zijn afgeloopen, zegt deze Com*
missie, althans zgn de werken aan de sppor wegen nog niet
Digitized by
Google '
186 TOEST. VAN WEG. kn VAART. — AANMERK.
begonnen en de in het Toorjaftr 1846 gestaakte werkiaaiii>
heden aan de kanalen nog niet weder hervat. Met behuig-
stelling ziet men den uitslag van dit ondersoek te gemoet
Met den aanleg van een gedeelte van den Provincialen
weg van Assen naar de grensen van de Provincie Crrtn
ningen bij BareveU^ die geheel van keigen xal worden
vervaardigd en waarvan de bovenste laag verbrijseld sal
worden , is men thans bezig. Voor het overige worden er
geene belangrijke verbeteringen aan wegen tot stand ge-
bragt.
43. AANMERKINGEN. Door het Departement Itel/i
wordt vermeld, dat de Heer J. Groenewegen te Soeier^
mecTy om de slakken te vangen^ gebruik heeft genaakt
van het middel , door den Heer D. Buizb te Axel^ aan-
geprezen, om nameiyk koolbladen langs de greppels en
slooten en in de voren neer te leggen. Door den Heer
Baron van Brakel werd, om de slakken te dooden,mee<-
kalk gebezigd. Op 1 bunder 30 roeden werden 13 mod*
den verzaaidy waardoor niet alleen het koren werd ba*
houden, maar het gewas ook buitengewoon sterk en goed
van' schot was.
De Heer E. C. Enkiaar, te Zeist ^ berigt, dat z^nt
Landhuishoudkundige School , nadat dezelve aldaar ia ge-
vestigd, eene aanmerkelijke uitbreiding, zoowel wat het
onderwijs als het getal leerlingen betreft, heeft ondergaan.
Het getal van deze was tot 10 geklommen, alle jongelie-
den uit den eersten burgerstand, die zich uit vrije keuze
aan den Landbouw willen toewijden, en wier ouders óf
reeds aanzienlyke grondbezitters zijn, &f genoegzaam ge-
goed zijn , om hunne zonen eene bezitting te kunnen ver-
schaffen.
De Provinciale Commissie in Gelderland maakt met
zeer veel lof gewag van de darschmachine met losse vleu-
gels t uitgevonden. door den Heer A. F. van Rtkberk u
Digitized by
Google
AANMERKINGEN. 187
Buren j welk werktuig niet alleen vele landlieden zich
hebben aangeschaft, maar ook naar het buitenland is ver-
zonden.
De Provinciale Commissie in Overijssel wenscht, bij
de hernieuwde mislukking van de Aardappelen , de aan-
dacht te vestigen op de bruine boonen, als bijzonder ge-
schikt om in dat gemis te voorzien, daar zij een goed
voedsel zijn, op zandgronden welig tieren en eene ruime
opbrengst opleveren.
Door de Provinciale Commissie in Groningen wordt
het navolgende medegedeeld:
»Het is waarschijnlijk, dat de in de laatste tijden groo-
tel^ks vermeerderde uitvoer van Vee en veleriet andere
producten, eenige wijziging in het stelsel van Landbouw
alhier zal te weeg brengen. Hierdoor zal welligt eenige
vermindering plaats grijpen in de teelt der Aandelgewas-
seuy vooral van het Koolzaad ^ in verband ook met de
verhoogde waarde van alle levensmiddelen en met het ver-
minderd gebruik van olie , uit hoofde van de toeneming
der verlichting met gas, welke wijziging voor het duur-
zaam behoud der vruchtbaarheid van den bodem ia Neder'-
land waarschijnlijk nuttig zal wezen. De verandering in
de wetgeving in Engeland kwam , bij den in het algemeen
geringen oogst van dit jaar^ eenigzins ongelegen, maar
zal, zoo wij vertrouwen, op den duur als eengroot voor-
deel vobr dit gewest beschouwd worden."
Eindelgk moeten wQ hierbij voegen, dat in zeer vele
rapporten gewag wordt gemaakt van het groot aantal mui-
zen, welke dit jaar op onderscheidene plaatsen , als een
algemeene ramp beschouwd worden.
Digitized by
Google
B IJ L A G £ D.
Anna Paulayma-polder in Noord^UollancL 1846.
De werken ter daarttellio^ ran den Anna Paulowna-^lder io Noord-
Holland, zijn in het ibani bijna a%eloopen jaar 1846 krachtdadig Toort-
i;czet. In het verslag dien betrekkelijk in het jaar 184^ g^gCTen, is de
geschiedenis Yan deszelfs eersfe wording eenigzins ontwikkeld, eo in
eeoige algemeene trekken geschetst, Tan boe Teel omTang deze ooder-
Uel zal dus thans Toldoende zijn te Termelden , hoe Terre m^ daar-
mede is gevorderd, en wat men zich voorstelt in het aanstaande jaar ten
dien opzigte te Terrigten.
In bet Troege voorjaar van 1846 werd, onder begunstiging van daar«
TOor zeer geschikt weder, een aanvang gemaakt met de bedijking van
het oostelijk deel des polders. Uit hoofde Tan de lagere ligging der Ier-
reioen en de noodsakeltiklMid om twee diepe geden, het Oude Veer en
liet Lotmeer, te digten, wat dit wefk Tan eenen geheel anderen aard,
dan dat hetwelk ter omdyking Tan het westelyk deel, waarvan de gron-
den dagelijks met laag water droog liepen, in het vorige jaar was tot
stand gebragt Zeer kostbare zinkyierken moesten hierbij plaats hebbeo,
terwijl* de dijken , ter gezamentlijke lengte Tan 6500 ellen , geheel op
rijzen-stukken zijn aangelegd.
