Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuestLLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek^ Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuestLLC.
Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek^ Den Haag.
2 H6
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
/I
. HET,
BLOEM-HOFJE
DER
GEDICHTEN,
Vervattende aller lye
SINNE-BEELDEN,
Op Goddelicke Materiën gepaft > voor
Reyfende Lieden , en andere.
MITSGADERS:
Het Bloem-Hofje van aüerlye Sinne-beeU
dm , Stedeltcke , Huy£elickejPolitieke , ende
Militaire Materiën pajfende.
Als mede
Het Bloem-Potje van eenige Gcefldicke
Liedekens •> Gedicht -Gebeden ende
Damk'fegginien .
DOOR
JOHANNIS FEYLINGIUS,
Dienaer Jefu Chrifti, tot Maarhees
Cn Zuercndonck.
IN GRAVENHAGE,
By Barent Beèck , Boeck ver-
kooper in de Wageftraet , 1 6 8 3 .
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
OPDRACHT.
Aen de eerweerdige ^feer God-
'VYHgttge en Hooggeleerde Heer en
JANNES VOLLENHOVEN
DANIËL DE LOBELL,
GUILIELMUS SALDENUS.
HENRICUS TROYE,
Onvermoeyde dienaeren desGod-
deliken Woorts van de Blocyen-
de Gemeente
fESV CHRISTI
IN^sGRAVE N-H A G E.
Eerivaerdige , feer Godvrughtige , ende
H oogh'geleerde He er en
Vermits dooreen over-
out gebruyck de Boe-
ken die haer prefenrc-
ren aen hetl^ght, foo
I nootlaeckelick een Opdraghtver-
* 3 ey.
OPDRACHT.
cyfchen , dat die fondcr defelve
werden geaght als een huys fon-
dcr gevel , als een man fonder
hooft , komen defe tegenwoordi-
ge Blaeden V E E. naemen a^i
haer voor hooft vertoonen , endc
U E E. om hacre befcherminge
bidden. Veele redenen byte bren-
gen , waerom U E E. boven vee-
le andere defe Dedicatie toekomt,
cn laet mijn vermogen , en U E E.
fchacmte niet toe. Het fal voor
Jiet tegenwoordige genoegh fijn te
betuygen , dat U E E. Gods-dien-
ftigh gemoed , opreghte liefde tot
het Heylighdom Gods, vermo-
gen by de Vaderen des Vader-
lands in die dingen , die betreffen
het befte der Kercke , ende door-
llaende luyfter in Claficn endc Sy-
noden , U E E. met reght toe-ey-
gencn de proteftievan dittegen-
woor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
O P D K A G H 1 .
WOordighTraflaetjc. Ontfanghd
dan, roem-wcerdige Mannen, mee
een vriendelick aengefight ditge-
•rinoegefchenck , dat U E E. werc
gfflclionckeii met een eerbiedigh
gemoed, terwijle dat het is felfs
Konincklick en beliefd met geen
minder veerdigheyd de kleyne
dingen aen te nemen , als de groo-
te te geven ; ende bcfchermd door ||i
U E E. fchaduwe , dit weer-loofc
Papiere-kind regens de pijlen van
dcn.nydigen nijt, ende den boos-
aerdigen Momus. De groote Her-
der der Schaepen wille UE E.
weerdige Perfoonen in deflèlfs te-
dere beïcherminge nemen , UE E.
fchouderen onderfchragen onder
foo veele forgen , en lallen , ende
ten beften van fijne dier-verkrege-
nc Gemeente ( voor wiens goed »
voor wiens wel-vaeren ende zie-
* 4 raed
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
OPDRACHT.
raed U E E. fijn gebooren ) nogli
lange Jaercn in vóorfpoed be-
waerci , ende eyndelick verfae-
dighd van daegen , overvoeren in J
fijne beftendige rufte , die hy fiji^e
getrouwe dienaeren heeft belooft
uyt genaede te geven. Ditvvenfcht
U E E. van herten toe ,
VEE» Dienfl-veerdige Dienaer .
in den Heere m
J. FEYLINGIUS.
In Moer hees den 1 9 .
Ociob. i68i.
AEN
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
2 Hó
AEN DEN
CHRISTELIKEN
•
L E E S E R.
Ziel- Jicvende Leefer,
Ehjckjoet ü de pltght der lieve^
Ungen Gods loAere Jin\en ge^
' duerigh aen te oefftnen in de
üeyltge Blue den ^ ende door
dit ZJrim ende THmmim den mond dei
Heer en te vragen , ende nae dte Vyer- ende.
Wolck^ColHmme , nae dat Compasende die
Noort' flerre haere gangen , nae den He^
mei te righten ; foo moeten defelve ook^ (on-
der ophouden traghten in het Boek der Na-
tuere te lefen» fVtint geltjk, de Schepper van
* J Alles
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Aen den Chrirtelickcn Leefcr.
alles de Werelt heeft Gefchapen , op dat de-
felve een Threfoor fonde Jijn , met aller lye
voor»raed vervult ^ende een maghtigh hnjfs,
met allerlye hujs- raad voorfien , ende een
overvloedtgh voet fel ende onderhond jini^
geven , heyde aen Men fc hen en Beeft en",
foo hebben Hemel en ^Aerde , foo hebben
Son , en Maen , en Sterren , ende atiean-
dere Schep felen , doorftjne H'ijsheyd , ende
Maghty ende Goedheyd, een ivelfpreekende
tonge, om haeren Schepper te prijfen , ende
geven den Menjche meenighvtildige lejfen ,
cm behoor lickje mogen tvandelen voor fijne
Heyltge oogcn. Hier om heeft de Heylige
Jfra'eb fifn ffraèl , hier om heejt de Eenigh»
geboorene jmes Schêots , fi)ne toehoorderen
foo meentghmael nae de Schepfelengeivefeny
ende tot de felve doorveel-vuldtge gelijcke^
wffcn geCproocken , om dat dtefoortevan
onder V ij ftnge meerder preekte tot voordeel
der eenvondtgen , ende veel meer ah een
Jlnyt-reden vermoghte, om dat daer ioor
de aendagt der gemlligen te beter ivierde
vermie kert , ende om dat eyndelicl^daer
door dc hooghmoedige ende de hartneckige
Ui
Aen den Chriftclickcn Lecïcr.
te k^aghtiger iverden tot overtptyginge ge»
hraght. Hierom hebben voortreffeltcke pt'
laeren der Kercke in het ondern ijfen , ver^
^ waenen, befirajfen, en z'ertrooften doorge^
li]cl^mjfen,een bejonder behaegen genomen,
0ide kraghtelick^geleert , hoedatmen van
Itchameltcke dmgen , boven het natHerhcke
gebrujckjnoet een Geeft eltck^ maecken^ende
door jight bare dingen tot onfightbaere ende
Hemel fche flappen . Om defe redenen hebbe
ickjeenfge faeren geleden eenBloem- hof der
Cediqhiengemaeckt.eentge honderden Sm-
ne beelden behelfende ^ op Geeftelicke mate-
riën gepaft 5 meeft uyt de beroemdfte Theo^
loganten ende Pratlifijnen vergadert ende
uftgebreyd , om te fien of ick^ door mijne
Poeje een foeten tngangh by het Sion des
Heer en moght vinden , ende jets kpnde toe-
brengen , dat tot fijne fttghttnge diende , ick^
hadde den felven vertoont aen roem- ivaer-
dige tSHannen , als D, Stmonides , Z).
fohannes Fijfcherns , ende andere meer ,
om daer over haerEE, oordeel te hooren.
Maar alfooick^eyndeltckjiordeelde dat het
Werckje groot was , om voor een Reysgefei
* 6 te
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Aen den Chrillclicken Lecfcr.
te verftrecken voor Reyfende Lteden , voor
deïvelcke ick^ hefonderltck^getraght hadde
teforgcn, tt derjèlve van de Perstotnogh
toe gebleven, Vyt dejen Bloem-Hofü, door
het aenmanen van Godvrughtige Ztehn ^
dit Bloem- Hofje voor uwe flightinge vergaat
dert , om u hefonderltck^ op uwe Reyfen te
dienen. Sooghy^ als een Geefleltcke Bye y
op defe Bloemen Jult vliegen , ende daer uyt
voor uwen geefi eentge jhghteltcke ende
trookflicke Hoonighraeten vergaederen , fal
ick^het fynde van mijnen arheyd volko»
mentlickjoebben bereyck,t , Hier onder voU
gen eentge Gedtghten , die my van feer eer^
ivaerdige Mannen op den Bloem-Hofder
Gedichten ter hand ivaerengeftelt , ivaer
onder is dat van dien vermaerden Stmoni'
des , als over Ungh in den Heere geruft.
Ende alhoeivel tck^ dat m my ten minften
met en bevmde , dat defelve beheljen , wer»
den eghtcr defelve aen nive oogen vertoont
om die befondere aerdtgheden , die defelve
vervatten » ende op dat ick fofide mogen
toonen dat haere groote Itefdetotmy by my
in groot-aghtmgefy. Doormijn afweftn van
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Aen den Chriftelicken LcefcK
de Druckirye fijn hier en daer eenige DruJ^
fouten ingejlopen , die V E. iierden in het
ejndevandtt H^erck^je vertoont. De Hee-
^re wille uwen arbeyd voorfpoedtg maecken ,
ende^door mtjnen geringen dienfi uwe Rejfi
'Srderen nae boven.
Dit wenfcht uweheyl-lievendc
dienacr in Chrifto
J. FEYLINGIUS,
K D. M,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
D. JOH.FEYLINGIUS,
Getrouw Dienaer Jefu Chrifli ,
GEDICHTEN.^
Eylingij waerde vriend , van hoo-
"H^^ gen geell befcten.
^ Mijn aer is lang verdroogd , mijn
Maer door uw* foec Gcfangh op heden
opgeweckt,.
Heb ick nnijn Snaeren oock noch een«-
jensuyfgereckt.
Dat aen raijn Dicht ontbreeckt fait ow te
goede komen,
Van rijcker aeder , cn dat vloeyt met volle
ftroomen ,
Dat tuyghd ons defen Ho/ foorijckelick
bepianc
Met Vrucht, en Bloemen van uw' God-
delick verftant.
Al wat het oog behaegt , al wat het oor kan
binden,
Is in dit Lufi- prieel in volle mact te vinden.
Al wat een graege Ziel , die fich in G od
verheughc,
Voldeedt > aemt in dees blaen 5 Hier
ftryden kunft en deughc> ♦ Nut
Op den HOF van fijn
r
Dicht-piuym lang verlleren,
R
I
Ktit en vermaeckilick.1' ^^er foet in ccn ge-
itrengek,
Hier rijft de Ziel uyt 't ftof veradelt en ler-
engelt.
En vaerc met hoogen drift 9 en een ver-
heven fin
V^r boven het geftarnt 5 ten derden He-
« mei in :
Ga voor , Godvrughtigh Man , wy volgen
uwe treden,
De Hemel heeft uw hert > of daelt ghy eens
beneden
Op aerd' , 't is niet vergeefs , en met een
goed bcfluyt
Treckr uwen fchrandren geeft ook daar
den Hemel uyt.
Wy vinden ons vermaeckt in uw* geleerde
B heden,
En konnen onfen geeft in*t leefen niet ver»
facJen,
Wy luyftren naede maet , wy luyftren
nae de ftof,
En ftaen verwondert in 'c begluyren van
uw* Hof.
Wie dacht ( men falmy licht die vracg ten
beften houwen )
Wie dacht uyt dat geweft foo fchoonen
vrucht 'r aenfchouwen.
En foo een Zapig ooft ? wie wacht uyt
fu leken hoeck
Soo rijcken Letter gaef, fookoftelic-
ken Boeck ?
Jao
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Jae foo ) roemwaerdigh Man , en laet den
moec niet fincken,
En maguw'tongc niec door HoUants Ste-
den klinckcn,
Spreeckc door een braeve Pen, en Schrijf
en quecl foo voorr.
Dat al het Land den galm van uwen|^ij-
ther hoort» v
Te eedcl om in*t fandt van Craenendonck
te fmooren :
Singh, Heyligh Dichter, op, wyfullen-
der nae hooren :
Sang-lievers, aerdigVolck, ickfprack
voor u en ray,
Kom 5 tyenwe aen 't werck j leeft defe
Pocfy,
Indien ghy my gelooft , ten fal u noyt ver-
drieten :
Hier is een Paradijs , hier waflen fuycker-
rieten,
Hier is een verfche loght, hier is een
ftaege Lenr,
Geen Rijm, of vuyleMift, die Boom,
of Bloemen fchendr.
Hier flaet de Nachregael vry uyt , en on-
bedwongen :
Dit is een ioet gehucht , daer duy fend Vo-
gels Süngen,
Waer ben ick ? 'c Is hier al , voor oog »
voorrcuck, voorfmaeck,
En al wat yemant koos tot lijf of ziels
vcrmaeck.
Be-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Befoeckt het Leeler , 'c is hier feccker foet
tewefen,
'ff- ' I En hier en is geen doot , of eenig quaedt te
vrefen,
%) Mirs dat een Torglijck ooft aen eenigh
Boom '^u waft,
^ • Hier is geen befy feifs diet Vogelken
* verraft,
mll iNoch bangier f^rcp of ftrickaen ftruyck
of galge-boomen,
Komt, vrienden, treedt hier toe, want
daer is riet tefchroomen,
Gaet vry van telg tot tack > en pluck , en
eerer of;
Dits 'Eden-, maer daer is geen flang in dc-
fen Hof.
li!
Een ander.
WAt moogtghy, goede Man > my
nae mijn vonnis vraegcn ?
Maer raoet ick vonnilïen ? uw
n,,^ . Dicht loopt geen gcvacr,
' Soo Goddelijck, dat lelfs dien f grooten
Harpenaer,
l Had hy uw Dicht gefien , het felve fou be-
hagen.
I
S. SIMONIDES.
7 zSam.i^. i.
O P
I
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
OP UtN
GEESTELICKEN HOF
Vnn den vol-geejligen Rjjmcr
D.JOH.FEYLINGIUS, '
Getrouwe bcdienaer des Goddc-
licken Woorw.
Oe d'eirfle Mmfch van God , tn
EDENS fchoonc Hof,
'Be^aeyt met eedel h^uyd , cn aeyigC"
naeme Bloemeny
Gefcbaepen was , om daer fijns Scheppers
grooten loj\
J^iet hert , met tongh ^ met daedy in eeuwig'
heyd te roemen.
Menfagh het helfch ferpent Jijn dooddick^
fenijn
Van hit\e ntjdiQheyd uythraecken , en heweeren
Dat God den Menfch mifgund, van God
gJijcktefjiny
En dat fijn ongeloof hem niet fou konnen deeren.
Daer pluckf de Menfch de vnight , en'met
de vrught de dood.
Heeft dan het geurigh ooft foo hert en oogh le^
toovert.
Datghv en uwe ribb^ , dog heyde fonder noot.
Door Sathans lift enmaghty 'ten gronde light
verovert ^ ■Sif
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
3
Sie hier eenandrenHof y doorTeylings ntp^
te hand
Bearheyd en hepoodt : Daer vinden graege mott"
Idtn
wat hacr lufien magh : Hier fmatckp
een lief c tand-,
TVat^eckjr is en foet: Hier i^anmen traliën jïow-
y de}ï
. Tot fpeceryengaen , tot Appel , en Granaety
Tot hert'Verquickend X^ap , tot uytgeproefde
TVijnenj
Tot tros van Engedi , Hier \itygen f onder
maet
. De ZJil^n 5 die van dorfl te voeren gingen ^y-
V Hier fpeeltmen in dengcefi-, hierlooptmen
langh en veel
Op *t Heyligh P^dt, Wanneer de moet ons komt
iontfincken
Soo wort die weer geflerckt door Calmus en
Caneel»
Men kan hier fonder fondfich felven droncken
dr ine ken.
Gelijck,een vlugge Bye op aerdigh Bloem-gC'^
was,
Soo gaet mijn ks^trigh oogh door al de velden
weydeny
I lck^:{amel te gclijck.den honingh en den waSt
Noyt vond ick^fuki^ verm^eck. i» teel- begraefde
weyden
lck,jmyf\ ick,rieck,rontom i ^tisMyrrhe,
'è is Saffraen,
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
'/ Is Nardus , Aloc, V Jijn moten van Muf-
cateny
TVaer dat ick^my om k<£r > tvaer dat ickjjten
wil gaai t
IcXyind eenNootcn hof , he:(et met Hooningh'
raeteut
Dcnck^ick^op defm Tbuyn y icl^quyl en wa-
ter ta)id\ ^
Mijn ^ide kan fich noyt met volle hft verjae-
dcn.
Jck^ revcïC en pluck^ g'J^^'^g'^ ^'^^
d* ander hand,
Ennoch blijft defen Hoj al cvdivoI gtl.itdcn.
IVat leyt den armen Menfc-^ te wroeten in
het j}of\
En plant daer Ttdipaen, GrenojfeU^Violctten,
En B^ofen foet van geur lct{ heb een beet er
Hol,
Och ! dat mijn XJel figh moght hier altijdt ne-
derfetten !
Danck^hcb -. o waerde Man , die defen XJt'
len-Hof,
Dit Paradijs bcreyt met Jruyt£?i voor ons mon^
den-,
Met Bloemen voor ons oogh , ick^fal altijdt
Ulofy
Soo langh als ichje proef y volveerdighltcl^yer'-
kpnden.
JOH. VISSCHERUS.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
■I
AEN DEN
Eerwaerdigen, Godvrughtigcn, en
leer wel-geleerden
I.D.JOH. FEYLINGIUS,
^Getrouwe beMenaer des Heyligen Euan*
gdiums tot Maerhees ende /^uc-
rendoncl^,
Erkryghd elck lof cn eer, die met
heylfaeme Dichten,
Syn Even-mcnfche foeckc te lee-
ren , trooften ftichten ,
Fcylinge, goede yriendjick geef u d'ecr-
fte plaets ,
Uw' Rym is wysheyd leer 3 ja vol des
goeden raets !
Hier is geen vuyle luftjhier (ij n geen dertel
heden ,
Hier is geen geylbejagh, geen ongefoute
reden ,
Hier is niet voor het vleefchi het fmaekc
al nae den geeft.
Godts eer is t'hooghfte wit j en daer nae
aller mecft ,
Dei Mcnfchen Zaligheyd,fijn luft om wei
te leven »
Hier in dit aerdfchedal , tot dat hem God
fal geven.
Een
I
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Een meerder ruft en troou, cca vicugu-
defondermaec.
Als ieder om fijn loon voor d*hooghftc
Rechter ftaec.
Wel hoort dan,Heyligh Volckjdoor fnuf-
felt defe Blaeden>
Let wel op 't geen ghy leeft , ghy vind de
rechte pacden , ^
Om onder t'onwys Volck met wysheyu
voort te gaen.
En om nae defen loop voor God vol
vreughdte ftaen.
God wil dat defe Man, die ons dat foet be-
dencken ,
Gebraght heeft op t'Papier , nogh meer en
meer tefchcncken ,
Sich haefte , tot dat hy en wy hier wel
geruft ,
Voleynden onfen loop in s* Hemels
heyl-ryckkuft,
JOHANNES BOUCARDUS,
P^ftor Pot Woenfd en Tongeren.
OP
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
OP HET
VoortrefFelicke en Heerlicke Wcrck
van den eerwaerdigcn , Godfae-
Ijgen, en feer geleerden
•D..JOH.FEYLINGIÜS,
Art Ie morden , duyftre fangen ,
Die geen ^eden^leeringh vangen y
En Sophocleefche Dichten,
I
een weerelts kjnd befondren >
Datfejijn Bjm dichters wondren^
Een wyfe roemd die ftighten.
, Bcmerckt dees Pen , en h,ut de fchacht y
Wdck_niet als yd'le \ymen traght »
I Het Volck^diep in te drucken »
IV der door men treet ter fyden af,
t En niet en vind dan nietigh draf,
^ Geentpaereheyl-gelticken.
{ Die Poefye is enckelfia>ic}{^y
l' By defen Hemelfch NeHars-dranckjt
I Geplaetfi in dees Papieren.
[ TVaer door defaem dees Dichter fal y
Sijn naem fpreyden door erdfche dd ,
Qm wyd en feydt te visren.
Cac
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Cae voort ! Gat voort , o yvtr-geefl ,
"En geeft vry doch meer fulckenfeeji ,
Om Godts volckjna te voeden >
'Schoon Momus Jïch daer tegen kandt ,
't Is enckel wind , hy [al met fchandt j
Bn vrees hem moeten hoeden. ,
JOHANNES vander HAGEN,
PafiorinJVasheeck,
HET \
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
' HET
Bloem-Hofje
Der
GEDICHTEN-
E ERSTE DEEL.
L
Op den Sterren-Hemel,
Oc is dat groot vcrwulf verrijckt aett
alle kwinten
[t.^* Met werelden van light , met fchoo-
ne Diamanten
Van wondcrbacrc kraght , cn over
groot getal
Tot cierfcl van de Lught , en van het aardfchc
dal!
Wanneer de Sonne rijdt met haeren gulden wae-
Wie neemt in haeren glans geen ongemeen be-
haegen,
A Wjw-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
t Het Bloem-hofje
Wanneer de klacre Maen digt by der Aerden
rcnr,
Aen vvicn is hacrc kragt en luyRer onbekend ?
De Sterren aircmael zijn over-groote liehten,
Die om den Hemel gaen op haer verfdieyden
plighten, ,
En al dat groot beflagh is als een fchoon^^'a-
pijt,
En draegd tor onfcn nut de pijlen van den ti)t :
Dit is de vloer alleen van die befaemde zaelen,
Daer in eenfchoon'er Sonverfpreyd haer belle
ftraelen,
Daer in de Soone Gods fal laeven fijne Schaer,
En brengen rijkdom , eer > en blijdfchap over
haer.
Als eenmael die Gordijn fal werden afgefchoo-
ven.
Wie fal dat hooge light genoeghfaem konnen
loven ?
Daer is veel grooter fchat , als oyt een eenigh
man
Met Sinnen ondcrgaen , of regt begrijpen
kan !
Ghy wert, ó foete plaets , ghy werdt van ons ge-
prefen !
Wanneer, 6 Heer, wanneer fal eens dat uurtje
wefcn,
Dat wy u fullen fien , daer faghte balfacm
groeyt,
Daer rnoft , daer hoonighraet , daer melck en
©Jyeyloeyt!
II. op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten. 5
I I.
Op f^alleyen,
M|| W/ Al kan de menfche dcgh vcrwaghtcn van de
^ hoot;htcn, , .
j Daer het Saet verwclct^t door hcete Soomer-
drooghten ?
^alleyen geven vrughc voor meenigh Huys-
gelin>
En in een lagen Geeft daer vindmen Scgen in.
Zxcelfa SiccmtHY , deprej[a rigantur. Auguftin.
I I I.
Op j4erdfche JVAerdtgheden»
"VjOyt fal een goude Kroon het hooft va»
^ Imertgcnefen,
'i Noyt (al een Fuipe lap het Voet-feer hcylfaera
wefen,
Noyt fal liet Purpcr-klcet yerdryven koorts of
pi)n :
Wat goed kan in het Goud > wat vrcughd in
Staeten fijn ?
Als ick , ö Hoogfte Goed alleen u mag genieten.
Dan fal ccn Hemel felfs in my op Aerdcn vlieten»
Dan fal ick fijn vernoeghd , dan lal een droo-
ge beet
Voor my veel foeter fijn , als dat een Koninck
eet.
Animam nip Deus non implet. Hugo ViBor.
tibifaficit ) Si Deus non fujficif, Auguft.
A 1 IV. Of
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
4 Het Bloem-hofje
IV.
Op Aerdfche Heerlickheyd.
1/ Erfamelt goud , bouwd iio jgh , plaiit aengcj t
naeme Hooven, . ' f
Werd als een Prins gediend , en laet u Lancjien !
looven ;
Het is macr voor het hert > gefbncken n\ ge- ^
quel,
Gchjck voor hooft pijn is het (bere fnaeren- ^
Ipel :
Cod is het hooghftc Goed , dat ware vreugd kan i
geven, ;
Hy is de waere Born van Heyl en enkel leven :
Geluckicrh is de menlch , die nimmermeer en t
riirt,
Voor dat hy lijnen derft heeft met dit nat ge-
bluft 1
"Fecifti mst Dpmine ^ adte , mquietum eji cfir
tneum , donec requiefcat in te. Auguft. Conf. ,
lib. I.
V.
Op 9y^^rdfche RtjckdoTf^men,
N wilt , o menlch , het hert in aerde noyt bc-
graevcn,
Want dat nacr aerde fmaeckt en kan het nimmer
laeven ;
Schoon Barbaryen u geeft menig deftig Peert ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten. 5
Dat voor een rijke beurs is Guyfent ponden
^ weert :
:Schoon uythet Duytfche Rijcktot u de Wijnen
(komen.
En met de Franfche druyf in uwe fchaclen Itroo-
• men,
( En 5pangien niet alleen n fchenckt den loeten
Maer daer en boven fcndt de aengcnaemlte
koft.
K Schoon dat uy t Candien komt Toeten Olye vloe-
I En dat in Indien de Speceryen groeyen,
'i En in iï-gypten land, als in een rijcken hof,
I Die al dc Werelt door ontfangcn grooten lof:
J Schoon u Peru met goud en filvcr komt begroe-
ten.
En met fijn (ijdc ftof de Pcriïacn ontmoeten,
En itthiopien u rijcke fteenen fendt.
Ach! laetdaer naehet hert lijn nimmermeer
gewendt I
'i Ghy moet het akemacl eens door den dood ver-
iaeten.
Het fal voor Gods gerigkc acn niemandt konncn
baeten.
Het bluft geenheeten dorft, het toont oock
metter tijde
Dat al wat welen heeft gelijck een kleedt ver-
liijc ;
^ Wilt in het tegendeel aen God het hertc biu,
Iden i
. Ghy fult in hem alleen de waere fckattcn vin-
iden :
A j Ghy
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
^ Het BlocfK'hofje
Ghy kondt door hem alleen vcrfaedcn uwen
Geefi-,
En dratgen in het hert een vrooliick Bruylofcs
feeft ! ^
GoA is het grootjïe deel dat ycmandt kan begee-
rt-)
My kan met wctrdjgheyd , met rijkdom u srcrce-
rcn, f
Met bhjdlchap fonder endt 5 Hy is her groot-
flcDeel,
tn deelr een Hemel uyt , en houd nogh even
veel.
Hyis het reynftedeel : Hy fal geen Wijn vermen-
gen
Met waeter , nogh het fchuym en goud te fac-
mcn brengen,
Nogh hoonigh en de gal , nogh kooren cn het
kaf,
Macr fchcyd de groove ftof van reyne dingen
af.
In hem cn viiidmen noytde minftc duyftcrhe-
dcn :
Hy is een fuyver light ; geen vleck cn wcrt gele-
den :
Hy IS dc Iciioonheyd fclfs j Hy is een cnckel
foet,
Dat met een groote vrcuphd dc droeve herten
voed.
Hy is een feccker Deel : die hem eens fal vcrkie-
fcn,
Sal nogii door hel , nogh dood hem immermeer
vcrliclcn :
ECB
il
k
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten. J
Een Deel dat noy t het vyer , nogh waeter van
ons wendt, r n. r
Dat noy teen dief ontrooft , of roeit , ot motte
Hy is een d///, dat noyt een eynde heeft gevonden,
■ j En dat het fchcrpfte breyn kan nimmermeer
* « doorgronden y
^Een Zee noyt uytgeput, een Bom noy t opgc-
Een SchaTiic was , die is , die altijdt bhjft vcr-
hooghd.
Lact my , o goede Godt , tot u alleen genacc-
En laet beneven u geen faecke my vermaec-
ken 1
lek heb het altcmacl, als ick u maer geniet,
Als iclfs de minftc Itrael in mijne (iclc fchict J
Conditare placeant , fed foltis condtter t^fe j
Va tibi fnnentU non erit ille quies \
&>uicquid prater Deum , dulce non eft. ^icquid
^mihi vult dare Deminut mem^ auferat totHtn, O»
fe mthi det . Auguif in . in Plal / 1 ^ .
Vetim habens omnia habes. Idem de Temporibus.
VI.
Op den NtlHS,
WAnnccr de vette Nijl itgypten komt bc-
fp roeyen,
Dan fietmen over al dc dorre Landen grocyen •,
A 4
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
i Het Bloem- hoj)e
Hccrcn Geeft daclt neder op h« i
Daii lictinen dat het groen , en vol van vruch- .
tcii wcrr. °
i
VIL
Op het ujthliiffchen van vuyr-voncken,
£Lu/chtuyt de voncken vyers , eer dacfe vJam-
mcn geven,
Eer datfc door de vlam doen gantfchc Bucrtcn
beven ;
En wilt te rcghter fijt betomen ii gemoed,
Wanneer het buy ten fpoor verkeerde ganjrcn
docd ! °
VUL
op het ft en van vnyren light,
y\^^TIt in de Winter- tijt niet van den vyere wije-
ken
Soo u het lierte niet door koude fal befwijken,
En gaet niet uy t het iight in naere duyfternis,
Terwijl een groot gevaer dacr in verhoolcn is :
Houdt uwen Jcfiim vaft, o Soone der genaede ,
Eer dat het u berouw te midden van liet quaede :
Hy is een focte Son, die warme zielen maeckt,'
En met fijn glans c» lieyl aen haeren center
racckt.
Atirc^ tonet , Somt unda marps , fremat orbü ^ •r-
ctis,
Tu tarnen mfert os nos tibi i Chrijie, te^es,
op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedfghten. 9
IX.
Op het Jten van een Keers, brandende
inde pijp,
X 'X'Erwijl ghy dcfe keers fiet in de pijpc branden,
- Neemt ehy het laetftewerck Teer naerlbghm
• denanden,
^ant als dit kleyne light eens uyt fal zijn gc-
gaen,
Sal u de fwarte naght doen altijt (hlle itaen :
Ghy zijt , ö mijn gemoed , nu aen de lactüa jac-
ren,
Ey wilt dan nu ter ti jt de kans niet laeten vaeren,
Daer volghd een eeuwigh wel waiineer men
wei beüuyt ,
Wat noot dan voor den menfch , al gaet het
keersjen uyt ?
X.
Op eenjrrooien Storm , die eenhoogen
Boom heeft ter neder geworpen.
: oletl hoe die felle ftorm dien Boom heeft om-
gedreven,
tv Terwijl de lacge Thijm, Camil, en Salye leven,
En meenigh edel kruyd , geplant m 't laegc
velt 1
Al wat verheven is , valt door een hoogh ge-
welt 1
[ Laet my noyt , goede God , nae hooge dingen
traghten,
i Dan heb ick noyt een ftorm > of dondei te ver-
waghten l
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
lo
Het hioem-hofje
Als ick u maer befit met water en met brood.
Dan blijf ick wclgeherdt te midden van dc
dood !
XI.
Op den arh 'eydtn het haelen van Go^d
uyt de Goud -mijne:
J^Ie Goud begeert, die moet het Goud uyt Mij-
• ncn liaelcn,
Hn van een hoogen Berg in diepe kuylen daelen :
Hy moet de woorden Gods doorgraven dagh
en naght,
Die daer uyt voor dc ziel een vaftcn fchat vcr-
wagnt.
XII.
Op het felv€ ftibjeSl.
A LleythetrofTc goud in onder- acrdfchc kuy-
len,
Ilct magh nogh eghter niet daer in het duyfter
fchuylen :
("Jeen moey ten zijn te groot voor fbo een aard-
fchen fchat :
Wel I focckt met moeyten dan een beter goed
als dat !
XIII.
Op het felve ffibjeFl.
MEn moet op defc placts dc Sonnc der Mctac-
Icn.
Met
der Gedichten,
Met oiigemcncn Sweet uyt laege diepten haelen,
Men moet met groot gevaer , üaer leyt dat
roode gout,
Daer op foo meenigh menfch fijn gantlchc
finnen bouwd 1
• Daer leyt het in het hert , in 't midden fclfs der
* aerden,
^t , watmen aerde noemd , houd van foo groo-
ter wacrdcn !
Daer leyt die groote fchat verborgen en ge-
pland,
Die met li)n hellen glans beroert het gantfchc
land !
Daer wert het met den voet van alle man getre-
den,
Dat van een Borger , Boer , en Prins wert aenge-
bedcn 1
Daer heeft de hooge hand des Scheppers ons
gctoont.
Dat in het geele flijck de Hemel niet en
woont \
6 God ! geeft dat ick niet magh iii der aerden
wroeten,
Niet foeken , daermen op fiet treden met de voe-
ten,
Maer gunt in tegendeel dat ick met rafle
vlught
My als een vogel magh verheffen door de
lught l
Dat ick met hert en fin magh in de hooghten
fweven.
En met mijn befte deel felfs in den Hemel leven !
Dat ick daer wefen magh , oock daer ick niet
en ben: A 6 Dat:
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
1 1 Het Bhem- hofje
Dat is mijn befte dcci, Jat ick op acrdcii ken.
(ihy hebt dit fchoon \ cmnlfgegevcn aenmijn
oogen,
Op dat ick altijdt fbu nae uwen hemel poogcn ^
Ghy lact het ros merael fijn onder onfeil voet,
Om dat men macr alleen den Hemel foccken •
moet. *
Laet my, 6 hoogftc goed , laet my het goudvel
laeten,
Terwijl het niet en kan in uwen toornc baetcn,
En geeft dat ick alleen magh traghten nae dat
land,
Dacr ghy ci n vafter goed fchenckt met een
milder hand !
XIV.
Op het Jluyten van dr Poorten , op het
naderen des Vyandts.
En fluyt de Poorten toe , en met gefondc re-
den,
Wanneer een maghtigh Heyr komt veerdigh
acnge treden :
licwacrtoock, Ridder Gods, bewaert het her-
te wel,
Die fonder Itil te zijn moet ftrijdcn mctdc
heli
Het her te boven al moet ycder een bewaeren :
Die dat alleen bewaert en kan niet qualijck vae-
rcni
Schoon dat de Du; ... iclfs op ons fïjnpylen
fchict.
Als 't hert geen Duy vel is>wy voelen geen ver-
driet. Het
der Gedighten.
»5
h Het hert is 't ecrfte radt j dat kan fïjii rolle fpee-
^W"-' len j
,< Dat kan of goed, of quacd dc leden mede delen ;
Dat kan gelijck een Born befmetten , mettcr
daed,
9 • Al watter uyt den menfch , cn van de leden
• gaet :
. t^t hert begind den ftrijd: Het doet Gods wac-
pen blincken j
Het doet den gantfchen menfch felfs inde Hellc
fincken :
$ De menfche kan beftacn , de menfche werdt
gevelt,
Nac dat het hert alleen.is bmnen hem geftelt l
! XV.
Op een Lelye.
vy At magh de menfche dogh foo feer bekom-
mcrt leven,
Als of dc Hemel hem geen deckfel wilde geven ?
Wat roodter rooder root als daer een Roofe
gloeyd,
Waer liet men witter wit als daer een Lelyc
bloeyd ?
Soo God het nietigh gras foo heerlick wil bekle-
den,
Sal hy dan onbeforghd fijn voor fijn lieve leden ;
Sal hy dan haere ziel niet kleden met gewacd.
