Skip to main content

Full text of "Het bloem-hofje der gedighten, vervattende allerlye sinne-beelden ... voor reysende lieden, en andere. Mitsgaders: Het bloem-hofje van allerlye sinne-beelden ... Als mede Het bloem-potje van eenige geestelicke liedekens ... Door Johannis Feylingius, .."

See other formats


Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuestLLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek^ Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuestLLC. 

Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek^ Den Haag. 

2 H6 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



/I 



. HET, 

BLOEM-HOFJE 

DER 

GEDICHTEN, 

Vervattende aller lye 

SINNE-BEELDEN, 

Op Goddelicke Materiën gepaft > voor 
Reyfende Lieden , en andere. 

MITSGADERS: 

Het Bloem-Hofje van aüerlye Sinne-beeU 
dm , Stedeltcke , Huy£elickejPolitieke , ende 
Militaire Materiën pajfende. 

Als mede 

Het Bloem-Potje van eenige Gcefldicke 
Liedekens •> Gedicht -Gebeden ende 
Damk'fegginien . 

DOOR 

JOHANNIS FEYLINGIUS, 

Dienaer Jefu Chrifti, tot Maarhees 
Cn Zuercndonck. 

IN GRAVENHAGE, 



By Barent Beèck , Boeck ver- 
kooper in de Wageftraet , 1 6 8 3 . 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



OPDRACHT. 

Aen de eerweerdige ^feer God- 

'VYHgttge en Hooggeleerde Heer en 

JANNES VOLLENHOVEN 
DANIËL DE LOBELL, 
GUILIELMUS SALDENUS. 
HENRICUS TROYE, 

Onvermoeyde dienaeren desGod- 
deliken Woorts van de Blocyen- 
de Gemeente 

fESV CHRISTI 
IN^sGRAVE N-H A G E. 

Eerivaerdige , feer Godvrughtige , ende 
H oogh'geleerde He er en 

Vermits dooreen over- 
out gebruyck de Boe- 
ken die haer prefenrc- 
ren aen hetl^ght, foo 
I nootlaeckelick een Opdraghtver- 
* 3 ey. 




OPDRACHT. 

cyfchen , dat die fondcr defelve 
werden geaght als een huys fon- 
dcr gevel , als een man fonder 
hooft , komen defe tegenwoordi- 
ge Blaeden V E E. naemen a^i 
haer voor hooft vertoonen , endc 
U E E. om hacre befcherminge 
bidden. Veele redenen byte bren- 
gen , waerom U E E. boven vee- 
le andere defe Dedicatie toekomt, 
cn laet mijn vermogen , en U E E. 
fchacmte niet toe. Het fal voor 
Jiet tegenwoordige genoegh fijn te 
betuygen , dat U E E. Gods-dien- 
ftigh gemoed , opreghte liefde tot 
het Heylighdom Gods, vermo- 
gen by de Vaderen des Vader- 
lands in die dingen , die betreffen 
het befte der Kercke , ende door- 
llaende luyfter in Claficn endc Sy- 
noden , U E E. met reght toe-ey- 
gencn de proteftievan dittegen- 

woor- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



O P D K A G H 1 . 
WOordighTraflaetjc. Ontfanghd 
dan, roem-wcerdige Mannen, mee 
een vriendelick aengefight ditge- 
•rinoegefchenck , dat U E E. werc 
gfflclionckeii met een eerbiedigh 
gemoed, terwijle dat het is felfs 
Konincklick en beliefd met geen 
minder veerdigheyd de kleyne 
dingen aen te nemen , als de groo- 
te te geven ; ende bcfchermd door ||i 
U E E. fchaduwe , dit weer-loofc 
Papiere-kind regens de pijlen van 
dcn.nydigen nijt, ende den boos- 
aerdigen Momus. De groote Her- 
der der Schaepen wille UE E. 
weerdige Perfoonen in deflèlfs te- 
dere beïcherminge nemen , UE E. 
fchouderen onderfchragen onder 
foo veele forgen , en lallen , ende 
ten beften van fijne dier-verkrege- 
nc Gemeente ( voor wiens goed » 
voor wiens wel-vaeren ende zie- 

* 4 raed 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



OPDRACHT. 

raed U E E. fijn gebooren ) nogli 
lange Jaercn in vóorfpoed be- 
waerci , ende eyndelick verfae- 
dighd van daegen , overvoeren in J 
fijne beftendige rufte , die hy fiji^e 
getrouwe dienaeren heeft belooft 
uyt genaede te geven. Ditvvenfcht 
U E E. van herten toe , 

VEE» Dienfl-veerdige Dienaer . 
in den Heere m 

J. FEYLINGIUS. 



In Moer hees den 1 9 . 
Ociob. i68i. 



AEN 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

2 Hó 



AEN DEN 

CHRISTELIKEN 



• 



L E E S E R. 

Ziel- Jicvende Leefer, 

Ehjckjoet ü de pltght der lieve^ 
Ungen Gods loAere Jin\en ge^ 
' duerigh aen te oefftnen in de 
üeyltge Blue den ^ ende door 
dit ZJrim ende THmmim den mond dei 
Heer en te vragen , ende nae dte Vyer- ende. 
Wolck^ColHmme , nae dat Compasende die 
Noort' flerre haere gangen , nae den He^ 
mei te righten ; foo moeten defelve ook^ (on- 
der ophouden traghten in het Boek der Na- 
tuere te lefen» fVtint geltjk, de Schepper van 

* J Alles 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Aen den Chrirtelickcn Leefcr. 

alles de Werelt heeft Gefchapen , op dat de- 
felve een Threfoor fonde Jijn , met aller lye 
voor»raed vervult ^ende een maghtigh hnjfs, 
met allerlye hujs- raad voorfien , ende een 
overvloedtgh voet fel ende onderhond jini^ 
geven , heyde aen Men fc hen en Beeft en", 
foo hebben Hemel en ^Aerde , foo hebben 
Son , en Maen , en Sterren , ende atiean- 
dere Schep felen , doorftjne H'ijsheyd , ende 
Maghty ende Goedheyd, een ivelfpreekende 
tonge, om haeren Schepper te prijfen , ende 
geven den Menjche meenighvtildige lejfen , 
cm behoor lickje mogen tvandelen voor fijne 
Heyltge oogcn. Hier om heeft de Heylige 
Jfra'eb fifn ffraèl , hier om heejt de Eenigh» 
geboorene jmes Schêots , fi)ne toehoorderen 
foo meentghmael nae de Schepfelengeivefeny 
ende tot de felve doorveel-vuldtge gelijcke^ 
wffcn geCproocken , om dat dtefoortevan 
onder V ij ftnge meerder preekte tot voordeel 
der eenvondtgen , ende veel meer ah een 
Jlnyt-reden vermoghte, om dat daer ioor 
de aendagt der gemlligen te beter ivierde 
vermie kert , ende om dat eyndelicl^daer 
door dc hooghmoedige ende de hartneckige 

Ui 



Aen den Chriftclickcn Lecïcr. 

te k^aghtiger iverden tot overtptyginge ge» 
hraght. Hierom hebben voortreffeltcke pt' 
laeren der Kercke in het ondern ijfen , ver^ 
^ waenen, befirajfen, en z'ertrooften doorge^ 
li]cl^mjfen,een bejonder behaegen genomen, 
0ide kraghtelick^geleert , hoedatmen van 
Itchameltcke dmgen , boven het natHerhcke 
gebrujckjnoet een Geeft eltck^ maecken^ende 
door jight bare dingen tot onfightbaere ende 
Hemel fche flappen . Om defe redenen hebbe 
ickjeenfge faeren geleden eenBloem- hof der 
Cediqhiengemaeckt.eentge honderden Sm- 
ne beelden behelfende ^ op Geeftelicke mate- 
riën gepaft 5 meeft uyt de beroemdfte Theo^ 
loganten ende Pratlifijnen vergadert ende 
uftgebreyd , om te fien of ick^ door mijne 
Poeje een foeten tngangh by het Sion des 
Heer en moght vinden , ende jets kpnde toe- 
brengen , dat tot fijne fttghttnge diende , ick^ 
hadde den felven vertoont aen roem- ivaer- 
dige tSHannen , als D, Stmonides , Z). 
fohannes Fijfcherns , ende andere meer , 
om daer over haerEE, oordeel te hooren. 
Maar alfooick^eyndeltckjiordeelde dat het 
Werckje groot was , om voor een Reysgefei 

* 6 te 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Aen den Chrillclicken Lecfcr. 

te verftrecken voor Reyfende Lteden , voor 
deïvelcke ick^ hefonderltck^getraght hadde 
teforgcn, tt derjèlve van de Perstotnogh 
toe gebleven, Vyt dejen Bloem-Hofü, door 
het aenmanen van Godvrughtige Ztehn ^ 
dit Bloem- Hofje voor uwe flightinge vergaat 
dert , om u hefonderltck^ op uwe Reyfen te 
dienen. Sooghy^ als een Geefleltcke Bye y 
op defe Bloemen Jult vliegen , ende daer uyt 
voor uwen geefi eentge jhghteltcke ende 
trookflicke Hoonighraeten vergaederen , fal 
ick^het fynde van mijnen arheyd volko» 
mentlickjoebben bereyck,t , Hier onder voU 
gen eentge Gedtghten , die my van feer eer^ 
ivaerdige Mannen op den Bloem-Hofder 
Gedichten ter hand ivaerengeftelt , ivaer 
onder is dat van dien vermaerden Stmoni' 
des , als over Ungh in den Heere geruft. 
Ende alhoeivel tck^ dat m my ten minften 
met en bevmde , dat defelve beheljen , wer» 
den eghtcr defelve aen nive oogen vertoont 
om die befondere aerdtgheden , die defelve 
vervatten » ende op dat ick fofide mogen 
toonen dat haere groote Itefdetotmy by my 
in groot-aghtmgefy. Doormijn afweftn van 

de 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Aen den Chriftelicken LcefcK 

de Druckirye fijn hier en daer eenige DruJ^ 
fouten ingejlopen , die V E. iierden in het 
ejndevandtt H^erck^je vertoont. De Hee- 
^re wille uwen arbeyd voorfpoedtg maecken , 
ende^door mtjnen geringen dienfi uwe Rejfi 
'Srderen nae boven. 

Dit wenfcht uweheyl-lievendc 
dienacr in Chrifto 

J. FEYLINGIUS, 
K D. M, 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 




D. JOH.FEYLINGIUS, 



Getrouw Dienaer Jefu Chrifli , 



GEDICHTEN.^ 



Eylingij waerde vriend , van hoo- 
"H^^ gen geell befcten. 



^ Mijn aer is lang verdroogd , mijn 



Maer door uw* foec Gcfangh op heden 

opgeweckt,. 
Heb ick nnijn Snaeren oock noch een«- 

jensuyfgereckt. 
Dat aen raijn Dicht ontbreeckt fait ow te 

goede komen, 
Van rijcker aeder , cn dat vloeyt met volle 

ftroomen , 
Dat tuyghd ons defen Ho/ foorijckelick 

bepianc 

Met Vrucht, en Bloemen van uw' God- 
delick verftant. 
Al wat het oog behaegt , al wat het oor kan 
binden, 

Is in dit Lufi- prieel in volle mact te vinden. 
Al wat een graege Ziel , die fich in G od 

verheughc, 
Voldeedt > aemt in dees blaen 5 Hier 
ftryden kunft en deughc> ♦ Nut 



Op den HOF van fijn 



r 




Dicht-piuym lang verlleren, 



R 
I 



Ktit en vermaeckilick.1' ^^er foet in ccn ge- 
itrengek, 

Hier rijft de Ziel uyt 't ftof veradelt en ler- 
engelt. 

En vaerc met hoogen drift 9 en een ver- 
heven fin 

V^r boven het geftarnt 5 ten derden He- 
« mei in : 

Ga voor , Godvrughtigh Man , wy volgen 

uwe treden, 
De Hemel heeft uw hert > of daelt ghy eens 

beneden 

Op aerd' , 't is niet vergeefs , en met een 

goed bcfluyt 
Treckr uwen fchrandren geeft ook daar 

den Hemel uyt. 
Wy vinden ons vermaeckt in uw* geleerde 

B heden, 

En konnen onfen geeft in*t leefen niet ver» 

facJen, 

Wy luyftren naede maet , wy luyftren 

nae de ftof, 
En ftaen verwondert in 'c begluyren van 

uw* Hof. 

Wie dacht ( men falmy licht die vracg ten 

beften houwen ) 
Wie dacht uyt dat geweft foo fchoonen 
vrucht 'r aenfchouwen. 
En foo een Zapig ooft ? wie wacht uyt 

fu leken hoeck 
Soo rijcken Letter gaef, fookoftelic- 
ken Boeck ? 

Jao 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Jae foo ) roemwaerdigh Man , en laet den 

moec niet fincken, 
En maguw'tongc niec door HoUants Ste- 
den klinckcn, 
Spreeckc door een braeve Pen, en Schrijf 

en quecl foo voorr. 
Dat al het Land den galm van uwen|^ij- 
ther hoort» v 
Te eedcl om in*t fandt van Craenendonck 

te fmooren : 
Singh, Heyligh Dichter, op, wyfullen- 
der nae hooren : 
Sang-lievers, aerdigVolck, ickfprack 

voor u en ray, 
Kom 5 tyenwe aen 't werck j leeft defe 
Pocfy, 

Indien ghy my gelooft , ten fal u noyt ver- 
drieten : 

Hier is een Paradijs , hier waflen fuycker- 
rieten, 

Hier is een verfche loght, hier is een 
ftaege Lenr, 

Geen Rijm, of vuyleMift, die Boom, 
of Bloemen fchendr. 
Hier flaet de Nachregael vry uyt , en on- 
bedwongen : 
Dit is een ioet gehucht , daer duy fend Vo- 
gels Süngen, 

Waer ben ick ? 'c Is hier al , voor oog » 
voorrcuck, voorfmaeck, 

En al wat yemant koos tot lijf of ziels 
vcrmaeck. 

Be- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Befoeckt het Leeler , 'c is hier feccker foet 
tewefen, 

'ff- ' I En hier en is geen doot , of eenig quaedt te 
vrefen, 

%) Mirs dat een Torglijck ooft aen eenigh 

Boom '^u waft, 
^ • Hier is geen befy feifs diet Vogelken 
* verraft, 

mll iNoch bangier f^rcp of ftrickaen ftruyck 
of galge-boomen, 
Komt, vrienden, treedt hier toe, want 
daer is riet tefchroomen, 
Gaet vry van telg tot tack > en pluck , en 
eerer of; 

Dits 'Eden-, maer daer is geen flang in dc- 
fen Hof. 



li! 



Een ander. 



WAt moogtghy, goede Man > my 
nae mijn vonnis vraegcn ? 
Maer raoet ick vonnilïen ? uw 
n,,^ . Dicht loopt geen gcvacr, 

' Soo Goddelijck, dat lelfs dien f grooten 

Harpenaer, 
l Had hy uw Dicht gefien , het felve fou be- 
hagen. 



I 



S. SIMONIDES. 



7 zSam.i^. i. 



O P 



I 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



OP UtN 
GEESTELICKEN HOF 

Vnn den vol-geejligen Rjjmcr 

D.JOH.FEYLINGIUS, ' 

Getrouwe bcdienaer des Goddc- 
licken Woorw. 

Oe d'eirfle Mmfch van God , tn 

EDENS fchoonc Hof, 
'Be^aeyt met eedel h^uyd , cn aeyigC" 
naeme Bloemeny 
Gefcbaepen was , om daer fijns Scheppers 
grooten loj\ 

J^iet hert , met tongh ^ met daedy in eeuwig' 
heyd te roemen. 
Menfagh het helfch ferpent Jijn dooddick^ 
fenijn 

Van hit\e ntjdiQheyd uythraecken , en heweeren 
Dat God den Menfch mifgund, van God 
gJijcktefjiny 
En dat fijn ongeloof hem niet fou konnen deeren. 
Daer pluckf de Menfch de vnight , en'met 
de vrught de dood. 
Heeft dan het geurigh ooft foo hert en oogh le^ 
toovert. 

Datghv en uwe ribb^ , dog heyde fonder noot. 
Door Sathans lift enmaghty 'ten gronde light 
verovert ^ ■Sif 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



3 



Sie hier eenandrenHof y doorTeylings ntp^ 
te hand 

Bearheyd en hepoodt : Daer vinden graege mott" 

Idtn 
wat hacr lufien magh : Hier fmatckp 
een lief c tand-, 
TVat^eckjr is en foet: Hier i^anmen traliën jïow- 
y de}ï 

. Tot fpeceryengaen , tot Appel , en Granaety 
Tot hert'Verquickend X^ap , tot uytgeproefde 
TVijnenj 

Tot tros van Engedi , Hier \itygen f onder 
maet 

. De ZJil^n 5 die van dorfl te voeren gingen ^y- 

V Hier fpeeltmen in dengcefi-, hierlooptmen 
langh en veel 
Op *t Heyligh P^dt, Wanneer de moet ons komt 
iontfincken 
Soo wort die weer geflerckt door Calmus en 
Caneel» 

Men kan hier fonder fondfich felven droncken 
dr ine ken. 

Gelijck,een vlugge Bye op aerdigh Bloem-gC'^ 
was, 

Soo gaet mijn ks^trigh oogh door al de velden 
weydeny 

I lck^:{amel te gclijck.den honingh en den waSt 
Noyt vond ick^fuki^ verm^eck. i» teel- begraefde 
weyden 

lck,jmyf\ ick,rieck,rontom i ^tisMyrrhe, 
'è is Saffraen, 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



'/ Is Nardus , Aloc, V Jijn moten van Muf- 
cateny 

TVaer dat ick^my om k<£r > tvaer dat ickjjten 

wil gaai t 

IcXyind eenNootcn hof , he:(et met Hooningh' 
raeteut 

Dcnck^ick^op defm Tbuyn y icl^quyl en wa- 
ter ta)id\ ^ 
Mijn ^ide kan fich noyt met volle hft verjae- 
dcn. 

Jck^ revcïC en pluck^ g'J^^'^g'^ ^'^^ 

d* ander hand, 
Ennoch blijft defen Hoj al cvdivoI gtl.itdcn. 
IVat leyt den armen Menfc-^ te wroeten in 

het j}of\ 

En plant daer Ttdipaen, GrenojfeU^Violctten, 
En B^ofen foet van geur lct{ heb een beet er 

Hol, 

Och ! dat mijn XJel figh moght hier altijdt ne- 
derfetten ! 

Danck^hcb -. o waerde Man , die defen XJt' 
len-Hof, 

Dit Paradijs bcreyt met Jruyt£?i voor ons mon^ 
den-, 

Met Bloemen voor ons oogh , ick^fal altijdt 

Ulofy 

Soo langh als ichje proef y volveerdighltcl^yer'- 
kpnden. 

JOH. VISSCHERUS. 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



■I 



AEN DEN 

Eerwaerdigen, Godvrughtigcn, en 
leer wel-geleerden 




I.D.JOH. FEYLINGIUS, 

^Getrouwe beMenaer des Heyligen Euan* 
gdiums tot Maerhees ende /^uc- 
rendoncl^, 

Erkryghd elck lof cn eer, die met 

heylfaeme Dichten, 
Syn Even-mcnfche foeckc te lee- 
ren , trooften ftichten , 
Fcylinge, goede yriendjick geef u d'ecr- 
fte plaets , 

Uw' Rym is wysheyd leer 3 ja vol des 
goeden raets ! 
Hier is geen vuyle luftjhier (ij n geen dertel 
heden , 

Hier is geen geylbejagh, geen ongefoute 
reden , 

Hier is niet voor het vleefchi het fmaekc 

al nae den geeft. 
Godts eer is t'hooghfte wit j en daer nae 
aller mecft , 
Dei Mcnfchen Zaligheyd,fijn luft om wei 
te leven » 

Hier in dit aerdfchedal , tot dat hem God 
fal geven. 

Een 



I 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Een meerder ruft en troou, cca vicugu- 

defondermaec. 
Als ieder om fijn loon voor d*hooghftc 
Rechter ftaec. 
Wel hoort dan,Heyligh Volckjdoor fnuf- 

felt defe Blaeden> 
Let wel op 't geen ghy leeft , ghy vind de 
rechte pacden , ^ 
Om onder t'onwys Volck met wysheyu 

voort te gaen. 
En om nae defen loop voor God vol 
vreughdte ftaen. 
God wil dat defe Man, die ons dat foet be- 
dencken , 

Gebraght heeft op t'Papier , nogh meer en 
meer tefchcncken , 
Sich haefte , tot dat hy en wy hier wel 
geruft , 

Voleynden onfen loop in s* Hemels 
heyl-ryckkuft, 

JOHANNES BOUCARDUS, 
P^ftor Pot Woenfd en Tongeren. 




OP 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



OP HET 

VoortrefFelicke en Heerlicke Wcrck 
van den eerwaerdigcn , Godfae- 
Ijgen, en feer geleerden 

•D..JOH.FEYLINGIÜS, 

Art Ie morden , duyftre fangen , 
Die geen ^eden^leeringh vangen y 
En Sophocleefche Dichten, 




I 



een weerelts kjnd befondren > 
Datfejijn Bjm dichters wondren^ 
Een wyfe roemd die ftighten. 



, Bcmerckt dees Pen , en h,ut de fchacht y 

Wdck_niet als yd'le \ymen traght » 
I Het Volck^diep in te drucken » 

IV der door men treet ter fyden af, 
t En niet en vind dan nietigh draf, 
^ Geentpaereheyl-gelticken. 

{ Die Poefye is enckelfia>ic}{^y 

l' By defen Hemelfch NeHars-dranckjt 

I Geplaetfi in dees Papieren. 

[ TVaer door defaem dees Dichter fal y 
Sijn naem fpreyden door erdfche dd , 
Qm wyd en feydt te visren. 



Cac 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Cae voort ! Gat voort , o yvtr-geefl , 

"En geeft vry doch meer fulckenfeeji , 
Om Godts volckjna te voeden > 



'Schoon Momus Jïch daer tegen kandt , 
't Is enckel wind , hy [al met fchandt j 
Bn vrees hem moeten hoeden. , 

JOHANNES vander HAGEN, 
PafiorinJVasheeck, 



HET \ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



' HET 

Bloem-Hofje 

Der 

GEDICHTEN- 

E ERSTE DEEL. 
L 

Op den Sterren-Hemel, 

Oc is dat groot vcrwulf verrijckt aett 
alle kwinten 
[t.^* Met werelden van light , met fchoo- 
ne Diamanten 
Van wondcrbacrc kraght , cn over 
groot getal 

Tot cierfcl van de Lught , en van het aardfchc 
dal! 

Wanneer de Sonne rijdt met haeren gulden wae- 

Wie neemt in haeren glans geen ongemeen be- 
haegen, 

A Wjw- 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



t Het Bloem-hofje 

Wanneer de klacre Maen digt by der Aerden 

rcnr, 

Aen vvicn is hacrc kragt en luyRer onbekend ? 
De Sterren aircmael zijn over-groote liehten, 
Die om den Hemel gaen op haer verfdieyden 
plighten, , 
En al dat groot beflagh is als een fchoon^^'a- 
pijt, 

En draegd tor onfcn nut de pijlen van den ti)t : 
Dit is de vloer alleen van die befaemde zaelen, 
Daer in eenfchoon'er Sonverfpreyd haer belle 
ftraelen, 

Daer in de Soone Gods fal laeven fijne Schaer, 
En brengen rijkdom , eer > en blijdfchap over 
haer. 

Als eenmael die Gordijn fal werden afgefchoo- 
ven. 

Wie fal dat hooge light genoeghfaem konnen 
loven ? 

Daer is veel grooter fchat , als oyt een eenigh 
man 

Met Sinnen ondcrgaen , of regt begrijpen 
kan ! 

Ghy wert, ó foete plaets , ghy werdt van ons ge- 
prefen ! 

Wanneer, 6 Heer, wanneer fal eens dat uurtje 
wefcn, 

Dat wy u fullen fien , daer faghte balfacm 
groeyt, 

Daer rnoft , daer hoonighraet , daer melck en 
©Jyeyloeyt! 

II. op 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 5 

I I. 

Op f^alleyen, 

M|| W/ Al kan de menfche dcgh vcrwaghtcn van de 
^ hoot;htcn, , . 
j Daer het Saet verwclct^t door hcete Soomer- 
drooghten ? 
^alleyen geven vrughc voor meenigh Huys- 
gelin> 

En in een lagen Geeft daer vindmen Scgen in. 
Zxcelfa SiccmtHY , deprej[a rigantur. Auguftin. 

I I I. 

Op j4erdfche JVAerdtgheden» 

"VjOyt fal een goude Kroon het hooft va» 
^ Imertgcnefen, 
'i Noyt (al een Fuipe lap het Voet-feer hcylfaera 
wefen, 

Noyt fal liet Purpcr-klcet yerdryven koorts of 
pi)n : 

Wat goed kan in het Goud > wat vrcughd in 
Staeten fijn ? 
Als ick , ö Hoogfte Goed alleen u mag genieten. 
Dan fal ccn Hemel felfs in my op Aerdcn vlieten» 
Dan fal ick fijn vernoeghd , dan lal een droo- 
ge beet 

Voor my veel foeter fijn , als dat een Koninck 
eet. 

Animam nip Deus non implet. Hugo ViBor. 

tibifaficit ) Si Deus non fujficif, Auguft. 

A 1 IV. Of 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



4 Het Bloem-hofje 

IV. 

Op Aerdfche Heerlickheyd. 

1/ Erfamelt goud , bouwd iio jgh , plaiit aengcj t 
naeme Hooven, . ' f 

Werd als een Prins gediend , en laet u Lancjien ! 
looven ; 

Het is macr voor het hert > gefbncken n\ ge- ^ 
quel, 

Gchjck voor hooft pijn is het (bere fnaeren- ^ 
Ipel : 

Cod is het hooghftc Goed , dat ware vreugd kan i 
geven, ; 

Hy is de waere Born van Heyl en enkel leven : 
Geluckicrh is de menlch , die nimmermeer en t 
riirt, 

Voor dat hy lijnen derft heeft met dit nat ge- 
bluft 1 

"Fecifti mst Dpmine ^ adte , mquietum eji cfir 
tneum , donec requiefcat in te. Auguft. Conf. , 
lib. I. 

V. 

Op 9y^^rdfche RtjckdoTf^men, 

N wilt , o menlch , het hert in aerde noyt bc- 
graevcn, 

Want dat nacr aerde fmaeckt en kan het nimmer 
laeven ; 

Schoon Barbaryen u geeft menig deftig Peert , 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten. 5 

Dat voor een rijke beurs is Guyfent ponden 
^ weert : 

:Schoon uythet Duytfche Rijcktot u de Wijnen 

(komen. 
En met de Franfche druyf in uwe fchaclen Itroo- 
• men, 

( En 5pangien niet alleen n fchenckt den loeten 

Maer daer en boven fcndt de aengcnaemlte 
koft. 

K Schoon dat uy t Candien komt Toeten Olye vloe- 

I En dat in Indien de Speceryen groeyen, 
'i En in iï-gypten land, als in een rijcken hof, 
I Die al dc Werelt door ontfangcn grooten lof: 
J Schoon u Peru met goud en filvcr komt begroe- 
ten. 

En met fijn (ijdc ftof de Pcriïacn ontmoeten, 
En itthiopien u rijcke fteenen fendt. 
Ach! laetdaer naehet hert lijn nimmermeer 
gewendt I 

'i Ghy moet het akemacl eens door den dood ver- 
iaeten. 

Het fal voor Gods gerigkc acn niemandt konncn 
baeten. 

Het bluft geenheeten dorft, het toont oock 

metter tijde 
Dat al wat welen heeft gelijck een kleedt ver- 

liijc ; 

^ Wilt in het tegendeel aen God het hertc biu, 

Iden i 
. Ghy fult in hem alleen de waere fckattcn vin- 

iden : 
A j Ghy 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



^ Het BlocfK'hofje 

Ghy kondt door hem alleen vcrfaedcn uwen 
Geefi-, 

En dratgen in het hert een vrooliick Bruylofcs 
feeft ! ^ 
GoA is het grootjïe deel dat ycmandt kan begee- 
rt-) 

My kan met wctrdjgheyd , met rijkdom u srcrce- 
rcn, f 
Met bhjdlchap fonder endt 5 Hy is her groot- 
flcDeel, 

tn deelr een Hemel uyt , en houd nogh even 
veel. 

Hyis het reynftedeel : Hy fal geen Wijn vermen- 
gen 

Met waeter , nogh het fchuym en goud te fac- 
mcn brengen, 
Nogh hoonigh en de gal , nogh kooren cn het 

kaf, 

Macr fchcyd de groove ftof van reyne dingen 
af. 

In hem cn viiidmen noytde minftc duyftcrhe- 

dcn : 

Hy is een fuyver light ; geen vleck cn wcrt gele- 
den : 

Hy IS dc Iciioonheyd fclfs j Hy is een cnckel 
foet, 

Dat met een groote vrcuphd dc droeve herten 
voed. 

Hy is een feccker Deel : die hem eens fal vcrkie- 

fcn, 

Sal nogii door hel , nogh dood hem immermeer 
vcrliclcn : 

ECB 



il 



k 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten. J 
Een Deel dat noy t het vyer , nogh waeter van 

ons wendt, r n. r 

Dat noy teen dief ontrooft , of roeit , ot motte 

Hy is een d///, dat noyt een eynde heeft gevonden, 
■ j En dat het fchcrpfte breyn kan nimmermeer 
* « doorgronden y 
^Een Zee noyt uytgeput, een Bom noy t opgc- 

Een SchaTiic was , die is , die altijdt bhjft vcr- 
hooghd. 

Lact my , o goede Godt , tot u alleen genacc- 

En laet beneven u geen faecke my vermaec- 

ken 1 

lek heb het altcmacl, als ick u maer geniet, 
Als iclfs de minftc Itrael in mijne (iclc fchict J 

Conditare placeant , fed foltis condtter t^fe j 
Va tibi fnnentU non erit ille quies \ 

&>uicquid prater Deum , dulce non eft. ^icquid 
^mihi vult dare Deminut mem^ auferat totHtn, O» 
fe mthi det . Auguif in . in Plal / 1 ^ . 

Vetim habens omnia habes. Idem de Temporibus. 

VI. 

Op den NtlHS, 

WAnnccr de vette Nijl itgypten komt bc- 
fp roeyen, 

Dan fietmen over al dc dorre Landen grocyen •, 

A 4 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



i Het Bloem- hoj)e 

Hccrcn Geeft daclt neder op h« i 

Daii lictinen dat het groen , en vol van vruch- . 
tcii wcrr. ° 

i 

VIL 

Op het ujthliiffchen van vuyr-voncken, 

£Lu/chtuyt de voncken vyers , eer dacfe vJam- 
mcn geven, 

Eer datfc door de vlam doen gantfchc Bucrtcn 
beven ; 

En wilt te rcghter fijt betomen ii gemoed, 

Wanneer het buy ten fpoor verkeerde ganjrcn 
docd ! ° 



VUL 

op het ft en van vnyren light, 

y\^^TIt in de Winter- tijt niet van den vyere wije- 
ken 

Soo u het lierte niet door koude fal befwijken, 
En gaet niet uy t het iight in naere duyfternis, 
Terwijl een groot gevaer dacr in verhoolcn is : 
Houdt uwen Jcfiim vaft, o Soone der genaede , 
Eer dat het u berouw te midden van liet quaede : 
Hy is een focte Son, die warme zielen maeckt,' 
En met fijn glans c» lieyl aen haeren center 
racckt. 

Atirc^ tonet , Somt unda marps , fremat orbü ^ •r- 
ctis, 

Tu tarnen mfert os nos tibi i Chrijie, te^es, 

op 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedfghten. 9 
IX. 

Op het Jten van een Keers, brandende 
inde pijp, 

X 'X'Erwijl ghy dcfe keers fiet in de pijpc branden, 
- Neemt ehy het laetftewerck Teer naerlbghm 
• denanden, 
^ant als dit kleyne light eens uyt fal zijn gc- 

gaen, 

Sal u de fwarte naght doen altijt (hlle itaen : 
Ghy zijt , ö mijn gemoed , nu aen de lactüa jac- 
ren, 

Ey wilt dan nu ter ti jt de kans niet laeten vaeren, 
Daer volghd een eeuwigh wel waiineer men 

wei beüuyt , 
Wat noot dan voor den menfch , al gaet het 
keersjen uyt ? 

X. 

Op eenjrrooien Storm , die eenhoogen 
Boom heeft ter neder geworpen. 

: oletl hoe die felle ftorm dien Boom heeft om- 
gedreven, 

tv Terwijl de lacge Thijm, Camil, en Salye leven, 
En meenigh edel kruyd , geplant m 't laegc 
velt 1 

Al wat verheven is , valt door een hoogh ge- 
welt 1 

[ Laet my noyt , goede God , nae hooge dingen 
traghten, 

i Dan heb ick noyt een ftorm > of dondei te ver- 
waghten l 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



lo 



Het hioem-hofje 



Als ick u maer befit met water en met brood. 
Dan blijf ick wclgeherdt te midden van dc 
dood ! 



XI. 

Op den arh 'eydtn het haelen van Go^d 
uyt de Goud -mijne: 

J^Ie Goud begeert, die moet het Goud uyt Mij- 

• ncn liaelcn, 
Hn van een hoogen Berg in diepe kuylen daelen : 
Hy moet de woorden Gods doorgraven dagh 
en naght, 

Die daer uyt voor dc ziel een vaftcn fchat vcr- 
wagnt. 

XII. 

Op het felv€ ftibjeSl. 

A LleythetrofTc goud in onder- acrdfchc kuy- 
len, 

Ilct magh nogh eghter niet daer in het duyfter 
fchuylen : 

("Jeen moey ten zijn te groot voor fbo een aard- 

fchen fchat : 
Wel I focckt met moeyten dan een beter goed 

als dat ! 

XIII. 
Op het felve ffibjeFl. 

MEn moet op defc placts dc Sonnc der Mctac- 
Icn. 

Met 



der Gedichten, 



Met oiigemcncn Sweet uyt laege diepten haelen, 
Men moet met groot gevaer , üaer leyt dat 

roode gout, 
Daer op foo meenigh menfch fijn gantlchc 
finnen bouwd 1 
• Daer leyt het in het hert , in 't midden fclfs der 
* aerden, 

^t , watmen aerde noemd , houd van foo groo- 
ter wacrdcn ! 
Daer leyt die groote fchat verborgen en ge- 
pland, 

Die met li)n hellen glans beroert het gantfchc 
land ! 

Daer wert het met den voet van alle man getre- 
den, 

Dat van een Borger , Boer , en Prins wert aenge- 
bedcn 1 

Daer heeft de hooge hand des Scheppers ons 
gctoont. 

Dat in het geele flijck de Hemel niet en 
woont \ 

6 God ! geeft dat ick niet magh iii der aerden 
wroeten, 

Niet foeken , daermen op fiet treden met de voe- 
ten, 

Maer gunt in tegendeel dat ick met rafle 
vlught 

My als een vogel magh verheffen door de 
lught l 

Dat ick met hert en fin magh in de hooghten 
fweven. 

En met mijn befte deel felfs in den Hemel leven ! 
Dat ick daer wefen magh , oock daer ick niet 
en ben: A 6 Dat: 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



1 1 Het Bhem- hofje 

Dat is mijn befte dcci, Jat ick op acrdcii ken. 
(ihy hebt dit fchoon \ cmnlfgegevcn aenmijn 
oogen, 

Op dat ick altijdt fbu nae uwen hemel poogcn ^ 
Ghy lact het ros merael fijn onder onfeil voet, 
Om dat men macr alleen den Hemel foccken • 
moet. * 
Laet my, 6 hoogftc goed , laet my het goudvel 
laeten, 

Terwijl het niet en kan in uwen toornc baetcn, 
En geeft dat ick alleen magh traghten nae dat 
land, 

Dacr ghy ci n vafter goed fchenckt met een 
milder hand ! 

XIV. 

Op het Jluyten van dr Poorten , op het 
naderen des Vyandts. 

En fluyt de Poorten toe , en met gefondc re- 
den, 

Wanneer een maghtigh Heyr komt veerdigh 
acnge treden : 
licwacrtoock, Ridder Gods, bewaert het her- 
te wel, 

Die fonder Itil te zijn moet ftrijdcn mctdc 
heli 

Het her te boven al moet ycder een bewaeren : 
Die dat alleen bewaert en kan niet qualijck vae- 
rcni 

Schoon dat de Du; ... iclfs op ons fïjnpylen 
fchict. 

Als 't hert geen Duy vel is>wy voelen geen ver- 
driet. Het 




der Gedighten. 



»5 

h Het hert is 't ecrfte radt j dat kan fïjii rolle fpee- 
^W"-' len j 

,< Dat kan of goed, of quacd dc leden mede delen ; 
Dat kan gelijck een Born befmetten , mettcr 
daed, 

9 • Al watter uyt den menfch , cn van de leden 
• gaet : 

. t^t hert begind den ftrijd: Het doet Gods wac- 
pen blincken j 
Het doet den gantfchen menfch felfs inde Hellc 
fincken : 

$ De menfche kan beftacn , de menfche werdt 
gevelt, 

Nac dat het hert alleen.is bmnen hem geftelt l 

! XV. 

Op een Lelye. 

vy At magh de menfche dogh foo feer bekom- 
mcrt leven, 

Als of dc Hemel hem geen deckfel wilde geven ? 
Wat roodter rooder root als daer een Roofe 
gloeyd, 

Waer liet men witter wit als daer een Lelyc 

bloeyd ? 

Soo God het nietigh gras foo heerlick wil bekle- 
den, 

Sal hy dan onbeforghd fijn voor fijn lieve leden ; 
Sal hy dan haere ziel niet kleden met gewacd. 
Dat Iclfs een Konincks kleed iu glans te bovcu 
gaet ? 



A 7 



\ 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



14 Het Bloem-hofjc 

XVI. 

Op het hloeyfel van een Perfickzhoomtje, 
door den Rijm bedorven. 

T\Oci\ ick dit Boomtjcn (agh acii alle kanten 
blocycn, 

En als een cnckcl vyci m mijnc oogcn gloiycn, 
Heb ick een edel Fruy t my van dien'boom h - 
looft ; 

Macr nu is Bloem en Fruyt my door den Rijm 
berooft ! 

Als ghy op ecnigh menfch op aerdcn fult betrou- 
wen, 

Sult ghy op driftigb Hiiid alleen de hoopc bou- 
wen : 

Hy komt ofhaelt ten val , of wcrdt een ander 
man, 

Die u niet helpen wil , fchoon dat hy helpen 
kaïi : 

6 God, blijft ghy allrcn het (Icunlel mijner faec- 
ken, 

En wilt met Hemels loet mijn hert alleen vcr- 
maecken ! 

Als ick op « betrouw dan feylt mijn hoopc 
niet, 

Tcrwi;lmenindcn menfch verlepte Bloemen 
fict. 



XVII. 

Op eene Aledicijne, 

A L wat Hippocratcs, al wat Gaicnus fchrijven, 
Is macr om uvt hcc liif ccn oucJ]'>h voghr te 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedtghteti, 15 

Maai voor dc ziel cn bacdt geen gom , geen 

edel kruyd 

Alleen de Soone Gods drijft hare qualen uyt. 

Tufu^ eflfanguis medki , /«^«» ^ fnedicMmm- 
• turn Fhrenetici. Augullin. 
^id ftim ad mortem , quod morte Chrifit non Ss- 
^etur ? Bernhardus. 

XVIIL 

Of een vergulde PtlUy die vergift ighd ü, 
I^E Pille kan het oogh met luereu glans beha- 

"""^'^^Enfchijn^ een wonder goed, cn heyl in haar te 
draeffcn, 

Maer alllc door dc keel van menfch of Bceften 
daelt, 

Verweckt het pijn en dood , dat eertijds heeft 
gellraelt : 

i Eu hoort dc (ondc niet , hoe Ichooni) locckt tc 
fp re eken, 

I Sy flaet , wanncerfe kiift j fy fal het hert ver- 
I breecken 

Met menigh foet vergift : Sy dood , wanneer 
ly laght ! 

Gcluckieh IS dc menfch die fi^h van fonden 
waght 1 

Geeft , Hccre , dat mijn ziel door defe boofe 
pilic. 

Die in het ooge blinckt , ten leften niet cn fwil- 
Ie, 

Maer dat ick u alleen vau herten diciien mag, 

Om 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



i6 



Het Bloem^hofje 



Om niet bevreeft te fijn in dien bcfaemdcn 

dagh 1 

mfcit quod multo meliué fit ardere fiamma 
febrium , quam vttiorum. Gregorius . 

XIX. 

Op Sujcker, 

IJ Et kruys heeft voordeel in ! het kruys maekt 

vroome mcnfchen ! 
Het kruys geeft meerder heyl als yemand konde 

wcnfchen 1 

Gelijck het heete vyer den Suycker voordeel 
doedt , 

En hem maeckt rcyn , en wit, en uytcrmaeten 
foet. 

CorreBio eft efficax virtutis gyrmajium. 
Tmhfigii^ /K^^»;f<jtöt. Isocumema docummtn. 

SchoU crue is , Sc hoU lucU . 

uiffiicitones Benedicitones. 

XX. 

Op Orangte- Appelen. 

TQE leden Chrifti zijn gelijk Orangie-vrughten, 
Sy toonen wiefe zijn, wanneerfe moeten fug- 
ten i 

Want als de Werelt haer geheelc dagen perft:. 
Dan fiet men dat uyt haer een eedelwaetcr 
beril. 



'Uk 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 

«^a XXI. 

Op een hoogen Boom. 

^^m\ Anncer de duyvel foeckt met duyfend foere 
, ftreecken, 

^lleen«;kens in de ziel met fijn fenijn te breeken, 
Stuyt hem van Itonden acn ; Het quaed l'poed 
^ wonder ras i 

i)it is een hooge boom>dat ccrfl: een rijsje was. 

'iuh qua nnnc recubció arbore, virgafuit. Ovid. 

trincipiU objia : Sero medicina paratur» 
Cum mala per ionga« invaluere mora^. Ovid, 



XXII. 
Op het Kooren, 

C Oo hacft het Grieken-land van Kooren heeft 
^^cweten, 

Soo haelt en heeft het oock geen Eyckel- brood 
gegeten, 

Maer ^at het aen het Swijii : Die Chriftum 

heeft gekend, 
Die heeft voortacn fijn hert naer acrde niet 
gewend ! 

Cut Chrijin4 incipit duicefcere , necejfe eft ammfceté 
mHndum. Bernh. in Serm . 

XXIII. 
Op een verdort Boomtje, 

J^It Boomtje , dat wel eer de heete Sonnc-ftra- 
len Door 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



i8 



Het Bloem-hofje 



het hooft te da- 



Door lommer heeft belet my 
len, 

Dat my met jeughdigh loof foo dickmaels i 

heeft vermaekt, 
Is nu tot mijn verdried , eylaes 1 te niet ge- - . 

raeckt: r > 

lek hadde wel gemeend hier meenighmaci te fit- * 

ten, ,.. 
Wanneer de warme Sonde daclen quam verhit- 
ten. 

En als ick was vermoeyd : maer dat is nu ge- - 

daen : ^ 

De wortel is vcidort , het Boomtjen is ver- . ^ 
gaen ! 

Al wat de Werelt geeft , en fal niet lange due- . 

ren : , 
Al was het fuycker-foet , het fal op 't left ver- 

(ueren ; 

De eer , de fchat , en al des Werclts foetftc 
fbet 

Verftuyfd gelijk de rook , en is als ebb' en^H 
vloed. ^IRI 
Laet my , 6 goede God , op u alleen betrouwen, 
Dan fal ick met op fand , maer op een rotfe bou- 
wen, , 
Dan fal ick , als my hier het Werelts goed 
verlaet, 

In u , in u alleen verheffen mijnen ftaet ! 

XXIV. 
Op Muggen. 

SÓo haefl: de Muggen maer het vleefch met an- 
gels fteken, Sijii^ 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten» 19 

Sijn fybequaemdc ruft van Reulen tc verbicec- 
kcn : 

Daer is geen ruften aen , wanneer de fondc 
bijt, 

En met een fcherpc tand door al dc leden fnijt. 

« 

Confcientiapeccati formidtnió mater. Chryfbt. 
4fZon[cïenU<i reifemper in paena tji . i^ugui tinus , 

XXV. 

op Beyen op verfche Bloemen • 

•fxjOyt fal de rappe Bye uyt die verlepte blac- 
I den, 
ia4'**ïOf uytgcdrooghdc Bloem , den Hoonigh-luft 

rj 



veriaeden j 

f - Vcrl Sy focckt dit verfche bladt , cn treckt'er Hoo- 
nigh uyt, 

bf:«tJir'| En vindt daer op alleen den licftelicken buyt : 
IGhy moet , 6 menfche Godts , niet in de dorre 
Bloemen, 

1 Die aen der Heyden ftaen, van dcfe Werclt roc- 

Et") men : 

V De Bloemen die men vind hierboven inden 
Hof, 
P| Sijn uwe liefde weert , en hebben hoogcr lof. 
Ghy moet voor alle dingh niet met geringe 
menfchen 

Nae rijkdom , nac vermacck , nac iiighte dingen 
wenlchcn : 

Al wat eenwerelts menfchfichin de finnen 
beeld, 

Is Maer een bloote khim , die om het oogc 
fpeelt. 't Is 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



1 0 Het Bloetn-hofje 

*t Is vry een bceter goed den Hemel acn te fchou- 
wen, 

Als ydel poppc-goed, en lucren van de vrouwen; 
Voorwacr het minfte iight dataen den He- 
mel ilaer, 

Is (beter in verinaeck , en hooger in cieracd ! • 
Laetmy, ó goede God geen oogcn-lufl'^Deko- 

ren, ♦ 
En laet de leckernye by my fïjn afgefworen, 
£n laet het (choonfte Tchoon mijn herte tree- 
ken op, 

Dan heb ick eerft bereyckt den allcrhoogh- 
ften top l 

^uicquid efi bcnum intnumio, auteft pr£fens , 
AMt preteritum , aut futurum. Si ftAfens , eft tnJiA- 
bi Ie , Jt preteritum yjatn nihil eft ,fi futurum , /w«r- 
fum. Augultmus. 