In den aanvang werd bij de digting Tan den mond Tan het Oude Veer,
alwaar over eene lengte van ongeveer 300 ellen, eene gemiddelde diep-
te fan 7 ellen onder vdzee werd gepeild, en tot welk werk ruim ccnc
Digitized by
Google
IGSE
>ijineii
BDE
MFRKIMCUÏ!]!^ -
Digitized by
Google
Digitized by
Google
ELHEm
BTerd, (wort ran het
Maatschap
4
i
i
Digitized by
Google
^
Digitized by
Google
Bijlage G
I VOORl
Digitized by
Google
Digitized by
Google
B IJ L A G E N: 189
lonne goiids was benoodigd, van tijd lot tijd eenige moeijelijkheid on-
denronden door bet ongestadige Tooijaarsweder, doeh later, na de plaat*
ging der onderste lagen, ging alles zeer geregeld door, zoodat dan ook
in het midden van Junij, de geheele oosfpolder door eene kade van de
zee was afgesloten , en in het laatst van October de dijken , op de bij de
bestekken bepaalde hoogte , waren afgewerkt Detelre zijn thans op de
gewone zeedfjks-hoogte gebragt, en Toóral op de het meest aan den
golfslag blootgestelde punten, met zware steenglooijiagen voorzien.
De zeeslnis werd ook, zoo spoedig het saisoen zulks toeliet, ter ver-
dere voltooijing onder handen genomen. DeteWe was op den daarvoor
bepaalden tijd, zijnde 1 Jdij, tot doorlating van water geschikt, en is
thans geheel voltooid. De scheepvaart heeft alzoo daarbij geene de min«
ste stoornis ondervonden.
De geheele zeewater-keering, hebbende eene totale lengte van 13000
ellen, is dus thans tot stand gebragt, en zonder zeer buitengewone om-
standigheden zijn daarvoor geene bezwaren te vreezen. Tot dus verre
was het najaarsweder vrij kalm en zonder noordweste stormen, zoodat
ook geene de minste schade aan de nieuwe werken is ontstaan. Jn het
aanstaande jaar zullen daaraan nog eenige ophoogingen en verzwaringen
ten gevolge der aan nieuwe w«rken eigene inklinkingen der gronden moe-
ten plaats hebben, waarna men zal kunnen rekenen, dat de nieuwe lan*
den voor bet vervolg een rustig en zeker bezit zullen uitmaken.
Het bestaande westelijk deel des polders heeft in het afgeloopen jaar
bereids een meer met deszelfs bestemming overeenkomend aanzien ver-
kregen. In Maart 1846 werd publiek aanbesteed, het maken van de
noodige slooten, tot vraterloimg en onderlinge aftcheiding der landen
en wegen, zulks in het begin van Junij geweest zijnde, koude schei-
ding en toewijzing van de eerst verkochte duizend bunders op den 3 Ju-
nij plaats hebben, en werd als toen gerekend, dat de polder meer bo«
pacold was geconstitueerd.
Nadat de gronden geheel van water bevrijd en opgedroogd waren,
kwam het aan sommige aandeelhouders voor^ dat dezelve niet uit dien
zwaren kleigrond bestonden , als men zich aanvankelijk had voorgesteld ;
hoezeer andere van oordeel waren, dat de zich daarin bevindende zavel-
deelen, niet van nadeeligen invloed konden zijn op de vruchtbaarheid,
maar integendeel gelegenheid gaven tot meer spoedige uitTersrliing en
in kuituur brenging. Sommige meench zelfs op grond van ondervinding,
dat daarvan in gewone jaren met meer zekerheid eene goede opbrengst
kan worden verwacht, dan van de kleigronden van de zwaarste soort,
die hoezeer ook bij daarvoor gunstige jaargetijden, dat is eene juiste
Digitized by
Google j
190 B IJ L A G E H
vcrdeeliDg ran vodit en wannfe, eeoen buiteogewoneD oogit kiiDBevde
oplevereD, bij eene minderr gelukkig afwuMliog Tan weèr^geileldlieid,
meer am miigwaa bloot slaan.
De Maatschappij tot indijking maakte dan ook geeoe zwarigheid om
, met toodanige koopers, aan welke die iigte gronden waren to^ewezcn^
in schikkingen te treden , die thans tot aller genoden £ijn geteraüneerd^
en waarbij werd bepaald, dat die landen tegen restitutie tan den koop-
prijs en de daarop Terloopen renten ad 5*/o, door de Maatschappij Mm-
den worden teruggenomen, daar het buiten allen twijfel is, dat bijeeoe
behoorlijke bewerking, daartan mime Truohten lijn te Terwaobten»
De bemalingtmiddelen toot dit gedeelte bestaande uit een stodmw^
zelmolen Tan ongeveer \% paardenkrachten , en eenen windTijaefaDoleB
yan de grootste afmetingen, waren mede in het wxMJaar gereed, zoodal
de landen yroegtijdig van het OTerfollige water zijn ontlast.
Deze werktuigen zijn voortdurend in den besten staat , zoodat ook reeds
zeer spoedig na de toewyzing van ieders aandeel, een aanvang met de
begreppding en verdere gereedbrenging ter bebouwing vrerd gemaakt
In het najaar zijn na behoorlijke beploeging, door drie of vier eigena-
ren proeven genomen met de bezaaijing van winterkooliaad, xoodaC een
honderdtal bunders deze bewerking beeft ondergaan. Vooral op de ligt-
ste grondsoorten slaan die vruchten aanvankelijk vrij goed, en laat zich
daarvan bij niet te ongunstige weersgesteldheid eenige oogst verwaditea.
Ook op de aan de Maatschappij toebehoorende gronden , b eene proe-
ve omtrent de culhrar genomen^ met zomei^rst en haver, heldeen
ediler uit hoofde van de groote droogte, die vooral na de late zaaginf
hinderlijk was, nog weinig resultaat heeft opgeleverd.
Vooral heeft men er zich er op toegelegd , om de krsdit der dgen-
Kjke zandgronden te beproeven ; en daardoor de zekerheid verkregen dat
de verwachtingen, welke daaromtrent werden geroemd niet overdreren
waren.
