Skip to main content

Full text of "Tijdschrift"

See other formats


This  is  a  digital  copy  of  a  book  that  was  preserved  for  generations  on  library  shelves  bef  ore  it  was  carefully  scanned  by  Google  as  part  of  a  project 
to  make  the  world's  books  discoverable  online. 

It  has  survived  long  enough  for  the  copyright  to  expire  and  the  book  to  enter  the  public  domain.  A  public  domain  book  is  one  that  was  never  subject 
to  copyright  or  whose  legal  copyright  term  has  expired.  Whether  a  book  is  in  the  public  domain  may  vary  country  to  country.  Public  domain  books 
are  our  gateways  to  the  past,  representing  a  wealth  of  history,  culture  and  knowledge  that 's  often  difficult  to  discover. 

Marks,  notations  and  other  marginalia  present  in  the  original  volume  will  appear  in  this  file  -  a  reminder  of  this  book's  long  journey  from  the 
publisher  to  a  library  and  finally  to  you. 

Usage  guidelines 

Google  is  proud  to  partner  with  libraries  to  digitize  public  domain  materials  and  make  them  widely  accessible.  Public  domain  books  belong  to  the 
public  and  we  are  merely  their  custodians.  Nevertheless,  this  work  is  expensive,  so  in  order  to  keep  providing  this  resource,  we  have  taken  steps  to 
prevent  abuse  by  commercial  parties,  including  placing  technical  restrictions  on  automated  querying. 

We  also  ask  that  you: 

+  Make  non-commercial  use  of  the  files  We  designed  Google  Book  Search  for  use  by  individuals,  and  we  request  that  you  use  these  files  for 
personal,  non-commercial  purposes. 

+  Refrainfrom  automated  querying  Do  not  send  automated  queries  of  any  sort  to  Google's  system:  If  you  are  conducting  research  on  machine 
translation,  optical  character  recognition  or  other  areas  where  access  to  a  large  amount  of  text  is  helpful,  please  contact  us.  We  encourage  the 
use  of  public  domain  materials  for  these  purposes  and  may  be  able  to  help. 

+  Maintain  attribution  The  Google  "watermark"  you  see  on  each  file  is  essential  for  informing  people  about  this  project  and  helping  them  find 
additional  materials  through  Google  Book  Search.  Please  do  not  remove  it. 

+  Keep  it  legal  Whatever  your  use,  remember  that  you  are  responsible  for  ensuring  that  what  you  are  doing  is  legal.  Do  not  assume  that  just 
because  we  believe  a  book  is  in  the  public  domain  for  users  in  the  United  States,  that  the  work  is  also  in  the  public  domain  for  users  in  other 
countries.  Whether  a  book  is  still  in  copyright  varies  from  country  to  country,  and  we  can't  offer  guidance  on  whether  any  specific  use  of 
any  specific  book  is  allowed.  Please  do  not  assume  that  a  book's  appearance  in  Google  Book  Search  means  it  can  be  used  in  any  manner 
any  where  in  the  world.  Copyright  infringement  liability  can  be  quite  severe. 

About  Google  Book  Search 

Google's  mission  is  to  organize  the  world's  Information  and  to  make  it  universally  accessible  and  useful.  Google  Book  Search  helps  readers 
discover  the  world's  books  while  helping  authors  and  publishers  reach  new  audiences.  You  can  search  through  the  full  text  of  this  book  on  the  web 


at|http  :  //books  .  google  .  com/ 


fllllil 

HX  HHflT  A 


*i^-' 


'•  ^ 


P^  r.  ''^: 


ScX  ISSlS'JCó- 


l^arfaarU  (üToUege  l.ii)rai:o 


FROM  THE   FUKD   OP 


CHARLES    MINOT     . 

OlM*  of  1888 


SCIENCE  CENTER  LIBRARY 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


TIJDSCHRIFT 

TER  BEVORDERING  VAN 

NIJVERHEID^ 

ZAMENGESTELD 

DOOR 

A.  H.  VAN  DER  BOON  ME8CH  en  H.  C.  van  HALL. 


Uitgegeven  door  de 


ELFDE    DEEL, 


HAARLEM, 

Bu  DE  Erten  LOOSJES. 

1847. 


Digitized  by 


Google 


sa  /S-^ó'./Ct' 


AUG15  1916 


Digitized  by 


Google 


I  NH  o  U  D. 


EERSTE  STUK. 


Algemeen  Verslag  wagens  den  Staal  Tan  den  Landboaw  in  - 
JbeC  Koningfrijk   der  Nederlanden,    gedurende  üet  jaar 
1845,  epgmnaakt  door   eene  Commiane  uit  de  Neder» 
landaehe  Haatachappij  ter  berordering  ran  Nijverheid  •  .    iladc. 


TWEEDE  STUK. 

HandeGngen  der  Negen  en  Zeitigtte  Algemecne  Vergadering 
Tan  de  Nederlandiche  Maatichappij  ter  Befordering  Tan 
N^TCM-heid,  gehouden  te  Haarlem,  op  den  21  Jutij  184$ 
en  Tolgende  dagen Bfadz.      1. 

OferngC  Tan  de  Torderingen  der  Terschillende  Takken  Tan 
Nörerheid,  of  Verslag  ti^  de  Technologiiche  TTeteh- 
adu^^ien  gedurende  1848 ,  1844  en  1845,  door  Dr. 
S.  BlLIlKAOODI —i—^  157. 

Woileelt   en  Trolhandel  in  Oostenrijk ,  231. 


DERDE  STUK. 

BijdFa^en  Toor  de  NiJTeriieid,  bepaaldelijk  ten  aanzien  ïran 
de  Kjuiiten,  Handwerken,  FabrijlLen,  Trafijken,  den 
Koophandel,  de  ZeeTaart  en  de  ViMcherijen  .  ; Bladt.  255. 

Algemeen  Verslag  over  het  Pita^vlas^  opfl;einaakt  uit  de 
Rapporten  Tan   de   Departementen   der  NEOERLllfSSCHB 

SaITSCSAFPTJ  tbr  BcTORDERIHG   TIK  NlJTIRHKID  ....      ■  297. 

Cieregtelijk-scheikundig  onderzoek  Tan  Vergiftigde  Suiker; 
eene  bijdrage  Ier  waarschuwing  tegen  het  gebruik  Tan 
Tergiftigende  klcurstolTen,  door  A.  11.  TlH  DER  BOOK  Mesch.  — — -~  208. 


Digitized  by 


Google 


De  Electriciteit  en  het  Magnetisme  toegepast  en  aangewend 
.  in  Terscbillende  takken  Tan  NiJTerbeid ,  of  Tweede  Af* 
deeling  ran  bet  Verslag  der  Tecbnologiscbe  Wetenscbap- 

pen,  door  Dr.  S.  BtSEKioODi Bladi.  326. 

1«   Toepassing  der  Terscbijnselen ,  afhankelijk   Tan  de 

geleidbaarheid  en  Toortplanting  der  E.  en  M.  •  .  .  ■  $81. 

Wenken  OTer  de  mogelijkheid  dor  Termeefdeiïng  Tan  Toed- 

selmiddelen  in  Nederland;  door  H.  C  tah  Hau  ....  ■  387. 

Scbeu  der  Landbuisbouding  in  ee^  gedeelte  Taa  Maas  en    . 

Waal —  402. 

Berigten  en  Mededeelingen;  door  EU  C  tak  HAii.  ....    422. 

1).   Bet  wpeAea  en  branden  op  Teenachtige  gronden .  -— -«  422. 

2).   Wilte  aren  in  de  Rogge 426. 

3).    Waarde  Tan  het  zeezand   Toor  ligte  zandgronden  ■  426. 

4),    De  groole  Spurrie  .  • 427. 

5).    Bewaring  Tan  Aardappelen 432. 

6).    Teelt  der  Hop - 432. 

7).   Gebruik  der  Rbabarhenoorten 435. 

8).   Rupsen  in  denneboomen .  .  .  ^  .  .      489. 

9).   De  Gagel •.^— ^  440. 

10).   Oorzaak   Tan  bet  blaauw- worden  der  melk  .  .  .    1  441. 

Uitgekomene  Boekwerken  betrekkelijk  de  Landhuisboudkunde  — -^  443. 
Verslag  Tan  den  Slaat  der  Landhuishoudkundi^e  School  (e    . 
Groningen;  Januarij  1847  . ^  455. 


VIERDE  STUK. 

De  ElecCricileit  en  het  Magnetisme,  toegepast  en  aangewend 
in  Terscbillende  takken  Tan  NiJTerheid,  of  Tweede  Afdee- 
ling  Tan  het  Verslag  der  Technologische  Wetenschappen 
door  Dr.  S.  BWïK^OODB,  (TerTolg  Tan  Deel  XL  biz.  386J.    BJadz.  469. 

Orer  de  betrekkelijke  waarde  Tan  het  Terwarmend  Terrao- 
gen der  Bruinkolen —  637. 

Algemeen  Verslag  wegens  den  Staat  Tan  den  Landbouw  in 
bet  Koningrijk  der  Nederlanden ,  gedurende  bet  jaar  1846, 
opgemaakt  door  eene  Commissie  uit  de  Nederlandsche 
Maatschappij  ter  beTordering  Tan  NiJTerheid 1. 

Bijlagen .    .  188. 


Digitized  by 


Google 


B   £   R   I   G   T. 


•  ••'•P^yjBI^SW**  w*" 


Bf|  een  beslait  der  Algemeene  Vergtulering  der  Neder^ 
landsehe  Maatschappij  ter  bevordering  van  N(JTerheid,  vwm 
het  jaar  18459  i^»  op  een  Voorstel  van  Directeuren,  be» 
paald  geworden,  dat  de  bertgten  betreffende  den  Land* 
öoutü ,  vroeger  afionderlijk  uitgegeven ,  voortaan  alléén  in 
bet  Tijdschrift  der  Maatscbappy  louden  worden  opgen^ 
men.  Bij  de  overwegingen »  waarop  dit  besluit  genomen  is , 
werd  aJs  wenscbelijk  opgegeven ,  dat  uit  dese  Serigten  at^ 
leen  datgene  mogt  bijeenversameld  worden ,  wat  werkel^k 
vm  belang  is ,  met  terxi}destelling  van  onnoodige  nitg^ 
breidbrid,  of  niets  afdoende,  onwetenscbappell)ke  en  door 
weinigen  gelezene  mededeelingen* 

BQ  de  nadere  deliberatie^  over  dit  onderwerp ,  in  de  Ver- 
gadering van  Directeuren  der  MaatscbappQ ,  is  ecbt^r»  op 
goede  gronden ,  begr^^en»  dat,  b^  de  samenstelling  van  bet 
Algemeen  Verslag  wegene  den  Staat  van  den  Landbouw  ^ 
deselfde  wQ se  van  bewerking  beboorde  ffevolgd  te  worden  4 
als  vroeger  had  plaats  gevonden,  daar  net,  bij  practisebe 
mededeelingen ,  moeijelljk  is  vooraf  uit  te  maken ,  wat,  als 
werkelijk  van  belang,  behoort  opgenomen,  wat  daarenl»* 
gen ,  als  minder  belangrQk ,  moet  ter  iljde  gelegd  worden. 

Aan  dit  laatste  besluit  gehoor  ffevende,  heeft  dan  ook 
de  daartoe  benoemde  Commissie,  bestaande  uit  de  Hoeren 
Mr.  W.  H.  TAN  Voorst,  Mr.  W.  B.  Hutgens,  Mr.  M. 
H.  Weldijk  van  IiIMM£n,  J.  A.  van  EiDEN  en  Jonkheer  Mr. 
D.  R.  Gbvers  Detnoot,  onder  voorzittisg  van  den  Heer 
Directeur  Dr.  J.  A.  van  Bemiuxen,  op  deselfde  wijze,  als 
z(j ,  sedert  vele  jaren  gewoon  was ,  sich  met  de  samenstel- 
ling van  den  Staat  van  den  LanMouw  in  het  Koningrijk 
der  Nederlanden  9  over  het  jaar  1845 ,  besig  gehouden ,  wel- 


Digitized  by 


Google 


II 


B  E  R  I  G  T. 


ke  Siaai^  als  een  ieel  yboï  het  Tijdschrift  uitmakende,  aan 
de  Leden  der  Maatschappij  xal  worden  uitgereikt,  doch  te- 
vens, onder  eenen  afzonderlijken  titel,  voor  het  algemeen 
verkrijgbaar  zal  worden  gesteld. 

Aan  de  beari>eiding  van  de  afzonderlijke  gedeelten  van 
dezen  Siaai  mogten  al  de  leden  der  Commissie  deel  ne- 
men ,  doch  het  mogt  haar  niet  gebeuren ,  bij  de  vereeniging 
van  ieders  afzonderlijken  arbeid  tot  één  geheel,  allen  te- 
ffenwoordig  te  zien.  Op  den  8  Junij  1846  overleed  toch 
haar  geacht  medelid,  de  Heer  Weldijk,  die,  sedert  den 
jare  1817,  wanneer  door  de  Maatschappij  voor  het  eerst, 
tot  de  uitgave  der  Uitreksels  uit  de  berigten  van  Leden 
Correspondenten  en  Departementen  werd  besloten,  telkens 
tot  Lid  dezer  Commissie  gekozen,  deze  taak  steeds  gaar* 
ne  en  gewillig  op  zich  nam,  en  met  naauwkeurigfaeid  en 
kennis  van  zaken  voltooide;  waarvan  het  opstel  yan  zijn 
gedeelte  in  den  tegen woordigen  Staat  y  onder  zijne  papie- 
ren, na  zijn  overlijden,  aanwezig  gevonden,  op  nieuw  ten 
bewijs  mag  verstrekken,  daar  hetzelve,  geheel  onveran* 
derd ,  door  de  Commissie  overgenomen ,  naar  zijn  l^and- 
achrift  is  afgedrukt.  De  gedachtenis  van  den  Heer  Welduk  , 
wiens  verlies  de  Commissie  hartelyk  betreurt,  zal  bjj  haar 
en  by  onze  Maatschappij ,  aan  welke  hij  zich  verdiensteijlk 
naakte ,  en  b^  allen  die  hem  kenden ,  in  vereerend  aan* 
denken  blijven!' 

Het  tegenwoordig  Verslag  bevat  wederom  Uittreksels  uit 
de  Rapporten .  van  de  Commissiën  van  Landbouw,  en  uit 
de  Staten  voor  de  voortbrengi^en  van  den  I^indbouw ,  door 
de  Departementen  en  Leden  Correspondenten  der  Maat* 
sobappy  opgemaakt. 

Laatstgenoemde  Staten  werden  dit  jaar  ingezonden : 

Uit  Noord-Braband,  door  de  Leden ,  Corresponden- 
ten, de  Heeren^:  Jonkheer  Mr.  H.  B.  Martini  van  Ouwe^ 
KERK,  te  Fught  9  (de  kaniona 's  JfertogenboscA  f  Tilburg  ea 
Boxtel);  T.  van  Düynhooven,  te  Cuyk;  (de  kantons  Ëox- 
meer  9  Ravenst^in  en  Grave),  en  Jonkheer  Mr.  M.  A«  J« 
VAM  DER  .  Beken  Pasteel  te  Eindhoven ,  (kanten  Eind* 
koven)  (1). 

Uit  Zeeland,  door  het  Departement  Middelburg  ,m  de 

(1 )  Ter  Daaim  keurige  ooderschcidiof; ,  welke  districten  of  £;ODieen(en 
de  berigten  der  departementen  en  Leden  Correspondenten  omTaUen,  ^jn 
dezelve  wederom,  voor  xoo  verre  daarvan  opgave  is  gedaan,  fusscben 
(  )  aangewezen. 


Digitized  by 


Google 


B  E  R  I  G  T.  m 

Leden  CorrespondetiteD,  de  Heeren:  M.  ML  d£  LafIsb  te 
Tholen  (hét  Eiland  TAolen);  en  J.  6.  J.  tan  den  Bosch  » 
te  ïFUhelminadorp  ^  bij  Goes^  (omtrek  van  het  Departe- 
meDt  Goes  j  Eiland  Zuid^Beveland). 

Uit  Zuid-Holland,  door  de  Departementen  Leiden^ 
^▼erdeeld  in  3  Districten  Leimuiden  ^  Koude AerA  en  FooT' 
eehoien  en  de  omliggende  gemeenten  en  omatrdcen) ;  *sGra^ 
venhaee;  Rotterdam;  Delft ,  (den  omtrek  yan  Delft ,  meest 
beueuel^k  het  Westland)  ;  Sataenheim^  (den  omtrek  Taa 
het  Departement) ;  Oud^Beijerland^  (het  kanton  Oud^Bet* 
jerland^  benevens  de  gemeenten  Putierehoek^  Mynehee^ 
renland^  Rkoon  en  Pendreohi^  Poortugaal  en  Pemis); 
Gouda  f  (den  Zuidplaspolder  in  Schieland  en  Krimnener*' 
to€utrdf;  en  door  het  Lid  Correspondent  den  Heer  W.  Hut- 

QENS   TRIOLEN  ïtO   BoskoOf. 

.  THt  Nookd-Holland,  door  de  Departementen  Haar^ 
lem^  Amsterdam 9  Wormerveeren  Zaandijk;  en  de  Leden 
Correspondenten,  de  Heeren  Mr.  P.  Pont,  ieMedemblikj  (het 
kanton  Medemblik) ;  Mr.  W.  Bok,  te  Texel ^  (den  omtrek 
van  het  District) ;  J.  L.  Crap  HiBi4[.iN«iifAN ,  te  Melder j  (den 
omtrek  van  het  District);  A.  Peri:,  te  Hilversum^  (om- 
trek van  Milversum) ;  en  J.  Boubun,  in  de  Beemster^ 
(de  Beemster  en  omliggende  plaaisen)^ 

Uit  Gelderland;  door  de  Leden  Correspondenten,  de 
Heeren:  Mr.  C.  P.  E.  Robidè  tan  der  Aa,  op  het  Hais 
de  Bemelsche  Berg  ^  bij  Arnhem  ^  (den  omtrek  van  OoS' 
ierbeek  9  Renkum  en  den  Feluwezoom);  Jonkheer  W*  J* 
£•  Baron  tan  Lijnden  tan  Hbiibien,  te  Memmen  bij  ffa* 
geningen,  (de  Overbetuwe) ;  Dr.  W.  C.  H.  Staring,  te 
Lochem ,  (de  zandstreken  Tan  het  arrondissement  Zutphen); 
B.  TE  GsMPT,  te  Batenburg^  (het  District  Tan  tnsschen 
Maeu  en  Waal) ;  Dr.  J.  Wttkwaaix  ,  te  Voorst  bij  Zutpken^ 
(de  gemeente  Tan  Voorst^  boTattende  de  dorpen  Foorstj 
Wilpe ,  Twello);  O.  W.  A.  GraTe  tan  Btiwindt  tak  Ma- 
riSnwaard,  in  den  Beest  ^  bij  Idenden;  F.  L.  W.  Baron 
TAN  Brakkll,  te  Lienden^  (District  Neder^-^Betuwe) ;  en 
Tan  het  Lid,  den  Heer  A.  Liese,  ie ^ Apeldoorn. 

Uit  OTerijssel,  door  het  Departement /^et;en/er,  (den 
omtrek  Tan  Deventer);  en  door  het  Lid  Correspondent  dén 
Heer  E.  C.  Enklaar,  te  Zalk^  (Gemeente  Zalk). 

Uit  Vriesland,  door  de  Leden  Correspondenten,  de 
Heeren:  W.  van  Petbia,  te  Temaard^  (Noord-  en  Noord- 
Oostelijk  gedeelte  der  Provincie);  en  T.  G.  Wassenaar  ,  te 


Digitized  by 


Google 


iT  B  E  R  I  6  T. 

Si.  Anna  Parochie  y  (de  Grietenijen  het  Bildj  Ferwerde-» 
radeel,  Menaldumadeel  en  Barreuieel). 

Uit  Groningen,  van  de  Leden  Correspondenten ,  de  Hee* 
ren :  G.  Reinders  ,  op  den  haize  Groot- Zeewuk  (de  voor^ 
malige  kwartieren  Hunzin^  en  Fiveltngo);  SI.  P.  tan  der 
TuüK,  te  Bellingwolde^  (District  Oldambt  en  Westerwol-' 
de);  H*  H.  dbHaan,  te  Hallum^  (het  voormalig  Fivelin" 
^o-kwartier,  het  Goreoht  en  Sappemeer);  en  J.  C.  Bill- 
KOTH,  te  Noordhom,  (het  voormalig  kanton  Zuidhom ^ 
sighde  de  gemeenten  Hoogkerk ,  Aduard^  E%inge^  Olde* 
hove^  Grypskerk  en  Zuidhom). 

Uit  Drenthe  9  door  de  lieden  Correspondenten,  deHee» 
ren:  Mr.  J.  Tonckens ,  te  Westerwolde ;  en  W. 'Visser,  te 
'«  Gravenhage ,  (de  Koloniën  der  Maatschappi)  van  Wel- 
dadigheid). 

En  eindelijk  van  het  Lid  Correspondent ,  den  Heer '6. 
fVooRHBLM  Sc»NERVooGT,  woonachtiff  te  Anholt  in  Pruis* 
96»  V  eenige  mededeelingen  betrekkelijk  den  Landbonw  ia 
en. om  Gendringen,  Provincie  Gelderland.  ' 

t    Voorts  zijn  als  Bijlagen  hierbij  gevoegd: 
' :  A.    Staat  der  Marktprijzen  te  Leiden* 

B.  Rapport  van  den  tleer  R.  J.  van  der  Let,  Lid  der 
Commissie  van  Landbonw  in  Vriesland,  nopens 
den  toestand  van  landbouw  en  Veeteelt  op  het  eiland 
Ameland. 

C.  Anna  Paulowna-Polder. 

.    D*    Dennenrups  uit  Utrecht. 

Ten  slotte  acht  de  Maatschappij  zich  verpligt,  met  er- 
kentelijkheid te  vermelden  de  namen  van  vier  Heeren  Le- 
den  Correspondenten ,  welke  zij ,  in  het  afgeloopen  jaar  9 
heeft  verloren.  Het  zijn  de  Heeren:  M.  J.  Adriani^  te 
Oude  Pekel'Aj  aangekomen  in  1805,  overleden;  B.  Rus- 
BüRG,  te  Kampen  9  aangekomen  1813,  W.  J.  J.  van  Franc* 
kenbero  en  Proschlitz  ,  te  Sas  van  Gent ,  en  B.  W.  Blij- 
OBNSTBiN,  te  Enschedé  j  beiden  aangekomen  in  1835,  die 
voor  deze  betrekking ,  uit  hoofde  hunner  geklommene  ja* 
ren,  hebhen  bedankt. 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID 


VAN  HET 


WEDER 

nr  HEV  JAJkJEL  18M. 


lle  CommisBie  van  Landbouw  in  dePtovinde  Utrecht 
heeft  het  volgende  aangeteekend* 

flaniiartl* 

Gedarende  de  eelwte  vier  dagen  had  er  ligte  vont  plaata , 
waarop  aachte  dooi  volgde ,  terwQl  dea  nachts  nog  weder- 
om vorst  werd  waargenomen.  Van  den  7*^  tot  den  9^^ 
ontstond  er  xware  mist.  Op  den  KH*"  geraakte  de  rivier 
de  Lek ,  die  zich  reeds  in  December  des  vorigen  jaars  had 
vastgezet,  in  beweging,  en  ging  dezelve,  even  als  de  ove- 
rige rivieren,  zonder  eeqig  gevaar  open.  Later  had  we- 
derom meermalen  sterke  mist  plaats,  en  was  de  dampkring 
vochtig;  doch  er  viel  slechts  op  den  16^^  en  llH^  rogen» 
aoodat  het  we6r  gedarende  deze  maand  kon  gezegd  wor- 
den over  het  geheel  droog  te  zi]n.  Enkdie  dagen  waren  na 
bet  opklaren  van  den  mist  tamelijk  fraai  en  helder.  Van 
den  27**™  ontstond  er  tot  aan  het  eind  der  maand  op 
nieow  vorst  met  sneeuw* 

De  maand  Januari}  kenmerkte  zich  voorts   door  onge« 

1 


Digitized  by 


Google 


2  GESTELDHEID  van  het  WEDER. 

nieene  ivindstilte,  zijnde  de  wind  doorgaans  znid-oostelijk 
en  zuid-westelijk,  zelden  noordelijk  geweest.  Alleen  in 
den  nacht  van  den  26»'~  op  den  27*^°  was  de  wind  storm- 
achtig. 

Febraary. 

De  vorst,  in  het  laatst  van  Januarij  op  nieuw  begonnen, 
duurde  in  Februarij  voort.  Hoewel  gedurende  de  eerste 
vier  dagen  gematigd  zijnde,  terwijl  het  wéér  over  dag 
meermalen  ontladen  was,  en  de  vorst  met  sneeuw  en  re- 
gen werd  afgewisseld ,  zoo  nam  dezelve  weldra  in  sterkte 
toe,  zoodat  de  Thermometer  des  ochtends  te  7  uren,  op 
den  9*"^  op  17o,  en  op  den  11*^«^  op  11»  Fahr.  daalde, 
terwijl  dezelve  later  nog  meermalen  op  16o  en  20o,  en  op 
den  19*^*°  des  avonds  te  11  uren  op  11»  werd  waargeno- 
men. Öp  den  13«i«°,  lé^»*,  15*~  en  le*^*'»  25»  en  26© ,  den 
27«i«n  yiei  ^j  veel  sneenw,  waarbij  tusschen  beide  dooi- 
weder  met  regen  plaats  vond.  De  vorst  hervatte  zich  ech- 
ter bestendig,  en  duurde  tot  het  laatst  voort,  dalende  de 
Thermometer  op  den  28*^***  nog  wederom  op  18»  des  och- 
tends te  7  uren.  De  rivieren  waren  reeds  voor  het  midden 
der  maand  op  vele  plaatsen  en  later  geheel  op  nieuw  vast- 
gezet, terwijl  de  binnen  waters ,  die  ter  naanwemood  in 
Januarij,  wat  enkele  hoofd  vaarten  betreft,  gedurende  eeni- 
ge  dagen,  waren  opengegaan,  bij  voortduring  gesloten 
bleven. 

Haart. 

De  vriezende  weersgesteldheid  bleef  in  Maart  niet  al- 
leen tot  den  22*^^  aanhoudend  voortduren,  maar  de  vorst 
nam ,  omtrent  het  midden  der  maand  ^  in  eene ,  voor  den  tijd 
ongewoon  hevige  mate  toe.  Op  den  1'^^  daalde  de  Ther- 
mometer van  Faur.  op  14«,  op  den  4*«»  en  6^^  op  lOo. 
Op  den  4**"  en  5*^«°  viel  er  sneeuw.  Op  den  10*«°  had  er 
dooi  plaats  zonder  regen ,  welke  ontlading  echter  van  kor- 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  tan  hbt  WEDEll.  3 

ten  daar  was ,  daar  de  vorst  sicb  reeds  deaselfden  avond 
bervatte  en  nu  ongemeen  in  sterkte  toenam:  soodat  de 
Th^mometer  op  den  13"^  en  14^^  des  ochtends  te  half  7 
oren  aan  's  R^ks  Vee-fnrtsenQschool  en  elders  op  5o,  bij 
eenige  wanmemers  echter  op  2o,  en  l^  boven,  en  zelfs, 
zoo  men  hoorde,  1  o  onder  nal  tedcende.  Op  den  12^^  viel 
er  nog  wederom  eenige  sneeaw ;  doch  over  bet  geheel  was 
de  hoeveelheid  sneeow  in  deze  Provincie  veel  minder,  dan 
die,  welke  in  andere  gewesten  schijnt  te  zijn  gevallen.  Vele 
dagen  waren  overigens  ongemeen  helder  en  fraai,  en  deed 
de  zon  over  dag  hare  kracht  gevoelen,  doch  volgde  daar* 
op  des  nachts  steeds  strenge  vorst  De  rivier  de  Lek 
werd  te  Vreeswijk  aan  de  Vaart  tot  den  20"^  met  paar- 
den en  rijtuigen,  uitgezonderd  de  diligence,  voortdurend 
gepasseerd  (1).  Hetzelfde  had  op  de  overige  rivieren 
plaats  (2),  zijnde  het  igs,  door  opschuiving,  op  sommige 
plaatsen ,  tot  eene  dikte  vaa  meerdere  ellen  vastgezet.   De 


(1)  AI<;cniceii  Handel-  en  Ad?er(entieblad  van  22  Maart  1845. 

(2)  AJs  eene  bijzooderlieid  werd,  onder  dagteekening;  van  7  Maart 
1845,  uk  Dordrecht  gemeld,  dat  11.  Zaturdag  eene  zwaar  beladen 
MeöenJKhe  kar  met  paard  aan  het  Paipendreolktsohê  veer  de  rivier 
gepÉMCcrd  ia,  en  dat  er  aan  het  Meêrdtvóorttohe  veer  in  de  laatite 
dageo  oedetvcheidene  otien  van  800  a  1000  oude  ponden  de  rivier  zijn 
overgekomen.  Uit  Kampen  werd  gemeld,  dat,  op  den  12<1m  dezer, 
eene  met  pa»d  bespannen  vrachulede  van  het  Eiland  ürk  naar  Vol^ 
lenhovt  de  Zaiderzee  was  gepasseerd.  VtreohUche  Courant  van  19 
Maart  1845.  Op  den  15  MaaK  des  ochtends  te  7  ure,  vertrokken  vijf 
inwoners  deier  plaat»  met  paard  en  arrestede  naar  Sehokland^  en  kwa- 
men aldaar  tegen  elf  ure  aan.  Tegen  een  uur  van  daar  weder  vertrok- 
ken zijnde,  arriveerden  zi|  det  namiddags  te  vier  uren  te  Zwartsluis 
terug. 

Bij  mcnschen  geheugen  waren  nog  nimmer  op  Sekohland  in  een  zoo 
ver  gevorderd  saisoen  lieden  over  ijs  met  paard  en  slede  aangekomen, 
hetwelk  dus  met  regt  als  eene  groote  bijzonderheid  kon  worden  aange- 
merkt ({T/recA/^cA  Nieuws-  en  Advertentie-blad  van  21  Maart  1845). 

Men  vergeleek  den  nu  afgeloopen  winter  met  overige  langdurige  win- 


Digitized  by 


Google 


4  GESTELDHEID  vam  het  WEDER. 

Mrind  was  steeds  oost  en  noord-oostelQk ,  aleelUs  enkele 
malen  xnid-oostelijk  gebleven,  en  de  Barometer  behield 
bestendig  een'  hoogen  stand,  bereikende  dece  op  den  21*^^ 
779  millimeter.  Op  den  22^^  viel  de  dooi  in  met  regens 
welke  onafgebroken  en  snel  voortging;  zoodat  reeds  voor 
het  eind  der  maand. de  meeste  binnenvaarten  open  en  be- 
vaarbaar waren.  Op  den  24*^  raakte  de  rivier  de  Lek , 
waarover  men ,  een  paar  dagen  te  voren ,  nog  met  vracht- 
wagens passeerde,  in  beweging  en  genoegsaam  Op  den- 
zelfden t^d  raakten  ook  de  overige  rivieren  los.  De  ijs- 
dammen  die  zich  hier  en  daar  (bepaaldelijk  by  Ameroti" 
gen)  door  opschoiving  tot  eene  aanmerkelijke  dikte  had- 
den gezet,  werden  op  den  28*^  gelukkig  opgeruimd,  en 
zoo  gingen  de  rivieren  voor  de  tweede  maal  open ,  zonder 
ander  nadeel,  behalve  hier  en  daar  afslag  aan  de  buiten- 
glooijingen  der  dijken  te  hebben  veroorzaakt.  Op  den  30*^ 
en  31*^*^  hadden  er  nachtvorsten  plaats,  met  fraai  en  hel- 
der weder  op  den  dag. 


tere,  namelijk  (belial?e  van  nog  Troegere  tijden,  als  824,  994,  1438, 
1517,  1584,  1822,  1887,  1874)  met  die  ran  1709,  1740,  1830  en 
andere  (Algemtetne  Konti^  en  Ltittrhoie  van  14  Maart  1846).  In 
den  eersten  telde  men  in  ffoUand  61  Yorttda^n ,  in  1740,  77,  en  de  jim- 
sierdamsehe  trekachepen  bleven  10  weken  in  het  iji  bekneld;  in  1830 
gedurende  80  dagen.  Indien  men  enkele  dagen  van  Januarij  uilzon- 
dert,  waarop  sommige  hoofd  vaarten,  bijv.  de  Vecht  ^  en  ook  de  rivie- 
ren voor  korten  tijd  open  waren  gegaan,  zoo  kan  men  zeggen,  dat  de 
'  scheepvaart  dezen  winter  van  1  December  1844 .  tot  het  laatst  van 
Maart  1845,  en  dns  gedurende  drie  maanden  en  27  a  28  dagen  of  na- 
genoeg vier  maanden  is  gestremd  geweest 

In  denzelven  hebben  84  vorstdagen  plaats  gehad,  namelijk: 
2  in  de  maand  November  1844 

22   ]>    »        9      December      d 

13   2)    »         »      Januarij      1845 

25    »    j>         9      Februarij       » 

22    )>    D         2>       Maart  » 

84. 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  tak  het  WEDER.  5 

April. 

De  eerste  seven  dagen  waren  ongemeen  helder  en  fraai, 
doch  bieren  ti^  sterke  nachtvorsten  voortduren ,  en  was 
de  lucht  steeds  schraal  en  droog.  Ongeacht  de  rivier  de 
Lek ,  gelQk  mede  de  overige  rivieren ,  in  het  laatst  der 
vorige  maand  9  gelukkig  waren  opengegaan ,  zoo  verkreeg 
de  eerste  in  het  begin  van  April  ^  ter  oorzake  van  het 
van  boven  afkomend  water ,  zulk  een'  boogen  stand  als 
slechts  hoogst  zeldzaam  plaats  heeft ,  en  dreigde  de  Lek- 
dQk  op  eenige  plaatsen,  namelijk  bij  Jaarweid  en  aan 
het  nieuws  -aangelegde  Fort  te  Hondswijk^  te  bez^j3cen« 
CMukkig  werd  9  door  inspanning  van  alle  krachten  en  de 
aanwending  van  g^aste  hdlpuiddelen ,  waaraan  duizende 
van  handen  te  pas  kwamen  y  het  dreigende  gevaar  afge- 
berd.  Op  den  6^^  verkreeg  het  water  een*  verlaagden 
stand.  Gfelnkkig,  dat  de  voordurende  oostewind  van  het 
begin  af  aan  gunstig  voor  den  a£k>of  was  gebleven. 

Van  den  8*^  tot  den  16^*°  was  het  wéér  dagelgks  re^ 
genachtig  of  vochtig,  doch  guur.  Enkele  dagen  waren 
winderig  en  onstuimig,  blijvende  de  wind  bestendig  noorde- 
igk  en  noord-oosteli)k ,  enkele  malen  ook  noord-westeli)k 
toepende.  Na  den  16^^  volgde  er  droogte  onder  eene  fraaij« 
en  heldere  luchtgesteldheid ,  klimmende  de  Therm.  enkele 
malen  op  den  dag  tot  63»  en  7Qo  Fahu.,  doch  ook  nu  deden 
zich  wederom  nachtvorsten  gevoelen.  De  ontwikkeling 
anakte  hierU}  slechts  zeer  geringe  vorderingen,  zoodat 
men  eerst  om  en  met  den  20*^^  eenige  werkzaamheid  in 
de  vroege  heesters ,  hoornen  en  het  gras  kon  bespeuren. 
Op  den  23*^  had  er  kortstondig  enweèr  plaats ,  vergezeld 
van  malschen  regen.  Van  nu  af  maakten  de  noordel^ke 
winden  plaats  voor  zuidelijke  en  zuidwestel^e.  Deze 
gunstige  weersgesteldheid ,  waarbij  zich  de  regens  schier 
dagelijks  herhaalden  ,  bragt  eene  ongemeen  spoedige  en 
gewenschte   vruchtbaarlieid   aan,    en  nam  de  groeikracht 


Digitized  by 


Google 


6  GESTELDHEID  tan  het  WEDEB* 

soodanig  toe ,  dat  het  geboomte  met  het  eind  der  lyiaand 
een  groen  aanzien  bad  verkregen ,  en  Tele  weiden  nog  in 
April  geschikt  waren  geworden «  om  het  Tee  te  onlvangoD* 

Hel. 

Dese  maand  onderscheidde  sich  door  baitengewoiie  .nat- 
heid, donkere  lucht  en  geringe  warmte*  Gedurende  de 
eerste  helft  was  het  wéér  aanhoudend  guur  en  onaange- 
naam. Er  hadden  veeltijds  nachtvorsten  plaats  en  over  dag 
regen.  Op  den  8*^  ontstond  er  in  den  nadenmiddag» 
tusschen  4  en  6  uren»  voorbijgaand  onweer,  vergezeld  yan 
hagel,  hetwelk  xich  op  den  KH**  herhaalde.  In  de  tweede 
helft  bleef  nagenoeg  dezelfde  weersgesteldheid  voortduren: 
zoodat  bij  sommigen  h^t  vuur  uit  de  woonvertrekken  nog 
niet  mogt  verwijderd  worden ,  teekenende  de  Therm.  tot  dea 
ndga  j^  ochtends  ten  7  uren  algemeen  50^  en  51o  Fahr. 
Op  den  17^^  viel  er  nog  sneeuw.  In  den  nacht  vaa  den 
19dea  op  den  20^  had  er  onweer  plaats  met  faageibuyea* 
Er  vielen  ook  nu  dagelijks  en  meennalen  aanhoudende 
regens.  Op  den  25*^  scheen  de  lucht  te  zullen  opklaren, 
doch  reeds  op  den  24*^*°  viel  er  wederom  overvloedig 'wa* 
ter,  alsmede  op  den  26*^°  met  kortstondig  onweer,  waar^ 
na  eene  aangename  zoelheid  in  den  dampkring  werd  waai^ 
genomen.  Dit  onweer  herhaalde  zich  op  den  28*^*°,  waar* 
op  wederom  aanmerkelijke  verkoeling  volgde.  Op  den  31*^*^ 
was  het  wéér  fraai  en  helder. 

De  wind  was  gedurende  de  geheele  maand ,  genoegsaajü 
onafgebroken  noordel^k,  noord-oostelijk  en  noord-westelijk 
gebleven ,  slechts  enkele  malen ,  en  niet  dan  kortstondig 
met  zuid-oostelijken  en  zuid-westelijken  afgewisseld.  Men 
telde  in  Mei  slechts  3  of  4  volkomen  drooge  dagen ,  en  de 
zon  had  zich  schaars  doen  zien  en  gevoelen. 

JuiMl- 

Behalve  op  den  3^^"^  en  5<^ ,  waarop  vruchtbare  regens 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  van  lurr  WEDER. 


▼ideny  waren  de  eerste  dagen  droog  en  meestal  helder. 
Op  den  11^**  en  12*»  had  er  telkens  des  avonds  ongemeen 
sware  veendamp  plaats,  waardoor  de  lucht  ten  eenemale 
Tordonkerd  werd,  en  de  son  vanrrood  onderging.  Op  den 
12^*>  klom  de  warmte  tot  80o  Fahr.  »  en  op  den  13<^  tot 
860 ,  b§  sommige  tot  880.  Er  werd  na  des  namiddags  te 
3  uren  ligt  onweer  gehoord,  hetwelk  xieh  op  den  14'^«'> na- 
genoeg in  deielfde  mate  herhaalde  (I).  Er  volgde  hierop 
eeaige  verkoeling,  doeh  op  den  17^"^  bereikte  de  Therm. 
op  nieow  SOo  Fahe*  ,  en  ontstond  op  den  18"^  wederom 
vr|  bevig  enweér,  hoewel  op  ver  na  niet  noo.  awaar  als 
in  imdere  pffoviaeiën^  vooral  ook  in  Groningen  plaats  had, 
als  waardoor  molens  in  brand  s|jn  geslagep  en  andere  on- 
gelaUmi  werdea  veroonaakt  (2).  Hierop  volgde  verkoe- 
ling, en  vielen  er  wijders  dagel^ks,  doch  meestal  slechts 
voorbQgaande  regens ,  afgewisseld  met  drooge  tusschen- 
oren*   De  twee  laatste  dagen  echter  bleven  geheel  droog. 

De  eerste  twee  dagen  waren  onstuimig.  Op  den  3^<»  had 
er  onweer  plaats  in  den  morgenstond,  doch  rees  de  Therm. 
reeda  op  dien  dag  tot  84o  en  860,  bJj  enkelen  tot  88»  Fauk. 
in  den  namiddag»  Deselve  bereikte  nog  wederom  deae  hoog- 
te op  den  6*",  7*~  en  8»*~,  als  wanneer  er  des  avonds 
te  7  oren  ligt  onweer  ontstond  (3).   Van  nu  aan  nam  de 


(1)  Dil  ottvrader  detd  lieb  ie  avdère  GeinartoD  itork  gloeien,  be- 
paaldelijk in  Drenthe  y  alwaar  door  hetzelre  menachen  werden  gedood, 
{Gronimger  Cemnmt  Yan  30  Janij  J845). 

(1)  A.  p. 

(3)  In  de  Gromnger  Courant  van  11  Jolij  1845,  Yindl  men  om- 
trent den  tbermooMtei^ftaBd,  en  de  uitwerking  der  aterke  warmte  het 
vdgeBds  aaageteakend:  »0p  Donderdag  den  3«  Julij  teekende  de  tlier- 
•  mooieler,  dea  middags  Ie  2  uren,  S?»  FiflR.,  en  op  den  "7^^  d\\. 
»Heer  dan  eena  is  de  hitte  dit  jaar  reeda  grooter  geweest  dan  in  1844, 
9  toen  de  wanmla  dag  was  85<>.**    Er  worden  hier  onderscheidene  ge- 


Digitized  by 


Google 


8  GESTELDHEID  tan  het  WEDER. 

warmte  aanmerkelijk  af,  en  vielen  er  dagelijks  aiacbts  met 
uitzondering  van  den  «*«  19^«»,  21«*«»,  2»*«,  24»««,  24^^, 
en  26*^  tot  aan  het  eind  der  maand  meerdere  en  minde- 
re, somwijlen  zeer  doordringende  regens,  -  die  echter 
meestal  bij  baijen,  en  ook  als  zware  stnifregens.nedervie- 
len.  Op  den  29**«",  30**^  en  31*^  waren  dezelve  meer  aan- 
houdende. De  onweders  hadden  zich  ook  nog  op  den  11^» 
en  80"^^  herhaald.  Over  het  geheel  kenmerkte  zich  deze 
maand  door  eene  spoedig  toenemende  en  sterke  warmte 
in  het  begin,  later  door  meerdere  koelheid,  donkere  Idohtp 
en  voortdurende  natheid,  hoewel  het  weer  oveiigem  'niét' 
onaangenaam  was  voor  het  gevoel ,  niettegenstaan^o/de  wind 
mefestnoordel^k  ,  namelijk  noord- westelijk  en  oostelijk  was 
gebleven ,  zQnde  alleen  in  het  laatst  der  maand  westelfk 
en  meer  zuid-westelijk  geloopen. 

JkugUBiUB» 

Behalve  den  eersten,  leverde  de  maand  Augustus  totover 
de  helft  geen'  enkelen  dag  op ,  die  kon  gezegd  worden  volko- 
men droog  te  zijn  gebleven ,  zijnde  op  vele  dagen  overvloe- 
dige en  zelfs  zware  regens  gevallen ,  hoewel  door  droo- 
ge  tusschenpoozen  afgewisseld.  Op  den  17^^  en  18^*^  scheen 
het  weer  te  zullen  opklaren,  doch  op  den  lOdes  ontstond 
er  een  hevige  wind,  waardoor  boomen  werden  ontworteld 
en  schade  aan  gebouwen  werd  toegebragt*  Niet  alleen  heeft 
deze  stormwind ,  vergezeld  van  waterhoozen ,  in  deze  Pro- 
vincie, bepaaldelijk  te  Tienhoven  (l),nadeelen  teweeg  ge- 


vallen aangehaald  Tan  werklieden,  die  door  de  warmte  op  het  land  aja 
bezweken,  namelijk  te  Adorp^  Sauwert  en  GoéUinzey  terwijl  op  an- 
dere plaatsen  ?oetboden,  door  de  hiUe  zoodanig  werden  aangedaan, 
dat  zij  in  een  bowusteloozen  staat  geraakten  en  overleden  zijn.  Het  on- 
weder van  den  Ss^a  iiad  mede  zwaar  gewoed  over  de  alad  Delflt  en 
hare  omstreken,  waardoor  eene  woning  en  molen  in  brand  werden  ge- 
slagen (Séaats-Ckfurani  van  11  Jnüj  1815). 
(1)  Provinciale  Utrechtêohe  Courant  van  17  Augustus  164&« 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  vak  hbt  WEDER.  9 


bragt,  maar  heeft  dudélTe  almede  Sn  Zutd^mkmdf  JSfoartt- 
MoUand^  Zeeltmdj  Groningen ,  voomamelQkodc  ib  JBf^ardr 
Brabandj  bQzonder  te  Zevenbergen  essk  Lage^Zwakuwe  ^' 
bl^kena  de  daaromtrent  in  de  dagbladen  (l)  medegedeel-> 
de  berigten ,  groote  yerwoestingen  aadgerigt ,  terwijl  de- 
idlde  TersehiJnsekniOQk  in  naburige  laadjeii,  zoo.  als  ia  het 
Noorden  ran  Fraaknük,  hebben  plaau  gehad.  .Ook  gedu- 
rende den  20^^  en  21"^  bleef  bêt  weérottstuimig  en,re- 
genachtig.  In  den  nacht  van  dett  22^^  op  den  24^^^  bad 
er  hevig  onweer  plaats,  en  bleef  het  w«ér  ?^r4f9r  t^t.Jietf 
and  der  maand  ^nstandfaslig  en  ^somwijlen  g1iuf«i  Men 
telde  over  de  geheelè  inaandslechtt  vier  of  v^fl  geheel  dteo-' 
ge  dagen»  daar,  indien  al  het  weer  over  dag  veeltijds  droog» 
was»   er  des  avonds  of  des  nachts  wederom  regen  viel,. 

September. 

Tot  aan  den  13"^  was  het  wedr  droogt  helder  en  fraai; 
sgnde  slechts  op  den  2*^^  en  10^^  eenige  onbeduidende,  re- 
gen gevallen.  Er  hadden  echter  van  den  S^'^  tot  den  8*^ 
reeds  vrij  sterke  nachtvorsten  plaats.  Van  den  14^*°  tot 
aan  het  eind  der  maand,  vielen  er  met  uitsondeting  Van 
den  19^,  20^,  24»»«  en  SI»**,  dagelijks  regens,  aoodat 
de  tweede  helft  van  September  slechts  vier  geheel  drooge 
dagen  opleverde,  hoewel  de  regens  niet  swaar  ef-  aan* 
hondende  waren ,  nf aar  met  drooge  tusschenpoosen  afwis^ 
selden.  Om  en  met  den  25*^  deden  zich  nog  r  wederom 
naebtvorsten  gevoelen. 

October* 

De  eerste  twaalf  dagen  waren  droog,  helder,  snebt  'en 
fraai,  hoewel  er  somvirylen,  meestal  des  avonds,  ligte  re- 


(1)  Meo  zie  onder  aoderen  de  S$aat9-Cour4mt  v«n  22  AugupCiis 
1846;  het  Algemeene  Handelsblad  van  23  en  28  Augustus  1845;  de 
HaarUwMcke  Courtmi^  Yan  23  en  26  Aiiguatus  1846. 


Digitized  by 


Google 


10  GESTELDHEID  van  ukt  WEDER« 

g«D«  plaato  hadden.  Nu  vdgde  tot  den  16^*  ongemeen  flchoon 
weder ,  doch  deden  sich  vrij  sterke  nachtvoraten  geroden , 
bij  een  ongemeen  lagen  stand  des  barometers.  Daarna  weri 
de  laeht  onstuimig,  soodat  de  windig  den  ftO^  ongemeea. 
hevig  werd,  en  zich  tot  storm  verhief,  waardoor  het  wa^ 
ter  langs  de  kasten  en  in  de  rivieren  tot  eene  ongewone 
hoogte  werd  opgedreven ,  soodat  zalks  óp  meerdere  plaat* 
sen,  voor  een  korten  tijd ,  groote  bezorgdheid  verwdit», 
zijnde  in  sommige  steden  kelders  en  straten,  eMerslaadoi, 
bepaaMelQk  in  Nocrd^  Holland  ^  Over^$s0lj  Noord^Broh 
band  en  Groningen  (1)  ondergeloopea  en  waterkeeringeii 
beawekeè.  Later  bleef  het  wéér  op  nieuw  droog,  hddèr 
en  fraai,  meest  onder  zuidelijken,  westelijken  en  noord* 
westelijken  wind,  met  voortdurende  matige  nachtvorsten, 
zijnde  slechts  enkele  malen  's  avonds  eenige  regen  gevallen. 
De  laatste  dag  was  mistig ,  doch  leverde  overigens ,  nadat 
deze  was  opgetrokken ,  eenen  uitmuntenden ,  ja  zelfs  zomer- 
schen  dag  óp^ 

NoTember. 

Dezelfde  drooge,  meestal  heldere  weersgesteldheid  en 
nachtvorsten ,  welke  laatste  slechts  gedurende  de  eerste  zet 
dagen  aanhielden,  duurde  tot  den  17"^  voort*  Vele  da^ 
gen  waren  uitstekend  helder  en  fraai;  eenige  tegen  esr  om 
het  midden  der  maand  waren  mistig.  Van  na  af  aas  werd 
het  wéér  meer  ruw,  onstuimig,  en  zelfs  meermalen  stom- 
achtig, en  viel  er  op  de  meeste  dagen  of  des  nachts  regen. 
De  wind  bleef  bij  voortduring  zuid ,  zuid-oostelijk  of  zuid- 
westelijk ,  hebbende  slechts  enkele  malen  voor  een'  korten 
t^d  eene  noordemice  rigting  aangenomen. 


(1)  Men  zie  hieromtrent  de  Siaots- Courant  Yan  24  October;  bei 
AlgetHeeme  Handelsblad  van  24  en  25  October  dneê  jaars,  en  andere 
dagbladen. 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  taii  het  WEDER.  11 


Tan  het  begin  af  vochtig  en  regenachtig  zijnde ,  had  er 
op  den  middag  van  den  3^^ ,  en  in  dén  nacht  van  den  4^^ , 
onweer  plaats  met  hagel-  en  sneeiiw-buijen  en  onstaimigen 
wind.  Na  volgden  er  eenige,  grootendeels  dröoge»  dagen, 
waarbij  de  lacht  somwijlen  op  den  dag  helder  was.  Na  den 
10^»  werd  het  raw,  onstuimig  weder,  en  stormachtig -met 
veel  regen.  Op  den  14^^  had  er  ligte  vorst  plaats,  welke 
slechts  éénen  dag  aanhield,  en  door  de  vroegere  onstai- 
mige  gesteldheid  vervangen  werd. 

In  den  avond  en  nacht  van  den  16^^  op  den  l?^'^,  had 
er  hevig  onweer  plaats ,  waardoor  de  bliksem  in  den  Doms- 
ioren  sloeg,  xonder  echter  brand  of  andere  ongelukken  te 
verwekken  (1).  Later  bleef  dezelfde  regenachtige  en  on- 
stuimige weersgesteldheid  voortduren.  Op  den  22*^  viel 
er  sneeuw;  enkele  dagen  waren  mistig;  doch  van  27  tot 
Ml  met  den  30*^*^,  verhief  zich  de  wind,  die  gedurende 
de  g^eele  maand  grootendeels  westelijk,  namelijk  zuid- 
en noord-westelijk,  was  gebleven,  op  nieuw  tot  storm. 
Het  water  werd  te  dier  oorzake  ongemeen  tegen  de  zee-we- 
rlngen  opgestuwd ,  en  bleef  op  sommige  plaatsen  slechts 
weinige  duimen  beneden  de  hoogte,  welke  hetzelve  bij  den 
vloed  van  Februar^  1825  bereikte,  waardoor  aan  dijk-  en 
paalwerk  veel  schade  werd  veroorzaakt  (2). 

De  weersgesteldheid  van  het  afgeloopen  jaar  heeft  zich 
dus  onderscheiden,  door  ongewone  langdurigheid  van  den 
winter,  en  het  laat  verschenen  van  het  voorjaarssaisoen ; 


(1)  Zie  Utrechtache  Courant  Tan  19  December  1845. 

(2)  Men  zie  over  den  ongemeen  hoogen  vloed  en  de  door  den  storm- 
vrind  in  de  maand  December  veroorzaakte  ongelukken,  liet  Algemeene 
Handelsblad  van  15  en  18  December,  de  Haarlemsche  Courant  van 
18  December  en  andere  dagbladen  van  dezen  tijd  en  later. 


Digitized  by 


Google 


13  GESTELDHEID  var  mt  WEDER. 

door  eea  spoedigen  overgang  tot  oagewone»  hoewel  kort 
aanhoudende,  broeijende  warmte  in  den  vroegen  somer, 
welke  vervolgens  over  het  geheel  vochtig  is  gebleven.  Het 
wéér  was  dus  veelal  niet  aangenaam,  bij  gemis  van  ion* 
neschijn ,  hetwelk  echter  eenigermate  is  vergoed  door  ^ai 
herfst-^weder. 


Digitized  by 


Google 


I.  Tarwe»  Na  den  winter  hesfenrde  men  in  hel 
Hertogdom  Limburg  dat  de  Tarwe  gleobt  waa;  aaaawe^ 
Igks  kon  men. zien,  waarmede  de  aarde  beaaaid  waa,  veel 
werd  er  doB  omgeafckerd;  dat  etaaa  bleef,  gaf  weinig  en 
onaoiver  stroo.  Het  gstf  hoogstene  13  raad  per  bunder.  — 
de  korrel  was  goed  van  hoedanigheid,  maar  er  was  veel 
oakraid  odder.  De  Zoaier-Tarwe  was  meer  dan  ooit  ge- 
teeld en  bragt  :aeer  vbordeelig  op.  Bij  het  gebrek  der  Rog- 
ge werd  er  seef  yeti  met  een  gedeelte  Phardeboonen  Yoor 
brood.  Terméngd;  in  het  Idgemeen  gaf  het  16  muddon. 

Niettegenstende  de  aaaitljd.  ia  1844  tot  ^n  vrbeg  iitge- 
vdlen  ¥orat  gunstig  was,  is  eehtér  de  afkomst  der  Tarwe 
in  de  Provincie  Noord-Braband  aeer  Tersohillend  uit- 
gevallen; zij  stoad  goed  te  veld  en  werd  een  Weinig  door 
slakken  geplaagd.  Door  den  ateiken  winter  vreeede  men 
voor  eene  geheele  mislukking;  de  vorst  had  aeer  verscl^l^ 
lead  gewerkt,  zoo  als  bij  dea  dooi^  bleek».  Op  de  zeer 
zware  kldilanden  van  Zevenbergen ,  en  Klxtnderi  had  he^  ge- 
was weinig  geleden y  op  de  ligtere  meerder,  vooral  in  do 
landen  van  Ret^den  en  Altenai, '  die  door  lagere  ligging 
neerder  aan  natheid  z^n  blootgeeteUI  Hoezeer  later  gaeA 
loorgegrèeid ,  kwam  deselvei  doo^  de  weersgesteldheid  la- 
ter dan  gewoonlijk  tot  rijpheid.  De  inzameling  ging  met: 
▼eel  moeife  veijgezeld.  De  regen ,  die  in  de  eerste  helft  van 
Aaguatns  bijna  enfl%ebr<iken  aaihiéld^'  vereorzaakto  dat  de 
meeste  Tarwe  oageanaid  stond ;  de  geweldige  stoirm  van 


Digitized  by 


Google 


14  TARWE. 

den  19^^  dier  maand  deed  veel  graan  verloren  gaan,  het- 
geen gemiddeld  op  2&3  mudden  per  bunder  begroot  werd 
terwijl  het  in  de  landen  van  Aliena  wel  •).  bedroeg. 
De  gewone  binnenlandsche ,  bekend  onder  den  naam  van 
Ouwertsche^  heeft  minder  geleden  dan  de  witte,  deris  of 
Kleefsche,  waarvan  de  korrel  losser  in  het  stroo  sit.  De 
opbrengst  was  dus  ook  verschillende;  in  de  zware  klei- 
landen  had  men  22  tot  28,  in  de  ligtere  18  tot  22  en  in 
de  lage  gronden  van  Geeriruidenberg  tot  Werkenclam  niet 
meer  dan  14  k  16  mudden  per  bunder;  dooreen  gerekend 
is  het  naanwelijks  75  ^  per  mudde^ 

In  de  gemeenten  langs  den  Mcuudijk  van .  Grave  tot 
CreveeóewTf  kan  wegens  de  gebrekkige  waterloaing  geen 
Winter-Tarwe  meer  van  eenig  belang  geteeld  warden* 

De  inzameling  had  in  Zeeland  oek  eene- maand  later 
plaats»  dan  werd  door  goed  weder  begunstigd^  'de  afkomst 
beantwoordde  niet  aan  de  verwachting  ^  en  bedroeg  niet 
meer  gemiddeld  dan  ÏS  k  20-  mudden  per  bunder. 

Votlgeinb  het  rdpport  der  Provinciale  Commissie  in  Zhid.- 
H  o  Hand,  is  de  Winter-Tarwe '  goed  uitgevaMen  in  Betf-^ 
land  en  biet  Westland;  ia  Rijnland^  Lande  van  IJeeel-- 
monde  en:  den  'Zwyndreohlseken  Waard  ^  Lande  van 
Rhéon  en  Porlugaui^  den  AUlaséerwaard  «n  Lamie  vmn 
ArJkel  en  Vzanen  hebben  een  redelijk  beschot  gegeven' vah 
vjeg  goede  ^ualiteit,  vooral  de  laatst  geoogste,  als  van 
15 — 18  è  23  mud  per:  blinder. 

Op  Goederèede  en  Flakkee^  de  Laaide  van.Voóm  ul 
Putten^  de  Beierlanden^  Lande  van  Str^en  "wtis,  raea- 
minder  te  vreden;  daar  hadden  sommige  stukken,  dooi*,  de 
regens  en  harde  winden  veel  geleden  iik  de  maand  Abgus* 
tua,  ïoodat  men  berekent  dat  er  van  somdiige. stukken  3. 
k  4  Mudden  z^a  verloren  gegaan.  De.  qualiteit  der  eerst 
geoogste  was  maar  iseer  middelmatig;;  de^  opbrengst  wordt 
ojlgegeven  ab  van  12  tot  ;24  mud  per  bunder;  l^et  stroo  w«g 
ovier  heÉ  algemèea  zeer  goed  en  overvloedig. 


Digitized  by 


Google 


TARWE.  15 

Het  Departement  *  $  Crravenhage  meldt,  dat  men  gemid- 
deld van  26 — 33  mud  paik  soortige  Tarw  per  bander  kan 
rekenen ,  en  boewei  de  Wittington«che  rnim  loo  Teel  be- 
schot oplevert,  is  deselre  voor  de  bakkerijen  niet  soo  vol- 
doende qIs  dé  gewone  Zeeawscfae  en  roode  soorten. 

Het  Departement  Oud^Bijerland  berigt:  »De  Witting- 
tonsehe  Tarwe  beeft  men  opgemerkt,  dat  meer  uitwaait 
dan  de  gewone ,  op  den  daar  wordt  dezelve  niet  de  voor* 
kear  gegeven ,  daar  verseheidene  boawlieden  weder  tot  de 
zaaging  van  gewone  zyn  overgegaan." 

Het  Departement  J9e{^/  berigt,  dat  van  het  oostelijk  ge<- 
deelte  der  stad  tot  en  om  Soetermefir,  de  Tarwe  door  de 
gele  wormen  (misschien  een  gev^dg  van  den  langdarigen , 
strengen  winter)  dermate  afgeknaagd  waren ,  dat  te  Fre- 
weyk  het  grootste  gedeelte  moest  worden  uitgeploegd ,  bet 
staande  gebleven  heeft  niet  meer  dan  een  half  gewas  o^' 
geleverd,  waarvan  de  qnaliteit  alles  behalve  uitstekend  was. 

Uitiiet  Departement  £o//er»£a3f»  wordt  medegedeeld,  dat  de 
Tarwe ,  die  uit  hoofde  van  de  niet  uitploeging  staande  waa. 
gebleven ,  veel  geleden  had  in  den  bloeit^d  door  eene  stof- 
damp  of  mist.  Hiermede  vereenigt  sich  het  Departement  6ro«* 
da ,  dat  hetzelfde  b^jrigt  omtrent  dén  ZMUi|jf9^-polder  geeft* 

Uit  Noord-Holland  luiden  de  berigten  over  het  alge<^ 
meen  gunstig.  In  sosuaige  streken  bragt  die  gemiddeld  23 
mnd  per  bundet  op;  in  het  6^  distriet  moest  veel  na  'den 
strengeta  winter  omgeploegd  worden;  in  bet  7*  district,  al- 
waar men  aanvankelijk  eenen  goeden  oogst  hoopte,  werd 
zij  door  den  storm  van  den  19^^  Augustus  geteisterd;  ón* 
der  Calandsoog  is  de  oogst  gehedl  mislukt. 

Van  Texel  berigt  men  dat  de  qaaliteit  uitstekend  goed,  de 
korrel  jblank,  wigtig  en  vrij  van  brand  is  geweest. 

Ook  in  de  Provincie  Utrecht  had  men  over. het  vro^- 
gezaaide  en  over  dat  van  hetgeen:  van  bet  later  gezaèide 
staande  was  gebleven «  een  góéd  gewas,  zoo  wel  wat  bet 
stroo  als  de  hoedanigheid  van  het  graan  betreft. 


Digitized  by 


Google 


1(>  T  A  B  W  E. 

Door  deo  storm  Taa  19  op  20  Auguatiu  had  Tooral  de 
toen  Dög  niet  gemaaide  risweii  veel  .koren  laten  valleD. 
Men  rekent  gemiddeld  20  Tinnen  van  het  hiftider.le  heb- 
ben verkregen;  dan^  hoewel  de  Tarwe  zeer  krigtig  is,  bod 
is  de  scheat  tegen  gevallen»  kunnende  op  véle  plaatsen 
slechts  op  ruim  \  Van  het  meest  op  |-  mnd  van  de  vin  wor- 
den, aangeslagen ,  zoodat  men  op  niet  meerder  dan  10 — 12 
mud  van  bet  bunder  kan  rekenen. 

Uit  de  Provincie  Gelderland  berigt  men  dat  het  ten 
redelijk  gewas  heeft  opgeleverd  en  geacht  kan  worden  eene 
goede  opbrengst  te  hebben  ^even.  Door  de  hooge  pre- 
zen zag  men  minder  op  zwaarte  en  qualiteit.  In  sommige 
sUreken  heeft  hetzelve  door  de  zware  regens  en  daarop 
gevolgde  overstroomingen  veel  geleden. 

De  Heer  F.  Baron  van  Brakeix  deelt  mede,  dat  h^ 
in  1844  Wittingtonsche  Tarwe  vetbonwd  had;  dezelve  had 
wel  voldaan ;  in  1845  is  zijn  2  bunders  mede  bezaaid.  Ook 
heb  ik.  een  half  mud  Canada  te  veld  gebragt;  alle  Tarwe 
staat  lütnemend  schoon. 

De  Correspondent  te  Gempt  berigt,  dat  in  het  distriet 
pan  den  Jfkalkani  doorgaan»  meer  Tarwe  valt  dan  aan  de 
zijde  der  Jifaa^,  omdat  de  laatstgeineMe  lager  ligt*  Aan 
ieuMaasffoni  was  het  gewas  over  het  algemeen  zeer  slecht, 
als  gevolgder  koude  en  vervolgens  van  den  hoogen  wat^stand 
in  April  en  Mei.  Al  was  het  hooger  gelegen  bouwland 
boven  den  waterspiegel,  zoo  was  de  bodem  te  koud  en  te 
vochtig  vopr  de  Tarweplant;  de  opbrengst  was  gemiddeld 
8  k  9  mudden. 

Aan  de  WaaUyde  was  daarentegen  bet  gewas  gunsti- 
ger^ en  de-  qualiteit  goed  met  eene  zwaarte  van  circa  80 
N.  pd.  het  mud;  de  opbrengst  was  hier  gemiddeld  14  mud 
per  bunder* 

•  De  Heer  Voorhelm  Schneevooot  vermeldt  omtrent  het 
district  Gendertngen  dat  de  Tarwe  daar  op  verschillende 
klei-  en  gemengde  gronden  zeer  veel  geteeld  werd,  dat  de 


Digitized  by 


Google 


T  A  R  W  E*  ir 

vroeg  gexaaide  beter  uitgevallen  is  dan  de  laat  gesaaide ;  van 
deze  laatste  moesten  vele  landlieden  weder  oflq>loegen  en  het 
land  met  haver  bezaaid  of  met  aardappelen  bepoot  worden. 

Die  Heer  deelt  verder  mede,  dat  hij  het  verslag  van 
1844  aan  eenen  bakker  ter  lezing  gegeven  had,  die  hem 
omtrent  de.  Wittingtonsche  Tarwe  het  volgende  schreef: 

»Dat  hij  in  dat  verslag,  op  pag.  15  die  Tarwesoort  bo- 
ven de  tot  hiertoe  gebruikt  wordende  vond  aangepresen, 
als  verre  de  Toorkeur  verdienende;  dat  bQt  het  gene  daar 
omtrent  deameerd»«n  <^brengst  van  graan  gezegd  wordt, 
niet  zal  tegenspreken,  daar  het  met  cijfers  en  getallen  wordt 
<^gegevea.  Men  had  daar  ook  met  die  Tarwe ,  regtstreeks 
van  de  Heeren  tin  'Rukevohsej^  te  Rotterdam  ontboden, 
proeven  genomen;,  hij  had  die  Tarwe,  omdat  zi]  hem  op 
het  oog  zoo  nitmnntend  voorkwam,  ook  geteeld  en  behan- 
deld, doch  hoe  gunstig  dezelve  zich  ook  voor  het  oog  op» 
doet,  kon  hij  als  bakker,  baar  dien  uitbundigen  lof  niet 
toezwaaijen.  Na  onderzoek  en  daarmede  geaomene  proeven 
is  het  hem  gebleken,  dat  mén  van  de  Wittingtonsche  Tarwe 
goed  brood  kan  bakken,  doch,  dat  zij|  gedeelte  zetmeel  miader 
inhoudt  dan  onze  gewone  Tarwe ,  zoodat  de  Bakker,  wil  h(j 
van  de  Wittingtonsche  Tarwe  goed  brood  bakken,  genood* 
zaakt  is  zijn  deeg  veel  stijver  te  maken  dan  .van  dé  gewone 
Tarwe ,  want  maakt  hij  zijn  deeg  van  deze  Tarwe  zoo  slap, 
ds  men  het  van  de  gewone  soort  doen  kan,  dan  is  bet  hem 
onmogelijk  om  er.  brood  van  te  bakken." 

Vde  velden  moesten  ten  gevolge  van  den  harden  winter 
en  het  gure  weder  in  de  Provincie  Over]yssel  hier  en 
daar  omgeploegd  worden.  Het  inundatiewater  heeft  daarbij 
in  Ols^  en  Wijhe  veel  .vernield.  De  storm  in  Augustus  deed 
ook  veel  graan  verloren*  gaan ,  zoodat  onderscheidene  land- 
lieden in  den  omtrek  vau  5/e«nicfyA  na  den  oogst  het  land 
hebben  omgebouwil  9  ten  einde  te  beproeven  of  zij  zonder 
nieuwe  jmayiag  geen  behoorlek  product  konden  verkrijgen ; 
niettegenstaaade   al  die:  wederwaardigheden  is  het  gewas 

2 


Digitized  by 


Google 


18  T  A  R  W  £• 

nog  middelmatig  geweest,    daar  het  zaad  Tan  eene  goede 
^ualiteit  was  met  een  wigt  van  75—79  N.  S  het  N.  mud. 
Het  bezaaide  bandertal  wordt  opgegeven  op  536,  waar- 
van men  365  lasten  heeft  verkregen. 

De  Heer  Enklaar  deelt  mede ,  dat  de  Wittingtonscbe  Tar- 
we door  hem  op  ruim  2  bunders  gezaaid ,  zeer  goed  voldaan 
heeft,  gevende  60  kop  per  vim,  hetgeen  door  geene  Tar- 
we nit  den  omtrek  kon  gehaald  worden ,  en  zulks  niette- 
genstaande zij ,  door  zware  winden  in  den  oogsttijd  getroffen , 
meer  dan  het  zaaizaad  op  het  veld  verloor*  De  voortreffe- 
lijkheid van  dit  gewas  viel  zoo  zeer  in  het  oog,  dat  hij  daar- 
van vele  mudden  aan  onderscheidene  boeren  tot  saadkoren 
verkocht  heeft,  zoodat  zij,  indien  zij  duurzaam  voldoet,  als 
aldaar  gevestigd  kan  worden  beschouwd. 

Dezelfde  oorzaken  die  elders  de  Tarwe  nadeel  deed  lijden, 
golden  ook  in  Vriesland;  de  uitkomsten  waren  derhal- 
ve beneden  het  middelmatige,  doch  leed  zij  door  geen  brand 
of  andere  ziekten;  alleenlijk  was  er  veel  onkruid,  wanneer 
ook  trouwens  de  zaai-tarwe  behoorlek  gekalkt  wordt, 
schijnt  dit  ongemak  niet  te  duchten  te  zijn,  gelijk  de  Heer 
Worp  van  Buma  zegt,  die  door  een  SOjarige  eigene  on* 
dervinding  daarin  tevens  bevestigd  is  geworden* 

De  Heer  F.  6*  Wassenaar  deelt  op  dit  artikel  nog 
mede,  dat  het  opmerkelgk  is  dat  de  beide  soorten  van 
Tarwe  eene  buitengewone  moeite  bij  het  dorschen  vor- 
derden ,  zoodat  dezelve  bijna  niet  van  het  stroo  te  scheiden 
waren ;  het  beschot  en  de  wigt  was  niet  zoo  goed  als  het  vorige 
jaar;  gemiddeld  rekent  men  20  è  22  mud  per  bunder,  van 
66  4  68  N.  e  het  mud. 

In  de  Provincie  Groningen,  waar  dezelve  hier  en  daar 
van  de  slak  geleden  had,  was  die  beter  door  den  Winter 
gekomen  dan  men  verwachtte;  de  witte  Tarwe  had  soms 
zoo  veel  geleden,  dat  zi}  uitgeploegd  moest  worden*  Het 
gewas  bleef  overal  dun  te  veld  en  de  oogst  daarvan  kan 
men  door  elkander  voorzeker  op  niet  meer  dan  20  mudden 


Digitized  by 


Google 


TARWE  — ROGGE.  19 

van  het  bunder  schatten;  het  gewigt  wag  veelal  66—72 
N.  pd.  het  stroo  lererde  een  geasond  veevoeder  op.  Men 
heeft  algemeen  weinig  brandkoom  opgemerkt,  hetgeen 
waarschijnlijk  daaraan  xal  toe  te  schrijven  mn,  dat  de 
zwakke  planten  (die  in  den  regel  het  meest  aan  brand- 
siekte  lieden)  door  den  winter  meerendeels  sollen  idjfk  om- 
gekomen- 
De  Heer  Billroth  zegt  dat  sommigen  in  plaats  van  het 
iokalken  van  het  zaaizaad,  de  Tarwe  vooraf  met  kalkwa- 
ter  wasschen,  hetwelk  algemeen  beter  gehouden  wordt. 

2.  ROGGE.  In  geene  dertig  jaren  is  de  Rogge  in  het 
Hertogdom  Limburg  zoo  mislukt  iJs  in  1845;  in  het  ge^ 
heele  district  van  Maastricht  y  is  geen  pachter  of  limd* 
bouwer,  die  voor  zijn  eigen  voedsdi  en  dat  van  zijne  werk- 
lieden en  voor  z^n  vee,  genoegzaam  Rogge  ingezameld 
heeft,  veel  min  kon  er  iets  ter  markt  gevoerd  worden,  de 
opbrengst  gaat  de  9  mudden  p.  bunder  niet  te  boven. 

Met  het  voor  de  zandstreken  in  de  Provincie  Noord- 
Braband  zoo  allerbelangrijkst  gewas  als  de  Rogge ,  wa» 
het  oneindig  treuriger  gesteld  dan  met  de  Tarwe ,  en  het  on- 
derscheid tusschen  de  klei  en  zand-aarde  was  ook  bijzon- 
der merkwaardig;  in  de  eerste  had  men  over  het  algemeen 
reden  xich  over  de  opbrengst  te  verheugen  terwijl  die  op 
de  laatste  noodlottig  was:  de  zware  klei  in  het  arrondis- 
saaent  Breda  overtrof  ook  nog  verreweg  de  ligtere  in  de 
kantons   Waalwijk  en  Beusden. 

Hoezeer  de  qualiteit  beneden  het  middelmatige  is ,  wordt 
het  beschot  in  de  zware  kleilanden  opgegeven  van  24  tot 
32  mndden ,  terwQl  de  afkomst  der  anderen  van  17  tot  20 
mudden  begroot  wordt,  en  het  gewigt  der  klei-rogge  ge- 
middeld op  70  pd.  per  mud. 

In  de  zandgronden  was  het  erg  gesteld;  de  zaaitijd  was 
niet  ongunstig,  het  zaadgraan  van  het  vorige  jaar ,  met  schot 
bezet  en  denkelijk  inwendig  gekiemd ,  bragt  eene  schrale , 
ziekelijke   plant  voort,    die  tegen  de   harde,   langdurige 


Digitized  by 


Google 


20  ROGGE. 

vorst  niet  bestand  was ,  zoodat  vele  ,planten  na  den  dooi 
rood  waren ,  in  de  wortels  verrot  en  kort  daarna  van  de 
akkers  verdwenen ;  bet  overgeblevene  kwijnde  tot  in  de  eer- 
ste dagen  van  Mei  en  berstelde  zich  op  eene  verwonder- 
lijke wijze,  de  planten  stoelden  nit,  doch  nieuwe  kon- 
den er  niet  ontstaan;  van  daar  stond  de  Kogge  te  dan  9  voor- 
al in  de  schrale  zandgronden ,  die  geen  kracht  genoeg  had- 
den om  de  kwijnenden  te  herstellen  en  te  doen  nitstoelen , 
en  was  er  bj}  den  oogst  ^  en  aan  vele  oorden  de  helft  te  wei- 
nig stroo  op  den  akker* 

De  oogst  was  ook  niet  zonder  rampspoed.  De  Bogge  werd 
eenige  dagen  later  rQp^  slechts  zeer  weinig  was  er  voor 
den  3*^^  Augustus  ingezameld;  de  meeste  stond  gemaaid 
ef  nog  ongemaaid  te  -velde.  Het  regende  gedmrende  13  da- 
gen bfjna  bestendig-9  waardoor  de  Bogge  aan  bet  schie- 
ten raakte;  alle  zorg»  om  dit  voor  te  komen,  was  vruchte- 
loos ,  de  toppen  der  garven  waren  zoodanig  gekiemd ,  dat 
zQ  groene  uitspruitsels  kregen ;  de  oogst  is  op  alle  booge  , 
schrale  zandgronden  in  het  zuiden  en  zuid-oostelijk  gedeelte 
der  Provincie  ruim  4  minder  dan  die  van  een  gewoon  jaar^ 
terwijl  de  opbrengst  gemiddeld  13  &  15  mudden  niet  te  bo- 
ven gaat;  vele  akkers  hebben  f  eene  10  mudden  afgewor- 
pen. In  de  zware ,  betere  zandgronden  is  de  uitkomst  veel 
gunstiger ;  hoezeer  de  qualiteit  niet  beter  en  zelfs  nog  erger 
is  dan  in  de  héide-streken ,  is  de  afkomst  toch  grooter; 
die  stroo  had»  had  ook  graan;  16  &  19  mudden  zullen  hier 
de  gemiddelde  afkomst  uitmaken  van  de  beste  zandgron- 
den; in  het  Arrend.  Breda  "WorAt  van  25  mudden  gewaagd; 
Ten  aandien  van  de  Rogge  heeft  er  eene  bijzonderheid  pluitz 
gehad,  die  onder  de  landlieden  veel  opspraak  gemaakt,  en 
waarover  men  zich  in  gissingen  verdiept. heeft,  doch  waar- 
van de  oudste  boeren  geene  reden  weten  te  geven.  Het  is 
algemeen  bekend ,  dat  de  vroegst  gezaaide  Rogge  ook  het 
eerst  rijp  wordt.  Door  de  plotseling  ingevallen  vorst  had- 
dan vele  landlieden  in  de  goede  zandgronden  niet  afgezaaid , 


Digitized  by 


Google 


ROGGE.  21 

en  nen  maakte  daartoe  dus  van  den  door  in  dé  eerste  helft  van 
Jannarij  gebraik.  DH  gesaaide  was  bij  de  tweede  vorst  die 
tot  23  Maart  aanhield,  nog  niet  uitgekomen.  Kort  daarna 
kwam  dezelve  to  voorschijn ,  doch  beantwoordde  niet  aan 
de  v^wachting ,  soodat  dezelve  gedeeltelijk  moest  omge- 
ploegd worden.  Op  vele  akkers  achtte  men  dit  niet  noodig, 
en  nu  had  bet  bijzondere  verschijnsel  plaats ,  dat  de  Rogge-, 
in  lanuailf  gezaaid,  eerder  r^p^as  dan  die  in  October,  en 
het  eerst  moest  gemaaid  worden^ 

In  Zeeland  heeft  de  Rogge  een  middelmatig  beschot  op- 
geleverd,  en  kan  men  desselfs  prodnct  niet  met  dat  der  Tar^ 
we  vergelijken. 

De  Heer  J.  6.  J.  van  dbn  Bosch  zegt»  dat  de  korrel  van 
goede  qualiteit  was,  maar  de  schotbaarheid  gering ,  bedra- 
gende door  een  niet  meer  dan  circa  20  mudden  p.  bunder. 
De  Heer  M.  M.  de  Lanoe  zegt  onder  anderen ,  dat  het 
meeste  stroo  onbruikbaar  is  tot  kram  werk  aan  de  zeedijken. 
Uit  Zuid-Holland  waren  de  berigten^  dat  in  Del/s^ 
land  en  het  Westland^  RijnL  en  jittiassertüaard ^  Lart'' 
de  van  Arkd  en  Vianen  de  Rogge  goed  gelukt  was  en  het 
beschot  vrij  voldoende  van  23 — 30  mudden  per  bunder.  In 
de  andere  districten  der  Provincie  was  men  minder  te  vre* 
den  ;  daar  had  dezelve  meer  door  de  nattigheid  geleden, 
waardoor  de  qualiteit  minder  was  en  een  gedeelte  zelfs  voor 
de  bakkerij  ongeschikt,  de  opbrengst  rekent  men  van  18 — 
24  mudden.  In  de  Beierlanden  en  deni  Lande  van  Strijen 
30 — 40  mudden. 

Het  Departement  Oud'Beyerland  berigt  op  dit  artikel  r 
de  qualiteit  der  Rogge  was  goed ,  veel  stroo  heeft  dezelve 
opgeleverd  en  ze  is  goed  binnen  gereden ;  afkomst  van  24-^ 
36  zradden.  De  Rogge  had,  volgens  het  berigt  van  het 
Departement  Roiterdam^  niet  zoo  veel  geleden  van  den  damp, 
die  bij  de  Tarwe  is  opgegeven. 

Uit  Noord-Holland  waren  de  berigten  zeer  uiteenloo- 
pende,  hoewel  meerendeels  gunstig.     In  het  8«  en  9«  Dis- 


Digitized  by 


Google 


22  ROGGE. 

trict  had  dase  graansoort  bij  uitstek  goed  gestaan.  Ook  op 
de  hooge  zandgronden  in  Gooiland  is  sij  zeer  goed  oitge- 
Tallen  en  gelukkig  geoogst ;  wel  was  sij  aldaar  op  akker* 
nabQ  bosch  en  in  de  laanwte  gelegen,  op  het  punt  om  in 
de  aren  te  kiemen,  doch  de  daardoor  geleden  schade  waa 
Tan  luttel  beteekenis.  Onder  Leymuiden  was  de  opbrengst 
redelQk «  onder  Nicuwer^Amêtel  goed.  In  het  7«  distriel 
had  de  storm  van  19  Augustus  wel  eenig  nadeel  gedaan, 
maar  was  de  uitslag  toch  niet  onvoordeelig. 

Daarentegen  klagen  de  3«,  4<,  ö«  en  6«  districten  over 
eenen  onvoordeeligen  oogst.  De  Winter-Rogge  had  op  som- 
mige plaatsen  veel  geleden ,  het  zaad  was  niet  opgekomen  of 
weggekwiynd ,  zoowel  Winter-  als  Zomer- Rogge  was  klein 
en  smal  van  korrel;  de  opbrengst  was  gemiddeld  2i\  Mud- 
den per  bunder.  Op  het  Eiland  Texel  was  dit  gewas  be- 
ter geslaagd ,  dan  wel  in  vroegere  jaren  het  geval  was ,  en 
leverde  mitsdien  dit  jaar  een  vry  goeden  oogst  op ;  de  qua- 
Üteit  was  zeer  goed  en  de  opbrengst  p.  m.  20  mudden ,  ook 
het  stroo  was  lang  en  stevig  gegroeid. 

In  de  Beemster  best  uitgevallen ,  gemiddeld  28  mudden. 

Wegens  de  aanhoudende  vorst,  vooral  in  de  maand  Maart, 
had  de  Rogge  in  vele  streken  der  Provincie  Utrecht  ge- 
leden, waardoor  het  gewas  dun  te  velde  stond;  van  het 
staande  geblevene  was  echter  de  halm  zeer  goed  gevuld 
en  de  korrel  van  eene  goede  hoedanigheid. 

De  Zomer- Rogge  slaagde,  schier  overal  daar  dezelve  ver- 
bouwd werd,  voordeelig,  hoewel  even  als  de  Winter- Rog- 
ge later  dan  gewoonlijk  rgp  geworden;  de  inoogsting  on- 
dervond door  het  natte  en  wankelende  weder  in  Augustus 
oponthoud ,  waardoor  dezelve  niet  vrij  van  schot  is  geble- 
ven. By  ondervinding  is  gebleken»  dat  het  beschot  op  \ 
mudden  van  de  vim  kan  worden  gesteld;  is  men  dus  met 
de  qualiteiten  het  stroo  tevreden,  welk  laatste  op  21  vim 
van  het  bunder  wordt  geschat,  zoo  heeft  echteir  de  scheut 
ni^t  aan  de  verwachting  voldaan. 


Digitized  by 


Google 


ROGGE.  23 

De  Provineiale  Commissie  uit  Gelderland  deelt  me- 
de ,  dat  er  niet  veel  stroo  mn  het  veld  kwam ,  en  men  dus  op 
een  midddmatig  gewas  rekende,  doch  dat  de  uitkomst  die 
Trees  beschaamd  heeft,  en  het  een  goed  gewas  mag  ge* 
noemd  worden.  Op  groote  vlakten ,  waar  de  sneeuw  afge- 
waaid waa»  had  de  Winter-Rogge  veel  door  de  vorst 
geledNi,  Boodat  men  sommige  akkers  moest  omploegen. 
Uitmuntende  resultaten  heeft  de  Rogge,  in  Guano  ver- 
bouwd, opgeleverd. 

Dr.  W.  C.  H.  Stariko  berigt,  dat  de  Rogge  dun  van 
het  land  gekomen  is ,  en  alleen  de  hooge  prijzen  van  graan 
en  stroo  veroorzaakt  hebban ,  dat  men  in  geldswaarde  eenen 
goeden  oogst  had.  Volgens  Dr.  J.  Wttewaai.  was  de 
Rogge  op  .de  kleigronden  door  het  hooge  IJsselwater  zeer 
slecht  of  geheel  verloren.  Op  hoogere  gronden ,  tot  de  zand- 
gronden behoorende  9  was  dezelve  goed.  Het  bunder  leverde 
20  vim»  de  vim  gaf  15  mud,  wegende  72  N.  pd.  per  mud. 

De  Hew  A  Li£Se  (Apeldoorn)  vermeldt:  »Het  over- 
mesten  der  Rogge  in  de  maand  Maart  met  vermengde  en 
nitgebroeide  stalmest  of  met  roet ,  wordt  meer  of  min  als 
l^ilzaam  voor  dit  gewas  beschouwd." 

In  het  district  van  Maas  en  fVdal  is  zIJ  zeer  goed  ge- 
wassen en  tevens  van  goede  qualiteit,  de  veelvuldige  re- 
gens in  den  oogsttijd  schijnen  van  geen  bijzonder  groot 
nadeel  geweest  te  zijn ,  zoo  als  dit  wel  vroeger  het  geval 
is  geweest;  de  later  geoogste  is  eenigzins  ligter  bevonden 
en  hidd  daarom  ook  minder  in. 

In  Overijssel  had  dit  gewas  ook  door  den  harden  win- 
ter geleden ,  zoodat  het  in  het  voorjaar  dun  te  veld  stond 
en  door  het  gure,  drooge  voogaarsweder  ongunstig  hleei; 
door  gunstiger  weersgesteldheid  veranderde  dit  graan  ge- 
heel van  aanzien  ^  met  nitzondering  van  het  laatgezaaide»  dat 
zidi  niet  konde  herstellen.  Ook  de  regens  in  den  oogst- 
tgd  hebben  het  veel  doen  iQden ,  soodat  zelfs  hier  en  daar 
koren  op  het  veld  is  uitgeloopen. 


Digitized  by 


Google 


24  ROGGE. 

Door  Jonkheer  van  Bönninghausen  tot  Heerinkhave  is 
de  opmerking  gemaakt ,  dat  de  beste  landen,  welke  in  ge-' 
wone  jaren  den  rnimsten  oogit  opIeFeren,  een  zeer  mid-^ 
delmatig  prodact  hebben  gegeven ,  terwijl  op  zeer  ligte  en 
hooge  zandgronden  het  verbouw  voldoende  is  geweest.  De 
opmerker  schrijft  dit  vreemde  verschijnsel  daaraan  toe,  «kift 
de  bovenmatige  hoeveelheid  sneeuw,  in  den  winter  gevallen, 
en  de  na  de  dooijing  gevolgde  aanhoudende  regens,  den 
zwaren,  vetsten  en  besten  grond  van  boven  zoo  vast  en 
digt  toegeslagen  hadden,  dat  de  plant  niet  konde  groeijen, 
en  de  weldadige  zonnestralen  door  de  harde  korst  niet  kon- 
den dringen ,  om  de  aarde  behoorlijk  te  verwarmen  en  te 
doen  uitwasemen ;  23738  bunders  werden  met  Rogge  ver- 
bouwd, die  15259  lasten  opbragten.  Het  Departement  i^e- 
venter  berigt  dat  de  qualiteit  boven  verwachting  goed  was 
en  van  70 — ^75  N.  pd.  woog.  De  Heer  E.  C.  Enklaah  deelt 
op  dit  artikel  nóg  mede ,  dat  de  Rogge  algemeen  sterker , 
dan  hij  zulks  immer  had  waargenomen,  met  moederkoren 
was  bezet;  daar  intusschen  die  Rogge  reeds  gedeeltelijk 
terstond  in  consumtie  gekomen  is,  zonder  dat  men  iets 
van  nadeelige  gevolgen  vernomen  heeft,  zoo  schijnt  dit  een 
bewijs  op  te  leveren  voor  de  onschadelijkheid  van  deze 
misvorming  der'  Rogge ,  zoo  als  zulks  ook  betoogd  is  in  een 
stukje  van  zekere  Dr.  Peterman,  voorkomende  in  den  Vriend 
van  den  Landman  voor  1845. 

Het  gewas  der  Rogge  was  over  het  geheel  in  Vries- 
land beter  dan  dat  der  Tarwe.  De  vorst  schijnt  minder 
haren  invloed  daarop  te  hebben  uitgeoefend.  De  veelvul- 
dige regen  heeft  gedurende  den  groet  nadeelig  op  de  vrucht 
gewerkt.  Het  stroo  was  wel  lang  en  overvloedig,  maar 
sl^  en  krachteloos,  zoodat  het  veel  te  spoedig  leggen 
ging.  Door  de  weersgesteldheid  met  veelal  bewolkten  hemel , 
schijnt  het  voedingssap  niet  die  eigenaardige  omwerking 
en  veredeling  ondergaan  te  hebben,  als  tot  een  krachtig 
gewas  en  het  wel  gedijen  in  alle  deelen  noodzakelijk  is. 


Digitized  by 


Google 


ROGGE.  25. 

De  uitkoiMteii  sijn,  gelijk  dit  meest  het  geval  is,  bij  de 
doKcbing  zeer  ongellf  k.  Men  geelt  het  bedirag  op  van  24  k 
26  mudden  per  bander ,  terwijl  bet  gewigt,  vooral  in  de 
zachte  kleietreken  als  guastig  mag  besebouwd  worden,  be- 
dragende gemiddeld  72  N«  pd.  per  madde. 

De  Heer  Geeht  Reinders  deelt  op  dit  artikel^  medec 

»De  proef  om  van  zaaizaad  te  verwisselen,  teneinde  de, 
ziekte  (stof  brand)  wdke  2  achtereenvolgende  Jaren  in  m^ne 
Rogge  had  geheeracht  (zie.de  verslagen  van  43  en  44)- 
voor  te  kcMnen,  is  voUcomen  gelakt y. daar  de  ziekte  zich 
dit  jaar  alleen  bepaalde  bij  dat  gewaz,  waarvan  het,  zaai- 
zaad van  het  voorgaand  ziekelijk  gewas  afkomstig  was. 
Verschillende  behandeling  of  soort  van  grond  kondeliier 
geen'  invloed  hebben,  aangezien  het  verwisselde,  en  éigenl 
zaaikoren  op  hetzelfde,  veld  nevens  elkander  werd  besteld.*'. 

Uit  de  Provincie  Groningen,  waar  dooyrgt^aos  drie  ma^ 
len  meer  Rogge  dan  Tarwe  uitgezaaid  wordt,  z^n  de  be- 
rigten  gnnstiger.  De  Winter-Rogge  bad,  met  enkele  «n- 
gonstige  uitzonderingen  in  de  Veea-Kolonie  op  alle.  vel- 
den^ die  eene  goede  afwatering  hebbenen  das  het  évec** 
vloedige  sneeuwwater  gemakkel^k  konden  ontlasüen,  van 
den  winter  weinig  en  van  den  storm  in  Augustus  genoeg- 
zaam nieto  geleden*.  De  vroegst  gezaaide  stond  ook  dit  jaar 
het  voordeeligst,  zoodat  men  zich  op  zandige  gronden 
meer  en  meer  op  eene  vroege  zaaiying  begint  toe  te  leg- 
gen; de  opbrengst  was  door  elkander  op  25 — 80  mudden 
tot  een  gewigt  van  60 — 66  pd..  geschat.  Het  stroo  was 
overvloedig,  doch  wegens  de  dikwijls  natte  wedersgesteld^ 
beid  niet  overal  van  eene  goede  qualiteit. 

In  bet  voormalig  Fivelingo  kwartier^  GoreeAi  en  Sajh 
pemeer  waren  de  berigten  minder  gunstig;  door  den  boo- 
gen  stand  van  het  water,  door  de  sneeuw-  en  ^sverstop- 
pingen  der  kanalen  was  er  veel  nadeel  toegebragt  en  vele 
perceelen  geheel  verloren  gegaan.  De  aanhoudende  regens 
in  den  oogsttQd,  deed  bet  zaad  lang  week  bleven,  waar- 


Digitized  by 


Google 


26  ROGGE  — GAB8T. 

door  niet  weinig  in  de  schoof  ontkiemde.  Hoeseer  het  we- 
der later  verbeterde,  bezat  het  graan  bij  de  insameling 
de  Tereischte  hardheid  niet;  de  opbrengst  Fan  de  slecht 
geslaagde  was  niet  meer  dan  14  &  16  mad  per  bunder. 

Door  den  soo  gnnstigen  afloop  der  Winter-Zaaljing  was 
er  weinig  Zomer-Rogge  geteeld;  hetgeen  er  was  stond  vrij 
goed  en  is  gnnstig  ingeoogst. 

De  oogsttijd  der  Winter-Rogge  bragt  door  den  veel  vol* 
digen  destijds  gevallen  regen  aan  de  qnaliteit  in  de  Pro- 
vincie Drenthe  veel  nadeel  toe;  voor  dequantiteit  liet  die 
niets  te  wenschen  over,  vermits  men  eene  gemiddelde  op^ 
brengst  van  20  è  25  mud  kan  aannemen.  De  Zomer-Rogge 
is  goed  geslaagd,  en  de  uitlcomst  per  bunder  bedraagt  van 
18 — 522  mud;  de  hoeveelheid  stroo  is  middelmatig,  heeft 
door  het  langdurige  natte  weder  veel  geleden  en  was  voor 
veevoeder  minder  geschikt. 

In  de  Koloniën  van  ffeldcuh'gheid  was  men  over  den 
oogst  redelijk  te  vreden;  van  de  751  bunders,  die  daarmede 
z^n  bezaaid  geweest,  10820  mud  geoogst  of  14,40  mud 
van  het  bunder,  dat  is  in  het  geheel  1791  mudden  en  van 
het  bunder  3,36  mudden  meer  dan  in  1844. 

3.  GARST.  Hoezeer  men  in  het  Hertogdom  Limburg 
gevreesd  had,  dat  de  Winter-Garst  door  dezelfde  oorza- 
ken als  de  Winter-Tarwe  en  Rogge  zoude  geleden  hebben  9 
overtrof  de  opbrengst  de  verwachting,  en  men  bekwam 
20  &  26  mud;  door  zeldzame  uitzondering  werd  er  van 
een  bunder  351  ^^^^  ingezameld.  Door  het  uitakkeren  van 
vele  Tarwe  en  Rogge  is  er  buitengewoon  veel  Zomer-Garst 
geteeld,  waarvan  de  opbrengst  goed  en  voordeelig  is. 
Alleen  in  de  omstreken  van  Bergen  op  Zoom ,  Steenber^ 
gen  en  Zevenbergen  wordt  er  Winter-Garst  in  de  provin» 
eie  Noord^Braband  geteeld ,  het  weinig  gezaaide  is  goed 
door  den  winter  gekomen  en  heeft  bij  eene  opbrengst  van 
36  &  40  mudden  blaak  en  zwaar  graan  ten  volle  aan  de 


Digitized  by 


Google 


G  A  R  8  T.  27 

▼erwaebting  ToMaan.  Van  meerder  belang  is  de  Zomer- 
Gant  9  waarvan  in  de  kleilanden ,  nitboofde  er  Teel  Kool- 
Zaad  moest  omgeploegd  worden  ^  bijzonder  Teel  is  gexaaid 
en  in  bet  algemeen  zeer  goed  gelakt 

Ook  aan  den  MaasAani  beeft  men  zicb  door  het  af- 
drinken  der  Winter-Trncbten  op  deze  teelt  b(jsonder  toe- 
gelegd ;  allerwege  en  speciaal  ook  op  de  zandgronden  is 
de  Zomer-Garst  wel  geslaagd  en  kan  als  een  der  Toordee- 
ligste  gewassen  bescbonwd  worden,  zoo  uitboofde  Tan 
raim  bedrag  Tan  graan ,   als  ook  wegens  den  boogen  pr^s. 

In  deproTincieZeeland  leTerde  de  Win ter-Garst  goede 
tesoltaten  op  ;  de  opbrengst  wordt  tusschen  de  30  en  40  mud- 
den berekend;  ook  de  Zomer-Garst  slaagde  Trij  gunstig; 
soo  wel  de  qnaliteit  ab  de  quantiteit  mag  als  Toldoende 
bescbouwd  worden.  De  opbrengst  berdcende  men  dooreen 
op  35  mudden. 

Hoezeer  eenige  stukken  Winter-Garst  in  de  proTincie 
Zuid -Holland  badden  moeten  omgeploegd  worden» 
laidden  deberigten  anders  oTer  bet  algemeen  gunstig ,  bob- 
bende Teel  goede  Garst  opgebragt  en  minder  gdeden  door 
den  barden  wind.  Op  Goedereede  tn  Over-Flakkée  ecfatet 
Talt  de  Winter-Garst  bij  bet  dorscben  tegen ,  zoowel  ia 
hoeTeelbeid  als  boedanigbeid,  zijnde  meestal  ligt  en  wei- 
nig geschikt  Toor  de  pelderij.  De  Maartscbe  Garst  is  re- 
delijk uitgeTallen  en  de  Zomer^Garst ,  waanran  meer  dan 
gewoonlgk  gezaaid  werd ,  ten  goTolge  Tan  uitgeploegd  Kool- 
zaad, is  zeer  goed  geslaagd;  men  berekent  de  opbrengst  door 
eikander  SOtot  45  mudden  der  Winter-Garst,  35  tot  38  mud-» 
den  Maartscbe  Garst  en  20  tot  25  k  35  mudden  Zomer-Garst 

Het  Departement  Delft  deelt  op  dit  artikel  nog  mede, 
dat  er  Tan  de  brandaren,  die  er  in  1844  zoo  menigTuldig 
in  Toorkwamen,  niets  te  bespeuren  was. 

Aangaande  de  afkomst  der  Hemel-  of  HemfJtga  Gars4 
ook  naakte  genaamd,  geeft  het  Departeiaent  *s  Gravenhage 
op  30  mudden  Tan  deze  Garst,  uiimuntend  Tomr  grutte^ 


Digitized  by 


Google 


28  G  A  R  S  T. 

rjjeneti  pelterijen  geschikt,  ook  voor  elk  ander  doel  goedv 
en  kan  men  ook  goed  brood  bakken  uit  f  van  die  <jfar»t 
en  ^  Tarwe. 

De  oogst  was  over  heC  algemeen  in  Noord- Hol  land, 
ten  gevolge  der  langdwrige  vorst  in  het  inoorjaar ,  en  de 
zware  vrinden  in  Jallj  en  Angnstas  onbedaidend ,  wat  de 
hoeveelheid  betreft ,  doch  de  qualiteit  daarentegen  vol» 
doende,  ja  op  sommige  plaateen  nitmontend.  In  het  5^« 
district  sch^t  het  koade  voorjaar  ook  nadeelig  op'  de 
hoedanigheid  te*  hebben  gewerkt.  In  het  7*  district  heefit 
de  storm  van  19  Angnstas  groote  schade  gedaan.  Geluk- 
kig was  op  Texel  de  Winter-Garst  binnen  en  had  goed 
vddaan ,  dan  op  Terschelling  is  op  dien  dag  de  geledene 
schade  wel  op  /4000  begroot,  de  qimliteit  was  echter 
goed  en  wat  binnen  kwam  was  66  Ned.  pd. ,  de  opbrengst 
gemiddeld  30  mudden  per  bunder. 

De  Winter-Garst  was  in  de  provincie  Utrecht  goed  in 
den  grond  gekomen ,  dochr  had  van  de  langdurige  vorst 
veel  te  li}den ,  zoo  dat  er  in  de  maand  Mei  nog  weinig 
van  te  verwachten  was  ;  hoezeer  de  plant  echter  weinig 
uitgestoeid  is,  heeft  het  nog  een  tamelijk  gewas  gege- 
ven. De  Zomer*Garst,  welke  in  plaats  van  het  verloren 
Koolzaad  nog  al  veel  gebouwd  is,  is  voordeelig  opge- 
groeid en  naar  wensch  ingezameld.  Omtrent  de  deugdzaam- 
heid is 'men  van  beide  soorten  allezins  te  vreden,  doch  de 
scheut  voldoet  niet,  men  rekent  op  25  tot  SO  mudden. 

De  Garst  leverde  een  voldoend  gewas  ia  Gelderland 
op.  De  Heer  tb  Gehpt  berigt  uit  het  Maas  en  fVaal^ 
dat  de  Zomer-Crarst  een  buitengewoon  ruim  gewas  heeft 
opgeleverd.  De  qualiteit  werd  algemeen  gezegd,  goed  te 
zQn,  de  zwaarte  was  van  55  tot  60  Ned.  pd.  per  mud,  dé 
opbrengst  op  sommige  plaatsen  20  op  andere  25  tot  30  mud 
per  bunder. 

De  Heer  Voorhelm  Schneevoo€t  zegt,  dat  de  Zomer-Garst 
ongeluk  is  uitgevallen;  die  na  den  15^  Mei  gezaaid  is  ge- 


Digitized  by 


Google 


S  A  B  S  T.  29 

worden,  is  oret  het  algemeen  beter  vitgeTalIen  dan  de 
iroeger  gezaaide.,  ook  in  de  provincie  Oyer^ssel  had 
de  Garst  van  den  storm  geleden^  men  had  echter  de  van 
destelve  afgeslagene  aren ,  die  het  graan  nog  haddea  be- 
honden ,    kunnen  opzoebeb  én  verzamelen. 

De  Winler-Garst  had  van  de  koude  ia  het  Toorjaar  te 
IQden,  zobdat  de  oogst  daarvan  als  mislukt  beschouwd 
wordt,  de  Zomer-Garst  leverde  een  vdj  goed  verbouw  en 
is  van  eene  middelmatige  qualiteit  maar  blank.  De  herig* 
ten  uit  het  Arrondissemeüt  Almelo  Jniden  gunstiger;  met 
dit  gewas  werden  1749  bunders  bezaaid  5  die  1469  lasten 
qpbragten. 

De  vié]?reijige  Zomer-Garst  /  vooral  de  laat  gezadde.y'is 
uitmuntend  gesiJUi^gd* 

Na  het  ophouden  der  vorst  had  men  hier  en  daar  in  de 
provincie  Vriesland  nog  al -veel  hoop  pp  de  Winter* 
Garst,  dan  belaas,  die  gunstige  Terwachtiag  werd  niet  be- 
vestigd; stij  kwijnde  weg  en  slechts  zeer  enkele  stukken 
bleven  er  over ,  welke  daarenboven  met  veel  arbeid  .(wieden 
en  hakken)  een. gering  beschot  opbragten  van  een^  matige 
qualileit. 

In  de  meeste  gtpnded  ward  Zomër-Garst  gezaaid,  die 
zeer  goed  slaagde,  men  berekent  bet, beschot  door  een  op 
40  &  50  mudden  met  een  gewigt  van  02  tot  58  Ned.  pd. 

Volgens  de  Heer  Wassenaar  had  die  door  den  regen 
en  eenen  plaats  gehad  hebbenden  wind,  waardoor  dezelve 
meerendeels  aan  den  grond  j;eraakte ,  geleden,  dat 'echter 
meer  het  gewi^^t  betrof.' 

De  berigten  uit  de  provincie  Groningen  a^n  omtrent 
de  Garst  vig  wel  overeenstemmende,  maar  geheel  verschil- 
lende naar  de  onderscheidene  soorten. 

Nopens  de  Wiite^-Gars^  zijn  al  d^  berigten  hoogst  on- 
gunstig; Zij  leed  eerst  in  het  najaar  van  1844  van  de.  slak, 
later  van  het  afwisselende  wihterweder  en  vooral  van'  het 
overrloedige  sneeuwwater ,  dat  alle  landen  bQoa  als  over* 


Digitized  by 


Google 


30  G  A  R  S  T. 

stroomde  zoodaC  een  groote  uitgestrektheid  moest  omge- 
ploegd worden  ;  het  was  eene  uitzondering  als  men  hier  of 
daar  een  stuk  Winter-Garst  zag.  Het  staande  geblevene  en 
met  zorg  behandelde  gaf  nog  een  vrij  goed  gewas »  waorrani 
de  opbrengst  gemiddeld  op  35  è  40  mudden  van  goede  qua^ 
liteit  en  wegende  53  tot  56  Ned.  pd.  gerekend  werd. 

Maartsche  Garst  is  weinig  kunnen  uitgezaaid  worden; 
later  heeft  dit  op  de  polders  en  de  hoogere  kleigronden 
Tan  het  Oldambt  nog  in  middelmatige  hoeveelheid  kunnen 
plaats  hebben,  en  dit  hoezeer  later  gewas  is  echter  vrij 
goed  bij  gegroeid  en  leverde  een  goed  beschot  op;  volgens 
den  Heer  van  der  Tuuk  met  eene  geringe  opbrengst  van 
34  mud  en  volgens  de  provinciale  Commissie  van  50  mud- 
den beide  tot  een  wigt  van  52  k  53  ponden. 

Ten  gevolge  van  zoo  veel  mislukte  Winter-Garst  was 
er  eene  buitengewone  hoeveelheid  Zomer-€farst  uitgezaaid, 
die  algemeen  zeer  goed  geslaagd  is,  -en  op  vele  plaatsen 
een  uitmuntend  gewas  zoo  van  stroo  als  van  korrel  ople- 
verde. Door  elkander  zal  men  de  opbrengst  op  36  Mud 
rekenen ,  met  een  gewigt  van  50  &  51  pd. 

Veel  leed  de  Zomer-Garst  ook  door  den  storm  van  Au- 
gustus, waardoor  veel  graan  van  den  halm  is  afgeslagen. 

De  Heer  Billroth  meld:  ^Van  de  Chevalier-Garst  is 
veel  uitgezaaid ,  dewelke  ook  zeer  goed  gelukt  is  en  het 
zaad  van  beste  qualiteit;  deze  soort  wil  algemeen  een  gei- 
ler bodem  als  de  gewone  Zomer-Garst.** 

De  Heer  H.  H.  de  Haan  berigt:  »  De  knobbel-Garst  had 
steviger  stroo,  leed  daardoor  minder  van  den  regen,  en 
en  is  uit  dien  hoofde  beter  van  qualiteit." 

De  onderscheidene  soorten  van  Garst  werden  op  50  &  60 
pd.  geschat. 

De  Zomer-Garst  viel  in  de  Provincie  Drenthe  vrij  goed 
uit,  met  eene  gemiddelde  opbrengst  van  25  mud,  doch 
leed  veel  door  den  storm ,  en  het  was  treurig  om  te  zien ,  boe 
de  grond  met  de  afgeslagene  aren  bedekt  was.   In  de  Ko- 


Digitized  by 


Google 


GARST  — HAVER.  31 

lonie  yan  fF'elddiiigAeül  viel  iie  minder  goed  uit,  hebben- 
de  niet  meer  dan  800  mad  van  de  56  bunders  of  mim  14 
mud  per  bonder  opgebragc. 

4.  HAVER.  Men  was  algemeen  over  de  opbrengst 
der  Haver  in  het  Hertogdom  Limbarg,  zoo  in  korrel  als 
in  stroo  zeer  te  vreden,  men  genoot  van  32  tot  35  mud; 
in  het  district  Roermond  scheen  men  echter  zoo  gelukkig 
niet ,  alzoo  men  aldaar  slechès  op  24  mud ,  die  nog  van 
zeer  ligte  hoedanigheid  was,  rekende. 

Dit  gewas  slaagdein  dekleilandea  der  Provincie  Noord- 
Braband  zeer  goed»  en  later  dan  de  andere  granen  rijp 
wordende 9  heeft  dé  inzameling  niet  geleden;  door  den  vroe- 
gen regen  was  het  stroo  veelal  plat  gestreken ,  hetgeen 
te  weeg  bragt  dat  de  storm  van  Augustos  er  weinig  kwaad 
aan  deed.  Men  houdt  de  opbrenst  voor  38 — 46  mud,  en 
het  wel  gewonnen  stroo  vooral  van  veel  belang  als  winter- 
voeder voor  het  vee. 

In  de  Polders  aan  den  Maasdyk^  alwaar  de  Haver  het 
voomaamste  product  is,  en  de  welvaart  er  grootendeels 
van  afhangt ,  had  men  door  de  late  afstro<Hning  weinig  kun- 
nen zaaijen ,  en  het  gewas  was  in  de  eerste  helft  van  Augus« 
tum  veelal  onder  water  geraakt ,  zoodat  bet  in  die  polders  ge- 
wonnen graan  ligt  en  spits  was,  en  het  stroo  veelal  bedorven. 

In  de  zware  zandgronden  van  het  Arrondissement  Breda 
is  de  Haver  voortreffelijk  gegroeid,  en  had  weinig  min- 
der dan  die  van  de  klei  opgeleverd. 

In  het  Arrondissement  Eindhoven  bespeurde  men ,  in  de 
laatste  helft  van  JuliJ  ,  bederi  in  het  Haver-gewas  even  als 
in  de  aardappelen;  er  ontstonden  van  onderen  op  roest- 
vlakken  in  het  stroo,  vervolgens  in  de  lissen,  die  later 
geel  werden ,  het  benedenste  gedeelte  der  aren  werd  wit , 
dof  en  geraakte  zonder  korrel;  de  ramp  was  vrJJ  algemeen, 
het  malsche  stroo  werd  door  den  regen  gestreken  en  slo^ 
geknakt  aan  den  grond,  waarvan  het  gevolg  geweest  is. 


Digitized  by 


Google 


32  HAVER. 

dat  bfj  mindere  quantiteit  het  graan  bij  de  dorscliing  soo 
ligt  bevonden  is ,  dat  men  er  zich  geen  voorbeeld  van  her- 
inneren kan.  Haver,  die  anders  43  è  45  ®  weegt 9  kon  nu 
meerendeels  naauwelijks  34  k  36  pd.  halen. 

De  Even*  of  zoogenaamde  Zand-Haver  \fkB  wegens  het 
harde .  stroo  overeind  gebleven ,  zeer  goed  gegroeid  zonder 
bederf  gebleven ,  doch  had  door  den  storm  van  19  Augus- 
tus veel  door  uitslag  geleden. 

De  Heer  Maetini  zegt  dat  dezelve  naar  evenredigheid  niet 
zoo  veel  als  in  het  vorig  jaar  opbragt,  daar  men  wel  op 
36  a  27  vimmen  stc6o,  doch  op  niet  meer  dan  32  k  33 
mu^  kon  rekenen. . 

In  Zeeland  :had  het  door  de  aanhoudende  regens  gedu- 
rende den  nazomer  veel  geleden  ^  zoodat  dezelve  op  onder- 
scheidei^e  plaatsen  tegen  'den  grond  was  geslagen  en  veel 
graaa  verloren  had.  Over  het  algemeen  kan  het  verkregene 
bescliot  slechts  als  middelmatig  worden  aangemeikt.  De 
opbrengst  was  op  35  mud  berekend. 

Op  de  Eilanden  Tholen  en  Zuid-Beveland  Bch(jnt  dit 
gewas  beter  geslaagd;  van  het  eerste  zijn  de  berigten,  dat 
het  boven  alle  gewassen  het  beste  geslaagd  is  9  en  de  op- 
brengst gemiddeld  op  45  mud  geschat  wordt. 

De  b^rigten  uit  Zuid-Holland  waren  omtrent  dit  ge- 
was zeer  eensluidende  en  wel  gunstig »  'hebbende  veel  en 
goede  Haver  en  stroó  opgeleverd;  de  opbrengst  was  van 
40 — 50  mud ,  in  Beierland  en  Lande  van  Strijen  zelfs  van 
50 — 70  mud.  Alleenlijk  in  den  ZmV^/a«-polder  schijnt  die 
niet  zoo  gelukt  te  zijn  9  daar  men  van  daarberigt»  dat  het 
beschot  geringen  de  qualiteit  ligt  was,  dooreen  gerekend 
90}  halve  ponden,  en  30  mud  per  bunder. 

In  de  Provincie  Noord -Holland  was  over  het  alge- 
meen de  oogst  der  Haver  vrig  goed,  in  het  3*  district  is 
meerder  geteeld  dan  gewoonlijk,  in  het  6*  district  was  de 
qualiteit  slechts  matig,  men  had  aldaar  enkele  bunders 
Weiland  met  Haver  bebouwd ,  die  'eenen  ruimen  oogst  op- 


Digitized  by 


Google 


HAVER.  33 

leverden »  doch  door  te  welig  gewas  eene  krachtelooie  kor- 
rel ;  io  het  9*  hadden  zware  regens  veel  schade  toegebragt  aan 
het  gewas.  De  gemiddelde  opbrengst  rekent  men  op  36  mnd. 
Niettegenstaande  de  schrale  en  drooge  weersgesteldheid 
en  den  kouden  toestand  der  gronden  de  zaaijing  in  de  Provin- 
cie Utrecht  hadden  vertraagd ,  was  dezelve  echter  meest- 
al onder  gunstige  omstandigheden  nog  tijdig  genoeg  kun- 
nen worden  in  het  werk  gesteld.  Dezelve  is  bij  de ,  voor 
dit  gewas  gunstige  natte  weersgesteldheid  goed  opgekomen 
en  voortgegroeid ;  de  Haver  had  fraai  stroo ,  was  goed  ge- 
laden, en  is  gunstig  ingeoogst.  De  vroege  overtreft  ech- 
ter de  latere  zoo  wel  in  hoeveelheid  als  qnaliteit,  zijnde 
de  laatste  veel  met  brandkoren  besmet. 

Dit  product  is  vrij  algemeen  met  voordeel  verbouwd ,  de 
best  geslaagde  leverde  22  vimmen  van  het  bunder  op ,  met 
een  beschot  van  ruim  1  mud  per  Tim. 

Op  de  hooge  gronden  in  de  Provincie  Gelderland  is 
de  Haver  zeer  goed  geweest,  op  de  lagere  gronden  had  men 
door  de  aanhoudende  regens  niet  zoo  veel  kunnen  zaaljen 
als  men  wel  gewenscht  had ;  de  uitkomst  was  ook  niet  zoo 
voordeelig  als  op  de  hoogere  gronden,  men  had  lang  moe- 
ten wachten  met  dezelve  in  te  halen.  Er  is  veel  stroo  ge- 
wonnen, maar  het  zaad  was  zeer  ongelijk;  gemiddeld  kwa- 
men er  30  vimmen  van  het  bunder.*  De  vim  bragt  op  som- 
mige stukken  8  mud  op  anderen  30  mnd  op;  dit  groote 
verschil  is  vooral  veroorzaakt,  omdat  het  water  zoo  laat 
is  gekomen  en  toen  de  tijd  van  zaaijen  daar  was ,  niet  allé 
lieden  dadelijk  het  zaad  konden  te  velde  brengen. 

Uit  het  district  Maas  en  ^oo/  wordt  graield ,  dat  het 
gewas  op  de  gescheurde  weilanden  zeer  slecht  was ;  waar 
in  andere  gewone  jaren  de  weilanden  door  elkander  30  mud 
per  bunder  opbragten,  bestond  die  opbrengst  in  1845  op 
zgn  hoogst  in  15  mud. 

In  de  Provincie  O  v  e  r  IJ  s  s  e  1  is  veel  Haver  verbouwd ;  zij 
is  meestal  uitmuntend  uitgevallen ,  en  woog  van  40 — 47  N.  pd. 

3 


Digitized  by 


Google 


34  HAVER. 

Er  werden  2982  bunders  mede  bebouwd ,  waarvan  de  op- 
brengst op  2855  lasten  gerekend  werd. 

De  Heer  £•  C»  £nkla.a.r  deelt  een  op  dit  gewas  geno- 
mene  proef  mede;  hij  zegt:  »Eene  door  mij  in  het  klein 
met  de  zoogenaamde  Russische  Haver  genomene  proef  le- 
vert het  bewijs  op,  hoever  men  het  door  eenvoudige,  goe- 
de cultuur  brengen  kan.  Het  is  bekend  dat  men  in  het  al* 
gemeen  bij  de  gewone  cultuur  der  Voer-Haver  gemiddeld 
op  niet  meer  dan  40  Mud  rekenen  kan ;  alleen ,  zoover  mij 
bekend  is,  komen  in  Zeeland  voorbeelden  van  80  Mud 
per  bunder  voor.  Van  het  Genootschap  voor  Landbouw  en 
Kruidkunde  te  Utrecht  eene  kleine  hoeveelheid  Roode  Ha- 
ver ontvangende,  zaaide  ik  deze  op  gewoon  maar  goed 
gemest  en  met  de  spade  bewerkt  bouwland,  op  20  vierk.  Ned. 
ellen  in  rijen  op  ongeveer  2  palmen  afstand  van  elkander, 
later  was  zij  behakt  en  van  onkruid  zuiver  gehouden,  en 
leverde  op  16  kop,  makende  per  bunder  82,5  mud." 

Over  de  cultuur  van  dit  gewas  was  men  in  de  Provin- 
cie Vriesland  mede  zeer  te  vreden;  de  hoeveelheid  en 
hoedanigheid  kan  men  als  zeer  wel  beschouwen;  men  re- 
kent de  opbrengst  van  50  tot  60  mud.  Sommige  Landbou- 
wers brengen  deze  hoeveelheid  echter  tot  70  mud,  terwijl 
anderen  zich  slechts  met  40  moesten  bevredigen ,  doch  bei- 
de voorbeelden  zijn  uitzonderingen. 

Ook  in  de  Provincie  Groningen  was  de  Haver  over 
eene  groote  breedte  uitgezaaid ,  en  de  opbrengst  was  mid- 
delmatig goed,  maar  eenigzins  ongelijk;  in  eenige  zeer 
lage  streken  had  men  te  laat  moeten  zaaijen  en  leed  de 
Haverbouw  van  den  regen,  de  vroegst  rijpe,  inzonderheid 
de  dikke  Haver ,  deelde  in  de  schadelijke  gevolgen  van  den 
zoo  dikwerf  vermelden  stornu  In  het  zuiden  en  westeo 
der  Provincie  was  men  het  best  te  vreden ,  maar  door  el- 
kander zal  men  de  opbrengst  op  niet  meer  dan  40  mud 
per  bunder,  bij  een  gewigt  oploopende  van  33  tot  48  pd. 
kunnen  rekenen 


Digitized  by 


Google 


HAVER  — BOEKWEIT.  35 

Het  oTervloedigst  was  de  opbre&gst  van  het  stroo ,  welk 
tot  voedering  van  het  ree  zoo  gewigtig  voortbrengsel  met 
enkele  uitzonderingen  meestal  goed  binnen  gekomen  is* 

In  het  Noorden  der  Provincie  maakte  men  de  opmerking, 
dat  er  weinig  brand  of  zwart  in  de  Haver  gezien  werd, 
hetwelk  schgnt  te  bewijzen,  dat  het  minder  voorkomen 
van  brandkoren  in  de  Tarwe  althans  niet  alleen  aan  het 
omkomen  van  de  zwakkere  en  alzoo  voor  ziekten  meer  vat- 
bare planten  gedurende  den  langen  en  strengen  Winter  moet 
worden  toegeschreven,  hoewel  de  gevolgtrekking  niet  vol- 
komen zeker  is,  daar  de  brand  of  het  zwart  in  de  Haver 
eene  eenigzins  andere  ziekte  is  dan  de  brand  in  de  Tarwe. 

Hoe  zeer  men  over  de  opbrengst  van  dit  gewas  zoo  aan 
stroo  als  aan  koorn  in  de  Provincie  Drenthe  zeer  tevre- 
den was ,  was  er  evenwel  door  den  feilen  wind  veel  verloren 
geraakt.     Men  rekent  de  uitkomst  op  25  &  80  mudden. 

5.  BOEKWEIT.  De  opbrengst  der  Boekweit  was  in 
het  Hertogdom  Limburg  verschillende.  Door  eenigen  wer- 
den ad  16,  door  anderen  ad  22  mudden  opgegeven,  gemid- 
deld zal  de  opbrengst  op  19  mudden  geschat  kunnen  wor* 
den;  het  stroo  was  overvloedig. 

In  de  zandstreken  van  Noord-Braband  was  de  boek- 
weit de  grootste  steun  van  den  Landman;  zonder  het  wei- 
gelukken  derzelve  zoude  de  ellende  ten  top  gestegen  zijn. 
Men  had  na  de  zaaijing  weinig  verwachting  en  hoezeer  de 
afkomst,  zoo  als  veelal,  verschillend  was ,  overtrof  dezelve 
ver  die  van  een  gewoon  jaar;  ook  io  de  kleilanden  was 
men  zeer  te  vreden. 

Men  kan  over  het  algemeen  de  opbrengst  op  25  a  30 
mudden  berekenen,  en  van  de  beste  behoort  een  beschot 
van  36  mud  niet  onder  de  zeldzaamheden;  dit  gewas  staat 
gelijk  mei  dat  van  44!,  doch  de  qualiteit  is  veel  beter,  het 
graan  wigtiger  en  blanker,  en  is  dit  jaar  veelal  zoo  zwaar 
ah  de  Rogge,  hetgeen  bijna  nooit  het  geval  is. 


Digitized  by 


Google 


36  BOEKWEIT. 

Daar  waar  de  boekweit  in  de  Provincie  Zeeland  nog 
geteeld  werd,  had  dit  gewas  van  het  natte  saisoen  veel 
geleden  en  eene  zeer  geringe  opbrengst  opgeleverd,  12 
mud  per  bnnder. 

Alleen  nit  het  district  vafn  Goedereede  en  Overflakkee 
had  men  uit  de  Provincie  Zn ihI -Hol land  eenige  berig- 
ten;  dezelve  had  een  tamelijk  goed  gewas  opgeleverd;  de 
korrel  zwaar  en  droog,  21  mud  per  bunder. 

De  vochtige  weersgesteldheid  van  Augustas  had  de 
Boekweit  in  Noord-Holland  benadeeld ,  en  de  storm  van  den 
19^^  vooral  veel  schade  gedaan,  desniettegenstaande  was 
het  gewas  gezegend  en  is  de  oogst  voordeelig  uitgevallen, 
ja  slaagde  die  voortreflfel^k  op  stukken ,  die  tegen  den  zui- 
denwind gedekt  waren. 

In  de  Provincie  Utrecht  leed  de  boekweit  door  dezelf- 
de oorzaken ,  als  zoo  even  van  de  voorgaande  Provincie  is 
opgegeven ;  dezelve  is  goed  binnen  geoogst ,  de  scheut  bier 
meer,  daar  minder,  doch  dezelve  valt  over  het  geheel  ge- 
nomen mede ;  men  zal  dezelve  door  elkander  op  zijn  best 
op  |-  schepel  zaad  van  de  vim  en  ongeveer  20  mud  van 
het  bunder  mogen  rekenen.  In  de  gemeente  Tssebtein  had 
een  bunder  53  vim  opgeleverd  met  een  beschot  van  |  mud 
per  vim,  en  echter  kan  men  zeggen  dat  dit  gewas  door 
de  stoute  prijzen  met  voordeel  verbouwd  is,  vooral  door 
de  bouwlieden  der  zandstreken. 

Zelden  zag  men  dezelve  schoener  bloeijen  in  de  Provin- 
cie Gelderland  dan  in  dit  jaar.  Toen  de  bloem  zich 
begon  te  zetten  deden  de  sterke  winden  en  piasregens  veel 
nadeel,  en  hoewel  men  zeer  te  vreden  mag  zgn  met  de 
opbrengst,  had  dezelve  niet  die  uitkomst  opgeleverd, 
waarmede  men  zich  in  den  bloeitijd  vleide. 

Volgens  de  opgave  van  den  Heer  Wttewaall  was  het 
zaad  van  vrij  goede  qualiteit,  de  Boekweit  leverde  25  vim, 
de  vim  gaf  16  mud ,  het  mud  woog  63  è  64  N.  pd. 

Ook  in  de  Provincie  Overijssel  had  de  boekweit  met 


Digitized  by 


Google 


BOEKWEIT  — KOOLZAAD.  37 

Meergenoemde  rampen  te  kampen  ,  echter  was  de  inoogsting 
met  ongunstig.  De  Veen-Boekweit  is  middelmatig  goed  uit- 
gevallen;  van  dezelve  is  op  1573  bunders  verbouwd^  die 
gerekend  worden  opgebragt  te  hebben  407  lasten;  voor  de 
andere  was  besteed  5695  bunders,-  welker  opbrengst  op 
3866  wordt  begroot,  wegende  raa  61 — 69  N.  pd. 

Van  de  Zandgronden  uit  de  Provincie  Vriesland 
waren  geene  berigten. 

Dit  gewas  stond  aanvankelijk  in  de  Provincie  Gronin- 
gen zeer  gunstig  en  beloofde  eenen  dubbelen  oogst»  die 
niet  verwezentlijkt  werd.  De  teelt  der  Zand-Boekweit  is 
als  zeer  middelmatig  te  beschouwen,  hebbende  een  beschot 
van  14  &  15  mud  met  eengewigtvan  60 — 62  pd.  De  Veen- 
Boekweit  werd  door  den  storm  hevig  geteisterd,  als  ook 
door  nachtvorsten  in  September,  zoo  dat  daarvan  de  oogst 
als  geheel  mislukt  moet  beschouwd  worden ;  daar  het  veen , 
waarin  de  vorst  gewoonlijk  zeer  lang  blijft  zitten ,  (op  14 
Mei  1845  bespeurde  men  nog  de  vorst  in  het  hooge  veen 
in  het  fFesierwoldsche)  zoo  laat  eerst  tot  de  bezaayiog 
geschikt  is  »  dat  deze  op  onderscheidene  plaatsen  eerst  na 
den  langsten  dag  kan  plaats  hebben.  —  Op  de  hooge  en 
drooge  zandgronden  heeft  dit  gewas  zooveel  van  den  wind 
geleden ,  dat  men  het  op  niet  meer  dan  eene  gewone  op- 
brengst zal  mogen  rekenen ,  waarvan  de  qualiteit  zeer  goed 
is,  63  &  64  pd.  Met  dit  laatste  berigt  komt  dat  van 
Drenthe  overeen.  In  de  Koloniën  der  Maatschappij  van 
Weldadigheid  oogstte  men  712  mudden  van  84  bunders 
.land  9  dat  is  omtrent  %\  mud  van  het  bunder. 

6.  KOOLZAAD.  Zoo  het  Raapzaad  als  andere  Winter- 
Oliezaden,  hadden,  zoo  te  zeggen,  in  het  Hertogdom  Lim- 
burg geene  opbrengst  gegeven;  eerstens  is  door  den  hevi- 
gen  Winter  de  plant  bijna  geheel  vernietigd,  van  het  ove- 
rige gewas  is  het  grootste  gedeelte,  de  plaats  die  het  be- 
kleedde  niet  verdienende,  omgei^erd  geworden  en  het 


Digitized  by 


Google 


3i  KOOLZAAD. 

weinige,  dat  was  blyven  staan  was  zwak  en  teder,  en  was 
nog  door  de  aardvlooijen  geteisterd.  Het  Zomer-Oliezaad 
werd  daarom  overvloediger  gezaaid  in  de  omgeakkerde  gron- 
den en  gaf  eene  voordeelige  opbrengst,  waardoor  in  den 
mangel  van  het  Winter-Zaad  eenigzins  voorzien  is ;  de  op- 
brengst kan  op  15  mud  geschat  worden. 

In  Noord-Braband  beloofde  het  Winter-Zaad  tot  in 
het  laatst  van  November  bijzonder  veel,  doch  had  de  strenge 
langdurige  vorst  evenmin  als  de  op  de  zandgronden  ge- 
zaaide en  uitgeplante  slooren  niet  kunnen  weerstaan,  met 
uitzondering  van  eenige  weinige  blokken,  die,  opVlasland 
gezaaid ,  minder  geleden  hadden ,  had  men  alles  zonder  on- 
derscheid moeten  omploegen;  het  weinige,  dat  men  had  la- 
ten staan  had  niet  meerder  dan  12  k  18  mud  opgebragt, 
doordien  hetzelve  door  de  koude  spillig  was  doorgescho- 
ten en  er  ook  te  weinig  planten  op  de  akkers  stonden. 
In  de  kleilanden  is  in  het  omgeploegde  veel  Zomerzaad 
gezaaid,  hetgeen  aanvankelijk  goed  opkwam;  doch  later,  aan 
het  pratten  geraakt  door  de  natheid,  verwilderde  en  ver- 
stikte het;  het  beschot,  hoezeer  droog  ingezameld,  viel  bij 
de  dorsching  zeer  tegen,  en  gaf  gemiddeld  ook  niet  meer 
dan  14  a  18  mud. 

Minder  ongunstig  was  het  Zomer-Zaad  in  de  goede 
zandgronden;  hoezeer  het  hier  en  daar  ook  door  de  nat- 
heid geleden  had,  bedroeg  de  afkomst  gemiddeld  20  mudden. 

In  Zeeland  viel  het  Koolzaad  zeer  nadeelig  uit,  leed 
by  de  zaaijing,  later  door  den  Winter,  zoodat  veel  moest 
omgeploegd  worden.  Men  moet  de  opbrengst  als  uiterst  ge- 
ring beschouwen;  het  product  kan  dooreen  naauwelijks  op 
12  mud  berekend  worden«  Het  Zomer-Zaad  leed  door  in- 
secten, het  vroeg  gezaaide  evenwel  het  minste. 

Uit  Zuid-Holland  waren  de  berigten  verschillende. 
In  Del/land  en  het  Westland^  in  Rijnland^  in  de  Beijer* 
landen  en  Land  van  Streijen^  op  Foome  en  Putien  is  zeer 
veel  Winter-Koolzaad,  hetgeen  in  den  voorwinter  zeer  schoon 


Digitized  by 


Google 


KOOLZAAD.  39 

«tood,  naderhand  door  de  aanhoudende  en  felle  yorst  dood  ge- 
TTOsen  en  omgeploegd;  het  overgeblevene  is  redelijk  wel  ge- 
slaagd, had  echter  zeer  ongelijk  opgebragt  als  van  10  tol 
25  k  30  mad  per  bander,  naar  gelang  bet  eene  stak  meer 
of  minder  door  de  vorst  geleden  had.  De  qnaliteit  was 
echter  vrij  voldoende;  men  had  in  die  districten  veel  Zo- 
mer-Koolsaad  gezaaid,  hetwelk  vrij  goed  is  geslaagd,  24 
k  30  mud. . 

Op  Goedereede  en  Overflakkêe  is  het  koolzaad  alge- 
meen goed  door  den  Winter  gekomen  en  had  een  gonstig 
gewas  opgeleverTl;  de  qualiteit  zeer  goed  en  droog;  het 
beschot  25  mad,  hebbende  verscheidene stakkea  van  40 — 45 
mad  opgebragt;  het  zomerzaad  is  aldaar  mede  gonstig 
uitgevallen,  18  mud* 

Uit  Noord-Holland  luiden  de  berigten  zoo  wat  qoa- 
liteit  als  quantiteit  betreft  ongunstig,  gemiddeld  18  mud. 

In  de  Provincie  Utrecht  waren  meerdere  akkers  dan 
gewdonlgk  met  koolzaad  bezaaid  en  ofschoon  het  vdór  den 
winter  goed  te  veld  stond ,  is  er  na  denzelven  slechts  met 
enkele  uitzonderingen ,  het  grootste  gedeelte  ondergeploegd. 
Het  weinige  dat  staan  bleef  voldeed  niet  aan  de  verwach- 
ting, terwijl  ook  nog  de  inoogsting  door  onbestendig  we- 
der gedurende  den  dorschtijd  tegenspoed  ondervond:  de 
bouw  van  het  koolzaad  mag  dus  als  mislukt  beschouwd 
worden.  Er  is  te  weinig  Zomer-koolzaad  uitgezaaid  om  daar- 
van een  algemeen  verslag  te  geven. 

Het  Aveelzaad  voor  zoo  verre  het  slechts  in  geringe  hoe- 
veelheid was  verbouwd ,  is  ongunstig  uitgevallen.  In  G  e  1- 
derland  is  het  winterzaad  meestal  mislukt,  dat,  hetwelk 
is  blijven  staan,  stond  zeer  dun  en  had  een  slecht  gewas 
opgeleverd.  Daar  waar  het  Winterzaad  mislukt  is,  had 
Bien  zomergarst  gezaaid ,   hetwelk  goed  gelukt  is. 

Ia  Over^ssel  had  het  Koolzaad  door  de  scherpe  vorst 
veel  geleden  en  moest  grootendeels  omgeploegd  worden ; 
het  zomerzaml  had  een'  gnnstigen  verbouw  opgeleverd.   De 


Digitized  by 


Google 


40  KOOLZAAD. 

proeven ,  in  de  omstreken  van  Steenwyk  met  Koolzaad  ge- 
nomen op  sware  zandgronden  zijn  dit  jaar  mislukt ;  men  wil 
desniettegenstaande  weder  eene  proef  met  Winter-koolzaad 
op  eenen ,  met  gebrand  leem  vermengden  zandgrond  nemen. 
Met  Koolzaad  zijn  754  bunders  verbouwd ,  welker  opbrengst 
op  254  lasten  wordt  berekend. 

Ook  in  de  Provincie  Vriesland  was  sleehts  een  ge- 
ring gedeelte  geschikt  om  te  knnnen  blijven  staan;  dit  ont- 
wikkelde zich  laat  en  veroorzaakte  eene  ongelijke  rijping 
van  het  zaad.  Volgens  den  eenen  Correspondent  had  men 
onder  het  dorschen  nog  al  goed  weder,  terwijl  de  beide 
anderen  zeer  klagen  over  het  nadeel  van  den  storm,  in 
Augustus  daaraan  toegebragt;  doch  de  algemeene  uitkom- 
sten werden  door  allen  als  onvoordeelig  geacht.  Beter  wa9 
men  over  het  Zomerzaad  te  vreden;  het  beschot  daarvan 
werd  op  22  &  24  mud  berekend,  en  van  het  Winterzaad 
op  18  d  20  mud. 

In  Groningen  was  het  Winter-Koolzaad  in  groote hoe- 
veelheid gezaaid  en  leed  van  de  slak,  waartoe  de  vochtige 
weersgesteldheid  niet  dan  al  te  veel  aanleiding  gaf.  Later 
vreesde  men  zeer  voor  de  nadeelige  gevolgen  van  den  zoo 
lang  aanhoudenden  en  zoo  sneeu wrij  ken  winter.  Dan  deze 
yrees  had  zich  niet  overal  bevestigd  y  en  de  bewaring  van  dit 
anders  zoo  teeder  gewas  zal  wel  voor  het  grootste  gedeelte 
aan  de  heilzame  bedekking,  die  de  sneeuw  verschafte,  moeten 
worden  toegeschreven.  Het  meest  had  dit  gewas  daar  geleden» 
waar  het  in  het  najaar  bijzonder  weelderig  stond,  waar  het 
al  te  laat  gezaaid  had  moeten  worden,  of  waar  het  gedu- 
rende den  Winter  de  zoo  heilzame  sneeuwbedekking  niet 
had  mogen  genieten.  Zoo  had  men  in  eenige  streken  vaa 
het  Oldambty  waar  vrij  veel  Koolzaad  verloren  is  gegaan » 
opgemerkt,  dat  dit  vooral  het  geval  is  geweest  op  de  rug- 
gen der  akkers,  die  het  meest  van  sneeuw  ontbloot  wa- 
ren. In  het  Oldambi,  met  uitzondering  der  meeste  Pol- 
ders aan  ien  Doliard  en  in  het  Wester  kwartier  had  men 


Digitized  by 


Google 


KOOLZAAD  — VLAS.  41 

Ti^  yeel  KooUnuid-laDd  moeten  onploegm ;  maar  fai  het 
Toor  dexe  teelt  soo  gewigtige  Hunsingo  en  roond  in  het 
lïve/tng'o  kwartier  is  het  meerendeels  bewaard  gebleren. 

In  het  laaUte  district  op  de  polders  van  het  Oldambi 
en  in  hét  Oostelijk  deel  van  Hunsingo^  was  men  yrij  wel  te 
Treden,  daar  het  gewas  ook  van  geene  insecten  in  den 
Uoeitgd  geleden  en  eene  opbrengst  gegeven  had,  door  el- 
kander van  2Q  mnd,  dat  bij  de  thans  heerschende  prijzen 
van  / 10  en /Il  middelmatig  goed  te  noemen  was;  elders 
was  het  beschot  op  niet  meer  dan  12  k  14  mad.  De  in- 
oogsting  is  seer  belemmerd,  aoodat  het  derschea  c^  het 
veld  lang  had  moeien  uitgesteld  worden ,  en  veel  saad ,  dat 
nog  vochtig  en  van  slechte  hoedanigheid  was ,  is  binnen  ge-' 
hragt;  het  aaad,  dat  op  het  veld  lag,  had  vreeselJjk  door 
den  8torm#  geleden.  Het  Aveeliaad  had  nagenoeg  even  als 
het  Ko(daaad  geleden  en  beneden  het  middelmatige  opge- 
bragt. 

Zomer-Kookaad  was  er  vrij  veel  nitgexaaid,  en  had  aan 
geene  bijiondere  rampen  geleden^  behalve  daft  het  laatst  aan- 
kom^ide  van  het  vocht  eeoig  nadeel  ondervond;  de  op- 
hrragst  was  van  12—22  mad. 

Hattentut  of  het  daar  aoogenaamd  Deder  of  Doddemaad 
is  in  geene  noemenswaardige  hoeveelheid  geteeld* 

In  Drenthe  sijn  het  Zomer-  en  Boteczaad  vr^  goed  nit- 
gevallen  (1). 

7«  YLAS.  Door  de  Provinciale  Commissie  in 'Noor  d- 
Braband  wordt  berigt,  dat,  in  de  landen  van  Alterm  en 
EeusdeUf  dit  jaar  bijzonder  veel  Vlas  geteeld  is,  hetgeen 
ook  algemeen  tamelijk  wel  geslaagd  is.  Het  laat  gezaaide 
leed  door  de  natheid;  het  tijdig  gezaaide  gaf  doorgaans 
180  steen  per  bunder*    Voor  het  te  veld  staande  deden 


(1)   Zie,  wegens  de  prijzen  der  OraiieD,  den  Staat  der  MarkffNtjxen 
Ie  Leyden.    Btjla^  A. 


Digitized  by 


Google 


42  VLAS. 

xicb  weinig  koopers  op,  zoodat  mea  naaawel^ks  /180  a 
/200  per.  bander  maken  kon,  waartoe  vele  eigenaren  niet 
beslaiten  konden.  Er  is  veel  vlas  opgereden,  hetgeen  an< 
ders  verkocht  sonde  geworden  sijn,  ea  men  heeft  er  sich 
wel  bij  bevonden. 

De  steeds  toenemende  prijzen  van  het  Vlas,  hetgeen 
door  Rotterdanische  kooplieden  meestal  voor  buitenland- 
sche  verzending,  sterk  gezocht  werd,  en  nog  voortdurend 
gezocht  wordt,  hebben  een  zooveel  winstgevend  resultaat 
te  weeg  gebragt,  dat  zich  vennootschappen  geformeerd 
hebben,  die  het  Vlas,  in  Gelderland  en  elders,  opkoopen, 
om  hetzelve  te  huis  te  laten  bewerken,  en  hierdoor  aan 
honderde  behoeftigen  weik  verschaften,  die,  in  den  te- 
gen woordigen  rampvoUen  tijd,  aan  de  armen-tafel  zouden 
vervallen  zijn. 

Het  Lijnzaad  valt  slecht  en  geeft  niet  meerder  dan  8  a 
9  mudden  per  bunder  De  prijs  daarentegen,  is  zeer  voor* 
deelig:  fi^SO  è/1,90  per  steen  van  3  N.  pd.  Het  zaad 
gddt/11  kf  14[  per  mud. 

In  de  zware  kleilanden  van  het  Arrondissement  Breda 
wordt  geklaagd ,  dat  het  Vlas  kort  gebleven  is  en  van  den 
r^en  geleden  heeft.  Op  stam  werd  er  f  190  tot  /  280 
van  gemaakt.  Het  gezwingelde  Vlas  gold  er  60  è  6& 
cents  per  N.  pd.,  terwijl  er  7  k  8- mudden  gering  zaad  ge- 
wonnen is,  waarvoor  de  prijs  ƒ11  k  f  12  per  mud  be- 
droeg. 

.  Door  de  lage  prijzen  van  de  laatste  jaren  ontmoedigd , 
is  de  Vlasteelt  voor  den  handel ,  die  te  Veghet  en  omstre- 
ken van  belang  was ,  meerendeels  verlaten ,  en  nu  bepaalt 
men  zich  bijna  uitsluitend  tot  eigen  gerief,  waartoe  de 
machinale  spinnerij  ook  niet  weinig  bijdraagt,  zoodat  het 
bandspinnen  voor  twijnders  en  garen-fabrijkanten  geheel  heeft 
opgehouden.  De  qualiteit  was  hier  middelmatig,  en  de 
prijs  van  het  weinige,  dat  verkocht  werd,  was  van  45  a 
50  cents  per  N.  pd. 


Digitized  by 


Google 


Y  h  {LU.  4} 

In  Zeeland  ia,  rolgens  het  verslag  der  Provinciale 
Commissie,  het  vlas,  in  grootere  hoeveelheid  dan  gewwm^k^ 
geteeld;  doch  naar  het  berigt  van  den  Heer  de  L4N6E9  in  ver- 
gel^k  met  vorige  jaren,  %eer  weinig  Vlas  gezaaid.  Naar  Inid 
van  beide  berigten,  gaf  het  een  slechts  middelmatig  beschot. 
De  verhoring  van  het  Vlasland  aan  Znid-Hollandsche 
boeren,  Uijft  in  deze  Provincie  aanhouden,  die  alles  met 
hnn  eigen  volk  verrigten,  en  het  Vlas,  na  inoogstiag,  ter 
verdere  bewerking  verschepen.  Meermalen  heeft  men  hier 
aangevangen  het  Vlas  zelf  te  bewerken,  maar  men  kan^ 
in  qoaliteit  met  dat  in  Zuid^HoUand  bereid ,  niet  mede«> 
dingen.  Men  schrQft  dit  toe  aan  het  water  waarin  het 
Vlas  geroot  wordt,  en  ook,  volgens  den  Heer  van  dem 
Bosch  ,  hieraan ,  dat  de  landlieden  de  eigen  bewerking  nog 
niet  dorven  ondernemen,  nit  gebrek  aan  kunde  en  onder'* 
vinding,  die  hoofd vereisefaten  daarvan  zQn* 

De  berigten  uit  Zuid-Holland  luiden  meestal  gunstige 
Het  gewas  wordt  geroemd,  goed  en  van  goede  qnaliteit^ 
van  150  tot  180  steen  ,  van  3  n.  ^d.  per  bunder.  Alléén 
in  de  Beierlanden  en  Lande  van  Stryen^  klaagt  men  dat 
enkele  stukken  geleden  hebben  ,  door  de  aanhoudende  re«* 
gens,  waardoor  het  Vlas  wankleurig  is  geworden.  De  aft 
komst  van  het  IQnzaad  was  gering,  als  vaa  13  tot  16 
Dardsche  achtendeelen(l)  per  bunder.  De  prijs  van  het 
Vlas ,  was  ƒ  1.80  k  /2.20  per  steen ,  hetgeen  zeer  veel  is ; 
het  zaad  f4  i  ƒ4.70  per  acAlendeel  (^ .  Op  Tlakkee  z^n 
eenige  stukken  Vlas  verkocht  voor  ƒ200  tot  /280  per 
bonder.  Het  Departement  ^sGravenhage  stelt  den  prijs 
van  het  zaad  op  /'14  è  ƒ  16  per  mud ,  en  van  het  Vlas  op 
50  &  60  cents. 

Onder  Nieuwveen  en  Zevenkove9i,  zijn  nog  eeiüge  bun- 
ders met  Vlas  bezaaid  geweest.  In  het  tweede  distriet, 
waaromtrent  het  Departement  Leiden  berigt ,  had  men  de 
vroeger  gestaakte  teelt  weder  opgevat ,  welke  gansch  niet 
ongunstig  sch^nt  uitgevallen  te  zijn. 


Digitized  by 


Google 


44  VLAS. 

Volgenfl  bet  Departement  Beijerland^  was  de  bewer- 
king van  bet  Vlas  moeijelijk ,  betgeen  ook  wordt  toege- 
schreyen  aan  de  vele  regens  die  op  hetzelve,  vöör  dat  bet 
rijp  was,  gevallen  is.  Naar  bet  berigt  van  bet  Departe- 
ment Gottday  beeft  in  den  Zuidplas-'poïieT  bet  Vlas  zeer 
goed  te  veld  gestaan,  docb  door  de  menigvuldige  regens 
veel  geleden.  De  prijs  maakt  bet  ecbter  goed ,  zoodat  de 
Vlasboeren  een  middelmatig  jaar  bobben. 

In  Noord-Holland  wordt  geen  Vlas  geteeld,  dan 
4i  bunder  onder  Leimuideny  die  slecbt  gestaan  bebben, 
en  onder  JVinkel  en  Barsingerhom  y  waar  zulks  gesebiedl 
voor  Zuid*Hollandscbe  rekening  en  bet  veld  tot  dat  einde 
verbuurd  wordt ,  namelijk  dit  jaar  3^  bunder »  onder  Bar^ 
singerhom  en  2  bunders  4  roeden  73  el,  onder  IVtnkel^ 
tegen  den  pr^s  van/ 190  per  bunder,  in  laatstgenoemde 
gemeente.  De  opbrengst  was  matig.  Op  Texel  zi^n^  vol- 
gens den  Heer  Bok  ^  dit  jaar  30  bunders  uitgezaaid  ge- 
worden, welke  over  bet  algemeen,  een  vrij  voldoend  ge- 
was bebben  opgeleverd.  De  uitslag  kan  echter  niet  wor- 
den opgegeven ,  daar  bet  Vlas,  voor  rekening  uitgezaaid, 
dadelijk  van  het  veld  wordt  weggereden  en ,  ter  verdere 
bereiding ,  naar  Zuid-Holland  vervoerd. 

In  Gelderland  wordt  bet  Vlas,  bijna  door  allen  die 
land  hebben ,  docb  slechts  in  kleine  hoeveelheid ,  voor 
eigen  gebruik  geteeld.  Naar  mate  liet  verschil  van  grond 
en  de  verschillende  bewerking,  is  ook  de  uitkomst  meer- 
der of  minder  voordeelig  geweest. 

In  Overijssel  beeft  het  een  behoorlijk  verbouw  opge- 
leverd. Het  was  van  behoorlijke  lengte  en  voldoende  van 
zaadbollen  voorzien ',  doch  bet  Lijnzaad  heeft  van  de  ie- 
gens  geleden.  Voor  Vlas  werden  765  bunders  besteed,  die 
gerekend  worden  172,140  N.  pd.  te  bebben  opgebragt, 
waarvan  de  marktprijs  was  60  tot  70  Cents  het  N.  pd. 

In  Vriesland  leverden  de  vroeg  gezaaide  landen  eenc 
uitmuntende  vrucht  scheutig  Vlas.   Van  deze  ging  echter 


Digitized  by 


Google 


VLAS.  45 

het  zaad,  meerendeels  door  het  ongniuitig  weder  Terloren» 
loodat  Teel  ter  naaawemood  geschikt  voor  veevoeder  is 
gebleven.  Het  later  gezaaide  leverde  bij  miader  Ylas, 
beter  zaad,  hoewel  van  geringe  qnantiteit,  dewijl  eene 
gunstige  weersgesteldheid  de  rijpwording  b^zonder  begun- 
tigde.  Niettegenstaande  deze  uitkomst^  bleek  het  echter 
al  wederom  overtuigend,  dat  laat  gezaaid  Vlas,  bij  langO 
niet  die  gunstige  resultaten  oplevert ,  welke  men  gewoon 
is  van  het  vroeg  gezaaide  te  bekomen;  zelfs  heeft  dit 
laatstgenoemde  met  aanmerkelijk  meerdere  ongemakken 
van.  het  weder  te  kampen  y  dan  bet  eerstgemelde.  De  prijs 
van  het  zaad  was  /IQ  per  madde;  van  het  Vlas,  naar  de 
^naliteit  van /1»50  tot/2  per  bunder ,  met  dalende  markt; 
hetwelk  echter  meest  aan  de  speculatie  der  opkoopers 
wordt  toegeschreven. 

De  Heer  Worp  van  Petha  acht  het  wenschelijk,  om  naar 
-een  onkostbaar  middel  uit  te  zien »  ten  einde  bij .  ongun** 
stige  weersgesteldheid 9  de  knop  op  het  land,  .voor  bederf 
en  het  zaad  voor  ontkiemen  te  bewaren.  HQ  acht  dit  te 
gewigtiger,  daar  nood  en  behoefte  déze  cultuur  steeds  aan* 
moedigen  en  eene,  schier  jaarlijksche  vermeerdering  van 
bnadertallen  noodzakelijk  maalu;  terw^l  de  Vlasbewerking 
in  de  behoeften  der  arbeideade  klasse,  eenigermate  te  ge* 
moet  komt.  Het  Vlas  is  (bit  product ,  waardoor,  nog  hét 
best  bet  evenwigt  tusscheh  zomer-  en  winterarbeid  behou- 
den wordt;  eene  zaak  voor  de  algemeene  welvaart  van  het 
hoogste  belang.  Want  wordt  de  arbeid,  gedurende  slechts 
korten  tijd  of  gedurende  "den  zomer ,  vermeerderd  en  uitgezet, 
de  werkeloosheid  en  ledige  handen  zullen  bij  den  winter 
vermeerderd  worden ,  tenzy  men  in  dezelfde  verhouding  den 
arbeid,  ook  in  dat  jaargetijde,  weet  uit  te  breiden.  Ove|;- 
spanning  waarin  'ook,   is  niet  duurzaam  vol  te  houden. 

Door  .den  Heer  Wassenaar  wordt  medegedeeld,  dat  men 
in  het  midden  en  tegen  het  einde  van  de  maand  Jul$,  in 
de  bloemknopjes  en  in  de  eerst  ontluikende  bloemen  een 


Digitized  by 


Google 


46  VLAS  — HENNEP. 

zeer  klein  insect  ontdekte,  geel^groen  van  klenr,  én  eenig^ 
zins  gelijkende  naar  de  zoogenaamde  aardvloo ,  doch  zoo 
klein ,  dat  het  ongewapend  oog  het  niet ,  of  altlians  moei- 
jelijkkonde  ontdekken.  Het  schijnt,  dat  de  vermenigyul- 
diging  van  dit  diertje  de  ontwikkeling  der  zaadknoppen 
beeft  belemmerd;  zeker  althans  is  het,  dat  de  Ylasknop 
algemeen  nietig  en  de  zaadkorrels  zeer  onvolslagen  ble- 
ven. De  meeste  stukken  gaven  dan  ook  niet  meer  dan  8 
a  10,  sommige  slechts  4  &  5  mudden  zaad  per  bunder. 
Ook  zag  men  later  zoogenaamde  doode  plekken ,  in  eenige 
stukken  Vlas,  veroorzaakt  door  eene  al  te  spoedige  rijp* 
wording  of  liever  ontijdige  sterfte,  waarvan  de  oorzaak 
misschien  aan  verschillende  omstandigheden  is  toe  te  schrij- 
ven ,  en  daardoor  modjel^jk  te  bepalen. 

De  Provinciale  Commissie  in  Groningen  meldt,  dat 
bet  Vlas  gedeeld  heeft  in  den  voordeeligen  wasdom  der 
meeste  zomergewassen ,  maar  later ,  onder  ongunstige  weénh 
gesteldheid ,  eene  geringe  hoeveelheid  goed,  droog  zaad  heeft 
opgeleverd.  Het  lint  echter  was  vrij  voordeelig  uitgegroeid t 
en  ook  het  geschoonde  Vlas  werd  tegen  voldoende  prijzen 
verkocht,  zoodat  dit  eenigzins  tot  opbeuring  strekt  der 
bier,  in  de  laatste  jaren ,  meer  en  meer  in  verval  geraak- 
te Vlasteelt.  Er  is  dan  ook ,  volgens  den  Heer  Billroth  , 
dit  jaar ,  ruim  zoo  veel  vlas  verbouwd ,  als  vroeger.  De 
opbi^engst  van  het  zaad  wordt  door  hem  op  ^ ,  10  tot  14 
mudden  bepaald.  Ook  door  dezen  Correspondent  wordt  de 
uitbreiding  van  den  Vlasbouw  wenschelijk  geacht,  om  den 
daglooner  gedurende  den  winter  werk  te  geven. 
-  In  Drenthe  is  de  Ylasteelt,  welke  zich,  in  den  re* 
gel ,  voor  eigen  gebruik  bl^ft  bepalen ,  middelmatig  geslaagd. 

8.  HENNEP.  Uit  Noord-Brahand  berigt  men,  dat 
deze  vroeger ,  in  de  landen  van  Eeusden  en  Altena ,  zoo  be- 
langrijke cultuur,  bijna  geheel  verlaten  is.  In  de  overige 
gedeelten  teelt  ieder  landbouwer  een  klein  hoekje  hennep. 


Digitized  by 


Google 


HENNEP.  47 

waarvan  h^  de  voor  eigen  gebruik  beaoodigde  toawen  laat 
slaan.     De  hennep  is  dit  jaar  tamelijk  wel  geslaagd. 

De  berigten  uit  Zaid-Holland,  luiden,  over  het  al* 
gemeen»  gunstig.  lo  quantiteit  komt  het  gewas  wel  wat 
te  kort*  doch  dit  wordt  door  den  redelijken  pr^s  eenigsins 
vergoed.  Het  is  te  wenschen ,  schrijft  de  Provinciale  Com- 
missie ,  dat  onze  Marine-administratie  dit  jaar  goedvin- 
den zal,  Tan  onze  dengdzame  schiihennep  eene  boeveelheid 
te  doen  leveren,  tot  opbeuring  van  dit  inlandsoh  product, 
hetwelk  het  vreemde  ver  overtreft.  Volgens  het  Departe- 
ment Gouda  ^  was  de  prijs  van  het  hean^zaad,  dat  zwaar 
is  geweest ,  f6  k  /6 j-  het  mud ;  en  van  den  hennep ,  ook 
zwaar  en  goed  van>  qnaliteit,  ƒ15  tot  f  17  de  50  N.  pd. 

Uit  Utrecht  wordt  gemeld,  dat  de  hennep  veelal  laat 
en  traag  opkwam,  en  daarna  van  de  nathdd  te  lijden  had. 
De  warme  dagen  van  Juni}  hebben  dit  echter  hersteld ,  als 
wanneer  de  hennep  bijzoader  hoog  is  opgeschoten.  Door 
den  stormwind  van  19  op  £0  Augustus,  heeft  de  plant  veel 
zaad  verloren ,  en  zlfn  hier  en  daar ,  de  stengels  geknakt* 
De  droogtijd,  na  het  roten,  was  zeer  gundtfg,  en  heeft  de 
hennep  alzoo  een  deugdzaam  gewas,  van  goede  qualiteit, 
geleverd;  doch  de  scheut  van  bet  zaAd  was  karig,  hebbeih> 
de  naanwlijks  |-  mudde  van  de  vim  gegeven.  De  prezen 
waren  als  in  Zuid-Holland.  De  aanvoer  van  overzeeschen 
hennep  was  niet  ruim  en  de  pr^s  hoog,  hetwelk  op  het  in- 
landsch  product  een  gunstigen  invloed  zal  hebben  gehad. 

De,  in  Gelderland,  tusschen  Maas  en  Waal,  ver« 
bouwde  niet  noemenswaardige  hoeveelheid  is  goed  gelukt» 
In  Overijssel  is,  in  de  g&Ofiente Ztvartsluis j  df ze  eulr 
tour,  met  gunstigen  uitslag,  herhaald.  Met  hennep  zfjn^ 
ia  laatstgenoemde  Provincie ,  9  bunders  85  roeden  verbouwd, 
die  3000  N.  pd.  hebben  opgeleverd.  In  Drenthe  is  de 
voor  eigen  gebruik  geteelde  goed  geslaagd. 

9.     TABAK.     In  Zeeland   zQn,   in  het  ^  District^ 


Digitized  by 


Google 


48  TABAK. 

proeven  genomen,  welke,  ofschoon  door  de  Provinciale 
Commissie  aangemoedigd ,  nog  weinig  beduidende  resulta- 
ten hebben  opgeleverd.  De  grond ,  schrijft  de  Heer  van 
DE»  Bosch,  is  voor  den  tabaksbouw  wel  geschikt,  doch 
de  invoering  deier  cultnur  lijdt  schipbreuk  op  het  bestaan- 
de gemis  aan  genoegxame  kennis,  en  geldel(}ke  uitschot- 
ten, die  ze  vereischt. 

Yanhety  in  Zuid-Holland,  toegezonden  zaad,  als  te 
laat  ontvangen,  heeft  men  nog  geene  proeven  kunnen  ne- 
men, doch  hoopt  men  zulks,  in  1846,  te  doen.  Volgens 
het  berigt  van  het  Departement  Gouda 9  zijn  van,  i^ Moord- 
recht genomene  proeven  Sigaren  vervaardigd ,  welke ,  of- 
schoon  niet  op  dierlijke  mest  geteeld ,  niet  tot  de  zeer  keurige 

behoorden. 

In  Utrecht  is,  over  het  geheel,  de  tabaksplanting  voor- 
deelig  geweest,  hebbende  een  goed  gewas  opgeleverd  en 
geene  aanmerkel\jke  schade  door  hagel  of  wind  geleden, 
bdtalve  op  sommige  plaatsen ,  door  de  winden  van  19  tot 
22  Augustus.  Het  gewas  is  tevens  bevonden  van  een  goed 
gewigt  en  kleur  te  zijn.  De  priQzen  waren,  te  Wouden- 
berg^ in  het  begin  van  October,  /12  namelgk  voor  het 
aardgoed,  oude  soort;  voor  het  zoogenaamd  Yalkenburgs- 
aardgoed,/17  de  50  N.  pd.  Voor  het  best  goed  werd 
ƒ14  en  voor  de  zuigers  /6  gevraagd. 

Te  Amerongetij  Rhenen^  Eist  en  Leersum  is  de  tabak 
reeds  in  het  laatet  van  Augustus  verkocht;  het  aardgoed 
voor/27.50,/28tot/29en/30  tot/30.50  de  50  N.  pd.; 
het  uitschot  voor  de  helft  dezer  sommen,  en  de  lompen  van 
5  en  51  Cents,  het  halve  N.  pd. ;  de  tweede  pluk  of  het  best 
goed  voor  /12  en  /14. 

Het  blijkt  dus ,  dat  de  Tabak ,  dit  jaar,  greüg  is  weg- 
gegaan, zQnde  de  voorraad  meest  opgeruimd;  zoodat  de- 
se,  veeltijds  wisselvallige  bouw  aan  de  planters  voldoen- 
de voordeelen  heeft  verschaft.  Alléén  te  Amersfoort  is 
weinig  verkocht  en  d^  voorraad  van  vorige  jaren  nog  aan- 


Digitized  by 


Google 


TABAK.  49 

wesig*  Voor  het  weinige,  dat  hier  verkocht  werd,  was 
de  prijs  van  het  aardgoed /17,  van  het  beat  goed  /19. 
Men  heeft  mede  eene  proef  genomen  met  de  ^a7K>-bemes- 
ting,  sijnde  namelijk  200  onde  roeden  met  tabak  beplant, 
welke,  behalve  met  gewonen  stalmest,  met  500 N.  pd.  guano- 
poeder  werdea  bemest.  Het  gewas  was  uitmuntend ,  zwaar 
en  goed  van  kleur;  docfh  de  planter  maakt  daarby  nog  gee- 
ne  rekening ,  daar  de  duivenmest ,  welke  deselfde  uitkoms- 
ten geeft,  minder  kostbaar  is. 

In  Gelderland  leverde,  over  het  algemeen,  ook  de  Ta- 
bak goede  resultaten  op ,  daar  de  priysen  voldoende  waren , 
en  deselve  wigtiger  was ,  dan  men  om  de  vele  regens  had 
durven  hopen.  In  sommige  streken  der  hooge  Feluwe  kwa- 
men de  zware  soorten  niet  tot  de  gewenschte  rapheid.  Men 
beeft  er  ook,  in  het  klein,  met  goed  gevolg,  de  Guano- 
bemesting  op  toegepast,  welke  in  het  volgende  Jaar  in 
bet  groot  zal  herhaald  worden.  Tabak ,  uit  zaad  van  Ma^ 
mlla  verbottwd,  had  geene  der  qualiteiten  van  zijn  vader- 
land behouden,  maar  bleek,  proefondervinddijk  onzen  ge- 
wonen inlandsohen  geheel  gelQk  te  zQn.  De  Heer  tb  Gempt 
rekttit,  dat  in  zijn  district,  gewassen  is  250,000  N.  pd. 
aardgoed  en  nagenoeg  dezdfde  hoeveelheid  best  goed ;  beiden 
lot  den  pr(js  van  /20  tot  /28  per  50  N.  pd.  De  Heer  van 
Brakeijl  roemt  het  gewas,  als  zoo  voortrelBelijk  van  qua^ 
liteit  en  opbrengst ,  als  in  Iwge  jaren  niet  was  te  beurt 
gevidlen.'  Ook  het  getuigenis  van  den  Heer  RoBmé  van 
DER  Aa  is  gunstig,  ofsohoon  naar  diens  opmerking,  by 
bet  opboflseo,  het  blad  gebleken  is,  minder  consistentie  te 
hebben  en  weeker  te  zQn,  dan  in  vorige  jaren.  De  hoo« 
gere  pr(|zen,  thans  vcM  het  aardgoed  besteed,  ^n  voor 
den  landbouwer  gunstig*  Vioeger^toch ,  merkt  laatstgenoem- 
de Correspondent  aan ,  Waren  de  opkoopers  hij  dalende  prg- 
zen,  uiterst  moeïjelyk.in  het  ontvangen  van  best  goed,  en 
katieden  (dat  is,  afkeuren)  menige  partij;  maar  tegen- 
woordig beeft  de  groote  prijsrijzing  van  het  aardgoed  ver- 

4 


Digitized  by 


Google 


50  TABAK  — MEEKRAP- 

oorzaakt »  dat  de  handel  gesloten  wordt  Toor  eenen  bepaal- 
den prijs ,  door  elka&r  door  den  verbouwer  te  leveren ,  wat 
er  komt ,  en  door  den  handelaar  te  ontvangen »  soo  als  het  is. 

10.  MEEKRAJ'.  Uit  Noord-Braband  wordt  gemeld, 
dat  op  de  xware  kleilanden  in  het  Arrondissement  Breda  y 
de  geplante  kiemen,  ofschoon  goed  in  den  groei  gekomeo, 
niet  veel  vracht  hebben  voortgebragt.  De  wortel  schgnt  ge- 
zond gebleven  te  zijn.  Van  de  twee-  en  driejarige  meede 
is  het  resultaat  niet  voordeelig.  Er  bevonden  zich  in  on- 
derscheidene streken,  ledige  vakken.  De  harde  en  lang- 
durige vorst,  en  de  daarop  gevolgde  natte  weersgesteldheid 
hebben  nadeelig  op  de,  buitendien  reeds  zwakke  planten 
gewerkt.  De  driejarige  meede  heeft  dit  jaar  b^na  niets 
aangewonnen,  terwijl  de  tweejarige,  die  de  eigenlijke  mee- 
cultuur  alhier  uitmaakt  weinig  wortel  heeft  opgeleverd.  BIJ 
de  bereiding  in  de  meestoven ,  heeft  men  eene  geringe  af- 
komst gehad ,  terwijl  de  prezen ,  hoewel  nog  zeer  voldoen- 
de ,  in  vergelijking  van  het  vorige  jaar,  eene  belangr^ke 
daling  hebben  ondergaan.  Men  berekent  de  afkomst  der 
driejarige  meede  van  800  tot  1200  pd. ;  gemiddeld  zal  het 
lOSO  pd.  halen.  De  prQs  heeft,  in  de  laatste  maanden  ge- 
fluctueerd; was  hooger,  doch  is  nu  tot  f60  &/64  terugge- 
loopen. 

In  Zeeland  is  de  cultuur  over  het  algemeen  nadedig 
uitgevallen ,  en  heeft  volkomen  aan  de  vrees  voor  eene  on- 
gunstige delving  beantwoord.  Algemeen  kan  het  Terlies, 
of  de  mindere  uitlevering  op  ^  è  |-  berekend  worden ,  ter- 
vfifl  het  beschot ,  als  zeer  uiteenloopende  moet  worden  aan* 
gemerkt.  Overigens  was  de  qnaliteit  der  krapen  vrij  goed, 
doch  zal ,  nit  hoofde  der  lage  prQzoi ,  eene  geringe  gelde> 
l^ke  opbrengst  opleveren.  Het  product  wordt  berekend  vaa 
de  driejarige  meede  op  1200  N.  pd»,  en  van  de  tweejarige 
op  1000  N.  pd.  per  bunder. 

De  Heer  de  Lange  stelt  de  opbrengst  nog  lager,  name- 


Digitized  by 


Google 


MEEKRAP.  51 

lï)k,  gemiddeld  op  500  N«  pd. ;  en  de  driejarige  op  1000. 
In  het  jaar  1845  werd  meer  oppervlakte ,  dan  in  de  laatst 
voorgaande  jaren  beplant,  waardoor  veel  vraag  naar  kie* 
men  was,  voor  welke  men  van  / 100  tot  / 126  per  bunder 
besteedde.  De,  in  dat  jaar,  geplante  mee  heeft  wel  gevaL 
De  acettijd  was  laat,  en,  bij  den  aanvang  van  den  winter, 
was  de  jonge  mee  nog  niet  zwaar.  De  sachte  winter  geeft 
echter  hoop,  dat  de  plant  niet  zal  geleden  hebben.  De 
laatste  regens  kannen  daarop  echter  niet  gunstig  werken. 
De  plant  belooft  veel  kiemen.  Op  vele  plaatsen  waren  die , 
met  het  laats  van  Febmarij,  reeds  zigtbaar. 

De  Heer  tan  den  Bosch  genoegzaam  dezelfde  resultaten 
mededeelende ,  vermeldt  nog,  ten  opzigte  van  de  kiemen ^ 
dat,  terwijl  ƒ100  per  bunder,  voor  de  gewone  soorten 
bedongen  werd ,  voor  de  nieuwe  soorten ,  uit  Schouwen  en 
de  Willemstad  /125  è  /ISO  besteed  werd;  deze  nieuwe 
soorten  hebben  zich,  bQ  de  planting,  ook  gunstig  onder- 
scheideo  en  zijn  goed  in  de  vat  gekomen. 

De  Provinciale  Commissie  in  Zuid  -  Holland  teekent  aan , 
dat  in  het  district  Foome  en  Puiten  en  het  eiland  Ro%enr 
burg  de  Meekrap  geacht  werd  door  eene  soortgelijke  ziekte 
aangetast  te  zign  als  de  aardappelen.  In  de  Beyerlanden  ^ 
Lamie  van  Strijen  en  het  eiland  Hordreeht  werd  weinig 
meekrap  meer  geteeld,  en  die  op  de  Hen  Gemeten  (GeuL 
Zuid'Beijerland)  was  niet  gunstig  uitgevallen.  [Volgens 
het  Departement  Oud^Beijerland ,  neemt  echter  bepaalde- 
Igk  in  ilte  gemeente,  de  cultuur  toe,  hetgeen  het  aanvan- 
kelijk wèl  gelukken  schijnt  te  bewijzen].  Op  Goederee- 
de  en  Overflakkee  is  het  gewas  mede  ongunstig  uitgeval- 
len; ten  gev(dge  van  de  strenge  vorst,  waren  de  planten 
zeer  zwak  en  leverden  geene  genoegzame  kiemen  op,  die 
daardoor  tot  het  driedubbelde  van  den  gewonen  prijs  ste- 
gen. Bf)  het  delven  viel  de  qnaliteit  niet  tegen ,  doch  de 
opbrengst  was  niet  meer  dan  de  helft  van  een  goed  gewas , 
namelijk  van  de  Sjarige  900  N.  pd. ,  van  de  2jarige  slechts 


Digitized  by 


Google 


52  MEEKRAP.  —  HOP. 

500  N.  pd.  per  bunder.  Vóortfl  is  de  aftrek  van  dit  arti- 
kel gering  en  de  handel  lusteloos.  Ook  staan  de  tegen- 
woordige prijzen  in  geene  verhouding  tot  den  geringen  voor- 
raad, die,  in  ons  Rijk,  van  onze  gewassen  kan  aan- 
wezig zijn,  en  men  moet  zulks  dus  toeschrijven  aan  degroo- 
te,  te  voren  nooit  gekende  mededinging  van  de  Fransche 
meekrapteelt ,  en  de  betere  wijze  van  bereiding,  die  al- 
daar, door  meer  doelmatige  toepassing  van  werktuig-  en 
scheikunde,  in  de  laatste  jaren,  zoo  sterk  is  toegenomen, 
en  doordien  de  aldaar  bereidde  meekrap,  op  alle  Europesche 
markten ,  de  voorkeur  boven  de  HoUandsche  meekrap  heeft 
bekomen. 

Het  is  dus  wenschelijk,  (zoo  eindigt  dit  Verslag)  ten 
einde  het  geheele  verval  van  dezen  belangrijken  tak  van 
onzen  Yaderlandschen  Landbouw  te  voorkomen ,  dat  man- 
nen van  kunde  in  het  vak  der  Meekrap,  zich  vereenigen 
mogen ,  om ,  ook  hier  te  lande ,  in  de  nog  gebruikelijke , 
gebrekkige  wijze  van  meekrap-bereiding,  die  verbeterin- 
gen in  te  voeren,  waarvoor  dezelve  vatbaar  is,  ten  einde 
met  de  vreemde  mededingers  gelijken  tred  in  de  verbete- 
ring van  dit  kostbaar  product ,  te  houden. 

11.  HOP.  Uit  Noord-Braband  wordt  gemeld,  dat 
dit  teeder,  voor  natheid  zeer  gevoelig  gewas,  bij  en  kort 
na  de  planting  zeer  weinig  beloofde,  en  de  scheuten  een 
zwart,  kwijnend  en  treurig  aanzien  hadden.  Later  ech- 
ter, in  Junij,  herstelde  het  zich  volkomen,  en,  zonder 
door  luis  of  honigdauw  gekweld  te  worden,  groeiden  zij 
welig  en  verkregen  een  groot  aantal  bellen,  die  echter, 
misschien  om  derzelver  menigte,  kleiner  dan  gewoonlijk 
bleven,  doch  van  uitmuntende  qualiteit  waren.  De  regen  in 
Augustus ,  en  vooral  de  harde  winden  op  den  19^^  en  20"^^ 
dier  maand,  bragten  veel  nadeel  te  we^.  De  prijs  van 
ƒ36  per  100  pd.  is  zeer  voldoende;  doch  de  mislukking  in 
andere  landen,   waarvan  men  verneemt,   geeft  vooruitzigt 


Digitized  by 


Google 


HOP.  — CICHOBEI.  53 

op  ryring ,  «n  om  die  reden  bestaat  er  b{j  de  Hoppetelera 
weinig  lust  tot  afsetting  van  hunnen  voorraad. 
In  Drenthe  ia  dit  gewaa  mislnkt 

12.  CICHOBEI,  In  Vriesland  acht  men  dit  gewas 
wel  geslaagd.  Men  bespenrde  wel  zeer  vele  planten,  wel- 
ke opgeschoten  waren,  en  das  zoogenaamde  Slekwortelen 
opleverden,  doch  'overigens  waren  de  wortels  meestal  gaaf 
en  vri{  zwaar  van  stnk.  Er  schijnt  minder  Cichorei  ver* 
bonwd  te  zijn  dan  in  vorige  jaren.  Immers  deed  bestaan- 
de behoefte  h^  de  fabrieken  den  prQs  der  natte  wortelen 
in  het  laatst  van  October  en  November  stagen ,  terwiyl 
men  anders  meestal  ondervindt,  dat  4e  eerstgedolvfin  wor- 
telen tegen  den  hoogsten  prys  verhandeld  worden,  wegens 
derzelver  meerdere  deugd.  Daar  de  mislukte  aardappe- 
lenbouw vele  landlieden  schroomvallig  maakt,  deze  cultuur 
fl^ioedig  weder  op  uitgebreide  schaal  te  ondernemen,  is 
het  hoogst  wenscheiy k ,  dat  de  goede  prigzen  der  Cichotei  zich 
op  den  duur,  ook  Uj  vermeerderden  verbouw ,  staande  zullen 
kunnen  houden,  daar  de  Cichorei,,  bij  veel  handenarbttd, 
een  zeer  wwkzaam  middel  is,  om  vooral  st^ve  kleigron^ 
den  te  verbeteren  en  los  te  maken,  dewijl  derzelver  diqi- 
gaande  wortelen  on vennijdel^k  ten  gevolge  hebben,  ^at  de 
grond  18  tot  20  Rgnlandsche  duimen  moet  worden  opge- 
graven, en  de  hiertoe  vereisehte  werkzaamheden  eenen 
aanvang  nemen,  na  het  eindigen  van  den  anderen  veldar«> 
beid.  Prigs  der  natte  wortelen  per  1000  N.  pd.  /13  a  /14 
tot  fïi;  en  van  de  gedroogde  /*6,50&  ^6,75  de  100  N.  pd. 
De  opbrengst  wordt  door  den  Heer  Wassenaar  gemid- 
deld geschat  op  18000  k  19000  N.  pd.  per  bunder. 

Uit  Groningen  wordt  berigt,  dat  men  over  den  was- 
dom en  de  opbrengst  van  dit  gewas  wel  te  vreden  was; 
ia  het  Gorecht  vooral,  waar  de  voornaamste  teelt  daarvan  be- 
staat, hoewel  er  ook  eenige  Cichorei,  gewoonlijk  te  Mid-- 
wolde  en  Kloosterburen  ^  alsmede  te  Haren  ^  wordt  aan- 


Digitized  by 


Google 


54  CICH  O  REL  — ERWTEN. 

gekweekt.     De  prijs  bedroeg  70  4  80  cents  de  50  N.  pd. 

Volgens  den  Heer  Reindbrs,  neemt  de  teelt  eerder  af 
dan  toe.  De  opbrengst  was,  naar  de  opgave  van  dezen 
Correspondent,  van  18  tot  20,000  N.  pd.  per  bunder,  te- 
gen ƒ  10  &/12  per  1000  pd.  natte  wortels. 

In  Drenthe  heeft  de  Cichorei,  ofschoon  niet  algemeen 
verbouwd  wordende,  voldoende  uitkomsten  gegeven,  en  is 
voor  goede  prijzen ,  van  90  cents  tot  /'1,10  de  50  pd. 
verkocht. 

13.  ERWTEN.  In  de  ommestreken  van  Maastricht 
berekende  men  de  opbrengst  op  15  mudden  per  bunder, 
terwijl  men  in  het  district  Roermonde  hoogstens  een  vierde 
van  eene  middelmatige  inzameling  heeft  gehad  ;  in  het  noor- 
deiyke  gedeelte  nogthans  had  men  tot  17  mudden  inge- 
oogst. 

In  Noord-Braband  beloofde  men  zich  veel  van  de- 
ze cultuur;  de  regen  in  Augustus  deed  echter  de  vef« 
wachting  te  leur  stellen.  De  Erwten  werden  %wart^  wan-' 
'kleurig  en  wormstekig  ^  nogthans  was  de  opbrengst  van 
de  kleilanden  van  22  tot  28  ,  van  het  zand  16  tot  18  mud- 
den per  bunder.  De  ongelukkige  Aardappelen-oogst  deed 
de  prijzen  buitengewoon  klimmen;  men  kon  dezelve  ver- 
koopen,  de  geele  en  groene  van  /  12  tot  /  14 
graauwe  f  16  tot  /21;  dit  vergoedde  ruimschoots  de  an- 
ders mindere  productie. 

In  de  Provincie  Zeeland  stond  dit  gewas  aanvanke- 
lijk vrij  gunstig  en  beloofde  een  voordeelig  product;  de 
uitkomst  evenwel  heeft  niet  aan  de  verwachting  beantwoord , 
en  uitgenomen  in  Walcheren ,  waar  dit  gewas  voordeeli* 
ger  schijnt  uitgevallen  te  zyn ,  heeft  men  zich  teleurge- 
steld gezien ,  en  zoowel  ^ualiteit  als  quantiteit  liet  veel 
te  wenschen  over.  —  Men  berekende  de  opbrengst  tusschen 
de  15  en  20  mudden  per  bunder,  terwijl  de  middelprijs 
zich  bepaalde  tot  /  11,34  per  mud. 


Digitized  by 


Google 


ERWTEN.  55 

Ook  de  hooge  pr^sen  waren  Toor  den  Terbonwer  zeer 
Toordeelig. 

De  berigten  nit  Znid-Holland  kom«i  nagenoeg  over- 
eok  net  dat  der  Provinciale  Commisfie  aldaar.  Uit  het  een 
en  ander  bt^kt»  dat  op  Goêdereede  en  Overflakkee,  alle 
soorten  van  Erwten  ongunstig  sljn  uitgevallen.  Hooseer  de- 
selve  in  de  maanden  Jani{  en  Juli)  allergunstigst  stonden , 
loo  badden  later  de  luis  en  andere  onheilen  deselve  xooda* 
nig  benadeeld,  dat  daarvan  niet  meer  dan  ^  van  een  gewoon  ge* 
was  is  gedorsobt ,  meest  alle  soorten  waren  daaraiboven 
van  slechte  qualiteit,  lOo  door  onvolkomenheid  j  door 
wormeteek  9  ak  door  het  eehot ;  men  blekende  de  op- 
brengst der  geele  of  wiUe  Erwten  op  slechts  14  mudden, 
de  blaauwe  op  20  mudden  en  de  graauwe  op  niet  meer 
dan  10  mudden  per  bunder. 

In  de  andere  streken  echter  was  men  beter  te  vreden, 
en  was  de  afkomst  voldoende ,  zelfs  in  Delftsland  en  het 
Westland  is  het  zeer  goed  geweest ,  van  20  tot  24  mud 
per  bunder.  Uit  de  Beierlanden  en  Lande  van  Strijen , 
melde  men  dat  dezelve  bQ  het  gebruik  minder  ongunstig 
sQn  uitgevallen  dan  men  gevreesd  had. 
De  pr^s  der  graetuwe  erwten  m  Octoher  / 1 5     &/  20. 

December  >  12     è  »  18. 
Blauuwe  •  •  .  •  October     >  13     è  » 16.     \^ 
December  »  10     &  »  12,50 1  5 

Witte October     >  10     &>13,5o|  S^ 

December  »   8.25  è  » 10,25> 

De  uitkomst  der  Erwten  is  in  Noord-Holland  zeer  ver- 
schillend geweest;  in  sommige  streken  was  dit  gewas  zeer 
goed  en  voordeeUg,  in  andere  beneden  de  verwachting, 
hetwelk  echter  door  de  hooge  prijzen  is  vergoed;  voorts  wordt 
ons  gemeld  dat  men  te  Zandvoort  de  Erwten-teelt  op  re- 
gels by  de  Aardappelen ,  hetgeen  deze  hoofdteelt  niet  be- 
nadeelt en  goede  uitkomsten  levert  De  prQs  van  deze 
cultuur  is  ons  opgegeven: 


rts 


Digitized  by 


Google 


56  ERWTEN. 

De  Crrauwe  per  mnd  /  18  è  /  25 
Groene     •  •   •    •  »  14  è  »  22* 
fFüie »  12  è  »  18. 

De  prgzen  waren  gevolgUJk  hooger  dan  in  Zoid-Holland. 

Uit  de  Provincie  Utrecbf  wordt  ons  gemeld,  dat  de 
onderscheidene  soorten  Tan  Erwten  eenen  goeden  opgang 
hebben  gehad,  voorspoedig  waren  voortg^roeid  en  wel 
geladen  waren  geweest  vooral  op  de  ligte  kleigrenden» 
Op  de  zware  kleigronden  liad  men  gevreesd  dat  dezelve  te 
sterk  zonden  hebben  doorgebloeid  en  daardoor  te  weinig 
zaad  zonden  zetten.  Bg  het  maaijen  ec)iter  viel  de  verwachting 
van  de  laatstgemelde  grondep  nog  gunstiger  nit  dan  mea 
aanvankeüjk  gedacht  had.  Dan  hoewd  de  inzameling  g^ 
regeld  heeft  kunnen  geschieden ,  en  het  gewas  veel  s$roo 
heeft  geleverd  ,  terwijl  ook  de  Erwten  van  eene  goede  hoeda- 
nigheid waren,  zoo  voldeed  echter,  indien  men  enkele 
akkers  uitzonderde ,  die  eene  voordeelige  opbrengst  hadden 
over  het  geheel  de  scheut  niet  aan  de  verwachting. 

De  prijzen  waren  tot  /  26  het  mud  gekl<mimen. 

De  berigten  van  Gelderland  komen  almede  hierin 
overeen ,  dat  geen  gewas  door  de  bijzondere  hooge  prijzen 
van  dit  jaar  den  verbouwer  meerder  voordeel  heeft  gege* 
geven  dan 'de  Erwten;  dezelve  waren  over  het  algemeen 
goed  geladen ,  en  het  gewas  op  tabaksland  op  rijen  ge- 
plant, konde  overvloedig  genoemd  worden;  men  hoopte 
dat  dit  overvloedig  resultaat  den  moed  der  verbouwers  ver- 
der zoude  aanwakkeren ,  daar  de  vroeger  lage  priljzen  in 
de  laatste  jaren  velen  van  dezen  verbouw  hadden  doea  afzien. 

Over  het  algemeen  waren  de  meeste  berigten  uit  Gel- 
derland ,  ten  aanzien  van  het  Erwten-gewas  en  de  uitkom- 
sten van  hetzelve  gunsHg, 

In  de  Provincie  Overijssel  was  er  weinig  cultuor  van 
Erwten  geweest ,  de  resultaten  waren  versohilleod  echter 
buiten  belangrijke  klagten ,  terwQl  men  in  Vriesland ,  over 
de  uitkomst  der  groene  Erwten  minder  te   vreden  was, 


Digitized  by 


Google 


ERWTEN.  —  PAABINEN.  es  DUIVEN-BOONEN.  57 

lietwelk  het  gevolg  wa< ,  &t  men  slechi  %amd  had  gebruikt » 
ook,  dat  men  aldaar  dit  gewac  digter  moect  nitsaaijeB, 
waardoor  het  oricroid  de  plant  minder  zonde  benadeelen, 
aboo  do<Nr  weliger  greei  dor  Erwten  het  onkruid  zoiden 
▼erttikken ,  en  men  minder  kosten  zonde  behoeren  aan  te 
wenden  met  het  wieden  der  Erwten ;  ook  had  raen.bg  het 
inoogst»!  te  Teel  regen  gehad ,  nogtane  was  men  over  dén 
prys  te  Tredeo. 

De ProTincialeCommistie  van  Landbouw  in  Groaingen 
meldt  ons,  dat  de  Erwten  over  het  algoneen  vxel'wuren^g^ 
slaagde  Het  gewas  was  goed  en  de  opbrengst  eene  mid-  ] 
delmatige  heeredheid  van  eene  goede  hoedanigheid.  Het  ver- 
bouw  was  echter  niet  algemeen  in  dat  gewest.  De  aaaziei^ 
igke  pr^s  /lO  voor  de  geele^  ƒ12  k  /14  voor  de  graam^ 
we  en  /14  k  f  16  voor  de  greene^  welke  pngaen  op  het 
laatst  van  het  jaar  nog  hooger  lieden,  maakten,  segt  ge- 
melde  Commissie  deze  teelt  niet  onvoof  deelig. 

In  eenige  deelen  van  het  noorden  van'  gedaebt  gewest, 
leden  de  Erwten  op  het  einde  van  den  zomer  in  haren  blo^ 
Tan  eene  soort  van  Crypiogamen  ^  wtordoor  de  bladen  eerst 
i(mi  werden  en  een  geheel  %ieheltjk  aanzien,  ja  ten  laatste 
ook  eene  %timrie  kleur  verkregen. 

Dit  Drenthe  isolis  ten  aanzien  van  deze  cultuur  weinig 
belangrijks  geworden,  alleen  scimnt  men  uit  de  berigten, 
uit  die  Provincie  ontvangen ,  te  moeten  opmaken ,  dat  er  geene 
Erwten  voor  den  handel  liiaar  alleen  voor  eigen  gebruik  ge- 
teeld  worden. 

14.  PAARDEN- bnDüIVEN.BOONEN.  In  Limburg 

i^n  de  Paardenbooncfn  van  dubbeld  nut  geweest;  dezelve 
hebben  ved  gediend  tot  menschen- voedsel.  De  minvermo- 
genden hebbm  om  in  het  gebrek  van  Rogge  te  voorzien  9 
dezelven  vermengd  met  het  broodgraan;  het  brood  werd 
twaarder  en  drooger;  \  met  f  tarwe  en  \  rogge  vermengd, 
gaven  de  Boonen  aan  het  bieod  een  zuivere  en  witachjtige 


Digitized  by 


Google 


58  PAARDEN-  en  DUIVEN-BOONEN. 

kleur  en  het  werd  goed  en  voedjiaam  beironden»  De  opbreagst 
seer  voldoende. 

In  Noord-Brabandi^nde  Paardenboooen,  die  nitaloir 
tend  in  de  zware  kleigronden  bij  Breda  geteeld  worden» 
van  eenen  gewenschten  aitfllag  geweest* 

Zg  leden  naar  evenredigheid  van  andere  producten  wei- 
nig van  de  nattigheid,  sijn  tot  de  inoogiting  bij  lang  ste* 
vig  stroo  goed  doorgegroeid  en  waren  met  welgevulde  peu- 
len behangen.  Zij  sijn  laat  rgp  geworden,  en  daardoor  ook 
laat  nog  niet  volkomen  droog  ingezameld* 

De  opbrengtt  was  van  28  tot  34  mudden  per  bunder» 
de  prQs  buitengewoon  hoog,  doordien  zij  ook  aldaar  tot 
voedsel  van  den  mensch  gebezigd  werden ;  f  6^50  k  /7,60 
per  mud. 

Even  zoo  voldoende  was  de  opbrengst  der  Duivenboo- 
nen ,  die  op  de  ligtere  kleigronden  in  de  Tianden  van  Alieiia 
en  Heusden  in  het  groot  geteeld  worden,  vooral  omdat 
daardoor  het  land  in  staat  gehouden  wordt,  gesehilu  om 
door  Tarwe  opgevolgd  te  worden. 

De  Puivenboonen  hebben,  na  van  de  nattigheid  weinig 
hinder  gehad  te  hebben ,  eene  ruime  afkomst  van  26  mud- 
den per  bunder  gegeven.  Daar  de  Ifuivenboonen  voor  meD- 
schen  voedsel  oneindig  geschikter  dan  de  Paardenboonen 
z^n,  zoo  stegen  de  prijzen  aanvankelijk  van/8  tot /lO bet 
mud ,  later  waren  zij  ruim  /l  minder  geloopen. 

Het  gewas  van  Paarden^  en  Ifuivenboonen  was  aldaar 
door  de  buitengewone  voorbeeldelooze  prijsverliooging  dit 
jaar  als  het  voordeeligste  in  de  kleigronden  beschouwd. 

Uit  Zeeland  schrijft  men  daarentegen  dat  deze  cultuur 
door  aanhoudende  droogte  en  later  door  te  veel  regens  is 
tegengevallen,  nogtans  rekende  men  de  afkomst  op  90 mud 
per  bunder. 

In  Zuid- en  Noord-Holland  was  de  opbrengst  van  20tot 
30  it  35  mud  per  bunder  en  over  het  algemeen  van  eene 
zeer  goede  hoedanigheid;  vele  zoo  wel  Paarden^  als  fitn- 


Digitized  by 


Google 


PAARDEN-  EN  DÜIVENBOONEN.  i9 

venboanen  waren  voor  Toedgel  Tan  den  mensch  met  graag- 
te en  goed  gevolg  gebruikt,  de  prezen  waren: 
Zmül-ffoUand    Paarden-boonen/G.  /8,20.  /  7,10.  p.  mud. 

DiuTen-boonen  >8.  >8,80.  >  8,20.      » 

Noord-Holland  Vroege  Boonen  •••.••>  10,0(>.      » 

Geele  Boonen >35,30.       > 

In  het  laatst  der  maand  Jnlij  sQn  de  Boonen  in  de  Provin- 
cie Utrecht  op  sommige  plaatsen  met  vele  Inisen  besoeht 
geweest,  die  zich  op  den  kop  der  planten  nederzetteden  en  den 
bloesemen  de  vrncht  schenen  te  zullen  benadeelen,  doch  later 
ÏB  gebleken  dat  bet  door  dit  ongedierte  toegebragte  nadeel 
Tan  geen  groot  belang  is  geweest.  De  Boonen  zQn  voor- 
spoedig binnengereden  en  hebben  eene ,  in  allen  opsigte  voor- 
deelige  uitkomst  opgeleverd.  Ook  de  prijzen  waren  voor 
doi  verbonwer  allezins  gunstig,  de  witte  boonen  iQn  al- 
daar vericocht  tot /i22  &  /25  bet  mud,  paarden-  en  (hii- 
venboonen  van/7  tot ƒ8. 

IndeProvincie  Gelderland  is  dit  gewas  almede  over  het 
geheel  allergunstigst  uitgevallen ;  de  prQzen  waren  zoo  hoog, 
dat  men  zich  daarvan  geen  voorbeeld  konde  herinneren. 

De  Provinciale  Commissie  uit  den  wensch ,  dat  men  van 
dit  gewas  meerder  cultuur  zoude  maken ,  opdat  door  lagere 
piQzen  hetzelve  meer  algemeen  verkrijgbaar  konde  zQn , 
alsoo  dit  product  voor  de  arbeidende  klasse  als  het  geschikt- 
ste en  meest  kracht  amibrengende  voedsel  van  belang  kan 
worden  gehouden. 

Onze  Correspondent  de  Heer  Emzlaar  te  Zalk  bQ  Zwolle 
maakt  melding  van  een  vreemd  eoort  van  Boonen,  welke 
gemdde  Heer  door  tusschenkomst  van  den  Heer  Baron  tan 
Itteisum  teHatten  uit  den  Oeconomischen  tuin  te  Groningen 
had  ontvangen,  welke  boonen  zeer  goed  hadden  voldaan , 
bijzonder  wegens  fijnheid  van  den  bast  en  betere  smaak, 
ten  gebruik  voor  menschen  voedsel ;  dezelve  waren  te  Zwolle 
ter  maAt  verkocht  voor  ƒ  IS  per  mud. 

Als  een  algemeen  overzigt  dezer  cultuur  voor  de  Provin* 


Digitized  by 


Google 


60  PAARDEN-  En  DUIVENBOONEN. 

cie  Yrieslancl ,  waarmede  aageaoeg  alle  andeie  rapporten  uit 
die  Provincie,  in  het  byzonder  ook  dat  van  de  Heeren  Corres- 
pondenten Worp  van  Petma  en  Wassenaar  ovei^eBkonien , 
nemen  wjy  over  hetgeen  wij  bij  de  Provinciale  Commissie 
uit  dat  Gewest  vinden  opgeteekend. 

>  Deze  (Paardea-  en  Duivenboonen)'  zoo  wel  als  de  Wal- 
»  sche  of  groote  Boonen  werden  in  dit  jaar  gelukkig  nog  al 
>in  aanzienlijke  hoeveelheid  verbouwd;  in  tegenstelling 
»  van  vele  andere  jaren  gelukten  dezelve  algemeen  %€er  goed. 
»  De  vrees ,  dat  dezelve  door  dezelfde  zidcte  zouden  aan- 
»  gestoken  worden  als  de  aardappelen ,  bevestigde  zich  ge- 
» lukkig  evenmin  als  bij  de  Tarwe  en  andere  graanvrnehten  , 
» hoewel  er  werkel^k  een  kort  tgdperk  is  geweest,  waar 
>in  vele  struiken  dezelfde  verschijnselen  vertoonden ,  als 
»  de  aardappelen. 

»  Goed  binnen  gereden ,  bleek  bij  de  dorsehing,  dat  de  boo- 
»  nen  gaaf^  blank  en  in  hoedanigheid  voldoende  waren. 
»  Voor  huiselijk  gebruik  werden  dezelve  byzonder  malech 
>en  smaJielijk  bevonden. 

«Ongeveer  tegen  ƒ8.  per  mudde  verkocht,  leverden  de- 
»  zelve  voor  den  verbouwer  goede  uitkomsten,  terwijl  bo- 
3  vendien  bet  frissche  stroo  een  uitmuntend  veevoeder  op- 
9  leverde.*' 

De  Commissie  gaat  verder  voort: 

>  Dat  het  hoogst  wenschelijk  voor  onzen  landbouw  zoude 
»  zijn ,  indien  de  verbouw  der  Boonen  menigvuldige  zooda- 
>  nige  bovengemelde  gunstige  resultaten  opleverde ,  daar  het 
»  herhaald  mislukken  dezer,  den  grond  zoo  zeer  verbete- 
» rende  vruchten  derzelver  verbouw,  tot  betrekkelyke  ge- 
»ringe  bunders  had  doen  afnemen.*' 

In  de  Provincie  Groningen  was  de  cultuur  derBoonoi 
veel  algemeener,  haar  gewas  was  voortreffelijk ,  zy  bloei- 
den goed ,  en  men  konde  de  opbrengst  rekenen  op  34  è  40 
mudden  per  bunder ,  die  tegen  /6  en  ƒ  7  ja  tot  /8 ,  en  dus  te- 
gen goede  prijzen  verkocht  zy  n ;  die  vochtig  ingeoogst  waren , 
iets  minder. 


Digitized  by 


Google 


PAABD..  BN  DUIVENB.  —  WIKK.  en  LINZEN.     61 

AUes  ie  samen  gettoiBca  mdldt  mem  ons  uit  dat  gewest, 
dat  deze  cultnor  voor  de  meest  ToordeelgeTende  deelen  van 
den  akkerbonw  moest  gehouden  worden* 

Eindelijk  in  Brenihe  was  hiervan  weinig  Terbonw  ge- 
weest, doch  Tan  dat  weinige  was  men  almede  «eer /e  t;red{en, 
letwifl  de  Heer  Tonccens  den  wensch  uit,  dat  men  zich 
meer  op  deze  coltnur  zonde  toeleggen ,  alzoo  de  resultaten 
gunsüg  waren. 

15.  WIKKEN  EN  UNZEN.  Van  deze  onltnor  zQn 
weinig  herigten  ingekomen,  waanraa  wff  echter  sullen  nw- 
bedoelen  die,  welke  maar  eenlgsins  belangrQk  zijn» 

In  de  Provincie  Noord-Braband  waren  de  Wikken, 
die  alleen  in  de  kleilanden  verbouwd  worden,  by zonder 
wel  geslaagd;  van  de  luizen,  meende  men,  uit  hoofde  van 
de  geringheid  der  cultuur,  geene  vermelding  te  moeten 
maken» 

De  Proyindale  Commissie  in  Zeeland  zegt:  Dat  de 
cuhunr  der  Wikken,  als  voedergewas  voor  het  ree,  vrQ 
aansittil^k  is  geweest,  doch  dat  hetzelve  over  het  alge- 
meen niet  zoo  gnnstig  als  in  het  voorgaande  jaar  was  ge- 
grodd;  overigens  dat  hetzelve  op  onderscheidene  stallen 
met  wezenlijk  voordeel  tot  zomervoedering  is  aangewend 
geworden. 

In  de  Provincie  Utrecht  zijn  deze  gewassen  niet  van 
de  /tftsen  vrijgebleven,  doch  waren  overigens  goed  gewas- 
sen en  ingeoogst,  wel  geladen  geweest  en  hadden  goed 
zaad  en  voederstroo  opgeleverd. 

De  Heer  Wttewaai.,  onze  Correspondent  te  Voorst  bQ 
Zatphen,  vermeldt,  dat  dit  gewas  groen  was  a^emaaid, 
omdat  de  klaver  door  de  langdurige  Winter  "was  dddd  ge- 
gaan; voorts  dat  het  gewas  goed  was*  Ook  dè  Heer  Wa- 
«enaar  zegt,  dat  ^e  Wikken  dit  jaar  algemeen  zeer  goed 
geslaagd  zijn,  en  groen  gevoederd  voor  het  vee  tot  een 
uitmuntend  voeder  had  verstrekt,   hetwelk  uit  hoofde  van 


Digitized  by 


Google 


62      WIKKEN  EN  LINZEN.  —  AARDAPPELEN. 

de  schaarschheid  vaa  grac  en  klaver  zeer  te  atade  lu  ge- 
komen. 

Meerdere  berigten  van  voorgemelde  cultnnr  zgn  niet 
tot  on8  gekomen,  deze  en  gene  echter  heeft  den  wensch 
uitgedrukt,  dat  men  zich  op  deze  gewassen  meerder  aoode 
toeleggen,  als  zijnde  wezenlijk  van  belang  voorden' 


16.  AARDAPPELEN.  Volledig  stemmen  wig  in  en  dee- 
len  in  het  gezegde  van  een  onzer  achtingswaardige  berigt- 
gevers,  dat  de  opbrengst  van  dit  nuttig,  noodzakelijk,  ja 
onontbeerlijk  product  van  den  landbouw  allerrampspoedigst 
ontzettend  en  betreurenswaardig  geweest  is;  echterom  van 
alle  de  mededeelingen ,  hoe  verdienstelijk  ook,  melding  te 
maken,  gedoogt  onze  bemoeijing  niet*  Wij  moeten  uittrek- 
sels leveren  en  waarlijk  ons  zijn  zeer  uitvoerige  verhande- 
lingen geworden,  die  wij  niet  mogen  verbrokkelen,  en 
alle  deze  merkwaardige  stuldcen  over  te  nemen,  zoude  een 
groot  boekdeel  vullen;  maar  ook  onder  dezelve  ziyn  er,  die 
door  tractaatjes  en  in  de  openbare  nienwspapieren  bereids 
zijn  vermeld:  wij  zullen  ons  moeten  vergeüoegen,  slechts 
hier  en  daar  iets  van  deze  belangrijke  stukken  over  te  ne- 
men. Ongelukkig  heeft  de  ramp  zich  niet  alleen  tot  ons 
Vaderland  uitgestrekt,  maar  vele  aangrenzende  en  verre 
verwijderde  landen  hebben  in  die  ramp  op  eene  verschrik- 
kelijke wijze  gedeeld. 

Wij  gaan  als  naar  gewoonte  over,  ons  berigt  Provin- 
ciaalsgewljze  te  behandelen. 

Uit  Limburg  wordt  ons  gemeld,  dat  ter  zake  van  de 
hiervoor  bedoelde  ziekte  de  uitkomst  zich  had  bepaald  op 
niet  meer  dan  ^^^  van  de  gewone  opbrengst,  dat  de  inge* 
zamelde  aardappelen  verder  van  de  ramp  waren  bevr^d 
gebleven;  de  prijzen  waren  buitengewoon  hoog. 

Ook  Noord-Braband  deelde  in  deze  verschrikkelijke 
ramp,  evenwel  was  de  cultuur  op  hooge  zandgronden  min- 
der geweest  dan  op  de  kleilanden ;  het  onderzoek  van  na- 


Digitized  by 


Google 


AARDAPPELEN.  63 


taor^  kruid-  es  scheikundigen  hebben  ni«ftg  bepaaldel^kt  i 
de  ziekte  aldaar  kunnen  opgeven ,  ten  minste  om  iets  met 
lekerheid  deswegens  te  kunnen  aannemen. 

Volgens  het  berigt  van  den  Heer  Martini  had  lich  de 
oogst  bepaald  op  {-  Tan  een  gewoon  gewas;  dezelve  wa- 
ren kleiner  van  stuk  en  minder  smakelijk  dan  in  voor- 
gaande jaren. 

De  Heer  van  Dutnhootbn  had  Aardappelen  door  hoven- 
genoemden  Heer  uit  Amerika  ontvangen,  welke  ook  door 
de  ziekte  waren  besmet  geweest;  een*  verderen  uitslag 
hiervan  wordt  te  gemoet  gezien. 

De  Commissie  van  Landbouw  in  Zeeland^  houdt  almede 
de  cultuur  voor  geheel  mislukt ;  Tooral  van  de  winteraard- 
appelen  schijnt  weinig  te  regt  te  zijn  gekomen ;  men  vrees- 
de zelfs  gebrek  te  zullen  hebben  aan  %etgoed. 

Het  Departement  MiMelburg  berigt  ons  almede  dat  de 
inzameling  overal  ten  vollen  mislukt  was ,  uitgenomen  op 
eenige  zandige  en  hooggelegene  gronden  ,  waar  de  opbrengst 
redelijk  vras ,  alhoewel  niet  geheel  vrQ  van  meergemelde 
ziekte. 

De  Heer  van  den  Bosch  refereert  zich  ten  aanzien  van 
dezen  ramp  tot  het  door  zoo  vele  Geleerden  door  den 
druk  medegedeelde,  doch  meent  dat  de  koude  regen  en 
de  daarop  gevolgde  buitengewone  hitte  eenen  verderfelij- 
ken  invloed  op  deze  cultuur  had  te  weeg  gebragt,  ter- 
wijl overigens  alle  de  verdere  berigten  uit  die  Provincie, 
anders  zoozeer  wegens  de  cultuur  van  Aardappelen  beroemd^ 
eenstemming  noodlottig  zijn. 

Ook  de  Provinciën  Zuid'-  en  Noord^ffolland  hebben  in 
den  algemeenen  ramp  gedeeld ,  zoo  echter ,  dat  almede  op 
de  hooge  zandgronden ,  alsmede  de  vroege  Aardappelen , 
daaronder  begrepen  de  zoogenaamde  Kromhouten ,  het  vtash 
ste  hebben  geleden ,  terwijl  de  Vriesche  Witten  9  anders 
een  uitmuntende  aardappel,  niet  hunne  gewone  grootte 
hebben  bekomen  en  niet  melig  zijn  bevonden.    De  goede 


Digitized  by 


Google 


64  AARDAPPELEN. 

Aardiypeleii  sijn  tot  f  10  en  faooger  het  miid  verkocht 
terwijl  men  de  uitkomst  gemiddeld  niet  hooger  konde  be-^ 
rekenen  dan  |  van  een  gewoon  gewas.  De  winteraardappe- 
len ,  Tooral  in  de  kleilanden ,  sijn  in  veefe  streken  ons  als 
geheel  mislukt  opgegeven ,  en  men  vreesde  ook  aldaar ,  voor 
gebrek  aan  goede  poters. 

Het  Departement  Delfl  deelt  ons  een  uitvo^g  berigt 
roede ,  doch  alzoo  het  een  en  ander  door  den  druk  bekend 
is,  achten  wij  ons  verschoond  dit  uitgebreid  stuk,  hoe 
verdienstelijk  ook ,  alhier  over  te  nemen ;  men  vindt  het  in 
den  Vriend  van  den  Landman. 

Het  meest  opbeurend  i&  het  berigt  van  het  Departement 
'«  GravenAage  ;  de  vroege  soorten  waren  aldaar  tot  aan  de 
uitgebrokene  liekte  zeer  voldoende,  ja  zelfs  beter  dan 
in  de  laatst  verlopene  jaren ;  de  meeste  van  die  soorten 
hielden  zich  tamelijk  wel ,  en  men  vleide  zich  dat  het  aan 
geene  legaardappelen  zoude  ontbreken. 

Ook  h»t  Departement  Zeiden  meldt  ons ,  dat  in  de  Gfe- 
meente  Feur^  ofschoon  slechts  eenige  roeden  laads  onbe- 
smet zijn  gebleven.  Voorts  was  de  ramp  in  dat  Departe- 
ment  vrij)  algemeen. 

In  de  Krimpener-Waard ^  volgens  het  medegedeelde  uit 
Crouda ,  was  de  aardappelen-oogst  totaal  te  niet  gegaan  , 
allen  waren  verrot  of  verzuurd.  Sommige  hadden  dezelve 
in  den  grond  gelaten  om  te  beproeven  of  er  nog  ieta  van 
terégt  zoude  komen,  doch  bij  het  rooijen  is  bykans  nieta 
meer  gevonden  ,  dan  hier  of  daar ,  enkele  geheel  verrot. 

Sommige  aardappelen  onder  eene  laag  natte  bagger  en 
klei,  ter  dikte  van  &  k  8  palmen ,  waren  volgens  het  be- 
rigt van  dat  Departement  van  de  ziekte  bevrijd  gebleveuw 

Volgens  het  Departement  Sdssenheim ,  waren  de  aard- 
appelen die  vroeg  hun  wasdom  hadden  verkregen'  en  op 
booge  zandgronden  geteeld,  verkocht  voor y 8  &  ƒ10  bet 
mud.  Voorts  vermddt  ons  gedacht  Departement ,  dat  men 
aan   de   Kitny's-aardappelen   geene  ziekte  heeft  ontdekt. 


Digitized  by 


Google 


AABDAPPELEN.  66 

zegt  y^dw  dat  het  te  bejunmeren  iè»  dat  hiërvaa  geene 
meerdeire  eullnai^  beslaat. 

Ook  io  Noord-Holland  ia  deie  cnkilur  seer  tegenge- 
▼alleQ ,  echter  die.  öp  hoogè ,  Mmdgronden  géledd »  waren 
het  meeste  voldoende,  teen  heeft  dezelve  tot/12  het  mad. 
verkoebté 

De  Heer  Bok  bevestigt  bet  »>o  evetagenlelde. .  Op  Texel 
was  de  ramp  dragelijk;  de  uitkmnst  der  iandiwrdappelen 
was  niet  minder  dan  voorgaande  jaren ,  ook  was  de  hoe- 
danigheid goed ;  op  zwaarder  grond  was  echter  de  ziekte 
doorgebroken.  De  verbouwer  was  over  de  géamakte  prij- 
zen te  vreden,  die  sch  bepaalde  tot  f  8  è/5  het  mnd, 
terwQl  de  Heer  Poutr  de  pcgs  van  /4  opgeeft* 

De  Commissie  van  Landbouw  in  dé  Provincie  Uirecht , 
verwijst  ons  tot. hét  medegedeelde  in  de  Staals^Couiant  van 
20  September  1845,'  en  geeft  ons  voorts  de  nQvoIgendo  uit- 
komst. De  opbrengst  der  Aardappelen  was  235225  mud- 
iim  minder  gewi^e^l  dan  in  18i4^  De  hoeveelheid,  welko 
gerekend  wordt  te  Se|j#i  in^ieoog^it»  weird  geratoid  te  hebben 
bedragen  1095&7  jftudded,  terw^l  zulks  in  1844  was  go* 
weest  344792,  zoo  dbt.Aieli  volgens,  de  bedoelde  opgave 
mag  aannemen ,  dat  de  opbseilgM  eff  w«tni|^  minder  dan  \ 
gedeelte  Aardappelen  moet  worden  gerekend  van  het  yoHge 
jaar,  indien  de  beplante  bnndertallen  ili  beide 'jaren  gelijk 
worden  gesteld.  Dit  verschil  weH  echter^  voor  het' jaar 
1845  nog  nadeelSger^  waaneerman  in  oyenvegingneenit,  dak 
in  1844 ,  «kobM  2872  bundera  met  dit  gn#as  waren  be- 
plant ,  lerw{fl  dit  getal  in  1845  y  3264  bediroeg.  Toen  werd 
de  ,ganiiddelde  opbrengst  geschat  op  IflO  nradden  per  bon* 
deri  dit  jaar  op  aleohta  33  mndderi;   i      .    '     .    : 

Volgene  \wiJJtreelU9ehé  marktberigt  Iverden  de  Aardap- 
pelen tan  Octobér  tot  «n  mét  December!  verkocht  van 
ƒ3,  f%  B^fli  later  waren  ze  verköbht  tot/ 10 
het.  mnd. 

Niet  weinig  heeft  Gelderland  gedeeld  in  de.algemee- 

5 


Digitized  by 


Google 


66  AARDAPPELEN. 

ne  ramp;  al  de  berigten  uit  die  Provincie  komeii  daar- 
in overeen,  dat  vele  velden,  bijzonder  lage  en  kleiach- 
tige  landen  met  Aardappelen  beset ,  geheel  %ijn  vernietigd 
en  niets  hebben  geproduceerd.  Minder  echter  was  het 
kwaad  op  de  hooge-  en  zand-gronden ,  terwijl  vooral  de 
zoogenaamde  bleekrooden  het  minst  van  de  ziekte  waren 
aangedaan  ,  en  dat  die  weinige,  die  gezond  waren  gerooid, 
niet  door  de  ziekelijke  zijn  besmet  geworden.  Dezelve 
waren  echter  kleiner  yvdl  stok,  glaziger  en  êtijver  dan 
in  gewone  jaren. 

In  de  Provinciën  Oyerl|ssel  en  Vriesland  was  het 
niet  beter  gesteld ;  al  de  berigten  van  daar  waren  almede 
zeer  bedroevend ;  nergens  is  men  van  den  ramp  verschoond 
gebleven.  Meer  dan  in  andere  Provinciën  vreesde  men ,  dat 
de  poters  voor  een  volgend  jaar  %iekelijk  zoude  zijn  aan- 
gedaan ,  terwijl  ons  lid  correspondent  de  Heer  Wassenaar 
vermeend  een  insect  in  de  aardappelenplant  en  den  aard- 
appel ontdekt  te  hebben  ,  waaraan  h^  de  ziekte  toeschrijft. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Gronin" 
gen  verwijst  ons  tot  haar  verslag,  door  den  druk  be- 
kend gemaakt,  en  in  der  tijd  in  de  Staats-Courant  ge- 
plaatst ,  hetwelk  over  de  ziekte  der  aardappelen  is  hande- 
lende ,  en  beveelt  daarenboven  zeer  aan  z^ker  werkje  ten 
titel  voerende:  Volks  voorschriften  om  de  rot%iekle  thr 
aardappelen  te  behandelen  en  te  genezen  ^  geschreven 
door  den  Hoogleeraar  Morren  te  huik.    Groningen  1845. 

Voorts  zouden  wg  gaarne  melding  maken  van  het  ver- 
slag over  de  aardappelen,  ons  door  den  Heer  Rbinders  ge- 
worden; dan  onze  bemoeijing,  gelijk  boven  gemeld  is,  is 
te  zeer  beperkt,  om  dergelijke  uitvoerige  verhandeliÉgen 
over  te  nemen;  hetzelve  houdt  nogtans  vele  zaken  in, 
waarvan  wij  hier  reeds  hebben  melding  gemaakt,  et| 
zoude  mitsdien  alleen  moeten  strekken  tot  een  bewijs 
van  waarheid,  van  hetgeen  hiervoren  is  gezegd  en  over- 
gnomen. 


Digitized  by 


Google 


AARDAPPELEN— KNOLLEN.         67 

AUertrenrigst  liJn  oveiigeü  al  de  ▼«rdnre  IiMrigteo ,  soo 
mt  Groningen  ala  Drenthe,  welke  berigten  wQ  allen 
kunnen  yoreenigen  met  dat',  ons  Tan  de  eomnissie  van 
Drenike  geworden ;  dat  rapport  jnd  kannen  strekken  tol 
een  resnmé  van  de' ongelukkige  gesebiedenis  der  aardi^- 
peleo  in  1845.    Gemelde  commissie  segtkort: 

Aardappelen.  Gelijk  elders  is  ook  iuer  de  oogst  seer 
sleeht  nitgevallen. 

De  Ttoege,  namel^k  voor  .Mei  geiette,.  s^  middeljua- 
tigb^gekconen;  de  in  die  maand  en  later  gepooten,  s|}n 
mislnkt. 

In  bet  laatst  der  maand  Jol^  heeft  men  bet  verderf  der 
ranken  waargenomen,  hetwelk  meh  spoedig  algemeen  ver- 
spreidde, en  wel  in  xoodanige  mate,  dat  in  Angostos  al 
de  aardiq>pelenTelden  daardoor  waren  aangetast.** 

17.  KNOLLEN.  In  Limburg  sijn  de £no//M, op Ifjnea 
geplant  en  met  veel  sorg  behandeld ,  niet  gnsistig  nitgeval* 
len ,  hetwelk  te  meer  te  bejammeren  was ,  yermits  door  den 
lachten  winter  dit  gewas  seer  te  stade  sonde  s^n  gekomen, 
soo  voot  den  mensch  als  voor  het  yee ;  men  konde  de  uit^ 
komst  rekenen  op  de  helft  van  een  middelmatig  gewas- 
In  Noord- Br  ab  and  raakten  de  vroeg  gesaaidé  aan  het 
praüen  en  bleven  bijsoader  klein;  later  geraakte  dit  ge- 
was aan  het  groeien  en  gaf  eenegewenschle  uitkomst*  Het 
Iaat  geaaaide  knolgroen  is  echter  meerendeels  mislukt. 

De  Tumips  en  ZeeuwsoAe  Rapen  zQn  in  Zuid-Beveland 
SMl  bet  beste  gevolg  verbouwd;  goede  resnltaten  heeft  dit 
gewas  opgeleverd ,  veelal  is  het  tot  Schapenvoeder  gebesigd. 
De  Heer  tan  den  Bosch  roont  Ab  Muéabaga  seer  voor 
huiselijk  gebruik.  De  smaak  van  eenige  soorten  was.  seer 
aangenaam ;  de  pcgs  was  niet  hoog. 

Ia  Zuid-Holland  djn  de  knollen  over  het  algemeen 

goed  uitgevallen. 
De  Heer  Bouman  in  de  Beemster  meUt  ons ,  dat  de  Zweed- 


Digitized  by 


Google 


68  KNOLLEN. 

8che  of  Koolraap  xeer  ^ed  is  geslaagd »  g^k  iiede  de 
gele  zoogenaamde  sandraap  die  op  het  boonenlattd,  vroe^ 
ge  aardi^pelen*  'of  erwtenveld.  nog  eeafmtmantendgewas 
had  opgeleverd;  ook  badden  eenige'pcoeTba  met  yérschil* 
lende  soorten  van  iSimips  zeer  Voldaan. 

Over  het  algemeen '  was  men  ook  in  Noord4Iollatid 
over  dit  gewas  te  vreden.- 

Insgelijks  in  de  Provincie  Utrecht  waren  de  ImoUeBy 
-welke  niet  in  de  roggestcqipek  waren  gesaaid,  ea;op  den 
behoorlijken  tijd  inden  grond  gekomen^  geslaagd,  ehidiet 
met  de  boekweit  gezaaid ,  hadden  eene  zeer  goede' op- 
brengst gegeven. 

In  Gelderland  was'  de  nitkomst  van  dit  gewas  iseer 
ongelijk ,  zonder  'dat  daarvan  eene  jniste  oorzaak  yrÉM  .op  te 
geven.  In  het  algemeen  waren  de  zandknoUen  beier  geslaagd, 
dan  die  op  de  kleigronden ;  nogtans  geeft  ons  de  Heer  Ro- 
BiDÉ  VAN  DER  Aa  op,  dat  de  knollen  buitengewoon  voor- 
deelig  waren  uitgevallen  en  veel  meer  hadden: opgeleverd  , 
«dan  enders  in  de  beste  jaren. 

De  Heer  Liess  vermeenty  dat  de  knolrapen  in  April  in 
den  tuin  gezaaid  en  ter  bekwamer  t^d  op  enderlingen  afiitanA 
van  30  duimen  op  gbed  bouwland  verpoot  >  eene  groote  hoe- 
veelheid gezond  en  voedzaam  veevoeder  opleveren. 

Vocnrts  had  de  zachte  winter  toegebragt ,  dat  men  dit  ge- 
was lang  heeft  kunnen  gebruiken* 

In  Overijssel,  volgens  het  verslag  van  de  Provisciale 
Commissie,  waren  4612  bunders  verbouwd,  die  11678  las- 
ten knollen  opleverden,  waarvan  men  de  waarde  schatte  op 
ƒ30  per  bunder.  De  knelrapën  waien  in  de  ommestfeken 
van  Deventer,  waar  aij  in  het  groot  verbouwd  waren-,  uit- 
muntend geslaagde 

De  Heer  Enklaar  geeft  ons  op ,  dat  braakkm^en  op  rQ- 
en  te  zaaifen  eene  opbrengst  konde  geven  van  /ISO  per.  bun- 
der, ,V  ^^^  ^^^  bunder  had  gemelde  Heer  voor /M)  ver- 
kocht, en  merade  zells,  dat  daarvan  meerder  te  maken 
zoude  zijn  geweest. 


Digitized  by 


Google 


KNOLLEN  —  WOdRTELGEWASSEN.  69 

In  Yriealand  was  men  over  deie  cokitinriy  de  klei  be- 
ter te  vredeo  dan  op  de  aa»dgronden. 

Li  Groningen  warengeenehljsondere  rampen;  vr^  al- 
gemeen bad  men  aldaar  dese  caltnor  op  heoge  waarde  ge- 
steld en  waren  de  knollen  veel  te  gemoet  gekomen  in  de 
ramp  der  aardappelen. 

EindelQk  was  deÊit  tditimr  in  de  Provineie  Drenihe  miiH 
der  ¥an  aanbelang  geweest;  ,daar  was  de  ÏOÊfil  kleiner  Taa 
stok  gebleren,  doch  het  loof  had  seer  lang  gestrekt  tot 
geiende  stalvoedering.  / 

18.  WORTELQEWA8SEN.  De  Beeiworieltn  x^n  door 
nQvere  Landbouwers  in  Limburg  mei  veel  zotg  en  kosie» 
op  Ignen  geplant»  en  gaven  eene. goede  opbrengst;  van  an- 
dere wortelsoortett  was  weinig  gesaaid.     . 

biNoerd-Brabandbektaig4ie»ettzieh,datde  w<»teleir 
klein  van  stok  si}n  gebleven ,  ddch  de  prijs  was  het  ddb^ 
beid  van  gewone  jaren »•  en  had  ^eel  Toorzien  inde  behoef- 
ten van  andere  levensmiddelen  voor  den  Beegenaamden  ge- 
meenen  man;  nefd  had  ie  even  als  aardflqipelen  gekuild  ^en 
iQ  iQn  lang  goed-  en  smakelifk  gebleven.  . 

Daarentegen  vinden  wij  in  het  vesslag.  dsF,  Provinciale 
Commissie  van  Zeeland  opgeteekMidt^ 

Dat  wel  is  waar  bet  telen  van  den  mamgelwovitl  jaar^ 
iQks  aaniienlijk  toeneemt,  en  dat  jbeeren  meer.  bg  de  land- 
lieden de  overtniging  bevestigd  wordt,  dat  dit.gewas  vooral 
bfj  hooge  preien  der  granen  een  gunstig  voordeel  i^krvert^ 
doch  dat  overigens  de  opbrengst  in  het  aigeloopen  jaar  niet 
als  gunstig  kan  besohonwd  worden  v  als  hebbende  de  daar- 
mede beiette  veMea ,  waarschQnlijk  uit  hoofde  dér  menigvul- 
dige regens,  een  veel  geringer  proiluot  opgeleverd.danin  1844. 

De  opbrengst  der  Paardenpeen  was  almede  niet  loo 
mim  als  in  andere  jaren. 

In  vele  districten  van  ZuiA^HoUand  was  de  Paarden- en 
andere  peen  goed  gegroeid. 


Digitized  by 


Google 


70  WORTELGEWASSEN.  —  SPURRIE. 

Op  Goedereede  en  Flakkee  hebben  de  Bardnoten  of  aard- 
akers een  gering  beschot  gegeTen;  men  rekende  hetselve 
op  niet  meer  dan  op  1500  ned.  pd.  per  bunder,  hetwelk 
men  achtte  omtrent  de  helft  van  een  gewoon  .gewas. 

Volgens  bet  verslag  van  het  Departement  Oud- Beierland 
bad  men  in  de  Gemeente  Klaaswaal  dezelfde  ciekie  in  bet 
gewas  der  Paardenpeen  ontdekt  al»  hg  de  aardappelen , 
zich  openbarende  in  versterf  van  bet  loof,  en  roestachtigtt 
vlekken  op  de  vrucht. 

In  Noord-Holland  waren  ie  worielgetaassen  aeeer 
goed  uitgevallen;  hoewel  op  enkele  plaatsen  de  hoeveel- 
heid minder  was ,  werd  zulks  door  de  grootte  en  de  gave 
hoedanigheid  vergoed. 

De  prijs  was  /l  per  mud  of /l,Sa  de  1000  stuks. 

Dit  gewas  is  wel  is  waar  in  de  Provincie  Utrecht  klein 
van  stuk  bevonden,  nogtans  had  men  geene  andere  tegen- 
spoeden ontdekt.  Ook  in  Gelderland  was  de  aftrek gtooi 
en  men  was  over  deze  cukunr  te  vreden. 

De  Heer  Robidé  tan  der  Aa  meldt  ons ,  dal  de  worte- 
len onffewoon  grooi  van  stuk  en  lekker  van  smaak  ^i^uren 
bevonden,  maar  meer  aan  spoedige  verrotting  onderhevig 
dan  in  gewone  jaren* 

In  de  Provincie  Overijssel  had  men,  in  he^Arrondiase*- 
ment  Almelo,  met  goed  gevolg  de  Peen  gezaaid  onder  het 
Vlas  en  Zomer*koolzaad. 

Ook  uit  Vriesland  en  Groningen ,  ofschoon  wij  over  dit 
artikel  weinig  hebben  ontvangen ,  zijn  de  berigten  zeer  vol- 
doende, bgzonder  waren  de  koolrapen^  of  aldaar  %Qfiffi^ 
imaxaA%  plantrapen^  %oeier  en  smakelijker  dan  bevorens. 

In  Drenthe  was  deze  cultuur  meerendeels  voor  eigen  eoe- 
sumtie  in  het  klein ,  doek  ook  van  daar  luiden  de  berig- 
ten gunstig. 

19.  SPURRIE.  In  de  Provincie  Noord-Braband 
is  de  voorjaars-,  tot  zaad-winning  bestemde  Spurrie  uitmun- 
tend geslaagd. 


Digitized  by 


Google 


SPURRIE.  —KLAVER.  71 

De  hwfiBtsparrie,  die  doiNr  den  lateren  oogst  ock  later 
dan  gewoonlijk  in  den  etoppel  is  kunnen  gezaaid  werden^ 
deelde  in  het  lot  van  de  knollen  en  raakte  aan  het  praii^n^ 
doch  in  het  begin  van  Oeiober  herstelde  sij  sich.  Men  heeft 
van  dit  nnttig  voederkroid  tot  in  het  midden  van  Decem- 
ber kunnen  gebraik  maken,  waardoor  veel  hooi  is  uitge- 
wonnen. 

Van  gemeld  gewas  was  in  Zuid-  en  Noo'rd-HolIan4 
geenecnltonr,  alleen  het  Departement  CowtAi  meldt  om,  dat 
hieroMde  eene  kleine  proef  was  genomen,  die  volkomen  ge- 
slaagd is.  Wf{  h<qpen  dat  geradd  Departement  in  een  vol- 
gend jaar  daarop  zal  terugkomen ,  alsoo  dit  gewas  alleaina 
aanbevelingswaardig  is. 

Volgens  het  verslag  van  de  Provinciale  Commissie  van 
Uirechi  had  de  vochtige  weersgesteldheid  in  den  nazomer 
gunsiig  op  de  Spurrie  gewerkt,  waardoor  dit  gewas  voor- 
deelig  was  gegroeid. 

In  Gelderland  was  de  Spurrie,  metSt.  Lanrene  gezaaid , 
zeer  goed  gelukt»  de  latere  minder  goed  opgekomen,  ech- 
ter was  dit  gewas  zeer  te  gemoei  komende  geweest  voor 
het  beestenvoeder.  De  Heer  Iüese  hield  dit  gewas  voorn 
voartreffel^k. 

In  de  Provincie  Overijssel,  ofschoon  laat  aangekomen , 
WM  dit  gewas  voldoende  geweest.  Moi  heeft  aldaar  4606 
bmders  verbouwd,  hetwelk  ailes  is  kannen  vervoederd 
worden. 

De  Provüiciale  Commissie  van  Landbonw  in  Friesland 
dedt  ons  mede ,  dat  ook  daar  de  Spurrie  goed  slaagde.  By 
het  aanhoudend  xachte  winterweder  had  men  hetzelve  den 
geheelen  winter  versch  kunnen  maafen  en  had  zij  lang  tot 
voorraad  verstrekt. 

In  de  overige  gewesten  was  hiervan  weinig  cultuur ;  daar 
eehter,waar  de  Spurrie  is  verbouwd,  was  die^M/^geslaagd. 

20.   KLAVER.    Het  klaversaad,   hetgeen  biQzonder  in 


Digitized  by 


Google 


72  KLAVER. 

het  district  Roerm&nd  éen  iemBsiènlijk  voorwerp  ma  han- 
del is,  was  aldaar  seer  gering  en  ligt^  werd  door.^e 
aanhoudende  regens  leer.moeljelijk  ingezameld,  en  mer* 
keiijk  in  hoedanigheid  bedorren;  men  rekende  de  uitkomst 
<^  niet  meer  dan  460  k  500  pd.  per  bunder;  de  prQs  wa» 
hoog  van  60  tot  65  eents. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  iVbonAiBrvx^ 
band  geeft  'ons  een  meer  algemeen  overzigt  vafi  dit  gewas. 

De  overjarige  of  zoogenaamde  oude  klaver^  zegt  gemel- 
de Comn^ssie ,  heeft  aan  *  de  hevige  vorst ,  noch  op  de 
klei  noch  in  het  zand  kunnen  weecstaan,  zij  is  meestal 
nitgevroren  en  met  weinig  uitzondering. omgeréed: moeten 
worden.  Ook  de  jonge  klaver  had  aan  sommige  oorden » 
hoewel  in  eene  geringe  mate  geleden. 

Vooral  in  de  zware  klei  is  de  klaver  goed  en  welig  ge* 
groeid ;  men  was  over  de  eerste  snede  meerder  dan  over  de 
tweede  te  vreden. 

.  Ia  de  zandgronden  had  juist  het  tegendeel  plaats.  Oe  hier 
mindere  krachtige  bodem  en  misschien  de  strengere  uitwer- 
king van  den  vorst  deed  de  klaverplanten ,  die  cfvergi^le-^. 
ven  waren  >  laat  in  den  groei  komen ;  de  eerste  snede  viel 
daardoor  zeer  uit  de  hand ,  de  tweede  daarentegen  gaf  veel 
meerder,  hetgeen  gewoenlyk  het  geval  niet  is.  Met  de 
zaad  winning  was.  het  allerwege  niet  gunstig  gesteld ;  de  een 
gen  heeft  veel  wankleurig  zaad  te  weeg  gebragt,  waairvaft 
ook  niet  veel  geworden  is. 

De  onder. zomervrnchten  gezaaide  klaver  heeft  het  veld  digt 
beslagen  en  geeft  een  goed  nitzigt  .op  het  volgende,  ff^'^^fwu 

Met  liet  vorenstaande  komen  al  de  berigtgevers  ait  Noords 
Braband  idsinede  uit  de  Provincie  ZeebuuL  tamelijk  over- 
een, zoo  dat  zulks  voor  die  beide  Provinoidn  geldig  ia. 

Insgelijks  waren  de  berigtan  uit  Z  u  i  d-  en  Noord  -  Hol- 
lan  d  eensluidend ,  de  ttueede  snede  had  goed  voldaan  >  men 
had  goed  en  krachtig  klaver-hooi  gewonnen.  Ook  de  nu 
gezaaide  klaver  stond  goed. 


Digitized  by 


Google 


KL  AVE  R.  :  73 

In  de  Pfovincie  Utrecht  klaagde  mm  ever  dese  calt uw. 
Deor  elkander  gerekend  konde  dezelve  «léchta  een  fcal£>geN 
was  opleveren ;  de  eers^e^  snede  kad  ook  aldiiar  van  de  vorst 
des  vorigen  winters  veel  geledeiB.' 

De  onder  de  Rogge  en  andere  granen  gezaaide  Klaver  was 
goed  aangeslagen  en  stond  na  de  inaaQing  van  het  kereii 
ongemeen  digt  en  was  verder  w^ltg  opgescfaoteik 

In  vele  opzigten  was  de  gesteldheid  van  de  Klaver  in  de 
Pfovinctën  Gelderland  en  Overijssel  gel^klnidende. 
De  strenge  winter  bad  dit  gewas 'eitk  aldaar  veel  naded  toege* 
bragt;  geheele  kampen  waren  t;er/or^n  gegaan ,  de  overge# 
blevene  bad  door  den  invloed  der  heete'  Isebtsgesteldheid 
voor  de  tweede  snede  veel  geleden.  In  de  meeste  zandstre- 
ken  was  men  met  de  opbrengst  te  treden ,  dofeb  in  vele  klei- 
streken  was  het  gewas  igrBbiénHéeh  misluAt^    ' 

De  Heer  Enklaah  *  beveelt  ^eèr  aan  de  Klaver  op  ri^en 
te  zaaijen  op  twee  palmen  afstands  ^  faetweik  gemelde  Heer 
zeer  goede  nitkoansten  had  tie  weeg- gebsagl 

In  de  Provinéie  Vriesland'  waren  weinig  klagtcn.  Men 
was  algemeen  over  déze  onltaorBeer  tevreden,  enmenlmd 
goede  klaverweiden  gehad;  ook  de  inzameling 'Von  het  .hooi 
en  het  zaad  wto  redeligk.  De  prf)s.  van  het  beste  nienwe 
klaverzaad  heeft  men  opgégefen^van /|K)-^/60' — f7B 
het  mnd.  .-..-.    «^  i-.  ,  *    -..i    ,  '^  . 

Uit  Ghroningen  laten  wij  volgen  het  verslag  vmi' de  Pro* 
vinciale  Coinnilssie  van  Landbouw  aldaar*  * 

De  roode of  Bra/kandseAe  Klaver  gaf  een  zner  góèdpro- 
dact,  vooral  de  t%&eede  snede»  l>egen  verwaehjijng  had  het 
gewas  van  den  strengen  winter  wèieigof  niet  geleden,'  iets 
dat  ook  wederom  aan  dè  ge^de  veldbedeUting  door.  de  rij* 
kel^ke  sneeuw  moet  worden  toegesehrevenw  Het-metni; 
gezaaide  stond  g^ed. 

Ook  over  i^  Wttie  Klaver  waren  de  bscigten  algemeen 
gunstig  y  wat  haar  #asdom  in  stengen  en  bladeren  aAnb^ 
langt,    echter  met  nitzondering  van  de  kleigronden  vto 


Digitized  by 


Google 


74         KLAVER.  —  GRASLANDEN  en  HOOI. 

bet  Wester^Kwartier*  Ten  aandien  van  de  howeelheid  en 
i»  hoedanigheid  van  het  Klaverhooi^  waar  het  ssaad  aldaar 
anders  een  20e  belangryk  artikel  is ,  was  het  ook  wedercnn 
dit  jaar  slecht  en  in  eene  geringe  hoeveelheid  inge«anield« 

De  Heer  Rcimders  bertgt  ons  dat  hg  de  eerêt^  snede  der 
Klaver  droog  gewonnen  had ,  en  opgebragt  3000  k  400O  pd. 
per  bnnder,  alsmede  dat  de  verboaw  van  Klaver  hoe  Ion* 
gèr  hoe  meer  toenam. 

Overigens  was  meerendeels  het  gewas  der  Klaver,  klei- 
ne bijzonderheden  uitgesonderd ,  gelyk.het  met  de  cnltnar 
van  alle  gewassen  gelegen  is »  alsmede  in  de  Provincie  Ifren' 
the  goed  geslaagd. 

2L  GRASLANDEN  en  HOOL  In  de  Provincie  Lim- 
burg gaven  de  grasweiden  eene  middelmatige  hoevei^** 
beid,  en  men  berekende  de  opbrengst  van  bet  nagras  op  f 
van  hetgene  men  gewoonlijk  wint* 

In  de  Provincie  Noord -Braband  was  de  opbrengst 
der  Gras-  én  Hooilanden  zeer  verschillend»  en  hing  al- 
leen van  de  meer  of  mindere  booge  ligging  der  laaderljeo 
af.  Zoo  was  er  overvloed  van  gras  in  bet  Arrondissement 
Breda  de  Zartgêiratd^  terwiyl  in  de  omatreken  van  '#  JTier- 
iogenhasoh  de  lage  uiterwaarden  aan  de  Maas  bn  in  all* 
polders  van  nabij  Grave  tot  de  Dïe%e  de  schAde  door 
overatroemingen ,  ten  gevolge  van  den  hoogen  waterstand 
van  de  JUaas  niet  té  berekenen  was.  HonAerdeb  werklie* 
-den,  die  hun  eenig;  bestaan  in  bet  maaijen,  booten  en  la- 
ter in  het  giteven  van  slooten  vooden ^  waren  sonder  werkt 
en  hieraan  moet  dan  ook  to^eschreven  worden,  dat  de 
prijs  van  Hooi  in  bet  najaar  pr.  1000  N.  pd.  /  4  k  f  6 
hooger  was  dan  in  gewone  jaren. 

Alle  berigten  uit  Zeeland,  waarmede  die  uit  Zuid- 
Holland  overeen  komen ,  stemmen  daarin  overeen,  dat 
de  Graslanden  een'  mimen  voorraad  hebben  oqigeleverd, 
dat  de  Uooibouw  gelukkig  is  uitgevalloi  en  het  vee,  we* 


Digitized  by 


Google 


ORAfiLANDEN  en  HOOI.  75 

gwis  het  saelite  w^Wj  seer  fauig  in  de  weide   is  ge- 
Ueym. 

In  Noord-Holland  vnm  da  Hoóil>oaw  nuU  oogon- 
sCig,  maar  klaagt  men  dat  het  Hooi  dof  en  8chiiQ«ielaob' 
tig  was,  waardoer  de  beesten  weinig  melk  gaven* 

In  Utrecht  waten  de  fimslanden  Jaat  goeen  en  de  op- 
brengst van  Hooi  nmtig.  O^r  liet  algemeen  was,  het  Hooi 
wegens  gebrek  aan  aontaescfaijftt,  niet  seer  hard  en  djroqg, 
«I  was  daardoor  méd  aan  bro^ ing  onderhevig,  tetwijl 
hetaelve  h%  de  voedering  niet  neer  kraèhtig  wer4  be^Mr 
den,  en  verre  beneden  dat  dcnr  twee  katstvorige  jaren  ge- 
acht. De  niet  voordeelige  gesteldheid  der  Graslanden  had 
-reeds  vroegt^iyg  invloed  op  die  der  Hboilandenl  t  waar- 
door de  bnitend^knhe  velden,  die  raim  mét  gras  beaet 
waren  9  voer  ongeboorde  prQsen  «yn  veifaoht  geworden. 

In  Gelderland  was  de  oogst,  voldoende»  behalve  in 
de  Geldersche  vallei,  alwaar  de  hoedanigheid  van  het 
Hooi  slecht  was,  hetwelk  meestal  in  natte  janen  het  ge- 
Tal  is,  ten  gévolger  van  volslagen  febreh  aan  bebodrlgke 
afwatering. 

Zeer  ongeluk  was  het. ten  desan  Opsigte  in. de  Provin- 
cie OTerifssel  gestelde  De  laag  gelegene  laÉden  in.de 
nmistrdien  van  Kampen  hebbmi  veel  gekden  door^  het  goie 
en  natte  weder;  die  omstredcs  Zwoïie  «f  FoUemk&uen 
werden  in  Augnstns  dóór  de.  skgeegens  onde^  water  ge- 
net, terwyl  de  bnitenlanden  langs  de  Jlees  en  het  Mtpp^ 
lerdiep  bijnond^  venl  gras  gaven,  btiisscbeli  was  men 
in  het  dgemeen  over  den  hooibouw  te  vmden.'  •  ,, 

In  Vriesland  hebben  dé  beste  Gras-  en  Hoeilanden 
over  het  algemeen  geene  gunstige  üitlosnuiten  c^geleverdv 
behdm  die  in  de  lagere  en  wondstrekea  gelegen  ^0.  Me^ 
klaiq[t  ook  aldaar,  eveniAi  in  Utrecht,  diJUiheteaderiOii- 
gnnstige  omstandigheden  geikrohnén  hooi,  bQ  de  winter* 
voedering  veelal  dof  en  met  schimmel  heset  was  ,  waef  * 
door  het  de  gewone  voedsaamheidniet  besat. 


Digitized  by 


Google 


76        GRASLANDEN  en  HOOI,  •--  RUNDVEE. 

Allergünstigit  luiden  de  1>erigl;0n  uit  daiPnyFiocie  Gr«- 
niDgen;  wel  stonden  de  velden  in  het  eerst  geheel  dor, 
iioodat  men  meende  dat  kij  van  den  Wintel  ireel  geleden 
hlidden  >  doch  in  de  tweede  ;helft  Tan  April  lü^rdetn  «ij  als 
met  een  tooverslag  groen^,  zaedat  men. toen  reeds  op  «IH 
kele  plaatsen  hei'  vee  in  de  weide  kon  brengen.  Later 
"werd  «f  veel  Hooi  gewonnen ,  döèh  heit  mgras  was  achaarscb, 
insónderhiÜ  toen  er  nachtvorsten»  begonnen  te  heerschen. 

Evengiinatig  Iniden  ie  berigiwn  ^'D.centhe,  behalve 
het  tiadeel  hetwelk-  de  veelvuldige  regens  in  Augustus  op 
sommige  plaatsen  té  weeg-gébsagt  hebben. 


22.  BUNDVEE.  Dit  de  ondersobeüden^  berigten, 
gaande  het  Rundvee  blijkt  /dat,  de'  longsiekie : skichts  in 
-enkele  ge\Me6tei^  van  öas  lai|d  nog  blijft  heersefaenp  en  de 
'ge»indbeidstdettand  over  het  algeraeeh  gubsti||  iwas. 

^In  Limburg  beséaat!  gebsek  aan! goede  stieren  ter  velr- 
betering  TQii.  het  ras,  hetwelk  wegens  den  Jagen  prijis  dor 
Runderen 'en  de  booge.'regtbn  van  invoer  i^,  UAburig^  v(^ 
ken,  voor  als  nog  moeijelijk  sal  weggenomen  worden*. 

Uit  Noord -B>F9 band;  werd  ireel  vee  ^aar  JEnge^nd 
liitgevoerd  en  maakte  ineA  op  ..de  kleigronden  eede 
]goede  rekening»  In  de  zands treken,  alwaar  bij  .4e  lang- 
durige vorst  gebrek  aan  voeder  in  het  voorjaar  was  ont- 
istaan,  en  hét  vee  aeeer  vermdgerde,  waien  db  veehouders 
min^der  te  vredea.  ..  >  !<     i      ..  .. 

'••  In  Z^eelatod  klflagde  men  ov«r  ide.  o^brengftt  van  h^ 
zuivel  en  de  geiingei  prQaén  welken  voor  het,  vette.  v»e  be- 
steed warden.»  Doèf  het  Lid  CoIrreiiptedeÉt  Mi  JVL  de 
La!90b  W€(rdt  vermeld.,  dat  deElngelsohe  stier, .  door  de 
Commisjde  vaii  Landbouw  te  TAoien  ge^aatat^>  mebr  ea 
meer  de  aandacht  der  viedhondebi  tot  zich 'trekt,  en  dat 
de  daarvan  ifoortkomende  kalveren  grooter  en  ibrseher  zffA 
dan  die  van  het  gewone  vee. 

In  Zuid*Holland  bHfft  de  longaiekte  nog  op  vele 


Digitized  by 


Google 


R  U  Nö  VE  Ei  77 

piaataen  btanchefl^  soo  ak  id  Mijniand^  Aén  AlèlM^er^ 
waarde  De^flandi  Maoêkmd  en  Beiferbrndi  hoewel  dtfar* 
emtfent  geene  jqpettfiéke  «fgaTedem  da  ProiriMiale  Ckmi*: 
■ièsie  is  .  goêMHiv  >eii  bet  aantal  'der  geatoffvoM  roadiBifM 
niet  is  ^gegélreok  //-tl.. 

DoeF  het  Deparienmt  Leiden  :wordt  echter,  murmeld ,  dat 
te  FMrseAo/tftr  66  roDdefitn  .aondea  gestorven  ,s^,  tef" 
vr^  voi^ne  liei  b^gt  Tén<  hed  Departement  G^uda  in  den 
JSrimpenertomeird  Iran  de:  71  aaègetaate  ;toQ.dfitn>  54  non-i 
den  xijn  beswékeb.  .  Oveci^^a  levexde  de  Teetoelt  in  din 
Pvorincïe  eené  gèede  rekenSng^op-^  daaribet  vette  vae  Toer 
hooge  prigsen  werd  vexkikhÉi  iitoartoe  de,  veraendingen  naar 
Sngelatul  meet  yfi^tkkm^. 

Door  bét:Depdrtiiment  MoiéerdM^  wferdt  ten  desen  op- 
aigte.  medegedeeUf  dat  tito  düar/iil  dit  Jaar  ntac  ^LoMden 
per  stoomboot  cijn  uitgevoerd  5817  Bunderieiileiii  505  Kat 


Ook  in  Noor4-Holland  bebb^n  belangrijke  Conunis- 
fite  vtoor  Eogdacbe  rekltniog  bet  vee  in  pifgs  deeni  lit^<i> 
gen.  De  longziekte  béartebtb  op  velei  plaJMlseii  hevig; 
neer  dan  ééti  landman  beeft  W  mnderea,  verlopen ^  en  in 
de  Beemsier  s^n  er. moer  dan  1000  «Bogetnsl:.  Deer  bet 
lid  Correistpofldent  Bouj»u9l.  wiofidt,  het  aantal  geetorteil 
Runderen  op  400  begroot.  De.j^even  tot  geneniag.wa» 
ren  vruohtélee#»  en  'debeeMeil  dtior  dd.  Heèeen  Wbuëalb 
e.  8»  bébandeM.9  stierven  :n<ig  vra€^  dto  gewoonlijk  na 
1^  öp  twee  of  driei  n^  beswéked,  noedat 'da. landlieden 
gpoedig  voldaan  waren  van  si^iie  voosgcmrende  Itennis, 

In  de  Provincie  Ulrecbc  iside  dieiiDte  ia  e3\/b  distric- 
ten «fjgenomenv  en.  heeffcïin»  sominige  gëbèel  opgehenSdeQ^ 
Opmet ken'swaardig- : ts  hetv  dMI '  'sfÜoboén  IeIJ  .  sicb  ijh ,  de 
geineenten  Soeei  ^  Baam  cin  Eemnes »  gedarende  de '  laat- 
séa  maimden  dësrjaars'  taieé  kleer  bad:geöpèabaafid^  d^ 
sebe  te  Beeisokoien^  in  Éitgeterstentl  en  'wel  h^  bét  vee 
iKtwelk  in  Noveadkeff  tn  Móern  was  aiangékocht.  >:  Qdfc  te 


Digitized  by 


Google 


78  R  U  N  D  V  E  Ei 

Rheenen  en  in  de  nabijheid  van  utrecht  kwnmmk  enkde 
ziektegevallen  Toor^  welke  door  van  elders  afkomstig  vee 
boogfltwaarsohijnlijk  ontstaanr  xi|n«  I{ieniU,  «egt  de  Pro* 
vfneiale  Commissie  van  Landbouw  in  Utre^»  blfkt  dut 
op  nieaw,  hoe  wenschelijk  het  zoude  sijn,  indien  er 
strenge  maatregden  werden  genomen  tegen  het  vervoer 
van  vee  oit  besmette  stallen,  als  zijnde  hierin  de  hoefl- 
ziAk  gelegen  •  van  de  voortdurende  verspreiding  der  long* 
ziekte.  Overigens  klaagde  men  in  die  Provineie  ovec 
de>lage  prijzen  van  het'  vee,  daar  vele-  landlieden  in  Mei 
ieer  de  schaars^fate  aan.  voeder  genoodzaakt  waren  hnn 
ve»  te»  verkoopen,  zoodat  de  markten  overladen  waren  en 
de  prijzen  daalden,  hetwelk  het  gansche  jaar  voortdanrde. 

In  OelderlanJ  schijnt  men  van  de  longzielue  bevr^d 
te  z^  en  de  vedteelt  leverde  aldaar  gunstige  uitkomsten 
(^  Het  Lid  Correspondent  W.  C.  H.  Staring  te  LocAem 
meldt,  dat  de  voor  die  streken  zoo  weldadige  uitvoer  nanr 
Munsierlcmfl  en  de  la'ppe  ook  dit  jaar  op  eene  uitge- 
breide schaal  plaats  had,  en  dat  de  Landbouw  daarvan 
den  gëzcgeaden  invloed  ondervindt.  Op  de.  markten  ver^ 
meerdert  het  aantal  van  Runderen;  de  landlieden  leggen 
zich  meer  en  nkeer  tee  op  beter  vee,  en  het  aanfokken  van 
kalveren,  voor  tien  jaren  in  die  streken  geheel  onbekend» 
heeft  thans  algemeen  plaats. 

Even  gimstig  luiden  de  berigten  uit  OverQssel  om^ 
trent  den  gezondheidstoestand  der  Runderen.  Zij  lever«> 
den  eene  goede  hoeveelheid  zuivel,  de  vetweideri^  slaagde 
wel,  en  dé  prezen  waren  hoog. 

Insgelijks  schijnt  men  ia  Vriesland  bewaard  te  zijn 
gebleven  voor  de  longziekte,  en  meent  zulks  te  mogen  toe- 
schrijven aan  de  krachtdadige  maatregelen  van  het  Chwe»- 
telljk  Gouvernement,  welke  aldaar  algemeen  bijval  onder- 
vinden. Ofschoon  de  weiden  aldaar  in  het  vooijav  niet 
voordeelig  stonden  y  herstelde  zich  zulks  en  het  vee  groeide 
goed»  zoodat  het  in  den  herfiii  vdorbeoge  prezen  weed 


Digitized  by 


Google 


RUNDVEE  — BOTER.  79 


▼orkodrt,  waartoe  ook  hier  de  TersendingeD  naar  Enge^ 
imnd  medewerkten.  Sedert  eenigen  tQd  is  er  van  Harlin- 
goi  aaar  Lomden  eene  geregelde  stoomTaartdienst  ia  wer^ 
kingt  waardoor  de  verxending  van  alle  handelsartikelen 
xeeria  bekort  en  gemakkelgk  gemaakt,  en  een'  gonstigen 
invloed  heeft  op  die  der  Ronderen.  Volfene  het  kerigt 
▼an  het  lid  Correspondent  F.  0«  Wassbnaar  ae«den  er 
langs  dien  weg  wekelijks '160-^ltOO  ronderim  liit  de  Pre* 
vineie  Yriesland  t^n  uitgevoerd. 

In  Groningen  mogt  men  xieh  verheugen  over  eene 
doorgaande  gezondheid  van  het  Rundvee.  De  handel  daar^ 
in  was  levendig)  doch  de  prQsen  van  het  slagtvee  waren 
over  het  algemeen  niet  hoog.  Voor  het  melk-  en  voor  het 
Jonge  vee,  hetwelk  naar  Engeland  werd  vervoerd,  be- 
steedde men  hoogere  prgaen.  Het  Lid  Correspondent  S.  P, 
▼Aif  DBR  TtruK  meldt,  dat  men  in  sjgn  district  meer  en 
meer  atefa  toelejgt  op  de  veredeling  van  de  soort  en  op 
goede  springstierea  Iet,  waartoe  de  keuring  en  uitdêeling 
van  premifin  doer  het  genootschap  te  Omierdendam  veel 
bQdraagt. 

Ook  in  Drenthe  heerschte  onder  de  Runderen  geene 
hQsondere  aiekfen,  doeh  waren  de  prijzen  laag. 

23*  BOTER.  In  Noord-Braband  was  men  tiver  de 
imeveelheid,  alsmede  over  prezen,  vooral  in  het  najaar, 
teer  te  vréden.  Van  half  October  tot  half  December 
werd  er  veel  overheerlijke  Spurrieboter  gemaakt,  welke 
hooger  in  prijs  was  dan 'die  deir  gewone  landsfreken. 

In  Zeeland  werd  veel  Beter  gemaakt,  doch  klaagde 
men  over  den  geringen  prijs. 

Daarentegen  was  die  in  Zuid-Holland  zeer  voldoen- 
de; te  JDel/l  beliep  dezelve  in  den  Zomer,  gemiddeld 
ƒ30— / 36;  te  Leiden  fdO-^/U. 

In  Noord-Holland  werd  veel  Boter  gewonnen* 

In  Utrecht  was  de  Botermaking  over  het  algemeen 


Digitized  by 


Google 


80  B  O  T  E  B. 

Biet  ovenrloeëig4  doeb  de  sterigé  priJBOi  welke  de  fibter 
beeft  behondeo,  bebben  te  weeg  gebragt,  dat  dit  prédoet 
veer  den  Téebondef  Toordeelige  uitkomsteii  beeft  «Ke* 
le^erd* 

.  In  Gelderland  ^Mbynt  men  van  dit  artikel  mihder  'werk 
lejBiken,  waardoer  bet  als  bandeltardkel  voM>r  defte  Pm* 
vinoie  Milder  belangrijk  is^  terwiyi  het  bQ  eeM  goede  be* 
handeUng  «efir  laimzienlQk  sou  kuAnan;  syn  (1).  Dit  jaar 
werd  er  eene  genoegzain^  bpeveelheid  goeda  Boter  gewoa» 
nen^  welke  in  prQe  voor  de  HoUandacibe  en  Vrieaehe  moeat 
opderdiMu  . )    '    . 

r!  .In.,Overi|0flel  was  de  opbrengat  niiddejinatig  en  deprfa 
bodg«    / 

In  de  Provimoie  Vriealand  was  de  Boter  goed 
bQedanigheid  en  lOter  de  boevc^lbeid  viel  gedarende  ié  ^ 
4te  Qegen  mmaden  niet  te  klagen,  do«)b  gedurende  4e  Win* 
tempa^nden  werd  er.  in  vele  oorden  b|)kaBs  nieta  g^maidu  f 
waardpor  d^pr^jg  aanmerkelijk  gteeg«  De  hooge  |^(j«  van 
boopen»  aardappelen  en  graansoorten,  welke  anders  veelal 
tot  bij  voeder  van  bet  melkvee  gebruikt  worden  en  de  alèeh* 
tf^  hoe^anigbeid:  van  bet  booi  warea  oorzaak  dat  de  melk- 
koeijen  minder  zuivel  gaven  en  eerder  dan  gewoonlyk  droog 
werden. 

.  In  Groningen  werd  er  weinig  Boter  gewonnen ,  betwelk 
men  aan  eene  mindere  yetheid  van  de  melk  toesebjrQft*  Dt 
prijii  was  echter  voldoende,  zoodat  men  dit  artikel  uiet  <da 
QHiyo^rdeelig  beschouwde^ 

In.Prentfae  was  de  opbreogst  van  de  Boter  in  .4e^  voor^ 
zomer  vpprdee}igf  maar  verminderde  na  Ausmtos  wnner- 


(1)  riet  Lid  Correspondent  W.  C  H.  Staring  maakt  melding  van  een 
nieuw  ré^Iemetat  op  dien  belangrijken  Handel ,  door  het  Stedelijk  Bestuur  te 
Zutphen  gemaakt,  hetwelk  1  Maart  1846  in  werking  zou  komen,  en 
waarsokfijnliSk  éen'  giunttigcn  intloed  op  de  Boternaking  in  dio  streken 
rksfabea  ial. 


Digitized  by 


Google 


BOTER— KAAS  81 

kel^k  ten  gevolge  van  de  natte  weersgesteldheid.  Het  Lid* 
Correspondent  J.Tonckkns  vermeldt,  dat  eenige landlieden 
binnen  die  Provincie  van  jaar  tot  jaar  zieh  meer  toeleggen 
op  het  maken  van  goede  Boter,  welke  naar  Bolland  vforét 
vereenden.  De  daartoe  gi^kte  vaten  bedroegen  in  1845 
4656  {.  Tonnen ,  4762  i  Tonnen. 

24.  KAAS«  In  Zaid-Holland  werd  ved  goede  Kaas 
gemaakt.  De  prijs  der  komijnde  Kaas  bedroeg  /12 — f  16 
tm  die  der  Stolkwifksêhe /20  de  100  N.  pd. 

Ook  in  Noord^Holland  werd  veel  Kaas  van  eeneuit- 
Mmtende  hoedanigheid  gewonnen,  en  de  markten  waren 
leer  voordeelig,  da«r  de  prijs  van  de  groote/44,  van  de 
midddibare  /40^  en  van  de  kleine  /M  de  100  N.  pd.  be- 
draeg« 

De  navolgende  hoeveelheden  w«rden  aldaar  gewogen: 


Alkmaar    .    . 

.    4401771  Ned.  pd. 

Moom  4    .    . 

.    256S8SS          > 

Enkhuisen.    . 

.      618236          • 

MedembHk  .    . 

.    100S387          > 

Purmerende   . 

.     1301166    .      » 

Edam    .     .     . 

444391          » 

Monnickendam 

.       211439          > 

Woöffkarspel  . 

.       26M60          > 

Leimtdden  .    . 

7000O          ^ 

Daarenboven  sijn  van  Texel  uitgevoerd  32038  N.  pd. 
groene  Schapenkaas  tegen  fS,50  è  //9  de  50  N.  pd.  eu 
van  Wieringen  7808  tegen  /6  de  50  N.  pd« 

In  de  Prorvimie  Utrecht  was  de  Kaas.  van  eene  goede 
hoedanigheid  en  men  kan  in  het  algemeen  aannemen ,  dat  al} 
in  hoeveelheid  en  prQs  een  vierde  meer  voordeel  hedTt  aan- 
gebragt  dan  in  het  vorige  jaar ,  soodat  de  Kaashandel ,  die 
in  1843  en  1844  aldaar  voor  ons  land  scheen  verloren  te 
gaan,  sich  heeft  hersteld. 

De  grove  of  Kanterkaas ,    die  in  Vriesland  als  ban- 

6 


Digitized  by 


Google 


82  PAARDEN* 

delsartikel  in  het  groot  gemaakt  ^ofAt,  werd  dit  jaar  in 
eene  genoegzame  hoeveelheid  en  van  eene  goede  hoedanig- 
heid gewonnen ,  terwijl  de  pi^iien  willïg  warep. 

25.  PAARDEN.  De  f  roTSaeiale  Commiastie  van  Lim- 
burg deelt  mede,  dat  men  van  de  nitloving  van  premifo 
voor  Dekhengsten  en  Veulenmerriën ,  sedert  vier  jaren  door 
haar  aldaar  ingevoerd,  reeds  eene  merkelijk^  verbetering 
begint  te  bespeuren. 

In  Noord-Braband  neemt  de  fokkerQ  in  d«  kleiMrie- 
ken  toe.  Het  aantal  goedgekeurde  Hengsten  bedh>6g  46 
(7  meer  dan  in  het  vorige  jaar)  en  deit  der  gedekte  Mercifia 
4252.  De  handel  was  miader  levendig,  d^n  ;in  het  vorige 
jaar ;  djaarbij  kwam ,  dat  vele  landlieden,  die  gew4H)n  ^n  op 
de  najaarsmarkten  veulens  te  koopen  en  deze  tot  den  «ra- 
derdom  van  vier  jaren  dan  Jl;e  houden,  dit  jaar  hjervan  war- 
den teruggehouden  wegens  den  hoQgep  prgs  der  wortelen 
en  knollen,  waarmede  de^e  dieren  des. wipters  gevoed  wor- 
den ,  zoo  dat  half  jarige  Yeulenv ,  die  in  1844/60  — ƒ80 
opbragten ,   nu  voor  /45  — ƒ60. verkocht  werden. 

In  Zeeland  voldoen  =  4e  Gelde^sche  Hengsten  tot  ver- 
betering van  het  Paardenraa  zeer  goed. 

In  Zuid- Ho  Hand  gaat  de.fokkerQ  voordeelig,  daar 
er  volgens  de  bg  de  Commissie  ym  J^andbouw  gedane  opga- 
ve, 7610  Merriên  door  goedgekeurde  Hengsten  zijn  gedekt; 
de  markten  te  Rijnsburg  ^  Valkenburg  ^  FoorseAoiefi  en 
Leiden  waren  in  vergelijking  van  het  vorige  jaa^  4ruk  ba- 
zocht,  en  de  prQzen  der  paarden  zeer  willig. 

In  Noord-Holland  vermindert  dezelve  en  de  Maat- 
schappij tot  veredeling  van  faet  P^uurdenpas.  beeft  tot  nog 
toe  geen'  gnnstigen  invloed  di^rop  gehad.  Het  aantal  der 
gedekte  Merrièn  wordt  door  de  Provinciale  Commissie  ojf^ 
gegeven  te  bedragen  465.  i 

In  Utrecht  blijft  men  zich  met  kracht  op  de  Paarden- 
fokkerij toeleggen.     Op  de  Hengstenkenringen  werden  79 


Digitized  by 


Google 


PAARDEN.  8T 

Bhogsten  aaDgebiagt,  Tan  welke  er  72  td^n  goedgekeiwd; 
op  de  Premiekearing  dongen  er  17  Hengtteo  en  31  MamSu* 
Gedurende  dit  jaar  werden  er  2863  Merri^tt  gedekt ,  iwk 
575  meer. dan  in  het  vorige;  ook  iu  de  aanfok  niet  an*' 
▼oordeelig  geweest,  en  de  handel  lerendig»  daar  de  Sticht- 
flthe  Paarden  door  Fransche  kooplieden  bij  de  landlieden 
werden  opgezocht  en  voor  hooge  prijzen  gekocht*.  De  Palm* 
markt  was  minder  bezet»  gedeeltelijk  wegens  het  onguns- 
tige weder ,  gededtelijk  omdat  gemelde  handelaren  de  Paar- 
den b^  .de  landlieden  jielven  reeds  hadden  opgekocht. 

In  de  Provincie  Gelderland  is  de  Paardenfokker^ 
niet  toegenomen.  Yele  Paarden  werden  voer  hooge  pr(jsen 
verkocht  ea  naar  Frankrijk  en  DtUUeUand  uitgevoerd » 
waardoor  vele  ^genaars  van  achoone  Hengsten  en  Merriën 
sich  lieten  verleiden  om  hunne  stampaarden  te  verkoopen. 
Daarom,  zegt  de  Proviadale  Commissie,  zoa  het  wensch?*, 
iQlc  zif n  9  dat  b^  het  geven  van  premi#n  voor  de  voldoen- 
de Hengsten  en  MerriCn  y  waarvan  de  afstammelingen  als 
seer  waardig  geacht  worden,  den  eigenaar  van  dusdanige 
itanpaarden,  de  Verpligting  kon  opgelegd  worden  >  dezel- 
ve ten  minste  drie  jaren  aan  te  honden.  Het  Lid  Corres- 
pondent ^¥.  C.  H.  Stahino  zegt  echter ,  dat  in  zijne  om- 
itrelcen  {Loehem)  de  landlieden  zich  meer  op  de  verbete- 
nag  van  het  Paardenras  toeleggen,  nadat  de  gemeente- 
gronden verdeeld  sQn,  en  de  hnsdlieden  meer  genoodzaakt 
worden  om  aieh  wjf  de  ?4rUiéering  Imnner  kunstweidea 
toe  te  leggen. 

Ia  de  Provincie  O  ver.(ls(S#l  was  Ae  liandel  zeer  ge- 
ring, zoo  dat  de  Venlens  b^kaw  onverkoopbaar  waren. 

In  Vriesland  gaat  men  vmH  het  Paardenras  te  ver- 
WerMi  door  Hengstenkearen»  het  uitreiken  van  premiën 
viar  de  beste  venidragende  jnerrUn ,  en  het  aanknopen  van 
Venlens  voor  de  Provincie,  welke  tot  stampaarden  aange- 
bonden worden.  Ook  heeft  men  dit  jaar  een  nieaw  regle- 
Msat  met  betreUcing  tot  de  Dekhengsten   in  werking  ge- 


Digitized  by 


Google 


84  PAARDEN.  —  SCHAPEN  en  WOL. 

bragt,  waarin  bepaald  wordt  ^  dat  dé  voor  het  eerst  ter 
keuring  aangeboden  driejarige  Hengsten  dadelijk  de  b(f 
dat  reglement  bepaalde  hoogte  van  Tolwamene  moeten  heb» 
ben  om  als  Dekhengsten  toegelaten  te  worden,  waarbij 
aan  de  'bestgekeurde  welke  o/  de  Vftreischtea  bezitten , 
drie  verschillende  premiên  worden  uitgeloofd ,  als  eene  van 
f  200  9  eene  van  / 150  en  eene  van  / 100. 

In  Groningen  werden  de  beste  soorten  van  Paarden 
aan  Transche  kooplieden  voor  hooge  pr^xen  verkochte  Ook 
de  jonge  Paarden  en  Veulens  waren  op  de  herfstmarktei» 
geldig,  doch  de  werkpaarden  waren  minder  in  prffs.  De 
aanfokking  bl^ft  aldaar  Mop  dezelfde  hoogte  en  door  31 
goedgekeorde  Hengsten  zijn  2792  Merriën  gedekt.  Geene 
algemeene  ziekten  werden  er  waargenomen,  slechts  het 
Lid  Correspondent  J.  C.  Bii.rotu  maakt  gewag  van  den 
droes,  welke  van  een'  zeer  kwaadaardigen  aard  was. 

In  Drenthe  zijn  er  17J80  Merriën  gedekt,  terwigl  het 
getal  Yeulens  op  den  1  Augastus  1242  bedroeg. 

26.  SCHAPEN  en  'WOL.  Zoowel  in  het  Hertogdom 
Limburg  als  in  Noord-Braband  neemt  de  Schapen* 
teelt  bij  voortduring  af.  Men  schrijft  zylks  in  beide  ge- 
westen aan  dezelfde  oorzaken  toe,  nameligk  aan  den  lagen 
prgs  der  vette  Schapen,  welke  wegens  de  hooge  inko*» 
mende  regten  niet  meer  naar  België  uitgevoerd  worden, 
aan  de  mindere  waarde  van  de  Wol  en  aan  toenemende 
ontginningen  der  heidegronden,  waardoor  de  Schaapsdrift 
aan  vele  oorden  beperkt  wordt.  In  Noord-Braband 
kon  men  voor  jonge  Lammeren  niet  meer  dan  /  3^  è  ƒ  4|- 
maken,  en  in  Augustus,  walmeer  men  gewoonlijk  de  half- 
jarige  verkoopt,  was  er  geen  prijs  te  bedingen,  en  zijn 
b||na  allen  onvericocht  gebleven.  Door  de  Provinciale  Com- 
missie aldaar  wordt  nog  vermdd,  dat  de  proef  om  Oot)en 
van  het  Kempens  ras  met  een'  Ram  van  het  Dishleys  ras 
te  kruisen  door  den  Heer  van  der  Brugghen  van  Crot 


Digitized  by 


Google 


SCHAPEN  EN  WOU  85 

genomen,  eene  goede  oitkonut  beeft  opgeleverd ;  dat  daar* 
▼an  Lammeren  xigii  yoortgekpmen  y  uitmyntende  door  zwaar-* 
dere  gestalte  {Jsmede  doer  fijnere  en  langere  wol,  en  dat  die 
proef  met  een  grooter  getal  Ooijen  sal  voovtgeset  werden* 

Even  Boo  schijnt  in  Zeeland  de  vermenging  van  het 
inkodache-  met  het  DiftUejusras  te  voldoenic  Het  Lid  Cor- 
respondent J.  G.  X.  TAN  DEN.  Bosch  9  de  eenige  die  nit  dit 
gewest  eenige  berigien  aadgaande  de  Schapen  mededeelt, 
vermeldt ,  dat  dit  ras  op  den  duur  aan  de  verwachting  bl^ft 
beantwoorden  en  dat  de  veraendingen  naar  £M^e/an<^  goede 
vekening  geven. 

Gnnstig  Iniden  alle  besigten  omtrent  de  Schq^  nit 
Z^nid-Holland.  Zij  hebben  daaf.  aan  geene  siekte  ge- 
leden«  leveiden  ved  Wol  van  eene  goede  qnaliteit  op  en 
werden  dons  verkoeht  wegens  de  verzendingen  naar  Lon^^ 
den.  Van  RoHerdam  werden  12055  stuks  uitgevoerd  per 
stoomboot. 

In  Noord-Holland  heerschte  op  sommige  plaatsen 
bet  ongans,  waaraan  vele  Schapen  stierven.  Overigens 
waren  dezelve  gezond  en  gaven  goede  rekening,  vooral  op 
Je  eilanden.  Op  Texel  werden  77910  Ned.  pd.  sckoone 
Wol  tegen  /  1,45  —  3600  Schapen  tegen  /5  è/7  en 
14360  lammeren  tegen  /  3  en  ƒ  4,25  uitgevoerd.  Op  Wïe^ 
riffen  bedroeg  dit  getal  25629  Ned.  pd.  Wol ,  welke  te- 
gen 80  Ct.  (waarscmnlgk  vuil)  ,  1200  Schapen ,  welke 
voor  /5r  ^a  4500  Lammeren,  die  tegen  /2,50  wesden 
verkochtr 

In  'de  Provincie  Utrecht  heeft  es  in  sommige  kudden 
veel  stevfte  onder  de  Schapen  plaats  gehad ,  ten  gevolge 
van  het  vochtige  weder  gedurende  den  Zomer.  Door  de  toe^ 
nemende  ontginningen  der  woeste-  en  heidegronden  neemt 
de  Schaapsteelt  in  die  Provincie  bestendig  af.  Intusschen 
is  men  in  het  Gooiland  begonnen  in  dit  gebrek  zoo  veel  mo- 
gelijk te  voorzien  door  bet  aanleggen  van  Sphaapsweiden « 
met  oogmerk  om  met  minder  yeld,  meerdere  Schapen  te 


Digitized  by 


Google 


86  SCHAPEN  en  WOL. 

kunnen  onderhouden.  Men  meent  dat  dit  Ia  aangrensendc» 
Gemeenten  navolging  zal  ondervinden »  Mraardoor  voor  bet 
behoud  der  Schapen  xal  yi^orden  gezorgd,  terw^l  zulks  wegras 
den  deugdzamen  mest  aan  de  ontginning  bevorderlQk  zal 
kunnen  zijn. 

De  Wol  heeft  aldaar  meer  aftrek  gehad  dan  in  het  vo* 
rige  jaar,  doch  de  vachten  werden  bevonden  niet  zeer  wig- 
Ug  te  zijn.  De  prijs  der  Wollen  versdiilden  van  /0,80 
tot  /IjW. 

Uit  Gelderland  ontvingen  wij  slechts  weinige  berig- 
ten,  alle  hierin  overeenstemmende  dat  de  Schapenteelt  dit 
jaar  voordeelige  uitkomsten  had  opgeleverd. 

Gansch  anders  luiden  de  berigten  uit  Overijssel,  al- 
waar vele  Schapen  in  het  voorjaar  aan  het  ongans  zijn  ge- 
storven 9  en  anderen  in  de  maanden  Jnlij  en  Augustus  we- 
gens de  natte  weersgesteldheid  kwijnden »  terwijl  de  prijs 
zoo  wel  der  Schapen  als  van  de  Wol  zeer  laag  was. 

In  Vriesland  neemt  de  Schapenteelt  af.  Over  het  al- 
gemeen waren  deze  dieren  gezond,  behalve  in  de  Griete- 
nij Ferwederadeel  ^  alwaar  in  het  voorjaar  eenige  sterfge- 
vallen plaats  hadden.  Het  aanfokken  dezer  dieren  lever* 
de  den  landman  slechts  matige  uitkomsten  op.  Door  den 
strengen  en  langdurigen  winter  vereischte  de  voeding  der- 
lEelve  gedurende  geruimen  tijd  aanmerkelijke  kosten ,  daar- 
bij was  de  hoeveelheid  en  hoedanigheid  der  Wol  zeer  ge- 
ring, terwijl  de  prijzen  zeer  laag  waren.  In  het  najaar 
herstelden  zich  deze  door  de  verzendingen  naar  Engeland. 

Door  de  Provinciale  Commissie  van  Groningen  werd 
vermeld,  dat  de  Schapenteelt  in  het  algemeen  eenigzins  voop- 
uitgaat,  en  daarbij  de  volgende  bijzonderheid  medegedeeld. 
Men  heeft  te  Slochieren  de  opmerking  gemaakt,  dat  et 
in  den  winter  van  1845  tot  1846  onderscheidene  Schapen 
gestorven  zijn  van  degenen,  die  inden  zomer  geweid,  maar 
niet  van  die,  welke  bij  gebeele  stalvoedering  gehouden 
waren.   Van  ziekte  wordt  alleen  melding  gemaakt  door  het 


Digitized  by 


Google 


SCHAPEN  EN  WOL.  —  VARKENS.  87 

Lid  Correspondent  J.  C,  Bilroth  ,  in  wiens  omstreken  het 
ongans  vrQ  hevig  heerschte. 

Bovenal  echter  schijnt  die  siekte  in  Drenthe  geheerscht 
te  liehbeiiy  alwaar  daarenboven  vele  Lammeren  in  Maart 
geworpen,  ten  gevolge  van  de  konde  gestorven  zijn. 

27*  VARKENS.  De  ziekte  onder  de  aardappelen  heeft 
een  grooten  Invloed  op^  de  Varkensteelt  gehad.  In  het  voor- 
jaar slaagde  dese  in  hèt  Groot-hertogdom  Limburg  en 
m  de  Proviooie  Noord^Braband  niet  ongelukkig.  Zoo- 
dfa  echter  bet  kwaad  onder  de  aardappelen  bespeurd  werd 
ea  de  levensmiddelen  in  prijs  stegen ,  veranderde  de  zaak 
geheel  van  gedaante.  Be  markten  werden  met  Biggen  over-^ 
voerd,  die  allengsketas  voor  mindere  prijzen  verkocht  wer* 
deo ,  zoo  zelfs  dat  Biggen  vah  twee  k  drie  weken  voor  10 
en  20  Centen  werden  aangeboden  en  door  arme  lieden  wer- 
den opgekoèht,  om  met-  eenig  brood  en  groenten  als  de 
goedkoopste  kost  gegeten  te  worden.  De  mesting  lev:er- 
de  dan  ook  zeer  ongunstige  uitkomsten  op,  daar  de  ge* 
wone  mestingmiddelen  meer  dan  het  dubbeld  kosten,  van 
hetgeen  de  Varkens  éan  Tet  en  vleesch  naar  den  toenma- 
tigen  prifs  kónden  aanwinnen. 

Ook  in  Zeeland,  alwaar  de  aénkwe^ng  van  Varkens 
zich  slechts  tot  eigen  gebruik  bepaalt,  was  het  even*  zoo 
gesteld. 

Even  zoo  Uaagt  men  in  Zuid-Holland,  dat  de  Var- 
kens weg^ens  gebrek  aan  voedsel  weinig  voordeel  hebben 
opgeleverd.  DaarenI>oven  zijn  er  op  Flakkee  en  Ooede^^ 
reede  reeds  eenig^i  aan  de  zoogenaamde  roode*  of  plekziek- 
te  gestorven. 

In  Noord-Holland  héerschie  weder  op  vele  plaatsen  de  ge- 
wone Varkensziekte.  Ook  heeft  zQ  zich  dit  jaar  voor  liet  eerst 
^  Texel  en  TerseketKng  geopenbaard;  op  het  eerstge- 
noemd eiland  z^n  er  220  en  op  het  andere  42  gestorven.  Eeno 
opmerking  van  eenige  jaren  heeft  bewezen ,  dat  de  herfst- 


Digitized  by 


Google 


88  VARKENS. 

biggen,  welke  tot  bet  voorj[aar  ieJEgwtofui  atm  Zee  ge-* 
houden  en  alsdan  elders  gemest  worden ,  niet  door  die  ziek- 
te worden  aangetast  ^  zoodat  in  genoemd  dorp  des  winters 
een  zeer  groot  aantal  Biggen  wor^t  gehouden,  welke  in 
het  voorjaar  tegen  hooge  prijzen  wordea  afgezet. 

Daarentegen  is  men  in  de  Provincie  Utrecht  van  die 
ziekte  bevqjd  gebleven »  doch  de  mislukkiog  der  aardappe- 
len en  de  duurte  der  overige  mestvoeders  waren  ook  daar 
oorzaak  y  dat  de  Varkensteelt  niet  voor deelig  wm. 

De  Provinciale Commisrie  van  Gelderland  meldt,  dat 
er  in  sommige  streken ,  vooral  in  de  Lywiere  en  de  gemeen- 
te Gent  zich  eene  ziekte  onder  de  VarkeDB  heeft  geopen» 
baard ,  waardoor  vele  volwassene  dieren  zi^  gestorven.  Door 
het  Lid  Correspondent  W.  C.  H.  Staaimo  wordt  vermeld , 
dat  de  Engelsche  Varkens ,  reeds  voor  een'  geruimen.  tü4 
in  Twenthe  ingevoerd ,  door  den  Heer  Ainswoath  thans  in 
de  omstreken  van  Lochem  zQn  overgebragt,  en  dat  deze 
zoo  wel  zuiver  als  gekruist  met  het  inlandsche  ras,  zich 
wegens  hunne  voortreffelijke  eigenschappen  spoedig  alge- 
meen zullen  verbreiden.  Uiermede  stemt  ook  overeen  het  be- 
rigt  van  den  Heer  Baron  van  Brakell,  welke  meldt:  >hel 
alhier  bestaande  ras  van  Varkens  heb  ik  bij  m(j  doen  ver- 
vangen door  de  Engelsche  soort ,  gecroiseerd  met  een  Over- 
iysselsch  ras.  Algemeen  vindt  deze  soort  bijval  by  de  boe- 
ren ,  en  het  is  zeer  waarschijnlijk ,  dat  dezelve  in  het  vervolg 
de  plaats  van  het  alhier  bestaande  ras  zal  vervangen^  daar 
men  deze  Varkens  met  een  derde  minder  voer  kan  v^- 
mesten/' 

Even  gunstig  luidt  hieromtrent  het  getuigenis  van  de  Pro- 
vinciale Commissie  in  Overyssel,  volgens  welke  het 
slechte  oude  inlandsche  ras,  door  het  croiseren  met  het 
Engelsch  ras  geheel  verdrongen  wordt.  Overigens  z(|n  de 
berigten  van  daar  omtrent  de  Varkensteelt,  wegens  meer- 
gemelde oorzaken ,  even  ongunstig  als  elders ,  zoo  zelfs  dat 
de  Varkens  op  fommige  lijden  onverkoopbaar  waren. 


Digitized  by 


Google 


VARKENS.  99 

In  de  berigleii  uit  Vries latid  treft  men  dézelfifo  klkg- 
ten  aan,  boewei  Bnlks  eenigainn  vergoed  werd  door  rerMH^ 
dingen  naar  Engeland  >  waardoor  de  prgs  der  yette  Varv 
kens  later  aaiMDerkel^k  steeg.  Intussehen  werden  er  in  den 
nasomer  vele  jonge  Varkens  door  de  gewone  siekte  weg* 
genomen ,  welke  dit  jaar  géene  nitzondering  maakte  tnasehen 
de  Yriesche  en  zwarte  Varkens. 

Zeer  treurig  was  het  ten  opzigte  dezer  zMctein  de  Pro* 
Tuicie  Groningen  gesteld,  waaraan  zeer  vele  dieren  z^n 
oagekomeD.  Dien  ten  gevolge  zga  alle  de  Veeartsen ,  die 
te  Utrecht  gestudeerd  hebben ,  ea  in  dit  gewest  geplaatst 
vjia ,  door  de  Provinciale  Commissie  aangeschreven ,  om 
zich  met  ernst  met  dit  onderwerp  bezig  te  handen  en 
aan  haar  alle  zoodanige  besohonwingen  ten  opzigte  dezer 
jaarlfks  wederkeerende  ziekte  mede  te  deelen ,  als  zQ  noo- 
dig  znllea  oordeelen.  Eene  vereeniging  dezer  Veeaitsen 
tot  een  VeearUenl|knndftg  gezelschap  doet  hopen»  dat  het 
ia  hnnne  gemeenscbappelijlce  werkzaamheid  zal  gelukken, 
eenig  licht  o?er  deze  zaak  te  verspreiden. 

Ten  aanzien  dezer  ziekte  meent  men  w^d^,  ^ren  als  in 
vorige  jaren »  opgemerkt  te  hebben ,  dat  de  zwaarte  of  nod- 
genoemde  Chinesche  Varkens  l^na  overal  van  dezelve  ver* 
scboond  bleven ,  als  ook  de  daarmede  gekrniste  inlandsche 
Varkens  tot  in  het  tweede  en  derde  geslncbt.  Overigens 
was  de  Varkensteelt  in  die  Provincie»  even  als  elders 
wegens  de  meergemelde  oorzak^i  voor  den  landman  on*? 
Toordeelig« 

Hierop  komen  ook  de  berigten  nit  Drenthe  neer,  al- 
waar de  mestiog  étt  Varkens  nadeelige  uitkomsten  ople« 
verde. 

Wij  laten  hier  volgen  het  getal  vee  in  ISéStè  Utrecht 
«er  markt  gebragt:  i299t  Paarden,  8837  Rundeten,  838 
Kalyeren,  990  Schapen  en  10104  Varicens ;  ziféde  een  ga^ 
tal  van  95  Paarden  minder,  en  van 659  Runderen,  6  Kal* 
veren ,  7  Schapen  en  886  Varkens  meer  dan  in  het  jaar  1844. 


Digitized  by 


Google 


00  GEVOGELTE.  —  BIJEN. 

S».  GEVOGELTE.  De  yerschilleade  rapporten ,  aoowel 
vmtk  de  Coflunissiëa  van  laadbouw  als  van  Ueereii  Corre»-* 
pondentoD  komen  daarin  overeen,  dat  de  voortdurende  koude 
en  natte  weersgesteldheid  in  het  voorjaar  van  zeer  nadee* 
ligen  invloed  geweest  is  op  het  jong.  gevogelte.. 

Over  het  algemeen  lijn  er  dit  jaar  weinig  eendrogeli 
geweest;  slechts  in  enkele  bnitenkooijen ,  aan  h&t  BioÊh 
boech  onder  anderen ,  is  er  nog  al  botit  gevangen» 

Alleen  de  Provinciale  Commissiën  van  ikundbonw  in 
Vriesland  en  Groningen  vermelden,  dat  er  dit  jaat 
aldaar  meerder  bout  dan  in  liiet  vorige  jaar  is  gevangen. 
De  prysen  van  ecsden  en  gannen  zijn ,  deels  om  èe  schaarsob- 
te,  deels  uit  hoofde  der  versendifag,  vootal  naar  Enge- 
land,  williger  geweest  dan  in  het  voorgaande  jaar. 

Uit  meest  alle  gewesten  worden  er  klagten  aangeheven 
over  de  sehaarscbheid  van  het  wild«  en  dat  daarran  de 
oorzaak  gelegen  is  in  iiét  rapen  der  eijeren,  in  het  stroo- 
pen  met  netten  en  mndere  ongeoorloofde  middelen  buiten 
den  jagttljd. 

De  Provinciale  Commissie,  van  land{>oiiw  in  Noord- 
Hollandechter  uitgezonderd;  deze  meldt,  dat  erdit  jaar  al- 
daar neg  al  üaisanten  en  patrijzen  zijn  geweest, .  zelfs  op 
velden,  waar  deze  nimmer  tevoren  werden  gevonden ,  het* 
geen  deze  Oimmissie  vertneent  te  mogen  toeseiirijven  aan 
de  keur,  welke  aldaar  bestaat^  tegen  het  rapen  van  ei- 
jevenw  •.:-•. 

.29.  BIJEN.  De  berigten  onHrent  deze  n^vere  diertjes 
lalden  algemeen  dit  jaar  weder  ongunstig. 

In  de  Provincie  Limburg  heeft  deze  teelt  hetzelfde 
belang  niet  meer  als  te  voren. 

Volgens  de  berigten  der  Provinciale  G^mmissie  van 
landbouw  in  Noord^Br.abahd,  was  de  b^nhouder  ook 
dit  jaèr  in  zijne  aanvankelijk  goede  verwachting  teleurge* 
ateld;  de  regens  in  Aogustoa  deden  alles  te  loor  gaan, 


Digitized  by 


Google 


GEVOGELTE.  —  BIJEN.  91 

ie  heideUoem,  die  aiiden  veel  honig  oplevert,  gaf  v<^ 
«trekt  niets.  De  korven  teerden  in,  en  van  26  Jnly  is, 
volgMM  deie  Commissie,  in  de  plaats  van  toe  te  nemen, 
uit  de  korv^  opgeteerd.  De  prijs  toch  van  honig  en  was 
onderging  geene  noemenswaardige  verandering. 

Ook  volgens  het  rapport  van  de  Provinciale  Coaunissie 
van  Utrecht  is  de  uitkomst  voor  de  de  byénhonders  op' 
nienw  ongunstig  geweest ;  gedurende  de  twee  laatste  jaren 
xgn  daardoor  de  b^ëns tallen  aldaar  merkelijk  verminderd. 
De  prQs  der  honig  was/ 80  de  200  N.  pd. 

De  Ck>mmissie  van  landbouw  in  Gelderland  geeft 
ons  berigt,  dat  de  bijen  in  den  voorzomer  wri  bebben  ge- 
wonnen, en  toen  veel  honig  verxamelden,  uitgezonderd  in 
de  Betuwe,  ten  gevolge  van  het  weinig  bloeljen  van  het 
koolzaad.  De  nazomer  toch  ,  zegt  deze  Comnóssie,  was 
minder  gunstig;  de  vele  regens^  waren  op  de  boekweit* 
bloem  voor  dit  insekt  zeer  nadeelig,  en  de  heidebloem  1^ 
verde  geene  honig  op.  Volgens  mededeeling  van  den 
Heer  A.  Liese  zoude  de  bijénteelt  onder  Apeldoorn  voor- 
deelig  zijn  geslaagd. 

Het  Departement  Bevtnter  berigt,  dat  de  bijënteelt  al* 
daar  voldoende  geweest  is,  terwyl  de  Commissie  van 
landboew  in  Vriesland,  deze  niet  meer  dan  matig  noemt, 
«■  de  prezen   opgeeft  als:  Honig/  44  de  100  Ned.  pd. 