XXVI. 
Op een Swaeluwe, 

pxESwaeluwe vertreckt nae vergelegen hoec- 
*^ ken. 

En wil geduerigh aen de warme Landen Cocc- 
Ken : 

Soo hacft de koude Rijm fijghd uyt de blauwe 
lughr, 

Soo haelt is oock het beeft genegen tot de 
vlught : 

Als God den wegh begind met doornen te bc- 
(aeyen, 

Eü voor het (Hnckend yleelch geen voordeel is 



te maeyeu, 



Btgmd 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 4 1 

Begind de huychelaer te treden uy t het pad, 
Dat hy voor fijn gewin eens uytverkoorett 
had : 

Laet my, 6 Jefu , noyt u volgen om de brooden, 
Maer lelfs wanneer ghy my fult tot een helle 
* , nooden , 

U foecken daer ghy fijt 1 Laet my , ó Jelu niet 
» #ü prijfen in vermaeck, en laecken in verdried l 

XXVII. 

Mm I Op een VoogeUfigh m den firickjver- 

roerende. 

V A Ls God met roeden flaet,wilt niet onhjdTaem 
ff welen, 
r^'" Want die onlijdfaem is, heeft harder flaghtc 
vrelèn : 

Hoe dat de Vogel meer figh in den ftrick ver- 
roert, 

Hoe hem een grooter praem dacr door wcrt 
I loegevoert. 

Levitd^fitpattmtiay quodcorrigereeflneftts. 
ter re decet patiënt er onas , (luoii ferre necejfe eft } 
^{'■'k' ' jacet invttn^ durit^s ille jacet, 

XXVIII. 
op het neftelen van een Musje. 

p\It tanger Musje traght fijn huysjen op tc 
maecken, 

Alleen van kleyn beflagh , om onder dack tc 
taecken ; 

Wacr 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



12 Het Bloem- hofje 

Waer dat het maer een gat in dack of mucrcn 
vind, 

Dacr is van ftondcn aen dit diertje tocgefind : 
Daerwerthet nell gebouwd alleen vanweynig 
vecren, 

Daer is het wel gerud fijn rentjes te vertefen j * 
Daer fchept het met fijn wijf en jongens groo- 

tc vreughd, ♦ 
En geeft den menfche (èlfs een (poore tot de 
deughd ! 

Laet my , 6 goede God , een kleyn verblijf ver- 
in aecken, 

Schoon ick geen huyfen heb, die aan de wole- 
ken raeckcn, 
Entraghten naereenhuys, dat nac die korte 
tijt 

Met eeuwigh heyl en luft den menfche Gods 
verbhjd ! 

Vivimtu extorres pariter , fuperumque remoti 
SedibfH , in terrisgens peregrina fumus. 

^Jlat tter magnum j C^lum prop eramus ad unum : 
Hac patria efi : Hac totum pojfidet aula Deutn. 
Barleus. 

XXIX. 
op een Naghtegael, 

J^E fiere Naghtegael fchijnt niet gcfind te flac- 
pen, 

Macr wil oock in der naght uyt fingen vreughdc 
raepcn : 

Laet my , ó goede God , oock gantfche nagh- 
tenlaiigh \^er- 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten . 1} 
Verbreyden uwen naera met allcrlye gc- 



laneh 



XXX. 



op een Ktck^vorfih. 

*A En'iïet dien Kickvorfch eens l Hoe vrolijck 
'•'j kanhyfpringcnl 
Hoe kan hy uyt de borll een water - deuntje fin- 
gen l 

En echter fchoon hy is van foete vreughde vol, 
Hy woont in defe iloot , en heeft noch hayr, 
noch wol. 

Wilt my , O goede God , een rcght vernoeghen 
geven, 

Als ick in flcghtcn ftact moet op der acrden le- 
ven 1 

Geeft dat ick lecrcn mag van dit geringe dier , 
Dat vroolick is , hoewel foo nacckt gelijck 
een pier. 

Geelt dat ick magh in u alleen mijn vreughde 
ftcUen, 

Dan falgcen fchracle Wey mijn herte kennen 
qucUcn ; 

Dan fal nae defen tijdt dat langh - beloofde 
Land, 

My vallen in den fchoot door uwe Reghter- 
hand 1 

XXXI. 

op een Kameel willende gaen door 

een laege Voorte. 

WAci heen , wanfchaepen beeft ? waer blyven 
uwe oogeu ? Wat 



24- Bloem-hofje 

Wat fchiet u in den fin ? Wilt ghy op heden po- 
gen 

Door defe laege poort te dringen met het 
hjf, 

Met (oo een hoogen bulc ? o wat een ios be- 
drijf 1 

Die poort is niet gebouwd voor opgefwo'llen Ie- . 

den, t 
Maer voor een laegcn rugh : wel wilt dan elders ■ 

treden, 

Of keeren wederom , tot dat ghy defe bult 
Of lacger tooncn kond , of met meer hebben 
Iblt: 

Die nae den Hemel wil , moet in de poorte buc- r 

ken i ; 

Die moet > wat hem befWaerd > van fiineii ru^^^^c ' 
ruckcn; 

Die moet wat hoogheyd heet , vertreden met 
den voet, 

Of hy kryghd nimmermeer dat noy t vol-prc- 
fen goed. 

Humilts fff janua Dominm } intrat per hanc 
januüfn. humtltet fe oportet , utfano corporeintrn- |i 
re contingat, AugufUnus in Johan. 44. 

XXXII. 

Op f'ijjchen. 

gOo haefl: de Waeter-ftroom de Viflchen lai 
begeven, 

Soo haeit (al oock dat heyr niet lange konnen 
leven ; 

Wat 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I' 



1 



^/^r Gedighten. z$ 

AVatisccn Chriftcn-menfch wanneer hy niet 

en bidt ? 

Hy is geil jck een Vifch , die op het drooge fi». 

J^od fi te ipfum deftitum precatione , per inde ft- 
Herts , ac fipifctm ex aqua extraxeris. Ut enim pifii 
gqua^vita, tuttbtprecfltio. Chryfollh. 

* XXXIIL 

Op de V'^te in den Vinger. 

I Ndien de Vijte kan foo feer een vinger quellen , 

* Hoe fal de helfche quael den gantfchen menlch 

ontftellen ? 

Indien een korte pijn den menfchc foo vcr- 
ffaedt, 

Wat fal het Helfche vyer, dat nimmcrmeci 
vergact ! 

XXXIV. 
op een Snygelingh. 

^Elijck de Suygeling> als hy begind te dorften, 
^Door traenen oopen fluyt de mocdcrlickc 
borften, 

Soofal de Kercke Gods den Hemel doen ge- 
welt, 

Wanner een fterck geroep met traenen is vet- 
felt. 



Of 



1 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



^6 Het Bloem-hofje 

XXXV. 

Op een Doghtertje dat door de Adaefelen , of 
Fockjes heeft haer fchoonheyd verloren, 

T^E fchoonheyt is een bloem , en kan feer haeft 
verdwijnen, ^ * 

Wanneer een heeteSondacropbegindtefchij- 
nen : • 
Een liefFelick bedrogh , een peerel van ge- 
las! 

Die doghtcr is niet meer , die fy te vooren 
was : 

Geluckigh is de menfch > die voor gebloofde 
wangen 

Heeft een veel fchoonder fchoon van boven af 

ent fan gen ! 
len fchoon dat fchoonder is als felfs de klaere 
Son> 

En dat noyt heete Koorts , noyt felle dood 
verwon ! 

XXXVI. 

Op een Reyfende Man , te kfoecker aentre' 

dende y doen hy de Stadt fijner begeerte 
kreegh in het oogh. 

£)Ie man heeft op de reys gefuckelt meenigh 
daegen, 

En nu een koude vlacgh , dan hitte moeten drae- 

Dies was hy menighmael befweecken in het 
fand, 

En riep met luyder ftcm > o lieve Vaderland l 

Maer 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten. 



*7 



I 



I 

I 

l 



Macr nu ick hem bcfic, kryc^hd hy een ander wc- 

Én fict ! Een nieuwe kraght komt over hem gc- 
refen : 

Hy ftapt veel rafler voort als hy te voorcn 
• plagh, 

^En hem Ichijnt nu ter tijt een aengenaemc 
daghl 

Van dat hy defe Stad heeft in het oogh gekregen. 
En vond hy geen verdried in dele bange wc- 

Al wat hem op de reys voor defen is gclchied, 
Was hem maer als een fchim , en min als cnc- 
kel niet l 

Hyfietderuftenu: Hy Tal geen nacre naghtcn, 
Hy fal geen daegen meer vol cnckel Icct ver- 
wagten 

Dies wert hy weder vcrfch foo haeftditfoetc 
beeld , 

Hem met de minftc ftrael heeft inhctoogh 
gefpeelt. 

Wanneer een Chriften is tot op het Icft geko- 
men , 

En fijne reyfe nu een cynde heeft genomen , 
Danishy meer als oyt op fijnen God bcluft, 
öm dat hy dlght genaekt den haeven van dc 

ruft:.: . .. 

Dan wert een Hemel felfs hcrii iu de ziel gegoten 
Eer dat de ziele nog den Hemel heeft genoten ; 
Dan is , wat donacer is , voor hem een helder 
light, 

Om dat hy fict ccn ftrael van Godes aenge- 



(ight : 



B r 



Een 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



4 



2r 8 Het Bloem-hojje 

Een Chriflren kan alleen als dan in vrede ftcr- 

vcn , 

Om dat hy nae den dood een kroone fal beër- 
ven : 

Een Chriflen kan alleen dan roepen uyt dc^ 
borft , ♦ 

Dat is die fchoone S:ad, daer nae myn ziele 
dorft ! * 
Ickfieu, defdghuys, nac duyfendfuerefchre- 
den , 

Ik heb om u vermaek fbo menigraael gebeden , 
lek heb naer u gcfught , doe my het fw^ackc 
vleys , 

Heeft menighmacl bedroefd op defe bange 
rcys. 

Doe my de wcrelt quam aen alle kant vefloc- 
ken , 

Doe my de helle flocgh met vuyll^en,en met doe- 
ken , 

En gantfch bederven v/ou ! lek heb naer u 
gewaght , 

En als ick wicrd benauwd , aen uwen glans 
gedaght ! 

O noyt volpre(cn Stad ! Hoe fchoon fijn uwe 
flraeten , 

Hoe vaft is u gebouw , hoe hoogh fijn uwe ftae- 
ten ! 

Hoe foet is uwe ruft ! O noyt volprefcn Stad , 
Daer in ick my verheugh , daerom ick altijt 
bad ! 

Geen fucr en is te fuer om uwent wil te lyden , 
Geen Icet is immermeer om uwent wiltemy- 
den ! 

Wie 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedtghteft. 19 

Wie fou niet even (èlfs verdracgen hclfche 
pyn j 

Indien de hcll , tot u een leydcr kondc fijn ? 
Al wert ick nu ter tijd uyt dcfen tijt gedreven , 
lek fal nae korren tyt in u voor eemvigh leven 

Ick fal in korten fien dien grootcn Bruylofs- 
* 0 dagh, 

Daer noyt de wreede dood fijn pylen khicten 
^ magh i 

xxxvït 

op een Vreemdelingh» 

A L moet een Vreemdelingh in verre landeit 
^ dwaclen , 

Die aen den Indiaen , ofaenTurckyen paclcn , 
Een hcrbcrgh nu cn dan vcrvcilclu li)n broofe 
vicys , 

En maeckc hem wederom wil- veerdigh tot dc 
rcys : 

Al moet dc Kcrcke Gods in ballinghfchappen le- 
ven , 

En ah een Ichouw paiujs acn alle kanten fwc- 
ven , 

Noghtans een reyne vrcughd , gefcgen uyt de 
lught , 

Maeckt dat die Lelye-blomby wylen nieten 
fught l 



B 5 XXXVIII. op 



i 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



3 O Hef Bloem-hofje 

• XXXVIII. 

op eenige V ')or'tverpfelen% 

Tl ft is een vaOc wet voor aJjerhancic mcnfchen. 
Nae haergeboortCnpUets vooralle üingh tc 
weulcheji i 

Schoon aencen vreemden heert een h(^r:rhck* 

vyertje brgnd , 
Men aohc nogh meer den rook van 't lieve V* 

cleiUncl. 

De leeuwen even fclfs , cn ailcrhande dieren , 
Totucndcn ichouwenhacs, die ia de boflchea 
ieren , 

Beminnen yytccr acrt de placts , dien haere 
jcughd 

Heeft in den aenbeqin genoten haere vreugd : 
Wclaendan, menfche Godcs , die ghy Iwecfd 

hier beneden , 
En iu dit Melèch moet , cu droevigh Kedar tre- 
den > 

En iiaght , cn dacgcn langh noyt m dk Babcl 

f:cc 

Als naere duyilernis , en allerlye verdricd ! 
Siet ni die ballnighlchap op uwen God nac bo- 

v:n , 

Sict uwe i3oi^cr-ft:ad , voor alle dingh te looven, 
En hcght het hert daer aen : waer gaf het 

vreemde (and 
Oytfooeen (oete ruft gelijk het Vacdcriand - 

Gaiédeat hoe telles hof^ite , cive Folus. Bark'us. 



I 

1 



XXXIX. op 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedtghten. 

XXXIX. 
Op een Prince. 



p Een Prins fal Coopmanfchap met kleync diu- 
■ ^ gen plegen , 
Macr fijne weerdigjheya. gcduerigh overwegen j 
Sakdan een RiUdcr Godcs mctaerdc lijnge- 

^ Eu acn den Hemel niet geduengh nacgeU 



vaft 



Op den Tndiden gevende goud ende andere 
koftelijcke iVaeren voor CorAclen cn 
andere bcufilmgm. 

TUI En heeft denindiaen met duyfcnd fcham- 

^ 'pcr-tongcn 

Dc gantfche wcrck door al over langh befpron- 
gcn > 

Om dat hy groot vcrmaek in fleghte dingen 
hceh , 

En voor Corael en Glas fecr rycke fchatten 
geeft : 

En Pecrlen uyt de Zee , en rijckc Diamanten , 
Daeu in den Hemel blinckt leer klaer aen alle 
kanten 

En faghte fijdc-ftof , cn ros , en fuyver gcuJ , 
En hecrlick ambregreys , en meenigh edti 
hout : 

Maer die nu methet ooghdc wercltfal door- 
rennen , 

En lu de werelt focckt de werelt recht te kennen, 

B 4 Sal 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



i i 



3 1 Uet Bloem-hofje 

Sal meerder dwacsheyd fienalsaenhetguldc 

firand , ^ 
Dacr met een heete ftrael de helle SonncBl(v;i^ 
brand! - 
Hier wil men ceckelcn voor hemel -brood ver-^ 

En voor een pot van moes een Eerft-g(}Soort* 

verliefcH ! 



1 Hier moet de Soone Gods fclfs aghter fvvijne^ 

1 ftaen , 

Hier moet de vuyie loock voor Hemelfch 
Manna gaen ! 

j Hier faeytmen ydelhcydt , hier droomd men van 
gcnugnten, 

Hiet foccktmen roock , en windt , en maeyt be- 
droefde rrughten ! 

Hier wilmen poppe-goed voor Peerlen en 
voor Goud , 

Daer van het ri jck Paleys hier boven is ghc- 
boiiwd ! 

Wilt my, 6 goede God, een ander herte geven, 
Op dat net niet en magh by defe dingen (even, 
Dacr in geen leven is,maer dat het moge gaen, 
Tot u, in u Paleys, ver boven Son en Maen 1 

XLI. 

Op eefi Ooft-Tndifch Schip , voorjten wer^ 
dende met voorraet en ammonitie van Oorlogh. 

'TTErwijl dit Water-llot wil nac het Ooften vac- 
ren, 

Wil nae de rijckc Kuil door duyfcnd holle bac- 
ren, 

Wert 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



doiQ 



der Gedightett, 5 3 

Wert alles tot de toght fèer vecrdigh 't khcep 
gedaen, 

Op dat het wel voorfieii magh door dc baercijr' 
gaeii : 

Hier fout men o{Ie-vIeys,Yaii*tNoorüC!i toege- 
• fbndcn, 

Dacr f^tmen uy t de Boot veel vaeten opgewon- 
• den, 
Van waeter opgevult,en wel gcbacken brood, 
Van kruyd , van meenjgh lont, en van het fie- 
re loot : 

Daer werd geen fchild,geen fweertigcen hol me- 

taci vergeten : 
Geen anker , kabel > zeyl , geen kcnnip voor de 
fpletcn •, 

Al wat een hooeh vernuft töt foo een tocrht 
vcrwaghr, 

Dat werd met wijs bcleyd icer haeft acn boort 
gcbraght. 

M Ghy zult', ó mijne ziel , oock haeft van hier ver- 
trecken, 

6 Laet dit dan in u een wijs bcleyd verwecken ! 
Ghy moet oock eren felfs door een vergramde 

Zee 

«Van delen Oever gaen.nacr een gewciiftc Pvce : 
Wel 1 doetdan vot:r-raedop 1 Neemt Chnftum 
uwen Broeder, 
Neemd door-een vaft Geloof dien grooten ziel- 
behoeder 

Alleen in uwen arm ! Hy (al u in den noot 
Altiit een Herder zijn, een anker, een piloot. 
Hy lal nae meenigh Itorm u ia den Hacven ley- 
dcH) 

B 5 E» ^ 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



; 
\ 



34- 



Het Bloem-hojje 



< 3 



Tl... 



En dacr in eeuwighcyd u als een Schaepkcn wcy- 

den, ff 

. ^Met enkel Manna foet , en drencken met dicii WÊ 
wijn, 

Soo edel , dat noyt druyf kan foo op aerden 
fijn ! 

r 

XLII, 

Op de onderlinge redenen tujfchen. Boeren 
en Boeren , ende aenjienelicke ende aenjiem 
neltcke Perfonagien. 

Cletdaer een Bendeftaen van meer als hondert 
menfchen > 

Daer fiet men mettcr daed , wat dat de herten 
wenfchen j 

Daer heeft een ieder een fijn finnen opge- 
weckt , 

En fpreekt met vollen mond nae dat hy is ge- 
beckt : 

Hier fpreekt een Coridon van fijn voorleden 
dacgen , 

En hoe hy voor het Vee fijn hutten heeft geflae- 
gen , 

En waer het jonge heyr heeft meenighmael 
geweyd > 

En hoe hy 'tmetgemack heeft in de koy ge- 
leya ; 

Daer ket een ander weer een ander taele vallen , 
Dacr telt hy ollen op , en peerden in de ftallen , 
En hoenders op het werf , en ganfcn hi het 
gras , 

£n watter meerder oy t op fijne Hoeven was. 

Maei 



V 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



m' 



derGedighun. 35 

Maer ginter (preekt men druck van fcer veel ho- 
ger (aecken , 
Die of de blauwe lught , of fterrc-kamer racken, 
Daer Ipreeckt men van den Vorlt 5 of van den 
donder-flagh , 
^ En hoe dat ebb' en vloed by beurten komen 

?i magh : 
preeckt men van het Land j en hoe de Le- 
* gers veghtcn , 

En met een groot bcleyd veel wonderen verreg- 
teii , 

En wat den Oorlogh baert , en wat de Vrede 
geeft , 

En of men weder hoop tot fo een leeen heeft : 
Daer leeft een hooger geell : Daer klmit men 

door de v/olcken , 
Daér fwerft men over zee , nae ver gelegen volc- 
ken i 

Daer fpreeckt men onder een hoe dat men 

Landen redt , 
Terwijl het minder volck het hert op minder 
fêt: 

Terwijl de werclt wil alleen van wereltfpreec- 
ken , 

.^ji^k En met een fpinneweb de gantfche finnen breec- 
1 ken , 

En dagh en naghten langh nae (leghtc dingen 
|| helt, 

Geeft , Hecre , dat ick magh veel hooger fijn 
geltelt. 

^i.c^c dat myn herte fy als buyten my gevlo- 
gen, 

f En boven aerdfche draf nae boven opgetogen , 




6 



Geeic: 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



3<J 



Het 7ïloen?'h9fje 



Geeft dat ick macr in u bcfluyte mynen lufl:, 
En altijt fpreeckcn magli van uwe guldc kuft ! 

Merhó fofcit Sttidia ma'iorapars tneiior. 
Euchcr. Epilt. ad Valer. 

I 

XLIII. ^ 
Op de WAckcrheyd der God/ofirt, 
J^/^En /ïctrtif mccnicrmacl dc allerflimlle boc- 

Syn tijdighin de weer, en menigh menfch be- 
droeven 

Vroegh voor het morgefi-rood : wel op dan 
edel hert , 

Terwijl het CjUa-Jc felfs een fpoor tot dcugh- 
wert ! 

r" ■ r-ulent homiws furgunt de noBe lutrcnes , ui te 
:plk^m ferveSi mn expergifcms. Horat.hb. i. 
Epift. X. 

XLIV. 

Op een Boer. 

Dit is een rufligh quant , in vryheyd opgeto- 
gen 1 

Die fal , nae dat my dunckt , niet nae dc hoogh- 
ten pogen : 

Niet nac een hollen ftroom , al lyt hy grooten 
dorft : 

Ecu wevnieh is geuoegU voor fi/n verhitte 
borlt 

Hy 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten, 



57 

E^l Hy aght het grootcr vreughd te ruften by dc 

Als onder t'guld verwulf van eenigh Pruis tc 
fiaepen •, ,1 
Hy noemd het water wy n Hy vuid een droo- 
L ec beet 

I V<^1 beter Ipijs te fijn , als die een Koninck 
cct * 

f Laet my , 6 Heere , noyt nae grootc dingen 
traghten , 

i Lact my oin uwen 't wil dogh alle dmgh veragh- 

ten ! 1 ! • • T 

Als ick foo ben crcftelt , wie is my dan gelijck ? 
Demenfchdie/ighYernoeghd, befiteenKo- 

ninckrijck l 

XLV. 

" Op de hlijdfchap der Soldaeten over de te* 
genwoordtgheyd 'vcm Turnus. 
JJEtgantfche Leger is met blijdfchap opgeno- 
men 

. Om dat het Oppcr-hooft daer ui is aengekomen , 
j Het vlamd nu nae den ftrijt , het vreelt geen 
I lans , en dood , , , 1 • j 

Om dat het raed en dacd kan hebben m den 
noot: 

Als ohy , ó eoede God,van boven komt gefc^en, 
Terwijl de gantfchc Kerckis t'eenemacl vcrle- 

En als een Ree gejacghd , dan klinckc het fna- 
ren-fpel , 

Dan hoort pien over al de ftcm van Ilraël l 

B 7 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



J8 



Het Bloem- hofje 



Dc moet,door uwen wenck,ontvalt den PKilifty- 
nenl ^ 

Sy moeten als een rook van ftonden aen verdwy- 
nen ! 

Waerom dan nietgejuyghd ? ó God , ó eeu- 

wieh Helt , 
Blijft by de Kcrcke dog geftaedigh in het/-'e]r. 

XLVI. 
Op een Dronk^erd. 

T\\t is een Bacchus- beeft: Siet! hoe hy heeft 

gedroncken ! 
En als een modder- fwijn ter aerde legt gefonkenl 
Het fchijnt dat hem de keel gehjdc een tregh- 
ter ftaet , 

Daer in een gantfchc kuyp van fwaere bieren 
gact ! 

De heeften fijn gewoon alleen voor dorft rc 
drmcken , 

En met ni haeren buyck een bceck te laeten finc- 
ken i 

En menfchen fijn gewoon te werden op- 
ge vult , 

En voor de Vyer-fchaer Gods te leven in de 
fchult ! 

Geeft , Heere , dat ick my dogh fuy ver magh 
bewaeren , 

En uwen tempel noyt met fpijs en dranckbe- 
fwaeren , 

Op dat , wanneer ghy eens fult komen in der 
naght , 

Ghy my met oopen oogh mooghd vinden op 
dc waght I 0/> 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



^.kiifm. X L V 1 1. 

P Op het httyten-levm van een Prins. 

pEn Prins kan met vermaeck fighuytdeStad 
begeven, 

En voor een korten tijt in buYten-plaetien leven-, 
• VV^rom fal ick dan oockniet reyfenuytdit 

iAzt vreughdc nae die placts , daer t beter welen 
fal ? 

XLVIII. 
Op een Vogel-vanger. 

rv/Annecr de Vogel fal op groene tackenquec- 
len , 

Dan fal de Vogelaer fijn (noode rolle Ipeelen : 
Wanneer de menlchc ligh aen ledigheyd ver- 
pand 

Dan valt hy metter veert den duyvel m den 
tand. 

AlmiA operis facit ey ut te diabolus inveniat ercu- 
patum : non entm faciU capttur d diabolo , (^ui 
bom vacat excercttio. Hicronymus in Sermone. 

XLIX. 

Of de liefde tot de gulde vryheyd. 

\7 Oor Vryheyd fal de menfch fijn befte dingen 
' waegen , 

Jae in fijn handen fclfs fijn cygcn leven drae- 

Wel, 



der Gedighten. 
XLVII. 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



4.0 Het Sloem-hofje 

Wel , diend dan , cdcl hert , dicnd God met 
Jijfcii geelt , 

Wint die hem heeft gediend, isaltijt vry ge- 
weeft. 

MaImu fcrvirc utai^oh , quam regtjare cum Chrijlo: 
Ciiifervire regmre efi. Ber iih . / 

L. 

Op de brooshryd var den mevifch. 

V\ H iiu nlcli weit als c cn loock , een damp , een 

bloem bevonden , 
En door den minltcn ramp me Pliicgcton gc- 

{ondcu ; 

Wel aen dan , broofc mcnrch , macckt dat ghy 
nu ter f); 

Nitt als een dwaeic niaeghd , macr als ccn 
wyfc lïjr ! 

LI. 

Op de bcjieerte mede vofheyd van aller!ye 
aej-iifche goedereu.en vermacckeU.kt .Jm. 

r\E volhcyd weit begeert van eer , v.iaichat, 
vanfpijfèn: 

Een iedereen du de volhcyd eer bewyfen ; 
Sal dan ccn Chriltcn nicnfch niet met fijn 

gant/ch gemoed 
Syn meer en meer verliefd op meerder Hcc- 
mcl(chgoed? 
Laet my , ó goede God , foo uwe gacven aghren, 
Dat kkgeduciigh aen iucr aciiwas moge tragh- 

Eb 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. /^i 

'iJF" En fijn een fuyverlight, dat nimmer ftilcn 

I ihet , 

??«K |v Maer met fijn hellen glans gcduerigh hooger 

!Op dat icK fy bcquaem nae u bevel te leven , 
..^nopdereehtcmactucerenroemte geven , 
/ I Gekik ghy hier verwaght van een die reyfcn 
I ' moet, 

T * En onvolmaecktelick befit het hooc;Hfle goed: 
Op dat den acnwas magh mijn innigh hette ily- 

^ Om door de ftroomen niet te rug te mogen dry- 
ven 

Op dat een (wacke ziel daer door magh fijn 
verblijd 

Als haer de fiere hel met haeren booghbe- 
ftrijd ! 

' Wilt tot dien eynde dogh , o Heer , myn hertc 
raecken , 

Dan fult ghy uwen geeft met edel fruyt vcr- 
maeckcn 

Uyt defcn binnen- hof , dan fal ick fijn bc- 
quaem 

Tot acn des Hemels Throon te heffen uwcft 
nacm 1 



LII. 

Op het Morgen-root. 
£^Er dat het volle light fal op der aerden fchy- 



nen 



Sal eerft de IWartc naght van trap tot trap ver- 
dwynen : 

Goè 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



4* 



Het Bloem-hofje 



God wercktoock even fooby trappen inden 

geeft i 

Noyt ]s fi'jn heyligh wercktcrftont vol-toyt 
gewcelt. 

iMihttm Sa»cius Spiritus im^let opus. 

LIII. 
Op de Lme-tijt. 

TA E Winter heeft gcdaen , de fchoonc daecren 
komen, 

De fneeuw is van het velt , het ys is uyt de ftroo- 
men , 

Het Land, dat door denVorft foolanghge- 

llotcn was , 
Vertoont ons meenigh bloem , en groen en 

weeligh gras : 
Een wind vanfoeten acrt, gerefenuythetfuy- 

den , 

Komt fwcven in het velt , cn (pelen in de kruy- 
den , 

Een dauw van foeten geur , gefegen uyt de 
lught , 

Geeft voetfel aen het loof, en drenkt de jonge 



vrught : 



Men fiet een groote vreughd in allerhande die- 
ren , 

En al watveeren heeft begint tc tierelieren, 
En wat het wacker oo^h fiet op dit aerdfche 
dal , 

Dat wil figh nu ter tijt vernieuwen over al ! 
Lactmy, ö goede God, ook uyt den doodver- 



rijlcn 



Op 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



derGedigPjtetJ. 45 

Op dat ick u alleen magh eerc gaen bcwijfen 1 
Vernieuwd , ó Hcyr foiiteyn, vernieuwd myn 

fant{ch gemoed, 
ghy nu ter tijt de dorre velden doet l 

I LIV. 

^ Op een aefigetiAem Vytjtght. 

if\Mcrent dien vetten ran: , en aen die (bete 
ftroomen , 

Dacr ftaet een fchoon gewas van allerhande 
boomen 

Daer glocyt de roode roos , gelijck een enckel 

Dacr finghd de Naghtegael met mecnighcc- 

4 del dier : 
Daer fmaecktmen met vermacck dc acnge- 
nacmftc vrughten, 
;:Daer onder menighmael dc gulle tacken (ugh- 
ten, 

Daer waft een edel k ruyd , en wacffcmd oTcr 
al 

Een acngenamen geur door dit placyfierigh 
dal : 

Daer is een fchoondcr placts tot ons verblijf ge- 
geven > 

Als eens een eynde neemt dit kort en drocvigh 
leven , 

Daer alles leven heeft,en fonder eynde bloeyd. 
En dacr een volle beeck van hoonigh-raeten 
vloeyd : 

• Daer figh het hoogfte goed aen fijne lieve fchae- 
ren 

In 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



44* Bloem- hofie 

Iii volle hccriickhcyd fal komen opcnbacrcrr i 
Dacr altijt wcfcn fal een vrede (öndcr noor. 
Een vrcuglidc fbndcr Icct , een leren löiidcr 
doot. 

Wilt my, 6 Oppcr-vorfl,wilc my daci toe bcicy- 
dcn, 

Wilt my door uwen Geeft gedurig acn .gcley- 
dcn , ' 
Op dat ick wefcn magh , gclijck hy wc(cl> 
moet , 

Die nacmacls putten fal uyt uwen overvloed ! 
Geeft dat mijn hcrrc magh nac Jefum Chnfhim 
trachten, 

Eu boven alle dingh dien boom des levens ag- 
tcn, 

Die met fijn heylfaem blat kan ftillen alle 
pijn. 

En midden in den dood een vrolijck leven 
fijn! 

Geeft my een vaft Geloof, dat niet en magh bc- 
Iwijcken, 

Dat noy t of voor de doot,of duy vel heeft te wije- 
ken, 

M.icrd.ir gclijck een rots magh onbewoogen 
Itacn, 

Als my de lieve Ziel (al uyt den monde gaen ! 
Wilt my , O goede God , een reyn ge wille ge- 
ven, 

Schcnckt my een edel hert , dat in een beter le- 
ven 

Magli nemen fijn vcrmaeck! Dat reyn van 
vuyic lulh 

Magh voelen in de dood een ongemene Ruft 1 

Lecit 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedightcn, 4^ 
Leert my , 6 Heer , leert my de fnoode Wereld: 
vlieden, 

Als fy haer foet vergift fal komen aen te bieden, 
Laet my niet in het ftof begraven mijn ge- 
moed, 

• Maer reyfen met den Geeft tot u , ó hooghfte 
\ Goed' 

Op dat de bleecke dood, als een Elias waegcn, 
My oyt de rey fe mag in mijne rufte draegen. 
Om op dien Bruylofts-dagh , van u my toegc- 
leyd. 

Te prijlen uwen naem tot inder ceuwigheyd. 

LV. 

Op verfcheydene Fborwerpfilen. 

ALs ick de foute Zee met haere ftoute baeren 
Sic komen aen het ftrand , en van den Oever 
vacren. 

En houden Ebb' en vloed,dan wert tot my ge- 
(èyd 

Wat voor een imuc ics iii foo een wonder 
leyd : 

Als ick de woleken fie rontom den Hemel drae- 
yen, 

Pl^ Als ick den wind gevoel , dan faght , dan harder 
waeyen, 

gill } Dan fie ik klaer genoegh wat datter diend ge- 
daen. 

En hoe ick boven al niet ftil behoor te ftaen : 
Als ick met eraft belie de allerfchoonfte ligh- 

^ Die 

I 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Het Bhem-hofje 



Die om den Hemel gaaii op haer vcrfcheydcn 
plighten, 

Als ick met diep gcpeys let op de hcllc Maen, 
En hem met fijn Karos C\t by der aerdcn 
gaen : 

Als ick de klacre Son met haeren gulden wae 
gen, r 

Sic altijt haeren glants tot defe leeghte drae 
gen, 

En komen even ftacj^h omtrent den dase 
raet, 

Gelijckeen Bruydegom , die uyt /ïjn Kacmer 
gaet: 

Roept my de Hemel toe > dat ick behoor te for- 
gen, 

Van dat ae Sonne rijft , tot aen den nacften mor- 



gen. 

Om altijdt gocdt te doen , en op de reghtc 
maet, 

Terwijl de Schepper wert vcrheerlijckt door 
die daed. 

LVl. 

Op de heer/tjck}>eyd van allerlye Schepfilen. 

yi^Ls ghy yets ongemeens fult op der aerdcn vin- 
den, 

Wilt aen het Schepfel niet het innigh herte bin- 
den, 

Macr fiet dat ghy altoos voor al vooroogen 
hebt 

Dien , die wat heerlijck is > met fijne woor- 
den fchept : 

Siet 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten, 47 
iietghyeen deftigh man in rijp verftand verhe- 



ven 



lEn hoort hem met vermaeck befcheyden reden 
geven> 

Van waer de felle Vorft > van waer de Dondcr- 
• flagh, 
Vanl|ivacr dat Ebb* en Vloed by beurten ko- 
men magh, 

:>Roept dan als uyt de borft : ó onbegrepen we- 
(èn, 

'Jytwien, als uyteen Born , die wijsheyd is gc- 
refen, 

Hoe groot , hoe wonderbaar zijt ghy in u ver- 
fbnd, 

Terwijl ghy foo een glans hebt in den menlch 
geplandt ! 

).Sict ghy een aengelight , befaeyd met fchoonder 
roofèn, 

Als aen de haegen ftaen , als in de hooven bloo- 
fèn, 

Seght dan : hoe fchoon is hy , die defe fchoon- 
heyd gaf l 

Al wat men fchoonheyd noemd daelt van den 

I Hemel af! 
Als u den Indiaen biedt fijne Suycker- rieten, 
Als u de rappe Bye den honigh doed genieten, 
Als ghydedrooge borft met druyve-natbc- 
(proeyd, 

J Seght dan : Hoe foet is hy , van wien dien fc- 
gen vloeyd ! 

iEn laet, o goede God>mijn hert figh niet vergae- 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



Fol. 



49 




HET 

BloeM'-Hofje 

Der 

'gedichten. 

r JVE ED E D E EL. 

I. 

Of Hemelen Aerde met haere Hejren. 

,Ls ick dit wonder AL met oogcn 

gae door rennen , 
ijj Met u pinceel gemaeckt , dan moet 
ick , Heer , bekennen 
Dat al wat wefen heeft met vol- 
len monde roemd , 
De kraght van uwe lund , en u fijn Schepper 
noemd : 

Dc Sonne met de Maen , en alle klaere Sterren > 
Die met een hellen glans een dapper oogh vcr- 
werrcn , 

C Dc 




É 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



j O i^^t Bloem- hofje 

De fchelpcn van dc See , het allerminfte ftof , 
Syn als een hd trompet van uwen hogen lof! 
1^ Dc boomen van het woud, dcgraesjes van de 

velden , 

Die hoort men even ftaegh u haercn ScheppeJ 



meld 



en l 



Ket koren van het Iand,liet allcrminfte Kruyd, 
Roept met een luyde ftcm u fijnen Schepper 
uyr ! 

Dc vogels in de lught , dc bccflen in de weyden, 
De dieren in het bolch , dc fchaepcn acn der hcy- 
dc« , 

De micr,de rappe mugh, de wonderbaere bye. 
Verheffen uwen nacm , geftelt op haere ryc l 
Het water even foo komt met den vinger wijfen 
ü fijnen Opper- vooghd , en uwe daeden prijfen. 
Het blauw-gefchildcrt hcyr , het longc-loofc 
voick 

Prijft u oock Tonder tongh te midden inde 
kolck ! 

O Heerc , lacc dogh noy t den mcnfch ondanck- 
bacr wcfen , 

Terwijl dat uwe nacm wcrt over al geprcfen , 
Terwijl hy over al door uwen wil gebied , 
En wat het Aerdrijk dracghd , als Onder- hcci 




geniet ! 



Ohvia dum piBi luftro miracula mmdi > 

Nature intueor kum parientis opus. 
Attt miht plant a, fuis nttmen demcnjirat Ab herbis , 

Frufentemque refertquAlibet her ba De Am : 
Atit operisfertes atithorem tota recenfet , 

^$ fAcit , ^ Ut 9 cftncfA vigore fovet. 

Emicfit 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. jt 

Smicat ex tpjts divina potent'm terris , 

Et levis eji cefiesy (^ui probet ejfe Dtum, Stigeliu?. 

ingentis fpatiofa volumm% eoeli 
nj Narrabunt DominifdBafiupendafui. 

1*Maxtma fiellantis dieet tibifabrica mundi » 
TaliJfquAfecit, quofftijU t/iamafMs. Robanus 
in Pfal. 19. 

DutptEitim natura Deum per eunSfa videndum ; 
^htot finfns, «culos tot didit tUattbi. Wandrxus. 



Tcta fiupet natura Deum ; robufiaque quamvis 
• Viribus , in nthilo deficit dgra fuis. 
^Arsftupet -i tantA pecia,ns molimina dextvA 
tiArdtfór ipfi* fuas damnnt egena mattusSsLiixils. 

II. 

Op de gefchaepene natuere. 

/^Od heeft in alle dingh gcrtort fijn Heyligh 
welen : 

Oock in de mnifte mier , en ftcen is hy te lefen : 
Geen kuft fbo onbewoond , geen foo ver- 
woede land , 
Daer in God niet en ftaet in nette print ge* 
pland. 

CUmat coelum Dea , tn mefecifti. Auguftinus. 
Domine , comemplaborte in iis qua furfum, an in iis 

quét deerfum ? 
Crsajli omniAy nee efi nUud univerfahac natura ^ 
qum imago tui. Hermes. 

C2 UI. Op 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



i.' 



Het Bloent'hefjc 

III. 

Op df Sonne* 

£)r. Sonnc met hacr licKt ontdcckt vcrhoolcii 
facckcn , 

Macr kan met haeren glans niet alle dingen rac-^ 
ken : ( 
Den flroopcr in het wout, den rooverin het 
riet 

En vind by wvlcn fclfs de gauwftc righter 
niet : 

God is een grooter licht : wat oogh kan hem be- 
driegen ? 

Voor hem ca kan dc mond het herte niet belie- 
gen : 

Hy fïet den diepften grond v.\n ons verborgen 
hert , 

Die Toor het Sterren- velr noyt opgcdaen en 
wert. 

Wilt dan niet op den glimp van buy tcn-wercken 
ruften : 

Die in den Hemel woont , woont oock op onfc 

kuften, ^ 
Woont in het herte felfs : Hy is een enckel | 

oogli : 

Bjenghd dan den gantfchcn mciilcn tot uwen 
God om hoogh l 

Cnm eiuU turpefncis , (^uod me fpeBme ruberes , 
Cur JpféUnte Dee , no» rnagis imi» ruhts. Auth 
Ocul. Moral.Cap. if. 

In tmmbus quA agis , Binm pr^fintem (ogites , w 

vtl 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r 



der Gedighten, 5 j 

velfigno y Vil facio offendas -y qutuhiquepYAjènsy 
cerhtt quicqutU facts Beriih. Meditat. Gap. 4. 

Oculnm in te non inteadrt fuum , qui fecit tuum } 
Augulhn. de Vcrb. Domini. 

Sic vifjj cum hominihns , tanquam Deus videat , 
Stc loifüerg cum D!'0 , unquam homines audt.int, 
Scncc. i-pifh 10. 

IV. 
Op de Some* 

A L is de Sonne klaer , nogh kan op de(è daelcn 
Nogh iets verborgen (ijn voor haere guldc 
Itraelcn j 

Maer noyc (al deur , of mucr , noyt fal het 

hooghftc flot 
Dc ogen flüytcn uyt van dien Al-fiendcn God. 

Isoli peceare , nam Deus videt j Angeli ndfiant.^ 
Diabolus 

i AccuCabit j confciemiê teflAhitur , inftrnm tructdit . 

V. 

Op de tJ^Aen, 

At is de bleecke Macn > wanneer de Soönc- 

jflraelen 

Op hacr met hellen glans niet komen nederdae- 

If n ? 

Wat is den armen menfch , dic Chriftum niet 
cn heeft > 

C j Tcr< 

I 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



54 



Het Bloem'hofjc 



I } 



Tciwijlmcn door die fon, en door dat leven 
keft ? 

VI. 

Of het Licht 

TT^At is'er in het light (dien daegelickfen fe-i 

gen) ' 
Al voor een edel goed , en fbetcn rrooft gelegen!! 
Wat fou den armen menfch op defer aerdc 
iijn , 

Indien hv met en fagh de gulde Sonne-fchijn ? 
Wat troolt had eenigh volk , tot hoogen ftaet 
verheven > 

Indien het evcnftaegh mocft in het duyftcr le- 
ven ? 

IVat baet een Bruylofs-mael> wat baet de Len- 
te tijt, 

Als delè Koningin het ooge niet verblijd ? 
Dan is de fiecke bly , dan wil het herte fpringen, 
Dan wil wat veeren heeft in groene boflchen 
fingen •, 

Wanneer het light bcgind : Dan is het Bruy- 
lofs-dagh , 

Wanneer een gierigh oog het light aenfchou- 
wenmagh. 

God heeft een beter light de Kercke toegefondcn 
Datfelfs verfaghten kandediepfte zielen- won- 
den , 

Dat felfs vertrooften kan in onfen diepften 
noot , 

En fijne ttraelen fchiet te midden van de dood! 
Daer ineen Abraham kon fijnen geeft verbly- 
dcn , ^ I^aej: 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



pp 



der Gedtghten. 5 5 

i)aer in de Kerk van ouds in al haer bitter lijden • 
Dat aen dc Herderen oock in de middcr-nagt , 
En acnde gantfcheKerck heeft leven aenge- 
braght ! 

O onbegrepen Light , ver* boven al te prij(cn , 
• Wie kan u eer gcnocgh- met hert entonghbc- 
• "Wijfen ? 

wAinecr dit aerdfche hght het oogh begeven 
fai ) 

Bhjftghy alleen by my , foo heeft myn ziel 
het al l 

Vefpcra nmc venit , nobifcum , Chrijie , maneto , 
Exfiingui lucem nee /> atiare tuam. Mclanchton. 

VIL 

Op het aenbreecken van den dagh. 

jQE naght heeft nu gedaen , dc Maen die wi! 

verdwijnen , 
De Son , die groote lamp , wil op der aerden 

fchijnen : 

Geeft dat ick uyt de riaght oock eens rerry (en 
magh , 

En in de dcughd , ó Heer , magh blinckcn als 
den dagh. 

VIII. 

Op het fiytgaen van een keersje, 

Aer gaet myn keersjen uyt , daer vlieght myn 
lightjen henen , 
Dat mytot myn vcrmaeck met ftraelen had be- 
fchenen ! 

C 4 Nd 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



5« 



Het Bloem- hofje 



!f 



i 



1'; 
.éi 



Nu moet ick m aci ua^at vcrim-cltcn door gc- 
<]ucl, 

Om dat ick miflen moet myn fcctc rcys-gcfcl! 
A] wat men hier genieten fal niet altijt leven , 
Macr moet ten Iclten eens den lellen acllem ge- 
ven : 

Dat is het vafte foct , dat maer in God b(*ruft , 
En datr dc rcyne ziel is altijt op belulL ' 
Wat (chact het, goede God, al moet ick alles 
derven , 

Als ick voor mynen geeft magh uwen glans ver- 
werven 1 

Ghy wijckt oock in den dood van uwe fchae- 
ren niet , 

Ai vlied het altemael dat iemand hier geniet ! 

IX. 

Op het fien v4» een hoogen Bergh xMh vert9% 

f^Aer fchijnt een maghtigh Slot van ceuigh 

Prins te wefcn , 
Schier uy t den center felfs der aerdcn opf^cre(èn ; 
JEcn wondcrlick gebouw , aen alle iant vcr- 
ciert , 

Daer in een maghtigh Vorft van mcenigh 
wertgeviert: 
Macr als men metter tijt de plaetfe komt genaec- 
ken > 

Dan ifTer niet te fien dat iemand kan vcrmaec- 
ken : 

Het is een dorre bergh : Dacr (tact geen fruy- 
te-boom , 

Dacr is geen koorenvelt , geen verfclic waeter 
ftroom : ' Dacr 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 



<7 



Daer kan geen wandclaer ecu laefïenifTc krijgcn> 
Ais hem dc iroede borft , en al de leden hijgen , 
Dacr is geen bloem- gewas , geen groen en 
L ^ edel kruyd , 

PM Daer is geen frifle roos , die uyt der acrden 
t, * 1 Tpruyc: 

WÊ^ Mcn'joort geen Nagtegael , of ander vogel iïn- 
r gen, 

■~ I Men fiet geen wceligh Vee in groene wcydca 
' fpringen : 

Het is de rechte plaets van innigh hert-ver- 
I dricd , 

Een woon plaets van de dood, wacrvandc 
' vrcugnde vlied : 

De werelt even Ib vertoont een geeftigh wefen y 
(En daerom wcrtlc (eer van duylènden geprefcn) 
Met konftigh Inaeren-fpel , met edel druy ve- 
nat , 

Met jock , met bly gefanck , met fchattcn bo- 
ven dat : 

Maer als men hacrcn aert ten rechten gaet door- 
tfiyi g;roi)dcn , 

^Pl Dan wert m hacren (chooc geen wacre troofl ge- 
vonden: 

BM Al watter fuykcr fchecn , dat is maer wrange 
I gal , 

En wac nae vreughd geleeckis enckel onge- 
val. 