Koolzaad, tarwe, rogge en garst ia daarop uibmmtend ontwikkdd.
Deze winlenaden bebven veel , indien de afwisseling Van dooi en vont
daarop niet nadeelig zal werken^ doch in allen gevalle is hier door be-
wezen dat er groeikracht in overvloed aanvrezig is, om deu landen
zonder bemesting, qioedig in vruchtbare weiden, vooral voor de acha-
penteelt te herscheppen.
Zoo spoedig zich daar de gelegenheid voordeed, beeft men bqiroefil
putten te boren, en wel met een zeer gelukkig gevolg. Het voorkomen»
de water gevonden op eene diepte van ongeveer zes ellen , onder den
^wonen grondsbig, was terstond voor het vee getdiikt; en wordt thans
Digitized by
Google
B JJ L A G E N. 191
reedf uit twee potten door de werklieden gebruilL Er heeft zich ook
eene merkwaardige onutandtgheid opgedaan waardoor de vroege be<
woondheid deter landen ontwijfelbaar is bewezen (1).
In de nabijheid der zeesluia namelijk vond men op eene diepte van 1
el 50 duim onder volzee en alzoo nooit, zelfs niet met de laagste ebben
droogloopende , sporen eener vroegere veenplaa(s , zigtbaar uit regelma-
tig gegraven en met klei vol geloopen slooten , overblijfselen van turfsta-
pek, eenige onzamenhangende deelea van steenen huisraad, twee of drie
ingegravene , doch vergane waterlonnen enz. ; doch tot nogtoe geene
funderingen van woningen. Echter werd aldaar eene zoetwater geven»
de wel ontdekt, welke bij eene onfgraving bleek voorttekomèn , uit
eene ongeveer eene el beneden den grondslag nog zeer gaaf aanwezige
betmast, die eerst uitgehoold en toen in den grond gedreven scheen. De
zich in de opening geplaatst hebbende slib en veen , door middel eener
dunne lat verwijderd zijnde , heeft de wel op nieuw zeer helder water
opgegeven , waarin lich , zoo als bij een scheikundig onderzoek is gd>le-
ken, geene voor de gezondheid schadelijke deelen bevinden. Alleen
bemerkt men eenen veenachtigen smaak, die echter van tijd tot tijd
vermindert. Men begrijpt ligtelijk, dat bet aanwezig zijn van drinkwa-
ter , van zeer veel belang is , in deze aan alle zijden door de zee om-
ringde landen, waar de aanvoer van de duinzijde zeer moeijel^k is;
en gedurende het werk der omdijking, groole uitgaven heeft gevorderd.
Er is dus vrerkehjk thans een begb met het bebouwen van dezen nieu-
wen polder gemaakt.
Hier en daar beginnen woningen te verrijzen, met name vormt zioh
reeds eene kleine buurt bij de nieuwe zeesluis , waaraan den Heer Staats-
raad Gouverneur van dit gewest, die met eene Commissie uit Heeren
Gedeputeerde Staten tweemaal eene naanwkeurige inspectie van deze wer-
ken heeft genomen, wel zijnen naam heeft willen schenken, en alioo
de Vtm Ewijchs-êlms wordt genaamd. Ook in het midden van den Polder
bij den eerst gebouwden watermolen, vestigen zich lieden, die er niet
aan tvrijfelen om aldaar in het vervolg een behooilijk middel van bestaan
te vinden.
(1) Men zal zich herinneren dat ook de belendende polders , de Zijpe en
de Wieringenoaard ^ te gelijk met de thans ingedijkte landen, volgens hel
algemeen gevoelen in het laatst der XII eenw werden overstroomd. De Zype
werd op nienw omtrent het jaar 1568 , en de Wieringerwaard m 't begin
der XYÜ eenw ingedijkt, zoo als in het verleden jaar is vermeld, vallenden-
ze landen alle met de eb grootendeels droog.
Digitized by
Google
192 B IJ L A G E N.
Ia den loop van dit jiar toonde ook Z. M. de Konrog zijne Lijxoode»
re beUngstelling door een besoek aan den polder te geyei», bij weike
gelegenheid alles zoo veel mogelijk door HoogttdenzelTen werd besigtigd
en waarbij de toestemming werd Terleend , om bet eent Terrijzende
dorp den Koninklijken naam te geren.
De Maatschapp^ beeft tbans plannen beraamd, om in bet aanstaande
Yooijaar de meestmogelijke ontwikkeling aan den polder te geren. In-
dien hare uitzigten bieromtrent worden Yerwezenlijkt , zal Tooreerat, de
oostelijke polder in bemaling worden gebragt, en TerkaTeld op dezelide
wijze als zulks reeds omtrent het westelijk deel is geschied.
Verder is het Toomemen om de deelen der Concessionarissen owkiw
Irng te scheiden , op dat ieder gelegenheid zou hebben , zkh met ande-
re personen in Terbinding te stellen , en daardoor alle de krachten te
Tenamelen , benoodigd voor deze uitgebreide landonlginning.
Men ziet uit dit korte verslag , dat de aangewende pogingen tot bier-,
toe met een gunstig gevolg mogten worden bekroond.
Hoogst belangrijk zijn dezelve voor het gebeele land, en voor dew
Provincie in het bijzonder in deze lijden , waar alles doet omzien naw
meer uitgebreide middelen van bestaan der lagere klassen, waartoe de
Landbouw zoo uitnemend geschikt is. Veel blijft echter voor de onder-
nemers te doen , en belangstelling en medewerking is hun ononibeerlöL
Het is daarom zeer te wenschen, dat de vermogenden in den lande de
noodzakelijkheid vi^i die ondersteuning zullen inzien en hunne kapitalen
en renten verzekerd blijvende, zij zich niet zullen onttrekken, wanneer
die hulp wordt ingeroepen.
Ook de hooge Regering kan niet anders dan met behmgatettiog den
vverken gadeslaan.