Was   fim  de  100  Ned.  pd. 

Volgens  de  berigten  der  Commissie  iü  Groningen,'  i« 
de  b^ftiteelt  in  dat  gewest,  in  de  laatste  jaren  zeet  ver- 
iwaderd,  ja  zelfs  op  vele  dorden  in  de  kleistreken  geheel 
te  niet  gegaan.  Ook  di«  jaar  was  daarvoor  niet  aanmo^ 
digend,  daar  de  m«n,  eenen  korten  tf)d  op  het  koolzaad 
sterk  gewonnen,  doch  ovetigens  van  bet  doorgaande  natte 
weder  veel  geleden  hebben  en  weinig  of  geen  voordeel 
hebben  opgebragt. 

In  de  Provincie  Drenthe  alwaar  deze  teelt  mede  slecht 
is  geslaagd,   heeft  men  opgemerkt,  dat  de  byën  in  het 


Digitized  by 


Google 


02  BIJEN.  —  WAKMOEZERQëN. 

laaist  van  Jalij  geene  vlagt  hadden  op  de.sandiM>«kweit, 
^en  m#ende  dit  te  moeten  toeschrijven  aan  de  op  dat  ge- 
was  gevallen  honigdaow.  Volgens  het  b^rigt  van  dep 
Heer  Correspondent  J.  Tonckenb  »yn  er  slechts  voor  den 
honig,  die  van  de  bijenteelt  in  den  handel  gebragt  is.,  in 
4m  geheele  Provincie  geijkt:  539  kwart^  178  halve  en  2 
heele  tonaem 

80.  WARMOEZEKIJEN.  Op  weinige  nitxonderingm 
na,  zijn  dit  jaar  de  keuken*  en  moesgewassen  wel  ge^ 
Blaagd,  en  sijn  dese  door  bet  zachte  weder  tot  laat  in  het 
najaar  kannen  verbouwd  worden.  De  koolplant  is  wel  ge- 
noeid,  en  leverde  zoowel  voor  menschen  akh  voor  het 
Teé,  eèn  z^er  goed  voedsel  op. 

De  Commissie  van  landbouw  in  Zuid-HoHamd  doet 
ons  opmerken,  dat,  vooral  onder  Loosduinen,  er  dit  jaar 
:reel  bk)emkool  geteeld  is,  voor  uitvoer  naar  Engeland^ 
0»  aldaar  te  worden  ingemaakt. 

.  Die  van  Noord-Holland  berigt,  dat  de  verbouwing 
van  boonen,  erwten,  peulen  en  augurken,  onder  A^Umeer 
met  goed  gevolg  is  voortgezet,  en  dat  de  verzending  hier- 
van naar  Ani^erdam  goed  is  uitgevallen,  zoo  zelfs,  dat 
Jaatstgenoemd  artikel  /1,50  per  roede  heeft  opgebragt.  Ia 
Jbet  9^  distrkt  daarentegen  zQn  de  augurken  en  komkom» 
jners  door  dezelfde  ziekte  als  de  aardappelen  aangetast 
gevonden  en  verrot. 

.  De  Provinciale  Commissie  van  Groningen  noemt  de 
opbrengst  der  moezerijën  in  dat  gewest  over  het  algemeen, 
4Üet  meer  dan  middelmatig,  de  Uadgroenten  slaagden  ech- 
ter meerendeels  goed,  de  erwten  bleven  laag  en  bragten 
niet  veel  op,  terwijl  de  snijbooneo  veel  van  den  wind  en 
xegea  geleden  hebben  en  weinig  hebben  opgebragt.  De 
kool  evenwel  is  ook  daar  goed  gegroeid,  zoowel  die  voor 
voedsel  voor  menseben  ali»  voor  het  vee. 


Digitized  by 


Google 


FIJNE  ZADEN.  —  BLOEMISTERIJEN.  93 

31*  FIJNE  ZADEN.  De  berigten  hieromtrent  hf}  ons 
ontvangen,   zijn  iit  jaar  niet  zoo  niigebreid  als  vroeger. 

De  Commissie  van  landboow  in  Zuid*>Holland  meldt 
daarvan ,  dat  onder  Rijnland  de  fQne  zaden  nog  al  i^e- 
igk  z^n  gewonnen  en  een  matig  beschot  hebben  opgeh* 
verd;  dat  in  Flakkee  en  Goedereede  de  opbrengst  der 
fijne  zaden  gering  is  geweest,  vooral  van  het  ajninzaad, 
en  dat  de  afkomst  van  het  salade-  en  spinagiezaad  van 
geringe  beteekenfs  geweest  is. 

De  Commissie  in  Noord-Holland  berigt,  dat  het 
nostaardzaad  veel  is  geteeld,  doch  bQna  overal  met  on- 
gnnstigen  uitslag;  bet  kanarie-  en  korianderzaad  is  op  het 
Heldersche  Koegras  en  Kalandsoog  maar  redèll}k  geslaagd: 
In  het  6^  district  is  naar  luid  van  dat  berigt  bet  karwei- 
en kanariezaÉid  goed  geslaagd;  het  eerste  Is  hoog,  doch 
het  laatste  laag  in  prQs  geweest.  Het  korianderzaad  wai 
r  bovenmatig  slecht;  ook  is  in  dat  district  nog  al  rood  en 
geel  mostaardzaad  verbouwd  geworden,  hetwelk  door- 
gaande 13  tot  15,  mudden  per  bunder  opleverde.  Ia  het 
8«  district,  ineldc  deze  Commissie,  slaagden  de  zaden  uit- 
ueaiedd  en  waren  de  prijzen  van  het  mosterdzaad  ƒ  8  è 
/11,  kanariezaad /7  è/7,50,  het  korianderzaad  gold 
ƒ7,60  het  mud. 

Het  wit  mosterdzaad,  hetwelk  dh  jaar  niet  alleeii  in 
het  Oldambii  maar  ook  in  h^t  Hunêingo-kwariier  in  vrij 
aanzienlijke  boeveelheid  werd  uitgezaaid,  is  volgens  het 
rapport  der  CommilMie  van  landbouw  in  de  Provincie 
Crroningen  niet  meer  dan  middelmatig  geslaagd. 

32.  BLOEMISTERIJEN.  In  de  meeste  Provinciën  moe* 
ten  deze  meer  als  liefhebberij  worden  beschouwd,  als  wel 
bepaald  een'  tak  van  handel  uit  te  maken. 

De  Commissie  van  Landbouw  in  Zeel  and 'berigt  ons  dan 
ook,  dat  in  die  Provincie,  vooral  op  Walcheren^  zioh  de 
aankweekiog  van  kasplanten ,  en  andere  bloemsoorten 


Digitized  by 


Google 


»4  BLOEMISTERIJEN. 

ea  meer  ootwikkelt  en  vopruitgaDg  belooft.  Ons  Departe- 
ment Sassenheim  meldt,  dat  d^  Hyacinthenbollen  van 
den  langdurigen  winter  geen  nadeel  schjynen  gehad  te  heb- 
ben; dat  z()  wel  wat  later  sijn  aangekomen,  doch  tamelijk 
geed  sijn  gewassen.  2iekte  heeft  zich  daarin  niet  meer 
dan  gewoopL|)kyertoond,  en  de  verzending  van  bollen  naar 
buitenslands  neemt  niet  af. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Noord- 
Holland  rapporteert,  dat  de  uitslag  der  bloemisteryen 
over  het  algemeen  voldoende  was,  j>  zelfs  waren  de  prij- 
zen  der  bollen  gunstig,  door  de  groote  verzending  en  zon- 
den hoog  -  geloopen  zyn ,  zonder  den  groeten  voorraad  en 
de  veelvoudige  concurrentie. 

Ons  Departement  J7aar/em,  alwaar  voorzeker  de  bloe- 
misterijen voor  v^len  eenen  voornamen  tak  van  bestaan  uit- 
maken,  deelt  ons  l|et  volgende  mede:  >  De  toestand  der 
bloemisterijen  is  pver  het  algemeen  niet  minder  gonstig  dan  • 
voorheen ;  de  meeste  soorten  van  bloembollen  vonden  goe- 
den aftrek,  schoon  tegen  lage  prezen.  De  cultuur  is»  wat 
de  Hyacinthen  betrelt,  goed  uitgevallen;  daarentegen  heb- 
ben de  tulpen  en  eenige  andere  bolgewassen ,  zwaar  gele> 
den  door  den  langdurigen ,  afmhoudenden  winter,  vooral 
hebben  de  late  tulpen  allerwege  een  gevoelig  verlies  onder- 
gaan; en  bij  sommige  bloemkweekers  is  daarvan  hQ  na  alles  ver- 
loren gegaan.  Als  vermoedelijke  oorzaak  van  4ie  ramp  wordt 
algemeen  aangemerkt,  het  weinig  of  iH  bet  geheel  niet  be- 
dekken dezer  laatste  bloembolsoort,  gedurende  den  winter; 
schoon  anderen  die,  met  meerder  regt,  meenen  te  vin** 
den  in  de  vochtigheid  en  kilheid  der  gronden,  die,  daar 
de  langdurige  winter ,  de  aatde  tot  eene  zekere  veiharding 
beeft  gebragt,  alzoo  de  eerst  ontwikkelde  groeikraeht  be- 
lemmerde." 

'  Volgens  betigt  der  Commissie  vanl4iQ4boaw  in  Ut  recht, 
ondervindt  het  Genootschap  voor  Landbonw  en  KmidkwH 
^  te  Utrecht  meer  <en  meer  belangstelling;  hare  tentoon- 


Digitized  by 


Google 


BLOEMISTERIJEN.  —  BCX)MK\VEEKERIJEN.   M 

stelUiigen  worden'  dnik  besoeht  en  leveteo  hét  bewQt^  dal 
de  tuinbouw  in  Nederland  steeds  toeneesiU  Dqqt  de  oil§s* 
ven  van  de  berigten  en  niodedéelingen ,  jsoowol  als  door 
de  jaariijksche  verspreidiof  van  nattige  juiden»  welke» 
door  het  bestmnr  aangekocht,  voor  de  lede»  loi  het  nemen 
van  proeven  gratis  verkrQgbaar  mn,  Zêl  dat  Genootschap 
voorseker  hier  en  daar  nut  stichten  eo  tot  verbetering  van 
den  Vaderlandschen  landbouw  bydragen.  De  oqs  vioeget 
toegesegdo  IQst  van  bloemen ,  welke  gedarende  een  tieiya** 
rig  tgdvak  hier  te  lande  sQn  ngovoerdy  bl|jveo  w(|  steeds 
van  den  vriendel^ken  aanbieder  verwachten,  eni  Iv^n  in 
staat  gesteld  te  warden,  dese  in  een  volgend  vtrslig  mtt» 
de  te  deelen. 

33.  BOOHKWEEKEBIJEN.  In  Limbnrg  en  Noo^d* 
Braband  bleven  die  in  goeden  staat  voop^aw»  in  Ze«* 
land  breidden  da  BoenkweffcerQen  sioh  meet  en  meet 
nit,  daar  vooral  de  aftrek  der  Zeeuwsche  Olmm  of  IJfiei^ 
zeer  toenkm',  waardoor  de  pr^s  daarvan  aatimerfcelijk  is 
gestegen,  hetgeen  ook  het  geval  was  met  het  ^Is^  en  Em^ 
sdien  plantsoen,  en  met  ooderaebeidene  vrachtboemen  en 
heestergewassendie  alleQ  xeer  getrdcken  waren. 

Door  het  Departement  Sasèenheim  wordt  berigt,  dat  da 
kweeketig  der  witte  Moerbesieboomen  waarvan  vroeger 
melding  was  gemaakt,-  door  .den  langdorigen  winter  .veeA 
gdeden  had;  het  voedde  evenwel  de  hoop  dat,  daarin djt 
verlies  reeds  vtoorsien  was^  men  later  gunstiger  roededee* 
Kagen  dsiaromtrent  aeode  kanoen  doen*  Wegens  de  Boon^ 
kweeker^n  te  Boskoop  meUt  ons  de  Heer  Uinrof&s  Tii^LOi 
aldaar,  dat  de  strenge  koude  op  vele  hoornen  eepen  aadeeli*^ 
gen  invloed  heeft  nitgeeefend;  dndef  dese  noemt  Z.  £•  de 
druiven  en  ocliUtie^per^ikken  en  abriko|(en,  waarvan  een 
gioot  aantal  door  het  opvriezen  der  gronden  zijn  doodge^ 
vroaea»  Voorts  was  het  gewas  van  een  en  apder  slechts 
anddelfllatig.   Het  debiet  van  hoornen  was  in  het  vooijaar 


Digitized  by 


Google 


96  BOOMKWEEKERIJEN. 

namurlijk  gering ,  doordien  de  winter  te  Img  aanhield ,  dit 
gemis  schijnt  evenwel  in  het  nigaar  merkelijk  vergoed  te 
sijn^  daar  was  vaa  sommige  artikelen  genoegzamen  voor- 
raad; alleen  p^en-  en  vooral  pmimeoboomen  ontbraken. 

De  toestand  der  beroemde  Boskoopsche  kweekerijen  was 
dan  ook  seer  voldoende,  terwQl  door  de  geschiktlieid 
der  gronden  en  door  de  gepaste  lorg  en  behandeling  der 
kweekers,  die  aleode  roem  werd  gehandhaafd,  en  daar- 
door bevestigd  de  reden  waarom  xoowel  vrochtboomen  als 
heestergewassen,  ofschoon  soms  de  prijzen  der  JBoskoop- 
sehe  iets  kooger  mogten  zijn  dan  elders ,  steeds  om  de  qtia-> 
Uteit  der  boomeo  menigmaal  werden  geprefereerd. 

Even  gunstig  als  te  Boskoop  is  de  toestand  der  bekeode 
kweekerijen  te  Aalsmeer ;  er  was  daar  veel  aftrek  van  ap- 
pel- en  perenboomen,  minder  van  haag-  en  heestergewas- 
sen  geweest.  In  het  3de  district  van  Noord-Holland 
kwijnden  deze  inrigtingen  en  waren  er  een  aantal  kweeke- 
rijen te  niet  gegaan. 

De  Akers,  die  men  aldaar  in  het  voorjaar  had  gelegd, 
waren  bfjna  allen  bevrozen  en  dos  niet  opgekomen. 

Voordeeliger  zijn  de  berigten  omtrent  da  Boomkweeke- 
rijen  in  de  Provincie  Utrecht.  De  menigvuldige  aanplan- 
tingen door  ^e  ontginningen  der  heidevelden  nog  vermeer- 
derd ,  hebben  eene  prQsverhboging  in  de  meeste  hantsoor- 
ten  te  weeg  gebragt,  vooral  van  het  daartoe  meest  dienen- 
de Eiken  Stekhout.  Voor  buitenplaatsen  scheen  aldaar  de 
aftrek  minfler  geweest  te  zOn,  hetgeen  ook  vbomamel||k 
werd  toegeschreven  aan  den  lang  aanhondenden  winter;  die 
hg  het  aanbreken  der  late  Lente  vele  aanplantiiigeii  be- 
moegelijkte. 

In  Gelderland  klaagde  men,  dat  releboomen  door  de 
strenge  koude  hadden  geleden  en  de  aftrek  in  de  kweeke- 
rijen zeer  gering  was  geweest,  desniettegenstaande  breid- 
de zich  de  inrigting  van  den  Heer  Wtiswaal  te  Voorêi 
gednrig  ineer  en  meer  uit.    Gemelde  Heer  dit  bevesti- 


Digitized  by 


Google 


BOOMKWEEKERIJEN.  — VRUCHTBOOMEN.    97 

geode»^  voegt  daarbQ,  dat  gedurende  den  somer  het  schot 
▼an  zQn  pbntsoMi  buitengemeen  lang  is  geworden. 

In  Vriesland  slaagden  de  fcweekeiijen  naar  wensch, 
ronden  gereeden  aftrek  van  plantsoen  en  werden  daardoor 
langzamerhand  nilgebreider. 

In  de  Koloniën  der  Maatschappf)  Tan  Weldadigheid  is 
het  jong  plantsoen,  dat  tot  aanleggen  van  heggen  of  wallen 
bestemd  wordt,  zeer  goed  geslaagd  en  zijn  daarvan  ver- 
scheiden duizenden  op  de  hoeven  overgebragt,  die  even  als 
de  vroeger  verplanten  goed  agn  aangeslagen  en  gegroeid. 

Men  kan  alzoo  veilig  als  slotsom  opmaken ,  dat  de  kwee* 
kerijën  by  den  aanvang  van  1845  door  den  lang  aanhouden- 
den  winter  veel  geleden  hebben ,  en  ten  gevolge  daarvan ,  ve- 
le boomen  kwijnden  of  verloren  gingen;  dat  evenwel  de  af- 
zet in  het  najaar  b^  velen  het  gemis  aan  debiet  in  het  voorr 
jaar  heeft  vergoed,  en  dat  alzoo  over  het  algemeen  geno- 
men de  BoomkweekerQën  in  ons  Vaderland,  voor  zoo  ver 
ens  de  berigten  z(jn  ter  hand  gekomen  y  zich  in  eènen  guns- 
ügen  toestand  bevinden. 

34.  VRUCHTBOOMEN.  In  Lii^burg  was  met  uitr 
zondering  van  appelen  en  druiven  de  oogst  zeer  middelma* 
tig;  de  eersten  waren  klein  en  niet  smbkd^k,  de  laats  ten, 
schoon  overvloedig ,  qjpten  moeijelgk.  Veel  aftrek  en  ver- 
tier vonden  aldaar  de  i^pel-  en  perensiroop,  gelijk  mede 
de  geschilde  en  gedroogde  vruchten,  die  meerendeels  naar 
de  noordeiyke  gewesten  verzonden  werden.  .   . 

Ook  in  Noord- Br aband  was  de  klagt  algemeen,  dat 
h§na  alle  vruchtsoorten  weinig  of  niets  hadden  opgeleverd ; 
niet  voor  het  einde  van  April  bloeiden  zQ,  en.  het  daarop 
gevolgde  gure  weder,  van  nachtvorst  en  noordewinden  ver^ 
geseld ,  vernietigde  m^  de  flaauwe  hoop  op  eenigen  oogst. 
Peren ,  Appelen  en  Okkernoten  waren  er  wel ,  doch  klei- 
ner dan  gewoonlijk. 

In  Zeeland   was   de  opbrengst  van  appelen,  peren  en 

7 


Digitized  by 


Google 


98  VRÜCHTBOOMEN- 

vele  steeirrraohten  geenssitis  voordeelig  nitgeTalIeo ;  d0 
mees  ten  rerioren  spoedig  hiinnèQ  smaak  eo  hanae  saprijk* 
beid  en  gingen  reeds  vroegt^dig  tot  verrotting  over.  Als 
voordeelig  wordt  de  oogst  der  Appelen  in  Delfland^  Rif'"^' 
landj  Goedere'edeenFlakkeeiypgegeyfen;  ook  de  Persikken 
schijnen  daar  wel  geslaagd;  de  Peren  evenwel  minder, 
terwijl  overigens,  in  andere  gedeelten  der  Provincie  Znid- 
Hoiland,  de  inzameling  over  het  algemeen  minder  gons* 
tig  is  uitgevallen.  Het  DefRrtement  *s  Gravenhage  roemt 
den  goeden  oogst  der  vrachten ,  de  appelen  waren  daar  voor 
/1,80  k  f2  per  mud  verkocht,  terwijl  de  gezonde  toestand 
der  vrucfatboomen  in  Jiet  algemeen  wordt  toegeschreven  aan 
ket  beteren  der  stammen. 

De  druivenoogst  is  in  Zuid-Holland  ongunstig  uit* 
gevallen;   de  vruchten  waren  klein,   wankleurig  en  zuur. 
Men  berekende,  dat  daarvan  slechts  voor /6000  dit  jaar  naar 
Engeland  en  voor  dezelfde  waarde  naar  Noord-  en  Zuid- 
Holland   was  afgeleverd;    terwQl   men   de   geheele  op- 
brengst daarvan  op  circa  /20,000  kon  berekenen.     Niet- 
tegenstaande dien  tegenspoed  door  het  gure  weder  veroor- 
zaakt,  ging  men  gedurig  voort  met  bet  oprigten  van  hei- 
ningen en  het  doen  van  nieuwe  beplantingen. 
.   Uit  het  Westland  zijn  de  opgaven  nog  al  verschillend* 
De  druiven  waren  slecht  geslaagd  en  tegen  70  Cs.  het  Ned. 
pd.  verkocht ,'  do  perzikken ,  die  redelijk  goed  waren ,  golden 
3  Cs.  per  stuk,  Appelen  ,  die  in  tamelijke  hoeveelheid  wa- 
ren, golden /l, 50  per  mud,  even  zoo  de  Peren.  Pruimen, 
die  wel  geslaagd  waren,  bragten  ƒ  2,50  per  mud,  en  kruis- 
bezien  /'1,50  per  mud  op.     Aalbessen  en  morellen  hadden 
slecht  gewas;    de  eersten  bragten  ƒ1,50  per  \  mud  en  de 
laatsten  50  Cs^  het  Ned.  pd.  op.  De-  vruchtboomen  te  Bot^ 
Aóop  hebben  algemeen  weinig  gedragen ;  appelen  en  peren 
bloeiden  wel ,  doch  gaven  b^na  niets ;  alleen  perzikken  wa«^ 
ren  iets  beter  uitgevallen ;  de  frambozen  leverden  een  ma> 
tig  product  op  en  werden  tot  goeden  prijs  verkocht.    Wat 


Digitized  by 


Google 


VBÜCHTBOOMEN.  99 

belangt  de  aardbesiën,  xoo  waren  dezelve  beiden  Engelsche 
en  Hollandsche  sleebts  middelmatig  geslaagd,  de  prijzen 
waren  erenwel  voldoende. 

Ook  in  Noord- Ho  11  and  was,  ondanks  het  goed  voor- 
ailsigt  bij  den  bloei,  de  oogst  van  alles  tegengevallen; 
alleeii  appelen  maakten  eene  uitzondering,  die  door  de 
schaarschheid  é%t  aardappelen  wel  verkocht  zijn. 

In  de  Beemsier  waren  als  elders  de  vmchtboomen  laat 
in  bloei  gekomen;  de  peren  zijn  meerendeels  mislakt;  de 
oogst  der  appelen  was  middelmatig.  Beide  genoemde  vrucb« 
ten  bleven  doorgaans  onsmakelQk  en  waren  reeds  in  No* 
vember  met  roetvlekken  aangezet,  die  ia  eene  kankerach- 
tige ongesteldheid,  niet  ongeluk  aan  de  aardappelziekte  ont- 
aardde ,  terwijl  daarbQ  de  opnserking  gemaakt  werd ,  dat 
de  fijnste  soorten,  vooral  der  appelen,  daardoor  het  hevigst 
werden  aangetast.  De  Zomerperen  waren  duur  en  golden 
ƒ6  of  ƒ6  per  mud;  de  Winter-appelen /l, 40  kf2. 

Hetzelfde  berigt  als  boven  geldt  ook  voor  de  Provincie 
Utrecht,  waar  de  milde  bloeitijd  geenszins  aan  den  oogst, 
veel  minder  aan  goede  hoedanigheid  van  appelen  en  pe- 
ren beantwoordde.  Kersen  waren  er  overvloedig  en  hielden 
goeden  prf|s,  Pruimen  weinig.  Abrikozen  en  Perzikken 
tamelgk,  doch  de  qualiteil  middelmatig;  ook  de  Wijnstok 
had  aldaar  als  elders  veel  geleden ;  een  aantal  boomen  wa- 
ren bevrozen  of  gaven  door  verlies  van  veel  takken  weinig 
vmcbten ,  die  daarenboven  weinig  of  in  het  geheel  niet  rijp 
zQn  geworden. 

In  Gelderland  werd  almede  de  hoop  des  Landmans  te- 
leurgesteld ,  en  de  meeste  vruchtsoorten  zijn  weinig  of  on- 
volkomen ingezameld  geworden. 

In  bet  District  tusschen  Maas  en  Waal  was  de  oogst  der 
Kersen  zeer  goed,  die  der  Appelen  en  Peren  minder;  de 
Appelen  werden  voor/ 1,50  kf2ie  Peren  voor  f2  tot 
/4  per  mud  verkocht. 

De  Heer  Correspondent  Baron  tan  Brakei.  klaagt,  dat 


Digitized  by 


Google 


100  VRUCHTBOOM  EN. 

in  bet  Distrkt  van  de  Nechr^Beiuwe  op  sommige  plaat-* 
sen  eene  kleine  groene  worm  de  Kersen-  en  Perenboomen 
teisterde,  zoodanig  dat  die  gebeel  van  vruchten  beroofd 
zijn  geworden.  Men  bad  bet  bew^s  daarvoor,  dewijl  in 
oorden ,  waar  zich  deze  wormen  niet  bevonden ,  beide  vracht- 
soorten best  zijn  geslaagd,  ofschoon  de  smaak  der  Kersen 
doorgaande  het  gewoon  aangenaam  zoet  miste. 

In  de  Provincie  Overijssel  was  het  resoltaat  niet 
gunstig;  de  Appelen  waren  minder  schaars  doch  klein  en 
onaanzienlijk,  Pruimen. in  het  geheel  niet,  terw^l  alleen 
de  Notenboomen  eenen  redelijken  bouw  hebben  opgeleverd. 

In  het  Noor  doos  telyk  gedeelte  der  Provincie  Yriefiland 
waren  de  meeste  boomvruchten  in  tamelyke  hoeveelheid; 
men  beklaagt  zich  daar,  dat  over  het  algemeen  de  vracht- 
hoornen  niet  genoeg  worden  verzorgd  en  onderhouden ,  daar 
toch  van  eene  geregeld  goede  behandeling  veeld  de  goede  uit- 
slag afhangt.  Intusschen  bl^ft  het,  gelijk  van  eene  andere 
z^de  gemeld  wordt,  eene  altoosdurende  onzekere  cultuur, 
daar  men  in  oorden,  in  de  nabyheid  der  zee  of  groote  stroor 
men  gelegen,  dikwerf  ten  speelbal  der  koude  winden  ui ,  en 
de  hoop  van  eenige  maanden  soms  in-één'  dag  verloren  gaat: 
van  daar  laat  ,het  zich  verklaren  dat  men  in  sommige 
streken  van  Vriesland  minder  genegenheid  en  lust  ge- 
voelt om  de  daar  kostbare  gronden  tot  boomgaarden  in  te 
rigten. 

Hoezeer  de  berigten  uit  andere  gedeelten  van  Vries- 
land niet  ongunstig  luiden,  zoo  klaagde  men  toch  over 
smakeloosheid  van  vele  vruchten,  die  daardoor  ook  tot  lage 
prijzen  waren  verkocht. 

In  de  Provincie  Groningen  hebben  meest  alle  Vracht- 
boomen,  door  de  reeds  meermalen  opgegevene  oorzaken,  bij- 
zonder geleden;  ook  de  Wijnstok  was,  als  elders,  mis- 
lukt: zelfs  was  dit  van  toepassing  op  die  in  trekkasten 
voorkomen,  die  almede  door  de  koude  aan  de  wortels  ge- 
raakt waren.     Wat  aan  de  hoornen  van  Appelen,   Peeren 


Digitized  by 


Google 


VRUCHTBOOM.— OPGAANDE  WOÜDBOOM.  löl 

CDX.  gespaard  was  9  werdt  meereadaels  door  den  storm  in 
AagastQS  weggeslagen »  soo  dat  over  het  algemeen  ge- 
nomen de  oogst  beneden  bet  middelmatige  is  gebleven. 
Na  al  het  medegedeelde  kan  men  ten  slotte  het  jaar  1845 
dl  een  bijzonder  nadeelig  vraohtenjaar  beschoawen;  want 
met  inüEondering  der  Appelen  in  bet  algemeen  en  der  Ker- 
sen op  sommige  plaatsen,  zêo  xQn  meest  alle  overige  soo 
fijne  als  grove  vrachtsoorten  i^lérwege  mislukt. 

35.  OPGAANDE  WOUDBOOMEN.  Uit  Noord- Bra- 
band  xQn  de  berigten,  200  wel  wat  betreft  den  groei  als 
den  toestand  hiervan  y  seer  gunstig.  De  virees,  die  men  het 
vorig  jaar  voedde,  dat  ook  de  mastbosschen  door  de  Dennen- 
nps  zonden  worden  geteisterd ,  heeft  zich  niet  bevestigd. 
Door  sommigen  werd  de  oorsaak  van  het  wegblijven  der 
rapsen  aan  den  harden  winter ,  door  anderen ,  welligt  met 
meer  grond  aan  het  voortdarend  natte  weder  in  JuliJ  en 
Angvstiis  —  de  tQd  dat  s^  anders  i^ersebijnèh  —  toegeschre- 
ven. De  Eiken  waren  laat  in  het  blad  gekomen  en  lever- 
den, evenmin  als  de  Beuken,  eikels  of  vrachten  op.  De  prijs 
van  bet  eikenhout  was^n  Noord-B  ra  band  gestegen,  zoo* 
wel  door  den  hoogen  prijs  van  de  schors,  als  wel  om  het 
meerder  beaoodigde  tot  vernieuwing  of  herstelling  van  pu- 
blieke werken. 

In  Zeeland  bleven  de  IJpen  door  derzel ver  weligen  groet 
steeds  het  sieraad  van  vele  oorden  uitmaken.  Men  beplant- 
te daarmede ,  met  het  beste  gevolg ,  voortdurend  de  dijken 
der  binnenpolders  en  droeg  zorg  dat  de  gerooide  boomen 
terstond  door  nieuwe  aanplantingen  vervangen  werden.  De 
vraag  daarnaar  voorden  Scheepsbouw,  die  vooreenige  ja- 
len  nog  al  aanzienlek  was ,  is  echter  verminderd. 

In  Noord-Holland  hadden  de  meeste  boomen  goed 
sehot  gemaakt,  de  Linden  tloeiden  uitstekend;  Beuken- 
zaad  en  Eikels  waren  daar  bijna  niet  gewonnen. 

Uit  de  Provincie  Utrecht  ontvingen  wij  een  belangrijk 


Digitized  by 


Google 


102  OPGAANDE  WOUDBOOMEN. 

Yerftlag  OTer  de  Dennenriip*  en  de  verwoeetingen  daardoor 
Teroomakt  (1). 

Volgens  berigt  der  Commissie  van  Landboaw  in  Gel- 
derland, vertoont  lich  in  sommige  bosichen  een  Insect, 
befaoorende  tot  het  geslacht  der  aardylooJDen ,  dat  bet 
allereerste  lot  af  knaagt;  deze  bosschen  hadden  het  aan- 
zien of  ssij  dcKMT  nachtvorsten  geleden  hadden.  Behalve  de 
dennenbosschen ,  die  door  de  rupsen  veniield  waren ,  gavea 
de  opgaande  hoornen  een  voordeeljg  resultaat,  terwijl  het 
Eikenhout  steeds  in  pr^s  steeg. 

De  Heer  Correspondent  Staring  te  Lochem  vermeldl «  dal 
de  hooge  pr^s  van  het  timmerhoat  zoo  wel  als  de  gevel* 
gen  van  het  verdeelen  der  Markgronden  de  aanplantingen 
van  eiken,  beuken,  populieren  en  vooral  dennen,  zeer 
bevorderden ;  ook  de  dennenraps  had  kich  als  elders  weder 
vertoond  en  wel  onder  anderen  in  een  bosch  te  Ztlhem  in 
het  Zutphensch  kwartier,  teebeboorende  aan  den  Baron 
TAN  DER  Heidbn  VAN  BAAKé  —  Die  Heer  heeft  echter  in 
den  herfst  geene  moeite  gespaard  ter  verdelging  der  pop* 
pen,  zoo  door  het  houden  van  Hoenders,  Kapoenen  ala 
Varkens,  gelijk  mede  door  het  wegharken  der  dennennaal* 
den,  bij  welke  laatste  bewerking  de  poppen  bloot  komen  ea 
daardoor,  zoo  men  wil,  sterven.  Men  had  alzoo aanvankeiyk 
gegronde  hoop,  dat  deze  ramp  in  hare  beginsels  gestuit  en 
voor  het  vervolg  was  tegengegaan. 

In  den  omtrek  van  Oosterbeek  ^  Renkum  en  de  Vetuwe 
tierden  de  woudboomen  welig,  alleen  de  grove  bennen 
stonden  in  sommige  streken  aan  de  vernieling  van  den 
dennenrups  ten  doel,  die  men  te  vergeefs  heeft  zoeken  tQ 
keeren.  Dat  men  zich  dit  onheil  wezenlijk  heeft  aange- 
trokken, kanonder  anderen  biyken  uit  eenotdoer  het  Lid 
Correspondent  Roeide  van  der  Aa,  bQ gevoegde  gcfd rukte 
memorie ,  waarbij  op  voordragt  eener  Commissie  de  Gede* 


(1)  Zie  bier  achter  Bijlade 


Digitized  by 


Google 


OPGAANDE  WOUDBOOMEIV,  103 

^teerde  Staten  vao  Gelderland  lmddeleai;heU)eQ  iix  he4 
werk  gesteld  ter  wering  van  dii  so<^  Terderfelyk  insect  i 
hetwelk,  gelijk  in  den  aanhef  van  hetstttk  renneld  wordt, 
reeds  meer  dan  383  iMindertaleii  dennenbosschen^  aasDertge- 
steld  uit  20  tot  30Jarig  hoat,  had  remield.    . 

In  Overi|ssel  hebben  alle  wnadboomen  een  goed 
schot  gemadtt,  ofschoon  sij  ook  door  sneeuw  en  nacht* 
vorsten  hadden  geleden.  De  verdeeling  der. marken  bevor- 
derde ook  in  dat  gewest  bijzonder  het  aanleggen  van  den- 
nenbosschen  en  liet  planten  van  popnlieren. 

In  Vriesland  tierden  de  opgaande  woudboomen  we- 
lig, het  gekapte  vond  gereeden  aftrek  en  tegen  vry  hooge 
pcgsen. 

Uit  Drenthe  bl^kt^dat  de  opgaande  vvoudboomeo,  wat 
verkoopwaarde  betreft,  op  eene  goede  hoogte  blijven,  waar- 
van het  gevolg  is,  dat  het  hakkaar  hout  van  tyd  tot  tyd 
vermindert,  en  hoewel  hier  ^  daar  aaepiaAtingen  plaat» 
hebben,  zoo  geschiedt  dit  laatste,  naar  het  sehynt,  niet 
ia  evenredigheid  met  het  jaarlyks  geveld  werdende  hout. 
Voorts  heeft  men  de  opmerking  gemaakt  dat  de  Ptnu»- 
auêiriucae  Uk  Drent.bd  moeyjeii^  wordt  vOerlgekwec^, 
terwyl  de  Pinus  Larix  al4«fac>bet^  seb^nt  tp  slagen.  In 
liet  voorjaar  1844  had  uten  van  het  Ministerie  yan  Bin- 
nenlandsche  zaken  eene  hoeveelheid  zaad  V^  beide,  soorten 
aan  de  Commissievan  Landbouw  tot  öene  proeve  verstrekt, 
ea  daaruit  is  gebleken ,  dat  van  de  eeiste  soort  wel  enkele 
planten  zijn  opgekomen ,  doch  die  na  lang  gekwynd  te  heb- 
ben eindelQk  allen  wegstierven;  van  Ae  Pinus  Larix  echter, 
die  vooraf  in  d^  maand  Maart  1844  in  een  broeibak 
gezamd  war^,  heeft  men  in  1845  potelingen  van  2  tot  3 
palmen  lengte  verkregen,  welke,  op  goeden  grond  tusschen 
jonge  dennen  geplant,  terstond  kleine  scheuten  gemaakt 
hebben,  even  als  de  overige  dennen.  Ander  zaad ,  op  tuin 
grond  gezaaid,  heeft  potelingen  van  2  palmen  opgeleverd, 
die  in  1846  zullen  kunnen  verplant  worden;  van  hetzelfde 


Digitized  by 


Google 


104  OPQ.  WOUDBOOM.  —  AKKERMAAL8H.  en  RUN. 

xaad,  iat  in  r|jeii  gexaaid  was,  is  eene minder  voordeelige 
uitkomst  Terkregen,  daar  het  rermoedelljk  te  Aiep  gezaaid 
en  daardoor  verstikt  was  geworden. 

Uit  een  ander  gedeelte  yan  Drenthe  meldt  de  Heer 
Correspondent  Tónckbns  te  WesterwoUe^  dat  de  prijsen 
van  het  Eikenstamhout  eenigsins  gerezen  waren;  ook  naar 
ander  opgaand  hontgewas  was  veel  vraag,  men  beklaagde 
zich  echter  ook  hier,  dat  de  aanplantingen  veel  minder 
waren  dan  het  jaarlijks  gevelde  hont,  waardoor  de  vom^> 
raad  van  jaar  tot  jaar  begon  te  verminderen. 

36.  AKKERMAALSHOUT  en  RUN.  In  Noord- 
B  ra  band  heeft  deze  houtsoort  goed  schot  gemaakt,  en 
schoon  de  aftrek  niet  haperde,  was  de  prijs  niet  aanzienlek; 
de  hegschors  was  in  het  Arrondissement  Brecla  dit  jaar 
zeer  daar  en  werd  van/ 5  tot  /"G  de  100  Ned.  pd.  betaald; 
hetzelfde  was  het  geval  met  de  boomschors ,  waarvoor  men 
in  het  vorig  jaar  van  /23  tot  /26  het  hoed  van  800  pon- 
den maakte»  terwijl  die  thans  van/ 80  tot  ƒ35  betaald 
werd. 

In  de  Provincie  Utrecht  is  bovengemelde  houtsoort 
zeer  goed  geslaagd  en  tot  voordeelige  prijzen  afgezet.  Door 
den  langdarigen  winter  is  er,  vooral  in  de  streken  van 
EemneSf  Soestd^k  en  Baarn  veel  Eikenhoat  verkocht. 
Dewigl  dat  hout  daar  doorgaans  minder  geschild  wordt  geeft 
zulks  bij  het  kappen  in  den  winter  eene  betere  rekening  en 
wordt  daarom  door  de  Eigenaars  van  bosscben  hieraan 
meestal  de  voorkeur  gegeven.  De  prijs  van  den  Eikenbast 
of  Run  was  /32  of  fZZ  de  830  Ned.  pd. 

Het  Akkermaalshoat  gaf  in  Gelderland  mime  reke« 
ning:  de  Run  hield  almede  goeden  pr|js.  De  stoven  wdren 
voortreffelijk  uitgeloopen  en  die  in  het  verleden  jaar  ten 
achteren  waren,  hebben  de  schade  weder  ingehaald.  Ook 
het  Schelhoat  vond  aldaar  goeden  aftrek. 

Öok  de  Heer  Correspondent  Wttewaal  te   Voorsi  be* 


Digitized  by 


Google 


AE3XRMAAL8HOUT  en  RUN.  105 

yestigt  dat,  er  bQ voegende:  dat^  de  prgs  vu  de  Ran  Vrij 
door  was;  het mad gold/ 3,25  wegende  64  Ned.  pd.»  het- 
geen  b^na  /5  de  100  Ned.  pd.  uitmaakt. 

In  het  Arrondisaenient  Zutphen  was  daarentegen  de  Bnn 
kagyinaar  het  Akkermaalshont  xeerin  pri^^  gestegen,  daar 
het  hoot  Yan  1844  langs  den  IJssel  geheel  was  opgernimd* 
0£B€hoon  het  Akkermaalshont  langs  de  Veluwe  wel  ge- 
daagd en  de  Rbn  geldig  was,  soo  wann  Terscheiden  sUe^ 
ken  in  de  nabijheid  ran  den*  hemelschen  berg  doof  de 
aurdvloe  aangetast,  soedat  reeds  Teel  in  Angnstns  dor  en 
bladerloos  stond :  dit  heeft  reel  schade  aan  het  Sint  Jans 
lot  gedaan  en  den  groei  belemmerd.  Intosschen  was  dit 
kwaad  soo  ongelijk  verdeeld,  dat  men  dikwerf  aan  de  eeae 
sQde  van  den  weg  Mseh  weliglierend  bosch  en  aan  de 
andere  sijde  verwoeste  streken  aantrof.  Mén  aehreef  de 
oersaak  daarvan  toe  aan  een  dikken  kleveraohtigen  mist, 
dien  meo  op  sommige  phatsen  dikker  heeft  waargenomen 
en  gewoonlQk  henigdanw  noemt.   . 

In  Overijssel  was  ondantm  het  doodvrieien  der  loten 
de  toestand  der  bossohen  niet  ongnnstig  te  noemen;  de 
pi^s  van  het  bont  was  daar  niet  aeer  hoog.  De  ran  wai 
wel  gewonnen  en  ofseboon  die  door  den  regen  nog  al  ge« 
leden  had  en  in  zwaarte  en  qnaliteit  had  vedoren,  200 
was  die  wel  te  verkoopen. 

In  de  Provinoie  Vriesland  is  het  Akkermaalshont  goed 
geslaagd-,  de  jonge  Rnn  per  ton  van  65  Ned.  pd.,  gold 
/S,30  terwijl  de  onde  tegen/2,50  was  verkodt  geworden. 

In  Drenthe  was  dit  houtgewas  xeer  gesocht  en  gaf 
by  de  aanxiral^ke  prQzen  soo  van  bet  biandhoot  als  van 
de  Rnn,  welke  laatste  van  /2,75  iot/8  de  65  Ned.  pd» 
heeft  g^even,  eene  goede  opbrengst. 

Wegens  den  Jioogen  prgs  van  het  braadhout/hebben  de 
Eikensebilbossehen  voordeelige  hitkomsten^  opgeleverd, 
terwijl  men  van  den  aanleg  van  dergelijke  bosschen  hoe 
langer  hoe  meer  werk  begon  te  maken. 


Digitized'by 


Google 


106  WEERDEN-,  ELZEN- £NESSCSiIEN-HAKHOUT. 

37^  WEERDEN-V  ELZBN^  en  ESSCHEN^HAKHOUT. 

Het  Weerden-  of  giiendhput  in  zoo  in  het  land  Tan  M- 
tenuj  te  Diemen^  Werkendam  en  aan  bet  Biesbosch^  leer 
goed  geslaagd)  en  levert  gelijk  de  ProTihdale  Comiiikaie 
Tan  Noord -Braband  aanmerkt,  een  bestaan  op  Toerdin- 
senden  menschen. 

Het  tierjarig  bont  werd  in  veiling  Teor/2, 10  of/2,75 
pel*  bunder  verkocbt,  hetgeen  men  een  goeden  prijs  achtte. 
Men  klaagt  evenwel  over  de  schade «  die  door  het  onder 
water  staan  der  Elzenbosschen  ia  Noord-B  ra  band 
is  te  weeg  gebragt;  Tele  sfronken,  vooral  die  in  het  voor- 
jaar gekapt  waren,  zijn  verrot.  De  berken  en  esschea 
schaarbosschen  waren  best  geslaagd,  en  door  den  langdn- 
rigen  winter  was  de  prijs  der  takkebossen  aanzienlyk  ge- 
stegen, en  ofschoon  deze  nog  al  varieerde,  zoo  kon  mèn 
de  dzentakkeboesen  voor/3  è  ƒ4,50,  eiken  voor  ƒ3,50 
&/5,  berken  vaa/3  tot/ 4,  en  dennea  van /If  tot  ƒ 2^50 
de  100  stuks  verkoopen,  wegende  doorgaans  5  &  6  N.  pd« 
Het  elzen-  én  essehenhakhoot  in  Zeeland  is  .tutmon- 
tend  geslaagd  -,  en  men  bestemde  dat  met  go6d  gevolg  om 
de  6  jaren  tot  iddtebossen. 

Uit  den  Albhisserwaardy  Vijfheereniand  en  Land  vmn 
Arkelf  meldt  men,  dat  de  cultuur  van  bovengemeld  hmit 
daar  best  schijnt  te  slagen  en  de  grienden  duur  verkoeltt 
worden.  Vele  handen  vonden  daarin  werk,  en  grondeige- 
naar en  pachter  trekken  daaruit  groote  voordeeleo. 

In  de  Provincie  Utrecht  zijn  elzen  en  esfiröben  slechts 
tmnelijk  gegroeid;  de  aftrek  daarvan  was  evenwel  vrQ 
goed,  het  weerden-hout  was  daar  goed  gewassen  en  tot 
hooge  prijzen  verkocht,  hetgeen  Iioofdzakelijk  werd  toege- 
schreven aan  de  vele  waterwerken  die  ondernomen  wer- 
den, waartoe  dit  hout  bij  uitsluiting  wordt  gefaruikt  en 
hetgeen  dus  geene  voordeelige  verhouding. voor  dé  hoepel- 
makerij  opleverde. 
In  Gelderland  waren   alle   soorten  goed  gegroeid  en 


Digitized  by 


Google 


WEERD.-.  ELZ.  enESSCHEN  HAKU.  —  BIET  tmz.tor 

tot  geiMde  pr^en  verkocht;  de  el«en  en  barken  w^èn 
al  meer  ea  meer  tot  faakboat  aangelegd  ^  tot  klimmeode 
pryEED  afgeset. 

In  de  Provipde  Ov^w^nnel  W98  bet  ryaboat  pf^tbovr 
dend,  en  desen  somer  goed  gegroeid;  door  kH  natte  ea 
gore  weder  werkte  de  tw^fgi^iet  oaar  weHiMA^aoodat  4ie 
op  Tele  plaatsen  seer  fijn  gtaat;  dezelye  ia  laag  in  pffg, 
ja  l^na  niet  te  verkoopeo» 

In  Drentbe  werden  voor  elzen,  benken  en  ander 
hrandhent  de  aaaaienl^kato  prOaen  bedongen,  en  daardaor 
is  bet,  dat  deae  boeacben  over  bet  algemeen  éene  vrg 
Yoordeelige  rekeoii^  bebben  opgeleverd.  Men  scheen  even- 
wel minder  werk  te  maken  van  het  geregeld  aanleggen  van 
nieuwe  bosscben  tot  dat  eiode^ 

•   .  Il  ,  . 

38.  BIET  EN  BIEZflN*  Men  klaag»  in  Noord-firiï* 
band,  oficboon  bet  Riet  wel  was  geslaegd,  dat  :da$trveer 
geen*  grooter  pr^  was  te  bedingen,  en  lager  waa  dan  in 
bet  vorige  jaar;  bet  geringste  gold /4,  bft  beste /7  d^ 
100  bossen  raains^onkscbe  bai|d*  De  biesen  woreq  ald«|«r 
minder  goed  geslaagd,  deels  door  tragen  grpei»  deels  door 
de  vele  regens  in  Augustus,  daardoor  verrotten  er  velen, 
andere  waren  seer  kert  uitgevallen;  het  voer  van  62  bos* 
sen  gold  van/ 12  ,tot  ƒ15.  In  de  omsUeken  van  'sHer-^ 
togenbosch  stonden  beiden,  riet  en  biesen,  door  den  lang* 
dongen  faoogen  stand  der  rivieren  zeer  voordeelig.  Ia  de 
nabgheid  vbsï  Rotterdam  waren  beide  soorten  wel  geslaagd » 
en  men  kon  dezelve  voor/ 1,50  4/2  de  hondefd  scho- 
ven verkoopen. 

In  onderscheidene  gedeelten  van  de  Provincie  Noo-rd"» 
Holland  zfjn  beide  artikelen  best  geslaagd;  te  jiaJsmeer 
was  het  riet  uitstekend;  aan  den  Uithoorn  iets  minder , 
doch  beter  dan  in  het  vorige  jaar;  onder  Nieuwer'^ Am^tel 
blijft  dit  prodnct  bijna  het  eenige  onderhoud  voor  de  be« 
woners    der   uitgeveende   plassen.    Te   Sparenwoude .  en 


Digitized  by 


Google 


108  RIET  EN  BIEZEN. 

Sohalkwyk  maakte  het  riet  «teeAr  eene  goede  rekeningp» 
Tan  waar  het  gretig  wordt  opgekocht  voor  de  bloemiste- 
ryen rondom  Haarletiu  Het  wiermaaijen  neemt  in  Noord- 
Halland  jaarliOks  toe^  sedert  men  van  dit  gewas  builen* 
lands  begint  gebraik  te  maken.  Men  maait  dat  gewoon^ 
Igk  onrijp,  omdat  die  hoedanigheid  meer  gezocht  wordt. 

In  den  omtrek  ran  Wïeringen  wordt  dit  maaien  om  da 
zes  jaren  verpacht,  terwijl  het  gewonnen  wier  naar  de  de- 
pots in  Amsterdam' en  Roiierdam  wordt  afgeleverd;  Daar- 
van alj*  in  184ft  circa  300009  N.  pd.  afgeiéveM,  tegen 
/6  de  iOO  ponden,  ja  de  aankweeking  van  dit  gewas  is 
soo  aanzienlijk,  dat  meer  dan  150  haisgeitfinnen  daarin 
een  middel  van  bestaan  vinden. 

In  de  Provincie  Utrecht  vreesde  men,  hoezeer  de  so^ 
mer,  vooral  voor  het  riet  voordeelt^  geweest  was,  daarop 
de  zachte*  winter  minder  gunstig  zoude  zijn,  vooral  wat 
betreft  de  maafjing  en  inoogstiog. 

Het  riet  was  in  Gelderland  goed  gewonnen^  terw^t 
door  het  minder  gewas  van  stroo,  zulks  goede  rekening 
had  gemaakt.  Het  is  te  verwonderen ,  zegt  de  Commissie 
van  landl>ouw,  dat  daar  er  in  dat  gewest  langs  sloten,  en 
vooral  in  den  ouden  IJasel^  zoo  vele  biezen  groeijen,  daar«> 
van  zoo  weinig  werk  wordt  gemaakt.  Indien  men  elders 
daarvan  een  hoofdtak  van  landbouw  maakt,  zonde  men 
zulks  ook  in  Gelderland  met  vrucht  kunnen  beproeven, 
én  het  Iaat  zich  aanzien ,  dat  men  in  het  vervolg  ddiaar 
eene  proef  zal  nemen  met  het  vervaardigen  van  matten. 

In  Vriesland  leverden  riet  en  biezen  een  goed  gewas 
op,  hetgeen  tegen  matigen  prijs  is  verkocht.    De  inzame- 
ling van  het  riet   dat  gewoonlijk  over  het  ijs  geschiedt, 
werd  dit  jaar  door  het  aanhoudend  zachte  weder  nog  al  ' 
bezwaariyk. 

Uit  Groningen  en  wel  bepaald  uit  het  voormalig 
kwartier  Ttvelingo  wordt  gemeld,  dat  hét  riet  iil  1845 
uitstekend  gegroeid  was.    BQ  gebrek  van  ijs  heeft  echter 


Digitized  by 


Google 


RIET  EN  BIEZEIM.  ~  WOBSTE  GRONDEN.    109 

i»  winiiuig  op  ée  merra :  geënt  plaats  kunnen  hebben.  In 
êe  baggeriLolkeo ,  van  waar  bet  laeeate  riet  komt,  wordt 
betsdve  meestal  in  het  voorjaar  bij  laag  water  gewonnen; 
daarenboven  wa&  door  de  geweldige  f  neeow  ia  bet  begin 
van  bet  laatf  tvorig  jaar  veel  riet  vernield ,  waardoor  de 
piQs  daarvan  aannwrkeligk  ia  gestegen^ 

In  Overigaaél  waa^  Dndanka  defchadedoor  de  aneevw 
ioegebragty  veel  voorraad  van  riet,  dat  evenwel  moe^el^k 
te  verknopen  scheen.  In  den  nanomer  verbeterden  de  prff- 
san  adeb  ,  terwQl  hel  staande  riet  een  goed  voorkomen  bad. 

De  biesen  waren  daar  Wel  gelidct  en  goed  gewonnen, 
doch  moe|}eigk  te  plaatsen,  daar  de  mattenfaandel  jaar- 
iQks  verminderde,  en  niettegenstaande  vele  bq^lfmtingen 
met  biexen  door  inpoldering  opbondeè,  vennindert  toch 
kmgnaam  de. aanvraag* 

3».  WOESTE  «RONDEN.  Met  genoegen  kunnen  wi| 
verasdiden ,  dat  de  ontginning  deser  gronden  ever  het  ge*- 
heel  met  kracht  wordt  voortgezet,  en  willen  de  onder^ 
aeheideneberigten,  dienaangaande  tet  ons  gekomen,  korte* 
^k  mededeelen» 

De  ComiMssie  van  riandbonw 'in 'Limburg  beklaagt 
xich,  dat'  hmi  gcfcreki  aan  meststefleni,  de  eotginning  der 
in  dat  Hertogdom  nog  too  nitgestrekte  woeste  gronden 
grootelifks  verhindert.  ' 

De  Commissie  in  Noord-Rraband  berigt  oas  daaren- 
t^;en,  dat  vele  heidevelden  tot  partienlieren  eigendom  sQn 
overgegaan,  en  vooral  ter  onltnar  van  hontgeWas  ngn  in- 
gestoken. In  het  AnrondAS$emelit  Eindhoven  sign  in  on-* 
derscheidone  ^meenten  omtrent  IIQOO  bnndei»  aan  parti* 
cnlieren:  verkocht,  200  ook  in  andere  districten,  onder  an« 
deren  in'  de  maand  December  IL  in  de-  gemeenten  Baarle^ 
NtiSêaUj  GA^amy  Rijsbergen  ^  Klundé^t  en  is  de  heide 
geniiddeld  tegen,  ƒ  20  per  bunder  verkocht» 

De  Commissie  van  landbonw  in  Noord*  Ho Ita  n^  deelt 


Digitized  by 


Google 


110  WOESTE  GRONDEN. 

ons  het  volgende  rapport  Mede:  »In  4eii  winter  van 
1841'^-45  z^n  de  ontginningen  onder  Laren  en  Uilvertuwê^ 
met  ijver  Toortgezet.  Daarbij  verdienen  bijzondere  opmer- 
king, die  van  den  Heer  Joh.  Ruts  Zdz  ,  van  de  HU*  6. 
VroiiIk»  e.  van  de  Velde  en  Sikcel.  De  maatschapp^ 
van  cultuur  beeft  op  vertehillénde  plaatsen  in  het  Goot* 
/a«4if,  hare  werkzaamheden  voortgezet*  De  weigerachtig- 
heid der  Gemeentebesturen  van  Laren  ^  Blarieun^  en  ifia* 
xixni  oÉn  heidegronden  voor  de  cultuur  aftéstaan  i.  is  de  re* 
den,  dat  ée  voordeeien  der  ontginningen  niet  in  röimer 
mate  worden  ondervonden.  De  afzandtngen  onder  Naar» 
den  gAan  steeds  voort^  hoezeer  minder  spoedjg  dan  t^dene 
den  aanleg  van  de  spoor  wegbanen:  nabij  Ameierdam.  Eene 
nieuwe  afzaadiig.éoer  Jhr^  Mr.  Rdtqers  tan  Rozenburo 
onder  Bussum  nab(j  *s  Graveland  begonnen,  levert  gnn<- 
stige  resultaten  op.  Vele  nieuwe  duinvalleijen  in  het  3* 
diftüiot  zijn  omgespit  en  met  aardappelen  heteeld,  meer 
dan  vijf  bandera  alleen  onder  Zanchoori^  en  er  is  voort- 
durende i^nvraag  om  nog  meer  te  spitten.  Eenige  Haar- 
lemmers» verschaflfea  arbeid  door  daartoe  afgestane  duin- 
gronden  te  laten  bespitten*  De  duinvallei  onder  Zand^ 
vowrty  waar  de  wedloop  gehouden  wordt,  vertoont  reeds 
veel -verbetering  in  den  bodem,  en. doet  13  bnéden  j[oed 
weiland  verwaohten*  .  De  weinige  bunders  langs  den  Zij» 
perdijk  worden  doorgaans  met  schapen  en  jonge  runderen 
beweid.  Onder  dë  gemeente  St^  Pancrae  worden  de  zoo- 
genoemde  fiolien  meer  en  meer  gebruikt  en  schenen  den 
ontginner  niet  te  leur  te  stellen*  Op  het  EijerUmd  zQn 
dit  jaar  1360  bnnders  onder  den  pldeg  geweest;  men  be« 
^^dt  daar  thans,  behalve  de  arbeiderswoningen,  31  hof« 
steden  met  circa  600  zielen.  Cokêdarp  is  niet'  toegeno- 
men; men  telt  daar  nog  47  huizen,  2  kerken  en  1  school. 
Op  Het  eiland  Urk  gaat  men  voort  jearligks  3  &  4  bunders 
moeras  tot  goed  weiland  op  te  maken,  en  men  verhoogt 
bet  strand  van  de  zuidzijde." 


Digitized  by 


Google 


WOESTE  GRONDEN.  lil 

De  yersk^^eo  4er  Groet-  en  Waardgreftdea ,  ahtmede  van 
den  Anna  Paulouma  PoUUr^  mUenr  wQ  om  derielvef  uit- 
gebreidheid en  belangrijkheid  achter  dit  verelag  ia  hon 
geheel  als  bijlage  doen  volgen. 

De  Cmnmisfie  van  laandboaw  in  Utreeht  geeft  om  be- 
rigt,  dat  in  de  omstreken  van  Zeisi^  Jfriebergen^  Jfoom^ 
Maarten  en  bijxonder  ook  ia  het  Gooiland^  de  ontginning 
in  het  groot  i  plaats  heeft  i  en  dat  onder,  het  dorp.  Boisrff 
weldra  geene  woeste  gronden  meer  aullen  worden  gevonden. 
In  de  Pnmneie  Gelderland  a^n  of  worden  de  meesta 
Markgrosden  verdeeld ,    en.  de  verkoop  daarvan  aan  parti* 
cnlieren  geeft  eene  gnnstige  aitkomst.   Onse  Gkrrespondent 
de  Heer  Dr.  W.  C  ,H.   SrAniNG  deelt  ons  bet  volgende 
mede,  omtroit  den  staat  der  woeéte  gronden  en  aagt:  »De 
voorbereidingen  tot  bet  verdeelen  en  de  werkelijke  ver*^ 
deeUng  der  woeste    Markgronden   in   het  oostel^k  ge-* 
deelte   van  het  Zutphensche,    worden   steeds   met  igver 
voortgesety  en  over  een  vQfital  jaren  sal,er  waarschljnmk 
geene  andere  onverdeelde  en   derhalve   woeste  grond  in 
deae  streken  meer  aanwezig  aljn,  dan  alleen  de  800  bon- 
ders  heide  van  de  stad  Lochwip    Het  bestuur  Vali  deae 
gemeente  sch||nt  nog  steeds  niet  te  wiilen  begrijpen,  dat 
hetgeen  aan  alle  omliggende  gemeenten  nut  en   voordeel 
heeft  aangebragty  ook  hier  eene  rijke  bron  van  voorspoed 
en  welvaart  zal  worden;  en  dat,  de  ontgtaaing  te  bele^ 
ten  van  woeste  gronden ,  evenseer  of  liever  nog  meer  tot 
oneer  verstrekt  voor  een  bestuur,  dan  slechte  wegen «  ver- 
waarloosde waterleidingen  en  invallende  gemaentegeboa* 
wen.    Het  laatste  toch  kan  onvermogen  tot  oorzaak  heb* 
ben,  gepaard  met  den  besten  wil,  terwyl  woeste  gronden 
steeds  gebrek  aan  overleg  aanduiden,   en  ottwil  om  aan 
de  thans  zoo  dgemeene  vraag  naar  werk  en  grondeigen- 
dom, gehoor  te  geven." 

De  ontginning  van  woeste  gronden,  zo6  Inidt  het  lap-r 
port  der  Conunissie  van  Landbouw  in  OverQ  ssel,  neenit 


Digitized  by 


Google 


112  WOESTE   GRONDEN. 

jaarl^ks  toe.  Groote  dennenboMchen  vrorieu  op  de  vorige 
heiden  aangelegd  en  voor  sooTenre  deielye  geschikt  sgn 
▼oor  wei*  en  boawlanden,  worden  dese,  naarmate  er  mest 
aanwezig  ii,  in  cultuar  gebragt* 

De  Provincicde  Commiegie  van  Landbomw  in  Groningen 
meldt  ons,  even  als  IL  jaar,  dat  de  ontginning  en  aan- 
leg tot  wei-  en  bouwland  in  de  Veenkoloniën  met  ^ver 
Toortgeiet  wordt,  dat  de  xoo  heiixame  Terdeeling  der 
Markgronden  meer  en  meer  de  aandacht  8ch|jnt  te  trek- 
ken, xoodat  deee  Commiieie  hoopt,  dat  er  nog  meer  ver- 
deelingen plaats  hebben  znllen  en  de  ontginning  der  woeste 
gronden  daardoor  bevoi'derd  Eal  worden. 

De  Heer  van  der  Tuuk  ,  onse  Correspondent  te  BelUng^ 
wolde^  vermeldt  ons  mede,  dat  de  ontginning  van  woeste 
gronden  bestendig  blijft  vooraitgaan  en  dat  de  reeds  lang 
voorgenomene  verdeeling  der  Markgronden  in  de  gemeen- 
te Wedde  in  den  aanstaanden  zomer,  naar  men  zegt,  tot 
stand  zal  komen,  terwijl  eene  soortgelijke  verdeding  te 
Fee/e,  gemeente  VlugtwedcU  voorbereid  wordt,  hetgeen 
op  de  ontginning  van  woeste  gronden ,  eenen  gunstigen 
invloed  doet  verwachten,  even  als  de  aanleg  van  Kunst- 
wegen,  daarop  eeaeo  groeten  invloed  uitoefent. 

Het  rapport  der  Commissie  van  Landbouw  in  Drenthe 
luidt  als  volgt:  » Wij  voeden  de  hoop  dat  een  der  hoofd- 
bezwaren, welke  de  ontginning  van  woeste  gronden,  'in 
deze  provincie  in  den  weg  staan  9  het  niet  be9taan  vmn 
Kanalen,  binnen  weinige  jaren  zal  opgeheven  zgn,  zoo 
namelijk  de  kanalen  zullen  zijn  daargesteld,  waaromtrent 
tusschen  hunne  Exell.  de  Ministers  van  Binnelandsche  Za- 
ken en  van  Financien ,  als  daurtoe  gemagtigd  bij  Koninglijk 
Besluit  dd.  9  December  1845.  No  10  en  den  Heer  8.  W. 
Balkemi.  voor  zijne  firma  S.  H.  Bauoma  en  Comp.  is 
overeengekomen.  Door  het  maken  van  die  kanalen,  znllen 
onafzienbare  velden  en  veenen  doorsneden  en  voor  ontgin- 
ning en  vergroving  geschikt  worden.    Door  de  verdeeling 


Digitized  by 


Google 


WOESTE  GRONDEN.  —  N.  PBOD.  en  PROEFN.  113 

▼an  Markgronden ,  waartoe  men  al  meer  en  meer.  over* 
gaat  9  atal  een  tweede  bezwaar  langsamerband  worden  weg- 
genomen, en,  bijaldien  ook  het  derde,  meermalen  door 
óns  geopperde  beletsel ,  werd  opgeheven  —  wij  bedoelen  het 
beswarende  van  de  wet  van  den  6  Jan|j  1840  (Staatsblad 
laP.  17)  —  'dan.  xoude  de  ontginning,  aan  duixenden  van 
lediggangers,  werk  en  brood  kannen  verschaffen,  en  znUcs 
ook  werkelijk  doen. 

'  Odse  Correspondent  de  Heer  Tonckbns  ,  van  wien  in  vo- 
rige verslagen  meermalrai  de  bedenkingen  xyn  opgetiomen 
omtrent  datgene,  hetwelk  de  ontginning  nog 'in  den  weg 
staat ,  meldt  ons ,  dat  hij  met  bevreemding  heeft  gezien , 
dat  de  wet  van  6  Janij  1840  (StaatsbK  n».  17)  door  dezen 
en  genen  beschouwd  wordt,  gunstig  op  de  ontginningen  te 
werken.  »Hoe  kan«toch,"  zegt  Uj,  >  eene  wet,  die  den 
ootginner  van  woeste  gronden  de  verpligting  oplegt,  for* 
naliteiten  in  acht  te  nemen,  op  straffe,  dat  anders  de  be- 
slaande kadastrale  aanslag  van  het  ontgonnene ,  na  verloop 
van  vijfjaren  zal  worden  verhoogd,  aanmoedigend  voor  de 
ontgnining  van  woeste  gronden  zijn,  daar,. bij  het  niet  be- 
staan van  die  wet ,  bij  ontginning  geene  verhooging  kan  plaats 
hebben ,  evenmin  als  de  aanslag  verhoogd  kan  wórden  van 
gecnltiveerd  land,  hetwelk  aanmerkelijk  verbeterd  wordt. 
Alleen  hij  eéne  algemeene  herziening  van  het  kadaster ,  was 
anders  eene  dusdanige. verhooging  mogelijk;  en  is  eene  dus- 
danige herziening  wegens  de  bezwaren,  die  daaraan  ver- 
bonden zfln,  wel  te  verwachten?" 

Onze  Correspondent  de  Heer  Visseb  berigt  ons ,  dat  door 
den  strengen  en  latigdorfgen  winter,  in  de  Koloniën  der 
Naatschappg  van  Weldadigheid  slechts  enkele  bunders  grond 
aangemaakt  ^ijn,  en  dat  daarmede  wordt  voortgegaan,  naar 
mate  t^d  en  handen,  na  het  verrigten  van  den  gewonen 
hnd-  en  fabridcarbeid,  beschikbaar  zijn. 

40.  NIEUWE  PRODUCTEN  en  PROEFNEMINGEN. 

8 


Digitized  by 


Google 


114        NIEUWE  PRODUCT,  en  PBOEFNEM. 

Hieromtrent  zijn  bij  oni  weinige  belangrijke  berigten  inge- 
komen. Men  schijnt  over  het  geheel  hier  te  lande  bevreesd 
te  zijn,  nieuwe  producten  in  te  voeren,  en  ook  geene  be- 
duidende proefnemingen  te  durven  ondernemen;  mogten 
«venwei  sommige  proeven  door  enkele  liefhebbers  worden 
in  het  werk  gesteld ,  wij  moeten  het  betreuren ,  dat  de  uitslag 
daarvan  te  weinig  wordt  bekend  gemaakt,  zoodat  het  alge- 
meen daarvan  geen  voordeel  kan  trekken ,  en  deze  proefnemin- 
gen alzoo  voor  den  landbouw  van  geen  belang  kunnen  z|jn. 

Onder  dankbetuiging  aan  diegenen,  die  ons  hebI>eD  in 
staat  gesteld  een  en  ander  op  dit  artikel  jnede  te  deden, 
vermelden  wij  het  volgende : 

Onze  Correspondent  in  Noord-Braband,  van  Dütn- 
HOVEN  heeft  Maïs  of  Turksch  Koren  van  Amerika,  uit 
het  Milanesche  en  uit  het  Westland  ontvangen,  aan  lief- 
hebbers en  arme  kleine  landbouwers  in  zijn  Correspondent- 
schap uitgedeeld  met  de  voorschrijving,  langs  kanten  van 
tuinbedden  of  velden ,  voren  van  één  voet  diep  uit  te  spa- 
den, daarin  de  korrels,  in  Maart  If  voet  van  een  en  2 
vingers  diepte  te  leggen,  bij  het  opkomen  telkens  in  die 
voren  aan  te  aarden,  zoo  als  men  de  vroege  erwten  doet; 
daardoor  kan  men  dit  gewas ,  voor  de  lentevorsten  bewa- 
ren en  vroeger  rijpe  planten  krijgen ,  hetgeen  van  belang  is , 
omdat  dit  koren  in  ons  land  dikwijls  niet  goed  rijp  wordt. 

De  Heer  van  der  Beken  Pasteel  berigt,  dat  de  Incar- 
naatklaver,  waarvan  vroeger  is  melding  gemaakt,  dezen 
winter  (1845)  niet  heeft  doorgestaan,  terwijl  het  zaaisel 
van  Augustus  IL  veel  belooft. 

Door  een  Lid  van-  het  Departement  Rotterdam  is  de 
Onalis-Deppel ,  als  eene  nieuwe  groentesoort  gekweekt. 
In  eenen  weltoegemaakten  grond  slaagde  zij  vrij  goed ,  vot 
gens  zijne  mededeeling.  De  bollen  hebben  veel  van  den  61a- 
diolusbol ;  de  wortds ,  welke  onder  aan  deze  plant  ten  ge- 
tale van  4  stuks  komen,  hebben  veel  overeenkomst  met 
de   Dahliaknobbels.     De  smaak   voldeed  echter  niet  aan 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCT,  en  PROEFNEM.         115 

de  verwachting,   die  der  wortela  mantte  niet  yerre  boven 
dien  der  knollen  uit. 

Het  Departement  's  Hoge  berigt  ong ,  dat  men  thans  over 
de  Hemel-  of  Hemelya-naakte  garst  met  grond  kan  oordee- 
lèn ,  sifnde  er  in  dat  departement  II.  soraer  op  verschillen- 
de akkertjes  I  biervan  nitgesaaid  geworden  en  alles  goed 
geslaagd.  Dece  garstsoort  leverde  door  een  30  è  33  mud- 
den per  bunder,  op  wjgt  75  Ned.  pd.  Als  xaaikoren  is 
dese  van  /lO  tot  ƒ  12  verkocht.  De  Hemelyagarst  is  vol- 
gens dat  departement  zeer  geschikt  om  tot  brood  te  wor- 
den gebakken;  onderscheidene  proeven  xijn  hiervan  geno- 
men ,  en  men  bevindt  het  brood  voldoende.  »  Bl^ft  dexegraan- 
SGk>rt  onbelast  ,*'  segt  genoemd  departement ,  »  en  als  mes- 
ting (zijnde  eene  garstsoort)  niet  gezand,  dan  is  het  eene 
wezenlijke  vervulling  voor  de  arbeidende  klasse,  bij  het 
gemis  van  aardappelen." 

Ten  vervolge  zijner  proefnemingen  met  de  Guano  ^  ons 
11.  jaar  medegedeeld ,  levert  de  Heer  Grocnbweoen  het  vol- 
gende verslag:  >  Wederom  heeft  zich  de  Guano  bQ  mg  en 
anderen  ,  die  dezelve  beproefden ,  als  eene  uitmuntende  mest- 
specie  voor  de  gerstteelt  doen  kennen.  Drie  bunders  schraal 
land  werden  met  de  Guano  k  250  Ned.  pd.  per  bunder  ge- 
mest. Een  klein  gedeelte  van  dit  perceel,  dat  veel  vrucht- 
baarder was,  en  te  allen  t^de  zwaairdere  gewassen  voort- 
bragt ,  werd  ongemest  gelaten ,  vervolgens  werd  er  gerst  op 
gezaaid,  en  een  en  ander  met  de  egge  ingewerkt.  Men 
zoude  reeds  tamelijk  over  de  Guano  voldaan  zijn  geweest, 
indien  het  gewas,  van  het  met  dezelve  gemeste  land,  met 
dat  van  het  meer  vruchtbare  en  ongemeste  gedeelte  had  ge- 
l^k  gestaan;  hier  bleef  het  echter  niet  bij,  het  gewas  van 
het  met  Guano  gemeste ,  liet  het  andere  nu  even  zoo  verre 
achter  zich,  als  dit  in  vorige  jaren  al  het  overige  hadover- 
troflTen.  Twee  bunders  werden  met  350  Ned.  pd.  per  bun- 
der gemest,  met  gerst  bezaaid,  en  als  voren  behandeld; 
dit  land  was  uitgeput,   eil  zoude  hoogstens  niet  meer  dan 


Digitized  by 


Google 


116         NIEUWE  PRODUCT,  en  PROEFNEM. 

een  half  gewas  hebben  kunnen  voortbrengen;  nu  echter  heeft 
dit  land  een  gerstgewas  opgeleverd ,  dat  tegen  de  zwaarste 
gewassen  uit  den  geheelen  omtrek  op  kon  wegen.  Daar  de 
▼oorsohrevene  partijen  nog  niet  zijn  afgedorscht,  zoo  kan 
de  afkomst,  die  ongetwijfeld  goed  zcil  zijn,  nog  niet  vér- 
meld  worden.  Voorts  verdient  nog  te  worden  opgemerkt, 
dat  in  Augustus  IL  één  bunder  Vlasland ,  na  viermalen  ge- 
ploegd en  vervolgens  gelijk  geslecht  te  zijn,  met  350Ned« 
pd.  Guano  is  bemest  en  met  Koohaad  bezaaid.  Het  we- 
der was  tijdens  deze  bewerking  door  de  menigvuldige  re- 
gen )  die  er  viel ,  zeer  ongunstig ,  zoodat  de  grond  in  plaats 
van  los  en  luchtig,  zooals  dezelve  voor  koolzaad  behoort 
te  zijn,  pannig  en  stug  werd.  Niettegenstaande  dezen  te- 
genspoed is  dit  stuk  koolzaad  vry  goed  geslaagd ,  en ,  staat 
het  al  iets  minder  dan  het  op  braakland  gezaaide ,  hetwelk 
dit  jaar  buitengewoon  geslaagd  is ,  het  overtreft  daarente- 
gen al  die  partijen,  welke  op  Vlasland  gezaaid  zijn,  of- 
schoon aan  dezelve  eene  goede  quantiteit  stalmest  Is  toe- 
gediend geworden.  Minder  gunstig  viel  eene  proefneming 
met  Gitano  op  een  gedeelte  van  een  stuk  Grasland  uit. 
de  bemesting  tegen  350  N.  pd.  per  bunder  geschiedde  op 
25  April  1845.  Reeds  den  volgenden  dag  viel  er  eene  goe- 
de hoeveelheid  regen ,  hetwelk  eene  gunstige  verwachting 
omtrent  de  werking  der  Guano  deed  opvatten ,  die  echter 
niet  is  verwezenlijkt.  Na  een  tijdsverloop  van  3  &  4  we- 
ken werd  op  het  gemeste  gedeelte,  het  gras  wel  eenigzins 
donkerder  groen;  maar  de  verdere  groei  van  het  gras  en 
ook  de  opbrengst  van  hooi  was  op  hetzelve  wel  iets  beter, 
doch  niet  zooveel,  dat  daardoor  de  kosten  der  bemesting 
werden  'goedgemaakt. 

Inde  Provincie  Gelderland  is,  volgens  het  rapport 
der  Commissie  in  dat  gewest,  voor  het  eerst.de  teelt  der 
Wittkingtonsohe  tarwe  ingevoerd  geworden,  en  is  zeer 
goed  geslaagd.  Een  stuk  gronds  met  Tojnnamhoers  be- 
plant, heeft  bij  uitnemendheid  voldaan,  de  knollen  waren 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCT-  en  PROEFNEM.         117 

gibot  en  talrijk,  ilj  zijn,  ongeacht  den  strengen  winter  in 
den  grond  gebleven  en  hebben  een  goed  voedsel  opgeleverd. 

Deze  Commissie  geeft  mede  berigt,  dat  de  bemesting  met 
Guano  of  Ichaboemest  meer  en  meer  aldaar  in  gebntik 
komt.  De  Rogge  zoowel  als  de  Boekweit  daarin  verbouwd, 
heeft  -bQzender  gmistige  resultaten  opgeleverd ,  zoodat  het 
zaad  zoowel  in  hoeveelheid  als  deugdelijkheid  dat  der  ge* 
wone  dierlijke  mestspeciegewassen  verre  overtrof,  terwijl 
de  kosten  der  bemesting  eens  bunders  met  Guano,  in  den 
regel  slechts  niet  veel  meer  dan  de  helft  van  die  voerbe- 
mesting  met  gewonen  stalmest  bedraagt.  De  Commissie  oor- 
deelt het  van  groot  belang,  dat  deze  meststof  neer  algemeen 
en  gemakkelijker  te  verkrijgen  konde  worden  gesteld. 

Onze  Correspondent  in  het  District  Neder^Betuwe  ^  de 
Heer  F.  L.  \V.  Baron  van  Brakkl  ,  die  reeds  sedert  ja- 
ren op  een  gedeelte  van  zijn  bouwland  de  spadecultaur 
had  ingevoerd,  meldt  hiervan  de  beste  resultaten,  zooda^ 
by na  al  zijn  bouwland ,  wat  bezaaid  is ,  met  de  spade  thans 
is  bewerkt  en  op  rijen  gezaaid.  Verder  berigt  deze,  dat 
ook  bij  hem  de  Witthingtonsche  tarwe  met  goed  gevolg  is 
verbouwd,  en  dat  hij  een  half  mud  Canadlitarwe  te  vel4 
heeft  gebragt.  Alle  tarwe  en  rogge,  onder  welke  laatste 
zichéén  bunder  Russische  bevindt,  als  nu  voor  het  eerst  ge- 
zaaid ,  stond  t^dens  de  inzending  van  zijn  verslag  (22  Ja- 
nuari) 1846)  uitnemend  schoon.  Sedert  drie  jaren  worden 
op  z^ne  bonwhoeve,  de  knollen  tusschen  de  tarwe  en  de 
rogge  gezaaid ,  wanneer  dezelve  in  den  lialm  wil  schieten ; 
zoodra  bet  koren  geoogst  is ,  en  de  knollen  goed  zigtbaar 
zgn,  worden  deze  behakt  en  gedund.  Tusschen  de  rogge 
en  het  vlas  zQn  ook  met  den  besten  uitslag,  wortelen  ge- 
zaaid. 

iDaar  ik  vernomen  had,  dat  men  op  sommige  plaat- 
sen kool  voor  het  vee  inmaakte"  zegt  deze  berigtgever, 
heb  ik  biertoe  koolzaadplanten  gebruikt.  Het  vee  eet 
zulks  met  graagte  en  geeft  goede  melk  en  boter.    Dit  is. 


Digitized  by 


Google 


118        NIEUWE  PRODUCT,  en  PBOEFNEM. 

een  dabbel  Toordeel,  men  verkr^gt  voeder:  en  door  het 
koolzaad  te  dunnen,  is  het  minder  aan  uitvriexen  bloot* 
gesteld."  In  1^45  is  door  hem  circa  10000  Ned.  pd.  in- 
gemaakt, dit  jaar  zoude  hij  minstens  40000  Ned.  pd.  doen 
inmaken ;  dit  werk  is  niet  omslagtig  en  gaat  spoedig  voort* 
Tot  een  kinnetje  zaadplanten  of  kool  is  {-  Ned*  pd»  ruw 
zout  benoodigd.  De  zomerstalvoedering  wordt  door  dezen 
Correspondent  zeer  aangeprezen;  hij  zegt,  dat  dezelve  aan» 
houdend,  een  gunstig  resultaat  oplevert^ 

Van  den  Heer  Correspondent  Graaf  van  Btlandt  van 
Marienwaard  verwachten  wij  in  het  volgende  jaar,  de 
uitkomst  zijner  proeven,  genomen  met  de  bepoting  van 
onderscheidene  Aardappelsoorten,  als:  Amerikaansche, 
Napelsche,  Hamburgsche,  Fransche  en  andere. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Vriesland 
berigt  ons ,  dat  er  op  den  Noord-Oosthoek  van  die  Provin- 
cie, vele  mosselen  zijn  opgevischt  en  ter  bemesting  ge- 
bruikt geworden ,  hetwelk  goede  uitkomsten  beloofde ,  die 
in  een  volgend  verslag  zullen  worden  medegedeeld. 

Dezelfde  belofte  ontvingen  w(j  van  onzen  Correspondent  ^ 
de  Heer  Worp  tan  Petma  te  Leeuwarden  j  die  ook  daar- 
mede proefnemingen  heeft  ondernomen,  en  die  het  voor- 
nemen heeft  den  uitslag  te  onderzoeken,  van  de  aanwen- 
ding van  Zeewier  als  meststof,  zoowel  met  stalmest  ver- 
mengd ,  als  in  onvermengden  toestand.  Deze  berigten  zien 
wg  reikhalzend  te  gemoet. 

Ten  vervolge  van  de  berigten  omtrent  de  Chevalier^ 
garsty  in  vorige  verslagen  opgenomen,  wordt  ons  door 
onzen  Correspondent  in  Groningen ,  den  Heer  Reynders 
het  volgende  medegedeeld:  »Door  de  opvolgende  proefne* 
mingen ,  door  mij  genomen ,  moet  ik  aanmerken ,  dat  men 
als  vrij  zeker  kan  aannemen,  dat  de  Chevaliergarst  geen 
vruchtbaarder  akker  behoeft,  dan  onze  gewone  Zomer- 
garst ,  ja  eerder  dan  deze ,  eenen  minderen  voor  lief  neemt ; 
als   mede,    dat  de   Chevaliergarst    tien  dagen  later  rijp 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCT,  en  PROEFNEM.        119 

wordt ,  en  in  hoeveelheid  aan  graan  y  minder  dan  de  gewo- 
ne Zomergarat  geeft;  doch  wat  z(j  in  deeen  verliest,  wint 
sij  weder  in  dengdsaamheid  of  meerdere  zwaarte  van  het 
grman,  soodat  de  geldelijke  opbrengst  nagenoeg  gelijk 
kont. 

Eene  in  den  zomer  van  1845  vorgelQkende  proefneming 
van  onze  gewone  Zomergarst  met  Chevaliergarst  (tweei- 
reijige)  en  met  geswoUene  (bre(jige)  Zomergarst  op  eene 
oppervlakte  van  15  bunders  zandachtigen  zwavelgrond, 
welke  goed  bQ  kracht  was,  gaf  de  navolgende  resultaten 
per  bonder:  gewone  Zomer-garst  5S  mud,  wegende  op  de 
kleine  Ned.  Korenschaal —  welke  het  gewigt  p.  m.  5  pd.  lig- 
ter  aangeeft  dan  de  groote  schaal  —  55  Ned.  pd. 
Chevaliergarst  46  mud,  wegende  61  pd. 
GezwoUenegarst  55     »  >  61  pd. 

Na  kost  gewoonl^k  te  Groningen  de  gewone  Zomer- 
garst van  55  pd.  geen  /3|50  het  mud,  en  in  den  regel 
geefk  of  kort  de  kooper  15  et.  (thans  20  et.)  per  pd.  bij 
«eerder  of  minder  gewigt,  zoodat  na  dezen  gestelden  prijs, 
de  Terschillende  soorten  van  garst  eene  geldswaarde  ver- 
tegenwoordigen per  bunder,  als: 

Gew.  Zomer-garst  58  mud,  weg.  55  pd.  è/3,50— /203. 
Chevaliergarst       46    »       »      61  pd.  è /4,40 —ƒ202,40 
GezwoUenegarst    55    »       >      61  pd.  è /'4,40  — /242. 

RQzen  de  prijzen  boven  /3,50,  dan  kan  de  betere  quali- 
teit  of  het  meerder  gewigt  tegen  15  et  per  pd.,  de  meer- 
dere hoeveelheid  van  de  gewone  Zomergarst  niet  weder 
goedmaken ,  doch  dalen  de  pryzen  daar  beneden ,  dan  be- 
draagt de  geldswaarde  der  betere  qualiteit  meer;  zoodat by 
hooge  pri|sen,  het  voordeel  aan  de  zQde  van  de  gewone 
Zomergarst,  doch  hij  lage  prijzen  aan  de  zyde  van  de 
Cheralier  en  de  gezwollenegarst  zal  z^q.  Eindelyk,  wat 
aanbelangt  het  stroo,  geeft  de  gewone  Zomergarst  het 
meeste,  de  gezwollene  het  minste/  en  dat  van  de  Che- 
valiergarst  heeft  minder  waarde  als  beestenvoeder ,  en  Iaat 


Digitized  by 


Google 


j 


120        NIEUWE  PRODUCT,  en  PROEFNEM. 

het  graan  daarvan  zich  minder  gemakkelQk  aüdorséheo* 
De  tijd  van  rijpwording  is  van  de  gezwollene  de  eente  en 
van  de  Chevaliergarst  de  laatste." 

De  Commissie  van  Landbouw  in  de  Provincie  Gronin* 
gen  berigt  ons,  dat  er  wel  onderscheidene  proeven  met 
nieuwe  prodacten  in  die  Provincie  genomen  zijn  9  doch 
nog  niet  zoo  uitgebreid ,  dat  hiervan  melding  kan  gemaakt 
worden.  Alleen  kan  deze  Commissie  vermelden ,  dat  th 
ronde  0/ KaapscAe  duivenboonen  —  eene  standvastige  ver^ 
scheidenheid  van  de  daivenboonen ,  deels  met  rood,  deels 
met  geelachtig  zaad  —  reeds  gedurende  eenige  jaten  in  ,d« 
landhuishoudelljke  tuin  te  Groningen  gekweekt,  en  aaa 
onderscheidene  personen  medegedeeld,  dit  jaar  vooral,  veel 
opgang  gemaakt  hebben,  daar  dit  gewas  veel  opbrengt  en 
wegens  de  fijne  zaadhuid  tot  menschenvoedsel  beter  geschikt 
is,  dan  de  paardenboonen ,  die  anders  in  de  tegenwoordi- 
ge tijdsomstandigheid  al  vrij  veel  door  den  mensch  gebruikt 
worden  en  een  allezins  krachtig  en  gezond  voedsel  ople- 
veren. 

Onze  Correspondent  te  Noordkom ,  de  Heer  J.  C.  Bili> 
EOTH  deelt  ons  mede ,  dat  men  onder  zijn  Correspondent* 
schap  veelvuldig  gebruik  maakt  van  de  handeling  van  den 
Heer  Brutn,  om  de  slakken  van  de  landerijen  te  vangen, 
door  middel  van  koolbladeren ,  en  wel  met  het  beste  gevolg. 

De  gewone  mosselen  worden ,  volgens  berigt  van  dezen , 
op  de  zachtste  Waardsiergronden ,  meer  en  meer  als  mest* 
specie  gebruikt ,  met  het  beste  gevolg.  Men  neemt  daartoe 
gewoonlijk  200  mudden  mosselen  op  een  bunder  lands;  de 
mud  kost  aldaar  12  k  13  cents,  derhalve  /24  k  /26  per 
bunder,  terwijl  de  gewone  mest  op  ƒ40  kf45  per  bunder 
te  staan  komt.  Een  stuk  gebraakt  land,  datgedeeltelyk 
met  gewonen  mest ,  gedeeltelijk  met  mosselen  was  bemest  ge- 
weest, bragt  eenen  zeer  goeden  oogst  zomerkóolzaad  op, 
echter  met  dat  verschil ,  dat  het  met  mosselen  bemest  ge* 
deelte  4  mudden  per  bunder  meerder  heeft  opgebragt ,  dan 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCT,  m  PRÖEFNEM.         121 

hel  gedeelte,    hetwelk  op   de  gewone  wijze  was    bemest 
geweeste 

Ten  slotte  laten  wij  hier  het  rapport  volgen  Tan  de  permaï 
nente  Commissie  der  Maatschappij  van  Weldadigheid,  om* 
trent  de  in  liare  koloniën  genomen  vergel^kende  proeven 
met  de-  Gnano,  tot  bemesting  der  gronden,  zoo  dooï*  het 
beaaaijen  van  versehillende  akkers  met  rogge,  als  bepotec» 
met  aardappelen ,  en  waarbij-  vooral  op  het  oog  is  gehou- 
den, de  vergelijking  der  kostbaarheid  van  die  specie  meC 
die  van  andere  mestsoorten,  ingeval  die  ook  moeten  wür-> 
den  aangekocht.  

Op  onderscheidene  plaatsen  werden  op  twee  stakken 
gronds,  naast  elkander  gelegen,  van. gelijke  grootte  en 
soort,  beide  te  voren  met  aardi^pelen  beteeld  geweest  en 
te  samen  6  RijnL  morgens  of  5,16  N.  B.  uitmakende,  deze 
proeven  genomen,  en  daarvan  de  eene  helft  met  Guano,' 
de  andere  met  eene  gewone  bemesting  van  koemest,  beide 
ter  vraarde  van  ƒ  50  op  het  morgen  of /56  op  het  bunder 
bemest  en  met  rogge  bezaaid»  Bij  de  wamrde  der  koe^ 
nest  is  niet  gerekend  op  de  meerdere  kosten  van  trans-^ 
port. boven  dié  der  Gvano,  dat  intusscfaen  veel  opmerking 
verdiend. 

De  opkomst^  groei  en  opbrengst  leverden  in  het  alge* 
mees  en  op  onderscheidene  stukken,  ook  in  verband  tot 
de  algemeeae  rogge-o^st  in  de  koloniën  beschouwd ,  wei** 
aig  of  geen  verschil,  als  zijnde  verkregen: 

op  Guano  1392, 
gewone  meststof  proef  1533  i 

en  van  het  gdieel,  zooals  reeds  is  gezegd,  1440  muddei» 
van  het  bunder,  kunnende  de  mindere  opbrengst  op  Goanv 
omtrent  gelijk  worden  gesteld  met  de  kosten,  welke  he^ 
vervoer  der  gewone  mest  dat  der  Guano  te  boven  gaat» 

Dan  behalve  de  genoemde ,  sQn  ook  zulke  vergelijkende 
proeven  genomen  met  het  verbouwen  van  aardappelen  op 
Guano  en  gewonen  mest,  doch  deze  beide  op  nieuw  aan» 


Digitized  by 


Google 


123        NIEUWE  PBODUCT.  kn  PBOEFNEM. 

gemaakte  doch  ongeiyiuoortige  gTonden ,  namelijk  op  Ugi 
veenacbtige  en  meer  zware  of  leemachtige  gronden ;  ea  he| 
ia  opmerkelijk»  hoezeer  hier  de  uitkomsten  van  elkander 
verschillen. 

Beide  soorten  van  gronden  waren  bemest,  de  eeiie  helft 
met  eene  gewone  bemesting  voor  nieuwe  gronden ,  dat  is 
eene  waarde  van  / 150  op  het  bunder»  de  andere  helft  met 
Guano  tot  een  gelijk  bedrag»  De  uitkomsten  in  de  ver^ 
sehillende  koloniën  was: 
Gewone  mest  op  leemaohtige  gronden  136  mud. 

Guano  op  idem 16     » 

Gewone  mest  op  veenacbtige  gronden  121      > 

Guano  op  idem .119     » 

Op  al  de  koL  meest  brembemesting  109  mud  per  bunder« 

Intusschen  maakt  de  algemeene  oorzaak  van  het  ais* 
lukken  der  aardappelen  hier  elke  vergelQking  bijna  onmo*^ 
gelijk  of  ten  minste  onjuist»  doch  wanneer  men  die  alge- 
meene oorzaak  en  het  mislukken  der  aardappelen  buiten 
de  beschouwing  laat,  of  liever  aanneemt,  zooals  werke* 
liyk  het  geval  is  geweest,  dat  die  op  alle  gel^kdijk  heeft 
gewerkt,  dan  zou  men,  door  opgemdde  uitkomsten,  tot 
het  besluit  komen,  dat  de  Guano  meer  geschikt  is  voor 
veenacbtige  of  met  onvergane  plaatstofien  voorziene  gron* 
den,  dan  voor  zand-  of  leemachtige,  dat  is,  dat  big  mn&tm 
een  opwekkend  dan  een  voedend  vermogen  bezit  en  alzoo 
het  doelmatigst  is  aan  te  wenden  op  natuurlijke  graslan- 
den; staande  de  prijs  omtrent  gelijk  met  die  van  andere 
meststoffen.  Ten  slotte  moet  ik  hier  nog  bijvoegen,  dat 
een  gedeelte  der  Guano  droog  en  een  ander  gedeelte  met 
water  vermengd,  als  gier  op  het  land  is  gebragt,  doch  dat 
de  uitkomst  der  verschillende  stukken  geenen  algemeenen 
regel  heeft  gegeven,  waarom  de  eene  handelwijze. bav«D 
de  andere  zoude  te  verkiezen  zijn. 


Digitized  by 


Google 


TOESTAND  tan  WEGEN  en  VAABTEN.       123 

41.  TOESTAND  tan  WEGEN  ên  VAARTEN.  De 
ProTinciale  Commissie  Tan  landbovw  in  Limburg  Ter- 
neldt  de  landwegen,  als  in  zeer  goedrai  staat,  terwijl  de 
dorp-  en  veldwegen ,  vooral  in  natte  jaren,  integendeel 
Iqna  onbruikbaar  sifn. 

Ook  de  Commissie  in  Noord-Braband  berigt,  dat  de 
gioote  Rijks-  en  de  Provinciale  klinkerwegen,  wat  liet  on- 
derhoud betreft,  weinig  te  weosoben  overlaten.  De  natte- 
weèrsgesteldheid  had,  naar  luid  van  die  Commissie,  greo- 
ten  invloed  op  de  binnenwegen,  vooral  in  de  kleistreken. 

In  den  loop  van  1845  is  et  veel  tot  verbeteriqg  der 
eommunicatiën  gedaan,  en  er  bestaan  nog  vele  plannen, 
welker  nuttigheid  en  noodzakelijkheid  algemeen  erkend 
worden;  doch  meerendeels  ontbreekt  het  aan  de  middelen 
tot  uitvoering.  Dé  werken  van  de  Zuid- Willemsvaart  wor- 
den goed  onderhouden;  een  zijtak  op  Eindhoven^  door  de 
rq;ering  dezer  stad  voor  eigene  rekening  ondernomen,  is 
aanbesteed;  het  geheel  zal  met  1  Augustus  1846  vol- 
tooid zijn. 

Met  de  in  ons  laatste  verslag  medegedeelde  op  handen 
zgnde  verbeteringen  der  wegen,  in  het  4*  en  6«  district 
der  Provincie  Zeeland,  is  eenen  aanvang  genomen,  en  zal 
alzoo  aan  de  merat  dringende  behoefte  voor  deo  landbonw 
in  het  vervolg  te  gemoet  gekomen  zijn.  Wat  betreft  het 
ia  1844  reeds  aanhangig  zijnde  voorstel,  om  het  3<)  district 
van  dit  gewest  door  liet  aanleggen  van  eene  landingsplaats 
en  de  verbetering  der  communicatie,  in  een  dadel^k  ver-* 
band  te  brengen  met  de  tnsschen  Rotterdam  enJUteUel" 
Imrg  varende  stomnbooten,  zulks  heeft  in  de  laatste^  ver« 
gadering  der  Provinciale  Staten  eene  wijziging  ondergaan» 
en  heeft  men  gemeend  de  voorkeur  te  moeten  geven,  aan 
het  denkbeeld  eener  verbeterde  communicatie  tusschen  Go^ 
en  het  Wolftiardijksche  veer,  met  het  aanleggen  van  eenfui 
veerdam  en  steiger  ter  laatstgenoemde  plaatse,  als  eene 
omvattende  bevordering  der  algemeene  belangen  en 


Digitized  by 


Google 


124      TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN. 

▼mi  landbouw,  veeteelt  en  handel  aanbiedende,-  en  de  meest 
doelmatige  gemeenschap  tusseh^  de  eilanden  Noords  en 
Zuid-Bevelcmd  daarstellende.  Buitendien ,  segt  verder  deze 
Commissie,  heeft  zich  voor  Zeeland  het  vooruitsigt  ge- 
opend van  nieuwe,  nooit  gekende  weg;en  van  verkeer,  die 
in  verbinding  met  eenen  spoorweg,  dit  gewest  niet  alleen 
met  Noord-Braband  en  Limburg  verbinden,  maar  te- 
vens met  IXuüsctland  vereenigen  zullen,  en  'in  verband 
met  eene  nieuwe  haven,  van  af  de  hoofdstad  van  dit  ge-* 
west,  tot  aan.  de  monden  der  Schelde,*  een  gunstig  ver*- 
schiet  opleveren  voor  eene' alsdan  op  nieuw  te  ontluikene 
welvaart. 

De  Commissie  in  Znid-Holland  omtrent  den  goedei^ 
staat  der  wegen  in  Rijnland^  Del/land  en  het  WestUaui 
berigtende ,  geeft  tevens  te  kennen ,  dat  in  den  AlUasser^ 
waard  j  Lande  van  Ar  kei  j  van  Fianen  en  Leerdam  ^  er 
nog:  vele  verbeteringen  aan  de  wegen  zijn  toe  te  brengen. 
In  de  Beijerlanden  en  Lande  van  Strijen  aija  de  wegen 
veel  verbeterd «  en  men  vleit  zich  aldaar,  dat  degeprojec* 
teerde  verbetering  der  wegen  in  den  Lande  van  Voome  en 
Puiten y  kanton  Bz-tc/Ze,  slagen  zai.  De  in  1843  op  (roe- 
dereede^  en  Overflakkee  aangelegde  schelpwegen ,  voldoen 
niet  alleen  aan  de  daarvan  voorgestelde  verwachting,  maar 
overtreffen  deze  in  vele  opzigten;  het  is  wenschel^k,  zegt 
deze  Commissie,  dat  aan  de  besturen  der  belanghebbende 
gone^nten,  spoedig  worde  toegestaan,  om  in  de  kosten 
van  het  onderhoud,  uit  hare  eigene  middelen  te  mogen 
voorzien.  Het  is  te  betreuren  dat  tot  hiertoe  de  daaromtrent 
aan  de  hooge  regering  gedane  voordragten,  nóg  niet  zijn 
geautboriseerd,  of  wel,  dat  daarop  geen  bepaald  besluit  is 
genomen,  dewijl  bij  langer  verwijl  ten  deze,  deze  kost- 
bare  en  zoo  nuttige  wegen  aan  derzelver  lot  zuUén  moe- 
ten worden  overgelaten,  en  dus  tot  den  voormaligen  on- 
bruikbaren  staat,  zoo  niet  tot  erger  toestand  zullen  moe- 
ten vervallen,  hetwelk  te  bejammeren  zoude  zije,  dewijl 


Digitized  by 


Google 


TOESTAND  tan  WEGEN  en  VAARTEN.      125 

ket  groote  nat ,  hetwelk  daarin  Boowel  voor  den  landbMw 
ala  voor  het  Terkeer  is  gelegen »  sich  hoe  langer  hoe  meer 
doet  gevoelen.  In  Foome  en  Puiten  zQn  de  wegen  in 
den  winter  geheel  onbruikbaar  en  fagna  selfs  met  geen' Ie* 
digen  wagen  te  berijden.  En  dag  vleit  men  sich,  dat  de 
geprojecteerde  verbeteringen  tot  stand  zullen  komen. 

In  de  Provincie  Noord-Holland  is  men  besig  met 
eenen nieuwen  schelpweg  van  AlkmaaruBBs  Sgmond^op  den 
Móeff^  in  verband  met  een,  van  daar  tot  aan  de  gemeente 
Egmond  aan  Zee  te  leggen  straatweg,  waartoe  aanvrage 
is  gedaan  en  verkregen.  Ook  bestaat  het  voóruitaigt,  dat 
spoedig  de  aanbesteding  en  beschelping  van  den  weg,  tos^ 
sehen  de  stad  Alkmaar  tot  aan  de  gemeente  Ursèm  tal 
plaats  hebben,  wanneer  de  weg  tot  aan  de  stad  JSToomvol^ 
wuskt  goed  sal  i|}a.  Volgens  de  ingekomen  rapporten  »jn 
overigens  de  wegen  in  goeden  staat,  ook  bi)  droog  weder 
de  kleiwegen,  welke  echter  bQ  aanhoudend  nat  weder  bQ* 
na  onbraikbaar  zijn* 

Onse  Correspondent  de  Heer  Pont  segt,  dat  de  toestand 
der  wegen  en  vaarten  in  het  ambacht  van  de  vier  noorder 
Ceggen  gelegen «  het  onderwerp  is  van  de  ernstige  dellbe* 
nttiCh  van  het  Dtjksbestuar,  en  hoopt  in  het  volgende 
jaar,  daaromtrent  helangr^ke  mededéelingen  te  sullen  kun^ 
aen  doen. 

Het  Departement  fFormerveèrmtlèt:  »De  toestand  onset 
'wegen  laat  nog  veel  te  wenschen  over.  De  meest  ndUg- 
liggepde  steden,  nitgesonderd -Zaandam,  sijn  voor  ons  des 
winters  bijua  ontoegankelijk;  de  wegen  in  de  nabarige  ge- 
meenten Xronimente,  Warmer'  en  We8t%(mn  sljn,  onge- 
lukkig genoeg,  somer  en  winter  voor  rijtuigen  onbruik-» 
baar;  het  sijn  slechts  voetpaden.  Dit  Departement  geeft 
medezgn  verlangen  te  kennen,  om  eene  regtstreeksehe  ge- 
meenschap te  water  te  hebben  met  "bet  Noord-^HoDandsebe 
kanaal  voor  schepen  van  eenigen  diepgang,  ten  einde  de 
uit  see  komende  schepen  mét'  naar  hier  bestemde  ladingen 


Digitized  by 


Google 


126      TOESTAND  tan  WEGEN  en  VAARTEN. 

niet  te  Alkmaar^  te  Purmerend  of  te  Amsterdam  moeten 
lossen,  maar  tot  aan  dese  gemeente  zouden  kunnen  opTaren." 

Onze  Correspondent  de  Heer  Perk  berigt ,  dat  de  door- 
graving  van  de  vaart  tot  de  kom  der  gemeente  Hilversum 
naarwensch  vordert;  ruim  13  ellen  is  de  hoogte,  die  thans 
vergraven  wordt,  de  geheele  lengte  van  de  onderneming 
bedraagt  900  ellen ,  waarvan  reeds  op  eene  betrekkdgk  zeer 
onkostbare  w^ze  400  ellen  zijn  afgewerkt. 

De  Commissie  van  Landbouw  in  Gelderland  berigt, 
dat  aldaar  de  meeste  wegen  in  goeden  staat  zijn.  De  grind- 
weg van  Hat  tem  naar  het  Loo  is  voltooid,  alsmede  die 
van  Zutphen  op  Hmmerik  en  er  wordt  een  klinkerw^  aan- 
gelegd van  Z^oe^^or^A  tot  aan  de  Pruisische  *grenzen,  te^ 
wijl  men  in  onderhandeling  is  over  eenen  grindweg  van  den 
Zuidenseeschen  straatweg  naar  Veenendaal.  Een  zandweg 
van  Ttel  op  Z.  Bommel  wordt  aldaar  sterk  verlangd ,  en 
■onde  allernoodzakelijkst  z^n.  De  Heer  Dr.  W.  C.  H.  Sta- 
ring, ons  Lid  Correspondent,  deelt  mede,  dat  er  eene  al* 
gemeene  opneming  der  hoogstgebrekkige  wateriozingen  en 
bevaarbare  riviertjes  van  het  Arrondissement  Zutphen^  op 
last  der  Staten  van  Gelderland  heeft  plaats  gehad.  Dh 
■00  belangrijke  werk  is  met  de  meeste  zorg ,  oplettendheid 
en  kunde  bewerkstelligd  geworden ,  en  zal  weldra  zijn  ten 
einde  gebragt  door  den  l^Luit.  der  Artillerie  W.  C.  A.Sri- 
niNOs  Hy  zegt  daaromtrent:  »  Thans  zal  het  alzoo  te  be- 
zien staan,  of  men  de  gelden  vinden  kan  tot  het  ten  uitvoer 
brengen  van  de  verbeteringen ,  waarnaar  het  Graafschap  Zui" 
pken  sedert  eeuwen  reikhalzend  uitziet. 

Terwiyl  de  Commissie  van  Landbouw  in  Overijssel 
deti  goeden  staat  der  wegen  te  kennen  geeft,  waaraan  nog 
jaarlijks  verbeteringen  worden  aangebragt,  beklaagt  zQ  zich 
over  den  onvoldoenden  en  verwaarloosden  toestand  der  vaar- 
ten in  dat  gewest,  hetwelk  zQ  vermeent  te  moeten  toe- 
sehrJQven  aan  de  aldaair  nog  bestaande  hand-  en  spandiens- 
ten, welke  doorgaans  gebrekkig  werk  leveren* 


Digitized  by 


Google 


TOEST.  VAN  WEG.  kn  VAART.  —  AANMERK.  127 

De  Commissie  in  Vriesland  berigt  misde,  dat  de  we- 
gen aldaar  van  t^d  tot  t^d  verbeterd  worden,  en  dat  de  lang 
gewenschte  weg  Tan  Leeuwitrden  naar  Dókkum  langs  de 
klei  nn  bepnind  en  Terbelerd  xal  worden.  Omtrent  den  wa* 
torstaat  daarentegen  Terklaart  s^  sich  niet  aoo  gunstig  en 
nit  den  wensefa »  dat  men  eindel|jk  afdoende  of  meer  ge- 
schikte afvoeringsmiddden  naar  xee  moge  in  het  werk  stel* 
koy  tén  einde  dit  ongerief  te  yerhetpen. 

Volgens  het  Verslag  der  Commissie  Tan  Landbouw  in 
Gronia  gen  gaat  men  aldaar  Toort  met  de  verbetering  der 
wegen  en  Taarten ,  en  sijn  reeds  onderscheidene  wegen  on- 
krnomen  of  naar  wensch  Toltooid  geworden ,  waarvan  in 
ons  laatste  Verslag  was  melding  gemaakt.' 

De  ProTinciale  Commissie  Tan  Landboaw  in  Drenthe 
vermeldt ,  dat  er  nn  door  tnsscheokomst  Tan  het  Hooge  Be- 
staar  sal  worden  voldaan  aan  hare  soo  dikwijls  geaite  wen- 
schend  dat  er  meerdere  kanalen  in  die  Provincie  mogten 
worden  daargesteld.  Die  aangelegenheid  acht  dexe  Commis- 
sie van  het  meeste  belang ,  en  zQ  voelt  lich  gedrongen ,  bQ 
die  gelegenheid  hare  holde  over  die  zoo  lang  gewenschte 
mtkomst  toe  te  brengen  aan  Hen,  die  daartoe  het  hnnne 
liebben  bijgedragen.  Ook  het  aanleggen  van  een'  Spoorweg 
acht  dese  Commissie  van  groot  belang  voor  de  Provincie. 

43.  AANMERKINGEN.  De  Provinciale  Commissie  van 
Noord-Holland  meldt  omtrent  de  Eilanden,  dat  aan  de 
ZUdknst  van  Wieringenin  1846  tydig  een  begin  zal  ge- 
naakt worden  met  de  indi}king  Tan  omtrent  480  bandera 
best  Ueiland.  Vlieland  Terliest  op  den  dnnr  Tan  zQn  beste 
weiland  aan  de  Zaldzifde  en  Terlangt  daartegen  Toorzienf ng 
▼an  een  ooTerwerk.  Terschelling  heeft  een  zeer  slecht 
jaar  gehad,  zoo  door  sterfte  van  Schapen  en  Varkens  als 
^r  de  schade ,  aan  graan  en  aardappelen  geleden.  De  wer- 
ken aan  den  Anna  Paulowna  polder  zQn  gelukkig  voort- 
gezet en  hebben  van  geene  inbraak  geleden. 


Digitized  by 


Google 


129  AANHERKINOEN.  . 

De  Pfotiooiale  Commiaiie  van  Utrecht  geeft  Ie  Tol- 
geode  mededeelingen : 

.  9  Ten  aaDziea  van  's  Rijks  Kabinet  van  Landbonwweck* 
tnigeo  kannen  wij  melden »  dat  ingeTelge  de  daarvan  ver- 
kregene  opgave  van  den  Heer  Directenr  deser  Vertameluig, 
het  getal  besigtigers  is  geweest  360  Nederlanders*  ea  SS 
vreemdelingen,  te  zaroen  418. -  Dit  is  wel  minder  dan  io 
1844,  maar  tot  Augastus  was  het  getal  nog  grootér  .dan 
u»  eea  iet  belangrQkste  jaren  te  voren* 

Er  zijn  door  Nederlanders  nagemaakt  132  en  afgetee- 
keod  73  stuks  werktuigen,  terwijl  de  vreemdelingen  heb* 
ben  doen  namaken  14  en  afgeteekead  135  werktuigen.  Heit 
namaken  van  werktuigen  gaat  dos ,  vergeleken  met  vorige 
jaren,  vooruit." 

ȣr  2ijn  dit  jaar,  8  kweekelingen  van  'sRyks  Vee^ 
artsen^chool ,  die  hunnen  leertgd  hadden  velbragt,  totVee^ 
artsen  bevorderd,  als: 

/wee  voor  de  Provincie  Zuid^HoUoMd^ 
een        »      »  »  Groningen. 


drU 

» 

3 

9 

Gelderland. 

ten 

» 

» 

> 

Vriesland. 

een 

» 

» 

9 

Noard^Holland  (1)." 

'  Voorts  geeft  deitelfde  Commissie  een  Over%igi  van  de 
uitkomsten  van  den  Ijandbonw,  dus  luidende: 
Het  over%tgl  der  uitkomsten  van  den  Landbouw  leidt 


(1]  AaDgemam  zoude  bet  den  Veehouden  in  het  Weadatii  ajn,  ia*>  . 
dïen  er  ook  Ie  Naaldwijk  een  Rijks- VeearU  wierd  geplaaltt  Noeh  Ie  ' 
Naaldwijk^  Monster^  *s  Gravesande^  Wateringen  of  Uer  rindt  men 
een  deskundige,  daar  men  inderdaad  dagelijks  behoeften  heeft,  en  door 
den  te  grootcn  afstand  ran  '« Hage  of  Maasland^  men  Teelal  te  laat ,  of 
In  het  geheel  geene  geschikte  middelen  aanwendt ;  doordien  men  nog  lx>- 
'téndien  na  eene  reis  Tan  twee  i  drie  m«n  een  ran  beide  de  Heeren  af- 
wezig Yindt. 


Digitized  by 


Google 


AANMERKINGEN*  129 

tot  Tenehiilende  beschonwingen ,  daar  dezelve  deels  als 
rai^poedig^  deels  als  niet  onvoordeelig  kannen  worden 
beschonwd.  Wij  neenen  anlks  in  eenige  bijzonderheden  te 
mogen  aanwijzen.  Toen  men  na  eenen  zwaren  Ijsgang  in 
de  rivier  de  Lsk ,  ten  gevolge  van  den  strengen  en  lang- 
jarigen winter,  zich  meende  te  mogen  vleijen  van  verder 
gevaar  bevrijd  te  zullen  bleven ,  zag  men  dezelve  in  het 
laatst  van  Maart  en  het  begin  van  April  met  groote  bekom- 
neriog  tot  eene  geheel  ongewone  hoogte  stijgen,  hetwelk 
eM  overloop  van  den  dijk  deed  vreezen.  Groot  was  het 
gevaar  vomr  het  Distriet  langs  den  Lekdijk  gelegen,  bo- 
reaal te  JiutrsveUf  en  big  het  fort  te  HondswyA;  op  de 
eerste  plaats  door  het  springen  van  een  daiker,  in  den  dijk 
geplaatst.  Gelnkkig  werd  het  gevaar  door  inspanning  van 
alle  mogelijke  kraehten  en  bet  aanwenden  van  doelmatige 
middelen,  door  het  Achtbaar  Dljkbestnar,  afgeweerd,  en 
de  aebade  voorgekomen,  welke  voor  den  gewestelij  ken 
Landbouw,  bg  eene  voortgaande  doQrbraak,  onbereken- 
baar ^oade  geweest  zijn.  Oostenwind  en  stil  weder  be- 
gaostigden  den  afloop  des  waters ;  en  mag  men  aannemen , 
dat  bi|  opstoppende  winden  alle  menschelijke  krachtin- 
spanniog  verijdeld  zou  zijn  geworden.  Bij  den  terugblik 
op  dezen  toestand  mag  men  zich  met  een  dankbaar  gevoel 
over  deze  gelukkige  uitkomst  verblijden. 

Over  twee  hoofdrampen  heeft  men  zich  te  beklagen, 
agnde  namelQk  de  mislukte  teelt  der  aardappelen,  en  de 
voortdurende  schade,  door  de  rupsen  toegebragt  aan  som- 
mige dennenbosschen.  De  eerste  ramp,  waarin  dit  ge- 
west, niet  minder  dan  andere  Provinciën  heeft  gedeeld, 
is  van  te  meer  gewigt,  daar  het  steeds  onzeker  blijft,  in 
boe  ver  de  ziekte  der  aardappelen  zich  in  het  volgende 
jaar  of  langer  zal  herhalen.  Vooral  heeft  deze  ramp  zoo* 
dmiige  kleine  bouwlieden  getroffen ,  die  uit  de  aardappelen 
niet  alleen  voor  bun  eigen  gezin  den  voornamen  winter- 
vootraad  moeten  verkregen,   maar  ook  de  pachtpenningen 

9 


Digitized  by 


Google 


130  AANMERKINGEN. 

der  aan  hen,  voor  die  teelt  verhuurde  gronden ,  yename- 
len.  Door  de  mislakking  vinden  zich  zoowel  deze  plan- 
ters, als  meestal  ook  de  verhuurders ,  geheel  te  leor  gesteld. 
Deze  omstandigheid  kan  tot  een  vernieuwd  bewijs  verstrek- 
ken 9  welke  ongelegenheden  uit  de  mislnkking  van  een  . 
enkel  hoofdproduct  van  den  Landbouw  kunnen  voortvloei- 
jen;  zoo  zelfs  dat  zulka  tot  gewigtige  staatshuishoudkan* 
dige  en  staatkundige  beraoeijingen  aanleiding  kan  geven. 
Moge  men  uit  dergelgke  voorbeelden  meer  en  meer  in  de 
overtuiging  deelen,  van  hoeveel  belang  het  is,  dat  de 
Landbouw,  als  de  noodzakelqkste  en  allereerste  bron  van 
leven,  volksbestaan,  maatschappeli|ke  rust  en  welvaart, 
in  alle  hare  deelen,  zegen  en  voorspoed  ondervindt:  iets, 
hetwelk  meermalen  te  veel  uit  het  oog  wordt  verloren. 
Ofschoon  de  verwoesting  van  meerdere  dennenbosscbea 
door  onderscheidene  Rup6soorten  niet  heeft  opgehouden, 
zoo  is  het  echter*  verblijdend,  dat  dezelve  eer  is  af  dan 
toegenomen,  zoodat  er  hoop  bestaat,  dat  zij  volgens  den 
gewonen  loop ,  welke  deze  plaag  ook  in  andere  landen , 
pleeg  te  houden ,  meer  en  meer  zal  vemkinderen ,  en  ein- 
delgk  ophouden.  Ook  de  Longziekte  schijnt  in  kracht  en 
uitgebreidheid  af  te  nemen. 

Indien  wij  de  vooroaawste  voortbrengseko  van  den  Land- 
bouw in  aanmerking  nemen-,  zoo  mogen  wij  denzelven  niet 
ongunstig  noenoien^  Indien  men .  toch  het  Koolaacui  uitzon- 
dert .  dan  zijn  zoowel  de  Winter'-  als  Zomef^ewassen 
over  het  geheel  welgelnkt,  en  heèben  dezelve  een  vrij  vol- 
doende opbrengst  gegeven.  Wel  laat  de  selMut  van  som*- 
mige  granen  te  wenscheo  over,  dan  de  qualiteiten  van  de 
meeste  waren  goed ,  en  vindi  de  Landman  wegews  de  hoogs 
prijzen  meestal  eene  meer  dan  voldoende  vwgoéding  voor 
de  mindere  hoeveelheden. 

De  zachte  en  opeae  weersgesteldheid  tot  het  einde  des 
jaars  heeft  veroorloofd ,  dat  het  landwerk  schier  onafge- 
broken heeft  kunnen  worden  voortgezet,  -waardoor  aan  vele 


Digitized  by 


Google 


AANMERKINGEN.  131 

hftoden ,  ter  leniging  der  armoede ,  niet  alleen ,  arbeid  heeft 
konnen  worden  verschaft,  maar  ook  vele  \verkzaamheden 
IQ  voorbaat  tegen  het  aanstaande  voorjaar  hebben  kannen 
worden  verrigt  Vergelijkt  men  dan  de  voor-  ^en  tegenspoeden 
met  elkander,  dan  Bal  het  éindbesluit, daarop  nederkomén, 
dat,  ongeacht  den  meermaleh  vermelden  rampspoed  der 
Aardappelen,  en  het  daardoor  ontstaande  gebrek  aan  dit 
voedsel  voor  den  gemeenen  man ,  het  verloopen  jaar  voor 
den  Landbouwer  niet  tot  dé  onvoordeelige  zal  mogen  gere- 
kend worden\  en  dat  hetselve  niet  Jcan  gelijk  gesteld  wor- 
den met  andere  soortgelijke ,  bij  voorbeeld  met  het  jaar 
1816,  hetwelk,  ofschoon  vit  geheel  andere  oorzaken  dan 
thans  voortgevloeid ,  met  regt  onder  de  rampspoedigste  ja- 
ren dezer  eeuw  voor  het  landbedrijf  gerangschikt  wordt: 
waardoor  dan  ook  toen  de  prijzen  der  meeste  producten  hoo- 
ger  dan  thans  waren  gestegen.  De  nieuw  uitgezaaide  win- 
tergewassen hebben  tot  das  ver  mets  geleden,  dan  hier  en 
daar  door.  de  slakken,  en  geven  aanvankelijk  gunstige  voor-» 
nitzigten.  Er  bestaan  dus  redenen,  om,  ongeacht  de  ver- 
melde bezwaren ,  bemoedigden  in  vertrouwend  opzien  naar 
boven,  de  toekomst  te  gemoet  te  gaan,  en  met  onverflaauw- 
den  yver  het  bedrijf  voort  te  zetten.  . 

De  Provinciale  Commissie  van  Overrfssel  eindigt  haar 
verslag  met  deze  aanteekening: 

»In  de  grensdistricten  klagen  de  Landlieden  zeer  over 
de  lasten ,  welke  zij  ingevolge  het  onvrije  territoir  te  dra- 
gen hebben;  daar  zij  in  hunne  bedrijven  ongeloofelijk  ge- 
plaagd worden  door  de  menigte  formaliteiten  en  voorschrif- 
ten«  waaraan  zij  bQ  het  brengen  hnnner  granen  naar  de 
markt  en  naar  den  molen ,  of  bij  het  halen  van  hun  brood 
bg  den  bakker  onderworpen  2ijn.  Het  was  te  wenscben, 
dat  de  belasting  op  het  gemaal  en  geslagt  aldaar  bij  ad- 
modiatie  werd  geheven ,  opdat  's  Lands  lasten  door  alle  in- 
gezetenen evenredig  gedreven  wierden." 

Eindelijk  zijn  ons  medegedeeld  Verslagen  van  het  Land- 


Digitized  by 


Google 


132  AANMERKINGEIV. 

huishoudelyk  Onderwijs  Tan  den  Heer  E.  C,  Enklaak  , 
te  Heideoord  bij  Zeist ,  en  van  de  Landkuishotulkundige 
School  te  Groningen^  opgemaakt  door  den  Hoogleeraar 
H.  C.  VAN  Hall,  op  welke  beide  inrigtingen  wij  het  van 
belang  achten ,  ook  te  deser  plaatse ,  de  aandacht  te  ves- 
tigen. In  de  inrigting  van  den  Heer  Enklaar,  vroeger  te 
Zalk  opgerigt  en  thans  naar  Zeyst  overgebragt,  wordt 
onderwijs  gegeven,  in  de  theorie  en  practijk  van  Land- 
bouw ,  Veeteelt  en  hetgeen  verder  tot  de  Landhnishouding 
kan  betrokken  worden;  terwijl  door  eenen  Doctor  in  de 
Wiskunde  en  Natuurlijke  Wijsbegeerte  het  onderwijs  ge- 
geven wordt  in  de  Wis-,  Natuur-,  Plant-  en  Scheikunde; 
door  eenen  bekwamen  Veearts  worden  de  beginselen  der 
Veeartsenijkunde  onderwezen ,  ten  einde  den  toekomstigen 
Landhuishoudkundige  in  staat  te  stellen,  om  bij  ontsten- 
tenis van  eenen  bekwamen  Veearts,  zich  in  ligte  gevallen 
zelven  te  kunnen  helpen  en  ook  bij  het  uitbreken  van  ern- 
stige ziekten  de  eerste  en  noodsakelgkste  hulp  te  kunnen 
verleenen;  eindeljyk  is  er,  voor  zoo  verre  dit  verlangd 
wordt,  gelegenheid  tot  het  ontvangen  van  onderwijs  in  de 
Nieuwe  talen ,  Muziek  enz.,  waarbij  echter  aangemerkt  moet 
worden,  dat  de  kosten  van  dit  onderwijs  in  talen  ene  niet 
onder  het  vastgestelde  honorarium  begrepen  zijn ,  maar  af- 
zonderlijk betaald  moeten  worden. 

Tot  het  ontvangen  van  genoemd  onderwijs  worden  Jonge- 
lingen ,  mits  niet  beneden  de  14  jaren  oud ,  in  buts  opge- 
nomen en  wordt  voor  kost,  inwoning,  bewasschen  en  on- 
derwijs betaald  ƒ400  *sjaars,  en  zulks  in  twee  termynen 
bij  den  aanvang  van  ieder  half  jaar.  Indien  er  voor  eenen 
kweekeling  eene  afzonderlijke  kamer  met  vuur  en  licht 
verlangd  wordt,  zoo  wordt  daarvoor  boven  het  iionorarium 
betaald  ƒ  200.  Er  zijn  twee  vacantiën  'sjaars;  de  eene 
van  15  Junij  tot  15  Jnlij,  welke  bepaaldelijk  elders  wordt 
doorgebragt,  de  andere  van  15  December  tot  15  Januarlj^ 
welke  des  verkiezende ,  ook  aan  de  inrigting  kan  doorge- 
bragt worden. 


Digitized  by 


Google 


AANMERKINGEN.  133 

De  Landhuis howlkundige  School  ie  Groningen  gaat 
geregeld  voorait.  Eene  Boerderij  is  ten  behoeve  van  de* 
lelve  aangekocht,  en  een  voor  de  leerlingen  ingerigt  ge- 
bouw en  schaar,  is  op  den  24  Junij  1845  door  de  leerlin- 
gen betrokken,  wier  getal  thans  17>  bedraagt.  Voorts  be* 
helst  dit  Verslag  nog  de  volgende  b§ zonderheden. 

>  Hetgene  aan  de  geregelde  orde  in  1845  ontbrak ,  zal , 
loo  wij  vertrouwen ,  in  1846  geheel  hersteld  zijn ,  doordien 
wg  na  alles ,  in  overleg  met  den  Onderwijzer  voor  de  prac- 
t$k,  vooraf  hebben  geregeld  en  niet  alleen  wat,  maar  ook 
hoe  alles  gekweekt  zal  worden  en  hoe  de  leerlingen  ver- 
schillende werkzaamheden,  bij  afwisseling  onderling,  zul- 
len verrigten;  terwijl  in  dit  tweede  jaar  van  beteeling  voor 
de  zoo  noodzakelijke  zuiverheid  van  het  land,,  ook  door 
de  invoering  Aittrijenteeli  ^  beter  zorg  kan  gedragen  wor- 
den ,  dan  dit  wel  in  het  eerste  jaar  f;eschied  is.  Er  is  voorts 
op  goeden,  hoogen  grond  een  ploegveld  aangewezen,  dat 
alleen  tot  oelBaiag  in  ploegen ,  eggen ,  enz.  voor  de  leer- 
lingen zal  strekken  in  die  gedeelten  van  het  jaar,  dat  er 
anders  weinig-  of  geene  zoodanige  werkzaamheden  op  den 
dcker  i^  doen  sugn. 

Een  ander  gebrek  in  onze  inrigting  was ,  dat  de  boerde- 
rij te  klein  was ,  om  eene  genoegzame  verscheidenheid  van 
cultaur  te  doen  plaats  hebben.  Ook  hierin  hebben  wij  aan- 
vankelijk voorzien  door  het  bijhuren  van  voor  niim/200 
goed  land ;  welke  uitbreiding  wij  denken  voort  te  zetten , 
zoodra  er  zich  daartoe  eene  voegzame  gelegenheid  aanbiedt^ 
Eenige  uitbreiding  was  het  ook ,  dat  een  paar  kleine  plek- 
ken Bijksgrond  aan  den  straatweg,  die  ons  ook  voor  het 
Qitwendig  aanzien  yan  ons  gebouw  zeer  hinderlijk  waren, 
deels  aangekocht,  deels  in  vruchtgebruik  door  ons  verkre- 
gen zijn. 

Dat  voor  het  koopen ,  bouwen  enz.  enz.  vele  gelden  noo- 
dig  zijn  geweest ,  begrijpt  men  ligtelijk ,  doch  w^  vertrou- 
wen, dat  de  geldelijke  ondersteuning  van  het  Rijk  en  van 


Digitized  by 


Google 


134  AANMERKINGEN. 

de  Provinciën  Groningen  en  Drenthe  ons  daanaam zal 
te  beurt  vallenen  dat  ook  enkele  bysoodere  portonen  of  ze- 
delijke ligchaftien ,  gelijk  wij  daanran  reeds  eenige  aange- 
name  ondervinding  hebben  verkregen,  de  een  op  dese,  de 
ander  op  gene  wijze  tot  het  nuttig  doel ,  dat  wig  ons  voor- 
stellen, zullen  medewerken.  Zoo  ontving  onze  inrigting 
met  dankbaarheid  van  den  Baron  Sixma  van  Hkehstra  de 
som  van/25 »  van  de  Maatschi^ppQ  van  .Ny verheid  te  Haar- 
lem onderscheidene  door  baar  mitgegevene  schriften ,  als 
ook  van  drie  personen  9  hier  en  t»  Rotterdam^  eenige  land* 
bouwkundige  boeken  ten  geschenke^  waardoor,  even  als 
door  het  bijkoopen  van  eenige  belangrijke  werken ,  de  Boe* 
kerij  der  School  meer  en  meer  toeneemt,  en  door  de  leer- 
lingen met  nut  gebruikt  wordt. 

Van  Gouvernementswege  ontvingen  wij  met  genoegen, 
van  de  te  Utrecht  aan  de  Vee-artsenijschool  gevestigde 
kudde  9  een  ram  en  eene  ooi  met  haar  lam  van  Engeisch 
ras ,  welke  wij  hopen ,  dat  mettertijd  eene  stamkadde  voor 
dit  ras  in  deze  Provincie  zal  uitmaken^ 

Wg  kunnen  korter  zijn  aangaande  hetgene  verrigt  wordt 
in  den  wintercursus,  die  met  den  15  October  IL  begon- 
nen is.  Hierin  toch  is  weinig  verandering  gekomen ,  daar 
de  ondervinding  ons  over  het  geheel  het  doelmatige  dezer  in- 
rigting aangetoond  heeft.  De  lessen  in  de  Lcmdhuiêhoud" 
kunden  Natuurkunde ^  Scheikunde ^  toegepaste  Scheikun" 
de 9  JVerktutgkunde ^  Natuurlijke  Geschiedenis^  Kruid- 
kunde  en  Wiskunde  zijn  zeer  geregeld  door  alle  leerlin- 
gen bijgewoond.  Door  de  welwillendheid  van  den  Hoogleer- 
aar  Mulder  ,  aan  wien  onze  jeugdige  instelling  reeds  zoo- 
veel verpligting  heeft  is  het  onderwijs  in  de  voor  land- 
bouwers zoo  gewigtige  fScheikunde  nog  met  twee  uren  in 
de  week  vermeerderd.  Ook  heeft  de  Heer  Lector  tan  Cles:ff 
de  School  zeer  aan  zich  verpligt  door  het  opstellen  van  een 
Handboek  voor  de  Werktuigkunde^  ten  behoeve  onzer  in- 
rigting.   De  afzonderlijke  lessen  over  den  Landbouw  in 


Digitized  by 


Google 


AANMERKINGEN.  135 

de  keerkringslanden  ^  voornamelijk  met  toepassing  op  on- 
ze Oost'  en  West-Indische  Koloniën^  worden  door  twee 
der  leerlingen  bijgewoond. 

Overigens  maakt  de  een  op  deie,  de  ander  op  gene  wij- 
le  gebruik  van  de  vele  hulpmiddelen  tot  uitbreiding  van 
nuttige  kundigheden ,  die  onze  wetenschappeüjke  Stad  aan- 
biedt, doch  allen  — wij  schroomen  niet  dit  openlijk  te  ver- 
klaren —  onderscheiden  zich  gunstig  door  een  goed  gedrag 
en  een  vlijtig  gebruik  van  de  hun  hier  opengestelde  gele* 
genheden  tot  nuttige  vorderingen." 

Het  hiervoorgaande  algemeen  Statistiek  Land^ 
huishoudkundig  Overzigt  ^  over  den  Jare  1845, 
waarvan  het  origineel  by  de  Maatschappij  is  fte- 
rustende^  gecertificeerd  bij  mij  Algemeenen  Se- 
cretaris der  Nederlandsche  Maatschappij  ter  be- 
vordering van  Nijverheid^ 

i.  T.  8IEGEL. 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L   4  6  £    B. 


Verslag  van  het  Lid  van  der  Let,  aangaande  %%jne  r^ 

bevinding  op  het  eiland  Ameland  enz.  >, 


Al<  men  steeds  in  eene  Truclitbare  landouw  zijn  rerblijf  boodt,  e» 
aldaar  gewoon  is  eenen  krachtigen  en  rijken  Teestapel  te  lien,  alsmede 
te  aanschouwen,  de  wijze  waarop  en  de  moeite  waarmede  men  met  den 
grond  woekert,  om  hem  eene  schatting  Tan  winstgeTende  Tmehten  af 
te  persen ;  als  men  de  groote  Toonraadschuren ,  als  zooTelc  bewijzen  Tan 
ruime  oogsten  beschouwt,  en  de  bedriJTighetd  en  het  gewoel  der  land- 
lieden opmerkt,  om  die  te  Terkrijgen;  in  een  woord,  als  men  in  de 
Truchtbaarste  streken  Tan  het  Tnichtbare  Vriesland  is  opgeToed,  woont 
en  het  bedrijf  Tan  landbouwer  uitoefent,  dan  kan  het  niet  anders  of  de 
beschouTring  Tan  het  eiland  Ameland  moet,  wat  dcszelfs  landbouw  be- 
treft, eenen  onaangenamen  indruk  te  weeg  brengen,  en  het  daaroTer  te 
Tellen  oordeel  ongunstig  zijn;  want  in  plaats  Tan  arbeidzaamheid,  ttocIi- 
bare  akkers  en  welige  weiden,  Tindt  men  er  dorre  gronden,  Tan  Trelke 
sommige,  bijna  Tele,  geheel  aan  hun  noodlot  worden  OTcrgelaten  en 
den  aanschouwer  dus  bcTredigende  redenen  aan  de  hand  geTen,  waarom 
men  op  dit  eiland  in  plaats  Tan  goede  Toorraadsehuren,  grootendeeb 
slechts  bekrompen  afdaken  aantreft  en  der  landlieden  leTenswijze  oTcr 
het  algemeen  zoo  heukerend  en  armoedig  zij. 

Toen   ik    II.  September   Ameland  bezocht,    scheen  het   dan  ook  w" 


Digitized  by 


Google 


VAN  DEN 

itsen    binnen  di 
Ische  maat. 


ntiteite; 


R. 


KAAS. 


=P 


iNMERKINGEN. 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  G  £  ü.  187 

toe,  dat  de  gMtoldbeid  Tan  denelfr  Umdbovw  veel  Ca  neMcben  Oferlaat 
ca  oogetwijfald  toot  aamnerkelijka  faiielenfig  Tatbaar  is. 

Jn  de  eerste  plaats  Tid  mij  in  het  oo^  de  ondodmatige  en  verwaar- 
lootde  ligging  der  oppenriakte  van  den  grond,  die  onafgebroken  tot  al- 
gemeene  beweiding  ran  den  veestapel  bestemd  is.  Deselre  is  op  vele 
plaateen  eene  aaneensehakeling  ran  Terherenboden  en  laagten ,  londer  eene 
genoegiame  boefoellieid  slooten  en  greppels,  omaanbetofenrloedigewa* 
ter  eenen  behoorlijken  afloop  te  Terzekeren. 

Er  wordt  niett  ter  TerbeterSng  Tan  deze  aanuenKjke  uitgestrektheid 
g^tmda  aangewend ,  ten  gerolge  waarran  dan  ook  hare  opbrengst  ran  grtt 
betrdkeliik  leer  gering  is;  bemesting  heeft  er  geen  plaats,  lellt  wordt 
de ,  gednrende  de  beweidbg  op  dezen  grond  gOTaHen  mest  in  den  herftt 
100  naaowkeurig  raogelijlropgezechtendes  winters  tot  brandstof  ferfaruikt. 

De  algemeene  weide  zonde  derhalYe,  in  de  eerste  plaats,  zeer  reef 
verbeterd  kunnen  worden,  als  men  dezelre  behoorlijk  rlak  ouudite,  door 
slooten  en  karelingen  ?erdeelde,  en  deze  eene  genoegzame  hoeveelheid 
grappen  toefo^gdei  om  alle  orertoUig  water  geregdd  te  doen  aiVloeijen. 

Behahre  de  hierdoor  ferbeterde  ligging  van  den  grond  zoude  mei  nog 
een  ander  voordeel  erbngen,  dat  insgdijks  op  deiielfii  vmehtbaarheid  im 
grooten  invloed  moet  zijn;  ik  bedoel  hier  de  bij  hel  graven  der  slooten 
te  voorschijn  komende  klei ,  welke  onder  de  zandige  oppenriakte  bedol- 
ven b'gt.  Indien  men  deze  klei  op  de  kavelingen  bragt,  daarna  behoor- 
lijk verdeelde  en  vervolgens  met  klaveriaatd  beiaaide ,  zoude  de  (hans  der- 
re  graszode  voorzeker  binnen  korten  tijd  aanmerkelijk  in  Trucbtbaarheid 
toenemen ,  en  alzoo  de  aan  deze  werkzaamheid  verbondene  moeite  rijke- 
lijk belooneo. 

Dat  deze  klei  den  zandgrond  fan  het  eiland  inderdaad  f  ruchtbaar  maÜLt 
is  bewezen  door  den  Heer  Riichabd  ,  Chirurgijn  te  H^ümt^  Deze  heeft 
rondom  zijn  land  slooten  laten  graven,  en  de  hierdoor  verkregene klei  over 
hetzelve  verdeeld ;  na  dit  alles  wel  behandeld  en  den  grond  behoorlijk 
bemest  te  hdiben,  heeft  hij  dcnzdven  met  koolzaad  gebouwd,  hetwelk 
in  het  vorige  jaar  te  velde  stond 

Op  mqne  reis  toenmaals  derwaarts  ondernomen ,  bd>  ik  hetaelve  be- 
zigtigd,  en  den  ondetzoekenden  verbouwer  te  kennen  gegeven,  dat  hij 
daarvan  eeuen  goeden  oogst  te  wachten  had,  waarin  hij  dan  ook  berve- 
digend  geslaagd  ia.  Den  meerderen  zamenhang,  die  deze  grond  door  de 
vereeniging  met  klei  verkrijgt,  kan  niet  anders  dan  WFeldadig  op  desael^ 
vruchtbaarheid  inwerken. 

Niett^enstaande  nu  de  Heer  RiiciAAD  door  deze  proef,  en  meer  an« 
deren,  aan  zijne  Landgenooten  getoond  heeft,  welk  nuttig  gebruik  ly 


Digiti 


zedby  Google 


138  B  IJ  L  A  G  £  N. 

Tan  liunne  lüei  kunnen  maken,  bten  zij  dezalre  no^nit  onaangeroerd 
en  houden  vol,  hun  land  in  dentelfdcn  Kaat  Ie  bebouwen,  waarin  lieC 
verkeerde  toen  lij  het  yerkregeo. 

Een  ander  gedeelte  tan  het  Ameland,  hetwelk  men  weide  noemt, 
lot  bouw-*  en  hooiland  gcbniikt  wordt ,  is  niet  oiia%ebrokeB  voor  de  Ie- 
vendo  have  toegankelijk,  maar  om  dit  te  beleUai^  zoowel  als  om  bet 
teewaler  te  keereo,  omgeven  met  ongeveer  fder  veeten  hoo^  Tan 
zoden  gemaakte  steile  dijken;,  dit  gedeelte  verkeert  in  betere  ooutandlg- 
heden,  en  geen  wonder;  want  alleen  bicxa^  wprden  de  plaats  heb- 
bende werkzaamheden  t0  koste  gelegd,  de  meslbpopen  worden  Wemaar 
toegevoerd  en  over  de  bouwakkers,  nadat  dezelve  geploc^  zijn,  ver- 
deeld en  door  eggcQ  zoodwug  met  d»  grondioppertlakte  vermengd  aU 
gioodig  geoordeeld  vrordt  om  daarvan  eene  goede  roggörnicht  te  ver- 
krijgen. Daar  dit  dan  ook  zelden  mislukt,  en  de'  overige  op  hot  eiUnd 
geteeld  wordende  gewassen  insgelijks  meestentijds  goed  voortkomen,  zoe 
mag  men  hieruit  afleiden,  dat  hetzdve  niet  onvruchtbaar  is. 

Een  der  grootste  hinderpalen  tegen  de  meerdere  vobnaking  van  den 
Ariielandschen  Landbouw  ia  het  algemeen,  en  ynk  bijzonder  tegen  die 
def  «traksgenoemde  weiden,  is,  dat  de  eigenaren  huinnb .  dgeadoHmden 
niet  voor  elkander  kunnen  beschutten.  Zoodra  de  %  September  van  «Ik 
jaar  daar  is,  begint  de  zoogenaamde  algemeene  weidegang,  en  is  men 
verpligt  aMe  hekken  en  stekken,  ter  toelating  van  het  vee  open  te  aei^ 
ten.  Het  gevolg  hiervan  is,  dat  de  boer,  die  zijne  hooUanden  in  betere 
cultuur  heeft  dan  zijn  buurman  b.  v.  of  iemand  anders,  dit  voordeel 
niet  voor  zich  alleen  behoudt,  maar  ook  anderen  in  de  gelegenheid  ziet 
daarvan  te  genieten. 

Op  de  bouwlanden  dezer  weide,  die  men  later  wederom  tot  hooi- 
land laa^  ligS^n  «n  omgekeerd,  wordt  rogge  en  garst  van  uitmuntende 
hoedani^ieid  en  zwaarte  geteeld,  alsmede  goede  haver,  erwten  en  boo* 
nen  en  onakelijke  aardappelen. 

Zoolang  de  kleine  plekjes,  waarin  deze  landerijen  verdeeld  zijn  en 
die  men  achtendeelen  noemt,  en  slechts  zekere  merkteekenen  tot  grens- 
lijnen bebben,  aan  zoo  vele  verschillende  eigenaren  toebeheoren,  en 
wel  Tooral  zoolang  deze  onderscheidene  eigendommen  zoo  door  elkan- 
der liggen  als  tegenwoordig  plaaU  heeft,  vak  ook  aan  de  verbeteriag 
van  dit  gedeelte  van  Amelands  Landbouw  niet  te  denken;  want  hier- 
door wordt  het  sdiier  onmogelijk  gemaakt,  de  afwateringskanalen  to 
vermenigvuldigen,  waaraan  deze  gansclic  plek  gronds  anders  'zoo  zeer 
behoefte  heeft.  Het  gevolg  hiervan  is,  dat  de  goede  wil  van  den  bes- 
ten boer  steeds  shiimerendc  blijft,  omdat  de  eerste  grondslag  ter  verbe- 


Digitized  by 


Google 


BIJ  L  A  6  £  Ff.  139 

tering  zijoer  bndertjen  steeds  buiten  zijn  bereik  ligt;  fan  hier  dan  ook 
misicliien,  dal  men  ter  ferdelging  ran  het  onkruid  zoo  weinig  moeite 
doet,  en  het  planten  Tan  boomen  achterwege  laat,  omdat  eene  treurige 
erranng  geleerd  heeft,  dat  zij  telken  jare,  zoodra  de  weidegang  be- 
gonnen is,  door  het  Tee  worden  afgerreten. 

De  eertijds  zoo  bloeijende  paardenfokkerij  van  het  Ameland  is  sinds 
de  laatste  jaren  aanmerkelijk  afgenomen,  omdat  de  waarde  der  reu- 
lens  jaar  op  jaar  zeer  gering  is. 

De  paarden,  runderen  en  schapen  zijn  oTcrigens.  in  goeden  staat,  en 
de  melkkoeijen  worden  thans  ook  tegen  behoorlijke  prijzen  rerkocht. 

De  moestuinen  gefen,  wanneer  zg  wel  onderbonden  worden,  beste 
tuin? nichten ,  die  echter  hare  standplaats  meestentijds  met  eene  aan- 
zienlijke hoereelheid  onkruid  moeten  deelen. 

In  sommige  duinen  befinden  zic^  nog  rele  konijpien,  rooral  in  do 
nabijheid  van  Ballum  en  ran  de  Buren. 

In  de  Togelkooi  wordt  jaarlijks  eene  groote  hoeveelheid  waterrogels 
gerangen.  Orerigens  treft  men  op  Ameland  niet  reel  wild  geTogelte  aan. 
Patrijzen  en  Hazen  zijn  er  volstrekt  niet,  maar  Wildstert  en  Ganzen 
Tertoonen  er  zich  dikwijls  in  groote  menigte. 

De  algemeene  rijweg  is  zeer  oneiTen  en  heeft  vele  diepe  sporen, 
wdke  schaars  worden  aangevnld. 

Aiduë  opgemaakt  door  ket  Lid  der  Commiêsie  wam  Laud-* 
houw  in  Friesland. 

(Get.)  B.  J.  Tijf  lu  Ut. 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  i  G  E    C. 


Verslag  wegens  de  Waard-^  en  Groelgronden. 


•o^aiii«&<h>- 


De  bedijking  fan  de  Waard-  en  Groeigropden  i«,  c^Mïhoon  niel  ge» 
heel  toltooid,  zeer  gevorderd.  De  gebeele  dijk  i$  in  den  loop  van  diC 
jaar  aan  de  binnenzijde  aanmerkelijk  venwaard,  en  beeft  men  bet  bai- 
tentalud  naar  de  reeda  gemaakte  ondenrinding  gewijzigd.  Het  beslag 
werk  is  booger  opgetrokken,  en  op  sommige  punten  eene  bekleeding  ran 
zware  steenen  aangebragf.  Deze  dijk  beeft  op  den  19  Augostns  —  en 
toen  men  met  gemelde  verzwaring  nog  niet  gereed  was  —  alsmede  o^ 
den  19  en  20  October  aan  de  stormen  goeden  weerstand  geboden,  zoo« 
dat  men  Trij  gerust  den  tweeden  Winter  ingaan  kan.  Immers  een  Tloed: 
«▼an  1,80  boven  Tolzee  met  noordwesten  storm  door  te  staan,  is  wel 
het  krachtigste  bewijs  voor  de  deugdelijkheid  van  de  specie  des  dijks. 

Het  dijkskaoaal  van  de  Waard  zal  behooren  tot  den  boezem;  men 
heeft  een  gedeelte  daarvan,  en  wel  van  den  molen  af  tot  aan  het  Rol- 
bomer  diep  voltooid.  Bij  die  gelegenheid  heeft  men  de  uitgegraven  spe- 
cie willen  doen  strekken  tot  de  oplevering  van  het  profil  bij  de  concet- 
sie  omschreven.  De  ondervinding  heeft  echter  nu  geleerd,  dat  de  bin- 
nenberm  nog  te  zwak  is,  om  de  geheele  massa,  in  eens  opgebragt, 
te  dragen. 

De  kapitale  zecsluis  is  thans  voltooid  en  het  Rolhorner  diep  afgesloten. 
Ook  de  beide  molens  zijn  af  €\i  voldoen  uitmuntend.   De  geheele  polder 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  6  E  N.  141 

Is  iBam  Toonien  van  riooten,  liggende  alles  op  karels  ran  5  bunders  met 
belioorlijke  diepte,  tot  heden  rerschillen^e,  omdat  op  sommige  plaatsen 
de  weekheid  ran  den  grond  belet  om  de  diepte  dadelijk  te  krijgen; 
men  kan  mtiwchen  gerust  zéggen,  dat  de  toestand  der  bemalmg  zoo- 
danig is;  dat  men  den  polder  goed-  droog  kan  Itouden.  De  in  het  roor- 
leden  jaar  rroeg  iogetaflen  en  laat  aangebonden  Torst,  heeft  den  voort- 
gang der  werkzaamheden  zeer  belemmerd,  rooral  om  het  daarop  ge- 
volgde aanhoudende  natte  voorjaar. 

Maatadiappelijke  verpliglingen  noodzaakten  het  Bestuur  eene  proeve  te 
nemen,  om  zoo  veel  mogelijk  eenige  voordéelèn  van  de  reeds  droo^ 
geworden  gronden  te  trekken,  en  "Werden  ètts  een  groot  aantal  bundert 
cenigzins  losgemaakt,  bezaaid  met  zomerkoolzaad  en  gele  mosterd;  wêêH 
paardm  kon  men  er  niet  op. 

Het  zaad  kwam  goed  op,  maar  de  aanhoudende  plasregensen  de  nog 
slechte  staat  van  bemaling,  hebben  de  verdere  ontvrikkeling  terug  ge- 
bonden, en  is  de  proeve  infshikt.  De  kleine  hulpmolenijes  waren  niet  ia 
staat  de  buitengewone  groole  massaas  regenwater  vit  te  malen ;  de  hoog- 
ste gedeelten  alleen  geven  eenig  zaad;  maar  de  nienwe  kade  van  de 
IViedorper  kogge  uitwalering  werd  insgelijks  met  lomerkooliaad  beiaaidt 
Dezelve  was  p.  m.  f  bunder  groot  en  heeft  21  mudden  zomerkoolmad  op- 
geleverd, hetgeen  bé^vijst  dat  eene  hooge  ligging  voldoende  is  om  te 
sbgen;  men  is  dus  algemeen  van  oordeel,  dat  nu  het  kolhomer  diep  b 
afgesloten  en  de  bemaling  zeer  voldoende  is,  men  aanstaande  jaar  op 
een  oogst,  ten  minste  voor  een  groot  gedeelte  zal  kunnen  rekene». 

Men  heeft  het  voornemen  om  den  polder  voor  vijfjaren  voor  maat- 
sdiappelijke  rekening  te  bebouwen  opgegeven,  en  in  de  maand  Juiy  is 
de  polder  onder  de  leden  verdeeld,  terwijl  nog  800  bunders  voor  maai* 
sdiappe^e  rekening  te  bebouwen  over  tollen  blijven ;  daarvoor  is  ceno 
Commissie  benoemd,  ten  einde  de  taak  van  het  Bestuur  te  verKgtea» 
Men  juicht  deze  verdeelkig  zeer  toe,  en  belooft  liek  van  dien  maatre- 
gel veel  goeds.  Verscheidene  leden  hebben  reeds  een  aantal  slooten  <m 
diepe  greppels  voor  eigene  rekening  krteu  maken;  aadere  beginneB 
huizen  te  bouwen  en  schuren  te  plaalsen;  en  doelmatige  naiyver  zal  be- 
vorderfijk  tijn  aan  den '  spoedigen  h\M  des  poldert,  waarbij  nu  de  le- 
den individueet  meer  geiateresseerd  zijn  dan  bij  de  maatschappelijke  be* 
boowing.  Op  enkele  plaatsen  als  op  kavel  1,  14  en  15,  staat  het  win- 
ferkoolzaad,  aveelzaad  enz.  zeer  mooi,  insgci^  eenige  stukken  tarwe 
en  gerat.  Men  heeft  eerst  laat  het  koolzaad  kuuÉen  zaayen,  en  had 
men  wel  gewenscht  meer  te  kunnen  ploegen,  hetgeen  echter  om  bui- 
tengewone redenen  volstrekt  onmogelijk  was*    Op  kavel  1,  hoogste  ge» 


Digitized  by 


Google 


m  1$  IJ  L  A  6  E  N. 

deel(e  p,  m.  drie  bunders,  ttaat  bet  winterkoolzaad  een  roei  boog;  de 
pen  gaat  diep  en  regt  naar  beneden  in  den  grond,  de  wortelt  zijn 
kracbüg.  Op  dien  kavel  kon  geploegd  worden  omdat  bij  booger  lag, 
bet  konde  ecbter  maar  eenu  gescbieden;  dit  resultaat  op  de  boogste 
gedeelten  van  kavel  1,  14  en  16,  bewijst  evenieer  als  dat  van  de 
kade  ]ang<  de  Niedorper  kogge  iiitwatering,  dat  eene  booge  ligging  of 
liever  goede  beniaUng  alles  afdoet. 

De  boedanigheid  der  gronden  beantwoordt  volkomen  aan  de  verwach- 
ting, en  men  hoort  daarover  maar  ééne  stem ;  daarenboven  beeft  Profes- 
sor HbiiOBR  te  XJtrechi  daarvan  eene  uitvoerige  analyse  laten  maken  door 
Dr.  BatJKHil^SR  ,  de  geleidende  brief  van  Z  H.  Gel.  bij  toezending  der 
analyse  luidt  als  volgt:  a  de  bierbygaande  analyse  der,  van  dep  Heer  tav 
Gbuits  ontvangen  aardsoorten  beeft  geleerd,  dat  dezelve  vanioodaaigen  aard 
zijn,  dat  zij  voor  plantengroei  alles  in  zicb  bevatten,  wat  men  van  leer 
goede  gronden  eiseht  en  daarbij  niets  scbadelijkf  bezitten.  Zij  mogen  den 
naam  van  zeer  vruchtbare  aardsoorten  dragen ;  van  aardsoorten  die  in  den 
eersten  tijd  geen  toevoegsel  hoegenaamd  zullen  behoeven  en  wel  minder 
zullen  behoeven  braak  te  leggen ,  dan  vele  andere  der  beste  kleigronden 
van  ons  Vaderland.  De  zamenstelling  derzelve  is  natuurlijk  niet  zoodanig 
dat  alles  met  evenveel  voordeel  op  dezelve  zal  kunnen  verbouwd  worden , 
maar  wat  bare  bestanddeelen  aangaat,  is  er  bg  ons  geen  verbouwd  ge- 
was* hetwelk  niet  de  ter  goeden  groei  noodzakelijke  stoffen  uit  dezelve  put- 
ten kan,  zoodat  de  practische  regelen,  op  de  Pbysisclie  geaardheid  der 
gronden  bertisliende,  de  keuze  dier  gewassen  geheel  bepalen  kan.** 

Dit  wordt  bevestigd  door  het  reeds  verpachte  land  aan  bekwame  landbou- 
wers (van  Andtfh  bij  MedtmUik)  waarvoor  ƒ62  per  bunder  jaarlijks  en 
vt«l  voor  10  jaren  is  bedongen.  Deze  lieden  hebben  daarenboven  vele 
onkosten  gemaakt  om  deze  bonders ,  60  in  getal ,  geheel  te  laten  omspit- 
ten tegen  ƒ80  per  bunder.  De  boog?  waarde  der  gronden  vergoedt  de 
meerdere  onkosten  boven  de  beraming  gemaakt,  en  heeft  meo  genoeg» 
same  bewijzen,  dat,  al  moest  de  bedijking  10  k  11  tonnen  gouds  be- 
loopen,  dat  men  daarvoor  :y' meerdere  Waarde  zal  hebben  gecreëerd.  De- 
ze bedijking  bad  geene  antecedent  en  bet  Bestuur  had  dot  met  vele  moei- 
jelijkbeden  (e  kampen;  het  ongunstige  weder,  van  de  beideii  verloopen 
zomers  beeft 'zfier  veel  bygedrdgen  dé  zaak  te  bemoeijel^ken.  Maar  echter 
zijn  de  gnootste  zlrarigbcdcn  overvronnen ,  en  men  mag  met  veel  grond 
•poedig  eenen  oQgst  verwachten.  .Vele  nijfKïre  handen  zullen,  in  de  gele- 
genheid komen  opi  dendunr  bon  ondek-houd  in  dezen  tohoonen  polder  te 
vinden.  Allengskens  beginnen  gd)ouwen  te  verr^^^  de  weldadige  uit- 
vrerkihig  bc^  merLI)aar  zich  te  doen  gef oeien  op  de  belendende  ge- 


Digitized  by 


Google 


B  U  L  A  G  E  H  143 

de  ^gthoawdfi  eigendommien  be^oneB  in  wftarde  te  rijieii.  Velen 
—  DO  nog  Toonifüg  —  »en  reikkalzeod  uit  naar  liet  oogenblik,  dal  zij  roor- 
deeli§  tullen  kunnen  pachten ,  xoo  ali  gedeeltelijk  reeda  is  getchied.  Da- 
^ebjka  tg*  ^^^  ^  '^^^  ™^  '^  ^  drukit  vanden  tijd  werkzaam  ge- 
ween! ,  en  men  zal  moeten  bekennen ,  dat  deze  onderneming,  welke  al- 
ras door  die  van  den  Anna  Panlowna-polder  ia  gevolgd,  den  geeit  heeft  op- 
^•wekt  Tan  bedijkingen  in  het  algemeen.  Voorzeker  mag  dezelve  dut 
hoogst  weldadig  gedoemd  worden,,  en  wanneer  ook  de  voordeelen  der 
nodeneoiera  niet  zoo  groot  zjjn  als  men  aanfankelyk  verwacht  heeft, 
zoo  kan  men  echter  de  onderneming  beschouwen  als  wel  gelukt  te  zijn , 
terwijl  men  de  pnmittve  aandeelen  reeds  met  25  lot  4d  pet.  winst  heeft 
overgedaan. 

Dat  bi)  alle  sooHgelöke  nuttige  onderaemii^gQn  dezelfde  geest  van  so- 
liditeit  >  bl^ve  heeraehen ,  en  dezelve  nunmer  moge  ontaarden  ïn  adie- 
enz.  en^ 


VeriUig  omêreHi  de  Anna  Paulowna^pólder  in  Nooré-^ffMméL 

Onder  de  verschillende  openbure  werken,  thans  door  b^umdere  per- 
sonen ondernomen  wordende,  bekleedt  voorzeker  de  in  het  hoo£l  deies 
genoemde  Indrjking  van  den  Anna  Pmulowna  pMêr  eene  voorname 
pbats.  Hoe  groot  toch  het  nol  der  Spoorwegen  voor  handel  en  nijver* 
heid  moge  vrezen,  hoe  veel  werkzaamhefd  daardoor  ook  aan  velen  ge- 
geven vrordt,  het  nut  der  landaanwinningen  is  toch  van  blijvenden 
aard,  en,  om  dit,  hier  burgerregt  verkregen  hebbende  woord,  tegefami* 
ken,  geheel  Natiouaal. 

Het  lal  wel  geen  betoog  beiioeven,  dat  deze  ondemenringen,  de  be- 
huigstelling  van  ieder,  die  het  vreltfijn  en  de  eer  des  Vaderlands  éer 
harte  gaat,  ten  hoogste  moeten  gaande  maken,  dewijl  zij  destelft  i^^- 
dom  op  verschillende  w^n  vermeerderen,  aan  ontelbare  nijvere  ban* 
den  werk  en  brood  verschaien,  door  het  terugdrijven  van  de  zee,  aan- 
de  aehterfiggende  landen  meer  veiligheid  en  bewoonbaarheid  geven,  en 
ons  herinneren  aan  de  roemripie  gewrochten  van  het  voorgeshdit,  waar- 
deor  VFQ  tbani  deze  aan  de  baren  oritwoeherde  plek  mogen  bevtonéo, 
en  bij  vrelker  besoiiri^g  HiUARS  vol  geertdrift  uitnep: 


Digitized  by 


Google 


144  B  U  L  A  G  E  N. 

sNatunr  deed  nieU  voor  oat,  ontroofde  ons  zdfii  haar  $unal; 
Al  ^'at  dit  land  ons  toont,  is  arbeid,  vlijt  en  kunst." 

Eene  korte  beschrijriog  dezer  werken  zal  dos  ook  door  reien  niet 
zonder  genoegen  worden  Temonien.  Het  Tolgende  moge  daartoe  strek- 
ken. Eene  bedijking  en  bepoldering  der  Waardgronden ,  gelegen  tus- 
schen  de  1n  het  jaar  1817  plaats  gehad  hebbende  bedijking  Tan  het 
koegras  hij  den  Helder  in  Noord-Holland,  en  de  ereneens  bed^e 
polders  de  Zype  en  de  fFieringerwaard^  had  sints  lang  reler  aandacht 
tot  zich  getrokken. 

Ook  reeds  in  het  laatst  der  Torige  eeuw,  en  dus  nog  Toor  de  daar- 
stelling  der  Toomaamste  werken  aan  het  Nieuwe  Diep,  werd,  hoewel 
meer  met  het  oogmerk  tot  yerbetering  van  laatstgemelde  haven ,  door 
zekeren  Laurers  Brandligt  het  voorstel  gedaan,  om  dijken  te  leggen, 
ongeveer  in  dezelfde  rigting,  als  thans  voor  den  nieuwep  Polder  reeds 
gedeeltelijk  heeft  plaats  gehad,  en  waardoor  men  zich  tevens  de  aan- 
winst van  vele  bunders  vruclitbaar  land  voorspelde. 

Het  was  echter  in  deze  dagen ,  zoo  rijk  aan  industrieele  ondernemingen, 
dat  weder  met  ernst  aan  de  verwezenlijking  van  dit  plan  werd  gedacht, 
en  door  eene  Vereeniging,  gevestigd  te  Haarlem  aan  Z.  M.  de  vergun- 
ning werd  verzoclil  tot  afdamming  van  een  gedeelte  van  de  Zuiderzee  en 
wel  bepaaldelijk  het  Zuiderdeel  van  het  zoogenaamde  Balgzand,  tusschen 
de  bedijkingen  van  het  Koegras ,  de  Zype  en  den  Wieringerwaard , 
ter  grootte  van  ongeveer  6000  bunders. 

In  JhIij  1B44  werd,  nadat  de  belendende  Polderbesturen  onder  ze- 
kere voorwaarden  hunne  toestemming  hadden  verleend,  en  ook  door 
>s  Rijks  Waterstaat  het  noodige  was  geregeld,  daartoe  door  den  Koning 
besloten  en  spoedig  daarop  eene  Maatschappij  gevormd,  ter  volvoering 
dezer  belangrijke  zeak. 

Het  bestuur  dezer  Maatschappij  besloot  terstond,  bij  deszeUs  vestiging 
aan  H.  M.  de  Koningin  te  verzoeken,  Hoogstderzelver  Doorluchtige  naam 
aan  den  ontworpen  Polder  te  willen  schenken. 

De  belangstelling  in  den  bloei  des  Lands ,  zoo  menigmaal  door  H.  M. 
betoond,  bleek  ook  weder  bij  deze  gelegenheid,  uit  de  welwilicnheid, 
vraarmede  aan  dit  verzoek  werd  voldaan,  en  dien  ten  gevolge  werd  mei 
den  Dieesten  ijver,  alles  in  het  werk  gesteld  tot  spoedige  daarstelling 
van  den  Anna  Patdowno'^lder, 

In  Jamiarij  1 845  kwam  eene  Vereeniging  tot  stand ,  waarbij  onder- 
scheidene vermogenden  zich  verbonden  tot  het  bijeenbrengen  eener  sona 
van  ƒ500000,  waartegen  1000  bunders  der  beste  kleigronden,    binnen 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  6  £  N.  145 

deo  l^d  YÊÊk  twee  jaren  na  de  iluitiDg  Tin  het  oontnct  in  eenan  ter  cnl- 
tour  geidiikten  itaat ,  door  de  Maattchappi}  aan  de  ooderscbeidene  deel^ 
iiBMCii  worden  geleTerd.  Deze  gelden  moerten  strekken,  om  de  landen 
zoo  Terre  te  omdöken ,  dat  dezelve  kadastraal  opgenomen  en  hypotbecahr 
Tcrboaden  konden  worden ;  voor  de  rerdere  Toltooijing  ran  het  werk ,  werd 
dan  ook  later  eene  gtldleening  tot  atand  gebragt,  groot  ƒ  1200000  tegen 
5  ten  honderd  'fjaart,  tot  zeerheid  waanran  de  oterbliJTen^  4000  ban* 
ders  met  eene  eertle  hypotheek  werden  bezwaard. 

De  m  Ie  dijken  oppervlakte  schijnt  uitnemend  voor  dit  doel  geëigend; 
dezelve  bestaat  grootendeels  uit  vette  kleigronden,  een  gevolg  der  gedo* 
rige  aanslibbiogen  langs  de  kosten  der  ^liderzee.  Echter  vindt  men  er 
ook  een  gedeelte  zandgrond  ter  grootte  van  ongeveer  1000  bunders,  hier 
en  daar  met  eene  dunne  Uiag  slib  overdekt,  waardoor  men  met  zeker- 
heid verwacht,  dat  deeelve  vooral  niet  minder  vruchten  zal  kunnen  op- 
leveren ,  dan  de  zandgronden  in  de  belendende  Zijpe ,  alwaar  overal ,  met 
het  beste  gevolg  haver  en  rogge  worden  gebouwd.  Onder  deze  opper^ 
vlakte  bevindt  zich  nog  een  gedeelte,  waarvan  de  klei  slechts  met  20 
a  SO  duim  zand  is  bedekt,  Waardoor  alzoo  de  gelegenheid  bestaat,  om 
hetzij  door  ^Kep  ploegen  of  door  ligt  spitten ,  eenen  meer  vruchtbaren 
bodon  te  verkrijgen. 

Verder  worden  in  den  polder  eenige  bunders  zandgrond  aangetroffen, 
die  met  eene  laag  van  80,  40  tot  50  duim  slib  en  wier  zijn  overloo- 
pen  en  dos  voor  zeer  vruchtbaar  zijn  te  houden,  zoo  dat  alhier  vei^ 
sdiillende  soorten  van  bouwgrond  aanwezig  zgn,  hetgeen  voor  de  aan* 
vankelijke  in  cultuur  brenging  dezer  aanzienlijke  oppervlakte  niet  onvoor- 
deelig  is,  dew^l  men  algemeen  oordeelt  dat  de  ligtere  gronden,  alhoe- 
wel op  den  duur  niet  zoo  deugdzaam,  eerder  te  bebouwen  zullen  zijn, 
dan  die  welke  uit  zware  klei  bestaan. 

Het  is  intussehen  uit  het  voorbeeld  van  den  Wieringerwaard ,  die  geheel 
als  de  Anna  Pi»ml&wna'po\étt  uit  aangeslibde  gronden  bestaat,  voldoen- 
de gebleken,  hoe  vruchtbaar  de  op  deze  wijze  verkregene  kleigronden 
ajn,   wordende  aldaar  de  uitrauntendste  bouw-  en  vrei landen  gevonden. 

De  zeer  aanzienlijke  opbrengst  van  eenige ,  sedert  een  paar  jaren  om- 
kade  en  bebouvrde,  uit  gemengden  grond  bestaande  Schorren,  gele- 
gen buiten  den  koegrasd^k,  en  alzoo  onmiddelijk  grenzende  aan  den 
zandigen  streek  des  nieuwen  polders,  bewijzen  voorts,  dat  slechts  wei- 
nige duimen  van  deze  weldadige  slib,  genoegzaam  zijn,  om  gedurende 
zekeren  tijd  eenen  nitmuntenden  bouwgrond  voor  koolzaad,  erwten  en 
granen  op  te  leveren,  die  daarna  met  het  beste  gevolg  voor  weiland 
kan  worden  ingerigt. 

10 


Digitized  by 


Google 


146  B  IJ  li  A  G  £  N. 

De  groodiUg  dezer  nieuwe  Unden  u  gemiddeld  kooger  dta  de  ge- 
wone lage  watenUnd  der  zee  op  dit  punt,  vallende  dezelve  b^  de  eb 
groolendeeU  droog,  terwijl  de  natnurlijke  afwatering  zeer  wordt  bemr^ 
derd  door  een  aantal  kreken,  welke  zich  allen  reraenigen  in  een,  den 
polder  in  de  breedte  doorsnijdend  vaarwater,  genaamd  liet  Otide  Fe&tj  hq 
welkt  monding  door  de  werking  van  de  vereeaïgde  afiitrooming  der  aeh- 
terliggende  geulen,  eene  aanmerkelijke  diepte,  op  tommige  pnaten  iclif 
lot  10  en  11  Ned.  Ellen,  onder  den  gevronen  vratentand  wordt  gepeild. 

De  digting  van  deze  monding,  vrelke  voor  de  omdijking  van  het  ge- 
heel wordt  gevorderd,  ia  dut  een  2eer  belangrijk  en  koitbaar  werk*  Het- 
zelve zal  in  het  volgende  jaar  ten  uitvoer  worden  gelegd  en  it  reedt 
aan  voorname  aannemers,  volkomen  bekend  met  dergelijke  werken,  tnt- 
besteed. 

Om  de  uitgestrektheid  van  hetgeheele  werk, besloot  het  bettoor  der 
Maatschappij,  hetzelve  in  twee  gedeelten  ten  uitvoer  te  brengen,  en  een 
oostelijk  en  westelijk  deel,  onderling  gescheiden  door  het  vroeger  ge- 
noemde vaarwater,  het  Oude  Keer,  daar  te  stellen. 

Het  eerste  kwam  ter  bedijking  het  vrestelijk  deel  in  aanmerking,  waar- 
toe een  zeedijk  moest  worden  gelegd  van  14000  Nederl.  ellen  (ruim  2} 
uur  gaans),  zijnde  van  het  Koegras  tot  den  mond  van  het  OuëU  Fïttfr, 
en  vervolgens,  den  westelijken  oever  van  deze  diqjte  volgende,  tot  aan  de 
Oude  Sluis  in  deZype.  Dit  werk  werd  voor  eene  som  van  ruim  ƒ  600000 
aanbesteed ,  en  in  den  laattten  zomer  met  buiteogewonen  spoed  binnen 
den  tijd  van  6jf  maand  ten  uitvoer  gelegd.  Circa  twee  duizend  werk- 
lieden vonden  aldaar  werk  en  brood,  en  men  had  het  genoegen  dat, 
niettegenstaande  het  doorgaans  regenachtige  en  onstuimige  weder,  geene 
rampen  van  eenigzins  belangrijken  aard  w^en  ondervonden.  Ook  on- 
der het  werkvolk  heerschte  bij  voortduring  rust  en  tevredenheid,  ter- 
wijl de  gezondheidstoestand  zeer  wenschelijk  wat,  en  door  doehnatige 
verordeningen  op  eene  tpoedige  nijze  geneetkundige  hulp  kon  worden 
verleend. 

De  dijken ,  welke  op  de  gewone  hoogte  der  zeeweringen ,  of  ruiin 
drie  ellen  boven  den  dagelijkschen  waterstand,  met  flaauwe  buitenhellin- 
gen werden  opgevierkt,  zijn  voor  het  grootste  gedeelte  op  rijzenbed- 
dingen  aangelegd.  Op  de  meer  zandige  gedeelten  in  de  nab^hetd  van 
den  Koegrasdijk,  werd  zulks  minder  noodzakelijk  geoordeeld;  de  onder- 
vinding heeft  later  ook  doen  blijken  dat  dit  gevoelen  gegrond  wat. 

De  voor  de  dijken  benoodigde  gronden  werden  verkregeu  uit  eene 
langt  dezelve  gegraven  ringvaart,  ter  breedte  van  40  tot  60  Nederl.  el- 
len  en  diep  2  ellen  onder  volzee.   Het  it  op  het  zandige  .gedeelte,  dat 


Digitized  by 


Google 


B  U  L  A  G  £  N.  147 

dit  kanaal  breeder  «o  dieper  ii  geffOfden,  om  dat  men  aldaar  meer 
grond  had  te  terwerfcen,  Yoor  dat  men  aan  de  kleilaag  kwam.  Dit  ka- 
naal werd  teUbent,  wanneer  een  nieuw  gedeelte  onder  handen  genomen 
werd,  t^dent  de  eb,  alt  wanneer  de  grondtlagn  geheel  droog  bgen, 
met  ligle  kaden,  Torstkaden  genaamd,  ingesloten,  waardoor  men  bij  het 
opkomend  hooge  watefgeCijde  gelegenheid  had,  de  opwerking  der  hoofd- 
diiken  te  ? er? olgen. 

Men  kan  eefaler  Itgtelijk  beeeffen,  dat  dergehik  weit  aan  fele  zor* 
gen  en  nueiieiykheden  onderbetig  it,  daar  rooreenl  loo  wel  des  daagt 
alt  doe  nnchtt  de  ebben  moeien  te  baat  genomen  worden,  en  het  dik- 
wqk  zeer  moeijeli^  ia  om  de  pa«  opgeworpen  rorttkaden,  tegen  den 
opkomenden  Tloed  Ie  beteiligen  en  eene  inbraak  der  putten  te  foorke- 
men,  mardoor  al  de  koilen  ran  het  werk  der  vooiigaande  uren  verlo- 
ren aouden  aijn. 

De  aanroer  Tan  materialen  en  lerenimiddelen ,  vooral  van  drinkwa- 
ter, wat  evemeer  moeijelijk  en  koilbaar,  terwijl  ook  al  het  werkvolk 
üaedi  in  riolen  hutten  of  keelen  moeit  worlen  gehmeveit,  daar  de  af- 
tfand  van  den  vaüea  wal  al  spoedig  te  groot  werd.  Deze  ruwe  ver* 
blijven  werden  dadelgk,  na  de  voorloopige  omdijking  van  nieuwre  leng- 
ten, geplaatst,  met  een  weinig  klei  omringd  en  terstond  betrokken, 
VOO  dat  ook  hier  Sn  ruime  mate  kan  blijken,  hoezeer  de  gewoonte  de 
vreet  voor  gevaar  doet  wijken ,  en  het  llgchaaro  koude ,  vooht  en  al* 
leriiande  ontberingen  doet  verduren. 

Te  gelijk  met  de  daarttelling  der  dijken  werd  de  bouw  aangevangen 
van  eene  tchutsluis,  dienende,  zoo  voor  uitwateriog  'van  den  nieuwen 
polder,  als  tot  behoud  van  die  der  achterilggende  landen  in  de  Zijpé  en 
den  Wiering^rwamrd.  Dit  werk  it  ook  reedt  belangrijk  gevorderd,  en 
bij  eenigzins  gunstig  weder  zal  hetzelve  vroegtijdig  in  het  aani4aande 
jaar  aan  bet  voorgestelde  doel  kminen  beaotvroorden ,  waarna  altdan  de  ver- 
dere aithniing  van  het  oottelijk  deel  det  poldert  zal  kunnen  plaalt  hebben. 

Men  bleef  intossohen  niet  achterliik  In  het  daartteUen  der  zoo  noo- 
dige  middelen  van  waterlozing^  en  bemaling,  waartoe  in  de  eerste 
plaatt  reedt  bij  het  begin  der  werken  eene  houten  tluit,  van  voor  het 
doel  vr^  aanzienKjkn  aflnetingen  vrerd  gebouwd,  aan  den  mond  van  een 
der  groottte  in  het  Oude  Veer  uttwaterende  zvrinnen.  Met  deze  tluis, 
welke  reedt  m  het  midden  van  Aoguttut  kon  werken,  vrerd  het  door 
de  dijken  ingetlolen  waleé  zeer  spoedig  ontlast  en  de  landen  zoodanig 
droog,  dat  het  grootste  gedeelte  eener  dwars  door  den  Polder  loopende 
vaart  kon  worden  gegraven*  Later  echter,  in  de  maanden  October  en 
November,  kon  al  het  gevallen  regenwater  niet  door  deze  sluis  worden  af- 


Digitized  by 


Google 


14S  B  IJ  L  A  G  E  N. 

gefoerd,  daar  de  Zee  in  dit  saizoen,  niet  zoo  dikwijls  alt  in  de  zomer- 
maanden eenen  lagen  stand  bereikt,  waardoor  dus  ook  de  landen  bij  bet 
nog  niet  gereed  zijn  der  bemalingmiddelen  met  meer  regenwater  werden 
bedekt  Dit  laatste  werkt  echter  merkbaar  gunstig  op  bet  wegvoeren  der 
OTermatige  zoutdeeltn. 

De  bemaling  van  het  westelijk  deel  zal  geschieden,  door  eenen  bgna  . 
Toltooiden  windvijzelmolen ,  Tan  de  grootste  afmetingen,  staande  in  de 
nabijheid  der  reeds  beschrevene  houten  sluis,  en  thans  gereed  zijnde  atoom- 
machine Tan  ongereer  23  paardenkrachten  Tan  hooge  drukking,  wei^ 
kende  met  eenen  liggenden  cilinder.  Daarmede  zal,Tolgens  het  plan  Aer 
übriekanten,  een  ijzeren  tonmolen,  wijd  over  diameter  1  el  75  duim, 
in  beweging  worden  gebragt,  terwijl  men  rekent,  dat,  indien  beide  werk* 
tuigen  de  daaraan  toegekende  kracht  kunnen  uitoefenen,  opeene  afdoen- 
de Tvijze  in  de  bemaling  des  Polders  zal  zijn  Toorzien;  iets,  wat  Tooral 
Toor  nieuwe  bouwlanden  Tan  het  grootste  belang  moet  worden  geachL 
Men  stelt  zich  verder  Toor,  de  verkaveling  en  begreppeling  dezer  knden 
vroegtijdig  in  het  aanstaande  voorjaar  te  doen  plaats  hebben,  vraardoor 
reeds  alsdan  eene  proeve  zal  kunnen  worden  genomen,  in  hoe  verre  de 
vereischte  vruchtbaarmakende  kracht  is  doorgedrongen. 

Tot  dus  verre  is  alzoo  dit  werk  in  alle  opzigten  met .  gunstig  geTolg 
daargesteld.  Reeds  tweemalen ,  den  21  October  en  12  December  IL  heb^ 
ben  hcTige  Noordwestenstormen  het  zeewater  tot  eeoe  buitengewone  hoog- 
te opgestuwd,  zonder  dat  de  dijken  belangrijk  hdbben  geleden,  loodat 
men  mag  hopen ,  dat  bg  eene  oplettende  behandeling  verder  geene  grooCe 
onheilen  Tan  dien  kant  zullen  zijn  te  wachten. 

Het  Bestuur  der  Maatschappij  is  ook  te  zeer  oTertuigd  Tan  de  waar- 
heid ,  dat  eene  hechte  bedijking  de  waarde  der  achterliggende  lande* 
aanmerkelijk  Termeerdert,  om  niet  alles  aan  te  wenden,  wat  naar  men- 
sdielijke  berekeningen  mogelijk  is,  om  den  eigenaren  dezer,  met  looveel 
kosten  en  zorg  Terkregene  akkers,  een  gerust  bezit  te  Terzekeren. 

Kostbare  steenglooijingen  en  andere  oeverwerken  worden  dtu  geens- 
zins gespaard,  tervirijl  men  zich  zooveel  mogelijk  tracht  bekend  te  ma- 
ken met  de  geaardheid  der  gronden,  waarop  de  dijken  komen  te  leg* 
gen.  Deze  onderzoekingen  gaven  spoedig  de  overtuiging,  dat  met  aan- 
wending van  betrekkelijk  weinige  kosten,  door  eene  verandering  in  de 
rigtiDg  der  aanvankelijk  voor  het  ooste^jk  deel  ontworpen  dijken,  nog 
eene  oppervlakte  van  ongeveer  300  bunders  kan  worden  ingesloten.  De 
daartoe  gevorderde  magtiging  van  het  Gouvernement  gevraagd  en  beko- 
men zijnde,  zal  zulks  in  het  volgende  voorjaar  alzoo  vw>rden  ten  uitvoer 
gelegd. 


Digitized  by 


Google 


B  U  L  A  G  £  R.  149 

Dil  oacerxigt  rtn  den  tegenwoordigen  stand  nn  zaken ,  hoe  beknopt  ook, 
geeft  ecbter  een  denkbeeld  Yan  denelver  omrang  en  belangrijkheid. 

Moge  dezelte  bij  voortduring  met  eenen  gelukkigen  uitslag  worden  be- 
kroond, en  de  ondernemen  daarin  de  beloooing  Tinden  Toor  de  tele 
moeiteQ  en  zorgen,  onaftcheidbaar  aan  zulke  grooCe  werken  rerbonden. 

Voor  eenilnidend  Aftchrift, 

de  GrüBer  der  SUten  Tan  Noard-ffolUmd  ^ 
H.     H«     R  O  è  L  l. 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L   A  G  £     D. 


-»«oooO  o-ooo*- 


Verslag  over  de  dennenrups  van   de  Provinciale 
Commissie  uit  Utrecht. 


In  aommige  streken,  bepaaldelijk  in  het  7*  district,  heeft  de  ver- 
woesting der  rupsen  opgehouden;  doch  in  andere  was  zulks  het  geral 
niet,  daar  het  kwaad  zidi  op  andere  plaatsen  bij  Toortduring  en  uit- 
breiding heeft  vertoond,  zooak  in  de  gemeenten  Zeist ^  Driebergen 
en  ie  Bilt.  De  uitgestrektheid  der  bosschen,  welke  door  de  denneo- 
rups  meer  of  minder  zijn  aangedaan ,  kan  alleen  in  de  gemeente  IVte- 
bergen  op  p.  m.  150  bunders  worden  begroot. 

Volgens  een  bij  den  Heer  Staatsraad  Gouverneur  ingekomen,  en  door 
Z.  HoogEd.  Gestrenge  aan  de  Commissie  toegezonden  berigt,  van  den 
Heer  tak  Bbrk,  Burgemeester  der  gemeente  Zeist  ^  heeft  de  dennen- 
rups zich  voornamelijk  in  zulke  bosschen  geopenbaard,  die  het  voor- 
gaande jaar  waren  verschoond  gebleven,  zijnde  echter  de  rups  niet  zoo 
menigvuldige  en  alzoo  de  schade  niet  zoo  groot  geweest  als  in  1844. 
In  deze  bosschen  echter,  welke  in  het  afgeloopen  jaar  als  met  rupsen 
waren  bezaaid,  en  wel  in  de  nieuwe  loten ,  welke  waren  geschoten ,  en 
waardoor  men  hoop  op  eenen  nieuwen  wasdom  had,  vertoonde  zich 
eene  soort  van  kleine  tor,  die  het  geschoten  lot  doorknaagde  en  het 
merg  er  uit  vrat,  zoodat  hetzelve  hol,  en  hgn  een  zwavelstok  gelijk, 
afviel,  en  eene  geheele  versterving  te  weeg  bragt,  welk  verschijnsel 
als  een  nieuwe  ramp  moest  worden  aangemerkt. 


Digitized  by 


Google 


B  U  L  A  Q  C  N«  151 

HMiairde  wordt  beri((fc  door  clen  Heer  A«  EilUJtG  op  Zandbergen , 
onder  ZeUi  gelegen. 

Wij  neenen  hier  (e  Biogen  mededeelent  ^^  uillrekiei  ait  eenea 
brief,  betrekkelijk  dit  oodenrirp,  door  gemeldeo  Heer  «an  den  Bur- 
gemeetter  dier  gemeente  getchrefeo,  waarbij  ket  nafolgende  wordt 
fenneld: 

»Toen  in  de  maand  Febraarij  jl.,  uit  hoofde  Tan  de  felle  Tortt,  welke 
aoo  lang  aanhield,  rele  wericxaamhedeo  moeiten  worden  gestaakt,  Ket 
ik  in  iomm'^  boMchen,  waarin  in  het  Torige  jaar  geene  ruptenpop- 
pen  wBten  geiockt,  den  grond  met  geweld  k^breken  en  kuilen  gra«* 
fea,  waarin  de  omliggende  boT«olaag  tan  motch  en  nadelen,  met  de 
ach  daarin  bevindende  niptenpoppen  werd  geworpen,  en  met  aarde  ge» 
dekt  ter  dikte  Tan  rijf  palmen,  ten  einde  het  uitkomen  dier  rüpeen 
pqipen  te  beletten. 

Met  dene  bewerking  werd  een  gerubnen  tfd  roortg^gaan  orer  eene 
timelyke  idlgeitrekiheid,  doch  maakte  dit  «loohts  een  betrekkelijk  ge-' 
ring  gedeelte  qit  van  28  bandera  en  84  roeden,  zijnde  de  gefaeele  op- 
penrlakte  der  meeit  geteisterde  boücben.  In  denelfde  maand  Februar^ 
ontbood  ik  zulk.  een  stuk  of  kluit,  hetwelk  uit  den  bofvengrond,  alt  iit" 
kkiup  werd  geüoken  en  mij  te  Amsttrimm  gezonden»  fletaelTe  in  een 
ferwaimd  Tertrek  bemtawnd  z^nde,  kwamen  omilreeks  de  helft  tkn 
Maart  de  THndera  daaruit  te.  .voortohijn.  Bet  waren  faniingranuw  ge* 
spikkelde  nachtvlinders;  bij  het  uitkomen  hadden  dezelve  geene  vletH* 
gelf ;  dene  ontwikkeklen  zich  binnen  24  uren.  Deno  vlinden  leetten 
van  6  tot  8  de^,  z$  aten  niet;  slecktt  leer  weinigen  hebben  eenige 
eijeren  gel^,  waarvan  in  buul  geene  zijn  idtgekoBMn,  terwijl  maar  «it 
de  groolata  helft  <&er  poppen  vlindert  z^  voortgekomen. 

In  de  boischen  vertoonden  zich  de  vlinden  omsireekt  de  helft  vani 
ApriL  Aldaar,  schijnt  het  kleinète  ge^o^l^  der  poppen  te  zijn  uUgeko- 
men,  en  zijn  er  nog  lang  daama  vele  doode  en  verdroogde  poppea 
aanwezig  bevonden.  Bij  deM  geJagenbeid  ia  opgemerkt,  dat  uit  de 
grooCtle  peppen  vBbdert  voortkwamen,  en  uit  eene  kleinere  aoort, 
welke  aan  de  einden  meer  teegerond  en  donkerder  bruin  tan  klenr  was» 
eene  menigte  groote  zwarte  vKegen  agn  te  voorachijo  gekomen «  welkt 
hij  groote  zwermen  door  de  bosschen  hebben  gevlogen,  tentijl  in  dm 
katile  helft  van  Mei  en  in  bet  b<^  van  Judij,  uit  andere,  van  de 
vorige  weinig  veracbillende  poppen,  twnederlei  andere  toerttti  vim  vlie- 
gende inaecten  vbortkvrmmèn;  de  eene  gelijkende  op  de  vliegende  mier, 
de  andere,  in  kleiDer  getal,  met  lang  en  dun  nehterüjf,  veel  ovcfereen- 
koBst  hebbende  mei  de  kltfne  wesp,  ook  vliegeneter  genaemd    Mede 


Digitized  by 


Google 


HSi  B  IJ  L  A  G  £  N. 

omtrent  dezen  tijd,  half  Junij,  werden  bij  lioogen  graad  Tan  wwmfe, 
de  eerste  rupsen  ontdekt;  dezelven  hadden  met  het  einde  dier  maand 
derzelyer  Tollen  wasdom  verkregen ,  en  waren  geheel  gelijksoortig  met 
cüe  Tan  het  Torige  jaar;  zij  doorknaagden  de  weinig  overgeUetene  ja- 
rige nadels,  en  fieleii  bij  gebrek  aan  Toedsel,  ook  op  de  nadefs  Tan 
wijnmoedspijnen  aan,  welke  boomsoort  daarran  minder  geleden  heeft 
dan  de  dennen. 

Of  de  opgemelde  insecten  op  de  rupsen  hebben  geaasd ,  h^  ik  ni«C 
kannen  bespeuren^  daar  dezelTe  zich  in  de  toppen  der  bocmen  beTon- 
den,  maar  wel,  dat  de  rupsen  zich  dezen  zomer,  in  nfjne  boischen  al- 
thans, in  Teel  kleiner  aantal  hebben  geopenbaard;  maar  deze  bossohen 
waren  ook  in  het  Torige  jaar  het  meest  aangetast  geweest,  zoodat  de 
booonen  bijna  nadelloos  waren ,  en  de  weinige  jonge  loten  naauwelijks  b^ 
gonnen  te  ontspruiten. 

Om  eenige  jonge  bosscfaen,  Tvelke  aan  de  aangetaste  grensden,  te  be- 
Teiligen,  liet  ik  langs  dezelTe  greppels  of  kleine  slooten  graTen,  aan  de 
zijden  der  te  beTeiligen  bossohen  uilgebold,  om  het  oTerkruipen  der  rup- 
sen te  beletten ,  doch  heb  ik  niet  ontdekt  dat  zij  dit  jaar  in  groote  ge- 
tallen hebben  gekropen. 

De  bossdien ,  welke  in  her  Torige  jaar  zijn  beTrijd  gebleTen ,  zijn  bij  mij 
althans,  ook  wederom  dit  jaar  gelukkig  gespaard,  terwijl  elders  in  bos* 
schen,  welke  woeger  waren  benijd  gebleTen,  dezen  zomer  de  grootste 
Terwoestingen  zijn  aangerigt. 

Met  het  begin  Tan  Augustus  begonnen  de  rupsen  te  Terflaauwen,  af  te 
Tallen  en  te  Terpoppen,  vraarTan  later  Tele  zijn  bcTonden  ledig  of  uit- 
gegeten, zonder  te  hebben  kunnen  ontdekken  door  welk  insect;  ook  zijn 
dit  jaar  de  spreeuwen  wederom  in  buitengewoon  groote  hoeTeelheden 
in  de  bosschen '  waai^nomen. 

Alhoewel  de  dennennips  zidi  bij  mij  dit  jaar  in  Teel  geringer  aantal 
heeft  geopenbaard,  T?as  daarentegen  de  kleine  blaauwzwaiie  deaneotor 
in  buitengewone  mate  in  alle  denneobostchen  aanwezig;  zij  doorknaagden 
de  jonge  loten  en  deden  deielTe  afvallen,  zoodat  de  grond  met  groene 
takjes  was  bedekt;  eene  nieuwe  ramp  Toorwaar,  Tooral  in  de  mtgdc 
door  de  rupsen  reeds  zoo  zeer  geteisterde  en  Tan  nadeis  bijna  berooide 
bossohen. 

De  Trees  Toor  de  nadeelige  gefdgen  Tan  dezen  tweejarigen  ramp  heeft 
zich  dan  ook  ongelukkigerwijze  meer  dan  te  Teel  Terwezenfijkt  In  hel 
midden  der  meest  aangetaste  bosKhen  bleken  de  meeste  boomen  dit  TOOr* 
jaar  dood  te  zijn,  terwijl  anderen,  die  nog  groene  nadeb  hadden  OTerge- 
honden  of  ook  jonge  loten  gemaakt,   later  bleken   'm  den  wortel  reeda 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  G  E  N.  153 

TentonrcB  te  ziJB  en  va»  oodereo  opttienreD.  Onder  de  achort  dezerboo- 
men  Yerfoonden  zich  al  qioedig  de  gewone  houtworm,  die  in  de  ttam- 
men  doordrong;  wedialve  er  geen  ander  middel  orerbleef,  om  van  de 
Tenninderende  waarde  nog  zoo  Teel  mogelijk  te  redden,  dan  om  deze 
boiwlien  geheel  of  gedeeltelijk  te  Terkoopen ,  welke  gedwongene  Terkoo- 
pen ,  en  zulkt  op  zoo  vele  plaatten  en  in  te  grooCe  manaat  dan  ook  niet 
anders  dan  tot  aanmerkelijk  verlaagde  prijzen  konden  worden  bewerk- 
aleUigd ,  naauwelijks  de  helft  of  een  derde  bedragende  van  de  waarde , 
welke  deze  boomen  zouden  gehad  hebben,  in  gezonden  staat  en  in  gewone 
omitandigheden.  Door  dezen  onvoorzienen  ramp  is  dan  ook  de  berekening 
der  belastbare  waarde  bij  het  kadaster,  waarnaar  de  grondlasten  jaar- 
lijks moeten  worden  betaald ,  aanmerkelijk  komen  te  falen. 

Daar  de  meeste  dennenbosschen ,  welke  door  de  rupsen  zijn  aange- 
daan, gekapt  worden,  kan  zulks  mogelijk  eenigennate  medewerken  om 
den  voortgang  van  het  kwaad  tegen  te  gaan,  daar  de  oppervlakte  van 
den  grond  door  het  kappen  en  wegvoeren  van  het  hout  niet  rustig  blijft 
liggen,  en  aan  de  poppen  van  het  insect  de  noodige  gelegenheid  en  tijd 
niet  wordt  gelaten  tot  het  uitkomen. 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


ALPHABETISGH 
REGISTEIL 

A. 

Aanmerkingen  UZ) BI.  127 

Aardappelen  (lo) 62 

B. 

Biezen  (38) 107 

Btjen  29 90 

Bloemieterijen  (32) 93 

Boekweit  (5) 55 

Boomkweekerijen  (33)  > 95 

Boenen  {Paarden-  en  DtUveU')  (14) 57 

Boter  (23) 79 

a 

Cichorei  (12) 55 

E. 

Erwten  (13) 54 

G. 

Garst  (3) 26 

Gevogelte  (28) .  90 

Graelanden  (21) 74 

Gronden  {Woeete)  (39) 109 

H. 
Hakhout  {Weerden-,  Elzen-  en  Etgchen)  {Zl)  106 

Haver  (4) 51 

Hennep  (8) 46 

Hooi  (21) 74 

Hop  (11) 52 

Hout  {AkkermaaU)  (36) 104 

K. 

Kaas  (24) 81 

Klaver  (20) 71 

Knollen  (17) •  .  67 

Koolzaad  (6) 57 


Digitized  by 


Google 


156  HEGISTER. 

L. 

Linzen  (15) 61 

M. 
Meekrap  (10) SO 

P. 

Paarden  (25). 82 

Producten  (Nieuwe)  en  Proefnemingen  (40) .  .  113 

R. 

Riet  (38) • .107 

Rogge  {^).  . 19 

Run  (36) 104 

Rundvee  (22) 76 

S. 

Schapen  (26) 84 

Spurrie  (19) 70 

T. 

Tabai  (9) 47 

Tance  (1) 15 

.V.       . 

Varken*  (27) 87 

Vlas  (7) 41 

Vrucktboomen  (34) 97 

W. 

Warmoezerifen  (30) 92 

Weder  {Gesteldheid  van  het) 1 

Weeën  en  Vaarten  (  Toestand  en  verbeUring  van) 

(fi) rT...i25 

Wikken  (15) 61 

Wol  (26) 84 

Wortelgewassen  (18) 69 

Woudboomen  (Opgaande)  (35) 101 

Z. 

Zaden  (Fijne)  (31) 95 


Digitized  by 


Google 


UAMUmSLlXeiEiM 

DER 
NEGEN-Ell-ZESTIGSTE 

ALGEMEENS   YERGADERING 

VAN  DE 

TiEDERLANDSGHE  MAATSCHAPPIJ 

TER  BEVORDERING  VAN 

NU  VERHEID, 
gehouden  te  Haarlem  , 

Op  den  2l8ien  Julij  1846  en  volgende  tlagen. 


-«<>^Hx>C§9< 


Op  Dingsdag  den  21>teQ  Jalij  1846,  is  de  Negen- 
en--  Zestigste  Algemeene  Vergadering  der  Nederland- 
8CHE  Maatschappij  ter  bevordering  van  Nijverheid 
gebonden ,  in  het  locaal  van  de  Staten  der  Provincie 
Noord-Holland  op  het  Prinsenhof  te  Haarlem,  en  wel 
de  eerste  Zitting  des  voormiddags  ten  negen  ore. 

Tegenwoordig  waren  de  Heeren  Directeuren:  Dr.  J.  A. 
TIN  Bemmelen,  President,  Mr.  Johs.  £nschedé,  Dr.  F.. 
J.  van  Maanen  ,  Prof.  A.  H.  van  der  Boon  Mesch  ,  Mr. 
W.  H.  VA5  Voorst,  Prof.  Dr.   A.  Numan  en  Mr.  J.  C. 

FaBER   van    RiEMSPTK. 

A 


Digitized  by 


Google 


2  HANDELINGEN,   1846. 

Aan  de  Vergadering  wordt  kennis  gegeven ,  dat  te  Noord- 
hom ,  in  de  Provincie  Groningen ,  een  Departement  dexer 
Maatschappij  is  opgerigt ;  dat  het  Departement  's  Herio- 
genbosch  heeft  opgehouden  eene  afdeeling  dezer  Maatschap- 
pij te  zyn ,  en  dat  de  geachte  Directeur ,  de  Heer  Mr.  M. 
U.  Weldtk  van  Limmen  ,  op  den  8s(«°  der  vorige  maand  is 
overleden* 

Hierop  wordt  door  de  Afgevaardigden  der  Departemen- 
ten, naar  luid  van  Art.  185  der  Wetten,  door  het  trek- 
ken van  een  Nommer,  de  rang  van  zitting  en  stemming 
bepaald ,  en  naar  inhoud  van  Art.  186  de  Brieven  van 
qualificatie  voorgelezen ,  waaruit  bl^kt,  dat  tot  deze 
Vergadering  zijn  gecommitteerd ,  van  wege  het  Departe- 
ment (1). 

Groningen.  De  Hoogleeraar  J7.  C.  van  Hally  de  Mee- 
ren U.  Cr.  Schilikuis  Jz. ,  *Dr.  Z.  AH  Cohen  en  C.  E. 
van  Ankum. 

Delft.  *P.  J.  Kipp^  *L.  A.  van  Meerien^  *Dr.  S. 
Bleekrode. 

's  Gratenhage.  De  Heeren  *Dr.  C  E.  Muller  ^  *D.  JT. 
van  Deinse,  *F.  1>.  Vrijdag  Zijnen. 

Limmen.  Uit  het  Bestuur  de  Heeren  *6r.  C  JI.  van 
Vloten^  V.  Stuart  en  *A*  Ealder  E%.  als  Leden  uit 
het  Bestuur,  en  üit  de  Leden  de  Heeren  V.  G.  A. 
Verhoeff  Secretaris ,  *A*  Eirsckig  €%• ,  Z.  /.  van 
Stry  en  Mr.  A.  /.  C  Mcuts  Geesleranus  van  Zuid" 
scharwoude. 

Arnhem.  De  Heeren  •Mr.  C.  P.  E.  Robidé  van  der 
Aa   en  V.  Boeker. 

Oud-Beijeriund.  De  Heeren  •Mr.  W.  WïjnaemÜs^  A. 
van  Driel^  *Mr.  J.  Los^  J.  MaelPz.^  J.  Verhoeven 
en  ƒ.  /.  Buurman. 


(1 )  De  mf  l  een  *  geleckende  zijn  op  de  Vergadering  tegenwoordig  geweest 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  3 

Leiden,  pe  Heeren  P.  E.  Sioffels^  *H.  R.  de  Breuk  ^ 
*W.  J.  Hoefman^  'Mr.  N.  van  Beefiingh^  *J.  Castaux^ 
J.  de  riaam,  *S.  Meerburg,  W.  K.  J.  Seko&ry  ƒ.  W. 
Schaap. 

Haarlem.  De  Heeren  V.  A.  van  E  eden  ^  *Joh.  de  Breuk  ♦ 
•JT.  Kaanj  ait  de  Directie;  *N.  J.  A.  Travaglino,  V.  ff. 
Dfserinck,  •Mr.  P.  Mabé  Jr. ,  *A.  BakeU ,  *C.  K.  de 
Geus,  en  /•  C  Krusenuin. 

Assen*  *Mr«  P.  W.  Alsiorpkius  CrreveUnk ,  Secretaris  vao 
gemeld  Departement 

Utrecht.  Uit  de  Directie  Prof.  A.  C.  Bergsma  en  Mr. 
/•  Gerltngs  ;  uit  de  Leden  de  Heer^i  *F.  Berfkena  en  •Dr. 
r.  W.  C.  Krecke. 

Deventer.  •Mr.  A.  J.  Bouck  en  Dr.  C.  B.  J.  van 
BercAujfs* 

Rotterdam.  De  Heeren  •Mr.  2>.  ü.  Gevers  Deijnoot , 
*Dr.  G,  van  Charante  en  •!>.  S*  Bouwmeester. 

Amsterdam.  De  Heeren  IV.  E.  Wdmsinck  P%.j  *D.  Pas, 
•Mr.  fV.  ƒ.  C.  van  Basseli,  •Dr.  5.  Sarpkatiy  •Jhr.  Mr. 
B.  Boeufft  van  Velzen  ^  nit  het  Bestnar  en  *A.  B.  Wal- 
ter  nit  de  Leden. 

Sassenheim.  De  Heeroi  •Mr.  W*  B.  Huygens,  *W.  A. 
A.  Buijgens ,  •P.  O.  van  Waveren  Pancras  Clifford 
en  G.  J.  Bengeveld. 

WoRMERTBER.  De Hccren  *H.  P.  Pieper,  •/.  Dekker  C%. 
*B'  Ruijter   en  ƒ.   Stuurman. 

Zaandijk.  De  Heeren  •/.  Spekham  Duives  en  *D.  Donker. 

Gouda.  De  Heeren  •Mr*  Ravestein  Medemblik^  •/. 
Thierry  de  Bije   en*!  P.  Viruly. 

De  Vergadering  wordt  door  den  President,  den  Heer 
Dr.  J.  A.  VAN  BemmeleNi  met  eene  Aanspraak  geo- 
pend. 

Daarna  wordt,  in  voldoening  aan  de  Artikelen  1 10  en 
126  der  Wetten,  benoemd  eene  C!ommissie  tot  het  na- 
rien  en  opnemen  der  Rdcening  dezer   Maatschappij ,  over 


Digitized  by 


Google 


4  HANDEUNGEN,  1846. 

het  Jaar  1845,  en  worden  daartoe  uitgenoodigd  de  Departe- 
menten ^s  Gravenhage  9  Uirechi  ^  RoUerdam  «n  Delft. 
In  banden  van  deze  Commissie  wordt  ook  gesteld  de 
Begrooiing  van  de  waarschijnlijke  ontvangsten  en  uit- 
gaven in  1847  ,  met  eene  daartoe  strekkende  "Memorie  van 
toelichting. 

Hierop  wordt  de  Rekening  over  den  Jare  Ii345 ,  nevens 
een  korte  staat  der  Kasse  tot  primo  Janij  dezes  Jaars,  ter 
inzage  van  de  Leden ,  ter  tafel  gelegd. 

Vervolgens  worden,  ten  gevolge  van  Art.  189  der  Wetten , 
door  den  President  in  de  Commissie  van  Landbouw  be- 
noemd de  Heer  Directeur  Professor  Dr.  A.  Numan,  en 
de  afgevaardigden  uit  de  Departementen  Utrecht  j  Gronin- 
gen^ *s  Gravenhage  ^  Leiden  ^  Limmen^  Heuxrlemj  Rot^ 
ierdaniy  Sassenheim^  Oud-Beijerland ^  Assen  en  Amster» 
dam^  en  wel  om  de  Vergadering  te  dienen  van  berigt:  !<>. 
op  de  Geëxpireerde  Prijsvragen  ^  vermeld  in  de  Ponten 
van  Beschrijving  bladz.  11,  de  *Conceptvragen  No.  6,7, 
8,  9,  12,  20,  21,  22,  23,  26  en  27,  en  op  eenen  brief 
van  de  Maatschappij  ter  indijking  der  Waard-  en  griend- 
gronden  in  Noord-Holland,  met  overlegging  van  eenige 
monsters  zaad  en  halmen  Garst ,  Rogge  en  Tarwe  ^  in 
dit  jaar  aldaar  gegroeid. 

Tot  de  Commissie  van  Kunsten  ,  Handwerken^  Fahrij^ 
ken  en  Trajijken^  worden  uitgenoodigd  de  Heeren  Direc- 
teuren Dr.  F.  J.  VAN  Maanen  en  Prof.  A.  H.  tan  dkr 
Boon  Mesch  ,  benevens  de  Afgevaardigden  uit  de  Depar- 
tementen Haarlem n  Leiden^  Amsterdam^  Utrecht^  Gro- 
ningen ^  Rotterdam y  Zaandijk^  Limmen^  SassenheiMj 
Delft , Deventer ,  Gouda  ^  Wormerveer  en  Arnhem  9  en 
wel  om  de  Vergadering  te  dienen  van  berigt:  !<>  op  de 
Geëxpireerde  Prijsvragen,  omschreven  in  de  Punten  van 
Beschrijving  bl.  12;  2o  op  de  Conceptvragen ,  No.  1,  2, 
3,  4,  10,  11,  13,  14,  15,  16,  17,  18,  19,  24  en  35, 
en  30   op   Art.  11   en  15  der  Punten  van  Beschrijving,  de 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  5 

Geexpireerde  Prijsvraag  No.  184,  welk  gebruik  er  van 
het  oude  Bltk  te  maken  xQ ,  en  op  de  in  advies  gehon- 
dene  Conceptvragen  N».  7  en  26  ,  over  het  gebruik  te 
maken  van  de  uit  Oost-Indiën  aangevoerde  Bindroiétngen, 
en  over  de  toepassing  de  Galvano-plastiek  op  Palher's 
Glypkograpkie. 

Tot  de  Commissie  van  Koophandel^  Zeevaart  en  Vis- 
êcherijen  worden  verzocht  de  Heeren  Directeuren  C.  J.  Gla- 
TiMANS  en  Mr.  J.  G.  Fabkr  van  Riehsdtk,  om  met  de  ge- 
committeerden uit  de  Departementen  Amsterdam  ^  Rotter- 
dam ,  Zaandijk  en  Wormerveer ,  te  willen  dienen  van 
consideratiën  en  advies  op  de  in  dit  Jaar  opgegevene 
Conceptvragen  No.  5  en  28,  te  vinden  in  de  Ponten  van 
Beschrijving  bladz.  15   en  33. 

Hierna  overgaande  tot  de  Artikelen  van  de  Ponten  van 
Beschrijving,  zeo  wordt  omtrent 

Art.  1.  Het  doen  van  rapport  nopens  de  verrigtingen 
van  Directeuren  j  sedert  de  laatstgehoudene  Algemeene 
Verg€ulering  y  berigt,  dat  ie  Pryzen  en  Belooningen  ^  door 
die  Vergadering  toegekend ,  blijkens  de  overgelegde  Reke- 
ning, aan  de  belanghebbende  zijn  uitgereikt. 

Nopens  Art.  2 :  het  doen  van  Verslag  door  de  Depar- 
tementen ,  wegens  gedane  nieuwe  proeven ,  ontdehAin- 
gen  en  verbeteringen  in  den  Landbouw ,  (Handlgn..  bladz. 
927)  blijkt,  dat  geen  der  Departementen  hieromtrent 
eenige  mededeeling  heeft  te  doen. 

Omtrent  Art.  3 :  het  doen  van  berigt  door  de  Departe-- 
menten ,  nopens  de  Kunsten ,  Handwerken ,  Fabrijken  en 
Trajijken  (Handlgn.  bladz.  928)  wordt  door  het  Departe- 
ment Deventer  ingediend  het  navolgende  verslag. 

Het  Deventersche  Departement ,  opmerkzaam  .  gemaakt 
op  de  belangrijke  Verhandeling  van  den  Heer  L.  A.  van 
Meerten,  te  Delft:  Over  hetgeen  ter  verbetering  tij  het 
gebruik  van  eikenhouten  Vaten ,  bijzonder  van  boterva- 
ftn  kan  gedaan  worden  ^  en  over  de  bewaring  van   het 


Digitized  by 


Google 


6  HANDEUN6EN,  1846. 

Aoui  in  het  tUgemeen ,  te  vinden  in  bet  TgcUchrift  der 
Maatschappi}  D.  IX.  St.  3,  vond  haren  inbond  zoo  hoogst 
nuttig  in  de  toepassing,  dat  het  besloot  de  onderwerpelQ- 
ke  zaak  nader  te  onderzoeken. 

Dit  onderzoek  aan  deszelfs  Commissie  van  Kunsten  enz. 
opgedragen  zijnde,  heeft  deze  zich  op  eene  hoogst  naauw- 
keurige  wijze  van  baren  taak  gekweten,  en  niet  alleen  al 
de  opgegevene  resultaten  bevestigd  gevonden ,  maar  bo- 
vendien proefondervindelijk  aangetoond  ,  hetgeen  later  ook 
door  den  Heer  L.  A.  tan  Meerten  is  opgegeven,  dat 
het  vaatwerk  niet  met  de  bedoelde  oplossingen  behoeft  ge- 
vuld te  worden ,  maar  dat  eene  bloote  bestrijking  met  de» 
zelve  voldoende  is. 

Op  grond  van  een  en  ander  heeft  bet  Departement  niet 
geaarzeld  deze  hare  proeven  met  derzelver  verkregene  uit- 
komsten onder  de  aandacht  der  Stedelijke  Regering  te  bren- 
gen ,  met  uitnoodiging  om ,  zoo  H.  £•  Achtb.  met  het  De- 
partement eenstemmig  over  het  nut  der  uitvinding  mogt 
oordeelen ,  er  alsdan  zoodanig  gebruik  van  te  maken ,  als 
H.  E.  Achtb.  het  doelmatigste  mogt  voorkomen;  en  met 
genoegen  kan  het  Departement  berigten,  dat  ook  de  Ste- 
delijke Regering  de  zaak  belangrijk  genoeg  beschouwd 
heeft,  om  baar  aan  de  Provinciale  Staten  in  overweging  te 
geven. 

Ten  aanzien  van  Art  4 :  hei  doen  van  verslag  door  de 
Departementen  nopens  den  Koophandel^  Zeevaart  en  Vis- 
scherijen  (Handlgn.  bladz.  929)  geene  mededeeling  gedaan 
zijnde,  zoo  wordt 

Met  opzigt  tot  Art.  5 :  nopens  de  imending  van  de  Naam- 
lijst  der  Leden  door  de  Departementen  (Handlgn.  bl.  829) 
gemeld,  dat  daaraan  door  dezelve  is  voldaan  en  dat,  naar 
aanleiding  van  Art.  4  der  Wetten  ,  de  Naamlijst  der  Leden 
in  dit  jaar  is  herdrukt  en  aan  de  Departementen  gezonden. 

Op  Art.  6 :  het  doen  van  herigt  der  Ledsn  Correspon» 
denten j  (Handlgn.  bL  929  en  970) wordt  gemeld:  l».  dat 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  7 

▼an  het  Cfoaveraesieiit  zyn  ontFangen  de  Provinciale  Saaien 
van  de  Vooribrengselen  van  €len  Landbouw  j  over  1845 , 
en  deaie  over  het  voorachreven  jaar  ook  oog  zQn  ingeionden 
door  de  Leden  Correspondenten  >  de  Ueeren  Jkbr.  Mr.  U. 
B.  Martini  van  Ouwerkürk,  te  '^  fferiogenbosck ;  T.  van 
I>UTNHovEN,  te  Cuykf  bjj  Grave;  Jkhr.  Mr.  M.  A.  J. 
TAN  DER  Breken  Pastrel,  te  Eindhoven;  Jkhr.  W.  J.  E. 
Baron  van  Ltndrn  van  Hemmen  ,  te  Hemmen ,  bij  Wage- 
ningen  ;  O.  W.  A.  Grave  van  Btlandt  van  Marienwaerth  , 
op  den  Hoize  Marienwaerth  ^  onder  Beest;  Mr.  C.  P.  E. 
RoBiDÉ  VAN  DER  Aa,  ïb  Arnhem ;  Dr.  W.  C.  H.  Staring, 
te  Lochem;  B.  te  Gehpt,  te  Batenburg  bij  Nymegen; 
F.  Baron  van  Brakël,  te  Lienden;  Dr.  J.  Wttewaal, 
te. Voorst j  bij  Zutphen;  W.  Hutgens  Tholen,  te  Bos- 
koop; Mr.  P.  Pont,  te MedembliA ;  Mr.  W.  Bok,  op  Texel; 
J.  lé.  Crap  Hellingman,  aan  de  Helder;  A.  Perk,  te  Hil- 
versum; J.  BouMAN,  in  de  Beemster ;  M.  M.  de  Lange, 
te  Tholen;  J.  G*  J.  van  den  Bosch,  te  fFilhelminadorp f 
bg  Goes;  W.  van  Petbia,  te  Ternaard;  T.  G.  Wasse- 
naar, te  St.  Anna  Parochie  y  Grietenij  het  Bildt;  B.  W. 
Bltdenstbtn,  te  Enschedé;  Dr.  E.C. Enklaar,  te  Zalk^ 
by  Zwolle;  G.  Reinders,  op  den  huize  Groot  Zeewijk^ 
in  de  Noordpolder;  S.  P.  van  der  Tuuk  ,  te  Bellingwol^ 
de;  H.  H.  DB  Haan,  te  Helium;  J.  C.  Billroth,  te 
Noordhom ;  Mr.  J.  Tonckens  ,  te  Westerwolde ;  W.  Vis- 
ser, te  ^sGravenhage ;  van  dezen  laatsten  wegens  de  Ko- 
loniën der  Maatschappij  van  Weldadigheid;  voorts  nog  van 
het  Lid  dezer  Maatschappij  den  Heer  A.  Liese  ,  te  Apel- 
doorn en  van  het  bnitenlandsch  Lid  CJorrespondent  den 
Heer  G.  Voorhelm  Schnbevoogt  ,  te  Anholt  in  Pruisen , 
wegens  zijn  voormalig  district  Gendringen^  in  Gelder- 
land; en  van  de  Departementen  Amsterdam  ^  Oud-Beijer- 
land^  Delft ^  Deventer^  Goes,  Gouda ,  's  Gravenhage^ 
Haarlem ,  Leiden ,  Middelburg ,  Rotterdam ,  Sassenheijm , 
Wormerveer  en  Zaandijk, 


Digitized  by 


Google 


8  HANDEUN6EN,   1846. 

29.  Dat  buiten  Toormelde  Staten  ook  nog  berigten  lijn 
ingekomen  nopens  de  Kunsien ,  Handwerken »  Fabrijken 
en  Trafij&eny  den  Koophandel  y  de  Zeevaart  ea  Fisêche» 
rifen  yen  wel  van  de  Departementen  Delft  y  Deventer  y 
Gouda  y  Leiden y  Wormerveer  en  Zaandijk^  en  Tan  de 
Leden  Correspondenten,  de  Heeren  S.P.  tan  der  Tuuk, 
te  Bellingwolde ;  6.  Reinders^  op  den  Huize  Groot^Zee" 
wijk^  bij  Warfum;  H.  H.  de  Haan,  te  Helium;  J,  ۥ 
BiLLROTH,  te  Noordhom;  A.  Perk,  te  Hilversum;  J.  J. 
^$B1ITS  VAN  EcKART,  te  Eyndhoven ;  O.  W.  A.  GraTe  tan 
Btlandt  van  MARiëNWAERTH ,  te  Mariënwaerth ;  B.  W. 
Bltdenstbtn,  te  Enschedé;  van  het  Lid ,  den  Heer  A.  Liese, 
te  Apeldoorn  en  het  Lid  Correspondent  den  Heer  6.  Voor- 
iiELM  ScHNEEVooGT,  te  Anholt ^  iu  Prutsen^  nopens  zijn 
voormalig  distriet  Gendringen  in  Gelderland^ 

3o«  Wordt  nog  berigt,  dat  van  de  in  het  vorige  jaar 
benoemde  Leden  Correspondenten  die  betrekking  is  aange- 
nomen door  den  Heer  J.  C.  Billroth,  te  Noordhom  en 
J.  D.  Preuyth,  ie  Geervliet;  dat  de  Heer  M.  J.  Adriani, 
te  Oude  Pekel' A  is  overleden;  en  dat  de  Heeren  W.  J.  i.  van 
Franckenbero  en  Proschlitz,  te  Sas  van  Genty  B.  Rus- 
burg te  Kampen  en  B.  W.  Bltdenstein  te  Enschedé ,  uit 
hoofde  van  gevorderde  Jaren  hebben  bedankt,  en  dat  de 
Heer  J.  Groenewegen  ,  te  Zoetermeer  y  van  die  betrekking 
heeftafgezien,  als  zijnde  lid  geworden  bij  het  Departement 
Delft. 

Hierop,  ingevolge  Art.  206  der  Wetten  y  de  omvraag  ge- 
schiedende, of  er  ook  Leden  Correspondenten  zijn  voor  te  stel- 
len, worden  de  hiertoe  voorgedragene  op  eene  lijst  gebragt, 
em  daaruit  op  den  laatsten  dag  der  Vergadering  eene  keuze 
te  doen. 

Omtrent  Art.   7 ,    het  doen  van  berigt  nopens  het  Ka-- 

binet   en  de  Boekver%ameling  der  Maatschappij  (Handel. 

'bl.  931),  wordt  gemeld,  dat  daarin  zijn  geplaatst  de  in  het 

voorgaande  jaar  bekroonde  en  geremunereerde  stukken ,  te 


Digitized  by 


Google 


UANDEUNGEN »  1846.  9 

weten :  ijzeren  vertinde  goederen ,  geplei  tin  en  compo* 
sitievanloodentin^  kcUoenen  zeildoek  ^  spaansch-groen  ^ 
zijde  ^  cudbear  en  naile  orseille,  Nieuw^Zeelands  vlas^ 
bier-  en  wijnglazen  en  geelste  platen. 

Art.  8  ,  het  doen  van  verslag  wegens  het  Tijdschrift 
ter  bevordering  van  Nijverheid  dezer  M<iatschappij , 
(Handel,  bladz.  931),  wordt  gerapparteerd,  dat  van  af  de 
Algemeene  Vergadering  in  het  vorige  jaar  in  druk  zijn 
nitgegoFen  en  aan  de  Departementen  verzonden  het  4e  stuk 
van  het  IXe  Deel  en  het  Ie  en  2e  stuk  van  het  Xe  Deel, 
waarvan  het  3e  stuk  ter  pers  is  en  binnen  kort  staat 
uitgegeven  te  worden. 

Ten  aanzien  van  Art.  9 :  vorderende  het  doen  van  ver^ 
slag  nopens  het  volAs-onderwijs  in  de  Wïs^  en  Natuur» 
kundige  Wetensciappen ,  toegepast  op  Handwerken  en 
Fabrijkeny  (Handel.  bL'931)  wordt  het  volgende  gemeld: 

Ter  voldoening  aan  het  voorschrift  van  Art.  164  der 
wetten ,  is  door  elk  der  zes  departementen  9  waaraan  in  het 
afgeloopen  jaar  eene  ondersteuning  voor  de  industrie-seho- 
len  is  toegelegd,  een  verslag  van  het  gegeven  onderwijs 
ingezonden.  Die  Departementen  z^n:  Assen,  Groningen, 
Haarlem,  Leiden,  Middelburg  en  Rotterdam.  Deze  ver- 
slagen getuigen  zoo  wel  van  de  belangstelling  en  van  den 
i^ver  dier  Departementen,  als  van  de  goede  uitkomsten , 
welke  het  onderwijs  heeft  opgeleverd;  ook  vooral  daar, 
waar  hetzelve  door  medewerking  van  andere  inrigtingèn 
of  ook  van  *s  Lands  Regering ,  eene  meerdere  uitbreiding 
heeft  kunnen  verkrijgen. 

Kortelijk  zullen  wij  de  voornaamste  bijzonderheden  dier 
verslagen  aanstippen. 

Te  Assen  bedroeg  het  getal  leerlingen  25 ,  welke  de  les-^ 
sen  in  het  hand-  en  bouwkundig  teekeoen  geregeld  heb* 
ben  bijgewoond.  Zij  hebben  blijken  gegeven ,  dat  zij  het 
onderwijs  op  prijs  stellen.   Van  hunne  vorderingen  is  ook 


Digitized  by 


Google 


10  HANDEUNGEN,  1846. 

gebleken, op  een  in  de  maand  April  U*  gdionden  examen, 
MraarbjJ  de  GouTernear  der  Provincie  en  de  Burgemeester 
der  Stad  tegenwoordig  waren;  terwijl  door  een  lid  der 
Commissie  voor  de  scliool  aan  eenige  leerlingen  getuig- 
schriften werden  uitgereikt. 

Door  tusscbenkomst  van  den  Gouverneur,  heeft  het  De- 
partement ten  behoeve  van  de  school  van  Zijne  Majesteit 
den  Koning  voor  ééns  eene  subsidie  van  /600  bekomen , 
en  men  vleit  zich  ook  van  de  Stad  eenige  ondersteuning 
te  verkrijgen ,  tot  verbetering  van  het  school-Iocaal* 

TVij  mogen  intusschen  niet  onopgemerkt  laten ,  dat,  daar 
in  dit  verslag  slechts  van  onderwijs  in  het  hand-  en  bouw- 
kundig teekenen  melding  wordt  gemaakt,  hieruit  schijnt 
te  moeten  worden  opgemaakt,  dat  het  onderwijs  zich  ook 
niet  verder,  en  bepaaldelijk  niet  tot  de  reken-  en  wiskun- 
de heeft  uitgestrekt,  en  dus  niet  geheel  aan  de  bedoelin- 
gen der  Maatschappij  heeft  beantwoord. 

Te  Groningen  heeft  het  onderwijs  meerder  omvang 
gehad,  en  zich  ook  uitgestrekt  tot  de  reken-,  meet- 
en  natuurkunde.  54  Leerlingen  hebben  daaraan  deel  ge- 
nomen. De  Onderwijzer  betuigde ,  dat  hij  hoogst  te  vre- 
den  was  over  den  betoonden  ijver  van  alle  zijne  kweekelin- 
gen,  en  dat  hij  daardoor  zeer  in  zijne  niet  gemakkelijke 
taak  bemoedigd  werd. 

Ook  daar  is  een  voldoend  examen  gehouden,  en  men 
heeft  het  voornemen  weldra  aanmoedigende  geschenken 
en  getuigschriften  aan  eenige  leerlingen  uit  te  reiken,  en 
wel  vooral  aan  hen,  die  zich  een  gunstig  getuigenis  bij 
hunne  werkbazen  hebben  verworven. 

Van  den  naar  Hamburg  gezonden  kweekeling  had  men, 
in  Augustus  des  vorigen  jaars,  gunstige  berigten  ontvan- 
gen »  terwijl  een  beloofd  nader  omstandig  schrijven  met 
belangstellend  verlangen  werd  verwacht. 

Ook    te   Haarlem    is   geregeld   onderwijs    gegeven    in 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  11 

de  reken-»  meet-,  werktuig-  en  natnarkonde,  terw^Iook 
iets  gedaan  ia  aan  het  meetkandig  teekenen.  De  werktui- 
gen en  mtniuntende  modellen  uit  Tetlers  kabinet  zijn  ook 
dit  jaar  weder  der  induatrie«school  ten  gebroike  afgestaan. 
49  Leerlingen  hebben  aan  het  onderwijs  deel  genomen ,  en 
de  tweemaal  's  weeks  gegeven  lessen  over  het  algemeen 
getrouw  bggewoond. 

De  vlijt,  waarmede  vele  jongelingen  de  industrie-school 
bezoeken,  hunne  belangstelling  in  het  onderwijs,  hunne 
betuiging,  dat  het  genoten  onderwiys  hen  uitstekend  is  te 
stade  gekomen,  en  de  omstandigheid,  dat  veelal  de  broe- 
ders uit  hetzelfde  gezin,  de  een  naden  ander,  aan  het  on- 
derwijs deel  nemen,  en  dat  de  vaders,  die  werkbazen  zijn, 
hunne  zoons  zoo  gaarne  op  de  school  geplaatst  zien,  wor^ 
den  door  het  Departement  te  regt  als  bewijzen  aangevoerd , 
dat  het  ware  doel  dezer  instelling,  namelijk:  den  aanko- 
menden knecht  de  hand  te  bieden  en  den  weg  te  wijzen, 
om  zijn  werk  met  oordeel  te  verrigten ,  ten  aanzien  van 
vele  der  kweekelingen  bereikt  wordt. 

Te  Leiden  is  het  onder w(|s  weder,  onder  medewerking 
van  het  Departement,  op  dé  scholen  van  het  Genootschap 
Maihesis  Soieniiarum  GenUrix  gegeven ,  zoodat  het  hono* 
rarium  van  de  onderwijzers  in  de  natuurkunde  en  in  het 
mechanisch  teekenen,  gedeeltel^k  uit  de  maatschappelijke 
bijdragen  is  voldaan;  terwijl  het  overige  gedeelte  van  dat 
honorarium,  de  belooning  van  den  onderwijzer  in  de  wis- 
en  rekenkunde,  en  de  verdere  onkosten,  door  het  gemelde 
Genootschap  gedragen  zijn. 

Het  onderwijs  in  de  rekenkunde,  toegepast  op  koophan- 
del en  ambachten ,  werd  gegeven  aan  108  leerlingen ;  dat 
in  de  rekenkunde ,  toegepast  op  bouw-  en  werktuigkunde , 
aan  35,  dat  in  de  meetkunde  aan  18,  in  de  natuur-  en 
werktuigkunde  aan  16 ,  en  in  het  mechanisch  teekenen , 
*  aan  18  leerlingen. 

Het  gehouden  examen  heeft  blijken  opgeleverd,  zoowel 


Digitized  by 


Google 


12  HANDEUNGEN,  1846. 

van  de  doelmatigheid  van  het  onderwigs,  als  van  den  ijver 
der  leerlingen;  zoodat  het  Departement  het  regelmatig 
Toortzetten  van  dit  onderwijs  ernstig  aanbeveelt ,  te  meer 
omdat  de  goede  vruchten  eene  grootere  belangstelling  heb- 
ben opgewekt. 

Ook  te  Middelburg  is  met  goed  gevolg  het  onderwijs  in 
het  rekenen,  de  meetkunst,  de  algebra,  het  lijnteekenen 
en  de  werktuigkunde ,  gedurende  den  winter  viermalen 
's  weeks  voortgezet.  81  Jongelingen  werden  daarvoor 
ingeschreven,  waarvan  67  vrij  naauwgezet  de  lessen 
bijwoonden.  Was  het  bijwonen  der  lessen  meer  gere- 
geld dan  in  vorige  jaren,  niet  minder  was  de  ijver, 
welke  de  leerlingen  hebben  betoond;  en  het  in  Maart 
11.  gehouden  examen  gaf  de  overtuiging,  dat  zoowel  het 
wetenschappelijk  gedeelte,  als  het  gebruik  van  hetzelve 
voor  het  dagelij ksche leven,  goed  begrepen  werd ,  en  dat  men 
zich  met  eenige  zekerheid  mag  vleijen ,  dat  men,  zoo  als 
het  onderwijs  thans  gegeven  wordt,  het  doel  daarmede  be* 
oogd    zal  bereiken. 

Het  herhalings-onderwljs  gedurende  den  zomer,  waartoe 
het  voornemen  bij  het  vorig  verslag  van  dit  Departement 
werd  vermeld,  is  in  1845  met  8  leerlingen  beproefd,  en 
met  de  beste  uitkomst  bekroond,  zoodat  dit  in  het  loo^ 
pende  jaar  met  20  leerlingen  wordt  voortgezet. 

Voor  het  meetkundig  teekenen  is  ten  gebruike  der  in- 
dustrie-school,  door  den  hoofd-onderwijzer  A.  Gouka, 
eene  zeer  doelmatige  handleiding  zamengesteld ,  waarvan 
een  exemplaar  door  het  Departement  aan  de  Maatschappij 
is  aangeboden. 

Het  Departement  Jto//er^am  eindelijk,  treedt  bij  het  in- 
gezonden verslag  in  vele  en  belangrijke  bijzonderheden  van 
het  onderwijs ,  dat  op  vier  scholen  verdeeld ,  in  vereeni- 
ging  met  het  Rotterdamsche  Departement  der  Maatschappij 
tot  Nut  van  't  Algemeen ,  onder  medewerking  van  de  Ste- 
delijke Regering  gegeven  is. 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  13 

Dat  onderwijs  tweemaal  's  weeks  van  Maart  tot  October 
gegeven,  bevatte  de  rekenkunde,  de  algebra,  de  meet- 
kunde ,  de  werktuigkunde ,  de  natuurkunde  en  het  liniair 
teekenen.  Het  getal  leerlingen ,  dat  bij  andere  inrigtingen 
aldaar,  tengevolge  van  de  duurte  der  levensmiddelen  min- 
der groot  was  dan  vroeger,  klom  tot  85,  en  overtrof  dus 
idat  van  bet  vorige  jaar  met  meer  dan  de  helft;  terwijl  de 
meer  dan  ooit  getrouwe  opkomst  dier  leerlingen ,  de  be- 
langstelling, waarmede  zij  den  geheelen  winter  de  cursus 
volgden ,  en  vooral  de  vorderingen ,  welke  door  velen  zijn 
gemaakt,  en  waarvan  het  voor  het  sluiten  der  lessen  ge- 
hoaden  examen  de  blijken  heeft  opgeleverd,  bewijzen,  dat 
*het  nut  dezer  instelling  door  hen ,  in  wier  belang  zij  is  op- 
gerigt,  meer  en  meer  begrepen  en  naar  waarde  geschat 
wordt* 

Meer  dan  één  voorbeeld  bestaat  er  ook  reeds,  dat  per- 
sonen ,  die  vroeger  het  onderwijs  op  deze  industrie-school 
hebben  bijgewoond,  ten  gevolge  van  de  aangeleerde  kun- 
digheden, en  op  vertoon  van  het  daarvan  afgegeven  getuig- 
schrift, in  fiibrijken  geplaatst,  aldaar  met  goed  gevolg 
vreemdelingen  hebben  kunnen  vervangen. 

Bij  alle  de  verslagen  wordt  aangedrongen  op  het  voort- 
ihuren  der  tn  1845  toegelegde  ondersteuning,. en  bij  som- 
migen wordt  eene  vermeerdering  daarvan  gewenscht. 

Als  slotsom  van  het  vermelde  in  deze  Verslagen,  ver- 
meenen  Directeuren  te  mogen  opgeven ,  dat  zij  daardoor  op 
nieuw  bevestigd  zijn  in  de  overtuiging,  dat  de  bestaande 
industrie-scholen  wezenlijk  nut  stichten,  en  dat  dit  nut  te 
gelQk  met  den  bloei  dier  scholen  toeneemt ;  maar  dat  door  het 
nog  meer  verdeelen  van  de  daarvoor  bestemde  som ,  wel- 
ke in  verhouding  tot  de  middelen  der  Maatschappij  niet 
vermeerderd  kan  worden,  het  zoo  nuttig  doel  dezer  inrig- 
ting  niet  meer  zoude  kunnen  bereikt  worden,  en  zelfs  op 
sommige  van  de  bestaande  scholen,  het  onderwijs  niet  zou 
kunnen  worden  voortgezet. 


Digitized  by 


Google 


14  HANDELINGEN,  1846. 

Met  danksegging  voor  de  gedane  mededeeling  beslait  de 
Vergadering,  dat  eene  te  bepalen  toelage  tot  Yoorxetting 
van  dat  onderwijs  xal  worden  uitgesteld ,  tot  na  den  af- 
loop der  deliberatiën  over    de  Ontwerp-wetten. 

Volgens  Art.  10 ,  de  Deparfemenien  uitgenoodigd  wor* 
dende  tot  het  geven  van  een  beknopt  verêlag  hunner 
werkzaamheden  in  het  a/geloopen  jaar  (Handign.  bl.  935) 
wordt  door  het  Departement  Groningen  het  volgende  i 


De  werkzaamheden  van  ons  Departement  iQn  op  densdf- 
den  geregelden  voet  voortgezet ,  zonder  dat  dezelve  vele 
bijzonderheden  hebben  opgeleverd ,  welke  in  dit  verslag 
verdienen  opgenomen  te  worden. 

Het  aantal  Leden  is  sedert  de  laatste  opgaaf  met  eenige 
vermeerderd ;  terwijl  er  slechts  twee  hebben  bedankt  en 
een  is  overgegaan  tot  het  nieuwe  opgerigte  Departement 
Noordhom  ^  zoo  zijn  er  daarentegen  verscheidene  nieuwe 
bijgekomen.  Öns  Departement  telt  thans  78  Leden  en  3 
Donatrices. 

Ten  aanzien  van  het  Industrieel  Onderwijs  nemen  wij 
de  vrijheid  te  verwezen  tot  het  door  ons  daaromtrent  inge- 
zondene  allezins  gunstige  verslag* 

Dit  doen  wij  ook  met  opzigt  tot  den  staat  van  de  Land- 
huishoudkundige  School,  van  welker  toenemenden  bloei 
wg  de  beste  verwachtingen  koesteren ,  vooral  nu  het  on- 
derwijs in  de  Practijk  op  een  vaster  voet  geregeld  is. 

Door  het  Departement  Limmen  wordt  deswegens  het 
volgende  gemeld: 

Het  Departement  Limmen  heeft  de  plaats  van  bijeen- 
komst, welke  gedurende  22  jaren  te  Castricum  is  geves- 
tigd geweest ,  onlangs  teruggebragt  onder  de  gemeente  Lim- 
men, waar  hetzelve  den  4^^  April  1815  werd  opgerigt 
door  wijlen  den  Heer  J.  Weldtk,  daartoe  het  denkbeeld 
opvattende  in  herinnering  aan  zijn  vroeger  deel  in  het  be- 
stuur van  het  Departement  Goada. 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  15 

Sinds  die  oprigting  werd  de  betrekking  van  Secretaris 
des  Departements  onafgebroken  vervuld  door  den  zoon 
des  oprigters ,  den  Heer  Mr.  M.  H.  Weldtk  van  Libimen  , 
den  8*^^  Junij  deses  jaars  overleden. 

Bij  de  holde  straks  aan  diens  nagedachtenis  door  s^ne 
mede-Hoofdbestuurders  gebragt ,  zij  het  ons  vergund  te 
TO^;en  die  van  het  Departement  Ummen^  waarvan  wQ  niet 
aarzelen  hem  het  werkzaamst  lid ,  de  steun  en  spil ,  waar- 
door het  geheel  gedurende  een  tijdvak  van  ruim  31  jaren 
bedrgvig  was ,  te  noemen.  Erkenteiyk  ziet  in  het  bijzon- 
der dat  Departement  terug  op  de  veelvuldige  diensten, 
welke  die  overledene ,  tot  in  zijne  laatste  levensdagen  ,  (ge- 
tuige de  na  het  overlijden  nog  aan  het  hoofdbestuur  inge- 
zooden  verslagen)»  Qverjg»  onvermoeid  en  geheel  be- 
langloos,  aan  de  doeleinden  dezer  Maatschappij  wigdde; 
en  hoezeer  de  25  Leden  van  het  Departement,  meerendeels 
te  AlknuMVy  anderen  te  Beverwijk^  Fel%eny  Uitgeest  en 
Nieuwe  Niedorp  wonen ,  en  slecht  één  hunner  te  Lim- 
men  is  gevestigd  ,  is  het  onzen  wensch  die  erkentelijkheid 
levendig  te  houden ,  door  aan  het  Departement  den  naam 
te  bleven  geven  van  de  gemeente ,  binnen  welke  de  Heeren 
Wkldtk  de   grondslagen  voor  hetzelve  hebben  gelegd. 

Van  de  werkzaamheden  des  Departements  in  het  afge- 
loopoi  jaar  vallen  geene  eigenlijke  bijzonderheden  mede  te 
deelen.  Zeven  vergaderingen  werden  gehouden ,  in  welke  de 
belangen  der  Maatschappij  werden  overwogen.  De  gewig- 
tige  en  voor  den  Landbouw  zooveel  heilzaams  belovende  on- 
dernemingen tot  indyking  van  Groet-  en  WtMrclgronden  ^ 
der  uiitna  jPou/ou^no-polder,  het  Nieuwland  en  de  Grafter- 
meer  f  allen  in  het  noorder  kwartier,  en  waarvan  wij, 
soodra  er  meer  belangrijke  uitkomsten  van  cultuur  zyn, 
ons  voorstellen  later  mededeelingen  te  doen ,  gaven  gedu- 
rig stof  tot  dienstig  onderhoud.  Het  nut  der  byeenkomsten 
wmrd  verhoogd  door  voorlezingen  en  bijdragen  uit  het  ge- 


Digitized  by 


Google 


16  HANDEUNGEN,  1846. 

bied   der  Ngverheid,    door  eenige  Leden  welwill^id  ge 
levèrd. 

,  Op  eene  gepaste  wijze  werd  voorts  in  de  bijeenkomst 
van  December  1845  aan  den  Heer  A.  Halder  Hz.  te  Be- 
verwijk ,  de  remaneratie  van  honderd  gulden  uitgereikt , 
aan  denzelven  in  de  vorige  Algemeene  Vergadering  toege- 
kend voor  het  monster  inlandsche  tabak  j  van  allen  onaan- 
genamen  reuk  en  wan^smaak  bevrijd, geteeld  op  grond  zon^ 
der  dierlijke  bemesting ,  ingezonden  op  Prijsvraag  n^.  168. 

Het  bestuur  is  zamengesteld  uit  de  Heeren  J.  Stüart, 
Voorzittend  Lid,  E.  F.  Scheltikga  Winterbergen,  A. 
Haloer  Hz.,  waarbij  voorts  thans  werkzaam  zijn  als  Se- 
cretaris de  Heer  J.  G.  A.  Verhoitff  ,  in  de  plaats  van  wij- 
len den  Heer  Mr.  M.  H.  Weldtk  van  Luimen»  en  als 
Thesaurier,  de  Heer  G.  C.  R.  van  Vloten,  in  de  plaats 
van  den  Heer  C.  D.  Cannb  Dz.  ,  die  na  deze  laatste  be- 
trekking gedurende  een  aantal  jaren  met  veel  yver  en  lof  te 
hebben  vervuld ,  tot  groot  leedwezen  van  het  Departement , 
ook  uithoofde  van  verandering  van  woonplaats,  voor  zgn 
lidmaatschap   heeft  bedankt. 

Het  Departement  Leiden  j  berigt  het  navolgende. 

De  stukken ,  welke  ter  beoordeeling  van  H.  H.  Direc- 
teuren zijn  ontvangen,  hebben  het  meerendeel  der  be- 
moeijingen  van  het  Departement  uitgemaakt,  en  nu  en 
dan  aanleiding  gegeven  tot  nuttige  deliberatiën ,  welke 
niet  onbelangr^k  zign  geweest,  om  de  telkens  bijeenver- 
gaderde  Leden  ten  gunste  van  den  werkkring  der  Maat- 
schappij te  stemmen. 

En  was  de  voorraad  van  ingekomen  stukken  ontoerei- 
Icende,  om  de  Leden  te  kunnen  bezig  houden,  dan  hiel- 
den de  Heeren  A.  H.  van  der  Boon  Mesch  en  H.  R. 
DE  Breuk,  op  eene  niet  minder  nuttige  als  aangename 
wgze  de  Leden  bezig,  door  de  voordragt  van  belangrij- 
ke redevoeringen ,  door  het  nemen  van  electro-magnetische 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  17 

proeven ,  of  door  de  yeridarii^  Tan  daartoe  betrekkel^ke 
eo  andere    belangrijke  werktoigen. 

Genoemde  Heer  A.  H.  tan  dbb  Boon  MfiacH  nam  ook 
met  alle  bereidvaardigheid  de  taak  op  zich ,  om  de  beide 
medailles,  in  de  laatste  Algemeene  Vergadering  aan  de 
Heeren  J.  Casaux  en  8.  A.  Mekrburg  Jr.  toegewezen  ^  nit 
tereikeo,  en  heeft  dit  in  eene  openbare  Vergadering  op  eene 
wgze  gedaan ,  zQne  Hooggeleerdes  betrekking  aan  Leidens 
Akademie ,  zoo  welalsde  eer  van  deze  Maatschappij  waardig. 

Het  verslag  van  het  Departem^t  Assen  is  dus  luidende : 

Het  verslag  nopens  de  werkzaamheden  in  ons  Departe- 
ment gedurende  het  afgeloopen  jaar  is  kort,  maar  niet  te 
min ,  zoo  wij  vertrouwen ,  zeer  voldoende. 

Het  getal  Leden  bedragende  nu  32  neemt  toe;  niet  één 
verloren  w^.  De  vergaderingen  worden  geregeld  gehou- 
den. De  voornaamste  zorg  bestaat  in  de  instandhouding 
der  tedcenschool ;  een  twintigtal  leerlingen  woont  gore- 
geld  de  lessen  big ,  en  deze  nuttige  inrigting  heeft  eraen 
groeten  steun  gevonden  in  eene  toelage ,  haar  door  Z.  M.  on- 
zen geëerbiedigden  Koning  toegestaan;  en  ofschoon  die 
subsidie  slechts  voor  ééns  is ,  z^n  wij  daardoor  in  staat 
gesteld  voor  ons  belangrQke  uitgaven  te  bestreden ,  en  ook 
iets  tot  belooning  van  het  onderwas  zelve,  dusverre  gra- 
tis gegeven,  af  te  zonderen.  W|j  hebben  onze  belangen 
ook  aan  de  Stedel^ke  Regering  voorgedragen ;  en  het  is 
met  grond ,  dat  wQ  ook  van  die  zQde  alle  ondersteuning 
meenen  te  zullen  ondervinden.  Wij  vlegen  ons  alzoo  ^  dat 
wi)  weldra  ons  in  het  bezit  van  een  geschikt  locaal,  op- 
zettelijk daartoe  aangebouwd ,  zullen  verheugen ;  van  de 
i^de  van  het  bestuur  van  het  Departement  wordt  in  deze 
niets  onbeproefd  gelaten. 

Ik  moet  hierbt}  voegen  ,  dat  ook  in  het  vervolg  van  wege 
dit  Departement  onderwl|8  zal  worden  gegeven  in  de 
Scheiknnde,  toegqiast  op  den  Landbouw,  hebbende  zich 
daartoe  bereid  verklaard  de  Heer  D.  Cohen.  Dit  moge  strek- 

B 


Digitized  by 


Google 


18  HANDELINGEN,  1846. 

ken  tot  aanvulling  van  het  zoo  even  door  het  Hoofd- 
bestuur gegeven  Verslag  over  het  ^  industrieel  onderwgs 
in  ons  Departement;  i^aarbij  teregt  de  aanmerking  is  ge- 
maakt, dat  zich  het  onderwijs  alléén  tot  Hand-  en 
Bouwkundig  teekenen  bepaalde. 

Onze  bibliotheek  is  niet  uitgebreid  uit  gebrek  aan  fond- 
sen. Zij  is  bestemd  voor  boeken  uit  het  gebied  der  Land- 
hnishoudkunde,  Natuurkundige  en  Staathuishoudkundige 
Wetenschappen  en  Geschiedenis.  Wij  hopen  ook  deze 
inrigting  met  der  tijd  uit   te  breiden. 

De  Heer  Mr.  S.  Gratama  is  benoemd  tot  President. 

Het  hieromtrent  medegedeelde  door  het  Departement 
Deventer  is  vervat  in  de  volgende  bewoordingen: 

Het  Departement  heeft  het  genoegen  te  berigteo ,  dat , 
terwijl  volgens  art  44  der  Wet ,  de  Departementale  Verga- 
deringen tweemaal  'sjaars  moeten  gehouden  worden,  het- 
zelve in  het  afgeloopen  wintersaisoen ,  even  als  vroeger,  niet 
alleen  geregeld  om  de  14  dagen  is  vergaderd  geweest,  maar 
ook  alle  deze  Vergaderingen  door  redevoeringen  of  bijdragen 
heeft  opgeluisterd  gezien ;  en  dat  bovendien  de  in  het  laatst 
des  vorigen  jaars  genomene  proeve,  om  den  overigen 
tijd  dier  bijeenkomsten  aan  het  voeren  van  eene  redewis- 
seling over  eenig  Staathuishoudkundig  onderwerp  toe  te 
w^den,  dit  jaar  getrouw  voortgezet  en  uit  verschillen- 
de oogpunten  z66  doelmatig  bevonden  is,  dat  het  De- 
partement geene  zwarigheid  maakt  ook  andere  Departemen- 
ten tot  navolging  in  deze  op  te  wekken. 

Door  het  Departement  Amsterdam  wordt  ingediend  het 
volgende  Verslag: 

Het  Amsterdamsche  Departement  neemt  steeds  in  aantal 
leden  toe.  Dat  Departement ,  hetwelk  in  1826  naauwelyks 
12 ,  in  1835  33  en  in  1840  slechts  78  leden  telde ,  mag  zich 
nu  in  een  getal  van  114  leden  verheugen ;  en  hoezeer  dit  getal 
nog  in  geene  verhouding  staat  tot  de  bevolldng  der  stad , 
waar  het  gevestigd  is,    wanneer  mén  andere  Departemen- 


Digitized  by 


Google 


HANDELIN6EIV,  1846.  19 

ten  in  aanmerking  neemt ,  mag  men  ecbter  rerwachten ,  dat 
bet. voorbeeld  anderen  zal  aanmoedigen,  en  het  cijfer  al- 
xoo  langxamerhand  sal  klimmen. 

De  Vergaderingen  9  waarvan  er  zeven  in  het  afgeloopen 
jaar  zijn  gehouden  werden  vrij)  talr^k  bezocht.  In 
eene  hield  de  Heer  A.  H.  Wai.thbr  eene  voorlezing  over 
de  ikee^  hare  groei,  bereiding,  handel  en  bestanddeelen ; 
in  eene  andere  las  de  Heer  J«  J.  Wijsmuller  over  den 
cirkelvorm^  als  grond  van  de  werkiuigkunde ;  in  ande- 
re gaven  eenige  leden  meer  of  min  belangrijke  mededee- 
llogMi  in  die  vakken,  welker  bevordering  het  doel  der 
Maatzdiappfj  is. 

Onder  dankzegging  voor  de  gedane  mededeelingen  wordt 
tot  de  opname  dezer  Verslagen  in  de  Handelingen  besloten. 

Art.  11.  De  in  advies  gebonden  Prijsvraag  n^.  184,  over 
het  gebruik  maken  van  het  Owie  blik  en  den  afval  bij  blik- 
slagers,  werd  in  handen  gesteld  van  de  Commissie  tot  de 
Konsten,  Handwerken,  FabrQken  en  Trafijken. 

Aangaande  Art.  12,  betreffende  het  in  overweging  nemen 
van  de  ComcepUwetten  en  het  Verslag  der  Commissie  tot 
revisie  van  dezelve  (Handl.  bl.  940)  wordt  aan  de  Vergade- 
ring berigt,  dat  door  Directeuren  uit  hun  midden  tot  die 
Commissie  zijn  benoemd  geworden,  de  Heeren  Dr.  J.  A. 

VAN  BfiBniELEN ,    Prof.  A.  H.  VAN  DER   BoON  MeSCH  OU  Mr. 

Faber  van  Riemsdijk  ,  en  dat  door  het  Departement  Leiden 
daartoe  is  gekozen  de  Heer  Mr.  N.  van  Beeftingh;  door 
het  Departement  '«  Gravenkage  de  Heer  Dr.  6.  Simons  ; 
door  het  Departement  Amsierdam  de  Heer  Mr.  W.  J.  C. 
VAN  Hasselt;  door  het  Departement  Rotterdam  Jonkheer 
Mr.  D.  R.  Gevers  Detnoot  ;  door  het  Departement  Haar- 
lem de  Heer  J.  A.  van  Ejcden  en  door  het  Departement 
Ulrecki  de  Heer  Mr.  J.  Gbrlings  ;  terwijl  de  beraadsla- 
gingen over  voorschreven  ontwerp- Wetten  en  het  Verslag 
der  Commissie  worden  uitgesteld  tot  na  den  afloop  der  in 
de  Punten  van  beschrijving  vermelde   artikelen. 


Digitized  by 


Google 


20  HANDELINGEN,  1846. 

Ten  aanzien  van  Axt.  13 ,  het  doen  van  berigt  op  het 
model  van  een'  Kojffijsiampery  (Res.  bl.  948  en  957)  rap* 
porteren  Directeuren,  dat  de  by  het  besluit  gevorderde 
bewijzen  nog  niet  zijn  ontvangen ,  die  echter  uit  de  Kolo* 
niën  te  wachten  zijn ;  ten  gevolge  waarvan ,  op  preadvies 
van  Directeuren ,  wordt  besloten ,  dit  onderwerp  nog  één 
jaar  in  advies  te  houden. 

Op  Art.  14 ,  het  doen  van  berigt  van  de  met  Oud-bUk'- 
oplossing  gever wde  goederen ,  wordt  kennis  gegeven ,  dat  de 
inzender  getracht  heeft,  door  het  inzenden  van  een'  brief,  aan 
de  gestelde  voorwaarden  ter  bekrooning  te  voldoen;  dat 
die  brief  aan  de  vroeger  over  deze  zaak  geraadpleegde 
Departementen  ter  beoordeeling  is  «gezonden,  en  de  meer- 
derheid derzelve  van  gevoelen  is ,  dat  de  inzender  dezer 
missive  aan  geene  der  gestelde  voorwaarden  heeft  voldaan ; 
terwigl  zi}  daarbij  in  het  midden  laten  zijne  onvooczig* 
tigheid  om ,  in  strijd  met  Art.  147  der  Wetten ,  zijn'  naam 
bekend  te  maken.  Op  praeadvies  van  Directeuren ,  wordt 
deze  missive  ter  zijde  gelegd. 

Daar  de  bij  Art.  15  in  advies  gehoudene  Conceptvraag 
No.  7 ,  over  het  gebruik ,  dat  hier  te  lande  zoude  te  ma- 
ken zijn  van  de  uit  Oost-Indiën  aangevoerde  Bindroihn^ 
gen  en  N».  26,  nopens  de  toepassing  der  Galvanoplas- 
Hek  op  Palmer's  Glyphograpfue ,  beide  in  1845  voorge- 
steld ,  bij  den  aanvang  van  de  Vergadering ,  om  conside- 
ratiên  en  advies  z^n  gesteld  in  handen  der  Commissie  tot 
Kunsten,  Handwerken,  Fabrijken  en  Trafijken; 

Zoo  wordt  op  Art.  16  door  Directeuren  gemeld,  dat  de 
Algemeene  Rekening  dezer  Maatschappij  over  het  jaar 
1845  sluit  met  eene  nadeelige  uitkomst  in  meerdere 
uitgaaf  van  /344.44,  zijn  oorzaak  hebbende  door  deel- 
neming in  de  3  prcts.  leening,  vastgesteld  bij  de  Wet 
van  8  Maart  1844.  Zij  stellen  voor  deze  meerdere  uitgaven 
te  dekken  door  de  ontvangsten  in  het  jaar  1846 ,  waartoe 
door  de  Vergadering  wordt  besloten. 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  21 

De  bfl  Art  17  voorgedragene  OtUwerp^Prijêvragen  ^ 
Toorkomeode  op  blads.  14 — 34  der  Punten  van  Beschrij- 
Ting,  bQ  bet  op  blads.  160  hiervoren  benoemen  der  on- 
derscheidene Conunissiên  gesteld  synde  in  denielver  ban- 
den ,  om  daarohitrent  de  Vergadering  te  dienen  van  berigt ; 

Zoo  worden  in  deliberatie  gebragt  de  beide  voorstellen 
door  een  der  Departementen  >  bij  Art.  18  der  Punten  van 
Beschrijving  9  ingesonden  en  wel  lltt.  A  dus  luidende : 

Bij  de  discnssiën,  welke  in  ons  Departement  plaats  ge- 
had hebben  over  de  Verslagen,  hetzelve  door  zijne  drie 
Commisfiien  aangeboden,  is  het  dit  jaar  op  nieuw  geble- 
ken,   dat  er  verschil  van  gevoelen  hy  de  Leden  bestaat: 

\o.  Over  het  doel,  waarmede  deze  Verslagen  door  het 
Hoofdbestuur  aan  de  Departementen  worden  gevraagde 

2o»  Over  het  nut ,  dat  deze  Verslagen  zouden  kunnen 
stichten. 

30.  Over  de  wijze,  waarop  deze  Verslagen  behooren  te 
worden  ingerigt ,  en  wat  m;  al  of  niet  behooren  te  be- 
vatten. 

Is  dit  nu  reeds  bQ  ons  Departement  het  geval ,  hoeveel 
te  meer  moet  dan  de  inrigting  dezer  Verslagen  van  de 
onderscheidene  Departementea  niet  uit  elkander  loepen? 
En  dat  deze  Verslagen  ook  niet  altijd  aan  het  voorgestelde 
doel  beantwoorden,  blijkt,  onder  anderen,  uit  hetgeen 
door  het  Hoofdbestuur,  bladz.  941  der  Handelingen  van 
1845  wordt  gezegd ,  te  weten : 

9  De  berigien  betreffende  den  Landbouw  beantwoor- 
den, door  de  inrigting,  die  vele  inzenders  daaraan  geven , 
weinig  aan  de  moeite  en  den  arbeid ,  die  de  Commissie 
daaraan  besteedt  en  die  daarvoor  de  erkentenis  der  Maat- 
schappQ  zoo  zeer  verdient.  Veel  wordt  daarin  gevonden , 
hetgeen  onzen  Landbouw  geenszins  voorlicht  of  vooruitzet , 
en  dat  slechts  weinig  geschiedkundige  waarde  heeft.  Zij 
worden  daarom  weinig  gelezen  en  zeldzaam  verkocht." 

»Uit  de    betigten   van  de    Commissiën  van   Landbouw 


Digitized  by 


Google 


22  HANDELINGEN,  1846. 

en  uit  die  der  Leden  Correspondenten^  loa  alleen  dat 
gene  behooren  bijeenverzameld  te  worden,  hetgeen  werke- 
lijk yan  belang  is,  met  ter  zijdestelling  van  onnoodige  uit- 
gebreidheid ,  of  niets  afdoende ,  onwetenschappel^ke  en  door 
weinigen  gelezene  mededeelingen." 

De  aanmerkingen,  welke  hier  door  het  Hoofdbestuur  op 
de  Verslagen,  betrekkelijk  den  Landbouw,  worden  ge- 
maakt, zijn  voorzeker  even  toepasselijk  op  die  van  Kunsten 
enz. )  als  ook  op  die  van  Handel  enz.  >  en  het  kan  dus  uit  een 
en  ander  ten  duidelijkste  blijken,  dat  er  groote  behoefte 
bestaat  aan  eene  geschikte  handleiding  voor  deze  drie  ver- 
schillende Verslagen. 

Hierom  stelt  het  Departement voor ,  het  Hoofd- 
bestuur te  magtigen ,  om  onder  deszelfs  opzigt  te  doen  ver- 
vaardigen eene  Handleiding  tot  het  zamenstellen  der  drie 
Verslagen,  welke  jaarlijks  door  de  Departementen  aan  het 
Hoofdbestuur,  ingevolge  art.  169  der  Wet,  op  deszelfs  aan- 
vraag moet  worden  ingezonden,  welke  Handleiding  zonde 
moeten  bevatten : 

Vooreerst  eene  duidelijke  en  naauwkenrige  omschrijving 
van  het  doel,  waarmede  deze  Verslagen  door  het  Hoofd- 
bestuur aan  de  Departementen  worden  gevraagd. 

Ten  tweede^  eene,  zoo  veel  mogelQk,  volledige  opgave 
van  het  nut,  hetwelk,  volgens  het  gevoelen  van  het  Hoofdbe- 
stuur, uit  deze  Verslagen  zoude  kunnen  voortvloeijen ,  zoo- 
wel voor  het  Departement,  dat  het  Verslag  geeft ,  als  voor  de 
overige  Departementen,  die  hetzelve  in  het  Tijdschrift 
of  elders  lezen,  als  eindelijk  ook  voor  de  Nijverheid  in  het 
algemeen.  Tot  staving  van  het  nut ,  dat  deze  Verslagen ,  goed 
ingerigt  zijnde ,  zouden  kunnen  stichten  of  reeds  gesticht 
hebben,  zoude  het  wenschelijk  zijn,  hier  eenige  voorbeel- 
den uit  de  geschiedenis  der   Maatschappij    bij  te  brengen. 

Ten  derde ^  eene  duidelijke  aanwijzing,  hoe  het  Hoofd- 
bestuur wenscht ,  dat  deze  Verslagen  voor  het  vervolg  zul- 
len worden  ingerigt ,  en  van  welk  standpunt  men  bij  der- 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  23 

idver  sammstelliDg  btboort  nit  te  gaan  (1) ;  tevens  met 
eene  volledige  opgave ,  wat  ^  naar  desselfs  gedachten ,  de- 
selve  al  of  niet  behooren  te  bevatten  f  en  de  gronden  waar- 
op dit  gevoelen  berust. 

Ten  vierde  j  een  model  van  elk  der  drie  Verslagen,  aoe 
als  er  reeds  gedeelteli}k  een  voor  den  Landbouw  bestaat , 
en  zolks,  of  overgenomen  uit  die,  welke  door  eenig  De- 
partement, in  vroegere  jaren,  sQn  ingezonden  en  de  goed- 
keuring van  het  Hoofdbestnor  hebben  mogen  wegdragen ; 
of  9  zoo  dk  beter  mogt  worden  gekeurd ,  geheel  gefingeerd , 
welke  modellen  alsdan  door  -de  on&rscheideae  Departe- 
menten, naar  verandering  van  plaats,  t^d  en  omstandig- 
heden ,  meer  of  minder  konden  gevolgd  worden ,  en  waar- 
door deze  Verslagen  onderling  eene  meerdere  gelijkvor- 
migheid zullen  verkregen» 

De  bedoelde  Handlei£ng  wenseht  het  Departement  in 
het  T^dsehdft  geplaatst,  of,  zoo  dit  minder  doelmatig 
mogt  worden  geoordeeld,  ia  allen  gevalle  aan  de  Departe- 
menten ingezonden  te  zien ,  vötfr  of  te  gej^k  met  de  aan- 
vrage om  de  naastvolgende  Verslagen  (2). 

Aangezien  de  modelstaat  van  Liftidbouw  is  ingerigt,  vol- 
gens een  door  het  Ministerie   van  Binnenlandsehe  Zaken 


(1)  Beaise  Leden  dee  DeparleiseDU  iqa  Tan  oorde«l,  dat  de  (oeiUnd 
der  TOichiUaide  takken  moet  opgegeyen  worden,  bloot  in  Yei;gelijkiDg 
Tan  ToH^  jaren,  terwijl  anderen  willen,  dat  zulks  moet  zijn  in  tegen- 
nrerstelling  ook  Tan  andere  plaatsen  in  ons  Taderland ,  en  nog  anderen , 
dat  men  hierbij  uitsluitend  Tan  de  Hoogte  der  wetenschap  moet  uitgaan. 

(2)  Dit  Toorstel  was  reeds  ingezonden,  toen  het  Departement,  door 
hetwelk  helzelTe  is  gedaan,  bekend  werd,  met  het  uilmuntend  Ver- 
sbg  Tan  het  Rotterdamadi  Departement,  te  Tinden  in  het  Tqdschrift 
omer  Maatsdiappij^  1846,  X  Deel,  Ie  Stuk,  bl.  97-.151.  Het  Depar- 
tement heeft  dos,  hij  deszelfii  zamenstelling,  tot  zijn  leedwezen,  Tan  dit 
Verslag  geen  gebruik  kunnen  maken,  en  Termeent  daarom  te  moeten 
doen  opmerken,  dat  hetzeWe  Teïe  nuttige  wenken  en  opmerkingen  be- 
Tat,  die  hij  de  zamenstelling  der  begeerde  Handleiding,  voor  de  jaar- 
lijksche  Verslagen,  Tan  veel  dienst  kunnen  zijn. 


Digitized  by 


Google 


24  HANDELINGEN,  1846. 

goedgekeurd  model,  en  ook  alsoo  door  de  PiOTinciale  Com^ 
inissiën  van  Landbouw  wordt  gevolgd  en  aan  de  Maal* 
schappif  wordt  ingezonden  tot  het  opmaken  van  een  alge- 
gemeen  verslag;  terwijl  die  der  Fabrijken  en  Handel  als 
van  een  te  onzekeren  aard  en  afhankelijk  is  van  plaatsel|ke 
omstandigheden,  en  de  fabrijken  ook  soms  naar  elders  worden 
overgebragt  of  wel  geheel  ophonden  te  bestaan ,  zoo  wordt , 
op  voorstel  van  Directeuren  ,  dit  voorstel  ter  zijde  gdiegd. 

6.  Met  genoegen  ziet  het  Departement deszelfs 

werkkring  door  de  toenemende  belangstelling  der  Leden 
zich  meer  en  meer  uitbreiden ,  maar  hiervan  is  dan  ook  het 
onvermijdelijk  gevolg,  dat  de  werkzaamheden  van  z^nea 
Secretaris  van  jaar  tot  Jaar  toenemen;  en  waren  nu  deze 
vrij  aanzienlijk,  dan  zullen  de  werkzaamheden  der  Seore* 
tarissen  in  de  overige  Departementen  ook  wel  niet  gering 
zijn ,  vooral  indien  dezelve  elders  met  zulk  eeoen  belang- 
loozen  ijver  en  groote  naauwkeurigheid  worden  waarge^ 
nomen ,  als  bij  ons  het  geval  is. 

Het  Departement  ••..•.•  is  daarom  van  gevoelen ,  dat 
de  Maatschappij  wel  eenig  blijk  van  erkentenis  aan  deze 
Heeren  mogt  toekennen ,  en  ste^t  dus  voor  te  bepalen :  Aan 
elk ,  die  de  betrekking  van  Secretaris  bij  eenig  Departement 
der  Maatschappij  ter  bevordering  van  Nijverheid,  gedu- 
rende vijf  of  meer  achtereenvolgende  jaren,  met  belangloozen 
iyver,  zonder  genot  van  eenig  honorarium,  heeft  waarge- 
nomen, zal,  op  aanvrage  van  het  Departement,  door  het 
Hoofdbestuur  een  Diploma  van  benoeming  tot  Lid  van  ver- 
dienste dezer  Maatschappij  worden  uitgereikt,  welk  Di- 
ploma zal  inhouden,  dat,  zoodra  de  als  zoodanig  benoem- 
de zijne  bel  rekking  van  Secretaris  tien  achtereenvolgende 
jaren  zal  hebben  waargenomen ,  hij  levenslang  in  het  volle 
genot  van  alle  regten  der  gewone  Leden  zal  blijven,  zon- 
der dat  hij  echter  daarvoor  de  jaarlijksche  contributie  zal 
behoeven  te  betalen,  even  als  iets  dergelijks  bij  art.  210, 
omtrent  Leden  Correspondenten  is  bepaald. 


Digitized  by 


Google 


HANDEUNGEN,  1846.  25 

Daar  Directearw  het  dnduadcpet  viodeii ,  dat  het  aan- 
bieden van  een  bew^s  van  erkentelijkheid  aan  de  Departe- 
menten zelve  wordt  overgelaten  ,  soo  wordt  5  op  derselver 
▼oordragt,  beeloten  aan  dit  voorstel  geen  gevolg  te  geven. 

Yervolgena  ovei^;aande  tot  de  by  Art.  19,  der  Punten 
van  Beeehi^ving»  blads.  6,  inouomsn  stukksn,  wordt 
gemeld  dat  ingekomen  B(jn  de  navolgende  Boekgeschen- 
ken«  als: 

a^Van  het  Ministerie  van  fiinnenlandsche  Zaken,  lo. 
de  I37*««,  138ite,  139»te,  léOiU,  m^u  en  142»te  stukken 
van  de  Fiora  Baiava ,  en  2o.  Be^cripHons  de»  Hxposi^ 
Hans  indusirielles  et  artiaiiqueey  faxtee  en  France^ 
en  1844,  par  db  Moléon,  Tème  27,  28  en  29,  Farts 
1844. 

i.  Van  de  MaatschappQ  van  Weldadigheid  de  Algemeene 
Verelagen  wegens  den  staat  der  Maatschappij  en  die  harer 
Koloniën  en  Gestichten  9  over  het  dienstjaar  1844. 

c.  Van  het  Bataviaasch  Genootschap  van  Kunsten  en 
Weteneehappen  te  Batavia ,  het  19<le  Deel  harer  Verkan- 
delingen,  gedrukt  te  Batavia  1843. 

d.  Van  het  Provinciaal  Genootschap  van  Kunsten  en 
Wetenschappen  in  Noord-Braband^  te  's  Hertogenhosohj 
het  1<^,  2d«  en  3^«  Deel  en  het  l«te  stukje  van  het  4^e 
Deel  harer  Verhanifelingen ,  nevens  den  afdruk  der  Cata- 
1<^8  harer  Boekverxameling. 

e.  Van  het  Genootschap  ter  bevordering  van  den  Land-^ 
bouw  in  Drenthe  f  Verslag  van  bet  Verhandelde  in  de 
Vergadering  tot  oprigting  van  bet  Genootschap,  in  1844, 
met  de  Verslagen  der  !•'«,  2d«  en  3d«  Algemeene  Verga- 
l^^ng»  gehouden  22  Januarij,  16  April  en  1  September 
1845  en  12  JaauarQ  1846. 

/.  Van  het  Genootschap  voor  Landbouw  en  Krutdhunde 
te  Utrecht,  het  Programma  eener  te  boudene Tentoonstelling 
van  28 — 30  Maart  en  van  22 — ^24  Augustus  1846  en  het  exem- 
plaar vaq  Berigten  en  Medeeleelingen  ^  4e  aflevering  1846. 


Digitized  by 


Google 


26  HANDELINGEN,  1846. 

g.  Van  de  Provinciale  CoBUiisiie  ▼»  Londboaw  in  Zee- 
land  f  een  afdruk  van  voorstellen ,  met  oitleoving^  mm  Pre- 
miën  en  Medailles  j  ter  beyordering  van  Atxk\Landbauw^ 
die  Provincie,  7e  Stukje,  1845. 

lu  Van  het  Provinciaal  Utrechtach  Genootschap  van 
Kunsten  en  fTetensckappen  j  het  Programma  voor  184&, 
nevens  een  afdrnk  van  aanteekeningen  van  het  verhandd- 
de  in  de  Sectie-Fergaderingen ,  ter  gelegenheid  van  de 
Algemeene  Fergadering^  gebonden  in  1845* 

u  Van  het  Lid  Correspondent  den  Heer  P*  Mbijsr,  te 
Batavia ,  een  exemplaar  van  het  door  Zijn  £d.  uitgegeven 
Gedenkboek  der  Feestelijke  vereemgtng  van  o%ule  SiU" 
denten  der  Vaderlandsoke  Hoogescholen  j  gehonden  te 
Batavia ,  2de  Augustus  1844. 

k.  Van  den  Heer  J.  J.  L.  L.  Jacobson,  te  Batavia^ 
Handboek  voor  het  sorteren  en  afpakken  van  Tkee ,  op 
Java^  gedrukt  te  Batavia  184S. 

Van  den  Heer  Directeur  A.  H.  tan  der  Boom  Mbsch 
eene  Verhandeling  over  de  Nooduikelijkkeid  van  de  be- 
oefening der  Natuurkundige  (Fetensekappen  voor  den 
Landbouw  jn  Nederland;  uitgesproken  in  de  Eerste  Klas- 
se van  het  Kon.  NederL  Instituut.  Te  Amsterdam^  bij 
J.  Muller,  1846. 

Voor  alle  deze  geschenken  wordt  aan  de  inzenders  de 
dank  dezer  Vergadering  toegebragt* 

/•  Het  model  van  een  Drijfgorclel  tot  redding  |van 
Sckipbreukelingen  ^  met  berigt  onder  de  letters  W.  H.  D. 
V.  (Hdlgn.  bl.  950). 

Aangezien  door  het  nader  inzenden  van  eene  ligtere 
stof,  om  den  Drijfgordel  te  vervaardigen ,  niet  kan  worden 
te  gemoet  gekomen  aan  de  door  de  meerderheid  der  Dé- 
partementen gemaakte  aanmerkingen  op  den  groeten  om- 
vang van  denzelven ,  waardoor  deze  aan  het  voorgesteld  doel 
niet  kan  voldoen,  zoo  besluit  de  Vergadering,  op  praeadvtes 


Digitized  by 


Google 


HANDELING£N,  1846.  27 

tbh  Direüieiiren ,  dat  de  inimder  van  deien  DrQfgordel  geene 
aanspraak  op  bekrooniag  oi  aanmoediging  van  de  xQde 
der  MaatBchappiy  maken  Ican. 

m.  Verhandeling  nevens  een  middel,  ^TAereuma^'  ge- 
naamd, ter  genezing  van  het  Schurft  der  Schapen  en  de 
verdrijving  van  het  ongedierte  big  hetxelve.  (Hdlgn.  Uadz* 
957)  Zinaprenk: 

Een  schurft  schaap  steekt  tk  ganecie  kudde  aan. 

Daar  onderscheidene  proeven  met  dit  middel  genomen, 
geene soodanige  uitkomsten  hebben  opgeleverd,  dathetselve 
km  geacht  worden,  reeds  andere  bekende  middelen  te 
overtreffen,  soo  wordt,  op  voordragt  van  Directeuren, 
dexe  Verhandeling  ter  zijde  gelegd. 

n.  Model ,  Teekening  en  Beschrijving  eener  Bascule  per^ 
jsendiculaire  f  met  losse  schaal ,  onder  de  lettws:  W.  C« 
R  (Hdlgn.  Uads.  957). 

Daar  alle  de  in  deze  geraadpleegde  Departementen 
daarin  overeenkomen ,  dat  dit  werktuig  noch  op  bekrooniag 
noch  op  aanmoediging  of  eerrolie  vermelding  amispraak 
kan  maken,  zoo  wordt ,  op  praeadvies  van  Directeuren,  dit 
model  ter  beschikking  van  den  inzender  gelaten. 

o.  Monster  Artificieel Romeinsche  Cement^  met  een  b^ 
rigt,  hebbende  de  letters:  H.  M. 

Daar  de  uitkomsten  door  alle  de  beoordeelende  Departe* 
menten  bij  het  nemen  van  derselver  proeven ,  geheel  dezelf- 
de zijn,  dat  namelijk  deze  Cement  niet  voldoet  aan  die 
eigenschappen  en  vereischten ,  waarvoor  het  wordt  uitgege* 
ven  en  althans  de  l>ekende  Dordtsche  tras  niet  kan  ver- 
vangen ,  veel  min  overtreffen  ,  en  bovendien  den  prQs  van  de 
Dordtsche  verre  te  boven  gaat ,  en  er  alzoo  geene  termen 
tot  bekrooning  of  remuneratie  bestaan ;  zoo  wordt  op  het 
gepraeadviseerde  van  Dlirectearen  besloten ,  aan  deze  inzen- 
ding geen  verder   gevolg  te  geven. 

p.  Monster  Pita  Vlas ,  ingezonden  door  het  Lid  Corres- 
pondent den  Heer  R  F.  Baron  van  Radbrs  ,  te  Curagao. 


Digitized  by 


Google 


28  HANDEUN6EN,  1846. 

Daar  Tolgent  het  oordeel  der  hierover  geboord  sQnde 
Departementen  y  dit  voorbrengsel  als  een  belangryk  pro- 
duct kan  beschouwd  worden  j  soo  wordt  op  voordragt  van 
Directeuren  besloten  :  !<>.  Dat  den  Heer  Baron  van  lUDBas, 
te  Curagao ,  voor  die  iniendingde  dank  der  MaatschappQ  sal 
worden  toegebragt.  2p.  Dat  van  de  belangryke  proeven  door 
de  verschillende  Departementen,  volgens  denelver  advies 
genomen,  daaruit  een  geheel  zal  worden  opgemaakt  en  ge- 
plaatst in  het  T^ dscbrift  dezer  MaaUcbappQ ;  en  3o.  Dat  bij 
de  toezending  van  dat  T||dschrift,  de  Heer  Baron  tan 
Baders  zal  worden  uitgenoodigd ,  zijn  invloed  op  het  ei- 
land Curagao  te  bezigen,  om  aan  de  Maatschappij  die  inlich- 
tingen mede  te  deelen ,  welke  z\j  daarbij  verlangt. 

q.  Het  model  van  eene  ScAulsluis ,  die  op  éene  nieuwe 
en  min  kostbare  w^ze ,  zonder  het  bezigen  van  de  gewone 
afdammingsmiddelen ,  is  droog  te  maken  en  te  houden, 
met  berigt  geteekend  6.  J.  Daar  alle  de  geraadpleegde  De- 
partementen in  hunne  beoordeelingen  overeenstemmen,  dat 
dit  ingezonden  stuk  niet  tot  bekrooning  of  eenige  remn- 
n^atie,  goedkeurii^  of  onderscheiding  kan  worden  aanbe- 
volen ,  met  welk  gevoelen  Directeuren  2ich  vereenigen ,  zoo 
wordt  dien  overeenkomstig  besloten. 

r.  Monster  Tabak  ingezonden  door  den  Heer  A.  J. 
Vbbrns  ,  verbouwd  op  grond  zouder  dierlijke  bemesting , 
in  den  jaren  1843  9  1844  en  1845,  met  een  berigt.  Opgrond 
der  daarover  uitgebragte  adviezen  besluit  de  Vergadering, 
dat  de  Heer  A.  Dbbrns  voor  de  mededeeling  z^ner  be- 
langrijke voortgezette  proeven  zal  worden  bedankt,  met 
verzoek  van  aan  Directeuren  vrijheid  te  verleenen,  van  zijn 
daarbij  overgelegd  berigt  gebruik  te  mogen  maken  voor  het 
Tijdschrift  dezer  Maatschappy. 

#•  Monster  Vezelsiof  van  de  Agatni  Amerieana ,  met  een 
berigt,  hebbende  de  letters  J.  E.  T.  Aangezien  de  inzen- 
der de  Heer  J.  E.  Tbysmann  te  Batavia  slechts  3  kilogr. 
en   geen  150  kilogr. ,  zoo   als  b^j  besluit  der  Algemeene 


Digitized  by 


Google 


UANDEUNGEN,  1848.  29 

Ve^adering  in  1844  Bes.  bl.  879  was  bepaald,  beeft  in- 
gasondeo  ,  aoo  kan  de  premie  van  f  500  aan  hem  niet  worden 
toegekend,  doch  worden  de  pogingen  Tan  den  Heer  Tets* 
■AMN  ten  deze  in  het  werk  gesteld ,  met  lof  vermeld ,  ter^ 
w^l  op  voordragt  van  Directenrea  de  Heer  Titsbunn  voor 
x^ne  mededeelingen  zal  worden  bedankt  en  nitgenoodigd , 
om  eene  meer  geschikte  Agava-soort  op  te  sporen  en  op 
Java  in  te  voeren* 

/.  Teekening  en  Beschrgving  van  eenen  Jimoêpheri* 
schen  spoorweg  f  zinspreuk: 

Toi  nui  f  uii  vermaakt 

Daar  alle  de  geadvieseerd  hebbende  Departementen  er  ia 
overeenstemmen ,  om  dit  stak  ter  zijde  te  leggen  ,  als  geene 
genoegzame  verdiensten  bezittende  om  in  gunstige  aanmer* 
king  te  worden  genomen ,  wordt  daarCoe,  op  praeadvies  van 
Directeuren    besloten. 

u.  Monster  P aient' Smeer kttarsen^  met  een  berigt  en 
Certificaat  geteekend :   H.   C.  T. 

Daar  de  over  dit  onderwerp  gehoord  zQnde  Depmrtemen* 
ten  er  in  overeenstemmen ,  dat  het  ingezonden  Fabrijkaat 
op  geene  remnneratie  of  onderscheiding  aanspraak  kan  ma- 
ken, zoo  wordt,  op  praeadvies  van  Directeuren , het  inge* 
zondene  ter  zijde  gelegd* 

Ten  aanzien  van  Art.  20  der  Punten  van  Beschrijving 
bladz.  8,  nopens  de  ingekomen  Jntwoorden  op  Prys vra- 
gen, van  welke  de  termijn  van  inzending  met  den  laatstn 
September  1846  is  afgeloopen,  wordt  berigt  dat  ingekomen 
is  het  Volgende : 

Art.  1.  Twee  geschriften,  de  middelen  aanw^zende  om 
de  Kersen^y  Abrikozen^  en  Pervikenhoomen^  voor  het 
uitloopen  van  de  Gom  te  beveiligen ;  Prf]svrai^  No.  126 , 
bladz.  166,  onder  de  zinspreuk: 

a*  Ondervinding  18  (te  besie  leermeesteresse.  1  Uandlim 

b*  Onder%oeki  alle  dingen  en  behoudt  hel  f  i «    g^^ 
goede*  j 


Digitized  by 


Google 


30  HANDELINGEN,  1846. 

Daar  beide  deae  antwoorden  in  geenen  daele  aan  de 
vereisehten  van  de  vraag  voldoen,  en  geene  de  minste  waar* 
de  bezitten ,  worden  deselve ,  op  voordragt  van  Directen- 
ren,  ter  xijde  gelegd. 

II.  Verhandeling  nopens  het  kersiel  en  aangroei  vao 
Veengronden^  Prijsvraag  No.  127  bl.  166,  sinsprenk: 

Onder%oek  leidt  tot  kennis. 
Aangezien  volgens  het  eenstemmig  gevoelen  der  geraad- 
pleegde Departementen  de  SchrQver  de  bedoeling  van  de 
vraag  niet  heeft  begrepen  en  de  Verhandeling  alle  weten- 
schappelijke waarde  mist ,  zoo  wordt ,  op  voorstel  van  Di- 
recteoren,  dit  antwoord  ter  sQde  gelegd. 

III.  Verhandeling  wegws  genomene  proeven  ter  bemes- 
ting van  landen  met  Eoul'  of  Turf  kool  en  de  daarvan  ver- 
kregene  uitkomsten  ,  Prijsvraag  No.  170,  bl.  236  geteekend: 

Ondenoek  leidt  tot  hennis. 

Daar  de  inzender  dezer  Verhandeling  aan  den  in- 
houd der  Vraag  heeft  voldaan,  zoo  wordt ,  op  praead'» 
vies  van  Directeuren,  den  inzender  de  premie  van  de 
tweede  gouden  Medaille  bQ  de  Vraag  uitgeloofd  toegekend , 
die  bij  de  ontzegeling  van  z^n  naambillet  is  bevonden  te 
zijn  de  Heer  Cornslis  Rkinders  ,  op  den  huize  Groot-Zee- 
wijk^  in  den  Noord-polder  Gemeente  Warfumj  Provincie 
Groningen. 

•  IV.  Verhandeling  de  middelen  aanwijzende  om  voor  te 
komen ,  dat  de  verschillende  Meststoffen  in  de  steden  voor 
den  Landbouw  niet  verloren  gaan,  met  teekeniag  en  verzeld 
van  monsters,  Prijsvraag  No.  186,  bl.  257  met  de  spreuk: 
Be  Mest  is  ket  door  de  natuur  aangewe%en  Plantenvoedsel. 

Daar  de  Departementen ,  die  dit  antwoord  ter  beoordeeling 
hebben  gehad ,  eenparig  van  gevoelen  zyn  9  dat  hetzelve  niet 
voor  eene  bekrooning  in  aanmerking  kan  komen,  zoo  ver* 
eenigt  zich  de  Vergadering  met  het  praead  vies  van  Directeu- 
ren ,  om  dit  antwoord  ter  zijde  te  leggen. 

V.  Verhandeling ,  de  middelen  aan  de  hand  gevende  tot 


Digitized  by 


Google 


HANDEUNGEN,  1846.  31 

hel  aanleggen  Tan  Bosechen  ter  bevordering  van  de  Houi- 
cultuur ,  Pnjsvraag  No.  187  bh  268 ,  Haodlgn.  bl.  954 ,  zin- 
ipreuk: 

Ondervinding  is  de  beste  leermeesteresse. 

De  uitspraken  der  Departementen  j  aan  wier  oordeel  en 
voorlichting  dit  antwoord  ifl  onderworpen  geweest,  keu- 
ren dezelve  over  het  geheel  als  onvolledig  af,  om  als 
handleiding  tot  de  Hout-caltnor  te  kannen  dienen ,/  zoo  als 
znlks  door  de  Maatschappij  wordt  verlangd ,  en  waarvan  de 
vereischten  en  voorwaarden  in  de  vraag  zoo  bepaald  en 
uitvoerig  zQn  oiteeogezet  en  aangewezen.  En  wordt  alzoo 
op  het  gepraeadviseerde  van  Directeuren  geoordeeld ,  dat  dit 
antwoord  te  onvolledig  en  ongeschikt  is,  om  in  aanmeriung 
te  kunnen  komen. 

Aangaande  de  Artikelen  21  ,  22,  23  en  24,  vermelden- 
de de  ingekomen  Antwoorden  op  Prijsvragen ,  van  welke 
de  termijn  van  beantwoording  openstaat  tot  den  laatsten 
September  1846,  1847,  1848  en  1850  als  daar  zijn: 
voor  1846. 

o.  Twee  geschriften ,  om  het  ontstaan  van  het  vuur  (Ifrey" 
rot)  in  het  Eikenhout  tot  aanbouw  van  schepen  en  werken  ge- 
bezigd wordende,  tegen  te  gaan  of  te  voorkomen,  Prijs- 
Traag  N».  160,  bl.  210  voerende  tot  spreuken: 
Ie.  Het  goede  doen  het  slechte  te  laten  en%.  Handlgn.  bl.  956. 
2e.  Bet  eenvoudige  is  vaak  het  kenmerk  van  het  ware. 

b.  Verhandeling  over  de  verbouwing  en  bereiding  der 
Meekrap,  Prijsvraag  No.  176,  bl.  239  Handlgn.  bl.  955. 
geteekend : 

Volharding  is  mijn  doel. 

c.  Proeven  van  uit  gegoten  Zink  vervaardigde  Oma-- 
menten.  Prijsvraag  No.  192,  bl.  26,  Handlgn.  bl.  955. 
met  de  spreuk: 

Mifn  streven  is  naar  hooger* 

d.  Drie  Verhandelingen  over  de  kwijnende  %iekte  der 
Schapen ,  het  ongans  of  leverbot%iekte  ook  wel  de  gal- 


Digitized  by 


Google 


32  HANDELINGEy,  1846. 

ligheid   gewamd,    Prijsvraag  No.    133,    bl.    171,    getee- 
kend  met  de  spreuken  : 

lo.    Het  is   beter  het   kwacui  voor  te  komen  clan  te 

verhelpen. 
2o.   Keukenzout. 

3o.  ff  et  eenvoudige  is  vaak  het  kenmerk  van  het  ware. 
e.  Verhandeling ,  om  ff  out  tot  Scheepsbouw  en  Timmer^ 
hout  benoodigd ,   voor  bederf  te  bewaren  ,   nevens  daarbij 
gevoegde  monsters ,  Prijsvraag  No.  218  ,  bh  293 ,  geteekend; 
//  n^est  potnt  tci  ba^  de  moisson  sans  culture. 
ĥ  Een  geschrift  om  de  gebreken  van  scheuren ,  gaten , . 
of  andere  defecten   in   looden  of  vinken  Goten  ^   zonder 
het  gebmik  van  vaar ,  te  herstellen ,  Prijsvraag  No  222 ,  • 
bL  295,  zinspreuk: 

Zoekt  en  gij  %uU  vinden. 
voor  1847. 
Eene  Veihandeling  om  de  Boomhaai  of  Speerhaai ,  die 
op  ffaring  jagt  maakt,    uit  te  roeijen,   of  b^   d^rsdver 
vangst,  daarvan  een  meer  voordeelig  gebmik   te  maken. 
Prijsvraag  No.  198  bL  266,  Handlgn.  bl.  956,  adnspreak; 
Tandem  fit  surculus  arbor. 
voor  1848. 
Twee  geschriften ,  de  middelen  opgevende ,  om  de  Bloem- 
kool voor  het  doorknagen  van  den  Worm  te  beveiligen , 
No.  206,  bl.  284,  geteekend  met  de  spreuken: 

lo.  Ondervinding  is  de  beste  leermeesteressen 
2o.  Onderzoek  leidt  tot  beproeving  eh  kennis. 
voor  1850. 
Verhandeling  over  het  teelen  van  Meekrap  op  zandgron- 
den en  aantoonen ,  in  hoe  verre  dezelve  met  de  elders  ge- 
teelde gelijk  staat,  onder  de  spreuk: 

Volharding  is  mijn  doel. 
Wordt  besloten  ,  de  deliberatien  over  voormelde  antwoor- 
den uit  te  stellen ,   tot  dat  de  tijd  van  inzending ,  bij  die 
Vragen  bepaald ,  zal  zijn  afgeloopen. 


Digitized  by 


Google 


HANDEUNGEN,  1846.  38 

Daar  de  bQ  Art.  25  der  Ponten  van  deliberatie  bl. 
11  en  12,  de  herinnering  aan  de  Prijsvragen,  van  welke 
de  termijn  van  beantwoording  met  den  laatsten  September 
1845  18  afgeloopen,  en  de  Oniwerp-Prijsvragen  ^  Ponten 
▼an  Beschrijving  bl.  14 — 33,  bij  den  aanvang  der  Verga- 
dering z^n  gesteld  in  handen  van  de  onderscheidene  Com- 
missiën,  om  daaromtrent  te  dienen  van  berigt,  zoo  worden 
de  volgende  beraadslagingen  uitgesteld  tot  den  laatsten  dag 
dezer  Algemeene  Vergadering  als :  op  Art*  26.  het  benoe- 
men van  Directeuren  in  plaats  van  de  aftredende,  Art.  53 
der  Wet;  Art.  27.  het  benoemen  van  een'  President j  nit 
de  Directeuren  te  Haarlem  woonachtig,  Art.  68  van  de 
Wet ;  Art.  28.  het  benoemen  van  Leden  Correspondenten^ 
Art.  205  en  volgende  der  Wet;  Art.  29,  het  benoemen 
eener  Commissie  tot  het  opmaken  van  een  Algemeen  Ver- 
tlag  nit  de  staten  van  den  Landbouw  en  uit  de  berigten 
der  Leden  Correspondenten,  Art.  170  der  Wet,  en  Art.  30, 
het  bepalen  van  den  dag  der  volgende  Algemeene  Verga- 
dering, Art.  173  der  Wet. 