Bewaert my goede God voor dele gulde boeyen r 
En wilt myn dorlbgh hert met beter goed bc- 



I 



^roeytn ' 



Geeft dat ick u alleen magh houden inden 
g«cft> 

C 5 Dan 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



5» 



Uet Bloem-hofje 



Dan ben ick in den <iooQ getrooft > en onbc- 
yrceft l 

Mundus tranfit , ^ coneupifcentia ejus. J^hiid vis ? 
Utrum amare temporalta , tranfire cutn ttm- 
fore : An Chriflum amare in Aternnm^vive» * 



Augullinus. 



Op allerhande rooriverpfelett. 

^Ecn Bouw-manfal den plocgh om quadcn 

Ooghfl: veraghteii , 
Maer fal op nieuwen fwect een milder fègen 

waghten ; 

AI was de vaiighfte kleyn , geen Viflcher heeft 
het net 

Dacrom uyt ongedult vooraltijt wech gefèt: 
Al knjghd een Hoovelingh terftont geen verge- 



noegen , 



Hy fal figh tot den Prins met ootmoed weder 
voegen ; 

Al yaltden eycken-boom niet met den eerften 
Hagh, 

Hy buyghd fijn ftcyle kruyn op 't lefte van den 
dagh. 

AI wert het vlughtigh wilt nier juyft terftond ge - 
vangen , 

Dc wind-hoiwl grijpt een moed , cn foeckt met 
groot verlangen 
Tc komen tot fijn wit : Hyfiet, cn loopt, cn 
kyghd ) 

Tot hy een fchouwcn haes , of fiicUc harten 
krygUd : Al 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 59 

5^.1. Alwcrt op u gebed den Hemel niet bewegen ^ 
\ Soohaeft hetopwaerts vlieghd, ghymoctnie 
I ee;htcr pogen 

V,^,.r Te ftaecken uwen loop : Die aenhoudover- 
wind , 

» En tot een yvcr-geeft is God alleen gefind. 

» XI. 

Op een Diamand. 

f"t Oc magh de mcnfch foo fcer verduyflerr wil- 
len leven , 

1 Tcrwyl de ftenen feifs een hellen luyfter geven ? 

O God , van wien de fteen ontfingh die fonne- 
I fchijn , 

^ Geeft ' 



t, 



Geeft dat ick m^gh ecu liglu in dcfcwerclc 



1 




' XII. 

\ Op de naeide van een Compas , met den 
Zeyl-Jiien befireecken. 

|NE Naclde van 't Compas wil fonder cyiidc 
draeyen > 

En dan nac defe kand , dan nacr een ander (wae- 
yen , 

Tot ly nae langh gewoel de rechte ftrcecke 
I treft, 

Dacr fich de Noordc-fter met fijnen glans ver- 
heft : 

Soo fal een Ch riften-bert dan gints > dan her- 

waerts fweven , 
Tot dat een voller goed fal vergenoegen geven : 

C ^ Daer 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Co 



JJct Bloem- hofje , 



Dacrbact pccii i^c lt , or iucc , dacr bact gccu 

acrdfchc lult ; 
Dczicl ismacr .i!!< -n in liacrcn God geruft. 

A 1 i 1. 

0/> verfcheyde P^ooriverp^elen. ^ 

t^E Koopman wil fijn fchat gcducrigh j^ooter 
maccken > 

£cn kind fal mcttcr tijt rot hoger hoogte rackcn, 
htiï mcnlch die honger heeft , cn goede ^py- 

fèn l'macckt , 
En fcheyt'cr nnnmer af tot dat liy fy vcrmackr. 
Wel aen dan , menfche Gods , vcimccrdeit uwe 

gdcven > 
Die u den Hemel 



wilt geen talent begra- 



ven , 



M.u i doctVi vviidtcmce! wcrt raii coi kind 
ccn man> 

Die als een niocdigh helt God fcLfs verwinnen 

kan 1 

Smaeckt met ter loops alleai Gods noyt volprc- 
(èn gaoven , 

Macr wilt met hacren geur de gantfchc ziclc lae- 
ven , 

Bidt om een hoogcr trap, en om een voller 
. nuet , 

Eu tooui dat u die Ichat alleen ter herten gaet. 

XIV. 

Op eenigc roonrrrp^e/ert. 
r\V honger f ^naccki de Ipijs, v[> ^lut ) u iuuetkt 

^ hctiultcu, ^ 

Op 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedightefj, 6l 

Op ftormen piijft men cerft dc licfTelickc Ku* 
^ ^ {ten i 

MM^ Daer is geen foeter foec als vryhcydnae den 
t band , 

Als naer een lange rcys het lieve Vaderland : 
•Noyc fal het aengefight des Heeren foeter wefen. 
Als dan , wanneer het komt m droefheyd opge- 
* reien : 

Dan roept de lieve Kerck; komt feete Bruy- 
dcgom , 

Ghy fijt al langh Tcrwaght , en fijt fecr welle- 
i kom. 



Toftfrigora dulciorignis. Mantuanus. 

Toft tempejiatem (iulcior eft feremtas. Quintilian, 
Dcclamat. }xi. 

jyefiderata magh gram, Diu deftderats dulcim oh- 
tmentur. Auguftin. 

1 Uonejireverfu^fponfiisadvotwny é* vocemrevo* 
c.^ntis t i*f defuertum crefcat j ut proLctitr afe- 
Bus , tit a/norii negotmm excercentur, Btriih, 
in Cautie. 75. 



I 



O? 



XV. 

op een Zé-c^^flnys. 

AL fal de woefte Zee aen alle kanten bruyfen , 
Men breeckr haer fiere maght doorniiddel 

van deSlu) xi» : 
Al heeFt de groote Gcdf ju dood-geweer ge- 
wet , 

c 7 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het Bloem-hofje 



Hy komt niet tot de dacd door middel van *t 
gebed. 

XVI. 
Op een Luy^e, 

nrErwijl ick wert getoefd met mcenigh gladde 
keclcn , 

Komt oock dc foete Luy t mvn oor en herte ftrc- 
Icn . 

Wat is het Ibctlte fbet van al het fuycker-rict , 
By defcn (beten ^alm , die nu myn oor geniet ? 
Hoe kan het holle Üout met darmen van de bec- 

Gefpannen, en gcroert verhctigen myne geeflenl 
Wat heeft des menfchen hand al wonder uyt- 
gewraght , 

Wat neeét het gceftigh breyn al voor den 
menfch bedaght I 
Wat ial de goede God dan in het ander leven 
Acn fijn verxorcn Volck tot vreughde-ftofFe ge- 
ven ? 

Cccn oogh en heeft gefiei! , geen oor en heeft 
gehoort , 

<3ccnhert en heeft den grond van dicgchcym 
doorboort ! 

XVII. 

Op een Hnys dat in brand fïaet. 

•TErwijl dat fchoon Gebouw feer fel begind te 
blaeckcn , 

Is ieder in de wcei om uyt den druck ic raeckeni 

De 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten» 



*3 



P 



r 



Dc brand-klock wcrt gehoort , dc bucrten 

loopen uyt , 
Op dat het viniiigh vyer magh tijdigh fijn gc- 

;CDacr is een grooter brand in onfc nel ontfteken « 
WWaerom is dan de forgh (oo ver van ons gewc- 
• ken? ^ ^. 

Waarom blufcht ieder een met uyt dat londig 

quaed , 

Dat tot den Hemel felfs met fijne vlammen 
gaet ? 

^liDatGod, dat hooghftc Goed, dat reyn en fuy- 
vcr wefen > 

(Dat van de Zaeligenwert fonderend geprelcn) 
Vervreemd van onlën geeR , dat God tot ftraf- 

fen dringhd , 
En ceuwigh hert-verdried op boofe menfchcn 
bringhd ! 

Myn ziel , fijt tijdigh wys , cn laet dc fonde ya- 
ren , 

Dat vrecfeHck vergift , met Gods verkregen 
fchaercn l 

Indien men tijdigh forghd voor dat het hg- 

haem raeckt, 
Waerom dan voor dc ziel een nutter les gc- 
ftaeckt ? 

^ Rijft op , ómynczici, cn wilt Godts Uemmc 
hooren , 

V Voor dat den ouderdom komt fnecuwen om dc 
ooren , 

Voor dat een harde korft u om hctherre gae , 
En wat men fonde noemd in u vcrfcgelt ftac. 
Seght niet} lek fal voor Gedmynlaelk jacren 
fpaercn i C^^Y 



1 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



^4» f^^f BloerK^jojje 

Cïhy lult midcliKii van hier in korte tijden Tac-gÉ»* ' 
rcnj ^ 

Hetisüockcven nu, gelijckhctecrtijtsplaj:^!, ! 
Dat in den morgen blocyd , llerft op dien ey- 
gen dagh : 

Het minltc datter is kan u het lijfontftcllcn , • • 
Kan u gelijck een bloem ter acrdcn ncdcrvellcn , , 
Al dri)Ft geen vinnig Ibcl de leden m hc'i graF, Am^- 
Een küorel van ccn druyl dic werr't r meelter " 



af. 



Een gractje vanecnvifch, ccn hacrrjcn ingcfo- 



iren 



Een mugli oFin dc neus , of in de keel g<?vlogcn, 
Een al te wrange gal , een al te foeu lagh 
Maeckt dat de broofc menich nier l.nu;Vr wc- 
fcn magh ! 

Macr fchoon den Hemel u gaf een veel langer le- 
ven. 

Als iemand heeft gehad, als iemand wcrt gege- 
ven , 

Nogh lijr de reden iviet dat ghy het fwackc> 

vleys 

Het fwacrfte laeteii fult op 't eynde van dc 
reys : 

Dat wat men helle nocmd volmondigh (oude 
rocnn n , 

Dat voor haer i\p\ gr " i. ( ff dc vcrfchc Icntc-bloc- 
men , 

En dat men macr alleen voor God het rif bc- 
wacrr , 

Voor wien het belle di cl behoort tc fijn gc- 
fpacrr ! 

Ic:k <n y by rijts, óHccr, myu korte daegcn 
.ellen , En 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



eler Gedt^h*en. 




met een volle drifr naer uwe wej^en hellen ! 
rj Giet olye in myn liimp , dan ben ick uwe 
Maeghd , 

Die haer< n Bruydegom in fijne komft bc- 
haeghd ! 

M£e ante tempus , ne tüt%d nudtMs , nuncfAnitmti' 
amants i cumnon e(ipAmtmtutempHs. Chryf. 

eatus qui vivit t;inquam femper mertturus , fiiê' 
det tan^^am f'-mper vuiurus. Hierony mus. 

Deus pAnitentU tu& indulgenüam premifit , feii huit, 
dtlattoni tHA <;rafimHm non premifit. Augulhtt. • 
in Pfal. 119. 

Homo» quare differs di die indiem , forte hodtê 
habiturus ultimnm diem. IdemSeim. loi.dc 
Tempor. 

Zatet ultimui dies , ut obferventür orrmts dtes . Idcal 




XVIII. 

Op ferfchejfdene wrwerpfelen, 

E Koopman zeylt op Zee nac ver geK^ca 
Landen , 

u En brenghd een maghtigh goed van dacr aen on* 
I iè i^rauden> 

De Ambaghts-man die braeckt den gantfchen 

dagli en naght , 
Soo haclt de Koopman heeft fijn waeren acn- 
gcbraght : 

7 Dc hcyren die men fict tot aen dc wolckcn fwe» 
ven , 

Die 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



66 



Het Bloem-hofje 



Die foeckcn fonder ruft het voetfel van het le- 
ven : 

De mieren Hjn geftaegh in haeren arrcbeyd , 
Op dat in winter tijt de taefei Itae bereyd. 
Hoe wroedt dc vaele mol om wormkcns op te 
fbecken , • 
Hoe hacit de rappe bye uyt menig duyfend hoec- 
ken *■ 
Den hoonigh met den was ! fy fpacrt geen 

bloem en velt, 
Dat voor den hooni;rh- dauw fijn lovers open 
ftelt: 

Hocfwerfdhet wilt gediert door boiTchcn endc 
hacgen , 

Om in fijn naere hol een vette buyt te draegen , 
Hoe leeft het overal , al watter leven heeft ! 
Sict i wat het minfte dier den menfch al lellen 
geeft ! 

Indien dat leven heeft het leven wil bewacrcn > 

En noy t het minfte lit voor fware moey ten fpae- 
ren, 

Sal dan de reyne ziel ontfien of fweet , of pyn, 
Om met een Hemelfch brood^hier nae gc- 
ipijft te fijn ? 

Mandtrequi panem ju bet in fudore diurnum , 
Hondabif Aterms ab/que labore dapes. Owenus. 

XIX. 
Op een Bloemen^velt, 

A Enfiet dit fchoon tapijt van allerhande bloc- 
men, 

Die 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten* 6y 

Die met een vollen mondGodts hoogcdaedcn 
roemen ! 

Aenficc niet fonder ernft haer Konincklick gc- 
wacd , 

Dat door Godts hand alleen haer om de leden 

Indien» de goedheyd Godts de bloemen wil be- 
* forgcn , 

Dic dickma'els luct cn fijn tot acn den nacftcn 



morgen , 



Hoe kan de Kerke dan vcrfmeltcn in verdriet ? 
Hy die het kruyd bcforghd , veilaet de fijne 
niet. 

XX. 

WÊk Op een Kleed y en haefi-vergaende Roou 

IpYl watisvandcnmenfch: wy worden fon- 
■■v ... *^ der weten 

■iil.GeIijck een nietigh kleed in korten tijt vcrnctcn: 
Dacr is geen dueren aen : wy worden uy tgc- 
rocydt 

Gclijck een frilTc roos , dic acrdigh heeft gc- 
bloeyd ! 



XXI. 

Op allerhande Vrughten en vermaeckr 

lickheden. 

riJ7 At heeft de goede God al acn den menfch gc- 
^ geven , 

Tot nut en tot vermaeck van dit ellendigh leven! 
Al waer de menfch het oogh op acrdcn henen 
wend , Daer 



r 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



6i 



Het Bloem-hcfji 



Dacr ftaet een hoogc gunft van boven inge- 
prent ! 

Het oogh dit vrert vermaeckt door gtoente van . 

de boomen , \ 
Poor bloemen van den hof, door klacrc waeter- - 
ItroOii cn , • 
Of door een peerel-fnocr , of door eén dia- 
mand , * 
Die van een fleylc rots quam rollen in het 
fand. 

Kien hoort dc fbcte ftcm van hondert gladde : 
keelen , 

Men hoort de Nagtegael een aerdigK deuntje 
queelen 

Vroegh voor het morgen-root j dies wert het 

jeughdigh gras 
Veel foeter in het ocgh als het te vooren was : 
Wat ifler voor den fmaeck al raenigh dingh ge- 
fchaepcn , 

Wat kan hy meenigh 'oct uyt duy(cnd dingen 
roepen ! 

Al wat de noot vereyfcht > al wat een vrolick 
mael , 

Difcht ons het aerdrijck op uyt fijn vcrrijcktc 
zaci ! 

^Vat fcnd dc lelie-blom ny t haere vette daelen 
Al meenigh rijpe druyf in onfè blijde fchaelcn l 
Wat wert'er fuyker-rict geproefd in Neder- 
land, 

Dat ons den Indiacn (end van fijn hecte ftraiiSl 
Het edele gewas van peper endc nooten , 
Van foelie , ran canecl , komt hier met ganc- 
ooten , 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 6^ 
En meenigh ander vrught en over-hcylfacm 

Dcylt ons de Batavier met gantfe fchepen iiytl 
Hoe wert de rcuck gcftrcclt mci verlch gcpiuck- 
te roofcn , 

Die of in onfen hof» of aen de haegen bloofcn , 
En 'al wat vrughten draeghd is vrughtbaer 

* voor den menfch 
En ftort in fijnen fchoot fijn vollen herten* 
wenfch ! 

Dat kan , ó myne ziel , aen u een Icflc geven , . 
Hoe dat ghy voor het oogh des Hecrcn diciid tt 
leven , 

Hoe dat ghy dicnd te fijn geftelt in u gemoed , 
Terwijl wat welen heeft fijn volle plightcn 
doed l 

Alwat'er was gcmacckt is voor den menfch gc- 
I fchaepcn , 

? Op dat hy daer uy t moght een foetc vrcughdc 
racpen j 

Maer met dit wonder al is oock dc menfch gc- 
macckt , 

Dat hy betraghten lou wat dat den Hemel 
racckt : 

■ God heeft met eygen hand fijn plaiite wiJlai 
planren , 

Hy hceftle wel beüioeydt dightacn dewaeter- 
kanten 

De grond is wonder vet , en nac den eyfch gc- 
hracckt , 

En wattcr wert verey fcht feer neerfligh opgc- 
maeckt ; 

Wel op dan , mync zicl , wilt goede vrogluciï 
dracgen , 

I 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



JO Het Bloem- hofje 

Én met een blyden Ooghft het hooghfle «roed 
behaegen ! 

Het fal u voordeel doen , als ghy den Hecrc 
diend ; 

Het goed is fonder end , als God is uwe vriend, 
XXII. 
Op uytgeroejde Boomen. / 

W; Anneer de Boomen fijn van haercn grond gc- 
nomen , 

Dan kan geen aerdigh groen meer op defelvc 
koomen \ 

Dc aldergrootfte boom, het allerminfte kruyd 
Blaeft lönder voetfel haeft fijn jeughdigh leven 
uyt : 

Hoe kan den armen menfch dan fonder Chrifto 
leven , 

Die als een rijke born ons moet het leven geven , 
Die enckel leven is ? geeft dat ick leven magh 
In u alleen, óHeer, totmynenleften dagS 

XXIII. 

Op een Kiecken^dief, 

iNdien de fhege Hen niet op en foudepaflcn , 
*Dan foudc Kiecke-dief hetkiecken naeft ver- 
ra fTen : 

Indien God over ons niet hield een nacuwe 
waght , 

Wy waercn in der hacft tot enckel nietgc- 
braght. 

^èr'tA potefiates tanquam milvi circumvoUtant , ut 
^tillhm infirmtn akrifim, Auguftin. in ?C 6t . 

XXIY, 0^ 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




frrr. 



der Gedighten. yi 

XXIV. 
Op een NaghtegaeU 

r^E Naghtegacl begind , cn huppelt op de boo- 
^ men , 

fn fchactert door het bofch , en langhs de wac- 
• ter-lkroomen , 
Om ^at het morgen-rood belooft een nieu* 

wen dagh , 
Die weder toonen fal al wat verholen lagh : 
'aer toe is my de tongh , waer toe het hert ge- 
geven , 

dien ick niet alleen fal u , ó Heere , leven , 
En loven uwen naem oock in de middcr nagt» 
Terwijl ghy nae myn hert , en nae myu ftcm- 
rae waght ? 

É(ndien dat (oetc dier wil foo vol- mondigh bral- 
len , 

En uyt een groote vreughd fchier dood ter acr*» 
i den vallen , 

Om dat de gulde Son fal rijfen uyt de zee , 
En deelen over al haer helle ftraclen mee : 
/.Wat wert van my verwaght, die een veel ho<> 
ger legen 

Heb van den Hemel af uyt milde gunfl: verkre- 
gen , 

Die in een naerc naght een klaerder Sonnc- 
fchijn 

Van boven heb gefien tot trooft in myne pyn ? 
iEer dat de werelt wül van maenden ende aac- 
1 gen , 

?! Eer dat de werelt was , heeft God my tocgedrae- 

Een 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



j% Het Bloenj'hofje 

Een vol-gencgcn hert-, Eer datccn mcnfchdTi 
was , 

Was voor den menfch bereyd een Heyl dat} 
hem genas ! j 
Terwijl de weicit was in duyfternis gcdompelt ,J 
Endoorcenheirchemaglumet liflcn overroi;!-, 
pelt , 

Sijtghy bereyd geweeft te lijden met r;edulr, 
O menfch geworden God , de flraf van mynct-s 
£chult! 

Ghy hebt om myncnt wil aen Jijf en ziel gele- 
den , 

Ghy hebt om mynent wil t«n bloede toe geArc- 
den , 

Ghy hebt dan fberc fap van die verboodca 
vrught , 

O Hoeck-fteeu Ifracls , met enckel gal bc- 

fught ! 

<^hy hebt met eygen bloed gewalTchen uwe 
fchaeren , 

En van den toorn bevryd j die al verloren wae- 
ren , 

Ghy hebt des Vaders hert ons weder tocg 
braghr , 

En op een volle vreughd voor onfcn gecfl: g 
daght ! 

♦iler dat de Sonne komt hacr gulden hooft ver- 
togen , 

Sal ick tot uwen lof^eduerigh fijn bewogen , 
En als datgroore Ii^htgaet wederom te bectj 
Sal hert, en tongn, en al tot fingen fijn ge 
wet. 

Geluckigh is de menfch in Chrifti Sonne- ft rae- 
Icn , Ter- 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




der Gedighten. 



/ i 



Terwijl hy ccnfaem moet hier op der aerden 
dwaelcn ! 

Gelucki^h is de racnfch , die , als hy fterven 
fal , 

Geniet dat zaeligh Light in dit verdrietig dal J 

Jndign^s efi dandii , qtii ingratus eft pro dat'ts» 
Hl) iAuguRin. dc Tempor. 

Gratd meme mhtl e/i Deo gratias : ^ g^-atimim 
aéfio efi ad plus dandf4m t?)vii(ttio. Chry lofth. 
in Gencf. Hom. 52. 

XXV. 
op twee ^ooriverpfelen, 

QEen half-gcbradcu vkcicii kan iemand oyc 
bchaegen , 

Woe kan den Hemel dan een fauw gebed vcr- 
draegen ? 

Een vogel tonder vlerck , een Chriften fonder 
vyer , 

Syn bcyde fonder kraght , en deugen met een 
iier. 

xxyi. , 

Op een rey jende M<in, 

g Er dat de ^ulde Son komt uyt de Zee gereien , 
acii de Wcrclt ffccft een aen^^ciiae/ncr we* 
len ) 

• Reyft defe Reyfenacr fo vcerdiffh als hy mag , 
Om m de poort te lijn op t'evnde van den daj» : 

D Laet 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



y'i- 



Het Bloem-hofji 



Lact my , 6 goede God , oock in den rooden % 



morgen 



Van myne levcns-tijt myu arme ziel verforgcn , 1 
Laet my den ouden menich door uwe kra<;ht ' 
verftaen , 

En fonder tijt verlies in uwe wegen g^en 1 ' 
Dan fal de poorte niet voor my fijn toeg^flotcn , é^ÊÊÈL 
Wanneer de fondaer wert van u ge(ignt verito- IH^B 



ten 



Dan (al ick komen aen in u befaemd Paleys , 
Als ick betreden moet den wegh van al het 
vleys ! 

X X V 1 1. 
opeen f^iffcher. 

'TErwijl de Villchcr focckt met lift den vifch tc 
vangen , 

Laet hy mct ftaegen vlijt fijn hcngel-roeden han- 

En daer hy niet vermoed dat icts te krijf^en is , 
Ontfangd hy metter tijt den langh-verwagten 
VIS ; 

Noyt fal men cenigh goed van boven af verkry- - 
gen, 

Als naer een bangenfwect, ennaereen angh- 
ftigh hygen : 
Wel aen dan / Ridder Gods , blijft evenwel i, 
gemoed, 

Tcrwi'jl den arbeyd wert nogh op het lelt vcr- 
foed ! 

Corona non datur niji ccrimntibus j & pcrfeveran- • 
tibui. Of \ 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Ge dillen. 
XXVIII. 



7y 



op een Man , die in het ivaet er gevallen 
fijnde , fijne handen nytfleeckt , om figh vafi te 
houden aen een pael. 

^T'Erjvijl dien armen Man is in den nootgeko- 
men > 

Heeft die wacter-pael voort in fï ja hand ge- 
nomen , 

En die iijn heyl genoemd > die hy niet had gc- 
a-ht , 

En daer hy aen het land niet eens had aenge- 
ddght : 

Hoe dickmacls (beckt de menfch God met een 

groot verlangen , 
Als hy tot aen het hctt is met verdried bevangen, 
Macr als hy met het fchip magh zeylcn voor 

de wmd , 

Dan is de dwaefè menfch tot bidden niet ge- 
lind ! 

Laet my , 6 goede God , en in de blyde daegen. 
En in den dooden tijt aen uwen geeft behae^en , 
Door mcciiif;h ziel-geroep 1 Geeft Heere dat 
ick magh 

U foccken ni verdried , en in een blyden dag ! 
XXIX. 

Op een Aïan droncken in den ivijn. 

r\Aer leytdatvuyie beeft in ecde! fi.K verdron- 
ken , 

Dat hem de Schepper had uyt milde gunftge- 
fchonckeu ! 

D 1 Als 



i 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



76 



HetBloem-hófje 



Als ghy met druy ven- bloed , oHecr myn^ 

hert verblyd , 
Geeft dat ick dan beken dat ghy te prijicn l, , 
Laet my niet tot vergift dat hecrlick fcheplc 
ftreckcn , 

Dat danckbaerheyd acn u in my diend op 

wecken ! | 
Gcluckigh is de menfch , die foo kan vrolick ' 
fijn, 

Dat hem geen duyvel fy de fjieel-inaet i.io 
v/yn ! 

Omiferiy auorum ^mdieicrimenhahm ! Max ui 
Eleg. 1. 



XXX. 

op een Vader , die ftjn Kind kafleyd. 

"r\E Vader van dat Kind heeft nu de hand ver- 
heven, 

i n wil verdienden loon voor quade wercken ge- 
ven. 

Hy wil oock even fcifs nietfpaeren vleyscii 
bloed , 

Om dat de flappe tught de kinders hinder 
loed. 

Jüacr IS geen feggcn aen : Hy fluyt fijn oogh en 
ooren , 

i ïy wil geen traenen fien > geen anghftigh roe- 
pen hoorcn : 
Hy wil dan allermceft een liever Vader Hjn , 
Terwijl het teerc kind gevoelt een harde pyn : 
God wil oock even die kaltcyden op der aerdcn , 
X)ie hem gcduerigh fijn een (chat van grooter 
wacrdcn , En 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r 



der Gedighten. 77 

En ftorten in den praem van veelde rly(; vet- 
dricd , 

Om dat dacr door dc ziel een ccuwigh hcyl ge- 
niet. 

• S/V licet in natos facies auftera paretitum , 
JXen tarnen AC^na manet. 
T9r varios cafus , per tot difcrimina rerum 
Tendimns ad Cdlttm. 

T>eus habet umcttm Tilium finepeccato, nullum 

pne fiagello. Augnfliniis. 

XX XL 
Op het Ader-Ueten, 

V^En lal lijn cygcn bloed iuciiuüc iicckcc i^^ie- 
\ ren, 
Om door een Ader-Iaet het leven te bewaren : 
Wie fal dc Werelt dan niet treden metten 
voet , 

Die aen den gantfchen menfch foo grooten 
hinder doed ? 

XXXII. 
Of den F'redert* 

ï Q Vrede , fchoon juweel, vooralle dinghtc 
j prijfen , 

^. Wie kan nac reghten eylch u eer genoegh bc- 
wylen , 

Ghy fijt een rijck gefchcnck dat van den He- 
mel daelt , 

D 5 Dat 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



7« 



Het Blofm- hofje 



Dat als een guMe Son hier op der acrdcii 
IrraeJt ! 

Als ghy met uwen glans komt woonen by de 
mcnlchen , 

Dan heefteen eider een wat dat hykondewen- 
fchen, 

Dan maeckt een ieder een door bere , cii door 
het dal ^ 

Gelijck een Naghtcgael een aengenaem ge- 
Ichal I 

Dan geeft het vrushrbaer velt ons foo een vloid 

van vrughtcn , 
Dat door het mcenigh graen de ayren moeten 

fughtcn ; 

Dan is het vlacke land vervult met jeuMidieh 
groen, ^ ^ ^ 

En wil het jonge vee behoorlick hulde d©cn ! 
Dan vvaü'er menigh druyf voor onfb Nederlan- 
den , 

Dan lend het Ooftcn goed van fijne guldc ftran- 
den , 

Dan komt'er menigh fchip geftoven uyt dc 
zee , 

En brengd fijn fchatten aen op fijn gewenlch- 
tc ree • 

Dc Vrede binnen ons door Chrifti bloed verkre- 
gen, 

\ ertoont een hooger gunlt , cu is een meerder 
legen , 

En geeft een foeter ruft : de VreeJc binnen 
ons 

Is als een roofen-bed, een laghtc fwaenen- 

dons I 

\^'at 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



r 



der Gedichten. 7P 

Wat baet het docii acii uicnlch , dat hy is hoogh 
verheven , 

Indien fijn luyftermoet met binnen- rtrydcn le- 
ven ? 

Wat baet een maghtigh vee , wat helpt een 
^ deftigh land , 

Wanneer geen biiine-ruO: is in den menfch gc- 
I pland? 

Wat helpt een hccrlick mael , dat meer als hon- 
dert kneghren 

Syn bccfïgh op een rye ièer ncerftigh aen te rech- 
ten ï 

Wanneer de binnen- ruft het heite niet en 
voed , 

Dan is het enckcl gal , al was het hoonig-foer. 
Wat helpt de foete^l:em van meer alsduyfcnd 
Kcelen , 

Die Naghtegacis gewys een vreughdigh lictje 
' c]ueelen ? 

Wanneer debinnen-ruft maer uyt het hertc 
vlied , 

Dan is de (bete galm maer enkel ziel- verdriet : 
Schoon dat de Sonne fchijnd , fchoon dat gc 

kruyden groeycn , 
Schoon dat de boogacrd is fecr dapper aen het 
bloeycn , 

Schoon dat de focte tt]Z veel verfche roofen 
geeft , 

Het baedt den menfche niet , foo hy geen ruit 
CH heeft : 

O Heerc , laet in my die vreede fijn te lefcn , 
Dan kan myn innigh hert in droeflieyd vroolick 
wcfcn : 

D 4 Dan 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ö Het Blocm-hofje 

Dankan eenkerckcr my /ï;n als eenPnncen- 
zael , 

Een vJainrnc myn vermaeck , een vroolick 1 
isruylofs-niacl ! ' 



^ , optimaKerum « 

homwi mvijfe datum. silms Italicus. 

; R,, ^,,1 ^^l^ ^ 

tampilHtarts. - Ciccio. 

Talehonum fmmentacis, utin rehus creatismhil 
grmus foieat audtn . veldelecfMius conci,pifci ; 
&mh,luuUiisfo,iJidert. Auguftm. deciyitatc 

Vitamheatamefficium tranquillitas confcimU , 

tnmcmtU . AmbroHus lib. z . Offic 

Caf . I . 

^TV/'^ ^««wrf/ , mamventris, Aueufl-. 
de VcrD. Dom. 2.7. 

XXXIII. 

O;» den arheyd die een Fryer doed om een 
Vryfler te mogen behagen, 

5 Iet hoe dat Coridon wil Rofemont beminnen! 
Hy hanolid aen dele Bloem de kraght van fijne 
nnnen ! 

Al wat hywtct te doen, enwcrt'er nict<Te- 
fpacrt , ^ 

"Yerw] jl hy met de Macghd foeckt eens te fijn 
gepaei t : 

Hy 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



" uci ucuighten. ^ 

Hy vreeft geen harden vorft om harent wil te hj- 
dcn , 

Hy wil geen hecte Son om harent wille mijden , 
Hy wil geen vuyle mift : Hy Tchroomd geen 
hert verdriet, 
* Al§ hy fijn Hardcrin maer onder ogen fict : 
Hyfpant de finnen in, en dcnckt op alle dingen, 
Om Aet een fagt gewelt dit foete beeld te dwin- 
gen : 

Al wat de Lente-tijt , al wat de Somer dracgd. 
Al wat de Winter geeft, datgecfc hy acndc 
Maeghd : 

OJcfu, myn vermaeck, ó zee van hooningh- 
raetcn , 

O Soet , ö Manna- foet , foct boven alle iraeten, 
Die aendc Kcrckefi|t , die witte lelie-blom , 
Een man , een lieve vriend , een (octc Bruy- 
dcgom : 

Wie (al om uwent wil geen bitter leet verwagh- 
ten , 

Wie fal door u alleen geen ongcmack vcrfagh- 
ten ? 

Schoon figh de lieve Maeglid in fwaerc pran- 
gen vind , 

Een flrael van u alleen die macckt hacr wci 
gc^nd ! 

Geeft , loete Jclu , geeft dat ick tot u maghicoo- 
men , 

Gelijck een vlughtigh hart komt tot de waeter 
ftroomcn , 
Met ovcr-grooten dorlt ! dat ick u foccken 
magh 

Eu in ccii harden yorft > en op een heeten dag i 

D 5 Pï^t 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Het Bloem4)vj]e 

Dar ick alleen myn hert acn u magh ovcrgcvc. 
Datick Hl uwen dienlt magh altijt biijvcn'leven 1 
Pat ick oock in den dood met u \ crecnif^hd 
ben! 

Dat is mijn hooghfte trooft , die ick op acr- 
den ken I * 

r 

^ii,.^Hi.i t ru inhatth , ?wa fpes efi unica Ch\ijlus : 
Hutcvivo, huicmortor, CAteracuronihtl. Sti- 
gciius. 

Amor wens ejl crucifixus . Ignati u$. 

Sj^tcquU tenety ei iiw fufficit ^ dmec dileBttm in' 
veruat. Grcgorius in Cantic. 

Domine Jtfu , amo te plus quam mca , meos , mé. 
Bemhardus. 

XXXIV. 

op €en Mijdadtge Jijende voor den 
Rtghter. 

"fZOorfeker heeft die man een droevigh frv be- 
dreven . 

En dacrom is de Item des Righters opgeheven , 
£n Ipreeckt het vonnis u) t , dat hy nu boeten 
moet 

liet quaed van hem begaen , met auiiu^h 
herten-biocd. 
Dies heeft een koude 1'chrick fijn leden ingeno- 
men , 

±.n hy is in den ftaet lèlfs van den dood gekomen: 
Nu ichijnc het dat hy Iprccckc , dan weder dat 
hylwjjghd, 

Ver- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



der Gedighten, 85, 

Vermits hy dickmael fught : en tufltfhcn bcy 
den iiijghd. 

Hy is door dit geluyd verliart gclijck de keyen , 
Yoldrucks, en evenwel onmagtig om telchry- 
en : 

Hy.is^eweldigh bangh> nukoud, dan wc- 
der heet , 

En ichicruyt ieder hayrontftaet een druppel 
fweet ! 

Wanneer de Soone Gods , de Rightcr aller volc- 
kcn , 

Met hccriickheyd en kraglu fal koomen ni dc 
woleken , 

En fitten ni het reght, en brengen in het light. 
Dat noyt en was ontbloot voor cenigh acn- 
gcHght : 

Hoe fal de fondaer dan met alle finnen hygen , 
En met een bange fught tot in den Hemel fty- 
gen ! 

Hoe fal fijii hcrtc dan verfmelten in gequel , 
Terwijl het open fiet de poorten van de hel I 
Wat raet in delen iK)ot l lal hy hetquaedont- 
keiuien , 

God weet met fijn eefight de herten door te ren- 
nen : 

Hy is een enckel oogh, en wandelt over al : 
Dacr is geen menfch lbo loos , die hem b-e- 
driegen fal: 

Sal hy fich op dc vlught begeven nae de Steden ? 
Die in den Hemel woont , woont niet te min 
beneden : 

Al wat men Werelt noemd is onder fijn ge- 
bied , 

D 6 £ji 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



i 




84. 



Hei l^hem-hofic , 



En wacr het iciuplcl viica, liet \vi)ckt den 
Schepper niet. 
S.\I Iiv met niii;hti^h goed dc<; Rir)ircr<; oof^h 
vcrbluiJcn , 

Dat mai*li den armen mcnfch (ii»h nimmer on- 
derwinden : , 
God hoort de Wercit toe \ Gud lui rcghtvccr- 
digh fijn, * 

Fti '>rven acn 'Ic'i mcnfch f^i'i wri vrnlicndc 
pi)n : 

Sal hy met fwacr gelught cn traenen iets ver- 

nuv 

De Rightcr wei t als dan door bidden niet bewo- 
gen : 

Hier is de rcgten ti|t,dacr in men faeyen moet : 
Cieliickigh is dc merilch , die hier het goede 
docd ! 

Sal hy van minder rcght tof hooger bancken ko- 

IlK'll r 

VVic iiecftdv ii Scepter oyt God uyt lijii luad ge- 
nomen ? 

Hy is dic grootc Vorft , die alle Throoucn 
bouwd , 

En onder fijn gebied de grootllc Princcn 
houd : 

•il'; (.(.niiincl die uouij'ci i.u door dc Wcrcit 
kliiickcn , 

Als eens de Wercli f'al ter hellen ncderfïncken 
i n branden in het vycr, 4ac nimmer wcrt 
geblull i 

«.keft my dan , foyvci Lam > voor ccuwigh 
uwe ruft. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten* 8 5 

non hicfallaci \u(iex {Hbvertitur Are , 

Am potutt eau fa plus vMtjjefavor. Barlacus dc 
judicio extremo. 

Sit tihi perpet Hè conjunéius foedere Chriflu/y 
• Ham centrum terrAConctt at tra Dei. 

Fat^ay qiM monensfacia fuifje velis, 
Sic nuo^die vivamus , ({uaft die illdjudicftndifimus, 
Sivecomedam, fivebibamy ftve altquid aliud faci- 

am yfemper vex illa terribilts auribus meis infona- 

re videtur : Surgite mort ui , venite ad jttdiciuml 

Hieronymus. 

XXXV. 

op de Sorghvuldtgheyd tegen s vergift. 

Xj Oy t heeft de rouwfte gaft uy t cenigh vat ge- 
droncken 

Wanneer hem is gcfeydhier is fenijn gefchonc^ 
ken ; 

En menic^h menkhe kan in vreughd gcdom- 
pelt fijn , 1-1 

Als hem dc Werclt fchenckt haer hoonigh- 
Ibec-fcnyn ! 

XXXVI. 

Op allerhande F lonverp^rlen. 

pvE Dieven fijn bedroefd, wanneer fy fijn gc- 
*^ vangen, 

Niet om de londc , maer om datfc moeten han- 
gen •• 

Al krijt het^teerc kiiid , waniitei dc Vadc^ 
^ il^iet, 1^ 7 ^ct 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Éü 

m 



É>6 Het Bloem- hof je j 

Het IS meer om de fmert , als fijn bedreven 
c]uaed : 

Die door dc Ibete ftijs is m den noot gekomen , 
Heeft over fijne tout een diep berouw geno- 
men , 

Niet om dat hem de fpijs niet wel en heeft ge-* 
finaeckt , 

Maer om dat hy daer door in onheyl isgc- 
raeckt : 

Schoon dat dc Koopman heeft fijn koftehckc 
waeren , 

Vermits den grootcn florm , geworpen in dc 
baeren , 

Hy heft het evenwel', en houd het m het hert, 
Dat aen de woeftc zee door noot cescvcn 
wert : 

Schoon dat de fbndaer treurt , wanneer hy wert 
gcflaegen , 

Hy fchcpt nogh evenwel in fondc fijn bchaegen, 
Hy roept als uyt de borft , hy roept : DIANA ,- 
leeft , 

Terwijl door naere fchrick fijn innigh herte 
beefd. 

Hy wil maer met het lijf het Sodom gaen vcrlae- 
tcii , 

En fuygcn met den geeft daer uyt fijn hoonigh- 
raeten , 

Schoon dat de Righter hem aen alle kand ver- 
wond 

Hy houd het (ondigh foet nogh eghtcr in de 
mond I 

Hy wil met Palthicl i'jn lieve Michal volgen , 
Al is het hooghltc reght gantfch regens hem 
verbolgen ; j-jy 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 



87 



I 



Hr wil met Pharao lijn iwercn bidden aai > 
Soo luelt hy voor een tijt de ftrafïen is ont- 
gaen : 

Laet my ó goede God , het fondigh quaed ter- 
laeten > 

lEn dat om uwcnc wil van gantfcher herten hac- 
ten , 

En As ik nu en dan ben ujt het fpoor geweeft, 
Geeft dat ick inooge fijn vcrllaegen in den 
geeft l 



XXXVII. 
op een M.in die verbrand wert, 

Die Man is nu het reght vervallen in de han- 
den , 

En fal een ure langh fecr dcerlick moeten bran- 
den : 

I Daer blaccki een heeter vyer nac dcfen korten 

I Macckt dan , ó Ibndigh hert , dat ghy eens 
^ wylcr fijt l 

XXXVIII. 

op een Moordcnatr , die de leader van 
I Sawpronius vermoert heeft. 

* y^'Ic kan een Moordenaer van fijnen Vader 
" heven , 

En hem in alle dingh gelijck hy wil gerieven ? 
Hem houden voer een vriend , hc!Ti roeven 

aen den dis , 
Tavi,! foo dierbaer blo^dtioor htm vergo- 
ten is ? Hoe 



I 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



88 Het Bhem-hofje 

Hoe kan een Chriftcn dan de fnoodc fondcn toe- 
ven , 

En niet in tegendeel /igh over haer bedroeven , 
Terwijl de Soone Gods , die groote Opper- 

Voor fijne Kercke ftorf, door foo een iiioord-* 
geweer. 

XXXIX. 
Op dne Voorwet pfeUn. 

J^En foeckt de werelt door de fijnfte diamand- 
tcn , 

Men foeckt het fijnfte goud , om die daer in te 
planten , 

Het fijnfte lynwaet wert voor alle dino;h be- 
geert , 

En met een fchoone kas voor fijn verblijt ver- 
eert: 

Men foeckt een cierlick kleed \ au t fijnfte ftof te 
maecken , 

Men foeckt het mooyfle mooy van allerhande 
fiickcn ; 

Sal dan de nienfirhe Gods niet ibigen voor het 
hert , 

Dewijl het door c I Gods eygenTempclj 

wert. 

Wiltmy, 6 goede God, wilt my een herte ge- 
ven 

Daer in den Hemel magh , en met de fondc le- 
ven ! 

Pir -r. myuhooghftc wcüfdi 1 Daiifalick fijn 

Tot 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedifrhten. 



89 



Töt aen des Hemels Th roon te heffen uwen 
iiaem. 

XL. 

P/ Ji^jf^ouiven jieivoon hj haer kfeyne Spie- 
• geitjes te driegen. 

Tk/I En éet het over al dat mecfl: de grootc Vrou- 
wen 

Syn in een acrdigh glas (eer beefïgh aen te fchou- 
wcn 



Hoe- haer het oogh , het hayr , hoe haer het 

f rifch gclaet , 
Hoe haer het gantfch geftel aen alle kanten 
ftaet : 

Men fiethoc datfe fijn fchier nimmermeer verle- 
gen , 

Maer met een Spiegeltje verfelt op alle wegen : 
En foo daer ietwcs dan de fchoonhcyd hinder 
doet , 

Dat moet door luyver nat vcrgaenop ftaendc 
voet : 

Laet my,ö goede God, op aerden foo verkeeren, 
Dat ick van acrde magh een nutte lefle Iccren , 
Dat ick niet minder maghbeforghd fijn voor 
den geeft , 

Als oy t een vrouwen-beeld voor (choonheyd 
is ge weeft ! 

Laet my in uwe Wet altijt myn innigh wefèn , 
Als aen een regel fien , als in een fpiegel lefen , 
Laet my myn donckcr hert door-peylen door 
difglas, 

Dat altist helder is , cnnimmer doacker was l 
1* En 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het Bloew-hofje 



po 

En (bo ickdan bevind de ziele (co ^efchacpcn > 
Dat .ghy in mynen ftaet geen lult ("uit konnen 
IHl raepen , 

Laet my aan ruften noyt tot ick aen alie kand , 
lae tor de grondei- (clfs ; fy als een Dumand. 
Seght , Heere , tot myn ziel ick ben u hcyl en Ie- • 

ven , *" 
En wilt my uwen Geeft in voller macte ven , 
Dan fal ick beter fijn , d n fal ick , goede God, 
My houden inden wegh van u volniaeckt Ge- 
bodt! 

XI.I. 

At ifi< T meenig menfch in aerdfch verftand 
verheven , 

Dat acii een krancken geeft geen troeft en weet 
te geven l 

Wat weet'er meenigh menfch te fwcvcn in de 
lught , 

En eghter wat hy weet is alles Ibnder vrught 1 
Hier weet een Redenacr met woorden fb te Ipre- 
ken , 

Dat hy de rotlen fèlfs bequaem is te verbreken , 
Dat hy gelijck een Prnis daer mede wonder 
doed , 

En in de faecken Godts is hy een flegtc bloed l 
Daer weet een hoogh vernuft de fterren te ge- 
naecken , 

En met een (oete pen de werek te vermaecken ^ 
Daer fchrijft het hoe de Vorft , en hoe de don- 
det-flaj^h , 

En 



f 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedtghten. p i 

J'' En hoe dat ebb* cn vloct by beurten komen 
magli : 

Maer tot den Tempel Gods, daer duyfendSon- 

nenftraelen , 
En daer j^een koude Maen laet dampen nedcr- 
9 ^aelen , 

En 'daer het bHnckt van goudt , en pcerlcn 

4 cveji leer > 
En van A^xx hellenfteen , genaeckt hy nim- 
mermeer ! 