Dat Iclfs een Konincks kleed iu glans te bovcu
gaet ?
A 7
\
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
14 Het Bloem-hofjc
XVI.
Op het hloeyfel van een Perfickzhoomtje,
door den Rijm bedorven.
T\Oci\ ick dit Boomtjcn (agh acii alle kanten
blocycn,
En als een cnckcl vyci m mijnc oogcn gloiycn,
Heb ick een edel Fruy t my van dien'boom h -
looft ;
Macr nu is Bloem en Fruyt my door den Rijm
berooft !
Als ghy op ecnigh menfch op aerdcn fult betrou-
wen,
Sult ghy op driftigb Hiiid alleen de hoopc bou-
wen :
Hy komt ofhaelt ten val , of wcrdt een ander
man,
Die u niet helpen wil , fchoon dat hy helpen
kaïi :
6 God, blijft ghy allrcn het (Icunlel mijner faec-
ken,
En wilt met Hemels loet mijn hert alleen vcr-
maecken !
Als ick op « betrouw dan feylt mijn hoopc
niet,
Tcrwi;lmenindcn menfch verlepte Bloemen
fict.
XVII.
Op eene Aledicijne,
A L wat Hippocratcs, al wat Gaicnus fchrijven,
Is macr om uvt hcc liif ccn oucJ]'>h voghr te
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedtghteti, 15
Maai voor dc ziel cn bacdt geen gom , geen
edel kruyd
Alleen de Soone Gods drijft hare qualen uyt.
Tufu^ eflfanguis medki , /«^«» ^ fnedicMmm-
• turn Fhrenetici. Augullin.
^id ftim ad mortem , quod morte Chrifit non Ss-
^etur ? Bernhardus.
XVIIL
Of een vergulde PtlUy die vergift ighd ü,
I^E Pille kan het oogh met luereu glans beha-
"""^'^^Enfchijn^ een wonder goed, cn heyl in haar te
draeffcn,
Maer alllc door dc keel van menfch of Bceften
daelt,
Verweckt het pijn en dood , dat eertijds heeft
gellraelt :
i Eu hoort dc (ondc niet , hoe Ichooni) locckt tc
fp re eken,
I Sy flaet , wanncerfe kiift j fy fal het hert ver-
I breecken
Met menigh foet vergift : Sy dood , wanneer
ly laght !
Gcluckieh IS dc menfch die fi^h van fonden
waght 1
Geeft , Hccre , dat mijn ziel door defe boofe
pilic.
Die in het ooge blinckt , ten leften niet cn fwil-
Ie,
Maer dat ick u alleen vau herten diciien mag,
Om
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
i6
Het Bloem^hofje
Om niet bevreeft te fijn in dien bcfaemdcn
dagh 1
mfcit quod multo meliué fit ardere fiamma
febrium , quam vttiorum. Gregorius .
XIX.
Op Sujcker,
IJ Et kruys heeft voordeel in ! het kruys maekt
vroome mcnfchen !
Het kruys geeft meerder heyl als yemand konde
wcnfchen 1
Gelijck het heete vyer den Suycker voordeel
doedt ,
En hem maeckt rcyn , en wit, en uytcrmaeten
foet.
CorreBio eft efficax virtutis gyrmajium.
Tmhfigii^ /K^^»;f<jtöt. Isocumema docummtn.
SchoU crue is , Sc hoU lucU .
uiffiicitones Benedicitones.
XX.
Op Orangte- Appelen.
TQE leden Chrifti zijn gelijk Orangie-vrughten,
Sy toonen wiefe zijn, wanneerfe moeten fug-
ten i
Want als de Werelt haer geheelc dagen perft:.
Dan fiet men dat uyt haer een eedelwaetcr
beril.
'Uk
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten.
«^a XXI.
Op een hoogen Boom.
^^m\ Anncer de duyvel foeckt met duyfend foere
, ftreecken,
^lleen«;kens in de ziel met fijn fenijn te breeken,
Stuyt hem van Itonden acn ; Het quaed l'poed
^ wonder ras i
i)it is een hooge boom>dat ccrfl: een rijsje was.
'iuh qua nnnc recubció arbore, virgafuit. Ovid.
trincipiU objia : Sero medicina paratur»
Cum mala per ionga« invaluere mora^. Ovid,
XXII.
Op het Kooren,
C Oo hacft het Grieken-land van Kooren heeft
^^cweten,
Soo haelt en heeft het oock geen Eyckel- brood
gegeten,
Maer ^at het aen het Swijii : Die Chriftum
heeft gekend,
Die heeft voortacn fijn hert naer acrde niet
gewend !
Cut Chrijin4 incipit duicefcere , necejfe eft ammfceté
mHndum. Bernh. in Serm .
XXIII.
Op een verdort Boomtje,
J^It Boomtje , dat wel eer de heete Sonnc-ftra-
len Door
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
i8
Het Bloem-hofje
het hooft te da-
Door lommer heeft belet my
len,
Dat my met jeughdigh loof foo dickmaels i
heeft vermaekt,
Is nu tot mijn verdried , eylaes 1 te niet ge- - .
raeckt: r >
lek hadde wel gemeend hier meenighmaci te fit- *
ten, ,..
Wanneer de warme Sonde daclen quam verhit-
ten.
En als ick was vermoeyd : maer dat is nu ge- -
daen : ^
De wortel is vcidort , het Boomtjen is ver- . ^
gaen !
Al wat de Werelt geeft , en fal niet lange due- .
ren : ,
Al was het fuycker-foet , het fal op 't left ver-
(ueren ;
De eer , de fchat , en al des Werclts foetftc
fbet
Verftuyfd gelijk de rook , en is als ebb' en^H
vloed. ^IRI
Laet my , 6 goede God , op u alleen betrouwen,
Dan fal ick met op fand , maer op een rotfe bou-
wen, ,
Dan fal ick , als my hier het Werelts goed
verlaet,
In u , in u alleen verheffen mijnen ftaet !
XXIV.
Op Muggen.
SÓo haefl: de Muggen maer het vleefch met an-
gels fteken, Sijii^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten» 19
Sijn fybequaemdc ruft van Reulen tc verbicec-
kcn :
Daer is geen ruften aen , wanneer de fondc
bijt,
En met een fcherpc tand door al dc leden fnijt.
«
Confcientiapeccati formidtnió mater. Chryfbt.
4fZon[cïenU<i reifemper in paena tji . i^ugui tinus ,
XXV.
op Beyen op verfche Bloemen •
•fxjOyt fal de rappe Bye uyt die verlepte blac-
I den,
ia4'**ïOf uytgcdrooghdc Bloem , den Hoonigh-luft
rj
veriaeden j
f - Vcrl Sy focckt dit verfche bladt , cn treckt'er Hoo-
nigh uyt,
bf:«tJir'| En vindt daer op alleen den licftelicken buyt :
IGhy moet , 6 menfche Godts , niet in de dorre
Bloemen,
1 Die aen der Heyden ftaen, van dcfe Werclt roc-
Et") men :
V De Bloemen die men vind hierboven inden
Hof,
P| Sijn uwe liefde weert , en hebben hoogcr lof.
Ghy moet voor alle dingh niet met geringe
menfchen
Nae rijkdom , nac vermacck , nac iiighte dingen
wenlchcn :
Al wat eenwerelts menfchfichin de finnen
beeld,
Is Maer een bloote khim , die om het oogc
fpeelt. 't Is
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
1 0 Het Bloetn-hofje
*t Is vry een bceter goed den Hemel acn te fchou-
wen,
Als ydel poppc-goed, en lucren van de vrouwen;
Voorwacr het minfte iight dataen den He-
mel ilaer,
Is (beter in verinaeck , en hooger in cieracd ! •
Laetmy, ó goede God geen oogcn-lufl'^Deko-
ren, ♦
En laet de leckernye by my fïjn afgefworen,
£n laet het (choonfte Tchoon mijn herte tree-
ken op,
Dan heb ick eerft bereyckt den allcrhoogh-
ften top l
^uicquid efi bcnum intnumio, auteft pr£fens ,
AMt preteritum , aut futurum. Si ftAfens , eft tnJiA-
bi Ie , Jt preteritum yjatn nihil eft ,fi futurum , /w«r-
fum. Augultmus.
XXVI.
Op een Swaeluwe,
pxESwaeluwe vertreckt nae vergelegen hoec-
*^ ken.
En wil geduerigh aen de warme Landen Cocc-
Ken :
Soo hacft de koude Rijm fijghd uyt de blauwe
lughr,
Soo haelt is oock het beeft genegen tot de
vlught :
Als God den wegh begind met doornen te bc-
(aeyen,
Eü voor het (Hnckend yleelch geen voordeel is
te maeyeu,
Btgmd
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten. 4 1
Begind de huychelaer te treden uy t het pad,
Dat hy voor fijn gewin eens uytverkoorett
had :
Laet my, 6 Jefu , noyt u volgen om de brooden,
Maer lelfs wanneer ghy my fult tot een helle
* , nooden ,
U foecken daer ghy fijt 1 Laet my , ó Jelu niet
» #ü prijfen in vermaeck, en laecken in verdried l
XXVII.
Mm I Op een VoogeUfigh m den firickjver-
roerende.
V A Ls God met roeden flaet,wilt niet onhjdTaem
ff welen,
r^'" Want die onlijdfaem is, heeft harder flaghtc
vrelèn :
Hoe dat de Vogel meer figh in den ftrick ver-
roert,
Hoe hem een grooter praem dacr door wcrt
I loegevoert.
Levitd^fitpattmtiay quodcorrigereeflneftts.
ter re decet patiënt er onas , (luoii ferre necejfe eft }
^{'■'k' ' jacet invttn^ durit^s ille jacet,
XXVIII.
op het neftelen van een Musje.
p\It tanger Musje traght fijn huysjen op tc
maecken,
Alleen van kleyn beflagh , om onder dack tc
taecken ;
Wacr
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
12 Het Bloem- hofje
Waer dat het maer een gat in dack of mucrcn
vind,
Dacr is van ftondcn aen dit diertje tocgefind :
Daerwerthet nell gebouwd alleen vanweynig
vecren,
Daer is het wel gerud fijn rentjes te vertefen j *
Daer fchept het met fijn wijf en jongens groo-
tc vreughd, ♦
En geeft den menfche (èlfs een (poore tot de
deughd !
Laet my , 6 goede God , een kleyn verblijf ver-
in aecken,
Schoon ick geen huyfen heb, die aan de wole-
ken raeckcn,
Entraghten naereenhuys, dat nac die korte
tijt
Met eeuwigh heyl en luft den menfche Gods
verbhjd !
Vivimtu extorres pariter , fuperumque remoti
SedibfH , in terrisgens peregrina fumus.
^Jlat tter magnum j C^lum prop eramus ad unum :
Hac patria efi : Hac totum pojfidet aula Deutn.
Barleus.
XXIX.
op een Naghtegael,
J^E fiere Naghtegael fchijnt niet gcfind te flac-
pen,
Macr wil oock in der naght uyt fingen vreughdc
raepcn :
Laet my , ó goede God , oock gantfche nagh-
tenlaiigh \^er-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten . 1}
Verbreyden uwen naera met allcrlye gc-
laneh
XXX.
op een Ktck^vorfih.
*A En'iïet dien Kickvorfch eens l Hoe vrolijck
'•'j kanhyfpringcnl
Hoe kan hy uyt de borll een water - deuntje fin-
gen l
En echter fchoon hy is van foete vreughde vol,
Hy woont in defe iloot , en heeft noch hayr,
noch wol.
Wilt my , O goede God , een rcght vernoeghen
geven,
Als ick in flcghtcn ftact moet op der acrden le-
ven 1
Geeft dat ick lecrcn mag van dit geringe dier ,
Dat vroolick is , hoewel foo nacckt gelijck
een pier.
Geelt dat ick magh in u alleen mijn vreughde
ftcUen,
Dan falgcen fchracle Wey mijn herte kennen
qucUcn ;
Dan fal nae defen tijdt dat langh - beloofde
Land,
My vallen in den fchoot door uwe Reghter-
hand 1
XXXI.
op een Kameel willende gaen door
een laege Voorte.
WAci heen , wanfchaepen beeft ? waer blyven
uwe oogeu ? Wat
24- Bloem-hofje
Wat fchiet u in den fin ? Wilt ghy op heden po-
gen
Door defe laege poort te dringen met het
hjf,
Met (oo een hoogen bulc ? o wat een ios be-
drijf 1
Die poort is niet gebouwd voor opgefwo'llen Ie- .
den, t
Maer voor een laegcn rugh : wel wilt dan elders ■
treden,
Of keeren wederom , tot dat ghy defe bult
Of lacger tooncn kond , of met meer hebben
Iblt:
Die nae den Hemel wil , moet in de poorte buc- r
ken i ;
Die moet > wat hem befWaerd > van fiineii ru^^^^c '
ruckcn;
Die moet wat hoogheyd heet , vertreden met
den voet,
Of hy kryghd nimmermeer dat noy t vol-prc-
fen goed.
Humilts fff janua Dominm } intrat per hanc
januüfn. humtltet fe oportet , utfano corporeintrn- |i
re contingat, AugufUnus in Johan. 44.
XXXII.
Op f'ijjchen.
gOo haefl: de Waeter-ftroom de Viflchen lai
begeven,
Soo haeit (al oock dat heyr niet lange konnen
leven ;
Wat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I'
1
^/^r Gedighten. z$
AVatisccn Chriftcn-menfch wanneer hy niet
en bidt ?
Hy is geil jck een Vifch , die op het drooge fi».
J^od fi te ipfum deftitum precatione , per inde ft-
Herts , ac fipifctm ex aqua extraxeris. Ut enim pifii
gqua^vita, tuttbtprecfltio. Chryfollh.
* XXXIIL
Op de V'^te in den Vinger.
I Ndien de Vijte kan foo feer een vinger quellen ,
* Hoe fal de helfche quael den gantfchen menlch
ontftellen ?
Indien een korte pijn den menfchc foo vcr-
ffaedt,
Wat fal het Helfche vyer, dat nimmcrmeci
vergact !
XXXIV.
op een Snygelingh.
^Elijck de Suygeling> als hy begind te dorften,
^Door traenen oopen fluyt de mocdcrlickc
borften,
Soofal de Kercke Gods den Hemel doen ge-
welt,
Wanner een fterck geroep met traenen is vet-
felt.
Of
1
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
^6 Het Bloem-hofje
XXXV.
Op een Doghtertje dat door de Adaefelen , of
Fockjes heeft haer fchoonheyd verloren,
T^E fchoonheyt is een bloem , en kan feer haeft
verdwijnen, ^ *
Wanneer een heeteSondacropbegindtefchij-
nen : •
Een liefFelick bedrogh , een peerel van ge-
las!
Die doghtcr is niet meer , die fy te vooren
was :
Geluckigh is de menfch > die voor gebloofde
wangen
Heeft een veel fchoonder fchoon van boven af
ent fan gen !
len fchoon dat fchoonder is als felfs de klaere
Son>
En dat noyt heete Koorts , noyt felle dood
verwon !
XXXVI.
Op een Reyfende Man , te kfoecker aentre'
dende y doen hy de Stadt fijner begeerte
kreegh in het oogh.
£)Ie man heeft op de reys gefuckelt meenigh
daegen,
En nu een koude vlacgh , dan hitte moeten drae-
Dies was hy menighmael befweecken in het
fand,
En riep met luyder ftcm > o lieve Vaderland l
Maer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten.
*7
I
I
I
l
Macr nu ick hem bcfic, kryc^hd hy een ander wc-
Én fict ! Een nieuwe kraght komt over hem gc-
refen :
Hy ftapt veel rafler voort als hy te voorcn
• plagh,
^En hem Ichijnt nu ter tijt een aengenaemc
daghl
Van dat hy defe Stad heeft in het oogh gekregen.
En vond hy geen verdried in dele bange wc-
Al wat hem op de reys voor defen is gclchied,
Was hem maer als een fchim , en min als cnc-
kel niet l
Hyfietderuftenu: Hy Tal geen nacre naghtcn,
Hy fal geen daegen meer vol cnckel Icct ver-
wagten
Dies wert hy weder vcrfch foo haeftditfoetc
beeld ,
Hem met de minftc ftrael heeft inhctoogh
gefpeelt.
Wanneer een Chriften is tot op het Icft geko-
men ,
En fijne reyfe nu een cynde heeft genomen ,
Danishy meer als oyt op fijnen God bcluft,
öm dat hy dlght genaekt den haeven van dc
ruft:.: . ..
Dan wert een Hemel felfs hcrii iu de ziel gegoten
Eer dat de ziele nog den Hemel heeft genoten ;
Dan is , wat donacer is , voor hem een helder
light,
Om dat hy fict ccn ftrael van Godes aenge-
(ight :
B r
Een
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
4
2r 8 Het Bloem-hojje
Een Chriflren kan alleen als dan in vrede ftcr-
vcn ,
Om dat hy nae den dood een kroone fal beër-
ven :
Een Chriflen kan alleen dan roepen uyt dc^
borft , ♦
Dat is die fchoone S:ad, daer nae myn ziele
dorft ! *
Ickfieu, defdghuys, nac duyfendfuerefchre-
den ,
Ik heb om u vermaek fbo menigraael gebeden ,
lek heb naer u gcfught , doe my het fw^ackc
vleys ,
Heeft menighmacl bedroefd op defe bange
rcys.
Doe my de wcrelt quam aen alle kant vefloc-
ken ,
Doe my de helle flocgh met vuyll^en,en met doe-
ken ,
En gantfch bederven v/ou ! lek heb naer u
gewaght ,
En als ick wicrd benauwd , aen uwen glans
gedaght !
O noyt volpre(cn Stad ! Hoe fchoon fijn uwe
flraeten ,
Hoe vaft is u gebouw , hoe hoogh fijn uwe ftae-
ten !
Hoe foet is uwe ruft ! O noyt volprefcn Stad ,
Daer in ick my verheugh , daerom ick altijt
bad !
Geen fucr en is te fuer om uwent wil te lyden ,
Geen Icet is immermeer om uwent wiltemy-
den !
Wie
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedtghteft. 19
Wie fou niet even (èlfs verdracgen hclfche
pyn j
Indien de hcll , tot u een leydcr kondc fijn ?
Al wert ick nu ter tijd uyt dcfen tijt gedreven ,
lek fal nae korren tyt in u voor eemvigh leven
Ick fal in korten fien dien grootcn Bruylofs-
* 0 dagh,
Daer noyt de wreede dood fijn pylen khicten
^ magh i
xxxvït
op een Vreemdelingh»
A L moet een Vreemdelingh in verre landeit
^ dwaclen ,
Die aen den Indiaen , ofaenTurckyen paclcn ,
Een hcrbcrgh nu cn dan vcrvcilclu li)n broofe
vicys ,
En maeckc hem wederom wil- veerdigh tot dc
rcys :
Al moet dc Kcrcke Gods in ballinghfchappen le-
ven ,
En ah een Ichouw paiujs acn alle kanten fwc-
ven ,
Noghtans een reyne vrcughd , gefcgen uyt de
lught ,
Maeckt dat die Lelye-blomby wylen nieten
fught l
B 5 XXXVIII. op
i
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
3 O Hef Bloem-hofje
• XXXVIII.
op eenige V ')or'tverpfelen%
Tl ft is een vaOc wet voor aJjerhancic mcnfchen.
Nae haergeboortCnpUets vooralle üingh tc
weulcheji i
Schoon aencen vreemden heert een h(^r:rhck*
vyertje brgnd ,
Men aohc nogh meer den rook van 't lieve V*
cleiUncl.
De leeuwen even fclfs , cn ailcrhande dieren ,
Totucndcn ichouwenhacs, die ia de boflchea
ieren ,
Beminnen yytccr acrt de placts , dien haere
jcughd
Heeft in den aenbeqin genoten haere vreugd :
Wclaendan, menfche Godcs , die ghy Iwecfd
hier beneden ,
En iu dit Melèch moet , cu droevigh Kedar tre-
den >
En iiaght , cn dacgcn langh noyt m dk Babcl
f:cc
Als naere duyilernis , en allerlye verdricd !
Siet ni die ballnighlchap op uwen God nac bo-
v:n ,
Sict uwe i3oi^cr-ft:ad , voor alle dingh te looven,
En hcght het hert daer aen : waer gaf het
vreemde (and
Oytfooeen (oete ruft gelijk het Vacdcriand -
Gaiédeat hoe telles hof^ite , cive Folus. Bark'us.
I
1
XXXIX. op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedtghten.
XXXIX.
Op een Prince.
p Een Prins fal Coopmanfchap met kleync diu-
■ ^ gen plegen ,
Macr fijne weerdigjheya. gcduerigh overwegen j
Sakdan een RiUdcr Godcs mctaerdc lijnge-
^ Eu acn den Hemel niet geduengh nacgeU
vaft
Op den Tndiden gevende goud ende andere
koftelijcke iVaeren voor CorAclen cn
andere bcufilmgm.
TUI En heeft denindiaen met duyfcnd fcham-
^ 'pcr-tongcn
Dc gantfche wcrck door al over langh befpron-
gcn >
Om dat hy groot vcrmaek in fleghte dingen
hceh ,
En voor Corael en Glas fecr rycke fchatten
geeft :
En Pecrlen uyt de Zee , en rijckc Diamanten ,
Daeu in den Hemel blinckt leer klaer aen alle
kanten
En faghte fijdc-ftof , cn ros , en fuyver gcuJ ,
En hecrlick ambregreys , en meenigh edti
hout :
Maer die nu methet ooghdc wercltfal door-
rennen ,
En lu de werelt focckt de werelt recht te kennen,
B 4 Sal
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
i i
3 1 Uet Bloem-hofje
Sal meerder dwacsheyd fienalsaenhetguldc
firand , ^
Dacr met een heete ftrael de helle SonncBl(v;i^
brand! -
Hier wil men ceckelcn voor hemel -brood ver-^
En voor een pot van moes een Eerft-g(}Soort*
verliefcH !
1 Hier moet de Soone Gods fclfs aghter fvvijne^
1 ftaen ,
Hier moet de vuyie loock voor Hemelfch
Manna gaen !
j Hier faeytmen ydelhcydt , hier droomd men van
gcnugnten,
Hiet foccktmen roock , en windt , en maeyt be-
droefde rrughten !
Hier wilmen poppe-goed voor Peerlen en
voor Goud ,
Daer van het ri jck Paleys hier boven is ghc-
boiiwd !
Wilt my, 6 goede God, een ander herte geven,
Op dat net niet en magh by defe dingen (even,
Dacr in geen leven is,maer dat het moge gaen,
Tot u, in u Paleys, ver boven Son en Maen 1
XLI.
Op eefi Ooft-Tndifch Schip , voorjten wer^
dende met voorraet en ammonitie van Oorlogh.
'TTErwijl dit Water-llot wil nac het Ooften vac-
ren,
Wil nae de rijckc Kuil door duyfcnd holle bac-
ren,
Wert
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courfesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
doiQ
der Gedightett, 5 3
Wert alles tot de toght fèer vecrdigh 't khcep
gedaen,
Op dat het wel voorfieii magh door dc baercijr'
gaeii :
Hier fout men o{Ie-vIeys,Yaii*tNoorüC!i toege-
• fbndcn,
Dacr f^tmen uy t de Boot veel vaeten opgewon-
• den,
Van waeter opgevult,en wel gcbacken brood,
Van kruyd , van meenjgh lont, en van het fie-
re loot :
Daer werd geen fchild,geen fweertigcen hol me-
taci vergeten :
Geen anker , kabel > zeyl , geen kcnnip voor de
fpletcn •,
Al wat een hooeh vernuft töt foo een tocrht
vcrwaghr,
Dat werd met wijs bcleyd icer haeft acn boort
gcbraght.
M Ghy zult', ó mijne ziel , oock haeft van hier ver-
trecken,
6 Laet dit dan in u een wijs bcleyd verwecken !
Ghy moet oock eren felfs door een vergramde
Zee
«Van delen Oever gaen.nacr een gewciiftc Pvce :
Wel 1 doetdan vot:r-raedop 1 Neemt Chnftum
uwen Broeder,
Neemd door-een vaft Geloof dien grooten ziel-
behoeder
Alleen in uwen arm ! Hy (al u in den noot
Altiit een Herder zijn, een anker, een piloot.
Hy lal nae meenigh Itorm u ia den Hacven ley-
dcH)
B 5 E» ^
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
;
\
34-
Het Bloem-hojje
< 3
Tl...
En dacr in eeuwighcyd u als een Schaepkcn wcy-
den, ff
. ^Met enkel Manna foet , en drencken met dicii WÊ
wijn,
Soo edel , dat noyt druyf kan foo op aerden
fijn !
r
XLII,
Op de onderlinge redenen tujfchen. Boeren
en Boeren , ende aenjienelicke ende aenjiem
neltcke Perfonagien.
Cletdaer een Bendeftaen van meer als hondert
menfchen >
Daer fiet men mettcr daed , wat dat de herten
wenfchen j
Daer heeft een ieder een fijn finnen opge-
weckt ,
En fpreekt met vollen mond nae dat hy is ge-
beckt :
Hier fpreekt een Coridon van fijn voorleden
dacgen ,
En hoe hy voor het Vee fijn hutten heeft geflae-
gen ,
En waer het jonge heyr heeft meenighmael
geweyd >
En hoe hy 'tmetgemack heeft in de koy ge-
leya ;
Daer ket een ander weer een ander taele vallen ,
Dacr telt hy ollen op , en peerden in de ftallen ,
En hoenders op het werf , en ganfcn hi het
gras ,
£n watter meerder oy t op fijne Hoeven was.
Maei
V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
m'
derGedighun. 35
Maer ginter (preekt men druck van fcer veel ho-
ger (aecken ,
Die of de blauwe lught , of fterrc-kamer racken,
Daer Ipreeckt men van den Vorlt 5 of van den
donder-flagh ,
^ En hoe dat ebb' en vloed by beurten komen
?i magh :
preeckt men van het Land j en hoe de Le-
* gers veghtcn ,
En met een groot bcleyd veel wonderen verreg-
teii ,
En wat den Oorlogh baert , en wat de Vrede
geeft ,
En of men weder hoop tot fo een leeen heeft :
Daer leeft een hooger geell : Daer klmit men
door de v/olcken ,
Daér fwerft men over zee , nae ver gelegen volc-
ken i
Daer fpreeckt men onder een hoe dat men
Landen redt ,
Terwijl het minder volck het hert op minder
fêt:
Terwijl de werclt wil alleen van wereltfpreec-
ken ,
.^ji^k En met een fpinneweb de gantfche finnen breec-
1 ken ,
En dagh en naghten langh nae (leghtc dingen
|| helt,
Geeft , Hecre , dat ick magh veel hooger fijn
geltelt.
^i.c^c dat myn herte fy als buyten my gevlo-
gen,
f En boven aerdfche draf nae boven opgetogen ,
6
Geeic:
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
3<J
Het 7ïloen?'h9fje
Geeft dat ick macr in u bcfluyte mynen lufl:,
En altijt fpreeckcn magli van uwe guldc kuft !
Merhó fofcit Sttidia ma'iorapars tneiior.
Euchcr. Epilt. ad Valer.
I
XLIII. ^
Op de WAckcrheyd der God/ofirt,
J^/^En /ïctrtif mccnicrmacl dc allerflimlle boc-
Syn tijdighin de weer, en menigh menfch be-
droeven
Vroegh voor het morgefi-rood : wel op dan
edel hert ,
Terwijl het CjUa-Jc felfs een fpoor tot dcugh-
wert !
r" ■ r-ulent homiws furgunt de noBe lutrcnes , ui te
:plk^m ferveSi mn expergifcms. Horat.hb. i.
Epift. X.
XLIV.
Op een Boer.
Dit is een rufligh quant , in vryheyd opgeto-
gen 1
Die fal , nae dat my dunckt , niet nae dc hoogh-
ten pogen :
Niet nac een hollen ftroom , al lyt hy grooten
dorft :
Ecu wevnieh is geuoegU voor fi/n verhitte
borlt
Hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten,
57
E^l Hy aght het grootcr vreughd te ruften by dc
Als onder t'guld verwulf van eenigh Pruis tc
fiaepen •, ,1
Hy noemd het water wy n Hy vuid een droo-
L ec beet
I V<^1 beter Ipijs te fijn , als die een Koninck
cct *
f Laet my , 6 Heere , noyt nae grootc dingen
traghten ,
i Lact my oin uwen 't wil dogh alle dmgh veragh-
ten ! 1 ! • • T
Als ick foo ben crcftelt , wie is my dan gelijck ?
Demenfchdie/ighYernoeghd, befiteenKo-
ninckrijck l
XLV.
" Op de hlijdfchap der Soldaeten over de te*
genwoordtgheyd 'vcm Turnus.
JJEtgantfche Leger is met blijdfchap opgeno-
men
. Om dat het Oppcr-hooft daer ui is aengekomen ,
j Het vlamd nu nae den ftrijt , het vreelt geen
I lans , en dood , , , 1 • j
Om dat het raed en dacd kan hebben m den
noot:
Als ohy , ó eoede God,van boven komt gefc^en,
Terwijl de gantfchc Kerckis t'eenemacl vcrle-
En als een Ree gejacghd , dan klinckc het fna-
ren-fpel ,
Dan hoort pien over al de ftcm van Ilraël l
B 7
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
J8
Het Bloem- hofje
Dc moet,door uwen wenck,ontvalt den PKilifty-
nenl ^
Sy moeten als een rook van ftonden aen verdwy-
nen !
Waerom dan nietgejuyghd ? ó God , ó eeu-
wieh Helt ,
Blijft by de Kcrcke dog geftaedigh in het/-'e]r.
XLVI.
Op een Dronk^erd.
T\\t is een Bacchus- beeft: Siet! hoe hy heeft
gedroncken !
En als een modder- fwijn ter aerde legt gefonkenl
Het fchijnt dat hem de keel gehjdc een tregh-
ter ftaet ,
Daer in een gantfchc kuyp van fwaere bieren
gact !
De heeften fijn gewoon alleen voor dorft rc
drmcken ,
En met ni haeren buyck een bceck te laeten finc-
ken i
En menfchen fijn gewoon te werden op-
ge vult ,
En voor de Vyer-fchaer Gods te leven in de
fchult !
Geeft , Heere , dat ick my dogh fuy ver magh
bewaeren ,
En uwen tempel noyt met fpijs en dranckbe-
fwaeren ,
Op dat , wanneer ghy eens fult komen in der
naght ,
Ghy my met oopen oogh mooghd vinden op
dc waght I 0/>
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
^.kiifm. X L V 1 1.
P Op het httyten-levm van een Prins.
pEn Prins kan met vermaeck fighuytdeStad
begeven,
En voor een korten tijt in buYten-plaetien leven-,
• VV^rom fal ick dan oockniet reyfenuytdit
iAzt vreughdc nae die placts , daer t beter welen
fal ?
XLVIII.
Op een Vogel-vanger.
rv/Annecr de Vogel fal op groene tackenquec-
len ,
Dan fal de Vogelaer fijn (noode rolle Ipeelen :
Wanneer de menlchc ligh aen ledigheyd ver-
pand
Dan valt hy metter veert den duyvel m den
tand.
AlmiA operis facit ey ut te diabolus inveniat ercu-
patum : non entm faciU capttur d diabolo , (^ui
bom vacat excercttio. Hicronymus in Sermone.
XLIX.
Of de liefde tot de gulde vryheyd.
\7 Oor Vryheyd fal de menfch fijn befte dingen
' waegen ,
Jae in fijn handen fclfs fijn cygcn leven drae-
Wel,
der Gedighten.
XLVII.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
4.0 Het Sloem-hofje
Wel , diend dan , cdcl hert , dicnd God met
Jijfcii geelt ,
Wint die hem heeft gediend, isaltijt vry ge-
weeft.
MaImu fcrvirc utai^oh , quam regtjare cum Chrijlo:
Ciiifervire regmre efi. Ber iih . /
L.
Op de brooshryd var den mevifch.
V\ H iiu nlcli weit als c cn loock , een damp , een
bloem bevonden ,
En door den minltcn ramp me Pliicgcton gc-
{ondcu ;
Wel aen dan , broofc mcnrch , macckt dat ghy
nu ter f);
Nitt als een dwaeic niaeghd , macr als ccn
wyfc lïjr !
LI.
Op de bcjieerte mede vofheyd van aller!ye
aej-iifche goedereu.en vermacckeU.kt .Jm.
r\E volhcyd weit begeert van eer , v.iaichat,
vanfpijfèn:
Een iedereen du de volhcyd eer bewyfen ;
Sal dan ccn Chriltcn nicnfch niet met fijn
gant/ch gemoed
Syn meer en meer verliefd op meerder Hcc-
mcl(chgoed?
Laet my , ó goede God , foo uwe gacven aghren,
Dat kkgeduciigh aen iucr aciiwas moge tragh-
Eb
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten. /^i
'iJF" En fijn een fuyverlight, dat nimmer ftilcn
I ihet ,
??«K |v Maer met fijn hellen glans gcduerigh hooger
!Op dat icK fy bcquaem nae u bevel te leven ,
..^nopdereehtcmactucerenroemte geven ,
/ I Gekik ghy hier verwaght van een die reyfcn
I ' moet,
T * En onvolmaecktelick befit het hooc;Hfle goed:
Op dat den acnwas magh mijn innigh hette ily-
^ Om door de ftroomen niet te rug te mogen dry-
ven
Op dat een (wacke ziel daer door magh fijn
verblijd
Als haer de fiere hel met haeren booghbe-
ftrijd !
' Wilt tot dien eynde dogh , o Heer , myn hertc
raecken ,
Dan fult ghy uwen geeft met edel fruyt vcr-
maeckcn
Uyt defcn binnen- hof , dan fal ick fijn bc-
quaem
Tot acn des Hemels Throon te heffen uwcft
nacm 1
LII.
Op het Morgen-root.
£^Er dat het volle light fal op der aerden fchy-
nen
Sal eerft de IWartc naght van trap tot trap ver-
dwynen :
Goè
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
4*
Het Bloem-hofje
God wercktoock even fooby trappen inden
geeft i
Noyt ]s fi'jn heyligh wercktcrftont vol-toyt
gewcelt.
iMihttm Sa»cius Spiritus im^let opus.
LIII.
Op de Lme-tijt.
TA E Winter heeft gcdaen , de fchoonc daecren
komen,
De fneeuw is van het velt , het ys is uyt de ftroo-
men ,
Het Land, dat door denVorft foolanghge-
llotcn was ,
Vertoont ons meenigh bloem , en groen en
weeligh gras :
Een wind vanfoeten acrt, gerefenuythetfuy-
den ,
Komt fwcven in het velt , cn (pelen in de kruy-
den ,
Een dauw van foeten geur , gefegen uyt de
lught ,
Geeft voetfel aen het loof, en drenkt de jonge
vrught :
Men fiet een groote vreughd in allerhande die-
ren ,
En al watveeren heeft begint tc tierelieren,
En wat het wacker oo^h fiet op dit aerdfche
dal ,
Dat wil figh nu ter tijt vernieuwen over al !