De ondernemers mogen in de verzekering daarvan , in de eenCe plaats
bunne belooning vinden , en daardoor worden aangemoedigd , om op
den ingeslagen weg te blijven voortgaan , waartoe steeds vele zorgen en
moeiten worden gevorderd.
Digitized by
Google
B IJ L A G £ E.
Niéuwland' Wïeringen . 1 846.
De bedigking Tan het Niêuwkmd op het eiland Wieringen is be*
gonneii op den 1 Maart Tan dit jaar. Deze werkzaamhedeii zijn onafge»
broken Toortgezet^ zoodat reeds op den 1 September de geheele dijk
ToUooid was. De lengte Yan dezdTe is ongeveer 4684 ellai, hoog 2,75
el boven het peil van gewoon toI zee met 1,50 el knnnsbreedte die eene
tonrondte heeft van 10 duim, de buitenglooijing met eene valling van
3 op 1 . tot de hoogte van 1,35 el boven vol zee, alwaar eene berm
van 4 el breedte is aangebragt, afwaterende tot 0,60 el boven vol zee,
en verder met vallingen van 3 op 1 , geheel bekleed met een beslagwerk
van riet, rijs en tuinen, alsmede bezoding tot 1)90 bo?en gewoon vol
zee, welke den dijk voor afsbg beveiligen; op sommige plaatsen is dit
beslagwerk, nog boven het bij bestek bepaalde, hooger opgetrokken en
is men bezig ook zware steen aan den toon te brengen.
Het uitbrengen van drie wierboofden bevordert de aanslibbing van het
voorland. De ligging op het Zuid-Ooslen en Zuiden is zeer gunstig, ver-
mits het water steeds laag is, wanneer de wind pal op den dijk staat
en de bedijking door het eiland voor de meest heerschende en gevaar-
lijkste winden is beveiligd.
De molen is mede geheel af, voldoet zeer en heeft den polder volko-
men in bedwang, waarover men kan oordeelen vermits alle slooten en
greppels reeds gemaakt zijn; de molensloot en andere hoofdslooten heb-
ben 1,50 el diepte bij 8,10 el breedte. De kavelslooten hebben de
13
Digitized by
Google
194 B IJ L A G E N.
breedte Tan 21. en 3 ellen bij 1,30 el diepte terwijl de schettlootca ei
greppels Tan doelmaüge capaciteit zijn.
De molen brengt het Tvater in het ringkanaal , Tan Traar bet in lee
kan uitstroomen door eene dubbelde slub , Toor het water Tan den polder
en dat Tan de polder Tan den Siroe.
De grond beantwoordt Tolkomen aan de Terrrachting;- op eenige bol-
ders na it alles beste klei Tan 1 k 2 'ellen diepte, op den borengroid
op sommige plaatsen een weinig zaTelig, uitnemend geschikt tot bouw-
land, en niet minder in hoedanigheid dan de waard-* en groetgrondes.
Reeds zijn 100 bunders Terpacht aan inwoners Tan het eiland en wel
k ƒ72,60 en ƒ70 per bunder 'sjaars, Toor een tijd Tan 15 jaren. Het
polder-reglement is ontworpen en aan het oordeel Tan Gedeputeerde Sta-
ten onderworpen , zoodat men zich Tieijen mag dat de sanctie daarop
spoedig door Z. M. den Koning zal worden Terleend.
Deze bedijking heeft gekost ƒ 300.000; de leening is te il^MemiMi ten
kantore Tan den Notaris J. M. A. CiziDX, gesloten. De inhoud des pol-
ders is, met inbegrip Tan den dijk, ruim 472 bunders groo^i bene?»
100 ellen Toorland.
Men mag het als eene weldaad Toor het welTarende diand heicboii-
wen, dat hetzelTe door zoo Teel uitnemend bouwland Tverdt TenipiL
Eene toenemende beTolking Tereischt meer en meer uitbreiding fat
grond, en deze bedijking Toorziet dus geheel ia de behoefte der ia^
zeteneu, grootendeels kndbouTrende personen.
De TTerkeb zijn bestuurd door den Ingtnienr Tan den wnlerstaat, Jkr.
J. Ortt, en uitgeroerd door.de aannemers TiH HAirTEK, Pun ea
ScHAiM, onder het onmiddeUifk ofttigt nm dco Heer P. tak bu Stiu*
Digitized by
Google
B IJ L A G £ F.
f^erslag aangaande de Groei en Waardgronden
(zie Deel W, U. Avk , LJz. 140.)
iAn een hittorifeb oarerzigt Tan deze indijkfaig ai» de lezer» van Iwt
TijdickrHt t« ^eren, Is liel noodig te fvrmelden , dat de Heeren C J.
L» PORmiV, toen wonende \» Betferwijb^ thaca lid yan bet Departc^
ment^ en H* Kmsues , te Winkel^ in het jaar 1841 het plan vormden
>oai öencessie aan Ie vrag^ lot deae indijking, van een 1600 (al blinden
«aawië , genaamd de Waard- en Groefgronden , liggende buitendijkt in
-de Zuiderzee, aan de ooatkutt van Noord- Hol land, tnssehen de
nietiwe akiis onder de Gemeente Wieringervfoanrd ^ tot even beöoaten
de lüiwateringsluis van bei Oeeatener ambacht onder de Gemeente Boog^
woud,
Iladat de gronden in bet jaar 1843 ^ van het domein waren aange*
koeht , de oonceMie tot derïelver hidijking was bekomen en de vereiacb-
ie overeenkomaten met de v«richillende besturen , en daar langs gelegen
"poldei^ en gemeenten, voornamelijk omtrent de uidozing van bet water,
uil drie shiizen, waren getroffen, werd er in den loop van dit jaar, bij
notariële acte, in den vorm van een bargerlrjk zedelijk ligchaam eene
maat>cbaf>pi} opgerigt^ onder bet bestuur van den Heer E. T. ScslLTnreA
.van WiiUêrberg^ ibr. Mr. VL HotTfFT van VHsen^ Mr. A. J. C. Maïs
^Giftsmiifl» vao Zuid^Seharwoude , C. J. L. PoRTHAN en H. KooHBif ,
vjnde de vier eerstgenoemden leden van fcet Departement.