Hier fal Hippocratcs , hier fal Gaicnus fchryven, 
Hoe dat een quclligh voght is uyt het hjt te dry- 
ven , 

Veel eer als i«mand daght , door gom en edel 

kruyd , 

Maer voor den kranrkcn c^cefl en hoort men 
geen gcluyd 1 
««61 Daer fal een Bartolus wyt-mondigh konnen (eg- 
gen 

Hoe dat ^e wetten hier van aerdfche Princen leg- 
gen , 

rr.j: (De wallen van den Stact) met wonder vaft 
befcheyd , 

Maer blijft een vleder-muys in wat den Hemd 

sWi %t ! 

rgefe *t Is vry een hooger (acck met Chrifto te verke- 
ren , 

.5(1;' Als van de Son , en Maen > en haer gevolgh te 
leren 1 

Hy is die grote Son , door wien dat Son en 
Maen 

,\r-- Met haren hellen elans ran eerl^en af beftaen: 
't Is vry een locter diiigh alleen op hem te letten, 
UI ' Als 



i 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



92 Het Bloem-h^fje 

Als op het fchepfel hier het innigh hert te fettei; - 
Hy heelt, als fondellaet, hy laeftals werelt « 
woed j 

Hy trooli; wanneer de dood tijn leUe dingen 
doet ! 

Wat ick u bidden magh , myn ziele , wilt ont- ♦ 
waeckcn , * 

En gronden noyt het hert op defc beufoi-faec- 
ken ! 

Laet Chriftum fijn het wit in voor-en tegei 
• fpoed ! 

Dacr fi)n bcneven hem geen aerdfchc dingen 
foet ! 

Laet my , ó goede God, de werelt foo dosr- 
rennen , 

ïn uyt het minftc kruyduHeylighwcfen ken- 
nen , 

Dat ick u boven al magh fien in awen Soon , 
Gcfcten tot myn heyl op een Genadc-throon l 

Si Chriftum bene [cis , futis efl fi c At era nefcis , 
Si Chridum nefcis , nihtl eji fi CAtera difcis . 

Sit Chrtjlus viu fcopus , fit meta falutis : 

Non errat vitA cui fcopus iUe placet. 
Zft injmia prater Chriftum quicqmm fcire. Calvin > 

XLII. . 

Op een Man Hjt den Tuyn komende. 

Aer pleeghter oy t een Man uyt fijnen Tuyn 
te Komen , 

Of hy heeft eenigh vrught , of bloemtje mee ge- 
nomen ; 

Treed 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



der Gedighten, 9$ 

Treed dan , ó mcnfche Godts , Gods Tempel 

nimmer in , 
Of brenght'cr voordcel uyt voor u en u gcfïn. 

XLIII. 

Op etn Voerman , dre nogh geerne hoort het 
^ klappen van de fweep . 

C Choon dat die Voerman is fecr wonder höogh 
van jaeren , 

En over fuicks niet meer 'kan met denwaegcn 
vaeren , 

. Het klappen van de fwccp is hem aogh eghter 
foet , 

Enhy , gcUjck het ichmt > ontfanghd een 
jonger bloed 
De fondaer i's (00 valt geketend aen de Tonden 
En ais een eghte vrouw aen vleefch en bloed ge- 
bonden , 

Dat hy voor dit vcrgitc lijn hert noch open 
neeft , 

Schoon dat een ieder tant van hem is over- 
leeft. 

En fchoon hy niet naer wenfch lijn afgefloofde 
leden 

Kan aen dien wrec Tyran als in der jeughd he- 
fteden , 

Nogh wenfcht hy dat te doen , dat hy voor 

delen plagli , 
Dat hy niet aoe'n en kan in fijnen grijfcn dag : 
Lact my de fonde dogh, 6 goede God , veriaeten, 
Laet my dien moordeaacr vertreden op de ftrae- 
cen > 

Lacc 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



5)+ 



Het Bloem-hofje 



Laet my die hoerc fijn een laft , en niet een 

Wanncerfe nu en dan een goeden yver bluft i 
La^'t my het moedigh hooft van dele flano-c bre- 
ken , ^ 

Laet my het fnoode vlcefch felfs nae het hcrttf 
iteecken , • 
Laet my door uwen geeft de wortel taü:en aen 
Yan delen helfchen 'boom , op dathyma^^h 
vergaen I 

XLIV. 

Op het mifnoegen gegeven aen een Vriend, 

[)lc aen een goeden Vriend mifnoegen heeft 
gegeven 

Die kan met fonder rouw geheele nagten leven : 
En ghy , o Ibndjgh hert , ghy wert met veel' 
geraeckt , 

Schoon ghy met uwen God den oorlogh hebt 



I 

I 
f 



gemaeckt 



XLV. 



Op de forge die de menfchen dragen voor 
hiure oegen mde goeden nnem. 

J^E Menfchen fijn gewoon hacr oogen te be- 
waren , 

Om datfe fonder die feer qualick fouden vaeren : 
De menfchen fijnbeforghd voor hacren goe- 
den n*cm , 

Want wat is dogh een mcnfch gegceflcit door 
de faem ? 

Soo 



.1 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten, 9 5 

Soo moet de menfche Gods voor alle dingen for- 
gen , 

Van dat de Sonne rijft tot aen den naeften mor- 
gen, 

Dat hy behouden magh een hert figh wel be- 
wuft , 

Want in dat deel alleen vernaght de foetfte 
«• ruft : 

Een hert ligh wel bewuft fal nimmer konnen 
(chroomen 

Voor God en fijn Gcright met vccidigheydte 
komen ; 

Het is geen eerlick man die voor den Righter 
beefd , 

Macrwel een fnoode boef , die quaed bedre- 
ven heeft : 

Een hert figh wel bewuft dat fal m vreughd ont- 
(pringcn , 

En als een Naghtegael in groene boflchen fin- 
gen. 

Wanneer het overdenckt dat Chriftus komen 
ial , 

En redden fijne Kerck uytdroevigh ongeval. 
Een hert figh wel bcwult fal tot den bloede ftrij- 
den , 

Sal om den naeme Gods met blijdfchap konnen 
lijden 

Het fwaerfte dat men vind : Een hert figh wei 
bewuft 

Heeft met een koelen ftroom de vlammen 
uytgebluft. 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



y 5 Het Bloem- hofje 

Integer vitA fceleris quc / 

Non egi't mauri jactilh , mc arm , 

Nee vmefMtis^ravida fMgittn 

Fufcct rharetra. Hprat 



ConfdintU befje a.u 

iflts ? Bene vive Bona v$:a fem- 
i j ^.:,i.i..x//> ^..iu€t , confctentrnrei femper tnpéiv i 



Beril li.inhis. 



O rj//.iw pre»:i',u /i j i'Ji bona con/achna ! Ikatm 
M ar ty r ^<Jui4o Ue lires fsibextremis. r! u i (|. D. 
Hoonibccck ia Thcologia Prad. 

XLVI. 

Opeen Aïf^üfler van Staet , door het HMr- 
rvertk in fijne kamer ontruji. 

p)Tc Man dje heeft her hoofr .?cn f^inrfchcn rl.v* 

i;ebroockcn , 
J:n dan eens met den Prins , dan indenRacr gc- 
(proocken , 
Fn dan eens op cn neer de gantfchc Stad ge- 
gacn, 

Op (Int des Kon!nck<; woorr ino'rlit fporch^h 
ingedaeii. 

Het IS dc derde naght daer ni hy Tonder llaepen 
Leght op het ledekant : Hy weet geen rufl tc 
racpen 

Oock in de ruftc fM^;: Dies heeft de moe ac 
kop 

Hem menighmaci gcdraevd gehjck ecu fnelle 
top; 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



•3. ' 
kg 



der Gedichten 

Nu CA hv fondcr luil: , cn foiidcr kra<Thten we- 
len , 

Wanneer hy wederom komt uyc het uci iwrc- 
icn , ^ 
En op den ouden voet fal tot fïjn ampten ^acn, 
• .Want dat noyt ruit en heeft, kan nietaltiic 
bcitaen. 

Wat m.f ght den armen man , wat mojrlu hy do*'- 

Wacr fweelde fijn verftand , waer doolden fijne 
finnen , 

Dat hy van herten was op Co een tuy j^h belufl. 
Dat niemand fpaeren kan, en lacten in de rufl? 
Wilt u , 6 mcnfchen kind , met aen de Ibndcii 
geven , 

Want door de (bndc moet de mciilchonrultjch 
leven : 

De Tonde is een tuygh , dat nimmer ftil en 
(taet , 

Dat fonder cyndc fweefd . en op de ziele Haer. 
Schoon dat de Ibndaer fit te midden in de rofc n , 
Wjc fal nogh evenwel fijn droevigh hert verpo- 
fen ? ' 
Wat dattcr is ge Jaen , wat hy op heden doed > 
En watter volgen (al verfchrickc fi jn boos ce- 
moed ! ° 
Hy heeft cjecn ruft by God ; Hy vreeft fi jn eyccn 
Iclven i 

Een fchaduw van een boom kan m lijn hertc del- 
ven : 

De allerfwackfte mugh, de allerkleynfte mier 
Is hem op Gods bevel een ilcrckcn grouw- 
h laem dier l 



r 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



9^8 



Het Bloem- hofje 



Hy Tal oock op ccn feefl: feer anghftigh konnen 
ftecncn , 

Eu in de vrcughdt! fclfs fcer droevigh konncn 
weenen , 

Hy fal terwijl hy leeft, en als hy fterven moet, 
Oock in de koele Mey fijn in een heete gloed l 
Wat moet een fchuldigh man om korte vréughd 

verdragen ! u 
Daer is geen fonne-fchijn voor hem fijn leve- 
daegen ! 

Hyftcrfd, eylaes, hyflerfd, fchoon dathy 

jaeren leefd , 
Die als een tanger blad in fijne ziele beefd ! 
OGod> laet noyt mynhcrt dit bitter waeter 
drincken ^ 

Laet noyt myn lieve ziel in defen modder finken! 
Geeft dat ick u alleen van herten dienen mag , 
Dan kan ick fijn bevryd van ibo een harden 



llagl 



i! 



Hifunt aui trepidant , ^ ad omnia fulmim pallent. 
^iid tiotfi gemmas omnes cumularts , aurum , 
Si tua Tart ar cis mer^s cruciatur aquis ? Owenus. 

Xlt foltum a quovis mutatnr mobile vento^ 
Sic minimus terret confcia eorda pavcr. 

Chriitianus Matthias m Theatro Hiftorico 

C&nfcia mens fccleris formidme tota liquefcit 

Tune qtióque cum pavidi caufn doloris abefi. Cat- 
fiiisin Emblcmat. 

Confcientiït rei femper in péina eji. Bernhardus. 

Nihil ejl ?77iferius y qudm mtms hominis confcius. 
rJautus- 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ÖfJi 



e/^r Gedighten. 9^ 
XLVII. 

f^oorwerpfilen. 

JJOc mecnigh Diamand en is nogh niet gevon- 
: den ? 

•Hoe ipecnigh perel light verborgen in de gron- 
lil den ? 

Hod mecnigh guldc Meyn en is nogh niet be- 
kendst ? 

God blinckt oock daer de Son haerftraeleii 
nietenrend ! 

XLVIII. 

t Op het Jlüjten van de poorte op de aankom* 
fte van den Vyand. 

.^^Hy moec voor alle dingh , ghy moet de poor- 
ten fluyten , 

Dan blyft het moedigh Heyr van uwen Vyand 
buyten : 

Maer als maervoor een wyl de poorten open 
ftaen , 

Dan fal door vyer en fweert de gantfche Stad 
vergaen : 

Ghy moet het oogh en oor , 6 Chriften wel bc- 
waecken, 

Op dat de duyvel niet magh door die poorten 
raecken : 

Hywcrt, eylaes! hy wert een helfch verderf 
gewaer , 

Die niet cn is bcforghd gedurigh over hacr I 



£ » 



In 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



100 



J-fct BlocTK-hofje 



mi 



Lnmim qui potun vtnccre , viïior Abtt. Catfius 
in liinblcnuc. 

Vtt't'ts nobis in anitr.umpcr octilos eft via. Qiüiitilian. 

Trimi in omuibm prxuis ocuU vmcmtur. '1 acicus 
<\r Mo; lo, Cicj Jihin. 

XLIX. 

Op T'erfrhry.'icfie f^ooru'frpfèlefi. 

J.Jl.tIl.iii ucjoi uaci ^:;cwoiul, lal wel iii hou- 
dt rc liocckcn 
Svn K'inAx om het kruyd Didamnum op tc foe- 

J)c Kac Jic l^ccl'r dc Nip ccn onqcrricucn lof, 
til phicktfc mccniijniacl voorliacr uyc oafcn 
hof : 

Dc Bock die fal Scharlcyc gcdurii;h ccr bcwyfcnj 
Dc S:hilrpad dc Polyc , cn hacrc kragtcii \nylcn , 
Dc Hond (iuckc nacr het Gras gewallcn iii 
hctvclr, 

VVannecr door cciugh voght hj»i leden fijn 

] letChcIidoniuiii lal Swaduwcn bchicgcn , 
Df Kingh diiyf lal Lauwricr na hacie nellen 
dracgcn j 

Dc Oycvacr begeert Origanum tc bacd , 
Soü haefb hy in het lyf voelt ccniglu]uclligh 
2act : 

Dt* dirk '^cbuyckte ' rnt^t nac dc Wecghbrcc- 
blacdcn, 

En 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedightett» xot 

i En fj! in hacren noot het ingewcnd ver/aedcn 
M«irtö een Medicyn : de Wynruyd wcrt be- 
geert 

Soo haeft de Wefcl voelt dat hem een pfae<^c 
deert : 

•«Syir^hv dan , myne ziel alleen nalatigh wefên , 
Tcrvvijle dir voor u veel meerder is vrdèn ? 
Sul^gy in uwe quael (niet minder de dood) 
Niet aen de Medicyn gedencken in de noot ? 
Sult ghy den Soone Gods niet traghten tc beko- 
men , 

Op dar van uwen hals de fonde fy genomen 
Met Itraffen Tonder endt ? op dat een ccuwigfi 
goed 

Oock op de reyfè fclfs magh laeven u gemoed? 
O Jcfu , fchoon Juweel, fchoon boven alle IcUat- 
ten , 

Daer wind , of zee , of vyer niet op en weer tc 
vatten , 

Geeft dat ick u alleen mag fluyten in het herr , 
Dan draegh ick in den geelt een plaeflcr voor 
de imert. 

Oimi% ft perdas , Chrtjïtém fervare men:ento. 
Fuftis ejlfmguis medici , ^facium efi medicMnen* 
tumphrenetici. Auguihnus. 

Sufcipitndo pAnam , ^ wn [nfcipiendo culpcm , 
cttlpam deUvir , ^fmam. Idem. 



20 r Het Bloem- hofje 

L. 

Op verfcheydene F^oorwerpfelcn, 

p En opgeblafen mcn(ch wil fbrick cn krullen 
tellen , 

En met het gantfche hert nae defe dingen heJIej 
Een Dronckaerd wil fijn glas . een Gieregaerd 

fi^n goud y ' , 

En houden even ftaegh den geeft daer opge- 
bouwd : 

E cn Koopman ovcrfiet fijn iciiuU ca lente brie- 
ven , 

En vreeft gcdurigh aen voor afgerighte dieven : 
Een Advocaet doorfiet hoe lijn Proceflen 
ftaen , 

En overleyd met vlydt wat dattcr dicnd ge- 
daen : 

Een Herder is beluft tc tellen fijne fchapen , 
Terwijl het teder heyr isbe/igh gras te raepen: 
Een Velt-heerovcrflaet gcdurigh dat getal > 
Dat hy voorStaet cnKerckte velde brengen 
lal: 

EenStcrre-kycker telt die ongemene Lichten , 
Die om den Hemel gaen op haer verlcheydc 
plightcn : 

Een Reder van een Vloot telt Schepen op de 
ree , 

Die hy om groot gewin wil (enden over zee : 
Maer die gedurigh aen fal nemen lijn bchacgen 
Met ingelpannen geeft te tellen fijne daegen, 

Die draeghd een beter kunft van tellen inden 
geeft, 

En blijft fèlfs voorden dood ten Icften onbe- 
vrecft. Geelt 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 105 

Geeft , Heere , Hat ick niagh die brave tcl-kuuft 
lecrcn , 

Geeft dat ick cvenftaegh magli met het graf ver- 
kceren , 

Geeft dat ick fterven magh , eer ick dit leven 
fluyt , 

11 ftert ick nimmermeer, al gaet myn lamp- 
^ jcnuyt! 

Mors te uhique exfpeBat: Tu igitur ,fi /opis y eam 
ubtque exffeciabts . Auguftmus . 

In cerium eft quo te loco mors exfpeciet , itaque tté tl" 
lam omni loco exfpeBa» Seneca. 

Sentbus in )Muis , adotefcetitibtés in injtdiis efi. 
Bernhardus. 

^i moritur antequam moritur , non moritwri cum 
Moritur, 

LI. 

Op een lifltgen Fjand, 

pEn Vyandwert gevrceftals hyaen alle fy den 
*^Stacc met een maghtighHcyr , en weet mee 

lift te ftrijden : 
Waerom , 6 menfchc , dan de helle niet ge- 

V reeft , 

Terwijl geen vyand oyt foo kraghtigh is ge- 

WCcft : 



E 4 



Of 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



1 0+ Het Bloem-hojje 

LII. 

Of het beledigen van een voet. 

£)Ic maer dc voet alleen fal van denmenfchc 
<]uellen , 

Die fal van flondcn aen het gantfchelijfontile^-pi 
ien ; . 

En die de leden Godts met (cherpc doornen 
flaet t ' 

Die doet den Hcnicl k\h met fulckc roeden 
«juacd. 

LIIL 

Of een Genoode tot een blyde Maeltijt, 

l^letoteen vrolickmael van vrienden is gebe- 
den , 

Die moet tot haer vcrinacck daer toe met vrcup'- 
dc treden : 

Maer die met Cliriflo traghr te houden avond- 
macl 

Die moet met traencn fclfs verfchijncn opdc 

LIV. 

Op een Hongerige ende Dorflige, 

rjle honger heeft cn dorft , die ül de (pyfe fma- 
ken , 

Die fal de Rynfchc druyf , of ander voght ver- 
maecken ; 

Een reght vernedert hert dat proe fd een He- 
mel fch föet , 

Dat noemd de gunftc Godts een onbegrepen 
goed • C)^ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten, 
LV. 

Op een Vreemdelingh* 

y^Kti fal een Vrecmdclingh figh konncn on- 
derwinden , 
m ineen vreenrd gewei: ccn vafte ruft te vin- 
den ? 

K9|i dan een Chriften menfch opaerden fijn 
geruft , 

Daer ny gedurigh aen fwcefiJ op een vrcemda 
kult ? 

Omnis homo requiem quArit. Bomm nm qu£rit,fed 
non in regione fua. Non efl pax in hac rita, In 
cxlo nobis pro'nijjhm efl > qtioii tn ferrA> qturi-- 
mus. Auguftinas. 





Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 




HET 

Bloem-Hofje 

Der 

GEDICHTEN. 

D E T^D E DEEL. 
I. 

Op de Sonne. 

Choon dar dc klaere Son kan groo- 
ten glans verwecken , 
• Sy kan noch evenwel niet alle ding 
j ontdeckcn ; 
J Maer voor die groote Son , die 
die gefchaepen heeft , 
Is alle ding ontblood , dat cenigh wefen heefr. 
Laet my dan , goede God , geen iondigh quaed 
bcdryvcn , 

Terwijl daer mets cn kanvoor u verholen My- 

vcii : 

Ter- 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I 



derG edtghtetj . I O 7 

Terwijl geen Rorer felfs oyt quade rancken 
doed , 

Wanneer liy voor den Throón desRightcrs 
lp ree eken moet 1 

, cui cura efi ut videat te , ^ timendo 
j CHjfus fis : Atit fi peecare vis , c^tiAre uhite non vi- 
deat fac quod vis. Auguftin. de Vcrb. 
Domini 4^. 

II. 

Op hct felve fiibjeÜ, 

I \V7Aer vind men' oyt een menfch , die niet cn 
" V' lalbemmnen 

3 DeSon, die focte lamp, dien troofter van de 
finnen ? 

Ghy fijt een foeter Son, 6 allerhoogfte Goed, 
Geeft dat ick dan op u magh bouwen mijn ge- 
moed; 

III. 

Op een Keers hr^ndende in de Son, 

r\It Lightje dat het hiiys kan in der naght ^r- 

lichten, 

En trooften meenigh oogh , kan niet met al ver- 
riehtcn 

Ih dcfe Idaic Son : dies ftaet het fonder.vrugt, 
Terwijl een meerder glans daelt door 'de 

blacuwe lught: 
» Hoe kan het aerdfchc fchoon den nieuwen mens 

veimaecken ? 

E 6 Ter- 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



io8 



Het Bloiin-hofjt 



Terwijl den Hemel komt fijiiinnighhcrte nee- 
ken ? 

H7 is een ander men fch , hydenckt op aerdc 



nicc 



men 
lunus 



Nu hy met Stcplunus den Hemel open fict 



IV. 

Op hrandende Toortfèn inde Sotf^te. 

JClioon duyfcnd Toortfèn fijn b^' klaren dagh 
ontfteken > 

Sj dienen by de Son noghtans niet vergeleken : 
Het gout en maghtigli goed van delen ronden 
ringh 

Is by dien grooten God alleen een nietig ding. 

V. 

Op een dteftn de Ketrs. 

J]^N denckt niet dat de Kcers fal helle ftralen ge- 
ven , 

Soo langh daer eenigh dief fal in defelve leveri : 
De licl heeft nimmer trooft , daer in de Tonde 
woont : 

Soo wert het fondigh quaed met cnckel leer 
celoont ! 

runt caure pfccat». Au2;uitums. 



Op 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedtghtfftt, 



109 



vr. 

Op een Vyer-votick*^ 

iiler oyt gcwee{t , die in <le ftoutflc bac^ 
^ ren 

Kfcl^oor een wys belcyd een voncke vyers bc- 
waercn ? 

En CMitcr , eocde God , wat fchaed een fwaer 
tem peelt , 

Als ghy dc miiilbe gift bcwaert in onfcn geeft > 

VII. 

Of het Vyer. 

A L wat het heetc Vyer macr acn en komt tc 
raecken , 

Dat focckt het al te macl tot cnckel vyer te maec- 
kcn: 

ü wert > 6 menfche Gods , hier metter daed 
gelcert > 

Wat ghy behoort te doen, wanneer ghy fijt 
bekeert, l . 

VI 11. 

Op den Oceaen. 

C Choon dat de Zee tc met is fondcr fcllc bac- 
^ ren , 

JEn Tonder cenigh iect lact mecnigh Schepen vac- 
ren, 

Sy drukt een wyl daer nac felfs in een gantfche 
vloot 

E 7 Dooi 



I 

I 1 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I lo Het Bloem-hofje 

Door haer onduymigli fchuym de verwc van 
de dood : 

Schoon dat een londaer fchijnt in foete ruft te Ic~ 
ven , 

Het hert fal nimmermeer hem waerc vrcu9;hdc 
geven j 

Syn ruit is fondcr luft , en naer een oogcnbJik 
Baert defe flickcr^vreughd hem des te iT^^erder 
fchrick. 

Spem vultH fimuUt , premit altum 'corde doler em. 
Vircril. 

^oh hutc tranqulU tan confidere j moment o temporis 
n^nrc evertttur, ^ eodem die ubt Uiferunt mvt^iay 
forhentur. ScnccaEpift 4. 

Sardonius hic rïfus efi t intus interim eos mordtt 
cmfcienttA vermis , cautcriis omnibus acrior. 
Calvnms Inftit. Lib. c. 




IX. 

op een hoop ajfchcaen den heert, 

IJlcr fcliijnt een doodén hoop acn dcfcn hccrt 
tc lcg!2;cn , 

Hier weet men van c;ecn roock, nogli van geen 
vycr te (eggen : 
Maer als men maer den grond met defetangc 
racckt , 

Dan fiet men dat het vyer van ftonden aen 
ontwaeckt : 
En werpt, omeniche Godts noyt uwen geeft 
terneder, Dc 



'•••ii 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gcdighten, in 

f De hitte \\\\\ den geeft die komt ten leften weder: 
£a oordeelt nimmermeer , ca oordeelt niet 
te licht , 

Als iemand nieten doed fijn aenbevolen phf^t ; 
1 Het vycr dat voor een tijt lagh acn den heert ver- 
t'y, ^ borgen > 
C iitI?PaIs het wert gerocrt, cn vlamddcnacftc 
morgen : 

Al fcAijnt de mcnfche Gods by wijlen niet met 
al, 

Kv wcrt een deftigh hek als hy ontwacckcu 
/al. 

lihiciihus erip 'ttur , mergi ncquit , ahior imda ejt 
Fercaluit fancio cui femel tgne jfCHf» 
Catlius in Emblem. 

X. 

I' Op een Land veel vande Sonne bcflraelt. 

[Oc vrughtbaer is een Rijck , hoe vrughibaet 

Zijnde daelen , 
Wanneer de warme Son liaer dickwils komt bc- 
ftraelen , 

Hoe (ught in tegcnc^ccl , hoe treurt dat 'eant- 
Iche land^ 

Wanneer de gulde Son is vet re van der hand ! 
)aer God fijn heylfaem Woort heeft in een laiid 
gefondcn , 

)acr wert alleen den ooghft der 2ali<^heyd ge- 
vonden , ö / h 

Maer dacr dat heylfaem light fijn ftraclcn niet 
ca Ichiet , 

Daer 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



lii Het Bloem-hofje 

Dacr woont onvrughtbaerhcyd , cn ecu- j 
wigli ziel-vcrdricc I 

XI. 

Op aerdfche Heerlickjpeden, 

UOc kan dat (choon Palcys, tot ui uc lugiit 

verheven , ^ 
Het hcrte vol vermacck op deler acrdej^éven ? 
Al die dat hoogh gebouw hier met njn oogen t 
raeckt , 

Siet macr een Iccmen-hoop , gekoockt en r 
hart ï^emacckt : \ 
Wat is het Ichoou gebonw van Vrouwclickc t 
leden 

Meer als het nietigh {lof, dacr op de voctea 
treden , 

Schoon dat het beter is gctemperr na den eys , 
Wat is , eylacs I wat is doch dit clleudigh 
vleys ? 

Wat is het ros metael , dat in de naere kuylen 
Heeft voor des mcnfchen oogh veel eeuwen 

willen fchuylen , 
Als maer een aerden -klomp wat beter toebe-j 

revd , 

Dat in des mcnfchen hert foo diep begraven 

Icyt. ^w..^^ 
Wat is dat fchoon gcwacd, foo konftelickge-iMH 

weven , /^^ïj 
Dacr aen veel duy fenden met hare zielen kleven ?' ■ 
Een worm , cylaes ! een worm die Ipint dien 

faghten dracd, 
Die Princen tot cicracd om hare leden gact : 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



^ der Gedtghten, I t j 

' "'I En laet , ó menfchc , noyt u met dien antrei 
vangen , ' ^ 
Die defc wcrelc laet in hare ftroomen han<^cn : 
Al wat de werclt geeft dat is een birtcr toet j 
Macr van den Hemel vloeyd een wacr cu luy* 



ver o-ocd. 



XI!. 



Op een Voiel-neflje ^ een Spinne-wehhe 
en een Hutje. 

J^Oe kan een Atheïft den Schepper oy: ontken- 
nen , 

Als hy dat groot Verwulf des Hemels gaet dooi- 
rennen ? 

Die maer een ncftje fict , een wcbbe van een 
fpin , 

Een hutjen in het woud , fiet daer een macker 
in. 



:t^l^HÜA domus domino earuit , vos hanccine tantam 
^uUitis Domini credttis e[Je domum ? O wcnus. 

wxk ^^fif:*bricat?}Hndifr£dicAtcreatorem, Ambrof. 

'x vijibilibtis creaturis agnofce mvipbilem creato- 
rem. Chryfoflhomus. 



XIII. 
Op drie Voorwerffelert. 

C En Krijghs man is gencyghd tc wacgcn lijf co 
leven > 

Op 





Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 




114 



Het Bfoeni'hofje 






Op dat hem dat gevacr magh buy ten eere geven 
Een die d?n acker delfd , ontliet nogh fnceu\v> t 
no;ïh wind , ; 
Om dat hy in den fweet een fchralen penning i 
vind : \ 
Een die in fchoolen Icyt , die fal dc vf^^^jj^fufy 
foccken > 

Gclijck een rappe bye in meer als hond|Tt boe 
ken ; 

Sa! dan een Ridder Godts niet ftrijden om eem 

kroon 

Die vol van k vcn is > tot ccn gcnaacii loon ? 

Cert andtim eft : nuUi venimt fint marte tririmphif,^[ 
Et mfi eert anti nuÜa corona datur. '. ' 

Dilicatus es ,fihic visgattdtre cum feculo , ^ pojlett \ l 
regnare cum Chrifio. Hicronymus adHclio-* 
dorum. 

XIV. 

Op eenige rborwerpfèlen, 

|70nteynen drogen op met (troomen en rivie-j 
■ ren , 

En mogen altijr niet door gantfche Landen fwie- 
ren , 

Al fijn de wey den groen , fy werden cghter 
fchrael , 

Al fijn de landen vet , (y werden cghter kael : 
Het boom-gewas verolmt j de vrughtcn die 
verrotten , 

De Goud-en Silver-myn(de hemel van de fbtren") 
Al ii h V wonder rijck , weit eghter uy tgepur, 

lil 



T 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




der Gedighten. 



1 1% 



Hu doed den armen menfch voortaen geen 
meerder nut : 
God is alleen die vloet , die noyt komt op te 
droogen , 

ftroomt m eeuwigheyd , op dat wy leven 
mogen : 

's dat rijck thrcfbor van alderhande goed, 
Dat,^eyn€ zielen laefd, ca alajdt voordcel 
doet \ 

XV. 

^ Op tivee Foorwerpfelen. 

gehoon in een maghtigh bofch fijn meer aite 

duyfend dieren , 
Dat bofch is haer genoegh om' daer temogen 
fwieren : 

Schoon villchen fonder end fijn in de wilde 
zee , 

Een zee die is genoegh voor al dar gladde vee ; 
Maer aen een gierigh menfch is noyt genoeg ge- 
geven , 

Schoon dat hy alles heeft om wel te konnen le- 
ven : 

Hydracfd, cnfwect, enhyghd, terwijl ccü 

ander ruft j 
En is gedurigh aen op meerder goed beluft ! 
Lact my , ó goede God , het hert' tot reden voe- 
gen , 

Xact my een ftuckje broods , een koele bceck 
vernoegen ! 
Een kleed van fchapcn wol, een flaepjcnm 
het groen > 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



t 



Jl6 



Het Bloem-hofje 




Dat fal my meerder deughd als alie fchatten 
doen ! 

Sem^er avarus eget. Horat. 

XVI. 

Op verfcheyden f^oorwerpp/aj. 

jQE Oycvaer die weet wanneer liy diend te ko- 
men , 

Dc Turtel duyf , de Craen wert in haer tijt ver- 
nomen : 

Soo haefi: het bofch den menfch vertoont fïjii i* m »( 
eerde groen , fn^m f 

Begïnd de Naghtegael , en komt het hulde t ::'.èi 
doen : 

Het fijde-wormrjen heeft foo haefl uyt 't ey ge- •: 
keken , 

Als het moerbefic blad komt door dc botten i 
breecken ; 

Komt eens de reghte tijt d'amandel-boom die 
bloeyd > 

Dc tulpe wert gefien , de (bete roofe gloeyd : 
Een man die reyfcn wil > die fal den dagh ver- ; 
kiefen , 

Die wegen maeckt en wil geen Sonnc-fchijn 
verliefèn : 

Geen hamer wert gefpaert terwijl het yfer . 
blaeckt > 

Want van het heet mctael moet alles fijn ge- 
maeckt : 

Dc fondaer maer alleen wil fijnen rijt vergeten , 
"Eu van een waer bcroaw niet in het minitc we- 
ten l Gc- 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



'«..V 



der G edtghten» wj 

Gcluckigh is de mcnrdi , die foo een Icvcn 
lu cfc , 

Dat liy dien grootcn God al tij c voor oogcn 
liccf t ! 

Als ghy , ó ccBwigh Goed , my met genade zc- 
'V^ gcnd, 
En van den Hemel af het foctc Manna regend , 
Gcck^dat ick dan niyn vat foo wel bclörgen 
niagh , 

Dat niet te vrelcniym uwen grootcn dagh! 

n quo quemque invenerit fuus mvijjïmus dies , m 
hoe eum comprehendet muntii novijjimus dies; 
quotrtam qualts m die ifto qtufque moritur , saUs 
in die illojHdicahitnr. Aiii^ullinus. 



XVII. 

Op een PVrnd-moolen. 

fcOo haeft de koele vvuia bcguid m 't zcyltc 
ooia waeyen , 

lic ick de vleugelen van dcfe Molen draeyen : 
Soo haeft de Heer lijn Geeft tot ons vaii boven 
lènd , 

Soo haeft is oock het hert alleen tot hem ge- 
wend. 

'■(i Deoutveliwus y xcutvaUamus, Auguftin. 
XVIII. 

f goude Dooskui:, ij^ lic inciilch een fchat bc- 
wacrcn , £a 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Het Bloem-hofje 




I 



En lacten ftroo , en hoy , en vnylen modder ' 
vaeren : 

:51uyt dan , 6 menfche Gods , den Hemel in i 
het hert , 

En niet het aerdfche foet, dat enkel galle wert! 

XIX, 

ÓpeenKeersende een Stemmét | 

\jKti defe Keers alleen fijn hondert acngcfte- 
^ ken , 1 
En cghter fie ick haer het minfte niet ontbreken: 
Een ftemme van een menlch gelproocken in 
het oor , 

Die krijghd oock even felfs by duyfcnd man 
gehoor : 

<Ghy kond , ó Soone Gods , 6 Sonne der gena- 
den , 

Met uwen glans alleen de gantfche Kerck veria- • 
den , > 

; Ghy kond door uwe wol, daer door ghy fuy- ' 
ver fijt, 

Bedecken hare ziel , en maecken haer ver- 
blyd. ., 

XX. 

Op twee V lorwerpfelen, 

f*^Hy fiet hoe feer het kruyd is in den hof ge- I 
waflen , " i 

Door warme Sonne-fchijn > door gulle Icntc- 
plaficn , 

Gy fiet de fchaduwcn gevojidcrt door den tijt 

Wan- 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Üediffhten* 



Wanneer gy voor een wijl van defè beydc fijt , 
IMaer op dien eygen tijt , terwijl de planten groc- 

fiTerwijl de Ichaduwen op fonne-wyfers fpoeyen, 
Eu wcrt demcnfche niets, al fijn fijn oogcu 
4^^-.-^ klaer, 

tj ÓtTn het kruyd , ofin de (chaduwen gewacr: 
JAls God met fijnen geeft komt in het hert gefè- 
gen 

Kr. ïiAls met een Sonne-fchijn , en met een (beten re- 
gen , 

En uy t een milde gunft daer in aen alle kant 
Heeft Myrrhe met Saffraen , en foet Canecl 
geplant : 

riecft Calinus boven die , en veelderhande kruy- 
den, 

v'eel beter als het kruyd gewaden in het Suydcn, 
Dan fchijnt dat fcnoon gewas by wylen ftil tc 
ftacn , 

En in het minlte met met groeyen voort te 



r F 

tu2ht 



:aen 



5.... de lieve Bruyd , dies klaeghtfe boven 
maeten , 

Om datfc niccnd tc fijn van haeren God ver- 
laetcn : 

Maer als fy voor een wijl figh oeffend in ge- 
dult , 

Bevind fy dat den hof metaen-was is vcrvulc. 

XXL 

Op twee F'ooruferpfèlen . 

Ie aen een foctc Macghd fijn ziele komt tf 
binden , ' Sal 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



IIO 



He: Bloem- hofje 



Sal buy ten haer voortaen gccii ruftc konncn vin- 
den 

Voor fijn verwonnen hert : hier baed geen 
mcdicyn : 

Hier baed eeeii vrienden trooft: fy moctdc 
placfter fijn : ^ 
Wanneer de moeder is van *t tccre kind^wc- 
kcn , 

En haer een wyle tijts heeft in een hocclf verfle- 
ken , 

Dan aght het geen gcvley , of ecnigh fuyker- 
riet : 

Dan bhjft het ongeruft, tot het democd^^i 
fict. 

Wanneer de Soone Gods niet meer fijn honingh 
raeten , 

Syn meick , en (bete mo{\ giet m dc rc) nc varen 
Van fijne lieve Kcrck , dan treurt dc lieve 
Bruyd , 

Om datfe maer alleen in hem haer heylbc- 
fluyt. 

Daer is geen trooften aen : hy moet de Troofter 
welen , 

Hy die de wonde gaf, die moet het .i^i : genefèn: 
Een woort van hctn aüecn , een aeni^eiiame 
lagh , 

Macckt dat de gantfchcziel een Hemel heb- 
ben ma«ïh 1 

Bic potefi atiferre coruis mei dolorem , qui novit oc- 
cult a. Inveni medtcum , qhi in caUs habitat 
m terris fpargit mcdtcarTje7*:a. Htc feliu potrji fa^ 
Mrc vfiïnerA mea , c[uinefcit f/M. Ambroiius. 



t 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



•ogv 



ilk 



tra* 



Gedichten. m 
XXII. 

Op groene Zoomen y metbreede hUeden, 

^ is^t Soomer heet , de groot- geblaede boo- 
men 

ie la)nncn haren brand met haren lommer to- 
men , 

Die i:onncn aen denmenfchcengrootc wcU 
dacd doen , 

Wanneer hy is vermoeyd , door haer gefègcnë 
groen : 

£n vreeft , ó menfche Godts , en vrccft niet voor 
de fondcM ; 

Alsgy den Soone Gods geniet met fijne wondcnj 
Dan ruft de wraeke Godts met haren ficren 
gloed , 

Wanneer de herten fijn befprenghd met Chri- 
fti bloed. 

Dan wcrt dezielgelacfdmetenckclhooningh- 
raeten , 

Met wyn en foetc moft , bewacrd m reyne vac- 
ten , 

Met liefïelicke melck , en mcenigh heylfaem 
goed , 

Dat midden in de dood en helle voordeel doet. 
laet , Ibete Jefii , laet myn hert tot u genaeken , 
Door grooten brand verdort , en figli in u ver- 
maecken : 

Komt , foete Jefu , komt , en voeghd u ne- 
vens my , 

Dan wert myn anghltigh hert van allen kom- 
mer vry I 



op 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



j 2, 2 Het Bloem- hofje 

XXIII. 
Op een bars en kltiytigh Land, 
p Eii bars cn kluytij^h Land en moet men niet 

indien men in den Ooghft wil goede vrii^ueif 
niaeyen 

Maer als een diepe plocgii is door het ir.ert gc- 
gacn , 

Dan kan op foo een grond een fchucr van 
vrugluen (ben : 
Geen vroolick (bndacr kan God immermeer bc- 
haegcn , 

Maer die een b racck- land is , kan goede vrngh- 
tcn draegen : 
Een fondacr door de Wet verllaegen in het 
iit rc , 

Die is de mcnfch , daer door dat God ver- 
vroolickt wert l 

XXIV. 
Op drte Foorwerpfilen. 

npVVec luyten nevens een die fuUen met de Iha- 
ren 

Een acngcnaem geluvt in mcenigh oorc baeren , 
Wannccrfe fijn gepelt op ccn gcüjckc maer , 
Schoon dat de vinger maer op een van beyde 
flaet : 

Wanneer het vuyic Twijn maer eens wert aen- 
gcgrepcn , 

Düa wcidict gandchc rot als in het hert gene- 
pen , *" 

Dan 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedtghten • 1 1 j 

Dan komt het gantfchgcfpuys geloopen met 
getier , 

Als of net redden wou het rede-Ioofè dier : 
Soo hacil een fchaep , een os , een peert van o:i- 
fc ftallcn 

^ Is door een ongeluck in onlcn put gevallen , 
Is^cder in de weer , en helpt het arme beefl- , 
Schoon hy noyt eygenacr dacr van en is{;c- 
• weeft : 

Sal dan een Chriften niet fijn blyde met den bly- 
den , 

Wanneer het met de Kerck gacr wcl acn alfc (ij- 
den, 

Sal hy in tegendeel niet fijn haer metgefel , 
Wanneer <ic moeder treurt , en fhielt in hacr 
gequel ? 

Laet my , ó goede God , van nciccn iijn te vreden 
Wanneer de vreughde ftroomt in myne mede- 
leden , ' 
Laet my oock nevens haer met blydfchap , eii 
gefchal , 

Alleen rot uwer eer > vervullen bergh en dal l 
En lacr my nimmer fijn gclijck de harde llcenen. 
En lact my nniimer fijn als aengcfette beenen , 

Als randen van yvoor voor cenigh mond gc» 
maeckt , 

Die *ondcr leven fijn,en die geen finerte raeki > 
Maer laet wanneer de Kerk is in een hel ge/egcut 
Met de(è lieve Macghd myn hertc fijn verlegen , 

Terwijl een Haman wcrt vervroolickt tloor 
den wyn , 

Om dat het met hacr fchijnt gantfchophet 
: end tc lijn 1 

F 1 Laet 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




124 het hioem-hofje 

Laet my doch uwen toorn «et heete tracncn 
fhllen , 

Om dat de Kercke lijt felfs oock om mynent 
willen , 

En laet myn ingewand gelijk een harpeïlaen , 
Wanneer het met myn vleefch en bloed wii^* 
qualick gacn ! 
Ghy fijt , 6 goede God , vervult met mede-lyden > 
Wanneer het wilt gediert de Kercke kdmtbc- 
fbyden . 

Ghy fijt , ó Middelacr, bedreden aen het hert, 
Als uwe Turtel-duyf vervolghd , en treurigh 
wert 1 

Laet dan uyt my een beeck van bracke traenen 
Icccken , 

Als uwe Tempelen door vyer fijn aengeftcken , 
Als huyfen omgeruckt, als Steden uyrge- 
rocyd , 

En als het is verdelghd dat eertijts heeft ge- 
bloeyd : 

Als Vrouwen fijn gcfchend , als kinders fijn ver- 
treden , 

En als het ingewant door honger wert beftrc- 
den , 

Als al wat bitter is de lieve Kercke proefd , 
En in een eenfaem dal fit in den geert be- 
droefd 1 

^uoi mndolet cumpmgitur , dut veliicatur , pro 
putrUo aut mortm habetHr. Augultinus. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



i 




der Gedighten, ix j 

XXV. 
op drie F wrwerpfeletj, 

QEen Vcrcken fal den Meiifch oyt voordce' 
^ konnen geven , 

Soo langh het vuyic bcell fal blyven in het leven, 
Geen milpels fïjn bequaem voor dat fy fijn 
• verrot. 

En diefe eerder wil, die wcrt met recht befpot. 
Geen (pacr pot falder oyt in honger konnen bae- 
ten , 

Als hyin /ïjn geheel wert van den mcnfch eela- 
tcn: ^ 
Wanneer een gierigh menfch wctt uyt den 
ti;t geruckt , 

Dan wert van ibo ccnftamccn fappighoof^ 
gepluckt : 

OHcere, laetmyn hert een heyl-fonteyne wc- 
fcn , 

Myn handen een canael om armen te genefen , 

Doormynen overvloed, foo lan^h ick cevca 
kan, ö fa » 

$00 langh ick in den ti jt daer ben de meefter van ! 
Ach ! als cerlè nae de doot daer van bedruckrc 
Je ven , 

Dan wert het ons ontruckt, en niet door ons 
gegeven : 

Dat is het celfte gom dat uyt de bomen fchier , 
En altijt ongeperll in reyne vacten vliet \ 

AvxTHs nifiquum moritur , nilreaé facit. Scncca 

in Proverb. 
SiÏHs quas deieris fempn hahebis opes» 

^ 5 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ii6 



II 



Het Bloem-hofje 
XXVI. 
op rijcke Steenett* 



CChoon dat het Ooftcn is vervult met rijckt 
*^ Steenen , , 
Dat Land is niet fo rijck gelijck de lieden menen : 
De Soone Godts alleen ia Nederland geplant > 
Die maeckt het mettcr dacd een woiedervan 
een Land ! 

xxvn. 

Op Boomenin de Hooven. 

VlEn lal een beter vrught verwaghten van de 
^ * hoornen 

Die in de Hooven ftaen by gulle water-ftromen. 
En onder onfe forgh , als van dat maghtigh 
hout, 

Dat in de wildernis wert nimmermeer ge- 
bouwd : 

God waght oock meer van ons als van de woelte 
volcken, 

Om dat hy over ons laet druypen li)ne woleken. 
Om dat hy onder ons met fijne woorden i 

woont, ,11 
Enonsdaerinfijuheylliccft naecktehck ver- - 

toont. 1 

XXVIII. j 

op een Boom met een V 'Ughtje. ' 
r En vrught alken bewijft het leven van de bo- 
""^^ ' Want 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



iicr Gediohten. 1 1 7 

W^nr van een doode ftam kan noyr c^nrinpcl 
komen : 

tn als het (wack geloof ons maer een vrughrjc 
geeft 

Dan toont het dat den monun den Allei- 
hooghften leeft. 

XXIX. 
* een rijpe Druyf. 

"ITT At wert een edel nat geperft uyt rijpe Druy- 
ven , 

Bequaem om uyt den geeft het naere leet tc 
fchuyven 1 

Wanneer de fondaer weent , dan vloeyt een 

foeter wijn , 
Terwijl den Hemel felfs daer door kan vroo- 

lick fijn ! 

LachrymA pAnitenüum vmum futTt mgehrnm, 
Bernhardus. 

XXX. 

op het fingen der Vogelm , tegent het Aen^ 
hreeikcn des dager aeds. 

Clet 1 hoe dit foete heyr is befigh met het fprin- 
geni 

Hoort ! hoe het nu ter tijt genegen is te fingen J 
Men hoort door bergh en dal fijn aengenacni 
geluydt , 

Om dat de gulde Son den dageraet ontfluyt : 
Sou dan de lieve Kerck niet komien vrolick we- 
ien, F 4 Tccr 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



11 



8 



Het Bloem-hofji 



Terwijl een {beter Son komt over hacr gcrcfcn ! 
Dat geeft de foetftc vreughd , die oy t den ziele 
kendt , 

Wanneer God op den menfch fijn giinftigh 
ooge wcnat ! 