Lactmy, ö goede God, ook uyt den doodver-
rijlcn
Op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
derGedigPjtetJ. 45
Op dat ick u alleen magh eerc gaen bcwijfen 1
Vernieuwd , ó Hcyr foiiteyn, vernieuwd myn
fant{ch gemoed,
ghy nu ter tijt de dorre velden doet l
I LIV.
^ Op een aefigetiAem Vytjtght.
if\Mcrent dien vetten ran: , en aen die (bete
ftroomen ,
Dacr ftaet een fchoon gewas van allerhande
boomen
Daer glocyt de roode roos , gelijck een enckel
Dacr finghd de Naghtegael met mecnighcc-
4 del dier :
Daer fmaecktmen met vermacck dc acnge-
nacmftc vrughten,
;:Daer onder menighmael dc gulle tacken (ugh-
ten,
Daer waft een edel k ruyd , en wacffcmd oTcr
al
Een acngenamen geur door dit placyfierigh
dal :
Daer is een fchoondcr placts tot ons verblijf ge-
geven >
Als eens een eynde neemt dit kort en drocvigh
leven ,
Daer alles leven heeft,en fonder eynde bloeyd.
En dacr een volle beeck van hoonigh-raeten
vloeyd :
• Daer figh het hoogfte goed aen fijne lieve fchae-
ren
In
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
44* Bloem- hofie
Iii volle hccriickhcyd fal komen opcnbacrcrr i
Dacr altijt wcfcn fal een vrede (öndcr noor.
Een vrcuglidc fbndcr Icct , een leren löiidcr
doot.
Wilt my, 6 Oppcr-vorfl,wilc my daci toe bcicy-
dcn,
Wilt my door uwen Geeft gedurig acn .gcley-
dcn , '
Op dat ick wefcn magh , gclijck hy wc(cl>
moet ,
Die nacmacls putten fal uyt uwen overvloed !
Geeft dat mijn hcrrc magh nac Jefum Chnfhim
trachten,
Eu boven alle dingh dien boom des levens ag-
tcn,
Die met fijn heylfaem blat kan ftillen alle
pijn.
En midden in den dood een vrolijck leven
fijn!
Geeft my een vaft Geloof, dat niet en magh bc-
Iwijcken,
Dat noy t of voor de doot,of duy vel heeft te wije-
ken,
M.icrd.ir gclijck een rots magh onbewoogen
Itacn,
Als my de lieve Ziel (al uyt den monde gaen !
Wilt my , O goede God , een reyn ge wille ge-
ven,
Schcnckt my een edel hert , dat in een beter le-
ven
Magli nemen fijn vcrmaeck! Dat reyn van
vuyic lulh
Magh voelen in de dood een ongemene Ruft 1
Lecit
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedightcn, 4^
Leert my , 6 Heer , leert my de fnoode Wereld:
vlieden,
Als fy haer foet vergift fal komen aen te bieden,
Laet my niet in het ftof begraven mijn ge-
moed,
• Maer reyfen met den Geeft tot u , ó hooghfte
\ Goed'
Op dat de bleecke dood, als een Elias waegcn,
My oyt de rey fe mag in mijne rufte draegen.
Om op dien Bruylofts-dagh , van u my toegc-
leyd.
Te prijlen uwen naem tot inder ceuwigheyd.
LV.
Op verfcheydene Fborwerpfilen.
ALs ick de foute Zee met haere ftoute baeren
Sic komen aen het ftrand , en van den Oever
vacren.
En houden Ebb' en vloed,dan wert tot my ge-
(èyd
Wat voor een imuc ics iii foo een wonder
leyd :
Als ick de woleken fie rontom den Hemel drae-
yen,
Pl^ Als ick den wind gevoel , dan faght , dan harder
waeyen,
gill } Dan fie ik klaer genoegh wat datter diend ge-
daen.
En hoe ick boven al niet ftil behoor te ftaen :
Als ick met eraft belie de allerfchoonfte ligh-
^ Die
I
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Het Bhem-hofje
Die om den Hemel gaaii op haer vcrfcheydcn
plighten,
Als ick met diep gcpeys let op de hcllc Maen,
En hem met fijn Karos C\t by der aerdcn
gaen :
Als ick de klacre Son met haeren gulden wae
gen, r
Sic altijt haeren glants tot defe leeghte drae
gen,
En komen even ftacj^h omtrent den dase
raet,
Gelijckeen Bruydegom , die uyt /ïjn Kacmer
gaet:
Roept my de Hemel toe > dat ick behoor te for-
gen,
Van dat ae Sonne rijft , tot aen den nacften mor-
gen.
Om altijdt gocdt te doen , en op de reghtc
maet,
Terwijl de Schepper wert vcrheerlijckt door
die daed.
LVl.
Op de heer/tjck}>eyd van allerlye Schepfilen.
yi^Ls ghy yets ongemeens fult op der aerdcn vin-
den,
Wilt aen het Schepfel niet het innigh herte bin-
den,
Macr fiet dat ghy altoos voor al vooroogen
hebt
Dien , die wat heerlijck is > met fijne woor-
den fchept :
Siet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten, 47
iietghyeen deftigh man in rijp verftand verhe-
ven
lEn hoort hem met vermaeck befcheyden reden
geven>
Van waer de felle Vorft > van waer de Dondcr-
• flagh,
Vanl|ivacr dat Ebb* en Vloed by beurten ko-
men magh,
:>Roept dan als uyt de borft : ó onbegrepen we-
(èn,
'Jytwien, als uyteen Born , die wijsheyd is gc-
refen,
Hoe groot , hoe wonderbaar zijt ghy in u ver-
fbnd,
Terwijl ghy foo een glans hebt in den menlch
geplandt !
).Sict ghy een aengelight , befaeyd met fchoonder
roofèn,
Als aen de haegen ftaen , als in de hooven bloo-
fèn,
Seght dan : hoe fchoon is hy , die defe fchoon-
heyd gaf l
Al wat men fchoonheyd noemd daelt van den
I Hemel af!
Als u den Indiaen biedt fijne Suycker- rieten,
Als u de rappe Bye den honigh doed genieten,
Als ghydedrooge borft met druyve-natbc-
(proeyd,
J Seght dan : Hoe foet is hy , van wien dien fc-
gen vloeyd !
iEn laet, o goede God>mijn hert figh niet vergae-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
Fol.
49
HET
BloeM'-Hofje
Der
'gedichten.
r JVE ED E D E EL.
I.
Of Hemelen Aerde met haere Hejren.
,Ls ick dit wonder AL met oogcn
gae door rennen ,
ijj Met u pinceel gemaeckt , dan moet
ick , Heer , bekennen
Dat al wat wefen heeft met vol-
len monde roemd ,
De kraght van uwe lund , en u fijn Schepper
noemd :
Dc Sonne met de Maen , en alle klaere Sterren >
Die met een hellen glans een dapper oogh vcr-
werrcn ,
C Dc
É
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
j O i^^t Bloem- hofje
De fchelpcn van dc See , het allerminfte ftof ,
Syn als een hd trompet van uwen hogen lof!
1^ Dc boomen van het woud, dcgraesjes van de
velden ,
Die hoort men even ftaegh u haercn ScheppeJ
meld
en l
Ket koren van het Iand,liet allcrminfte Kruyd,
Roept met een luyde ftcm u fijnen Schepper
uyr !
Dc vogels in de lught , dc bccflen in de weyden,
De dieren in het bolch , dc fchaepcn acn der hcy-
dc« ,
De micr,de rappe mugh, de wonderbaere bye.
Verheffen uwen nacm , geftelt op haere ryc l
Het water even foo komt met den vinger wijfen
ü fijnen Opper- vooghd , en uwe daeden prijfen.
Het blauw-gefchildcrt hcyr , het longc-loofc
voick
Prijft u oock Tonder tongh te midden inde
kolck !
O Heerc , lacc dogh noy t den mcnfch ondanck-
bacr wcfen ,
Terwijl dat uwe nacm wcrt over al geprcfen ,
Terwijl hy over al door uwen wil gebied ,
En wat het Aerdrijk dracghd , als Onder- hcci
geniet !
Ohvia dum piBi luftro miracula mmdi >
Nature intueor kum parientis opus.
Attt miht plant a, fuis nttmen demcnjirat Ab herbis ,
Frufentemque refertquAlibet her ba De Am :
Atit operisfertes atithorem tota recenfet ,
^$ fAcit , ^ Ut 9 cftncfA vigore fovet.
Emicfit
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten. jt
Smicat ex tpjts divina potent'm terris ,
Et levis eji cefiesy (^ui probet ejfe Dtum, Stigeliu?.
ingentis fpatiofa volumm% eoeli
nj Narrabunt DominifdBafiupendafui.
1*Maxtma fiellantis dieet tibifabrica mundi »
TaliJfquAfecit, quofftijU t/iamafMs. Robanus
in Pfal. 19.
DutptEitim natura Deum per eunSfa videndum ;
^htot finfns, «culos tot didit tUattbi. Wandrxus.
Tcta fiupet natura Deum ; robufiaque quamvis
• Viribus , in nthilo deficit dgra fuis.
^Arsftupet -i tantA pecia,ns molimina dextvA
tiArdtfór ipfi* fuas damnnt egena mattusSsLiixils.
II.
Op de gefchaepene natuere.
/^Od heeft in alle dingh gcrtort fijn Heyligh
welen :
Oock in de mnifte mier , en ftcen is hy te lefen :
Geen kuft fbo onbewoond , geen foo ver-
woede land ,
Daer in God niet en ftaet in nette print ge*
pland.
CUmat coelum Dea , tn mefecifti. Auguftinus.
Domine , comemplaborte in iis qua furfum, an in iis
quét deerfum ?
Crsajli omniAy nee efi nUud univerfahac natura ^
qum imago tui. Hermes.
C2 UI. Op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
i.'
Het Bloent'hefjc
III.
Op df Sonne*
£)r. Sonnc met hacr licKt ontdcckt vcrhoolcii
facckcn ,
Macr kan met haeren glans niet alle dingen rac-^
ken : (
Den flroopcr in het wout, den rooverin het
riet
En vind by wvlcn fclfs de gauwftc righter
niet :
God is een grooter licht : wat oogh kan hem be-
driegen ?
Voor hem ca kan dc mond het herte niet belie-
gen :
Hy fïet den diepften grond v.\n ons verborgen
hert ,
Die Toor het Sterren- velr noyt opgcdaen en
wert.
Wilt dan niet op den glimp van buy tcn-wercken
ruften :
Die in den Hemel woont , woont oock op onfc
kuften, ^
Woont in het herte felfs : Hy is een enckel |
oogli :
Bjenghd dan den gantfchcn mciilcn tot uwen
God om hoogh l
Cnm eiuU turpefncis , (^uod me fpeBme ruberes ,
Cur JpféUnte Dee , no» rnagis imi» ruhts. Auth
Ocul. Moral.Cap. if.
In tmmbus quA agis , Binm pr^fintem (ogites , w
vtl
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
der Gedighten, 5 j
velfigno y Vil facio offendas -y qutuhiquepYAjènsy
cerhtt quicqutU facts Beriih. Meditat. Gap. 4.
Oculnm in te non inteadrt fuum , qui fecit tuum }
Augulhn. de Vcrb. Domini.
Sic vifjj cum hominihns , tanquam Deus videat ,
Stc loifüerg cum D!'0 , unquam homines audt.int,
Scncc. i-pifh 10.
IV.
Op de Some*
A L is de Sonne klaer , nogh kan op de(è daelcn
Nogh iets verborgen (ijn voor haere guldc
Itraelcn j
Maer noyc (al deur , of mucr , noyt fal het
hooghftc flot
Dc ogen flüytcn uyt van dien Al-fiendcn God.
Isoli peceare , nam Deus videt j Angeli ndfiant.^
Diabolus
i AccuCabit j confciemiê teflAhitur , inftrnm tructdit .
V.
Op de tJ^Aen,
At is de bleecke Macn > wanneer de Soönc-
jflraelen
Op hacr met hellen glans niet komen nederdae-
If n ?
Wat is den armen menfch , dic Chriftum niet
cn heeft >
C j Tcr<
I
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
54
Het Bloem'hofjc
I }
Tciwijlmcn door die fon, en door dat leven
keft ?
VI.
Of het Licht
TT^At is'er in het light (dien daegelickfen fe-i
gen) '
Al voor een edel goed , en fbetcn rrooft gelegen!!
Wat fou den armen menfch op defer aerdc
iijn ,
Indien hv met en fagh de gulde Sonne-fchijn ?
Wat troolt had eenigh volk , tot hoogen ftaet
verheven >
Indien het evcnftaegh mocft in het duyftcr le-
ven ?
IVat baet een Bruylofs-mael> wat baet de Len-
te tijt,
Als delè Koningin het ooge niet verblijd ?
Dan is de fiecke bly , dan wil het herte fpringen,
Dan wil wat veeren heeft in groene boflchen
fingen •,
Wanneer het light bcgind : Dan is het Bruy-
lofs-dagh ,
Wanneer een gierigh oog het light aenfchou-
wenmagh.
God heeft een beter light de Kercke toegefondcn
Datfelfs verfaghten kandediepfte zielen- won-
den ,
Dat felfs vertrooften kan in onfen diepften
noot ,
En fijne ttraelen fchiet te midden van de dood!
Daer ineen Abraham kon fijnen geeft verbly-
dcn , ^ I^aej:
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
pp
der Gedtghten. 5 5
i)aer in de Kerk van ouds in al haer bitter lijden •
Dat aen dc Herderen oock in de middcr-nagt ,
En acnde gantfcheKerck heeft leven aenge-
braght !
O onbegrepen Light , ver* boven al te prij(cn ,
• Wie kan u eer gcnocgh- met hert entonghbc-
• "Wijfen ?
wAinecr dit aerdfche hght het oogh begeven
fai )
Bhjftghy alleen by my , foo heeft myn ziel
het al l
Vefpcra nmc venit , nobifcum , Chrijie , maneto ,
Exfiingui lucem nee /> atiare tuam. Mclanchton.
VIL
Op het aenbreecken van den dagh.
jQE naght heeft nu gedaen , dc Maen die wi!
verdwijnen ,
De Son , die groote lamp , wil op der aerden
fchijnen :
Geeft dat ick uyt de riaght oock eens rerry (en
magh ,
En in de dcughd , ó Heer , magh blinckcn als
den dagh.
VIII.
Op het fiytgaen van een keersje,
Aer gaet myn keersjen uyt , daer vlieght myn
lightjen henen ,
Dat mytot myn vcrmaeck met ftraelen had be-
fchenen !
C 4 Nd
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
5«
Het Bloem- hofje
!f
i
1';
.éi
Nu moet ick m aci ua^at vcrim-cltcn door gc-
<]ucl,
Om dat ick miflen moet myn fcctc rcys-gcfcl!
A] wat men hier genieten fal niet altijt leven ,
Macr moet ten Iclten eens den lellen acllem ge-
ven :
Dat is het vafte foct , dat maer in God b(*ruft ,
En datr dc rcyne ziel is altijt op belulL '
Wat (chact het, goede God, al moet ick alles
derven ,
Als ick voor mynen geeft magh uwen glans ver-
werven 1
Ghy wijckt oock in den dood van uwe fchae-
ren niet ,
Ai vlied het altemael dat iemand hier geniet !
IX.
Op het fien v4» een hoogen Bergh xMh vert9%
f^Aer fchijnt een maghtigh Slot van ceuigh
Prins te wefcn ,
Schier uy t den center felfs der aerdcn opf^cre(èn ;
JEcn wondcrlick gebouw , aen alle iant vcr-
ciert ,
Daer in een maghtigh Vorft van mcenigh
wertgeviert:
Macr als men metter tijt de plaetfe komt genaec-
ken >
Dan ifTer niet te fien dat iemand kan vcrmaec-
ken :
Het is een dorre bergh : Dacr (tact geen fruy-
te-boom ,
Dacr is geen koorenvelt , geen verfclic waeter
ftroom : ' Dacr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten.
<7
Daer kan geen wandclaer ecu laefïenifTc krijgcn>
Ais hem dc iroede borft , en al de leden hijgen ,
Dacr is geen bloem- gewas , geen groen en
L ^ edel kruyd ,
PM Daer is geen frifle roos , die uyt der acrden
t, * 1 Tpruyc:
WÊ^ Mcn'joort geen Nagtegael , of ander vogel iïn-
r gen,
■~ I Men fiet geen wceligh Vee in groene wcydca
' fpringen :
Het is de rechte plaets van innigh hert-ver-
I dricd ,
Een woon plaets van de dood, wacrvandc
' vrcugnde vlied :
De werelt even Ib vertoont een geeftigh wefen y
(En daerom wcrtlc (eer van duylènden geprefcn)
Met konftigh Inaeren-fpel , met edel druy ve-
nat ,
Met jock , met bly gefanck , met fchattcn bo-
ven dat :
Maer als men hacrcn aert ten rechten gaet door-
tfiyi g;roi)dcn ,
^Pl Dan wert m hacren (chooc geen wacre troofl ge-
vonden:
BM Al watter fuykcr fchecn , dat is maer wrange
I gal ,
En wac nae vreughd geleeckis enckel onge-
val.
Bewaert my goede God voor dele gulde boeyen r
En wilt myn dorlbgh hert met beter goed bc-
I
^roeytn '
Geeft dat ick u alleen magh houden inden
g«cft>
C 5 Dan
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
5»
Uet Bloem-hofje
Dan ben ick in den <iooQ getrooft > en onbc-
yrceft l
Mundus tranfit , ^ coneupifcentia ejus. J^hiid vis ?
Utrum amare temporalta , tranfire cutn ttm-
fore : An Chriflum amare in Aternnm^vive» *
Augullinus.
Op allerhande rooriverpfelett.
^Ecn Bouw-manfal den plocgh om quadcn
Ooghfl: veraghteii ,
Maer fal op nieuwen fwect een milder fègen
waghten ;
AI was de vaiighfte kleyn , geen Viflcher heeft
het net
Dacrom uyt ongedult vooraltijt wech gefèt:
Al knjghd een Hoovelingh terftont geen verge-
noegen ,
Hy fal figh tot den Prins met ootmoed weder
voegen ;
Al yaltden eycken-boom niet met den eerften
Hagh,
Hy buyghd fijn ftcyle kruyn op 't lefte van den
dagh.
AI wert het vlughtigh wilt nier juyft terftond ge -
vangen ,
Dc wind-hoiwl grijpt een moed , cn foeckt met
groot verlangen
Tc komen tot fijn wit : Hyfiet, cn loopt, cn
kyghd )
Tot hy een fchouwcn haes , of fiicUc harten
krygUd : Al
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten. 59
5^.1. Alwcrt op u gebed den Hemel niet bewegen ^
\ Soohaeft hetopwaerts vlieghd, ghymoctnie
I ee;htcr pogen
V,^,.r Te ftaecken uwen loop : Die aenhoudover-
wind ,
» En tot een yvcr-geeft is God alleen gefind.
» XI.
Op een Diamand.
f"t Oc magh de mcnfch foo fcer verduyflerr wil-
len leven ,
1 Tcrwyl de ftenen feifs een hellen luyfter geven ?
O God , van wien de fteen ontfingh die fonne-
I fchijn ,
^ Geeft '
t,
Geeft dat ick m^gh ecu liglu in dcfcwerclc
1
' XII.
\ Op de naeide van een Compas , met den
Zeyl-Jiien befireecken.
|NE Naclde van 't Compas wil fonder cyiidc
draeyen >
En dan nac defe kand , dan nacr een ander (wae-
yen ,
Tot ly nae langh gewoel de rechte ftrcecke
I treft,
Dacr fich de Noordc-fter met fijnen glans ver-
heft :
Soo fal een Ch riften-bert dan gints > dan her-
waerts fweven ,
Tot dat een voller goed fal vergenoegen geven :
C ^ Daer
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Co
JJct Bloem- hofje ,
Dacrbact pccii i^c lt , or iucc , dacr bact gccu
acrdfchc lult ;
Dczicl ismacr .i!!< -n in liacrcn God geruft.
A 1 i 1.
0/> verfcheyde P^ooriverp^elen. ^
t^E Koopman wil fijn fchat gcducrigh j^ooter
maccken >
£cn kind fal mcttcr tijt rot hoger hoogte rackcn,
htiï mcnlch die honger heeft , cn goede ^py-
fèn l'macckt ,
En fcheyt'cr nnnmer af tot dat liy fy vcrmackr.
Wel aen dan , menfche Gods , vcimccrdeit uwe
gdcven >
Die u den Hemel
wilt geen talent begra-
ven ,
M.u i doctVi vviidtcmce! wcrt raii coi kind
ccn man>
Die als een niocdigh helt God fcLfs verwinnen
kan 1
Smaeckt met ter loops alleai Gods noyt volprc-
(èn gaoven ,
Macr wilt met hacren geur de gantfchc ziclc lae-
ven ,
Bidt om een hoogcr trap, en om een voller
. nuet ,
Eu tooui dat u die Ichat alleen ter herten gaet.
XIV.
Op eenigc roonrrrp^e/ert.
r\V honger f ^naccki de Ipijs, v[> ^lut ) u iuuetkt
^ hctiultcu, ^
Op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedightefj, 6l
Op ftormen piijft men cerft dc licfTelickc Ku*
^ ^ {ten i
MM^ Daer is geen foeter foec als vryhcydnae den
t band ,
Als naer een lange rcys het lieve Vaderland :
•Noyc fal het aengefight des Heeren foeter wefen.
Als dan , wanneer het komt m droefheyd opge-
* reien :
Dan roept de lieve Kerck; komt feete Bruy-
dcgom ,
Ghy fijt al langh Tcrwaght , en fijt fecr welle-
i kom.
Toftfrigora dulciorignis. Mantuanus.
Toft tempejiatem (iulcior eft feremtas. Quintilian,
Dcclamat. }xi.
jyefiderata magh gram, Diu deftderats dulcim oh-
tmentur. Auguftin.
1 Uonejireverfu^fponfiisadvotwny é* vocemrevo*
c.^ntis t i*f defuertum crefcat j ut proLctitr afe-
Bus , tit a/norii negotmm excercentur, Btriih,
in Cautie. 75.
I
O?
XV.
op een Zé-c^^flnys.
AL fal de woefte Zee aen alle kanten bruyfen ,
Men breeckr haer fiere maght doorniiddel
van deSlu) xi» :
Al heeFt de groote Gcdf ju dood-geweer ge-
wet ,
c 7
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het Bloem-hofje
Hy komt niet tot de dacd door middel van *t
gebed.
XVI.
Op een Luy^e,
nrErwijl ick wert getoefd met mcenigh gladde
keclcn ,
Komt oock dc foete Luy t mvn oor en herte ftrc-
Icn .
Wat is het Ibctlte fbet van al het fuycker-rict ,
By defcn (beten ^alm , die nu myn oor geniet ?
Hoe kan het holle Üout met darmen van de bec-
Gefpannen, en gcroert verhctigen myne geeflenl
Wat heeft des menfchen hand al wonder uyt-
gewraght ,
Wat neeét het gceftigh breyn al voor den
menfch bedaght I
Wat ial de goede God dan in het ander leven
Acn fijn verxorcn Volck tot vreughde-ftofFe ge-
ven ?
Cccn oogh en heeft gefiei! , geen oor en heeft
gehoort ,
<3ccnhert en heeft den grond van dicgchcym
doorboort !
XVII.
Op een Hnys dat in brand fïaet.
•TErwijl dat fchoon Gebouw feer fel begind te
blaeckcn ,
Is ieder in de wcei om uyt den druck ic raeckeni
De
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten»
*3
P
r
Dc brand-klock wcrt gehoort , dc bucrten
loopen uyt ,
Op dat het viniiigh vyer magh tijdigh fijn gc-
;CDacr is een grooter brand in onfc nel ontfteken «
WWaerom is dan de forgh (oo ver van ons gewc-
• ken? ^ ^.
Waarom blufcht ieder een met uyt dat londig
quaed ,
Dat tot den Hemel felfs met fijne vlammen
gaet ?
^liDatGod, dat hooghftc Goed, dat reyn en fuy-
vcr wefen >
(Dat van de Zaeligenwert fonderend geprelcn)
Vervreemd van onlën geeR , dat God tot ftraf-
fen dringhd ,
En ceuwigh hert-verdried op boofe menfchcn
bringhd !
Myn ziel , fijt tijdigh wys , cn laet dc fonde ya-
ren ,
Dat vrecfeHck vergift , met Gods verkregen
fchaercn l
Indien men tijdigh forghd voor dat het hg-
haem raeckt,
Waerom dan voor dc ziel een nutter les gc-
ftaeckt ?
^ Rijft op , ómynczici, cn wilt Godts Uemmc
hooren ,
V Voor dat den ouderdom komt fnecuwen om dc
ooren ,
Voor dat een harde korft u om hctherre gae ,
En wat men fonde noemd in u vcrfcgelt ftac.
Seght niet} lek fal voor Gedmynlaelk jacren
fpaercn i C^^Y
1
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
^4» f^^f BloerK^jojje
Cïhy lult midcliKii van hier in korte tijden Tac-gÉ»* '
rcnj ^
Hetisüockcven nu, gelijckhctecrtijtsplaj:^!, !
Dat in den morgen blocyd , llerft op dien ey-
gen dagh :
Het minltc datter is kan u het lijfontftcllcn , • •
Kan u gelijck een bloem ter acrdcn ncdcrvellcn , ,
Al dri)Ft geen vinnig Ibcl de leden m hc'i graF, Am^-
Een küorel van ccn druyl dic werr't r meelter "
af.
Een gractje vanecnvifch, ccn hacrrjcn ingcfo-
iren
Een mugli oFin dc neus , of in de keel g<?vlogcn,
Een al te wrange gal , een al te foeu lagh
Maeckt dat de broofc menich nier l.nu;Vr wc-
fcn magh !
Macr fchoon den Hemel u gaf een veel langer le-
ven.
Als iemand heeft gehad, als iemand wcrt gege-
ven ,
Nogh lijr de reden iviet dat ghy het fwackc>
vleys
Het fwacrfte laeteii fult op 't eynde van dc
reys :
Dat wat men helle nocmd volmondigh (oude
rocnn n ,
Dat voor haer i\p\ gr " i. ( ff dc vcrfchc Icntc-bloc-
men ,
En dat men macr alleen voor God het rif bc-
wacrr ,
Voor wien het belle di cl behoort tc fijn gc-
fpacrr !
Ic:k <n y by rijts, óHccr, myu korte daegcn
.ellen , En
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
eler Gedt^h*en.
met een volle drifr naer uwe wej^en hellen !
rj Giet olye in myn liimp , dan ben ick uwe
Maeghd ,
Die haer< n Bruydegom in fijne komft bc-
haeghd !
M£e ante tempus , ne tüt%d nudtMs , nuncfAnitmti'
amants i cumnon e(ipAmtmtutempHs. Chryf.
eatus qui vivit t;inquam femper mertturus , fiiê'
det tan^^am f'-mper vuiurus. Hierony mus.
Deus pAnitentU tu& indulgenüam premifit , feii huit,
dtlattoni tHA <;rafimHm non premifit. Augulhtt. •
in Pfal. 119.
Homo» quare differs di die indiem , forte hodtê
habiturus ultimnm diem. IdemSeim. loi.dc
Tempor.
Zatet ultimui dies , ut obferventür orrmts dtes . Idcal
XVIII.
Op ferfchejfdene wrwerpfelen,
E Koopman zeylt op Zee nac ver geK^ca
Landen ,
u En brenghd een maghtigh goed van dacr aen on*
I iè i^rauden>
De Ambaghts-man die braeckt den gantfchen
dagli en naght ,
Soo haclt de Koopman heeft fijn waeren acn-
gcbraght :
7 Dc hcyren die men fict tot aen dc wolckcn fwe»
ven ,
Die
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
66
Het Bloem-hofje
Die foeckcn fonder ruft het voetfel van het le-
ven :
De mieren Hjn geftaegh in haeren arrcbeyd ,
Op dat in winter tijt de taefei Itae bereyd.
Hoe wroedt dc vaele mol om wormkcns op te
fbecken , •
Hoe hacit de rappe bye uyt menig duyfend hoec-
ken *■
Den hoonigh met den was ! fy fpacrt geen
bloem en velt,
Dat voor den hooni;rh- dauw fijn lovers open
ftelt:
Hocfwerfdhet wilt gediert door boiTchcn endc
hacgen ,
Om in fijn naere hol een vette buyt te draegen ,
Hoe leeft het overal , al watter leven heeft !
Sict i wat het minfte dier den menfch al lellen
geeft !
Indien dat leven heeft het leven wil bewacrcn >
En noy t het minfte lit voor fware moey ten fpae-
ren,
Sal dan de reyne ziel ontfien of fweet , of pyn,
Om met een Hemelfch brood^hier nae gc-
ipijft te fijn ?
Mandtrequi panem ju bet in fudore diurnum ,
Hondabif Aterms ab/que labore dapes. Owenus.
XIX.
Op een Bloemen^velt,
A Enfiet dit fchoon tapijt van allerhande bloc-
men,
Die
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten* 6y
Die met een vollen mondGodts hoogcdaedcn
roemen !
Aenficc niet fonder ernft haer Konincklick gc-
wacd ,
Dat door Godts hand alleen haer om de leden
Indien» de goedheyd Godts de bloemen wil be-
* forgcn ,
Dic dickma'els luct cn fijn tot acn den nacftcn
morgen ,
Hoe kan de Kerke dan vcrfmeltcn in verdriet ?
Hy die het kruyd bcforghd , veilaet de fijne
niet.
XX.
WÊk Op een Kleed y en haefi-vergaende Roou
IpYl watisvandcnmenfch: wy worden fon-
■■v ... *^ der weten
■iil.GeIijck een nietigh kleed in korten tijt vcrnctcn:
Dacr is geen dueren aen : wy worden uy tgc-
rocydt
Gclijck een frilTc roos , dic acrdigh heeft gc-
bloeyd !
XXI.
Op allerhande Vrughten en vermaeckr
lickheden.
riJ7 At heeft de goede God al acn den menfch gc-
^ geven ,
Tot nut en tot vermaeck van dit ellendigh leven!
Al waer de menfch het oogh op acrdcn henen
wend , Daer
r
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
6i
Het Bloem-hcfji
Dacr ftaet een hoogc gunft van boven inge-
prent !
Het oogh dit vrert vermaeckt door gtoente van .
de boomen , \
Poor bloemen van den hof, door klacrc waeter- -
ItroOii cn , •
Of door een peerel-fnocr , of door eén dia-
mand , *
Die van een fleylc rots quam rollen in het
fand.
Kien hoort dc fbcte ftcm van hondert gladde :
keelen ,
Men hoort de Nagtegael een aerdigK deuntje
queelen
Vroegh voor het morgen-root j dies wert het
jeughdigh gras
Veel foeter in het ocgh als het te vooren was :
Wat ifler voor den fmaeck al raenigh dingh ge-
fchaepcn ,
Wat kan hy meenigh 'oct uyt duy(cnd dingen
roepen !
Al wat de noot vereyfcht > al wat een vrolick
mael ,
Difcht ons het aerdrijck op uyt fijn vcrrijcktc
zaci !
^Vat fcnd dc lelie-blom ny t haere vette daelen
Al meenigh rijpe druyf in onfè blijde fchaelcn l
Wat wert'er fuyker-rict geproefd in Neder-
land,
Dat ons den Indiacn (end van fijn hecte ftraiiSl
Het edele gewas van peper endc nooten ,
Van foelie , ran canecl , komt hier met ganc-
ooten ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten. 6^
En meenigh ander vrught en over-hcylfacm
Dcylt ons de Batavier met gantfe fchepen iiytl
Hoe wert de rcuck gcftrcclt mci verlch gcpiuck-
te roofcn ,
Die of in onfen hof» of aen de haegen bloofcn ,
En 'al wat vrughten draeghd is vrughtbaer
* voor den menfch
En ftort in fijnen fchoot fijn vollen herten*
wenfch !
Dat kan , ó myne ziel , aen u een Icflc geven , .
Hoe dat ghy voor het oogh des Hecrcn diciid tt
leven ,
Hoe dat ghy dicnd te fijn geftelt in u gemoed ,
Terwijl wat welen heeft fijn volle plightcn
doed l
Alwat'er was gcmacckt is voor den menfch gc-
I fchaepcn ,
? Op dat hy daer uy t moght een foetc vrcughdc
racpen j
Maer met dit wonder al is oock dc menfch gc-
macckt ,
Dat hy betraghten lou wat dat den Hemel
racckt :
■ God heeft met eygen hand fijn plaiite wiJlai
planren ,
Hy hceftle wel beüioeydt dightacn dewaeter-
kanten
De grond is wonder vet , en nac den eyfch gc-
hracckt ,
En wattcr wert verey fcht feer neerfligh opgc-
maeckt ;
Wel op dan , mync zicl , wilt goede vrogluciï
dracgen ,
I
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
JO Het Bloem- hofje
Én met een blyden Ooghft het hooghfle «roed
behaegen !
Het fal u voordeel doen , als ghy den Hecrc
diend ;
Het goed is fonder end , als God is uwe vriend,
XXII.
Op uytgeroejde Boomen. /
W; Anneer de Boomen fijn van haercn grond gc-
nomen ,
Dan kan geen aerdigh groen meer op defelvc
koomen \
Dc aldergrootfte boom, het allerminfte kruyd
Blaeft lönder voetfel haeft fijn jeughdigh leven
uyt :
Hoe kan den armen menfch dan fonder Chrifto
leven ,
Die als een rijke born ons moet het leven geven ,
Die enckel leven is ? geeft dat ick leven magh
In u alleen, óHeer, totmynenleften dagS
XXIII.
Op een Kiecken^dief,
iNdien de fhege Hen niet op en foudepaflcn ,
*Dan foudc Kiecke-dief hetkiecken naeft ver-
ra fTen :
Indien God over ons niet hield een nacuwe
waght ,
Wy waercn in der hacft tot enckel nietgc-
braght.
^èr'tA potefiates tanquam milvi circumvoUtant , ut
^tillhm infirmtn akrifim, Auguftin. in ?C 6t .
XXIY, 0^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
frrr.
der Gedighten. yi
XXIV.
Op een NaghtegaeU
r^E Naghtegacl begind , cn huppelt op de boo-
^ men ,
fn fchactert door het bofch , en langhs de wac-
• ter-lkroomen ,
Om ^at het morgen-rood belooft een nieu*
wen dagh ,
Die weder toonen fal al wat verholen lagh :
'aer toe is my de tongh , waer toe het hert ge-
geven ,
dien ick niet alleen fal u , ó Heere , leven ,
En loven uwen naem oock in de middcr nagt»
Terwijl ghy nae myn hert , en nae myu ftcm-
rae waght ?
É(ndien dat (oetc dier wil foo vol- mondigh bral-
len ,
En uyt een groote vreughd fchier dood ter acr*»
i den vallen ,
Om dat de gulde Son fal rijfen uyt de zee ,
En deelen over al haer helle ftraclen mee :
/.Wat wert van my verwaght, die een veel ho<>
ger legen
Heb van den Hemel af uyt milde gunfl: verkre-
gen ,
Die in een naerc naght een klaerder Sonnc-
fchijn
Van boven heb gefien tot trooft in myne pyn ?
iEer dat de werelt wül van maenden ende aac-
1 gen ,
?! Eer dat de werelt was , heeft God my tocgedrae-
Een
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
j% Het Bloenj'hofje
Een vol-gencgcn hert-, Eer datccn mcnfchdTi
was ,
Was voor den menfch bereyd een Heyl dat}
hem genas ! j
Terwijl de weicit was in duyfternis gcdompelt ,J
Endoorcenheirchemaglumet liflcn overroi;!-,
pelt ,
Sijtghy bereyd geweeft te lijden met r;edulr,
O menfch geworden God , de flraf van mynct-s
£chult!