Laatstelijk  wordt  gemeld,  dat  na  het  afdrukken  der  Pun- 
ten van  Beschrijving  nog  is  ingekomen  het  navolgende : 

a.  Van  den  Heer  Directeur  van  het  Kabinet  van  Land- 
bouwkundige Werktuigen  te  Utrecht,  een  exemplaar  van  de 
Catalogue  des  Instruments ,  et  MacMnes  a  r  usage  de 
tAgriculture ,  réuni  au  Cabinet  de  FEiat  de  tAgrioul^ 
iure  a  Utrecht^  's  Gravenhage  1846. 

b.  Van  het  Lid  Correspondent  den  Heer  J.  J.  Bruinsma  , 
te  Leeuwarden^  een  kort  overzig  van  de  Weérsgesteldkeid 
gedurende  het  jaar  1845. 

c.  Van  de  Geldersche  Maatschappy  van  Landbouw ,  JTe- 
dedeelingen  en  Handelingen  1846.  N».  1 — 3. 

d.  Van  de  Hollandsche  Maatschappij  der  Wetenschappen 
te  Haarlem  het  Programma,  root  1846. 

e.  Van  de  Overijsselsche  Vereeniging  tot  ontwikkeling 
vBn  Provinciale  Welvaart  y  te  Zwolle  ^  een  exemplaar  van 

C 


Digitized  by 


Google 


34  HANDEUNGEN,   1846. 

het  Over%igt  der  'Landbouw-Scheikunde  voor  Nederlan 
ders ,  alsmede  eene  Voorlezing  yan  Dr.  W.  C,  H.  Sta- 
ring over  de  Aardkunde  van  Salland^  in  het  Land  van 
Vollenhove. 

f.  Van  de  Heer  Mr.  A.Houck,  te  Deventer^  het  exem- 
plaar zijner  Bissertatio  Oeconomtco^Poliitca  inaugurtüis 
etc.  Deventer  1846. 

g.  Van  het  Ministerie  van  Binnenlandsche  Zaken: 

lo.  Monsters  van  buitenlandsch  Aardappelen%aad ^  met 
eene  aanwijzing  tot  het  kweken  van  dezelve,  nevens  eeo 
exemplaar  eener  Anleitung  %um  Kartoffelbau^  mit  rük- 
eicht  auf  die  im  Herbste  1845,  %um  vorsckein  gekommene 
Kartoffelkrankheid  und  deren  Fölge ,  von  Dr.  von  Pabst 
in  Hohenheim*  Stnttgart  1846. 

2o.  Monster  Maia  of  Turkache  -  Weit  y  afkomstig  van 
het  buitenland 9  met  aanwijzing,  hoe  dit  koorn  moet  wor- 
den behandeld. 

h.  Het  model  van  eenen  verbeterden  toestel  der  van  zich 
zelven  Sluitende  deuren^  niet  berigt  onder  de  letters  6.  V.  T. 

t.  Teekening  en  Beschrijving  van  een  verbeterd  toe- 
voegsel aan  de  gewone   Brandspuiten ,  geteekend  :  £•  V. 

k.  Monster  Groene  Kiuis,  gelijk  aan  de  Zwitsersche,  in 
antwoord  op  Prijsvraag  N^.  2  van  't  Programma  voor  1845, 
expirerende  ultimo  September  1846,  onderschreven  met  de 
Spreuk :  Arbeidzaamheid. 

L  Monsters  Eau  de  Cologne y  met  berigt,  onder  de 
Zinspreuk:  Het  rijsje  wordt  allengs  een  boom* 

Omtrent  deze  van  g — /  ingekomen  stokken,  berigten 
Directeuren,  dat  daarover  het  gevoelen  der  Departementen 
wordt  ingewonnen,  om  daarvan  in  eene  volgende  Algemeene 
Vergadering  verslag  te  doen. 

m.  Van  den  Heer  S.  E.  Swerein,  Hoofd-Directeur  der 
Nederlandsche  Fenj/er^tó«-Fabrijk ,  te  Zwijndrechi  j  een 
Certificaat  van  het  voortdurend  bestaan  der  aldaar  geves- 
tigde   Fen^/er^/a^-Fabrijk ,   dingende  naar  de  premie  van 


Digitized  by 


Google 


HANDEUNGEN,  1846.  35 

driehonderd  guldens  Toor  het  tweede  jaar ,  uitgeloofd  in 
PrijsTraag  No.  120,  bL  145,  ResoL  U.  956. 

Daar  ait  voormeld  Certifikaat,  gedateerd  Zwijndrech 
1  Jalij  1846,  blijkt,  dat  voorzegde  Fabr(jk  van  30  Janlj 
des  vorigen  jaars  onafgebroken  werkzaam  is  geweest  en 
nog  is,  alsmede  dat  uit  de  boeken  is  gebleken,  dat  van 
de  Algemeene  Vergadering  des  vorigen  jaars  tot  1  Julij 
dezes  jaars  1846 ,  zijn  afgeleverd  vijf  duizend  vijf  hon- 
derd drie  en  veertig  kisten  Vensterglas  van  verschillende 
afmetingen ,  en  dat  overigens  in  die  Fabrijk  steeds  werk- 
zaam zijn  drie  en  zestig  personen ,  zoo  wordt  op  voorstel 
van  Directeuren  aan  gemelden  Heer  Samukl  Elsazar 
SwERBiN  toegekend  de  premie  van  drie  honderd  Guldens 
▼oor  het  tweede  jaar* 

Verder  wordt  door  Directeuren  kennis  gegeven,  dat 
zich  een  persoon  tot  de  Maatschappij  heeft  gewend  met 
eene  nissive  meldende  dat  hy  door  Z.  M.  den  Koning, 
is  geoctroijeerd  op  de  uitvinding,  door  welke  belet 
wordt,  dat  Locomotieven  en  Rijtuigen  buiten  de  sporen 
kunnen  gaan;  dat  hij  daarvan  een  verkleind  model  heeft 
laten  maken,  en  dat  hij  verzoekt,  dat  zulks  door  eene 
Commissie  uit  de  Maatschappij  worde  onderzocht  en  be- 
oordeeld. 

De  Vergadering  besluit,  dat,  zoo  de  Schrijver  belang 
stelt ,  dat  zijne  uitvinding  door  de  Maatschappij  beoordeeld 
wordt ,  hij  alsdan ,  volgens  de  bij  de  Maatschappij  be- 
staande Wetten,  het  model  zijner  uitvinding  met  een 
duidelijk  geschreven  memorie  aan  haar  ter  onderzoek  moet 
inzenden. 

Hiermede  alle  de  Stukken  van  de  Punten  van  Beschrij- 
ving afgehandeld  zijnde,  wordt  deze  Vergadering  opgehe- 
ven tot  heden  avond  te  zeven  ure,  om  alsdan  in  beraad- 
slaging te  nemen  de  Concept- wetten.  Art.  12  der  Pun- 
ten van  Beschrijving. 


Digitized  by 


Google 


36  HANDELINGEN ,  1846. 

AvOND-ZlTTlNG 

21  Julij  1846  ten  %even  ure* 

Tegenwoordig  de  Heeren  Directeuren  en  de  Departe- 
menten van  heden  morgen,  behalve  de  Heer  Professor  Dr. 
A.  NuidAN  en  de  Heeren  Gedeputeerden  van  het  Departe- 
ment Groningen. 

Hierop  in  overweging  zullende  worden  genomen  de  voor* 
gedragene  Ontwerp-Wetten,  zoo  wordt,  na  een  voorafgaand 
wisselen  van  consideratiën  met  het  Departement  Limmen , 
door  het  Departement  Arnhem  voorgesteld,  om,  uit  hoof- 
de van  het  belang,  dat  er  in  gelegen  is,  om  hQ  het  hersieo 
van  wetten  eener  Maatschappij  met  bedaard  overleg  te  werk 
te  gaan ,  het  beraadslagen  over  het  thans  aanhangig  weto* 
ontwerp  uit  te  stellen  tot  eene  volgende  Algemeene  Verga- 
dering, en  de  Departementen  in  de  gelegenheid  te  stel* 
len,  om,  binnen  eenen  bepaalden  tijd,  hunne  bedenkingen 
op  de  aangeboden  Concept- Wetten ,  schriftelijk,  aan  de 
thans  bestaande  Wet-Conimissie  in  te  zenden ,  welke  deze 
met  hare  eigene  aanmerkingen  en  tegenbedenkingen  in  een 
algemeen  Verslag  zal  vereenigen;  hetwelk  gedrukt  en  aan 
alle  Leden  zal  toegezonden  worden ;  en  dat  zal  worden  be- 
paald, dat  de  thans  in  werking  zijnde  wetten  van  kracht 
zullen  blijven  tot  het  oogenblik,  dat  de  nieuwe  wetten  zul- 
len zijn  aangenomen* 

De  Vergadering  dien  overeenkomstig  besluitende  be- 
paalt, op  voordragt  van  Directeuren,  dat  de  bedenkingen 
op  de  Concept- Wetten  door  de  Departementen  binnen  drie 
maanden  aan  de  thans  bestaande  Commissie  tot  de  Wets- 
heüziening  zullen  moeten  worden  gezonden. 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  37 


DE  DERDE  XITTING  OP  DONDERDAG  DBlf  28^en  j^^jj  Ig^Q^ 

des  voarmiddags  ien  tien  ure* 

Tegenwoordig  de  Heeren  Direetearen  Dr.  J.  A.  tin  Beh- 
MRLE5 ,  Prendeni;  Mi.  Joh.  Enschede  ,  Dr.  F.  J.  tin  Maa- 

HEN,  Prof.  A.  H.  TAN  DER  BoON  MeSCH  ,   Mr.    W.   H.   TAN 

Voorst,  Prof.  Dr.  A.  Nüman  en  Mr.  J.  C.  Faber  tan 
Riemsdijk,  en  de  AfgeTaardigden  van  de  Departementen 
Groningen  j  Delft  ^  *ê  GravenAagej  Limmen^  Arnhem  ^ 
OudrBeijerland^  Leiden  ^  Haarlem^  Assen ^  Utrechts  De- 
venier y  Rotterdam^  Amsterdam^  ScusenAeim ,  Wormen^ 
veerj  Ztiandijk  en  Gouda. 

De  aanteekeningen  van  het  verhandelde  in  de  beide  bij- 
eenkomsten van  den  21«n  dezer  worden  gelezen  en  goedge- 
keurd. 

Door  de  Afvaardigden  van  het  Departement  ^s  Gra^ 
venhage  wordt  voorgesteld,  om  terng  te  komen  op  het 
besluit  genomen  in  de  avond-zitting  van  den  21ea  dezer, 
waarbij  is  bepaald,  dat  de  beraadslagingen  over  de  Ont- 
werp-Wetten  zullen  worden  uitgesteld  tot  eene  volgende 
Algemeene  Vergadering,  en  deze  als  nu  in  overweging  te 
nemen.  Daar  naar  aanleiding  van  Art.  198  der  Wetten, 
geen  f  der  stemmen  zich  daarvoor  verklaart ,  wordt  het 
genomen  besluit  voor  verbindend  gehouden. 

Hierop  wordt  de  Commissie,  waaraan  is  opgedragen  het 
nazien  en  opnemen  der  Rekening  en  de  Begrooting  ^  ver- 
zocht tot  het  geven  van  een  verslag  harer  bevinding,  en 
door  haar  gerapporteerd  hetgeen  volgt : 

De  Departementen  Utrecht,  's  Hage,  Rotterdam  en  Delft, 
benoemd  tot  het  nazien  van  de  rekening  en  verantwoor- 
ding over  1845  en  de  begrooting  voor  1847  voor  de  Maat- 


Digitized  by 


Google 


38  HANDELINGEN,  1846. 

schappij   ter  bevordering  van  Nijverheid,   heeft  dien  taak 
met  genoegen  volbragt. 

Zij  doen  hulde  aan  de  naauwkeurigheid ,  die  er  in  deze 
administratie  heerscht,  en  verheugen  zich  derhalve  de 
tolk  van  allen  te  mogen  zijn ,  door  den  welverdienden 
dank  toe  te  brengen  aan  den  Heer  Thesaurier  dezer  Maat- 
schappij. 

Alle  uitgaven  vonden  wij  door  behoorlijke  bewifzen  ge- 
staafd en  verantwoord.  Bij  de  posten  van  ontvangst  heb- 
ben velen  de  raming  overtroffen  ,  terwijl  de  uitgaven  meest- 
al beneden  deze  gebleven  zijn.  Dat  dit  het  geval  niet  zijn 
kon  met  Art.  8,  betreffende  de  onkosten  verbonden  aan 
de  uitgave  van  het  Tijdschrift,  dit  was  voorzeker  reeds 
a  priori  te  voorzien ,  naardien  alle  leden  dit  werk  reeds 
thans  gratis  ontvangen.  Wij  hebben  daarom  gemeend 
hierop  geene  aanmerking  te  moeten  maken ,  te  minder , 
omdat  wij  de  overtuiging  deelden ,  dat  de  Redactie  van  dat 
Tijdschrift  wel  geen  middel  onbeproefd  zal  laten ,  om  y 
zonder  de  belangrijkheid  hiervan  in  het  minst  te  scha- 
den ,  die  bezuinigingen  in  de  uitvoering  te  maken  ,  die 
voor  de  kas  der  Maatschappij  zoo  hoogst  wenschelijk 
s^n. 

Van  ééne  aanmerking  konden  de  Leden  der  Commissie 
zich  niet  onthouden ;  zij  betrof  het   artikel  drukloonen. 

Vele  posten  hadden  eene  vermindering  ondergaan  ,  an- 
deren daarentegen  eene  aanzienlijke  verhooging;  redenea 
waarom  wij  de  aandacht  van  het  Bestuur  hierop  wenschen 
gevestigd   te  zien. 

Uit  vroegere  rapporten  is  het  ons  gebleken,  dat  men 
reeds  de  aanmerking  heeft  gemaakt ,  dat  niet  alle  Depar- 
tementen de  nota  van  vracht  en  briefporten  gespecificeerd 
hebben  ingeleverd ;  wij  moeten  die  aanmerking  herhalen , 
naardien  enkelen  van  deze  ons  vrij  hoog  zijn  voorgeko- 
men. 

Kan  de  Commissie  eindelijk  dit   rapport  niet   besluiten 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN^  1846.  39 

net  de  aangename  mededeeling ,  dat  ci|  de  rekening  met 
een  voordeelig  saldo  sag  sloiten ,  zoo  xijn  de  redenen ,  die 
aanleiding  hebben  gegeven  tot  dezen  schijnbaar  ongnnstigen 
staat ,  ons  reeds  door  den  Voorzitter  ontwikkeld. 

Ook  heeft  de  Commissie  geene  zwarigheid  gevonden 
zich  met  de  opgemaakte  begrooting  te  vereenigen  ,  ^wes- 
halve zi]  deze  goedkeuring  door  onderteekening  van  bei- 
den heeft  bekrachtigd. 

Ed  hiermede  verraeenen  wIJ  onze  taak  te  hebben  vol* 
bragt ,  en  eindigen  daarom  met  het  voorstel ,  dat  ook  door 
het  Bestnnr  de  rekening  zoo  wel  als  de  begrooting  zal 
worden  goedgekeurd. 

Onder  dankzegging  aan  de  Commissie  wordt  het  rap- 
port met  goedkeuring  door  de  Vergadering  aangenomen, 
en  de  Thesaurier  wegens  deze  ^ne  gedane  rekening 
gedechargeerd. 

Hierop  wordt  door  Directeuren  berigt,  dat  de  Klerk 
dezer  Maatschappij ,  die  tot  hulp  van  den  Algemeenen 
Secretaris  door  Directeuren  9  volgens  Art.  79  en  vol- 
gende der  wetten  wordt  aangesteld ,  bij  missive  heeft  ver- 
zocht ,  dat  zijne  jaarwedde ,  aangezien  de  meerdere  werk- 
zaamheden hg  de  Maatschappij,  worde  verhoogd;  waarop^ 
op  voordragt  van  Directeuren,  aan  den  tegenwoordlgen 
Klerk  J.  Schouten  wordt  toegekend  eene  jaarlijksche 
gratificatie  van  vijftig  Qulden ,  in  te  gaan  met  primo  Ja- 
nuarlj  dezes  jaars. 

Vervolgens  wordt  de  Commissie  tot  den  Landbouw 
mtgenoodigd>  om  de  Vergadering  te  willen  dienen  van 
consideratie  en  advies  op  de  stukken  in  hare  handen  ge- 
steld, en  wordt  deswegens  door  haar  het  volgende  berigt. 

De  Commissie  bestaande  uit  de  Departementen  'sHage, 
Leiden ,  Limmen  ,  Assen  ,  Groningen  ,  Haarlem  ,  Rotter- 
dam, Utrecht,  Sassenheim,  Delft  en  Oud  Beyerland ,  en 
hebbende  tot  derzelver  president  den  Hoogleeraar  Dr.  A. 
NuM%N,  heeft  eenen  aanvang  met  hare  werkzaamheden  ge- 


Digitized  by 


Google 


40  HANDELINGEN ,  1846. 

maakt  met  de  beoordeeling  der  Pi^s vragen,  waarvan  de  ter- 
mijn van  beantwoording  met  den  Iaat»ten  September  1S45 
is  verschenen  (1).  De  slotsom  der  ten  dezen  gehoadene 
beraadslagingen  is  geweest  als  volgt: 

No.  126*  Kersenboomen  voor  hei  uitloopen  van  cUgom 
te  beveiligen.  Uwe  Commissie  stelt  voor  deze  vraag  op  nieuw 
uit  te  schrijven,  met  behoud  van  dezelfde  redactie  doch  met 
bepaling  van  uit.  September  1849,  als  termyo  van  inzending. 

No.  127.  Over  hei  hersiel  en  tien  aangroei  van  veen- 
gronden* Daar  deze  vraag  meer  b^zonder  schijni  inge- 
rigt  te  zign  voor  de  lage  veengronden,  en  de  redactie  al- 
zoo  niet  zeer  duidelijk  is  ,  maar  voornamelijk  daar  er  ook 
reeds  veel  over  het  veen  is  geschreven  en  nog  geschre- 
Ten  wordt,  gelooft  uwe  Commissie,  dat  onze  Maatschappy 
deze  vraag  niet   meer  behoort  uit  te  schrijven. 

No.  130.  Ten  aanzien  van  hei  leveren  van  een  bewerkt 
fabrijkaai  uit  Jgave  of  hei  phormium  tenax ,  begrijpt 
uwe  Commissie ,  dat  deze  vraag  behoort  te  worden  gehou- 
den voor  beantwoord  door  de  bekroonde  Verhandeling  van 
den  Heer  Cazaüx  over  de  Phomuum  tenax. 

No.  142.  De  vraag  over  hei  bevryden  der  Granen  van 
den  hontgdaauwy  is  aan  uwe  Commissie  genoegzaahi  belang- 
rijk voorgekomen ,  om  op  nieuw  uitgeschreven  te  worden , 
doch  alsnu  met  deze  redactie:  » Hoewel  er  ook  in  onze  taal 
geschriften  over  den  honigdaauw  j  den  roest  en  aanverwante 
ziekten  der  graangewassen  zijn  uitgekomen,  zoo  sch|)i4 
het  evenwel,  dat  er  tot  nu  toe  geene  genoegzame  mid- 
delen ter  voorkoming  of  genezing  van  zoodanige  ziekten 
bekend  zijn.  De  Maatschappy  vraagt  dzoo:  Wat  is  er 
bekend  nopens  het  verband ,  dat  er  bestaat  tussehen  ho- 
nigdaauw, roest  en  andere  aanverwante  ziekten  der  graan- 
soorten, en  nopens  derzelver  vermoedelQke  oorzaak?  Welke 


(1)  Zie  p.'ll  punlen  ran  betchiiJTiog. 


Digitized  by 


Google 


HANDEUNGEN,  1846.  41 

sQn  ene;  yerder  deselfde  redactie  en  met  bepaling  van 
het  jaar  1849  als  termijn  Tan  expiratie. 

No,  145.  De  vraag  over  hei  bewaren  van  granen 
neent  uwe  Commissie,  dat  niet  meer  behoort  te  worden 
oitgesehreTen. 

Van  hetselfde  oordeel  is  uwe  Commissie  ten  aanxien  der 
Yiaag  over  cle  %warie  koppen  in  het  vlaê^  en  wel  op 
grond  y  dat  deze  vraag  reeds  sedert  1827  zonder  eenig 
gevolg  is  nitgeschreven ^  en  oit  hoofde  der  onzekerheid, 
of  onze  Mooge  Regering  alsnog  genegen  zonde  z(jn  om  de 
daarhy  bedoelde  premie  van  /400  uit  te  reilcen. 

No.  170.  De  vraag  over  het  bemesten  van  land  of 
grond  met  hoots-  of  tnrflcool  is  in  uwe  vergadering  van 
gisteren  bekroond,  zijnde  de  schrijver  de  Heer  C,  Reindurs 
te  Warfnm. 

No.  171.  De  Commissie  oordeelt,  dat  de  vraag  over  de 
uUvinding  van  een  maai'werAiutg  niet  meer  behoort  te 
worden  uitgescfareven ,  als  zijnde  het  genoegzaam  gebleken , 
dat  de  reeds  uitgevondene  werktuigen  van  deze  strekldng 
Qf  den  duur  ten  eenemale  niet  voldoen* 

No.  172.  De  vraag  over  hei  verbeteren  van  grond  mei 
gebrande  leem  behoort  naar  het  gevoelen  der  Commissie 
mede  te  worden  ingetrokken;  hebbende  de  Commissie 
hierbij  in  aanmerking  genomen  de  proeven  door  den  Heer 
Wardenburo  met  de  gebrande  leem  gedaan ,  en  welke  aan 
de  verwachting  niet  schijnen  te  beantwoorden. 

No.  186.  De  vraag  over  het  bewaren  der  meststoffen 
in  de  steden  is  aan  de  Commissie  voorgekomen  als  ge- 
schikt, om  op  nieuw  uitgeschreven  en  te  worden,  advi- 
seert dus  daartoe,  met  bepaling  van  ulto.  September  1847 
als  termijn  van  inzending. 

No.  187.  Ten  aanzien  der  vraag  over  het  in%enden 
eener  handleiding  voor  de  houtcultuur  oordeelt  de  Com- 
missie, dat  op  ,  nieuw  behoort  te  worden  uitgeschreven , 
doch  met  de  bepaling,  dat  de  schrijver  der  reeds  op  deze 


Digitized  by 


Google 


42  HANDEUNGEN,  1846. 

Traag  iogekomene  yerhandeling  des  verkiesende  bij  bet 
Bestuur  der  Maatschappij  zal  kunnen  kennis  nemen  der 
hoofdaanmerkingen  op  dezelve  gemaakt,  en  welke  van  dien 
aard  zijn,  dat  deze  Terbandeling  niet  kon  worden  be- 
kroond ;  stellende  de  Commissie  Toor  bet  jaar  1848  als 
termijn  van  inzending. 

De  Commissie  is  hierna  overgegaan  ter  beoordeeling  der 
nieuwe  voorgestelde  Prgsvragen  en  wel  in  de  eerste  plaats 
van  N<).  6  vermeld  op  bl.  16,  nopens  eene  volledige 
scheikundige  opgaaf  der  %amenslellende  deelen  van  alle 
akkerplanten  hier  te  lande  geteeld  enz.  Deze  vraag  is 
voorgekomen  als  te  zijn  veel  te  veel  omvattend  en  alzoo 
niet  vatbaar  voor  eene  volledige  beantwoording,  en  de 
Commissie  meent  dus ,  dat  dezelve  niet  behoort  te  worden 
uitgeschreven. 

N<>.  7.  Gunstiger  denkt  de  Commissie  over  de  concept- 
vraag  No.  7  op  bl.  17  nopens  de  Tabaksplanting  ^  en  stelt 
voor  dezelve  uit  te  schrijven,  met  bepaling  van  ult^.  Sep- 
tember 1849  als  termijn  van  inzending. 

No.  8.  De  vraag  N».  8  vermeld  op  bl.  19  om  Land- 
bouwkundige hulpmiddelen  op  te  geven  ^  om  het  kwaad 
in  alle  soorten  van  Erwten  voor  te  komen  ^  is  ongeschikt 
ter  uitschrijving  voorgekomen,  ook  op  grond,  dat  het  daarbij 
bedoeld  gebrek  en  de  middelen  daartegen  genoegzaam  be- 
kend kunnen  worden  geacht,  en  voorkomen  in  onderschei- 
dene landbouwkundige  handboeken. 

No.  9.  Het  onderwerp  bedoeld  in  de  vraag  No,  9  op 
bl.  19  omtrent  de  verdeeling  der  Marken  en  gemeenschap-^ 
pelijke  Heidevelden^  hangt  naar  het  gevoelen  der  Com- 
missie geheel  af  van  plaatselijke  omstandigheden.  De 
vraag  is  dus  min  geschikt  voorgekomen  ,  om  te  worden 
uitgeschreven. 

No.  12.  De  ziekte  der  Moerbezieboomenj  bedoeld  in  de 
conceptprijsvraag  No.  12  op  bl.  23,  komt  aan  de  Commissie 
voor  als  te  weinig  bekend  in  ons  Vaderland,  om  met  grond 


Digitized  by 


Google 


HANDEUNGEN,  1846.  43 

eeoig  goed  antwoord  te  kanoen  verwachten.    2UJ  stelt  dos 
Toor  dese  vraag  niei  uit  te  schrijven. 

No.  20.  Ook  de  vraag  uü  welke  bestanddeelen  de 
gronden  tier  Heidevelden  beslaan  j  bedoeld  onder  No.  20 
U.  29  is  aan  de  Commissie  als  ongeschikt  ter  uitschrij- 
ving voorgekomen;  en  wel  op  grond,  dat  geoordeeld  werd, 
dat  dit  onderwerp  xoo  xeer  afhangt  van  plaatselijke  om- 
standigheden, dat  eene  beantw|>ording  der  voorgestelde 
vraag  ala  nagenoeg  onmogelijk  behoort  te  worden  aange- 
merkt. 

No.  21.  Even  ongeschikt  ter  uitschryving  is  aan  de 
Commissie  de  concept-prijsvraag  voorgekomen  sub  No.  21 
Termeld  op  bh  30,  tvelAe  planlen  en  gewassen  gevonden 
en  aangektueekl  zouden  kunnen  worden^  gesohikl  om  daar- 
uit fabrijkmatig  Polasck  en  Soda  te  bereiden,  en  wel 
Toomamelijk  omdat  de  potasch  reeds  xoo  goedkoop  van 
elders  te  bekomen  is. 

No.  22.  De  Commissie  is  verder  van  oordeel  om  de 
volgende  concept-prijsvraag  No.  22  hl.  30,  uit  te  schrijven, 
doch  alsdan  gewQzigd  als  volgt: 

Daar  men  beweert,  dat  het  Tussak-gras  niet  alleen  ge- 
schikt is  tot  voedsel  voor  het  vee,  maar  xelfs  tot  beschut- 
ÜDg  van  de  schapen  op  het  land  kan  dienen , .  soo  looft 
de  Maatschappij  de  gouden  medaille  uit  aan  hem ,  die  een 
paar  bunders  duin,  of  anderen  schralen  grond  mH  die  gras- 
soort beplant,  en  van  het  resultaat  voor  of  op  den  laatsten 
September  1849  het  meest  voldoend  verslag  inxendt,  uit 
hetwelk  soude  kunnen  blijken,  of  eene  verdere  aankwee- 
king van  dit  gewas  in  meerdere  uitgestrektheid  al  dan 
niet  voordeel  zoude  kunnen  aanbrengen.  —  En  verder  dan 
hierbi)  te  verwijzen  naar  het  IX*  deel  3«  stuk  p.  525  van 
het  Tijdschrift  onzer  Maatschappij. 

No.  23-  De  Commissie  heeft  daarop  in  deliberatie  ge- 
nomen de  vraag  onder  No.  23  hl.  30  der  Punten  van  be- 
schrijving voorgesteld ,  nopens  het  aanleggen  eener  boom- 


Digitized  by 


Google 


44  HANDEUN6EN,  184& 

gaard  van  hoog*  of  Aa/f-sfamwüfe  Moerbeziën-boomen ; 
lij  is  echter  van  oordeel,  dat  ook  dese  vraag  niet  behoort 
te  worden  nitgeschreTen.  Zij  acht  jnamelgk  de  cultaor  der 
Moerbezieboom  reeds  genoegiaam  in  ons  Vaderland  inge- 
voerd, althans  bekend;  zöödat  men  thans  met  grond. kan 
verwachten ,  dat  wanneer  er  in  der  daad  voordeel  aan  ver- 
bonden is,  deze  cultuur  ook  verder  zal  worden  beoefend. 

No.  26.  De  vraag  onder  No.  26  bL  33  over  kei  ver- 
krijge7i  van  goede  stremsel  tot  kaasmaking  voorgesteld, 
is  voorgekomen  te  zijn  van  geheel  wetenschappelijken  aard, 
en  derhalven  voor  als  nog  zonder  toepassing  op  den  land- 
bouw en  stelt  dus  voor  ook  deze  vraag  niet  uit  te  schrijven. 

No.  27.  Hetzelfde  stelt  de  Commissie  voor  ten  aanzien 
van  de  volgende  conceptvraag  sub  No.  27  hl.  33  en  wel  op 
grond ,  dat  de  bouw  der  lueeme  genoegzaam  in  ons  Va- 
derland bekend  moet  worden  geacht. 

Eindelijk  is  nog  bij  de  Commissie  gelezen  een  brief 
van  den  President  der  Maadschappij  der  bedijking  en  6c- 
bouwing  der  waard-  en  groetgronden  in  N.  Holland^  hou- 
dende toezending  van  eenige  monsters  koom  en  zaad  op  die 
gronden  geteeld.  Zij  stelt  voor  genoemden  heer  voor  deze 
toezending  te  bedanken ,  en  hem  uit  te  noodigen ,  om  wel 
te  willen  voortgaan  met  de  mededeeling  van  belangrijke 
zaken  deze  ontginning  betreffende. 

Na  het  aanhooren  van  dit  rapport  en  het  in  overweging 
brengen  van  ieder  Artikel  afzonderlijk,  vereenigt  zich 
de  Vergadering  met  de  gedane  voordragt. 

De  hierop  volgende  Commissie  tot  Kunsten^  Handwer* 
hen^  Fabrijken  en  Trafijken^  uitgenoodigd  wordende  tot 
het  doen  van  berigt,  geeft  het  volgende  verslag. 

De  Commissie  tot  de  Kunsten,  Handwerken,  Fabrijken 
en  Trafijken ,  bestaande  uit  de  Heeren  Directeuren  Dr.  F.  J. 
TiiN  Maanen  en  Prof.  A.  H.  van  der  Boon  Mbsch  met 
de  Depart.  Haarlem,  Leiden,  Amsterdam,  Utrecht,  Gro* 
ningen ,    Rotterdam ,    Zaandijk  ,    lammen ,    Sassenheim , 


Digitized  by 


Google 


HANDEUN6EN,  1846.  45 

Delft 9  Deventer»  Gouda,  Wormenreer  en  Arnhem,  heeft 
by  deae  de  eer  te  rapporteren,  dat  op  de  geëxpireerde 
Pr^arragen,  Fermeld  op  bl.  12  der  Ponten  van  beacfarijving^ 
bealolen  ia  voor  te  atollen  om: 

De  yraag  No.  155  bl.  145  betreffende  hei  vervaardigen 
van  een  bruikbaar  vUi  van  den  afvcU  der  hennipve%el^  niet 
weder  nit  te  achrijven,  aangesien  er  tot  nog  toe  geenerlei 
antwoord  op  is  ingekomen,  en  het  te  voorondemtellen  ia, 
dat  indien  het  aldus  verraardigde  vilt  van  eenige  nuttige 
toepaaaing  ware,  snlks  dan  sekerlijk  reeds  van  buiten  's  landa 
sonde  zQn  ingevoerd  geworden,  en  daar  er  sedert  eenigen  t^d 
in  ona  land  eene  stof  vervaardigd  wordt,  die,  hoewel  met 
de  bovengenoemde  eenige  overeenkomst  hebbende,  echter 
.  niet  aan  het  voorgestelde  doel  beantwoordt. 

De  vraag  N».  179  bl.  204  omtrent  het  verv€uirdigen 
van  boekbinders-linnen  j  meent  uwe  Commissie  belangrijk 
genoeg  te  aijn,  om  die  op  nieuw  oit  te  schrijven,  en  voor 
de  termiyn  van  beantwoording  het  jaar  1849  te  stellen. 
Vooral  daarom  is  hiertoe  besloten,  omdat  het  gebruik  er 
van  in  de  laatste  jaren  vrQ  aanzienlijk  geweest  is,  en  het- 
selve  nog  steeds  nit  andere  landen  ingevoerd  wordt. 

De  vraag  No.  185  bl.  242  over  den  aanbouw  der%onnO' 
bloem  {HeUanthus  annuus)  meent  uwe  Commissie  van  te 
weinig  waarde  te  xijn,  om  die  op  nieuw  nit  te  achrijven > 
wQl  er  tot  deae  kweeking  volstrekt  geene  behoefte  bestaat, 
en  er  van  de  daarvoor  benoodigde  landerQen  een  nuttiger 
gebruik  te  maken  is. 

De  vraag  No.  194  bl.  264  over  de  daarsielling  eener 
fabryk  van  vloeibare  Asphali  insgelQks  niet  weder  nit  te 
schreven,  daar  de  «ondervinding  reeds  genoegsaam  ge- 
leerd heeft,  dat  deae  kunstmatige  bekleeding,  om  den  aard 
der  saak,  nooit  genoegzaam  aan  het  doel  kan  beantwoorden. 
Omtrent  de  vraag  No.  195  bl.  264  over  het  leveren 
van  een  voldoend  verslag  over  de  waarde  der  turf^ 
soorten  waren  de  gevoelens  uiteenloopend,  ofachoon  het 


Digitized  by 


Google 


46  HANDEUN6EN,  1846. 

meereodeel  der  leden  te  veel  doordrongen  wai  Tan  de  be-> 
langrijkheid  der  zaak,  dan  dat  sij  niet  soaden  Foorstellen 
dexe  vraag  op  nieuw  weder  uit  te  scbrijven ,  en  als  termijn 
van  beantwoording  te  stellen  het  jaar  1849. 

De  vraag  N».  221  bl.  295  over  de  vervcuirdiging  van. 
k<nU8chroeven^  veriinde  spijkers  enx.  stelt  uwe  commis- 
sie voor  nogmaals,  maar  met  veranderde  redactie,  uit  te 
schrijven  en  wel  op  de  volgende  wijze: 

Aan  den  fabrijkant,  die  onder  zijn  bestuur  zal  hebben 
doen  vervaardigen  houtschroeven ,  vertinde  spijkers  en 
krammetjes,  ringen,  haken  en  oogen  enz.  allen  van  ver^ 
sdiillende  afmetingen  en  voldoende  hoedanigheid,  wordt 
uitgeloofd  de  Gouden  Medaille.  De  MaatschappQ  stelt 
hierbij  als  voorwaarde  ^  dat  zij  het  regt  of  de  vergunning 
hebbe,  om  Gecommitteerden  te  zenden  uit  bet  CoUegie  van 
Directeuren,  ten  einde  van  de  behoorlijke  vervaardigings- 
wijze  kennis  en  zekerheid  te  erlangen. 

Monsters ,  bewgzen  en  getuigschriften  in  te  zenden  voer 
of  op  den  laats  ten  September  1848. 

Als  nu  tot  de  Concept-prijsvragen  overgaande  (zie  Pun- 
ten van  beschrijving  bl.  14)  wordt  met  algemeene  stem- 
men besloten,  dat  de  vraag  No.  1,  om  het  Ultramarinfabrijk- 
maiig  bereiden 9  zal  worden  uitgeschreven,  aangezien  het 
onderwerp  belangrgk  genoeg  is,  om  ook  hier  te  lande  be- 
proefd en  aangemoedigd  te  worden. 

De  vraag  No.  2  gaf  aanleiding  tot  vrij  uitvoerige  de- 
liberatien,  zoo  om  de  belangrijkheid  van  het  onderwerp 
zelve ,  als  om  het  verband ,  waarin  men  die  beschouwde  te 
staan  met  No.  19  (zie  P.  v.  Beschr.  bl.  28).  De  meeste 
leden  waren  van  gevoelen,  dat  deze -laatste  vraag  het  eerst 
in  aanmerking  diende  te  komen,  en  wel  voornamelijk,  wgl 
men  de  vraag  No.  2  gevoegeUjk  konde  beschouwen  als  era 
vervolg  op  N^.  19 ,  en  het  noodzakelijk  was ,  dat  de  beant- 
woording dezer  laatste  als  van  meer  wetenschappelijken 
aard  voorafging.    Na  breedvoerige  betoogen  en  toelichtin- 


Digitized  by 


Google 


UANDEUNGEN,  1846.  47 

gm  van  sommige  Departementeo ,  werd  na  besloten  de  vraag 
N^.  10  uit  te  schriJTen,  maar  met  eenige  verandering  in  de 
redactie  en  wel  in  dier  voege:  om  de  13  eerste  regels  d^ 
Yraag  geheel  te  behouden,  maar  als  dan  te  laten  volgen: 
ter  verkrijging  van  Jodiam  uit  ten  minsten  100  Ned«  Ü  . 
ep  onse  kasten  verzameld  en  gedroogd  zeewier  op  eene 
voldoende  wijze  volledig  opgeeft,  met  overlegging  van  6 
Ned.  S  der  gebruikte  wiersoorten  en  der  daar  uit  door  hem 
verkregen  voor  den  handel  geschikte  producten.  De  ant- 
woorden in  |e  zenden  voor  den  laatsten  September  1848. 

Hierop  kwam  in  behandeling  de  vraag  No.  2  en  was  de 
meerderheid  voor  de  uitschryving  derzelve,  echter  met 
eenige  veranderingen  nameUjk:  Aangezien  enz.  tot  te 
vinden  zijn  en  vervcdgens:  waarin  deze  zelfstandigheid 
voorkomt,  zoo  looft  de  M.  hare  gouden  Medaille  uit  aan 
hem,  die  gedarende  twee  achtereenvolgende  jaren,  jaarlijks 
eene  hoeveelheid  van  minstens  10  Ned*  S  Jodiiim  zal  heb- 
ben bereid  en  afgeleverd  enz*  De  termijn  van  inzending 
werd  bepaald  op  den  laatsten  Sept*  1848  en  besloten,  om 
de  bijgevoegde  verwijzing  geheel  achterwege  te  laten. 

De  vraag  N^*  3  meende  uwe  Commissie,  dat  zeer  gevoe- 
gelijk konde  uitgeschreven  worden ,  ofschoon  van  meer  dan 
ééoe  zijde  nog  al  aanmerkingen  op  de  redactie  gemaakt 
werden,  waarom  besloten  werd  deze  aldus  te  veranderen. 

Pe  Maatschappij  looft  aan  hem,  die  hier  te  lande  Sal- 
peter fabr|jkmatig  bereidt  en  in  den  handel  brengt,  tegen 
eenen  prQs  en  van  eene  deugdzaamheid,  welke  met  de  van 
elders  aangevoerde  kan  wedijveren,  hare  gouden  Medaille 
uit*  Monsters  en  bew|jzen  in  te  zenden  voor  den  laatsten 
Sept  1850* 

De  vraag  N».  4,  hei  verscheiden  van  werk  aan  be* 
hoefitgen  werd  eenparig  geacht  geheel  buiten  den  werk- 
kring der  Maatschappij  te  zijn  gelegen ,  waarom  uwe  Com- 
missie van  oordeel  was  deze  niet  uit  te  schreven. 

De  vraag  No*  10,  het  sikken  van  Terpentijn  uit  denf 


Digitized  by 


Google 


48  HANDEUNGEN,  1846. 

nen  op  %andêtreeken  gegroeid^  werd  io8gel|jki  niet 
genomen  9  aangezien  dit  onderwerp  reeds  een  punt  van  on- 
derzoek heeft  aitgemaakt^  en  de  pogingen  dienaangaande, 
hoewel  met  zeer  veel  kennis  van  zaken  genomen ,  zonder 
gewenscht  gevolg  gebleven  zijn. 

De  vraag  No.  11 ,  nopens  te  doene  putboringen  werd 
almede  niet  aangenomen,  om  de  groote,  zoo  niet  misschien 
geheel  onuitvoerbare  moeijelljkheden ,  die  aan  de  volledige 
beantwoording  derzelve  noodzakelijk  verbonden  z|jn. 

De  vraag  No.  13,  het  barsten  van  kei  lak  op  rijiuigenvoor 
te  konten^  meent  uwe  Commissie  niet  uit  te  schrijven,  aange- 
zien het  genoegzaam  bekend  is,  dat  het  bQ  de  vraag  bedoelde 
gebrek  geheel  kan  voorgekomen  worden,  indien  men  slechts 
stoffen  van  voldoende  hoedanigheid  en  zuiverheid  bezigt. 

Omtrent  de  vraag  N^.  14,  om  cijeren  door  stoom^  of 
kunstwarmte  uit  te  broeden,  was  men  algemeen  van  mee- 
ning, dat  het  onderwerp  niet  belangr^k  genoeg  was  om  tot 
eene  Prijsvraag  te  kunnen  strekken,  te  meer  nog,  daar  er  hier 
te  lande  reeds  eene  inrigting  tot  het  voorgestelde  doel  l)estaat. 

De  vraag  No.  15,  door  bewijzen  staven,  dat  men  hei 
water  als  brandstof  by  groote  vuren  met  voordeel  heeft 
aangewend^  werd  niet  aangenomen,  aangezien  er  eenige 
jaren  geleden  eene  dergelijke  door  de  Holl.  Maats,  van 
Wetensch.  is  uitgeschreven ,  waarop  de  antwoorden  nog 
steeds  worden  ingewacht. 

De  vraag  No.  16,  over  de  voor-  en  nadeelen^  die  uU 
statistieke  opgave  voor  handel  en  Nijverheid  voortvloeijen, 
meende  uwe  Comm.  niet  te  moeten  uitschreven. 

De  vraag  No.  17 ,  het  tn%enden  van  een  geschiedkun- 
dig  overztgt  van  het  nut  door  de  Maatschappij  verrigt^ 
werd  niet  aangenomen,  als  zijnde  geheel  zonder  eenige  ver- 
diensten, terwijl  het  uwe  Comm.  bovendien  nog  voorkomt, 
dat  de  juiste  en  onpartijdige  beantwoording  dezer  vraag 
van  wege  de  Maatscliappij  aan  groote  moeijelijldieden  on- 
derworpen is. 


Digitized  by 


Google 


HANDELINGEN,  1846.  49 

Omftreiit  de  vraag  No.  18 ,  nopens  de  grojuisiofi  toaar- 
uit  hei  Papier  vervaardigd  toordtj  werd  bealotea  dezelve 
voor  als  nog  niet  uit  te  schrijven ,  maar  baar  één  jaar  in 
advies  te.  bonden ,  aangezien  deze  vraag  reeds  bij  de  1«  KI. 
van  het  Kon*  Ned.  Institnnt  een  pnnt  van  onderzoek  nitmaakt. 

De  vraag  No.  24  over  elastieke  rollen  voor  boekdruk- 
kers,  meent  nwe  Commissie  zeer  geschikt  voor  de  nit- 
schriyving  te-zQn,  aangezien  de  voldoende  beantwoording 
derzelve  eene  wezenlijke  en  nnttige  verbetering  zoude  aan- 
brengen. 

Omtrent  de  vraag  No.  25  om  onbrandbare  weefsels  of  stof- 
fen te  vervaardigen^  is  de  Comm.  van  oordeel,  dat  het  on- 
derwerp te  veel  bezwaren  voor  de  voldoende  beantwoording 
zal  opleveren;  waarom  zij  van  meening  is  deze  vraag  niet 
uit  te  schrijven. 

De  vraag  No.  11  op  bl.  1  der  P.  van  Beschr.  Prijsvraag 
No.  184,  welk  gebruik  er  van  het  ou€le  Blik  en  den  afval 
by  blikslagers  te  maken  zi| ,  meende  uwe  Commissie  niet 
weder  op  nieuw  uit  te  schrijven,  daar  het  gebleken  is, 
dat  de  volledige  beantwoording  dezer  vraag  aan  groote 
DMM^el^kheden  onderhevig  is. 

De  beide  één  jaar  in  advies  gehouden  eoncept«pr|{svra-' 
gen  orerhtt  gebruik  der  Bindrotting  uit  O.  ƒ.  aangevoerd, 
en  nopens  de  toepassifig  der  Galvano-plasttek  op  Palmers 
Glyphographie,  Punten  van  Beschrijving  Art  15,  stelt  uwe 
Commissie  voor  niet  uit  te  schrijven,  aangezien  voor  de 
1*  vraag  door  het  Departement,  waarvan  de  vraag  was  uit- 
gegaan, werd  voorgesteld  die  iji  te  trekken,  wi)l  de 
redenen ,  die  het  uitschrijven  in  het  vorige  jaar  wenschelijk 
maakten,  gedeeheligk  opgeheven  zijn.  Ten  aanzien  der 
tweede  vraag  werd  insgelijks  besloten  dezelve  niet  uit  te 
schri^en,  aangezien  de  gevraagde  inlichtingen  zQn  achter 
wege  gebleven. 

En  hiermede  meent  uwe  Commisme  aan  de  haar  opge- 
dragene  last  te  hebben  voldaan. 

D 


Digitized  by 


Google 


50  HANDEUNGEN,  1846. 

De  Vergadering  vereeoigt  sicb  onder  dankxegging  aan 
de  Commissie  met  bet  door  haar  gepraeadvieseerde. 

Daarna  wordt  door  de  Commissie  tot  den  Koophandel^ 
de  Zeevaart  en  de  Vtascherijen  berigt»  hetgeen  volgt: 

In  handen  van  de  Commissie  Tan  Koophandel ,  Zeevaart 
en  Visscheryen ,  bestaande  nit  den  Heer  Direetenr  M^ 
J.  C.  Faber  van  Riemsduk  en  de  Departementen  Amster- 
dam, Rotterdam,  ZaandQk  en  Wormerveer-,  xijn  gesteld 
de  Concept-vragen  No.  5  en  No.  28  bl.  15  en  33  der  Pun- 
ten van  Beschrijving. 

Zfj  heeft  de  eer  aan  de  vergadering  voor  te  stellen  beide 
deze  vragen  uit  te  schrijven. 

Wat  de  vraag  No.  6  aangaat  echter  met  bijvoeging 

lo.    Van  de  woorden: 

»Een  na  door  of  van  wege  de  MaatschappQ  gedaan  on- 
denoek  op  bl.  16  tosschen  de  woorden  ingeleverd  en  vol- 
doend geacki  werktuig.^ ^ 

2o.   Aan  het  slot  van  de  vraag  de  navolgende  b^aling: 

»Aan  hem,  die  belangrijke  verbeteringen  in  de  reeds  be- 
kende middelen  weet  aan  te  wysen,  xal  xoodanige  beloo* 
niog  worden  toegekend,  als  de  MaatsehappQ  sal  vermee- 
men  te  behooren." 

En  om  den  t^d  van  inlevering  één  jaar  te  verlengen  en 
alxoo  te  stellen  1848  in  plaats  van  1847. 

Met  betrekking  tot  de  vraag  No.  28  stelt  sQ  de  vol- 
gende redactie  voor. 

»Daar  er  sQn,  die  beweeren,  dat  uit  de  Clio*s  even 
goede  olie  of  traan  als  uit  den  walvisch,  op  eene  min 
kostbare  wijze,  kan  worden  verkregen;  zoo  looft  de 
Maatschappijj  hare  2d«  gouden  medaille  en  eene  prae- 
mie  van  /  300  uit  aan  hem,  die  het  eerst,  uiterlfjk 
voor  den  1  September  1850,  aan  haar  zal  hebben  ge- 
leverd eene  hoeveelheid  van  twee  Nederlandsche  vaten 
Traan,  met  het  bew^s,  dat  deze  alleenldk  van  Clio*8 
afkomstig  is   en  vermelding  van  de  plaats  en  w^jze  van 


Digitized  by 


Google 


HANDEUN6EIV,  1846.  51 

vangst,  van  de  wtjse  van  bereiding  der  Tnian,  en  opgave 
▼aD  het  getal  der  dieren,  die  de  gemelde  hoeveelheid  heb- 
ben opgeleverd.  —  Het  een  en  ander  onder  overlegging 
▼an  bew^sen,  om  znlks  te  staven,  en  een  20  tal  Clios; 
alfldan  te  doen  volgen:  bij  Escéirioht,  Andtomie  der  Clionen 
▼indt  men  hieromtrent  het  volgende  en  dan  de  aanhaling 
xoe  als  die  op  bl.  34  wordt  gevonden. 

Met  welk  gepraeadvieseerde  de  Vergadering  sich  onder 
dankbetuiging  vereenigt. 

Hierop  wordt,  op  voordragt  van  Directeuren,  tot  voort- 
zetting van  het  VolkS'^Onderwijs  in  de  JVts-  en  Natuur'- 
kundige  Weienêckappen^  (bladz.  14  deser  Handelingen)  ter 
beschikking  van  Hon  Ed.  gesteld  de  somma  van  één  dut' 
%end  Gulden^  j  te  verdeelen  onder  die  Departementen, 
waar  die  inrigtingen  van  wegen  dese  Maatschappif  bestaan. 

Vervolgens,  naar  inhoud  van  Art.  55  der  Wetten,  over- 
gaande tot  het  beno^nen  van  Directeuren  in  plaats  van  de 
in  dit  jaar  aftredende  Hoeren  Mr.  Johs.  Enschedé, 
Dr.  F.  J.  VAN  Maanen  en  Prof.  A.  H.  van  der  Boon 
MfiflOH,  worden  in  denelver  plaatsen  gekozen,  voor 
Haarlem  j  de  Heer  J.  A.  van  Eeden  en  tot  buiten-Direc- 
tenren  de  Heeren  Dr.  6.  Simons,  te  Delft  en  D.  Pas,  te  Am-- 
sterdam^  terwgl,  naar  aanleiding  van  Art.  56  der  wetten, 
in  plaats  van  den  overleden  Directeur  Mr.  M.  H.  WeldYk 
TAN  linmEN,  wordt  benoemd  de  Heer  Jonkheer  M.  D.  R. 
Gbters  Detnoot,  te  Rotterdam. 

Verder  wordt  naar  aanleiding  van  het  bepaalde  in  Art. 
58  étss  Wet,  uit  de  Directeuren  te  Haarlem  woonachtig 
tet  Praeexdent  voor  het  volgende  jaar  benoemd  de  Heer 
Br.  J.  A.  TAN  Bbbimei.bn. 

Daarna  wordt  ingevolge  Art.  207  der  Wet,  tot  Lid 
Correspondent  benoemd  de  Heer  H.  L.  Stemfoort,  Ryks- 
meeter  en  tauxateur  van  de  Turf  in  Drenthe,  te  Smilde. 

•Hierop  in  voldoening  van  Art.  170  der  Wetten  zullende 
overgaan  tot   het  benoemen  eener  Commissie,  om  uit  de 


Digitized  by 


Google 


52  HANDELINGEN,  1846. 

Provinciale  Staten  van  den  Landbouw  eo  die  der  Depar* 
tementen  en  Leden  Correspond^Uen ,  alsmede  uit  de  beiig- 
ten  nopens  de  Fabrijken  en  Trafijken^  den  Koophandel^ 
Zeevaart  en  Vissoherijen^  een  algemeen  overaigt  op  te 
maken  en  aan  Directeuren  in  te  zenden,  worden ,  <^  het 
berigt,  dat  de  Heer  Mr.  ML  H.  Weldtk  tan  Limmen  is 
overleden  en  de  Heer  Mr.  W.  VL  van  Voorst  voor  die 
betrekking  heeft  bedankt,  de  overige  Leden  dexer  Com- 
missie ,  die  zich  vroeger  met  dien  arbeid  wel  hebben 
gelieven  te  belasten,  zijnde  de  Heeren  Mr.  W.  B.  Hinr- 
GENS,  J.  *A.  TAN  Eeden  en  Jkhr*  Mr.  D.  R«  Gbters  Det- 
NOOT,  op  nieaw  daartoe  verzocht;  en  uit  een  dabbeltal 
van  Leden,  aan  de  Vergadering  voorgedrag^,  zijn  tot 
Leden -dezer  Commissie  gekozen,  de  Heeren  Dr.  W.  H.  De 
VaiESE ,  Hoogleercuir  te  Leiden  en  Mr.  C.  tan  dbr  Gobz  , 
te  's  Gravenhage. 

Verder  worden  de  Biljetten  van  onbekroonde  jtniwoor- 
den  en  Stukken^  in  voldoening  aan  Art.  156  der  wetten , 
ongeopend  verbrand. 

Wijders  wordt  ten  gevolge  van  Art.  173  der  wetten  be- 
paald ,  dat  de  eerstvolgende  Algemeene  Vergadering  dezer 
Maatschappij  zal  gehoaden  worden  op  den  derden  Di'ngS' 
dag  van  de  maand  Jul^  des  volgende  jaars  ackUenhonderd 
cieven-en^veeriig. 

Daar  het  eindelijk  by  omvraag  blijkt,  dat  geen  der  Heeren 
Directeuren  of  een  der  Afgevaardigden  uit  de  Departemen- 
ten iets  heeft  voor  te  dragen,  wordt  deze  negen-^en- 
^sHgste  Algemeene  Vergadering  door  den  Heer  Praesideni, 
Dr.  J.  A.  tan  Beumelen,  met  eene  aanspraak  gesloten,  die 
op  eene  v^rpligtende  wijze  beantwoord  wordt  door  den  Heer 
Dr.  L.  Ali  Cohen  ,  afgevaardigde  van  het  voorzittend  De- 
partement Groningen ,  en  alzoo  onder  wdmeenende  wen- 
sehen  voor  het  welzijn  des  Vaderlands  en  den  bkei  dezer 
Maattchappij  geëindigd. 


Digitized  by 


Google 


ALPUABET.ISCH 

REGISTER 


OP    BE 


HANDELINGEN 

Yan  1846. 


-o-»oo^9MP^"^*-** 


A. 


blads. 

Aanspraak  bQ  het  openen  en  sluiten  der  Algemeene^ 
Vergadering  door  den  Heer  Dr.  J.  A.  tan  Beivi- 
MELEN,  en  beantwoord  door  den  Heer  Dr.  L* 
Ai.1  coHEN,  afgevaardigde  yan  het  voorzittend 
Departement  Groningen 3,  52. 

Agave  Amerieana  (monsters  Vezelstof  der).  Aan 
den  Heer  J.  E.  Tetsman  kan  de  praemie  nog  niet 
worden  toegekend 28,  29. 

Algemeene  Vergadering  Ie,  2e,  en  3e  Zitting  en 
wanneer  in  het  volgende  jaar  te  houden*    1 ,  36,  37  en  52. 

Au  CoHEN  (Dr.  L.)  Zie  Aanspraak 53. 

Amsterdam  zie  Depariemenien 14 — 19. 

Ahriko%en  zie  Aer^enboomen 29,30. 

Atmospherischen  spoorweg.  (Teekening  en  Be- 
schrijving van  eenen)  ter  zigde  gelegd.     ...         29. 

Assen  zie  Volksonderwijs. 9 — 14. 

-■ zie   Departementen,    .  •.     .     .     .     .     .     .11—19. 


Digitized  by 


Google 


54  B.  C. 

B. 

blads* 

Bascule  perpendiculaire  (aan  het  model,  teeke- 
ning  en  Beschrijving  eener)  kan  geene  belooning 
worden  toegekend 27. 

Balavtaasch  Genoolschap  (van  het)  het  19e  deel 

zijner  Verhandelingen.  • 25. 

Bemmelen  (van)  xie  Directeuren 1,35,51. 

—  zie  Jlanspraak. .•   '»  ^'« 

Billetlen  van   Onbekroonde  stukken  verbrand.     .  52. 

Bloemkool  (twee  Geschriften  onl  de)  voor  de  worm 

te  beveiligen,  uitgesteld.    .     , 32. 

Boon  Mesch  (v.  d.)  zie  Directeuren,     •     .     •  1,  36,  51. 

(van  den   Heer  v.  d.)  Verhandeling 

over  de  noodzakelijkheid  van  de  beoefening  der  Na- 
tuurkundige Wetenschappen  voor  den  landbouw 
in   Nederland 26. 

Boekver%ameling  y  berigt  daarvan 8. 

BosecAfin  (Verhandeling  over  het  aanleggen  van) 
en  de  bevordering  der  Hout-Cultuur,  ter  zijde 
gelegd.    .    ' 31. 

Brandspuit   (teekening   en    BeschrQving   van  een 

verbeterd  toevoegsel  van  de  gewone)  uitgesteld.  34. 

Bruinsma   (van  den  Hr.  J.  J.)  kort  oversigt  over 

de   weersgesteldheid *     •     •  33. 

C. 

Cement  (aan  monsters  Artijicieele  RomeinscAe) 
kan  geene  belooning  worden  toegekend.     •     •     .  27. 

Commissie  tot  de  rekening  en  begrooting ,  «ie 
rekening 4,  37 — 39. 

tot  den  Landbouw  %ïe  Landbouw.  4,  39 — 44. 

tot  de  Kunsten  f  Randwerken  en  For 

brijken,  zie  Kunsten 4,  20,  44-50. 


Digitized  by 


Google 


C.  D.  55 

bladz. 
Commissie  toi  Koophandel  ^  Zeevaarien  Ftssche» 

rijen^  n»  Koophandel. 5,  50,  51. 

toi  de  JVeisheniening 19,  36. 

(van  de  Provinciale)  van  Landboaw 

•n  Zeeland,  voorstellen.    •     • 26. 

tot  het  opmaken  der  verslagen  uit  de 

berigten  van  de  Leden  Correspondenten  Depar- 
tementen op  nieuw  ingekoxen  en  voor  de  Hoe- 
ren Mr.  AL  fl.  Weldtk  van  Limmen  overleden, 
en  Mr.  W.  H.  van  Voorst,  die  bedankt  heeft, 
benoemd  de  Hoeren  Dr.  W.  H.   de  Vriesc  en 

Mr.  C.  VAN  DBR  €k«s *     .    .    .         52. 

Canceptwetten  (Overweging  der),  op  voorstel  van 
het  Departement  Arnhem  de  beraadslagingen 
daarover  één  jaar  in  adv|}s  gdiouden.    ...         36. 

—  Voorstel  van  het  Departement  *s  Gra* 

venhage^  om  op  het  besluit  van  de  Wetten  één 
jaar  in  advQs  te  houden,  terug  te  komen,  ver- 
worpen          37. 

Ckmceptvragen  xie  prifs  en  concepivragen.     .     .     4,5. 

Correspondenten  zie  Leden  Correspondenten.     .     7,51. 

D. 

Debrns  (besluit  omtrent  de  ingezonden  Tabak  door 

den  Hr.  A.  J.) 28. 

Departementen^  welke  tegenwoordig.     •    .      2,  36,  37. 

(de)  die  geene  mededeeling  heb- 
ben wegens  Koophandel,  Zeevaart  en  VisscherQen.  6. 

zie  Leden  Correspondenten.   .    .  7. 

(verslag  van  de)  Groningen ,  Idm^ 


meny  Leyden^  Assen  ^  Deventer^  Amsterdam.  14 — 19. 
Deventer  zie  Kunsten,  Handwer- 


ken en  Fabrijken. 


Digitized  by 


Google 


56  D.  E.  F. 

bladx. 

Deventer  rie  JOepar tementen»     .•••••    14 — 19. 

Beuren  (Model  eener  verbeterde  toestel  der  van 

zich  zelve  sluitende)  uitgesteld 34. 

Directeur  (van  den  Heer)  van  bet  Kabinet  van 
Landbouwkundige  werktuigen  te  Utrecbt  Cata- 
logue  des  Instrument»  et  Machines  enz.     •    •  33. 

Directeuren  j    wie   tegenwoordig.     .     .     .     .     1,  36,  37. 

.-^  (voor  de  aftredende)  de  Heeren  Mr. 
Joh.  Enschedé  9  Dr.  T.  J.  vam  Maanen,  en 
Prof.  A.  H.  V.  D.  Boon  Mesch  benoemd  de 
Heeren  J.  A.  v.  Eeden,  Dr.  6.  Simohs,  en 
D.  Pas  en  als  Pcaesident  gecontinueerd  Dr»  J. 
A.  V.   Behmelen 51» 

Directeur  (voor  den  overleden)  de  Hr.  Mr.  M.  U. 
Weldtk  van  Limmen  benoenid  de  Heer  Jbr.  Mr* 
D.  R.  Gevers  Detnoot.     ..••.•.•  51» 

Doom  of  Speerhaai  ('Verhandeling  om  de)  uitte- 
roeijen,   uitgesteld) •     .     .  32. 

Drijf  gordel  (Aan  het  model  van  een)  kan  geene 
belooning  worden  toegekend 26. 

E. 

Eeden  (J.  a.  V.)  Zie  Directeuren. 52. 

Eikenhout  (twee  Geschriften  om  bet  vuur  in  het) 

tegen  te  gaan,   uitgesteld 31. 

Enschedé   (Mr.   Joh.)   Zie  Directeuren.     •     .     .  1,  51. 

Eau  de  Cologne  (Monsters)  uitgesteld.  .....  34. 

F. 

Fabrijken  li^  Kunsten 4,  5,  6,  44 — 50. 

Flora  Batava  zie  Minislerie  van  Binnenlandsche 

Zaken 25. 


Digitized  by 


Google 


G.  H.  57 

G, 

Genootschap  (van  bet)  van  Landbouw  en  Kraid- 
konde  te  Utrecht  programma 25. 

(van  het)  ter  bevordering  van  Land» 

bouw  en  Drenthe,   verdagen.  .••••..         25. 

(van  het  Pjrovinciaal  Utrechts)  pro- 
gramma en  handelingen 26. 

(van    het    Provinciaal)    in  Noord- 

Braband  handelingen 25. 

Gevers  Detnoot  (Jhr.  Mr*  D.  R.)  sia  Directeuren.         51. 

GoES  (Mr.  C.  VAN  dvr)  zie  Commissie  tot  het 
opmaken  van  het  verslag  ens^  ..•.••         52. 

Goten  (verhandeling  om  de  gebreken  en  eeheuren 
in  looden  en  Binken)  zonder  vuar  te  herstellea » 
uitgesteld. 32. 

Gom  zie  Kersenboomen 29,  30. 

Groningen   zie    Volks-Onderwys.     .     .     .     ,     .    9 — 14. 

%\e  Departementen* 14*<^19. 

H. 

Haarlem   zie    Volks-Ondertuijs.      .     .     •     .     .     19—14. 

Handwerken  zie  Kunsten 4,  5,  6,  44-r-»50. 

t' Hertogenbosch  (Departement)  vervallen.   ...  2. 

HoucK  (van  den  Heer  Mr.  A.)  e^ne  afdruk  zijner' 

Dtssertatio  Oeconomico-Polttica 34. 

Hout  (verhandeling  om  het)  tot  Scheepsbouw  enz. 

benoodigd,  voor  bederf  te.  bewaren,  uitgesteld.  •  32. 
Hout  of  Turfkool  (verhandeling  wegens  genomen 

proeven  ter  bemesting  van  landen  met)  inzender 

de  Heer  C.  Retj^ders,  de  Gouden  Medaille.  .  30. 
HuTGBNS  (Mr.  N.  B.)  zie  Commissie  tot  het  op^ 

fnaken  van  het  verslag  enz .  52. 


Digitized  by 


Google 


58  I.  J.  K.  L. 

I. 

blads. 
IndusirieacAolen  zie  Volks-Otulerwijs.    .     •     4 — 14.  61. 

J. 

Jacobbon  (van .  deo  Heer  J.  J.  L.  L.)  Hatul^ 
boek  voor  het  sorieeren  en  afpcikken  van 
thee 26. 

K 

Ka4i8  (Monsters  groene)  uitgesteld 34. 

Kabinet  j    berigt   daarvan 8. 

Kersen-  Abrikozen-  en  Perzikenboomen  (verhan- 
deling om  de)  voor  bet  nitloopen  van  gom  te 
beveiligen,  ter  zijde  gelegd 29,  30. 

Koffij stamper  (Model  van  een)  dit  onderwerp  nog 

een  jaar  in   advijs  gehouden 20. 

Koophandel^  Commissie  aangesteld  om  rapport  te 
doen  op  de  geëxpireerde  prijs-  en  de  concept- 
vragen 5. 

rapport 51. 

Kunsten  j  Handwerken  en  Fabrykénj  CSommissie 

aangesteld  om  rapport   te  doen  op  de  geëxpi- 
reerde prijs-  en  de  conceptvragen ,   en  verslag 
van  het  Departement  Deventer  wegens  de  ver- 
handeling van  den  Heer  L.  A.  tan  Meertbn.    .    4,  5,  6. 
^ Rapport 44 — 50. 

L. 

Landbouw  i  Commissie  aangestdd  om  berigt  te 
doen  op  de  geëxpireerde  prijs-  en  de  concept- 
vragen  en  op  den  brief  van  den  Praesident  der 
Maatschappij  der  bedijking  en  bebouwing  der 
Waard  en  Groetgronden  in  Noord-Holland.     .         41. 

rapport .     39—44. 


Digitized  by 


Google 


L.  M.  S9 

bladz. 

leden  (Naaml^st  der) 6. 

leden  Correspondenten  (opgare  van  wdke  Depar- 
tementeo  en)  berigten  lijn  iogekomen 7,  8. 

leden  Correspondenten^  welke  yeran  deringen  daar- 
in zQn   Toorgeyalleo g. 

—  (Benoeming  yan).    •    •     •         51. 

leyden  «ie    Volks^Ofiderwys. 9 — 14. 

sie  Departementen •  14 — 19. 

limmen  «ie ...•*•..  14 — 19. 

locomotieven  en  Rijtuigen  (brief  om  te  onderzoe- 
ken eene  uitvinding  om)  te  beletten  buiten  de 
sporen  te  gaan:  de  incender  zal'yenoeht  worden 
■lodel  enx.  in  te  «enden 39. 

Kaanbn  (tan)  «ie  Directeuren.    ...     1,  36,  37,  51. 

Maatschappij  yan  Wetenschappen  (van  de)  te 
Haarlem^  Programma.     ••••••••         33. 

— •  van  Weldadigheid  (van  de)  Alge- 

meene  verslagen ••••••         25. 

■                      van  landbouw  (van  de  GMdersche) 
Mededeeling  en  Handelingen •         33. 

Meekrap  (verbalen  over  het  teelen  van)  op  Zand- 
gronden,  uitgesteld 82. 

Mma  (van  den  Heer  P.)  Gedenkboek  der  Fees- 
telijke Vereeniging  van  Oud-8tudenten  der  Va- 
derlandsche  Hoogescholen 26. 

Meststoffen  (Verh.  om)  te  vensamelen  ter  «ij  de 
gelegd 30. 

Middelburg  «ie  Volks- Onderwijs 9—14. 

Ministerie  van  Binnenlandsche  %aken  (van  het) 
de  Flora  Batava  en  Description  des  Exposi' 
tions  industrielles  et  artistiques  /aites  en 
Trance 26. 


Digitized  by 


Google 


60  M.  N.  O.  P.  R. 

bladz. 
Ministerie  van  Btnnenlandsche  %<iAen  (van  het) 
monsters  aardappelen  xaad  enx.  eo  Slais.     •    •         34. 

N. 

Naamlijst  der  Leden  door  de  Departementen  in- 
gezonden  •  6» 

NuMAN  zie  Directeuren.    •     *    •    .     •    •    1,  86,  37,  51. 

O. 

Onderwijs  zie  Volks-Onderwijs 9 — 41,  51. 

Oud  Blik  (met  oplossing  van)  geverwde  goederen: 
de  inzender  heeft  aan  de  gestelde  voorwaarden  niet 
voldaan.     .     •     • 20. 

Overijsselsche  Vereeniging  (van  de)  eenige  door 
haar  uitgegeven  stukjes 33,  34* 

P. 

Pas  (D.)  zie  Directeuren. 51. 

Patent  Smeerkaarsen  (monsters)  ter  zijde  gelegd.         29. 

Perziken  zie  Kersenboomen 29,  30. 

Pita  Vlas  (voor  de  ingezonden  monsters)  den  Heer 

R.  T.  Biuron  van  Raders  te  bedanken  enz.  .  .  27,  28. 
Prijs-  en  Conceptvragen  aan  de  Commissièn.  .  4,  5. 
Prijzen  en  Belooningenj  die  uitgedeeld  zQn.    .     .  5. 

R. 

Raders  (R.  T.  Raron  van)  besluit  omtrent  het  door 
hem  ingezondene 27 ,  28. 

Rekening    Commissie   aangesteld   en  daaraan  ook 

de  Regrooting  voor  1847 4. 

■■  ■  Rapport.  .     .     • 37 — 39. 

(Nadeelig  saldo  der  Algemeene).  ...         20. 


Digitized  by 


Google 


R.  S.  T.  V.  61 

bladz. 

Ret7«der8   (de  Hr.  C)  bekroond ;     .         30. 

RiEMSDTK  (Fabbr  tan)  xie  Directeuren    •   1 ,  36,  37  en  51. 
Rotterdam  zie   Volks^Onderwijs 9 — 14. 

8. 

Schapen  (aan  een  middel ,  ter  wering  van  het  schurft 
der)  thereuma  genaamd^  kan  geene  belooning  wor- 
den  toegekend •     •     •     •         27* 

(twee  verh.  over  de  riekte  der)  uitge- 
steld          31. 

Schouten  (besluit  omtrent  den  klerk  J.).     •     •     •         39. 

Schutsluis  (Aan  het  model  van  eene)  kan  geene 
belooning  worden  toegekend 28. 

Simons  (Dr.  6.)  zie  Directeuren.     ......         51. 

Stbiifoort  (de  Hr.  H.  L.)  tot  Lid-Core«pondent 
benoemd.      •* 51. 

SwBREiN  (aan  den  Hr.  S.  E.)  eene  praemie  toege- 
legd          35. 

T. 

Tabak  (den  Heer  A.  J.  Debrs  Toor  de  ingezonden 
monsters)    te   bedanken *     .         20. 

Tbtsbian  (Besluit  omtrent  het  door  den  Hr.  J.  E.) 

ingezondene. 20. 

Trajijken  zie  Kunsten 4,6,6,44 — 50. 

Tijdschrift  ter  bevordering  van  Nijverheid  (Ver- 
slag  van  het).     ...........  9. 

.     V. 

Verslag  van  de  Departementen  Groningen ,  Lim- 
men,  Leyden^  Assen ^  Deventer y  Amsterdam.    14,  18. 


Digitized  by 


Google 


62  V.  W.  2. 

bladz. 

Volks-Onderwijs  in   de   Wis   en   Natuurkundige 

Wetenschappen  enx.  en  verslag  daarvan  uit  de 

berigten  der  Depart.  Assen  ^  Groningen  j  Haar' 

lemj  Leyden,  Middelburg  en  Rotterdam.     •     •   9 — 14. 

(ter  voortzetting  van  het)  ter  be- 


schikking van  Directeuren  gesteld  /  lOOO.     •    •         51. 

Veengronden  (Yerh*  nopens  het  herstel  en  den 
aangroei  van)  ter  idjde  gelegd •     •         30. 

Vtsscherijen  zie  Koophandel.     .     .     .     .     .     .     .     5,  51. 

YooRST  (yA:s)  zie  Directeuren 1^36,  87. 

■  zie  Commissie  tot  het  opmaken  van 
het    Verslag  enz 52« 

Voorstel  A  om  eene  handleiding  te  doen  vervaar- 
digen tot  het  zamenstellen  der  drie  verslagen , 
geen  gevolg  aan  gegeven*    ••••••••  21 — ^23* 

^ B  om  de  Secretarissen  der  Departemen- 
ten na  vijfjarigen  dienst  tot  leden  van  verdiensten 
te  benoemen,  geen  gevolg  aangegeven*     •     •     •  24,  25* 

Yribsb  (de)   zie  Commissie  tot  het  opmaken  van 

het  verslag  enz 52. 

W. 

WkLDTK  VAN  LiMMBN  (Mr.  M.  H.)  overledeu.     .    •    2,15. 

Z. 

Zeevaarten  Visscheryen  zie  Koophandel.    .    .     •     5,  5L 
Zink  (proeven  van  uit  gegoten)  vervaardigde  orna- 
menten, uitgesteld 31. 


Digitized  by 


Google 


Over%tgl  van   de   Vorderingen  der  verschttlende 

Takken  van  Nijverheid^   of  Verslag  van  de 

Technologische  Wetenschappen  gedurende 

1843,    1844  en  1845. 

door 

Dr.  S.  BiiEacKRODK» 

C.  De  stoommachine  in  hare  toepajsino 

BIJ  DE  SCHEEPVAART. 


(Venrolg  ran  Deel  X  bladz.  525). 

0.  De  Toor-  en  nadedea  der  Ulao»  -^  en  direct  werkende  machineii 

«derlins  Tergeleken,     g^      .,,,,..,        ,       .  .       ,. 

UnmiddelIijkDanet  invoeren  der  directe 

werking  bij  de  Gorgonmachines  (1),  is  de  strijd  begonnen 

over  het  voor-  en  nadeelige  tusschen  het  oudere  en  nieuwere 

stelsel.  Het  nieuwe  had  ten  xijnen  voordeele  besparing  van 

ndmte  en  gewigt  (2) ,  minder  gelegenheid  tot  onstentenis 

mt  hoofde  van  de  meer  eenvoudige   constructie ,  mindere 


(1)  De  meest  uilToerige  beschrijving  is  te  rinden  in  Appendue  C 
ran  Triscoid. 

(2)  The  Civ.  Eng.  a  Arch  J.  42.  p.  5 ,  157.  Het  mindere  ge- 
ftigt  is  niet  oreral  van  hetzelfde  belang,  wanneer  men  b.  t.  dit  door  bal- 
bit zoo  als  in  oorlogschepen  moet  vermeerderen. 

11 


Digitized  by 


Google 


158 

trilling  in  het  vaartuig ,  en  minder  gevaar  wegens  de  be- 
"weging  van  hef  boomen  en  balansen  ,  —  en  %oo  aJs  men  6e- 
weerde:  eene  betere  en  meer  oeconomtsche  krachtsaau' 
wending.  Dit  laatste  punt  is  van  alle  kanten  in  overwe- 
ging genomen ,  en  men  heeft  de  waarheid  van  hetzelve  be- 
streden ,  omdat  bij  eene  korte  zuigerslag  en  korte  krnkstang, 
de  beweging  niet  geheel 'gelijkvormig  zoude  overgaan  (1). 
In  de  Gorgoumachine  is  de  verhouding  tusschen  zuiger- 
slag  en  kniklengte  1  : 3.  S^ward  is  begonnen  met  dit 
punt  nader  toe  te  lichten  (2)  ,  in  eene  vergadering  van  het 
Instituut  van  Civil  Engineers  te  Londen «  en  heeft  aange- 
toond 9  dat  de  kortheid  der  krukstang  geen  regtstreeksch 
verlies  van  kracht  kan  geven ,  aangezien  zij  wel  eene  on- 
geli}ke  verdeeling  der  beweging  geeft  voor  gelijke  beo- 
gen van  den  cirkel,  die  door  de  kruk  wordt  beschre- 
ven, maar  de  beweegkracht  blijft  dezelfde  (3).  Ook  de 
totale  wry  ving  zoude  volgens  S.  niet  verschillen ,  — 
want  ten  eerste  is  de  zuigerwrijving  korter  en  ten  andere 
wordt  de  beweging  der  grootere  balansmassa  vermeden, 
zoodat  de  meerdere  wrijving  ten  gevolge  van  de  korte 
krukstang  niet  tot  grooter  nadeel  kan  uitvallen  (4).  Het 
punt  van  vermeerderde  wrijving,  die  tanen,  wegens  de 
schuinsche  werking  van  krukstang  en  kruk,  als  bezwaar 
tegen  de  direct-werkende  machines  heeft  aangenomen ,  i« 
door  WiLLiAM  PoLE  Verder  onderzocht  en  in  de  vergade- 
ring van  deCiv.  Engineers  te  Londen  behandeld  (5).  Polk 
_ 

(1)  Zie  mijne  Teolnologie  bl.  1016. 

(2)  On  long  and  short  sUroke  Enginesj  and  long  and  short 
cotmecting  Kods*  The  Civ.  Eng.  J,  a  Arch.  41  p.  166.  Mech.  mag. 
40.  II.  p.  156 ,  p.  417. 

(3)  D.  Clark  heeft  dit  nader  aangetoond  I.  1.  p.  220.  H.  F.  GUF- 
rORD  1.  I.  43.  p.  307.   Mech.  mag,  43.  II.  p.  244,  266. 

(4)  L.  1.  p.  308  en  344.  Meoh.  mag.  40.  II.  p.  199. 

(6)  The  Ctv.  Eng.  a.  Areh.  J.  43.  p.  170.  The  Mech.  mag.  431  p. 
342  en  356 ;  44  11.  p.  71.  Wiale»8  Quaterly  papers  on  engineering 
IV.  1844  p.  IIÏ. 


Digitized  by 


Google 


159 

«telt,  dat,   aannenmide  de  nrf^ting  der  bafams-machinet 

=  1  dan   wordt  dk 

▼an  oseillerende  werking  =:  +  1|1  Jftoe. 

direct-werkende  met  scbni- 

vende  jukken  (sliders)    =r —    1,8    » 

id.  metgeleischijv.  (rollen)  é^   —  0,8    • 

id«  met  paralel-motion        tr:   —  1,3    » 
De  Terschillen  zijn  das  soo  gering ,  dai  hieruii  geene  ge- 
volgirekking  ten  nadeele  der  direct  werkende  machinei 
af  ie  ieiden  is. 

Terwijl  men  intusschen  voortgegaan  is  met  liet  aanboo- 
wea  Tan  yele  stóomschepen ,  Tolgena  liet  eene  df  andere  be- 
ginsel van  directe  bewerking  ^  en  xelft  bet  Gonvemement 
dexe  wQze  van  constructie  scheen  te  begunstigen  ^  is  de 
stryd  op  nieuw  in  het  voorgaande  jaar  met  hevigheid  ge- 
roerd. GoRDON  stond  aan  het  hoofd  der  tegenstanders  van 
directwerkende  machines  (1)« 

Niettegenstaande  bet  beslist  was ,  dat  de  direct  werkende 
nachines  voor  de  scheepvaart  geschikter  zijn  dan  de  ba« 
lansraachines ,  zocht  Albxander  Gordon  in  eene  circulaire 
de  laatste  ten  nadeele  der  eerste  te  verheffen,  en  heeft 
daarbg  vooral  de  constructeurs  der  eerstgenoemde  belas- 
terd (2).  Hy  noemt  zich  agent  van  R.  Napobr,  die  niet  an- 
ders dan  balans-machines  aflevert,  omdat  de  directwerkende 
niet  zoo  voordeeKg  waren,  als  de  theorie  wel  voorstelt  Hif 
heeft  zelfs  eene  tabel  te  zamen  gesteld  ter  vergelijking  van 
directwerkende  roet  balans^machines,  ten  opzigte  van  het 
Terbruik  van  brandstof  per  uur  en  per  paardekraeht  en  de 
kosten  van  onderhoud,  -—en  de  uitkomst  scheen  ten  voor* 


(1)  The  econamy  of  the  marine  Steam  êngime ,  wiik  suggest" 
ient  f  ar  its  imfrotemeni^  and  Notês  ttpam  vmieuê  suhfêcts  c(m^ 
nectcd  witk  steam.  Bij  Lïeuf.  GOBDOS,  1815. 

(2]  Meelu  Mag,  45.  I.  |>.  857.  AlillMDiil  GORnOF  Memarandmn  ds 
to  marine  steam  engines  and  steam  ships   1. 1.  p.  300. 


.  Digitized  by 


Google 


160 

deele  der  laatite.  Maar  een  ongenoemde  (Justus)  heeft  de 
brochnre  van  Gordon  in  hare  wesenlljke  beginselen  aan- 
getast en  getoond  I  dat  zelfs  de  daadsaken  in  de  gemelde 
tafels  opgenomen,  niet  geheel  naar  waarheid  zijn  voorge- 
steld (1).  Evenwel  moeten  wij  aan  Gordon  het  regt  laten 
wedervaren,  dat  hij  de  waarde  van  de  door  eenen  onge- 
noemden  opgeworpene  argumenten  niet  kan  doen  gelden  of 
wil  onderzoeken,  vóór  dat  derzelver  antoriteit  gestaafd  is  (2). 
Wy  zonden  hier  niet  zoo  lang  stil  gestaan  zijn,  ware  de 
zaak  niet  van  zulk  een  hoog  en  algemeen  belang ,  dat  het 
eene  onpartydige  beslissing  vordert. 

De  invloe>l  van  eene  korte  of  lange  zuigerslag,  hangt 
terder  af  van  de  geheele  inrigting  der  machine ,  en  vooral 
ook  van  de  werking ,  die  men  van  een  voorwiel  verwacht^t 
kan ,  zooals  men  vooral  in  Amerika  dadelijk  heeft  aange- 
merkt ,  waar  men  scheepsmachines  bouwt ,  niet  alléén 
met  een  zuigerslag  van  12  vt.  lengte  (Stevens  te  Hobo- 
ken nabg  N.  York)  maar  zelfs  ook  van  10—14  dm.  (te 
Boston) ;  doch  bleef  men  aan  de  lange  zuigerslag  uit  den 
aari  der  zaak  de  voorkeur  geven  (3).  Ook  bij  de  nieuwste 
verbeteringen  der  directwerkende  stoommachines,  die  wij 
boven  hebben  vermeld ,  heeft  men  steeds  op  den  voorgrond 
gesteld,  om  gelegenheid  te  vinden  tot  het  aanbrengen 
van  eene  langere  krokstang ;  dit  was  het  geval  bij  Boul- 
TON  en  Watt  ,  Maudsjlay  en  Field  en  andere.  Daarbij 
heeft  men  echter  toch  gewild  dit  te  bereiken,  zonder 
het  machineruim  te  vergrooten,  en  dientengevolge  zgn  de 
ringvormige  machines  van  Maudslat  en  Field  ,  de  Os- 
cillerende machines  en  andere  ontworpen. 


(1)  Meoh.  Mag.  46.  h  p.  393.  en  405. 

(2)  Mech.  Mag.  45.  I.  p.  444.  Ook  de  Redadie  van  bel  Civ.  Eng. 
a.  Arch.  J.  (43.  p.  311)  Ycrwcrpt  niet  len  eenemale  hel  gcroelen  Tan 
GORDOH,  maar  rerlangt  me^r  naauwketirige  inlichÜDgen. 

(3)  Mech.  Mag.  40.  II.  p.   247.    437. 


Digitized  by 


Google 


wi 


lis 

I'S? 

?  g^ 
51? 


I 


2. 

f- 


o    -ï    §    69 


s  $ 


ris" 

«il  ? 

Ba- 

B  ?"  -- 

»  S  o  e» 


3  S  e-S     sS 
2  s  s  3      ^"^ 


■«     V    o 

lil 


S"^? 


I    I   o 


co  00         Oi        »»•_ 


00 


Sö^üi      5  3  s 

P    8- 


S        '-v 


C7« 


feo      co 

•a  H*  ü,  ü»  M  ( 


Digitized  by 


Google 


163 


ö-rMfSg-  g- 


0 


9  .5^  S  »  ^  2' 

BS 
(99 


^|I  Is 


? 


g?'         ^ 


SS. 

^05 


Sr         (ft    ^ 


s  •    o  s  o 


•*•  CD    • 


^  5  2 

s.-  g 

D    - 
(»3 


p-o**    Sas 


c^ 


e 


% 


CO 
O 


o  ...  - 


^M 


en 

M 


^  g  3  S  »^ 


CD    O 


; .  S-.  I-I; 


CD 

O 


^  5- 


4 


CO 
00 

S 


09 
00 


O 

Om 

5 


B 


S 

^ 


en 


^^ 


o  • 

G 

'S  ' 

Ê5. 


g 


cn 


CD    a     S 


S' 

0^ 


9   •     . 


»o 


CD    ^^  C3I 


09 


42 


®    O  C7I  KO 


sau  B«  ««0  lO        ^^  ?T  CO  O 


Mm 


S-c 


00 


».ri  o  NA  I  lO  O        J^  N^ 


r  S  B 


CO  CD 


s§ 


^.güio^     K©     ^kö 


lO 


Digitized  by 


Google 


163 

Vergelijkt  meo  nu  in  de  tweede  plaats  de  machines  on- 
derling ,  dan  bestaan  er  eigenlQk  ses  hoofd^onstractien , 
als: 

L  Gorgon'-engineê  zoo  als  die  het  eerst  ontWorpen  zijn 
door  Seaward,  en  tot  welke  ook  de  latere  constructien 
▼an  BouLTON  en  Watt  (in  de  Virago) ,  Tan  Miller  en 
Ravenhill  ,  Fairbain  en  Co.  kannen  gebragt  worden ,  die 
alle  met  éénen  cilinder  werken. 

2.  Steeple  engines  Tan  D.  Naj^ier. 

3.  Be  dubbele  cilinder  machines  ,  van  welke  de  grondt 
vorm  aan  Maudslat  ontleend ,  en  door  Pakkyn  ,  Hick  en 
anderen  nagevolgd  is  (bh  510). 

4.  De  dubbele  juk  machiitea   yan  Burt  of  Fawcett. 

5.  De  oscillatie  machines. 

6.  De  sünger-machine  yan  Ericsson. 

Ten  opzigte  van  de  y(jf  eerste  klassen ,  heeft  men  de 
voor*  en  nadeelen  in  den  laatsten  tyd  in  overweging  gene- 
nen en  heeft  men  daarop  de  volgende  beschouwing  ge- 
grond (1) 

1.  De  Gorgok-Enoines  ;  afhebben  eene  krukstang ,  die  de 

kruk  en  zuiger  te  zamenkoppelt. 
Er  bestaan  vele  en  gewigtige  be- 
zwaren   tegen    deze    constructie, 
als : 
a.  Eene  korte  %mgerslag.  Zoodra  de  zuigerslag  te  kort 
is,  wordt  de  opvolging  der  slagen  te  snel  y  en  de  stoom  kan 
niet  zijne  gehede  kracht  aan  den  zuiger  mededeelen.  Zon- 
der jaist,  even  als  bij  eene  langere  slag  of  in  eenen  lan- 
gen cilinder  eene  expansie-werking  te  beoogen,  is  nog- 
taas  eene  roiddelniatige  grootte  een  vereischte   voor   den 
geregelden  en  'gelgkmatigen  gang  der  kleppen  en  de  stoom- 
verdeeling. 


(I)  A  treatise   on  the   steam  engtne  btf  the  Artiaau   club,  P(. 
XVUl  Dee.  I,  1845.  The  qiv.  gng.  a.  Arth.  J,  46  p.  38. 


Digitized  by 


Google 


164 

6.  Be  wrijving.  Hoe  Wel  de  wrijving  niet  groeier «  al- 
thans even  groot  is  als  bij  de  balans-machines,  bestaat 
hier  eene  nadeelige  werking  door  de  ongelijke  verdeeling 
der  wrijving.  Immers  de  hoek ,  dien  de  kmkstang  met 
de  krak  maakt ,  verandert  gedurende  de  rondgaande  be« 
weging»  en  deae  verandering  is  ongelijk  groot»  soodatmen 
moeijelijk  het  heet  loepen  kan  voorkomen ,  wat  eindelijk 
vermeerdering  van  wrijving  ten  gevolge  heeft. 

c.  Een  groot  scheprad.  Omdat  de  as  hoog  moet  liggen; 

ten  einde  ruimte  voorden  zuigerslag  te  winnen,  wordt  ook 

de  verdeeling  van  het  scheprad  grooter  dan  noodig  is ;  het 

gevolg  hiervan  is «  dat  de   omvang  of  liever  de  schepbor- 

den  snel  omwentelen ,  en  een  gedeelte  d^r  bewegende  kracht 

doen  verloren  gaan.    Want  overal ,  waar  het  verschil  tas- 

schen   de  snelheid  van  het  scheprad  en  die  van  het  schip 

te  groot  is ,    bestaat  verlies  aan  kracht ,   daar  het  water 

achter  het  wiel  wordt  weggeduwd ,  in  plaats  van  het  sehip 

voort  te  stuwen.     Dit  bezwaar  schijnt  van   zooveel  belang 

te  zijn,  dat  het  reeds  alléén  voldoende  ware,  om  de  Gror- 

gon-machines ,  even  als  alle  andere  wier  as  hoog  gelegen 

en  zuigerslag  kort  is  ,  te  verwerpen. 

2.  Steeple   Engjnes;  zij  bevatten  de  constructie  van  Da- 

TiD  Napier  ,  die  voor  de  riviervaart 

vele   voordeelen    door  beknoptheid 

en  vermogen  opleveren,  en  daardoor 

veel  in  gebruik  zijn  gekomen. 

Als  bezwaar  noemt  men  evenwel 

a.  Be  plaatsing  van  een  groot  gedeelte  der  machinerie 
boven  de  as. 

Yooial  is  dit  in  zeeschepen  nog  na- 
deeliger. 

b.  Be  beweging  van  de  luchipontp  en  sloomzuiger  %{jn 
in  een  slag  verbonden. 

Door  te  snelle  beweging  moeten  de 
luchtpompkleppen  veel  lijden  ^  iets.^ 


Digitized  by 


Google 


163 

dat  alléén  door  het  ioToeren  van  de 
equilibrium  klep  der  Cornwallische 
machiDes  zoude  te  Terhelpen  zijn. 

3.  Dfi  DUBBfXB  CILINDIR-MACHINES  (Bouble  Cilinder  En- 
gtnes). 

Deze  constructie  ah  afkomstig  van 
Maudslat  is  bekend ,  doordien  elke 
machine  twee  cilinders  heeft. 
De  bezwaren  die  hierntt  voortvloei» 
jen  zijn  duidelijk 
o.  Dubbele  lekkaadje,  dubbele  wrijving,  dubbele  warm- 
te-uitstraling,  terwijl  het  groote  doel  van  ruimtebespa- 
ring  niet  geheel  bereikt  wordt* 
6.  Daarbij  komt  de  kleinere  Condensor,  die  niet  zeer  diep 
kan  gemaakt  worden  en  dos  zonde  de  luchtpomp  gedu- 
renée  de  beweging  des  schips  soms  ledig  kunnen  gaan. 

4.  De  DOUBLÉ  CROSS  HEAD  ENGiNES  {Dubbele  Jukmachtties). 
o.  Bü&t's  Constructie  met  éène  dubbelwerkende  luchtpomp» 

Men  bad  bezwaar  gevonden  tegen  deze  luchtpomp ,  om- 
dat de  lucht  tracht  zich  onder  den  zuiger  te  Verzame- 
melen ;  maar  men  is.  dit  tegengegaan  ^  doordien  het  lig-  ' 
chaam  van  den  zuiger  zoo  gemaakt  is »  dat  hQ  de  uit- 
gaande q^ening  voorbij  komt  en  dus  de  lucht  met  het 
water  kan  uitdrijven. 
h.  Ten  tweede  moet  men  zorg  dragen,  dat  geen  koolen- 
klein  of  andere  vreemde  ligchamen  in  de  pomp  dringen  ^ 
en  dat  dus  geen  water  door  de  lenspomp  in  den  bene- 
den-eondensor  gepompt  worde. 

B.  Fawcett's  constructie  heeft  twee 
Inchtpompen ,  werkende  door  eene 
onafhankelijke  bell-kruk,  in  ver- 
binding met  de  kruk  van  eene  tus- 
schenas.  Het  benedenjuk  heefï  deir 
vorm  van  een  kruis,  van  welks  uit- 
einde stangen  komeu,  die  door  een 


Digitized  by 


Google 


166 

een  jukstang  zijn  verbonden  en  aan 
weerskanten  Tan   den  cilinder  tus- 
schengeleilijsten  werken,  en  den  ci- 
linder eenen  meer  onwrikbaren  stand 
geven. 
Later  heeft  Fawcett  zijne  constractie  meer  aan  die  van 
BuRT  gelijkvormig  gemaakt,   coodat  het  verschil  tosschen 
beiden  gering  is.    Het  is  deze  constructie  die  men  voor 
de  beste  van  de%e  geheele  kicisse  wil  houden. 

5.  Oscillatie-machines. 

a.  Het  grootste  bezwaar  zonde  zijn ,  dat  cilinder  en  stop- 
bus  trachten  ovaal  (of  op  zQn  minst  aldns  in  den  begin- 
ne) uitslijten ,  ten  gevolge  van  de  eigene  beweging  des 
cilinders.  Evenwel  is  de  nitslQting  zoo  gering ,  dat  ze 
dikwijls  niet  in  de  practjyk  opgemerict  wordt,  en  zelfs 
d&&r,  w&&r  ze  na  verloop  van  een  jaar  is  gezien,  was 
zij  niet  grooter  dan  in  de  cilinders  naar  het  side-lever- 
plan.  En  dit  laatste  is  niet  te  verwonderen,  omdat  de 
parallele-beweging  noodzakelijk  eveneens  eene  z^deling- 
sche  drukking  moet  voortbrengen. 

Overigens  maakt  men  uit  voorzorg  de  stopbas  niet 
zeer  diep,  bekleedt  dezelve  met  geel  koper  (brass)  en 
maakt  de  zuiger  van  zeer  hard  staal,  waarvan  het  ge- 
volg is ,  dat  men  de  machine  jar«i  lang  kan  gebroiken 
zonder  de  minste  ontstentenis. 

6.  Men  heeft  gemeend  een  bezwaar  te  vinden  in  de  bewe- 
ging van  den  cilinder  zelf,  vooral  bij  onstuimige  zee. 
Maar  de  geringe  beweging  van  een  zwaar  ligchaam  zoo 
als  dat  van  den  cilinder,  afhankelijk  alléén  van  den 
gang  de»  stoomzuigers ,  kan  niet  meer  moeyelijkheid 
opleveren  als  de  beweging  van  de  balans  in  de  balans- 
machines of  van  elke  andere  massa. 

c.  Als  derde  bezwaar  beeft  men  genoemd  het  bogtige  ver- 
loop der  afvoerende  stoomopeningen ,  terwijl  deze  in  de 
gewone  machines  kort  en  regt  zijn.   Evenwel  ziet  men 


Digitized  by 


Google 


hQ  ondenrindiAg  9  geene  nadeelige  gevolgen  bieruit  voorts 
komen. 
d.  BQ  alle  andere  nog  minder  belangrQke  beswaren  beeft 
men  gevoegd  de  aanmerking ,   dat  de  oscillerende  ma- 
chine wel  gescbikt  is  voor  kleine  en  niet  voor  groote 
schepen.    Doch  in  bet  stoomscbip:   BlaeA  Eagle  beeft 
men   reeds  met  goed  gevolg  een  cilinder  van  62  dm. 
w^dte  gebruikt;  er  is  das  geene  reden  te  vinden,  wes- 
halve niet  nog  grootere  cilinders  soaden  te  gebruiken  zijn. 
Men  %%et  dus ,  €UU  bij  het  uUeenloopen  der  gevoelene  y  we^ 
gefts  de  voorkeur  €ian  de  eene  construeH^  boven  de  ande^ 
re  ie  geven ,  allee  nog  afhangt  van  hetgene  de  ondervin'- 
ding  in  tateren  tijd  zal  leeren.   Wy  moeten  dus  soo  wel 
voc»  de  Zee-  als  Riviervaart  het  oog  gevestigd  boaden  op 
Engeland  en  Noord-America.   Engeland  is  vooral  in  staat, 
om  alle  andere  Staten  voor  te  liobten,   wanneer  men  be- 
denkt, dat  betselve  selfs  in  dit  jaar  eene  vloot,  enkel  ait 
stoomscbepen  beeft  te  zamengesteld ,    ten  einde  met  deze 
onder  anderen  ook  de  zee-manoeavres  overeenkomstig  dit 
nieawe   vervoerstelsel   te  vestigen.    Het  smaldeel  bestaat 
uit  de 


Terrthle              Tan  1847  ton 

,  SOOpd. 

druk 

k.  oonstr.  MiüDSiiT  et  FiEin. 

ntttribution         »    1641    » 

800  7> 

s> 

idem. 

Avenger                »   1444    » 

650  I» 

9 

idem. 

480  ]» 

» 

Saupêot^  (fregat)  9              » 

450  » 

3> 

G.  IT  J.  RSKNU. 

Ardent  (sloep)       »              » 

200  D 

2> 

idem. 

KMtUr                  D     800   :» 

200  » 

]» 

MlUDSIATetFlILD. 

Soomge                »   1124    » 

200  » 

» 

idem. 

Bloei  Eagle        i»     495   d 

260  » 

» 

PiNN  a.  Co. 

Daarenboven  beeA  het  Engelscbe  Goavernement  aan  alle 
Commandanten  van  oorlogstoomschepen  bet  model  van  tabel- 
len toegezonden,  om  daarin  te  vermelden  den  staat  en  bet 
vermogen  van  een. vaartuig,  de  snelheid  van  hetzelve  in 
stil  en  onstuimig  water,  gewigt  van  machine  en  ketel > 


Digitized  by 


Google 


168 

lengte  van  zuigerslag ,  verbraik  van  brandstof  ens.  (1).  De 
Btoomschepen ,  die,  voor  het  Britsche  Gonvemeraent)  door 
verschillende  firma's  met  maehines  zjyn  of  nog  worden  voor- 
sten, zijn  de  volgende  (2): 

lo.   Seaward  a.  CAPfX  3320  pdkr.  Avenger  650     Sidon 
600;    Termagant  620;    2  fVacAiseAepen  van  600; 
Desperaie  400;  Torch.  150. 
2o«  Maudslat  a.  FifiLD  3070  pdkr.  Terribf^SOO;  2  Wacht- 
schepen  yan  450;  JVtger  400;  Cfmflid  400;  Medea 
350 ;  Orappler  220. 
3o«  BouLTON  a  WATT   2440  pdlcr.  Vulcan  700;   Cenitmr 
640;  Trtdent  350;  2  Wachiechepen  van  360;  Myr- 
midon  150. 
4o.  Fairbain  a  Co.  1636  pdkr.  Dragon  560 ;  0<&'»  556  ; 

Megaera  520. 
60.   Mii.LER  a  Ravenhiu.  1598    pdkr.    Gladiator  430; 
Amphïon  300;    Triton  264,  Rifleman  202,  ^Aa//?- 
s hooier  202  ,  Jfzror   100  ,  7eafter  100. 
6o.    Renme  a  Co.  1460  pdkr.   BuUdog  500;   2  ffocA^- 

schepen  350,    Oberon  260. 
7o.   Penn  a   Co-   1440  pdkr.    Sphynx   500;  Encounier 

360  Antelope  260;  J^afy^y  200;    Garland   120. 
8o.   Napier  a  Co.  1360  pdkr.  Scinoom  780 ;  Dauntless 

580. 
9o.   FoRESTER  a  Co.  556  pdkr.  Btrhenhead. 
lOo.   RiGBT  a  Co.  515.  pdkr.  /«ry. 
11  o.   ScoTT  a   Sinclair   510  pdkr.  Pegasus. 
I2o.   Fawcett   a   Co.  350  pdkr.  Injlexible. 
13o.    RoBiNsoN  a  Co.   220  pdkr.  Janus  (Dundonalct). 
Te  zamen  46  schepen  van  18475  paardekrachten. 
Wij  vertrouwen   geen  onnut   werk  verrigt  te   hebben , 
door  «hier  uitvoerig  over  de  scheepsmachiiies  te   hebbea 


(1)  Mech,  Mog.  46.  f.  p.    176. 

(2)  Mech.  Mag.   46.  f.  p.  92. 


Digitized  by 


Google 


169 

gehandeld.  Wij  hebben  wel  is  waar  Engeland's  «toom- 
narine  op  den  yoargrond  gesteld ,  en  zij  verdient  het  met 
ToUe  regt.  Het  beeft  zelfs  niet  in  Frankrijlc  willen  ge- 
lokken,  om  Groot-Brittanje  op  zijde  te  streven*  —  In  het 
laatste  jaar  heeft  Frankr^k  onderscheidene  stoomschepeii 
Teloren ,  als  de  Serpent  y  de  Sphinx ,  de  Groenlandj  de 
Papin  etc* 

Bij  de  gelegenheid;  dat  de  Moniteur  Industriële  dit 
laatste  berigt  mededeelt ,  doet  hij  opmerken ,  dat  de  Pa^ 
pin  Engekche  machines  bezat ,  maar  verongelnkt  is  door- 
dien hij  stoomketels  uit  de  Fransche  fabrQk  te  Indret  had 
ontvangen.  — *  En  dit  is  niet  het  eerste  voorbond  van  die 
fabrgk ,  aangezien  de  machines  van  het  koninklijke  Stoom-* 
jagt  Compte  (PEu  eveneens  slecht  uitgevallen  zQn  (1). 
Dit  zelfde  kan  ook  blyken  uit  de  inspanning,  waarmede 
het  Fransche  Gouvernement  het  binnenlands  maken  van 
stoommachines  beeft  willen   bevorderen* 

Niettegenstaande  dit  alles  ,  denke  men  niet ,  dat  in  Enge- 
land alles  even  goed  gelukt ,  en  dat  in  het  land  der  practijk 
alles  even  volmaakt  is*  Het  spreekwoord  is:  niet  alles, 
wat  blinkt,  is  goud.  Dit  wordt  het  meest  duidelijk,  door 
de  geschiedenis  van  het  gebruik  der  stoomexpaosie  b^  de 
marine-stoommachines,  waarmede  men  eerst  sedert  vier 
jaren  is  begonnen,  nadat  men  reeds  eenenzestig  jaren 
met  het  voordeelige  van  deze  wijze  van  stoom-aanwen- 
ding  bekend  was.  Men  leze  daaromtrent  de  vertoogen 
van  den  Scheepsconunandant  Hoseason  aan  de  Engekche 
Admiraliteit  (2)  ,   waaruit   bijizonder   blijkt  de   gebreldd- 


(1)  Meclu  Mag.  40.  p.  96. 

(2)  Tot  beloooiog  toot  detzelft  bemoeijingen  om  bet  Toordeelig  ge- 
bruik Tan  de  Jtoomexpansie  bij  de  marine  in  (c  roeren,  it  bij  bui- 
tengewoM  berorderd  geworden.  Mech,  Mag.  45.  J.  p.  406.  Mech. 
Mag.  45.  If.  p.  262,  282,  292,  329,  355,  418,  444.  Wire  draum 
(Capit  Otwat  ,  Mech.  Mag.  45.  f  I.  p.  284.)  acbijnt  de  icbeept-bena  > 
ming  (e  zijn  ran  itoom ,  die  met  Yolle  drukking  \rerkt. 


Digitized  by 


Google 


ITO 

ze  kenniit  '^®  i^bUh  nog  bij  de  Engelsclie  marine  héeracht 
ten  opcigte  van  het  hestoren  van  stoommachines ,  niette- 
genstaande deselve  met  den  expansie-toestel  waren  voor- 
sien.  (»/^  tnusi  be  confessed^  kotaever^  thai  ihere  is 
^still  a  lamentabh  degree  of  tgnorancsj  prevailinff 
^among  Royal  Navy  men  on  the  euhjed  j*  leest  men 
t.  a.  p.  geschreven  uit  Plymoath  11  Sept.  1845). 

De  Greai  Britmn^  de  mammath  der  Engelsche  stoom- 
schepen ,  levert  ons  een  tweede  voorbeeld.  Op  zijn  vierde 
reis  is  de  schroef  besweken  9  en  nu  leest  men  in  een  be- 
rigt  van  Maart  1846,  dat  hij  eene  algehede  bemieawing 
moet  ondergaan  {^entire  reconsiruciton**)  (1).  wHow  ske 
>  should  have  been  able ,  leest  men  daar ,  misengined  and 
»tneMcient  <is  shetuas,  to  makeeven  tree  haJÜngvoya^ 
3  ges  she  did ,  is  a  marvel.  Verily ,  it  must  have  been 
»  of  God^s  mercy  that  she  did  not  share  the  fate  of  the 
%imfortunaie  P  resident y 

Noord-Amerika  streeft  Engeland  op  eene  waardige  wij- 
ze ter  zijde,  zoowel  in  het  bouwen  van  rivier-  als  van  zee- 
booten.  Reusachtige  gevaarten  worden  daar  met  de  groot- 
ste snelheid  in  beweging  gesteld  ,  zoodanig  zelfs ,  dat  15 
booten  nagenoeg  eene  mijl  (5225)  vt.  lengte  hébben.  De 
George  Washington  is  340  vt.  lang  (2).  Beroemd  is  zelfii 
in  Engeland  de  Massachuset  geworden ,  dat  eigenlyk  een 
zeilschip  is ,  en  den  stoom  slechts  te  hulp  neemt  b|j  slappen 
wind  (3).  Even  zoo  heeft  men  daar  veel  opspraak  ge- 
maakt van  de  Marmora  (4),  gebouwd  voor  het  Turk- 
sche  Gouvernement ,  met  eene  machine  van  155  pdkr.  naar 
eene  nieuwe  constructie,  die  in  zQn  geheel  slechts  1« 
vierk.  vt.  inneemt.  Bij  al  deze  schepen ,  en  eene  menigte 
andere  wordt  Ericssons  schroef  gebruikt. 


(1)  Mech.  Mag.  45.  II.  p.  302 ,  308,  319;  46.  I.  p.  192. 

(2)  Jüech.  Mag.  46.  I.  p.  188. 

(3)  Meck.  Mag.  45.  II.  p.  255  en  257. 

(4)  Mech.  Mag.  46.  11.  p.  240. 


Digitized  by 


Google 


171 

Wij  zouden  oobiUijk  handelen ,  indien  wij  ook  niet  den 
Hollandschen  bouw ,  vooral  van  rivier-booten  noemden , 
daar  deze  toch ,  blijkens  de  berigten  der  dagbladen ,  overal 
met  goed  gevolg  in  concurrentie  kannen  treden  met  con- 
Btructiën  van  andere  landen. 

8.  0?er  bijzondere   deeleo   der    madiiiie.        a.    Het    Engelscbe 

Gouvernement  be- 
paalt in  deszelfs  contract  het  gebruik  van  meialen  %ui' 
gers  in  den  stoomcilinder.  De  meest  gebruikel(fke  cod- 
stroctien  van  dien  aard  zijn  reeds  vroeger  door  ona  aan- 
gewezen in  dit  Tijdschrift  DL  p.  575—580. 

ó.  De  luchtpomp^  met  zuiger  en  stang  moet  geheel  uit  ka- 
non- of  mauts-metaal  (?)  worden  gemaakt,  of  met  dit  metaal 
bekleed,  indien  ze  uit  geslagm  (jzer  zQn  vervaardigd  (1). 
Al  de  andere  buizen,  kleppen   en  kranen  der  machine 
dienen  uit  hetzelfde  metaal  gemaakt  te  zQtu 

c.  Hoogst  gewigtig  is  het  voorschrift,  dat  de  voedings» 
pomp  door  eene  afzonderlyke  kleinere  stoommachine  moet 
kunnen  gedreven  worden,  en  vooral  indien  er  tubulaire 
ketels  gebruikt  worden.  Dit  is  vooral  het  eerste  voorbe- 
hoedmiddel tegen  gevaarlijke  explosies  door  watergebrek , 
waaraan  de  scheepsketels  buitengewoon  blootgesteld  zQn, 
(dit  Tijdschrift  X.  p.  44). 

d.  Het  centrum  der  hoofdas  wordt  in  machines  der 
eerste  klasse  bij  het  gebruik  van  schepraderen  gesteld  op 
8|  vt.  en  I^  machines  van  de  tweede  klasse  op  S|-  vt. 
boven  de  waterlijn. 

e.  De  koolhokken  (behoorende  tot  het  machineruim  en 
onder  het  gewigt  der  machinerie) ,  moeten  bij  schepen  der 
eerste  klasse  op  zQn  minst  400  ton  en  bQ  die  der  tweede 


(1)  Zie  oTer  de  kleppen  TKê  Civ,  Eng,  a.  Arck.  J.  48.  p.  405. 
p.  226  en  p.  287.  Over  de  condensatie  Tolgens  Hau,  en  SnUFOTOlfs 
stekel  (Datu)  Napub).  Zie  ereneens  Tke  Civ,  Eng.  th  Jrch.  /.  42. 
p.  289. 


Digitized  by 


Google 


172 

klasse  350  ton  bevatten.  Daarenboven  moeten  deze  met 
doorloopende  togtboisen  worden  voorzien  (zie  dit  Tjfef** 
schrift  X.  p.  83)  en  op  13  dm.  vrije  tasschenraimte  van 
den  ketel  geplaatst  zijn» 

Kapit.  Carepntër  (1)  ,  brengt  onderscheidene  buizen  uit 
geslagen  ijzer  in  de  koolhokl^n»  beginnende  eenige  dnimen 
boven  den  bodem ,  en  eindigede  bovendeks ;  deze  zijn  van 
6  dm.  wijdte  9  en  :|-  dm.  dikte.  Bij  gevaar  van  ontbran- 
ding zal  men  rook  nit  dezelve  zien  opstijgen »  en  kan 
men  door  het  ingieten  van  water  alle  luchtcircnlatie  voort- 
komen en  dus  de  brand  uitdoven. 

ĥ  Elke  ketel  en  stoomcilinder  moet  afzonderlijk  kan- 
nen werken. 

g.  Het  water  moet  ingeval  van  lekkaadje  nit  het  scheeps- 
hol  in  den  condensor  gepompt  kunnen  worden.  Verder 
moet  eene  handpomp  aanwezig  zijn ,  die  ook  door  de  ma- 
chine zoude  kunnen  bewogen  worden ,  om  water  in  en  uit 
den  ketel  voeren ,  over  boord  te  pompen  enz. 

A.  De  spuibuis  moet  bij  machines  der  eerste  klasse  4 
dm.  en  bij  die  der  tweede  klasse  3^  der  middellijn  en  \  dm. 
dik  zijn  (2). 

De  waterontlasiingS'kleppen  in  den  top  en  bodem  des 
cilinders  moeten  in  metalen  kasten  ingesloten  zijn,  opdat 
■iemand  aan  ongemak  zij  blootgesteld  tijdens  derzelver 
werking. 

■  De  stortpijp  moet  met  een  opsluitingsklep  aan  den  kant 
van  den  ketel  en  met  ëene  stopklep  aan  den  kant  van  de 
scheepswand  voorzien  zijn ,  opdat  niet  bij  ontstentenis  wa- 
ter in  het  scheepsruim  dringe. 

I.  Van  bijzonder  belang  heeft  het  Gouvernement  gere- 
kend te  zijn  de  bekleeding  van  stoomketel,    stoompypen 


(1)  MoniL   Industr.   DlHGLER's  Journal   XCVIH.  p.  215. 

(2)  Orer  de  pijpen  enz.     Zie  The  Civ,   Eng.  a.   Arch,  /.  42.  p. 
368. 


Digitized  by 


Google 


173 

en  sioomcilinder i  tegen  de  uitstraling  van  warmte.  Ue 
▼oorschriften ,  hiertoe  gegeven ,  zijn  reedg  vroeger  roede- 
deeld  (zie  dit  Tijdschrift  IX.  p.  583).  Alleenlijk  voegen 
wij  er  nog  bij  ^  dat  de  viltbekleeding  van  den  ketel  aan 
alle  kanten  10  dm.  van  den  schoorsteenbuis  moet  verwij- 
derd blijven ;  in  deze  vrije  ruimte  wordt  een  steenen 
kraag  in  cement  gelegd  en  vervolgens  met  blad  lood  ge- 
dekt, nadat  het  door  een  verband  van  ijzeren  hoepels  is 
ingesloten. 

Vroeger  werd  slechts  eene  eenvoudige  lood-bekleeding 
gebruikt.  Bij  ^  duim  dikte  of  met  het  zoogenaamde  4  ponds 
lood,  verkreeg  men  reeds  eene  besparing  van  brandstof 
ten  bedrage  van  7  perc.  (1). 

9.  De  Breinpomp.    t.  Er  moet  eene  breinporap  met  refrige* 
rator  of  eenige  andere  inrigting ,  tot  het- 
zelfde doel  leidende  I  gebruikt  worden«  (Zie  Ait  Tijdschrift 
X.  blz-  53). 

Tot  nu  toe  waren  er  drie  handelwijzen  in  gebruik  (2) : 
•m  het  geconcentreerde  zout-water  uit  den  ketel  te  ver- 
wijderen. 

1)  De  meest  gebrnikelyke  aanwending  van  het  spuijen 
{hlowing  off  iyl  hlowing  down)  door  eene  pijp  en  kraan» 
geplaatst  nabij  den  bodem  van  den  ketel  (zie  sub  A).  — 
Deze  handelwijze  heeft  veel  verlies  van  warmte  ten  ge- 
volge en    wordt  dikwijls  veronachtzaamd. 

2)  De  Breinpomp  met  refrigerator  en  verder  toestel 
van  pijpen  en  kranen  zoo  als  door  Maudslat  en  Fields 
is  uitgevoerd ;  —  deze  inrigting  geeft  vooral  bezwaar  door 
bare  zamenstelling ,  omdat  elke  ketel  eenen  afzonderlijken 
toestel  moet  hebben ,  en  daardoor  ligt  eene  ongelijkmatige 
stoomdrnkking  en  waterverdeeling  voortbrengt,  indien 
men  niet  bijzonder  oplettend  is. 


(t)  Mech.  Mag.  42.  I.  p.  144. 

(2)  Civ.  Eng,  a.  Arch.  J.  44.  p.  409. 


12 


Digitized  by 


Google 


174 

3)  Het  uitblazen  van  de  brein  door  stoomdruktung  al- 
4één.  Hiertoe  bestaat  eene  eenvondige  inrigting  in  het 
bij  afwisseling  doen  openen  Tan  eene  klep  yan  den  ketel, 
door  middel  van  eenen  baak  of  hefboom ,  die  aan  de  hoofd- 
as is  bevestigd ,  zoodanig ,  dat  gedurende  elke  zuigerslag 
eene  zekere  hoeveelheid  brein  zal  ontlast  worden,  wel- 
ke men  door  eene  schroef  kan  regelen.  Het  eenigste  be- 
zwaar tegen  deze  inrigting  bestaat  daarin ,  dat  de  machine 
zoude  kunnen  gestopt  worden,  tijdens  de  klep  open  is, 
waardoor  dan  de  ketel  aan  het  gevaar  wordt  blootgesteld 
van  ledig  te  loopen.  Ware  dit  laatste  te  voorkomen ,  dan 
zoude  men  op  deze  wijze  het  doel  het  best  kunnen  be- 
reiken. 
10.  De  Brciometcr  of  Salinomcler  ran  RcssiL.     J-  ScOTT  RüSSEL , 

heeft  voor  den  sa- 
linometer  de  zilveren  medaille  ontvangen  van  de  Konink- 
lijke Schotsche  Maatschappij  van  Kunsten  (1).  Fig.  20. 
De  nuttigheid  van  eene  zoodanige  verbeterde  inrigting  is 
genoegzaam  duidelijk,  vooral  daar  men  tot  nu  toe  min 
volmaakte  middelen  heeft  aangewend ,  als  1)  den  %ooge' 
naamden  indicator^  bestaande  in  een'  kogel  van  zoodanige 
specif.  zwaarte,  dat  dezelve  eerst  begint  te  drijven,  wan- 
neer het  brein  eene  bepaalde  concentratie  heeft  aangeno- 
men ;  de  kogel  binnen  den  ketel  gesloten  werkt  naar  de 
wijze  van  een'  gewonen  vlotter  op  eene  index  buiten 
den  ketel,  of  2)  het  plaatsen  van  eenen  hydrometer  in 
de  waterpeilbnis  des  ketels ,  welks  reizen  en  dalen  den 
graad  van  concentratie  zoude  aanwijzen ,  doch  uit  den 
aard  der  zaak  zulks  niet  naauwkeurig  doen  kan.  Meer- 
dere naauwkenrigheid  heeft  dus  RusssiJi  getracht  te  ver- 
krijgen door   den  afgebeelden   toestel,    die   hoofdzakelQk 


(1)  Meeh,  ifa^.  44.  I.  p.  33  ;  7%e  Civ,  Eng,  o.  Arcl.  J.  44.  p.  7 
The  Edinb.  Joum.  April  43.  p.  228.     DliCCiiR'S  Journal ,  LXXXiX. 
p.  269.     Polyt,  Centralbl  II.  p.  52. 


Digitized  by 


Google 


175 

daarop  berust »  dat  in  de  armen  van  eene  U  vormige  buis 
tweederlei  vloeis toifen ,  b.  v.  water  en  kwik  gegoten  zijn- 
de, deze  zich  op  eene  verschillende  hoogte  in  het  hy- 
drostatisch evenwigt  plaatsen ,  zoodanig  dat  b«  v.  de  ko- 
lom water  13  dm.  is  tegen  1  dm.  kwik;  eene  kolom  zoetwa- 
ter 41  dm*  tegen  40  zootwater  enz.  Neemt  men '  nu  ge- 
woon zeewater 9  dat  ^  vaste  bestanddeelen  heeft,  als 
standaard  vocht  van  éénen  graad  aan,  dan  zal  het  water,  dat 
op  de  helft  uitgedampt  is  2  graden  toonen ,  en  dus  eene 
kolom  van  42  dm.  balanceren ,  en  op  deze  wijze  kan  men 
elke  duim  hoogte  als  een  graad  van  concentratie  bestem- 
pelen. 

De  toestel  brine^gauge  bestaat  nu  eenvoudig  in  twee  peil- 
glazen,  in  plaats,  dat  men  anders  er  één  gebruikt;  het 
eene  peilglas  wordt  door  eene  koperen  pijp  in  gemeenschap 
gesteld  met  het  voedingswater  en  de  andere  met  het  be- 
nedenste gedeelte  van  den  ketel,  en  het  verschil  in  stand 
toont  den  graad  van  concentratie.  Men  kan  bij  onder- 
vinding bepalen  den  graad,  waarbij  het  spuljen  dient  te 
geschieden,  welke  meestal  3  is. 

A  B  zijn  de  peilglazen,  C  is  de  gemeenschapshuis  van 
een  der  peilglazen  met  het  binnenste  van  den  ketel  nabij 
den  bodem;  £  is  eene  gemeenschapshuis  tusschen  de  bo- 
veneinden van  beide  peilglazen  binnen  den  ketel;  F,  6 
zgn  kranen ,  met  behulp  van  welke  de  peilglazen  van  het 
inwendige  der  ketels  worden  afgesloten  en  in  gemeenschap 
gesteld  met  de  buis  H  komende  van  de  voedingspomp ,  I 
is  eene  kraan  om  de  gemeenschap  der  buis  £  met  de 
buis  K  te  regelen,  welke  laatste  in  het  ruim  des  schips 
eindigt. 

Om  den  toestel  in  werking  te  brengen,  worden  de  drie 
kranen  in  dezen  stand  geplaatst  ^  waardoor  de  brein  in 
de  bois  A  opklimt  en  door  K  in  het  scheepsruim  zich 
ontlast  tot  zoolang,  dat  deze  buis  zioh  genoegzaam  roet 
helder   vocht    heeft    gevuld.     Men    diraait   dan    de   kraan 


Digitized  by 


Google 


176 

«m  ^  en  B  cal  eveneens  met  brein  gevuld  worden.    Na 

brengt   men    de   bovenste   kraan    op   hare  plaats    +  .^  en 

draait  eene  der  benedenste  horizontaal,  waardoor  d^  ge- 
meenschap van  de  voedingspomp  wordt  geopend  met  een 
der  buizen  binnen  den  ketel;  men  verkrijgt  dus  twee 
kolommen ,  doch  van  eene  verschillende  specifieke  zwaarte 
in  de  communicerende  buizen,  en  dus  zal  het  verschil  van 
den  stand  in  beide  peilglazen  den  graad  van  saturatie  der 
brein  aantoonen.  Mogt  er  een  der  peilglazen  gebroken 
zijn,  dan  stelle  men  de  kranen  in  deze  positie  lij.  en  er 
zal  geen  vocht  uit  den  ketel  geraken. 

8.  Het  meten  ran  het  vermogen  der  scbeepnuaohines.   CoiXADON  (1) 

heeft,  om  het 
vermogen  der  scheepsmachines  te  kunnen  meten ,  zamenge- 
steld  een  instrument  onder  den  naam  van  balance  dynamo- 
Tnetrique  des  forces  hori%ontales ,  dienende  hoofdzake- 
lijk om  te  bepalen  de  nuttige  werking,  die  aan  de 
schepraderen  in  het  horizontale  vlak  wordt  medegedeeld. 
Ten  gevolge  van  de  verkregeno  goede  uitkomsten  is  eene 
zoodanige  machine  door  de  Engelsche  Admiraliteit  in  het 
dok  te  Woolwtch  in  gebruik  gesteld. 

Er  heerscht  groote  verwarring  in  het  bepalen  van  het  nond- 
naJe  en  effective  vermogen  eener  stoommachine;  de  machi- 
nes worden  verkocht  en  gebouwd  naar  bet  zoogenaamde 
nominale  vermogen^  en  aldus  de  waarde  per  paardekracht 
berekend. 

Het  nominale  vermogen  leidt  men  af  van  de  cilinder- 
middellijn  en  de  lengte  van  den  zuigerslag,  maar  hetzelve  is 
niet  bepaald  omschreven  en  ieder  machine-constructeur 
volgt  zijne  eigene  (practische)  regels.   De  bepaling  derhalve 


(1)  BMetin  d*Enoourag.  42  p.  90.  DniGLiR's  Jowmal  XCV  p.  S^ 
Lê  Technolopste  45  p.  231.  Comptes  Rendus  14  p.  1029.  Poijft 
€entralblatt  45  p.  212.' 


Digitized  by 


Google 


177 

wisselt  met  elke  soort  van  wijsigiog  der  constractie  (1). 
Het  effective  j(actual)  vermogen  kan  men  alléén  door  den 
indicator  vinden.  Geen  wonder  dus,  dat  men  nog  meer 
onkundig  is  in  de  bepaling  der  kracht,  welke  nuttig  tot  het 
voortstuwen  van  het  schip  wordt  gebruikt  In  1843  heeft 
CoLLADON  aan  het  Fransche  Instituut  te  Parijs  eene  ver«- 
handeling  aangeboden  (2)  ter  bepaling  van  den  arbeid  van 
Bcheepsmachines  en  van  den  tegenstand  dier  schepen ,  naar 
aanleiding  van  proefnemingen  genomen  met  meerdere  kleine 
en  groote  (56  pdkr.)  booten.  C.  stelt  dat  de  dwaling,  voort- 
spruitende uit  de  stelling:  dat  de  tegenstand  des  waters 
steeds  tang  en  ttaal  op  het  scheprad  werkt ,  slechts  3»  'o 
van  de  ware  grootte  van  dien  tegenstand  kan  bedragen.  De 
proefneming  werd  gedaan;  door  de  boot  door  een'  kabel 
met  een  vast  pnnt  te  verbinden,  en  in  plaats  dat  dezelve 
door  de  werking  der  machine  en  raderen  zich  kon  voortbewe- 
gen, verkreeg  men  eene  spanning  in  den  kabel,  even  groot 
als  de  voortstnwingskracht  van  het  wiel,  welke  door  een 
véer-dynamometer  kon  worden  gemeten,  en  die,  vermenig- 
vuldigd zi}nde  met  de  snelheid  van  ronddraaljing  der  schep- 
raderen, gaf  de  grootte  der  nuttige  werking  van  de  machine. 
Voor  zooverre  echter  de  tegenstand  van  de  beweging  der 
sehepradsborden  minder  is,  wanneer  het  schip  zelf  in  be- 
weging is,  zocht  CoLLADON eveneens,  bij  proefneming,  dien 


(l)2B0ülT0li  lir  Watt  bebben  bij  ondenriodio^  het  nomdnale  vermo- 
gen afgeleid  uit  de  formule 
(Pa— 4D)V 

2Ö5ÖÏ  ajode  D  de  middelKjo  de«  cilindert  in  E.  dm. 

V  de  halme   snelheid    des   stoomzuigers 
in  E.  Yt  per  minuut 
y  is  erenwel  niet  constant,  daar  de  zuigerslag  rcrandert  met  het  ka- 
fiber  Tan  den  cilinder.    Zelfs  geldt  deze  formule  niet  meer,  wanneer  de- 
zelfde Constructeurs  eene  andere  bouworde  volgen. 

(2)  Comptes  Renduê   T.   XV   p.   800—893.    Poltfi   CentralblaH  I 
p.  444. 


Digitized  by 


Google 


178 

tegenstand  voor  het  stilstaande  schip  (tijdens  de  proefneming) 
te  verminderen,  door  de  borden  tot  eene  mindere  diepte 
ie  laten  indompelen.  Het  is  duidelijk 9  dat  wanneer  eene 
stoomboot,  door  stil  water  wordt  gedreven,  de  tegenstand, 
die  op  de  schepborden  werkt,  afhangt  van  het  verschil 
tusschen  de  snelheid  van  den  omvang  des  scheprads  en  die 
van  het  schip  zelf.  Wanneer  nu  de  omvangssnelheid  de- 
zelfde blijft,  dan  groeit  de  tegenstand  in  dezelfde  verhou- 
ding, waarin  het  schip  langzamer  voortgaat.  Indien  dus 
een  schip  door  een  kabel  in  deszelfs  beweging  wordt  be- 
lemmerd, en  er  evenveel  steenkooj  verbrand  wordt  in 
denzelfden  tyd,  als  tijdens  de  vaart  b^)  dezelfde  stoom- 
vorming,  ^an  zullen  desniettegenstaande  de  raderen  lang- 
zamer rondgaan.  De  hoegrootheid  der  kracht,  of  het  pro- 
duct der  snelheid  met  den  tegenstand  van  den  kabel,  zal 
aanmerkelijk  verschillen  naar  de  hoegrootheid  van  beweeg- 
kracht*  welke  werkelijk  tijdens  de  vaart  plaats  vindt, 
aangezien,  bij  dezelfde  stoomvorming,  de  boegrootheid  in 
beweegkracht  met  de  snelheid  van  de  zuigerslag  veran- 
dert. CoLLADON  gaat  dus  bij  zijne  proefnemingen  op  de 
volgende  wijze  te  werk:  wanneer  de  boot  vast  ligt  en 
de  machine  in  werking  is,  wordt  de  indompelingshoogte 
zooveel  vermindert ,  totdat  de  machine  even  veel  omwente- 
lingen in  de  minuut  maakt  als  tijdens  de  vrije  vaart.  In 
dit  geval  dus  kan  de  tegenstand  van  den  kabel  gelijk  ge- 
steld worden  met  de  werkelijke  horizontale  voortstuwings- 
kracht. C.  vond  door  proeven,  dat  het  middelpunt  van 
botsing,  welks  snelheid  in  rekening  gekragt  moet  wor- 
den op  0,31  der  indompelingshoogte  is  gelegen  (1). 

Op  deze  beginselen  en  als  vervolg  van  deze  onderzoe- 
kingen strekken  de  latere  werkzaamheden  van  Colladon, 
welker  belangrijkheid  ook  de  Engelsche  Admiraliteit,  zoo 
als  gezegd  is,  erkend  heeft.    Volgens  de  eigene  woorden 


(1)  Compies  Rendas  T.  \VJ  p.  101.  Poli/t   Centralhl  \  p.  414. 


Digitized  by 


Google 


179 

van  C.  beataat   de  toestel   uit  eeo  stelsel  faefboomen,   die 
de  horizontale  trekkracht  van  den  kabel  zuiver  aan  eenen 
appareil  tndieaieur  overbrengen,    zonder  dat  het  gewigt 
van    den    kabel   en    de  hoek  van   helling  des  kabels  van 
eenigen  invloed  op  de  aanwijzing  wordt.     Men  kan  zelfs 
aanzienlijke  gewigten  aan  den  kabel  hangen ,  denzelven  lan« 
ger  of  korter  maken ,    de  waterstand  kan  veranderen ,   en 
nogtans  zal   de  aanwijzing   dezelfde   blijven,    zoolang  de 
beweegkracht  niet  verandert.     Wij  willen   de  verdere  be- 
schrijving achterwege  laten  in  de  hoop,  dat  wij  later  zulks 
met  behnlp  van  de  noodige  teekeningen  zullen  kunnen  uit- 
voeren.   Wij  voegen  er  slechts  bij  dat  de  toestel  geplaatst 
mrordt  op  eene  kolom  van  gesmeed  ijzer  hebbende  3,5  palm 
middellijn;  de  kolom  is  op  eenigen  afstand   van  het  dok 
door  eene  hechte  fondering  onwrikbaar  bevestigd.    Op  de 
kolom  rust  eene  borizontaal-draayende  schijf;  ,en  op  deze 
is  de  meet-toestel  geplaatst,  bestaande  uit  eenen  hefboom 
(balance  &  force   horizontale)    die  regthoekig   gebogen  is. 
Aan  den  langsten  horizontalen  arm  hangt  eene  schaal  met  ge- 
wigten ,  aan  den  korteren  verticalen  is  de  kabel ,  evenwel  niet 
onmiddellijk,    verbonden.     De   kabel   werkt    namelijk  op 
eene  haak  9   hangende  in  het  middelpunt  van  een  horizon- 
taal raam,  dat  verbonden  is  met  den  verticalen  hef  booms- 
arm.     Dit  raam  wordt  aan  deszelfs  vier  hoeken  gedragen 
door  vier  verticale  stangen,   voorzien  met  balans-messen 
(suspensions  k  conteaux) ;  dezelve  loopen  langs  de  hoeken 
van  het  raam   en   hangen  aan  twee  montants  of  potences 
uit  gegoten  ijzer,  dié  aan  de  horizontale  schijf  zijn  beves- 
tigd.   Deze  geheel-beweegbare  stangen  balanceren  dan  het 
gewigt  en  de  helling  van  den  kabel,  zoodat  er  geene  an- 
dere werking  overblijft  dan  de  horizontale  trekkracht,  welke 
men  door  de  gewigten  op  den  anderen  hefboomsarm  meet. 
9.  Het  melen  van  de  snelheid  der  stoomschepen.  Men  is  algemeen 

van  gevoelen  dat. 
het  log  een  hoogst  onnaauwkeurig  middel  oplevert  tot  het 


Digitized  by 


Google 


180 

meten  van  de  inelheid  der  stoomschepen  ^  en  dat  das  de 
opgaven  bij  vergelijkende  proefnemingen  niet  steeds  even 
goed  zijn  te  vertrouwen.  Van  daar  dat  men  op  andere 
middelen  is  indachtig  geworden.  Soott  Russel  heeft  in 
1842  bij  de  British  Association  (1)  voorgesteld  ecne  in- 
dex tot  het  meten  van  de  snelheid  van  een  stoomschip, 
bestaande  in  eene  buis,  die  door  de  boeg  van  het  schip 
over  den  bodem  loopt  tot  aan  het  swaartepunt  van  het- 
zelve, en  aldaar  in  eene  verticale  glazen  buis  eindigt. 
Aan  deze  buis  bevindt  zich  eene  beweegbare  schaal ,  welks 
o-punt  geplaatst  wordt  bij  den  stand  des  waters  in  de  buis, 
wanneer  het  schip  in  rust  is;  tijdens  de  beweging  zal  nu 
het  water  in  de  buis  klimmen.  Bij  proefneming  wordt 
de  snelheid  des  schips  bepaald  voor  elke  rijzing  des  wa- 
ters. —  Het  is  evenwel  duidelijk,  dat  ook  dit  middel  hoogst 
gebrekkig  is  bij  het  vergelijken  van  verschillende  schepen 
onderling,  wegens  derzelver  verschillende  afmetingen,  de 
schommelingen  van  het  schip,  bet  opvullen  met  slijk  enz. 

Van  een  geheel  anderen  aard  is  het  log  van  Biram  (2). 
Hetzelve  bestaat  uit  een  rad ,  dat  verticaal  onder  water  is 
geplaatst  en  onwankelbaar  aan  eene  ijzeren  stang  hangt. 
Dit  rad  is  gemaakt  uit  waaijervormige  plaatjes,  naar  de 
wijze  van  de  ventilators  (vashistas),  die  men  in  de  glas- 
ramen plaatst.  Deszelfs  beweging  wordt  door  eene  schroef 
zonder  einde  en  stang  overgebragt  op  eenen  wijzer  over 
een  quadraat  loopende,   welke  op  het  dek  is  geplaatst. 

EngeUcbe  mijl.  Ten  slotte  voegen  wij  hier  bij ,  dat  de 
nauticalmile  der  Engelschen  gerekend  wordt 
te  zijn  -^j^  van  eenen  graad,  deze  is  dus  even  als  de  fran- 
sche  mijl  =  1852  el  (=6084E.  vt.) ;  dezelve  wordt  door- 
gaans genoemd  knot^  knoop  (nodus)  en  wordt  dan  in 
tiende-deelen  verdeeld.  De  êtaiuie  miie  of  alléén  mile  is 
slechts  1609  el. 


(t)  The  Ctr.  Eng.  a.  Arch,  J.  42  p.  276. 
(2)  Mech.  Mag.  45  IT.  p.  216. 


Digitized  by 


Google 


181 


II.   Hët  Voortstuwingstuig. 

U     Toortstuwingstuig  (propeller,   motear)  bestemd  om 
het  schip  door  de  stoomkracht  voort  te  stawen ,  bestaat  in 
a  Het   scheprad  {paddie  w heel  9    side  propeller  ^   Aoue 
d  aubes). 

a  verticaal 

jj  hori%oni€ial  (godilles  Fr.)  (1). 
b  De  schroef  (screw ,  submarine ,  siem^propeller). 
c  Er  bestaan    behalve   het   scheprad    en  de  schroef,    nog 
enkele  ^andere  middelen ,   die  hoofdzakelijk  als  wijzigin- 
gen van  een  der  genoemden  te  beschouwen  zijn. 
1*  Verfaoudiog  tusicheii  kracht  en  tonnelait.     Bij  het   tegenwoor- 
dige Standpunt  der 
Theorie  kan  geenszins  de  beweging  van  scheprad  of  schroef 
in  verband  met   de    beweging  van  het  vaartuig  door  het 
water,  zoo  a  priori  uit  mechanische  grondbeginselen  wor^ 
den  afgeleid,    dat  het  resultaat  eenigzins  aan  de  practijk 
zal  voldoen.     De  invloed  van  den  vorm  des  schips,  des- 
zelfs  diepgang,  de  tegenstand  van  water  en  lucht,  de  ei- 
gene beweging  van  het  schip  en  van  bet  water,   de  ver- 
houding tusschen  de  bevrachting  en  de  aangewende  stoom- 
kracht, leveren  omstandigheden  op,  welke  de  theorie  nog 
niet  kan  te  zamen  vatten  tot  bepaalde  formules  (2)* 

Ook  de  ondervinding  met  de  door  de  practijk  verkregene 
daadzaken,  is  niet  van  zoodanigen  aard,  dat  zij  tot  alge- 
meene  practische  regels  kan  leiden.  De  omstandigheden, 
die  de  theoretische  beschouwingen  bezwaren,  storen  even- 


(1)  Behalve  dexe  zijn  yoorj^eld  slingerende  roeiimgen  {avirous  Fr.) 
de  auhee  a  reues  van  DsSBllKCS  en  a. 

(2)  The  Civ.  Eng,  o.  Arch.  J.  42.  p.  181. 


Digitized  by 


Google 


182 

eens   de   Maarneming.     Hoe   weinig   men   het  verband  in 
acht  genomen    heeft   tusschen   het  vermogen  der  machine 
en  de  bevrachting,  kan  blijken  uit  de  volgende  opgaven 
bij  welke  wij  nog  eenige  jongere  opgaven  zullen  voegen. 


Arcad 

ï«  (hout)             1200  ton  440  pdkr. 

dusl  pdkr.  2 J,lon (Napier). 

Oriental  (bout)             1670    »    440     » 

»    1      »      4       D 

(FlWClTT). 

Great  Western             1340    a>   450    » 

D   1     »     3      » 

(Madduat). 

Great  Liverpool          1543    »  464    j» 

»    1     D     3|    » 

(FORRXSTER). 

BritisU  Queen  (hout)  2016    i>  500     » 

2>    1     »     4      » 

(Napier). 

President  (1)               2366    »  540    » 

»   1     »    4J.    » 

(Fa-wcett). 

'K\]^t  Great  Britain  u  de   Terboudin^ 

1:3^    (ijier) 

» 

Terrible                         x> 

1:2,3    (ijier  Oorlogschip) 

3> 

Antelope  (BouiTON  en  WiTT) 

1:3        (bout) 

», 

Avenger  (Macdslat) 

1:2^     (houten  Oorlogschip) 

2> 

Black  Eagle  (PiHif) 

1:1,^           D 

» 

a> 

Caledonia   (NiPIïR) 

1:2,7    (hout) 

2> 

City  of  Lotidon  (Nl?I£R) 

1:2,8    (ijier) 

3» 

Cormorant  (FlIRBilff) 

1:3,7    (houten  Oorlogschip) 

:» 

Om  (ScoTT  ▲.  Sinclair) 

1:3,6     (     B 

Packetboot) 

» 

Jktarf  (RlNMlB  van  164  ton) 

1:1,8     (ijxer) 

s> 

Eclair  (MiLLIR) 

1:3,7     (hout) 

» 

Empire  (Americaansch) 

1:2           » 

' 

» 

Gladiator  (MiLLIR) 

1:2,77      » 

x> 

Helen  mac  gregor  (FORRESTIR) 

1:2,7     (ijzer) 

» 

Hiniostan  (Fawcett) 

1:3       (hout) 

2> 

Medea  (Maddsiat) 

1:4           *> 

3» 

Memnon        » 

1:2,75      » 

x> 

Qattler          » 

1:4           » 

» 

Betributiofi  » 

1:2           » 

2> 

Vulcan  (FORRISTIR) 

1:2,9     (ijzer) 

■  Uit  deze  laatste  opgaven  zouden  wij  alléén  het  gevolg 
kunnen  trekken,  dat  men  in  de  laatste  jaren  (sedert  1842) 
eene  kleinere  verhouding  tusschen  paardekrachr  en  tonoe 
last  heeft  aangenomen ,  terwijl  zij  vroeger  grooter  was  (2). 

(1)  The  Civ,  Eng.  a,  Arch.  J.  41.  p.  19. 

(2)  Zie  ook  de  Tabel  ran  O.  Lang  en  'Uuniijon's Pockethook hliiO 
en  boven  blz.  479;  zie  beneden  de  Amerikaanschc  berigfen. 


Digitized  by 


Google 


183 

De  lonnelast  wordt  berekend  naar  eenen  empirischen  re- 
gel, bevattende  de  afmetingen  van  het  schip  (1).  Indien 
dus  de  tonnelast  op  dien  grond  is  berekend  zal  de  bepa- 
ling Tan  de  aan  te  wenden  kracht  afhangen  van  de  snel- 
heid, waarmede  de  last  zal  moeten  vervoerd  worden.  Deze 
bepaling  is  echter  in  de  eersie  plaats  afhankelijk  van  de 
kennis  van  het  gedeelte  der  beweegkracht ,  dat  eigenlijk 
als  nuttige  werking,  na  aftrek  van  alle  de  zoogenaamde 
active  en  passive  tegenstanden,  overblijft,  en  in  de  tweede 
plaats  van  de  betrekking,  waarin  men  met  het  vermeer- 
deren van  den  tonnelast  ook  de  kracht  moet  doen  toenemen. 
De  bedoelde  verhouding  kan  niet  in  eene  enkelvoudig  toe- 
nemende rede  zijn,  omdat  met  het  vermeerderen  van  den 
tonnelast,  de  inhoud  van  het  schip,  bijgevolg  deszelfs 
doorsnede ,  en  verder  de  tegenstand  van  de  beweging  door 
het  water  grooter  wordt,  welke  op  zich  zelf  genomen  nog 
sterker  aangroeit ,  omdat  dezelve  afhangt  van  de  vierkanten 
der  bewegings-snelheid.  Van  daar  dat  S.  Seaward  stelt, 
aannemende,  dat  SOpdkr.  1200  ton  met  4  knoopen  snelheid 
per  uur  kunnen  draven ,  er  300  paardekr.  zullen  benoodigd 
zijn,  om  dezelfde  vracht  2\  malen  sneller,  dat  is  10| 
knoopen  voor  te  stuwen;  d.  i.  eene  tienvoudige  vermeer- 
dering van  kracht.  S.  Scaward  heeft  eene  tafel  bere* 
kend   (2),    omvattende   eene   tonnage   van   1200 — 100  ton 


(1)  The  Civ.  Eng,  a.  Arch,  J.  41.  p.  202.    De  inhoud  in  tonnen  bij 
13  knoopen  «nelheid  is  gelijk  aaa  (lcn<;le  — f  breedte)  |  groofsfe  breedte 

dB. 
De  belangrijke  proeven  door  J.  ROBISOK  en  Scott  Rdssu  genomen  o?er 
den  Toordeeiigsteo  Torm  der  schepen  met  belrekking  lot  den  tegenstand, 
medegedeeld  van  de  British  Association  for  the  advancement  of 
Science  ;  zie  in  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  43.  p.  35  J.  —  Vroegere  proe- 
Ten  Tan  Rdssel  over  het  verband  tusschen  kracht  en  lonnelasl  zie  The 
Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  89.  p.  444. 

(2)  TIMPIET05  Pocketb.  biz.  122. 


Digitized  by 


Google 


184 

met  300 — 30  pdkr. ,  en  aanwijzende  de  snelheid ,  met  wel- 
ke de  gegevene  tonnage  door  de  bepaalde  kracht  zal  wor- 
den bewogen.  Daarbij  is  vastgesteld  dat  de  grootste 
snelheid  in  kalm  water  is  13  knoopen  of  15  statnte  mijlen 
(ieder  van  5280  vt.)  per  nnr.  Dat  de  uitkomst  anders 
zijn  zal  in  onstuimig  water,  dat  de  invloed  van  den 
stroom  niet  te  vergeten  is,  dat  het  voortstuwingsmiddel 
nog  onder  dezelfde  omstandigheden,  als  zoodanig,  andere 
uitkomsten  kan  opleveren ,  is  genoegzaam  duidelijk. 

Indien  dus  de  ondervinding  ten  dien  opzigte  algemeene 
regels  zal  opleveren,  moet  zij  naar  vaste  en  onfeilbare 
proeven  en  waarnemingen  worden  geleid.  Dit  wordt  een 
uitgestrekt  veld,  met  welks  bewerking  men  naauwelijks 
is  begonnen;  het  tegenwoordige  tijdstip  is  zelfs  nog  niet 
voldoende,  om  hechte  grondslagen  voor  de  toekomst  op  te 
leveren.  Van  groot  gewigt  zijn  die  bemoeijingen  van 
CoLLADON,  die  wij  boven  biz.  177  hebben  vermeld,  maar 
deze  betreffen  alléén  de  schepraderen.  Men  rekent,  dat 
bij  het  gebruik  van  het  scheprad ,  de  halve  kracht  verlo- 
ren gaat  door  de  mededeeling  van  beweging  aan  het  wa- 
terzelf  en  de  schuinsche  rigting  der  werking.  De  eigen- 
lijke voortstuwende  kracht  wordt  begroot  te  zijn  35 — 00 
procent  van  de  effective  kracht  —  en  wil  men  ook  nog 
den  invloed  van  wind  en  stroom,  van  de  ongelijke 
indompeling  in  rekening  brengen,  dat  blyft  er  hoogstens 
330/0  over. 

BouRGois  heeft  in  1845  zijnen  arbeid  bekend  gemaakt 
over  het  voortstuwen  van  stoomschepen  door  de  schroef. 
Hij  stelde  zich  bij  zijne  theoretische  en  practische  onder- 
zoekingen ten  doel ,  om'  het  verband  tusschen  alle  voor- 
waarden (elementen) ,  die  de  schroef  beweging  betreffea 
met  die  der  beweegkracht  in  diervoege  te  vinden,  dat  het 
mogelijk  zoude  z^n  t;oor  elk  vaartuig  onder  gegevene 
voorwaarden  den  besten  vorm  van  schroef  te  bepalen,  B 


Digitized  by 


Google 


185 

lieeft  67  schroeven  niet  de  meest  afwekende  Tormen  onder  ver- 
schillende omstandigheden  ondersocht.  De  slotsom  van 
deze  proefnemingen  was,  dat  het  verlies  van  nuttige  wer- 
king evenredig  is  aan  de  levende  kracht  van  het  water, 
dat  door  de  schroef  weggeduwd  wordt;  hoe  minder  water 
dus 9  door  de  kleinste  ruimte  wordt  verplaatst,  des  te 
geringer  Eal  dit  verlies  uitvallen.  Verder  schijnt  ook  het 
vervangen  van  een  voortstuwings  middel,  dat  door  botsing 
werkt,  door  eene  drukkende  werking,  voordeelig  te  zul- 
len zijn.  De  schepraderen  werken  dus  onder  minder  gun- 
stige omstandigheden,  en  de  constructie  van  de  kromte 
der  schroef  hangt  van  de  juiste  toepassing  van  de  boven- 
gunelde  grondstelling  af.  B  stelt  den  schroefvorm  van 
Re£CH  als  de  beste;  deze  gelijkt  de  wieken  van  eenén 
windmolen  om  eene  horizontale  as.  Verder  zal  de  schroef, 
naar  het  gevoelen  van  B*  voor  zooverre  zij  thans  reeds 
aan  het  schip  eene  niet  mindere  snelheid,  dan  het  schep- 
rad mededeelt ,  dit  laatste  overtreffen ,  indien  men  naanw- 
keurig  alle  omstandigheden  bij  de  aanwending  in  overwe- 
ging neemt  (!)•  Belangrijk  is  ook  de  vraag,  of  niet  de 
bouw  van  hei  schip  dient  gewij%igd  worden  j  naarmate 
men  scheprad  of  schroef  wil  aanwenden  (2). 

2*  Sloom  en  windkracht  gelijktijdig  aangewend.  De  Vergelijken- 
de proeven  tus- 
scben  scheprad  en  schroef  zullen  later  worden  medege- 
deeld* Alléén  willen  wij  nog  de  aandacht  vestigen,  op 
eene  wijziging  in  het  gebruik  van  den  stoom  bij  de  scheep- 
vaart, die  allengs  meer  en  meer  veld  wint.  Z^  is  name- 
Igk  deze,  dat  men  den  stoom  meer  tot  hulpmiddel  wil  ge- 
bruiken, indien  de  windkracht  niet  de  voldoende  snelheid 


(1)  JfeciL  Mag.  45.  L  p.  892. 

(2)  Gompteê  Renduê  1845.  T.  XX.  p.  1092.  Polyt.  Cemtralhl.  VI. 
p.212. 


Digitized  by 


Google 


186 

oplevert  (1).  Kostbaar  is  allexios  de  stoomkracht,  en 
Tooral  ook  bi]  de  scheepvaart,  wanneer  door  oeconomie 
in  tijd  niet  een  evenredig  voordeel  kan  worden  aangebragt. 
Daarbij  komt  nog:  1)  dat  men  aanzienlijke  rnimten  moet 
sparen  voor  den  voorraad  van  brandstof,  welke  een  niet 
onaanzienlijk  deel  der  vracht  uitmaakt  vooral  bij  lange  zee- 
reizen; 2)  dat  men  bij  mogelijke  onstentenis  van  de  ma- 
chine of  van  het  voortstnwings  middel  (en  hiervan  be- 
staan zeer  vele  voorbeelden)  (2)  met  groote  bezwaren  te 
kampen  heeft.  Het  is  dns  niet  te  verwonderen,  dat  men 
tracht  stoom-  en  windkracht  te  verbinden;  de  laatste  im- 
mers is  kosteloos,  en  het  zonde  geld  verspillen  zijn,  om 
Tan  haar  geen  gebruik  te  maken,  wanneer  hare  kracht 
alléén  voldoende  is,  en  men  zal  geld  sparen,  wanneer 
men  de  stoomkracht  even  zooveel  minder  sterk  behoeft  te 
ontwikkelen,  als  de  wind  medehelpt  (3).  Eenmaal  bewe- 
zen zijnde,  dat  de  stoomkracht  aan  de  vereischten  der 
scheepvaart  voldoet,  zoowel  bij  de  binnen-  en  rivier-  als 
de  groote  zeevaart,  zoo  moet  men  noodzakelijk  trachten 
haar  met  de  minste  kosten  aan  te  wenden.  Zoolang  de 
schroef  als  voortstuwingsmiddel  niet  bekend  was ,  leverde 


.    (1)  The   Civ.  Eng.  a.  Aroh.  J.   41.  p.  169,  175,  356.  43  p   101. 

(SllWlRD). 

(2)  ff^tj  herinneren  slechts  aan  de  vierde  reis  der  Great-Brifain 
ioen^  na  twee  dagen  op  zee  geweest  te  sijn  door  de  ontstentenis 
der  schroeft  de  machine  moest  'worden  gestopt  en  de  reis  verder  ge- 
luhkig  alléén  onder  zeil  voleindigd  is. 

(3)  Luitenant  J.  H.  Wabd  zegt  in  zijn  werk:  Elémentary  course  of 
Instruetion  on  Ordnance  and  Gunnery^  together  with  a  cowtise 
Treatise  on  Steam,  etc,  Philadelphia  1845.  Mech,  Mag.  45. 11.  p.  349. 

>»  Experience  has  however  further  shown  that  in  many ,  if  9Uft 
»9  in  nearly  all  cases  ^  mercantile  navi gation  can  he  rendered  more 
niboertain  aud  profitable^  and  the  service  of  men  of  war  more 
:Dibcertain  aud  efficiënt  by  retaining  the  sail  as  the  principal  power 
yi>j>and  introducing  steam  as  the  auxiliary.**  " 


Digitized  by 


Google 


187 

het  scheprad,  door  deszelfs  uitwendige  en  vrtfe  plaatsing 
aan  weerskanten  van  het  schip  een  aanzienlijk  bezwaar, 
tegen  het  gelijktijdige  gebruik  van  de  windkracht;  de 
schroef  geplaatst  beneden  het  schip,  en  dus  te  regt  sub« 
marine  propeller  genoemd,  leverde  derhalve  dadelijk  een 
meer  gunstig  uitzigt  tot  het  verwezentlijken  van  dit  doel. 
Er  zijn  in  den  laatsten  t^d  vele  schepen  voor  de  gelijk- 
tijdige aanwending  van  stoom-  en  windkracht  gebouwd: 
De  Amphion  (1)  Margarei  (2)  Novelty  (3)  en  a. 


a.  er.     Hei  verticcUe  schepr€ui  (4). 
L    Met  vaste  schepborden. 

1.  Het  gewone  scheprad  met  borden  in  de  rigting  van 
de  straal  (common  wheel). 

Men  heeft  het  zonderlinge  denkbeeld  bekend  gemaakt, 
om  het  water,  dat  door  hetzelve  opgemalen  wordt  als 
hulpkracht,  tot  beweging  van  een  ander  wiel  te  doen 
dienen  (5). 

2.  Field's  Cjfcloïdal  wheel  (6)  met  borden,  die  uit  af- 
zonderlijke stukken  gemaakt  en  geplaatst  zijn  naar  het  ver- 
loop van  eene  .cycloïde  of  die  te  zamen  eene  cycloïdale  op- 
pervlakte vormen. 

3.  Mei  schuin  siaande  borden  volgens  Samuel  Hall 


(1)  Mech.  Mag,  44.  U.  p.  128,  39.  p.  240. 

(2)  MecJL  Mag.  43.  If.  p.  240. 

(3)  Meok.  Mag'  43.  II.  p.  4. 

(4)  Tridgoid  Appendix  \\i  p.  40.  (P.  W.  BlRLlw)  en  p.  117  (CapC. 
OilTXR  Mobit). 

(5)  Mech.  Mag.  43.  I.  p.  15. 

(6)  London  Journal  1835.  Dec 


Digitized  by 


Google 


188 
in  1836  geoctrooijeerd;    heilende  onder  45o  volgens  Lord 

DUNDONALD   (!)• 

4.     Hei  wiel  van  Pkrkins. 

Dit  rad  maakte  als  het  ware  den  overgang  tot  de  schroef- 
vormige voortstuwings  middelen* 

Hetzelve  is  in  1825  geoctrooijeerd. 

Hawkins  heeft  in  den  laatsten  tijd  vooral  de  aandacht 
er  op  gevestigd  9  hetzelve  voorstellende  als  een  soort  van 
omwentelend  roei-tuig  (revoivtng  oar  or  scull  propellor) « 
van  welks  werking  hij  groote  verwachting  koestert,  vooral 
omdat  dit  niet  met  de  grootere  snelheid,  welke  de  schroef- 
beweging  vordert,  behoeft  rondgedraaid  te  worden  (2) 
Hawkins  de  werking  van  dit  wiel,  overeenkomstig  de 
schroef  beschouwende,  noemt  het  Pëiikins  screw.  Het 
wiel  heeft  veel  overeenkomst  met  de  roeden  van  eenen 
windmolen;  hetzelve  is  nabij  het  achtersteven  geplaatst 
Er  zijn  twee  wielen,  die  elk  om  eene  afzonderlijke  as 
draaljen;  de  as  gaat  niet  dwarsch  door  het  schip,  maar 
heeft  eene  zoodanige  schuinsche  rigting,  dat  de  vlakken 
der  wielen  verlengd  zijnde,  elkander  onder  90»  mijden  in' 
het  vlak  van  de  kiel. 

5.  Het  wiel  van  Chatterton  (3). 

De  borden  bestaan  uit  twee  afdeelingen,  die  dwars 
onder  eenen  hoek  zijn  te  zamen  gevoegd.  De  uitkomst, 
verkregen  door  R.  Napier  bij  eene  aanwending  op  de 
Superbe  was  allezins  voldoende. 

6.  Reunie's  Patent  Trape%ium  puodle  wheel  (4). 

In  plaats  van  regthoekige  borden  gebruikt  Reunie  deo 


(1)  Mech.  Mag.  43.  IL  p.  269.  DiKCLKi's  Jomnal  XC  p.  850.  Reperi. 
of  Pat.  Inv.  Oct.  48.  p.  300. 

(2)  Mech.  Mag.  43.  II.  p.  210,  44. 1.  p.^99. 

(3)  Mech,  Mag.  42.  II.  p.  46.  43.  II.  p.  808. 

(4)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  41.  p.  101,  210,  268. 


Digitized  by 


Google 


189     . 

trapesoidalen  Torm,  en  stelt  de  borden»  naar  de  langste 
hoekUjn  der  fignur,  in  de  rigting  van  den  straal.  De  proe- 
ven, genomen  in  vergelijking  met  de  regthoekige  borden, 
hebben  geleerd,  dat  de  uitwerking  deselfde  was,  maar 
dat  men  wint  in  gewigt  en  grootte  enx.  (1). 

IL    Met  beweegbare  borden  {fetUhering  floais). 

1.  De  borden  draagen  om  spillen,  in  de  rigting  van 
den  straal  des  cirkels  (radial  axes). 

Deze  raderen  hebben  niet  voldaan,  omdat  de  borden 
onder  eenen  te  schuinschen  hoek  werken. 

2.  Het  Püch-wheel  van  Buchanam,  beproefd  op  de 
Phoenix  en  Salamander. 

3.  Het  wiel  van  Oldham,  welks  schoepen  bewogen 
worden  door  een  excentriek,  dat  om  de  as  van  het  wiel 
is  geplaatst.    Hetzelve  heeft  niet  voldaan. 

4.  Het  wiel  van  Morgan  U  algemeen  in  gebruik  ge- 
komen; deetelfs  inrigting  wordt  geroemd  wegens  de 
schoone  werking,  de  sterkte ,  de  duurzaamheid,  de  vei- 
ligheid,   de  spaar%aamheid  en  de  gemakkelyk^  bewe^ 

'  gi^  (2). 

Eene  vergebjking  tosschen  het  wiel  van  Morgan,  het 
cycloidale  van  Fields  en  het  gewone  scheprad  is  te  vin- 
den bij  Tredgold  t.  a.  p. 

Het  Morgan's  wiel  van  het  jagt:  Victoria  and  Albert  is 
eenigzins  gewijzigd  (3). 

5.  Het  wiel  van  Cavé.  (Jearbook  of /acts  46.  p.  14). 

6.  H.  Ch.  Daubeny  (Boulogne  sur  mer)  maakt  de 
borden  zoodanig,  dat  zQ  met  de  breede  oppervlakte  in  het 


(1)  Meoh.  Mag.  XXXIL  p.  172,  198,  227,  810,  274,  851,  536. 
UlII.  p.  18. 


XXXIII.  p.  ia 


^/v/uti.    p,    lO. 

(2)  Mech.  Mag.  XXXVIII.  p.  453 

(3)  Mech.  Mag,  39.  I.  p.  221,  li 


p.  221,  lï.  p.  357;  43.  U.  p.  179. 

13 


Digitized  by 


Google 


190 

water   dompelen  9    doch  op   kant  in  en  nit  hetxelre  draai- 
jen  (1). 

7.  Als  wi)zigingen  van  het  middel  tot  bet  overbrengeii 
der  beweging  naar  de  borden,  zijn  te  be«choawen  de 
plannen  van  O.  Wiixiams  (2)  T.  8.  Jonei  (3)  J.  Wakb  (4), 
Truscott  (5) ,  J.  S.  Brunet  (6)  en  anderen. 

8.  Peter  Lear  en  E.  Bock  hebben  octrooi  gekregen 
Toor  bet  plan,  om  het  wiel,  niet  aan  weerskanten,  maar 
in  bet  midden  van  het  schip,  langs  de  kiel  te  plaatsen, 
en  wel  beide  wielen  achter  elkander  met  in-  en  uitslaande 
borden  (7). 

9.  Tot  deze  klasse  behoort  ook  het  plan  van  Kebbi£, 
om  de  borden  aan  eene  ketting  zonder  einde  te  bevesti- 
gen (8).    Verder  van  J.  6.  T.  Campbell  (9). 

De  belangrijkste  verbetering  is,  die  van  Holebrooke  (10) 
Samuel  Hall  (11),  Wilsox  (12),  Oxlet  (IS)  om  de  schep- 
borden  naar  de  behoefte  der  beweegkracht  te  yergrooten 
of  te  verkleinen  (ree/ing  pcuidles). 

De  borden,  derzeWer  bevestiging  enz.    Men   ziet  dus  Ook  hi^, 

zoo  als  bij  elke  andere 
^uuik ,  dat  er  steeds  nienwe  plannen  worden  voorgedragen , 


(1)  The  aV.  Eng.  a.  Aróh,  J,  41.  p.  284.  Mech.  Mag,  XXXIV.  p.  447. 

(2)  Mech.  mag.  XXXV.  p.  124. 

(3)  Ibid.  p.  125. 

(4)  Mech.  Mag.  43.  L  p.  50. 

(5)  The  Civ.  Eng.  a.  Aroh.  /.  41.  p.  358.  met  bebnip  yan  eene  ket- 
ting zonder  einde. 

(6)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  44.  p.  36  Mech.  Mag.  44.  I.  p.  273. 

(7)  Mech.  Mag.  44.  11.  p.  441.  Ook  in  het  Mech.  Mag.  44.  IL  p.  392. 
18  het  plan  voorgesteld  tan  tn-^  en  étiachmvende  horden. 

(8)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  44.  p.  196. 

(9)  Mech.  mag.  XXXVI.  p.  45. 

(10)  Mech.  mag.  XXXï.  p.  360,  362;  XXXIÏ.  p.  702. 

(11)  Mech.  mag.  XXXII.  p.  252,  273,  397,  448,  453,  702. 

(12)  Ibid.  p.  482. 

(13)  Ibid.  p.  485. 


Digitized  by 


Google 


191 


niettegenstaande  slechts  weinige  de  aandacht  vestigen  om 
beproefd  te  worden,  en  slechts  eene  enkele  de  algemeene 
goedkeuring  wegdraagt.  Belangrijke  opmerkingen  wegens 
de  borden  (paddies)  en  derzelver  bevestigings-bonten  zijn 
te  vinden  in  het  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  V  p.  405.  Het 
beste  voorbehoedmiddel  (beter  dan  koolteer)  tegen  de 
vertering  door  het  zeewater,  wordt  gezegd  te  zijn,  het 
dikwgls  verwen  met  menie.  Als  eene  aanzienlijke  ver- 
betering heeft  men  ontvangen  het  voorstel  van  A.  8. 
Raimond,  Zoon  van  den  Vice  Admiraal,  (waarvoor  octrooi 
is  verleend)  om  de  borden  niet  door  Bchroefbouten  met 
moeren  te  bevestigen^  maar  met  vierhoekig  gebogen  beu* 
gels  (links)  en  spieën  (1);  vooral  is  dit  middel  van  nut 
bij  het  uitwisselen  van  borden  gedurende  de  vaart;  ook 
zal  men  minder  borden  verliezen  door  het  afvallen  of  los- 
gaan der  moeren  enz. 

Beweging  Tan  ieder  sckeprad  afzonderlijk.    Men  heeft  in  den  laat- 

sten  tijd  op  nieuw  voor- 
gesteld, om  elk  scheprad  afzonderlek  te  doen  bewegen, 
.  of  ten  minste ,  dat  de  inrigting  zoodanig  zQ ,  dat  elk  af- 
londerlQk  zoude  kunnen  bewogen  worden.  B[j  het  stran- 
den van  een  schip  of  aan  den  grond  zitten  hangt  het  be- 
houd des  vaartnigs  veel  af  van  de  mogeiykheid,  om  de 
beide  wielen  in  tegengestelde  rigtingen  te  kunnen  doen 
draaijen,  want  dan  kan  men  hetzelve  als  het  ware  vrij  malen. 
CoBBT  beweert,  dat,  wanneer  zulks  uitvoerbaar  ware  ge- 
weest, de  Gorgon  niet  zoude  verongelukt  zQn  (2). 

Eén  scheprad.  Beaulieu  in  Charleroi  heeft  kanaal-stoomboo- 
ten  met  een  enkel  scheprad  gebouwd,  het- 
welk Uj  het  achtersteven  werd  geplaatst  (3). 


(1)  Mech.  Mag.  45.  I.  p.  261.  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  45.  p.  16a 

(2)  Mech.  Mag.  44.  II.  p.  146. 

(3)  Polyt.  Ceniralbl.    43.  II.  p.  306.  ZeH.  ƒ.  Handel  u.  fabnka- 
Jnduttrie  43.  no.  8.  10. 


Digitized  by 


Google 


192 
a.  ^.     Het  Hori%ontale  scheprad. 

1.  Luitenant  Hunter  (Noord- America)  plaatst  halver- 
wege tusschen  dek  en  kiel,  in  het  midden  van  het  schip, 
een  horizontaal  scheprad,  dat  altijd  geheel  onder  water 
blijft,  aangezien  hetzelve  in  eenen  waterdigten  cilinder 
opgesloten  is. 

De  eerste  toepassing  geschiedde  in  1841  op  de  Germ ; 
aan  weerskanten  van  de  kiel  was  een  rad  geplaatst,  dat 
afzonderlijk  door  eene  stoommachine  gedreven  werd*  Men 
was  in  staat,  om  het  schip  zonder  roer  te  stnren ,  omdat  men 
de  beweging  van  weérs-kanten  kon  wijzigen.  —  Later  is  de- 
zelfde inrigting  gebruikt  bij  de  Unton  (1)  en  misschien 
behooren  de  zoogenaamde  side  propellers ,  die  bij  de  Vir- 
ginia  aan  weerskanten  van  de  kiel  geplaatst  zjjn,  tot  de- 
zelfde klasse  (2).  —  De  gemelde  schepen  zijn  in  Noord- 
America  gebouwd.  Men  heeft  vergelijkende  proeven  ge- 
nomen te  New-York  op  de  Spencer  tusschen  dit  wiel  en 
Lopers  schroef,  welke  ten  nadeele  van  hetzelve  zijn  uit- 
gevallen (3). 

Snbmer^ed  propeller.  2.  TATI.OR  en  SiMPSON  plaatsen  in 
het  midden  van  het  schip  aan  weers- 
kanten van  de  kiel  een  rad  in  eene  kast,  uit  welke  het 
water  als  het  ware  wordt  uitgemalen;  f.25  a  b  c  de  kast 
vormt  eigenlijk  eene  holte  in  de  scheepswanden ,  die  water* 
Jigt  afgesloten  is.  In  een  ander  plan  van  dezelfde  uitvin- 
ders is  het  horizontale  wiel  zoo  gemaakt,  dat  alléén  de 
schoepen  in  een  cirkelvormig  kanaal  loopen  f.  25  d.  —  In 
allen  gevalle  moet  de  kast,  waarin  de  raderen  loopen  lucht 
bevatten,  zoodat  men,  indien  zulks  niet  plaats  heeft,  deze 
met  lucht-aanvoerende  buizen  moet  voorzien.  —  T.  en  S. 


(1)  Mech.  mag.  43.  If.  p.  10 

(2)  Mech.  mag.  45.  U.  p.  296. 

(3)  Mech.  mag.  46.  I.  p.  377. 


Digitized  by 


Google 


193 

Terder,  dat  meo  een  rerdcaal  rad  op  gelijke  wijze 
kan  doen  werken  (1).  Verder  behoort  hiertoe  het  octrooi 
Tan  Marxs  (2)* 

De  schroefvormige  inrigtingen,  die  meer  of  min  op  ge- 
lyksoortige  wgze  werken^  xuUen  wij  later  beschrijven. 

b.     De  schroef.     {Archimedean  screw^  submarine 
propeller  j  siem-propeller  etc.) 

De  schroeft  —  hoe  lang  zy  ook  reeds  bekend  zij ,  hoe* 
velen  ook  hare  werking  mogen  beproefd  hebben  —  is 
eigenl^  eerst  door  F.  Petit  Smith,  sedert  1836,  in  hare 
hoogst  belangrijke  aanwending  als  voortstuwingsmiddel  van 
schepen  bekend  geworden*  Als  een  niet  gering  bewijs  voor 
SiUTH*s  verdiensten,  dient  niet  zoo  zeer,  hetgene  in  la- 
teren  tijd  is  verder  volmaakt  en  ontwikkeld,  als  wel  de 
omstandigheid,  dat  er  in  het  practische  Engeland  aan 
den  onbemiddelden  werktuigkundige  naauwelgks  gelegen- 
heid gegeven  werd,  om  deze  oude  nieuwigheid  (zoo  als 
men  later  ijverde  ze  te  doen  voorkomen  in  practyk  te 
brengen  (3),  op  welker  eerste  geboorte  zoowel  de  Fran- 
schen  als  de  Noord-Amerikanen  willen  trotsch  zyn  (4). 


(1)  Meck.  mug.  45.  II.  p.  438. 

(2)  Meoh.  mag.  42.  If.  p.  48. 

(3)  Polyiechn.  Ceniralbl.  41.  p.  21. 

(4)  Men  leze  Jobirb's  §rooUpraak  (I.  I.)  sCcst  en  Franoc  qu'on  a  d^abord 
^appliquée  Ie  m  d'Archjmdde  a  la  propultnoD  des  DaTiret;    l'ADgleterre 

sc'est  immediatement   emparée   du    fyiteme c'est  enoore  en 

» Franoe  que  l*on  Tient  de  donner  la  theorie  de  la  vis ,  dont  on  ne  pourra 
Dplus   nous   conlester  la  priorité,   mais  que  nos  cmules  feront  tourner  è 

» leur  avantage Ainsi  nous  inTenfons ,  les  Anglais  appliquent  etc.** 

Ten  opzigte  van  den  aanspraak  der  ï^oord- Amerikanen  lezen  wij:  jHhe  oourse 
aof  evenCs  In  this  case  betng  jnst  the  reverse  of  wbat  took  place  on  the 
»introdnc(ion  of  stcam  navigation ;  for  insiead  of  Englishmen  planning 
liond  Americans  execuiing^  it  is  the  Americans,  who  have  been  here 
Dthe  schemers,  and  the  Englisch  who  have  carried  off  the  palm  of  per- 


Digitized  by 


Google 


194 

De  slotsom  van  alle  geschiedkundige  nasporiogen  is  in 
de  Tolgende  schets  vervat  (!)• 

Reeds  in  1618  zonde  de  eerste  aanwending  der  schroef 
als  scheepsvoorstnwingsmiddel  plaats  gevonden  hebben, 
volgens  WooDCROFT,  wiens  verdere  nasporingen  wlf  nog 
te  gemoet  zien  (2). 

Davib  BusHNELL,  ocn  Amerikaan ,  is,  voor  zoover  thans 
onze  kennis  reikt,  de  eerste  geweest,  die  eene  soort  van 
Archimedische  schroef  onder  eene  boot  gebruikt  heeft,  om 
dezelve  voor-  en  achterwaarts  te  drijven  (3). 

Het  gebruik,  dat  Düqubst  in  1729  van  de  schroef  ge* 
maakt  heeft  (4)  om  schepen  stroom-opwaarts  te  bewegm , 
kan  geenzins  gerekend  worden  tot  de  schroefaanwending, 
waarvan  hier  sprake  is.  Duqcest  wordt  dus  ten  onregte 
onder  de  eerste  uitvinders  genoemd ,  want  de  schroef  is 
hier  een  gewoon  hydraulische  moteur. 

JoN4THAN  HuLLS,  ccu  Eugelschman  volgt  in  1736  (5). 

D.  Bernouilli  en  de  waardige  zoon  van  den  groeten  wis- 
kundige A.  Eulbr  hebben  omstreeks  het  midden  der  voor- 


sionnaDce.''  ffoo^loos  in  America  geootro&ijeérd  ^  beproefd  en  «er- 
worpen  \eeft  de  eohroef  onder  EngeUche  handen  de  eege  behaald, 
MecK  Mag.  45.  I.  p.  165—167.  Evenwel  Tvaren  er  in  1845  reedt  in 
Noord- America  60Taartuigenmet  het  «cJlroeZ-ToorUluwingsmiddel  gebouwd. 

(1)  De  Litteratuur  der  geschiedenis  is  te  viodeo  in  het  Meck,  Mag. 
48.  11.  p.  292,  340,  359,  388;  44.  I.  p.  294.  The  Civ.Eng.  a.Arch. 
Journal  44.  p.  186.  Taioooid,  Appendix  D  bij  E.  Gallowit  en  Taid- 
60ID,  on  steam  Namgaiion  1827,  LlON  Dopaac  in  JObird'8  BMetin 
^Industrie  43.  IV.  p.  33.  in  BMetin  d'Eneouragement  43.  p.  445. 

PoJ^t.  CeniralbL  41.  p.  21.  43.  II.  p.  337.  llf.  p.  80. 

(2)  Mech.  Mag.  45.  II.  p.  854. 

(3)  NatUioal  magaaine  1833 ;  LlON  DU  PiRC  I.  1. 

(4)  LlON  D9  PARC  1.  I.  Machines  et  tnv.  approuvées  par  PAcad,  Rof. 
des  Sciences  T.  V.  zelfs  nog  later  bekend  onder  den  naam  Tan  aquawuh 
teurs  a  points  fises, 

(5)   LlON   00  PARC   I.   I. 


Digitized  by 


Google 


19S 

giaiide  eenw  ondbnoekingen  in  het  werk  gesteld  omtrent 
het  bewegen  van  schepen  sonder  xeilen  en  windkracht  (1) 
EciJER  Btdde  het  gebruik  van  schepraderen  voor  9  terwijl 
Mathon  LicouR  aantoonde  de  wijse  hoe  xnlks  in  praotijk 
xonde  te  brengen  i^n.  —  Bbrnouilli  zonde  aan  het  Toor^ 
steven  een  rad  met  hellende  borden  hebben  willen  plaat- 
se, om  een  raartnig  voort  te  stnwen.  Bbrnouilli  heeft 
nog  een  ander  middel  van  Toortstawing  nitgedacht,  vnmr- 
over  later  xal  worden  gehandeld. 

Paugton  (2)  is  vooral  nitvoerig  geweest  in  het  aandui- 
den (want  beproefd  heeft  hij  deielve  niet)  hoe  de  archime- 
dische  schroef,  geplaatst  naar  de  lei^fte  van  het  schip, 
gdieel  of  ten  halve  onder  water,  als  motenr  sonde  kun- 
nen dienen ;  —  h|j  noemde  dezelve  pieraphore. 

C.  Dallez  ,  een  Franschman ,  is  gebleken  te  bQu  de  ver- 
vaardiger van  een  plan,  om  eene  boot  door  twee  schroe- 
ven te  drijven ,  van  welke  de  eene  aan  het  achtersteven  is 
geplaatst  met  e^ne  enkele  ronddraaQende  beweging,  en  de 
andere  aan  het  voorsteven  met  eene  dubbele  ronddraaiende 
en  zijdelingsche  beweging.  Beide  schroeven,  elk  van  een 
schroefgang,  worden  door  één  koord  zonder  einde  gelijk- 
tgdig  bewogen.  Dit  voorstel  dateert  vóór  1792  volgens  het 
berigt  van  den  Baron  Skouier,  gegeven  aan  het  Fransche 
Instituut  in  1842  (4  April).  Dit  verslag  door  ons  ont- 
leend aan  Lbon  du  Parc  hebben  wfj  niet  kunnen  vinden 
in  de  Compies  Rendus;  uit  een  nader  ondenoek  is  ons 
gebleken:  dat  de  Fransche  Academie  bevestigd  heeft  de 
aanspraak  van  Dallert  op  de  straks  gemelde  aanwen- 
ding der  schroef  als  voortstuwingstuig ,  het  gebruik  van 
in-  en  uit-  elkander  schuivende  masten  (Ericsson  in  den 


(1)  Memoireê  de  BerUm  ao.  1764.  en  Reoueil  de»  pieoe»^  qmi  ont 
rewtparié  Uê  prut  VIII.  Pri»  déoemés  par  l* Academie  pour  1752. 
T.  VII.  biz.  2.  UiKHiRT  Cur9U8  math.  appl,  VI.  p.  157  env. 

(2)  Theorie  de  la  vis  d*Archimede^  Paris  1768  p.  209. 


Digitized  by 


Google 


196 

laatsten  tijd)   en  het  Toordeel  van  stoomketeh  met  verti- 
cale buizen,  sedert  1803  (1). 

In  Amerika  werd  in  1792  door  Shorter  werkelijk  de 
proef  met  dit  nienwe  voortstuwingsmiddel  ui^evoerd  (2). 
De  proef  werd  ter  reede  Tan  Gibraltar  en  Malta  yertoond. 
J.  Tatlor  zoude  in  het* bezit  zijn  van  de  stukken,  die 
tot  het  octrooi  behooren,  hetwelk  aan  Shorter  is  ver- 
leend (3).  Datid  Napier  heeft  eveneens  deze  modellen 
gezien,  nadat  hij  eigene  proeven  had  ondernomen. 

In  1794  wordt  genoemd  Ltttleton  van  Middelessex  als 
uitvinder  van  eene  (xquattc  scretu  propeller  (4). 

Ër  bestaat  geene  zekerheid,  dat  Castéra  omstreeks 
1796  big  zijne  sloep*onder-zee  (sous-marin)  de  schroef 
zoude  gebruikt  hebben  als  voortstuwingsmiddel,  —  althans 
in  een  later  octrooi  door  denzelven  genomen  en  by  latere 
proefnemingen  wordt  de  schroef  niet  genoemd  (5).  Kenige 
waarschijnlijkheid  geeft  slechts  een  berigt  van  Fulton  aan 
Cartwrioht  omstreeks  dien  tijd  medegedeeld,  aangeziea 
er  toen  eene  zoodanige  sloep  voor  eertsgenoemden  werd 
gebouwd. 

6.  Stevens  van  Hoboken  nabij  N.  York  was  omstreeks 
1804  de  ontwerper  van  een  spiral-wheel  nabij  het  achter- 
steven ;  —  hetzelve  was  echter  niet  voldoende  (6)  —  HiJ 
behoort  tot  de  uitvinders,  van  welke  Marestier  gewaagt, 
(jffémoire  sur  les  bateatix  a  Vapeur  des  Etats-unis 
dAmerique  Paris ,  1824)  die  in  Amerika  de  schroef  als 
voortstuwingsmiddel   hebben  voorgesteld.     Ook  Robert- 


(1)  Compteê  Rêndus  44.  I.  p.  527.  45.  I.  p.  256  en  790. 

(2)  Mech,  mag,  45.  I.  p.  392.  Andere  hebbeo  het  jaartal  1802  gesteld. 

(3)  üech,  mag.  45.  ff.  p.  316. 

(4)  Mech.  mag.  45.  II.  p.  354. 

(5)  Lbok  od  PiRC  I.  I.  BuüeL  d*Enoourog.  1809.  T.  VIII. 

(6)  Mech.  mag.  45.  I.  p.  164.    The   Frtmhlin  Jomnal  N.  S.  1830. 
V.  p.  314. 


Digitized  by 


Google 


197 

80N  BucHANiM  {Treattse  on  propelling  vesseh  bij  Steam 
1816)  vermeldt,  dat  de  proeven,  die  in  N.  Amerika  xQn 
genomen  y  de  aanwendbaarheid  der  schroef  niet  hebben 
beftlist. 

Men  noemt  als  vervaardiger  van  dit  voortstnwingstnig: 
Trevithick  in  1815;  —  Millinoton  in  1816  (1),  Lowb  (?) 
in  1817  (2).  ^Ook  Braine,  een  in  België  gevestigd  En- 
gelsch  werktuigkundige  wordt  aangeduid,  omdat  hQ  vol^ 
gens  Lbon  du  Parc  (1.  I.)  seide:  je  me  vtsae  eouê 
rettu  (3) ;  verder  J.  Lewis  uit  Virginie  in  februar|j 
1819  (4)  en  Scott  van  Omuaion  (5).  Dit  laatste  voor- 
stel zoude  in  1838  door  Hale  op  nieuw  geoctrooljeerd 
zijn  (6). 

Bekend  is  de  mededeeling  ten  opzigte  van  Whttock 
van  Edinburg  d.  d.  October  1819:  dat  hij  namelijk  twee 
schroeven,  aan  weerskanten  van  het  vaartuig,  toen  reeds 
sedert  vQf  of  zes  jaren,  zoude  hebben  aangewend  (7). 

Baimond  had  op  de  Fransche  tentoonstelling  van  1819 
het  model  van  een  vaartuig  met  schroef  geleverd  —  maar 
de  proeven  hebben  geene  voldoende  uitkomst  opgeleverd. 
BQ  de  tentoonstelling  van  1839  heeft  hi)  de  ftilveren  me«- 
daille  ontvangen ,  omdat  hij  het  eerst  met  vrucht  in  Frank- 
rijk zoude  hebben  aangewend:  les  roues  a  tarrière  dee 
haieaux  a  vapeur. 

DuvERNET,  geboortig  te  Hythe,  ter  zelfde  plaatse  als 
Smith,  wien  men  tegenwoordig  als  eersten  persoon  van 
het  scliroef-voortstuwingstnig  begroet,  zoude  in  1820  reeds 


(1)  MéoK  Mmg.  44.  IL  p.  167. 

(2)  Mech.  Mag.  42.  p.  460. 

(3)  £ene  enkele  zegswijze  plaatst  dut  iemand  in  de  reeks  Tan  inCfinden! 

(4)  Meoh.  Mag.  45.  I.  p.  165. 

(5)  TflOHSOirs  Annals  XI.  p.  438. 

(6)  Mech.  Mag.  XXXI.  p.  22a  Repert,  «ƒ  Pat.  tuv.  VII.  p.  250. 

(7)  Edinb.  Pkiiosoph.  /.  II.  p.  19. 


Digiti 


zedby  Google 


198 

eeD  model  van  hetielve  verraardigd  hebben,  en  eigenli|k 
zoude  door  Sbiith  aan  hetselve  eene  meerdere  ▼olmaking 
gegeven  lijn  (1). 

In  1823  zoude  Delislb  aan  het  Fransche  gouvernement 
het  voorstel  gedaan  hebben  van  eene  inrigting,  die  veel 
overeenkomst  had  met  de  latere  van  EaicsaoN  (in  1836). 
Hieraan  werd  echter  geen  gevolg  gegeven,  even  als  het 
vroegere  overeenkohistige  voorstel,  waarvan  reeds  in  1805 
anonym  gewaagd  werd,  niet  ten  uitvoer  is  gekomen  (2). 

Verder  vindt  men  in  1823  en  1824  onder  de  Fransche 
octrooljen  de  voorstellen  van  Deberoub  en  Dunois  te  Pa- 
rijs, fiouRDON  frères  te  Ma^on  (3).  Dollmann  (Brevet* 
expirés  T.  XII),  Delangre  en  Davidoe  (4). 

Het  voortstuwingstuig  van  Perkins  (zie  boven  hls.  188) 
wordt  door  Hawkins  ook  tot  deze  klasse  gebragt.  Het- 
zelve dateert  van  1824  (5). 

De  Bisschop  Heber  verhaalt  omstreeks  1824 — ^25,  dat 
toen  door  een  Engelschman  aan  den  Koning  van  Oude  (Indie) 
het  schroef-voortstuwingstuig  werd  medegedeeld  (6). 

Ter  gelegenheid,  dat  in  1825  door  eene  Engelscfae  Com- 
pagnie eene  prijs  van  100  guinies  werd  uitgeloofd  voor 
een  beter  voortstuwingsmiddel  dan  het  scheprad,  stelde 
Sauubl  Brown  de  bekende  uitvinder  der  g<i8  vctcuum 
tnachtne  (7),   voor   een  voortstuwingstuig:   bestaande  uit 


(1)  Mech.  mag.  44.  L  p.  295.  Het  tegenachrift  Tan  Smits  in  Meoh, 
Mag.  44.  II.  p.  368. 

(2)  AnmUes  de»  arts  ei  Manufact,  T.  XX.  Proposiiion  pour  les 
vaisseatup  et  pour  la  flotte  de  Boulogne  d'un  propulseur  sous-' 
mariu  etc  Annales  de  la  Société  scientifique  de  Lilh 

(8)  Brevete  espirés  T.  XVIII.  p.  244.  Ti  XL  p.  166. 

(4)  Mech.  mag.  T.  XXIX.  p.  448. 

(5)  Mech.  mag.  44.  I.  p.  295. 

(6)  Mech.  mag.  45.  II.  p.  222. 

(7)  Mijne  Technologie  biz.  595. 


Digitized  by 


Google 


199 

twee  Tlengeli  9  die  onder  45o  aan  eene  as  i(|n  bevegtigd. 
Hetselve  londe  Tolgens  Lbon  du  Pabc  veel  overeenkomsC 
hebben  met  het  ondere  voorstel  van  Dalles  (1).  De  be< 
weegkracht  werd  by  de  beproeving  door  de  vacanm-ma- 
ehine  verkregen. 

WooDCROPT,  wiens  voortstnwingstoig  in  den  laatsteo 
tgd  van  practisch  gewigt  is  gebleken  te  i^jn,  wordt  reeds 
in  1826  genoemd  (2).  In  een  octrooi  van  1832  worden 
door  denzelven  elf  onderscheidene  w^xen  aangetoond  >  om 
de  schroef  te  gebmiken.  Hjj  is  vooral  bekend  geworden 
door  de  proefnemingen  met  de  Liverpool  sereWf  welker  ma- 
chines, gebouwd  door  Matheh  ,  Dixon  en  Grantham  hebben 
oscillerende  cilinders,  werkende  door  hoogedmkking  en  f  ex- 
pansie; onder  gel^k  gonstige  omstandigheden  sonde  men 
25o/o  en^inder  min  gunstige  omstandigheden,  b(j  onstuimig 
wéér,  50o/o  boven  het  scheprad  winnen  (3).  Later  heefi 
W.denzelven  met  beweegbare  vleugels  gemaakt,  zoodat  de 
middelly  n  tnsschen  7\  en  12^  E.  vt.  kon  worden  veranderd  (4). 

In  1827  heeft  de  Engelsche  Admiraliteit  het  model  der 
•chioef  van  den  Kolonel  Macbroni  afgewesen ,  omdat  een 
ichip  door  de  schroef  niet  met  voldoende  snelheid  zoude 
kannen  worden  voortgestuwd  (I!) ,  daar  men  stelde  dat  da 
▼oorwaartsche  beweging  gelijk  zij  aan  de  hoogte  van  eenen 
Bchroefgang. 

Men  noemt  verder  Gar^on  Malar  ;  Ch.  Cumbierow  in 
1828.  —  Bbniamin  Smith  van  Rochester  b(j  N.  York  (5) 
in  1829;  dit  voorstel  is  werkelijk  beproefd. 


(1)  Mech.  mag.  toL  II.  ii«.  31  IV.  n*».  86.  Tke  CtV.  Eng.  a.  Arok. 
/.  41.  p.  84. 

(2)  Mtoh.  mag.  XXXI.  p.  228;  43.  II.  p.  340;  44.  I.  p.  124. 

(3)  Mech.  mag.  XXXVIÏI.  p.  379.  XXXIX.  p.  293.  Tk€  Civ.  Eng.  a. 
Arek.  /.  43.  p.  219.  44.  p.  84,  186. 

(4)  The  Civ.  Eng.  o.  Aroh.  J.  44.  p.  322. 

(5)  ScuUing'wkeels   hetzelve  heeft  men  aangeweDd  geziea  in  1830 
ia  cene  boot  bij  Syracusc.   Mech,  mag.  45.  I.  p.  165. 


Digitized  by 


Google 


200 

Iq  1830:  John  Poolb  (1);  Dukolarb;  J.  M.  PAraeN 
van  Milton  en  dien  OTereenkomsdg  is  het  plan  van  Lowe, 
dat  in  1838  geoetrooijeerd  is;  de  schroef  bestond  «it  eea 
doorloopend  vlak  of  enkele  segmenten  (2) ;  John  CkiPLBT 
van  Pennsylvanie  roet  acht  Tiengels  als  segmenten  van  eene 
spiraal  (ook  door  Lowe  als  wtjiiging  nagevolgd) ;  Felix 
Peltibr    overeenkomstig    aan    een    onder    voorstel    van 

WOODCROPT. 

in  1831:  Dr.  Giraüd  (spïrallevet);  Salichon,  Ingenieur 
te  Parijs  (vis  composée)  (3). 

In  1832:  Sauvage,  een  Fransch  scheepsconstmcteor  te 
Boulogne  snr  mer.  Men  heeft  later  deszelfs  aanspraak  op 
bet  invoeren  van  de  schroef  als  voortstuwingsmiddel  bif 
het  Fransche  Gouvernement  zoo  hoog  geschat,  dat  aan 
denzelven  eene  Nationale  belooning  werd  toegekend  als 
schadeloosstelling  voor  genomene  proeven  (4). 

In  1835:  John  L.  Smith  van  Charleston;  E«  P.  Fm 
Patrick  van  Monntmorris  b^  N.  York  en  Borck. 

Zoover  gaan  de  oudere  historische  mededeelingen  betrek- 
kelijk de  aanwending  van  de  schroef  als  voortstuwings- 
middel.  Neemt  men  al  de  plannen  te  samen ,  dan  treft 
men  de  volgende  hoofdvormen  aan: 

I.  Het  rad  geplaatst  dwars  naar  de  lengte-as  van  het 
schip  met  schuinstaande  schoepen  of  borden  (stem  propel- 
Ier,  les  gocUlles  der  Franschen). 

II.  De  schroef  (screw  propeller,  submerged  propeller, 
vis  in  het  Fransch)  in  drieërlei  constructiën. 


(1)  Dit  ipvas  een  dwars  geplaatst  rad  met  schuinsche  borden  (roue 
0odille);  in  1832  zag  men  een  soortgelijk  model  ten  toongestdd  in  de 
Adelaide  galerij  te  Londen. 

(2)  Meeh.  mag,  44.  II.  p.  165.  en  461;  43  I.  p.  190  45.  I.  p.  165. 

(3)  Brevets  expirés  XXXI.  p.  294. 

(4)  Momieur  Industriel  42.  n»«  667.  DlNGLER's  Joumal  LXXXVIL 
p.  76.  Comptes  Renius  42.  XV.  p.  730.  BulltU  d'Encourag.  42.  p.  455. 


Digitized  by 


Google 


201 

a.  Het  schroefvlak  (Spiraal)  om  d^  ciliiider  (t;t>  Ae/ioe, 
V  Archimède). 

b.  Het  schroefvlak  om  den  kegel  {vis  conóidé) 

e.  Vleagels  {vane$^  blads  in  bet  Engelich)  als  segmen- 
ten van  een  schroefvlak  geplaatst  aan  eene  en  deielfde  as. 
(Vis  fcurhillon). 

In  1836  werd  in  Engeland  de  Archimedeam  sorew  van 
F.  Petit  Smith  bekend,  beproefd  op  de  kleine  boot  /n- 
fdnt  Royal  en  in  1889  op  het  schip  de  Arclumedes^  —  ge- 
bouwd door  6.  en  J.  Rennib  voor  The  Sktp  propeller  Cam- 
vany   aangewend  en  sedert  in   vele  stoomschepen  —  ge- 
braikt   (1).     De   schroef  ligt  vrij}  buiten  het  schip  nahy 
bet  achtersteven  in  het  midden  van  het  zoogenaamde  ({had 
fooody    Ie   massif)    achterwrerk.     Smfth  is   niet  bQ   liJn 
eerst  model  gebleven,  maar  heeft  hetzelve  allengs,  aan  de 
band  der  ondwvinding,  gewijzigd,  zoodat  bfl  de  proefne- 
ming op  de  Aleclo  in  1845  de  derHende  wijziging  uitge- 
voerd werd  (2).   Dien  ten  gevolge  heeft  men  de  Engelsché 
Admiraliteit  beschuldigd  van  partijdigheid  jegens  Smith, 
aan  wien   men   meer  gelegenheid  tot  de  volmaking  zijner 
voorstellen  had  gegeven ,  dan  aan  de  uitvinders  van  andere 
later  ingediende  modellen  (3).    De  gelukkige  proefvaarten 
van  den  Archimedes  in  1841   hebben  aan  Smith's  stelsel 
bet  meeste  vertrouwen  bezorgd,  zoodat  men  toen  reeds  be- 
«ioot  de  GreatBriiazn  ermede  te  voorzien  (zie boven).  De 
eente  vorm  is  voorgesteld  in  fig.  23,  een  later  model  fig.  24. 
In  hetzelfde  jaar  werd*  Ericsson*s   stelsel  in   Noord- 
Amerika  volmaakt  en  het  eerst  op  de  Francis  Ogden  en 
later  op    60  schepen  toegepast.      Dit    voortstuviringstuig 
heeft  meer   den  vorm  van  een   wiel  (godille);   over   den 


(1)  DnfGLiB's  Jaumal  IXXlll.  p.  396.  LXXV.  ^  n.  The  Gp,  Eng. 
a,  Jrck.  J.  sa  p.  442. 
(%)  Mech.  mag.  46.  I.  p.  315. 
(3)  Mech  mag.  45.  I.  p.  33«. 


Digitized  by 


Google 


202 

omtrek  Tan  het  rad  zijn  namell)k  zes  tot  acht  bladen ,  ieder 
in  den  vorm  van  het  segment  eens  spiraals,  op  gelijke 
afstanden  van  elkander  geplaatst  fig.  18,  ah  c;  die  bla- 
den loepen  tot  aan  de  as  des  cilinders.  Twee  zoodanige 
raderen  zijn  onmiddellijk  achter  elkander  geplaatst,  heb- 
bende de  bladen  in  tegengestelde  rigtingen,  terwQl  sö 
ook  in  tegengestelde  rigtingen  draaijen  (1),  en  de  as 
van  het  achterste  door  de  holle  as  van  het  voorste  wiel  gaat. 
Dit  stelsel  heeft  eveneens  onderscheidene  wijzigingen 
ondergaan ,  alvorens  hetzelve  dien  graad  van  volmaaktheid 
heeft  bereikt,  welke  men  in  de  Princeton  (zie  boven) 
zoozeer  bewonderd  heeft* 

Terwijl  men  in  het  laatst  de  eer  der  vinding  van  Ericsson 
betwist  en  aan  Emirson  heeft  willen  toekennen  (2),  zQn 
er  ook  vergelijkende  proeven  genomen  met  de  zoogenaamde 
seull  van  Stivbns  (3),  en  wel  in  hetzelfde  vaartuig , 
waardoor  men  op  11  mijlen  ééne  mijl  otZ2  tijd  seconden  per 
mijl  zoude  winnen.  Dit  pont  wacht  evenwel  nog  op  na- 
dere beslissing. 

In  1837:  Willum  Gillet  (4);  Schwartz  van  Stok- 
holm  (5). 

In  1838:  Ono  overeenkomende  met  het  stelsel  vanEnica* 
80N  (6) ;  CrEORGB  Smith  twee  schroeven  met  vlakke  bladen ; 
DuQUESMOT,  M.  Gaulet,  Jahbs  Lowe  en  Tatlor.  —  Lows's 
inrigting  met  gebogene  vleugels  of  segmenten,  welke  verlengd 
zijnde  eene  schroefvlakte  zonden  vormen,  wordt  door  S. 


(1)  Mech.  mag.  XXVIf.  p.  130.  XXVIII.  p.  215.  XXIX.  118,  17« 
eo  p.  283.  42.  I.  p.  191,  36&  44.  II.  p.  224.  46.  I.  p.  225  en  884. 
The  Civ.  Eng.  0.  Jroh,  J.  44.  p.  186.  V.  p.  299.  DiNGUft's  Jottrmml 
LX?,  p.  895,  LXXII.  p.  895. 

(2)  Mech.  mag.  45.  II.  p.  239. 
(8)  Meck.  mag.  45.  II.  p.  206. 

(4)  Repert.  of  Pat.  ïnv.  87.  p.  149. 

(5)  Brevets  expirés  XUL 

(6)  Mech.  mag.  XXIX.  p.  143.  XXX.  p.  281,  836,  432. 


Digitized  by 


Google 


203 

Pekn  Ie  Greenwicfa  bq^roefd  (1).  Tatlor's  toestel  rer* 
tchilt  weinig  van  de  genoemde  en  dien  ten  gevolge  is  dit 
een  onderwerp  van  geschil  geworden  (2).  De  laatste  ver- 
lehilt  ook  weinig  van  dien,  met  welken  Wadi^ll  vele 
proeven  genomen  heeft,  die  eene  gunstige  nitkomst  heb- 
ben opgeleverd  (3). 

In  1 889 :  Hunt's  stem  propeller  (4) ;  J.  C.  Haodan  (het 
lehroef  vlak  wordt  nabij  de  as  afgebroken)  (5)  co  boofdsakel^k 
de  Conoidal  screw  propeller  van  6.  Bennie.  De  spiraal 
loopt  namelgk  om  eenen  kegel.  Dit  voortstnwingstnig  is 
beproefd  op  de  Memund  (vroeger  Dwarf).  Vergelijkeade 
proeven ,  reeds  aanvankelyk  gencnnen ,  vielen  allesins  ten 
s^ne  ganste  nit  (6).  Later  werd  deselve  slechts  nit  drie 
vleogels  gemaakt  en  onder  dien  vorm  op  de  Mermaid 
(vroeger  de  Dwarf)  beproefd  (7). 

In  1840:  Carpenter's  voortstnwingstnig  bestaat  nit  twee 
vlakke  trapeioïdale  vleugels,  hebbende  den  vorm,  welke 
door  Newton  is  gehouden,  als  den  minsten  tegenstand  ral- 
lende  ontvangen  in  de  rigting  van  de  lange  as ;  met  den 
leUden  vorm  heeft  ook  de  Kolonel  Beaufot  de  meest  gun* 
ttige  uitkomsten  verkregen.  Twee  soodanige  toestellen 
worden  gebruikt,  geplaatst  aan  weerskanten  van  het  achter» 


(1)  Mecli.  mag.  45.  I.  p.  105. 

(1)  Mech.  mag.  XXIX.  p.  400  eo  432.  Repert.  of  Pai.  In».  38.  vol. 
X  p.  82  en  39.  toI.  XIJ.  pw  58. 

(3)  Mech.  mag.  39.  XXX.  p.  82  en  224. 

(4)  Men  heefl  daarbij  getracht  bet  roer  te  Temn(^,  door  aan  het 
foortiUmingstuig  zelf  eene  zijdelingfche  beweging  te  geven.  Lioif  du  fakc 
vermeldt  meerdere  plannen  Tan  dien  aard  I.  I.  MêolL  mag,  XXXVi.  p. 
456,  602. 

(5)  Mech.  mag.  42.  p.  180.  Repert.  óf  Pat  /iuk.  40.  XIV.  p.  70. 
(8)  Mech.  mag.  40  T.  XXXVII.  p.  179.  Repert.  ef  Pat.  Jnm.  40.  XV. 

Fk  585.  Ie  Teohnologiste  41. 

(7)  Mech.  mag.  43.  L  p.  338,  353.  44.  J.  pL  294.  The  Cip^Eng.  •. 
ircA.  J.  V.  p.  300.  44.  p.  188. 


Digitized  by 


Google 


204 

Bteven,  weshalve  sij  genoemd  worden  (quarter-propellera). 
De  proefneming  ii  geschied  op  de  Geyser^  welke  door 
eene  Ifisc-engtne  bediend  wordt  (1). 

CuLiiOT*B  cyclontfdrame ;  Thomas  Jackson;  Benjamin 
Bbbchbr. 

In  1841:  John  Jones  maakt  de  spiraalvlakte  g^Iemd, 
ten  einde  bQ  deielfde  middellgn  eene  grootere  oppervlakte 
te  verkregen  (2);  Bi^xiand  voortstawingstnig  bestaande 
nit  meerdere  hellende  vlakken ,  die  als  de  hekscfaee  van 
eenen  windmolen  aan  de  vier  spaken  van  eene  kerisontale 
bewegings  as  geplaatst  siyn  is  beproefd  in  de  Swifisure. 
Hetselve  is  geoctrooigeerd  door  Stbinmaïin  en  van  daar  ia 
eene  verwarring  van  namen  geboren.  Het  wordt  b^roefd 
bij  de  Phoenix  (3). 

JoEST  octrooi  voor  Betsi  en  O.  Garthb  van  Kenlen  (4), 
bevattende  vier  constractifin  onder  den  naam  van  dauUe 
Fiêh'-taü  (dnbbele  visch-stiaart)  en  syphm  serew  (hevel- 
schroef). 

NoRMAN*8  inrigting  hy  de  Napoucon  bestaat  uit  vier 
vleugels  (5);  dit  is  het  eerste  schroef-voortstuwingstnig 
dat  op  een  Fransch  vaartuig  is  gebroikt. 

In  1842:  Datid  Napibr  (6),  Hcon,  werktuigkundige  te 
Brest;  Biram  êtem-'propeller  (7). 


.  (1)  Meel.  mi^.  40.  XXXII.  p.  18.  41.  XXXIII.  p.  608 ;  XXXVL  p. 
128,  364.  TTie  Civ  Eng.  a.  Aroh.  /.  41.  p.  56—158.  DufClB&'8  Jour- 
nal LXXXI.  p.  23. 

(2)  Meoh.  mag.  41.  XXXIV.  p.  67. 

(8)  Meoli.  mag.  XXXV.  p.  210.  XXXVI.  p.  449,  475.  XXXVIL  180. 
57a  XXXIX.  p.  295. 

(4)  Mêch.  mag.  41.  XXXV.  p.  386.  en  42.  XXXVI.  p.  422.  DiKGLU's 
Jornnud  LXXXIV.  p.  92.  LXXXV.  p.  410. 
.     (5)  Mech.  mag.  44.  I.  p.  295.  Le  Teehnologiaie  43.  Juni  p.  589. 

(6)  Mech.  mag.  42.  XXXVIL  p.  212.  DiHCClR's  Janmal  LXXXV.  p. 
172.  Kopert,  of  PatefU  Jonij  42.  p.  355. 

(7)  Meoh.  mag.  46.  XXXVIL  p.  821.  44.  I.  p.  249. 


Digitized  by 


Google 


205 

In  1843:  Th.  Sumdbrlamd,  WnuiuMï  (1),  AIirdlb  (2), 
P«  BoRRiB  (3)  —  de  sterapcopelkr  van  den  laatstgenoemden 
bestaat  nit  drie  spiraalsgewijse  geplaatste  seetors. 

Walker'b  ▼oortstowingstoig  (4)  bestaat  in  het  plaatsen 
▼an  eene  horizootaie  arohimedische  schroef  of  Tan  oenen 
cilinder  met  schroefTormtge  bladen  A  bij  21  a,  i,  c,  in 
een  kanaal  CF  onder  bet  seheepshol;  dit  kanaal  heeft 
eene  opening  \Aj  C,  die  naar  batten  gemeeaschap  heeft, 
en  twee  openingen  aan  weerskanten  van  de  kiel  B.  Door 
het  malen  van  de  schroef  binnen  dit  kanaal,  dringt  het 
water  langs  C  naar  binnen  en  ontlast  sich  langs  B»  waar- 
door de  Toortstawende  kracht  wordt  geboren.  De  openin- 
gen van  het  kanaal  xijn  met  kleppen  voorzien ,  waardoor 
de  beweegkracht  kan  worden  gewysigd.  Volgens  de  rigting, 
waarin  de  schroef  maalt,  kan  het  schip  voor-  of  achter- 
waarts bewogen  worden  (zie  boven  hht.  191). 

Naar  den  inbond  van  het  octrooi  sch^nt  Bodhbr  (6) 
deselfde  inrigting  bij  reddingsbootea  aan  te  wenden. 

Volgens  TrKvbltan  (6)  sonde  Walkir  eene  inrigting 
van  BuRSTALL  (7)  slechts  gewijzigd  hebben.  In  allen  ge- 
valle is  dit  voortstuwingsmiddel  weiug  aan  te  bevelen, 
uit  hoofde  van  het  verlies  van  bewegende  kracht  door 
den  tegenstand  dés  waters. 

BuTHVBN  heeft  in  1842  eene  8oortgel(jke  inrigting  met 
goed  gevolg  beproefd  (8)  Fig.  22.  C  is  eene  centrifugale 
pomp,  welke  het  water  door  de  kanalen  taw  opzuigt  en 
bij  AA  ontlast,    wordende  de  pomp  door  eene  stoomma- 


(1)  Mech.  mag.  XXXVIIL  p.  4.  139,  386,  353,  449. 

(2)  Meoh.  mag.  XXXVIU.  p.  304. 

(3)  The  CiV.  Eng.  a.  Arch.  J.  44.  p.  113. 

(4)  Mech.  mag.  43.  II.  p.  376. 

(5)  Mech.  mag.  43.  IL  p  431. 

(6)  Mech.  mag.  44.  I.  p.  90. 

(7)  Mech.  mag.  XXXIV.  p.  67a  P^fyi.  CeniraUd.  41.  p.  8a 

(8)  Mech.  mag.  43. 1.  p.  32. 44.  1.  90  ea  208. 

14 


Digitized  by 


Google 


206 

chine  gedreves.  De  Wweegkfacht  werkt  hier  voordeeli- 
ger,  doordieo  het  water  tt^  in  de  laobt  oDtlast  wordt. 
Wanoeer  bet  water,  volgens  de  beide  in  de  teekening, 
aangewezene  rigtingen  uitstroomt,  dan  gaat  het  schip  voor- 
waarts; Eijn  daarentegen  de  waterstralen  in  eene  tegenge- 
stelde rigting,  dan  zal  het  schip  wenden,  zoodat  men  op 
deze  wijze  het  schip  %ondtr  roer^  zonde  kunnen  staren. 
Het  beginsel  van  terugwerking ,  geeft  das  hier  de  voort- 
stuwende kracht  (retroircuiiive  presêure) ,  even  als  b|j  de 
turbine  of  den  Barkerschen  molen. 

Vermoedelijk  komt  hiermede  overeen  de  werking  der 
Toortstuwingstuigen,  ontworpen  voor  Hbnrt  Booth  (1), 
M.  Ardrle  (2) ,  Pbtbe  von  Sohmidt's  Aofi%onial  fan 
blower  (3) ,  J.  J.  Brunet  (4)  en  H.  Davrs  (5). 

In  1844  is  vooral  Hat's  differential  stem  propeller 
bekend  geworden,  hebbende  die  inrigting,  dat  de  borden 
verplaatst  kannen  worden  volgens  den  snelheidsgraad, 
welke  verlangd  wordt*  Als  eene  b^zonderheid  van  dien 
toestel  dient  nog  te  worden  gemeld ,  dat  dezelve  door  een 
differentiaal  drijfwerk  (differential  gearing)  wordt  gedre- 
ven. Men  is  daardoor  in  staat,  om  aan  het  voortstuwings- 
tuig,  gedurende  de  beweging,  eenen  willekeurigen  graad 
van  snelheid  mede  te  deelen,  hetgene  hier  van  bijzonder 
belang  is ,  omdat  de  stoomkracht  slechts  als  ondersteuning- 
smiddel der  windkracht  kan  zijn  (6).  Deze  inrigting  is 
beproefd  op  de  Experiment  ^  welke  door  Beale's  rotatie- 
stoommachine  bewogen  wordt. 


(1)  The   av.  En^.  a  Arch.  J.  42.  p.  257. 

(2)  Mech,  mag.  43.  J.  p.  304. 

(3)  Mtch,  mag,  45.  I.  p.  317.  Thê  Civ.  Eng.  a.  Arch.  /  46.  p.  161. 

(4)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  44.  p.  86. 

(5)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  44.  p.  367. 

(6)  Mtoh.  mag.  45.  I.  p  22.  193.  812.  Th:  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J. 
p.  45.  p.  90.  —  DiNGL£R*s  Journal  XGVII.  p.  406. 


Digitized  by 


Google 


207 

R.  H0DG8ON  (1)  maakt  bet  Toortatawiagttnig  uit  platte 
of  parabolische  Fleugels ,  die  tangentiaal  aan  eenen  regten 
kegel  zijn  bevestigd ,  terwijl  de  as  des  kegels  in  de  lengte 
van  het  schip,  met  het  toppnnt  Toorwaarta  geplaatst  wordt;  — 
de  inrigting  zoude  vooral  voor  de  vaart  op  rivieren  kan- 
nen dienen. 

J.  Mavdslat  (2)  heeft  een  voortstuwingstnig  gemaakt , 
naar  het  model  van  Ericsson,  met  twee  tot  vier  schuin- 
staande borden  9  en  hetzelve  op  het  midden  achter  bet 
achtersteven  geplaatst.  Doch,  aangezien  door  deze  plaat* 
sing,  de  beweging  van  het  roer  belemmerd  werd,  zoo 
mankte  hij  aan  weerskanten  van  bet  achtersteven  een  roer. 
Dit  stelsel  van  een  dubbel  roer  is  bij  de  Janus  (zie  bo- 
ven blz.  487)  beproefd. 

Yele  proeven  zijn  door  Cavé  genozMn,  om  den  besten 
vorm  van  het  schroefvormige  voottstnwingstuig  te  leeren 
kennen  (3). 

In  1844;  vinden  wij  nog  vermeld  de  plannen  van  Chapi- 
NAux  (4)  en  Bodneadx  (5). 

In  1845  wordt  een  plan  gemeld  van  Boujuiibr  (6), 
zonder  verdere  beschrijving.  Ook  Gachet  heeft  een  nieuw 
plan  van  schroef-tuig  voorgedragen  (7)  ^  hy  wil  eene  zeer 
laoge  schroef  van  100  vt.  lengte  gebruiken,  en  dezelve  in 
eene  buis  afsluiten. 

Beadon*s  patent  bevat  een'  geheel  nieuwen  vorm  van 
schroef- vlak ,  dien  hij  sphaeroidaal  noemt  (8). 


(1)  The.  a>.  Eng.  a,  Arch.  J.  44.  p.  820. 

(2)  Tke  Cip.  Eng.  a.  ArcK  /.  44.  p.  37.  Momteur  Indmtriel  no. 
895  Jtnr.  45. 

(3)  Tke  Civ,  Eng.  a.  Aroh.  J.  44.  p.  85. 

(4)  Compte  Rendu  44.  IL  p.  608. 

(5)  c  R.  44.  II.  p.  iiea. 

(6]  C.  R.  46.  I.  p.  968. 

(7)  Mech.  mag.  45.  II.  p.  891;  46.  T.  p.  6,  79.  397.  II.  p^  44,  109. 

(8)  Mech.  mng.  46.  I.  p.  118. 


Digitized  by 


Google 


208 

OxLETS  patetit  repafuting  seretv  propeller  (1)  is  even 
als  de  boyengenoemde  inrigting  van  Hat  bestemd,  «hu 
den  stand  der  schroef-segmenten  te  veranderen,  en  dan 
de  beweegkracht  te  wijzigen,  naarmate  wind  en  stroom 
snlks  noodzakelijk  maken. 

Verslag  Tan  Tergetijkende   proeven   geoomeo   met   bet  achroefVormige 

voortatuwingsiuig.  De  eerste  vergelijkende  proeven  werden  op 
last  der  Engelsche  Admiraliteit  genomen  ia 
1842  onder  opzigt  van  Maudslat  en  Fieud.  —  De  Bee^ 
een  klein  stoomschip  van  18  paardekr.  en  30  ton,  werd 
achtervolgens  voorzien  met  het  gewone  scheprad  en  8mith*8 
schroef;  de  uitkomst  was  to«i  allezins  gunstig  genoeg, 
om  tot  eene  voortzetting  der  proefnemingen  op  eene  groo- 
tere schaal  te  besluiten. 

1.  De  proeven  met  den  Arohimedesj  het  eerste  schip, 
dat  met  Smith's  schroef  werd  voorzien  (1888 — 1842  ge- 
nomen)   gaven    eene    snelheid   van   8,5    mijl   per    nnr. 

2.  De  proeven  met  de  Bee,  gaven  voor  de  schroef,  vol- 
gens Gallowat  eene  snelheid  van  6,852  mijl  per  nnr  (2). 

De  proeven  met  Stbinman-Blaxland's  patent  gaven  eene 
snelheid  van  7,115  mijl  per  uur. 

De  proeven  met  Eriosson's  patent  —  wordende  de  bewe- 
ging door  een  r^em  zonder  einde  overgebragt  — ,  gaven 
eene  snelheid  van  5,486  mijl  per  uur. 

De  proeven  met  het  gewone  scheprad  gaven  eene  snelheid 
van  7,7  mijl  per  uur. 

Deze  proeven  met  de  Bee  genomen  hield  men  evenwel 
als  niet  beslissende,  omdat  het  mededeelen  van  de  bewe- 
gende kracht  aan  het  voortstuwingstnig  niet  zonder  ge- 


(1)  Mech.  magi  46.  I.  p.  160.  177. 

(2)  Mech,  mag.  43.  f.  p.  337.  en  460.  De  eerste  procfen  met  de  Beê 
toonden  zelfs  een  meerder  yerbniik  van  brandstof  door  de  schroef.  Het- 
zelfde xoude  ook  ïk\  de  Tergelijking  der  Battler  eo  Ahcêo  hebben  plaats 
gevonden.    Mech,  mag,  46.  I.  p.  55. 


Digitized  by 


Google 


ao9 

breken  was  ens*  Nc^^tans  z^d  de  laatste  pfoeven,  die  mei| 
met  de  Bee  genomen  heeft  (September  en  October  1845) 
ten  eenenmale  ongunstig  voor  de  schroef  uitgeFalicii.  Vol- 
gens dynamometrische  aanw^sing  stond  de  werking  van 
het  scheprad  tot  die  van  de  schroef  =  584,76:  523,05. 
Nog  grootere  waarde  werd  gehecht  aan  eene  proef,  waarby 
men  scheprad  en  schroef  gelyktijdig  liet  werken  in,  aan 
elkander  tegengestelde,  rigtingen,  en  het  scheprad  de  bo* 
Tenhand  behield  met  eene  meerdere  krachtsontwikkeling 
van  317,27  S  van  den  dynamometer  (1).  Deze  preeven 
schijnen  dns  niet  ten  voordeele  van  de  schroef  te  zijn  uit- 
gevallen. 

3.  Gunstiger  waren  evenwel  die,  welke  met  den  Railier 
en  den  Promelheus  vergelijkender  wijse  werden  genomen^ 
Het  Engelsche  Gouvernement  beeft  den  Ratller  geheel  gelgk 
aan  den  Promelheus  laten  bouwen ,  en  d^i  eersten  bestemd 
om  tot  proefneming  met  de  schroef  te  dienen,  terwijl  de 
laatste  door  schepraderen  werd  gedreven.  Beide  schepen 
zijn  van  200  paardekr.,  800  ton  eii  tot  11^  Eng.  voet 
diepgang  geladen  (2).    De  uitkomst  was  als  volgt  (3): 

De  snelheid  van  den  Promelheus  8,757  Knoopen  per  uur. 

De  snelheid  van  den  Ralller  9,240  Knoopen  per  uur  of 
]0,75  mijl,  en  dus  ten  voordeele  van  de  schroef  (Smith's 
Constructie). 

4.  Wat  verder  Steinhan-Blaxland*8  patent  betreft ,  zoo 
hebben  latere  proeven  geleerd,  dat  men  zelfs  eene  snel- 
heid van  12,142  statute  mijlen  in  één  uur  bereikt  heeft  (4). 


(1)  Mech.  mag.  45.  IL  p.  270  en  297. 

(2)  De  Ratiler  heeft  gewone,  en  de  Promeiheus  buisvormi(;e  tioom- 
kelels. 

(3)  Mech,  mag.  44.  I.  p.  129  en  157.  ne  Civ.  Eng,  a.  Arch.  J.  44. 
p.  85  en  95. 

(4)  Mech  mag,  44.  J.  p.  293. 


Digitized  by 


Google 


210 

5.  De  proeven  met  Woodcroft's  schroef  op  de  Ldver^ 
pool  zijn   zeer  gunstig  uitgevallen  (1).    Dit  schip  wordt 

gedreven  door  eene  machine  van  19 — 20  paardekr. ,  vol- 
gens de  constructie  van  Mathur,  Dixon  en  Grantham 
(zie  bladz.  514),  van  hooge  drukking  50 — 56  E.  tt  eo  f 
expansie.  De  zuigerslag  bedraagt  18  £•  dm. ;  de  laachlne 
is  verder  van  directe  werking,  en  de  as  van  het  voort- 
stnwingstuig  gaat  85  malen  rond.  De  verhouding  'tasschen 
de  snelheid  des  schips  en  der  schroef  was  =i  93:100. 
De  verhouding  tusschen  de  snelheid  des  schips  en  het 
scheprad  was  =r  70:100. 

6.  Rennié's  Conoidale  propeller  is  beproefd  op  de 
Dwarf^  vroeger  Mermaid  genaamd,  een  schip  van  90 
paardekr.  (twee  machines)  en  164  ton.  De  snelheid  be- 
droeg \2\ — 13  mijl  per  uur  by  35-^6  zuigerslagen  in 
de  minuut  (2).  Volgens  Hoseasom  zoude  men  na  22  proe- 
ven niet  meer  dan  9j  knoop  per  uur  verkregen  hebben  (3). 


(1)  Mech.  mag,  43.  I.  p.  451.  44.  I.  p.  124,  156  en  290.    The  C4v. 
Eng,  a,  Arch.  J.  44.  p.  94. 

(2)  MeoL  mag.  44.  II.  p.  283.  De  knoop  is  6,084.  £.  vt 
(8)  Mech.  mag.  46.  I.  p.  57. 


Digitized  by 


Google 


311 


s 

^ 

Ö 

1 

9 

BB 

t 

*k      m 

i^ 

i^         A 

A 

A 

4) 

• 

9 
•-< 

» 

9 

'S 

9 

3 
•g 

e 

9 

f 

5 

QB 

Si" 

A 

• 

1 

A       A 

• 

s 

• 

1 

00 

■TH 

A 

ü 

«c 

t^ 

r^ 

Ni     « 

> 

9 

'9 

a 

i," 

A       A 

CO 

TH 

A 

O? 

A       A  ^ 

S 

A 

« 

00    ^ 

S 

1 

a 

A       ^ 

'S 

A 

^ 

A        A 

'S 

A 

« 

'S 'S 

A 

'S 

^ 

> 

SS 

^ 

SS 

9 

m        lo 

o 

r^  ca 

<0    00 

CO 

pmi      CO 

CO 

>              00 

o 

i^  oó' 

oT  ö^ 

00 

OD    oo" 

«0 

cT       ?o 

.2   " 

-2 'S 

f-* 

9      9 

N^>^ 

S)    o 

«      4) 

to 

A 

5- 

Q     9 

t(0    «MD 
0) 

«51 
Si» 

'S 

• 

> 

U         * 

4rf 

^  4itf 

> 

^      • 

'^  "5 

> 

>    > 

«  > 

^ 

s-ë 

^ 

ui  ^ 

g 

A 

g  s 

O  o 

•s 

'S 

il 

m 

^    A 

s 

JS 
9 

•1 

A 

1 

&4    O 

1 

^ 
Y 

2 

■ 

S  g 

J3 

as 

CQ 

* 

i 

il 

00 

1    - 

A         A 

o 

s 

-1 

>5 

m 

1 

« 

as 
o 
cc 

1 

*i 

^ 

JS. 

;3 

5^ 

c 

1 

~ 

O     « 

^ 

s 

S   '^ 

, 

• 

o 

V     G 

mm      a> 

CO 
00 

<** 

30 

1 

«.SP 

fM 

p 

Q  2 

a 

a* 

? 

pO 

pO 

.     60 

o 

O 

^^ 

^  .S 

» 

w 

--^ 

S 

o 

o 

Digitized  by 


Google 


212 

De  proef  viel  das  ten  gunste  Tan  Smith's  schroef  uit. 
Men  mag  echter  niet  nit  het  oog  verliezen,  dat  inzonder- 
heid aan  Smith  de  gelegenheid  is  gegeven ,  om  zijne  inrig- 
ting  herhaalde  malen  te  \^ijzigen  en  te  verbeteren.  OiHler 
de  twee  en  dertig  proeven  telt  men  er  25  met  Smith's 
schroef,  welke  twaalf  meden  is  veranderd ;  —  men  heeft 
das  niet  onpartijdig  gehandeld  (1). 

8.  Aller  aandacht  was  gevestigd  op  de  uitkomsten  van 
de  schroef  (naar  Smith*s  constructie),  die  de  Great  Brit- 
tain  zoude  drijven.  Het  is  bekend,  dat  dit  kolossale  schip 
niet  zeer  gelukkig  is  geweest,  en  thans  bijna  hoopeloos  verlo- 
ren (October  1846),  weshalve  wij  slechts  willen  aanwijzen, 
waar  des  betreffende  opgaven  te  vinden  zijn ,  zonder  nitvoe- 
riger  te  worden  (2).  Op  de  reis  van  New-Tork  neutr  Li- 
verpool  in  Junij  j.  1. ,  4io  in  %\  dag  volbragt  werd ,  heeft 
hetzelve  gemiddeld  16  statute  miles  afgelegd,  eene  snel- 
heid, die  nog  nooit  door  een  scheprad  is  bereikt  (3). 

9.  Men  heeft  onderzocht,  in  hoeverre  geheele  boven 
verdeelde  schoepen  zouden  te  verkiezen  zijn,  en  de  uit- 
komst was  ten  gunste  van  eerstgenoemde  (4).  Op  dezelfde 
wijze  heeft  men  de  uitwerking  onderzocht  van  eene  schroef, 
van  welke  men  het  centrale  gedeelte  heeft  weggenomen, 
en  de  uitkomst  was  gunstiger  (5). 

10.  Wanneer  wij  alles  te  zamen  vatten,  dan  is  er  ei- 
genlijk nog  geen  resultaat  verkregen  ^  dat  beslissen  kan 
tusschen  scheprad  en  schroef  bij  de  rivier-  of  zeevaart. 

Men   kan  ten  voordeele  van  de  schroef  a  priori  reeds 
stellen: 
a.)    Dat  het  voortstuwingsmiddel  in  eiken  stand  van  het 


(1)  Mech.  mag.  45.  I.  p.  104  en  332. 

(2)  Mech,  mag.  45.  II.  p.  150.  170.  391. 

(3)  Mech.  mag.  46.  II.  p.  118. 

(4)  Mech.  mag.  44.  II.  p.  224. 

(5)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  44.  p.  186. 


Digitized  by 


Google 


213 

schip  eyen  guMtig  ureikt,  terwiyi  nog  daarenboTen  de 
werking  yan  het  roer  door  de  schroef  ondersteand  wordt. 

Men  heeft  dan  ook  werkelijk  gezegd,  dat  de  schroef 
heter  geschikt  is  Toor  zeeschepen  (1),  en  bij  onstnimig 
wéér  vele  Toordeelen  boven  het  scheprad  zonde  opleye- 
len  (2).  Nogtans  heeft  de  Rentier  minder  goed  als  zee- 
schip voldaan  dan  de  Black  E<igle  en  de  Vicioria  and  Al* 
bert  (3)  ,  —  iets  hetgeen  in  de  constructie  kan  gelegen 
zijn«  —  Dat  de  Alecto  door  den  Rottier  is  overtroffen , 
heeft  men  toegeschreven  aan  de  omstandigheid,  dat  eerst- 
genoemde onde  machines  bezit  (4). 

Volgens  de  proefneming  met  de  Ftüry  (die  best  voldaan 
heeft)  heeft  men  willen  beweren,  dat  het  scheprad  voor 
de  riviervaart  eene  grootere  snelheid  zonde  geven  (5)) 
xelfs  nog  voor  de  Zeevaart  bij  stille  zee  en  slappe  Aoelte. 

b.)  Hat  men  gelijktijdig  wind-  en  stoomkracht  kan 
gebruiken  is  ten  eenenmale  eene  voordeelige  orastdndig* 
heid  tot  de  kenze  van  de  schroef.  Het  onverraijdellfke 
slingeren  des  schips  bi^  het  gebmik  van  'zeilen  maakt  de 
aanwending  van  schepraderen  nadeelig  (6). 


(1)  Meoh.  mag.  45.  II.  p.  174.  180. 

(2)  Mech.  mag.  45.  I.  p.  192. 
(8)  Meoh.  mag.  45.  I.  p.  208. 

(4)  Mech.  mag.  45.  I.  p.  315. 

(5)  Mech.  mag,  45.  II.  p.  31.  Een  der  'ketels  yan  de  Fairt  U,  lijdeiM 
zij  met  de  grootste  snelheid  Tan  13  knoopen  Toer,  gesprongen,  en  nu 
moest  de  orerblijvende  de  beweging  onderhouden.  Daar  de  beweegkracht 
met  de  helft  verminderd  werd,  zoo  moest  men  nog  op  zijn  minst  eene 
snelheid  Tan  10  knoopen  bereiken;  (want  de  kracht  staat  in  de  verhou- 
ding Tan  de  cubus  der  snelheid  l:i.  :=  13 >:  X^)  maar  de  snelheid 
klom  niet  op  ^jf  knoopen. 

Deze  daadzaak  werd  een  nieuw  wapen  voor  HosiiSOR  tegen  het  ge- 
bruik der  schroef.  Mech.  Mag.  46.  I.  p.  355;  doch  deielTe  wordt  door 
de  verdedigers  der  schroef  omgekeerd  aldus  Terklaard:  de  enkele  kracht 
gaf  eene  snelheid  yau  5  en  de  dubbele  13  in  plaats  Tan  10. 

(6)  Mech.  mag.  45.  I.  p.  192.  Zie  boven  blz.180.   De  Amphion  heeft 


Digitized  by 


Google 


214 

c.)  De  plaatiing  Tan  het  voorCttnwiogatiiig  onder  wa-^ 
ter,  en  de  mogelijkheid  om  ook  de  macbüie  beneden  d« 
waterlijn  te  boawen,  pleiten  ten  yoordeele  van  de  aanwen- 
ding der  schroef  bij  Oorlogscbepen* 

d.)  De  nadeelige  werking  van  stroom  en  wind  op  de 
raderkasten  valt  weg;  men  wint  in  de  breedte  van  het 
schip;  de  nadeeUge  werking  van  den  slag  op  dammen  &k 
dijken  bestaat  niet;  de  stoommachine  en  het  Toorts tuwings- 
taig  zijn  minder  zwaar  en  minder  kostbaar  enz. 

Ten  nadeele  van  de  schroef  wQst  men  op  de  vdgende 
pnnten : 

a.)  Het  verlies  van  kracht,  nademaal  een  gedeelte  der 
beweegkracht  verloren  gaat  door  de  z^delingsche  beweging 
der  schroef. 

6.)  De  moeijel^kheid  van  het  overbrengen  der  bewe- 
ging tot  de  as  van  het  voortstuwingstuig,  vooral  daar  het- 
zelve %eer  snel  moet  worden  rondgedraaid. 

c.)  De  beschadiging  door  ondiepten;  de  moeijelijkheid 
der  reparatie  9  het  bezwaarlijke  om  de  schroef  in  en  uü 
hare  plaats  te  brengen. 

Opmerkingswaardig  is  het,  dat  de  schroef  v€m  de  Greal- 
Britatny  en  Massachtisei  of  Marmora,  in  volle  %ee  zijn 
beschadigd  geworden,  de  eerste  was  tan  geslagen  jgzer 
van  77  cent.  zwaarte,  de  laatste  van  koper.  De  reden 
zoude  volgens  Hoseason  te  zoeken  zijn  in  de  afwisselende 
werking  der  schroeiT  boven  en  onder  water  bij  holle  zee; 
buiten  water  neemt  de  omwentelings-snelheid  buitenge- 
woon toe,  die  plotseling  bij  het  indompelen  gestuit 
wordt.  * 

<L)  Het  gevaarlijke  der  opening  tot  het  doorlaten  der 
as  van  het  voortstuwingstuig,  die  onder  water  door  het 
scheepshol  gaat. 


hiervan  op  nieuw  onlan(^  een  gtinsli^  bewijs  geleverd.    Mech»  fnag,  16. 
II.  p.  209. 


Digitized  by 


Google 


215 

Wy  kimneB  des  metUgenstaanile  Btellen,  dat  deze  oa- 
deeleo  vao  dien  aard  sijo,  dat  zij  kunnen  yerbolpen,  en 
door  de  voordeden  verre  overtroffen  worden. 

11.    Kapt.  HosiiSOif's  bestrijdiiif;  en  HiuUD'a  verdedigiDg  der  •obrocf. 

Kapt.  HosEASON  heeft  zich  stellig  tegen  het  voordeelige  ge- 
bruik van  de  schroef  verklaard  (1)  in  de  eerste  plaats  op 
grond  van  de  nadeelige  nitkomsten  verkregen  met  de  Great- 
Brüain;  hare  snelheid  bedroeg  slechts  8,4  nautical  myl 
per  uur,  en'  dus  nog  ^^  minder  dan  het  gemiddelde  der 
beweging  van  de  stoomschepen  met  schepraderen  in  de- 
zelfde vaart  (zie  boven  blz.  212  het  tegenstelde).  In  de 
tweede  plaats  wijst  hij  op  de  plaats  gehad  hebbende  spoe- 
dige ontstentenis  der  schroef  (zie  boven)  en  in  de  derde 
plaats  zoude  er  veel  meer  brandstof  verteerd  worden,  dan 
bij  het  gebruik  van  het  scheprad.  —  Voor  de  Transatlan- 
tische scheepvaart  zoude  de  schroef  ten  eenenmale  onge- 
schikt zijn,  en  alléén  b{)  wachtschepen ,  en  als  hulpmid- 
del voor  zeilschepen  kan  zij  nuttig  worden. 

Volgens  HoscASON  zijn  zelfs  al  de  latere  proefnemingen 
met  de  Rattler  en  Bee  ten  nadeele  van  de  schroef  uitgeval- 
len, en  zelfs  zoude  het  Amerikaansche  schip  de  Massa- 
chuset^  «lie  de  schroef  tot  hulpmiddel  had,  buiten  dienst 
gesteld  worden  (2).  De  Fairy  heeft  denzelfden  ijverigen 
tegenstander  der  schroef  een  nieuw  wapen  verschaft  (zie 
boven),  die  bij  z^nen  laatsten  uitval  de  voorstanders 
tergende  uitdaagde,  daar  zij  tot  nu  toe  op  al  z^ne  ge- 
maakte aanmerkingen  gezwegen  hebben ;  —  in  het  belang 
der  waarheid  riep  hij    >  a  foeman  worthy  of  my  steel.^' 

Kapt.  Ualstcd  heeft  de  handschoen  opgenomen  en  de  ver- 
regaande uitvallen  van  Hoseason  grootendeels  onschadelijk 
gemaakt  (3),  en  aangetoond  van -welk  standpunt,   de  uit- 

(1)  Mech.  mag.  46.  I.  p.  56. 

(2)  Mech.  mag.  46.  I.  317.  p.  472. 

(3)  Mech.  mag.  46.  I.  p.  445  en  470  clc.5  If.  p.  27.  84.  103.  110. 


Digitized  by 


Google 


216 

komsten ,  verkregen  met  de  Bee  en  Fairff  en  anderen 
ten  beoordeeld  worden.  Wij  willen  voor  bet  oogenblik 
berusten  in  het  bloote  yemielden  der  bestaande  twist^ge- 
schriften  9  en  zullen  trachten  in  ons  Verslag  voor  een  vol- 
gend jaar  de  eindbeslissing  mede  te  deelen;  omdat  wij 
voor  het  tegenwoordige  zulks  slechts  onvolledig  zonden 
afdoen.  Halsted  bewijst  overigens  door  voorbeelden,  dat 
de  voordeelen,  boven  door  ons  ten  gunste  van  de  schroef 
'gemeld  zijn,  merkelijk  door  de  ondervinding  worden  be- 
vestigd. 

12.  Vergelijkende  proef  van  HtniTiR'S  wiel  en  LOPIA'8  schroefl  Eene 

Com- 
missie van  het  Franklin  Instituut  in  Noord-Amerika  heeft 
het  volgende  rapport  bekend  gemaakt,  van  vergelijkende 
proeven  genomen  met  het  horizontale  wiel  (submerged 
wheel)  van  Uunter  (zie  boven  191)  en  het  schroef tnig  van 
Loper  (!)•  De  proeven  werden  genomen  met  een  en  het- 
zelfde stoomschip:  Spencer  (2)  in  September  1844  en 
Mei  1845. 

Het  vermogen  der  stoommachine  werd  berekend  door 
de  stoomdrukking  te  vermenigvuldigen  met  het  aantal  zui- 
gerslagen* 

Proef  met  Hunter's  rad.  Loper*s  schroef 

Stoomdrukking  gemiddeld   77,5   E.  S.  63,79 

eigenlijk  wisselende  tus- 
schen  75  en  80  S 
expansie,  f  } 

dus  gemiddelde 
drukking  in  den 

cilinder  64,54  54,08 

en  effectief,  na 
aftrek  van  wrlj- 


(1)  Mech.  mag.  46.  I.  p.  376. 

(2)  Dcszelfs  inrigling  wordt  niel  beschreven. 


Digitized  by 


Google 


217 

▼ing  volgens  de 

formules  van  be 

Pambour.  41,86  32,85 

Het  aantal  zni- 

gerslagen  in  1',  53,5  of  53—54  44,45 

dos    effective 

werking,  2239  }460 

melheid  van  het 

schip  6,5Digipernnr  9,38 

Hieruit  blijkt  das ,  dat  de  werking  der  machine  met 

Hunter's  rad:  Loper's  schroef  =z  2239:  1460  =  1:0,652 
terwijl  de  nuttige  werking  (in  verhouding  van  de  cubi 
der  verkregene  snelheden)  staat  b^ 

Huhter's  rad :  Loper's  schroef  •=  6,5»  :  9,38»  = 
274,6  :/825,3  =  1:  3,005 

Derhalve  heeft  de  machine,  de  halve  kracht  uitoefenende  met 
Loper's  schroef  eene  driemalen  grootere  uitwerking  gehad , 
of  sEOude  bij  gelijke  kracht  viermalen  meer  verrigt  hebben. 

Ingevolge  dit  gunstige  venslag  werd  Loper's  schroef 
aangewend  bij  de  ^zeren  stoomboot  Water-witch  y  die 
vroeger  met  Hunter's  rad  was  voorsien.  Dezelfde  Com- 
missie heeft  bij  die  gelegenheid  nog  eenige  andere  proe- 
ven bewerkstelligd,  uit  welk  bleek: 

1)  DcU  de  snelheid  van  het  schip  nagenoeg  evenredig 
IS  aan  hei  aantal  omwenielingen  van  het  voor/siw 
wingstmg. 

2)  Dai  de  tegenstand  van  het  schip  evenredig  ts  aan 
de  vierkanten  van  de  snelheid. 

18.  Oplofring  van  enkele  yraagttukken  door  Noord- Amerikaanache  theoreli- 
tche  en  practiacfae  werktoigkundigeiu     De   Noord-Amerikaansche 

Admiraliteit  heeft  in  1841- 
1842  aan  verschillende  geleerden  en  werktuigkundigen  de 
volgende  vragen  ter  oplossing  voorgelegd,  betreffende: 

1)  Het  bedrag  der  paardekrachten  in  verhouding  van 
de  tonnage  van  een  Oorlogschip. 


Digitized  by 


Google 


218 

2)  Be  beste  soort  van  machine'Constructte. 

3)  Het  gebruik  van  ééne  enkele  of  van  dubbele  ma* 
chines* 

4)  Het  gebruik  van  hooge  of  lage  drukking  (1). 

De  antwoorden  ontvangen  van  Prof.  Renwick,  Mr.  Keh* 
BLE,  Mërrick  en  Towne,  Charles  W.  Copeland  hebben 
het  volgende  geleerd: 

ad  1.  Bij  de  moeyelijkheid  om  de  grootte  van  het  ver- 
mogen eener  machine  in  paardekrachten  te  bepalen ,  ont- 
breekt bet  ten  eenenroale  aan  eenen  regel,  om  de  ver* 
houding  van  kracht  tot  de  tonnage  vast  te  stellen. 
Kehblb  stelt  voor  zulks  te  bepalen  op  1  paardekr.  per  3  ton 
en  n^eint  de  Great- Western  tot  model. 

Copeland    (stoommachine-maker)    berigt ,    dat   men   in 
Europa  de  volgende  regel  heeft  aangenomen ,  afhankelijk 
van  de  lengte  der  vaart,   waarvoor  het  schip  is  bestemd: 
250—400   E.  mijlen  is  1:2 
600—1000  >  1:3 

1500—3000  3  1:4 

evenwel  vindt  men  afwijkingen,  zoo  als  bij  de  Nemesis, 
die  eene  verhouding  van  1:5,5  heeft  C  beschouwt,  dat 
de  verhouding  vooral  afhankelijk  is  van  de  afmetingen  van 
het  schip ;  dat  het  vermeerderen  van  de  lengte  in  verhou- 
ding van  de  breedte,  en  het  verminderen  van  den  diepgang, 
•de  bewegings-tegenstand  van  het  schip  kleiner  doen  wor- 
den, en  dat  daardoor  de  bedoelde  verhouding  kan  worden 
vergroot.  Doch  mag  de  geheele  bouw  van  het  schip  niet 
uit  het  oog  worden  verloren. 

ad  2.  Kemble,  Merrick,  Towne  en  Charles  W.  Co- 
peland komen  daarin  overeen,  dat  de  constructie  gevolgd 
in  het  stoomschip  Missouri  boven  alle  anderen  de  voorkeur 
verdient.  Deze  heeft  twee  hellende  cilinders ,  ivier  zuigers 
bij    genoegzame  lengte   (door  expansie)  werken  direct  op 


(1)  Mech.  mag.  46.  H.  p.  161.  40,  110. 


Digiti 


zedby  Google' 


219 

de  krok-as.  Overigens  is  de  machine  niet  zwaar,  oui- 
dat  het  ijzeren  geraamte  der  Eogelsche  machines  wegbUjft, 
en  men  zelfs  meerdere  hecbtheid  verkregen  heeft  door  het 
onmiddeUgke  verband  van  de  machine  met  het  getimmerde 
van  het  schip.  De  eenigste  tegenwerping  zoode  te  zoeken 
zijn,  in  de  ongelgke  uitslijting  van  den  cilinder  en  des- 
zelfs  stopbns  —  maar  de  ondervinding  is  ten  dien  opzigte 
geenszins  ten  nadeele  uitgevallen  (zie  boven). 

De  right-aagle*machines,  z^nde  eene  nieuwere  Ameri- 
kaansche  constructie ,  bij  welke  de  cilinders  naar  de  lengte 
van  het  schip  aan  weerskanten  van  de  kruk-as  geplaatst 
zyn,  zijn  geenszins  voor  oorlogschepen  aan  te  raden,  zoo- 
als  vooral  door  de  gemelde  deskundigen ,  in  tegenstelling 
van  Prof.  Renwick  is  ontwikkeld  (1.  1.  p.  112). 

ad  3.  Men  is  algemeen  van  gevoelen  geweest ,  dat  voor- 
al daar,  waar  het  stoomschip  andere  diensten  moet  vervul- 
len, dan  bloot  als  wachtschip  of  kostvaarder,  het  aan  te 
raden  is,  om  twee  machines  te  gebruiken,  omdat  op  die 
wijze  de  werking  gelijkvormiger  plaats  vindt.  Zelfs  heeft 
men  den  raad  gegeven,  om  de  inrigting  zoo  te  maken, 
dat  men  in  staat  zijn  zoude,  om  eene  enkele  machine  te 
doen  werken. 

ad  4.  Merkwaardig  bovenal  is  in  dit  opzigt  het  ver- 
schil van  gevoelen  tnsschen  de  practische  deskundigen  en 
Prof.  Rbnwick.  De  laatstgenoemde  verklaart  zich  ten 
gunste  van  de  hooge  drukking,  mits  bisperkt  tot  80  S 
drukking  en  sto<mi-afsluiting  bij  \  (|.  expansie).  De  eerst- 
genoemde %ijn  eenparig  vóór  de  werking  met  stoom  van 
lage  dniAAittg,  en  beweren,  dat  zulks  het  eenstemmige 
gevoelen  is  van  alle  solide  Amerikaansche  werktuigkun- 
digen. 

Kehblk:  neemt  hier  de  Great- Western  tot  voorbeeld:  de 
stoomdrukking  in  den  ketel  is  5  ft ,  en  is  effectief  in  den 
cilinder  8  tt  gemiddeld;  hierbg  behoort  7  voet  zuigerslag 
en  30  slagen  in  de  1'  dus  210  E.  vt.  snelheid  in  de  1  '•  In  Ame- 


Digitized  by 


Google 


220 

rika  heeft  men  alle  graden  van  drakking  en  expansie  be- 
proefd ,  en  zelfs  op  de  Hndson-rivier  vond  men  een  voor- 
beeld van  50  ft  drakking,  met  10  vt.  snigerslag  en  stoom- 
afsluiting  op  f|.  Onderhondskosten ,  gevaar  van  explosie 
en  lekkaadje  leverden  steeds  genoegzame  bezwaren,  oba 
het  stelsel  van  hooge  drukking  niet  aan  te  bevelen.  Eene 
drukking  van  10  ft  in  den  ketel ,  werkende  big  |  afslui- 
ting ,  geeft  gemiddeld  9,9  ft  drukking  op  den  stoomcilin- 
der,  en  15  omwentelingen  van  een  scheprad  van  30  vt* 
middell|jn.  Deze  inrigting  als  maatstaf  aannemende,  dan 
zoude  men  het  schip  met  eene  snelheid  van  7 — 10  mijl 
per  uur  kunnen  drijven. 

Belangrijk  is  de  opmerking  van  Copeland  ,  die  daarin 
eene  reden  te  meer  vindt,  om  de  stoomwerking  bl|  hooge 
drukking  af  te  keuren,  dat  men  gezien  heeft  in  onder- 
scheidene schepen,  die  de  Erie-zee  bevaren,  dat  zQ  uit 
dien  grond  door  het  zoogenaamde  dry^rot  werden  aan- 
getast. 

Overigens  schynt  men  niet  gunstig  gestemd  te  zijn  voor 
de  zoogenaamde  tubulalre  ketels,  en  heeft  men,  bij  eene 
vergelijking  tusschen  koper  en  Ijzer  als  ketel-materiaal, 
beslist ,  dat  de  voor-  en  nadeelen ,  die  men  van  deze  ma- 
terialen kent,  tegen  elkander  opwegen. 

De  Theorie  van  de  schroef.  Wij  hebben  boven  reeds  melding 
gemaakt  van  Bourgois.  Na  ons 
de  verhandeling  van  dien  geleerde  uitvoeriger  is  bekend 
geworden ,  dienen  wij  er  nogmaals  op  te  rug  te  komen  (1). 
Taurines  Professor  te  Brest  (2)  heeft  reeds  in  1842  on- 
derzoek gedaan  naar  den  besten  vorm,  dien  men  aan  de 
schroefvlakte  dient  te  geven,   en  daarbij  getracht  aan  te 


(1)  Comptes  Rendus  45.  XXL  p.  797  en  861.  Pofyt.  CentrMl  46 
vol.  Vf.  p.  113. 

(2)  Annales  maritimes  et  coloniaiet  Sepl.  1842,  JOBARBAfif9^  de  Plft- 
dustrie  iV.  p.  54. 


Digitized  by 


Google 


221 

wijlen  het  verband  tnsschen  bet  dynamisebe  vermogen  en 
de  nuttige  werking.  De  formnles,  door  T.  gevonden,  wer- 
den door  LABnouME,  Luitenant  ter  Zee  (1)  toegepast  en 
opgehelderd  — >  evenwel  waren  ze  te  ingewikkeld  en  wei- 
nig geschikt  tot  eene  vergelijkiog  met,  ja  zelfs  in  *8tri}d 
met  de  ondervinding.  — «  Rebch,  Directeur-Ingenieur  der 
Bfarine-scbool  te  Lorient  heeft  naderband  in  een  Rappori 
sur  la  mackine  du  Brmndon  betselfde  onderwerp  onder- 
xocht.  —  In  ditzelfde  tijdperk  beeft  men  op  middelen  ge- 
dacht, welke  zouden  kunnen  strekken  om  de  voortstuwende 
kracht  te  meten.  Duput  Dblomc  heeft  in  1841  ter  reade 
▼an  Tonion  de  eerste  proeven  genomen  tot  bet  meten  der 
voortstuwende  kracht  in  eene  horizontale  rigting  (traction 
horizontale)  met  behulp  van  eene  dynamometer.  —  Ook  Taü- 
muczs  heeft  eene  b^zondere  pendule;  Rbbch  eenen  hydrau- 
Bschen  dynamometer  ten  dienste  van  deze  proefiiemingen 
uitgedacht. 

Al^emeese  regels  uit  de  proereo  afgeleid.     Tot    de    belangr(jkste 

gevolgtrekkingen  uit 
de  bewerkstelligde  proeven  behoort: 

lo.  Dat  de  teruggang^  —  zQnde  de  vef houding  van  de 
theoretische  snelheid  tot  bet  verschil  tusscben  de  werkelijke 
snelheid  van  het  schip  en  de  iheoreüsehe  snelheid  der 
schroef  in  de  rigting  van  hare  as  (reeul  absoluj  of  vol- 
gens PoNCBLËT :  coëfficiënt  du  recuf)  —  afneemt ^  naarmaie 
ie  middelf}n  der  schroef  aangroeit,  de  hoogte  van  den 
schroefgang  kleiner  is,  een  grooter  deel  van  eenen  vollen 
schroefgang  gebruikt  wordt,  en  het  getal  schroefgangen 
toeneemt. 

2o.  Dat  binnen  zekere  grenzen  de  kromming  der  gene- 
ratiix  (d.  i.  de  lijn  die  door  hare  beweging  den  schroef- 
gang  doet    geboren    worden)    geenen   merkbaren    invloed 


(1)  Revue  de  P Architecture  et  des  Travaux  PuhUes  184S.  Pülijft* 
ceniralia.  p.  117. 

15 


Digitized  by 


Google 


222 

heeft  op  de  uitkomst,  terwijl  die  krommiDg  van  de  uit- 
wendige directrix  op  de  ontwikkelde  cilindervlakte  (d.  i. 
de  lijn,  welke  het  eene  einde  der  generatrix  volgt  tijdens 
bet  beschrijven  van  den  schroef  gang)  van  groot  belang  is, 
want  de  teruggang  (sub  1)  neemt  af,  wanneer  de  vloei- 
stof  de  holle  zi^de,  en  groeit  aan  soo  xig  de  bolle  x^de 
der  directrix  treft. 

30.  Wanneer  de  grootte  der  bewegende  kracht  gegeven 
is ,  dan  lal  men  lij  eene  verhouding  der  ganghoogte  tot 
de  middellijn  (bnitenwerks  gemeten)  =  1':  1,75,  de 
grootste  snelheid  der  boot  verkrijgen. 

40.  De  beweging  der  schroef  binnen  eenen  cilinder,  — > 
door  welken  men  getracht  heeft  het  verlies  van  bewegende 
kracht  te  voorkomen,  ontstaande  door  de  verstrooijing  des 
waters  naar  buiten,  langs  de  generatrix,  ten  gevolge  van 
de  middelpuntvliedende  kracht —  werkt  nadeelig,  door  het 
vermeerderen  van  den  tegenstand  van  wrijving.  Het  is 
zelfs  proefondervindelijk  bewezen,  dat  eene  zoodanige  mid- 
denpuntsvliedende  kracht  niet  bestaat,  daar  de  waterdeel- 
tjes de  rigting  van  den  schroefgang  volgen  en  als  het  ware 
even  zoo  vele  concentrische  schroefdraden  om  de  as  van 
beweging  en  te  zamen  eenen  voUen  watercilinder  vormen. 

50.  Eene  verandering  der  snelheid  in  de  verhouding  van 
2:3  heeft  hg  eene  en  dezelfde  schroef  weinig  invloed  op 
de  bovenbedoelde  snelheids-  of  teruggangverhouding;  de 
laatste  schijnt  eer  in  eene  omgekeerde  rede  te  verminderen. 

6o.  Wanneer  eene  schroef  uit  een  genoegzaam  getal 
gangen  bestaat,  dan  zal  het  wegnemen  van  een'  of  meer 
derzelve  weinig  invloed  hebben  ter  vermeerdering  van  den 
teruggang;  dit  is  ook  het  geval,  wanneer  men,  bij  het  be- 
houd van  het  aantal  schroefgangen,  van  dezelve  grootere 
stukken  afsn^ dt  door  middel  van  vlakken ,  die  loodregt  op 
de  as  der  schroef  staan. 

Gerolgfrekkiogen  uit  de  iheorie.  Uit  de  theoretische  ontwik- 
keling heeft  B«  afgeleid: 


Digitized  by 


Google 


223 

7o.  Dat  de  inrigting  der  schroef  eiet  iilléén  verschillen 
moet  volgens  de  afmetingen  der  schroef,  maar  ook  naar  de 
grootte  van  hare  bewegende  machine  en  naar  de  bestem- 
ming des  vaartuigs,  als  snelvaarder,  oorlog-,  transport-  of 
sleepboot. 

80.  De  geheele  oppervlakte  van  den  schroef  gang  ^  die 
op  het  water  werkt,  moet  in  eene  regie  verhouding  tot 
de  te  overwinnen  tegenstanden  en  in  eene  omgekeerde 
verhonding  tot  de  snelheid  staan. 

De  verhouding  van  de  echroefganghoogte  tot  de  middel- 
hjn^  of  liever  de  helling  vaa  den  schroefgang  op  het  vlak 
van  omwenteling  groeit  in  gelijke  verhonding  met  de  om- 
wentelingssnelheid. 

De  absolute  grootte  der  middelKjn  is  van  omstandighe- 
den, als  de  bestemming  des  sohips  afhankelijk,  die  bui- 
ten bet  bereik  der  theoretische  berekening  is. 

9.  Voor  groote  schepen  past  de  vorm,  gelijkende  aan 
die  der  hekscheden  — *  oppervlakte  van  eenen  windmolen  > 
het  best  voor  bet  maximum  van  werking. 

lOo.  De  directrix  van  den  schroefgang  (lie  sub  2) 
moet  zoo  ontworpen  worden ,  dat  de  waterstralen ,  bl)  den 
aanvang  (het  eerste  element  der  oppervlakte)  tangentiaal 
bvallen,  en  dus  %onder  botsing  werken. 

In  alle  gevallen  is  het  tot  nu  toe  niet  gelukt,  om  het 
schroeftuig  met  gelijke  snelheid  te  doen  bewegen  als  het 
scheprad,  zoodat  men  aan  de  as  van  dezelfde  machine 
onmiddellijk  een  der  beide  klassen  van  voortstuwingstui- 
gen  zoude  kunnen  aanwenden,  zonder  de  tusschenvoeging 
van  drQfwerk,  koord  zonder  einde  enz.  Grantham  heeft 
beweerd,  dat  een  schroeftuig  van  dien  aard  zoude  te 
maken  zijn  —  doch  de  verwezenlijking  is  ons  niet  bekend 
geworden  (1). 


(1)  Meck.  mag.  44.  f.  p,  |57. 


Digitized  by 


Google 


224 
c.     Bij%ondere  voorisfuwingsmiddelen. 

VoortstawingsmiddeleQ  Tan  schepen,  welke  niet  tot  de 
beide  voorgaande  afdeelingen  kannen  gebiagt  worden,  zijn 
de  volgende: 

Bernouilli  heeft  reeds  voorgesteld  (1) »  om  het  water 
door  pompen  op  te  voeren»  en  dan  het  vaartuig  te  drijven 
door  de  reactie,  die  ontstaat,  wanneer  het  water  uit  de 
verzamelplaats  door  het  achtersteven  naar  buiten  stroomt, 
waarin  het  opgepompt  werd.  Hennert  heeft  tevens  aange- 
toond het  verlies  van  beweegkracht,  dat  op  dese  wijxe 
wordt  geboren.  —  Een  soortgelijk  plan  is  ontworpen 
door  W.  DiCKSON  te  Glasgow  (2)  Fodorinibr  (3)  Ro- 
NALDS  (4)  en  de  werktuigkondige  Falkirk  (6).  Men  heeft 
zolks  zelfs  aangeraden  bQ  de  Greai-Briiain ,  doch  met 
horizontale,  in  plaats  van  verticale  pompen  (6).  J.  Seaward 
heeft  onder  anderen  eene  zoodanige  inrigting  beschre- 
ven (7).  CuBiBERiiAND  Rastrick  heeft  ook  zoodanig  denk- 
beeld gehad  (8). 

Te  Edinbnrgh  is  voorgesteld,  om  een  vaartuig  te  dra- 
ven zonder  rad  of  schroef,   maar  met  behulp  van  eenen 
enkelvoudigen  cilinder,  naar  de  wijze  van  een  windas  en 
geplaatst  op  het  midden  van  het  schip  (9). 
Ten  slotte  dienen  wij  ook  hier  te  noemen  de  palmdpède 


(1)  HSNNERT   Cursu9  VI.  p.  186. 

(2)  Mech.  mag.  XXXV.  p.  116. 

(8)  Ibid.   XXXIV.   p.   250.    fiier  werkt  lucht  en  water  te  zamen  alt 
drukkende  of  voortstuwende  kracht ;  in  een  plan  Tan  J.  en  6.  Wiimiir 
zoude  de  lucht  zulks  alD^  doen  (AfecA.  m^g.  XXXV.  p.  206> 
^   (4)  Mech.  mag.  XXXVI.  p.  443. 

(5)  The  Mining  Journal  1840  no.  257. 

(6)  Mech.  mag.  I.  I.  p.  44. 

(7)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  45.  p.  297.  pi.  XXII.  %.  3  en  4. 

(8)  Mech.  mag.  XXXIV.  p.  292.  en  p.  458. 

(9)  Mech.  mag.  44.  I.  120. 


Digitized  by 


Google 


225 

van  den  Blarkies  de  Jouffroi  (1)  en  A*  Motuxon  te 
Londen  (2);  —  de  beweging  door  middel  van  rondgaande 
seetorvormige  roeivlakten  (3)  volgens  Finch  ;  van  heen  en 
weergaande  roeiers  (reciproceUing  vcdve  propellers  (4) 
volgens  Henrt  Booth. 

J^   De  Terbïndine  tiHscben  het  YoorttüiwiiigsUiig  en  de  ttoommachine. 

De  verbinding  tasseken  de  stoommachine  en  het  voort- 
stnwingstaig  is  soodanig,  dat  dezelve  van  elkander  los 
gemaakt,  ontkoppeld  kannen  worden,  en  das  de  machine 
onafhankelijk  van  het  scheprad  of  de  schroef  sonde  kan- 
nen bewogen  worden ,  en  zelfs  in  geval  van  nood,  nitslui- 
tend  zonde  knnnen  dienen  tot  het  bewegen  der  scheeps- 
pompen,  om  het  schip  drijvend  te  honden.  Er  zijn  vele 
middelen  tot  verbinding  en  ontkoppeling  voorgesteld  {dis 
conneotingy  découpler)^  welke  wij  slechts  zullen  opnoe- 
men, voor  zoo  verre  ze  in  lateren  t^d  zi|n  voorgesteld, 
zonder  ons  met  derzelver  beschrijving  in  te  laten,  daar 
zalks  zonder  teekeningen  ondnidelljk  moet  uitvallen. 

De  ontkoppelingstoestel  van  Seaward  is  door  C.  Robst 
beschreven  (5);  andere  inrigtlngen  zijn  voorgesteld  door 
HoLTBRooE  (6)  WiMSHURST  (7)  Mallart  (8)   Wake  (9} 


(1)  The  0U>.  Eng.  o.  Arch,  J,  42.  p.  66.  Ducclke'$  Joumal  LXXiX. 
p.  163.  CompUê  Bendus  1840.  no.  18.  p.  687. 

(2)  Lontion  Joumal  of  arts.   April  40.  p.  33.    DUfGill's  Joumal 
LXXIX.  p.  166. 

(3)  Roperi.  of  Pat.  Ine.  Dec.  1841.  p.  151.    Mech.  mag.  XXXVL 
p.  384.    DiKGLil'8  Joumal  LXXXIIL  p.  434. 

(4)  Meoh.  mag.  XXXVH.  p.  49,  147,  229.  The  Theory  and  Prac 
tice  of  propelkng  trough  water  etc. 

(5)  L.  I.  PUat  IX.  %  3—5.  en  p.  55. 

(6)  Mêch.  mag.  41.  p.  352. 

(7)  Mech.  mag.  XXXIV.  p.  382. 

(8)  Mech.  mag.  XXXVIII.  p.  15. 

(9)  Ibid.  p.  49. 


Digitized  by 


Google 


226 

BiRDS  (1),  Petbr  Borvrie  (2).  —  Meer  bqpaald  ten  ge- 
braike  van  het  schroefvoortstawingstoig  i^n  ontkoppeüogs- 
toes tellen  Toorgetteld  door  Grantham  (3);  Braithwaftk, 
MiLNER  en  Co.  (4);  Boulton  en  Watt  (5);  CAvi  (6); 
G.  T.  Loper  (7)  en  J.  Hat  (8)  —  Bi}  de  beoordeling 
van  deze  irerschillende  inrigtingen  komt  het  vooral  er  op 
aan 9  om  den  spoed  te  kennen,  waarmede  de  ontkoppeliiig 
of  zamenkoppeling  kan  worden  ai^;eToerd*  Volgens  Guppt 
vordert  de  toestel  der  GrecU-BrUain  een  vierde  nur;  ter- 
wiyl  Braithwaite  gewaagt  van  het  uitvoeren  der  manoeuvre 
in  eene  halve  minnnt. 

Met  een  enkel  woord  dient  hier  ook  nog  te  worden  ge- 
sproken van  de  inrigtingen,  welke  dienen  moeten  om  de 
snelheid  der  stoommaehine-as  in  zoodanig  veelvoud  tot  de 
as  van  het  schroef-voortstawingstuig  over  te  brengen  aLi 
desselfs  beweging  noodzakdQk  maakt  WQ  hebben  hier- 
van reeds  met  een  enkel  woord  gewag  gemaakt  (deel  X 
p.  506  noot).  Het  overbrengen  der  beweging  met  bdinlp 
van  tandraderen  is  door  W.  Fairbairn  te  Manchester  ge- 
octrooijeerd  (9).  Het  octrooi  van  J.  Mauoslat  (10)  bevat 
de  inrigting,   om  een  koord  zonder  einde  te  gebruiken. 


(1)  Mech.  mag.  p.  898. 

(2)  Ibid.  44.  1.  p.  806. 

(8)  The  Civ,  Eng,  o.  Arch,  J.  41.  p.  358.  42.  p.  8.  Dikgub's 
Jaumal  LXXXIV.  p.  187. 

(4)  The  Cir,  Eng,  a.  Aroh.  J.  p.  85^60  116;  dcce  inrigtin^  h  eigen- 
lijk TToeger  ^bruikl  door  Trewhitt  bij  schepraderen,  doch  heeft  yoI-> 
geus  ScoTT,  Sinclair  en  C<\  ook  bij  de  achroef  foldaan  (ibid  p.  205) 
DlKGUR's  Journal  LXXXiV.  p.  847. 

(6)  Mech.  mag.  43.  J.  p.  84. 

(6)  The  Civ.  Eng.  a,  Arch.  J.  44.  p.  85. 

(7)  Mech.  mag.  45  II.  p.  207. 

(8)  Mech.  mag.  45  I.  p.  198;  DiNGUUi>«  JeurmA  XCVII  p.  406.  7i# 
dv.  Eng.  a.  Arch.  J.  45.  p.  90. 

(9)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  44*  p.  870. 

(10)  Ibid  p.  37;  Mech.  mag.  44.  1.  p.  18a 


Digitized  by 


Google 


227 

hetwelk  eenige  inalen  rond  loopt  in  aleuven ,  gemaakt  in 
ie  oppervlakte  van  de  cilinders  of  trominelt,  door  writte 
de  beweging  van  de  eene  at  tot  de  andere  orergaat;  on 
dit  koord  sonder  einde  te  spannen  ^  loopt  betielve  ook  nog 
oTer  afsonderiyke  gjeletachiJFen. 

Over  Gallowat'b  inrigting  tot  het  Termemgraldi- 
gen  der  beweging  zonder  raderwerk  sie  boven  bic.  509 
Deel  X  (1);  deielve  soiide  sich  bgaonder  aanbevelen, 
door  de  gemakkel^kheid  waarmede  de  ontkoppeling  kan 
worden  uitgevoerd  en  zelÜB  de  schroef  9p  het  dek  kan 
worden  gebragt,  wanneer  men  alléén  zdlen  wil. 

De  Scheepsbouw. 

WQ  willen  sleelui  kort  cQn  met  het  aanwifse»  van  enkele 
verbeteringen,  die  den  scheeptbonw  betreffen,  omdat  dese 
eigenlek  buiten  het  gebied  van  ons  Verslag  is  gelegen  (2). 

1.  Het  gebruik  van  ijzer  als  scheepsmateriaal  neemt 
nog  bij  voortduring  toe.  Zoo  men  het  ook  al  ééns  is  over 
de  bijzondere  geschiktheid  voor  riviervaart,  zoo  zgn  het 
de  practiei  niet  eens  over  de  aanwendbaariieid  bij  zee- 
schepen van  het  eerste  kali4>er  (3).  Niet  zonder  invloed 
zullen  evenwel  zQn  de  nitkomsten  der  beproeving  met 
betrekking  van  de  doelmatigheid  des  metaels  root  den 
romp  van  oorlogschepen ,  daar  de  kogel  sfjne  verplette- 
rende kracht  sterker  uitoefent  op  eene  metaalplaat  dan  op 
het  vezelige,  en  meer  of  min  weeke  hout.  In  allen  ge- 
valle vordert  het  ijzer  meer  toezigt  (4). 

Als  bewezen  voor  de  duurzaamheid  van  het  ijzer  die- 
nen  de  Aaron  Manhy ^  eea  vaartuig,    dat  reeds   vijf  en 


(1)  DlHGLKB'S  Journal  XC  p. 

(2)  Meeh.  mag.  XXXI.  p.  596  XXXIf.  p.  130.    Luiten.  WkU  over 
Zeestoombooten  ibid.  p.  477. 

(8)  Tho  Cw.  Eng.  a.  Aróh,  J.  45.  p.  370.  DiNGLiR's  Jotrmal  LXIX. 
p.  233. 
(4)  Mech.  mag,  44.  T.  p,  55. 


Digitized  by 


Google 


228 

twintig  jaren  in  gebniik  is  en  alechta  60  ê  Mderfaonds- 
kosten  gevorderd  heeft ;  eveneens  is  een  ander  yser  schip 
reeds  sedert  jaren  in  de  vaart  op  de  rivier  Shannoo.  Se- 
dert 1830  zijn  er  in  Engeland  150  ijseren  schepen  gebouwd, 
van  welke  er  25  in  Indië  in  dienst  sQn  (1). 

Malu£T   beeft  een   vernis  samengesteld  nit  40  deelen 
steenkool-teer,  1   deel  caontscfaonc  (opgelost)  en  5  deelen 
jnenie,  hetwelk  dienen  moet,  om  het  ^ser  van  de  kiel  en 
scheepsromp  te  bewaren  tegen  oxydalie  en  bet  aanhechten 
van  see-planten  en  dieren.    Vooral  om  deae  laatste  te  we- 
ren, wordt  op  dit  vernis  gehragt  eeoe  laag»  bestaande  uit 
een  mengsel  groene   zeep,  hars,    talk  en  olie-vernis  met 
realgar  en  menie,  Welke  vergiftige  inmengsels  hoofdzake- 
lijk op  de  aanhangende  bewerktuigde  wezens  zouden  wer- 
ken (2).  —  Men  rekent  evenwel  algemeen ,  ook  in  Nóord- 
Amerika,  dat  het  dikwijls  verwen  met  menie  genoegzaam 
aan  het  oogmerk  voldoet. 

Over  het  vervaardigen  der  (jzeren  platen  door  Fairbairm 
zie  Mech.  mag.  XXXVIII.  p.  142  en  256. 

2.  De  waterdigie  scheepsafdeelingen  of  luchikisten 
(BuicA'headê)  worden  in  de  meeste  der  nieawste  stoomsche- 
pen  gebruikt.  Dete  vinding  is  eigenlijk  afkomstig  van 
Sir  S.  Bentham  in  1795 —  zooals  onlangs  uit  zijne  nage- 
latene papieren  is  gebleken  (3).  —  C.  W.  Wuulums  beeft 
echter  in  lateren  tijd  de  aandacht  gevestigd  op  deze  in- 
rigting,  die  hij  het  eerst  in  practijk  gehragt  beeft,  omdat 
dezelve  voor  stoomschepen ,  behalve  de  gewone  welbe- 
kende voordeelen,  ook  nog  de  volgende  oplevert,  dat  het 


(1)  Mech.  mag.  45.  p.  365.  Dihglir's  Jounwl  XCVIII  p.  241. 

(2)  DiHGLsrs  Journal  LXXXIV.  p.  16.  XCVI.  p.  280.  -«  Echo  da 
monde  savant  1845  n».  26. 

(8)  Mevh.  mag,  45.  II.  p.  186.  The  Ciw.  Eng.  a.  Arch.  J.  42  p. 
462.  Mech,  mag,  48  H.  p.  160  en  200;  44.  I.  p.  21.  DilVGLEft'S  Jour^ 
nal  XCn.  p.  151. 


Digitized  by 


Google 


229 

indriogende  water  buiten  het  bereik  der  Tourplaats  blifft, 
waardoor  men  anders  vao  alle  middelen  verstoken  zonde 
worden  om  het  vaartaig  te  bewegen  op  een  tijdstip,  dat 
de  beweegkracht  alléén  het  behoud  des  vaartaigs  kan  be« 
Torderen.  Men  heeft  eerst  beproefd ,  om  waterdigte  lucht* 
bmxen  door  het  scheepshol  te  leiden,  doch  bevonden  dat 
lolks  niet  aan  het  oogmerk  geheel  voldoet.  Doelmatiger 
is  gebleken  te  zgut  de  verdeeliog  van  het  scheepshol  in 
waterdigte  afdeeliogen,  waardoor  bij  ontstane  beschadi- 
giog  het  indriogende  water  tot  die  ruimte  beperkt  wordt; 
dese  inrigting  soude  reeds  lang  volgens  Williams,  aan 
de  Chinezen  bekend  geweest  zyn,  die  nélb  op  hunne 
handelsvaartoigen  somtijds  de  verschillende  afdeeUngen  aaa 
aCEonderlijke  schippers  toevertrouwen. 

Williams  heeft  zijne  inrigting  het  eerst  in  toepassing 
gebragt  bij  den  bouw  der  stoomboot  Ganyawen^  in  de 
vaart  op  de  Shannon  bij  Limerick  en  by  de  handelsbar^ 
ken,  in  dienst  van  de  sleepbooten  der  Dublin-Company. 
In  de  eerste  boot  waren  de  middelschotten  even  als  het 
schip  zelf  van  ijzer.  0?erigens  heeft  de  ondervinding  ge- 
leerd, dat  houten  middelschotten  moeijeli[)k  waterdigt  ge-* 
houden  kunnen  worden,  zoo  ze  ook  al  in  den  beginne  met 
de  meeste  zorg  uitgevoerd  waren.  Van  daar ,  dat  W.  in 
alle  soort  van  schepen  ijzeren  middelschotten,  gesterkt 
door  diagonaal  loopende  staven  aanraadt,  en  de  naden 
ter  aansluiting  met  de  ribben  van  het  schip  met  patent- 
Tilt  bekleedt. 

Natuurlijk  klimt  de  veiligheid  met  het  aantal  afdeelin- 
gen,  maar  aan  den  anderen  kant  vormen  gewigt  en  onkos- 
ten eenen  anderen  grens.  W.  rekent  dat  vijf  afdeelingen 
het  doelmatigste  zijn,  als  de  middelste  afdeeling  voor  de 
machine ,  de  2*  en  4*  der  voorste  en  achterste  scheepsrui- 
men, of  op  passagiersbooten  als  voor-  en  achterkajuit. 
Daar  het  als  een  buitengewoon  geval  kan  beschouwd  wor- 
den, dat  gelijktijdig  al  de  afdeelingen  zonden  lek  worden, 


Digitized  by 


Google 


230 

zoo  is  deze  inrigting  voor  een  afdoend  mligheidsmiddel 
te  boaden.     W.  heeft  aan   de  medeleden  van   Ae ^British 
oêsociiUion  te  Liverpool  de  volgende  proef  getoond :    Hij 
liet  namelijk  de  eerste  af  deeling  van  het  nienw  gebouwde 
schip  Royal  Adelaïde  doorbooren,  en  nadat  bet  water  in 
hetzelve  met  hét  waterpas  er  buiten  gelijk  stond ,  was  bet 
sehip  vóór  slechts  15  ned.  dm.  gezonken  en  achter  5  dm. 
gerezen;  na  deze  afdeeling  te  hebben  geledigd^   werd  de- 
zelfde proef  met  de  tweede  afdeeling  herhaald,   waardoor 
het  voorgedeelte   van   het  schip  30  dm.   zonk,   doch  het 
achterste  gedeelte  niet  merkbaar  oprees ;  —  het  schip  be- 
vond zich  juist  in  de  omstandigheid ,  waarin  het  door  het 
zamenstooten  met  een  ander,  zouden  gebragt  zijn. 

De  kosten  van  ijver-  en  houtwerk  hebben  bedragen  op 
de  Royal  William  en  Aiklone  290  ig ,  zijn  dus  niet  aan- 
zienlijk, weshalve  deze  inrigting  tot  beveiliging  van  per- 
sonen en  goederen  allezins  de  meeste  aanbeveling  ver^ 
dient.  De  Royal  William  werd  op  eene  reis  in  1841  door 
een  driemaster  aangeloopen,  ontving  daardoor  een  groot 
gat  in  de  boeg,  en  kwam  nogtans,  ten  gevolge  van  deze 
inrigting,  behouden  te  Portsmonth  binnen  (1).  Inderdaad 
zijn  reeds  zeer  vele  Engelsche  schepen  op  dusdanige  wQze 
gebouwd:  de  Royal  Adelaïde^  Queen  Ficioria,  Ben* 
iincky  Jron  Duke^  Great-Britain  enz.  enz. 

GiBSON  heeft  voorgesteld  om  langs  de  buiten  wanden 
van  het  schip  lachtdigte  zakken  te  hangen,  ten  einde  een 
vaartuig  vlot  te  houden  (2);  een  voorstel,  dat  weinig  na- 
volgers zal  vinden. 

3.  Be  Ventilatie.  Over  de  ventilatie  van  schepen  zie 
Meck.  mag.  43.  II.  p.  418  en  438. 

4.  De  Sckeepspompen.  Over  de  scheepspompen  zie  Meek. 
mag.  43.  II.  p.  42,  77,  119,  143,  219. 


(1)  The  av.  Eng.  a.  Arch.  J.  41.  p. 

(2)  Mech.  mag.  44.  I.  p.  210,  269. 


210. 


Digitized  by 


Google 


-#«oo-aOooo««- 


Wolieeli  en  Wolhandel  in  Oostenrijk. 


Na  Saksen  is  Oostenrijk  het  land.  Waar  de  veredeling 
yan  het  Duitsche  schaap  het  ijverigst  behartigd  werd.  De 
Keixerin  Maru  THEaesu  ontbood  in  1775,  eenige  hon- 
derd sehapen  nit  Spanje  en  Noord-Afrika;  en  in  1786 
liet  Keimer  Josbf  II  op  nieaw  een  aantal  Spaansche  scha- 
pen aanknopen  en  in  de  schaapskoojjen  van  Holitsch 
ca  Mannersdorf  overbrengen.  Uit  doaelve  werden  vele 
lammen,  vaak  tot  zeer  hooge  prijzen,  verkocht,  om  in 
Oostenrijk,  Bohemen,  Stiermarken  en  Hongarije  gebezigd 
te  worden.  Op  een  der  kroon-domeinen  in  Creatie  werd  zelfs 
eene  bijzondere  school  voor  schaapherders  opgerigt,  en 
alsoo  de  schaapsteelt  op  alle  mogelijke  wi)sen  bevorderd. 
Nogtans  ontaardde  het  Spaansche  ras,  door  vermenging 
met  Padnaner  schapen,  aldra  weder;  zoodat  in  1801  een 
aieaw  transport,  voor  's  Keizers  rekening,  aangevoerd 
worden  moest.  Deze  Schapen  dragen  den  naam  van  Kei* 
aer-schapen  of  Imperial-schapen ,  en  zQn  van  bet  ras  der 
Negretti,  wier  w<d  krachtig,  kemig  en  vet  is*  In  1814 
kwam ,  biy  de  verdeeling  van  het  land  tusschen  Moezel  en 


Digitized  by 


Google 


232 

RhiJD ,  wederom  eeoe  partij  Merinos ,  welke  op  de  bergen 
Tan  Ober^Emmel  gindszijds  den  Rhijn  geweid  hadden, 
en  een  eigendom  van  Keiser  Napoleon  geweest  waren, 
naar  Oostenrijk.  De  laatste  veredeling  op  raime  schaal 
had  plaats  in  1825,  door  Saksische  en  Engelsche  (Dischleij 
en  New-Leicester)  schapen. 

In  1785  telde  men  in  Oostenrijk  niet  meer  dan  7,000,000 
schapen;  daarvan  bezat  Hongarije  er  4,000,000.  In  1818 
was  dit  getal  tot  12,000,000  aangegroeid.  Boven  alle 
provinciën  munt  Moravie  in  de  schaapsteelt  uit.  De  schaaps- 
kooljen  van  Hostiz,  Hennersdorf,  Fulusk,  Ostran,  Raitz, 
Austerlitz,  Namiest,  Napagedl,  Kovitschan,  Sokolwitz, 
Tischuowitz,  Ungarisch-Brod,  Wiese  behooren  tot  de  nit- 
stekendste  der  Monarchie.  De  behandeling  der  schapen 
aldaar  wordt  ten  voorbeelde  gesteld,  en  het  gemeene  land- 
schaap is  er  bijna  geheel  verdwenen.  In  Brüun  bestaat 
eene  Maatschappij  van  schaapsteelt,  die  reeds  veel  goeds 
moet  hebben  gesticht. 

De  tweede  rang  wordt  ingenomen  door  Bohemen;  des- 
zelfs  uitgestrekte  dreven  zijn  ongemeen  gunstig  voor  de 
schaapsteelt,  en  de  veredeling  dezer  dieren  werd  reeds 
vroegtijdig  door  den  invoer  van  talrijke^  kentschi^n  en 
in  Interen  tijd,  ook  door  den  ijver  en  de  vlgt  der  aldaar 
gevestigde  schaapsfokkers  aanmerkel^k  bevorderd.  Een 
groot  aandeel  dezer  bevredigende  uitkomsten  wordt  toe* 
gekend  aan  de  pogingen  der  Maatschappi)  van  Veeteelt  te 
Praag.  Beroemd  zijn  de  schaapekooljen  van  Zdislowits^ 
Cochelua,  Quassitz  en  Horschowitz.  In  Bohème  bedroeg 
het  getal  schapen  in  1805,  1,297,816;  in  1815,  slechts 
958,735;  in  1825,  907,637;  in  1837  reeds  weder  1,392,343. 

Neder-Oostenrijk  bezit  in  de  sehaapskooijen  van  Tribas* 
winkel,  Horn,  Ungarisch-Altenburg,  Scharfeneck ,  The- 
resierfeld  en  Mannersdorf  aanzienlijke  kodden  van  nieri- 
nos.  Evenwel  stelt  er  de  landbouw,  en  inzonde^^heid  de 
wijnteelt,  grenzen  aan  eene  verdere  uitbreiding  der.  Scha- 


Digitized  by 


Google 


233 

penfokkerij.     Deze  ProTincie   bezat,   in    1837,    487,957 
schapen. 

Minder  beduidend  is  de  schaapsteelt  in  de  overige  pro* 
Tioeien.  Opper-Oostenrijk  brengt  meerendeels  slechts  ge- 
meene  Wol  voort,  voor  volksgebruik.  Stiermarken  bezit 
wel  eenige  schaapskooijen  met  veredeld  ras,  bi)  voorbeeld 
in  Ebersfeld  en  Kranichfeld,  maar  deze  z^n  niet  van  be- 
teekenis.  Hetzelfde  geldt  van  Karinthie,  Krain,  het  kast* 
land  en  Gallicie;  ofschoon  wel  is  waar  het  getal  *der 
schapen,  (in  1817  bedroeg  dit  niet  meer  dan  4P2,642),  aan- 
nerkelijk  toenam;  doch  zonder  dat  derfeelver  veredeling 
noemenswaardige  vorderingen  maakte.  Tirol  bezit  veredelde 
schaapsteelt  in  de  dalen  van  Tessin  en  Primör,  doch  over 
het  algemeen  is  de  aard  des  lands  haar  ongunstig.  Dal- 
matie  bezit  Spaansch  ras  in  Pago  en  Trau;  de  meerder- 
heid der  schapen  echter  is  grof  wollig;  zij  worden  op 
Turksch  grondgebied  geweid  en  geschoren;  zelfs  moet, 
om  pest-aansteking  te  vermeden,  de  gewonnen  wol  baiten 
's  lands  blijven.  In  het  Lombardisch- Venetiaansche  Ko-* 
ningrgk  zijn  de  merinos  van  Padua,  Yicenza  en  Yerona 
met  roem  bekend.  Groote  kudden  derzelve  worden  van 
daar  ter  weide  gezonden  op  de  Piemontesche  Alpen;  over 
het  algemeen  echter  is  de  op  den  hoogsten  trap  gedreven 
landbouw  dezen  tak  der  Veeteelt  minder  bevorderlijk* 
Eene  groote  uitbreiding  daarentegen  bereikte  dezelve  ia 
Hongarije. 

Reeds  de  omstandigheid,  dat  de  eerste  schaapskoo^fen ,' 
onder  de  Keizerin  Maria  Theresia,  op  Hongaarsch  ge- 
bied ,  in  Holitsch  en  te  Maikopail  opgerigt  werden ,  droeg 
aanmerkeUjk  daartoe  bij.  Uit  deze  schaapskooijen  hebben 
xich  vele  Magnaten  voorzien  van  uitstekende  rammen, 
waarvoor  zij^  menigwerf  zeer  hooge  prijzen  betaalden  (1) 


(1)  Zoo  werd  in  1806,  in  Holitsch,  een  Ram  met  8,645  gtilden,  in 
1810  met  16,2CrO  gtilden,  in  1811  met  80,000  gukkn  bankaotcii  betaald. 


Digitized  by 


Google 


234 

en  door  eenigen  derzelven  werd  aan  de  hoogst  gespannene 
Terwachdng  voldaan;  b.  y.  in  AlesnC,  in  de  schaapskooijen 
yan  den  Aarls-Hertog  Johan,  in  de  Zeng|JelBtier  schaaps- 
kooljen  yan  den  Baron  Fechtig,  alsmede  door  de  Somo- 
gQer  actien-maatschappij.  Nogtans  vindt  men  er  oyer 
het  algemeen  weinig  schapen  van  de  eerste  soort,  maar 
een  zeer  groot  getal  half  veredelde  dieren.  In  Zevenber- 
gen vindt  men  slechts  het  gemeene  Zorkanschaap;  even- 
eens besit  de  Militaire  Grens  wel  is  waar  veel,  maar 
meestal  schapen  van  grove  woL 

De  volgende  tafel  levert  een  overzigt  van  het  bedrag 
en  de  opbrengst  der  Schapen  in  het  Keizerrijk: 


Promncien. 

jtautai  Schapen. 

Neder-Oostenrgk 

538,057 

922,400 

Opper-Ooatenryk 

301,071 

458,400 

Stiermarken 

160,704 

354,600 

Karinthie  en  Kkuq 

253,096 

551,900 

Kustland 

344,201 

221,200 

Tirol 

483,251 

1,159,300 

Bohème 

1,660,370 

4,865,600 

Moravie  en  Silene 

906,299 

1,811,700 

6aIIicie 

1,466,170 

2,932,200 

Dalmatie 

637,995 

1,264,900 

Lombard^e 

141,698 

-    1,010,300 

Venetië 

373,268 

1,211,400 

Militaire  Grens 

1,002,845 

2,000,000 

8,269,026 

18,763,900 

Hongarije 

17,000,000 

34.000,000 

Zevenbergen 

2,200,000 

4,000,000 

27,469,026 

56,763,900 

Neemt  men    aan,    dat    een    Schaap  jaarlijks  ongeveer 


Digitized  by 


Google 


235 

twee  pond  wol  levert  (1)  zoo  bekomt  men  het  in  de  bo- 
venstaande tafel  geraamde  bedrag  van  56,763,900  pond. 
Eekter  schat  men  algemeen  de  jaarlljksche  opbrengst  van 
wol  op  ten  minste  700,000  centenaars. 

Daar  een  grdot  gedeelte  der  Oostenrijksche  wol  binnen 
's  lands  verwerkt  wordt,  soo  heeft  er  zich  de  behoefte  aan 
groote  Wolmarkten  nog  niet  zoo  zeer  doen  gevoelen,  als 
in  andere  Duitsche  landen.  Er  bestaan  wel  is  waar  Wol- 
markten in  Pesth,  Praag,  Pilsen,  Brnün,  Olmütz,  Lem- 
berg,  enz.;  doch  daaronder  is  die  van  Pesth  de  eenige 
van  bednidenden  rang. 

Men  weet,  dat  een  tak  van  nijverheid  ook  daar  eenen 
hoogen  trap  van  ontwikkeling  kan  bereiken,  waar  de  tot 
denzelven  vereischte  grondstof  volstrekt  niet,  of  slechts 
niet  in  toereikende  hoeveelheid,  binnen  's  lands  geteeld 
wordt.  Niets  levert  daarvan  een  zoo  opvallend  bewQs  als 
de  in  alle  landen  van  Enropa  soo  veelvuldig  bewerkte  ka- 
toen, die  b(jna  geheel  uit  vreemde  werelddeelen  gehaald 
wordt.  Nogtans  valt  niet  te  ontkennen ,  dat  er  tnsschen  de 
voortbrenging  der  grondstof  en  de  verwerking  derzelve  eene 
ümige  zamenhang  bestaat  Waar  meerendeels  inlandsche 
grondstof  verwerkt  wordt,  daar  kan  zich  de  betrokken  tak 
van  nijverheid  —  onder  overigens  gelijke  omstandighe- 
den —  zeker  weliger  ontwikkelen  en  aan  minder  stoornis 
blootgesteld  zien ,  dan  wanneer  die  grondstof  ver  af  moet 
worden  ontboden,  en  men  van  het  buitenland  afhanke* 
lyk  is  (2).  De  mogelijkheid  van  een  onmiddelUjk  ver- 
keer met  den  voortbrenger,  de  besparing  van  vervoer- 
kosten    en    de    zekerheid    voor   vijandige   tolmaatregelen 

(1)  Op  de  teotoooitelliog  der  voortbrengselen  van  Nijverheid  in  1845, 
bevond  zich  het  vliet  van  een  ouden  Ram,  H  welk  5  pond,  16  lood 
woog;  een  ander  vlies  uit  Manncrsdorf,  woog  3  pond,  14  lood;  en  eeo 
soder  uit  Holitsch,  3  pond,  6  lood. 