XXXI. 

op een vliege, vallende in een engh^mon- 

digh hoonigh-glas. 

Jlet dcfe dwacfc vliegh door foctcn tracn be- 
drogen , 

Terwijl de' fiere bycdacr door niet wert bewo- 
gen ! 

Sict ! ïioe fy vcerdigh gaet na dit engh-halfigh 
glas, 

Als of voor haer een heyl daer in gefloten was. 
Hoe weynigh weet fy nogh wat haer fal weder- 
vaercn ! 

Wat dat het valfclie fbet voor onheyl ftact tc 
baeren ! 

Ach ! nacr een kleyncn tijt rolt fy van boven 
af , 

En fmoort nae kort gewoel in dat gefuykert 
^raf ! 

Schoon <fat de fonde vlyt , en wiltfc nimmer agh- 
tcn , 

Want van die hoer is niet als droefheyd tc ver» 
waghten : 

Hy valt , 'cvlaes ! hy valt in enckcl helfch ver- 
driea : 

Die niet fijn fronfen toont , wanneer fy gunfle 
biedt. 




I 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



acr üeaigüten. 129 

Laetmy, o goede God, tot allen tydcn waec- 
ken , 

■Qp dat dit /bet vergift myn hert niet magh ver* 
maecken, 

Want fchoon de fondc felfs gelijck een Engel 
• /prceckt , 

Sy is het niet te min die lijf en ziel verbrccckt. 

* XXXII. 
op een Vogel dtght bj een net. 

TV7 At magh de Vcgel doch foo dight by netten 
fweven , 

Want daer in wcrtgefienhct eyndcvan het le- 
ven : 

Lact my , 6 goede God , van boven treden af. 
Want die hacr dight genaeckc , die nacdert toe 



het graf. 



XXXIIL 



Op een Papegaey , in eengonde koy , in een 
frince-kamer. 

*t IS voor een Papegaey veel nutter en bequa- 
mer 

Te hangen in de koy in defe rycke kamer. 
Als in het wilde wout te leven onbcpaelt , 
En daer in vrees te fijn te werdon aghccrhaelt. 
Hier fal voor fchraele koft het flaeVcn niet be- 
hoeven > . 
Hier kan hy evenftacg een lecker beetje proeven. 
Hier wert het beeit gcleert te fprecckcn men- 
fchcn-tael , 

F 5 Hier 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Het Bioem-hofje 




Hier leeft het door de vrcuqhd , en fchactert 
door dezacl : 
Hier fal dc Coninck fclfs het beeit by wylcn vie- 
ren ; 

't Is dan veel beter hier , als in het wout te fwic- 
ren : . 
't Is beter in het hof te wefen bly van geeft , 
Als in het woefte groen gelijck een lompe 
beeft : * 
Al is een Chriftcn meufch de wcrelt afgetreden , 
En gaet ren dienfte Godts hefteden lijue leden , 
Noghtans in defèn dicnft is hy niet als een 
llacf, 

Macr groter als een Prins, en vryer als een 
Graef. 

Taliitur fgyegio quisquis juv principe credit 
Servitium nusquam Ithertas grattsr exjiat , 
^amfubregepto, Claudianus. 

O quam muitos habet Bominos , qui mum , nempe 
Chrijlum> non habet \ 

Omnia quét pAfiarijubet Chrifius , ?)on onerant 
fedornant. Salvian. 

Uon eft laboriofa , fed amabilis , optanda hxc fet" 
vitHs. Auguftin. 

2>ioftrvireeJire£nm. Idem. 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



131 



XXXIV. 
op eenige l'^oorwerpfelen, 

J^E Leeuwen van het wout die konnen danck-» 

bacr welen , 
Als haer is eeiiigh goed van eenif^h menfch be- 

we(èn : 

Wanneer hctgulde vat ontfanghd een Sonne- 
* Ichijn , 

Sal op dien ogenblick dc wccrflagh vccrdigh 
fijn : 

Soohaeftdc guIdcSon methacic blyde flraelen 
Komt in de Lente- tijt op foctc bloemen daclen , 
Ontluyckt dat (clioon gewas , cn toont een 
oly gelaet : 

Het fchijnt dat hem het heit uyt blydlchap 
open gaet. 

De Tollenaercn fclfs die fullen liefde plegen , 
Wanneer een Tollcnaer fieh toont tot haer ge- 
negen j 

Sal dan ^cmen(che Gods niet met cendanck- 
bacr hert 

Ontmoeten fijnen God , als hy gcfcgcnd wert? 
Almaghtigh Opper- voiil , uyt vvicns oneyndij; 
wefèn 

Dc geeft van alle dingh is in 't begin gerelèn , 
Uyt wiendezegenisjdielyfen ziel belproeyd, 
Als uyt een volle zee voor uwen kncghtgc- 
vloeyd : 

Geeft dat ick lijf en ziel aen u magh overgeven , 
Geeft dat ick u alleen van nu af moge leven , 
Opdat, dat minder is, my mctbckhaemen 
inagh , 

F 6 A], 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



IJl Het Bloem-hofje 

Als eens verfcbyncn fal die hoogh-befaemde 
dagh. 

XXXV. 
Op drie V joriverpfelefi, 

'yin Ie kan het ros metael met vollen monde lo- ♦ 
ven , 

\Vannecr het niet en wcft gefmolten fn den 
oven , 

Gefuyvert in hetvyer? waer wertde menfch 
gefbnd , 

Die noyt een naeredranck wil nemen in den 
mond ? 

Die noyt fijn quclligh voght , en ongemene pla- 
gen 

"Wil met een bitter fap uyt fijnen boefem jacgen ? 
Wie heeft het kromme riet oyt weder recht 
gcmaeckt , 

Die fondcrwringen dat met handen heeft ge- 
racckt ? 

^s•oyti^^er eenigh menfch in ware vreughd ont- 
loockcn 

Die niet en was gcrornt , en door de wet vcr- 
broocken } 

Maer die vcrl^agen is , en om de (bnde treurt. 
Die is alleen denman , die light en vreughd ge- 
beurt. 

XXXVI. 
op een t^ïiere^ 

C Iet ! hoe de rappe Mier bchertighd haere tij- 
^ den 1 Sy 



der GeSghten* 



Sy diend hacr van den Ooghft , en laet hem nim- 
mer glyden : 
Sy (orghd voor winter-tijtj fy toont figh als 
een helt 

Om niet in hongers noot te mogen fijn ge- 
ftelt : 

Ghy moet , ö Chriften hert , dit beesjc niet vei- 
aghten , 

Ghy l^ert nier even felfs wat ghy oock moet bc- 
tragtcn : 

Ghy leert hier necrftigh fijn op dat nae defen 
tijt 

Ghy in der ceuwigheyd by God mooghd fijn 
verblyd l 

Afpice ftcundts inimicum mejfihus hojlem , 
Et ptger exemplum fedulitatts habe. Barlaeus. 

XXXVII. 
Op den Crocodil. 

COo fangh de Crocodil behoud fijn wrede le- 
ven > 

Wad hy geducrigh aen , gehjck'er wert gcfchrc- 
ven , 

Enkrijghd een maghtighhjf : wclaendan, 
edel hert , 

Maeckt dat ghy even fo in deughden meerder 
wert . 



F 1 



Of 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r54 Het Bloem-hofje 

XXXVIII. 
O/? een Gild^os. 

T\ Aer gaet de Gild-os heen , verciert met roofe- 
' kranflen : 

Daer hoort men trom en fluyt , daer fiet men , 
kinders danflen 

Rontsom het vette beeft : daer florpt hy Toe- 
ten wyn , • 

Daer kan hy door het fpel in volle vreughdc 
fijn : 

Maeragh! deSlaghter volghd : de kans diefal 
verkeren , 

Het byl dat fal het beeft in korten tijt verteren , 
Dat nu foo moedigh is ! fchoon dat het wert 
gevleyd, 

Daer is voor hem op 't left een bitter leet be- 
rcyd ! 

En wilt , ö menfche , niet nae defe werelt tragh- 
tcn , 

Want van dien boom is niet als gallc te vcrv^'ag- 
ten , 

Al fchijnt hy foet te fijn : al fchijnt de blyd- 

fchap groot > 
Haer nae (maeck op het left die is de tweede 

dood. 

XXXIX. 

Op een Verck.en* 

C Choon dat het vuyle fwijn eet eeckcis van dc 
booRien , 

Het iict niet eens om hoogh wacrvan dcfclvc 



komen. 



Schoon 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



slak' 



der Gedighteftl 13^ 

Schoon dat een fondigh menfch den fegcii 

Godts geniet , 
Heeft hy een ooc^hdatop den Hemel nieten 

fiet. 

XL. 
Op een Padde. 

TNE'gantfche werelt (al een ieder een beruy- 
gen 

Dat niemand is geneyghd het padden- bJoed tc 
fuygen j 

Wat mag de menfche dan op fonde fijn belufl-, 
Terwijl een grooter quaed m defe padde ruft ? 

XLI. 
Op een Ktckz'vorfch. 

y^At magh de menfch foo fèer opdefcraerdc 
treuren ? 

Om dat hem nae fijn fin niet alles magh gebeu- 
ren ? 

Want fchoon de Kick-vorfch heeft no^h wol, 

nogh eenigh hayr , 
Hy maeckt nogh evenwel een wonder bly ge- 

bacr. 

XLII. 
Opeen Ctvet- bosje. 

Tï En bosje van civet dat kan figh ver verfprcy- 
den , 

Pat kan een foeten geur yoor huys cn kas bc- 
reydcn; Wan 



p 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het Bloem-hofje 

Wojinccr ccn Chrifteii docd fijn Chriftelickc 
plight > 

Dan wcrc een bucrtc felfsdoorfbo ccn dacd 
geftight. 

XLIIT. 
O^verfcheydene f^ooriverpfelen. 

J^Ier ftracit een kleyne born , dacr vlocycn 

groote ftroomcn , 
Hier llaec ccn tccrefpruyt, daerhiocyen hoogc 

boonlcn , 

Hier IS ccn tangcr kind , dacr gact ccn dapper 
man , 

Die met fijn wefcn fclfs ccn leeuw vcrfchric- 
kcn kan : 

Den Hcmcl is verciert met kleyn , cn groote 
lichten , 

Die hacr bevolen wcrck gctroiiwclick vei rich- 
ten ; 

Hier woont een maghtigh Prins vervult met 

overvloed , 
Dacr leeft een ander man , cn is ccn arme 

bloed : 

Men kan oock in de Kerk ficn dicrgcli;ckc trap- 
pen ; 

Men (iet net ecnc lit voor by het ander flappen , 
In kennis , in geloof, in veclc gaeven meer , 
Om dat het foo beliefd dien grootcn Opper- 
Hccr ï 

Hier is cqw Abraham , een Hooftman over hon- 
dcrt , 

Eeo Canancefche vrouw : wie flaet hier niot 
verwondert , Als 



te. 



der Gedighten. 



Als hy hacr ftcrcktc fict ? dacr treurt een tcdci 

hert , 

Om dat een fwack geloof daer in gevonden 
wert : 

Lactdan, ó goede God. my noyt een oordeel 
► vellen , 

Dacr door fïgh over my de fwackc mogen quel- 
len , 

M.ief laet my fien op u , die het gekroocktc 
riet 

Noyt breeckt, maer cvcnftaegh een milde 
gunfte bied ! 
Laet my,terwijl ick ben een van de minfte fpruy- 
ten , 

In uwe kraght alleen myn eenighheyl bcHuy- 

ffv< % En hangen aen de hulp van uwen reyncn 

Die altijt een pilaer der fwacken is geweeft ! 
Laet my niet moedeloos ter aerdcu neder/ine- 
ken , 

Al magh een fterck geloof niet in de zjele blinc- 
ken , 

Terwijl de mmflc fchat, die rhv den uwen 

gcefc 

Veel meerder luyfter als de Stcrre-kamec 
heeft ! 



r 

\ 

\ 



Wil 



XLIV. 

top drie Voorwerpfelen. 
oncucreccnwa- 

ter-ftroomen , 

Als 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I j 8 Het Bloem- hofje 

Als ghy deRofcnwilt, envreeftgeen doornc- 
boomcn , 

Als ghy lijt eenighfints beluft op hoonigh- 
raet , 

En vrcell 4en angel niet, al is den angel quaed; 
Die hier op acrden foeckt een leven Ibndcr ly- < 
den , 

Een vreughde fonder lect , een kroone fondei 
' fhijden , 

Die is niet wel bedaght : gcluckigh is de man 
Die in ceu helle felts een Hemel locken kan l 

XLV. 

Op tme Voorwer-pfclen. 

/^Ecn flibberigen voet en magh men oyt bc-, 
^ trouwen , ! 
En op een rotten tant en magh men nimmer! 
bouwen , 

Want als men om de hulp van defe beyde fugr, 
Bevind men dat fy haer begeven op de vlught. 
Men moet fijn hoope noyt op goud en filver 
wetten , 

Maer op dien grooten God in fwaerc tijden let- 
ten , 

Want als het aerdfche goet den armen mcnlch 
begeeft , 

Dan fiet men dat alleen God voor de Vromen 
leeft. 



f 



Ou 



der Gedighten, I J9 

XLVI. 

Op drie Foorwerpfilen. 

p En mcnfch die honger üeeft fal niet te beter 
wefèn , 

Schoon hy een ander fier door brood daervan 
genefcn : 

W?» baet het fchoon menfïct eenzcevap o- 
vervloed , 

Als fbiider eenigh nat het herte ftervcn moet : 
De Peerlen in het oog , al fijnfb fchone fackcn, 
Die konnen nimmermeer den menfche rijcker 
maeckcn , 

Macr in het tegendeel een Peerel in de hand 9 
En tot een foet gcbruyck , is hem een edel 
pant. 

Al is de Soone Godts een Heyl van fijne Schae- 
pen , 

Al ifler ruft en luft alleen in hem te raepen , 
Al is hy A L in A L , het baed dogh eghteï 
niet 

Als met een waer geloof de ziel hem niet tn 
fiet. 

XLVII. 
Op eengierigh Menfch. 

XTTAt is een gierigh Menfch een monfter©p 

der aerden , 
Het goud is meer by hem, alseygen bloed in 
waerdcn : 

Hy draefd , en fweet , en hyghd , en juyghd 

als hy bcdrieghd , 
En hy is noy t geruft) dan als de duyvel wiegd ! 

Of 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I40 



Het BUem-hofjc 
XLVIII. 



Op een onhekpmmert kind over fijn 
«nderhoud. 

pEn teder kind dat ley deen onbekommertlc- 
^ ven 



En fal de gantfche forgh den Vader overgeven : 
Die met den Hemel dan gedurigh a^*i ver- 
keert , 

Die wert oock van een kind een nutte les gc- 
leerr : 

Die moet niet al te fecr voor fwaeren honger 
vrcfen ; 

God die de Vader is > ïal oock de voeder wefen : 
God die een Koninckrijck aen fijne kudde 

dal ioigcix voor defpys, waerdoor hetiig- 
hacm leeft. 

BdtDeo, corpus c^uidedit.iüidakt. Alftcdiusin 
cafibus. 

dabit regmm , non dahit viaticum ? Auguft. 
XLIX. 

Op een vluchtenden en overwinnenden 
Veltoverjie. 

J^Et vlughtcn heeftby wijl een Velt- heer veel 
bedreven , 

En aen den gantfchen ftaet een nieuwe kraght 
gegeven : 

Met vlughten is by wijl een maghtighHeyr 
gevdt, 

Dat 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ld 



der Gedighten» j^f 

Dat niet te fchroomen fcheen voor openbact 
gewelt : 

Met vlughten kan men fel fs de fwacrftefondea 
toornen , 

Die voor de kraghten k\ïs van helden niet ca 
► ichroomen : 

Geluckigis de man, die fo den ftrijtbegind. 
Dat hy met vlughten fclfs den vyand ovci- 
• wind ! 

lugiendo peccata vincutuur, Multi/£f>e in bello fw 
gtendo vicermt cum parthis. Et Alcibindes in 
convivio PUtonis exijiimavit , non tninoris vir- 
tut is ejfe bene fugere , (luam gnaviter pugnare. 
Clarifl. D. Hoornbeek in Theologia Pradtica. 

L. 

Op een Moeder fchijnende haer kind te 
villen verlaten. 

■/^Een Moeder is geneygd haer Schacpje tc vcf- 
laeren , 

AI fchijnt het dat fy dat wil werpen op de ftra- 
ten : 

Sy wil alleen bcfïen hoe feer fy wert bemind, 
Wanneer (y fchijnt te gaen van haer beminde 
kind : 

'Noyt fal de goede God van fijne Kercke treden , 
'AI khynt hy dat te doen : Hy wil door haer tre- 
beden ^ 
Syn kraghrigh aengerand : hy fchijnt van haer 

te gaen , 

Wanneer hy willciis is delclvc by tc ftaen. 

lin- 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 




1^1 Htt Bloem-hofje 

Tingit mnter fefil'mm , quetn m ulmsgedat , in ter- 
ram (iejeBuram , ut ipfi tenacms h^reat. Simoa 
Cafl.inEuaiig. 1. 14. 

Uon deferit ut deferatur. Idem in Euang. lib. 8 . 

Dcferit potius ne deferatur j ideo videtur defercre , 
qumnon vult de/er L ^ 

^ide/ifervo, dimitte me dicere , nift deprecmdi 
anfamprAbere ? Gregor. Moral. Iib. 9. 

ISe furdum ageis '. non exauditad volumaicmi fed 
exatidit adfdHtem. AugulUnus . 

LI. 

Opeen Schipper, 

lUfAeckt touw , macckt kaebels los, en laet 

het anckcr lichten 
Als ghy wilt uwen loop naer Ooft of Weftcn 

richten 

Macckt u van fbnden vry , en van des werelts 
Toet , 

Als ghy hier boven foeckt ccn onbegrepen 
goed ! 

Lll. 

€)p verfcheydene P^oor9verpfelen. 

r)E dagh fterft in de naght , en kryghd f^ja 
'ecrftc wefcn , 



Wanuecr dc naeftc Son is wederom gcrefcn 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten. 



14? 



De Macn leght ieder maend fijn hellen luyftcr 
af, 

En komt dan wederom verry fên uyt het graf : 
Wanneer de Sonnc Ichijnt, danfal deSteirvcr- 
dwynen , 

•En allTc weder wijckt , dan (alfc weder fchijnen; 
Dc vier getyden van het jacr die gacn te niet > 
En If^jVen wederom , gelijck cefl ieder fict : 
Wanneer de Lente komt , dan krijghd het aerd« 
rijk fe ven , 

Dat in den winter (lorf , dan weet.her ons te ge- 
ven 

Het gras , dc fchoone blom , en meenig edel 
kruyt , 

Dat met een ftijvc ftcm rucpt (i)ncn Schepper 
uyt : 

De vlicgh , cn meenig fwerm door rym en vorflr 
verfiacgcn , 

v-Dic krijgen nieuwe kraghtin faghte lente-dac- 
gen : 

Het graentje dat verftorf, rijft weder uyt het 
velt , 

En is tot ons behoud met mecnigh graen ver- 

fch: 

•ïGod, die alleen hier in fijn kraghtcn komt bc- 
wy(èn 

Sal oock eens in dien dagh ons lighaem doen 
verry fen , 

Dat door dc bleccke dood was als een bloem 
gcpluckt , 

En in net duyiier graf met fijnen boor^h gc- 
druckt. 

Eu yrceft dan , menfche Gods , cn vrecft niet 
voorliet fter ven, WaHC 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Het Bloent'hofje 

Waut in dat cygen vlcys fait ghy den Hemd er- 
ven , 

En fien den Soone Gods , dien Toeten Bruy de- 
gom , 

En fijn hem als een Bruyd van herten wcllc- 
kom 1 

Al moet het vleefch als ftof verftuy ven door dc 
winden , ^ 

Al moet het hier in vyer een droevigh eyndc vin- 
den , 

Of in een woefte zee : al fpijft het meenigh 
pier , 

Dat alles let noghtans den Schepper niet een 
fier. 

Juact my , ó goede God , den dood dogh nimmer 
vrelèn , 

Om dat , als ick verhuys , myn geeft lal by u 
welen , 

Om dat myn lighaem maer fal flaepen voor 
een tijt, 

£u dan de gancfche menfch lal leven daer ghy 
lijt ! 

LUI. 

Op verfcheydene f^ooriverpfeUn* 

COo haeft als iemand is gevallen in de ftroo- 
men , 

Soeckt hy van ftonden aen daer weder uy t te ko- 
men : 

Soo haeft als iemands huys raeckt in den min- 

ften brand , 
Nccmd hy van ftonden acn den emmer inde 

hand : So 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedtghten. 

Soo hacfl: ghy onvoorfiens vergift hebt ineefo- 
geil , ^ 

Wert ghy tot tegen-gift van ftondcn aen bewo- 
gen 

Soo haelt het fcherpe ftael het liehacm ivon- 
► den geeft , 

Maeckt alle man dat hy daer vaor een plaeUec 
heeft : 

Men lac^t geen moordenaer oyt in den huyfe bly - 
ven , ^ 

Men fal een feilen dief van ftondcn aen vcrdry- 
ven , ' 

Men beighd niet voor een uur een vyand van 
den Itaet , 

Macr bonft ter deuren uyt dat algemene 
quaed : 

^i/iri dancen ChriftenmenI'ch in fnoode fbnden 
vallen , 

En gantfche jaercn langh daer mede willen mal- 
len 1 

1 er Wijl een ecuwigh leet daer door verkrccren 
wert ? 

Geen gronde-loofc zee , fchoon fy bcneemd het 
leven , ' 

Kan aen den gantfchen menfch foo grooten on 
heyl geven ; 



\ 

te; 



Schoon dat een iedereen met recht de vlam- 
men vreeft , 
Nogh fijn fy „icc foo quaed als fonden voor 
den geeft : 

^ ^ a^cken-bloedhet Icvcns-üp rertc- 

^ Schoo» 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I 



1^6 Het Bloem-hofje 

Schoon ccn rcrradcr kan gehcclc Linden ciccrcn , 
Sy hebben evenwel nogby de fondc nier 
Om dat van hacr;,l' -r'^-.oomt tijdclick . 
driet. 

Lftet my van mcnfchcn dan een nutte Icflc ke- 
ren 

En tot u macr alleen , 6 Heer , myn hertc kce- 
rcn , • ■ 

Lact my , wanneer gy fprecckt van hcrrrn C-'^w i 
bercyd , 

En in de rechte baen van üonden aengcleyd 1 
Lact my van dagh tot dagh geen drocvigh uy tftcl 
maecken , 

Op dat geen hardighcyd myn hciic luoogc race- 
ken , i 
Op dat het beeckje nier ma^rh werden tot een } 
ftroom , 

Op dat het rysjc niet magh werden tot cca 

boom ! 

Op dat ick niet en magh myn ichuit o) uvci- 
fwacrcn 

ïn uyt het eenc quaed niet in het ander vaeren , 
Laet doch , o '^ocde God , lact doch gedungh 
ac: 

Myn korte levens-tijt mv Toor het oogc ftacn l 
Ach 1 wat is van den meniën : hoe haeft . 
dwencn , 

Ily gact (eer rchi' ''-k uyt , die held er heeft gc 
fchcncn > 

Gelijck een klaerc kccrs, gegecllclt van den 
wind 

Hy IS een tecrc bloem , dc bciic dic ii>cu wi. 
Lact my , o ccuwigh hcyl , foo voor u acji'^' ' 
icvcn , 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



1 •. 

Sr-?' 



der- Gedighte». 

Dat ick myn lyf en ziel acn u magh ovcro-^vc- 
Terwijle dat het is de rechte vindcns-ty t , ' * 
En ghy nogh by der hand met uwegacven f?jr' 
Laetmyhet bcrte deel van myne korte jaeren 
.Alleen tot uwer eer, ó goede God, bcwaeren . 
C^eett , Hecrc , dat gliy wilt , cn eyfcht dac 
ghy begeert , 

Dan Wert ghy met dc:i lof van uwen knec>hc 
vereert ; ^ 

LIV. 

een Man veroordeelt op de Galge. 

JvJOyt leeft een man geruft, veroordeelt om 
te hangen , 

Macris als met den dood geducrigh acn bevan- 

Hoe kan het herte dan, dat niet met allen 
deughd , 

En dat een hei verwaght , ovt leven in dc 
vreughd ? 

LV. 

Op een well^fligh Man. 

giet ! hoe die arme menfch wil in de werclc Ir 
ven, ^-w.- 

En acn het aerdfche draf fijn innigh herte crcven ' 
Siet ! hoe hy tarwe noemt en moft fijnleni^h 
goed , 

En daèr op heeft gebouwd dc kraght van fiin 
|. gemoed ! ^ 

deir^'''"'*''^ ' l^etfnoodc mafqac:., 
G ^ Het 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ï^S Het Bloem-hof]e 

Het banmiettcren kan hem nimmermeer ver- 
iaeden : 

Geen arbeyd wert ontfien , geen onkoft wcrc 
gefpaert , 

Als hy maer krijgen kan dat hemden vreughjc. 
baert 1 

Hy wil fwaermoedigh bloed uy t fijne ziele ban- 
nen , 

Hy wil de Inaer van luft op hooge toonen Ipan- 
nen i 

Hy toefd fijn oogh en oor , hy ftreelt fijn 

reuckenfmaeck , 
ïn noemd wat wcrelt heet een uytverkooren 

faeck ! 

Laet my , 6 goede God , myn dwaefe luften to- 
men , 

Om dat na korten tijt de boofè dagen komen 
Laet my dat foet vergift vertreden met dca 
voet > 

Dat met een eeuwigh leet hier namaels wert 
gebocd 1 

LVI. 

Op een eergier igh Ma n , 

Clet ! hoe eergierigh bloed dien armen Man be- 
^ tovert : 

Sietl hoe een lofie droom heeft fijnen geeft ver- 
overt: 

'tlseerediehyfoeckr, diedefe wereltgeett. 
't Is eer waci by alleen fijn dwafe ziele leeft : 
Schofferen , moort , verract , gewelt , e» dertcl 

brafTcn _ 

En 




I-s 



f .-1 



f 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten* 



149 



••'.■-ii! 



En meer van defen aert , die noyt de vroomen 
pallèn , 

Die fijn hem fuycker-foetlhy agt de (bnde nier. 
Als hy maer op den nacm van defè werclc fier, 
Macr waerom , domme menfch , foo tot die eet 
bewogen 

En niet een hooger goed gedurigh in de oogen 5 
Roerat ghy in s'Coonmcks gunrt ? Ach die 

* heeft haeft gedaen , 
Die kan oock door een ryni,gelijck een bloem 
vergaen ! 

Roemd ghy in uwe kraght? de kraght die fal ver- 
vallen , 

En fijn in Reufen felfs ten leften niet met allen t 
Roemd ghy met vollen mond op goad en 

maghtigh goed ? 
Ach » die fijn anders niet als maer een ebb' en 
vloed : 

Roemd ghy in Bwen viicnJ , fbo fcer tot u gene- 
gen ? 

'tWas beter dat ghy had ran defèn roem gc- 
fwegcn 

Want eer een nieuwe Son het naefte velt be- 
ftraclt , 

Kan hy met fijn gemoed van u fijn afgcdwaelt: 
Wiltmy, ó goede God, door uwen gcell beke- 
ren , 

Op dat ick maer alleen u magh van herten ecren. 
Op dat ick roemen mag , ïo langh ick , Hcerc, 
ben , 

, Om dat ick u alleen , en uwen Soone ken ! 
Laet door eergierigh bIo«d myn hertc nimmer 
mallen , 

G 5 Op 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het B/o^M'hofjt 



Op dat ick nieten magh ter hellen nedervallcn , 
Op dat ick niet en niagh met Eva fijn verraft , 
Als Op ccn loflc fchim myn dwaclc ziele paft ! 

^C/?,i/.are tu : :is , fpiritus Altosgere : fequitur i 
fuperbos a t: rgo /ulor De^. Sencca in Herculc , I 
i 11 rente. 

( 

Covfidtrn unie venis , erubefce uhies , (> inge- % 
mifie qhó vaMs , contrenttfct, Bcmhaidus, , 

L y 1 1. 
Op eon drom ken Man, 

rjle Man heeft voorden dagh begonnen feer 

hrck te drincken , 
En m hju buyck een kuyp van wynen laeten finc- 

kcn 

En foo een lan^^rn rvr {rcdwaelt in dcfcn vloed, 
Dat eantfch ^ i is fïjii innigh hciren- 

uJoed. 

Wat kan de fnoodc daed van delen man bcdcc- 
ken ? 

h\?."\\ liy r.ictovciwu:.a i.j.j «iiiieziel bcfmcucii 
* "y-^ (Lthy is gewoon tcfwemmcnin dc wyn? 
die het quacd vcrfwaert , moet des tc 
'lioorder ujn 
Magh hy gedurigh acn dc druy vc-traenen mcu- 
gcn, 

V a. uAt ny is bequacmtedriiKivLaiierckctcu- 

Neen : die in itcrcken dranck fich toont cdijk 
ecu helt , 

Wcrt 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I 



der Gedighten. 151 

Wcrt door het oordeel Gods te kraghtigergc- 
velr. 

>iagh hy tot overdacd fijn gantfche lyf hefteden. 
Om dat de guifigheyd by veele wcrt geleden , 
By veele wert geliefd ? neen : hy doed meer- 
der quaed, 

Die in het quade pad van boofè menfcheti 
gaet; 

Hy fondighd tegen God , den Schepper aller din- 

'Die tot een Bacchus-ftrijt de leden fbeckt tc 
dwingen , 

Hy fondighd tegen dat , dat ons de Schepper 
gcèft , 

Die tot des Scheppers fmaet daer in behaegen 
heeft : 

Hy fondighd even fclfs met uytgeftreckte le- 
oen 

En tegens lyf en ziel , die vyerigh wil hefteden 
Den tijt acn foo een quaed*^ j en vind voor 

trooft verdriet , 
Alshynae rechten eykh het fchepfel niet ge- 
niet ! 

Lact my , o goede God, het fchepfel [00 gebruy- 
ken , 

Dat ick gedurigh acn magh als een roos ontluyc- 
ken , 

In wacre danckbaethcyd : dat ick gedurig aen 
Magh voor u aengefight tot uwer eere ftaen • 
Speent mv gedurigh at van fulckc booie men- 
fchen , 

t)te voor het morgen- root nae ftcickc draneken 
wcufchcn : 

G 4. Out- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het Bloem-ijyjjc 



Omfiuvt myn innigh oor, als my dc wyfc 



act 



Als door het brofcvltxicli niya voet met icgt 



cn j^act ! 

Lact my door uwen Geeft fccr kraghrit^h fijn hc- 
woqrn , 

Om u gcdurigh aen te dracgcn iii myn oogcn : 
Laeft my , 6 Heyl-fbnteyn , door uivc (oc- . 
tighcyd , 

En maeckc myn hert nllrni tot uwen dienll 
berc yd I 

I 

T.hrietas efl blanius donjon , duke venenum , fuavc t 
peccatum , (juam qat habet , fetpfum non habet . é 
quétr?^ qui facit , peccatum 7ion facit , fed ipfe totus l 
eji pcccaturr). Augiiflnius. 

LVIII. 

Op rcngierigh Adenfch 

r;Lii gi<^i)i;ii .\lcnichc wil figh nihct goudbc- 
graeven , 

ïn met dar gccle flick fijn innigh hcrte laeven , 
Svn ccnigh wit dat is gedurigh ryck tc /ijn , 
Schoon hem dc rijkdom gccFt een ongemene 



ickcccn ^uuJ bc- 



geren , 

>x\ ick dicii lieven vriend van niync deuren we- 
ren , 

Ach ! die dit leven maer ter de»en overfict , 
Fn vind geen va(tcr croolt als dac liy die genitr; 
Wie nia^iwn bitter Icec (iin vrici)dcn oyt b:trou- 
wen , A er- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten» lyj 

Terwijl men meenighmacl de liefde fiet vèrkou- 
wen ? 

Wie fiet niet dagh op dagh , dat meenigh 
vriend verfterfd , 
, 't Is dan het goud alleen daer van men troeft 
verwcrfd. 

Het goud dat is het nat , waer door de heften le- 
ven, 

Het goud dat kan alleen het hert een hette ge- 
ven , 

O Mammon , ghy alleen fi;t uytermaetcn 
foet , 

En doed een ieder een in fijne quaclcn goed ! 
Het goud dat is het bloed , de ziele van de men- 
fchen > 

Het goud geeft aen den mond wat hy fbu kon* 
nen wenfchen j 
Het goud geeft wilt gebraed , het goud gcefc 

1 marcepyn , 
Het goud ftort ui de fehael den uytgelcfèu 
wyn : 

Schoon uyt hacr Vaderland de menfchen fijn ver- 
dreven i 

Ghy kond nogh evenwel fccr bi ydedacgen ge- 
ven , 

O weerde met-gelel ! ghy fijt een laeflfenis , 
Schoon iemand by den T^irck leer vaft gebon- 
den is ? 

Ghy fijt het dier rantfoen : ghy kond de kranckc 
ftyven , 

Gliy kond wat droeflieyd heet uyt deièn boefèm 
dry ven : 

Ghy kond iu allen noot ons fijn een toevcr- 
laet, G 5 Ea 



154 Het Bloem^ hofje 

En dacr de deughd is ftom , daer weet uw 
ftcnime ract ! 
fier goud) alleen her goud en laet ons niet ver- 
legen : 

Wciacndan, myneziel, fijt tot dien fchatgc- ^ 
negen ! 

Omreyft het land , doorplocghd de allerwoet- 

fte zee > • 
En groet den Indiaen aen fi/ne guldc ree : 
Bcdrieghd , verraed > en (weert om dcfèn vriend 
te krijgen 5 

Dje noy t tot uwen trooft genegen is te fwijgjen , 
Die u fal uyt het ftof verheften tot een ftat , 
Schoon u geen hooge flam een hellen luyfter 

gaff 

Het f^oud alleen dat is een van de befte faecken , 
Dic u aenfienelick op aerdcn konnon niaecken 
Het goud alleen dat brcnghd n^rcr vrirndcn 

aen den dagh , 
Als iemand bloemen oyt in wydc velden lagh 
Het goud bepleyd de iaeck , wanneer gy diend 
• c rechten 5 
. ucn Richter fcifsop fijnen Throonbc- 
veghten: 

Het goud dat geeft'et al dat iemand hebben 
kan : 

Her goud, alleen het goud dat maeckt dc rcg: ^ 
man ! 

Wat niadi ^eleerthevd doch op aerdcn willen 
pracicn , 

S v docd den mcnfch geen goed , als in de gnldc 
zaelen : 

Het Jïoud ^ het ceuwijrh croud i^eeft iuyfter 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten. 155' 

Schoon u dc bleeckc dood heeft in het graf ge- 
bracht : 

Wat kan Go'dvruuuLi/heydden armen mcnkhc 
baetcn ? 

, Het goud dat is de korft van duyfent hoonigh- 
raeten : 

Kieft ghy , 6 myn gemoed , kieft ghy het edel 
• goud , 

Dat is.'t dat jaeren langh u volle fchueren 
bouwd : 

Macr ) ach 1 ellendigh menfch , wat fal het kon- 
nen helpen 

Schoon ghy met defen Ichat fult kofïeis over- 
Itelpen ? 

Wat fal het ros metaci, verkregen mcc gcvvclr, 
Den fbndacr voordeel doen , als God het oor- 
deel velt ? ' 

Ghy dwaes ! in korten tyt fal uwe ziele khcyden> 
Sal u het hcKch gefpuys in naerc kuylen leydeii , 
En u , van als beroofd , daer op ghy waerc 
belaft, 

Gacn ftorten in een vyci , Jat iioyt enwcrt 
geblult! 

Wat fal dan goud en goed , wat lal het konncn 
baeten 

Wat fult ghy dan voor trooft verwerven van de 
ftaeten , 

Die ghy op acrdcn hadt ? wat faf in uwe pyii 
De wcrclt dan met goud , en alle pecrlen lijn ? 
Laetmy, ó goede God, hetfchcpkl noyt be- 
trouwen , 

Laetmy opu alleen een vaft vertrouwen bou- 
wen, 

G 6 Laec 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het Bloem^hojje 



Laet my terwyl ick leef, laet my gedurig aen 
Met myn geheel gemoed tot beter dingen 
gaen ! 

Laet my geduriMi acn u dragen in myn uo^cn , 
Laet my gedurign aen na uwen hemel poogen l 
Daer is de belle fchat , die rocft noch motte 
fchend , 

Die noy t een dief, of vyer , of waeter vtin ons 
wend I 

*■ - .^htid mn mortalia peHoractgis auri fa- 
crafames. Virgilius. 

Multis parajfe divitias , non finis miferiarumfuit , 
&ed tmtatio. Senec. 

0?7mis cop'm , <j«<£ mn efl Deus meust mh't cjl egeflas. 
Auguftinus in Soliloq. 

LIX. 
Op gefmolten Goud, 

pvit Goud dat in het vyer heeft voor een tyt gc- 
legen , 

Heeft door den heetcn gloed een beter glans ge- 
kregen : 

Ach ! waerom is de menich tot voorlpoed lbo 
gelïnd , 

Terwyl hy in het Crnys een grootcr zegen 
viad I 



! 



Op 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten, 1 57 

LX. 
Op een Fonteyne* 

pOnteynen konncn noyc den vuyien drcck vér- 
• *^ draegen , 



Maer fullen hem terftont uy t haercn bocfèm jae- 

Noytrultccn Ridder Gods voordat defbndc 
fcheyd , 

En voor den Hcmcl fy een nette geeft bcreyd. 

LXI. 

Op een Diamand in het flijk^ gevallen. 

yi L quam die Diamand in modder neder /ijgcn> 
Hy wou nogh eghter niet met fijnen luyfter 
fwygen , 

En fchoon een reyne ziel moet daelen in een 
hel , 

Noch blyft hacr helle glans hacr lieve met- 
gelel. 

LXIT. 

Op een Buermans Hnys in brand, 

*T Erwyl u Buermans Huys komt in den brand 
te raecken , 

Moet ghy voor alle ding de naerc vlamme ftaec* 

ken , 

Want foo ghy nu ter tijt niet liacftigh toe en 
fiet , 

Sal in een ogenblick oock iiacckcn u yerdiicd : 

Als 



158 HetBloem-hoJjey 

Als God fijn ftraffèn Jact op Landen nedcrdaelc/ 
Die met hacr Steden klh aen uwe grenfen pae- 
len , 

Danwert, ofondaer, oockvoor ueen ftraf 
bereyd> ' 

Soo gy niet metter haeft een ander leven leydt. 
Tmc tua res ^gitur paries cum proximus ardet. 
SuhitótoUitur y qui diutoleratur. Grcgor. 

Currat pAnitcntia^ ne prAChrrat fententta. Petr. 
Chrys. Scrm. 167. 

LXIII. 

Op een Bootje y dat opgehraght iven tegent 

den firootn. 

qP, dapper Boots-gefcl , nu ishettijt tcroe- 
yen , 

Want foo gy nu ter tijt geen armen wilt vcr- 
moeyen , 

Dan is het al bekaeydt : Aenfiet hoe dat dc 
vloed , 

Als gy maer weynigh ruft , het Schuvtjen 
deynfcn docd ! 
Het is , ó menxhc Gods , geen tijt om oyt te 
ruften , 

A.ls ghy uy t defè zee traght nae de boren kuften: 
Hier moet men tegens {troom , en winden 

roeyen aen , 
Hier moet men tegens vlcefch en bloed ten 
Ibyde ga^i. 

op 



der Gedightcn* 



M9 



LXIV. 
Op de reHck.van een Fatl 

p\E Menlch dic wert bekend wanneer hy komt 
• te fpreecken, 

Want door de tonge wil het innigh hcrte breec- 
ken : 

De reuek alleen bewijit of in een acrden vat 
Een vuyle modder fchnylt , of rcyncncdcl 



! 



i 



nat. 



LX V. 



Op twee Foor werp feUn* 

A L IS de Dief gcbocyd , nog dcuckt hy aan het 
^ fteeleii , 

Noch wcnfcht hy met fijn rot een vetten roof te 
deelcn ; 

Alleyt de felle wolf geketend aen den band. 
Noch wenfcht hy evenftaag een fchaepkcn in 
den tand : 

Schoon dat een fondaer niet magh fnoode ranc- 

ken plegen , 
Door fchaenite ingetoomd > en voor de ftraf 

verlegen > 

Syn hert wcrt evenwel gekittelt door dat (óet , 
Dat hy een wyle ti)ts door noot-dwangh my- 
den moet. 

Geluckig is die mcnfch , gcluckig boven maetcn, 
Die uyt een diepen haet de fonde weet te iaeten , 
Die uyt een reync fught , tot fïjncu Ópper- 
Heer , 

De 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 




1 6o H€t Bloem'hefje 

De loüde (dien Tyran) oiec fbeckt tc dicnea 
meer ! 

LXVI. 

Op een goede Boom, * 

^Elijck de goede Boom fal goede vrughte dra- 
gen , 

En met fijn fappigK ooft een drooge borfl: bc- 
haegen , 

Soo geeft hy met de vrught oock aen den 

menicn het zacdt , 
Dat met een nieuw gewas het ganfche velt be- 
flaet: ♦ 
Als ghy\ ö Chriften hert , fijt uyt den dood ge- 
togen , 

En tot het leven Godts met lijf en ziel bewogen, 
En goede vrughten bacrt ruft dan nog dagh, 

nogh naght , 
Voor dat den even-menfch oock God fy toc- 

gebraght ! 

LX VII. 
Op Adder-vleefch. 

\/JEn fiet een Adder- beet door Adder- vlecfch 
genefen , 

Wanneer het wel bereyd fal naedekunftewe- 
fen i 

Men fiet dat even fclfs de fwakiieyd voordeel 
doed , 

En uyt een Ghriftcfl jaeghd het opgefwollen 
bloed, 

op 



r 



tókf.- 

■mé 



der Gedighien. 



LXVIII. 



l6i 



Op eenige Vooriverpfelen, 

lUlEn fiet de Seven-fter ycrccnighd tTamcn 
•* fwcven , 

Jyien fietdc Voe;cIcn in focten vrcdcn leven : 
Dc Becren van het Woud , de Schapen vai^ 
den ftal . 

De Beyen in den korf fijn eeni^h over al : 
Dc Mieren iu het velt , de boofcn met de boo- 
fcn : 

Sal dan een Chriftcn ni^t van fchacmtc moeten 
bloolèn , 

Als hy gcduri{;h aen (befwangcrt metfenyn) 
Gelijck een Jfmacl > lal ver van vrcden zyn ? 
AViltmy , ó goede God> een vrecdfacm ncrtc 
geïen , 

En laeten als een lam met myncn naeftcn leven , 
En liever fijn bereyd te lyden (onder fchult j 
Als dat ick foudc fijn van twilt-üjght opgc- 
vult ! 

Wilt my door uwen Geeft tot Yicdcn tocberey- 
den , 

Ejii in die foetc deughd myn levc-dacgen Icyden , 
Op dat ick eynoelick magh fijn met blygc- 
ichal > 

Daer , waer ^ecn fctlc twift , geen oorlogh 
wefcn kl \ 



Of 



P 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



X 6z Het Bloem-hofje 

LXIX. 

Op een ivèderfpannigh Peert, ' i 
pj Et wederfpannigh Peert wert des te meer ge- ! 

En kan noch evenwel her jock niet van {ich jac- • • 
, geni 

Syt lytfaem , menfche Godts , als God met | 
roeden flaet, \ 

Want die onlytfaem is behaelt een grootcr i 
quaed. . 

Terre decet paüentHr ontis , oiuod ferre necejfe tjt , 
^ijacet invitus duritts ille jacet, 

LXX. 
Op drie VooriVerpfelen. 

\yic kan het ros Mctael met vollen monde 
looven , 

Wanneer het niet en wert gefmoltenindcno- 
ven , 

Gefuyvert door het vüyr ? wacr wert de 

menfch gefond , 
Die noyt een naeredranck wil nemen in Jen 

mond , 

Die noyt fijn quelligh voght , en ongemeene 
plaegen •, 

Wil met een bitter fap uyt fijnen boefem jaegen ? 
Wie heeft het kromme riet oyt weder recht 
gemaeckt , 

Die fonder wringen dat met handen heeft ge- 
raeckt ? 

Noyt 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedighten, 16^ 

Noyt ülei eenigh nienfch in wacrc vrcughd ont- 
loockcn , 

Die niet en was gctornt , en door de wet ver- 
broockcn , 

Maer die vcrllaegen is , en om de fonde treurt, 
, Die is alleen de man , die light cn vreughd 
gebeurt. 

LXXI. 

Of> ivereltfche Aftnfchen , haere overge^ 
koomem ellenden 'verfcheydentlifk verfettende. 

C Iet 1 hoe fich nu ter tijd die boofc menfchen 
draegen, 

Tcrwyl den Hemel fendt de langh-verdiende 
plaegen : 

Hier finghd een fondcr-forgh gelijck een Nag- 
tegacl 

Soo dat fijn helle ftem klinckt door de gant- 
fche zael ; 

Dacr neemd een monfter-dier behulp ran Ryn- 

Iche-druy ven , 
Enfoeckt daer door het leet uyc fijn gemoed te 
I fchuvven , 

En ginter fitt'ereen, die in fijn fwaer gequel 
Het hert vermacken wil met vroolick Iharen- 
fpel : 

"Lact m| , ó goede God , in defe kommer- ty den, 
Tot u met myn Gebed in vollen y ver rydcn , 
Omtrooft in myn vcrdried: dat is de reghte 
voet , 

Die herten vroolick m'aci en landen voor - 
deel docd. 

O/. 