Ghy hebt om myncnt wil aen Jijf en ziel gele-
den ,
Ghy hebt om mynent wil t«n bloede toe geArc-
den ,
Ghy hebt dan fberc fap van die verboodca
vrught ,
O Hoeck-fteeu Ifracls , met enckel gal bc-
fught !
<^hy hebt met eygen bloed gewalTchen uwe
fchaeren ,
En van den toorn bevryd j die al verloren wae-
ren ,
Ghy hebt des Vaders hert ons weder tocg
braghr ,
En op een volle vreughd voor onfcn gecfl: g
daght !
♦iler dat de Sonne komt hacr gulden hooft ver-
togen ,
Sal ick tot uwen lof^eduerigh fijn bewogen ,
En als datgroore Ii^htgaet wederom te bectj
Sal hert, en tongn, en al tot fingen fijn ge
wet.
Geluckigh is de menfch in Chrifti Sonne- ft rae-
Icn , Ter-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten.
/ i
Terwijl hy ccnfaem moet hier op der aerden
dwaelcn !
Gelucki^h is de racnfch , die , als hy fterven
fal ,
Geniet dat zaeligh Light in dit verdrietig dal J
Jndign^s efi dandii , qtii ingratus eft pro dat'ts»
Hl) iAuguRin. dc Tempor.
Gratd meme mhtl e/i Deo gratias : ^ g^-atimim
aéfio efi ad plus dandf4m t?)vii(ttio. Chry lofth.
in Gencf. Hom. 52.
XXV.
op twee ^ooriverpfelen,
QEen half-gcbradcu vkcicii kan iemand oyc
bchaegen ,
Woe kan den Hemel dan een fauw gebed vcr-
draegen ?
Een vogel tonder vlerck , een Chriften fonder
vyer ,
Syn bcyde fonder kraght , en deugen met een
iier.
xxyi. ,
Op een rey jende M<in,
g Er dat de ^ulde Son komt uyt de Zee gereien ,
acii de Wcrclt ffccft een aen^^ciiae/ncr we*
len )
• Reyft defe Reyfenacr fo vcerdiffh als hy mag ,
Om m de poort te lijn op t'evnde van den daj» :
D Laet
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
y'i-
Het Bloem-hofji
Lact my , 6 goede God , oock in den rooden %
morgen
Van myne levcns-tijt myu arme ziel verforgcn , 1
Laet my den ouden menich door uwe kra<;ht '
verftaen ,
En fonder tijt verlies in uwe wegen g^en 1 '
Dan fal de poorte niet voor my fijn toeg^flotcn , é^ÊÊÈL
Wanneer de fondaer wert van u ge(ignt verito- IH^B
ten
Dan (al ick komen aen in u befaemd Paleys ,
Als ick betreden moet den wegh van al het
vleys !
X X V 1 1.
opeen f^iffcher.
'TErwijl de Villchcr focckt met lift den vifch tc
vangen ,
Laet hy mct ftaegen vlijt fijn hcngel-roeden han-
En daer hy niet vermoed dat icts te krijf^en is ,
Ontfangd hy metter tijt den langh-verwagten
VIS ;
Noyt fal men cenigh goed van boven af verkry- -
gen,
Als naer een bangenfwect, ennaereen angh-
ftigh hygen :
Wel aen dan / Ridder Gods , blijft evenwel i,
gemoed,
Tcrwi'jl den arbeyd wert nogh op het lelt vcr-
foed !
Corona non datur niji ccrimntibus j & pcrfeveran- •
tibui. Of \
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Ge dillen.
XXVIII.
7y
op een Man , die in het ivaet er gevallen
fijnde , fijne handen nytfleeckt , om figh vafi te
houden aen een pael.
^T'Erjvijl dien armen Man is in den nootgeko-
men >
Heeft die wacter-pael voort in fï ja hand ge-
nomen ,
En die iijn heyl genoemd > die hy niet had gc-
a-ht ,
En daer hy aen het land niet eens had aenge-
ddght :
Hoe dickmacls (beckt de menfch God met een
groot verlangen ,
Als hy tot aen het hctt is met verdried bevangen,
Macr als hy met het fchip magh zeylcn voor
de wmd ,
Dan is de dwaefè menfch tot bidden niet ge-
lind !
Laet my , 6 goede God , en in de blyde daegen.
En in den dooden tijt aen uwen geeft behae^en ,
Door mcciiif;h ziel-geroep 1 Geeft Heere dat
ick magh
U foccken ni verdried , en in een blyden dag !
XXIX.
Op een Aïan droncken in den ivijn.
r\Aer leytdatvuyie beeft in ecde! fi.K verdron-
ken ,
Dat hem de Schepper had uyt milde gunftge-
fchonckeu !
D 1 Als
i
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
76
HetBloem-hófje
Als ghy met druy ven- bloed , oHecr myn^
hert verblyd ,
Geeft dat ick dan beken dat ghy te prijicn l, ,
Laet my niet tot vergift dat hecrlick fcheplc
ftreckcn ,
Dat danckbaerheyd acn u in my diend op
wecken ! |
Gcluckigh is de menfch , die foo kan vrolick '
fijn,
Dat hem geen duyvel fy de fjieel-inaet i.io
v/yn !
Omiferiy auorum ^mdieicrimenhahm ! Max ui
Eleg. 1.
XXX.
op een Vader , die ftjn Kind kafleyd.
"r\E Vader van dat Kind heeft nu de hand ver-
heven,
i n wil verdienden loon voor quade wercken ge-
ven.
Hy wil oock even fcifs nietfpaeren vleyscii
bloed ,
Om dat de flappe tught de kinders hinder
loed.
Jüacr IS geen feggcn aen : Hy fluyt fijn oogh en
ooren ,
i ïy wil geen traenen fien > geen anghftigh roe-
pen hoorcn :
Hy wil dan allermceft een liever Vader Hjn ,
Terwijl het teerc kind gevoelt een harde pyn :
God wil oock even die kaltcyden op der aerdcn ,
X)ie hem gcduerigh fijn een (chat van grooter
wacrdcn , En
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
der Gedighten. 77
En ftorten in den praem van veelde rly(; vet-
dricd ,
Om dat dacr door dc ziel een ccuwigh hcyl ge-
niet.
• S/V licet in natos facies auftera paretitum ,
JXen tarnen AC^na manet.
T9r varios cafus , per tot difcrimina rerum
Tendimns ad Cdlttm.
T>eus habet umcttm Tilium finepeccato, nullum
pne fiagello. Augnfliniis.
XX XL
Op het Ader-Ueten,
V^En lal lijn cygcn bloed iuciiuüc iicckcc i^^ie-
\ ren,
Om door een Ader-Iaet het leven te bewaren :
Wie fal dc Werelt dan niet treden metten
voet ,
Die aen den gantfchen menfch foo grooten
hinder doed ?
XXXII.
Of den F'redert*
ï Q Vrede , fchoon juweel, vooralle dinghtc
j prijfen ,
^. Wie kan nac reghten eylch u eer genoegh bc-
wylen ,
Ghy fijt een rijck gefchcnck dat van den He-
mel daelt ,
D 5 Dat
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
7«
Het Blofm- hofje
Dat als een guMe Son hier op der acrdcii
IrraeJt !
Als ghy met uwen glans komt woonen by de
mcnlchen ,
Dan heefteen eider een wat dat hykondewen-
fchen,
Dan maeckt een ieder een door bere , cii door
het dal ^
Gelijck een Naghtcgael een aengenaem ge-
Ichal I
Dan geeft het vrushrbaer velt ons foo een vloid
van vrughtcn ,
Dat door het mcenigh graen de ayren moeten
fughtcn ;
Dan is het vlacke land vervult met jeuMidieh
groen, ^ ^ ^
En wil het jonge vee behoorlick hulde d©cn !
Dan vvaü'er menigh druyf voor onfb Nederlan-
den ,
Dan lend het Ooftcn goed van fijne guldc ftran-
den ,
Dan komt'er menigh fchip geftoven uyt dc
zee ,
En brengd fijn fchatten aen op fijn gewenlch-
tc ree •
Dc Vrede binnen ons door Chrifti bloed verkre-
gen,
\ ertoont een hooger gunlt , cu is een meerder
legen ,
En geeft een foeter ruft : de VreeJc binnen
ons
Is als een roofen-bed, een laghtc fwaenen-
dons I
\^'at
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
r
der Gedichten. 7P
Wat baet het docii acii uicnlch , dat hy is hoogh
verheven ,
Indien fijn luyftermoet met binnen- rtrydcn le-
ven ?
Wat baet een maghtigh vee , wat helpt een
^ deftigh land ,
Wanneer geen biiine-ruO: is in den menfch gc-
I pland?
Wat helpt een hccrlick mael , dat meer als hon-
dert kneghren
Syn bccfïgh op een rye ièer ncerftigh aen te rech-
ten ï
Wanneer de binnen- ruft het heite niet en
voed ,
Dan is het enckcl gal , al was het hoonig-foer.
Wat helpt de foete^l:em van meer alsduyfcnd
Kcelen ,
Die Naghtegacis gewys een vreughdigh lictje
' c]ueelen ?
Wanneer debinnen-ruft maer uyt het hertc
vlied ,
Dan is de (bete galm maer enkel ziel- verdriet :
Schoon dat de Sonne fchijnd , fchoon dat gc
kruyden groeycn ,
Schoon dat de boogacrd is fecr dapper aen het
bloeycn ,
Schoon dat de focte tt]Z veel verfche roofen
geeft ,
Het baedt den menfche niet , foo hy geen ruit
CH heeft :
O Heerc , laet in my die vreede fijn te lefcn ,
Dan kan myn innigh hert in droeflieyd vroolick
wcfcn :
D 4 Dan
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ö Het Blocm-hofje
Dankan eenkerckcr my /ï;n als eenPnncen-
zael ,
Een vJainrnc myn vermaeck , een vroolick 1
isruylofs-niacl ! '
^ , optimaKerum «
homwi mvijfe datum. silms Italicus.
; R,, ^,,1 ^^l^ ^
tampilHtarts. - Ciccio.
Talehonum fmmentacis, utin rehus creatismhil
grmus foieat audtn . veldelecfMius conci,pifci ;
&mh,luuUiisfo,iJidert. Auguftm. deciyitatc
Vitamheatamefficium tranquillitas confcimU ,
tnmcmtU . AmbroHus lib. z . Offic
Caf . I .
^TV/'^ ^««wrf/ , mamventris, Aueufl-.
de VcrD. Dom. 2.7.
XXXIII.
O;» den arheyd die een Fryer doed om een
Vryfler te mogen behagen,
5 Iet hoe dat Coridon wil Rofemont beminnen!
Hy hanolid aen dele Bloem de kraght van fijne
nnnen !
Al wat hywtct te doen, enwcrt'er nict<Te-
fpacrt , ^
"Yerw] jl hy met de Macghd foeckt eens te fijn
gepaei t :
Hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
" uci ucuighten. ^
Hy vreeft geen harden vorft om harent wil te hj-
dcn ,
Hy wil geen hecte Son om harent wille mijden ,
Hy wil geen vuyle mift : Hy Tchroomd geen
hert verdriet,
* Al§ hy fijn Hardcrin maer onder ogen fict :
Hyfpant de finnen in, en dcnckt op alle dingen,
Om Aet een fagt gewelt dit foete beeld te dwin-
gen :
Al wat de Lente-tijt , al wat de Somer dracgd.
Al wat de Winter geeft, datgecfc hy acndc
Maeghd :
OJcfu, myn vermaeck, ó zee van hooningh-
raetcn ,
O Soet , ö Manna- foet , foct boven alle iraeten,
Die aendc Kcrckefi|t , die witte lelie-blom ,
Een man , een lieve vriend , een (octc Bruy-
dcgom :
Wie (al om uwent wil geen bitter leet verwagh-
ten ,
Wie fal door u alleen geen ongcmack vcrfagh-
ten ?
Schoon figh de lieve Maeglid in fwaerc pran-
gen vind ,
Een flrael van u alleen die macckt hacr wci
gc^nd !
Geeft , loete Jclu , geeft dat ick tot u maghicoo-
men ,
Gelijck een vlughtigh hart komt tot de waeter
ftroomcn ,
Met ovcr-grooten dorlt ! dat ick u foccken
magh
Eu in ccii harden yorft > en op een heeten dag i
D 5 Pï^t
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Het Bloem4)vj]e
Dar ick alleen myn hert acn u magh ovcrgcvc.
Datick Hl uwen dienlt magh altijt biijvcn'leven 1
Pat ick oock in den dood met u \ crecnif^hd
ben!
Dat is mijn hooghfte trooft , die ick op acr-
den ken I *
r
^ii,.^Hi.i t ru inhatth , ?wa fpes efi unica Ch\ijlus :
Hutcvivo, huicmortor, CAteracuronihtl. Sti-
gciius.
Amor wens ejl crucifixus . Ignati u$.
Sj^tcquU tenety ei iiw fufficit ^ dmec dileBttm in'
veruat. Grcgorius in Cantic.
Domine Jtfu , amo te plus quam mca , meos , mé.
Bemhardus.
XXXIV.
op €en Mijdadtge Jijende voor den
Rtghter.
"fZOorfeker heeft die man een droevigh frv be-
dreven .
En dacrom is de Item des Righters opgeheven ,
£n Ipreeckt het vonnis u) t , dat hy nu boeten
moet
liet quaed van hem begaen , met auiiu^h
herten-biocd.
Dies heeft een koude 1'chrick fijn leden ingeno-
men ,
±.n hy is in den ftaet lèlfs van den dood gekomen:
Nu ichijnc het dat hy Iprccckc , dan weder dat
hylwjjghd,
Ver-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
der Gedighten, 85,
Vermits hy dickmael fught : en tufltfhcn bcy
den iiijghd.
Hy is door dit geluyd verliart gclijck de keyen ,
Yoldrucks, en evenwel onmagtig om telchry-
en :
Hy.is^eweldigh bangh> nukoud, dan wc-
der heet ,
En ichicruyt ieder hayrontftaet een druppel
fweet !
Wanneer de Soone Gods , de Rightcr aller volc-
kcn ,
Met hccriickheyd en kraglu fal koomen ni dc
woleken ,
En fitten ni het reght, en brengen in het light.
Dat noyt en was ontbloot voor cenigh acn-
gcHght :
Hoe fal de fondaer dan met alle finnen hygen ,
En met een bange fught tot in den Hemel fty-
gen !
Hoe fal fijii hcrtc dan verfmelten in gequel ,
Terwijl het open fiet de poorten van de hel I
Wat raet in delen iK)ot l lal hy hetquaedont-
keiuien ,
God weet met fijn eefight de herten door te ren-
nen :
Hy is een enckel oogh, en wandelt over al :
Dacr is geen menfch lbo loos , die hem b-e-
driegen fal:
Sal hy fich op dc vlught begeven nae de Steden ?
Die in den Hemel woont , woont niet te min
beneden :
Al wat men Werelt noemd is onder fijn ge-
bied ,
D 6 £ji
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
i
84.
Hei l^hem-hofic ,
En wacr het iciuplcl viica, liet \vi)ckt den
Schepper niet.
S.\I Iiv met niii;hti^h goed dc<; Rir)ircr<; oof^h
vcrbluiJcn ,
Dat mai*li den armen mcnfch (ii»h nimmer on-
derwinden : ,
God hoort de Wercit toe \ Gud lui rcghtvccr-
digh fijn, *
Fti '>rven acn 'Ic'i mcnfch f^i'i wri vrnlicndc
pi)n :
Sal hy met fwacr gelught cn traenen iets ver-
nuv
De Rightcr wei t als dan door bidden niet bewo-
gen :
Hier is de rcgten ti|t,dacr in men faeyen moet :
Cieliickigh is dc merilch , die hier het goede
docd !
Sal hy van minder rcght tof hooger bancken ko-
IlK'll r
VVic iiecftdv ii Scepter oyt God uyt lijii luad ge-
nomen ?
Hy is dic grootc Vorft , die alle Throoucn
bouwd ,
En onder fijn gebied de grootllc Princcn
houd :
•il'; (.(.niiincl die uouij'ci i.u door dc Wcrcit
kliiickcn ,
Als eens de Wercli f'al ter hellen ncderfïncken
i n branden in het vycr, 4ac nimmer wcrt
geblull i
«.keft my dan , foyvci Lam > voor ccuwigh
uwe ruft.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten* 8 5
non hicfallaci \u(iex {Hbvertitur Are ,
Am potutt eau fa plus vMtjjefavor. Barlacus dc
judicio extremo.
Sit tihi perpet Hè conjunéius foedere Chriflu/y
• Ham centrum terrAConctt at tra Dei.
Fat^ay qiM monensfacia fuifje velis,
Sic nuo^die vivamus , ({uaft die illdjudicftndifimus,
Sivecomedam, fivebibamy ftve altquid aliud faci-
am yfemper vex illa terribilts auribus meis infona-
re videtur : Surgite mort ui , venite ad jttdiciuml
Hieronymus.
XXXV.
op de Sorghvuldtgheyd tegen s vergift.
Xj Oy t heeft de rouwfte gaft uy t cenigh vat ge-
droncken
Wanneer hem is gcfeydhier is fenijn gefchonc^
ken ;
En menic^h menkhe kan in vreughd gcdom-
pelt fijn , 1-1
Als hem dc Werclt fchenckt haer hoonigh-
Ibec-fcnyn !
XXXVI.
Op allerhande F lonverp^rlen.
pvE Dieven fijn bedroefd, wanneer fy fijn gc-
*^ vangen,
Niet om de londc , maer om datfc moeten han-
gen ••
Al krijt het^teerc kiiid , waniitei dc Vadc^
^ il^iet, 1^ 7 ^ct
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Éü
m
É>6 Het Bloem- hof je j
Het IS meer om de fmert , als fijn bedreven
c]uaed :
Die door dc Ibete ftijs is m den noot gekomen ,
Heeft over fijne tout een diep berouw geno-
men ,
Niet om dat hem de fpijs niet wel en heeft ge-*
finaeckt ,
Maer om dat hy daer door in onheyl isgc-
raeckt :
Schoon dat dc Koopman heeft fijn koftehckc
waeren ,
Vermits den grootcn florm , geworpen in dc
baeren ,
Hy heft het evenwel', en houd het m het hert,
Dat aen de woeftc zee door noot cescvcn
wert :
Schoon dat de fbndaer treurt , wanneer hy wert
gcflaegen ,
Hy fchcpt nogh evenwel in fondc fijn bchaegen,
Hy roept als uyt de borft , hy roept : DIANA ,-
leeft ,
Terwijl door naere fchrick fijn innigh herte
beefd.
Hy wil maer met het lijf het Sodom gaen vcrlae-
tcii ,
En fuygcn met den geeft daer uyt fijn hoonigh-
raeten ,
Schoon dat de Righter hem aen alle kand ver-
wond
Hy houd het (ondigh foet nogh eghtcr in de
mond I
Hy wil met Palthicl i'jn lieve Michal volgen ,
Al is het hooghltc reght gantfch regens hem
verbolgen ; j-jy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten.
87
I
Hr wil met Pharao lijn iwercn bidden aai >
Soo luelt hy voor een tijt de ftrafïen is ont-
gaen :
Laet my ó goede God , het fondigh quaed ter-
laeten >
lEn dat om uwcnc wil van gantfcher herten hac-
ten ,
En As ik nu en dan ben ujt het fpoor geweeft,
Geeft dat ick inooge fijn vcrllaegen in den
geeft l
XXXVII.
op een M.in die verbrand wert,
Die Man is nu het reght vervallen in de han-
den ,
En fal een ure langh fecr dcerlick moeten bran-
den :
I Daer blaccki een heeter vyer nac dcfen korten
I Macckt dan , ó Ibndigh hert , dat ghy eens
^ wylcr fijt l
XXXVIII.
op een Moordcnatr , die de leader van
I Sawpronius vermoert heeft.
* y^'Ic kan een Moordenaer van fijnen Vader
" heven ,
En hem in alle dingh gelijck hy wil gerieven ?
Hem houden voer een vriend , hc!Ti roeven
aen den dis ,
Tavi,! foo dierbaer blo^dtioor htm vergo-
ten is ? Hoe
I
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
88 Het Bhem-hofje
Hoe kan een Chriftcn dan de fnoodc fondcn toe-
ven ,
En niet in tegendeel /igh over haer bedroeven ,
Terwijl de Soone Gods , die groote Opper-
Voor fijne Kercke ftorf, door foo een iiioord-*
geweer.
XXXIX.
Op dne Voorwet pfeUn.
J^En foeckt de werelt door de fijnfte diamand-
tcn ,
Men foeckt het fijnfte goud , om die daer in te
planten ,
Het fijnfte lynwaet wert voor alle dino;h be-
geert ,
En met een fchoone kas voor fijn verblijt ver-
eert:
Men foeckt een cierlick kleed \ au t fijnfte ftof te
maecken ,
Men foeckt het mooyfle mooy van allerhande
fiickcn ;
Sal dan de nienfirhe Gods niet ibigen voor het
hert ,
Dewijl het door c I Gods eygenTempclj
wert.
Wiltmy, 6 goede God, wilt my een herte ge-
ven
Daer in den Hemel magh , en met de fondc le-
ven !
Pir -r. myuhooghftc wcüfdi 1 Daiifalick fijn
Tot
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedifrhten.
89
Töt aen des Hemels Th roon te heffen uwen
iiaem.
XL.
P/ Ji^jf^ouiven jieivoon hj haer kfeyne Spie-
• geitjes te driegen.
Tk/I En éet het over al dat mecfl: de grootc Vrou-
wen
Syn in een acrdigh glas (eer beefïgh aen te fchou-
wcn
Hoe- haer het oogh , het hayr , hoe haer het
f rifch gclaet ,
Hoe haer het gantfch geftel aen alle kanten
ftaet :
Men fiethoc datfe fijn fchier nimmermeer verle-
gen ,
Maer met een Spiegeltje verfelt op alle wegen :
En foo daer ietwcs dan de fchoonhcyd hinder
doet ,
Dat moet door luyver nat vcrgaenop ftaendc
voet :
Laet my,ö goede God, op aerden foo verkeeren,
Dat ick van acrde magh een nutte lefle Iccren ,
Dat ick niet minder maghbeforghd fijn voor
den geeft ,
Als oy t een vrouwen-beeld voor (choonheyd
is ge weeft !
Laet my in uwe Wet altijt myn innigh wefèn ,
Als aen een regel fien , als in een fpiegel lefen ,
Laet my myn donckcr hert door-peylen door
difglas,
Dat altist helder is , cnnimmer doacker was l
1* En
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het Bloew-hofje
po
En (bo ickdan bevind de ziele (co ^efchacpcn >
Dat .ghy in mynen ftaet geen lult ("uit konnen
IHl raepen ,
Laet my aan ruften noyt tot ick aen alie kand ,
lae tor de grondei- (clfs ; fy als een Dumand.
Seght , Heere , tot myn ziel ick ben u hcyl en Ie- •
ven , *"
En wilt my uwen Geeft in voller macte ven ,
Dan fal ick beter fijn , d n fal ick , goede God,
My houden inden wegh van u volniaeckt Ge-
bodt!
XI.I.
At ifi< T meenig menfch in aerdfch verftand
verheven ,
Dat acii een krancken geeft geen troeft en weet
te geven l
Wat weet'er meenigh menfch te fwcvcn in de
lught ,
En eghter wat hy weet is alles Ibnder vrught 1
Hier weet een Redenacr met woorden fb te Ipre-
ken ,
Dat hy de rotlen fèlfs bequaem is te verbreken ,
Dat hy gelijck een Prnis daer mede wonder
doed ,
En in de faecken Godts is hy een flegtc bloed l
Daer weet een hoogh vernuft de fterren te ge-
naecken ,
En met een (oete pen de werek te vermaecken ^
Daer fchrijft het hoe de Vorft , en hoe de don-
det-flaj^h ,
En
f
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedtghten. p i
J'' En hoe dat ebb* cn vloct by beurten komen
magli :
Maer tot den Tempel Gods, daer duyfendSon-
nenftraelen ,
En daer j^een koude Maen laet dampen nedcr-
9 ^aelen ,
En 'daer het bHnckt van goudt , en pcerlcn
4 cveji leer >
En van A^xx hellenfteen , genaeckt hy nim-
mermeer !
Hier fal Hippocratcs , hier fal Gaicnus fchryven,
Hoe dat een quclligh voght is uyt het hjt te dry-
ven ,
Veel eer als i«mand daght , door gom en edel
kruyd ,
Maer voor den kranrkcn c^cefl en hoort men
geen gcluyd 1
««61 Daer fal een Bartolus wyt-mondigh konnen (eg-
gen
Hoe dat ^e wetten hier van aerdfche Princen leg-
gen ,
rr.j: (De wallen van den Stact) met wonder vaft
befcheyd ,
Maer blijft een vleder-muys in wat den Hemd
sWi %t !
rgefe *t Is vry een hooger (acck met Chrifto te verke-
ren ,
.5(1;' Als van de Son , en Maen > en haer gevolgh te
leren 1
Hy is die grote Son , door wien dat Son en
Maen
,\r-- Met haren hellen elans ran eerl^en af beftaen:
't Is vry een locter diiigh alleen op hem te letten,
UI ' Als
i
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
92 Het Bloem-h^fje
Als op het fchepfel hier het innigh hert te fettei; -
Hy heelt, als fondellaet, hy laeftals werelt «
woed j
Hy trooli; wanneer de dood tijn leUe dingen
doet !
Wat ick u bidden magh , myn ziele , wilt ont- ♦
waeckcn , *
En gronden noyt het hert op defc beufoi-faec-
ken !
Laet Chriftum fijn het wit in voor-en tegei
• fpoed !
Dacr fi)n bcneven hem geen aerdfchc dingen
foet !
Laet my , ó goede God, de werelt foo dosr-
rennen ,
ïn uyt het minftc kruyduHeylighwcfen ken-
nen ,
Dat ick u boven al magh fien in awen Soon ,
Gcfcten tot myn heyl op een Genadc-throon l
Si Chriftum bene [cis , futis efl fi c At era nefcis ,
Si Chridum nefcis , nihtl eji fi CAtera difcis .
Sit Chrtjlus viu fcopus , fit meta falutis :
Non errat vitA cui fcopus iUe placet.
Zft injmia prater Chriftum quicqmm fcire. Calvin >
XLII. .
Op een Man Hjt den Tuyn komende.
Aer pleeghter oy t een Man uyt fijnen Tuyn
te Komen ,
Of hy heeft eenigh vrught , of bloemtje mee ge-
nomen ;
Treed
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
der Gedighten, 9$
Treed dan , ó mcnfche Godts , Gods Tempel
nimmer in ,
Of brenght'cr voordcel uyt voor u en u gcfïn.
XLIII.
Op etn Voerman , dre nogh geerne hoort het
^ klappen van de fweep .
C Choon dat die Voerman is fecr wonder höogh
van jaeren ,
En over fuicks niet meer 'kan met denwaegcn
vaeren ,
. Het klappen van de fwccp is hem aogh eghter
foet ,
Enhy , gcUjck het ichmt > ontfanghd een
jonger bloed
De fondaer i's (00 valt geketend aen de Tonden
En ais een eghte vrouw aen vleefch en bloed ge-
bonden ,
Dat hy voor dit vcrgitc lijn hert noch open
neeft ,
Schoon dat een ieder tant van hem is over-
leeft.
En fchoon hy niet naer wenfch lijn afgefloofde
leden
Kan aen dien wrec Tyran als in der jeughd he-
fteden ,
Nogh wenfcht hy dat te doen , dat hy voor
delen plagli ,
Dat hy niet aoe'n en kan in fijnen grijfcn dag :
Lact my de fonde dogh, 6 goede God , veriaeten,
Laet my dien moordeaacr vertreden op de ftrae-
cen >
Lacc
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
5)+
Het Bloem-hofje
Laet my die hoerc fijn een laft , en niet een
Wanncerfe nu en dan een goeden yver bluft i
La^'t my het moedigh hooft van dele flano-c bre-
ken , ^
Laet my het fnoode vlcefch felfs nae het hcrttf
iteecken , •
Laet my door uwen geeft de wortel taü:en aen
Yan delen helfchen 'boom , op dathyma^^h
vergaen I
XLIV.
Op het mifnoegen gegeven aen een Vriend,
[)lc aen een goeden Vriend mifnoegen heeft
gegeven
Die kan met fonder rouw geheele nagten leven :
En ghy , o Ibndjgh hert , ghy wert met veel'
geraeckt ,
Schoon ghy met uwen God den oorlogh hebt
I
I
f
gemaeckt
XLV.
Op de forge die de menfchen dragen voor
hiure oegen mde goeden nnem.
J^E Menfchen fijn gewoon hacr oogen te be-
waren ,
Om datfe fonder die feer qualick fouden vaeren :
De menfchen fijnbeforghd voor hacren goe-
den n*cm ,
Want wat is dogh een mcnfch gegceflcit door
de faem ?
Soo
.1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten, 9 5
Soo moet de menfche Gods voor alle dingen for-
gen ,
Van dat de Sonne rijft tot aen den naeften mor-
gen,
Dat hy behouden magh een hert figh wel be-
wuft ,
Want in dat deel alleen vernaght de foetfte
«• ruft :
Een hert ligh wel bewuft fal nimmer konnen
(chroomen
Voor God en fijn Gcright met vccidigheydte
komen ;
Het is geen eerlick man die voor den Righter
beefd ,
Macrwel een fnoode boef , die quaed bedre-
ven heeft :
Een hert figh wel bewuft dat fal m vreughd ont-
(pringcn ,
En als een Naghtegael in groene boflchen fin-
gen.
Wanneer het overdenckt dat Chriftus komen
ial ,
En redden fijne Kerck uytdroevigh ongeval.
Een hert figh wel bcwult fal tot den bloede ftrij-
den ,
Sal om den naeme Gods met blijdfchap konnen
lijden
Het fwaerfte dat men vind : Een hert figh wei
bewuft
Heeft met een koelen ftroom de vlammen
uytgebluft.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
y 5 Het Bloem- hofje
Integer vitA fceleris quc /
Non egi't mauri jactilh , mc arm ,
Nee vmefMtis^ravida fMgittn
Fufcct rharetra. Hprat
ConfdintU befje a.u
iflts ? Bene vive Bona v$:a fem-
i j ^.:,i.i..x//> ^..iu€t , confctentrnrei femper tnpéiv i
Beril li.inhis.
O rj//.iw pre»:i',u /i j i'Ji bona con/achna ! Ikatm
M ar ty r ^<Jui4o Ue lires fsibextremis. r! u i (|. D.
Hoonibccck ia Thcologia Prad.
XLVI.
Opeen Aïf^üfler van Staet , door het HMr-
rvertk in fijne kamer ontruji.
p)Tc Man dje heeft her hoofr .?cn f^inrfchcn rl.v*
i;ebroockcn ,
J:n dan eens met den Prins , dan indenRacr gc-
(proocken ,
Fn dan eens op cn neer de gantfchc Stad ge-
gacn,
Op (Int des Kon!nck<; woorr ino'rlit fporch^h
ingedaeii.
Het IS dc derde naght daer ni hy Tonder llaepen
Leght op het ledekant : Hy weet geen rufl tc
racpen
Oock in de ruftc fM^;: Dies heeft de moe ac
kop
Hem menighmaci gcdraevd gehjck ecu fnelle
top;
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
•3. '
kg
der Gedichten
Nu CA hv fondcr luil: , cn foiidcr kra<Thten we-
len ,
Wanneer hy wederom komt uyc het uci iwrc-
icn , ^
En op den ouden voet fal tot fïjn ampten ^acn,
• .Want dat noyt ruit en heeft, kan nietaltiic
bcitaen.
Wat m.f ght den armen man , wat mojrlu hy do*'-
Wacr fweelde fijn verftand , waer doolden fijne
finnen ,
Dat hy van herten was op Co een tuy j^h belufl.
Dat niemand fpaeren kan, en lacten in de rufl?
Wilt u , 6 mcnfchen kind , met aen de Ibndcii
geven ,
Want door de (bndc moet de mciilchonrultjch
leven :
De Tonde is een tuygh , dat nimmer ftil en
(taet ,
Dat fonder cyndc fweefd . en op de ziele Haer.
Schoon dat de Ibndaer fit te midden in de rofc n ,
Wjc fal nogh evenwel fijn droevigh hert verpo-
fen ? '
Wat dattcr is ge Jaen , wat hy op heden doed >
En watter volgen (al verfchrickc fi jn boos ce-
moed ! °
Hy heeft cjecn ruft by God ; Hy vreeft fi jn eyccn
Iclven i
Een fchaduw van een boom kan m lijn hertc del-
ven :
De allerfwackfte mugh, de allerkleynfte mier
Is hem op Gods bevel een ilcrckcn grouw-
h laem dier l
r
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
9^8
Het Bloem- hofje
Hy Tal oock op ccn feefl: feer anghftigh konnen
ftecncn ,
Eu in de vrcughdt! fclfs fcer droevigh konncn
weenen ,
Hy fal terwijl hy leeft, en als hy fterven moet,
Oock in de koele Mey fijn in een heete gloed l
Wat moet een fchuldigh man om korte vréughd
verdragen ! u
Daer is geen fonne-fchijn voor hem fijn leve-
daegen !
Hyftcrfd, eylaes, hyflerfd, fchoon dathy
jaeren leefd ,
Die als een tanger blad in fijne ziele beefd !
OGod> laet noyt mynhcrt dit bitter waeter
drincken ^
Laet noyt myn lieve ziel in defen modder finken!
Geeft dat ick u alleen van herten dienen mag ,
Dan kan ick fijn bevryd van ibo een harden
llagl
i!
Hifunt aui trepidant , ^ ad omnia fulmim pallent.
^iid tiotfi gemmas omnes cumularts , aurum ,
Si tua Tart ar cis mer^s cruciatur aquis ? Owenus.
Xlt foltum a quovis mutatnr mobile vento^
Sic minimus terret confcia eorda pavcr.
Chriitianus Matthias m Theatro Hiftorico
C&nfcia mens fccleris formidme tota liquefcit
Tune qtióque cum pavidi caufn doloris abefi. Cat-
fiiisin Emblcmat.
Confcientiït rei femper in péina eji. Bernhardus.
Nihil ejl ?77iferius y qudm mtms hominis confcius.
rJautus-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ÖfJi
e/^r Gedighten. 9^
XLVII.
f^oorwerpfilen.
JJOc mecnigh Diamand en is nogh niet gevon-
: den ?
•Hoe ipecnigh perel light verborgen in de gron-
lil den ?
Hod mecnigh guldc Meyn en is nogh niet be-
kendst ?
God blinckt oock daer de Son haerftraeleii
nietenrend !
XLVIII.
t Op het Jlüjten van de poorte op de aankom*
fte van den Vyand.