Digitized by
Google
196 B IJ L A G E N.
In de maand Februari) 1844 bad de openbare besteding ▼•■ alle
werken plaats , doch alras ontwaarden de aannemers , dat de werken
voor ben Tan te grooten omyang waren , en hmine finantiele krachten te
boven gingen , waarom zij, na reeds vele materialen aangeroerd, en ar-
beidsloonen uitbetaald te hebben , het werk in de maand Mei geheel
opgaven , zoodat het bestuur er toe overging om, met andere aanaemcrs
eene overeenkomst aan te gaan , omtrent het leggen van -«enen Kadgk
tot afsluiting der gronden van de zee. Twee Yijzehoolens Tan de groot-
ste soort, werden vervoilgens aanbesteed, eil bet werk ging meCTereisdb-
ten spoed voort, tot dat eenen buitengewoon hoogen vloed, den 19 An-
gustus eene belangrijke schade aanrigtte; desniettegenstaande werd de
Kadijk in de maand November van dat jaar behoorlijk opgeleverd. Ifen
ging zoodra mogelijk tot hft graven van slooten over; en trachtte door
zes kleine watermolens in den winter van 1844 — 1845 het land in den
polder, de Waard genaamd, voortdurend boven water te honden. Ge-
durende dien winter leed de dijk gelukkig weinig nadeel , en is DMn
zelfs, in weerwil van de harde en langdurige vorst, mei het tiool*
werk kunnen voortgaan , waardoor de polder reeds dadelijk in kareb van
20 bunders is kunnen worden verdeeld.
In het jaar 1845 is de dijk aanmerkelijk verzwaard, de groote zeeshns
ea de molens zijn ^RoUooid, degeheele polder van greppels, op vier eDen
afftand van eOtander, voorzien, en heeft men b^omen proeven te ne-
men voor de bebouvring, gelijk zuHcs vroeger, (zie deel XI , ter aai^e-
haalde ' plaatse) reeds is medegedeeld ; doch weinig had men tijdeM die
médedeeliDg vermoed, dat de Maatachappq tot indijking nog sleedt met
rampen, en wel van zeer. gewigtigen aard, zouden te kampen hebbe».
. De 'storm namelijk van den 11 op den 15 December 1845 bragt aan>
aienl^ke .schade te we^, aan de kruin en het' buiten beloop van dfen
verS^h opgeworpen dijk ; ruim vier kubieke elfen, gronds per strekkende
cl werden weggeslagen ; gelukkig echter bleek de grondslag van den d^
.dengdelijk te nön gevestigd, en iMrden daardoor doorbraken vooikamen.
Mei groote moeiiei en Idosten, weerden de gaten nog gedm-ende den win-
f ter gedigft en befelooi meneen^n regel paalwerk, langs een groot geded-
.10 van den dijk< asn te'. brengen, ten einde den polder tegen, verdere
stormen Ie vrape^en; •
HoeyeKjk w^ts iètusschen, na noo vele rampen, de toestand der Mam-
MJNkppy ; nxfn .had tieh veoigestdd dat de dijk zonder ateei^iooiiing te
honden .zou ' zijir, . maar het ynorgevalleilè deed het tegendeel yrceun.
Hen b«lgot echter om het 'nu eens zoo aanmerkelijk getbrderde weili geheel
ten einde te brengen, én dnartoe op nieutr fondsen U negolieren, ter
Digitized by
Google
BIJLAGEN. 197
fomma van ƒ 460,000; deto gelden werdeo grooteadeeb door de ledep
ingetchreren. Mogen d^n de winsten niet zeer aaaxienlijk zijn , ajgemeen
blijft BMi tan oordeel dat, Yoor de uitgeschoten gelden, de waarde
^ruim aanwezig zijn zal.
Na de regeling der geldmiddelen ging men OTer om den dijk , ruim
10,000 ellen langf > te verzwaren eo bijna over ^eszeUs gefaeele lengte ,
Tan eene steenglooijing , ter boogte van 2,50 el, boven vol zee, te voor-
zien, waaraan gedurende den gunstigen zomer van 1846 onafgebroken 'm
Toortgewerkt , met het gelukkig. geVolg dat over meer dan de halve leng-
te, de steeoglooijing thans is voltooid , en dat er op het ander gedeelte
nog eene betangrijke hoeveelheid steenen is aangebragt , ter plaatsing in
den volgenden lOmer , wanneer men alzoo hoopt de laatste hand aan het
geheele werk dezer gewigtige en nuttige onderneming te zullen kunnen
De g^ieele polder zal alsdan , behalve den grond voor dijken , kaden
en wegen, en de oppervkikle voor wateringen ruim 1877 bunders uil-
nemenden kleigrond opleveren , vrij gelijk op 60 Ned. duimen onder vol
zee gelegen, verdeeld in twee polders, de IFdard en de Groei , afger
scheiden door het Koïhamêrdiep ^ hetwelk , met het dijkskanaal van den
Waaitddijh en uitwateringen dier Sohager- en Niedorper^Keggen ^ Ie
zamen den boezem van den polder uitmaakt, waarop, door een vijzehno-
le^ in .eiken polder het water Wordt uitgemalen, dat dan verder door
de groole shiis gemeensdiap heefl met de Zuiderzee* Geheel afgeschei-
den Tan dezen waterstand ia den polder, heeft de Maatschappij iich ver-
bonden om de uitloziag van het water van den Praaksmaaisboezem, ^aor
de Geestener ambachtsluis langs het dijkskanaal van AtnCtroei toe te
laten én van eene mtwoterende sluis Ie voorzien.