I <J4 Gedtghten, 

LXXII. 
Op een Schoor^een-yeeger» 

AL wie fijn Sondaeghs- kleed wil nu ter tijt bi 
waeren , 

Die laetc defcn man voor alle dingen vaeren , • 
Want foo daer iemand is , die hem te leer gc- 
naeckt , 

Die werc van ftonden aen door vetten roet gc- 
racckt : 

En wilt» omcnfcheGods , niet by de quade le- 
ven , 

Want die daer by verkeert wert in het cjuaed be- 
dreven ; 

Te meer , om dat in u fchuylt foo een fondigh 
(aet , 

Dat door de miiifte vonck in helle vlammen 
ftact. 



Contagia vites , 



Hac etiam pecori fspe nocere folent. O vid. 

Nen tantum corpori , fed etiam morïbus falubrem 
loc:^7r, elixer edebemus. Seneca Epift. 51. 

LXXIII. 

Op een Man door een heJUckte boen gaende 
nae de Maeltijt van fijn Vriend. 

Ie lal door fweed en bloed tot God niet wil- 
len koomen , 
Van wien dat beeckcn fclfs van rcyne vrcughde 
ftroomen > Ter- 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



HetBloem-hofje 1^5 ^ 

Terwijl foo mecnigh menfcii door een bc- 
nickte bacil „ „ • 

Met blydlchap tot het Feeftyan Vrienden is 
gegaen ? 

LXXIV. 
Op den Vrede met een Coninck:, 

ryic met een Coninck is in een Verbond gc- 
treden , 

Heeft met fijn Coninckrrjck alom een loeten 
vreden ; 

Die God alleen bcfind , en fchroome mimm»r 
niet , 

Want hy kryghd tot een vriend al wat het oge 
lier. 

LXXV. 

OpeenManuyt fijne gevanckenijfe ver lofi, 

p\Ie een geruymen tijd in yfer lagh bcilotcn , 
*^Wcrt met een vollen vloed van blydfchap 
overgoten > 
Als hy magh weder vry , en Tonder banden 
gaen , 

En fien tot fijn vermaeck de Sonne m«t de 
Maen : 

Nogh grooter fal de vreughd van rcyne zielen 
welen , 

Als fy met fullen meerde fnoodc werelt vreefei^ 
Maer leven in de ruft , en ruften in de zael , 
Daer God de fijnen geeft een ccuwigh Bruy- 
lol's-fnael. 



l66 HetBloem-hofje 

LXXVI. 
Op een Schipper in fivaemi jiorm, 
QEn ^^j^^^P^^j^^door een ftorm geflingcrt op 

Salinverdrinckens noot fijn bcfle wacrenfpae-' 
ren , ^ 

Maer werpen alle ding veel liever over boort. 
Om dat hei leven hem rot avn het meroh be- 
koort : 

Sal dan een Chriden hert de wereit niet veriac- 
ten : 

Terwijl hem dat verlies fal eeuwigh konnen bac- 
ten , 

Tcrwvl hy voor den fchat , dien rocft en mor 
bedertd , 

En dien de Rover rooft, een eeuwij^h ieven 
crfd ? 



LXXVII. 

Op een Man , die hei^ertgh is om gerufte- 

lick te flaepen. 

LAetgcen bekommernis oyt uwen <Teelt eena- 
ken , " 

Als ghy met Toeten ITacpdc leden wilt vermaec- 
ken i 

Als ghy met vrolickJieyd wilt daelen in *het 
paf , 

Scheyd dan van uwen geeft het aerdfchc woe- 
len af. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 




t der G edtghten , 1 6j 

LXXVIII. 

Opden/laq) van een vermoeyde, 

p\ An (maeck de foecc flaep , wanneer de gant- 
• fche leden 

•Doer fwaeren arbcyd fijn den gantfchen dag be- 
dreden ; 

Dan w er t den Hemel ecrit verdubbelt in het 
foet, 

Als ecrft: de menfchc Godts veel onheyi lydcn 
moet. 

LXXIX.' 
Op een fonghman op e^n aengetiame 

Maeghd verliefd. 

p\Ie door een Vryfter wert getroiFen aen het 
hcrte , 

Die wert door haer alleen genefcn van de fmerre, 
Die hem de wonde gat , cn Hiet door eenigh 
dingh , 

Bcgeerlick voor het oogh in deicn ronden 
ringh : 

Een mcnfcli op God belufl , op delè vreemde 
kuften , 

Pie kan in hem alleen als fijnen center ruften : 
Hierbacd geen Vrienden-tael , hier baedgeen 
cc ren goed 

Syn hert kan maer alleen in Godfiju welge- 
moed. 



op 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



i68 




der Gedichten, 
LXXX. 



I 



Op de voorftpigheydvan een mindere Prin^ 
in fijne vreefe vooreen meerdere. 

^ Oy t fal een minder Prins eerft dan van vree- 
de fpreken , , 

Wanneer een meerder komt in fijne landen a 
breecken , 

Met een gemoedighd heyr , gefmeed in ene- ^ 
kelftael , 

Maer komt het onbeyl voor met een beleefde i 
tael : 1 

Hoe kan een Chriften dan foo ver van reden 
wefen , 

Dathydepylcn niet wil van dien Righter vre- 

len , ° j 

Door wicn de Center Cdk der aerden wert i 
bcroed , | 

En als een lighte pluym uyt fïjnc plaets ce- 1 
voerd? ^ \ 

Dat hy den Hemel niet door bidden foeckt te ' 
Icheuren , 

Dat hy met ootmoed niet verfchynd voor fijne 
deuren , 

En om genade fmeekt. terwyl hyhceftmis- 
daen , 

Voor dat de blcecke dood komt door dc 
/.aelcgaen ? 



ID- 



i 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedhhten. 

c_> 



1(5 



^12 



LXXXI. 

^ Op allerhande Voorwerpfelen, 

Ml [)E Sonne met de Maen , de planten met de 
^ boomcn , 

^ Dieren in het woud , de eulle wacter-flroo- 
WDoa rnèn 

Met al dat gladde Vcc , die prvfen inet ec- 
fchal 

Den Schepper van 'dit groot en heerlijk won- 
der- AI. 

I Sal dan de mcnfche Gods, foo riickelick eefe- 
gend ^ 

Van God m fijnen Soon , cn met een vloed be- 
regend 

Van heyl enzaligheyd, niet met eendanck- 
baer hert 

VerhefFen fijnen God , die hem {oo^unftio-K 
wert ? ^ 

Laetmy, ó goede God, alfo met u verkeercn , 
Dat ick my fclven magh met uwen lof vcreeren. 
Vermits uw* ^ocdhcyd fcÜ's töt aen den He- 
mel raclet 

En als een Bruylofs-mael myn unngh dcci 
vcrmackc ! 

lek ben van eeuwigheyd tot uwen ui.uit ver- 
koren , 

lek ben om uwcnt wil alleen , ó Heer , o-ebo- 
ren , ^ 

lek ben feer dier gekoght , door dat ecfcf^cn J 
Lam , ^ ^ 

Dat uyt een reyne guBft voor my opaerden 
quam : 

H Gy 



9%C 

ra* 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



Fül. 17 : 



HET 

Bloem-Hofje 

D EA 

GEDICHTEN, 

Vervattende allerlyc 

S T N N E-B E E L D E N, 
Oj> Seedelicke, HuyffelUke ^ To- 

Uttecke en MUitMre materten gepaft, 

I. 

Op de Sonne. 

; Ie met ccn blanck gefïght de herten 
j foekt te vangen , 
[En moet niet naede Son met hare» 
gloed verlangen j 
Die in de witte deughd een recht 



bt'hacgen heeft, 




t 

I 



En 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



IJl 



Het Bloem'hojje 



En dicnd niet by het hof, daer in dc fbnde 
leeft. 



I.xeat aula. 



J^ivölete(fepius. V'trtus ^ fummnpoteftas. 
Ne» coeunt. Lucanus lib. 8 . bell. civilis. 

Of een Jaghten Regen . * j 

A Ls op den Bloemen- hof , als op de tecrc \ 
kruydcn 

Een faghtc regen valt, gedreven uyt hetSuy- 

dcn , Mk 

Dan wert het hert geraeckt , dan waft hetfH 

teer gewas , 
"i^an liet men over al het groen en weehgh 

gras : 

ILïi wilt niet al te fccr , ó jeughd , den geeft ver- 
moeyen , 

Als.ghy in kunften foeckt nae waren eyfchtc 
groeyen ; 

En leert niet met gcwelt , maer houdt de 

middcl-mact , 
ivant al te veel dat doed het kruydcn men - 

fchen quacd. 

III. 

Op flercke Stroomen. 

TJOc vlughten evcnftaegh de Princcn van de 
'■^ ftroomcn! ' Sy 



I 



1 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



41 i 



der Gedighten, 



17? 



Sy fïjn te gencr tijd met kraghteninte toornen 
Soovloeyd, ójongelingh, Ib vlught de fncl- 
Ic rijt, 

Maeckt dan dat ghy dacr in gedurigh beefigh 
fijt! 

Jpfa cjuoque ajftduo Uhuntur tempora motu , 

Nw3 fecus ac ftumen , nec^ue enim confijitre fitmen , 

üeclevis hora poteft. Ovidius lib. 1 5. Mctamorp. 



IV. 



1 



Op een 'Steen-rotfiin de Zee, 

AL komt de gramme Zee den fleylcn Rots bc- 
vechten , 

Ican noch eghter niets met haerc gal verrech- 



ten 



Syftuyftertegensop, fy fchuvmter teecns 



aen 



Maerhy blijft tegenswmd, en tcgensftroo- 
men Itacn : 

Soo moet een dcitigh Prins vaft in fijn trouwe 
blyven ; 

Geen hel moet hem daer van , geen werelt kon- 
nen dr y ven , 

AI mocft die Ichoone deughd gaen dooien 
over al , 

Sy moet noch evenwel hem wefen lief-getaL 

Trtnceps qui mutUA fidei efi v 'mdex , debet e ft 
ttmmbtlts tanquam la^is an^ularis , polus in 
caIo. BaJduj, 

H 5 



f 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



J 74 Het Bloem-hofje 

V. 

Op het verkrijgen van Goud» 

VjEnkrijghd niet fonder rwcccdc Sonnc der 
Meraelen : 

Men kan luer maer alleen uyt diepe kuylen 

haeien ; 

Die lighceii arbeyd doed verkryghdfc nim- 
mermeer } 

Sicchierófri/lcbe;cughd, voor u een nutte 
leer : 

Ghy moet met nccrftigheyd de guldc wysheyd 
foecken , 

En haeien lbo een fchat uyt veelderhanden bocc- 
kcn : 

Hier diend geen ftof , geen fweet, geen kou- 
de vorft gefchroomd , 

Terwyl men die alleen op foo een wys bc- 
komd. 

VI. 

Op den (tanchjijfende uyt een floot. 

Anneer het innigh hert is van de deughd ge- 
weecken , 

Dan komt ter keclen uyt een vuylc taele breec- 
ken , 

Als uyt een fiange-neft , een woon-plaets 

van de dood , 
Gelvck een nacrc ftanck ryfl uvt een modder- 

floot , 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



m'x- 



der G edighten» 175 

Ih^ago animi fermo esi : ^alü Vir , taJis omiê. 

Seneca inproverb. 

VII. 

Of fijne Drtnck:glaefen met eenigh 
tMt vervult. 

fic ick met bcfchcyd wat dattcr is ge- 

fchoncken , 

Nu fïc ick klaer gcnocgh wat dattcr Icyt gc- 
fbncken : 

Dft glas , dit dunne vat , brengh heden aen 
den dagh , 

Dat ick in dele kan te vooren niet en fagh : 
Wat fiet men meenigh menfch , hier en m alle 
Landen , 

Die niet bewacren kan de allerbefte panden > 
Die niet verfwygen kan dat hem is toe bc- 
troudt , 

En die fïgh nimmer toont gclyck geAotcn 
goud ! 

UtVitrum, quia pelluciJum , Nihil ceUt, ita 
quidam nihil tegere, Nthtl diJfimuUre norunK 
Suc quid in animo eff , ld protinut ownibus palam 
eii, Eramfus. 



H 4 



Of 



r 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



176 Het Bloem-hsfje 

VIII. 

Op de Zee doorn ifi den heroed, 

J^E Zee (bu meenighraael in foete ftilte leven , 
Indien fy niet en wierd door winden op <»c- 
dreven j 

Het volk van meenigh rijck fou blyven in de 
ruft, 

Indien door quacden raet die niet wierd uyt 
gebluft. 

VIIII. 
Op een Ottd-fchip, 

Ie aght het oude Schip , dat hem foo lange 
jaeren 

Wet fchatten heeft verryckt door meenigh duy- 
fènd baereii ? 
Die meenighmael het land heeft langen t}C 
gediend , 

Vindop het left daer in ter nauwer noot een 
vriend. 

X. 

Op tivee voonverpfelen. 

N foeckt den puvm ftcen niet om Olie te ge- 
nieten , 

Want uyt die harde key en fal hy nimmer vlie- 
ten. 

En foeckt den kool-fack niet) als ghy wilt 



edel goud , 



Pm 



■ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



llfF der Gedighten, 177 

jfeMtok Om dac dat r<^hoon mctacl hem niet is toc- 
^^^^ betrou\<rd : 

Naeckt tot de fotten niet , als ghy wilt wijshcy t 
■PI Ibecken, 

P ^ Maer keert u tot het breyn , ver-acdelt door de 
boecken : 

Daer woont die braevc fchat , dievycr, noch 

vlam verteert , 
En die de werelt door van wyfe wert begeert. 

XI. 

Op drie Foorwerpfeler:, 

r^le hoonighraet begeert , en moer geen byen 
vrefen , 

Die nac de Roo/cn traght , moet by den prickcl 
wcfèn , 

Die goede vruahten wil, moet khmmenop 
den tack , 

En diegeleerthcydwil, enfoecken ^eenee- 

Non quüquamfrtatur veris Odoribni , 
IlybUos latebris nee fpoliat favos , ( 
y Stfronticaveat ^ Siitmeatrubos ; f 

■ ■, ^ Claudianus in nupt. Honorii. ^ 



Of, 



\ 



■ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 




•li 



1^8 Het Bloem» hofje 

XII. 

Op drie l'^ooriverpfelen . 

f '^E keye wert uy t geholc ; door een geduerigh 
leeckeii , 

En door een langen ty t fal ftael , en yfcr breec- 
kcn , 

En als de (wacke mnys gehcele daegen by t , 
Dan fietmen dat oock ielfs de dicke kaebel 
flyt, 

Een fchac wert uyt geput alleen ni weynigh jae- 
rcn, 

Wanneer men niet cn is genegen om te Ipac- 
ren : 

Wel, (paertdan, wie ghy fijt ,cntraghtiiac 

nieuw gewin, 
Dat fal feer dienlligh fijn 7oor u cn uw' ge • 

finl 



Xlll. 

Op ke naekettgheyt tn het Saeyen» 

r\ Ie niet fijn kooren fal op fijnen acker fac- 
yen. 

En fal voor fccc ^er niet als diftels konnen mac- 
yen: 

Op, op dan, ouders, op, cn leert de jonge 
jeughd . 

Op dat uyt foo een zact magh ryfen uwe 
vreughd I 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



der Gedighten, i 
XIIII. 

Op een ledige Spaer-fot > endeeenydelvAt. 

CNaghtdeü Spacr-pot niet , die dapper weet 
te racfen , 

Dat doed alleen de hoop van ongcmccne dwac- 
fen , 

En aghc het vaetjc niet , fchoon dat het won- 
der bomd , 

Vermits geen overvloed van defe beyde komt: 
Wilt by een pocchaerd noyt de waere wysheyd 
foecken , 

Schoon dat hy dapper {precckt van feer geleerde 
boecken , 

Want 't IS een vafte peyl , dat daergeen fchat 
en leydt , 

Daer door een loflc tongh wcrt meenigh ding 
gcfcyd. 

XV. 

Op Ceder- hoornen 

gehoon dat een Ceder boom moet groeven 

langen jacrcn . 
Syn ftam (al evenwel niet des te dimmer vac- 
ren , 

Want naer een langen tyt wort van dat edel 
hout, 

EenConincklickpaleys feer praghtelick ge- 
boude : 

Al komt de wysheyd lact, fy fal te vaftcr we- 
len j 



H i 



Wil« 



■ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



1 8 O Het Bloem-hofje 

Wilt dan, o tecrc jcughd , geen quaede dingen 
vrefen > 

Schoon dat ghy jaercn langh moet foeckcn 

ditclinoot, 
Vermits dat nimmeermeer vrcelt voor een 

lichten ftoot. 

XVI. 

Op een hoogen Boom , omgeivopen door 
een Jlercke vind, 

was die ftcrckc boom tot in de lught ver- 
heven , 

Noch heeft die fiere ftrom hem uyt fijn placts 
gedreven , 

In fijt , ó Machtigh vorfl , niet ftout op uwe 
kraght, 

Want Throonen werden hacft van hacre 
plaers verbrjght : 
Als maer den Hemel wil , dan moet het al vcr- 
dwynen > 

Dat als een helle fbn fal op der aerden fchyncn , 
Als maer den Hemel wenckt, dan moet de 

braetUe helt , 
Selfs voorde mioftcvligh /igh geven uyt het 
vclr. 

Igmras arhores m»gnas diu erefcere , ma hor. 
êxfiirpart ? Scy tarum legati ad Alexand. M. apud 
Curtiumlib. 8. 



i. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r 

r 



der Gedichten, 



pfum tft , cm periculHm non fit etiam ab invalidot 

Ibidem. 

Cmcla mortalium in certa , quanroqueplui adep- 
tus (ts , tantó te magU in luhrico unfecu . Tacitus i 
Annal. 

XVII. 

Of Bloemen . 

Hy moet , ö weerde vriend , niet op dc ccerc 
bloemen , 

Of ander fchoon gewas van uwe velden roe- 
men. 

Noch op een fchoone vrouw noch op een 

hoogc ftaet , 
Terwyl het altemael feer haeü te gronde gaet. 

XVIII. 

Oj> tivee V loriverpfelen, 

^'^Eworm, die van het houdt gekregen had 
iijn leven , 

Üie fal een dood (Iccck felfs dc vafle (lammen 
geven » 

Die (al haer even feifs > (choon met een weeke 
tand V 

Vermaelen tot een meel, en tot een mulle 
(and: 

Schoon dat de klim op heeft (ijn voordeel van dc 
mueren , 

Het maeckt noch evenwel dat fy niet Iangl\ en 
du cïcn i 



■ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



1 8 1 Het Bloem-hofje 

Het klimt er tcgens op , cn doen de vrienden 
qiued j 

Wie fiet niet dat het foo oock by de menfchcn 
gaet ? ^ 
ï i Hoe mecnigh quaed gcfpuys , rerheTen t®t de w ^^'^ 
wokken i * 
Wcrt voor weldadigheyd een plagc van de volc- 
ken j 

Wel , üet dan edel hert , wien ghy tot ftaet M^tf.--''' 
verheft , • 

Terwyl dat ongeluck veel goeden Princen 
treft. 

U/ hedera , adhtrens arborum ratnis , o^ealiena ^ 
in Mtum erigitur : Sic obfcuri confuetHdine potentio- 4 ï 
rum crefcuut , deinde prafocant eos , d quibué funt < 
treciiinaUum. Plutarchus: 

Op een Boomt je. 

J^Ls ghy het boomtjen int*, en nae de kunfl: fult 
fnoeyen , 

Dan (al geen wrange vrucht acn fijne tacken 
grocyen ; 

Dan /al een edel Ooft verbJyden mond, en 
hert j 

Siet , ouders , wat een les u hier gegeven 
wert ! 

Als gy wilt dat het kind fal in fijn rijpe daegcn , 
Een aengenaem gewas van deughd , en konften 
draeecn , 

Dan diend het jonge dier met groeten arre- 
beyd, 

Tot 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r 




der Gedighten, 



.8j 



Tot fijn behoud gcleert > cn tot dc deughd 
gcleyd. 

XX. 

Op het opvoeden van Kraej/en, 

pN voedt j^ecn kraeyen op fy fullcn anders 
poogen , 

Om felfs uw' licfïtc kind te graeven in de oo- 
gen : 

En fet geen fnoodcn menfche te midden in 
den Raet , 

Want foo een monfterdoed gehecle landen 
quaed. 

XXI. 

Op de vruchten van oude Palmen hoornen. 

I^Evruehten fmaccken beft die vande'Palmc- 
boomen , 

In haeren ouderdom , aen dunne tongen ko- 
men : 

De raet , die uy t het brcyn van oude komt 
gevloeyd > 

Die maeckt dat land en kcrck gelijck een roo- 
Tebloeyd. 

Een man van ouderdom die kan fijn toghten 
dwingen , 

Een man van ouderdom die weet van veelc 
dingen , 

In fijnen tyt gefchicdj Een man van ©udet- 
dom I 

Diend 



■ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



184 HetBloem-hofjCy 
Dicnd dan het hof tc fijn voor alle wellckom 

Esi roburjuvemm , confUmmtim fenum. Ovid. 

Con/tlia fenum hafia funt juvcnum. PI ut. 

Abpoftté de fe Methridatet : Mihifortum , multü: 
rebus ereptis y ufum de dit bene Suadendt. Saüuft. 
in fragm. 

XXII. 
Op Byefi, 

^Anneer het Byen-heyr den Coninck heeft 

vcrlooren , . 
Dan fchynt het in dien tyt tot goed doen niet 
creboorcn : 

De belte Vlieger ruft, en foeckt geen edcJ 
kruyd , 

Tcrwyl het opper-hof fijn levens-tyt be- 
fluydt: 

Als in een magtigh land de Coninck is o^e- 
fchcyden", 

En nu voortaengccn hooft de kudde kan ge- 
leyden ; 

Dan treurt, dat vroolik was , dan fit een ieder 
ftil , 

Dan doed een ieder een wat dat fijn hcrte wil : 
Danwertecn iedereen gelijck een blad o^edre- 
ven , ' ^ 

Dan is een ieder een on^ftigh om tc leven , 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 




der Gedighten. 185 

Daii wcrt door blecckcn anghfl: dat Conilick- 

rijck beroert , 
Om dat op fijn bederf een boofe bende loert. 

Omnia indegm domino , ff^ 'tfera felieia , 

• quta fine Ulo ntifer nonfubleratHr , ^ ft Itx non re- 
gttHt. Auguftin. in PI'. 3 1. 

XXIII.. 

Op Byen (irydende voor haeren Coninckj 

. A L is de rappe Bye een van dc kleynftc dic- 

* ren , 

Sy weet noch evenwel den Coninck wel te* vie- 
ren : 

Want als hy is bedrcnd , en in de höogftc 
noot , 

Stry t C)' voor fijn behoud , en vrecft geen nacic 
dood : 

/ Wilt dan oock voor u hooft , ö moedigh leger 
vcghten , 

Tcrwyl een wormen-fwcrm wil (bo een Ituck 
verrechten , 
Om dar,nacll God>dac; m aw'grootltc kraght 
beflaet > 

En Tonder dat een heyr fccr licht te gronde 

Een leger fondcr hooft dat is berooft van oogen, 
Dat ialmet weynigh vrught nae grootc dingen 
poogcn 

Een leger londcr lioofr dat is als fondcr geeft ; 

Een 



i86 



Het Bloem-hofje 



Een leger Tonder hoofr wert niet met al gc- 
yreefl-, 

Militms tarbftfme duc» t corpus fitie fpititu. 
Currius. 

IIh4 eli in dnce^ quam in toto excercitu. Tacitus. 

Unde Demades defunHi Alexandri excercitum 
Cyclopi excxcato comparabat. Wendelinus in 
Politica, 

Chabrias malebAt excercitum cervorum , cui 
leo prxejfet , cfuam excercitum leonum , cuicervM 
praejfet, Chriftianus Matthias in Thtatro Hifto- 
rico . 

In milite unius fors eÜJn imperatore nniverforum 
Egcfïppus. 

XXIIII. 

Op den ftryd der Beyen tegens walkaxderetJ» 

gletdaer een harde krygh, fiet daer de Byen ^ 
vcghten , 

Siet daer het gramme rot een droevigh fcy t ver- 

reghten , j 
Hoort daer een fnar geluyd door beyde legers j 
gaen, 

GclijcK in onfèn krygh trompet of trommel '1 
ftaen : 

Sy woeden tegens een > cn niemand wilder wyc- 
ken, 

Schoon 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



der Gedighten, 



187 



' Schoon dattcr duyfend valt , of in den flagli be- 
f wycken ; 

Sy ftryden onder een met (bo een feilen mocdi 
Gclyck een dapper helt voor wyf , of kinders 
, doed : 

Ir Ach ! Dat dit mocdigh heyr quam op den roover 
vallen , 

tti- l Dat fijnen hooningh (beckt te haelcn uy t de ftal- 

Jcn! 

„ Ach ! dat een hommel-fwcrm ter aerden nc- 
I derlagh , 

Dan had iele meerder luft in foo een fieren 
r ^^agh 1 

Maer nu dat nutte rot malkander komt beder-. 
ven , 

I Nu kan ick niet als lect uyt foo een ftryt ver- 
werven ! 

Nu rïioet den eygenacr het innigh herte flaen > 
Mits hy fijn korven fiet foo jammerlick ver- 
gaen ! 

Wanneer de borger-kryghd komt in de landen 
woelen 

Dan moet een Coninckrijck een harden praen 
! gevoelen ! 

Dan fmelt het treurigh hert by nac van ieder 
een , 

AI was het even fclfs gclijck een harde fteen : 
Dan moet een deftigh huys ^nae vreemde landen 
vluehtcn , 

En meenigh jacrcn langh in ballinghfchappcn 
fughten , 



!* 



Dan 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



l88 Het Bloem-hofje 

Dan wert een grootc Stadt in vyeren v!am 
gcfct , 

En op ccn ieder een het ftompc ftacl ircwct ! 
Dan wcrc iiet borgcr-goed het hcyr ten roof ge- 
geven , 

En meenifrhduyfcn»-! niorr '^'•liirkcci. 
(weven ; 

Dan wert geen fnllche maeghd voor fchcndc- 

ryc gefpaerdt , 
Dan wert nogh out , nocii jongh , noch waer- 

dighcyd bewaert. 
Dan lact het dood-geweer de reden n;cr i;cbic - 

den , 

Danftcrftcen Edelman foowel als flcghte He- 
den , 

Dan werden Kcrckcn felfs met een verwoed 

f gemoed , 
taen alle kand met edel Chriften-blocc . 
Dan loert een graegc wolf, en toont fijn frhrrpc 
tanden , 

En valt met alle maght in (leden cnde landen , 
Dan wert ( Dat niemandt daght ) fijn (cepter 

dacr gefwaeyd , 
En door een vrcemdelingh de land-ooghft af- 

gcmaeydt ! 

Diefterckrc, die ccn land wil voor gewelt be- 
waercn , 

Die voor de fwacke forchd om wel te mo^en 
vaeren , 

En die fijn met-gefer redt uyt ccn wrcdcn 
tand > 

Is wcerdigh om geroemd te werden door het 
landt : 

Maer 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



der Gediqhten. 



i8p 





Macrfoo een borger-ftryt roept felfs tot aen dc 
woleken , 

^ Die is een hert- verdried by allerhande volcken , 
Diediend, wanneer hy wert genoemd, te 
fijn yervlocckc , 
I* Om dat hy anders luct ais eygcn dingc» 
foeckt , 

I Wilt , Ptincen van her l.incl , dc Cods-dicnH: lac- 
ten bloeyen 

I En mee een fiereri moet de (teden niet vermoe- 

Iyen , 
En niet te booter-faght omcicn: dc quaedc 
fijn , 

Wilt ghy een goeden raet voor foo een boos 
f fcnyn : 

y Wilt ghy, oonderfact, den ledigh-gangh ver- 
laccken , 

Fn u geduerigh aen met arrebeyd vermacckcn , 
Gelijck de rappe bye geheele daegen doed : 
Dat is het rechte kruyd voor een onftuvmigh 
bloed : 

E-n bidt den Hemel noyt om al te faghte daegen, 
Terwyl dc fterckfte felKs geen weeldcn konnen 
draegen , 

En door den overvloed des volcks een mach- 
tigh land , 

By wylen is geraeckt in foo een lighten brandi 
Geluckigh is dat ryck , gehickigh boeven mac- 
ten , 

Daernoyt dc borgcren m foo een vlammc fae» 
ten : 

Geluckigh is dat land , dat , als die plaegh 
beeindt , 

^ Dc 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ipo Het Bloem- hofje 

pc fchacdclickc vonck met waetcr ovcrwindt- 
Geluckigh is die voril, die woorden weet te 
fprcecken , 

Waer door het herte magh van ftaele lieden 
breecken ! 

Het purper-faght geweer, dat van de tonee* 
fcfiiet , ° 

Redt meerder als het fweert uyt foo een land- 
▼erdried. 

OmniMfum mtfera in bellis civilibus , f$d mi/er tus 
mhil quam tpfa vtSiona. Cicero. 

Bellorum c ivilium hifemper exittcs fnnt , ut non 
Solum eafiam qu£ velit vt^or , fed etiam utm 
mos gerendtts fit , quibus adjutortbrnpHtttt fit Vic- 
toria. Cornific. Famil. Jib. 1 1 . 

Tnrvaf^pe fcintiUa negleSia magnum excitavitin^ 
eendium. Curtius. 

Omne maJum nafiens facilé opprimitur } itjvetera' 
turn fit plerumque robuflius. Cicero Phil . 5 . 

XXV. 
Op tu ee Vooru)erp>felen, 

p^L fijn de Spinnen fwack , fykonnen netten 
breyden , 

En door een loofe vond , een groote vliegh vcr- 
leyden : 

Al lagh het wilde Swyn ter acrdcn neer ge- 
velt , 

Noch 



i 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H 6 



Et- 
)0!' 



p der Gedtghten. ipt 

Noch heeft fijn wrcedc tand vcrllondcn mee- 
ste; iiighhclt: 
k : Schoon dat de vyand vlught, en wilt hem niet 
^ veraghten , 

Op dat ghy , edel hctt , geen onhcyl mooghd 
• verwaghten , 

Van dat veraghtc roti want,dacrdc wan- hoop 
veght , 

Dacr wert fclfs boven kraght ecu wonder uit- 
gerecht. 




\cra'ViJfimi funt morfus irritau necejfitatis, Por- 
cius Latro. 

JffMviam quoaue necejfitas acuit , ó* '^^ fp^^^', 
tio fpei cau/a efi, Curtius. 

I Jieprehmfi *ex fuga pugnabunt , quia fugert non 
fojfmt. Idem. 

Xilmfis ex defferatione crefcit audacia , 

nihil fpei , efi , fumit armtt formido. Vcgetius 
lib. j.c. »f . 

i Ideo Scipionis laudatet Sententia efi , viam hofithtts , 
(lukfugiant i mHniendam. Vcgetias Ub. 7. 

XXVL 
Op twee loriverpfelen . 

TErwijl een grootc Slangh hacr bacckcrt op 
den acker, 

In klaerenSonne-fchi jn» toont haer de Spinne 



wacker » 



En 



■ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

2 Hó 



Het Bloem-hojje 



En treft het giftigh breyn van 't forgeloofc 
beeft , ' 

Soo feccker , dat het tterfd , terwijl het niet 
en vreeft : 

Al fijn de Muggen kleyn , fy konnen Leeuwen 
cjuellen , » 

Sy kownen even felfs fijnmoedigh hert ontftel- 
len , 

Alsfy gelyck een fwerm fijn oogen-Iidt bc- 
flaen , 

En met den angel (èlfs tot aen den appel gaen: 
Vcraghtder vyand niet, alslchynt hy niets te 
wefen , 

Maer wilt hem even dan gelijck een Tiger vre- 
lèn , 

Want t'is wel eer gebeurt dat door een kley- 
ne maght , 

Een grooter is door hft , en kloeckheyd om 
gebraght. 

In beüo optM esi matiibM muit is , non nomimbta 
multis, Sinefius epift. 78. 

Neque enimnobtlita^pugnat» autnumertis, fed 
nobiUteis ó» virtPü. Chriftianus Matthias in Thea- 
troHiftorico. 

Nihil tuto in hofte defpicitur. ^em fpreveris 
njnlemiorem negltgentit facits. Curtms. 

■Sape contemtm hojiis cruentum certamen edidity 
tndyti populi , reges qne levi mmu fitnt vicii. 
Livius. lib. II. 

op 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H 6 




der Gedigh^eH 




I 



XXVII. 
op een Bye, 

A Ls ghy de friliche Roos iëer acrdigli iict oiit- 
luyckcn*, 

Dan komt dc rappe Bye in liaerc biaeden duyc- 
ken : 

Macr als haer purper- roodt den leftcn aeffcni . 
geeft , 

Dan fictmen dat het dier dacr in niet meer en 
fwecfd : 

Soo langh een Stad, offtaet is in delught ver- 
heven , 

Soo langh wil ieder Rijk tlaer aen fijn herte ge- 
ven : 

Maer als hy neder- feyghd , en gantfch niet 

meer vermagh , 
Dan fcyt een ieder een den fel ven goeden 

dagh. 

Nulla fides mquam miferos elegit amicos, 
Th cole feitces j miferos fuge. Lucanus. 

XXVIII. 

Op eengefiaedige Jaeger, 

Qtlyckeen Jaeger diend het wilt-braed op te 
(bccken , 

Soo moet een jongelingh fïgh draegea ui de 
bcecken: 

Hy moet geduerigh aen (ïgh irevcn op dc 

I Soo 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

2 Hó 



Het BleofK'hofji 



Soohy tot fijn cieraed (ie wv«:hevd oyt ver- 
XXIX. 

Od een Man met een fivaer p^ck > willende 
leunen op een boHW-vaUige muer. 

Die Man was door de Son verhit in al de le- 
den , 

En aen het herte mat, dies quam hy aengetreden, 
£n Ibght een weynigh ruft , eylacs , aen dit 
gcboiïw , 

Op dat hy dan verfricht de reys bekorten fou : 
Maer mits hy nedcr-lèegh , cn dacr op Ibght te 
leunen , 

Begon de lolle hoop van ftonderi aen te dreu- 
nen > 

Teftorten bver hoop > te queften hooft cn 
voet , 

Soo dat hy nu ter tyt de rcyfe ftaeckcn moet : 
Geen Prins magh een verbond met twacke lande 
macken , 

Of fal door haer verderf lijn onheyl doen ge- 
naccken ; 

Want als een magtig 'rijck die eens ter neder 
velt. 

Dan heeft hy des temeer te vrefen voor ge- 
wel t. 

In Ccducnm p'arietem ne inclinü. Ex Hadtiani 
Didcrio Lips. in lib. politic. 



op 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



der Gedhhten» 



i95r 



i 



XXX. 

op het Hjtwijfchen van ietSy dat op Lcym 
is gefchreven. 

Y\ At oy t met griften op Leyea wert gefchre" 
ven, 

Wert in een oogenblick daer weder uytgcvre- 
ven , 

Maerals de tonge figh met Ipreeckcn heefc 
vergift , 

Dat wert'te geener tyt van iemand uyt ge- 
v^rifcht : 

Wel) fijt tot ftilte dan wie datghy f;jt, gene- 
gen, 

En wilt de woorden wel met goud-gewiglite 
wecken ; _ 

, Want die lijn tonge weet te houden in be- 
dwangh , 

Die heeft een groote ruft fijn levcn-daegcii 
langh. 



Nefcit vox miffarevertf. Horat. 



Nee res mitgnA fujlineri pojfunt ab eo , cui t dccre 
grAveesï, Cutt. hb. 4. 

XXXI. . 
op het vinden van Schatten. 

r\Ie rijcke Pecrien vind , of helle Diamant- 
tcu > 



I X 



Gclijck 



JL 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



t p 6 Het Bloem hofje 

Gelyckeen klacrc Srer, en Son aen allc kan- 

lucvindrccn edel pand, en is fcer wel ee- 
ir.oed , 

Om dat (bo diere fchat den mcnfche voordeel 
docd : 

Maer die een vroome vrouw heeft van den Heer 
verkregen , 

Die heeft een ry cker goed , en vindt een milder 
Zegen , 

Want als fijn innigh mergh door hert- ver- 

dricd veriraelt , 
I^hymcr liaercn troofttot inden dood ver- 

fclt. 

En fiet dan , blonde jeughd , niet op gebloosde 
wangen , 

Kietopeen ^^ccrtigh hiv^-, daÉ herten weet te 
vangen , 

Kietop een wacker oogh, niet op hetrofTe 
g^d, 

Want noyt was waere vreughd op fbo een 
grond gebouwd , 
Maer kieft voor al een maeghd , die haeren God 
fal vrefcii , 

En met d« ^rantfchc ziel tot hem genegen wefèn, 
Die fa! ccn ryckcr Ichat voor u op aerdcn njn, 
Kil in ccn naere naght>ccn Foece Sonnolchyn. 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gcdffyhtcn, 



^97 



XXX II. 



) 0^ een Man ^ die van een hoojien hoorn in 
de Jloot viel y daer van hy figh foght te 
verfaedigen met vrughten. 

* Erwijl die man was fcer beltA op dcfc vrugh- 



tcii , 

^ ^\'aer van de tackcn fclfs door haerc (wacrre 
fughcen , 

Klimt hy rot in den top , en wilder niet vau 
daen, 

Yoor dat hem door het ooft fijn eet-lufr is ver- 
gaen : 

[ Maer fie't 1 Terwyl hy is fcer 'vcerdigh in het 
pluckcn , 

ij En noch een tweden tack wil nae beneden ruc- 
ken , 

Soo breeckt het edel hout , en brenghd hem 

in den noot . 
En fiet 1 den armen bloed valt midden ia den 

floot: 

Geen Prins en moet op hoop van meenigh land 
te winnen , 

Uyteen begeerigh bloed j den Oorlogh gacn 
beginnen j 

Want die te veel begeert , die houdt ten Iglitii 
niet , 

En ftort fig met fijn Ryck in jammerlick vcr- 
dricdt. 



1 Eademum potentie tuta esl, qua virihus fuU rKodum 
imfonie. Valerius 4. c. i. 

I s Vide 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

2 Hó 




f 

I 



'198 Het Bloem-hofje 

Vide ne dum ad cacumen pervenire comnidis , cum 
ipfts ramis , auos comprehendiftt , decidas. Lcgati i 
Scytarum ad Aicx. M. apud Curtium. 

XXXIII. 

opeen iTtjfcher, 

TJOefecrceiigracgcmaeghfalnae den Vifcli 

verlangen , . 
Noch mach hem cghter niet een gouden angel f 



vaneen 



Wantalsdeiwaere Vifchhet acs te happigh i| 
treckt , 

Wert voor den hengelaer een ongeval ver- - 
, weckt: 

Geen Prins en magh te langh den fellenOorlogh ' 
voeren , 

Indien hy niet en foeckt fijn landen te beroeren, , 
Want als het vhightigh rat figh Telven een uj 

mael wendt , 
,\Vert , als het is te laet > de dwaefe daed bc- 
kcndt, 

Tftcm contemnentes , ^glor 'mm appetentes , pacem 
per dunt (^gbrtam. Bcrnhardus in Epift. 

Si pr£termittis hoe tempus , quo dare magis , quam 
accipert potes pacem , vereor ne hAC Utitia luxu- 
rtettibi , acvam evadat. LiviusHb. 15. 

Jllam ipfam Tortumm , qua afpirame, res tam 
fi 9^)ere gfjjïfii , verems . Curtius lib. 3 . 

Tftccm 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



i.w üedighten, 

TAcem rt„!iCi lelIe , vicfon expedit , .• ^ ^ vr "■ '^f f,/? . 
Scncc.Hcrc.Tiir. 

XXXIV. 
O/? f f « Stiermav tn florm. 

/^Ecn Stiermaa, als by is in noot varifcüc 
baeren , 

Is immermeer gefind fijn rycke vraght te Ipac- 
ren , 

Macr werpt haer over boort,om dat het dient 
gedacn , 

Op dat'hy niet en magh met Schip , en al ver- 
gaen : 

Wanneer een mocdigh Prins den Oorlogh hectc 
begonnen , 

En door een meerder lijn fijn legers overwon- 
nen , 

Dan diend hy wederom tc komen tot ver- 
dragh , 

Op dat fijn Coninryck niet onder gacn en 
maj^h : 

Dandient'erlaeghgebuckt} Dandiend hy toe 
te geven , 

Op dat het wreede ftael met verder moogcu 
fweven ; 

Gecnheyr, dat zege praelt , en diend te Icc! 
i;everghd , 

Alshy'wiiccnighfins fijn met het land ge 
berghd. 

« 

Cuhernator .uhinaufragwmtonft , jactuKt , ciuic- 
quid fervari potest , redimit* Curtius lib . <; . 

I 4 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

2 Hó 



lOO Het Bioem-hofje 

XXXV. 

Op een Leydecker^ van een Tooren gevallen, 

»TErwyI die Man beklom ceToorcns menieh 
werven , ° 

Hecfchy ten lellen eens ellendigh moetc ftcr- 
ven : 

Soo hy fijn leven hadt ^^eleyd op efFen grond , 
Hy was waericiiynelick te defer uur gelbnd : 
Die mPaleylèn woont, geleydop hooee boo- 

£nmet degantfche 7icl is tot het hof bcwo- 

fen 5 
cl goud verciert , en met den Dia- 
mand t , 

%Vert eerder ais hy 't dcnckt , geflingert in het 
(and : 

In'thof IS yver-fiight, en fwartc nvt vcrbor- 
^ , gen» 

In'thof en kan den menfch niet leven londcr 
fbrgen : 

Daer uyt wert mecnish Man fjefloten met oe- 

welt, " ^ 

En buyten fijne fchult ter acrden necrgevcit : 
Tis beter in het woudt , met Iccr gemeene luy- 
den , 

Tefmaeckenfóndcr forghde toebereydekruy- 
den , 

T'is beeter waetcr fclfs te drinciicn uyt de 
vliet , 

Ais daer men marcepyn , en foercn wyn 



geniet. 



Stot, 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H 6 



der GedighteHi 



ZQl 



I 

i 



Stet quicutique volct y potcm 
AhU culmine lubrtco , 
Me dulcis Sattiret quies : 
ObfcHYO pojitus loco 
LeniperfrH.uoüo. Senec. Thyclh 

Kec domino blando , nee cdo crede fereno , 
Naw fucilt caufJ dominus rautatur aulu. 

jacet in terra.non habet unde c(idnt,^2x\xTi.S' 

XXXVI. 

op eenflaemerendsn en redsloofen Man , 
afkomftigh van een deftige Vaider. 

FNE Vaeder van die Man wierdt om fijn deftigh 

rpreeck.cn , 
Selfs by een Cicero van ieder verj^clcken ; 

Syn toiigh was evenllaegh belVvangcrt mee 
verftand , 

Soo dat hy wierd genoemd een Peerel van het 
landt : 

*t Sy datter m den raet een vonnis was re wy(ên > 
Een ieder een die moeft fijn wyfc rtdcn pryfen , 
't Sy dat oproerigh voick moeft (aghtjes fijn 
geftilt, 

De tonge van die Man die wierde maer ge • 
wilt : 

Hy fprack met groot beleyd felfs van de hoogh- 
fte faccken , 

Soodat hy menighmacl den Hemel fchccii te 
raecken , 



I 5 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



2 O i Het Bloem-hojje 

Hy fprack yan vier cn lught , en van lici 

gantfche rondt , 
En dat quam als ccn nyl gevlogen uvt dc 

mond : 

Macrhyin tegendeel weet gctn ^^iü)d tc ge- 
ven , 

Bat ooren ftreelen kan l Syn tongh is fondt 
Jeven , 

En ftoot geducrigh acn : Daer is geen fout 
omtrent, 

Soo dat hy voor ecu biocd is over al bekcndt . 
Hr fou het met de tongh lbo dicVpi . -. ^ ^ 
kerven , 

Had hy de tonge van fijn Vaeder konnen erven j 
Macr die is al verrot , en doet hem nimmer 
goed, 

«Soo dat hy cvcnflaegh een gecks-macr \\ citii 
nioed. 

Wat baet den aedeldom van ouclcrs afgeko- 
men 

tn die voor duyfendjacr fijn aenvanck heeft 
genomen , 

Wanneer hy niet en wert door eygen dcughd 
gebaerdt ? 

Dc dcughd, defchoone dcughd die macckt 
den Man vermaerd. 
locmtdan, óedel volck> niet inde vreemde 
daeden , 

Van die , die vooru fijn , indien ghy fijt te 
raeden , 

Macrmaeckt dooi dappcrheyd uw 'edel hert 
bckendt , 



Soo 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten, 



205 



i 



f 



Soo ver de gulde Son den fnellcn wacgeii 
ment. 

Nam gems, ^proavos, (^qu£nonfectmfu ii^ji, 
Vtx en mftr;^ puto. Ovid. ad Pilbn. 

Tota lica --^ eter es exomm undiquecerA 

Atrin^ nobilitasfoUesJ , ntque unicayirtus. Ju- 

vcn. 

^ui genus )aBat fum , 
Altem Uudat. Seneca in Hercule furcntc. 

XXXVII. 
op vier l^'^oonveypfe/en. 

TT Reet verre van het vycr, als het bcftact tc 
gloeyen , 

Indien ghy niet cn focckt de fcheenen tc vcr- 
fchrocyen , 

Tree t verre » wie ghy fijt j trcet verre van den 
vloed , 

Wanneer dat Element met gramme rogtcn 
woedt : 

Trcet verre, wie ghy fijt, wanneer de leger;; 
veghtcn , 

Enmethetfcherpcftaeleenblocdigh feyt ver- 
rechten , 

Trcet verre van den Leeuw , eer dat fijn vycr 

ontwaeckt , 
Dan werttcr in der haeft geen cndt van u gc- 

maeckt : 



I 6 



Trce^ 



1 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



2.04 



J^Jet Bloem^ hofje 



Treet verre van het hof, alsghv focckrknghtc 
leven , 

Xerwyl het purper u veel onheyl weet te geven , 
Want als lijn grim mighcyd met icherpe pv 
len ichict , 

,Wert voor een hoovelingh gcbaert een hert- 
verdriet, 

■(Tfihus cdoBo fi qnicquam credis amico , 
Vtve tibi , ^ longe riomin^ mag?2:i fuge. 