.^^Hy moec voor alle dingh , ghy moet de poor-
ten fluyten ,
Dan blyft het moedigh Heyr van uwen Vyand
buyten :
Maer als maervoor een wyl de poorten open
ftaen ,
Dan fal door vyer en fweert de gantfche Stad
vergaen :
Ghy moet het oogh en oor , 6 Chriften wel bc-
waecken,
Op dat de duyvel niet magh door die poorten
raecken :
Hywcrt, eylaes! hy wert een helfch verderf
gewaer ,
Die niet cn is bcforghd gedurigh over hacr I
£ »
In
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
100
J-fct BlocTK-hofje
mi
Lnmim qui potun vtnccre , viïior Abtt. Catfius
in liinblcnuc.
Vtt't'ts nobis in anitr.umpcr octilos eft via. Qiüiitilian.
Trimi in omuibm prxuis ocuU vmcmtur. '1 acicus
<\r Mo; lo, Cicj Jihin.
XLIX.
Op T'erfrhry.'icfie f^ooru'frpfèlefi.
J.Jl.tIl.iii ucjoi uaci ^:;cwoiul, lal wel iii hou-
dt rc liocckcn
Svn K'inAx om het kruyd Didamnum op tc foe-
J)c Kac Jic l^ccl'r dc Nip ccn onqcrricucn lof,
til phicktfc mccniijniacl voorliacr uyc oafcn
hof :
Dc Bock die fal Scharlcyc gcdurii;h ccr bcwyfcnj
Dc S:hilrpad dc Polyc , cn hacrc kragtcii \nylcn ,
Dc Hond (iuckc nacr het Gras gewallcn iii
hctvclr,
VVannecr door cciugh voght hj»i leden fijn
] letChcIidoniuiii lal Swaduwcn bchicgcn ,
Df Kingh diiyf lal Lauwricr na hacie nellen
dracgcn j
Dc Oycvacr begeert Origanum tc bacd ,
Soü haefb hy in het lyf voelt ccniglu]uclligh
2act :
Dt* dirk '^cbuyckte ' rnt^t nac dc Wecghbrcc-
blacdcn,
En
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedightett» xot
i En fj! in hacren noot het ingewcnd ver/aedcn
M«irtö een Medicyn : de Wynruyd wcrt be-
geert
Soo haeft de Wefcl voelt dat hem een pfae<^c
deert :
•«Syir^hv dan , myne ziel alleen nalatigh wefên ,
Tcrvvijle dir voor u veel meerder is vrdèn ?
Sul^gy in uwe quael (niet minder de dood)
Niet aen de Medicyn gedencken in de noot ?
Sult ghy den Soone Gods niet traghten tc beko-
men ,
Op dar van uwen hals de fonde fy genomen
Met Itraffen Tonder endt ? op dat een ccuwigfi
goed
Oock op de reyfè fclfs magh laeven u gemoed?
O Jcfu , fchoon Juweel, fchoon boven alle IcUat-
ten ,
Daer wind , of zee , of vyer niet op en weer tc
vatten ,
Geeft dat ick u alleen mag fluyten in het herr ,
Dan draegh ick in den geelt een plaeflcr voor
de imert.
Oimi% ft perdas , Chrtjïtém fervare men:ento.
Fuftis ejlfmguis medici , ^facium efi medicMnen*
tumphrenetici. Auguihnus.
Sufcipitndo pAnam , ^ wn [nfcipiendo culpcm ,
cttlpam deUvir , ^fmam. Idem.
20 r Het Bloem- hofje
L.
Op verfcheydene F^oorwerpfelcn,
p En opgeblafen mcn(ch wil fbrick cn krullen
tellen ,
En met het gantfche hert nae defe dingen heJIej
Een Dronckaerd wil fijn glas . een Gieregaerd
fi^n goud y ' ,
En houden even ftaegh den geeft daer opge-
bouwd :
E cn Koopman ovcrfiet fijn iciiuU ca lente brie-
ven ,
En vreeft gcdurigh aen voor afgerighte dieven :
Een Advocaet doorfiet hoe lijn Proceflen
ftaen ,
En overleyd met vlydt wat dattcr dicnd ge-
daen :
Een Herder is beluft tc tellen fijne fchapen ,
Terwijl het teder heyr isbe/igh gras te raepen:
Een Velt-heerovcrflaet gcdurigh dat getal >
Dat hy voorStaet cnKerckte velde brengen
lal:
EenStcrre-kycker telt die ongemene Lichten ,
Die om den Hemel gaen op haer verlcheydc
plightcn :
Een Reder van een Vloot telt Schepen op de
ree ,
Die hy om groot gewin wil (enden over zee :
Maer die gedurigh aen fal nemen lijn bchacgen
Met ingelpannen geeft te tellen fijne daegen,
Die draeghd een beter kunft van tellen inden
geeft,
En blijft fèlfs voorden dood ten Icften onbe-
vrecft. Geelt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten. 105
Geeft , Heere , Hat ick niagh die brave tcl-kuuft
lecrcn ,
Geeft dat ick cvenftaegh magli met het graf ver-
kceren ,
Geeft dat ick fterven magh , eer ick dit leven
fluyt ,
11 ftert ick nimmermeer, al gaet myn lamp-
^ jcnuyt!
Mors te uhique exfpeBat: Tu igitur ,fi /opis y eam
ubtque exffeciabts . Auguftmus .
In cerium eft quo te loco mors exfpeciet , itaque tté tl"
lam omni loco exfpeBa» Seneca.
Sentbus in )Muis , adotefcetitibtés in injtdiis efi.
Bernhardus.
^i moritur antequam moritur , non moritwri cum
Moritur,
LI.
Op een lifltgen Fjand,
pEn Vyandwert gevrceftals hyaen alle fy den
*^Stacc met een maghtighHcyr , en weet mee
lift te ftrijden :
Waerom , 6 menfchc , dan de helle niet ge-
V reeft ,
Terwijl geen vyand oyt foo kraghtigh is ge-
WCcft :
E 4
Of
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
1 0+ Het Bloem-hojje
LII.
Of het beledigen van een voet.
£)Ic maer dc voet alleen fal van denmenfchc
<]uellen ,
Die fal van flondcn aen het gantfchelijfontile^-pi
ien ; .
En die de leden Godts met (cherpc doornen
flaet t '
Die doet den Hcnicl k\h met fulckc roeden
«juacd.
LIIL
Of een Genoode tot een blyde Maeltijt,
l^letoteen vrolickmael van vrienden is gebe-
den ,
Die moet tot haer vcrinacck daer toe met vrcup'-
dc treden :
Maer die met Cliriflo traghr te houden avond-
macl
Die moet met traencn fclfs verfchijncn opdc
LIV.
Op een Hongerige ende Dorflige,
rjle honger heeft cn dorft , die ül de (pyfe fma-
ken ,
Die fal de Rynfchc druyf , of ander voght ver-
maecken ;
Een reght vernedert hert dat proe fd een He-
mel fch föet ,
Dat noemd de gunftc Godts een onbegrepen
goed • C)^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten,
LV.
Op een Vreemdelingh*
y^Kti fal een Vrecmdclingh figh konncn on-
derwinden ,
m ineen vreenrd gewei: ccn vafte ruft te vin-
den ?
K9|i dan een Chriften menfch opaerden fijn
geruft ,
Daer ny gedurigh aen fwcefiJ op een vrcemda
kult ?
Omnis homo requiem quArit. Bomm nm qu£rit,fed
non in regione fua. Non efl pax in hac rita, In
cxlo nobis pro'nijjhm efl > qtioii tn ferrA> qturi--
mus. Auguftinas.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
HET
Bloem-Hofje
Der
GEDICHTEN.
D E T^D E DEEL.
I.
Op de Sonne.
Choon dar dc klaere Son kan groo-
ten glans verwecken ,
• Sy kan noch evenwel niet alle ding
j ontdeckcn ;
J Maer voor die groote Son , die
die gefchaepen heeft ,
Is alle ding ontblood , dat cenigh wefen heefr.
Laet my dan , goede God , geen iondigh quaed
bcdryvcn ,
Terwijl daer mets cn kanvoor u verholen My-
vcii :
Ter-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I
derG edtghtetj . I O 7
Terwijl geen Rorer felfs oyt quade rancken
doed ,
Wanneer liy voor den Throón desRightcrs
lp ree eken moet 1
, cui cura efi ut videat te , ^ timendo
j CHjfus fis : Atit fi peecare vis , c^tiAre uhite non vi-
deat fac quod vis. Auguftin. de Vcrb.
Domini 4^.
II.
Op hct felve fiibjeÜ,
I \V7Aer vind men' oyt een menfch , die niet cn
" V' lalbemmnen
3 DeSon, die focte lamp, dien troofter van de
finnen ?
Ghy fijt een foeter Son, 6 allerhoogfte Goed,
Geeft dat ick dan op u magh bouwen mijn ge-
moed;
III.
Op een Keers hr^ndende in de Son,
r\It Lightje dat het hiiys kan in der naght ^r-
lichten,
En trooften meenigh oogh , kan niet met al ver-
riehtcn
Ih dcfe Idaic Son : dies ftaet het fonder.vrugt,
Terwijl een meerder glans daelt door 'de
blacuwe lught:
» Hoe kan het aerdfchc fchoon den nieuwen mens
veimaecken ?
E 6 Ter-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
io8
Het Bloiin-hofjt
Terwijl den Hemel komt fijiiinnighhcrte nee-
ken ?
H7 is een ander men fch , hydenckt op aerdc
nicc
men
lunus
Nu hy met Stcplunus den Hemel open fict
IV.
Op hrandende Toortfèn inde Sotf^te.
JClioon duyfcnd Toortfèn fijn b^' klaren dagh
ontfteken >
Sj dienen by de Son noghtans niet vergeleken :
Het gout en maghtigli goed van delen ronden
ringh
Is by dien grooten God alleen een nietig ding.
V.
Op een dteftn de Ketrs.
J]^N denckt niet dat de Kcers fal helle ftralen ge-
ven ,
Soo langh daer eenigh dief fal in defelve leveri :
De licl heeft nimmer trooft , daer in de Tonde
woont :
Soo wert het fondigh quaed met cnckel leer
celoont !
runt caure pfccat». Au2;uitums.
Op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedtghtfftt,
109
vr.
Op een Vyer-votick*^
iiler oyt gcwee{t , die in <le ftoutflc bac^
^ ren
Kfcl^oor een wys belcyd een voncke vyers bc-
waercn ?
En CMitcr , eocde God , wat fchaed een fwaer
tem peelt ,
Als ghy dc miiilbe gift bcwaert in onfcn geeft >
VII.
Of het Vyer.
A L wat het heetc Vyer macr acn en komt tc
raecken ,
Dat focckt het al te macl tot cnckel vyer te maec-
kcn:
ü wert > 6 menfche Gods , hier metter daed
gelcert >
Wat ghy behoort te doen, wanneer ghy fijt
bekeert, l .
VI 11.
Op den Oceaen.
C Choon dat de Zee tc met is fondcr fcllc bac-
^ ren ,
JEn Tonder cenigh iect lact mecnigh Schepen vac-
ren,
Sy drukt een wyl daer nac felfs in een gantfche
vloot
E 7 Dooi
I
I 1
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I lo Het Bloem-hofje
Door haer onduymigli fchuym de verwc van
de dood :
Schoon dat een londaer fchijnt in foete ruft te Ic~
ven ,
Het hert fal nimmermeer hem waerc vrcu9;hdc
geven j
Syn ruit is fondcr luft , en naer een oogcnbJik
Baert defe flickcr^vreughd hem des te iT^^erder
fchrick.
Spem vultH fimuUt , premit altum 'corde doler em.
Vircril.
^oh hutc tranqulU tan confidere j moment o temporis
n^nrc evertttur, ^ eodem die ubt Uiferunt mvt^iay
forhentur. ScnccaEpift 4.
Sardonius hic rïfus efi t intus interim eos mordtt
cmfcienttA vermis , cautcriis omnibus acrior.
Calvnms Inftit. Lib. c.
IX.
op een hoop ajfchcaen den heert,
IJlcr fcliijnt een doodén hoop acn dcfcn hccrt
tc lcg!2;cn ,
Hier weet men van c;ecn roock, nogli van geen
vycr te (eggen :
Maer als men maer den grond met defetangc
racckt ,
Dan fiet men dat het vyer van ftonden aen
ontwaeckt :
En werpt, omeniche Godts noyt uwen geeft
terneder, Dc
'•••ii
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gcdighten, in
f De hitte \\\\\ den geeft die komt ten leften weder:
£a oordeelt nimmermeer , ca oordeelt niet
te licht ,
Als iemand nieten doed fijn aenbevolen phf^t ;
1 Het vycr dat voor een tijt lagh acn den heert ver-
t'y, ^ borgen >
C iitI?PaIs het wert gerocrt, cn vlamddcnacftc
morgen :
Al fcAijnt de mcnfche Gods by wijlen niet met
al,
Kv wcrt een deftigh hek als hy ontwacckcu
/al.
lihiciihus erip 'ttur , mergi ncquit , ahior imda ejt
Fercaluit fancio cui femel tgne jfCHf»
Catlius in Emblem.
X.
I' Op een Land veel vande Sonne bcflraelt.
[Oc vrughtbaer is een Rijck , hoe vrughibaet
Zijnde daelen ,
Wanneer de warme Son liaer dickwils komt bc-
ftraelen ,
Hoe (ught in tegcnc^ccl , hoe treurt dat 'eant-
Iche land^
Wanneer de gulde Son is vet re van der hand !
)aer God fijn heylfaem Woort heeft in een laiid
gefondcn ,
)acr wert alleen den ooghft der 2ali<^heyd ge-
vonden , ö / h
Maer dacr dat heylfaem light fijn ftraclcn niet
ca Ichiet ,
Daer
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
lii Het Bloem-hofje
Dacr woont onvrughtbaerhcyd , cn ecu- j
wigli ziel-vcrdricc I
XI.
Op aerdfche Heerlickjpeden,
UOc kan dat (choon Palcys, tot ui uc lugiit
verheven , ^
Het hcrte vol vermacck op deler acrdej^éven ?
Al die dat hoogh gebouw hier met njn oogen t
raeckt ,
Siet macr een Iccmen-hoop , gekoockt en r
hart ï^emacckt : \
Wat is het Ichoou gebonw van Vrouwclickc t
leden
Meer als het nietigh {lof, dacr op de voctea
treden ,
Schoon dat het beter is gctemperr na den eys ,
Wat is , eylacs I wat is doch dit clleudigh
vleys ?
Wat is het ros metael , dat in de naere kuylen
Heeft voor des mcnfchen oogh veel eeuwen
willen fchuylen ,
Als maer een aerden -klomp wat beter toebe-j
revd ,
Dat in des mcnfchen hert foo diep begraven
Icyt. ^w..^^
Wat is dat fchoon gcwacd, foo konftelickge-iMH
weven , /^^ïj
Dacr aen veel duy fenden met hare zielen kleven ?' ■
Een worm , cylaes ! een worm die Ipint dien
faghten dracd,
Die Princen tot cicracd om hare leden gact :
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
^ der Gedtghten, I t j
' "'I En laet , ó menfchc , noyt u met dien antrei
vangen , ' ^
Die defc wcrelc laet in hare ftroomen han<^cn :
Al wat de werclt geeft dat is een birtcr toet j
Macr van den Hemel vloeyd een wacr cu luy*
ver o-ocd.
XI!.
Op een Voiel-neflje ^ een Spinne-wehhe
en een Hutje.
J^Oe kan een Atheïft den Schepper oy: ontken-
nen ,
Als hy dat groot Verwulf des Hemels gaet dooi-
rennen ?
Die maer een ncftje fict , een wcbbe van een
fpin ,
Een hutjen in het woud , fiet daer een macker
in.
:t^l^HÜA domus domino earuit , vos hanccine tantam
^uUitis Domini credttis e[Je domum ? O wcnus.
wxk ^^fif:*bricat?}Hndifr£dicAtcreatorem, Ambrof.
'x vijibilibtis creaturis agnofce mvipbilem creato-
rem. Chryfoflhomus.
XIII.
Op drie Voorwerffelert.
C En Krijghs man is gencyghd tc wacgcn lijf co
leven >
Op
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
114
Het Bfoeni'hofje
Op dat hem dat gevacr magh buy ten eere geven
Een die d?n acker delfd , ontliet nogh fnceu\v> t
no;ïh wind , ;
Om dat hy in den fweet een fchralen penning i
vind : \
Een die in fchoolen Icyt , die fal dc vf^^^jj^fufy
foccken >
Gclijck een rappe bye in meer als hond|Tt boe
ken ;
Sa! dan een Ridder Godts niet ftrijden om eem
kroon
Die vol van k vcn is > tot ccn gcnaacii loon ?
Cert andtim eft : nuUi venimt fint marte tririmphif,^[
Et mfi eert anti nuÜa corona datur. '. '
Dilicatus es ,fihic visgattdtre cum feculo , ^ pojlett \ l
regnare cum Chrifio. Hicronymus adHclio-*
dorum.
XIV.
Op eenige rborwerpfèlen,
|70nteynen drogen op met (troomen en rivie-j
■ ren ,
En mogen altijr niet door gantfche Landen fwie-
ren ,
Al fijn de wey den groen , fy werden cghter
fchrael ,
Al fijn de landen vet , (y werden cghter kael :
Het boom-gewas verolmt j de vrughtcn die
verrotten ,
De Goud-en Silver-myn(de hemel van de fbtren")
Al ii h V wonder rijck , weit eghter uy tgepur,
lil
T
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten.
1 1%
Hu doed den armen menfch voortaen geen
meerder nut :
God is alleen die vloet , die noyt komt op te
droogen ,
ftroomt m eeuwigheyd , op dat wy leven
mogen :
's dat rijck thrcfbor van alderhande goed,
Dat,^eyn€ zielen laefd, ca alajdt voordcel
doet \
XV.
^ Op tivee Foorwerpfelen.
gehoon in een maghtigh bofch fijn meer aite
duyfend dieren ,
Dat bofch is haer genoegh om' daer temogen
fwieren :
Schoon villchen fonder end fijn in de wilde
zee ,
Een zee die is genoegh voor al dar gladde vee ;
Maer aen een gierigh menfch is noyt genoeg ge-
geven ,
Schoon dat hy alles heeft om wel te konnen le-
ven :
Hydracfd, cnfwect, enhyghd, terwijl ccü
ander ruft j
En is gedurigh aen op meerder goed beluft !
Lact my , ó goede God , het hert' tot reden voe-
gen ,
Xact my een ftuckje broods , een koele bceck
vernoegen !
Een kleed van fchapcn wol, een flaepjcnm
het groen >
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
t
Jl6
Het Bloem-hofje
Dat fal my meerder deughd als alie fchatten
doen !
Sem^er avarus eget. Horat.
XVI.
Op verfcheyden f^oorwerpp/aj.
jQE Oycvaer die weet wanneer liy diend te ko-
men ,
Dc Turtel duyf , de Craen wert in haer tijt ver-
nomen :
Soo haefi: het bofch den menfch vertoont fïjii i* m »(
eerde groen , fn^m f
Begïnd de Naghtegael , en komt het hulde t ::'.èi
doen :
Het fijde-wormrjen heeft foo haefl uyt 't ey ge- •:
keken ,
Als het moerbefic blad komt door dc botten i
breecken ;
Komt eens de reghte tijt d'amandel-boom die
bloeyd >
Dc tulpe wert gefien , de (bete roofe gloeyd :
Een man die reyfcn wil > die fal den dagh ver- ;
kiefen ,
Die wegen maeckt en wil geen Sonnc-fchijn
verliefèn :
Geen hamer wert gefpaert terwijl het yfer .
blaeckt >
Want van het heet mctael moet alles fijn ge-
maeckt :
Dc fondaer maer alleen wil fijnen rijt vergeten ,
"Eu van een waer bcroaw niet in het minitc we-
ten l Gc-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
'«..V
der G edtghten» wj
Gcluckigh is de mcnrdi , die foo een Icvcn
lu cfc ,
Dat liy dien grootcn God al tij c voor oogcn
liccf t !
Als ghy , ó ccBwigh Goed , my met genade zc-
'V^ gcnd,
En van den Hemel af het foctc Manna regend ,
Gcck^dat ick dan niyn vat foo wel bclörgen
niagh ,
Dat niet te vrelcniym uwen grootcn dagh!
n quo quemque invenerit fuus mvijjïmus dies , m
hoe eum comprehendet muntii novijjimus dies;
quotrtam qualts m die ifto qtufque moritur , saUs
in die illojHdicahitnr. Aiii^ullinus.
XVII.
Op een PVrnd-moolen.
fcOo haeft de koele vvuia bcguid m 't zcyltc
ooia waeyen ,
lic ick de vleugelen van dcfe Molen draeyen :
Soo haeft de Heer lijn Geeft tot ons vaii boven
lènd ,
Soo haeft is oock het hert alleen tot hem ge-
wend.
'■(i Deoutveliwus y xcutvaUamus, Auguftin.
XVIII.
f goude Dooskui:, ij^ lic inciilch een fchat bc-
wacrcn , £a
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Het Bloem-hofje
I
En lacten ftroo , en hoy , en vnylen modder '
vaeren :
:51uyt dan , 6 menfche Gods , den Hemel in i
het hert ,
En niet het aerdfche foet, dat enkel galle wert!
XIX,
ÓpeenKeersende een Stemmét |
\jKti defe Keers alleen fijn hondert acngcfte-
^ ken , 1
En cghter fie ick haer het minfte niet ontbreken:
Een ftemme van een menlch gelproocken in
het oor ,
Die krijghd oock even felfs by duyfcnd man
gehoor :
<Ghy kond , ó Soone Gods , 6 Sonne der gena-
den ,
Met uwen glans alleen de gantfche Kerck veria- •
den , >
; Ghy kond door uwe wol, daer door ghy fuy- '
ver fijt,
Bedecken hare ziel , en maecken haer ver-
blyd. .,
XX.
Op twee V lorwerpfelen,
f*^Hy fiet hoe feer het kruyd is in den hof ge- I
waflen , " i
Door warme Sonne-fchijn > door gulle Icntc-
plaficn ,
Gy fiet de fchaduwcn gevojidcrt door den tijt
Wan-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Üediffhten*
Wanneer gy voor een wijl van defè beydc fijt ,
IMaer op dien eygen tijt , terwijl de planten groc-
fiTerwijl de Ichaduwen op fonne-wyfers fpoeyen,
Eu wcrt demcnfche niets, al fijn fijn oogcu
4^^-.-^ klaer,
tj ÓtTn het kruyd , ofin de (chaduwen gewacr:
JAls God met fijnen geeft komt in het hert gefè-
gen
Kr. ïiAls met een Sonne-fchijn , en met een (beten re-
gen ,
En uy t een milde gunft daer in aen alle kant
Heeft Myrrhe met Saffraen , en foet Canecl
geplant :
riecft Calinus boven die , en veelderhande kruy-
den,
v'eel beter als het kruyd gewaden in het Suydcn,
Dan fchijnt dat fcnoon gewas by wylen ftil tc
ftacn ,
En in het minlte met met groeyen voort te
r F
tu2ht
:aen
5.... de lieve Bruyd , dies klaeghtfe boven
maeten ,
Om datfc niccnd tc fijn van haeren God ver-
laetcn :
Maer als fy voor een wijl figh oeffend in ge-
dult ,
Bevind fy dat den hof metaen-was is vcrvulc.
XXL
Op twee F'ooruferpfèlen .
Ie aen een foctc Macghd fijn ziele komt tf
binden , ' Sal
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
IIO
He: Bloem- hofje
Sal buy ten haer voortaen gccii ruftc konncn vin-
den
Voor fijn verwonnen hert : hier baed geen
mcdicyn :
Hier baed eeeii vrienden trooft: fy moctdc
placfter fijn : ^
Wanneer de moeder is van *t tccre kind^wc-
kcn ,
En haer een wyle tijts heeft in een hocclf verfle-
ken ,
Dan aght het geen gcvley , of ecnigh fuyker-
riet :
Dan bhjft het ongeruft, tot het democd^^i
fict.
Wanneer de Soone Gods niet meer fijn honingh
raeten ,
Syn meick , en (bete mo{\ giet m dc rc) nc varen
Van fijne lieve Kcrck , dan treurt dc lieve
Bruyd ,
Om datfe maer alleen in hem haer heylbc-
fluyt.
Daer is geen trooften aen : hy moet de Troofter
welen ,
Hy die de wonde gaf, die moet het .i^i : genefèn:
Een woort van hctn aüecn , een aeni^eiiame
lagh ,
Macckt dat de gantfchcziel een Hemel heb-
ben ma«ïh 1
Bic potefi atiferre coruis mei dolorem , qui novit oc-
cult a. Inveni medtcum , qhi in caUs habitat
m terris fpargit mcdtcarTje7*:a. Htc feliu potrji fa^
Mrc vfiïnerA mea , c[uinefcit f/M. Ambroiius.
t
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
•ogv
ilk
tra*
Gedichten. m
XXII.
Op groene Zoomen y metbreede hUeden,
^ is^t Soomer heet , de groot- geblaede boo-
men
ie la)nncn haren brand met haren lommer to-
men ,
Die i:onncn aen denmenfchcengrootc wcU
dacd doen ,
Wanneer hy is vermoeyd , door haer gefègcnë
groen :
£n vreeft , ó menfche Godts , en vrccft niet voor
de fondcM ;
Alsgy den Soone Gods geniet met fijne wondcnj
Dan ruft de wraeke Godts met haren ficren
gloed ,
Wanneer de herten fijn befprenghd met Chri-
fti bloed.
Dan wcrt dezielgelacfdmetenckclhooningh-
raeten ,
Met wyn en foetc moft , bewacrd m reyne vac-
ten ,
Met liefïelicke melck , en mcenigh heylfaem
goed ,
Dat midden in de dood en helle voordeel doet.
laet , Ibete Jefii , laet myn hert tot u genaeken ,
Door grooten brand verdort , en figli in u ver-
maecken :
Komt , foete Jefu , komt , en voeghd u ne-
vens my ,
Dan wert myn anghltigh hert van allen kom-
mer vry I
op
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
j 2, 2 Het Bloem- hofje
XXIII.
Op een bars en kltiytigh Land,
p Eii bars cn kluytij^h Land en moet men niet
indien men in den Ooghft wil goede vrii^ueif
niaeyen
Maer als een diepe plocgii is door het ir.ert gc-
gacn ,
Dan kan op foo een grond een fchucr van
vrugluen (ben :
Geen vroolick (bndacr kan God immermeer bc-
haegcn ,
Maer die een b racck- land is , kan goede vrngh-
tcn draegen :
Een fondacr door de Wet verllaegen in het
iit rc ,
Die is de mcnfch , daer door dat God ver-
vroolickt wert l
XXIV.
Op drte Foorwerpfilen.
npVVec luyten nevens een die fuUen met de Iha-
ren
Een acngcnaem geluvt in mcenigh oorc baeren ,
Wannccrfe fijn gepelt op ccn gcüjckc maer ,
Schoon dat de vinger maer op een van beyde
flaet :
Wanneer het vuyic Twijn maer eens wert aen-
gcgrepcn ,
Düa wcidict gandchc rot als in het hert gene-
pen , *"
Dan
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedtghten • 1 1 j
Dan komt het gantfchgcfpuys geloopen met
getier ,
Als of net redden wou het rede-Ioofè dier :
Soo hacil een fchaep , een os , een peert van o:i-
fc ftallcn
^ Is door een ongeluck in onlcn put gevallen ,
Is^cder in de weer , en helpt het arme beefl- ,
Schoon hy noyt eygenacr dacr van en is{;c-
• weeft :
Sal dan een Chriften niet fijn blyde met den bly-
den ,
Wanneer het met de Kerck gacr wcl acn alfc (ij-
den,
Sal hy in tegendeel niet fijn haer metgefel ,
Wanneer <ic moeder treurt , en fhielt in hacr
gequel ?
Laet my , ó goede God , van nciccn iijn te vreden
Wanneer de vreughde ftroomt in myne mede-
leden , '
Laet my oock nevens haer met blydfchap , eii
gefchal ,
Alleen rot uwer eer > vervullen bergh en dal l
En lacr my nimmer fijn gclijck de harde llcenen.
En lact my nniimer fijn als aengcfette beenen ,
Als randen van yvoor voor cenigh mond gc»
maeckt ,
Die *ondcr leven fijn,en die geen finerte raeki >
Maer laet wanneer de Kerk is in een hel ge/egcut
Met de(è lieve Macghd myn hertc fijn verlegen ,
Terwijl een Haman wcrt vervroolickt tloor
den wyn ,
Om dat het met hacr fchijnt gantfchophet
: end tc lijn 1
F 1 Laet
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
124 het hioem-hofje
Laet my doch uwen toorn «et heete tracncn
fhllen ,
Om dat de Kercke lijt felfs oock om mynent
willen ,
En laet myn ingewand gelijk een harpeïlaen ,
Wanneer het met myn vleefch en bloed wii^*
qualick gacn !
Ghy fijt , 6 goede God , vervult met mede-lyden >
Wanneer het wilt gediert de Kercke kdmtbc-
fbyden .
Ghy fijt , ó Middelacr, bedreden aen het hert,
Als uwe Turtel-duyf vervolghd , en treurigh
wert 1
Laet dan uyt my een beeck van bracke traenen
Icccken ,
Als uwe Tempelen door vyer fijn aengeftcken ,
Als huyfen omgeruckt, als Steden uyrge-
rocyd ,
En als het is verdelghd dat eertijts heeft ge-
bloeyd :
Als Vrouwen fijn gcfchend , als kinders fijn ver-
treden ,
En als het ingewant door honger wert beftrc-
den ,
Als al wat bitter is de lieve Kercke proefd ,
En in een eenfaem dal fit in den geert be-
droefd 1
^uoi mndolet cumpmgitur , dut veliicatur , pro
putrUo aut mortm habetHr. Augultinus.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
i
der Gedighten, ix j
XXV.
op drie F wrwerpfeletj,
QEen Vcrcken fal den Meiifch oyt voordce'
^ konnen geven ,
Soo langh het vuyic bcell fal blyven in het leven,
Geen milpels fïjn bequaem voor dat fy fijn
• verrot.
En diefe eerder wil, die wcrt met recht befpot.
Geen (pacr pot falder oyt in honger konnen bae-
ten ,
Als hyin /ïjn geheel wert van den mcnfch eela-
tcn: ^
Wanneer een gierigh menfch wctt uyt den
ti;t geruckt ,
Dan wert van ibo ccnftamccn fappighoof^
gepluckt :
OHcere, laetmyn hert een heyl-fonteyne wc-
fcn ,
Myn handen een canael om armen te genefen ,
Doormynen overvloed, foo lan^h ick cevca
kan, ö fa »
$00 langh ick in den ti jt daer ben de meefter van !
Ach ! als cerlè nae de doot daer van bedruckrc
Je ven ,
Dan wert het ons ontruckt, en niet door ons
gegeven :
Dat is het celfte gom dat uyt de bomen fchier ,
En altijt ongeperll in reyne vacten vliet \
AvxTHs nifiquum moritur , nilreaé facit. Scncca
in Proverb.
SiÏHs quas deieris fempn hahebis opes»
^ 5
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ii6
II
Het Bloem-hofje
XXVI.
op rijcke Steenett*
CChoon dat het Ooftcn is vervult met rijckt
*^ Steenen , ,
Dat Land is niet fo rijck gelijck de lieden menen :
De Soone Godts alleen ia Nederland geplant >
Die maeckt het mettcr dacd een woiedervan
een Land !
xxvn.
Op Boomenin de Hooven.
VlEn lal een beter vrught verwaghten van de
^ * hoornen
Die in de Hooven ftaen by gulle water-ftromen.
En onder onfe forgh , als van dat maghtigh
hout,
Dat in de wildernis wert nimmermeer ge-
bouwd :
God waght oock meer van ons als van de woelte
volcken,
Om dat hy over ons laet druypen li)ne woleken.
Om dat hy onder ons met fijne woorden i
woont, ,11
Enonsdaerinfijuheylliccft naecktehck ver- -
toont. 1
XXVIII. j
op een Boom met een V 'Ughtje. '
r En vrught alken bewijft het leven van de bo-
""^^ ' Want
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
iicr Gediohten. 1 1 7
W^nr van een doode ftam kan noyr c^nrinpcl
komen :
tn als het (wack geloof ons maer een vrughrjc
geeft
Dan toont het dat den monun den Allei-
hooghften leeft.
XXIX.
* een rijpe Druyf.
"ITT At wert een edel nat geperft uyt rijpe Druy-
ven ,
Bequaem om uyt den geeft het naere leet tc
fchuyven 1
Wanneer de fondaer weent , dan vloeyt een
foeter wijn ,
Terwijl den Hemel felfs daer door kan vroo-
lick fijn !
LachrymA pAnitenüum vmum futTt mgehrnm,
Bernhardus.
XXX.
op het fingen der Vogelm , tegent het Aen^
hreeikcn des dager aeds.
Clet 1 hoe dit foete heyr is befigh met het fprin-
geni
Hoort ! hoe het nu ter tijt genegen is te fingen J
Men hoort door bergh en dal fijn aengenacni
geluydt ,
Om dat de gulde Son den dageraet ontfluyt :
Sou dan de lieve Kerck niet komien vrolick we-
ien, F 4 Tccr
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
11
8
Het Bloem-hofji
Terwijl een {beter Son komt over hacr gcrcfcn !
Dat geeft de foetftc vreughd , die oy t den ziele
kendt ,
Wanneer God op den menfch fijn giinftigh
ooge wcnat !
XXXI.
op een vliege, vallende in een engh^mon-
digh hoonigh-glas.
Jlet dcfe dwacfc vliegh door foctcn tracn be-
drogen ,
Terwijl de' fiere bycdacr door niet wert bewo-
gen !
Sict ! ïioe fy vcerdigh gaet na dit engh-halfigh
glas,
Als of voor haer een heyl daer in gefloten was.
Hoe weynigh weet fy nogh wat haer fal weder-
vaercn !
Wat dat het valfclie fbet voor onheyl ftact tc
baeren !
Ach ! nacr een kleyncn tijt rolt fy van boven
af ,
En fmoort nae kort gewoel in dat gefuykert
^raf !
Schoon <fat de fonde vlyt , en wiltfc nimmer agh-
tcn ,
Want van die hoer is niet als droefheyd tc ver»
waghten :
Hy valt , 'cvlaes ! hy valt in enckcl helfch ver-
driea :
Die niet fijn fronfen toont , wanneer fy gunfle
biedt.
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
acr üeaigüten. 129
Laetmy, o goede God, tot allen tydcn waec-
ken ,
■Qp dat dit /bet vergift myn hert niet magh ver*
maecken,
Want fchoon de fondc felfs gelijck een Engel
• /prceckt ,
Sy is het niet te min die lijf en ziel verbrccckt.
* XXXII.
op een Vogel dtght bj een net.
TV7 At magh de Vcgel doch foo dight by netten
fweven ,
Want daer in wcrtgefienhct eyndcvan het le-
ven :
Lact my , 6 goede God , van boven treden af.
Want die hacr dight genaeckc , die nacdert toe
het graf.
XXXIIL
Op een Papegaey , in eengonde koy , in een
frince-kamer.