(2)  Van  daar  de  pogingen  der  Engelschen,  om  de  veredelde  schaaptteell 
ia  hunne  Koloniën  in  Australië  in  te  voeren* 


Digitized  by 


Google 


236 

of  andere  van  het  buitenland  te  duchten  hindernissen  > 
sullen ,  in  allen  geval  den  verwerker  van  inlandsche  grond- 
stof menig  voordeel  opleveren,  en  daardoor  tot  der* 
zelver  verwerking  uitnoodigen.  Omgekeerd  zal  ook,  b^ 
bloeijende  mannfactunr,  de  zekerheid  van  vertier  eenen 
gnnstigen,  aanmoedigenden  invloed  oefenen  op  de  voort- 
brenging der  grondstof.  Wordt  nu  in  een  land  de  grond- 
stof in  grootere  hoeveelheid  geteeld ,  dan  het  verbruik  der 
inlandsche  fabrijken  vordert,  zoo  moet  zij  eene  buiten- 
landsche  markt  zoeken ,  en  dit  heeft  dan  ook  geene  zwa- 
righeid ,  in  zoo  ver  de  daarbij  betrokken  Nijverheid  reeds 
eenen  hoogen  trap  van  volkomenheid  bereikte;  is  dit  ech- 
ter het  geval  niet,  dan  ware  het  zeker  te  wenschen,  aan 
die  nijverheid  meer  uitbreiding  te  geven,  en  liever  het 
voltooide  fabrijkaat  dan  de  onverwerkte  grondstof  uit  te 
voeren;  daar  bij  den  uitvoer  van  het  fabrijkaat  ook  de 
winst  op  den  arbeid  den  inlandschen  fabrijkant  te  beurt 
valt.  Het  ergst  is  het  echter  gesteld,  wanneer  de  inland- 
sche manufactuur  niet  eenmaal  de  behoefte  des  lands  dekt, 
maar  de  in  den  vreemde  uitgevoerde  grondstof,  van  daar 
als  fabrikaat,  weder  naar  het  land  der  productie  terug- 
keert. Zulk  een  toestand  vestigt  eene  voortdurende  af- 
hankelijkheid des  lands,  hetwelk  de  grondstof  voortbrengt 
van  het  land,  dat  dezelve  verwerkt,  en  houdt  de  n^ verheid 
van  het  eerstgenoemde  in  gedrukten  staat,  waaruit  sQ 
zich  slechts  met  behulp  van  doeltreffende  maatregelen  der 
Regering  verheffen  kan.  Onder  deze  maatregelen  behooreo 
wel  berekende  beschermende  regten.  Zijn  namelijk  de 
koofdvereischten  voorhanden ,  waarbij  de  eene  of  andere 
tak  van  nijverheid  zich  ontwikkelen  kan,  terwijl  deze 
echter  niet  in  staat  is  met  de  reeds  oudere  en  ontwikkelde 
manufacturen  der  buitenlandsche  fabrijkanten  te  wedijve- 
ren ,  zoo  kan  de  wedijver  der  inlandsche  fabrijkanten  ge- 
voegelykst  daardoor  mogelijk  gemaakt  worden ,  dat  de  in- 
voer van  het  betrokken  fabrijkaat  met  zoo  hooge  regten  (be- 


Digitized  by 


Google 


237 

scbemieiide  regten)  worde  belast,  alt  noodig  schijnt,  om 
den  prijs  van  bet  baitenlandsche  fabrijkaat  gelijk  te  stel* 
len  met  dien,  welke  de  zich  nog  in  ontwikkeling  bevin- 
dende inlandsche  nijverheid  behoeft.  Hoe  meer  deze  dan 
ontluikt,  des  te  gemakkelijker  zal  het  haar  vallen,  met 
het  buitenland  te  wedijveren,  en  des  te  lager  kannen  dan 
ook  de  gemelde  regten  gesteld  worden,  des  te  spoediger 
kunnen  zij  geheel  verdwenen;  ja,  dit  moet  ten  laatste 
geschieden,  om  der  nijverheid  niet  den  noodigen  prikkel 
te  ontnemen,  en  se  in  vadzigfaeid  en  achteloosheid  te  la- 
ten verzinken.  Groot-Brittanje  kan  ten  deze  als  voorbeeld 
worden  aangehaald.  In  vroeger  tijdeti  voorzagen  Duitsche 
en  Belgische  kooplieden  Engeland  met  lakens.  Edward  III. 
liet  eerst  Vlaamsche  lakenbereiders  in  het  land  komen ,  en 
toen  er  een  toereikend  getal  weefstoelen  aan  den  gang  wa- 
ren, vaardigde  hij  een  verbod  uit  tegen  het  dragen  van 
vreemde  lakens.  Edward  IY.  verbood  derzelver  invoer 
geheel,  en  Edward  VI.  voltooide  het  aangenomen  stelsel 
door  opheffing  der  privilegiën,  verleend  aan  het,  in  12S0 
te  Londen  gegrond ,  kantoor  der  Duitsclie  kooplieden 
{Siahihof)  genaamd.  —  In  1354  voerde  Engeland  voor 
277,000  pond  sterling  aan  laken  uit,  onder  Jacob  I.  reeds 
voor  2,000,000  pond  sterling.  Toenmaals  werden  de  lakens 
meest  naar  België  uitgevoerd  en  aldaar  geverwd  en  voltooid. 
Onder  Karel  I.  hield  ook  dit  op.  In  1603  bedroeg  de  uit- 
voer der  wollen  waren  ^^^  van  den  geheelen  uitvoer,  en  aldra 
liad  Engeland  de  Hanseaten  op  de  markten  van  Rusland , 
Zweden,  Noorwegen  en  Denemarken  geheel  verdrongen. 

In  Oostenryk  ontwaart  men  eencfki  soortgelijken  loop  van 
zaken.  Reeds  in  1045  waren  er  aanmerkeUjke  gilde-pri- 
vilegiën  aan  de  Boheemsche  laken-fabrijkanten  verleend 
geworden.  In  1579  kwam  de  eerste  lakenfabrijkant,  Urban 
UoFFiiANN,  uit  Seiderberg  in  de  Lausitz,  naar  Reichen- 
berg,  en  vele  anderen  volgden  hem.  Den  6«  Jnlij  1592 
werd  er  bepaald  dat  geen  buitenlanders  op  de  jaar-  en 

16 


Digitized  by 


Google 


238 

weekmarkten  Treemde  lakens  bij  de  el  zonden  mogen  af* 
snijden,  en  dexe  bepaling  werd  den  14«  Junij  1614  her- 
nieuwd. Toen  EuBABETH  van  Engeland  aan  de  Hanaeste- 
den  bare  voorregten  benam,  werden,  den.l«  September 
1597,  al  de  Engelsche  kooplieden  uit  Oostenryk  gebani 
en  roet  beslagname  hunner  lakens  bedreigd,  byaldien  de 
niet  binnen  drie  maanden  weggebragt  waren*  Te  Lins 
ontstond  de  eerste  lakenfabriek ,  welke  aanving  lakens 
naar  Engelsche  en  Nederlandsche  manier  te  Tervaardigeo. 
Zij  werd  in  1660,  1672  en  1682  met  menigerlei  privile- 
giën begiftigd,  en  in  1694  voor  een  «Keiserligk  weric" 
verklaard*  Den  3e  October  1697  werd  de  aankoop  van 
buitenlandsche  lakens  verboden,  hoewel  den  18^  Maart 
1699  dit  verbod  gewijzigd  werd  in  voege,  dat  de  Neder- 
Oostenrijksche  kooplieden  jaarlijks  2000  staks,  de  Opper- 
Oostenrijksche  jaarlijks  400  stuks  uit  de  geelde  Lin- 
zer  fabrijk  betrekken  moesten,  doch  de  meerdere  behoefte 
met  buitenlandsche  waren  zouden  mogen  dekken.  Deze 
bepaling  werd  in  'de  patenten  van  22  January  1715,  22 
Januanj  1717,  6  November  1727,  en  18  Julij  1734  her- 
nieuwd. Den  12e  Augustus  1754  werden  de  vreemde  wol- 
len waren  met  een  inkomend  regt  van  30o/o  op  de  waarde 
bezwaard.  In  het  toltarief  van  1766  is  op  de  bnitenlando 
sche  lakens,  naar  gelang  van  kleur  en  fijnheid «  een  con- 
sumde-regt  van  27  kreutzers  tot  1  gulden  30  kreutzers 
per  pond,  en  op  andere  wollen  waren  een  consumtie-regt 
van  24  tot  120  gulden  per  centner  gesteld.  Later  werd 
de.  in  voer  dezer  waren  weder  geheel  verboden,  en  slechts 
>tot  eigen  gebruik'*  doch  steeds  onder  hooge  regten  ge- 
oorlpofd.  Tegenwoordig  betaald  de  ruwe  wol  een  inko- 
mend regt  van  30  kreutzers  en  een  uitgaand  regt  van  1 
gulden  per  centner.  De  uitvoer  naar  Hongarije  is  vr(j. 
Wollen  garen,  ruw  en  ongeverwd,  is  onderhevig  aan  een 
inkomend  regt  van  5  gulden  het  centner;  gedraaid  en  ge* 
verwd  betaalt  het  een   regt   van   7[  gulden  het  centner^ 


Digitized  by 


Google 


23d 

hg  den  uiUroer  1)etaBk  garen,  zonder  ondergcheid,  25 
krentzers  per  centner.  Vreemde  wollen  waren  sijn  buiten 
haodel  gesteld.  Worden  zg,  met  bijzondere  bewilliging « 
tot  eigen  gebruik  ontboden,  zoo  betaten  zij:  fijne  waar  1 
galden  50  kr.  per  pond;  shalls  36  kr.  van  iederen  gulden 
waarde;  gemeene  waar  40  krentzers  per  pond;  gebreide 
waren  eveneens  40  krentzers  per  pond.  Deze  regten  z^n^ 
in  weerwil  der  vermindering ,  welke  zij  in  1840  ondergin- 
gen, (van  3  gulden  36  kr.  op  fijne,  en  1  gulden  12  kr. 
op  geneene  en  gebreide  waren)  nog  steeds  zoo  hoog  (be« 
dragende  meer  dan  60<)/o  der  waarde),  dat  zij  den  ijver 
der  fabrij  kanten  allen  prikkel  benemen,  en,  ge  volgelij  k, 
nadeelig  werken  op  dezen  tvk  van  nijverheid.  —  Het  uit- 
gaand regt  daar  en  tegen  is  onbeduidend,  en  beeft  geen 
invloed  op  hef  verkeer. 

De  Oostenrijksche  nijverheid  verwerkt  hoofdzakelijk  in- 
landsche  wol;  er  wordt  echter  eene  niet  onbeduidende 
boeveelheid  gemeene  Turksche  wol  ingevoerd,  wier  waarde 
niet  hooger  geschat  kan  worden  dan  op  40  gulden  het 
centenaar;  de  invoer  wordt  -dan  ook  ver  overtroffen  door  den 
nitvoer,  gel^k  blijkt  uit  de  volgende  overzigten: 


Be  invoer  van  ruwe  wol  bedroeg: 


JToêVteOuid. 

Waarde. 

Bedrag  der  regten. 

In  1831  38,593  centen. 

;  1,543,720  gulden 

;  19,296  fl.  30  kr. 

>  1832  41,210        > 

1,648,400       » 

20,605  > 

>  1833  48,982        > 

1,959,280       » 

24,691  » 

>  1834  45,226        » 

1,809,040       > 

22,613  » 

>  1835  46,993        > 

1,879,720       > 

23,496  >  30   > 

>  1836  41,295        > 

1,651,800       » 

20,647  »  30   > 

.  1837  41,706        » 

1,668,240        > 

20,853  > 

»  1838  48,050        » 

1,922,000       > 

24,025  » 

>  1839  50,562        » 

2,022,480       > 

25,281  » 

*  1840  36,153        > 

1,446,240       . 

18,078  ». 

Digitized  by 


Google 


240 


IToeteelktid.  Waarde.  Btirag  d»r  r»ftem, 

la  1841  46,060 centenaars;  1,842,400  golden;  23,030  fl.  kr. 
»  1842  52,164  »         2,082,560       »        26,026  » 

»  1843  53,444  »         2,137,760       >       26,722  » 

Van  deze  53,444  centenaan,  des  jaan  1843,  kwamen  er 
26,211   uit  Tnrkge 
9,908     >     Rusland 
12,757  over  Venetië 
1,111     »    Triest 

Daarentegen  beliep  de  uitvoer  van  ruwe  wol: 


ffotvttlheid.  Waarde.  Betbragdêrr^ten. 

In  1831   83,244centenaar8;  6,659,520  golden;   83,244  gold. 

10,151,840       »  126,898 

9,936,080       >  124,451 

8,442,080       »  105,526 

8,794,880       »  109,936 

14,449,280       »  180,616 

8,023,200       >  111,540 

13,189,760       »  164,872 

11,807,920       »  147,599 

11.366,048       »  142,081 

13,375,200       >  167,165 

9,459,200       »  118,071 

9,273,440       »  115,918 

Waarbij  de  waarde  van  het  centenaar  op  80  golden  ge* 

schat  wordt  en  het  uitgaand  regt  1  gulden  het  centenaar 

bedraagt. 

De  uitvoer  beliep  in  1843: 


1832  126,898    » 

1833  124,451    > 

1834  105,526    » 

1835  109,936    » 

1836  180,616    > 

1837  111,540    » 

1838  164,872    » 

1839  147,599    » 

1840  142,081    » 

1841  167,190    » 

1842  118,240    » 

1843  115,918    » 

naarZaid-Dirit8chIand49,304centenaar8] 
3     Saksen  45,837        »       y^V' 

»     Prnissen  10,631         >      ) 


o  van  den  ge- 
heelen  uitToer. 


Digitized  by 


Google 


941 

Daarvan  gaal  het  meeste  over  Hamburg  naar  EngèlancT 
en  over  Frankfort  aan  den  Mein  naar  de  Nederlanden  en 
Frankrijk. 

De  doorvoer  van  wol  bedroeg  in  1842: 

Uit  Rittlandy  over  Brodij,  naar  Pruissen,  19,141  centenaars 

>  >  »         >        >    Krakau,      1,315        > 

>  >  >         >        »    Zuid-Dait8chK74       > 

>  >  »         »        »    hetKustland,    26       > 

20,829 

uit  Tark(je  naar  Zuid-Daitschland,         7,090       » 
»        »  >     Sakse,  2,535       » 

»        »  »     het  Knstland,  3,045       » 

13,773 

uit  Italië  naar  andere  Italiaansche  Staten  en  Zwitserl.  3,307 
over  Venetië  naar  Italië,  Zuid-Duitschl.  en  Zwitserl.  8,510 
nit  Rusland  over  de  Zeekust  en  andere  grenzen  •  •  894 
overige  doorvoer •    742 


te  zaraen    48,055  es.. 

Ter  waarde  van  2,883,300  gulden  conventions-munt,  en 
met  een  doorvoerregt  van  3,243  gulden,  30  kreuUers. 

Uit  de  bovenstaande  tafel  blijkt,  dat  de  nitvoer  van 
ruwe  wol  nog  steeds  zeer  aanmerkelijk  is  (1),  ofschoon 
in  den  laatsten  tijd  de  verzending  naar  Engeland  veel  ge- 
ringer was,  en,  bij  toenemend  verbruik  der  Koloniale 
wol,  vermoedelyk  nog  meer  verminderen  zal.  Als  men 
den  uitvoer  der  ruwe  wol  vergelijkt  met  den  later  te  vee- 
melden  uitvoer  der  wollen  waren ,  zoo  zal  men  zien ,  dat 
de  fabricatie  der  laatste  nog  veel  zou  kunnen  toenemen, 
en  dat  er  zich  inzonderheid  nog  een  uitgestrekt  veld  op- 
doet voor  den  omzet  van  wollen  waren  tegen  Overzeesch» 


(1)  Dezclfe  bedraagt  ongereer  ^  der  bionenlandt  geteelde  wol,  zOo- 
dal  er  ^  in  het  rijk  refwerlu  wordt. 


Digitized  by 


Google 


242 

prodacten.  Overigens  is  een  groot  gedeelte  der  in  de 
Duitsche  en  Slavonische  provinciën  van  Oostenrijk  ver-- 
werkte  wol  een  voortbrengsel  van  Hongarije.  De  invoer 
over  de  grens,  die  Hongarije  van  de  andere  landen  scheidt, 
bedroeg: 

Hoeveelheid,  Waarde,  Tolregt, 

In  1881  229, 123  centenaars;  18,329,8400.  57,280  fl.  45  kr. 

>  1832  263,035        >  21,042,800  »  65,758    »   45    > 

>  1833  245,384        »  19,630,720  »  61,846   > 

»  1834  190,361  >  15,228,880  »  47,690  >  15  » 

»  1835  221,309  »  17,704,720  »  55,327  »  15  » 

»  1836  248,420  »  19,873,600  »  62,105  > 

>  1837  210,909  >  16,872,720  >  52,727  »  15  * 
»  1838  267,834  »  21,426,720  >  66,958  »  30  » 
»  1839  226,467  »  18,117,360  »  56,616  »  45  » 

>  1840  237,740  »  19,019,200  >  59,435  > 

*  1841  257,235        *  20,578,800  »  64,308    »   45    » 

>  1842  240^669        >  19,253,520  »  60,167    »    15    » 
Van  die  240,669  centenaars,  des  jaars  1842,  gingen  er 

126,378  naar  Neder-Oostenrijk ;  99,800  centenaars  naar 
Moravie  en  Silezie;  14000  centenaars  naar  Gallicie.  —  De 
invoer  van  wol  uit  Hongarije  bedraagt  82o/o  van  den  ge- 
heelen  invoer  uit  dat  land  naar  de  overige  provinciën  des 
Keizerrijks.  De  uitgevoerde  Wol  is  ineerendeels  van  fijne 
soort;  in  het  land  zelf  worden:  bijna  uitsluitend  grove 
soorten  verwerkt. 

De  gezamentlQke  wolverwerking  des  Rijks,  met  uitslui- 
ting van  Hongarije,  werd  in  1841,  in  de  volgende  werk- 
plaatsen van  nijverheid  gedreven: 


Digitized  by 


Google 


243 


Zelfstandige   faliqiLen. 


Sorteren  en  wuschen  van 
wol 

Spinoer^en  van  ftrgk  ga- 
ren.     

Spinnerijen  van  kamgaren. 

Laken  fabrgken 

Fabryken  van  andere  wol- 
len waren 

Shawl  fabrijken 

Tapijt  fabrijken 

Fabr^ken  Tan|  katoen  en 
paardendekens 

Fabr^ken  van  har  reis  en 
wollen   band 

Wolverwerijen 

Fabrijken  van  Tmrksche 
kampen 

Fabrijken  van  gebreide 
wmren  (Strwmpf  wir- 
herwaren  /abriehen)  in 
wol,  z^de,  katoen  en 
linnen* 


4 


I 


& 


Zti 


12  18 

Ui— 


6,152!63|  2\  4| 


Ï28,3A\  81  8 


4^ 

ë 


3321 


04 


S 


In  kei  voormelde  jaar  1841 ,  werden  vervaardigd: 


stukken 
InNeder-Oostenrijk 

>  Opper-Oostenrijk  9,000 
»  Stiermarken  en  lil  jrie  30,000 

>  Tirol  30,000 

>  Bobemen  456,000 
»  Moravie  en  Silezie  705,000 
1  GalUcle  15,000 
» Lombardge  31,000 

>  Tenetie  31,000 


wegende  uit  centenaars  wol     waard 

382,000;    27,000  centenaars;  26,000 ;     7,365,000  gulden 


Te  zamen 
In  Dalnutie 

Transporteren 


2,500 
7,000 
7,000 
76,000 
125,000 
4,000 
7,000 
7,000 


1,689,000    261,600 
6,000 


3,000 

10,000 

10,000 

125,000 

198,000 

6,000 

13,000 

13,000 


350,000 

1,060,000 

660,000 

16,820,000 

30,884,000 

760,000 

900,000 

900,000 


403,000     69,679,000 
650,000 


266,500 


60,229,000 


Digitized  by 


Google 


244 

Tranjport  tM,600  eO,aM,000  gnldm 

In  Hongarije  70,000                                     6,000,000       » 

»  Sevenbergen  25,000                                       1,800,000       » 

»  de  Militaire  grens  14,000                                      1,200,000      » 

Te  zamen  875,600  08,229,000      » 

Hierbij  komen  nog: 

Tan  wege  de  fabrijkatie  van  Shawls 6,400,000       » 

»       »       »  »  »    gebruikte   waren 8,000,000       » 

»       »       »  »  >    Turksche   kappen 1,500,000       » 

76,120,000       • 
Hiervan  werden  buiten  's  lands  verkocht  voor "•  .  .    6,400,000       > 

69,720,000       » 
De   behoefte  des  legers  werd  gedekt  met 1,450,000       » 

68^79,000       » 

De  Oostenrijksche  lakenfabrijkatie  heeft  haren  hoofdze- 
tel in  Bohème,  Moravie  en  Silezie.  Het  stadje  Reicben- 
berg,  in  het  Bunzlauer  district,  Brunn  en  Iglao  in  Mora- 
vie, en  BieÜtz  in  Silezie  zijn,  om  zoo  te  zeggen,  hare 
centraal-punten. 

In  1579  vestigde  zich,  gelijk  boven  reeds  vermeld  is, 
de  eerste  lakenmaker  te  Reichenberg.  In  1638  telde  men 
er  reeds  ongeveer  100;  in  1657:  150,  en  in  1750:  340. 
In  1775  bereikte  hun  getal  500,  en  in  1785:  600  mees* 
ters.  In  1787  gingen  er  aanzienlijke  verzendingen  van 
fijne  lakens  naar  Zwitserland  en  Italië;  in  1796  werden 
er  35,534  stukken  laken,  ter  waarde  van  2,353,030  gal- 
den, en  in  de  jaren  1796  tot  1805,  gemiddeld  55—60,000 
stukken  ter  waarde  van  4,000,000  gulden,  vervaardigd. 
In  1813  had  er,  wel  is  waar,  eene  aanmerkelijke  crisis 
plaats;  maar  vlijt  en  opmerkzaamheid  bragten  de  laken- 
fabrijkatie weder  op  eene  hoogte,  welke  zij  zelf»  in  de 
gunstigste  periode  van  vroegeren  (ijd  niet  bereikt  bad. 
Men  telde  in  1820:  1017  meesters  lakenmakers  roet  495 
weefstoelen,  die  56,572  stuk,   ter  U aarde  van  2,828,600 


Digitized  by 


Google 


245 

gulden,  veryaardigden ;  in  1826:  1160  meesters  lakenrao- 
kers  9  met  585  weefstoelen ,  die  42,954  stnk ,  ter  waarde 
van  3,545,705  galden,  in  1841  drie  landsfabrijken  en  1300 
meesters  lakeomakers,  met  1400  weefstoelen,  die  70 — 
80,000  stokken ,  ter  waarde  van  4,000,000  galden ,  leverden. 

Het  verbraik  van  wol  bedroeg  in  1820:  14,143  cente- 
naars, in  1826: 16,886  centenaars,  in  1841:  40,000  centenaars, 
die  in  39  str^kgaren-spinnerijen ,  met  54,000  spindels  tot 
strijkgaren  versponnen  werden.  De  spinnerij  en  laken- 
fabrijkatie  gaf  werk  aan  meer  dan  9000  menschen,  die  IJ. 
millioen  gulden  arbeidsloon  bekwamen.  Ook  de  vervaar- 
diging van  andere  wollen  waren  is  te  Reichenberg  zeer 
aanzienlijk,  en  levert  ongeveer  140,000  stuk,  ter  waarde 
van  3,000,000 

Na  Reichenberg  komt  Gablouz,  een  belangrijk  Manufac- 
tnur-stadje  met  twee  lakenfabrljken  en  meer  dan  100 
lakenmakers,  die  jaarlijks  5000  centenaars  wol  verwerken 
en  daaruit  12000  stuk  geplette  waren,  ter  waarde  van 
600,000  voortbrengen.  Onder  de  elders  gelegene  fabrijken 
munten  die  van  Oberleutensdorf  en  Senftenberg  uit,  door 
de  uitgebreidheid  harer  nijverheid.  Een  groot  aantal  af- 
zonderlijke lakenmakers,  voornamelijk  aan  de  Moravische 
grenzen,  vervaardigen  eene  aanmerkelijke  hoeveelheid  ge- 
meene  lakens,  welke  gedeeltelijk  in  het  land  verbruikt, 
gedeeltelijk  naar  Gallicie,  Italië  en  Zwitserland  verzonden 
worden. 

De  gezamentlijke  productie  der  geplette  waren  in  Bohème 
laat  zich  ongeveer  volgender  wijte  indeelen: 

Reichenberg     ▼ervaardij^  80,000  stok,    ter  waarde   ¥an   7,000,000   ^alde» 


Gablouz 

» 

12,000 

» 

» 

Oberleatensdorf 

9 

2,000 

» 

» 

Senftenberg^ 

» 

8,006 

» 

» 

De  overige  fa- 

brijken 

» 

14,000 

> 

» 

Transporteren 

» 

111,000 

» 

» 

600,000 
160,000 
180,000 

» 

9 

6d0,000 

» 

»      8,540,000 


Digitized  by 


Google 


240 

Transpon  Tcnraardigl  1 1 1 ,000  stolt ,  ter  waardt  ran  8,540,000  guldtn 

Afzonderl^ke  laken- 

makers  in  ReicHe- 

naa,   Wildensch- 

wert  en  Polna  »  25,000      »        »       »       »       780,000       » 

In  de  oTerige  streken         »  50,000      »        »       »       »    1,500,000       » 

Te  zamen  >         186,000      »        »       »       »  10,820,000       » 

Het  hiertoe  benoodigde  strijkgaren,  60,000  centenaars  in 
gewigt ,  wordt  slechts  voor  een  gering  gedeelte  door  hand- 
spinnerij gewonnen;  schier  de  geheele  hoeveelheid  wordt 
in  70  Spinnerijen  en  door  middel  van  verscheiden,  door 
afzonderlijke  fabrijken  of  lakenmakers  gebezigde  Spin- 
machines voortgebragt. 

De  vervaardiging  van  ongeplette  waren  geeft  almede, 
in  Bohème,  werk  aan  een  groot  aantal  fabrijken  —  waar- 
onder zich  de  Neugedeiner,  in  het  Klattauer  district  bij- 
zonder onderscheidt  —  en  aan  vele  afzonderlijke  wevers 
van  wollen  stoffen,  in  onderscheidene  oorden  des  lands: 

Men  rekent  op: 

Reichenberg  en  desselfs omstreken  170,000  stnk;  ter  waarde  van  3,000,000  g:alden 

Nengedein 12,000     »       »         »        »       500,000       > 

De  overige  fabrijken    ....     67,000     »       »         »        *  2,000,000       » 
De  afzonderlijke  venraardigers  van 

wollen  sloffen 20,000     »       »        »        »      600,000       » 

Te  zamen  260,000     »       »        »        »    6,000,000       » 

Deze  tak  der  wol-nij verheid  verbruikt  15  &  17,000  cente- 
naars strjjkgaren  en  9  üi  11,000  centenaars  kamgaren,  ter 
wier  voortbrenging  9  fabrijken  in  het  land  voorhanden 
zijn,  die,  op  14,200  spindels,  jaarlijks  4,860  centenaars 
leveren.  Het  overige  wordt  deels  uit  andere  provinciën, 
deels  van  buiten  's  lands  getrokken. 

Doch,  is  in  Bohème  de  wol  verwerking  aanmerkelijk, 
zij  is  het  nog  meer  in  Moravie  en  Silezie.  Brünn  alleen 
verbruikt  jaarlijks  ongeveer  50,000  centenaars  wol,  tér 
waarde  van  5,000,000  gulden;  deze  wol  wordt  in  32  Spin- 


Digitized  by 


Google 


247 

Derijen,  met  89,000  spindels,  yersponnen  tot  30,000  cente- 
naars strijkgarcn ,  7,500,000  gulden  waard.  Deze  hoeveel- 
heid garen,  met  uitzondering  van  omstreeks  888  centenaars, 
die  naar  Weenen  gaan,  wordt  in  Brünn  zelf  verwerkt,  en 
wel  door  IS  fabrijken  en  456  afzonderlijke  laken-  ea 
wollen  waren-makers,  welke  daaruit  190,000  stokken  laken 
en  andere  wollen  stoffen  vervaardigen,  wier'gezamentlijke 
waarde  geschat  wordt  op  13,289,000  galden  —  24  stoom- 
werktnigen,  met  262  paardenkracht,  zijn  bedrijvig  bij  de 
Brnnner  wol-nij verheid ,  welke  aan  meer  dan  18,300  per- 
zonen werk  geeft. 

Gelijk  Brünn  voor  de  fijne,  zoo  is  Iglan  het  middelpunt 
voor  de  voortbrenging  van  gewone  lakens  en  wollen  wa» 
ren.  Zijne  jaarlij ksche  behoefte  beloopt  60,000  centenaars 
wol,  die  nieerendeels  uit  Hongarije,  tegen  40  &  60  gul- 
den het  centenaar,  getrokken  en  in  50  Spinnerijen  met  onge- 
veer 96,000  spindels  tot  garen  versponnen  wordt.  De 
weverij  geeft  er  werk  aan  476  laken  makers  en  86  wol- 
lenwaren-wevers op  meer  dan  1200  stoelen.  De  gezament- 
Ujke  productie  bedraagt  ruim  250,000  stukken,  ter  waarde 
van  5,000,000  gulden. 

De  derde  fabrljlottad  van  beduidenis  }»  Bielitz,  bene- 
vens het  naburige  Biala,  alwaar  in  13  spinnerijen,  met 
34,000  spindels,  meer  dan  28,000  centenaars  Hongaarsche ,. 
Gallicische,  Russische  en  Silesische  wol,  ter  waarde  van 
2,000,000  gulden,  tot  19,000  centenaars  garen  versponnen, 
en  deze  tot  70,000  stuk  laken,  ter  waarde  van  4,000,000 
verwerkt  worden.  Het  lakenniakers-gilde  telt  er  210 
meesters  en  790  gezellen,  die  790  weefstoelen  aan  den 
gang  houden. 

Wijders  moet  er  worden  gewaagd  van  Wagstadt,  in  hel 
district  Troppau,  alwaar  twee  fabrieken  en  verscheiden 
lakenmakers  jaarlijks  21,000  stukken,  ter  waarde  van 
1^000,000  golden,  vervaardigen;  —  van  Neutitschein,  in« 
het   district  Prcvc^u,  met   cene  jaarlijksche  productie  van» 


Digitized  by 


Google 


248 

20,000  stuk,  ter  waarde  van  820,000  gulden;  van  JSgers- 
dorf  in  het  district  Troppau,  hetwelk  18,000  stokken  ter 
waarde  van  648,000  gulden,  hoofdzakelijk  ter  verzending 
naar  Italië,  Gallicie,  Hongarije  en  Zwitserland,  levert; 
verder  komt  Fielnek,  met  een  bedrag  van  15,800  stokken,  en 
Troppao,  met  eene  productie  van  15,000  stokken.  Uitste» 
kend  inzonderheid  is  de  fabrijk  van  fijne  lakens  te  Namiest, 
welke  reeds  van  1796  dagteekent  en  thans  175  weefstoe- 
len  aan  den  gang  houdt  en  aan  ongeveer  1,000  personen 
werk  geeft. 

Gallicie  bepaalt  zich  hoofdzakelijk  tot  de  voortbrenging 
van  gemeene  waar;  aan  de  Silezische  grenzen  echter  heeft 
in  den  laatsten  tijd  de  industrie  eenige  vorderingen  ge- 
maakt. 

Neder-Oostenrijk  bezit  slechts  ééne  lakenfabrijk  van 
beduidenis :  die  der  gebroeders  The  Losen  te  Ritterzfeld , 
welke  500  menschen  onledig  houdt  en  3000  stukken  serail- 
laken  ,  ter  verzending  naar  de  Levant  levert.  —  Veel  uit- 
gebreider is  in  deze  provincie  de  voortbrenging  van  onge- 
plette modewaren,  deels  uit  zuivere  wol,  deels  uit  wol 
met  katoen  en  zijde  gemengd ;  deze  waren  worden  voor- 
namelijk te  Weenen  of  in  deszelfs  omstroken  vervaardigd, 
of  althans  aldaar  geverwd ,  gedrukt,  geappreteerd  en  in 
den  handel  gebragt.  Men  schat  de  waarde  der  Weener 
Wolmanufactuur  (met  inbegrip  der  gemengde  waren)  op 
7,000,000  gulden. 

In  Opper-Oostenrijk  verdient  de  lands  fabrijk  te  Lins 
bijzondere  vermelding;  wel  is  waar  ving  zij,  in  1838  aan, 
zich  te  beperken  tot  de  fabrijkatie  van  tapijten  en  het 
drukken  van  wollen  waren,  doch  in  deze  takken  van  nij- 
verheid heeft  zij  dan  ook  uitmuntende  voortbrengselen 
geleverd. 

Stiermarken,  Karinthie,  Krain  en  het  Kustland  bepalen 
zich  tot  de  vervaardiging  van  gemeen  laken,  kotzen  en 
piaarden  dekens,  slechts   de  fabrijk  der  gebroeders  Mqbo 


Digitized  by 


Google 


249 

te  Vietring  bij  Klagenfart,  heeft  sieh  roem  verworten. 
Hare  fijne  lakens  en  casimieren  behooren  onder  de  mann- 
facturen  van  den  eersten  rang,  en  hebben  op  de  laatste. Ber- 
lijnsche  tentoonstelling  aan  de  bezitters  der  fabrljk  den 
Rooden  Adelaar  verschaft. 

In  Tirol  bloeit  nog  steeds  de  fabrijkatie  Fan  tapijten  en 
tafelkleeden ;  ook  wordt  er  door  de  landlieden  veel  onge- 
plette, langharige  stoffen  voor  eigen  gebmik  vervaardigd* 

In  het  Lombardisch-Venetiaansche  Koningrijk  heeft  de 
lakenmanufactnur  bij  toenemenden  landbouw  en  zijdeteelt» 
veel  van  hare  voormalige  beduidenis  verloren.  Wel  is 
waar  wordt  er,  behalve  de  in  het  land  geteelde  Wol,  ten 
bedrage  van  22,000  centenaars,  nog  ongeveer  4000  centenaars 
Maudonische  wol  verwerkt;  doch  meerendeels  voor  ge-- 
meene  lakens  tot  huiselijk  gebruik,  tot  viltstof  voor  de 
papiermolens,  en  tot  bed-  en  paarden  dekens.  De  fijne 
waren  worden  uit  de  overige  provinciën  getrokken,  en  op 
de  jaarmarkt  van  Bergaroo  alleen  worden  40 — 50,000  stukken 
laken  en  24 — 30,000  stukken  wollen  waren,  ter  waarde  van 
3][^  &  4  millioen  afgezet. 

Dalmatie  voorziet,  voor  het  grootste  gedeelte,  zelf  in 
zijne  behoefte  van  gemeene  waren,  matrozen-mantels,  enz. 
aan  fijnere  waren  worden  466  centenaars  meer  in-  dan  uit- 
gevoerd. 

In  het  militaire  grensland  bezit  big  na  ieder  huis  een  of 
meer  weef  stoelen,  waarop  wit,  grijs,  zwart  en  donker 
blaauw  laken  geweven  wordt*  Bijzondere  vermelding  ver- 
dienen de  tapijten  ,  voorschoten  en  gordels  der  Clementi-. 
ners,  die  zich  door  schoonheid  van  kleuren  en  duurzaam- 
heid onderscheiden.  In  Hongarije  kon,  in  weerwil  van 
de  menigte  en  goedkoopheid  der  voorhanden  grondstof,  de 
laken-fabrijkatie  zich  nogtans  niet  regt  vestigen.  De  be- 
langrijkste fabrijk  bestaat  te  Gaes,  in  het  Nesgrader  graaf- 
schap, die  evenwel  geene  vergelgking  kan  doorstaan  met 
de  voornamer  fabrijken  der  overige  provinciën.    In  Giinz , 


Digitized  by 


Google 


250 

Oedenbnrg,  Modern  vindt  men  vde  afsonderl^Jke  laken- 
makers;  doch  hunne  voortbrengsels  xijn  meest  van  grovere 
soort.  Hetzelfde  geldt  van  Zevenbergen,  waar  echter  de«e 
tak  van  nijverheid  met  veel  vlijt  gedreven  wordt.  Alleen 
ter  vervaardiging  van  kotzen  bestaan  er  76  fabrijk-inrig- 
tingen,  en  blaauw  Halina-Iaken  wordt  ook  naar  Moldavië 
en  Wallachije  uitgevoerd. 

Een  bijzondere,  buitengemeen  belangrijke  tak  van  wol- 
nijverheid  is  de  shawlweverij,  die  alleen  te  Weenen  en 
deszelfs  omstreken  haren  zetel  heeft.  Vijf  fabrijken  en 
208  shallwevers  vervaardigen,  op  2624  weefstoelen^  jaar- 
lijks 400,000  stuks,  ter  waarde  van  3,400,000  gulden. 
Er  wordt  beweerd ,  dat  de  Weener  shalls  in  schoonheid 
•Tan  teekening  en  fijnheid  van  weefsel  weinig  achterstaan 
bij  de  Parijsche.  Zij  worden ,  in  weerwil  der  hooge  4oI- 
regten,  waarmede  zij  buiten  's  lands  bezwaard  zijn,  naar 
Italië,  Duitschland,  (voornamelijk  naar  de  Leipziger  jaar- 
markt) ja  zelfs  naar  Noord-Amerika  uitgevoerd,  en  zeer 
goed  afgezet. 

De  vervaardiging  van  gebreide  (geweven)  waren,  kou- 
sen, handschoenen,  mutsen,  borstrokken  enz.,  bloeit 
eveneens  het  meest  in  Bohème  en  Moravie;  men  schat  de- 
zelve op  eene  waarde  van  3,000,000  gulden,  waarvan  er 
2,300,000  op  Bohème  komen. 

Eindelijk  moet  ik  nog  gewagen  van  de  Turksche  kap- 
pen (fühs).  De  7  oudste  fabrijken  derzelve  bestaan  te 
Venetië,  en  geven  werk  aan  1230  arbeiders;  zij  vervaardigen 
ongeveer  80,000  dozijn,  ter  waarde  van  400,000  gulden. 
Twee  fabrijken  te  Weenen  leveren  40,000  dozijn,  in  ééne 
t^  Brunn  8000  dozijn.  Het  uitgebreidst  echter  is  deze  tak 
van  nijverheid  in  de  Boheemsche  stadjes  Strakonitz  en 
Pisek,  welke  216,300  dozijn  ter  waarde  van  734,200  gul- 
den vervaardigen. 

Wendt  men  nu  den  blik  op  het  buitenlandsch  verkeer 
in  wollen  garen  en  wollen  waren,  zoo  vindt  men  dat, 


Digitized  by 


Google 


251 
de  uitvoer  Tan  garen  bedroeg : 


plat  en  ongeverwd       gedraaid  en  gewonden. 

Ia  1831     204  centenaars   41  centenaars. 


»  1832  225 

» 

26 

»  1833  362 

> 

31 

>  1834  196 

> 

137 

»  1835  233 

> 

92 

»  1836  416 

> 

142 

»  1837  344 

> 

77 

>  1838  267 

» 

139 

»  1839  716 

> 

141 

»  1840  265 

» 

88 

>  1841  640 

> 

395 

>  1842  1253 

» 

193 

De  uitvoer  van  wollen  waren: 

F^n*  vaar.  Grov*  icaar.        Oeireide  waren.        Skaüs, 

1831  21,296  centenrs  ;  2049  centn.  185  ceoto. 

1832  24.214  >  2816  » 414  » 

1833  22,458  »  3555  > 681  > 

1834  19,097  »  3183  » 559  » 

1835  20,842        >  2281  > 535  > 

1836  25,536  >  2755  > 163  » 

1837  21,488  .  3323  » 778  > 

1838  25,033  >  4117  > 633  » 

1839  18,108  >  5596  >  4285  centn.  1027  > 

1840  13,461  »  5567  >  4778      »        848  > 

1841  11,858  »  6421  »  4441      >      1020  » 
1S42  13,885  >  7431  >  4820     »      1038  » 

Het  verkeer  met  Hongarije  geschiedde  in  de  volgende 
verhonding: 


Digitized  by 


Google 


252 
Uitvoer  naar  Hongarije: 

Wolgwren.      FSjne.        Grove,  Gthreide, 

WoUe-waren, 

1835  344;  20,121;     4445               »        centenaars 

1836  427  19,378      4996               >  > 

1837  441  18,999      4463               »  » 

1838  450  22,318      5574               >  » 

1839  572  18,114      9717  3611  > 

1840  578  15,842  11,098  5846  » 

1841  508  12,756  13,121  6452  > 

1842  625  12,684  12,794  6321  * 
In  het  geheel  werd  er  in  1842  uitgevoerd: 

Centnera;      ter  vaarde  van;      waarvan  betaald  aan 

tolregten, 

Wollen  garen  1,446;      264,140  gulden      602  galden 

Fijne  wollen-warenf  13,885    4,165,500       »       5,785       » 
Gemeene      »  7,431        817,410      »        3,096       > 

Gebreide  waren         4,820        530,200       »  502       » 

Shalls  1,038     1,557,000       »  432       » 


28,620    7,334,250       »     10,417       > 

Daarvan  gingen  6,870  centenaars  fijne  wollen-waren  naar 
Turkije,  3,365  centenaars  over  Triest;  1653 centenaars  naar 
Zuid-Duitschland;  3,387  centenaars  grove  waar  naar  Turkije;^ 
1,399  centenaars  over  Venetië;  Shalls  bijna  uitsluitend  naar 
Duitschland. 

De  doorvoer  bedroeg:  aan  wollen  garen  166  centenaars, 
ter  waarde  van  16,600  gulden,  met  tolregten  van  73  gul- 
den 48  kreutzers;  aan  wollen-waren  25,999  centenaars,  ter 
waarde  van  6,499,750  gulden,  met  tolregten  van  11,380 
gulden  3  kreutzers. 


Digitized  by 


Google 


253 
De  uitvoer  naar  Hongarije  bedroeg: 

Centenaars        ter  waarde  van  tolregten. 

Aan  wollen  garen         625 ;     121 ,880  gulden     2,21 4  galden 
Fgne  wollen-waren  12,684  3,805,200       »      68,705      » 
Gemeene      >  12,794  1,407,340       »      S7,316      » 

Gebreide      >  6,921      695,310       »        5,926      » 

30,424  6,029,730       »     114,161      » 

In  den  laatsten  tijd  heeft  zich  in  Hongarije  eene  partij 
geTonnd,  welke  de  inlandsche  niJTerheid  tot  eiken  prijs 
wil  bevorderen.   Deze  partij  verlangt  nu  ook  beschermende 
regten  voor  de  inlandsche  fabrijkatie,  en  wel  bij  zonderlijk 
voor  de  wollen-waren.    Ziende  dat  de  Regering  hare  vor- 
deringen ten  deze  niet  vervulde,  zoo  poogde  zij  zich  zelve 
een  verbodsstelsel  van  invoer  te  scheppen ,  door  hare  leden 
te  verpligten  zich  uitsluitend  van  Hongaarsche  voortbreng- 
selen te  bedienen.    Dit  middel  echter,  welks  voorstanders 
reeds  aanmerkelijk  zijn  verminderd  en   verflaauwd,   was 
ook  wel   niet  geschikt   ter  bereiking  van  het  aangegeven 
doel;  want,  zullen  beschermende  regten  en  verbods wetten 
gunstig  werken,  zoo  moeten  ook  de  overige  vereischten 
ter  ontwikkeling  eener   krachtige   nijverheid   voorhanden 
zgo.    Hongarije  nu  heeft  reeds  boven  de  overige  provin* 
cien  goedkoopheid   van  grondstof,   goedkoopheid  van  ar- 
beidsloon en  besparing  van  aanvoer  kosten  voor;  doch,  als 
des  niet  te  min  zijne  fabrijken  zich  niet  verheffen  en  met 
die  der  overige  monarchie  wedgveren  kunnen ,  zoo  moeten 
de  hindernissen  harer  opkomst  wel  inniger  zijn,  dan  dat  zij 
door  beschermende  regten,   als  met  een  tooverslag  op  te 
raimen  waren.    Waar  de  bevolking  nog  zoo  dun  gezaaid 
is,  gelijk  in  HongarQe;  waar  het  aan  straatwegen  en  an- 
dere middelen  van  gemeenschap  ontbreekt;  waar  geen  wei- 
gezeten en  ondernemende  middelstand  aanwezig  is;  waar 
«*ndel   en  nijverheid   geene  achting  genieten;   waar  het 

17 


Digitized  by 


Google 


254 

fltadflwezen  nog  in  sQne  ki»dsheid  verkeert ;  waar  de  reg- 
ten  door  geene  goede  wetten  verzekerd  zijn ,  en  zich  ge- 
volgelijk  geen  krediet  kan  vestigen ;  waar  nog  zoo  weinig 
kennis  onder  de  geringe  standen  verspreid  is;  daar  sol- 
len bescfaemende  regten  bezwaarlQk  de  gooden  vruchten 
der  nijverheid  doen  rijpen. 

Geen   onbevooroordeelde ,   geloof  ik,    zal  dit  gevoden 
betwisten,  en  de  tijd  zal  deszelfs  jaistheid  bevestigen. 


Digitized  by 


Google 


Bedragen  voor  de  Nijverheid,  bepaaldelijk  ten  aan%ien 

van  de  Kunsten ,  Handwerken ,  Fabrijken  ,  Trafijken , 

den  Koophandel y  de  Zeevaart  en  de  Visscherijen. 

Opgemaakt  uit  de  Mededeel! ngen  der  Deparlemenfen  en  Leden- 
Correspondenten  der  Nederlandsche  Maatschappij    ter  be- 
vordering van  Nijverheid. 


He  mededeelingen ,  die  de  Maatsehapp^  betrekkelijk 
het  jaar  1845 ,  over  dit  onderwerp  ontving,  werden  haar 
to^ezonden : 

Uit  Zuid-Holland,  door  het  Departement  Delft,  Lei- 
den en  Gouda;  uit  Noord- Holland ,  door  den  Heer  A. 
Perk,  te  Hilversum,  en  het  Departement  Wormerveer  en 
Zaandijk;  nit  Overijssel,  door  het  Departement  Deven^ 
ter  en  den  Heer  B.  W.  Blijdenbtein ;  uit  Groningen, 
door  de  Heeren  8.  P.  tan  dbr  Tuuk  ,  te  Bellingwolde , 
H.  H.  DE  Haan,  te  Helium,  en  J.  C.  Billroth,  te 
Noordhom. 

Het  Departement  Delft  berigt  het  volgende: 

De  Commiisie  van  Kansten,  Handwerken  en  Fabrijken 

IS 


Digitized  by 


Google 


256 

van  het  Departement  Delft  der  Maatschappij  ter  bevor- 
dering van  Nijverheid ,  hebbende  willen  voldoen  aan  de 
vereerende  uitnoodiging  van  Heeren  Bestnardera  van  gemeld 
Departement,  tot  het  verzamelen  van  bijdragen  wegeni  den 
staat  der  Fabrijken,  heeft  bij  deze  de  eer  te  berigten, 
dat  zij  slechts  ten  deele  in  deze  hare  pogingen  heeft 
kunnen  slagen,  aangezien  een  groot  getal  der  belangheb- 
benden tot  hiertoe  in  gebreke  is  gebleven  hunne  beloofde 
bijdragen  in  te  zenden.  Zij  kan  zich  dus  niet  anders  dan 
tot  eenige  bijzonderheden  bepalen ,  waarvan  de  juiste  op- 
gave ter  harer  kennisse  is  gekomen. 

Betreffende  de  Kunsten  valt  niets  te  vermelden,  dan 
dat  de  bij  ons  bekende  en  reeds  vroeger  met  lof  genoemde 
Kiinstoefeaaren ,  onze  stad  tot  een  blijvend  sieraad  ver- 
strekken. 

Met  de  Handwerken  is  geene  de  minste  vooruitgang 
bespeurbaar  geweest,  vermits  er  geene  werken  van  eenig 
aanbelang  zijn  ondernomen  noch  voortgezet,  zoodat  de 
nijvere  ambachtsman  schaarsch  zijn  onderhoud  heeft  kun- 
nen vinden.  De  langdurige  winter  zou  voor  vele  vlijtige 
ambachtslieden  zeer  noodlottig  zijn  geweest,  was  het  niet, 
dat  de  Regering  dezer  stad,  ondersteund  door  milde  bij- 
dragen der  ingezetenen,  daarin  op  eeae  loffelijke  wijze 
had  voorzien ,  door  het  slechten  van  een  gedeelte  der  stads 
Vesten,  ten  einde  die  aan  te  leggen  tot  eene  aangename 
wandelplaats  voor  de  Burger^;  door  welk  middel  een 
aantal  van  nagenoeg  zeventig  vaders  van  huisgezinnen  werk 
en  brood  hebben  bekomen,  en  alzoo  den  aanhoudenden  wiA^ 
ter  met  minder  kommer  dan  anders  hebben  kunnen  door* 
staan. 

De  Fabrijken,  behalve  enkele  na  te  melden  uitzoade> 
ringen,  blijven  steeds  in  eenen  staat  van  kwijmng,  zoo 
niet  van  achteruitgang  verkeeren.  De  redenen  daarvan 
heeft  Uwe  Commissie  in  haar  rapport  over  bet  jaar  1844 
trachten  op  te  geven ;   die  redenen    blijven  nog  bi}  voort- 


Digitized  by 


Google 


257 

daring  bestaan,  en  s(jn  heofdsakelijk  oorsaak,  dat  wy  niets 
gnnstigs  kannen  mt dedeelen  9  noch  van  de  hier  aanweiige 
Branderijen^  Desfilleerderycn^  Bitrbrouwerijenj  noch  van 
eenige  anderen,  welke  of  te  worstelen  hebben  met  de 
bestaande  wetten  op  de  granen  en  aeeynsen,  of  met  de 
concurrentie  van  Buitenlaadscfae »  wettig  of  ter  slaiks  inge- 
voerde artikelen;  terwijl  geheel  en  al  oaafhcaikeli(jk  van 
deze,  door  den  mislukten  aardappelen-oogst  de  Aardap-» 
pelen^Brandewyn  Fabrijk  van  den  Heer  Flor^  ^  Comp. 
in  het  lot  heeft  moeten  deelen  van  zoo  vele  andere  fabr^- 
ken,  welke  uit  de  educten  van  aardappelen  haar  bestaan 
geheel  of  gedeeltel^k  moeten  vinden ,  en  die  hare  werk- 
zaamheden hebben  moeten  staken.  — -  Daardoor  zijn  in  de 
onderhavige  fabrijk  een  aantal  van  niet  flMnder  dan  twin- 
tig arbeiders ,  waaronder  verscheidene  vaders  van  huisge- 
zinnen ,  zonder  bestaan  geraakt.  Hoe  treurig  dit  ook  zijn 
moge,  en  hoe  weinig  voldoening  dit  ook  moge  Verschaffen 
aan  de  Maatschappij  en  inzonderheid  voor  dit  Departement, 
met  betrekking  tot  derzelver  vooruitgang,  zoo  is  het  Uwe 
Commissie  evenwel  aangenaam  te  mogen  berigten,  dat 
niet  alle  fabrijken  hier  ter  plaatse  in  dezen  ongnnstigen 
toestand  verkeeren. 

Zoo  heeft  onder  anderen  de  fabryk  van  TegtUjet  van 
den  Heer  Mr.  J.  E.  tan  der  Mandklkn,  reeds  in  het 
voorleden  jaar  vermeld ,  eenen  aanmerkeljjken  vooruitgang 
ondervonden,  naardien  gemelde  fabrijk  in  het  jaar  1845 
boven  de  150,000  stuks  Tege^jes  meerder  heeft  gefabri- 
ceerd, ^n  in  de  vorige  jaren ,  en  waarvan  de  verzending 
Bieest  naar  buiten'slands  heeft  plaats  gehad. 

Ook  de  Vijlen- fabrijk  van  den  Heer  Hartog  Heijs  on- 
dervindt eenen  dagelijkschen  vooruitgang^  zoowel  in  de 
kwaliteit  van  het  fabrikaat  zelve,  als  in  het  meer  en  meer 
rich  uitbreidend  debiet ;  terwijl  de  fabrigk  van  Holle  bak- 
ken en  andere  soorten  van  Houtwerk  van  den  Heer  B1.011 
^  Comp.  zich  ef  en  zoo  over  vooruitgang  mag  verhengen , 


Digitized  by 


Google 


258 

2iJBde  deze  fabiijkant,  zoo  Uwe  Commissie  ten  deze  wel 
onderrigt  is ,  thans  bezig  om  eenige  proeven  van  vorderin- 
gen in  zijn  vak  in  gereedheid  te  brengen,  ten  einde  die 
ter  gelegener  t^d  aan  de  Maatschappij  ter  bevordering  van 
Nijverheid  ter  beoordeeling  aan  te  bieden. 

En  hiermede  vermeent  uwe  Commissie  zich  van  hare  taak 
te  hebben  gekweten ;  mogt  zij  in  allen  deele  niet  aan  uwe 
verwachting  hebben  beantwoord,  men  gelieve  zulks  toe  te 
«chrijven  aan  de  gebrekkige  en  schoorvoetende  bijdragen 
der  belanghebbenden,  van  welker  medewerking  veel  te 
wenschen  overblijft.  Van  hare  zijden  heeft  nwe  Commissie 
al  het  mogelijke  gedaan,  en  zij  eindigt  dit  haar  rapport 
met  den  hartelljken  wensch ,  dat  eenmaal  de  tijd  mag  ge- 
boren worden ,  dat  hier  ter  stede,  zoowel  als  in  ons  gansche 
vaderland ,  Kansten ,  Handwerken  en  Fabrijken ,  gepaard 
met  den  Koophandel  en  de  Visscherlj ,  dien  trap  van  luister 
ivederom  herkrijgen  mogen,  als  waarop  onze  voorvaderen 
eich  mogten  beroemen. 

Het  Departement  Leiden  geeft  het  volgende  bèrigt: 
Het  is  voor  het  Departement  een  innig  genoegen,  dat 
de  meerdere  bedrijvigheid,  die  zich  in  de  werkzaamheid 
van  den  een',  en  de  ondernemingen  van  den  ander'  open- 
baart, gunstig  getuigen,  dat  niet  alle  fabnjkantén  den 
blaam  verdienen,  dat  zij  met  hunnen  .tijd  niet  mede  gaan; 
want  deze  beschouwing  kan  aanvangen  met  de  vermelding 
van  twee  nieuwe  inrigtingen,  sedert  het  laatst  ingediende 
Rapport  over  1844  alhier  tot  stand  gekomen.  In  de  eerste 
plaats  moet  hier  genoemd  worden  de  Katoenen  Zeildoeh- 
fabrijk  van  den  Heer  S.  A.  Meerburg  Jr. ,  aan  wien, 
zoo  als  bekend  is,  voorleden  jaar  eene  bekrooning  met 
de  %ilveren  medaille  ter  Algemeene  Vergadering  onzer 
Maatschapp^  is  te  beurt  gevallen ;  terwgl  wij  tevens  kun- 
nen berigten,  dat  deze  onderneming  zich  in  eenen  aaa- 
merkeliyken   bloei  verheugen   mag.    2o.   Dat  bij  de  reeds 


Digitized  by 


Google 


259 

bestaande  Fc^rijk  door  stoom  gedreven,  van  den  Heer 
P.  TAN  Geer,  ook  in  werking  gebragt  is  eene  Rijst- 
en  Gortpeldtr^  en  Ftneerzagertj ;  zoodat  deze  fabrijk 
thans  dag  en  nacht  kan  doorwerken ,  welke  onderneming 
evenzeer  eenen  goeden  uitslag  belooft. 

Omtrent  de  bestaande  fabrijken  en  trafijken  hebben  w^ 
bet  navolgende  mede  te  deelen. 

De  Lakenfahrijken  hebben  niet  ongunstig  gewerkt;  als 
oorxaak  daarvan  kan  vooral  worden  opgegeven,  dat  zij 
ten  gevolge  eener  verbeterde  machinerie,  ook  een  verbe- 
terd fabrijkaat  opleveren. 

De  Grijnfabrijken  verkeeren  in  eenen  vrij  gunstigen 
toestand ,  zoodat  zij  dezen  geheelen  winter  hebben  kunnen 
blijven  doorwerken;  hetwelk  eenen  hoogst  voordeeligen 
invloed  heeft  uitgeoefend ,  op  den  toestand  der  talrijke 
daarin  arbeidende  werklieden. 

De  Bekenfabrijken  hebben  zich  in  eene  meerdere  werk- 
zaamheid ,  dan  wel  in  vroegere  jaren  het  geval  was ,  mo- 
gen verheugen.  In  hoeverre  of  de  aangewende  pogingen 
slagen  sullen ,  om  dit  fabrijkaat  in  het  thans  voor  den 
handel  meer  geopende  China  in  te  voeren ,  kan  nog  met 
geene  zekerheid  worden  bepaald. 

De  Boe%elfabrijken^  eenmaal  een  zoo  bloeijende  tak 
van  welvaart  te  dezer  stede,  verkeeren  bij  voortduring  in 
eenen  kwijnenden  toestand. 

Blijder  luiden  de  ingewonnen  berigten  omtrent  de  fa- 
brijken van  Wollengarens  9  vooral  van  Saijeltenj  voor  wier 
voortreffelijk  fabrijkaat  de  concurrentie  der  Engelschen 
zwichten  moet,  en  die  zich  dan  ook  in  eenen  vrij  gim- 
stigen  toestand  bevinden. 

Datzelfde  kan  ook  in  ruime  mate  van  de  Verwerijen 
van  wollen  Manufacturen  gezegd  worden,  die  door  honne 
voortreffelijke  bewerking,  zelfs  de  buitenlanders  uitlokken 
daarvan  proeven  te  nemen ,  en  van  welken  zij  eene-aanzien- 
iQke  hoeveelheid  goederen  ter   verwing  ontvingen.    Haar 


Digitized  by 


Google 


260 

bloei  oefent  ook  eenen  ganstigen  invloed  op  veraehiUende 
andere  fabrijkaten. 

De  fabrijken  van  Buckittgbaatjen  slagen  zeer  goed* 

Yan  de  twee  hier  bestaande  Kaioenfabrijken  staat  er 
eene  geheel  stil,  terwijl  de  andere  zich  in  eene  vermeer- 
derde werkzaamheid  mag  verheugen. 

De  fabrjjk  van  gebreide  wollen  sti>ffen  bUjft  voortdu- 
rend werkzaam. 

De  Zout%iedertj  en  Zeepziederij  vinden  biy  voortdnriDg 
eenen  gereeden  aftrek  voor  haar  fabrijkaat,  even  zoo  de 
Bierbrouwerijen.  Met  genoegen  kan  geotöld  wordea,  dat 
de  Looijerijen  zich  op  een  beter  fabrgkaat  toeleggen  j 
waarvan  de  gunstige  gevolgen  niet  achterwege  blijven. 
De  Branderijen^  Zeemlouti/erijen  en  Loogt raanfabrij ken 
zijn  door  verschillende  omstandigheden  in  een'  kwgnenden 
toestand. 

Zoo  als  van  zelve  volgt ,  ondervindt  de  Wolhandel  den 
gnnstigen  invloed  van  den  vermeerderden  bloei  der  ver- 
schillende fabrgken. 

De  7Va«-  en  Pleislerfabrijken  vinden  steeds  een  tame- 
mdljk  debiet,  en  schijnen  niet  onvoordeelig  te  weiken. 

De  Grofsmederij  blijft  werkzaam;  de  proeven  met  bet 
smeden  van  scheepsankers  genomen  hebben,  tegenover  de 
Engelsche ,  een  gunstig  resultaat  ingeleverd. 

De  IJ%ergieterij  is  in  het  afgeloopen  jaar  bijzonder 
werkzaam  geweest,  vooral  ook  door  de  aangenomen  le- 
verantie van  ijzeren  nachtlegers,  ten  dienste  der  armee, 
welke  bij  hunne  aflevering  allen  lof  hebben  mogen  weg- 
dragen. 

De  Koffij siroopbranderij  blijft  steeds  met  gnnstigen  uit- 
slag werkzaam. 

Dit  is  ook  het  geval  met  de  Tabaks  en  Stgaren/abrif- 
ken^  wier  toenemend  aantal  voor  een  ruim  debiet  schijnt 
te  pleiten. 

De  Boek^  en  Plaaidrukheryen   verschaflfen  bQ   vo<Mrt- 


Digitized  by 


Google 


261 

dnring  aan  velen  arbeid ;  zij .  leTeren  kearig  en  net 
werk ,  en  verdienen  lof.  Zeer  bloeijende  kan  de  drukke- 
rij van  BeAangselpapier  genoemd  worden,  wier  voortref- 
felijk fabrijkaat  den  ijvefigen  eigenaar  eere  aandoet,  en 
hem  op  eenen  voortdarenden  gunstigen  uiislag  kan  doen 
hopen. 

Onder  de  hier  bealaande  SleendruAAenjen  mag  met  roem 
vermeld  worden  die  der   Heercn  A.  Arnz  éc  Comp. ,  die 
prachtwerken  levert,  welke  met  de   beste   buitenlandsche 
▼an  dien  aard  kmmen  wedijveren*    Men  mag  ook  bij  deze 
gelegenheid  niet  stilzw^gend  voorbggaan ,  dat  wij  in  onze 
stad  in  den  Heer  P*  W.'  ML  Trap  eenen  lithograaf  bezit* 
ten  9  die  volgens  eenstemmig  gevoelen   van  bevoegde  bin<* 
nen-  en  buitenlandsche  beoordeelaars,    onder  de  beste  in 
dat  vak   kan  geteld  worden,    vooral  wat  bet  teekenen  en 
graveren  van  platen  aangaat,  waarUj  het  gebruik  van  het 
microscoop  gevorderd  wordt,  bl^kens  de  door  hem  bewerk- 
te platen  van  ket  werk ,  handelende  over  de  Oost-Indische 
MoBsoorten,  uitgegeven  door  de  Heeren  Dr.  Molkbnbobr  en 
DozT.    Genoeaide  Heer  beeft  daarbij ,   ten  einde  evenwij- 
dige lijnen   te   kannen    trekken,    een    machine  van  eigen 
uitvinding  laten  vervaardigen,    dat  met  eene  meer  snelle 
werking  dan  gewoonl^k,  eene  uiterst  suiivere  regelmatig* 
matigheid  verbindt,  zoodat  zij  toelaat  om  verdeelingen  te 
graveren   in  2500*^*  ddelen  van   eene   Ned.   duim,    welke 
v^deeling  op  glas  gegraveerd,   zich  door  het  microscoop 
nog  zuiverder  evenwijdig  vertoont,    en  dat   overigens  de- 
zelfde resultaten  oplevert,  als  dat  van  Dondorf  te  Frank- 
fort, maar  het  verre  overtreft  in  gemakkelijkheid  van  ver- 
vaardiging en  mindere  kostbaarheid.    Men   meent  dat  dit 
een  en  ander  wel  der  melding  waardig  is. 

Slaan  wij  nu  het  oog  op  de  fabrijken  en  trafgken,  wel- 
ke zich  in  den  omtrek  dezer  stad  bevinden,  dan  moet 
men  aanvangen  met  de  onaangename  mededeeling,  dat  de 
GraintwpapieT'tnolen   niet   alleen   niet   meer   werkzaam. 


Digitized  by 


Google 


262 

maar  geheel  Ternietigd  is*  De  oorsaken  vbq  dat  verval  zij  o 
van  verschillenden  aard.  Onganstig  Inideir  de  berigten  om- 
trent den  toestand  der  Steen-  en  Pannenbakkerijen  en  Kalk" 
branderijen.  Eene  Pannenbakkerij  is  door  den  eigenaar  in 
een  buitenverblijf  herschapen. 

Gunstiger  luiden  de  berigten  omtrent  de  Oliefabrijken; 
ook  bij  deze  wordt  bewaarheid,  dat  een  goed  fabrijkaat  steeds 
een  nieuw  vertier  vindt. 

De  Touwslagerij  te  Katwijk  beantwoordt  bij  voortdaring 
aan  den  on  vermoeiden  ijver  en  kunde  barer  eigenaars ,  en 
is  in  meer  dan  een  opzigt  hoogst  belangrijk. 

De  weinige  Bloemisierijen^  behouden  bij  yoortdnriag  eeo 
vrij  goed  debiet. 

Het  Departement  Gouda  vermeldt  het  volgende: 
De  Handel  in  hel  algemeen.  Uwe  Commissie  heeft  gee- 
ne  aanleiding  kunnen  vinden  om  over  den  eigenlek  gezeg- 
den handel  iets  mede  te.deelen ;  bepalende  zich  dezelve  voor- 
namelijk tot  die  artikelen,  welke  in  de  alhier  gevestigde 
Fabrijken  en  Trafijken  vervaardigd  worden,  en  tot  de 
aanvoeren  van  eenige  scheepsladingen  P^paarde ,  DoifsCeen 
en  Steenkolen;  alle  welke  artikelen  hoofdzakelyk  dien- 
den tot  Fabrijk-  en  Txafijks-verbrnik ,  algemeen  en  hui- 
selijk gebruik,  of  tot  aannemingen  ter  verzorging  van  pa 
blieke  gestichten,  zoo  als  gevangenhuizen ,  gasthuizen 
en  dergelijke ;  welke  aanvoeren  derhalve  voor  een  groot 
deel  niet  aan  regtstreekschen  handel  gewijd  zijn  ge- 
weest. 

Het  Fabrijkiue%en.  Ten  aanzien  van  het  Fabrljkwezen 
is  uwe  Commissie  van  oordeel  geweest ,  alvorens  tot  eene 
nadere  beschouwing  van  hetzelve  over  te  gaan ,  te  moeten 
kennisgeven ,  dat  zjy  van  het  wezen  van  sommige  Fabrijken 
en  Trafijken  slechts  een  oppervlakkig  en  geenszins  een 
juist  verslag  van  derzelver  werking  en  aard  in  het  al- 
gemeen ^  noch  van  de  hoedanigheid  der  gefabriceerde  voor^ 


Digitized  by 


Google 


263 

werpen  en  voortbreogselen  in  het  bijzonder  mogt  geven, 
vermits  daardoor  en  de  gevoelens  en  de  belangen  der 
daarbij  betrokkene  Fabrijkanten  en  Trafijkanten  konden 
gekrenkt  of  benadeeld  worden.  Om  deze  redenen  heeft 
uwe  Commissie  dan  ook  niet  den  gang  derzelve  willen 
onderzoeken,  noch  de  bronoen  van  welvaart  of  oorzaken 
van  kwijaing  van  ieder  derzelve  heeft  willen  opsporen, 
veelmin  zich  zoodanige  inlichtingen  doen  geven ,  waar- 
uit de  t;oor-  of  achieruUgang  derzelve  konde  afgeme* 
ten  worden.  Ook  ging  Uwe  Commissie  van  bet  begin- 
sel uit ,  dat  het  bij  haar  niet  uitgemaakt  was ,  dat  de 
te  verkrijgen  antwoorden  op  dusdanig  genomene  renseig- 
nementen  berustende,  aannemelijk  genoeg  zoude  kunnen 
zijn,  om  den  toets  der  bevinding  en  meening  der  daarbg 
geïnteresseerden  en  deskundigen  te  kunnen  doorstaan,  en 
wijders,  dat  op  grond  dezer  redenering  het  Uwe  Commis- 
sie is  voorgekomen,  dat  de  Maatschappij  ter  bevordering 
van  Nijverheid  bij  de  vaststelling  harer  Statuten  in  art. 
169  en  meer  bepaaldelijk  b(j  het  eerste  gedeelte  van  art* 
211  omschreven,  nimmer  op  het  oog  heeft  kunnen  gehad 
hebben,  dergelijk  Verslag  te  vorderen,  als  hetwelk  Uwe 
Vergadering  zich  van  hare  Commissie  bij  voorraad  mogt 
hebben  voorgesteld.  Uwe  Commissie  heeft  derhalve  goed- 
gevonden} zich"  slechts  bij  de  mededeeling  van  't  volgend 
verslag*  te  moeten  bepalen. 

De  Pijpen-fabrijAen,  De  pijpen-fabryk  blyft  steeds  haren 
ouden  roem  handhaven  door  het  fabrijceren  van  eene  meer 
goedkoope  tevens  deugdzame  soort,  dan  elders  gefabrijceerd 
wordt.  —  Het  weinige  vertier,  dat  zij  heeft,  is  bijgevolg 
niet  gelegen  in  de  ongegronde  klagt,  wegens  vermeende 
slechtere  hoedanigheid  dan  vroeger  ('t  welk  beweerd  wordt 
door  velen  bier  te  lande,  welke  de  2de,  3de,  ja  zelfs  de 
4de  qualiteit  in  plaats  der  1ste  gebruiken)  maar  zijn'  grond 
vindt,  deels  in  't  gebruik  van  sigaren,  doch  hoofdzakelijk, 
dat  hetzelve  onder .  den  druk  van  zware  inkomende  regten 


Digitized  by 


Google 


264 

in  het  Buitenland  is  kwijnende,  en  waarvan  de  opbeuriog 
niet  dan  door  algeheele  opheffing  dier  regten  kan  verwacht 
worden. 

De  Kleingaren-fabrijken.  Dese  fabrfjken  lijden  almede 
wat  de  verzending  naar  het  Buitenland  betreft ,  onder 
Eware  inkomende  regten  niet  alleen ,  maar  door  belangrijke 
invoeren  van  machinaal  gesponnen  garens  uit  andere  lan- 
den ,■  't  welk  te  meer  te  betreuren  is,  daar  zij  zich  niet 
dan  met  vele  moeite  en  met  zeer  weinige  verdiensten 
slechts  staande  houden. 

De  Potten-  en  Pijpen-bakkerijen.  Dezelve  zijn  hier  ter 
stede  zeer  na  aan  de  Pijpen-fabrijken  verwant,  opzigtens 
het  bakken  harer  pijpen^  en  deelen  almede  op  eene  ontzet- 
tende wijze  in  den  achteruitgang  dier  fabrijken;  terwgl 
de  ongehinderde  invoer  van  vreemde  potten,  haar  in  iea 
aftrek  van  derzelver  fabrijkaat  zeer  belemmert,  wordende 
de  [vroegere  welvaart  dezer  fabrijken  door  dien  invloed 
dermate  ondermijnd,  dat  velen  derzelve  weldra  uit  hoofde 
van  geene  verdiensten  zullen  moeten  vervallen. 

De  Schors-  of  Run-maeUertjen.  Dezelve  zQn  in  eenen 
Terminderden  toestand ,  door  de  concurrentie  van  onze  zui- 
delijke naburen. 

De  Tras*7naalerijen  bevinden  zich  in  eenen  bedrijvigen 
staat,  niettegenstaande  de  prijzen,  waarvobr  zij  werken, 
zeer  gering  mogen  genoemd  worden. 

De  Aardappelen-Siroop  en  Sago-fabrijk.  Het  misge- 
Was  der  aardappelen  heeft  aan  dezelve  dat  vertier  ont- 
honden ,  hetwelk  haar  anders  zoude  zijn  ten  deel  ge- 
Tallen. 

De  hoodwit-makerij  houdt  zich  steeds  met  gewone  le- 
vendigheid staande. 

De  Bierbrouwerijen,   Dezelve  blQven  met  dezelfde  be- 
drijvigheid als  in  vorige  jaren  bestaan. 
■    De  Zeepzieder  ij  en.    Dezelve  mag  men  beschouwen   als 
in  eenen  bloeijenden  staat  te  verkeeren. 


Digitized  by 


Google 


265 

De  Pelmeuüerijen.  Ia  dexelve  heeft  zich  vooral  gedu- 
rende het  laatste  gedeelte  van  het  jaar »  eene  buitongewo- 
ne  werkzaamheid  geopenbaard. 

De  Olieslagerij  wordt  met  weinig  voordeel  gedreven. 

De  Piiieniolie-fabrijken.  Beide  dese  £Bbr|jken  verkee- 
ren  in  eenen  werkzamen  staat. 

De  Hout'%aagmolen8.  Ofschoon  de  concurrentie  van  el- 
ders zich  belangrijke  party  stelt,  zoo  zijn  dezelve  nog^ 
thans  in  eenen  werkzamen  staat. 

De  Leerlooijeryen.  De  concurrentie  der  zuidelijke  na- 
buren doet  dezelve  eenen  nadeeiigeu  invloed  ondervin- 
den,  echter  blijven  dezelve  in  eenen  werkzamen  staat  ver- 
keeren» 

De  Perkament*'  en  Zetmfabrijk.  Deze  fabrijk  wordt 
zeer  gedrukt  door  den  invoer  van  dat  artikel  van  buiten 
slaads. 

De  Jenever-deitilherderijen  honden  zich  met  de  gewone 
leTendigheid  gaande. 

De  Papier-fabrijken.  Dezelve  zijn  dit  jaar  met  meer- 
dere levendigheid  gedreven  dan  in  vorige  jaren. 

De  Heer  Perk,  te  Hilversum^  schrijft  het  volgende: 
De  Katoenen  Baai-fabrijk  is  nog  ia  den  toestand  van 
het  vorig«  jaar,  dragelijk  in  vergelijking  van  eenige  jaren 
vroeger,   door  de  goedkoope  prijzen  waarvoer  het  fabrij* 
kaat  kan  afgeleverd  worden. 

De  Vloerkleden^  en  Tapijt-fairijken  hebben  veel  ^e- 
dea  door  de  verhoogde  regten  in  België  op  dat  goed  ge- 
legd, zoodat  de  uitvoer  van  Koeharen-kleeden  mmw  Aat^ 
werpen  en  Brussel,  welke  zeer  was  begonaes;  toe  te  ne* 
men,  geheel  is  opgehouden »  en  in  België  zelf  met  weck*" 
lieden  van  hier  ontboden,  dergelyke  fabryken  z(|n  opg^ 
rigt.  Naar  elders  echter  is  liet  debiet  eenigzins  to^^enomen, 
en  heeft  dit  den  geheelen  winter  door  alhier  genoegzaam 
werk  verschaft,  zoodat  hoezeer  met  ongelijjk  minder  gelde- 


Digitized  by 


Google 


266 

lijk  voordeel  dan  vroeger,  over  den  staat  en  de  werkzaam* 
heid  dezer  fabrijken  reden  van  tevredenheid  bestaat. 

Het  Departement  IFormerveer  berigt  bet  volgende : 

Papier.  De  onderscheiding  in  witte,  basterd  en  graaa- 
we  molens  is  kennelijk  door  de  inrigting  en  den  aard  vaa 
het  fabrijkaat  en  bnitelidien  bekend.  De  wit-fabrijken, 
waarin  de  stof  op  de  oude  gewone  manier  geschept,  en 
het  zoogenaamde  handpapier  wordt  vervaardigd ,  hebben  ia 
de  laatste  jaren  eene  gevoelige  mededinging  gevonden  in 
het  machinale  papier. 

Tot  vele  einden  en  om  verschillende  redenen  heeft  het 
laatstgemelde  van  tijd  tot  tijd  meer  aftrek  gevonden,  en 
bet  is  te  duchten ,  dat  nog  meer  op  de  oude  wijs  ingerigte 
wit-molens,  bij  gebrek  aan  debiet,  zullen  moeten  worden 
gesloten.  Onder  de  acht  fabrijken,  welke  nog  in  weirking 
zyn ,  behoort  er  ééne  aan  de  Ueeren  van  Gcxder  Schouten 
&  Co.,  welke  sedert  het  jaar  1838  ingerigt  is  tot  het  fa- 
briceren  van  machinaal  papier.  In  dezelve  worden  vervaar* 
digd  alle  soorten  van  schrijf-,  post-,  teeken-,  druk-,  be- 
hangsel- en  gekleurd  omslag-papier,  zoowel  in  de  gewone 
formaten,  als  ook  in  eene  breedte  en  lengte,  welke  de  in- 
rigtingen  voor  het  handpapier  niet  kunnen  voortbreng^i,  en 
daarenboven  tot  mindere  prijzen.  De  basterd-molens  hebben 
een  redelijk  vertier  genoten.  In  één  dezer  molens,  insge- 
lijks van  de  Heeren  van  Gelder,  Schouten  &  O.  zijn  in  de 
4aatste  weken  de  noodige  werktuigen  benevens  eenen  stoom- 
ketel aangebragt,  met  het  doel,  om  dezelfde  soorten  van 
zoogenaamde  basterd -papieren  ook  in  alle  verlangde  breedte 
«n  lengte  te  kunnen  vervaardigen ,  en  daardoor  de  orders 
•aan  zich  te  trekken,  die  tot  hiertoe  naar  Engeland  en 
Dnitschland  moesten  worden  gezonden.  De  graauwe  fabrij- 
ken hebben  van  buitenlandsche  concurrentie  minder  te  lij- 
den gehad. 

Olie.  Het  is  moeljelijk  van  deie  fabrijken  eenige  opga- 


Digitized  by 


Google 


267 

ven  te  leveren ,  die  van  vooruitgang  of  teruggang  getui- 
gen, omdat  zij  geheel  afhankelijk  sijn  geworden  van 
eenen  handel ,  waarbij  de  voorraad  van  gefabriceerde  en 
ongefabriceerde  goederen  niet  altijd  geraadpleegd  wordt, 
en  veel  afwisseling  plaats  grijpt,  welke  de  berekening 
van  ervarene  fabrij kanten  teleurstelt.  Het  getal  der  olie- 
inolens  bedraagt  31 ,  waarvan  er  12  voor  rekening  der  in- 
gezetenen dezer  gemeente  werken ;  het  gemaal  derzelven 
is  gemiddeld  van  160  tot  180  last  per  molen.  Van  hoeveel 
afwisselende  kansen  de  uitkomst  voor  de  eigenaars  ook 
moge  afhangen ,  is  het  een  geluk  te  noemen ,  dat  zij .  zich 
niet  uitstrekken  tot  de  belangen  der  arbeiders ,  wier  eeni- 
ge  maatstaf  de  wind  is ,  en  die  bij  gemiddelde  bereke- 
ning een  vrij  goed  bestaan  hebben. 

Go7i.  Yoor  rekening  van  de  ingezetenen  dezer  gemeente 
zijn  zes  molens  in  werking,  voorzien  van  tien  paar  pel- 
steenen.  De  bedrijvigheid,  die  gedurende  de  maanden  Au- 
gustus, September  en  October  in  dezelve  heerschte,  was 
buitengewoon,  en  heeft  goede  vruchten  gedragen.  Na  dien 
tijd  zijn  de  werkzaamheden  en  de  winsten  tot  een  gemidr 
deld  bedrag  teruggevoerd,  en  het  is  te  vermoeden,  dat  de 
twee  tijdelijk  ingerigte  fabrijken,  ook  weldra  wéér  uit- 
sluitend tot  andere  bedrijven  gebezigd  zullen  worden. 
De  vier  anderen  aan  de  Heeren  Albkrt,  Vis,  Wessani» 
en  Laan  toebehoorende,  kunnen  met  de  meest  doelmatige 
in  dit  vak  wedijveren,  en  met  name  ééne  van  eerstgemel- 
den  fabrijkant,  die  door  een  volledig  zamenstel  van 
werktuigen ,  eene  veel  grootere  hoeveelheid  garst  kan  be 
werken,  dan  met  de  gewone  inrigting  doenlijk  is. 

Men  rekent,  dat  voor  de  gemelde  fabrijken  jaarlffks 
aan  arbeidsloon  en  onkosten  /" 20,000  worden  uitbetaald; 
en  toch  Iaat  zich  hieruit  niet  zoo  ligt  de  hoeveelheid  van 
het  fabrljkaat  afleiden,  omdat  de  wijze  van  pelling,  ge- 
ëvenredigd  naar  de  behoefte  aan  het  artikel,  te  veel  uit- 
een loopt.  Bij  de  vele  aanvragen  naar  gort  in  den  laatsten 


Digitized  by 


Google 


268 

tijd  is  de  soort ,  die  onder  den  naam  van  parelgamt  b$ 
aanzienlijke  lioeveelheden  naar  buitenlands  wordt  geaon- 
den ,  niet  gefabriceerd. 

RijsL  In  eene  der  genoemde  pelfabrijken  wordt  de  rijtt- 
pelderlj  uitgeoefend,  die  gedurende  het  najaar  om  de  ver- 
dubbelde prijzen  en  de  stremming  daardoor  in  den  handel, 
hare  werkzaamheden  in  dit  artikel  heeft  geschorst,  doch 
bij  nieuwe  aanvoeren  van  Java  en  gematigder  prijzen  ze 
hoopt  te  hervatten.  Naarmate  van  aanvoer  en  koers  be- 
draagt haar  fabHjkmat  jaarlijksch  500,000  tot  1  mUlioea 
Ned.  «. 

Stijfsel.  In  drie  fabrijken,  die  voor  reicening  van  de 
ingezetenen  dezer  gemeente  in  werking  zijn,  heeft  in  het 
afgeloopen  jaar  het  fabrijkaat  omstreeks  300,000  Ned.  C 
bedragen,  waarvan  in  ééne  derzelven  de  geoetroljeerde 
Urling-patent-stijfsel  wordt  gefabriceerd. 

De  eerste  helft  des  jaars  was  over  het  geheel  vrij  vol- 
doende ;  later  had  er  ten  gevolge  van  bekende  oorzaken , 
eene  rijzing  in  de  tarweprijzen  plaats,  waarmede  de  ver- 
hooging van  de  stijfsel  geenen  gelijken  tred  hield,  en  waar^ 
door  de  tegenwoordige  toestand  der  fabrijken «  ofschoon 
er  naar  gelang  van  het  jaargetijde  goed  doorgewerkt 
wordt,  niet  gunstig  te  noemen  is.  Jaarlijks  wordt  voor  a^ 
beidsloon  en  onkosten  gemiddeld  ƒ  12,000  betaald. 

Weedaêch.  De  twee  fabrijken  van  dit  artikel,  welke  in 
het  Departement  bestaan,  hebben  bij  het  mindere  vertier 
vaninlandsch  linnen,  een  gevoelig  verlies  geleden.  De  on- 
beduidende uitvoer  naar  buitenslandsch  heeft  dit  verlies 
niet  vergoed.  Daarentegen  heeft  de  hooge  prgs  der  Dant- 
ziger  Weedasch  en  de  minder  innerlijke  waarde  derzelfe,  . 
in  vergelijking  van  vroegere  jaren ,  het  vertier '  onzer  fa- 
brijken begunstigd;  en  bijaldien  de  binnenlandsche  linnen- 
bleeker^en  geenen  verderen  teruggang  ondergaan,  zullen 
bQ,  niettegenstaande  de  aanhoudende  concurrentie  tegen 
de  menigte  kunstmiddelen,    die  bij    de  linnen-bleek  be- 


Digitized  by 


Google 


269 

proefd  en  aangewend  worden,   Toor  als   nog  niet  geheel 
^worden  verdrongen. 

BergblaautVé  Sedert  eenige  jaren  is  hiervan  eene  fa- 
Irijk  opgerigt,  waarin  deze  soort  van  blaauw,  alsmede 
Mineraalblaanw ,  Torentjes-  en  Florent|jn-bIaauw  in  de 
meeste  verscheidenheid  worden  bewerkt ,  en  welker  kwali« 
teiten  met  die  van  de  beste  inrigtingen  wedijveren.  Van 
mindere  uitgebreidheid  zijnde,  dan  de  te  voren  genoemde, 
daar  ook  de  ontzettingen  in  dit  artikel  meer  beperkt  zijn, 
vallen  hieromtrent  alleen  derzelrer  bestaan  en  voldoende 
werking ,  geenszins  de  belangrijke  resultaten  te  vermelden. 

Lakmoes.  In  het  jaar  1844  werd  alhier  door  den  Heer 
Jan  Dëxker  eené  Lakmoes-fabrijk  in  werking  gebragt.  In 
meer  dan  één  opzigt  is  de  daarvan  gekoesterde  verwach- 
ting niet  teleurgesteld. 

Uit  een  toereikend  debiet  mag  men  met  eenigen  grond 
tot  de  deugdelijkheid  van  het  fabrijkaat  besluiten,  en  de 
aanwinst  voor  onze  gemeente  is  belangrijk  te  noemen ,  daar 
de  som,  die  in  1845  aan  arbeidsloon  en  onkosten  is  be- 
taald, omstreeks/ 5,000  bedraagt. 

Aardappel-meel  en  Siroop.  Van  de  hiervan  bestaande 
fabrijk  valt  weinig  gunstigs  te  zeggen.  Wel  is  waar,  de 
hoedanigheid  van  het  meel  en  de  siroop  kan  voldoende  ge- 
acht worden;  doeh  behalve  dat  de  zaak  zelve  meestal  ge- 
ringe vruchten  opleverde,  is  in  het  afgeloopen  najaar  door 
het  misgewas  en  de  duurte  der  aardappelen,  het  werk  ge- 
heel gestaakt ,  en  bestaat  er  vrees ,  dat  het  in  dit  jaar  nog 
niet  hervat  zal  worden.  Deze  belemmering  is  des  te  meer 
te  bejammeren ,  daar  de  gemelde  fabr^k ,  in  volle  werking 
z^nde,  maandelijks  omstreeks  / 1,000  aan  arbeidsloon  af- 
werpt, zonder  de  vrachten  en  het  onderhoud  te  rekenen. 

Looduné.  De  alhier  gevestigde  fabrijkzaak  onder  de  fir- 
ma P.  Grootës  d  Co.  beeft  de  voorkeur,  welke  inzonder- 
heid buitenslands  aan  haar  fabrijkaat  wordt  toegekend, 
en  hetwelk  onder  den  naam  van   Peerebooms   Loodwit 


Digitized  by 


Google 


270 

eenen  geyestigden  roem  bezit,    ook  dit  jaar  staande  ge- 
houden. 

BlaauwseL  Dit  artikel  maakt  eenen  Trij  aanzienlijken 
en  bloeijenden  handel  hier  ter  plaatse  uit ,  waarmede  Te- 
len zich  eene  voldoende  winstgevende  zaak  weten  te  be- 
zorgen; en  door  fabr^kmatige  zuivering,  wassching  en 
verfijning,  daaraan  meerdere  waardeen  bruikbaarheid  voor 
onderscheidene  einden  weten  te  geven.  ^ 

Sedert  vele  jaren  wordt  deze  tak  van  handel  hier  met 
succes  gedreven ,  draagt  niet  weinig  tot  den  bloei  der  ge- 
gemeente  bij ,  en  is  tot  grootere  uitgebreidheid  dan  n  na- 
borige  plaatsen  gebragt  geworden. 

Chocoïaad.  Voor  dit  artikel  bestaan  hier  2  fabrijken» 
behoorende  aan  de  Heeren  W.  J.  Boon  en  de  Erven  de 
"Wed.  H.  DE  Jong  ,  zijnde  de  eerste  sedert  lang  en  de 
laatste  sedert  2  jaren  in  werking,  welke  naar  hunnen  aard 
en  omvang  een  geregeld  en  voldoend  debiet  vinden. 

Olie  uit  droes.  Onder  de  fabrljken,  aan  ingezetenen 
dezer  gemeente  toebehoorende ,  moet  ook  eene  Olie-  en 
Dik-kokerij  genoemd  worden.  Moge  dezelve  in  belang- 
rijkheid al  niet  op  ééne  lijn  geplaatst  kunnen  worden  met 
andere  inrigtingen  van  grooteren  omvang,  zij  draagt  toeh 
jaarlijk  omstreeks  ƒ1,000  tot  de  maatschappelijke  wel- 
vaart bij.  Zij  was  in  vroegeren  tijd  eene  der  talrgke  traam 
kokerijen ,  wordt  ook  nog  in  de  zeldzame  gevallen ,  dat 
er  traan  te  koken  of  te  zuiveren  is,  daartoe  gebruikt, 
doch  nu  hoofdzakelijk  gebezigd  tot  het  zuiveren  van  dikke 
of  troebele  olie  (het  bezinksel  in  de  bakken  der  talri}ke 
oliemolens  aan  de  Zaan) ,  alsmede  tot  het  koken  van  lijn- 
olie voor  schilders  en  voor  de  verzending  naar  Oost-  en 
West-Indiën 

Leerlooijerij,  Voor  rekening  van  één  der  leden  onzes 
Departements  wordt  nog  eene  leerlooljerij  in  de  nabnrife 
gemeente  Krommenie  in  werking  gehouden,  zgnde  dit  de 
eenige ,  die  nog  in  dezen  omtrek  bestaat. 


Digitized  by 


Google 


271 

Hout%€tgerij.  Sedert  eenige  jaren  zfjn  door  één*  der  in- 
gezetenen dezer  gemeente ,  twee  hontzaag-molens  daarge- 
Bteld ,  welke  door  hunne  gunstige  ligging  ruimschoots  de- 
biet Tinden. 

Met  betrekking  tot  den  handel,  die  te  dezer  plaatse 
mrordt  gedreven 9  mag  het  er  voor  gehouden  worden,  dat 
Wormerveer  zich  eenigzins  voordeelig  boven  de  andere 
plaatsen  van  de  Zaan  onderscheidt.  Die  handel  9  welke 
sedert  eenige  jaren  eene  belangrijke  uitbreiding  ondergaan 
heeft,  was  ook  in  het  afgeloopen  jaar  zeer  levendig.  De 
-voornaamste  artikelen,  waarin  de  omzettingen  alhier  ge- 
schieden, zijn  granen  y  olie-zaden  ^  kaas^  fijne  %aden 
en  verw stoffen. 

Granen  en  Oliezaden.  De  handel  in  granen  en  oliezaden 
is  in  1845  inzonderheid  belangrijk  geweest.  Het  zou  te 
gewaagd  zijn ,  om  het  cijfer  der  alhier  verhandelde  lasten 
te  hegrooten,  daar  vele  ladingen,  hetzij  bij  aankomst  te 
Amsterdam  verkocht,  of  in  pakhuizen  buiten  de  gemeente 
zijn  gezolderd.  Eenigermate  zonden  als  maatstaf  de  huur- 
prijzen der  graanpakhuizen  kunnen  worden  aangenomen, 
vrelke  in  de  tweede  helft  des  jaars  50 — 75o,  o  zijn  ge- 
rezen. 

Kaas.  Onder  de  vakken,  die  aan  de  plaatselijke  wel- 
vaart eene  ruime  bijdrage  leveren,  behoort  de  handel  in 
kaas.  Daartoe  zijn  de  uitgebreide  betrekkingen  van  eenige 
firma's  inzonderheid  bevorderlijk.  De  inkoopen  worden 
op  de  grootste  markten  onmiddellijk  van  den  boer  gedaan ; 
de  verdere  zoldering,  bewerking,  verpakking  enz.  ge- 
schieden alhier,  en  men  mag  aannemen,  dat  geheel  het 
binnenland  en  een  groot  deel  der  aangrenzende  landen, 
als  Engeland,  Belgi€,  Noord-Frankrijk,  Nnord-Duitsch- 
land  en  de  Rijnstreken,  met  dit  artikel  van  uit  deze  plaats 
voorzien  worden. 

Behalve  in  Noord-HoUandsche ,  wordt  ook  hier  aanzien- 
lijke handel  in  Goudsche  en  Leidsche  kaas  gedreven. 

19 


Digitized  by 


Google 


272 

Er  worden  13  pakhuizen  toe  gebruikt  met  35 — 10 
knechts,  en  7  hier  wonende  schippers  vinden  in  dezen 
tak  van  nijverheid  grootendeels  hun  bestaan. 

Fijne  zaden.  Gelijk  bekend  is»  levert  de  Provincie 
Noord-Holland  daarvan  jaarlijks  eene  aanzienlijke  hoeveel- 
heid op.  Eenige  hier  gevestigde  handelaars  bezoeken  ge- 
regeld de  markten,  waar  deze  artikelen  hoofdzakelijk  wor- 
den aangevoerd,  en  stellen  zich  bovendien  in  betrekking 
met  de  landbouwers  zelven,  waardoor  vele  partijen  hier 
aankomen,  zonder  ter  markt  (e  zijn  geweest.  De  handel 
in  mosterd-,  kanarie-,  karwei-  en  kor ian der-zaad  enz.  is  groo- 
tendeels in  handen  van  hier  bestaande  firma's. 

Verw-waren.  Hierin  wordt  door  fabrijkanten  en  maga« 
zijnhouders  een  niet  onbeduidende  handel  gedreven ,  zoo- 
wel buiten-  als  binnenlandsch ;  het  vertier  en  de  omzet  in 
dit  artikel  nemen  hier  ter  plaatse  toe,  en  hebben  eene  mer- 
kelijke uitgebreidheid  verkregen. 

Scheepsreederij*  Van  alhier  gevestigde  kantoren  zijn 
6  schepen  in  de  vaart,  als:  5  schoonerschepen  en  1  kof- 
schip, metende  te  zamen  omstreeks  450  lasten. 

Deze  vaartuigen  met  45 — 50  koppen  bemand',  hebben 
meestal  eene  geregelde  vaart,    als: 

Een     op  Engeland. 

Twee  >    de  Oost  en  Middelandsche  Zee. 

Een      »    Guragao  en  West- Indien. 

Twee  »  Frankrijk. 
Zij  worden  te  Punnerend  of  Alkmaar  grootendeels  met 
kaas,  gort,  raap-  of  lijn  koeken  beladen,  hetgeen  wij  ho- 
pen ,  dat  eenmaal  hier  op  de  plaats  zelve  zal  kunnen  ge- 
schieden ,  wanneer  de  bezwaren  tot  uitdieping  onzer  rivier 
en  eene  directe  verbinding  daarvan  met  het  Noord-Hol- 
landsch  kanaal  voor  zeeschepen,  door  het  overwegende  be- 
lang onzer  industrieè'len  zullen  worden  opgelost. 

Commissie- Handel.  Ingevolge  de  uitgebreide  betrek- 
kingen van  vele  handelaars   hier  ter  plaatse  is   ook  deze 


Digitized  by 


Google 


273 

handd  niet  onbelangrijk ,  en  worden  er  jaarlQks  in  onder- 
scheidene  artikelen  voor  binnen-  en  buitenlandsche  reke- 
ning groote  omzettingen  gedaan. 

Vaien-f  zakken-^  kaaskisten-makerijen^  alsmede  smedC' 
rijen  en  meer  verschillende  bronoen  van  bestaan,  vinden 
ingevolge  de  genoemde  fabr^ken  en  handel ,  een  ruim 
vertier. 

Het  Departement  Zaandijk  geeft  het  volgende  verslag. 

Binnenlandsche  Scheepvaart.  De  Scheepvaart  in  deze 
omstreken  is  zeer  aanzienlijk  9  dewijl  er  een  groot  aantal 
vaartuigen  gevorderd  wordt  voor  het  af-  en  aanvoeren  van 
gefabriceerde  goederen ,  als  van  aan  de  fabrijken  benoodig- 
de  grondstoffen,  materialen  en  brandstoffen;  alsmede  tot 
het  vervoer  van  granen,  zaad,  kaas  enz. 

Men  vindt  alhier  gelegenheid  tot  eene  geregelde  versche- 
ping van  stukgoederen,  bijna  op  alle  voorname  handel- 
plaatsen  van  dit  rijk;  ook  varen  hier  schepen,  om  de 
goederen  op  Belgi€  direct  te  kunnen  afzenden. 

Buitenlandsche  Scheepvaart.  Deze  vaart  is  van  weinig 
beteekenis;  uithoofde  van  de  Jroogte  van  het  vaarwater, 
moeten  de  schepen  met  hunne  ladingen  voor  de  Zaan  en 
derzelver  omstreken  gedestineerd ,  in  de  nabijheid  van 
Arasterdam  lossen. 

In  het  jaar  1845  werden  te  Zaandam  aan  het  kantoor 
yan  in-  en  uitgaande  regten  ingeklaard  213  Zeeschepen, 
welk  getal  by  een  geschikt  vaarwater  veel  aanmerkelijker 
loode  zijn.  De  weinige  Zeeschepen  in  dezen  omtrek  te 
huis  behoorende,  blijven  om  meergemelde  redenen  te  Am- 
sterdam of  elders  liggen. 

Zeildoekfabrijkeny  Spinbanen  en  Hennepklopperijen. 
Te  Krommenie  zijn  12  Zeildoekfabrijken  gevestigd;  de- 
zelve zijn  voor  het  volksbestaan  in  dezen  omtrek  van  een 
leer  groot  belang,  zoodat  de  vóör-  of  nadeelige  staat  van 
ie  werkzaamheden  dezer  fabrjjkea   b)  de  onvermogende 


Digitized  by 


Google 


274 

Tolksklasse  9  vooral  in  'bovengemelde  gemeente ,  als  ook 
in  het  naburige  Assendelft,  sich  spoedig  doet  gevoe- 
len. De  vermindering  der  Nationale  Vloot ,  het  venral  der 
Wal visch vangst,  en  de  concurrentie  in  dit  fabrikaat  van 
andere  volken,  hebben  deze  tak  van  nijverheid,  in  vergelij- 
king van  het  debiet  van  vorige  jaren,  aanmerkelijk  bena- 
deeld. Tot  de  vervaardiging  van  Hollandsch  Zeildoek 
wordt  bij  voorkeur  de  Zuid-Hollandsche  hennep  gebruikt , 
en  zij  bevordert  hierdoor  den  landbouw  in  de  Dordsche,  Krim- 
pener  en  andere  Waarden  in  eenen  zeer  hoogen  graad; 
zoodat  de  landerijen  aldaar  voor  den  bouwman  een  ruim 
middel  van  bestaan  opleveren.  Na  den  oogst  wordt  de 
hennep  naar  Krommenie  gezonden,  ondergaat  aldaar  door 
klopping,  enz.  zoodanige  verandering,  dat  zij  daarna  geheel 
en  al  van  gedaante  verwisselt. 

In  de  vijf  laatste  jaren  zijn  gemiddeld  berekend ,  jaar- 
lijks gefabriceerd  17,951  rollen  Zeildoek.  ledere  rol  heeft 
eene  lengte  van  33  n«l.  ellen.  Voor  bovengenoemde  werk- 
zaamheden worden  een  groot  aantal  arbeiders  vereischt. 
Door  het  bestaan  van  genoemde  fabrjjken  heeft  men  aldaar, 
alsmede  te  Edam,  Ilindelopen,  Franeker,  Stavoren,  Mep- 
pel,  Epe,  Heerde,  Hattem,  Montfoort,  Oudewater,  enz. 
spinbanen  opgerigt,  die  aan  een  groot  aantal  onvermogen* 
den  gelegenheid  verschaffen,  om  voor  een  groot  gedeelte  in 
de  behoeften  van  hunne  huisgezinnen  te  kunnen  voorzien. 
Nieuwe  uitvinding  van  ZeildQek  enz.  In  het  jaar  1840 
is  door  de  firma  de  GiiJtaoKDERS  van  Lctden  aangevraagd 
en  verkregen  van  Z.  M.  den  Koning  Willem  I  een  octrooi 
van  15  jaren  voor  eene  uitvinding  van  ligt  Zeildoek,  bij- 
zonder geschikt  voor  bo  ven-zeil  en  van  groote  schepen  en 
kleine  vaartuigen;  welke  soort  van  Zeildoek  voorheen  uit 
Belgtè'  moest  worden  getrokkon.  Bovengenoemde  fabrij- 
kenrs  [hebben  na  veel  moeite  en  opofferingen  eene  proef- 
neming tot  dat  einde  gedaan,  en  daarop  een  gunstig  re- 
sultaat bekomen.    Dit   artikel   wordt  door  hen   met  goed 


Digitized  by 


Google 


275 

succes  geAebiteeril.  Behalve  de  Zeildoekfabrijken  te  Krom- 
menie heeft  men  aldaar  weverijen  van  graaow-  of  presen- 
ning-doek ,  van  welk  artikel  in  het  Torige  jaar  620  rollen 
gefabriceerd  zijn. 

De  Heeren  Buts,  de  BoRDEg  en  Jordan  hebben  aldaar 
sedert  eenige  jaren  ook  linnen-weverijen  opgerigt. 

Olieslagef^ij.  Deze  tak  van  nijverheid  kan  voor  het 
volksbestaan  in  dit  oord  mede  als  eene  bron  van  burger- 
lijke welvaart  beschonwd  worden.  Men  telt  in  dezen  om- 
trek 112  Oiiemolens  met  enkele  en  dubbele  werken.  Op 
lederen  molen  werken  3 — 5  knechts ,  die  door  het  boven- 
genoemd bedrgf  een  zeer  goed  bestaan  vinden.  Men  be- 
rekent, dat  er  jaarlijks  op  iederen  molen  ruim  150—200 
lasten  zaad  verbruikt  worden. 

De  jaarlijksche  onkosten  van  iederen  molen  bedragen 
eenige  duizende  guldens  voor  arbeidsloonen  aan  Tim- 
merlieden,  Metselaars,  Smids,  Zeilenmakers ,  Haren-  en 
Buil-makers,  alsmede  voor  Schippers ,  door  het  belangrijk 
vervoer  van  zaden,  olie  en  koeken. 

Earenmakerij.  Dit  fabrijkaat  staat  in  verband  met  de 
olieslagerij;  aldaar  worden  de  haren  bewerkt,  tusscben 
welke  de  raap-,  lijn-  en  hennep-koeken  gemaakt  worden. 

Er  zijn  2  harenmakerijen ;  op  ieder  derzelven  werken 
2 — 4  personen,  welke  voor  hunnen  arbeid  een  zeer  goed 
loon  genieten. 

Papiermaker  ij.  Sedert  twee  eeuwen  heeft  de  bovenge- 
noemde tak  van  nijverheid  haren  hoofdzetel  aan  de  Zaan 
gevestigd. 

Men  telt  er  thans  nog  d  witte  papiermolens ,  waaronder 
er  één  is,  waarin  het  papier  machinaal  en  door  stoom 
vervaardigd  wordt,  en  die  in  dit  jaar  meteen  tweeden  molen 
▼an  dien  aard  zal  worden  vermeerderd ;  vervolgens  8  blaau- 
we-  basterd-  en  bord-papiermolens,  en  8  molens,  waarin 
graaaw  papier  wordt  gefabriceerd. 

Op  de   witte   papiermolens    werken  60—80  personen 


Digitized  by 


Google 


27< 

bestaande  uit  mannen »  vrouwen  en  kinderen,  op  de  blaaa- 
we  en  basterde  20 — 30,  en  op  de  graauwe  10 — 12  werk- 
lieden, zoowel  kinderen  als  volwassene  personen.  De 
groote  omvang  van  het  onderhoud  dezer  fabrjjken  verschaft 
aan  verschillende  bedrijven  een  belangrijk  vertier.  De 
grondstoffen,  bestaande  uit  lompen,  oude  vodden,  oud 
touwwerk  enz.  geven  aan  de  geringere  volksklasse,  zoo- 
wel hier  als  elders,  door  het  opzoeken,  sorteren  en  ver- 
knopen van  dezelven  eenig  middel  van  bestaan.  Uit  dien 
hoofde  kunnen  de  papierfabrijken  als  nnttige  inrigtingen 
voor  het  volksbestaan  alhier  beschouwd  worden. 

Fonnenmakerij,  Dit  bedrijf  staat  in  een  onmiddellijk 
verband  met  de  papierfabrijken.  In  dezelve  worden  de 
vormen  gemaakt  en  hersteld,  waarmede  het  papier  geschept 
wordt;  men  telt  alhier  van  dien  aard  drie  verschillende 
werkplaatsen,  alwaar  in  ieder  derzelven  1 — 3  personen 
werkzaam  zijn. 

Zakjesplakkerijen.  Deze  tak  van  nijverheid  is  in  dezen 
omtrek  niet  onbelangrijk.  De  zakken  van  verschillende 
kwaliteiten  en  formaten  worden  voornamelijk  in  den  klein- 
handel verbruikt.  De  verkoop  geschiedt  bij  de  riem  of  bij 
de  50  Ned.  ponden. 

Men  telt  in  de  omliggende  plaatsen  8  zakjes-plakkerijen, 
waarop  in  ieder  derzelven  van  2  tot  12  arbeiders  geplaatst 
worden. 

Patent'OUefabryken,  In  deze  fabrijken  wordt  de  gewone 
raapolie  op  eene  kunstmatige  wijze  gezuiverd  en  ten  ge- 
bruike  van  lamp-  of  lantaarnlicht  bereid. 

£r  zijn  in  deze  omstreken  6  zoodanige  fabr^ken ,  alwaar 
in  ieder  derzelven  2 — 3  knechts  arbeiden. 

Oliedikkokerij.  In  deze  fabrijken,  ook  wel  prothuisen 
genaamd ,  wordt  het  dik  of  zinksel  uit  de  bakken  der  olie- 
molens  gezuiverd  en  opgekookt,  en  in  zulk  eenen  staat 
gebragt,  dat  hetzelve  tot  gebruik  der  zeepzieder|)en  k»n 
dienen. 


Digitized  by 


Google 


277 

£r  zgn  aaD  de  Zaan  3  zoogenaamde  pruthuizen,  alwaar 
in  ieder  derzelven  1 ,  2  en  soms  meer  personen  werk 
vinden.    Het  debiet  van  dit  artikel  is  niet  onbelangrijk. 

Peldety.  Deze  tak  van  nijverheid  is  in  dezen  omtrek 
van  zeer  groot  belang;  men  telt  alhier  48  pelmolens, 
waaronder  één,  welke  door  stoom  wordt  gedreven.  Gemid* 
deld  berekend  worden  er  door  iederen  molen  jaarlijks  ge- 
peld 125 — 150  lasten  garst;  hier  moet  men  bijvoegen, 
dat  ook  met  deze  molens  in  hetzelfde  tijdvak  millioenen 
ponden  ryst  gepeld  worden.  Deze  fabrijken  vorderen  vele 
onkosten,  en  geven  alzoo  aan  verschillende  ambachten 
werk,  als  aan  Timmerlieden,  Steenhouwers,  Smids,  Zeef- 
tenmakers ,  enz.  terwyl  tot  het  af-  en  aanvoeren  der  pro- 
docten  Tele  vaartuigen  benoodigd  zijn,  en  daardoor  aan 
vele  werklieden  arbeid  wordt  verschaft. 

Uoui%agertj.  Deze  tak  van  nijverheid  is  mede  eene  der 
belangrijkste  voor  het  Zaanlandsch  volksbestaan,  en  ver- 
schaft aan  vele  personen ,  behalve  aan  de  gewone  knechts , 
welke  daarin  arbeiden,  veel  werk,  zoo  als  aan  Schipper, 
Houtvlotter,  Timmerman,  Smid,  enz.  Het  getal  der  hout- 
saagmoleoz  in  dezen  omtrek  bedraagt  106,  waardoor  on- 
geveer I  deel  meerdere  hoeveelheid  hout  gezaagd  wordt 
dan  25  of  80  jaren  geleden.  Op  iederen  houtzaagmolen 
werken  meestal  2  mannen  en  één  of  2  jongens ,  en  meerma- 
len ook  een  sjouwerman. 

Sltjfselfabrijken.  Deze  fabrijken  brengen  voornamelijk 
veel  voordeel  aan  den  korenmolenaar,  uithoofde  dat  de 
tarwe  moet  gemalen  worden ,  alvorens  men  dezelve  tot 
stijfsel  kan  fabriceren.  Door  de  behoeften  aan  vaat- 
werk voor  de  verpakking  vindt  de  kuiper  eene  goede 
bron  voor  zijn  burgerlijk  bestaan.  Het  afval  van  het  fa- 
brijkaat  is  voor  runderen  en  andere  beesten  een  uitmun- 
tend voedsel,  waardoor  de  veehouder  in  staat  is  op  eene 
^oordeelige  wijze  zijn  vee  te  kunnen  onderhouden  en  vet* 
meiten. 


Digitized  by 


Google 


278 

De  bovengenoemde  fabrijken  zijn  13  in  getal,  op  ieder 
derzelven  werken  3-^  mannen. 

Loodwit  fabrijken.  Men  vindt  in  dezen  omtrek  slechts 
ééne  zoodanige  fabrijk;  daarin  werken  20 — 30  mannen, 
vroeger  meestal  Duitschers;  doch  deze  worden  hoe  langs 
hoe  meer  door  Hollanders  vervangen. 

Verwmolens,  Deze  inrigtingen  22  in  getal  zijn  voor 
deze  omstreken  zeer  voordeelig.  Zij  verschaffen  behal%'e  aan 
de  2 — 3  mannen,  die  gewoonlijk  op  iederen  molen  werken, 
vele  verdiensten  aan  den  Kuiper,  Schipper,  Smid,  Steen- 
houwer, enz. 

Mostaardmolens.  Deze  zijn  alhier  vier  in  getal.  Op 
iederen  molen  werken  slechts  1  man  en  1  jongen. 

Snuifmolens.  Deze  zijn  drie  in  getah  Op  ieder  dezer 
molens  werken  2 — i  mannen. 

Merkwaardig  is  het,  dat  omstreeks  100  jaren  geleden , 
alhier  2  of  3  Snuifmolens  bestonden ,  die  later  tot  100  in  ge- 
tal zijn  opgeklommen,  en  die  nu  weder  tot  3  zijn  teruggegaan. 

Blaauwselfabrijken.  Voor  dit  fabrijkaat  bestaan  alhier 
op  heden  9  fabrijken ;  op  ieder  derzelven  \terken  van  2  tot 
15  mannen ,  en  brengen  in  het  bijzonder  den  Kuiper,  Schip- 
per en  Zeef tenm aker  veel  voordeel  aan. 

Lakmoes  fabrijken.  Het  getal  dezer  fabrijken  is  slechts 
2  in  dezen  omtrek,  waarvan  er  ééne  te  Wurmerveer  sedert 
eenige  maanden  eerst  is  opgerigt.  Op  die  te  Westzaan 
werken  15  mannen  en  evenveel  jongens  van  14  tot  18  jaren ; 
deze  soort  van  fabrijken  zijn  zeer  voordeelig  voor  den 
Kuiper,  Smid  en  Schipper  en  daarenboven  voor  vele  par- 
ticulieren, uithoofde  in  dusdanige  fabrijken  belangr^ke 
hoeveelheden  urine  gebruikt  worden. 

Cudbear  en  natte  Orseillefabrijk.  Hiervan  is  er  in 
dezen  omtrek  slechts  ééne,  toebehoorende  aan  de  sociëteit 
der  Blaauwselfabrijk  te  Westzaan.  Op  deze  fabrijk  werken 
thans  6  mannen  en  4  jongens,  en  zij  geeft  veel  werk  aan  den 
Kuiper,  Smid  en  Tingieter. 


Digitized  by 


Google 


279 

Bergblaauwfabrijken.  Deze  fabrijken,  zijnde  3  in  ge- 
tal, verschaflfen  over  het  algemeen  nog  al  eenige  bezig- 
heid, vooral  aan  jongens,  welke  gewoonlijk  het  deeg  in 
stokjes  snijden. 

Fermicellefabrijk.  Van  dit  fabrljkaat  wordt  er  slechts 
ééne  fabrijk  in  dezen  omtrek  gevonden.  Op  dezelve  wer- 
l^en  10 — 12  mannen  9  en  3  meisjes  van  10  tot  14  jaren.  Zij 
is  door  het  groote  verbruik  van  gemalen  tarwe ,  in  het 
bijzonder  voordeelig  voor  den  Korenmolenaar,  alsmede 
voor  den  Timmerman,  door  de  groote  hoeveelheid  kistjes, 
die  men  tot  verpakking  noodig  heeft. 

ChocoUidefabrijken.  Op  de  zes  fabrijken  van  dit  artikel 
alhier  werkzaam ,  worden  in  ieder  derzelven  2 — 4  mannen 
en  jongens  geplaatst. 

Schulp%andmolens.  Deze  zijn  6  in  getal;  op  lederen 
molen  werken  doorgaans  1  man  en  1  jongen. 

Inlandache-  of  koude  Potasch/abrijken*  Hiervan  zijn 
3  fabrijken;  het  getal  der  werklieden  daarop  werkzaam  is 
onbepaald. 

Lijnbanen.  Deze  zijn  alhier  2  in  getal.  Op  eene  dezer 
banen  werken  40 — 15  en  op  de  andere  20 — 25  mannen 
en  jongens;  op  beide  banen  werkt  men  machinaal  en  nit 
de  hand.  Er  wordt  thans  minder  zwaar  touwwerk  dan 
vroeger  gemaakt,  uithoofde  er  tegenwoordig  vele  anker- 
kettingen gebruikt  worden» 

Lijmfabrijk.  Hiervan  is  er  ééne,  toebehoorende  aan 
de  Heeren  W.  éo  J.  Po£L  te  Zaandam ;  dezelve  werkt  zeer 
geregeld  door,  zelfs  des  zomers  met  50  werklieden,  tot  dat 
de  haringbuizen  uitgaan ,  waarmede  dan  een  groot  gedeelte 
der  arbeiders  vertrekt. 

Asphalifabrijk.  Hiervan  vindt  men  in  dezen  omtrek 
slechts  ééne,  handelende  onder  de  firma  Forsters  Kolen- 
Maatschappij.  Op  deze  fabrijk,  in  het  voorjaar  van  1845 
van  Weesp  naar  Westzaan  overgebragt,  werken  15  man- 
nen en  zij  geeft  een  belangr^k  vertier. 


Digiti?edby  Google 


280 

Scheepsbeschuiihakkerij.  Eéne  is  er,  ia  1836  te  Zaan- 
dain  opgerigU  en  werkt  tot  das  verre  zeer  gewenseht  door. 

Leerlooijerij.  In  dezen  omtrek  vindt  men  ééne  leer- 
looijerij,  die  met  succes  gedreven  wordt. 

Tarwemeelbuilderij.  Eéne  bestaat  er  te  Zaandam,  welke 
zeer  geregeld  doorwerkt  en  éénen  goeden  aftrek  naar  bui- 
tenslands vindt. 

Tras-  of  Cement -molens.  Er  bestaat  één  Tras-  of 
Cement-molen  te  Wormerveer,  die  steeds  in  volle  wer^ 
king  is. 

Smederijen ,  Lood-  en  Met  aal  gieterij  en.  In  dezen  om- 
trek vindt  men  25  zoodanige  inrigtingen ,  die  veelal 
ten  behoeve  der  menigvuldige  fabrijken  goed  werkzaam  zijn. 

Kuiperijen  Er  worden  in  deze  omstreken  geteld  20 
kuiperijen ,  die  door  de  behoeften  aan  vele  fustagiën 
voor  sommige  fabrijken  goed  in  werking  zijn ,  en  op  eeni- 
ge  waarvan,  van  10  tot  15  personen  arbeiden. 

Molenmaker  ij  en.  In  dezen  omtrek  vindt  men  16  molen- 
makerijen,  die  veelal  in  goeden  gang  zijn,  en  waardoor 
aan  vele  Timmerlieden  werk  wordt  verschaft. 

Buillakenfabrijken.  Van  dit  artikel,  ten  behoeve  der 
oliemolens,  vindt  men  in  dezen  omtrek  2  fabrijken,  als 
ééne  te  Wormer  en  ééne  te  Zaandam,  die  in  volle  wer* 
king  zijn,  wordende  in  de  laatstgenoemde  ook  carsaai- 
en  zakkendoek  geweven;  vele  menschen  vinden  daarin  hun 
bestaan. 

Stokken-  en  Stovenmakerïjen»  Men  vindt  alhier  twfe 
zoodanige  werkplaatsen,  als  eene  te  Westzaan  en  eene, 
welke  onlangs  is  opgerigt  te  Koog  aan  de  Zaan,  die  bei- 
den geregeld  aan  den  gang  zijn,  en  aan  vele  menschen 
werk  verschaffen. 

Scheep-  en  Schuitenmaker  ij  en.  Men  telt  in  deze  om- 
streken 13  scheep-  en  schuitenmakers  werven.  Wat  de 
schuitenmakerljen  betreft,  sommige  daarvan  zijn  in  goede 
werking;  de  werven   echter  voor  grooto  schepen  zijn  ge- 


Digitized  by 


Google 


281 

heel  en  al  in  verval,  ten  gevolge  van  de  ondiepte  van 
het  vaarwater  de  Voorzaan,  waarom  zoo  als  vroeger  is 
gemeld,  hetzelve  door  geene  groote  schepen  kan  worden 
bevaren. 

AardappeleU'Siroopfabrijken.  Er  bestaan  alhier  2  zoo- 
danige fabrijken,  die  echter,  ten  gevolge  der  mislukte 
aardappelen -oogst  in  1843,  minder  dan  vroeger  werk- 
zaam zijn ;  ééne  daarvan  is  zelfs  tegenwoordig  geheel  bui- 
ten werking. 

Nieuwe  takken  van  Nijverheid.  Deze  door  den  invloed 
van  het  Departement  Koog  en  Zaandijk  der  Maatschappij 
tot  Nat  van  't  Algemeen  tot  stand  gebragt,  bestaan  in  het 
maken  van  klompen  en  kartonnen  dozen.  Het  getal  der 
werklieden  voor  het  eerste  fabrijkaat  is  nog  zeer  onbe- 
paald. Op  de  kartonnen-dozenfabrijk  werken  20  personen 
en  meest  alle  meisjes. 

Getal  fahrijken  en  inrigtingen  in  den  omtrek. 

Zeildoekfabrijken 12. 

Oliemolens 112. 

Harenmakerijen 2« 

Papierfabrijken ,    .     .     22. 

Vormenmakerijen 3. 

Zakjespiakkerijen 8. 

Patent-Oliefabrijken 6. 

Oliedikkokerjjen 3. 

Pelmolens 48. 

Houtzaagmolens 106. 

Stijfselfabrijken 13. 

Loodwitfabrijken I. 

Verwmolens 22. 

Mostaardmolens.    • 4. 

Snuifmolens 3. 

Blaauwselfabrijken 9. 

Lakmoesfabrijken 2. 

Cndbear  en  natte  Orseille  fahrijken 1. 


Digitized  by 


Google 


282 

Bergbkiauwfabrijken.    • ^    •     .     •     •  3; 

Verinicellefabrijkeo •  1. 

Chocoladefabrijken 6». 

Schulpzandmolens •     •  6. 

Inlandsche  of  koude  Potaschfabrijken 3. 

LiJDbanen .«^ 2. 

Ujiufabfijk.. •     •  1. 

Asphaltfabrijk 1. 

Scheepsbeschuitbakkerij.    .     •     •     • K 

Leerlooijerij • 1. 

Tarwemeelbuilderij 1. 

Tras-  of  Ceiuentmolens.    • 1. 

Smederijen,  Lood-  en  Metaalgieterijen 25. 

Kuiperijen 20. 

Molenmakerijen 16. 

Buillakenfabrijken 2. 

Stokken-  of  Stovenniakerijen »..•.•  2. 

Scheep-  en  Schuitenniakerijen.  •.    •     • 13. 

Aardappelen-Siroopfabrijken •     •  % 

Nieuwe  takken  van  Nijverheid 1. 


Te  samen        485. 

Het  Departement  Deventer  vermeldt  het  volgende. 

Om  een  doelmatig  verslag  te  geven,  in  de  eerste  plaats, 
van  den  toestand  der  kunsten  enz.  komt  het  aan  het  De* 
partement  Deventer  het  geschiktste  voor,  hierbij  uit  to 
gaan  van  de  tegenwoordige  hoogte  der  wetenschappen, 
omdat  het  niet  kan  ontkend  worden,  dat  wetenschappelijke 
kennis  roet  het  materieele  belang  der  ui  toefenaren  teo 
naauwste  verbonden  is.  En  hiervan  uitgaande,  dan  valt' 
het  dadelijk  in  het  oog,  dat  het  standpunt,  waarop  verre 
de  meeste  takken  van  Nijverheid  zich  te  dezer  stede  be- 
vinden, veel  te  wcyischen  overlaat,  schoon  —  en  hierop 
moeten  wij  vooral  drukken  —  schoon  meer  ten  opsigte 
van   het  buitenland,,  dan  van   onze  andere  vaderlandscfae 


Digitized  by 


Google 


283 

-steden.   De  redenen  hiervan  op  te  sporen  ligt  niet  in  den 
aard  van  dit  verslag;  maar  het  feit  bestaat. 

Immers,  slaan  wij  eenen  blik  op  onze  Kasiemakerijen, 
dan  zien  wij,  dat  men  zich  in  niet  weinige  huisgezinnen 
uit  den  fatsoenlijken  stand  van  buitenlandsche  meubelen 
voorziet,  en  zulks  zoowel  om  de  lagere  prijzen,  als  den 
meer  eleganten  vorm.  Wel  is  waar,  ons  fabrijkaat  in 
deze  bezit  eene  meerdere  soliditeit;  maar  de  tijd  is  voor- 
bij ,  dat  ^soliditeit  alleen  de  voorkeur  behaalt.  —  Van  hier 
dan  ook  dat  deze  tak  van  nijverheid  hier  bij  voortduring 
blijft  kwijnen.  ^ 

Ook  het  Smitsvak  in  het  algemeen  staat  op  eene  lage 
trap  van  ontwikkeling,  en  daarom  strekt  zich  de  werk- 
kring onzer  smeden  ook  melden  verder  uit  dan  deze  stad. 
Men  ontdekt,  wel  is  waar,  bij  enkelen  eenigen  vooruitgang 
in  het  aanschaffen  van  sommige  betere  werktuigen,  maar 
het  voornaamste,  eene  wetenschappelijke  opleiding  —  welke 
deze  stand  evenzeer  als  eenige  andere  noodig  heeft  —  ont- 
breekt bij  velen. 

Op  de  Metselaars  is  het  laatst  genoemde,  schoon  in 
eene  eenigzins  mindere  mate,  insgelijks  van  toepassing; 
want  ook  bij  velen  van  hen  heerscht  nog  een  afkeer  te- 
gen bijna  alles,  wat  naar  vooruitgang  zweemt.  Mogtenzij, 
en  met  hen  ook  de  overigen,  meer  met  hunnen  tijd  mede- 
gaan, zulks  zoude  gewis  gunstig  op  hunnen  materielen 
toestand  terugwerken.  —  intusschen  mogen  wij  met  eeni- 
gen ^ond  vooronderstellen,  dat  de  dit  jaar  te  dezer  stede 
daargestelde  inrigting  tot  het  geven  van  practisch  onderwijs 
aan  jonge  handwerkslieden  op  den  gewenschten  vooruitgang 
eenen  gunstigen  invloed  zal  uitoefenen;  te  meer,  daar  de  on- 
dervinding leert,  dat  juist  die  ambachten  de  overige  het 
meeste  vooruit  zijn ,  waarvan  de  beoefenaars  het  getrouwste 
gebruik  gemaakt  hebben  van  het  gra^s  onderwijs,  dat  op  de 
sinds  jaren  gevestigde  Koninklijke  Teeken-Academie-school 
wordt  gegeven,  ten  bewijze  waarvan  wij  onze  Timmerlie- 


Digitized  by 


Google 


284 

den  mogen  noemen,  daar  wij  onder  dezen  stand  bij  Toortdo- 
ring  eenen  wetenschappelijkenvooruirgang  mogen  opmerken. 

Onze  Verwers  gaan  met  hunnen  tijd  mede,  en  vooral 
deze  verdienen  grooten  lof. 

Van  onze  Schoenmakers  en  Kleermakers  mag  in  het 
algemeen  gezegd  worden ,  dat  schoon  ook  schoenen  en 
kleedingstnkken  meermalen  van  elders  tot  ons  komen,  zg 
echter  ook  meermalen  hun  fabrijkaat  naar  elders  afzenden. 

Een  voor  deze  stad  nieaw  ambacht,  namelijk  het  Stra^ 
tenmaken^  heeft  zich  hier  sedert  weinige  jaren  gevestigd. 
Hetzelve  breidt  zich  telken  jare  meer  uit,  en  opent  het 
vooruitzigt,  dat  deze  tak,  waartoe  wij  voorheen  steeds  lie- 
den van  elders  moesten  ontbieden,  weldra  aan  meerdere 
huisgezinnen  binnen  deze  stad  een  behoorlijk  bestaan  zal 
opleveren,  daar  de  ondernemer,  wegens  de  deugdzaamheid 
van  zijn  werk,  steeds  met  meerdere  bestellingen  ook  op 
andere  plaatsen  wordt  belast. 

Wat,  in  de  tweede  plaats,  de  Fabrijken  aangaat,  zoo 
mogen  wij  thans,  even  als  vroeger,  met  roem  gewagen 
van  de  hier  ter  stede  gevestigde  Tapijifabrijk  en  IJzer^ 
gieterij ,  van  welke  beiden  het  mag  gezegd  worden ,  dat  z§ 
bij  voortduring  met  den  tijd  medegaan. 

De  Tapijifabrijk  heeft  in  het  afgeloopen  jaar  veel  ge- 
werkt, en  schoon  de  inrigting  in  den  eigenlijken  zin  niet 
is  vergroot,  zoo  heeft  echter  de  eigenaar,  die  geene  on- 
kosten spaart,  om  zijn  fabrijkaat  met  de  vorderingen  der 
wetenschappen  gelijken  tred  te  doen  houden,  aan  dezelve 
eene  belangrijke  verbetering  aangebragt ,  door  de  verwerij 
en  droogery  met  stoom  te  doen  werken.  Deze  nieuwe  in- 
rigting beantwoordt  ook  geheel  aan  de  verwachting,  die 
men  er  van  koesterde,  zoowel  wat  de  meerdere  fraaiheid, 
levendigheid  en  vastheid  der  kleuren  betreft,  als  ten 
aanzien  van  het  voordeel,  hetwelk  ontstaat «  eendeels  door 
besparing  van  brandmateriaal ,  en  anderdeels  door  de  vol- 
maakte uittrekking  der  gebezigde  verwstoffen* 


Digitized  by 


Google 


285 

Verder  mag  het  gezegd  worden,  dat  deze  fabrijk  in 
het  afgeloopene  jaar  een  ruimer  debiet  gehad  heeft,  dan 
in  de  naast  voorgaande  jaren ,  in  welke  zulks ,  —  vol- 
gens opgave  der  Kamer  van  Koophandel  en  Fabrijken  (zie 
het  Dagblad:  Overijssel^  van  27  September,  1845)  —  in 
de  jaren  1842 — 1844,  de  aanzienlijke  som  van  honderd- 
duizend gulden,  gemiddeld,  jaarlijks  heeft  bedragen.  — 
De  boven  bedoelde  stoomketel  met  toebehooren,  naar 
de  nieuwste  uitvinding  ingerigt ,  en ,  volgens  verzeke- 
ring van  den  eigenaar,  voor  groote  verwerijen  alle  aan- 
beveling verdienende,  is  alhier  op  de  IJzergieterij  van 
de  Ueeren  Nbderburg,  Nbrmt,  Bögix  en  Comp.  ver- 
vaardigd. 

Ook  deze  Fabrijk  houdt  zich  op  de  hoogte  van  haren 
tijd.  Belangrijk  mag  men  hare  werken  van  het  afgeloopen 
jaar  noemen,  onder  welke  vooral  in  aanmerking  komen, 
behalve  gemelde  Stoomverw-inrigting  en  een  Stoomblee- 
kerij-toeWtel  te  AcUien^  Provincie  Gelderland^  in  werking, 
de  ijzeren  kraan  te  dezer  stede,  welke  reeds  gedurende 
een  groot  half  jaar  gebruikt  wordt  en  volkomen  aan  het 
doel  beantwoordt.  Zij  is  geheel  van  ijzer  vervaardigd,  en 
zoo  ingerigt,  dat  men  er,  naar  het  verschillende  gewigt 
van  den  last  op  deze  verschillende  wijzen  de  magt  op  aan 
kan  wenden.  Vier  personen  zijn,  zonder  buitengewone 
inspanning  van  krachten,  instaat,  om  er  eene  last  van  tien 
duizend  Ned.  ponden  mede  te  ligten ;  terw^l  twee  personen 
de  kraan  met  dezen  last  bezwaard,  kunnen  omdraaijen,  en 
één  in  staat  is,  om  dien  langzaam  en  voorzigtig  te  laten 
zakken.  De  gewone  lasten,  waarvoor  deze  kraan  bestemd 
is,  worden  er  gemakkelijk  en  spoedig  door  twee  personen 
mede  geligt. 

Onder  de  verder  nog  door  deze  Fabrijk  geleverde  voor* 
Werpen,  voldoet  evenzeer  aan  het  doel  het  Ijzeren  gebint 
en  de  balans  voor  de  wipbrug  te  Goor^  Provincie  Overijssel^ 
en  nog  heden  is  men  bezig  om  in  de  Oostwalderpolder y 


Digitized  by 


Google 


286 

Provincie  Groningen^  een  Stoommachine  van  hooge  druk- 
king, werkende  met  een  Termogen  Tan  16  paardenkrachten, 
op  twee  hydraulische  schroeven  te  plaatsen;  ieder,  die  het 
genoegen  had  dit  machine  hier  geheel  afgewerkt  in  el- 
kander te  zien  staan ,  moet  bekennen,  dat  dit  werk  met  het 
buitenland  kon  wedlJTcren.  Ook  mag  deze  fabrijk  zich  bij 
Toortduring  in  ruime  bestellingen  verheugen ,  zoodat  er  de 
werklieden  dezen  winter  geen  gebrek  aan  werk  zullen  on- 
dervinden. Het  debiet  dezer  fabrijk  was  in  het  afgeloopen 
jaar  nog  gunstiger  dan  in  de  voorgaande  jaren ,  in  welke 
het  echter  ook  reeds  zeer  aanzienlijk  moet  geweest  zijn, 
daar  het  gezamenlijk  bedrag  van  gegoten  en  bewerkt  ijzer, 
én  door  genoemde  firma  én  door  anderen  te  dezer  steede, 
gedurende  de  jaren  1800  twee-,  drie-  en  vierenveertig,  ge- 
middeld, de  hoogst  aanzienlijke  som  van  vijfmaalhonderd- 
duizend gulden  heeft  bedragen «  en  er  jaarlijks  alleen  op 
de  onderhavige  fabrijk,  insgelijks  gemiddeld,  ongeveer 
900  wagens  met  oer  of  ijzer-erts,  —  elke  waoren  gerekend, 
volgens  opgave  van  den  eigenaar «  gemiddeld  op  ruim  10 
Ned.  mud.  of  200  Ned.  pond,  dus  jaarlijks,  gemiddeld 
ruim  9,000  mud.  of  180,000  Ned.  pond.  versmolten  wer- 
den; een  en  ander  volgens  opgave  der  Kamer  van  Koop- 
handel enz.  (zie  bovengemeld  Dagblad:  Overijssel). 

De  fabrijk  van  Brandkisten  en  Brandkasten  blijft  haren 
vorigen  roem  handhaven;  terwijl  ook  de  Kagchelfabrijken 
zich  in  het  afgeloopene  jaar  in  een  vrij  goed  debiet ,  vooral 
ook  buiten  de  stad,  hebben  mogen  verheugen.  ^ 

Ten  aanzien  van  den  alhier  door  stoom  werkende oliemolen', 
mogen  wij  melden,  dat  deszelfs  inrigting  in  allen  deele 
met  de  wetenschap  vooruitgaat,  daar  in  het  afgeloopene 
jaar  zijne  heljen  of  kielpersen,  ,ook  wel  stampers  genoemd, 
geheel  door  hydraulische  persen  zijn  vervangen,  en  het 
pelwerk  in  denzelven,  dat  gedurende  eenige  jaren  had 
stilgestaan,  dit  jaar  weder  in  werking  gebragt  is,  en  nu 
door  stoom  bewogen  wordtt 


Digitized  by 


Google 


287 

Betrekkelijk  de  alhier  gevestigde  Zeep%iederij  Terme- 
nen  wij  te  moeten  melden,  dat  zij  xich  op  denzelfden  Toet 
staande  houdt. 

Ook  de  Bierbrouwerij  bleef  9  ofscboop  met  opoffering, 
door  de  hooge  prijzen  van  het  graan ,  op  dezelfde  hoogte. 
Aan  eeoen  boogeren  prijs  Tan  dezen  drank  durft  men  niet 
denken,  wil  men  hem  nog  niet  meer  bij  het  volk  in  on- 
broik  braigen.  Steeds  blijft  het  te  hopen,  dat  de  zware 
belasting,  welke  met  zegel  en  opcenten  33  proc.  bedraagt, 
worde  afgeschaft  van  eenen  gezonden  en  krachtigen  drank, 
welke  vroeger  met  regt  onze  volksdrank  genoemd  werd. 

De  KoekebdAAerijen  gaan,  niettegenstaande  de  hooge 
laadprijzen  en  algemeene  kwijning,  vrij  goed,  daar  de 
afsending,  ^n  vergelijking  der  omstandigheden,  nog  aan- 
zienlek mag  heeten,  schoon  dezelve  minder  was  dan  in 
vorige  jaren. 

Door  de]  algemeene  ramp,  de  aardappelen-ziekte ,  is  de 
Aardappelemneel'fabrijk ,  welke  dit  jaar  aan  eenen  an- 
deren eigenaar  is  overgegaan ,  een  gedeelte  van  dit  jaar 
met  schade  werkzaam  geweest,  en  werd  er  sedert  eenige 
weken  het  werk  geheel  gestaakt. 

De  fiabrgk  van  Zevendoek^  welke  zich  in  den  laatsten 
tijd  zeer  beeft  uitgebreid,  ook  door  de  vervaardiging  van 
Uiergaas,  is  in  bloeijeaden  staat. 

Alle  andere  fabrijken  bevinden  zich  ongeveer  in  den- 
zelfden toestand  als  het  vorige  jaar,  schoon  echter'  de 
eene  meer,  de  andere  minder  door  de  tydsomstandigheden 
gedrukt  wordt. 

Van  eene  fabr^k  te  dezer  stede  is  nog  nimmer  in  de 
Verslagen  der  Maatscha]^ij  melding  gemaakt,  en  echter 
is  zij,  zoo  men  niet  beter  weet,  eenig  in  deze  Provincie, 
namelgk,  de  Meilery  of  Moutertj  van  wQlen  E.  Broek* 
Huig,  welke  deze  febrijk  hier  gedurende  dertig  jaren  heeft 
gedreven.  Zij  voorziet  vooral  het  platteland  van  het  be- 
noodigde  mout  voor  het  brouwen  en  branden;  doch  ook 

20 


Digitized  by 


Google 


'288 

deze  üabrijk  ondervindt  thans  de  gevolgen  van  den  aardig 
pelen-ramp,  daar  de  anders  nu  reeds  ontvangen  bestellin- 
gen bijna  geheel  zijn  uitgebleven. 

Eindelijk  vermogen  w^  nog  te  melden,  dat  omstreeks  een 
jaar  geleden  de  Heeren  H.  J,  en  W.  Ankersmit  alhier, 
elk  voor  zich  afzonderlijk,  eene  Callico-weverij  hebben  op- 
gerigt;  gebrek  aan  geschikte  localen  echter  belet  hen,  om 
deze  fabrijken  te  dezer  stede  de  gewenschte  uitbreiding 
te  geven,  ten  gevolge  waarvan  zij  dan  ook  op  onderschei- 
den andere  plaatsen  dergelijke  inrigtingen  hebben  daar- 
gesteld. 

Het  Departement  wil  dit  Verslag  besluiten  met  nog 
eenlge  mededeelingen  te  doen  uit  de  meer  vermelde  opgave 
der  Kamer  van  Koophandel . en  Fabrijken,  overgenomen 
uit  het  boven  aangehaalde  Dagblad:  Overijssel^  en  zulks 
voor  zooverre  deze  opgaven  betrekking  hebben  tot  Kun* 
sten,  Handwerken,  Fabrijken  en  Trafijken. 

Volgens  deze  opgave  dan  bedroeg  in  den  jare  1800 
twee-,  drie-  en  vierenveertig  de  gemiddelde  invoer  van 
het  kool-  en  lijnzaad  700  lasten,  de  gemiddelde  uitvoer  van 
hetzelve  50  lasten.  —  De  gemiddelde  invoer  van  Olie  was 
800  Ned.  vaten  en  de  uitvoer  5100.  —  De  gemiddelde 
invoer  der  duigen  heeft  bedragen  1,600,000,  derzelver  uit- 
voer slechts  800,000.  —  Nog  wordt  opgegeven,  dat  de 
invoer  van  eikenschors  15,000  mudden  en  de  uitvoer  10,000 
zouden  bedragen  hebben. 

Eindelijk  mag  nog  vermeld  worden,  dat  er  125  lasten  duif- 
steen  zijn  ingevoerd  en  niets  daarvan  is  uitgevoerd,  ea  dat 
er  terwijl  er  geen  cement  werd  ingevoerd,  100  lasten  van 
hetzelve  zijn  uitgevoerd.  —  Uit  al  deze  opgaven  nu  zullen 
waarschijnlijk  belangrijke  resultaten  aangaande  den  toe- 
stand en  werkzaamheden  van  onzen  oliemolen,  onzer  kui- 
pers, looljerijen  en  trasmolens  af  te  leiden  zijn. 

Het  Dep*  heeft  de  eer  te  rapporteren,  dat  er  in  het  al- 
gemeen, wat   den   toestand  des  handels  betreft,    weinige 


Digitized  by 


Google 


289 

Terandering  bij  dien  van  het  vorige  jaar  is  opgemerkt;  dat 
men  echter  geene  redenen  had,  om  zich  in  het  algemeen 
over  deszelfs  bloei  te  verheugen,  doordien  deze,  gelijk  in 
de  meeste  binnensteden,  gewoonlijk  uit  zoogenoemde  tweede 
hands-zaken  bestaan  moet,  en  deze  tak  door  eenen  zamèn- 
loop  van  omstandigheden  hier,  even  als  in  geheel  Europa^ 
in  een  kwijnenden  toestand  verkeert. 

Verder,  dat  men  als  een  gevolg  van  de  aardappelen- 
ziekte,  in  de  maanden  September  en  October  eene  buiten- 
gewone  levendigheid  in  den  aardappelen-handel  heeft  opge- 
merkt, en  men  gedurende  die  beide  maanden  aanzienlijke 
hoeveelheden ,  zoo  zieke  als  gezonde  aardappelen  heeft  zien 
verschepen,  welke  tot  de  prijzen  van  drie  tot  vier  gulden, 
soo  bier  ter  stede  als  ten  platte  lande,  opgekocht  wer- 
den. 

Eindelijk,  dat  men,  ook  als  een  gevolg  van  boven  be- 
doelde ramp,  eenen  bijzonder  grooten  aanvoer  van  granen 
heeft  opgemerkt,  welke  men  hoopt,  dat  zonder  verdere 
verhooging  van  prijzen,  aan  de  graanhandelaren  voordee- 
lige  resultaten  zal  opleveren. 

De  Heer  B,  W.  Bltdenstein,  te]  Enschedé ,  vermeldt 
het  volgende: 

De  Fabrijken  in  den  omtrek  van  Enschedé  voor  bin- 
nenlandsche  behoefte,  verkregen  weder  eene  merkelijke 
uitbreiding. 

De  Spinnerijen  werken  met  aanzienlijke  vermeerdering 
en  belangrijke  voordeelen.  De  kleinere,  met  handmolens 
(mule-jennys)  zijn  alle  in  volle  werking  en  kunnen,  even 
als  de  grootere,  niet  aan  de  aanvraag  voldoen. 

De  Weverijen  van  Calicots  hebben  met  meer  en  min- 
der voordeel  en  dikwerf  met  nadeel  gewerkt.  De  terug- 
gang der  Gareninarkt  en  andere  bijkomende  omstandighe- 
den hebben  vele  Fabrijkanten  aanzienlijke  verliezen  toege- 
bragt.    Niettegenstaande  deze  ongelukkige  omstandigheden 


Digiti?ed  by 


Google 


290 

is  er  gedarende  den  zachten  winter  rol  op  werk  geweest, 
en  een  hoog  weefloon  betaald,  zoo  dat  dit  fabrijkaat  seer 
heeft  medegewerkt,  om  de  gevolgen  van  den  mislukten 
aardappel-oogst  te  verzachten. 

Eenige  beletselen  van  de  volk*8-vlijt  zijn  weggenomen, 
eentge  bezwaren  verminderd.  De  communicatie-wegen 
zijn  verbeterd,  de  verdeeling  en  ontginning  der  woeste 
gronden  zijn  begunstigd;  ook  de  oprigting  der  Kamers 
van  Koophandel  in  meer  of  min  belangrijke  steden,  wel- 
ker  consideratië'n  nu  en  dan  worden  gevraagd,  zijn  reeds 
in  den  beginne  nuttig  geweest,  doch  leveren  geen  vol- 
doend tegenwigt  op  tegen  de  rapporten  van  de  finantiele 
en  andere  ambtenaren,  welker  inzigten  uit  den  aard  der 
zaak,  van  uit  hun  standpunt  naar  den  administrativen 
geest  zijn  gewijzigd,  en  daarbij  natuurlijk  alleen  de  faci- 
liteit der  administratie,  de  regeling  der  controles  en  de 
vermeerdering  der  ontvangsten  voor  oogen  hebben.  Hun 
vak,  hun  post,  hunne  bepaalde  pligt  is  het  belang  der 
Finantien,  hetgeen  tot  in  de  meest  minutieuse  strekking 
wordt  opgespoord  en  voorgestaan,  als  of  Land  en  Volk, 
Landbouw  en  Handel  alleen  dk&r  zijn  om  de  finantiele  ad- 
ministratie. 

Meermalen  heeft  eene,  schijnbaar  geringe  belasting, 
eene  kleine  wijziging  in  de  formaliteiten,  die  de  admi- 
nistratie der  belastingen  of  in-  en  uitgaande  regten  eenig- 
zins  faciliteerde ,  eenen  belangrijken  tak  van  nijverheid 
onherstelbaar  vernietigd.  Het  is  voor  het  Gouvernement 
met  den  besten  wil  dikwerf  moeljelijk,  om  uit  s*  Hoge 
op  rapporten  uit  zoo  verschillend  oogpunt  opgemaakt ,  deze 
details  in  de  gevolgen  vooriiit  te  zien,  en  daardoor  blijft  dan 
eene  reeks  van  nnoodige  belemmeringen  voortduren  of 
wordt  nieuw  ingevoerd,  hetgeen  dadelijk  bij  een  onbevoor- 
oordeeld en  neutraal  onderzoek  op  de  plcuils  %eive  zoude 
worden  afgekeurd. 

Men  heeft  sedert  jaren   en  herhaaldelijk  met  aandrang 


Digitized  by 


Google 


2Ö1 

van  hier  aanzoek  gedaan ,  dat  van  wege  het  Ministerie  of 
van  de  Administratie  van  de  Nijverheid  een  kundig  Amb* 
tenaar  naar  deze  afgelegene  streken,  die  gedeeltehjk  tot 
het  onvrij  territoir  behooren,  werd  gezonden  om  de  lo- 
cale belangen  op  te  nemen,  hetgeen  toch,  en  tijdens  de 
vereeniging  roet  de  Belgische  Provinciën,  en  thans  bij 
de  nieuwere  ontwikkeling  van  de.  Fabrijken ,  van  zoo 
veel  belang  ware  geweest.  Niemand  heeft  ooit  locale  in- 
spectie genomen  van  hetgeen  in  Twenthe  bestond ,  of  wat 
er  kon  ondersteund  of  opgerigt  worden,  terwijl  de  Indus- 
trie in  de  beide  Vlaanderen^  in  Luik  enz.  met  eene  lof- 
felijke en  werkdadige  belangfttelling  werd  bezocht ,  onder- 
steund en  aangemoedigd. 

Van  hoe  veel  belang  zonde  het  niet  thans  nog  zijn,  om 
in  de  voornaamste  fabrijkplaatsen,  waar  de  spinnerijen,  de 
wevergen  van  calicots,  van  koffijzakken  enz.  gevestigd 
sijn,  een  onderzoek  te  laten  doen  naar  de  geschiktste  wijzen 
ter  verbetering  en  uitbreiding. 

Onder  de  reeks  der  bestuafide  bezwaren  behoor  en: 

lo.  De  belastingen,  bepaaldelijk  en  bij  uitzondering  op 
de  vUjt. 

2o«  De  nog  voortdurende  speciale  gunsten  aan  bijzon- 
dere Provinciën ,  Steden  ,  armeninrigtingen  enz. 

3o.  De  belemmeringen  in  den  aanvoer  van  brandstoflEen , 
van  welker  prijs,  vooral  thans  bij  het  gebruik  van  stoom- 
kracht, het  bestaan  der  fabrijken  afhangt.  Daartoe  be- 
hoort de  onbegrijpelijke  vertraging  der  vestiging  van  een 
kantoor  voor  in-  en  uitvoer  bij  de  knalhutte  aan  de  gren- 
zen naar  CoesveldL  De  aanvoer  van  den  turf  uit  de 
meest  nabij  liggende  Venen  wordt  daardoor  belet.  De  Ësch- 
marke  met  2400  Inwoners,  beroemd  door  haren  vroeger 
uitnemenden   welstand,   heeft   eéne   gunstige  ligging  tus- 


Digitized  by 


Google 


292 

scben  de  fabrijken  van  Enschedé  en  de  naaste,  in  het  ge- 
zigt  liggende  Pruisische  veengronden^  van  ouds  groo- 
tendeels den  eigendom  der  Eschmarkers.  Een  voordeelig 
en  gereed  debiet  van  hunnen  turf,  vermeerderde  hunne 
vlijt,  hunne  welvaart  en  rijkdom. 

Welnu!  door  administrative  maatregelen^  mogelijk  al- 
leen om  de  surveillance  wat  gemakkelijker  te  maken ,  wer- 
den zij,  als  met  den  slag  van  hun  eigendom  afgesneden, 
>vaarvan  de  waarde  tevens  met  hunne  bloeijende  Industrie 
werd  vernietigd.  De  bezitters  van  het  verder  afgelegen 
veen  over  de  glanerbrug  naar  Eepe^  allen  Pruisische  ei- 
genaars, leveren  nu  alleen  dezen  turf  aan  onze  fabrijken  eo 
30 — 40» ƒ0  booger,  daar  de  mededinging  van  de  Neder- 
landsche  ingezetenen  onmogelijk  gemaakt  is. 

Maar  het  regelregte  verkeer  met  d.e  bevolkte  districten 
van  Westfalen^  die  zoo  geheel  in  ons  voordeel  gelegen 
zijn,  een  oud  grondgebied  van  onzen  handel,  blijft  hier- 
door van  ons  en  den  naasten  en  voordeeligsten  weg  naar  de 
Zuider%ee  als  afgesneden ,  de  handel  en  doorvoer  van  onze 
havens  geëntraveerd ,  en  als  met  de  hand  aan  Emden  en 
Leer  toegevoegd. 

4o.  De  kleeding  der  Land-  en  Zeemagt  roet  buitenlands 
gefabriceerd  linnen,  terwijl  in  het  Britsche  Rijk  de  armee 
bij  voorkeur  met  katoen-linnen  wordt  gekleed,  ofschoon 
de  fabrijk  van  vlassen-linnen  aldaar  (in  Ierland)  ook  te 
huis  is. 

De  Heer  S.  P.  van  der  Tüuk,  te  Bellingwotde ,  ver- 
meldt het  volgende: 

Op  den  toesiand  der  fabrijken  valt,  in  het  district  fVes- 
terwolde  en  het  Oldambt^  niet  te  roemen.  Eene  te  groote 
concurentie  schijnt  bij  velen  den  vereischten  bloei  te  belet- 
ten; de  uitgebreide  Aardappel-Montwjjnstokerij,  te  Zuid* 
broek ^  heeft  opgehouden  te  bestaan;  sommige  anderen 
werkten  (ook  vooral  ten  gevolge  van  den  mislukten  oogst 


Digitized  by 


Google 


293 

i^Ê  Aardappelen)  seer  Imigxaam,  of  stonden  gedurig  stiL 
Te  Wilder  is  door  de  Heeren  Uniken  eene  Aardappel- 
Mootwijnstokerij  der  6de  en  6de  klasse  opgerigt,  welke  zeer 
doelmatig  tnsschen  veenderij-  en  woeste  gronden  en  kana- 
len is  gelegen;  en  de  ondernemers  schijnen  zich  de  ont- 
ginning dier  gronden  voornamelijk  ten  doel  te  hebhen  ge- 
steld. 

Bi)  het  dorp  Onstwedde^  waar  zich  één  vrindkorenmo- 
len bevond,  is  een  tweede  opgerigt. 

Te  Oostwolderpolder  bouwde  men  eenen  stoomwatermo* 
len,  doch  die  tot  hiertoe,  weinig  lum  de  goede  verwachting 
schijnt  te  beantwoordeiu 

De  Heer  H.  H.  db  Haan  berigt  het  volgender 

OUeslagerijeiu  De  olieslager^jen  hefaben  met  tamelijk 
succes  gewerkt.  De  mindere  deugdelijkheid  der  zaden, 
inzonderheid  van  het  koolzaad,  werd  vergoed  door  de 
vaste  olieprijzen  en  den  hoogen  stand  der  koeken. 

Pelderijen*  De  pelderijen  hebben  sedert  vele  jaren  geene 
zoo  gunstige  resultaten  opgeleverd,  als  in  het  verloopen 
jaar.  De  prijs  der  gort  was  in  verhouding  steeds  boog, 
inzonderheid  in  de  2«  helft  van  het  jaar,  als  wanneer  die 
prijs  tot  eene  ongewone  hoogte  steeg,  veroorzaakt  door 
bet  verlies  der  aardappelen. 

Himt%aagmol€n8 ,  Scheepsiimmertoerven ,  Zeilmaker 
fijen^  Tauwsiagerijen  en  Ankerêmederijen.  Het  naauw 
verband  tnsschen  deze  onderscheidene  fabrijken  bestaande, 
heeft  mQ  het  meest  geschikt  doen  oordeelen,  dezelve  on- 
'er  een  hoofdstuk  op  te  nemen.  Het  zal  dan  ook  vol- 
doende zijn  aan  te  merken,  dat  de  meerdere  bedrijvigheid 
op  de  werven  door  vermeerderde  afzet  van  schepen  be- 
staande, ook  op  de  overige  vier  genoemde  fabrijken  gun- 
s^  geweAt  heeft. 

Sckeepvaari.  De  vrachten  inzonderheid  in  het  2*  half 
jaar  waren   aanmerkelyk    hooger,   dan   het   vorige  jaar.. 


Digitized  by 


Google 


294 

Echter    zjjti    er    dezen  herfst   eenige    schepen    TeroDge- 
liikt. 

MotUwijnstokerijen  uit  Aardappeleiu  Het  uitzigt  Toor 
deze  fabrijken  was  aanvankelijk  bij  voldoenden  prijs  van 
bet  fabrijkaatf  zeer  ganstig,  toen  de  ziekte  der  aardap- 
pelen dat  uitzigt  geheel  veredelde.  Hierdoor  werd  belet 
met  deze  fabrijken  behoorlijk  door  te  werken.  Wel  werd 
vooreerst  van  aardappelen  gebruik  gemaakt,  die  reedt 
door  de  ziekte  waren  aangedaan,  en  welke  dos  voer  lage 
prijzen  te  bekomen  waren,  maar  zij  schenen  toch  ook 
te  weinig  geschikte  grondstof,  voor  de  fabrijken  op 
te  leveren,  om  met  eenig  voldoend  voordeel  verwerkt  te 
kannen  worden.  Na  het  verbruik  van  deze  soort  moest 
echter ,  wegens  de  hooge  prijzen  en  onverkrijgbaarheid  van 
gaaf  product,  het  fabriceren  gestaakt  worden.  De  vee- 
stallen waren  daardoor  ook  veel  minder  dan  het  vorige 
jaar,  en  wel  beneden  de  helft  van  het  gewone  getal 
voorzien* 

Siroop  van  Aardappelen.  De  fabrijk  van  dien  aard, 
welke  alhier  bestaat,  schijnt  het  meeste  voordeel  van  het 
aardappelen-bederf,  boven  alle  andere  bedrijven,  waar  dit 
artikel  als  grondistof  gebezigd  wordt,  getrokken  te  heb- 
ben. Reeds  totaal  bedorven  aardappelen,  zoo  zelfs,  dat 
dezelve  uit  de  schepen  moesten  gespit  worden,  werden, 
zoo  het  althans  voorkwam,  met  goed  succes  verbruikt 
Voor  spotprijzen  opgekocht,  bleef  de  fabrijk  daarmede  tot 
in  het  einde  van  het  jaar  goed  doorwerken* 

Grutterijen.  Ook  voor  de  grutterijen  was  de  siekte 
der  aardappelen  voordeelig,  daar  dezelve  tengevolge  daar- 
van meer  werk  hadden,  en  hetwelk  eene  goede  winst  op- 
leverde. 

Steen-  en  Pannebakkertjen.  Deze  belangrijke  bedryven 
allen  bij  het  Damslerpted  gelegen ,  werkten  weder  dit  jaar 
goed  door.  De  aftrek  was  echter  tot  in  den  herfst  oiet 
5lcrk  en  de  prijzen  niet  hoog.    Dit  verbeterde  zich  echter 


Digitized  by 


Google 


295 

tegen  het  einde  Aen  jaars ,  zoodat  b^na  alle  de  voorhan« 
dene  steenen  en  pannen  tot  eenigzins  hoogere  prijzen 
werden  verkocht. 

De  Heer  J.  C.  Billroth,  it  Noordhom  ^  geeft  het  vol- 
gende Terslag. 

De  toestand  van  het  Fabrijk'  en  Trajijk*we%en^  en  andere 
tdcken  van  Nijverheid,  in  het  voormalig  verslag  was 
hij  uitstek  gunstig.  De  Pelmolens  hebben  sedert  de 
nieuwe  gort  is  afgeleverd  geworden,  onophoudelQk 
werkzaam  geweest  en  hunne  voortbrengselen  vonden  gra* 
ge  koopers.  De  gort  is  algemeen  met  groote  winst  ver- 
kocht; zulks  is  te  zoeken  in  het  gemis  van  den  aardap- 
pel. 

De  Rogge»  en  Boekweilmolens  hebben  alweder  met  veel 
voordeel  gewerkt,  door  dezelfde  omstandigheid  als  de  Pel- 
molens. 

Olieslagerijen  waren  dit  jaar  met  meer  voordeel  werk- 
zaam dan  het  voorgaande  jaar. 

Het  getal  Pelmolens  is  met  een'  vermeerderd,  op  de  Bril, 
gemeente  Zuidhom ^  t^r  plaatse,  waar  in  Januarij  1845 
een  oliemolen  was  afgebrand.  Te  Enumatil  in  dezelf- 
de gemeente  is  wederom  een  oliemolen  gebouwd,  die 
thans  reeds  ten  volle  werkzaam  is.  De  pelmolen  van 
Zuidhorn  is  ruim  6  N.  ellen  booger  gebragt,  hetwelk 
eene  vrijere  werking  van  den  wind  op  deozelven  te  weeg 
heeft  gebragt. 

Sleen»  en  Pannebakkerijen  hebben  een  matig  debiet  ge- 
had; hnnae  leverantiën  bepalen  zich  hoofdzakelijk  aan  par- 
ticulieren, en  door  de  geldschaarschheid  is  er  niet  veel 
getimmerd. 

Kalkbr anderijen  hebben  meer  aftrek  gehad  dan  vroeger, 
en  wel  omdat  de  kalk  van  dezelve  beter  is  dan  die,  welke 
veelal  uit  Vriesland  wordt  aangevoerd. 

Andere  takken  van  bedrijvigheid  zijn  op  denzelfden  voet 


Digitized  by 


Google 


296 

gebleven;  de  coDcarrentie  in  de  meeste  baiidwerkeD 
al  meer  en  meer   toe,    zoodat  de   toeataad  Tan  den 
bachtsman  niet  beter  wordt. 

In  sommige  gemeenten  wordt  aan  de  Trouwen  en  kin- 
deren wol  en  garen  uitgereikt,  om  te  spinnen  ea  te  brijen 
gedurende  den  Winter,  ten  einde  hen,  die  een  karig  inko- 
men hebben,  in  de  gelegenheid  te  stellen,  sich  selTea  koo 
Teel  mogelyk  door  eigen  Terdiend  loon  een  ruiMier  bestaan 
te  bezorgen. 


Digitized  by 


Google 


-•^oo^WÊtc^^^^ 


Algemeen  Verslag  over  hei  Pita-Vlas  ,  opgemaakt  uil 
de  Rapporten  van  de  Departementen  der  Neder^ 

LANDSCHE   MAATSCHAPPIJ    TBR   BEVORDERING   VAN 

Nijverheid,    aan   welke   hel   ter   beoor* 
deeling  was  toegezonden. 


Onder  de  verachillende  pogingen,  die  door  den  Baron 
VAN  Kaders,  vroeger  Geaaghebber  van  Curagao,  thans 
6oa?erneur  van  Suriname^  sijn  in  het  werk  gesteld,  om 
door  de  uitbreiding  van  den  Landbouw  en  den  Handel, 
den  toestand  van  onze  West-Indische  bezittingen,  Cura^ 
fao^  Bonaire  enz.  te  verbeteren,  behoort  ook  de  Pi' 
/a-cultuur.  De  Agave  Americana  (Pita)  behoort  tot  de 
gewassen,  die  men  doorgaans  Aloë  noemt.  De  bladen  de- 
zer planten,  van  4 — 5  voeten  lang,  bevatten  eene  vezel- 
itof,  waaruit  de  Indianen  gewoon  zijn  zeker  grof  doek  en 
koord  te  vervaardigen.  De  verbouwing  nu  van  dit  gewa9 
trachtte  de  Heer  Raders  op  de  genoemde  eilanden  te  be- 
vorderen, en  hij  schijnt  daarin  wel  te  sLigen. 

'In  het  jaar  1842  schreef  de  Heer  Raders,  dat  ereenige 
Tertraging  in  zijne  proefnemingen  plaats  had,  dewijl  hij 
in  den  aanvang,  bij  vergissing,  eene  minder  edele  soort  van 
Pita  had  gecultiveerd,  die  naderhand  door  eene  betere 
werd  vervangen,    welke   veel    sterker,    witter   en    fijner 


Digitized  by 


Google 


298 


draad  levert;  doch  deze  planten  waren  nog  niet  g^enoeg 
ontwikkeld ,  om  daaruit  goede  vezelstof  te  trekken ;  waarop 
bij  Iaat  volgen,  dat  bij  een  monster  Cara^aoscb  Pita-vlas 
van  de  gemelde  minder  edele  plant  zal  overzenden  (1). 
Op  grond  biervan  rast  bet  vermoeden,  dat  het  aan  de 
Maatschappij  toegezonden  monster  Pita-vlas  afkomstig  is 
van  de  minder  edele  soort  van  planten. 

Dit  Pita-^vlas  is  door  zes  Departementen  der  Maat- 
schappij beproefd  en  beoordeeld,  uit  wier  adviezen  bet  vol- 
gende Algemeen  Verslag  is  opgemaakt,  ten  einde  in  dit 
Tijdschrift  te  worden  opgenomen. 

De  benaming  Pita-vlas  en  Pita-hennep  is  niet  eigenaar^ 
dig  gekozen,  vermits  het  woord  PiUa,  (waarschijnlijk  van 
Mexikaanschen  oorsprong),  niets  anders  beteekent  dan 
ruwe  ve%elslof^  Jila8se\  waarom  men  alle  die  planten ». 
waarvan  de  bladen  zulk  eene  stof  opleveren,  in  de  West- 
Indië  met  den  naam  van  Pita-planlen,  dat  is,  Ve%eUiof' 
planten ,  bestempelt.  Van  deze  benaming  heeft  men  reeds 
voorlang  in  de  Kruidkunde  gebruik  gemaakt,  dewQl  men 
toen  waarschijnlijk  meende,  dat  slechts  enkele  soorten  van 
de  geslachten  Agave  en  Aloë  uitsluitend  tot  bet  vervaar- 
digen van  Jilasse  geschikt  waren.  Men  noemde  ze  Agave 
Pilta  en  Aloë  Püta,  en  men  heeft  eerst  later  het  onvol- 
doende van  deze  benamingen  ingezien,  toen  bet  bleek,  dat 
men,  bijna  zonder  onderscheid,  alle  soorten  en  variëteiten 
van  deze  twee  uitgebreide  planten-geslachten  tot  hetzelfde 
doel  kan  bezigen.  Van  het  gebied  der  Kruidkunde  wordt 
intusschen  deze  verwarring  in  de  Technologie  overgebragt; 
de  oorspronkelijke  beteekenis  van  het  woord  PiUa  werd 
vergeten,  en  men  vervalt  algemeen  in  de  dwaling,  om  de 
vezelstof  zelve  Pita-vlas  of  -hennep  te  noemen,  zonder 
te  bemerken ,  dat  men  van  een  vreemdsoortig  pleonasmus 


(1)    Algemeen   Verslag  wegens  den  Staat  van  den  Landbouw^ 
gedurende  hei  jaar  1842,-  bl.  177  en  181. 


Digitized  by 


Google 


299 

gebrnik  maakt,  hetgeen  nog  bovendien  den  joiiten  oor- 
sproDg  der  stof  in  het  duister  laat.  Of  de  bedoelde  ioge- 
xondene  stof  van  eene  Agave*  of  Tan  eene  Aloë-soort  af- 
komstig zijl  is  voorals  nog  onzeker,  daar  er  geene  kruid* 
kundige  beschrijving  van  de  plant,  die  deze  vezelstof 
levert,  was  bijgevoegd;  doch  dit  kan  voor  als  nog  bij  de 
beoordeeling,  of  deze  vezelstof  eenmaal  een  belangrQk 
voorwerp  van  cultnnr  en  handel  worden  zal,  meer  op  den 
achtergrond  geplaatst  worden. 

Het  Püa-vlas  heeft  volgens  het  niterl^k  aanzien  eenige 
gelijkheid  met  Oostzeesche  hennep.  De  klenr  van  hetzelve 
is  gedeeltelijk  blanker  dan  die  van  hennep,  gedeeltelijk 
echter  meer  goudgeel;  hij  kemt  dooreen  verwerkt  zQnde, 
ia  kleoir  genoegzaam  met  hennep  overeen,  en  kan,  uit  dit 
oogpunt  beschouwd,  voor  het  maken  van  touwwerk  die- 
nen, en  in  plaats  van  hennep  gebezigd  worden.  Zijn  beiden 
geteerd,  dan  is  de  klenr  minder  gelijk,  daar  het  geteerde 
touwwerk  van  Piia-vltis  lichter  van  kleur  bl(jft. 

Het  Pita-vlas  onderscheidt  zich  verder  gunstig  van 
vele  andere  tropische  vezelstoffen,  door  eene  zachtere, 
minder  haarachtige  gesteldheid  van  de  vezel,  ten  gevolge 
waarvan  het  daarvan  geslagen  touwwerk  een  genoegzaam 
glad  en  gelijk  voorkomen  heeft,  gelijk  aan  dat  van  gewoon 
heoneptouw.  Ten  einde  het  Pita-vlas  nader  te  onderzoe- 
ken, heeft  men  hetzelve  op  de  gewone,  bij  hennep  en  vlas 
gebruikelijke  wijze,  doen  hekelen,  en  daarbij  tot  uitkomst 
verkregen,  dat,  wanneer  het  tot  dien  graad  uitgehekeld  eq 
verfijnd  wordt,  als  tot  het  spinnen  van  ligt  haringnetten- 
garen  noodig  is,  uit  de  100  ft  80  ft  spinvezel  en  16  ft 
af?al  verkregen  werden,  en  door  het  verhekelen  op  eenen 
fijnen  vlashekel,  om  het  zoo  veel  doenljyk  te  verfijnen, 
58  p.  c.  fijne  korrel  of  eerste  trek,  34  p.  c.  smeit  of  tweede 
trek  en  14  p.  c.  afval  of  werk  verkregen  werden;  welke  uit- 
komst men  voor  tamelijk  voldoende  mag  houden,  terwijjl 
die  op  verre  na  niet  uit  alle  hennep-soorten  te  verkrijgen  is. 


Digitized  by 


Google 


300 

Het  zal  met  regt  verwondering  baren,  dat,  wanneer  de 
laatst  vermelde  hekel-uitkomst  bij  een  wordt  gerekend,  men 
meer  dan  100  p.  c.  grondstof  verkrijgt;  doch  deze  uit- 
komst is  alleen  daaraan  toe  te  schrijven,  dat  het  ingezon- 
den Pita-vlas,  bij  vochtige  weersgesteldheid,  eene  groote 
hoeveelheid  water  uit  de  lucht  tot  zich  trekt,  en  zoo  dien 
ten  gevolge  natuurlijk  zwaarder  wordt.  Dit  aantrekken  van 
vochtigheid  is  zelfs  zoo  groot,  dat  het  Pita-vlas,  al  blijft 
het  ingepakt  liggen  op  eene  tot  het  bergen  van  hennep  ge- 
schikte plaats,  niet  alleen  klam,  maar  zelfs  vrij  nat  wordt, 
ten  gevolge  waarvan  het  eenen  zoogenaamden  verstikten 
reuk  heeft  verkregen,  dat  waarschijnlijk  aan  de  sterkte 
van  hetzelve  veel  afbreuk  zal  doen. 

Deze  eigenschap  van  in  die  mate  klam  te  worden , 
schijnt  alleen  verklaard  te  kunnen  worden,  door  aan  te  ne- 
men, dat  het  met  zoutdeelen  bezwangerd  is,  hetgeen  door 
den  smaak  en  door  eene  indruppeling  van  salpeterzuur 
zilveroxyde-oplossing  in  een  waterig  aftreksel  van  het 
Pita-vlas  duidelijk  te  erkennen  was,  daar  er  nu  eene  aan- 
zienlijke hoeveelheid  van  chlor^zilver  werd  nedergeslagen. 
Deze  zoogenaamde  brakke  gesteldheid  van  dit  vlas  is, 
daar  van  geene  beschadiging  bij  den  overtogt  blijkt,  wei- 
ligt  daaraan  te  wijten,  dat  bij  de  bereiding  van  hetzelve 
op  het  aan  zoet  water  zoo  arme  Curagao^  van  zeewater  is 
gebruik  gemaakt,  om  het'  vlas  af  te  spoelen.  Daar  na 
deze  brakke  gesteldheid  van  dit  vlas  het  voor  het  gebruik 
in  ons  vochtig  klimaat  ongeschikt  doet  zijn,  terwijl  bet 
daarvan  geslagen  touwwerk  onder  gewone  omstandigheden 
daardoor  aan  beschimmeling  onderhevig  is,  gelijk  uit  het 
bij  het  Verslag  gevoegde  eind  tros  blijkt,  zoo  zoude  voor 
toekomstige  overzendingen,  deze  afwassching  in  zeewater 
moeten  worden  nagelaten,  of  van  eene  zorgvuldige  afwas- 
sching met  zoet  water  en  drooging  vóór  het  inpakken 
moeten  worden  achtervolgd. 

Om   te    onderzoeken ,  of  de  kleurstof  zich  gemakkelijk 


Digiti 


zedby  Google      ' 


301 

liet  verwij  dereQ,  werd  de  vezelstof  in  zuiver  water  en  in 
potasehloog  gekookt,  en  nu  werd  bevonden  dat  0,211  ruw 
vlas  door  uitkoking  in  water,  werd  terug  gebragt  op  0,192 
en  dus  ruim  9  p.  c.  in  gewigt  verloor,  üoor  eene  uitkoking 
in  potaschloog  werd  0,204  vlas  teruggebragt  tot  op  0,165, 
en  het  had  nu  dus  ruim  19  p.  c.  in  gewigt  verloren.  Door 
deze  handelwijze  werd  de  kleur  dan  ook  aanmerkelijk 
verminderd,  en  door  potasch-loog  bijna  geheel  weggeno- 
men. De  uitkoking  met  potasch-loog  had  echter,  gelijk 
nader  blijken  zal,  eene  aanmerkelijke  vermindering  van 
sterkte  ten  gevolge,  en  deze  handelwijze  is  alzoo  niet 
aan  te  bevelen. 

Uit  den  aard  der  bedoelde  stof  was  reeds  met  eenigen 
grond  af  te  leiden,  dat  zij,  hoezeer  den  naam  van  vlas 
dragende,  welligt  in  de  hoedanigheid  meer  overeenkomst 
had  roet  den  hennep.  Men  liet  haar  dus  bewerken  tot 
touwwerk  van  verschillende  dikte ,  en  vergeleek  de  sterkte 
daarvan  met  touwwerk  van  Russische  hennep  van  gelijke 
dikte  en  lengte.  Het  laatste  droeg  1  S  meer  dan  het 
touw  van  Pita-vlas.  Andere  proeven,  in  vergelijking  met 
henneptouw  van  gelijke  dikte,  hebben  de  volgende  uitkom- 
sten geleverd: 

K».    9)  Touw  Tan  Pitaylas  brak  door  eene  belaxün^;  mei      16     Med.  fg. 

—  AS   Hennep       »       s       ]»  »  »        39,8     j»     » 

D       »  ya 

»        u  B 

>       s  s 

»       »  u 

—  >      »    Hennep       »      »      »  » 
Men  heeft  nog  andere  proeven   genomen,  ten  einde  de 


10) 

30 

3>  Pita-vlas 

D 

— 

» 

^   Hennep 

» 

") 

> 

9  P2fa?las 

x> 

» 

»  Hennep 

3 

M) 

» 

>  PiUTlai 

9 

— . 

9 

»  Hennep 

3 

13) 

» 

9  PiU-Tlas 

3 

— 

> 

2>   Hennep 

D 

") 

» 

9    PilaTlas 

J> 

3> 

28.4 

B 

2) 

35,6 

B 

» 

41.5 

B 

B 

95 

B 

» 

61 

B 

» 

136 

B 

30 

389^2 

B 

B 

305.6 

B 

B 

B 

956.2 

B 

B 

B 

1478,5 

B 

B 

Digitized  by 


Google 


302 

sterkte  van  het  Pi ta- vlas  te  bepalen.  Men  heeft  haar  ge- 
toetst met  eene  lijn  van  drie  garens,  ter  lengte  van  1^ 
Ned.  el  en  tevens  gelijke  lijnen  van  andere  hennepsoorten 
beproefd  op  dezelfde  wyze.  De  uitkomsten  waren  de  vol- 
gende: 

De  Holland«cbe  tcbilbennep  brak  door  205  Ned..S}. 


»   Poolsche        rijnhennep 

» 

D 

180 

2> 

»   Petertburger          ]> 

9 

X> 

160 

» 

s>  Amerikaansche  1  quaU 

» 

3> 

200 

» 

»  Japansche               ]> 

S> 

S> 

160 

S 

3»  Manilla                  9 

» 

» 

115 

» 

»  Pisang  hennep        s 

s 

2> 

65 

» 

Het  PiU-flat 

9 

» 

80 

9 

De  rekking  van  het  Pita-vlas  moet  ten  minsten  op  het 
dubbele  van  die  van  den  hennep  gerekend  worden,  iets  wat 
in  vele  gevallen  in  deszelfs  voordeel  is. 

Doch  zal  de  algemeene  waarde  van  dit  touwwerk  uit 
Pita-vlas  worden  bepaald^  dan  moet  de  ondervinding  ge- 
durende het  gebruik  leeren ,  of  het  even  sterk  is  als  het 
henneptouw ,  of  het  even  goed  de  vochtigheid  kan  verdu- 
ren, en  andere  deugdelijke  eigenschappen  bezit. 

Doch  er  zijn  nog  andere  proeveh  genomen,  om  over  de 
sterkte  van  het  Pita-vlas  te  kunnen  oordeelen.  Men  heeft 
2  draadsgaren  of  touw,  gelijk  aan  dat,  van  hetwelk  bQ 
het  onderzoek  der  Agave  Rumphii  (Hasskarl),  door  Aed 
Heer  Tusman  te  Batavia  ingezonden  (1),  is  gebruik  ge- 
maakt, en  van  hetwelk  de  260  haspelomslagen  of  Amster- 
damsche  vademen  0,47  Ned.  fi  behooren  te  wegen,  doen 
spinnen,  en  de  sterkte  van  hetzelve  op  soortgelQke  wijze 
als  aldaar  is  te  werk  gesteld ,  onderzocht.  Daarait  is  ge- 
bleken ,  dat  zoodanig  garen  ter  zwaarte  van  0,37  S  droog 
gemiddeld  gebroken   werd  in  9  proeven  door  eene  belas- 


(1)  Venneld  in  dit  lijdjohriit  Deei  IX,  bl.  274. 


Digitized  by 


Google 


303 

ting  met  10,3  Ned«  8,  bij  herleiding  tot  garen  van  0,47  9 
gelijk  staande  met  13^2  S;  terwijl  bet  nat  nagenoeg  door 
hetselfde  gewigt  gebroken  werd,  daar  de  gemiddelde  uit- 
komst slechts  0,2  hooger  was.  In  eene  dergelijke  proef 
met  garen  uit  zoo  veel  mogelyk  verfijnde  spinvezel  gespoof- 
nen,  werd  eene  eenigzins  geringere  uitkomst  verkregen  ^ 
namelijk  van  11,6  fi,  bij  herleiding  tot  het  gevorderde  ge- 
wigt van  bet  garen,  soodat  de  vezel  door  het  beuken  en 
sterk  hekelen  in  kracht  scheen  verloren  te  hebben.  Door 
het  nitkoken  in  waletr  daarentegen  scheen  geene  verminde- 
ring in  sterkte  veroorzaakt  te  zijn,  alzoo  het  garen  van  het 
uitgekookte  Pita-vlas,  hij  herleiding  eerst  gebroken  werd 
droog  door  14  ft,  en  nat  door  12,85  9.  Men  moet  hierhy 
echter  in  aanmerking  nemen ,  dat  de  vezel  door  bet  kdken 
9  p.  c.  ligter  was  geworden;  en  zoude  men  dus  tot  eene 
juiste  vergelgking  ongeveer  -fV  RM>eten  aftrekken ,  als  wan- 
neer men  nagenoeg  dezelfde  uitkomst  verkrijjgt. 

Indien  men  deze  «itkomsten  vergelijkt  met  die,  welke 
betreffende  den  hennep  bij  het  onderzoek  der  Agave  Rumphii 
(Habskahi.)  medegedeeld  is,  dan  blijkt  bel,  dat  de  sterkte 
der  Pita- vezel  tot  die  van  HoUandsdien  schilhennep,  b^ 
drooge  gesteldheid  staat  als  13  :  16  of  17;  bij  natte  ge- 
steldheid van  dezen  hennep  als  13  :  25—^26.  Be  sterkte  van 
bet  Pita-vlas  is  alzoo  aanmerkelijk  geringer  dan  die  van 
beanep ,  en  zij  bereikt  ook  niet  de  sterkte  van  Europeesch 
▼las,  waartoe  het  zich  zoo  wel  droog  als  nat  verhoudt, 
ongeveer  als  13  :  16.  Door  het  uitkoken  in  Potasoh-loog 
is  de  sterkte  van  het  Pita-garen  tot  op  9 — 7  afgenomen, 
^  dit  bragt  dus  eene  aaamerkelDke  vermindering  van 
kracht  te  weeg  yan  omstreeks  25  p.  o.  Men  mag  overi- 
gens vermoeden,  dat  door  de  brakke  en  vochtige  gesteld- 
heid van  het  Pita-vlas,  de  sterkte  van  hetzelve  eenige 
Termindering  zal  hebben  ondergaan.  Gelijk  boven  reeds  is 
<^gemerkt|  laat  dit  vlas  zich  zeer  wel  teeren,  en  het 
soa  das  voor  zoodanig  touwwerk,  bij  hetwelk  het  minder 

21* 


Digitized  by 


Google 


304 

op  zeer  groote  sterkte  aankomt,   als  b.  v.  voor  bopenA 
touwwerk,  zeer  wel  te  gebmiken  %fjn. 

De  pogingen,  om  nit  het  Pita-Tlas  linnen  te  vervaardi- 
gen, zijn  mislukt,  en  het  is  ongeschikt  bevonden  om  door 
het  gewoon  spinnewiel  bewerkt  te  worden.  Er  is  evenwel 
daarnit  een  lap  doek  vervaardigd,  ten  einde  over  de  mo- 
gelijkheid van  het  spinnen  en  weven  dezer  stof  te  konneo 
oordeelen.  Men  vermeent  uit  deze  proeven  te  kunnen  be- 
sluiten, dat  het  Pita-vlas  in  Nederland  toe  hofftj-baUn 
bewerkt,  welligt  dienstbaar  zon  kunnen  zijn  voor  onze  be- 
trekkingen met  Java.  Met  dit  doel,  dat  voorzeker  behar- 
tiging verdient,  werd  een  gedeelte  van  dit  Pita-vlas  tot 
zu]k  eene  proef  gebezigd,  en  aan  de  MaatschappQ  door 
een  der  Departementen  het  model  eener  koffij-baal  nit  Pita- 
vlas  toegezonden.  Bij  de  bewerking  dezer  Iroffij-baal  is  h^ 
model  nagevolgd  der  gewone  balen,  zoo  als  die  aan  de 
Nederlandsche  Handel-MaalseAappij  worden  afgeleverd. 
Men  is  van  oordeel,  dat  de  koffij-baal  uit  Pila-^vlas  zich  in 
twee  opzigten  gunstig  onderscheidt  boven  de  gebroikellf- 
ke,  namelijk  door  sterkte  en  cUgtkeid.  Wat  toch  de 
sterkte  aangaat,  zoo  kan  het  niet  onversehillig  zijn,  wat 
er  van  de  baal  overbluft,  nadat  zi)  als  koffijzak  gediend 
heeft.  Door  ze  tot  gelijken  prijs  als  tot  heden  tevens  ster- 
ker te  kunnen  hebben ,  ri)zen  zij  in  waarde  voor  het 
doel,  waartoe  zij  hoofdzakelgk  dienen,  en  voor  het  ver- 
schillend gebruik,  waartoe  de  geledigde'  bestemd  worden, 
en  zij  zouden,  na  vele  andere  diensten  zelfs  nog  waarde 
behouden  als  grondstof  voor  de  papler^fabrQken.  Eene  an- 
dere belangrijke  eigenschap  der  koffïj-baal  uit  Pita-vlas  » 
de  grootere  dtgtketd.  Men  zou  hiertiit  mogen  verwachten, 
dat  dergelijke  balen  langer  het  indringen  van  het  water 
beletten,  en  alzoo  veel  bedragen  tot  beveiliging  van  de 
koffij.  De  inzender  heeft  ons  den  prfjs  van  het  Pita-vlas 
als  ƒ  11  de  50  Ned.  9  opgegeven.  De  vervaardigde  baal 
weegt  0,88  Ned.   ®,  en  kost  dus,  behalve  de  vracht   der 


Digitized  by 


Google 


305 

stof  en  het  arbeidsloon  17^6  et.;  een  p^ys,  die  voorzeker 
de  aandacht  verdient. 

Wat  het  venraardigde  doek  betreft,  de  ketting  is  ge-. 
maakt  ait  het  beste  en  de  inslag  nit  den  afval;  doch  deze 
proef  kan  niet  als  welgeslaagd  worden  aangemerkt.  De 
bardheid,  die  aan  het  Pita-vlas  eigen  is,  en  die  het  zelfs 
bij  alle  aangewende  pogingen  tot  verzachting  behouden, 
beeft,  maakt  het  voor  de  gewone  linnen-bereiding  onge- 
schikt. Welligt  is  het  Pitavlas  geschikt  voor  de  ver- 
vaardiging van  die  soorten  van  doek,  die  dienen  tot  be- 
kleeding of  tot  vervanging  van  anderen ,  die  hunne  stevig* 
beid  aan  pap  en  vernis  verschuldigd  zijn.  Ten  aanzien  van 
den  prijs  zoude  het  voorzeker  tot  zoodanige  einden  kun- 
nen dienen,  daar  de  grondstof  van  het  stuk  doek  op  eene 
breedte  van  1^  el  oude  maat  niet  hooger  te  staan  komt 
dan  6J  cent  de  oude  el.  De  kosten  van  vervoer,  het  spin- 
en  weefloon  alhier  zou  vermoedelijk  niet  zoo  bezwarend 
worden,  dat  het  uit  dien  hoofde  door  de  Fabrijkanten  zoa 
worden  afgewezen. 

Het  is  ook  gelukt  om  uit  het  Pita-vlas  garen  te  laten 
spinnen,  en  ofschoon  dit  garen  ruw  en  onvolkomen  was, 
zoo  levert  het  toch  het  bewijs,  dat  dit  vlas  op  de  gewo- 
ne wijze  kan  gesponneo  worden  ,  waaraan  men  vóór  de  proef 
twijfelde.  Het  is  evenwel  zeer  moe(jel|jk  tot  eenen  dunnen 
draad  te  vereenigen,  en  deze  blijft  aljt|jd  zeer  stoppelig. 
Be  ruwheid  van  het  genoemde  vlas  liet  zich  evenwel  door 
hekeling  eenigzins  verminderen.  Andaren  hebben,  om  de 
hardheid  der  vezel ,  van  dit  vlas  geenen  goeden  draad  kun- 
nen laten  spinnen ;  door  het  eenige  uren  met  een  weinig 
>^p  te  laten  koken,  te  droogen,  te  hekelen,  kloppen, 
spinnen  en  weven  is  wel  is  waar  doek  verkregen,  doch 
dat  door  het  arbeidsloon  te  kostbaar  was  in  evenredigheid 
^^  de  waarde.  Het  is  insgel(jks  mislukt ,  om  uit  het  Pi* 
ta-vlas  deugdelijk  zeildoek  te  vervaardigen. 

Uit  het  aangevoerde  zal  het  voldoende  U^ken ,  totweln 


Digitized  by 


Google 


306 

ke  einden  het  Pita-vlas  zou  kannen  dienoiy  en  Toor  welke 
het  minder  geschikt  is.  Indien  men  nn  in  aanmerking  neemt, 
dat  volgens  het  berigt  van  den  Iniender,  dit  vlas  met  voor- 
deel voor  11  cents   het  onde  pond  zou  kunnen  geleverd 
worden,   en  aanneemt,   dat  voor  transport-  en  expeditie- 
kosten  niet  meer  dan  3—4  cents  voor  het  pond  zal  behoe- 
ven gerekend  te  worden,   en  het  dns  hier  te  lande  voor 
ƒ42 — 45  het  schippond  TerkrQgbaar  sou  kunnen  zQn ,  ter- 
wijl Petersburger  half  rein  hennep  tegenwoordig  op  ƒ  56 
staat  en  zeldzaam  beneden  de  ƒ45  te  verkregen  is;    dan 
mag  men  aannemen*    dat  voor  dit  Pita^vlas  wel  goede  af- 
trek hier  te  lande- te  vinden  zou  zijn,   het  zij  voor  touw- 
werk of  voor  gemeen  geweven  doek,  als  b.  v.  koG^balen, 
waartoe  men  anders  zoogenaamde  jutenhennep  bezigt.    Het 
zon  -daarvoor  nog  te  méér  geschikt   zijn  y  omdat  de  vezel 
ongeveer'  |  'ligter  dan  hennep  schijnt  te  wezen ,  terwijl  men 
voor  deze  balen  eene  ligte  grondstof  verlangt.  De  cultuur 
dezer  vezel  zal  dus  waarschijnlijk  met  goed  gevolg  kan- 
nen worden  voortgezet.    Het  mag  hier  ook  niet   onopge- 
merkt blijven,    dat  het  Pita-vlas  langer  is  dan  eenige  an- 
dere vlassoort,  en  dat  het  blanker  is  dan  vlas  of  hennep; 
en  indien   het  derhalve  mogt  gelukken,    om,   volgens  de 
inzigten  van  den  Inzender,  de  cultuur  te  verbeteren,  dan 
zou  het  welligt  ook  door  gelijke  sterkte  eenige  soorten  van 
hennep  kunnen  vervangen  en  tot  het  vervaardigen  van  gro- 
ve linnen-manufecturen  uitmuntend  geschikt  zijn.   Het  zou 
verder  van  belang  zijn,   indien  men  op  Curacao  ook  de 
cultuur  beproefde  van  de  Pt/a  van  Guataca^  indien  deze 
Pita-soort  eene  andere  is  dan  die ,  van  welke  de  vezel  be- 
reids aan  de  Maatschappij  is  toegezonden.   Volgens  Likd- 
jj£X*B  Botamcal  Rerigsier  Vol.  XII.  pag.  11.  of  the  Mis- 
cellaneous  Notices  toch  is  de  Pita  de  Guafdca  eene  der 
beste  soorten ,  en  hare  vezel  door  meerdere  sterkte ,  daar- 
zaamheid  en  vatbaarheid  tot  eene  voordeeligere  bewerking , 
gunstig  onderscheiden.  De  opgave  echter  aldaar  voorkomende, 


Digitized  by 


Google 


307 

dat  tot  het  maken  Tan  toawwerk,  zeildoek  of  andere  weefsels, 
3  ion  Pita  met  15  ton  hennep  gelijk  zonden  staan,  is  echter 
uit  den  aard  der  zaak  onjuist  of  op  misverstand  bernstende. 
Het  oordeel  van  anderen  over  de  cnltnurran^hetJ^Pila-^ 
Tlas  is  minder  gunstig. 

De  Pisang-hennep ,  eindelijk,  kwam,  zoo  als 'gebleken 
18,  het  naast  bij  het  Pita-vlas,  wat  beider  kracht  betreft. 
Van  dezen  Pisang-hennep  nu  is  onlangs  te  Amsterdam  eene 
zekere  hoeveelheid  verkocht,  doch  daar  zij  voor  touw- 
werk weinig  waarde  bezit ,  heeft  zij  dan  ook  den  geringen 
prijs  van  ƒ25  de  150  Ned.  ponden  opgebragt.  Hierdoor  is 
men  genoodzaakt,  om  eene  som  van  ƒ  45  nagenoeg  voor  de  150 
Ned.  ponden  als  maximum  van  waarde  voor  het  toegezonden 
Pita-vlas  aan  te  nemen  9  terwijl  de  tegenwoordige  prijzen  van 
de  andere  hennep-soorten  veel  aanzienlijker  zijn ;  namelijk: 
HoUandsche  schilhennep  kost  ƒ56  de  150  N.  ponden. 
Poolsche  reinhennep  •     .     >    -  66    »      »  > 

Petersbnrger  hennep  •     •     >    -  63    1      »  » 

Amerikaans,  hennep  l^te  qual.  -  68    »      >  » 

Japansche  hennep   •   •     •     »    -60    >       »  » 

Manilla  hennep     ...»    -  63    »      >  » 

Het  is  derhalve  natuurlijk ,  dat  de  kosten  der  produc- 
tie van  het  Pita-vlas  zeer  gering  moeten  wezen,  zal  men 
uit  zijne  cultuur  voor  de  Nijverheid  onzer  Kolonie  en^voor 
onzen  Handel  eenig-  voordeel  zien  ontspruiten.  De  gemid- 
delde waarde,  de  volumineusheid  van  het  Pita-vlas,  de 
vracht  en  andere  kosten  zullen  de  overblijvende  winst  voor 
den  kooper  gering  doen  zijn  ;  en  er  zal  alzoo  weinig  aan- 
moediging voor  den  speculant  bestaan,  om  er  aanzienlijke 
ladingen  van  te  ontbieden ,  zoodat  men  voor  het  wel  sla- 
gen dezer  cultuur  in  onze  West-Indische  bezittingen  geen' 
genoegzamen  waarborg  bezit,  om  er  thans  aanzienlijke 
sommen  aan  te  wagen  (1). 

(l*)  Hen  kan  orer  het  Pila-?Ia8  raadplegen ,  liet  daaroTer  reeds  mede- 
gedeelde in  dit  Tijdicbrifl.   Deel  X,  bl.  575  enz. 


Digitized  by 


Google 


Geregielijk'Scheikundig    onderzoek    van     Ver^ 
giftigde  Suiker;   eene   bijdrage   ter   waar- 
schuwing iegen  het  gebruik  van  vergif- 
tigende kleurstoffen  y 

door 

A.  H.  VAN  DER  Boon  Mesch. 


Ik  ODtving  onlangs  van  den  Heer  Mr.  J.  F.  Pringle  ,  Reg- 
ter- Commissaris  ter  instructie  van  strafzaken ,  Arr^.  Ley- 
den,  eene  verzegelde  doos  met  pepermunt,  met  het  ver- 
xoek,  om,  ten  gevolge  van  het  Requisitoir  van  den  Heer 
Officier  van  Justitie,  Mr.  D.  Tieboel  Siegenbeek,  dezepepe^ 
munt  aan  een  scheikundig  onderzoek  te  onderwerpen ,  ten 
einde  op  te  sporen ,  of  zij  voor  de  gezondheid  nadeelige 
bestanddeelen  bevatte. 

De  doos  bevatte  vier  soorten  van  pepermunt,  en  ééne 
soort  gekleurde  suiker,  in  den  vorm  van  pepermunt.  Elke 
soort  is  aan  een  bijzonder  scheikundig  onderzoek  onder- 
worpen ,  hetwelk  de  volgende  uitkomsten  heeft  opgeleverd. 

1).  De  witte  pepermunt  werd  volkomen  in  zuiver  wa- 
ter opgelost.  De  oplossing  was  helder  en  ongekleurd,  en 
werd  noch  door  hydrothionzuurgas ,  noch  door  zwavel-am- 
monium  veranderd.  In  een  platina-kroesje  volkomen  ver- 
brand, liet  zij  niets  achter;  en  het  verder  scheikundig  on- 
derzoek leerde,  dat  zij  uit  suiker,  water  en  pepermuntolie 


Digitized  by 


Google 


309 

was  laneogetteldy  en  èlaao  geene  voor  de  gesondheid  oa- 
deeUge  bestanddeelen  bevatte. 

2).  De  gele  loogeiiaande  pepermunt  werd  intgeLyks 
volkomeo  in  xniver  water  opgelost*  De  oplosaing  was  hel- 
der en  geel  gekleurd.  In  een  platina-kroesje  volkomen 
verbrand,  liet  liJ  gerae  aaeh  achter;  en  s|j  bleek,  by  ver- 
der ondersoek ,  uit  suiker  en  water  samengesteld  te  s^ n » ge- 
kleurd door  eene  geringe  hoeveelheid  van  eene  gele  orga- 
nitebe  kleurstof «  die  in  alle  opzigten  de  verschillende  ei- 
genschappen besat  van  die  van  den  gewonen  saffraan.  Ook 
dese  soort  van  suiker  bevatte  geene  voor  de  gesondheid 
oadeelige  bestanddeelen. 

3).  De  roode  pepermunt  werd  volkomen  in  water  op- 
gelost De  oplossing  was  helder  en  rood  gekleurd.  Door 
de  reeds  vroeger  genoemde  herkenmiddelen  werd  x|j  niet 
veranderd.  Door  verder  ondersoek  bleek  dese  pepermunt 
te  Bfjn  samengesteld  oit  suiker,  water,  pepermuntolie  en  . 
eene  roode  kleurstof  van  organischen  oorsprong,  die  alle 
eigenschappen  vertoonde  van  de  kleurstof  van  cochenille» 
Dese  derde  soort  van  suiker  bevatte  geene  voor  de  gesond- 
heid nadedige  bestanddeelen. 

4).  De  bidauwe pepermunt  werd  in  suiver  water  slechts 
gedeeltelyk  ingelost.  De  oplossing  was  troebel  en  blaauw 
geideurd.  Door  doorsijging  werd  sij  helder  en  ongekleurd, 
doehop  het  filtrum  bleef  eene  blaauwe  kleurstof  achter.  De  hel- 
dere en  ongekleurde  waterige  oplossing  werd  noch  door  hy- 
drothionsuurgas,  noch  door  swavel-ammonium  veranderd.  De 
blaauwe  kleurstof,  op  het  filtrum  achtergebleven  en  met  suiver 
water  afgewasschen,  werd  doorzuiversalpeterzuur,  metach- 
teriating  van  eene  geleiachtige  witte  massa,  opgelost.  Zy  werd 
ook  door  chlorwaterstofsuur  gedeeltelijk  opgelost ,  onder  ont- 
wikkeling van  een  weinig  hydrothionsuurgas  en  afscheiding 
van  witte  geleiachtige  vlokken.  De  aldus  verkregene  zure 
o^ossingen  waren  volkomen  ongekleurd,  gaven  met  am- 
monia versadigd  een  wit  geleiachtig  nederslag,  dat  van 


Digitized  by 


Google 


110 

het  vocht  afgezonderd  en  afgewassehen,  op  kool  voor  de 
blaaspijp  gegloeid   en   met  salpeterzunr  oobaltoxydnle  be- 
vochtigd en  weder  gegloeid ,  donker  blaauw  geklenrd  werd. 
Een  ander  gedeelte  der  zure  oplossing  leverde ,  na  de  toe- 
voeging eener  kali-oplossing,  een  geleiaohtig  wit  nedersfaig, 
dat  door  de  toevoeging  van  meer  kali-oplossing  volkomen 
werd  opgelost.  Door  de  bijvoeging  eener  oplossing  van  chlor* 
ammonium  vertoonde  zich  het  nederslag  wederom  gedeeltelgk, 
en  meer  volkomen,  toen  het  mengsel  verwarmd  werd.  Eender- 
de gedeelte  der  zure  oplossingen  gaf,  na  de  toevoeging  van 
zwavel-ammonium  in  overmaat,  een  wit  nederslag.    De  ge- 
leiachtige  witte  ma^sa,   die  het  salpeterzanr  en  chlorwa- 
terstofznor,  gedarende   hunne  ontledende  werking  op  de 
blaauwe  kleurstof,  hadden  afgezonderd,  werd  afgewasscbeo, 
gedroogd  en  met  watervrije  koolzure  natron  voor  de  blaas- 
pijp tot  een  ongekleurd  troebel  glas  gesmolten.    Toen  een 
•ander  gedeelte  der  blaauwe  kleurstof  in  een  platina-kroesje 
aan  sterke  en  langdurige  gloeihitte  werd  bkfiotgesteld,  ging 
de  blaauwe  kleur  verloren,  en  zij  liet  eene  graauw  witte 
stof  achter,    die   zonder  opbruising,   doch  op   nieaw  met 
achterlating  van  eene  witte  geleiachtige  stof,  in  zbiver  sal- 
peterznur  werd  opgelost.    Deze  oplossing  gedroeg  zich  vol* 
komen  als  de  voorgaande,   doch  salpeterzure   baryt-oplot- 
sing  veroorzaakte  daarenboven   een  wit  nederslag,  in  toe- 
gevoegd salpeterzunr  onoplosbaar.    Uit  alle  dese  proevea 
bleek  het,  dat   de  blaauwe  kleurstof  van  deze  pepemiaBt 
kunstmatig  ultramarin  was.    Dese  pepermunt  was  alzoo 
zamengesteld   uit   suikei*,  water,  pepermuntolie  en  kunst- 
matig ultramarin,  doch  geen  Weener  ultramarin.  Hier  moet 
nog  vernield  worden ,  dat  ik  in  de  genoemde  kleurstof  geen 
spoor  van  ijzer-verbinding  heb  kunnen  ontdekken. 

5).    De  groene  pepermunt  werd  aan  de  volgende  onder- 
zoekingen onderworpen. 

a).    Eene  van   deze   pepermunt  in   een  platina-lepdtje 
verbrand  wordende,  verspreidde  niet  den  gewonen  reuken 


Digitized  by 


Google 


311 

damp  yan  brandende  suiker,  naar  tevens  eeae  eigenaar- 
dige groenaehtig-blaanw-rood  gekleurde  vlam  en  eenen  wit^ 
ten  nevel.  De  overgeblevene  kool  werd  met  soiver  salpe- 
tersnnr  uitgetrokken.  De  zure  oplossing  werd  door  eene 
overmaat  van  ammonia  blaauw  gekleurd;  een  ander  ge- 
deelte 4er  oplossing  werd  door  hydrothtonsuurgas  bruin* 
xwart  nede^;es]agen.  Een  derde  gedeelte  werd  door  eene 
oplossing  van  cyan^ijxer-kalium  fraai  rood^brnin  nederge- 
slagen.  In  een  vierde  gedeelte  werd  een  stukje  ijzerdraad 
met  een  rood  koperkleurig  beslag  bedekt. 

b).  Deze  pepermnnt  werd  in  zoiver  water  niet  volko« 
men  opgelost,  maar  liet  een  zeer  fijnen  fraai  groen  gekleurd 
poeder  onopgelost  aebter.  De  oplossing,  door  doorsijging 
van  dit  poeder  afgezonderd,  was  helder  en  ongekleurd  % 
doch  werd  door  hydrothionznnrgas  licht  bruinachtig  geel 
gekleurd ,  zonder  dat  de  vloeistof  evenwel  troebel  werd ,  of 
een  nederslag ,  afzette. 

c).  Het  groen  gekleurde  poeder  van  6)  werd  in  een  ijze- 
ren lepeltje  boven  de  alcohol-vlam  verhit.  Het  stootte  nu 
eenen  witten  nevelachtigen  damp  uit,  en  liet  eene  kool- 
achtige massa  aebter,  die  met  salpeterzuur  bedruppeld  niet 
opbruiste,  doch  eene  groen-blaauwe  oplossing  leverde, 
met  de  eigenschappen  in  a)  reeds  vermeld. 

d).  Op  de  kool  voor  de  blaaspijp  verhit,  veroorzaakte 
dit  groene  poeder  een  wit  beslag,  en  liet  een  bruin-rood- 
achtig poeder  achter. 

e).  Met  watervrije  koolzure  natron  op  de  kool  aan  de 
reductie-vlam  blootgesteld,  ontwikkelde  het  poeder  knof- 
lookrenk,  en  liet  een  gesmoltenen  uitwendig  graauw  metalen 
kogeltje  achter. 

ƒ).  Het  poeder  van  d)  en  het  metalen  kogeltje  van  e) , 
werden  in  zuiver  salpeterzuur  opgelost,  en  de  groenachtig 
blaauwe  oplossingen  vertoonden,  met  de  herkenmidde- 
len  in  a)  vermeld ,  de  aldaar  reeds  opgegevene  verschijn- 
selen. 


Digitized  by 


Google 


312 

g).  Dit  groene  poeder,  dat  in  water  onoplosbMur  was^ 
werd  door  chlorwatertlofkanr  gemakkelijlc  en  TolkoMeo 
opgelost*  De  oplossing  was  helder  en  geelachtig  groen 
gekleard.  Met  water  yerdondy  werd  de  klevr  meer  hlaavw- 
ach  tig  groen. 

h).  Door  bet  Tocfat  van  g)  werd  hydrothioosnorgas  ge- 
leid 9  tot  het^  TOcht  daarvan  den  reuk  in  mime  mate  kad 
aangenomen;  bet  vocht  werd  vervolgens  verwarmd  en  ge- 
schnd.  Het- nederslagy  daardoor  veroorsaakt,  was  bmin 
gekleurd ,  en  werd  door  doors|jging  afgesonderd  en  afgewas- 
schen.  Het  afgeloopen  vochr  was  waterhelder,  en  werd 
met  ammonia  en  daarna  met  swavtl^ammiMÜnm  vermengd; 
door  beiden,  ontstond  geen  nederslag,  even  soo  min  als  door 
de  toevoeging  van  phosphorsure  natron.  Een  gedeelte 
van  het  vocht  werd  verdampt  en  het  overgeblevene  ge- 
boeid, waardoor  niets  achterbleef. 

t).  Het  nederslag  in  A)  vermeld  werd  overgoten  met 
eene  oplossing  van  zwavel- kalium  en  daarmede  verwarmd. 
Het  loste  zich  daarin  niet  geheel  op;  nu  werd  het  met  zuiver 
water  verdund  en  doorgezegen »  en  het  filtrum  werd  afge- 
wasschen.  Bij  het  doorgeloopen  vocht  werd  zuiver  chlor- 
waterstofzuur  in  kleine  overmaat  gevoegd ,  en  nu  werd  het 
verwarmd.  Er  was  nu  uit  het  vocht  een  donker  geel 
gekleurd  nederslag  afgezonderd,  dat  op  een  filtrum  afge- 
scheiden, afgewasschen  en  volkomen  gedroogd  werd. 

k).  Een  gedeelte  van  het  geel  gekleurde  nederslag  van 
t)  werd  op  een  porseleinen  spadeltje  verhit;  het  smolt  en 
vervlugtigde  zich.  Een  ander  gedeelte  werd  met  eene 
ruime  hoeveelheid  van  een  mengsel  van  gelijke  deelen 
cyan-kalinm  en  watervrije  koolzure  natron  in  een  glazen 
buisje  met  bolletje  in  de  alcohol-vlam  verhit,  waardoor 
een  spiegelende  metallieke  ring  ontstond,  die  door  verhit- 
ting gemakkelijk  verplaatsbaar  was.  Een  derde  gedeelte 
van  het  gele  poeder  werd  met  watervrije  koolzure  natron 
en  een  weinig  water  vermengd,  op  een  stukje  dun  glas 


Digitized  by 


Google 


313 

gebragt»  gedroogd  en  in  eene  glaxen  buis  gelegd,  met 
eenen  toestel  vereenigd,  waarin  uit  suiver  link  en  saiver 
yerdond  zwaveliaar  gedroogd  waterstofgas  zich  ontwikkelde, 
en  daarin  gegloeid.  Er  ontstond  na  op  nieuw  een  metal- 
liek beslag,  dat  sich  gemakkd^k  door  yerhitting  liet  ver- 
plaatsen. 

/).  Een  ander  gedeelte  van  het  groene  poeder  werd  in 
sniyer  chlorwaterstofsuur  opgelost,  en  gebragt  In  den  toe** 
stel  van  Marsh,  zoo  als  die  op  eene  uitmuntende  wijze 
verbeterd  is  door  de  Wetenschappelijke  Commissie  voor 
Geneeskundige  Zaken,  te  Berlijn  (1).  Vóór  het  inbrengen 
der  ehlorwaterstof zure  oplossing,  ontwikkelde  zich  uit  den  toe- 
stel zuiver  waterstofgas ,  daarna  zette  zich  in  de  op  ééne 
plaats  gloeijende  buis  een  metalliek  beslag  af,  dat  zich  ge- 
tnakkelijk  door  verhitting  liet  verplaatsen.  Het  gedeelte 
der  buis,  waar  het  beslag  verzameld  was,  werd  afge- 
sneden, in  een  glaasje  met  zuiver  rookend  salpeterzunr 
bedruppeld  en  daarna  even  verwarmd,  ilet  beslag  werd 
nu  geheel  en  spoedig  opgelost,  en  het  vocht  werd  op  een 
faorologieglas  voorzigtig  tot  droog  toe  verdampt.  De  over- 
geblevene witte  stof  werd  in  zuiver  water  volkomen  op- 
gelost. Deze  oplossing  leverde  met  eene  onzijdige  oplos- 
sing van  salpeterzunr  zilveroxyde  een  steenrood  nederslag. 
Eene  andere  buis  werd  met  den  toestel  verbonden ,  en  het  gas 
na  de  weder  opening  der  kraan  aangestoken,  veroorzaakte 
op  een  stuk  porselein  in  de  vlam  gehouden  een  zwart 
beslag,  dat  nader  beproefd  dezelfde  eigenschappen  ver- 
toonde, als  dat  in  het  afgescheiden  gedeelte  der  buis.  Ein* 
delyk  werd  de  vlam  opgevangen  in  een  zuiver  glazen  kolfje. 
Dit  werd  nu  inwendig  met  een  wit  beslag  bedekt,  dat  in 
warm  water  volkomen  werd  opgelost,  voorzigtig  met  ver- 


(1)  Deze  door  mij  gebezigde  toestel  is  beschreven  en  afgebeeld  ki 
Archiv  der  Pharmacie  B.  LXXXV.  S.  128.  De  inrigttng,  het  gebraik 
«D  de  bebaodelhig  moet  ik  bier  bekend  rooronderatellen. 


Digitized  by 


Google 


314 

dande  ammonia-oplossing  werd  verzadigd ,  en^  dat  door  io- 
druppeling  eener  oplossing  van  salpeterzuar  zilveroxyde 
een  geel  nederslag  leverde,  dat  door  aiuiueoia  en  door  sal- 
peterzunr  werd  opgelost. 

m).  Het  zwarte  nederslag  van  i),  dat  door  de  zwavel- 
kaliam-oplossing  onopgelost  achtergebleven  en  afgewas- 
Bchen  was,  werd  op  een  porselein  schaaltje  met  zuiver 
salpeterzanr  verhit.  Het  werd  opgelost,  onder  afscheiding 
van  vlokjes  zwavel,  en  de  oplossing  was  blaauwachtig 
gekleurd.  Deze  werd  doorgezegen,  en  bij  een  gedeelte 
werd  verdunde  ammonia  gevoegd;  hierdoor  ontstond  een 
licht  blaauw  nederslag,  dat  door  meer  ammonia  tot  een 
donker  blaauw  vocht  geheel  werd  opgelost.  In  een  tweede 
gedeelte;  met  water  verdund,  veroorzaakte  cyan-kali- 
iim-Qzer-oplossing  een  bruinachtig-rood  nederslag.  Eeo 
derde  gedeelte  werd  met  koolzure  ammonia  in  over- 
maat behandeldj;  na  24  uren  was  geen  wit  nederslag  ont- 
staan. 

n).  Was  door  alle  de  voorgaande  proeven  de  aanwezig- 
heid van  koperoxyde  en  eene  arsenicum^verbinding  on- 
wederlegbaar  bewezen;  er  moest  nu  worden  onderzocht, 
of  deze  laatste  arsentgzuur^  dan  wel  arseniksiuur  was. 
Ten  dien  einde  werd  een  gedeelte  der  groene  kleurstof  in 
chlorwaterstofzuur  opgelost,  en  met  hydrothionzuurgas  ne* 
dergeslagen.  Het  afgewasschen  nederslag  werd  met  eene 
oplossing  van  kali-hydraat  behandeld.  Het  vocht  werd 
van  het  zwart  nederslag  afgezonderd  en  met  bismuthoicyde 
hydraat  gekookt.  Het  vocht  werd  van  het  zwavel-bi«moth 
afgezonderd;  de  helft  werd  met  twee  druppels  eener  ver- 
dunde oplossing  van  zwavelzuur  koperoxyde  vermengd  en 
gekookt,  waardoor  de  aanvankelijk  blaauwe  vlokken  nMNf 
gekleurd  werden.  De  andere  helft  der  alkalische  oplos- 
sing werd  met  zuiver  salpeterzuur  geneutraliseerd,  en 
door  indruppeling  vermengd  met  eene  oplossing  van  sal 
peterzuur  zilveroxyde.    Hierdoor  ontstond  een  geel  neder- 


Digitized  by 


Google 


315 

■lag,  dat  in  ammonia  en  verdund  salpetersranr  geheel  op- 
losbaar was.  De  gevondene  arsentcum^erbiftding  was  das 
arsentgzuur. 

o).  Een  gedeelte  van  het  groene  poeder  werd  met  zw»> 
velzanr  in  een  buisje  bedrnppeld.  Er  werd  na  een  seer 
prikkelende  damp  ontwikkeld,  die  den  seer  kennelijken 
reak  van  azijnzuur  bezat,  en  het  mengsel  werd  wit.  Het 
werd  na  met  een  weinig  water  behandeld,  waardoor  eene 
licht  blaaawe  vloeistof  ontstond ,  en  een  wit  poeder  zich 
afzonderde.  De  vloeistof  gedroeg  zich,  wat  de  erkenning 
der  basis,  het  koperoxyde^  betreft,  als  in  a)  en  m)  reeds  is  ver- 
meld. Het  witte  poeder  loste  zich  in  meer  water  volko- 
men op,  werd  door  hydrothionzuurgas  geel  nedergeslagen, 
en  leverde  afgewasschen  en  gedroogd,  en  in  een  geschikt 
boisTJe  met  drooge  koolzure  natron  en  cyan-kalium  verhit, 
op  nieuw  het  metalliek  beslag  van  arsenicum.  Was  hier- 
door de  aanwezigheid  van  koperoxyde  en  arsenigzuur  op 
nieuw  aangewezen,  die  van  a%yn%uur  was  nu  tevens  gebleken. 

p).  De  aanwezigheid  van  het  4i»^n%uur  werd  beves- 
tigd, door  in  een  klein  buisje  een  gedeelte  van  het  groene 
poeder  met  gelQke  deelen  zwavelzuur  en  alcohol  te  ver- 
mengen en  te  verwarmen.  Het  laanwe  mengsel  deed  vooral 
duidel^k  den  reuk  van  azijnzuur  aethyloxyde  onder- 
kennen. 

q).  Ten  einde  de  hoeveelheid  der  kleurstof  in  deze  pe- 
permunt te  bepalen,  werden  12  pepermunten^  die  3,560 
gram.  wogen,  in  zuiver  water  opgelost.  Het  vocht  met 
het  groene  poeder  werd  doorgezegen  door  een  filtrum,  dat 
vooraf  behoorlek  gedroogd  woog  0,455  gr.  Het  poeder  op 
dit  filtrum  werd  volkomen  met  koud  en  zuiver  water  af- 
gewasschen ,  voorzigtig  gedroogd  en  gewogen.  Het  gewigt 
Tan  het  filtmm  bedroeg  nu  0,579  gr.  In  3,560  pepermunt 
was  alzoo  van  de  groene  verwstof  0,124  aanwezig. 

r).  Waren  alzoo  de  bestanddeelen  van  het  groene  poe- 
der qualitalief  opgespoord ,   zij   moesten  nu  quantitatief 


Digitized  by 


Google 


316 

bepaald  worden.     Ten  dien  einde  werden  1,415  poeder, 
op  +  100^  gedroogd ,  en  met  3  zuivere  watervrije  koolzure 
natron  en  4  zuivere   salpeterzure  kali   voorzigtig  gesmol- 
ten.   De  gesmoltene  massa  werd  met  zuiver  water  behan- 
deld, doorgezegen  en  het  onopgelost  overgeblevene  zwar- 
te poeder  behoorlek  afgewasschen.  Hetzelve  werd  in  zui- 
ver salpeterzuur  opgelost;    de  oplossing  werd  met  zuiver 
water   verdund  en  in  eene  porseleinen  schaal  aan  het  ko*' 
ken  gebragt.    Nu   werd  er   eene  verdunde  oplossing  van 
zuiver  kali-hydraat  bijgevoegd,   tot  dat  er  niet   op  nieuw 
een  praecipitaat  ontstond.    Het  mengsel  werd  nog  eenigen 
tijd  verhit,    en  daarna  aan. hetzelve  rust  gegeven  ter  be- 
zinking.    Nu    werd   eerst   het  Yocht  en  daarna  het  neder- 
slag  op  een  gewogen  filtrum  gebragt ,  dat  met  kokend  wa- 
ter  werd  afgewasschen.   Het  filtrum  werd   nu  gedroogd, 
en  het  poeder  dïiarvan  afgezonderd,  werd  in  een  gewogen 
platina- kroesje  gegloeid ;  daarna  werd  het  filtrum  verbrand , 
en   de   overgeblevene   asch  in  het  platina  kroesje  g^hiagb 
en   op  nieuw   gegloeid.    Na   onder  0ene  klok   naast   een 
schaaltje  met   sterk  zwavelzuur  genoegzaam  afgekoeld  te 
zijn  9  werd  het  kroesje  gewogen.    Het  platina-kroesje  had 
alleen  het  gewigt  van  22,832;    met  het  poeder  woog  het 
23,286.    Het  gewigt  van  het  poeder  bedroeg  dus  0,454; 
hiervan  0,013  asch  van  het  papier,  waarvan  de   asch-ge- 
halte  te  voren  bepaald  was,  afgetrokken,  zoo  bedroeg  het 
gewigt  van   het   afgezonderde    koperoxyde    0,441.    1,415 
van   het  groene  poeder  bevatten    dus  0,441   koperoxyde , 
dat  is  op  de  100  deelen  31,170  koperoxyde. 

s).  Het  afgeloopen  vocht  van  de  zout-massa,  dat  nu  het 
arsenigzuur  als  arsenikzuur  bevatte,  werd  in  eenen  gla- 
zen kolf  met  eene  sterke  oplossing  van  zwaveligzunr  in 
ruime  overmaat  vermengd,  en  daarmede  gekookt  en  ver- 
der zoo  lang  verwarmd ,  tot  dat  de  vloeistof  den  reuk  van 
zwaveligzunr  volkomen  verloren  had.  Er  werd  nu  bij  haar 
eenig  zuiver  chlorwaterstofzuur  gevoegd ,  en  daarna  werd 


Digitized  by 


Google 


317 

er  liydrotbteDsiiargas  in  gevoerd ,  lot  dat  de  vloeistof, 
ook  na  tchadding,  den  reuk  van  dit  gas  aterk  verspreid- 
de* Gedurende  1^  uur  werd  het  mengsel  in  den  naauw- 
keorig  gesloten  toestel  aan  zich  zelven  overgelaten ,  en 
daarna  werd  er  door  hetzelve  zoo  lang  en  snel  zuiver  kool- 
zuurgas doorgeleid,  tot  dat  geen  reuk  van  bydrothionzuur- 
gas  meer  te  bespeuren  was.  Het  nederslag  werd  nu  op 
een  gedroogd  en  gewogen  filtrum  gebragt,  snel  en  volko- 
men afgewasschen ,  op  +  100^  gedroogd  en  gewogen.  Het 
filtnuA  alleen  woog  1,132;  met  het  zwavel-arsenicum  had 
het  het  gewigt  van  2,157.  1,415  van  het  groene  poeder 
hadden  alzoo  geleverd  1,025  zwavel^arsenieum ,  dat  is  =: 
72^438  p.  c.  100  deelen  van  het  bewuste  poeder  bevat- 
ten derhalve  58,294  p.  c.  araenigzuur. 

Na  alle  deze  proeven  had  ik  geene  genoegzame  hoeveel- 
heid van  het  groene  poeder  meer  ter  mijner  beschikking, 
ten  einde  het  derde  bestanddeel ,  het  a%yn%uur ,  dat  qua- 
IütUie/vra&  epgespoi^d,  ook  quanMatief  direct  te  bepalen. 
De  verkregene  iiitkemsten  evenwel ,  betreffende  de  hoeveel- 
heid der  beide  andere  bestanddeelen ,  wgzen  de  hoeveelheid 
van  het  derde  bestanddeel  aan.  58,294  arsenigzuur  vorderen 
28,384  koperoxyde;  er  schieten  dus  van  het  door  mij  ge- 
Tonden  koperoxyde,  (31,170p.c.)  7,786  koperoxyde  over, 
en  deze  vorderen  10,097  azijnzuur.  In  100  deelen  van  het 
groene  poeder  waren  alzoo  gevonden: 

Koperoxyde  31,170. 
Arsenigzuur  <8,294. 
Azijnzuur       10,097. 


99,561. 


Uit  het  onderzoek  blijkt  derhalve ,   dat  het  groene  poe- 
der was  3  Cu  O,  Asj  O,  +  Cu  O,  A. 


Digitized  by 


Google 


318 

Volgens  deie  atötnistMche  zamenstelÜBg  toch  bestaan 
100  deelen  uit: 

Koperoxyde  ••••  31,31. 

Arsenigzuur  .  .  .  •  58,54. 

Azijnzuur   •  .  •  •  .  10,15. 

100,00. 

Uit  alle  de  uitkomsten  van  het  scheikandig  ondersodc 
blijkt  het  zonder  eenigen  den  minsten  twijfel,  dat  de 
groene  pepermuni  die  kleur  verschaldigd  is  aan  twee 
kcper^oulen,  arsenigzuur  koperoxyde  en  a%ifn%uur  Ao- 
peroxyde,  die  met  elkander  die  groene  verwstof  vormen, 
die  onder  de  benamingen  van  JUilUsgroen^  fVeenergroen^ 
Schivein/urier-i  Kirchberger- ^  Neu-^  en  Katser-groeny 
in  den  handel  voorkomt,  en  tot  wier  l>ereiding  door  Mir- 

TIS,   K4STNER,  BaACONNOT,  CrEUTZBURG,  I4IEBIG  OD  81BBBG 

voorschriften  gegeven  zijn;  en  welke  verwstof  ait  basisch 
azgnzuur koperoxyde ,  arsenigzuur  en  azijnzuur,  ofzwavd- 
zuur  koperoxyde,  arsenigzuur,  koolzure  kali  en  azfjoznur, 
met  verschillende  handgrepen,  bereid  wordt. 

Zyn  nu  alle  koper-zouten  in  meerdere  of  mindere  mate 
vergiftigand,  de  beide  koper-zouten  in  de  onderzochte 
pepermunt  behooren  onder  de  ergste  vergiften.  De  hier 
bedoelde  verwstof  veroorzaakt  in  den  mond  eeoen  eigen- 
aard igen  koperachtigen  smaak,  en  in  eene  zeer  kleine 
hoeveelheid  ingenomen  eene  drooge  tong,  een  gevoel  van 
belemmering  in  de  keel,  menigvuldige  braking,  gewel- 
dige smart  in  den  buik,  pijnlijke  ontlasting,  dorst,  moei- 
jelijke  ademhaling,  eigenaardigen  angst,  hoofdpijn,  groote 
afmatting,  convulsies  en,  eindelijk,  den  dood.  Het  arse- 
nigzuur koperoxyde  is  zulk  een  gevreesd  vergift,  dat  men 
meermalen  en  te  regt  gewaarschuwd  heeft  zelfs  tegen  het 
gebruik  als  olie-verw  en  voor  kleuring  van  behangselpapier, 
en  dat  men  maatregelen  van  veiligheid  heeft  voorgeschre- 
ven ,  als  zij  tot  de  beide  genoemde  einden  gebezigd  waren. 


Digitized  by 


Google 


319 

De  yerwstof  in  i^  ondersiochte  groene  pqiennnnt  auiwê* 
lig,  behoort  derhalve  onder  de  zwaarste  yergiften  gerang- 
schikt te  worden ;  en  zij  yeroorsaakt  zelfs  in  zeer  kleine  gif- 
ten, indien  geene  ruime  uitbraking  en  geneeskundige  hulp 
op  het  inwendig  gebruik  tijdig  volgen,  onder  de  opgenoemde 
hoofd^yerschgnselen,  eenen  ge  wissen  dood.  —  De  overige 
bestanddeelen  der  groene  pepermunt  waren,  behalve  de 
genoemde  verwstof,  suiker,  water  en  pepermuntolie.  — 
Een  Verslag  van  dit  onderzoek  werd  met  de  verzegelde 
glazen  bnisjes,  die  het  in  de  groene  pepermunt  gevonden 
koper  en  arsenicum  bevatten,  door  mij  aan  den  Regter- 
Commissaris  toegezonden. 

De  nitkomsten  van  dit  scheikundig  onderzoek  z^n  later 
volkomen  bevestigd  in  de  Zitting  van  de  Arrondissements- 
Regtbank  te  Leyden,  van  den  8  Mei  1846,  waarin  de 
volgende  feiten  plaats  hadden. 

1).  Verklaarde  de  beklaagde  •««««,  bij  wien  de  ge- 
kleurde|"pepermunt  was  in  beslag  genomen,  en  die  van 
het  scheikundig  Verslag  geene  kennis  droeg,  dat  h|] 
de  ter  tafel  zynde  pepermunt  herkende;  dat  hij  zoodanige  in 
zi)neo  winkel  gehad  en  verkocht  had,  en  dat  z(j  bij  hem 
waren  ia  beslag  genomen;  dat  de  gele  pepermunt  met 
Hiffraan<i  de  roode  met  cochenille  ^  de  blaauwe  met  m/- 
iramarin  door  hem  gekleurd  was,  en  dat  hjy  voor  de 
groene  pepermunt  spina%iegroen  (l)  gebezigd  had;  weUke 
verwstof  9  om  suiker  te  kleuren,  hij  onder  den  opgegeven 
naam,  met  andere  gereedschappen  voor  zijn  bedrijf,  had 
overgenomen  van  «*•**. 

2).  Verklaarde  de  derde  getuige  **** ^  dat  zij  bij  den 
beklaagde   een  lood  van  zoodanig  gekleurde  pepermunt. 


(1)  Oneigenlijker  benaming  kon  er  aan  de  gebezigde  Terwtlof  wel  niet 
gegeren  worden  dan  die  Tan  Spina^egroen.  Mogelijk  is  het  klettroiid- 
dd,  8Qlmeinfunergro9n^  door  eene  S.  geteekend  geweest,  en  heeft  dit 
•ankidiag  gegeven  tot  bet  denken  aan  SpinwUei 

22 


Digitized  by 


Google 


320 

als  ter  tafel  was,  had  gekocht;  dat  x^  dienselfden  mor- 
gen daarvan,  om  aan  eene  vroegere  belofte  te  voldoen ^ 
aan  drie  kinderen  van  den  Heer  «**««*  onder  het  les 
geven  ,  iets  had  aangeboden ;  en  dat  binnen  het  tiai^  twee 
der  kinderen  over  hoofdpijn  begonnen  te  klagen,  en  in 
het  algemeen  verklaarden,  dat  «j  zich  onwel  begonnen 
te  gevoelen. 

3).  Verklaarde  de  tweede  getnige,  de  HeerP.  M.Mb88, 
Med.  Doctor,  dat  hij  op  den  dag  van  het  gebeurde, '^twee- 
malen in  zijne  hoedanigheid  geroepen  was  ten  huize  van 
den  Heer  ******;  dat  de  drie  kinderen  onpasselijk  wa- 
ren; dat  hij  bij  allen  in  verschillende  graden  dezelfde  ver- 
schijnselen heeft  waargenomen ,  behoudens  die  der  ont- 
lasting, welke  in  het  Scheikundig  Verslag  vanden  eersten 
getuige  als  de  eerste  gevolgen  van  het  inwendig  gebruik  van 
het  in  dat  Verslag  genoemde  vergift  zijn  opgegeven ;  dat  dese 
verschijnselen  gedurende  10  uren  hebben  aangehouden;  dat  hij 
aan  de  kinderen  een  antidoium  heeft  toegediend ;  dat  daarop 
brakingen  gevolgd  zijn ,  en  dat  de  drie  kinderen  door  verdere 
geneeskundige  behandeling  binnen  4  dagen  waren  hersteld. 

De  Officier  bij  de  voornoemde  Regtbank,  Mr.  D.  Tieboei. 
SiEGENBEEK,  zctto  daama  alle  de  feiten  uit  een,  wees 
op  de  volkomene  overeenstemming  van  de  gevolgtrekkin- 
gen in  het  Scheikundig  Verslag  met  de  verklaringen  van 
den  bekL  en  van  de  getuigen,  en  concludeerde  op  grond 
van  Art.  1 ,  3,  6  en  7  der  Wet  van  19  jMei  1829,  Staats- 
blad Nc>.  35,  dat  de  Beklaagde  zou  worden  veroordeeld 
tot  gevangenis  van  twee  jaren ,  boete  vm  /  200 ,  intrek- 
king van  zijn  patent  en  ontzegging  van  de  bevoegdheid, 
om  dergelijk  patent  gedurende  den  tijd  der  gevangenisstraf 
te  erlangen ,  last  tot  in  beslagneming  en  vernietiging  der 
aldaar  vermengde  waren,  mits^ders  in  de  kosten  van 
den  processe,  verhaalbaar  bg  liyfsdwang. 

De  Advocaat  Mr.  N.  Sikkel  Groos  yerdedigde  den  be- 
klaagde ,  en  toonde  aan ,  dat  de  bekl.de  verwstof  gebezigd 


Digiti 


zedby  Google 


321 

bad ,  sonder  haren  geraarlijken  of  TérgiAigMiden  avd  ke 
kennen ;  dat  bij  den  bekl.  geehe  bedoeling  had  bestaan 
om  te  Tervalschen  of  te  yergiftigen ,  en  dat  de  Art.  ran 
de  Wet  van  19  Mei  1829,  Staatsblad  No.  35,  ia  het  oi^ 
derhavige  geval  van  geene  toepassing  waren. 

Acht  dagen  later  sprak  de  Arrondissements  -  Begftfaank 
baar  vonnis  nit,  hetwelk  na  de  vermelding  van  alle  de 
feiten 9  ten  slotte  inhield: 

O.  Dat  uit  het  voorgaande  voldoende  is  beweseo,  dat 
de  beklaagde  in  zijnen  winkel  beeft  voorbanden  gehad  en 
werkel^k  in  Maart  1.  1.  daarvan  beeft  verkocht  peper- 
nrant,  waarin  vergiftige  stoffen  vernwngd  waren; 

O.  Dat  echter  om  zulks  strafbaar  te  stellen,  ingevolge 
de  bepaling  van  Art.  3  der  Wet  van  19  Mei  1829,  Staats-» 
blad  No«  35 ,  vereischt  wordt ,  dat  de  eetwaren  enz.  ves- 
meld  bij  Art.  1  dier  Wet ,  welke  tot  verkoop  of  ter  uif- 
deeling  bestemd  z(JD  en  met  de  vergif tstoffen  in  Art  1 
ea  2  bedoeld  zign  vermengd ,  worden  verkocht,  met  voor» 
kennis  van  zoodanige  vermenging. 

0.  Dat  ten  procesae  geenszins  is  gebleken,  dat  de  ver- 
koop van  zoodanige  voorwerpen  in  voorn.  Wet  vermeld, 
door  den  bekl.  is  bewerkstelligd,  terwyl  hj)  met  voorken- 
w,  dat  dezelve  vergiftige  doelen  bevatteden,  handelde. 

0.  Dat  alzoo  het  feit  den  beklaagde  by  dagvaarding  ten 
laste  gelegd,  noch  misdaad,  noch  wanbedryf,  noch  over- 
treding oplevert,  en  hij  dien  tengevolge  van  alle  regtsver- 
volgiag  ter  dier  zake  behoort  te  worden  ontslagen. 

Ofschoon  het  mij  genoegen  deed,  dat  de  beklaagde,  die 
ook  volgens  m(|ne  overtuiging  uit  onkunde  en  zonder  kwade 
bedoeling,  eene  stof  voor  inwendig  gebruik  bestemd  ver- 
giftigd bad,  niet  gestrafd  werd  voor  eene  daad  in  onwe- 
tendheid en  zonder  opzet  bedreven;  moet  ik  het  evenwel 
in  het  algemeen  belang . betreuren ,  dat  eene  daad,  die  de 
•chroomelljkste  gevolgen  had  na  zich  kunnen  slepen,  zon- 
'^  tijdige  geneeskundige  hulp,  eenen  vader  van  drie  kin- 


Digitized  by 


Google 


322 

deren  had  kunnen  berooven,  en  nit  haren  aard  geschU^ 
vfBB ,  om  nog  meer  slagtoffers  te  maken ,  én  mogelijk  is 
én  door  geene  Wets "bepalingen  wordt  voorgekomen,  be- 
dreigd, en  na  overtreding  der  Wet  door  eene  gepaste  straf 
wordt  achtervolgd.  Het  onderhavige  geval,  dat  ik  "met 
anderen,  die  ter  mijner  kennisse  zijn,  zou  kuonen 
vermeerderen,  levert  een  nieuw  bewijs,  dat  eene  Wet 
betreffende  het  verkoopen  en  gebruiken  van  vergiften  eene 
wezenlijke  behoefte  mag  gerekend  worden. 

Het  gebruik  van  vergiftigende  verwstoflèn  tot  kleuring 
van  suiker  enz.,  is  in  deze  eeuw  om  onderscheidene  re- 
denen aanmerkelijk  toegenomen,  en  onder  de  gevaarlijkste 
is  voorzeker  het  in  het  vermelde  geval  gebezigde  Schwein» 
furter groen  te  rekenen,  dat  niet  alleen  31,31  p.  c.  koper- 
oxyde,  maar  daarenboven  58,54  p.  c.  arsenigzunr  of  rotten- 
kruid  bevat.  Opmerkelijk  is  zelfs  de  uitwendige  vergifti- 
ging, die  door  deze  verwstof  kan  plaats  hebben,  en  de 
waarnemingen  van  Dr.  Blandet  betreffende  ongevallen,  die 
in  de  fabrijken,  waarin  zij  bereid  en  tot  bedrukken  van 
behangsel-papier  met  verschillende  tinten  van  groen  gebe- 
zigd wordt,  nu  en  dan  plaats  hebben,  verdienen  alle  aan- 
dacht. De  werklieden,  die  daarmede  het  papier  bedrok- 
ken, het  satineren,  de  verwstof  ziften  en  behandelen,  zifn 
aan  verschillende  ziekten  blootgesteld.  Zij  worden  dikwerf 
aangetast  door  eenen  hardnekkigen  huiduitslag,  geken- 
merkt door  de  ontwikkeling  van  eene  aaamerkeüjke  zuebt 
in  het  aangezigt,  vergezeld  door  groote  puisten.  Het  sl^m- 
vlies  in  de  neusgaten  is  ontstoken,  en  eene  sterke  afzon- 
deringvan speeksel  gaat  gepaard  met  slijmvloeiging  nit  den 
neus.  Deze  eerste  graad  der  ziekte  wordt  opgevolgd  door 
kolljk,  hoofdpijn  en  wegzinking  van  krachten.  Men  vindt 
zelfs  opgeteekend,  dat  honden,  die  in  eene  goot  geloopen 
"hadden,  waarin  het  afwasch water  van  deze  groene  verw- 
stof wegliep,  weldra  door  sterk  gezwoUene  pooten  met 
diepe  kloven  werden   gekenmerkt.    L.   Gmeun  vormdidt 


Digitized  by 


Google 


323 

seUk  ée  iiadeelige  gevolgen ^  Tan  het  slapen  in  kamers, 
waarin  het  behangielpapier  ioot  Schweinfurter  groen  ge- 
kleurd was,  zoo  als  te  MosbacA,  Eberbaeh  en  Neuhaurg» 
Deze  kaaiers  njn»  vooral  bij  Toehtig  weder,  door  eenén 
geheel  eigenaardigen  en  ona^^ngenamen  reuk  keanelyk ,  waar- 
van de  zoheikiindige  oorzaak  nog  niet  is  opgespoord,  en 
die  niet  aan  arsenikwaterstofgas  kan  worden  toegeschreven. 
Eene  meid,  die*  znlk  een  behangsel  had  afgestoft,  was 
reeds  daardoor  vergiftigd,  en  hg  haar  openbaarden  zich 
alle  de  verschijnselen  van  vergiftiging  door  eene  koper- 
verbinding en  arsenigzaur ;  en  LieBig  veriKldt  eenen  hnid* 
nitslag,.  die  bij  een  persoon  vele  jaren  voortduurde  en 
veroorzaakt  w^d  door  het  dragen  van  eene  groene  kap. 
De  ziekte  verminderde  oi  week,  nadat  zQ  geheel  afgele- 
gen was.  En  evenwel  is  het  gebruik  dezer  zoo  gevaar- 
lijke verwstof,  om  de  uitstekende  schoonheid  der  kleur, 
meer  en  meer  toegenomen;  waarvan  men  zich  eenig  denk- 
beeld kan  vormen,  als  men  nagaat,  dat  in  ééne  fabr^k  in 
de  straat  de  la  Roquetie  te  Parijs,  dagel^ks  300  Ned; 
ponden  arsenigzunr  daartoe  worden  verbruikt. 

Het  |)zeroiDyde-hydraat  is  ook  tegen  het  bedoelde  ver- 
gift een  uitmuntend  tegengift,  hetgeen  reeds  door  Dr. 
Spaeth  d'Esslingbn  is  opgemerkt.  Een  kind  van  3  jaren 
had  eene  schelp  met  arsenigzuur  koperoxyde  uitgelikt, 
waarop  weldra  hevige  brakingen ,  ontlastingen ,  zware  pij- 
nen in  den  onderbuik  en  onleschbare  dorst  volgden*  Na 
het  gebruik  van  koud  water  en  daarna  van  15  gram.  ijzer- 
oxyde-hydraat,  verdeeld  in  warm  water  en  in  4  giften  in- 
genomen ,  waren  reeds  na  één  uur  alle  de  noodlottige  ver- 
schijnselen verdwenen,  en  den  volgenden  dag  waren  alle 
de  teekenen  der  vergiftiging  geweken.  (Ga%ette  médicale^ 
1840.  Np.  30). 

Sommige  buitenlandsche  Regeringen  hebben  nu  en  dan 
het  gebruik  van  vergiftigende  kleurstoffen  daar,  waar  zij 
Badeel  konden  berokkenen ,  verboden.     Ik  zal  hier  slechtik 


Digiti 


zedby  Google 


224 

wffsanop  4e  EonigL  JPreuss.  Minisierial^FerfugttMg  ^  vam 
28  Nov,  1800,  de  Verardnungen  der  Konigi.  Preuss. 
Regterung  %u  Coblen%  1818  en  %u  Amsberg  1825.  De 
Grieksche  Regering  beeft  te  Athene  ^  op  den  2  April 
1835,  eene  Wet  uitgevaardigd ,  betreffende  het  verkoopen 
yan  vergiften ,  gecontrasigneerd  door  Kolbttib  ,  waarin  veel 
i;oeds  voorkomt,  en  o  van  §  3  in  het  hier  boven  medege- 
deelde geval  Kon  te  pas  gekomen  zijn.  Ook  in  Frankrijk 
liet  rieh  de  Regering  genoodzaakt,  telkens  strengere  WeU- 
bepalingen  tegen  het  verkoopen  en  gebroiken  van  vergiiten 
te  nemen,  zoo  als  in  de  Wet  van  19  JnlIJ  1845  en  in 
het  Koninklijk  Besluit  van  den  29  Oetober  1846. 

Ik  mag  het  hier  niet  verzwegen,  dat  er  in  onder- 
scheidene geheime  geneesmiddelen  zware  vergiften  voor- 
komen. Sommigen  van  zoodanige  algemeene  middelen  te- 
gen koortsen  b«v.  bevatten  ar«ent^st<re^a/t«  Defleschjes  zijn 
voorzien  van  etiquetien ,  waarop  in  sierlijken  stijl  de  on- 
derdom  der  personen,  waarvoor  het  middel  dienen  moet, 
vermeld  staat.  De  fleschjes  zijn  in  4  soorten  verdeeld,  en 
bevatten  20 — 35  centigrammen  arsenigzare  kali  op  32  gram. 
water.  De  noodlottige  gevolgen  van  het  verkoopen  van 
zulke  middelen  door  onbevoegde  personen  kan  men  vinden 
in  de  Ga%eite  de  Montpellier^  Ja».  1844.  —  Men  had  deze 
en  soortgelijke,  voor  het  algemeen  gevaarlijke  misbruiken 
reeds  sedert  lang  in  Nederland  kunnen  voorkomen  en  be- 
letten ,  doch  men  heeft  het  niet  ernstig  gewild. 

Ik  moet,  eindelijk,  hier  nog  vermelden,  dat  de  Medi- 
mnal'Aesessor  Jahn  over  de  algemeene  eigenschappen  der 
vergiftigende  verwstoffen  en  over  de  onschadelijke  kleur- 
stoffen eene  bruikbare  mededeeling  gedaan  heeft  in  het 
Archiv  der  Pharmacie  von  R.  Brandbs  imrf  H.  Wac- 
KENRODER,  B.  LXXVII.  S.  195—218,  waarvan  menig 
Fabrikant  veel  nut  zou  kunnen  trekken. 


Digitized  by 


Google 


De  Eleciriciteit   en  het  Magnetisme,   toegepast 
en  aangewend  in  verscAtUende  takken  van  Nijverheid  y 

of 
IVeede  Afdeeling 
van  het  Verslag  der  Technologische 
Wetenschappen. 

door 

Dr.  S.  Bleekrode. 
Hoogleeraar  te  Delft, 


1.  loleidlog.  Zoo  het  ook  moeijelJjk  valt  te  besIisseQ, 
welk  gedeelte  der  Natuur-  en  Scheikundige 
wetenschappen  de  belangrijkste  toepassingen  aan  de  yeel- 
▼oldige  takken  van  Nijverheid  en  Kunst  heeft  opgeleverd, 
zeker  is  het,  dat  de  steeds  toenemende  practische  aanwen- 
ding van  de  electriciteit  en  het  magnetisme,  —  hetzij  ie- 
der afzonderlijk  o^  in  wederkeerige  zaraenwerking  en  te- 
ragwerking  als  electro-magnetisme  en  magneto-electriciteit 
«nz.,  —  hetzij  door  derzelver  zuiver  natuurkundige  wer- 
iung  of  scheikundigen  invloed,  op  enkele  uitzonderingen 
Da,  aan  onzen  tijd ,  aan  het  jongste  wetenschappelijke  le- 
ven toebehoort.  De  magneetnaald  als  gids  van  den  zee- 
Atan,  behoort  aan  een  onbekend  tijdvak  in  de  geschiedenis 
der  menschheid ;  beter  bekend  is  hij ,  die  zich  door  de  uit- 


Digitized  by 


Google 


326 

yinding  van  den  bliksemajleider  eenen  welverdiendenloo- 
Bterfelijken  naam  heeft  yerschaft.  Inderdaad  staat  Dr.  Bkn- 
JAMIN  Franklin  aan  het  hoofd  van  allen,  die  sedert  ééne 
eeuw  (1747)  deze  nieuwe  baan  hebben  geopend,  en  langi 
welke  men  zoo  vele  schoone  uitkomsten  reeds  heeft  ver« 
kregen. 

Een  verslag  willende  geven  van  hetgene  de  leer  van  de 
electriciteit  en  van  het  magnetisme,  in  den  uitgestrdsten 
zin,  gedurende  de  laatste  jaren  belangrijks  en  nuttigs  heeft 
opgeleverd,  kwam  mij  hoofdzakelijk  ééne  moeijelijkheid 
voor,  deze  namelijk,  om  het  verslag  slechts  tot  den  loop 
der  laatste  jaren  te  beperken.  Het  scheen  mij  toe  (en  ik 
vertrouw  niet  verkeerd  gezien  te  hebben)  dat  mijn  verslag 
bij  zoodanige  beperking  zeer  onvolledig  moest  nitvallen 
aangezien  mij  geen  werk,  en  zeker  in  onze  taal  geheel 
niet,  bekend  was,  waarin  deze  gewigtige  afdeeling  van 
toegepaste  wetenschappelijke  kennis  zoo  behandeld  is, 
dat  men  weet,  op  welke  hoogte  men  eigenlijk  is  ge- 
komen. 

Ik  zal  mij  bij  het  bewerken  van  dit  verslag  op  een  roi* 
mer  standpont  plaatsen,  en  zal,  van  eigene  ondervinding 
gebruik  makende ,  trachten  het  tegenstrijdige  van  veler  op- 
gaven en  mededeelingen ,  zoo  veel  mogelijk  toe  té  lichten 
of  op  te  heffen. 

2.  Verdeeling  Tan  het  onderwerp.    De   groote   verscheidenheid 

van  zaken,  welke  nu  reedi 
onder  het  bereik  van  de  practische  electriciteit  en  het  mag- 
netisme  vallen,  vordert,  dat  wij  ons  onderwerp  niet  enkel 
geschiedkundig  behandelen,  maar  dat  wij  hetzelve,  naar 
den  aard  der  onderscheidene  electrische  en  magnetische 
werkingen  indeelende,  in  even  zoo  vele  hoofd-  en  ooder- 
deelen  splitsen  als  de  theoretische  behandeling  eenersijds 
en  de  practische  aanwending  anderzijds  noodzakelijk  zal- 
len  maken. 

I.  Toepassing  der  verschijnsels ,  afhankelijk  van  de  CE- 


Digitized  by 


Google 


327 

uoDBAAiiHEfD  CH  VOORTPLANTING  dcT  etecirisoAe  en  magne^ 
iische  werking. 

A.  De  Bliktem-afleiders. 

a.  Tea  behoeve  van  gebouwen. 

b.  Ten  behoeve  vaa  schepen, 
e.    De  Hagel'o/leiders. 

B.  De  Eleetrische  Telegraphie. 

a.   De  eoTitróle  bij  spoorwegen. 
C    De  EJectro-magaetitche  uurwerken. 
Dé    De   Controle  en  het  meten   van    den  gang 
Tan  weerkundige  instrumenten. 

E.  Het  meten  van  tyd  en  anelheid  {chrono^ 
eoopie). 

a.  De  tijd-'  of  snelheid-meier. 

b.  Hei  elecirische  log. 

F.  Het  Ireoordeelen  van  de  natuur-  en  schei- 
kundige  hoetlanigheden  van  verschillen- 
de stoffen. 

a.  Van  ij%er  en  siaal. 

b.  Van  andere  metalen. 

e.    Fan  oliesoorten  {diagometer)  en  andere  stof- 
fen* 
II.  Toepassing  der  verschijnsels  9  afhankelijk  van  Eu:c- 

TRISCBB   OF   MAGNETISCHE   AANTREKKING   EN  AFSTOOTING. 

A.  Het  kompas  als  rigtings-middel. 

a.  De  invloed  van  het  ijzer  der  schepen  op  de 
rigting  der  magneetneuild. 

B.  Het  kompas  als  dikte-meter. 

C.  De  magnetische  aantrekking  aangewend: 

a.  Om  de  wrijving  van  spoorwagens  te  ver* 
meerderen. 

b.  Om  de  gevoeligheid  van  balansen  te  verhoo- 
gen. 

c.  Het  a/zonderen  van  %j%er  en  y%er-ertsen  uii 
andere  bijgemengde  stoffen. 


Digitized  by 


Google 


32g 

d.  Hei  beschermen  van  kei  ge^t  tegen  tj%er^ 
splinters* 

IIL     Toepassing   der   Elegtro  -  magnetische   kwebg- 

KRACHT. 

a.  Onmiddellijk  door  Eleetro  magnetische  wer- 
king. 

b.  Middellijk  door  scheikundige  werking. 
rV.    Toepassing  der  warmte-ontwikkeling. 

a.  Het  ontsteken  van  buskruid  tot  het  sprin^^ 
gen  van  mijnen  enz. 

b.  Het  eleotrische  schieigeweer  eni, 

e.  Het  ontsteken  van  ontvlambare  luohtsoorten. 
y«    Toepassing  der  Licbtontwikkeling. 

a*    De  galvanische  verlichting, 
b.   De  electrische  photographie. 
YI.    Toepassing  der  Scheikundigb  werking. 

A.  Pe  metaal-bewerking,  Electro-metallurgie. 

a.  Het  scheiden   van  metalen   uit  derzelver 
ertsen. 

b.  De  aanwending  bij  het  uit  smelten  van  me- 
talen. 

c.  Eet  maken  van  metaalmengsels  of  alliages. 

B.  De  metaal-scheiding  in  gegevene  vormen 5 ^a/- 
vanoplastie. 

a.  Galvanoplastie. 

b.  Galvanotypie. 

c.  Galvanographie. 

d.  Glyphographie. 

C.  De  metaal-bedekking,  galvano*stegie. 

a.  De  bedekking   met   edele  metalen,  het  ver- 
galden, verzilveren,  verplatineren  enz. 

b.  De  bedekking  met  onedele  metalen. 

c.  De  bedekking  met  metaaloxyden. 

d.  De  bedekking  van  gewevene  stoffen  met  me- 
talen. 


Digitized  by 


Google 


339 

e.   De  metaal-bedekkiog  als  middel  toe  het  &e- 
waren  van  bewerfUmgde  sifkffhn. 

D.  De  Etskanst,  gaivano-oausUek  ot  gravure* 

E.  De  scheikundige  ontleding  en  samenstel- 
ling, Eleciro'chemte. 

a.    QuanUtaiive  en  qtuilitative  analyse. 

F.  De  Kristal-vorming. 

6.    De  Kleur-vorming,  Electro-ehromaüsme. 

a.   De  eleoirisehe  kleurvorming  op  meicUen. 
6«   Hei  iriseren* 

c.   De  eleciriacke  kleurdrukken  op  katoen  ens. , 
(Eleoiropriniing^  Calicopriniing). 
VIL    Toepasêing  van   verschijnsels  ^   %amenhangende 
mei    den    oorsprong    van    Electricit£IT-ontwikk&- 

UNO. 

A.  De  beseherming  van   metalen  tegen  oi^y*- 
datie  enz. 

a.   De  scheepshekleeding. 

h.   Metalen  voorwerpen. 

e.    Gegalvaniseerde  meialen. 

B.  Het  meten  van  den  warmtegraad  door  Ther- 
nuheleoiriciieit. 

a.   Pyrometers. 

C.  Het  meten   van   den   waterstand   in  eenen 
stoomketel. 

D.  Met  sonderen. 

Yin.    Toepassing  bij  ben  Landbouw,  Eleotro-culture. 

IX.  De  .eleoirisehe  versekijnsels ^  die  hij  verschillende 
werktwigkundige  en  scheikundige  bewerkingen  worden 
epgemerkt. 

3.  AJ^meeoe  opmerkingeo.    Alvorens  tot  de  behandeling  van 

ons   onderwerp  over    te   gaan , 

overeenkomstig  bovenstaande  schets,  is  het  noodwendig, 

dat  wij   nog  enkele  opmerkingen  in  het  algemeen  laten 

voorafgaan. 


Digitized  by 


Google 


330 

Wij  verstaan  door  Electriciteit  E,  de  oorzaak  der  zoo« 
genaamde  electrische  Tersch^nsels,  onverscktUtg  de  bron 
waaruit  dezelve  geboren  worden,  door  wrijving,  warmte, 
galvanisme  ens;  —  voor%ooverre  de  eleotrische  versohijnr 
sels  gewijzigd  worden  volgens  der%elver  verêohillewien 
oorsprong^  znlien  wij  dezelve  dien  overeenkomstig  noe- 
men, als  wrijvings-electriciteit,  galvanische  electriciteit, 
thermo^lectriciteit,  magneto-electriciteit  enz.  WIJ  nemen 
dos  djBze  onderscheiding  aan,  ééner%ijds  zonder  aan  de 
éénheid  van  alle  electrische  verschijnsels  te  kort  te  doen, 
anderzijds  in  derzelver  algemeene  {coUective)  beteekenis, 
zonder  te  willen  doordringen  in  eenige  theoretische  na* 
tnnrknndige  beschouwing  over  derzelver  waren  aard»  voor 
Boo  verre  deze  door  de  Natuurkundigen  nog  niet  eenstem- 
mig erkend  wordt.  Wij  zullen  spreken  van  +  £  of  po* 
sitive  electriciteit  en  — E  of  negative  electriciteit, — on- 
verminderd het  vraagpunt  over  één  of  twee  soorten ,  aan  el- 
kander tegengestelde  electriciteiten,  — omdat  daardoor  de 
gang  der  electrische  verschijnsels  duidelijker  kan  worden 
voorgesteld,  wanneer  men  bij  dezelve  twee  aan  elkander 
tegengestelde  beginselen  van  werking  aanneemt.  Indien 
men  dan  deze  bijgevoegde  teekens  neemt  in  eene  betrek- 
kelijke beteekenis,  om  zoo  te  zeggen  in  eene  mathemati- 
sche tegenstelling,  verdienen  dezelve  allezins  de  voorkeur 
boven  de  kunsttermen,  die  door  Faraday  zijn  ingevoerd 
by  de  galvanische  electriciteit,,  en  welke  toch  ook  niets 
meer  kunnen  aanduiden  dan  eene  betrekkelijke  tegenstel- 
ling. De  —  E  wordt  door  dien  hoogst  beroemden  natuur- 
kundige kathode^  de  +  E  anode  genoemd.  —  Als  hulp- 
middel ,  om  de  rigting  der  electrische  werking  aan  te  dui- 
den, is  men  overeengekomen,  om  te  spreken  van  eenen 
electriscken  stroom  gaande  van  -f  E  naar  —  E ,  niettegen- 
staande in  vele,  zoo  niet  in  alle  gevallen  ,  te  gelijk  eene 
werking  (strooming)  van  -h  E  naar  —  E  en  van  —  E  naar 
-f  E  wordt  waargenomen.    Beide  +  E  en  — -  E  zijn  steeds 


Digitized  by 


Google 


331 

4a  oretBl  gel^ktijdig  eo  in  gel^ke  sterkte  ontwikkeld. 
Faradat  noemt  den  stroom  Elecirode. 

Volgens  het  tegenwoordige  standpunt  der  wetenschappen 
en  in  weerwil  der  jongste  hoogst  belangr^ke  ontdekkingen 
▼an  Farajut,  zijn  wy  nog  steeds  geregtigd  om  eene  af- 
zonderlijke klasse  van  magnetische  rerschijnsels  aan  te  ne- 
men, en  het  magneitsme  als  jBoodanig  te  erkennen;  wQ 
'Onderscheiden  nM  en  zM,  overeenkomende  met  dat  soort^ 
hetwelk  zich  bevindt  in  de  uiteinden  van  de  magneetnaald^ 
die  naar  het  Noorden  en  Zuiden  wijzen. 

Electriciteit  en  magnetisme  in  derzelver  wederkeerige 
ivei^ing,  of  op  zich  zelve  terugwerkende,  brengen  die  klas- 
sen van  veescbijnsels  voort,  welke  onder  den  naam  van  elec- 
iro-magnetisme,  magneto*electriciteit,  electrische  en  mag- 
•netische  inductie  bekend  zijn. 


I.  Toepassing  der  verschijnsels  ^  afhankelijk  van  de 

GELBIDBAARBEID    EN  VOORTPLANTING    der  E   eit  AL 

A.  a.   De  bliksemafleiders  op  gebouwen  (!)• 

4.    De  blikMmafleidere.    Hoe  bekend  zulks  ook  zij,    blijft 

het  nogtans  ene  welverdiende  hul- 

-de,  den    naam   van    den    uitvinder  der  bliksemafleiders. 


(1)  Paratonnerre  U  de  kunatnaani  geworden,  onder  welken  in  tateren 
^  door  de  Frantchen  b  liekend  geworden ,  de  afleider  of  Gonducfeur 
pour  précenrer  lea  édificen  de  la  foudre.  De  zamenatelling  van  dit  woord 
il  Tan  para  en  tonnerre  (donder) ;  parm  u  van  itafiaanacben  oorsprong 
parare  beteekent  afweren. 

In  de  eerste  tijden  Terkocbt  men  te  Parijs  parafonnerres  ^  zijnde  de 
gewone  regenseherm,  op  welke  tijdens  een  onweersbui  een  koperen 
INnf  geschroefd  werd  Tan  1  è  2  palm  lengte, en  van  hetwelk  eeoekel- 
^  tot  op  den  grond  nederbmgii 


Digitized  by 


Google 


332 

Dr.  Beniamin  Franklin  met  eerbied  te  noemen.  Z^n  be- 
schermin^middel  tegen  bet  vunr  Tan  de  Electriciteit  des 
dampkringf,  dagteekent  eigenlek  van  1749,  en  was  in 
1760  in  zijn  vaderland.  Noord- Amerika^  eene  rrij  alge» 
meen  aangewende  zaak.  In  Builschland^  in  Makren 
werd  de  eerste  afleider  gebouwd  door  Procopius  Ditiscr 
in  1754;  in  Engeland  te  Payne$hill  door  Watson  in 
1762;  in  de  Nederlanden^  op  bet  Gelderscbe  landgoed 
Ro%endaalj  door  den  Rpssischen  Ambassadeur,  den  prins 
DE  Gallitzin  in  1778.  Sedert  dien  tyd  is  de  aanwending 
in  bet  algemeen  zeer  langzaam  rooruit  gegaan ,  zooalz  ten 
opzigte  van  ons  vaderland  getuigen  Prof.  G.  Moll  in  s^ae 
Bijdragen  over  Afleider»  en  hei  Onweder  (1)  en  de  Loi- 
tenant  Generaal  Baron  KnAiiKNiiorF  in  zijne  Handleiding 
tol  het  stellen  van  Bliksenuifleidere  (2),  toen  bet  win- 
ter-onweer van  12  Febrnarij  1836  op  onderscbeidene  plaat- 
sen zoo  veel  onbeil  bad  veroorzaakt,  en  ook  bet  geval 
was  in  bet  Koningrijk  JFurtemberg  in  de  jaren  1833  —35, — 
in  Engeland  begroot  men  nog  de  sebade,  jaarlijks  door 
het  inslaan  des  onweérs  veroorzaakt ,  op  50000  é  (3)  — 
om  slecbts  enkele  voorbeelden  te  noemen  (4). 

5.  Gedurende  de  reeks  van  jaren ,  welke  sedert  de  eer- 
ste invoering  der  bliksemafleiders  verloopen  zijn,  zijn  er 
onderscbeidene  geschriften  in  bet  licht  gegeven,  deels 
door  bijzondere  personen ,  deels  op  booger  gezag,  om  te 
strekken  tot  handleiding  voor  den  aanleg  van  dit  verdedi- 
gingsmiddel bij  gebouwen  van  verschillenden  aard  en  on- 


(1)  Uitgegeven  (e  Haarlem  1836  en  oTergedrokt  uit  den  Algewu 
KoHSi  en  Letterbode  1836,  n».  21,  22,  36  en  50. 

(2)  Te  ^ymegen,  bij  C  A.  Vi£WS6,  1836. 

(3)  Electrical  mngazin  I  p.  143^  na  kind  of  apath^  prepmle/* 
The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  V  p.  356. 

(4)  On  the  nature  of  Thunder  3torms\  and  on  the  Memnê  of 
ProtecHng  Buildings  and  shipping  against  the  destruoHve  effeete 
of  Lightmng.   By  W.  Sltow  HiRBls,   1843. 


Digitized  by 


Google 


333 

dencheidene  bestemming.  Men  soade  na  oek  met  regt 
Terwacbten  dat  de  ondervinding,  wellce  in  hetselfde  tijd- 
Tak  verkregen  kon  worden,  den  practischen  aanleg  van 
bliksenafleiders  zoo  vast  aan  regels  xoade  hebben  gebon* 
den,  dat  er  zich  bj[j  de  toepassing  geene  tw^felachtige  ge- 
vallen zouden  voordoen,  —  en  nogtans  heeft  men  tot  nu 
toe  er  bet  tegengestelde  van  gezien.  De  vraag,  in  hoe- 
verre het  geoorloofd  zij,  het  onweer,  als  bet  werk  des 
Almagtigen,  tegen  te  gaan,  moge  niet  zoo  algemeen  meer 
voorkomen  (1);  geleerden  twisten  niet  meer  over  de  wer- 
king, of  dezelve  defensief  (alleen  afleidende)  dato  o^e«- 
tief  (aantrekkende  en  de  wolken  verzwakkende)  z^jn  (2) 
moet;  en  evenwel  zijn  er  nog  vele  pnnten,  die  toelichting 
vorderen,  omdat  er  van  de  eerste  tijden  af  tot  nu  toe ,  ge- 
vallen z(}d  voorgekomen,  die  aapleiding  hebben  gegeven' 
tot  bet  betwijfelen  van  de  onvoorwaardelijke  nuttigheid  der 
bliksemafleiders  (3).  Te  regt  bemerkt  Prof.  Puisninqbr, 
dat  deze  intigting  een  gebouw  zoo  volmaakt  mogeliik  ie* 
gen  de  schadelijke  werking  van  den  bliksem  kan  bescher- 
men ^  als  over  het  algemeen  menschelijke  middelen  toe- 

(1)  Meo  Tond  dit  nog  noodzakelijk  in  de  allezint  doelmalige  hand- 
leidiog  door  Prof.  Dr.  PiiXKiHG£R  uitgegeTen  namens,  ifo  KStUgL  Cem^ 
fraUteÜe  der  Lafuiwirischafilichen  Vereins  in  Würtemberg^  onder 
den  Ikel:  üeber  die  Blitzableiter  ^  ihre  Vereinfachung  und  die 
Verminderung  ihrer  hosten^  StuKgart  und  Tübingen,  1835.  Polytechn. 
Cemrolhlatt  II  p.  641,  655,   658,  86a 

(2)  Bekend  is  Noutrs  uitdrukking  bij  die  gelegenheid:  » Je  persiste 
k  dire,  que  Ie  projet  d'épuiser  une  nuée  orageuse  n'eit  pas  oelui  d*un 
Piiysicien»  Laissons  donc  tonner  et  fulminer,  oonune  nous  laissons  pleu- 
Toir.»' 

(3)  Ven  denke  tan  den  brand  van  het  werkhuis  te  Beckingham  bij 
Ronvich  op  den'  7  Junij  1782,  in  weerwil  van  deszeUs  achttal  aflei- 
^«w»  —  een  voorbeeld,  waarop  in  den  laalsten  tijd,  in  den  twist  tus- 
«cben  Uarris  en  Stubgeon,  gewezen  is.  Eigenaardig  was  de  opmerking 
van  LiO]iTlRJi£BG :  dat  dit  hinderen  waren  ^  %oelke  aan  ingeente poh- 
*e«  z^  overleden. 


Digitized  by 


Google 


334 

REIKENDE   KUNNEN  SUN  TEGEN    DB ,    dw^    den  Sok^fpet  M 

Natuur  ontwikkelde  en  in  het  groot  werkende  kraek' 
ten  (L  1.  p.  24).  Het  verband  tuischen  werking  en  temg- 
werking  mag  niet  ait  het  oog  verloren  worden,  eo  dien 
len  gevolge  moeten  er  grenzen  bestara ,  binnen  welke  de 
electrigehe  stroom  aonder  nawerking  langs  den  ge(af)lei» 
der  neerdaalt,  even  als  w^  dit  in  het  klein  bQ  onze  eleo- 
trische  proeven  zien  (l).  • 

Zoo  als  bekend  is,  onderscheidt  men  bg  eiken  afleidery 
een  bovenste  opnemende  of  opvangende  gedeelte ,  dat  vig 
boven  het  te  beschermen  gebouw  uitstaat;  het  middelste 
gedeelte  y  dat  den  stroom  over  en  langs  het  gebouw  voort- 
geleidt;  en  het  ondereinde  of  de  wortel  des  afleiders  ^  dat 
tot  afleiding  in  den  grond  dient. 

6.  Iiirigiing  en  materiaal.  Ten  opzigte  van  het  nuUeriaol  en 
den  vorm  aan  hetzelve  te  ge^ 
ven^  treft  men  de  volgende  verscheidenheid: 

.  a.   Het  kiddelgedeblte  des  afxbiders. 

A*    Metaalstrooken. 

Reimarus  heeft  het  eerst  het  gebruik  aangeraden  van 
metaalstrooken  uit  koper  of  lood  voor  het  middengedeelte 


(1)  Men  leze  de  Terhandeüng  van  Prof.  C.  W.  BOCKMIKK  in  ant- 
woord op  de  Traag:  Aan  welke  gebreken  der  afleiders  is  het  toe  t$ 
schrijven^  dat  s4j  in  enkele  gevallen  de  gebouwen  of  schepen  niet 
geheel  beveiligd  hebben  ?  ra  het  9e  Deel  der  Verhandelingen  9an  dê 
EoUandsche  Maatschappij  van  wetetischappen  te  Haarlem.  (1818)» 

Onverminderd  de  theorie  helder  of  duister  idj^  zegt  Arigo  (bL 
614),  slaat  de  daadzaak  der  gunstige  vrerking  Tast,  én  door  de  los- 
barsting geTaarloos  te  maken ,  én  door  het  aantal  derzeWe  te  venninde- 
ren.  De  afleiders  beroven  de  onweérsVolken  aHèngskens  derzehrer 
lading,  en  voeren  deze  ongemerkt  naar  de  aarde  af  (bl.  558).  Dien  t« 
gevolge  sal  de  hevigheid  des  onweérs  verminderen  (bl.  565),  zelft  im 
de  onweerswolk  geheel  vennetigd  worden  (bL567).  M.  sur  Ie  Tnmerre 
in  het  Amtuaire  1888, 


Digitized  by 


Google 


335 

let  afleiders.  Desselfs  werk  onder  den  ticel:  REntARUi 
auzfkhrliche  Forschrifien  %ur  Blii%€U>leitung  an  allerlei 
Gebauden;  au/s  Ifeue  geprüft  und  naoh  %uverlas8tgen 
Effahrungen  in  Uinsickt  auf  Sicherheit  und  BequetH' 
Kckkéit  eniworfen ,  Hambarg  1794 — wordt  nog  in  Duitsch- 
land  door  Dote  als  hoofdwerk  genoemd  (1). 

Dat  strooken  lood  kannen  voldoen  en  zelfs  eene  reeks 
Tan  jaren  den  heilsamen  invloed  des  afleiders  hebben  be- 
vestigd, kan  blijken  uit  de  bovengemelde  verhandeling 
van  Kraijenhoff,  welke  ons  leert:  dai  de  looden  reep^ 
vormende  den  a/leider  van  den  Doesburgschen  toren  ^  86 
achtereenvolgende  jaren  uitmuntend  had  gediend.  De 
handleiding  door  den  tachtigjarigen  grQsaard  geschreven, 
geeft  dan  ook  alles  aan  de  hand,  wat  ten  dien  opsigte 
wetenswaardig  is. 

Vertind  ij%erblik  is  later  door  Trechslkr  aangeraden  (2). 
Te  regt  bemerkt  Krauenhoff,  dat,  by  de  kleinheid  der 
blikplaten,  de  kosten  van  het  aan  elkander  solderen  nog 
al  in  aanmerking  zijn  te  nemen. 

,  Bandij%er  van  4 — 5  N.  dm.  breedte  en  0,2—0,4  N.  dm* 
Jik,  wordt  door  Plieninger  voorgesteld,  omdat  het  bij 
froofere  duur%aamheid  minder  kostbaar  is  dan  ai  de  an* 
dere  genoemde  metalen  ^  en  daarbij  behsr  geleidt  dan 
lood. 

B.   Metaalstangen. 

Voornamelijk  zijn  ij%eren  stangen  door  Franklin  aange- 
wend en  worden  nog  bij  voortdnring  tot  afleiders  in  de 
Ooitenrijksche  Staten  en  ook  te  Stuttgart  (3)  gebruikt. 
De  Commissarissen  der  Fransohe  Akademie  te  Parijs  heb- 


(t)  Men  TeiigeKj|[e  Pf afp  in  bet  P\y$ih.  Wdrt9rh.  in  foce  «a  Hmmd- 
•9rterhwsh  ier  Chemie  a.  Pkysik.  io  toce;  VmcetVs  Bne^lopstUê 
in  foce. 

())  GniBRTS  AnmaUn  der  Ph^M.  LXIV  p.  Ut. 

(8)  Phy$ik.  Wörterh.  in  tooc  p.  1071. 

23 


Digitized  by 


Google 


336 

ben  deselfde  inrigting  imiibevolen  (1)  in  de  instructie ,  die, 
door  dezelve  in  vereeniging  met  Gat-Lussac  op  last  van 
bet  Fransche  Gouvernement  is  ontworpen.  Chari.e8  t. 
Walker  heeft  voor  den  Conductor  der  Londensche  beurs 
gebruikt,  eene  Aopcren  stang  van  |  Eng.  dm.  of  1,9  ned. 
dm.  dikte  (2). 

C.    Zamengevlochtene  draden  (metaal-touw). 

Metalen  kettingen  zijn  minder  algemeen  in  gebruik  ge- 
komen ,  dan  zamengevlochtene  metaaldraden ;  op  schepen 
schijnen  ijzeren  kettingen  in  de  eerste  tijden  veel  gebruikt 
te  zijn.  In  de  Brieven  over  de  Electricitelt  spreekt  Frakk- 
LiN  van  de  afleiding  door  middel  van  eenen  metaaldraad. 
De  Saussure  heeft  in  plaats  van  de  ijzeren  stangen  ge* 
bruikt  drie  te  zamengevlochten  (g^^l)  koperen  draden; 
ook  Epp  heeft  in  1777  voorschriften  gegeven  tot  bet  ver- 
vaardigen van  eene  dusdanige  te  zamen  gevlochtene  koper- 
draad-afleiding. In  lateren  tijd  zijn  dezelve  in  Begeren  alge* 
meen  ingevoerd ,  en  ook  ton  Yeuln  heeft  derzelver  bruik- 
baarheid verdedigd  (3).  De  bovengenoemde  Fransche  Com- 
missie heeft  het  gebruik   van  ijzertoow  aangeraden. 

De  aanwendbaarheid  van  melaal-iouw  (wire-rope)  tot 
afleiders  van  schepen  is  in  den  jongsten  t^d  in  Engeland 
het  onderwerp  van  een  twistgeschrijf  geworden  tusscben 
Snow  Harris  en  J.  Martyn  Roberts,  zoo  als  wij  ter 
zijner  plaatse  nader  zullen  mededeelen.  Behalve  dien  is 
er  een  verschil  ontstaan  tusscben  Roberts  en  A.  Smith 
over  de  prioriteit  van  vinding.  J.  Hill  nam  de  pen  op 
voor  Smfth  ,  als  hebbende  eene  groot  aantal  schepen  met 

(1)  Annales  de  Phys.  et  Ckim.  T.  XXVI  p.  403  (Julij  1824)  ea 
POGGENDORrr*s  Annalen  Bd.  1.  p.  403.  Voor  de  navolgers  ran  desê 
Tnsiructie  is  lei  nuttig  de  lesing  aan  te  hevelen  van  ?Wkfr%  mw* 
merhingen  in  het  Physih.  WSrterbuoh  io  voce  p.  1077. 

(2)  Eleotrical  Magazin.    Vol.  I  p.  504. 

(3)  F.  X.  Epp  Ahhandlung  von  den  Magnetismus  der  EaiüiU» 
chen  Electricitat  {Mixnchen  1777)  2te  Auflage  too  YlLllf  (1822)l 


Digitized  by 


Google 


337 

iexB  floort  van  afleiders  Toorsien  (1).  J.  Marttn  Robirts 
beroept  zich  op  zijn  Toorttel,  dat  reeds  den  24.  JaniJ 
1837  aan  de  Engelscbe  Admiraliteit  is  gedaan ,  zoo  als 
ook  de  uitgever  van  het  Mech.  mag.  getnigt  (2),  maar 
eindelijk  beeft  Sir  John  Herschbt^  (3)  berigt,  dat  deze 
afleiders  reeds  Toor  1838  te  Manchen  bekend  waren.  Uit 
bet  boven  aangehaalde  blijkt  evenwel,  dat  dezelve  van 
veel  ondere  dagteekening  zijn.  Indien  men  na  nog  mogt 
tegenwerpen ,  dat  zulks  betrekking  heeft  op  gebouwen  en 
fiiei  op  schepen ,  dan  kunnen  w^  verwijzen  tot  eene  ver- 
handeling van  onzen  van  Marum  (4),  die  reeds  in  1818 
breedvoerig  over  deze  soort  van  afleiders  ten  behoeve  van 
sdiepen  heeft  gehandeld ,  terwijl  dezelve  ook  in  de  Fran- 
scbe  Instructie  van  1824  vermeld  wordt. 

D.  Metalen  bui%en. 

Lakpadius  heeft  aangeraden  te  gebruiken  %j%eren  hui%eni 
welke  men  aan  elkander  zoude  schroeven  (5). 

Koperen  bui%en  zijn  in  Engeland  onlangs  ter  sprake 
gekomen  bQ  eene  beoordeeling  van  de  doelmatigheid .  der 
afleiders ,  geplaatst  op  4e  Londensehe  beurs. 

Koperen  gas-buizeo  werden  door  J.  Mctrrat  aangewend 
en  ook  Trbveltan  verdedigt  derzelver  gebruik  (6).  Men 
daeht  door  derzelver  aanwending  aan  den  geleider  eene  groo- 
tere oppervlakte  te  geven ,  daar  men  van  de  veronderstel- 
Kogaitgiag,  dat  men  eene  dubbde  geleidende  oppervlakte  ver- 


(1)  Meeh.  mag,  XXXVII  p.  579,  682. 

(2)  Meok.  mag.  XXXVII  p.  203,  446,  478,  603. 
(8)   The  dv.  Eng.  a,  Arek.  J.  1643  pw  48. 

(4)  Watumrbundige  Verhamdelmgen  9an  de  Eaüemdêohe  Maai" 
•ch^pij  ier  JVetenêckappen,  Deel  IX  p.  383. 

(5)  GuBxars  Annale9^  XXIX  p.  60. 

(B)  MoHRiT  Tormde  het  uiteinde  uit  eene  pyramide  of  lantTormige 
«P»ï«  toet  ▼ier  scherpe  kanten.  Storgioh  Annals  of  EUotrioity  no.  13 
P*  B4.  AfeoA.  mag.  XL!  p.  184  en  285.  The  Cie.  Eng.  b.  Arck.  J. 
^  P*  321.   DiMUK'tf  Jeumml  LXXXVI  p.  179. 


Digitized  by 


Google 


338 

kreeg)  nameiyk  langs. de  binnen  en  bniten-ciJUndenrlakte , 
en  ten  dien  einde  werd  de  kopere  bnis   beoeden   de  spitt 
met  eene  rij  gaten  doorboord.  Macbrone  beeft  reeds  Troe- 
ger  buisvorraige  conductors  voorgesteld  (1). 
E.  Niei  metallieke  voorwerpetu 

Zonder  op  bet  onsinbige  voorstel   van    den  Apotheker 
des   Franfichen  Konings    la   Postollb    (etn  JFindbeutd 
und  Ignorant  %ugleich ,  «egt  Pfapf)  terag  te  komen  we- 
gens den  afleider  uit   %amen gevlochten  siroo  moeten  w^ 
gewagen  van   de  aantrekkende  kracht^   welke   men  san 
de   %warte  kleur  heeft   toegekend.   Sellibr  heeft,  o?er> 
eenkomstig  een  plan   van   den   engelschman   Arrowsmith 
(2)  voorgesteld,   om  masten  en    raa's  zwart  te   verwea, 
hetgeen    reeds    eene    voldoende!^  afleiding    zonde    kaoiica 
daarstellen.     Volgens     Arago    zoude    dit    middel    nied 
afdoen.   Evenwel  heeft    de  ondervindin|;  geleerd ,    dat  de 
bliksem,  bij  het  slaan   op  den  mast  van  een    schip,  de 
geteerde  zijde  heeft  vervolgd ,  zoo  als  door  Henlct  reeds 
in  1776  is  waargenomen.     Ook  opstQgende  rookkolommeo 
hebben  electrisehe  ontladingen  door  scheorsteenen  uitge- 
lokt ,  en  ook  kiest  de  electriciteit ,    wanneer  zij   inslaat , 
den  binnenkant  van  het  metselwerk.  Zelfs  wordt  in  Noord- 
America   de   afleider    met  zwartsel    bestreken.     De  saak 
komt  ons ,  op  zich  zelve  genomen ,  ook  niet  zoo  vreemd  voor, 
daar  de  grondstof  der  zwarte   kleur  kool  is ,  welke  alf 
een  beste  geleider  der  electriciteit  is  bekend.   W^  kunnea 
immers  aan  elk  ligchaam  eene  geleidende  oppervlakte  voor 
de   electriciteit  mededeelen,    door  ze  met  zwartsel,  pot- 
lood «m   derg.  te  bestrijken,  zoo  als  dit  bQ  de  galvano- 
plastie  ruimschoots  toegepast  wordt.    Dat  het  ontstel^eo 
van  groote  vuren   een   voorbehoedmiddel  tegen  den  hagel- 
slag zoude  zijn  was  reeds  door  Volta  voorgesteld.  Later 


(1)  Mtch.  mag.  XXVI  p.  969. 

(2)  Omptei  Benêns  XIX  p.  268,  en  XVII  p.  !««. 


Digitized  by 


Google 


339 

beeft  Mattbocci  de  aandacht  geveitigd  op  de  waarneming^ 
dat  de  streek  der  AppenQaen ,  waar  keolbrandergën  sljn , 
Tan  onweer  en  hagelslag  beyrijd  blijft;  biy  Rimino  (te 
Pertieaga)  werd  in  5  jaren  tijda  slechte  éénnud  onweer 
^gMnerkt  (1).  Bekend  is  het  afleidende,  en  dien  ten  ge- 
▼olge  beschermende  vermogen  van  boog  opgaand  geboomtCi 
▼an  bonten  staketsels  —  decb  deae  kannen  minder  ter  sprake 
komen,  waar  men  eene  daursame  kunstmatige  afleiding 
wenacht  daar  te  stellen. 

WQ  hebben  aangekondigd  gevonden  eene  verfaandeliBg 
van  Richardot:  f$ouveaux  appareiis  corUr€  les  dangers 
de  lm  /audrej  mis  a  la  portee  de  toutes  les  classes  de  la 
Sodéié  (2)|  doch  waren  niet  in  de  gelegenheid  om  met 
den  inbond  bekend  te  worden. 

j}«   Hei  bovenste  gedeelte  of  de  cpvangstang. 

7.  De  plaatsing  van  eene  ^zei*^  opvangstang  boven  het 
meest  uitstekende  gedeelte  van  een  gebouw,  en  het  voor<^ 
nen  van  dese  met  een  spits  toeloopend  uiteinde,  is  door 
Franklin  voorgeschreven.  Wij  dienen  dus  de  hoogte  van 
de  opvangstang  en  hare  spits  afaonderlijk  in  overweging 
te  nemen. 

lo.  Aan  het  spitse  uiteinde  werd  in  den  beginne  het 
vermogen  toegekend  om  de  E.  der  wolken  op  eene  on-' 
merkbare  tuyxe  op  te  zuigen  of  aan  te  trekken  en  dan 
xonder  explosie  af  te  leiden ,  even  als  de  proeven  in  't 
klein  dit  leerden.  Doch  allengs  is  deze  verwachting  ver- 
igdeld ,  nadat  men  in  vele  gevallen  gezien  heeft ,  dat  de 
spits  niet  onvoorwaardelQk  aan  de  hevigheid  van  het  elec- 
trische  vuur  weerstand  kan  bieden;  de  metalen  spit- 
sen werden  afgeslagen,  gesmolten,  terwijl  de  verdere  ger 


(1)  Compisa  Bendms  IX  p.  605. 

(2)  Compfes  Rsndms  XVI  p.  836. 


Digitized  by 


Google 


340 

leiding  der  E.  langs  den  afleider,  seoder  «chafe  te  yer- 
oorzaken  f  plaats  Tond.  Wanneer  men  alles  wel  orerweegt, 
wat  de  ondervinding  heeft  aan  de  baad  gegeven ,  dan  moet 
het  bevreemden,  dat  er  zoo  veel  gewigt  gehoeht  wordt  aan 
het  gebruik  van  deze  spitsen  (1).  Om  niet  terug  te  kosnen 
op  bijzonderheden,  zij  het  genoeg  in  bet  algemeen  aan  te 
stippen  f  dat  men  zoowel  ten  gunsU  als  ten  nadeele  der 
metaalspitsen  even  gewigtige  en  bevoegde  autoriteiten  zon- 
de kunnen  aanhalen*  Bij  de  meesten  evenwel  schijnt  de 
gunstige  stemming  meer  te  zijn  het  gevolg  v€m  bloote  na- 
volging dan  van  juiste  overweging  der  omstandigheden, 
die  zieh  in  bet  groot  voordoen.  Want  reeds  a  priini  of 
liever  de  analogie  leert  onê  het  onvermogen  der  sptise  mi" 
einden  der  opvangsiang;  immers  da4r,  waar  de  Electri- 
citeit  zich  bet  eerst  ontlast  of  nederstort  (wij  noemen  het 
Terscbijnsel  zoo  als  bet  zich  aan  ons  oog  voordoet),  ont- 
moet zij  de, kleinste  oppervlakte  en  de  geringste  massa; 
de  spitsen  zuilen  onveranderd  blijven,  zoo  laag  de  electri- 
sche  werking  binnen  zekere  grenzen  blijft,  ge^venredlgd 
I  genoemde  groodieid  en  den  aard  dier  geleidende  stof  (2). 


(1)  Dat  TAN  MiRlTM  reeds  io  1781  deie  zaak  uit  Let  juiate  aCaiid- 
puDt  heeft  gezien,  blijkt  uit  de  Verhandeling  vah  het  Bataaf sche 
Genootschap  iê  Rotterdam^  Deel  VI  p  28;  en  nogtans  tlelt  bij  op 
grond  fan  zijne  proeven,  dat  spitse  afleiders  te  rerkiezen  zijn. 

(2)  De  meerdere  of  mindere  fijnheid  der  spitsen  is  slechts  betrekke- 
lijk, zegt  KliilJE5iorf ,  zoodat  eene  fijne  naaldspits  toot  gewone  E, 
niet  fijner  is  als  stomp  afgeronde  metalen  staven  voor  de  wolken. 

ABA60  beschouwde  de  beslissing  wegens  de  werking  derapilien  moet- 
jeltjk  (biz.  560);  nMent  echter  dat  de  waamen^ngen  van  CicCiBiA 
tot  derzelTer  voordeel  pleiten.  Dat  deze  echter  onvoldoende  zijn,  blijkt 
uit  de  opmerking,  dat  onder  zekere  atmospherische  toestanden  (die 
niet  omschreven  worden,  en  van  welke  toch  eigenlijk  hier  alles  af- 
hang!) de  werking  van  het  spitse  einde  bestand  is  in  het  overbrengen  van 
meerdere  en  sterkere  vonken.  AliiGO  zelf  is  len  slotte  gdied  en  al  tcft 
gunste  van  spitse  a/leiders  gestemd  (Uz.  582  en  584). 

PftiCBTL  beslist  ten  nadeele  der  metaalspitsen  (t.  L  p.  478). 


Digitized  by 


Google 


341 

Wanneer  de  spits  beiwQkt  yoor  ile  dedrisehe  werkiog» 
sonde  het  gesmoltene  metaal  brand  kannen  verwekken;  dit 
beswaar  is  allezins  gegrond;  ongegrond  is  het,  dat  de 
spits  als  xoodanig  de  electrische  wolken  zovde  aantrekken, 
aanlokken  (1). 

2o.  Zg  ,  die  waarde  hechten  aan  eene  spitse  opvangstang, 
hebben  niet  alleen  getracht  dezelve  tegen  roest  te  beschut- 
ten, door  dezelve  met  een  ander  minder  aan  roest  onder- 
hevig metaal  te  bekleeden,  te  vergulden  enz.,  maar  veel- 
eer uit  een  ander  metaal,  gond,  platina,  koper  enz.  te 
vervaardigen  (2).  Geen  van  beide  middelen  kan  duurzaam 
de  ontlading  der  E.  weerstaan.  Immers  reeds  door  eene 
matige  electrische  ontlading  zien  wij ,  bij  vele  proefne- 
mingen ,  dat  de  metalen  vervliegen ,  en  nog  eer  zal  dit  hier 
het  geval  zijn.  Dan  moet  de  zamenstelling  van  den  ge- 
leider uit  twee  ongelijk  geleidende  metalen,  en  soms  zelfs 
uiteen  minder  geleidende,  zoo  als  het  platina,  nog  eer  aan- 
leiding   geven,   om   het  spitsere  uiteinde  te  doen  gloeljen 


(1)  In  P0I71UIT.Mdusr*S  Lehrbuch  der  Physik  leest  men  bh.  588 
»weM  nwr  di»  Spitze  stiimpf  ist,  so  kann  der  Blilz  einschbgeD,  allein 
er  wird  die  Leitun^  folgen,  olioe  das  Gebjliide  zu  zersCÖreD;*'  Eend 
itelliDi;,  die  niets  bewijst  —  immers  dal  de  bliksem  op  een  êtompe  punt 
hm  inslaan  zonder  onheil  (e  Teroorzaken ,  staat  gelijk  mei  bet  geval  dat 
bij  een  scheq>e  punt  kan  trelTen. 

Eigenaardig  zegt  KRAiJlHZOrf :  Het  is  dus  niet  algemeen  waar,  dat 
de  metalen  spitsen  de  uitbarsting  van  den  bliksem  geheel  voorkomen, 
MNntijds  worden  zij  onverhoeds  daardoor  getroffen^  en  vooral  dan,  wan- 
secr  sterk  geélectriseerde  wolken  laag  drijven,  en  de  spitsen  verrassen 
▼oor  dat  zij  den  tijd  hebben,  om  de  bliksemstof  in  stilte  te  kunnen 
orerwinnen  en  wegvoeren  etc.  (biz.  22). 

(2)  Immers  in  geval  van  sterke  ontladingen  des  onweérs ,  heeA  men  zelfs 
S^zien ,  dat  het  vernis,  de  menie,  waarmede  ze  was  overtrokken ,  even  als  de 
'oest  der  roestvlekken  lossprong  en  zich  verstrooide  (Pliihikgir  bIz.  39). 

Oferigens  diene  men  er  wel  aan  te  denken,  dat  roest  de  geleidbaar- 
M  vermioderl ,  eo  dat  men  tegen  hetzelve  op  dt  eene  of  andere  wijt» 
^Aen  moet* 


Digitized  by 


Google 


342 

eo  smdten»  even  alt  dit  ook  in  onie  werkplaalseii  wordt 
waargenomen.  Araoo  berigt,  dat  de  platinaspits  van  deD 
afleider  der  brik  Le  Nisus  gesmolten  is,  toen  dit  vaartiiig 
op  den  2^*^  Maart  1839  door  een  onweer  werd  getroffen  (1 )  ; 
het  vaartuig  had  verder  geen  schade  bekomen  (2).   Ook  de 


(1)  Compte  Rendus  IX  p.  3S0. 

(2)  De  bekende  q>iU  Yao  deo  toren  te  Doesbai^g  was  tot  op  9  streep 
dikte  gesmolten, ofer  eene  lengte  Tan  ISj-  dm.,  zoodat  het  koper  er  af- 
dnippelde. 

Prirr  heeft  uitToerig  gehandeld  over  de  aanwending  der  spitsen ,  en  be- 
sfisl  ten  nadeele  derzel?e.  PkysicaL  Wörierb.   in  ?ooe  p.  1046—1064. 


Voorbeeldeo  T«n  gloe^ing  en  smelting  door  het  inslaan  des  onweérs» 

IJzer.  De  slang  van  de 
St.Paal>8Domte 
Londen  in  1772. 

r(MM^^;.  o.  e.  lengt.  T.  0,100  el  en  0,012    el  dikte. 

De  ijveren  spits 
opdePakketboot: 
New  Tork  in 
1827. 

gesmol.  »  »     •>    » 0,800  >  »  0,066    »      »    (1) 
Kqwr.De  spito  des  af- 


»]>»]>»  0,240  »  »  0,008    »     » 


leiders  op  het  huis 
Tan  Fbahkiin  te 
PhiUdelphial787 

Te  OppemteiUr 
doorBoOKHAKbl. 
802  beschreren. 

9    »  >     »    9  0,070  » 
Te  StuttgaH.  id. 

bL  809.  9    »  »     »    »0,024  »  i»  0,< 

Te  Doesburg  in 
1885.  »]>»]>    9  0,195  >  9  0,009    »      > 


(1)  Door  dikte  wordt  hier  Terstaan  de  middeUijn  van  den  k^l  ter 
plaatse,  waar  de  smelting  was  opgehouden. 


Digitized  by 


Google 


34» 

^adnaspits  Tanden  bliksemafleider  vanden  toren  te  Goe« 
dereede  was  tot  een  droppel  van  3  streep  middellijn  te  za- 
meagesmolten  (1).  De  platinaspits  van  den  Straatsbnrger 
Dom  was  10  Jalij  1843  over  eene  lengte  van  5--6  streep 
gesmolten;  de  spits  was  8  dm.  lang  en  aan  de  basis  1 
dm.  dik.  Het  gebmik  van  platina  spitsen  is  dos  niet  een 
onfeilbaar  middel  tegen  het  smeltend  vermogen  des  blik- 
sems, soo  als  velen  het  wilden  doen  voorkomen,  en  om 
welkereden  lij  dit  metaal  algemeen  hebben  aanbevolen  (2). 