Vive ttbi , quant i4mqtie pot es prd lu/tna vtta , 
SAVum préiluftri fulmen ab arce vmit. Ovid. 
Trilhlib. 3.EIcg. 4.. 



"blem potentes aggredi tuto potefi. Scncca in M 
dei. 

XXXVIII. 

op twee Voonverpjclcn* 

'VTTAnncet met groot gcdruys een Tooren 

komt te vallen , 
Dan dreunt eengantfche Sead met haerc hooge 
wallen , 

^^i'^nneer een eyckc-boom ftort neder met 
ï;cwclt 5 

Dan fchreuwd het gantfche bos 5 en al liet 
naefte velt : 

Wanneer een maghtigh Vorft komt van dc 

dcughd te wycken , 
Dan wcrt hét door de facm yerbreyd in fijne 

r)Lcken > 

' Dan 



] 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I 



der Gedichten, 20 J 

Den treurt een edel hert j als acn het mcrgh 

gcrocrt , 

Om dat de helle deughd werf uyt het land 
gevoert : 

Om dat ichier ieder een tot quaed doen wcrt 
genegen , 

Wanneer het opper-hooft komt fiioodc dingen 
plegen : 

Haedt dan het minfte quaed , o Princcn van 
het ryck, 

Vermits een onder laet fijn Prmcc werd gc- 
lyck. 

Compon'ttur orhis 

Kegis ad exemp lum , necfic in fleéiere Stnfus 
Bumanos eUiéia vaUnt , ut vtts regentis. Claudia- 
nus. 

H£C conMtio princifum , ut quicqufd faciant , prA- 
cipere vidcAntnr. Quindiilian. de clam. 4. 

Tacilius ffl errare naturam , quam dijjimilem fui 
jprineeps pojjit Rempublicam formare, Yarr. 
cpift. II. 

"Rex velit honefla,nemo non illa ^(j/f/.ScnecaThvcft. 

^egem fubdtti ut folem fpeSiant abeo colorantur. 
ClarilTimus Triglanduis in idca prmcipis . 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



10 6 Het Bloem-höjjè 

XXXIV. 
Op een Wrat in een fchoon-aengefight, 

tJier fou de fchoonhcyd fijn op haeren Throon 
verheven , 

Soo niet dat aengefight die wrat was aeno-ewre- 
ven , ' ^ 

Maer nu rontfom dit fchoon dit Icelick ftip- 
ken ftaet , 

Soo fietmen dat de Son van luyfter onder 
gaet. 

Indien dit vleckjen had een ander Ut vcrkoo- 
rcn , 

Soo was voor dit gcbloos geen fwaerigheydge- 
booren , 

Soo wasdit vrouwen-bcelthct fchoonfte dat 
men fagh , 

Van dat de Werelt was , tot heden op den 
dagh : 

De minfte feyl die kan het in een Prins verker- 
ven , 

Die kan li jn hcilen glans gelyck een miil ver- 
derven , 

Om dat fijn hoogc Throon is allc man be- 
kciidf , 

En ieder een het oogh geduerigh op hem 

wend: : 

Al is het flcehtevoick tot meerder cuaed 2ene- 
gen. 

Ten acijefal hier meer als duyfcnd ponden we- 



Macckt 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H 6 



der Gedighten. 



207 



Macckt dan , gedughte Vorft ; tot voordcel 
van het land , 

Dat ghy in deughden blinckt c;clyck een Dia- 
mand. 

' Omne ammi vit 'mm tanto confpeBius infe crimm 
habet , quanto , ^«i peccAt , major habetur. Ju- 
venalis. 

. Sicut in facie lens ^verrucamolejliores ftmt quam 
reliquA corporis mxcula-yfic exignapeccata, ubi 
principis cernmtur in vita. Plutarchus in libro 

j dcRepubHcagerenda. 

XX XX. 

op een Beeld-houwer. 

j uy t de ftenen foeckt een aerdigh werck tc 

maecken , 

Moet op f^cly eken voet die niet beftaen te raec- 
kcn : 

Hier moet een haemer fijn > en daer de beytcl 
gaen , 

Hier moet een harder hand, en daer een (agh- 
ter flaen : 

Geen Prins magh over al met ftrengigheyd ge- 
bieden j 

Het paft dc fcepter figh te voegen nae dc lieden : 
Hier dicnd op delen quaft het iiarde ftael ge- 
leyd , 

En daer een cdcl hert met focte gunft gcvleyd. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



10 8 Het Blosm-k 

I Veragit tranquilla fr'^.is, 

ImperiojOt qtéies. Claudiaiius. 

£rrat , /iquis exifrimat tutumivt ejje rc^etr, . 
nihil d rege tut urn esi. Secuntxi Secuntatc mn:. 
faci fcen.ia : Sa hum regem in aperio cUmcn: 
p-xjuibit. Seneca. 

XXXXI. 

op een opgefivollen Lit. 

^Een opgcfwollen Lit en kan voorfpocdigh 
wclèn , 

Maer diend door heyHaem kruyd van fijne 
quael ^cncTen ! 
Geen opgebtacfen herten isinccedcn ftaer, 
Maer moet geholpen fijn door Goddc Heken 
raec. 

^nquinat egregios adjunBa Superbia mores, Clau- 
diauus. 

Ui membrum turgidutn ac tumidum vttiofcfe hxhefis 
:t/i injïatHs mimus & tHmem in vittoesl. Cicero, 

X ' 'XII. 

Op eeyi Man ten naeften hj van èen fivaere 
fiekte genefm. 

£Jkvancenkraiickhcydisten nadien bv ce- 
ncfèn , 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedtghten. z\9f» 

Maghfonder reden niet voor groorcr rr.aelcn 
vrclën , 

Wanneer hy op een nieuw komt Horten in dc 
noot , 

Wan t dan volghd door dc banck dacr op dc 
, bleekc dood : 

- Wiltin het Oorlogli-yycr, 6 Prin<; niet v^dcr 
leven , 

I.AIs God füo even u rontfom hcett rufl gege- 
ven , 
• Vermits het Ciantfe land, berooft van frccit cu 
bloed? 

Selfs door den minften floot > in fluypcn 
vallen moet. 

I XJt gmvius Agrotantii i qui cumlevati morèovi' 
I' dentur , in eum de integro incidtmt j Jic vehe- 
I mentius nos Uboramus , quipr«fï:gati bello , rmo* 
f •vatumbcuim gexere commur. Cicero. 

; XLIII. 

OptiveeF'oorwerpfelen, 

ï D^^ Schepen ilieren wil > die moet voor ilor- 

men wycken , 
ï En vccrdighfijn netzeylop hacrbcVwl te ftryc- 

kcn , 

Die moet defelvcftrccck niet houden ibo hy 
plagh , 

Doen hem den Hemel gaf een acngcnacmcu 
dagh : 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



Het Bloem-hêjje 



Hy moet het ftecge pcert iets weten toe te gc- 



ven 



Die met datmoedigh beeft fbcckt op dc maer re 
leven , 

Want foo het niet en wert met faghten toom 
^evlevd , 

En wert hem anders niet als onhcyIroeo;ereyd: 
Wilt roo een Opper-hooft met vollen 'monde 
pryfen , 

Dat noy t het hooghflc rcght fal traghten uyt tc 
wyfen , ' \ 

Als fijn onihimigh voick verkeerde gangen 
doet , 

Macr dat het ondergaedt met een bedaert ^z- 
moed ? 

Wan neer een faghten acrt den Scepter fal be- 
iW wegen,' 

Dan fijn voor borger- twift de landen niet ver- 
legen : 

Wel aen dan , edel Prins j voeghd u nac goe- 
dcnraet, 

Hf En houdt m uwe tucht de gulde n iddcl maet. 

' ■ Jgnufcerepulchrum 

Jtim mifero , f^m que geaus , vidijfe precmtem, 
Claudian. 

Ingenid mflra ut nohilcs ^ generoji equi , melitts 
facilifrAno reguntur. Scncca dc clement, lib. i . 

Male terror veneratio acquiritur : Longeque vdleu- 
tior amor ad obtinenUwn , qncd vslis j qmm //• 
wor. Pliniusjunior, 



i 




6) 



ut 



3 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



der Gedichten» 



^"^tvult amari UnguUa regnct mmu. Senec. 
' Traj^icus. 

i 

Trincipi non mituis turpia multafupplicia , qiatm 
medicofunera. Scnecade clement. 

Multo firmior cfi fides , fi[mm reponit pAmtenih> 
Ladaiu.lib. 5. c. i j. 

XLIV. 
Op een Threforier. 

rjIcConincksrchattcnral naerrcghccn cyfch 
bewaercn , 

DicdoedliccConinckryckdacr door te bcetcr 
vaercn , 

Maer die een groot geheym vcrfwygnd van 

eenigh land , 
Bewacrt tot fijn behoud een uyt gelcfcr pandt. 

jircanis diciis linguam ohfignare memento : 

Diclorum majus de pojitum efi opibus, Lucian. 
in Epigramniate. 

Sikntium optimum tutijfimumque rerum admtni- 
firandurnm cfi vtncnlum.S2^tz, Max. lib. i. c. 5 . 

iÜHÜt* fi*nt meltora confilin , qttam quA ignoraverii 
c.Averf^rtHs , mteqmm fier ent. Vegctius. 



Memort^i 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



n 



Hv 



'Het Bloevp-hofje 



.yfiorui siterna dignum efi\ quodQ^. Curtius 
lib. 4. Hiftor. Scriptum reliquet : Per/as rcgti^p 
aYCMifiincredihilifide ceUre : Kon metum , mn 
fpem ehcers voccm, qua occulti* prodantur : 
veteres reg(s dijciplimm jtlemü , Vit^ 
pmculo fa?ixeruüt y ^ LmguamgrAvius eojii. 
gtirtént , quam n'dum probrwn. 

X L V. 
Op drie VoonverpftUn, 

J^E rocd eet yfer op , de motten konnch 
maeckcn , 

x)at fclfs verflercn wert hetallerbeftc Laecken : 
En als de Kanckcr fiqh verfpreyd door al het 
vleys , 

Dan fpoed den arme menfch ^?gh nae de ivi'lc 
reys. 

Wanneer de A^wjffc nyt komt in den eecft '^e- 
vloj^cn , 

Dan wert uyt foo een menfch de foete ruft ge- 
togen , 

Dan wcrtgedueriffh aen een Hel in hem «^e- 
baert , 

Om dat üjn even-menfch te wel op aerden 
vaert ! 

Syn leden tceren uyt, fijn oogh is Tonder fiae- 
pen , 

Mits hy uyt anders leet geea vrcughd en weet tc 
raepen , 

Hy is fi jn eygen ftrick , hy voedt fijn cygen 
fmcrt , 

Hy drinckt fijn eygcn mergh , en eet lijn cy 



gen hert i 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



der Gedichten. 
goede God , laet my die 



iLact my , 6 _ 
j den , 

fiLact my ui myne Ziel dit monfter nin. 

den l -Iq 
Lact my aen uwe wet hefteden mynen luft , 
• Op dat dit hclfche vycr in my fy uytgcbluft ! 
^Laet my geducrigh aen,metin gefpanncn kragh- 
ten , 

'TBctraghten , dat men moet ran u het heyl ver- 
waghten , 

En dat het niet en komt door ccnigh los ge- 
val , , 

Dat hier de mcnfch geniet op dit ellendigh 
dal 1 

Laet my geduerigh aen de helfche ftraf bcdenc- 
ken , 

Dieditvergifcigh (poockdcn fondaer komt tc 
Ichencken , 

En bidden u om hulp , met cfn Ootmocdigh 
herc, 

Terwyl dit gioufaem qacd daer door verdre- 
ven wert. 

7<'I/2vidHs altéfiHs rebus ma ere feit opttms j 
'I?ividU SiciiU no7i invenere tyranniy 
K.Majus tormentum. Horatius. 

Tcrtilior feges e!i aliornm fetPper in agris , 
Vtcïntirncutie peetis grandius uhtr habet. OvidiilS. 

. Jnvidia in fmim authorem reciproca , esï de bcno alte^ 
wrius tabefcentis ammi crnciaWs. Profpcr iib. dc 
V Yitiis& Yiitutibus, 

Ter 



Het Bloem-hofje 



Hv- - p^ocuratusiHlapfusmundi. mors si 
-/f'^ ^'Auguftin. . CT- 

hh.4.} 

^'■^ X L V I. 

Op de Senuiven van het menfchelicke 
Lichaem. 



T\E menfch die moet het lyf door Senuwcn bc- ; 
we^cn , 

En dacr die lijn verfwackt , daer is het ht ver- 
legen : 

Geen hooft en wcrt verroert , geen hand , « 
geen rappen voet , | 

Wanneer dc Icnuwe haer plighten niet en 1 
doed. 

Vergaedert gelt , ó Prins , foo ghy wilt Oorlogh 
voeren j 

Door geit fnceuwd mcenigh voick , als haerd 
Troi^pjl^ls roeren. ^ 
Het geit dat fcherpt het ilael , het geit neemt 
Steden in , 

En daer geen geiten fprceckt, daer fietmen 
geen gewin. 

Dat doed , nacft God , het heyr van uwen vyaiid 
beven : 

Doorraetcn kraghtvan geltwert dickmaels 

ondergaen , 
Een werck dit hooger Idiccii te wefen als «fc 

Maen. 



Divina 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ÏDhiais parem. Horatius> 



der Gedtohten. 
Divina humanaque pulchris 



lOmnia castella hdc machina dejiciet , in quA moda 
ka-Mt I afellus , onnfius auro pojjit afcendere. Cicero. 

£( oraculum esi : Plerafque belli res confici confilio l 

I. Th ' • 



0» vi pecmiarttm. Thuc. Hb. i .• 



ï I.t peritm caUidusque vir clamabat olim'. Nervos 
imperiipecuniam ejfe. Lipfius in civili Dodr. 

XL VII. 

! Op een Voerman , dte door fijn vlughtigh 
ryden een packje verloor. 

1 T" Erwyl die Man tc ras heeft op de baen gere- 
den , 

I Heeft hy door foo een fpoed ge'erf kleyn verUcs 
gekregen , 

Want liet het pclte pack , dat op den wac- 
gen lagh , 

Dat wert van hem vermift , mits hy niet om 
en fagh : 

T En wik in geen beroep, ö menfch te driftigh 
welen •, 

. Want fnelle drift en wert vanwyfe noyt geprc- 
fen : 

Macr boovcn alle dingh , als ghy een Raets- 
Hcer fijt , 

I Macckt dat ghy dan de gal , cn rafle ftappen 
f my 

Cc»- 



i 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Zl6 



HetBloem-hofji 



Confilh adde moram , pr^feps fententU jallit , Nthtli 
magntdifcriminis conjilm urn immicum , amm\ 
celeritas. Livius. ^ 

Duo Adverfijfimn redd mentaCckmsis & ira Thuck: 
Jib. 3. < 

ConpÜa caïida audacia, prima fpecie Uta funt 
traciatu dura t eventutrtstia. Livius. ' 

Vidimus» videmus, 'videbimns JemperqueverMr,^ 
Scelera impetu , bona cenjilia mora valefcere^ 
Lipfms in civili Doó^rina ex Tacifo. 

XLVIII. 

Op een Man y die een verrot Ut heefi. 

(^Hvhebtnulangh gcnoegh dit lit ü]n cyfchi 
gegeven , ' 

Ghyhebtnu langh gctraght op dat he€ bleve 
leven , 

Ghy hebt geen forgh , geen fweet , ghy hebt 

geen goud^efpaerdt , 
En alle dingh gedacn , op dat het wierd bc- 

waerdt : 

Ghy mooghd u niets daer voor iets verder ondcr- 
WHiden , 

'U'aiit datr in is niet meer of bloed , of «^ecft te 
vinden : ^ 
t>ie beyde fijn gcgaen : Dies wcrt de noot een 

En wil dat (öo een lit (al werden afgcfet : 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



p 



der Gedighten^ 



217 



A!s ghy > faghtmoedigh Vorft , door ongci ^- . ^ 
menfchcn , 

I Die Yoojiiaer hooft de Croon vin uwe Ryckcu 
f wen(chten , 

Sytmeeralseensontruft, tafl: dan die boc- 

i* ven aen , 

En laet haer door het ftael reglitrecrdelick 
vergaen : 

Die leden fijn verrot •, gy diend haer af te fèttcn'-, 
Sy fullen anderfins het gantlche Lichacm letten; 
't Is beter door het reghc een kleyn getal gc- 
i velt, 
»i Als dat het gantfche Ryckfou qucelcn door 

igewclt, 
Cmtatrim tentanda : Sed immedicêbils vulnus 
i ■ JLnje recidendum , ne pars jincera trahatUr. Ov*- 
p dius in Metamorph. 

" I Vre , feca^ ^ memhrum potius aliqmd, cjuftm tot urn 
I corpus intereat . Cicero. 

■ I Mdiii4 enim est ut pereat mus , qtMtn ut per ent tmi» 
tas. Auguitinus. 

Scimus digitum prAcidi opotere y fiob eamrem gan- 
' gr^na non fit vmtura ad hrachium. Varro in Frag. 

XLIX. 

een Man dte een fijner leden laet 
affetten om het houdt vyer. 

r 

Si CChoondatdie Man dat lit laet van de leden 
f ^ Ihyden, 

) Op dat het gantfche lyf dacr door nicc mooge 
Iydcn_y JC Syu 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



z 1 8 Het Bloem-hofje 

Svn hert is evehvel daer tegen niet verwoed 
Maer hy is gantfch bedroefd > om dat hc 
^'efen moet : 
Al moet een deftigh Prins de boo^c lieden wee-j 
ren , ^ 
En haer oock evens felfs door vyer en fweert ver-* 
teren > 

Terwylhetheyldes voickshem defc dingenj 
ract , 

Noch is fijn geeft ontflelt terwyl hy v^onde 
llact. 

Ferin/i ifia rabies ejiy fanguine ac vulneribHs gMdere»\ 
Senccade Clement. 

L. 

Op Leeuwen , Bfyren , cn Wolven, 

'XErwyl dat nae den ftryt de fiere Wolven 
tieren , 

En met een groot gcwelt omtrent de lyckcn 
fwieren , 

En meeiiigh ander beeft , onedel in gefl. 
Wertfoo een fnood bcdryf niet van een Ll^uvv 
vervvaght , 

Die ftrvdt , wanneer de ftryd met iemand is be- 
gonnen , 

Die ftryd" loo langh tot dat de vyand is verwon- 
nen ; 

Maer als hy Tonder geeft kom: feygen in het 
fand, 

Dan toont dat edel dier voortaen geen felle 
taiiet 

Wilt , edel-moedigh Vorft , wilt u faghtfinnigU 
drae^en , \S'an-j 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



der Cedighten» xt^ 

'Wanneer de vyand leyt ter acrden neer geflagcn. 
Wilt op den doodcn romp doch nimmer fijn 
verwoed , 

Mi tsfclfs^cen edel beeft die wreede dingen 
doed. 

orporct mctgnanimo fat is ell proftrajfe leont-, 
Tugm fmm finem , cumjucethojiis habet : 
t lupus 0» turpes in(lmt morientibus urft , 
Et quóicunque minor nobilitate fera efi. Ovid. 
Iib. i. Trilt. 

% Ferinum est beUumcum ynortuis , ^«i ejusdem nature 
fnerunt. Diodorus Siculus. 

LI. 

Op een Man die een velt metechelen 

befaeyd. 

Ie Man die heeft dat velt , omrrngh mei 
vcrfche ftroomen , 
Met groote neerftighcyd bcfaeyd met cyckc- 
boomen > 

Op dat het bofch , daer in veel dorre boomcn 

ftaen , , 
Niet fondcr nieuw gewas moght metter tyt 
vergacn : 

Maeckt Princcn , maeckt alom dat veelc fchoo- 

len bloeycn , 
Op dat daer door het Ryck en Kcrckcn moogen 
groeycn j 

Hier diend geen arrcbcyd , hier dicnd geen 

geltgefpaert, 
Tcrwyl daer door het land , en Kerckc werc 
bcwaerd. 




K 1 



Of 



r 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



210 Het Bloem-hofje 

LIL 

Op drie Voonverpfelen, 

^"^cn Hoovenicr vcrmagh dc wortel uyt t 
roeyen, ' ^ 

Van cenigh heylfaem kruyd , macr die alleen c 
Inoeycn : 

Gecne goede harder vilt , maer wü alleen 
vvol , 

AI fijn . wanneer hy fcheert , de mand 
niet te vol : 

Geen mannen van verfhndt want wie kan d 

vermoeden :- 
Die fiiuy ten foo de neus > tot datfe komt te blo 

den j 

Schoon dat een edel Prins fchat fijn geheel 
laad , 

Hy houd noch evenwel het hcrte van d 
<ant. 

Xoïii paftorh efi tondere peau , mn deghibere. Su; 
ton.Tiber. 

Hon ulanum odi , qui ab radice olera txfimdm. PI u- 
rarchus. 

^Et eio fanc principem , qtii permets ha incidit , ut 
7ioqueamrei7nfci. Lipfiusin Civili Doctr. Lx 
Cicerone. 

LUI. 
Op drie Kooriverpfelen, 

t En Jaeger weet waer hydc harten moet be- 
** komen, ' Ln 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r 



derGedighi.. ^^\ 
;En hoede felle Leeuw is door de kiinft tc too- 



rnen 



En waer het wilde fwyn plcegh meeni2;hmacl 



te gaen , 



i En wat tyt lijn bederf diend met bcicyd gc- 



gedacn : 

|Dc Voffèl -vanger weet wat (hick da«r dicnd 

l 



gehangen . 

>m met een flimmen treek het Vogellccn tc 



vai-igen ; 



(g. ,^ j 



De Viflchcr kendt de placts , waer dat dc 
loofc vis » 

Of met een Hcngel-roc , of net te vaugcu 
is : 

Soeckt wysheyd , wie ghy fijt , foeckt wysheyd 
by dc Jaeren j 
V.>Vant die ecji langen ty t dc werelt heeft bevac- 
i;en , 

Heeft meenigh dingh gcficn , ca kan , door 
rypen raet , 

Wanneer hy wert gevraeghd , doen voordeel 
aen den flaer. 

Sc 'it bene vcmtor cervis uhi retia tefidat , 
Scit bene quafrendens vuile moretur aper. 
AHcupibui notifmtices : ^uifuflinet hamos 
Kovit ^HA multopifce nnterHur aquA. Ovidius» 



Seris -venit uftis ah annls , 



Tervarios ufus ortem experitntiafecit : 
J.xemplo monflrante vinm. Manilius libr» i« 
Metamorph, 



K 3 



op 



■ 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



2ia Htt Bloem-hofje j 

LIV. 

Op den Zegen ^ die de Tn diaenen vinden r 
inde Palm-hcomen. 

A L wjit den Indiaen is noodigh om te leven , 
Heeft in den Palmen-boom den Hemel hcm'^ 
gegeven : 

Al wat rtreckt totvermaeek : Dat elders is 
verfpreydt , ij 

Dat heeft den Hemel hier voor hem by een J 
^eleyd : J 
Hier vind hy Ipys en dmnck , hier vind hy fuyc*^ 
ker-rieten , 

Hier komt een Ibcte wey met olye-beeckea 
vlieten , 

Hier vindt hy faghtc wol , hier vindt hy hn- 
nen goed, 

Dat acn fijn naeckte lyf een fcecker voordeel 
doed. 

Al wat de wereldt kan op defe wereldt wcn- 
fchen •, 

Dat is de foetc ruft , en vrede met de men- 
(chen : 

Geen land fbo onbewoond, geen foo ver- ■ 

woede kuft, 
Die daerom niet en is op fo ocen hcyl bcluft : 
6 Soete Vrede-vorft , foet boven alle ma- • 

ten , 

Soet boven fuycker-riet , foet boven hoonigh- • 
raeren , 

Soet boven alle dingh dat iemand is bekent , 
Dacr oyt de klaere Soa hacr heLc ftiaelcn 
fendt : 

En 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



,1 



I 



der Gedighien. 225 

En laet inNcder-land geen Oorloghs-trommel 
raefen , 

i En laet geen hel-trompec de legers t'iaemen 
m blaefen , 

' Maerlact defoetc ruft, gelyck een Sonnc- 
fchyn, 

Een trooft , een hert-vermaeck voor onie 
Steden fijn ! 

' Voor al laet goede God , ons uwe gunft genie- 
ten , 

Voor al laet uwe ruft op onfe ziele vlieten , 
Gelyck de klaere dauw feyghd op het bloe- 
' men- velt , 

i Dat in het morgen- roodt fijn lovers open 
' ftelt. 

^ En alfler langh genocgh gefweefd is op de 
'l baeren , 

: Soo laet ten leften ons in uwen hacven vaeren , 
Dacr noyt de ibnde woont,daer noyt de fwar- 
te nyt , 

Daer noyt de bleecke dood met feilende tan- 
den byt; 

En laet ons ficn die Stad , die niet als helle ftrac- 
len , 

Laet uyt het ryck gebouw van hacrc poorten 
daelen , 

Die Stad , van enckel goud v en als een fuy- 
ver glas > 

Waer vanJe minftc glans op aerdcn niet en 
was : 

Die Stadt , daer voor dc Kcrck dc klacre becken 
vloeyen , 



K 4 



Daer 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 




Bloem-Potje 



GEESTELICKE 

L I E D E K E N 5. 



Een Morgen 'lied op de uij^ 'VAn den 
Lof-Sangh vm de Heylige Magct Maria , 
eade éUe van den Oude?} SitrKon. 

Ckdanck u , Hooghfte goed , 
: Met mijn geheel ^emocdt , 
In delen rooden morgen ? 

Dat ghy ons dcfe naglit , 

Hebt onder uwe waghc , 

Doen ilacpen fonder forgen. 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



21^ 



Het Bloem- Potj^ 



Wilt, Iftaels behoud, 
Op vricn ons hert bctroud, 

Oock heden ons bewacren, 
Op dat door Helfch bedrijf, 
De Ziele met her Lijf^ 

Geen quaed njagh wedcrvacren, 

Wafcht mijne Ziele rcyn, 
In Chrilti BIoed-Fonteyn , 

Van alle vuyJc fonden , 
Die mynen hangen geeft , 
GcJyck een grouwfacm beeft , 

Soo mcenighmacl verwonden » 

Laet Chrifti Heyl gcwacd , 
Dat om de leden gaet , 

Van uwe gunftelineen » 



De duyftcrnis verwon, 

Door haerc foete ftraelcn > 



Maeckt my een nieuwen menfch , 
Dat is myn hertcn-wenfch > 
Om u allceii te leven ! 
Ghy kond een arme Ziel , 




Gelyck de guldc Son , 



Soo laet uw' Hcmelfch light , 
Ycrlighten myn gefight , 
Uyt uwe rycke Zaelcn I 



Die in den graeve viel , 

Haer Juy ftci wedergeren. 



Hacr 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



r 



van Geellelicke Liedekens» 

Geeft voorfpoed acn myn werck , 

6 Herder van de Kerck , 
' Op defe woede kuften > 

Tot dar ick eenmael fal , 
• Met blydfchap en gefchal , 
i In uwen Tenipel rultc n l 
■\ 

Drae<^hd forge voor de fpys , 
. Van^itclleudiehvlys, 

Terwyl ick hier moet (werven 
Tot ick een ceuwigh goed , 
Ecn Hemelfch Manna foct , 

fal inden Hemel erven! 



217 



IL 



Avond'Ludop de wyfe van den 
VL Tfalm, 

r\ Herder uwer fchacpcn , 
^ Dienoytuleglutellac^cn, 

En egntcr ruft geniet > 
Wy willen leggen ruiten , 
Wendt u naeronlè kuften , 

Wy wenfchcn anders niet I 

6 Heer, laetonfe wallen, 
Nier werden overvallen , 

Door lift of door gewelt l 
Wat konnen grote bc-ndcn , 
Als ghy wil', tiuipe '.enden , 

Verrichten in het velt ? 

K 6 



Voor 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



*2i8 Het Blo€}/i'lu:'je 

Voor 2I wilc ons bcw.icren > 
Voor nare Ziel-gevacrcn > 

Tot onfèn Icflcn tyt l 
Voor al wilt ons om-emicn , 
En kraghtclick bcfchcrmeii , 

Als ons dc hel bcllryd 1 

t) Jcfu , Ziel behoeder > 
ü JBruydegom , cn Broeder , 

Gort ghy het waepen aen I 
Laet dan de helle racfeii> 
Eli moort cn drejgen blaelcn , 

Wy lullen wel belt aen. 

Wilt my gcloove geven , 
Op dat ick mooge*^ leven , 

Door dat gelcgend pand , 
Op dat ickmooge wringen , 
Dc aller befte duigen > 

Uyt uwe Rechter- hand J 

Laci my ui al myn ftryden , 
1 1) .tl mijn bitter lyden , 

Bcdeckt fijn met dien fchift 
>ji kraghtclick gevoelen , 
Dat dacr door al het woelen , 

Der helle wcrt geftilt. 

Vcrgeeii niy mijne fonden > 
Die my lbo feer verwonden , 

Alleen om t'Ofter-Lam, 
Dat , om die af te ipoelen> 
In dcic laegc poelen , 

Van tovcii neder ouam : > ii\ 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



f 

i 



van geeft elicke LtedeketiS» zi^ 

Wik myne Ziel verforgeH , 
Als ick den nacften morgen, 

Niet meer beleven magh , 
En , nae den dood , haer geven, 
Een eeuwigh- durende leven. 

Op uwen Bruylofs-dagh, 

Mijn Ziele , wïlc niet vrefen , 
De Heer lal met u vrefen , 

Die bidt behoud het velt ; 
lek flaep dan ibndcr forgcn , 
Tot aen den lichten Morgen , 

De wa^ht is wel beitelt. 

lil. 

Een Lied voorde Predicatte , op de ivyji 
vfindm 1 00. V [dm. 

TCkkom, oHeer, o Goede God, 

* Mijn Licht, mijn He) 1 , mijn ecnigh Lot) 

Ick kom tot uwen Tempel in , 

Met u verkoren huys -gefm : 

Ick kome nu defen dagh , 
Tot u , op dat ick proeven mae^h , 
Den ftroom van uwe ioetigheyd, , 
Die ghy hebt voor mijn Ziel bereyd I 

Ick kome om dat Heyl igh Woort > 
Te hooren binnen Sions- poort , 
Dat ghy de lieve kudde geeft , 
Die voor u in gcnaede leett. 



K 7 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het Bloem-Potje 



b Laet my , Heer een fchaepken fijn > 
Van uwe vette wcyde fijn , 
En hoorcn met een Heyligh oor , 
Wanneer ick uwen Dienacr hoor 1 

6 Scheyd my van de wecrelt af, 
En ftort haer in een doncker ^raf , 
En geeft my een verfVandighliert , 
Dat door uw'llcm bewogen wert 1 

Macckt my ^ene^en tot dat Woort , 
Dat helfche duyftcrniflen Hoort , 
Dat als een koltelick clinoot , 
Kan blincken in de naere dood I 

Dat als een Hcmelfch Manna voed y 
Dat alle cjuaclen wycken doed , 
Dat in den wcgh der Zaeligheyd , 
Gelyck een fuy ver light geleyd 1 

Laetmy, 6 Heer, tedefèrtyt, 
Van allen flacp lufl fijn bevryd i 
Geeft my een hert dat wacker fy , 
En van de aerdlche forgen vry l 

Bcdwinghd den Prins der duyftcrws , 
Die altyt even beefïgh is , 
Om van my > door fijn boos fcnyn , 
Te wceren defc Mcdicyn l 

Dit allerkoftelickfte Zaet > 

Daer uyt de nieuwe mcnlch ontftact, 

Dat allerlieftelickfle foet , 

Dat my alleen ten leven voed ! 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Van geeft elickf Liedekens. 2 J ï 

Laet my bewaeren defen fchat , 
Die j;hy ftort.in dit aerden vat , 
En drucken in mijn ingewandt , 
Dien koftelicken Diamand. 

Laat mijne gangen fijn ere right, 
Nae dit vermaeckelickc lighc , 
En blyven in dat reyne padt , 
Dat my geleyd nae uwe Stadt , 

Die Stad, die Fundamenten heeft. 
En daer uw* erfdeel eeuwigh leeft , 
En fchcpt uyt u , 6 Heyl-Fonteyn , 
De ftroomeu van de vrcughde reyn > 

Stort tot dien eynde , ccnigh goed , 
Dien reynen Geell in mijn gemoed , 
Dien Geeft , die niet als leven heeft •> 
En leven aen de doode geeft 1 

IV. 

Een Lied nae de Predicatie , of de wjfe 
van den IX. Pfalm. 

VI Yn hert is , Heer , nu feer verblyd , 

Om dat ghy my {oo gocdigh fijt , 
Uwen naem fclioon wil ick nu pryfen > 
En u met lof-fai^h eer bewyfen. 

Ghy hebt my nu , ó Hee re goed , 
Uyt uwen vollen overvloed , 
Defoete Woorden laeten fmaeckcn y- 
Die allcrtrooltelickfte faeckc n ! 

Ghy 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



i 3 ^ ^f^i Bbem- Po 

Ghy hebt nujiuionckcr hcii. \clll^^lJt » 
1" u my met uwe leer gcflight , 
Die my , met haerc klucrc fhaclcii > 
Kan leydcii tot die Boovcn-Zaclcn 1 




Terwyl een Heydcn is verblind , 
En u niet met den Soone vindt , 
Ben ick , o Heer , uyt Itof verheven , 
Eitkrygh van ii een li^ht ten leven I 

Och 1 Dat ick mocht recht fijn bequacm , 
Tc pryfen uweu grootcn naem , 
Voor fbo een uyrgelclèn gacvc > 
Tot da: ick daclc ui den <;racve l 

Geeft dat ick ovcr<lenckcH magh * 

Dat ghy > Heer , , Ipracckt op defcn dagh , 

K >p tlat ick wcJ-gcllcIde linnen , 

Door dit herkauwen magh gewinnen 1 

Geeft doch dat ick dit aieiü^ei Woort , 
Dat ick op lieden heb gchoort , 
Magh in mijn innigh licrte driegen , 
n élacr van mccnighmacl gcwaegen , 

En als de klacrc Sonne Iciiyndt , 

• nah fv uyt het oogh vcrdwyndt , 

t )p da: kk daer door meer magh gioeycn y 

Li\ in de wacrc wi'-^lv. ' \ b!(v-' ca I 



Lact my oock maeckcn , Heer , bekcndt » 

Mijn eycn-nacdcn mijn talen: , 

Acn wicn ick ben foo nauw verbonditn , 

Qni hcni tc redden uyt dc fondcn . Lacr 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



t'7 G eefielicke Liedekem, 235 

i-act ;ii;;nc »Licl oock fijn bcrcycl , 
; Tc doen wat dattcr is gcfcyd , 
Lact niy geducrigh ü]n genegen , 
[Dacr door te gacii in uwe wegen i 

'Tcrwyighydat van my begeert, • 
En my OOCK tot dien cyndc leert , 
En uwe Woorden van het leven $ 
Allcf M den vroomcn voordeel geven. 

ftort tot dien eynde in mijn hert , 
Dien Geelt > waerdoor men Heyhgh weit ^ 
|; ^Dan fal ick al mijn leve-daege» , 
Met goede vrughtcn u bchacgen. 



I 



Een Lied voor het houden des HeyUge% 

Avondmaels » 9p ^envyfevanden 
100. F [alm. 

r\ Tefu , foetc Vrede- Vorfl: : 

Waer nae mijn gantlche Ziele dorft , 
Ghy roept my tot uw* Bruylofs-macl > 
Komt dan tot my uyt uwcZacl ! 

Komt geeft my nu uw* Bruyiofs-klecd , 
Terwylc dat ick ben gereed , 
Tc fmaecken van dat Hcmel-brood , 
Dacr toe dat ghy my hebt genood . 



Komt, trcckt van my dat wcerclts-loct, 
j En (pyit my met u vlceldi en bloed > 
Aen uwen tocbereyden dis , 
Tot mijner Zielen laelFuus. Komt > 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



^3+ 



Het Bloem-Potje 



Komt •, lact my acn dat HcmcHch fceft . 
U brciiecn ccn vcrbroockcnfgccfl > 
Tcrwyl acn ccn vcrflacgcn hert , 
Dic fpys cii dranck <;cgcven wcrt. 

En als i;hy door dien liooni<^h-iact , 
My hier op acrdi ii hebt vcrfiicdt , 
Kil met dien wyii vcrc|uickt de borft > 
Dic macr luc uwcgunlte dorft j 

Draci^hd my dan , door dc blecckc dood , 
In Abranis ïicffelickc Schoot, 
Dacr ghy tot in der ccuwighcyd , 
Een l^niyloft my hebt toebcrcyd . 

VI. 

Zen Lied nae het Heyltge Avondmael 

op defelfde rpyfe, 

^ Jt-Tii . wacre Mcdicyn , 

Hoe goed IS het by u tc fijn 1 
Hoe foct is uwe laeffcnis , 
\'oor my , dic zat acn uwen dis. 

Ghy 1 ,1 u. \vc).>ii j>..icis v.üi lic ruft > 
Ghy fijt dc voihcyd aller luft , 
lek heb gcprocFd wie dat ghy fijt , 
En daerdooris mijn licrt vcrblyd l 

Wie waffer dic acn tacfel fat , 
En oyt (öo goede I j>yrcn at , 
Wie ]»ccft oyt (oo een dranck gcfmacckt, 
Als dit ) die my nu lu f I r vcrmacckt ! 



Wacr 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r 



1 



van Geeft elicke Liedekens. 1 3 5 

Wacr heeft doch oy t een druy vc-tros , 
Gefchildert met een fchoone blos , 
Met haeren uyt gepreften wyn , 
Soo füct aen iemand konncn fijn ? 

lek heb ojegctcn van een brood , 
Dat my kan voeden in den dood , 
lek heb gedroncken druy vcH-blocd , 
Dat my alleen ten leven voedt / 

lek heb , ( ó mijn geluckigh menfch. ) 
Ickhebbenu, o.Hcrten-wenfch , 
Genuttighd van uw' vleefch en bloed , 
En ben vcrverfcht in mijn gemoed. 

lek voel de kraght nu van uw' dood > 
ó Ancker in mijn diepftc noot , 
Ickvoelenudacghy het fijt, 
Die een vermorlelt hert verblyc' t. 

lek voele door dit onder pand , 
Dat ghy my geeft uw' reghter hand , 
En dac ick God heb tot een vriend , 
Van wien ick had den dood verdiend. 

lek fie u door 't geloof nu aen > 
En weet dat ick fal noyt vergaen , 
Maer leven , daer u met gelchal > 
Uw* erfdeel eeuwigh looven 

Ghy hebt mijn gantfche Ziel verruckt > 

Die tot de hel was neer gedruckt , 

Door uwen vollen overvloed , 

En fijt my cnckcl fbycker-löct. Wat 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ll6 



Het Bloem-Pctji 



W\\t fijt ghy , lieve Wondcr-fprun , 
W.U /ijrghy goed aen uwe Bruyd / 
V\'aer mede heb ick u gericrd , 
Dat ghy hier toe bewogen wicrdt ? 

ïc k ben u niet als gal gewceft , 
Ai Hu ick aen uvv''iiefdc-fccll , 
Ick heb met edick u gedrcnckt , 
Schoon ghy my levend waetcr lèhcnckt 

O Hecfc , lact mijn inni^h hert , 
( Gcnclcn van lijn diepe Imcrt ) 
Doch pryfcn uwen nacme goed , 
Voor loo een gullen overvlccd. 

Lact my de fonde breccke af. 
En {torten in liet diepfle graf, 
Die u , O reyn en fnyvcr Lam , 
Tot in den dood dc ruil-bcnam / 

Laet doch de wccrelt nu voortacn , 
Geheel uy t mijne finnen ^acn. 
En lact my fijn op u bel uil , 
Als op de wacrc Ziclc-rdl. 

Geeft dat ick aen u gc\ cn inagh , 
Tot mijnen allcrleflten dagh 
De fleutcl van een danckbairr hci : , 
Dat door u foo vcrvroolickt wcrt / 

Geeft dat mijn leden altemacl , 
Voor ditgclcgend Bruylofs-mael , 
Voor altyt mogen lijn becjuacm , 
Tc prvfcn uwen i^rootcn nacm ! 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Geeft elicke Liedekens ^ 3 7 



VII. 

Een Lied in doods-noodt op de ivy[c 
van de» i^.Tfulm. 

OP u alleen, lefu, wil ick betrouwen , 
Tcrwyl dat ick fwcm in dit benouwen: 
VVic kan als ghy mijn bange Ziele lacven , 
Met Hemels-foet te midden in dc graevcn ? 
Ghy hebt alleen het konnen en het willen , 
Om met een balfam mijne quael te ftilleu. 

Sckoon my dc helle komt veel quaets verwyten, 
En mijne fonden in mijn hcrte by ten , 
Wil ick nochtans op u mijn Ziele gronden , 
Om dat gy hebt een piaeller voor mijn wonden) 
U wil icS my in dood en in het leven , 
Tot den allerleftcn Ihick overgeven ! 

Of my dc dood met fijne felle fchighten , 
Drcyghd , wil ick eghter voor hem gcenfing 
Iwighten , 

Want ghy , Heer , fult altyt mijn leven blyvcn. 
En my met uwen Geelt voor eeuwigh fty ven : 
Ick fal door u , wanneer ick kom te ftervcn , 
Als crfgcnaem een eeuwigh leven erven, 

6 Hecre Tefu , wilt u tot my wenden , 
En uwe hulp in mijn dood-ftry t fcndcn , 
Geeft doch dat ick nu kraghtigh magh geIoovc$ 
Dat niemand my laluyt uw' handen rooven. 
Wilt nu een plaeftcr voor mijn hert bereyden , 
Eu door den dood my in de vrcughd gcleyden. 

Lhd, 



2j8 Het Bloem-Potje 

VIII. 

Lied, vervattende de triumph vaneen 
fifrvendeChriften over den dood, op de 
^yfe vinden ^i,pfalm. 

\y Ilt u nu , mijn Ziél bereyden , 

Wantdelaetftcftrytkomracn, 
Zitfl en Lighaem Tullen fcheyden , 
En uyt dci'e weerelc gaen : 
Gact vcrblyd ran 't dorre ftrand , 
Nacr het waere Vaederland , 
Daer gliy fulc met Chrifto wcfcn , 
Bo ven alle dinghgeprelèn. 

NVacrom foudtghy fijn verflacgen , 
Voor dit fiere moniter-dicr , 
Het kan maer de boofè plaegen , 
Macr ecii Chriften niet een her : 
Chriftus, in het open velt. 
Heeft vernietighd fijn gewelt. 
Heeft fijn angel hem ontnomen , 
Waerom is het dan te fchroomen ? 

Lact de dood ten hardflen fteecken , 
Op dit hcrt-vcrdrietigh dal , 
Hy kan macr het Lighacm brccckcn , 
Sonder meerder ongeval : 
. Rcyne Zielen kan hy nier 
Dompelen in hert-verdried , 
Hy moet , als Elias waegen, 
Hacr nac iiacrc rulle draegen. 

Wie, 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r 



Ivan Geefielicke Liedekens. 
Wie , heeft oyt dat konncn drucken 
Tot het allerdicpfte mergh , 
Dat hy korte vreughd moefl plucken , 
I Ia een vreemde Herrebergh 1 
Dat hy moefte nae fijn Stad , 
Naefijn vrienden , nae fijn fchat. 
Waerom dan oock niet tc vrcden , 
Door den dood tot God te treden ? 

Waerom niet tot uwe Wooningh , 
Daer het Lam fijn Bruyioft houdt , 
Tot de plaets van uwe Crooningh, 
Vol van Peerlen en van Goud ? 
Daer de Patriarchen fijn , 
En Propheten londer pyn , 
Daer de vroomen Martelaeren 
Houden fcelt met duyfend fchacrcn l 

Sullen rycke lieden pryfen 
Hare Hof ftee voor een ty t , 
Salmen hacvcns eer bewy fen , 
En daer over fijn verblydt : 
Koude ghy dan niet fijn c^eruft , 
Nu uw' lamp wcrr uytgeblult: , 
Kondt ghy nu niet vrooJick (lervcn > 
Die den Hemel hebt te erven ? 

Komt, ojefu» Bruyd-gefindc, 
Stort in dit cUcndigh vat , 
Stort daer in , ó Bruyd ben^de, 
Hemels foct, er. Hcyligh nat. 
Laet my met een blydc vlught 
Yhcgcn door de Blauwe lught. 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



240 Het Bloem-Potje 

Laet een korte fnick genefen , 
Defcn druck, 5 Hcyligh welen. 



Helpt my kampen nu ick ftrydc , 
Door u is mijn boogc (lerck : 
Troolt my nu ick doods-anghfl 1 
En geleyd my in het fterck. 
Geeft aen my gcbreckigh mcnfch 
U alleen , mijn herten-wen (ch , 
Dan fal ick door defè bacren , 
In de wacre haeven vacren. 



IX. 

Een Lied om de hul^e Jefu Chrifii in onfen 
lirytopdewyfevande»i^o.Pfilm, 

J Ck kom 5 door mijn gebeden , 

In mijnen fwacren nood , 
Tot u , Jefü , treden . 
Mijn Ancker en Piloot. 
oOpenduwe oren> 
Di(?ghy foo gunftigh fijt, 
En wilt mijn Item verhoorcn. 
Ia mijnen bangen ftry t ! 

Helpt my , o Eenigh leven , 
Terwyl ce fonde woedt , 
En wilt my ruite geven > 
6 Ruft van mijn genaoed , 
Vcrquickt my door uw' Wonden « 
ó Zielen Medicijn , 
Ghy fijt tot my gefonden , 
Tc Aillen mijne pijn. 

Ick 



I 



"1 



1 



j 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



van Geefteltcks Liedekens. ^4 1 

lek kom tot u genaecken , 

Met defen bangcn geelt ^ 

• Wilt my dan vermaecken 

Met u gefcgend feed 1 
j. Ghy kondt de wonde rtillen ^ 
' r)ie my foo vinnigh quelt j 

Mijn hert , en al myn finnen 

Die fijn op u geilek- 
Wilt my , ó Heer verblyden , 

Met uwe Sonne-fchyn, 

In al mijn bitter lydcn , 

Tcrwyl ick hier moet fijn j 

En temt de Bazans-fHeren ^ 

Door uwe Rechterhand , 

Als fy rontfom mv fwieren , 

Met liaeren wreedcn tand. 