*t IS voor een Papegaey veel nutter en bequa-
mer
Te hangen in de koy in defe rycke kamer.
Als in het wilde wout te leven onbcpaelt ,
En daer in vrees te fijn te werdon aghccrhaelt.
Hier fal voor fchraele koft het flaeVcn niet be-
hoeven > .
Hier kan hy evenftacg een lecker beetje proeven.
Hier wert het beeit gcleert te fprecckcn men-
fchcn-tael ,
F 5 Hier
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Het Bioem-hofje
Hier leeft het door de vrcuqhd , en fchactert
door dezacl :
Hier fal dc Coninck fclfs het beeit by wylcn vie-
ren ;
't Is dan veel beter hier , als in het wout te fwic-
ren : .
't Is beter in het hof te wefen bly van geeft ,
Als in het woefte groen gelijck een lompe
beeft : *
Al is een Chriftcn meufch de wcrelt afgetreden ,
En gaet ren dienfte Godts hefteden lijue leden ,
Noghtans in defèn dicnft is hy niet als een
llacf,
Macr groter als een Prins, en vryer als een
Graef.
Taliitur fgyegio quisquis juv principe credit
Servitium nusquam Ithertas grattsr exjiat ,
^amfubregepto, Claudianus.
O quam muitos habet Bominos , qui mum , nempe
Chrijlum> non habet \
Omnia quét pAfiarijubet Chrifius , ?)on onerant
fedornant. Salvian.
Uon eft laboriofa , fed amabilis , optanda hxc fet"
vitHs. Auguftin.
2>ioftrvireeJire£nm. Idem.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
131
XXXIV.
op eenige l'^oorwerpfelen,
J^E Leeuwen van het wout die konnen danck-»
bacr welen ,
Als haer is eeiiigh goed van eenif^h menfch be-
we(èn :
Wanneer hctgulde vat ontfanghd een Sonne-
* Ichijn ,
Sal op dien ogenblick dc wccrflagh vccrdigh
fijn :
Soohaeftdc guIdcSon methacic blyde flraelen
Komt in de Lente- tijt op foctc bloemen daclen ,
Ontluyckt dat (clioon gewas , cn toont een
oly gelaet :
Het fchijnt dat hem het heit uyt blydlchap
open gaet.
De Tollenaercn fclfs die fullen liefde plegen ,
Wanneer een Tollcnaer fieh toont tot haer ge-
negen j
Sal dan ^cmen(che Gods niet met cendanck-
bacr hert
Ontmoeten fijnen God , als hy gcfcgcnd wert?
Almaghtigh Opper- voiil , uyt vvicns oneyndij;
wefèn
Dc geeft van alle dingh is in 't begin gerelèn ,
Uyt wiendezegenisjdielyfen ziel belproeyd,
Als uyt een volle zee voor uwen kncghtgc-
vloeyd :
Geeft dat ick lijf en ziel aen u magh overgeven ,
Geeft dat ick u alleen van nu af moge leven ,
Opdat, dat minder is, my mctbckhaemen
inagh ,
F 6 A],
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
IJl Het Bloem-hofje
Als eens verfcbyncn fal die hoogh-befaemde
dagh.
XXXV.
Op drie V joriverpfelefi,
'yin Ie kan het ros metael met vollen monde lo- ♦
ven ,
\Vannecr het niet en wcft gefmolten fn den
oven ,
Gefuyvert in hetvyer? waer wertde menfch
gefbnd ,
Die noyt een naeredranck wil nemen in den
mond ?
Die noyt fijn quclligh voght , en ongemene pla-
gen
"Wil met een bitter fap uyt fijnen boefem jacgen ?
Wie heeft het kromme riet oyt weder recht
gcmaeckt ,
Die fondcrwringen dat met handen heeft ge-
racckt ?
^s•oyti^^er eenigh menfch in ware vreughd ont-
loockcn
Die niet en was gcrornt , en door de wet vcr-
broocken }
Maer die vcrl^agen is , en om de (bnde treurt.
Die is alleen denman , die light en vreughd ge-
beurt.
XXXVI.
op een t^ïiere^
C Iet ! hoe de rappe Mier bchertighd haere tij-
^ den 1 Sy
der GeSghten*
Sy diend hacr van den Ooghft , en laet hem nim-
mer glyden :
Sy (orghd voor winter-tijtj fy toont figh als
een helt
Om niet in hongers noot te mogen fijn ge-
ftelt :
Ghy moet , ö Chriften hert , dit beesjc niet vei-
aghten ,
Ghy l^ert nier even felfs wat ghy oock moet bc-
tragtcn :
Ghy leert hier necrftigh fijn op dat nae defen
tijt
Ghy in der ceuwigheyd by God mooghd fijn
verblyd l
Afpice ftcundts inimicum mejfihus hojlem ,
Et ptger exemplum fedulitatts habe. Barlaeus.
XXXVII.
Op den Crocodil.
COo fangh de Crocodil behoud fijn wrede le-
ven >
Wad hy geducrigh aen , gehjck'er wert gcfchrc-
ven ,
Enkrijghd een maghtighhjf : wclaendan,
edel hert ,
Maeckt dat ghy even fo in deughden meerder
wert .
F 1
Of
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r54 Het Bloem-hofje
XXXVIII.
O/? een Gild^os.
T\ Aer gaet de Gild-os heen , verciert met roofe-
' kranflen :
Daer hoort men trom en fluyt , daer fiet men ,
kinders danflen
Rontsom het vette beeft : daer florpt hy Toe-
ten wyn , •
Daer kan hy door het fpel in volle vreughdc
fijn :
Maeragh! deSlaghter volghd : de kans diefal
verkeren ,
Het byl dat fal het beeft in korten tijt verteren ,
Dat nu foo moedigh is ! fchoon dat het wert
gevleyd,
Daer is voor hem op 't left een bitter leet be-
rcyd !
En wilt , ö menfche , niet nae defe werelt tragh-
tcn ,
Want van dien boom is niet als gallc te vcrv^'ag-
ten ,
Al fchijnt hy foet te fijn : al fchijnt de blyd-
fchap groot >
Haer nae (maeck op het left die is de tweede
dood.
XXXIX.
Op een Verck.en*
C Choon dat het vuyle fwijn eet eeckcis van dc
booRien ,
Het iict niet eens om hoogh wacrvan dcfclvc
komen.
Schoon
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
slak'
der Gedighteftl 13^
Schoon dat een fondigh menfch den fegcii
Godts geniet ,
Heeft hy een ooc^hdatop den Hemel nieten
fiet.
XL.
Op een Padde.
TNE'gantfche werelt (al een ieder een beruy-
gen
Dat niemand is geneyghd het padden- bJoed tc
fuygen j
Wat mag de menfche dan op fonde fijn belufl-,
Terwijl een grooter quaed m defe padde ruft ?
XLI.
Op een Ktckz'vorfch.
y^At magh de menfch foo fèer opdefcraerdc
treuren ?
Om dat hem nae fijn fin niet alles magh gebeu-
ren ?
Want fchoon de Kick-vorfch heeft no^h wol,
nogh eenigh hayr ,
Hy maeckt nogh evenwel een wonder bly ge-
bacr.
XLII.
Opeen Ctvet- bosje.
Tï En bosje van civet dat kan figh ver verfprcy-
den ,
Pat kan een foeten geur yoor huys cn kas bc-
reydcn; Wan
p
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het Bloem-hofje
Wojinccr ccn Chrifteii docd fijn Chriftelickc
plight >
Dan wcrc een bucrtc felfsdoorfbo ccn dacd
geftight.
XLIIT.
O^verfcheydene f^ooriverpfelen.
J^Ier ftracit een kleyne born , dacr vlocycn
groote ftroomcn ,
Hier llaec ccn tccrefpruyt, daerhiocyen hoogc
boonlcn ,
Hier IS ccn tangcr kind , dacr gact ccn dapper
man ,
Die met fijn wefcn fclfs ccn leeuw vcrfchric-
kcn kan :
Den Hcmcl is verciert met kleyn , cn groote
lichten ,
Die hacr bevolen wcrck gctroiiwclick vei rich-
ten ;
Hier woont een maghtigh Prins vervult met
overvloed ,
Dacr leeft een ander man , cn is ccn arme
bloed :
Men kan oock in de Kerk ficn dicrgcli;ckc trap-
pen ;
Men (iet net ecnc lit voor by het ander flappen ,
In kennis , in geloof, in veclc gaeven meer ,
Om dat het foo beliefd dien grootcn Opper-
Hccr ï
Hier is cqw Abraham , een Hooftman over hon-
dcrt ,
Eeo Canancefche vrouw : wie flaet hier niot
verwondert , Als
te.
der Gedighten.
Als hy hacr ftcrcktc fict ? dacr treurt een tcdci
hert ,
Om dat een fwack geloof daer in gevonden
wert :
Lactdan, ó goede God. my noyt een oordeel
► vellen ,
Dacr door fïgh over my de fwackc mogen quel-
len ,
M.ief laet my fien op u , die het gekroocktc
riet
Noyt breeckt, maer cvcnftaegh een milde
gunfte bied !
Laet my,terwijl ick ben een van de minfte fpruy-
ten ,
In uwe kraght alleen myn eenighheyl bcHuy-
ffv< % En hangen aen de hulp van uwen reyncn
Die altijt een pilaer der fwacken is geweeft !
Laet my niet moedeloos ter aerdcu neder/ine-
ken ,
Al magh een fterck geloof niet in de zjele blinc-
ken ,
Terwijl de mmflc fchat, die rhv den uwen
gcefc
Veel meerder luyfter als de Stcrre-kamec
heeft !
r
\
\
Wil
XLIV.
top drie Voorwerpfelen.
oncucreccnwa-
ter-ftroomen ,
Als
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I j 8 Het Bloem- hofje
Als ghy deRofcnwilt, envreeftgeen doornc-
boomcn ,
Als ghy lijt eenighfints beluft op hoonigh-
raet ,
En vrcell 4en angel niet, al is den angel quaed;
Die hier op acrden foeckt een leven Ibndcr ly- <
den ,
Een vreughde fonder lect , een kroone fondei
' fhijden ,
Die is niet wel bedaght : gcluckigh is de man
Die in ceu helle felts een Hemel locken kan l
XLV.
Op tme Voorwer-pfclen.
/^Ecn flibberigen voet en magh men oyt bc-,
^ trouwen , !
En op een rotten tant en magh men nimmer!
bouwen ,
Want als men om de hulp van defe beyde fugr,
Bevind men dat fy haer begeven op de vlught.
Men moet fijn hoope noyt op goud en filver
wetten ,
Maer op dien grooten God in fwaerc tijden let-
ten ,
Want als het aerdfche goet den armen mcnlch
begeeft ,
Dan fiet men dat alleen God voor de Vromen
leeft.
f
Ou
der Gedighten, I J9
XLVI.
Op drie Foorwerpfilen.
p En mcnfch die honger üeeft fal niet te beter
wefèn ,
Schoon hy een ander fier door brood daervan
genefcn :
W?» baet het fchoon menfïct eenzcevap o-
vervloed ,
Als fbiider eenigh nat het herte ftervcn moet :
De Peerlen in het oog , al fijnfb fchone fackcn,
Die konnen nimmermeer den menfche rijcker
maeckcn ,
Macr in het tegendeel een Peerel in de hand 9
En tot een foet gcbruyck , is hem een edel
pant.
Al is de Soone Godts een Heyl van fijne Schae-
pen ,
Al ifler ruft en luft alleen in hem te raepen ,
Al is hy A L in A L , het baed dogh eghteï
niet
Als met een waer geloof de ziel hem niet tn
fiet.
XLVII.
Op eengierigh Menfch.
XTTAt is een gierigh Menfch een monfter©p
der aerden ,
Het goud is meer by hem, alseygen bloed in
waerdcn :
Hy draefd , en fweet , en hyghd , en juyghd
als hy bcdrieghd ,
En hy is noy t geruft) dan als de duyvel wiegd !
Of
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I40
Het BUem-hofjc
XLVIII.
Op een onhekpmmert kind over fijn
«nderhoud.
pEn teder kind dat ley deen onbekommertlc-
^ ven
En fal de gantfche forgh den Vader overgeven :
Die met den Hemel dan gedurigh a^*i ver-
keert ,
Die wert oock van een kind een nutte les gc-
leerr :
Die moet niet al te fecr voor fwaeren honger
vrcfen ;
God die de Vader is > ïal oock de voeder wefen :
God die een Koninckrijck aen fijne kudde
dal ioigcix voor defpys, waerdoor hetiig-
hacm leeft.
BdtDeo, corpus c^uidedit.iüidakt. Alftcdiusin
cafibus.
dabit regmm , non dahit viaticum ? Auguft.
XLIX.
Op een vluchtenden en overwinnenden
Veltoverjie.
J^Et vlughtcn heeftby wijl een Velt- heer veel
bedreven ,
En aen den gantfchen ftaet een nieuwe kraght
gegeven :
Met vlughten is by wijl een maghtighHeyr
gevdt,
Dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ld
der Gedighten» j^f
Dat niet te fchroomen fcheen voor openbact
gewelt :
Met vlughten kan men fel fs de fwacrftefondea
toornen ,
Die voor de kraghten k\ïs van helden niet ca
► ichroomen :
Geluckigis de man, die fo den ftrijtbegind.
Dat hy met vlughten fclfs den vyand ovci-
• wind !
lugiendo peccata vincutuur, Multi/£f>e in bello fw
gtendo vicermt cum parthis. Et Alcibindes in
convivio PUtonis exijiimavit , non tninoris vir-
tut is ejfe bene fugere , (luam gnaviter pugnare.
Clarifl. D. Hoornbeek in Theologia Pradtica.
L.
Op een Moeder fchijnende haer kind te
villen verlaten.
■/^Een Moeder is geneygd haer Schacpje tc vcf-
laeren ,
AI fchijnt het dat fy dat wil werpen op de ftra-
ten :
Sy wil alleen bcfïen hoe feer fy wert bemind,
Wanneer (y fchijnt te gaen van haer beminde
kind :
'Noyt fal de goede God van fijne Kercke treden ,
'AI khynt hy dat te doen : Hy wil door haer tre-
beden ^
Syn kraghrigh aengerand : hy fchijnt van haer
te gaen ,
Wanneer hy willciis is delclvc by tc ftaen.
lin-
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
1^1 Htt Bloem-hofje
Tingit mnter fefil'mm , quetn m ulmsgedat , in ter-
ram (iejeBuram , ut ipfi tenacms h^reat. Simoa
Cafl.inEuaiig. 1. 14.
Uon deferit ut deferatur. Idem in Euang. lib. 8 .
Dcferit potius ne deferatur j ideo videtur defercre ,
qumnon vult de/er L ^
^ide/ifervo, dimitte me dicere , nift deprecmdi
anfamprAbere ? Gregor. Moral. Iib. 9.
ISe furdum ageis '. non exauditad volumaicmi fed
exatidit adfdHtem. AugulUnus .
LI.
Opeen Schipper,
lUfAeckt touw , macckt kaebels los, en laet
het anckcr lichten
Als ghy wilt uwen loop naer Ooft of Weftcn
richten
Macckt u van fbnden vry , en van des werelts
Toet ,
Als ghy hier boven foeckt ccn onbegrepen
goed !
Lll.
€)p verfcheydene P^oor9verpfelen.
r)E dagh fterft in de naght , en kryghd f^ja
'ecrftc wefcn ,
Wanuecr dc naeftc Son is wederom gcrefcn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten.
14?
De Macn leght ieder maend fijn hellen luyftcr
af,
En komt dan wederom verry fên uyt het graf :
Wanneer de Sonnc Ichijnt, danfal deSteirvcr-
dwynen ,
•En allTc weder wijckt , dan (alfc weder fchijnen;
Dc vier getyden van het jacr die gacn te niet >
En If^jVen wederom , gelijck cefl ieder fict :
Wanneer de Lente komt , dan krijghd het aerd«
rijk fe ven ,
Dat in den winter (lorf , dan weet.her ons te ge-
ven
Het gras , dc fchoone blom , en meenig edel
kruyt ,
Dat met een ftijvc ftcm rucpt (i)ncn Schepper
uyt :
De vlicgh , cn meenig fwerm door rym en vorflr
verfiacgcn ,
v-Dic krijgen nieuwe kraghtin faghte lente-dac-
gen :
Het graentje dat verftorf, rijft weder uyt het
velt ,
En is tot ons behoud met mecnigh graen ver-
fch:
•ïGod, die alleen hier in fijn kraghtcn komt bc-
wy(èn
Sal oock eens in dien dagh ons lighaem doen
verry fen ,
Dat door dc bleccke dood was als een bloem
gcpluckt ,
En in net duyiier graf met fijnen boor^h gc-
druckt.
Eu yrceft dan , menfche Gods , cn vrecft niet
voorliet fter ven, WaHC
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Het Bloent'hofje
Waut in dat cygen vlcys fait ghy den Hemd er-
ven ,
En fien den Soone Gods , dien Toeten Bruy de-
gom ,
En fijn hem als een Bruyd van herten wcllc-
kom 1
Al moet het vleefch als ftof verftuy ven door dc
winden , ^
Al moet het hier in vyer een droevigh eyndc vin-
den ,
Of in een woefte zee : al fpijft het meenigh
pier ,
Dat alles let noghtans den Schepper niet een
fier.
Juact my , ó goede God , den dood dogh nimmer
vrelèn ,
Om dat , als ick verhuys , myn geeft lal by u
welen ,
Om dat myn lighaem maer fal flaepen voor
een tijt,
£u dan de gancfche menfch lal leven daer ghy
lijt !
LUI.
Op verfcheydene f^ooriverpfeUn*
COo haeft als iemand is gevallen in de ftroo-
men ,
Soeckt hy van ftonden aen daer weder uy t te ko-
men :
Soo haeft als iemands huys raeckt in den min-
ften brand ,
Nccmd hy van ftonden acn den emmer inde
hand : So
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedtghten.
Soo hacfl: ghy onvoorfiens vergift hebt ineefo-
geil , ^
Wert ghy tot tegen-gift van ftondcn aen bewo-
gen
Soo haelt het fcherpe ftael het liehacm ivon-
► den geeft ,
Maeckt alle man dat hy daer vaor een plaeUec
heeft :
Men lac^t geen moordenaer oyt in den huyfe bly -
ven , ^
Men fal een feilen dief van ftondcn aen vcrdry-
ven , '
Men beighd niet voor een uur een vyand van
den Itaet ,
Macr bonft ter deuren uyt dat algemene
quaed :
^i/iri dancen ChriftenmenI'ch in fnoode fbnden
vallen ,
En gantfche jaercn langh daer mede willen mal-
len 1
1 er Wijl een ecuwigh leet daer door verkrccren
wert ?
Geen gronde-loofc zee , fchoon fy bcneemd het
leven , '
Kan aen den gantfchen menfch foo grooten on
heyl geven ;
\
te;
Schoon dat een iedereen met recht de vlam-
men vreeft ,
Nogh fijn fy „icc foo quaed als fonden voor
den geeft :
^ ^ a^cken-bloedhet Icvcns-üp rertc-
^ Schoo»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I
1^6 Het Bloem-hofje
Schoon ccn rcrradcr kan gehcclc Linden ciccrcn ,
Sy hebben evenwel nogby de fondc nier
Om dat van hacr;,l' -r'^-.oomt tijdclick .
driet.
Lftet my van mcnfchcn dan een nutte Icflc ke-
ren
En tot u macr alleen , 6 Heer , myn hertc kce-
rcn , • ■
Lact my , wanneer gy fprecckt van hcrrrn C-'^w i
bercyd ,
En in de rechte baen van üonden aengcleyd 1
Lact my van dagh tot dagh geen drocvigh uy tftcl
maecken ,
Op dat geen hardighcyd myn hciic luoogc race-
ken , i
Op dat het beeckje nier ma^rh werden tot een }
ftroom ,
Op dat het rysjc niet magh werden tot cca
boom !
Op dat ick niet en magh myn ichuit o) uvci-
fwacrcn
ïn uyt het eenc quaed niet in het ander vaeren ,
Laet doch , o '^ocde God , lact doch gedungh
ac:
Myn korte levens-tijt mv Toor het oogc ftacn l
Ach 1 wat is van den meniën : hoe haeft .
dwencn ,
Ily gact (eer rchi' ''-k uyt , die held er heeft gc
fchcncn >
Gelijck een klaerc kccrs, gegecllclt van den
wind
Hy IS een tecrc bloem , dc bciic dic ii>cu wi.
Lact my , o ccuwigh hcyl , foo voor u acji'^' '
icvcn ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
1 •.
Sr-?'
der- Gedighte».
Dat ick myn lyf en ziel acn u magh ovcro-^vc-
Terwijle dat het is de rechte vindcns-ty t , ' *
En ghy nogh by der hand met uwegacven f?jr'
Laetmyhet bcrte deel van myne korte jaeren
.Alleen tot uwer eer, ó goede God, bcwaeren .
C^eett , Hecrc , dat gliy wilt , cn eyfcht dac
ghy begeert ,
Dan Wert ghy met dc:i lof van uwen knec>hc
vereert ; ^
LIV.
een Man veroordeelt op de Galge.
JvJOyt leeft een man geruft, veroordeelt om
te hangen ,
Macris als met den dood geducrigh acn bevan-
Hoe kan het herte dan, dat niet met allen
deughd ,
En dat een hei verwaght , ovt leven in dc
vreughd ?
LV.
Op een well^fligh Man.
giet ! hoe die arme menfch wil in de werclc Ir
ven, ^-w.-
En acn het aerdfche draf fijn innigh herte crcven '
Siet ! hoe hy tarwe noemt en moft fijnleni^h
goed ,
En daèr op heeft gebouwd dc kraght van fiin
|. gemoed ! ^
deir^'''"'*''^ ' l^etfnoodc mafqac:.,
G ^ Het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ï^S Het Bloem-hof]e
Het banmiettcren kan hem nimmermeer ver-
iaeden :
Geen arbeyd wert ontfien , geen onkoft wcrc
gefpaert ,
Als hy maer krijgen kan dat hemden vreughjc.
baert 1
Hy wil fwaermoedigh bloed uy t fijne ziele ban-
nen ,
Hy wil de Inaer van luft op hooge toonen Ipan-
nen i
Hy toefd fijn oogh en oor , hy ftreelt fijn
reuckenfmaeck ,
ïn noemd wat wcrelt heet een uytverkooren
faeck !
Laet my , 6 goede God , myn dwaefe luften to-
men ,
Om dat na korten tijt de boofè dagen komen
Laet my dat foet vergift vertreden met dca
voet >
Dat met een eeuwigh leet hier namaels wert
gebocd 1
LVI.
Op een eergier igh Ma n ,
Clet ! hoe eergierigh bloed dien armen Man be-
^ tovert :
Sietl hoe een lofie droom heeft fijnen geeft ver-
overt:
'tlseerediehyfoeckr, diedefe wereltgeett.
't Is eer waci by alleen fijn dwafe ziele leeft :
Schofferen , moort , verract , gewelt , e» dertcl
brafTcn _
En
I-s
f .-1
f
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten*
149
••'.■-ii!
En meer van defen aert , die noyt de vroomen
pallèn ,
Die fijn hem fuycker-foetlhy agt de (bnde nier.
Als hy maer op den nacm van defè werclc fier,
Macr waerom , domme menfch , foo tot die eet
bewogen
En niet een hooger goed gedurigh in de oogen 5
Roerat ghy in s'Coonmcks gunrt ? Ach die
* heeft haeft gedaen ,
Die kan oock door een ryni,gelijck een bloem
vergaen !
Roemd ghy in uwe kraght? de kraght die fal ver-
vallen ,
En fijn in Reufen felfs ten leften niet met allen t
Roemd ghy met vollen mond op goad en
maghtigh goed ?
Ach » die fijn anders niet als maer een ebb' en
vloed :
Roemd ghy in Bwen viicnJ , fbo fcer tot u gene-
gen ?
'tWas beter dat ghy had ran defèn roem gc-
fwegcn
Want eer een nieuwe Son het naefte velt be-
ftraclt ,
Kan hy met fijn gemoed van u fijn afgcdwaelt:
Wiltmy, ó goede God, door uwen gcell beke-
ren ,
Op dat ick maer alleen u magh van herten ecren.
Op dat ick roemen mag , ïo langh ick , Hcerc,
ben ,
, Om dat ick u alleen , en uwen Soone ken !
Laet door eergierigh bIo«d myn hertc nimmer
mallen ,
G 5 Op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het B/o^M'hofjt
Op dat ick nieten magh ter hellen nedervallcn ,
Op dat ick niet en niagh met Eva fijn verraft ,
Als Op ccn loflc fchim myn dwaclc ziele paft !
^C/?,i/.are tu : :is , fpiritus Altosgere : fequitur i
fuperbos a t: rgo /ulor De^. Sencca in Herculc , I
i 11 rente.
(
Covfidtrn unie venis , erubefce uhies , (> inge- %
mifie qhó vaMs , contrenttfct, Bcmhaidus, ,
L y 1 1.
Op eon drom ken Man,
rjle Man heeft voorden dagh begonnen feer
hrck te drincken ,
En m hju buyck een kuyp van wynen laeten finc-
kcn
En foo een lan^^rn rvr {rcdwaelt in dcfcn vloed,
Dat eantfch ^ i is fïjii innigh hciren-
uJoed.
Wat kan de fnoodc daed van delen man bcdcc-
ken ?
h\?."\\ liy r.ictovciwu:.a i.j.j «iiiieziel bcfmcucii
* "y-^ (Lthy is gewoon tcfwemmcnin dc wyn?
die het quacd vcrfwaert , moet des tc
'lioorder ujn
Magh hy gedurigh acn dc druy vc-traenen mcu-
gcn,
V a. uAt ny is bequacmtedriiKivLaiierckctcu-
Neen : die in itcrcken dranck fich toont cdijk
ecu helt ,
Wcrt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I
der Gedighten. 151
Wcrt door het oordeel Gods te kraghtigergc-
velr.
>iagh hy tot overdacd fijn gantfche lyf hefteden.
Om dat de guifigheyd by veele wcrt geleden ,
By veele wert geliefd ? neen : hy doed meer-
der quaed,
Die in het quade pad van boofè menfcheti
gaet;
Hy fondighd tegen God , den Schepper aller din-
'Die tot een Bacchus-ftrijt de leden fbeckt tc
dwingen ,
Hy fondighd tegen dat , dat ons de Schepper
gcèft ,
Die tot des Scheppers fmaet daer in behaegen
heeft :
Hy fondighd even fclfs met uytgeftreckte le-
oen
En tegens lyf en ziel , die vyerigh wil hefteden
Den tijt acn foo een quaed*^ j en vind voor
trooft verdriet ,
Alshynae rechten eykh het fchepfel niet ge-
niet !
Lact my , o goede God, het fchepfel [00 gebruy-
ken ,
Dat ick gedurigh acn magh als een roos ontluyc-
ken ,
In wacre danckbaethcyd : dat ick gedurig aen
Magh voor u aengefight tot uwer eere ftaen •
Speent mv gedurigh at van fulckc booie men-
fchen ,
t)te voor het morgen- root nae ftcickc draneken
wcufchcn :
G 4. Out-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het Bloem-ijyjjc
Omfiuvt myn innigh oor, als my dc wyfc
act
Als door het brofcvltxicli niya voet met icgt
cn j^act !
Lact my door uwen Geeft fccr kraghrit^h fijn hc-
woqrn ,
Om u gcdurigh aen te dracgcn iii myn oogcn :
Laeft my , 6 Heyl-fbnteyn , door uivc (oc- .
tighcyd ,
En maeckc myn hert nllrni tot uwen dienll
berc yd I
I
T.hrietas efl blanius donjon , duke venenum , fuavc t
peccatum , (juam qat habet , fetpfum non habet . é
quétr?^ qui facit , peccatum 7ion facit , fed ipfe totus l
eji pcccaturr). Augiiflnius.
LVIII.
Op rcngierigh Adenfch
r;Lii gi<^i)i;ii .\lcnichc wil figh nihct goudbc-
graeven ,
ïn met dar gccle flick fijn innigh hcrte laeven ,
Svn ccnigh wit dat is gedurigh ryck tc /ijn ,
Schoon hem dc rijkdom gccFt een ongemene
ickcccn ^uuJ bc-
geren ,
>x\ ick dicii lieven vriend van niync deuren we-
ren ,
Ach ! die dit leven maer ter de»en overfict ,
Fn vind geen va(tcr croolt als dac liy die genitr;
Wie nia^iwn bitter Icec (iin vrici)dcn oyt b:trou-
wen , A er-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten» lyj
Terwijl men meenighmacl de liefde fiet vèrkou-
wen ?
Wie fiet niet dagh op dagh , dat meenigh
vriend verfterfd ,
, 't Is dan het goud alleen daer van men troeft
verwcrfd.
Het goud dat is het nat , waer door de heften le-
ven,
Het goud dat kan alleen het hert een hette ge-
ven ,
O Mammon , ghy alleen fi;t uytermaetcn
foet ,
En doed een ieder een in fijne quaclcn goed !
Het goud dat is het bloed , de ziele van de men-
fchen >
Het goud geeft aen den mond wat hy fbu kon*
nen wenfchen j
Het goud geeft wilt gebraed , het goud gcefc
1 marcepyn ,
Het goud ftort ui de fehael den uytgelcfèu
wyn :
Schoon uyt hacr Vaderland de menfchen fijn ver-
dreven i
Ghy kond nogh evenwel fccr bi ydedacgen ge-
ven ,
O weerde met-gelel ! ghy fijt een laeflfenis ,
Schoon iemand by den T^irck leer vaft gebon-
den is ?
Ghy fijt het dier rantfoen : ghy kond de kranckc
ftyven ,
Gliy kond wat droeflieyd heet uyt deièn boefèm
dry ven :
Ghy kond iu allen noot ons fijn een toevcr-
laet, G 5 Ea
154 Het Bloem^ hofje
En dacr de deughd is ftom , daer weet uw
ftcnime ract !
fier goud) alleen her goud en laet ons niet ver-
legen :
Wciacndan, myneziel, fijt tot dien fchatgc- ^
negen !
Omreyft het land , doorplocghd de allerwoet-
fte zee > •
En groet den Indiaen aen fi/ne guldc ree :
Bcdrieghd , verraed > en (weert om dcfèn vriend
te krijgen 5
Dje noy t tot uwen trooft genegen is te fwijgjen ,
Die u fal uyt het ftof verheften tot een ftat ,
Schoon u geen hooge flam een hellen luyfter
gaff
Het f^oud alleen dat is een van de befte faecken ,
Dic u aenfienelick op aerdcn konnon niaecken
Het goud alleen dat brcnghd n^rcr vrirndcn
aen den dagh ,
Als iemand bloemen oyt in wydc velden lagh
Het goud bepleyd de iaeck , wanneer gy diend
• c rechten 5
. ucn Richter fcifsop fijnen Throonbc-
veghten:
Het goud dat geeft'et al dat iemand hebben
kan :
Her goud, alleen het goud dat maeckt dc rcg: ^
man !
Wat niadi ^eleerthevd doch op aerdcn willen
pracicn ,
S v docd den mcnfch geen goed , als in de gnldc
zaelen :
Het Jïoud ^ het ceuwijrh croud i^eeft iuyfter
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten. 155'
Schoon u dc bleeckc dood heeft in het graf ge-
bracht :
Wat kan Go'dvruuuLi/heydden armen mcnkhc
baetcn ?
, Het goud dat is de korft van duyfent hoonigh-
raeten :
Kieft ghy , 6 myn gemoed , kieft ghy het edel
• goud ,
Dat is.'t dat jaeren langh u volle fchueren
bouwd :
Macr ) ach 1 ellendigh menfch , wat fal het kon-
nen helpen
Schoon ghy met defen Ichat fult kofïeis over-
Itelpen ?
Wat fal het ros metaci, verkregen mcc gcvvclr,
Den fbndacr voordeel doen , als God het oor-
deel velt ? '
Ghy dwaes ! in korten tyt fal uwe ziele khcyden>
Sal u het hcKch gefpuys in naerc kuylen leydeii ,
En u , van als beroofd , daer op ghy waerc
belaft,
Gacn ftorten in een vyci , Jat iioyt enwcrt
geblult!
Wat fal dan goud en goed , wat lal het konncn
baeten
Wat fult ghy dan voor trooft verwerven van de
ftaeten ,
Die ghy op acrdcn hadt ? wat faf in uwe pyii
De wcrclt dan met goud , en alle pecrlen lijn ?
Laetmy, ó goede God, hetfchcpkl noyt be-
trouwen ,
Laetmy opu alleen een vaft vertrouwen bou-
wen,
G 6 Laec
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het Bloem^hojje
Laet my terwyl ick leef, laet my gedurig aen
Met myn geheel gemoed tot beter dingen
gaen !
Laet my geduriMi acn u dragen in myn uo^cn ,
Laet my gedurign aen na uwen hemel poogen l
Daer is de belle fchat , die rocft noch motte
fchend ,
Die noy t een dief, of vyer , of waeter vtin ons
wend I
*■ - .^htid mn mortalia peHoractgis auri fa-
crafames. Virgilius.
Multis parajfe divitias , non finis miferiarumfuit ,
&ed tmtatio. Senec.
0?7mis cop'm , <j«<£ mn efl Deus meust mh't cjl egeflas.
Auguftinus in Soliloq.
LIX.
Op gefmolten Goud,
pvit Goud dat in het vyer heeft voor een tyt gc-
legen ,
Heeft door den heetcn gloed een beter glans ge-
kregen :
Ach ! waerom is de menich tot voorlpoed lbo
gelïnd ,
Terwyl hy in het Crnys een grootcr zegen
viad I
!
Op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten, 1 57
LX.
Op een Fonteyne*
pOnteynen konncn noyc den vuyien drcck vér-
• *^ draegen ,
Maer fullen hem terftont uy t haercn bocfèm jae-
Noytrultccn Ridder Gods voordat defbndc
fcheyd ,
En voor den Hcmcl fy een nette geeft bcreyd.
LXI.
Op een Diamand in het flijk^ gevallen.
yi L quam die Diamand in modder neder /ijgcn>
Hy wou nogh eghter niet met fijnen luyfter
fwygen ,
En fchoon een reyne ziel moet daelen in een
hel ,
Noch blyft hacr helle glans hacr lieve met-
gelel.
LXIT.
Op een Buermans Hnys in brand,
*T Erwyl u Buermans Huys komt in den brand
te raecken ,
Moet ghy voor alle ding de naerc vlamme ftaec*
ken ,
Want foo ghy nu ter tijt niet liacftigh toe en
fiet ,
Sal in een ogenblick oock iiacckcn u yerdiicd :
Als
158 HetBloem-hoJjey
Als God fijn ftraffèn Jact op Landen nedcrdaelc/
Die met hacr Steden klh aen uwe grenfen pae-
len ,
Danwert, ofondaer, oockvoor ueen ftraf
bereyd> '
Soo gy niet metter haeft een ander leven leydt.
Tmc tua res ^gitur paries cum proximus ardet.
SuhitótoUitur y qui diutoleratur. Grcgor.
Currat pAnitcntia^ ne prAChrrat fententta. Petr.
Chrys. Scrm. 167.
LXIII.