Gooden  spitsen  s^jn  weinig  in  gebruik  gekomen;  wQ  her- 
inoeren  slechts  aan  die,  welke  door  de  Franschen  in  1811 
op  de  St.  Pieters  Kerk  te  Rome  is  geplaatst-  Wegens  de 
kostbaarheid  van  het  vergolden  der  spitsen,  stelde  Plik- 
lOMOKR  voor  Ijzeren  spitsen,  die  met  zilver  of  nieuw-zilver 
bedekt  worden  tegeo  bet  roesten.  Het  bestreken  met  pot-* 
lood,  zal  naar  ons  oordeel  even  goed  voldoen,  wanneer 
men  hetzelfde  doel  op  eene  min  kostbare  wijze«  wil  be- 
reiken. 

In  1790  heeft  Robcrt  Pattbrson  reeds  spitsen  uil 
Poilood  aangeraden,  welke  wegens  onsmeltbaarheid  zeker 
de  voorkeur  verdienen. 

Prof.  EucE  heeft  voorgesteld  palludium  spitsen,  omdat 
dit  metaal  hü^  deszelfs  onsmeltbaarheid  nog  beter  geleidt 
dan  zilver  (3). 

Daar  ook  Plieninger  van  denkbeeld  is,  dat  de  fijn  uit- 
loopende  metaalspitsen  der  opvangstangen  niet  te  verkie- 
zen zijn  en  geene  meerdere  veiligheid  aanbieden,  en  daar 
hg  van  oordeel  is  dat  men  aan  deze  uiteinden  juist  eene 


(1)  Ktm»*  en  Letterh.  5  Aug.  1836. 

(2)  Batza  10  Praag  heefl  in  1842  aaogekondi^  dat  platina  spitten 
Ixj  dcnzelTen  yerkrijgbaar  zijn  ii  5  tot  8  Flor.  Polyt  CentralbL  XV.  p. 
362,842,528. 

(3)  Electrival  magavin  Vol.  L  p.  158.  Observationi  smi  pmrafUl^ 
sniit,  Aus.  1843. 


Digitized  by 


Google 


S44 

grootere  oppervlakte  diende  te  goTen,  soo  stelde  hf|  voor 
de  opvangstang  kegelvormig  ait  bont  te  maken,  roet  teer 
te  bestrijken  en  met  geslagen  ijzer  te  bekleeden,  die  dan 
verder  tegen  roest  door  vertinnen  enz.  bescberrad  wordt  (1). 

Reeds  vroeger  heeft  Gutle  aangeraden  het  gebruik  van 
lansvormige  spitsen  van  19  Hgnl.  dm.  lengte,  5  dm. 
breedte  en  {  dm.  dikte;  Murrat's  pyramidale  spitsen  heb- 
ben wö  reeds  gemeld  (2). 

90.  BetchermiDgskriDg.  De  hoogte  van  de  opvangstang,  of 
liever  het  vrije  gedeelte  van  dezelve 
dat  boven  het  gebouw  uitsteekt  is  aan  eme  bijzondere  be- 
paling onderworpen  geworden,  omdat  men  veronderstelde 
of  liever  omdat  men  vaslsielde^  dat  hare  hoogte  bepaalde 
den  kring,  binnen  welken  de  bescherming  des  afleiders 
%ich  uitstrekt.  In  Frankrijk  heeft  men  als  eene  ondervin- 
dings  daadzaak  aangenomen,  dat  de  beschermende  kracht 
bepaald  is  binnen  eenen  cirkel  van  20  el  middellijn  rondom 
den  afleider.  In  de  instrnctie  van  de  Franscbe  Commissie 
is  voorgeschreven,  naar  het  schijnt  in  navolging  van  Char- 
Ms,  om  de  opvangstang  5 — 6  el  hoog  te  maken,  en  dan 
heeft  de  beschermende  cirkel  een  straal  ter  dubbele  lengte 
dier  stang.  Het  is  er  verre  van  af  dat  deze  bepaling  door 
de  ondervinding  is  bevestigd  en  boven  allen  twijfel  verbe- 
ven i  zooals  de  meeste  auteurs  dit  mededeelen.  Ter  ge« 
legenheid  dat  de  bliksem  insloeg  in  een  hnis  in  de  Kue 
St.  Jacques  te  Parijs,  gelegen  binnen  den  cirkel  van  den 
afleider  van  Falde  Grdce ,  verklaarde  Araoo  in  eene  verga- 
dering van  de  Academie  des  Sciences,  dat  het  punt  van 
beschermings-cirkel  nader  onderzoek  verdiende;  er  werd 
ook  eene  Commissie  benoemd,  —  maar  men  wacht  nog 
het  rapport  dier  Commissie,  zoo  als  dit  niet  zelden  bij  de 


(1)  Plukikgir,  L  I.  p.  63  eoz. 

{t)  Thê  GV.  Efig.  n.   Arch.  /.  V.  p-  321. 


Digitized  by 


Google 


345 

Ffansehe  Academie  het  geval  is  (1).  ftj  het  inslaan  Tan 
den  bliksem  in  het  slot  te  Dresden  (den  24  Aagustos 
1784)  strekte  xich  de  bliksem  niet  tot  4,8  el  (16  n.)  nit  (2). 
Hieruit  blijkt  reeds  van  lelf ,  dat  er  nog  minder  op  te  ver- 
troQwen  is,  dat  een  afleider,  looals  die  op  eenen  toren 
b.  T.  Tan  60  el  eenen  omtrek  van  iwee  of  drie  malen  50 
ellen  aoude  beschermen;  Bockman  (1.  1.)  en  Rlieninger  le- 
veren ons  daadxaken  die  dit  nader  toelichten  (3) ,  en  gene  be- 
sloit  eindelgk:  dai  het  minder  op  de  voUtrekie  hoogte 
der  opvangstang^  op  %iek  %elve  genomen^  aankomi^  doch 
veel  meer  op  de  overige  volmaaktheid  der  afleiding  tot 
in  den  vochiigen  ondergrond;  en  dat  de  ondervinding 
wegens  den  afstand  der  bescherming  leert,  om  een  gebouw 
▼an  meerdere  nitgestrektheid  naar  evenredigheid  Aiet  meer- 
dere afleiders  te  voonien.  De  bescherming  van  lagere 
gebouwen  door  hoogere,  of  liever  de  afwering  van  het 
OBweér  van  lager  geplaatste  voorwerpen  door  de  plaatsing 
van  een'  afleider  van  genoegzame  hoogte  is  eveneens  een 
punt  van  gewigt,  maar  moeijelijk  door  de  wetenschap  voor 
het  oogenblik  te  beslissen.  WQ  weten,  dat  er  beweerd 
wordt  (Prechtl)  dat  één  hooge  toren  een  geheel  dorp, 
in  welks  kom  hf}  gebouwd  is  —  dat  meerdere  torens  de 
stad,  die  zij  versieren,  tegen  het  onweer  zouden  bescher- 
men dat —  men,  bij  den  bouw  van  torens  dus  hoofdzakelijk 
op  die  gewigtige  dienst  dient  te  letten,  —  dat  aelfs  de 
Chinezen  met  geen  ander  doel  hunne  zoogenaamde  pagoden 
hebben  opgerigt.   Ik  geloof  te  mogen  stellen ,  dat  dit  alles 


(1)  Cêmptea  Rêndu*  XVI  p.  1189  15  Juoij  1848.  EleotHoal  mag. 
I*  p.  152.  In  ziJDe  vroe^re  Teriiaodelin^  geeft  Afiico  zijne  Terwonde» 
nog  te  kennen,  dat  Feakklih  zich  niet  met  de  bepaling  der  boogto 
l^eft  ooledis  gehouden.  Maar  op  welken  grond  kon  FjURUUl  deze  be- 
palen? 

(2)  Physik  WMerb.  in  Yoce  p  1016. 

(3)  Ll.p.  49. 


Digitized  by 


Google 


346 

•leehtt  «^pervlakkige  denkbeelden  xQn  SMder  wetenschap- 
pelQken  noch  proef ondervindel\j ken  grond.  AlleiinB  dient 
den  bonwknndigen  te  xijn  aanbevolen ,  om  den  bouw  van 
torens  en  hooge  gebonwea  soo  in  te  rigten,  dat  sij  xick 
onschadelijk  ten  hemel  verheffen,  en  dat  de  afleiding  van 
het  op  deie  losbarstende  electrisehe  vnor  langs  den  kort- 
sten  weg  sonder  gevaar  en  schade  ten  einde  gebragt  kan 
worden.  In  Engeland  lelfs  heeft  Bien  er  ov^r  geklaagd « 
dat  bonwknndigen  ten  dien  opiigte  soo  al  niet  uit  onacht* 
saamheid,  dan  toch  nit  onkunde  te  werk  gaan. 

Het  laatste  pnnt^  dat  w|j  overwogen  hebben»  lijdt  daar- 
om aan  soo  vele  onzekerheid,  omdat  wg  hier  niet  afhan- 
kelyk  zQn  van  de  afleiding  des  onweérs  aJs  %oödanigj 
maar  van  de  beweging  en  de  hoogte  der  onweerswolken^ 
of  zoo  als  eigeniyk  het  geval  is,  van  de  toohi^  van  den 
luchisiroom ,  die  %ioh  voor  en  lodens  hei  onweer  vomU. 
Immers  ook  op  schepen  treft  het  onweer  niet  altoos  den 
hoog%ten  mast. 

/  Eei  benedenste  gedeelte  of  de  wortel  des  afleiders, 

9.  De  afleiding  in  water,  in  den  steeds  vochtigen  onder- 
grond (1 )  en  wat  het  beste  is ,  in  eene  met  kokes  uit  de  gasre- 
torten  gevulde  ruimte  (2)  behoeft  geene  nadere  toelichting. 
De  laatstgenoemde  wijze  van  afleiding  is  vooral  daarom 
belangrijk,  omdat,  bij  eene  goede  afleiding  tevens  gezorgd 
wordt  tegen   het  verteren  van  het  ^zer   door  roest;  men 


(1)  In  1831  zag  men  te  Berlijn  de  noodloUi^  gevolgen  Tan  liet  in- 
daan  des  bliktems  in  het  Liutslot  Bellevue  (in  de  diergaarde)  doordien, 
waartcliijnlijk  wegens  het  droQge  jaargetijde ,  deze  afleiding  gebrekkig  was. 
FISCHER -August  Piaiurléhre  II.  p.  83.  Veel  beteekenend  zip  de  woor- 
den Tan  August:  Es  kommen  tndeê*  auch  Fliüe  cor,  die  sich  nicki 
befriedigend  erklaren  lassen, 

(2)  Uil  baksteenen  gemaakt  of  bestaande  in  gebakken  aarden  buizen. 
Gewone  kouêsholen  zijn  niet  Toldoende  (ArigO  bl.  580.) 


Digitized  by 


Google 


347 

keeft  TOorbeeMen ,    dat  ijzer  op   die  wQse  gedurende  30 
jaren  ia  onveranderd  gebleven*  Deze  afleiding  is  eene  zaak 
van  uiterst  belang,  omdat  men  de  volle  werking  der  E* 
brengt  in  de  nabijheid  van  vele  voorwerpen.  Den  10  Juljj 
1843  sloeg  de  bliksem  op  den  afleider  van  de  Calhedrale 
van  Straatsborg,  en  in  de  plaats  van  in  den  grond  te  ver- 
dwijnen, sloeg  hij  over  naar  de  werkwinkel  van  eenen  bliksla- 
ger door  oene  openstaande  deor,    door  de  inwerking  van 
bet  aldaar  aanwezige  metaal;  de   afleider   bleek  evenwel, 
na  ingesteld  onderzoek ,  in  eenen  volmaakt  goeden  staat  ge- 
weest te  Zijn  (1). 
10.  Bereniging.  Men  zonde  denken  dat  het  reeds  lang  eene  be- 
sliste zaak  ware ,  dat  men  bet  middelste  ge- 
deelte  van  den   afleider  zonder  gevaar  aan  de  deelen  van 
bet  gebouw  zonde  kunnen  bevestigen ,  langs  welke  dezel- 
ve geleid  wordt,    en   evenwel   is   dit   punt   op  nienw   in 
overweging  genomen.    Charles  W.  Walkrr  had  den  af- 
leider der  nieuwe  beurs  te  Londen  eenige  duimen  van  de 
muren   des   gebonws   verwijderd*    Baddelet  vroeg  nader* 
baad,    waarom   men  dezelve  ntei  geheel  had  geïsoleerd; 
want   de  afleiding  langs  den  mast  op  schepen  was   slechts 
een  geval  van  uitzondering  (2).  Het  is  er  echter  verre  van 
af,  dat  dit  als  eene  exc^ioneele  omstandigheid  zoude  te 
bescboawen  zi)n ;  immers  de  geheele  leer  der  bescherming 
berust  op  het  grondbeginsel,   dat  de  E  steeds  den  besten 
geleider  volgt;    wanneer  derhalve  de  afleider  goed  uitge- 
voerd is ,  dan  kan  dezelve  gerust  aan  het  gebouw  gehecht 
worden ,  zoo  als  door  vele  voorbeelden  kan  worden  bewe- 
zen.   Bg   de   Nelson-kolom  te  Londen  (Trafalgar  square) 
zQn  de  koperstrooken  van  3  Eng.  dm.  breedte  en  j-  dm. 
dikte  9  met  koperen  nagels  in  het  metselwerk  genageld  (3). 

(1)  EUeirical  mag.  Vol.  I.  pu  X^LAthenaeum  JalySS  1843.  p.  167. 
Comp.  Kend.  7  Aug.  1843  p.  254. 

(2)  Mech,  mag.  XLI.  p.  140  eo  p.  325. 
(8)  Ekctrical  mag.  Vol.  1.  p.  152. 


Digitized  by 


Google 


348 

J.  MüKRAT  (eie  boven)  heeft  z()nen  afleider  geTsoIeeitl 
door  eene  laag  caoatchonc  of  lei  onder  denzelven  te  leggen» 
of  denselven  door  glaien  ringen  of  houTasten  te  geleiden ;  h^ 
beroept  zich  er  op ,  reeds  50  op  die  wijse  te  hebben  Ter* 
Taardigd.  Hierop  heeft  ook  Baddelvt  gewezen  ,  even  als 
op  den  antenr  in  de  Ennyelop.  Britiam  (voce  Electricity) , 
terwijl  volgens  Walker  de  meeste  schrijvers  over  de  Elec- 
triciteit  van  vroegeren  en  lateren  tijd  dit  pont  onaangeroerd 
laten ,  als  zijnde  van'  weinig  belang.  Bet  is  evenwel  niet 
nit  het  oog  te  verliezen ,  dat  misschien  het  aanbrengen 
van  den  afleider  uiiwendig  geïsoleerd  aan  het  gebonw  in 
eenige  betrekking  staat  met  liet  denkbeeld  van  eene  moge- 
lijke tenigwerking  op  metaal-massa's  of  andere  uitgestrekte 
goedgeleidende  ligchamen  binnen  de  gebouwen,  door  de 
zoogenaamde  %tjdeling$cAe  onilaeling  of  terugslag ,  indien 
deze  niet  onderling  in  eene  wel  geleidende  verbinding 
slaan  (!)•  Het  niel  aanhechten  van  den  afleider  aan  bet 
des  betreffende  gebouw «  hetwelk  door  Sturgbon  uitdruk- 
kelijk  aangeraden  wordt  (2) ,  spruit  voort  uit  de  vrees  van 
%ijdeling8che  ontlading.  Walker  zelf  is  van  gevoelen, 
dat  de  afleider  niet  behoeft  geïsoleerd  te  worden  (3), 
en  deswege  mag  de  medegedeelde  inrigting  bif  de  Londen- 
sche  i>eurs  wel  bevreemden.  Van  Marum  handelende  over 
de  bescherming  van  windmolens  zag  er  geen  bezwaar  in, 
dat  de  afleider  onmiddellijk  op  de  riet-bekleeding  geplaatst 
worde,  hoewel  hij  er  bijvoegt,  om  voorzigtigAeielsAalve 
denzelven  er  van  verwijderd  te  houden.  Er  zijn  gevallen 
bekend,  waarin  de  afleider ^  in  aanraking  met  vermolmd 
hout,  het  onweer,  zonder  schade  te  verwekken,  heeft  af- 


(1)  Dit  wat  immeri  het  geral  (oen  het  onweer  den  (oren  Tin  de 
Biïxton-Rerk  trof,  welke  met  een  afleider  was  Toorzien.  Tkê  Civ.  Eng. 
«.  Arclu  J:  V.  p.  229  en  277  (Verslag  Tan  WlLKlR). 

(3)  Ltctwre»  on  Eleotricity. 

(3)  M9eh.  mag.  XLI.  p.  176  en  280. 


Digitized  by 


Google 


349 

geleid.  Arago  beschouwt  eveneens  deie  saak  voor  afg8« 
handeld  en  zegt  oitdrukkelijk ,  dat  de  isolatie  zoude  zijn 
un  exces  de  precauiion  irès  dispendieux  (bl«  592)«  Wij 
znllen  later  op  dit  punt  terugkomen  9  omdat  hetzelve  bij- 
zonder bij  de  bliksem-afleiders  op  schepen  in  overweging 
is  genomen. 

11.  De  aanleg  bij  Terscbillende  gebouwen.  Wij  behoeven  er  niet 

bij  stil  te  staan  ,  op 
welke  wijze  de  bliksem-afteider  bij  de  meest  verschillende 
soorten  van  gebouwen  dient   te  worden  aangelegd. 

a.)  Wat  de  torens  betreft,  verwijzen  wij  tot  de  meer- 
gemelde handleiding  van  Krayenhopf. 

6.)  Bij  molens  vordert  de  aanwending  eenige  wijziging; 
VAN  Marum  heeft  reeds  in  zijne  verhandeling  van  1781  (|  26) 
en  op  nieuw  in  het  aanhangsel  tot  de  meergemelde  ver- 
handeling van  BocniAN  in  1819,  al  de  noodige  regels 
aan  de  hand  gegeven  (bl.  327).  v.  M.  voegt  er  bij ,  dat 
men  uit  onkunde  en  zucht  tot  geldbesparing  weinig  ge- 
bruik van  dtt  beveiligend  middel  heeft  gemaakt. 

c.)  Ten  opzigte  van  Buskruid  magazijnen  zegt  Eraten- 
HOFF ,  »  dat  deze  aan  militaire  Ingenieurs  zijn  toebetrouwd , 
die  daartoe  in  1818  beredeneerde  voorschriften  hebben  ont- 
vangen in  het  Memoriaal  voor  de  Officieren  der  Artille^ 
rie  en  Genie  1819  Deel  IV.  Iste  Stuk  (1). 

Tijdens  bet  afdrukken  van  dit  blad  leest  men  uit  Sa- 
marang  d.  d.  18  November  1846:  d€U  een  maga%tjn  mei 
scheeps'  en  handelsfmskruid  door  een  %w€Uir  onweer  in 
de  luehi  gesprongen  is  en  er  twee  menschen  %ijn  dood 
geslagen  (2). 

d.)  Voor  den  min  kostbaren  aanleg  bij  private  woningen 


(1)  Mech.  mag.  XIX  p.  262  Wegens  de  plaatsing  van  den  afleider 
^^f^^^iddellijk  op  de  magazijnen  of  hei  hechten  aan  afzonderlijke 
«iotte».  Zie  Abago  p.  596. 

(2)  Handelsblad  d.  d.  27  Januanj  1847. 


Digitized  by 


Google 


850 

in  Bieden  f  boerenwoningen  en  sehuren  net  of  londer 
steenen  daken ,  fabrijkgeboutven  volge  nen  Puenimger's 
Teriiandeling* 

e.)  Onlangs  heeft  Prof.  Henrt  te  Philadelphia  (1)  ge- 
handeld over  den  aanleg  van  afleiden  b(j  gebouwen  mei 
metaalbekleedxng  op  der%€lver  daken  ^  omdat  dese  meer 
aan  het  inslaan  des  onweèrs  sijn  blootgesteld.  De  verban- 
deliog  bevat  ten  dien  opxigte  niets  nieuws ,  slechts  de  aan- 
wijsing om  eene  goede  geleiding  te  verkrijgen. 

6.  JDe  bliksemq/leider  op  eehepen. 

12.  Veel  langsamer  dan  bij  gebonwen  beeft  de  aanwending 
der  bliksemafleiders  bij  de  schepen  algemeeoen  voortgang 
gemaakt.  Snow  Harris  bemerkt  onder  anderen ,  dat  geda- 
rende  de  jaren  1810 — 1815  niet  minder  dan  35  Liniesche* 
pen  13  Fregatten  en  10  Korvetten  door  het  onweer  meer  of 
min  beschadigd  zijn  geworden;  behoorende  alle  tot  de 
Britsche  marine.  Naauwelgks  werd  eerst  in  de  laatste 
jaren  bQ  de  marine  van  de  verschillende- Staten  meer  Ae- 
paald  voor  het  gebruik  van  afleiders  gesorgd,  terwijl  nog 
steeds  derzelver  gebruik  bij  de  koopvaardij  verwaarloosd 
wordt.  Behalve  vooroordeel  eo  nalatigheid  of  verinim ,  le- 
verde het  gebrekkige  of  het  min  volmaakte  van  de  wijie, 
waarop  men  de  inrigting  der  scheepsaflriders  had  voorge- 
schreven een  beswaar,  dat  niet  over  het  hoofd  gezien  mag 
worden.  Wanneer  er  waargenomen  was,  dat  de  bliksem- 
afleider van  een  gebouw  aan  de  verwachting  niet  had  vol- 
daan, dan  kon  men  veelal  de  oorzaken  nagaan  en  de  ge- 
breken van  den  slechten  of  onvoldoenden  smmenstel  van 
denzelven  door  deskundigen  laten  'opsporen ,  zoodat  men 
ten  slotte  het  vertrouwen  op  d^n  bliksemafleider  (zoo  ook 


(1)  Tht  Philosoph.  mag.  April  1846.  p.  810.  Dlif6Uli*8  J&mnud  CL 
p.  48,  ' 


Digitized  by 


Google 


351 

kortstondig  geschokt)  koD  bevestigen.  Men  had  de  onder- 
vinding voor  zich  liggen,  dat  er  schepen,  tnei  en  »on- 
der  afleiders  ter  zelfder  tijde  door  het  onweer  werden  ge- 
troffen en  de  eerste  zonder  schade  deszelfs  vernielende 
werking  hebben  weerstaan  (1);  men  bezat  ook  de  onder- 
vinding, dat  er  schepen ,  in  weerwil  van  de  afleiders , 
in  meerderen  of  minderen  graad  hadden  geleden  (2)* 

In  1822  werd  de  aandacht  der  Engelse ke  Admiraliteit 
bijzonder  op  dit  pnnt  gevestigd  door  Snow  Harris  ,  en 
eerst  lang%afnerhand  is  men  daardbor  in  de  gelegenheid 
gekomen ,  om  een  jnist  oordeel  te  vellen  over  de  beste  in- 
rigting€fn  de  gunstige  werkjng  der  scheep-afleiders*  Ik  zeg 
lang%amerhand  ^  omdat  eerst  in  1839,  nadat  men  op  nieuw 
vele  ongelukken  bjj  de  Britsche  marine  te  betreuren  had, 
de  zaak  der  afleiders  door  eene  speciale  commissie 
van  wege  de  Admiraliteit  ten  einde  werd  afgehandeld.  Deze 
Commissie    bestond   uit  de    contre-Admiraals  (schout  bij 


(1)  In  1783  werd  een  zoodanig  geval  ter  reede  Tan  Batavia  waarge- 
nomen ,  geboekt  door  Rritkiiboff  in  JicsufiT ,  Proeve  eefter  Electri- 
scke  Natuurkunde  bl.  294 ;  de  beneden  genoemde  Engelsche  Commis- 
sie wijst  op  een  geval,  dat  in  1815  is  waargenomen,  ook  Arigo  citeert 
in  zijne  verhandeling  (bl.  610)  voorbeelden  ,  bij  de  Brilsche  marine  gezien. 

Vooriieelden  van  schepen,  die  vroeger  door  den  bKkaem  schade  had* 
den  geleden,  doch  later  door  den  afleider  werden  beschermd,  zijn  niet 
zelden,  en  dit  zelfs  in  gevallen  van  het  hevigste  onweer,  dat  den  aflei« 
der  vernielde.  De  NewYorh^pahhetloQl  leverde  hiervan  in  1827  een 
boogst  merkwaardig  voorbeeld  (STDRGloif  Anmales  d:  23  p.  372  be- 
rigt  van  Ch.  Rici;  Arago  p.  313; SililMAK Americ.  Joum,  XXXVII  p.  321). 

(2)  Er  bestaan  vele  voorbeelden,  waarin  de  afleider  vernietigd  werd 
xji  gesmolten  is,  met  en  zonder  behoud  van  deszelfs  beschermendeii  in- 
vloed ^  iiiet  alteen  omdat  dezelve  te  dun  was,  maar  ook  omdat  de  af- 
leiding gebrekkig  was  door  de  oogen,  schakels  en  andere  verbindings- 
pbatsen,  welke  men  bij  de  vroeger  gebruikelijke  ketenvormige  afleiders 
aantrof.  In  de  Verhand,  van  de  HolL  Maatsck.  ie  ffaarlem  (Deel  IX 
p.  316)  verhaalt  TAH  MiRUM  twee  gevallen:  de  Pluto  in  1805  en  de 
Fenms  in  1815,  waarin  de  afleiders  geeoe  bescherming  hadden  ver-' 
leend,  omdat  ie  te  dun  waren* 

24 


Digitized  by 


Google 


352 

nacht)  GaiFFiTHS  «n  Gordon,  Kapt*  Clarke  Ross,  den 
Scheepsbouwmeester  Fincham  en  de  Uoogleeraren  Damell, 
Faaadat  en  Wheatstone  (1).  In  1845  werd  Harris 
van  wege  den  Keizer  van  Rusland  roet  eene  porseleine  vaas 
van  50  dm.  hoogte  en  45  dm.  middellijn  (2)  vereerd* 
Men  zocht  toen  te  beslissen. 

1)  over  de  keuze  tusschen  de  gebruikelijke  loshangenr 
de  afleiders  uit  metalen  ketens  of  metalen  touwen ,  die  of 
steeds  van  den  mast  langs  het  want  neer  hingen ,  of  alleen 
bij  het  opkomen  van  onweer  werden  opgehangen  —  e^  de 
vaste  aan  den  mast  genagelde  afleiders  uit  metaalstrooken.; 

2)  over  de  afleiding  langs  den  mast  door  het  scheepshol 
of  de  inwendige  geleiding  en  de  uitwendige  geleiding  in 
verbinding  met  de  scheepsbekleeding,  ten  opzigte  van  de 
veiligheid  en  van  het  ongehinderde  uitvoeren  der  scheeps- 
manoeuvres; en 

3)  de  kostbaarheid  van  het  te  kiezen  stelsel.  De  ge- 
wone losse  afleider  kostte  voor  een  britsch  linieschip  slechts 
3  é  y  terwijl  de  vaste  afleider ,  volgens  het  stelsel  iran 
Snow  Harris  moest  kosten  365  M  of  nagenoeg  4000  GL 

13*  In  1820  werd  zoo  als  van  Marum  berigt,  bij  on%e  ma- 
rine nog  geen  doorgaand  gebruik  gemaakt  van  de  afleiders  , 
en  nog  minder  bij  koopvaardij-schepen*  Men  gebruikte 
vroeger  eenen  afleider  uit  6  koperdraden  van  ^  dm.  dik- 
te te  zamen  gevlochten,  zoodat  de  geheele  dikte  van  de 
te  zamen  gevlochtene  koord  naauwelijks  |  dm.  (4,35  streep)  be- 
droeg, terwijl  zij  op  zijn  minst  \  dm.  (13,07  streep)  diende  te 
zijn.  Hy  voegt  er  uitdrukkelijk  bij  dat  men  ze  behoort  te 
maken  uit  gegloeid  rood  koperdraad  ,  omdat  de  metaal- 
koord in  sterkte  en  buigzaamheid  uitmant.  Desniettegen- 
staande wijst  hij  nog  aan ,  hoe  men ,  wanneer  men  de  kost- 
baarheid van  eenen  dusdanigen  afleider  bij  koopvaardy- 
schepen   schroomt,  ëenen  min  kostbaren  kan  vervaardigen 

(1)  Tijdschrift  toegewijd  aan  het  zeewegen.    2e  ReeU  I  p.  1S8L 

(2)  Electrical  Magazin.    Vol.  II  n<».,10.  p.  160. 


Digitized  by 


Google 


353 

met  balf-dnims  yser-gtaven»  welke  io  lengtens  van  ses 
voeten  door  scharnieren  worden  verbonden.  De  Blotsom 
komt  evenwel  daarop  neder,  dat  men  eiken  masi  mei 
èéne  enkelen  koperen^  uil  draad  gevlochten  afleider  moet 
voorsien.  Het  gebruik  van  eenen  enkelen  afleider  aan  el- 
ken  mast ,  werd  door  tan  Marun  reeds  in  xfjne  eerste 
verhandeling  (/7a/a<K/'«cAe  Maateeh,)  aangeraden,  omdat  de 
vereeniging  der  masten  met  elkander  door  eene  metaalge- 
Idding  en  de  verdere  afleiding  door  eenen  enkelen  toestel 
wegens  belemmering  in  het  zeilwerk,  onuitvoerlgk  was* 
Evenwel  heeft  men  op  s'Landsehepen  aan  eiken  mast ,  na- 
melQk  aan  weerskanten  van  denzelven  twee  afleiders  ge» 
braikt  Dit  heeft  tot  eene  allesins  belangrijke  opmerking 
geleid,  die  door  den  Schout  b|j  nacht  Rutsch  is  medege- 
deeld: 'dal  nameiyk,  by  hei  treffen  van  onweer  op  den 
matl^  men  den  electrischen  stroom  alléén  langs  den  af' 
leider  aan  bakboord  %ag  nederschielen ,  terwijl  die  aan 
üwÊTboordvry  bleef  (1).  Hieraan  sluit  sich  eenigermate  de 
waarneming  van  den  Franschen  Admiraal  Roussin  op  het 
Fregat  Jono,  op  reis  naar  Indie  in  1830  (18  April  op  kor^ 
tea  afstand  van  de  Canarische  eilanden);  het  onweèr*sloeg 
namelijk  op  den  mast,  welke  meteenen  afleider  van  koper- 
koord ,  1  Ned.  dm.  dik ,  voorzien  was  aan  stuurboords%ijde^ 
wen  heeft  ge%ien  dat  het  eleclrische  vuur  bij  éénpunt ,  ter 
^ver  afstand  tusschen  de  groote  mars  en  verschansing 
<^  afleider  verliet  en  aan  bakboord  in  de  golven  %ich 
verdeelde \  de  afleider,  die  behoorlijk  in  zee  neerhing  was 

(1)  Het  sigthttar  af  stroomen  van  bet  elecCrische  vuur  langs  den  af- 
Wder, 'terwijl  bet  vaartuig  Tan  elke  scbade  bcTrijd  bleef,  is  ook  door 
ROTSCH  in  zijnen  brief  aan  vak  MaRüM  (biz.  337)  medegedeeld.  Er  be- 
'l'M  Tele  voorbeelden  bienran  van  latere  dagtcekening ,  zelfs  beeft  de 
^▼engeooemde  Engelscbe  Commissie  die  gevallen  bij  voorkeur  aange* 
^Id  (uit  de  jarei/  1821-1838)  ten  bewijze  van  de  nuttige  en  on- 
'^^li^lijke  werking  des  afleiders.  Laatstgenoemde  beeft  daarbij  nog  op- 
•••••od  gemaakt  op  bet  eigenaardig  geluid  (geraas,  gesis  of  onlptofling) 
''^«anncdc  de  strooming  vergezeld  wordt.  HiRRis  in  Electrical  Mag.  I  p.  395. 


Digitized  by 


Google 


354 

Yohtrdct  niet  beschadigd  en  in  goeden  staat  ge1>leven ;  — 
men  verhaalde,  dat  er  t^defts  het  inslaan  des  onweérs 
een  zeer  harde  wind  (tres  violent)  woei  (!)• 

Wij  zouden  bij  deze  waarneming  niet  zoo  lang  stil  staan, 
ware  dezelve  naar  ons  insien  niet  van  invloed  op  de  plaat- 
sing des  afleiders  aan  den  mast.  Is  deze  willekeurig,  of  wi}* 
zen  de  gemelde  waarnemingen  eenen  noodzakelijk  op  te  volgen 
regel  ?  In  lateren  tijd  is  b^  onze  marine  tot  regel  aangenomen^ 
om  de  enkele  afleiders  der  I)eide  masten  (want  hg  ons 
worden  tegenwoordig  slechts  de  twee  hoogste  masten  er 
mede  voorcien)  niet  aan  denzelfden  kant  te  doen  neerhangen , 
maar  den  één  aan  stuurboord  en  den  ander  aan  bakboord  (2). 

Het  gebruik  van  te  zamengevlochten  metaaldraden  of 
Tood-kopertouw  (reep)  werd  ook  door  de  Fransche  Commis- 
sie (zie  boven  bl.  336)  in  1823  aanbevolen  (3) ;  hetzelve  werd» 
even  als  bij  ons  reeds  gebruikelQk  was ,  aan  eenen  kope- 
ren  haak  gehangen ,  bevestigd  aan  eene  spitse  koperen  op- 
vangstang,  welke  op  den  top  van  den  mast  werd  geschroefd. 
Meestal  werden  de  afleiders  eerst  ingehaakt»,  wanneer  men 
een  naderend  onweer  vreesde,  en  dan  kon  de  loshangen- 
de koord  voor  het  uitvoeren  van  scheepsmanoenvres  hin- 
derlyk  zijn,  terwijl  ook  het  plaatsen  van  dezelve  niet 
van  alle  gevaar  vrij  te  pleiten   is   (4).  Daarbij  was  alles 


(1)  Arago  (biz.  515  en  517)  ?erklaart  het  Terschijnsel  uit  de  bewe- 
ging der  lucht,  en  de  daarmede  in  verband  slaande  lucbtyerdunning. 

(2)  In  het  Tijdschrift  toegewijd  aan  het  Toewezen  2e  Reeks  I.  p.  416 
staat  iets  omtrent  het  gebruik  der  kettingafleiders:  sDezelve  loopen  langt 
top  en  pardoen  (ot  in  den  rust  en  worden  bier  opgeschoten  en  bijgevangen.*' 
Dit  laatste  iê  eene  hron  van  ongelukhen  en  daarom  wordt  voorgesteld 
den  afleider  onder  den  rust  langs  het  boord  naar  de  koperhuid  te  lei-* 
den*  Het  doel  is  dus  om  den  afleider  niet  vrij  in  het  water  te  laten  hangen. 

(3)  Opdat  de  metaaldraden  niet  door  uitwendige  invloeden  lijden, 
wordt  voorgeschreven ,  om  de  koord  uitwendig  goed  met  teer  te  bestrijken. 

(4)  Men  heeft  voorbeelden ,  dat  de  manschappen  doodelijk  werden  ge- 
troffen, tijdens  het  opbrengen  van  den  afleider. 

Zie  overigens  het  verslag  der  Engelsche  Commissie  t  a.  p. 


Digitized  by 


Google 


355 

aan  de  willekearige  behandeling  yan  het  onkundige  scheeps* 
▼olk  overgelaten.  HierbQ  lomt  nog,  dat  men  in  gevalle 
de  masten  neergelaten  waren ,  het  loose  gedeelte  moest  op- 
winden 9  en  daardoor  de  afleiding  des  electrischen  strooms 
moeijelijk  maakte  door  het  overspringen  van  electriscbe 
vonken.  De  Franscbe  Commissie  had  één  geheel  doorloo^ 
pend  touw  voorgeschreven  (1).  Dit  laatste  beswaar  heeft 
men  bij  onxe  marine  getracht  te  verhelpen  door  de  koord 
nit  twee  deelen  te  maken »  welke  men  dus  slechts  behoeft 
van  elkander  te  scheiden,  en  het  benedeneinde  in  een  oogboat 
van  het  ezelshoofd  in  te  haken ,  waardoor  de  afleiding  van  den 
benedenmast  bij  het  afnemen  van  de  bramsteng  hersteld  wordt» 
na  er  eenen  opvangstang  te  hebben  opgeschroefd  (2). 

Uit  eene  brief  d.  d.  2  Augustus  1843  van  den  Minister 
van  marine  der  Yereenigde  Staten  David  Hemshaw  aan 
Ebbh  Muhum  te  Brooklijn  (aldaar)  blijkt:  dat  er  geen 
voorbeeld  besictai^  dat  een  schip  dier  Staten ,  met  eenen 
ajleider  voor%ien^  door  het  onweer  %oude  %ijn  bescha* 
dtgd  (foudroyé)  (3).  Zoo  ik  mij  niet  bedrieg ,  dan  gebruikt 
men  in  N.  Amerika  koordafleiders* 

In  den  t^d  dat  Snow  EUaais  zijn  stelsel  voordroeg  wa- 
ren by  de  Britsche  marine  in  gebruik  koperen  ketens  met 
sthalmen  vaa  twee  voet  lengte,  als  zoogenaamde  jpo^/a/tt/e 
afleiders*  De  vraag  of  de  geleiding  van  den  eleetrischen 
stroom  door  het  Ixgchaam  van  het  schip  gevaarlijk  %ij^ 
was  het  onderwerp  der  geschillen ,.  die  tusschen  Snow  EUh- 
Ris  en  Sturgeon  waren  gerezen  en  niet  altijd  binnen  de 
grenzen   van   de    wetenschap  werden   gehouden.    Terwijl 


(1)  Ann.  de  Phys.  e/.  Chim,  T.  XXVI  p.  292. 

(2)  De  inrigting  bij  onze  Marine  ichijot  oorspronkelijk  Yasigesteld  (e 
zijn  door  tan  Miadm  en  Rutsch,  in  de  Verhand.  der  HoU.  Maatsch' 
van  Wetensch,  ie  Haarlem.   Doel  iX  p.  339. 

(3)  Cemptei  Rendus  XXI.  p.  774. 


Digitized  by 


Google 


356 

men  eenengda  in  Engeland  twistte  over  de  tii^«  en  in" 
wendige  afleiding ,  werd  anderxfjds  niet  minder  gehandeld 
over  de  roorkeor  van  vaste  of  losse  afleiden  tuaachen 
Snow  HAnRia  en  Martmn  RonsKTS.  Wij  hebben  reeds  ge- 
sproken over  de  prioriieits^ueslie ,  betrefiènde  het  in« 
voeren  van  metaal-koord,  tusscben  J*  Martiin  Roberts 
en  A.  Sbuth  (zie  boven  bl.  336)  het  verhandelde  toont 
klaarblijkelijk,  dat  geen  van  beiden  er  aanspraak  op  maken  kan* 
Met  betrekking  tot  het  eigenaardige  van  Harris  stelsel 
willen  wij  herhalen  het  slot  van  de  meermalen  genoemde 
verhandeling  van  Böckmann  (bl.  318^:  >daar  volgens  vele 
waarnemingen  b.  v.  volgens  James  Horsbürgh  (1)  de  blik- 
sem altijd  op  defi  top  van  een  der  masten  valt  en  langs 
de%elve  naar  beneden  gaat ,  %elden  of  ooit  de  rcCs  ie- 
sokadigende^  zoode  het  naar  migne  gedachten  allesins  doel- 
matig lijn ,  wanneer  de  masten ,  ook  de  achterste  en  boeg- 
spriet,  met  spitsen  van  omtrent  drie  voet  hoog  voorzien 
werden.  Van  de%e  moesten  twee  tot  drie  duim  breede  t 
genoegzaam  dikke  j  digt  op  één  liggende  en  aan  elkan- 
der gesoldeerde  koperen  platen ,  door  nagels  bekoorl^k 
vastgeklonken  tot  op  het  dek  loepen.  >>yan  den  mast  ter 
plaatse ,  waar  dezelve  het  dek  raakt ,  wordt  dan  de  aflei- 
der verder,  langs  het  hout  ter  %yde  naar  beneden  geleid 
en  wel  zoo ,  dat  hij  ,  bij  eiken  stand  van  het  schip  is 
een  storm,  met  water  bedekt  blijft.""  Wig  zien  dos  klaa^ 
blijkelijk,  dat  dit  plan,  eigenlijk  onder  eenige  wijziging, 
door  J.  Snow  Harris,  is  in  practijk  gebragt,  zonder  dat 
wij  willen  beweren ,  dat  hetzelve  aan  laatstgenoemden  be- 
kend is  geweest.  De  inwendige  afleiding  door  de  scheeps- 
holte  is  eveneens  reeds  vroeger  voorgesteld ,  namelijk  in 
1811  door  Benjamin  Cook  van  Birmingham  (2),  door  stan- 
gen langs  den  groeten  mast  te  plaatsen. 


(t)    GiLBiars  Annalen  der  Physik  1808.  Bd.  II.  p.  62. 

(2)   Storciok,   Lectures  on  EUciricity  p,  208.   STüRfiWK  AnntU» 


Digitized  by 


Google 


357 

1 5.  Het  stelgel  van  Snow  Haaris  komt  op  het  volgende  ne- 
der :    In  eene  slenf  ter  diepte  van  \  dm*  =  6,35  streep , 
wordt  langs  den  mast  (aan  deszelfs  achterkant)  ingelaten 
▼an  den  kloot  af  tot  het  saadhout,  eene   dubbele  metaal- 
strook  ,   eene  dunnere  van  j\  dm.  =  1,6  mm*    en  eene 
dikkere  van  \  dm*  =  2,3  mm*    er  boven;   hare   breedte 
wisselt  van  1}  dm*  =4  ned*  dm*  tot  6  dm.  =  15,8  overeen- 
konnstig  de  dikte  van  den  mast;  de  bevestiging  geschiedt 
door  koperen  nagels.  De  geleider  is  over  de  verschillende 
toppen   heéogebogen   en    aan   de  andere   zijde   bevestigd, 
en    bi|    de  stengen  wordt  dezelve  beneden  de  plaats  van 
aanraking  met  het  ezelshoofd  verlengd.  Tusschen  het  ron- 
de en  vierkante  gat  der  ezelshoofden  bevindt  zich  eveneens 
eene  dubbele  koperstrook,  die  bij  de  koper-bekleeding  aan 
den  achterkant  van  het  ronde  gat  begint  en  door  het  vier- 
kante gat  naar  beneden  gaat.    Op  die  w^ze  is  de  metaal- 
gemeenschap gevormd   tusschen  den  mast  en  stengen ,  en 
de  geleiding  daargesteld  van  den  top  tot  in  het  scheepshd. 
In  het  scheepshol  wordt  de  geleiding  van  den  mast  ver- 
volgd door  koperen  banden  van  16  n.  dm*  breedte,  die  op 
het  aaadhout  vastgemaakt  zijn  en  aan  weerskanten  van  het 
spoor  5   of  6  koperen  bouten  bedekken ,  waardoor  de  af- 
leiding naar  de  scheepsbekleeding  geschiedt.  Verder  zijn, 
waar  de  masten  door   het  dek  komen  (onderdek   en  koe- 
brugdek)    koperen  strooken  langs  de   dekbalken  gehecht, 
die  in  gemeenschap  gebragt  worden  met  de  ijzeren  knieën 
en  anderen  metaalverbindingen  van  de  zijden  en  de  scheeps- 
bekleeding* Van  den  fokkemast  worden  koperen  banden  naar 
den  voorsteven,  en  van  den  bezaansmast  naar  den  achter- 
steven  gelegd  en  met  de  daar  aanwezige  metalen  verbon 
den*   Ook  de  boegspriet  en  het  kluif  hout  worden  aan  den 


D».  36  p.  451;  London  Journal  of  Arts  1823.  Vol.  V.  p.  47  en  198 
KiCoL80H*s  Jomnal.  Vol.  XXIX  p.  305  en  XXXI  p.  108» 


Digitized  by 


Google 


358 

onderkant  met  den  geleider  Yoorzien  en  verder  vereeeigd 
met  het  koper  van  de  kiel  (1). 

Ter  plaatse  waar  de  zamenstelling  van  den  mast  en  sten- 
gen gevonden  wordt ,  moest  noodzakelijk  wegens  de  ver- 
schuif baarheid  der  stengen,  de  metaalstrook  afgebroken 
worden ,  maar  nu  is  voor  de  doorgaande  metaalgeleiding 
gezorgd ,  door  op  het  e%el8hoofd  de  metaalverbinding  daar 
te  stellen  met  behulp  van  eenen  tuimelaar,  welke  op  het 
metaal  van  het  ezelshoofd  rust,  en  bestaat  in  eene  korte 
koperen  staaf  met  eene  scharnier  aan  derzelver  basis ,  die 
op  het  metaal  aan  de  steng  gelegen  en  door  eene  bont  op- 
gesloten is.  Verder  is  de  wakerspil  op  den  grooten  mast 
door  middel  van  eene  schroef  in  eene  neat  bevestigd ,  die 
ook  in  de  verschillende  toppen  is  ingelaten ,  zoodat  men 
deze  bij  elke  verandering  kan  verplaatsen ,  en  dus  de  af- 
leider een  spits  boveneinde  verkrijgt* 

Aanvankelijk   zocht  Harris   de  deugdelijkheid  van  zQn 
stelsel  langs  proefondervindelijken  weg  te  bewijzen ;  wer- 


(1)  SifOW  Harris,  On  the  nature  «ƒ  Thunderstarms ;  and  on  the 
means  of  protecting  buildings  and  shipping  againtt  the  destruo- 
iive  effects  of  Lightning^  London  1848.  Walker*8  Magaoin  i  [k 
142.  On  the  damage^  uthich  ha»  ocourred  in  the  British  navy  b^ 
Lightning^  with  an  account  of  the  aitendant  Phenom^ena^  ah- 
stracted  from  the  official  Joumals  of  the  respective  Ships  and 
from  other  authentic  sources  of  information  bij  W.  Svow  HiJlRli, 
from  the  Nautical  Magasin  1843.  Oyerigens  bevat  het  Nauiical  Ma- 
gazin  al  de  des  belreffeode  afzonderlijke  Tcrhandelin^n  Tan  onzen  au- 
teur; deze  zijn  ook  (e  Tinden  in  het  London-Edinhurgh  Philosophi^ 
cal  Magazin,"^  Kemarhahle  instances  of  the  ptoieetion  of  certmn 
ships  of  his  Majesty  navy  from  the  destructive  effects  of  Ldght" 
ning^  collected  bij  SffOw  HiRRls  in  Walker's  Magasin.  Vol.  1  p.  395. 
The  Meteorology  of  Thunder  Storms^  with  a  Bistory  of  the  ef- 
fects of  Liqhtning  on  two  hundred  and  ten  Ships  of  the  British- 
Navy  eic.  bij  S«ow  IIarris  from  the  Naut.  Mag, 

Eene  uitvoerige  beschrijving  en  (eekening  is  Ie  vinden  in  het  Tijd^ 
schrift  toegewijd  aan  het  Zeetcesen,   2e  Rcckt  1  p.  251. 


Digitized  by 


Google 


359 

keli)k  werden  ook  op   het  gchip  Caledonia  te  Plyroodth 
in    tegenwoordigheid  van  Wollaston  en  Humphrt  Davt 
de  proeven  met  goed  gevolg  uitgevoerd,  en  in  Julij  1842 
herhaald  op  de  Orestes  (l)  te  Porfsmouth;  —  deze  proe* 
Ten  konden  evenwel  niets  anders  bewijzen  dan  de  electri- 
sche  Btrooming  langs  eene  onafgebrokene  goede  metaalge* 
leiding  en  niet  de  deugdzaamheid  des  bliksemafleiders   in 
zgne  stelling  tegenover  de  onweerswolken,  evenmin  als  zQ 
de  onwaarde  van  Sturgeon's  bedenkingen  konden  aan  den 
dag  brengen.    Bij  de  laatste  gelegenheid  werd  vergelijken- 
derw^ze  ook  metaaltoow  gebezigd  tot  afleider;  daarby  werd 
aangetoond  dat  het  metaaltouw  gevaarlijk  kon  worden  door 
het  overspringen   van  vonken    in   de    bogt   van  het    touw 
op  den  man,  die  de  stengen  tijdens  het  onweer  moet  strij- 
ken ;  dientengevolge  hechtte  de  Admiraal  Sir  Edward  Co- 
DRiNGTON  zijne  goedkeuring  uitsluitend  van  het  stelsel  van 
Harris.   Toen  in  1839  de  bovengenoemde  Engelsche  Com- 
missie  der  Admiraliteit  zich   ten   gunste  van  het  stelsel 
Tan  Uarris  had  verklaard,  waren  er  slechts  ^r/ien  sche- 
pen mede  voorzien   geweest  (2)  —  iets,  hetgeen  ons   niet 
bevreemden  kan,  zoo  wy  in  aanmerking  nemen  de  aanzien- 
lijke  uitgave,    die   derzelver  aanwending  veroorzaakt,  en 
waarin  misschien,  meer  dan   in  andere  bezwaren,  de  re- 
den der  zeldzame  aanwending  is  gelegen. 

De  bovengenoemde  daadzaak  van  Uorsburgh  is  door 
Har&is  nader  bevestigd,  door  de  ongevallen  op  te  sporen, 
welke  door  het  inslaan  des  onweèrs  waren  veroorzaakt  op 
schepen.    In  100  gevallen  werd  de  groote  mast  50  malen 

de  fokkemast  25  » 
de  bezaansmast  5  > 
de  boegspriet         1       » 

(1)  Meoh.  mag,  X^XVII  p.  399.    TheJearbooh  of  facia  13  p.  172. 
Tijdaokrifi  toegew^d  aan  het  zeewezen,    2e  Reeks  III  p.  325. 

(2)  Repertorium  der  Physik.  Bd.  VI  p.  290.  De  getuigenis  Tan  twee 
tScheepskapiteins  in  Stdrgeon's  AnnaU  n<>.  21.  p.  171. 


Digitized  by 


Google 


360 

getroffen.    Daarbij  werd  93  malen  de  ondermast 

83  »  de  steng 
60  »  de  bramsteng  bescha- 
digd.  Zes  vaartuigen  zijn  geheel  verbrand.  In  dese  100 
gevallen  werden  62  menschen  gedood  en  114  gewond. 
Onder  174  andere  gevallen  waren  er  44  met  schade  aan 
de  bramsteng,  en  wel  bepaald  31  malen  door  regtstreek- 
sche  werking  des  onweérs  en  13  malen  ten  gevolge  van  de 
beschadiging  van  den  mast*  Eigenlijk  is  hieruit  slechts 
die  gevolgtrekking  te  maken,  ilat  het  hoogst  of  meest  verken 
vene  punt  j  zooals  algemeen  bekend  in  y  het  veelvuldigst  ge- 
troffen werd 9  en  dat  d44r,  waar  meer  uitstekende  jwm- 
ten  bestaan^  niet  juist  het  hoogste  aangetast  wordt ^ 
maar  hoofdzakelijk  datgene,  hetwelk  in  de  rigting,  waarin 
het  onweer  opkomt^  is  gelegen.  HierbQ  komt  nog,  dat 
het  inslaan  des  onweérs  niet  iets  bloot  toevalligs  is ,  maar, 
zooals  Harris  (l)  later  heeft  doen  opmerken,  dat  de  on- 
weêrswolk  door  inductie  werkt  op  ligchamen,  welke  on- 
der haar  bereik  komen  en  het  electrische  evenwigt  her- 
steld wordt  langs  den  weg,  die  den  minsten  tegenstand 
biedt,  zoodat  inderdaad  de  weg  van  den  bliksemstraal 
vooraf  bepaald  en  als  het  ware  afgebakend  is* 

W*  M.  RiCE  heeft  de  volgende  opgave  bekend  gemaakt 
der  kosten  aan  arbeidsloon  en  materiaal  des  afleiders  van 
ÜARais,  bij  welke  wij  gevoegd  hebben  de  opgaven  van 
het  naderhand  door  Harris  zelf  gewijzigde,  en  van  het  door  de 
Admiraliteits-Commissie  gewijzigde  plan,  en  eene  verge* 
lijking  met  de  afleiders  van  vroegere  inrigting  (de  kope- 
ren kettingen  met  schalmen  ter  lengte  van  twee  £•  voeten 
en  dikte  van  -J-  dm.  rs  4,2  mm.)« 

(1)  In  bovengemeld  werk  §  44:  slu  progrest  iherefore,  is  ooi,  a* 
many  imagine,  lefl  to  the  chances  of  (he  instant,  lo  beas  it  were,  at- 
traclet  or  drawn  aside  by  metallic  bodies  at  aoy  given  point;  oa  the 
contrary,  the  whole  coune  of  a  slrokeofli^htiuog  i«  already  flxed  and 
settlod,  before  the  discliarge  takei  place." 


Digitized  by 


Google 


361 


-Op 

co  00  co  00  o 


1  l"g  g^'s  ^**^ 

o       »l^<O«^e40Ó^€O€O^ 

'S    gcocoeoao«««ci 


.JL 


i 


1  I  s  s  s,  i  s  §  s  § 

i  "^  5  2  2  g  S  8  I  SST 

'2. 


g'  fls  <o  00  o  »  «r  cT  co"  ^ 
.^jJoSi>-i§co5ï^o 


10  o  10  o  S 

co  00  «,  ^  o, 

I  8  S  S  S 

o5  ei  -^  o  05 

0^  e^  ^  T^ 


s  s  s  s  s 

05    «  o  cd'  ^ 

S^  10  ^  00 

lO  ^  CO  04 


A      A      A      ft      A 


O    CO    00    CO    O 

lo   -^  d  ^  ^ 


ft    ft    ft    ft  ft 

ft    ft    ft   I  ;g 

-^  pa 

ft    ft    ft    ft  ft 


bp 


na 

0 


O 

e 

t 

bc 

JS 


c5 

lO 

d*  o 

P 

1  & 

a  'S 
•s  - 

^  ft 
22  »o 

n  » 


ft     ft     ft 


I  I 

H*oo^ 

t.   co* 

1^ 

&  a 
ft  ft 

II  II 


I 


SS 
ë 

•o     A 

SB 
«    f?. 

n  n 

ei    W 

1: 


lO    04 

A      ft 


H    " 

CO 

a 

i. 


ft  ft 

CO  ^ 

o  lO 

n  n 

ft  A 

^  CO 

ft  ft 

ft  ft 

ft  ft 

n  CO 

10  oo" 

^  d 

Il  11 

ft  ft 

ft  ft 

o  co 

kO  O) 


%  ft 

e 


«  ^ 


Digitized  by 


Google 


362 

dus  te  zamen  1882  cub.  dm.  =  30830  wegende  613  S  =: 
278,057  Ned.  fS,  voor  den  nienwen  geleider;  en  9,44  cub. 
dm.,  wegende  30  *S  =  13,61  Ned.  ft  voor  den  ouden  af- 
leider, wordende  dus  in  bet  nieuwe  stelsel  20  malen  meer 
-metaal  gebruikt.    Zoodanig  was  de  oorspronkeUjke  opgaFe 
van   IIarris   Toor  éénen   mast,  en   deze  moet  verdrieFOQ- 
digd  worden 9  omdat  elke  mast  met  eenen  afleider  Foorzien 
zal    worden.     In   mindering  op   de    hooge    aanlegskosten 
heeft  men  willen  brengen  de  waarde  Fan  bet  oude  koper, 
als  zijnde  de  helft  Fan  het  nieuwe  koper,  hoewel  dit  eerst 
na  Ferloop  van  jaren  gelden  kan.    De  naar  beneden  toene- 
mende breedte  der  metaalstrooken  staat  oFerigens  in  Fer- 
band  met  de  bekende   natuurkundige  wet,    dat  de  tegen- 
stand Fan  geleiding  met  de  lengte  der  geleiders  regtstreeks 
toeneemt  en    door  het  Fermeerderen   der    dwarsche  door- 
snede afneemt.    Daarenboven  heeft  Snow  Harais  als  mi- 
nimum Foor   de   doorsnede  der  metaalmassa  aangenomen, 
oFereenkomstig  met  tin  Marum  (aan  wien  men  de  bepa- 
ling te  danken  heeft) ,  de   doorsnede   Fan   eenen   cilinder 
van  l  E.  dm.  =  12,7  mm.  middellijn.  Bij  de  latere  wij- 
ziging Fan  Harris  is  de  breedte  der  metaalstrook  als  Folgt 
Ferminderd,  en  op  die  wijze   eene  Fermindering  Fan  kotr 
ten  met  |  bereikt: 

breedte  van  de  metaalstrook 

vao  de  hommer  tot  den  kloot  2  kil  dm.  =:    5,08 — 8,81  N.  dm. 
bramsteng  en  jaaghout  (builen  kluiverp.)  2y       s    6,35 
steng   en    kluifbout   (kluiverpen)  3         =:    7,62 
mast  en  spriet  4         s  10,16 

D^  wijziging  door  de  Admiraliteits-Commissie  vooige- 
steld,  had  eene  Ferdere  bezuiniging  Fan  ^  der  kosten  ten 
geFolge ;  zij  bestaat  daarin ,  dat  men  de  metaalstrooken  in 
linieschepen  en  fregatten  by  den  koebrug  en  in  korFetten 
en  brikken  bij  het  OTiderdek  doet  eindigen  en  de  metaal- 
Ferbinding  met  de  scheeps bekleeding  daarstelt  langs  de 
aldaar  gelegene  balken,  in  plaats  Fan  den  weg  door  de 


Digitized  by 


Google 


363 

Idel.  OTerigeM  verklaarde  de  CorainiaBie,  dat  elk  der 
maêien  mei  eenen  afzonderlijken  afleider  dient  voorzien 
te  worden  (1). 

16.Zijdeluigicii60BtladiD^AVij  willen  ons  nu  naar  het  terrein bege* 
yen ,  waar  hetstelsel  van  IIareia  werd 
aangevallen.  De  geleiding  of  afleiding  door  het  ligcbaam  des 
vaart  aiga  werd  g^et/aar/y'A  beschouwd  uitboofdevansy^fe/ing'* 
9che  ontltidingen  {laieral  discharges)  ;  een  bezwaar ,  dat  het 
eerst  door  Marttn  Roberts  werd  opgeworpen  en  dosr  Stur- 
OEON  ij  verig  vergroot.  Onder  %ijdelingsche  oTit lading  verstaat 
Stub€H£ON  in  de  eerste  plaats  het  geval,  wanneer  de  samenhang 
{continuiteil)   des  afleiders  verbroken  is  en  dus  de  over- 
gang van   den  stroom   door  het  overspringen  van  vonken 
sigtbaar  wordt  (2).   In  de  tweede  plaats  noemt  Sturgeon 
esne  andere  soort  van  zijdelingsche  ontlading,  bij  w^ce  van 
uitstraling  langs  de  kanten  of  scherpe   hoeken,  even   als 
men  dit  in  het  donker  opmerkt  bij  de  ontlading  door  eenen 
in  verschillende  bogten  gebogen  draad  of  door  eene  metaal- 
strook.    In  de  derde  plaats  gewaagt  hij  van  het  overgaan 
der  electriciteit  op  de  in  de  nabijheid  aanwezige  ligchamen. 
17.  Wat  nu  de  eerste  soort  betreft,  zoo  is  het  duidelijk, 
dat  de  gevolgen  voor  elk  soort  van  geleider  ^  hetzij   uit« 
hetzij  inwendig  voortgaande  dezelfde  moeten  zijn ,  en  dat 
binnen  zekere  grenzen,  vooral,   indien  de  beide  uiteinden 
der  metaalgeleiding  in    elkanders  nabijheid  of  werkkring 
2^n,  er  zelfs  geen  gevaar  uit  geboren   kan   worden.    Tot 
dezelfde   soort  behoort  meer  of  min  het  overspringen  van 
«lectrische  vonken ,  bij  ketengeleiders  (3).  » Bij  zeer  felle 

(1)  Stukgeon  AnnaU  n».  25  p.  I  (1840).  Rapport  der  Commiitie. 

(2)  ASAGO  citeert  biz.  555  twee  gevallen  yan  EageUche  schepen;  in 
W(  eene,  zijnde  een  fregat  onder  bevel  van  KapU  WcN  wa»  de  aflei- 
der omstreeks  één  duim  gescheiden,  en  men  zag  gedurende  2^  uur  aan- 
l>oudend  vonken  overgaan.  Smw^w^s  AtmaU  n<>.  81  p.  24;  —  Philosoph. 

(3)  QetbevrijiTan  da  faiJEOoderevrerking  van  den eledritchen  stroom  bij 


Digitizeti  by 


Google 


364 

bliksemstralen ,  legt  tan  Marüm  ,  loade  de  overgang  der 
stof  van  schalm  op  schalm  zigtbaar  kannen  worden,  het- 
geen wegens  de  brandbaarheid  van  het  touwwerk  geheel 
vermijd  moet  worden  (bl.  338) ;  dit  is  gewisseljjk  te  ver- 
meden 9  wanneer  men  de  staven  vereenigt  door  scharnie- 
ren van  genoegzame  breedte  en  dikte/*  Bijzonder  behoort 
hier  ter  plaatse  de  invloed  van  den  vorm  der  bogten  van 
den  afleider,  zoo  als  die  bij  de  plaatsing  langs  geboawen 
veelvuldig  aan  denzelven  worden  gegeven,  opdat  hij  den 
vorm  des  gebouws  volge.  Arago  (bL  594)  heeft  eigenUjk 
de  aandacht  hierop  gevestigd,  daarbij  aanstippende,  dat 
de  bliksemstraal  den  korsten  weg  zoekt  (1).  Harris  er- 
kent alleen  de  nadeelige  gevolgen  van  deze  soort  van  %y* 
delingsche  oniiading  of  het  overspringen  van  electrische 
vonken. 

18.  Wat  de  tweede  soort  betreft ,  zoo  beweert  Harris  (2) , 
dat  dezelve  alleen  kan  voorkomen  bij  de  met  electriciteit 
geladene  en  niet  bij  enkelvoudig  geleidende  ligchamen. 
Wij  zouden  zeggen ,  dat  hiertoe  het  geval  behoort ,  waar- 
in men,  wegens  te  geringe  afmetingen  des  afleiders  (naar 
evenredigheid  te  geringe  capaciteit)  de  electriciteit  zigt* 
baar  zag  afstroomen  (3).  Overigens  moeten  wiy  instemmen 


zoodanige  o?ergaiigen  blijkt  rooral  duidelijk  uit  de  Toorbeelden  van  bet 
Ie  zamen  smelfen  der  schakels  van  ijzeren  ketens,  zooals  dit  gezien  is  in 
1807  en  1829  in  eenen  windmolen  te  Great-WaHon  in  Lancashire. 
AriGO  p.  316. 

RRATXifHOPr  I.  1.  p.  58.  MiRTiJif  Roberts  grondde  hierop  een  bezwaar 
tegen  Harris,  wegens  het  afbreken  Tan  den  afleider  aan  den  roet  der 
•tengen. 

(1)  Arago  beeft  ook  hierran  een  merkwaardig  roorbeeld  aangewezen 
(biz.  514),  dat  gemakkelijk  met  andere  zoude  kunnen  Termeerderd 
worden. 

(2)  STüRClors  Annals.  N<».  22  p.  810. 

(3)  Men  zag  na  hel  treffen  ran  het  onweer  op  den  afleider  Tan  eenen 
kerktoren,  die  in  verbinding  stond  met  bet  koperen  dak,  en  Tan  h<(- 


Digitized  by 


Google 


36S 

met  VAN  MAmuMf  dat  » wanneer  een  aflfeider  genoegsame 
dikte  heeft,  men  denzelven  veilig  langt  de  zijde  van  het 
schip  in  het  water  kan  laten  hangen ,  terwijl  het  hont  van 
het  schip  als  dan,  bij  de  onmerkbare  afleiding  niets  kan 
te  lijden  hebben;"  (bL  340)  —  en  dit  geldt  eveneens  voor 
bet  geval ,  dat  de  afleider  in  den  mast  is  ingelaten.  Om« 
dat  de  cilindrische  geleider  aan  eradiatie  niet  onderhevig 
zonde  zijn ,  heeft  Stürgeon  dien  vorm  verkozen. 

Het  bekende  verschijnsel  van  eene  verdeeling  des  blik- 
semstraals  tn  meer  af%onderlyke  streUen^  behoort  zeker 
onder  de  soorten  van  zijdelingsche  ontladingen,  waarvan 
hier  gesproken  wordt.  Men  weet  bij  ondervinding,  dat 
onder  andere  eene  zoodanige  splitsing  geschieden  kan,  in- 
dien de  bliksem  niet  eenen  wel  zamenhangenden  goeden  ge- 
leider kan  volgen ,  of  de  afleider  niet  in  verhouding  tot" 
het  onweer  staat  en  daarbff  nog  andere  goed  geleidende 
massa's  in  de  nabgheid  zijn  (1). 

19.  Onder  de  derde  soort  van  zijdelingsche  ontlading  be- 
hoort  verder  het  verschijnsel ,  dat  vroeger  onder  den  keer^ 
$lag  van  Mah^w  (choc  en  retonr)  werd  begrepen,  en  waar^ 
toe  ook  behooren  vele  verschijnsels ,  die  men  tegenwoor- 
dig onder  inductie  of  liever  electrrsche  verdeeling  zamen» 
vat  Het  is  eene  daadzaak ,  dat  men  soms  binnen  *s  huis 
electrische  vonken  waarneemt,  tijdens  de  bliksem  (van 
hevige  onweerswolken)  door  den  afleider  aftrekt  (2).  Deze 


zelve  IQ  de  aarde  afgeleid  iverd,  —  overal  lang»  de  kanten  van  het 
dak  vonken  verspreiden.   Physik  Wdrterb.  io   Toce   Blitsi,  p.  1007. 

(1)  Bij  het  inslaan  van  den  bliksem  tn  den  dom  van  bel  Hotel  der 
Invaliden  te  Parijs,  is  bienraneen  merkwaardig  voorbeeld  gezien ((!^iim- 
ttt  Benduê  17  Junij  1839);  drie  dagen  vuur  bet  toeval  vras  de  aflei- 
^  bevonden  te  zijn  in  den  besten  staat. 

(2)  Pkysikal  fFörterbuoh  in  voce  pag.  1014.  Arigo  I.  I.  p.  352. 
Het  merkwaardige  voorbeeld  van  bet  inslaan  des  onweérs  op  de  drie 
afleiders  van  êe  gevangenis  te  Charlesiown  den  31  Julij  1829;  son^ 
^  dü$  het  gebomo  %elf  de  minste  schade  geleden  heeft  (ibid  p. 


Digitized  by 


Google 


366 

werking  bepaalt  zich  hoofdzakelijk  tot  afgezonderde  me- 
talen voorwerpen  en  —  volgens  Pfaff  ,  zoude  de  vonk  der 
door  verdeeling  opgewekte  electriciteit  zwak  zijn.  Daar- 
entegen zegt  P.  RiESS  uitdrukkelijk  in  zijn  verslag  van 
ons  onderwerp:  Es  ist  nicht  %u  leugnen^  doAs  diesty 
ausserhalb  des  dem  Blit%e  dargebotenen  LeiterSy  Staü 
Jindende  Electricitais-bewegung  in  seltenen  Fdllen  jc- 
Jdhrlich  werden  kann ,  €iber  nicht  absusehen ,  wie  diete 
%u  besettigen  set.  Dass  der  BlH%ableiter  Gef assen  ^  Ut 
mit  enlvündlichen  Stoffen  gefülU  sind^  nicht  %u  nahe  ge- 
bracht werden  durf  e ,  leuchtet  ein ,  ober  taan  wird  dies 
leicht  vermeiden  können^  ohne  darum  den  anderweittg 
beqMcmen  Harris*  *cAen  Ableiter  %u  verwerf  en  (1)."  In 
allen  gevalle  is  het  hoofdbezwaar  van  Sturgeon  tegen  de 
inwendige  afleiders  niet  ongegrond  en  zoude  zelfs  de  voor- 
zigtigheid  tegen  dezelve  pleiten.  Ook  Araoo  is  niet  gnn- 
stig  gestemd  voor  de  afleiding  binnen  gebouwen ,  h(j  voegt 
er  Voltaire's  woorden  bij:  i^Il  y  a  des  grands  seigneurs 
dont  il  ne  faut  approcher  quavec  dextrêmes  préeauU- 
ons;  Ie  tonnerre  est  de  ce  nombre.*'  (1.  L).  Ppaff  (PAy- 
sik  Wörterb.  in  voce  p.  1058)  zegt:  >  Auch  die  besten  Ab- 
leiter setzen  dem  freien  Fortgang  eines  Blitzstrahls  eini- 
gen  Widerstand  entgegen ,  \^elcher  Seiten-explosiooen 
gegen  angrenzende  Körper  veranlassen  kann.*'  Hij  is  er 
tegen  dat  men  den  afleider  in  den  muur  opsluite  of  in  an- 
dere  inwendige   gedeelten  van  een  gebouw  (2), 


598)  hebben  drie  honderd  menschen  eenen  zwaren  electriflcheo  icbok 
ondenrondeD,  doordien  nagenoeg  allen  met  hamers,  vijlen  enz.  wcom» 
waren  9  en  er  buitendien  reel  ijzer  aanwezig  was. 

(1)  Repertoriun  de  Physih.  1.  1.  p.  292.  W.  H.  Wsnis  (StOT- 
GION*s  Anndl»  n».  86  p.  446)  berestigt  eveneens  SlUKGEOifs  leer  van 
lateral  discharge,  rooral  met  belrekking  ran  de  electrische  verdefKoi 
door  SrDRGBOif  onder  den  naam  ran  electrische  golWng  {eleotriewawt) 
beschrefen. 

(2)  Wij  hertnno^n  aan  het  roorbeeld  van  de  St.  Martin*»  kok  t» 


Digitized  by 


Google 


367 

20.  Onder  de  geTolgender.Bgd0liD9idieontkdi]igo£inlne- 
tie  behoort  ook  het  magnetisch  worden  van  gieren  voonver* 
pen  en  selfs  het  verswakken,  veniieligen  of  omkeeren  van  het 
magnetisme  der  aan  boord  zyade  coaipaSnaaldeny  het  storea 
van  chronometers  enz. — zoo  als  €m^  op  schepen  mei  afitider^ 
voor%ïen  (1)  is  waargenomen,  en  allecins  onder  de  oéheil  aan- 
brengende omstandigheden  des  onweérs  gerekend  moet  wor* 
den  (2).  Tot  de  jongste  voorbeelden  behoort  het  geval  vaa 
de  Vigie^  welk  sehip  aoo  als  de  Kommandant  heeft  be« 
rigt,  driemalen  op  deselfde  reis  door  h^  onweer  sonder 
schade  werd  getroffen  langs  den  afleider  van  den  middel- 
sten mast.  Een  matroos ,  die  den  last  had  oatvangen.,  om 
den  afleider  te  onderzoeken,  ontving,  wür  hy  denaelven 
aanraakte  een'  schok  en  ten  laatste  zoo  sterk,  dat  b|}  neéi> 
sloeg.  Al  hei  ij%er  op  hei  echip  tuas  nuigneiieehj  kei 
eonqnis  in  wanorde ,  en  %elfs  %oo  sierh ,  dai  een  meww 
eomp€i$ ,  heiwelh  nchi  dagen  laier  aan  boord  werd  oni* 
vangen ,  eveneeTie  aangedaan  werd  (3). 

21 .  Met  welke  partijdigheid  ook  de  strijd  moge  gevoerd  zQn 
tosschen  Harris  (4)  en  Sturobon  (5)  zoo  moeten  wij  eener^ 


Dorlmund ,  waar  meo  dea  afleider   Mwm»  da  kerk  niet  de  moUat- 
plaat  Tan  het  laorameot  heeft  verbonden. 

(1)  Wegens  schepen  zonder  afleiders.   Zie  Ara€0  bb.  340. 

(2)  Akago  in  de  Comptes  Rendus  T.  IX  p.  373.  Bij  het  inslaan  dei 
onweérs  op  de  New  York  pakketboot  gin^  dit  gepaard  met  Temietiging 
▼an  den  afleider.  Berigt  Tan  Ce.  Rici  in  ST0AGE0if*8  Annaia  no.  28 
^  372. 

Op  de  Beagle^  Toorzïen  met  HiBKis  afleider. 

(3)  Comptes  Rendus^  7  Aug.  1848.  Walur'8  MagmsUt^  I  p.  152. 
The  Civj  Eng.  o.  Arch.  J.  48  p.  818. 

(4)  HiBRis  in  Stubgiok'8  Annals  no.  8  pb  81 ,  no.  10  p.  241 »  n«. 
22  p.  810,  no.  24  p.  484,  no.  25  p.  41,  no.  27  p^  208.  Later  zijii 
de  tegen-  of  TerdedigingsscbrifteQ  Tan  HiRJils  alléén  geplaatst  in  hel 
Nautical  Magasin  Febr.  1841  enz.   Phüowph.  Mag.  MaaK  1841  enx. 

(5)  STDRGfOii'8  Annal»  n<».  11  p.  308,  nc.  21  p.  161,  no.  28  p^ 
414,  n».  24  p.  446,  n^25p.  5$,  a«.27  p.  220,  no.  36  p.  46L58, 

25 


Digitized  by 


Google 


36§ 

»gd9  met  StüBOEm  intteÉiiiieii ,  dat  de  weridiig  ¥ao  emeo 
electiischen  stroom  door  sijdelingtche  ontlading  of  induc- 
tie niet  uit  het  oog  mag  verloren  worden  en  allesins  b§ 
eene  inwendige  afleiding  gevaarlijk  kan  worden,  maar  an- 
denrijds  asegt  Harr»  teregt,  dat  de  bedoelde  invloed  ook 
niet  bIJ  de  nitwendige  afleiding  weggenomen  wordt,  maar 
veeleer  bi)  elk  stekel  van  afleiding  kan  geboren  worden , 
en  naar  het  ons  voorkomt  altijd,  ingevalle  de  afleider  geeneca- 
paoitèit  genoeg  heeft  voor  een  hevig  ra  aanhoudend  on- 
weer (!)•  De  verschillende  uitwerkingen  van  den  bliksem 
op  de  voorwerpen  van  een  vaartuig,  welks  mast  geen*  af- 
leider besittende ,  door  het  onweer  wordt  getroffen ,  lee- 
ren  eveneens,  dat  men  de  electrische  inductie  niet  over 
het  hoofd  moet  zien.  Hoe  is  het  te  verklaren  ,  om  slechts 
bet  jongste  voorbeeld  van  dien  aard  aan  te  halen ,  dat  de 
hofologie  in  den  zak  eens  visschers  is  gesmolten,  terwQl 
hij  en  z^ne  kleederen  onbeschadigd  bleven  bg  het  inslaan  van 
een  onweer,  dat  den  mast  van  zijn  vaartuig  tot  splinters  ve^ 
sloegt  (2)  Hoe  is  het  anders  te  verklaren,  dat  ijzer  en  staal 

n^.  53  p.  437.  Sturgeoic  heeft  zijn  eerste  rerhandeling  (no.  21  p.161) 
tegen  Sifow  Hakms  aan  vierénê^nHg  geleerde  Genootoehappen  aanbeyoleo. 
Later  beeft  hij  eene  balans  (BaUmêe  sheet)  ontworpen  Tan  den  staat  der 
geschillen  (no.  24  p.  501).  Ten  slotte  is  evenwel  de  hoofdzaak  zonder 
bepaalde  eindbeslissing  gebleven;  éen  ieder  heeft  de  waarde  Tan  zijn  ei- 
gen stelsel  volgehouden,  terwijl  de  Admiraliteit  de  meer  eenvoudige,  hoe- 
wel kostbare  inrigting  van  Harbis  onder  cenige  w^iging  heeft  goedgekeurd. 

(1)  Niet  zonder  grond  is  de  aanmerking  van  HiRRis  betrekkelijk  de 
vele  metalen  voorwerpen,  welke  a%ezonderd  en  verspreid  tangs  de  mas- 
ten aanwesig  en  buiten  verbinding  met  den  miwendigen  afleider  zijn. 
Hiertoe  behooren  zeker  de  gevallen  viui  bet  splijten  van  den  mast  door 
het  inslaan  des  onweérs  op  de  opvangstang,  welke  in  den  top  geschroefd 
was  en  waaraan  een  ketenafleider  hing  ponder  anderen  is  zoodanig  voor- 
beeld döor  Luit.  GRIM  besehrefien  in  Sturqbou's  amiois  no.  22.  De 
voorbeelden  door  Harris  aangevoerd  in  StvrgsOITS  annals  n?.  25  p.  41. 
FhOesoj^kicMl  Mngazin  XVI  p.  116. 

(2)  jAMlsoif  Edinb.  Jeum.  1844  n».  71.  Yearhook  offacti  45  p.  2S1. 


Digitized  by 


Google 


369 

■agaetiich  gewerden  is  <^  penoncn»'  ëia  sich  in  de  na* 
bijbeid  Tan  een  losbarateod  onweer  hebben  bevonden? 

22.  Ook  de  overweging  van  de  weriung  des  onweéra,  dat 
den  toren  Tan  Brixton-kerk  heeft  getroffen ,  heeft  de  wa^ 
king  der  indactie  klaarbl^kel^k  getoond  als  loogenaamde 
vijelelingsche  cmilading.  (X  V.  Wausr  heeft  dit  bij  de 
Eleciricai  Society  nader  toegelicht,  en  ook  later  proefon- 
dervindelijk aaogewesen,  dat  men  de  ontlading  des  on» 
weèrs  niet  moet  gelijkstellen  met  die  van  eenen  leidsciien 
flesch ,  maar  met  het  overspringen  der  electrioiteit  van  den 
eersten  conductor  op  de  omliggende  ligchamen,  en  dat  in 
dit  geval  doidel^k  de  sQdeliogsche  ontlading  geiien  werd , 
soodat  Walker  verklaart:  »Me  danger  of  lateralJIasAes 
is  evident  (l).'*  De  Admiraliteits  Commissie,  en  met  na- 
me FARADA.T  en  Wheatstone  ,  heeft  alleen  het  gevaar  van 
njdelingsche  ontlading  erkend ,  ingevalle  de  afleider  geene 
voldoende  capaciteit  bezat,  waartegen  bij  de  inrigting  Tan 
Harris  genoegzaam  is  gezorgd.  Men  vreesde  oTenmin ,  dat 
er  eenig  nadeel  uit  geboren  kon  worden ,  dat  de  metaal* 
geleiding  bi)  de  stengen  der  masten  afgebroken  is ;  Wheat- 
STONE  ging  zelfs  verder  en  seide:  dat  eene  vrije  tnsschen* 
rnimte  van  één  k  twee  doimen  geen  kwaad  kon  Teroor*' 
zdken.  Overigens  hebben  wi)  reeds  medegedeeld,  dat  de 
Coinmissie  de  inrigting  van  Harris  gewijzigd  heeft,  door 
de  afleiding  van  den  mast  af  langs  de  balken  van  het  on- 
derdek  of  van  den  koebrug  naar  de  scheepsbekleeding  te 
vervolgen ,  waardoor  het  bezwaar  wegens  de  geleiding  door 
het  hol  des  schips  grootendeels  is  weggenomen» 

23.  De  nitwendige  afleiding,  die  door  Sturgeon  is  voorge- 
steld, is  zoo  ingewikkeld,  dat  het  niet  bevreemden  kaïf, 
dat  dezelve  voor  de  practfjk  ongeschikt  verklaard  wordt. 
Hij  stelt   namelijk  voor  om  eiken  mast  met  vier  afleiders 


(1)  M9ch.  mag.  XXXVII  p.   110.    Uariéok  rf  f4icu  4S  p.  171. 
UAitis  lieeft  zich  faienncde  niet  kuMitn  terecnigen. 


Digitized  by 


Google 


370 

te  Tooriien  loopende  paarsgewigie  aan  weérakanten  langs 
het  want  met  name,  de  voor-  en  aehter  hoofdtouwen;  dan 
nog  worden  de  stengen  der  verschillende  masten  onderling 
en  met  den  boegspriet  in- geleidende  gemeenschap  gebragt; 
de  afleiders  zelve  bestaan  nit  koperen  buizen ,  kopertoaw 
enz.  De  afleider  zoude  voor  een  fregtrt  van  50  stak,  big 
het  gebruik  van  evenveel  koper  als  bIJ  Harris  stelsel, 
kosten  /ISOO;  dus  veel  minder  dan  voor  het  eerste  ont- 
werp van  Harris  was  begroot. 

24.  Het  stelsel  van  Marttn  Roberts  verschilt  daarin  van 
het  gewone  gebruik  van  kopertouw  tot  lossen  afleider  (de 
Commissie  noemde  dit  het  Fransche  stelsel) ,  doordien  de 
koord  van  den  kloot  af  tot  op  het  ezelshoofd  van  den  be- 
nedenmast  langs  de  stengen  neerhangt  en  van  daar  als  bak- 
stag  naar  de  scheepsbekleeding  afloopt.  Edte  heeft  ins* 
gelyks  eene  wijziging  van  het  stelsel  van  Harris  ontwo^ 
pen,  nidt  veel  van  Roberts  stelsel  afwijkende  (1).  Koper- 
strooken  zonden  dienen  tot -aan  de  honmier  van  de  bramsteng 
of  steng,  en  dan  koperdraadreep  als  pardoen  tot  aan  de  ko* 
perbekleeding.  De  Commissie  van  de  Admiraliteit  was 
niet  gestemd  voor  het  koperen  touw  als  afleider,  omdat 
in  de  eerste  plaats  de  mast-stengen  door  hetzelve  te  zwaai 
zoude  belast  worden  (2);  in  de  tweede  plaats  het  touw  min- 
der weerstand  kan  bieden  aan  de  werking  van  den  wind 
en   dan   ligt  verscheurd   of   weggeslagen   wordt  (3);  in 


(1)  Er  werd  ook  am  de  Commtsrie  bet  abiiirde  plan  Toor;^Iegd,  om 
den  top  Tan  den  maat  met  glas  te  bedekken. 

(2)  Dit  bezwaar  tt  ook  aan  Rotsoh  en  tah  Maboii  niet  ontgaan  (L  l) 
weshalve  zij  voorgesteld  hebben  om  in  de  bramsteng  eene  ijzeren  slaaf 
in  te  laten  Tan  den  koperen  top  af  tot  op  den  hommer ;  de  staaf  be- 
neden  met  eenen  haak  te  Toorzico  en  den  afleider  langs  de  bramsteog»- 
pardoen  te  laten  neerhangen. 

(8)  Het  schijnt  dat  de  G>mmissie  op  het  metaaltoow  heeft  toegepast, 
hetgene  bij  de  ketenaflciders  ? eelmalen  is  gezien ,  nademaal  dit  tooir  » 
buigzaamheid  niet  foor  het  gewone  onder  doet. 


Digitized  by 


Google 


371 

de  dtrde  plaats  kan  de  losse  afleider  eer  Teronacktzaamd 
worden ,  zoo  als  de  ondervinding  meermalen  heeft  geleerd , 
en  in  de  vierde  plaats  wilde  men  aan  deze  afleiders  niet 
het  Tolle  Tertronwen  van  een  yol  maakt  beschermingsmid- 
del toekennen,  zoodat  de  Admiraliteit  het  gewijzigde 
stelsel  van  Harris  bij  de  Britsche  marine  invoerde  (1). 
25.  Desniettegenstaande  is  het  gebruik  van  metaal-ton  w,  en 
met  name  Ijzer- ton w  door  A.  Smiths  (2)  ook  op  onder- 
scheidene engelsche  schepen  en  stoombooten  tot  bliksem 
afleider  aangewend  (zie  boven),  namelijk  op  14  schepen 
en  12  stoombooten  alléén  tot  afleider  en  op  36  schepen 
tevens  voor  vast  tuig.  Het  ijzerdraad  is  vertind.  Het  touw 


(1)  De  tegenwerping  ran  Robirtt:  dat  het  beslaan  van  den  mast  met 
kopersirooken  deszdfs  eleciriciteit  zoude  verminderen ,  en  dat  het  indj^yreQ 
der  na^ls  deoxeWen  zouden  verzwakken,  is  natuurlijker  wijze  door  de 
Commissie  beschouwd  van  geen  invloed  te  zijn. 

Nadat  mijne  verhandeling  zooverre  afgedrukt  was,  kwam  mij  in  han- 
den ,  de  Verhandeling  over  ie  Electriciteit  dee  dampkrings  op  9ee 
e»  de  middelen  ter  beveiliging  van  schepen  ^  tegen  het  gevaar y 
waaraan  dezelve  ten  dien  opzigte  zijn  blootgesteld^  door  D.  G* 
HüLLlR,  geplaatst  in  de  Verhandelingen  en  Berigten  betrekkelijk 
let  Zeewegen  en  de  Zeevaardftmde ,  verzameld  en  uitgegeven  door 
Jr.  6.  A.  TI50AL  en  JicoB  Zwart.  Derde  deel  1843.  p.  1,  en  tot 
mijn  genoegen  kan  ik  hiervan  nog  een  belangrijk  gebruik  maken. 

De  Heer  MuiLSR  heeft  nog  de  volgende  bedenkingen  tegen  het  stelsel 
van  HARRI&  (biz.  76): 

1^  Dat  op  den  duur  de  koperen  nagehjes  zullen  loslaten,  vooral  door 
tterke  uitdrooging  tn  warme  klimaten. 

2o.  De  invloed  der  inwatering  achter  de  reepen  en  in  de  ^keiw 
gaten. 

30.  Bet  sleten  der  reepen  door  het  voortdurend  wringen  ^  vnijven  en 
ichiiiven  der  rakken. 

4o.  De  bijzondere  aandacht,  welke  gevorderd  wordt  voor  het  onder- 
houden der  gemeenschap  door  de  tuimelaars  (blz.  368). 

5o.  Het  onvoorzien  toeval  van  het  uitvallen  of  uitspringen  van  eene 
reep  koper,  vooral  bij  de  sterke  buiging  der  stengen  enz. 

())  Mech.  mng.  XXXVn  p.  579  en  582. 


Digitized  by 


Google 


372 

wordt  bevestigd  op  den  top  (cap)  van  de  steng,  loopt  van 
daar  langs  den  mast  tot  aan  de  dwars  zaling ,  waar  hetsd- 
ve  aan  eenen  koperen  haak  is  vastgemaakt,  wordt  vao  hier 
•naar  beneden  afgeleid  voor  het  achter-hoofdtouw  en  eio- 
digt  in  eene  koperen  plaat  welke  in  den  scheepswand  gelegd 
is  en  in  de  algemeene  bekleeding  overgaat.  De  kosten  vnn 
dit  stelsel  dat  in  twee  dagen  kan  afgewerkt  worden ,  be- 
loopen  op  /  720,00,  waar  Harris  stelsel  vy f  malen  soovesl 
en  drie  weken  arbeid  vordert.  Inderdaad  is  de  tijd 
een  belangrijk  element,  ten  voordeele  van  de  toawr-afld- 
ders,  omdat  bij  het  wegslaan  van  den  mast  ook  de  aflei- 
der in  hetzelfde  ongeval  deelt.  Verder  is  men  bij  dea  af- 
leider ,  uit  metaaldraad  te  zamengevlochten  verzekerd  van 
eene  onafgebrokene  geleiding;  welke,  hg  eene  zamenstel- 
ling  nit  metaalstrooken ,  over  eene  lengte  van  40 — 70  ei 
ned.  op  enkele  plaatsen  gebrekkig  kan  uitvcdlen. 

26.  Het  grootste  bezwaar  tegen  de  koord-  of  touw-afleiden 
ontstond  uit  de  omstandigheid,  dat  dezelve  niet  vast  xfn- 
ren,  maar  tijdens  het  opkomen  van  het  onweer  werden 
uitgehangen.  Dit  bezwaar  heeft  men  eerst  langzamerhand 
gezocht  op  te  heffen*  Langen  tijd  begreep  men,  dat  hei 
bof/enetnde  der  afleiders,  vooral  wegens  bet  strijken  en 
neerlaten  der  stengen,  moest  los  blijven  (1);  in  lateren 
tijd  besloot  men ,  dat  het  beter  ware  hei  benedeneinde  vrij 
ie  lalen  en  bij  opkomend  onweer  over  boord  werpen.  Bg 
de  koord- afleiders ,  zoo  als  die  ook  bij  ons  in  gebruik 
zijn,  wordt  namelijk:  de  koord  aan  de  brampardoen,  over 
deszelfs  geheele  lengte,  door  iyzeren  ringen  gehecht  (2), 


(1)  Ia  daarentegen  het  boTeneinde  Tatt,  dan  ootitaat  er  eeo  beswaar 
bij  het  strijken  door  het  trompetsgewijze  opbindeo  der  koord,  dat  oo 
TTtj  vrordt. 

(2)  De  koord  wordt  aan  de  atang  op  den  (op  gehecht,  loopt  van 
daar  tot  op  den  hommer  der  brtmateng  r^gtatandig,  en  fervolgt  langt 
den  brampardoen.  Dit  is  Tolgens  den  Heer  D.  6.  MoUBS  het  i^'  mi# 
gebruikelijke  slelael  (I.  L  p.  59>   Oetgene  door  ndj  op  bh.  855  ^ncgd 


Digitized  by 


Google 


373 

têj  moet  das  èe  rekbaarheid  der  pardoena  en  de  betr^iog 
van  het  tuig  zonder  te  breken  kannen  volgen»  en  dit 
scheen  niet  doeol^k  by  eene  gelijktijdige  yaatheehting  van 
bet  benedeneinde  met  de  koperfauid  enx.  of  lierer  bij  eene 
▼astheehting  der  twide  einden.  Het  was  wel  is  waar  be- 
ter ook  het  benedeneinde  yrij  te  laten,  dan  bet  boven* 
einde;  hetselve  werd  dan  gewoonlOk  aan  de  rost  in  eenen 
uithoader  (doove-jotje)  vastgebonden ,  maar  ook  hier  lijdt 
bg  veel  door  bescbadigiBg  en  beweging.  Verder  heeft  men 
de  bedenking  geopperd,  dat  na  het  nitwerpen  van  het 
losse  einde  in  zee,  men  niet  verzekerd  is  ia  onstuimig 
wéér  (wanneer  toch  alles  er  van  afhangt)  dat  hetzelve 
onder  water  (1),  en  dus  ook  de  afleiding  volmaakt  blijft. 
27.  Nadat  men  het  plan  van  tan  Marum  (2)  by  on%e  ma- 


is  wegens  de  verdeeling  des  afleiders  in  twee  deelen  (yolgens  eene 
vrieodelijke  mededeeling)  heeft  denkelijk  belrekking  tot  bet  stelsel  Tan 
den  Heer  BIüLLXii,  dat  mij  Troeger  niet  bekend  was. 

(1)  Dit  bezwaar  is  in  1839  door  den  Kapitein  ter  zee  PillNG  aan 
het  Departement  Tan  Marine  op  nieuw  medegedeeld.  Zie  de  verkonde' 
Ung  Tan  den  Heer  HuilXR  blz.  60. 

(2)  De  Heer  MoiLiB  geeft  een  geachiedkandig  oTerzigt  Tan  hetgen« 
bij  ons  Terrigi  b  ten  opzigte  Tan  de  marine-afleiders «  Traaroit  Tnj  hek 
volgende  ontleenen: 

In  1766  werd  door  den  Equipagemeester  W.  MiT  bier  te  lande  het 
gebruik  der  scheepsafleiders  Toorgesteld,  doch  eerst  in  1781  werden  de* 
zelre  algemeen  ten  gebruike  verstrekt  op  de  Lands  schepen,  en  in  1788 
werden  ze  op  nieuw  door  de  Commissie  tot  de  lengte  der  see  aan- 
bevolen. In  1796  werd  het  eerst  Tan  koperdraad^nfleiders  gebruik 
gemaakt;  de  oudere  waren  metalen  ketens  Tan  \  R.  dm.  dikte  cTen  ala 
de  landmelers-keteDa  met  achakels  van  vier  R.  Toelen  lengte. 

Nadat  TIN  MiROM's  iorigting  in  gebruik  gekomen  was,  werd  in  1822 
bepaald  dat  de  afleider  steeds  op  de  aangewezene  standplaats 
moei  9tjn',  het  benedendndè  hing  lot  over  boord.  Evenwel  werd  op 
€cn  achip  slechts  één  afleider  gebruikt,  want  in  1828  werd  veorge- 
adireven,  om  twee  masten  er  mede  te  vo&raien^  namelijk  de  groofe 
en  de  fokkemast.  Waarschijnlijk  werd  men  hiertoe  bewogen  door  het 
Mg«Tal  Tan  het  fregat  de  Etsfidite  Mun  betel  ¥MI  Kapitala  Wüu 


Digitized  by 


Google 


374 

Yine  (bis.  352)  bad  ingevoerd ,  werdeD  er  mog  ondenohei* 
dene  w^sigingen  bif  oas  voorgesteld,  die  evenwel  minder 
doeltreffend  waren.  De  Equipagemeester  P.  J.  AsMUt 
had  in  1820  yoorgeeteld  den  koordafleider  regtstiwdig  ea 
los  Van  den  top,  achterstengen  en  masten,  door  d«a  mart 
heen,  naar  beneden  te  leiden,  en  wel  benedendeks  binnen 
eenen  koker  te  vervolgen  tot  op  het  %a4ulhaut^  Daaren- 
tegen stelden  de  Koninklijke  Instrumentmakers  J.  M.  Ku> 
MAN  EN, Zoon  in  1822  voor,  om,  de  afleiderskoord  inwen- 
dig door  den  mast  te  leggen,  en  in  eene  koperen  plaat  ia 
het  spoor  te  doen  eindigen ,  vanwaar  de  verdere  geleiding 
zonde  geschieden  door  middel  van  koperen  bouten  tot  eene 
uitwendige  plaat.  Later  nog  werd  door  dezelve  (in  1826) 
aangeraden,  om  op  eiken  top  eene  afleiderstan^  te  stellen, 
deze  onderling  door  kettingen  te  verbinden,  en  de  af- 
leiding van  voren  over  de  boegspriet  en  van  achter  over 
den  gaffel  naar  het  water  te  brengen* 

De  laatste  verbetering  is  van  den  Heer  D.  6.  Mui^lbr 
in,  1843  (1).  Wat  de  uitvoering  betreft  komt  dezelve  veel 
overeen  met  de  beschrevene  van  A.  Sbutus.  De  afleider 
hangt  van  de  top  achter  de  bramsteng  en  de  steng  tot  op 
den  mast  neder,  loopt  dan  langs  het  achterste  hoofdtouw 
van  het  onderwant  door  de  rust,  en  wordt  op  de  koper* 
huid  vastgehecht.  Maar  nu  %oude  dezelve  in  drie  ein- 
den, voor  bramsteng,  steng,  mast,  worden  verdeeld  of 
liever  uit  drie  lengten  worden  zamengesteld,.  De  losse 
einden  (voor  welke  eene  lengte  van  drie  palm  vrij  bl^ft) 
worden  door  kabelgaren  te  zamen  gebonden;  bij  het  strij- 
ken der  stengen  kan  men  dus  de  lengte  inkorten,  en  bij 


AIRBURO  in  1826,   toeo  de  groote  ma«(,  met  eensn  afltiier  voar^ 
iiienj  Trij  bleef,  en  de  bliksem  sloeg  in  den  anderen  mast    Er  zal  dns 
oog  de  dag  aanbreken,  dat  mee  bg  onze  marine  al  de  masten  met  a^ 
leiders  zal  Toorzien. 
(K)  UUroerig  beeft  de  Heer  KousR  zijn  stelsel  ootnikkeid  blz.  TSenib 


Digitized  by 


Google 


375 

iMt  wegocMiMi  van  dearive,  ktn  ook  de  daarbij  behoorende 
lengte  wordm  geborgen.  Verder  wordt  op  elke  top  eene 
<^vangiitang  van  1  dm.  igser  geplaatst  (2,6  n.  óm.)  ge* 
plaatst,  die  van  boven  op  |  dm.  (2  dra.  n.)  toeloopt;  — 
elke  top  heeft  namelijk  eene  vaste  opvangstang,  of  de  op- 
van  gstangwordt  naar  de  verschillende  toppen  verplaatst.  De 
koord  van  13  streep  dikte  zoude  vervaardigd  worden  uit 
vier  strengen  van  welke  ieder  uit  drie  driedraads  strengen 
bestaat,  en  dus  uit  36  enkelvoudige  koperdraden  van 
1,5 — 1,7  streep  dikte.  Een  nederl.  el  van  dexe  koord 
kost  op  de  Rgks  lijnbaan  vervaardigd  gemiddeld,  met  het  ar- 
beidsloon ,  ƒ  t  en  weegt  ^  ned.  S.  Voor  een  fregat  van  44 
stuk  koet  elke  afleider  ƒ50,00  (50  nederl.  ellen)  en  du€ 
voor  alle  masten  / 150,00. 

Dit  stelsel  lijdt  aan  een  groot  beswaar,  hei  a/breken 
iler  zoogenatwtde  continuiieii  van  den  afleider.  Hoe  kan 
men  verzekerd ,  zijn  dat  deze  steeds  en  onder  alle  omstan- 
digheden door  ondergeschikte  personen  zoo  uitgevoerd 
wordt,  dat  de  electrische  stroom  ongestoord  zal  voort* 
vloeijen. 

28.  Onder  alle  inrigtingen  belooft  die  van  Shith  met  ijzeren 
kabels  de  meeste  voordeden.  Bij  de  hooge  praetiscbe 
ontwikkeling  der  kunst  om  metalen  touwen,  kabels  enz.  te 
vervaardigen,  lijdt  het  aan  geen  twQfel,  dat  men  deze 
wel  nit  eene  lengte  zoo  kan  verkrijgen,  dat  zij  in  rek- 
baarheid niet  voor  het  gewone  touwwerk  zullen  onderdoen 
en  dos  ook  als  afleiders  zullen  kunnen  dienen..  De  kost- 
baarheid boven  de  opgeroeide  koperen  koordafleiders,  is 
nog  verre  beneden  die  van  Harris's  constructie  en  zal  dus 
voor  hem,  die  de  veiligheid  zijner  schepen  ter  harte  gaat 
ge^i  bezwaar  opleveren. 

e.  JBe  invloed  van  het  onweer  op  spoorwegen* 

Nadat  door  ons  beschreven  is  al  hetgeen  de  besehertaling 


Digitized  by 


Google 


376 

tan  gebotiwen  eh  schepen  tegen  bet  onweer  betreft,  die- 
nen wij  een  oogenblik  stil  te  staan  bi|  bet  bescbenwcn 
Tan  den  invloed  des  onweérs  op  spoorwegen.  A  priori  lam 
men  xeggen,  dat  bier  eene  drievoudige  gelegenheid  be* 
staat,  om  bet  onweer  aan  te  trekken,  namelijk  de  boTsa 
de  aarde  uitgespannen  telegraaf  draden  ^  de  spoorstaven 
en  de  voorbijsnellende  spoorwagen.  Dat  bet  onweer  op 
de  telegraafdraden  werkt,  ja  dat  selfs  de  atmospberiscbe E. 
als  soodanig  haren  invloed  heeft  uitgeoefend,  is  reeds  door 
meer  dan  één  voorbeeld  gebleken  —  wij  komen  daarop  in 
bet  hoofdstuk  over  den  electriscben  telegraaf  terug,  de 
jEaak  is  allezins  van  belang,  want  men  brengt  sijns  on- 
danks het  electriscbe  vuur  binnen  een  gebouw  en  is  on- 
verhoeds aan  het  grootste  gevaar  blootgesteld'. 

Ook  de  spoorstaven  zijn  bij  enkele  gelegenbeden  door 
het  onweer  getroffen  geworden ;  nadeelige  gevolgen  be«ft 
men  niet  gezien.  De  voortgeleiding  is  hier  meer  beperkt 
of  liever  afgebroken. 

De  spoorwagen  kan  drie  oorzaken  van  gevaar  opleveren, 
wanneer  dezelve  tijdens  het  onweer  in  beweging  is;  sg 
verdienen  onze  bijzondere  aandacht  boven  en  behalve  de 
gewone  omstandigheden,  waarin  elk  voorwerp  sich  dan 
bevindt.  De  metaalmassa  des  wagens,  de  rook-  en  daiq^ 
kolom,  die  uit  denzelven  oprijzen,  de  snelle  bewegingen 
de  daardoor  voortgebragte  tocht  of  Incbtzaiging,  werken 
te  zamen  om  eene  eicplosie  van  bet  onweer  uit  te  lokken. 
Wij  herhalen  hier  hetgeen  reeds  vroeger  door  ons  is  me- 
degedeeld (Deel  IX  bl.  565  art.  IX).  Eene  schnkkel^ke 
explosie  heeft  plaats  gevonden  tijdens  een  allerhevigst  on 
weder  nabij  Reading  in  Pensylvanië ;  Dr.  Lardner  ,  die 
den  verongelukten  locomotief  »AtcAi9io9uf  onderzocht,  boadt 
als  waarschijnlijke  oorzaak,  dat  dezelve  door  den  bliksem 
was  getroffen.  Er  bestond  eene  gebeele  verbrijzeling,  en 
de  stukken  waren  tot  op  aanzienlijke  afstanden  voortgeslin- 
gerd.  De  oorsaken  van  bet  ongelak  waren  niet  toéte  scbrij- 


Digitized  by 


Google 


377 

Y6Q  aan  gebreken  van  ketel  of  locomotief,  noch  aan  onacht- 
xame  of  slechte  bediening.  Indien  ook  al  geene  andere 
oorzaak  op  te  sporen  ware,  dan  het  onweer,  aan  hetwelk 
de  trein  reeds  sedert  geruimen  tyd  was  blootgesteld,  dan 
bligft  het  nogtans  duister  hoe  dit  onweór  gewerkt  heeft* 
Dr.  Lardnër  namelijk  wilde  niet  de  losbarsting  des  on- 
weer» als  aoodanig  en  alleen  beschuldigen,  maar  neemt 
eene  middellijke  werking  van  hetzelve  aan »  doordien  het 
eene  overhitting  en  vervolgens  eene  plotselingsche  en  over- 
matige scoomvorming  zoude  veroorzaakt  hebben.  De  spoor- 
staven waren  ter  plaatse  van  het  ongeluk  als  het  ware 
door  midden  geuiagd. 

Hieraan  sluit  het  volgende  hoogst  merkwaardige  voorval 
medegedeeld  door  Jobabd  aan  Ssouier  (1),  en  waargeno- 
men op  den  Belgischen  spoorweg  tusschea  Gent  en  Luik, 
nabij  het  Station  Mechelen.  Men  zag  namelyk  den  21 
Jan||  1841  s'avonds  te  6|  uur  bjy  elke  zamenvoeging  der 
spoorstaven  een  electriek  licht,  waarby  tevens  een  eigen- 
aardig knitteren  hoorbaar  was  (une  éspece  de  petillement, 
de  craquement).  Verder  schenen  de  reraorquer  Marie 
Therese  met  nog  eeoige  waggons  voor  een  oogenblik  ge^ 
heel  in  vuur  te  stcuin;  schitterende  licht-bandels  straal- 
den van  alle  hoekige  vormen;  b(j  het  aanraken  ontving 
men  een'  sterken  schok.  Het  versch(jnsel  duurde  vijf  mi- 
noten. 

d.  De  afleider  beschouwd  overeenkomstig  de  leer  over 
de  geleiding  van  de  electriciteit. 

Overeenkomstig  de  theorie  is  het  beginsel  der  onweér- 
.  afleiders  zeer  eenvoudig,    namelijk  1)   er  wordt  eene  on- 
afgebrokene  metaalgeleiding  daargesteld  van  het  meest  uit- 
stekende of  vrije  punt  Tan  een  gebouw  of  schip  af  tot  in 
den  vochtigen  aardbodem  of  het  water;  2)  de  £  des  on- 


(1)  Compies  Eendus  T.  XIII.  p.  233. 


Digitized  by 


Google 


378 

weérs  volgt  dien  metalen  weg ,  wanneer  deze  de  korftte 
18 ,  en  er  geen  voorwerp  nabij  is ,  dat  eene  rnimere  en 
snellere  afleiding  (minderen  tegenstand  van  geleiding)  aan- 
biedt; 3)  de  E  zal  niet  mechanisch  werken,  noch  warmte 
opwekken  ,  noch  scheikundigen  invloed  uitoefenen  ,  indien 
de  metaalgeleiding  aan  hare  hoeveelheid  geëvenredigd  is 
en  den  gertng8te?i  tegenstand  vfin  geleiding  aanbiedt. 

Hieroit  volgt  nu  voor  de  toepassing: 

a)  dat  ELK  metfial  even  goed  aan  het  oogmerk  kan  vol* 
doen,  mits  men  %org  drage  voor  eene  rnime  aflei- 
ding, t^'e/*e  afhankelijk  is  van  den  stoffelijken  aard, 
en  de  afmetingen  in  doorsnede  en  lengte.  Maar  met 
het  aannemen  van  dezen  regel  moeten  wij  ons  verklaren 
over  de  tegenstrijdigheid ,  welke  ten  dien  opzigte  bestaat. 
Het  is  bekend  dat  men  de  geleiding  der  zoogenaamde  spaa- 
nings  (frictie)  electriciteit  stelt  langs  de  oppervlakte  van 
ket  geleidende  ligchaam  onafhankelijk  van  den  inhoud  en 
de  massa  of  de  stoffelijke  hoedanigheid  des  geleiders ;  bg 
den  electrische  stroom  van  galvanische  en  andere  electriciteit 
is  daarentegen  de  geleiding  afhankelijk  van  den  inbond  des 
geleiders  en  de  stoffelijke  verscheidenheid ,  terwijl  de  op- 
pervlakte er  geen  invloed  op  uitoefent. 

Aannemende ,  zoo  als  ook  werkelijk  het  geval  is  ,  dat 
de  electriciteit,  uit  welke  bron  zij  ook  mogt  ontstaan 
zijn,  eene  en  dezelfde  blijve,  schijnt  in  de  gemelde  wet- 
ten van  geleiding  eene  tegenstrijdigheid  te  zijn  gelegen. 
Dezelfde  tegenstrijdigheid  is  ook  de  oorzaak  geworden  van 
het  verschil  in  gevoelens  over  de  inrigting  van  den  blik- 
semafleider, daar  de  één  slechts  spreekt  van  een  maxi- 
mum van  dikte  of  doorsnede ,  terwijl  de  oppervlakte  bal- 
ten  rekening  blijft  (van  van  Marum  af  tot  Harris  en  a.)t 
en  de  ander  wil  de  grootste  oppervlakte  van  afleiding  (MuR- 
RAT,  Hknrt  en  a.)  (1)  Harris,  Prechtl  en  andere  leg- 

(1)  Horrat  ifvijkt  geheel  en  al  Tan   de   bekende  daadzaken  orer  de 
Tcrspreidiug  der  E  af,  wanneer  hij  (lie  boTco  biz.  337)  meent  eene 


Digitized  by 


Google 


379 

gen  dudelUk  overeenkoBMüg  de  bekende  wetten  van  Ohv« 
^t  men  de  doorsnede  dient  te  vergrooten,  naannate  de 
afleider  langer  gemaakt  moet  worden,  opdat  de  grootere 
doorsnede  vergoede ,  wat  door  den  tegenstand  eener  meer- 
dere lengte  vertraagd  wordt  (1).  Paechtl  sprekende  over 
dé  ijseren  afleiders  segt  selfs ,  dat  het  raadiaam  is ,  aan 
de  stangen  de  geringste  opperrlakte  te  geven,  opdat  i(| 
het  minst  aan  de  inwerking  der  lacht  souden  zijn  blootge* 
stdd. 

De  tegenstrydigfaeid  wordt  nog  grooter,  wanneer  men 
daarbQ  in  aanmerking  neemt,  dat  de  atmospherische  eleo* 
triciteitvan  gelV|ken  aard  gehoaden  wordt  als  de  wr^vings* 
ef  spannings-electriciteit.  Het  is  immers  ook  dese  over* 
eenkomst,  welke  aanleiding  heeft  gegeven  tot  het  aanwen- 
den van  spitse  punten  bij  den  afleider.  Het  algeheele  in* 
hollen  van  een  voorwerp  binnen  een  metalen  net  van  goedgelei- 
dende stof  (meer  of  min  het  stelsel  van  Sturgbon  by 
schepen),  het  inkleeden  van  een  gebouw  over  desselfs  ge- 
heelen  omvang  in  metaal  (buskruidmagazijnen) ,  soude  de 
verspreiding  der  E  naar  de  binnenruimte  wegnemen,  soo« 
ab  de  proeven  van  Fhanklin,  Coulomb,  Aoardh,  en  ten 
hatste  Farabat  overtuigend  loeren. 

De  Baak  komt  derhalve  daarop  neder:  moet  bg  de  pcao* 
tQk  des  afleiders  gevolgd  wordt  de  wet  i^an  verspreiding 
van  de  siatische  E^  zoo  als  Coui^mb  ze  het  naauwkeurtgst 
heeft  doen  kennen;  of  die  van  den  electrischen  (dynami* 
9che  E.)  stroom,  welke  w\)  aan  Ohm  te  danken  hebben. 
Dat  de  verschijnsels  van  de  statische  E.,  hare  verspreiding 
laogs  het  oppervlak  eens  ligohaams  overeenkomstig  deszelAi 

iukhele  geleidende  oppervlakte  ie  hunnen  verhrtjgen\  dit  reiw 
nadt  ten  eeoenmale  onkunde  Tan  de  eerste  be^nselen  der  electrid- 
teitileer. 

(2)  Prichtl  l  lp.  475:  i>denn  auch  die  Metaüe  werden  %u 
*cUeekien  Leitem^  wenneie  niol4  Massa  genug  haben^t  die  Eleo' 
triziigi  ungekinderi  dureh  sm  lassen,^ 


Digitized  by 


Google 


380 

vorm  en  onafhankelijk  Tan  desxeMs  massa,  boven  allea 
twijfel  Terheyen  zijn,  behoef  ik  slechts  te  herinneren;  maar 
daarenboven  heeft  ce  Poisson  wiskunstig  bewesen :  aanne- 
mende dat  elk  stofdeeltje  evenveel  van  beide  E.  bevat, 
ivelker  volmaakt  beweegbare  deeltjes  volgens  de  wet  van 
de  omgekeerde  rede  van  de  vierkanten  der  afstanden  el- 
kander aantrekken  en  afstooten,  dan  moet  het  evenwigt 
bestaan  in  eene  verspreiding  over  het  oppervlak,  en  af- 
hankelijk van  den  vorm  eens  ligchaams. 

P.  Knus  (1)  handelende  over  de  absolute  Uuiing  der  siof^ 
zegt:  In  den  staat  van  rust  brengt  de  E.  in  de  stofdeel* 
tjes  eens  ligchaams  geene  verandering  voort;  hare  werking 
wordt  slechts  door  den  vorm  en  niet  door  de  natour  des 
ligchaams  gewijzigd.  Deze  allezins  merkwaardige  eigen- 
schap der  E.  kan  evenwel  niet  tot  de  gevolgtrekking  lei- 
den,  dat  de  stof  niet  ontvankelijk  zoude  zQn  voor  eene 
volstrekte  (absolute)  electrische  lading.  Met  hetzelfde  regt 
kon  men  volgens  de  ondervinding  het  tegengestelde  aanne*- 
men,  omdat  de  E.  een  ligchaam  verwarmt,  ontleedt,  ver- 
brijzelt. Dat  zijn  wel  is  waar  verschijnsels  van  ontla- 
ding, maar  aan  elke  ontlading  moet  toch,  hoe  kort  dan  ook 
van  duur,  eene  lading  voorafgegaan  zQn,  en  by  gevolg 
moet  het  geheele  ligchaam,  in  deszelfe  massa  geladen  ge- 
weest z(jn.  De  afleider  van  het  onweer  dient  niet  voor  de 
verspreiding  der  E.  tot  een  statisch  evenwigt  vart  lading, 
maar  voor  de  ontlading  dus  voor  de  voortbeweging  der  E; 
bij  moet  den  electrischen  stroom  doorlaten.  Eigenlijk 
wordt  de  afgebrokene  beweging  {discontinuirliche  Strom) 
door  de  massa  de  oorzaak  van  het  gloeijeo ,  smelten , 
scheuren  en  verstrooijen  der  stofdeeltjes,  terwQl  de 
aanhoudende  stroom  [continuirliche  Stram)  slechts  che- 
misme  en  magneetkracht  ontwikkelt  (2).     Derhalve  komt 

(1)  Repertorium  VI.  p.  118. 

(2)  Rus  in  POGCINDORPP*!  AnmUen  LXIV  pi  628:  en  HlHBlCl  idem 
LXIV  p.  845.   PuTiER  Qmptes  Bendms.  Dec  16  1844. 


Digitized  by 


Google 


3S1 

de  doorsnede  van  den  afleider  alleBins  en  in  de  eerste 
plaats  in  aanmerk! ng,  omdat  bij  de  dynamische  E*  de  te* 
geastand  van  geleiding  des  te  geringer  wordt,  boe  meer 
de  doorsnede  aangroeit;  de  oppervlakte  kan  naar  vorm  ea 
grootte  buiten  aanmerking  blijven.  De  doorsnede  dient  des 
te  grooter  te  worden,  hoe  langer  de  afleider  moet  sljn;  zij 
moet  Toor  de  metalen  verschillend  genomen  worden,  naar 
mate  zQ  in  andere  verhoudingen  geleiden. 

Wq  stellen  dns: 

h)  dat  de  torm  dee  afleiders  onverschillig  is;  metaal- 
strooken,  metalen  baizen,  te  zamen  gevloch* 
ten  e  draden  %ullen  alle  even  goed  aan  het  oogmerk  vol* 
doen,  indien  het  sub  a.  gemelde  wordt  in  acht  genomen  (!)• 

c)  Ifai  de  grootte  van  de  doorsnede  des  et/leiders  uit 
de  ondervinding  moei  a/geleid  worden^  Wij  hebben 
gezien,  dat  men  hierbij  tot  voorbeeld  gekozen  heeft  eene 
metaaldikte,  welke  tot  nu  toe  bevonden  is,  als  aan  de  wer- 
king van  bet  onweer  te  hebben  weerstand  geboden*  De 
grootste  opgave  voor  koper  bedroeg  2,85  vierk.  ned.  dm. 
(Londonsehe  beurs) ;  op  schepen  1,25  vierk.  ned.  dm.  (Har- 
Ris);  voor  geslagen  y%er  2  vierk.  ned.  dm.  (Pi.ibninger); 
/(W3  vierk«  n«  dm.  (Kraatenhopp)  ;  gevlochten  koperdractd 
1)32  vierk.  n.  dm.  (van  Mjlrum)  (2). 

(1)  Het  it  er  rerre  Tan  af,  dat  men  de  eenroudi^  beginsels  der  af- 
leiders algemeen  bekend  mag  Tcronderstellen. 

Het  Pepart.  van  fabrtjhwezen  en  handel  te  St.  Petersburg  stelde 
aan  de  Academie  de  vraag  TOor  (Bulletin  de  PAcademie  Imperiale 
des  Se.  de  St  PeCersb.  T.  IV.  p.  301.  Mei  1S45)  of  men  niet  de  ijze* 
ren  afleiders  kon  verrangen  door  die  Tan  gevlochten  geel  hoperdraad, 
welke  men  in  Weenen  gebruikt,  omdat  bet  minder  kostbaar  is  en  niet 
exy^eK.  Het  werd  aan  Jacobi  en  Lssz  opgedragen  om  rapport  oit  te 
brengen. 

LiRZ  gaf  aan  dezelre  berigt  Tan  een  betoog,  door  hem  aan  het  De. 
pw^ement  der  Artillerie  Verstrekt  oTer  de  noodiakelijkheid  om  de  me- 
^^albeklee^ngYan  liet  dak  eens  kruidmagazijns  met  den  afleider  te  Terbinden. 

(2)  Het  beschutten  der  oppervlakte  tegen  roest  enz.  wordt  meestal  aaiv* 


Digitized  by 


Google 


382 

d)  Ifai  de  smtts  uitbindkn  dl^r  ti/leiders  eir  nadeelig 
dan  voordeelig  %ijn  (bl.  840) ,  in  één  woard^  onmuitig  ^gn. 

De  werking  van  de  spitse  uiteinden  behoort  geheel  en  al 
tot  de  klasse  der  statische  E.  Voor  de  dynamische  wer- 
king der  E.  bestaat  hier  de  minste  gelegenheid. 

Is  het  denkbaar,  dat  de  eleetriciteit  juist  de  bovenste 
spits  aal  treffen,  en  dat  als  het  ware  de  bliksemstraal 
op  haar  gerigt  wordt?  Meestal  treft  de  straal  in  eene 
schuinsche  rigting,  zelfs  in  enkele  gevallen  herisontaal  (!)• 

e).  Wanneer  de  metaal-geleider  genoeg%ame  capaciieii 
heefl^  dan  %al  hij  de  E»  sonder  nawerking  afleiden 
en  kan  sonder  eenige  bezorgdheid  oitniDDeiaJiK 
AAN  HBT  TE  BESCHERMEN  TooRWBftP  ingehechl  worden  — 
ISOLATIB  t>  ten  eenenmale  onnood ig  (bis.  347,  10). 

f).  Eene  bijzondere  omzigtigheid  tt  er  no^digywanr 
neer  in  de  nabyheid  des  afleiders^  in  des'mlfs  werkkring 
(sphère  d'activité)  meer  of  min  groote  hoeveelhe- 
den van  goed  geleidende  stoffen  aanwezig  zijn« 

Dit  punt  vordert  onze  aandacht,  ten  opzigte  van  voor- 
werpen, zoowel  buiten  (blz.  347)  als  binnen  (blz.  366) 
eenig  gebouw  geplaatst,  dat  met  een'  afleider  is  voorzien. 
Het  afwijken  van  den  electrischen  stroom  van  de  ho<rfdrig- 
ting ,  het  overspringen  van  de  electrische  vonk  en  de  in- 
ductiewerking kunnen  op  geene  wijze  worden  voorkomen; 
tenzij  men  alle  voorwerpen  van  éénigen  omvang  in  eene 
metaalgeleiding  en  verbinding  stelle  met  den  eigenlijken  af- 
leider. Bij  gebouwen,  die  tot  derzelver  constructie  veel 
metaal  vorderen  of  met  veel  metaalwerk  worden  voorzien, 


geraden.  EllK  BIiriim  wil  daareniegen,  doi  de  afleider  metmmihltmi 
wordt  gehouden,  Comptet  Bendus  XXI.  p.  771.  Hoe  bij  ziilkf  wil 
doen,  woidt  evenwel  niet  opgegeven. 

(1)  De  dom  te  Straalsbnrg; 

PotiGiifDOBFF'8  Annalen  LXVI.  p.  6M.  Evenwel  worden  de  ra'i 
der  fchepen  niet  door  bet  onweer  het  eent  getroffien;  ahbani  is  er 
geen  Toorbeeld  bekend. 


Digitized  by 


Google 


383 

behoort  men  reedt  aaoTankelijk:  den  bouw  zoó  te  leiden,  iat 
de  afleider  doelmatig  aangelegd  kan  worden.  Op  schepen 
ii  dit  niet  minder  gewigt  wegene  de  kanonnen  (1). 

Wg  dienen  allezins  te  onderscheiden  tu9schen  het  over- 
springen van  de  vonk »  de  xoogenaamde  sijdelingsche  ont- 
lading en  de  inductiewerking;  de  eerste  kan  schroomelijke 
gevolgen  hebben ,  van  de  laatste  is  dit  niet  denkbaar.  De 
ondervinding  alléén  kan  ten  dien  opzigte  eene  nadere  be- 
slissing opleveren;  het  stelsel  van  Harris  kan  veel  daar- 
toe bedragen.  Vele  gevallen  van  zijdelingsche  ontlading 
waren  wel  is  waar  gevolgen  van  onvolmaakte  gebrekkige 
afleiding,  maar  er  zQn  ook,  die  dfeuiraan  niet  geweten  kan- 
nen worden  (blz.  366). 

g).  De  OMVANO  VAN  DEN  BESCHERMINGS-CIRKEL  iS  tot  nU  tOB 

door  de  ondervinding  niet  aangewe%en  (2),  Het  is  niet 
waarschijnlijk,  dat  zulks  ooit  geschieden  zal  (blz.  344  art.  3)» 
looals  reeds  door  ons  is  opgemerkt  (blz.  346).  Elk  gebouw 
o{  vaartuig  van  eenige  uitgestrektheid^  of  met  meerdere  uit- 
stekende  gedeelten  voor%ien ,  dient  door  meer  dan  éénen 
afleider  te  taorden  beschermd  j  vooral  indien  het  alléén 
en  afge%onderd  staat* 

Vergeten  wij  niet  ten  slotte,  aan  de  zoogenaamde  op- 
gaande rigting  des  onweèrs ,  zoodat  men  eigenlijk  niet  al- 
toos aan  de  neerslaande  rigting  des  bliksems  kan  denken 
Marianini  beeft  de  aandacht  er  bijzonder  opgevestigd  (3), 
^  de  wetenschap  moet  deze  nog  nader  toelichten.  Men 
kent  de  zoo  gevreesde  vuurballen  op  zee,  die  steeds  nood- 
lottig zijn  voor  de  vaartuigen  welke  ze  bereiken. 


(1)  Verhandeling  Tan  den  Heer  MfTLliR  blz.  75  en  elders. 

(2)  Lul»   heed  reedt  in   1825  bepaaldelijk  dese  aelling  aangeno-* 
mea.  Edinh.  Pkihsoph.  Joum.  1825.    Meek.  mag.  XXXIX  p.  80. 

De  afleiding  op  schepen  beTesligt  dezclTe  nog  moer. 

(3)  Amnal  de  Chim.  ei  Phys.  1845.  8c  Serie  XIIL  p.  a45.  EUc- 
•^•^  nmgmr.  n.  t».  11. 

26 


Digitized  by 


Google 


384 

Wij  kammi  diui  van  de  leer  des  afleiden  afsti^peB. 
Het  lag  niet  in  ons  doel,  cm  den  aanleg  van  eenen  blik- 
semafleider te  beschrijven  9  want  hiervoor  vindt  men  ge- 
schikte handleidingen  aangewezen.  Wig  wenschten  veeleer 
het  uiteen  loopen  van  veler  gevoelens,  het  verschil  van  vele 
voorstellen  toe  te  lichten.  Wij  zochten  naar  de  aan  de 
ondervinding  ontleende  en  bevestigde  daadsaken;  hiMt>p 
hebben  wij  ons  oordeel  gegrond ,  om  vele  algemeen 
genomene  denkbeelden  te  bestrijden  en  in  derselver 
licht  te  ontwikkelen. 

Wg  hopen  hierdoor  de  aanwending  der  afleiders  dte^  bif 
ons  nog  9  %oowel  ie  land  als  te  waier^  v€r%uimd  wordt , 
te  bevorderen.  Het  is  %elfs  te  verwonderen  ^  dai  onste 
vele  scheeps'gebouw'  en  molen--  assurantte-maatsckap^ 
jnfën  de%e  %aak  niet  meer  ter  korte  nemen/ 

A.  c.    Ife  Hc^elafleiders  (Paragrële). 

Wanneer  wij  den  hagelafieider  onder  de  afdeeling  der 
electriciteits«afleiders  brengen,  zoo  geschiedt  znlks  niet, 
omdat  wiy  de  etectriciteit  als  oorzaak  van  de  hagelvorming 
houden^  maar  omdat  deze  stelling  langen  t^d  is  en  nog 
wordt  volgehoaden.  MtisscHCNBaoBK  was  de  eerste,  die 
deze  leer  verkondigde;  Volta  heeft  haar  op  nieuw  ver- 
dedigd (1),  en  nog  z^n  er  velen  die  haar  in  alle  ojmigten  ge- 
trouw zijn;  onder  anderen  noem  ik  slechts  Pelticr  en  Ara- 
Go  (2).  Reeds  in  1785  werd  door  de  bekroonde  verhandeling 


(1)  Li  Cog  beTondt  zich  in  eenen  hagelwolk,  zonder  eenig  ▼erscbijn- 
icl  naar  VotTl'S  theorie,  te  bemerken.  Comptes  Bendus  1836  p.  324. 
PoGGEifDORrrs  AutuUen  XXXVllI.  p.  606, 

(2)  Abago  bescboumrt  de  haselTortting  uU  dit  atandpnot,  zooals  bGj- 
ken  kan  uit  zijne  yerhandelin^  over  ke$  voarspeUe»  van  kef  weder* 
Bij  Terklaart  het  yenchijnsel :  dat  in  Sardinië  die  provincifo ,  wier  hfic- 
gen  met  boisdien  bedekt  ^n^  vAa  kasdsbg  berryd  blijven» — ^^nit  den 
inyioed  Tan  de  booBien,  om  tf  dienen  ali  eT^  zo»  mie  blikaefnailei* 


Digitized  by 


Google 


386 

van  Placidus  HnmiCH  1^  de  Bei^ersehe  Academie  (neue 
AhhanM.  der  BaierscAe  Academie  %u  Munohen  T#  V.)  en 
later  in  1798  door  £.  F.  Wrbde  en  C.  8.  Wsns  bg  de 
Berliner  Geselhèhaft  mUurforsokender  Freunde  (nen» 
SehrilteB  T.  HL)  aangetoond,  dat  de  E.  niet  de  hoofd- 
oorzaak ia  van  den  hagel ,  %y  verge%eU  alechU  %ijne  vorming^ 
it  er  een  gevolg  van.  Het  sij  dus  genoeg  te  uiteggen,  dat 
de  leer  van  L.  von  Buch,  gestaafd  door  de  onderzoekin- 
gen van  Olmsted  en  nog  meer  door  de  grondige  naspo- 
f logen  van  Kamtz  hoogst  waarschijnlijk  is,  en  dus  de  ha- 
gel geboren  werdt  door  de  tvorsteling  van  koudere  en 
warmere  lucktstroomen, 

In  1776  heeft  Guenant  ob  Montbrillard  het  eerst  den 
onweér^afleider  ook  als  hagelafleider  voorgesteld;  —  het 
Ueek  echter  bij  ondwvtnding,  dat  hij  wel  tegen  de  elee* 
tricitett  des  onwedrs,  maar  niet  tegen  de  onweérsbni  kon 
beschermen.  In  1820  trad  la  Postollb  (biz.  338  E)  met 
zijne  stroo-afieiders  en  houten  staketsels  op ,  die  later  door 
Tbollard  met  metalen  spitsen  werden  voorzien;  velden  en 
wijnbergen  in  het  'zniden  van  Frankrijk,  Dnitschland,  Zwit- 
serland en  Italië  zocht  men  op  deze  wijze  tegen  hagelslag 
te  beschermen;  natnur*  en  landhnishondltundigen  twistten 
met  elkander,  zelfs  gevestigde  aatoriteiten  vermogten  niets 
tegen  het  onzinnige  plan ,  totdat  eindelijk  de  uitkomst  de 
hoog  gespannene  verwachting  veredelde.  Paupaille  was 
de  laatste,  die  deze  hagelafleiders  in  bescherming  nam  (1). 
Later  heeft  men  nogmaals  voorgesteld,  om  eenen  metalen 
kogel  met  vele  punten  gewapend,  in  eene  hagelwolk  op  te 
laten  en  dan  de  E.  door  een  aan  denzelven  hangenden  af- 
leider af  te  leiden,  opdat  er  |[een  hagel  gevormd  zoude  wor* 


den,  die  ftil  en  br|  Toortduring  werken.    De  E  zoude  onmisbaar  zijn 
^^oor  de  hageWorming.    Algemêene  Konst  en  Letterbode  1846  n<>.  48. 
p.259. 
(1)  AnnoL  de  la  Soc.  Unnéenne  de  Paris  1827  Sepl.  p.  116. 


Digitized  by 


Google 


886 

iea  (1)«    Mmi  heeft  diu  van  deselfde  TeronderatelliDg  of 
liever  dwaling  gebruik  gemaakt  sonder  gnnttig  gevolg. 

De  aodere  beschemingsmiddeleD  tegen  hagelslag,  bo- 
msteode  op  eene  mechanische  verdeeling  van  de  wolken » 
bet  opwekken  van  storende  luchtstroomen  enz.  behooren  niet 
tot  ons  onderwerp.  Voor  soover  men  thans  in  de  kennis  dier 
onderscheidene  hulpmiddelen  gevorderd  Is,  hestaat  er  geen 
onfeilbaar  kunstmiddel  dat  Aier  met  den  bliksemafleider 
gelQk  gesteld  kan  worden  (2). 

A.  tL    De  Elêciricüeilê^Jlintler  van  den  stoomketel. 

(Electrofugé). 

Wij  hebben  reeds  vroeger  gesproken  (Deel  IX  p.  S60) 
over  een  voorstel  van  D.  Tassin,  namelijk,  om  den  stoom* 
ketel  met  eenen  afleider  te  voorzien,  ten  einde  de  ont- 
ploffing af  te  weren,  welke  de  etectriciteit  van  den  stoom 
sonde  kunnen  veroorzaken. 

Naar  hetgene  ons  bekend  is  van  de  ontwikkeling  van 
E.  door  de  stoom  vorming,  behoef  ik  niet  omstandig  dit 
heraensqhimmige  plan  verder  na  te  gaan.  Het  bdioorde 
hier  genoemd  te  worden,  omdat  het  met  ons  onderwerp  in 
verband  staat. 


(1)  Mêch.  mag.  XXXI  p.  31. 

(2)  MUm.  th  PAcmdemie  d^s  Soiénce$  de  Pons  1880  T.  IX.  |i.51 

Mei  vervolg  Menuu 


Digitized  by 


Google 


>mc^ 


fFenken  over  de  mogelijkheid  der  vermeerdering  van^ 
voedselmiddelen  in  Nederland ^ 

door 

H.   C.   TAN  HilJW 


£en    der  onderwerpen,   welke  op   dit  oogenblik  het 
meest  de  aandacht  bezig  houden,  is  de  behoefte  der  min* 
dere   klasse,    veroorzaakt   door   de   groete  duurte  ten  ire- 
volge  van  het  gedeeltelijk  mislukken  der  beide  voornaam- 
ste   voedselmiddelen    onzer    Natie.     Men    vraagt,    welke 
hulpmiddelen  bezit  Nederland  in  zich  zelf,  om  in  de  zoo 
algemeen  gevoeld   wordende   behoefte  aan  levensmiddelen 
te   voorzien,    en   zoo  men  al  de  herhaling  van  zoodanige 
rampen,  als   1845  en  1846  ons  in  eene  eigenaardige  we* 
dersgesteldheid   en   ziekien   van  planten  hebben  doen  ge- 
voelen ,  niet  kan  voorkomen ,  hoe  men  dan  op  andere  wij- 
zen hulpmiddelen   kftn   zoeken  tot  vermindering  van  het, 
niet  dan  al  te  ernstig  dreigende  kwaad? 

Al  wat,  zoo  ver  het  vak  mi)ner  studie  aangaat,  hiertoe 
in  aanmerking  komt,  in  enkele  bijzonderheden  na  te  gaan, 
rekende  ik  geen  geheel  ongepast  noch  natteloos  onder* 


Digitized  by 


Google 


388 

werp  te  zijn,  om  daaraan  eenige  oogenblikken  toe  te 
wijden. 

Wanneer  wij  met  hetgeen  ons  het  naast  is,  met  de 
Toortbrengselen  uit  het  Dierenrijk  aanvangen,  xoo  zijn 
er  enkele  zUcen,  waaromtrent  ik  mf]  zai  vergenoegen  met 
een  enkel  woord  hierover  aan  te  stippen ,  daar  eene  volle- 
dige beoordeeling  van  dil  gedeelte  mijns  onderwerps  te 
veel  buiten  den  kring  mijner  kundigheden  zoude  liggen. 

Het  is  wel  bekend ,  dat  wiy  vele  inlandsche  zoogdieren 
en  vogelen  tot  voedsel  gebruiken  en  dat  nog  al  enkele 
personen  hierin  een  bestaan,  anderen  eene  aangename  uit- 
spanning hunner  bezigheden,  ^  sommigen  ook  wel  eene 
afwisseling  van  niets  doen  zoeken.  Ik  vermeet  mij  niet 
de  wetten  en  gewoonten  op  het  jagtwezen  en  het  honden 
van  sommige  soorten «  van  vogels  half  in  het  wild,  de 
duiven  b.  v.  %wanen  en  ganzen^  die  vaak  ook  aan  het 
eigendom  van  anderen  nadeel  toebrengen,  in  alle  opzigten 
te  beoordeelen,  maar  meen  dan  toch  te  mogen  vragen, 
of  er  voor  elks  natuurlijk  eigendomsregt  bij  dit  alles  wel 
altoos  genoegzame  «org  is  gedragen  en  of  het  nadeel  dat 
konijnen^  hazen^  uitvliegende  tiuiven^  zwanen  enz.  aan 
de  veldvruchten  en  andere^  voortbrengselen  van  akker  of 
weiden  toebrengen,  niet  vaak  grooter  is,  dan  de  geringe 
vermeerdering  van  voedselmiddelen ,  die  hieruit  voor  de 
Natie  ontstaat;  zonder  nog  te  spreken  van  den  iijdj  dien 
velen  voor  een  luttel  gewin  verliezen  en  die  met  dit 
kleine  voordeel  in  geene  aanbevelenswaardige  verhouding 
staat.  —  Ervarene  landlieden  weten  veel  te  verhalen  van 
het  nadeel,,  dat  zij  van  zoodanige  door  de  wet  eenigzini 
in  bescherming  genomen  dieren  menigmaal  in  hunne  oog- 
sten ondervinden.  En  dat  de  konynen  b.  v.  hoewel  in 
een  groot  deel  van  ons  land,  vooral  in  de  duinen  aan  den 
vasten  wal  van  Holland,  grpotendeels  uitgeroeid,  echter 
op  andere  plaatsen  Hog  menigvuldig  zijn,  is  op  de  heide- 
velden in  Utrecht,  Gelderland  en  elders  wel  bekend  ea 


Digitized  by 


Google 


389 

UQkl  ook  ëaarait,  dat  onder  andereo  nog  ia  1843  de  ko- 
iigneiiyan§r8t  op  ter  Sekelling  Terpaeht  is  Toor/1093,  o^ 
Vlieland  voor/ 153  (1). 

Meer  voordeeÜg,  en  sonder  schade  voor  andere  bedrijf 
Teo,  is  de  vangst  va». ondèrsoheidene  vogels,  vooral  treky 
vogels  9  welke  ooae  seekusten  en  binnenwateren  xoo  over« 
vloedig  dikwijls  besoeken;  waarraitreat  de  eendenkooijen 
b.  v«  alle  bescherming  der  Begering  waardig  afjn.  Een 
gioot  aantal  derselve  is  op  onae  kusten,  aan  den  Biesbosch 
en  de  groote  rivieren  ia  Zoid-HoUand  en  elders  in  moeras* 
rige  streken  verspreid.  Als  men  statistisch  konde  nare- 
kenen»  welk  eén  overgroot  aantal  vogels  en  derzelver 
eljeren  hier  nit  het  wild  worden  opgesameld  en  deels  tot 
voedsel  der  iagesetenen  verbruikt»  deels  naar  het  naburig 
Engeland  versondea  worden,,  dit  sonde  gewisselijk  eene 
aanmerkelijke  som  beloopen.  In  sommige  kooien  aan  den 
Biesbosch  vong  men  in  Nov.  en  Dec.  1844  in  4  dagen 
tijds  700 — 800  stuks  eendvogels ,  die  te  samen  voorseker 
eene  belangryke  waarde  vertegeftwoordigen  (2).  De  insame- 
ling  van  eijeren  bedraagt  alleen  op  het  kleine  eiland  Aoitum 
jaarU)ks  door  elkander  meer  dan  10,000  groote  en  30,000 
kleinere  eijeren  en  ook  op  eenige  andere  onser  Noordelyko 
eilanden  is  die  vangat  veelal  aansienlijk. 

Van  hoe  overgroot  belang  de  Nederlandsche  visseheryen 
iQli,  soo  op  onse  binnenwateren,  als  vooral  in  de  opse 
stranden  omspoeleede  see,  is  algemeen  erkend  eo,  b^  do 
groote  doorte  van  alle  sp^aen  uit  het  Dierenrijk,  valt  dit 
behog  thans  bijsonder  in  het  oog;  maar  het  is  de  vraagt 
of  men  in  sommige  streken  door  eene  betere  inrigting  der 
▼isch-schepen,  wat  de  langdurige  bewaring  van  den  visch 
aangaat;  door  eene  meerdere  aorg  voor  den  aanleg  van 
oesterbanken  en  door  de  toepassing  onzer  kennis  van  do 


(1)  Staat  Yao  deo  landbouw  over  1848,  R  18a 

(2)  Slaat  fan  den  landlxww  OTer  1841,  bl  78—79. 


Digitized  by 


Google 


390 

jiatudrligke  historie  dezer  dieren  op  derselver  vomeiiig- 
vnldiging  en  inzameling,  dezen  tak  Tan  nijverheid  niet 
nog  veel  meer  opbrengende  zoude  kunnen  maken  (1);  iets, 
dat  thans  vooral  van  gewigt  is,  nu  de  meer  gemakkelQke 
middelen  /van  vervoer  de  verzending  van  zeevisch  naar  het 
binnenland  meer  en  meer  zullen  doen  uitbreiden  en  Enge- 
land ook  hieromtrent  blijkt  eene  nooit  te  verzadigen  markt- 
plaats voor  onze  voortbrengselen  te  wezen,  daar  er  zelfs 
Engelsche  schepen  steeds  op  stroom  liggen  in  de  nabijheid 
der  viscbplaatsen  onzer  ingezetenen  in  de  Noordzee  om  de 
tarbot  j  die  wij  daardoor  hier  te  Groningen  zoo  zelden 
zien,  en  andei%  zeevisch  onmiddellijk  in  ontvang  te  nemen. 
Alleen  van  één  enkel  artikel,  van  de  aal  uit  onze  biz- 
nen wateren,  gaan  jaarlijks  ongeveer  300,000  Ned.  ponden 
uit  Friesland  naar  Engeland.  En  hoeveel  wordt  van  deze 
en  andere  vischsoorten  niet  nog  binnenslands  verbroilu, 
waarvan  de  hoeveelheid,  zelfs  niet  bij  raming,  is  op  Ce 
geven. 

Uit  het  plantenrijk  verzamelt  men  eenige,  hoewel  niet 
zeer  vele,  soorten  uit  het  wild  en  ware  het  niet  onbe- 
langrijk, dat  de  kennis  van  die  gewassen,  waarvan  nieo 
tot  voedsel,  hetzij  van  den  mensch,  hetzij  van  de  voor 
hem  zoo  gewigtige  huisdieren,  gebruik  maakt,  meer  alge- 
meen verbreid  werd.  Menig  n^vere  arme  zoude  hierdoor 
in  de  soms  drukkende  behoeften  van  zich  en  zijn  gesia 
kunnen  voorzien;  inzonderheid  ook  daarom,  omdat  bet 
menigmaal  eene  soort  van  werk  is,  dat  ook  aan  zwakke 
vrouwen  en  kinderen  kan  worden  overgelaten.  Men  ver- 
gunne  mij  enkele  voorbeelden: 

Wel  bekend  is  de  inzameling  uit  het  wild  van  aard' 
akers  j    paardebloem    (molsla    of   hondetong)  ^    zuring  t 


(1)  Zie  eenige  verspreide  denkbeelden  bieromtreDt  in  lief  Wétemehp' 
peUjk  Blad  ter  uitbreiding  der  liederkmdeehe  vi$eohen§em.  o**  ^ 
en  2.   Deri^nler  1S45. 


Digitized  by 


Google 


391 

blammwiesBen^  iramen^  htnelnoien  ens*    Niet  overal  ech- 
ter aan  oose  zeekusleB  is  die  wijie  bekend,  waarop  men  in 
Zeeland  de  %eekrdal  (JSalieomia  herbacea^  in  Gron.  kralh 
bestrmk  of  hanepool  geheten)  gewoon  is,  jong  in  Ie  za- 
melen en  Tersch  als  salade  te  gebruiken  of,  meer  alge- 
meen, even  als  wij  met  saladeboonen  doen,  in  te  maken 
en  zoo  vaak  op  verre  afstanden  te  verzenden.    Niet  overal 
let  men  er  op,  dat  de  gewone  veldsalade  (Fedia  oUtoria) 
vrg  algemeen  ia  het  wild  groeit,  en  tasschen  het  te  veld 
staande  winterkoorn  opgezocht,  dikwijls   veel  aangenamer 
▼an  smaak  is  dan  dezelfde  in  onze  tuinen  gekweekte  plant- 
jes.   Niet  overal  weet  men,  zoo  als  ik  het  wel  heb  zien 
doen ,    de  soorten  van  veldkers  of  Cardamine  uit  het  wild 
in  te  zmnelen  en  tot  eene  welsmakende  salade  te  berei- 
den.   De  zoo  algemeen  bij  ons  groeijende  waierkers  {SU 
tymbrium    NaslurHum)    wordt    niet    dan    hoogst    zelden 
tot  voedsel   alhier  ingezameld  en  het  ware  niet  onbelang- 
rijk, dat  men  in  Nederland  beproefde,  kweekerijen  van  wa- 
terkers of  zoogenaamde  cressaniéres  aan   te  leggen,  hoe- 
danige        de  nabnurschap  van  Parijs  en  Londen  algemeen 
zijn  en  eene  veel  aangenamer  soort  van  kers  tot  toespijze 
opleveren   dan   de  biiierkers^  die   wij   kennen    (1).     Niet 
overal  k^it  men  de  kunst,  om  van  in  het  wild  groeijende 
kruiden   een  goed  mengsel   tot  een  kruidmoes   in   soepen 
enz.  bijeen  te  zamelen.  Niet  overal  weet  men ,  ti/e/Ae  wilde 
kruiden,    de  melde  (Chenopodtum  alhum   enz.)  b.  v.  en 
onderscheidene   anderen,    tot   een  onschadelijk  veevoeder, 
b.  V.  als  toevoegsel  tot  de  in  den  tsopketel"  te  zamen  ge- 
kookte kruiden  en  wortels  voor  het  vee,  of  des  noods  ook 


(1)  Zie  de  wijze  Tan  waterkers  aan  te  kweeken,  onder  anderen  op» 
gegeven  in  Hibmbstadt,  Archiv  der  AgriouUur-chemie  VII.  p.  836—349; 
Atmmles  de  VAgriculimre  Froncaise  XXXIV.  p.  40  Tolg.  en  de  Vriend 
des    VoderUmds  1836.  bl.  702-703  en  Mais^n  rusHque  du  XTXe 
êiéde.  iU  F-  160. 


Digitized  by 


Google 


392 

tot  toedsel  voor  den  mensch  kunnen  dienen;  of  weet  mnt 
welk  bijkomend  gebraik,  ook  tot  menschen  Toedsd,  ge- 
maakt  kan  worden  van  gewassen  ,  die  wIJ  gewoon  xi|n  tot 
andere  doeleinden  aan  te  kweeken.  Zoo  is  het  blad  vaa 
den  gewonen  mangelwortel  als  eene  zeer  goede  bladgtoeote 
te  eten.  Zoo  wordt  het  blad  van  het  gewone  winter-  e& 
somer-koolzaad  te  Groningen ,  onder  den  naam  vao  kladje* 
moes  niet  zelden  tot  voedsel  gebezigd. 

Niet  onbekend  is  het  veelvuldig  en  belangrijk  gebruik, 
daty  inzonderheid  tot  veevoeder,  van  eikels  en  beuknotem 
te  maken  is,  waarbij  men  op  plaatsen,  waar  die  algeneeo 
zijn,  ook  nog  de,  na  eene  geringe  bereiding  zeer  broik* 
bare,  wilde  kastanjes  konde  bijvoegen;  maar  geheel  (be- 
halve tot  vermeerdering  van  den  mest)  wordt  in  ons  land 
verwaarloosd  het  gebruik  van  boombladeren  tot  veevoeder 
en,  evenwel,  betzelfde  loof  vaneschdoorn,  linden  en  meer 
andere  boomsoorten  (1),  dat  in  de  bergachtige  streken  van 
Zwitserland  en  Duitschland,  vooral  gedroogd,  tot  voede- 
ring  van  schapen  en  soms  ook  van  runderen  dient,  zoude 
in  tijd  van  nood,  ter  gedeeltelijke  vervanging  van  het  hooi 
en  tot  besparing  van  de,  ook  voor  den  mensch  dienstige, 
aardappelen  kunnen  verstrekken,  waarbij  men  echter  steedi 
in  het  oog  moet  houden,  dat  het  loof  der  hoornen  priAie- 
lende  eigenschappen  heeft,  die  een  uilsluilend  gebruik 
van  hetzelve,  vooral  in  den  verschen  toestand,  onraad- 
zaam maken  (2). 

De  meest  duurzame  en  krachtdadigste  vermeerdering  ech- 
ter van  voedselmiddelen  zal  van  den  steeds  meer  en  meer 
zich  uitbreidenden  en  verbeterenden  landbouw  te  wachten 
zijn,   wanneer  de  duizende  bunders  heide  en  onbebouwde 


(1)  Verg.  MaiBon  ruêHque  du  XfXe  siècle.  L  p.  527^528  ee  JV 
p.  187. 

(2)  VON  WiCKJUailN,  die  londwirikêchufiiiche  Tkief'prQdmkliei^ 
I.  p.  150-.151. 


Digitized  by 


Google 


393 

nldea,  die  wij»  meest  ten  gevolge  van  het  onverdeeld h^-^ 
sit  denelve,  nog  altoos  in  ons  Taderlapd  xien,  tot  kal- 
taor  sullen  gebragt  zijn;  iets  dat  dabbeld  voordeelig  mag 
geacht  worden,  omdat  daardoor  aan  vele  handen  werk 
wordt  gegeven,  dewijl  het  aantal  personen  op  zandboerde- 
igen  in  den  regel  grooter  is  dan  op  de  klei;  omdat  ver- 
der de  zandgronden  door  de  daar  vaak  plaats  hebbende 
lumlteelij  gedurende  het  koode  jaargetijde  vele  personen 
nattig  bezig  honden,  die  's  zomers  tot  den  veldarbeid  en 
de  dan  drakker  werkzaambeden  van  den  oogst  kunnen  me- 
dewerken, waardoor  wQ  alsdan  van  buitenlandsche  arbei- 
ders zoo  veel  te  minder  afhankelijk  zijn;  en  eindelijk^ 
omdat  daardoor  de  bevolking  vermeerdert,  juist  in  die 
oorden,  welke  door  gezondheid  boven  alle  de  lagere  en 
Meer  aangespoelde  veen-  en  kleistreken  uitmunten.  WQ 
klagen  over  toenemende  armoede,  ook  in  verband  met  de 
overbevolking;  maar  hoevele  personen  zouden  nog  behoor- 
lijk hun  levensonderhoud  kunnen  vinden  op  de  uitgestrekte 
beiden,  welke  nog  zoo  vruchteloos  daarhenen  liggen!  Hoe 
vele  polders  zouden  nog  aan  de  zee  ontwoekerd  kunnen 
worden,  indien  men  de  handen  behoorlijk  in  een  sloeg I 
>Zeg  tot  de  golven  der  zee,"  zegt  een  hedendaagsch  schrij- 
ver (1),  »o  Nederland  van  heden,  zooals  het  Nederland 
van  vroegere  t(jden:  keert  terug!  en  tot  de  heiden:  geef 
brood!  en  de  natuur  zal  u  zoo  wel  als  uwe  vaderen  ge- 
hoorzamen^ als  gy  verstaan  wilt,  hare  leiding  te  vol* 
gen. 

Veel  is  er  nog  van  den  Nederlandschen  landbouw  te 
wachten,  wanneer  geenerlei  hulpmiddelen,  die  tot  bevor- 
dering van  den  landbouw  op  goede  wetenschappelijke  gron- 
den kunnen  strekken ,  in  ons  Vaderland  verzuimd  worden  ^ 
wanneer  op  alle  bijkomende  hulpmiddelen  en  vele  i^okeay 


(1)  R.  POSTICMÜS,  over  3e  nl  te  grooie   armoede  en  veranmug: 
m  Xederkmdj  en  de  middelen  dawrtegen.  Leetiwardeo  1816.  bl.  23^ 


Digitized  by 


Google 


394 

die  voor  andere  oogmerken  onbruikbaar ,  aiaar  Toor  dea 
landbouw  van   Teel   gewigt  zijn,  behoorlek  gelet  wordt 
Immers  welk  eene  aaniienlijke  hoeveelheid  mesispeeiën  van 
allerlei  aard   gaan  in   vele  onzer  groote  steden   verlorai 
niet  alleen,   maar  strekken  daar  zelfs  tot  verontreinigiBg 
yan  den  dampkring  en  velerlei  overlast,  doch  zoadoi  Toor 
den   landbouw  van  overgroot  voordeel  kunnen  sgn,  wQl 
door  behulp  daarvan  duizende  bunders  woeste  heide  zoo- 
den  kunnen  ontgonnen  en  tot  vruchtbare  velden  herschapai 
worden.,  —  Het  ware  van   belang,    dat  de  ontdekkingen 
der  wetenschap,   en  bepaaldelijk  die  der  Scheikunde,  ia 
het    groot   doelmatig   werden   aangewend,   om   alle  zulke 
stoffen  voor  de  steden  onschadelijk,  gemakkelQk  vervoer- 
baar en  voor  den  landbouwer  van  hét  meest  oiuniddellQk 
voordeel   te   doen   zijn.     Op   hoevele  plaatsen   wordt  vm 
nutteloos  weggeworpen  stoffen  uit  vele  fabrijken  geenerlei 
partij  getrokken.     Is  mij   het  voorbeeld  niet  bekend  vso 
eenen   fabrijkant,    die    tevens   een   vrij   aanzienlijk  aantal 
runderen  van  de  overblijfselen  zijner  fabrijk  voedde  en  die 
de  landbouwers  in  zijne  nabuurschap  niet  koude  overtot* 
gen,   dat  er  voor  hen  eenige  waarde  lag  in  de  uit  ziJDen 
stal   afloopende  gter  of  de  vloeibare  mestspecién  van  bet 
vee!  —  Hoevele  scheepsladingen  usch  worden  uit  de  groote 
steden  van   Holland  niet  jaarlijks  naar  België  verzondeo, 
hoewel  deze  stof  ook  in  ons  land  van  dezelfde  nuttigheid 
konde   wezen   als   in    België!   Welk  een  overgroot  aantil 
beenderen   worden  jaarlijks  van  hier  uitgevoerd,   om  des 
grond  van  den  nijveren  Engelschen  landbouwer  te  bevrach- 
ten.   Hoe  vaak   ziet  men   in  onze  steden  het  zoo  krach- 
tige,    ammoniakale  roet   en   vele   andere  hoogstbruikbare 
meststotfen  ongebruikt  in  het  water  wegwerpen* 

Waarlijk  wij ,  die  zooveel  klagen  (hoewel  in  sommige 
opzigten  niet  zonder  reden) ,  wij ,  die  van  maiatse  en  pau* 
perisme  den  mond  vol  hebben,  wij  moesten  met  veerkracb- 
ligen  geest  uitzien  naar  kulpmttkleieny  waar  die  ook  te 


Digitized  by 


Google 


395 

▼iDdtti  djoy  en  wel  het  eerat  en  het  best  elk  in  sQn  eigen 
kring. 

£n  wat  den  landbouw  betreft,  wijst  de  wetenschap  en 
wijst  dê  hier  en  elders  verkregene  ondervinding  ons  niet 
nog  op  vele  halpmiddelen ,  welke  tot  verbetering  zonden 
kunnen  worden  ingevoerd,  waardoor  in  het  levensonder- 
hond  der  ingezetenen  beter  dan  tot  nu  toe,  konde  worden 
Toorsien. 

Wi^  ^^  ^^^  ^"'®  zandgronden  jaarlijks  herhaalde  be- 
mesting noodig  hebben  en  dat  de  regens  vele  vruchtbare 
deelen  vandaar  wegspoelen,  gelijk  het  donkergekleurd  zijn 
Tan  de  uit  onze  zandgronden  afspoelende  wateren  zoo  dui- 
delQk  doet  zien;  iets  hetwelk  met  onze  klei  wateren  geens- 
zins  het   geval    is.     De    wetenschap   leert   ons,    dat   dit 
daardoor  veroorzaakt  wordt,   dat  de  verschillende  zuren, 
welke  in  de  vruchtbare  bonwaarde  aanwezig  zijn  en  wel- 
ke 9  aan  bases  gebonden,  uitmuntende  plantenvoedseis  zijn, 
door  de  kleideelen  gebonden  gehouden  worden  en  niet  dan  bij 
kleine  gedeelten  aan  de  plant  tot  voedsel  worden  aangeboden. 
Hoezeer  ware  het  dus  niet  eene  duurzame  verbetering,  in- 
dien kleideelen  langzamerhand  en  voorzigtig  met  het  zand 
Termengd,  konden  worden ;  iets  dat  in  vele  oorden  van  ons 
land  zoude  kunnen  geschieden,  omdat  de  gelukkige  lig- 
ging onzer  gronden  zoodanig  is,  dat  er,  met  uitzondering 
Tan  Drenthe^  geen  enkel  Gewest  in  Nederland  is,  in  het- 
welk  niet  èn   zandgronden   èn   kleigronden,    dikwijls   op 
zeer  geringen  afstand  van  elkander,  worden  aangetroffen. 

Heeft  de  ondervinding  in  Engeland  niet  het  groot  voor- 
deel doen  zien  van  de  meeste  zorg  aan  de  veeteeli  toe 
te  wijden,  en  zorg  te  dragen  voor  de  vorming  en  onder- 
houding van  goede  en  op  %ich  %elve  voordeelgevende  ras- 
sen, waardoor  de  mest  als  byprodukt  des  te  onkostbaar- 
der en  overvloediger  verkregen  wordt.  Zouden  wij,  door 
de  meer  algemeene  navolging  van  de  reeds  in  enkele  dee- 
len tan  ons  Byk  hieromtrent  met  goed  gevolg  genomene 


Digitized  by 


Google 


396 

proeven  (l),  voor  de  beiere  voeding  onzer  iogesetenen  en 
tot  het  leggen  van  eenen  goeden  grondslag  voor  allen  Ter» 
beterden  landbouw «  niet  nog  veel  nut  kunnen  doen. 

Zoude  van  de  meer  uitgebreide  geologische  kennis  on- 
zes Vaderlands  niet  nog  voordeel  voor  den  landboaw  te 
wachten  zijn  en  zouden  wij  in  allen  gevalle  niet  nog  meer 
dan  thans  het  geval  is,  ons  oogmerk  moeten  rigten  op  het 
langzaam  en  voor%igiig  verdijen  van  den  bebouwden 
bovengrond  (2),  waardoor  de  bruikbare  grond  in  de  diepte 
als  het  ware  vergroot,  ondiep  wortelende  met  diep  wor- 
telende gewassen  op  eene  nuttige  wijze  afgewisseld  eo, 
zoo  hierdoor,  als  ioot  eene  goede  behandeling  van  den 
akker  in  het  algemeen,  meer  voordeel  en  bepaaldelijk  meer 
voedsel  voor  mensch  of  vee  verkregen  kan  worden. 

Zonder  het  goede  te  miskennen ,  dat  onze  Nederlandsche 
landbouw  werkelijk  heeft,  bestaan  er  echter  nog  in  te  veel 
oorden  onmiskenbare  gebreken.  Hoevele  onkruiden  ne- 
men niet  nog  de  plaats  in,  waar  nuttige  planten  behoor- 
den te  staan;  hoe  menig  arme,  vooral  zoo  men  de  armen 
uit  de  steden  daartoe  konde  bezigen,  zoude  door  het  be- 
hoorlijk uitwieden  der  landerijen  voor  zich  en  de  zijnen, 
bg  eenen  gezonden  arbeid  in  de  vrije  natuur,  het  levens- 
onderhoud kunnen  vinden.  Hoe  menig  niets  waardige 
vmcbtboom  wordt,  onverschillig,  vele  jaren  achtereen  op 
eene  gunstige   standplaats    gedoogd   en   neemt   intussehen 


(1)  Waaromtrent  de  in  Zeeland  Terkregene  ondenrindingen  alle  aan- 
dacht verdienen. 

(2)  De  grondwoelder  of  ondergrondsploeg ^  welke  onder  anderen  kt 
de  Terzamelingen  foor  den  landbovw  te  Utrecht  en  te  Groningen  aan- 
wezig, en  ook  reedt  bier  en  daar  praktisch  in  gebniik  is,  loude  hierfag 
vooral  in  aanmerking  moeten  komen,  op  gronden,  die  bet  water  niet 
gemakkelijk  laten  doorzakken,  en  Toor  de  teelt  van  sommige  diepworle- 
lende  gewassen,  bij  voorbeeld,  aardappelen,  cichorei,  roode  klaver  enz. 
Door  dezen  ploeg  wordt  de  grond  in  de  diepte  verbroken  en  losge- 
maakt, maar  niet  omgevrend  en  ahoo  ook  niet  naar  hoita  gebragt. 


Digitized  by 


Google 


397 

eTenveel  plaats  in  dan  eene  goede  mKurt  Hoezeer  ver- 
dienden dan  ook  de  boomkweekerijen  en  de  teelt  vooral 
der  Ooftboomen  in  deze  onze  Noordelijke  gewesten  meer 
en  meer  aangemoedigd  en  uitgebreid  te  worden  I 

Zouden  wij »  ten  aanzien  van  eene  goede  volgorde  van 
gewassen  en  ten  aanzien  van  het  meest  mogeljyk  gebruik 
ook  van  eene  kleine  plek  gronds,  bij  het  of  niet,  of  zoo 
zeldzaam  mogelijk  braakliggen  der  landerijen,  niet  nog 
veel  van  onze  Belgische  naburen  kunnen  leeren?  Of  zien 
wij,  zelfs  niet  reeds  in  ons  eigen  land,  boe  men  menig- 
maal meer  dan  éénen  oogst  in  hetzelfde  jaar  aan  den 
grond  weet  te  onttrekken,  inzonderheid  op  onze  ligtere 
zavel-  en  zandgronden.  Zien  wij  niet  b.  v.  het  veld, 
waarvan  de  rogge  is  ingeoogst,  nog  in  hetzelfde  jaar 
eenen  niet  onbelangrijke^  oogst  van  knollen  of  spurrie 
voor  het  vee  opbrengen.  Zien  wij  hetzelfde  land  niet  in 
één  jaar  rogge  en  wortelen ,  of  boekweit  en  knollen ,  of 
erwten  en  wortelen,  vroege  aardappelen  en  koolrapen  of 
kool,  paarden-  en  duiven-boonen  in  rijen  afwisselende 
met  rijen  aardappelen,  of  meekrap  met  witte  stamboonen 
en  zoo  eene  menigte  van  dubbele  gewassen  ter  zelf  der 
tgd  opleveren  en  zoude  de  landbouw  niet  des  te  meer  in- 
gesetenen  kunnen  voeden,  naarmate  hij  meer  als  de  /tim- 
h(nvw  gedreven  werd,  en  daarbij  tevens  zelve  verbeterd 
worden;  want  het  is  een  waar  gezegde  bij  de  Landhuis- 
hoadkundigen ,  dat  de  landbouw  in  het  algemeen  des  te 
voortreffelijker  zal  wezen,  naarmate  hij  meer  aan  den 
tainbouw  nadert.         ' 

In  dit  opzigt,  en  ook  in  betrekking  tot  hetgeen  wt)  met 
nat  van  België  zouden  kunnen  overnemen,  verdient  het  te 
veel  veronachtzaamd  gebruik  van  de  spade  j  ook  uit  een 
philanthropisch  oogpunt,  allezins  onze  aandacht  (1).    Zou- 


(1)  Ver^  J.   L.    VAS  AlUROtOZ,  werkdadige  landbotWfhoHsi  der 
Geod  182S.  bl.  87;  Tijdschrift  voor  Nijverheid  Ylll.  bl. 


Digitized  by 


Google 


396 

den  wij  er  niet  mogen  bijvoegen,  dat,  ab  het  gebnuk  der 

gpade  algeineener  werd,  eene  kleine  plek  gronds  meer 
xoude  kanneo  opleveren  dan  thang  het  geval  is  eo  dat 
arbeiders  die  in  den  winter  en  in  het  vroege  voorjaar  en 
den  laten  herfst  hun  levensonderhoud  door  het  bewerken 
der  landerijen  met  de  spade  verdienen,  tijdens  den  oogst 
in  den  zomer  in  het  dan  vaak  groot  gebrek  aan  handeo 
souden  kunnen  helpen  voorzien* 

Welk  eene  overgroote  hoeveelheid  van  de  meest  ver- 
scheidene voortbrengselen  levert  een  enkel  bunder  moes- 
land  mei  op.  De  warmoezenier  denkt  er  niet  alleen  niet 
aan,  dewijl  hij  er  geene  behoefte  aan  heeft,  om  het  land, 
zelfs  den  zwaarderen  kleigrond,  ooit  een  geheel  jaar  braak 
te  laten  liggen,  m£^lr  hQ  is,  en  met  reden,  niet  te  vre- 
den ,  als  hij  niet  ieder  jaar  ten  minste  2  en  meermalen 
3  of  4  oogsten  van  een  en  hetzelfde  plekje  grond  gewon- 
nen heeft.  Enkele  voorbeelden  mogen  dit  aantoonen.  Daar, 
waar  h^  in  het  vroege  voorjaar  de  spinagie  heeft  aange- 
kweekt, zet  hij  late  snijboonen  of  saladeboonen  en  tus- 
schen  deze  kropsalade  en  daar  deze  laatste  vroeger  dan 
de  saladeboonen  het  veld  ruimt,  kon  hy  op  de  plaats  der 
kropsalade  nog  veldsalade  voor  najaars-  of  wintergebruik 
uitzaaijen; 

Of  hij  laat  de  spinagie  door  knolsellery  opvolgen ,  tos- 
schen  welke  hij  voor  kropsalade  nog  weder  plaats  vindt; 

Of  hij  zaait  vroeg  in  het  voorja^  wortelen  en  radijs 
door  elkander,  plant,  na  de  inzameling  van  deze,  vroege 
saladeboonen  of  diergelijke,  waarna  hij  nog  tijd  genoeg 
overhoudt  om  de  saladeboonen  nog  door  late  andjQvie  te 
vervangen; 

Of  hij  legt  vroege  erwten  of  peulen,  na  d^co  wortelen 


435  en  de  Voorstellen  der  Commissie  van  Landbcmw  in  Zeeland 
1843  en  Volg.,  wiarbij  ook  prenuen  voor  het  owMfitien  der  Itnder^ 
worden  uit^loofd. 


Digitized  by 


Google 


399 

of  sahdebooBen »  en  kan  dan  nog  dienselfden  grond  Toor 
boerenmoet  (boerenkool)  gebruiken; 

En  steeds  wordt  de  grond  door  gestadige  bearbeiding 
en  bemesting  in  goeden  staat  gebonden ,  ja  de  vracht- 
baarheid  daarvan  nog  steeds  door  deze  cnltores  vermeer- 


De  opgenoemde  voorbeelden  zouden  met  nog  vele  an- 
dere kunnen  vermeerderd  worden ,  maar  genoeg  reeds  om 
te  doea  gevoelen,  dat  de  groote  landbouwer  in  vele  op- 
zigten  te  weinig  opmerkzaamheid  schenkt  aan  bet  leerzame 
plekje  grondSf  dat  hij  als  moesland  behandelt.  Veel  van 
hetgeen  bij  goede  warmoezeniers  plaats  heeft,  zoude  met 
nat  op  den  akker  kunnen  worden  toegepast  en  eene  'aan- 
zienlijke vermeerdering  der  voortbrengselen  onzer  bouw- 
gronden te  weeg  brengen* 

In  vele  streken  toch  van  ons  Vaderland  bestaat  eene 
verstandige  en  welgeördende  praktijk  van  den  tuinbouw] 
waaruit  voor  d^  groote  landbouwers  veel  goeds  zoude  zijn 
over  te  nemen.  En  dat  die  tuinbouw  van  groot  gewigt  is» 
niettegenstaande  hij  slechts  een  naar  evenredigheid  gering 
aaotal  bunders  ten  gebruike  heeft ,  moge  biyken  uit  de 
nawiienlijke  uitvoer  die,  niettegenstaande  de  groote  be- 
hoeften van  onze  eigene  talrijke  bevolking,  van  onze 
groenten,  bloemkool,  komkommers  (1),  augurken,  druiven 
aardbeziën  enz.  al  wederom  naar  Engeland  plaats  heeft, 
tot  verfrissching  na  het  gebruik  van  de  vele  vleesch-  en 
▼ischspQzen,  welke  het  magtig  Albion  voor  een  groot  deel 
mede  uit  ons  kleine  land  gewoon  is  te  ontvangen. 


(1)  In  1829  tclireefCviH  DIB  VUTlii  (Wimdelingen  in  en  om  Am* 
**erJam  bL  890),  dit  er  buiten  de  Weleringpoorl  te  Amtterdam  Tcle 
komkommen  geteeld  worden,  waarran  de  uiifoer  naar  Engeland  in 
SMnmige  jaren  S2  k  28  milHoenen  ttukt  beliep.  —  En  dit  slccblt  van 
*tt  achijnbaar  zoo  gering  artikel.  -~  Van  de  orerigen  is  het  van  alge- 
"Mene  bekendheid,  boewei  er  mij  nog  geene  jiatistiicb>naauv?keiirige 
•HJ*^»  TM»  lijn  foorgekomen. 

27 


Digitized  by 


Google 


400 

Voorwaar,  ée  ryke  grond  dien  wg  bewonen»  is  orer- 
Tloedig  genoeg  niet  alleen,  om  i^ne  ingezetenen  te  voe* 
den,  maar  ook  om  een  goed  deel  zijner  Toortbrengselen 
uit  te  voeren  in  ruil  tegen  voortbrengselen  van  andere  lan- 
den. -  Vooral  dan  sonde  dese  opbrengst  groot  genoeg  voor 
ons  zijn,  wanneer  wij  iets  minder  handelgewassen^  ieta 
minder  vüiSj  hennep^  koohaad^  meekrt^  en  diergelQke 
aankweekten,  of  dese  bepaalden  tot  die  gronden,  welker 
overvloedige  vruchtbaarheid  dit  gemakkelyk  toelaat.  Daar 
echter,  waar  die  vruchtbaarheid  meer  twijfelachtig  is,  zal 
het  en  voor  de  duur%ame  en  steeds  vermeerderende  vrucht* 
baarheid  van  den  bodem,  welke  men  steeds  moet  beoogen, 
en  in  verband  met  de  behoeften  aan  inheemsche  voedsel- 
middelen  bij  den  in  de  laatste  jaren  zoo  zeer  toenemendea 
uitvoer  van  allerlei  soorten  van  sp|)zen  (1),  noodzakelijk 
zf|n,  het  eerst  en  het  meest  voedselmiMelen  voor  mensch 
en  vee  alhier  aan  te  kweeken. 

Wij  begeeren  geene  beletselen  voor  den  uitvoer,  maar 
willen  in  deze  behoeften  van  den  handel  naar  het  buiten* 
land  eenen  spoorslag  zien  om  onze  eigene  productie  te 
vermeerderen.  Maar  wij  wenschen  vooral,  dat  die  milde 
gaven   des  Allerhoogsten  goed  gebruikt  zullen  worden. 


(1)  Volgens  de   Nieuwspapieren  {Provinciale  Friesoke  Courant^  en 
daaruit  Maarlemmer  Courant  6  October  1846)  liJD,  Tan  1  Jaouarij  tot 
23  September  1816 ,  uit  Uarlingen  uaar  Engeland  Tenonden : 
26  paarden 
4,730  koeijen  en  o«sen 
224  kalreren 
13,264  schapen  en  lammeren 
127  Tarkent  en  biggen. 
Rekent  men   bierbij  de  waarde   der  hoenders,  ganzen,   eenden  e» 
zwanen,  welke  ook  zijn  uilgevoerd,  zoo  kan   men,  lezen  wij  t.  a.  pi., 
stellen,  dat  wekelijks  uit  HarKngen  naar  Engeland  voor /17,500  wordt 
verzonden. 
Men   weet,  dat  ook  uit  RoUerdam  veel  vee  naar  Engeland  ea  ook 
Frankrijk  fervoerd  wordt. 


Digitized  by 


Google 


401 

dat  wi)  dat,  wat  tot  voedsel  bestemd  is,  niet  ijdelijk  Ter- 
gpillen ,  of  io  bedwelmende  dranken  tot  een  vloeibaar  vaar 
Terstoken.  Wij  wenschen,  dat  zedelijkheid  en  orde  alom 
heerschen  en  dat  bet  goed  gezond  verstand  onzer  ingezetenen 
hen  meer  en  meer  zal  doen  inzien  het  dwaze  Tan  overdrevene 
weelde^  (een  dnbbel  treurig  verschijnsel  big  hen,  die  ge- 
stadig over  drak  en  verarming  enz.  klagen),  en  het  on- 
gepaste der  invoering  hier  te  lande  van  zoo  vele  nutte^ 
iooze  of  zelfs  scAadelyke  voorwerpen  uit  den  vreemde, 
die  wiy,  door  eene  ijdele  mode  medegesleept ,  thans  al 
bijna  niet  meer  knnnen  missen.  Mogten  wig  vooral  ook 
steeds  doordrongen  zijn  van  de  overtuiging  van  het  onge- 
oorloofde en  schadelijke  van  alle  misbruik  der  voortbreng- 
selen ook  van  den  rjjksten  grond  I  Mogen  zoo  de  rampen, 
die  wi)  beleefd  hebben  en  nog  beleven,  den  grondslag  leg- 
gen tot  nieuwe  veerkracht  en  tot  herstelling  van  vele  ge- 
breken, zoo  in  de  stoffelijke  als  in  de  %edelijke  wereld! 

Groningen  25  Nov.  1846. 


Digitized  by 


Google 


Schels  der  Landhutshouding  in  een  gedeelte  van 
Maas  en  Waal  (!)• 


De  «tre^,  welker  laDdhaishoiidiDg  ik  zal  trachten  te 
beschrijven  ^  is  gelegen  tusschen  de  rivieren  de  Maas  en 
de  Waal  en  bevat  de  gemeenten  Leur^  Wieken  en  JSTer- 
nen,  benevens  de  buurt  de  Vurmer.  Hiervan  ligt  Leof 
ongeveer  in  het  midden,  \  uur  van  Wichen  en  Hernen, 
2\  uur  van  Nijmegen  (de  voornaamste  graanmarkt)  en  1 
uur  van  de  stadjes  Batenburg  en  Ravenstein  verwijderd, 
waarheen  vrij  goede  grindwegen  leiden. 

(1)  Meermalen,  en  onder  anderen  in  het  Ttjdsokrifi  voor  Nijver^ 
hetd  VIII.  bl.  222—229,  aangedrongen  hebbende  op  hel  nut  ran  eeae 
algemeene  beschrijving  fan  onzen  Landbouw,  wa»  hel  mij  aangenaam 
de  hierbijgaande  schets  van  den  Heer  E.  EHGILBIRTS,  leerling  der 
Landhuishoudkundige  School  Ie  Groningen,  Ie  ontvangen.  Daar  dit 
stuk ,  dal  oorspronkelijk  bij  een  verblijf  in  die  streken  alleen  tot  eigeno 
oefening,  op  mijn  raad,  opgesteld  was,  echter  handelt  over  den  land- 
bouw van  een  in  dit  opzigt  nog  weinig  bekend  gedeelte  van  ons  Va- 
derland, en  het  zich,  naar  mijn  inzien,  door  beknoptheid  en  duide- 
lijkheid aanbeveelt,  heb  ik  gemeend  wél  te  doen,  met  de  plaatsing 
daarvan  in  dit  Tijdschrift  te  bezorgen,  en  er  een  paar  aanteekeningea 
bij  te  voegen,  die  ik,  ter  onderscheiding,  met  de  letters  T.  H.  heb  ge- 
teekend.  H.  C  YAH  Hiu. 


Digitized  by 


Google 


403 

Aanmerkelyke  hoogten  of  uitgestrekte  bottchen  treft 
men  er  oiet  aan,  doch  wel  oTervloedig  hontgewas  lange 
wegen  en  slooten,  dikwijls  tot  groot  nadeel  der  kant- 
akkers* 

Van  alle  granen,  peal vrachten ,  boekweit  en  vlas,  die- 
op  den  akker  wassen»   moeten  tienden  opgebragt  worden 
(de  12e  en  13^  garf,  alzoo  eigentl^k  slechts  8  ten  100), 
alsmede  op  sommige  plaatsen  van  het  koolsaad,  de  var-* 
kens,  lammeren  en  bijen. 

De  boerenplaatsen  zijn  onder  Wichen  en  Hemen  weinig.* 
grooter  dan  30  bunders  bonw-  en  weiland;  onder  Leor  en 
de  Varmer  vindt  men  er  verscheidene  van  omstreeks  50  b.; 
zij  worden  zoowel  in  eigendom  als  in  pacht  bezeten.  Het 
wei-  en  hooiland  neemt  dporgaans.  de  grootste  helft  des^ 
plaats  in,  en  hoewel  na  en  dan  gescheurd  wordende  voor 
haver  (eenige  lage  hooilanden  b.  v.  veel  om  het  andere 
jaar,  zonder  andere  bemesting  dan  die  van  het  na  eene 
overstrooming  overblijvende  vlotgras),  zoo  is  het  grasland, 
op  weinige  uitzonderingen  na,  te  laag  om  geregeld  met 
het  bouwland  verwisseld  te  kunnen  worden. 

Het  woonhuis  heeft  slechts  ééne  verdieping  en  bevat 
eene  keuken,  die  tevens  tot  eet-  en  woonkamer  dient, 
daar  achter  is  doorgaans  de  oven  om  brood  tot  eigen  ge- 
bruik te  bakken  en  een  fornuis  met  groote  ijzeren  pot  tot 
het  koken-  van  varkensvoeder;  tevens  is  aldaar  eene  plaats 
om  te  karnen  en  de  ingang  tot  den  boterkelder.  Sommi- 
gen hebben  een  op  zich  zelf  staand  bakhuis,  hetwelk 
in  vele  opzigten  verkieslijk  is,  vooral  wat  het  gevaar  voor 
brand  betreft.  Yerdet  biedt  het  huis  meestal  nog  één  of 
twee  slaapvertrekken  aan,  behalve  eene  kamer,  die  bijna 
uitsluitend  dient  tot  het  ontvangen  van  bezoeken.  Boven 
deze  vertrekken  heeft  men  den  graanzolder,  terwijl  het 
achterhuis  den  zoogenaamden  deel  bevat,  alwaar  ter  we- 
derzgde  eene  rij  hoornvee  en  paarden  met  de  koppen  naan 
het  midden  gekeerd  staan,  zon'dcr  mestgrcppel. 


Digitized  by 


Google 


404 

Bij  kleine  boeren  of  by  hen,  die  geen^  schaar  besitte», 
wordt  hier  gedorscht.  Boven  den  deel  komt  het  hooi  op 
balken  te  liggen  en  in  de  op  zich  zelve  «taande  schaiir 
wordt  het  graan  geborgen  en  afgedorscht,  behalve  de  ha- 
ver, waarvan  in  goede  jaren  1 — 3  mijten  (ieder  van  om- 
trent 50  vim  of  5000  garven)  worden  gezet,  waardoor  si} 
bij  eene  geschikte  behandeling  niets  in  hoedanigheid  ver- 
liest. De  varkenshokken  hebben  meest  een  eigen  dak, 
terwijl  de  houders  van  schapen  nog  van  eene  raime  loods 
voor  deze  veesoort  voorzien  zijn. 

Het  aantal  inwonende  mannelijke  dienstboden  bedraa^ 
doorgaans  1 — 3  op  plaatsen  van  2 — 6  werkpaardeo,  be- 
halve eenen  herder  bij  houders  van  schapen;  dat  der  vrou- 
welijke 1 — 2*  Hierbij-  moet  echter  in  aanmerking  geao- 
men  worden,  dat  er  veelal  zonen  dés  huizes  zijn,  die 
mede  eenig  werk,  vooral  met  de  paarden,  verrigten.  Ech- 
ter heeft  men  in  sommige  jaargetijden,  zoo  als  bij  deo 
hooi-  en  koombouw,  het  zichten  en  dorschen  van  koolzaad 
op  klei-  en  van  boekweit  op  zandgrond,  nog  een  vrijf  aan- 
merkelijk aantal  buitenarbeiders  noodig. 

De  gesteldheid  van  den  grond  wisselt  op  verschillende 
plaatsen  zeer  af.  Onder  Leur  treft  men  meest  ligten  klei- 
grond  aan,  die  onderscheiden  kan  worden  in  vruchtbare 
en  schrale,  mestgierige  klei.  De  ondergrond  is  hier  ge- 
lijkvormig aan  den  bovengrond  of  de  akkerkruim  (met  uil-^ 
zondering  van  de  humus  die  in  den  laats  ten  aanwezig 
is),  hetgeen  wel  het  meest  gewenseht  wordt;  of  zandig^^ 
hetwelk  in  drooge  zomers  aan  het  verflensen  der  daarop 
staande  gewassen  zigtbaar  is;  of  sterk  ijzerhoudend,  zoo- 
dat eene  onvoorzigtig  gedane  diepe  bouwing  den  akker 
voor  vele  jaren  zoude  bederven;  slechts  enkele  lage  plaat- 
sen hebben  eenen  veenondergrond.  Onder  Hemen  en 
Wichen  is  de  grond  meest  zavelig  en  zandig,  of  ook  lan- 
ger of  korter  ontgonnen  heidegrond.  Hier  blijft  de  onder* 
grond  meest  tot  op  eene  vrij  aanmerkelijke  diepte  gelijk- 


Digitized  by 


Google 


«05 

Tormig  aan  den  bovengrond;  eakefe  leembanken  nitgeno- 
men.     Schelp-  of  mergelbanken  xgn  hier  niet  voorhanden. 

ffij  eeoen  hoogen  stand  der  rivieren,  en  derhalve  bi)na 
iederen  virinter,  loopen  een  groot  gedeelte  van  het  klei- 
bouwland  en  verreweg  het  meeste  grasland  onder  water  ^ 
loodat  het  xandig  bouwland  bijna  uitsluitend  watervrD  is. 
Daarentegen  vindt  men  des  xomers  slechts  op  zeer  lage 
plaatsen  water  in  de  slooten.  Voor  het  overige  heeft  de 
grond  eene  vrij  sterke  helling  van  het  O.  naar  het  W. 

Het  stekel  van  waterlozing  laat  veel  te  wenschen  over. 
Wichen  en  Leur  lozen  hun  water  in  de  Maas,  gedeehe- 
lyk  door  eene  duikersluis  te  Nifterik^  gedeeltelijk  door 
2  diergeHjke  sluitep  verder  benedenwaarts  de  rivier  af  bij 
Appeliem^  waar  tevens  al  het  water  van  Hernen  geloosd 
wordt.  De  wetering,  welke  bfj  Nifterik  in  de  Maas  valt 
is  zeer  bogtig,  even  als  de  togt-  en  verdere  slooten,  die 
daarop  uitloopen,  al  hetwelk  onmisbaar  eenen  nadeeligen 
invloied  op  den  waterafloop  moet  uitoefenen.  De  andere 
wetering,  vallende  in  de  Maas  bij  Appeltern,  is  wel  min- 
der bogtig,  doch  hier  wordt  de  afloop  weder  vertraagd 
door  den  grooten  toevoer  van  water  uit  de  veel  hooger 
gelegene  Hooge-  en  Teersche  broeken,  welke  vroeger  der- 
zelver  water  hooger  op  door  de  NtfterikscAe  en  Balgoyefi' 
9che  sluizen  loosden,  hetgeen  zeker  veel  doelmatiger  en 
billijker  was ,  vooral  met  opzigt  tot  het  lager  gelegene 
Lenr,  hetwelk  buitendien  reeds,  door  ingeslopen  misbruik, 
veel  van  het  Wichensche  water  te  lijden  heeft. 

De  radploeg  met  hoogen  galg  op  het  voorstel  en  gebo- 
gen ijzeren  strijkbord  is  hier  algemeen  in  gebruik,  door- 
gaans voorzien  van  een  kouter(me8),  hetwelk  slechts  bij 
net  scheuren  van  grasland  door  eene  draaijende  schijf  ver- 
hangen wordt;  bij  ondiep  ploegen  van  bard,  kluiterig  land 
bezigt  men  noch  schijf  noch  kouter. 

Bouwt  men  dieper  dan  5  R.  duimen,  zoo  wordt  de  ploeg 
gemeenlijk  door  3  paarden  getrokken,  anders  door  2. 


Digitized  by 


Google 


406 

Het  iweevurgén  wórdt  niet  dikwijh  in  praktijk  gebragt; 
daarentegen  riooU  (1)  men  op  sandgrond  dikwQh  tmt 
boekweit  en  gele  peenen,  hetwelk  veel  tot  denelTer  ge- 
dijen bijdraagt;  vooral  kan  boekweit,  waarvoor  gmoold 
is ,  veel  beter  de  droogte  verdragen ,  dan  wanneer  salka 
niet  geschied  is. 

Het  land  wordt  geSgd,  hetzij  met  eene  koppeleggt^  hetzg 
met  eene  zware  6-balksche  kweek»  of  puinegge.  De  eer- 
ste bestaat  nit  twee  deelen  in  de  gedaante  van  geschoven 
vierkanten  9  te  zamen  voorzien  van  52  schuinsstaande  kan- 
tige tanden  en  verl)onden  door  eenen  lossen  Ijzeren  bea« 
gel,  op  zoodanige  wijze,  dat  als  het  eene  deel,  waaraan 
de  trekhaak  bevestigd  is,  voortbewogen  wordt,  het  andere 
eenigzins  achterna  sleept.  De  koppelegge  wordt  meestal 
door  2;  de  kweekegge,  welke  26  tanden  heeft  als  die 
van  de  koppel  egge,  maar  veel  zwaarder,  wordt  door  3  ea 
ook  enkel  wel  door  4  paarden  getrokken. 

De  rol  is  slechts  bij  enkele  landlieden  in  gebruik  en 
wel  op  kleigrond,  alwaar  men  hare  werking  in  drooge 
zomers  hoog  roemt.  Op  zandgrond,  waar  dit  werktoig 
zooveel  nut  zoude  kunnen  aanbrengen  door  het,  op  zijn* 
tijd,  doen  sluiten  van  den  bodem  enz.,  is  zij  nog  geheel 
vreemd.  Eén  paard  is  voldoende  om  de  rol  met  genoeg- 
zame, snelheid  voort  te  trekken.  Zijn  er  op  den  akker 
zeer  groote  onhandelbare  kluiten,  dan  worden  deze 
soms  vergruisd  met  den  kluithamer,  zijnde  een  zware 
houten  hamer  met  langen  steel.  —  Het  molbord  is  hier 
geheel  onbekend. 

(1)  Onder  het  woord  riolen  Yerslaat  men  bier  de  bandel wijze  om 
bij  het  ploegen  een  aantal  arbeiders  over  de  lengte  der  Torc  te  rerdee- 
len.  die  de  aarde  nog  een  spil  dieper  iiitdelfen  en  op  de  omgebouwde 
Turg  werpen.  (Het  it  de  Traag,  of  in  siilke  gevallen  do  grondwoeUer 
niet  uitnemend  te  pat  zoude  komen  en  veel  tot  bespoediging  yan  den 
arbeid  zoude  toebrengen,  hoewel  het  bierdoor  verrigite  werk  eenigzins 
verschillend  is,  daar  de  grondwoelder  de  aarde  in  de  diepte  wel 
breekt  en  los  maakt,  maar  niet  ^rcn  brengt,    (r.  U.) 


Digitized  by 


Google 


407 

Bg  ée  iraak  (hier  %o»tervoor  genoemd)  wordt  naar  om- 
Handigheden  4,  5  of  meermalen  geploegd  en  Terscheidene 
malen  gepuinegd,  waarbij  men  echter  zorg  draagt  dea 
grond  in  den  aanvang  niet  te  zeer  te  verkruimelen^  maar 
eenigzina  ruw  en  kloiterig  te  houden,  daar  de  grond 
hierdoor  later  mul  en  leer  geichikt  wordt  tot  het  zaaijen 
Tan  koolzaad,  hetwelk  meest  omstreeks  16  Aug.  geschiedt. 

Voor  tarwe  wordt  meest  2  malen  gebouwd,  na  aardap* 
pelen  1  maal;  voor  gerst  4 — 5  maal,  waarvan  2  maal  vóór 
den  winter  (wintergerst  wordt  hier  niet  verbouwd);  voor 
rogge  3  malen ;  voor  haver  1  maal  vóór  en  1  maal  na  den 
winter,  klaverland  of  grasland  slechts  éénmaal  na  den 
winter  ter  diepte  van  4 — 5  B.  duimen;  overigens  is  de 
laatste  of  zaaibouwing  voor  winterkoorn  hier  de  diepste 
van  allen. 

Voor  boekweit,  erwten  en  aardappelen  is  het  land  door- 
gaans vóór  den  winter  reeds  1  of  2  malen  gebouwd,  het- 
welk daarna  naar  omstandigheden  nog  1 — 3  malen  herhaald 
wordt.  Voor  stoppelknollen  (hier  eigentlijk  lange  rapen) 
boQWt  men  2  malen  en  zaait  ze  in  de  2«  helft  van  Aug. 

Op  kleigrond  hebben  de  akkers  eene  flaauwe  ronding 
en  eene  breedte  van  10 — 12  Ned.  el  en  meer,  welke  vol- 
gens deskundigen  echter  ook  veel  te  groot  is.  De  wend- 
akkers,  welke  doorgaans  1  Rh.  voet  lager  liggen  dan  de 
akkers   zelve,   hetgeen   de  afwatering  zeer  bevordert  (1), 


(1)  Ik  meen  de  Trtjbeid  te  hebben,  bij  deze  gclegenbeid  een  uit- 
treksel (e  plaatsen  uit  eenen  brief  fan  den  bekenden  landbouwer  W.  tak 
PiTMi  te  Ternaard  in  Friesland,  hetwelk  met  de  bier  Termelde  zaak 
io  naauw  Yerband  staat,  en  welks  mededeeling  zijn  nut  hebben  kao. 
»De  weodakkers,"  schrijft  TAff  Peyma,  »zijn  hier  in  Friesland  bij  de 
meeste  naauwlettende  landbouwers,  alle  0ېr  laag^  groen  b^roeid  ea 
hebben  niet  boTen  de  2  ii  2^'  treden  breedte  met  den  wal  er  bij  ge- 
rekend. DU  heeft  het  voordeel,  dat  zij  Tolstrekt  geene  belemmering  aan 
de  afwatering  Tan  het  land  Teroorzaken,  ten  allen  tijde  een  groot  ge- 
mak bij   het  ploegen  geren  en   Toor  den  (ijnercn  akkerbouw,  met  al- 


Digitized  by 


Google 


408 

UiJTen  hier  ongeploegd  en  leveren  eene  goede  sèhaaps- 
weide  op.  Op  zandgrond  zijn  de  akkers  vlak  en  meestal 
nog  breeder. 

De  mest  van  paarden ,  hoornvee  en  varkens  wordt  op 
eenen  gemeenschappelijken  vaalt  vereenigd,  waartoe  meo 
den  grond  ter  diepte  van  1 — 2  Toet  uitgraaft  en  op  den 
bodem  eene  dunne  laag  zand  brengt;  men  geeft  den  Taalt 
niet  gaarne  eene  hoogte  van  meer  dan  6  voet*  Bg  deze 
inrigting  van  den  mesthoop  bedenkt  men  niet  genoeg,  dat 
er  bij  aanhoudenden  regen  veel  van  de  beste  sappen  van 
den  mest  als  een  donkerbruin  vocht  ginds  en  herwaarts 
wegvloeit  en  aldus  geheel  verloren  gaat!  Met  den  scha* 
penmest  wordt  iets  beter  gehandeld.  Daar  de  kudden  ge- 
durende den  zomer  des  daags  meest  op  stoppellanden  ea 
langs  de  wegen  geweid  worden ,  zoo  gaan  hare  uitwerp- 
selen alsdan  nagenoeg  verloren;  doch  des  nachts  en  gedu- 
rende den  winter  worden  zij  op  stal  gehouden  en  goed 
onderstrooid;  zoodat  zij  dan  veel  en  goeden  mest  maken, 
die  men  hier  ook  zeer  hoog  schat.  Van  aarde  wordt  tot 
onderstrooijing  geen  gebruik  gemaakt,  doch  wel  van  heide- 


lerlei  loort  ran  werklaigen  nog  meer  voordeel  geren  (bij  hel  in  en  uit 
de  rijen  brengen  ran  aanaardploegen  of  schoiTelwerli  tuigen  enz.  bij  de 
kunstmatige  rijenteelt).  Eenmaal  'sjaars,  loo  alt  op  grcidland,  wordt 
bet  gras  er  van  tot  hooi  gemaaid,  terwijl  zij  in  het  najaar  nog  dikwerf 
eenige  weide  aan  het  vee  geven.  Somwijlen  turen  kleine  landbouwers 
er  8chapen  op.  Daar  hier  weinig  greidland  is,  heeft  dit  in  alle  opiig« 
ten  zijn  voordeel,  doch  builen  dat  schijnt  het  bebouwen  der  keer-  of 
wendakkers  mij  toe,  met  vele  nadeelen  gepaard  te  moeten  gaan.  Eoa 
dezer  nadeelen  is,  dat  de  einden  van  den  akker  nimmer  zoo  goed  met 
den  ploeg  geraakt  of  zoo  goed  losgeploegd  kunnen  worden ;  voorts  dat 
het  geheele  veld  veel  moeijelijker  bearbeid  wordt;  dat  het  tijdig  zich 
ontlasten  van  het  water  er  door  belemmerd  wordt  enz.  Waar  de  wend- 
akkers  alzoo  nog  aanwezig  zijn,  behoort  men  die  tot  de  diepte  onderde 
Toren  van  het  land  af  te  graven,  met  graszaad  in  te  laaijen  en  zoo  te 
laten  liggen.  In  onze  vochtige  luchtstreek  zal  men  daar  voordeel  van 
oiidenriiiden.*'  -y,  U, 


Digitized  by 


Google 


400 

plaggen  en  pelleii  benigras  {Aira  eaespitosa)^  een  «lecht, 
bard  gras,  hetwelk  door  geen  vee  aangeroerd  wordt* 

Op    den  kleigrond  wordt  het  grootste  gedeelte  van  den 
mest  naar  de  braaklanden  gevoerd  en  wel  ter  boeveelheid 
Tan    60 — ^70  éenspannige  voeren    op    bét   bunder;    verder 
nest  men  voor  aveelzaad,  tarwe,  gerst,  erwten  en  aardap- 
pelen,   wanneer   de    toestand    van    den  grond   zulks   ver- 
eischt;  —  voor  rogge,   haver  en   boekweit  wordt  op  ge- 
noemde   grondsoort   niet  gemest.     De  slechtste  kleigrond 
wordt  gewoonlijk  om  de  3  jaren ,   de  beste  om  de  4  of  5 
jaren  gemest.     Op  zandgrond  mest  men  veelal  om  het  an- 
dere jaar  Trij  sterk,  meestal  voor  rogge  en  aardappelen.  — 
Ofschoon   kalk  en  asch  er  bij  gedane  proefnemingen  eene 
uitmuntende  werking  te  weeg  bragten,  welke  van  de  kalk 
verscheidene  jaren  lang  zigtbaar  was,  zoo  blijft  men  om- 
trent  het   aanwenden   dezer  stoffen   altijd  nog  eene  onbe- 
grijpelijke onverschilligheid  koesteren.     Andere^  min  ge- 
wone meststoffen  komen  niet  eenmaal  ter  sprake.  —  Ook 
de  groene   bemesting  en  het  opvangen  en  gebruik  maken 
van  de   gier  zijn  er  ten  eenenmale  onbekend,  hoewel  de 
laatste   handelwijze,  vooral  op  het  zandig  gedeelte  dezer 
landstreek,  zulk  een  groot  nut  zoude  kunnen  aanbrengen. 
Ten   aanzien  van  het  zaaizaad  neemt  men  de  volgende 
voorzorgen    in   acht:    men    zaait   dikwyis    Bovenlandsche 
(Pruissische?)    tarwe,  Zeeuwsche   rogge  en  ook,   hoewel 
zeldzamer,   Guliksche   boekweit   met   goed  gevolg  uit  en 
kalkt  de  tarwe  in  water  doch  zonder  bijvoeging  van  zout. 
Alle  zaad  wordt  er  met  de  hand  gezaaid.     Het  winter- 
koora  en  koolzaad  brengt  men  met  de  koppelegge,  de  zo- 
nergewassen  met  deze   en  de   rol  onder,  ook  wel  met  de 
omgekeerde  egge  doorvlochten  met  doornen  takken.    Hier* 
mede  bewerkt  men  het  land  niet  alleen  in  de  lengte,  maar 
ook  in  de  breedte  en  sehuinschte  en  is  aldus  instaat  eenen 
leer  voldoenden  arbeid  te  leveren. 
De  granen,  boekweit  en  erwten  worden  door  zorgvuldige 


Digitized  by 


Google 


410 

(derhalve  niet  door  alle)  landlieden  van  wiedbara  ookmU 
den  gezuiverd  f  zoo  als  de  herik  of  krodde  {Sinapü  ar-- 
vensis)^  de  wilde  radijs  of  kiek  {Raphanus  Rapha^ 
nistrum)  de  wilde  haver  {Avena  fatua)  en  andere ,  xoo 
dikwijls  zij  zich  vertoonen,  doch  niet  op  geregelde  tijden. 

Het  eggen  van  wintergranen  in  het  voorjaar  heeft  niet 
algemeen  plaats,  hoewel  het  vooral  op  kleigrond  dikwyiz 
eene  uitmuntende  werking  doet;  het  rollen  dezer  g^ranen 
is  in  het  geheel  niet  in  gebruik,  doch  wel  van  de  haver, 
"wanneer  dezeeene  hand  breed  hoog  boven  den  grond  staat, 
en  deze  te  nat  was  om  onroiddelijk  na  de  zaaijing  te  rol* 
len,  waardoor  zich  eene  zeer  nadeelige  korst  aan  de  op« 
pervlakte  zoude  vormen.  Het  overweiden  met  schapen  heeft 
geene  plaats. 

Onder  de  voornaamste  onkruiden,  welke  de  landman 
hier  te  bestrijden  heeft,  kunnen  geteld  worden,  het  al- 
daar zoogenoemde  Paddekruid  (Anhemis  Coiula)  vooral 
op  vochtig  kleibouwland  zeer  menigvuldig;  het  Hond^^  of 
Kraailook  {Allium  vineale),  hetwelk  aan  het  daar  tns- 
schen  staand  koorn  eenen  onaangenamen  reuk  mededeelt; 
het  algemeen  verspreide  kweek-  of  jmingraa  {Agropy* 
rum  repens);  verder  de  wilde  haver  {Avena  fatua) ;  de 
%achledravik  (Bromus  mollis),  vooral  tusschen  de  tarwe; 
de  vogelwikke  {Ficia  Cracca)  en  akkerwinde  {Convolvu* 
lus  arvensis)  op  zandgrond;  de  smalhladige  tFeegbree 
{Plantago  lanceolcUa)  tusschen  de  roode  klaver  en  haar 
zaad  daardoor  ook  niet  zelden  in  het  klaverzaad. 

Behalve  het  wieden  in  den  zomer  en  het  puineggen  in 
het  najaar  en  op  de  braak,  worden  er  geene  bijzondere 
hulpmiddelen  tot  derzelver  verdelging  in  het  werk  ge- 
steld. 

De  mollen,  en  op  enkele  plaatsen  de  wateirrotten,  sya 
het  eenige  ongedierte  in  gewone  jaren,  en  op  verre  naaoo 
schadelijk  niet  als  het  talrijk  gevogelte,  dat  zich  hier  in 
het  hontgewas  ophoudt  en  op  de  akkers  nederstrijkt. 


Digitized  by 


Google 


411 

Het  oogatan  geschiedt  over  het  algemeen  met  zorgvul- 
digheid ;  echter  hebben  sommige  landlieden  de  schadelijke 
gewoonte  het  koom  steeds  overrijp  te  laten  worden,  ten 
nadeele  der  kwantiteit  en  kwaliteit  hunner  prodnkten. 

Het   maaljen  van  het  graan   geschiedt  algemeen  met  de 
zigt;  de  garven  maakt  men  opzettelijk  eer  klein  dan  groot 9 
waardoor  zij  ligter  droog  worden  en  zuiverder  uit  te  dor- 
schen   zf}n.     De  rogge  wordt  met   twee  banden  gebonden 
en  aan  ronde  hoepen  (hokken)  van  acht  garven  gezet,  die 
weder  met  eenen  gemeenschappeligken  band  vereenigd  zijn, 
zoodat   zij   in  dezen  toestand  niet  ligt  omwaayen.    Men 
bindt  |de  andere  granen  slechts  met  eenen  band  en  zet  ze 
aan  langwerpige  hoepen  van  acht  tot  tien  garven.    Kool* 
en  a veelzaad,  boekweit,  erwten  en  klaverzaad  blijven  on- 
gebonden;  de  boekweit  en  het  klaverzaad  worden  soms, 
ter  betere  drooging,  ook  wel  aan  hoopjes  van  4  garven  ge- 
zet en  het  laatste  bij  zonneschijn  ééns  of  tweemaal  gewend, 
om   het  moeljelgke  dorschen   eenigzins  te  verligten.    Het 
kool-  en  aveelzaad^  alsmede  de  boekweit  worden  terstond 
na  het  binnenhalen  (1)  afgedorscht  en  wel  met  den  vle» 
gel,   zijnde  er  in  deze   geheele  streek   geen    dorschblok 
(dorschrol)  of  ander  dorsch werktuig  voorhanden. 

Het  achoonen  wordt  verder  door  wannen  (de  wanmolens 

zi^n  nog  Toor  verbetering  vatbaar)  en  ziften  met  ronde  (2) 

zeven,  die  kringvormig  geschud  worden,  bewerkstelligd. 

De  granen,  welke  er  geteeld  worden,  zyn:  witte  tar- 


(1)  Tot  het  binnen  brengen  van  kool-  en  aYeehaad,  voorziet  men  de 
borden  der  gewone  kar  van  eenigzint  naar  batten  gerigte  opzetitukken, 
ter  breedte  van  ongeveer  |-  R.  voet  en  belegt  verder  het  geheel  met 
c^  zoogenaamd  zaadkleed. 

(^)  I>e  Inngwerpige  zeven,  zoo  alt  die  in  de  prov,  Grontugen  al- 
S^DBeen  in  gebruik  zijn,  tchtjnen  verkieslijk,  omdat  het  vrerk  hiermede 
meer  onafgebroken  voortgaat;  terwijl  de  ronde  telkens  weder  a£u)nder- 
^  ontledigd  moeten  worden.  T.  H. 


Digitized  by 


Google 


412 

we,  spelt,  rogge,  zomergerst  (yierrijige  of  gewone) ,  witte 
Toerhaver. 

Men  saait  op  het  bunder:  tarwe  raim  IJ-  N.  M.,  speh 
omstreeks  3  M.,  rogge  1|  M.,  gerst  2  M.,  haver  2J  M* 
De  middelbare  opbrengst  dezer  gewassen  zonde,  vooral  op 
bet  kleijig  gedeelte  dezer  streek,  zeer  voldoende  sgot 
indien  de  hooge  waterstand  's  landmans  hoop  op  eeoea 
goeden  oogst  niet  zoo  dikwijls  te  leur  stelde,  daar  des- 
zelfs  schadelijke  invloed  zich  niet  alleen  tot  het  winter- 
koorn  en  koolzaad,  maar  zelfs  tot  de  daarna  verbouwde 
zomergewassen  uitstrekt. 

De  middelbare  opbrengst  van  de  tarwe  kan  dus  niet  boo- 
ger  gesteld  worden  dan  18  M.  van  het  bunder,  van  de 
spelt  28  M. ,  rogge  20  M.  (op  vele  plaatsen  echt^  aan- 
merkelijk minder),  gerst  25  M.,  haver  op  het  bouwland 
30  M.,  op  gescheurd  grasland  50 — 60  M. 

De  spelt  ^  waarvan  het  verbouw  echter  niet  zeer  uitge^ 
breid  is  (1),  wordt  hier  op  denzelfden  tijd  ongeveer  als  de 
wintertarwe  uitgezaaid  en  ingeoogst  en  het  prodnkt  daar- 
van meest  aan  de  bierbrouwers  verkocht. 

Van  boekweit  zaait  m^n  omstreeks  0,75  M.  per  boa- 
der.  Velen  houden  het  voor  voordeeliger  de  boekweit  nog 
dunner  te  zaaijen,  daar  de  meeste  vrucht  zich  aan  de  zQ- 
takken  en  niet  aan  het  einde  van  den  hoofdstengel  set. 
De  middelbare  opbrengst  is  moéyelijk  te  bepalen,  daar 
dit  gewas  zoo  wisselvallig  is,  dat  de  opbrengst  het  eene 
jaar  soms  geen  8,  het  andere  28  mudden  en  meer  van 
het  bunder  bedraagt. 


(1)  Volgens  de  MededeeUmgen  «m»  de  Gelderêche  Mmaêêchappij 
9an  Landbomw  1846  &<>.  5,  werden  In  1845  in  ^beel  Gelderland  niet 
meer  dan  15,88  bunders  met  spelt  beteeld,  waarvan  1  onder  Bmigey 
en  Keeni^  0,70  onder  AppeUem^  8  onder  Batenburg^  %  ooderiNv^ 
Jltfrei»,  3  onder  Borsêen^  0,28  onder  Driel^  1,65  onder  Kerkw^i^ 
2,80  onder  Nederhmêert  en  1  onder  Bemmel^  weÜLO  te  zaaien  489 
N.  mudden  in  1845  zoudcD  hebbeo  opgeleverd.  T.  H. 


Digitized  by 


Google 


413 

De  erwten  sQn  i€  eeniggte  peulvrachten,  die  hier  op 
den  akker  geteeld  worden;  men  verbouwt  daarvan:  lo.  de 
groene,  2o.  de  graauwe,  beiden  tot  mensohenvoedsel ,  3o. 
de  kleine  gele  (hier  iijd^erwten  genoemd)  voor  het  vee* 
Tot  saaixaad  bezigt  men  2  M.  meer  of  minder  op  het 
bunder.  Ook  dit  gewas  mislukt  dikwijls,  aoodat  de  mid- 
delbare opbrengst  op  niet  meer  dan  12  IML  per  bunder  kan 
geschat  worden. 

De  hier  verbouwde  voeder-  en  wortelge wassen  xijn:  de 
roode  of  Brabandsche  klaver;  de  spurrie,  die  men  tot 
saad winning  doorgaans  reeds  in  bet  voorjaar  zaait,  volgt 
ab  2e  vrucht  na  rogge,  wanneer  zij  tot  veevoeder  bestemd 
is;  op  kleigrond  wordt  zij  afgemaaid  en  op  stal  vervoe- 
derd;  op  zandgrond,  waar  dit  voortreffelijk  voedergewas 
meer  opbrengt,  wordt  het  hoorn  vee  daarop  getoijerd. 

De  aardappelen  worden  hier  algemeen  met  de  spade  ge^ 
poot,  waarbij  men  zegt  minder  poters  te  behoeven  dan 
1^  het  onderploegen ;  verder  worden  zij  met  den  handhak 
aangeaard  en  brengen  dan  gemiddeld  250  M.  van  het  bun- 
der op.  Men  voedert  ze  bij  voorkeur  raauw  aan  de  melk- 
koeien ,  doch  gekookt  aan  het  mestvee  en  de  varkens. 

Mangelwortelen  worden  slechts  in  zeer  geringe  hoeveel- 
heid  verbouwd,  daar  men  het  voordeeliger  acht,  in  plaats 
daarvan  aardappelen  aan  te  kweeken. 

Knollen  (witte)  en  lange  rapen  worden  meest  als  stoppel- 
vrucht  na  rogge  geteeld;  haar  opbrengst  is  moeijelijk  op  te 
geven ,  daar  deze  wortelgewassen  tot  veevoeder  bestemd 
xijnde,  zelden  of  nooit  gemeten  of  gewogen  worden  en 
men  de  opbrengst  dus  slechts  naar  gissing  begroot;  het- 
zelfde geldt  voor  klaver  en  spurrie  in^  den  groenen  toe- 
stand vervoederd.  Daar  de  landlieden  niet  gewoon  zijn 
boek  te  houden ,  zoo  is  het  hun  ten  eenenmale  onbekend 
hoeveel  die  gewassen  per  bunder  juist  opbrengen. 

Op  goeden  zandgrond  worden  de  knollen  en  rapen  zeer 
voordeelig  vervangen  door  gele  penen ^  die,  in  het  voor- 


Digitized  by 


Google 


4U 

jaar  tiuachen  de  te  rdd  ataande  rogge  nitgeiaaid,  nog 
eenen  goeden  tweeden  oogat  in  betaelfde  Jaar  goTen»  doch 
tevens  ook  veel  arbeid  vereiachen*  daar  alle  stoppelen  aC- 
geëgd,  het  onkruid  uitgewied  en  beide  van  bet  land  ver> 
wiyderd  moeten  worden ,  terwijl  xorgvoldige  landboawers 
niet  nalaten  de  wortelen  in  desen  toestand  nog  eens  te 
behakken,  voor  welke  moeite  een  mimer  oogat  hen  iQ- 
kelijk  beloont. 

Kool  wordt  er  niet  meer  dan  tot  eigen  gebmik  getedd 
en  geene  handelsgewassen  als  hooi-  en  aveel%aad;  lifndt 
de  vlasbonw  er  niet  noemenswaardig. 

Tot  xaaisaad  bezigt  men  voor  het  kool-  en  aveelaaad 
5-*6  N.  koppen  op  het  bunder,  soms  meer,  b.  v»  wan* 
neer  men  veel  onkraid  te  vreezen  heeft.  De  middelbars 
opbrengst  van  het  koolzaad  kan  op  20  M.,  die  van  het 
aveelzaad  op  16  M.  van  het  bnnder  geschat  worden.  Het 
stroo  dezer  oliegewassen  wordt  als  brandstof  in  den  ovea 
aangewend,  terwijl  de  doppen  een  goed  veevoeder  ople- 
veren. 

De  vlasbonw  is  hier  van  zoo  weinig  belang,  dat  ik 
daarvan  geene  voldoende  opgaven  leveren  kan.  De  redes 
hiervan  is  grootendeels  gelegen  in  de  omstandigheid,  dat 
het  vlas  niet,  even  als  het  koolzaad  op  vele  plaateen,  tiend- 
vrij  is. 

Hoewel  men  zich  bij  het  verbouwen  dezer  gewassen  san 
geene  bepaalde  orde  bindt,  zoo  komen  de  volgende  echter 
dikwijls  voor  op  kleigrond: 

1.  Gemeste  braak  (60 — ^70  éénspannige  voeren  msit 
op  het  bunder). 

2.  Koolzaad.. 

3.  Tarwe. 

4.  Rogge  met  klaver. 

5.  Klaver. 

6.  Haver  en  nog  eens  haver,  wanneer  de  klaver  goed 
gestaan  heeft. 


Digitized  by 


Google 


¥eit,    ) 


415 

Of: 

1.  Aardappelen  gemest. 

2.  Tarwe. 

3.  Rogge  of  gent  (dikwQls  gemest). 

4.  Klaver. 

5.  Haver. 
Op  zandgrond  heeft  men: 

1.    Rogge  gemest. 
2«    Aardappelen  gemest. 
3.    Boekweit. 
Of: 

1.  Rogge, 

2.  Rogge,         ^  met  knollen  of  sparrie  daarna. 

3.  Boekweit, 
Ofschoon  men  op  hoerderijen  van  20 — ^70  B.  ieder  jaar 

1 — 4  B.  braak  heeft  liggen,  waarin  doorgaans  koolzaad 
gezaaid  wordt,  zoo  komt  de  braak  niet  na  eeoen  zekeren 
tijd  geregeld  op  denzelfden  akker  terag,  daar  men  dik- 
wijls ook  den  toestand  van  het  land  als  anderzins  in  aan- 
merking neemt.  Echter  stemmen  de  landlieden  toe,  dat 
hon  grond  niet  zoude  behoeven  gebraakt  te  worden,  tit- 
dïen  %ij  aleohis  genoeg  konden  mepten.  (Zoude  deze  daad- 
zaak geen  gebrek  in  hnn  bouwstelsel  aandaiden?) 

De  behandeling  der  graslanden  laat  mgns  bedunkens 
wel  wat  te  wenschen  overig.  Dezelve  liggen  «leestal  niet 
zeer  vlak,  worden  niet  geregeld  gegreppeld  en,  op  weinige 
uitzonderingen  na,  nooit  gemest.  Slechts  enkele  landlieden 
brengen  op  een  gedeelte  van  h«n  weihmd  eene  soort  van 
compost,  bestaande  nit  kaf  en  ander  afval  uit  de  schuur 
besproeid  met  mestwater.  Ook  de  modder  uit  de  slooten, 
wanneer  deze  opgemaakt  worden,  bezigt  men  met  goed 
gevolg  tot  hetzelfde  einde,  vooral  wanneer  zij  doorvroren 
is  geweest. 

In  den  regel  worden  de  laagste  graslanden  hier  jaarl|}ks 
éénmaal  gehooid  en.  het  etgroen  of  nagras  (hier  eimet  ga* 

28 


Digitized  by 


Google 


416 

noemd)  afgeweid*  Dit  hooi,  ter  oDderscheiding  van  het 
waardeohooi  binnenveldsch  g^heeten,  moet  voor  het  eerste 
verre  onderdoen,  zoowel  in  hoedanigheid,  als  in  hoeveel- 
heid van  eene  bepaalde  oppervlakte,  waarbij  nog  komt, 
dat  men  genoemde  binnen  vel  dsche  hooilapden  na  en  dan 
scheurt  voor  haver,  en  dit  alles  zonder  ooit  te  mesteo. 
Het  is  das  zeer  nat uar lijk  dat  zij  zich  meestal  in  eenen 
Trij  schralen  toestand  bevinden  en  doorgaans  niet  me«r 
dan  4^ — 6  voer  (van  500  N.  fi)  per  bunder  opbrengen. 
Ook  is  het  binnenveldsch  hooi  meestal  op  verre  dk  niet 
toereikend  om  in  de  behoefte  van  den  veestapel  te  voor- 
zien, zoodat  men  gewoon  is  ieder  jaar  eene  zekere  opper- 
vlakte uiterwaard  te  pachten,  zoowel  om  te  hooijen,  als 
voor  het  etgroen.  —  Volgens  de  bevinding  der  landlieden 
in  deze  streek,  is  het  voederen  van  waardenhooi  meestal 
veel  voordeeliger  dan  van  het  veldhooi;  mogt  het  eerste 
soms  al  wat  kostbaar  zijn,  zoo  wordt  dit  toch  door  zyne 
uitstekende  hoedanigheid  opgewogen. 

De  schadelijke  onkruiden  in  de  graslanden  bepalen  zich 
meestal  tot  de  distels  en  op  de  slechtste  en  laagste  gron- 
den de  hermoes  of  kwaclenaard  (Equisetwm  palusire). 
De  mollen  zijn,  voor  zooverre  mij  bekend  is,  in  gewone 
jaren  het  eenige  ongedierte  in  de  graslanden. 

Het  aanleggen  van  nieuwe  graslanden  wordt  nagenoeg 
aan  de  natuur  overgelaten;  wanneer  het  koorn  van  bet 
veld  is,  laat  men  het  toekomstig  grasland  eenvoudig  liggen 
en  echter  levert  het  dikwijls  in  den  nasomer  reeds  eene  ta- 
melijke weide  voor  het  hoornvee  op. 

Het  /temen,  de  Aootegge  en  andere  middelen  om  het 
liooi  spoediger  dan  op  de  gewone  wijze  té  bewerken,  zijn 
er  onbekend. 

De  eerste  snede  der  roode  of  Brabandscke  klaver  wordt 
gedeeltelijk  gehooid  (gewoonlijk  in  de  2«  helft,  van  Jon^, 
of  het  begin  van  Juiij) ,  gedeeltel^k  groen  aan  de  paarden 
vervoederd*  De  tweede  bljjft,  vooral  in  drooge  somert  ter 


Digitized  by 


Google 


417 

zaadwiiining  staan  en  kan  alsdan  5  M.  en  meer  van  bet 
boader  opleveren  (voor  eene  geldelijke  waarde  van/200 
en  9ieer),  doch  mislukt  dikwijls. 

Het  dorseben  en  schoenen  van  dit  saad  vereischt,  vooral 
bij  natte  zomers,  veel  arbeid  en  overleg.  Eerst  worden 
de  kno(^n  van  bet  stroo  gedorscht,  daarna  verwijdert 
men  dit  en  scheidt  door  den  wanmolen  het  uitgevallene 
zaad  van  de  knoppen  en  andere  by mengsels^  vervolgens 
worden  deze  weder  gedorscht,  daarna  gewand,  enz.,  tot 
bet  zaad  van  alle  bymengsels  en  stof  bevrijd  is  (1). 

Het  rundvee  wordt  alleen  des  winters  op  stal  gebonden; 
des  zomers  gaat  het  dag  en  nacht  in  de  weide;  de  zomer- 
stalvoedering  is  er  das  geheel  vreemd  en  onder  de  tegen- 
woordige omstandigheden  (het  ooderloopen  van  hooi-  en 
weiland)  op  vele  plaatsen  ook  onuitvoerbaar. 

De  soivelbewerking  bepaalt  zich  tot  het  maken  van 
boter. 

De  verisoop  van  jong  vee  geschiedt  op  2  of  2jjarigen 
leeftijd,  weinige  weken  voor  bet  eerste  afkalven  (onder 
den  naam  van  dragende  maal)  of  op  Sjarigen  leeftijd 
^ste  vaars)  i  ook  de  ossen  worden  op  2  en  3jarigen  oa- 
éerdom  verkocht. 

Op  vele  boerenplaatsen  heeft  men  eenen  paardenkarn- 
molen;  op  andere  wordt  een  op-  en  nedergaaude  pds  m»t 
de  band  door  eenen  zwengel  bewogen,  slechts  weinigen 
maken  gebruik  van  eenen   bondenkarnmolen. 

De  versch  gemolkene  melk  wordt  door  eene  teems  ge- 
daan en  in  eene  ondiepe  ronde  houten  vloot  gegoten.   Al- 


(1)  op  ondcwoheidcne  pUaisen  in  d^  pror.  Groi»iqgen  Iiceft  men, 
▼oor  bet  dorucben  van  rood  klaverzaad  met  ^oed  gevolg  de  klaverpeu- 
Ico  vermengd  met  gerst  en  dit  te  zamen  gedorscht,  waardoor  bet  kU- 
verzaad  gemakkelijker  uit  de  peul  komt  en  daarna  zonder  veel  moeite 
door  zeving  van  de  gerstkorreU  kan  vrorden  geiuiverd.  Ook  voor  bet, 
in  dit  Gewest  veel  gewonnen  wordend,  zaad  van  de  wiWe  klaver  is  bet 
kier  ea  daar  in  gebruik.  ^'  ^* 


Digitized  by 


Google 


418 

das  Iaat  men  haar  staan  tot  men  een  karnsel  heeft  en 
karnt  <ie  goor  gewordene  melk,  waarbij  men  des  zomers 
nog  eene  aanzienlijke  hoeveelheid  kood  en  heet  water  (b. 
V.  2  emmers  koud  en  1  emmer  heet  water  op  een  kamsel 
van  circa  120  Ned.  kannen) ,  en  des  winters  alleen  heet 
water  bijvoegt.  De  verdere  behandeling  geschiedt  op  de 
gewone  wijze  (1). 

Op  boerenplaatsen  van  30  B.  bouw-  en  grasland  boadt  men 
gemeenlijk  2  karrenpaarden  (wagens  zijn  er  niet  in  ge- 
brnik)  en  2  jonge  paarden  van  2  en  3  jaar,  op  welken 
leeftijd  zij  reeds  vrij  sterk  voor  ploeg  en  egge  gebmikt 
worden ;  ja  met  3  jaren  begint  men  ze  reeds  in  de  kar  te 
spannen.  Plaatsen  van  50 — 60  B.  hebben  6 — 8  paarden, 
naar  gelang  van  derzelver  sterkte  en  ouderdom. 

Het  fokken  van  jonge  paarden  wordt  hier  vrij  sterk  ge- 
dreven; de  verkoop  heeft  meest  op  IJ  jarigen  leeftijd  plaats. 

De  meeste  landbouwers  op  plaatsen  van  40  of  meer 
bunders  houden  eene  kudde  schapen  van  80 — 120  staks, 
behoorende  tot  het  alhier  zoogenaamde  inlandsche  ras,  mid- 
delmatig groot,  met  niet  zeer  fijne  wol  en  langen  staart.  De 
scheertijd  valt  meest  in  de  eerste  helft  van  Jullj,  nadat  de  scha- 
pen eenigen  tijd  te  voren  in  loopend  water  gewasschen  zijn. 

De  wolopbrengst  bedraagt  in  de  verschillende  kudden 
gemiddeld  2—2^  N.  ft  per  stuk. 


(l)  Hel  gebeurt  bij  warm  weder  niet  zelden,  dat  de  bolerdcelfjes 
zich  niet  dan  met  de  grootste  moeite  laten  afscheiden;  dit  liad  Yooral 
in  den  afgeloopen  zomer  weder  plaats  en  gaf  aanleiding,  dat  de  land- 
bouwer, ten  wiens  huize  ik  mij  bevond,  op  mijn  aanraden  gebruik 
maakte  ran  de  handelwijze  om  telkens  eenige  hoohiofsure  «odW  in 
water  opgelost  bij  de  versch  gemolkene  melk  te  Toegen,  lietgeen  met 
het  l)cs(e  gevolg  bekroond  werd.  Mogt  hij  daarmede  Toortgaan  zoo 
zoude  dit  ook  anderen  tot  navolging  kunnen  wekken.  -^  Ofer  het  ge- 
bruik van  de  hoolstofzure  soda  ter  befordëring  der  hxmiafscbeiding, 
verdient  vooral  nagelezen  te  worden,  C  TitomiER,  das  Molktnfoesem, 
tetWn  18iC. 


Digitized  by 


Google 


419 

Schapen-kaas  en  boter  sijn  hier  beide  evenzeer  -  onbe- 
kend. Het  verkoopen  van  lammeren  heeft  sleehts  bij  uit* 
zondering  plaats;  dat  der  zoogenaamde  vette  (eigenlijk 
halfvette)  schapen  geschiedt  op  1^-  en  S^arigen  leeft^d 
{één  en  iweegeschoren);  deze  worden  dan  vervolgens  op 
beteren  grond  b.  v«  in  de  Betuwe  of  aan  den  Waalkant 
vetgeweid. 

Het  aankweeken  en  vetmesten  van  varkens  heeft  hier 
ook  veel  plaats.  Het  laatste,  op  verre  na  niet  altijd  voor- 
deelig,  als  men  de  waarde  van  het  gegeven  voeder  naauw- 
keurig  in  rekening  brengt,  geschiedt  doorgaans  met  kar- 
nemelk of  afgeroomde  melk,  aardappelen,  gersten- 9  erwten- 
en boek  wei  tenmeel.  Chineesche  of  zwarte  varkens  treft 
men  hier  niet  aan. 

Ganzen  en  eenden  worden  hier  niet  gehouden,  ook  zoude 
bun  des  zomers  het  water  op  vele  plaatsen  ontbreken; 
hoenders  meestal  slechts  tot  eigen  gerij  f. 

De  bijenteelt  is  er  niet  vreemd,  doch  wordt  meest  door 
kleine  boeren  en  arbeiders  bedreven.  Men  kweekt  niet 
neer  moesgewassen  dan  tot  eigen  gebruik  vereischt  wor- 
den; zelfs  zijn  er  velen,  die  niet  eens  het  voor  zich  be- 
noodigde  tuiozaad  winnen»  maar  zulks  in  de  steden  aan- 
koopen. 

De  ooftboomteelt  is  hier  niet  bclangrük:  meestal  heeft 
men  in  eeoen  kleinen  boomgaard  bij  huis  eenige  kersen-, 
appelen*»  peeren-,  pruimen-  of  notenboomen;  ook  staan 
zij  dikwijls  in  den  moestuin  verspreid;  dit  laatste  echter 
niet  altijd  zonder  nadeel  voor  de  daaronder  groeijende 
ffloesgewassen ,  vooraK  wanneer  men  de  boomen  niet  pyra- 
midaalsgewijze  opsnoeit.  De  uitvoer  van  ooft  kan  dos 
niet  anders  dan  onbeduidend  zijn. 

Hontgewas  is  hier  daarentegen  in  overvloed  voorhanden. 
Op  den  klei-  en  goeden  zandgrond  worden  eik  en  els  het 
meeste  aangetroffen  en  slagen  er  vrij  goed ,  evenals  de  ijp 
en  esch;  de  lagere  istreken   leveren  Kanadasche  populie- 


Digitized  by 


Google 


420 

ren  en  wilgen  op,  welke  eerste  vooral  seer  welig  tieren; 
de  hooge  zand-  en  heidegrond  dennen  en  sparren.  De 
eiken  hoadt  men  als  opgaande  boomen,  knoteiken  en  slag- 
hoat;  de  wilg  wordt  doorgaans  als  knotwilg,  de  els  als 
slaghoat,  de  popalier,  esch  en  ijp  als  opgaande  boomeo 
gehouden.  Van  het  slaghoat  dient  een  gedeelte  tot  eigen 
gebraik,  het  andere,  voornamelijk  het  eiken,  wordt  b| 
hossen  verkocht,  nadat  hetzelve  alvorens  van  deszelfs 
hast  ontdaan  is,  die  weder  door  looijers,  enz.  gebezigd 
wordt;  de  opgaande  hoornen  worden  tot  timmerhout  ver- 
kocht. 

Ook  levert  de  streek  tnrf  en  steen  op,  zijnde  er  te 
Wychen  veenderij  en  eneene  steenbakkerij. 

Nopens  de  geschiedenis  der  veranderingen ,  die  hier  ia 
de  laatste  jaren  hebben  plaats  gehad  valt  het  volgende  te 
zeggen:  over  het  algemeen  heeft  men,  vooral  met  het  stij- 
gen der  graanprijzen,  het  bouwland  ten  koste  van  het 
grasland  uitgebreid;  ook  gaan  de  ontginningen,  vooral  op 
de  Wychensche   heide,  jaarlijks  voort. 

De  prijs  der  landerijen  is  op  vele  plaatsen  gedurende 
de  laatste  25  jaren  bijna  verdubbeld;  de  huur  der  pacht- 
hoeven is*  mede  algemeen  opgeslagen,  hoewel  niet  voor 
zulk  een  aanzienlijk  bedrag.  Ook  kan  als  eene  bijzonder- 
heid vermeld  worden,  dat  vóór  genoemd  aantal  jaren  hier 
weinig  meer  aardappelen  verbouwd  werden  dan  tot  eigen 
gebruik ,  terwijl  de  teelt  van  dit  nuttige  gewas  zich  nu  jaar- 
lijks meer  uitbreidt. 

Behalve  het  af  koopbaarstellen  van  het  zoo  nadeelige  regt 
van  tiendheffing,  zoude  het  eene  allergewigtigste  verbete* 
ring  voor  de  landstreek  zijn,  wanneer  men  dezelve  door 
eene  stoommachine  ten  allen  lijde  van  haar  overtollig 
water  konde  ontdoen,  gelijk  zulks  reeds  aanvankelijk  ge- 
schied is  in  den  nog  lager  gelegen  polder  bevattende  de 
gemeenten  Leeuwen^  Wamel  en  Dreumel^  volgens  ont- 
werp en  onder  toezigt  vao  den  Heer  Ingenieur  Finic* 


Digitized  by 


Google 


421 

Hoe  onvolledig  deze  scheta  ook  il)n  moge,  vlei  ik  mij 
echter,  dat  men  uit  deielve  lal  kuDoen  opmaken,  dat  de 
landhuishoading  van  bovengenoemd  gedeelte  der  prov.  Gel- 
derland wel  is  waar  voor  groote  verbeteringen  vatbaar  is, 
doch  daarentegen  ook  veel  goeds  bevat,  met  name  de  zorg- 
▼uldige  bearbeiding,  welke  den  akker  bijna  allerwege  ten 
deel  valt;  de  kenze  van  eene  gepaste  vrachtopvolging, 
waarin  de  nitpattende  gewassen  nu  en  dan  door  roode 
klaver  vervangen  worden,  enz. 


Digitized  by 


Google 


Serigien  en  MedecUelit^en^ 

door 

H.  C.  TAN  Hall* 


1.    Het  woelen  en  branden  op  veenachtige  gronden. 

He  landbouwer  E.  M.  R,  Huisman  te  Helium  in  de 
prov.  Groningen  heeft  reeds  voor  eenen  geruimen  tijd  on- 
derscheidene proeven  genomen,  om  zijnen  grond  te  verbe- 
teren, zonder  bijvoeging  van  dierlijke  meststoffen,  van  den 
uitslag  van  welice  proeven  het  volgende  berigt  mij  door 
zijn'  zoon  R.  E.  Huisman  vriendelijk  is  medegedeeld. 

Sedert   den  tijd  dat  het  zoogenaamde  roppen  (1),  door 


(1)  Het  roppen  eo  branden  ran  den  grond  bestaat  daarin «  dat  men 
van  koude,  zuurachtigc  met  gras  begroeide  velden,  de  zode  ondiep  met 
een  ploeg  afschill  (ropt),  de  zoden  laat  droogen,  daarna  verbrandt,  eo 
de  hiervan  komende  asch  over  bet  land  uitstrooit,  dat  veelal  op  de 
daarna  gekweekte  vruchten  eene  goede  uitwerking  heeft,  hoewel  bel, 
naar  mijn  inzien,  niet  dikwijU  op  hetzelfde  land,  indien  dit  niet  zeer 
Teenachtig  en  tevens  hoog  gelegen  is,'  herhaald  mag  worden,  daar  er 
natuurlijk  altoos  veel  humusdeelen  bij  die  l>i^nding  verteren  en  de  op- 
pervlakte van  den  grond  alzoo  langzamerhand  lager  wordt  Zie  deze 
gansche  handelwijze  beschreven  in  J.  IIoba  Siccaha,  Verslag  wegens 
hei  roppen,   Groningen  1816. 


Digitized  by 


Google 


423 

[•Men  landbeawer  te  Siddeburen  uitgevonden ,  te  Helium 
algemeen  in  gebroik  is  gekomen ,  is  men  er  op  bedacht 
geweest,  om  At  4isc&^  waarvan  men  de  nuttige  werking 
proefondervindelijk  gezien  had,  ook  nog  door  andere  mid- 
delen te  verkrygen.  Dit  geschiedt  door  het  hier  (elders 
wordt  dit  woord  ook  wel  in  eenen  anderen  zin  gebraikt) 
zoogenoemde  woelen^  dat  is  het  omspitten  van  den  grond 
ter  diepte  van  nagenoeg  22  (oude)  duimen  en  het  daarna 
verbranden  der  oppervlakte,  hetwelk  hier  op  de  volgende 
wyze  geschiedt. 

De  landen,  die  hiervoor  geschikt  zullen  zijn,  moeten 
vooreerst  hoog  genoeg  zijn,  omdat  door  deze  kunstbewer- 
king het  land  ten  laatste  altoos  iets  lager  komt  te  liggen; 
ten  tweede  moeten  zij  eene  genoegzame  hoeveelheid  teel- 
grond,  9 — 12  oude  duimen  diep,  bezitten.  Deze  teelgrond 
is  hier  veenacbtig  en  zandig.  Daaronder  volgt  meestal 
eene  digte  aardlaag,  een  gele  veengrond,  hier  spalier  ge- 
heeten,  die  zeer  onvruchtbaar  is  en  het  water  slecht  door- 
laat. Onder  deze  aardlaag  vindt  men  gewoonlijk  rood  of 
grys  zand.  In  deze  grolden,  en  bijzonder  in  de  beide 
laatste  aardlagen,  treft  men  veel  hout  aan,  meest  eiken  en 
greenenhout,  dat,  als  men  het  eerst  een  jaar  in  het  duis- 
ter laat  liggen  en  als  men  het  daarna  alleen  binnen  's  huis 
en  onder  den  grond  bezigt,  dikwyis  zeer  duurzaam  en  tot 
velerlei  einden  bruikbaar  is.  Men  ziet  hieronder  boomen 
van  verbazende  dikte  en  lengte,  welke  soms  bijna  zoo 
hard  zQn  als  ijzer.  De  stammen  liggen  grootendeels  met 
den  top  naar  het  Oosten  of  Noord- Westen  en  bij  voorzig« 
tige  behandeling,  vindt  men  meermalen  nog  de  bladeren 
ia  half  versteenden  toestand  aan  de  takken  derzelve. 

Het  werk  van  het  woelen  of  omspitten  heeft  doorgaans 
in  den  herfst  plaats,  omdat  de  vorst  het  veen  (spalter) 
geschikter  maakt  voor  deszelfs  verdere  bewerking.  Bij 
zeer  gunstig  voorjaarsweder  geschiedt  het  echter  ook  nog 
wel  in  Maart  of  April.    Tot  betere  drooging  slaat  men  het 


Digitized  by 


Google 


424 

opgedolven  Teen  niet  in  ttokkea,  soo  als  dit  hQ  gewone 
omspilting  gebniikelijk  is,  muur  ieder  spit  wordt  ter 
lengte  van  de  spade  ongesebonden  opgedolven  en  nederge- 
legd,  opdat  lucht  en  vorst  haren 'weldadigen  invloed  daaiop 
des  te  beter  souden  kunnen  uitoefenen.  Wanneer  de  om- 
gespitte gronden  behoorlijk  gedroogd  sijn,  dat  dikwijls 
eerst  in  April  of  Mei  plaats  vindt,  zoo  worden  xij  geëgd* 
Na  de  egging  wordt  de  losgeëgde  opperkorst  van  het  land 
door  de  zoogenaamde  brandegge  (1)  in  boopen  bQ  elkan- 
der gebragt  op  den  afstand  van  4 — 6  schreden  en  deze 
hoopen,  liefst  bij  eenen  sachten  wind  in  brand  gestoken. 
Wanneer  echter  de  spalter  over  het  gansche  veld  gelijk 
keltjk  gedroogd  was,  zoo  wordt  het  aan  boopen  brengea 
nagelaten  en  het  land  na  bet  eggen  alleen  op  verscheidene 
plaatsen  te  gelijk  in  brand  gestoken,  dat  bij  goed  weder 
en  eenen  gunstigen  wind  boven  het  verbranden  in  de  boo- 
pen de  voorkeur  verdient ,  wegens  de  meerdere  gemakke- 
lijkheid in  de  bewerking  en  de  betere  yerbranding  die  er 
dan  plaats  beeft.  Na  de  branding  wordt  de  asch  soo 
spoedig  mogelijk  dun  ondergeploegd ,  waarin  zomer  kool* 
^  %aad^  dat  dan  menigmaal  30  è  40  mudden  zaad  van  het 
bunder  oplevert,  en  aardappelen^  vooral  de  grovere  soor* 
ten,  die  men  dan  wel  op  400 — 500  mudden  van  het  bun- 
der kan  schatten^  uitnemend  wel  slagen.  Na  zomerkool- 
zaad  of  na  aardappelen  volgt  rogge  ^  het  decde  jaar  weder 
roggek  Na  deze  oogst  wordt  de  overgeblevene  spalter  met 
de  stoppel  verbrand ,  waarna  in  het  vierde  jaar  weder  uit* 


(1)  De  brandegge  is  eigenlijk  eeoe  leer  groote  eo  breede  toort  Tan  hark, 
met  laoge  landen  en  met  een  wiel  voorzien,  door  tweo  paarden  TOort* 
getrokken,  viclke  bij  het  roppen  gebruikt  wordt  om  de  gedroogde  zo- 
den bij  elkander  op  hopen  te  harken.  Zie  dit  eenvoudige  werktuig  af- 
gebeeld en  levenf  eene  uitvoerige  beschrijving  van  het  ropptn^  veen'* 
hrandtn  enz.  in  Fr.  Arinds,  Abhandlung  vom  Kasenhrennen  und 
tfem  Moorhrennen»  Hannovcr  1826. 


Digitized  by 


Google 


425 

mantende  rogge  wast,  terwijl  het  land  dan  nog  mtm  ge^ 
schikt  is,  om  in  het  yQfde  jaar  een  goed  gewas  haver 
▼oort  te  brengen. 

De  kosten  van  het  omspitten  bedragen  ƒ40 — 50  van  het 
bunder.  Een  goed  arbeider  kan  daags  op  genoemde  wijse 
spitten  ruim  een  spint  land ,  dat  is  12  voeten  in  het  vier- 
kant,  terwijl  men  88  spint  op  het  bander  rekent.  Het 
xoo  omspitten  van  het  spint  land  wordt  hier  gewoonlijk 
betaald  met  45  cents  of  met  50  cents,  als  er  eene  groote 
hoeveelheid  teelaarde  op  de  spalter  ligt  en  er  dus  meer 
aarde  moet  verwerkt  worden,  of  als  er  veel  hoat  in  den 
grond  gevonden  wordt.  De  grond  blijft  na  deze  bewef'^ 
king  steeds  los  en  laat  het  water  beter  door  dan  vroeger; 
terwijl  men,  na  het  nitdelven  van  het  hout,  alle  werktui- 
gen geruster  in  den  grond  kan  gebruiken.  Neemt  men 
nn  de  kosten  van  dit  woelen  in  aanmerking  in  vergelij- 
king met  de  kosten  van  den  mest,  soo  is  dit  zeer  ten 
voordeele  dezer  bewerking,  welke  wij,  op  daartoe  ge- 
schikte, vooral  hooggelegene  en  veenachtige  gronden  daar- 
om als  zeer  nuttig  en  voordeeliger  dan  het  branden  alleen 
van  de  oppervlakte,  waardoor  hoofdzakelijk  alleen  de  teel- 
grond  verbrandt,  meenen  te  moeten  beschouwen^  Immers 
voor  ƒ50  mest  op  het  bunder  is  niet  te  veel  en  daarop 
kan  men  hier  slechts  drie^  na  het  woelen  echter,  op  bo- 
ven omschrevene  wijze,  vijf  goede  vruchten  telen. 

Er  zgn  echter  vele  gronden,  die  niet  voor  zulk  woelen 
geschikt  zijn,  al  zijn  het  ook  veengronden;  want,  wordt 
de  spalter  niet  overal  gelijkelijk  aangetroffen,  zoo  bederft 
men  door  de  omspitting  den  grond,  dewijl  men  op  die 
plaatsen,  waar  men  geen  spaher  vindt,  zandige,  onvrucht- 
bare aarde,  die  geene  asch  geven  kan,  boven  brengt.  — ^ 
Lage  vochtige  landen  zijn  voor  deze  bewerking  ook  niet 
geschikt,  omdat  z^  hierdoor  nog  lager  en  vochtiger  wor- 
den; maar  op  de  aangewezene  hooge  veenachtige  gronden, 
waar  men  gewoonlQk  mest  te  kort  komt^   sehf)nt  dese 


Digitized  by 


Google 


426 

handelwijze  allezins  aanbevelenswaardig,  daar  de  asch  loo 
den  mest  volkomen  vervangt.  Althans  de  genoemde  land- 
honwer  heeft  op  deze  wijze  reeds  meer  dan  tien  bim- 
ders  land,  voor  en  na,  verbeterd  en  heeft  op  de%en  grond 
tot  dusverre  zeer  gunstige  uitkomsten  van  deze  zijne  proef- 
nemingen mogen  zien. 

2.    Witte  aren  in  de  Rogge. 

Niet  zelden  ziet  men,  dat  op  een  veld  rogge,  tnsschea 
de  goede  aren,  hier  en  daar  enkele  witte,  geheel  ijle  en 
onvruchtbare  aren  voorkomen.  De  oorzaak  hiervan  is  de 
kleine  rups  vaneen  vlinder,  Pyralis  secalis  geheeten,  die 
zich  in  den  halm  tusschen  den  bovensten  knoop  en  de  aar 
invreet  en  daardoor  de  aar,  van  voedsel  beroofd,  doet  op- 
■droogen,  wit  worden  en  sterven.  —  Het  ware  niet  onbe- 
langryk,  dat  men  met  de  huishouding  van  dit  diertje  meer 
van  nabij  bekend  werd ,  daar  het  mogelijk  was ,  dat  ook 
dit  dier  in  sommige  jaren  zich  buitengewoon  vermeerderde 
en  alsdan  groote  verwoestingen  aanrigtte.  Zie  de  Afede" 
deeiingen  van  de  Geldersc/ie  Maatackapj/y  van  landbouw 
1846,  no.  2  bl.  57. 

3.    Waarde  van  liet  zeezand  voor  lig/e  zandgronden. 

Over  dit  onderwerp  behelst  tlie  American  Agricuiturisi 
van  Juljj  184J,  p.  227,  het  volgende; 

De  Heer  Lorimkr  merkt  in  het  dagblad  voor  Landboaw 
op,  dat  hy  op  eene  reis  door  Normandije  en  Frankrijk 
gezien  heeft,  dat  de  Normandiërs  niet  bij  de  landbouwers 
aan  de  zeekusten  van  Engeland  behoeven  achter  te  staan 
in  het  gebruik  maken  van  de  hulpmiddelen,  welke  de  zee 
verschaft.  Het  zeezand  namelijk  wordt  hier  veel  gebruikt 
en  wel  gewoonl\jk  in  vermenging  met  p:ewonen  mest.  Ik 
was  verwonderd,  zegt. LoRiMiiR,  dit  gebruik  meer  algemeeo 


Digitized  by 


Google 


427 

op  zandige  dan  op  stijve  kleistreken  aan  te  treffen,  dewijl 
ik  ait  den  staat  der  landbouwkundige  wetenschap  aldaar, 
begreep,  dat  de  eigenschap,  waarom  hetselve  het  waar- 
schijnlijkst genomen  werd ,  bestond  in  het  losmaken  van 
den  grond,  en  niet  in  het  opleveren  van  scheikundige  in- 
mengsels,  welke  voor  den  groei  der  gewassen  vereiscbt 
worden.  BQ  onderzoek  vernam  ik  echter,  dat  de  landlie- 
den aan  hetzelve  een  vermogen  toeschreven,  geheel  ver* 
schillend  van  datgene,  waaraan  ik  gedacht  had.  De  oor- 
zaak, die  zij  opgaven,  waarom  het  hoofdzakelijk  op  eenen 
xandigen  grond  werd  toegepast ,  was ,  dat  zulk  een  grond 
heet  zijnde,  het  koele  zand  vereischte  om  denzelven  te 
▼erfrisschen ,  terwijl  de  stijve  klei  koud  zijnde  door  kalk 
•moest  verwarmd  worden. 

Deze  verklaring,  hoewel  verre  van  wetenschappelijk  te 
xijn,  toonde,  dat  zij  een  zeer  duidelijk  en  tastbaar  denk- 
beeld hadden  van  de  oorzaak  der  werking,  en  niet,  even 
als  een  groot  aantal  landbouwers ,  te  vreden  waren  met 
de  bloote  daadzaak  van  een  wezentlijk  of  schijnbaar  voor- 
deel, dat  zqlk  eene  handelwijze  aan  hunne  oogsten  toe- 
bragt. 

De  Hoogleeraar  Johnston  heeft  de  volgende  ontleding 
van  het  bovengenoemde  zeezand  medegedeeld: 

Organische  stof. •  •  •  .     5,06. 

Koolzure  kalk 43,50. 

Gips,  keukenzout  en   Ijzerverzuursel.  .     3,43. 

Onoplosbare  kiezelaardige  stof.  .....  47,69. 

99,68. 
Het  bestaat   bijna   geheel   uit  overblijfselen   van  kleine 
schaaldieren,  en  uit  de  ligchamen  en  geraamten  van  infu- 
siediertjes.     Van    deze  laatsten   is  de  kiezelaarde  afkom- 
^^^gf  zijnde  het  kiezelzand  bijna  geheel  afwezig. 

4.    jDe  groote  Spurrie. 
Men  kent  driederlei  soorten  van  Spurrie: 


Digitized  by 


Google 


428 

lo.  De  wUde  Spurrie  of  waiergal  (Spergula  orvenHê 
Ft.  Daiu),  welke  de  kleinste  en  voor  de  caltunr  de  miiist 
waardige  is,  sóodat  zij,  xoo  ver  my  bekend  is,  nergens 
in  ons  Vaderland  aangekweekt,  maar  wel  hier  en  daar 
nit  het  wild  opgesameld  en  tot  veevoeder  verbniikt  wordt. 
Zy  is  afgebeeld  in  de  Flora  Batuva  no,  427  en  aan  de 
eenigzins  kantige,  aan  alle  zijden  met  witachtige  of  grijze 
stippen  bedekte,   zaden  ligt  te  herkennen. 

2o.  De  gekweekie  Spurrie  {Spergula  sativa  Boekn), 
dat  is  de  iets  grootere,  gewoonlyk  gekweekte  soort,  her- 
kenbaar aan  hare  zwarte,  gladde,  dik-linsvormige  zaden, 
op  den  kant  van  eenen  iets  uitstekenden  witten  rand 
voorzien. 

30.  De  grooie  Spurrie  {Spergula  maxima  Wbihe), 
welke  doorgaans  2  of  3  palmen  hooger  groeit  dan  de  ge- 
wone en  dus,  mits  iets  digter  gezaaid  zijnde,  vrij  wat 
meer  op  dezelfde  oppervlakte  lands  in  staat  is  op  te  bren- 
gen. Hare  zaden  z^jn  bijna  tweemaal  zoo  groot  als  die 
van  de  gewone  Spurrie,  dik  en  eenigzins  kantig  met  on- 
gelljk-straalswijze  uit  een  middelpunt  uitloopende  stippen 
en  strepen.  Ik  heb  deze  drie  vormen  sinds  vele  jaren  in 
den  landhnishoudelijken  tuin  te  Groningeu  aangekweekt  en 
jaarlijks  geregeld  het  zaad  doen  inzamelen,  zonder  eenige 
verbastering  van  de  eene  Spurrie  in  de  andere  op  te  mer- 
ken, waarom  ik  ze  als  drie.  goed  onderscheidene  soorten 
beschouw* 

Re^ds  voor  verscheidene  jaren  (in  1829)  vond  ik  de 
grooie  Spurrie  in  het  wild  tusschen  het  vlas  op  zavelige 
bouwlanden  b^  Holwert  en  omstreken  in  Friesland.  Haar 
verschil  van  de  gewone  Spurrie  en  hare  grootte  deden  ny 
dadelijk  denken  aan  de  naam  Niegen-knee ^  waarmede  ik 
wist,  dat  men  in  sommige  oorden  van  Duitschland  de 
groote  spurrie  bestempelt,  naar  de  vele  knopen  of  kni€n 
als  het  ware,  die  op  de  steng,  telkens  aan  den  voet  der 
talrijke,  fijne,  kransvocmende  bladen  geplaatst  zyi|.    Het 


Digitized  by 


Google 


429 

jnad  daarvaa  mejegenonien  afjnde,  is  my  gebleken  te  sQa 
dat  vaa  de  grooie  Spurrie,  welke  van  dien  tijd  af  in  den 
landhuisboudeligken  tuin  te  Groningen  aangekweekt  en» 
Toor  en  na,  aan  onderscheidene  landbouwers  medegedeeld 
is,  soodat  xij,  althans  in  de  provinciën  Utrecht,  Gronin- 
gen en  Drenthe,  bij  verscheidene  landbouwers  bekend  en 
thans  genoegzaum  in  het  groot  beproefd  is.  De  plant  al- 
soo  in  onsen  vaderlandscbeo  landbouw  niet  meer  geheel 
vreemd  z(jnde,  meende  ik  wel  te  doen,  mei  de  aandacht 
nog  nader  daarop  te  vestigen  door  de  mededeeling  van  het 
volgende  uittreksel  uit  eenige  aanteekeningen  daaromtrent 
van  Prof.  Dr.  A«  G.  Schwuitzbr,  geplaatst  in  het  Land» 
wirihseAafiticAes  JaArbuch  der  Akademie  %u  TAaratid 
ü  (1845)  p,  257—272. 

BQ  een  gevreesd  gebrek  aan  genoegsamen  mest,  besloot 
ScHWBiTZKR  in  1S41  een  stuk  land,  dat  anders  gewonen 
stalmest  Konde  ontvangen  hebben,  eene  groene  bemesting 
te  doen  ondergaan  en  hiertoe,  deels  de  grooie  Spurrie 
alleen,  deels  vermengd  met  Madia  en  Aveelzaad^  te  ge- 
bniiken.  Het  mengsel  erlangde  eene  grootte  en  digtheid 
van  wasdom  dat  het,  ondergeploegd,  eene  volkomen  vol- 
doende bemesting  gaf.  De  Spurrie  wies  zoo  hoog  op, 
dat  by  besloot  die  niet  onder  te  ploegen,  maar  te  vervoe- 
deren,  waarbij  het  echter  bleek,  dat  de  koeijen  dit  voed- 
sd  niet  gretig  tot  cich  namen,  waardoor  de  melkopbrengst, 
na  het  gebruik  der  groote  Spurrie,  bijna  oogenblikkel^k 
verminderde.  Daar  dit  laatste  echter  b^  latere  proeven, 
onder  andere  wedersgesteldheid,  piet  weder  werd  opge- 
merkt, meende  hij  reden  te  hebben,  dit  aan  de  omstan- 
digheid toe  te  schrijven,  dat  het  gewas  aan  het  vee  ge- 
geven was  na  eenen  langHurigen  regent^d,  waardoor  de 
spurrie  op  het  veld  gestreken  was  en  eenen  rotachtigen 
reuk  had  aangenomen.  (Wij  vermelden  deze  bijzonderheid 
opzettelijk  daarom,  omdat  men  ook  in  Nederland  wel  eens 
de  opmerking   gemaakt  heeft,   dat  het  vee  deze  spurrie 


Digitized  by 


Google 


430 

ni«t  gaarne  eet,  hetwelk  dan  wdllgt  aao  deselfde  oorsaak 
sal  moeten  worden  toegesehre?en,  daar  seer  vele  landbou- 
wers mij  integendeel  van  het  volkomen  bruikbare  deser 
plant  als  voedergewas  uit  eigene  ervaring  versekerd  heb- 
ben). 

In  het  drooge  jaar  1842,  toen  soo  vele  gewassen  door 
de  groote  droogte  geheel  en  al  mislukten,  trok  de  gioote 
spurrie  zijne  bijzondere  aandaeht,  wijl  xij  toen,  ztUu  of 
voor  haar  anders  minder 'geschikten  kleiaehtigen  grond, 
welig  opwies  en  9  weken  na  hare  uitsaaijing,  eene  aan- 
zienlijke hoeveelheid  hooi,  of  10^  weken  na  hare  zaa|fiDg 
zeer  voedzaam  zaad  en  stroo  konde  opleveren,  en  dit  al- 
les zonder  bemesting  of  liijsondere  moeite  bij  de  aankwee- 
king te  vereischen. 

In  1843  zaaide  hij  op  het  einde  van  Mei  op  208  q  roe- 
den   (1)  daartoe  zeer  geschikt  land,  dat   het  vorige  jaar 
haver  gedragen  had,  5  Mei%en  zaad  van  de  groote  spur- 
rie, die  nu  2\ — 3   voet  hoog  groeide.     Bijna  ^   van  dese 
oppervlakte  werd  tot  groen  voeder  gebruikt  en  verschafte 
aan  17  koeljen,  waaronder  11  melkkoeijen,  gedurende  6^ 
dag  het  rijkelijkste   voedsel.     De  melkkoeljen   bekwamen 
daarvan  zoo  veel  zij  verkozen,  doch  niet  vochtig,  waarna 
de  melkopbrengst  %eer  toenam.    50  è  60  D  roeden  van  ge- 
noemd land  werden  tot  zaadwinning  gebruikt  en  leverden 
ruim  \\  schepel  zaad,  dus  7\  schepel  van  den  Saksischen 
akker  op.     Terwijl   dit  laatste  tot  rijpheid  kwam,  sproot 
de  groen  afgesnedene  spurrie  weder  uit,  en  wel  zoo  krach- 
tig, dat- zij  voor  de  tweedemaal  konde  afgemaaid  worden, 
welke  tweede  snede  wel  niet  zoo  overvloedig  als  de  eer- 
ste, maar  toch  allezins  de  moeite  waardig  was.   Hjj  was 
wel  niet  in  de  gelegenheid,  de  opbrengst  dezer  tweede  snede 


(1)  Een   D  Sakfische  roede  is  =  23^5^  □  Sakiiiche  ToeCcn,    Een 
Saksische  voet  is  =  0,28326  Ned.  e!. 

Een  Saksische  gchêpêl  is  =  16  mwiztn  of  103,905  Ked.  koppen. 


Digitized  by 


Google 


431 

naauwkenrig  na  te  gaan ,  maar  baadt  zich  echter  oyertoigd» 
4at  z^  tot  afweidiog  of  groene  bemesting  eene  niet  onbe- 
langryke  waardy  bezat. 

Ook  in  1844  heeft  hij  eene  niet  onbelangrijke  uitge- 
strektheid  daarn^de  beteeld  en  meer  zuiver  voordeel  daar- 
van getrokken,  dan  van  een  daar  naast  liggend  erwten  veld; 
terwijl  het  als  veevoeder  zeer  goed  beviel,  daar  runderen 
daarvan  eene  mindere  hoeveelheid  dan  van  roode  klaver 
behoefden. 

Hij  is  daarom  voornemens,  zich  nooit  meer  van  dit  ge- 
was te  ontdoen,  maar  het  te  bleven  aankweeken  tot  ver- 
dere proefnemingen,  hoewel  vooreerst  nog  maar  alleen  op 
niet  al  te  uitgestrekte  velden,  daar  de  hoogte  van  het  ge- 
was oorzaak  is,  dat  het,  wanneer  het  niet  op  zQn  tijd 
yervoederd  of  tot  hooi  afgesneden  wordt,  ligt  op  het  veld 
gaat  liggen  en  dan  bij  nat  weder  vaak  eene  mindere  waarde 
tot  veevoeder  verkrijgt. — Om  dit  nederstrijken  voor  te  ko- 
men, moet  het  zaad  van  de  grooie  spurrie  ook  digter 
gezaaid  worden  dan  van  de  gewone  spurrie  ^  gelijk  dat 
ook  bij  onderscheidene  proefkaayingen  in  Nederland  geble- 
ken is. 

Inzonderheid  zal  dit  gewas  aanbeveling  verdienen  op 
zandgronden  (hoedanige  wij  er  zoo  velen  in  Nederland  be- 
zitten), welke  te  dor  en  te  los  z^n,  om  goede  klaver 
voort  te  brengen,  zoo  als  Scbwkitzer  aan  den  oevers  der 
Elbe  boven  Pillnit%  zag.  —  Op  leemachtigen  zandgrond 
i«  het,  bij  eene  proef  in  het  klein  aan  de  Landhuishond- 
kundige  school  te  Haren  genomen,  ons  zeer  goed  beval- 
len, zoodat  wjj  die  proeven  meer  in  het  groot  denken 
voort  te  zetten. 

Vrees,  dat  het  gewas  den  grond  zal  uitputten,  zal  er 
wel  niet  zQn,  als  men  ten  minste  de  spurrie  afsnijdt  en 
niet  uit  den  grond  trekt.  Schw.  althans  heeft  geene 
uitputting  van  den  grond  op  een  goed  behandeld  spurrie- 
veld  kunnen  opmerken.    . 

29 


Digitized  by 


Google 


432 

Uit  de  in  1842  genomene  proeTen  bleek  het»  dat  de 
groote  spurrie  j  tot  hooi  gebragt,  weinig  indroogt,  daar  50 
ponden  groene  spurrie  20  ponden  sparriehooi  gege?» 
hebben,  terwijl  gewoonlijk  bij  sappige  klaver  en  dio'ge- 
lljke  gewassen  80 — 100  ponden  groen  gewas  niet  meer  dan 
20  ponden  hooi  geven.  In  minder  drooge  jaren,  sai  de 
spurrie  als  hooi  wel  meer  ponden  indroegen  dan  in  1842, 
maar  wegens  hare  mindere  walerachtigheid  en  minder  blad- 
verlies  bij  de  drooging,  naar  ons  inzien,  toch  altoos  dhb- 
der  dan  roode  klaver. 

5.     Bewaring  van  aardappelen. 

In  het  LittercUurblaU  van  Beijers  Allgemeine  Zeiiung 
Dec.  1845  p.  71  leest  men  het  volgende  berigt,  door 
Arnold  te  Hochsiriefs  onderteekend:  «Vele  landbezitters 
in  Oost-Praissen ,  gedeeltelijk  mij  in  persoon  bekend,  la- 
ten in  den  herfst  dadelijk  na  den  oogst,  alle  de  aardappe* 
len  die  zij  tot  voeder  voor  paarden,  runderen  en  varkens 
gedurende  een  jaar  noodig  hebben,  in  damp  koken  en 
daarna  vast  instampen  in  kuilen,  in  elk  van  welke  bijna 
200  (Pruissische)  schepels  geborgen  kunnen  worden.  Van 
boven  worden  die  kuilen  met  stroo  en  aarde  overdekt,  op> 
dat  noch  regen,  noch  verandering  va»  warmte  op  de  inge- 
stampte  aardappelen  invloed  uitoefenen.  Daar  deze  han- 
delwijze aldaar  sinds  jaren  in  gebruik  is,  hebben  die  kui- 
len vast  toegeslagen  of  van  steen  opgemetselde  wanden, 
doch  dit  is  geen  noodzakelijk  vereischte,  als  men  groote 
hoeveelheden  aardappelen  spoedig  wil  inkuilen  en  bewa- 
ren, wanneer  een  ruime  oogst  daartoe  aanleiding  geeft.  De 
aardappelen  blijven  zoo  langer  dan  een  jaar  uitmuntend 
wel  bewaard,  nemen  eenen  ligten  zuren  smaak  aan  en 
worden  van  alle  dieren  gaarne  gegeten/' 

6.     Teell  der  Hop. 
Het  Tijdschrift  Natuurkunde  bevat  in   zijn   n».   7 


Digitized  by 


Google 


433 

1846  bh  209—215,  oyergenomeii  vit  de  Echo  du  monde 
savani  van  1846  d^.  29  en  30,  het  een  en  ander  over  de 
seheikundtge  samenstelling  der  Aop^  in  verband  met  hare 
aankweeking,  door  J.  C.  Nesbit.  Hoewel  de  teelt  van 
hop  hier  te  lande  nog  van  gering  aanbelang  is,  raeenen 
wQ  echter  dat  dit  beter  kan  worden,  als  men  sich  met 
meer  Qver  op  deze  teelt  toelegt  en  vooral  voor  de  betoa" 
ring  der  ingeoogste  hop  beter  zorg  draagt  (1).  WeUigt 
dat  ook  eenmaal  weder  het  bier,  in  plaats  èf  van  verslap- 
pende warme  dranken ,  èf  van  de  door  het  misbrnik  ont« 
lenawende  jenever,  meer  algemeen  in  gebruik  komen  zal, 
zoodat  wij  onze  aandacht  voortdurend  ook  op  dü  gedeelte 
der  Landhalshondkunde  willen  blijven  vestigen  en  daarom 
het  volgende  uit  de  genoemde  verhandeling  overnemen: 

De  hoppeteelt  behoeft  veel  mest.  Volgens  het  hier  me- 
degedeelde scheikondig  onderzoek  is  dit  hoofdzakelijk  toe 
te  schrijven  aan  de  groote  hoeveelheid  pdlasch,  welke  deze 
plant  uit  den  grond  opneemt.  Immers  de  zamenstelling  der 
anorganische  zelfstandigheden ,  welke  in  de  hop  bevat  sijn, 
sgn  in  honderdste  deden  deze: 

Bloemen      BUzden*       Takken. 


{vruchten). 

KieMlmrde 

31,50 

12,14 

6,07 

Chloor-potassiam 

7,24 

9,49 

6,47 

Chloor-sodiam  . 

1,67 

9,64 

Soda 

0,39 

Potasta 

25,18 

14,95 

25,86 

Kalk 

15,98 

49,67 

38.73 

Magnesia 

6,77 

2,39 

4,10 

Zwavelsnor 

5,41 

5,04 

3,44 

Phosphorsanr 

9,8a 

2,42 

6,80 

Pbosphonoor-yseroxyde     7,45 

3,51 

0,40 

(1)  Verg.  Tijdschrift  voor  Nijverheid.   Deel  V  bl.  533 -5a6. 


Digitized  by 


Google 


434 

Om  500  (Engeifcbe)  pondm  (1)  bloemea  (vniditaD) 
koppebellen)  van  de  hop  te  verkrUgen,  worden  11  pon- 
den en  3^  oneen  poiassa  nit  den  grond  genomen.  Bdnn 
hierbij  de  bladeren  en  takken,  die  mede  aan  den  gioed 
worden  ontnomen  en  ook  potaseh  bevatten »  soe  kan  mm 
rekenen  dat  met  die  500  ponden  bloemen,  bet  product  vaa 
1000  Tierkante  voeten  land  ongeV)e#r,  te  lamen  16  pon- 
den,  3^  onctn  potitssa  f  1  pond  en  11  oneen  CAlorureium 
potussii  nit  den  grond  genomen  worden,  benerena  5  poad 
6|-  oneen  pAospAorzuur^  enz. 

Om  17  (Engelsche)  ponden  of  7,705  N.  ponden  potana 
aan  den  grond  weder  te  gevmi,  z^n  noodig: 
355,48  Ned.  ponden  gvxmo^ 

1421,39     3  »       iarwe$irooy 

3110  »  »       gewone  stalmest. 

Zalk  eene  bemesting  zonde  alzoo,  voor  1000  vierkante 
voeten ,  eene  veel  te  kostbare  bemesting  worden ,  docb  door 
de  bijvoeging  van  zelfatandigheden  die  potussa  zelve  be- 
vatten,'kan  men,  voor  de  overige  zamens  tellen  de  bestand* 
deelen  van  de  hop,  met  veel  mindekr  gewonen  mest  toe. 

Er  komen  twee  algemeen  bekende  potassa-zouten  io  den 
handel  voor>  nameiyk  het  salpeter  en  Ae  potascA.  Van 
deze  bevat  de  eerste  47  pet  potassa,  ie  potascA  68  pet, 
zoodat  29  Ned.  ponden  potassa  in  den  grond  kunnen  ge- 
bragt  worden  door  61,64  Ned.  ponden  salpeter,  waarvan 
de  prijs  ongeveer,  is  /20,  of  door  42,60  Ned.  ponden  pot- 
asch,  waarvan  de  prijs  ongeveer  is  / 22.  Men  zonde  met 
eene  mindere  hoeveelheid  kunnen  volstaan,  als  men  de 
stengen  met  de  bladen ,  die  ook  vrij  wat  potassa  bevat- 
ten, zoo  veel  mogelijk  op  bet  land  liet 

Onderstaande  mengsels  zonden  alzoo  bijzonder  voordee- 
lig  z^n  tot  mest  bij  de  teelt  der  hop ,  en  wel  voor  1  Bi<^ 
gen  (?)  of  1000  D  voeten 


(1)  s  226,25  Ned.  ponden. 


Digitized  by 


Google 


435 
Of  152,29  Ned.  ponden  Goano, 


50,76 

Keakeniont , 

76,15 

Salpeter  of  25,38  Ned.  'ponden 
silicas  potasaae, 

25,38 

Gips. 

0/   50,76 

Guano, 

76,14 . 

Biphosphas  calois. 

50,76 

Keukensout , 

50,76 

Potassa, 

25,38 

Gips. 

7.    Gebruik  der  RAabarbersoorien. 

Er  bestaat  een  groot  verschil  tusschen  de  welbekende 
werking  van  den  Rhabarber-wortel  en  die  van  hare  bladstee- 
kn^  De  laatste  hebben  eenen  geheel  verschillenden,  aan- 
genaam-Euren  smaak  en  hebben  niets  van  de  purgeerende 
eigeoscbappen,  die  aan  den  wortel  eigen  zijn.  Men  begint 
dan  ook  in  ons  Vaderland  reeds  meer  en  meer  gebruik  te 
maken  van  die  steelen  met  suiker  tot  een  seer  aangenaam 
moes  —  even  als  abrikoxenmoes  —  in  taarten  enz. 

In  Engeland  is  dat  gebruik  reeds  veel  algemeener. 
Bondom  London  ziet  men  gansche  bunders,  alleen  met 
Rhabarber  beteeld  en  de  markten  dier  stad  zijn  in  het 
Toorjaar  als  <^gevuld  met  bundels  Rhabarbersteelen,  welke 
in  April  en  Mei  bij  den  Londonschen  middelstand  zeer 
algemeen  in  gebruik  zijn.  Niet  alle  soorten  van  het  ge- 
tiacht  RAeum  (waartoe  de  Rhabarber-soorten  behooren) 
i^n  echter  even  geschikt  tot  voornoemd  gebruik. 

Eene  der  oudstbdcende  en  nog  de  meest  algemeen  ver- 
spreide soort,  is  Rheumundulaium.  Deze  is  ook  het  eerst 
tot  bovengenoemd  gebruik  aangewend  door  de  Engelschen, 
die  daartoe  waarschignlijk  aanleiding  gevonden  hebben  in 
betgeen  Olivier  berigt  heeft  over  het  gebruik,  hetwelk  in 
Persien  gemaakt  wordt  van  eene  andere  sooirt,  de  RAeum 


Digitized  by 


Google 


436 

Rtbes  L. ,  waarvan  hij  ongeveer  het  volgende  zegt:  De 
Perzen  geven  den  naam  van  riebas  aan  deze  plant,  welke 
aldaar  in  drooge  kleigronden  groeit  Zij  maken  veel  werk 
van  de  jonge  spruiten  en  van  de  bladstelen,  welke  zg 
raauw  eten  met  zout  en  peper,  na  die  van  de  schors  te 
hebben  ontdaan.  Zij  dampen  ook  het  daaruit  geperste  sap 
uit  en  brengen  het  met  honig  of  droivensuiker  tot  eene 
soort  van  siroop  of  conserf ,  waarvan  zij  groote  verzending 
doen  naar  buiten  's  lands.  Bosc  voegt  bij  deze  berigtcn 
bij,  dat  men  deze  soort  ook  wel  in  de  tuinen  aldaar  aan- 
kweekt en  met  aarde  overdekt  om  de  jonge  bladen  eo 
stengen  te  verbleeken,  waarna  men  ze  op  de  markten  vao 
Ispahan  en  elders  verkoopt,  als  een  zeer  gezocht  en  aan- 
genaam toevoegsel  bij  vleeschspijzen. 

Ueze  plant  was  reeds  in  1724  in  Engeland  ingevoerd, 
maar  is,  zoo  daar  als  elders,  zeer  zeldzaam,  zoodat  men 
die  tot  keukengebruik  nog  niet  heeft  kunnen  beproeven. 

Onder  de  soorten  van  Rbabarber,  welke  in  onze  tuinen 
veelvuldig  voorkomen  en  welke  daartoe  bijna  allen  gebe- 
zigd kunnen  worden,  kiest  men,  tot  voornoemd  gebniik 
der  bladsteelen,  dezulke  uit,  in  welke  deze  steelen  bet 
grootst  en  tevens  niet  van  eenen  bitterachtigen  smaak  zQn, 
welk  laatste  bij  enkele,  dezer  soorten  voorkomt.  De  Hoogl. 
MoRnEN  te  Luik,  uit  wiens  opstel  over  dit  onderwerp 
(geplaatst  in  de  Annales  de  la  Socteié  oT Agrieuiiure  tl 
de  Bolanique  de  Gand  Avril  1846  p.  158 — 164)  wi)  deze 
aanteekeningen  inzonderheid  ontleenen,  noemt  als  de  aller^ 
beste  soort  tot  bovengenoemd  oogmerk  Rheum  undulalum 
var.  Elfordiense^  dat  is,  eene  verscheidenheid  van  de  in 
onze  tuinen  meest  algemeene  Rbabarber  met  golvend  blad, 
welke  verscheidenheid  door  uitzaaijing  van  het  zaad  van 
Aez%  Rheum  undulalum  gewonnen  is  door  Wiixum  Bvck, 
tuinier  te  Elford  bij  Lichfield  in  Engeland.  ïieze  ver- 
scheidenheid kenmerkt  zich  doordien  zij  vroeger  aankomt, 
een  blader  groen  vertoont  en  zachter ,  weeker  en  sappiger 


Digitized  by 


Google 


437 

is  dan  de  meeite  andere  Rhabarber-soorten*  Ook  iQn  de 
bladsteelen  langer,  de  bladen  selve  kleiner  en  meer  gol- 
yende. 

Men  Yermeerdert  baar  door  saad  of  door  verdeeling  van 
den  wortel.  In  bet  eerste  geval  zaait  men  in  het  voorjaar 
in  goed  losgemaakten  grond  en  verpoot  de  jonge  plant  op 
hare  blijvende  plaats,  als  zij  in  bet  najaar  2  a  3  palmen 
hoog  is.  Des  noods  zoude  men  in  bet  onmiddellijk  daarop 
volgend  voorjaar  de  bladsteelen  reeds  knnnen  gebruiken; 
maar  bet  is  voor  de  plant  beter  hiermede  nog  een  jaar  te 
wachten.  Bij  de  schenring  van  den  wortel  behoort  ieder 
stak,  waamit  men  eene  nieuwe  plant  wil  aankweeken, 
van  eenen  eindelingschen  knep  voorzien  te  zijn. 

Men  plant  dit  gewas  in  welgemesten  zand-  of  tnin-grond.. 
Zware  kleigronden  behooren  met  zand  of  op  eene  andere 
wiJie  losgemaakt  te  worden,  daar  de  wortel  zich  behoor- 
lijk in  de  diepte  moet  kannen  ontwikkelen*  Gier  is  daar- 
voor eene  zeer  geschikte  meststof.  Men  plant  op  rijen  in 
het  verband:  de  rijen  op  6  palmen  en  de  planten  in  de 
r^en  1  Ned.  el  van  elkander  verwijderd.  Zoo  kan  de 
plant  15—^20  jaren  op  dezelfde  plaats  blijven  staan.  In 
het  najaar  en  vooral  in  het  voorjaar  wordt  het  land  tus-^ 
8ch^  de  rijen  voorzigtig,  zonder  de  wortels  te  kwetsen, 
omgespit  en  van  tijd  tot  tijd  goed  bemest.  Rondom  Lon- 
den snijdt  men  jaarlijks  al  de  doorschietende  stengen  af 
en  behoudt  daarvan  alteen*  zooveel  als  men  ter  zaadwin- 
ning noodig  heeft,  opdat  de  planten  niet  uitgepnt' worden 
on  het  blad  zelf  zich  zooveel  mogelijk  ontwikkele. 

Men  kan  de  planten  in  bakken^  kweeken  en  alzoo  reeds 
in  Februarij  of  Maart  dit  blad  inzamelen.  Meer  algemeen 
echter  laat  men  de  bladen  in  April  en  Mei  geheel  uit- 
groeijen,  snQdt  de  bladsteelen  vlak  aan  haren  voet  af  en 
ontdoet  ze  aan  den  top  van  de  eigenlyk  bladschijf,  zoodat 
nen  de  steelen  alleen  behoudt.  Deze  worden  in  bundels 
▼im  12  of  24  ter  markt  gebragt  of,  als  men  ze  zelf  wil 


Digitized  by 


Google 


438 

gebraiken,  geschild  en  daarna  gesneden  in  stukkea  vum 
ongeveer  een  halve  palm  lengte  en  gekookt.  Het  water 
van  het  eerste  kooksel  is  te  zuur  en  wordt  weggeworpen; 
maar  het  daarna  er  weder  opgebragt  water  wordt  vermengd 
met  sniker  en  geurige  inmengselen  b.  v.  kaneel,  en  citroen- 
of  oranje-schillen,  bet  best  de  nog  groene  schil  van  oranje» 
Zoo  wordt  dit  te  zamen,  op  een  zacht  vuur  en  wel  be- 
dekt, gekookt  tot  het  de  dikte  van  een  conserf  of  moes 
beeft,  dat  niet  overmatig  zuur,  maar  aangenaam  van  smaak 
en  zeer  gezond  is. 

In  Engeland  is  men  nog  verder  gegaan  en  heeft  men 
ook  het  gebruik  der  zich  ontwikkelende  bloemen  van  de 
Bhabarber  aangeprezen*  Men  noemt  deze  nieuwe  groente 
in  bet  Fransch  rhu-Jleurs  (van  rhu^  rhubarbe  enjleursj 
even  als  men  zegt  chou-Jhur^  zie  Morren  in  de  aange- 
haalde AnnaUs  de  Gand  Juillet  1846  p.  308).  In  bet 
Nederduitsch  zoude  men  baar  kunnen  noemen  bloem- 
rhabarber^  welk  woord alzoo  zamengesteld  is  evenals  bet 
woord  bloem-kool,  daar  men  in  beide  gevallen  de  nog  niet 
ontwikkelde  bloemen  ten  gebruike  bezigt. 

FoRSTTH  tuinier  van  den  Markies  van  Shrewsbury  te 
Alton-Towers  in  Stafforsbire  zegt  daarvan  ongeveer  bet 
volgende  in  bet  Hortioultural  Magazine  van  Maart  1846; 
De  zich  ontwikkelende  bloemsteelen  van  de  Rhabarber 
zijn  vast  en  te  gelijk  siq>pig  en  kunnen  zeer  gemakkelijk 
in  het  voorjaar  aan  de  plant  gemist  worden,  wijl  bet  bui- 
tendien *een  regel  bij  de  teelt  der  Rhabarbers  is,  om  slechts 
een'  enkelen  bloemsteng  tot  zaadwinning  te  laten  staan. 
In  de  maand  April,  wanneer  de  meeste  groenten  zeldzaam 
en  duur  zijn,  zijn  de  beginnende  bloemsteelen  en  bloemen 
der  Rhabarbers  het  best  en  bet  overvloedigst..  Zij  hebben 
eene  fraaije  kleur  en  worden  evenals  de  Rhabarbers  zelve 
bereid.  Inwendig,  hebben  zij  al  het  aanzien  eener  vi|g. 
De  smaak  is  zoeter  dan  die  der  Rhabarber^^bladsteelen  en 
zij   worden  bet   best  als  broccoli  of  bloemkool  gebruikt. 


Digitized  by 


Google 


439 

Men  moet  daartoe  de  Moemateelen  nog  zeer  jong  en  ge- 
vuld, bij  derzelver  eerste  ontwikkeling ,  ten  gebruike  ne- 
men en  bij  de  koking ,  even  als  men  dit  hij  de  bloenkool 
doet,  eenigzins  zorg  dragen  derzelver  deelen  niet  lüt  el- 
kander te  doen  wijken* 

8.    Rupsen  in  denneboomen. 

Behalve  hetgeen  vroeger  hieromtrent  is  opgeteekend,  wil- 
len wij  thans  nit  de  Gelder sche  Mededeelingen  (1846  n», 
3  bl.  94 — 96)  met  een  woord  opgeven  de  welgelukte  proe- 
ven die  op  het  Zelhemsche  %andj  een  jong  dennebosch  in 
Cielderland,    groot   500   bnnders,   in   1845   genomen  zijn. 
Toen  men  daar ,  in  het  laatst  der  maand  Juli) ,  de  rupsen 
het  eerst  gewaar  werd,   is   terstond   aan   de   omwonende 
bonwlieden  vergonning  gegeven  om  het  mos  en  de  naalden 
voor  strooisel  op  te  harken  en  weg  te  voeren,  van  welke' 
vergunning  zeer  ijverig  gebruik  gemaakt  is,  zoodat  lang- 
zamerhand het  geheele  bosch  op  die  w^ze   gezuiverd  is. 
Tevens   werden  45  kapoenen ,  onder  geleide  van  een  jon- 
gen, dageiyks  op  de  afgeharkte  plaatsen  gedreven,  waarbij 
men  opmerkte ,  dat  deze  niet  alleen  de  rupsenpoppen  gre- 
tig opvraten  en   de   poppen  van  vliegen  en  sluipwespen, 
(welke   beide   diertjes    een    groot   aantal    dennerupsen   en 
poppen  gewoon  zijn  te  vernielen)  lieten  liggen,  maar  ook 
dat  zij  alles  schoon  oppikten,  voor  dat  zij  verder  gingen. 
Dit  gevogelte  was  alzoo  veel  voordeeliger  dan  de  varkens, 
van  welke  men  er  ook  dertien  in  het  bosch  gebragt  had, 
die  men  in  eene   opgeslagen  loods  van  Augustus  tot  De- 
cember des  nachts  bewaarde  en  over  dag  liet  rondloopen, 
doch  die  zoowel  de  rupsen  als  de  de  vliegenpoppen  ver- 
slonden en  zonder  orde  in  den  grond  wroetten,  zoodat  men 
naderhand  die  plekken  weder  moest  opharken,  en  daarbij 
nog  eenige  poppm  vond.    Zoowel  de  varkens  als  de  kapoe- 
nen hielden  zich  big  deze  levenswQze  zeer  goed,  hoewel 


Digitized  by 


Google 


440 

men  aan  beide  nog  eenig  bijvoeder  genoodzaakt  was  te 
geven. 
Zoo  hierdoor ,  als  door  het  bloot  leggen  der  poppen  aan 
,  de  felle  xonneschijn  in  Julij  en  Augustus,  (bij  het  opbar- 
ken  van  het  mos  enz.),  tegen  welke  hitte  en  droogte  nj 
niet  bestand  schijnen  te  zijn,  is  men  zoo  verre  gekoineo, 
dat  de  rupsen  thans,  zonder  groote  schade  aangerigt  te 
hebben,  bijna  geheel  uit  dit  bosch  verdwenen  zijn. 

9.    Be  Gagel. 

Er  zijn  onderscheidene  soorten  van  mollen^  welke  aan 
huisraad  enz.  veel  nadeel  toebrengen.  De  Tinea  vestig- 
nella  is  dacurvan  eene  der  meest  algemeene  soorten  eo 
leeft,  gelijk  de  naam  het  reeds  aanduidt,  in  onze  wollen 
kleederen.  Tinea  tapet%ella  is  in  onze  woningen  niet  zeld- 
zaam, en  zy  is  het  vooral,  die  zooveel  nadeel  toebrengt 
aan  het  inwendig  bekleedsel  van  koetsen  enz.  Tinea  pel' 
lionella  is  een  zeer  schadelijk  en  ongelukkig  ook  een 
zeer  algemeen  verspreid  insekt,  dat  vooral  in  allerlei 
bont-werk  en  wollenstoffen  enz.  schade  doet.  Recurvaria 
saratella  leeft  van  wol,  maar  ook  van  toepetten,  haar* 
toeren  enz.  vooral,  zoo  deze  op  eene  vochtige  plaats  be- 
waard worden.  Gallerta  mellonella  is  een  hoogstgevaar- 
lyke  vijand  voor  de  bijenkorven,  in  welke  zij  bet  was 
verslindt.  Bij  gebrek  hieraan  leeft  zij  ook  wel  van  laken, 
leder,  papier  enz.  Behalve  die  motten,  zijn  er  ook  en* 
kele,  meest  kleinere,  soorten  van  lorren  (Coleoplera) , 
welke  aan  kleed ingstoffen  enz.  veel  nadeel  toebrengen.  On- 
derscheidene middelen  zijn  tot  verdrijving  van  deze  en 
soortgelijke  schadelijke  insekten  voorgeslagen ,  zoo  als 
kamfer,  terpentijn,  zwavel-  en  chloor- dampen  enz.  welke 
echter  of  slechts  gedeeltelijk  helpen ,  of  andere  nadeden 
met  zich  slepen.  Het  beste  middel,  gelijk  wij  lezen,  is 
het   bij   de  te  bewaren   voorwerpen    bijleggen   van  eenen 


Digitized  by 


Google 


441 

heester,  welken  de  nottea  ens.  iii^t  kanoen  Terdragen  en 
waardoor  zij  alzoo  van  onze  kleederen,  bontwerken  enz. 
afgehouden  worden.  Dese  heester  is  de  welbekende  Gagel 
{lUyrioa  gaie)^  ook  wel  Drenlsche  Ihee  geheeten  en  in 
de  veenachtige  heidegronden  van  Nederland  veelvuldig 
groeijende.  De  ondervinding  heeft  voornoemd  gebruik  van 
de  Gagel  allesins  bevestigd  volgens  Dubt  en  Morrkn 
in  de  aangehaalde  Annales  de  Gandj  Octobre  1846  p. 
424—429. 

10.    Oor9aaA  van  hei  blaauw-worden  der  melJL 

Het  onlangs  uitgekomen  2»  Stuk  van  het  Ve  Deel  van 
het  Feearisenij kundig  Maga%ijn  van  den  Hoogleeraar 
NuMAN  bevat,  in  het  Berigt  over  de  uitbreiding  der  Vee- 
artsenijkunde  in  de  jaren  1841 ,  1842  en  1843  door  den 
Hoogleeraar  Wellk^nbergh  bl.  192 — 195,  een  uittreksel 
nit  eene  verhandeling  van  Fuchs  over  de  gebreken  der 
melk.  Volgens  hem  is  de  oorzaak  van  jiet  blaauw-worden 
der  melk  niet  te  zoeken  in  eene  ziekelijke  afscheiding 
▼an  de  melk  in  het  ligchaam  der  koe,  maar  wordt  zij 
eerst  later,  onder  de  roomzetting,  meest  24  of  48  uren 
na  het  melken,  geboren.  Het  denkbeeld  dat  die  blaauwe 
kleur  aan  blaauwe  kleurstoffen  in  de  planten ,  indigo  b.  v., 
soude  moeten  worden  toegeschreven,  komt  hem  niet  waar- 
schijnlijk voor  en  wel  lo  omdat  hij  van  die  blaauwe 
kleurstoffe  in  de  melk  niets  kon  ontdekken;  2o  omdat 
Steinhof  ,  reeds  vroeger ,  waargenomen  had ,  dat  het 
blaauw-worden  der  melk  zich  door  middel  van  menschen 
en  mei  {(gereedschap  kon  verspreiden  en  dat  hierbij  dus 
eene  soort  van  smetstof  aanwezig  moest  zyn;  3o  omdat 
hy  met  het  Mikroskoop  gezien  heeft,  dat  de  blaauwe 
kleur,  althans  in  de  blaauwe  melk,  die  hij  onderzocht 
heeft,  aan  Infusiediertjes  was  toe  te  schrijven  en  wel  be- 
paaldelijk  aan   eene   soort,   die   door  Ehrenberg  Vibria 


Digitized  by 


Google 


442 

cyanogenus  genoemd  is.  In  den  gesonden  toestand  van 
de  melk  wordt  dit  Infnsiediertje  niet  gevonden,  maar, 
als  het  eenmaal  aanwexig  is,  laat  het  zich  bewaren  en 
van  de  eene  melk  in  de  andere,  als  eene  eigene  smet- 
stoffe,  overplaatsen.  Deszelfs  ontstaan  sch^nt  door  bet 
snnrachtige  van  de  melk  bevorderd  te  worden,  waarom 
GnsLEN,  die  mede  dezelfde  Infusiediertjes  in  de  blaauwe 
melk  gezien  had,  veel  nut  ondertonden  had  van  de  aan- 
wending van  koolzure  soda^  waardoor  het  zuur  der  melk 
wordt  weggenomen.  Het  volkomen  aitroeijen  dier  Infusie- 
diertjes  door  bet  uitbroeijen  der  melkgereedscbappen  met 
kokende  kalk  enz.  is  bet  beste  middel  om  de  oorzaak  van 
het  blaauw-worden  der  melk  weg  te  nemen. 

Zeldzamer  komt  de  gele  melk  voor,  maar  ook  deze 
wordt  door  een  Infusiediertje  veroorzaakt,  welke  Fuchs 
Vibrio  xanihogenus  genoemd  beeft. 


Digitized  by 


Google 


DITGEKOMENE  BOEKWERKEN 

beirekkeltjk   de  Landhuishotidkunde. 


Mjarsiellung  des  Ferfahrens  beim  Flachsbau  und  bei 
der  Bereiiung  des  Ftachses  im  Eènigreich  Belgten.  Biele- 
feld  1845. 

Geschreven  ter  aannnoediging  eener  betere  vlasteelt 

en  vlasbereiding  io  heC  Graafschap  Ravensberg. Stle^ 

%ien^   Wurtemberg  en  Ierland j  zoo  lezen  wij  daar, 
hebben  personen  naar  Belgien  gezonden,  om  sich  met 
de  beste  behandelingsw^ze  van  het  vlas  aldaar  bekend 
te  maken*    Dit  voorbeeld  is  voor  Ravensberg  en  Bie- 
lefeld  nagevolgd,   en  het  is  het  resultaat  der  onder- 
zoekingen van  den  tot  dat  oogmerk  afgezonden  Duit- 
schen  landbouwer,  welke  in  dit  werkje  vervat  zijn. 
Eenen  gelijken  oorsprong  beeft  ook  het  werkje: 
Alpreo   Rüfin,   der    Flachsbau    und    die    Flacksbe^ 
(trbeilung  in  België.    Wesel  1845. 