Xaet my den dood niet vrefen y 
Als hy fijn pylen fchiet , 
Maer lact my vroolick wcfcn , 
Terwyl ick u geniet : 
Toont dat ghy fijt mijn leven , 
Schoon dat ick flcrven moet > 
En dat ghy my fult geven , 
Een eeuwigh'duercnd goed 1 

Dat Miy my fult gcIeydeH 
üy t dit verdrietig dal , 
Uyt defè dorre hcydcn , 
Dacr volheyd welen fal : 
Daer altyt roofen groeyen j 
En daer noy t winter is j 

L. Dact 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het Bloem" Pot :e 




üaer altyt beeckcn vloeyen 
Vm waere laeffen is ! 

X. 

Een Liedt voor de verloffinge door fefum \ 

Chrijlumt o^dewy/evanden ••-|Éj£rot 
VI ir. P/alm. 

^Yn Heer , mijn Hcyl, mijn God , feei hoogh É. 
geprcfcn , 

Hoe c^unltigh hebt ghy voor my willen wcfcn ^ 
Ghy hebt acn my gegeven uwen Soon , 
Die met u lat verheven op den Throon ! 



Cihy hebt hem fcer vernedert laetcn leven , 
Op dat hy my den Hemel mochte geven , 
Ghy heht hem fclfs geftort in fwaercn noot , 
Jae in den aller fchroomelickften dood. 

Op dat ick voor u niet en mochte vlughtcn , 
En in het helfche vyer voor ceuwigh lughtcii , 
Maer in der eeuwigheyd het. leven had 
In vreughd in uwe Coninddicke Stad. 

Warfalicku , öAcder van het leven , 
Wat kan ick u voor lbo een zegen geven , 
Die hooger is als Iclfs de Son en Maen , 
En wiens gronden geen Engelen verdacn. 

Wat fal my nu de fonde konnen deercn > 
Hoe kan(è nu uw' hcrte van my wceren > 
Als ghy het oogh op uwen Soone flaet , 
i )ic als borge voor m v fijn Tehacpken ilaet ? 

Waci 



! 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



van Oeejtelicke Liedckem, 

Wacrom fal ick dogli nu dc weerde vrcfen , 
AJs dcfe Middelaer lal by my welen , 
Die haeren boo,gh verbrocken heeft met kraghr 
En wat verbolgen was te niet gebraght ? 

Waerom fal ick nu voor den dood vcrfchric- 
ken , 

' Als hy my fal vervecrelick aenblicken , 
Want Chriftus heeft hem nu gedaen te niet , 
^^00 dat mijn oogh in hem geen quacd en fiet \ 

! Geeft dat ick magh u voor die liefde pryfcn , 
i! En evenftaegh u daer voor eer bewyfèn , 
>En roemen u , ó Heer , met blygcfchal , 
l Soo langh in my den aelTcm Ipeelen fal ? 

Zant lbo David fóo leer was op getogen > 
)oor Son en Maen , dat fijn hert wierd bewo- 
gen , 

Daer voor te pryfen u, oHeeregocd, 
^Wat eyfcht dan niet van my die gaeve loet ? 

j Geeft dat mijn hert die Hcvland rpa(;h bemin- 
nen ; 

jDien Bruydegom , die my lbo wou bcfinncn > 
Dat hy voor my fijn eygcn leven gaF, 
Op dat hy my moght redden uy t het graf. 

Geeft dat ick nu de helle magh veraghten , 
En dat ick magh den dood met vrcughd vcr- 
waghtcn , 

Om dat die Leeuw geen tanden meer en heeft , 
En niet als cnckel hoonigh-raeten geeft i 

z ' En 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Fol. 245 



HET 

Bloem-Potje 

Van cenigc 

CHRISTELICKE 

^GEDIGHT-GEBEDEN 

En 

DANCKSEGGINGEN. 

I. 

Een Morgen Gebed, 

God, óEenighgoed, óeeuwigh 

light en leven 
Die my foo meenigh heyl op aerde 
^ hebt gegeven , 

Op u is nu tercy t gefpannen mijn 
gemoed , 

Terwylde daegeraed den Hemelopen doet ! 

L 3 lek 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



- T- 0 Het Bloem^Potje van 

lek danck u , goede God, ick danck u meenigh-i 
werven, 

Dat ghy my niet en wout in fondcn lactcn fter- 
vcn , 

Terwyl ick lagh en Iliep in dcfe laetfte naght, 
Maer hebt een nieuwe Sonnii overmy t^^-- 
braght / ^ 

Dat ghy door uwen boogh de Helle hebt be- 
dwongen, 

Doen fy rontfbm my quam met fieren moet 

gefprongen , 

Dat ghy my hebt bedeckt met uwen vaften 
fchilt, 

Dat fy niet konde doen wat datfy heeft ge- 
wilt ! 

Wiltoockop defendagh mijnLvf cnZiel be- 
wacren , 

Enl acten alles goeds die bcyde weder vaei en , 
Behoud my,' uwen knegh: . ólfrach be- 
houdt . 

Terwyl op u alleen mijn innigh herte bouwtl 
En mits de guldc Son komt uyt de 2cc gere- 
fen, 

En aen het aerdryck geeft een aengcnaemer 
welen , 

Soo geeft, 6 goede God, dat ick op defen 
dagh, ' 

Oock uyt de duyftcrnis der fonden ryfcn 
magh ; 

En als een kind des lights mijn gantfchc gangen 
richten > 

En met een fuyrer light mijn cvcn-naeften 
(tightcn> 

Op 



1 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




r 



Chnfielicke Gedtght-Geteden. 147 

Op dat hy werden magli dacr door , o Heer , 
bequaem , 

Met hert , met mond , met hand , tc pry(cn 
uwen naem ƒ 
Komt neder , dapper Helt , in dcfèn laejjc dac- 
' . Jen , 

i Dacr uwe Kercke fught, daer uwe fchacpen 
dwaelcn ! 

Komt met een fnelle vlught , cn troofl: haer 

in verdriet , 
Terwyl haer oogh alleen op u , o Troofter , 

fiet ! 

' Verftroyc het hel(ch bedryf , en wilt de dienacrs 
llercken , 

i Die op II hoogh bevel in uwen wyngaert wcrc- 
( ken , 

I Bcfchermtlc door de kragt van uwe Rechter- 
hand , 

Die ghy hebt toebetrouwd hetwelvaert van 
het land ! 

1 Geeft ruft , geeft waere trooft , 6 Trooft van 

ons gedaghten , 
) Aendie, die in der noot naer uwe hulpewagh- 

ten , 

En ftrcckt haer tot vermaeck , 6 waere Mc- 
dicyn , 

Die kranck , die fwaer vervolghd , die aen- 
gevoghten fijn ! 
Wiltmy. 6 goede God, hier uwen zegen ge- 
ven , 

' Soo langh ick fwerven moet , en in dit Kedar 
leven , 

En leyden nae dic placts in dcfcn korten tyr , 

L 4 Da-.v 



I 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



248 



Het hioem-Pouevan 




\ 



Daer ghy een reyne beeck van volle vreu^hde l 
li]C ! ^ 
"Verhoort mijn bange Ziel > Verhoorder oweiA&' 
volcken , 

Terwyl ick tot u roep uyt dcfe naere kokken , 
Om Jcfu Chrifti wil , dat Suyver Offer -Lam , „ 
Dat om mijn Ziels-behoudt indeIëWerelt .^/-^ 
c]uam ! i 

II. 

Een Aevond-qebed, 

j^E naght komt nu ter tyt de velden over tree- 
ken , 

£n met haer duyfter kleed degantfche weerelt 
dcckcn 

6 Wilt dan , goede God, met uwe Sonne- 
fchyn , 

In de(èn doodcn ti)t mijn foete Ttooftcr 
fijnl 

Als ick u maer geniet , dan heb ick niet te vre- 
fcn , 

Dan (al ick feecker fijn , en liiaigh vroolick we- 

fen , ' j 

Als ghy my onderlleunt met uwe Rechter- I 
hand , I 
Dan heeft de helle felfs vcrlooren haeren 
tant l 

6 Komt , ö Herder , komt , komt met gefwinde 
fchreden , 

Uyt uw' befaemd Paleys tot my , uw* fchaep- ! 
ken , treden , 
En toomdt dien boofèn vorft van helfchc 

duyfternis j Die i» 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I 



imm 



Chn^.flxke Gcdfght- Geileden, 24^ 

Die tot myn Ziei verderf geducrigh veer- 
digh is t 

Komt , W^ghter-Ifri^eh , my tegens hem bc- 
waccken , 

Komt , Heer , door uwen Ract fijn lift te fchan- 

de maecken ! 
Komt ftremmen dat gcwcit van die , daer in 

hy wc rekt , 
En laet my tegens haer fijn kraghtelick vcr- 

fterckt 1 

Lact my het waer geloof gclijckeen fchilt be- 
de eken , 

En wilt mijn gantfche Ziel tot wackcrhcyd ver- 
wecken , 

Set op mijn hooft den helm van uwe Zaelig- 
heyd , 

Enhet voor my het fwecrt des GcclLcs lijn 
bcreyd ! 

Op dat mijn lieve Ziel geen lectcn mogekry- 
gcn , 

Als op hier nederwaerts de helfche pylcn 
lijgen , 

Schoon dar{e heeter fijn als fclfs de hcctftc 
gloed . 

Die , "daer hy maer gcnaeckt , een feeckcc 
naedeel doed ! 
Laet uwe Engelen my op de handen draegen. 
Op dat ick leccker fy in veelderhandc laegen , 
Diemyde vyandleght Bcwacrt mijneer, 
en goed , 

Bewaerd door haer bcleyd mijn vlccfch en 
mijn gemoed ! 
Eu laet dc fouden uiet in mijne Ziele leven ♦ 

L5 Ter^ 




Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



'filtl 



2 5^ O Het Bloem- Potje van 

Terwyl ick nu ter tyt my (al tot ruften geven l 
En lact my , Heerc , niet ontflapen in dat \\ 
quaed ) 

Waer door een fondigh hcrtnanaere poclci 
gaet ! 

En foo mijn Ziele moght uyt dcfen tente fchey- 
dcn , 

In defe nacfte naght , foo wiltfe , Heer , gely- 
den , 

Door uwe Engelen in die befaemde Zael , 
Daer ghy den nwen geeft een eeuwigh Bruy- ■' 
lofs-mael , 

Soo ick in tegendeel fal in het leven bly ven , 
Soo wiltdoor uwen Geeft mijn Iwackekragh» 

ten fty ven , 
Op dat mijn gantfèhe Ziel aenu behaegen 

maeh , 

Wanneer dc roode Son ontfluyt den naeften 
dagh J 

En mits ick de(cn dagh door veelderhande. 
fonde , 

My met enhcbontfien mijn Ziele te verwon- 
den , 

Soo laet om Chrifti wil defelve fijn bedeckt , 
Gclyck ghy met de naght het aerdryck over- 



trcckt 1 



Verhoort my, goede God, en wilt my gunftigh 
welen , 

Om nwen Soon alleen > die fondaers quam gc- 
nefcn , 

Die van den vloek bevryd door fijn vergoten 
bloed , 

En die de Rots alleen is van mijn bangh ge- 
moed I lil. Ge- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ld 



r 
m 



Chriflelicke GedighüGeheden, 2)1 
III. 

Cehed voor des Sondaghs Predicatie, 

1 i ^ Ae dien ick heb gehad fes daegen om te (br- 
f gen , 

Voor dit mijn broole lijf, fèlfs voor den roeden 
I morgen, 

Tot dat de Son verdween rijft nu de Sonne- 
fchijn, 

Daer in ick moet beforghd voor mijne Ziele 
fijn : 

Dies kom ick met een vlught den Tempel inge- 
vlogen ; 

ó Maeckt dan , Heer , mijn hert tot uwen dienft 
bewogen ! 

Geeft dat ick nu mijn oor magh voegen nac 
dat woorr , 

Dat binnen Sions-poort wertnu ter tyt gc- 
I hoort ! 

< Geeft dat door Heyligh vyer mijn hert magh 

Ififi gedreven , 
Op dat ick hoorenmagh de woorden van het 
leven , 

Dieghv tot uwen kneght op heden (prcecken 
lult, 

En dat mijn innigh deel daer mede fy ver- 
vult ! 

Verweckt door uwen Geeft een krsg in mijae 
finnen , 

En laet den flaep luft niet mijn oogen over- 
winnen , 

Op dat de helle niet, door hacren hioodcn 
race, 

L 6 Mvn 



I 
I 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

2 Hó 



Hl 



251 Het Bloem- Potje van 

Mijn hert berooven magh van dat gefegend 
Zaet ! 

Geeft dat uw' HeyHgh woort mijn herte ma^h 
behacgeh , 

Sehoon in een aerden vat die Peercl wertge- 
draegcn , 

En dat ick aghten magh dat my wert voor 
geJcyd , 

Als of u cygen mond dat had tot my gcfcydri 
Lacr my veri tan del ick op uwe wetten letten > 
En met laghtmocdigheyd daer op mijn herte 
fcttcn , 

Op dat ick grondclik dclclvc magh vcrllacn , 
En als ick wert bcltraft in uwe wegen gaen ! 
Laet myuw* ditrbaer woortecn vrèughd des 

herten wefen , 
Ecnfchat die dierder is, als die daer wcrt gc- 
prcfen , 

Van wat men Wcerelt noemd j Een myrrh, 

diebeetervloeydt. 
Een wyii, die loeteais, als die op aerden 

grocydt / 

Wilt my , ó (;oede God , doot uwen Geeft ver- 
fterciren , 

En kraghiclick in my dat goede woort bcwerc- 
ken ! 

Sluytop dat dier clihootin mijn geheugen 
is, 

Dat my een rycker fchat als goud en Peerlcn 
isl 

Laet dat van m ijn geloof alleen de regel wefèn, 
Op dat ick voor bedrogh hebb' nimmermeer te 
vrefen 

Laet 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Chrtftehcke Gedight- Gebeden, 2 5 J 

Laer dat de right-fnocr fijn van wat ick neem 
ter hand, 

Mijn Noort-ftcr , mijn Compas, nae 't waerc 
Vacderlaud 1 
Laet dat niy fi)n een fpijs, een dranck van cnckcl 
leven > 

Laet dat een heylfacni blad aen mijne wonden 
geven, 

Laet dat my fijn dc troofl van mijn bedroefd 
gemoed, 

Als my dc liere Hel feer (wacilick fughtcn 
doet l 

Wilt uwen dicnaer nu de deure openbreekcn 
Yan uwe Zalighcyd , terwijl hy komt te Iprccc- 
kcn, 

En laet lijn mond een Boom van heyl cn le- 
ven lijn, 

Een borll van reyne Melck,cen Hof van Me- 
dicijn ! 

Laet my tot mijn bederf geen Hell'che maghten 
ft re eken, 

Laet hacr het Hcyligh Zaet niet uyt mijn hertc 
trcckcn, 

Of door een (bet gevley van wcllull , eer cn 
goed, 

Of door een feilen tant gcdruckt in nujj) ge- 
moed ! 

Laetmy dat dicibaer "Woort ( van u my aenge- 
prefcn ) 

Geen reuck de* doods , maer , Heer een reuck 
des levens welen ! 
Laet alles dat ick heb in dcfèr ucr vcjliacn, 
Tot in het innigh mcrgh van mijac Ziele 
gaenj L 7 La 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 



1 f4 Bloem- Potje van 

En maeckt dacr door mijn hert tot u alleen ge- 



negen, 



En even ftaegh bereyd tot uwe reyne wegen, 
En wilt met (oetcn dauw,vol kraght ca rech- 
te keeft, 

My laeven aen de Ziel , en drencken aan den 
Geert ! 

IV. 

Een Gebed nae des Sondaghs Predicatie, 

Y^At is mijn mnigh hertin yreughdcn opge- 
togen, 

Terwijl gby fijt tot my (oo feer , ó Heer , be- 
wogen, 

Terwijl ghy nu ter tijd aen my uic woorden 
geeft, 

Waer by door uwen Geeft alleen de ZIpIc 
leeft,! 

Geen light en kan foo foet in mijne ogen ftrco- 
nien, 

Geen hcflick Snaeren fpel kan foo het Icct be- 
tomen. 

Als dit gefcgend lighr vrheughddengant 
fchen geeft, 

Als defe Davids harp my dienftigh is ge- 
weeft ! 

Geen fpijs en kan lbo wel den hongers noot 
verdry ven, 

Als my dat Hcyligh Woort kcmt in den honger 
ftijven, 

G.-enBorn en is lbo foet voor iemand in den 
dorft, 

Als uwe reyne Wnt Toor mijne matte borft ! 

Als 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



r 



Chnftelicke Gedicht-Gebeden. 155 

Geen aengename druy f geperft in onfe fchalcn» 
Die ons Madera fentuythaere vette daejen, 
verfrifcht door edel nat foo fccr een bangh 
gemoed, 

Als dcTè foete Wijn mijn ingewanden doed » 
! Geen fchat en kan foo rijck, geen kleed foo 
heylfacm wcfcn, , r r 

^ j Geen fchilt en fweert foo fterck , al fijn ly Icct 

tcvrcfen, j- rui 

' Als my die peerel is , dat kleed , die ichilt , 

dat fweert, . 
Oatal wat hinder doct van myne zielc 
weert , 

Ghy laet de Volckercn in haer weegen dwalen, 
Die in Turkeyen fijn , en aen haer grcnlen pac- 

Ghy laet de Jooden fijn verdoekt m haer ge- 
moed» 

TerWijlghy uwen kneght die grote dingeö 

doed ! n 1 1 

lek heb dat fuyver light doer uwe gunlt verkrc 

gen, • 1 1 n. 

Terwijl een Paus genoot moet in het duylter 

leven ! r\ • 

lek heb uyt uwe hand dit over fchoon ju- 
weel. 

En dat een ander mifl:,dar is mijn eygcn deel! 
Terwijl een ander moet in Bethaven verkeren, 
Daci- vreemde Goden Ilja , hebt ghy my willen 
leeren, 

In Beth'el uwen wil I lek woon in uwe Stadr, 
En m een beter Hof als ecrtijdts Adam had 1 
Terwijl een ander knaegd alleen aen harde be- 



tbbkx- 



ncn, 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Bloem- Potje van 

En Heemels-dauw geniet, en over- rijke ftec- 
nen , 

En Chriftum niet en heeft , heb ick een Hec- 

melfch Broodt , 
Een edel Zicl-cicraed , een middel voor dc 

dood! 

lek danck u dat \oor mj geen Peft , geen Pec- 

pcr I ooren, 
Geen Steen , geen vyerigh Secr , tot noch toe is 

gebooren, 

GcenGight, geen fwaer GrarecI , en meer 

van lbo eenflagh, 
Maer dat ick ben gelbnd tot heden op den 

dagh : 

Ick danck u, goede God, voor duy (end goede 
dingen, 

Die mijne handen oyr van uwe hand ontfingen, 
Ick danck u datghy my hebtfpijsen vroo- 
iickheyd. 

Tot mijn befcheyden deel foo gunftightoc- 

Ickdaock u,Heyl-ronteyn,datghy mijn naeck- 
te leden 

Met linnen overdeckt , met wolie wilt bckle - 
den ! 

Ick danck u boven al dat ick uw* Heylit^h 
woort. 

En daer in uwen Soon, in Sion heb gehoort ! 
Geeft dat ick dcfcn fchat magh in mijn hert be- 
waeren. 

Op dat ick in den noot daer wel by mogen vac- 
ren ! 

Geeft dat ick forgen magh voor ditgefègend 
P andt, Gc- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



m 



Chriftelicke Gedight^ Gebeden . 1^7 

Gelijck men is bcforghdvoor Goud en Dia- 
mandt ! 

Geeft dat nii)ii innigh hert magh kraghtigh 
overleggen, 

Dat ghy door uwen kneght tot my beftondtc 

leggen, 

En dat Kerkauwcn magh in voor en tegen - 
fpoed, 

Gehjck het reync Vee , de reyne fpijTe doed ! 
Geeft dat niet in mijn breyn uw' Woort alleen 

magh fwcven. 
Of rollen op de tongh , maer dat mijn gantfchc 

leven, 

Daer door geheyligh fy , o ecuwigh Heyligh- 
dom\ 

Hoort my om Chriiti wil > dien lieven Bruy- 
degom I 

V. 

Gebed voor het Heylige AvondmaeL 

IJOc goedigh fijt ghy my. Behouder van de 

Mcnichcn, 

Mits ghy my meerder geeft , als dat ick kondc 
wenfchcn, 

Mits ghy my voed en drenckt felfs met uw' 

Vlcefcn en Bloed, 
En meerder als een Prins aen fijne vrienden 

doed 1 

Dat uwe Engelen in Abrams tente quaemen, 
En by hem haer verblijf voor korte lijden nae- 
men, 

Dat was een groot gcluck j maer *t is een 
grooter (aeck, Dat 



r 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



i 5 8 Het Bloem- l otje van 

Dat ghy neemt binnen my uw' innighhert- 
vermacck 1 

r>c Koiiincklickc Yorft heeft uwen nacm ver- 
heven, 

Om dat ghy acn den Mcnfch dc ;^ ijichcbt <n:- 
geven, ^ 

Van Voogcls in de Lught , vanBccftcnin hc: 
Vclf, 

En hem hebt orcr al als Opper- hooft rre- 
ihk ! 

Om dat ghy lact Jen Macamcrghnllcr rijckc 
lightcn, 

Geduerigh aen fijn ampt om (ïinrnt wil vcr- 
riglircn 

En fiet ! ghy toont my hier uw' eygen ino-e- 
wandt, ^ 

En geeft my (cUs het goed van uwe rcgluer- 
handt 1 

%Vat het hoogh gctght , als uy t haer rijckc 
Zaeleii, 

Dc Princen van het Voick in iemands hutte 
daelen ! 

En ghy komt nu ter tijd verfettcn mijn ge- 
moed, 

En ftort dacr in een Bccck van uwc. 
vloed { 

Watbenick, j^ocdcGod, wat heb ick tt ecfrc- 
ven, 

Dat ghy totdefen lUet hebt mijne Ziel verhe- 
ven, 

Ickiproor uyt Sondigli Sact, ick ben een Son- 

dighWiglu, 
£n cghter over mv rüft foo een Hemelfch 

light • Wilt, 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I Chrifleltcke Gedtght-Geifeden. 159 

Wilt , (bete Jcfu , wiJt acii munc naccktc leden 
Cfiw. Alleen tot uwer eer uw* Bruyiofs kleed bcltc- 

deii, 

1^ Terwijl* die Ziel' alleen ontfanghdeen latf- 

fcnis. 

Die met dat dier gcwaed van u bcgiftighd is I 
Geeft , Hecre Jcfu', geeft dat ick aen u magh 

geven 

£ en hertdat fuy ver is » en vecrdigh U te leven, 

P Een hcrrc door den plocgh van uwe Wet gc- 
\ brackt, 
Terwijl ?}\y uwcnGceft in (bo een plaets vcr- 
ii acckt ! 

Geeft dat ick uwen dis met ootmoed magh ge- 
i naeckcn» 

; £n uwen reynen Geeft met foo een dcughd vtr- 
niaeckcn, 

Om dat een hert , vercicrdt met foo een cdcl 
pandt, 

Voor u veel fchoondcr blinckt als ccnighDia- 
mandt. 

Geeft dat mi)n hertc fy als buytcn my gevlo- 
gen, 

En van het aerdfchc draf tot u om hoogh geto- 
gen, 

En dat ick nac u dorfl en honger hebben 
magh 

Op dat ick uwe gunll magh proeven dcfcn 
dagh 1 

O ? lactmy foobclufl fijn op geboden vrimh- 
tcn, 

Als Adam was op dic , die hem foo dcflen (ugh- 
ten 

Up 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



26o Het Bloem- Tot je van 

Op dat ick dacr door raaghvcrnuickt fijn in 
de Ziel, 

Terwijl den ccrflen Menfch dacr door ter ne- 
der viel ! 

Lact my op (öo een voet totu, ójefu , koo- 
men, 

Op dat ick fcheppen magh,uyt tiwc gulle ftroo- 
men 

Het Wactcr van behoud J Laet my op foo een 
voet 

Gcnacckcn uwcii dis,t^ Allcrhooghftc Goed ' 
En wilt my eyndelick nac dele bange ti)dcn 

lu alle ceuwighcyd met rcyne vreiighd verblii 
den, 

Met Abram , Ifac , cn JacobindicZael, 
Dacr ghy den uwen geeft dat Hccmclfch 
Bruylofs mael ! 

VI. 

Cehed, naer het HoyUge tAvendmael. 

y^Athebtghynutertijt, oAdcr van herle- 
ven, 

Wat hebt ghy nu ter iijd my voor een heyl ge- 
geven I 

Hoe heot ghy dcfen d.irh vcrfricht mijn bang 
gemoed, 

GclijcK de friflche dauw de flauwe kruydcn 
doet ' 

Hoe (al ick nu ter ti)dt u eer genocgh bewijfcn, 
Hoe fal ick uwe gunlt ten vollen konnen prij- 
(èn. 

Terwijl mijn innigh hert in al dien fegcn 
dwaclt, ' Die 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



Chriftelkke Gedight- Gebedeiu 161 

Die uy t uw' rijck Thrcloor op my is afgc- 
daclt ! 

Ghy hebt my nu ter tijt een fpijfe laeten fmacc- 
ken, 

Die door een foeten geur de Zielen kan ver- 
maecken / 

Ghy hebt my nu gedrcnckt met uwen foeten 
Wijn, 

Waer door de eantfche Ziel heeft vrooUck 
konnen fijn I 
De Boom van 't Paradijs vervult met heylfaem 
leven, 

Die heeft dat voordeel niet aen Mcnfchen kon- 
nen geven \ 

Daer was te gener tijt een foeter Hooning* 
raet 

Van daer de Sonne rijll , tot daerfe flaepeti 
gaet ! 

Elifabeth riep uyt : De Moeder mijnes Heeren 
Die Komt my nu ter tijt mei haet befoeck ver- 
ecren ! 

O Wat een groot geluck is voor my toebc- 
reyd. 

En fiet ! ghy komt tot my , ó Heer der Hcer- 

licklicyd ? 

De meefte die daer was van cenigh Vrouw gc- 
booren, 

Beleed met vollen mond • en riep in aller oorcn> 
Dat hy niet weerdigh was te draegen uwcii 
fchoen. 

En u tot uwer eer den minlten dienft te 
doen 1 

Doen ghy des Hooft- mans Kncght woudt in 
fijn huys genclpn, Heef 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



l6l Het Bloem-Potje VAH 

Heeft hy van uverfbglu, dat dat niet moehtc 
welen, " 

Eu wou in gecncn deel foo weerdi^h Cxm ffe- 
naemd, ° 

Dat onder fijn verdeck Verft des levens, 
qiiaemd .' 

£nSicc J ghjr hebt u vleys my tot een fpijs ge- 
geven, ° 

Om in dereeuwigheyddaer door te moeen le- 
ven ! * 

Ghy hebt door eygcn bioed uyt defe dorre 
bont, 

6 Bern van waerc vïeughd, verdreven hae- 
ren dorft i 

i5 Goedheyd Tonder maet , die tot my komt ffc- 
naecken, 

Wie kan door /ïjn verftand daer van dc gronden 
raccken ? 

Ickwa?, eylacsl ick was her flimfte van hec 
Land, 

Doen ghy hebt uwen Geeft acn mijne Ziel 
verpand j 

kk lagh in cnckel bloed ter aerden neergefonc- 
ken, 

Doen ghy aen uwen Kneght uw' felvcnhebt 
gefchoncken ! 
lek was de liiootlle krcngh , die oyt dc Wee- 
rde gaf, 

Doen ghy tot mijn behoudt quamd van den 
Hemel af.' 

De Sonnc bloeme komt haer tipkens op te fluy- 
tcir, 

Soo haeft fy wert gewacr de Morgen-fon van 
buyten ' piet 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



F 

P 



BE'-' 



Mi 



Chrififltekc Gedicht- Geileden . 16 1 

Het gulJc Vat dat is t^encyghd tot weder- 
fchijn, 

Soo hAciï de Soimc fal omtrent het (clve fijn f 
Eu fou mijn traegc Ziel niet werden aengedrc- 
vcn, 

Om waere danckbaethcyd aeo u , ó God , te 

geven, 

Terwijl ghy defen dagh foo groo te dingen 
docd> 

Ln u betoond te fijn de S O N van mijn ge- 
moed \ 

Geeft da£ ick u voortaen met Gal niet mooge 

En door ecu Sondii>;li Hert geen Heren fmacd 

bcwi)tcn, 

Macr d.\t mijn gantlch bedrijt een heftelickc 
Wi,n 

Acn uw' gehemelte gcduerigh moge fijn ♦ 

\'crmits ick nu dc fpils des Lcvcn^l heb geno- 

tCMh 

En door de Stroomen ben van uwe gunfl bego- 
ten, 

En meerder heyl genici aJs oyt een eenigh 
Man 

Met finnen ondergaen > of reght begrypcn 
kan ! 

Geeft dat op 's Wecrelts aes mijn Hert niet mo- 
ge ruilen, 

Geeft dat ick magh vootucuvetbreeckcu mij- 
ne lullen. 

Vermits ghy fijt om my vcrbroockcn en ge- 
dood, 

Op dat ick wicrd verlolt uyt mijnen iWaeren 
nootl Geeft, 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



2 6^ Het Bloem-Potje van 

Geeft , focte Jefu , geeft dat ick voortaen magh 
geven 

Aen u mi;n Lijf en Ziel , dat ick voortaen ma<^h 
leven : 
Naer uwen wil alleen op dit verdrietigh dalj 
Soo iangh in defe borlt den aell'em Tpeelcn 
lalj 



iVII. 

Gebed op het Lij ien Jefu Chrifii. 

At hebt ghv , Soone Godts , wat hebt ghy 
doch bedreven, 
Dat ghy in foo een praeni woudt op der aerdeu 
leven ! 

Dat ghv foo vinnigh wiert , 6 VorH: van 
Ilraël, 

Béfprongen van dc Dood , en van de felle 
Hel? 

Ghy hebt dit maghtigh rondt feer konltighon- 

derlcheyden 
Met diepten overhand , met hooghten tuflchen 

beyden, 

Ghy breyd den Hemel uyt gelijck een fchoon 
tapijt, 

En fijt nogh evenwel gebooren in den tijt ! 
Ghy hebt, o eeuvigh ÏVoort y ghy hebt, door 

hoogh vermogen, 
Rontfon dit wonder AL een Hellen glans ge- 
togen, 

En fijt nogh evenwel (wie had dat oytver- 
wa^^ht ? ) 

ó Eeuwigh-khijnend Light , Gebooren in der 
iiaght ? Ghy 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



^ ; 



ChrifieUcke Gedight-Geheden, 16^ 

Ghy hebt de Hemelen tot u verblijf genomen , 
En Salomons gebouw vervult met uwe Soo- 
men > 

En hebt nogh evenwel op dit ellendigh dal , 
Geflapen in een kribb' , gefiickelt in een ftal ! 
Ghy hebt het goud , rubyn, en veele rycke pan- 
den , 

Metcyger-hand gcmaecktin Zegen- rycke lan- 
den , 

En wat de Werelt door des mcnfchen oogc 
fict •, 

En eghter fijt ghy arm , en hebt dien zegen 
niet l 

Ghy fijt een volle born van enckcl vreughd en 
leven , 

En hebt door bitter leet op aerden moeten be- 
ven , 

Ghy hebt het Hemelfchheyr met enkel heyl, 
vervult. 

En hebt gelijck een Lam geleden me t gedult 1 
Ghy wert van Engelen hier boven acngebcden , 
En fijt door helfchc maght in uwen geelt beflic- 
den , 

Ghy maeckt door uwe item dat Iclfs een hel- 
le (ught , 

En eghter geeft ghy u voor menfchen op de 
. vlught ! 

Ickfic uin den Hof door fwaercn anghft bc- 
ftreden , 

Ickfic een fttoom van bloed ufygenvaade le- 
den , 

lek hoor een droeve ftem uyt uwe lippen 
gaen, 

M Om 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



I 



z66 Het Bloem-Potje van 

Om dat ghy doen ter ty t moeft voor den Rig- 
ter ftaen ! 

lek fie uw' Heyligh hooft van Scherpe doornen 
bloeden > 

lek (Ie uw* Heyhghlyf gegecflclt van dc loe- 
den > 

lek fie , 6 Suy ver Lam , en Eenigh Kerck-cie- 
raedy 

Dat ghy nae Golgatha veroordeelt hccnen 
gact l 

lek fic u als een Prins der Moordenaeren han- 
gen , 

!En acn dien wrcdcn boom met enckel leet be- 
vangen , 

lek fie u acn het Crrys genaegelt en bedrukt , 
Vermits uw* innigh lap uyt u wcrt wecJi gc- 
ruckt 1 

Ghy wcrt met dorft gcquelt , die met de volle 
borften , 

Ycrquickt de Sehaercn , die nae uwen Zegen 
dorfteu , 

Ghy wcrt aen alle kant door 't bitter voick 
bcfpot , 

O Ifsrels Juwetl , 6 loenfch geworden God l 
Ghy hebt dat groot verwulf vcrcicrdmct helle 
Sterrcu , 

Die met een ryckcn glans ccn wacker oogh 
verwerren j 
Ghy hebt het velt bekleed met aerdigh bloem 
cieraed , 

En hanghd acn t'fierc Cruys beroofd van u 
gcwaed ! 

Ghy wierc een wylc tyts van uwca God vcrlae- 



tcu 



Die 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



r 





Chrijlelicki Gedight- G deden. i6'j 

Die'ghydeuwe fpyftiuet enckel hoom'gh-rae- 
ten , 

Ghy geeft een waeren trooft , ca fonckt in 

diepen noot , 
Ghy waert het Jcven fclfs , en ftierfd een 

wreededood » 
Wat quaed hebt gby gedaen, 6 Troofter van de 

nienfchcn , 

Die meer in u begrypt , als herten konnen wcn- 
Ichcn , 

Wat quaed hebt ghy gedaen, o wacre Zielen- 
ruft, 

Dat uyt uw' innigh deel den vredcn heeft 
gebluft! 

Ickfoeck, ómiddclaer, ick focck nac uwe 
fondeh , 

Ickfoeckfc, macr daerwcrt niet een inu rt- 
vonden , ° 
Daer woont geen flim belcyd in uwen rcy- 
nen geeft, 

Dacr is noyt (nood bedrogh in uwen mond 
gewceft ! 

DeRighter vind geen fchulr omu ^crdood tc 
leyden , 

Syn Vrouw fendt booden uyt , en ftelt haer tuf- 
fchen beyden , 
Sy roept hem in het oor , dat hy onnoofci 
bloed , 

Van een rechtveerdigh mcnfchgcen hinder 
doen en moet J 

Dat hy %h waghten fou , vermits door fwacrc 
nepen , 

5ywas om fijnent wil door dromen acneecrc- 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Het Bloem- Potje van 



Judas Ifcarioth is vol van anghft , cn beeft , 
Mies hy t'onuoofcl bloed van u vcrraeden i 
heeft 1 

lek hoorde rtemmc van den Hooft-man over i 
Hondert > 

( En over uwen dood , en fijn gevolgh verwon- 
dert, 

lek hoore dat hy fcyt , dat ghy , 6 Herten 
wenfch , 

Syt en de Soone Gods , cn een recht vecrdir/ii 
menfch ! 

Dc .VlDordcnaerdic heeft gctuygci\»s gegeven , 
Doen hy nogh wcynigh tytsop acrdcn had ic 
leven , 

Dat u geen quaed bedrijf dreef in die bange 
noot , 

Dat ghy rechtveerdigh wacrdt , alwierdt ghy 
ioo j^cdood ! 
H^At is de oor/aack danviw Coo cci\ ' i : r lydcn, 
Wat li; hult heeft ugeperll om ioo cenitryt tc 
fhydcn ? 

VanmVi óHccr> vanmy isal dit quaed gc- 
ichicd > 

Dat u braegt in den praem van allerlyc Ycr- 
dried I 

Jckhelfy ó Heer tckheb door miju blocd-roodc 
foiiden , 

Gcpynighd uwen geeft , ick heb die diepe won- 
den , 

U in het lyfgedrucktück heb met cnckel gal> 
En edick u gclaetd op dit cilendigh dal ! 
Ghy fijt om myncnt wil beijpogeu cn geflac- 

Ghy 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 




Chriftelick^ Gedight' Gebeden. 2^9 

Ghyhcbtom mynen t'wil het bloed jgh hou 
cedraegen , 
Ghy fijt om mijnent wil gedreven in den 
den noot , 

Ghy fijt om mynen t'wil vermorfelt > en ge- 
dood .' 

iriekm',0 Weerits Light* Voorbidder, Wets- 
vcrvulder , 

Kruys-draeger , Al in Al > doods-breecke r 
(maet-heyds-dulder , 
Wte kan van uvegmfi de gronden drucken uyt , 
Die ghy hewijfen woud nen uwe lieve bruyd ! 
Dc kneght die heeft mifdaen > en ghy wilt ftraf- 
fe dulden , 

Hy heeft fijn goed verbeurd , en ghy betaclt dc 
fchuiden ! 

Hy heef: den dood verdiend , en ghy flierfd 

voordcKerck; 
Aen dien ver^loeckten boom , 6 Selfacm 
wonder- wc rek ! 
Hy had eergierigh bloed , en ghy woud nedet- 
lygen , 

Op dat hy uyt het ftof mocht uwen Zegen kry- 
gen ! 

Syn mond die heeft gelmaeckt van die vcr- 

booden vraght , 
En ghy hebt meenighmacl om fijnent wil 
gelught ! 

Ghy woudt om fijnent wil aldus mishandelt 
wcfen , 

Opdatfi)n arme Ziel geen onhcyl had tc vre 
(en! 

Ghy fijt om fijnent wil gedompcit m het 
bloed, M } Op 




r 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



•Hl 



I 



270 



Het Bloem» Potje van 



Op dat het felve was ccn badt van fijngc- 
moct! 

Ghy wierdom fijnent wil ioo wrecdclick ge- 
bonden , 

Op dat ghy brecckcn moght de banden fijner 
fbnden ! 

Ghy fijt om fijncnc wil bcfpogen , en ver- 
aghr , 

Op dat de glans van eer hem wierdctocgc- 
braght! 

Ghy woud om fijnent wil een Croon van door- 
nen draegen , 

In wicn de Vacdcr nam fijn eeni<*^h wclbchac- 
gc n , 

Op dat lijn fondigh hoofc op uwen Sruylofs- 
dagh , 

Een Croon van Majeftcy t voor ccuwi<!;h dra« 
gen magh ! 

Ghy wicrd om fijnent wil gcgeeflcit cn gc- 
fchonden , 

Op dat ghy hcclcn moght de quaclcn fijner fon- 
dcn I 

Ghy wierd om fijnent wH gcflaght , 6 Suy ver 
Lam ) 

Op dat hy als een Schacp in uwe weydca 
cjuam , 

Ghy hebt om fijnent wil by Moordcnaers ge- 
hangen , 

Op dat hy werden moght met Engelen omvan» 

•Ghy wicrd met gal gcfpyft , cn met azvn ge- 
laefd, 

ÖJ> dat ghy hem dc fpvs cn draiKJs. des lcv<n$ 
gacfd: Ghy 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



ChrifteUcke Gedtght-Geheden. 27 1 
Ghy wiert van uwen God een korten ty t bege- 



ven , 



Op dat hy eeuwighlick moght in de vreughde 

leven ! 

Ghy wiert drie daegen langh in t'duyfter graf 
geleyd , 

Op dat fijn graf hem tot een ruft-plaets wierC 
bcrcydt, 

lek danck u , goede God , dat ghy my hebt gegeven , 
Ven Soon van uwen Schoot , op dat ick moghtc 
leven '. 

Dat ghy uw' eygcti hert my hebt gemeen ge- 
maeckt , 

Doen ick tot voor de deur der hellen was gc- 
raeckt , 

Dat ghy een fuyvcr Light uy t uwe gulde Saclen» 
Opmyelendigh menkhhcbtlaeten ncdcrdae^ 
len > 

Doen ick u niet en fagh , en foo een hcyl gc* 

wracght , 

Doen ick een Vyandwas, en op unict en 
daghtl 

Ick danck u , goede God , dat ghy hebt mync 
fbnden , 

Gewafichen en gehecit > door uwe roode won* 
den 9 

En dier- vergoten bloed ! Ick danck u , ecu- 

wigh Helt , 
Dat ghy voor my den dood> den afgrond 
hebt gevclt ! 
Dat ghy metcygen wol woud mijne Ziel be* 
decken , 

Op datraen niet en fagh de &haHdc mijner tIcc- 
kcü, M 4 Dat 



r 



Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



m 



m 

2yï Het Bloent'Potje van 

Datghy my hebt vernieuwd door uwen rey-A 
mn Geeft, 

En voor my toebereyd dat ccuwielj Bruvlofs- 
fceft ^ ^ 
Geeft dat ick ^engten menfch mijn dienft magh over 
geven , 

Maer alty t ly gencyghd tot uwer eer te leven ! 
Geeft, foetcjcfu, geeft, geeft dat ick wefcn 



mag 



Alleen uw' eygeudom tot mijnen leften dag ! 
Ceéft dat ick dooden tnagh die doodeltcke fonden , 
J>ieu , 6 mp Behoudt , foo Intterlick verwonden , 
En hebben overftroomd met foo een wreedc 

Terwi)l om myncnt wil gy woudt vcrmor- 
fclt fijn l 

Geeft , Hecre , dat ick magh den ouden men- 

fchc vangen , 
ycrdoemen , geelTelen > en aen den Cruycc 

hangen , 

Pic u gelijk een doorn die diepe wonden gaf, 
Ü doode als een fpeer, u ftoudc naer het graf I 
Geeft , Heeri , dat ick magh myn Crnys gewiüigh 
dragen , 

Om datgf leedt het leet in tme hange dagen 

Met foo een effen hert , en niet en magh bc- 
ftaen 

Als met u door verdricd in myne ruft te gaen \ 
Geeft dat ick door *t geloof u magh myn eygen 
maeckcn , 

En door dat dicrbaer Pand tot uwe gunfte race- 
ken , 

Vermits dat hy daer door alleen, óHeerc, 
leeft. Die 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 H6 



E I 



Chrijïelicke Gedight-Gebeden. 17 J 

Die een rq^htvcerdigh hert in fijnen boelèm 
heeft 1 

Geeft dat ick u magh meer als alle fchatten aghten , 
Eu meer nac uwe gund , als nae een Hemel 

traghtcn 

Geeft dat ick magh tot u , en boven Vrouw 
en Kind , 

En boven leven feifs , van herten fijn gefind \ 
Loet my om umnt wil de hcete ftraelen lijden > 
Laet roy om uv^'ent wil geen felle koude my- 
den , 

Geen band , geen vyer , geen (weert , geen 

galgh , of blocdigfï rat , 
Vermits gy voor dc KercK fijt foo een weerde 

fchar ' 

Geeft dat mijn tnnigh hert in u maghvrolick wc« 
fcn , 

Om dat ick voor den dood door u niet heb tc 
vrefen , 

Noch voor de helle felfs met haeren fleren 
gloed , 

Macr door u cygcnaer ben van het hoogflc 
goed ? 

Geeft dat door u myn hert in vreughdc ma<yh 

ontfpringen , 
Om dat ick u geniet met foo veel (oete dingen , 
En dat ick met dc Kerck magh maccken bly 

gefchal , 

Gelijck een Naghtcgacl macckt in het groene 
dal / 

Geeft dat ick u mvn hert alleen magh overge- 
ven. 

En u tot uwer eer op deler acrde leven , 
En als myn loop- bacn is volcyndighd met gc- 
dult , j^ct 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog. 

2 Hó 



i74 BIoenj'p9tje ^c» 

Met ecu wie- durend heyl magh wcrddi op- 
gevuit ) 

En leven in de vreughd , in volheyd alIerludenJ 
En in een diep vermaeck , daer in de Zielen 
ruften , 

En maeckcn fondcr endt een lieffelick geluyr. 
Met harpen en cymbael , met uwe lieve 
bruydt / 

E Y N D E. 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



Druck-foutcn die te verbeteretti 

ïnde Opdraght pag, ^ fiaet belieft^ 

leeft helc€ft*y Inde Voor-reden pag,^, 
Im^iLjlaet trol^eltckcy leeft tro ofte lijk* 



pflp" 

JT dg. 


Lin 

JL^ lal* 


7 




1^ 




6% 


1 [ 






1 17 


J 


lip 






IX 




II 


i68 


1 1 


175 




i8x 


16 




T 


197 


30 


198 


28 


199 




100 




aoi 


8 


107 


10 


109 


'9 


110 


1+ 



Leeft. 



Conditane 

Roepen 
Buyten 
ieven heefc 
Boven 



Condita. m 

Rapen 
Buyt en 
leven Jcefc 
Boeven 
op de galge. tot de galgc 
doet uyt ïecr 



onbyl 
ftic ejuid 
prafocant 
indegtnt 
qua 

propere 

geftotcn 

Aula 

Exigna 

Gerere 

ignufcere 



onhyl 

fi quid 
provocant 
indigenu 
quce 

profpere 
vtBori 
gefloten 
Aura 
Exigua 
Gexcrt 
ignofcere 



Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 



- Druck-fouten. 



1 »5» 


lin 




Jeeft 




29 




tcrrore 














divici'ts 


divhiis 




gekregen 


geleden 


ai7 


j6 


cunta 


cumta 


211 




tyc 


tot 


24.0 


17 


Jefu 


OJefu 


258 




verfetten 


verfellen. 



3 



De verdere Druck- fouten gelieft den 
Goetwilligen Lefer nae fijn befchey- 
dentheyt te verbeteren. 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ 




Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2 Hó 





Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC. 

Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. 

2HÓ