Op een Bootje y dat opgehraght iven tegent
den firootn.
qP, dapper Boots-gefcl , nu ishettijt tcroe-
yen ,
Want foo gy nu ter tijt geen armen wilt vcr-
moeyen ,
Dan is het al bekaeydt : Aenfiet hoe dat dc
vloed ,
Als gy maer weynigh ruft , het Schuvtjen
deynfcn docd !
Het is , ó menxhc Gods , geen tijt om oyt te
ruften ,
A.ls ghy uy t defè zee traght nae de boren kuften:
Hier moet men tegens {troom , en winden
roeyen aen ,
Hier moet men tegens vlcefch en bloed ten
Ibyde ga^i.
op
der Gedightcn*
M9
LXIV.
Op de reHck.van een Fatl
p\E Menlch dic wert bekend wanneer hy komt
• te fpreecken,
Want door de tonge wil het innigh hcrte breec-
ken :
De reuek alleen bewijit of in een acrden vat
Een vuyle modder fchnylt , of rcyncncdcl
!
i
nat.
LX V.
Op twee Foor werp feUn*
A L IS de Dief gcbocyd , nog dcuckt hy aan het
^ fteeleii ,
Noch wcnfcht hy met fijn rot een vetten roof te
deelcn ;
Alleyt de felle wolf geketend aen den band.
Noch wenfcht hy evenftaag een fchaepkcn in
den tand :
Schoon dat een fondaer niet magh fnoode ranc-
ken plegen ,
Door fchaenite ingetoomd > en voor de ftraf
verlegen >
Syn hert wcrt evenwel gekittelt door dat (óet ,
Dat hy een wyle ti)ts door noot-dwangh my-
den moet.
Geluckig is die mcnfch , gcluckig boven maetcn,
Die uyt een diepen haet de fonde weet te iaeten ,
Die uyt een reync fught , tot fïjncu Ópper-
Heer ,
De
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
1 6o H€t Bloem'hefje
De loüde (dien Tyran) oiec fbeckt tc dicnea
meer !
LXVI.
Op een goede Boom, *
^Elijck de goede Boom fal goede vrughte dra-
gen ,
En met fijn fappigK ooft een drooge borfl: bc-
haegen ,
Soo geeft hy met de vrught oock aen den
menicn het zacdt ,
Dat met een nieuw gewas het ganfche velt be-
flaet: ♦
Als ghy\ ö Chriften hert , fijt uyt den dood ge-
togen ,
En tot het leven Godts met lijf en ziel bewogen,
En goede vrughten bacrt ruft dan nog dagh,
nogh naght ,
Voor dat den even-menfch oock God fy toc-
gebraght !
LX VII.
Op Adder-vleefch.
\/JEn fiet een Adder- beet door Adder- vlecfch
genefen ,
Wanneer het wel bereyd fal naedekunftewe-
fen i
Men fiet dat even fclfs de fwakiieyd voordeel
doed ,
En uyt een Ghriftcfl jaeghd het opgefwollen
bloed,
op
r
tókf.-
■mé
der Gedighien.
LXVIII.
l6i
Op eenige Vooriverpfelen,
lUlEn fiet de Seven-fter ycrccnighd tTamcn
•* fwcven ,
Jyien fietdc Voe;cIcn in focten vrcdcn leven :
Dc Becren van het Woud , de Schapen vai^
den ftal .
De Beyen in den korf fijn eeni^h over al :
Dc Mieren iu het velt , de boofcn met de boo-
fcn :
Sal dan een Chriftcn ni^t van fchacmtc moeten
bloolèn ,
Als hy gcduri{;h aen (befwangcrt metfenyn)
Gelijck een Jfmacl > lal ver van vrcden zyn ?
AViltmy , ó goede God> een vrecdfacm ncrtc
geïen ,
En laeten als een lam met myncn naeftcn leven ,
En liever fijn bereyd te lyden (onder fchult j
Als dat ick foudc fijn van twilt-üjght opgc-
vult !
Wilt my door uwen Geeft tot Yicdcn tocberey-
den ,
Ejii in die foetc deughd myn levc-dacgen Icyden ,
Op dat ick eynoelick magh fijn met blygc-
ichal >
Daer , waer ^ecn fctlc twift , geen oorlogh
wefcn kl \
Of
P
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
X 6z Het Bloem-hofje
LXIX.
Op een ivèderfpannigh Peert, ' i
pj Et wederfpannigh Peert wert des te meer ge- !
En kan noch evenwel her jock niet van {ich jac- • •
, geni
Syt lytfaem , menfche Godts , als God met |
roeden flaet, \
Want die onlytfaem is behaelt een grootcr i
quaed. .
Terre decet paüentHr ontis , oiuod ferre necejfe tjt ,
^ijacet invitus duritts ille jacet,
LXX.
Op drie VooriVerpfelen.
\yic kan het ros Mctael met vollen monde
looven ,
Wanneer het niet en wert gefmoltenindcno-
ven ,
Gefuyvert door het vüyr ? wacr wert de
menfch gefond ,
Die noyt een naeredranck wil nemen in Jen
mond ,
Die noyt fijn quelligh voght , en ongemeene
plaegen •,
Wil met een bitter fap uyt fijnen boefem jaegen ?
Wie heeft het kromme riet oyt weder recht
gemaeckt ,
Die fonder wringen dat met handen heeft ge-
raeckt ?
Noyt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedighten, 16^
Noyt ülei eenigh nienfch in wacrc vrcughd ont-
loockcn ,
Die niet en was gctornt , en door de wet ver-
broockcn ,
Maer die vcrllaegen is , en om de fonde treurt,
, Die is alleen de man , die light cn vreughd
gebeurt.
LXXI.
Of> ivereltfche Aftnfchen , haere overge^
koomem ellenden 'verfcheydentlifk verfettende.
C Iet 1 hoe fich nu ter tijd die boofc menfchen
draegen,
Tcrwyl den Hemel fendt de langh-verdiende
plaegen :
Hier finghd een fondcr-forgh gelijck een Nag-
tegacl
Soo dat fijn helle ftem klinckt door de gant-
fche zael ;
Dacr neemd een monfter-dier behulp ran Ryn-
Iche-druy ven ,
Enfoeckt daer door het leet uyc fijn gemoed te
I fchuvven ,
En ginter fitt'ereen, die in fijn fwaer gequel
Het hert vermacken wil met vroolick Iharen-
fpel :
"Lact m| , ó goede God , in defe kommer- ty den,
Tot u met myn Gebed in vollen y ver rydcn ,
Omtrooft in myn vcrdried: dat is de reghte
voet ,
Die herten vroolick m'aci en landen voor -
deel docd.
O/.
I <J4 Gedtghten,
LXXII.
Op een Schoor^een-yeeger»
AL wie fijn Sondaeghs- kleed wil nu ter tijt bi
waeren ,
Die laetc defcn man voor alle dingen vaeren , •
Want foo daer iemand is , die hem te leer gc-
naeckt ,
Die werc van ftonden aen door vetten roet gc-
racckt :
En wilt» omcnfcheGods , niet by de quade le-
ven ,
Want die daer by verkeert wert in het cjuaed be-
dreven ;
Te meer , om dat in u fchuylt foo een fondigh
(aet ,
Dat door de miiifte vonck in helle vlammen
ftact.
Contagia vites ,
Hac etiam pecori fspe nocere folent. O vid.
Nen tantum corpori , fed etiam morïbus falubrem
loc:^7r, elixer edebemus. Seneca Epift. 51.
LXXIII.
Op een Man door een heJUckte boen gaende
nae de Maeltijt van fijn Vriend.
Ie lal door fweed en bloed tot God niet wil-
len koomen ,
Van wien dat beeckcn fclfs van rcyne vrcughde
ftroomen > Ter-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
HetBloem-hofje 1^5 ^
Terwijl foo mecnigh menfcii door een bc-
nickte bacil „ „ •
Met blydlchap tot het Feeftyan Vrienden is
gegaen ?
LXXIV.
Op den Vrede met een Coninck:,
ryic met een Coninck is in een Verbond gc-
treden ,
Heeft met fijn Coninckrrjck alom een loeten
vreden ;
Die God alleen bcfind , en fchroome mimm»r
niet ,
Want hy kryghd tot een vriend al wat het oge
lier.
LXXV.
OpeenManuyt fijne gevanckenijfe ver lofi,
p\Ie een geruymen tijd in yfer lagh bcilotcn ,
*^Wcrt met een vollen vloed van blydfchap
overgoten >
Als hy magh weder vry , en Tonder banden
gaen ,
En fien tot fijn vermaeck de Sonne m«t de
Maen :
Nogh grooter fal de vreughd van rcyne zielen
welen ,
Als fy met fullen meerde fnoodc werelt vreefei^
Maer leven in de ruft , en ruften in de zael ,
Daer God de fijnen geeft een ccuwigh Bruy-
lol's-fnael.
l66 HetBloem-hofje
LXXVI.
Op een Schipper in fivaemi jiorm,
QEn ^^j^^^P^^j^^door een ftorm geflingcrt op
Salinverdrinckens noot fijn bcfle wacrenfpae-'
ren , ^
Maer werpen alle ding veel liever over boort.
Om dat hei leven hem rot avn het meroh be-
koort :
Sal dan een Chriden hert de wereit niet veriac-
ten :
Terwijl hem dat verlies fal eeuwigh konnen bac-
ten ,
Tcrwvl hy voor den fchat , dien rocft en mor
bedertd ,
En dien de Rover rooft, een eeuwij^h ieven
crfd ?
LXXVII.
Op een Man , die hei^ertgh is om gerufte-
lick te flaepen.
LAetgcen bekommernis oyt uwen <Teelt eena-
ken , "
Als ghy met Toeten ITacpdc leden wilt vermaec-
ken i
Als ghy met vrolickJieyd wilt daelen in *het
paf ,
Scheyd dan van uwen geeft het aerdfchc woe-
len af.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
t der G edtghten , 1 6j
LXXVIII.
Opden/laq) van een vermoeyde,
p\ An (maeck de foecc flaep , wanneer de gant-
• fche leden
•Doer fwaeren arbcyd fijn den gantfchen dag be-
dreden ;
Dan w er t den Hemel ecrit verdubbelt in het
foet,
Als ecrft: de menfchc Godts veel onheyi lydcn
moet.
LXXIX.'
Op een fonghman op e^n aengetiame
Maeghd verliefd.
p\Ie door een Vryfter wert getroiFen aen het
hcrte ,
Die wert door haer alleen genefcn van de fmerre,
Die hem de wonde gat , cn Hiet door eenigh
dingh ,
Bcgeerlick voor het oogh in deicn ronden
ringh :
Een mcnfcli op God belufl , op delè vreemde
kuften ,
Pie kan in hem alleen als fijnen center ruften :
Hierbacd geen Vrienden-tael , hier baedgeen
cc ren goed
Syn hert kan maer alleen in Godfiju welge-
moed.
op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
i68
der Gedichten,
LXXX.
I
Op de voorftpigheydvan een mindere Prin^
in fijne vreefe vooreen meerdere.
^ Oy t fal een minder Prins eerft dan van vree-
de fpreken , ,
Wanneer een meerder komt in fijne landen a
breecken ,
Met een gemoedighd heyr , gefmeed in ene- ^
kelftael ,
Maer komt het onbeyl voor met een beleefde i
tael : 1
Hoe kan een Chriften dan foo ver van reden
wefen ,
Dathydepylcn niet wil van dien Righter vre-
len , ° j
Door wicn de Center Cdk der aerden wert i
bcroed , |
En als een lighte pluym uyt fïjnc plaets ce- 1
voerd? ^ \
Dat hy den Hemel niet door bidden foeckt te '
Icheuren ,
Dat hy met ootmoed niet verfchynd voor fijne
deuren ,
En om genade fmeekt. terwyl hyhceftmis-
daen ,
Voor dat de blcecke dood komt door dc
/.aelcgaen ?
ID-
i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedhhten.
c_>
1(5
^12
LXXXI.
^ Op allerhande Voorwerpfelen,
Ml [)E Sonne met de Maen , de planten met de
^ boomcn ,
^ Dieren in het woud , de eulle wacter-flroo-
WDoa rnèn
Met al dat gladde Vcc , die prvfen inet ec-
fchal
Den Schepper van 'dit groot en heerlijk won-
der- AI.
I Sal dan de mcnfche Gods, foo riickelick eefe-
gend ^
Van God m fijnen Soon , cn met een vloed be-
regend
Van heyl enzaligheyd, niet met eendanck-
baer hert
VerhefFen fijnen God , die hem {oo^unftio-K
wert ? ^
Laetmy, ó goede God, alfo met u verkeercn ,
Dat ick my fclven magh met uwen lof vcreeren.
Vermits uw* ^ocdhcyd fcÜ's töt aen den He-
mel raclet
En als een Bruylofs-mael myn unngh dcci
vcrmackc !
lek ben van eeuwigheyd tot uwen ui.uit ver-
koren ,
lek ben om uwcnt wil alleen , ó Heer , o-ebo-
ren , ^
lek ben feer dier gekoght , door dat ecfcf^cn J
Lam , ^ ^
Dat uyt een reyne guBft voor my opaerden
quam :
H Gy
9%C
ra*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
Fül. 17 :
HET
Bloem-Hofje
D EA
GEDICHTEN,
Vervattende allerlyc
S T N N E-B E E L D E N,
Oj> Seedelicke, HuyffelUke ^ To-
Uttecke en MUitMre materten gepaft,
I.
Op de Sonne.
; Ie met ccn blanck gefïght de herten
j foekt te vangen ,
[En moet niet naede Son met hare»
gloed verlangen j
Die in de witte deughd een recht
bt'hacgen heeft,
t
I
En
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
IJl
Het Bloem'hojje
En dicnd niet by het hof, daer in dc fbnde
leeft.
I.xeat aula.
J^ivölete(fepius. V'trtus ^ fummnpoteftas.
Ne» coeunt. Lucanus lib. 8 . bell. civilis.
Of een Jaghten Regen . * j
A Ls op den Bloemen- hof , als op de tecrc \
kruydcn
Een faghtc regen valt, gedreven uyt hetSuy-
dcn , Mk
Dan wert het hert geraeckt , dan waft hetfH
teer gewas ,
"i^an liet men over al het groen en weehgh
gras :
ILïi wilt niet al te fccr , ó jeughd , den geeft ver-
moeyen ,
Als.ghy in kunften foeckt nae waren eyfchtc
groeyen ;
En leert niet met gcwelt , maer houdt de
middcl-mact ,
ivant al te veel dat doed het kruydcn men -
fchen quacd.
III.
Op flercke Stroomen.
TJOc vlughten evcnftaegh de Princcn van de
'■^ ftroomcn! ' Sy
I
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
41 i
der Gedighten,
17?
Sy fïjn te gencr tijd met kraghteninte toornen
Soovloeyd, ójongelingh, Ib vlught de fncl-
Ic rijt,
Maeckt dan dat ghy dacr in gedurigh beefigh
fijt!
Jpfa cjuoque ajftduo Uhuntur tempora motu ,
Nw3 fecus ac ftumen , nec^ue enim confijitre fitmen ,
üeclevis hora poteft. Ovidius lib. 1 5. Mctamorp.
IV.
1
Op een 'Steen-rotfiin de Zee,
AL komt de gramme Zee den fleylcn Rots bc-
vechten ,
Ican noch eghter niets met haerc gal verrech-
ten
Syftuyftertegensop, fy fchuvmter teecns
aen
Maerhy blijft tegenswmd, en tcgensftroo-
men Itacn :
Soo moet een dcitigh Prins vaft in fijn trouwe
blyven ;
Geen hel moet hem daer van , geen werelt kon-
nen dr y ven ,
AI mocft die Ichoone deughd gaen dooien
over al ,
Sy moet noch evenwel hem wefen lief-getaL
Trtnceps qui mutUA fidei efi v 'mdex , debet e ft
ttmmbtlts tanquam la^is an^ularis , polus in
caIo. BaJduj,
H 5
f
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
J 74 Het Bloem-hofje
V.
Op het verkrijgen van Goud»
VjEnkrijghd niet fonder rwcccdc Sonnc der
Meraelen :
Men kan luer maer alleen uyt diepe kuylen
haeien ;
Die lighceii arbeyd doed verkryghdfc nim-
mermeer }
Sicchierófri/lcbe;cughd, voor u een nutte
leer :
Ghy moet met nccrftigheyd de guldc wysheyd
foecken ,
En haeien lbo een fchat uyt veelderhanden bocc-
kcn :
Hier diend geen ftof , geen fweet, geen kou-
de vorft gefchroomd ,
Terwyl men die alleen op foo een wys bc-
komd.
VI.
Op den (tanchjijfende uyt een floot.
Anneer het innigh hert is van de deughd ge-
weecken ,
Dan komt ter keclen uyt een vuylc taele breec-
ken ,
Als uyt een fiange-neft , een woon-plaets
van de dood ,
Gelvck een nacrc ftanck ryfl uvt een modder-
floot ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
m'x-
der G edighten» 175
Ih^ago animi fermo esi : ^alü Vir , taJis omiê.
Seneca inproverb.
VII.
Of fijne Drtnck:glaefen met eenigh
tMt vervult.
fic ick met bcfchcyd wat dattcr is ge-
fchoncken ,
Nu fïc ick klaer gcnocgh wat dattcr Icyt gc-
fbncken :
Dft glas , dit dunne vat , brengh heden aen
den dagh ,
Dat ick in dele kan te vooren niet en fagh :
Wat fiet men meenigh menfch , hier en m alle
Landen ,
Die niet bewacren kan de allerbefte panden >
Die niet verfwygen kan dat hem is toe bc-
troudt ,
En die fïgh nimmer toont gclyck geAotcn
goud !
UtVitrum, quia pelluciJum , Nihil ceUt, ita
quidam nihil tegere, Nthtl diJfimuUre norunK
Suc quid in animo eff , ld protinut ownibus palam
eii, Eramfus.
H 4
Of
r
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
176 Het Bloem-hsfje
VIII.
Op de Zee doorn ifi den heroed,
J^E Zee (bu meenighraael in foete ftilte leven ,
Indien fy niet en wierd door winden op <»c-
dreven j
Het volk van meenigh rijck fou blyven in de
ruft,
Indien door quacden raet die niet wierd uyt
gebluft.
VIIII.
Op een Ottd-fchip,
Ie aght het oude Schip , dat hem foo lange
jaeren
Wet fchatten heeft verryckt door meenigh duy-
fènd baereii ?
Die meenighmael het land heeft langen t}C
gediend ,
Vindop het left daer in ter nauwer noot een
vriend.
X.
Op tivee voonverpfelen.
N foeckt den puvm ftcen niet om Olie te ge-
nieten ,
Want uyt die harde key en fal hy nimmer vlie-
ten.
En foeckt den kool-fack niet) als ghy wilt
edel goud ,
Pm
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
llfF der Gedighten, 177
jfeMtok Om dac dat r<^hoon mctacl hem niet is toc-
^^^^ betrou\<rd :
Naeckt tot de fotten niet , als ghy wilt wijshcy t
■PI Ibecken,
P ^ Maer keert u tot het breyn , ver-acdelt door de
boecken :
Daer woont die braevc fchat , dievycr, noch
vlam verteert ,
En die de werelt door van wyfe wert begeert.
XI.
Op drie Foorwerpfeler:,
r^le hoonighraet begeert , en moer geen byen
vrefen ,
Die nac de Roo/cn traght , moet by den prickcl
wcfèn ,
Die goede vruahten wil, moet khmmenop
den tack ,
En diegeleerthcydwil, enfoecken ^eenee-
Non quüquamfrtatur veris Odoribni ,
IlybUos latebris nee fpoliat favos , (
y Stfronticaveat ^ Siitmeatrubos ; f
■ ■, ^ Claudianus in nupt. Honorii. ^
Of,
\
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
•li
1^8 Het Bloem» hofje
XII.
Op drie l'^ooriverpfelen .
f '^E keye wert uy t geholc ; door een geduerigh
leeckeii ,
En door een langen ty t fal ftael , en yfcr breec-
kcn ,
En als de (wacke mnys gehcele daegen by t ,
Dan fietmen dat oock ielfs de dicke kaebel
flyt,
Een fchac wert uyt geput alleen ni weynigh jae-
rcn,
Wanneer men niet cn is genegen om te Ipac-
ren :
Wel, (paertdan, wie ghy fijt ,cntraghtiiac
nieuw gewin,
Dat fal feer dienlligh fijn 7oor u cn uw' ge •
finl
Xlll.
Op ke naekettgheyt tn het Saeyen»
r\ Ie niet fijn kooren fal op fijnen acker fac-
yen.
En fal voor fccc ^er niet als diftels konnen mac-
yen:
Op, op dan, ouders, op, cn leert de jonge
jeughd .
Op dat uyt foo een zact magh ryfen uwe
vreughd I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
der Gedighten, i
XIIII.
Op een ledige Spaer-fot > endeeenydelvAt.
CNaghtdeü Spacr-pot niet , die dapper weet
te racfen ,
Dat doed alleen de hoop van ongcmccne dwac-
fen ,
En aghc het vaetjc niet , fchoon dat het won-
der bomd ,
Vermits geen overvloed van defe beyde komt:
Wilt by een pocchaerd noyt de waere wysheyd
foecken ,
Schoon dat hy dapper {precckt van feer geleerde
boecken ,
Want 't IS een vafte peyl , dat daergeen fchat
en leydt ,
Daer door een loflc tongh wcrt meenigh ding
gcfcyd.
XV.
Op Ceder- hoornen
gehoon dat een Ceder boom moet groeven
langen jacrcn .
Syn ftam (al evenwel niet des te dimmer vac-
ren ,
Want naer een langen tyt wort van dat edel
hout,
EenConincklickpaleys feer praghtelick ge-
boude :
Al komt de wysheyd lact, fy fal te vaftcr we-
len j
H i
Wil«
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
1 8 O Het Bloem-hofje
Wilt dan, o tecrc jcughd , geen quaede dingen
vrefen >
Schoon dat ghy jaercn langh moet foeckcn
ditclinoot,
Vermits dat nimmeermeer vrcelt voor een
lichten ftoot.
XVI.
Op een hoogen Boom , omgeivopen door
een Jlercke vind,
was die ftcrckc boom tot in de lught ver-
heven ,
Noch heeft die fiere ftrom hem uyt fijn placts
gedreven ,
In fijt , ó Machtigh vorfl , niet ftout op uwe
kraght,
Want Throonen werden hacft van hacre
plaers verbrjght :
Als maer den Hemel wil , dan moet het al vcr-
dwynen >
Dat als een helle fbn fal op der aerden fchyncn ,
Als maer den Hemel wenckt, dan moet de
braetUe helt ,
Selfs voorde mioftcvligh /igh geven uyt het
vclr.
Igmras arhores m»gnas diu erefcere , ma hor.
êxfiirpart ? Scy tarum legati ad Alexand. M. apud
Curtiumlib. 8.
i.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
r
der Gedichten,
pfum tft , cm periculHm non fit etiam ab invalidot
Ibidem.
Cmcla mortalium in certa , quanroqueplui adep-
tus (ts , tantó te magU in luhrico unfecu . Tacitus i
Annal.
XVII.
Of Bloemen .
Hy moet , ö weerde vriend , niet op dc ccerc
bloemen ,
Of ander fchoon gewas van uwe velden roe-
men.
Noch op een fchoone vrouw noch op een
hoogc ftaet ,
Terwyl het altemael feer haeü te gronde gaet.
XVIII.
Oj> tivee V loriverpfelen,
^'^Eworm, die van het houdt gekregen had
iijn leven ,
Üie fal een dood (Iccck felfs dc vafle (lammen
geven »
Die (al haer even feifs > (choon met een weeke
tand V
Vermaelen tot een meel, en tot een mulle
(and:
Schoon dat de klim op heeft (ijn voordeel van dc
mueren ,
Het maeckt noch evenwel dat fy niet Iangl\ en
du cïcn i
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
1 8 1 Het Bloem-hofje
Het klimt er tcgens op , cn doen de vrienden
qiued j
Wie fiet niet dat het foo oock by de menfchcn
gaet ? ^
ï i Hoe mecnigh quaed gcfpuys , rerheTen t®t de w ^^'^
wokken i *
Wcrt voor weldadigheyd een plagc van de volc-
ken j
Wel , üet dan edel hert , wien ghy tot ftaet M^tf.--'''
verheft , •
Terwyl dat ongeluck veel goeden Princen
treft.
U/ hedera , adhtrens arborum ratnis , o^ealiena ^
in Mtum erigitur : Sic obfcuri confuetHdine potentio- 4 ï
rum crefcuut , deinde prafocant eos , d quibué funt <
treciiinaUum. Plutarchus:
Op een Boomt je.
J^Ls ghy het boomtjen int*, en nae de kunfl: fult
fnoeyen ,
Dan (al geen wrange vrucht acn fijne tacken
grocyen ;
Dan /al een edel Ooft verbJyden mond, en
hert j
Siet , ouders , wat een les u hier gegeven
wert !
Als gy wilt dat het kind fal in fijn rijpe daegcn ,
Een aengenaem gewas van deughd , en konften
draeecn ,
Dan diend het jonge dier met groeten arre-
beyd,
Tot
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
der Gedighten,
.8j
Tot fijn behoud gcleert > cn tot dc deughd
gcleyd.
XX.
Op het opvoeden van Kraej/en,
pN voedt j^ecn kraeyen op fy fullcn anders
poogen ,
Om felfs uw' licfïtc kind te graeven in de oo-
gen :
En fet geen fnoodcn menfche te midden in
den Raet ,
Want foo een monfterdoed gehecle landen
quaed.
XXI.
Op de vruchten van oude Palmen hoornen.
I^Evruehten fmaccken beft die vande'Palmc-
boomen ,
In haeren ouderdom , aen dunne tongen ko-
men :
De raet , die uy t het brcyn van oude komt
gevloeyd >
Die maeckt dat land en kcrck gelijck een roo-
Tebloeyd.
Een man van ouderdom die kan fijn toghten
dwingen ,
Een man van ouderdom die weet van veelc
dingen ,
In fijnen tyt gefchicdj Een man van ©udet-
dom I
Diend
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
184 HetBloem-hofjCy
Dicnd dan het hof tc fijn voor alle wellckom
Esi roburjuvemm , confUmmtim fenum. Ovid.
Con/tlia fenum hafia funt juvcnum. PI ut.
Abpoftté de fe Methridatet : Mihifortum , multü:
rebus ereptis y ufum de dit bene Suadendt. Saüuft.
in fragm.
XXII.
Op Byefi,
^Anneer het Byen-heyr den Coninck heeft
vcrlooren , .
Dan fchynt het in dien tyt tot goed doen niet
creboorcn :
De belte Vlieger ruft, en foeckt geen edcJ
kruyd ,
Tcrwyl het opper-hof fijn levens-tyt be-
fluydt:
Als in een magtigh land de Coninck is o^e-
fchcyden",
En nu voortaengccn hooft de kudde kan ge-
leyden ;
Dan treurt, dat vroolik was , dan fit een ieder
ftil ,
Dan doed een ieder een wat dat fijn hcrte wil :
Danwertecn iedereen gelijck een blad o^edre-
ven , ' ^
Dan is een ieder een on^ftigh om tc leven ,
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
der Gedighten. 185
Daii wcrt door blecckcn anghfl: dat Conilick-
rijck beroert ,
Om dat op fijn bederf een boofe bende loert.
Omnia indegm domino , ff^ 'tfera felieia ,
• quta fine Ulo ntifer nonfubleratHr , ^ ft Itx non re-
gttHt. Auguftin. in PI'. 3 1.
XXIII..
Op Byen (irydende voor haeren Coninckj
. A L is de rappe Bye een van dc kleynftc dic-
* ren ,
Sy weet noch evenwel den Coninck wel te* vie-
ren :
Want als hy is bedrcnd , en in de höogftc
noot ,
Stry t C)' voor fijn behoud , en vrecft geen nacic
dood :
/ Wilt dan oock voor u hooft , ö moedigh leger
vcghten ,
Tcrwyl een wormen-fwcrm wil (bo een Ituck
verrechten ,
Om dar,nacll God>dac; m aw'grootltc kraght
beflaet >
En Tonder dat een heyr fccr licht te gronde
Een leger fondcr hooft dat is berooft van oogen,
Dat ialmet weynigh vrught nae grootc dingen
poogcn
Een leger londcr lioofr dat is als fondcr geeft ;
Een
i86
Het Bloem-hofje
Een leger Tonder hoofr wert niet met al gc-
yreefl-,
Militms tarbftfme duc» t corpus fitie fpititu.
Currius.
IIh4 eli in dnce^ quam in toto excercitu. Tacitus.
Unde Demades defunHi Alexandri excercitum
Cyclopi excxcato comparabat. Wendelinus in
Politica,
Chabrias malebAt excercitum cervorum , cui
leo prxejfet , cfuam excercitum leonum , cuicervM
praejfet, Chriftianus Matthias in Thtatro Hifto-
rico .
In milite unius fors eÜJn imperatore nniverforum
Egcfïppus.
XXIIII.
Op den ftryd der Beyen tegens walkaxderetJ»
gletdaer een harde krygh, fiet daer de Byen ^
vcghten ,
Siet daer het gramme rot een droevigh fcy t ver-
reghten , j
Hoort daer een fnar geluyd door beyde legers j
gaen,
GclijcK in onfèn krygh trompet of trommel '1
ftaen :
Sy woeden tegens een > cn niemand wilder wyc-
ken,
Schoon
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
der Gedighten,
187
' Schoon dattcr duyfend valt , of in den flagli be-
f wycken ;
Sy ftryden onder een met (bo een feilen mocdi
Gclyck een dapper helt voor wyf , of kinders
, doed :
Ir Ach ! Dat dit mocdigh heyr quam op den roover
vallen ,
tti- l Dat fijnen hooningh (beckt te haelcn uy t de ftal-
Jcn!
„ Ach ! dat een hommel-fwcrm ter aerden nc-
I derlagh ,
Dan had iele meerder luft in foo een fieren
r ^^agh 1
Maer nu dat nutte rot malkander komt beder-.
ven ,
I Nu kan ick niet als lect uyt foo een ftryt ver-
werven !
Nu rïioet den eygenacr het innigh herte flaen >
Mits hy fijn korven fiet foo jammerlick ver-
gaen !
Wanneer de borger-kryghd komt in de landen
woelen
Dan moet een Coninckrijck een harden praen
! gevoelen !
Dan fmelt het treurigh hert by nac van ieder
een ,
AI was het even fclfs gclijck een harde fteen :
Dan moet een deftigh huys ^nae vreemde landen
vluehtcn ,
En meenigh jacrcn langh in ballinghfchappcn
fughten ,
!*
Dan
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
l88 Het Bloem-hofje
Dan wert een grootc Stadt in vyeren v!am
gcfct ,
En op ccn ieder een het ftompc ftacl ircwct !
Dan wcrc iiet borgcr-goed het hcyr ten roof ge-
geven ,
En meenifrhduyfcn»-! niorr '^'•liirkcci.
(weven ;
Dan wert geen fnllche maeghd voor fchcndc-
ryc gefpaerdt ,
Dan wert nogh out , nocii jongh , noch waer-
dighcyd bewaert.
Dan lact het dood-geweer de reden n;cr i;cbic -
den ,
Danftcrftcen Edelman foowel als flcghte He-
den ,
Dan werden Kcrckcn felfs met een verwoed
f gemoed ,
taen alle kand met edel Chriften-blocc .
Dan loert een graegc wolf, en toont fijn frhrrpc
tanden ,
En valt met alle maght in (leden cnde landen ,
Dan wert ( Dat niemandt daght ) fijn (cepter
dacr gefwaeyd ,
En door een vrcemdelingh de land-ooghft af-
gcmaeydt !
Diefterckrc, die ccn land wil voor gewelt be-
waercn ,
Die voor de fwacke forchd om wel te mo^en
vaeren ,
En die fijn met-gefer redt uyt ccn wrcdcn
tand >
Is wcerdigh om geroemd te werden door het
landt :
Maer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
der Gediqhten.
i8p
Macrfoo een borger-ftryt roept felfs tot aen dc
woleken ,
^ Die is een hert- verdried by allerhande volcken ,
Diediend, wanneer hy wert genoemd, te
fijn yervlocckc ,
I* Om dat hy anders luct ais eygcn dingc»
foeckt ,
I Wilt , Ptincen van her l.incl , dc Cods-dicnH: lac-
ten bloeyen
I En mee een fiereri moet de (teden niet vermoe-
Iyen ,
En niet te booter-faght omcicn: dc quaedc
fijn ,
Wilt ghy een goeden raet voor foo een boos
f fcnyn :
y Wilt ghy, oonderfact, den ledigh-gangh ver-
laccken ,
Fn u geduerigh aen met arrebeyd vermacckcn ,
Gelijck de rappe bye geheele daegen doed :
Dat is het rechte kruyd voor een onftuvmigh
bloed :
E-n bidt den Hemel noyt om al te faghte daegen,
Terwyl dc fterckfte felKs geen weeldcn konnen
draegen ,
En door den overvloed des volcks een mach-
tigh land ,
By wylen is geraeckt in foo een lighten brandi
Geluckigh is dat ryck , gehickigh boeven mac-
ten ,
Daernoyt dc borgcren m foo een vlammc fae»
ten :
Geluckigh is dat land , dat , als die plaegh
beeindt ,
^ Dc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ipo Het Bloem- hofje
pc fchacdclickc vonck met waetcr ovcrwindt-
Geluckigh is die voril, die woorden weet te
fprcecken ,
Waer door het herte magh van ftaele lieden
breecken !
Het purper-faght geweer, dat van de tonee*
fcfiiet , °
Redt meerder als het fweert uyt foo een land-
▼erdried.
OmniMfum mtfera in bellis civilibus , f$d mi/er tus
mhil quam tpfa vtSiona. Cicero.
Bellorum c ivilium hifemper exittcs fnnt , ut non
Solum eafiam qu£ velit vt^or , fed etiam utm
mos gerendtts fit , quibus adjutortbrnpHtttt fit Vic-
toria. Cornific. Famil. Jib. 1 1 .
Tnrvaf^pe fcintiUa negleSia magnum excitavitin^
eendium. Curtius.
Omne maJum nafiens facilé opprimitur } itjvetera'
turn fit plerumque robuflius. Cicero Phil . 5 .
XXV.
Op tu ee Vooru)erp>felen,
p^L fijn de Spinnen fwack , fykonnen netten
breyden ,
En door een loofe vond , een groote vliegh vcr-
leyden :
Al lagh het wilde Swyn ter acrdcn neer ge-
velt ,
Noch
i
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H 6
Et-
)0!'
p der Gedtghten. ipt
Noch heeft fijn wrcedc tand vcrllondcn mee-
ste; iiighhclt:
k : Schoon dat de vyand vlught, en wilt hem niet
^ veraghten ,
Op dat ghy , edel hctt , geen onhcyl mooghd
• verwaghten ,
Van dat veraghtc roti want,dacrdc wan- hoop
veght ,
Dacr wert fclfs boven kraght ecu wonder uit-
gerecht.
\cra'ViJfimi funt morfus irritau necejfitatis, Por-
cius Latro.
JffMviam quoaue necejfitas acuit , ó* '^^ fp^^^',
tio fpei cau/a efi, Curtius.
I Jieprehmfi *ex fuga pugnabunt , quia fugert non
fojfmt. Idem.