J.  N*  TON  Sghwerz's,  landmirihschafllicher  Naohlass..., 

hearbeilel  und  herausgegeben  von  Dr.  H.  W.  von  Pabst. 

Stuttgart  und  Tübingen  1845.    (XIV  en  145  pag.  gr.  8o). 

Het  werk  van  den  beroemden  Schweez,  Anleïlung 

%um  praktischen  Ackerbauj  heefit,  wegens  z^ne  aan- 


Digitized  by 


Google 


444 

gename  schr^fwQie  en  vooral  wegeng  sQne  volledig- 
heid  en  praktische  bruikbaarheid  eenen  grooten  en 
welverdienden  roem  verworven.  Wij  mogen  ons  alsoo 
verheugen,  dat  een  der  voornaamste  zijner  leerlingen 
de  handschriften  van  den  beroemden  man  beeft  ont- 
vangen en  daarvan  aan  het  publiek  mededeel  ing  beeft 
gedaan  in  dit  geschrift,  waarin  ]<>  verban  delingen 
voorkomen  over  de  teelt  van  vla8y  hennep^  kooi%aadj 
aveelzaad  en  eenige  andere  oliesaden;  van  tabak ^ 
wouw  y  weede  of  pasiel  en  meekrap^  al  hetwelk  nog 
niet  in  de  drie  uitgegevene  Deeien  van  Schwerz^s 
Anleitung  voorkwam;  2o  losse  opmerkingen  en  korte 
aanteekeningen  over  verschillende  algemeene  landhuis- 
bondkundige  saken;  3^  berigten  van  eenige  leerlingen 
van  Hohenheimy  aan  Schwerz  medegedeeld,  ais  de 
vrucht  hunner  landbouwkundige  reizen  naar  West' 
Vlaanderen  en  waarin  veel  belangr^ks  over  deze 
streken  voorkomt ,  gedeeltelijk  ook  door  den  uitgever 
bIJ  de  opstellen  van  Scmwerz  zelven  over  de  boven- 
genoemde kandelgewassen  bijgevoegd. 

Het  geheel  is  net  uitgevoerd,  niet  duur  (/1,80)  en 
versierd  met  drie  goede  plf^en,   werktuigen  voor  de 
vlasbewerking  voorstellende.    Jaaimer,  dat  de  uitge- 
ver  bet   door   Sghwbrz   in   zyne   vroegere  schriften 
steeds  gevolgde  metrieke  stelsel  van  maten  en  gewig- 
ten  bier  overal  in  bet  Pndsftaehe  beeft  overgebragt, 
waardoor  het  werk  voor  ons^  Nederlanders,  veel  min- 
der gemakkelijk  ten  gebruike  is» 
Kurze  Beschreibung  der  Oestreichisnhen  ScAwar%kie' 
f  er  (Pinus  nigra  austriaca)  von  K.  O.  Graf  von  Urrull- 
GriiLENBAND.  Frankfurt  am  Main  1845  (62  pag.  gr.  8o). 

Dit  werk  van  eenen  Wurtembergschen  Ober^/orster 
wijst  uitvoerig  het  verschil  aan  tusschen  den  gewonen 
groven  den  of  Kiefer  {Pinus  sylvestris)  en  den  daar- 
aan naauw  verwanten  %warten  of  Oostenrijksehen  den 


Digitized  by 


Google 


445 

(Pinms  nigra  ot  ausiriaea) ,  welke  laatste  naam  Pinns 

ausiriaca  te  verkleien  is,  'omdat  er  ook  nog  een  an* 

dere  Finu9   nigra  bij   de  kruidkundigen  bekend  is; 

Toorta  schetst  hij  de  geheele  groeiwijse,  behandeling 

en   de  groote  nuttigheid  van  desen  boom  in  vele  bij* 

zonderheden,     hetwelk     waarschijnlijk     eerlang    ook 

bier  te  lande  onderzocht  sal  kunnen  worden ,  als  ten 

minste   de   door  sommigen   ontvangen   saden   van   de 

.  PinuB  ausirictca  xnllen   blaken   van   de  echte  soort 

berkomstig  te  sijn.  -^  Eebe  bijgevoegde  plaat  geeft 

eene  duidelijke  afbeelding  van   de  wijse,  waarop  de 

Aart  gewonnen  wordt   door  geregelde,  schuins  naar 

beneden  toe  en  aldaar  asamenloopende,  insnQ dingen  in 

bet  buitenste  van  den  levenden  stam. 

Die  Güierverpachiungen  tiach  sicherslellenden  Grund- 

prinzipien  .  •  •  •  von  C.  Ruchner  ,  Oekonomie-Commissar. 

Chemnii%  1846.    122  pag.  8o. 

Die  Lehre  von  den  Urbamiachungen  und  Grundver^ 
besserungen^  von  Dr.  K.  8pRteN6EL.  Zweile  vermehrle 
mnd  verbesserte  Au/lage.  Leipzig  1846.  XXVII  en  467 
pag,  gr,  8o. 

Das  Neuesie  im  Gebtete  der  Land-  und  Forsttvirth" 
eehaft....  oder  gedrangier,  sj/$thenuUisoh  georelneier 
Au8%ug  ans  den  Prolokollen  der  Fereammlungen  deut- 
seher  Land*  und  ForsiwiriAe  vom  Jakre  1887 — 1844« 
Von  Th.  Mögling.    Heotlingen  1846. 

Die  Landwirlhschaftalehre  in  ihrem  gan%en  Umfange 
naeh  den  Erfahrungen  und  Erkenninissen  der  leixver^ 
floesenen  100  Jahre;  mii  wissenschafilicke  Strenge  dar^ 
gestelt  von  Dr.  F.  X.  Hlubec  ,  Professor  %u  Graiz  • . . . 
Ersier  Band.    Wien  1846.  XXXII  en  160  pag.  gr.  So. 

Dit  eerste  stnk  handelt  over  de  chemische  elemen- 
ten,  over  de  lucht-  en  wedersgesteldheid   en  de  geo- 
logische en  physische  eigenschappen  der  grondsoorten. 
Ckimie  agrieoh.    Theorie  ei  praiique  des  engraisjpré- 


Digitized  by 


Google 


446 

cédées  tt anatomie  ei  depkysudogte  végéinlee  ,/Mir  BlAxna 
Paulet.    Paris  1846*  80.  " 

Der  praktische  OeAonomie^FerwaUernack  den  Anfor^ 
derungen  der  jetztgen  Zeit ,  von  6.  C.  Patzig.  Ztveiie 
vermekrie  und  verbesserde  Auflage.  Leipzig  1846.  (XU 
en  412  bL8o). 

EeB  handboek  voor  administratears  van  landgoede- 
ren en  alzoo  ook  voor  landbesiUers  lelve,  b|j  het  be- 
heer der  bezittingen  en  de  befalandeling  der  velden,  al- 
les hoofdzakelyk  oit  een  praktisch  oogpont. 
Der  praktische  Kieselwirik.   Noch  eigenen  Erfakrunr 
gen  von  G.  C.  Patzig*  ,  Dritte  verbesserte  und  vermehrie 
Avfiage.   Leipzig  1846.  (XVI  en  265  bl.  80). 

Een  handboek  over  de  beste  wijze  van  bewatering  der 
landerijen;  een  onderwerp  dat  hier  te  lande  wel   niet 
dikwijjls   zal   te  pas .  komen ,    maar  waartoe  toch    de 
plaatselijke  gelegenheid  .enkele  malen  aanleiding  geeft. 
De  schrijver   behandelt  in   dit   werk  den  aanleg  Tan 
graslanden  op  onderscheidene  grondsoorten,  de  nat- 
tigheid van  l)et  overbrengen  van  water  op  d^eelve  in 
verschillende  jaargetijden,  den  aard  van  het  water,  het 
maken  van  dijken,  kanalen  enz. ,  met  afbeeldingen  ook 
der  daartoe  noodige  werktuigen  enz. 
L.  Vincent  ,  tFiesenbaumeistet  der  Pommerschen  600- 
7U>mi8chen  GeseltscAa/i  und  Docent  an  der  landwirtk' 
schaf tlichen  Lehranstalt  %u  Aegenwalde,  der  rationeile 
Wiesenbau.    Berlin  1846,  {f^). 

Handelt  ook   vooral  over  het  bewateren  der  lande- 
rijen door  kanalen  enz.  hetwelk  tevens  met  vele  af- 
.    .beeldingen  op  12  platen  wordt  opgehelderd. 
Fr.  AuG.  PiNCKERT,  dic  Fermehrung  der  Fruchihar» 
heit  unserer  Culturlündereien.  Brannschweig  1846.  (VIII 
en  191  pag.  gr.  8o)» 

De  middelen ,  welke  de  schrijver  (een  Altenburgseh 
landbouwer)  tot  vermeerdering  der  vruchtbaarheid  van 


Digitized  by 


Google 


447 

de  beteelde  landerijen  wil  aangewend  hebben,  bestaan 
Tooral  in  de  uitbreiding  der  bontteelt,  het  aanleggen 
van  levende  heggen ,  de  afwisseling  van  bouw-  en  gras- 
land  onderling,   de  verbetering   der  natunrlijke  wat- 
den, de  vermeerdering  van  den   te  gebruiken   mest, 
het  dieper  maken   van   den  bouwgrond  en  de  invoe- 
ring der  vruchtverwisseling;  voorzeker  geene  nieuwe 
zaken,  doch  waartoe  de  schrijver  de,  naar  zijn  inzien, 
beste  inrigtingen  ia   een  kort  bestek  tracht   te   om- 
schreven. 
Als*  Petzholdt,  die   JlgricuUur*Chemte  in  popularen 
Vorlesungen.   2e  Auflage.    Leipzig  1846.    (XVI   en  461 
pag.  gr.  8o). 

G*  liOWsoN,  ihe  modem  Farrier;  eoniaining  the  eau- 
seêj  stfmpioms,  and  most  approved  methods  of  preventing 
and  curing  the  various  diseases  of  horses^  cowsj  and 
sheep.    London  1846.    (12  en  234  pag.  kl.  8o). 

Darstellung  der  vorzüglichsten  landwirthsehaftliche 
Verkaltnisse.  Ferfasst  von  R.  André  und  mit  jénmev' 
kungen  von  Aug.  Rieger  und  C.  J.  R.  Balling.  Fünfte 
Au/lage.   Prag  1846  (XX  en  236  pag.  gr.  8o). 

Eene   omwerking  van  dit  boek  geheel  naar  de  be- 
hoeften van  Nederland  en  ook  naar  de  Nederlandsche 
maten  en  gewigten  ingerigt,  ware  geene  onbelangrijke 
zaak. 
Die  jéus%ehrung  und  Bereicherungdes  Feldbodens  durch 
den  Anhau  der  Feldgewaehee  •  •  • .  von  W.  A.  Kretssig  « 
Ostpreussisehem  Landwirthe ....  Konigsberg  1846  (X  en 
212  pag.  gr.  8o). 

De  schrijver  handelt  in  dit  werkje  over  de  voor- 
naamste oorzaken,  waardoor  de  vruchtbaarheid  van 
den  grond  verhoogd  of  daarentegen  uitgeput  wordt, 
en  gaat,  uit  dit  oogpunt,  de  behandeling  van  den 
grond  en  voorcd  de  teelt  der  onderscheidene  veld- 
gewassen ,    als  ook  den    invloed   dien    sommige   on- 

30 


Digitized  by 


Google 


448 

kraiden  in   dit  opiigt   nitoefeneii,    in   een    geregeld 
overzigt  na. 
Populare  BüngerleAre . . .  •  von  J.  A-  Schlipf»  Ober- 
lêhrer  %u  Hohenheim . . . .    Pforzheim    1846.    (114   pag. 
kl.  8o;  /0,50). 

Een  onkostbaar,  eenvoudig,  doch,  loo  bet  schoot, 
welgescbreven  boekje,  aanwijzende  de  beste  behande- 
ling van  den  stalmest  in  een  gewoon  boerent>edrJjf  eo 
opgehelderd  door  eenige  matig-goede  hoatsneéfigareo. 
Het  is  eigenlijk  een  uittreksel  uit  een  uitvoeriger  eo, 
naar  bet  mij   toesch^nt,  niet  onbelangrijk  werk  vao 
denzelfden  schr^ver,  namelijk: 
J.  A.  ScHLiPF,  Lehr^und  Handbuch  der  gesammien 
Landwirihsohaft  fur  den  Miitehiand^  nach  dem  gegett- 
warligen  Standpunkle  der  landwirthschaftliehen  Forl' 
schriiien.  Stuttgart  1846.  (I«  Band:  X  en  217  p.  gr.  8^). 
In  dit  eerste  Deel  wordt  de  kennis  van  den  giond, 
de  ontginningen,  de  bemesting  en  de  bearbeidiog  Tan 
den  bodem  behandeld  en  het  een  en  ander  met  ny 
goede  houtsneéfiguren  opgehelderd. 
Mittheilungen  über  die  Rinderpest.    Von  Dr.  W.  Th» 
J.  Spinola.    Berlin  1846.  (146  pag.  gr.  8o). 

Deze  mededeelingen  zijn  verzameld  op  eene  reii, 
in  bet  voorjaar  van  1845,  op  last  der  ProiiBsische 
Regering,  ondernomen  naar  Polen  en  Rusland.  Meo 
vindt  in  dit  werk  onderscheidene  belangrijke  geschied- 
kundige berigten  en  algemeene  beschouwingen  omtient 
de  Runderpest^  hare  uitbreiding  in  Polen  en  Rosland, 
de  verschijnselen  dezer  ziekte,  haar  verloop  en  waar- 
schijnlijken oorsprong ,  alsmede  berigten  over  de  b9 
hfmr  aangewende  geneesmiddelen  en  de  uitkomsten  van 
bewerkstelligde  inentingen  derzelve.  Hij  toont  haren, 
althans  in  Midden-  en  Westelijk-Europa ,  êUlUi' 
besmettenden  aard  aan  en  geeft  berigt  van  de  politi^ 
maatregelen,  welke  in  eenige  landen  tot  beteogeUog 


Digitized  by 


Google 


449 

van  dit  kwaad  genomen  sijn.    Het  aitgebreide  Rus- 
land  liH^  geene  maatreg^n  nemen,  om  de  inTOering 
der  riekte  te  weren,  wigl  dese  menigmaal  in  dit  R^k 
.    xelf ,  vooral  in  de  sieppsnlanden  van  Aziatisch  Rus- 
land ontstaat;  doch  sonde  yeel  nut  kvanen  doen,  door 
op   eene  aitbreiding  van  het  aantal  en  op  de  weten- 
acbappel^ke  vorming  der  veeartsen  meer  en  meer  de 
aandacht  te  vestigen.  Polen ,  waar  de  riekte  rich  nooit 
oorspronkeiyk  ontwikkelt,   zoude  door  strenge  fua- 
nx9t/atne-*maatregeleB    de   invoering  van   besmet   vee 
kimneti  en  behoeren  tegen   te  gaan.    Oostenryk^  dat 
ook  menigmaal  aan  bet  van  buiten  af  inbrengen  dezer 
ziekte  bloot  staat,  behoorde  ook  met  strengli^id  bier- 
tegen te  waken  en  in  dit  opzigt  een  voorbeeld  te  ne* 
men  aan  Ptuigsen^   welks  politie*maatregelen  in   dit 
oprigt  zeer  geroemd  worden.   Hier  tocb  is,  in  Opper- 
Silerië,  de  rundeipest  26  malen  in   den  tijd  van  17 
jaren  ingebragt,   maar  dadelQk  gestrit,   zonder  noe- 
-     meaawaardige  verwoesting  te  bobben  aangerigt* 
Ëinige  Worte  über  die  Anlegung  von  Saat^  und  Pjlan- 
^lensohulen ,  so  wie  das  Neueste  über  das  Verset%en  von 
'^'^X^jahrigen  Hohffiaavien  im  FrOAhng^  Sommer  und 
Hsrbst ,  von  JC  0«  Qraf  von  UxKÜi^i-GTiAGifBAiiD,  KémigL 
ff^ürtemb.  Ober/örsler.    Tubingen .  1846.  (31  pag;  gr.8o.). 
Eene  bescbrQving  van  de  beate  inrigting  vaa  sari- 
séholen  tot  aaakweeking  van  boatgewas  rit  xaad^  waas- 
by  Afbeeiditageo  van  eenige   sooirten  van  ombeiningan 
derzelve;  de   wijze  om  jonge  boomen   uit  den  grond 
te  nemen ,  te  vervoeren   en  elders  weder  in  *te  plan- 
tea  lÉdet  de  zekerste  boop  van  wel  te'sbgeo,  door 
middel  van  .  eenen  nieuwen  plamibom^  of  verplanter 
met  spirarivorsltg  gedmrid  blad  (met  woorden  mori- 
jelljk  te  omsdudyven,  maar  in  de  by  ge  voegde  platen 
duidelijk  afgebeeld);  ziedaar  de  onderwerpen  van  dit 
boefje,  waaraan  de  aebrijver  viecklaart  da  hoofdzaak 


Digitized  by 


Google 


450 

TerAékuUigè  te  zijn  aaa  den  Oberférsier  Buebamn 
in  Mövén  bg  Mantjoie  in  het  dit trikt  j^Aen. 
Die  landwirthschafüiche  ThierprodufUion^  von  A*  ton 
WfiCKHBRUN.   Stntlgart  und  Ttibingen  1846.   III  Deelen. 
Een  mtvoerig  werk  ^  waarin  alles  wat  de  Veeteelt 
betreft,  xoo  ih  het  algemeen  (I  Deel,  235  pag.)»  ali 
in  ket  bijsonder,  en  wel  het  geheele  II  Deel  (467  pag.) 
wat  het  rundt  h^t  UI  D®«1  (345  pag.)  wat  het  ackaap 
aanbelangt,  ep  eene  zeer  lezenawaardige  wtjse  wordt 
uit  een  gezet.  *—  Of  de  sehrijver  litfer  ook  over  andj»e 
diersoorten  zal  handelen ,  hUjkt  niet,  zoodat  ^Ut  werk 
.    •bieraiede  vooreerst  velledig  is. 
Anleitung  %um  Karti]ffett>au  ^  mit  Rücknckt  auf  die 
im  Eerbate  1845    «wm  ForscAetn  gekommene  Kartoffel' 
krankheti  und  deren  Folgen  •  •  • .  ver/dsst  van  Ifireetor 
Dr.  TON  Pabst  in  Hohenheim.  Stnttgart  18^.  36  pag.  8o. 
Dit  boel^'e  geeft  een  goed  algemeen  overzigt  tsb 
hetgeen  ToomanelQk  hij  de  aardappdteelt  in  acht  ge- 
nomen moet;  worden*  —  De  Heer  C.  BöBtBUiieH,  Qb- 
d^w^zer  aan  de  Landkuiehotulkundige  School  te  Gro- 
ningen, heeft  daarvan  eene  zeer  welgeslaagde  vertaling 
gemaakt  en  deze  met  éenige,  meer  bepaaldelQk  ep 
ons  .Vaderiaad  toepasselgke  aanteekeningen  vertakt, 
onder  den  titel  van: 
•  Handleiding  tot  de  Aardaj^elteelt.  Naar  het  Hoogdnitsdi 
van. Dr.  W.  H.  ton  Pabst,  Directenr  der  Landhnisbond- 
knndigé  SchooLte  Hohenheim.  Groningen  1846.  32  bL  8o. 
(/~25). 

:  Beredeneerd  Overzigt  der  landbonwknndige  SchrÜten, 
betrekkelijk  de  provincie  Jfoord-Brabandj  door  Dr.  C  R* 
Hbrmams,  (uitgegeven  door  het  Provinciaal  (ïenootscbif 
van  Knnéten  en  Wetenschappen  in  Noord-Braband)  's  Her- 
togenbosch  1845. 

Wy  vinden  hier  een  orerzigt  van  de  werken  raa 


Digitized  by 


Google 


4S1 

TBU0t  rai^  GomiT  6&  andenn,  inxMideflnU  «?«r  de 

ontginDiDg  en  beteeliog  der  beidegrotideii  en^  in  Noord- 

B«fc«d.  Heewei  er  wel  eokele  Ividboitwlrondlge  za- 

k^i  B^n»  waarin  wQ  Tan  des  Sdiryvera  oefdeeivelliii- 

gm  eenigiim   aooden  reraohillen,  soo    heliben    w|i 

echter  9  Tooral  ait  een  historiack  oogpqnt,  met  veel 

genoegen  kennit  genaakt  met  dit  getehrift,  hetwelk  wij 

daarom  bepaalde^k  ▼ermelden,  omdat  het  aan  TeteJand- 

boawkuadigen  welligt  neg  onbekend  aal  gebkiren  sgo, 

als  «tmakebde  een  gedeelte  der  werken  van  bet  Prot/m- 

cüuU  Genootschap  in  Noord-Brabafuiyr^^Bmeestsi 

aao  tmdere  onderwerpen  van  wetenacltop  toegewijd  s(jn. 

Redevoering  nitgetproken  tei  gelegenbeid  van  de  inw^j- 

img  der  Maataobapp^  tot  bevordering  van  den  landbouw 

en  de  veeteelt  (in  Zeeland)^  o^^  den  19  JnoQ  1844.    Re- 

devo«ing  ter  gelegenheid  van  de  twoede^  en  van  de  d!en/e 

algjMiieeiie  Vergadering  der  MaatedMiffpy  tot  bevordering 

van  den  landbouw.    Middelburg  1844,  1845,  1846i. 

Deae  Redevoeringen,  waarin  vetacheidenè  algeaMene 
belangen  van ,  den  Vadealandachen  landkoaw  en  vele> 
sakfisi  Zeeland  in  het  b^sonder  betreffende  ter  apèidie' 
worden  gebragt,  a(jn  vooral  ook  daarom  helangcgky.. 
omdat   aij  éene  naauwkeuaige  opgave   behleken  van 
aUe    de    voorwerpen ,    welke    op    de  ti^Dtoonaiellin- 
gen  voor  landboaw  en  veeteelt,  in  1844,  1845  en  1846 
<^  ondersebeidene  plaatsen  in  Zeeland  gehouden,  sijn 
aangebragt  en  welke  tentoonatellingen  van  warme  be- 
langatelling  in:  den  iaadbouw  en  vaii  gewigtigcn  voor-   . 
nitgaag,  xao  ioor  v^beterde  werktuigen,  als  door  de 
invoering  van  veredelde  veerass^,  vooral  ait  Enge- 
land aangevoerd,  getotgen, 
Btjtlragen  iai  de  Fadtrlandeche  LandhuiahouMundej 
door  J.  BouMAN,  laadmaa  in  de  Bee)nster;.3o  Stak.  Pur- 
meiende  1846  (112  bl.  gr.  8o). 

Onder  meer  andere  stukken,  bevatten  deae  Bijdra- 


Digitized  by 


Google 


;    ]g0n  emJBi  JtamUeüüng  tot  de  Aennls^en  behandeling 

.  der  N.eord'^BoUandeehe  haus;   wdke  HmuUeidingj 

:  akvaa  «eoeii  prakdsoh  in  dit  vak  bedreiraaea  land- 

isafci  aCkomadg)  alk  aéndaoht  verdient  eo  weHce  ook 

afaKiÉidefliJk    verkrygbaar    gesteld    ie  li^   deoselfden 

uiilgever  {k  4S^  ols.) 

Mededeeüngen  en  Handelingen  van  dé  ^teidereohe  M<iat' 

sehÊ^p^  van  Landbouw  No.  1  -^    Arttkent  1846. 

Dit  blad  bevat,  behalve  de  berigteo  van  het  Hoofd- 
iMtmir    aai^   de    oaderecheidene    Afdeelingen    éexer 
Blaatschappd ,  die  over  een  groot  getal  leden  it  alle 
eerden   van  het  gewest  verspreid  nijn»- vele  kleinere 
nattige  berigten  voor  den  landbouwer»  en  in  het  5«  aem- 
mbr  eQa0  belangr^kè  statistieke  opgave  van  de  of- 
breligBlen  van  de  versohillende  veld  vruchten,  bandert- 
gewgae»  in  alle  de  gemeenten  van  Gelderland,  gelijk 
die  door  de  genraMttebestiwen  over   184A  sQn  opge* 
maakt. 
Smndboeh  der   FeengraveriJ,  in  de  Hooge  Feenen  en 
aHee  wat  daartoe  behoort^  met  Platen ^  Tabellen^  Foor- 
beelden  en  Berekeningen  f  door  H.  L.  Stbüfoort,  Myh- 
meter  en  Taxatewr  van  den  tuff  in  DrenlAe. 

Qndêr  bovenstaaaden  titel  aai  bij  inteekening  wor- 
den uitgegeven  een  werk,  dat  ons  van  eene  xeer 
goede  hand  bijzonder  is  aanbevolen ,  en  hetwelk  wi] 
ons  daarom  verpligt  rekenen  ter  kenaia  te  hrengeo 
der  lezen  van  dit  Tyiischcift,  ten  einde  eene  meer 
algemeene  inteekemng  te  bevorderen  cf  een  boek, 
dat  in  onie  Letterkunde  nog  geheel  ontbreekt*  Het 
zal  voor  den  pri}s  Tan  /8  verkrfjghaar  zijn  by  ie 
Boekhandelaars  van  Gorcwi  en  O.  (e  Assen  en  be- 
vatten  eene  handleiding  tot  de  behandeling  der  hooge 
veenen  in  alle  bijzonderheden ,  het  opspKtten  der  vee- 
nen,  het  leggen  der  wijken  (kanalen),  het  turfgraifea, 
de  \^ze  van  verkoop  enz«  enz. ,  de  teelt  yam  de  boet 


Digitized  by 


Google 


453 

weit  en  de  beteeling  der  groBdeo»  waarvan  het  reen 
ifl  afgegrayen. 

De   niet  te  hooge  prijs  in  verhouding  tot  de  vele 

Tabellen,  Platen  enz.  en  de  belangrijkheid  des  onder- 

werps  zal ,  boopen  wQ ,   eeae  genoegzame  algemeene 

deelneufing  uitlokken,  om  het  werk  tot  stand  te  doen 

komen. 

Wat  kan  er  ter  bevordering  van  den  Faderlandsohen 

landbouw    en  veeteelt   en  nierdoor  ter  •  bevordering  van 

^sLands  wehijn  gedaan  worden  f  door  J.  A«  N.  Moorrees. 

Deventer  1847. 

De  drie  hoofdpunten,  waarover  de  schrijver  han- 
delt, zQn  lo  uitbreiding  van  het  onderwijs  in  de  Land- 
huishoudkunde,  2p  afschaffing  van  de  zoo  schadelijke 
tiendpligtigheid  en  hinderlgke  jagtwetten  en  3o  het  op- 
rigten  van  Maatschappijen  van  landbouw  in  elke  Pro- 
vüicie,  naar  de  bepaalde  behoeften  van  iedere  land- 
streek ingerigt.  —  In  welke  opsigten  wij  met  den 
tebryver  over  deze  onderwerpen  overeenstemmen ,  en  in 
welke  wy  verschillen^  zal  voor  een  groot  deel  kun- 
nen blijken  uit  de,  vroeger  in  dit  Tydschrift  ge- 
plaatste Verhandelingen:  over  de  voornaamste  alge^ 
meene  hulpmcUeien  ief  verbetering  van  den,  land* 
bouw  in  ons  Faderlhnd  Deel  Vil  bL  1—19  en 
waaraan  heeft  Nederlands  landbouw  behoefte  9  Deel 
IX  bL  61^—641. 

V.  H. 


Digitized  by 


Google 


-♦♦♦■OrOimtCO^t 


Verslag  van  den  Siaai  der  LandAuishoudkundige 

School  te  Groningen. 

Januari)  1847* 


G-ednrende  het  jaar  1846  heeft  de  Landfanishoadkiindige 
School  te  Groningen  wederom  eene  belangrijke  uitbreiding 
ondergaan ,  zoodat  sij  thans  meer  en  meer  alt  geheel  ge- 
vestigd mag  beschouwd  worden. 

De  inrigting  voor  het  praktisch  onderwijs »  welke,  in 
verband  met  eene  meer  theoretische  en  beschaafde  oplei- 
ding, voor  de  vorming  van  den  echten  Landhuishondknn- 
digen  van  zooveel  gewigt  is,  had  hij  ons  in  den  aanvang 
met  vele,  ook  geldelijke,  bezwaren  te  kampen,  gelyk  wij 
dit  in  vroegere  verslagen  hebben  opgegeven.  Wij  meenen 
echter  thans  te  kunnen  verzekeren,  dat  wij  die  moeijelijk- 
heden  (zoo  men  de  rentebetaling  van  de  opgenomene  la* 
pitalen  en  andere  geldelijke  uitgaven  uitzondert)  voor  ver 
reweg  het  grootste  gedeelte  zijn  te  boven  gekomen,  daar 
wij  door  het  nog  aanknopen  van  één  en  het,  voor  een  tijd- 
vak van  6  jaren ,  bijhuren  van  onderscheidene  andeie 
stukken  lands,  thans  grond  genoeg  hebben  voor  eene  ge- 
noegzame verscheidenheid  van  bouw-  en  grasland  en  nn 
ongehaast  geschikte  gelegenheden   tot  verderen  [aankoop 


Digitized  by 


Google 


4SS 

legen  wtaHge  piesen  kunnen  afwachten.  Een  gedeelte 
daurvan  in  tent  in  December  1846  io  oae  besit  gekomen  ^ 
doch  betgene  wy  in  den  xomer  van  dal  jaar  reeds  in  ge- 
hmik  hadden,  waa  echter  genoegsaaro,  om  aan  de  10  è  13 
leerlingen ,  welke  wiy  in  het  zcmerhalfjaar  op  onie  l^oer- 
derf)  te  Haren  gehuiivest  hebben,  bezigheid  en  oefening 
te  geven.  Wiy  missen  nu  nog  gronden  voor  de  Houiteelt 
geschikt,  maar  hopen,  zoodra  de  gelegenheid  zich  daartoe 
aanbiedt  en  onze  geldel^ke  omstandigheden  dit  gedoogen, 
ook  daarin  te  voorzien. 

De  grond  te  Haren,  e«ie  soort  van  leemachtig  zand, 
ia  ons  gebleken  voor  veterlei  cultures .  geschikt  te  zyn, 
daar,  wel  is  waar,  de  haver  gedeeltelijk  en  de  jpaarden- 
boenen'  geheel  mislukt  zijn  (hetwelk  trouwens  op  meer 
plaatsen  Sn  de  provincie  Groningen  in  1846  het  geval  ge- 
weest is);  maar  daarentegen  %omerger9i,  raode  klaver^ 
erwten^  mangeitoorielen ,  vlaSf  oiohorei^  en%,  wèl  ge- 
slaagd  zijn  en  wy  zelfs  een  goed  gewas  winterkaohaad 
(«at.eeoe  proef  uitgezaaid),  zeer  goede  %omeriarwe  en 
uitmuntende  mais  hebben  ingezameld.  Wy  maken  daar* 
uit  met  regt  op ,  dat  de  bodem  hier  voor  zeer  verschil- 
lende beleling  —  voor  aan  vangers  zoo  leerzaam,  —  vat- 
baar is  en  geenszins  enkel  zandgrond,  zoo  als  velen  dit 
hdbben  willen  doen  voorkomen.  —  De  cultuur  op  rijen  ^ 
met  eenige  gewassen  beproefd ,  heeft  in  het  algemeen* 
goede  «i^omsten  opgeleverd ,  zoodat  wy  daarmede  in 
1847   op   éene  meer  uitgebreide  schaal  denken  voort  te 


Op  het  einde  van  den  zomercursus  is»  in  tegenwx>or- 
dig^id  van  bet  Bestuur,  voor  het.  eerst  een  examen  van 
de  toen  aanwezige  leerlingen  afgenom^,  waarbij  z^  on- 
derscheidene practische  werkzaamheden,  ploegen,  e^en, 
dorschen^  enz.  zelve  venrigt  en  op  de  door  de  oaderwfj- 
zers  voorgestelde  meer  theovetisohe  vragen  geantwoord 
hehbeii.  V 


Digitized  by 


Google 


456 

Noch  in  ket  zomer-,  nocb  in  iiet,  op  4«i  lUon  October 
1846  begonnen,  winterbalfjaar,  beeft  bet  gtdra|^  der  J4nh 
gelieden  ons  eenige  reden  tot  klagten  gegeven.  Than 
tellen  ^vij  24  kweekelingen ,  uit  bijkant  al  do  gewettn 
Tan  ons  Vaderland  bier  Terêenigd.  Drie  derxelven  wobm 
de  afzonderlijke  lessen  orer  den  kolcnialen  landbomu  bf. 

In  bet  personeel  des  Bestuors  is  dese  vieranderiog  ge- 
komen, dat  de  Hoogleeraar  Th.  van  Swindkren,  xga 
ontslag  als  Voorzittend  Kommissaris  der  Scbool  verlaagd 
bobbende,  als  Kommissaris  opgevolgd  is  door  den  Heer 
H.  C.  Rrindbks  ,  Lid  der  Kommissie  van  LaiMlboaw  in 
de  provinoie  Groningen ;  terwQl  de  Baron  J.  W«  C.  tax 
iTTEiteuii  tot  Voorzittend  Kommissaris. beaoemd  is.  Het 
ondervv*Qs  in  de  ioegepasie  Werkitdgiunde,  vraarvoorwjj 
gednrando  eenige  jaren  groote  verpligting  gebad  faebbes 
aan  den  beer  J»  tan  Cleeff,  is  tbans,  met  diens  goed* 
vinden,  opgedragen  aan  den  beer  C  Röüblingr;  terwjl 
bet  praktiscb  onderwijs  in  de  Soheiktmde  van  den  beer 
L.  R«  F.  TAN  Mesdag,  die  naar  olders  is  Tertvokkeo,  sp 
den  beer  O.  Loftërs  overging. 

Behalve  de  jaarlljksobe  ondersteaning  vap  's  Rijks  wege 
en  van  de  Provinciën  Groningen  en  Brenihe^  bobben  wj 
van  onderscheidene  bijzondere  personen  blijken  van  deel* 
neming  ontvangen ,  die  bet  ons  tot  eenen  duren  pligt  ma- 
ken ,  om  aan  die  meer  en^  meer  toenemende  belangsteUiog 
in  deze  onze  iorigting  door  een  goed  gebraik  der  half* 
middelen,  die  ter  onzer  beschikking  staa»,  te  beantwe<»^ 
den.  Onder  anderen  ontvingen  wij  met  dankbaarheid  vaa 
den  baron  Sixma  van  H«em8Tra/2J)  en  dezelMe  som  van 
den  predikant  Pé  Mt^ES.  Doom  ons  gebouw  geplante  hoo- 
rnen zQn  ons  deels  uit  den  landbnishondelijken  t«in  te 
Groningen,  deels  door  den  heer  H.  C.  Reinders  gesehon- 
ken.  Enkele  personen  zonden  landbouwkundige  werken  voer 
onze,  langzaam  zich  uitbreidende  boekerij,  en  vooral  heeft 
de  beer  W.  K.  tan  Gennep  te  's  Gravenbage  ons  zeer  ssa 


Digitized  by 


Google 


457 

lich  yerpligt  door  de  toezendiDg  vaa  eenen  uitmuntenden 
ram  van  Engelsch  ras. 

Wg  rekenen  het  ongepast»  om  in  meer  bijzonderheden , 
die  welligt  van  minder  belang  zouden  geacht  worden,  te 
treden,  doch  vertrouwen,  dat  het  medegedeelde  genoegzaam 
zal  zijn,  om  van  den  tegenwoordigen  toestand  der  Landhuis- 
houdkundige  School  een  bevredigend  denkbeeld  te  geven, 
terwijl  wij  ons  tot  het  geven  van  alle  nadere  inlichtingen 
aan  personen,  die  zich  daartoe  tot  ons  wenden,  steeds 
gaarne  bereid  verklaren. 

UU  naam  van  hei  Bestuur  der  Landhuis* 
houdkundïge   School  Ie  Groningen  9 
H.  C.  VAN  Hall. 


Digitized  by 


Google 


DRUKFOUT. 
Deel  X,  stuk  8,  bl.  630,  regel  24,  ffaat:  kasaeasiy  lees:  kassiêeu. 


Digitized  by 


Google 


JDe  Electriclteit  en  het  Magnetisme,  ioegepasi 
en  aangewend  in  verschillende  takken  van  Nijverheid^ 

of 

TVeGDE  AFDEBLüfe 

van  het  Verslag  der  Technologische 
If^etenschappen » 

door 

Dr.  S.  Bleekrode. 

Hoo|^eentr  te  Ihl/t. 


(Vervol»  Tan  Deel  XI  bladz.  886). 

B.   De  ElÊctrische  Teleqraphie. 

Het  is  tra  twee  jaren  geleden  (1)  sedert  wij  onze  ver- 
handeling over  den  electrischen  telegraaf  hebben  geschre- 

(1)  Dit  TijcUchrift  Deel  IX  p.  1  en  175. 

Eene  Terhandeling  ran  Jacobi  oTerde  betrekking  Tan  de  E.  toC  de 
Tel^graphie,  in  1845  uitgegeven,  is  mij  niet  onder  den  waren  titel  be- 
kend geworden;  cf.  Electrical  Mag.  IL  p.  156,  tenzij  hiermede  moet 
bedoeld  zijn  de  verhandeling  in  het  Bulletin  de  PA.  de  Petersbowrg  (8 
Janaarij  1844)  T.  IV.  p.  118.  of  in  de  Archiv.  d»Bhoinoité  T.  V.  p.675, 

31 


Digitized  by 


Google 


460 

ven ,  en  wij  kunnen  thans  met  genoegen  melden ,  dat  i 
sedert  belangrijke  schreden  voorwaarts  gedaan  heeft.  Wjj 
kiinnen  nu  berigt  geven  van  de  meerdere  volmaking  en  de 
verdere  uitvoering  van  vroegere  ontworpene  voorstellen; 
wij  kunnen  mededeelen  de  toegenomene  aanwending  bij  ie 
spoorwegen  op  het  vaste  land  (zelfs  in  Egypte) ,  en  ook  in 
ons  Vaderland ;  ja ,  wij  kunnen  zeggen  dat  drie  meckanid 
in  ons  Land  zich  beijverd  hebben,  om  den  electrischen 
telegraaf  eene  verbeterde  inrigting  te  geven. 

De  snelheid  van  de  voortplanting  der  signalen  langs  de 
geleidraden  der  telegraphen  wordt  door  Jacobi  gegroot  op 
10000  werst  per  seconde,  of  10582  kilometers;  hij  zal  dit 
nog  nader  proefondervindelijk  nagaan ;  Arago  begroot  de 
snelheid  op  32000  mijlen  per  uur.  Dit  onderzoek  zal  van 
groot  wetenschappelijk  belang  zijn,  omdat  hier  over  de 
snelheid  van  den  galvanischen  stroom  gehandeld  wordt, 
terwijl  Wheatstonb's  proeven  alleen  bij  de  frictie  E.  be- 
perkt waren  (Deel  IX  p,  8). 

Onze  verhandeling  vervolgende;  zullen  wij  mize  be- 
schouwing aldns  verdeelen: 

I.  Over  het  opwekken  van  den  electrischen  stroom* 

II.  Over  het  geleiden  van  den  stroom;  waarbij  tevens 
melding  zal  gemaakt  worden  van  de  spoorwegen ,  bIJ  welke 
de  electrische  telegraaf  in  gebruik  is. 

III.  Over  den  telegraphischen  toestel. 

a.  Ten  opzigte  van  de  electrische  werking. 
6.    Ten  opzigte  van  de  signalen. 

I.  Over  het  opwekken  van  den  electrischen  stroom. 

a.  Door  spannings-electriciteit. 

Hetgene  wij  over  de  aanwendbaarheid  van  wrijvings-  of 
spannings-electriciteit  vroeger  gezegd  hebben  heeft  H.  Heigh- 
TON   door   een   octrooi  voor  zich,  als   uitvinder,   verse- 


Digitized  by 


Google 


461 

kerd  (1).  HQ  stelt  voor  te  gebniikea  Arbutaong's  stoom* 
electriseermachine  met  eeDe  batterij  Leidsche  flestchen ;  de 
ontlading  xoade  het  seio  geven  en  met  behulp  yan  tien 
ontladingen  wil  hij  16000  signalen  Toortbrengen.  De  sig- 
nalen worden  op  de  volgende  wijse  (onder  andere  voor- 
stellen) verkregen;  er  bestaan  twee  draden,  van  welke  de 
eene  gemeenschap  heeft  met  de  beide  stations  en  de  an- 
dere slechts  eene  verbinding  met  den  aardbodem  daarstelt. 
Loodregt  op  derzelver  rigting  wordt  op  eene  strook  papier, 
voorbij  het  negativo  pooleinde,  door  een  uurwerk  bewo- 
gen; het  papier  is  met  chromtum%ure  loocloxyde  (chromaat- 
geel)  gekleurd ,  en  wordt  door  de  electrische  vonk  ontleed ; 
om  de  ontleding  te  bevorderen  zoude  het  papier  nog  met 
xwavelzunr  , bevochtigd  kunnen  worden.  Men  zoude  dna 
een  in  kleuren  uitgedrukt  register  van  signalen  verkrijgen. 
Er  zVin  geene  proeven  bekend  geworden,  die  hiermede 
zijn  in  het  werk  gesteld.  Het  is  ook  allezins  te  betwigfe* 
len  of  tegenwoordig  nog  eene  zoodanige  kostbare  inrigting 
aan  te  bevelen  zoude  zijn,  zoo  ze  ook  al  mogt  voldoen* 
Het  onderhouden  van  eenen  stoomketel  met  vuur,  het 
voortbrengen  van  stoom  van  5 — 6  atm.  spanning  zijn  geene 
gunstige  voorwaarden.  Verder  had  Heighton  een  veel  ge- 
voeliger herkenningsmiddel  kunnen  vinden  in  het  Jodure* 
turn  kalicwm^  stijfsel  met  dit  zout  bevochtigd  en  op  pa- 
pier gestreken  is  zelfs  gevoelig  voor  de  uitstroomende 
electriciteit  van  eenen  spitsen  draad ,  op  den  conductor  ge» 
|4aattt.  Hbigmton  is  later  met  een  ander  nog  minder  ge* 
Inkkig  plan  opgetreden. 

b.    Door  Galvanische  Electriciteit. 

De  galvanische  toestellen  worden  veel  gebruikt.   De  be- 


(1)  1.  I.  biz.  22.  The  Civ.  Eng.  o.  Arcl.  J.  1845.  Vlf.  p.  55. 
Mechan,  mag.  XLlf.  p.  122.  PolyU  Centrnlbl  Yf.  p.  86.  The  EUc- 
trieal  magmzin  I.  p.  606. 


Digitized  by 


Google 


462 

knoptheid  der  toestellen  hangt  zamen  met  de  inrigting  vao 
de  seintoestelleo.  Morse,  die  de  electrische  telegraphie 
op  seer  groote  schaal  in  Noord-Amerika  uitgevoerd  heeft, 
heeft  in  den  beginne  Toor  eenen  afstand  van  40  ni|]l  =  75 
kilometer  eene  galvanische  baUerIj  noodig  gehad  van  100, 
later  van  80  en  ten  slotte  slechts  van  iien  elementen  (1). 
De  inrigting  is  deze:  de  cilindervormige  elementen  igi 
geplaatst  in  een  bekerglas  van  3  E.  dm.  hoogte  en  2| 
middellijn;  de  zinkcilinder  is  3  dm.  hoog  en  2  dm.  mii- 
dellijn.  Binnen  den  zinkcilinder  is  de  porense  cilindef 
g^laatst,  in  welke  een  dunne  (als  tinfoelie)  platinastmk 
van  4  vierk.  dm.  oppervlakte  neerhangt.  Het  zaar  voor 
de  platina  is  salpeter%tiur;  voor  het  ^ink  is  verdwd 
%wavel%uur  1:12. 

.  In  de  inrigting  der  galvanische  batterij  heeft  Coa 
eene  wijziging  gemaakt,  waardoor  hare  werking  meer  con- 
stant wordt.  Hij  gebruikt  eenen  WoLLASTON'schen  trogtoe- 
stel met  platen  van  koper  en  geamalgameerd  zink;  elke 
cel  wordt  gevuld  met  droog  en  ;iust;er  zand;  dit  (saai 
wordt  bevochtigd  met  verdund. zwavelzuur,  en  zulks  worA 
van  tijd  tot  tijd  herhaald,  waardoor  de  toestel  twee— fgf 
maanden  in  dezelfde  goede  werking  blijft.  De  eenigste  loig) 
die  de  toestel  vordert,  is  om  het  zink  behoorlijk  te  aaal- 
gameren  eri  zulks  van  tijd  tot  tijd  te  herhalen ;  ook  bet 
zwavelzuur  dient  zuiver  te  zijn.  Men  gebruikt  geplet  siik 
van  I  of  -^  E.  dm.  dikte,  gesneden  in  platen  van  4[  ds. 
op  3  dm.  De  duurzaamheid  der  platen  is  5—6  mtuü 
Er  worden  12  tot  60  elementen  gebruikt,  naar  de  aitge- 
strektheid  der  telegraphische  lijn. 

Bain  gebruikte  voor  de  lijn  van  Edinburg  naar  Glasgow 
16  elementen  op  46  mijl  (2)  =:  82  kilom. 


(1)  Méch.mag.  XU  p.  260 ;  Deel  IX  p.  182  noot  sUtt  mhusif^ 
2  elementen. 

(2)  DiKGLER's  Journal  Cl  p.  8. 


Digitized  by 


Google 


463 

FAROBitT  vaa  Caatel  naar  fViesbaden  S,8  kilometerB 
één  element  of  de  aardstroom. 

Wbnckebach  bj)  de  telegraphische  lijn  Tan  Amsterdam 
tot  Haarlem  van  18  kiloineters,  6  elementen  van  Danibij; 
Tan  135  vierk.  ned.  dm.;  doch  zonden  drie  toereikende 
geweest  «(jn  (1) ;  de  geleidraad  is  nit  Ijzerdraad.  Voor  het 
telegraphische  gedeelte  tusschen  '^  GravenAage  en  Uaar^ 
hm  worden  15  elementen  gebruikt;  zijnde  een  afstand  van 
M,5  kilometers. 

Bj  de  telegraphische  lijn  van  Parijs  naar  Rouaan  heeft 
men  de  volgende  uitkomst  verkregen: 

De  seintoestel  vorderde  voor  koperdraad-geleiding  10  ele<' 
Benten  9  en  men  had  naar  de  verhouding  van  geleidbaar- 
heid tusschen  koper  en  Ijzer  berekend  dat  er  80  voor  eene 
^zwdraad-geleiding,  zouden  benoodigd  zijn.  Door  het  ver- 
beteren van  den  seintoestel  koo  men  eindelijk  zijn  doel 
bereiken  door  6  elementen,  en  verwacht  zulks  ook  door 
4  elementen.  Zelfs  is  het  gelukt  om  doof  één  element 
leo  seintoestel  tusschen  Rouaan  en  Parijs  te  doen  wer* 
ken  (2),  zijnde  een  afstand  van  137  kilometer. 

Het  be«t  beviel,  na  proefnemingen  met  verschillende 
toestellen,  die  van  Bunsen;  er  wordt  ook  gesproken  van. 
eene  nieawe  inrigting. 

Het  onderhouden  van  de  constante  werking  wordt  eene 
kostbare  en  lastige  omstandigheid,  indien  men  zorg  dragen, 
moet,  dat  het  zink  steeds  eene  goede  kwik-huid  hebbe;' 
iets  evenwel ,  dat  meestal  slechts  in  den  beginne  wordt  in 
acht  genomen,  en  later  verwaarloosd,  maar  ten  nadeele 
der  constante  werking  en  hare  hoegrootheid. 

Het  wordt  van  belang  in  overweging  te  nemen,  in  hoe- 
Teire  het  noodig  is,  om  op  een  der  corresponderende  sta- 


(1)  AmsierdatHsch  Handelsblad  12  iamiarij  1846. 

(2)  Compte»  Rendus  1845  T.;  XXII  p.  744*,  XX  p.  1373 ;  XXI  p.  760^ 
Polyi.  Ctntralbl.  VIII  p.  565. 


Digitized  by 


Google 


464 

tions  eene  af%onderlijke  bdiiertf  in  werldng  te  hooden  (sia 
later  Mor8e*8  dubbele  geleidiDg).  Het  zal  ook  Toordeeli- 
ger  zijo»  uit  den  aard  der  galTanische  werking,  dal  de 
baltei^,  wanneer  de  telegraaf  niet  werkt,  gesloten  xQ^ 
of  duidelfjker  gexegd,  dat  de  telegraaf  werkt  door  beC 
tQdelijk  verbreken  van  den  atroom  9  en  ruste  door  bet  slui- 
ten van  deuelven. 

c.     De  Magneto-electrische  Machine. 

Reeds  de  eerste  telegraaf  werd. door  de  magneto-eleetii- 
sche  macbine  bediend  (1).  Steinheil  gebruikte  die  van 
Glarke;  ook  WHCATsrcmB  heeft  ten  dien  einde  eene  mew 
samengestelde  machine  laten  vervaardigen  (2).  Jacobi 
heeft  intosschen  eenen  wetenschappelijken  arbeid  ondw- 
nomen  over  deze  machines  (3)  en  thans  ontvangen  wij  het 
resuhaat  van  die  nasporingen  (4).  Jacobi  wijst  op  de  vol- 
maaktheid van  de  magneto-electrische  machine  van  St5hr£b 
te  Leipiig,  welke  later  nog  verbeterd  is  en  eene  andere 
constructie  heeft  verkregen  (5);  onder  de  merkuMzardig- 
9ie  eigenschappen  noemt  8.  haar  vermogen,  om  niet  soo 
als  vroeger,  door  middel  van  fijne  platinadraden,  maar 
door  breede  platinastrooken,  het  water  snel  te  ontleden. 

Niet  lettende  op  enkele  moeijelijkheden^  die  de  practi- 
sche  uitvoering  oplevert  en  overwonnen  kunnen  worden, 
komt  de  beslissing  daarop   neder:  dat  de  seheikundige 


(1)  Deel  IX  p.  81. 

(2)  U  I.  p.  61. 

(3)  L.  I.  p.  9a 

(4)  Bulletin  de  PAoai.  Imp.  de  Si.  Peiershourg  T.  V.  b».  lOS 
p.  98.    Polyt,  Ceniralbl  VIII  p.  360. 

(5)  De  beflcbrijvin^  in  Poggehdorff's  Annalen  Vid.  LXI  p  417  is 
eene  vroegere  oonilnictie.  Eene  oTereenkomitige  vcrraardigd  door  dtt 
mecbanicut  BcciiR  te  Arnhem  wordt  genoemd  10  den  Alg,  Konst-  en 
Letierh.  1846  p.  264. 


Digitized  by 


Google 


465 

kramkt  troor  het  oogenblikiaeer  kostbaar  ig  dan 
de  mectutnuohe  d*  L  de  deetriiche  kracht  verkrtgeD  door 
de  galvanitche  battei^  (•cheikuodig)  vordert  meer  uitga- 
ven ,  dan  die  welke  de  beweging  van  de  magneto^lectische 
verooüTsaakt.  Dit  ia  evenwel  meer  van  toq>ataing,  waar 
men  in  de  practijk  door  de  £•  leheiknndige  bewerkingen 
verrigt»  b.  v.  galvan<q>la«tie ;  —  waar  wQ  dog  op  dit 
pont  terngkooMtt.  B(j  de  telegraphie  wordt  de  roagneto- 
electriaebe  machine  als  de  beste  inrigting  gehouden  om 
E.  op  te  wekken ,  —  soo  ook  al  db  eerste  aanschaffing  van 
den  toestel  meer  kostbaar  is  —  omdat  ze  standvastig 
werkt  en  minder  toesigt  sonde  vorderen.  Wat  het  toesigt 
betreft,  b<»o  geloof  ik  niet,  dat  dit  by  eene  electro-magae* 
tische  machine  kan  verwaarloosd  worden;  —  er  is  een 
groot  verschil  tosschen  eene  machine »  die  in  een  natnnr- 
kondtg  kabinet  bewaard  wordt  en  eene,  die  dagel^ks 
moet  dienen  onder  min  kundige  handen. 

Ch.  G.  Paoe  heeft  de  magneto^lectrische  machine  ver- 
beterd  ten  dienste  van  de  telegraphie  (1).  Reeds  in  1838 
heeft  Pacb  de  magneto-electrische  machine  verbeterd,  waar- 
door se  vooral  geschikt  wetd  voor  de  soogenaomde  tn/eii* 
nteiis^uferking  j  als  water-ontleding  en  physiologische 
werking  (2).    Later  heeft  aich  Page  vooral  ten  doel  ge* 

(1)  Report  of  the  U.  S.  Commissioner  of  PaUmts  forlhe  Jear  1844 
p.  440.  Communie,  bij  W.  G.  Lettsom  io  The  Electr.  mag,  11.  p.  94. 
DiNGLiR*8 /aMma/  XCIX  p.  46.  Polyt.  Centralbl.  VIII  p.  249.  Lofidon 
Joumal  of  arts  Oef.  1845  p.  210. 

(2)  De  eerste  Terbetering  Tan  Pagi  bestond  in  het  brengen  Tan  de 
tegengestelde  stroomen  in  een  gemeenscbappefijk  kanaal  (bij  a  contriTance 
for  oooducting  these  opposing  corrents  into  one  channel  or  direction, 
^ich  part  of  tbe  oontriTance  Tras  cailed  unitress);  Terder  is  dit  niet 
omschreTen  en  heeft  misschien  oTereenkomst  met  de  Terbetering,  die  in 
der  lijd  door  onzen  geachlen  Leermeester  Tnjien  Prof.  Stbatifgh  is  uitgeToerd, 
M  Triens  eer  dezer  dagen  door  den  Heer  Logehah  tegenoTer  Kul  en 
WlTSiAE  is  gehandhaafd.  Zie  Konst-  ên  LetierbotU  idA6.  En  de  Mag- 
neto-eicctritcfae  machist  Tan  STRinifGl  in  dit  Tijdschrift, 


Digitized  by 


Google 


466 

sldd,  om  desdvo  voor  de  fuanüteiiê^werking  ais 
netuche  en  theimiflehe  werking  te  Tolmaken  en  «elignt 
hierin  bniteogewoon  geslaagd  te  xija,  — -  de  toestel  heeft 
biji  den  telegraaf  van  Mobse  nitmonteod  voldaan*  Paoe 
heeft  aijn  doel  bereikt  door  de  spiraal^omwoelingen  te 
▼erbetereo  en  beweert  een  maximnn  bereikt  te  hebben  in 
het  ontwikkelen  van  magnetische  kracht;  eene  hoef  ver- 
kreeg  de  kracht  van  1000  S  Ehg.  Page  heeft  later  eenige 
wetten  Tan  magneto-electrische  inductie  bekend  gemaakt  (1):  . 
deck  syn  toestel,  is  nog  niet  beschreven. 

lo. .  De  inductie  werking  van  eene  gegeven  spiraal  op 
eene  ingeslotene  staaf  week*ijser  irtaat  in  eene  regte  ver- 
hoading  tot  de  massa,  en  niet  tot  de  <4>pervlakte,  soodirt 
eene  massive  staaf  meer  werking  doet  daa  eene  holle. 

2o.  De  werking  van  eene  spiraal  staat ,  overeenkomstig 
de  wet  van  Ampère,  in  eene  omgekeerde  reden  van  de  af- 
standen. 

KiNG  heeft  eene  magneto-electrische  machine  vervaar- 
digd, waarvoor  aan  denselven  octrooi  is  verleend  (2). 

De  Heer  W.  M.  Loobman  te  Haarlem  (3)  heefit  tea 
dien  einde  eenen  eenvoodigen  toestel  onder  den  naam  vaa 
Sein^Rheomotor  bekend  gemaakt.  Deselve  bestaat  «uit 
eenen  gewonen  staal  magneet^  welks  polen  volgens  Du- 
lARDiN  (4)  met  geïsoleerde  draad  windingen  voorzien  sfJDi 
en  eene  mechanische  inrigting  (die  niet  omschreven  wordt) 
om  het  anker  van  den  magneet  te  verwijderen  en  er  we- 


(1)  SiLLiHAirs  American  Journal  2«  serie,  September  1846  p.  201 

(2)  Repertory  of  fat,  Inv.    December  1846  p.  830. 

(3)  Algomeone  Konst-  en  LeUerhode  voor  het  jaar  1846  n».  45 
p.  300. 

(4)  Comptea  Mendus  T,  XXI  p.  192 ,  beachrijving  van  deo  eledro 
magnetischco  toestel  yan  Ddjabbik,  welke  met  de  hier  bedoelde  o?er- 
eenkomt  llij  heeft  dezen  toestel  eveneeos  Yoorgesteld  Toor  den  elecUi- 
achen  telegraaf  L  L  p.  1182;  doch  de  daarvoor  bestemde  toestel  is  tral 
ontworpen  maar  niet  gemaakt  wc^gens  de  groote  kosten. 


Digitized  by 


Google 


467 

te  brengen,  éen  magneet  te  openen  en  te  elnitett, 
Moals  men   bet  noemt,   door  het  draaijen  aan  een  Icnik- 

je Door  bet  draaijen  wordt  eene  schijf,  waarop  de 

letten  gegraveerd  zijn,  mede  in  beweging  gebragt,  s^dat, 
wanneer  men  deie  eenige  letters  heeft  doen  voortgaan,  de 
magneet  soovele  malen  geopend  en  gesloten  is  geworden 
ds  noodig  is,  om  in  den  met  den  rbeomotor  verbondenen 
telegraaf  (seintoeslel)  deielfde  beweging  over  te  bren- 
gen. 

Wg  moeten  er  in  toestemmen,  dat  deze  eenvondige  in* 
rigting  in  verbinding  met  den  allezins  vernuftig  zamenge- 
stelden  seintoestel  aanbeveling  verdient.  Er  ontbreekt  ech- 
ter, wat  toch  de  hoofdzaak,  is  —  de  beproeving  der  werk- 
zaamheid des  toestels  op  die  grooie  afstanden,  zoo  als  ze 
1>Ö  telegraphische  lijnen  voorkomen.  Want  dit  laatste 
noodzaakte  Wheatstonc  eenen  groeten  en  omslagtigmagneto- 
electrische  toestel  aan  te  wenden. 

De  met  bovenstaande  in  vele  opzigten  overeenkomende 
Tereenvondigde  magneto-electrisohe  machine  van  BnEeKST 
toï  dienste  van  de  telegraphische  lijn  tasschen  Parys  en 
Si.  GemuUn^  znllen  wij  later  beschrijven. 

• 
d.    Door  Magneto-electrische  inductie» 

De  proeven  van  Gauss  over  de  aanwendbaarheid  van  de 
magnetische  inductie  voor  de  telegraphie  zijn  door  ons 
omstandig  medegedeeld  (1.  1.  p.  28  en  29);  la^  gebruikte 
eenen  zoogenaamden  inductie-mul tiplicator,  die  over  eene 
sterke  magneetstaaf  bewogen  wordt.  De  Heer  C.  Bbgker, 
mechanicus  te  Arnhem  (1)  heeft  aan  deze  inrigting  eene  meer 
kunstmatige  ontwikkeling  gegeven ,  door  de  seinen  voort  te 
brengen,  niet  door  een  verschillend  aantal  schommelingen 
eener  magneetnaald,  maar  door  eene  verschillende  grootte 


{\)  Algemeene  Konsé-  en  LeUerhode  1846  n<>.  43  p.  263. 


Digitized  by 


Google 


468 

van  de  induotiewerkiDg.  » Langs  eeiie  TMrticftal  geplaatate 
staaf,**  dus  laidt  de  beschrijving  van  Dr.  8.  Brouwer, 
» waarop  twintig  of  meer  letters  onder  elkander  gesteld 
zijn,  i8  een  metalen  dwarsbalkje  bewegelijk.  Nadat  dit 
dwarsbalkje  is  opgetild  tot  nevens  het  merk,  waarbij  eeM 
der  20  letters  is  geplaatst ,  laat  men  hetselve  vallen.  Deie 
val  wordt  door  een  tegenwigt  zoodanig  vertraagd ,  dat  de- 
zelve»  als  in  de  machine  van  Atwood,  slechts  langzaan 
plaats  heeft.  Door  dezen  val  of  beweging  wordt  een  in- 
ductiestroom  opgewekt ,  waarvan  de  meerdere  of  mindere 
kracht  van  de  verschillende  valhoogte  afhangt,  en  dese 
meerdere  of  mindere  kracht  van  de  indoctiestroom  bepaalt 
de  meerdere  of  mindere  afwijking  eener  magoeetnaal^ 
Een  ligte  stift  of  wijzer,  met  die  magneetnaald  yerboo- 
den,  en  bewegelijk  in  een  vlak,  evenw^dig  aan  dat  der 
beweging  van  de  naald  langs  een  limbus,  waarop  de  let- 
ters in  dezelfde  volgorde  voorkomen,  als  op  de  verticale 
staaf,  wijst  op  het  einde  zijner  beweging  juist  de  letter  aan, 
van  waar  men  den  val  van  het  dwarsbalkje  beeft  doen  be- 
ginnen ,  en  gaat  daarna  terstond  terug  tot  z^ne  rustplaats. 
Voor  de  overbrenging  van  elke  letter  wordt  dus  niet  meer 
tijd  vereischt,  dan  benoodigd  is  voor  de  opheffing  en  ver- 
traagden val  van  het  dwarsbalkje.  De  inductlestroom  wordt 
opgewekt  door  twee  verticaal  en  met  de  pooluiteinden  naar 
beneden  geplaatste  magneethoeven ,  langs  dewelke  vier  bo- 
bines  (holle  cilinders  of  klossen)  met  omsponnen  koper- 
draad omwonden  en  met  het  dwarsbalkje  vereenigd,  be- 
wogen worden.  Er  bestaat  dus  geen  stroom,  dan  b^  de 
beweging  van  het  dwarsbalkje  en  der  bobine's  en  de  ver- 
schillende kracht  van  den  stroom,  door  valhoogte  en  toe- 
nemende inducerende  kracht  vanden  magneet,  bQ  de  polen 
bepaald,  regelt  het  over  te  brengen  sein." 

Het  stelsel  van  Becker  komt  nu  eigenlijk  daanq>  neder, 
dat  de  electrische  kracht  niet  voor  alle  seinen  dezelfde 
sterkte  heeft,  maar  gewijzigd  wordt  naar  de  grootte  van 


L 


Digitized  by 


Google 


469 

den  boog»  die  de  naald  moet  besobrijven,  om  een  gege- 
Ten  sein  te  bereiken.  Zal  men  no  in  staat  z^n,  om  op 
dese  w^ie  een  toestel  van  standvastige  krachtsontwikke- 
ling te  verkrijgen?  iets,  hetgene  hier  te  meer  noodzake- 
lyk  is,  omdat  zoodra  deze  verandert  ook  de  seintoestel 
Bijne  waarde  verliest.  Het  is  ook  niet  te  denken  dat^  deze 
toestel  zoo  snel  werken  kan,  als  men  dit  by  de  telegra- 
pbie  kan  doen*  De  zamenstelling  van  den  toestel  berust 
ep  eene  hoogst  naaowgezette  beproeving  en  voor  zooverre 
de  boven  medegedeelde  beschrijving  gaat,  kan  dezelve  al- 
leains  als  natuurkundig  instrument  geprezen  worden,  de 
aanwendbaarheid  in  de  practijk  en  de  bruikbaarheid  voor 
langen  tQd,  dient  nader  te  worden  bewezen. 

e.    Door  den  Tribo-electrischen  stroom. 

Erman  heeft  eene  nieuwe  klasse  van  electrische  ver- 
schijnsels bekend  gemaakt,  onder  den  naam  van  Tribo' 
eleeirtciieU..  Hij  zag,  dat  er  een  electrische  stroom  opge^ 
wekt  werd,  wanneer  men  ligcharaen,  die  in  eene  thermo- 
electrische  spanning  staan,. tegen  eikander  wrijft,  zoo  als 
b.  V.  eene  schijf  antinonium-metaal  tegen  bismuth.  Erman 
stelt  nu ,  dat  de  op  deze  wijze  opgewekte  electrische 
stroom  eene  hoogst  nuttige  toepassing  zal  vinden  bij  de 
electrische  telegraphie.  Nadere  proeven  zullen  deze  zaak 
verder  moeten  toelichten  (1). 

II.    Over  het  geleiden  van  den  Eleclrischen  stroom 
en  de  bestaande  Telegraphische  lijnen* 

Vele  schoons  en  uitgebreide  proefnemingen  hebben  de 
reeds  bekende  daadzaken,  vooral  ook  over  het  geleidende 


(1)  JrehUf.  de  PEctricité  T.  V  p.  477.   VlnMtiiut  de  B  Oct,  1,845 
no.  614.    Tkê  EkcUital  magazine  T.  11  p.  141. 


Digitized  by 


Google 


470 

TenDog^n   Tan   ^n    aardbodem  bevettigd  en  met   énkel» 
nieuwe  Tenchijnflels  vermeerderd. 

1.  Alvorens  tot  de  -hoofdsaak  over  te  gaan  willen  w$ 
fllecbtfl  in  bet  voorbijgaan  berinner^n  aan  bet  twistgeachtijf 
tnsseben  Steinheil  en  Jacobi  over  de  prioriteit  van  toe- 
passing der  geleidbaarheid  van  de  aarde  bij  de  telegrapbie* 
Steinhul  vond  zich  te  kort  gedaan,  doordjoi  Jacobi  des- 
selfs  naam  er  niet  bg  gemeld  beeft  5  en  den  schQn  zonde 
gegeven  hebben  als  of  bij  zelf  het  eerst  zelfstandig  deze 
toepassing  zoude  gemaakt  hebben.  Men  leze  in  het  Bui- 
leiin  de  la  Clas99  Physico-fHcUhematique  de  FAcad.  Imp* 
de^  sctences  de  Si.  Peiersbaurg  Tom.  V  (1845)  p.  1—8 
de  briefwisseling  welke  tusschen  Steinhbil  en  de  Acade- 
mie is  gehouden ;  de  antwoorden ,  door  Jacobi  gegeven  — 
het  besluit  door  de  klasse  genomen  (1);  en  men  zal  zien, 
dat  Steinheil  eigenlijk  zich  al  te  gevoelig  getoond  beefit 
over  eene  zaak,  van  welke  bij  toch  niet  de  volle  eer  kon 
genieten,  hoezeer  de  eerste  aanwending  hem  toekomt^ 
Waarom  heeft  Jacobi  in  den  beginne  de  beleefdheid  ver- 
zuimd, om  Steinheil*s  naam  te  noemenf....  in  eene  la- 
tere verhandeling  leest  men ^selbst  Physiker  ersten 

Ranges  wie  Steinheil  und  Wheatstone  cUe  su:h  %uer$t 
mit  Anlegung  Eleotrischen  Telegraphes  b^asst  AaUen 

2.  Invloed  tan  niel  volkomene  ifdaCie  der  meUatgeleidnig. .  JaCOBI 

heeft 
zijne  proeven  over  de  geleidbaarheid  der  aarde  vervolgt  (2) 


(1)  Quant  è  la  prétention  du  savant  de  Mttnich  (STEI5HEU)  de 
se  voir  cité  par  M.  JicOBi ,  la  classe  admet  oomme  principe ,  fii« 
chaque  auteur  est  Ubre  de  citer  les  autres ,  selon  Ie  degré  d^im^ 
portance  gu*il  attaché  d  leurs  travaux  et  que  ce  point  dépendant 
entiérement  de  Vopinion  particuUère  de  chacun, 

(2)  Bulletin  de  la  classe  Physico^mathem,  de  PAcad.  Imp,  d. 
se.  de  St.  Petershourg.  T.  IV.  no.  8  en  9.  p.  113.  (6  Mai  1845). 

PocbiWDORff's  Annalen^  gelezen  in  de  vergaderisg  der.  Academie 
▼an  deo  13  Dec.  1844. 


Digitized  by 


Google 


471 

en    beichoawt  de  kennia  der  geleiding  ais  de  meest  ge- 
mrigtige  en  moeijell}kste  voor  de  telegraphie,  aangesien  de 
seintoestellen  op  de  meest  willekeurige  wijze  kunnen  wor- 
den   uitgevoerd.     Jacobi   plaatst   xich    op    het    volkoHien 
practisch   standpunt    wegens   de    uitvoerbaarheid  der  ge- 
leiding;  .deze   immers    moet  beveiligd   zijn   tegen   moed- 
-willige   beschadiging  en  tegen   den   invloed   van  het  kli- 
maat ,     doch    wat    nog    meer   zegt ,    naar   hetgene   reeds 
boven  is  medegedeeld,  tegen  de  elecirtscAe  werking  van 
den  dany^kring.     Het  leggen  van  de  draadgeleiding  t>eiie- 
den  de  aardoppervlakte  kan  alléén  al  deze  bezwaren  weg- 
nemen (1).    Wij  hebben  reeds  vroeger  (blz.  17)  medege- 
deeld, dat  J.  de  draadgeleiding,  met  gom-elastiek  tot  isolatie, 
in  de  aarde  gelegd  heeft.    De  vraag  is  nu ,  hoe  sterk  moet 
de  isolatie  zf|n  in  den  steeds  vochtigen  grond,  daar  eene 
volmaakte  isolatie  al  te  kostbaar  zoude  uitvallen,   en  aau 
den  anderen  kant  er  des  te  meer  kracht-  ef  liever  stroom- 
Terlies   plaats    vindt,     hoe   geringer   de   isolatie    is;   de 
«terkte  van  de  rheomotor  of  galvanische  batter^  eenerzQds 
en  de  gevoeligheid  van  den  seintoestel  anderzijds  zullen 
dan  de  lengte  der  telegraphische  lijn  bepalen.    Jacobi  be- 
schouwt de  onderhoudskosten  van  eene  genoegzaam  sterke 
batterij  zoo  gering,  dat  zulks  in  eenen  oeconomiscben  sin 
geen  bezwaar  kan  opleveren;  voor  eene  lijn  van  30—^ 
werai  zz  31 — i2  kilometer    rekent   bij  een  zinkverbruik 
per  dag  van  15  solotunik  =  64  gramme. 

De  gla%en  buizen  over  eene  lengte  van  9030  vt  door 
Jacobi  aanvankelijk  gebruikt  in  1842  hebben  niet  voldaan; 
dezelve  scheurden,  namen  vocht  op,  zoodat  in  het  begin 
van  1843  een  verlies  bestond  van  30o/o  —  evenwel  bleef 
de  telegraaf  voort  werken  zonder  merkbare   verandering. 


(1)  Waarom  Firdilt  meent  {Pofyi,  CenirMl.  VIII  p.  568),  dat 
eene  (mderaardsehe  geleiding  de  ondememere  van  êpoarwegen  voor 
do  fokgrapAio  somde  mfêohrikkonj  kan  ik  niet  begi^pw. 


Digitized  by 


Google 


472 

De  mastik,  waarroede  de  dradeo  bedekt  waren  was  ook 
afgesproDgen.  Ten  dien  opxigte  raadt  J.  voor  het  vervolg 
aan,  om  dexelve  uit  de  losse  hand  met  hennep  of  vlas  te 
omspinnen  (beter  nog  dan  met  katoen)  en  dan  met  maatik  te  dek- 
ken ,  waardoor  de  baigvaamheid  van  den  draad  bewaard  U^ft 

In  het  voorjaar  van  1843,  bij  ingevallen  dooi,  hield  de 
werking  van  den  telegraaf  plotseling  op;  en  na  ondersoek 
bleek  het,  dat  de  ingedrongene  vochtigheid  door  tnsschen- 
geleiding  de  voortgeleiding  had  doen  ophouden.  Wij  heb- 
ben boven  gemeld,  dat  er  in  de  glasen  buizen  vier  geiso* 
leerde  draden  aanwezig  waren  (biz.  17)  twee  aan  twee 
een*  afzonderlijken  telegraaf  bedienende.  Toen  nu  door 
de  vochtigheid  de  isolatie  was  opgehouden,  werd  er  eeoe 
geleiding  door  de  aarde  daargesteld,  door  bet  brengen 
van  eene  metaalplaat  in  bet  Catharina-kanaal  en  eene  an- 
dere op  het  tweede  station  in  eenen  aldaar  zich  bevinden- 
den  vijver.  Verder  werden  twee  draden  te  zamen  genonea 
▼oor  de  andere  geleiding  en  de  proeven  voldeden ,  omdat  na 
meer  stroomkracht  overging  (de  4  September  1843)  zoo- 
dat de  telegraaf  kon  werken;  later  werden  al  de  vier  dradea 
voor  de  draadgeleiding  te  zamen  genomen  (12  Sept.  1843) 
en  op  nieuw  nam  de  stroomkracht  toe,  zelfs  in  Augus- 
tus 1844  was  deze,  hoewel  eenigzins  zwakker,  nog  vol- 
doende; en  Jacobi  twijfelt  niet  of  die  inrigting  zal  langen 
tijd  voldoen.  Er  werden  12^24  Danieirsche  elementen 
gebruikt.  Het  bleek  duidelijk,  dat  in  verloop  van  twtt 
jaren,  de  draadleiding,  hoezeer  zIJ  in  den  vochtigen  grond 
gelegen  was,  hare  dienst  niet  gewijgerd,  en  eene  voldoende 
kracht  voor  den  telegraaf  voorgebragt  heeft,  terwijl  de 
aardbodem  zelf  het  andere  gedeelte  der  geleiding  daar- 
stelde.  Het  komt  alles  neer,  zegt  Jagobi  op  de  eenvou- 
digheid van  den  seintoesteK  waardoor  men  tevens  nog  min- 
der elementen  noodig  kan  hebben. 

Wy  vonden  aangeteekend  dat  Wright  en  Bain  gevon- 
den hebben ,  dat  by  het  gebruik  van  eenen  eêerken  gal- 


Digitized  by 


Google 


473 

vanüoAen  toestel  de  «troem  ging  door  eenen  in  water  ge- 
legden draad  (1). 

3.  De  invloed  T«n  den  dampkring.    Bij   de  telegraphische  lijn 

tnsschen  Parijs  en  Rouaan 
is  het  gebleken,  dat  de  stroom-intensiteit  (stericte)  xoo  als 
die  door  den  sinosbonssole  werd  gemeten  bIJ  elke  weersge- 
steldheid dezelfde  bleef,  onafhankelijk  van  het  aantal 
elementen  der  batterij.  Dat  de  palen,  over  welke  de  draad 
gespannen  is,  geene  afleiding  veroorsaakten,  beslnit  Bae- 
QUET  uit  de  omstandigheid,  dat  in  regenachtig  wéér  geene 
meerdere  venwakking  yan  den  stroom  bestond.  Integen* 
deel  er  zonde  dan  eene  toenemende  stroomstwkle  bemerk- 
baar  zijn,  als  of  de  middellijn  der  geleiders  door  de  naast 
omgevende  vochtige  Inchtlaag  zoude  vergroot  zijn.  —  Wij 
hebben  reeds  vroeger  medegedeeld,  dat  Stkinheil  (2) 
eene  tegenavergesielde  waarneming  geboekt  heeft. 

Verder  spreekt  baKOUET  van  een  verlies  door  eene  soort 
van  uitstraling,  evenredig  aan  den  tegenstand  van  ge- 
leiding. 

Ik  moei  bekennen,  dat  indien  zulks  niet  behoort  tot  de 
onvolmaakte  isolatie,  zoo  als  waarsch(jnmk  is,  er  bij  deParlJs- 
Rouaansche  telegr^hische  iQn  eene  nieuwe  eigenschap  der 
electriciteit  ontdekt  zoude  zijn! 

4.  Infloed  van  de  vorei.    In  den  winter  van  1842 — 1843,  on- 

derzocht Jagobi  den  invloed  van  de 
vorst  op  de  geleidbaarheid  der  aarde  bij  eene  temperataur 
van  — 9  è  lOo  R.  (—10  k  12o),  omdat  het  ijs  een  slechte 
geleider  der  £  is  en  ook  de  geleidbaarheid  der  vochten 
met  het  afnemen  der  temperatuur  vermindert.  Hij  ver- 
kreeg met  den  voltameter  slechts  een  verlies  van  1,8^  o 
als  verschil  tnsschen  den  gas  (volta*)meter  in  onmiddellijke 
nabijheid  van  de  batterij  en  dien  van  het  eindstation.   Toen 


(1)  Mech.  mag.  XXXVII.  p.  198. 

(2)  Deel  IX.  p.  16. 


Digitized  by 


Google 


474 

na  de  geleidraad  verdabbeld  werd,  was  er  geen  Tertdol 
meer  te  bepalen «  zelfs  toen  werden  in  1|  minunt  100  gas* 
deelen  ontwikkeld «  terwijl  hg  de  proeven  met  den  enM-» 
Toadigen  geleidraad  bierroor  2  minuten  gevorderd  werdeo* 
5.   De  gelekUiMrbeid  Tan  wftter.    Bij  de  bovengemelde  tempsrar 

tirar  werden  hierover  de  proe- 
Ten  in   het  werk  geatdd  den  13  Maart  1843;  een  gelet- 
draad  lag  op  het  ijs,   dat  nog  2  voet  dikte  had,  en  dos 
genoeg  (en  xoo  als   later  bleek  volkomen)  isoleerde,  had 
eene  dikte  van  0,075  dm.  en  was  met  hennep  omkleed  en 
aehtmaal  met  eaontsohonk  in  Ignolie  opgelost  bestreken;  de 
laagte  was  9  wmtsI  tr:  9523,80  N.  el. 
De  proeven  werden  genomen  met: 
1).  Eene  voltasche  battery  van  Koper-sink  paaren  van 
5  dm*  vierkant  met  tasscbengelegdepapiersebf} ven  be- 
vochtigd met  salmiak. 
2)>   De  magneto^electrisehe  machine  van  Clarkb  ,  in  gewQ- 

zigde  conatractie. 
3).   Eenen  electro-magnetisch  inductie  toestel  met  rheo- 
tom,  bestaande  uit  eene  rol,  omgeven  met  eene  gal- 
vanische en  magneto-electrisohe  spiraal,  waarin  een 
bundel,  steik  gdakte  gserdraden. 
4).   Grove's  batterij  van  12  elementen  platina-sink;  bet 
platina  •}-  vierk.  voet  oppervlakte  (6  dm.  vierkant). 
De  inductietoestel  verbonden  met  den  galvanisch-  Grovb's 
toestel  van  6   dubbele  elementen   (no.  4)  gaf  de  sterkste 
werking;  er  was  geen  stroomverlies  merkbaar  noch  door 
magnetometrische,   physiologische  of  chemische  werkiog. 
Het  eene  uiteinde  van  de  inductierol  was  verbonden  met 
den  draad  van  den  telegraaf,  het  andere  aan  eene  zinkplast 
van  10  vierk.  voet  oppervlakte,  die  in  het  water  was  ge- 
dompeld. 

De  Grove's  toestel  van  12  elementen  werd  gebruikt  f 
door  de  platina-pool  te  verbinden  met  de  in  water  gelegde 
sinkplaat  en  de  sinkpool  met  de  telegraphisclie  Ijjn;  het 


Digitized  by 


Google 


475 

andere  nitdmde  der  tdegraphische  iQn  werd  verbondeii 
Biet  eenen  pladnadraad,  en  deze  gelegd  in  eene  oplossing 
Tan  koper-vitriool;  onmiddellijk  ving  de  koperredactie  aan, 
waardoor  de  platinadraad  rood  werd. 

Ook  de  electrische  vonk  werd  door  het  water  voortge- 
plant, toen  de  toestel  van  100  elementen  werd  gebruikt; 
de  vonken  verschenen  door  twee  koolspitsen  tegen  elkan- 
der te  wrgven»  Maar  hierbij  bemerkte  de  Loitenant- 
Generaal  Vitostov,  die  by  dexe  proefnemingen  tegenwoor- 
dig was  9  dai  de  vonken  reeds  verschenen  ^  wanneer  de 
unkplaat  der  geleiders  slechts  met  het  water  aan  den 
rand  in  aanraking  kwam,  en  weldra  zag  men  tot 
syne  verbazing,  dat  de  zinkplaat  geheel  overbo- 
dig was,  aangezien  de  stroomgeleiding  even  goed,  de 
vonk  even  duidelijk  was,  wanneer  de  draad  één 
duim  diep  in  het  water  dompelde* 

6*  Geene  metaalplaat  yoor  den  overgang  Tao  den  ttroom.  Dit  is  eene 

belangr^ke 
daadzaak ,  die  later  ook  elders  is  bevestigd  en  vooral  door 
Breguet  bij  de  telegraphische  lijn  van  Parys  naar  Rou* 
aan  (1),  Met  de  sinus-bussole  verkreeg  men  op  den  af- 
stand van  137  kilometers: 

bij  eene  verbinding  met  de  rails 18o 

by  het  bloot  neerleggen  van  den  draad  op  den  vochtigen  grondl2o 
b§  het  houden  van  den  draad  tusschen  de  vingers.  •  •  •  7^ 
Het  is  dus  ook  onnoodig,  om  eene  put  te  graven,  ten 
einde  de  uiteinden  der  pooldraden  dieper  te  leggen. 

Op  theoretische  gronden,  uit  overweging  van  de  ver- 
houding der  geleidbaarheid  van  water  en  koper,  is  men 
er  toe  gekomen,  om  te  stellen  dat  eene  doorsnede  van  61 
vierk.  voeten  water  gelijk  staat  met  \  vierk.  streep  ko- 
per-doorsnede, zoodat  men  bij  den  overgang  uit  het  koper 
in  het  water  de  geleivlakte  in  die  verhoudiug  dient  te 


(1)  Compus  Rendus  XXI  p.  760.    Polyt.  CêtUrMl  VII  p.  226. 

32 


Digitized  by 


Google 


476 

vergrooten.  De  onderTuidling  heeft  deze  Wrekemiig  ia  't 
groot  niet  bevestigd.  De  9iroom  kan  in  den  aardbodem 
en  hei  taaier  overgaan  uit  een  enkel  puni  en  %al  %ick 
van  daar  door  de  onbegrensde  masea  verspreiden  in  alle 
rigltngen» 

:  Er  zijn  waarnemiogen,  die  nog  voor  het  gebruik  van 
groote  oppervlakten  pleiten,  en  aao  deze  kunnen  w)j  geem- 
zins  het  vertrouwen  weigeren,  zoodat  eigenlijk  dit  punt 
nog  niet  in  al  deszelfs  bijzonderheden  is  bekend.  Bij  de 
proeven,  welke  Hütschinson  (1)  genomen  heeft  over  het 
doen  springen  van  mijnen  onder  water  door  middel  van 
buskruid ,  is  gebleken ,  dat  wanneer  men  den  eenen  gdei- 
draad  door  het  water  verving,  de  eindvlakte  van  den  draad 
bij  eene  diepte  van  1000  E.  voet  bedragen  moest  drie 
inerk.  voeiy  om  de  explosie  te  doen  gelukken. 

Bij  de  Noord- Amerikaansehe  telegraphen  worden  uitge- 
strekte platen  gebruikt. 

Morse's  onderzoekingen  over  het  geleiden  van  den  te- 
legraaf door  rivieren  (2)  schijnen  ook  geleerd  teliebben» 
dat  de  [quantiteit)  grootte  van  den  electriscAen  stroom  ^ 
die  van  den  eenen  oever  tot  den  ander  overgaat^  even 
redig  is  aan  de  oppervlakte  der  plaats  welke  in  iet 
ivater  is.  neergelaten.  . 

7.  De  geleidiBg  van  den  telegraaf  door  kanden  of  nviereo.    HetgS- 

leidea 
van  den  telegraaf  door  kanalen  of  rivieren,  die  de  rigting 
der  telegraphische  lijnen  dwars  doorsnyden,  gaf  van  dea 
beginne  af  zwarigheden,  welke  men  zocht  te  voorkomen, 
door  den  draad  geïsoleerd  op   den  bodem  des  waters  te 


(1)  On  conductory  power  of  water  «#  appUed  to  submarine  ex- 
.plosions   by  voltaic  E  in  the  Professional  Papers  of  the  Corps  of 

Engifieers  T.  VII  p.  33.    The  Civ.  Eng.  a,  Arch.  J.  43  p.  337. 

(2)  The  Report  of  the  United  States  Commissioner  of  Patents 
for  the  Year  1844  p.  447.  The  Electr.  mag.  II  p.  99.  DmMnf 
Ja0tnal  XCIX  p.  55. 


Digitized  by 


Google 


477 


brengen  (!)•  Door  de  Eaat  Jtiver  nabij  New- York  werd 
eene  looden  buig  gelegd;  deze  bestond  uit  een  stuk  ter 
lengte  van  J  mijl  =  900  N.  el  en  woog  6000  ft  =  2720 
kilogr.;  — daar  dezelve  zonder  zamenvoeging  is,  was  men 
ook  verzekerd  van  eene  luchtdigte  sluiting;  in  de  bui- 
xen  werden  vier,  van  elkander  geïsoleerde  draden  gelegd. 
Met  behulp  van  eene  stoomboot  werd  zij,  na  veel  inspan- 
ning, op  den  bodem  van  de  rivier  neergelegd  (2).  Reeds  in 
1842  vond  Morse  zich  genoodzaakt  op  sommige  plaatsen 
van  deze  handelwijze  af  te  wijken,  omdat  de  draad,  door 
het  uitwerpen  van  ankers  te  leiden  had.  Hij  ontwierp  het 
volgende  plan: 


ft  b  en  c  d  zijn  de  oevers  van  de  rivier;  B  de  galvani- 
sche  batterij;  M  de  electromagnetische  toestel;  e  e  zijn  de 
telegraafdraden,  loopende  evenwijdig  met  den  oever  der 
nvier  en  eindigende  in  dezelve  met  de  koperen  platen  f  f. 
Het  is  nu  duidelijk  dat  de  stroom,  door  de  batterij  opge- 
dekt, door  de  rivier  gaat  links  en  na  op  den  electromag- 
neet  te  hebben  gewerkt,  regts  terugkeert.    De  proef  is  al- 

(1)  Bij  de  telegraphische  lijn  tunchen  Amsterdam  en  Haarlem  werd 
de  draad  yer?oIgd  door  eene  bui«,  welke  op  den  bodem  van  bet  Spaam» 
vrerd  gelegd. 

(2)  The  Yearbooh  of  f  acts,    1846.  p.  170 


Digitized  by 


Google 


478 

letins  gelokt  bij  eene  rivier  Tan  60  voet  breedte  en  iiff 
▼erschillende  lengte  der  telegraafdraden.  Behalve  de  bo- 
Tengemelde  opmerking  betrekkelijk  de  oppervlakte,  te  ge- 
Ten  aan  de  uiteinden  der  draden,  welke  in  het  water  dom- 
pelen, wordt  ook  nogberigt,  dat  de  afstand  der  platen  aan 
denselfden  kant,  of  liever  de  lengte  van  den  draad  e  van 
invloed  is  op  de  nitkorast;  men  verwacht  de  nadere  proef> 
ondervindelijke  aiteensetting  van  Prof.  Gale,  aan  wien 
Morse  zulks  heeft  opgedragen.  Yail  en  Rogers  hebben 
het  beproefd  met  goed  gevolg  bij  de  Sosqnehannah  rivier, 
bij  Havre  de  grace  op  een  E.  mijl  afstand. 

Matteucgi  heeft  zich  ook  met  dit  punt  onledig  gehoa^ 
den,  en  verkreeg  in  het  klein  goede  uitkomsÊen  [i).  Üjj 
eene  eerste  proefneming  werden  naa  weèriikaDten  van  de 
rivier  twee  putten  gegraven  O  Oj 
in  deze  koperp!aten  gebragt,  weM 
ker  geïsoleerde  draden  in  ife  ri- 
vier eindigden*  Werd  nu  een  galJ 
vanometer  G  in  de  draadgelei -| 
ding  gebragt,  dan  week  deirelve] 
afin  geringe  matej  doch  wanneer] 
men  aan  den  anderen  kant  in  den] 
draad  eene  Uatterij  van  vier  fitrr^-l 
gENBche  elementen  plaatste,  daal 
klom  de  afwijking  O'j/o.  De| 
Btroomgeletding  bestond  dus  hier  uit  de  geïsoleerde  draad- 
geleiding en  het  water  eenerzyds,  en  andera^ds  door  den 
aardbodem  tosschen  beide  potten.  De  proef  is  bij  de  ri* 
vier  Arno  uitgevoerd.  Ook  wanneer  eene  FARADAv'sciie 
batterij  van  15  elementen  in  de  rivier  werd  geplaatst  en 
door  geïsoleerde  draden  verbonden  met  de  koperplaten  der 
putten,  was   de  galvanische  stroom  gesloten  en  meetbaar 


(1)  Electr.  mag.  II.  p.  41.  Archiv.  i»Elecir.  T.  V  p.  156. 


Digitized  by 


Google 


479 

door  den  galvanometer.  Nog  een  ander  plan  had  Matteucci 
beproefd,  dat  ook  toepasselijk  zijn  zoude  voor  het  aanleggen 
van  eene  telegraphische  lijn  tasschen  Calais  en  Donvres* 
Hetzelve  heeft  veel  overeenkomst  roet  dat  van  Morse,  met 
dit  onderscheid,  dat  b.  v.  de  platen  regts  (zie  fig.  van 
Morse)  in  de  zee  dompelen,  en  de  platen  links  in  putten 
gelegd  worden;  doch  deze  proef  gelukte  wel  bij  eenen 
Ucintn vijver^  maar  niet  bij  de  rivier  Arno.  —  De  aanleg 
▼an  eenen  electrischen  telegraaf  tossehen  New-York  en 
Xngeland  zal  nog  wel  een  moeljelijk  op  te  lossen  pro- 
blema  blijven  (1). 

8»  He(  geldden  ran  twee  stroomen  gelijktijdig  in  dezelfde  of  tegen- 
gettdde  rigtingen.  Mangrim  geeft  onder  anderen  als  eene  ge- 
volgtrekking: uit  zijne  proeven  (no.  32)  het 
.Vagende  op  (2):  wanneer  ongelijke  galvanische  stroo- 
men B  B'  door  drie  ge- 
leidraden worden  geleid 
a,  b,  c,  zoodat  de  mid- 
4lelste  tot  geleiding  moet  | 
dienen  voor  de  tegenge- 
stelde polen  van  beide 
batterijen »  dan  zal  de  werking  op  de  galvanometers  6 
en  6' dezelfde  zijn,  als  of  deze  ieder  afzonderlijk  met  den 
i>vereenkomstigen  galvanischen  stroom  waren  verbonden.. 

Vail  heeft  de  voortplanting  van  twee  stroomen  gelijk- 
.tijdig  in  tegengestelde  rigtingen»  op  de  volgende  ivljze 
tasschen  Baltimore  en  Washiogton  toegepast  (3) ,  met  het 
doel  om  dan  twee  stations  heen  en  terug  met  ééne  batterij 
te  bedienen»    Stel  dat  op  de  beide  stations  I  en  II  die  met 


(1)  Electr.  mag.  II.  p.  160. 

(2)  Elecir.  mag.  I.  p.  596. 

(3)  Descriptian  of  the  American  Eleotro-magnetic  telegrapKy 
uow  in  operation  between  the  ciiies  of  Washikgton  and  Balti- 
more,  by  Alfred  Vail^  Philadciphia  1845  p^  17. 


Digitized  by 


Google 


480 

elkander  correi- 1 
ponderen  y  lijn  Sl 
en  8'  de  sein  ge- 1 
vende  toestellen 
en  T,  T' de  tele* 
graphische  in-l 
rigtingen.  Wan-| 
neer  nu  I  met  II  wil  corresponderen,  dan  sluit  men 
bij  I  de  stroom  der  batterij  B  met  S;  deze  gaat  door 
•ene  draadgeleiding  naar  den  telegraphiscben  toestel  T 
▼an  II  en  keert  door  de  aarde  terug.  In  denzelfden  tijd  kan 
ook  II  met  I  corresponderen,  wanneer  aldaar  8'  gesloten 
wordt,  want  de  stroom  gaat  door  de  aarde  en  de  batterij 
naar  den  telegraphiscben  toestel  I  en  keert  langs  de  an- 
dere draadgeleiding  terug.  Bij  de  beschrijving  van  Morse's 
telegraaf  komen  wij  er  nogmaals  op  terug.  Reeds  vroe- 
ger hadden  wij  berigt,  dat  zoodanige  proeven  worden  ge- 
nomen (!)• 

Deselfde  proef  schijnt  op  dezelfde  wijze  bij  den  tele- 
graaf tusschen  Parijs  en  Rouaan  gelukt  te  zijn,  zoodat 
men  in  denzelfden^  tijd  van  Parijs  naar  Rouaan  en  van 
Ronaan  naar  Parijs  depêches  kon  afzenden  (2). 

9.  Het  ophouden  Tan  de  isolatie  der  slecht-  of  niet-geleidende  ligcfaa- 
men;  (de  dampkring).  Ch.  G.  Page  heeft  belangrijke  opmer- 
kingen bekend  gemaakt  over  het  op* 
honden  van  de  isolatie  door  de  zoogenaamde  isolerende 
ligchamen  (3).  Uitgaande  van  de  electrische  wet,  dat  de 
geleidbaarheid  toeneemt  met  de  afmetingen  van  een  lig- 
chaam,  toont  hij  aan,  dat:  wanneer  meer  draden  in  eene 
buis   gelegen   en    van   elkander   door  eene  isolerende  laag 

(1)  Deel  IX  p.  46. 

(2)  Echo  du  Monde  SavanU   Mei  1846.  n®.  36.  p.  847.  DUfGLiB'S 
Journal  CC  p.  74. 

(3)  SilliMaN's  American  Journal  Sept.  1848.  p.  204.  Pkiloê,  Maf. 
Nov.   1846;  Bibliotheq.  Univers.  1847  n».  13  p.  165. 


Digitized  by 


Google 


481 

xQn»  DOgtaiM  de  itroom  ran   den  een'  tot  den 
ander    overgaat;   vooral    wanneer   de   waarnening   in   het 
gioot  hQ   eene  telegraphiiche  lijn  gedaan  wordt.     Ter  ge- 
legenheid dat  Morse  in  1843   den  telegraaf  aanlegde  tas- 
edten  \¥ashington  en  Bahimore,  werd  eene  looden  buis  in. 
de  aarde  gelegd ,  die  Tiet  van  elkander  geïsoleerde  draden 
bevatte  9  en  waaneer  de  keten  gesloten  was  door  de  looden' 
boia    eenerzQds  en  een  der  draden  anderzijds,   dan  werd* 
de  atroom  van  eene  intensiteits-batterij ,  ook  door  elk  der 
overige  draden  (buiten  de  keten)  voortgeplant.     De  is#le-> 
rende  lai^  had  hier  eene  aanmerkelijke  doorsnede  (lengte) 
liQ  eene  geringe  lengte  (dikte),  en  kon  dus  de  E.  beter  ge-; 
knden(l).  Morse  vond  dese  explicatie  zoo  voldoende,  dat 
hQvan  stelsel  veranderde,  en  de  E.  door  de  lucht  geleidde.» 
Verder  houdt  het  Page  er  voor,  dat  ook  vochtige  lucht , 
door  hare  massa  waarschijnlijk  de  galvanische  E.  geleidt 
of  liever  afleidt;  hg  zal  dit  punt  nog  nader  proefondervin- 
êelljk   bevestigen.     De  proef,  door  Page'  medegedeeld  en 
waarop  deze  stelling  rust,  schijnt  mij  niet  toe  dezelve  on-^ 
tegenzeggd^k  te  staven  (2). 

Men  zoude  derhalve  tot  het  besluit  komen ,  dat  men  tot 
au  toe  bg  alle  telegraphische  draden  slechts  met  eene  ge-^ 
deeltelijke  isolatie  heeft  gewerkt,  en  nu  eigenlijk  beslis-^ 
sen  moet,  hoe  groot  de  graad  van  isolatie  moet  zijn  voor 
een'  gegeven'  electrischen  toestel,  of  in  welke  verhouding 
Bioet  isolatie  tot  stroomsterkte  staan.  Ook  Matteucci  zag 
hg   zQne  naauwkeurige  galvanometrische  proeven  ^  dat  in 


(1)  Eene  leogfe  ran  10  mtjlen  en  ^  dm.  breedte  (dik(e)  geeft  eene 
doonoede  ran  560  Tierk.  roeten. 

(2)  Het  dek  ran  het  Patent  ofBee  te  Washington  h  met  koper  ge- 
dekt, en  heeft  dut  22000  vierk.  voet  metaalopperrlakte ;  hiermede  was 
de  eene  draad  Tan  den  galvanischen  keten  rerbonden ,  terwijl  de  andere 
draad  Itwam  ran  eene  zinkplaat,  die  geheel  geïsoleerd  stond  —  er  was 
«•a  stroom  merklxuur  door  eenen  gefodigen  galvanometer ,  vooral  wan- 
neer de  zinkplaat  bevochtigd  werd. 


Digitized  by 


Google 


482 

enkele  gevalleii  het  OBTerachillig  wat  of  de  draad  gdn»- 
leerd  werd  of  niet  (1). 

10.    De  ioTlocd  tib  hel  ooweér   en  rtn  de   lacht-elecfriciteit    Er 

reeds   onderscheidene  gevallen    Toorgekomen,   waarin  het 

imweér  de  draden  van  eenen   telegraaf  is  gevolgd.    Het 

voorval   te   Muncken  bQ  den    telegraaf  van  Stexnheii.  is 

reeds   door    niQ    medegedeeld   (Deel  IX  p.  69);   op   den 

7  Juli]  1838   trof  de  bliksem  den  telegraafdraad  en  werd 

door  eene  explosie   binnen  de  woning  van  S.  merkbaar* 

Ia  JunQ  1846  werd  te  Lancasier  (2)  en  in  Aagnstiis  de 

telegraphische  lijn  van  London  naar  Porismauik  door  het 

onweer  getroflfen;  in  het  laatste  geval  werden  de  palen,  die 

de  draden  droegen  te  Famham  weggeslagen  en  te  Gesport 

was  de  seintoestel  ontsteld  (3).    Den  29  April  1846  sag 

men  te  Lancasier  dat  de  E.  de  draad  gevolgd  is  tot  in  het 

wachthais  en  slechts  d4ar  merkbaar  werd  door  gernisch 

en   vonken.     Den  10  Mei  daaropvolgende  werd  de  draad 

tusschen  Washington  en  Baliimore  gesmolten  en  gebroken. 

Bovenal  merkwaardig  was  de  werking  des  onweérs  in  Noord- 

Amerika  (op  den  4  JuniJ) ,  tusschen  New-York  en  BitUi" 

more   waargenomen    (4);    drie   onweérsbnijen,    onderling 

30 — 60  mijlen  van  elkander  verwijderd,  hebben  zich  op 

den   telegraphischen  draad  ontlast,  en   derzelver  werking 

geteekend   te   Jersey-City,  Philadelphia,   Wilmington  en 

Baltimore  op  den    seintoestel  van  Morse  door  de  teekens 

van  L  en   T  of  der  getallen  1,5,  550,  5000  —  »even 

als  iedere  bliksemstraal  eigenaardig  spreekt,   zoo  schrijft 

hij  ook,   wat  hij  zegt,",  zijn  de  woorden  van  den  berigt- 

(1)  Comptea  Rendus  XX  p.  1433  en  EUetr.  mag.  II  p.  3a    Meo 
vergelijke  Lo?eii  bL  470. 

(2)  Mechan,  mag.  1846.    I  p.  496. 

(3)  MechoH.  mag.  1846.    II  p.  164. 

(4)  Meohan.  nwg.  1846.    H  p.  67.   Verslag  ran  Elllf  HsRim  ia  de 
Cvmptes  Rendms  1846  p.  646. 


Digitized  by 


Google 


483 

gerer*  Pagb  berigt,  4at  gedurende  sware  storjoen  een 
bliksemstraal  cf  twintig  myien  afstand  van  den  telegra- 
phischen  draad  bQ  inductie  xoo  veel  E.  opwekt,  dat 
Mobsb's  telegraaf  in  werking  komt  (1).  Ook  op  andere 
tdegraphische  lijnen  is  een  zoodanig  spel  des  onweérs 
^waargenomen,  scK>wel  in  Frankrijk  tosschen  Parijs  en  Rou- 
aan  als  Uj  ons  tosschen  Amsterdam  en  Haarlem.  Toi  nu 
toe  is^  voor  %oaverre  mijne  berigien  gaan^  dU  spel  %on'- 
der  gevaar  afgeloopen^  en  bet  verwonderde  mij  in  liet  Am- 
sierdamsch  Handelsblad  van  16  November  1846  een  bni- 
tenlandscb  berigt  te  lezen :  dat  de  telegraafdraden  als  blik- 
semafleiders hebben  gewerkt  en  dat  er  dien  ten  gevolge 
menschenlevens  z(jn  verloren  gegaan.  Wij  bekennen  even- 
wel, dat  hier  een  gevaarlijk  spel  gespeeld  kan  worden, 
ao  men  wel  voorzigtig  diene  te  zQn ,  om  eenen  telegraphi- 
fschen  geleider  te  naderen;  de  ongelakkige  dood  van  Rich- 
mAN  is  nog  niet  vergeten. 

Merkwaardig  is  hel  beriglj  dat  men  in  vele  gevallen 
ifpgemerkt  heeft  eenen  electrischen  stroom  in  den  tele^^ 
graaf dr€iadj  wanneer  de  electrischen  toestand  van  den 
dampkring  aan  de  beide  uiteinden  van  den%elven  ver* 
schilde  (2). 

Men  zegt  dat  Steinheil  eene  bekleeding  (a  new  Coating) 
▼oor  de  metaaldraden  zoude  daargesteld  hebben,  waardoor 
ze  tegen  de  electriciteit  des  dampkrings  zouden  geïsoleerd 
worden.  De  toepassing  zoude  geschieden  langs  de  lijn  van 
Munchen  tot  Augsburg  (3). 

11.   ICevwe  voontellen.    Ten  opzigte   van   het   leggen   der 

draden  (4)   in   zoogenaamde  thon* 

rohren  (gebakken  steen-buizen  van  3  dm.  middellijn  of  in 


(1)  SULfHAirs  American  Journal.    Sept.  1846.  p.  208. 

(2)  Bulletin  de  PEnoouragement.  1846.  p.  511. 
(8)  The  Civ.  Eng.  o.  Areh.  J.  1846.  p.  321. 
(4)  DlHGUrs  Jounial  XCVIII  p.  107. 


Digitized  by 


Google 


484 

hoatën  ileuven  heeft  Luitenant  Ph.  Brauw  niete  bgsMi^» 
ders  medegedeeld,  dat  der  aandacht  waardig  is. 

Evensoo  maken  wij  slechts  ter  loops  melding  van  den 
inhoud  van  een  octrooi  verleend  aan  William  Yoèna  ea 
Archibald  më  Nair  in  1846  (1)  voor  het  maken  van  eeoe 
isolerende  draadgeleiding  door  middel  i^aii  machioerie; 
de  draden  werden  niet  omwoeld  maar  tngebretd^  dan  ia 
looden  of  leeren  buizen  gebragt,  en  deze  met  eene  nkl 
geleidende  massa,  pik,  asphalt  enz.  volgegoten* 

12.  De  8(rooingeleiding  door  de  aarde  in  bare  werking  ea  oormfc. 
Tusschen  Milaan  en  Mon%a  heeft  BeLi.1  in  1844  proeven 
genomen ,  die  volgens  een  berigt  van  Mattedcoi  de  va- 
gende uitkomst  hadden: 

De  stroom  van  één  constant  galvanisch  element  ging 
door  eenen  draad  van  12500  Ned.  ellen  lengte,  van  28000 
Ned.  ellen  lengte ,  en  van  12500  Ned.  ellen  lengte  meieenê 
aardlaag  van  gelijke  lengte;  de  verhouding  tusschen  de 
intensiteit  van  deu  stroom  was  30:17:27.  Hieruit  bl^kt 
dus  dat  de  geleidingstegenstand  van  de  aarde  uiterst  ge* 
ring  is  in  verhouding  van  dien  der  draadgeleiding  ^  dat 
zelfs  bij  gelijktijdige  draad-  en  aardgeleiding  de  tegen- 
stand van  de  draden  meer  merkbaar  wordt  (2). 

13.  L.  Magrini  heeft  (3)  te  Milaan  vele  proeven  geno- 
men over  de  zoogenaamde  electromotore  kracht  der  aarde« 
(tijdens  de  vergadering  van  de  Natuuronderzoekers  te  Mi- 
laan in  1844,  den  15,  25  en  27  September)  en  de  uit- 
komst medegedeeld  aan  het  Keizerl^ke  Instituut  van  Lo» 
bardQën.    Langs   den   spoorweg  van  Milaan  naar  Mofiza 


(1)  771e  CtV.  Eng.  a.  Arch.  J.  1846.  p.  249. 

(2)  Comptes  Rendus  XIX  p.  845.  =  Polytechn.  CentrMl  Y  pi 
191.  Ook  medegedeeld  aan  de  vergadering  van  NatunroRderzoekert  te 
Milaan.   Electrical  mag.  I  p.  593. 

(8)  Comptes  Rendus  XX  p.  183.  Electrical  magasdn  f  p.  593. 
Jrekiv.  d'Slêctt.  IV  p.  610. 


Digitized  by 


Google 


485 

(15  kilom.  afstands)  waren  vier  draden  gespannen,  twe0 
f}zeren  van  1,2  mm.  dikte  en  twee  koperen  van  0,625  mm. 
^ikte,  volgens  de  verhouding  van  de  geleidbaarheid  dier 
metalen.  De  draden  werden  gedragen  door  (droog)  bootea 
«laken,  en  hingen  in  ooren,  welke  met  gewaschte  taf  wa- 
ren bekleed.  M.  rekende  dat  de  Isolatie  aldus  voldoende 
was  voor  het  onderzoek  naar  de  electromotore  kracht  der 
aarde  en  de  stroorogeleiding  van  een  Bagration's  toestel  (!)• 

De  eerste  reeks  van  proeven  (no.  1 — .10)  leerde  niets 
anders^  dan  dat  men  een  galvanisch  element  verkrijgt, 
door  het  begraven  van  twee  verschillende  of  dezelfde  me« 
talen  in  den  aardbodem  van  gelijken  of  verschillenden  aarde 

De  tweede  reeks  (no.  11 — 19)  moest  opheldering  geven 
van  de  stroorarigting  in  den  gesloten  keten,  en  nitA^  derde 
reeks  (n©.  20—22)  wordt  afgeleid:  dat  de  electromotore 
kracht  der  aarde  van  eenen  eigenen  aard  t>,  zoodat  z^ 
melfs  de  gewone  galvanische  werking  tasschen  metalen  en 
▼loeistoffim  overwint;  dat  de  aarde  is  het  meest  electro* 
magnetische  ligchaam;  en  dat  de  galvanische  stroom  ei- 
genlijk uit  eene  %uivere  contaot^werhing  voortspruit,  om* 
dal  de  aarde  door  hare  aanzienlijke  geleidbaarheid,  de  E. 
spanning  onderhoudt  en  vrQ  maakt. 

De  vierde  reeks  (ao.  23—28)  gaf  tot  gevolgtrekking, 
dat  de  geleidbaarheid  met  de  vermeerderde  doorsnede  der 
begravene  platen  toenam,  en  deU  de  tegenstand  der  gelei'- 
ding  van  de  aarde  alle%ins  merkbaar  %o%ide  %ijn^  als  ge^ 
igkstaandemet  260  eL  koperdraad  per  1000  Ned.  el.,  ter-^ 
wijl  de  tegenstand  van  overgang  200  el  zonde  bedragen. 
V  Do  v^fde  reeks  {n9.  28 — 33)  moest  dan  opheldering  ge^ 
ven  over  de  oorzaak  der  verschijnsels. 

Ik  heb  met  reden  omstandiger  den  inhoud  van  Mangri- 
Ni's  verhandeling  opgegeven,  om  de  onderscheidene  afwij[- 
kende  uitkomsten  te  zamen  te  vatten  en  te  herinneren  aan 

(1)  Deel  IX  p.  184. 


Digitized  by 


Google 


486 

een  later  ondenoek  yan  Mattbuogi,  waaruit  bleek,  dat 
BlANGRiKi  Bijoe  proeven  niet  met  die  omzigtigbeid  beefit  ia 
het  werk  gesteld,  dat  de  verkregene  uitkomsten  vertroa- 
wen  verdienen  (1).  De  telegrapbiscbe  draden,  waren  niet 
genoeg  gefsoleerd,  boo  als  verondersteld  was  en  ten  grond- 
slag diende  der  proeven,  en  Bniks  gaf  tot  de  dwaling  aan- 
leiding. Inderdaad  beeft  ook  Mangrini  later  bierin  ten 
deele  toegestemd  (2).  .  Als  bevestigde  daadsaken,  kannen 
w(j  derbalve  met  Mi.TTEUCCi  aannemen: 

Dai  de  aarde  geen*  tegenstand  van  geleiding  aanbtedi^ 
hoe  groot  ook  de  telegraphische  lijn  %y ;  '^Ife  wurdi 
deoke  bij  eene  gemengde  geleiding  geringer  (3)^ 

Mangrini  beeft  z^ne  proeven  berbaald,  en  blijft  even- 
wel bIJ  bet  besluit  over  bet  bestaan  van  eenen  eigenen  tel- 
luriseben  electriscben  stroom;  —  maar  ook  deze  proeven 
kunnen  evenmin  dit  besluit  bekracbtigen. 

14.  Matteucci  heeft  zicb  later  voorgesteld  op  te  lossen 
of  (de  verminderde  tegenstand)  bet  ophouden  van  den  te- 
genstand der  aarde  moet  toegeschreven  worden  aan  hare 
groote  afmetingen,  dan  aan  de  afleiding  van  de  vrije  EU 
Van  bet  met  haar  in  aanraking  zijnde  pooleinde,  en  dos 
zonder  eigenlijk  den  stroom  te  geleiden  of  door  te  laten. 
M.  deed  deze  proef  (4):  De  stroom  van  eene  Bonsenscbe 
Batterij  B  werd  geleid  nearj 
twee  putten,  a  en  d,  fik 
160  ellen  n.  van  elkandi-r 
verwyderd  waren ;  lusschen 
deze  waren  er  nog  twee  ^m- 
dere,  b  op   50  el  en  c  up 


(1)  Comptes  Bendus  XX  p.  1431.  Electrical  mag,  H  p.  36.  Ar- 
ohiv.  d*Electr.  V  p.  151.  Biblioth.  üuivers.  de  Genèvè  1846.  Ar^ 
ehiff.  des  Sc,   Physic,  I  p.  93. 

(2)  Archives  de  VEleciricité  V  p.  606. 

(3)  iu  1.  p.  1435.  Deel  IX  b).  19. 

(4)  Comptes  Rendus  T.  XX  p.  86.  POGG£KDORrr's  Ann.  LXVllï  p.  146. 


Digitized  by 


Google 


487 

80  el  van  de  uiteinden  verwijderd,  en  dos  met  30  el  on- 
derlingen  afstand.  De  galvanomer  draden  werden  of  met  de 
eindelingsche  potten  a  d  of  met  de  middelste  b  €  verbon- 
den; in  beide  gevallen  verkreeg  men  dezelfde  afwijking, 
niettegenstaande  in  het  laatste  geval  de  stroom  de  aarde 
moest  doordringen  van  a-i^b  en  d -4r>c.  De  aarde  geleidt 
das  den  stroom  als  zoodanig.  Vreemd  is  het  evenwel  in 
deze  proefiieming,  zooals  Poggicndorff  jnist  aanmerkt, 
waarom  gaat  de  stroom  tot  den  galvanometer  over  en  niet 
regtstreeks  van  b  naar  c,  indien  er  geen  overgangs-tegen- 
stand  bestond  voor  de  geleiding  door  de  aarde? 

GiRARD,  DB  Tbssan  en  GuiLLEMiN  hebben,  volgens  Arago, 
aan  de  Fransehe  Academie  eene  verklaring  medegedeeld 
.  van  de  circulatie  der  electrische  stroomen  door  de  aarde 
voor  de  telegraphie.  Er  ontstond  eene  hevige  discnssie,  wel- 
ke nader  hervat  zoude  worden,  en  eerst  dan  zonde  het  on- 
derwerp worden  openbaar  gemaakt  —  maar  dit  is  tot  nu 
toe  niet  geschied  (1),  hoewél  er  sedert  meer  dan  één  jaar 
is  verloopen. 

15.  Onder  al  de  waarnemingen,  welke  geboekt  sQn  be- 
trekkelijk de  electrische  stroomen  van  de  aarde,  voor  zoo- 
verre deze  afhankelijk  zijn  van  de  natuur  der  aardlagen  en 
de  scheikundige  gesteldheid  der  onderaardsche  wateren , 
verdienen  die  van  BEcauEREL  (2)  het  meest  onze  aandacht 
fooQüBREi.  spoorde  deze  stroomen  op  bij  het  gebruik  van 
platinaplaten,  welige  dus  de  aardstroomen  overbragten  zoo 
als  die  bestonden,  en  niet  zoo  als  anders  de  terugwerking 
op  de  gewoonlijk  gebruikt  wordende  koper-  of  zinkplaten 
ie  opwekten.  Niet  alleen,  wó&r  een  verschil  van  aardla- 
gen bestond,  maar  ook  waar  dezelfde  soort  van  aarde  door 
verschille  de  vochten  wordt  doordrongen ,  ontwikkelden  zich 
electrische  stroomen;  op  deze  wijze  ontstaan  overal  locale 


(1)  Comptes  Rendua  XX  p.  1604. 

{%)  C^mpteB  Rendms  XIX  p.  1052.   Ekotne.  mag.  I.  p.  670. 


Digitized  by 


Google 


488 

4KrodBieii,  die  de  itfoomen,  welke  door  eene  aardlaaig  ge- 
leid worden,  of  welke  door  liet  begraven  Tan  oxydeerbare 
jnelalen  worden  opgewekt,  sullen  veraterken  of  vermwakr 
ken,  al  naardat  sy  in  gelQke  of  tegengestelde  rigtingen 
voorkomen.  Dese  zaak  verdient  daa  nader  onderxoek  ten 
behoeve  der  telegrapbie« 

16*  De  polaritaUe  der  draden  bij  iwakke  ftroomen  eo  in  den  geofen- 
den  kelen.    In  eene  nooi  bla.  80  hebben   wij  oplettend  ge- 
maakt op  eenige  versch^nsela ,  die  aan  eene  po- 
larisaiïe  van  de  geleiders  moeten  worden    toegescbrevea. 
Jacobi  heeft  nu  nieuwe  daadsaken  hiervoor  geleverd.   Het 
bleek  uit  xijne  proeven  dat  de  verhouding  tusacben  de 
wefking  van  den  voltameter  naast  de  galvanische  batteiQ 
(oorspronkelijke  kracht)  en  de  voortgeplante  tot  den  voU^ 
tameter  van  het  tegengestelde  uiteinde  des  te  groo/er  is, 
hoe  zwakker  de  aanvankelijke  stroom  was.  De  galvanome- 
ter  werkt  nog ,  wanneer  de  voltameter  reeds  heeft  opgehoo* 
dèn,  uit  hoofde  van  den  invloed   der  polarisatie  op  den 
tweeden  voltameter,  die  des  te  grooter  uitvalt,  hoe  verd<r 
hg  verwijderd  is  en  hoe  onvolmaakter  de  isolatie.    Bij  de 
beproeving  van  den  bovengenoemden  niet  geïsoleerden  te- 
legraaf (bis.    470)  door  de  ontleding   van   koper  vitriool, 
bleek  het  (bij  het  gebruik  van  twee  DANiKLLVelementea), 
dat  er  aan  beide  stations  geen  verschil  bestond   tusscbfn 
het  koper,  dat  na  vier  dagen  tijds  werd  gewogen,  tenv|jl 
eene  grootere  batterij  van  25  elementen  een  verlies  gaf  van 
S(y>  o«     De  polarisatie  verzwakt  de  hoofd  werking,  maar 
versterkt   de  voortgeplante  werking,  zoodat  misschien  de 
ontleding  zoude  voortgeduurd  hebben ,  wanneer  de  batterS 
verwijderd  ware  geweest.  Verder  zoude  de  polarisatie  met  de 
vermeerdering  van  de  electromotore  kracht  of  stroomsterkie 
toenemen  f  en  wel  in  eene  sterkere  verhouding  dan  dese(l)« 
Zij  neemt  allengs   toe  in  sterkte  en  is  daarin  afhankelijk 


(1)  Jacobi  1.  I.  p.  131. 


Digitized  by 


Google 


48» 

ywBt  dé  nattiat  Tan  den  aardbodem ,  werkt  meer  standrtis- 
tig  en  verdwgnt  veel  langsamer  dan  zalks  bij  de  gewone 
preeven  van  de  polarisatie  der  platina-electroden  plaaU 
vindt 

Wanneer  de  keten  te  TsarskoTe-Selo  geopend  werd  en  te 
l^t.  Petersburg  de  uiteinden  van  den  galvaoometer  werden 
verbonden  met  de.  draadgeleiding  en  de  in  water  geplaatste 
koperplaat,  dan  ontstond  er  eene  meer  of  min  standvastige 
afwgking  van  omstreeks  3(K> ,  alsof  de  koperplaat  +  ware* 

Wrioht  en  Bain  hebben  gesien  dat  de  electrische  stroom 
niet  dadelijk  ophoudt,  wanneer  de  keten  geopend  wordl  (1)» 

Brecuet  beeft  uitvoerige  proeven  genomen  langs  den 
Par^s — Rouaan  telegraaf  over  de  verhouding  tusscben  den 
stroom  bij  gesloténe  geleiding  tot  die,  welke  ua  bet  ope* 
nen  der  geleiding  overblijft,  en  9ieÜ  de  laatsie  op  d^ 
hetfi  der  eerste^  d.  i«  =:-  2:1* 

De   telegraphische   lijnen   welke   in 
werking   zijn. 

17.  Jicoii's  lefegrtaf.  De  telegraaf  tusschen  Petersburg  en 
TsarsAoïe-Selo  van  Jacobi  (2)  heeft 
overigens  aan  de  verwachting  voldaan;  in  2  seconden  (Ijds 
doorloopt  de  naald  de  w^zerplaat  met  36  teekens.  J.  be- 
rtgt  ook  (zonder  nadere  beschrijving) ,  dat  hij  bij  den  tele- 
|raaf  van  het  winterpaleis  de  inrigting  gemaakt  beeft, 
^vtutrdoor  men gefijkitjdig  in  beide  n'gtingen  kon  seinen  (3). 

(1)  Mech.  mug.  XXXVIII  p.  198. 

(2)  Deel  IX  p.  16  en  179.  Buüetin  de  Si.  Peiershourg.  H  no» 
17.  =  Polytechn.  Centralbl.  IV  p.  220. 

Buüetin  de  Se.  Peterabourg.  IV  n».  8,  9.  p.  113.  s  Polytechn. 
CêntrML  VI  p.  84.  =:  POGGlNBORrr't  Annalen  LXVI  p.  207.  Comptes 
Bendus  de  Travatix  de  VAcad.  Imp.  des  se.  dé  Petersbourg  pour 
Pon  1846  p.  11. 

(3)  Archiv.  de  PElectr.  V  p.  587. 


Digitized  by 


Google 


490 

18.  MoBsi'8  tolegruf.  In  IVoord-Jmeri Aa  htehPni. 

(thans  Inspecteur-Generaal  der  elee- 
trische  telegraphen  der  Vereenigde  Staten  van  N.  A.)  iQn 
stelsel  op  groeten  schaal  met  het  beste  gevolg  ten  nitvoer 
gebragt  (1).  Van  New- York  als  middelpunt  strekt  sich 
de  electrische*  telegraaf  in  onderscheidene  rigtingen  uit, 
als  New'York  +»  Buffalo^  New-York  +»  Boston  j  Boi- 
ion  +»  Washington^  New- York  +»  Coney  Island;  over 
eene  vlakte  uitgebreidheid  van  500  mijlen  van  het  Zuiden 
naar  het  Noorden  en  van  het  Oosten  naar  het  Westen. 
De  kortste  lijn  is  van  New-York  4^  Coney  Island  ^  van 
welke  men  de  wekelijksche  ontvangst  voor  het  overbren' 
gen  van  seheepstijdingen  begroot  op  50  Dollars  (2)  de 
uitvoering  van  dit  telegraphisch  net  geschiedt  onder  lei- 
ding van  Morse  door  afzonderlijke  associatiën. 

Er  is  thans  eene  onafgebrokene  telegraphische  lijn  van 
den  oceaan  af  tot  aan  het  Erie-meer  over  507^  Engelsehe 
mijlen  met  de  stations  Troy,  Albany,  Utica,  Syracuse, 
Auburn  en  Rochester.  Er  zijn  twee  draadgeleidïngen  aan- 
gelegd, behalve  de  aarde-geleiding  (denkelijk  voor  de  dub- 
bele correspondentie);  de  draad  weegt  per  m^l  (1609,32 
el)  100  S  (45,36)  of  per  100  ned.  el  2,82  ned.  «  en 
wordt  gedragen  door  palen ,  die  van  boven  door  glas  geï- 
soleerd zQn,  terwijl  h|}  nog  daarenboven  met  een  isole- 
rend  vernis  bedekt  is.  Aan  elk  uiteinde  is  eene  galvani- 
sche batterij;  van  New-York  af  worden  de  berigten  nav 
alle  rigtingen  voortgeplant;  de  tusschenstations  ontvangta 
deze  nagenoeg  gelijktijdig. '  Verder  is  er  voor  gezorgd i 
dat  het  beantwoorden  der  berigten  door  de  stations  b^  op- 
volging zonder  verwarring  kan  geschieden  (3). 


(1)  Deel  IX  p.  40.  art  18. 

(8)  Meohmn.  mmg.  XUII  p.  418.  Con^tes  Rendus  1845  T.  XXII 
p.  745. 

(8)  Gompies  Rsndus  1848.  XXIU  p.  885.  Polyi.  CentrML  1847. 
p.  106. 


Digitized  by 


Google 


491 


De  Tolgende  iQnai  wordea  aabgdegd  (1): 


Aïhmj 

New-York 

New-York 

New-York 

'Washington 

Bidtiiaoro 

PkUadelphia 

New-York 

New-Haven 

Hartford 

Springfield 

AlbaDy 


Boflhlo  350  myien ) 

Boston  220     »      f  sQn  alle  in 


AlbaDy  150 
Waahingtoii  330 
Baltimore  40 
Philadelphia  97 
New-Yoffk  88 
New-Havea  84 
Hartford  30 
Springfield  20 
Boston  98 

Rocbester      252 


i 


werking. 


De  totale  lengte  van  het  telegraphische  n^  bedraagt 
1659  m^l  of  2670  kilometers.  Merkwaardig  is  de  goede 
werking  van  dit  stelsel  loo  als  onder  anderen  is  gebleken 
nit  eene  avond-eorrespondentie  tnssoben  New-York ,  Was- 
hington,  Baltimore  en  Philadelphia  (2). 

MoasB  gebruikt  tot  geleiders  best  rood  koperdraad, 
«miwoeld  met  katoendraad ,  eerst  met  schellak  yemist  en 
achterna  gedekt  met  em  mengsel  asphalt,  was,  hars  en 
iQnolie. 

Men  heeft  voor  elke  100  m|]l  =  160,932  kilometers 
noodig  17000  S  =  7709,5  n*  9  hiperdraad.  Er  was  in 
1845  reeds  aanbesteed  de  levering  van  koperdraad  voor 
1107  mijl  =  1781,617  kilometer,  s^nde  188,190  «  = 
85363  kilogr.  (3).   Dus  weegt  de  100  el  nagenoeg  4,8  ki- 


(1)  Mechmi.  mag.  1846.  II  p.  334.  CompH»  Rendu$  XXUI  p.  545. 
BpUetin  étEncouragem.  1846.  p.  512.  Tke  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J. 
1846.  p.  323. 

(2)  Meekom,  mag.  1846.  II  p.  106. 

(3)  The  Yearhooh  of  facts.  164a  p,  170. 

33 


.  Digitized  by 


Google 


493  » 

log.  en  de  dikte  der  dradeo  is  2,6  streep.  Het  schijnbare 
▼erschil  in  dese  opgave  met  de  voorgaande  ontstaat ,  door- 
dien Morse  koperdraad  n».  30  gebrnikte  voor  de  electio- 
magneten  en  n».  16  voor  de  geleiding. 

Wegens  de  groöi4  af  standen  d«r  stations  van  de  ^ord- 
Americaansche  telegraphea  bleek  het  al  spoedig,  dat  men 
niet  onbepaald  door  4e  batterQ  van  het  eene 
station  onmiddêllQk  in  den  electromagneet  van 
het  verwQderde  statiën  genoegsame  kracht 
kon  opwekken  om  den  telegraaf  te  doen  wer- 
ken. Om  dese  reden  heeft  men  van  Whbatstonb'b  vroe- 
gere plannen  gebraik  genaakt ,  om  op  elk  verwigderd  sta- 
tion eene  galvanische  batterij  te  plaatsen,  als  holpbatteiff 
om  den  electromagneet  des  telegraafs  te  bedieneB*  De 
stroom  van  de  faalpbatterij  wordt  bestuurd  door  de  electro- 
magnetisdie  werking  van  de  hoofdbatterf},  en  hierin  6e- 
stcuit  dus  hei  grooie  raadsel  van  hei  Amerioaarische  ie- 
legraafsielsel.  Elk  der  elf  stafions  tusschen  New-Yoik 
en  Buffido  heeft  eene  soodanige  hulphattMfj  met  electro- 
magnetische  inrigting.  Het  stroomveriies  is  op  dese  wijse 
niet  of  weinig  merkbaar  en  de  woking  wordt  meer  doel- 
matig en  zeker.  Reeds  in  1845  had  Morse  in  Parijs  aaa 
de  Academie  eene  BDodanige  iorigting  vertoond  (1). 

19.  Het  is  niet  te  verwonderen,  dat  Morse's  stel- 
wA  na  snik  eene  gelukkige  uitkomst  overal  gretig  ent- 
Tangen  werd  (2^.  De  toestel  is  zeer  eenvoudig  (3). 
'Fig.  1.  A  is  een  hoefiprer  ter  z^de  gezien,  naar  de  ge- 
wone w^ze  met  omwoelde  koperdraden  bekleed;  Iietzelve 


(1)  Camptes  Rendus  XXIÜ  p.  087.    Pofyt.  C^mtralbl  1847.  p.  108. 

(2)  Methau,  mag.  XLII  p.  400  en  421. 

(8)  The  Report  of  ihe  U.  S.  CommUseioner  of  Patents  for 
the  Year  1844.  p.  442.  Comm.  hij  W.  G.  LlTTSOM  m  the  Eleetr. 
mag.  II  p.  95.  London  Journal  of  Arts  1846.  T.  XXVII  p.  210- 
220.  DiKGiM's  Journal  XCIX  p.  289.  Polyt.  CentralH.  VII  p.  297. 
Vail  I.  I. 


Digitized  by 


Google 


493 

•taat  in  een  voetituk-D  en  !•  door  schroeren  B  aan  eene 
opitaande  kolom  Tastgeheeht ;  E  sijn  dé  uitstekende  einden 
▼an  het  gemelde  hoefijzer.  £oven  desa  einden  haagt,  zoo 
als  gewoonlijk  geschiedt,  een  week  Ijzeren  anker  6,  be« 
Testigd  aan  den  hefboom  H  H.  Deze  hefboom  wordt  in 
diervoege  geplaatst,  dat  hQ  door  eene  veer  K  in  de  stel- 
ling der  teekening  wordt  gebonden;  wordt  echter  de  hoef 
door  den  ingeleiden  stroom  magnetisch,  dan  beweegt  hij 
zich  om  eene  scharnier  bQ  L  oyereenkomstig  de  magneti^ 
sche  aantrekking.  Aan  het  andere  uiteinde  Tan  den  hef* 
boom  ziet  men  eene  teekenstift  of  potlood  O,  geplaatst  bo- 
ven eene  rol  T,  waarin  eene  smalle  sleuf  zich  bevindt 
tegenover  de  plaats  van  de  tedcenpen;  over  deze  rol  wordt 
eene  strook  papier  bewogen  S  S ,  waarop  de  telegraphische 
seinen  geteekend  worden;  P  en  N  zijn  de  beide  geleidra- 
den Toor  den  galvanischen  stroom.  —  In  de  brochure  van 
Vail  wordt  de  zamenstelling  des  toestels  eenigzins  an- 
ders opgegeven,  zooals  beneden  omstandiger  wordt  ver- 
klaard. 

20.  Het  is  nu  duidelijk  dat,  wanneer  de  stroom  geslo- 
ten is,  de  hoef  magnetisch  en  dien  ten  gevolge  bet  anker 
aangetrokken  wordt,  de  pen  nadert  tot  het  papier,  en 
blijft  zoolang  in  dien  stand  als  de  stroom  voortduurt. 
Wordt  nu  de  stroom. geopend,  dan  houdt  de  magnetische 
aantrekking  op,  de  veer  brengt  den  hefboom  in  den  vo- 
rigen  stand  terug  en  de  pen  is  van  het  papier  verwijderd. 
De  papierstrook  wordt  door  een  uurwerk  bewogen ,  zooals 
dat  vroeger  door  ons  is  verklaard  (1).  Eene  aantrekking 
des  ankers  vormt  een  teeken  op  het  papier,  hetwelk  in 
een  enkel  stipje  bestaat,  wanneer  de  stroom  slechts  kort- 
stondig duurt;  hetzelve  vormt  een  meer  of  min  lang  streepje, 
wanneer  de  sluiting  langer  voortgezet  wordt.  Men  heeft 
het  das  volkomen  in  zijne  magt,  om  voort  te  brengen  en- 


(1)  Deel  IX  p.  90. 


Digitized  by 


Google 


494 

kde  stipjei  eo  itreepjet,  een  aantal  bQ  dkander  behoo- 
rende  itipjet  en  itreepjet  en  deze  nog  op  eenen  neerdereo 
of  minderen  afitand  (met  ipatie)  van  elkaodert  aan  welke 
men  eene  bepaalde  betedcenii  of  waarde  ali  alpbabetiseh 
cbaracter  geeft.  Zoodanig  is  de  toeatel,  die  het  eerst 
werkte  tasschen  Bakimore  en  Washington  op  40  aiQlen 
afstands  van  elkander;  men  verkreeg  aanvankelQk  30  sei- 
nen per  minaat«  De  eerste  seinen  alléén  bestonden  id 
streepjes  van  enkele  en  dubbele  en  viervoudige  grootte, 
met  eene  wisselende  spatie*  De  seinteekens  s{}n  na  de 
volgende  volgens  Vail: 

•  —  —  •  •  •  •  •  •   Mi»  •  •    •    • .«.  •  .1.»—.  •  •  •  •  • 

ABCDEFG    H 

IJKLMNOP 

QRSTÜVW    X 

••••  ••••  ••••  ••     ^.    MM    »  •     9     _    9      «  •     •     •     —     •  •       •      •      •    — 

Y         Z         d  1  2  3  4 

__„     "V"        't"    ~'i"    ~9~        O 

Voorbedd  Tan  telegnphi«eh  Bchrift 

The      American      Electro 
Mag     netic      Telegrapb 

Er  bestaat  eene  bepaalde  verhouding  voor  de  lengte  der 
streepjes  tot  den  ouderlingen  afstand  of  spatie  der  stipjes, 
even  als  voor  de  spatie  tusschen  de  opvolgende  letters  en 
woorden.  Eene  enkele  oogenblikkel^ke  aanraking  van  den 
electro-magneet  geeft  .  (E);  duurt  de  aanraking  zoolaog 
als  er  noodig  is  voor  twee  stipjes,  dan  ontstaat  er  —  (T)^ 


Digitized  by 


Google 


495 

Toor  vier  stipjes (L) ,  voor  %es  ——  (O).    De  Aor- 

tere  sp€Uie  tnsschen  opvolgende  letters  wordt  verkregen 
door  den  toestel  zoolang  te  laten  rusten  als  er  noodig  is 
▼oor  drie  stipjes ;  de  grootere  spatie  tnsschen  de  woorden 
is  de  tijd  van  %e9  stipjes.  In  de  combinatie  van  stipjes 
tot  letters  is  slechts  de  spatie  van  een  stipje  (C,  O,  R, 
Y,  Z,  &.)  Men  kan  zich  das  door  eenige  oefening  al 
spoedig  de  tempo's  eigen  maken ,  die  noodig  zijn  om  de 
bovenstaande  seinen  der  verschillende  letters  uit  te  voe- 
ren (1). 

21.  De  snelheid  van  het  overbrengen  der  teekens  werd 
allengs  zoodanig ,  dat  men  tegenwoordig  op  100  per  minuut 
rekent  (2).  De  aanspraak  van  den  President  derVereenigde 
Staten ,  betrekkelQk^  de  oorlogsverklaring  aan  Mexico  werd 
in  drie  uren  tg  ds  overgebragt  met  een  gemiddeld  getal  van 
84  letters  per  minuut  (3). 

Eene  vergelijking  tusschen  Wheat8Tone*s  en  Morse's 
telegraaf  gaf  dan  ook  al  spoedig  de  volgende  verschillen 
ten  Toordeele  van  den  laatsten  (4). 

Wheatstone's  Telegraaf^  Morse's  Telegraaf 
De  werking  door    twee  magneetnaalden»  den  electromagneet 

geleiding  vijf  draden  één  draad 

w^st  de  letter  aan  schrijft    ze    neder 

vordert  aanhoudend  toezigt  werkt  zonder   on- 

middellijke tegen- 
woordigheid van 
een  persoon 

seinen         langzaam  24—30  in  1'  snel  80—100  in  1'. 

(1)  Ofer  de  Terdere  oitToeriDg  kom<eo  w^  later  terug  io  het  Hoo£l- 
•bik  Ofer  de  leintoestelIeiL 

(2)  CompiB9  Rendua  T.XXU  p.  745.  PoUfi.  CentrMl.  VIIIp.  566. 

(3)  Compus  Rendus  T.  XXII  p.  1004.  Polifi.  CenirMl.  VUI  p.  56a 

(4)  Meoh.  mag.  XLU  p.  400  en  421. 


Digitized  by 


Google 


496 

Bain*s  telegraaf  geeft  50  seineo  per  minmit;  Jagobi  36 , 
Wenkbbach  24,  Bbeguet  10—12  (1). 

22.  Het  verslag  van  Mobse  d.  d.  1845  bevat  belangrijke 
ophelderingen  over  het  stelsel  van  de  eleetrische  telegra- 
phie  in  het  algemeen  (2);  het  berust  op  de  uitkomsten 
verkregen  gedurende  acht  maanden.  Er  hadden  twee  on- 
gevallen plaats  eens  door  een  brand  te  Baltimore,  waar- 
door een  paal  verbrandde,  doch  in  2  è  3  uren  tij  ds  was 
de  schade  hersteld;  later  door  het  omvallen  van  een 
boom  en  eindelijk  meermalen  door  moedwil.  De  telegraaf 
heeft  gewigtige  diensten  gedaan  tot  het  overbrengen  van 
depêches  naar  Washington,  tijdens  een  volksoploop  te 
Philadelphia;  in  het  vangen  van  eenen  deserteur  van  het 
schip  Penusylvania ,  in  het  uitvoeren  van  schaakspelen  etc 
De  vergelijking  leerde  het  volgende: 

De  semiphore  telegraaf  iusschen  Londen  en  Porismouik 
op  72  mijlen  afstands  kost  jaarUjks  aan  onderhoud  3405  ^ 
of  40860  guldens.  In  den  loop  van  drie  jaren ,  volgens 
een  berigt  aan  het  Huis  der  Gemeenten  in  1843,  waren 
er  323  dagen ,  dat  men  van  denzelven  geheel  geen  gebmik 
kon  maken;  overigens  wordt  dezelve  bediend  van  den 
1  October  tot  28  Februarij  5  uren  per  dag  van  «'morgens 
10  tot  s' avonds  3;  —  van  1  Maart  tot  30  September  7 
uren  per  dag  van  s'morgens  10  tot  s'avonds  5.  Inderdaad 
is  de  gemiddelde  tijd  voor  het  gebruik  van  den  telegraaf  io 
drie  jaren  door  elkander  gerekend  slechts  4  uren  per  dag. 

Frankrijk  beiit  vijf  groote  telegraphische  lijnen  te  sa- 
men 1474  mjjlen ,  die  aan  het  Gouvernement  jaarlijks  meer 
dan  één  milUoen  francs  kosten,  namelijk 

Parijs— Calais  152  mijlen. 

Parijs — Straatsburg  255       » 
Parijs— Brest  325       » 


(1)  Mech.  mag,  1846.  II  p.  15. 

(2)  Mech.  mag.  XLIII  p.  250. 


Digitized  by 


Google 


497 

PwQs— ToQlon         317  mijlen. 
ParQs — Bajonne       425       » 
Hiervoor  bestaan  519  stations,  welker  oprigtiog  gekost 
heeft  nagenoeg  2,5  millioen  fir. 

De  eleotrische  telegraaf  volgens  Morsb  stelsel  zonde 
kosten  461  dollars  of  ƒ  1200  per  mQ!  of  een  gelQke  om- 
Tang  als  in  Frankryk  619515  dollars  d.  i.  3,4  millioen 
francs  nagenoeg  of  één  derde  meer.  Doch  de  meerdere 
tijd  van  brnikbaarheid ,  en  de  mindere  onderhoudskosten  le- 
veren de  voordeelen  op,  soodat  de  electrische  telegraaf 
door  de  eigene  opbrengst  zelTg  kan  worden  onderhouden. 
Ook  het  aantal  stations  is  aansienlijk  minder*  In  Frankr^k 
heeft  men  nagenoeg  op  elke  drie  mQlen  afstands  één  sta- 
tion; bij  den  electrischen  telegraaf  kan  men  deze  naar 
willekeur  van  elkander  verwijderen;  15  stations  zouden 
des  verkiezende  de  519  kannen  vervangen. 

23.    De  Electrische  telegraphie  id  GrooC-BnUanje.  Ook    in    Groot- 

Brittanje  is  de 
toepassing  van  de  deetrische  telegraphie  aanzienlijk  toege- 
nomen.   In   de   laatste    parlementsacte    betrekkelijk    den 
aanleg  van  spoorwegen  d.  d.  9  Augustus  1844  is  bijzon- 
der  Toorzien  in   den  toekomstigen  aanleg  van  electrische 
telegraphen  langs  de  spoorwegen  (art.  XIII  en  XIV),  op- 
dat deze  zonder  tegenkanting  van  derden  ten  behoeve  van 
het  Gouvernement,  der  spoorweg-maatschappyên  of  private 
personen  zoude  kunnen   worden   uitgevoerd.    Het  wordt 
verder  geoorloofd  om  ze  ten  behoeve  van  private  corres- 
pondentie te  doen   dienen,   houdende  echter  het  gouver- 
neaseBt  en  de  belangfaeftbende  maatschappij  den  voorrang. 
Te  Londen  zal  het  centrale  punt  van  al  de  telegraphi- 
sche  l^nen  worden  aangelegd  in  de  nabiljheid  van  de  Ko- 
ninklijke beurs,  aangrenzende  aan  de  Lloyds-gebouweo ; 
Akkt   zal   de  gemeenschap    met  de  koninklijke  paleizen, 
geuvernements   scheepsdekken,    gamisoenen    en    vesting- 
plaatsen  des  Koningryks  worden  daargesteld.  Het  geheel 


Digitized  by 


Google 


498 

komt  onder  het  beheer  Tan  de  Eleoirit^  Tehgrapk  Compa- 
njfy   onafhankelijk  van   de   spoorweg-maatsehappijën  (1). 

De  Engelsche  telegraphische  llfnen ,  die  die  aangelegd 

reed»  in  werking  %ynj  worden^ 

Soutk  Weitern  (2) 99  mijl. 

South  Eastera 88    »  South  Eaiteni 

9  »       Ranugate  Branch 30    »  i»  Dealbraich9iiiijL 

3>  »        Margate 4     » 

»  »        Haiditoiie 10    » 

»  »       Tonbridge  Wellt 6    » 

»  9       BricUayen  Annt 9    » 

BlackwaU  (8) 6    , 

Eastero  Countiet,  Colchettcr  liae  •  .  .  .   51    »(4) 

i>  9         Tbamet  junctioo  ...     3    » 

]>  9  Cambridge  line ....    88    » 

3»  »  Hertford  branch  ...     7    » 

Eastem  Gouotiai,  Ely  aad  Peterfaorough   29    9 

Eaiteni  Union 17    » 

Norfolk  RaUway 38    »  Norfolk  Railmy 

»  9        Yarmooth  and  Norwich   20    » (5)         »     Loweitoft 

branch  10  » 
3»     DerdiamlS  j» 
Woferton  and  Peterboro 57    »  SyitonandPeter- 

borough  40  » 

Blidland  Gountiet-South  line  (9) 49    »  LcedsandBrad- 

foitl  15  » 

Trimaiiorlerw»    607    »  87  » 


(1)  The  Atkenaettm  28  Norembwr  1849.  p.  1219. 

(2)  Deel  IX  p.  97  en  176.  Betchrefen  met  teekenkgcn  hi  de 
lUmstrated  London  news  n^.  154.  Tke  Jearhooh  of /mets  1846.  p. 
167.    The  Atkenoeum  1846.  no.  906. 

(3)  Deel  IX  p.  69.    De  draden  b'ggen  in  buizen  in  den  grond. 

(4)  Zie  over  den  aanleg  beneden. 

(5)  Het  stelsel  bij  dezen  «poorvr^  met  eene  baan,  it  daC  yao  Cooil. 
Deel  IX  p.  194. 

(6)DecIIX  p.  198. 


Digitized  by 


Google 


499 


lifmm^part    607  mijL 

MidlMd  CounÜei-Wert 41  » 

»          9        North 73  9 

»          9        Deri)y  and  Linooln  ...  41  » 

»          >        Sheffield  branch  .  •  •  .  6  » 

Tof^  and  Noiili  midlaBd 2S  » 

HiiU  and  Selby  and  MUford  eiteniioB  .  •  40  »(1) 

Tork  and  Scarboroogh 48  » 

Greath  North  of  En^d 45  a> 

»         9     9»     RichmoDd  Branch  9  » 

HeW'Castlê  and  Darlington 39  » 

j>          9    Durham  branch 2  » 

»          »    SoDderland i  » 

9          »    Shiddt 3  3> 

Preilon  and  Wyre 20  » 

Sheffield  and  lIanche8ler(woodhead  Tunnel)    3  » 

Great  Western  (2) 19  » 

South  Deron 20  » 

London  and  Croydon 8  j> 

Totoal 1051  mijl 


87  mijl. 

Leeds  and  Man- 
chester 61  3D 

Huil  and  Brid- 

lington  27  b 


New-Ca&tle  and 

Berwick  60  > 


South  Deron   .  27  » 


262  mijl. 


(1)  Bij  de  telegrapbische  Kjn  langs  denspoorvreg  Tan  Huil  heeft  men, 
waar  zij  lich  dwars  orer  de  ririer  Quse  bij  Selb^  uitstrekt,  den  gelei- 
draad ofer  masten  fan  zoodanige  hoogte  Yoortgeleid,  dat  de  Taart  Tan 
het  grootste  schip  er  niet  door  zoude  belemmerd  worden.  Men  heeft  na- 
mefijk  één  mast  opgerigt  in  de  riTier,  Tan  75  E.  tL  lengte,  dragende 
eene  strag  Tan  68  E.  Tt  lengte,  een  tweede  mast  Tan  80  Tt.  lengte  met 
cene  steng  Tan  56  E.  Tt  lengte  is  geplaatst  aan  den  eenen  oeTer.  Ore* 
rigcos  1^  decelTe  beTestigd  door  patent-ijseMonTrwerk  als  Tmnt,  en 
Toorzien  mei  büksemafleiders.  Om  aan  het  geheel  het  aamien  Tan  mas* 
ten  te  geTen,  zijn  deze  nog  met  raa*s  Toorzien  en  met  ezelshoofden 
eren  als  bg  een  Schooner-schip.   Zij  dragen  12  draden  (*). 

(2)  Deel  IX  p.  64  en  75;  besofareTen  met  teekeningen  in  de  lüus" 
traied  Lotukm  news.  R®.  141. 


n  AiUwÊim  1840.  p.  1374.   December  13. 


Digitized  by 


Google 


500 

Betrekkelijk  de  êuimarine  telegraphische  Terbioding 
van  Engeland  mei  Ierland  door  deD  Oceaan  (I),  en  van 
Engeland  met  Frankrijk  door  het  kanaal  (2)  is  het  Tui- 
gende bekend: 

Zoowel  bet  Fransche  als  het  Engelsche  gouTememeiit 
hebben  concessie  verleend  tot  den  aanleg  van  den  subma- 
rine telegraaf.  De  proef  geschiedt  het  eerst  van  Kaap  Grü- 
ne%  of  Kaap  Blan  ne%  (Fransche  kast)  naar  Souik  Fere- 
land  (Engelsche  kast) ;  aldaar  is  op  het  midden  het  water 
37  vademen  en  nabij  de  kast  7  vademen  diep.  Alles  was 
hiervoor  gereed  en  xal  zeker  reeds  beproefd  zijn.  Ook 
tasschen  Dublin  en  Holyhead  is  concessie  verleend ,  en 
buiten  twijfel  zal  deze  aanleg  door  vele  andere  gevolgd 
worden  (3).  Volgens  een  ander  berigt  wordt  thans  de  sub- 
marine telegraaf  tasschen  Folkséone  en  Boulogne  door  dè 
Soutk-EoMtem  Railway  Camp.  aangelegd  (4)« 

Er  worden  ook  proeven  genomen  dwars  door  iie  kaven 
van  Portsmouik ,  van  Watering  Island  in  het  Dock-Yard 
af  naar  de  landingsplaats  van  het  Royal  Clarence  Yard  (5). 

24.    WiiAWTOSifs  lelesraat    De   telegraaf  van   den  Soath- 

Westem  spoorweg  van  Londen 
naar  Gesport  heeft  gekost  nagenoeg  24000  ^,  welke  som 
voor  de  helft  door  de  Spoorweg-maatschappij ,  en  voor  de 
helft  door  de  Admiraliteit  is  gedragen.  De  met  zink  be- 
dekte draden  rusten  op  houten  palen,  die  50  yards  =  46,7  el 
van  elkander  afstaan.  De  telegraaf  seint  de  letters  met 
twee  naalden;  andere  teekens  met  ééne  naald.  De  afstand 
van  Landen  naar  Portsmouth  =:  SS  mijlen  was  reeds  io 
FebraarQ  1S4S  gereed;  in  twee  uren  tgds  werd  de  ope- 
ningsrede d^  Kbning^B  bestaande  in  3600  letters  geseind 


(1)  Mech.  mag.  T.  XLUI  p.  8t. 

(2)  TU  Mhémaemii  tU^  p.  680. 

(3)  The  Athenaeum  1846.  n».  965  p.  485. 

(4)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  1817.  p.  81. 

(5)  Pohft.  Centralbl  1847.  p.  108. 


Digitized  by 


Google 


501 

en  OTergedmkt,  derhalire  30  lelters  per  minaat.  —  Vol- 
gttis  berigt  vftn  Maart  18^5  was  men,  over  de  werking  van 
den  telegraaf,  onder  de  meest  verschillende  weersgesteld- 
heid 9  Tolkomen  te  vreden.  Het  verlies  bedroeg  onder  de 
onganatigste  omstandigheden  slechts  5  tot  lOo  o  f  als  ver- 
schil  der  werking  b(|  schoon  wéér.  Evenwel  werd  er 
voor  eene  dubbele  lengte  van  176  mi^l  onder  de  ongunstig- 
ste omstandigheden  50o/o  in  kracht  verloren,  en  de  wer- 
king hersteld  door  het  verdubbelen  der  kracht  van  den ' 
stroom.  Het  Gonverneaent  betaalt  aan  de  Maatschappij  en 
aan  den  uitvinder  jaarlijks  1500  £  voor  het  gebruik  van  dM 
telegraaf  (1)  en  voor  den  dienst  tosschen  de  Admiraliteit  te 
Whitehall  en  den  commanderenden  Officier  te  Portsmouth* 
De  telegraaf  van  den  Midland-Couniiea  spoorweg  (2) 
van  Leeds  naar  Birmingham,  Derby  naar  Nottingham  en 
Rugby  kost  40000  £. 

De  telegraaf  van  den  Souih-Eoêtem  spoorweg  is  ook 
opengesteld  voor  particuliere  correspondentie,  tusschen 
loonden,  Tonbridge,  Maidstone,  Falkestone,  Dover,  Rams- 
gate;  een  berigt  naar  Dover  en  terug,  beneden  de  20 
woorden  bevattende ,  kost  11  sh«  *=  /  6,60  (3).  Men 
heeft  desen  prijs  te  hoog  gevonden  in  vergelijking  met 
dien  in  België,  zynde  tusschen  Brussel  en  Antwerpen  5 
francA  -  /2,45  (4). 

Whkatstone  en  Cooke  hebben  hunnen  telegraaf  op  nieuw 
verbeterd,  en  hiervoor  den  6  Mei  1845  octrooi  ontvangen; 
de  verbetering  is  niet  nader  bekend  geworden  (5). 
Ten  opsigte  van  Whcatstqne's  en  Cooke's  naald»iele^ 


(!)  Eleotr.  mmg.  II  p.  64.  The  Yearhooh  of  facts  1846  p.  167. 
Mech,  mag,  XLII  p.  48,  96 ;  waar  verkeerd  staat  300  letten  per  mi- 
ouut;  —  p.  19i. 

(2)  The  Civ.  Eng*  a.  AroK.  J.  1846.  p.  291. 

(8)  Bteok.  mmg.  1846.  II  p.  884. 

(4)  The  Civ.  Eng.  a.  Arch.  J.  1846.  p.  323. 

(5)  Ekoir.  mag.  II  p.  160. 


Digitized  by 


Google 


502 

graphen  sijn  enkele  b^sonderheden  bekend  gewordee, 
welke  wQ  tot  aanvulling  van  het  vroeger  verhandelde  hier 
zallen  bijvoegen  (1). 

De  naald- telegraaf  is  voorgesteld  in  fig.  2  van  binnen; 
in  fig.  3  in  doorsnede;  —  in  fig.  4  dezelfde,  maar  een 
gedeelte  is  weggenomen,  om  de  verbinding  van  den  stroon 
beter  te  doen  zien;  fig.  5  is  dis  platte  grond. 

De  spiraal  bestaat  uit  200  yards  fijnen  koperdraaA,  met 
katoen  of  zijde  omwoeld;  de  draad  is  -^^  E.  dm.  dik  (2); 
de  roagneetnaalden  zijn  met  tegengestelde  polen,  dos  asta- 
tisch geplaatst,  om  eene  horizontale  as,  doch  de  beneden- 
einden  zijn  zwaarder,  opdat  de  naald  eer  in  den  verticalen 
stand  terugkeere. 

De  inrigting  voor  het  openen  en  sluiten  v€m  den 
stroom  met  behulp  van  het  handvatsel  c,  is  deze.  Het 
cilindrische  gedeelte  van  het  handvatsel  bevat  op  deszelft 
midden  een  tusschenstak  van  ivoor  e,  zoodat  de  nitein- 
den  alléén  van  metaal  zt)n;  het  achterste  einde  is  met  een 
borst  d  afgedraaid  en  rast  met  een  tap  in  koperen  ring  p. 
Het  uiteinde  d  draagt  eene  naar  boven  gerigten  stalen 
draad  f,  en  het  einde  c  eenen  anderen  g,  die  naar  bene- 
tien  gebogen  is.  Z  en  C  zQn  de  polen  van  de  batter^, 
overgaande  in  de  koperen  banden  k  en  m,  die  even  alf 
veeren  op  de  beide  einden  van  het  cilindrische  gedeelte  vaa 
het  handvatsel  rast,  zoodat  de  eigenlijke  pooleiaden  wo^ 
den  f  en  g.  Twee  veeren  h  en  h',  zi]n  met  eene  breede 
grondvlakte  op  het  benedenvlak  des  toestels  bevestigd  en 
rnsten,  van  boven  tegen  twee  duimen,  komende  van  eene 
koperen  staaf  i,  welke  aan  den  voorsten  wand  geschroefd 
is.  Deze  veeren  sloiten  den  stroom  tasschen  P  en  l*  (fig.  4); 


(1)  The  Engineer's  and  Contractor^ê  Poohet^Book  fbr  ik»  Jesr$ 
1817  and  1818.  p.  850.  ed.  bij  JOHN  Wiili. 

(2)  De  tegensUnd  tid  geleiding  komt  weinig  in  aanmerling  UgeD 
OTer  den  tegenstand  Tan  de  batterij  (uit  yele  iLleine  elementen)  en  tai 
de  geleiding. 


Digitized  by 


Google 


503 

binnen  dezen  kring  is  nu  ook  nog  gelegen  P,  de  spiraal 
der  magneetnaalden  en  de  koperen  band  tusschen  V  en  P. 

Stel  nu  dat  er  een  sein  wordt  gegeven  van  no.  1  naar 
no.  2  fig.  69  dan  gaat  de  stroom  van  P,  waar  ze  in  den 
toestel  van  n^  1  komt,  langs  den  koperband  naar  P  (fig.  5), 
van  daar  door  den  spiraal  (fig.  2)  naar  P  terog,  verder 
door  de  veer  h'  door  den  dnim  i  naar  de  veer  h  en  van 
daar  naar  P ,  vrkkr  de  stroom  dit  station  verlaat;  P  of  P 
agn  de  uiteinden  van  den  telegraafdraad  of  van  de  plaat, 
voor  de  aarde-geleiding  dienende.  Wanneer  na  een  sein 
zal  worden  gegeven,  dan  wordt  liet  handvatsel  naar  regts 
of  links  bewogen ;  bij  de  beweging  in  fig.  4  en  5  voorge* 
steld ,  is  de  «ene  batteri]-draad  f  in  gemeenschap  met  de 
veer  h\  waardoor  de  verbinding  met  i  ophoudt,  terwijl 
de  andere  batterij-draad  g.  gedrukt  wordt  tegen  het  grond- 
vlak van  de  veer  h.  De  stroom  gaat  dus  van  f  naar  h' 
over,  verder  door  den  spiraal  naar  P  (zooals  vroeger)  en 
vervolgens  naar  het  andere  station  9  keert  van  daar  terug 
door  P,  naar  het  grondvlak  van  h,  waarmede  de  andere 
batterij-pool  gemeenschi^  heeft*  De  inrigting  is  nu  zoo- 
danig, dat  de  naald  denzelfden  stand  aanneemt  q^r  regts 
en  links  als  het  handvatsel. 

Ife  wekkerioestel  (1)  is  ook  eenigzins  gewijzigd  ge- 
worden ;  het  raderwerk  des  wekkers  wordt  van  den  krab- 
belaar bevrQd  door  middel  van  eenen  electromagneet ; 
maar  deze  electromagneet  werkt  niet  door  een'  afzonder- 
lijk galvanisch  toestel  in  deszelfs  nabijheid.  De  spiraal- 
draad van  den  electromagneet  maakt  een  geheel  met  den 
algemeenen  telegraphischen  draad,  en  ontvangt  dus  den 
stroom  van  het  seingevende  station.  De  krabbelaar  is 
door  een'  hefboom  met  het  anker  verbonden,  die  zoo« 
lang  het  gaande  werk  des  wekkers  vrij  laat,  als  de 
stroom  gesloten  blQft.    Aangezien  nu  ,hierdoor  het  bellen 

(1)  Deel  DC  p.  72,  b. 


Digitized  by 


Google 


5(VI 


aanhoudt  zoolang  er  geseind  wordt,   zoo  heeft  men  twee 
middelen  j   om   zulks   te   voorkomen.     Het   eene   bestaat 
hierin ,    dat    men    op    het   sein-ontvangeade   station   den 
stroom   naar    den    electromagneet    des   wekkers    afbreekt 
door  middel  vao  een  handvatsel,  dat  den  stroom  dan  te- 
vens eenen  korteren  weg  aanbiedt  naar  den  spiraal  der 
seinnaald.    Het  komt  er  dus  op  aan  dat  men  later  sorg« 
drage,  dat  de  verbinding  tusschen  den  geleidraad  en  dea 
electromagneet  des  wekkers  hersteld  wordt.  —  Het  iindert 
middel  is  meer  kostbaar  en  vordert  eenen  afsonderlgkea 
geleidraad   voor   den   wekkertoestel;    deze  heeft  dan  ook 
een'   afzonderlijken  sleutel,  waardoor  op  de  wekkers  van 
elk   station   kan  gewerkt   worden  fig.  7.     Het    ligcbaasi 
des  handvatsels   is   van  koper;   twee  koperdraden  Z,  C 
zijn  door  ivoren  buisjes  geleid  en  eindigen  in  de  knopjes 
p,  zoodat  zij  geheel  geïsoleerd  zijn  van  het  ligchaam  des 
handvatsels.  De  kraag  t'  en  schQf  t  dienen ,  om  het  hand- 
vatsel  in  den  wand  van  het  kastje  des  wekkers  te  bevesti- 
gen;  daarenboven  is  achter  de  kraag  eene  veer  gelegd , 
die  het  handvatsel  in  deszelfs  eerstcf  stelling  terugbrengt. 
Het  achtereinde  van  het  handvatsel  rust  tegen  twee  vee- 
ren f  zoo  als  boven  is  beschreven ,  en  op  deze  wijze  is  de 
stroom  gesloten  tusschen  den  eenen  geleidraad  (die  in  het 
voetstuk  van  de  eene  veer  overgaat) ,   en  den  spiraal  van 
den  electromagneet,   welke  met  het  voetstuk  der  andefe 
veer  gemeenschap  heeft.     De  draden  Z  en  C  zijn  verbon- 
den met  eene  batterij  door  middel  van  zeer  dun   draad, 
waardoor  de  beweging  van  het  handvatsel  niet  is  belem- 
merd.    In  den  tijd  van  rust  komt  de  stroom  van  het  ver 
wijderde  station  langs  den  eenen  draad  naar  de  veer  san 
dien  kant,   door  het  ligchaam  van  het  handvatsel  over  de 
veer  aan  den  anderen  kant,  en  vervolgens  door  de  spirsd 
van  den  electromagueet  des  wekkers  enz. ,  zoodat  hier  de 
bel   zal  gaan.     Moet  daarentegen  de  bel  van  een  ander 
station  worden  bewogen,  dan  wordt  het  handvatsel  J-  cir- 


Digitized  by 


Google 


506 

kei  omgedraaid,  dan  komen  de  kooppen  pp»  in  plaats  van 
ket  ligchaam  des  handratsels»  in  den  kring,  zoodat  de 
stroom  der  batterij  p  p  ikmgs  de  veeren  enz.  naar  het  an- 
dere station  overgaat  om  den  electromagneet  te  doen  wer- 
ken. —  Dit  laatste  stelsel  heeft  het  eenigstè  voordeel,  dat 
men  steeds  onvoorbereid  op  de  wekkers  vi^i  al  de  stations 
kan  werken*. 

De  geleidraden  sQn  meestal  van  gegaivaniseerd  (ver- 
zinkt) if%er  van  |  E.  dm.  middell^  =::  0^4  N.  dm.  of  ü<^.  8 
•▼an  de  wire  gnage.  De  teden  hangen  in  zware  vierkante 
Dantziger  of  Memelsche  balken,  die  )•  mQl  van  elkander 
afstaan ;  in  de  tnsschenroimte  z^jn  ligtere  palen  (op  45-55 
yards  afstand)  g^Iaatst.  De  draden  zQn  van  het  hont 
geseheiden  door  kokertjes  of  platen  gebakken  aardewerk. 
De  hoofdbalken  zijn  met  den  toestel  voorzien  om  de  dra- 
den te  spannen,  de  tnssehenpalen  dienen  slechts  om  deze 
te  ondersteunen.  Het  is  ennoodig  hierover,  even  als  over 
de  inrigting  b(j  de  tunnels  uit  te  weiden,  aangezien  op 
vele  wi}zen  even  goed  bel  doel  kan  worden  bereikt. 

•Eei  stelsel  van  Cooke  war  de  toepassing  bij  spoorwe- 
gen (Deel  IX.  p.  197)  is  onder  eenige  wijziging  aange- 
wend bij  de  Eastem  Cknmiies  telegraphische  lijn ;  fig.  8 
is  een  schetsteeksniog.  De  wekkertoestel  wordt  door 
eenen  afzonderleken  draad  bediend,  en  is  op  elk  station 
aanwezig  (voorgesteld  door  eenen  zwarten  driehoek),  de 
telegraaf  toestel  met  twee  naalden  (Deel  IX.  p.  76)  is 
voorgesteld  door  een'  cirkel  met  twee  stipjes;  w&ar  de 
driehoek  bij  eenig  toestel  niet  is  aangeteekend,  d&4r  is  de 
wekker  in  één  verbonden  met  den  telegraaftoestel.  Brox- 
boume  en  Cambrtdge  zgn  twee  hoofd  (divisie)  stations; 
aldaar  bevinden  zich  telegraphische  toestellen  doorloopende 
van  Londen  tot  Branden.  Behalve  deze  zijn  er  de  toe- 
Btellen  voor  de  correspondentie  van  de  eene  divisie  met 
de  andere  en  de  tosschen  gelegene  stations.  Het  is  tot 
regel  aangenomen:  om  in  elke  divisie  niel  meer  dan 


Digitized  by 


Google 


506 

vier  telegraphüoAe  (Mêseken^êiahotu  aan  ie  leggen^ 
weg^B  de  T€rwarriiig  die  er  ontstaan  kan,  wanneer  bmd 
van  Terscfaillende  stations  gelQktiJdig  begint  te  seiacB. 
Omdat  het  sein  gelQktijdig  op  alle  stations  sigtbaar  wordt, 
en  men  toch  bepaald  dient  te  weten  tnssdien  welke  sta- 
tions de  correspondentie  plaats  Tindt,  soo  is  men  eroreea- 
gekomen  om  door  de  beweging  der  naalden  naar  regts  of 
links  enz.  snlks  vooraf  aan  te  dolden.  —  Voor  de  igiak- 
ken  wordt  de  gemeensdiap  der  telegraphisebe  I|jn  daaige- 
steld  of  bij  het  hoofdstation  der  vereeniging  of  het  naaste 
tnsschen-station.  De  berigten  worden  na  of  door  tas- 
schenkomst  Tan  dit  station  over  gebragt  of  ook  wel  legl- 
streeks,  wanneer  de  inrigting  er  nasur  gewijzigd  wordt. 

26.  Bira»8  telegTMf.  Bain's  telegraaf  is  ia  gebruik,  be- 
halve by  den  spoorw^  van  Londen 
naar  Wimbledon  (l) ,  bij  den  Sdinburg  —  Glasgwf 
spoorweg  (2).  Bij  den  laatstgenoemden  spoorw^  koite 
de  aanleg  per  Eog.  mijl  50  ^  =  /600  —  m  de  toestel 
voor  elk  station  12  J  =  / 144,00  (3). 

De  Eleciro^TelegrapAie  in  DtutecUamL 

26.   FiBDurs  Telegraa£  Fardelt's  Telegraaf  bij  den  Ta»- 
nurs  spoorweg  (4). 

Mellbr  heeft  de  volgende  kosten  opgegeven :  de  seio- 
toestel  (Anzeige-apparat)  met  galvanischen  toestel  50  giild.^ 
de  afdruk-toestel  100  gnld.  Er  wordt  slechts  een  gelei- 
draad gebruikt ;   de  proef  is  genomen  tasschen  Koitel  es 


(1)  Deel  IX  p.  175.   Meeh.  mag.  T.  XL  p.  t68. 

(2)  Electr.  mag.  II  p.  80.   DJNom*s  Joutnal  Cl  pw  8. 

(3)  The  Ch.  Eng.  a.  Arch.  J.  1815.  p.  231. 

(4)  Deel  IX  p.  177.  Di!iGm»8  Journal  Cl  p.  478.  Uit  de  ifo»- 
heimer  Zeitung  1846.  n».  4.  Een  Troeger  berigt  Tan  IfruiR  in  bet 
MonaUblaU  des  Fesstachen  Gewerbe-vereins  1844.  Oclobcr,  p.  1^* 
Polyt.  Centralhl  T.  V.  p.  183.  Berigt  Tan  FiRBElT  in  BerUner  Ge- 
werbe-IndustHe  u.  Handchbl.  1846.  Bd.  XIX  ü9.  9.  Pokf*'  ^^ 
tralbl  VIII  p.  546. 


Digitized  by 


Google 


5W 

ff^tesbaden  over  eene  lengte  van  8800  ned»  el  niet  eenen 
koperdraad  van  1|  mki  dikte;  bij  de  statioBs  eindigde  de 
draad  in  koperplaten  van  meerdere  voeten  oppervlakte, 
die  ia  patten  gelegd  waren.  De  draad  rast  op  12  vt.  hooge 
palen,  die  40  ned.  el  van  elkander  afstaan* 
Op  1000  ned.  el  46  f^  koperdraad  è  1  fl.  6  kr.  50  il.  36. 
40  pakn  y    bewerkt  en    met 

tebeepslgm  bedekt  .  •  •  .   20   » 
40  geslagen  ijseren  kiqpjes  om 
bet  boveneinde  der  palen 
te  dekken  ••»••••..     4   » 

Het  opstellen 6   » 

80  fl. 
Derhalve  bedragen  4e  kosten  per  5000  el  of  aar  gaaos 
406  fl.  en  per  geographische  ndjl  602  £L  —  D^  palen  slja 
van  boven  iBgecaa^  tot  op  een  geboord  gat,  waardoor  de 
draad  loopt ;  bQ  wordt  door  eene  bonten  pen  bevestigd  ea 
bel  geheel  door  een  geslagen  ijzer  kapje  dat  op*  den  pald 
genageld  is,  gedekt;  verder  wórdt  de  paal  van  boven  ea 
beaeden  met  marine-lt)m  bekleed,  waardoor  de  isolatie 
voldoeade  wordt. 

De  ll|n  wordt  vervolgd  tot  Frankfort. 
Men  gebroikt  hoofdaakel^k  den  sein  toestel,  die  meer  of 
min  met  den  Wfie4TSToii'8CHia9  overeenkomt;  en  een  soo- 
danige  bevindt  zich  op  alle  stations.   Een  drak-seintoestel 
sonde  alleen  op  de  eind-  of  hoofdstations  gebroikt  worden* 
Op  den  spo<^weg  van  Berlijn  naar  Potsdam  en  weldra 
op  dien  naar  Brandénbarg  en  Maagdenborg  werkt  eene  te* 
legraphisohe  inrigting  van  Leonrard,   horologiemaker  te 
B^lijn,    die    eene    eigenaardige    cotMUractie    ai^jedacht 
heeft  (1);  de  seinletters  worden  door  eenen  wijser  aange- 
wezen. 
Men  heeft    thans  in   Praisen,   na   ingesteld  onderzoek 


(t)  Ded  IX  p.  202.  Noot.    The  Civ.  Eng.  a.  Areh.  J.  1S46.  p.223. 

34 


Digitized  by 


Google 


508 

zulk  een  gunstig  denkbeeld  van  de  Electrisehe  telegnphie 
gekregen,  dat  dit  stelsel  algemeen  sal  worden  ingevoerd. 

De  telegraaf  van  den  HoUandschen  spoorweg. 

.  25.  De  telegraaf  voorziet  thans  de  dienst  tnsacheo  Aa- 
sterdam  en  's  Gravenhage  met  de  stations  Haarlem  eo 
Leiden;  er  is  zelfs  vooruitzigt,  dat  dezelve  ten  dienste 
van  het  publiek  zal  gesteld  worden. 

Volgens  de  bekend  gemaakte  beschrijving,  schgnt  de 
inrigting  eene  wijziging  van  die  van  Wheatstonb  te  zijs, 
gedreven  wordende  door  eenen  electromagneet.  Het  anker 
namelijk  van  den  electromagneet  werkt  op  het  echappe- 
ment  van  een  uurwerk  (dus  luidt  de  beschrijving),  dat  bg 
elke  beweging  eene  tand  laat  doorschieten*  Op  de  as  vas 
bet  echappement  zit  eene  schijf  met  letters,  die  één  voor 
één  door  eene  opening  in  den  voorkant  van  den  toestd 
zigtbaar  Worden.  Het  anker  wordt  door  eene  veer  in  zg- 
nen  vorigen  stand  teruggebragt,  zoodra  de  stroom  opboadt 
Het  afwisselende  openen  en  sluiten  van  den  stroom  ge* 
schiedt  door  eene  schijf  met  afwisselende  bont  en  keper 
afdeelingen,  en  deze  wordt  bewogen  door  eene  krnk,  die 
buiten  het  kastje ,  welke  den  geheelen  toestel  imislnit,  is 
geplaatst.    Hetzelve  bevat  ook  een'  afdruk-toesteh 

Eene  excentrieke  schijf  werkt  op  eenen  hefboom  en  ve^ 
der  op  den  wekker;  het  eene  uiteinde  van  den  hefboom 
rijkt  buiten  het  kastje  van  den  seintoestel  en  draagt  een 
gewigtje,  dat  aan  eene  koord  hangt;  wanneer  na  dese 
hefboom  door  den  electromagneet  wordt  terug  getrokken, 
valt  het  gewigtje  eraf,  en  de  wekker  komt  in  beweging; 

De  electrische  ielegraphie  in  Frankrijk. 

26.  De  trage  voortgang  van  het  electrotelegraphische  stel- 
sel is  door  ons  reeds  vroeger  opgemerkt.  Eerstin  1845  vee* 


Digitized  by 


Google 


509 

tigd«  Arago  de  aandacht  Tan  het  Frënsche  publiek  en  minis* 
terie  er  b^sonder  op,  in  een  afaonderlijk  vertoog  dat  een 
eenyoudïge  schets  en  verklaring  van  dit  stelsel  bevatte  (1). 
De  telegraaf  van  Wheatstone,  bestaande  in  eenen  wek- 
ker, alphabetisch'  seintoestel  en  eenen  afdruktoestel ,  wordt 
gebraikt  langs  de  telegraphische  lijn  van  Parijs  naar  Or- 
leansj  en  van  Parijs  naar  Versailles^  regter  spoorweg.  De 
seintoestel  geeft  25  seinen  per  minuut ,  en  wordt  bediend 
door  een  galvanischen  toestel  of  magneto-electrische  machi- 
ne, die  ael£i  nog  tot  op  352  E.  m^len  voldoen  zoude  (2). 
Intnsscben  ^n  er  ook  nog  eenige  voorstellen  in  Frank- 
rQk  zelve  ontworpen,  behalve  die,  welke  reeds  door  ons 
sQn  vermeld ;  —  wQ  plaatsen  deze  hier  bg  elkander  omdat 
derzelver  eigenlijke  inrigting  niet  is  beschreven  (3): 
Amtot  (4);  DtJJARDiN  (5). 

Lbsage  (6) ,  bestemd  volgens  een  berigt  van  Arago  voor 
de  l^n  van  Parys  naar  Nanies. 
Gariobr  (7);  Sainte  Preutb  (8);  Chüard  (9). 
De  meest  uitvo^ige  proefnemingen  zijn  bekend  gewor- 
den van  de  telegraphische  lijn  van  137  kilometers  tnsschen 
Pargs  en  R&uaan  onder  leiding  van  Brbgubt.  De  aan- 
leg heeft  gekost  140000  francs  —  de  toestel  is  niet  be- 
schreven (lO). 

(1)  Echo  du  monde  savante,  1845.  n».  39.  s  DlifCLER'8  Journal 
XCVI  p.  487. 

(2)  Gompies  Bendus  T.  XX  p.  1703.  BuUetin  de  la  Soc.  d'En^ 
couragement.  T.  XLII  p.  419;  T.  XLIII  p,  492;  XLIV  p.  233.  Blee^ 
*neal.  mag.  H  p.  144« 

(3)  DedlX  p.  56. 

(4)  Comptes  Bondus  T.  V.  p.  909. 

(5)  Ibid.  p.  47. 

(6)  BuUoÜn  ^Eneomrag.  T.  XLIV  p.  160. 

(7)  UmU  p.  415.    U  Technologiete  1846.  p.  186. 

(8)  Ibid.  p.  607. 

(9)  Comptês  Bendus.  T.  XX  p.  1721. 

(10)  VenAêff  tm  Boj^ouioif  in  do  Momteur   Indmstrel,   1845.  n^. 


Digitized  by 


Google 


510 

fiRBGUBT  (ï)   heeft  in  de  xittiiig  van  de  Fransche  Aca- 
demie op  den  7  Dec.  1846  voorgesteld,  eene  nieowe  magnetiK 
electrisehe  machine  voor   de   telegraphi«cbe  lijn  tusschen 
Parijs  en  St.  Germain  (spoorweg)  welke  met  die  vwi  Logkmak 
veel  overeenkomst  heeft.   Een  Btaalmagneet  is  verticaal  op 
een  voetstuk  bevestigd;  boven  en  nabij  de   polen   is  aaa 
eene  spil   bevestigd   een   week  ij^ren  anker ;  om  desieUs 
spil  bevindt  zich  een  rondsel,  dat  door  een  groot  koperci 
tandrad  wordt  gedreven.    Op  bet  vlak  van  dit  laatste  rad 
zi^n  de  letters  van  het  alphabet  gegraveerd ,  en  tegenover 
elke  letter  is  een  klein  gat.   Aan  de  as  van  hetzelfde  rad  i« 
een  handvatsel  geplaatst,  tevens  hebbende  eene  stalen  stift, 
dat  in  de  opvolgende  gaten  kan  vatten*  (Het  is  das  eene  wij- 
ziging van  Bain's  stelsel ,  Deel  IX  p.  98).  Het  handvatsel  il 
namelijk  om  eene  scharnier  bewegelijk,  waardoor  hetzelve 
booger  en  lager  geplaatst  kan  worden ,  en  dus  de  stift  is 
een  der  gaten  grijpt  of  uit  hetzelve  geUgt  wordt,  en  dan 
de  beweging  van  het  handvatsel  naar  beide  kanten  kan  plaatt 
vinden.  Nabij  den  rand  van  het  genoemde  rad  is  een  hef  boon 
geplaatst,  met  den  korteren  arm  boven  het  middelpunt  van  be- 
iveging,  en  den  langeren  er  beneden;  de  laatste  werkt  op  eenes 
tweeden  hefboom.    De  verbinding  van  beide  hef  boenen  is 
zoodanig ,   dat  eene  geringe   beweging  van  .den    kleinerei 
hefboomsarm  den  langeren  arm  van  den  tweeden  hefboon 
doet  draaijen.    De  bovenste  arm  van  den  eersten  hef  boos 
dient  voor  het  tegenhouden  van  bet  handvatsel ,  terwijl  dao 
de  langere  arm  van   den  anderen   hefboom  gelijktijdig  de 
Tonddraaijing  stopt.   De  toestel  is  zoo  ingerigt,  dat  kyzidi 
zelf  bestuurt  tot  het  vinden  en  overbrengen  der  letten* 


933—934.  Polytechn.  GfM/ni/R  Vip.  87,2aa,159.  CompteMBmim 
XXI  p.  7&.  PolyU  (kntralkl  VII  p^  22.  Echo,  eb$  mtOHêh  êavmU 
1846.  p.  847.  =r  DiNCLER^S  JoumaL  Cl  p.  74. 

(1)  Comptes  Rendus,   Dec.   7.   1849.     The   Athem»eutm,  bo.  999. 
1846.  Dec  19.  p.  1807.   The  Cit%  Eng.  a.  Jrvh  J.  1847.  hn.  p.  30. 


Digitized  by 


Google 


511 
IIL 

Over  den  Telegraphiechen  toestel. 

In  ODze  voorgaande  verhandeling  hebben  wij  dese  Ter«- 
deeling  aaDgenomen,  en  deseifde  volgorde  zal  op  nieuw 
worden  in  acht  genomen: 

a»   De  electrische  werking* 
b.    De  signalen. 

A*  Het  seinen  tot  oplettendheid^  en 

B.    Het  mededeelen  der  telegr€q)AiseAe  teehens. 

A.  Hét  seinen  tot  oplettendheid. 

Het  seinen  tot  oplettendheid  in  den  beginne  geichiedt 
door  middel  van  een  wekker-toestel.  Bij  alle  telegraphi- 
sche  inrigtingen  wordt  dit  stelsel  opgevolgd;  men  ver- 
«eUilt  slechts  in  de  w^ze,  hoe  de  wekker-toestel  wordt  in 
beweging  gesteld. 

De  wekker-toestel  wordt  in  werking  gebragt  door  eenen 
eleotroptagneet  9  een  anker  aantrekkende. 

De  stroomgeleiding  geschiedt; 

1.  Jfoor  eenen  a/%anderltjken  geleidraad^  zoo  als  bo- 
ven aangewezen  is  Uj  Wheatstonb's  inrigting,  en  overi- 
gens niet  nagevolgd  is. 

2.  De  electromagnetisohe  hoef  van  den  wekker^toestel 
heeft  geen*  afgezonderden  geleidraad,  maar 

a.  is  geseheiden  van  de  inrigUng  des  seintoestels.  Deze 
inrigting  komt  alléén  te  pas,  waar  de  seintoestel  niet  door 
«enen  electromagneet  wordt  gedreven  y  eo  wordt  dus  hoofd- 
zakelijk bij  de  naald- telegraphen  van  Wheatstone  aan- 
gewend. 

p.  De  electromagneet  van  den  seintoestel  bedient  ook 
rf«n  umkker. 

Het  laat  zich  ligt   denken,  dat  men  vele  werktnigkun- 


Digitized  by 


Google 


512 

dige  hulpmiddeleo  kan  te  haat  nemeo,  on  het  doel  te  be- 
reiken, zonder  dat  er  in  de  uitvoering  eene  andere  ver- 
dienste kan  gevonden  worden,  dan  die  uit  de  eenvoa- 
digheid  der  te  samenatelling  voortvloeit.  De  wekk»-toe- 
etel  moet  in  dier  voege  de  I>eweging  ontvangen  van  dca 
electromagneet  des  seintoeatelB ,  dat  hij  aleehts  ééns,  ia 
den  beginne ,  en  niet  gedurende  den  geheelen  tif  d  van  bet 
seinen  wordt  bewogen.  Er  sf{n,  die  dit  doel  bereikoi 
door  middel  van  een  liaakje  of  stiftje,  waardoor  of  de  bs- 
mers  van  den  wekker  of  eenig  ander  gedeelte  dea  toestels 
wordt  vastgezet  (de  inrigting  van  Garkier).  Bij  andete 
inrigtingen  komt  de  wekker »  na  in  den  beginne  gewerkt 
te  hebben,  van  zelf  boiteii  werking  (de  inrigting  van  Wenc- 
kebach).  By  sommige  toestellen  wordt  de  E.  stroom  nsar 
den  weUcer  afgebroken  (Nott)  enz. 

B.  Het  mededeelen  der  telegraphische  ieekens. 

1.  De  toestellen  tot  het  mededeelen  der  telegraphisek 
teekens  zijn  tweeledige  als: 

1.  Be  eigenlijke  telegraaf^  dienende  om  de  geseinde 
teekens  op  liet  TerwQderde  station  kenbaar  te  doca 
worden. 

2.  De  seinioesielf  of  de  inrigting  om  de  seinen  mede 
te  deelen,  bestemd  dos  om  den  electrischen  stroon 
te  openen  en  te  sluiten ,  zoo  als  dit  gevorderd  woHt 
voor  de  seinen,  die  overgebragt  moeten  worden. 

Op  elk  station  zijn  beide  inrigtingen  voorlianden,  io  el* 
kanders  nabijheid  geplaatst,  en  zelfs  eenigermate  van  elkan- 
der afhankelijk  in  de  constructie. 

2.  De  tdegraaf:    I»  De  Éelegruaf  werkt  alléén  op  het  g^ 

%igt^  namel^k: 
a.  Door  de  beweging  van  een  goudblaadje  f  (Hich- 

ton). 
/I.  Door  magneeinaaldenj   de  seincharacters  aanw^* 

zende. 


Digitized  by 


Google 


513 

Dit  stebtl  behoort  tot  de  eenvoodigtte,    en  wordt 
daarom  nog  gteeds   in  Engeland  volgens  Wheat- 
STONB  en  CeoKK  gebtoikt  (lie  boven  bis.  501). 
y.    Door  teni9n  eleoiromagneet. 

a.  Schr^'ielegrapheiu 
De  minst  aamengestdde  inrigting  van  dese  klasse, 
«i  dien  ten  gevolge  met  een  bnitengewoon  goed  ge- 
volg, is  door  MoRSB  aangewend  en  selfii  als  het 
Ifoard^AmerikaanschesieUelh^foemAfi&wofdkn*  De 
beweging  van  het  anker  van  den  electromagneet  dient 
OBmiddellyk  voor  telegrapbie. 

6.  Telegraphen  met  tü%j%erplaten^ 
vertoonende  de  characters  van  het  alphabet,  de  cijfers 
en  enkele  andere  seinen.    Dese  inrigdog  verschilt 
eigenlijk  van  de  voorgaande,  doordien  de  heen  en 
weérgaande  beweging  van  het  anker  van  den  dec- 
tromagoeet  niet  als  zoodanig  de  seinen  geeft,  maar 
door  de  tosschenvoegiog  van  deze  of  gene  werktai- 
gelljke  organen  in  eene  ronddretatjende  beweging 
wordt  veranderd.  Behalve  de  nadeelen  van  het  veran* 
deren  der  soort  van  beweging  komt  in  aanmerking 
het  tijdverlies  door   de  opvolging  van   bewegingen 
OOI  van  het  eene  sein  tot  het  andere  te  geraken. 
ma.   Ër  zijn  met  bewwgbare  w^serplaten,  wor- 
dende het  geseinde  character  zigtbaar  door  eenen 
vasten  ring,  of  de  wijzerplaat  is  geheel  gedekt 
en  in  de  overdekkende  schijf  is  eene  opening 
gespaard,  om  een  sein  zigtbaar  te  doen  wor- 
den (Whe4tstonb,  Logeuak). 
66.   Over  eene   onbeweegbare   wtfzerplaat  wordt 
een  w^%er  bewogen. 

c   Telegraphen  mei  drukioesieUen 
worden  doorgaans  te  geljjk  met  die,  welke  wij  sub 
6  genoemd  hebben,  gebruikt  (1). 


(t)  Jicoii  zegt:  TiCei  appareil  est  plus  ingenieux  qU*ut{h:^ 


Digiti 


zedby  Google 


5U 

ié  Jfoor  eenen  elêoiromagneet  #»  uurwerk  mei  t/a* 

hn  veer  f/  gewtgien. 
(Bain,  FABDUfT,  Gaknuji»  Mathbt  enx.)* 
c.    Door  eleciromagneéiscAe  inductie. 
II.   De  telegraaf  werkt  op  hei  gehoor  allééa,  of  door- 
gaans in  vereeniging  met  eene  der  Toorgitfaide  inriglingen. 
Het  geluid  wordt 

€u   Door  de  el»ctroinagiieti«che  werking  werktoigelgk 

Toortgebragt 
(Steinheii.,  Bain,  Jaoobi). 

§.  Regisireeks  door  den  eleoirieohen  siroom  opgewekt, 
(DfiLARivB,  JaOobi)* 
IIL    De  phystologisohe  tele^praaf» 
IV.    De    êcheihundige  .telegraaf   (lie  boven   Hiqiiton 
bk.  461,  B.  Smith). 

3.  De  teioioeiieL    Men  beeft  aan  dese  toeetellen  yemchil- 

lende  namen  gegeven»  die  alle  op  bet- 
zelfde  neerkomen»  Zy  dienen,  sooals  gexegd  is,  om  de 
seinen  mede  te  deelen,  en  dus  is  de  naam  commum'caieur 
{transtneUeur)  allesins  geschikt.  Z|{  doen  sulks  door  deo 
electrischen  stroom  bij  afwisseling  te  openen  en  te  sluiten,  eo 
dus  kan  men  ook  zeggen,  oommuiaieuTf  rheoiom^  gyrotrope. 
De  eenvoudigste  inrigting  is  die  van  eene  touche,  zoo 
als  ze  b.  v.  Vorssexmam  dë  Heer  (1)  gebruikte  en  zoo 
als  ze  ook  door  Morse  wordt  aangewend,  onder  den  naam 
van  Aetf  of  correspondent  (zie  beneden). 

4.  De  beweglDg  Tan  een  goüdblêAdje.   Volgens  een  later  berigt 

heeft  HiQHTON  de  sei- 
nen getracht  voort  te  brengen  door  de  aantrekking  van  den 
electrischen  stroom  op  dunne  metaalstrooken  (goudbiad), 
naar  de  wijze  van  éenen  eleetremeter  (2).  Als. voordeden 
aan  deze  inrigting  verbonden,  noemt  Higbton: 

(1)  Deel  IX  bli,  60. 

(2)  The  Athen^ettm.  Nor.  21.  1846.  p.  1226.   Handelsblad  van  den 
8  Februarij  1847. 


Digitized  by 


Google 


515 

1)  Om  gow&o^pkeid;  ée  nieowe  toestri  kost  20  shiK 
liiigs  ,  tet w^l  de  oudere  20  ^  kost. 

2)  De  werking  tot  grootere  afstanden;  met  eene  swak* 
kere  batten}  zomde  meo  tot  op  100  £•  mijlen  kanaen  wer- 
ken met  één'  draad. 

Men  kan  de  stroom  in  twee  of  meer  deelen  splitsen. 
Een  berigt  dat  I^v.  regtstreeks  van  Liverpool  naar  Lon- 
den aal  worden  OTergezonden,  gaat  tevens  langs  bijwegen  over 
Briaftol  en  Cambridge  en  York. 

8)  De  meerdere  gevoeligheid  en  snellere  werking,  welke 
bij  een  goudblaadje  sterker  2i|n  dan  bO  de  magneetnaald , 
omdat  bet  minder  aan  vele  schommelingen  onderhevig  is. 

4)  Een  grooter  aantal  teekens  in  denselfden  t^d. 

5)  De  toestel  is  draagbaar,  kan  in  den  %ak  tvorden 
medegenomen  9  en  in  één  et  twee  minuten  op  elke  plaatfti 
voor  bet  gebruik  gereed  sijn. 

6)  Wegens  het  goedkoope,  kan  men  steeds  eenige  iui 
veorraad  hebben. 

7)  De  stroom  ondervindt  minder  tegenstand  bij  de  voort- 
geleiding;  de  tegenstand  van  elke  draadomwinding  (vair 
den  galvaaometer)  staat  gel^k  met  eenen  draad  van  6  E. 
mglen  lengte;  —  die  van  een  goudblaadje  (van  den  electro* 
meter)  van  eenige  honderden  ellen. 

Ik  heb  omstandig  deze  lofspraak  medegbdeeld ,  om  juist 
daardoor  te  toonen ,  dat  zQ  niet  te  veel  vertrouwen  verdient  -^ 
die  te  veel  bewijst,  bewijst  niets.  Volgens  eene  andere 
mededeeling  (1)  bestaat  Hmhton*»  zoogennaurde  verbet^ 
ring  in  niets  anders,  dan  in  bet  plaatsen  van  een  gondn 
blad  in  eene  glazen  buis ;  de  glazen  buis  b#eft  aan  weérs* 
kanten  een  koperen  deksel,  zoodat  het  gondUaa^je  rtuUft 
taaschen  beide  bevestigd  is;  buiten,  hejt  baisje  is  een  vastn 


(1)  Repertory  of  Pat.  Inv.  Sept.  1846.  p.  162.    DlKGIER»»  Joumal^ 
CU  p.  178.    The  London  Journal  of  Arts,  Nor.  1816.  p.  261.    ne 
Ciü,  Eng.  a.  Arch.  J.  1846.  p.  321.  Polyt.  CenWalbl,  1847.  p.  108. 


Digitized  by 


Google 


516 

magaeet  geplaatst ;  waimeer  nu  een  stroom  door  het  ge«d» 
blaadje  gaat,  sonde  hetselve  door  den  magneet  wotdem 
aangetrokken ,  en  de  daardoor  ontstane  beweging  is  het  te- 
legraphische  sein.  H.  wil  daartoe  de  electridteit  van  eeoe 
galvanische  baUetnj  gebrniken. 

5*  De  naald-telesFaplieii.    Wij  hebben  reeds  orer  de  naald-Cele- 
graphen  gehandeld,  boven  bis.  501. 

6«  De  telegrapbeo  met  etectromagiieteii.  De  telegraphen  met  elee- 

tromagneten  hebben  het 
meest  de  aandacht  tot  zich  getrokken  en  xijn  daanMa  op 
onderscheidene  wijzen  gewijzigd  geworden. 

Het  voornaamste  gedeelte  is  de  eleciramagneei^  omdat 
van  dezen  de  kracht  wordt  ontleend,  die  den  telegraaf 
moet  in  werking  brengen.  Het  welgelakken  op  groote  af- 
standen hangt  dus  niet  alléén  af  van  de  iarigting  van  den 
telegraaf,  maar  ook  van  de  kracht,  die  in  den  dectro- 
magneet  kan  worden  opgewekt. 

7.  De  eleotromagneet.    Aan  Jacobi   en  Lenz    moeten  wlf   dfl 
eer  toekennen  de  wetten  proefonder» 
vindelijk   te  hebben  bepaald,    die  ons    bQ  het  maken  van 
electromagneten  tot  leidraad  moeten  dienen  (1).  De  slotsom 
was ,   dat  men  voor  eene  gegevene  baiier^  en  eenen  ge^ 
gevenen  mulitplieaiordraad  (spiraal)  hei  mtucimum  u€SJt^ 
(electromagnetische)  werking  verkrijgt^  wanneer  de  ge- 
leidingêiegensiand  van  den  draad  gelijk  te  aan  die  vom 
de  halter^  vermeerderd  met  dien  van  de  geleiding.  Ver* 
der  is  de  kracht  van  electromagneten  of  multiplicator-naal- 
ien  alléén  afhankeli)k  f>an  hel  aanlal  spiraalgangen.  Men 
kan  derhalve  de  gevoeligheid  van  eenen  door  electromagne» 
tische  kracht  werkenden  toestel  vergrootm ,  door  de  afnie« 
tingen  van  den  electromagneet  en  de  draadmassa  te  ver- 
meerderen ,   voor  zoover  er  hieruit  geene  bezwaren  tegen 
de  geheele  zamenstelling  van  den  toestel  geboren  worden. 


(1)  Deel  IX  p.  87. 


Digiti 


zedby  Google 


S17 

Wanoeerde  tagwitandvan  geleiduig bciEeDd  is,  data  ataaii 
de  maxima  van  werking  Cot  elkander  alt  de  vierkante  wor- 
tels uit  de  gebruikte  draadmassa. 

Jacobi  merkt  nu  aan,  dtU  dit  alléén  volkomen  gekU 
bij  vobnaaklo  isolatie  van  de  beide  electroden ,  doch  dat 
hel  nuodmam  anders  uitvalt ,  wanneer  er  bljttroomen  be- 
staao  iioor  onvolmaakte  isolatie.  In  dit  geval  wordt  het 
maximum  eerst  verkregen  (volgens  de  theoretische  aflei- 
ding) wannees  de  tegenstand  van  den  miiltiplicatordraad 
gelgk  is  aan  den  tegenstand  van  de  electroden,  van  de 
batteil)  en  van  de  polarisatie  van  den  tosscbenstroom.  Daar 
het  echter  moeljelJijk  is ,  om  de  grootbeden  voor  dese  be<- 
rekening  uit  de  ondervinding  af  te  leiden ,  zoo  beeft  Jat 
coBi  als  benaderingsformule  voor  het  maximum  het  volr 
gende  aan  de  hand  gegeven: 

Men  plaatst  op  het  verwijderde  station  eenen  galvano- 
meter,  ingerigt  tot  het  meten  van  de  stroomsterkte ,  van 
welken  de  tegenstand  der  draadgeleiding  t  bekend  i«« 
'Waaneer  nu  uit  de  constructie  van  den  telegraaf  de  draad- 
massa  m  bekend  is  (de  vorm  van  de  multiplicator-spip 
raal)  dan  sal  de  noodige  draadlengte  voor  het  maximum 
van  werking  2ijn  =  ^  t.  nu  Stel,  na  meting,  de  stroomr 
sterkto  =^k,  dan  is  de  kracht  van  den  spiraal  1.  k  = 
k  ^  t.  m.  Indien  er  nu  in  den  gesloten*  keten  een  andere 
tegenstand  van  geleiding  ontstaat  t',  t'S  t'"  ens.  dan  meet 
men  de  overeenkomstige  stroomsterkleo  k',  k'',  k"'  f  vet^ 
krijgt  Toor  de  uitwerking  de  reeks  k'|/  t'ia,  k"^t"9), 
k'"^t'"m  ens.  waaruit  men  eene  grens* waarde  esH  via- 
ietkf  die  aan  het  gevraagde  maximum  het  meest  nab|j  sal 
komen.  —  Met  behulp  van  een'  galvanometer  en  eenep 
agometer  (voor  het  meten  van  den  tegenstand  van  gelei- 
ding) kunnen  al  de  desbetreffende  proeven  worden  uitge- 
voerd. 

8.  De  Eleclromacneet  Tan  Messx.    In  de  bel^chrgving  van  den 

Noord-Amerikaanschen    te- 


Digitized  by 


Google 


51g 

legraaf  door  Vau.  Tonden  wig  eene  teekeniiig 
electromagneet ,  geheel  afwekende  yan  den  gewonen  Tona, 
en  van  dien ,  welke  wij  in  de  overige  (niet  oorspronkelijk» 
beschrijvingen)  hebben  gezien.  Dexe  is  voorgesteld  fig:»  O. 
Het  bijzondere  komt  daarop  neder,  dat  de  armen  van  dea 
boef-magneet  niet  regtstandig  eindigen ,  maar  naar  eUnnder 
toe  gebogen  zijn ,  zoodat  de  pooleinden  zeer  nabig  elkan- 
der geplaatst  zijn.  Het  is  bekend,  dat  de  electromagne- 
ten  zelden  nit  één  stuk  gemaakt  worden ,  Toorai  zoo  deae 
nog  al  groot  moeten  zijn;  zij  bestaan  dan  nit  twee  stuk- 
ken week  en  zuiver  ifser,  die  door  een  ijzeren  dwamnUik 
-of  juk  verbonden  zijn,  met  behulp  van  schroeven  en  moe- 
Ten  ,  zoo  als  de  teekening  aanwijst. .  De  spiraal  is  op  eene 
•afzonderli)ke  klos  opgerold.  De  Electromagaeet  schijnt 
nog  al  groote  afmetingen  te  hebben  —  daeh  nergens  in  de 
4ieschrQving  is  eenige  maat  opgegeven ,  welke  hier  van 
het  hoogste  gewigt  zoude  zijn.  Bij  de  groote  afmetingen, 
•die  de  electromagneet  schijnt  te  hebben  is  op  deze  mdjme 
4iet  doel  bereikt^  om  met  een  klein  anker  te  kunnen 
ifeerken. 

Mathet  (1)   gebroikt  slechts  eene  enkele   spiraal  met 
•eene  ijzeren  staaf  tot  kern» 

Logeman  heeft  twee  electromagoeten  met  een  staal-mag- 
neet  tot  anker  aangewend. 

Breoubt  Jr.  berigtte  am  de  Fransche  Academie  (2), 
dat  nit  zijne  proeven ,  in  verbinding  met  CfouNEixe  gedu- 
rende meer  dan  twaalf  maanden  gebleken  is ,  dat  het  vooi>- 
'Stel  van  Dujardin  uit  Lille,  om  tot  ankBr  te  gebrtUken 
een  stctal-magneet  in  plaats  van  week  yzer,  geene  vol- 
doende uitkomst  heeft  opgeleverd* 

~    9.   De  èchrijftelegraaf  Tan  SoMB.     De  schr^telegraaf  is   ia 

fig.  10  voorgesteld.  De  tap 


(1)  Le  Technologiste,  1846.  p.  112. 

(2)  Comptei  Rendus.  Nor.  9.  1846.    The  Aihenaeum.  p.  119$. 


Digitized  by 


Google 


519 

deil  hefboom,  iAq  welkoD  het  aeker  is  hevostigd^ 
wordt  gedragendoor  detehroevea  E 5  gaande  door  de  stan? 
daards  dea  toeatels.  fiij  w  is  een  beugel  verbonden  met 
de  veer  M,  welke  gehecht  is  aan  den  standaard  N.  In 
den  vnfen  stand  is  het  anker -^  dm*  E«  (;=:d,17  n.  streep) 
van  den  dectromagn^t  verwijderd.  Aan  het  «iteinde  van 
den  hefboom  bevinden  zich  drie  stalen  namUen^  om  d& 
seinen  te  schrijven  ^  op  het  papier ,  dat  van  de  stalen  rol 
FF  afgewenden  wordt. 

MoRSB  gebruikt  eenvoudige  stalen  naalden ,  omdat  noeh 
potlood,  noch  zelf-voedende  inktpennen  op  den  do&r  kun- 
nen voldoen.  —  Eene  eenvoudige  staalnaald  is  aan  geene 
verandering  onderhevig.  Zekerheids*halve  worden  er  dde 
painen  naast  elkander  gebruikt,  elk  sein  wordt  dus  ge* 
l^ktijdlg  driemalen  aangeteekend»  De  punten  van  de  pen* 
nen  sijn  even  als  van  breidaaldenstoaip,  opdat  af}  sleehls 
indrukselen  in  het  papier,  en  geene  gaten  maken.  Om 
deze  reden  is  ook  de  rol  T  over  welke  het  papier  gescho- 
ven wordt  Ottder.de  naalden  met  drie  groeven  voorzien. 

Morse  noemt  het  gedeelte  van  den  toestel  (1),  waardoor  het 
piqpier  gelijkmatig  voorbij  de  naalden  voortgeschoven  wordt: 
het  register^  en  is  voorgesteld  in  fig.  10.  Naast  den  te- 
legraaf is  bij  S  5  een  uurwerk  of  liever  gaande  werk  ge^ 
plaatst  9  en  dient  om  het  papier  onder  den  rol  T  te  trekken 
en  van  den  cilinder  II  af  te  windien.  Dil  gaande  werk 
is  afhankelijk  van  den  dectromagueet  eb  kan  naar  Wille- 
keur in  beweging  gesteld  en  ook  gestopt  worden  t  aOo  als 
fig.  11  nader  aanwast.  Aan  de  spil  B' is  oen  koperen  tfom, 
waaraan  het  ^wigt  4  met  eene  ketting  hangt ,  om  het  gaande 
werk  te  drigven,  welks  beweging  hoefdaakel^k  o.vergaat  tot 
de  twee  walzen  F  en  E,  tusschen  welke  bet  papic^  opgenottün 
en  voortbewogen  wordt ,  nadat  het  de  telegraafnaalden  basft 


(1)  Ihae   toestel  U  miei  noodwendige  daar  hei  papier  uit  de 
hand  kan  worden  bewogen.   Zie  Terder  beneden. 


Digitized  by 


Google 


590 

yeriaten.  De  benedeDste  wals  E  woHl,  namelyk  door  wn 
rondgel  en  kroonrad  bewogen,    terwijl  de  bovenste  wals 
door  haar  gewigt  (met  behulp  van  eene  veer)  er  op  drakt* 
De  beweging  van  het  gaande  werk  is  nu  op  de  volgende 
wQse  aan  die  van  den  electromagneet  verbonden.   Aan   de 
trom-spil  van  het  gaande  werk  is  eene  kleine  schijf  R' , 
en  eene  grootere  bevindt  sieh  bQ  Q,  over  beide  loopt  eene 
koord  xonder  einde  (1)  en  op  die  wijse  wordt  Q  rondge- 
draaid ,  volgens   de  rigting  der  pijltjes.    Een  gedeelte  der 
sch^f  Q  is  in   de  teekening  weggelaten  om  den  am   te 
doen  aien,  welke  aan  hare  spil  is  bevestigd,  haaksw^se 
gebogen  en  rust  op  de  frictieschijf  G  met  eene  klaaaw  hg 
P.   Deze  frictiescbijf  is  in  bet  midden  van  het  uurwerk   be- 
vestigd,   regtstandig  onder  den  hefboom  L  van  den  tde* 
graaf.    Van  dien  hefboom  hangt  een  dunne  draad  A  neer , 
gaande  door  den  arm  A,  en  aldaar  door  schroef  met  noer 
bevestigd ,  dienende  om   deselve  langer  of  korter  te  ma* 
ken.  Daarm  is  de  werking  van  den  telegraaf  hef  boom  vifl 
of  ook  in  verbinding  inet  de  fricdeschijf.   Deselfde  draad 
werkt  op  den  hamer  van  den  wekker-toestel.   De  arm  HD 
werkt  als  een  vangstuk  op  de  frictieschijf  C,  zoodat  het 
doorschieten  van  het  gewigt  verhinderd  wordt  en  dos  het 
uurwerk  stilstaat.    Door    de  werking  van    den   magneet 
wordt  de  pen-hefboom  opgeligt  volgens  het  J^fltje  3,  daar> 
door  tevens  de  verbindingsdraad  A  met  den  vang  HD, 
zoodat  het  gaande  werk  in  beweging   komt.   De  spil   B 
draait  au  volgens  het  aangewezen  pijltje,    en  dedt  ook 
de  beweging  aan  Q  mede.    Wanneer  derhalve  de  befboooi 
niet  door  den  magneet  wordt  opgehouden,    daalt  de  vang 
langzaam,    en  stopt  de  beweging  reeds,  zoodra  hij  P  be- 
reikt heeft,  terwQl  de  pen-hefboom  nog  in  beweging  U, 
en  eindelijk  staan  beide  stil. 


(ï)  In  eene  latere  inrigtiog  it  de  bevFegisg  door  Undraderen  orer- 
gebragt 


Digitized  by 


Google 


521 

Het  laatste  gedeelte,  dal  dq  neg  te  beflchrijren  it,  ia 
de  aeintoestel,  door  VAiLde  sleuiel  (Kejf ,  Correspondent) 
genoemd ,  fig.  12 «  en  bestaat  op  de  eenTondigste  wijze  in 
eeo  metalen  aambeeldje  8  in  verbinding  met  den  draad  c , 
ea  7  een  hamertje  gehecht  aan  een  koperen  veer  9,  in 
yerbinding  met  den  draad  d.  De  werking  is  nu  zoo  een-* 
▼oudig  als  maar  mogelijk  is,  daar  het  aandrukken  den 
stroom  sluit  en  met  het  loslaten  de  stroom  geopend  wordt. 

Er  wordt  gewoon  machinepapier  gebruikt,  en  opgerold 
tot  een'  eilinder  van  omstreeks  3,5  palm  middellijn. 

Ten  opsigte  van  de  correspondentie  dient  nu  oog  hier 
bijgevoegd  te  worden,  dat  voor  het  geval  der  gewone  in« 
rigting  met  één'  geleidraad  van  het  eene  .station  naaf  het  an* 
dere,  in  den  tijd  dat  niet  geseind  wordt  op  beide  stations 
tusschen  den  hamer  en  aambeeld  een  metalen  wig  wordt 
gepletst  9  om  dus  een  gesloten  stroomcirkel  te  hebben . 
aangezien  hier  eene  bat- 
terij gebmikt  wordt  S  ïsj 
de  sleutel,  Tde  telegraaf, 
B  de  batterij;  de  bovenste I 
is  de  geleidraad;  de  bene- 
denste is  de  geleiding  door 
de  aarde  of  door  een^n  draad.  In  den  tjjd  van  rust  is  alles 
gesloten,  en  de  werking  begint  van  het  seingevende  sta* 
tion  (regts  of  links)  door  den  wig  tusschen  den  sleutel 
weg  te  nemen ,  en  dan  uit  de  hand  de  opening  en  sluiting 
te  regelen.  Wordt  in  de  rust  verzuimd  den  metalen  wig 
op  zijne  plaats  te  brengen ,  dan  wordt  daardoor  de  moge- 
lijkheid benomen  om  te  seinen,  aangezien  de  stroom  ter 
plaatse  van  het  verzuim  niet  overgaat  Hier  wordt  niet 
gebruikt  de  inrigting,  om  bet  register  te  bewegen,  maar 
de  bediende  moet ,  zoodra  de  wekker  gaat  op  zijne  hoede 
2ijn ,  en  de  beweging  des  papiers  besturen. 

Bij  de  latere  inrigting ,  om  gelijAiydig  van  twee  stations 
te  kunnen  seinen  met  ééne   batterij ,    is  het  gebruik  van 


Digitized  by 


Google 


!522 

déze  wiggen  niet  modig,  maar  de  lofutel  voor  het  regïtte£_ 
noodig.     Immera   de  stroom  j 
loopt  rond  onafbankelijk  vw\ 
den  sleutel  S  tosschen  T  en 
S'  en  van  S  naar  T'.    Daar 
nu  in   dit  geval  de  telegraaf 
werken  kmn   sonder   dat    er 
een   bediende  bij  noodig  is ,  | 
soo  moet  de  zelf-beweging  van   het  papier  door   het  re- 
gister er  aangeveegd  njn.  Zoodra  men  dus  den    stroom 
door  een  sleutel  sluit «  komt  het  sein  op  het  tweede  sta- 
tion door  de  aantrekking  van  het  anker  van  den  pen-hef- 
boom en  het  vrij  worden  van  het  gaande  werk  des  regis- 
ters. 

10.  Gel(iid«  en  lolHijf-telegraaf  fan  JicoBi.  Bij  den  telegraaf  te 

Petersburg  door  Ja- 
CDBi  aangelegd  tusKchen  *s  keizers  winterpaleis  en  het  mi- 
niBtene  van  openbare  uerken  {!).  Het  anker  van  denelec* 
tromajirneet  werkt  bij  elke  sluiting  van  den  stroom  door 
middel  van  een  echappemcnt  op  de  hamers  van  een  slag- 
werk»  en  deelt  de  beweging  mede  aan  eene  teekenstift, 
welko  de  seinen  (naar  de  wijze  van  MoRS&)  aanteekent  op 
eene  ma t -glazen  fichljf,  die  door  middel  van  een  uurwerk 
over  een  ijseren  spoor  onder  dezelve  geschoven  wordt.  — 
JacoBi  heeft  ook  bier  moeten  zorgen,  om  van  beide  sta- 
tions geljjktgdig  te  kunnen  seinen,  —  hij  schijnt  hierin 
slechts  ten  deele  geslaagd  te  zijn;  de  inrigting  wordt  ner- 
gens medegedeeld. 

De  telegraaf  van  Tsarskoje  Selo  (2)  beeft  nagenoeg 
dezelfde  inrigting «  maar  hier  had  Jacobi  te  kampen  Mt 
de  te  .geringe  sterkte  van  zyne  electromagneten  op  diea 
grootjeren  afstand  (25  kilometer).  Jacobi  heeft  dien  toige* 


(1)  Deel  IX  p.  17.   Archiv.  de  l*Blectr.  T.  V  p.  586. 

(2)  Doel  IX  p.  178. 


Digitized  by 


Google 


523 

▼olge  zijne  toevlogt  genomen  even  ab  Morse  tot  eèn  micMel , 
dat  w^  vroeger  hebben  bésckreTen  bij  de  inrigting^n  van 
Whkatotone  (1)  ;  in  de  onmiddellijke  nabijheid  van  den  tele- 
graaf  is  een  kleine  galvanische  toestel  geplaatst ,  die  denzel* 
ven  bedient ;  het  openen  en  slaiten  van  den  stroom  van  dezen 
seooMcünren  toestel  geschiedt  door  het  seingevende  station. 
Jagobi  zegt,  dat  er  geeo  verschil  in  het  overbrengen  der 
depêches  bestaat,  hetzij  men  op  deze  wijze  of  regtstreeks 
<^  den  electromagneet  van  den  telegraaf  werkt.  Hij  ge- 
waagt van  de  moeijelijkheden,  die  hij  te  overwinnen  had, 
om  het  doel  te  bereiken,  maar  is  even  geheimzinnig  met 
de  wijze  van  uitvoering.  Zelfs  zoude  men  de  hulpbatterijën 
op  tasschenstations  kunnen  plaatsen,  en  daardoor  aan  den 
dienst  eene  meerdere  uitgebreidheid  geven. 

De   Electrochemisohe   werking. 

11.  De  sohrijftelesraaf  of  electrochemische  telegraaf  Tan 
R.  Shith.  R.  Smith  gebruikt  geen'  electromagneet,  en  in 
plaats  van  deozelven,  de  volgende  inrigting: 

Over  eene  loodea  wals  wordt  eene  strook  katoen  ge- 
trokken; zij  is  namelijk  aan  eene  andere  wals  bevestigd  ^ 
wdke  door  een  uurwerk  wordt  gedreven;  alvorens  over 
de  eerstgenoemde  wals  te  gaan ,  wordt  de  strook  geleid 
dooreenen  trog,  bevattende  eene  oplossing  van  ijzerblaauw- 
zure.potassa  (kalium-ijzer-cyanur)  door  eenige  druppen  zwa- 
velzuur aangesuurd.  Boven  de  eerstgenoemde  wals  vindt 
men  verder  het  uiteinde  van  den  eenen  geleidraad,  terwijl 
de  andere  in  verbinding  staat  met  de  wals  zelve.  Tijdens 
na  de  galvanische  stroom  gesloten  is,'  bevindt  zich  de 
katpenstrook  tusschen  de  twee  pooleinden  van  den  stroom, 
^^^  opgenomene  vocht  zal  dientengevolge  ontleed  worden , 
maar  alléén  tegenover  het  spitse  uiteinde  van  den  eenen 


(1)  Deel  IX  p.  72;  boven  blz.  492. 

35 


Digitized  by 


Google 


524 

geleidraad»  en  het  gevolg  sal  iljn  eene  blaaswe  streep  <tf 
Btipfe ,  al  naar  den  door  Tan  de  inwerkinjg.  De  correspon- 
dentie kan  overigens  even  als  bQ  den  toestel  van  Morsb  ge- 
sehieden. 

De  batterij  bestond  nit  40  paren  kool  en  sinkplaten :  en 
water  werd  als  vloeistof  gebmikt  De  koolplaten  waren 
bereid  nit  3  deelen  poeder  van  houtskolen »  2  deelen  poe- 
der van  kooks  en  1  deel  tarwemeel,  met  water  werd  alles 
tot  een  deeg  doorgekneden ,  gevormd,  gedroogd  en  in  ge- 
dekte hessische  kroeien  rood-gegloeid  (1). 

Telegraphen   met   wijserplaten. 

Wij  hebben  hier  te  brngtm  van  twee  nieuwoe  inrig^ 
tingen,  die  nader  bekend  zijn  geworden.  De  bestaande 
inrigtiogen  zijn  reeds  vroeger  beschreven* 

12.  GiENiiK's  telegraaf:  De  telegraaf  van  Garnier  (2)  is 
op  de  volgende  wigze  ingerigt: 

De  seinioesiel  {Transmeiteur).  Eene  wijzerplaat  met  54 
caracters  is  geplaatst  om  eene  spil,  die  tevens •  draagt  een 
kroonrad  met  driehoekige  tanden  (en  roohei) ;  een  haak  vat 
in  deze  tanden,  en  laat,  opgeligt  zQnde,  telkens  een'iand  vrQ, 
waardoor  ook  een  caracter  wordt  aangewezen.  De  as  vaa 
dezen  haak  is  verder  met  eenen  kleinen  arm  voorzien ,  welke 
verbonden  is  met  eene  opgerolde  veér-spiraal  {rtêsort  a 
boudtn)j  eindigende  de  laatste  in  een  koper-plaatfe,  be- 
stemd dus  om  den  stroom  te  sluiten.  Omdat  nu  het  koper 
ligt  beslaat,  wil  Garnier  de  veer  doen  eindigen  in  eene 
streep  zeer  hard  staal,  en  dit  laten  werken  op  eenschijQe 
zuiver  goud,  gehecht  aan  den  geleidraad.  Een  kfeine  pe- 
daal is  beneden  het  kroonrad  geplaatst  en  bestenid  om  de 
seinen  over  te  brengen  door  middel  van  eenen  klaauw  (/nW 

(1)  Deui9che  Gtwerbeseitumg  1B46.  i|0. 108  Pofyt.  CetUrML  1817, 
p.  108. 
{%)  Le  Technohgtste  1846.  p.  186. 


Digitized  by 


Google 


52S 

«b  bicAe)  gejdaatst  aan  den  tegengestelden  kant  van  de 
plaats ,  waar  de  hand  op  het  pedaal  werict.  De  hand  op  het 
pedaal  werkende  verschuift  door  middel  van  den  klaanw 
eeoen  tand,  en  terwijl  dese  voorbij  den  haak  schnift,  wordt 
de  aanraking  of  liever  de  stroomsloiting  door  de  veer  be-i 
werkstelligd. 

De  telegraaf.  De  wekkertoestel  van  den  telegraaf  wordt 
door  de  seinplaat  zelve  bewogen ;  de  wekker  bestaat  slechta 
in  eenen  enkelen  hamer  en  klok.  Zoodra  het  sein  verno- 
men is  9  wordt  de  hamer  door  een  knopje  vastgesteld. 

De  wQserplaat  is  gedekt  en  het  gegeven  sein  wordt  door 
eene  vierkante  opening  rigtbaar  voor  d^  letters ,  en  door  eene 
ronde  voor  de  cijfers,  s^nde  dese  in  evenwQdige  eirkeli' 
geplaatst.  De  wi)serplaat  is  met  54  kammen  (ehevilies) 
voorsien,  die  evenwijdig  met  hare  spil  en  dos  loodregt 
op  hare  oppervlakte  sQn  geplaatst ;  op  dese  kammen  werkt 
een  krabbelaar  (eokappetnent)  van  bijsondere  constmotie.  De 
werking  van  de  onrust  wordt  afgeleid  van  een'  hefboom, 
aan  welken  een  kleine  koperen  band  is  bevestigd ,  dragende, 
het  anker,  waarop  de  electromagneet  werkt;  als  tegenwigt 
om  het  anker  van  den  magneet  te  verwijderen,  dient  eene 
spiraalveèr.  De  beweging  van  de  wgserplaat  wordt  be- 
vorderd door  een  klein  gewigt  van  100  grammen,  han-. 
gende  aan  eene  koord  over  eenen  kleinen  cilinder ,  welke  om 
hare  as  gelegd  is ;  aan  de  verlengde  as  van  dezen  cilinder 
sit  verder  een  klein  katrolletje;  ove;r  hetzelve  windt  zich 
«ene  andere  koord  in  dcaelfde  mate  op,  als  het  gewigt  daalt 
en  dient  dus  na  het  afloopen  om  het  gewigt  op  te  winden. 

Het  eerste  sein  van  de  schijf  is  eene  rood  geteekende  S 
en  dan  laat  zich  de  wdÜEertoestel  hooren;  een  klaverblad 
^  sein  wijst  om  te  letten  op  de  cQfers ,  die  in  den  tweeden 
cirkel  a&onderl^k  gqplaatst  z|{n.  Het  teeken  I  is  eene  tus-. 
schenpoozing  en  de  stand  van  rust,  of  ook  wel  tot  scheidings- 
teeken  van  woorden;  tegengesteld  aan  hetzelve  vindt  men  een 
teeken  II,  alleen  tot  scheidingsteeken  der  woorden.   Men 


Digitized  by 


Google 


526 

gebraikt  het  eene  of  andere ,  naarmate  Men  er  nader  hg 
!«•  Het  bedoelde  sein  wordt  aangewesen  door  den  gtroom 
een  oogenblik  gesloten  te  houden,  en  al  naar  de  plaats  op 
de  schyf  zijn  er  meer  bewegingen  noodig,  om  dit  te  be- 
reiken. 

13.    De  telegraaf  TaD  A.  O.  MiTiiT.    A.   O.  Mathet  Essayenr 

te  Neafchètel  in  Zwitser- 
land heeft  de  volgende  inrigting  beschreven  fig.  13  (1). 

De  seinioeslel  bestaat  naar  gewoonte  ait  eene  wijxer* 
plaat  f  en  is  bevestigd  om  eene  as,  op  welke  zich  tevens 
bevindt  een  koperen  rad  B  met  14  tanden  en  tegen  dit 
laatste  is  eene  glazen  schijf  bevestigd  C.  Over  de  glazen 
schijf  glijdt  de  tonohe  D,  aan  eene  veer  bevestigd»  Kont 
de  touche  in  aanraking  met  de  tusschenruimten  der  glazen 
schijf,  dan  is  ide  stroom  geopend;  deze  wordt  gesloten 
door  de  aanraking  met  een  der  tanden.  De  beweging  ge- 
schiedt door  middel  van  een  handvatsel  £ ;  om  deszelfs  as 
ziet  men  een  krabbelrad  met  haak,  om  den  teruggang  te 
beletten.  De  eene  geleidraad  is  verbonden  met  de  touche, 
de  andere  eindigt  in  de  koperen  veer  BL,  welke  over  de 
oppervlakte  van  de  kopèrschijf  slijpt  —  Later  heeft  Ma- 
thet de  glazen  schijf  weggelaten ;  de  touche  wordt  name- 
lijk door  een  isolerend  ligchaam  op  eene  bepaalde  hoogte 
gehouden,  en  de  sluiting  geschiedt  door  de  aanraking  met 
de  spitsen  der  tanden;  het  handvatsel  met  het  krabbelrad 
is  weggebleven  en  de  beweging  geschiedt  door  eene  Inrig- 
ting met  trekstangen,  die  de  schijf -^V  ^<^  ^^^  omtrek 
verplaatst. 

De  telegraaf  bestaat  uit  een  gewijzigd  horologie-werk, 
gedreven  wordende  door  eene  veer  opgesloten  in  de  trom- 
mel k,  waardoor  het  krabbel-rad  bet  echappement  van 
regts  naar  links  tracht  te  draaien.  Het  anker  B  is 
zoo    gemaakt,    dat  het    hij    elke   heen-    en    weérgaande 


(1)  Lt  TeekHologtêie  1846.  f.  412. 


Digitized  by 


Google 


$27 

beweging  een  tand  vrQ  laat.  Daar  na  het  rad  C  van  den 
seintoestel  14  tanden  heeft,  soo  geeft  elke  tand  twee  be- 
wegingen, dos  28  Toor  alle  de  teekens  der  wiJKerplaat. 
Het  Toordeel  bestaat  hoofdsakelijk  daarin,  dat  men  bi| 
het  opvolgen  der  seinen  slechts  bet  halve  getal  bewegingen 
of  magnetiseringen  noodig  heeft  van  die,  welke  gevorderd 
worden ,  wanneer  elke  tand  slechts  één  sein  bedient. 

Dé  electromagnëet  bestaat  uit  ééne  spiraal ,  waarin  een 
Qxeren  cilinder  of  bnndel  ijzerdraden  als  kern  is  geplaatst. 
De  hefboom  van  het  anker  werkt  door  den  dubbelen  haak 
op  het  rad  A,  welks  beweging  gestuit  wordt,  zoo  dikwijls 
de  stroom  wordt  gesloten  en  dus  het  anker  aangetrokken. 
De  haak  wordt  door  een  tegenwigt  G  of  eene  veto  geba- 
lanceerd. 

14.  De  idegraaf  ran  Logimak.  ))e  eenvoudigheid  van  de  werk- 
tuigelij ke  inrigting,  niet  vei^- 
schillende  van  die  rm  Wheatstonb  (1),  kenschetst  den 
telegraaf  van  Logesun  (zie  boven)  niet  zoo  zeer,  a/«  de 
mndingrijke  aanwending  der  eleclromagneten  tot  het 
verkrijgen  van  de  noodige  beweegkracht.  vTosschen  iwee 
electromagneten ,  welke,  met  de  polen  naar  eikander  toe- 
gekeerd, tegenover  elkander  zQn  geplaatst,  beweegt  zich 
een  stalen  staafje ,  daar  boven  aan  een  beweegbaar  spille- 
tje  verbonden,  vrij  heen  en  wéér. 

De  draadwindingen  om  deze  electromagneten  zijn  zoo  ift- 
gerigt,  dat,  wanneer  een  electrische  stroom  door  beiden 
wordt  geleid,  de  noordpool  van  den  eenen  electromagnëet 
xich  tegenover  de  zuidpool  van  den  anderen  bevindt,  en 
omgekeerd.  Hét  stalen  staafje,  dat  zich  tusschen  beiden 
beweegt  en  aan  elk  derzelve  beurtelings  tot  sluitstnkje 
dient,  is  permanent  magnetisch.  Het  gevolg  hiervan  is , 
dat,  zoodra  een  electrische  stroom  op  de  electrómagneteli 
werkt,  de  een   derzelve  het  staal-magneetje  afstoot  en  de 

(t)  Deel  IX  biz.  80.  dg.  49. 


Digitized  by 


Google 


528 

Midere  het  aaatrekt«  Keert  men  nu  de  rigting  van  dien 
stroom  om,  dan  heeft  hetxelfde,  maar  in  juist  tegenoTsr* 
gestelden  sin  plaats  en  het  stalen  staaQe  beweegt  zidi 
naar  de  andere  lyde.  Ziedaar  dus  eene  heen  en  wtir" 
gaande  beweging ,  verkregen  door  den  electrieohen  êtroom 
alléén.        . 

Het  voordeel  van  dese  inrigting  staat  in  verband  met 
het  gebruik  van  de  magneto-electricitett.  Inmiers  d4&ry 
wé&r  steeds  de  stroom  in  deselfde  rigting  voortgaat,  soo- 
als  bij  de  galvanische  £• ,  kan  hiervan  geen  partg  wordea 
getrokken;  er  Uyft  geen  ander  middel  over,  ab  om  doer 
eene  afmmderlgke  veer  de  aantrekkende  kracht  des  mag- 
neets  te  balanceren.  BIJ  de  magneto-electrische  machine 
bestaan  uit  den  aard  der  xaak  steeds  twee  aan  elkander 
tegengestelde  stroomen;  dese  worden,  in  plaats  van  door 
eenen  commutator  onmiddellQk  in  gelijke  rigtingen  over- 
gebragt  te  worden,  dadelijk  voortgeplant,  en  leveren  dm 
in  denselfden  tQd  twee  tegengestelde  bewegingen,  soo  sie 
ter  beweging  van  het  mechanisme,  des  telegraafs  noodig  is. 
Dien  ten  gevolge  heeft  dan  ook  de  magneto-electrische 
toestel  (1)  eene  meerdere  eenvoudigheid  verkregen.  Ver- 
der is  een  kleiner  aantal  bewegingen  noodig  om  hetseUde 
aantal  seinen  voort  te  brengen;  een  geheele  omgang  der 
magneto-electrische  machine,  geeft  twee  bewegingen,  waai^ 
door  dus  twee  tanden  worden  voortgeschoven ,  en  dus  de 
halve  tijd  noodig  wordt  voor  de  geheele  ronddraai) ing  vao 
den  telegraaf*  De  seintoestel  bestaat  eenvoudig  in  eene 
wijzerplaat,  om  de  kruk  van  de  magneto-electrische  ma- 
chine geplaatst. 

15.  De  rerbetering  Tan  Düjarbut.    Dese  betreft  hoofdsakelyk 

het  weglaten  van  de  veer 
door  welke  het  week-yseren  anker  van  de  electromagneten 
verwijderd  wordt,  wanneer  de  stroom  ophoudt.    Dujardqi 


(1)  De  uitTinder  Doemt  dezelre  sein-rtowiotor* 


Digitized  by 


Google 


529 

ipfedct  yan  de  moeijdQkbeid  om  de  sterkte  of  lieTer  de 
Teérknieht  ran  de  italen  veer  soo  te  bepalen,,  di  zulks 
Boodig  ia  Toor  het  balanceren  met  de  opgewekte  magneet- 
kraefat»  Daarentegen  itelt  hg  voor,  om  een  smalen  anker 
te  gébruih^n^  dat  permanent  magneh'eoA  te  (en  geheel 
verzadigd)  ;  dit  anker  sal  van  stand  verwisselen,  naarmate 
mm  den  strowi  omkeert  (1). 

Brbquet  berigt,  dat  h^  met  Goumrllb  reeds  dexe  in- 
rigting  van  DuiabdIN  beproefd  heeft,  met  het  doel,  om 
dsor  da  Terticale  en  honiontale  stelling  van  eenen  w^zer 
seiaeB  te  geven*  Naast  eenüen  electnmiagneet  werd  een  staal* 
magneet  geplaatst,  om  volgens  de  stroomrigting  te  worden 
aangetrokken  of  afgestoten;  de  beweging  van  het  anker 
werd  door  raderwerk  tot  den  w^aar  overgebragt,  terwf)!, 
oahetzasMnhaagenvan  anker  en  electromagneet  te  voorko» 
men,  eene  strook  papier  of  koperfalik  tnssehen  beide  ge* 
kgd  was. 

AanvankelQk  was  de  werking  des  toestels  voldoende, 
doch  later  Ueek  het,  dat  door  het  temgbl(jvea  van  mag- 
netische polariteit  in  den  electromagneet,  eene  twijfelach- 
tige «itkomst  werd  verkregen,  vooral  bij  het  gebruik  van 
zwakke  strwMnen ,  door  welke  naar  evenredigheid  meer 
folariteii  terugblijft^  dan  na  sterke  stroomen  (zie  art.  17 
\^*  48g).  BQ  stroomen ,  die  ec»e  magnetische  kracht  van 
SO — ^100  grammes  draagkracht  opwekken,  is  de  overblQ- 
vende  polariteit  onscbadelifk. 

Breguet  berigt  een  middel  gevonden  te  hebben  om  van 
Parifs  af  naUr  Bonaan  eene  electromagnetische  werking  op 
te  wekken  van  honderde  ponden  sterkte  (2) ,  en  dit  bestaat 
dleen  in  het  gebruik  van  eeiie  tusschenbatterIJ ,   zoo  als 


(1)  C9mpt09  lUndma  1846,  Bd.  XXIII  p.  835.     Pofyt.  CentrMl. 
1847.  p.  107. 

(2)  Campeê  Rendus  1848.   XXIIi  p.  880.    Folytêchn,  Cênêraikk 
t847.  p.  107. 


Digitized  by 


Google 


630 

reeds  aanvankelijk  Wheatstónb  (Deel  IX  p.  72)  bepiotfd 
en  later  Morse  en  Jacobi  in  practgk  gebragt  hebben. 

16.  De  wijzeiv  en  gekiidtelegraaf  van  JOHN  Nott.   John  Nott  (1) 

herft  ectrooi 
▼erkregen  voor  eene  telegrapfaische  inrigting,  am  welke  hf 
de  Tolgende  bijzonderheden  toeschrijft: 

lo.  flet  gebruik  van  de  regtstreeksehe  is^erking  van  4«i 
electromagnéet  tot  het  aanwijzen  Tan  letters  en  nnmmen 
op  eene  wijzerplaat ,  welke  op  eene  eigenaardige  wijze  ge- 
rangschikt zijn;  de  beweging  wordt  aan  de  w^zerfrfaak 
medegedeeld  dooreen  krabbelrad,  op  hetwelk  twee  hefboo- 
men  als  scboifstangen  werken. 

2o.  Het  plaat  gen  van  twee  électromagneten  in  den  on* 
yang  eens  cirkels  tegen  over  elkander,  welker  niteiota 
gelijktijdig  op  het  anker  werken  en  den  bel  voor  de  ge- 
luidsignalen,  terwijl  door  de  eleetromagneHsche  indudie 
het  aankleven  der  ankers  na  het  openen  van  den  stroom 
wordt  voorkomen*  ' 

3o.  Eene  eigenaardige  inrigting  van  den  stein-beL 

4o.  De  inrigting ,  om  den  telegraaf  buiten  en  het  seifi- 
slagwerk  binnen  ien  electriscben  stn>om  te  plaatsen  9  eo 
omgekeerd,  algmede  om  den  stroom  bij  voortdaring  ge- 
sloten te  houden;  en 

50.  De  inrigting  om  roet  alle  stations  gelijktijdig  te  ee^ 
responderen  of  naar  verkiezing  een  station  bniten  de  ge- 
meenschap te  houden. 

17.    De  Pkysiologische  telegrapbie  (2). 

Wij   hebben  reeds  gehandeld  over  he^^ene  door 


(1)  Reperiory  of  Pmtent  Inveniions.  Februarij  1847.  p.  97.  Th 
London  Journal  Dec  1846.  The  dv.  Eng.  a.  Aroh.  Jomrm,  iW* 
p.  56.   Een  proces  deswege  geroerd  lic  in  Meohan.  mag.  1847. 

(2)  Deel  IX  p.  47. 


Digitized  by 


Google 


631 

VeiWBLMAN  DB  Heer  Tan  ie  pbysiologiiche  wêrkiDg  dêr 
indactiestroonen  yerwacht  werd  voor  de  telegraphie.  Ja- 
ooBi  beeft  de  physiologUcbe  werking  op  nienw  beproefd, 
ter  gelegenbeid  van  zQn  ondersoëk  viin  de  geleidbaarbeid 
des  waters  (zie  boven  bis.  475  (1));  de  eleetrisebe  scbok 
werd  voortgeplant  door  eenen  geleidraad  en  eene  water* 
lengde  (zee)  van  9  werst ;  zij  was  merkbaar  wanneer  men 
met  de  wijs-  en  middelste  vinger  der  linkerplaat  twee  me- 
taalplaten aanraakte,  die  met  de  draad-  en  watergeleiding 
in  verbinding  stonden.  Jacobi  gebmikte  sleebts  één  Gro- 
te's element  tot  op  nagenoeg  10  kilometers  afstand ;  dit 
element  was  verbonden  met  den  inductierol,  nit  eene  en- 
kele electromagnetische  spiraal  met  ean  ijrêrkem.  Over 
den  toestel  van  Vorsselbian  de  Heer  maakt  Jabobi,  zoo 
als  wel  te  wacbten  was,  aanmerkingen,  omdat  zij  minder 
geschikt  voor  de  praktijk  is,  zonder  evenwel  te  Tergeten 
's  mans  Terdiensten  te  roemen  (2). 

Langs  de  telegrapbiscbe  lijn  Tan  Milaan  naar  Mon%a 
(15  kilometers)  werd  de  sefaok  Tan  inductie-electriciteit 
Toortgeplant  (3). 

18.    De  werking  van  den  telegraaf-toestel 
door  indactiestroomen. 

In  plaats  dat  de  aantrekking  van  een  anker  door  eenen 
tijdelijken  electromagneet  gebruikt  wordt,  om  de  seinen 
aan  te  wQzen  of  nit  te  drukken,  zoude  men  volgens  een 
berigt  van  Henrt  aan  de  i.a  Rite  (4)  gebruiken  de  aan- 


(1)  Bulletin  p.  121.  Art.  11.  ArcMv.  de  PEleoir.  T  p^  583. 

(2)  Wij  moeten  hier  bijvoegen,  dat  eerst  in  1846  TORSSSUfllTs  te- 
legraaf door  Waikir,  Tolgens  dit  berigt  ran  Jacobi,  in  het  Electri'* 
eal  Magazin  ii  medegedeeld.    April  1816.  p.  315. 

(8)  Eleotr.  mag.  11  p.  160. 

(4)  Biblioth.  Univers.  1846.  n  .  6.  p.  178.  Bulletin  d'Eneourag. 
1846. 


Digitized  by 


Google 


»12 

liekkiDg  Tan  eené  week  Qsena  htef  <^  ecne  iadvetUiol, 
jBOoali  by  de  baUmee  elecifxmt€ignetiqme  wam  BBCODBftKL: 
Een  U-Tormig  week  ijser  wordt  gehangen  boven  twee  in- 
ductiekloasra,  welker  ipiraalgwigen  met  de  tek^;raaldra4«i 
een  geheel  vormen ;  de  lijnen  van  het  ^xer  bangen  naanw* 
kevrig  boven  de  opening  der  klosaen,  soodat  ag  er  ver- 
ticaal in  neerdalen ,  wanneer  de  ekctrisefae  ttroom  er  door 
gaat.  Door  het  dden  van  het  ijser  komt  de  haak  loa,  aoo 
dat  een  tand  doorschiet  van  bet  raderwerk  eens  norweriu, 
dat  dan  het  sein  aanwijst. 

19.   Het  geluid  van   den   electrischen  stroom-zelf 
als    sein   voor   de   telegraphie. 

Pa€}b*8  waarneming  ia  1837  over  het  gelnid,  dat  de 
electriscbe  stroom  in  eenen  geleider  voortbrengt ,  is  in 
4e  laatste  jaren  bOsonder  beoefend  geworden  (1).  Ond» 
«raderen  heeft  de  la  Rivb  het  verschijnsel  nader  en  seer 
grondig  onderzocht,  en  (2)  besluit  uit  sijne  proeven,  dat 
de  afgebrokene  werking  van  den  electrischen  strown 
in  eiken  geleider^  maar  by^onder  in  week  ij%er  een 
sterke  en  duidelijk  koorbare  trilling  voortbrengt;  kei" 
%elfde  geschiedt  ook ,  wanneer  het  ij%er  binnen  eene  spi* 
raal  is  geplaatst  ^  door  welke  de  afgebrokene  stroom 
wordt  geleidt.  De  sterkte  dier  trilling  is  afhankeUjk  vaa 
de  spanning  des  geleidraads,  de  temperatuur,  de  middden 
•van  stroombittking,  de  snelheid  van  opvolging  ens.  Zelfs 
op  aanzienlQke  afstanden  kan  deze  trilling  en.  bij  gevolg 


(1)  Qmpieê   Rendus  28  April  1845.    Archiv.  de  PElectr.   V  pw 
200--32d.    Yearhook  of  f  acts  1816.  p.  170. 

(2)  J.  P.  BUimif  iD  Archiv.  de  PElectr.  T.  V  p.   196.   W.  BllT- 
soz  ArcTiiv.  p.  197.  s  Electr,  Maga».  April  1815. 


Digitized  by 


Google 


633 

bet  geltiid  opgewekt  worden ,  en  sonde  da»  een 
YOQdig  telegrapkiseh  seinmiddel  opleveien. 

Jaoobi,  die  in  B|jne  verhandeling  over  de  electridcbe  te^ 
legEapbea»  van  ondersebeidene  toetteUen  spreekt,  maar 
van  geene  iets  nitvoerig  mededeelt,  noemt  ook  een  /e/e«- 
grapAe  acouêiiqme  remarquaUe  par  «a  déltcaiessej  sa 
êmpUeiU  et  par  la  oommodiié  de  eon  emploü  Jacok 
geeft  aan  deze  gelaidsigaalen  de  vobrkenr  boven  die  met 
klokken,  omdat  ae  spoediger  knnnen  worden  voortge* 
bragt  (1).  Het  openeii  en  sluiten  van  den  stroom  gesebiedt 
door  eene  inrigting  {rheotomé)  overeenkomstig  met  het 
bekende  blit%rad  van  Neef* 

20*    Gelnidtelegrapben   door  werktuige- 
li|)ke  middelen. 

De ,  werking  van  den  telegraaf  door  het  voortbrengen 
van  geluid  door  werktuigelijke  middelen. 

Geluidsignalen, 

SxEiNHmii  beeft  reeds  geluidsignalen  gebruikt  in  ver- 
eenigiog  met  de  onrniddellyke  teekening  op  piq^ier  (2). 
La.  BoiUifi  stelt  alléén  gelnidsignalen  voor,  die  op  de  vol- 
gende wijse  muden  voortgebragt.  worden  (3):  In  plaats 
van  eene  w^xerplaat,  waarop  de  achttien  letters  den  cirkel- 
omvang  vullen,  worden  dezelve  door  -den  enkelvoudtgen 
of  drievaudigen  slag  van  eenen  hamer  op  eenen  klank*- 
bodem  in  verschillende  combinatiên  hoorbaar.  De  eerste  letter 
is  b.  V.  een  enkele  slag,  de  laatste  is  6  drievoudige  slagen, 
de  voorlaatste  5  drievoudige  slagen  en  2  enkele  slagen 
enz.  —  Gillet  en  Saintard  hebben  de  signalen  nog  meer 


(t)  Archiv.  de  PEleoir.  T.  V  p.  592. 

(2)  Deel  IX  p.  39.  Art  V. 

(3)  Comptes  Rendus  XI  p.  526. 


Digitized  by 


Google 


534 

muBikaal  willen  maken,  soodat  men  ie  in  mnzyksciirifi 
of  noten  zonde  knnnen  OTerbrengen;  elk  signaal  zonde  be- 
staan in  een  arnital  slagen  met  bepaalden  maat  (interiralle) 
of  tempo  (1).  DüJARDiN  heeft  ook  eenen  telegrapke  eleo- 
irocousHque  aan  de  Fransche  Academie  gezonden  (2). 

In  de  zitting  der  Petersbarger  Aeademie  van  den  21 
Mei  1846  heeft  Jacobi  mededeeling  gedaan  van  een  /e- 
legraphe  elecirophomque  (3).  Dit  schijnt  evenwel  geen 
eigenlijke  telegraaf  te  zijn,  want  Jacobi  berigt  slechts  dat 
met  b^ulp  van  eene  galvanische  batter^  met  zink-platina 
elementen  op  een  clavier  met  10  noten  eene  aria  werd 
uitgevoerd,  en  ook  een  carillon  bestaande  nit  10  timbres 
eneven  zoo  vele  hamers  bespeeld  werd.  —  Het  is  bekend, 
dat  Prof.  Stratikgh  te  Groningen  reeds  voor  jaren  eene, 
door  galvanisme  gedreven  wordende,  mnzij k-doos  had  la- 
ten vervaardigen. 

21.    De  signalen  in  het  algemeen. 

Om  de  signalen  mei  voort  te  brengen  (signes  indiea- 
tenrs)  heeft  Garmibr  eene  verbetering  van  dezelve  voor- 
gesteld. Het  verslag  der  Commissie  van  de  Fransche 
Academie  is  nog  niet  bekend  geworden  (4). 

DujARDiN  heeft  aan  de  Fransche  Academie  toegezonden 
eene  plutne  telegraphique  (5). ' 


(4)  CompUê  RêHdm9  XX  p.  1578. 

(5)  Comptea  Renduê  XXllI  p.  230. 

(1)  BuUeHn  de  PAcad.  Imperiale  de  St.  Peiershourg  T.  Y  b^ 
12.  p.  208. 

(2)  Comptes  Eendua  XXI  p.  526. 
(8)  Compiei  Rendus  XXIII  p.  480. 


Digitized  by 


Google 


535 

B.  o.    BIJZONDER  GEfiRUIK  TAN  DEN  ELECTISCMEN 
TELEGRAAF  BIJ  DE  SPOORWEGEN. 

Behalve  den  vervoerbaren  telegraaf^  die  op  den  Tan- 
n«B  spoorweg  elke  trein  vergezelt ,  heeft  Maus  voorge- 
steld f  on  den  telegraaf  te  doen  dienen  tot  het  seinen , 
wanneer  een  oonvoai  een  bepaald  station  bereikt  —  dit 
xoade  dé  beste  w^se  sQn,  om  de  stiptheid  van  den  dienst 
en  de-  snelheid  van  beweging  te  controleren  (1). 

DujARDiN  beeft  aan  de  Fransche  Academie  voorgelegd 
een  plan ,  waardoor  eene  trein  %tjne  plaats  langs  eene 
telegraphische  lijn  seint ;  de  locomotief  zonde  namelijk  9 
wanneer  hij  bepaalde  plaatsen  voorbijgaat,  op  eene  veer 
drokken,  die  in  gemeenschap  is  met  eene  index,  en  dus 
zekere  seinen  aanwiyst  (2)« 


B.  b.   GEBRUIK    TAN    DE    ËLECTRI8CHE  TELEGRAPHIE 
OP  SCHEPEN. 


De  eerste  proef  van  dien  aard  is  genomen  op  de  stoom- 
boot Scourge\  zij  zonde  dienen  om  de  bevelen  van  den 
Kapitein  tot  den  Stuurman  en  Machinist  over  de  bren* 
gen;  de  toestel  kost  3  ^  (3). 

Op  het  Koninklijke  jagt  Victoria  and  Albert  (4) ,  is 
de  Electrische  Telegraaf  eveneens  in  gebruik  gebragt. 


(1)  CompU9  Rendus.T.  XXL  p.  808.  Mech.  «m^.  1846.  II.  p.  499. 

(2)  The  Yearhooh  of  faoU ,  1846.  p.  170. 

(3)  Praci,  Mech,  a.  Eng.  Mag.  Maart  1846.  p.  163.  Polyt.  Cen- 
trablatt  VIII.  p.  566.  DlifGLlR's  Joumal  C  p.  49t. 

(4)  Mechim.  mag.  1846.  11  p.  804. 


Digitized  by 


Google 


536 

AANHANGSEL 

over  de  proeven  mei  de  submarine  ielegraphen. 

Wij  hebben  vergeteD  te  berigten,  dat  reeds  in  Jal| 
1846  (1)  in  den  baven  te  Portsnoath ,  onder  leiding  Tan 
Prefeasor  Hat  yoldoende  proeven  iQn  genomen  aan  boord 
der  schepen  Pigue  en  Blakej  tnsschen  bet  Adauraliteila- 
gebouw  te  Poriemoutk  en  de  bogt  ima  Gospori.  De 
draden  wuen  met  eene  isolerende  massa  OTerdekt. 


(1)  Moniteur   Indusiriel   1816.  d<>.  1035.  DlKGLlR's  Journal  CU. 
p.  80. 

jffei  vervolg  hierna. 


Digitized  by 


Google 


-»»»o-a^oo-o  c  0- 


Over  de  betrekkelijke  waarde  van  hei  verwarmend 
vermogen  der  Bruinkolen. 


De  groote  waarde  der  brainkolen  als  brandstof  wordt 
meer  en  meer  erkend,  vooral  daar  bet  door  de  ondervin- 
ding der  laatste  jaren  bewezen  is ,  dat  bet  mogeli|k  is , 
in  goed  trekkende  ovens  haar  in  plaats  van  kostbaar  bont 
te  kunnen  branden.  Wordt  er  in  den  haard  van  eene 
gewone  kagcbel  een  smaller  rooster  gelegd ,  en  eene  trek* 
opening  onder  het  rooster  gebragt «  dan  branden  de  bruine 
kolen  met  witten  gloed  y  en  geven  eene  losse  en  witte  asch. 
Is  de  asch  rood,  dan  bevat  de  bruinkool  zwavel-ijzer  of 
reeds  gevormde  ^zer-vitriooL  Znlke  kolen  ontwikkelen  ede 
swaveligzoor ,  dat  in  het  bijzonder  in  ketel-vuringen  den 
bodem  der  ketels  zeer  gemakkelijk  kan  aangrijpen»  Men 
merkt  dit  ook  bij  sommige  tnrfsoorten  op ,  die  daarom  ge- 
durende de  verbranding  veel  zwaveligzuurgas  ontwikke- 
len. De  zoogenaamde  verhitting's-waarde  van  Inchtdroog 
hout  en  steenkolen  is  bekend.  Indien  nu  de  scheikundige 
zamenstelling  der  bruinkolen  meer  met  de  eene  dan  met  de 
andere  der  genoemde  stoffen  overeenstemt ,  dan  zal  het  be- 
sluit niet  te  gewaagd  zQn  ,  als  men  aanneemt ,  dat  ook  de 
waarde  van  de  bruinkolen  als  brandstof  het  meest  aan  die 
zal  naderen ,  met  welke  z^  het  meest  in  scheikundige  ge- 
aardheid overeenkomt. 


Digitized  by 


Google 


538 

De  samenitelling  van  lochtdioog  hout  ii ,  Tolgent  Gat- 
LiissAG   en  Thènard 

52,53  koolstof,  5,69  waterstof,  41,78  zauntof. 
Schilferkolen 
volgens  Kar- 

STEN 78,39        *       3,20        *  17.77       » 

Bruinkolen  vol- 
gens Karsten.  77,10        »      2,54        »  19,35       > 

en  1,00  anorganische  stoffen» 

Iq  scheikundige  zamens  teil  ing  komt  derhalve  de  'bruin- 
kool het  meest  met  de  steekolen  overeen ,  en  zij  zon  der- 
halve ,  volgens  het  boven  aangevoerde  gezigtspunt ,  het  naast 
bij  de  betrekkelijke  verhitting's- waarde  der  steenkolen 
komen. 

Het  is  vervolgens  uit  de  proeven  van  Clement  bekend  j  dat 
1    pond  Inchtdroog  hout 

verwarmt  36,66  pond.  water  van  O0-.IOO0  C. 

1  pond  steenkool  van  mid- 
delmatige hoedanigheid 
verwarmt  60  »        »      »   Oo_100oG. 

Is  derhalve  het  genoemde  gezigtspunt  juist ,  dan  zou  ook 
de  bruinkool  in  hare  betrekkelyke  verhitting*s-waarde  na- 
der bij  de  steenkolen ,  dan  bij  het  hout  komen  —  eene  om- 
standigheid ,  die  voor  het  gebruik  der  bruinkool  als  brand- 
stof gunstig  getuigt,  en  hare  waarde  meer  verzekert. 

Dexe  schatting  kan  slechts  als  vergelijking  eenige  waarde 
hebben ,  tot  dat  naauwkeurige  proeven  betrekkely  k  dit  onder- 
werp genon>en  zijn ,  die  hetzelve  in  dezen  tijd  zeer  verdient. 

Cement  voor  ijzeren  stoombui%en. 

Men  vermengt  goede  lijnolie-vernis  met  een  mengsel  van 
gelgke  deelen  loodwit  ^  bruinsteen  en  witte  pypaarde,  tot 
dat  het  de  vereischte  dikte  verkregra  heeft.  Dit  cement 
wordt  harder  dan  gewone  gebakken  steenen. 

(Berl.  Gew.'  Industrie  ^und  UqndelsbL  Ufo.  6.  u.  19.) 


Digitized  by 


Google 


ALeEMEElV  VlUfilIiAe 


WiGfKS   DElf 


9  V  4iL  vL  V 


TAN   DIN 


LANDBOUW 

IN   HiT 

KOHDTCtmUFK  »ER  HB^BKLAVBEM, 

GIIDIINJII   UT  JAAA 

apgemMikt  door  eeae  CloMUiüMle 

DIT  DB 

IHEDERLANDSCHE  MAATSCHAPPJJ 

TER   ^ 

BEYORDERIIIG  TIN  NIJTERHEID. 


^»»»»»tWH  ><<<<< 


Te  MmmÊ^Um^  hif 

Drukkers   van  de    Ifedêrlandsche    Maatschappij; 
isr  k0V9rd$ring  van  PItjvgrheid» 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


IJITTREHSELfii 

CIT   DE 

B    E    R   I    G    T   E   N 


LEDEN   CORRESPONDENTEN 

£11 

DEPARTEMENTEN 

SER 

NEDERLANDSCHE  MAATSCHAPP^ 

TER 

Htpovbtvin^  vhn  ISiijiPtvhtib  y 

EN  TAN   SE 

ProTlHelale  CUmunlsslte  Tan  liMtMovw 

r 
III   IET 

KmÊÊmgt^ü'k  der  JWederlmmdem. 


Ifegen^en-dertigste  Stuk. 


1M6. 


Te  HMrlem,  ¥0 

Dnikkert  Tao  de  NederUndiche  Maatschappij 
ter  berordering  van  Nijverheid. 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


B  £  R  I  G  T. 


ag@|B»«i 


De  Commissie  uit  de  Leden  der  Néderiandsche  Maat- 
schappQ  ter  bevordering  van  Nijverheid ,  bestaande  uit  de 
Ueeren  Mr.  B.  W.  Hutgens,  J.  A.  yam  Eeimm,  Jhr.  Mr. 
D.  R,  Gevers  Detnoot,  Prof.  W.  H.  de  Vriese  en  Mr. 
C.  VAN  DER  6oES,  onder  voorzitting  van. den  Heer  Diree- 
tear  J.  A.  tan  Bemuelen,  belast  met  de  samenstelling  van 
den  Staai  van  den  Landbouw  in  hei  Koningrtfk  der  Ne- 
derlanden over  hei  jaar  1846,  verbeugt  sich  dat  haar 
werk  vroeger  dan  in  vorige  jaren  in  het  licht  verschignt* 
Zij  werd  daartoe  in  staat  gesteld  door  de  welwillende  mede- 
werking der  Inzenders  van  de  door  haar  ontvangene  rap- 
porten ,  die  schier  alle  hnane  Verslagen  volgens  de  door  de 
Commissie  voorgestelde  wf)ze  ingerigt  hebben.  Mogt  de 
tyd  der  inzending  van  de  verslagen  j  al  ware  't  slechts  eene 


Digitized  by 


Google 


II  B  E  R  I  G  T. 

maand)  in  een  volgend  jaar,  vervroegd  worden,  zoo  zon  de 
uitgave  van  dit  Algemeen  Verslag  daardoor  wederom  bespoe- 
digd ,  en  aan  eenen  algemeen  geuiten  wensch  voldaan  kun- 
nen worden* 

Het  tegenwoordig  Verslag  bevat  de  Uittreksels  ait  de 
Rapporten  van  de  Commissiën  van  Landbouw  (behalve  die 
van  Vriesland,  van  welke  geen  Itapport  is  ingekomee) 
en  uit  de  navolgende  Siaten^  voor  de  Voortbrengselen, 
van  den  Landbouw  door  de  Departementen  en  Leden  Cor- 
respondenten der  Maatschappij  opgemaakt,  en  ingezonden. 

Uit  Noord-Braband  door  de  Leden  Correspondenten , 
de  Heeren:  Jhr.  Mr.  H.  B.  Martini  tan  Ouwerkbrk,  te 
Vughi ,  (de  kantons  '«  Hertcfenboaoh ,  Tilburg  en  Boxtel^) 
T.  VAN  DuYNHOOVEN  te  Cuyk  y  (de  kantons  Boxmeer  y  Ra- 
vensiein  en  Grave^)  en  Jhr.  Mr.  M.  A.  J.  van  der  Bke- 
KEN  Pasteel,  te  Eindhoven  j  (kanton  Eindhoven). 

Uit  Zeeland,  door  het  Departement  Goes. 

Uit  Zuid-Holland,  door  de  Departementen  Leyden^ 
(verdeeld  in  drie  districten:  Leimuiden ,  Koudekerh  en 
Voorschoten  en  de  omliggende  Gemeenten) ,  *«  Gravenha* 
ge^  Rotterdam,  Delft  (meest betrekkelijk  het  Westland)^ 
Sassenhetm ,  Oud^Beijerlandy  en  het  Lid  Correspondent 
W.  HuTOENS  T^oLbn,  te  Boskoop. 

Uit  Noord- Hel  land,  door  de  Departementen  Haar^ 
Jem  en  lammen y  en  de  Leden  Correspondenten:  A.  Perk, 
te  Hitversumy  J.  Bouvan,  te  Betmstery  Mr*  W«Bok,  tt 
Texel  y  J.  L»  Crap  Hcllikqhan,  aan  de  Helder. 

Uit  Utrecht,  door  het  Lid  Correspondent  de  Heer  E. 
'C.  Enbxaar  Ie  Zeist. 

Uh  Gelderland,  door  de  lüden  Correspondenien,  de 
Heeren:  Mr.  C.  P.  E.  Rcmuié  tan  der  Aa,  op  het  huis 
de  Jfieme/fcAe  Berg  b^  Arnhem^  (den  omtrek  van  Ooster- 
beek ,  Rènkmm  en  de  Velmwe»oomi) ;  Dr.  W.  C  H.  Sta- 
ring, te  Lothewïy  (de  Landstreken  van  het  Atrobdisse- 
ment  Zutphtn)\  B.  te  Cbsupr^  té  Batenburg  y    (het  dis- 


Digitized  by 


Google 


B  £  K  I  G  T. 


ni 


trict  Tftü  tQMchen  Mams  en  Waat) ;  Dr/  J.  Wttkwatal  , 
Voorst  bij  Zutpherty  (de  dorpen  Voorst  ^  fVtfypen  en  T^aA 
/o);  O.  W*  A.  Grare  vajk  Büandt  van  Marierwabrd  , 
in  de  Beest  ^  bij  Lienden;  F.  L.  W.  Baron  tan  Brakeli,) 
ie  Lienden^    (district  Neder-Betuwe)  \  A.  Lhcse,    te  ^p* 

Uit  Overijssel,  door  ket  Departement  Deventer^ 

Uit  Vriesland  door  de  Leden  Correspoadenten ,  de 
Heeren  W*  van  Petma,  te  Temaard  (Noord-  en  Noord- 
Oostelijk  gedeelte  der  Provincie),  F.  G.  Wamknaar  te 
St.  Anna  Parochie  (de  Grietenijen  Yk^tReld^  Ferwedera- 
deel  9  Menalnumadeel  en  Berradeel)  en  J.  J.  Bruihsiu  te 
Leeuwaarden* 

Uit  Groningen  van  de  Leden  Correspondenten  déHe^ 
ren  6«  Beinder^  op  den  huiae  Grooi-ZeewijA  (kanton  Be- 
dum)  S.  P.  VAN  DÈR  TuuK  te  Bellingwolde  (district  Old* 
ambt  eb  Westerwolde)  y  H.  H.  de  Haan  te  Helium  (de 
kantons  Appingadam  en  Hoogezand)  en  J.  C.  Bilroth  te 
Noordhom. 

Uit  Drenthe  door  de  Leden  Correspondenten,  de  floe- 
ren H,  L.  Stempoort  te  Smtlde  en  W.  Visser  te  's  Gra- 
venhage  (de  Koloniën  der  Maatschappij  van  Weldadigheid). 

Voorts  zijn  als  Bijlagen  hierbij  gevoegd: 

A.  Staat  der  marktprijzen  te  Leyden. 

B.  Opgave  van  de  hoeveelheid  granen,  welke  het  kan- 
ton Oud'Beyerland  heeft  opgeleverd. 

C.  Opgave  van  de  voortbrengselen  van  den  Landbouw 
in  de  Provincie  Utrecht. 

D.  Verslag  omtrent  de  St,  Anna  Paulowna-Polder  in 
Noord-Holland,  van  de  Provinc.  Commissie  van  Land- 
bonw. 

E.  Verslag  aangaande  de  bedijking  van  het  Nieuwland 
op  'teiland  Wieringen^  van  dezelfde  Commissie. 

F.  Verslag  aangaande  de  Waard-  en  Groetgronden ,  in- 
gezonden door  het  departement  Litnmen. 


Digitized  by 


Google 


IV  B  E  R  I  6  T. 

6.  Verslag  van  de  oiiidJ)kiiig  van  im  EendragUPold$r 
op  het  eilaod  TexeL 

H.  Opgave  van  de  hoeveelheid  granen  en  andere  voort- 
brengselen van  den  Landboniv,  welke  Nederland  ia  1843 
heeft  opgeleverd. 

Hoewel  dese  tabel  eigenlijk  beudcking  heeft  tot  het  ve^ 
slag  des  vorigea  jaais»  heeft  de  Commissie  gemeend  de- 
zelve hier  te  moeten  bijvoegen. 

Eindelijk  acht  de  Maatschappij  lich  verpligt ,  met  er- 
kentenis te  vermelden  de  naiMn  van  drie  Heeren  Ledea 
Correspondenten «  die  in  vorige  jaren  gewoon  waren  hanne 
bijdragen  voor  dit  verslag  toe  te  senden,  namelijk  M.  M. 
DE  Lange  te  Tholen^  die  voor  dese  betrekking  heeft  be- 
dankt, P.  Pont  te  Medenbük  en  Jhr.  J.  J.  Smits  van 
EcHHERDT  te  Eindiwen,  welke  beide  laatste  overkilen^ 
sijo. 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID 


VAN  HET 


WEDER 

nr  HBV  JMJLM  XSê». 


De  Commissie  Tan  Landbouw  inde  Provincie  Utrecht 
heeft  het  volgende  aangeteekend. 

De  eerste  dag  was  regenachtig  en  onstuimig.  Op  den 
tweeden  hadden  er  hagel-  en  sneeuwbuijen  plaats  ^  verge« 
leld  van  hevigen  wind.  Van  den  3*^  tot  en  met  den  5^*^ 
ontstond  er  ligte  vorst ,  waarbij  echter  de  Thermometer 
aan  's  RQks  Veeartsenijschool  niet  lager  dan  op  28o  Fah« 
RENHEiT  werd  waargenomen ,  terwyl  er  op  den  laatsten  dag 
sneeuw  viel.  Op  den  6^*^  was  het  wéér  reeds  weder  ont- 
laden, gepaard  met  mist.  £r  volgden  nu  eenige  drooge 
dagen ,  die  tamelijk  zacht  waren ,  tot  den  10^^ ,  toen  er 
andermaal  zeer  ligte  vorst  inviel,  waarbij  de  Thermome- 
ter van  Fahrenheit  2o  of  3<>  onder  het  vriespunt  teeken- 
de  ,  onder  Zuid-Oostelljken  wind.  De  vorst  duurde  slechts 
tot  den  16^^.  Van  dezen  tgd  tot  het  einde  der  maand  was 
het  wéér  onstuimig ,  herhaalde  malen  stormachtig ,  en  viel 

1 


Digitized  by 


Google 


2  GESTELDHEID  van  het  WEDER. 

er   bijna  eiken    dag    veel   en   somwijlen  aanhoudende  re- 
gen, vooral  op  den  24«*~  en  25^. 

Had  het  binnenwater,  zoowel  als  het  water  der  rivieren 
in  het  begin  der  maand  een'  hoogen  stand  verkregen ,  xoo- 
dat  vele  landen  onderliepen  ,  in  het  laatst  der  maand  had 
znlks  nog  in  eene  sterkere  mate  plaats,  en  rees  de  Lek 
tot  eene  ongemeene  hoogte,  hetwelk  het  dijk-leger  in  be- 
weging bragt.  De  laatste  dag  was  droog. 

FebrvariJ. 

De  vier  eerste  dagen   bleven   genoegzaam  droog  en  stil; 
doch  nu  volgde  tot  aan  den  S***  regenaebtig,  ruw,  en  on- 
stuimig weer ,  en  tegen  den  ochtend  van   den  laatsten  dag 
onweer.  Vervolgens  had  er  ligte  vorst  plaats  met  sneeuw; 
welke  echter   slechts    tot  den  ll*^  aanhield,   en  waarbg 
de  Thermometer  niet  beneden  22o  en  23»  Fahrenheit  was 
<    gedaald.   Het  water  in    de   rivieren  bleef  bij  voortduring 
verhoogd ,  waardoor  de  dijken  veel  te  ligden  hadden ,  het- 
welk eene  aanhoudende  waakzaamheid  noodzakelijk  maak- 
te. Na  het  midden  der  maand  bleef  het  water  afvloeijende, 
en   was   het    weer   nu   wijders    ongemeen  zacht,    meestal 
droog  en   stil.   Er  deden   zich  nog   wdi  wederom  enkde 
malen  onbeduidende  nachtvorsten  gevoelen ,  doeh  deze  wer- 
den dan  door  ongemeen  heldere  en  voer  het  saisoeo  fraaie 
en  warme  dagen  opgevolgd.  Op  den  25^*~ ,  26»«-  en  27*^ 
bereikte  de  Thermometer  van  Fahrenheit  reeds  62^^  en  6K 
De  landen  waren  meermalen  des  ochtends  met  dauw  ova^ 
dekt ,  geligk  in  den  nemer  (t), 

(1)  Men  Tindt  de  volgeode  bijvonderhede»  oiatreiit  êt  weenf^eiltU- 
heid  dezer  maand  eo  de  daannede  m  Terbaod  staande  ,  Txo^gtiidis  ack 
ontwikkelende,  groeikracht ,  waardoor  lich  deie  maand  onderscheidde, 
in  de  dagblaclen  yan  dezen  tijd  opgeteekend. 

Uit  Apeldoorn  wordt ,  als  eene  bijdrage  tot  de  Toortdureode  ladite 
weersgesteldheid,  gemeld:  «dat  aldaar  crooussen^  mamndrozen  « 
aardappelen  reeds  bloeijen ,  terwijl  de  Pyrus  s^domm  even  ak  de  (»- 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  van  het  WEDER,  3 

Staart» 

Oiiichoori  dé  vier  eerstft  dagen  tamelijk  zacht  en  groo- 
teodeela  droog  waren,  toö  kreeg  het  wéér  echter,  reeds 
van  het  begin  der  maand ,  een  schraler  aanzien.  Er  volg* 
den  na  eenige  regenaefatige  dagen.  Yan  den  7^^  tot  den 
13^~  badden  er  nachtvorsten  plaats,  die  een  en  anderroa- 
len  Van  fraai  en  helder  weer  over  dag  gevolgd  werden. 
Van  den  14<>~  t6t  b^nti  aafl  bet  eind  der  maand,  viel  er 


reboom  in  Tollen  bloei  slaan.  De  Lontcera  caprifolium  u  met  bladen  bezef, 
en  vertoont  bloemknoppen.  De  knoppen  der  overige  bloemheetters , 
Tracht  -  en  T?oudboomen  beginnen  te  zwellen ,  gelijk  andera  in  het 
laatst  Tan  April.  Ook  de  gras-  en  klavenrelden  zijn  meer  dan  twee 
maanden  Toornit.**  fiierbi}  werd  gevoegd  een  uittreksel  uit  het  men- 
gelwerk der  Vaderlandsche  Letteroefeningen  voor  1 807 ,  waarin  melding 
wordt  gemaakt  van  zachte  winlera,  met  welke  de  tegenwoordige  kan 
worden  vergeleken ,  als  van  1289,  1420,  1524,  1538,  1572,  1585, 
1607,  1609,  1617,  1622,  1659,  {Amh.  Courant  van  5  Febr.  1846). 

Te  Arnhem  werd  op  den  9den ,  's  avonds  f  e  elf  en  een  half  uur  eene 
ligte  aardA^Iuidditig  getoefd,  welke  drie  of  vier  seconden  aanhield. 
Eebigé  oogeAbKkken  later,  ontsloild  een  vrij  hevige  storm.  De  barome- 
ter tcelMnde  1»  onder  0.  De  wfnd  W.  Z.  W.  Sommigen  meenden  in  den 
nndit  van  81  Januarq  jl.  omstreeks  2  oren  hetzelfde  naluurverachijasel 
te  hebben  waargenomen ,  {Amk,  Courant  van  10  Febr.  1846). 

Op  het  laatst  der  maand  stonden  de  krui»bezièn  genoegzaam  in  het 
volle  blad,  en  andere  heestere  gedeeltelijk,  tten  had  reeds  zwaluwen 
gezien  en  kapelten.  Pérzikken  tn  abrikozen  stonden  op  gunstige  siellhrgen 
hier  eil  daa^  in  blóél ,  als  ook  de  aoi'dbezfëkk ,  waarvail  soinmigeit  reedt 
tiodit  begoHAeift  te  taten.  M«é  zag  reeds  doperwlen  en  grooteboonen 
grodjcn.  Er  waren  er  te  Zoelen  gezaaid ,  die  thans  9  dnimeil  hoogte  had* 
den ,  waaraan  de  bloei  zigtbaar  was.  Ook  uit  Sneek  werden  dergelijke 
berigten  medegedeeld.  Men  rooide  reeds  hier  en  daar  nieuwe  aardap- 
pelen, die  in  Augustus  waren  geplant  {Utrechtsche  Courant  van  2 
Maart  1846).  Men  hoorde  reeds  in  deze  maand,  meetlen,  en  andere 
▼ogels,  en  zelfs  déh  nachtegaal  hun  voorjaart-zang  aanhefTen,  {Vtrtchi- 
9che  Courant  van  6  en  9  Maart  1846.  Groninger  Courant  fan  Maart 
1846). 


Digitized  by 


Google 


4  GESTELDHEID  tan  het  WEDER. 

meestal  eiken  dag  meer  en  minder  regen ,  na  en  dan 
sneeuw ;  er  hadden  hagelbuijen  plaats  op  den  17^^  en  18^*, 
en  nachtvorst  van  den  2V^  op  den  22"^  y  waa^hy  de 
Thermometer  op  26^  en  27^  Fahrenheit  daalde.  De  laal> 
ste  dag  was  droog  en  helder. 

Over  hei  geheet  was  de  maand  Maart ,  ala  naar  g^ 
woon  te,  nat,  kond,  en  guar.  De  wind  was  over  hei  ge* 
heel  Zuid-  en  Noord-Westelijk  gebleven.  Op  den  laatstee 
dag  liep  dezelve  voor  eenige  uren  Noord-Oostelijk. 

De  ontwikkeling  van  alles  werd  dan  ook  in  Maart  aan- 
merkelijk tegengehouden,  in  betrekking  tot  het  yooroit- 
zigt,  hetwelk  men  van  den  voortgang  in  Febr.  had  opgevat 

April. 

Na  den  eersten  dag ,  die  fraai  en  helder  was ,  viel  er 
op  den  2^^  regen  des  middags  met  onweer  in  de  verte  (1) 
terwijl  het  weer  vervolgens  winderig  en  onstuimig  bleef, 
op  den  1^^  en  12*"» ,  dagelijks  vergezeld  van  veel  regen 
en  nu  en  dan  hagelbuijen. 

De  rivier  de  Lek  verkreeg  tegen  het  midden  der  maand, 
onder  Zuidelijke  en  Zuid- Westelijke  winden ,  een'  onge- 
meen hoogen  waterstand,  waardoor  de  uiterwaarden  oa- 
derliepen ;  doch  deze  werden  onder  begunstiging  van  Noor- 
delijke en  Noord-Oostelijken  wind ,  weldra  van  het  water 
wederom  bevrijd.  Van  den  12*^  tot  den  14**°  had  delucbt 
onder  Zuid-Oostelijken  wind  ,  eene  zachtere  hoedanigheid 
aangenomen ,  waarbij  de  Thermometer ,  kort  na  den  mid- 
dag ,  van  %4^  tot  68o  Fihrenheit  bereikte.  Van  den  19^ 
tot  den  23*^  lieten  zich  tamelijke  nachtvorsten  gevodea, 
onder  droog  weder  overdag ;  doch  weldra  viel  er  schier 
eiken  dag  regen ,  en  bleef  de  lucht  over  het  geheel  koud; 


(1)  Dit  onweder  woedde  op  eene  hevi^  wijze  in  de  omitreken  tan 
Antwerpen^  waardoor  huizen  in  brand  geslagen  en  mentcfaen  gedood 
werden,  {Kamper  Courant  Tan  20  April  1846,  en  andere  dagbladen). 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  van  het  WEDER.  5 

soodat  dan  ook  de  T^tade,  hoewel  vooniitgegaaü ,  geens- 
sina  die  vorderingen  maakte ,  welke  vroeger  waren  te  ge- 
moet  genen.  Op  het  eind  der  maand  had  echter  de  Na- 
tuur sich  in  een'  tamel^k  groepen  dosch  getooid ,  en  nog 
een  Toordeeliger  aanzien  verkregen ,  dan  zulks  in  de  mees- 
te jaren  het  geval  is.  April  telde  echter  slechts  vijf  of  zes 
volkomen  drooge  dagen ,  en  had  de  zon  zich  slechts  op 
enkele  dagen  ^  gedurende  eenige  uren ,  doen  gevoelen. 

Hel. 

Crednrende  het  eerste  derde  gedeelte  der  maand  was  het 
wéér  bij  afwisseling  droog  en  regenachtig,  en  hleef  het- 
zelve over  het  geheel,  onder  meestal  Noordelijke  winden, 
nog  dezelfde  gesteldheid  van  April*  behouden ,  hoewel  nu 
en  dan  een*  zachteren  aard  aannemende.  Van  den  11*^  tot 
den  15^^,  hadden  er,  na  droog  weder  overdag,  vrij  ster- 
ke nachtvorsten  plaats.  Van  den  16*"  tot  den  21«^*»  vie- 
len er  dagelijks  regens,  en  wel  op  den  IS***»  en  19*^, 
zware  buijen  met  onweer  in  de  verte  en  onstuimigen  wind. 
WQders  bleef  het  wéér  droog,  doch  onder  voortdurenden 
Noordenwind,  eenigermate  schraal,  terw:yl  ook  de  nacht- 
vorsten nog  niet  terug  waren  gebleven. 

Op  de  eerste  acht  dagen  dezer  maand  had  er  ongemeen 
sterke  veendamp  of  zoogenaamde  haar  ^  rook  of  spaak 
plaats ,  welke  de  dampkring  ten  eenemale  vervulde ,  zoo- 
dat zi)  bij  het  ondergaan  der  zon  een  vuurrood  aanzien 
verkreeg.  Deze  damp  maakte  het  verblijf  in  de  buiten- 
lucht niet  alleen  onaangenaam,  maar  dezelve  drong  zelfs 
tot  in  de  huizen  door.  (1) 


(1)  Men  zie  de  klagten  over  den  Veendamp  uit  Ossneg  en  West- 
foUn^  in  het  Algemeen  Handelsblad  yan  11  Junij  1846,  en  eenig» 
andere  dagbladen  dezer  ma9nd. 


Digitized  by 


Google 


(i  GESTELDHEID  van  het  WEDER. 

Wijders  blMf  het  weer  tot  aan  deo  23*^  geheel  dreeg, 
onder  beetendigep  Noordenwiad.  ladieo  al  op  eakele  phMU- 
sen  in  de  Pro?iaeie  au  ea  dan  r^teovlageq  mogten  sQn  ge- 
vallen j  zoo  waa  dit  ia  en  aai  de  Stad  Uirechi  —  indien  aien 
een  voorbQgaaade  enMaideade  etafregea  ia  den  ochtend 
van  den  11^**  aitapnderd  —  geeafyina  het  geval;  aoodal 
dus  het  yerlaageq  naar  regea  vaoi:  tain^  en  veldgewasaoi , 
en  niet  minder  ?Qpr  de  waterbakkea ,  yeer  groet  werd. 

Inmiddels  was  de  warmte ,  bij  een'  bestendig  helderen 
hemel  en  algemeene  windstilte  nu  en  dan  tot  eene  aanmer- 
kelQke  hoogte  gekloamep  ,  zoa^  4e  T^efmometer  op  den 
19^  en  20*^  80^  en  op  d^n  32>^ ,  des  middags  te  2  uren, 
8$^  bereikte,  hMji^eiide  te  5  qrea  nog  85o  FAURia^iifiiT 
behouden.  Deye  tempi^ratpuf  w^  te  opiaerkelüker ,  in 
a^mmerkiag  gepemep  dep  N^vdemifei)  wind,  waaronder 
jeyelve  plaats  Md. 

Op  den  93^""  viel  er ,  na  eep^  zpp  geed  als  volkomene 
droogte  van  23  dageq ,  VQor  bet  eerst  een  verkwikkende 
regen,  welke  licb  d^  nachts  daaraan  volgende  herbai^de, 
aijnde  de  wind  door  het  Ooaton  Zuidwaaris  gekeerd. 

JTuUJ. 

Deze  maand  kenmerkte  zich  door  afwisseling  van  droog- 
te en  regenvlagen ,  met  dcforgaande  warmte.  Hoewel  ech- 
ter op  meer  dan  d^  helft  der  dc^fep  meer  of  n^inder  orer- 
vloedige  regens  vielen ,  zoo  had  zulks  alechts  bj}  Misscken- 
poezen  plaats,  ea  had  het  wéér  over  het  geheel  eeae 
ongewone  vastheid  aangenonien  f  ^nde  de  wind  meestal  Zui- 
del^k  en  Zuid- Westelijk ,  in  bet  If^itst  der  maand  i|ieer  Oos- 
telijk en  Noord-OostelDk  geWevea»  In  Iwt  begi?  der  maaqd 
steeg  de  warmte  aanmerkelijk,  zpodat  de  Thern^cMiieter, 
op  den  4**°  en  5**" ,  84®  en  86°  Fahrenheit  bereikte.  Ver- 
der bleef  de  warmte  meer  gematigd,  doch  dezelve  klom 
in  het  laatst  der  maand ,  namelyk  op  den  24*^^,  30*^<»  en 
31»^«»,  wederom  tot  84^  en  85.  Op  den  5^,  den  14*«, 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  tan  het  WEDEIL  7 

en  26***^  hadden  in  ea  om  de  stad  Utrecht  ligte  en  Toor- 
liQgaande  onwedera  —  op  den  laatvten  dag  's  ochtends  te 
8  uren  gepaard  met  hagelslag  —  plaats  ^  die  echter  el^ 
den  9  namelijk  in  Noord-Holland  ^  Noord-Braband  en 
Gelderland^  meermalen  en  zwaarder  werden  waargeno- 
men,  vergeseld  van  vemielenden  hagelslag,  en  onheilen 
van  brand  (!)• 

Over  het  geheel  ^as  bet  wéér ,  over  de  geheele  maand , 
alleraangenaamst,  sQnde  hetzelve  slechts  eenmaal,  gedu- 
rende vi^reiltwintig  uren  ,  nameli|k  na  het  onweer  van  den 
5^^  9  eenigermate  onstuimig  geweest ,  terwj)l  er  overigens 
algemeen  windstilte  plaats  had. 

Angustits* 

Van  den  1*^  tot  den  8"^*°,  was  de  warmte  buitenge- 
woon, bereikende  de  Thermometer  nagenoeg  bestendig 
aan  's  Rijks  Veeartsenijschool  de  hoogte  van  80» ,  86o  en 
89o  —  binnen  de  stad  Utrecht  90»  en  91»  Fahrenheit, 
terwijl  dezelve  meermalen  des  avonds  te  10  uren  nog  76o 
toekende,  en  des  nachts  niet  beneden  7(K>  en  72'  daalde. 
Er  hadden  nu  en  dan ,  en  wel  op  dèn  6*~ ,  6^^ ,  7**"  en 
8*^^,  soo  in  Utrecht  als  elders  ligtere  en  zwaardere  on- 
weders  plaats^,  welke  in  verschillende  streken  onheilen  te 
weeg  bragten ,  zijnde  zoowel  menschen  als  vee  daarbij  ge- 
dood geworden ,  vergezeld  van  meer  of  min  overvloedi- 
ge regens  (2).   Opmerkelijk  was  het,  dat  deze  onweders 


(1)  Sioaiscourani  van  20  Julij  1846.  Uiteclusiiie  Courant  fan 
29  JuUj  1846. 

(2)  Op  den  2den  Au^iusttM  werden  te  Betmeveld  (Vrorinde  Dren~ 
the)  een  Herder  en  22  schapen  door  den  bliluem  getrolTen  èn  gedood, 
(ÜtrecKtBché  Courant  Tan  10  Augustus  1846).  Op  den  5den  sloeg  bet 
weder  buiten  de  Waardpoort  te  Utrecht  in  twee  huizen ,  zonder  echter 
aanmerkeiyke  schade  te  hebben  nagelaten,  (Utrecktsche  Courant  Tan  7 
Augs.  1846).    Op  den    7den  had  er  allerzwaarst  onweder  plaats ,  rer^ 


Digitized  by 


Google 


8  GESTELDHEID  van  het  WEDER. 

geene  aanmerkelijke  verandering  in  weersgesteldheid  of 
verkoeling  in  den  dampkring,  geUjk  zolks  anders  gewoon- 
lijk plaats  vindt ,  veroorzaakten  ,  maar  deze  zich  onmiddel- 
lijk als  herstelde  y  en  op  nieuw  eene  warme  gesteldheid 
aannam. 

Na  den  S*'^»  ging  wel  de  hitte  der  vorige  dagen  voor» 
bij ;  nogtans  bleef  de  dampkring  steeds  eene  standvastige 
temperatuur  meestal  van  70^ — ^73o  en  749  Fahrenhëit  be- 
houden* Er  viel  slechts  spaarzame  regen ,  namelQk  op 
de  avonden  van  den  18^^  en  19^^,  en  meer  aanhoudend 
op  den  20^  en  21-*«. 

Overigens  bleef  het   wéér  bestendig  droog «   sQnde   de 
lucht  y  met  uitzondering  van  eenige  dagen ,  namelijk 
den  20*^  tot  den  25*^ »  gewoonlijk  helder.    De  wind 


gezeld  van  hagel-  of  lierer  Tao  een  ijsregeo ,  teRhenen^  waardoor  meiallces 
een  groot  gedeelte  der  glasruiten  aan  stukken  geslagen ,  maar  ook  de 
veldgewassen ,  bepaaldelijk  de  boekweit  en  tabak,  Tolkomen  Terniekl 
werden.  De  schade  werd  op  niet  minder  dan  ƒ  80,000  begroot, 
(üirecAische  Courant  Tan  10  Augustus  1846). 

Van  Terschillende  kanten  werden  berigten  medegedeeld,  wegens  bet 
doodblijven  van  menscben  en  dieren,  ten  gevolge  der  aterke  hitte. 
Zoo  werd  uit  Leeuwarden  gemeld ,  dat  op  den  2den ,  nabij  Doekum^ 
Tier  Tette  ossen  dood  op  het  land  zijn  gebleven ,  terwijl  in  de  omstre- 
ken nog  verscheidene  andere  koebeesten  gestorven  waren ,  (Algemeem 
Handelsblad  van  6  Augustus  1846). 

In  de  Haarlemsche  Courant  van  16  AugusL  1846 ,  vindt  men  op- 
geteekend,  dat  in  Vriesland  alleen  ongeveer  20  personen,  ten  gevolge 
der  ongewone  en  aanhoudende  hitte ,  zijn  bezweken.  De  hoogste  stand 
Tan  den  Therm.  was  bier  geweest  90  Fim.  In  de  Groninger  Cow 
rant  van  11  Augs.  1846,  wordt  mede  vermeld,  dat  verscheidene 
werklieden ,  ten  getale  Tan  11 ,  die  bij  name  worden  genoemd ,  aldaar , 
als  ook  te  Kampen  en  elders ,  hierdoor  zijn  omgekomen ,  om  van  an- 
dere ongelukken ,  hetzij  door  de  heete  weersgesteldheid ,  of  door  on- 
weders,  welke  om  dezen  tijd,  in  verschillende  streken  hebben  plaats 
gehad ,  zijn  teweeg  gebragt ,  waaromtrent  in  verschillende  andere  dag- 
laden  berigten  zijn  gfgeTen ,  niet  te  gewagen. 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  tan  het  WEDER.  9 

orerhet  geheel  tot  den  en  met  den  21*^  Oostelijk,  Zuid- 
OottelIJk  en  Zuid- Westelijk ,   na  dezen  Noord-OosfeLjk. 

September. 

Ook  na  bleef  het  weder  eene  warme  en  drooge  gesteld- 
heid behouden  9  onder  Oostelij  ken,  doch  meest  Noord-Oos- 
telJJken ,  wind.  De  Thermometer  bereikte  nog  wederom 
een  en  ander  maal,  namelijk  op  den  6<^  en  7^^,  80^ 
en  790  Fahrenheit.  Ep  had  nu  en  dan  des  avonds ,  zoo 
■alt  op  den  6*^  en  8**"  onweer  in  de  verte  plaais  (I).  Op 
den  9^^  ontstond,  nadat  reeds  in  den  morgen,  te  half  6 
uren  ,  donder  was  gehoord ,  boven  de  stad  Utrecht ,  een 
hevig  onweder  met  feilen  hagelslag  en  stortregen,  waar- 
door veel  schade  aan  gewassen  en  glasruiten  werd  toege- 
bragt  (2).  Het  wéér  zette  zich  echter  hierna  wederom  tot 
droogte  ,  hoewel  de  lacht  donker  bleef,  en  zich  na  en  dan 
tot  regen  scheen  te  zetten ,  blijvende  de  warmte  onder 
eene  afnemende  teniperatuar  van  75o — 70o ,  en  later  van 
680 — 65*  Fahrenheit  aanbonden.  Op  den  18*~  nam  het 
weer  eene  meer  koele  gesteldheid  aan,  er  werden  den 
20*^  reeds  nachtvorsten  waargenomen.  Van  na  af  vielen 
er  tot  het  laatst  der  maand  meestal  dagelijks  overvloedige 
regens,  onder  Noord-Oostelij  ken  en  Zuid- Westelijken  en 
Zaid-Oostelijken  wind. 

October. 

Hoewel  het  weer  gedurende  deze  maand ,  over  het  ge- 
heel droog  en  vast  bleef,  zoo  vielen  er  echter  tasschen 
beide  9  en  wel  van  den  6<^  tot  den  11^^,  alsmede  vanden 
14^*»  tot  den  38*^ ,  meermalen  regens.  Op  den  8*^  had  er 


(1)  Dit  onweder  bad  heviger  plaats  in  deomstrelen  Tan  Rotterdam^ 
alwaar  te  Kethel  een  hooiberg  in  brand  werd  geslagen,  (Uirechtsche 
Couroni  Tan  9  September  1846). 

(2)  Vireohtsche  Courant  van  11  September  1840. 


Digitized  by 


Google 


10  GESTELDHEID  tanhetWEDEB. 

onweder  plaati.  Van  den  21*^  tol  den  23*^  wat  de  lacht 
onstuimig ;  doch  overigens  kenmerkte  ook  dexe  maand  xich 
door  windstilte,  xijnde  de  wind  meest  Zuidelijk  en  Zoid- 
Oostelijk ,  slechts  enkele  malen  Westelijk  en  Noord-Weste- 
lyk  geweest.  De  les  laatste  dagen  waren  doorgaans  hel- 
der ,  lacht  en  aangenaam.  Van  den  24*^  en  later  deden 
sich  nachtvorsten  gevoelen. 

November. 