Sedert den zomer van 1845 kan men de gronden van den fFoard^
en bet voorjaar van 1846 , zelfs de laagste gronden van den Gró^t^ als
in voldoenden staat van bemalingverkeerende, beschouwen, zijnde steeds
naarmate de weekheid van den bodem dit toeliet , de toegangen tot de
molens en slooten uitgediept en de molentogten , ter breedte van 8 en 9^
ellen en diepte van 1,50 el onder het maaiveld , de kavel en andere
slooten, ter breedte van S^ en 3 ellen op 1,20 el, aangelegd.
Dat echter de proeven ter bebouwing nog weinig gunstige uitkomsten
hebben opgeleverd, is niet te verwonderen. Deze gronden toch, nog
loo kort geleden slechts van onder het zeewater , aan de lueht hlooige-
gesteld, konden geenszins gelijk worden gesteld met dezulke, welke
reeds iedert jaren waren begroeid; ofschoon wel eenigcrmate boven de
gewone ebben gelegen , werd het water door èenen sclielprand of bank
Digitized by
Google
108 B U L A G E R.
belet , on ftMeben de €m$e xwimien^ vttór dat de fJoed weder «p-
kwam, 8«^l «f ^ loopeo; xoodat dezelve nimaier geheel Ytm wüer
bevrijd waren. Zaoiengesteld uit de Igesle aaogetUbde kleidedea, wa-
ren zij over het geheel met sêewier begroeid , hetwelk ook van elden
daarheen dreef en jaariijka verrotte , waardoor ongetwöMd de
ring voor de vruchtbaarheid der gronden xeer werd venterkt.
I» het wier alrmeatstof bekend , wmaroverender anderen Dr. R. Wnntmrr
kt z^ne aanteekeniogen op het vrerk van P. Amvm, nalourkioidige ge*
tcMedeoia v^ de kuilen der Noordcee, Ux. 305*, breedvoerig handck.
Ter diq>(e van één el , treft men voorts gemeenlijk eeoe dnnne Uag tUr-
r%0 of ree» aan , (welke in^gelijka fin den Wieringerwmard wordt ge-
vonden, en waaraan men voor een deel de uilftekeade vmdMbaaHieid
van dien polder toetehryil), veel overeenkemit hebbende met losse lange
turf en ook van soortgelijke kleur , onder welke laag weder tot eene aan-
tienlqke dieple eeie stevige klei wordt gevonden. Deze lan^ dmrriê
Kgt waarselnjoUjk ter hoogte, waar tot hi de 18* eenw de begane grond
aanvrezig was, hetwelk n af te leiden uit stokken ehenhoot, wieenige
doodsbeeoderen en uit de overblijfselen van eenen Romdnschen ranor of
we^, Waarvan de beschrijving is te vinden b^ Mr. R. PaiobaBI» in
lijne oudheid- en natuurkundige verhandeling, te Leyde» 1776 peg.
l«i— 199.
Overigens is het niet onbelangr^ deze grondslagen te vcrgehpcen met
de boringen, welke in het jaar 1772 geschied it}n, toen men ook een
plan tot indring had gevormd; uit welke vei^Q^ng kan blaken dat
er sedert dien tijd eene aanaienlöke verfaooging door slibber of Ueibe-
ainkselen heeft plaats gehad.
De grond in dra Woord is meer van genscngde Ud of lavdgrond,
dan de Qraet^ vraar de bodem uit zuivere leeklei van blaauw- graanw-
eohtige kleur bestaat , vermengd met vele tttt kleine scfaeif^, de
meeste overecnkooMt hebbende met de DoUart Ud (zie AciMiSimAinni
in ^e natuurlijke historie der Provincie Groningen, deel i, sluk i,
bh. 182 en het bijvoegsel , blz. 820, ook de besehniving der aoo scfcoe>
ne geologische kaart dier Provinde, 1889 door dcnzdfden schriiver,)
de sbeenutncKbodem van Ooetvriesitmd (vergel^ het scheiknndig on-
derzoek van Dr. E. H. ton Bidhaaijsr over de Wamd^ en Grêeignm'
4^, met de analijse voorkomende in die Badenkuude oonCijiiSmv-
«U, Leipspig 1844 pag. 530), de sHk in bet IJ en de beste kldgron>
den in den WitHugerwamrd en den Purmer.
De rivierklei daarentegen is meer geel van klenr , en met leem en
okerdcelen vermengd, dan de lOeklei in Noord -Holland} over de
Digitized by
Google
B U L A G £ N. 199
Truchtbaarheid Tan deze, zou men kunnen naslaan J* Li Faakcq yah
B£BKHUJ I^ai> Bist, Tan Bolland II, deel blz. 34 en 35 UlLlEMS^
Handb. v. Vaderl huishcudbunde blz. 190 en 400.
Ofachoon nu , Tolgens AR£K08 , NaUgesehied, van de kusten der Noords
ee€ , blz. 327 en 319 , het water in de Zuiderzee een derde mipder
zoutdeelen beTat, dan bet Noordzeewater en betzelre ter hoogte van den
polder , Teel Tan detzelis brakheid door de uitwatering Tan de in de
nabijheid liggende sluizen en Tooral door het, sedert de afsluiting op
deozelTen gevallen regenwater , zal hebben Terloren , zoo was hat toch
Tvel te Termoeden dat eene te groote hoeTeeiheid zoutdeelen in het jaar
1845 de TerroUing in den zoo Tersch uit zee Terrezen grond zoude heb-
ben tegengehouden , en de groeikracht der planten schier geheel zoude
bebben belemmerd. Het was dan ook een bedrocrend gezigt in het
midden des zomers Tan dat jaar, te naauwemood eene enkele plant^
bier en daar in den polder te bespeuren, terwijl de grond geheel met
eene korst Tan gedroogd wier was bedekt.
Van de bebouwing der gronden kunnen over het geheel nog geeoe
beslissende uilkomsten worden medegedeeld , uit hoofde Tan het groot
▼erschil Tan meening tusscben de leden der Maatschappij, omtrent de
YT^iic waarop de landen moeten worden behandeld om spoedig tot Trucht-
geTende gronden te worden gebragt.