Tot  aan  den  20^*°  bleef  het  wéér  standvastig  en  droog, 
onder  Zaidel(iken)  Zoid-Oostelyken  en  Noord-Oostdijkea, 
wind.  De  vier  eerste  dagen  varen  fraai  en  helder;  de 
laatste,  nadat  de  mist  was  verdwenen.  Er  hadden  van 
nn  af  tot  den  12^*",  nachtvorsten  plaats  >  en  deed  de  lacht 
sich  koud  gevoelen.  Later  werd  de  weersgesteldheid  we- 
derom sachier,  bij  een'  doorgaans  donkeren  dampkring; 
de  ochtenden  waren  veellQds  mistig.  Op  den  18*^  en  19^* 
viel  er  eenige  regen,  «ijnde  het  eerste  water,  dat  na  den 
23*^  October ,  en  dus  sedert  26  dagen  »  was  gevallen.  Er 
werd,  ten  gevolge  deser  aanhoudende  droogte,  hier  en 
daar  gebrek  aan  drinkwater  gevoeld,  en  werd  de  scheep* 
yaart  op  de  rivieren,  wegens  den  lage»  waterstand,  onge- 
meen belemmerd ,  ieu ,  hetwelk  voor  dit  saisoen  als  eene 
zeldxaamheid  was  te  beschouwen.  •  Na  den  20**^  vielen 
er,  ofschoon  niet  dagelijks,  tamelijk  overvloedige  regens, 
waardoor  in  de  behoeften  aan  water  werd  voorzien.  Het 
weder  was,  na  langdurige  windstilte,  of  enkele  dagen, 
bepaaldelijk  om  en  met  den  22P^  onstuimig ;  doch  zulks 
duurde  niet  voort,  daar  de  lucht  weldra  tot  de  vorige  rus- 
tige gesteldheid  terugkeerde,  blijvende  de  wind  doorgaans 
j2uid,  en  Zuid- Westelijk. 

Op  den  80*^  viel  er  des  avonds  eenige  sneeuw» 


Digitized  by 


Google 


GESTELDHEID  TAN  HET  WEDER.  11 

Beeember* 

Deze  maand  begon  met  vorst ,  welke  tot  het  eind  der- 
xelve,  met  enkele  tasschenpoozen  van  dooi-weder  Toort- 
daarde.  De  eerste  T^f  dagen  waren  donker  en  mistig.  Op 
den  64«  wfts  het  wéér  ontladen  i  en  defie  dooi  hi^ld  aan 
tot  den  18*~,  pis  wanneer  er  aneeiiw  viel,  hetwelk  in 
groote  mate  tot  den  17"^  aanhieU^  aoodat  df»  grond  met 
eene  fwnre  laag  bedekt  werd  ,  en  waardoor  de  gf meensobap 
op  vele  pJciatsen  werd  belemmerd*  Men  bad  reeds ,  van 
den  9^  tot  den  12^^,  des  avondl  weerliehten  opgemerkt* 
Op  den  14^^  brak,  ia  den  voormiddag  ongeveer  te  1  le- 
uren ,  boven  de  stad  UireoAi  een  hevig  onweder  uit ,  bet-^ 
-welk  langer  dan  een  uur  aanhield  i  waarb|i  in  bliksem 
tot  drie  malen  in  den  Domtoren  sloeg »  zonder  echter  aan-* 
merkelijke  schade  of  onheilen  te  verwekken  (1).  Sedert 
iea  19^9  nam  de  vorst  in  sterkere  mate  toe,  «oodat  de 
Thermometer  van  Fahrknheit  op  den  12^^  op  3I0P ,  en  op 
den  13*~  op  17°,  doch  op  den  18*»«  op  3'^  en  4^  boven  O 
daalde  des  morgens  te  8  nren.  Op  den  19^*°  viel  echter 
de  dooi  krachtig  in,  die  ook  reeds  op  den  17*^  overdag 
had  plaats  gehad ,  met  regen ,  welke  tot  den  23*^*"  aan* 
hield ,  waardoor  de  sneeuw  al  spoedig  verdween.  De  vorst 
intosschen  hervatte  zich  reeds  op  den  23*^,  en  duurde 
nu  tot  het  laatst  der  maand,  met  afwisselende  sterkte, 
▼oort ,  terwijl  er  ook  nog  tot  den  22*^  wederom  sneeuw 
viel.  Credurende  de  drie  laatste  dagen ,  viel  de  Thermo- 
meter wederom  op  15^  en  16^,  des  ochtends  te  7  uren, 
terwijl  dezelve  op  den  31*^ ,  te  6  uren,  op  11^  werd  waar- 
genomen. 


(1)  Utrechtêche  Courant  van  16  Dec  1846.  Dit  onweder  had  ook 
elders  gelijktijdig  plaatü ,  zijnde  onder  Soeterwoude  (Pror.  Zuid- Hol- 
land)  twee  schapen  door  den  bliksem  doodgeslagen,  (Algemeen  Han^ 
delsblad  yan  19  Dcc.  1846}. 


Digitized  by 


Google 


12  GESTELDHEID  tan  het  WEDER. 

De  wind  was ,  gedurende  de  geheele  maand,  meest  Z.  O* 
en  N.  W. ,  eenige  dagen  ook  N.  O. ,  Z.  en  N.  W.  gebleren. 


Het  laatstrerloopen  Jaar  heeft  xich  dos  onderscheiden 
door  een*  ongemeen  xachten  winter  en  een'  baitengewoon 
warmen  en  droegen  somer ,  welke  weersgesteldheid  tot  laat 
in  den  herfst  heeft  yoortgedanrd.  Dezelve  had  op  de  ve- 
getatie van  schier  alle  veldgewassen  en  boomen  een'  krach- 
tigen  invloed ;  zoodat  niet  alleen  alle  granen  en  vruchten 
yroegtQdig  ingezameld  en  van  den  akker  verwijderd'  wer- 
den, maar  zelfs  op  vele  plaatsen  sommige  planten  en 
vruchboomen ,  als  appel-  en  pereboomen ,  en  zelfs  draiven 
ten  tweedenmale  bloeiden ,  en ,  ia  enkele  gevallen ,  hier- 
yan  rijpe  vmchten  voortbragten  (1). 

Wijders  heeft  zich  het  afgeloopen  jaar  gekenmerkt  door 
buitengewone  windstilte,  zijnde  zelfs  de  gewone  herfst- 
stormen  in  geringe  mate  waargenomen. 


(1)  Voorbeelden  hienran  rindt  men  onder  anderen  medegedeeld  in 
de  üirechUche  Courant  Tan  6,  16,  19  en  80  OcL  lS4Sw;  in  de 
HaarUfMchê  Ctmnmt  Tan  81  Oct.  1846;  in  het  Algometne  Bm^ 
^hbiad  van  26  Oef.,  18,  28,  26  Nofember  1846,  en  in  andere 
dagbladen. 


Digitized  by 


Google 


1.  J.AR\V£.  Volgens  de  berigten  van  de  Provinciale 
Commissie  van  Limbarg  slaagde  de  Zomer-Tarwe  tame- 
Igk  goed  en  gaf  tot  15  k  16  mud  per  N.  B.  Dit  graan 
echter  wordt  aldaar  weinig  geteeld  om  in  de  behoefte  van 
andere  granen  te  kunnen  voorxien ;  het  sou  lekerliyk  meer 
verbouwd  worden,  indien  het  een  meer  voedzaam  brood 
opleverde. 

De  Winter-Tarwe  scheen  vooral  aanvankelijk  en  in  ver- 
gelgking  met  de  Rogge  voordeelig;  doch,  bij  de  inzame- 
ling en  de  dorsching  bekwam  men  de  overtuiging ,  dat 
men  zich  te  zeer  gevleid  had  ten  opzigte  van  de  opbrengst  9 
die  hoogst  middelmatig  was,  en  niet  meer  dan  13  mud 
in  het  algemeen  opgeleverd  heeft.  Stroo  was  er  weinig  en 
dit  zeer  kort,  doch  zeer  voedzaam. 

De  hooge  prijzen  der  Tarwe  zouden  evenwel  eene  ver- 
zachting in  den  rampspoedigen  staat  der  Landbouwers  ge- 
weest zijn ,  indien  zij  dezelve  verkoopen  en  daarmede  hun- 
ne pachten  en  andere  noodige  uitgaven  betalen  konden  9 
doch  dit  is  het  geval  niet;  want  door  het  b(jna  geheel  ge- 
brek aan  Kogge  zijn  zij  genoodzaakt  het  grootste  gedeelte 
hunner  Tarwe  tot  brood  van  eigene  behoefte  te  doen  die- 
nen ,  en  gelukkig  acht  zich  de  Landbouwer  die  een  derde 
deel  zijner  gewonnen  Tarwe  ter  markt  kan  brengen. 

De  hoedanigheid  der  korrel  is  zeer  goed  en  zwaar,  doch 
de  schaarsheid  van  het  stroo  veroorzaakt  door  de  hitte  en 
groote  droogte  heeft  de  opbrengst  grootelljks  verminderd; 


Digitized  by 


Google 


14  TARWE. 

ook  is  dese  meer  yoordeelig  io  de  vochtige ,  daD  in  de 
hooge  en  drooge  gronden  geweest. 

Alhoewel  zeer  hoog  in  prijs  tot/ 11.80  kfl2  het  rond, 
is  het  onderscheid  in  prijs  van  Tarwe  en  goede  Rogge  zeer 
kelin,  en  in  den  zaaityd  kon  men  Tarwe  tegen  volmaakte 
goede  Rogge  a  pari  omwisselen. 

In  Noord-Braband  heeft  de  Tarwe,  waarvan  de 
knltanr  zich  bijna  nitsluitend  tot  de  kleilanden  bepaalt, 
zeer  ongelijke  uitkomsten  opgeleverd,  welke  echter  daar, 
waar  zij  fneest  bevredigend  was ,  naaaweligks  de  helft  vaa 
een  gewoon  gewas  bedragen  heeft.  De  nitzaaijing  in  het  nn- 
jaar  van  1845  was  buitengewoon  gunstig ;  in  de  hooge  zware 
landen  van  het  Arrondissement  Breda  stond  het  gewas 
vroegt^dlg  goed  en  welig  (e  veld,  terwijl  hetzelve  gedu- 
rende den  zachten  winter ,  uitgenomen  door  de  slakken , 
weinig  leed.  De  verdere  ontwikkeling  in  het  voorjaar  werd 
door  de  natheid  terug  gehouden ,  waardoor  de  planten  ver- 
zuurden en  verkleurden ,  ioth  zich  schQnbaar  weder  her- 
stelden; de  daarop  gevolgde  buitengeWoile  droogte  beeft  op 
de  Tarwe ,  wat  kwantiteit  bcftreft ,  zeer  nadfipelig ,  doch  op 
de  kwaliteit  zeer  gunstig  gewerkt ,  zoa  dat  men  berekenen 
kan ,  dat  de  afkomst  niet  booger  dan  12  k  14  nradden ,  en 
van  de  beste  20  mudden  per  bunder  bedraagt;  het  graan 
laat  in  kleur  en  gewigt  niets  te  wenschen  oven 

Treuriger  tras  het  fn  de  ligtere  en  oter  het  algemeen 
lagere  klerigronden  in  de  landen  van  Heusden  en  Aliena 
gesteld.  Hoetéér  de  Tarwe  voor  den  .Winter  goed  op- 
kwam, leed  1^  al  dadelijk  door  het  hooge  binnenwater, 
waardoor  de  meeste  akkers  dras  geraakten.  Aan  vele  oo^ 
den  moesten  zQ,  zoodra  daartoe  geregenheid  was,  omge- 
ploegd en  met  zomervrudtten  bezaaid  worden,  welke  mee- 
rendeels wegens  de  vroegere  natheid  mislukten;  bet  over- 
geblevene groeide  dun  en  spilKg  op,  zoodat  er  weinig 
stroo  en  in  evenredigheid  nog  minder  graan  van  den  ak- 
ker kwam;  hierbij  kwam,  dat  in  eenige  gemeenten  net 


Digitized  by 


Google 


TARWE.  15 

name  in  die  Tan  Almkerk^  Emmiokhoven^  Bussen,  Meeu» 
tven  en  meer  anderen  de  muixen  lich  in  eene  yenchrik-- 
kelyke  menigte  rertoonden  en  groote  verwoegtingen  aan- 
rigtten,  xoodat  een  aantal  bandera,  die  kort  voor  den 
oogst  nog  eene  tamelijke  opbrengst  beloofden,  ter  naan- 
wemood  bet  nitgexaaide  graan  terug  gaven.  Dooréén  ge- 
rekend ,  heeft  een  bunder  Tarwe  in  dexe  streken  niet  meer 
dan  6  tot  12  mndden,  dus  gemiddeld  9  mudden  van  uit- 
muntende kwaliteit  afgeworpen.  Aan  den  MaascUjk  is  de 
koltuur  yan  Wintergraan  wegens  de  aanhoudende  over- 
stroomingen  en  de  hoogst  gebrekkige  waterlozingen  bijna 
geheel  verlaten,  xoodat  er  geene  Tarwe  van  eenig  aanbe- 
lang gexaaid  Is.  De  weinige  op  xandgrond  gexaaide  Tarwe 
heeft  dit  jaar  in  vergeli)king  der  Rogge  xeer  goed  vol- 
daan, en  dit  xoude  nog  meer  het  geval  geweest  sQn,  in- 
dien xich  de  roest  even  als  blf  de  Rogge,  dotb  in  eeneii 
minderen  graad ,  niet  vertoond  bad«  lotussdiea  xal  dit  bij- 
dragen ,  dat  er  in  het  vervolg  op  daartoe  geschtkle  gron«' 
den  in  de  xands  treken  meer  Tarwe  xal  gexaaid  worden» 
Zoo  lang  de  koltuur  xich  tot  enkele  stnkken  bepaalt,  beeft 
de  Tarwe  te  veel  door  het  klein  gevogeltote  lieden,  dat 
daarin  groote  sekade  veroorxaakt,  waardoor  meoig  land*' 
bouwer  is  afgeschrikt  geworden;  doeh  welk  bexwaar  greo^ 
«endeels  bQ  eene  meerde  uitbreiding  der  Tarwe^kuktfur 
Tervallen  xal,  als  wanneer  het  gevogelte  zich  meer  xid 
Terdeelen,  xoo  als  dit  aanvankelijk  reeds  hi  ee»ig0  g^ 
meenten  bepeurd  wordt. 

Over  de  vooruitzigten  van  den  volgenden  oogst,  vak 
nog  weinig  te  xeggen.  Het  nieuw  gexaai  is  geed  opgeko- 
men, en  stond  tet  de  ingevallen  vorst  Xeer  geed«  Aan 
Tele  oorden  is  xelfh  onder  de  sneeuw,  al  wal  groen  was, 
tot  aan  den  grond  toe  door  de  muixen  afgevreten,  doch  imÉ 
de  wortel  niet  beschadigd  is«  baart  dit  minder  bekommering. 

Het  Lid  Correspondent  F.  van  Duinbovbm  te  Cwyk  bij 
Crrave  berigt,   dat  de  Tarwe  in  de  cantons  Jtavesitfn^ 


Digitized  by 


Google 


16  TARWE. 

Grave  en  Boxmeer  in  den  Winter  door  het  water  veel  ge 
leden  heeft,  en  in  den  Zomer  soo  alt  algemeen  alfer- 
lei  tegenspoed  heeft  gehad,  soodat  er  doorgaans  maar  j- Tan 
den  gewonen  oogst  is  gekomen ;  de  prys  was  na  den  oogst 
tnsschen  10  k  12  gnidenhet  mnd^maar  werd  later  dnnrder. 

Uit  Zeeland  meldt  de  ProTinciale  Commissie,  dat 
in  het  najaar  van  1845,  de  beploeging  der  landct^en, 
met  vri]  gunstige  omstandigheden  gepaard  ging,  soodat  de 
zaaijing  dezer  wintervrncht  algemeen  voordeelig  mogt  ge- 
noemd worden;  alleenlijk  werd  men  op  onderscheidene 
plaaUen  door  de  slakken  gekweld,  waaraan  het  mialnkken 
van  enkele  partijen,  en  het  achterwege  bleven  van  rele 
planten,  inzonderheid  op  lage  gronden,  moet  worden  toe* 
geschreTon;  overigens  waren  zoowel  de  zachte  Winter^ 
als  warme  Zomerdagen,  dit  gewas  zeer  gunstig,  en  oefen- 
den vooral  op  de  hoedanigheid  van  het  graan  eenen  voor* 
deeligen  invloed  uit;  terwijl  de  tQd  der  inoogsting  zich 
door  bmtengemeen .  schoon  weder  kenmerkte,  en  in  dien 
opzigte  met  den  oogst  van  1845,  een  gunstig  verschil 
daarstelde.  Nogthans  liet  de  opbrengst  algemeen  veel  te 
wensohen  over,  aangezien  de  gedorschte  hoeveelheid  naaa* 
welijks  twintig  mudden  per  bunder  opleverde;  zoodat  zon- 
der de  hooge  opdrijving  der  prijzen  die  gedurende  het  af- 
geloopene  jaar  gemiddeld  è  ƒ  10,32  per  mud  zQn  geweest, 
de  geldelijke  baten  van  dit  gewas  als  gering  zouden  moe- 
ten beschouwd  worden. 

Uit  het  district  Ter  Goes  wordt  berigt,  dat  de  korrel 
goed  en  zwaar  was ,  echter  zeer  bezet  met  de  zoogenaamde 
poppen  of  wankorrei,.'tgeen  aan  het  natte  vooijaar  wordt 
toegeschreven.  Het  stroo  was  goed,  maar  niet  overvloedig* 

De  Provinciale  Commissie  in  Zuid-Holland  berigt 
bet  volgende: 

De  kwaliteit  der  Tarwe  is  zeer  goed ,  maar  het  beschot 
is  over  het  algemeen ,  niet  meer  dan  drie  vierde  van  een 
gewoon  gewas. 


Digitized  by 


Google 


TARWE.  17 

'  üp  Gwihreede  em  Flakkee^  rekent  méa  da  WinCer-Tar- 
-mm  op  itS'iiRiddeD  per  bunder  en  de  Zomer- Tarwe,  welke 
yeel  ninder  van  kwaliteit  was^  op  17- mudden. 

lo  de  Bi^wrlanelenj  Lande  van  Slrytn  en  bet  eiland 
Dèrdffeckty  alwaar  de  Tarwe  het  boofdpiodnct  is,  en  men 
meer  dan  gewoonlijk  daarvan  had  uitfs^ezaaid ,  uithoofde 
Tan  bet  mislukken  der  aardappelen  in  1845,  ook  wel  op 
gronden  welke  daartoe  minder  geschikt  waren,  wordt  de 
afkomst  berekend  op  niet  meer  dan  18  mudden. 

In  Foorne  ^sk  Puéiem  en  op  bet  eiland  Mo%enburg ,  in 
den  Zwyndrechischen  fFaard  en  Lande  van  Ysseltnonde , 
Dvordt  de  opbrengst  gerekend  van  10  tot  16  mudden ,  doch  ia 
4e  kwaliteit  mede  sseer  goed. 

In  Beiflsland  en  het  Westland  i  wordt  de  afkomst  be- 
rekend Tan  25  tot  30  mudden  per  bunder;  doch  <ip.  de  lar 
ge  gronden  had  desblve^,  in  het  voorjaar,  veel  te  l^den 
gebfid  vim  :de  hooge  waterstanden. 

In  Mynlandi  ia  den  Mblasserwaardj  Lande  van  Via- 
nen^  van  Arkel  en  Leerdam^  was  de  afkomstmede  maar 
ilii4d^matig,:.dodi  de  kwaliteit  goed. 

Het  Tarwe*fitroo  is  zeer  goed ;  de  pr||sen  ^a  niet  hoog 
«o  er  wtordt  veel  ui^evoerd. 

De  nu  te  veld  staande  Tarwe,  aiond  goed,  doeh  h««fit 
mp  vele  plaatsen  zeer  veel  geleden  door  de  muizen ,  welke  in 
se^r  groot .  aantal  overal  de  wintervruchten  veel  nadeel 
gedaan  hebben,  doch  nu  wel  zullen  verminderd  z(jn,.door 
ie  afwisselende  vorst «  sneeuw  en  dooi. 
'  Vaa  wiege  het  Depivrtement  's  Gravenhage  veHieemt  men 
•4at  dit  g^was  %6i  uitmuntend  geslaagd  üs,  dat  men  er 
«ieh  bijna  geen  voorbeeld  van  herinnert.  De  afkeoMtt  van 
het  nieuwe  land  (z^nde  de  tweede  schoof  na  .^e  klai^r) 
ietvert,  door^o»  ruim  40  mud  per  hunder  op..  De  gewas- 
sen waren  al  vroeg  aan  den  grond,  door  de  buitengewone 
jKwaartè,  waardoor  veel  vreee  voor  bUnsmw  etk  schot  <int- 
stond;   doch  de  sbnhoudende  droogCe»  juist  gedurende  al 

2 


Digitized  by 


Google 


18  TARWE. 

dB  dagan  der  rgping,  bragt  er  eene  zoo  groote  devgd- 
xaamheid  in,-  dat  ook  de  kwaliteit  uitmuntend  iji»  daar 
dezelve,  door  één,  78  Ned,  ponden  het  nrad  weegt, 
ja,  sommige,  partgtjes  80,  en  er  roode  wordt  geToodea 
van  84  Ned.  ponden.  De  prijzen  zijn  mede  hoog  vaa  / 11| 
tot  /  12|  het  mud. 

Daar  men,  na  de  klaver,  gewoonlijk  late  aardappdci 
zet,  en  die  vrucht  in  1845,  door  het  bederf,  zeer  weimg 
voedsel  uit  den  grcmd  heeft  geput,  konde  het  iivel  niet  an- 
ders ,  of  het  Tarwe-gewas  moest  zeer  zwaar  zi|n. 

De  Wittingtonsche  Tarwe  is ,  even  als  de  roode  -ca 
gewone  Zeeuwsche ,  zeer  goed  geslaagd ,  doch  blijft 
d^  bakkerij  ,  van  wege  den  dikken  bast  of  zemel ,  en 
door  meerdere  afval,  minder  begeerd,  waardoor  de  prgi 
al  ligt  50  Cts.  per  mudde  minder  geldt. 

Het  stroo  geldt  van  /  8  tot  /  10  de  1000  Ned.  póodea. 

Dit  gunstige  berigt  uit  het  Weêtland,  is  op  andere  stre- 
ken niet  van  toepassing^  alwaar  het  beschot  veel  minder 
geweest  is. 

Gunstige  berigten  aangaande  de  kwaliteit  zQn  oTer  de 
Tarwe  ingezonden  van  wege  het  Rotterdamsch  Departe- 
ment der  Maatschappij ,  doch  heeft  dezelve  over  het  alge- 
meed  een  klein  beschot  opgeleverd. 

In  het  westelijk  gedeelte  der  stad  Delft  was,  Tolgeas 
het  verslag  van  het  Departement  ingekomen,  het  geww 
goed. 

In  het  oostelijk  gedeelte  slaagde  de  Tarwe  in  den  beffit 
en  ook.  gedurende  den  zachten  winter  van  18f|  uitnemend, 
zoo  dat  ze  in  het  laatste  van  Februarij  1846  twee  maan- 
den in  groei  vooruit  was.  In  Maart  kon  evenwel  dit  ge- 
was dit  voorregt  niet  handhaven;  eensdeels ^  omdat  de 
gronden,  bij  gebrek  aan  wintervorst,  stug  en  kil  waren; 
Miderdeels ,  de  warmte  waaraan  de  planten  in  hare  verdere 
ontwikkeling  behoefte  hadden ,  ontbrak ,  maar  door  het 
schrale  en  koude  weder  vervangen  werd. 


Digitized  by 


Google 


TARWE.  19 

Het  gewas  geraakte  deilialTe  aan  iiet  kwQifen»  Werd 
geel  en  kreeg  eéne  menigte  dorre  hladerea;  waarvan  sick 
BttABffaand,  alleen  die  stokken' herstelden »  welke  kloek  en 
krachtig  waren. 

Het  beschot  was  seer  matig ,  sleehts  18  mnd  per  bun- 
der,  de  kwaliteit  uitmnntend,  de  prijs  Toldoendé. 

Beschot  per  bunder,  in  het  westelifke^  30  mudden. 

PrQs  door  elkander  per  mad  in  beide  gedeelten  /  11  & 
/  11.60. 

Géwigt  per  mad  in  beide  streken  7S  N*  p*. 

De  Tarwe  was,  Tolgens  het  Departement  Sasêenhejfmy 
bij  uitstek  goed  geslaagd,  en  heeft  eene  blanke  korrel  op- 
gtlererd,  IiQ  den  voldoenden  nilslag  x^a  de  preien  hoogt 
aoo  dat  dit  gewas  den  bonwmtdi  voordeel  heeft  aangebragt. 

De  prijs  was  van  /  11.50  tot  /  13  per  mnd. 

In  het  Departement  Leyden  Iste  Distriot ,  c^enbaarde  tUh 
bimr  en  daar  eene  ziekelijke  gesteldheid  in  de  plant,  waar- 
door het  beschot  niet  aan  de  verwachting  heeft  voldaan, 
flet  stroo  was  stevig ,  lang  en  goed ,  maar  de  opbiwgvt 
was  gering. 

.  In  het  2de  en  3de  District  wordt  het  Weimg  of  niet  ge- 
teeld. 

In  Noord-Holland  is,  naar  de  mededeeling  der  Com- 
niissie  van  Landl)eaw,  de  Tarwe  over  het  algemeen  zeer 
geed  nitgevallea  en  voordeelig  ingeoogst.  De  gemiddelde 
opbrengst  was  2i  mud  per  bunder. 

Ia  het  7«.  district  heeft  de  droogte  aan  de  hoeveelheid 
aefaade  gedaan,  terwijl  uit  het  8*^  geklaagd  wordt,  dat  at- 
daar  de  veelvuldige  regens  en  het  daardoor  welig  opschie- 
ten, rma  hét  onkruid  den  groei  eenigermate  .belemmerd^ 
hebben,  hoewel  in  beide  streken  de  hoedanigheid  uitiMu- 
tend  WMMé 

PiQs  van  een  fiTeded.  knudde  /9  è  /Ib 

Het  Lid  Correspondent  W.  Bok  meldt  wegens  Teicel, 
dtt  ès  Tarwe  over  het  algwiem  een  Inddoend  gowaii  he^t 


Digitized  by 


Google 


90  T  A  KW  C 

ópgéleverA;  dat  &ièh  echter  meer  nog  door  sijne  b^son- 
Aeié  ^ede  hoawiuiiflietd  dan  hoeVeeUietd  onderscheidde 
als  wellsie ' dooréén  genomen,  niet  hooger  dan  20  nrad  kaa 
worden  gesteld;  het  stroo  was  niet  lang. 
'  Nefigens  heëfi  men  dit  jaar  eentge  sporen  rwa  noge- 
naamden-  brand  ta  dit  geWaa  ontdekt.  De  naii^r^  ¥■■ 
/lOè  ƒ11  por  mad, 

.'  Gunstige  bérigten  ontYing  de  Maatsehappi)  bovendien 
omtrent  de  Tarwe,  van  den  Correspondent  J.  L.  Ciuu> 
Stellingman  ,  te  Helder  ^  van  bet  Departement  Ia$h^ 
men^  van  hel  Lid  Correspondent  J.  Bouwman  in  de  Beem^ 
sfi$r. 

*  De  FroTindale  Commissie  van  Utrecht  heeft  aangaande 
de  Tarwe  medegedeeld,  dat  deselve  in  het  najaar  van 
1845  over  het  geheel  goed  te  veld  gekomen  was,  en  aaa- 
taiikell^k  eenfn ,  voordeel  igen  groei  had.  Deselve  werd 
eehter  gednrende  het  najaar  en  den  Winter,  bij  bet  aan« 
hondend  sacbt  en  open  weder ^  en  door  natheid^  voeml 
ep  dé- ft  ware  Idcigropden,  v»I  door.de  slakken  benadeelde 

In  het  laatst  van  FebroarIJ  werd  vooral  de  vroeg  gt* 
zaaide  l^rwé,  in  weerwil  der  saohte  weersgesteldheid, 
geel,  een  verschijnsel,  hetwelk  men  gewoonlijk  siet  ont- 
staan, 'itêr  odriake'  vmi  schraal  .eii  nat  weder  in  het  laatst 
tan  Maart.  Thans  meende  laen  snlks  te  moeten  toetduQ* 
ven  aan  eene  ie  vroege  ontwikkeling  van  den  groei ,  dair 
de  plant  door  geene  Winterkoade  in  denzélven  was  tegen* 
gebonden^  en  daardoor  eene  te  groote  teérheid.  had  ver- 
kreg€fn.  t  Dese  omstandigheid  deed  wel  geen  iktnder  aan 
deii  opgroei,  doch  b^mdeelde  de  nitstoeling  der  plaitt 
watfrvan  het  gevolg  is  geweest  v  dat  er  weinig  vioraMn 
werden  vericregen,  boedel  men  eene  gdede  sohent  ver* 
wachtte.  Deze  is  echter  bij  den  dorsch  tegen  gevallen 9 
kunnende  op  niet'  ineer  dan  raim  ^  Jnad  vas  de  vim  wor- 
den berekend. 

De  ooget  nam  overigens  reeds  in  het  laatst  der  raaaad 


Digitized  by 


Google 


T  A  R  W  E.  31 

Jq19   em  aant^aiig,  en'wM >oor0p#ett^,   irifgidft  ook  hit 
graan  van  eene  deagdzame  kwaliteit. 

De  pyycen  i^aren  VaR /ll.DO  A /12eO'  bet  miH.    *■ 
Dli  ia  het  mjf»r  rêB  1849  g^jsaafde  TW^ 'te^  wegens 
bét «anlieiidende  diooge  weder,  xeer  laat  te  veld  gebh^, 
doch  is  goed  opgekomen  en  had  veel  lot  gemaakt ,   doch 
désielve  is  trte»k  door  de  muitem  henMleeld*  • 

De  Apei4ndale  Commissie  van  Geldierlaivd'lieeft  hit 
•navolgende  berigt.  De  kwaliteit  ilerTsrtre  is  iritmantend, 
doch  de  kwMtiteit  bedraagt  niet  meer  dan  twee  derden 
TStt  eenen  gewonen  oogst.  Op^  gemengd  gronden  %vas  dit 
gewas  beter  dan  op  zware.  Op  andere  pinatsên  Is  afj-  bijna 
geheel  misinkt,  zoo  als  ondev  de  gemeente  \ffar9ften  en 
Aerdtf  waar  de  opbrengst  niet  meer  bedroeg  -dan  een  tien- 
de van  een  gewoon  gewas«  Hetzelfde  vond  plaats  langs 
de  IJssehevePê^  veroorzaakt  door  gedurige  overstrooraiM- 

gMI« 

Men  begint  meer  en  meer  de  WIttinglonsèhe  en  Cmm- 
dasche  Tarwe  te  verbouwen  ^  welke  beide  soorten  geprezen 
woorden.  '  -* 

In  aommigi»  streken,  vooral  itk  A^'^B^^Mmue^  heeft  uie 
thans  te  veld  staande  Tarwe  veel  door^de  muizen  gleden. 
SoMmige  stokken  iign  voor  een  derde,- anderen  voor  eifti 
vierde  afgevreten.  Men  hoopt  echter,  dat  ziqh  dit  nog 
herstdien  zal;  zoo  niet,  öord^t  men  het  btfter,  die  ak- 
kers in  het  voorjaar  om  te  bouwen  dan  een  gedeelte  te 
loten  sMm.  De  velden,  welke  ndet  door  de  Éraizen  gele- 
den hebben,  sebl}nen  gunstig  te  zoUen  nit^a)Ien« 

Evenmin  gunstig  was  de  ondervinding  van  den  •  Heer 
BoniDÉ  VAN  DER  Aa*  De  Tarwe  was  weinig  verbouwd) 
•  klein  van  korrel  en  heeft  niet  zulke  goede  uitkomsten  op- 
geleiverd,  als  de  gunstige  toestand  >  waarin  z^  zich  in  den 
beginne  bevond,  verwachten  Jiet;  als  melde  van  den  Heer 
Bamn  VAN  Brakel  ie  Ldendén;  z^ne  Ta*we  heeft  niet 
meer  dan  twee  derden  van  een  gewoon  gewas  opgeleverd. 


Digitized  by 


Google 


S2  T  il  B  W  C. 

Ia  hiH  votajMr  w«i  wmH  luid^dl  door  de  Makken  datttn 
te  weeg  gebragt. 

De  ]pfoevoii  met  Witönglotiiehe  Tarwe  door  den  Heer 
Wttswaal  Ie  Foofêt  bQ»  aitaemoAd  gelokt  en  Tooiel  ii 
dit  in  bet  oogloopenda  gnii«tig  oitgevallen  op  landen »  welke 
onder,  water  bebben  geetaan* 

Stakken  van  eediife  morgene  gr<iot,  beide  op  deuelfdéo 
grond  CD 'onder  deaelUe  omaiandigbeden  geaanid,  beide 
ook  onde»  water  •  gdoepen ,  gayea  de  iFo^ode  mtkoant. 
De  roode  Tarwe  leverde  27{,  de  Wittingtoneehe  UO 
kop.  Zy  Hehynt  dae  yeel  beter  aan  bet  water  wedentaad 
te  knnnoÉ  biedett* 

Een  en  ander  ie  ooraaak  dat  dezelve  in  het  najaar  io 
groote  hoeveelheden  ie  nitgesaaid  geworden» 

Bijna  alle  landen  onder  Foorêi  en  Brummen ,  waar  Ta^ 
we  verbouwd  wordt,  iq|n  in  het  voorjaar «  op  soianii|fe 
plaatsen,  xelfe  ook  in  het  najaar,  door  het  IJsselweter 
overstroomd  geworden.  Meo  kan  rekenen  dat  hierdoor  { 
van  het  gewas  verdronken  is* 

Tarwe  welke  het  vroegste  gezaaid  is  geworden  in*seer 
Vruchtbaar  land ,  is  het  beate  in  het  leven  gebleven. 

Stukken  Tarwe,  wdke  goed  gelakt  zi||n,  gaven  26  vim 
per  bunder;  de  vim  leverde  75  kopf^en.  Het  raud  woog 
78  Ned.  ponden. 

Volgens  het  Lid  Correspondent  Gcmpt,  ie  Baienbuff^ 
was  de  Tarwe  ongunstig  uitgevallen. 

De  Provinciale  Commissie  Tan  Overijssel  deelde  ons 
mede  dat  de  Tarwe  eeiw  goede  uitkomst  heeft  opgeleverd* 
Op  enkele  plaatseh  had  het  te  veel  van  het  winterwster 
geleden ,  om  zich  naar  behooren  te  lierstellen.  De  balnMn 
waren  zwaar  geladen  en  het  koren  was  van  de  beate  kwsU- 
teit;  585  bunders  daarmede  bezaaid,  worden  gerekead  330 
lasten  opgebragt  te  hebben.  De  nieuw  uitgezaaide  stait 
zeer  goed,  met  uitzondering  van  de  plaatsen,  waar- de 
muizen  veel  schade  aanrigten. 


Digitized  by 


Google 


TAVRAVE.  23 

In  bet  algttmen  kMit  iaaÊWfeé^  bteneb,  b«t  ddot  bet 
Departenént  Devenêer  medegeleeLde*       * 

Het  Lid  GemtpoDdent  P.  Wamsnaar,  Ib  £/.  '^niM 
Puroc^i  Previocie  Vriealaitd,  meldl  dat  door  den  vcy 
hoogea  staod  tbii  bet  water  gedarénde  bet  najaar  van  ]845| 
den  xachteii  meeatal  natten  winter^  gevoegd  bfj  de  omstan* 
digbeid  dat  men  in  het  m^aar  niet  veel,  althans  met  goed 
gevolg,  konde  werkzaafai  sign,  veroetxaakte  dat  de  grond 
in  bel  veeijaar  (1M6)  ongesond  en  op  yele  vooral  de  za- 
vigsie  landtti,  xeer  onbrvikbaar  was. 

Even  als  op  alle  winte^^ewassen,  bad  dit  ook  op  het 
gewas  der  Tarwe  eenen  nadeeligen  invloed,  xoodat.men 
algemeen  gee&e  welige  stildun  aantrof.  Hierbij  kwam 
w^  dat  het  siróo  weiirig  selfstandigbeid  had,  het- 
geen bleek,  doordien  bet  bij  den  minsten  regen  en  wind 
t^en  den  grond  werd  gedrnkt  en  eenigzins  ontijdig  stierf, 
ef  althans  tot  cjfpen  overging. 

Velen  si^en  bxeftn  eene  soort  van  zi^te^  die  men  met 
die  der  aardappelen  in  overeenstemming  zoebt  te  brengen « 
deeb  de  Hr.  Wassenaar  schrijft  deze  omstandigheden  lie- 
ver aan  de  bovenstaande  oorzaak  toe^ 

De  nkmtmtende  drooge  zomer  werkte  biw  evenwel  gun- 
stig, en  veroorzaakte  dat  het  schot  zoowel  als  bet  gewigt 
der  Tarwe,  nog  al  wel  was,  hetgeen  gevoegd  bij  de  gun- 
stige prijzen,  den  Tarwebouw  tot  geene  slecbte  uitkoni«- 
zten  leidde^ 

Ode  Zomer-Tarwe  werd  dit  jaar  wederom  vrig  veel  ver- 
bouwd >  en  hoewel  nog  niet  alles  a%edQracht  is,  luiden 
de  berigten  opzigtens  den  ilitsJag  redelijk  weL 

De  Hr.  W.  tak  Pztma  te  Terné^trd^  meldt  dat  bet  proi- 
dukt  der  Tarwe  is  beneden  dat  van  de  gewone  jaren, 
maar  dat.de  Icwaliteit  goed  is,  en  de  'prgzen  boog  zijn. 

De  Provinciale  Commissie  van  Gronivgen  berigt  iiet 
volgende: 

Niettegenstaande  bet  votbÉige  najjoar  van  1845  de  voor^ 


Digitized  by 


Google 


24  T  A  RW& 

befdding  vftQ  dM  «kket  Ttll  wal  beiemnwd  4ad,  wat 'de 
Tarwe  echter,  wegens  de  Iraoge  graanprlfxen,  In  goaoeg* 
Mme  hoevedheid  nUgesaaid.   Het  gewaï  oetwikkelde  sich 
boTee  Terwacbtieg  en  stond  vreeg  in  bet  ▼oerjaar  goed, 
doeb  heeft  later  en  door  bet  nat  en  deor  de  slakken  gétede»^ 
loodat  het  ia  bet  begin  van  den  somer,  vooral  op  de  lage 
kleigronden,  niet  dan  weinig  beloofde.  De  warme  en  drooge 
weérsgesteldheid ,    die    den   ganseben    eomer  gdcenanerkt 
beeft  f  soliQot  echter  veel  tot  herstel  van  bet  gewas  te  heb- 
ben toegebragt*    Altbane  Termeent  men   algemeen  eeaea 
middeimatigen  oogst  daanran  fe  hebben  Ingeaamelé,  wd- 
ke   door  elkander  op  20  mudden  Tan  bet  bunder  kan  ge» 
aohat  wordea.    De  boedanigbeid  van  bet  graan  was  bgsso» 
der  goed ;  bet  gewigt  was  66 — 74  Ned.  ponden ;  de  marictprifs 
door  dkander/9,00. 

Stroo  was  er  niet  Teel,  ook  omdat  bet  gewas  TrQ  bol 
stond  en  Troeg  in  de  aren  was  geschoten,  doch  op  de 
meeste  plaatsen  was  dit  stroo  goed  gewennen  en  leTerde 
een  gesond  Toeder  toot  het  Tee  op. 

•  Hier  en  daar  eehter  leed  de  Tarwe,  even  als  dit  net 
enkele  winter-granen  —  en  in  Teel  hoogere  mate  —  bet 
geTal  was,  aan  de  roest  j  het  gerolg  waarsohfjnlijk  van 
den  zeer  natten  nawinter,  waardoor  de  grond  in  bet  Toor- 
jaar  te  Teel  gesloten  en  het  gewas  hierdoor  minder  ge- 
«ond  was. 

Uit  deselfde  ProTincie  ootTingen  wij  de  onderstaande 
mededeeling  Tan  de  kantons  Appin^admm  en  Hogezand 
Tan  de9,/!^orrespondent  H.  H.  de  Haan.  De^  voortdarendê 
lage  prijzen  der  Tarwe  in  verhouding  Tan  andere  granen^ 
beeft  den  bouw  Tan  dit  gewas  sedert  lang  doen  ainemen. 
Ook  in  den  herfst  Tan  1845  was  de  uitzaai  weder  eenig* 
zins  minder  dan  het  Torige  jaar,  Tooral  op  de  gemengdt 
zand-  en  Teengronden  Tan  Hogezand  en  Sappmneer.  De 
Tochtige  herfst,  winter  en  Toorjaar  werkten  op  den  groad 
niet  Toordeelig,  hetgeen  eobter  grootendeela  w^r  door 


Digitized  by 


Google 


.'-  ;>  :■'  T  K  R-\r  e:  :i  i.  t  ss 

laMre  AHoogte  én  ^irarHtf»  hersteld  werd.:  Datt  dit'  geWas 
mn^  r<Mbt9idate,  waaeraiiJket  éAp\M  gehe«l  vbraehéood: 
was  gebleven,  geen  noemenswaardig  nadeel  had  geleAm^ 
gaf  hetzelve  nog  tannl^k  sttoo»  .1 

-  Het  'MMaoei^,  hetwelk^  veor  de  ineegslSng  vto;  alle  det 
ptod«cten  fim  den  landbe«w*g«nstig  was,?  gif:' ook  'voofc 
de  drooge  inhaling  ruime  gelegenheid.  Wat  Jssfc  hesnhoÉ 
betreft,  4it  vtamidiUmatig.  Op  de  kleif  eh  zav^igobn- 
den  bedraagt  de  «fbrezgst  van  IG  tot  18  ssodden,  en  op 
dé  gemengde  zand*  en  veengtnadfia  i^aq  14  Éet'.16:nnddciDi 
het  bunder.  Het  gewigt  was  71  S.  De  prije  van  f^i^ 
tot  ƒ10,25. 

:  De  Heer  8.  P.  van  nez  Tuux  ite-  OUeimèt  en .  We^ieru/dUe 
deelt  meife,  datditprodnctinetabe  gewnii»  boetodU^d  uilgt^ 
znsdzfjnde,  hoezeer  hei  in  deaHerüit  viy  aidhterltjk  was^rg^obd 
door  den  zaehtMi  wister  kwam;  de  gedhurtgeiafwiteelMis 
van  koaüeen  wacoitetia  de  Maand  Mei,  vereeffsaakte  wet 
cenige  vertraging  in  dea  groei,  ddcK  bet  lavser^:  eèn  vol*« 
doend  gewas  6p,  keedat  inen  vaa  18  tot  24  ntedden'bel 
bunder»  net  het  bmt^ngefnrpqnvgewigt  van  72  (ot74pted^ 
heeft  kunnen  oogsten.. 

J.  C  BujJMoiMi  uit  de  Provincie  Groningen,  bengC 
dal  dit  gewas  algemeen  vrij  goed  deor  den  winter  is  gé^ 
komen»  en  vee  1^  eeüt  geringe  (loeveelheid  »Uoo  opleverde  1 
d«A  evenwel  de  épbrengst  vso  de  kerrei.niet  betrekking 
tet  die  van  het  stro^»  cedelyk  goed'  ie^  noemen  was;  De 
deugdzaamheid  va»  de  *koirrel  en  de  voldegenhc^d'  latten  niets 
te  wenschen  evecig,  4lj  beiit  een  bqitengeweén'  «Waac 
gewigt 

Er  was  gedurende  dit  Jaar  veel  brand  in  de  Tarwej 
nerkel^k  meer  dan  in  het  vorige  jaair.       .    ' 

De  geringe  opbrengst  van  stroo  en  daardoor .  mindere 
geilheid  van  het  gewtis,,  is  veroorzaakt  d^i^dien  de  grond 
lüet  los  en  mul  is  gewerden,  door  gebrek  aan  vorst  ai 
den  vobrgilandeii  winter*  / 


Digitized  by 


Google 


20  TARWE  —  B066E. 

'  Gemiddeld  kan  men  de  opbresgst  op  16  mndden  per 
bunder  rekenen.  Het  gewigt  kan  men  gemiddeld  op  71  S 
bepalen. 

Het  Lid  Correspondent  Geert  Reinders  berigt  vit  het 
kanton  Bedum^  dat  de  opbrengst  aan  stroo  en  saad  bene- 
den het  middelmatige  bleef,  doch  beide  van  goede  kwa- 
liteit waren. 

Volgens  de  Provindale  Commissie  van  Landboaw  ia 
Dr  ent  h-e  wordt  de  Winter-Tarwe  daar  niet  ▼etbonwd; 
slechts  hier  en  daar  de  Zomer-Tarwe  in  geringe  hoeTeelheid 
Toor  eigen  gebruik. 

2.  ROGGE.  De  Provinciale  Commissie*  van  lambarg 
deelt  aangaande  de  Winter* Rogge  mede,  dat  sedert  men?* 
schen  geheugen  dit  graan  in  het  Hertogdom  zoo  algemeen 
met  mislukt  is  ale  dit  jaar;  er  bestaat  wel  eeaig  vencfail 
Tan  opbrengst  in  de  onderscheidene  districten,  doch  xender 
uitsondering  is  waar,  dat  men  nooit  sulk  eenen  oavoor- 
deeligen  Rogge-oogst,  dien  men  op  vele  plaatsenr  als  vol- 
strekt misgewas  kan  aansién,  treeft  te  betreurea  gehad. 
Vele  landbouwers,  inzonderheid  die,  welke  «ohaaphoadert 
zQn,  hebben,  na  zich  met  veel  moeite zaai-rogg&  van  hoa 
eigen  gewaa  bezorgd  te  hebben ,  de  dorsehing  van  de  of»> 
rige  Rogge  niet  voortgezet,  eir  het  arbeidsiomi  niet  kun- 
nende uittrekken^  en  hebben  verkozen  het  stroo  onnitge* 
dorscht  aan  hunnen  schaapskudde  voor  te  werpen.  Men  Inn 
met  zekerheid  besluiten,  dat  geen  Imidbouwer^  na  de 
noodige  hoeveelheid  om  zijne  akkers  voor  het  volgends 
jaar  te  bezaaijen  er  van  genomen  te  hebben ,  het  derde  deel 
heeft  overgehouden  van  hetgeen  noodig  was ,  om  aan  zya 
huishouden  het  noodige  brood  te  bezorgen^  en  men  kan 
beweren /dat  in  het  algemeen  de  opbrengst  der  Rogge  in 
het  Hertogdom  Vier  mudden  per  bunder  niet  te  boven  gaat 
De  oorzaak  van  deze  ramp  is  onbetwistbaar  in  de  zoelbeid 
van  den  winter,  die  de  plant  alsdan  ont^hondd^k  heeft 


Digitized  by 


Google 


ROGGE.  aOf 

gronJcB,  wanneer  sij  volgens  bare  nataal  van  Win* 
tetgnuMi,  sich  in  den  wortel  bad  moeten  Tersterken,  doek 
inloof  en  in  wasdom  moeat  BtiUtaan ;  en  ai(}  wies  dasdanig,  dat 
reedt  in  bet  begm  van  Maart  de  aarde  met  een  palm  hoog 
gewm  bedekt  was,  betgeen  by  het  aanzien  allervoordee- 
ligtt  scheen  te  %^ïu  l)ooh  toen  de  lyd  kwam,  dat  de  plant 
lich  moeet  ontwikkelen  en  insebaehten,  in  aren  geraken, 
waren  bare  groeikrachten  uitgeput.  ZQ  begon  te  kwQnen, 
en  in  bare  onderste  bladen  geel  en  roestig  te  worden;  in 
April  Yermeer4erden  eenige  konde  naebten  en  de  scherpe 
noorden-wind  met  vorst,  de^^  kwaal.  De  plant  kon  niet 
meer  de  voeding  bQsetten,  die  de  voordeelige  ontwikkeling 
der  aar  vereischte.  De  roest  klotn  op  in  ie  schacht  en  tot 
io  bet  .Qodec^te  der  aar,  welker  top  ook  nog  door  vorat 
aangetast  werd;  si}  werd  gedèeltejijk  ja  zelfs  geheel  geel, 
waardoor  bet  korrelen  volstrekt  verhinderd  werd ,  en  zich 
eindelijk  in  de  aar  geene  of  neer  weinige  korrels  vormdetK 
Er  wns  weinig  stroo  en  de  aren  waren  onvolkomen  ^  op 
dit  alles  moest  dna  een  zeer  geringe  opbrengst  volgen. 

Hiermede  koinen  overeen  de  mededeelingen  van  de  Pté^ 
vineiale  Commissie  in  Noord-Braband.  De  Rogge  is 
daar  zender  onderscheid  veelal  mislnkt,  de  verschrikken 
li}kste  ramp  die  de  zandatreken  dier  Provincie  treffen  kan* 

De  nadieid  in  den  afgeloopen  winter  deed  de  Roggen 
^nten,  die  vroeger  door  de  zachte  weersgesteldheid  stedk 
waren  doorgegroeid,  kwijnen,  rood  worden  en  gedeeltelijk 
verdwenen,  doeh  in  de  laaute  helft  van  Maart,  herstelde 
zich  bet  gewas  eenigerroate,  toen  men  in  het  einde  van 
April  in  'de  vroeg  gezaaide  Rogge  een  zeer  verontrustend 
bederf  bespeurde ,  namel^k  het  verdorren  der  onderste  li»- 
Mn  of  bladeren,  die  met  eene  klevige  gele  stof  bezet  wer- 
den, en  zich  meer  en  nïeer  uitbreidende,  binnen  wonigè 
dagen  tot  aile  met  Rogge  bezaaide  akkers  overgang,  bet* 
gceo  ten  gevolge  bad,  dat  de  Rogge  mager  en  spits  in 'de 
spil  kwam.   Deze,  tot  dus  verre,  zelfs  bij  de  oudste  land^ 


Digitized  by 


Google 


S8  B  O  6  G  & 

liedeh  onbdcende  kwaal,  dUe  in  den  be^nne- 
&oningdaa«w   gehandem:  iv«td^    ibch  nadarband 
naam  >ah  roest  w^rdbestanij^eldt  bragt  eent  gêbeel  ver- 
sterf in  de  liaaen  vdovt  en  ging  latortot  in  de  aren  mrer, 
waarin  zich,  na  dev  voor  bet  overige  wmnen  nieC  dttgoa- 
atigen  bloeitijd,  die  echter  met  Kwaren,  mikn  êm  attnlan- 
den  Teendampi   ia  de  eerate   dagen  van  Jan^  Toot«l  dift 
avonds  vei^cield  ging,  slechts  weinige  korrels  entwikkri- 
den,  die  iooé  de  aanhondende  droegte  klein  Ueve»,  apea» 
dfg  aanrff  pten ,  en  eenen  bnitengewonen  vrèegen  oogat  vtt- 
oorzaakten,  met  datialiemoedlottigst  gevolg,  dat -aan  vele 
oorden  bijna  mets  van  de  akkers  gekomen  is,  on  metwai- 
nige  nitzondering  de  opbrengst  van  6  •  è  10  moddon  fcr 
batider  niet  te  boven  gtng.    Wannéér  men  bedenkt,  dot  ia 
«de  hooge  zandgronden 'van  het  arrondissement  3mdkmfm 
•en  in  de  landen  van  RtaveHstein  gewoonHjk  vèettieB  ft  vjf- 
«tien  vierentwintigste  gedeelte  van  al  het  vootlianden 
beawland  met  Kogge  beiaaid   wordt,  en  dat  do 
van  dit  jaar  doorgaans  een  derde  en  de  beate  adader  das 
-de  helft  van  een  gewoon  gewas  bedraagt ,  dan  zal  noo  «ck 
«en  denkbeeld. kannen  vormen  van  de  algómeeno  ollènde, 
•welke  daardoor  vetoe^aakt  wordt;  de  landbouw  op- zand» 
^  grond  kan  :niet  in  het  groot  gedreven  worden ,  do  grootsts 
boeren  brengen  in  gewone  jaren  niet  meelr 'dasi.  do  helft 
van  hun  verbouw  tet  markt,  de  andere  helft  hebhen  z§  Ist 
saaijing  en  tet  cdnaum|>tie  vim  het  talrQk  peraonoel  bsnse 
4Egd;   thans,  nu  het  gewas  tot  beneden  do  helft  gehsagt 
is,  hebben   zQ   niet  alleen  volstrekt  niets  te  verkoopea, 
maar  weten  zelfs  niet,   hoe  tot  aan  den  volgenden  oogst 
4e  geraken,  dan   door  bet  gebrnik  van  boekweit,  waaria 
<de  meesten  nog  al  steun  vinden.    Is  dit  na  met  de  groole 
hoeiien  het  geval  ^  dan  zal  men  ligtei^k  konaien  beaeffini) 
boe'  bet  in  de  bedrijven   van   geringeren   omvang,    djo  ne- 
ten achtste  van  het  geheel  uitmaken  jfcmot  gesteld  %wfay  oa 
niet  van  den  ambachtsman,  die  niet  produceert^  togewageii. 


Digitized  by 


Google 


R  o  Q6  E.  38 

,  '<AI  iké^JBmt  me/i^t  4en  oogst  6d  aselft  reeAi  vroeger  ten 
gei^olge  wm  den  gedeeitelijkeii  nuaw'as  van  184&  do^  hak* 
kers  in  de  ittidsiieken  Y«rbekken  te,  bestaat,  met.aeerge* 
fiageiiitseDderiiig,  uit  buit^kadsoh  graan ,  't  welk  nit  ELol- 
JandL  woM  taangevoerd  ^  en  vraanran  de  prijsen  dagelijks  hooger 
«ordeBydaardeaaDVosr,  doorket  besloten  water,  een  gerdimen 
-ti^  l^estremd  werd  en  waardoor  eerlang  totaal  gebrek  xal 


'-  •  Iv  de  ligte  kleigronden  van  de  landen  van  Heusden  en 
^iéëfut  was 'het  tan  'aanaièn  der  Bógge,  die  aldaar  eekf er 
g%mk  koofdprodnot  nitmaakt,  niet  beter  gesteld.  Uit  dé 
xware  Uhagroadèn  wordt  van  een  half  gewas  van  12  A  14 
móddën  gewaagd*. 

Het  graan  is  van  nitmuntende  kwaliteit^  UeinkorreUg  ^ 
droog  en  weegt  van  71  tet  74  ponden. 
-\  Het  inënw  gesaai  is  goed  uitgekoraen,  men  heeft  nftir 
fier  aaadfgraan  dan  gewoonlijk  noodig  gehad.  Sommigen 
eekter  hebben  dit  uH  cninigheid  OTordreven , ,  soodèt  het 
)nj  het  Invallen  van  de.  vorst  wel  goed  docih  dun  te  vèld^ 

Na  de  sndeitwstnelting  en  dade^jk  daarop  weder  gis  velg* 
de  verst 9  waren  in  de  Jaaiote  dagen  van.  December,  vel^ 
aickefs  metieea  ijskorst  overdekt^  hetgeen  algemeen !vpef 
een  ofgnnstig  teeken  wbrdt  gebonden ;  bepaaldelijk' ia  btei^ 
averivog  niets  [te  Éeggen»    ' 

• .  Hieroilder  volgen  de  méledeelingen  van  Jookhc  MARTtfa 
irèJ9  (kjWÈKwn^K^  ié  Fug4: 

-  Bi}  i  den  vrij  laat  ingevallbn  'en  .  bviléngewoèn.  alaebled 
winter,  -was  er  meer  dan  gewoon  veel  Bog^e  «itgéziMud 
gemorden  ^  en  stand  dit,,  gewas y  Trof^  in  het  vooljaar,  niis 
nemend  sidiMi»  eti  j£racbtigteviBtdé;di>nv  omtrent  hiJf  Mei « 
Iwgosi  iiêteetvé  teede  door  4e  aanhondcnde  :di^sogte  en  b0- 
vfga  O.  N.  O.  widden  ^  inzonderheid  o^  de  hoogst  gelegene 
■andakkers  f  Bigtbaar'te  lijden  en  reeds  eenige  verdroogde 
bladeren  ^uder  ,aan.  de.  sjtengels  der. planten  tq  vertoon^n^ 


Digitized  by 


Google 


30  ft  O  6  G  E. 

Welke  teekeneft  van  vervfoegde  aanigping  van  het 
door  de  aanhoadende  hitte  en  droogte,  weuiig  Teimeeideid 
werden ,  ofschoon  de  op  den  9^«^  en  twee  volgende  dagea 
gevallene  n^J8€be  regenbuien  het  gewag  aanmttkelgk  veiw 
kwikten,  dit  kon  echter  (naar  het  soh^nt)  niet  belettn» 
dat  daarna,  hQ  rernieawde  en  aanhondesde  bnitengev 
hitte  en  droogte,  de  halmen  zelve  van  het  graan , 
aangetast  veelal  vemood  r|jpten^  loodat  men  bij  de 
aanrifping  vele  aren  van  onder  aan  den  stengel,  meer  of 
minder  ledig  en  over  het  geheel  b|}  de  inoogsting  aanmer- 
kelijk kleiner  en  Ugter  dan  gewoonlijk  vond*  Ook  Is  men 
bQ  het  dorechen,  ever  het  algemeen,  in  deae  strdDen  ont- 
waar geworden ,  dat  de  scheut  van  het  koon  gansch  niet 
ia  medegevallen. 

Het  wigt  en  de  hooge  prijs  vergoedde  eehter  veeU  de 
minder  ingeoogste  kwantitrit;  waarmede  in  db  hoeCdmmkovo^ 
eenstemmen  de  mededeelingen  van  het  Lid  t  Correepoiidettt  ie 
Eindhoven^  Jonkhr.  van  der  Bbbkbn  Pasukbl.  De  oogst  waa 
gering,  de  hoedanigheid  is  goed,  klein  van  korrel,  iwaar, 
dun  van  bast,  geeft  veel  meel  en  goed  brood,  en  U^ 
hoog  in  prQs.  De  buitengewoon  saehte  winter  heeft  te  weeg 
gebragt ,  dat  men  b^na  |  meer  Rogge  dan  gebnrikel^k 
is,  heeft  knnnen  nitiaaljen;  seer  laat  zag  men  dÜLets 
daarmede  geteeld  worden,  hetwelk  gelnkki^k  ^  den 
oogst  van  groeten  invloed  is  geweest,  die  daardoor  natvuw 
lijk  is  vermeerderd  geworden.  De  groei  was  snel:  gedn- 
rende  den  geheelen  winter  stonden  de  korenveldeii  over* 
heerlijk  sdioon.  Vooruitaiende  landbouwers  hebben  begre- 
pen dat  die  weelderige  wasdom  gedurende  de  wintermaatif- 
den,  nadeeVg  kon  aQn,  omdat  bij  ongenoegsaamheid  der 
mest,  die  toen  niet  dan  karig  was,  het plantenvoedsd  voor 
den  tijd  *reeds  zou  worden  geabsorbeerd:  zij  verkiezen  dat 
de  gtond  eenigen  tijd  uitruste  en  hebben  dan  ook  voor  1846 
geen  goed  jaar  voorspeld.  Dit  kan  wel  iets  hebben  bQgedragen 
tot  het  mislukken  vim  dit  gewas,  waarvoor  eehter  nogi 


Digitized  by 


Google 


R  o  6  6  E.  3t 

andere  reden  beeft  bestaan ,  en '  vel  de  roeit  of  bonig- 
daaaw  zoo  als  anderen  dit  noemen.  De  opbrengst  hi  gemid- 
deld geweest  12}^  mndden  per  bunder. 

Oognnstig  sQn  mede  de  berigten  Tan  den  Heer  F.  tan 
9tJiNH0TEN,  Lid  Correspondent»  ie  Cuyk  bg  Grave. 

Dese  graansoort,  Tolgens  berigt  der  ProTinciale  G>m« 
mistie  Tan  Zeeland,  skehts  in  sommige  gedeelten  der 
ProTinoie  Terbonwd,  werd  onder  deselfde  gunstige  om- 
standigheden als  de  Tarwe  gezaaid,  doch  beeft  geenszins 
aan  de  yerwaehting  dienaangaande  beantwoord;  dezelTO 
heelt  Teel  Tan  het  drooge  Tooijaarssaisoen  te  lijden  ge- 
had-, en  slechts  een  niterst  gering  beschot  opgeloTerd, 
selfs  niet  met  het  prodnkt  der  Tarwe  te  Terge^ 
lijken. 

De  opbrengst  per  bander  wordt  dan  ook  op  niet  hoo- 
ger  dan  op  naianwelQks  T^ftien  mndden  per  bunder  he- 
rdoend; terw^l  de  middelpr^s  OTer  1846  bedroeg /8,77 
per  mpd. 

In  het  district  Goea  is  de  roestziekte  later  tot  staan  ge- 
komen«  en  hoewel  de  opbrengst  beneden  het  middelmatige 
was ,  is  echter  de  oogst  daar  niet  als  mislukt  te  besohon- 
web;  de  korrel  is  goed  en  Toediaanh 

Ook.in  Zuid-Uolland,  heefk,  Tolgens  de  ProTinciale 
Commissie  aldaar,  de  Rogge  algemeen  door  de  roest  gele- 
den, waardoor  dezelTe  naauweliiks  de  helft  Tan  een  ge- 
woon gewas  heeft  opgebragt.  De  kwaliteit  is  echter  zeer 
goed. 

Men  berekent  op  .Goedereede  en  Overflakkeej  in  de 
Beijerlanden^  Lande  van  Siryenen  Dordrecht^  In  Delfi^ 
land  en  bet  ff^esiland  de  opbrengst  op  niet  meer  dan  Tan 
14  tot  15  mudden  per  bunder;  in  de  andere  districten  op 
niet  hooger  dan  Tan  10  tot  12  mndden,  en  maar  zeer  en- 
kele stukken  tot  14  mudden  te  zullen  oploTeren. 

In  Rijnland  is  men  echter  beter  te  Treden  met  de  af* 
knmst  der  Rogge* 


Digitized  by 


Google 


8S  ROG  &E. 

.    'Ja  j^i^prfie.  en  Pulten  19  A%  opbrengst  zeer  ongaliflk 
sis  van  13  tot  22  nuriden» 

Het  Rogge-stroo  \b  uiunxintend  en  oief  daqr. 

De  n^  te  v^lde  sl^aode  Winter- R<>f^  staat  mede  goed, 
voor  zoo  verre,  dezelve  ook  niet  te  slerk  door  de  miüzeii 
is  a%evreten» 

.  De  prijs  der  Rogge/ 8,50,  /9,60  tot/ 10,50  per  WkuL 
,  Dit  gewfu;  is  ^.volgens  bet  medegedeelde  door  het  De- 
f?si^m»At  U  Gr avenhage^  ook  in  het  Westland^  onvoor* 
4eielig  uitgevallen ;  men  kan  de  afkomst,  zoo  van  de  klei- 
a]s  zandgronden,  niet  hooger  dan  10  en  11  mud  per  bvn- 
^r  beramen,  eki  geldt  v;aQ/9,  f9{  tot/ 10.  De  afkomst 
sran  Het  ^froo  is.  Qok  ivbl  2QQ0  ft  ^minder  per  bunder,  das 
van  die  der  Tarwe;  prijs  mede  ƒ9  en/ 10*  De  roest  is 
4e  vopiTmme  oo^za^'  dffc.min  glmstige  uitkomst. 
.  O^k.  op!  d^  z^\kAr^fin  duingtonden  herft  de ,  roest  ziek 
ftjjerk  ^tqc^d;  ;de  Koggeroogst  kan  derhalve  ook  démr  ds 
mislukt  worden  aangegeven,  en  alleen  de  hooge  pojssa 
hebben^  den,  i^rbOuw>^':  esnigziiis  ercbadeloDs  gesteld. 

Ongunstig  ziji$  mede  de  berigten  vain  wege  het  Depatte» 
ment  Rotterda^^^  alsmede  van  Ait.  van  Leydem. 

Volgens  het  DeparliemeAt  Delfts  was  in  het  Westd^k 
d^  9  d^  Rpgge  zped«r.  ujitzondeiing  ongonstig.  ^  Ia  het  Oos- 
t^l^  oa4^rging  dJU  igs^was  een  z waren  ramp,  die  aaB  ho- 
mgd^QUW;  ^  nspbtv^st  if;  toe.  te  schreven,  waardoor  vele 
aren  gebb^l  ledigiUsYr^n,  terwgl  andere  eléchu  weiaigs 
en  dan  veelal  nog  onvol  komene  korrels  voortbragten.. 
'  'iHeit  besehot  waiii  sleehtsï  12  taiudden,  in  het  WesHUad 
10  mudden,  op  enkele  plaatsen  nabij  16  mudden  per  bun- 
der. Prijs/ 9  è/9,50.  Gewigt  70  i  72  Ned.  ponden. 
(.  NB».  In  het  jaar  ISd&w^  het  besehot  23  k  30  mndden. 
-  Volgens  het  Depaiitement  S0sse7éheim,rw£LS  de  Rogge 
hard  van  .korrel  en  blatok^  hel  stroo  kort,  het  beschot  ge* 
nog/  eehter  is  -si^  alhier. Weieif;  van.geteeld: 

Provinciale  Commissie  in  Noord -Hojland.   De  lUggS 


Digitized  by 


Google 


R  o  6  6  E.  83 

keeft  «ver  'tiJgemeen  in  4e  naand'Mei  aan  de  roest  gele- 
den, die  aan  de  bladeren  een  roods (ofachdge  kleor  mede- 
deelde ^  en  sioh  van  hel  onderste  gededte  van  den  halm 
tot  aan  de  aren  uitbreidde.  Dexe  kleur  verdween  van  lie- 
verlede; maar  b(j  en  na  den  bloei t^d  ontwaarde  men,  dat 
de  aren  ligt  en  meer  doorzigtig  bleven,  dan  anders  het 
geTal .  is  omtrent  dien  tyd«  '  Van  toen  af  aan  was  de  ver- 
wachting-gering, en  hoezeer  het  gewas  goed  door  bleef 
groeyeo  en  mea  van  de  roest  niets  meer  vernam,  .zelfs 
geeae^enne^'A;  daaruit  vloeijende  gevolgen  bespeurde,  beeft 
de  uitkomst  de  slechte  verwachting  bevestigd  en  het  Rog* 
ge-gewas  niet  meer  opgeleverd  dan  de  helft  van  gewone 
jaren* 

Vooral  de  akkers,  waarop  in  1845  haver  verbouwd  was 
en  die  in  1846  met  Rogge  beteeld  waren,  hebben  eenen 
ODgunstigen  oogst  geleverd.  De  opslag  van  de  haver  was 
in  den  zachten  Winter  niet  gestorven,  maar  ontwikkelde 
EÏch  later  wederom,  zoodat  de  .Rogge,  met  haver  door- 
mengd  gewonnen  en  ter  markt  gekomen,  naauwel^ks  de  helft 
heeft  opgeleverd  van  den  prijs,  waartegen  anders  de  zui- 
vere Rogge  wordt  afgezet.  Prijs  van  een  NederL  mudde 
ƒ9,50. 

Om  Haarlem^  dus  berigt  ons  het  Departement,  wordt 
de  Kogge,  hoewel  niet  in  groote  noeveelheid,  geteeld;  in 
den  aanvang  stond  dit  gewas  zeer  goed  ep  beloofde  eenen 
goeden  oogst;  later,  welligt  door  de  aanhoudende  droogte, 
leed  de  Rogge  veel  schade  door  de  zoogenaamde  roest,  de 
oogst  viel  daardoor  zeer  tegen,  hoewel  de  hoogere  prijs 
dit  verlies  eeoigermate  vergoed  heeft.  Over  het  algemeen 
v^as  de  Winter-  nog  beter  dan  de  Zomer-Rogge  uitge- 
vallen. 

De  Correspondent  W.  Rok  te  Texel^  deelde  deswegens 
het  volgende  mede.  Nadat  .men  van  de  Rogge,  gedurende 
den  afgeloopen  winter  en  dit  voorjaar  tot  in  Junij ,  de  beste 
verwachtingen  had  mogen  koesteren,  ontdekte  men  in  het 

3 


Digitized  by 


Google 


34  ROGGE. 

begin  dier  maand  daarin  de  roest,  met  het  geToIg  dat  dit 
gewas  geen  half  besehot  beeft  opgeleverd;  siechts  enkele 
akkers  bleven  er  van  bevr^;  over  het  algemeen  kan  men 
de  opbrengst  niet  hooger  ramen  dan  10  mudden  per  bun- 
der; de  korrel  zelve  was  ook  ligt  en  klein;  het  stroo 
was  anders  vrfj  lang. 

De  voornoemde  ziekel(jkbeid  der  Rogge  was  in  dien  he- 
vigen  graad  door  geen  der  hier  aanwetige,  en  daaronder 
onde,  landbonwers  opgemerkt;  algemeen  schreef  men  dit 
toe  aan  het  eerst  bnitengewoon  sachte  weder  en  de  daarop  ge- 
Volgde  koude  en  vochtigheid  van  dit  voorjaar. 

Ook  te  Helder  was  de  kwaliteit  slecht. 

Departement  Ummen.  De  oogst  was  seer  middelmatig 
ter  oorzaak  van  de  roest,  en  heeft  slechts  een  derde  van 
het  gewone  beschot  opgeleverd.  Op  enkele  plaatsen,  welke 
onbesmet  zijn  gebleven,  was  de  oogst  goed,  en  gaf  goede 
winsten,  door  de  bnitengewoon  hooge  prijzen.  De  Rogge 
op  haverstoppels  geteeld,  heeft  onzuiver  graan  opgeleverd 
en  is  tot  halve  prijzen  afgezet,  doordien  de  haver  in  den 
winter  van  1845 — 46  niet  dood  gevrozen,  zich  met  de 
Rogge  vermengd  had. 

De  Hr.  Perk,  te  Hilversum  ^  berigt  dat  de  Rogge  in  het 
begin  van  den  zomer  ^zeer  gunstig  was;  die  echter  het 
best  gegroeid  was,  leed  het  meest  van  de  roestziekte,  gaf 
weinig  koom,  veel  maar  slecht  stroo,  over  bet  algemeen 
geen  half  gewas,  slechts  8  mud  per  bunder  waarvan  an- 
ders 20  kan  komen.  De  kwaliteit  goed  en  zeer  zwaar,  de 
prijs  in  1846  van /7  tot/7,50. 

Volgens  het  Lid  Correspondent  J.  Bouwbian  in  de  Beent" 
sieTj  was  de  roest  aldaar  zeer  algemeen,  en  de  opbr^gst 
slechts  I  van  het  gewone  beschot.  De  kwalititeit  Wfo 
voldoende. 

De  Provinciale  Commissie  van  Utrecht,  heeft  het  on- 
derstaande omstandig  relaas  gegeven:  « 

Dit  gewas  is^  even   als  de  overige  Wintergranen,  ter 


Digitized  by 


Google 


ROGGE.  35 

bekwame  tfjd  gezaaid  geworden  en  voonpoedig  digt  beiet 
op  den  akker  Ce  Toor8cbi)n  gekomen.  Op  sommige  plaat- 
sen was  hetzelve ,  wegens  de  zachtheid  des  weders ,  onge* 
•  meen  welig  opgeschoten,  zoodat  de  akkers  Teeltijds  door 
de  schapen  moesten  worden  afgeweid.  In  sommige  stre- 
ken echter,  vooral  op  de  zware  klei  gronden,  had  de  Rogge 
mede  veel  te  lijden  van  de  slakken,  zoodat  sohnmige  ak- 
kers in  het  vooijaar  moesten  worden  omgeploegd,  om  tot 
Zomer-graan  of  wortelge wassen  te  worden  bestemd. 

Daar  de  nitstoeling,  wegens  de  min  gnnstige  gesteld- 
heid des  weders  in  Maart  en  April,  waardoor  het  gewas 
kier  en  daar  een  geel  en  dor  aanzien  verkreeg,  slechts 
onvoldoende  bleef,  was  zulks  almede  de  oorzaak,  dat  de 
Rogge  in  het  algemeen  dun  op  den  akker  stond. 

Wijders  groeide  dezelve  goed  voort  tot  aan  dén  bloeitijd, 
als  wanneer  zich  vrij  algemeen,  doch  het  sterkst  in  de 
vroeg  gezaaide,  roest  op  de  halmjbladen  vertoonde,  welk 
bederf  zich  ook  tot  aan  de  aren  in  de  kaf  bladen  en  de 
korrel  voortzette.  Dit  bragt  te  weeg,  dat  vele  aren  slechts 
onvolkomen  gevuld,  en  gedeeltelijk  lok>s  of  ledig  zijn  ge- 
bleven. Het  aantal  vimmen  was  ten  gevolge  dezer  oorza- 
ken, beneden  het  gewone,  beloopende  van  17  tot  18  vim- 
men per  bunder ,  en  de  scheut  wordt  over  het  geheel  slechts 
op  I  mud  van  de  vim  geschat,  hebbende  maar  bij  enkelen 
}  mud  opgeleverd.  De  opbrengst  zal  dus  vooral  op  niet 
hooger  dan  een  half  gewas  kunnen  worden  aangeslagen. 
De  inoogsting  heeft  vroegtijdig  en  voorspoedig  plaats  ge- 
had; zij  was,  reeds  in  de  maand  JuniJ  begonnen  zQnde, 
in  het  laatst  van  JuliJ  afgeloopen. 

Het  stroo  is  van  eene  goede  hoedanigheid,  en  bezit  eéne 
matige  lengte,  schijnende  het  roestig  bederf,  waarvoor 
men  gevreesd  had  dat  het  voor  veevoeder  ongeschikt  zod 
z^n  geworden,  daaraan  geen  nadeel  te  hebben  toegebragt; 
het  Cryptogamisch  produkt  is,  tijdens  de  rijping  van  het 
graan,  van  de  plant  verdwenen. 


Digitized  by 


Google 


36  B  O  6  G  E. 

De  hoedanigheid  der  Rog'ge  is  oAgenteen '  deagdsaam , 
en  bezit  eene  ongewone  z^vaarte,  sgnde  er  gedorschen, 
welke  een  gewigt.  had  Vwol  150  halve  Ned.  ponden.  De 
Zoitter-Roggo  had  in  het  voprjaar  nog  meer  dan  de  Winter- 
K<%gc  g^'l^d^'A*  Dezelve  kwam  wel  goed  op,  doch  stoelde 
niet  sterk  uit  De  bloei  was  niet  ongunstig,  doch  de 
vruchtzetting  niet  voordeelig,  deelende  de  Zomer- Rogge, 
evenoeer.  in  de  aandoening  door  de  roestsiekte,  sijnde  vele 
halmen  hierdoor  en  door  de  aanhoudende  droogte,  toege- 
ftlaigen,  en  als  het  ware  genoodrypti  dun  en  slecht  gevold 
gebleven,  terw^l  er  ook  weinig  stroo  van  het  veld  is  ge- 
koAieA^  zoodat  ook  de  opbf'^gst  van  de  Zomer-Bogge 
naaqwelyks  op  meer  dan  j-  mud  per  vim  mag  geschat 
worden. 

'  De  niéuw  gezaaide  Wioter-Rogge  staat  vrij  voordedig, 
eH  de  muizen  hebben  daaraan  minder  nadeel  toegebragt, 
dian  aiu)  de  Tarwe. 

De  prijzen  der  Rogge  «ijn  geklommen  van  ƒ8,  /9  en 
zelfs  tot/ 10. 

Te  Zeyit  heeft,  volgens  den  Heer  Enki^aar,  ie  Rogge 
zeer  vecj  door  de  roest  geleden. 

Met  de  mededeelingen  van  andere  gewesten  komen  over- 
een die  van  de  Provinciale  Commissie  in  Gelderland. 
De  Rogge  was,,  over  het  algemeen ,  beneden  het  middel- 
matige. De  roestziekte,  waardoor  dezelve  in  het  voorjaar 
is  aangetast,  heeft  eerst  voor  een  algemeen  misgewas  doen 
vreezen;  later  vleide  men  zich  met  de  helft  van  eenen  ge- 
wonen.  oogst;  ook  dit  is  niet  bevestigd,  daar  op  de 
meeste  plaatsen  naauwelijks  een  vierde  van  één  Ned.  mad 
gedoreichen  werd,  zoodat  men  het  Rogge-gewas  hoogstens 
op  e^n  der^e  van  eenen  gewonen  oogst  kan  rekenen. 

De.  Winter- Rogge ,  vooral  de  vroeg  gezaaide,  staat  over 
het  ^Igeme^n  gunstig.  De  droogte  in  September  en  Octo- 
her  hebben  er  ^chter  wel  eenig  nadeel  aan  toegebragt. 

Naar  aanleiding  van  ee^ige  waarnemingen  ^  bestaat  bi) 


Digitized  by 


Google 


ROGGE.  37. 

'enkele  liaAtoaweh»  viets»  int  4e  aantteMde  Rogge^opgst 
niet  geheel  vrij  van  de  roest  zQn  zal ,  daar  oip  pliÉHaeKi 
nani^iQk  wau  dtt  kfraüd  zich  in  dezen  Zonur  vtatoaade, 
eo'  toen  het  graan  dezelfde  hoogte  had.  bereikt»  hetzelve 
sieb  reeda  veder  openbaart* 

Volgens  de  bérigton  Tan-  den  fir;  tak  dkr  Aa»  is  de 
Rogge  te  Armkem  ook  door  de  roMt  bezet  geweest,  doek 
OTor  het  algemeen  luct  zoo  sterk  abektera;  de  opbrengst 
kan  door  elkander  op  de  helft  Tan  een  geween  gewas  g» 
ateld  worden;  het  stroo  was  bijzonder  figo  en  Toldoende, 
Trat  de  hooTe^eid  betrof.   , 

Volgens  deHr.  Baron,  tak  Bhakël,  kan  men  de  .epr 
Vreogat  Tan  de  Rogge  niet  meer  dan  een  half  gewab  nsf 
kenen ,  en  heeft  zij  Teel  door  de  roest  geleden* 

In  de  streken  daor  doi  Heer  ^Wttewaai.  bewoond  ia  de 
Rogge  algenpeeo  aangetast  geweest  I04  dé  bladen  door 
de  Dredo  Rubigo  vera  De  Cand.  2p.  de  aren  door  dat- 
zelfde soort  Tan  roest,  alsmede  door  de  Fticoinia  gramims 
Pers. 

Naanwkearige  besehrIjTingen  Tan  beide  de  ziel^ten  zijn 
door  de  Heer  Wttbw aai.  opgemaakt .  en .  gepkatat  imie 
Mededeelingen  van  de^  Geldertohe  MaaisoAapfnf  van  L(m($r 
bauwj  No.  2.  bladz.  45  en  No.  3.  Uadz.  97^ 

Door  een  en .  ander  is  de  Roggeteelt  zeer  slecht  ititgc»- 
Tdlen  en^  moet  op  niet  meerder,  dan  \  Tan.  eeneo  middel- 
matigen  oogs't  berekend  worden* 

Z^'  leTorde  okigeTeer  .20  Tim  per  bander.  De  Ti4i  gaf 
sleohts  25  kop;  de  allerbeste  leverde  SOi  kop.  Het  mud 
woog  68  tot  70  Ned.  S* 

De  Zeenwsehe  Bog^»  na  eedèart  drie  jaren  aldaar  be- 
proefd, neemt  Tolgens. hetzelfde  Lid  Correspondent,  aterk 
toe.  Vooral  gónstig.  heeft  zij  zich  dit :  jaar  onderaf  heiden , 
doordien  dezelve  minder  Taa  de  rdest  is  aangetast  gewos- 
den.  2Uj. leverde  nog  75  kop  per  Tim,iterwV|l  de  gewone 
slechts  .25  tot  60  afwierp.    Het  zaad  is  ^k  nog  zwaarr- 


Digitized  by 


Google 


38  KOGGE. 

der,  maar  het  moet  op  Tettea,  niet  al  te  laadigMi  groné 
gezaaid  worden* 

Dat  de  roestziekte  de  Bogge  stede  heeft  aangetast,  ii 
ook  medegedeeld  door  den  Hr.  Starino  te  Loohem.  De 
Rogge  is  daar,  even  als  elders,  geweldig  door  de  roest 
bezet  geweest.  Van  zeer  voordeelig,  gel^k  zich  de  oogst 
▼oor  den  bloei  deed  aanzien,  is  deze  tot  op  de  helft  vat 
een  goed  gewas  neergekomen,  nameLyk  niet  meer  dan  7 
tot  8  mnd  per  bonder. 

Het  Lid  Correspondent  A.  Lieze,  te  Apddoomy  deek 
mede,  dat  de  oogst  middelmatig  en  het  beschot  \  minder 
was  dan  gewoonlijk.  De  opmerking  is  door  denzel^en  ge- 
maakt, dat  by  sommige  eenzaam  gelegen  boeren»  de  roest 
zich  niet  vertoond  heeft. 

Ook  te  Batenburg  is,  volgens  den  Heer  Gempt,  de 
klagt  over  misgewas  van  dit  zoo  belangr^k  ptodact  alge- 
meen. Op  vele  plaatsen  heeft  het  land  naanwelijks  weder 
zoo  veel  koom  opgeleverd,  als  waarmede  het  is  i>esaaid 
geweest. 

De  opbrengst  is  geweest  3  of  4  op  zijn  hoogst  6  mud- 
den per  bunder.  Het  is  geene  zeldzaamhei  d,  dat  de  bon- 
der  niet  meer  dan  2  mudden  heeft  afgeworpen.  De  kor- 
rel van  uitnemende  kwaliteit,  gewigt  72  ft.  De  prys  in 
October  1846  was/ 9,50  en  in  Januarg  1847/10,25. 

In  Overijssel  kan,  volgens  deszelfs  Provinciale  Coai- 
missie,  dit  gewas,  over  het  geheel,  als  misldkt  beachonwd 
worden.  Ten  gevolge  van  den  a%eloopea  natten  winter 
mogt  men  zich  niet  met  een  gunstig  Bogge-gewas  vleyso, 
hetwelk  zich  echter  na  de  ontwikkeling  der.  planten  in  hst 
Toorjaar,  nog  al  gunstig  liet  aanzien,  en  rekende  men 
alstoen  op  eenen  goeden  bouw.  In  de  maand  Maart  kre^ 
het  gewas  een  schraal  aanzien  en  vertoonde  zich  over  het 
algemeen  dun  op  het  land,  hetwelk  men  aanvankei^k  aan 
koude  nachten  en  bekomende  vorst  teesohreef,  doch  b^j 
het  schieten  der  aren,  ontwikkelde  zioh  eene  b^zondere 


Digitized  by 


Google 


B  Q  G  G  E»  39 

gtoeUuaete  ia.  iM^ve,  en  kwam  het  tot  ee^e  ongewone 
gioette;  tc^oo  den  bloeitiH  en  ^m»  deMelveo  waren  do 
naohten  b^ud;  de  bloei  ontwikkelde  ueh  mH$  en  er  kwam 
eene  gele  stof  aan  de  bladeren  en  den  stengel,  welke  sieb 
am  do  aimi  m»dodoflde;  de  Bogge  Jttoof  niet  of  olecfats 
weinig,   xoo  als  men  snlks  noemt,  «Jade  dit  het  lateq 
vfdleo  wmt  de  Uoeislaif ,  welke  gedeeltelOk  in  de  aar  bleef 
sitten;  d#  iüM(^,  roest  genaamd,  vermeerderde  aterk  en 
deed  yelfs  4e  korrel  «an.    B^eondere  warmte  en  droogte 
deed  de  kpi^rvsl  xeer  fijn  bl^iven,  helgeeo  natonrligk  op  de 
ultkoMisi  of  4e  kwantUeil  nadeeliger  werkte;  de  saivere 
-madgnM^ien  sebynen  bet  meest  yan  deze  kwaal  geleden  te 
bobben,  en  aldaar  wordt  de  opbrengst  op  niet  meer  dan 
«len  Tierde  van*  een  gewoon  gewas   berekend.     Ofschoon 
^pi^atige  akkers  eene  «teer  gMastige  opbrengst  hadden  <^ 
geleuterd ,  en  wel  vooi^nameiyk  ipiddea  op  de  hoogste  ge<- 
deelten   van  dezelve»  wordt  bet  bescbet  in  het  gunstigste 
Aiatclet  Sleenunjk  en  MiSitreken,  op  niet  meerder  dan  12 
mudden  per  bunder  berekend,  doch  in  het  grootste  gedeelte 
der  Provincie  leverde  het  bunder  slechts  van  5  tot  8  mud- 
den koren  af.  Het  stc!Oo  was  ook  minder  dan  een  gewooe 
veij^w»  en  wordt  berekend  op  20  4  25  vimmen  van  de 
:bttiid«r,  en  voor  veevoedef  van  geringe  kwaliteit  geacht. 
Heit  nad  W'trd  onder  giwstige  omstandigheden  ingeoogst, 
^KHiéat  de  kwaliteit  daaf?aa  zeer  goed  kan  genoemd  wor- 
den ,  waardoor  meer  brood  dan  in  verleden  jaar  uit  dezelfde 
■zwearie  kan  gebakken  wofden.   De  prij^  van  hetzelve,  die 
ia  de«i  aanvang  /6J2i  per  mud  was ,  is  sedert  omstreeks 
3kot  / 10   gerenen»     lo  bet  afgeloopen  jaar  werden  222725 
•bunders  m^t  Bc^e  verbouwd,   en  leverde  slechts  6463 

JQle  nimw  «(iigezaaide  Bogge  staat  jm  den  regel  vol- 
doeade ,  olsebooe  dezeli^e  hier  en  daar  met  plekken  is  weg- 
gegaan, iMff^n  men  toescbjrüA  aan  zekere  witte  kever- 
NNorm ,  Wftlke  vroeger  de  jknoUen  en  zetls  de  aardappelen 


Digitized  by 


Google 


40  ROGGE. 

aantastte,  en  aan  de  mnisen;  de  ingevallen  vorst  zal  waar- 
schijnlijk voordeelig  op  het  gewas  werken,  en  wanneer  de 
winter  en  het  voorjaar  gnnstig  zijn,  kan  de  aanstaande 
oogst  goed  worden. 

Hieraan  sluit  sich  het  berigt :  deswegens  door  het  De- 
partement Deventer. 

Van  St.  Anna  Parochie,  Prov.  Vriesland,  wordt  ge- 
meld dat  men  e?en  als  bij  de  Winter-Tarwe,  ook  bi}  de 
Rogge  dit  jaar  een  schraal  gewas  en  ligt  stroo  had ;  waar- 
bij in  het  voorjaar  of  bet  begin  van  den  zomer  zich  nog 
de  roest  voegde.  Ofschoon  geene  stukken  daarvan  geheel 
verschoond  waren,  was  deze  omstandigheid  evenwel  hier 
en  daar  zoo  erg,  dat  men  het  op  eenen  aanmerkelijken  af- 
stand kon  zien.  Correspondent  meent  evenwel  dat,  in  de 
Grietenij  Ferwerderadeel  dit  ongemak  zich  meer  dan  ia 
deze  en  andere  Grietenijen  vertoonde,  terwijl  zulks  in  de 
wondstreken  boven  al  het  geval  was. 

De  opbrengst  was  gering,  de  hoogere  prijs  vergoedde 
echter  eenigermate  dit  nadeel. 

De  uitkomst  der  Rogge-teelt  was,  ook  Inidens  andere  berig- 
ten,  in  Vriesland  ellendig.  Volgens  het  Lid  Correspondent 
W.  VAN  Pëyma  te  Ternaard ,  zijn  vele  veMen  geheel  mis- 
lukt, en  de  opbrengst  was  in  het  geheel  ver  beneden  een 
middelmatig  gewas.  Een  eigenaardig  rood  uitslag  op  sten- 
gel en  bladen  scheen  de  hoofd-oorzaak  van  die  mislukking. 

De  Provinciale  Commissie  van  Groningen  meldt  het 
volgende.  Dit  graan,  dat  na  koude  en  drooge  winters  dik- 
wijls zulk  eenen  rijken  oogst  oplevert,  schijnt  van  d«i 
zachten  maar  natten  winter  van  1845 — 1846  veel  nadeel 
ondervonden  te  hebben.  Het  had  vooreerst  op  de  klei  van 
de  slak  geleden  ,  en  vertoonde  in  het  voorjaar  een  bolstaand 
en  spichtig  gewas.  Op  de  zandgronden  stond  het  aanvan- 
kelijk gunstiger,  maar  het  bleek  ook  hier  dat  het  een  be- 
ginsel van  ziekte  in  zich  had.  Althans  én  op  de  klei-  én 
op  de  zandgronden    (hoewel  het  meest  op  de  meer  natie 


Digitized  by 


Google 


ROGGE.  41 

en  ongezonde  deelen  van  den  akker,    inzonderheid  op  de 
wend  akkers)   zag  luen   de  halmen  bij    de  eerste  warmte 
spillig    opschieten,     waardoor   men   reeds    dadelijk    voor 
schaarsCe  van   stroo  vreesde;   maar  daarenboven  ontdekte 
men  zeer  algemeen  de  roest  (Uredo  rubigo)  op  de  bladen, 
die    daardoor  een   ziekelijk*geel   en   roestkleurig    aanz  en 
verkregen.   Dit  kwaad  begon  zich  reeds  in  het  begin  van 
Mei  (1)  te  vertoonen,    maar  was  tn   de  tweede  helft  dier 
maand   vrij  algemeen,    vooral  op  het  bovenvlak  der  bla- 
den.   De  onderste  bladen   waren   op    het  laatst  van  Mei 
reeds    geheel  verwelkt  en   ook   de  bovenste   bladen   door 
deze    ziekte  aangedaan.    Bij   hèt  begtn  der  bloeijing  ver- 
spreide dit  kwaad  zich  ook  op  de  aar,  en  wel  hoofdzake- 
lijk op  de  binnenzijde  der  kafblaadjes  (g/umae)  en  kiep^ 
jes  (vahulae) ,  ja  tastte  ook  enkele  vruchtbeginsels  zelve 
aan,    en  was  als  een  geel   poeder   op    de   stempels  zelve 
zigtbaar;  waardoor  vele  bloempjes  vooral  de  onderste  en 
bovenste  van   iedere  aar  misdroegen  en  ook   die,   welke 
nog  vrucht  aanzetteden ,  eene  bekromperi  korrel  opleverden. 
De   opbrengst  was  op  niet  meer   dan  8-^10  mudden   per 
bunder,    dus  op   weinig  meer   dan    een   derde  van  eenen 
gewonen  oogst  te  rekenen.  Bij  goede  oc^ten  dorscht  men 
gewoonlijk  één  mud   Rogge  van  6  of  7  hokken,  elk   van 
12  schoven.  Thans  had  men  daartoe  15  of  20  hokken,  ja 
op  sommige  plaatsen  nog  meer  noodig. 

Het^  stroo  was  schaars,  doch  overigens  goed  ingeza- 
meld, daar  het  roest  bij  enkele  regens  daarvan  als  afge- 
wasschen  werd,  en  den  grond  der  Roggelanden  geheel  en 
al  als  met  een  roestkleurig  poeder  bedekte.  De  Roggekor- 
rel was  ,  wel  is  waar ,  klein ,  maar  hard  en  droog  gewon- 
nen, wegende  van  64 — 66  N.  ponden.  De  marktpr^s  was 


(1)  In  België  was  dit  reeds  (usschen  20—26  April  op  dé  Rogge 
zigtUaar.  fAe  een  belangrijk  artikel  over  deze  ziekte ,  door  L.  G.  TliK- 
"TiRiHCS  iD  de  botanische  Zeiiung^  1846  p.  62t->681. 


Digitized  by 


Google 


42  B  O  6  6  E« 

door  dkander  Beer   goed  te  noemai,  /9fS0  ƒ0,00  co 
daarboven. 

De  Zomer^Rogge  wae  niet  veel  uitgexaaid  en  deelde  in  dea 
siekelijken  toestand  en  geringe  opbrengst  der  Winter-Rogge. 

Hier  volgen  uit  betselfde  Gewest,  de  berigten  over  dit 
gewas,  van  den  Correspondent  IL  H.  dk  H^an,  omtrent 
Appingadam  en  Hogesand. 

Met  Winter-Rogge  was  in  den  herfst  van  1845  de  ge- 
wone oppervlakte  gronds  bexet.  De  veelvuldige  regens  na 
den  zaaityd,  maakten  den  bodem  digt  en  slemperig,  en 
verhinderden  dat  de  zaad  bestelling  overal  naar  eisch  kon- 
de  geschieden.  Door  den  zachten  winter-  en  het  gonatige 
weder  in  April  en  Mei  werd  veel  hersteld,  en  waren  er, 
met  uitzondering  alleen  der  late  zaaisels,  uitzigten  op 
eenen  redelijken  oogst.  Deze  lioop  werd  echter  weiras 
door  de  roestziekte  verydeld.  In  Mei  begon  zich  die  ziek- 
te te  openbaren ,  welke  later  eene  zoo  vreesselijke  vernie- 
ling ten  gevolge  had.  Voor  zoo  verre  de  zaadzetting  daar- 
door niet  werd  verhinderd,  bleef  bij  gebrek  aan  behoorlijk 
voedsel ,  de  korrel  uiterst  klein ;  terwijl  om  diezelfde  re- 
den eene  ontydige  rijpwording  volgde.  Het  noodlottig  ge- 
volg hiervan  was,  eene  b^jna  gebeele  mislukking  van  den 
oogst  op  vele  percelen.  Van  het-laatstgezaaide  wordt  voor- 
al op  de  zandgronden  veelal  naauwelijks  bet  zaaizaad  te- 
rug bekomen.  Op  de  zavel-  en  gemengde  gronden  was  het 
algemeen  iets  beter  en  gaf  nog  vroeg  gezaaid ,  een  welig 
gewas ,  en  eene  opbrengst  van  ruim  10  mudden  per  bunder. 

De  kwaliteit,  vooral  door  het  drooge  weder,  is  beter  uit- 
gevallen dan  men  verwacht  bad.  Het  gewigt  is  van  64  tot 
67  «.   De  prys  van  66  «/7,Ö0— /9,25. 

Van  bijna  gelgken  inhoud  waren  de  mededeelingen  over 
dit  gewas ,  ons  toegezonden  door  het  Lid  S.  P.  van  der 
Tuujc,  te  Oldambt  en  Westerwolde,  die  echter  ook  in 
bedenking  geeft ,  of  niet  als  oorzaak  van  het  mislukken 
mede  behoojnen  in  aanmerking  te  komen  eenige  kleine  W9r- 


Digitized  by 


Google 


ROGGE.  43 

man ,  met  het  bloote  oog  naauwel^kg  te  ontdekken  in 
bet  bovenste  gedeelte  van  den  wortel  aanwezig,  ten  ge- 
volge waarvan  het  gewas  van  gebeele  akkers  is  bedorven* 

Van  den  Coirrespondent  J.  C.  Billroth  wordt  de  roest «  als 
seer algemeen  in  de  Uogge  waargenomen  z|j  ode,  opgegeven.  Of 
nu  deze  reest  ook  oorzaak  van  de  geringe  opbrengst  zij ,  kap 
men,  naar  het  gevoelen  van  Correspondent  niet  bewyzen,  aan- 
g^eB  de  bloeijing  en  het  stuiven  zeet  goed  plaats  vond.  Wfj 
voor  onSf  zegt  Corr. ,  nemen  liever  aan,  dat  de  geripge  opbrengst 
der  Rogge  voor  een  groot  gedeelte  moet  gezocht  worden 
in  de  spoedige  rypwording  en  het  afsterven  van  den  stengel  ^ 
waardoor  aan  de  korrel  de  toevoer  van  vochten  tot  voe- 
ding te  spoedig  heeft  opgehouden,  en  daardoor  als  het 
ware  in  zgnen  wasdom  is  gestuit  geworden.  De  ondervin- 
ding wil  dat  het  stroo  (denkelyk  door  de  woekerplan^es) 
voor  paarden,  als  voeder  nadeelig  is. 

Gel^ke  oi^^anstige  berigten  omtrent  deze  kuituur  zijn  ge- 
geven door  het  Lid  Correspondent  Kbinders,  voor  zoo 
veel  aangaat  het  voormalige  MunAigo^Kwarlierj  tbans  kan- 
ton Bedum. 

De  Provinciale  Commissie  van  Drenthe  deelde  mede, 
dat,  alhoewel  men  over  bet  a]geme0n  kan  aannemen, 
dat  de  Winter-Rogge  gewoonlijk  ruim  ^  meer  opbrengt 
dan  de  Zomer- Rogge,  in  1846  het  omgekeerde  heeft 
plaats  gehad.  Reeds  vóór  dat  de  Rogge  in  bloei  kwam, 
vertoonde  zich  een  roode  roest  op  het  loof;  dit  ongemak 
nam  gedurende  den  bloeitijd  inzonderheid  der  Winter-Rog- 
ge sterk  toe.  Daarenboven  was  het  weder,  hetwelk  sich 
destjyds  door  buitengewone  stilte,  helderheid  en  hitte  on- 
derscheidde, voor  het  zetten  des  korrels  ongunstig.  Het 
sch^t  bieraan  te  moeten  worden  toegeschreven ,  dat  er 
zoo  weinige  korrels  in  de  aren  gezet  ^u^  en  dat  er  veel 
van  die ,  welke  reeds  gezet  waren  ,  door  de  roest  z^a 
verteerd  en  te  niet  gegaan. 

De  opbrengst  der  Winter-Rogge,   die  van  eene  buitan- 


Digitized  by 


Google 


44  ROGGE. 

gewone  beste  kw&Iiteit  is ,  bedraagt  gemiddeld  10  mud  per 
bunder,  z^ne  minder  dan  de  helft  Tan  een  gewoen  Ter- 
bonw  en  die  der  Zomer^Rogge  12  mudden  het  bnnder. 

De  opbrengst  Tan  stroo  was  niet  VoMoende. 

De  prifs  der  Rogge  heeft  in  1846  bedragen  tot  Angoa- 
tos,  gemiddeld /7,50  en  later /9è/10  de  mod. 

De  Heer  VmmeH)  Lid  Correspondent  in  de  Kolonie  Tan 
Weldadigheid,  scherft  dat  de  opbrengst  der  Rogge  seer 
gering  was ,  als  zijnde  Tan  826  bunders  die  dawmede 
bezaaid  waren  ,  niet  meer  dan  6536  mudden ,  dat  is  om- 
trent 8  mudden  Tan  het  bunder,  of  omtrent  de  lielft  Tan 
een  gewoon  gewas,  geoogst 

De  zaaitijd  was  TrIJ  gunstig  en  de  winter,  zoo  als  be- 
kend is ,  zacht ,  ten  gevolge  waarvan  de  Rogge  in  Bbart 
buitengewoon  schoon  en  voortreffelijk  stond ,  en  men  zich 
reeds  met  eenen  aanstaanden  ruimen  oogst  begon  te  Tlei- 
jen ;  het  minder  gunstige  weder  in  het  laatst  dier  maand 
en  in  April  deed  de  Rogge  wel  eenigzins  terug  gaan, 
doch  zou  zich  wel  hebben  hersteld ,  bij  het  sehoone  we- 
der Tan  Mei  en  vervolgens ,  ware  niet  de  algemeene  zid^- 
te,  bekend  onder  den  naam  Tan  rood  of  roest  daarover 
gekomen.  Over  de  oorzaak  en  waren  aard  dier  ziekte  is 
reeds  veel  geschreven  en  acht  Corresp.  het  daarom  onnoodig 
bierbij  op  nieuw  stil  te  staan;  genoeg  zij  het  te  zeggen, 
zoo  als  uit  de  hierboven  gedane  opgaven  genoegzaam  Ufjkt, 
dat  de  gevolgen  allemoodlottigst  zQn ,  zf^de  over  het  al- 
gemeen in  de  naburige  dorpen  buiten  de  koloniën,  naar 
OTenredigheid  nog  minder  Terkrc^n. 

Overigens  is  de  Rogge  fijn  van  korrel  en  redeigk  zwaar, 
doch  vooral  meelr^k  en  levert  veel  brood.  -    * 

Aanvankelijk  bestond  bQ  de  Hoofd-directie  der  Maat- 
schappij van  Weldadigheid  het  denkbeeld  of  de  ziekte  ook 
van  inTloed  kon  zijn  op  de  deugdzaamheid  der  Rogge  alt 
zaaizaad?  dan  vooraf,  genomeiie  proeven  schonende  onge- 
grondheid dier  vreeze  voldoende  aan  teioonen,  en  de  goede 


Digitized  by 


Google 


R  o  G  G  E  —  e  A  R  S  T.  45 

opkomst  on  groei  van  dat  zaad ,  heeft  dil  later  ▼olkomeii 
bevestigd. 

De  Heer  Steinfobt,  te  Smilde  deelt  mede:  Dit  gewas  liet 
ten  aaasien  vaa  z)jne  prodactie,  wat  kwantiteit  betreft,  zeer 
veel  te  wenschen  over,  wijl  men  den  verbouw  op  naanwe- 
li}k8  de  helft  van  eene  middelbare  opbrengst  zal  mogen 
schatten ;  het  zoogenaamde  rood  of  roest  zal  hiervan  wei- 
ligt  als  de  oorzaak  moeten  worden  beschouwd;  hare  hoe- 
danigheid was  aitmnotend,  wegende  van -65  tot  70  Ned. 
ponden,  terwylde  prgs  per  mad  tot  10  galden  opliep* 
Het  Ter  dient  nogtans  opmerking  dat  de  bakkers  ongeveer  12 
Ned«  penden  brood  per  mudde,  6ot;en  gewone  tijden  hebben 
kunnen  uitleveren.  Het  tegenwoordig  aanzien  van  op  nieuw 
bezaaide  gronden  met  Win  ter- Rogge,  belooft  veel,  daar 
alles  als  't  ware  met  een  digt  groen  dons  is  beslagen  y 
zoo  selfs  dat  onen  op  vele  Esch-landen  schapen  en  varkens  tot 
i^seheriDg  ziet  weiden ;  eene  omstandigheid  naar  het  schijnt, 
daaruit  voortgekomen ,  dat  er  latndboowers  worden  gevonden* 
éie  het  zpogenaamd  mudde^laad  met  het  mudde-zaad  heb« 
ben  bespreid ,  zonder  in  aanmerking  te  nemen  dat  het  ge- 
tal xaadkerrels,  thans  van  kleiner  volume,  een  grooter 
aantal  per  inudde  daarstelt. 

3.  GARST*  De  Provinciale  Commissie  van  Limburg 
berigt,  dat  de  Winter-Garst  eene  zeer  v^rdeelige  opbrengst 
heeft  g^even,  zoo  in  hoeveelheid  als  in  hoedanigheid,  en 
het  stroo  was  overvloedig  en  lang;  in  het  algemeen  kan 
men  de  opbrengst  op  30  mud  per  bunder  berekenen,  en^ 
eeiMge  akkers  gaven  tot  35  &  38  mudden. 

De.  Zomer-Garst  gaf  aldaar  ook  een  goed  gewas  vair 
omtrent  20  mudden;  dit  graan  wordt  er  zeer  weinig  ge- 
teeld. 

De  Winter-Grarst  is,  naar  luid  der  berigten  van  de 
Provinciale  Commissie  van  Noord -Br  aband,  hoezeer  de 
ted   in  de  laatste  jaren  veel  versninderd  ei|  thans  van  wei*» 


Digitized  by 


Google 


46  6  A  R  S  T. 

nig  belang  is,  tamelijk  vrel  gelukt.  Dezelve  had  in  de 
zware  kleilanden  minder  door  de  droogte  dan  andere  ge- 
wassen geleden,  en  de  opbrengst  wordt  berekend  op  28 
tot  35  mudden  per  bunder  te  hebben  bedragen.  Het  graan 
bij  gunstig  droog  weder  ingezameld ,  is  van  goede  kwali- 
teit en  de  prys  van  omstreeks  ƒ7  per  mud  is  zeer  be- 
moedigend. Met  de  Zomer-Garst  in  de  kleigronden  wai 
het  minder  gunstig  gesteld ;  door  de  sterke  droogte  wai 
de  grond  te  hard  geworden,  zoodanig,  dat  er  scheuren  in 
ontstonden,  zoodat  de  wortels  geen  voedsel  konden  ▼»- 
krijgen ;  het  stroo  was  zeer  kort  gebleven  en  de  aren  klein. 
Uit  de  landen  van  AHena  wordt  het  beschot  op  12  a  18 
mudden  per  bunder  opgegeven. 

Niettegenstaande  de  hitte  in  de  zandgronden  op  de  Zo- 
mer-Garst nadeeltg  gewerkt  heeft,  heeft  dit  gewas  toch 
tamelijk  wel  voldaan,  en  kan  in  vergel^king  der  Rogge, 
als  vrij  wel  gelukt  beschouwd  worden.  Het  graan  is  wel 
Kgt  en  spits,  doch  dit  wordt  door  de  kwantiteit,  die  men 
op  25  &  30  mudden  per  bunder  berekenen  mag  en  vooral 
ook  door  den  prijs  van/6  gerugsteund. 

Vele  landlieden  die  hun  eigen  brood  bakken,  vermengen 
j-  of  j-  Garstemeel  onder  het  Roggemeel ;  het  daarvan  ko- 
mende brood  staat  in  alle  opzigten  met  dat  van  enkele 
Rogge  gebakken  gelijk,  doch  men  heeft  opgemerkt  dat  het 
eenigzins  vroeger  droog  wordt. 

Te  Cuyk  bij  Grave  heeft  deze  kuituur  maar  een  half 
goed  gewas  opgeleverd ,  volgens  berigten  van  het  Lid  Cor- 
respondent F.  VAN  Dutnhovï:n. 

Volgens  de  berigten  van  de  Provinciale  Commissie  van 
Zeeland,  viel  de  Winter-Garst  vrij  voordeelig  uit;  de- 
zelve wierp  ruim  stroo  en  goed  graan  af,  zoodat  men  door 
één  deszelfs  opbrengst  op  veertig  mudden  per  bunder 
Échatten  kan. 

^et  hetzelfde  kan  omtrent  de  Zomer-  en  Maartsehe 
Garst  worden  medegedeeld;  die,  uit  hoofde  van  de  laiig- 


Digitized  by 


Google 


G  A  R  S  T.  47 

dnrige  droogte,  lich  swak  en  schaam  vertoonde,  en  of- 
sehoon  de  deugd  van  het  graan  voldoende  werd  bevonden, 
was  de  opbrengst  van  stroo  zeer  gering,  xoodat  dit  gewas 
geenszins  als  voordeelig  kan  worden  opgegeven ;  men  schat 
het  product  op  naauwel^ks  twintig  madden  per  bunder. 

De  middelprijzen  zijn  geweest: 

Win(er*Garst  ƒ  5,35  per  mud. 
Zomer-Garst       5,00  per  mnd. 

Uit  het  district  Goes  deelt  men  mede,  dat  de  Winter* 
Garst  waarvan  het  stroo  niets  geleden  heeft,  goed  is  uit- 
gevallen ,  doch  niet  zwaar  is :  dat  het  stroo  om  de  hard- 
heid min  geschikt  is  voor  veevoeder;  de  Zomer-Garst  heeft 
een  min  gonstigen  oogst  opgeleverd. 

De  Provinciale  Commissie  van  Zuid-Holland  deelt 
mede,  dat  de  Winter-Garst  op  Goedereede  en  Overflakkee 
Koo  wel  ia  hoeveelheid  als  in  kwaliteit  gunstig  is  uitge- 
vallen, en  rekende  men  dat  dezelve  49  mudden  per  bun- 
der zou  opbrengen.  De  Maartsche  Garst  geeft  een  minder 
beschot,  en  wordt  niet  hooger  dan  op  40  mudden  be- 
rekend. 

Zomer-Garst  is  een  slecht  gewas ,  en  zal  niet  meer  dan 
26  madden  van  geringe  kwaliteit  opleveren. 

Öp  Vowme  en  Puiten  en  het  eÜBikA  Ro%enhurg^  rekent 
men,  dat  de  Winter-Garst  het  beste  van  alle  granen  is 
uitgevallen.  Zomer-Garst  is  aldaar,  gelijk  in  de  andere 
districten,  maar  zeer  matig  uitgevallen ,  zoowel  in  op- 
brengst als  in  kwaliteit. 

In  de  Beijerlanden  en  Lande  van  Slrijen^  wordt  de- 
zelve berekend  op  30  mudden  per  bunder. 

In  Rijnland^  den  Alblasserwaard^  Lande  van  Arkel 
en  Vtanen  is  de  kwaliteit  redelQk,  doch  de  korrel  klein, 
uithoofde  der  groote  hitte. 

In  Delfsland  en  het  We$iland\%  de  Winter-Garst  goed 
uitgevallen,  en  men  berekent  de  afkomst  op  40  madden 
P^r  bunder. 


Digitized  by 


Google 


48  6  A  R  8  T. 

.    De  Zomer-Gargt  slaagde  maar  middelmatig,  en  zal  niet 
meer  dan  20  mudden  opbrengen. 

De  te  veld  staande  Winter-Garst  heeft  veel   te  lljdcs 
gehad  van  de  muizen. 

Bevigt  Ycm   het  Departement  '^  Gravenhage. 
lo.    Over  naakte  Garst. 

Even  als  de  gewone  Zomer,  is  ook  de  naakte  Garst 
een  ligt  gewc^s  gebleven,  ja  levert  zelfs  nog  minder 
op,  namelijk  16,  18  a  20  mud,  en  weegt  ook  4  è  5  Ned. 
®  ligter  dan  in  1845.  Hetzelve  is  nu  70  é  72  Ned.  S, 
en  men  bereidt  dezelve  weder  tot  brood,  vermengd  met 
TarWe.  Ook  op  zich  zelve  gebakken,  is  het  zeer  Tol* 
doende,  de  voorraad  js  natuurlek  nog  klein,  daar  er  al- 
thans niet  meer  dan  10  bunders  zijn  geteeld;  het  gajit 
spaarzaam  van  de  hand,  tegen  / 8  en  ƒ9. 
-  Men  staat  nog  toe  om  deze  Garstsoort,  als  mestifig, 
zonder  belasting  te  doen  malen. 

2o.  Over  gewone  Garst. 
.  Zonder  dat  men  de  uitkomst^der  Garst  slecht  kan  noe- 
men, is  dit  gewas  algemeen  ligt.  Door  de  droogte  du 
opgekomen  én  weinig  uitgestoeid,  had  men  naanweljjks  de 
helft  des  voeders  van  het  vorige  jaar,  dus  weinig  maar 
goed  stroQ  toor  voeder.  De  afkomst  is  20  &  25  mad  per 
binder;  prijs  van/ 5,75  tot/6;  en  de  chevalier,  meest 
voor  de  Pelderijën  gezocht,  tot/6J-  è/7  het  mod. 

In  het  bijzonder  heeft  het  ongunstige  voorjaar  nadeelig 
gewerkt,  zoodat  dit  gewas  eerst  laat  aan  het  vatten  is  ge- 
komen^ en  door  de  daarop  gevolgde  droogte,  dun  is  ge- 
bleven. 

Het  Departement  Rollerdam  berigt,  dat  de  Winter- 
Garst  daar  wéinig  is  geteeld^  doch  een  middelmatig  be- 
schot heeft  opgeleverd. 

Opbrengst  per  bunder  20  mudden. 

Gemiddelde  prijs  /6,50  per  mnd. 

Zomer-Garst  heeft  een  klein  beschot  opgeleverd  van  IS 


Digitized  by 


Google 


6  A  R  8  T.  49 

toi  20  midden  per  bander.    Cremiddelde  priji  /  5,25  tot 
ƒ6  het  mud. 

In  het  Departement  Delfty  Westelijk  gedeelte,  waren 
gewas  en  kwaliteit  slecht. 

In  het  Oostelijk  gedeelte: 

Daar  een  groot  deel  der  velden  met  Wintergewassen 
bezet  was,  is  de  Zomer**6arstbouw  niet  uitgebreid  ge- 
weest Het  gewas  heeft  veel  nadeel  geleden  van  de  droogte; 
het  stroo  is  kort  gebleven  en  de  aren  waren  klein,  het 
beschot  is  derhalve  niet  groot,  maar  de  kwaliteit  voldoende» 
De  Winter-Garst  heeft  daarentegen  een  oitmuntend  gewas 
opgeleverd;  derzelver  afkomst  kan  op  60  mndden  per  ban- 
der gerekend  worden. 

Beschot  in  beide  gedeelten  der  Zomer-Garst,  25  mud- 
den per  bunder.    Prijs  /  5,75.   Gewigt  62  Ned.  ponden. 

In  1845  was  het  beschot  38  &  40  mud. 

Het  Departemeut  Leyden  berigt,  dat  de  Garst  dit  jaar 
goed  is  uitgevallen.  Vooral  in  het  tweede  district  is  de 
knltnur  algemeen. 

In  Noord-Holland   is  de  Winter-Garat  redelijk  inge- 
oogst  en  leverde  een  gewoon  beschot  van  goede  hoedanig* 
heid  en  selfs  de  opbrengst  was  ongemeen  voordeelig,  ja  van  ' 
45  tot  52  mudden  per  bunder. 

De  Zomer-Garst  is  minder  gunstig  uitgevallen;  wel  kwam 
de  oogst  goed  binnen,  doch,  ten  gevolge  van  den  droegen 
Zomer,  was  het  gewas  ligt  en  smal  van  korrel,  zoodat  op 
vele  plaatsen  de  opbrengst  niet  meer  dan  ^  van  eenen  ge- 
wonen oogst  was. 

Op  sommige  plaatsen,  als  onder  Leymuiden  en  Bloe* 
mendaalj  is  men  echter  beter  voldaan;  onder  Petten  en 
op  Terschelling  zelfs  bij  uitstek.  Van  het  laatste  eiland 
is  dit  gewas  tegen  ƒ5  per  mud  willig  uitgevoerd. 

De  Winter-Garst  was,  naar  't  berigt  van  den  Hr.  W.  Bor, 
over  bet  algemeen  goed,  vooral  wat  betreft  de  kwaliteit; 
het  beschot* was  zeer  ordinair. 

4 


Digiti 


zed  by 'Google 


50  G  A  R  S  T. 

Zomer-Garst  was  minder  voordeelig,  ja  leverde  voor 
len  geen  half  gewas  op ,  daar  toch  ook  de  korrel  ligt  en 
smal  was;  het  beschot  Yan  de 

a.  Winter-Garst  was  dooréén  28  mud  per  bunder. 

6.    Zomer-Garst      »  »        18     »       »         » 

Marktprys.   a.  Winter-Garst /6{.. 
b.  Zomer-Garst    »  5|. 

Het  Departement  Limmen  berigt»  dat  de  oogst  redelQk 
wel  is  geslaagd;  de  Zomer-Garst  was  matig,  en  gaf  door 
4e  sterke  droogte  gering  beschot;  de  Winter-Garst  daaten- 
tegen  gaf  rijkelgk,  op  sommige  plaatsen  iel£i  van  45  lot 
52  mudden  per  bmider. 

Volgens  het  Lid  Correspondent  J.  Boüwbian  in  de  Seew^ 
sier  9  is  de  WInter-Garst  goed  geslaagd ;  de  kwaliteit  was 
be^t;  de  opbrengst  gemiddeld  48  mudden  per  bunder» 

Zomer-Garst  ia  hier  weinig  verbouwd  en  heeft  een  slecht 
beschot  opgeleverd;  slechts  30  è  34  mudden  per  bunder. 

In  de  Provincie  Utreèht  is  de  Winter-Garst  den  wis- 
ter  goed  door  gekomen ,  hoewel  de  slakken  er  in  den  herfirt 
van  1845  veel  achade  aan  hadden  toegebragt,  en  stoelde 
in  het  voorjaar  voordeelig  uit.  Ofschoon  om  denielfdeft 
i^d  als  de  Tarwe  geel  geworden  zijnde,  had  toUeb  ech- 
ter op  den  voortgang  geen  zigtbaar  nadeeligen  invloed. 
De  bloeitijd  was  mede  gunstig,  en  de  zaadzetting  naar 
behooren.  De  inoogsting  geschiedde  even  als  die  der  ove* 
rige  granen,  vroegt((dig  en  levert  de  Garst  bij  den  donch 
eene  vrQ  goede  scheut  op,  namelijk  van  1 — 1^  mud  per 
vim. 

.    Over  bet  str^o  i^  men  insgelijks  even  zeer  te  vreden, 
zynde  op  22  tot  23  vimmen  van  het  bunder  geschat. 

Zomer-Garst  ig,  voor  zoo  ver  die  slechts  in  eene  ge- 
ringe hoeveelheid  verbouwd  wordt,  wegens  de  droogte, 
slecht  geslaagd. 

De  pqjzen  zQn  geweest  van/ 5/5,50  4/6. 

In  Gelderland  was  de  Winter-Garst  van  besie  kwa- 


Digitized  by 


Google 


G  A  R  8  T.  51 

liteit  en  wordt  betekend  op  20  tot  22  mnd  per  bunder  op» 

gpebragt  te  hebben. 

De  Zomer-Garst  wat  van  mindere  kwaliteit,  ligtenwan- 

kleorig;  de  opbrengst  was  gering.    Door  de  hitte  was  de- 

selve  te  schielijk  rijp  geworden,  en  heeft  daardoor  noch 

▼eel,  noch  xwaar  koren  opgelererd. 

Be  xoogenaande  Jeruêolemêcke  Garst  begint  meer  en 

meer  in  aanmerking  te  komen,  daar  deselve  nitmnnt  door 

vwaar  en  veel  koren.    De  uitgezaaide  Winter-Gantf  staat 

▼oordeelig. 

De  Hr.  Baron  tan  Brakxl  te  Idenden^  meldt  dat  dit 

^was  goed  gelnkt  is. 

De  Heer  Wttewaal  deelt  mede,  dat  de  Winter-Gant 
door  het  IJsselwater  is  verdronken.  Het  land  had  veel  ge* 
leden,  kon  slecht  worden  voort>ereid,  en  dien  ten  gevolge 
was  ook  de  Zomer-Garst  niet  best  uitgevallen ,  welke 
daarmboven  door  de  langdurige  droogte  al  te  spoedig  rQp 
werd.  Zij  leverde  30  vim  per  bunder;  de  vim  g^ 
iO  kop. 

Ten  gevolge  van  den  boegen  waterstand,  volgens  het 
Lid  Correspondent  Gempt,  te  Baienburg^  was  in  sommige 
gemeenten  veel  winter-koren  verdronken,  waarvan  het  land 
weder  omgebouwd,  vervolgens  met  Zomer*Garst  is  beiaaid 
geworden.  Het  gewas  van  de  Zonier-Garst  was  tamelyk 
goed.    Hetzelfde  geldt  van  de  Winter-Garst. 

In  Overijssel  is  de  Winter-Garst  over  het  algemeen 
middelmatig  geslaagd;  in  sommige  districten  wordt  het 
verbouw  zelfs  zeer  goed  genoemd.  Ofschoon  de  Zomer* 
Garst  ook  een  vrij  goed  verbouw  heeft  opgeleverd ,  is  de- 
Belve  echter  iets  minder,  en  het  stroo  kort  gebleven;  de 
kwaliteit  is  ligt,  hetwelk  wordt  toegeschreven  aan  de  aan- 
houdende droogte,  kort  na  den  zaaitijd  ingevallen.  Men 
berekent  de  opbrengst  van  een  bunder  van  15  tot  25  mud- 
den naar  de  verschillende  districten;  1982  bunders  waren 
met  dit  gewas  beiet,  en  derzelver  opbrengst  wordt  op  1298 


Digitized  by 


Google 


52  G  A  11  S  T. 

lasten  gerekend.  De  marktprijs  is  van  /4,75  tot  /5|7S. 
De  uitgezaaide  Winter-Garst  doet  zich,  do<Nréén  getekeni, 
goed  yoor. 

Het  Departement  Devenier  heeft  omtrent  dit  gewas  geen 
ongunstige  berigten  geleverd. 

Te  5/.  Anna  Parochie^  in  Friesland,  was  bij  vele  landboi- 
wers  dit  product  een  der  Toordeeligste,  uithoofde  men  nekbg 
vrij  hoogen  prijs  der  Garst  over  een  matig  beschot  raogt  to- 
heugen.  Daar  waar  men  evenwel  de  Garst  of  lage  wat» 
achtige  gronden  had  verbouwd,  was  deze  uitkomst  op 
verre  na  zoo  bemoedigend  niet^  van  daar  het  groote  ver- 
schil dat  men  dit  jaar  in  de  resultaten  van  dit  voortbresg- 
sel  ontwaart. 

^Sommigen  brengen  het  schot  tot  op  48  mudden;  andflRi 
slechts  op  32  mudden  per  bunder;  gemiddeld  schat  men^ 
ïelve  evenwel  op  38  mudden  per  bunder. 

.  Het  gewigt  derzelver  was  echter  uitmuntend,  bedragtde 
voor  het  meerendeel  62  k  64  Ned.  tt  het  mud.  De  pipi 
roet  verhoogde  markten  bedroeg  ƒ  6,50  tot  ƒ  7,50  per  mi'* 

Van  wege  het  Oost-  en  Noordelijk  gedeelte  der  ProfSf- 
cie  Vriesland,  deelt  de  Heer  Wqrp  tan  Petha  mede, 
'dat  de  Winter-Garst  onder  de  best  geslaagde  vmchtei 
behoort. 

In  Groningen  is  de  Winter-Garst  zeer  overvloedig  ii 
1845  uitgezaaid  en  uitnemend  door  den  winter  gekovcs; 
doch  reeds  in  het  najaar  leed  zij  hier  en  daar,  vooral  ep 
de  klaverlanden ,  van  de  slak;  terwijl  ook  die  velden, 
welke  het  water  niet  behoorlijk  lieten  doorzinken,  door 
de  langdurige  vochtigheid  in  den  nawinter  en  door  4^  daarij 
komende  koude  in  April,  niet  dan  een  geel  en  xiekeljk 
gewas  vertoonden.  Op  de  drooger  liggende  gronden  waB 
dit  echter  beter,  en  ook  op  de  overige  velden  herstelde 
2ich  dit  alles  boven  verwachting,  soodat  men,  alles  te  is- 
men genomen,  een  matig  goed  gewas  van  Winter-Gaitt, 
hoewel  met  niet  veel  stroo,  heeft  gewonnen.   In  de  tweede 


Digitized  by 


Google 


6  A  R  8  T*  S3 

helft  vau  Blaart  en  het  begin  van  April  (1)  bad  men  hier 
en  daar  wel  eenigen  roest  (zoo  het  scheen  dezelfde  soort 
als  die  9  welke  op  de  Rogge  later  zoo  algemeen  is  roor- 
gdcomen)  opgemerkt,  maar  dit  herstelde  zich  weder;  de 
later  ontwikkelde  bladen  aan  den  steng,  en  de  aar  zelve 
Ueven  gezond,  zoodat  wij  hiervan  geene  nadeelige  uit- 
werkselen op  den  oogst  hebben  knnnen  bespeuren.  Wan- 
neer die  roest  zich,  zoo  wel  als  big  de  Rogge,  later,  te- 
gen den  bloeityd  had  ontwikkeld,  zouden  de  gevolgen 
daarvan  veel  meer  te  vreezen  geweest  zijn. 

Van  de  droogere  zavelgrondeU  uit  het  Noorden  en  Noord- 
Westen  der  Provincie,  en  van  de  hoogere  klei-  en  polder- 
landen, die  het  water  wel  laten  doorzinken,  luiden  de  be- 
rigten  het  gunstigst.  Men  rekende  daar  algemeen  40  mud 
Tan  het  bunder,  en  graan  van  eene  goede  kwaliteit  tot  een 
gewigt  van  54 — 60  ponden  te  hebben  ingezameld. 

Minder  gunstig  was  de  opbrengst  op  de  meer  in  het 
midden  en  Westen  der  Provincie  gelegene  zware  en  dik- 
wijls lang  het  vocht  behoudende  kleigronden,  waar  de 
groote  afwisseling  van  langdurige  vochtigheid  en  sterk 
aanhoudende  droogte  meer  nadeel  schijnt  gedaan  te  heb- 
ben dan  op  de  zachtere,  straks  genoemde  akkers.  Het  stroo 
bleef  in  het  voorjaar  hier  lang  ziekelijk  en  het  gewas  gaf 
niet  meer  dan  eene  zeer  middeliAatige  opbrengst,  door  el- 
kander op  30  mudden  van  het  bunder  te  schatten;  met 
uitzondering  van  eenige  streken ,  die  nog  voor  en  na  door 
regenbuijen  in  den  zomer  verfrischt  waren  geworden,  eii 
waar  het  gewas,  zoo  als  in  het  Westerkwartier,  iets  beter 
stond. 

Doch  overal  gaf  het  bijzonder  gunstige  weder  bfj  iën 
oogst  het  voordeel,  dat  de  hoedanigheid  van  stroo  en  graan 


(1)  Ook  in  de  ProTincie  Luik  in  België  heerschte,  volgens  een  bij- 
zonder schriJYen  van  den  Hoogl.  Horren  te  Luik,  de  roest  zeer  alge- 
meen op  alle  winler{p*anen  in  de  tweede  helft  van  de  maand  Haart. 


Digitized  by 


Google 


B4  G  A  R  S  T. 

leer  blank  en  goed  was.    De  prijs  Tan  het  graan  was 
/4,60  è/6,75. 

Bfaartegarst  was  niet  dan  in  geringe  hoeveelheid  nitge- 
naidy  daar  de  veelyoldige  regens  in  Maart  en  April  bet 
land  geheel  ongeschikt  voor  dexe  saaying  gemaakt  bad« 
den  9  waarom  de  opbrengst  van  dese  Garstsoort»  in  dit 
jaar  als  seer  onbelangrijk  moet  beschouwd  worden. 

Zomer-Garst  was  in  eene  matige  Iioeveelbeid  nitgesaaid, 
doch  over  het  algemeen  niet  gelukkig  geslaagd.  Op  de 
kleigronden  die  na  de  veelvnldige  regens  snel  opgedroogd 
waren,  was  de  oppervlakte  van  den  grond  moeijjemk  te 
bewerken  en  bQna  niet  fijn  te  kragen,  loodat  bet  gesaai- 
de  slecht  opkwam.  Doch  ook  op  de  liglere  gronden  j  waar 
het  genaide  meer  getykmatig  opkwam  en  minder  ongsa- 
atig  is  voortgekomen  s  leed  het  gewas  later  aeer  van  de 
droogte  en  overal  schoot  de  halm  soo  spoedig  in  de  aren, 
dat  het  stroo  don  en  kort  en  de  opbrengst  beneden  bet 
middelmatige  bleef.  Men  aal  het  door  elkander  op  niet 
meer  daa  20 — 25  mndden  van  het  bander  knnnen  schat* 
ten,  en  ook  de  kwaliteit  van  de  korrel,  waarvan  het  ge- 
wigt  ongeveer  50  Nederlandsche  ponden  per  mud  was,  liet 
ved  te  wenschen  over.  Over  dit  laatste  was  men  nog  al 
het  best  te  vreden  op  de  leemacbtige,  voor  Zomer-  en 
Knobbe-Garst  bijxoader  geschikte  zandgronden,  te  JSToren» 
waar  de  korrel  vrij  vast  was  en  waar  het  gewigt  van  54 — 56 
Ned.  ponden  bevonden  is. 

De  prijs /4  è /5. 

Het  stroo  is  dengdaaam  doch  niet  overvloedig.  . 

Hieraan  sluiten  de  mededeelingen  van  de  Leden  Correa- 
ponden:  Als  H.  H.  Haan,  over  jÉppingttdam  en  Hoge%cmd^ 
en  van  bet  Lid  S.  P.  van  der  Tuuk,  te  Oldambi  en  fFeS' 
ierwolde  en  J.  C.  Billroth. 

In  Drenthe  is  de  Zomer-Garst  voor  eigen  gebroik  ver- 
bouwd en  vrij  goed  bijgekomen;  er  wordt  geen  Winter- 
Garst  verbouwd. 


Digitized  by 


Google 


jGARST.  —  BOEKWEIT.  5& 

In  de  KidoniSn  van  WeMadigheid  beeft  de  Zomef-G«rsl 
éooi  de  Btetke  droogte  Teel  geleden,  en  ie  alsoo  het  ge* 
was  niet  groot  geweest.  Te  Ommersohana ,  waar  desa 
▼mcht  hoofdxakelijk  gevonden  werd,  heeft  cij  roim  17 
mudden  van  het  bonder  gegeven;  of  nog  bijna  3  madden 
meer  dan  in  1845  over  al  de  Koloniën.  Hoezeer  het  een 
klein  gewaa  ia  geweest,  vermeent  men  in  de  gegeven  om- 
fltandigheden  daannede  te  'vreden  te  kunnen  sDn. 


4.  BOEKWEIT.  De  Bocdsweit  bleef  in  Limburg  door 
de  groote  droogte  xeer  lang  in  de  aarde;  hoogstens  een  derde 
derselve  kwam  op  den  gewonen  t|jd  te  voorsch^n.  Na  een 
weinig  regen  kwam  een  tweede  gedeelte,  en  eindelgk  na 
eene  hevige  onweérsbni,  het  overige  saad  op.  Zij  leverde 
eene  ongewone  hoeveelheid  stroo.  Doch  de  eerst  opgekb* 
mene  plant  bloeide  en  rijpte  door  de  droogte  en  warmte 
neer  vroi^,  en  een  groot  gedeelte  Boekweit  viel  af  eer  de 
laatste  opkomst  rijp  was.  DesEe  eerste  alleen,  was  volko* 
men;  het  laatste  gedeelte  bloeide  4  of  5  wdcen  en  gaf 
korrels  sonder  meel ;  het  beloofde  dos  zeer  veel,  doch  gaf 
▼eel  minder  goed  graan  dan  in  een  middelaiatig  jaar,  en 
niet  meer  dan  9  è.  10  mud  per  bnnder  van  zware  korrels* 
Het  stroo  en  het  overvloedig  kaf  of  de  ligte  korrels  lever- 
den veel  voedsel  voor  het  hoomvee;  de  beschaduwde  ak- 
kers hebben  eene  betere  opbrengst  gegeven  dan  die,  welke 
aan  sterken  zonnescliyn  waren  blootgesteld,  en  wel  tot 
15  è  16  madden  ^  het  weder  begunstigde  zeer  de  inza- 
meling. 

In  Noord^Braband  kwamen  alle  Icocrels  op,  waar-» 
door  het  gewas  te  digt  stond,  hetgeen  voor  niet  goed  wordt 
beschouwd,  wQl  de  Boekweit  vooral  uit  de  zijspranken 
moet  komen ,  die  door  de  buren  verhinderd  worden  zich 
te  ontwikkelen. 

Door  de  droogte  niet  terug  gehouden ,  bleef  de  Boek- 
weit sterk  doorgroe^fen,  en  beloofde  op  het  einde  van  Julij. 


Digitized  by 


Google 


66  BOEKWEIT. 

eenen  bniteogtwoon  oirervloedigen  wfpiU  Door  den  regen 
in  Augustus  gevallen  en  'onweersbuien  kwamen  er  eene 
groote  menigte  nieuwe  bloemen ,  die  dadelf)k  korrelden  en 
door  anderen  gevolgd  werden,  soodat  men  aan  deselfde 
plant  r^pe,  half  r^pe  en  groene  korrels  vond.  Hi^door 
geraakte  men  omtrent  bet  tijdstip  der  maaijing  in  verle- 
genbeid;  die  vroeg  maaiden  hadden  een  bescbot  van  18  k 
22  mudden  per  bnnder,  terwijl  zij,  die  veertien  dagen  la- 
ter maaiden  en  sich  de  gedeeltelijke  rijzing  der  eerst  ge- 
rypten  getroostten»  een  beschot  van  28  tot  35  mudden 
hadden.  Men  kan  het  gemiddelde  produet  op  een  last  per 
bunder  stellen* 

Van  al  de  voortbreugselen  in  de  zandgronden,  is  de 
Boekweit  dit  jaar  verreweg  bet  voordeeligste;  het  graan  is 
blank,  droog,  van  goede  kwaliteit  en  wigtig.  Tot  hoisel^k  ge- 
bruik wordt  de  Boekweit,  hoewel  gewoonlijk  |  minder  in  prijs, 
met  de  Rogge  gelijk  gesteld.  De  pap ,  die  des  morgens  ea 
des  avonds  gebruikt  wordt,  bestaat  uitmelk  en  Boekweiten- 
meel.  Voor  middagkost,  vooral  bij  het  gemis  van  Aardap- 
pelen, wordt  spekkoek,  hier  struif  genaamd,  gegeten,  ea 
tot  varkensmesting  wordt  aan  Boekweiten-meel  de  voor- 
keur gegeven.  Daarom  is  bet,  dat  in  den  tegenwoordigea 
tijd  bijna  geen  Boekweit  ter  markt  wordt  gebragt. 

De  berigten  van  deo  Heer  Martini  tan  OuwERZEiur  ko- 
men hiermede,  wat  de  hoofdzaak  aangaat,  genoegzaam  over- 
een.   De  opbrengst  was  24-^^25  mudden  per  bunder. 

Alsmede  die  van  den  Heer  tan  der  Bebken  Pastebl. 

Te  Cuyck  by  Grave^  stond  zij  algemeen  zeer  goed, 
doch  kwam  ook  weinig  ter  markt  om  de  algemeene  behoef- 
te onder  den  boerenstand. 

In  Zuid -Holland  wordt  de  Boekweit  weinig  geteeld; 
alléén  uit  Rijnland  meldt  men,  dat  Üj  algemeen  goed  it 
uitgevallen. 

En  uit  Goeder eede  en  Overflakhee:  dat  zij  een  tame^jk 
goed  gewas  heeft  opgeleverd;  de  opbrengst  per  bunder,  Is 


Digitized  by 


Google 


BOEKWEIT.  n 

op  36  mudden  te  flchatten ;  ook  is  dexelve  van  zeer  goede 
kwaliteit. 

In  den  omtrek  van  Rotterdam  wordt  de  Boekweit  zeld- 
laam  geteeld;  zij  heeft  echter  een  goed  beschot  en  wigt 
opgeleyerd.  Gemiddelde  prijs  ƒ  2,25  per  last  of  / 7, 50  per 
mud. 

In  Zeeland  wordt  zij  weinig  verbouwd;  overigens 
stond  zij  nitmnntend ,  en  gaf  ruim  20  mudden  per  bunder; 
de  middelprjjs  was  /  7.17  per  mud. 

In  Noord -Holland  was  het  gewas  voordeelig. 

Deberigten  van  den  Heer  Perk,  te  Hilversum^  wegens 
Laren  en  in  den  omtrek,  z^n  gunstig;  te  Hilversum  is 
dit  gewas  goed  geslaagd;  de  kwaliteit  is  zeer  goed  en 
zwaar,  de  prys  van  fS  tot  / 10. 

Door  het  redelijk  wel  slagen  en  de  hooge  prijzen  heeft 
dit  gewas  in  het  Gooi  den  nadeeligen  bouw  van  de  Rogge 
veel  vergoed. 

Daar  de  akker,  voor  dit  gewas  bestemd,  goed  kan  wor- 
den toebereid,  en  daar  men,  door  den  regen  niet  belet  werd 
het  land  behoorlek  los  te  maken  en  van  onkruid  te  zuive- 
ren, is  in  de  provincie  Utrecht  de  Boekweit  goed  in  de 
versch  omgeploegde  voor  kunnen  worden  gezaaid,  en  in 
opgang  gekomen.  Waar  zulks  verzuimd  werd ,  heeft  men 
twee  opgangen  gehad,  die  veel  verschilden,  daar  de  eer- 
ste opgang  door  het  gunstige  weder  reeds  begon  te  bloei- 
jen,  terwQl  de  tweede  pas  begon  op  te  komen,  hetwelk 
in  sommige  streken  de  opbrengst  heeft  benadeeld.  Van  de 
in  eenen  opgang  opgekomene  Boekweit  is  het  gewas  over 
het  geheel  gunstig  geweest;  doch  ook  deze  heeft  somwij- 
len, ten  gevolge  der  voortdurende  warmte  nog  eene  tweede 
Uoe^ng  ondergaan ,  hetwelk  voor  de  zaadzetting  niet  voor- 
deelig, en  voor  de  inoogsting  moegelijk  was.  Het  gunsti- 
ge weder  échter  heeft  de  maa^ing  reeds  in  het  begin  van 
de  maand  September  kunnen  doen  beginnen  en  geregeld 
doen  voortgaan.  Op  sommige  kleigronden,  alwaar  het  ge- 


Digitized  by 


Google 


S8  BOEKWEIT. 

was  ongdljk  was  «^gekomen,  en  daarb^  Iviger  te  TeM« 
gebleven,  beeft  de  Boekweit  veel  van  de  muilen  geleden. 

Uitgezonderd  de  genoemde  omstandigheden  en  behalve 
de  bedoelde  kleigronden,  waar  de  Boekweit  bovendien  in 
den  opgang t  door  aanhoudende  en  sterke  droogte,  over  bet 
geheel  werd  tegengehouden,  en  waardoor  sij,  bij  gesif 
van  zaad ,  niet  meer  dan  een  matig  voeder-gewas  opleverde, 
is  de  Boekweit ,  in  het  algemeen  genomen ,  zoowel  op  de 
zavelachtige  als  de  zandgronden,  voordeelig  geslaagd,  ei 
heeft  eene  goede  scheut  opgeleverd,  namelijk  van  •}  tot  1 
mud  en  meer  van  de  vim.  Het  zaad  is  mede  goed  van  kwa- 
liteit. Men  schat  de  opbrengst  in  sommige  streken  op  25 
mudden  per  bunder  door  elkander. 

In  den  omtrek  der  stad  Rhenen^  alwaar  de  Boekweit^ 
door  het  onweder  en  den  hagelslag  op  den  7  Augustus 
grootendeels  was  verwoest ,  is  dezelve  echter,  bij  den  lang 
aanhoudenden  zomer,  nog  beter  geslaagd  dan  men  vooi^ 
loopig  had  kunnen  denken. 

Door  de  gunstige  uitkomst  van  dit  zomergewas,  in  vei^ 
band  tot  de  booge  prijzen ,  zijn  vele  landbouwers  in  de 
zandstreken,  welke  wegens  misgewas  en  ziekte  onder 
de  schapen  in  vorige  jaren ,  in  een  verachterden  toestand 
waren  geraakt ,  wederom  opgebeurd.  De  prijzen  waren  van 
f  7.00  tot  /  8.00  het  mud  ,  en  hooger. 

Om  Zeyst  is ,  volgens  den  Heer  Enklaar  ,  de  Boekweit 
vrQ  wel  geslaagd ,  vooral  op  velden ,  die  eenige  beschat- 
ting  tegen  de  schrale  Oosten  winden  in  den  eersten  bloei- 
tijd genoten.  Op  de  hooge  openliggende  vlakten  heeft  de 
eerste  bloem  grootendeels  doof  gebloeid,  maar  de  latere 
heeft  door  gunstiger  weder  vrij  goed  aangezet.  Om  (deze 
reden  is  aldaar  de  eenige  dagen  later  dan  gewoonlijk  ge- 
zaaide beter  geworden,  dan  die,  walke  op  den  joisten  tjgd 
in  den  grond  gekomen  was. 

In  Gelderland  was  de  Boekweit  b|j  menschen  geheu- 
gen nooit  zoo  voordeelig  geweest ,  wat  de  hoeveelheid ,  de 


Digitized  by 


Google 


BOEKWEIT.  (» 

hoedanigheid  en  de  roimé  opbreagit  van  stroo  betreft.  De- 
selTe  sette  volkomen ,  tot  de  laatste  bloem  toe;  werd  allerge- 
lokkigst  binnen  gehaald  en  leverde  van  1  tot  1^  mud  van 
de  vim  op.  Onder  Epe  dorschte  een  landbouwer  13  mnd 
van  7  vim.  Het  gewigt  was  2  è  3  ft  zwaarder  dan  ia  het 
vorige  jaar. 

Onder  Winter9tuijk  en  Aalten  was  men  vooral  te  vreden 
over.de  fijnkorrelige  Brabandsche  Boekweit,  die  de  ge- 
wone meer  en  meer  begint  te  verdringen. 

Omtrent  het  goed  gelukken  bij  Arnhem  en  Lienden  sQn 
berigten  van  den  Heer  Bobidé  van  D£R  Aa  en  den  Heer 
Baron  van  Brakel. 

Evenioo  van  den  Heer  Wttewaal»  te  Voorst.  De  bun- 
der gafSOvimen  meer,  op  enkele  bunders  heeft  men  tot  50 
vim  gehad.  De  vim  leverde  75  kop  xaad  gemiddeld.  Het 
saad  weegt  ongeluk  van  60  tot  70  Ned.  ft  het  mud. 

De  Boekweit  maakt  in  die  landstreken  een  sesde  ge* 
deelte  van  den  verbouw  uit« 

De  Correspondent  Libse,  te  Apeldoorn  berigt,  dat  men 
lich  geen  jaar  herinnert  dat  de  Boekweit  zoo  voordeelig 
heeft  gestaan,  zoo  zwaar  geladen  en  zoo  voordeelig  inge* 
oogst  is. 

Evenzoo  de  Heer  Staring,  te  Lochem^  en  het  Lid  Cor- 
respondent Gempt,  te  Balenburg» 

De  Boekweit  heeft,  volgens  de  Provinciale  Commissie, 
en  het  Departement  Deventer  in  Overijssel,  eenen  uit- 
muntenden uitslag  opgeleverd.  Het  stroo  was  lang;  zQ  le- 
verde ved  zaad,  en  is  goed  ingeoogst.  De  korrel  is  hQ- 
zonder  goed,  zoodat  de  opbrengst  van  de  Zand- Boek  weit 
in  vele  districten  op  één  last  per  bunder  wordt  berekend^ 
en  de  5417  bunders,  4803  lasten  hebben  opgebragt. 

In  dé  kleistreken  had  de  felle  zonneschijn  en  sterke 
droogte  eenig  nadeel  toegebragt,  en  hier  en  daar  waren  op 
den  10  Julij  sommige  akkers  verhageld.  Als  eene  bijzon- 
derheid kan  vermeld  worden,   dat  in  de  omstreken  van 


Digitized  by 


Google 


60  BOEKWEIT. 

Steenwijk i  Boekweit  is  gezaaid,  en  rQp  geoogst  gewa- 
den van  land ,  hetwelk  hetzelfde  jaar  een  Rogge-oogst  luid 
geleverd.  Ook  de  Veen-Boekweit  slaagde  nitmantend, 
selfs  het  stroo  was  mede  bijionder  goed,  terwijl  meestal 
ÜO  mudden  van  het  bunder  is  ingezameld;  1747  bnnden 
▼een  werden  dit  jaar  gebrand  voor  dit  verbouw,  en  lever- 
den 1824  lasten  af;  de  pr^  was   van /6  tot/8,25. 

Zij  was  in  Groningen  voortreflfelfjk ,  zoo  op  het  zand 
als  op  het  veen.  Beide  zQn  op  het  gunstig  oogstweder 
zeer  goed  binnen  gebragt,  zoodat  dit  gewas  als  in  alle  op- 
zigten  wel  gelukt  mag  beschouwd  worden..  Ook  de  hoe- 
danigheid van  beide  was  goed;  het  gewigt  67  6  70  Ned. 
ponden.  De  opbrengst  kan  genuddeld,  per  bunder,  begroot 
worden  op  30  mudden  voor  de  zand-  en  25  mudden  voop 
de  veen-Boekweit. 

De  oorzaak  van  deze  gunstige  uitkomsten  zal,  naar  ons 
inzien,  moeten  gezocht  worden  in  de  afwezigheid  van  ram- 
pen, zoo  als  nachtvorsten  in  het  voorjaar,  die  deze  ge- 
voelige plant  anders  zoo  dikwijls  treffen ,  en  in  het  dnar- 
zame  warme  en  drooge  zomerweder  met  weinig  storm  en 
weinig  donderbuljen ,  zoo  als  dit  anders  hoogst  zeldzaam 
alhier  plaats  heeft. 

Ook  geldt  dit  van  jtppingaulam  en  Hoge%and^  volgens 
den  Correspondent  H.  H.  de  Haan,  en  van  het  Lid  Cor-« 
respondent  S.  P.  van  der  Tuuk,  te  Oldambt  en  WeS' 
tertuolde. 

Ook  van  de  Provinciale  Commissie  van  Drenthe  zl{n- 
zeer  gunstige  mededeelingen ,  zoowel  omtrent  de  Zand- 
Boekweit,  waarvan  de  opbrengst  per  bunder  30  muddea 
bedraagt,  als  ten  aanzien  van  de  Yeen-Boekweit. 

De  prijs  bedraagt  van  6  tot  8  gulden  het  mud; 

In  de  Koloniën  van  Weldadigheid  is  geen  gewas  beter 
geslaagd,  en  maar  zelden  was  daar  het  verbouw  zoo  greot 
als  dit  jaar,  zgnde  van  de  88  bunders,  welke  daarmede 
in  het  geheel  bezaaid   waren,   geoogst  1565  mudden  o£ 


Digitized  by 


Google 


BOEKWEIT.  —  HAVER.  61 

l^na  18  mud  van  het  bunder;  wanneer  men  hierbf]  denkt 
dat  onder  die  88  banders,  56  bandera  ongeenhiveerde 
veenlanden  gevonden  worden,  waarvan  sommigen  reeds 
Toor  de  6*,  7*  of  8«  maal  gebrand,  en  das,  soo  als  men 
dit  noemt ^  aitgeboekweit  zijn,  dan  sal  bet  niet  vreemd 
Toorkomen  als  van  enkele  stukken  lot  30  madden  van  bet 
bunder  sijn  verkregen.  Het  weder  was  dan  ook  voor  dit 
gewas  van  bet  branden  der  veenen  af,  lot  aan  den  oogst- 
tijd, allergunstigst. 

De  opbrengst  der  Veen-Boekweit  was  in  de  streek  van 
Smilde^  algemeen  naar  wenscb  en  boven  aller  verwach- 
ting. Op  de  Veen-Koloni^n  sQn  geXvone  arbeidslieden  ge- 
weest, die  voor  bun  eigen  hoofd  meer  dan  200  Ned.  mud- 
den hebben  ingesameld;  iets  hetgeen  vele  armen  lieden 
eene  niet  gekende  welvaart  heeft  aangebragt.  Het  pro- 
dact  was  van  goede  kwaliteit  en  leverde  gemiddeld  20 
mndden  per  bunder,  wegende  van  68  tot  70  Ned.  ponden. 
De  marktprgs  liep  van  6  tot  7  gulden  bet  mud. 

5.  HAlVER.  Omtrent  dit  gewas  berigt  de  Commissie 
Yan  Limburg  dat  het  stroo  kort  en  niet  overvloedig 
was ,  doch  veel  gaf  en  eene  goede  korrel  had ,  en  omtrent  35 
mud  per  bunder  leverde;  op  eenige  vochtige  akkers  was 
de  hoeveelheid  stroo  ook  voldoende,  hetgeen  de  groote 
droogte  als  oorxaak  van  de  algemeene  schaarsheid  van 
stroo  doet  betrachten. 

In  Noord-Braband  was  ook  in  dit  jaar  wederom 
mericwaardig  het  verschil  van  het  Havergewas  in  klei-  en 
sandgrond.  In  de  zware  kleigronden  van  de  Schelde  tot 
aan  den  Biesbosck  is  in  de  nieuwe  landen  de  JBaver  uit- 
muntend gegroeid;  bi)  swaar  lang  stroo  gaf  sij  vaak  een 
beschot  van  50  mudden  per  bunder.  De  soogenaamde  oude 
landen  der  ligte  kleigronden  deelden  geheel  in  het  lot  der 
zandstreken,  namelQk  dat  door  de  aanhoudende  droogte 
het  gewas  bigsonder  slecht  is  uitgevallen.    HierbQ  komt 


Digitized  by 


Google 


62  HAVER. 

nog*  dat  men  dit  jaar  hetirifde  bederf  beapevrd  beeft» 
waarvan  wQ  in  het  verslag  van  het  vorige  jaar  gewaagdeiiy 
namelijk  het  geel  worden  der  lissen  en  een  soort  van  ver- 
sterf van  het  stroo,  drie  k  vier  weken  vödr  de  rQpwor- 
ding.  Men  kan  dit  van  denxelfden  aard  heschonweay  hoe- 
wel in  eenen  minderen  graad ,  als  hetwelk  op  de  Bogge  boo 
noodlottig  gewerkt  heeft,  soodal,  indien  men  dezen  ramp  ia 
xyne  verschijnselen  nagaat  en  met  de  Rogge  vergdijkt^  er 
niet  aan  te  twijfelen  valt  of  bet  is  dezelfde  kwaal ,  die 
men  met  den  naam  van  roest  bestempelt.  Hoe  dit  si)n  moge, 
de  uitwerkselen  s^n  over  het  geheel  bedroevend  geweest» 
loodat  de  opbrengst  gemiddeld  een  half  gewoon  gewas  niet 
te  boven  is  gegaan.  Eene  gonstige  nitiondering  vindt  men 
echter  in  de  vroeg  voor  half  April  gezaaide  Haver;  deze 
had  vóór  de  sterke  droogte  het  land,  zoo  als  men  het 
noemt,  onder  zich;  zij  was  namelQk  reeds  zoo  hoog  opge* 
groeïd,  dat  de  zon  niet  meer  op  den  grond  kon  schenen, 
het  gewas  door  de  hitte  minder  leed ,  en  een  beschot  vaa 
30  è  36  mudden  per  bunder  gaf. 

De  prijs  der  Haver  wordt  van  dag  tot  dag  hooger. 

Door  den  hoogen  waterstand ,  en  het  bezwijken  der  polder- 
dijken, heeft  men  dit  jaar  in  de  gemeenten  langs  den 
Maa$dijk  wdlnig  Haver  kunnen  zaaijen. 

Jonkhr.  Martiki  van  Ouwbrkerk  berigt  dat  dit  geww 
wel  voldaan  heeft.  • 

In  de  streek  van  Eindhoven  is,  volgens  den  Heer  viz 
K>ER  Bbekzn  Pasteel  de  Haver  slechts  middelmatig  ge- 
weest. Het  stroo  bleef  kort ,  de  korrel  was  ligt,  terwQl 
er  tusschen  de  vroeg  en  de  laat  gezaaide  daaromtrent  wtt* 
nig  verschil  heeft  bestaan.  De  zomerhitte  was  al  te  sterk 
en  te  aanhoudend  om  een  beter  resultaat  te  kunnen  ver- 
wachten. Op  lagere  en  waterhoudende  gronden  zag  men 
hier  en  daar  goede  Haver  groeigen  en  rijpen;  dit  is  echter 
•  eene  uitzondering  geweest,  terwQl  daarentegen  menige  te 
laag  liggende  akkers  weinig  hebben  opgebragt;  25  mad- 


Digitized  by 


Google 


HAVER.  63 

d«i  per  boiider  was  over  het  algemeen  de  opbreogsC  yan 
dit  gewas,  hetgeen  voorzeker  nog  de  verwaehting  heeft 
overtroffen. 

De  Haver  is  in  Zuid-HoHand  op  Goedereede  en  Over^ 
flahkee  goed  uitgevallen;  men  berekent  de  opbrengst  al- 
daar op  56  mudden  per  bunder;  ook  is  de  korrel  blank 
eok  swaar. 

In  de  Beierlanden  en  Lande  van  Strijen^  is  de  Ha- 
ver redelijk  geslaagd  en  wordt  de  opbrengst  niet  hooger 
dan  op  36  mudden  berekend. 

Op  Foome  en  Putien  en  op  het  eiland  Rozenburg  is 
de  Haver  zeer  slecht  uitgevallen  en  Ujna  mislukt,  wor- 
dende aldaar  op  niet  hooger  dan  van  15  tot  26  mudden 
gerekend  en  dan  is  zij  nog  ligt  van  kwaliteit. 

In  Belftsland  en  het  Wesilandj  den  JZwtjndrtcAischen 
Waardj  Lande  van  IJsselmonde  en  in  Rijnland j  heeft 
de  Haver  mede  maar  een  zeer  middelmatig  gewas  gege- 
ven ,  veroorzaakt  door  de  langdurige  droogte  en  zware  zo- 
merhitte,  en  wordt  de  opbrengst  berekend  van  25  tot  30 
mudden  per  bunder.  Kort  van  stroo  en  de  korrel  ligt. 
De  prijs  van/3,75  tot/5,20  per  mud. 

Het  Departement  '«  Gravenkage  berigt,  dat  de  Haver 
ligter  is  dan  gewoonl^k,  doch  beter  dan  de  Garstsoorten; 
het  stroo  is  mede  zeer  geschikt  tot  voeder.  De  afkomst 
der  hier  bedoelde  lage  of  voedersoorten,  kan  men  niet 
hooger  dan  30  mudden  bepalen;  prijs/ 3,50  ^/3,75,  op 
eene  wigt  van  40  &  42  Ned.  S  per  mud. 

De  Haver  heeft  algemeen  het  meeste  door  de  droogte 
geleden,  en  op  vele  plaatsen  is  dezelve  van  boven  naar 
bekleden  gerapt  i  zoodat  het  beschot  nietig  en  het  gewigt 
ligt  werd.  Die  welke  een  wigt  van  42  Ned.  ft  heeft  kun- 
nen bereiken,  heeft  over  de/4,  en  die  over  de  47  Ned« 
S  kon  bereiken,  heeft/ 5  per  mud  kunnen  bekomen. 

Men  heeft  overal  in  dit  Departement,   de  Ctarst  beter* 
dan  de  Haver  gevonden. 


Digitized  by 


Google 


64  HAVER. 

De  Haver^  (fijne)  Gort  ia  raim  loo  vddoenée  geweest, 
en  levert  Tan  30  tot  35  inodden  per  bunder  op ;  is  med6 
xeer  gexoeht,  en  weegt  wel  ligter  dan  gewoonlijk,  daar 
men  maar  weinige  pardjtjea  vindt  die  50  Ned.  S  knnnen 
halen ,  maar  de  meeste  blijven  tnsscfaen  de  40  en  50  Ned. 
«;  waarde  van  /4,26  tot/ 5. 

Het  Departement  Rotterdam  deelt  mede,  dat  de  Haver 
ligt  van  icwaliteit  is  en  een  klein  bescliot  heeft  opgele- 
Terd  van  20  tot  25  mndden  de  bnnder. 

Gemiddelde  prijs  onderscheiden  naar  mate  van  het  ge- 
wigt/3,  ƒ4  tot/6  het  mud. 
Het  Departement  Delft. 

WestelQk  gedeelte,  gewas  en  kwaliteit  matig. 
Oostelijk  gedeelte,  voor  het  Haveigewas  is  de  droogte 
■eer  nadeelig  geweest,   vooral  op  de  hooge  kleigrondeo; 
daarbij  is  het  te  vroeg  rQp  geworden,  soodat  kwantiteit 
en  kwaliteit  veel  te  wenschen  overlatm. 

Beschot  gemiddeld  iti  beide  gedeelten  28  mudden  per 
bunder^  Gewigt  gemiddeld  42  Ned.  ft.  In  het  fTeetland 
50  Ned.  tt.   Beschot  in  1845  45  è  50  mudden. 

In  het  eerste  district  van  het  Departement  Leyden  neemt 
de  Haverbouw  eer  af  dan  toe.  Dit  jaar  was  het  stroo  ligt, 
kort  en  onvoordeelig.  In  het  tweede  district  is  de  op- 
brengst nog  al  mede  gevallen;  desgelijks  in  het  derde. 

De  Haver  was  in  het  Departement  Sassenheim  ligt. 
Prijs  van  /4,75  tot  /6  per  mud. 

In  Zeeland  heeft  sij  veel  van  de  drooge  somerdagen 
geleden;  op  de  meeste  plaatsen  was  Klj  dun  opgekomen, 
terwijl  zij  in  kwijnenden  toestand  verkeerde;  het  graan  was 
van  middelmatige  hoedanigheid,  en  de  oogst  dus  ongunstig. 
Men  berekent  dooréén  de  opbrengst  op  20  mudden  per 
bunder,  terwijl  de  middelprfjs  gedurende  1846  is  geweest 
/3,58  per  mud. 

In  het  verslag  van  het  district  Goe$  komt  voor,  dat  de 
opbrengst  tamelijk  goed  was. 


Digitized  by 


Google 


HAVER.  65 

De  Haver-oogst  wat  in  Noord-Holland  over  het  al- 
gemeen  goed,  en  beeft  30  è  40  mudden  per  bunder  opge- 
leverd, alleen  viel  bier  en  daar  de  korrel  wat  ligt 

Onder  Aalsmeer  is  men  dit  jaar  begonnen  dit  gewas  te 
teelen;  de  proef  is  voordeelig  uitgevallen. 

De  Heer  tan  Sanen  Teengs  meldt  dat  bij  in  den  berfst 
van  1845  eenen  kleinen  akker  die  met  Haver  bezaaid  ge* 
weest  was,  welke  door  den  storm  van  19  Augnstas  van 
dat  jaar  dooreen  geslagen  was,  bad 'laten  liggen,  en  dat 
de  Haver,  door  den  zacbten  winter  niets-  geleden  heb* 
bende,  na  ingezameld  en  gedorscben  te  zijn,  de  bijna  on- 
gelooflijke zwaarte  van  61  Ned.  fi  per  mud  bad  ver- 
kregen. 

Ptgs  vari  1  Ned.  mnd  /3,75  k  /4,60. 

Op  Texel  beeft  de  Haver,  volgens  bet  Lid  Correspondent 
W.  Bok,  slecht  gerendeerd  en  van  de  droogte  geleden. 

De  opbrengst  kan  naauwelijks  op  20  madden^  per  ban- 
der  worden  bepaald;  bet  stroo  was  ook  niet  beduidend 
lang.  ' 

De  marktprijs  was  dooréén  /4,25  per  mud. 

Te  Limmen  was  de  oogst  voordeelig  voor  den  verbou- 
wer, in  besebot  en  kwaliteit;  op  de  zandstreken  nogtbans 
en  in  de  omstrtdken  Yw^  Beverwijk  ^  was  i^  door  de  hitte 
te  vroeg  rijp  en  het  beschot  minder. 

Te  Hilversum  was   een   schraal  gewas,  kort  van  stroo. 

Prijs  van/S  tot/3,50. 

In  de  Bé^mster  is  zf),  volgens  het  Lid  Correspondent 
J.  Bouwman,  allezins  slecht  uitgevallen;  naauwel^ks  28 
k  30  mudden  per  bunder. 

Op  de  nieuws  aangelegde  gronden,  welke  Jn  t^ds  kon- 
den bezaaid  worden,  en  in  de  lage  streken  der  Provincie 
Utrecht,  heeft  de  Haver  een  tamelQk  gewas  opgeleverd, 
doch  op  gewone  bouwlanden,  die  niet  dan  later  bezaaid 
konden  worden,  en  op  de  hoog  gelegene  gronden,  is  de 
Haver,  wegens  de    aanhoudende   droogte  in  JunQ,    on- 

5 


Digiti 


zedby  Google 


66  HAVER. 

gunilig  ▼oortgckomeii»  M  is  het  gewas  daardoor  in  Tele 
kleistreken  onTOordeelig  uitgevallen  i  en  zelfs  hier  %n  daar 
geheel  mislukt  De  Uav^  is  nede  vroegt^dig  rijp  ge- 
worden, en  Toor  een  goed  gedeelte  reeds  in  de  eerste 
helft  van  Augustus  binnen  gekomen. 

Men  rekent,  dat  in  de  lagere  streken,  alwaar  de  Haver 
het  best  gelukt  is ,  dsselve  gemiddeld  van  15  tot  24  en  25mndr 
den  van  het  bimder  heeft  oj^bragt,  doeh  die  op  de  ge- 
wone landen  heeft  somwijlen  naauwelijks  het  zaai-koren 
terug  gegeven*  De  prgsen  syn  van/ 3  en  /4  en  daar- 
boven. 

In  Gelderland  leed  zg  o<^  door  de  hitte;  de  op- 
brengst was  slecht.  De  laag  gelegene  landen  maken  daarop 
echter  eene  uitzondering.  In  sommige  gedeelten  van  het 
voormalig  Graafschap  Zutphen  heeft  men  zelfs  eenen  voor- 
deeligen  oogst  gehad. 

Omtrent  Arnhem  gaven  de  weinige  met  Haver  bezaaide 
akkers  in  deze  streek,  door  de  hoogte  der  gronden  niet. 
wat  zij  op  lagere  gronden  hebben  opgeleverd.  Het  zaad 
was  echter  zeer  goed,  maar  de  opbrengst  niet  meer  daa 
de  helft  van  die  van  een  gewoon  jaar. 

Te  Lienden  heeft  de  Haver  niet  meer  dan  een  derde 
van  een  gewoon  gewas  gegeven;  door  de  droogte  is  de 
groei  daarvan  veel  verhinderd. 

De  Haver  was  om  Brummen^  volgens  den  Heer  Wtti- 
WAAL,  op  de  zavelgronden  goed,  en  vooral  was  de  vroeg 
gezaaide  de  beste.  Op  de  kleigronden  is  dezelve,  om  re- 
den  by  Art.  3  vermeld ,  te  laat  en  slecht  te  veld  kun- 
nen gebragt  worden;  op  die  gronden  leverde  de  vim  daa 
ook  slechts  40  tot  50  kop  op.  Op  zandgronden  gaf  de 
vim  75  kop  ongeveer,  terw(jl  er  25  tot  30  vim  van  het 
bunder  kwam. 

In  de  streken  van  Lochem  was  de  bouw  van  minder 
aanbelang,  omdat  daartoe  meestal  de  meest  uitgeputte 
gronden  genomen  worden;   zy  .was  op  de  l^ge  grondes, 


Digitized  by 


Google 


HAVER,  67 

vooral  gescheurde  weilanden»  ToortreffelQk.  Ten  gevolge 
van  de  ^dfoogte  e^ter  hebben  de  hooge  akker»  niet  meer 
dan  een  half  gewas  geleverd. 

Het  Lid  Correspondent  te  Batenburg  schrpt,  dat  over 
het  algemeen  de  hooge  rivierstaod,  ten  gevolge  waarvan 
Ae  hioneidaBdeD  te  lang  onder  het  water  waren,  niet  heeft 
toegdatM^9  dat  er  veel  Haverland  heeft  hesaaid  kminen 
worden.  Op  sooUnige  plaatsen  waren  eerst  in  het  laatst 
van  Mei  of  in  bet  begin  van  Juny  enkele  weilanden  soo 
▼ene  vaii  water  heVfffjdi  dat  se  kenden  qeigeploegid  en  be- 
xaaid  worden.  Men  ging  te  eerder  daartoe  over,  omdat  de 
van  wÉit^  onf Ueiete  weilanden  dik  beschoten  waren  met 
vlotgras*  Qfsjsboon  de  verwachting  van  dit  late  xaaiaeL 
niet  gradt  was »  is  echter  de.  mtkomst  xeer  verblijdend  ge- 
weesft,  vooral  wegeitt  do  hooge  pr|jnen« 

Op  de  hooge  bonwlanden  was. het  gewas  tamelQk  goed» 
«venaoo  ook  op  de  gesebenrde  weilanden.  De  opbrengst 
op  het  eene  loo  wel  als  isp  het  ander,  is  geweest  25  A  30 
modden  per  bnnder;  alléén  was  er  groot  verschil  in  de 
swaaste.  J)e  Haver  op  hooge  gronden  :35  è  40  iS ,  en  op 
de  gescheurde  weilanden  fl&  è  30  fi. 

Pr|s  der  sware  Haver  /4  k  /4,50. 

Prijs  der  ligte  Haver /3  &/3,50. 

In  Overijssel  heeft  dit  geWas/  even  als  de  Zomer- 
Gkürst  van  de  aanhoudende  droogte  geleden. .  De  oogst  is 
echter  middelmatig  gefeest,  ofschoon  het  stroo  kort  en  het 
saad  niet  zMiaar  wsa.  flet  verbonw  wordt  per  bunder  <^ 
17  tot  SO  vimmen  gerekend,  en  heetTt  meestal  omstreeks 
16  ,tot  20  modden  opgebragt.  In  de  omstreken  van  Sieen^ 
«c^'A^was  de  opbrengst  echter  gunstiger;  de  2854  bunders, 
welke  roet  Haver  xign  bebouwd  geworden^  bragten  1960 
lasten  <^.  De  pi^s  van  de  Haver  was  van  /  3,50 
tot  ƒ5. 

Het  Departement  JUev^nier  mddt,  dat  de  Haver  een 
slecht  gewas,  beeft  geleverd,   dok  el  ten.  g«v(dge  van  de 


Digitized  by 


Google 


6S  HAVER. 

felle  droegte  en  roest ,  door  trelke  laattte  het  stroo  tbd 
weinig  waarde  werd.  Het  gewigt  was  yan  M  *tot  44 
Ned.  a. 

Te  St.  Anna  Parochie  was  de  Haver,  onder  min  gvn- 

stige  omstandigheden  gesaaid,  Tooral  op  de  laagste  landea. 

De  droogte,  hoewel  voor  de  herstelling  Tan  den  grond 

Toordeelig,  veffoorcaakte  echter  dat  de  Haver,  aiduuis  de 

laatst  gesaaide,  voor  een  deel  verdroogde. 

Dit  in  aanmerking  nemende ,  moet  het  verwonderen,  dat 
zQ  nog  dat  gewas  opleverde,  hetwelk  men  meerendeel  vee- 
kreeg. 

Er  werd  veel  braad  in  de  Hnver  opgemerkt,  doch  Cor- 
respondent had  ook  thans  weder  de  ondervinding,  dat  dit 
nadeel  door  kalbing  der  Haver  voikomen  kan  worden  vooc^ 
gekomen,  daar  hij  kan  getuigen  geen  den  minsten  brand  in 
de  vooraf  gekalkte  te  hebben  genten. 

Volgens  den  Heer  Worp  van  PfirmA ,  luiden  nit  de 
Provincie  Vriesland  de  berigten  over  de  opbrengst  van 
de  Haver  gnnetig;  de  praten  sQn  hoog. 

Dezelfde  redenen  wélhe  ahi  de  ooisaak  van  het  nünder 
welslagen  der  Zomer-Garst  mogen  werden  aangenmnen,  gel- 
den volgens  de  Provinciale  Conunissie  in  Groningen  ook 
van  de  Haver. 

Dese  heeft  algemeen  ved  van  de  droogte  geleden,  en  kan 
door  elkander-  op  êene  opbrengst  van  niet  meer  dan  30 
mudden  per  bunder  gerekend  worden.  Daarenboven  was 
er  niet  veel  Winter^graan  omgeploegd,  waardoor  er  ode 
geene  uitgestrektheid  lands  dit  jaar  met  Haver  bezaaid  ii 
geworden.  Het  een  en  ander  zal  oorzaak  zijn,  dat  ons  ge* 
west  van  dit  hier  anders  zoo  gewigtige  graan,  naar  even- 
redigheid van  andere  jaren,  slechts  weinig  zal  hebben  op- 
geleverd. Eene  gunstige  uitzondering  maakt  de  vroegst  ge- 
zaaide Haver,  die  eenen  goeden  oogst  van  40 — 50  mud- 
den blank  en  wigtig  graan  heeft  opgeleverd,  ter  zwaarte 
van  44  Ned.  ponden;  doch  het  later  gezaaide  was  slecht  op- 


Digitized  by 


Google 


HAVER.  69 

gekomen,  en  echeeabij  het  uitkomen  der  bloeiplnimen  kiaeh- 
teloos  /  xoodat  vele  halmen  lelfs  knakten ,.  ef  geen,,  of  zeer 
ligt  en  veel  te  vroeg  tot  rapheid  gekomen  graan  oplever- 
den. Het  ttioo  vf9m  niet  overvloedig,  maar  in  uitnemend 
goeden  ataat  binnen  gebragt.  Zoo  ook  de  korrel,  die  by- 
londer  hoog  in  pc§a  waa  /3,50,  /4  en  meer  per  mad;  de 
liglece. soorten  naar  evenredigheid.  De  Voer* Haver  b.  v. 
van  34 — 36  Ned.  ponden  waa/2,70,  ƒ3  en  daarboven.  De 
awarte  Haver  \roog  32 — 38;  de  dikke,  witte  of  Broow- 
Uaver  wisaelt  af  van  32  tot  48  Ned.  ponden. 

De  Correspondent  H.  H.  de  Haan  deelt  aangaande  Ap- 
jnngadam  en  Mog&aand  mede,  dat  voor  eene  tijdige  zaad- 
bettelling  de  te  vochtige  bodem  meest  niet  geschikt  was. 
Veel  van  het  mtgezaaide  kwam  daarom  ook  slecht  te 
gronde.  De  zoogenaamde  wiotervoor,  was  bij  gebrek  aan 
vorst,  digt  en  slemperigy  en  beloofde  weinig  goeds.  Later 
werd  wel  het  weder  voer  de  zaaijiog  gnnstiger,  doch  de 
voortgang  van  het  gewas  tegen  gewerkt  door  de  buitenge* 
wone  droogte,  die  ook  voor  den  groei  van  veel  van  het 
vroeg  gezaaide,  hoewel  in  mindere  mate,  nadeelig  was. 
Een  en  ander  had  ten  gevolge,  dat  dit  product  (waarmede 
eene  gewone  koeveelbeid  grond  bezet  was)  minder  stroo 
g9f  dan  gewoonlijk,  en  het  beschot  veelal  beneden  het 
middelmatige  bleef;  veoral  de  laat  gezaaide,  welke  daar- 
enbavea  door  te  vroege  r^pwordiog  buitengewoon  ligt  uit- 
viel. De  dikke  Haver  was  niet  zelden  beneden  de  40,  en  de 
voersoorten  beneden  de  35  ponden.  Die  der  vroegere  be- 
draagt meestal  van  dikke  soort  van  40  tot  4i  en  van  de 
voer  van  36  tot  38  ponden.  De  kwaliteit  is  zeer  matig, 
en  het  beschot  gemiddeld  van  25  tot  30  mudden  hét 
bander. 

Veel  bladen  waren  ook  door  de  roestziekte  aangedaan  i 
zonder  dat  zulks  evenwel  later  tot  de  hs^raen  oversloeg, 
zoo  als  bQ  de  Kogge  plaats  vond,  en  het  nadeel  daardoor 
te  vreeg  gebragt,  niet  belangrijk  werd. 


Digitized  by 


Google 


70  HAVER* 

De  priJzeD  waren:  van  ét  dikke  Harer  van  40  i  48  S 
ƒ3,  /3,50,/4,50  tot/5,  en  van  de  voeraoorten  van  36 è 
38  «  witte /2,80,  ƒ3,10  tot  ƒ3,50  è  ƒ4. 

Het  Lid  Correspondent  S.  P.  van  dbr  Tuuk  te  OldamU 
én  Westerwoldej  meldt,  dat  alleen  vroeg  gesaaide  Ham 
big  weinig  stréo,  een  matig  en  deugdsaam  prodnet  leverde. 
Die  door  afwisselende  regen  laat  in  den  grand  kwam,  lever- 
de wel  veel  stroo,  docbde  geringe  boeveelheid  van  20  tot  39 
randden  bet  bunder,  wegende  sleobts  30  &  35  pond,  ter- 
wijl de  vroeg  gesaaide  plas  minns  40  tot  50  mudden  per 
bunder  met  een  gewigt  van  46  tot  48  pond  konde  opbren- 
gen en  alles  xeer  voordeelig  geoogst  werd. 

De  Heer  J<  C.  Billroth  deelt  mede,  dat  de  Ibver  vear 
het  grootste  gedeelte  een  seer  schraal  gewas  en  niet  veel 
stroo  leverde,  en  eene  nog  mindere  korrel,  vooral  wat  de 
kwaliteit  betreft;  xlj  was  in  bet  algemeen  niet  volwassen. 

De  vroegst  gesaaide  was  veel  deogdsamer  en  swaardcr 
dan  die,  welke  later  gesaaid  is* 

Aan  de  groote  droogte  in  den  somer,  wil  men  gedeei- 
tel^k  de  te  vroege  rijping  der  Haver  toeschrIJveD,  en  de 
soms  spoedig  afwisselende  weersgesteldheid  van  den  so- 
mer, wordt  al  mede  als  seer  nadeeUg  voor  deseive  ge- 
houden. 

Men  heeft  menigvuldig  aan  de  seheedebladen  e«ie  rood- 
heid bespeurd,  welke  ook  als  bederf  is  aaBgemerlct  ge- 
worden. 

De  Zand-Haver  was  beter  dan  de  Klei-Haver;  ook  wat 
dezelve  zwaarder:  de  opt>reng8t  van  15  tot  40  midden  h^ 
een  gewigt  van  20  tot  30  &  35  S. 

De  zwarte  Haver  was  dit  jaar  meer  bont  dan  in  andife 
jaren. 

Uit  het  kanton  Bedum  deelt  de  Heer  6.  Reinders  mede, 
dat  het  gewas  beneden  de  gewone  opbrengst  is  gebleven. 
De  hooge  waterstand  en  de  regens  in  April  hebben  bet 
bewerken   van  de  akkers   en  de  besaaljing  moeijelQk  ge- 


Digitized  by 


Google 


HAVER.  — KOOLZAAD.  71 

maakt.  De  daarep  gevolgde  droogte  wae  voor  het  jonge 
gewas  seer  nadeelig. 

Id  de  Provincie  Drenthe  is  de  Haver,  voor  soo  verre 
sij  vroeg  is  gesaaid,  matig;  doch  de  latere  is,  vooral  ten 
aansien  der  kwaliteit  ^  slecht  nitgevalleo. 

Van  de  Koloniën  van  Weldadigheid  is  berigt,  dat  ge- 
doreade  den  saaitijd  van  dit  gewas  en  Icort  daarop  vol^ 
gende  het  reeds  seer  droog  was,  xoodat  een  gedeelte  van 
het  saad  niet  opkwam.  Hierdoor  sijn  eenige  stokken  ge* 
lieel  mislnkt,  doch  de  overige  daarentegen  hebben  een  zooda- 
nig goed  gewas  gegeven,  dat  van  de  129  bunders  die  daar* 
mede  in  't  geheel  besaoid  sijn,  nog  3174  rondden  of  241 
mud  doorMn  is  geoogst.  Het  laad  was  boitengewoon  vroeg 
r^p,  en  seer  ligt. 

6.  KOOLZAAD.  De  verscheidene  soorten  van  Winter- 
Oliesaden  s^n  in  1846  in  Limburg  seer  goed  geslaagd. 
De  buitengewoon  sachte  winter,  die  aan  de  wintergranen 
soo  schadelijk  is  geweest,  begunstigde  integendeel  de  te- 
dere olieplanten,  welker  merg  en  midsche  schacht  aan  de 
vorst  seer  gevodig  s^n. 

Reeds  in  Abart  stond  hier  de  plant  in  voUen  bloei, 
die  alsdan  door  de  koude  nachten  van  de  aard-vloogen, 
vijanden  deser  planten,  bevrgd  bleven.  De  r^ping  ge- 
schiedde dus  gunstig  en  de  opbrengst  was  seer  voordee- 
iig;  in  de  goede  gronden  bekwam  men  tot  23,  en  selfs  in 
de  ligte  tot  20  mudden  per  bunder. 

Bij  welgelukking  is  het  Winter-Koolsaad  in  Noords 
B  ra  band  een  seer  voordeel  ig  gewas;  van  daar  dat  het 
daartoe  bestemde  land  met  veel  sorg  behandeld  en  gewoon- 
lijk sterk  gemest  wordt.  Reeds  vroegtijdig  stond  het 
Koolsaad,  door  saeht  weder  begunstigd,  goed  te  veld, 
leed  wel  eenigzins  door  de  aardvloö,  doch  geraakte  zonder 
verder  onheil  door  den  sachten  winter.  Door  de  natheid 
in  Februari^  en  opgevolgd  guur  weder,  geraakte  het  Kool- 


Digitized  by 


Google 


72  KOOLZAAD. 


Baad  aaH  het  kwenen  in  de  lage  landea,  d4»ck  faeisldde 
licb  ten  eenemale  io  de  maand  Mei  en  bleef  toen  sterk 
doorgroeyen.  Over  het  algemeen  waa  de  opbrengat,  doch 
net  uitsondering,  aeer  gelukkig;  de  marijtng  zoowel  ab 
de  afdorsching,  geschiedde  bQ  droog  weder.  De  afkooMt 
in  de  kleilanden  was  van  25  tot  35  mndden;  het  saad  is 
▼an  uitmuntende  kwaliteit,  blank  en  wigtig.  De  <^  imnd- 
grond  gezaaide  en  ook  verplante  slooreo,  hebben  de  ver- 
wachting  overtroffen ,  zoodat,  hetgeen  zeldzaam  bet  geval 
is,  de  opbrengst  met  die  der  kleigronden  kan  gel0k  ge- 
steld worden. 

Doordien  er  dit  jaar  geen  winter-zaad  in  de  klei  be- 
hoefde omgeploegd  te  worden,  heeft  men  minder  zoo^r- 
zaad  dan  in  gewone  jaren  gezaaid.  Hetzelve  werd  evea 
als  op  de  zandgronden  door  de  droogte  in  den  wasdom  ge- 
stuit«  was  kort  en  spiUig  van  stroo,  werd  te  vroeg  rijp 
en  gaf  daardoor  slechts  weinig  graan  >  naauwdijks  gemid- 
deld twaalf  mudden  per  bunder. 

De  teelt  van  zomersaad  is  ep  zandgrond  van  geen  groot 
belang,  en  bepaalt  zieh  meereadeels  tot  eigen  gebruik, 
hetgeen  bij  de  hooge  boterpryzen ,  dit  jaar  te  weeg  brengt 
dat  er  veel  olie  ia  plaats  van  boter  in  de  baishooding  ge- 
bruikt wordt. 

Te  Cuyh  by  Grave  heeft  dit  gewas,  volgens  het  Lid 
Correspondent  F.  van  Duinhoven,  in  desen  winter  veel 
geleden,  en  het  zomerzaad  is  ook  maar  middelbaar  ge- 
weest, zoodat  men  het  op  eenen  gewonen  oogst  kan  reke- 
nen; het  wordt  van/ 9  tot/ 10  per  mud  verkochf. 

Van  af  den  aanvang  der  zaaging,  stond  het  Koolzaad 
in  Zeeland  allervoordeeligst ;  uithoofde  van  den  zacbten 
wintertijd,  had  hetzelve  niets  geleden  en  vertoonde. reeds 
vroeg  in  het  voorjaar  eene  welige  en  krachtvolle  bloem, 
het  schoonste  wéér  begunstigde  deszelfs  inzameling,  en  ia 
alle  opzigten  was  de  uitkomst  van  dit  gewas,  die  gedu- 
rende de  laatst  verloopen  jaren  zoo  menigmalen  tegenviel, 


Digitized  by 


Google 


KOOLZAAD.  73 

in  1846  bevragend;  ook  het  gedorsfhen  saad  watf  Tolko- 
men  rijp  en  droog,  en  het  beschot  mogt  ruim  geheeten  worden. 

Men  schatte  desselfs  opbrengst  op  rnim  vier  en  twintig 
mudden  per  bunder,  terwijl  de  middelpri)S  van  hetcelve 
ƒ10,37  de  mud  bedroeg. 

Uit  al  de  distrieten  van  Zuid-Holland  luiden  de  be** 
rigten  even  gunstig  over  de  uitkomsten  van  het  Winter- 
Koolaaad ,  hetwelk  een  ruim  beschot  van  zeer  goede  kwa-> 
liteit  heeft  gegeven;  berekenende  men  over  het  algemeen 
de  opbrepgst  op  25  è  26  mudden.  Op  Goedereede  en 
Overflakkee  en  in  DelfUland  en  het  Westland  z^lh  tot 
36  mudden  per  bunder. 

Het  zomersaad  heeft  geleden  door  de  droogte  en  aan- 
houdende hitte,  en  beeft  niet  meer  dan  18  mudden  per 
bunder  ^gehragt. 

Uithoofde  van  het  mislukken  der  aardappelen,  had  men 
in  het  najaar  van  184$,  op  vele  plaaUen  meer  Koolzaad 
dan  gewooniyk  uitgezaaid,  hetwelk  alzoo  zeer  voordeelig 
voor  den  landman  is  geweest;  te  meer  daar  de  prijzen 
steeds  zeer  voordeelig  zijn  gebleven;  van /9, /IQ  kflX 
per  mud. 

Het  nu  te  veld  staande  Koolzaad,  staat  algemeen  zeer 
gunstig. 

Ook  in  het  bijzonder  het  Departement  '«  Gravenhage 
deelt  mede^  dat  het  Koolzaad  zeer  voldoende  geslaagd  is, 
zoowel  in  afkomst  als  in  kwaliteit,  namelyk  ruim  35  k  40 
mudden  per  bunder ;  men  sloeg  dooréén  9  vat  bet  last,  en  is  ^ 
meestal  onmiddellijk  na  den  oogst,  tegen y 9^20  i/9,40 
verkocht.  Later,  in  September,  October  en  November 
zijn  de  prijzen  tot/ 10  en/ 10,25  gestegen. 

Het  Departement  Rotterdam  deelt  mede ,  dat  het  Kool- 
zaad een  goed  gewas  en  groot  beschot  heeft  opgeleverd; 
dooréén  van  28  tot  30  mudden  van  de  bunder. 

De  gemiddelde  prQs,  door  de  bouwlieden  gemaakt,  was 
/8,75  tot/ 9  het  mud. 


Digitized  by 


Google 


74  KOOLZAAD- 

In  het  Departement  Delft  ^  Westeligk  gedeelte ,  iQii  het 
gewas  en  de  kwaliteit  goed  te  noemen. 

In  het  Oofltelfjk  gedeelte  \%  het  Koolsaadgewas  aller- 
gnnstigst  geweest;  het  stond  reeds  io  den  herCit  bmteo- 
gewoon  krachtvol  te  veld ,  en  zonder  desselfs  herfstblad  te 
verliezen,  groeide  het  gedurende  den  zoo  aeldzameii  saeh- 
ten  winter  gestadig  door  9  waardoor  het  ongewone  ver- 
schijnsel plaats  had,  dat  reeds  in  FebroarIJ  de  Koolzaad- 
velden eene  menigte  bloeljende  planten  vertoonden 

Beschot  bij  beiden  van  35  tot  42  mudden  per  bunder- 
Beschot  in  1845  slechts  16  &  20  mndden. 

Prijs  /9  in  het  Westen,  ook  /ia 

In  den  omtrek  van  Rijnsburg  en  in  hét  Ambacht  zelve 
geteeld,  had  het  geleden  door  de  droogte  on  hitte,  zoodat 
het  reeds  vroeg  rijp  was  en  veel  zaad  verloren  heeft;  de 
prijs  echter  was  voldoende  ƒ10  en  ƒ12  per  mud- 
De  berigten  omtrent  dit  gewas  nit  Noord- Hol  land, 
zijn  zeer  verschillende,  daar  van  sommige  plaatsen  de  oapt 
als  zeer  voordeelig,  van  andere  als  min  gunstig  wordt  op- 
gegeven- Over  het  geheel  kan  men  echter  de  resultaten 
als  niet  ongunstig  aanmerken,  ofschoon  de  prijzen  volgens 
sommigen  wel  wat  laag  zQn  geweest.  De  opbrengst  was 
ongeveer  25  mudden  per  bunder  winterzaad,  23  mndden 
zomerzaad. 

Onder  Nieuwer-Amsiel  is  dit  gewas  bij  proefnemii^ 
geteeld  op  de  gesloopte  hofstede  Reigersdaai^  en  heeft 
b0  verkoop  ƒ2  per'  bunder  mogen  gelden. 

Op  Texel  is  deze  bouw  dit  jaar  over  het  algemeen  vrij 
wel  geslaagd,  en  heeft  van  18  tot  25  mudden  per  bunder 
gerendeerd. 

De  marktprijs  was  ƒ9  per  mud. 

Het  is  om  Ltmmen  over  het  algemeen  goed  geslaagd; 
de  prijzen  echter  voldeden  niet  aan  de  verwachting. 

Het  Winter-Koolzaad  was  in  de  Beetn$ter  zeer  middel- 
matig.   Opbrengst  28  mudden  per  bunder. 


Digitized  by 


Google 


KOOLZAAD.  75 

Er  was  in  de  Provincie  Utreeht  veel  Koolsaad  uitge- 
laaid ,  hetwelk  goed  opkwam ,  weinig  leed  van  de  aard- 
vloo,  den  winter  goed  doohitond  en  wi^era  Toordeelig  op- 
groeide. Door  bet  zachte  weder  begmUitigd ,  Tertoonden 
sieb  reedt  in  liet  laatat  van  Februari)  eenige  bloemen  aan 
bet  gewas,  ketwelk  vervolgent  buiteiigewoon  mei  bloeden 
heelt  aaagehoaden,  en  goed  met  peulen  werd  beladen, 
waardoor  bet  Winter^Koolaaad,  soowel  in  kwantiteit  ala 
kwaUteit,  een  goed  product  beeft  opgeleyerd,  sf)iide  bet 
zaad  boTonden  seer  ryk  te  xija  aan  olie.  Hetselve  werd 
meestal  reeds  met  half  Janiy  voorspoedig  ingeoogst. 

Zomer-Kool^HHid  wordt  ia  deze  Provincie  niet  noeaoMns- 
waardig  verbouwd. 

Het  nieuws  uitgezaaide  Koolsiuul  beeft  tot  dusverre  van 
de  vorst  nfet  geleden;  doch  later  is  men  in  sommige  stre-> 
ken  bevreesd  gewwden  roor  bet  nadeel  door  de  muizen;   ' 

De  pr^sea  z^a  geweest  vaa/11  tot/ 12  het  mud. 

Door  het  mislukken  der  aardappelen  werd  in  Gelder* 
land  veel  Koolzaad  uitgezaaid,  hetwelk  buitengemeen 
goed  geslaagd  is.  Het  heeft  veel  zaad  aigebragt,  en  door 
bet  scboone  weder,  waarin  hetzelve  gemaaid  engedorschea 
is,  was  de  kwaliteit  zeer  goed,  en  de  prlgzen,  vooral  in 
betrekking  tot  den  mimen  oogst,  zeer  voldoende.  Het 
nieuw  uitgezaaide,  waar  hetzelve  atet  door  veldmuis  of 
aardvloo  geleden  beeft,  geeft  boop  op  eea  goed  gewas. 

Te  Lïenden  was  de  opbrengst  bi|  uitstdc  gunstig,  arod 
dat  zulks  bij  menseben  geheugen  niet  beter  was  gekend. 

Te  Fo&r»i  wordt  Koolzaad  alleen  op  de  kleilanden  ver» 
bouwd,  én  dezezija  doer  bet IJsselwater verdronken  geworden. 

Volgens  bet  Lid  Correspondent  Gëmpt,  te  Batenburg^ 
beeft  sedert  jaren  het  Koelnaad-  geen  zoo  roim  beSchot  of-> 
geleverd  als  in  bet  jaar  18M.  De  plant  bad  in  den  wln*« 
ter  niets  geleden,  en  bleef  in  het  voorjaar,  ook  bij  Iconde 
en  regen,  zeer  goed  doorgroeijen  nvet  eenen  kraehtvoUen 
stam  en  eene  menigte  vruchtdragende  loten. 


Digitized  by 


Google 


76  KQOLZAAa 

De  opbrengst  24  è  30  muddea  per  buoder ;  en  vaa  Aveel- 
saad  18  &  20  nudden  per  Ininder» 

Pr|jt  yan  het  Koolzaad   ƒ  11. 
»       »      »    ATeelzaad  f  10. 

De  oogst  van  het  Koolzaad  in  Overijssel  is  meestd 
seer  goed  geweest.  Het  gewas  had  niet  van  de  vorst  ge- 
leden. In  TwetUAe  valt  het  echter  tegen  by  het  doffsebea. 
De  opbrengst  kan  gemiddeld  op  16  mudden  per  bunder  be- 
rekend worden,  zoodat  759  bunders- 454  lasten  aflevorden. 

Om  Deventer  wordt  het  weinig  vwbonwd.  Wat  ge- 
zaaid was,  is  bijzonder  goed  gelakt. 

Een  omstandig  berigt  gaf  het  Lid  Correspondent  Was- 
senaar te  Si.  Anna  Parochie j  in  Vriesland. 

Dit  product  werd  dit  jaar  op  eene  ruime  schaal  ver- 
bouwd. Door  de  natte,  weersgesteldheid ,  juist  ten  tijde 
der  zaaijing  ia  het  najaar  van  1845,  geschiedde  dit  niet 
vroeg  y  en  hoewel  spoedig  in  het  gewas  gekomen ,  gaf  het 
eenige  vrees  dat  de  kleine  Koolzaadplantjes  eenen  stren- 
gen winter  of  voorjaarsvorst  niet  zouden  knnnen  doerataan, 
doch  daar  het  tegendeel  plaats  vond  en  het  Koolzaad  bgaa 
den  gaascfaen  winter  aan  het  gewas  bleef,  zag  men  in  het 
voorjaar  hetzelve  algemeen  behouden. 

Deze  oinstandigbeid  maakte  nogthacis  ook  dat  vele  stok- 
ken aaomerkeliyk  bezet  w^ren  met  onkruid;  terwijl  de  le- 
verachtighdd  van  den  grond  blifkbaar  den  weligen  groei 
verhinderde.  Dit  alles  gevoegd  bij  de  menigvuldigheid  der 
planten,  veroorzaakte  dat  het  Koolzaad  algemeen  een  don- 
ker zwartachtig  armoedig  aanzien  l>ekwam,  hetgeen  bij  de 
meeste  stukken,  gedurende  den  ganscben  zomer  zich  niet 
geheel  herstelde.,  en  hetgeen  sefaeen  oorzaak  te  zijn  dat 
het  schot  niet  overvloedig,  bij  verre  de  meesten  beneden 
het  middelmatige  was,  bedragende  door  elkander  niet  bmct 
dan  20  mudden  per  bunder. 

Het  Wiuter-Koolzaad  heeft  in  de  Provincie  G  soa  in- 
gen,  volgens  derzelver  Commissie,  niets  van  deo  winter 


Digitized  by 


Google 


KOOLZAAD.  77 

geleden  en  liet  zich  in  het  voorjaar  leer  goed  aaniien. 
'Met  enkele  nitzonderingen ,  was  de  hloesem  algemeen  seer 
gezond  en  gaf  eenen  overvloed  van  honig «  waardoor  cien, 
ook  faierait ,  eenen  allezins  gnnstigen  .  oogst  meende  te 
kunnen  voorspellen.  Bij  dit  zoo  wisselvallig  gewas,  heeft 
ile  uitkomst  hieraan  eehter  niet  overal  beantwoord.  In  de  meer 
drooge,  zavelige  streken  schatte  men  de  opbrengst  op  niet 
meer  dan  15 — Sö  mndden  van  het  bunder.  In  de  eigen- 
igke  Ueistreken  en  op  de  voor  dit  gewas  zoo  belangrijke 
polders  aan  den  Dollard ,  was  het  beschot  echter  veel  be- 
ter, ja  zelfs  zeer  goed  te  noemen,  rnim  25  mndden  van 
het  bunder,  en  zal  door  elkander,  over  het  geheele  gewest, 
op  22  mudden  van  het  bunder  kunnen  begroot  worden; 
Door  eenige  regens,  juist  in  den  oogsttijd,  heeft  bet  een 
weinig  geleden ,  maar  was  toch  over  het  algemeen  voldoen- 
de van  kwaKtdt  en  zeer  olierffk,  zoo  dat  men  in  het  Old- 
ambt  rekende  wel  20 — 30  Ned.  kannen  olie  uit  een  mud 
kodzaad  te  hebben  kunnen  slaam  De  marktprijs  was  ƒ  8.fiO 
è  ƒ9.50  en  hooger.  Van  hoeveel  belang  het  koolzaad  voor 
deze  Provincie  is,  kan  daaruit  blaken  dat  ook  dit  jaar  wo- 
der,  geigk  dit  meermalen  gebeurt,  op  éénen  dag  1000  las- 
tem  Koelzaad  te  GrotHngen  ter  markt  zijn  aangevoerd. 

Zomer*Koolzaad  was  zeer  weinig  uitgezaaid  en  leverde 
ook  weinig  op,  en  zaad,  dat  wel  droog,  maar  onzuiver 
en  iseer  ongelijk  van  stuk  was ,  zoo  dat  dit  geheele  artikd 
als  van  geen  l>élang  voor  dit  gewest  in  dit  jaar  kan  be* 
achouwd  worden.  In  de  streken ,  waar  hetzelve  het  best  ge- 
slaagd was ,  meende  men  de  opbrengst  op  16—18 '  mudden 
te  kunnen  schatten. 

Aveelzaad  deelde  in  de  matig  goede  uitkimiaten  van  het 
Ifoolzaad  en  wms  buitengemeen  vroeg  rijp,  zoo  dat  er  op 
den  19  Junij  alreeds  een  monster  nieuw  Aveelzaad  aan  de 
beurs  vertoond  werd.  Het-  bragt.  een  weinig  minder  op 
dan  bet  Koolzaad  en  werd  door  elkander  voor/8,60  ver- 
kocht. 


Digitized  by 


Google 


78  KOOLZAAD.  —  VLAS. 

.  In  het  algemeen  «luiten  xieh  de  beugten  van  den  Heer 
£.  P«  viJN  tNER  TuuK,  te  Oidambi  en  WesierwoUe^  m 
het  Lkl  Correepofldectt  J»  C.  Biu^ieTH,  alsmede  die  van 
eenige  andere  Corjre6po94enten  afia  die  welke  beven  x|n 
medegedeeld,  &k  ten  aanzien  van  welke  wi}»  om  herlia* 
lingen  te  venayden,  naar  bet  reeds  aangevoerde  rer^ 
wijcen. 

Het  Zomer-Kools^d  en  Beteramad  agp  in  Drenthe  nav 
wenfich  uitgevallen,  en  voer/ 7  tot  ƒ  8  d^  mnd  vedcocht 

Winter-Koolzaad  w<»rdt'met  vetboawd* 

7.  VLAS«  In  de  Proviileie.NoArd-Braband  was  de 
uitkomst  van  de  Ylasteelt  aeer  ^dnderscheiden.  »Ib  de  klci- 
laaden  van  het  arrondiseeinent  Breda  en  de  landen  vaa 
Menêden  en  ^/^«iia,  kwam  ia  de  tmde iandiea  het  Vlas 
dun  te  voorsehgo)  leed  delor  de  aardvleo  co  swarte  vlieg , 
geraakte  aan  het  praAten.  en  bleef  kort  van  stMgeL  Ia 
het  kanton  OvdenboacA  werden  bunders  te  veld  staand 
Vlas  voor  ƒ70  i/100  terkoeht.  In  het  ktoton  Zeven- 
•bergen  gelukte  het  vlas  in  de:oiide  landefei  beter;  de  op» 
^rengst  was  hier  van  /150  tot  /240l  Veel  gunstiger 
was  de  afkomst  in  de-  soogenaamde  nieuwe  landen^ 
BvmelQk  zulke  die  van  weideland  in  de  zware  klei,  hetzg 
dadelijk  of  sedert  korie  jaren  on^feploegd  zijn ;  op  deze 
gronden  is  het  Vlas  keer  goed  gelukt  en  gold  goed. te  veld 
staande/ 300  &/326  per  bunder*  ïn  de  binnealandeo  van 
4iet  land  van  Heuêden  ea  Altena  had  men  niet  meer  dan 
70  tot  100  steenea  van  3  ned*  ponden  per  bunder;  in  een 
gewoon  jaar  zoude  dit  het  dubbelde  geweest  z^*  De  pff|* 
«eh  zi^  dit  jaar  vri]  geed,  doch  hangen  geheel  van  de 
lengte  en  deugd  van  het  lijn  af;  zij  leiden  van  /150  tot 
/260  per  steen,  en  het  gezwingelde  ,Vlas  vindt  vootéI 
uit  Roiterdcan  veel  Traag,  en. wordt  zells  door  handdasrs 
An  de  gemeenten  zelven  bij  de  luidlieden  gezocht  en  opge- 
kocht.   De  afkomst  van  het  zaad  was  minder  verschilknd 


Digitized  by 


Google 


VLAS.  79 

van  7  tot  11  mnddeii  per  bunder,  waarvan  de  jsrl^u  vaa/11 
t<rt  / 12,50  ifl.'* 

De  weinige  berigten  uit  Zeeland  hieromtient  ingezon- 
den, l^omen  hierop  neder «  dat  het  Vlas  een  gering  gewigt 
per  bunder  heeft  opgeleverd,  doch  dat  het  lint  van  eene 
sterkd  en  goede  hoedanigheid  was,  terwijl  het  zaad,  waar- 
van de  opbrengst  tegen  acht  mudden  per  bunder  werd  be- 
rekend, van  eene  goede  hoedanigheid  was. 

In  Zuid-Holland  is  het  Vlasgewas  gunstig  uitge- 
vallen op  Goedereede  en  OverfiaAMee^  vooral  in  de  ligtQ 
kleine  zavelgronden;  zijnde  bet  te  velde  staande  aldaar, 
tot  de  prezen  van  /160  &  ƒ300  per  bunder  verkocht  ge- 
worden. In  Rynland  was  men  ook  wel  voldaan  over  de 
afkomst  van  het  Vlas;  maar  uit  de  andere  districten,  meldt 
men,  dat,  over  het  algemeen,  het  Vlas  maar  redelijk  te 
velde  stond ,  en  niet  zoo  voordeelig  als  het  vorige  jaar , 
daar  hetzelve  veel  geleden  had  door  de  hitte  en  aanhou- 
dende dreogte,  waardoor  het  veelal  kort  is  gebleven  en 
don  stond,  berdcenende  men  ook,  dooreen,  de  afkomst  op 
meC  hooger  dan  100,  enkele  12Q  k  150  steen  1}  Ned.  ft 
per  bunder*  De  afkomst  van  het  Ylas.  of  Lgnzaad  wordt 
ook  niet  hooger  berekend  dan  van  7  &  8  mudden  per  bun- 
der. De  prQs  van  het  Vlas  f  1.70 ,  /  2,20  k  f  2.75  per 
«teen  van  l\  Ned.  fi.  Van  bet  zoogenaamde  Sla^-Lynzaad 
/  3.25  k  f  3.70  en  het  Zaaizaad  f  3.50  kf  3.70  per  mud. 

Door  de  aanhoudende  droogte  is  het  Vlas  in  Noord - 
Holland  kort  en  schaarsch  uitgevallen,  hoezeer  de  hoa- 
danigheid  redeBjk  wel  voldeed. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Gelder^ 
land  vermeld  aUeeii  dat  het  Vlas  aldaar  kort  en  slecht 
was.  Het  Lid  Correspondent  B.  te,  Gempi  noemt  het  ge- 
was tamelijk  gped  en  meldt  dat  in  z^n  district  de  kuituur 
van  bet. Vlas  aanmerkelijk  vermeerdert. 

In  de  Provincie  Overyssel  is  bet  Vlas,  waar  het 
door   de  voojjaarsdroogte  niet  had  geleden ,   redelijk  wel 


Digitized  by 


Google 


80  VLAS. 

geslaagd ,  doch  het  na  lo.  Mei  gezaaide  is  kort  gebleveD. 
Er  werden  daartoe  745  bunders  gebmikt,  die  berekend 
>¥orden  100,000  Ned.  ft  Vlas  en  120  lasten  LQnsaad  te 
hebben  opgeleverd.  De  pr^s  van  het  Vlas  bedroeg  50  Cts. 
het  Ned.  «. 

Omtrent  de  Vlasteelt  in  de  ProTincie  Vriesland  kin- 
nen mj  alleen  het  berigt  Tan  het  Lid  Correspondent  T.  6> 
Wassenaar  mededeelen :  »  Door  den  droogen  lomer  ws- 
schien  was  het  Vlas  algemeen  niet  "welig  van  gewas  ea 
bleef  met  weinige  uitzonderingen  kort;  doch  dit  xelfde  was 
tevens  oorzaak  dat  de  deugd,  of,  zoo  als  men  segt,  bet 
gewigt  tamelijk  wel  was ,  zoo  dat  de  menigte  bundels  misi- 
schools  tegen  die  van  het  vorige  jaar  opwogen,  zelfs  wa- 
ren er  een  paar  voorbeeldeuxdie  de  buitengewone  hoeveel- 
heid  van  ruim  300  bundels  per  bunder  opleverden ;  genSd- 
deld  zal  dit  echter  niet  hooger  dan  140  k  160  bandels  be- 
dragen. De  hoeveelheid  zaad  was  nogtans  beneden  bet  mid- 
delmatige, bedragende  niet  meer  dan  van  9  tot  12  mudden 
per  bunder,  doch  algemeen  beste  kwaliteit.  De  prQa  was 
hooger  dan  het  vorige  jaar,  daar  die  van  het  zaad  ƒ  9.75 
per  mudde,  en  yan  het  Vlas,  beste  kwaliteit  ƒ  1.80  k/2 
per  bundel  bedroeg.*' 

In  de  Provincie  Groningen  is  de  Vlas-kultaor  in  de 
laatste  jaren  verminderd ,  zoo  dat  er  ook  dit  jaar  weinig 
Vlas  is  uitgezaaid ,  het  welk  middelmatig  is  gegroeid.  Het 
LQnsaad  werd  goed  gewonnen ,  en  zoo  wel  dit  als  het  be- 
werkte Vlas  is  tegen  hooge  prijzen  verkocht.  Door  het  lid 
Correspondent  Billroth  wordt  omtrent  de  mindere  opbrengst 
liet  navolgende  opgemerkt:  »Dat  het  Vlas  zeer  hol  stond 
en  een  dun  gewas  opleverde,  is,  volgens  mi}ne  ziemwQ- 
ze,  voor  een  groot  gedeelte  daarin  gelegen,  dat  men  in 
het  algemeen  geen  regt  geschikt  land  nam,  om  dat  gewas 
op  hetzelve  te  verbouwen,  daar  het  genoegzamn  bekend 
is ,  dat  het  beste  en  vruchtbaarste  land  er  het  meest  voor 
geschikt  is,  iets,  waaraan  niet  altijd  wordt  voldaan.'* 


Digitized  by 


Google 


VLAS.  — HENNEP.— TABAK.  81 

In  de  Provincie  Drenthe,  alwaar  het  Vlas  alleeii 
▼oor  eigen  gebruik  wordt  geteeld ,  was  de  opbrengst  slechts 
middelmatig. 

8.  HENNEP.  In  het  land  van  Hèusden,  Provincie 
Noord-Braband,  vermindert  de  Hennep-cultnnr  jaar« 
li)ks  en  hetgeen  aldaar  nog  voor  den  handel  geteeld  wordt, 
▼erdient  naanwelijks  eenige  vermelding.  De  Hennep  slaag* 
de  echter  in  dit  jaar  goed. 

Uit  den  Alblasserwaard ,  Provincie  Znid-Holland, 
wordt  gemeld  dat  de  Hennep  volkomen  is  geslaagd  en  gre- 
tig is  opgekocht.  De  prijs  bedroeg  /  20  &  /  21  de  50 
Ned.  ft;  het  zaad  beliep  / 160  het  last. 

De  Provinciale  Commissie  van  Utrecht  berigt  hierom* 
trent :  »  Men  is  ever  het  geheel  over  dit  gewas  wel  te  vre« 
des.  Wel  is  waar  waren  sommige  akkers ,  die ,  wegens 
het  drooge  weder,  te  laat  waren  bezaaid ^  en  die  waarop 
de  planten ,  wegens  droogte ,  geen  voorspoedigen  opgang 
hadden  verkregen ,  dun  bezet ,  waarop  dé  planten  kort 
sijn  gebleven.  De  Hennep  heeft  echter  door  elkander  eea 
gitnstig  gewas  opgeleverd.  Het  plakken  der  geUtitg  in  reeiê 
in  den  aanvang  van  Angnstas  begonnen;  de  ztmiltng  heeit 
mede  aan  de  verwachting  beantwoord.  De  goede  prezen 
Tan  den  Hennep ,  die  bij  de  tegenwoordige  en  waiarsohQn- 
lyk  aanhoudende  duurte  van  den  Oostzeesehen  Hennep  zal 
stand  honden,  heeft  medegewerkt,  dat  dit  gewas  eeae 
▼oordeelige  oiitkomst  heeft  opgeleverd.  De  scheut  van  het 
zaad  was  mede  voldoende.  De  pr^s  van  den  Hennep  is 
f  16  k/17  de  50  Ned.  ponden;  van  het  zaad  ƒ5,50  k 
f6  het  mud/' 

9.  TABAK.  Hoewel  de  cultuar  van  deze  plant  door  de 
Commissie  van  Landbouw  in  Zeeland  aldaar  is  aange- 
moedigd en  in  sommige  districten  is  begonnen,  schijnt  de- 
zelve weinig  voldaan  te  hebben  ^  daar  men  Hiervan ,  ook 

6 


Digitized  by 


Google 


82  TABAK. 

daar  waar  de  uUkomtten  niet  oognnstig  waren,  heeft  af- 
gexien. 

Ten  aanzien  ran  de  Proyincie  Utrecht  berigt  de  Pro- 
vinciale Commisaie:  »Het  drooge  en  warme  weder  heeft 
seer  gunstig  op  de  Tabaksplanten  gewertct,  waar^Mr  dit 
gewas  leer  goed  is  geslaagd,  s^nde  de  kwaliteit  en  kleor 
bij  het  droogen  onder  de  bedoelde  weersgesteldheid  seer 
beguosiigd.  Bij  de  narraag  naar  baiten  ea  binnenlands, 
heeft  dit  prodact  voor  de  planters  eene  TOordecKge  op>* 
breogst  gegeven»  z^nde  de  Tabak  tot  goede  prgaen  ver- 
kocht en  opgeruimd*  Het  blijkt  op  nienw,  dat  hQ  eene 
goede  behandeling  en  onder  gunstige  weersomstandigheden 
de  Tabaksbouw,  hoe  kostbaar  dezelve  wegens  de  bewer- 
king z^n  moge,  bij  goede  prezen  met  voordeel  kan  ge- 
dreven worden.  Vooral  waren  de  pr^en  van  het  nardgoed 
Q  zeer  hoog.   Men  kan  nagaan,  dat  er  planters  geweest  zijn, 

in  de  gemeenten  Amerongen  en  Rhenen^  alwaar  de  Tabak 
vooral  geschikt  bevonden  wordt  om  tot  dekUaden  van  d- 
garen  te  dienen  die  è/1500  tot/ 1800  van  het  bnnder  heb- 
ben  gemaakt.  Men  mag  echter  niet  onvermeld  laten  den 
zwaren  hagelslag  welke  op  den  7  Augustus  in  en  om  de 
stad  Rhenen  den  Tabak  heeft  getroflSMi,  waardoor  aan  som- 
mige planters  overgroote  schade  werd  toegebragt,  zijnde 
een  aanzienlijk  gedeelte  als  in  een  oogenblik  ter  tieder  ge- 
slagen en  verwoest.  De  prezen  te  Amerêfoori  zyn  geweest 
van  het  Aardgoed /17.  Zandgoed/lS.  Bestgoed /23  k 
/24.  Te  fTotidênberg  van  het  bestgoed /l^  Te  ^me- 
rong^n  van  bet  bestgoed  ƒ  19.  Aardgoed/ 33;  enkele  par- 
^OD  werden  verkocht  voor/36." 

Ook  in  Gelderland  werkte  alles  mede  om  dk  gewas 
goede  uitkomsten  te  doen  opleveren,  zoodat  de  meeste  ver- 
bouwers te  vreden  waren.  Het  blad  was  groot  van  gewas, 
taai,  en  had  veel  wigt  op  de  schaal.  JDe  pcfsen  waren 
hoog.  Het  Lid  Correspondent  RoBioé  van  dsr  Aa  ,  melit 
fay  deze  gelegenheid  dat  de  bouw  van  dit  gewas  jaarlgks 


Digitized  by 


Google 


TABAK— MEEKRAP.  83 

in  Gelderland  toeneemt  en  dat  de  landlieden  aich  steeds 
beijveren  om  bet  gewas  doelmatig  te  bevorderen. 

10.  MEEKRAP.  Ten  aanzien  van  deze  belangrijke  teelt 
meldt  de  Provinciale  Commissie  van  Noord-Braband: 
»De  in  dit  jaar  geplante  riemen  z(jn  over  het  algemeen 
goed  in  de  vat  gekomen,  doch  hebben  door  de  buitenge- 
wone droogte  weinig  fruit  gemaakt.  De  twee  en  driejarige 
Meede  is  middelmatig  gegroeid  en  het  blijkt  bij  de  be- 
reidiog,  dat  de  afkomst  voordeelig  is  geweeet.  De  kwa- 
liteit is  buitengewoon  zuiver  en  krachtig.  De  delving  is 
wegens  den  harden  grond,  door  de  droogte  veroorzaakt, 
met  veel  moeite  en  arbeid  vergezeld  gegaan,  en  is  daar^ 
door  zeer  kostbaar  geweest.  Jammer  iat  dit  artikel ,  't  welk 
in  de  zware  kleigronden  van  het  arrondissement  Br^dw 
aan  zoovele  handen  werk  en  brood  venchaft,  thans  in 
prQs  zoo  zeer  is  gedaald»  dat  het  te  voorzien  is,  dat  in 
het  volgende  jaar  de  Meekrapteelt  eene  aanzienlijke  ver- 
mindering zal  ondergaan;  te  meer,  wfjl  by  den  tegenwoor- 
digen  standprQs  der  granen,  deze  een  voordeeliger  resul- 
taat aanbieden.  Men  berekent  de  afkomst  der  in  het  kan- 
ton Oudenboêch  geteelde  driqarige  Meede  van  5S00O  tot 
2400  Ned.  ponden  per  bunder,  én  die  der  tweejarige  op 
1200  k  1800  ponden.  De  piijs  der  onberoofde  gewone 
Meede  is  thans  /44  tot  ƒ47  per  btonderd  ponden.  De 
Meekrap  in  het  kanton  Zevenbergen  is  bijzonder  ge- 
slaagd; de  opbrengst  heeft  hier  van  de  driejarige  Meede 
3000,  zelfs  tot  3500  Ned.  ponden  bedragen." 

In  Zeeland  slaagde  de  Meekrap-cultuur  zeer  goed. 
De  drooge  en  warme  zomerdagen  oefenden  daarop  een 
ganstigen  invloed  uit;  zoowel  de  oude  als  jonge  planten 
groeiden  naar  wensch,  terwijl  inzonderheid  de  laatste  zich 
bnitengewoon  ontwikkelden.  Ook  de  wortel  was  zuiver 
en  zwaar,  en  het  product  bedroeg  3000  Ned.  IS  hand- 
goed  per  bunder.    Intusschen  waren  de  prezen  zeer  laag, 


Digitized  by 


Google 


.84  MEEKRAP. 

daar  de  vraag  naar  Zeenwsche  Mee,  ten  gevolge  van  de 
concurrentie  der  Avignooscbe,  jaarlijks  vermindert. 

Op  Goedereede  en  Overflakkee  in  Zaid-Holland,  al- 
waar de  Meekrap  nog  een  belangrijk  prodact  ia,  ia  liet 
Meekrapgewag  tamelijk  gnnstig  nitgevallen.  Van  de  drie- 
jarige rekent  men  240Q  Ned.  S,  en  van  de  tweejarige 
1700  Ned.  ft  te  zullen  reeden.  Er  aijn  zelfs  eenige  stak- 
ken  jarige  Meede  gedolven,  waarvan  men  1500  tot  2000 
Ned.  ft  heeft  gereed,  hetwelk  ab  buitengewoon  gonstig 
is  aan  te  merken.  De  prijzen  zQn  van  het  begin  der  teeh 
(Ootober  11.)  van  20  tot  25  gulden  per  50  Ned.  6. 

Op  Foome  en  Putten  en  het  eiland  Rtnenburg  stond 
de  Meekrap  ook  redelijk  goed,  hoezeer  men  in  sommige 
stukken  een  bederf  meende  te  bespeuren ,  als  in  de  aard- 
appelen; de  bfjgeplante  of  opboetelingen  z^n  echter  bQge- 
groeid.  De  opbrengst  aldaar  der  2iarige  van  1600  tot 
2200  Ned.  S.  Van  de  jarige  van  800  tot  1100.  De  pi^s 
van  ƒ20  tot/ 21  de  50  Ned.  R. 

Door  het  Departement  (hid^Beiferland  wordt  het  na- 
volgende medegedeeld:  »De  proeven  mèt  het  telen  van  Vkè 
alhier  genomen,  hebben  verschillende  resultaten  opgde- 
verd.  Bij  eenen  was  de  afkomst  van  tweejarige  Meè 
slechts  IdOO  halve  Ned.  ponden  per  gonet  en  dus  niet  meer 
dan  tamelijk;  bIJ  eenen  anderen  evenwel  was  het  bedrag 
2500  halve  Ned.  ponden.  Wat  de  proeve  met  Franscbe 
Meé  aangaat,  deze  is  «lecht  gelukt,  waarschijnlijk  door  de 
droogte  by  de  zaaljing,  waardoor  die  voor  een  derde  niet 
is  opgekomen.  De  nu  gelegde  kiemen  zullen  denkelijk  be- 
ter uitkomst  opleveren,  doch  wigt  en  klenr  gelooft  mea 
intusschen  niet  dat  zallen  voldoen  aan  de  verwachting." 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Noord- 
Holland  berigt  dat  er  dit  jaar  te  fFifk  €tan  Zee  en  Dmin 
door  den  Heer  de  Bruin  Prikce  eene  proef  is  genomen 
om  Meekrap  te  telen,  welke  aanvankelijk  sdiljnt  goed  te 
zullen  slagen. 


Digitized  by 


Google 


MEEKRAP.— HOP.— CICHOREI.        85 

Het  Lid  Correspondent  O.  W.  A.  Grare  van  Rijland, 
Pffovincie  Gelderland,  vermeldt  ook  dat  hij  dit  jaar  twee 
bunders  met  Meekrap  heeft  aangelegd ,  die  zeer  goed  staat. 

11.  HOP.  Hieromtrent  konmen  Avij  alleen  het  navolgende 
berigtuit  Noord-Braband  mededeelen,  het  eenige  hetwelk 
met  betrekking  töt  dit  gew^is  bij  de  Commissie  is  inge- 
komen: > Aanvankelijk  had  dit  gewas  niets  dan  voorspoed. 
Bffj  het  aansetten  der  bellen  na  het  bloeijen ,  bespeurde  men 
het  zoogenaam4e  zwart,  in  vrij  hevigen  graad ,  die  voor  de 
inislnkking  der  Hop  deed  vreezen.  Een  ingevallen  regen 
deed  het  kwaad  spoedig  verdwijnen,  het  gewas  herhaalde 
sioh,  groeide  zeer  weelderig,  en  gaf  eene  buitengewone  schoo- 
ne  krachtige  vracht  van  beste  qualiteit.  De  prijs  van  ƒ40  a 
ƒ48  per  100  Ned.  ponden  is  zeer  voldoende,  doch  daar 
er  nog  rijziog  wordt  te  gemoet  gezien ,  zijn  weinige  Hop- 
telers  voor  als  nog  tot  afzet  genegen." 

12*  CICHOREI.  Ook  hieromtrent  kwamen  geene  of  zeer 
korte  berigten.  De  Provinciale  Commissie  van  Noord- 
Holland  berigt  dat  er  te  ZuidscAarwoude  15  roeden  met 
Cichorei  zijn  beteeld,  waarvan  de  opbrengst  was  ƒ3  per 
mud. 

Die  van  Utrecht  meldt  dat  dit  gewas,  hetwelk  niet  al- 
gemeen wordt  verbouwd,  zeer  goed  is  geslaagd,  zijnde  de 
50  Ned.  a  natte  wortels  voor  ƒ0,80  tot  ƒ1  verkocht. 

Volgens  de  Provinciale  Commissie  van  Groningen 
bedroeg  de  prijs  slechts  ƒ0,70  tot  /0,80  de  50  Ned.  9. 
Overigens  was  men  zoowel  over.  de  hoeveelheid  als  de  hoe- 
danigheid van  den  wortel  zeer  te  vreden,  waartoe  de  warme 
en   drooge  zomer  medewerkte. 

Het  Lid  Correspondent  W.  van  Pevma  meldt  nog  daar- 
omtrent: »Ook  dit  product  werd  dit  jaar  niet  zoo  menig- 
vuldig aangetroffen  als  wel  in  vorige .  jaren.  De  droogte, 
hoewel  voor  sommige  stukken   in  den  aanvang  niet  voor- 


Digitized  by 


Google 


86  CICHOREI.  — ERWTEN. 

deelig,  belette  ecluer  niet  dat  het  gewas  meerendeels  goed 
was.  De  opgavea  welke  ik  van  de  uitkomsten  Tan  den 
Cichoreiboaw  ontving,  waren  niet  ongnnstig,  nieltegeD- 
staande  de  prijs  die  in  het  vroege  najaar  nog  eenigzins 
billijk  was,  later  onder  het  uitgraven  aannerkel^k  terag 
ging.  Het  uitgraven  had  echter  eenige  moeijelijkheid  ver- 
oorzaakt door  de  onbmikbaarheid  van  den  grond  in  het 
voorjaar  en  de  later  gevolgde  hardheid  van  denselven.  De 
hoeveelheid  sal  ongeveer  20000  4  22000  Ned.  «  per  bun- 
der bedragen,  terwöl  de  prifs  eerst,  omstreeks  de  ƒ14, 
later  tot  op  f  10  afdaalde." 

13.  ERWTEN.  In  de  Provincie  Noord-Braband 
waren  de  Erwten  veelal  door  de  droogte  gedeeltelijk,  en 
in  de  hooge  zandgronden  ten  eenenmale  mislakt. 

De  beste  in  de  kleigronden   hadden  een  beschot  gege- 
ven van  16  &  22  randden  j>er  bunder,  terwijl  men  in  het 
zand  niet  meerder  heeft  ingeoogst  dan   5   tot  8   mudden. 
Bg   de  vroege  rQpwording  zQn    dezelve    bij   droog  weder 
ingezameld,  hetgeen  op  de  hoedanigheid  veel  invloed  heeft 
gejiad.    De  prijs   der  Erwten  die  echter  meerendeels  In 
overjarigen  bestonden,  was  bijzonder  hoog   en  wel  flOk 
f  II  per  mud.  Men  klaagde  algemeen,  dat  vooral  de  graauwe 
Erwten  niet  gaar  werden.     Over  de  Doperwten,  hoexeer 
goed  gegroeid,  was  men  niet  te  vreden;  de  gelijktijdige 
rijpwording,  door  de  hitte  van  het  weder,  is  oorzaak  ge- 
weest, dat  de  onderscheidene  soorten  niet  zoo  als  gewoon- 
lijk elkander  opvolgden. 

Ook  in  Zeeland  was  de  klagt,  uit  hoofde  der  hitte, 
over  geen  voordeelig  beschot. 

In  Zuid-  en  Noord -Holland  was  de  opbrengst  1re^ 
schillend;  echter  waren  er  enkele  stukken  waarvan  men 
12  tot  20  mudden ,  zeer  enkele  van  25  tot  30  madden  per 
bunder  had  ingeoogst. 

Op  Goedereede  en  Overflakkee  had  men  gereken J: 


Digitized  by 


Google 


ERWTEN.  87 

De  graaawe  Erwt.en  per  bunder  op  18  muddeiu 
Groene  of  blaaawe      »  »        »   25        » 

Witte  of  gele  »  »         »    24        » 

Van  uitmuntende  hoedanigheid. 
Prijs:    De  graauwe  per  mud/ 10      &/13. 
Groene  of  blaaewe     »       »         9,50»     11« 
Witte  of  gele  »      »  8,75»     la 

Uit  Noord-Holland  ivaren  de  berigten  orer  het  al* 
gemeen  niet  onguMtig;  van  sommige  plaatsen  klaagt  men 
ecbter,  dat  ofschoon  de  struiken  veel  bdoofden  en  hoog 
vraren  opgeschoten,  de  peul  weldra  verdroogde  en  de  vrucht 
niet  Iwag  groen  is  kunnen  verkocht  worden.  De  opbrengst 
was  gemiddeld  18  mudden  per  bunder. 

Voorts  sijn  op  de  Eilanden  de  Erwten,  droede  ten  ge-^ 
Tolge  der  droogte,  misgeslagen,  vooral  op  Texel ^  waar 
de  groene  bovendien  wormsteklig  waren;  ook  had  in  hel: 
aobtste  district  bet  ongedierte  schade  gedaan.  * 

Onder  ZatuhoortviB»  een  proeve  genomen  in  eene  duin- 
vallei om  een  bunder  omgeploegd  land  met  groene  Erwten 
te  bebouwen.  Dese  beloofde  aanvankelijk  eene  goede  uit- 
komst, deeh  is  later,  ten  gevolge  van  de  droogte,  mis- 
lukt, en  heeft  slechts  een  vierde  meer  dan  er  gezaaid  was, 
opgeleverd;  men  zonée  de  proef  in  het  volgende  jaar,  zoo 
op  geploegd  ak  op  omgespit  land  herhalen. 

In  de  duinvallen  van   Z.   K.  H.  Prins  Frederik  onder 
Bakkem  was  nogtfaans  dit  gewas  uitmuntend  geslaagd. 
Pri|s  per  mud:  Graauwe  ƒ10      4/17. 
€roene        10       »      18. 
Witte  7,50»      16. 

Zoo  ook  was  de  uitkomst  ia  de  Provinciën  Utrecht  en 
Gelderland  verschillend,  doch  op  de  ligtere  gronden 
beter  als  op  de  zwaardere;  het  stroo  was  deugdzaam  ge- 
weest; ook  de  prf}zen  waren  aldaar  van  de  Erwten  zeer 
hoog,  en  bepaalde  sieh  van/ 14  4/15  per  mud. 

Het  gemelde  stt»t  tamel^k  gelQk'met  de  berigten  uit 


Digitized  by 


Google 


8»  EBWTEN.  —  PAARDEN-  en  DUI VENBOONEIV. 

de  overige  Provinciëo,  doeh  ook  daar  had  de  droogte  en 
baitengewoae  hitte  dit  gewas  seer  benadeeld,  jcaodat  de 
Erwt  klein  is  gebleven  van  stuk. 

14.  PAARDEN  en  DUIVENBOONEN.  In  Limburg 
waren  de  Bponen  bnitengewoon  hard  en  gaven  eene  ge- 
ringe opbrengst  De  plant,  die  sedert  de  zaaijingtot  na  den 
bloei  geen  regea  had  gehad ,  was  door  de  droogte  aao  het 
kwiynen  geraakt;  men  was  aldaar  in  het  vorige  jaar  be- 
gonnen dit  product  door  het  brood  te  mengen  hetwelk  met 
de  rogge  een  goed  voedsel  was. 

Men  beschouwde  dit  gewas  ia  Noord-Braband  voor 
mislukt ,  ook  klaagde  men  over  den  honig-daauw »  soodat 
hrt  stroo  naanwelijks  de  lengte  van  |  el  bereikte,  de 
Paardenboonen  waren  wankleurig  fay  eene  afkomst  van 
12  &  18  mudden  per  bunder;  de  Duivenboonen  in  de  lan- 
den van  Allena  hadden  niet  meer  dan  7  è  10  mud- 
den opgeleverd  en  vele  hadden  dit  beschot  niet  kunnen 
bereiken* 

Ook  Zeeland  klaagt  over  droogte  en  hitte  zoodat  de 
afkomst  gering  was ,  hoogstens  B  muddoi  pêr  bunder.  De 
middelprijs  berekende  men  aldaar  op  /'6,66  per  nmd. 

Alleen  in  Del/sland  en  het  Westland  waren  de  Paarden- 
boonen goed  uitgevallen  en  hadden  een  beschot  opgeleverd 
van  ruim  35  mudden-  per  bunder. 

Uit  het  Departement  's  Gravenhage  werd  ons  gemeld, 
dat  op  Hoekenburg  onder  Faorburg  veertig  rifnlandsthe 
roeden  met  boouen  zijn  bezet  geweest  hetwelk  had  opge- 
bragt  drie  Ned.  mudden  van  eene  aOezins  goede  hoeda- 
nighdd,  zeer  melig  en  voedzaam. 

Uit  de  andere  streken  van  Zuid-Holland  luiden  de 
berigien  minder  gunstig,  hebbende  de  Paarden-  en  Duiven* 
boonen  door  de  droogte  veel  geleden,  \^iardoor  z|j  slecht 
gepeuld  waren  en  daardoor  de  opbrengst  gering,  ecirter 
dehoedapigheid  goed  was.  Men  berekende  de  opbrengst  der 


Digitized  by 


Google 


PAARDEN  EN  DÜIVENBOOiVEN.      89 

PaardenbooDen  gemidldeld  van  12  tot  15  madden ,  die  de  D«i- 
Tenboonen  naanweljjks  van  10  tot  14  madden. 

Op  Goedereede  en  Overfldkkée  berekende  men  de  op- 
brengst der  Witteboonen  op  26  mudden  en  der  Bruineboo- 
nen  op  21  maddeo  per  bunder. 

Prys  ^r  Witteboonen  per  mudde/10      è/11,50. 
»       »    Bruine  »        »        p  10,50  >     13,25. 

»       »    Paarden  »        »        >    7       >      7,50. 

»       »    Duiven  »        >        >    7,50  »      8,00. 

Met  betrekking  tot  d^  teelt, der  Duivenbooaen  vermeldt 
ket  Departement  dat  deszelft  medelid  J.  Guoenrwkgen 
onder  S$^iermeer  die  boonen,  in  pkats  van  dezelve,  te 
saai^ea,  in  reijen  en  op  geleken  afsund  heeft  laten  poten. 
De  uitslag  decer  proefneming  yfan  alleains  voldoende. 
Bij  de  dorsphing  hebben  3^  dusdanig  gecultiveerde  bunders 
land  UI  mudden  Duivenboenen  opgebragt,  sijnde  ciica 
32  mudden  per  bunder,  terwijl  de  gezaaide  Duiveinboo^ea 
dit  jaar  in  dien  omtrek  slechts  20  mudden  en  maar  enkele 
stukken  lands  23  è  24  mudden  per  bunder  hebben  opge- 
leverd. De  meerdere  onkosten,  welke  het  poten  in  reijen, 
veroorzaakt,  worden  opgewogen  door  de  mindere  hoeveel- 
heid boonen  welke  men  bij  het  uitznaljen  noodig  heeft, 
zoodat  bovenvermelde  proefneming  wanneer  men  den  prijs 
der  Duivenboenen  è  f  7  berekent,  eene  winst  van  meer  dan 
ƒ  ÖOO  geeft. 

In  Noord-Holland  waren  op  sommige  plaatsen  de 
Paardenboonen  redelijk,  elders  beter  uitgevallen. 

Ia  het  8  en  9  district  was  de  oogst  vroegtijdig,  de  op-. 
Wengst  overvloedig  en  de  hoedanigheid  voortreffi^k  ge- 
weest. Uit  het. 6  district  daarentegen  klaagden  men,  dat 
geen  gewas  meer  van  de  droogte  geleden  had  dan  dit  pro- 
duet.  Op  Texel  waren  de  bo4men  bet  dorschen  oaauwe- 
lijka  waardig. 

De  Duivenboenen  waren  redelijk  ingeoogst,  de  prijzen  wa- 
ren iets  hoogeralshiervoren  Tan  Zuid-Holland  is  gezegd. 


Digitized  by 


Google 


90   PAARDEN  bn  DUI VENBOONEN. 

Dê  Prorinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Utrecht 
zegt  ons  op  dit  artikel: 

>  De  Boonen  sfjn  over  het  geheel  mede  min  gnnstig  ge- 
slaagd, vooral  op  de,  in  het  najaar  omgeploegde  akkers, 
doordien  deze  niet  waren  doorgevrozen.  Die  in  het  voer- 
jaar eh  op  omgeploegde  gronden  werden  gezaaid,  hebben 
eenige  betere  uitkomst  gegeven;  door  elkander  gerekend 
gaven  evenwel  de  Boonen  eene  schrale  opbrengst* 

Het  stroo  is  zoo  bijzonder  kort  gebleven «  dat  de  Boo- 
nen ,  in  plaats  van  gemaaid ,  met  de  hand  geplakt  werden. 
De  zoo  geringe  opbrengst  kan  nagenoeg  met  een  misgewas 
worden  gelijk  gesteld.  De  Boonen  kwamen  met  al  de  ove- 
rige vrachten  vroeg  tot  rijpheid,  zoodat  men  hier  en  daar 
met  half  Augnstas  begon  dezelve  in  te  halen* 

De  prezen  waren  /8  è.  8,S0  het  mnd*" 
Ook  in  de  Provincie  Gelderland  was  dit  prodoet 
zeer  tegen  gevallen,  men  had  aldaar  vrQ  algemeen  geen 
derde  gedeelte  van  een  gewoon  gewas  gehad.  De  baiten- 
gewone  en  aanhoadende  hitte  was  hiervan  de  oorzaak,  de 
bloesem  had  zich  niet  behoorlek  kannen  ontwildcelen  en 
vele  waren  verbrand. 

Eene  middelmatige  opbrengst  had  men  in  OverQssel, 
en  zeld  had  men  in  de  omstreken  van  Sieenwijk  dit  pro- 
duct als  geheel  mislakt  aangemerkt,  men  schreef  aldaar 
veel  kwaad  toe  aan  insecten  en  zoogenaamde  zwarte  luis. 
De  Provinciale  Commissie  zegt  dat  dit  gewas  op  het 
voorbeeld  van  den  Heer  Waardenburg  bijna  aitsloitend 
tasschen  de  Aardappelen  wordt  verbouwd  en  ait  den  wensch 
dat  door  naauwkeurige  en  vergelijkende  proeven  zoude 
worden  uitgemaakt  of  die  wifze  van  verbouwing,  zoo  voor- 
deelig  te  achten  is,  als  dezelve  schijnt  te  zijn* 

Uit  Groningen  komen  alle  de  berigten  hiermede  overeen: 
Dat  de  Paarden-  en  Duivenboonen  over  het  algemeen  slecht 
hebben  voldaan* 

Daar  nogthans,  waar  men  dezelven  op  meer  lage  zave- 


Digitized  by 


Google 


PAABD.-bnDUIVENB*  — WIKK.enLINZ£N.    91 

lige  giosdeD ,  aoo  ds  aan  de  geheele  NoordkiMt  der  Pro- 
Tincie,  vroeg  had  uitgezaaid,  was  men  te  Treden»  en  re- 
kende  men  op  eene  opbrengst  van  30  mudden  per  bun- 
der* Zoo  ook  enkele  gronden  in  het  Oldambt^  alwaar  men 
hier  en  daar  reeds  in  Februarij  gesaaid  had  f  was  de  op- 
brengst Teldoende;  doqh  alle  maar  eenigsins  laat  nitge- 
aaaide  boonen  waren  sleefat,  de  stengel  kort  en  weinig 
geladen,  op  Tele  plaatsen  niet  HMer  dan  6  4  10  mudden 
mok  de  bunder  opbrengende»  zoodat  men  over  de  gansche 
Provincie  te  samen  genomen  op  niet  meer  dan  |  van  eenen 
gewonen  oogst  konde  rekenen.  De  hoedanigheid  der  boe- 
nen zelve  was  echter  goedy  hard  en  blanke  daar  sQ  vroeg- 
t^dig  en  bij  zeer  gunstig  weder  ingezameld  hadden  kun- 
nen worden. 

Pr^s  /6,50  tot  /8  de  mud. 

Van  alle  boonseorten  hadden  de  iruine^  gele  of  6oit/- 
gespikAetden  en  wüie  boonen  $  siamboonen,  alle  tot  het 
geslacht  PhtueoluM  behoorende»  dit  jaar  veel  opgebragt 
cm  waren  bQ  de  algemeene  schaarsobte  van  levensmiddelen 
tot  hooge  prijzen  verkocht;  men  beval  die  teelt  hQ  warme 
ee  drooge  jaren  zeer  aan. 

Uit  de  overige  streken  van  ons  Rijk  si^n  ons  verder 
geene  belangrijke. opgaven  dienaaagaande  geworden. 

15.  WIKKEN  EN  UNZEN.  Van  Noord-Braband 
alwaar  Wikken  alleen  voor  groen  voeder  Sn  de  klei 
worden  geteeld,  zijn  ons  geene  bijzonderheden  opge« 
geven. 

De  Wikken  zijn  in  Zeeland,  alsiede  als  voedergewas 
geteeld  wordende,  goed  geslaagd,  en  gaan  vri|} aanzienl(jk 
▼oort,  ofschoon  dezelve  uit  hoofde  van  de  langdurige 
droogte  minder  dan  gewoonli|]k  opleverden,  werden  de- 
selven nogthans,  tijdens  de  schraalheid  der  weilanden, 
niét  wezenlijk  voordeel,  op  onderscheidene  stallen  aan  het 
Toe  vervoederd. 


Digitized  by 


Google 


r 


92      WIKKEN  EN  UiVZEN.  ~  AARDAPPELEN. 

In  Zaid-HolUnd  op  Foom  en  Puilen  ü  om  berigt, 
dat  de  Wikken  aldaar  voldoende  waren  gegroeid. 
'  De  eerste  snede  van  dese  gewassen  had  in  de  Pro- 
vincie Utreobt,  voor  soo  verre  eIj  in  het  begin  van  den 
somer  geen  hinder  van  de  droogte  badden  geleden,  in 
sommige  streken  een  tnmeiyk  gewas  gegeven,  doch  later 
s(jn  deselve  bijna  algemeen  verdroogd,  loodnt  dese  voe- 
dergewassen alstoen  genoegsaam  niets  badden  opgekverd; 
terwijl  men  nit  Drenthe  klaagt  dat  van  dese  gewassen 
geen  werk  wordt  gemaakt. 

16.  AARDAPPELEN.  Ten  aansien  van  de  vermelding 
van  dit  prodact  moeten  wij  ons  gedragen  aan  hetgeen  door 
ons  is  gezegd  in  bet  berigt  van  het  voorgaande  jaar. 

Uit  alle  de  ingekomene  stokken  uittreksels  te  leveren, 
sonde,  nit  hoofde  van  seer  groote  en  breedvoerige  ver- 
handelingen, ons  bestek  niet  gedoogen,  en  door  deselven  allen 
over  te  nemen  en  letterlQk  te  vermelden,  sonden  wlf  een 
geheel  afsonderlijk  boek  SMeten  leveren ;  daarenboven  wat 
in  het  eene  rapport  ten  aansien  vnn  de  geschiedenis  der 
Aardappelen  voor  waarheid  wordt  opgegeven,  werd  door 
een  ander  regelregt  tegen  gesproken,  en  snlks  wel  of- 
schoon-die  nit  deselfde  districten  komen. 

Alle  de  berigten  komen  nogthans  daarin  overeen,  dat 
de  siekte  der  aardappelen  sich  allerwege  wederom  heeft 
vertoond ,  doch  in  eenen  minderen  graad ,  en  men  voedt  de 
hoop  dat  deselve  sich  langzamerhand  zal  verbeteren  en 
eindelijk  geheel  sal  opbonden  te  bestaan. 

De  vroege  soorten  sQn  meer  van  de  siekte  bevrijd 
geUeven  dan  de  latere;  over  het  algemeen  was  de  pro- 
dnctie  minder  dnn  van  een  gewoon  jaar;  de  pr^sen  nog- 
thans waren  hoog,  soodat  dit  den  teelder  eenigermate  ver- 
goedde. 

De  berigteli  ten  aanzien  van  de  coltunr  der  Kitny's- 
Aardappelen,   ofschoon   dit  by   weinige   ophoudt »   waren 


Digitized  by 


Google 


AARDAPPELEN.  93 

ganstig;  Aese- waren  wederom  geheel  Tan  de  zidcte  ver- 
echoond  gebleven,  maar  deselven  warea  aiet  groot  vaa 
stak ;  doeh  biervan  kannen  het  drooge  weder  en  de  buiten» 
gewone  hitte  wel  de  oorzaak  zgn  geweest,  ten  minste  dit 
werd  Termeed. 

Van  de  proef,  genomen  door  deaHeerTsia^cos,  te^tfam. 
Provincie  Noord-Holland,  téA'aatizien  van  hét  opgeko- 
men zaad ,  alwaar  twee  jaren  geleden  Aardi^pelen  waren 
gepoot,  waarvan  waarsch^nlijk  eenige  zijn  in  itn  groa4 
gebleven,  verwachten  wij  nader  de  uitkomst  meer  be» 
paald  te  mogen  Tememen. 

Voorts  zij  vermeld,  dat  de  ProvincfaAe  Commissie  van 
Landbouw  te  Utrecht,  klaagt  over  de  slakken  in  de 
jonge  Aardappelenptanten,  en  daarenboven  vegt  ons  die 
Commissie,  dat  de  Aardappelenplanten,  verkregen  uit  de 
verschillende  zaden ,  van  wege  het  Gfouveraement  ontvan- 
gen, almede  niet  Van  het  verderf  zijn  vr^  gebleven,  het- 
welk ons  ook  uit  Gelderland  en  Overijssel  wordt 
bevestigd.  / 

En  de  gewestelijke  Commissie  uit 'Groningen  klaagt, 
dat  de  uit  Duiièch  en  EngeUch  zaad  gewonnen  Ajirdiq[K 
pelen  mede  aan  de  ziekte  onderhevig  zijn  geweest,  evea«- 
eens  als  de  van  Aardappelen  gepootte  planten. 

Allerwege  was  men  van  gevoelen  ^  dat  wanneer  wij  van 
natte  en  broeia<)hdge  zomers  bevr^  mogen  blijven,  die 
rampspoedige  ziekte  in  de  Aardappelen  zioh  steeds  zal 
verbeteren  en  welligt  ophouden  te  l>eslaan. 

Het  Lid  Correspondent  de  Heer  Starino  te  XocAem, 
deelt  omtrent  dit  gewas  nog  het  navolgende  mede: 

Even  als  in  het  horige  jaar  hebben  alle  Aardappelen , 
genoegzaam  zonder  eenige  uitzondering,  van  de  rotziekte 
geleden,  met  dat  onderscheid  eveawel  dat  de  hoeveelheid 
niet  veel  meer  beeft  bedragen  (110  nrad  per  bunder)  maar 
dat  de  hoedanigheid  veel  beter  was ,  en  weinig  vjeraehilde 
ran  die  in  vroegere  jmren. 


Digitized  by 


Google 


94     AARDAPP.  —  KNOLLEN.  —  WORTELQEW. 

Ten  aaasMii  der  rotsiekte  rtrw^wn  wQ ,  oni  onooodige 
bcrhaliBgen  te  Tenn|jdent  naar  bet  7^  stakje  iet  Mede^ 
deelingen  van  de  GeUereeAe  MaeUseh.  v.  Landbouw  ^ 
waarin  aan  aitgebreid  stak  over  4e  Mekle«  gel^k  sij  sieh 
in  1845  en  1846  in  Nederland  en  in  Gelderland  ia  het 
byionder  heeft  Tertooad. 

Gelijk  in  den  winter  van  1845—1846,  soo  houden  zieb 
thans  (December  1846)  de  Aardappelen  volkomen  goed  in 
de  winterbewaarplaatsen. 

17.  KNOLLEN.  Alle  de  berigten  over  dit  gewas  lol- 
den allergnnstigat;  het  aaad  was  wel  uit  hoofde  van  den 
den  droogco  aoamr  lang  in  den  grond  gebleven,  doeh  na 
het  vallen  van  een  weinig  regen  ^  groeiden  deaelve  net 
neerder  kracht  dan  gewoonlQk;  py  waren  smakelijk  en 
groot  van  stuk;  selfs  op  sommige  plaatsen  heeft  de  eerste 
invallende  vorst  aan  dit  gewas  geen  nadeel  veroorzaakt; 
het  heeft  ten  eenenmale  in  de  behoefte  van  den  menscfa  en 
vee  voorzien. 

Op  zeer  enkele  plèatsen  klaagde  men  dat  de  groot 
Tan  stuk  gerooide  Knollen  «en  weinig  voois  z^n  bevon* 
den* 

Met  het  teekn  van  Koolrapen  gaat  men  met  goeden  uit- 
slag voort;  ook  deze  voorzien  in  de  behoeften  van  den 
mensch  en  het  vee ;  men  beveelt  zeer  aan  om  de  zaayiag 
niet  te  laat  te  doen. 

De  prijzen  waren  voor  den  verbouwer  allergunstigst,  en 
toch  voor  de  consumtie  niet  buitengewoon  hoog. 

18.  WORTELGEWASSEN.  Ook  z^n  de  berigten  eens- 
luidend,  dat  dit  gewas  bijna  allerwegen  in  de  behoefte 
heeft  voorzien ;  echter  moeten  w^  ditoaangaande  in  eeoige 
bijzondetheden  treden  en  eenige  wetenswaardige  zaken  me- 
dedeelen. 

In  het  Liraburgsche  had  men  eene  proef  genoman  om 


Digitized  by 


Google 


WORTELGEWASSEN.  95 

in  de  daurte  der  granen  te  voorzien  ,^  de  Beetwortelen  met 
de  Rogge  vermengd  te  beseigen  tot  het  vervaardigen  van 
brood,  evenwel  was  men  nog  niet  op  die  hoogte  deswe- 
gens  als  men  wenachte;  men  bad  dese  teelt  aldaar  ver* 
dubbeld. 

De  Provinciale  Commissie  van  Noord-Bfaband  ver- 
meldt ons: 

De  Yeldwortelen  op  sandgronden- geteeld ,  werden  in  het 
voorjaar  onder  de  Rogge  gezaaid;  door  het  vroeg  ruimen 
der  roggescboof  verkregen  de  Wortelen  meerder  t^d  tot 
groeyen,  hetgeen  echter,  wijl  de  grond  te  droog  was,  aan- 
vankeliyk  zeer  traag  ging,  doch  na  dat  er  regen  gevallen 
vras,  herkregen  zij  zich  ten  eeoenmale  en  binoen  weinige 
dagen  waren  zij  in  overvloed  voorhanden  en  bleven  tot 
laat  in  November  doorgroeijen.  Het  Wortelgewas  had  om 
dezen  tijd  meerder  waarde  dan  de  Rogge»  waarvan  het  de 
opgevolgde  vrucht  was. 

De  afwisselende  vorst,  sneeuw,  dooi  en  weder  vorst 
tot  driemaal  toe,  heeft  het  heerlijke  grootendeela  te  veld 
staande  gewas  geheel  vernield.  Dit  gemis  was  vooral  in 
dit  jaar  bij  de  duurte  der  andere  levensmiddelen  groote- 
]ijks  te  betreuren ,  te  meer  wyl  de  Wortelen  als  een  ge- 
zond voedsel,  zoo  voor  menscheo  als  vee,  algemeen  be- 
kend zQn ,  en  veel  tot  leniging  der  algemeene  rampen 
konden  bijdragen. 

De  Mangel-  of  Beetwortel  was  over  het  geheel  genomen 
wel  geslaagd ,  vooral  die  van  zaad  getrokken  onverzet  ±ijn 
gebleven ,  die  stokken  van  opmerkel^ke  grootte  en  zwaarte 
hadden  voortgebragt.  De  uitgezette  planten  daarentegen 
badden  veel  door  de  droogte  geen  wortel  gevat  of  zijn  om 
die  reden  klein  gebleven,  zoodat  de  wortelen  naaaweligks 
de  helft  van  de  gewoone  grootte  verkregen  badden* 

In  Zeeland  en  Zuid-Holland  luiden  de  berigten 
dat  by  de  landlieden  meer  en  meer  de  overtuiging  leven- 
dig werd ,  dat  het  telen  van   den  Mangelwortel  goede  uit* 


Digitized  by 


Google 


/ 


96  WORTELGEWASSEN. 

komsten  had  gegeven,  en  dit  gewas  was  al  wederom  zeer 
goed  geslaagd. 

Het  Departement  Oud-Beyerland  meldt  ons,  dat  ondter 
de  gemeente  Goudswaard  een  stnk  land  groot  ruim  een 
bunder  van  de  raimste  kwaliteit  had  opgebragt  987  mnd- 
den  Beetwortelen ,  wegende  te  zamen  60020  ned.  9  die  yer- 
kocht  zijn  de  100  S  &  60  Ct  het  9  terwijl  de  opbrengst 
der  Paarden-peen  berekend  werd  tegen  1000  mnd  Tan  den 
bunder,  die  verkocht  zijn  voor  ƒ  1,20  per  mud. 

Ook  het  Departement  *s  Gravenkage  geeft  eene  gelQke 
prijs  van  ƒ1,20  per  mud  op,  ofschoon  later  gedaald  op 
80  Ct.  Men  had  aldaar  Oranje-peen  gerooid  wegende  2 
Ned.  S  het  stuk,  en  als  een  uitmuntend  voedsel  voor  den 
mensch  wordt  dit  gewas  zeer  geroemd;  de  cultuur  der 
Beetwortelen  wordt  insgelijks  zeer  aangeprezen ,  men  rooide 
aldaar  tot  1300  mudden  per  bunder. 

In  de  gemeente  Rtjnsburg^  Departement  SassenAeim, 
was  om  deszelfs  bijzondere  zwaarte  ter  waag  aldaar  gewo- 
gen een  Beetwortel  wegende  18  Ned.  ft  en  een  ter  zwaarte 
van  16  ft.  ook  was  men  in  die  gemeente  over  de  cultuur 
van  dat  gewas  bijzonder  te  vreden. 

Te  Zutdsckarwoude  Provincie  Noord -Holland-,  ha*- 
den  de  Beetwortelen  ƒ400  en  de  gele  wortelen  /375  per 
bunder  opgebragt. 

In  de  Provincie  Utrecht  was  men  alleen  te  vrede  over 
de  cultuur  der  Beetwortelen,  de  gewone  witte  eo  gele 
badden  door  de  droogte  en  hitte  veel  geleden. 

Uit  de  Provincie  Gelderland  komen  alle  de  berigtea 
hierin  overeen  dat  de  wortelgewassen,  zoowel  de  gewone 
roode  als  gele  van  eene  uitmuntende  hoedanigheid  en  groot 
van  stuk  waren.  Ook  de  Mangelwortel  had  aldaar  een 
goed  verbouw  opgeleverd. 

In  sommige  districten  van  Overi]s^l  nogtans  was  klagt 
ever  de  muizen,  waardoor  bQ  het  rooijen,  dit  gewas  eeotg^ 
zins  was  tegengevallen. 


Digitized  by 


Google 


WORTELGEWASSEN.  — SPURRIE.    97 

Ia  Groningen  had  de  droogte  TÓoral  op  de  kleigron- 
den  de  Wortelgewamen  ceer  benadeeld ,  over  de  caltaur 
Of  de  sandgreiiden  was  men  neer  te  Treden. 

Als  eene  UJzonderheid  is  ona  de<Mr  de  gewestelijke  Com- 
miasie  gemeld,  dat  een  gewone  roode  Mangel  wortel  by 
éen  boomkweeker  jille  Syi%es  Bakker  te  Sapmeer  bad 
gewogen  22[  pond  oud  gewigt. 

'  Ecbter  de  Koolrapen  (of  ItaapknoUen ,  gel^k  men  ze  al- 
éasut  noemt)  leden  en  van  het  Terplaaten  b^  de  droogte  ea 
Tan  eene  rotachtige  ziekte  in  den  knol,  waardoor. de  op^* 
btengsc  beneden  het  middelmatige  is  geblcrren* 

10.  SPURRIE.  Deze  plant  zegt  de  Commissie  van  Land^ 
boaw  ia  Noord-Braband,  in  het  voorjaar  tot>  Zaad* 
wiDoing  gezaaid,  was  door  de  droogte  kort  gebleven,  en 
keeft  weinig  opgeleverd.  De  vroeg ,  dadelijk-  na  het  rai- 
men  der  Rogge  gezaaide,  is  mede  wegens  dé  droogte  o£ 
niet  uitgekomen  of  aan  het  opkomen  verbrand;  de  veertien, 
dagen  later  gezaaide  of  zoogenaamde  na^putrie  is  beter 
gegroeid  en  gaf  gedurende  eene  maand  van  half  Octobec 
tot  half  November,  in  de  hooge  zandsttékeh  een  ^aond, 
melkrijk  voedsel  voor  het  Rundvee. 

Het  gemis  aan  Spurrie  werd  dit  jaar  door  liet  knalgroen 
rQkel^k  vergoed;  aan  de  Spurrie  wordt  echter  voor.  dé 
botermaking  en  de  smakelijkheid  derzeive  verreweg  do 
voorkeur  gegeven* 

Ook  de  Heer  Martini  bevestigt  het  bovengemelde,  .do 
Inalsche  regenbuien  na  Augustus  hadden  dit  gewas  zeeit 
verbeterd  en  was  de  Spurrie  over  *t  geheel  nog  een  goed  gewas. 

In  de  Provincie  Utrecht  was  dezelfde  klagt  over  den 
zoo  zeer  droogen  zomer. 

Het  zaad  ingesleept  en  niet  met  de  egge  ingewerkt  was 
boven  den  grond  blijven  liggen  en  door  gebtek  aan  regen 
niet  opgekomen  ;  ook  de  cultuur  was  over  het  algnneen  niet 
gunstig  geslaagd.  — 

7 


Digitized  by 


Google 


98  S  F  U  R  R  I  E* 

Voorts  geeft  odb  de  Heer  Enklaar  op»  eene  proeve  te 
hebben  geöomen ,  met  een  vreemd  soort  van  zaad  pit  UiMW^ 
burg  bekomen,  welke  proeve,  alhoewel  niet  gonstig  nil- 
gevallen  xijode,  door  gettelden  Heer  in  1847  zal  wordba 
herhaald. 

Uit  Gelderland  wordt  ons  gemeld »  dat  dit  gewas 
nitmantend  en  overvloedig  is  geweest* 

De  vroeg  ingevallen  vorst  was  echter  oorsaak  dat  een 
gedeelte  van  dit  voederkruid  minder  is  kunnen  gehmikt 
wordeto. 

Men  uitte  den  wensch ,  dat  de  wijse  om  dit  ew  en  an- 
der groenvoeder  in  putten  met  gerafineerd  soot  in  te  ma- 
ken,  zoo  als  aulks  bij   den  Heer  WASSaNAAft   Katwtk, 
op   den  huize    ffoekeium  plaats   vindt ,  meer  in  gehraiJc 
kwam. 

De  Heer  van  Duinhoven  te  Kuyk  b|j  Grave ,  bevestigt 
mede ,  dat  de  zomer*spurrie  b^fzonder  goed  gewas  was ,  en 
dfce  men  tijdig  bad.  kunnen  droog  kr|jgeoa  veel  zaad  ge> 
geven  ,  en  voor  /  .4.  /  6.  tot  zelfs  /  6.  de  mud  is  ver- 
kocht. 

De  afgeweide  herfst*-8purrie  was  redei(ik  goed  geweest 
en  had  veel  boter  opgeleverd* 

In  Over^ssel  was  klagt  over  de  droogte,  doch  was 
later  nog  al  goed  by gekomen,  door  de  vroeg  ingevallen 
vorst  was  niet  alles  verbruikt. 

De  Provinciale  commissie  uit  Groningen  geeft  ons 
op,  iéjt  er  de  Haren  proeven  waren  genomen  met  de  groo- 
ie  Spurrte  (Spergula  maxima  Weihe)  uit  den  landhuis- 
boudeljjken  tuin  teG  ro  n  i  n  g  en  genomen ,  welke  bijzonder 
Tsoldaan  hadden.  Het  zaad  moet  iets  digter  bij  een  ,  dan  het 
zaad  der  gewone  Spurrie,  gezaaid  worden ,  maar  de  plant 
wordt  geregeld  2  k  $  palmen  hoqger  van  steng ,  hetwelk 
bij  eene  eenigirïns  uitgebreide  cultuur  een  %eer  grooi  ver» 
sehil  oitBmakt^  Ook  heeft  er  niet  ligt  verbastering  plaats 
van  deze  in  de  gewone  Spurrie ,  want  het  is  eene  eig^^u 


Digitized  by 


Google 


S  P  U  R  It  I  E.  —  K  L  A  V  E  R,  Ö9 

saior/ ^  OQk  door  de  gedaaote  en  de  oppervlakte  van  het 
9aad  duideljjk  Van  de  andere  soorten  van  Sparrie  te  on* 
derscheiden* 

Eindeii^  in.  Drenthe  bad  dit  gewas  veel  door  de 
droogte  geleden «  bijsonder  de  vroeg  gezaaide ,  veel  was 
er  daardoor  mislukt,  liet  laat  gèsaaide  had  een  matig  ge* 
was  opgeleverd. 

In  de  Koloniën  dar  Maatschappij  van  Weldadigheid  w»» 
ren ,  volgens  opgave ,  747  bandars  seo  atct  klaver  beset 
als  groen  land. 

SQ.  KLAVER.  In  Limburg  was  de  eerste  snede 
zeer  voordeelig  uitgevallen ,  doch  de  tweede  door  de 
gvoote  droogte  minder.  In  het  district  Roermond  had  taen 
Klaverzaad    ingeoogst  van   4   &    5   mudden  per  bunder. 

De  roode  Klaver  was  wat  de  eerste  snede  aanbetrof « 
voordeelig,  de  tweede  snede  wat  minder  goed  nitgevaU 
}en ,  welke  tweede  snede  meermalen  aldaar  schijnt  te  mis- 
lokken ,  waarom  men  de  ^altuur  van  dit  soort  niet  ver* 
kieslijk  acht. 

In  de  aangrenscode  Provincie  Noord^Braband  is  de 
Klaver  goed  door  den  teohtea  winter  gekomen,  en  had 
met  geleden. 

Door  het  gure  voorjaarsweder  echter  in  den  wasdom  < 
ternggehondeni  kwam  dezelve  later  aan  ,  dan  men  vermeed 
had  f  doch  was  rljkel^k  in  de  o^rengst ,  die  allerwege 
als  groen  voeder  voor  het  roadvee  en  in  de  kleilanden 
FOor  de  paarden  gebraikt  werd.  Dé  tweede  snede  was  al- 
mede minder  gunstig  iiitgevalles  ,  door  de  aanhoudende 
bttte  waren  vele  planten  niet  dan  dun  opgekomen  ,  ston- 
den niet  digt  genoeg ,  waardoor  de  opbrengst  als  voeder- 
plant  zeer  verminderd  werd ;  op  de  aaadwinning  nogrtians 
werkte  dit  niet  ongunstig;  de  ruimere  afstand  der  planten  gaf 
aanleiding  tot  het  doen  ontstaan  van  zijspranken ,  waarin 
zich  bij  opgevolgd  gunstig   weder  een  groot   aantal   snad* 


Digitized  by 


Google 


100  K  L  A  V  E  K. 

boHen  ontwikicelden  9  die  zwaar ,  glinsterend  %aad  heb- 
ben opgeleverd,  voornamelijk  wijl  de  insameling  b^ 
droog  weder  heeft  kunnen  plaats  hebben. 

Ten  aanzien  ■  van  de  zaadwinning  meent  de  eommisrie 
van  Landboaw  bet  niet  ongepast  te  zijn  om  op  te  geven,  virat  be- 
vorens  in  1839  is  vermeld,  ten  einde  hierop  de  aandacht 
te  vestigen.  De  genen  die  deze  methode  volgen ,  hadden 
er  zich  bij  voortduring  wel  bij  bevonden. 

Ook  in    Zeeland  had  de  eerste  snede  goed  voldaan, 
en  was  veel  als  hooi  ingeoogst ;  de  tweede  snede  was  mid- 
delmatig ,  terwijl   de  jonge  Klaver  op  vele  plaatsen  ach- 
terbleef,  en  in  het  vervolg  eenen    nadeeligen   invloed  aal 
te  weeg  brengen. 

In  Znid-Holland  roemde  men  almede  eene  goede 
klaverhooi-winning ;  ook  was  men  over  de  naweide  te 
vreden ,  maar  het  nienw  gezaaide  was  op  vele  plaatsen 
zeer  door  de  muiden  benadeeld* 

Het  Departement  Delft  geeft  ons  het  beschot  op  in 
het  westelijk  gedeelte  4,500  %  per  bunder.  Prijs  van  bet 
hooi  /"  16  —  de  1600  Ned.  ®. 

Noor  d-H  o  1 1  a  n  d  heeft  goede  resaltaten  opgeleverd , 
men  meldt  nit  die  Provincie  dat  door  het  ganstige  weder, 
de  tweede  snede  met  de  eerste  in  hoeveelheid  en  hoeda- 
nigheid wedijverde. 

In  de  Gemeente  de  Zype^  had  men  drie  malen  van 
eenige  stukken  gemaaid.  De  gezaaide  nogthans  was  ten 
gevolge  der  lange  droogte  ook  aldaalr  slecht  aangeslagen. 

Insgelijks  was  men  in  de  Provin<jen  Utrecht  en  6 el* 
derland,  over  den  Klaverbouw  zeer  te  vreden,  daar  de 
eerste  en  tweede  snede  zeer  voordeeKg  hadden  opgeleverd, 
terwijl  ook  de  derde  snede ,  hoewel  hier  en  daar ,  wegens 
de  droogte  weinig  hebbende  gegeven ,  nog  op  vele  plaat- 
sen jruim  had  opgebragt. 

De  inoogsting  van  het  Klaverhooi  was  ook  allerguns- 
tigst geweest. 


Digitized  by 


Google 


KLAVER.  —  GKASIAiNDEN  en  HOOI.       101 

De  nieuw  uitgezaaide  Klaver  nogthaoB  was ,  wegens  de 
4soogte  gebrekkig  opgekomen  j  zijnde  het  opgegane  door 
imgedterte  benadeeld  ,  en  in  sommige  streken  door  de  tnui- 
%en  geheel  vernield ,  ook  deze  ramp  meeade  men  dat  in 
de  gevolgen  zonde  gevoeld  worden. 

Bj  zonder  was  men  in  Overijssel  over  dit  gewas  voor- 
namelijk op  de  vochtige  gronden  te  vreden;  de  eerste 
snede  was  op  hooge  en  drooge  landen  middelmatig,  de 
derde  snede  was  redelijk  goed. 

De  rooek  of  Brabandsche  Klaver  eindelijk  in  de  Pro- 
vincie. Groningen,  kon  meerendeels  als  gunstig  wor- 
den beschoawd ,  hetzelve  had  zoowel  als  groen  voeder 
eok  als  Aoot  rijkeUjk  opgebragt. 

Het  in  het  voorjaar  nienw  gezaaide  Klavergewas  is , 
door  de  vochtigheid  van  den  grond ,  in  Maart  en  April  goed 
ontkiemd  ,  en  beeft  naderhand ,  doordien  de  granen ,  waar- 
mede of  waarin  z|j  gezaaid  was ,  zelve  meestal  vrij  hol 
stonden ,  gelegenheid  genoeg  gehad  om  zich  behoorlijk 
verder  te  ontwikkelen. 

21.  GRASLANDEN  bn  HOOI.  In  het  Hertogdom 
Limburg,  was  de  opbrengst. overvloedig,  gevende  2000 
a  2200  S  per  bunder. 

De  Gras  weiden  stonden  voordeelig  in  het  voorjaar,  doch 
door  de  groote  dsoogte  gedurende  den  zomer ,  was  er  wei* 
nig  nagras. 

Wat  de  Provincie  Noord-B  ra  band  betreft,  dezelve 
konde  zich  niet  algemeen  beroemen  op  een  voordeelig  gras- 
gewas  ,  aangezien  het  er  in  de  omstreken  van  's  Herto- 
genbosch  allertreurigst  uitzag,  door  het  bezwijken  van 
onderscheiden  binnendijken,  waardoor  duizende  bunders 
land  ondergeloopen  waren ,  en  uithoofde  der  zeer  slechte 
en  gebrekkige  waterloozingen  dras  gebleven  waren.  Voor- 
deeliger  stonden  de  landerijen  in  de  omstreken  van  Breda. 

In  de  landen  yvia  Aiiena  en  Heusden  was  overvloed  van 


Digitized  by 


Google 


102  GRASLANDEN  «n  HOOI. 

Hooi,  echter  ontstond  er  gebrek  nan  BftWtide»  daar  de 
veldraaizen ,  (door  de  warate  van  den  aomer  soo  renae** 
nigTuldigd  )  groote  schade  aan  het  graa  toebragten  »et  de 
wortels  af  te  knagen. 

Te  Waspik  en  Raam$éonk^  was  meo  onopboadel^k 
werkzaam,  het  Hooi  kunstauitig  in  kisten  saam  te  pers- 
sen ,  ter  vervoer  naar  Frankrijk  en  Algiers ,  de  opbrengst 
bedroeg  ƒ  20—  i  ƒ  24--  per  1000  Ned.  ft- 

In  de  Provincie  Zeeland  was  overvloed  Van  Gras« 
nithoofde  van  den  sachten  winter,  even\Vel  heeft  de  lang- 
durige droogte  in  den  zomer,  den  groei  gestremd.  Het 
vee  is  tot  op  December  in  de  weide  gebleven. 

In  Zuid-Holland  was  over  het  algemeen  overvloed 
van  Hooi ,  hoewel  oek  de  veldmaizeo  aan  de  weiden  veel 
kwaad  deden «  voornamelijk  in  het  IVettland  mk  te  Bos- 
koop; de  opbrengst  dooreen  gerekend  bedroeg  4000  è  4500 
Ned.  s  per  bander;  de  prijs  /  10*-^  tot  f  20-^  de  lOOO 
Ned.  ft. 

In  Noord-Holland  waren  de  weiden  aeer  voldoen- 
de, daar  de  beesten  reeds  in  April  van  stal  zijn  gegaan 
en  tot  in  December  genoegsaam  voedsel  hebben  kunnen 
vinden. 

De  hooibouw  was  algemeen  zeer  gnnstigy  hoewel  eenige 
laagliggende  stukken  eenigsins  door  de  droogte  hebben 
geleden ,  op  Texel  hebben  de  veldmnisen  ook  groot  nadeel 
aan  de  weilanden  toegebragt. 

De  prijs  van  het  Hooi  was  gemiddeld  ƒ  20  —  per  1000 
Ned.  ffi. 

In  Utrecht  hebben  de  weilanden  gunstige  uitkomsten 
opgeleverd ,  daar  men  reeds  in  het  laatst  van  Maart  melk- 
beesten  in  de  weide  zag.  De  lager  liggende  weilanden 
kwamen  uithoofde  der  vochtigheid  later  op  hun  verhaal, 
herstelden  zich  echter  in  JunIJ  geheel  en  al,  en  gaven 
overvloedige  naweiden. 
De  Hooibouw  heeft   zich  in  meerdere  of  mindere  op- 


Digitized  by 


Google 


GRASLANDEiY  jen  HOOI.  108 

Imngst ,  geragrid  naar  de  ondenc^idene  liggiag  der  lan- , 
4en. 

De  veldnMdzen  rigttm  ook  groote  ■cfaade  aani ,  en  trok- 
ken big  het  naderen  van  den  winter  in   de  booibergen* 

De  piijeen  Tan  bet  Hooi  waren  TersebUlende  /  1^^-*- 
f  20 —  en/  22—  de  1000  Njed.  «. 

Ia  :  Gelderland  stonden  de  Graelandeii  zeer  welig, 
bebbeii  rijkeljk  gras  gegeven  en  nieaegensiaande  de  groote 
dreogte  een  irisch  aanzien  beboaden  en  goede  naweiden 
mff^tleveEé^ 

Er  is  seer  veel  Hooi  van  uitmuntende  kwaliteit  gev^HMi- 
nen  ,  waartoe  de  weersgesteldheid  niet  weinig  beeft  bijge- 
dragen. 

Da  pr||s  van  bet  Hooi  waa/  20—  tot  ƒ  24-^  de  1000 
Ned.  fi. 

Het  Departement  Deventer  meldt  dat  de  Graihmden  m 
Overhel  een  goed  gewas  hebben  opgeleverd ,  vooral  de 
uiterwaardeoi 

Uit  Vriesland,  schrijft  bet  Lid  Corresp.  K  6.  Wis- 
scMAAR ,  stenden  de  weiden  in  het  voorjaar  «ee<r  gnnstig, 
en  gdven  niettegenstawide  de  groote  drei^te  'oftervleedlg 
Hooi. 

De  prijs  van  bet  Hooi  was  gemiddeld/  13-^..  de  1000 
Ned.  «. 

De  berigten  nit  de  Provinde  Groningen  luiden  al- 
lergunstigst ,  aldaar  was  in  den  voorzomer  overvloed  van 
Gras  en  Hooi,  veel  van  betaelveis  tot  goede  proffen  naar 
elders  verzonden ;  hoewel  de  naweiden  weinig  grcn  oplé*- 
verden ,  oitfaoofde  der  groote  droogte  in  Augustus  en  Sep- 
tember, zoodflt  men  genoodsaakt  was  bet  vee  op  te  stal*- 
len )  BuUcs  beeft  siob  echter  later  hersteld ,  en  l>eeft  men 
betaelve  wederam  in  de  weide  kunnen  doen. 

Ook  de  iauizen  hebben  de  weiden  zeer  benadeeld  4  voot¥d 
in  bet  OUtambi. 

De   in   die  streken   gelegene    kwelderlanden   (met  grM 


Digitized  by 


Google 


104  GRASLANIXEN   en  HOOI. 

eu.  begroeide ,  'biiiteD4^k8 ,  aan  zee  gel^[me  landftD)  um 
den  JDoUardj  hebben  overvloed  van  kweldergras  (PoanuB- 
fiivma  L.)  opgeleverd ,  hetwelk  tot  matige  prijzen  is  ver- 
kocht i  «over  het  algemeen  kon  het  jaar  1846 ,  ak  een  der 
meest  gezegende  jaren ,  voor  den  Gras-  en  Hoeibonw»  in 
den  laatsten  tijd  beschouwd  worden. 

.  In  Dr^enthe  waren  de  weilanden  steeds  goed  beaet» 
en  hebben  veel  Gras  opgeleverd;  ook  de  Hooifanden  li^ 
:teki  niets  te  wenschenover»  daar  er  eene  aanzienlyke  iMie- 
veelheid  buitengewoon  goed  Hooi  is  gewonnen.  De  b»- 
-weiden  waren ,  zelfs  op  de  laagste  landen  voldoende. 

22.  RUNDVEE.  In  Limburg  schijnt  nog  gebrek  Se 
bestaan  aan  goede  Springstieren  tot  verbetering  van  het 
ras ,  men  schrijft*  daaraan  toe ,  dat  gedurende  het  jaar 
1846 ,  zeer  weinige  Koeijen  bevrucht  zijn  geworden. 

Yele  Rqnderen  stierven  aan  het  miltvuur,  de  best  ge- 
voeden  het  spoedigst,  met  andere  ziekten  bad  men  nieC 
te  worstelen. 

In  Noor  d-Bra band  is  het  Vee  niet  met  ziekten  gb- 
tysterd  geworden  9  met  uitzondering  echter  van  de  landen 
Tan  Allena ,  waar  de  tongblaar  en  klaauwziekte  lang  re- 
geerden^ echter  den  dood  niet  ten  gevolge  hadden,  doch 
de  beesten  lang  deden  kwijnen. 

.  :De  prezen  der  melkbeesten  waren  hoog  alsmede  van 
het  j.9nge  vee. 

De  lust  tot  aanfokken  van  vee  vermeerderde  en  deed 
4^  Kalveren  in  waarde   qjzen* 

.  In  Zeeland  was  de  staat  van  het  Vee  redelQk  vol- 
doende, en  leverde  vry  goede  resultaten  op,  in  het  na- 
jaar eebter  bekwamen  eenige  het  mildvuur ,  ontstaan  door 
gebrek  aan  geed  drinkwater;  ook  openbaarde  zich  in  het 
btfitst  van  October ,  enkele  gevallen  van  longziekte ,  wel- 
ke echter  spoedig   door  gepaste  middelen   werd  tegeoge* 


Digitized  by 


Google 


RUNDVEE.  105 

De  opbrengst  vsm  nirel  wem  niet  ovenrioedig  en  de  vet- 
weijeri)  weinig  Toordeelig. 

De  kruising  met  Ëngdsche  Durham  Shprthom  vol- 
Uoed  Stieren,  lieeft  reeds  voordeelige  nitkomsten  opge- 
leverd. 

In  Zuid-Holland  U^ft  de  longiiekte  nog  aanhouden 
op  enkele  plaatsen ,  en  veel  Vee  is  in  de  gemeenten  Delft  ^ 
Sass^nheim  en  Oud^Beyerland^  door  liet  klaauwzweer 
en  tongblaar  aangetast  geworden ,  echter  niet  daaraan  ge- 
storven* 

-  De  prQien  van  het  melkvee  alsmede  der  vette  beesten , 
waren  zeer  hoog ,  veroorzaakt  door  den  uitvoer  naar  En- 
geland ,  daar  volgens  bet  getuigenis  van  het  Departement 
JHoiierdamj  aldaar  gedurende  1846  per  stoomboot,  meestal 
naar  Londen  zijn  uitgevoerd  —  14,653  stuks  Koeijen  en 
Ossen,  101  Hokkelingen  1,164  Kalveren. 

Ook  in  Noord-Holland  heeft  steeds  de  longziekte 
geheerscht,  vooral  in  de  gemeenten  Lejf muiden ,  Aalsmeer^ 
Sloten  en  Idmmen. 

Vele  Runderen  hebben  aan  de  tongblaar  en  klaauwzeer 
geleden,  vooral  op  Texel. 

Door  het  Lid  Corresp.  J.  Bouman  in  de  Beematerj 
wordt  het  aantal  aan  de  longziekte  gestorven  Runderen, 
begroot  op  600  stuks. 

De  prijzen  van  bet  vette  Vee  bleven  hoog^  uithoofde 
van  den  groeten  uitvoer  naar  Engeland. 

Volgens  bmgten  der  Provinciale  Commissie  van  U  t  re  c  h  t 
waren  in  dat  gewest  de  Runderen  in  eenen  kw^nenden 
toestand  UJ  het  verlaten  der  stallen,  veroorzaakt  door  het 
slechte  ia  1845  gewonnen  hooi ,  men  hoorde  algemeen  klar 
gen  over  de  slapheid  der  Kalfkoe^|en  en  het  onledig  verleg- 
gen der  Kalveren. 

Door  den  overvloed  aan  gras  in  1846 ,  is  het  Vee  ech- 
ter spoedig  hersteld  9  en  waren  de  pr|jsen  der  vette  bees- 
ten buitengewoon  hoog. 


Digitized  by 


Google 


IOC  RUNDVEE. 

De  loDgsiekte  was  o^er  het  algeOMea  miiider ,  in  de  ge- 
meenten echter  van  Linsehoien^  Lopik,  Kapel  ^  Cot- 
baauw  ^  Z evender  ^  Benschop  ^  Yaeehiein  en  Juipkaas^ 
waren  gedurende  bet  geheele  jaar  1846,  171  stuks  aas- 
getast  en  116  gestorven. 

Te  Bunschoten  en  Kamerik ,  beeft  de  liekte  in  het  be- 
gin van  bet  jaar  nog  voortgeduard. 

In  enkele  streken  om  de  stad  Uirechi^  b(j  W^k  6y 
Duvrsiede^  bij  Baam  en  Eemnes  ^  waren  veelvuldige 
gevallen  van  miltvuur,  welke  vele  beesten  wegsleepte; 
wijders  beeft  bet  mond*  en  klaauw-zeer  ook  in  vele  stre- 
ken geheerscbt« 

Volgens  bet  verslag  van  den  Veearts  van  Dommelen  te 
Baam ,  zoude  de  inenting  van  bet  mondzeer ,  goede  uit* 
komsten  hebben  opgeleverd. 

In  Gelderland  bleef  het  Vee  door  het  overvloedige 
voedsel  gezond  $  de  prijzen  waren  hoog  uit  hoofde  van 
iden  uitvoer  naar  En|[eland« 

In  het  voormalig  Graafschap  Zutphen  klaagt  de  land- 
man over  de  moeijelQkbeidy  on  goede  Sprtogs tieren  te 
bekomen. 

,    Be  nitvoer  van  Melkkoèijett  naar  de  Roer  en  LIppe  deed 
de  prijzen  rijzen. 

De  Provinciale  Commissie  van  Overijssel  berigt,  dat 
het  Vee  van  de  longziekte  is  verschoond  gebleven,  met 
uitzondering  der  gemeenten  Ysêetmuüien ,  Masienbroek  ca 
Sieenwijkertüold ,  alwaar  zich  eenige  gevallen  hebben  op> 
gedaan^ 

Het  vette  Vee ,  was  almede  door  den  uitvo«sr  naar  bni- 
ten*s  iands,  boog  in  prijs,  zoo  ook  het  jonge  Vee. 

Het  Depaft.  Deventer  verhaalt,  dat  bet  Vee,  neer  door 
de  hitte  beeft  geleden,  van  daar  weibfg  v^,  maar  ligt 
vleeseh. 

In  YrieÉjIand,  zegt  het  Lid  Correspondent  F.  6. 
Wassenaar  te  St.  Anna  Parochie ,  liet   de  gezondheids- 


Digitized  by 


Google 


RUNDVEE.  107 

toestand  van  het  Vee  nieta  te  wensdieo  orer,  de  veelvul- 
dige yetzendingen)  vet  Vee,  vaa  Uatling^n^nMs  Lenden» 
deden  de  prijaeb  aanmerkelijk  rJ^zen^ 

Ook  de  befigten  uit  Groaingen  Imdea  gimatlg  over 
den  staat  van  het  Vee»  hebbende  hetielve  echter  niet  ge^ 
heel  aan  de  verwachting  beantwoord,  «it  hoofde  van  de 
hitte  en  gebrek  aan  dripkwater^  de  prijaen  van  het  slagt^^ 
vee  waren  evenwel  zeer  voldoende,  waarbij  de  greote  nit*» 
voer  naar  Engeland  niet  weinig  bedroeg,  bovendien  is 
veel  melkvee  voor  Duiischland  vertonden» 
Longziekte  had  aioh  netgens  geopenbaarde 
In  Drenthe  was  de  handel  in  melkvee  zeer  levendig, 
ook  de  prijzen  van  het  slagtvee  waren  hoog;  sleebts  enke* 
Ie  gevallen  van  loogaleloe  hebben  zieh  opgedaan. 

23.  BOTER.  In  Li  u  borg  heeft  men  overvloed  gehad 
aan  melk  eo  Boter  en  waren  de  prijzen  aeer  voldoende. 

In  Noord-Braband  was  men  over  de  kwalileit  en 
kwantiteit  der  Boter  te  vreden ,  hóewei  het  zich  in  den 
beginne  niet  gunstig  Het  aanaten  uit  gebrek  Hasck  voedeirv 
de  prijzen  waren  hoog  65  k  80  Ct  per  &• 

In  Zeeland  wasten  gevolge  van  de  geringe  deugdzaam* 
beid  van  het  h(X>i  gedurende  de  winteretalliog  van  1845  en 
1846  en  de  schraal  bezette  graslanden  in  denaomer,  de  op* 
brengst  van  Boter ,  algemeen  niet  mim ,  daarentegen  waren 
de  pr(jzen  zeer  voldoende. 

In  Zuid-Hollanii  werd^  met  aitzon^ring  van  som*^ 
mige  plaatsen,  veel  Boter  gemaakt  en  .waren  de  piijsen 
uit  hoofde  van  den  uitvoer  zeer  voldoende;  te  Leythn 
waren  de  prijzen  der  Boter  77^  Ct  è  /ly^O  per  ned.  9 

Te  Del/i  waren  de  prezen  gedurende  den  winter  f  dp 
k  ƒ44  de  40  Ned.  "^^  in  den  somer  ƒ40  &/53,  te  Ley^ 
den  in  den  winter /34  &/42  in  den  zomer  ƒ40  A  ƒ49. 

Ook  in  Noord-Holland  was  de  opbrengst  der  Boter 
^eer  voldoende ,  de  prijs  80  k  00  Ct.  het  Ned.  8» 


Digitized  by 


Google 


108  B  O  T  JE  IL  *-  K  A  A  S. 

In  Gelderland»  oFerrloedig  Beter  van  eeoe  goeée 
kwalileit  genaakt,  ie  pr^aen  waren  aeer  hoog.  4oer  den 
uitvoer  naar  Engeland^  de  prga  70  &  80Cl  het  Ned.  S. 

De  nieaw  opgeiigte  botetmarkt  te  Zutphen  sehijnt  ook 
reedi  aaavankei(|k  gonitig  te  werkea. 

Over  het  algeseeo  waa  bmd  ia  Overijssel  te  vreden 
over  de  opbrengst  der  Boter^  in  den  nasoBier  stegen  de 
prezen  tot  /1,00  het  Ned.  8. 

In  Twenihe  begint  men  thans  ook  Boter  te  verkoopt , 
uitgelokt  door  de  hooge  preien* 

Uit  Vriesland  meldt  het  Lid  Correspondent  F.  G. 
WASSBNAAa,  dat  aaosienlijke  hoeveelheden  Boter,  tegen 
hooge  pr^aen  werden  a%eleverd« 

In  Groningen  werd  gedurende  den  algeloopen  somert 
niet  veel  Boter  gemaakt;  uit  hoofde  van  de  groote  hitte 
was  zij  aan  bederf  onderhevig.  De  prijzen  waren  echter 
hoog  ƒ25  è  /36  de  ^  ton,  ook  werd  veel  Boter  naar  buit- 
ten 'slands  veraonden. 

In  Drenthe  was  de  opbrengst  der  Boter  zeer  voldoen- 
de hoewel  de  kwaliteit  minder  was  door  de  groote  hitte. 

De  gemiddelde  pr^js  bedroeg  van  60  tot  80  Ct  het  S. 

24.  KAAS.  In  Zuid-Holland  is  tamelijk  veel  Kaas 
gemaakt;  de  prijs  der  komende  Kaas  bedroeg /24  Ji/26 
de  100  Ned.  «,  die  der  Westlandsche  / 18  4  /20  de  100 
Ned.  8,  Het  Departement  Leyden  meldt  dat  de  prgs  des 
Kaas  v/aa/2S  %oi/U  de  1^0  Ned.  8. 

Het  Lid  Coi;respondent  W.  HuvcasNS  Tholen  te  Boskoop 
berigt,  dat  de  Kaas  aldaar /30  k  /45  de  100  Ned.  fi  gold. 

In  Noord-Holland  is  weinig  Kaas  gemaakt  en  is  er 
Uj  mensehen  gehengenis  nooit  zooveel  gebrek  aan  geweest. 

De  buitengewone  hooge  pr^sen  hebben  den  maker  eenig-^ 
zins  schadeloos  geateld,  de  prijzen  der  zoetemelkscbe 
Kaas,  waren  ƒ40  k  /50  de  100  Ned.  S  die  der  komfju- 
Ae/2f)  h/.28  dQ  100  Ned.  «. 


Digitized  by 


Google 


KAAS.  — PAARDEN.  109 

Gedarende  bet  jaar  1846  lijn  ter  waag  gebragt  de  vol* 
gende  koeveelhedeD :  te 

Alkmaar  4,241»728  Ned.  «« 

Hoorn  2,389,391      »      » 

Purmerende      1,416,025     »      »' 
'       Edam  446,210     »      » 

Monnikendam      175,547  ^    %      » 
Snkhui%en  687,886     »       » 

Medemblik  911,152     »      » 

Daarenboven  zijn  van  'Tejcel  uitgevoerd  39,870  Ned.  9 
Schapenkaas,  tegen  /16  è/19  de  100  Ned.  ft. 

Van  tFieringen  8441  Ned.  ft  è/ 16  de  100  Ned.  ft 
en  van  den  Melder  60,000  Ned.  ft  tegen  /40  de  100 
Ned.  ft. 

Ook  in  de  Provincie  Utrecht  is  veel  Kaag   gemaakt 
gedarende  den  afgeloopen  zomer;  de  prQzen  waren  hoog, 
.  ƒ36  è/42  de  100  Ned.  ft. 

Uit  Vriesland  meldt  het  Lid  Correspondent  F.  6. 
ÜVassenaak,  dat  er  veel  Kaas  gemaakt  is,  en  dat  de  prQ** 
zen  een  tijd  lang  hooger  waren  dan  die  der  Boter. 

Hoewel  in  Groningen  minder  Kaas  dan  tot  eigene  be* 
'  hoefte  wordt  bereid ,   waren   de  prQzen  en  hoedanigheid 
zeer  voldoende. 

26.  PAARDEN.  Uit  Limburg  meldt  men  dat  de  zware 
frekpaarden  zeer  door  de  Fransche  kooplieden  gezocht  zfjn 
geweest  en  tot  goede  prgzen  verkocht;  op  sommige  stal- 
len deden  zich  gevallen  op  van  kwaden  droes. 

De  venlens  uit  Borcnlosche  hengsten  gefokt,  waren  wel 
wat  ligt;  evenwel  hebben  de  uitgeloofde  ptemiên  voor  de 
beste  dekhengsten  en  veulen-merriën  goede  uitkomsten  op- 
geleverd. 

In  Noord-B  ra  band  blijft  de  Paardenfokkerij  steeds 
goede  uitkomsten  inleveren,  hoewd  er  gedurende  het  af- 
geloopen jaar  minder  Paarden  voor  de  remonte  naar  Frank* 


Digitized  by 


Google 


110  PAARDEN. 

rijk  sQn  verkodit  4an  in  vorige  jaren,  Wpaalde  lieh  de 
verkoop  meer  tot  beste  Paarden  van  de  eerste  kwaliteit  9 
welke  vrij  duur  betaald  werden. 

De  gezondheidstoestand  was  voldoende;  alechts  enkele 
gevallen  van  kwaden  drees  hebben  giek  voorgedaan. 

Het  aantal  goedgekearde  hengsten  bedroeg  40$  <^n  dat  der 
gedekte  merrién  4378;  hierop  koa  roea  eehter  niet  met 
xekerheid  staat  maken ,  daèr  vele  roerrtëo  door  afgekeurde 
hengsten  ter  sluiks  voor  eeoen  minderen  pr^a  worden  ge- 
dekt. 