Het gevolg bienran was, dat Telen, uitgaande Tan bet beginsel da(
de landen, door onaangeroerd, ie blijven liggen tot dat daarop, evenals
op de schorren in Groningen en Zeeland zich in voldoende hoe-
Teeiheid het kvveldergras vertoonde, het ^)oedig8t Toor de kultuur ge*
schikt zouden worden, aan de ben te beurt geTallen gronden niets an-
ders bebben gedaan, dan dezelve Ie Toorzien, Tan vele en diepe
greppels.
Anderen daarentegen ^aannemende dat de boTengrond alleen Toldoende
groeikracht zou bezitten om Truchlen Toort te brengen, hebben hunne
landen doen omploegen, doch zoo dun, dat het gezaaide geenen toU
doenden wortel heeft kunnen schieten, en de planten bij de eerste
droogte zijn Terlept en gestorTen of blijven üreiuvn, zonder nageooeg
eenige vmcht op te leveren.
Benige weinigen waren Tan oordeel, dat zoodra de grond slechts ge»
Doegzaam Tan zoutdeelen ontlast was, hij reeds daddijk TOor de bebou*
wiog zou geschikt zijn, — dat daartoe de gronden behoorlijk moesten
worden lofigemaakt en doorgewerkt, ten einde de regen den grond zou
kunnen Terverschen en do lucht de groeikracht ontwikkelde. Hiervan
uitgaande hebben dezen dan ook hunne landen, of een gedeelte dcr-
Digitized by
Google
200 B IJ L A G E N.
zelve, Toor zoo Teel de gronden droog en vast genoeg waren om met
paarden te kunnen worden betreden, doen ploegen, en de meer wccke
door menseben met de spade doen omspitten, en alzoo in deo geest tmi
bunne stelling, dezelve aan de Trije werking Yan regen, Torst en dea
kracbtigen invloed der lucfat blootgesteld. Zij geren op dat de oitkomsl
bunne rerwacblingen niet beeft te leitr gesteld, boezeer de Trodilen de
aangewende kosten niet bebben vergoed, boofdzakelijk ten gevolge ▼■■
bet door de buitengewone droogte mislukken der zomerbeboawing, zoo
is tocb, niettegenstaande onder bet bezaaide grondéh werden gevonden ,
welke toen slecbts 3 è 4 maanden van zout water waren ontlast, door
ben, de een meer, een ander minder, winterhoolsaad, avetlaaad
tarwe en gnrst geteeld, en zou eene kleine proeve met rogge mede
aan bet doel bebben beantwoord ware bet niet dat daarin zicb ofik de
bekende ziekte bad geopenbaard. De geteelde zaden bebben, niettegen-
staande de planten door de zware bitte en sterke droogte te vroeg zgn
gestorven, eene vrij goede korrel opgeleverd en ronden grage Loopcrs.
Be tarwe weegt 71 & 72 If. ^ per mnd, geeft een bij uitstek zeer
na aan dat der poolsche tarwe komend meel, docb is eenigzins rondb-
tig van kleur. Nog in de maand Haart 1846 zijn Tele plantjes keel
aaad van de winterzaaijing in 1845 te voorscbijn gekomen, welke goede
vmcbten opleverden. De monsters van een en ander waren ter tafel in
de algemeene vergadering der Nederl. Maats, ter bevorder, r. N^erfaeid
Tan 1846. Zoo beeft kavel 1 , tacbtig mudden koolzaad en acbt mud*
den tarwe opgebragt en is dezelve dadelijk weder met koolzaad en
taiwe bezaaid geworden. Voorts is er van de kaveU 2, 8, 9, 14, 18,
19, 29, 80, 81 en 36 eenig koolzaad^ aveelsaad^ tarwe j rogge ci
Yooril garst van voldoende boedanig^eid gewonnen.
De zomerbeteeliog, waartoe de voorstanders eener dadelijke bebou-
wing bunne landen mede badden voorbereid, is, met geringe dlzoade-
riug, door de vroeg ingevallen en aanboudende buitengewone droogte
ran den zomer van 1846, geheel mislukt, zoo ook eenige kleine proe-
ven met meekrap^ erwten^ paardenhoonen en turksche tarwe \ al^
leen is er ran de haver en de garst iets opgekomen, waarvan bet
stroo zeer kort en bet beschot gering was. Bij de paardenboenem ea
turksche tarwe beeft men opgemerkt, dat zOo lang de wortel van de
plant voortwerkte in den losgemaakten en doorwerkten grond, dezelve
vrij goed groeiden; docb dat, zoodra de penworCel doordrong in den
niet losgemaakten en dus onbereiden ondergrond, de plant verwelkte,
en boezeer dezelve meestal niet dadelijk stierf, was daarbij dan verder
geen noemenswaardige vooruitgang te bespeuren -, bij bet uitnemen der
Digitized by
Google
B IJ L A G £ N. 201
plaot bleek steecU, 4al de penwortel, voor zoo ver hij in den onder--'
grond was doorgedrongen, was vervuiird.
Thans zijn in den polder ongeveer 600 bunders met koolzaad^ tar^
we^ rogge en garst bezaaid, al hetwelk vóór het invallen van de vorst
zeer welig stond; daar evenwel het gezaaide koolzaad eerst, ten gevolge
der sterke droogte, in het laatst van September en het begin van Oo-
tober is opgekomen, was dit toen nog zeer jong, en is het derhalve
twijfelachtig of hetzelve het afwisselend winterweder kan doorstaan, en
of daarvan niet veel zal wegvallen.
In het aanleggen der ploegakkers voor het winterzaad was veel ver-
scheidenheid; sommige landbouwers verkozen lange, smalle, andere
weder meer breede stukken; er waren aLkers van slechts tien el-
len breed en eenigzins tonrond opgewerkt; anderen weder werden ter
breedte van 20 of 30 ellen aangelegd en met diepe greppels afgeschei-
den. Meestal heeft men zeer weinig diep laten ploegen en vooraf dea
grond laten omhaken; sommigen waren reeds vroeg gereed om het
winterzaad in den grond te kunnen brengen, doch de gemelde droogte
l)elette de ontkieming ten eenenmale.