De  ProyinciiJa  Commissie  heeft  tn  bat  nieuw  ^nlwor- 
pen  reglement  Koorgesteld,  om  de  bengsient  diein  het  ver- 
volg van  tlid  ter  keuring  mogfien  aangeboden  worden  ea 
niet  goed  bevonden,  onmiddellijk  te  doen  castreren,  ten 
einde  dit  bedrog  tegen  |e  g?an,  welk  rfglemen^  door  de 
Provinciale  Staten  aaa  Z^  Aft  den  Kooing  ter  goedkearing 
is  aangeboden.  \         .. 

In  Zeeland  voldoeii  4e  Geldemche  iienglBtaii  ^eergoed; 
alleen  op  Walcheren  b^ift  de  lfm4inaa  nog  Ie  vaal  aan 
het  inlandscbe  ras  geheeht.   . 

In  Zuid-HoUand  is  de  Pi^denfokkeitj  gQQslig  vit- 
gevallen;  bet  getal  der  marri^a,  door  gaadgefca^rde  beng^ 
sten  gedekt,  bedroeg  8202.  De  prijzen  der  Paarden  en 
veulens  op  de  najaarsmarkten  bleven  hoog,  alhoewel  er 
minder  uitroer  naar  baitan  's  lands  wajr. 

Te  SM9enkrim,^n  5$  roerriëa  gediJct  door  de  aldaar 
gestatioaneerde  Borcploscbe  hengsten. 

In  Noord-UoUand  daarentegen  ia  de  Ptaardenfokkery 
gering  en  de  So<ue|eit  tot  veredeling  van  bet  Paardencas, 
heeft  nog  geene-  zeer  voldoende  aitkomsHBn  opgeleverd. 

De  prlJs  der  Paarden  was  boog;  van  Ti^rscMü'ng  ayn 
140  veulens  uitgevoerd  &/35  tot  / 40  per  stak. 

Het  Lid  Cerrespendent  J.  REUMAN  in  do  tfeetnsierg  klaagt 
dat  aldaar  geen  enkele  dekhengst  wordt  aang^lroflEen* 

In  de  Provincie  Utrecht  blyft  mten  zicb  al  laeer  ea 


Digitized  by 


Google 


PAARDEN.  111 

meer  toeleggen  op  bet  aanfokkeo  van  Paarden.  Op  de 
keordagen  kwamen  74  hengsten,  waarvan  63  goedge- 
keurd werden;  op  de  premiekenring  waren  ter  mede- 
dinging aangebragt  13  hengsten  t  en  op  de  merriënkenr 
waren  60  stuks  voorhanden.  Gedurende  het  a^Ioopen  jaar 
werdeft  er  sleebts  2713  merrifin  gedekt,  sijnde  150  min* 
der  dan  in  1845. 

De  prgsen  der  5  en  6Jarige  Paarden  waren  boog,  wor- 
dende deselve  door  Fransohe  Icooplieden  opgekocht,  voor 
/200,  /300  en  daarboven. 

De  ptümmarkt  werd  drak  besocht,  en  er  waren  vele 
Paarden  aanwezig,  niettegenstaande  reeds  vele  aan  bethvis 
Ter  Heide  opgekoobt  en  vereonden  waren. 

In  de  Provincie  €!el4erland  werden  de  Paarden  sterk 
gesocht  en  door  treemde  kooplieden  voor  hoogeii  prijs  ep^ 
gekocht;    5  en  6jarige  Paarden   golden  /200  è /30Q. 

Het  getal  van  goedgekeurde  hengsten  bedroeg  iets  min- 
der dan  in  bet  vorige  jaar. 

In  de  Provincie  Overijssel  heefit  de  kwsde  drses  ge- 
durende het  afgeloopen  jaar  iets  minder  gebeerscbt. 

De  paanbnfokkerij    is  dat  jaar  goed  gelakt. 

De  uitvoer  naar  buiten  's  lanés  was  aller bdangrykst  en 
de  prljsen  waren  redelQk  boog. 

Uit  Vriesland  meldt  bet  Lid  Correspondent  F.  6« 
Wassenaar,  dat  de  Paarden'  geldig  waren «  soodat  men 
voor  6  en  7jarige  werkpaarden  ƒ  ISO  tot/ 175  besteedde» 

In  de  Provincie  Groningen  was  de  aaofèk  van  Paar-* 
den  middelmatig. 

Van  4é  ter  keuring  aangeboden  dekbengsten  z{|n  «31 
goedgekeurd  en  z(jn  er  2864  merriêit  gedekt  geworden. 

De  prijsen  waren  middelmatig,  de  uitvoer  was  gering. 
£r  was  veel  navraag  naar  beste  trekpaarden. 

Evenwel  meldt  het  Lid  Correspondent  H.  H.  pe  Haan 
te  Appingadam ,  dat  vele  Paarden  tot  zeer  goede  prijsen 
>Miar  Frankrijk  uitgevoerd  zijn  geworden. 


Digitized  by 


Google 


112  PAARDEN.  —  SCHAPEN  ên  WOL. 

In  Drenthe  is  geilorende  het  afgdcM^eo  jaar  Teel 
handel  geweest  in  Paarden  en  liJn  nj  tegen  booge  prijien 
▼erkecht.  Door  1789  merriën  in  het  vorige  jaar  gedekt, 
sijn  1180  veulens  geworpen;  evenwel  is  de  aanfok  ver- 
minderd, hoewel  meo  sieh  vl^t  dat  salks  wederom  lal 
toenemen,  uit  hoofde  der  hooge  prijsen  van  de  venlens. 

26.  SCHAPEN  en  WOL.  In  het  Hertogdom  Limburg 
Termindert  de  Schapenteelt ,  uit  hoofde  van  de  moeijelQk* 
heid  van  uitvoer  naar  België^  en  van  den  al  te  lagen  prigs 
der  Wol.  In  im  gmneente  Beek  stierven  vele  Schiqpen 
aan  het  miltvuur. 

Zoo  ook  is  in  Noord-Braband  de  Schapenteelt  kwQ* 
Bende,  aangesien  er  loovele  heidevelden  worden  ontgon- 
nen. De  prijs  der  Schapen  blijflt  laag;  eenjarige  waren 
voor/ 5  verkr^gbaar.. 

De  prezen  der  Ooi-Wol  bedroegen/ 1,10  i/1,20,  die 
der  hamels  /1,20  4  /1,40  het  Ned.  «. 

Op  de  vermaarde  CujfkscAe  Wolmarkt  sgn  geen  15,000 
halve  ponden  meer  verkocht. 

Uit  de  Provincie  Zeeland  luiden  daarentegen  de  be- 
rigten  allergunstigst.  De  aangevangen  veredeling  der  Scha- 
pen voldoet  in  alle  opzigten  ten  volle  aan  de  verwachting, 
wordende  vele  naar  Engeland  en  Frankrijk  verzonden. 
Men  legt  zich  voornamelijk  toe  op  het  verkrijgen  van  ludf 
volbloed  ras,  door  middel  van  kruising  van  inlandscbe 
Ooijen  met  BishleytBmmeu ,  welke  zeer  ^e  wol  hekben 
en  zeer  geschikt  zijn  voor  de  slagtbank. 

In  Zuid-Holland  waroi  deprifzen  der  Schapen lioog, 
40  Cts.  per  Ned.  ft ;  de  Wol  gold  70  Cts.  het  Ned.  «. 
De  aanfok  van  Schapen  was  gering,  daar  de  meesten  als 
Lammeren  uit  Groningen  en  7^e/ worden  ontboden  en 
gedurende  een  jaar  geweid;  de  uitvoer  naar  Engeland 
was  belangrijk;  het  Zetce«/er-ras' begint  zich,  vooral  on- 
der de  gemeente  ff^assenaary  weer  te  verspreiden,  waar- 


Digitized  by 


Google 


SCHAPEN  EN  WOL.  -  113 

om  de  Wol  tot  60  Cts.  bet  Ned.  t  beeft  gegolden.  De 
ptQs  der  witte  Oo^en  bedroeg/ 20  bet  stuk. 

Het  Dej^emeDl  RMerdam  meldt,  dat  ook  daar  UMir 
buiteii  'slaods,  meeetal  naar  Engeland^  minstens  46^685 
Scbapen  en  927  Lammeren  iQn  verroerd,,  terwijl  op  Texei 
de  Lammeren,  welke  in  1847  nog  meeten  geworpen  wor- 
den ,  reeds  tot  aaniienlijke  prijsen  op  levering  van  4  of  6 
iveken  oud,  verbocht  waren» 

In  de  nabnarscbap  van  SassenAetm,  ^m  de  Sebi^en 
niet  verseboond  gebleven,  van  de  tongbkar  en  bet  klaanw- 


In  N.oord-Holland  i(jn  de  Scbapen  op  w^nig  nit* 
zonderingen  na  geiond  gebleven ,  bebbende  op  sommige 
plaatsen  de  tongblaar  en  het  klaanwzeer  gebeerscht.  De 
Tette  Scbapen  «Qn  voor  boege  prijaea  verkocht. 

Op  Texel  werden  nitgevoerd  5,620  Schapen  tegen  /  7« 
&  /  9.50  bet  stnk ,  14»646  Lammeren  tegen  f  4.  &'ƒ  4.S0> 
en  92,935  Ned.  «  schoone  Wol  è  /  1J25  bet  ft. 

Op  Wieringen    bedroeg   dtt  getal    5,000  Lammeren  k 
f  2.50  en  29,907  Ned.  «  Wol  (vnil)  k  67  Cts.  bet  ft. 

In  de  Beemater  heersehie  bet  lotkreapel,  de  tongblaar 
en  bet  klaanwzeer. 

In  de  Provincie  Utrecht  sgn  de  Scbapen,  minder 
dan  in  vorige  jaren  door  bet  ongans  aangetast   geworden. 

De  versendingen  naar  boiten's  lands  waren  veelvuldig , 
waardoor  de  prijsen  aeer  lijn  gestegen. 

De  voorjaats  Lammeren  werden  tegen  /  7.  i  /  8.00 
verkocht. 

De  prijzen  der  Wol  waren  matig  75  Cts.  tot  M  Cts. 
mterll^  90  Cts.  het  Ned.  ft; 

Ook  ia  Gelderland   was   de  staat  der  Scbapen  vol^ 
doende ,  i|j  werden  voor  booge  prigzen  naar  Engeland  ver^ 
zonden ,  alleen  te  Ualle  gemeente   Brummen ,  werden  er 
op  eens  4,000   stuks  naar   Barlingen ,    en    van    daar  per^ 
stoomboot  naar  lionden  gezonden. 

a 


Digitized  by 


Google 


114  SCHAPEN  EH  WOL*  -*-  VARKENS. 

De  Wol  gold  fl.kf  1.20  bet  Ned.  «• 

1d  de  ProriDcie  Overyssel  wai  de  prQs  der  Seba- 
pen  Toldoeode  door  den  nitToer  naar  Engeland,  alhoewel 
de  teelt  jaariljka  seer  Terminderd ,  aithoefde  van  het  ver* 
deelen  der  algeaneene  markegrooden. 

De  pr|{s  der  vette  Schapen  waa  32  Cta.  het  Ned.  S , 
die  der  Wol  60  A  80  Cta.   per  Ned.  «. 

Uit  Vriesland  schrift  het  Lid  Correapondent  F.  6. 
WAsaBNAARy  dat  de  uitvoer  naar  Engeland  mede  yerba- 
send  is  geweest ,  waardoor  de  prQsen  aeer  boog  ategen , 
Correspondent  verkocht  in  de  maand  Aogastns  drie,  reeds 
in  Mei  geschoren  moederschapen  voor  den  prijs  van  f  17. 
het  stak. 

De  Wol  gold  75  Cts..tot/  1.00  per  Ned.  1B. 

In  de  Provincie  Groningen  was  het  aantal  der  Lam- 
meren, in  het  voorjaar  geworpen,  niet  aansienlgk,  vele 
Schapen  waren  door  iiet  schurft  aangetast. 

Alle  soorten  van  Schapen  waren  hoog  in  pHjs  door  den 
uitvoer  naar  Engeland,  de  vette  golden/  10.  kf  15. 

De  Wol  is  voor  60  Cts.  è  /  1.00  het  Ned.  tt  verkocht 
en  meestal  naar  Frankrijk  versonden,  doch  over  het  al- 
gemeen waren  de  vachten  seer  ligt,  hetwelk  men  aan  den 
lachten  winter  toeschreef. 

27.  VARKENS.  Ia  Limburg  waren  de  vette  Var- 
kens zeer  gesocht,  nraar  door  gebrek  aan  voedsel  zijn  er 
weinig  gemest,  de  magere  Varkens  en  Biggel  werden 
uithoofde  van  de  schaarste  ook  tamelijk  goed  verkocht. 

Ook  in  Noord -B  ra  band  was  de  prijs  der  Varkens 
tamelijk ,  door  gebrek  aan  aardappelen ,  echter  waren  er 
weinig  voorhanden;  voorjaars  Biggen  van  4  i  5  weken, 
golden  /  2.75  k  f  4.00 ,  doch  de  prijs  daalde  in  bet  na- 
jaar ;  de  prijs  der  vette  Varkens  bedroeg  32  k  42  Cts.  het 
«  (vuil). 

In  de  Provincie  Zeeland  begint  men  zich  meer  toe  te 


Digitized  by 


Google 


VARKENS.  115 

Iegg#a  op  ie  yerhelering  Tan  het  ZwQngras ,  door  krntslog 
met  het  Chinesche  BerkBhtre  Varken ,  betwdk  gpoediger 
vet  wordt,  en  over  het  algemeen,  zijn  dexél?e  gesoiid 
gebleven ;  de  duurte  van  alle  soort  van  voedsel  ter  mes- 
tiflsg  9  maakte  evenwel ,  dat  de  aankweeking  voorleden  jaar 
minder  was ,  de  prezen  waren  echter  hoog. 

Ook  in  Zuid-Holland  was  de  teelt  der  Varkens 
minder  dan  in  andere  jaren ,  hetwelk  aan  den  mislukten 
aardappel-oogst  moet  toegeschreven  worden. 

In  de  omstreken  van  Del/t ,  te  SassenAeim  en  Boskoop^ 
Bi)n  er  seer  vele  aan  de  varkensziekte  bezweken. 

De  prijzen  der  Varkens  en  Biggen  >varen  hoog,  het 
epek  gold  38  &  40  Cts.  het  Ned.  ft. 

Het  Departement  Rotterdam  meldt,  dat  van  daar  naat 
Londen  1619  stuks  zfjn  verzonden. 

In  Noord-Holland,  maar  vooral  in  ie  Beemster^ 
beeft )  volgens  getuigenis  van  het  Lid  Correspondent  J. 
BouB&AN,  de  gewone  Varkensziekte  geheerscht,  welke  er  vele 
beeft  weggesleept* 

De  pr0zen  waren  hoog ;  bet  spek  gold  30  a 40 Cts. hetN.  S. 
Ia  Utrecht  daarentegen  zgn  de^Varkeins  van  de  bijna 
algemeen  heerschende  ziekte  bèvr^d  gebleven,  en  de  aan- 
fok  was  voorspoedig.  Door  de  schrale  Aardappel  teelt  en 
de  daurte  van  het  graan  werden  er  minder  Varkens  dan 
gewooDlyk  gemest. 

Door  den  uitvoer  naar  Engeland  zQn  er  voor  de  vette 
Varkens  aanzienl^ke  prgsen  besteed  geworden;  het  spek 
goM  van  50  k  60  Cts.  het  Ned.  ^. 

lo  Gelderland  zijn  er  door  gebrek  aan  voedsel  wei- 
nig Varkens  opgelegd,  en  werden  meest  jong  verkocht. 

In  bet  voorjaar  waren  de  Varkens  daur,  in  den' zomer 
daarentegen  zeer  goedkoop ;  de  pr^  'van  het  spek  was  25 
Cis.  bet  Nëd.  «. 

De  verbetering  ran  het  ras ,  door  kruising  met  het  £;*• 
gelsckCf  neemt  meer  en  meer  (oe. 


Digitized  by 


Google 


11$  VARKENS.  —  GEVOGELTE. 

De  Varkepsteek  in  Overijssel  is  ook  goed  gidakt; 
de  pr^sen  waren  in  den  beginne  redelijk,  maar  daalden 
echter  later;  de  vette  Varkens  waren  seer  lioog  io  pi^s, 
30  &  49  Cts;  h^  Ned.  9. 

.  In  de  Provincie  Groningen  heeft  de  gewone  Varkcas- 
Blekte  wederom  geheerscht,  hoewel  niet  soo  erg* als  ia 
1845,  weshalve  vele  ontijdig  gedood  sijn. 

Volgens  getuigenis  van  het  Lid  Correspondent  BnjLRcmi 
te  Noordhom  ^  sQn  de  Varkens  aldaar  minder  doar  de 
ziekte  aangetast ;  men  schreef  zulks  toe  aan  de  kraising 
met  het  zwarte  Varken,  welk  ras  daaraan  minder  ociAn« 
hevig  schijnt  te  zijn. 

De  prijzen  echter  waren  niet  hoog;  de  prijs  van  het 
spek  was  40  &  50  Cts.  het  Ned«  S. 

In  Drenthe  waren ,  uit  hoofde  van  den  mislukten  Aard* 
appeloogst,  de  prijzen  der  magere  Varkens  en  Biggen  laag. 

Wij  laten  hier  volgen  het  getal  Vee  in  1846  te  Utreeht 
ter  markt  gebragt:  2957  Paarden,  9922  Runderen,  671 
Kalveren,  1188  Schapen  en  8794  Varkens,  hetwelk  ana* 
wijst 9  dat  er  34  Paarden,  157  Kalveren,  1&9  Schapen  ea 
1310  Varkens  minder,  daarentegen  1083  Banderen  auer 
dan  in  het  jaar  1845  zijn  aangevoerd. 

28.  GEVOGELTE.  Het  Gevogelte,  voorzeker nitgedokt 
door  het  buitengewoon  vroeg  en  zacht  voorjaar,  geraakta  al 
zeer  vroeg  aan  het  paren ,  leggen  ea  broeyen ;  de  voor-  en 
nazomer,  zoowel  als  het  najaar  steeds  zeer  gestadig  waaa 
en  vrij  droog  zijnde ,  groeide  al  het  Cievogelte  zeer  voar^ 
spoedig  op , .  en  was  doorgaaas  ,  in  den  slagt  -  en  jagtt0d , 
zeer  doorvoed,  malscb  en  vet.  De  sterke  nilvoo*  naar 
buitenslands ,  vooral  naar  Engeland ,  deed  het  gevogelte 
prijshouden.  Over  het  geheel  genomen,  kan  men  nitdeoa* 
derscheidene  ingekomene  berigten  besluiten ,  dat  bet  jaar 
1846  voor  het  gevogelte  en  de  wildbaaa  voordeelig  geweest 
is,   hoewel   er  in  de  eendekooyen  ongelijk  gevangen  is. 


Digitized  by 


Google 


GEVOGELTE.  117 

De  Profitictde  Ceounuiaie  van  Landbouw  in  Noor  d- 
Br^band  beklaagt  lich,  dat  in  die  Provincie  reeds  voor 
de  opening  der  jagt,  de  Patrijsen,  tot  ontmoediging  der 
jagtHefhebbers  met  netten  worden  weggertreopt  In  genoem- 
èt.  Provincie  sQn  er ,  vooral  in  de  naa«id  Óctober,  ved  Vin. 
ken  gevangen,,  m  aelfs  gedorende  eenige  dagen  soo  menig- 
vnldig,  dat  dezelve,  gepinkt,  voor  één  cent  bet  stuk, 
langs  de.  denren  te  koop  werden  aangeboden ;  ook  de  vangst 
der  Leeawerikken  was  daar  zeer  voldoende-  Hobtsaippen 
waren  er  weinig,  doch  Watersnippen  nooveel  te  meer,  en 
bijzonder  vet  en  zwaar.     • 

Volgens  berigt  der  Commissie  in  Z  n  i  d  -Ho  1 1  a  n d  is 
de  vangst  dér  Eendekooljen  in  de  Be^ef^nden  en  landen 
van  Streyen  voordeeliger  geweest ,  dan  vorige  jaren. 

In  J)^and  en  in  bet  Westland  daarentegen  hebben  de 
EendekooQen  slechter  vangst  gebad,  betgeen  waarscbijnlijk 
veroorzaakt  is  door  bet  lage  water*  Over  de  wildbmin  viel , 
dit  jaar ,  niet  te  klagen ;  trekvogels  tocb  zijn  er  weinig 
geweest,  vooral  weinig  Houtsnippen. 

Naar  luid  der  mededeelingen  uit  Not^rd -Ho  Hand 
schans,  dit  jaar,  de  trek  van  bet  gevogelte  meer  West- 
daa  Oostel^k  te  zffn  geweest,  immers  terwijl  de  berigten 
ontrent  de  EendekM^n,  in  bet  Westelijk  gedeelte  der 
Provincie  gelegen,  zeer  gunstig  luiden,  klagen  die,  welke 
Oostel^k  gelegen  zijn,  over  sleobte  vlugt.  Ook  volgens  bet 
Dqpartefnent  •Limmen ,  nam  men  in  dié  te  Winkel  eeaen 
gerittgèn  trek  waar,  betwelk  men  wil  toescbrgveh  aan  de 
iad^kmg  der  gronden ,  aldaar  buitendQks  gelegen ,  genaamd 
Waard  en,  GroeL  Volgens  dat  Departement  bragten  de 
Zwaaen  en  Gaazen  goed  op ,  vooral  de  eerste  broeiden  zeer 
voordeaKg.  De  reden  biervan  is,  dat  de  Zwanen  den  ge- 
heelc»  winter  open  water  baddèn  en  dos  in  den  broeiti|d 
niet  waren  verarmd ,  hetwelk  de  broeQing  van  die  vogels 
gemKMilijk  sleobt  doet  slagen.  De  jonge  Zwanen  golden 
4  4  5  Gulden  bet  stuk. 


Digitized  by 


Google 


118  G  E  V  O  G  E  L  T  E.  —  B  IJ  E  N. 

In  de  Provincie  Utrecht  is,  mede  door  den  buitenge- 
wonen  lagen  i/vfOerfltand  en  de  vroeg  ingevallen  vorst  ^  de 
vangst  op  de  Eendekooqen  gering  geweest. 

De  Provinciale  Commissie  in  Gelderland  ons  goede 
berigten  omtrent  het  Gevogelte  mededeelende «  vermeidt 
dat  er  op  de  Uooge  Feiuwe  >  buitengewoon  veel  Koilioea- 
ders  geweest  zijn* 

Volgens  de  Commissie  in  Overijssel,  heeft  men  in 
die  Provincie,  op  sommige  plaatsen,  eene  bnicengewone 
sterfte  onder  de  Kippen  opgemerkt  en  sijn  daar  vele  jon- 
ge Eenden  en  Ganzen  gestorven. 

De  Commissiên  van  landbonw  in  Groningen  en 
Drenthe,  den  goeden  staat  van  het  Gevogdte  co  der 
wild  baan  berigtende,  voegen  daarbij  de  opmerking,  dnt, 
ten  gevolge  der  verzending  naar  Buitenslands,  de  prezen 
der  Hoenders  en  derzelver  eijeren,  alsmede  van  het  vüe- 
gead  wild  bijzonder  gestegen  is. 

29.  BIJEN.  De  Böenteelt  was  dit  jaar,  naar  Inidt 
der  ingekomen  berigten  dienaaogaande ,  bijzonder  gmiedg, 
en  de  Bijenhouders  hebben  sedert  verscheidene  jaren  snik 
eene  voordeelige  inzameling  niet  gehad ,  waartoe  de 
gé  en  gunstige  Uoei  van  het  koolzaad  en  andere 
den ,  vervolgens  der  boekweit ,  alsmede  de  drooge 
gesteldheid,  in  het  bijzonder  hebben  medegewerkt.  De 
Bi)en  hebben  al  de  honiggevende  planten  in  de  opvolging 
van  den  bloeitijd ,  by  het  gunstige  weder  kunnen  bevlie- 
gen. Op  de  wilg*',  en  heidebloesems  hebben  z^  ge- 
durende den  zomer  en  den  herfst  overvloedig  vergaderd. 
Men  kon  by  den  gewonen  tyd ,  welke  de  Byen  let  bet 
ven^amelen  kunnen  besteden,  ééne  maand  bQvoegen,  daar 
de  lente  zeer  vroeg  is  begonnen  en  de  herfst  zich  door  nan- 
houdend  warm  en  schoon  weder  kenmerkte.  De  Bijenben- 
ders  echter  zouden  gaarne,  de  prijzen  van  honig  en 
wat  hooger  gezien  hebben. 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  E  N.  119 

De  Pfovineiale  Comnihsie  vaa  landbouw  in  Noord - 
B  ra  band  vermeent»  dat  de  mislukking  van  het  vorige 
jaar»  gevoegd  hij  de  bge  prQjien ,  de  B^nleelt,  in  die 
Provineie  veel  beeft  doen  verminderen ,  en  dat ,  sonder  het 
welgel]ikken  over  het  algemeen ,  in  dit  jaar ,  aan  dezen 
tak  van  nijverheid  ^  den  doodelag  soude  zQn  toegebragt. 

Door  dece  Commietie  wordt  de  prijs  der  boaig  opgegeven 
op  40  gl.  de  100  Ni.  S  en  die  der  was  op  160  è  170gL ;  vol- 
gens onsen  Correspondent  de  Heer  van  deb  Bbkbn  PASTseii 
vras  de  honig  30  è  35  Cents  het  NL  « »  terwijl  de  Heer 
Martini  tait  Ouwbüjcehk  te  Fught  opgeeft,  dat,  om  dea 
overvloed,  de  pr^s  doorgaande  niet  booger  was  dan  25 
cents  hel  NK  S. 

In  Zuid-Holland  worden,  volgens  de  berigten  van 
de  ComnMssie  van  landbouw ,  seer  Weinig  B(jen  aangehou- 
den ;  alleen  uit  Foome  en  Putien  wordt  gemeld ,  dat  de 
stallen  aldaar  aangehouden  i  zeer  goed  en  y  verig  hebben 
gewerkt.  Het  Departement '«  Zfa^e  geeft  dea  prs(^  der  lio-* 
Djg  op  van  40  tot  45  eents  het  NL  S. 

Ook  in  Noord-Holland  bestaat  geene  eigenl|}ke  ^- 
coteelt.  Uit  OverQssel  en  Gelderland*  worden  in 
het  voorjaar »  eenige  ladingen  Bijenkorven  in  Breohlerland 
aangebratgty  teli  einde  de  Bgen  op  de  bloesems  der  vrucht- 
boomen,  van  het  kool  en  sMatardamad  te  doen  azen;  de 
Bf|eoboaders  trekken  met  hunne  korven  van  de  eene  plaats 
Daar  de  andere,  tot  dat  de  UoeitQd  geheel  voorbij  is ,  en 
keeren  im.  weder  huiswaarts. 

Volgens  de  berigten  der  Provinciale  Commissie  van 
Utrecht,  geven  de  BQenhouders  voor,  dat  de  B(lens(ok-> 
ken  al  te  sterk  en  te  laat  in  den  tyd  met  swermen  hebben 
aangehouden ,  aoodat  er  tan  sommige  korven ,  aelfe  drie 
of  vier  zwermen  zijn  afgevlogen ,  waardoor  het  winnen  van 
honig  niét  bevorderd  wordt.  •  Evenwel  sQn  vroege  zwer- 
Bon,  welke  in  eene  kale  of  ledige  korf  waren  gekomen, 
dat  is ,  sonder  eenig  werk  van  bet  vorige  {aar ,  25  NI,  ft 


Digitized  by 


Google 


120  B  IJ  E  N. 

zwaar  ^worden.  Menife  BiJenluMidera  faebhHi  ridi  door 
Aeze  gunstige  omstandigheid  van  Vroeger  geledene  verii»> 
ten  eenigzins  kannen  herstellen;  sommigen  hebben  van  IS 
tot  20  NI.  8  honig  door  elkander  uit  eiken  stok  kvmiMi 
halen.  De  lage  prijzen  echter,  naar  Intd  van  dat  berigt^ 
waartoe  de  honig  moest  worden  afgezet ,  en  welke  liQiui 
de  helft  minder  waren ,  dan  in  het  vorige  jaar,  hebbea  de 
voordeelige  uitkofnst,  eenigermate  getemperd. 
'  De  rapporten  der  Commissie  van  Gelderland  bondmi 
in ,  dat  de  oudste  Bgenhonders  in  die  Provincie  ziek  aiet 
herinneren,  ooit  een  beter  Bgenjaar  beleefd  te  hebben.  Er 
zijn  korven  geweest,  welke  30  NI.  fg  inhielden;  doch  door 
dien  overvloed  was  de  honig  ook  goedkoop  en  gold  slechts 
20  cents  het  NI.  ffi.  Onze  Correspondent ,  de  Heer  tak 
DutJNHOTEN  te  CuijA  bij  érrat;a  drnkt  zieh  over  deze  teelt 
aldns  uit:  » niemand  heugt  het,  dat  er  ooit  zooveel  lie- 
j»  nig  is  gevallen ;  er  zl|n  enkele  Bigeiytokken  ,  die  m%er 
»dan  honderd  hahre  ponden  honig  opleverden,  en  stokkea, 
»  die  zich  door  het  vroegtijdig  zwermen  in  vQf  stokkee 
>  hebben  verdeeld ,  en  dooreen ,  ieder  vijftig  halve  poedee 
» honig  leverden ,  zoodat  zij  zich  dos  ruim  tienmaal  is 
» zwaarte  hebben  vermraigvuldigd."  De  Heer  Lienb,  oed 
Correspondent  te  Apeldoorn  ^  meldt  dat  reeds  of  1  Mei  dl» 
jonge  Koninginne  irfjn  opgemerkt. 

InOverfjssel  was  de  B^nteelt  nog  gunstiger;  i^el- 
gens  de  Provinciale  Commissie  aldaar ,  wordt  onder  anderen 
vermeld^  dat  één  korf  tot  tien  is  afgezwermd,  ea  dac 
ónder'  dit  tiental  nog  drie  korven  waren,  die  over  de  80 
halve  ponden  wogen.  De  honig  was  ook  in  die  Provincie 
niet  duur  en  werd  betaald  met  22  è  24  cents  het  NI.  S , 
terwijl  voor  de  beste  kwaliteit  40  cents  betaald  is ;  het  was 
gold/ 1,75  per  NI.  »• 

Ten  bewijze  van  de  vioege  en  gunstige  ontwikkeling  der 
Bijen,  meldt  de  Provinciale  Commissie  van  Groningen 
dat  men  te  Groningen  reeds  op  den  13  JolQ  IL  eenen  jon- 
gen zwerm  van  eenen  zwerm  van  datzelfde  jaar  opving. 


Digitized  by 


Google 


BIJEN.  ~  WARMOEZERIJEN.  121 

Ome  Gonespondent  de  Heer  Stbmtoort^  «e  Smiidej  be- 
rigt  Aèlï  de  Bijenteelt  onder  sijh  district  soo  *  voor tpoe- 
éigii  uitgevallen',  dat  vele  J^enhoaderfi,  die  aanvanke- 
I^  16  kerven  hadden  opgexet,  gedoreade  het  sai^oen, 
tet  een  getal  Tan  66  waren  opgeklemmen.  Algemeen' 
-w«ren  de  korren  wigtig ,  en  konden  ran  40  tot  over  de 
50  NL  S  bonden ,  welke  in  dien  ruwen  toestand  verkocht 
^n ,  tot  16,1S  en  20  cents  het  NL  S. 

3a  WARMOEZERIJEN.  Zoowel  de  Provinciale  be- 
Tigten  als  die  der  departnnenten  en  van  de  leden  Corres« 
pondenten,  vetmelden  meerendeelg  den  ataat  der  Warmoe- 
xergen  ale  niet  oovoordêêlig  in  dit  jaar  geweest  te  sfjn. 
Wel  is  waar,  dat  door  bet  aanbeudeiide  schoene  en  wwme 
weder  vele  Vruebten,  Erwten,  Boenen  en  Afoeskmiden,  ak 
het  ware  té  geli}k  «i|n  rf)p  geweest  en  niet  lang  hebben 
atand  gebevdmi,  soodatdaardoor vreder  later  schaursebfaeid 
ontstaan  is;  enkele  kleine,  doch  geene  groote  rampai'S^n 
ovw  bet  geheel  genetten,  op  dit  artikel  mede  te  doelen. 
*  Volgens  de  Provinciale  Coaunissie  van  Limburg,  bad 
men  op  soanaige  plaatsen  nog  al  hinder  van  rupsen  in  de 
Kocdboorten;  ook  klaagt  die  van  Noortl-Braband,  dat 
énderscbeidene  Kooleoorten  niet  best  slaagden  en  klein 
bleven;  de  pr^s  der  vroege  Kool  was  laag,  maar  op  de 
latere  na|aiurs»arkten  toch,  gold  de  witte  en  bgaöndèr  de 
foode  Kool  een  derde,  loo  niet  de  bellt  meerder  dan  In 
gewone  jaren.  • 

in  de  Provincie  Zeeland  aoodén  naar  luid  der  be- 
rigt^R,  de  Wormoezerijen  soo  voordeelig  miet  sijn  ge- 
staagd en  eanzienl^k  minder  dan  ia  'I84S  hebben  opge- 
leverd. 

In  Zuid-Holland  was  de  Groentenbóuw  over  bet  ge- 
heel goed;  de  Kropsalade  is  wel  wat  doorgeschoten  door 
de  droogte,  en  de  kool,  welke  in  sommige  streken  in  het 
begin  van  de  rupsm  had  te  lijden,  is  naderhand  goed  door- 


Digitized  by 


Google 


122  WABMOEZEBIJExV. 

gegroeid  en  wel  geUtktt  en  had  groeten  a£trdc,  vooral  de 
bloemkool,  naar  buiten  'elande* 

Volgens  de  berigten  der  Provinciale  Commiteie  van 
Noord-Holland  legt  men  sich  onder  AmUmeer  vooral 
toe  op  de  teelt  der  angarkeo,  die  naar  Atmierdam  worden 
venenden  en  waarvan  dit  jaar  een  goed  gewas  geweest 
iu  Hoewel  de  groota  toevoer  de  prQsen  ook  verminderde, 
rekent  men  toch  dat  die  teelt  gemiddeld  1  galden  per  Ryal. 
roede  beeft  opgebragt.  Het  departement  Limmen  berigt, 
dat  de  oljen  veel  aftrdc  naar  Enge/and  gehad  hebben,  dat 
dese  sohaarsch  waren  en  bnitengewoon  dnor. 
.  Als  bQzenderheid  mag  worden  vermdd,  dat  in  de  Pro- 
vincie Utrecht  enkele  voorbeelden  Bgn  waargenomen  van 
meloenen,  die  op  den  konden  grond  aijn  voortgekomen, 
die  ctene  bdboorlgke  rgpheid  en. goeden  smaak  hadden  ver* 
kregen«  Te  MotU/oori  werd  er  eene  geteeld  ^  welke  de 
grootte  had  van  oen  menscheiyioofd  en  de  swanrte  van  5 
Ned.  » 

De  Provinc&ale  Coüiaissie  van  Overigssel  berigtmede, 
dat  de  taelt  der  WarmoeSvroehten  tamelgk  geweest  is;  de 
al.  te  sterke  bitle  deed  de  greenten  al  te  schielijk  ont- 
wikkelen i  soodat  ook  daar  alles,  als  bet  ware  t^el^k, 
r^jp.  was;  in  de  omstreken  van  iEis«g»eit  had  men  in  het 
begin  des  jaars  neg  al  lafet  van  de  aardvloo» 
.  'De  Provinciale . Commissie  van  Groningen  g^eft  oas 
eepi  uitvoerig  en  niet  in  alle  doelen,  even  gunstig  verslag, 
hetwelk  wy  in  xijn  geheel  bier  doen  volgen. 

D^  v;roeg|i(ie  yruchten  der  moealanden,  aegt.dexe  Com- 
missie,  welice  het  meeste  geldelyk  voordeel  aanbrengen, 
leden  veel  door  de  langdurige  vojchtigheid  in  Abunt  en 
April ,  die  de  beboorl^ke  bewerking  dezer  velden  zeer  be- 
learoerde*  Hif^  deed  ook  het  ongedierte,  veelal  door  deo 
voorbecMeloos  aachten  winter  in  het  leven  gebleven,  reeds 
vroeg  ia. bet  vooiyaar,  veel  kwaad.  Niet  alleen  de  slak, 
maar  ook  de  gewone  pier  of  regetiwonn  (iMmbrieus  ttr^ 


Digitized  by 


Google 


WARMOEZERIJEN.  —  FIJNE  ZADEN.        123 

reepris)  deed,  althans  bg de  stad  Groningen,  menig laai- 
«d  mislukken,  loodat  men  by na  niets  aan  den  gang  kon 
kragen  en  de  gelegde  erwten,  selfs  onder  den  grond  mei 
dersèlver  stengen  doorboord  en  vernield  werden.  Deze 
wormen  tastten  selfs  de  zich  ontwikkelende  aspergiên  aan« 
dat  anders,  hi^  ten  minste,  een  zeldzaam  verscbynsel  is. 
Ook  de  muiten»  de  rünaald  en  velerlei  klein  ongedierte» 
baddeo  sieh  in  den  sackten  winter  a^merkeljjk  vermt- 
nigvaldigd«  Later  werd  bet  met  de  Warmoezerij  gunsti- 
get ,  hoewel  de  erwten  en  boonen  veel  minder  opbragten 
dan  gewoonlijk,  welligt  omdat  de  sterke  hitte  aan  d^bloe"* 
sem  eenig  nadeel  had  toegebragt.  Op  de  groote  booneft 
merkte  men  ook  zwarte  rottifs  plekken  op  de  bladen  op. 
Zoo  ook  op  het  blad  van  de  sellerij,  zoodat  dit  blad  ge<* 
dedtelyk  afviel  en  de  knolsellerij  slechts  zeer  weinig  uit- 
groeide. Alle  soorten  van  salade  «n  snyboonen  gelukten 
daarentegen  volkomen;  de  bladgtoenten  iets  minder,  maar 
toch  redeiyk,  daar  men-  in  de  kleinere  moestuinen  de  ^^ 
volgen  van  al  te  sterke  droogte  eenigzins  kon  temperen  en 
de  warmte  voor  vele  moesgewassen  allezins  voordeelig  is. 
Op  de  koolsoorten  bragt  de  rups  veel  nadeel  te  weeg,  en 
deze  leden  bij  de  verplanting  van  de  sterke  droogjte.  .  De 
kool  was  slecht  gesloten»  en  hoewel  zg  in  den  beginne 
zich  vrij  goed  ontwikkelde,  toen  eenmaal  de  sterke  warmte 
en  droogte  geheel  heerscbende  was,  stond  hare  wasdom 
hyna  ^dbeel  stil»  AUes  te  zamen  genomen  j  hebben  de 
vooftbrengselen  van  het  inoesland.  niet  meer  dan  eenen  ze^r 
middelmatigen  oogst  opgeleverd. 

31.  FIJNE  ZADEN.  Hoewel  de  afgeloopene  zomer  voor 
de  teelt  en  de  inzameling  dezer  zaden ,  uiutekend  gunstig 
moet  besebouwd  worden,  zijn  dienaangaande,  weinige 
berigten  ingekomen.  Deze  zaden  worden  niet  algemeen 
in  bef  groot  geteeld ,  maar  meer^odeels  in  bet  klein  en  tot 
eigen  gebruik» 


Digitized  by 


Google 


124  F  IJ  NE    ZADEN. 

De  Provinciale  Conraiissie  Tan  Znid-Halland  berigt 
ens  ,  dat  in  Rijnland ,  de  fijne  saden  een  goed  beaebot  heb- 
ben opgeleverd  ên  door  beC  drooge  weder  goed  sijn  gewon- 
nen* Op  Goedereede  en  Over/laAAee  ia  bet  Ajnihsaad 
gtinatig  nitgevallen  ;  men  scbat  de  <^brengat  op  550  è  600 
NI.  fg  per  Bonder ;  de  prQsen  daarvan  waren/l  tot/1,80 
per  NI.  9.  Het  Saladezaafd  gaf  roim  beschot  en  60  tot 
70  centg  werd  er  voor  bet  S  bedongen.  Het  apinastexaad 
'bragt  weinig  op ;  de  prfjs  daarvan  was  5  tot  6  cents  per 
NI.  ff.  Het  vogeltjes-zaad  was  middelmatig  van  op- 
brengst, men  schatte  dit  op  16  mndden  van  den  Bander, 
do  prQs  was  /  7  tot  /  8  de  mudde.  Volgens  bet  Departe- 
mfent  Ifel/i  is  het  bloemkoolsaad  in  bet  ITes  f  land  Yetko€ht 
tot  /  8  è  /  9  bet  NL  «. 

Volgens  dé  berigten  nit  Noord -Hollan  d  is  het  moa- 
tardzaad  vee)  minder  ridaar  verbouwd  dan  vroeger,  doop» 
brengst  waa  matig  12  è  18  mudden  per  Bonder:  De  fijne 
2aden  aan  de  Langedijken  geteeld ,  hebben  sedert  eenige 
Jaren  minderen  aftrek  gehad,  doordien  de  te  Noordw^k 
geteelde  de  voorkenr  genieten ,  zoodat  daardoor  de  teelt 
binnen  die  Gemeente  zeer  vervallen  is.  Men  heeft  te 
Zutdschartcoude  en  in  de  Zijpe^  kanarie,  karwei,  ko- 
riander en  Mostardzaad  gebouwd ,  hetwelk',  met  uitzonde- 
ring  van  de  karrewei,  weinig  heeft  opgeleverd;  de  prg« 
ken  daarvan  waren  gemiddeld ,  karrewei  / 16  A/  20.  — 
koriander /'3  &/4.  —  kanarie/ 7  4/ 8* de  mndde,  mos- 
sterd  /  8  è  /  10.  Het  vetzaad  te  Egtnond  im  grootendeela 
mislukt,  als  hebbende  nret  meer  dan  j-  van  den  gewonen 
oogst  bedragen.  Het  zaad  is  door  den  te  grooted  voorraad 
Van  de  vroegere  Jaren  moegelijk  verkocht  kunnen  worden* 
Aan  den  Helder  zijn  ruim  dO  Bunders  kdnariezaad  v^* 
t)0uwd,  welke  gemiddeld  10  mud  per  Bunder  opbragten 
t^én  eene  prijti  van/ 7  de  mud. 

'    In  Gelderland  wordt  met  gunstig  gevolg,  nogal  Bronfc- 
horster  wortelzaad  geteeld,  waarvan  veel  wordt  uitgevoerd. 


Digitized  by 


Google 


BLOEMISTEJtUËN.  US 

32.  BLOEMISTERIJEN.  Slechte  de  volgende  beHg- 
ten  sijn  hierovei^  bQ  ons  iRgekonen.  i 

De  Previnetale  .Commissie  van.  Zeeland  befigt,  dat 
er  in  die  Provincie  wrinig  werk  wordt  gemaakt  van.eigen- 
l^ke  Bloemisterj^n^  met  betrekking  tot  bloembollen,  doch 
dat  de  vooritttgang  in  bet  aankWeeken  van  -  kasplaatea  en 
andere  bloemsoorten  ,  zoowel  bQ  particnlieren ,  als  by  aoo- 
genaamde  bloemisten ,  voomamelgk  op  fFaloAerem  aigt* 
baar  is. 

Het  Departement  ^sHagemelitj  dat  het  bloemgewas  in 
Veur  c.  a.9  dit  jaar  niet  gunstig  geweest  is;  b^na  overal 
was  hetzelve  zeer  ligt ,  en  er  heèrschte  onder  de  planten 
vooral  de  ringsiekte,  welke  voornamelijk  veroorzaakt  schijnt 
te  Bgn ,  door  het  menigvnldige  regenwatur ,  waardoor  de 
planten  gedarende  den  vorigen  winter  veel  geleden  hebbei»; 
Toocal  is  dit  het  geval  'geweest »  volgens  dat  berigt  met 
de  Talpen ,  die  daardoor  bijna  geheel,  verrot  zijn* 

Hoewel  het  Departement  SassenAeiin  otm  mededeelt »  dat 
de  Hyacinthen  en  andere  bolgewassen  goed  sijn  geslaagd 
en  dat  er  onder  dezelve  geene  ziekte,  van  aanbelang  is  <^ 
gemerkt ,  geeft  de  Provinciale  Commissie  van  Landboaw 
in  Noord-Holland  het  volgende  berigt. 

De  BloemisterjUen  rondom  Uaarlem,  a^n  if  den  gewonen 
staat;  de  bloembollen  hebben  veel  door  ziekte  tel|jdeng^ 
had  en  vele  zijn  gestorven  ,  doch  de  aankweeking  is  zeer 
gelidckig  uitgevallen,  zoodat  het  eene. het  andrate  schade- 
loos stelt.  De  bollen  ai}n  zeer  gezocht  en  hebben  een 
groot  debiet  gehad  naar  buiten.  De  bloeuistery  ender  Slo- 
ten 8ehi)nt  meer  en  meer  achteruit  te  raken.  Die.  van  IR^mr 
UNO  op  het  Rusien&urger  /Muf  «uder  Nieuwer^dn^iel  wordt 
als  zeer  fraai  gepreaen.  Onder  AcUèm^er  is  het  gewas 
zeer  goed  geweest ,  doch  met  weinig  ^trek ,  daar  er  niets 
doodgevnwen  was  in  den  vorigen  nachten  winter,  aoodlit 
nldaar  de  Btoemisten  naauwelQks,  en. sommige  in  bet  ge* 
heel  niet^  de  kosten  hebben  kunnen  goe^ttistken. 


Digitized  by 


Google 


lae    BLOEMISTERUEN.  ~  BOOMKWEEKERIJEN. 

Ten  ftlotte  laten  wig  hier  het  rapport  van  het  D^arte^ 
ment  Haarlem  volgen ,  van  dezen  inbond : 

De  meeste  soorten  van  bloembollen ,  xegt  dat  Departe- 
ment, het  Toorname  prodnkt  der  bloemiater^en ,  jü)b  wel 
geslaagd ,  met  uitconderiag  van  «ommige  Tulpen ,  Tooral 
vroege  duc  van  Tol  en  eenige  dubbele  soorten  ,  die  mee- 
rendeels mislukt,  klein  en  slecht  waren.  De  prQxen  vin 
Hyacinthen  waren  als  gewoonlijk,  die  van  het  zoogenaamd 
bijgoed  trager  dan  vroegere  jaren.  De  Crocusaen  warea 
beter  en  groóter  en  tot  minderen  prijs  verkrijgbaar  dan  ia 
1845.  De  Ranonkels  zijn  daarentegen,  denkelijk  door  de 
vroege  warmte  meerendeels  mislukt. 

Wat  de  cultuur  van  gewassen  betreft ,  desdve  bl^ft  ia 
vorigen  kwijnenden  toestand ;  de  bestaande  verEamelkgeo 
verminderen,  veoral  de  soegenaamde  warme  kaaplaatai, 
waarvan  de  collectiën,  vroeger  zoo  talrijk  ronden  aaae 
stad ,  bijna  geheel  verdwenen  zijn. 

De  hoofdoultuur  der  Bloemisterijen  blijven  de  bloembol- 
len ,  en  met  name  de  Hyacinthen ;  daar  sommige  gronden 
welligt  afgeteeld  of  te  kostbaar  werden ,  heeft  men  onlangs 
in  de  nabijheid  onzer  stad ,  eenige  stukken  weiland  inge- 
stoken ,  en  voor  de  kweeking  van  bloembollen  ingerigt: 
het  is  eene  proere ,  waarvan  men  later  den  uitslag  zal 
vermelden. 

33.  BOOMKWEEKEBIJEN.  Men  kan  over  het  alge- 
meen de  toestand  dezer  inrigtingen  in  ona  vaderland  ab 
gunstig  vermdden.  Ondanks  het  aanhoudend  drooge  ca 
zeer  warme  weder  gedurende  liet  grootst  gedeelte  des 
Jaars,  hebben  bigna  alle  Boomkweekerijen,  wat  groei  ea 
wasdom  betreft,  de  voordeeligste  aitkpmstan  opgeleverd, 
terwijl  overigens  behoudens  eenige  weinige  «itsonderiagca 
de  aftrek  van  allerhande  sooiten  van  plantsoen  eerder  beeft 
toe-  dan  a^enomen.  In  beide  opaigten  had  men  in  de  pro- 
vincie Noord-Braband  den   teeneaMnden  welstand  ea 


Digitized  by 


Google 


BOOMKWJBEKE  RIJEN.  127 

iiUbf«t4itig  éet  kweeketQ  te  Otahnbosoh  te  Termelden , 
terwijl  soewel  dese  als  tiadere  daar  bestaande  genoegzaam 
io  de  beboefteo  van  den  omtrek  kenden  voorzien. 

In  de  Pffovin<^  Zeeland  breidden  zich  de  Beomkwee- 
keryen  meer  en  meer  uit;  de  naTraag  naar.  Zeeowsehe  oI«- 
mea  of  ypennam  steeds  toe^  en  het  eken-  en  esschenplam- 
soen  bleef  voortdurend  gevraagd ,  terw^l  de  teelt  van 
YruebtbooflMn  en  Heestergewassen  jaarlijks  vermeerderde. 
In  Zttid-Hollaad  en  met  name  in  Delftsland^  bet 
JFeelland  en  Rynbind  waren  alle  gewassen  uitnemend  ge- 
slaagd; de  kweekerQ  te  Loosduinen  bevend  zich  almede 
ia  voldoeode  teestand,  ofschoon  in  die  streken  het  meeste 
houtgewas  van  elders  wordt  ingevoerd. 

Bijzonder  gunstig  zQn  de  berigten  aangaande  de  bekende 
en  beroemde  BoomkweekerQen  te  Boêkoop.  De  voorraad 
▼an  Appelen,  Peeren,  Persikken  en  Abrikozenboomen  was 
genoegzaam;  aan  Pruimen  heerschte  gebrek.  Door  gemis 
van  pitten  had  men  dit  jaar  weinig  of  niet  kunnen  zaai- 
jen,  en  was  men  daardoor  eenigzins  achterli)k  geraakt. 

fiijzottder  was  aldaar  de  vraag  naar  altoos  groene  hees- 
ters geweest;  soodat  de  prijzen  daarvan  aanmerkelijk  ge- 
stegen waren»  zoo  ook  was  de  éftrek  van  Essohen  groot, 
en  de  voorbandkn  voorraad  werd  tot  goeden  prijs  gerede- 
J(jk  geplaatst.  De  vroeg  ingevallen  vorst  bad  eeiiige  strem- 
miagen  in  de  verzending  te  weeg  gebragt,  die  men  echter 
in  het  voorjaar  hoopte  te  kannen  herstellen ;  den  toestand 
der  Boskoopsche  kweekerljen  kan  men  dus  over  het  ge» 
heel  genomen  als  gunstig  en  vooruitgaande  aanmerken. 

Minder  bevredigend  zijn  de  berigten  uit  de  Provincie 
Nodrd-Holland,  wantofscfaoon  de  Kweekerljen  ie  IVactr» 
den  en  Haarlem  als  niet  ongutistig  worden  vermeld ,  ja 
mUs  de  eerstgenoemde  zich  in  een  vooruiigaanden  staat 
bevindt,  zoo  is  dit  geenszins  het  geval  met  de  inrigtingen 
van  dien  aard  te  AaUmeer  ea  Beverw^A* 

Wel  geeft  men  van  beide  zijden  goede  berigten  omtrent 


Digitized  by 


Google 


IfB    B0OMKWEXKERUEN.--V1IUCHTVOOMEN. 

dea  groei  en  iea  viteiet  voordeeHgen  etsat  nm  bfiui  die 
BootMoorten,  naar  eenetemmig  was  daartegen  de  Ui^ 
dat  de  a£Mt  gering  «a  de  oeneurrentie  dagelijks  grooter 
werd.  Oek  bet  departeaieat  Idmmen  deek  geeae  gnnetige 
berigtea  nede;  het  genaide  wat  «leekt  opgekomeD  en  bet 
«itgepknta  soewel  ak  een  aantal  jonge  Beemen  door  de 
aanhoudende  droogte  meereadeds  geetorren. 

JGnnstiger  nededeelingen  gaf  one^  de  P^oriaeiale  Com- 
BÜsaie  van  Utrecht;  de  bMdoatginningen  namen  steeds 
toe  eo  daar  dh  door  aanplanting  spoedig  gevolgd  werd, 
werkte  aulks  eok  op  bet  vertier  der  Boomkweekeiyea 
mede,  de  heesierkeboawing  van  heidegronden  seheen  eok- 
ter  eenigzins  te  veiflaaowen* 

Onder  de  meest  geaochte  boomsoorten  waren  Elzen  en 
Beiiken*poter8 ,  die  aelfs  zeer  sekaars  wenden ;  van  EikenstA 
bad  men  daarentegen  goeden  voorraad ,  daar  die  minder  ge^ 
vraagd  wat ,  dan  in  1845. 

Ook  in  Gelderland  roemde  men  algenmen  den  goe- 
den staat  der  beomen ;  de  Kweekerlj  van  den  Heer  Wttb- 
WAAL  te  Foarsij  waaromtrent  reeds  in  vro^^er  Jaron  gnn- 
stige  mededeeliog  gegeven  is,  neemt  bestendig  toe,  in 
waarde  en  uitgehseidhmd.  Als  een  bewijs  daarvan  ka» 
strekken  dat  gemelde  Heer  in  18d6 ,  op  nienw  eene  q>per- 
vlakte  van  zeven  bunders  bg  s({ne  Kweekerij  beeft  gevoegd; 
onder  meer  andere  voortbrengsels  dezer  inrigtingroenui 
byzonder  oene  zeer  nitgebreide  en  r^  geaogteerde 
meliog  van  Stamrozea. 

34.  YRUCHTBOOMEN.  Ia  Limburg  en  Noord- 
B  r  a  b  a  n  d  gel|}k  elders ,  beloofde  de  maand  April  eea 
uitfnuntenden  oogst,  alle  hoornen  zonder  onderscheid,  bloei- 
den voortreffelijk  en  spoedig ;  en  bijna  eensklaps  vertoonde 
zich  zekef  bederf  de  bloemen  vielen  ontijdig  af  en  wat  nog 
aanwezig  bleef  was  klein  en  misvormd. 

De  meeste  steenvruchten  deelden  in  dien  tamp  over  wel- 


Digitized  by 


Google 


VRBCHTBOOMKN.  12& 

kenr  oorsaak  nen  seer  niteenloq^iide  gtsaingcB  maakte. 
Sommigen  schreven  het  aan  de  weersgesteldheid  des  vori- 
gen  jaars  toe,  weike  znlk  een  nadeeligen  invloed  op  de 
Aardappeloi  had ,  anderen  meenden  in  de  scherpe  nacht- 
vorsten der  maand  Mei ,  en  weder  anderen  in  de  vroegt|{-. 
dige  en  aanhondende  warmte ,  die  de  bloemen  verschroeide 
of  beving ,  de  oorsaak  van  dit  onheil  gevonden  te  hebben. 

Welke  ook  de  aanleiding  moge  geweest  liJn»  de  uit- 
komst was  in  allen  deele  ongunstig ;  Appelen  en  Peren  wa^ 
ren  f  zoowel  de  fijne  als  grove  soorten ,  slecht ,  Kersen  klein  ^ 
gekrompen  en  smakeloos ,  Abrikozen  geheel  mislukt»  terwijjl 
de  Perzikken,  hoewel  weinig  in  getal,  goed  ayn  éitf^vallen* 

Daarentegen  roemt  men  als  oitHrantend  geslaagd,  al- 
le soorten  van  Druiven  ,  zoowel  vroege  als  lafie  soorten; 
de  laatste  rijpten  volkomen  en  waren  zeo  smcd^elijk  dat  men 
zich  zeldzaam  iets  dergelQks  herrinnerde«  De  Okkernoten 
en  Kastanjes  waren  insgelijks  best  geslaagd ,  ofsehoon  bei- 
de niet  groot  van  stok  zgn  geweest. 

Men  beklaagde  zich  vooral  in  Limburg,  met  reden,  dat 
deze  mislukking  nog  eene  tweede  schade  ten  gevolge  had , 
dat  naniel(jk  het  vervaardigen  en  afleveren  van  Siroop  en 
Appelazijn,  hetgeen  anders  een  aanzienlijk  middel  van  uit* 
voer  en  ook  van  verbruik  opleverde,  nu,  door  het  gemiz 
van  Appelen  en  Peren ,  weinig  o£  niets  had  beteekend. 

Ook  in  Zeeland  was  de  oogst  gering ,  ofschoon  men 
daar,  integenstelling  met  1845,  den  bigzonder  goeden  smaak 
en  de  saprijkheid  der  schaars  gewonnen  vruchten  roemde» 

Desgelijks  was  het  in  Zuid-Holland,  waar  Appelen 
en  Peren  mislukten ,  maar  daarentegen  de  Aalbessen  uit- 
mmitend  vaaren  uitgevallen  en  tot  ongdioorde  prijzen  ver- 
kocht. 

In  het  WeUland  haperde  het  almede  aan  vrachten;  maai^ 
wat  het  voornaamste  prodokt,  de  Druiven  betreft,  deze 
waren  uitmuntend  geslaagd.  .  Als  een  bewigs  van  de  be- 
langrijkheid der  kuituur  daarvan  i  meldt  het  Departement 

9 


Digitized  by 


Google 


130  VBDCHTBOOMEN. 

Ddflj  dal  in  1846  aUec(n  naar  Londen^  voer  eene  waarde 
Tan  ruim  f  70,000  is  nitgevocrd ;  voegt  men  daarbij  het- 
geen naar  Uuli  en  onderscheiden  JBinoenlandscbe  plaatsen 
is  afgeleverd)  en  almede  aansienlijk  was,  dan  kan  men 
Bich  eehig  denkbeeld  maken  van  den  Toordeelgevenden 
staat  dier  kaltaur  in  bet  afgeloopen  jaar ;  de  prijs  der  Drai- 
ven  bepaalde  sioh  van  60  oeats  ^otfl  per  NI.  pond. 
-  Het  Departement  'f  GravenAage  ascJdt ,  dat  de  afkomst 
der  Bessen  dit  jaar  minder  dan  gewoonlijk  was ;  echter  ver- 
goedde de  kwaliteit  dit  gemis  eenigermate,  daar  aij  door 
den  warmen  somer  vroeg  rapten  en  aeer  smakelijk  wa- 
ven* Van  dit  gewas  vnm  f  naar  Buitenlands  Fersonden,  en 
tot  6 ,  7  en  8  cents  verkocht  geworden ,  terwijl  na  de  in- 
xameKng  die  prezen  nog  aanmerkelijk  gestegen  waren. 

Abrikozen  en  Perzikk^i  waren  er  weinig ,  Pruimen  in 
tamelijke  hoeveelheid,  doch  boog  in  prijs  afgeset. 

De  Drniven,  dus  berigt  betselfde  Departement «  waren 
zoo  wel  witte  als  blaauwe  in  groeten  overvloed ;  bij  vnj 
naauwkenrige  opneming  bleek  het ,  dat  de  nitvoer  naar  En- 
getand  211,000,  en  het  Binnenland sche  gebruik  165,000 
halve  NI.  ponden  bedroeg.  Dezelve  waren-  buitengewoon 
groot  en  smakelijk ,  men  betaalde  2l^k30  cents  per  5  oneen 
voor  de  grootste  n1a88a^B ,  welke  prQs  later  tot  50  cents 
per  5  oneen  is  gestegen. 

Ofschoon  Boskoop  deelde  in  den  algeraeenen  ramp,  zoo 
roemt  men  aldaar  de  buitengewoon  voordeelige  opbrengst 
der  Aard  bezien  9  gelijk  mede  van  de  Frambozen;  van 
beide  vruchtsoorten  werden  alleen  naar  Roiterdtam  140,000, 
en  naar  *s  Gravenhage  90^000  potten  afgeleverd. 

Als  een  bijsonder  bewijs  van  den  giinstigen  iAvloed  den 
weders ,  meldt  men  zoo  uit  Noord-Holland  als  van 
elders^  dat  enkele  Perenboomen  ja  zelfb  Druiven  tot  twee- 
malen gebloeid  en  rijpe  vruchten  voortgebragt  hebben. 

Ook  in  de  Betmster  was ,  ondanks  den  voortreffelQken 
bloei  van  het  voorjaar,  Veel  verloren  gegaan,  de  Appelen 


Digitized  by 


Google 


VRUCHTB OPGAANDE  WOUDBOOMEiV.    131 

en  Peren  waren  wel  schoon  en  groot  van  stuk  maar  mee- 
reodeels  inwendig  aangestoken  en  spoedig  aan  bederf  on- 
derhevig; de  prijs  der  vroege  Peren  liep  van/ 4  tot/ 6. 
Vroege  Appelen  /  2,50^4/  5  ,  en  de  latere  soorten  van/  4 
tot  /  6  het  mod. 

De  berigten  uit  Utrecht^  Gelderland,  Overijs- 
sel, G  r  oningen  en  Urenthe  stemmen  bijna  allen  met 
bet  hie^  voormelde  overeen ;  meest  alle  vrucbtsoorten ,  met 
nitsondering  der  Dmiven ,  waren  schaars  en  zijn  daardoor 
gretig  en  tot  ongehoorde  prijzen  verkocht. 

De  fikïtsom  van  alles  is  dus  dat ,  even  als  in  het  vorigejaar , 
allerwege  zonder  uitzondering  de  oogst  is  nadeelig  geweest. 

35.  OPGAANDE  WOUDBOOMEN.  In  Limbarg  zoo 
wel  alft  in  Noord-Braband  heeft  het  hont  algemeen 
goed  schot  gemaakt;  de  prijs  daarvan  was  vooral,  wat 
Eiken  en  Eschsen  betreft,  in  eerstgenoemde  Provincie  ge- 
stegen ,  daar  men  bij  geprojecteerde  spoorwegen  en  vaarten 
daarvan  veel  tot  beplanting  gebruik  maakt.  In  Noord- 
Brabiind  zijn  voorfs  in  het  Eikenhout  geen  rapsen  waar- 
genomen, en  daar  zich  tegen  het  najaar  geen  poppen  ver- 
toonden, vleide  men  zich  ook  een  volgend  jaar  daarvan 
bevryd  te  zullen  blijven.  Ook  de  dennebosschen  zijn  dit- 
maal geheel  van  de  vroegere  plaag  bevrijd  gebleven,  men 
schreef  dit  gedeeltelijk  toe  aan  gevallen  sneenw  in  de 
Jmaand  December,  die  echter  aan  den  anderen  kant  veel 
nadeel  heeCt  toegebragt  en  eene  groote  reeks  van  boomen, 
vooral  in  de  bosschen  die  tusschen  18  en  25  jaren  oud 
waren,  heeft  doen  vallen. 

Over  het  algemeen  ging  men  met  aanplanting  van  Woud- 
boomen  voort  en  bovenal  bepaalde  men  zich  bij  voorkeur 
tot  het  aanleggen  van  sparrenbosschen*  Deze  verkiezing 
van  den  Ptnus  sylvesifH$  scbreef  men  aan  speculatie  toe, 
daar  de  belastingen  op  torf  en  steenkolen  hoog  zijnde , 
zulks  het  dennephoof  als  brandstof  zoude  doen  voortrekken. 


Digitized  by 


Google 


132       OPGAANDE    WOÜDBOOMEN. 

In  Zeeland  hebben  de  ijpenboomen ;  die  aldaar  ia  groo- 
ten  getale  geteeld  worden,  goede  loten  gemaakt;  de  aan- 
planting  dezer  boomsoorten  langi  de  di}ken  en  binnenpel- 
ders  hield  daar  als  vroeger  steeds  aan. 

Van  wege  het  departement  *s  GravenAage  meldt  neo 
den  goeden  prijs  der  beukenboomen  tot  plaat-  of  werkhout 
geschikt,  die  bij  eene  diameter  Tan  70  Ned  dnimeD  /36 
of  ƒ  40  opbragten;  de  mindere  beuken  werden  meedtal  vm 
/25  tot/ 30  verkocht.  Intnsschen  achtte  men  de  prijsea 
niet  hoog,  daar  ingevolge  het  met  België  gesloten  trae- 
taat,  veel  benkenhout  van  daar  werd  ingevoerd^  hetfeea 
in  deugdelijkheid  het  Nederlandsche  meestendeels  ovefftreft. 
Zware  eikenstamnien  voor  werkhout  meestal  van  den  om- 
trek van  70  tot  90  Ned.  duimen,  bragten  ƒ  60  of  ƒ  60  per 
stam  op;  de  Wilgen  golden  van/ 10  tot/ 13,  en  evenaoe 
de  populieren;  esschen  en  ijpenstammen,  die,  bQ  genoeg- 
zame zwaarte  door  wagenmakers  gezocht  worden,  wam 
hoog  in  prijs  en  stonden   met  benken  gell]k. 

Door  het  departement  Leydeh  wordt  ook  de  gunstigea 
toestand  der  opgaande  Woudboomen  geroemd;  vooral  bleef 
aldaar  het  wilgenhout  zeer  hoog  in  prQs  en  meer  en  meer 
gezocht,  daar  men  onder  de  inlandsche  houtsoorten  de 
wilgen  bij  eene  goede  standplaats  voor  de  beste  en  meest 
voordeelgevende  kultnur  hield. 

Uit  Noord-Holland  meld  men  dat  behalve  den  bg- 
zonderen  groei  der  meeste  Woudboomen,  onder  anderen  de 
tamme  kastanjes,  veel  hebben  gedragen  en  de  vruchtea 
behoorlek  gerapt  zijn. 

Ook  uit  Utrecht  verneemt  men  met  genoegen  niet  al- 
leen den  goeden  toestand  der  Qpenboomen,  maar  ook  te- 
vens dat  die  Provincie  dit  jaar  gelukkig  is  bevrijd  geble- 
ven van  de  verwoesting  door  de  dennemps  die  in  1844 — 45 
aldaar  zoo  veel  schade  had  aangerigt. 

Hetzelfde  berigt  wordt  ook  door  de  Provinciale  Cooi- 
missie  van  Gelderland  medegedeeld,  ofschoon  daarb^ 


Digitized  by 


Google 


OPGAANDE  WOUDBOOMEN.        133 

gemeld  wordt  dat  vele  boftsehen  boewei  bevrijd  van  de  denne- 
rops,  weder  door  andere  insekten  waren  bezocht  geworden. 
Men  vermoedde  sdfs  dat  eerstgenoemden  nog  niet  geheel  uit- 
geroeid, maar  altoos,  hoewel  in  kleiner  hoeveelheid,  aanwezig 
waren,  en  dat  men  dit  geringer  getal  zoowel  aan  de  meer- 
dere opmerkzaamheid  ter  uitroeijing  als  aan  de  gunstige 
weersgesteldheid  te  danken  had. 

Dit  laatste  gevoelen  wordt  ook  volkomen  bevestigd  door 
bet  Lid,  den  Heer  Robidé  van  der  Aa  te  Arnhem^  die 
Toorts  daarbij  voegt  dat  steeds  het  zware  bont  geldig  in 
prijs  was.  De  reden  daarvan  zal  wel  hierin  gelegen  zijn, 
gelijk  de  Heer  Correspondent  Gempt  bij  Batingen  meldt, 
dat  onder  anderen  de  zware  eikenboomen  hoe  langer  hoe 
seldzamer  voorkomen.  Van  daar  dat  men  vooral  in  de 
hooge  streken  van  Wijchen  sints  geruime»  tijd  bezig  is 
net  heidegronden  aan  te  leggen  en  beteelbaar  te  maken; 
hoofdzakelijk  schijnt  men  die  met  dennen ,  en  op  sommige 
plaatsen  met  CSanadasche  populieren  te  willen  beplanten. 

Het  Lid  Correspondent  Staring  te  lochem  meldt  des- 
wegens  het  navolgende:  de  prezen  van  eiken-  of  timmer» 
liout  waren  voldoende,  in  weerwil  van  de  groote  hoeveel" 
heid,  die  per  as  uit  het  Munstersche  op  d^  houtmarkt  te 
Zulphen  werd  aangevoerd.  Door  die  groote  navraag  ver- 
mindert bet  zware  en  oude  hout  aanhoudend ,  maar  daarente- 
gen legt  men  zich  met  ijver  toe  op  de  aankweekerij  van 
nieuw  opgaand  hout. 

Vooral  vermeerderen  de  dennebossehen ,  die  men  als  het 
meeste  geschikt  acht  om  op  ontginde  gronden  met  goed  gevolg 
aan  te  kweeken.  De  dennen  toch  zijn ,  zoowel  des  winters 
als  des  zomers ,  de  beste  windschermen ,  en  de  wind  is  wel 
de  grootste  vijand,  dien  men  bij  ontginningen  te  bestrijden 
heeft.  Dezelfde  Heer  Correspondent  vermeldt,  gelQk  hier- 
boven ook  met  een  woord  gezegd  is ,  dat  de  dennernps 
zich  op  een  paar  plaatsen ,  evenwel  in  gering  aantal ,  heeft 
vertoond  én  overigens  geheel  schijnt  verdreven  te  zQn.  Het- 


Digitized  by 


Google 


134   OPQ.  WOÜDB.  —  AKKERMAALSH.  en  BUN. 

lelfde  Lid  yefwytt  overigens  op  twee  Terbaodelingen  Tan 
den  Heer  Dr.  A.  Brants,  betreffende  de  dennenrops,  te 
vinden  op  bUdz.  77  eu  157  van  de  nededeelingen  der 
'Geldersche  Maatgchappij  van  Landboow,  waarin  niet  al- 
leen de  geacbiedenis  van  dit  insect,  maar  ook  de  verwoes- 
tingen, die  bet  vooral  in  Gelderland  beeft  aangerigt, 
omstandig  uiteen  gezet  zijn. 

Voldoende  zQn  ook  de  mededeelingen  der  Provinciale 
Commissie  vjan  Drentbe,  de  opgaande  Wou4boomen  wa- 
ren aldaar  zeer  gesocbt,  en  leverden  door  de  booge  ver- 
koopwaarde eeD  niet  onaansienl^jken  hakidel  op. 

36.  AKKERMAALSHOUT  en  RUN.  InNoord-Bra- 
band  was  men  algemeen  zeer  te  vreden  zoowel  wat  bet 
gewas,  ais  wat  de  opbrengst  betrof .  Het  Akkermaalsboot, 
een  artikel  van  belang ,  was  in  de  landen  van  Breda ,  tot 
zeer  voordeelige  prijzen  verkocht;  de  begschors  gold/ 5 
è  ƒ  6  de  lOQ  NI.  ponden ,  betgeen  men  een  aanzienlijken 
prijs  aebtte.  De  boomsebors,  die  in  bet  vorige  jaar  ƒ  30 
è/  33  bet  boed  van  800  NI.  ponden  opbragt,  scbeen  min- 
der gewild ;  in  den  aanvang  kon  men  daarvoor ,  niet  meer 
dan  ƒ  24  è  ƒ  25  bedingen;  later  liep  de  prijs  ,  tot  op 
/  22  terug. 

In  Noord-Holland  maakt  men  doorgaans  weinig 
werk  van  bet  scbellen  der  Eiken ,  dewyl  aldaar  het  Spal- 
hout  beter  rekening  schijnt  te  maken ;  bet  lot  van  bet  ge- 
bakt hout  was  lang  en  wel  gewassen ,  ja  men  voegt  er  bg 
dat  bet  st.  Janslot,  tegen  bet  eind  van  Augustus ,  ten 
tweede  maal  vrij  welig  was  uitgeschoten. 

Ook  in  de  Provincie  Utrecht  had  bet  Akkermaalshout 
een  buitengewoon  voordeeligen  wasdom  gehad  ;  men  had 
er  gemeten ,  welke  uit  den  Eikenstam ,  nadat  die  in  bet 
laatst  van  Mei  was  gekapt ,  in  September  eene  lengte  van 
zeven  voeten  eo  daarboven  verkregen;  bijna  nimmer  bad 
men  zulken  sterken  groei  van  het  Akkermaalshout  gezien. 


Digitized  by 


Google 


AKKERMAALSHOUT  en  BUN.       135 

lo   4eo  aanvaog   i^  jaars   waren  de  ff^ztn  hoog ,  lateir 
daalden  die  eenigermate ,  het  wit  gemaakte  Eikenhout  bragt 
ƒ  Z  k/  é  per  vim  ep. 

De  RuQ  was  aldanr  goed  droog  geworden ,  maar  de  han- 
del daarin  scheen  sedert  het  vorige  jaar  te  kw^oea;  de 
prys  per  830  NI.  ponden  bedroeg  ƒ  28  /  30. 

In  Gelderland  en  bepaaldelijk  in  de  omstreken  van 
Arnhem  j  tierde  het  Akkermaalshout  welig ,  doch  op  som^^ 
jnige  plaatsen  vertoonde  aich  eensklaps  op  de  bladen  ^  eene 
soort  van  ijservlekken ,  die  weldra  den  groei  schenen  te 
belemmereiu  De  Ran  leverde  veel  op  ,  maar  deer  de  hoo* 
ge  regten  op  den  uitToer ,  was  de  Terzendiag  minder,  en 
de  prijzen  aansiealijk  gedaald. 

Hiermede  stemt  ook  het  lid  Correspondent  den  Heer 
Stariko  te  Loohem  overeen.  Het  Akkermaakhoot  zegt  de- 
se  Heer  was  minder  gezocht  en  de  schors-  of  iMOmeik,  an-* 
ders  voer  deEngelfiche  taanderijen  gretig  opgekocht,  bleef 
nu  tot  lage  prijzen  aangeboden.  Yelen,  dns  vervolgt  de 
Correspondent,  maken  zich  ongerust  over  die  vermindering, 
en  schrijven  de  oorzaak  ^mrvan  aan  het  Randeh^artef 
toe;  —  wig  die  door  onze  gunstige  ligging  het  gemakke* 
l^kst  en  goedkoopst  de  Schors  aan  de  Engelschén  kon- 
den leveren,  hebben'  deze  ten  gevolge  yen  bet  tarief  steeds 
danrder  prijzen  doen  betalen ,  dan  zonder  hetzelve  noodig 
zonde  geweest  zijn.  —  Daardoor  schijnen  Wij  de  Engelsehe 
geleerd  te  hebben ,  deels  om  zich  meer  op  bet  berei- 
den van  schors  toe  te  leggen ,  deels  om  zich  van  elders^ 
eek  of  surrogaten  daarvoor  aan  te  schaffen.  Door  het  ta- 
rief,  hebben  wij  alzoo  een  ujdlang  wel  hooger  prijzen  ge- 
maakt, maar  moeten  dit  thans  doer  een  afnemend  debiet 
dubbel  boeten. 

Door  het  Lid  Correspondent  de  Heer  WtteWaal  té 
F'oorêi  wordt  ons  medegedeeld,  dat  bet  Eikenhout  dit  jaar 
een  bgzonder  zwaar  schot  had  gemaakt ,  hetgeen  doorgaans 
bij    warme   zomers   het  geval   is.     De  bossehen,  vervolgt 


Digitized  by 


Google 


136  AKK.  EN  BUN.  —  WEEBD.  ELZ.  en  ESCSS.  HAKH. 

dat  Lid^  z^q  rrij  daar  ▼«rkoofat,  ofsehoon  niet  soo  lM>og 
alt  in  1845 »  m^  achtte  den  prijs  nog  te  aanzleolifk  in 
verhoading  met  de  prijsvermindering  van  de  Ban,  die  siecbts 
/  2,50  k  f  2,70  liet  mad  van  64  NI.  ponden  gold ,  en  waar- 
van een  gedeelte  ait  gebrek  aan  ko<^ers ,  onverkocht  is  ge- 
bleven. 

In  Overijssel  was  almede  het  Akkermaalsheat  goed 
geslaagd,  en  de  scheaten  na  den  hak  ai^;eloopen  sondec 
voorbeeld.  De  prijsen  waren  echter  niet  hoog  geweest^ 
evenmin  als  van  de  Ban,  die  slechts/ 2,50  k/  3  bedroeg 
en  waarvan  de  hoofdoorzaak  als  hierboven,  aan  den  weinigen 
■itvoer  naar  bnitenlahds  werd  toegeschreven.  Het  Bevem- 
ter  hek-  of  duizendhout  bragt  f  7  k/8  het  voer  op ;  het  dat 
penbout  gold  f  4tkf  4,50  het  duizend. 

Ook  in  Drenthe  hadden  de  bosschen  een  goed  gewas 
opgeleverd  en  het  brandhout  was  tot  goeden  pr^  verkodrt 
geworden ;  wat  de  Bun  betreft ,  zoo  had  die  aldaar ,  even 
als  elders,  eene  nadeelige.rek,ening  gemaakt. 

37.  WEEBDEN  ELZEN  en  ESCHSEN  HAKHOUT. 
In  geheel  Nóord-Braband  schijnt  dit  wel  geslaagd  te 
!É|}n;  de  beplantingen  langs  bet  Biesbosch,  en  in  de  lan- 
den van  AUemi  hadden  door  den  zachten  winter  niets  door 
het  i^s  geleden  en  tierden  dqs  welig  op.  De  prezen  wa- 
ren iets  minder  dan  het  vorige  jaar  en  iiet  vierjarig  grond* 
gewas  was  van/ 160/ 180  tot  ƒ200  per  bunder  verkocht 
geworden. 

Het  HoUanda  dekry s  gold  /2  de  104  bossen;  de  boepek  wa- 
ren nogal  gevraagd,  bijzonder  de  zoogenaamde  tien  voetstienen, 
die  men  by  de  hooipersen  te  Waspik  en  Raanudonk  gebmikL 

Het  Elzen  en  Elscbsenhakbout ,  was  in  die  Provincie  goed 
geslaagd ;  het  laatste  scheen  minder  te  worden  gevraagd , 
omdat  dat  hout  meer  dan  ander  onderhevig  was  aan  roe* 
verijen ;  daar  het  onmiddellijk  droog  zgnde ,  spoedig  tet 
brandstof  dient. 


Digitized  by 


Google 


.    WEERDEN,  ELZEN  EN  ESCHSEN  HAKHOUT.    137 

Het  Eiken  en  Berkenhakhoat  was ,  door  het  ganatig  sai- 
soen,  ahnedle  wel  gewassen ;  de  takkehoM^n  waren  in  bet 
najaar  laag  in  pfl)s ,  de  oorsaak  daarvan  lag  hierin  dat  de 
gemeene  man,  die  bij  voorkeur  dese  brandstof  koopt, 
meestal  buiten  staat  was  die  te  betalen ;  hetgeen  op  de 
▼erkoopiogen  eenen  nadeeligen  invloed  uitoefende. 

In  den  omtrek  van  '«  GravenAage  en  in  een  groot  gedeel- 
te van  Zuid -Hol  land  is  het  Etcbsen  hakhout  tegen  80 
k  90  cents  de  Bijnlandsehe  Roede  verkocht ;  het  jeugdi- 
ger gelijk  mede  het  Elzen  en  Eikenhakhout,  ging  van  69 
tot  80  cents ;  het  Weerdenhakhont  van  80  tot  40  cenu. 

In  de  Provincie  Noord-Holland  klaagt  men  over 
bet  verschroeijen  van  veel  ingeboet  hout;  de  pr^sen  op  de 
veiling  waren  aansienl^k,  ofschoon  men  door  het  meer 
algemeen  gebruik  van  lange  turf,  eene  vermindering  in  de 
waarde  der  takkebossen  opmerkte. 

Yan  wege  het  Departement  Limmen  wordt  berigt ,  dat 
men  weinig  ongedierte  in  het  .Hout  heeft  waargenomen , 
de  pr))s  van  het  brandhout  was  daar  hoog,  ofschoon  de 
tiendbossehen  voor  mandemakiog  gebruikt ,  minder  hebben 
opgeleverd,  dan  gewoonlijk.  De  oorsaak  daarvan  wijt 
men  aan  de  groote  hoeveelheid  slakken,  die  lich  in  de 
koppen  der  jonge  loten  hadden  gevestigd  ,  en  dezelve  ge* 
heel  hadden  zamengetrokken;  de  daarop  gevolgde  droogte 
beeft  de  ontwikkeling  belennnerd ,  zoodat  de  stam  te  kort 
en  te  droog  van  bast  is  gebleven* 

In  de  Provincie  Utrecht  heeft  men,  tegen  den  nazomer 
vooral  in  het  jeugdig  Griendhout ,  veel  schade  gehad  door 
muizen*  Het  Weerdenhout  werd  duur  verkocht,  voor- 
namelQk  tot  herstelling  van  dijken  en  het  maken  van  we- 
gen gebruikt;  ofichoon  de  oude  voorraad  van  hoepels 
niet  was  opgeruimd ,  heeft  dit  echter  geene  prQsverminde- 
ring  van  het  Weerdenhout  ten  gevolge  had,  het  overige 
Hakhout  was  tot  lager  prijzen  dan  het  vorige  jaar  verkocht. 

De  prQs  van  het   Weerdenhout  langs  de  rivieren.,  en 


Digitized  by 


Google 


138  WEEKD.  ELZ.  en  ESCH8.  HAKH.  —  RIET  bh  BIEZ. 

het  Elzenhakhout  op  de  Binnenlanden ,  i«  volgens  den  Heer 
Correspondent  Gicmt  te  Batenburg ,  in  zijn  district  minder 
hoog  geweest  dan  vroeger  ^  voor  bet  vim  van  156  lange 
bossen  Uijsweerden  besteedde  men  van  /  24  tot  ƒ  28. 

De  twyg  en  Reis  weerden  in  de  Provincie  Overyssei 
slaagden-  zeer  goed ;  de  (barvoor  gemaakte  prijzen  warea 
echter  niet  aanzienlijk  en  bedroegen  van/ 60  tot/ 80  de  vin. 

381  RIET  EN  BIEZEN.  In  Noord-Braband  is  deze 
kuitaar,  door  bet  aanhoudend«schoon  en  droog  weder,  uit- 
muntend geslaagd;  het  Dek-  en  Matriet,  dat  in  het  voer- 
jaar gesneden  wordt,  was  almede  welgelnkt;  de  pri}«  daa^ 
van  kwam  op/ 6  & /8  de  100  bossen. 

Het  Bladriet  dat  in  den  herfst  groen  gesneden  werd, 
was  in  grooten  overvloed  en  tamelijk  goed,  en,  in  verge* 
Ijjking  met  vroeger  jaren,  niet  duur. 

Het  nog  te  veld  staand  snijbaar  Riet  is  in  December 
1846  zeer  geteisterd,  eerst  door  de  zware  sneeuw  en  later 
door  het  Ijs ;  men  vreest  daarom  dat  dit  Riet  voor  de  helft 
verloren  zal  z^n,  zoodat  hetgeen  behouden  gebleven  is,  voor 
zeker  in  prijs  aanmerkelijk  stijgen  zal. 

Het  gewas  der  Biezen  was  goed  en  vroeg  bekwaam  on 
te  snijden  en  alzoo  droog  binnen  te  komen,  het  mist  even- 
wel de  gewone  zachtheid  die  er  de  waarde  van  uitmaakt; 
de  prgs  is  geweest  van /Il  tot/ 14  de  100  bossen  ea 
men  vreesde  dat  het  in  scharen  geborgen  Riet ,  dat  aea 
niet  heeft  kunnen  verschepen,  veel  door  het  ongedierte,  voor- 
namelijk de  muizen,  zal  geleden  hebben. 

Ook  in  de  omstreken  van  '^  Herlogenbosch  zijn  deze  ^ 
wassen  best   geslaagd;    het   Riet  gold    doorgaans  / 1 ,40  è 
/  1,50  de   100   bossen;  de  Biezen  75  k  80  Cents  de  100 
bossen. 

Ook  in  Zuid-Holland  hebben  beide,  Rieten  Biezen, 
ofschoon  in  den  aanvang  naar  wensch  staande,  veel  door 
de  sneeuw  geleden,  waardoor  vooral  het  Riet  gekromd  en 


Digitized  by 


Google 


RIET  EN  BIEZ.  —  WOEST.  QR.  en  VEENGRAV.    13? 

gebroken  is;  de  prigs  van  het  Riet  was  / 2,20  è/2,50 
de  100  schoven  van  47  Ned.  duimen  omtrek. 

InNoord-HoIlandy  mei  uiuonderïng  van  den  Uiihoarn 
en  het  Noordelijk  gedeelte  der  Provincie,  was  het  Riet 
buitengewoon  lang  en  zwaar;  de  pr4)8  daarvan  was  te 
Aalsmeer  f  l\0  de  100  grootbossen;  te  Leymuiden  f  \ ^2i 
per  voer  of  61  schoten;  onder  Spa4irmüoude f  b  de  100 
bossen. 

De  Provinciale  Commissie  van  Gelderland  uit,  bij  het 
vermelden  van  de  menigte  Riet  en  Biezen,  die  overal  langs 
wegen  en  weiden  aanwezig  zijn  en  onnut  daarheen  groeit, 
den  wensch  dat  men  hierop  in  de  toekomst  alle  aan* 
dacht  moge  geven,  en  het  voorbeeld  van  Overijssel  vol- 
gen, waar  voornamelijk  de  Biezen  eene  go^dm^n  ma* 
gen  heeten. 

De  berigten  uit  de  Provincie  Overijssel  luiden  over 
beide  gewassen  gunstig;  de  prjjs  van  het  Riet  was  eveq 
wel  niet  aanztenlyk  en  bedroeg  van/2  tot /3  de  vim; 
omtrent  den  prijs  der  Biezen  kunnen  wy  niets  mededeer 
len,  het  gewas  is  goed  geweest,  en  de  oogst  is  naar  wenacb 
nitgevallen» 

39.  WOESTE  GRONDEN  en  VEENGRAVERIJEN. 
Uit  de  onderscheidene  tot  ons  gekomen  berigten  blijkt  we- 
der dit  jaar,  dat  men  met  de  ontginning  van  Woe«te 
Gronden  krachtig  is  voortgegaan,  en  dat  er  bovendien  niet 
onbeduidende  land-aanwinniAgen  door  inpoldering  ea  droog- 
making hebben  plaats  gehad;  ook  over  de  Veengraver{)ea 
zullen  wij  hier  mededeelen,  hetgeen  dienaangaande  bij  ons  is 
bekend  geworden. 

De  Commissie  van  Landbouw  in  Limburg  betigt,  dal 
in  dat  gewest  geene  vermeld ings waardige  ontginningen  heb- 
ben plaats  gehad;  slechts  weinige  hadden  plaats  tot  zaaijing 
van  Dennen boomen  in  het  district  Roermonde* 

InNoord-Braband  daarentegen  gijn  in  een  «aantal 


Digitized  by 


Google 


14Ó  WOESTE  GRONDEN  en  VEENGRAYERIJEN. 

gemeenten,  na  Toorafbekomene  aatomatie,  woesdiggende 
gronden  verkocht  geworden,  opder  verpligting,  om  dezelve 
binnen  vier  jaren  ter  knhuur  te  brengen.  Over  het  alge- 
meen heeft,  naar  luid  van  het  berigt  der  Provinciale  Com- 
miasie  van  dat  gewest ,  de  koopsom  de  voorafgegane  taxa- 
tie overtroffen.  De  heidegronden  in  het  arrondisaement 
Breda  ^  door  het  domein  verkocht,  worden  meest  alle  met 
goed  gevolg  ontgonnen. 

De  Commissie  van  Landi>oaw  in  Noord<-Holland 
meldt  ons,  dat  de  knltunr  in  het  Gotnland  zich  bepaalt 
bij  de  voortzetting  van  wat  begonnen  was,  daar  er,  ten 
gevolge  der  weigering  van  de  gemeentebesturen,  om  Woeste 
Gronden  voor  ontginning  af  te  staan ,  geene  nieuwe  on- 
dernomen worden.  Op  liet  eiland  Texel  is  dit  jaar  wei- 
nig duingrond  ontgonnen  of  beplant.  De  nieuwe  ind^king 
beoosten  het  Eijerland  draagt  den  naam  van  Eendragu- 
polder  en  is,  zonder  tegenspoed,  droog  gemaakt  van  Met 
tot  in  October;  deze  polder  is  240  bonders  groot,  daar- 
van zijn  40  bunders  tweemaal  met  koolzaad  bezaaid ,  maar 
zonder  vrucht,  terwijl  men  later  met  10  bunders,  eene 
proef  men  wintergarst  genomen  heeft.  De  kultunr  van  bet 
•  Eijerland  gaat  bij  afwisseling  geregeld  voort;  in  1846 
heeft  men  er  1368  bunders  bebouwd  en  5!200  beweid;  er 
bevinden  zich  daar  thans  ongeveer  650  zielen  en  130  wo« 
ningen.  Op  Wteringen  heeft  men  417  bunders  beste  klet- 
grond  gewonnen,  met  het  aanleggen  van  eenen  zeedQk, 
doch  men  heeft  aldaar  nog  nie\  gebouwd.  Op  het  Bniten- 
veld  of  zoogenaamde  Koegras,  onder  Kalandsoog^  gaat  de 
kuituur  vooruit,  door  verbeterde  waterafleiding;  men  heeft 
dit  jaar  90  bunders  bebouwd.  Onder  de  bannen  van  den 
Helder  heeft  men  210  bunders  daarvim  gebrand,  en  blijft 
de  kuituur  op  dezelfde  hoogte.  Onder  Pellen  is  men  be- 
gonnen 20  bunders  van  het  zoogenaamde  korfwater  te  plee- 
gen, waarvan  de  uitkomst  zal  moeten  worden  afgewacht. 
Op  ürk  heeft  men  8   bunders  moeras  tot  vruchtbaar  land 


Digitized  by 


Google 


WOESTE  GRONDEN  bnVÊEiVGRAVERIJEN.    141 

gemaakt;  op  Vlieland  4790  roeden  dningrond  om  het  dorp 
met  zandaardappelen  bepoot;  ook  de  dainFalletjeD  aan  de 
Westkant  der  ProTincie,  worden  meer  en  meer  met  aard- 
appelen en  hont  beteeld.  Volgens  het  berigt  Tan  onira 
Correspondent,  de  Heer  Mr.  W,  Bok  te  Texel^  worden  op 
dat  eiland,  voor  sooverre  er  nog  zoogenaamde  Woeste 
Gronden,  meer  bekend  onder  den  naam  van  miendgronden f 
gevonden  worden,  dese,  van  tf|d  tot  tijd,  tot  min  of  meer 
vrochtbaar  land  gebragt. 

Het  bg  ons  ingekomen  berigt  van  het  departement  Delfi 
Inidt  aldns: 

Uit  het  westelijke  gedeelte  vernemen  wlf ,  dat  de  dit 
jaar  ondemomene  droogmakerij  van  de  uitgeveende  Woad- 
sche  Polder,  door  middel  van  eenen  windvijsel-watermolen, 
zoo  verre  gevorderd  is,  dat  bl|  gnnstige  omstandigheden^ 
de  landen  in  het  voorjaar  reeds  sullen  kannen  worden  be- 
xaaid.  Uit  het  oostelijke  gedeelte  wordt  het  navolgende 
gemeld : 

De  Npotdorpsche  droogmaker^en  verdienen  tot  hedeo 
nog  maar  al  te  seer,  onder  de  rubriek  van  woeste  gron- 
den gerangschikt  te  worden.  Z(|  zi{n  dit  jaar  grootendeels 
met  rogge  en  haver  beteeld  geworden,  welke  gewassen 
geene  seer  bevredigende  nitkomsten  hebben  opgeleverd.  Né 
den  oogst  zi)n  de  landen,  uit  hoofde  van  oneenigfaeid,  on^^ 
bebouwd  blf)ven  liggen,  iets  hetwelk  te  meer  te  befam- 
meren  is,  daar  men  bij  het  scbooae  herfstweder,  die  lan- 
den voor  een  volgend  gewas  uitmuntend  had  kunnen  voor- 
bereiden. 

De  Provinciale  Commissie  van  Utrecht  dedt  ons  me- 
de, dat  de  ontginning  der  Woeste  Gronden  in  dat  gewest 
geregeld  voortgaat,  en  meest  tot  pootkultuur  wordt  be- 
stemd, vooral  van  sparrebosscben ,  hetwelk  de  uitgebreid*' 
faeid  dier  ongeknltiveerde  gronden  in  vele  districten ,  aan- 
merkelijk  doet  verminderen. 

Volgens  hét  rapport  der  Commissie  van  Landbouw  fn  de 


Digitized  by 


Google 


142   WOESTE  GRONDEiVraVEENGRAVERIJEN. 

Provineie  Gelderland  iiijn,  ten  gevolge  van  den  over- 
gang der  Dominiale  heide  aan  de  gemeenten,  daarvan  door 
verkoop  vele  gedeelten  aan  particuliere  eigenaren  overge- 
gaan. Onder  Oldenbroek^  Doomspijk^  Ermelo^  PuUem 
on  Epe  s^n  ook  vele  heidegronden  verdeeld,  verkocht  ea 
ontgonnen,  waardoor  de  knltuor  aanhoudend  toeneemt.  Het 
ware  wenbchelQk,  vervolgt  deae  G)nimi88ie»  dat  er  alge- 
meen tot  de  verdeeling  der  nog  weinige  aanwezige  mar- 
ken werd  overgegaan. 

Als  eene  byzonderheid  kan  men  vermelden ,  dat ,  ten  ge- 
volge van  den  lagen  waterstand,  jonge  denneboaschca, 
vóór  10  è  15  jaren  uilgecaaid,  zijn  omgekapt,  tot  krib- 
hout  verkocht  en  thans  tot  bouwland  worden  aangelegd. 

De  mededeeling  van  den  Heer  Dr,  Starikq  ,  sullen  wg 
in  zijn  geheel  hier  opnemen. 

Met  genoegzaam  alle  woeste  markengronden  in  het  Arron- 
dissement Zulphèn^  berigt  d#ze  Correspondent «  is  thans 
een  aanvang  gemaakt ,  om  tot  verdeeling  onder  de  regtheb- 
benden  te  geraken ,  in  zooverre  zij  namelijk  niet  reeds  ver- 
deeld en  aan  de  ontginning  overgegeven  zijn,  hetwelk  wd 
met  4  gedeelte  der  vroeger  bestaan  hebbende,  bet  geval 
zal  zijn.  Van  eenige  weinigen ,  omstreeks  Aalien^  wordt 
de  filiale  töewijzmg  nog  terug  gehouden ,  doordien  de  ont- 
worpen verbeteringen  in  de  waterleidingen  niet  schijnea 
te  strooken  met  hot  groote  plan  van  verbetering  der  afwa- 
teringen in  dit  Arrondissement.  Tot  ons  leedwezen,  moe- 
ien wij  nogmaab  berigten ,  dat  er  nog  steeds  eene  zeer 
uitgebreide  Heidevlakte ,  onverdeeld  en  onbebouwd  in  de 
BaUjheid  vart  Zulphen ,  te  midden  van  verdeelde  ea  groo- 
tendeels in.ontgtnning  begrepen  gronden ,  bl(jft  liggen.  Wj 
bedoelen  de  zoogenoemde  Lochemer-Heide ,  onder  het  beheer 
van  het  stadje  van  dien  naam ,  staande.  Te  droeviger  is 
op  dit  oogenbtik,  het  gezigt  dier  woeste  vlakte,  wanneer 
men  bedenkt ,  dat  door  hare  verdeeling ,  aan  een  groot  aaa* 
tal   daghnurdeA  werk  in  overvloed  zou  worden  verleend , 


Digitized  by 


Google 


WOESTE  GRONDEN  kn  VEENGBAVERIJEX.    1 43 

want  hier,  eTeniliin  als  elders,  lou  het aanrangen der ont- 
giiming  niet  achterblijven. 

Ook  in  de  Provincie  Over^sael  wordt  door  de  jaar- 
lijks toenemende  verdeeling  van  markengronden ,  de  ontgin-* 
ning  der  woeste  gronden ,  bednidend  bevorderd.  Eene  me- 
nigte Bunders ,  die  vroeger  tot  de  gemeene  heidevelden  en 
broekgronden  behoorden ,  worden  telken  jare  in  graan  en 
graslanden  herschapen  en  overal  neemt  op  die  gronden  de 
boutteelt  toe.  Ook  aan  de  Dedemsvaart  maakt  de  ontgin- 
ning der  afgeveende  hooge  veenen  jaarli}ks  groote  vorderin-* 
gen.  De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  berigt  ons 
dat  de  Yeenderyen  goed  zijn  gelukt ,  en  dat  vele  veenen , 
dit  j^ar ,  tot  boekweitvelden  gebrand  zijn  geworden. 

De  Provinciale  Commiteie  van  Landbouw  in  Gronin- 
gen geeft  het  volgende  berigt. 

•  De  verdeeling  der  markengronden  van  SmeerUng  en  Wed' 
de  in  het  IFesterwoldsche ,  is  door  Z.  M..  den  Koning 
goedgekeurd.  Verreweg  de  meeste  markengronden  in  het 
Westerwoldsche  zijn  thans  alzoo  verdeeld ,  zoodat  elke 
eigenaar  vrijelijk  over  zijnen  grond  aldaar  kon  beschikken  en 
ieder  stok  lands  overeenkomstig  zijnen  aard ,  op  de  meest 
Toordeelige  wijze  kan  gebruiken. 

Ook  onder  Glimmen^  onder  de  Gemeente.  Jïaren,  is  een 
klein  gedeelte  heide  verdeeld  en  in  bij  zonderen  eigendom  over- 
gegaan ,  hetwelk  op  de  beteeling  dier  woeste  gronden ,  bui- 
ten twijfel,  eene  gunstige  uitwerking  hebben  zal,  en  welk 
voorbeeld  wij  hopen ,  dat  meer  en  meer  algemeen  gevolgd 
zal  worden. 

De  Heer  van  der  Tuuk,  onze  Correspondent  te  £e//ütg'- 
wolde ,  berigt  ons ,  dat  ofschoon  de  ontginning  van  woeste 
gronden  nog  altijd  door  onvoldoend  middelen  van  vervoer 
in  het  H^esterwoldsche  tegengehouden  wordt,  omdat  er  geen 
afvoer  van  turf  naar »  of  aanvoer  van  nestpeciën  van  el« 
ders,  kan  plaats  hebben  ,  zoo  gaat  de  ontginning  toch  lang- 
zason   vooruit.    Alleen  in  de  Gemeente  Ootiwedd^^  waar 


Digitized  by 


Google 


144  WOESTE  GRONDEN  EN  YEENGRAVERUEN. 

men  aan  het  stadskanaal  is  gelegen ,  wordt  de  ontgumiag, 
even  als  in  de  daaraan  grensende  veenkoloniën  m^  kracht 
ondernomen.  Aan  de  Terdeeling  der  markengionden  blQft 
men  bestendig  werlnaaoi,  terwijl  men  eene  doelmatige 
kanalisatie ,  als  eene  saak  Tan  veel  gewigt  voor  de  alge- 
meene  welvaart  blQft  beschonweo ,  sijnde  het  middel  waar- 
door belangrijke  dorpen  ontstaan,  en  eene  menigte  men- 
seben, hnnne  middelen  tot  bestaan  vinden  kannen. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Ifrenike, 
vermeent  reden  te  hebben  f  om  cieh  te  bedroeven ,  dat  van 
het  middel  van  ontginning  der  woeste  gronden ,  die  in  dat 
gewest  nog  aanwesig  ^n ,  geen  doelmatiger  gebmik  wordt 
gemaakt ;  dat  het  aan  aanmoedigingen  daartoe  ontbreekt ;  dat 
lelfii  wettelijke  bepalingen ,  die  de  ontginningen  in  den  w^ 
staan ,  nog  bij  voortduring  van  kracht  blf)ven ;  ea  dat  de- 
se  bron ,  waaruit  sooveel  welvaart  en  voonpoed  ton  kan- 
nen vloeijen,  gestopt  blijft. 

Over  de  Yeengraverijen  laten  w^  liet  verslag  van  onsen 
Correspondent  de  Heer  Stemfoort  te  SmiUe  in  zijn  ge- 
heel hier  volgen. 

De  hooge  VeengraverQ  en  bare  gevolgen  is  een  onser 
voornaamste  takken ,  ja  wdligt  de  rijkste  en  nuttigste  tak 
van  nijverheid ;  sij  schept  welvaart  en  volksbestaan ,  dikt 
waar  woeste  moerassen  zonder  eenig  nat  aanwezig  waren, 
en  laat  ziob  gevoegelyk  in  drie  belangrijke  takken  onder- 
scheiden, als: 

1.  De  ontginning  der  Yeenen  zelve,  ter  bestrijding 
van  de  behoefte  aan  brandstof  in  ons  noordel^lk  klimaat 

2.  De  ontginning  der  afgegravene  ondergronden  tot 
bouwland;  en 

3.  De  daarstelling  van  kolonisatie. 

De  eerste  dezer  bronnen  van  volksbestaan  levert  aan  dui- 
zenden nijvere  menschen ,  handenarbmd  en  onderbond , 
waartoe  zelfs  jaarlijks  vreemdelingen  bij  duizendtallen  naar 
herwaarts    overkomen ,  *  en    met    aanzieiüijke    sommen  f 


Digitized  by 


Google 


WOESTE  GRONDEN  en  VEENGRAVERIJEN.    145 

Ba  geëiodigdea   arbeid ,    weder   naar   han  land   vertrek** 
ken. 

Bij  eene  beschouwing  van  ten  minstens  80  daizend  bnn- 
deren  ruwe  veenen  en  reeds  ontbloote  ondergronden,  alles 
nog  in  onvrnehtl>aren  toestand ,  die  zich  in  onze  noorde- 
lijke gewesten  bevinden,  mogen  wij  toch  wel  aannemen, 
dat  er  rairate  en  gelegenheid  genoeg  voorhanden  is ,  om 
onze  NederlandSche  nijvere  werklieden ,  een  bestaanmiddel 
aan  te  wijzen  en  hierdoor  de  noodlottige  manie  tot  volks- 
verhnizing  naar  een  vreemd  werelddeel  te  tempereoé  Het 
is  waar,  eene  voorafgaande  kanalisatie  in  Drenthe  en 
ket  aangrenzende  Overijssel  moet  luertoe  ten  grondslag 
strekken*  De  ontwerpen  tot  dezen  grondslag  zijn  voorge- 
steld ,  en  reeds  is  door  de  Hooge  Redering ,  tot  derzel* 
ver  uitvoering,  concessie  verleend:  eene  zaak,  die  niet 
langer  op  het  papier  behoorde  te  blijven ,  maar  met  den 
meesten  spoed  in  praktijk  komen  moest« 

Ten  tweede.  De  kultnur  der  afgegravene  dal  -  of  on- 
dergronden ,  levert  de  geschikte  gelegenheid  op ,  om 
niets  opbrengende  gronden  tot  rentegevend  bouwland  te 
brengen.  Het  kapitaal  daarin  besteed ,  wordt  den  onder- 
nemer na  verloop  van  3  &  4  jaren  wederom  terug  gegeven , 
en  by  heeft  eene  altijd  durende  rente  daargesteld,  -^mid- 
delerwyl  een  vrochtopbrengende  grond  is  verworven ,  waar- 
op menschen,  hetzij  te  huur  of  in  pacht,  een  bestaanmiddel 
zullen  vinden.  Men  besehouwe  slechts  de  landbouwende 
veenkoloniën  in  onze  noordelyke  gewesten ,  met  derzelver 
talrijke ,  welvarende  en  zich  zelven  helpende  inwoners ;  ko- 
loniën, waarvan  de  oudste  naauwelgks  twee  eeuwen  heeft 
beleefd. 

,  Ten  derde.  Kolonisatie.  De  daaruit  voortspruitende 
aanwinst  van  mouwen  bouwgrond ,  uitbreiding  van  bevol- 
king en  bestaanmiddelen ,  verdient  bij  de  steeds  toenemen- 
de bevolking  in  ons  vaderland ,  alle  opmerking.  Het  nut 
daarvan  toont  Drenthe ^  hetwelk,  hy  eene  gebrekkige  ka- 

10 


Digitized  by 


Google 


146  WOESTE  GRONDEN  en  VEENGRAYERIJEN. 

naUsatie   en  kolonisatie  in  4e  laatste  60  jaren,  nogthans 
verdubbeld  is. 

De  onberekenbare  voordeelen ,  die  koloniratiên  in  woes- 
te oorden  hebben  kunnen  voortbrengen ,  knnnen  door  vde 
in  ons  vaderland  voorbanden  voorbeelden  worden  aange* 
toond ,  waarvan  hier  slechts  op  te  noemen  in  de  Provincie 
Groningen:  het  Hooge  %andy  Sappemeer^  Veendam,  fFti^ 
dervank^i  de  beide  PekekCsy  de  Kijl^  Bange  en  Trips- 
Compagnie , Stads-Kan€uil ens. , in  Drenthe:  Hoogeveen , 
Smilde,  Annemeenscke-Compagnie^  Gasfelter  Ntfveen^ 
en».:  en  in  Overflssel:  de  UasfeUer  of  Dedemsvaart ; 
slechts  twee  eeuwen  waren  noodig ,  om  dit  alles  uit  het 
niet  te  voorilh|{n  te  brengen.  Eene  bevolking  van  meer 
dan  60,000  zielea  leeft  nn  Akkv ,  van  de  hooge  veengra- 
verf)  en  hare  gevolgen ;  voegt  men  hierbij  de  duisende  sche- 
pen, die  jaarlijks  met  het  veenproduct  bevracht»  ooie 
binnenwateren  bevaren ,  dan  gewis  mag  de  ontginning  der 
hooge  veenen  ,  wd  een  zeer  voorname  t€dc  van  N^verheid 
worden  geno^nd. 

Ten  slotte  hebben  wQ  het  niet  ondienstig  geacht,  denavd- 
gende  statistieke  opgaven  te  laten  volgen:  Tijdens  de  invoe- 
ring der  acc^ns-wetop  de  Turf  in  1834,  beliep  de  produc- 
tie der  hooge  veenen  in  ons  vaderland,  p.  m.  11  millioenen 
tonnen  (dubbele  mudden)  lange  steekturf.  De  uitbreiding 
der  graverljen  nam  sedert  toe  en  is  reeds  in  deien  t^d  (1846) 
tot  p«  m.  20  millioenen  gelQke  tonnen  geklommen.  Wan- 
neer men  nu  op  het  oog  houdt  de  millioenen  ponden  steen- 
kolen en  andere  brandstoffen  van  vreemden  bodem  bQ  ons 
ingevoerd ,  die  den  voortgang  en  bloei  onzer  veenen  steeds 
blijft  belemmeren  ,  dan  ziet  men  gewis  dadelijk  in ,  dat  er 
nog  voldoende  ruimte  openblijft,  om  den  handel  door  meer- 
dere productie  onzer  inlandsche  brandstof  te  bevorderen. 

Het  jongstverloopen  veensaizoen  was  voor  den  vervee- 
ner  over  het  algemeen  gunstig;  geene  ver]i»en  had  men 
te  betreuren ,   alles    werd  droog  en   in  de  hoopen  bijeen 


Digitized  by 


Google 


W.  GR.  EN  VEENGRAV.  —  N.  PROD.  en  PROEFN.  147 

verzameld;  de  pr^xen  beliepen  ter  plaatse  der  prodaetie,> 
Toor  den  ordinairen  twarten'fabriektarf  endenhaardbrand, 
gemiddeld  28  gnldent  per  dagwerk  (250  tonnen)  en  de 
afvoer  was  meer  dan  in  de  laatst  verloopen  jaren.  Al- 
leen langs  de  Drentscke  hoofdvaart,  dat  is,  van  Assen 
naar  Meppet,  werden  circa  11000  dagwerken  of  2,700,000 
tonnen  Tarf  afgevoerd. 

40.  NIEUWE  PRODUCTEN  en  PROEFNEMINGEN. 
Hoewel  wij  ons ,  naar  aanleiding  van  onderscheidene  ver- 
slagen ,  omtrent  proefnemingen  in  het  vorige  Jaar  gedaan , 
hadden  mogen  vleijen,  dat  de  inzenders  ons,  ook  dit  Jaar 
inet  de  uitkomst  daarvan  zonden  hebben  bekend  gemaakt; 
«oeten  wij  tot  ons  leedwezen  te  kennen  geven,  dat  on- 
derscheidene in  gebreke  zijn  gebleven,  aan  hiinne  gedane 
t>elofte  te  voldoen ,  zoodat  er  over  het  geheel  genomen , 
m^einig  verslagen  van  belang ,  omtrent  nieuwe  prodncten  en 
proefnemingen  bij  ons  zijn  ingekomen.  Wij  zullen  het 
meerendeel  der  berigten ,  in  hun  geheel  overnemen ,  ten 
^nde  ook  door  dit  algemeen  verslag ,  de  juiste  uitkomst 
der  proefhemingen  y  heter  zal  kunnen  worden  nagegaan  ^ 
€n  van  meerdere  bekendheid  worden.  De  meeste  versla*» 
gen  en  berigten  handelen  over  de  van  Grouvernementswege 
rondgedeelde  zaden  van  maïs ,  aardappelen  en  tabak ;  en 
zijn  niet  van  belangrijkheid  ontbloot,  en  nogal  onder- 
Acheiden. 

De  Provinciale  Commissie  van  Limburg  berigt,  dat 
de  maïs  of  Turksche  weit,  aan  die  Commissie  toegezonden 
door  derzelver  leden  en  door  eenige  andere  landbouwers 
met  zorg  geplant  is  geworden.  In  zeer  vetten  grond  heeft 
deze ,  welige  stammen  en  volmaakte  aren  voortgebragt;  op 
gewone  akkers  gepoot ,  gaf  zij  geringe ,  Ja  kwijnende  plan- 
ten en  zeer  ontoordeeligen  opbrengst.  Hieruit  blijkt,  zoo 
luidt  dat  berigt,  dat  dit  graan  zeer  veel  mest  noodig  heeft 
en   toch   geen  stroo  oplevert  dan  om  te  verbranden,  het- 


Digitized  by 


Google 


148  NIEUWE  PRODUCTEN  en  PBOEFNEMINGEN. 

welk  niet  seet  tot  dese  teelt  aanmoedigt.  .OverigeDS  ii  bet 
brood,  Tan  de  maïs  Terraardigd,  soo  cwaar  en  OBTefteer- 
baais  dat  niemand  het  wil  gebruiken;  ^met  rogge  ea  tarwe 
in  kleine  «venredigbeid  gemengd ,  kan  bet  met  smaak  ge- 
geten worden ;  docb  daar,  waar  de  belasting  op  het  .ge» 
maal  bij  collecte  betaald  wordt ,  aal  men  nooit  óm  mali 
tot  meel  doen  malen,  omdat  deselve  met  de  tarwe  gd^k 
gesteld  wordt. 

Het  toegesondene  zaad  van  7  soorten  aardappd^i,  ver- 
volgt die  Commissie,  is  alhier  geteeld,  en  beeft  appeltjes 
gegeven  die  men  in  bet  voorjaar  aal  kannen  poten;  wei- 
ligt  'Sullen  er  eenige  soorten  van  goede  aardappelen  vaa 
gewonnen  worden,  de  Boslonscbe  worden  als  xeer  voor- 
deelig  aangexien. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Noord- 
Braband  vermeldt,  dat  de  onderscheidene  soorten  nuos, 
ter  proefneming  uitgedeeld,  aldaar  wel  zfjn  geslaagd  ea 
dat  dese  proefnemingen  een  afzonderlek  rapport  sullen  uit- 
maken. 

De  Heer  van  der  Beken  Pasteec,  onze  Correspondent 
te  Eindhoven 9  berigt,  dat  van  de  twee  soorten  maïs,  hem 
door  de  Commissie  van  Landbouw  uitgereikt,  de  eent» 
soort,  de  gele,  goed  is  uitgevallen,  en  een  goed  resul- 
taat belooft.  De  witte  maïs  kwam  te  laat  aan  en  is  niet 
rijp  geworden;  wat  er  van  is  voortgekomen,  was  zeer  goed 
en  gaf  even  schoon  graan.  De  aardappel,  Pinkeye  PoiaioeSf 
gaf  veel  loof  en  groote  knol;  wat  de  smaak  aangaat,  deze 
was  niet  goed,  zij  waren  al  te. waterachtig,  voor  beesten- 
voeder schijnt  zy  zeer  geschikt.  Het  Amerikaansofae  ko- 
ren is  uitgezaaid,  en  staat  vr(j  goed;  de  uitkomst  daarvan 
zal  later  moeten  bligken* 

De  Commissie  in  Zuid-Ho  Hand  geeft  ons  kennis,  dat 
er  proeven  zijn  genomen  met  Turksche  tarwe  of  maïs, 
vreemd  aardappelzaad  en  Amerikaansche  rogge,  welke  j 
vankelyk  eene  {;oede  uitkomst  hebben  opgeleverd. 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN  en  PROEFNEMINGEN.  149 

Het  departement  '9  GravenKage  berigt,  d'at  er  in  den 
omürek  van  dat  departement  proeven  zijn  genomen  met  de 
teelt  van  henn^,  welke  eene  voldoende  nitkomgt  ople- 
verde. Dez6  vmcht  op  goed*  bemest  land ,  met  half  Mei 
gezaaid,  groeide  «eer  welig  op,  en  verkreeg  eene  hoogte 
van  raim  zeven  Rynlandsch^  voeten;  dezelve  heeft  16  mud- 
den zaad  opgeleverd,  en  ongeveer  1200  Ned.  ft  hennep, 
]ier  bunder.  Door  de  ongewoonte  was  de  bearbeiding  moei- 
jelijk  en  kostbaar,  doch  meerdere  uitgebreidheid  zal  ook 
aan  deze  vrucht  in  1847  gegeven  worden;  te  meer  is  déze 
leling  hier  van  iiut«  daar  men  er,  in  de  opgerigte  tonw- 
thigerQ,  zonder  transport  of  vervoerkosten ,  35  Cts.  per 
Ned.  ft  voor  ontving. 

Omtrent  de  proeve  met  de  maii  heeft  men  aldaar  be- 
vonden ,  dat ,  waar  de  planten  genoegzaam  gedekt  waren , 
tegen  de  sterke  en  gare  winden ,  deze  gunstig  zijn  uitge- 
vidlen;  vele  stengen  kregen  de  hoogte  van  3  ellen  en  had- 
den 1  zelfs  sommige  2  aren ,  aan  elk  van  welke  250  k 
SOO  korrels  geteld  zijn.  lifèt  rondgedeelde  aardappelzaad' 
heeft  op  de  zandgronden  goede  poters  voor  1847  opgele- 
verd, en  eenen  ruimen  oogst,  zoodat  men  voor  de  op- 
brengst van  dat  jaar  goede  verwachting  koestert.  Op  de 
klei  is  zulks  niet  zoo  voordeelig  mtgevallen;  daar  heeft 
de  ziekte  zich  spoedig  op  het  loof  vertoond ,  en  hetzelve 
nagenoeg  geheel  doen  versterven ,  zoodat  de  knolaanzet- 
ting  achterwege  bleef;  later  echter  heeft  de  struik  zich 
hervat,  en  er  is  nieuw  schot  gekomen,  zoodat  men  laat 
in  het  jaar  nog  eenige  poters  heeft  geoogst,  die  vrij  van 
de  ziekte  schenen  te  zijn.  Over  de  Amerikaansche  rogge 
kan  eerst  in  1847  geoordeeld  worden,  daar  het  gebleken 
is  winteriroren  te  zijn. 

Te  bejammeren  is   het,   dat   de  resultaten    der  proef- 
n^ning    met   de    maïs    in    het   departement    Oud-Betjer^  . 
Umd  niet  kunnen  worden   opgegeven,  uithoofde  van  het 
aBsterven   des   proefneroecs.     Aldaar   is   met   de    Canada- 


Digitized  by 


Google 


150  NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEMINGEN. 

gcbe  tarwe  eene  proef  genotteo,  die  aaDFSnkel^  goed  ge- 
slaagd isr 

De  Commusie  van  Laodboow  in  Noord-Holland 
geeft  het  bertgt,  dat  de  van  hoog^rhand  haar  toegesooden 
maïs,  op  verschillende  bouw-  tn  moeslanden  gepoot  ge- 
weest, zeer  goed  is  opgekomen;  dat  bijna  alle  de  pkmteft 
twee  welbeladen  vrachten  gegeven  hebben  en  sommige  drie. 
Ingeoogst  en  afgepeld  sQnde,  had  op  sommige  plaatsen  het 
koren  niet  de  genoegsame  rijpheid,  om  vatbaar  tot  bema- 
ling  te  sijn,  en  moest  alvorens  in  den  oven  gedroogd  wor^ 
den.  Dit  heeft  doen  vreezen,  dat  zoo  dr  maïs  bij  eenen* 
warmen  zomer  niet  r||p  werd ,  zij  snlks  nog  minder  in  ge- 
wone zomers  zonde  worden.  Welligt  was  zij  te  laat  ge- 
plant, en  zal  eene  volgende  reize  zalks  dadi^k  in  Maart 
verrigt  worde». 

Door  den  Heer  Tbenos  zijn  6  kop  gepoot »  welke  2  mnd 
en  30  kop  hebben  opgeleverd:  aan  sommige  bollen  waren 
tot  365  Irorrels  gewassen;    eenige  koppen   heeft  hij   laten 
droogen ,  malen  en  tot  brood  doen  verbakken  ^  hetwelk  een 
zeer  smakelQk  en  aangenaam  voedsel  heeft  opgeleverd» 
.  De  Amerikaansche  rogge  is  goed  opgekomen ,.  doch  heefl 
op  de  eene  plaats  sterke  planten  gegeven,  terwijl  zQ  op  de 
andere  9  ter  hoogte  van   eene  handbreedte  is  verdord. 
Het  departement  Hcuirlem  schrijft  ons  het  volgende, 
In   de  Zandvoorder   duinen  heeft  eene  Commik^ie,    ten 
einde  gedurende  den  winter  en  het  voorjaar  aan  vele  be- 
hoeftige ingezetenen  der  stad  Haarlem  weirk  te  verschsf- 
fen,  circa  20  bunders  dniogrond  doen  omspitten.  De  hdfi^ 
daarvan  is  met  aardappelen  bepoot  geworden,  waarvan  de 
uitslag  ruimschoots  aan  de  verwachting  heeft  beantwoord; 
de  Commissie  vermeldt  daarbij,  dat  de  vroege  soort,  be- 
kend onder  den  naam  van  Kromhouten ,  het  voordeeligst  ge- 
slaagd zijn  en  dat  voorts  alles  wat  tegen  de  helling  der  dui- 
nen was  geplant,  een'  beteren  oogst  heeft  opgeleverd,  dan 
hetgeen  op  de  lagere  gedeelten  of  in  de  zoogenaamde  val* 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODüCTEiV  EN  PROEFNEMINGEN.  151 

ley«n  was  gepoot.  De  overige  boirders  van  bovengemeld 
diÜBgronden  zQn  met  boonen  en  erwten  beteeld  geworden  ;^ 
deze  proefneming  is  echter  tegengevallen  y  daar  het  mees-» 
te  door  de  buitengewone  droogte  is  mislakt.  Men  had  het 
voornemen  om  in  het  volgend  wintersaisoen ,.  dese  onderne- 
ming verder  te  vervolgen. 

Een  lid  van  het  departement  Ummen  oogste  op  een  stak 
zandgrond  van  10  Ned.  roeden,  circa  250  Ned.  IS  maïs. 

De  Provinciale  Commissie  van  Utrecht  deelt  ons  het 
navolgende  uitgebreide  verslag  van  eenige  proefnemingen^ 
mede. 

Tot  'de  Nieivwe  Producten  meenen  wij  te  moeten  bien* 
•  gen  de  Turksche  tarwe  of  maïs ,  waarvan  aan  de  Commir- 
sie,  van  wege  het  Gouvernement,  eene  zekere  boe  veel  beid 
graun  ter  proefsaaijing  was  toegezonden,  afkomstig  uit  de 
omstreken  van  Sfraaisburg^  Ofschpon  de  verbouwing  van 
de  maïs  niet  ais  nieuw  kan  bescliouwd  worden,  als  zijnde 
daarmede ,  reeds  voor  vele  jaren ,  proeven  ondernomen ,  zoo 
kan  de  zaaijing  der  bovengemelde  soort  uit  Stmatsburg 
afkomstig,  in  zooverre  als  nieuw  worden  gehouden,  als 
dezelve  voor  het  eerst  aan  eene  meer  algemeeae  en  opzet- 
telijke beproeving  hier  te  lande  is  onderworpen.  De  uit*» 
komsten ,  welke  de  zaa^ing  heeft  opgeleverd ,  zijn  bij  een 
afzonderlijk  berigt  aan  den  Heer  Staatsraad  Gouverneur  de* 
zer  Provincie  medegedeeld.  Uit  dezelve  blijkt,  dat  de  ver- 
bouwing niet  ongunstig  is  uitgevallen ,  en  dat  de  maïsplaat 
op  de  meeste  gronden,  zelfs  op  zandbodems,  mits  krach- 
tig bemest  zijnde,  goed  voortkomt,  hebbende  de  aren  eei|ie 
goede  ontwikkeling  en  korrels  van  eene  behooriüke  volde** 
genheid  verkregen.  Intusschen  is  men  van  oordeel ,  dat  het 
welgelukken  dezer  verbouwing  grootendeels  aan  de  bijzon* 
der  voordeelige  weersgesteldheid,  vooral  aan  de  voortdu- 
rende  warmte  van  den  zomer  zal  mogen  worden  toegeschre- 
ven; mep  meent  echter ,  dat  de  miüfsplant ,  om  meer  dan  eene 
reden,  welke  bij  het  uitgebragte  rapport  uitvoerig  z^n  ont- 


Digitized  by 


Google 


152  NIEUWE  PRODUCTEN  BN  PROEFNEMINGEN. 

wikkeld,  in  Terband  tot  vroeger  deswege  verkregeiie  en- 
derrindingeD ,  aan  een  te  onzekeren  uitslag  onderworpen 
blijft,  om  dit  graan  onder  de  eigenlijke  veMgewassen  op 
te  nemen.  De  aankweeking  sal  altijd  bij  ons  moeten  be- 
perkt blij  ren  tot  kleine  hoeTeellieden ,  op  daartoe  geschik- 
te, voor  den  wind  beschutte,  en  warme  plaatsen,  tot  het 
verkrijgen  van  eenig  roestyoeder,  vooral  van  plnimgedier- 
te,  alsmede  voor  sommig  hmsseÜjk  gebmik.  Voor  de  ver^ 
boowing  in  het  groot  schijnt  de  mafs  alhier  minder  geschikt, 
en  zal  men  met  meerder  voordeel,  gewone  granen  en  veld- 
gewassen  kannen  verbouwen.  Men  dient  hierbij  op  te  mer- 
ken^ dat  de  zaaiyingen  niet  dan  in  het  begin  van  Mei  bel>- 
ben  kannen  geschieden ,  wegens  de  late  ontvangst  der  za- 
den ,  hetwelk  in  een  volgend  jaar,  bi}  het  voorhanden  zgn 
van  het  graan  zal  kannen  vervroegd  worden;  iets  hetwelk 
voor  de  lijpwording  bij  eene  min  gunstige  weersgesteld- 
heid van  belang  zal  mogen  geacht  worden. 

Met  de  Amerikaansche  maïs,  te  laat  ontvangen,  en  toen 
reeds  de  akkers  met  andere  gewassen  bezaaid  waren ,  zol- 
len  in  het  volgende  jaar  proeven  worden  genomen. 

Voorts  zijn  met  de  van  Gonvemementswege  ontvangene 
vQf  soorten  van  aardappelzaden,  als:  zaad  nit  Ramberg^ 
van  witte  Saxische,  vroege  Engelsche,  Nieuwe  Howards 
aardappelen  en  een  zakje  zaad  ait  Engeland  met  honts- 
kool  en  andere  zelfistandigheden.  vermengd,  proefzaaijingen 
ondernomen  waarvan  almede  de  oitkomsten  aan  den  Heer 
Staatsraad  Goavernenr  dezer  Provincie,  bQ  een  afzonder- 
lek rapport  zijn  ingekomen.  Deze  zawjingen  zijn  over  liet 
geheci  goed  gelakt,  hetwelk  tot  een  bewijs  verstrekt  van 
de  deogdzaamheid  der  zaden.  De  planten  z^n  echter,  even- 
min als  de  inlandsche  aardappelsoorten ,  van  het  heerschend 
bederf  bevrijd  gebleven ,  waardoor  in  zooverre  de  nieawe 
zaailingen  niet  kannen  geacht  worden  aan  het  doel  te  zal- 
len  beantwoorden,  om  de  besraande  ziekte  te  doen  ver- 
dwenen*   Over  de  deugdelijkheid  der  nieuwe  soorten  vak 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEMINGEN.  163 

Toor  als  nog  niet  geBoegiaam  te  oordeelen,  alg  hebbende  de 
voorraad  meeetai  slechts  de  grootte  van  poters  verkregen, 
ioKk  in  het  volgrade  jaar  te  worden  voortgeplant. - 

De  Aardappelen  uit  Boston ,  waarvan  bJj  de  Commissie 
eene  hoeveelheid  van  5  Ned.  ponden  waren  ontvangen, 
xijn  door  haar  op  twee  soorten  van  gronden,  namelijk  op 
klei-  en  op  zandgrond  geplant.  Dezelve  sJjn  op  ^en  laat- 
sten  grond  ruim  soo  goed  voortgekomen  als  op  den  kloibo- 
dem.  Zij  werden  op  dezen  ook  sterker  door  de  ziekte  aan« 
gedaan ,  ofschoon  dezelve  er  op  den  zandgrond  niet  van 
bevrijd  zijn  gebleven ,  terwijl  de  ontvangen  poot-aardappe* 
len  ook  reeds  gebleken  waren ,  door  de  wrat-  of  schnrft- 
siekte  te  zf|o  aangedaan.  De  Rostoascfae  Aardq>pelen  be^ 
hoeren  tot  de  groote  en  grove  soorten.  BQ  de  beproeving 
dezer  Aardappekn  konden  dezelve  niet  als  uitstekend  van 
smaak  worden  beschouwd,  zynde  ook  niet  zeer.  brokkelig, 
naar  digt;  terwijl  zij  overigens  veel  overeenstemmen  met 
sommige  groote  en  grove  inlandscbe  soorten,  welke  let 
Teevoeder  of  fabriekmatig  gebruik  dienstbaar  zjjn.  Ook 
wat  den  smaak  betreft ,  voldoen  die  van  den  zandgrond  be* 
ter ,  dan  die  van  den  kleigrond. 

Eindelijk  z^n  zaden  van  v^f  soorten  van  Yirgiate  Ta-« 
bak ,  met  name : 

No*  1.    Beu  wies  thiek  set  Tidmcco. 

No.  2.    Long  red  Leaf  Tobacco. 

No.  3.     Broad  Leaf  thiek  set  Tobacco. 

No.  4.    Silky  Yellow  Tobacco. 

No.  5<  Spengled  Tobacco,  aanr  onderscheidene  planters, 
door  tusschenkomst  van  Ueeren  Burgemeesters ,  in  die  Ge- 
meenten ,  alwaar  de  Tabaksbouw  hoofdzakelijk  gedreven 
wordt,  uitgedeeld,  die  daarmede  proefzaaijingen  hebben 
in  bet  werk  gesteld ,  waarvan  de  uitslag  even  als  omtrent 
de  vorige  artikelen,  aan  den  Heer  Staatsraad  Gouverneur 
«itvoerig  is  medegedeeld. 

Door  den. Heer  Burgemeester  der  Stad  RAenen^  een  vrij 


Digitized  by 


Google 


154  NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEIUNGEN. 

omstandig  verslag  luqpMs  de  uitkomst  tui  de  plaoling  d» 
bedoelde  Virgioi-TahaksoorteD  bij  de  Commissie  zgnde  in- 
gekomeih  is  daaruit  gebleken  y  dat  door  de  Heeren  Menso; 
Saréuirink  ,  BoGHAUi  OU  VAN  BBR  Mebr  VAN  KuFF£iifiR,  daar 
mede  proeven  xQn  genomen. 

Alleen  heeCtlaatstgemelde  Heer  van  bet  gewas,  alssljnde  bij 
bem  vroeger  dan  bij  de  overige  gedoemde  Heeren  tot  behoorll)- 
ke  rQpheid  gekomen,  eene  gedeeltelijke  inzameliog  voor  het 
invallen  van  den  bagelslag  in  Angnstns  (xie  de  weérsge- 
sleldheid)  kannen  bewerkstelligen,  en  wel  van  bet  sooge- 
nasmde  aard  of  sandgoed. 

'De  nitg^laote  Tabak,  insenderfaeid  No.  2,  3,  4  ea  S 
ontwikkeUeo  licb  xeer  goed ,  doch  bovenal  muntte  uit  No.  3, 
Mijnde  de  Broad  Leaf «  welke  eenen  buitengewonen  omvang 
verkreeg,  terwijl  No.  1 ,  aleebts  eën  smal  blad  gaf  het- 
welk in  alle  geval  ver  achter  den  gewonen  Tabak  bleef. 

Hst  aardgoed  overtrof  verre  de  verwachting,  als  sich 
onderscheidende  door  e«ie  i^j nheid ,  rekbaarheid  en  grootte 
van  blad,  en  aUoo  eene  bljtondere  geschiktheid  oplevtfca- 
de  voor  het  dekUad  van  cigaren* 

De  Heer  van  der  Meee  van  Kupfelbr  merkt  verder 
op ,  dat  men ,  uit  hoofde  van  de  fijnheid  van  het  aardgoed , 
sal  mogen  besluiten ,  dat  de  plant  ook  een  fijn  soort  vaa 
bestgoed  zoude  opgelevwd  hebben ,  ware  ketselve  door  den 
hagelslag  niet  geheel  vernietigd;  dat,  bij  aldien  deze  mee- 
ning zich  zou  bevestigen,  de  aankweeking  van  d^e  soort 
van  Tabak  van  het  hoogste  belang  zon  zl)n ,  als  hebbende 
bet  gebruik  van  den ,  in  de  streken  van  Rk&nen  verbouwd 
wordende  Tabak ,  eene  geheel  andere  bestemming  gekre- 
gen, wordende  dezelve  hoofdzakelijk  gebezigd  —  bepaalde- 
igk  het  aardgoed  —  tot  dekblad  voor  Cigaren ,  voor  welk 
doel  dit  laatste  eene  steeds  klimmende  waarde  heeft  ver- 
kregen, terwijl  daarentegen  het  best  of  bovengoed  in  pi^aaan- 
merkelijk  gedaald  is,  daar  slechts  een  klein  gedeelte  hiervan 
tot  voorzegd  oogmerk  kan  worden  gebruikt,  en  dan  nogal- 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN  en  PROEFNEMINGEN.  155 

leen  vooreene  mindere  soort  van  cigaren.  De  aankweeking  van 
fijner  bestgoed  zou  das  den  prijs  van  hetzelve  stellig  opheffen. 
Het  is  dan  ook  om  deze  reden ,  dat  bovengemelde  Hoe- 
ren in  het  volgende  jaar,  gaarne  weder  eenige  zaden  van 
No.  2 f  3,  4  en  5 zouden  wenschen  te  ontvangen,  ten  einde 
daarmede  de  reeds  genomen  proeven  te  hervatten. 

Het  berigt ,  door  den  Heer  Burgemeester  der  stad  Amera* 
foort  ingezonden,  houdt  in,  dat,  vorens  het  gevoelen  der  Ta- 
baksplanters aldaar,  de  vermelde  Tabaksoorten  nietkunnen  ge- 
acht worden,  geschikt  te  zijn,  om  in  die  streken  te  worden  aan- 
gekweekt, en  vooral  niet  de  voorkeur  verdienen  bovenden  in- 
landschen  Tabak,  daar  de  aard  van  den  grond  medebrengt,  dat 
aldaar  alleen  zware  soorten  van  tabak ,  .dienende  tot  snuift 
en  spin-tabak  .worden  verbouwd,  waartoe  de  Virgini-esoor- 
ten  gebleken  zijn ,  ongeschikt  te  wezen. 

Men  ziet  dus,  dat  er,  met  opzigt  tot  deze  Tabidcsoorten  ver- 
schil van  gevoelen  bestaat,  hetwelk  hoofdzakelijk  aan  dei^ 
grond,  de  wijze  van  kuituur  en  de  bestemming,  welke  den 
Tabak  gegeven  wordt,  zal  mogen  worden  toegescbreveiu 

De  Heer  E.  C.  Enkiaar,  onze  Correspondent  te  ZeUi^ 
venneldt  ons  het  navolgeode- 
Tot  de  nieuwe  produkten  schijnt  men  als  nog  de  maïs 
te  kunnen  rekenen ,  omdat  derzelver  teelt ,  ofschoon  sinds 
lang  hier  en  daar  in  tuinen  gedreten ,  zelden  of  nooit »  of 
althans  nimmer  zoo  algemeen  in  het  open  veld  beproefd  is.. 
De  door  het  Gouvernement  uit  Duitsehland  ontbodene  eo 
aan  dezen  en  genen ,  toegezondene  groote  mais  heeft  bij* 
kans  algemeen  wel  voldaan  en  is  behoorlijk  tot  rijpheid 
gekomen.  Intusschen  geloof  ik ,  dat  men  hieruit  geenszins 
een  voorbarig  besluit  voor  de  toekomst  afteidenmoet,  daar 
de  buitengewoon  lange  en  aanhoudende  warme  zomer  slechte 
als  eene  uitzondering  te  beschouwen  is,  en  ik  het  meer  dan 
waarschijnlijk  acht ,  dat  deze  soort  biy  ons,  de  rijpheid  niet 
bereiken  zal.  De  kleine  maïs  daarentegen  (zea  mats  prae- 
cox)  zou  overigens  in  onze  landstreek  verkieselijk  z(jn,. 
ware  niet  hare  opbrengst  gering  en  de  korrel  weinig  meelrijke. 


Digitized  by 


Google 


156  NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEMINGEN. 

Het  best  sal  mmchien  lijn ,  dat  men  naar  het  Toonchrift 
Tan  Thear  eene  tasechensoort  traehte  te  rerkrijgen  nit  de 
vermenging  der  beide  genoemde  soorten ,  die  dan  wel  niet 
de  groote  opbrengst  van  de  eerste  geven  sal',  maar  in  de 
meeste  zomers  beboorKjk  rijp  sal  worden.  In  ieder  geval 
verdient  de  groote  mats  zeer,  om  als  groenvoeder  geteeld 
te  worden,  waartoe  ik  dezen  zomer,  bijna  mijn  geheele 
gewas  met  het  beste  gevolg  gebroikt  heb ,  maar  waardoor 
ik  ook  buiten  staat  ben ,  om  de  hoeveelheid  van  het  saad 
op  te  geven,  daar  slechts  hier  en  daar  enkele  ptant^i,  als 
zaaddragers  sQn  blijven  staan. 

In  de  lente  van  1846  si}n  door  mQ  ,  vooral  op  aanbeve- 
ling van  Dr.  C.  Sprengel  een  paar  akkers,  pimpernel 
(poteriam  sangnisorba) ,  tot  voeder  gesaaid.  Deze  beeft 
in  sooverre  niét  aan  de  verwaehting  beantwoord ,  dat  z^  in 
het  eerste  jaar  niet  is  kminen  worden  gemaaid,  soo  als 
men  er  van  verkondigde ;  thans  eehter  staat  si|  seer  goed 
en  wQ  sullen  de  uitkomst  in  den  volgenden  somer  moeten 
afwasten.  Volgens  sommiger  beweren  moet  sQ  in  dea 
herfst  gesaaid  worden ,  en  dit  soo  voorséker  een  aanmer- 
keUJk  verschil  kunnen  maken,  hetgeen  dus  nader  te  be- 
proeven is. 

Als  een  wel  niet  nieuw,  maar  toch  zeer  weinig  biQ  ons 
bekend  gewas  is  voorséker  ook  de  aardpeer  of  topinamboer 
te  beschonwen»  Hiervan  heb  ik  in  1646  raim  400  stuks 
gepoot,  die  nog  bijna  alle  in  den  grond  zitten;  maar  te 
oordeelen  naar  eenige  weinige ,  die  uitgedaan  zijn ,  een 
vrQ  ruim  gewas  geven  zullen,  ofschoon  de  grond  zeer 
sdiraal  en  kiezelacfatig  is.  Dit  gewas  sch^nt  in  de  daad 
meer  algemeen  ter  beproeving  aanbevolen  te  kunnen  wor- 
den ,  daar  het  volgens  eene  algemeene  ondervinding  in  den 
Elzas  en  elders ,  de  Aardappelen  niet  slechts  in  hoeveel- 
heid van  opbrengst,  maar  ook  in  voedzaamheid  voor  het 
vee  schijnt  te  overtreffen ,  terwijl  de  knol ,  ofschoon  mia- 
der  smakelijk  dan  de  Aardappel ,  een  zeer  goed  mensche- 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEMINGEN.  157 

igk  voedsel  levert  en  daarom  zeer  geschikt  is  om  de  Aard- 
appelen gedeeltelijk  te  vervaDgen ,  te  meer  daar  deze  plant 
oenen  vry  schralen  grond  vopr  lief  neemt ,  waarom  ik  dan 
ook  voornemens  ben ,  de  teelt  daarvan  in  dit  jaar  aanmer^ 
keUjk  uit  te  breiden. 

Onze  Correspondent  de  Heer  B.  Gempt  te  Paieniwrg  geeft 
berigt,  dat  een  ervaren  Landbouwer  te  Brummel,  één 
Bonder  vette  kleigrond  met  de  Himmali^a  garst  bezaaid  heeft, 
waarvan  hij  31  NI.  mndden  heeft  geteeld ,  wegende  72  NI.  ft 
het  mud  (122  pond  graangewigt).^  Tegen  den  pr(js  van  de 
Rogge  is  er  bij  hem,  van  die  garst zaadkoom  te  verkrijgen^ 
-  Naar  luid  der  Commissie  van  Landbouw  in  Gelder- 
land, heeft  men  aldaar  proeven  genomen  met  de  Whitting<> 
tonsche  Tarwe  en  de  Canadasche ,  alsmede  de  Jeruzalem- 
«ehe  Garst ,  welke  goed  geslaagd  zyn ;  vooral  is  de  Cana« 
dasche  Tarwe  bg  ni^tek  bevallen. 

De ,  ^or  z^ne  Exellentie ,   den  Minister  van  Binnen* 
landsche  Zaken ,  aan  de  Commissie  van  Landbouw  ter  uil* 
saat}ing   toegezondene  maïs   is  goed  opgegaan.     Daar  do 
saaying  niet  zoo  vroeg,  als  wenscheijyk  ware  geweest, 
konde   plaats    hebben ,   is  de  eerst  toegezondene  niet  véór 
half  Mei  in  den  gfond  kunnen  gebragt  worden ,  doch  ^ 
ia  evenwol  voor  het  grootste  gedeelte,  tot  behoorlQke  rijpheid 
gekomen.    De   ongewoon   gunstige  zomer  heeft  de  moge- 
lijkheid van  dat  rijp  worden  toegelaten  en  op  de  eene  plaata 
meer ,  op  de  andere  minder  gunstige  resultaten  opgeleverd. 
Neemt  men  echter  in  aanmerking,  datb|j  demogelijkheid, 
om  in   een    volgend  saisoen  den  zaait^d  4  4  6  weken  te 
vervroegen,  mep  dan  tevens,  door  de  ondervinding  geleerd, 
eene  betere  Wjjfze  van  behandeling ,  ruimere  bemesting  en 
doelmatiger  bereiding  van   den  grond  zal  kannen  aanwen» 
den;    dan  beslaat  er  gegropde  hoop,  dat  men  hierin  hulp- 
middelen  bezit ,  welke  tegen  eene  vermoedelyke  veel  zan- 
der gunstige  weersgesteldheid,  in   volgende  jaren  zulleo 
kunnen  opwegeué 


Digitized  by 


Google 


1 68  NIEUWE  PRODUCTEN  eic  PROEFNEMINGEN. 

De  Heer  T.  yanBrakel  ,  onze  G>respondeDtop  den  hiuse 
den  Eng  berigt  ods  het  navolgende: 

De  spade-kultnor  blijft  aanhoudend  voordeeliger  nitkoM- 
«ten  dan  de  bewerking  met  de  ploeg  geven.  —  De  atai- 
voedering  is  ook  ingevoerd  bij  de  Schapen:  liet  vorige 
jaar  had  ik  er  SO  thans  100  stnks ,  in  het  begin  van  Maart 
«uilen  deselve  vet  zijn*  De  schapenstal  is  op  eene  gdieel 
nieuwe  wijse  gebouwd ;  het  model  hiervan  is  op  de  tentoon- 
stelling in  Goes  verkocht ,  of  het  aldaar  is  nagemaakt  is 
mij  onbekend.  Het  inmaken  van  xnurkool  voor  het  melkvee, 
heeft,  zoo  als  in  het  vorige  jaar,  wederom  pljkata  gehad. 

De  Whittingtonache  tarwe  heeft  een  goed  gewas  gege- 
ven^:  de  Canadasche  echter  heeft  ze  verre  overtroffen.  Van 
deze  laatste  zijn  thans  7  bunders  bezaaid,  en  men  kan  van 
dezelve  in  dit  jaar  zaadkoeken  bekomen,  mits  vroegtgdig 
de  aanvrage  geschiedt,  om  mij  in  staat  te  stellen  dezelve 
tegens  den  zaaitijd  gereed  te  hebben;  zij  zal/ 2  per  mud 
duurder  zijn  dan  de  gewone,  aangezien  bet  vroege  dor- 
echen  met  de  machine ,  in  mijn  bedr^f ,  zeer  onvoordeelig 
komt.  Het  meel  neemt  meer  water  aan,  en  het  broed  is  buiten- 
gewoon smakelijk.  Het  faandploegje  wordt  voortdurend  ge- 
bruikt ,  om  tusschen  de  rijen  van  het  wintergraan  te  bonwen. 
De  Russische  rogge  was  door  de  roest  zeer  aangetast, 
en  gaf  weinig:  van  dezelve  is  wederom  1  bunder  90  roeden 
gezaaid,  zij  is  zeer  zwaar,  doch  smal  van  korrel. 

Het  te  veld  staande  jonge  gewas  heeft  veel  door  de  mai- 
zen  geleden,  het  mijne  echter  is  in  vergelijking  van  ande- 
ren weinig  besehadigd ,  en  de  hoop  bestaat  dat  het  b^cba- 
digde  zich  zal  herstellen. 

Het  vee  wordt  bijna  uitsluitend  met  hooi  en  wortelge- 
wassen  gevoederd,  en  blijkt  voordeeliger  te  zyn,  althans 
wanneer  de  verhouding  tusschen  stroo  en  hooi  maar  is  als 
1  tot  2}.  Voor  twee  jaren  is  door  den  Heer  C.  Taats  te 
Bodewaard,  voor  het  eerst  in  \  eeuw  55  roeden  meekrap 
geplant ,  bij  de  delving  is  de  uitkomst ,  wat  de  hoevedbeid 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN  B5PR0EFNEMINGEiV.  159 

9  aangaat,  alIerToordeeligst  geweest;  van  de qaaliteit beeft 

men  nog  geen  berigt  ontvangen. 

Om  te  betlniten  moet  ik  berigten ,  dat  bij  mQ  in  eenige 

stnklEen  knoMen  eene  diergel^ke   ziekte,    jsoo  ik  mQ  niet 

Tergis  als  die  der  aardappelen,  is  waargenomen,  welk  ook 

bet  geval  in  andere  streken  moet  zijn;  c^k  de  mangelwot- 

telen  sijn  daarvan  niet  vrij. 

Het  Departement  Deventer  berig  dat  de  proeven,   met 

Zweedsche  Rutabaja  en  Engelsche  Tnrnips  genomen,  niet 

aan  de  verwachting  voldaan  hebben. 

Het  belangrijke  rapport  der  commissie  van  Landbonw  in 

Groningen,  laten  w§  hier  in  zijn  geheel  volgen. 
Onder  deze  afdeeling  vermelden  wij : 
lo.  Uitkomst  der  proeven    genomen  met  het  aardappel- 
saad. 

De  negen  verschillende  soorten  van  aardappelzaad  door 
^  zorg  der  Regering  aan  ons  medegedeeld,  zijn  met  zorg 
beproefd ,  en  zoowel  aan  leden  van  de  commissie  van  Land« 
bouw ,  als  aan  onderscheidene  andere  personen  toegezon- 
den in  de  volgende  plaatsen  van  dit  gewest:  Groningen^ 
Warfunty  Loppersum^  Oldenkove,  Klein  Meer^  de  Bult 
onitr  Bellingtüoldej  Haren ,  Helium^  Zuidhorn^  Noord- 
hom j  Sokeemdaj  Noordbroek  y  E%inghe,  l]ilhui%en^ 
Adu€ird,  Slockieren ,  Leena ,  Kloosterburen  enz. ,  derhalve 
op  zeer  verschillendende  soorten  van  gronden.  Van  bijkans 
alle  deze  plaatsen  hebben  wij  berigten  ontvangen ,  welke 
wij ,  zender  tot  al  te  veel  bijzonderheden  te  willen  afdalen , 
in  de  volgende  hoofdpunten  meenden  te  kannen  zamentrek- 
ken,  als  de  uitkomst  der  proefnemingen  in  het  jaar  1846, 
in  de  Provincie  Groningen,  in  het  werk  gesteld,  Alle 
de  zaden  zijn  behoorlek  opgekomen  met  10 — 12  dagen  in 
de  bakken,  met  3 — 4  weken  in  den  konden  grond,  we* 
gens  die  langzame  ontwikkeling  op  den  konden  grond,  zal 
men  ze  waarschijnlQk  reeds  in  het  begin  van  April,  al* 
thans  op  welbesehntte  plaatsen ,    op  den  vollen  grond  knn^ 


Digitized  by 


Google 


leO  NIEUWE  PRODUCTEN  KN  PROEFNEMINGEN. 

uw  mllsBaQeii*  Id  de  neesle  proaTM  waraa  z^  op  den 
koaden  grond  hier  eerst  op  het  laatst  van  April  gesaaid. 
De  saden  hebben  een  cnrergroot  aantal  jonge  planten  op- 
gekverd,  doch  hoewel  die  saden  onder  Terscbilleiide  be- 
aamingen  ontvangen  aQn,  zQn  het  eehter  geenasina  ala  wel- 
gevestigde  soorten  te  beschoawen.  Want,  alle  de  hierooi- 
trent  ontvangene  berigten  komen  .daarin  overeen  (geüjk  dit 
by  de  vernenigvaldiging  van  aardappelen  uit  saad,  eene 
gewone  opmerking  is)  y  dat  uit  hetzelfde  laad  geheel  ver- 
schillende aardappelen  voortkomen,  en  wel  b|j  dese  saai- 
Jangen  in  1846  vroege  en  late,  lage  en  faooggreegeode, 
fijne  en  grovere,  ronde  en  langwerpige,  witte,  roode  en 
van  andere  kleuren;  ja,  la  het  berigt  van  het  gemeente- 
bestuur van  Scheemda  ontvangen «  vinden  wi|  xelfii  ver- 
meld, dat,  aan  een'  en  denielfden  stengel  xich* aardappe- 
len van  verschillende  kleur  en  vorm  hebben  bevonden. 

Dit  laatste  is  echter  elders,  loo  ver  wQ  weten,  niet 
waargenomen,  maar  het  groot  verschil  der  van  dese  saai- 
IJAgea  iogesamelde  aardappelen  heeft  aanleiding  gegeven^ 
dat  de  een  dese ,  de  andere  eene  geheel  andere  soort  voor 
de  beste  hield ,  en  dat  in  allen  gevalle  door  vele  kweekos 
verscheidene  vortitien  daaronder  gevonden  sijn,  die  aan  ons 
ervarene  kenners  van  dit.  gewas  als  goede  soorten  voorko- 
men 9  en  .die  op  onderscheidene  plaatgen  van  dit  gewest  in 
stand  gehouden  en  tot  vernieuwing,  en  zoo  w|i  hopen  tot 
verbetering  van  het  ras  dezer  aardvrucht  zullen  strekken; 
zoodat  wij  van  dezen  maatregel  der  Regering  op  den  duur 
ons  nog  goede  gevolgen  naeenen  te  mogen  beloven. 

De  genomeae  proeven  zouden  betere  uitkomsten  gege- 
ven hebben,  indien  de  zaailingen  van  de  aardappelziekte 
waren  vry  gebleven.  Dit  is  echter  niet  het  geval  geweest. 
Zeker  in  {  der  plaatsen,  uit  welke  wij  berigten  ontvangen 
hebben ,  en  niet  alleeü  op  de  klei ,  maar  ook ,  hoewel  ia 
inindere  mate  op  het  zand,  doch  het  allermeest  in  de  lig- 
te  zavelige  kleigronden,  met  één  woord  overal»  waar  de 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN^  PBOEFNEMINGEN,  161 

ziekte  onder  de  op  de  gewone  wijse  gepote  aardappelen 
geheerseht  beeft,  is  zij  ook,  in  de  eene  plaats  meer,  in 
de  andere  minder  dan  bij  de  gepote  aardappelen ,  in  de  zaai- 
lingen bespeurd;  ja  van  sommige  plaatsen  kunnen  wQ  in 
het  geheel  geene  nitkomsten  mededeelen,  omdat  het  geheel 
Tan  zaad  opgekomen  gewns  verloren  gegaan  was. 

Geheel  tegenstN^dige  uitkomsten  hebben  ée  genomene 
proeven,  ten  aanzien  van  de  aardappelziekte,  op  verschil- 
'lende  plaateen  gegeven.  Te  Huren ^  te  Zuidhom  en  elders 
hebben  de  zaailingen ,  die  in  het  geheel  niet  verplant  wa- 
ren ,  veel  beter  gestaan  dan  de  verplante.  Te  Scheemda , 
Noordbroek  en  elders  heeft  men  hiervan  jaist  het  tegendeel 
opgemerkt. 

De  grootte  der  gewonnen  aardappelen  was  zeer  ongelijk, 
vele  ter  grootte  'van  een  knikker,  maar  ook  vele  ter  groot- 
te van  een  hoenderei  en  grooter.  Op  tweederlei  wijze 
schijnt  het,  dat  men  de  zaaiaardappelen  reeds  in  het  eerste 
jaar  tot  genoegzame  grootte  kan   brengen: 

10.  door  die  eerst  in  eenen  kouden  bakzeer  vroeg  uit  te 
zaaQen ,  en  naderhand  op  het  open  veld  te  verplanten.  De- 
ze zaafjing  is  in  den  landhitishoudelljken  tuin  te  Ctronin' 
gen  met  al  de  negoi  soorten  geschied  in  eenen  konden , 
Inleen  met  vlak  glas  bedekten  bakj  op  ongemesten  grond, 
op  28  Maart  1846,  dadelijk  na  de  ontvangst  der  zaden; 
maar  het  kan  nog  veel  vroeger  geschieden.  De  daarvan 
gekomene  planten  zQn  op  den  voUea  grond  gepoot  op  den 
1  Mei,  toen  de  planten  neg  zeer  klein,  slechts  2-^4  Ned 
dnimen  lang,  en  alle  nog  alken  maar  van  zeer  kleine,  en- 
kelvoudige bladen  voorzien  waren*  Op  lossen  tuingrond  zijn 
mQ  allen  aangekomen ,  en  ééne  zoodanige  plant  heeft  b|j  de 
volgende  soorten  opgeleverd: 

1.  van  Bamberg  37  stnks,  waarvan  de  grootste  4  Ned* 
dnimen  lang  en  '2  Ned.  duimen  dik  waren ; 

2.  witte  Saksische,  34  stuks; 

3.  vroege Engelsche,  41  stnks,  vele  3  en  4  N.  duimen  dik; 

11 


Digitized  by 


Google 


162  NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEMINGEN. 

4.  wiitm.  vfoege  van  Algiers  f  39  stuks ; 

5.  NUrMi5  tweanaal  veredeld,  18  stnks  kleiae; 

6.  nievwe  Howards,  24  staks; 

7«  .Eftffly  Tuil  AsMricaa,  30  stuks  vri]  groote  aardap- 
pelen; 

8.  roode^  wUde,  30  groote,  waaroudeff  er  waren  Tan  7 
Ned«  duimen  lang,  4} — 5  duinen  dik,  1  ons  en  2  lood 
Ned.  swaar  ens. ; 

9.  Engekche,  met  kool  en  andere  stoffen  gemengd,  2i 
■tuks. 

Die,  welke  nog  eenmaal  meer  of  op  tateren  leeftijd  ver- 
bant waren ,.  aQa  veel  minder  groot  geworden. 

2o.  door,  als  men  se  op  den  kouden  grond  saait,  de 
planten  liel  te  saaijen  en  naderhand  op  behoorleken  afstand 
uit  te  dunnen  en  van  onkruid  zuiver  te  houden. 

Te  ScAeemda ,  waar  de  kwedung  plaats  gehad  had  <^ 
xwarte,  veenachtig  losse,  het  vorige  jaar  wel  bemeste 
aarde,  hadden  de  in  het  b^n  van  April  gesaaide  en  op 
half  Juni)  eens  vérplante  zaailingen ,  van  enkele  zeer  vroe- 
ge soorten  reeds  in. het  begin  van  Augustus,  aardappelen 
van  gewone  grootte;  de  meeste  echter  waren  in  het  mid- 
den van  September,  de  late  in  het  begin  van  Ociober  rijp. 
Men  had  ésm  op  6  vierkante  Ned*  roeden  en  25  ellen  3|- 
mud  aardappelen  ingezameld,  waarronder  2^  mud  van  de 
gewone  gioote,  terwijl  eenige  struiken  40  aardappelen, 
waaronder  slechts  weinig  kleine ,  hebben  opgdeverd »  zoo- 
dat dit,  als  er  geënte  siekte  in  het  loof  geweest  was,  aan 
eene  gewone  opbrengst  van  pootaardappelen  gelijk  gesteld 
had  kunnen  worden.  Sommige  van  deze  aardappelen,  en 
wel  langwerpige  uit  Saksisch  zaad,  groeiden  zeer  boog  aan 
de  onderaardsche  steng,  zoodot  deze  noodzakel^k  schgnen 
te  moeten  wordeü  behakt  en  aangeaard,  terwQl  andere, 
onder  die  van  Algiers ,  door  deze  bewerking  waarscbynlyk 
zouden  benadeeld  worden,  omdat  de  jonge  anrdi^pelen 
bier  aan  zeer  lange  stelen  ohdier  den  grond  groeijen,   wel- 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEMINGEN.  163 

]^e  door  bet  tu^schonploegen  ligtel|pc  beschi^digd  xoadea 
kuimeQ  woeden.  Zoo ,  en  in  vele  andere  opzigteii^  l^eeracbte 
er  het  allergrootct  verschil  tusschea  de  verschillende  vaa 
zaad  gewoqnen  aardappelen. 

Alla  te  lameo  ^  geaomen ,  achynt  de  hernieuwing  dezer^ 
proef  in  eea  volgend  Jaar »  en  de  soirgvuldige  beproeving 
der  van  bet  zaad  thans  geufonneQ  poters  fdlezins  aan  te 
hevelen.  Het  is  hoo^pt  waarscbi|nl|ik ,  dat  h|erd^r  eene 
nuttige  verbetering  zal  tot  stand  komen;  n^^it  vhet  zal  veel 
moeite  kosten  t  om  de  tbi|ns  gewonnen  pot^a  behporlQk  te 
sorteeren,  en  door  eene  naauwkeurige  onderscheidi<ig  der 
kenmerken  eene  nieuwe ,  goede. ^  g«ioegzaam  s^^vasti- 
ge  aardappelsoort  daaruit  aan  te  kweeken. 

30»  Wegens  de  gel||kbeid  van  het  onderwerp,  deelen 
wiy  bier  ook  mede  de  door  C.  van  deb  MarK|  tuinman  op 
Voorveldr  onder  Hur^n  by  GroningeUf  genomene  pree- 
ven mec  aardappelzaad  9  welke  door  hem  in  de  Gromng^ 
Couranten  van  den  16  December  1846  zijn  bekend  ge^ 
maakt*    Hig  zegt  daaromtrent  het  volgende:    , 

«Hoewel  ik  geene  vreemde  zaadsoorten  had  bekomen » 
heb  ik  evenwel  beproefd  en  ondervonden ^  dat  de.teelt  va^ 
vroeg  r||pe  aardappelen  uit  zaad,  ze^r  aanpr^zenawaardig 
ia,  en  dat  daaruit  in  hetzelfde  jaar,  niet  alleen  go^de  po- 
tere te  telen  z^^  maar,  met  zorg  behandeld,  een  over- 
vloed van  volkopen  volwajuien^  groote  en  smal^f^ijl^e  eet- 
aardappelen  te  trekken  is.    . 

»Ik  ben  hiermede  op  de  volgende  wyze  te  w^rk. gegaan: 

»Den  10  f>9bruarij  zaaide  ik  het  z»ikd  van  vroege  zpmer- 
Sehotsche  en  vroege  zwarte  aardappelen,  door  m|j  zei  ven 
in  het  vorige  jaar  gewoiMien»  in  een  matig  warmen  ^bak^ 
waarvan  ik  op  den  20"  de  plantjes  bcjgon  te  zifm;  den  17 
Maart  verplantte  ik  dezelve  op  3  oad^  duimen  afstand  in 
oenen  kouden  bak  met  glas  bedekt»  zynde.fde  plakjes  toen 
in  het  derde  blad ,  en  bragt  dezelve  den  20  April  uit  dien 
bak  op  de  vaste  standplaats  op  den  kouden  grond,    zijnde 


Digitized  by 


Google 


164  NIEUWE  PRODUCTE^f  EN  PROEFNEMINGEN. 

matig  met  koemest  gemeste  tningrond,  over,  en  plaDtte 
dezelve  aldaar  op  rijen,  15  oude  dalmen  in  het  vierkant 
van  elkander. 

»0p  desea  stand  werden  de  planten  door  schoffelen  en 
wieden  schoon  gehouden  en  den  7  Jnll),  toen  zQ  begonnen 
te  bloeden,  aangeaard;  kort  daarop  werden  de  planten, 
de  eene  meerder,  de  andere  minder,  door  het  «nvel 
getast ,  ten  zelfden  t^de  dat  het  ook  in  de  aardappden 
poters  op  het  veld  werd  waargenomen*  Dit  ongeval  heeft 
voorzeker  eenen  nadeeligen  invloed  op  de  vmchtzetting  en 
derzelver  groei  uitgeoefend. 

»Dien  onverminderd,  leverden  alle  de  planten  bQ  het 
rooien ,  hetwdk  den  20  October  plaats  had ,  een  zeker  ge. 
tal  volwassen  aardappelen  op :  een  der  vroege  zomer*SchoC- 
sche  gaf  negen  groote ,  twintig  gewone  en  elf  krielaardap- 
pelen,  welke  laatste  evenwel  eene  hazelnoot  in  grootte 
overtoffen,  terwijl  19  der  grootste  aardappelen  1  Ned.  ft 
wogen. 

»BiJ  de  aardq>pelenteelt  van  dit  Jaar,  die  ook  wederom 
gedeeltelQk  mislukt  is,  heb  ik  overigens  opgemerkt,  dat 
vele  voorzorgen  overbodig  en  vele  veronderstellingen  ge- 
heel andere  uitkomsten  hebben  opgeleverd.  De  besmetting 
hebbende  poters  kiemden  het  eerst,  leverden  de  beste  en 
sterkste  planten ,  en  gaven  de  meeste  en  dikste  vmcbten. 
Ook  had  de  soort  van  grond,  waarop  men  de  aaradppden 
teelde,  daarop  weinig  of  geen  invloed;  zQ  sloegen  even 
goed  aan  op  alle  akkers ,  onverschillig  of  die  het  vorige 
Jaar  al  of  niet  met  aardappelen  waren  beteeld,  en  toen  in 
het  laatst  van  de  maand  JuUj  het  euvel  zich  op  nieuw  in 
dat  nuttige  gewas  openbaarde,  trof  het  zoowel  vroeg  r^pe 
als  late  soorten,  van  poters  geteeld,  op  hooge  of  lage 
gronden  geplaatst,  overal  rigtte  die  kwaal  dezelfde  ver* 
woesting  aan ,  hoewel  op  de  zandgronden  niet  zoo  algemeen 
als  in  het  vorige  Jaar,  en  ook  niet  aUe  planten  aantasten- 
de,   zag  men  op  denzelfden  akker  vele  planten  wegster- 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEMINGEiV.  165 

yen,  terwQl  andere  ongestoord  tot  Tolkomene  rQpbeid  door- 
groeiden. 

>Nog  faeefide  aardappelenteelt  ven  dh  jaar  geleerd ,  dat 
de,  zeer  vroeg*  op  boogen  landgrond  geplante  vroeg  rijpe 
aardappelen 9  de  volkomene  rapheid  bereikten,  TÖór  dat 
zich  het  bederf  in  het  gewaï  openbaarde,  pa  dat  ook  de 
ligte  roode  aardappelen  er  het  beet  tegen  bestand  s^n ,  zoo 
dat  z^  over  het  algemeen  in  deze  gemeente  een  matig  be- 
aehot  hebben  <^geleyerd« 

>Bij  de  onzekerheid  omtrent  den  aasd  en  de  oorzaak  van 
het  aardappelen-envel  9  heb  ik  gemeeitd  van  de  uitkomst 
in^ner  proeven  in  den  afgeloopen  zomer  hg  de  aardappel- 
teelt  nit  zaad  en  van 'poters  verkregen,  ten  fügemeenen  nat- 
te berigt  te  mogen  geven  i  hetwelk  ten  slotte  hierop  neder- 
komtt  dat,  als  men  vroeg  i^pe  poters  vroeg  te  velde 
brengt ,  op  wel  toebereid  land ,  of  vroeg  rgp  aardappelzaad , 
op  de  wijze  als  vroeger  omschreven »  behandelt ,  er  ook 
aelfs  big  herhaling  van  het  euvel  in  1847,  een  matig  be- 
schot van  smakelQke,  deagdzame  aardappelen  verkregen 
kan  worden." 

4o.  hebben  wQ  van  Gonvernementswege  ontvangen , 
aardappelen  nit  Boêion  aangevoerd ,  onder  den  naam  van 
Pinkeye  potatoes* 

Deze  aardappelen  zijn  door  ons  op  verschillende  gronden 
beproefd ,  maar  hebben  in  het  algemeene  let  der  aardap- 
len  gedeeld,  daar  zQ  niet  minder  dan  andere  hier  meer 
gewone  soorten  door  de  ziekte  z^n  aangedaan;  iets,  dat 
ook  wd  te  verwachten  was ,  daar  eenige  van  die  aardap- 
pelen, bg  derzelver  ontvangst  idhier,  seeds  duidelijk  door 
de  rotziekte  aangetast  waren*  Alleen  in  de  zandige  stre- 
ken van  het  znideq  der  Provincie,  ^jn  de  berigten  hier- 
omtrent eenigzins  gunstiger.  Men  beschouwt  ze  daar  wel 
als.  eene  grove ,  maar  toch  vry  veel  opbrengende  soort , 
welker  beproeving  men  een  volgend^  <  jaar  herhalen  wil. 
Acht  stuks  van  deze  aardappelen ,    door  doorsnijding  tot 


Digitized  by 


Google 


166  NIEUWE  PRODUCTEN  BN  PROEFNEMINGEN. 

t6  stnk»  vermeerderd,  gaven  bfj  een  onxer  medeleden  12 
Ned.  koppen ,  bQ  een  ander  |  Ned.  mud ,  dat  das  al  vrg 
na  overeenkomt.  Tot  bunne  spoedige  vermeerdering  heeft 
men  tich  •  ook  met  goed  gevolg  bediend  van  die  handd- 
^xe,  die  oiider  den  naam  van  het  stekken  der  aardappe- 
len bekend  is*  ZQ  behoort  onder  de  vroege  soorten ;  want 
de  knol ,  op  1  September  alt  den  grond  genomen »  was 
toen  reeds  volkomen  rijp. 

50.    Bij  het  weder  op  nieaw  uitbreken  der  riekte  onder 
de  aardappelen   in  do  maand  Jnig  heeft  men  te  Groningen 
toen  de  riekte  dnidelQk  was  in  het  blad  en  de  steng ,  maar 
de  nieaw   gevormde   Imol  self  nog  gaaf  scheen  te  zgn, 
beproefd  Ab  siekte  to  atoiten ,  door  de  steng  geheel  uit  te 
treken  en  de  aarde  aan  den  knol  weder  voonigtig  aan  te 
dmkken.    Men  heeft  dit  bf)  aeht  verschillende  soorten  van 
a«da]nP*^  b^foefl  en  ter  yergetijking  een  geli}k  getal 
«troifcen  Van  deselfde  soet^  onaangoroerd  gelaten.  Daar  na 
het  veraseUen  van  mislokte  proeven  tot  waarschuwing  strek- 
•ken  kan ,  teekenen  wij  op ,  dat  deze  handelwQze  gebleken 
is,  meer  na-  dan  voordeelig  geweest  te  rijn,  want  de  niet 
aangetoefde  planten  hebben  bQ  de  rooijing  in  October  een 
grooter  aantal  nieuwe  -aardappelen  en  deze  grooter  van  stak 
en  niet  meer  door  de  riekte  aangedaan  opgeleverd,  dan  de 
andere,  waarvan  de  nieuwe  knolten,  na  het  aftrekken  van 
het  loof  of  niet  meer  aangedikt  of  op  nieuw  uitgeloopoi 
wanen'  en  alvoo  hunne  waarde  biQna  geheel  verloren  hadden , 
daar  zt)  toen  nagenoeg  met  den   ouden  pootaardappel  ge- 
l^k  waren  te  stellen. 

6o.  Het  planten  van  boonen  op  ri^en  afwisselende  met 
aardappelen,  zoo  ak  dit  door  den  Heer  Wardenburg 
{Tijdétihrift  voor  Jfijverkeid ,  Deel  X.  blz;  371—375.)  is 
aanbevolen,  schgnt  alle  aandacht  té  verdienen.  Althans 
een  Landbouwer  te  Kropstuolde  heeft  duivenboonen  inge- 
kuild op  het  laatst.van  Februarij  en  deze ,  op  goeden  ge- 
mesten  zandgrond,   op  15  April  tusschen  de  rijen  aardap- 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  JPROmJCTENENPROEFSffeMINGEN.  167 

pelea  gepoot.  Op  den  22  JalQ  kxmèm  xfj^UbMTigk  r^p, 
weggenomen  worden  tosschen  de  aardappelen,  die  loen 
eenen  geruimen  tijd  konden  blijiren  Toortgroeijen  en  eenen 
matig  goed^  ooget  hebben  opgeleverd. 

J"".  Z^n  hief  dit  jaar  [vele  proeren  genomen  met  maït 
of  Tnrkache  tarwe  en  wel  met  de  groote  maïs,  uit  saad 
van  Goovernementewege  uit  SlraaUburg  ontvangen.  Dit 
zaad  ,  dat  gebleken  is  ,  van  volkomen  goede  hoedanig^id 
té  ^n  f  is  overal  behoorlek  opgekooHn  ^  en  heeft  soowel 
op  de  klei  als  op  de  zandgronden  een  vitaisadtend  gewas 
gegeven.  De  stengen  waren  op  vele  plaatsen  10—^14  voe- 
ten hoog  en  hebben ,  door  den  buitengemeen  wsnmen  zo* 
mer  begunstigd ,  goed  rQp  zaad  opgeleverd ,  aan  aren  die 
soms  4Ü0  en  meer  korrels  telden.  De  allerbaste-  besigien  s|}n 
ens  daaromtrent  toegekomen  van  savelige  of  zandige  war- 
me tuingronden.  Op  koudere  veengronden  daarentegen  is 
de  teelt  mislokt« 

Aan  de  Landhuishoodkundige  sehool  te  Baren  Uf  6ro- 
ntngen  is  de  maïs ,  volgens  beiigt  van  den  Heer  C.  J.  Gübrt- 
SEMA  aldaair  >  op  leemaehtigen  vroehtbaren  zandgrond  ge- 
zaaid ,  op  den  0  Mei  1846,  in  rffen,  Ü  è  8  kèiveb  bIJ  el- 
kander in  één  gat  ^  en  die  g^en  twee  voeten  in  het  vier- 
kant van  efkander  vèrw^dèrd.  De  zaden  werden  vóör  de 
zaaQIng  in  verdunde  gier  geweekt  y  waaraa  z^  zeer  spoe- 
dig opkwamen.  Het  veld  werd  behoorlijk  gescboflfeld  en 
gewied ,  waarna  het  gewas  zoo  snel  opwies  >  dat  men  de 
overtollige  planten,'  natuurlgk  de  kleinste  moest  wegne- 
men en'  aan  het  vee  vervoeren*  Dit  uitdunnen  gesehiedde 
in  het  begin  van  Jolij  ,  inaar  het  was ,  zbo  als  nu  bleek , 
voordeeliger  geweest  als  men  dit  nog  vroeger  gedaan  had  , 
omdat  de  voordeeltgitfe  planten  toen  reeds  begonnen  te 
bloeden. 

WaarsehQnl^  zen  het  nog  allerbest  geweest  z^n ,  in- 
dien men  sleehts  1  of  2  korrels  in  ieder  plmitgat  gelegd 
en  de  dubbele  planten]  zeer  vroeg  uitgetrokken  of  verplant 


Digitized  by 


Google 


168  NIEUWE  PRODUCTEN  EN  PROEFNEMINGEN. 


had ,  waBtteer  hierdoor  aan  do  ovBrbl^vonde ,  voistrek ) 
nadeel  was  loegebragt. 

Kort.  na  den  bloeitijd,  toen  het  ftnifmeel  gestoTi^n  had, 
zijn  de  bovenste  deelen  der  stengen  afgesneden ,  zoodat  er 
slechts  óén  blad  boven  de  vrucbtaren  bleef  zitten ,  ten  ein- 
de lo.  deze  stengtoppen  tot  veevoeder  te  gebruiken  en  29.  de 
te  sterke  bescbaduwing  der  vruchten  te  verminderen.  De  ia- 
oogstiag  had  plaats  op  bet  laatst  van  September ;  2^  Ned.  roe- 
den bragten  op  IJ  mud  zaad,  dat  is  60mndden  van  bet  Bunder. 

De  inoogstu^  van  het  graïan  had  plaats ,  toetn  de  dek-  of 
schatbladeren  van  de  aar  verdroogd  en  de  korrels  zelve 
hard  geworden  waren.  Toen  werd  de  aar,  zonder  die  dek- 
bladeren weg  te  nemen ,  in  haar  geheel  op  den  zolder  ge- 
legd f  en  gedroogd ,  dat  ge^nerlei  bezwaar  opleverde.  De 
dorsching  werd  in  den  winter  b^roefd  met  den  vlegel  eo 
door  de  korrels  op  een'  stompen  sabel  of  scherpen  kant 
van  de  middelspil ,  als  af  te  krabben ;  maar  gelukte  bet 
best  door  het  graan  eenvoudig  met  de  hand  uit  te  wrijven , 
op  welke  wijze  een  arbeider  één  mud  maïs  op  eenen  dag 
kan  dorschen*  BQ  meerdere  uitbreiding  dezer  teelt  znllea 
echter  in  het  vervolg  dorschwerktoigen  noodig  zijn. 

Vervolgens  is  het  graan  op  eenen  gewonen  ro^eiMileo 
gemalen,  waarbij  het  echter  gebleken  is,  dat  hiertoe  eenige 
bijzondere  oplettendheid  en  bekwaamheid  van  den  molenaar 
vereischt  wordt,  ten  einde  bet  meel  niet,  zoo  als  men 
zegt,  dood  gemalen  worde,  waardoor  het  voor  de  bnkking 
ongeschikt  wordt.  Om  fijn  meel  te  verkregen ,  moet  bet 
b|i  herhaling  over  den  zoogenaamden  kleinsteen,  of  be«er 
nog,  eens  over  den  tarwesteen  gaan.  Is  het  meel  goed  ge- 
malen, dan  laat  het  zich,  na  gebuild  te  zijn,  zeer  goed 
bakken ,  vooral  zoo  men  er  een  weiniig  rogge  bijvoegt.  Voor 
brood  is  het  dan  uitmuntend  geschikt  en  zeer  smakelyk.en  voed- 
zaam. Onderscheidene  $ooff  ten  van  Huishoudemk  gebak  kannen 
daarvan  gemakt  worden ,  en  behoeft  het  zoo  in  vele  ^- 
zigten  niet  U}  de  tarwe  achter  te  staan.    Paai;den  eten  het 


Digitized  by 


Google 


NIEUWE  PRODUCTEN  EK  PROEFNEMINGEN.  169 

eren  gaarne  als  ander  meel,   en  het  scbijot  althans  niet 
minder  Yoedsaam  te  zQn. 

Bij  de  Toortzetting  der  proeven  in  een  volgend  jaar, 
sal  vooral  op  de  waarde  van  het  raeel  tot  voeder  van  paar- 
den en  varkens  worden  acht  gegeven. 

Een  ander  gedeelte  tnaié  is  iets  digter  uit  de  hand  ge- 
zaaid, m^t  oogmerk  om  de  planten  tegen  den  bloeitijd  af 
te  sneden  tot  veevoeder  en  dit  alzoo  te  doen  dienen  tot 
een  hulpmiddel  in  jaren,  waarin  men  vreest  dat  het  zaad 
niet  behoorlijk  tot  rijpheid  zal  komen.  Het  randvee  was 
naar  dit  afgesned^  loof  zeer  I^geerig ,  zelfs  in  den  ge- 
heel verwelkten  toestand;  ook  de  paarden  (hoewel  deze  de 
roode  klaver  met  meerdere  graagte  nuttigen)  aten  het  ech- 
ter gaarne,  inzonderheid  als  men  de  stengen,  vooral  de 
zwaarste  ondereinden,  vooraf  met  een  faakselsnijder  in  kleine 
stukken  gesneden  had ;  de  schapen  verkozen  de  roode  kla- 
ver en  aten  de  bladeren  van  de  maïs  alleen,  ten  laatste  op. 
De  opbrengst  der  maïs  als  groenvoeder  sch^nt  echter 
op  niet  meer  dan  op  de  helft  van  de  opbrengst  der  roode 
klaver  geschat  te  kunnen  worden,  omdat  de  maïs  slechts 
eens,  de  klaver  daarentegen  bij  goede  behandeling  drie 
malen  kan  a^esneden  worden. 

Met  dit  uitvoerig  berigt  kamim  de  ook  van  elders  ont- 
vangene mededeelingen,  in  de  hoofdzaak  overeen.  Aan  de 
BuU  onder  Belhugwokk  j  door  ons  medelid  Waalzkns  ge- 
kweekt,  was  zij  daar  op  Ijmd,  waar  in  het  vorige  jaar 
roode  klaver  gestaan  had,  «i^ezaftid,  tege^k  met  Unzen, 
die  echter  onder  het  uitgebreide  loof  der  maïs  bijna  geheel 
verstikten.  Pe  mals  zelve,  groeide  weKg,  doch  een  derde 
gedeelte  daarvan  Weef  onbeladsn,  da  overige  twee  derde 
deelen  hadden  1,  2  enkele  3  vruchtaren^  van  welke  de 
grootste  S12,  de  kkinst^  12Q  korrels  droeg.  De  hoogte 
der  steng  maakt,  dJü  het  in  onze  luehtstreek  op  eene  be- 
«chutte  plaats  zal  ni0eten  geplaatst  worden,  ten  einde  niet 
al  te  veel  van  den  wind  te  lijden.    Het  was  hier  eindelijk 


Digitized  by 


Google 


170  NIEUWE  PRODUCTEN  Elf  PROEFNEMINGEN. 

gebleken ,  dat  de  TeldmnhEen  bet  saad  gretig  opsoeken , 
en  door  het  uiteten  der  aren,  waartoe  xij  de  maisstengMi 
nog  op  het  veld  gèmakkel^  beklioimen,  veel  nadeel  te 
weeg  brengen. 

Bij  eene  te  Klooaierhuren  door  den  OnderwQser  H.  tan 
Houten  genomene  proef ,  was  2}  Ned*  roeden  goede,  sa- 
velige  tuingrond  besaaid  mtt  1  Ned.  kop  inaTs,  welke  2 
N^d.  mudden  saad  hadden  opgeleverd.  Daar  men  echter 
reeds  in  dit  zoo  bijsonder  drooge  jaar  met  de  drooging 
van  het  zaad  moeite  geha^  heeft,  vreest  men  dat  dit  op 
den  duur  een  groot  bezwaar  zal  opleveren. 

Onder  Rropswolde  heeft  de  landbouwer  H.  D.  Miju>aR 
met  goed  gevolg  de  proef  genomen  om  kleine  saladeboo- 
nen  tnsschen  de  rf{en  maTs  te  kweeken.  Pronkboonen  (Pfaa- 
seolus  maltiflorus)  daarentegen  op  dezeffde  wQse  tassebea 
de  maïs  gezaaid,  namen  op  geilen  groQd]^eene  al  te  hoege 
vlagt ,  dat  voor  de  mafs  schadelQk  was.  Erwten  eiadel^k 
groeiden  slecht  tusschen  de  mafs. 

Het  van  Gouvemementswege  ontvangen  zaad  van  mxl% 
uit  Noord' Amerika  is  nog  grootendeels  voorhanden ,  zoo- 
wel omdat  dit  te  Iaat  ontvangen  is  om  daarvan  nog  in  1S46 
eene  goede  uitkomst  te  verwachten,  als  omdat  de  onder* 
vinding  ons  vroeger  geleerd  had,  dat  dk  zaad  verscheidene 
jaren  lang  zonder  schade  bewaard  kan  blijven ,  en  vrQ  ons 
alzoo  voorstellen ,  die  proeven  in  1847  op  nienw  en  in  het 
groot  te  herhalen ,  alhoewel  wij  vreezen  dat  bet  behoorlek 
in  tQds  rQp  worden  van  het  zaad  in  gewone  jaren,  vele 
zwarigheden  zal  otttmeeten* 

Onze  Correspondent  te  JVoonMom,  de  Heer  J«  C.  BiLir 
ROTH,  vervolgt,  dat  de  biemesting  met  mosselen  in  die 
streken  bestendig  toeneemt,  en  met  he^ beste  gevolg  wordt 
voortgezet,  vooral  daar,  waar  men  deze  schdpdi^en  ge» 
makkelek  kan  laten  aanvoeren,  en  waiur  de  sehepen,  die 
deze  meststof  aanbrengen ,  zeer  kort  bg  de  landen  koaaeB 
komen ,  die  er  mede  bemest  zullen  worden. 


Digitized  by 


Google 


N.  PROD.ENPnOEFiV — TOEST.v.VAAUT.enWEG.  171 

De  Provinciale  Commissie  van  Drenthe  maakt  de  be- 
rekening, dat  de  opbrengst  van  enkele  kleinere  gedeelten 
landg  met  maïs  bepoot  tot  het  grootere  overgebragt ,  is  ge- 
weest 60  mudden  per  bunder.  Op  het  loof  van  de  aard- 
appelen uit  zaad,  zegt  die  Commissie,  heeft  men  mede 
vlekken  ontdekt  even  als  op  de  andere  aardappelen ,  en  het 
voomitzigt,  om  op  deze  wijze  aardappelen  vrij  van  bederf 
te  krijgen,  is  niet  gunstig. 

41.  TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN.  Uit  de 
meeste  bij  ons  .ingekomen,  berigten  omtrent  den  toestarrA 
van  Wegen  en  Vaarten,  uit  de  onderscheidene  provinciën, 
zien  wij  dat  deze  meestendeels  in  goeden  staat  zijn,  en 
dat  vele  verbeteringen,  waarvan  in  het  algemeen  verslag 
van  1845  melding  is  gemaakt,  of  tot  stand  zQn  gekomen, 
of  op  handen  zfjn;  enkele  berigten  slechts  maken  hierop 
uitzondering.  De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in 
Limburg  onder  anderen,  beklaagt  zich,  dat  de  toestand 
der  Dorps-  en  Veldwegen  in  de  kleigronden  zeer  veel  te 
wenschen  overlaat  en  dat  derzelver  slechten  staat  ook  op 
den  landbouw  groeten  invloed  uitoefent. 

De  berigten  der  Commissie  in  Noord-Braband  zfjh 
de  volgende: 

De  groote  Rijkswegen  en  Provinciale^klinkerwegen  wor- 
den goed  onderhouden.  In  de  landen  van  Breda,  van 
Heusden  en  AUena  en  in  de  Langstraat  zijn  vele  wegen 
bij  natheid  en  in  het  wintersaisoen  ten  eenemaal  onbruik- 
baar. Veel  is  er  reeds  gedaan  tot  verkrijging  van  betere 
communicatie  tusschen  de  gemeenten  onderling,  doch  er 
valt  nog  veel  meerder  te  doen,  waartoe  allerlei  plannen 
bestaan,  die,  zoo  men  hopen  mag,  eerlang  tot  stand  zul- 
len worden  gebragt;  om  hiertoe  te  geraken,  zullen  er  vele 
.zwarigheden  moeten  -overwonnen  worden ,  waarvan  de  vin- 
ding van  de  benoodlgde.  fondsen  wel  de  voornaamste  is. 

Aan  den  weg  van   Grave  naar  MaasAeeze   zijn  reeds 


Digitized  by 


Google 


172      TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN. 

groole  vorderingen  gemaakt.  J)e  verlenging  van  deo  klin- 
kerweg van  Vegchel  naar  Gemert ,  en  het  daarstdlen  vaa 
eenen  griend-  of  klinkerweg  van  SL  Oedenroode  naar  de 
Provinciale  hoofdstad  ^  waartoe  de  wegen ,  door  de  daarb^ 
betrokkene  gemeenten  aan  de  Provincie  zijn  afgestaan  ^^  ma- 
ken nog  voortdurend  een  onderwerp  van  overweging  ea  on- 
derzoek uit.. 

De  drooge  weersgesteldheid  was  voor  het  aanleggen  eo 
verbeteren  der  zandwegen,  bijzonder  gunstig,  en  hiervan 
is  aan  vele  oorden  gebruik  gemaakt,  zoodat  dezelve  zich, 
met  weinig  uitzondering  in  eenen  goeden  bruikbaren  staat 
bevinden*  Het  kanaal  van  Eindhoven  naar  de  Zuid^Wtl- 
hmsvaart  is ,  in  bet  laatst  van  October,  voor  de  scheqw- 
vaart  geopend ,  waarop  dadel^k  eene  groote  levendigheid , 
zoo  door  aanvoeren  van  allerlei  koopmansgoederea  uit  Hol- 
land ^  als  van  steenkolen  uit  Relgië  aanwezig  wa8«  waar- 
door aanvankelijk  de  verwachting  overtroffen  is,  eo  deze 
vaart  een  gegrond  vooruitzigt  oplevert ,  van  aan  de  billijk 
gekoesterde  hoop  te  zullen  beantwoorden. 

De  uitvoering  van  het  groote  plan  van  uitwatering  van 
Ravestein  tot  Geertruidenberg  ^  wordt  algemeen  als  bet 
eenige  redmiddel  van  een  zeer  belangrijk  gedeelte  onzer 
Provincie  beschouwd.  Het  bestaan  en  de  welvaart  van 
duizenden  ingezetenen  hangt  er  van  af;  hetgeen  in  den  loop 
van  dit  jaar  als  voorbereidend  werk  is  verrigt,  en  de  rgp* 
beid  waartoe  het  voorloopig  gekomen  is,  doet  de  hoop  voe* 
den,  dat  men  zich  eerlang  over  deze  groote  daarstelliog 
zal  mogen  verheugen. 

Uit  Zeeland  meldt  de  Conunissie  van  Landbouw,  dat 
er  over  het  algemeen  veel  vooruitgang  bespeurd  wordt  io 
de  binnenlandsche  middelen  van  vervoer;  dat  er  met  yver 
wordt  voortgegaan  met  de  verbetering  der  wegen  in  het  4e 
en  5*  district  door  bestrating,  en  dat  in  Noord-Beveland 
het  voornemen  bestaat ,  ^om  vele  wegen  door  bezanding  te 
verbeteren. 


Digitized  by 


Google 


TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN.      173 

Volgens  bet  berigt  itt  Commmie  vao  Landbouw  in 
Zuid-Holland  zijn  in  Rijnland^  Det/têland,  bet  fFesi^ 
land  en  Schielartd^  de  wegen  en  vaarten  in  goeden  staat. 
In  den  Alblasserwaard  ^  Lande  van  Viauen  en  Leerdam 
verlangen  ecbter  nog  vele  binnenwegen  naar  verbetering. 
In  Voome  en  Putten  njn  de  wegen  in  eenen  allerellen- 
digsten  toestand,  soodat  de  geprojecteerde  verbetering  al- 
daar nog  niet  is  tot  sfan^  gekomen.  In  de  Betjerlandên 
wenscbte  men  «4at  de  weg  van  'Klaaswaal  tot  over  West^ 
ma^isen  amslnitende  te  Mijnaheerenland Bian  den  scbnlp- 
wegnaar  Dordrecht^  sijnde  slechts  een  tfstand  van  één  nur 
gaans,  roogt  worden  doorgetrokken  en  ook  bescbnipt  Ook 
het  departement  Oud-Beyerland  nit  den  wensch,  dat  er 
meerder  scbnlpwegen  in  verbinding  met  de  reeds  bestaande 
mogten  worden  aangelegd ,  daar  dan  eerst  de  nn  reeds  ver- 
beterde we^n  ten  volle  aan  het  doel  znllen  beantwoorden. 

Omtrent  Noord-Holland  geeft  de  Commissie  nit  dat 
gewest  het  volgende  berigt: 

In  Gooiland  is  de  toestand  der  wegen  over  de  heide 
bifzonder  slecht,  en  het  is  alleen  aan  de  najaarsziekten , 
welke  het  reizen  van  geneeskundigen  veroorzaakten,  te  dan- 
ken, dat  daarin  eenigzins  voorzien  is.  In  het  2*  district 
wordt  die  toestand  als  voldoende  opgegeven.  Te  Aals* 
meer  is  .de  Uitèrweg  aan  het  westen  van  het  dorp  gedeel- 
telijk met  puin  verhoogd ,  ten  einde  te  voorkomen  dat  die 
niet  weder  overstroomd  worde,  als  in  het  vorige  Jaar  het 
geval  is  geweest.  De  vaarten  in  die  gemeente  worden  op 
behoorlijke  diepte  onderbonden,  terwijl  de  drooge  zomer 
het  bewies  heeft  opgeleverd  van  het  belang,  om  de  gewone 
schouw  nog  tot  andere  vaarten  uit  te  strekken ,  en  hier- 
door aan  den  boezem  van  Rijnland  vrijeren  doorstroom  te 
bezorgen. 

In  het  3«.  district  zijn  de  wegen  en  vaarten  in  behoor- 
lijken staat;  de  schulpweg  tusschen  fFtjk  aan  Zee  en  de 
Beverwijk   is    thans   in  orde  en  een  groot  gerief  voor  het 


Digitized  by 


Google 


174      TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN. 

dorp;  oen  , gedeelte  Tan  den  binaenweg  in  de  Gemeente 
Heemstede  is  gehoogd ,  gepuind  en  begrind ,  hetwelk  dit 
jaar  tot  naar  Haarlem  zal  vervolgd  worden. 

In  het  4*  en  5«  district  wordt  bij  voortduring  aan  de 
verMeriog  der  wegen  gewerkt;  de  voorgenomen  acholp- 
weg  van  Alkmaar  naar  E^mond  op  den  Hoef  is  voltooid 
en  de  kosten  z^o  dajEU'van «  roet  behulp  van  subsidie  der 
Provincie,  door  de  stad  Alkmaar  gedragen.  Ook  is  de 
schnlpweg  langs  den  Hugowaardschen  djjk  tot  aan  ür- 
sem  gelegd  voor  rekening  der  Provincie,  behalve  eene 
aanzienliyke  subsidie  van  Alkmaar.  Vermoedelijk  zal  in 
1847  een  zijtak  tot  aan  de  Ueusbroekerbmg  voor  rekening 
van  Alkmaar  worden  gemaakt* 

De  Zigpe  geeft  op ,  dat  puin ,  straat  en  schulpwegen , 
het,  geheele  jaar  bruikbaar  z^o  geweest,  zoo  voor  rijtuigen 
als  voor  voetgangers ,  ook  te  Winkel  en  Nieuw  Niedorp 
i«  men  %  vooral  over  den  nieuwen  puinweg  zeer  te  vreden ; 
Barsifigerhom  klaagt  over  den  -kleiweg »  die  in  deo  zo- 
mer door  de  aangewende  kosten  redelijk,  maar  in  dca 
winter  onbruikbaar  is. 

In  den  Beemster  heeft  men  twee  proeven  genomen ,  on 
een  gedeelte  straat  in  de  klei  te  leggen,  hetwelk,  naar 
men  zich  vleit ,  geheel  aan  het  oogmerk  zal  voldoen  ,  en 
in  het  aanstaande  jaar  zal  vervdgd  worden. 

Het  Departement  Limmen  geeft  ons  over  dit  onderwerp 
het  volgende  uitvoerig  veirslag: 

Met  genoegen  kan  .gemeld  worden  dat  de  behoefte  aan 
goede  en  gemakkelyke  gemeenschap,  meer  en  meer  gevodd 
wordt ;  ni^t  alleen  toch  dat  in  dit  Departement  van  alle  zy- 
den  mede  wordt  gewerkt  om  de  wegen  te  verbeteren.  In 
de  laatste  4Aren  zijn  dien  ten  gevolge  onderscheidene  we- 
gen daargesteld ,  bedragende  eene  gezamenlijke  lengte  van 
35548  ei  waarvan  2000  el  bestraat,  33543  el  beschulpt  ea 
bepuind  is.    Hieromtrent  kan  het  volgende  geroeid  wordes. 

In.  1843  hebben  de  Gemeentebesturen  van  Nieuwe  Aïe> 


Digitized  by 


Google 


TOESTAND  vak  WEGEN  kn  VA^^BTEN.      176 

dfn*p  en  Winkel^  fik^  tot  H.  £•  G.  A.  ^eereIl  Qedepujteer* 
A^  Staten  van  Noord -Hol  land  gewend,,  mfLt  verzoek^ 
«one.  gnbiBidïe  van.  ƒ  2000  te  mogen  erlange^  tot  het  aan- 
leggen van  eonen  puin^yeg.  Door  deze  tf^gestane  en  an- 
dere gelden  9  in  staat  geteld  ,  hecift  men  de  pain  van  de 
afgebroken  kerk  te  Winh^l  aangekpcbt  en  daarvan  «enep 
weg  gemankt,  Jai^  roiin  15300  el»  beginnende  van  den  be- 
TChplpten  «eedijk  te  Win^^ly  ioopeojde  door  die  geheele 
Gemeente ,  over  den  fFinkêle^^mi^  door  Nieuwe  Niedorp 
tot  aan  de  oade  Siem^e  Jiüéhrper  mofeniogi*  De  weg 
welke  naar  gelang  van  d?n  grondslag  nit  een  of  .twee  vlakke 
)M9ikbige9  met  fijpe  puin  gedekt  en  .daarna  met  0.10  8chul«r 
f0a  oi^rtogen  beslaat.»  is.  slechts  2.00  bpreed»  Evenwel 
voldoet  deselre  geheel  am  de  beho^C^e ,  en  doet  den  wensch 
g^lHHren  worden »  dat  dezelve  weldra  tpt  het  Nieuwe  Nie- 
dorper  tferlc»i  (1200  el)  worde  voortgezet ,  en  door  het 
verbeteren  van  den  Laanerweg  (30$0  el)  in  den  Bugowaard 
.ten  alle  t|jde  de  bovengemelde  dorpen  en  de  nieuw  aange- 
legde polders,  eeoe  goede  gemeenschap  verkrgge  met  de 
lange  d|^kep^v^<^rp^nian  alzeo  met  Alkmaar. 

In  1^44  icyn  van  wege  het:  Bg^  de  jaagweg  en  de  stortgron- 
jden  bewei^ten  het  Nooj^d-Hollandsch  kanaal  tusschen  Alk- 
maar  euSckoorldam  h^Hchulft,  waaj^door  de  moeyelyke  en 
gevafurlijlf:^.  weg  door  het  dorp .  Koedijk  wordt  verorden , 
en  de  groote  maritipie  wegenpqstroate,  tusschen  ^/iimao?* 
em  het.  Niey*we  diep  thans ; geheel  is  voltooid*  Deze  weg 
Jieeft  op  eenige  plaatsen  verbreediog  en  ophooging  benevens 
verai|deriag  vgn  bruggen  enz-,,  yereischtj  en  is  hy^,  publieke 
aanneming  vpor  /  38200  bf^teed  en  op  den  18  October 
1844  voor. het  publiek. opengesteld*  Dezelve  bestaat  uit 
eene  aarden  baan,  breed fnin^rt^fis  10  el;  waaropeen schulp- 
weg  lang  8770  el  breed  4,00,  van  2  vlakke  lagen  met 
gemiddeld  0,10  schulpen  bedekt* 

In  1845  is  door  h^t  -Gem^eiitehestuur  van  Wyk  aan  zee 
eene  geldleening  .geopend,    ten  einde  den  bestaanden  weg 


Digitized  by 


Google 


176      TOESTAND  vin  WEGEiN  pn  VAARTEN. 

tastchen  de  Beverwijk  en  eerttgenoemd  dorp  tot  bet  atimd. 
door  eehen  schnlpweg  te  rerbinden.  Vooral  het  drukke 
verroer  van  schalpen,  totschen  dese  plaatsen  gaf  aanleidiDg 
tot  dese  onderneming  waarbij  het  bonwen  van  een  tolhau 
en  Gemeenteraadkamer,  en  het  beetraten  van  een  gedeehe 
van  het  dorp  Wijk  aan  Zee  werd  gevoegd.  De  w^  is 
met  deszeir*  zQtak  naar  Zee  5155  ellen  lang,  breed  4,00 
en  bestaat  nit  twee  vlakke  briklagen  met  gemiddeld  8,125 
schnipen  bedekt.  De  bestrating  in  het  dorp  Wyk  aan  Zee 
is  lang  230  el,  breed  3,00 en  moet  even  als  de  weg,  voor 
bet  dorp  als  een  groote  verbetering  beschouwd  worden. 
Het  drakke  gebruik  dat  zwaar  beladen,  en  immer  aehter 
elkander  in  hetzelfde  spoor  rijdende  sdiulpkarren  van  de- 
zen weg  maken ,  maakt  een  Irostbaar  onderhoud  noodsakelgk. 

Sedert  langen  tijd  waren  klagten  geuit  over  den  sleehtea 
staat,  van  een  gedeelte  des  wegs  tusschen  Mkmaar  en 
Hoorn  ^  en  wel  bepaaldeigk,  over  het  gededte  tusschen 
den  Huigendijk  over  Oterleek  en  Rustenbnrg  naar  Ursem. 
Dit  gedeelte  lang  8058  el ,  was  het  eenige  dat  tusschen 
genoemde  steden  in  de  laatste  Jaren  niet  verbeterd  was ; 
en  de  communicatie  met  rijtuigen  des  winters  gevaarlek 
en  soms  letterlijk  onmogelijk  maakte.  De  Provinciale  Sta- 
ten hebben  op  de  jaren  1846  en  1847  sommen  disponibel 
^steld ,  welke  met  eene  aanzienlijke  bedrage  van  het  Ste- 
delijk Betuur  te  Alkmaar j  gelegenheid  hebben  gegeven, 
de  gewenschte  verbetering  te  bewerkstelligen.  Na  met  de 
besturen  van  den  Heer^Hugotoaard  en  de  Sokermer  over 
welken  df)k  de  weg  loopt,-  gehandeld  te  hebben;  is  een 
schulpwcg  breed  3,50,  van  twee  vlakke  briklagen  ovef<- 
dekt  met  schulpen  en  kalkpuin ,  voor  de  som  van  f  33400 
besteed  en  op  den  11  October  1846  voor  het  puUiek  ge- 
opend. 

De  verbetetering  van  den  uiterst  slechten  weg  door  de 
polder  Hensbroek  y  wordt  in  ernstige  overweging  genoaieii 
zullende  daardoor  de  straatweg  van  Opmeer  en  Opdam , 


Digitized  by 


Google 


TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN.      177 

met  den  Heer  Hugtnvaaral-difk  in  verbinding  gesteld  wor- 
den. Zpodra  dit  geschied ,  heeft  het  Stedelijk  Bestuur  van 
Alkmaar  op  sich  genomen »  laatstgenoemden  dijk  tusschen 
de  Heusbroekerbrug  en  Rustenburg;  ten  koste  der  Stad 
beschulpen,  en  zal  men  sich  kunnen  verheugen ,  hetnoor- 
debjk  gedeelte  van  Noord- Holland,  met  het  zuid-wes- 
telijk gedeelte,  in  gemakkelQke  gemeenschap  gesteld  te 
zien. 

Meer  en  meer  werden  de  bezwaren ,  tegen  het  transport 
vau  de  Egmondsche  visch,  over  Limmen  en  Akersloqi 
naar  Amsitrdam  ingezien ,  en  de  visch  dien  ten  gevolge 
per  as  naar  Alkmaar ,  en  van  daar  in  vaartuigen  verder 
vervoerd. 

Het  Stedelijk  Bestuur  van  Alkmaar  ^  dezen  tak  van  han- 
del en  de  gemeenschap  van  bovengenoemd  aanzienlijk  dorp  * 
met  de  stad  willende  bevorderen,  besteedde  op  den  25  Au- 
gustus 1845  na  bekomene  magtiging,  de  verbetering  van 
den  weg  tusschen  de  Hooge  brug  over  de  ringvaart  van  het 
ügmonder  meer  nabij  Alkmaar,  en  Egmond  op  den  Hoef^ 
benevens  ket  boawen  van  een  tolgaarderswoning ,  aan ,  voor 
y2ffJ0(k  Voor  deze  som  werd  de  bestaande  weg  verbe- 
terd op  eenige  plaatsen  verbreed  ,  op  andere  bogten  wegge- 
nomen ,  -  en  daarna  over  de  lengte  van  6260  el ,  met  twee 
lagen  briJk  over  de  breedte  van  3,20  bevlakt ,  en  nader  met 
gemiddeld  0,10  dikte  schulpen  bedekt. 

Deze  verbetering,  door  het  Stedelijk  Bestuur  van  Alk- 
maar tot  stand  gebragt,  beantwoord  geheel  aan  het  doel, 
en  heeft  zoowel  voor  landbouw ,  vischhandel ,  als  aange- 
naam verkeer ,  reeds  goede  vruchten  opgeleverd. 

Eindelqk  komt  als  verbetering  van  wegen ,  de  bestrating 

van  den  weg  tusschen  Egmond  aan  den  Hoef  e^n  Egmond 

aan  Zee^   welke  weg  aansluit,  en   als   verlenging  mag 

beschouwd   worden,  van    den  reeds  opgegeven  schulpweg 

tusschen  Alkmaar  en  Egmond  aan  den  Hoef. 

12 


Digitized  by 


Google 


178      TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN. 

Over  eene  lengte  van  1235  el  heeft  men  eene  nieuwe  1 
gemaakt ,  breed  8  ellen ,  klimmende  roet  de  helling  van  on* 
geveer  100  op  1  aan  de  oostzijde,  tot  het  hoogste  pont ,  en 
dalende  aan  de  westzijde ,  weder  met  de  valling  van  on- 
geveer 200  op  1.  Het  maken  van  deze  baan,  waarin  zel& 
doorgravingen  van  14  el  diepte,  en  ophoogingen  van  3)- el, 
worden  aangetroflfen ,  heeft  gedorende  den  winter  van  I84S 
tot  1846,  aan  de  behoeftige  inwoners  van  het  zeedoip^ 
werk  verschaft;  en  heett  gelegenheid  gegeven,  den  ooden 
weg  waarin  hellingen  van  12  op  1  worden  aangetroffen ,  en 
waarvan  het  hoogste  pont  ongeveer  6,00 ,  hooger  dan  dat 
van  den  nieuwen  weg  ligt,  tijdens  de  bestrating  voordu- 
rend te  blijven  gebruiken. 

De  bestrating,  welke  in  waalmoppen,  ter  breedte  van  4,00 
'zoowel  over  den  weg ,  als  door  het  doi^  Egmand  aan  Zee 
is  geschied ,  heeft  eene  lengte  van  2000  el ,  en  is  met  bet 
nieuwe  tolhuis  voor  de  som  van  ƒ14400  aangenomen  ,  en 
op  eenige  weinige  lengte  na  voltooid. 

Hetgroote  vervoer  van  visch  niet  alleen,  maar  van  levens- 
behoeften ,  en  vooral  van  schulpen ,  hetwelk  tusschen  de 
beiden  Egmonden  bestaat ,  heeft  eene  4  el  breede  bestrattBg 
noodzakelijk  gemaakt. 

Uit  het  bovengemelde  kan  de  volgende  staat  van  verbe- 
tering, van  wegen  in  het  Departement  Idmmen  opgemaakt 
worden,  als: 

Van  Nieuwe  Niedorp  naar  fFiniel         6300  el 
»    Alkmaar  naar  SchoorUam  8770   »     3820O 

»    Beverwijk  naar  Wijk  €uin  Zee        5155   »     18400 
»     den  Huigendijk  naar  Ursem  8058   »     33400 

»    Alkmaar  naar  Egmond  op  den  Hoef  6260   »    2O700 
»     daar  naar  Egmond  aan  Zee  2000   »     14400 

Betrekkelijk  verbeteringen  en  wijzigingen  aan  kanalen 
en  vaarten ,  valt  veel  minder  dan  b(|  de  wegen  op  te  ge- 
ven ,  alleen  kan  men  noemen  de  onder  handen  zijnde  nit- 
ruiming  van  de  Zijper  doorvaartslnis. 


Digitized  by 


Google 


TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN.      179 

Nadat  voor  eènige  jaren  door  andere  meer  doelmatige  midde- 
en  dan  yroeger,  de  polder  de  Zijpe^  bij  eventuele  opzetting  van 
water  in  het  Noord-Hollandsch  Kanaal ,  tegen  overstrooming 
{•waarborgt*  is ,  heeft  het  Departement  van  Binnenlandsche 
saken  tot  de  nitraiming  van  bovengemelde  schotbalken- 
slnis  besloten.  Voor  en  aleer  men  met  de  afdamming  eH 
droogmaking  dezer  slais  konde  aanvangen,  ismen  genood- 
zaakt geweest  een  hnipkanaal  van  6,28  -f.  AP.  diepte  daar 
te  stellen,  om  de  scheepvaart  op  het  Noord-HoUandsehe 
Kanaal  niet  4e  belemmeren.  Dit  werk,  hetwelk  voor  de 
som  van  ƒ  13,900  is  aanbesteed,  was  met  1  Jannarij  1846  ge- 
reed* De  afdamming ,  welke  daarna  voor  de  som  van  ƒ  15700 
besteed  was,  werd  voltooid,  en  de  beide  landhoofden  tot 
de  diepte  van  ongeveer  5,00  -f.  AP.  afgebroken ,  toen  op  den 
8  Mei  1846  onverwachts  de  geheele  put,  niettegenstaande 
de  vele  genomen  voorzorgen,  vol  water  liep. 

Door  het  stuk  heljen  en  opvisschen  van  het  nog  overge- 
blevene hinderlijke  metselwerk,  is  men  inde  totale  oprui- 
ming geslaagd,  en  heeft  men  gegronde  hoop  dat  dit  werk 
in  den  loop  van  dezen  zomer  geheel  zal  voltooid  zijn. 

Door  deze  kostbare  werkzaamheden  zal  alzoo  aan  het 
groot  Noord-Hollandsche  kanaal  eene  groote  verbetering 
toegebragt,  en  de  sluis  opgeruimd  zijn,  die  voor  de  klei- 
ne scheepvaart  nadeelig  en  aan  het  spuijen  door  het  kanaal 
hinderlijk  was;  daarenboven  dikwijls  door  groote  schepen 
beschadigd  werd  en  schade  aan  groote  schepen  toebragt, 
en  zelfs  hg  sommige  gelegenheden  van  wind  en  stroom ,  den 
doortogC  van  groote  schepen  tijdelijk  belette. 

Door  de  indijking  van  den  Anna-Paulowna  polder  is  de  bin- 
nenlandsche scheepvaart  tot  aan  de  Ew^cksluis,  dat  is 
over  eene  lengte  van  ongeveer  5000  Ned.  el,  door  het  af- 
gesloten Oude  veer  uitgevloeid. 

Deze  vaart  zal  voor  diep  geladen  binnenschepen,  wan- 
neer de  nieuwe  polder  in  cultuur  is  gebragt,  in  het  ver- 
volg groot  gemak  opleveren,    waartoe  de  daarstelling  van 


Digitized  by 


Google 


180      TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN. 

een  jaagpad  lang  het  Oade  Veer  en  het  nu  reed«  noodza- 
kelijk uitdiepen  van  de  groote  sloot  in  de  Zijpe^  xeer  be- 
vorderlijk zullen  siJD. 

Als  zeer  wenschelfjke  verbetering  van  communicatie  kaa 
men  opgeven ,  de  daarstelling  van  een  weg  tnsschea  ÏFesl- 
%aan  en  het  Assemer  tolhek ,  waardoor  de  volkr^ke  Zaan- 
streek met  den  ^straatweg  der  1*  klasse  N».  4  zonde  in 
verband  gebragt  worden.  Naar  men  verneemt  zijn  reeds 
dodmatige  plannen  daarvan  opgemaakt,  en  wordt  er  ge- 
tracht de  noodige  gelden  tot  de  mtvoering  bijeen  te  brengen. 
De  gewone  vaartuigen  van  Alkmaar  naar  Ztzandam  en 
Nauema  bestemd,  geladen  met  kaas  of  andere  goederen, 
zQn  genoodzaakt  thans  over  het  Alkmaarder-  of  Lange 
meer,  tusschen  het  Noord-HoUandsche  kanaal  en  de  Mar- 
ker-vaart gelegen ,  te  passeren.  Dit  brengt  vooral  bij  ruw 
weder  of  stilte  groote  vertragingen  en  ongerief  te  weeg, 
en  de  regering  van  Alkmaar  was  daarom  reeds  vóór  on- 
geveer 17  jaar  bedacht  op  het  doen  graven  van  eene  vaart 
uit  het  Noord-HoUandsche  kanaal,  een  weinig  bewesten 
Wesi'Grafdijk  door  den  ITo^er-polder  naar  de  Marker- vaart 
waardoor  de  vaartuigen  van  Nauema  tot  het  Nieutue  Diep 
een  geregeld  en  doorloopend  jaagpad  zonden  verkregen. 

Dit  plan,  hetwelk  waarschijnlijk  destgds  door  gebfek 
aan  fondsen  is  uitgesteld,  is  in  het  jaar  1843  weder  ter 
sprake  gdcomen.  Deze  doorgraviog  zoude  thans  na  het 
verleggen  van  den  vlotbrug  te  tFest*Grafdijk^  en  het  ver- 
plaatsen van  den  bragwachterswoniag  minder  kostbaar  zijn 
dan  vroeger;  .waardoor  de  hoop  geboren  wordt,  dat  deze 
vaart  spoedig  door  vereenigde  krachten  van  Steddyke  en 
Gemeente-besturen,  benevens  van  de  Provincie  en  het  Rijk,  zri 
worden  tot  stand  gebragt ,  te  meer  daar  men  tevens  in  de 
gelegenheid  zoude  zijn ,  den  weg  tusschen  Knollendam  en 
Alkmaar  merkelQk  te  verkorten  en  te  verbeteren. 

Volgens  de  Provinciale  Commissie  van  Utrecht  begin- 
nen reeds   sommige  Besturen  in  te  zien ,  dat  het   van  W 


Digitized  by 


Google 


TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN.      181 

lang  is ,  wegen  aaa  te  leggen ,  welke  hel  spoedigste  tot  den 
spoorweg  leiden,  en  zij  vormen  ten  dezen  einde  dan  ook  bereids 
plannen ;  zoo  als  b.  v.  te  Baam  waar  men  eenen  weg  traclit 
aan  te  leggen^  ten  einde  tot  de  ijzerbaan  te  ^Tet^/ te  naderen. 

Volgens  de  berigten  van  de  Provinciale  Commissie 
van  Gelderland  zgn  meest  alle  wegen  in  eenen  goeden 
staat.  De  nieaw  aangelegde  grindweg  van  HcUiem  naar 
Appeldoorn  is  thans  in  eenen  zeer  goeden  staat,  en  wordt 
▼an  Zwolle  naar  Arnhem  vri|  druk  bereden.  Een  grind* 
weg  van  den  Zuiderzeeschen  straatweg ,  door  Bameveld 
en  Lunteren  naar  Ede^  is  aangevraagd  en  toegestaan. 

Met  verlangen  ziet  men  te  Wtnterswyk  en  Aallen  de 
eindelijke  vaststelling  te  gemoet  van  de  ontworpene  wegen 
naar  de  Prnisische  grenzen* 

Het  plan  voor  de  verlenging  van  het  griftkanaal  van  Ap* 
peldoom  op  Dieren^  wordt  door  de  ambtenaren  van  den 
AVaterstaat  onderzocht. 

Volgens  berigt  van  onzen  Correspondent,  den  Heer  W.C. 
H.  Staring,  is  het  plan  van  waterloozing  voor  het  Arron- 
dissement Zutpheny  waarvan  hij  ons  vroeger  berigt  gaf 
(zie  Verslag  over  1845»  bl.  126)9  thans  gereed  en  ter  per- 
se ,  ten  einde  bij  de  aanstaande  Vergadering  der  Staten  in 
overweging  te  kunnen  worden  genomen. 

Het  Lid  Correspondent»  C.  W.  A.  Geave  van  Btlandt 
TAN  Marienwurt,  dcolt  ons  het  volgende  omtrent  de  we* 
gen  en  vaarten  uit  z^jn  correspondentschap  mede : 

~  De  straatweg  van  af  Geldermalsen  tot  Culenborg  is  afge- 
werkt en  voor  het  pubUek  opengesteld,  en  er  bestaat  hoop, 
dat  dezelve  van  Geldermalsen  af  tot  den  Bosch  gemaakt 
zal  worden. 

In  het  Graafschap  Gulenborg  is  een  nieuwe  grindweg 
aangelegd»  van  dQ  stad  af  tot  aan  het  territoir  van  den 
polder  Beesl.  Het  is  te  bejammeren  dat  de  bekrompene 
.denkbeelden  van  de  ingezetenen  dezer  laatste  plaats,  de 
oorzaak  zyn ,  dat  deze  weg  op  het  territoir  van  Beesl  niet 


Digitized  by 


Google 


182      TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN, 

voortgezet  wordt ,  waamit  handel,  nQ verheid  en  landbonw 
veel  voordeel  trekkeo  souden;  vooral,  bijaldien  de  wegen 
in  den  polder  van  Rumpi  veri>eterd  werden,  waardoor  eene 
geregelde  communicatie  op  Z.  Bommel  en  op  Asperen  kondo 
daargetteld  worden.  Maar  het  polderbeatuor  van  Buw^ 
schijnt,  tegen  de  bestaande  verordeningen  aan,  geregtigd 
te  sijn,  om  sijne  wegen  in  eenen  onbruikbaren  staal  te 
laten. 

Tot  heden  toe  schQnt  het  Gouvernement  van  dit  Bijk 
sich  de  klaglen  der  ingeseteocn,  over  de  slechte  oitwate- 
ring  der  Lingej  niet  aan  te  trekken. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Over^ssel 
schijnt  meer  te  vreden  te  eQu  over  den  staat  harer  w^;eB 
en  vaarten.  Over  het  algemeen,  zegt  deze  Commissie,  ka» 
men  zich  in  de  meeste  deelen  dezer  Provincie  over  goede 
wegen  verheugen;  dezelve  worden  bij  de  veideeling  der 
woeste  gronden  behoorlijk  aangelegd,  zoodat  de  boerscb^ïs- 
wegen  meestal  aanmerkelijk  verbeterd  zijn.  Men  mag  thans 
met  eenigen  grond  de  hoop  voeden,  dat  de  geprojecteerde 
grindweg  van  Sieenwyk  naiir  Oldemarki  in  het  vidgende 
jaar  begonnen  en  voltooid  zal  worden.  Als  byzonder  be* 
langrijk  ook  voor  den  landbouw  wordt  beschouwd,  de  tha^ 
in  werking  zijnde  kunstweg  van  Almelo  op  Ooimarsum. 

De  vaarten  zijn  in  goeden  welstand;  men  beklaagt  zich 
echter,  dat  de  afwatering  der  verdeelde  Markegronden ,  b^ 
gebrek  aan  kanalen,  veel  te  wenschen  overlaat.  In  het 
zesde  district,  in  de  gemeenten  Wtjke,  Olsi  en  Diepend- 
veen  ,  die  voor  den  overloop  van  den  Soippelingsdijk  bloot 
liggen,  heeft  men  dit  jaar  zich  wederom  zeer  over  dien 
last  te  beklagen  gehad;  eene  geringe  verhooging  van  den 
Overlaatsdijk,  onlangs  bewerkstelligd,  kan  misschien  eene 
enkele  maal  het  overloopwat^  afweren ,  doch  telkens  wan- 
neer die  overlaat  werkt,  is  de  slechte  toestand  der  water- 
leidingen in  dat  district  oorzaak,  dat  het  land  veel  langer 
dan  noodig  was ,  door  het  overlaatswater  bedekt  is.   Ook 


.  Digitized  by 


Google 


TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN.      183 

de  gewone  waterafleidingen  vorderen  hier  en  daar  nog  ver- 
beteringen, vooral  in  de  gemeente  O/t/,  waar  deselve  op 
meerdere  punten  slecht  knnnen  genoemd  worden,  hetwelk 
veel  nadeel  aan  de  landi>onwer8  en  grondbezitters  toe* 
brengt. 

De  Commissie  in  Groningen  geeft  ons  ook  over  de 
wegen  en  vaarten  het  volgende  breedvoerig  verslag: 

Naar  luid  der  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in 
Groningen  worden  in  die  Provincie  alle  hoofdwegen ,  in 
volkomen  goeden  staat  gehouden  en  vbb  tyd  tot  tyd  aan* 
merkelijk  verbeterd ,  tot  groot  gerief  der  ingezetenen ,  en 
voordeel  van  den  Landbouw*  Zoo  is  de  kunstweg  van 
j^ppingadam  naar  SlocAteren  thans  geheel  gereed ,  en  vol- 
doet in  eene  belangr^ke,  daar  bestaande  behoefte;  vooral 
nu  die  weg  van  Slachieren  ook  doorgetrokken  is  naar  Noord- 
broek  j  waar  hij  in  verbinding  is  met  den  groeten  straat- 
weg van  Groningen  over  Winschoien^  naar  de  Duitsche 
grenzen.  Deze  laatste  weg  is  geheel  voltooid,  en  in  ge- 
bruik van  Groningen  tot  Winschoten ,  en  van  daar  tot  aan 
de  Duitsche  grenzen ,  met  uitzondering  van  een  klein  ge- 
deelte tusschen  Beerla  en  Nieuw  Beeria.  Het  laat  zich 
dus  aanzien,  dat  in  deze  belangrijke  Communicatie  eerlang 
geheel  zal  voorzien  zijn ,  daar  men  ook  in  Oosivrieeland 
druk  bezig  is  ,  aan  de  aarde  baan  van  Bonda  naar  IFeener 
en  de  weg  van  Weener  naar  de  Noord  ^  ook  reeds  aanbe- 
steed is  ,  zoodat  men ,  als  dit  alies  gereed  is ,  over  goede 
straatwegen  van  Groningen  tot  Oldenburg  en  verdeir  zal 
kunnen  razen. 

Van  uit  de  stad  Groningen ,  heeft  men  een  deel  puinweg 
aangelegd  naar  den  Horenschen  dijk.  Wanneer  deze  weg 
kon  worden  voortgezet ,  tot  Eelderwolder  en  verder  op 
in  Drenthe,  zoude  dit  voor  de  hier  hoogst  gebrekkige 
gemeenschap  met  Drenthe,  allezins  wenschelijk  en  voor 
de. stad  Groningen  y  als  belangrijke  marktplaats  van  vele 
voortbrengselen  van  den  Landbouw,  van  groot  gewigt  we- 


Digitized  by 


Google 


184      TOESTAND  van  WEGEN  en  VAABTEN, 

zen.    Er   zijn  nog   onderscheidene  projecten  van  wegen 
die  genoegzaam  bewijzen ,  hoezeer  de  aandacht  op  dit  ge- 
wigtig  onderwerp   gevestigd  is;  maar  waaromtrent  op  dit 
oogenbltIC)  nog  niet  genoeg  met  zekerheid  berigt  kan^  worden. 
In   den   toestand   der  groote  vaarten  en  afwateringen ,  i» 
geene  verandering  van  eenig  aanbelang  voorgevallen.    De 
waterlossing   op    het  Reitdiep  blijft  gebrekldg,  en  de  on- 
diepte  en   de   vele  bogten  van  dit  vdarwater   beletten  bet 
tot  stand  brengen ,  van  eene  geregelde  stoomboot-vaart  vao  de 
stad   Groningen  op  Londen  9  dat  voor  den  nitvoer  van  ve- 
le  voortbrengselen,  van   onzen  gewestelij  ken  Landi>onWy 
van   het  allerhoogste   gewigt  zoode  wezen.     De  aandacht 
van  het  Provinciaal  Grouvernement  blijft  wel  op  verbeterin- 
gen, in  dit  Reitdiep  gevestigd,  maar  afdoende  verandering 
gen  schijnen  niet  wel  tot  stand  te  kannen  komen ,  dan  na 
eene  volledige  afsluiting  van  het  Reitdiep  van  de  zee;  het- 
welk weder  niet  wel  l>eslist  kan  worden ,  voordat  er  over 
de  geprojecteerde  kolossale  indijking  van  de  gansche  Laa- 
werzee  en    das    van  den  geheelen  mond  van  het  Reitdiep 
een  besluit  genomen  is. 

Intnsschen  lijdt  de  geregelde  afstrooroing  van  het  water, 
vooral  bij  langdurigen  regentijd ,  hierbij  grootelijks ,  en  ir 
het  naar  ons  inzien  te  vreezen ,  dat  de  uitvoer  onzer  pro- 
ducten steeds  minder  onmiddellijk ,  en  meer  en  meer  over 
Vriesland,  en  bepaaldelijk  over  Harlingen^  zal  plaats 
hebl>en. 

Men  vraagt  alzoo  of  de  vroeger  wel  eens  geopperde 
plannen  ,  om  alle  afwateringen ,  meer  en  meer  noordoost- 
waarts  in  het  diepen ,  niet  aanslijkende  strooml>ed  van  de 
Eems  te  *  doen  plaats  hebben ,  en  het  verbreden  van  hel 
vaarwater  van  Groningen  ^  naar  Belf%yl^  ook  voor  zee- 
schepen en  het  aanleggen  van  eene  stooml>oot,  van  Belf%gl 
op  Londen ,  thans  niet  op  nieuw  alle  aandacht  zoude  ver- 
dienen? 

In  den  DoUarl  is  door  de  Maatschappij ,  tot  inpoldering 


Digitized  by 


Google 


TOESTAND  van  WEGEN  en  VAARTEN.      185 

▼an  den  Dollari ,  Nederlandsch  gedeelte ,  een  groote  dam 
gelegd  tot  slijkaanwinning ,  om  te  dienen  tot  eenen  grond- 
slag, waarop,  een  volgend  jaar,  de  indf)king  van  den 
Nienw^Reiderwolder  polder,  lal. kunnen  geschieden. 

Wanneer  die  indijking  zal  voltooid  zijn ,  en  welligt  an- 
dere gedeelten  van  den  Dollari^  daarmede  in  begrepen 
-werden  ,  kan  er  waarscbijnlijk ,  indien  de  onderscheidene 
daaïin  betrokkene  besturen  tot  eenstemmigheid  te  brengen 
waren ,  ep  eene  zeer  doeltreffende  wijze  voor  de  thans  zoo 
gebrekkige  afwatering  van  het  Westerwoldsche ,  BelHng'  . 
wolde  en  omstreken  gezorgd  worden ,  door  een  groot  wa- 
ter af  voeringskanaal  door  dien  nieuwen  polder  heen,  en 
door  de  landpunt  van  Reide ^  roede,  in  bet  daar  diepe 
stroombed  van  de  Eems y  uit  te  bvengen;  iets,  dat  voor 
dit  Gewest,  gewisselljk  eene  zeer  groote  aanwinst  zoude  zijn. 

De  waterloozing  toch,  van  dit  groot  gedeelte  onzer  Pro^ 
vincie  is ,  door  het  steeds  op  nieuw  toeslijken  van  de  ma- 
den of  buitenwaardsehe  uitmondingen ,  ^  der  zeêslaizen, 
door  welke  de  Westerwoldsche  Aa ,  haar  water  moet  ont- 
lasten ,  steeds  als  hoogst  gebrekkig  te  beschouwen. 

Onze  Correspondent  de  Heer  Billroth  te  Noordham 
vermeent ,  dat  het  voor  de  belangen  van  het  Westerkwartier 
wenschêlijk  zijn  zou ,  dat  er  een  kunstweg  aangelegd  werd 
van  Noordhorn  naar  de  Roode  Haauj  hetwelk  de  com- 
mnnwatie  met  het  Hunsego  distriet  ook  in  slechte  tijden 
zoude  bevorderen;  deze  correspondent  vreest  echter,  dat 
het  daarstellen  daarvan  nog  lang  tot  de  vrome  wenschen 
zal  blijven  behooren. 

De  Provinciale  Commissie  van  Landbouw  in  Drenthe 
heeft  nog  niet  gezien»  dat  er  gevolg  is  gegeven  aan  hare 
zoo  dikwijls  geuitte  wenschen  en  waarvan  wij  io  ons  laat- 
ste verslag  ook  gewaagden.  Het  onderzoek  van  de  plans 
over  de  spoorwegen  door,  en  de  kanalen  in  deze  Provin- 
cie schijnt  nog  niet  te  zijn  afgeloopen,  zegt  deze  Com* 
missie,  althans  zgn  de  werken  aan  de  sppor wegen  nog  niet 


Digitized  by 


Google ' 


186    TOEST.  VAN  WEG.  kn  VAART.  —  AANMERK. 

begonnen  en  de  in  het  Toorjaftr  1846  gestaakte  werkiaaiii> 
heden  aan  de  kanalen  nog  niet  weder  hervat.  Met  behuig- 
stelling  ziet  men  den  uitslag  van  dit  ondersoek  te  gemoet 
Met  den  aanleg  van  een  gedeelte  van  den  Provincialen 
weg  van  Assen  naar  de  grensen  van  de  Provincie  Crrtn 
ningen  bij  BareveU^  die  geheel  van  keigen  xal  worden 
vervaardigd  en  waarvan  de  bovenste  laag  verbrijseld  sal 
worden ,  is  men  thans  bezig.  Voor  het  overige  worden  er 
geene  belangrijke  verbeteringen  aan  wegen  tot  stand  ge- 
bragt. 

43.  AANMERKINGEN.  Door  het  Departement  Itel/i 
wordt  vermeld,  dat  de  Heer  J.  Groenewegen  te  Soeier^ 
mecTy  om  de  slakken  te  vangen^  gebruik  heeft  genaakt 
van  het  middel ,  door  den  Heer  D.  Buizb  te  Axel^  aan- 
geprezen, om  nameiyk  koolbladen  langs  de  greppels  en 
slooten  en  in  de  voren  neer  te  leggen.  Door  den  Heer 
Baron  van  Brakel  werd,  om  de  slakken  te  dooden,mee<- 
kalk  gebezigd.  Op  1  bunder  30  roeden  werden  13  mod* 
den  verzaaidy  waardoor  niet  alleen  het  koren  werd  ba* 
houden,  maar  het  gewas  ook  buitengewoon  sterk  en  goed 
van' schot  was. 

De  Heer  E.  C.  Enkiaar,  te  Zeist  ^  berigt,  dat  z^nt 
Landhuishoudkundige  School ,  nadat  dezelve  aldaar  ia  ge- 
vestigd,  eene  aanmerkelijke  uitbreiding,  zoowel  wat  het 
onderwijs  als  het  getal  leerlingen  betreft,  heeft  ondergaan. 
Het  getal  van  deze  was  tot  10  geklommen,  alle  jongelie- 
den uit  den  eersten  burgerstand,  die  zich  uit  vrije  keuze 
aan  den  Landbouw  willen  toewijden,  en  wier  ouders  óf 
reeds  aanzienlyke  grondbezitters  zijn,  &f  genoegzaam  ge- 
goed zijn ,  om  hunne  zonen  eene  bezitting  te  kunnen  ver- 
schaffen. 

De  Provinciale  Commissie  in  Gelderland  maakt  met 
zeer  veel  lof  gewag  van  de  darschmachine  met  losse  vleu- 
gels t  uitgevonden. door  den  Heer  A.  F.  van  Rtkberk  u 


Digitized  by 


Google 


AANMERKINGEN.  187 

Buren  j  welk  werktuig  niet  alleen  vele  landlieden  zich 
hebben  aangeschaft,  maar  ook  naar  het  buitenland  is  ver- 
zonden. 

De  Provinciale  Commissie  in  Overijssel  wenscht,  bij 
de  hernieuwde  mislukking  van  de  Aardappelen ,  de  aan- 
dacht te  vestigen  op  de  bruine  boonen,  als  bijzonder  ge- 
schikt om  in  dat  gemis  te  voorzien,  daar  zij  een  goed 
voedsel  zijn,  op  zandgronden  welig  tieren  en  eene  ruime 
opbrengst  opleveren. 

Door  de  Provinciale  Commissie  in  Groningen  wordt 
het  navolgende  medegedeeld: 

»Het  is  waarschijnlijk,  dat  de  in  de  laatste  tijden groo- 
tel^ks  vermeerderde  uitvoer  van  Vee  en  veleriet  andere 
producten,  eenige  wijziging  in  het  stelsel  van  Landbouw 
alhier  zal  te  weeg  brengen.  Hierdoor  zal  welligt  eenige 
vermindering  plaats  grijpen  in  de  teelt  der  Aandelgewas- 
seuy  vooral  van  het  Koolzaad  ^  in  verband  ook  met  de 
verhoogde  waarde  van  alle  levensmiddelen  en  met  het  ver- 
minderd gebruik  van  olie ,  uit  hoofde  van  de  toeneming 
der  verlichting  met  gas,  welke  wijziging  voor  het  duur- 
zaam behoud  der  vruchtbaarheid  van  den  bodem  ia  Neder'- 
land  waarschijnlijk  nuttig  zal  wezen.  De  verandering  in 
de  wetgeving  in  Engeland  kwam ,  bij  den  in  het  algemeen 
geringen  oogst  van  dit  jaar^  eenigzins  ongelegen,  maar 
zal,  zoo  wij  vertrouwen,  op  den  duur  als  eengroot  voor- 
deel vobr  dit  gewest  beschouwd  worden." 

Eindelgk  moeten  wQ  hierbij  voegen,  dat  in  zeer  vele 
rapporten  gewag  wordt  gemaakt  van  het  groot  aantal  mui- 
zen, welke  dit  jaar  op  onderscheidene  plaatsen ,  als  een 
algemeene  ramp  beschouwd  worden. 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  G  £     D. 


Anna  Paulayma-polder  in  Noord^UollancL    1846. 


De  werken  ter  daarttellio^ ran  den  Anna  Paulowna-^lder  io  Noord- 
Holland,  zijn  in  het  ibani  bijna  a%eloopen  jaar  1846  krachtdadig  Toort- 
i;czet.  In  het  verslag  dien  betrekkelijk  in  het  jaar  184^  g^gCTen,  is  de 
geschiedenis  Yan  deszelfs  eersfe  wording  eenigzins  ontwikkeld,  eo  in 
eeoige  algemeene  trekken  geschetst,   Tan  boe  Teel  omTang  deze  ooder- 


Uel  zal  dus  thans  Toldoende  zijn  te  Termelden ,  hoe  Terre  m^  daar- 
mede is  gevorderd,  en  wat  men  zich  voorstelt  in  het  aanstaande  jaar  ten 
dien  opzigte  te  Terrigten. 

In  bet  Troege  voorjaar  van  1846  werd,  onder  begunstiging  van  daar« 
TOor  zeer  geschikt  weder,  een  aanvang  gemaakt  met  de  bedijking  van 
het  oostelijk  deel  des  polders.  Uit  hoofde  Tan  de  lagere  ligging  der  Ier- 
reioen  en  de  noodsakeltiklMid  om  twee  diepe  geden,  het  Oude  Veer  en 
liet  Lotmeer,  te  digten,  wat  dit  wefk  Tan  eenen  geheel  anderen  aard, 
dan  dat  hetwelk  ter  omdyking  Tan  het  westelyk  deel,  waarvan  de  gron- 
den dagelijks  met  laag  water  droog  liepen,  in  het  vorige  jaar  was  tot 
stand  gebragt  Zeer  kostbare  zinkyierken  moesten  hierbij  plaats  hebbeo, 
terwijl*  de  dijken ,  ter  gezamentlijke  lengte  Tan  6500  ellen ,  geheel  op 
rijzen-stukken  zijn  aangelegd. 

In  den  aanvang  werd  bij  de  digting  Tan  den  mond  Tan  het  Oude  Veer, 
alwaar  over  eene  lengte  van  ongeveer  300  ellen,  eene gemiddelde  diep- 
te fan  7  ellen  onder  vdzee  werd  gepeild,  en  tot  welk  werk  ruim  ccnc 


Digitized  by 


Google 


IGSE 


>ijineii 


BDE 


MFRKIMCUÏ!]!^  - 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


ELHEm 

BTerd,  (wort  ran  het 
Maatschap 


4 
i 


i 


Digitized  by 


Google 


^ 


Digitized  by 


Google 


Bijlage  G 


I     VOORl 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  G  E  N:  189 

lonne  goiids  was  benoodigd,  van  tijd  lot  tijd  eenige  moeijelijkheid  on- 
denronden  door  bet  ongestadige  Tooijaarsweder,  doeh  later,  na  de  plaat* 
ging  der  onderste  lagen,  ging  alles  zeer  geregeld  door,  zoodat  dan  ook 
in  het  midden  van  Junij,  de  geheele  oosfpolder  door  eene  kade  van  de 
zee  was  afgesloten ,  en  in  het  laatst  van  October  de  dijken ,  op  de  bij  de 
bestekken  bepaalde  hoogte ,  waren  afgewerkt  Detelre  zijn  thans  op  de 
gewone  zeedfjks-hoogte  gebragt,  en  Toóral  op  de  het  meest  aan  den 
golfslag  blootgestelde  punten,  met  zware  steenglooijiagen  voorzien. 

De  zeeslnis  werd  ook,  zoo  spoedig  het  saisoen  zulks  toeliet,  ter  ver- 
dere voltooijing  onder  handen  genomen.  DeteWe  was  op  den  daarvoor 
bepaalden  tijd,  zijnde  1  Jdij,  tot  doorlating  van  water  geschikt,  en  is 
thans  geheel  voltooid.  De  scheepvaart  heeft  alzoo  daarbij  geene  de  min« 
ste  stoornis  ondervonden. 

De  geheele  zeewater-keering,  hebbende  eene  totale  lengte  van  13000 
ellen,  is  dus  thans  tot  stand  gebragt,  en  zonder  zeer  buitengewone  om- 
standigheden zijn  daarvoor  geene  bezwaren  te  vreezen.  Tot  dus  verre 
was  het  najaarsweder  vrij  kalm  en  zonder  noordweste  stormen,  zoodat 
ook  geene  de  minste  schade  aan  de  nieuwe  werken  is  ontstaan.  Jn  het 
aanstaande  jaar  zullen  daaraan  nog  eenige  ophoogingen  en  verzwaringen 
ten  gevolge  der  aan  nieuwe  w«rken  eigene  inklinkingen  der  gronden  moe- 
ten plaats  hebben,  waarna  men  zal  kunnen  rekenen,  dat  de  nieuwe lan* 
den  voor  bet  vervolg  een  rustig  en  zeker  bezit  zullen  uitmaken. 

Het  bestaande  westelijk  deel  des  polders  heeft  in  het  afgeloopen  jaar 
bereids  een  meer  met  deszelfs  bestemming  overeenkomend  aanzien  ver- 
kregen. In  Maart  1846  werd  publiek  aanbesteed,  het  maken  van  de 
noodige  slooten,  tot  vraterloimg  en  onderlinge  aftcheiding  der  landen 
en  wegen,  zulks  in  het  begin  van  Junij  geweest  zijnde,  koude  schei- 
ding en  toewijzing  van  de  eerst  verkochte  duizend  bunders  op  den  3  Ju- 
nij plaats  hebben,  en  werd  als  toen  gerekend,  dat  de  polder  meer  bo« 
pacold  was  geconstitueerd. 

Nadat  de  gronden  geheel  van  water  bevrijd  en  opgedroogd  waren, 
kwam  het  aan  sommige  aandeelhouders  voor^  dat  dezelve  niet  uit  dien 
zwaren  kleigrond  bestonden ,  als  men  zich  aanvankelijk  had  voorgesteld ; 
hoezeer  andere  van  oordeel  waren,  dat  de  zich  daarin  bevindende  zavel- 
deelen,  niet  van  nadeeligen  invloed  konden  zijn  op  de  vruchtbaarheid, 
maar  integendeel  gelegenheid  gaven  tot  meer  spoedige  uitTersrliing  en 
in  kuituur  brenging.  Sommige  meench  zelfs  op  grond  van  ondervinding, 
dat  daarvan  in  gewone  jaren  met  meer  zekerheid  eene  goede  opbrengst 
kan  worden  verwacht,  dan  van  de  kleigronden  van  de  zwaarste  soort, 
die  hoezeer  ook  bij  daarvoor  gunstige  jaargetijden,   dat  is  eene  juiste 


Digitized  by 


Google  j 


190  B  IJ  L  A  G  E  H 

vcrdeeliDg  ran  vodit  en  wannfe,  eeoen  buiteogewoneD  oogit  kiiDBevde 
oplevereD,  bij  eene  minderr  gelukkig  afwuMliog  Tan  weèr^geileldlieid, 
meer  am  miigwaa  bloot  slaan. 

De  Maatschappij  tot  indijking  maakte  dan  ook  geeoe  zwarigheid  om 
,  met  toodanige  koopers,  aan  welke  die  iigte  gronden  waren  to^ewezcn^ 
in  schikkingen  te  treden ,  die  thans  tot  aller  genoden  £ijn  geteraüneerd^ 
en  waarbij  werd  bepaald,  dat  die  landen  tegen  restitutie  tan  den  koop- 
prijs en  de  daarop  Terloopen  renten  ad  5*/o,  door  de  Maatschappij  Mm- 
den  worden  teruggenomen,  daar  het  buiten  allen  twijfel  is,  dat  bijeeoe 
behoorlijke  bewerking,  daartan  mime  Truohten  lijn  te  Terwaobten» 

De  bemalingtmiddelen  toot  dit  gedeelte  bestaande  uit  een  stodmw^ 
zelmolen  Tan  ongeveer  \%  paardenkrachten ,  en  eenen  windTijaefaDoleB 
yan  de  grootste  afmetingen,  waren  mede  in  het  wxMJaar  gereed,  zoodal 
de  landen  yroegtijdig  van  het  OTerfollige  water  zijn  ontlast. 

Deze  werktuigen  zijn  voortdurend  in  den  besten  staat ,  zoodat  ook  reeds 
zeer  spoedig  na  de  toewyzing  van  ieders  aandeel,  een  aanvang  met  de 
begreppding  en  verdere  gereedbrenging  ter  bebouwing  vrerd  gemaakt 
In  het  najaar  zijn  na  behoorlijke  beploeging,  door  drie  of  vier  eigena- 
ren proeven  genomen  met  de  bezaaijing  van  winterkooliaad,  xoodaC  een 
honderdtal  bunders  deze  bewerking  beeft  ondergaan.  Vooral  op  de  ligt- 
ste  grondsoorten  slaan  die  vruchten  aanvankelijk  vrij  goed,  en  laat  zich 
daarvan  bij  niet  te  ongunstige  weersgesteldheid  eenige  oogst  verwaditea. 

Ook  op  de  aan  de  Maatschappij  toebehoorende  gronden ,  b  eene  proe- 
ve omtrent  de  culhrar  genomen^  met  zomei^rst  en  haver,  heldeen 
ediler  uit  hoofde  van  de  groote  droogte,  die  vooral  na  de  late  zaaginf 
hinderlijk  was,  nog  weinig  resultaat  heeft  opgeleverd. 

Vooral  heeft  men  er  zich  er  op  toegelegd ,  om  de  krsdit  der  dgen- 
Kjke  zandgronden  te  beproeven ;  en  daardoor  de  zekerheid  verkregen  dat 
de  verwachtingen,  welke  daaromtrent  werden  geroemd  niet  overdreren 
waren. 

Koolzaad,  tarwe,  rogge  en  garst  ia  daarop  uibmmtend  ontwikkdd. 
Deze  winlenaden  bebven  veel ,  indien  de  afwisseling  Van  dooi  en  vont 
daarop  niet  nadeelig  zal  werken^  doch  in  allen  gevalle  is  hier  door  be- 
wezen dat  er  groeikracht  in  overvloed  aanvrezig  is,  om  deu  landen 
zonder  bemesting,  qioedig  in  vruchtbare  weiden,  vooral  voor  de  acha- 
penteelt  te  herscheppen. 

Zoo  spoedig  zich  daar  de  gelegenheid  voordeed,  beeft  men  bqiroefil 
putten  te  boren,  en  wel  met  een  zeer  gelukkig  gevolg.  Het  voorkomen» 
de  water  gevonden  op  eene  diepte  van  ongeveer  zes  ellen ,  onder  den 
^wonen  grondsbig,  was  terstond  voor  het  vee  getdiikt;  en  wordt  thans 


Digitized  by 


Google 


B  JJ  L  A  G  E  N.  191 

reedf  uit  twee  potten  door  de  werklieden  gebruilL  Er  heeft  zich  ook 
eene  merkwaardige  onutandtgheid  opgedaan  waardoor  de  vroege  be< 
woondheid  deter  landen  ontwijfelbaar  is  bewezen  (1). 

In  de  nabijheid  der  zeesluia  namelijk  vond  men  op  eene  diepte  van  1 
el  50  duim  onder  volzee  en  alzoo  nooit,  zelfs  niet  met  de  laagste  ebben 
droogloopende ,  sporen  eener  vroegere  veenplaa(s ,  zigtbaar  uit  regelma- 
tig gegraven  en  met  klei  vol  geloopen  slooten ,  overblijfselen  van  turfsta- 
pek,  eenige  onzamenhangende  deelea  van  steenen  huisraad,  twee  of  drie 
ingegravene ,  doch  vergane  waterlonnen  enz. ;  doch  tot  nogtoe  geene 
funderingen  van  woningen.  Echter  werd  aldaar  eene  zoetwater  geven» 
de  wel  ontdekt,  welke  bij  eene  onfgraving  bleek  voorttekomèn ,  uit 
eene  ongeveer  eene  el  beneden  den  grondslag  nog  zeer  gaaf  aanwezige 
betmast,  die  eerst  uitgehoold  en  toen  in  den  grond  gedreven  scheen.  De 
zich  in  de  opening  geplaatst  hebbende  slib  en  veen ,  door  middel  eener 
dunne  lat  verwijderd  zijnde  ,  heeft  de  wel  op  nieuw  zeer  helder  water 
opgegeven ,  waarin  lich ,  zoo  als  bij  een  scheikundig  onderzoek  is  gd>le- 
ken,  geene  voor  de  gezondheid  schadelijke  deelen  bevinden.  Alleen 
bemerkt  men  eenen  veenachtigen  smaak,  die  echter  van  tijd  tot  tijd 
vermindert.  Men  begrijpt  ligtelijk,  dat  bet  aanwezig  zijn  van  drinkwa- 
ter ,  van  zeer  veel  belang  is ,  in  deze  aan  alle  zijden  door  de  zee  om- 
ringde landen,  waar  de  aanvoer  van  de  duinzijde  zeer  moeijel^k  is; 
en  gedurende  het  werk  der  omdijking,  groole  uitgaven  heeft  gevorderd. 

Er  is  dus  vrerkehjk  thans  een  begb  met  het  bebouwen  van  dezen  nieu- 
wen polder  gemaakt. 

Hier  en  daar  beginnen  woningen  te  verrijzen,  met  name  vormt  zioh 
reeds  eene  kleine  buurt  bij  de  nieuwe  zeesluis ,  waaraan  den  Heer  Staats- 
raad Gouverneur  van  dit  gewest,  die  met  eene  Commissie  uit  Heeren 
Gedeputeerde  Staten  tweemaal  eene  naanwkeurige  inspectie  van  deze  wer- 
ken heeft  genomen,  wel  zijnen  naam  heeft  willen  schenken,  en  alioo 
de  Vtm  Ewijchs-êlms  wordt  genaamd.  Ook  in  het  midden  van  den  Polder 
bij  den  eerst  gebouwden  watermolen,  vestigen  zich  lieden,  die  er  niet 
aan  tvrijfelen  om  aldaar  in  het  vervolg  een  behooilijk  middel  van  bestaan 
te  vinden. 


(1)  Men  zal  zich  herinneren  dat  ook  de  belendende  polders ,  de  Zijpe  en 
de  Wieringenoaard ^  te  gelijk  met  de  thans  ingedijkte  landen,  volgens  hel 
algemeen  gevoelen  in  het  laatst  der  XII  eenw  werden  overstroomd.  De  Zype 
werd  op  nienw  omtrent  het  jaar  1568 ,  en  de  Wieringerwaard  m  't  begin 
der  XYÜ  eenw  ingedijkt,  zoo  als  in  het  verleden  jaar  is  vermeld,  vallenden- 
ze  landen  alle  met  de  eb  grootendeels  droog. 


Digitized  by 


Google 


192  B  IJ  L  A  G  E  N. 

Ia  den  loop  van  dit  jiar  toonde  ook  Z.  M.  de  Konrog  zijne  Lijxoode» 
re  beUngstelling   door  een    besoek  aan  den  polder  te  geyei»,  bij  weike 
gelegenheid  alles  zoo  veel  mogelijk  door  HoogttdenzelTen  werd  besigtigd 
en    waarbij  de    toestemming   werd   Terleend ,   om  bet  eent  Terrijzende 
dorp  den  Koninklijken  naam  te  geren. 

De  Maatschapp^  beeft  tbans  plannen  beraamd,  om  in  bet  aanstaande 
Yooijaar  de  meestmogelijke  ontwikkeling  aan  den  polder  te  geren.  In- 
dien hare  uitzigten  bieromtrent  worden  Yerwezenlijkt ,  zal  Tooreerat,  de 
oostelijke  polder  in  bemaling  worden  gebragt,  en  TerkaTeld  op  dezelide 
wijze  als  zulks  reeds  omtrent  het  westelijk  deel  is  geschied. 

Verder  is  het  Toomemen  om  de  deelen  der  Concessionarissen  owkiw 
Irng  te  scheiden ,  op  dat  ieder  gelegenheid  zou  hebben ,  zkh  met  ande- 
re personen  in  Terbinding  te  stellen ,  en  daardoor  alle  de  krachten  te 
Tenamelen ,  benoodigd  voor  deze  uitgebreide  landonlginning. 

Men  ziet  uit  dit  korte  verslag ,  dat  de  aangewende  pogingen  tot  bier-, 
toe  met  een  gunstig  gevolg  mogten  worden  bekroond. 

Hoogst  belangrijk  zijn  dezelve  voor  het  gebeele  land,  en  voor  dew 
Provincie  in  het  bijzonder  in  deze  lijden ,  waar  alles  doet  omzien  naw 
meer  uitgebreide  middelen  van  bestaan  der  lagere  klassen,  waartoe  de 
Landbouw  zoo  uitnemend  geschikt  is.  Veel  blijft  echter  voor  de  onder- 
nemers te  doen ,  en  belangstelling  en  medewerking  is  hun  ononibeerlöL 
Het  is  daarom  zeer  te  wenschen,  dat  de  vermogenden  in  den  lande  de 
noodzakelijkheid  vi^i  die  ondersteuning  zullen  inzien  en  hunne  kapitalen 
en  renten  verzekerd  blijvende,  zij  zich  niet  zullen  onttrekken,  wanneer 
die  hulp  wordt  ingeroepen. 

Ook  de  hooge  Regering  kan  niet  anders  dan  met  behmgatettiog  den 
vverken  gadeslaan. 

De  ondernemers  mogen  in  de  verzekering  daarvan ,  in  de  eenCe  plaats 
bunne  belooning  vinden ,  en  daardoor  worden  aangemoedigd ,  om  op 
den  ingeslagen  weg  te  blijven  voortgaan ,  waartoe  steeds  vele  zorgen  en 
moeiten  worden  gevorderd. 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  G  £    E. 


Niéuwland'  Wïeringen .    1 846. 


De  bedigking  Tan  het  Niêuwkmd  op  het  eiland  Wieringen  is  be* 
gonneii  op  den  1  Maart  Tan  dit  jaar.  Deze  werkzaamhedeii  zijn  onafge» 
broken  Toortgezet^  zoodat  reeds  op  den  1  September  de  geheele  dijk 
ToUooid  was.  De  lengte  Yan  dezdTe  is  ongeveer  4684  ellai,  hoog  2,75 
el  boven  het  peil  van  gewoon  toI  zee  met  1,50  el  knnnsbreedte  die  eene 
tonrondte  heeft  van  10  duim,  de  buitenglooijing  met  eene  valling  van 
3  op  1 .  tot  de  hoogte  van  1,35  el  boven  vol  zee,  alwaar  eene  berm 
van  4  el  breedte  is  aangebragt,  afwaterende  tot  0,60  el  boven  vol  zee, 
en  verder  met  vallingen  van  3  op  1 ,  geheel  bekleed  met  een  beslagwerk 
van  riet,  rijs  en  tuinen,  alsmede  bezoding  tot  1)90  bo?en  gewoon  vol 
zee,  welke  den  dijk  voor  afsbg  beveiligen;  op  sommige  plaatsen  is  dit 
beslagwerk,  nog  boven  het  bij  bestek  bepaalde,  hooger  opgetrokken  en 
is  men  bezig  ook  zware  steen  aan  den  toon  te  brengen. 

Het  uitbrengen  van  drie  wierboofden  bevordert  de  aanslibbing  van  het 
voorland.  De  ligging  op  het  Zuid-Ooslen  en  Zuiden  is  zeer  gunstig,  ver- 
mits het  water  steeds  laag  is,  wanneer  de  wind  pal  op  den  dijk  staat 
en  de  bedijking  door  het  eiland  voor  de  meest  heerschende  en  gevaar- 
lijkste winden  is  beveiligd. 

De  molen  is  mede  geheel  af,  voldoet  zeer  en  heeft  den  polder  volko- 
men in  bedwang,  waarover  men  kan  oordeelen  vermits  alle  slooten  en 
greppels  reeds  gemaakt  zijn;  de  molensloot  en  andere  hoofdslooten  heb- 
ben 1,50  el   diepte  bij  8,10  el  breedte.    De  kavelslooten  hebben  de 

13 


Digitized  by 


Google 


194  B  IJ  L  A  G  E  N. 

breedte  Tan  21.  en  3  ellen  bij  1,30  el  diepte  terwijl  de  schettlootca  ei 
greppels  Tan  doelmaüge  capaciteit  zijn. 

De  molen  brengt  het  Tvater  in  het  ringkanaal ,  Tan  Traar  bet  in  lee 
kan  uitstroomen  door  eene  dubbelde  slub ,  Toor  het  water  Tan  den  polder 
en  dat  Tan  de  polder  Tan  den  Siroe. 

De  grond  beantwoordt  Tolkomen  aan  de  Terrrachting;- op  eenige  bol- 
ders na  it  alles  beste  klei  Tan  1  k  2 'ellen  diepte,  op  den  borengroid 
op  sommige  plaatsen  een  weinig  zaTelig,  uitnemend  geschikt  tot  bouw- 
land, en  niet  minder  in  hoedanigheid  dan  de  waard-*  en  groetgrondes. 
Reeds  zijn  100  bunders  Terpacht  aan  inwoners  Tan  het  eiland  en  wel 
k  ƒ72,60  en  ƒ70  per  bunder  'sjaars,  Toor  een  tijd  Tan  15  jaren.  Het 
polder-reglement  is  ontworpen  en  aan  het  oordeel  Tan  Gedeputeerde  Sta- 
ten onderworpen ,  zoodat  men  zich  Tieijen  mag  dat  de  sanctie  daarop 
spoedig  door  Z.  M.  den  Koning  zal  worden  Terleend. 

Deze  bedijking  heeft  gekost  ƒ  300.000;  de  leening  is  te  il^MemiMi  ten 
kantore  Tan  den  Notaris  J.  M.  A.  CiziDX,  gesloten.  De  inhoud  des  pol- 
ders is,  met  inbegrip  Tan  den  dijk,  ruim  472  bunders  groo^i  bene?» 
100  ellen  Toorland. 

Men  mag  het  als  eene  weldaad  Toor  het  welTarende  diand  heicboii- 
wen,  dat  hetzelTe  door  zoo  Teel  uitnemend  bouwland  Tverdt  TenipiL 
Eene  toenemende  beTolking  Tereischt  meer  en  meer  uitbreiding  fat 
grond,  en  deze  bedijking  Toorziet  dus  geheel  ia  de  behoefte  der  ia^ 
zeteneu,  grootendeels  kndbouTrende  personen. 

De  TTerkeb  zijn  bestuurd  door  den  Ingtnienr  Tan  den  wnlerstaat,  Jkr. 
J.  Ortt,  en  uitgeroerd  door.de  aannemers  TiH  HAirTEK,  Pun  ea 
ScHAiM,  onder  het  onmiddeUifk  ofttigt  nm  dco  Heer  P.  tak  bu  Stiu* 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  G  £     F. 


f^erslag  aangaande  de  Groei  en  Waardgronden 
(zie  Deel  W,  U.  Avk ,  LJz.  140.) 


iAn  een  hittorifeb  oarerzigt  Tan  deze  indijkfaig  ai»  de  lezer»  van  Iwt 
TijdickrHt  t«  ^eren,  Is  liel  noodig  te  fvrmelden ,  dat  de  Heeren  C  J. 
L»  PORmiV,  toen  wonende  \»  Betferwijb^  thaca  lid  yan  bet  Departc^ 
ment^  en  H*  Kmsues  ,  te  Winkel^  in  het  jaar  1841  het  plan  vormden 
>oai  öencessie  aan  Ie  vrag^  lot  deae  indijking,  van  een  1600  (al  blinden 
«aawië ,  genaamd  de  Waard-  en  Groefgronden ,  liggende  buitendijkt  in 
-de  Zuiderzee,  aan  de  ooatkutt  van  Noord- Hol  land,  tnssehen  de 
nietiwe  akiis  onder  de  Gemeente  Wieringervfoanrd  ^  tot  even  beöoaten 
de  lüiwateringsluis  van  bei  Oeeatener  ambacht  onder  de  Gemeente  Boog^ 
woud, 

Iladat  de  gronden  in  bet  jaar  1843  ^  van  het  domein  waren  aange* 
koeht ,  de  oonceMie  tot  derïelver  hidijking  was  bekomen  en  de  vereiacb- 
ie  overeenkomaten  met  de  v«richillende  besturen ,  en  daar  langs  gelegen 
"poldei^  en  gemeenten,  voornamelijk  omtrent  de  uidozing  van  bet  water, 
uil  drie  shiizen,  waren  getroffen,  werd  er  in  den  loop  van  dit  jaar,  bij 
notariële  acte,  in  den  vorm  van  een  bargerlrjk  zedelijk  ligchaam  eene 
maat>cbaf>pi}  opgerigt^  onder  bet  bestuur  van  den  Heer  E.  T.  ScslLTnreA 
.van  WiiUêrberg^  ibr.  Mr.  VL  HotTfFT  van  VHsen^  Mr.  A.  J.  C.  Maïs 
^Giftsmiifl»  vao  Zuid^Seharwoude ,  C.  J.  L.  PoRTHAN  en  H.  KooHBif , 
vjnde  de  vier  eerstgenoemden  leden  van  fcet  Departement. 


Digitized  by 


Google 


196  B  IJ  L  A  G  E  N. 

In  de  maand  Februari)  1844  bad  de  openbare  besteding  ▼•■  alle 
werken  plaats ,  doch  alras  ontwaarden  de  aannemers ,  dat  de  werken 
voor  ben  Tan  te  grooten  omyang  waren ,  en  hmine  finantiele  krachten  te 
boven  gingen ,  waarom  zij,  na  reeds  vele  materialen  aangeroerd,  en  ar- 
beidsloonen  uitbetaald  te  hebben ,  het  werk  in  de  maand  Mei  geheel 
opgaven ,  zoodat  het  bestuur  er  toe  overging  om,  met  andere  aanaemcrs 
eene  overeenkomst  aan  te  gaan ,  omtrent  het  leggen  van  -«enen  Kadgk 
tot  afsluiting  der  gronden  van  de  zee.  Twee  Yijzehoolens  Tan  de  groot- 
ste soort,  werden  vervoilgens  aanbesteed,  eil  bet  werk  ging meCTereisdb- 
ten  spoed  voort,  tot  dat  eenen  buitengewoon  hoogen  vloed,  den  19  An- 
gustus  eene  belangrijke  schade  aanrigtte;  desniettegenstaande  werd  de 
Kadijk  in  de  maand  November  van  dat  jaar  behoorlijk  opgeleverd.  Ifen 
ging  zoodra  mogelijk  tot  hft  graven  van  slooten  over;  en  trachtte  door 
zes  kleine  watermolens  in  den  winter  van  1844  —  1845  het  land  in  den 
polder,  de  Waard  genaamd,  voortdurend  boven  water  te  honden.  Ge- 
durende dien  winter  leed  de  dijk  gelukkig  weinig  nadeel ,  en  is  DMn 
zelfs,  in  weerwil  van  de  harde  en  langdurige  vorst,  mei  het  tiool* 
werk  kunnen  voortgaan ,  waardoor  de  polder  reeds  dadelijk  in  kareb  van 
20  bunders  is  kunnen  worden  verdeeld. 

In  het  jaar  1845  is  de  dijk  aanmerkelijk  verzwaard,  de groote zeeshns 
ea  de  molens  zijn  ^RoUooid,  degeheele  polder  van  greppels,  op  vier  eDen 
afftand  van  eOtander,  voorzien,  en  heeft  men  b^omen  proeven  te  ne- 
men voor  de  bebouvring,  gelijk  zuHcs  vroeger,  (zie  deel  XI ,  ter  aai^e- 
haalde  '  plaatse)  reeds  is  medegedeeld ;  doch  weinig  had  men  tijdeM  die 
médedeeliDg  vermoed,  dat  de  Maatachappq  tot  indijking  nog  sleedt  met 
rampen,  en  wel  van  zeer. gewigtigen  aard,  zouden  te  kampen  hebbe». 
.  De  'storm  namelijk  van  den  11  op  den  15  December  1845  bragt  aan> 
aienl^ke  .schade  te  we^,  aan  de  kruin  en  het' buiten  beloop  van  dfen 
verS^h  opgeworpen  dijk ;  ruim  vier  kubieke  elfen,  gronds  per  strekkende 
cl  werden  weggeslagen ;  gelukkig  echter  bleek  de  grondslag  van  den  d^ 
.dengdelijk  te  nön  gevestigd,  en  iMrden  daardoor  doorbraken  vooikamen. 
Mei  groote  moeiiei  en  Idosten,  weerden  de  gaten  nog  gedm-ende  den  win- 
f  ter  gedigft  en  befelooi  meneen^n  regel  paalwerk,  langs  een  groot  geded- 
.10  van  den  dijk<  asn  te'. brengen,  ten  einde  den  polder  tegen,  verdere 
stormen  Ie  vrape^en;  • 

HoeyeKjk  w^ts  iètusschen,  na  noo  vele  rampen,  de  toestand  der  Mam- 
MJNkppy ;  nxfn  .had  tieh  veoigestdd  dat  de  dijk  zonder  ateei^iooiiing  te 
honden  .zou '  zijir, .  maar  het  ynorgevalleilè  deed  het  tegendeel  yrceun. 
Hen  b«lgot  echter  om  het  'nu  eens  zoo  aanmerkelijk  getbrderde  weili  geheel 
ten    einde   te  brengen,  én  dnartoe  op  nieutr  fondsen  U  negolieren,  ter 


Digitized  by 


Google 


BIJLAGEN.  197 

fomma  van  ƒ  460,000;  deto  gelden  werdeo  grooteadeeb  door  de  ledep 
ingetchreren.  Mogen  d^n  de  winsten  niet  zeer  aaaxienlijk  zijn ,  ajgemeen 
blijft  BMi  tan  oordeel  dat,  Yoor  de  uitgeschoten  gelden,  de  waarde 
^ruim  aanwezig  zijn  zal. 

Na  de  regeling  der  geldmiddelen  ging  men  OTer  om  den  dijk ,  ruim 
10,000  ellen  langf  >  te  verzwaren  eo  bijna  over  ^eszeUs  gefaeele  lengte , 
Tan  eene  steenglooijing ,  ter  boogte  van  2,50  el,  boven  vol  zee,  te  voor- 
zien, waaraan  gedurende  den  gunstigen  zomer  van  1846  onafgebroken  'm 
Toortgewerkt ,  met  het  gelukkig.  geVolg  dat  over  meer  dan  de  halve  leng- 
te,  de  steeoglooijing  thans  is  voltooid ,  en  dat  er  op  het  ander  gedeelte 
nog  eene  betangrijke  hoeveelheid  steenen  is  aangebragt ,  ter  plaatsing  in 
den  volgenden  lOmer ,  wanneer  men  alzoo  hoopt  de  laatste  hand  aan  het 
geheele  werk   dezer  gewigtige  en  nuttige  onderneming  te  zullen  kunnen 


De  g^ieele  polder  zal  alsdan ,  behalve  den  grond  voor  dijken ,  kaden 
en  wegen,  en  de  oppervkikle  voor  wateringen  ruim  1877  bunders  uil- 
nemenden  kleigrond  opleveren  ,  vrij  gelijk  op  60  Ned.  duimen  onder  vol 
zee  gelegen,  verdeeld  in  twee  polders,  de  IFdard  en  de  Groei ,  afger 
scheiden  door  het  Koïhamêrdiep  ^  hetwelk ,  met  het  dijkskanaal  van  den 
Waaitddijh  en  uitwateringen  dier  Sohager-  en  Niedorper^Keggen  ^  Ie 
zamen  den  boezem  van  den  polder  uitmaakt,  waarop,  door  een  vijzehno- 
le^  in  .eiken  polder  het  water  Wordt  uitgemalen,  dat  dan  verder  door 
de  groole  shiis  gemeensdiap  heefl  met  de  Zuiderzee*  Geheel  afgeschei- 
den Tan  dezen  waterstand  ia  den  polder,  heeft  de  Maatschappij  iich  ver- 
bonden om  de  uitloziag  van  het  water  van  den  Praaksmaaisboezem,  ^aor 
de  Geestener  ambachtsluis  langs  het  dijkskanaal  van  AtnCtroei  toe  te 
laten  én  van  eene  mtwoterende  sluis  Ie  voorzien. 

Sedert  den  zomer  van  1845  kan  men  de  gronden  van  den  fFoard^ 
en  bet  voorjaar  van  1846 ,  zelfs  de  laagste  gronden  van  den  Gró^t^  als 
in  voldoenden  staat  van  bemalingverkeerende,  beschouwen,  zijnde  steeds 
naarmate  de  weekheid  van  den  bodem  dit  toeliet ,  de  toegangen  tot  de 
molens  en  slooten  uitgediept  en  de  molentogten ,  ter  breedte  van  8  en  9^ 
ellen  en  diepte  van  1,50  el  onder  het  maaiveld ,  de  kavel  en  andere 
slooten,  ter  breedte  van  S^  en  3  ellen  op  1,20  el,  aangelegd. 

Dat  echter  de  proeven  ter  bebouwing  nog  weinig  gunstige  uitkomsten 
hebben  opgeleverd,  is  niet  te  verwonderen.  Deze  gronden  toch,  nog 
loo  kort  geleden  slechts  van  onder  het  zeewater ,  aan  de  lueht  hlooige- 
gesteld,  konden  geenszins  gelijk  worden  gesteld  met  dezulke,  welke 
reeds  iedert  jaren  waren  begroeid;  ofschoon  wel  eenigcrmate  boven  de 
gewone  ebben  gelegen ,  werd  het  water  door  èenen  sclielprand  of  bank 


Digitized  by 


Google 


108  B  U  L  A  G  E  R. 

belet ,  on  ftMeben  de  €m$e  xwimien^  vttór  dat  de  fJoed  weder  «p- 
kwam,  8«^l  «f  ^  loopeo;  xoodat  dezelve  nimaier  geheel  Ytm  wüer 
bevrijd  waren.  Zaoiengesteld  uit  de  Igesle  aaogetUbde  kleidedea,  wa- 
ren zij  over  het  geheel  met  sêewier  begroeid ,  hetwelk  ook  van  elden 
daarheen  dreef  en  jaariijka  verrotte ,  waardoor  ongetwöMd  de 
ring  voor  de  vruchtbaarheid  der  gronden  xeer  werd  venterkt. 
I»  het  wier  alrmeatstof  bekend ,  wmaroverender anderen  Dr.  R.  Wnntmrr 
kt  z^ne  aanteekeniogen  op  het  vrerk  van  P.  Amvm,  nalourkioidige  ge* 
tcMedeoia  v^  de  kuilen  der  Noordcee,  Ux.  305*,  breedvoerig  handck. 
Ter  diq>(e  van  één  el ,  treft  men  voorts  gemeenlijk  eeoe  dnnne  Uag  tUr- 
r%0  of  ree»  aan ,  (welke  in^gelijka  fin  den  Wieringerwmard  wordt  ge- 
vonden, en  waaraan  men  voor  een  deel  de  uilftekeade  vmdMbaaHieid 
van  dien  polder  toetehryil),  veel  overeenkemit  hebbende  met  losse  lange 
turf  en  ook  van  soortgelijke  kleur ,  onder  welke  laag  weder  tot  eene  aan- 
tienlqke  dieple  eeie  stevige  klei  wordt  gevonden.  Deze  lan^  dmrriê 
Kgt  waarselnjoUjk  ter  hoogte,  waar  tot  hi  de  18*  eenw  de  begane  grond 
aanvrezig  was,  hetwelk  n  af  te  leiden  uit  stokken  ehenhoot,  wieenige 
doodsbeeoderen  en  uit  de  overblijfselen  van  eenen  Romdnschen  ranor  of 
we^,  Waarvan  de  beschrijving  is  te  vinden  b^  Mr.  R.  PaiobaBI»  in 
lijne  oudheid-  en  natuurkundige  verhandeling,  te  Leyde»  1776  peg. 
l«i— 199. 

Overigens  is  het  niet  onbelangr^  deze  grondslagen  te  vcrgehpcen  met 
de  boringen,  welke  in  het  jaar  1772  geschied  it}n,  toen  men  ook  een 
plan  tot  indring  had  gevormd;  uit  welke  vei^Q^ng  kan  blaken  dat 
er  sedert  dien  tijd  eene  aanaienlöke  verfaooging  door  slibber  of  Ueibe- 
ainkselen  heeft  plaats  gehad. 

De  grond  in  dra  Woord  is  meer  van  genscngde  Ud  of  lavdgrond, 
dan  de  Qraet^  vraar  de  bodem  uit  zuivere  leeklei  van  blaauw-  graanw- 
eohtige  kleur  bestaat ,  vermengd  met  vele  tttt  kleine  scfaeif^,  de 
meeste  overecnkooMt  hebbende  met  de  DoUart  Ud  (zie  AciMiSimAinni 
in  ^e  natuurlijke  historie  der  Provincie  Groningen,  deel  i,  sluk  i, 
bh.  182  en  het  bijvoegsel ,  blz.  820,  ook  de  besehniving  der  aoo  scfcoe> 
ne  geologische  kaart  dier  Provinde,  1889  door  dcnzdfden  schriiver,) 
de  sbeenutncKbodem  van  Ooetvriesitmd  (vergel^  het  scheiknndig  on- 
derzoek van  Dr.  E.  H.  ton  Bidhaaijsr  over  de  Wamd^  en  Grêeignm' 
4^, met  de  analijse  voorkomende  in  die  Badenkuude  oonCijiiSmv- 
«U,  Leipspig  1844  pag.  530),  de  sHk  in  bet  IJ  en  de  beste  kldgron> 
den  in  den  WitHugerwamrd  en  den  Purmer. 

De  rivierklei  daarentegen  is  meer  geel  van  klenr ,  en  met  leem  en 
okerdcelen   vermengd,  dan  de  lOeklei  in  Noord -Holland}  over  de 


Digitized  by 


Google 


B  U  L  A  G  £  N.  199 

Truchtbaarheid  Tan  deze,  zou  men  kunnen  naslaan  J*  Li  Faakcq  yah 
B£BKHUJ  I^ai>  Bist,  Tan  Bolland  II,  deel  blz.  34  en  35  UlLlEMS^ 
Handb.  v.  Vaderl  huishcudbunde  blz.  190  en  400. 

Ofachoon  nu ,  Tolgens  AR£K08  ,  NaUgesehied,  van  de  kusten  der  Noords 
ee€ ,  blz.  327  en  319 ,  het  water  in  de  Zuiderzee  een  derde  mipder 
zoutdeelen  beTat,  dan  bet  Noordzeewater  en  betzelre  ter  hoogte  van  den 
polder ,  Teel  Tan  detzelis  brakheid  door  de  uitwatering  Tan  de  in  de 
nabijheid  liggende  sluizen  en  Tooral  door  het,  sedert  de  afsluiting  op 
deozelTen  gevallen  regenwater ,  zal  hebben  Terloren ,  zoo  was  hat  toch 
Tvel  te  Termoeden  dat  eene  te  groote  hoeTeeiheid  zoutdeelen  in  het  jaar 
1845  de  TerroUing  in  den  zoo  Tersch  uit  zee  Terrezen  grond  zoude  heb- 
ben tegengehouden ,  en  de  groeikracht  der  planten  schier  geheel  zoude 
bebben  belemmerd.  Het  was  dan  ook  een  bedrocrend  gezigt  in  het 
midden  des  zomers  Tan  dat  jaar,  te  naauwemood  eene  enkele  plant^ 
bier  en  daar  in  den  polder  te  bespeuren,  terwijl  de  grond  geheel  met 
eene  korst  Tan  gedroogd  wier  was  bedekt. 

Van  de  bebouwing  der  gronden  kunnen  over  het  geheel  nog  geeoe 
beslissende  uilkomsten  worden  medegedeeld ,  uit  hoofde  Tan  het  groot 
▼erschil  Tan  meening  tusscben  de  leden  der  Maatschappij,  omtrent  de 
YT^iic  waarop  de  landen  moeten  worden  behandeld  om  spoedig  tot  Trucht- 
geTende  gronden  te  worden  gebragt. 

Het  gevolg  bienran  was,  dat  Telen,  uitgaande  Tan  bet  beginsel  da( 
de  landen,  door  onaangeroerd,  ie  blijven  liggen  tot  dat  daarop,  evenals 
op  de  schorren  in  Groningen  en  Zeeland  zich  in  voldoende  hoe- 
Teeiheid het  kvveldergras  vertoonde,  het  ^)oedig8t  Toor  de  kultuur  ge* 
schikt  zouden  worden,  aan  de  ben  te  beurt  geTallen  gronden  niets  an- 
ders bebben  gedaan,  dan  dezelve  Ie  Toorzien,  Tan  vele  en  diepe 
greppels. 

Anderen  daarentegen  ^aannemende  dat  de  boTengrond  alleen  Toldoende 
groeikracht  zou  bezitten  om  Truchlen  Toort  te  brengen,  hebben  hunne 
landen  doen  omploegen,  doch  zoo  dun,  dat  het  gezaaide  geenen  toU 
doenden  wortel  heeft  kunnen  schieten,  en  de  planten  bij  de  eerste 
droogte  zijn  Terlept  en  gestorTen  of  blijven  üreiuvn,  zonder  nageooeg 
eenige  vmcht  op  te  leveren. 

Benige  weinigen  waren  Tan  oordeel,  dat  zoodra  de  grond  slechts  ge» 
Doegzaam  Tan  zoutdeelen  ontlast  was,  hij  reeds  daddijk  TOor  de  bebou* 
wiog  zou  geschikt  zijn,  —  dat  daartoe  de  gronden  behoorlijk  moesten 
worden  lofigemaakt  en  doorgewerkt,  ten  einde  de  regen  den  grond  zou 
kunnen  Terverschen  en  do  lucht  de  groeikracht  ontwikkelde.  Hiervan 
uitgaande  hebben  dezen  dan  ook    hunne   landen,  of  een  gedeelte  dcr- 


Digitized  by 


Google 


200  B  IJ  L  A  G  E  N. 

zelve,  Toor  zoo  Teel  de  gronden  droog  en  vast  genoeg  waren  om  met 
paarden  te  kunnen  worden  betreden,  doen  ploegen,  en  de  meer  wccke 
door  menseben  met  de  spade  doen  omspitten,  en  alzoo  in  deo  geest  tmi 
bunne  stelling,  dezelve  aan  de  Trije  werking  Yan  regen,  Torst  en  dea 
kracbtigen  invloed  der  lucfat  blootgesteld.  Zij  geren  op  dat  de  oitkomsl 
bunne  rerwacblingen  niet  beeft  te  leitr  gesteld,  boezeer  de  Trodilen  de 
aangewende  kosten  niet  bebben  vergoed,  boofdzakelijk  ten  gevolge  ▼■■ 
bet  door  de  buitengewone  droogte  mislukken  der  zomerbeboawing,  zoo 
is  tocb,  niettegenstaande  onder  bet  bezaaide  grondéh  werden  gevonden , 
welke  toen  slecbts  3  è  4  maanden  van  zout  water  waren  ontlast,  door 
ben,  de  een  meer,  een  ander  minder,  winterhoolsaad,  avetlaaad 
tarwe  en  gnrst  geteeld,  en  zou  eene  kleine  proeve  met  rogge  mede 
aan  bet  doel  bebben  beantwoord  ware  bet  niet  dat  daarin  zicb  ofik  de 
bekende  ziekte  bad  geopenbaard.  De  geteelde  zaden  bebben,  niettegen- 
staande de  planten  door  de  zware  bitte  en  sterke  droogte  te  vroeg  zgn 
gestorven,  eene  vrij  goede  korrel  opgeleverd  en  ronden  grage  Loopcrs. 
Be  tarwe  weegt  71  &  72  If.  ^  per  mnd,  geeft  een  bij  uitstek  zeer 
na  aan  dat  der  poolsche  tarwe  komend  meel,  docb  is  eenigzins  rondb- 
tig  van  kleur.  Nog  in  de  maand  Haart  1846  zijn  Tele  plantjes  keel 
aaad  van  de  winterzaaijing  in  1845  te  voorscbijn  gekomen,  welke  goede 
vmcbten  opleverden.  De  monsters  van  een  en  ander  waren  ter  tafel  in 
de  algemeene  vergadering  der  Nederl.  Maats,  ter  bevorder,  r.  N^erfaeid 
Tan  1846.  Zoo  beeft  kavel  1 ,  tacbtig  mudden  koolzaad  en  acbt  mud* 
den  tarwe  opgebragt  en  is  dezelve  dadelijk  weder  met  koolzaad  en 
taiwe  bezaaid  geworden.  Voorts  is  er  van  de  kaveU  2,  8,  9,  14,  18, 
19,  29,  80,  81  en  36  eenig  koolzaad^  aveelsaad^  tarwe j  rogge  ci 
Yooril  garst  van  voldoende  boedanig^eid  gewonnen. 

De  zomerbeteeliog,  waartoe  de  voorstanders  eener  dadelijke  bebou- 
wing bunne  landen  mede  badden  voorbereid,  is,  met  geringe  dlzoade- 
riug,  door  de  vroeg  ingevallen  en  aanboudende  buitengewone  droogte 
ran  den  zomer  van  1846,  geheel  mislukt,  zoo  ook  eenige  kleine  proe- 
ven met  meekrap^  erwten^  paardenhoonen  en  turksche  tarwe \  al^ 
leen  is  er  ran  de  haver  en  de  garst  iets  opgekomen,  waarvan  bet 
stroo  zeer  kort  en  bet  beschot  gering  was.  Bij  de  paardenboenem  ea 
turksche  tarwe  beeft  men  opgemerkt,  dat  zOo  lang  de  wortel  van  de 
plant  voortwerkte  in  den  losgemaakten  en  doorwerkten  grond,  dezelve 
vrij  goed  groeiden;  docb  dat,  zoodra  de  penworCel  doordrong  in  den 
niet  losgemaakten  en  dus  onbereiden  ondergrond,  de  plant  verwelkte, 
en  boezeer  dezelve  meestal  niet  dadelijk  stierf,  was  daarbij  dan  verder 
geen   noemenswaardige  vooruitgang  te  bespeuren  -,  bij  bet  uitnemen  der 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  G  £  N.  201 

plaot  bleek  steecU,  4al  de  penwortel,  voor  zoo  ver  hij  in  den  onder--' 
grond  was  doorgedrongen,  was  vervuiird. 

Thans  zijn  in  den  polder  ongeveer  600  bunders  met  koolzaad^  tar^ 
we^  rogge  en  garst  bezaaid,  al  hetwelk  vóór  het  invallen  van  de  vorst 
zeer  welig  stond;  daar  evenwel  het  gezaaide  koolzaad  eerst,  ten  gevolge 
der  sterke  droogte,  in  het  laatst  van  September  en  het  begin  van  Oo- 
tober  is  opgekomen,  was  dit  toen  nog  zeer  jong,  en  is  het  derhalve 
twijfelachtig  of  hetzelve  het  afwisselend  winterweder  kan  doorstaan,  en 
of  daarvan  niet  veel  zal  wegvallen. 

In  het  aanleggen  der  ploegakkers  voor  het  winterzaad  was  veel  ver- 
scheidenheid;  sommige  landbouwers  verkozen  lange,  smalle,  andere 
weder  meer  breede  stukken;  er  waren  aLkers  van  slechts  tien  el- 
len breed  en  eenigzins  tonrond  opgewerkt;  anderen  weder  werden  ter 
breedte  van  20  of  30  ellen  aangelegd  en  met  diepe  greppels  afgeschei- 
den. Meestal  heeft  men  zeer  weinig  diep  laten  ploegen  en  vooraf  dea 
grond  laten  omhaken;  sommigen  waren  reeds  vroeg  gereed  om  het 
winterzaad  in  den  grond  te  kunnen  brengen,  doch  de  gemelde  droogte 
l)elette  de  ontkieming  ten  eenenmale. 

In  den  nazomer  is  de  grond  schier  overal,  waar  dit  niet  door  ploe- 
gen, eggen  of  omhaken  werd  belet,  met  zeehoraal^  melde  en  zeeae^ 
ters  begroeid;  hier  en  daar  merkte  men  eeux^ graeplanten^  paarden» 
bloemen  en  muurplantjes  op. 

Ook  weder  in  dit  jaar  zijn  er  eenige  woningen  in  den  polder  ge- 
bouwd en  begint  alles  meer  het  aanzien  te  verkrijgen  van  voltooid 
te  zijn. 

Moge  dit  een  en  ander  thans  voldoende  zijn ,  om  velen  eenigzins  be- 
kend te  maken  met  eene  onderneming,  evenzeer  belangrijk  op  haar  zelve 
als  om  de  navolging  welke  zij  bereids  heeft  gevonden.  De  tot  dusverre 
bekomen  uitkomsten  mogen  dan  voor  de  ondernemers  nog  niet  die  voor- 
deelen  hebben  opgeleverd,  waarop  men  meende  te  kunnen  rekenen;  de 
genomen  proeven  hebben  het  bewijs  geleverd,  dat  de  grond  over  bet 
algemeen  bestaat  in  eene  bij  uitstek  fijne  en  vruchtbare  teelaarde,  alle- 
zios  geschikt  tot  het  voortbrengen  van  alle  in  dezen  omstreek  geteeld 
wordende  gewassen,  en  men  derhalve  thans  met  grond  de  hoop  mag 
voeden,  dat  deze  indr^ing,  onder  zoovele  méeijelijkheden  en  weder- 
waardigheden tot  stand  gebragt  en  behouden,  binnen  weinige  jaren  rijke 
vruchten  zal  opleveren,  en  alsdan  eene  niet  Dnbelangrijke  aanwinst  voor 
de  vaderkuidsche  nyverkeid  zal  worden. 


Digitized  by 


Google 


B  IJ  L  A  G  E     G. 


Omdijking  van  den  EemHtiigf'pQÜihr  ^  kei 
eiland  TexeL 


Deze  polder  Rgt  ten  noo^OQftea.  \jm.  lifil  Jo^Un^.  th^omdijfii^J* 
in  1846  aangevangen  medio  Mei  en  YoUooid  in  November.  De  dijk  ii 
aangelegd  op  eene  boogte  van  3  el  boven  gewoon  toI  zee ,  Ier  breedte 
▼an  een  et  op  de  kruin  mei  een  talud  van  4,  3^  en  3  op  1  huittM^ 
en  binnen  van  2  op  1.  De  ingedijkte  gronden  hebben  eene  opperflaitt 
▼an  240  bundert;  daarvan  zijn  in  den  verleden  zomer  80  boodert  ge- 
ploegd en  voor  de  helft  tweemaal  met  koolzaad  bezaaid ,  zonder  ereo- 
wel  eenf g  rendement  te  hebben  gegeven ,  alzoo  van  dit  zaad  niets  k 
opgekomen.  Dien  ten  gevolge  heeft  men  daarvan  slecbta  10  buoden  oet 
'wintergar^  bezaaid,  bij  wijze  van  proeve,  en  zal  men  met  de  beboa^ 
\i1ng  der  overige  gronden  wachten  tot  hei  aanstaande  voorjaar. 


DRUKFOUTE  H. 


In  U  AJgemeen  VêfAig  wtgent  dm  Staat  van  den  Laodboow  om 
liet  jaar  1845,  staat  op  biz.  23:  wSe  vmr  levcide  op  15  mad,"  Hvvelk 
moet  zijn  de  bunder.  Dezelfde  fout  treft  men  op  bh.  83  bg  de 
flaver  en  bIz.  36  bij  de  Boekwek 


Digitized  by 


Google 


rr 


Bi 


jLE  V« 


ppgema^vinciale  Gouverneur^ 


^^ 

\ 

Pro| 

1 

Mud. 

1 
ffi 

Meekra]p. 

[Kacm. 

^ 

ld 
'■     ÉÊ 

ffi 

Taten 

ffi 

1 

*^~~ 

1 

r  ^   '    ' 

^ 

Digitized  by 


Google 


V 


Digitized  by 


Google 


ALPHIBETISGH 
REGISTER. 


A. 

Aanmerkingen  (43) BI.  186 

Aardappelen  (lü) 92 

Akkermaalshoul  (36). 134 

Anna  Paulména-Polder  (Bijl.  D.) 188 

B. 

Biezen  (38). 138 

Bijen  {^^). 118 

Bloemitterijen  (32) 125 

Boekweit  (4) 55 

Boomkweekeryen  (33).  .     .  - 126 

Bootten   (Paarden-  en  Duiven-)  (14).     ...  88 

Boter  (23) 107 

C. 

Cichorei  (12>. 85 

•       E.         ■ 

Brwten  (13). 86 

EendragtS'Polder  lOmdiiking  van  den)  (Bijl.  G.)  202 

g: 

Garst  (3).  . 45 

Gevogelte  (28).   . 116 

Gratldnden  (21)       . 101 

Groei-  en  Waardgronden  (Bijl.  F.)      ....  195 

Gronden  {Woeste)  (39>     .     .     .     .^    .     .     .     .  139 

H. 

Hakhout  (Weerden-,  Elzen-  en  Esehsen)  (37).  .136 

Haver  (5).       ............  61 

Hennep  (8).     . 81 

Hooi  (21) 101 

^<ip(ll) 85 

'K.    ■    " 

Kaa»  (24). 108 

Klaver  (20). 99 

Knollen  (17) 94 


W 


Koolzaad  {&) 71 


Digitized  by 


Google 


204  K  E  G  I  S  T  E  R. 

L. 

Linzen  (IS) 91 

M. 

Meekrap  (10).     .    , 85 

N. 

Niewwland  Wiermgen  (Bijl.  E.) 193 

P. 

Paarden  {^) 109 

Producten  {Nieuwe)' (40) 147 

Proefnemingen  (40) 147 

R. 

Eiet  (58) 138 

JRogge  (^).  ■  .     ....     .-..•.     .    .    .  26 

Eun  (36). 134 

Rundvee  (22) i04 

S. 

Schapen  (26). 112 

Spurrie  (19).  . 97 

T. 

Tahak  (9).      ............  81 

Tarwe  (1) 13 

V. 

Vaarten  (Toestand  van)  (41) 171 

Varken*  (27); 114 

Veengraverijen  (39)      .  ' 159 

Vlae  (7).     . 78 

Vruchtboomen  (54).       . .128 

W. 

Wartnoeserijen  (30) 121 

Weder  (Gesteldheid  van  het) 1 

Wegen  (Toestand  van)  (41) .171 

Wikken  (15). 91 

Wol  (26). 112 

Wortelgewassen  (18) 94 

Woudboomen  (Opgaande)   (35)  .  '  .  '  .     .    .    •  131 

Z. 

Zaden  (Fijne)  (31).      .    .  • 123 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


Google 


Digitized  by 


" >^ 

Google 


,:^Ci^r?::V^ , 


^4  ;:;if' 


-^:. 


; '  ^