In den nazomer is de grond schier overal, waar dit niet door ploe-
gen, eggen of omhaken werd belet, met zeehoraal^ melde en zeeae^
ters begroeid; hier en daar merkte men eeux^ graeplanten^ paarden»
bloemen en muurplantjes op.
Ook weder in dit jaar zijn er eenige woningen in den polder ge-
bouwd en begint alles meer het aanzien te verkrijgen van voltooid
te zijn.
Moge dit een en ander thans voldoende zijn , om velen eenigzins be-
kend te maken met eene onderneming, evenzeer belangrijk op haar zelve
als om de navolging welke zij bereids heeft gevonden. De tot dusverre
bekomen uitkomsten mogen dan voor de ondernemers nog niet die voor-
deelen hebben opgeleverd, waarop men meende te kunnen rekenen; de
genomen proeven hebben het bewijs geleverd, dat de grond over bet
algemeen bestaat in eene bij uitstek fijne en vruchtbare teelaarde, alle-
zios geschikt tot het voortbrengen van alle in dezen omstreek geteeld
wordende gewassen, en men derhalve thans met grond de hoop mag
voeden, dat deze indr^ing, onder zoovele méeijelijkheden en weder-
waardigheden tot stand gebragt en behouden, binnen weinige jaren rijke
vruchten zal opleveren, en alsdan eene niet Dnbelangrijke aanwinst voor
de vaderkuidsche nyverkeid zal worden.
Digitized by
Google
B IJ L A G E G.
Omdijking van den EemHtiigf'pQÜihr ^ kei
eiland TexeL
Deze polder Rgt ten noo^OQftea. \jm. lifil Jo^Un^. th^omdijfii^J*
in 1846 aangevangen medio Mei en YoUooid in November. De dijk ii
aangelegd op eene boogte van 3 el boven gewoon toI zee , Ier breedte
▼an een et op de kruin mei een talud van 4, 3^ en 3 op 1 huittM^
en binnen van 2 op 1. De ingedijkte gronden hebben eene opperflaitt
▼an 240 bundert; daarvan zijn in den verleden zomer 80 boodert ge-
ploegd en voor de helft tweemaal met koolzaad bezaaid , zonder ereo-
wel eenf g rendement te hebben gegeven , alzoo van dit zaad niets k
opgekomen. Dien ten gevolge heeft men daarvan slecbta 10 buoden oet
'wintergar^ bezaaid, bij wijze van proeve, en zal men met de beboa^
\i1ng der overige gronden wachten tot hei aanstaande voorjaar.
DRUKFOUTE H.
In U AJgemeen VêfAig wtgent dm Staat van den Laodboow om
liet jaar 1845, staat op biz. 23: wSe vmr levcide op 15 mad," Hvvelk
moet zijn de bunder. Dezelfde fout treft men op bh. 83 bg de
flaver en bIz. 36 bij de Boekwek
Digitized by
Google
rr
Bi
jLE V«
ppgema^vinciale Gouverneur^
^^
\
Pro|
1
Mud.
1
ffi
Meekra]p.
[Kacm.
^
ld
'■ ÉÊ
ffi
Taten
ffi
1
*^~~
1
r ^ ' '
^
Digitized by
Google
V
Digitized by
Google
ALPHIBETISGH
REGISTER.
A.
Aanmerkingen (43) BI. 186
Aardappelen (lü) 92
Akkermaalshoul (36). 134
Anna Paulména-Polder (Bijl. D.) 188
B.
Biezen (38). 138
Bijen {^^). 118
Bloemitterijen (32) 125
Boekweit (4) 55
Boomkweekeryen (33). . . - 126
Bootten (Paarden- en Duiven-) (14). ... 88
Boter (23) 107
C.
Cichorei (12>. 85
• E. ■
Brwten (13). 86
EendragtS'Polder lOmdiiking van den) (Bijl. G.) 202
g:
Garst (3). . 45
Gevogelte (28). . 116
Gratldnden (21) . 101
Groei- en Waardgronden (Bijl. F.) .... 195
Gronden {Woeste) (39> . . . .^ . . . . 139
H.
Hakhout (Weerden-, Elzen- en Esehsen) (37). .136
Haver (5). ............ 61
Hennep (8). . 81
Hooi (21) 101
^<ip(ll) 85
'K. ■ "
Kaa» (24). 108
Klaver (20). 99
Knollen (17) 94
W
Koolzaad {&) 71
Digitized by
Google
204 K E G I S T E R.
L.
Linzen (IS) 91
M.
Meekrap (10). . , 85
N.
Niewwland Wiermgen (Bijl. E.) 193
P.
Paarden {^) 109
Producten {Nieuwe)' (40) 147
Proefnemingen (40) 147
R.
Eiet (58) 138
JRogge (^). ■ . .... .-..•. . . . 26
Eun (36). 134
Rundvee (22) i04
S.
Schapen (26). 112
Spurrie (19). . 97
T.
Tahak (9). ............ 81
Tarwe (1) 13
V.
Vaarten (Toestand van) (41) 171
Varken* (27); 114
Veengraverijen (39) . ' 159
Vlae (7). . 78
Vruchtboomen (54). . .128
W.
Wartnoeserijen (30) 121
Weder (Gesteldheid van het) 1
Wegen (Toestand van) (41) .171
Wikken (15). 91
Wol (26). 112
Wortelgewassen (18) 94
Woudboomen (Opgaande) (35) . ' . ' . . . • 131
Z.
Zaden (Fijne) (31). . . • 123
Digitized by
Google
Digitized by
Google
Digitized by
Google
Digitized by
" >^
Google
,:^Ci^r?::V^ ,
^4 ;:;if'
-^:.
; ' ^