Xilmfis ex defferatione crefcit audacia ,
nihil fpei , efi , fumit armtt formido. Vcgetius
lib. j.c. »f .
i Ideo Scipionis laudatet Sententia efi , viam hofithtts ,
(lukfugiant i mHniendam. Vcgetias Ub. 7.
XXVL
Op twee loriverpfelen .
TErwijl een grootc Slangh hacr bacckcrt op
den acker,
In klaerenSonne-fchi jn» toont haer de Spinne
wacker »
En
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
2 Hó
Het Bloem-hojje
En treft het giftigh breyn van 't forgeloofc
beeft , '
Soo feccker , dat het tterfd , terwijl het niet
en vreeft :
Al fijn de Muggen kleyn , fy konnen Leeuwen
cjuellen , »
Sy kownen even felfs fijnmoedigh hert ontftel-
len ,
Alsfy gelyck een fwerm fijn oogen-Iidt bc-
flaen ,
En met den angel (èlfs tot aen den appel gaen:
Vcraghtder vyand niet, alslchynt hy niets te
wefen ,
Maer wilt hem even dan gelijck een Tiger vre-
lèn ,
Want t'is wel eer gebeurt dat door een kley-
ne maght ,
Een grooter is door hft , en kloeckheyd om
gebraght.
In beüo optM esi matiibM muit is , non nomimbta
multis, Sinefius epift. 78.
Neque enimnobtlita^pugnat» autnumertis, fed
nobiUteis ó» virtPü. Chriftianus Matthias in Thea-
troHiftorico.
Nihil tuto in hofte defpicitur. ^em fpreveris
njnlemiorem negltgentit facits. Curtms.
■Sape contemtm hojiis cruentum certamen edidity
tndyti populi , reges qne levi mmu fitnt vicii.
Livius. lib. II.
op
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H 6
der Gedigh^eH
I
XXVII.
op een Bye,
A Ls ghy de friliche Roos iëer acrdigli iict oiit-
luyckcn*,
Dan komt dc rappe Bye in liaerc biaeden duyc-
ken :
Macr als haer purper- roodt den leftcn aeffcni .
geeft ,
Dan fictmen dat het dier dacr in niet meer en
fwecfd :
Soo langh een Stad, offtaet is in delught ver-
heven ,
Soo langh wil ieder Rijk tlaer aen fijn herte ge-
ven :
Maer als hy neder- feyghd , en gantfch niet
meer vermagh ,
Dan fcyt een ieder een den fel ven goeden
dagh.
Nulla fides mquam miferos elegit amicos,
Th cole feitces j miferos fuge. Lucanus.
XXVIII.
Op eengefiaedige Jaeger,
Qtlyckeen Jaeger diend het wilt-braed op te
(bccken ,
Soo moet een jongelingh fïgh draegea ui de
bcecken:
Hy moet geduerigh aen (ïgh irevcn op dc
I Soo
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
2 Hó
Het BleofK'hofji
Soohy tot fijn cieraed (ie wv«:hevd oyt ver-
XXIX.
Od een Man met een fivaer p^ck > willende
leunen op een boHW-vaUige muer.
Die Man was door de Son verhit in al de le-
den ,
En aen het herte mat, dies quam hy aengetreden,
£n Ibght een weynigh ruft , eylacs , aen dit
gcboiïw ,
Op dat hy dan verfricht de reys bekorten fou :
Maer mits hy nedcr-lèegh , cn dacr op Ibght te
leunen ,
Begon de lolle hoop van ftonderi aen te dreu-
nen >
Teftorten bver hoop > te queften hooft cn
voet ,
Soo dat hy nu ter tyt de rcyfe ftaeckcn moet :
Geen Prins magh een verbond met twacke lande
macken ,
Of fal door haer verderf lijn onheyl doen ge-
naccken ;
Want als een magtig 'rijck die eens ter neder
velt.
Dan heeft hy des temeer te vrefen voor ge-
wel t.
In Ccducnm p'arietem ne inclinü. Ex Hadtiani
Didcrio Lips. in lib. politic.
op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
der Gedhhten»
i95r
i
XXX.
op het Hjtwijfchen van ietSy dat op Lcym
is gefchreven.
Y\ At oy t met griften op Leyea wert gefchre"
ven,
Wert in een oogenblick daer weder uytgcvre-
ven ,
Maerals de tonge figh met Ipreeckcn heefc
vergift ,
Dat wert'te geener tyt van iemand uyt ge-
v^rifcht :
Wel) fijt tot ftilte dan wie datghy f;jt, gene-
gen,
En wilt de woorden wel met goud-gewiglite
wecken ; _
, Want die lijn tonge weet te houden in be-
dwangh ,
Die heeft een groote ruft fijn levcn-daegcii
langh.
Nefcit vox miffarevertf. Horat.
Nee res mitgnA fujlineri pojfunt ab eo , cui t dccre
grAveesï, Cutt. hb. 4.
XXXI. .
op het vinden van Schatten.
r\Ie rijcke Pecrien vind , of helle Diamant-
tcu >
I X
Gclijck
JL
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
t p 6 Het Bloem hofje
Gelyckeen klacrc Srer, en Son aen allc kan-
lucvindrccn edel pand, en is fcer wel ee-
ir.oed ,
Om dat (bo diere fchat den mcnfche voordeel
docd :
Maer die een vroome vrouw heeft van den Heer
verkregen ,
Die heeft een ry cker goed , en vindt een milder
Zegen ,
Want als fijn innigh mergh door hert- ver-
dricd veriraelt ,
I^hymcr liaercn troofttot inden dood ver-
fclt.
En fiet dan , blonde jeughd , niet op gebloosde
wangen ,
Kietopeen ^^ccrtigh hiv^-, daÉ herten weet te
vangen ,
Kietop een wacker oogh, niet op hetrofTe
g^d,
Want noyt was waere vreughd op fbo een
grond gebouwd ,
Maer kieft voor al een maeghd , die haeren God
fal vrefcii ,
En met d« ^rantfchc ziel tot hem genegen wefèn,
Die fa! ccn ryckcr Ichat voor u op aerdcn njn,
Kil in ccn naere naght>ccn Foece Sonnolchyn.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gcdffyhtcn,
^97
XXX II.
) 0^ een Man ^ die van een hoojien hoorn in
de Jloot viel y daer van hy figh foght te
verfaedigen met vrughten.
* Erwijl die man was fcer beltA op dcfc vrugh-
tcii ,
^ ^\'aer van de tackcn fclfs door haerc (wacrre
fughcen ,
Klimt hy rot in den top , en wilder niet vau
daen,
Yoor dat hem door het ooft fijn eet-lufr is ver-
gaen :
[ Maer fie't 1 Terwyl hy is fcer 'vcerdigh in het
pluckcn ,
ij En noch een tweden tack wil nae beneden ruc-
ken ,
Soo breeckt het edel hout , en brenghd hem
in den noot .
En fiet 1 den armen bloed valt midden ia den
floot:
Geen Prins en moet op hoop van meenigh land
te winnen ,
Uyteen begeerigh bloed j den Oorlogh gacn
beginnen j
Want die te veel begeert , die houdt ten Iglitii
niet ,
En ftort fig met fijn Ryck in jammerlick vcr-
dricdt.
1 Eademum potentie tuta esl, qua virihus fuU rKodum
imfonie. Valerius 4. c. i.
I s Vide
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
2 Hó
f
I
'198 Het Bloem-hofje
Vide ne dum ad cacumen pervenire comnidis , cum
ipfts ramis , auos comprehendiftt , decidas. Lcgati i
Scytarum ad Aicx. M. apud Curtium.
XXXIII.
opeen iTtjfcher,
TJOefecrceiigracgcmaeghfalnae den Vifcli
verlangen , .
Noch mach hem cghter niet een gouden angel f
vaneen
Wantalsdeiwaere Vifchhet acs te happigh i|
treckt ,
Wert voor den hengelaer een ongeval ver- -
, weckt:
Geen Prins en magh te langh den fellenOorlogh '
voeren ,
Indien hy niet en foeckt fijn landen te beroeren, ,
Want als het vhightigh rat figh Telven een uj
mael wendt ,
,\Vert , als het is te laet > de dwaefe daed bc-
kcndt,
Tftcm contemnentes , ^glor 'mm appetentes , pacem
per dunt (^gbrtam. Bcrnhardus in Epift.
Si pr£termittis hoe tempus , quo dare magis , quam
accipert potes pacem , vereor ne hAC Utitia luxu-
rtettibi , acvam evadat. LiviusHb. 15.
Jllam ipfam Tortumm , qua afpirame, res tam
fi 9^)ere gfjjïfii , verems . Curtius lib. 3 .
Tftccm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
i.w üedighten,
TAcem rt„!iCi lelIe , vicfon expedit , .• ^ ^ vr "■ '^f f,/? .
Scncc.Hcrc.Tiir.
XXXIV.
O/? f f « Stiermav tn florm.
/^Ecn Stiermaa, als by is in noot varifcüc
baeren ,
Is immermeer gefind fijn rycke vraght te Ipac-
ren ,
Macr werpt haer over boort,om dat het dient
gedacn ,
Op dat'hy niet en magh met Schip , en al ver-
gaen :
Wanneer een mocdigh Prins den Oorlogh hectc
begonnen ,
En door een meerder lijn fijn legers overwon-
nen ,
Dan diend hy wederom tc komen tot ver-
dragh ,
Op dat fijn Coninryck niet onder gacn en
maj^h :
Dandient'erlaeghgebuckt} Dandiend hy toe
te geven ,
Op dat het wreede ftael met verder moogcu
fweven ;
Gecnheyr, dat zege praelt , en diend te Icc!
i;everghd ,
Alshy'wiiccnighfins fijn met het land ge
berghd.
«
Cuhernator .uhinaufragwmtonft , jactuKt , ciuic-
quid fervari potest , redimit* Curtius lib . <; .
I 4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
2 Hó
lOO Het Bioem-hofje
XXXV.
Op een Leydecker^ van een Tooren gevallen,
»TErwyI die Man beklom ceToorcns menieh
werven , °
Hecfchy ten lellen eens ellendigh moetc ftcr-
ven :
Soo hy fijn leven hadt ^^eleyd op efFen grond ,
Hy was waericiiynelick te defer uur gelbnd :
Die mPaleylèn woont, geleydop hooee boo-
£nmet degantfche 7icl is tot het hof bcwo-
fen 5
cl goud verciert , en met den Dia-
mand t ,
%Vert eerder ais hy 't dcnckt , geflingert in het
(and :
In'thof IS yver-fiight, en fwartc nvt vcrbor-
^ , gen»
In'thof en kan den menfch niet leven londcr
fbrgen :
Daer uyt wert mecnish Man fjefloten met oe-
welt, " ^
En buyten fijne fchult ter acrden necrgevcit :
Tis beter in het woudt , met Iccr gemeene luy-
den ,
Tefmaeckenfóndcr forghde toebereydekruy-
den ,
T'is beeter waetcr fclfs te drinciicn uyt de
vliet ,
Ais daer men marcepyn , en foercn wyn
geniet.
Stot,
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H 6
der GedighteHi
ZQl
I
i
Stet quicutique volct y potcm
AhU culmine lubrtco ,
Me dulcis Sattiret quies :
ObfcHYO pojitus loco
LeniperfrH.uoüo. Senec. Thyclh
Kec domino blando , nee cdo crede fereno ,
Naw fucilt caufJ dominus rautatur aulu.
jacet in terra.non habet unde c(idnt,^2x\xTi.S'
XXXVI.
op eenflaemerendsn en redsloofen Man ,
afkomftigh van een deftige Vaider.
FNE Vaeder van die Man wierdt om fijn deftigh
rpreeck.cn ,
Selfs by een Cicero van ieder verj^clcken ;
Syn toiigh was evenllaegh belVvangcrt mee
verftand ,
Soo dat hy wierd genoemd een Peerel van het
landt :
*t Sy datter m den raet een vonnis was re wy(ên >
Een ieder een die moeft fijn wyfc rtdcn pryfen ,
't Sy dat oproerigh voick moeft (aghtjes fijn
geftilt,
De tonge van die Man die wierde maer ge •
wilt :
Hy fprack met groot beleyd felfs van de hoogh-
fte faccken ,
Soodat hy menighmacl den Hemel fchccii te
raecken ,
I 5
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
2 O i Het Bloem-hojje
Hy fprack yan vier cn lught , en van lici
gantfche rondt ,
En dat quam als ccn nyl gevlogen uvt dc
mond :
Macrhyin tegendeel weet gctn ^^iü)d tc ge-
ven ,
Bat ooren ftreelen kan l Syn tongh is fondt
Jeven ,
En ftoot geducrigh acn : Daer is geen fout
omtrent,
Soo dat hy voor ecu biocd is over al bekcndt .
Hr fou het met de tongh lbo dicVpi . -. ^ ^
kerven ,
Had hy de tonge van fijn Vaeder konnen erven j
Macr die is al verrot , en doet hem nimmer
goed,
«Soo dat hy cvcnflaegh een gecks-macr \\ citii
nioed.
Wat baet den aedeldom van ouclcrs afgeko-
men
tn die voor duyfendjacr fijn aenvanck heeft
genomen ,
Wanneer hy niet en wert door eygen dcughd
gebaerdt ?
Dc dcughd, defchoone dcughd die macckt
den Man vermaerd.
locmtdan, óedel volck> niet inde vreemde
daeden ,
Van die , die vooru fijn , indien ghy fijt te
raeden ,
Macrmaeckt dooi dappcrheyd uw 'edel hert
bckendt ,
Soo
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten,
205
i
f
Soo ver de gulde Son den fnellcn wacgeii
ment.
Nam gems, ^proavos, (^qu£nonfectmfu ii^ji,
Vtx en mftr;^ puto. Ovid. ad Pilbn.
Tota lica --^ eter es exomm undiquecerA
Atrin^ nobilitasfoUesJ , ntque unicayirtus. Ju-
vcn.
^ui genus )aBat fum ,
Altem Uudat. Seneca in Hercule furcntc.
XXXVII.
op vier l^'^oonveypfe/en.
TT Reet verre van het vycr, als het bcftact tc
gloeyen ,
Indien ghy niet cn focckt de fcheenen tc vcr-
fchrocyen ,
Tree t verre » wie ghy fijt j trcet verre van den
vloed ,
Wanneer dat Element met gramme rogtcn
woedt :
Trcet verre, wie ghy fijt, wanneer de leger;;
veghtcn ,
Enmethetfcherpcftaeleenblocdigh feyt ver-
rechten ,
Trcet verre van den Leeuw , eer dat fijn vycr
ontwaeckt ,
Dan werttcr in der haeft geen cndt van u gc-
maeckt :
I 6
Trce^
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
2.04
J^Jet Bloem^ hofje
Treet verre van het hof, alsghv focckrknghtc
leven ,
Xerwyl het purper u veel onheyl weet te geven ,
Want als lijn grim mighcyd met icherpe pv
len ichict ,
,Wert voor een hoovelingh gcbaert een hert-
verdriet,
■(Tfihus cdoBo fi qnicquam credis amico ,
Vtve tibi , ^ longe riomin^ mag?2:i fuge.
Vive ttbi , quant i4mqtie pot es prd lu/tna vtta ,
SAVum préiluftri fulmen ab arce vmit. Ovid.
Trilhlib. 3.EIcg. 4..
"blem potentes aggredi tuto potefi. Scncca in M
dei.
XXXVIII.
op twee Voonverpjclcn*
'VTTAnncet met groot gcdruys een Tooren
komt te vallen ,
Dan dreunt eengantfche Sead met haerc hooge
wallen ,
^^i'^nneer een eyckc-boom ftort neder met
ï;cwclt 5
Dan fchreuwd het gantfche bos 5 en al liet
naefte velt :
Wanneer een maghtigh Vorft komt van dc
dcughd te wycken ,
Dan wcrt hét door de facm yerbreyd in fijne
r)Lcken >
' Dan
]
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I
der Gedichten, 20 J
Den treurt een edel hert j als acn het mcrgh
gcrocrt ,
Om dat de helle deughd werf uyt het land
gevoert :
Om dat ichier ieder een tot quaed doen wcrt
genegen ,
Wanneer het opper-hooft komt fiioodc dingen
plegen :
Haedt dan het minfte quaed , o Princcn van
het ryck,
Vermits een onder laet fijn Prmcc werd gc-
lyck.
Compon'ttur orhis
Kegis ad exemp lum , necfic in fleéiere Stnfus
Bumanos eUiéia vaUnt , ut vtts regentis. Claudia-
nus.
H£C conMtio princifum , ut quicqufd faciant , prA-
cipere vidcAntnr. Quindiilian. de clam. 4.
Tacilius ffl errare naturam , quam dijjimilem fui
jprineeps pojjit Rempublicam formare, Yarr.
cpift. II.
"Rex velit honefla,nemo non illa ^(j/f/.ScnecaThvcft.
^egem fubdtti ut folem fpeSiant abeo colorantur.
ClarilTimus Triglanduis in idca prmcipis .
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
10 6 Het Bloem-höjjè
XXXIV.
Op een Wrat in een fchoon-aengefight,
tJier fou de fchoonhcyd fijn op haeren Throon
verheven ,
Soo niet dat aengefight die wrat was aeno-ewre-
ven , ' ^
Maer nu rontfom dit fchoon dit Icelick ftip-
ken ftaet ,
Soo fietmen dat de Son van luyfter onder
gaet.
Indien dit vleckjen had een ander Ut vcrkoo-
rcn ,
Soo was voor dit gcbloos geen fwaerigheydge-
booren ,
Soo wasdit vrouwen-bcelthct fchoonfte dat
men fagh ,
Van dat de Werelt was , tot heden op den
dagh :
De minfte feyl die kan het in een Prins verker-
ven ,
Die kan li jn hcilen glans gelyck een miil ver-
derven ,
Om dat fijn hoogc Throon is allc man be-
kciidf ,
En ieder een het oogh geduerigh op hem
wend: :
Al is het flcehtevoick tot meerder cuaed 2ene-
gen.
Ten acijefal hier meer als duyfcnd ponden we-
Macckt
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H 6
der Gedighten.
207
Macckt dan , gedughte Vorft ; tot voordcel
van het land ,
Dat ghy in deughden blinckt c;clyck een Dia-
mand.
' Omne ammi vit 'mm tanto confpeBius infe crimm
habet , quanto , ^«i peccAt , major habetur. Ju-
venalis.
. Sicut in facie lens ^verrucamolejliores ftmt quam
reliquA corporis mxcula-yfic exignapeccata, ubi
principis cernmtur in vita. Plutarchus in libro
j dcRepubHcagerenda.
XX XX.
op een Beeld-houwer.
j uy t de ftenen foeckt een aerdigh werck tc
maecken ,
Moet op f^cly eken voet die niet beftaen te raec-
kcn :
Hier moet een haemer fijn > en daer de beytcl
gaen ,
Hier moet een harder hand, en daer een (agh-
ter flaen :
Geen Prins magh over al met ftrengigheyd ge-
bieden j
Het paft dc fcepter figh te voegen nae dc lieden :
Hier dicnd op delen quaft het iiarde ftael ge-
leyd ,
En daer een cdcl hert met focte gunft gcvleyd.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
10 8 Het Blosm-k
I Veragit tranquilla fr'^.is,
ImperiojOt qtéies. Claudiaiius.
£rrat , /iquis exifrimat tutumivt ejje rc^etr, .
nihil d rege tut urn esi. Secuntxi Secuntatc mn:.
faci fcen.ia : Sa hum regem in aperio cUmcn:
p-xjuibit. Seneca.
XXXXI.
op een opgefivollen Lit.
^Een opgcfwollen Lit en kan voorfpocdigh
wclèn ,
Maer diend door heyHaem kruyd van fijne
quael ^cncTen !
Geen opgebtacfen herten isinccedcn ftaer,
Maer moet geholpen fijn door Goddc Heken
raec.
^nquinat egregios adjunBa Superbia mores, Clau-
diauus.
Ui membrum turgidutn ac tumidum vttiofcfe hxhefis
:t/i injïatHs mimus & tHmem in vittoesl. Cicero,
X ' 'XII.
Op eeyi Man ten naeften hj van èen fivaere
fiekte genefm.
£Jkvancenkraiickhcydisten nadien bv ce-
ncfèn ,
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedtghten. z\9f»
Maghfonder reden niet voor groorcr rr.aelcn
vrclën ,
Wanneer hy op een nieuw komt Horten in dc
noot ,
Wan t dan volghd door dc banck dacr op dc
, bleekc dood :
- Wiltin het Oorlogli-yycr, 6 Prin<; niet v^dcr
leven ,
I.AIs God füo even u rontfom hcett rufl gege-
ven ,
• Vermits het Ciantfe land, berooft van frccit cu
bloed?
Selfs door den minften floot > in fluypcn
vallen moet.
I XJt gmvius Agrotantii i qui cumlevati morèovi'
I' dentur , in eum de integro incidtmt j Jic vehe-
I mentius nos Uboramus , quipr«fï:gati bello , rmo*
f •vatumbcuim gexere commur. Cicero.
; XLIII.
OptiveeF'oorwerpfelen,
ï D^^ Schepen ilieren wil > die moet voor ilor-
men wycken ,
ï En vccrdighfijn netzeylop hacrbcVwl te ftryc-
kcn ,
Die moet defelvcftrccck niet houden ibo hy
plagh ,
Doen hem den Hemel gaf een acngcnacmcu
dagh :
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
Het Bloem-hêjje
Hy moet het ftecge pcert iets weten toe te gc-
ven
Die met datmoedigh beeft fbcckt op dc maer re
leven ,
Want foo het niet en wert met faghten toom
^evlevd ,
En wert hem anders niet als onhcyIroeo;ereyd:
Wilt roo een Opper-hooft met vollen 'monde
pryfen ,
Dat noy t het hooghflc rcght fal traghten uyt tc
wyfen , ' \
Als fijn onihimigh voick verkeerde gangen
doet ,
Macr dat het ondergaedt met een bedaert ^z-
moed ?
Wan neer een faghten acrt den Scepter fal be-
iW wegen,'
Dan fijn voor borger- twift de landen niet ver-
legen :
Wel aen dan , edel Prins j voeghd u nac goe-
dcnraet,
Hf En houdt m uwe tucht de gulde n iddcl maet.
' ■ Jgnufcerepulchrum
Jtim mifero , f^m que geaus , vidijfe precmtem,
Claudian.
Ingenid mflra ut nohilcs ^ generoji equi , melitts
facilifrAno reguntur. Scncca dc clement, lib. i .
Male terror veneratio acquiritur : Longeque vdleu-
tior amor ad obtinenUwn , qncd vslis j qmm //•
wor. Pliniusjunior,
i
6)
ut
3
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
der Gedichten»
^"^tvult amari UnguUa regnct mmu. Senec.
' Traj^icus.
i
Trincipi non mituis turpia multafupplicia , qiatm
medicofunera. Scnecade clement.
Multo firmior cfi fides , fi[mm reponit pAmtenih>
Ladaiu.lib. 5. c. i j.
XLIV.
Op een Threforier.
rjIcConincksrchattcnral naerrcghccn cyfch
bewaercn ,
DicdoedliccConinckryckdacr door te bcetcr
vaercn ,
Maer die een groot geheym vcrfwygnd van
eenigh land ,
Bewacrt tot fijn behoud een uyt gelcfcr pandt.
jircanis diciis linguam ohfignare memento :
Diclorum majus de pojitum efi opibus, Lucian.
in Epigramniate.
Sikntium optimum tutijfimumque rerum admtni-
firandurnm cfi vtncnlum.S2^tz, Max. lib. i. c. 5 .
iÜHÜt* fi*nt meltora confilin , qttam quA ignoraverii
c.Averf^rtHs , mteqmm fier ent. Vegctius.
Memort^i
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
n
Hv
'Het Bloevp-hofje
.yfiorui siterna dignum efi\ quodQ^. Curtius
lib. 4. Hiftor. Scriptum reliquet : Per/as rcgti^p
aYCMifiincredihilifide ceUre : Kon metum , mn
fpem ehcers voccm, qua occulti* prodantur :
veteres reg(s dijciplimm jtlemü , Vit^
pmculo fa?ixeruüt y ^ LmguamgrAvius eojii.
gtirtént , quam n'dum probrwn.
X L V.
Op drie VoonverpftUn,
J^E rocd eet yfer op , de motten konnch
maeckcn ,
x)at fclfs verflercn wert hetallerbeftc Laecken :
En als de Kanckcr fiqh verfpreyd door al het
vleys ,
Dan fpoed den arme menfch ^?gh nae de ivi'lc
reys.
Wanneer de A^wjffc nyt komt in den eecft '^e-
vloj^cn ,
Dan wert uyt foo een menfch de foete ruft ge-
togen ,
Dan wcrtgedueriffh aen een Hel in hem «^e-
baert ,
Om dat üjn even-menfch te wel op aerden
vaert !
Syn leden tceren uyt, fijn oogh is Tonder fiae-
pen ,
Mits hy uyt anders leet geea vrcughd en weet tc
raepen ,
Hy is fi jn eygen ftrick , hy voedt fijn cygen
fmcrt ,
Hy drinckt fijn eygcn mergh , en eet lijn cy
gen hert i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
der Gedichten.
goede God , laet my die
iLact my , 6 _
j den ,
fiLact my ui myne Ziel dit monfter nin.
den l -Iq
Lact my aen uwe wet hefteden mynen luft ,
• Op dat dit hclfche vycr in my fy uytgcbluft !
^Laet my geducrigh aen,metin gefpanncn kragh-
ten ,
'TBctraghten , dat men moet ran u het heyl ver-
waghten ,
En dat het niet en komt door ccnigh los ge-
val , ,
Dat hier de mcnfch geniet op dit ellendigh
dal 1
Laet my geduerigh aen de helfche ftraf bcdenc-
ken ,
Dieditvergifcigh (poockdcn fondaer komt tc
Ichencken ,
En bidden u om hulp , met cfn Ootmocdigh
herc,
Terwyl dit gioufaem qacd daer door verdre-
ven wert.
7<'I/2vidHs altéfiHs rebus ma ere feit opttms j
'I?ividU SiciiU no7i invenere tyranniy
K.Majus tormentum. Horatius.
Tcrtilior feges e!i aliornm fetPper in agris ,
Vtcïntirncutie peetis grandius uhtr habet. OvidiilS.
. Jnvidia in fmim authorem reciproca , esï de bcno alte^
wrius tabefcentis ammi crnciaWs. Profpcr iib. dc
V Yitiis& Yiitutibus,
Ter
Het Bloem-hofje
Hv- - p^ocuratusiHlapfusmundi. mors si
-/f'^ ^'Auguftin. . CT-
hh.4.}
^'■^ X L V I.
Op de Senuiven van het menfchelicke
Lichaem.
T\E menfch die moet het lyf door Senuwcn bc- ;
we^cn ,
En dacr die lijn verfwackt , daer is het ht ver-
legen :
Geen hooft en wcrt verroert , geen hand , «
geen rappen voet , |
Wanneer dc Icnuwe haer plighten niet en 1
doed.
Vergaedert gelt , ó Prins , foo ghy wilt Oorlogh
voeren j
Door geit fnceuwd mcenigh voick , als haerd
Troi^pjl^ls roeren. ^
Het geit dat fcherpt het ilael , het geit neemt
Steden in ,
En daer geen geiten fprceckt, daer fietmen
geen gewin.
Dat doed , nacft God , het heyr van uwen vyaiid
beven :
Doorraetcn kraghtvan geltwert dickmaels
ondergaen ,
Een werck dit hooger Idiccii te wefen als «fc
Maen.
Divina
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ÏDhiais parem. Horatius>
der Gedtohten.
Divina humanaque pulchris
lOmnia castella hdc machina dejiciet , in quA moda
ka-Mt I afellus , onnfius auro pojjit afcendere. Cicero.
£( oraculum esi : Plerafque belli res confici confilio l
I. Th ' •
0» vi pecmiarttm. Thuc. Hb. i .•
ï I.t peritm caUidusque vir clamabat olim'. Nervos
imperiipecuniam ejfe. Lipfius in civili Dodr.
XL VII.
! Op een Voerman , dte door fijn vlughtigh
ryden een packje verloor.
1 T" Erwyl die Man tc ras heeft op de baen gere-
den ,
I Heeft hy door foo een fpoed ge'erf kleyn verUcs
gekregen ,
Want liet het pclte pack , dat op den wac-
gen lagh ,
Dat wert van hem vermift , mits hy niet om
en fagh :
T En wik in geen beroep, ö menfch te driftigh
welen •,
. Want fnelle drift en wert vanwyfe noyt geprc-
fen :
Macr boovcn alle dingh , als ghy een Raets-
Hcer fijt ,
I Macckt dat ghy dan de gal , cn rafle ftappen
f my
Cc»-
i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Zl6
HetBloem-hofji
Confilh adde moram , pr^feps fententU jallit , Nthtli
magntdifcriminis conjilm urn immicum , amm\
celeritas. Livius. ^
Duo Adverfijfimn redd mentaCckmsis & ira Thuck:
Jib. 3. <
ConpÜa caïida audacia, prima fpecie Uta funt
traciatu dura t eventutrtstia. Livius. '
Vidimus» videmus, 'videbimns JemperqueverMr,^
Scelera impetu , bona cenjilia mora valefcere^
Lipfms in civili Doó^rina ex Tacifo.
XLVIII.
Op een Man y die een verrot Ut heefi.
(^Hvhebtnulangh gcnoegh dit lit ü]n cyfchi
gegeven , '
Ghyhebtnu langh gctraght op dat he€ bleve
leven ,
Ghy hebt geen forgh , geen fweet , ghy hebt
geen goud^efpaerdt ,
En alle dingh gedacn , op dat het wierd bc-
waerdt :
Ghy mooghd u niets daer voor iets verder ondcr-
WHiden ,
'U'aiit datr in is niet meer of bloed , of «^ecft te
vinden : ^
t>ie beyde fijn gcgaen : Dies wcrt de noot een
En wil dat (öo een lit (al werden afgcfet :
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
p
der Gedighten^
217
A!s ghy > faghtmoedigh Vorft , door ongci ^- . ^
menfchcn ,
I Die Yoojiiaer hooft de Croon vin uwe Ryckcu
f wen(chten ,
Sytmeeralseensontruft, tafl: dan die boc-
i* ven aen ,
En laet haer door het ftael reglitrecrdelick
vergaen :
Die leden fijn verrot •, gy diend haer af te fèttcn'-,
Sy fullen anderfins het gantlche Lichacm letten;
't Is beter door het reghc een kleyn getal gc-
i velt,
»i Als dat het gantfche Ryckfou qucelcn door
igewclt,
Cmtatrim tentanda : Sed immedicêbils vulnus
i ■ JLnje recidendum , ne pars jincera trahatUr. Ov*-
p dius in Metamorph.
" I Vre , feca^ ^ memhrum potius aliqmd, cjuftm tot urn
I corpus intereat . Cicero.
■ I Mdiii4 enim est ut pereat mus , qtMtn ut per ent tmi»
tas. Auguitinus.
Scimus digitum prAcidi opotere y fiob eamrem gan-
' gr^na non fit vmtura ad hrachium. Varro in Frag.
XLIX.
een Man dte een fijner leden laet
affetten om het houdt vyer.
r
Si CChoondatdie Man dat lit laet van de leden
f ^ Ihyden,
) Op dat het gantfche lyf dacr door nicc mooge
Iydcn_y JC Syu
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
z 1 8 Het Bloem-hofje
Svn hert is evehvel daer tegen niet verwoed
Maer hy is gantfch bedroefd > om dat hc
^'efen moet :
Al moet een deftigh Prins de boo^c lieden wee-j
ren , ^
En haer oock evens felfs door vyer en fweert ver-*
teren >
Terwylhetheyldes voickshem defc dingenj
ract ,
Noch is fijn geeft ontflelt terwyl hy v^onde
llact.
Ferin/i ifia rabies ejiy fanguine ac vulneribHs gMdere»\
Senccade Clement.
L.
Op Leeuwen , Bfyren , cn Wolven,
'XErwyl dat nae den ftryt de fiere Wolven
tieren ,
En met een groot gcwelt omtrent de lyckcn
fwieren ,
En meeiiigh ander beeft , onedel in gefl.
Wertfoo een fnood bcdryf niet van een Ll^uvv
vervvaght ,
Die ftrvdt , wanneer de ftryd met iemand is be-
gonnen ,
Die ftryd" loo langh tot dat de vyand is verwon-
nen ;
Maer als hy Tonder geeft kom: feygen in het
fand,
Dan toont dat edel dier voortaen geen felle
taiiet
Wilt , edel-moedigh Vorft , wilt u faghtfinnigU
drae^en , \S'an-j
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
der Cedighten» xt^
'Wanneer de vyand leyt ter acrden neer geflagcn.
Wilt op den doodcn romp doch nimmer fijn
verwoed ,
Mi tsfclfs^cen edel beeft die wreede dingen
doed.
orporct mctgnanimo fat is ell proftrajfe leont-,
Tugm fmm finem , cumjucethojiis habet :
t lupus 0» turpes in(lmt morientibus urft ,
Et quóicunque minor nobilitate fera efi. Ovid.
Iib. i. Trilt.
% Ferinum est beUumcum ynortuis , ^«i ejusdem nature
fnerunt. Diodorus Siculus.
LI.
Op een Man die een velt metechelen
befaeyd.
Ie Man die heeft dat velt , omrrngh mei
vcrfche ftroomen ,
Met groote neerftighcyd bcfaeyd met cyckc-
boomen >
Op dat het bofch , daer in veel dorre boomcn
ftaen , ,
Niet fondcr nieuw gewas moght metter tyt
vergacn :
Maeckt Princcn , maeckt alom dat veelc fchoo-
len bloeycn ,
Op dat daer door het Ryck en Kcrckcn moogen
groeycn j
Hier diend geen arrcbcyd , hier dicnd geen
geltgefpaert,
Tcrwyl daer door het land , en Kerckc werc
bcwaerd.
K 1
Of
r
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
210 Het Bloem-hofje
LIL
Op drie Voonverpfelen,
^"^cn Hoovenicr vcrmagh dc wortel uyt t
roeyen, ' ^
Van cenigh heylfaem kruyd , macr die alleen c
Inoeycn :
Gecne goede harder vilt , maer wü alleen
vvol ,
AI fijn . wanneer hy fcheert , de mand
niet te vol :
Geen mannen van verfhndt want wie kan d
vermoeden :-
Die fiiuy ten foo de neus > tot datfe komt te blo
den j
Schoon dat een edel Prins fchat fijn geheel
laad ,
Hy houd noch evenwel het hcrte van d
<ant.
Xoïii paftorh efi tondere peau , mn deghibere. Su;
ton.Tiber.
Hon ulanum odi , qui ab radice olera txfimdm. PI u-
rarchus.
^Et eio fanc principem , qtii permets ha incidit , ut
7ioqueamrei7nfci. Lipfiusin Civili Doctr. Lx
Cicerone.
LUI.
Op drie Kooriverpfelen,
t En Jaeger weet waer hydc harten moet be-
** komen, ' Ln
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
derGedighi.. ^^\
;En hoede felle Leeuw is door de kiinft tc too-
rnen
En waer het wilde fwyn plcegh meeni2;hmacl
te gaen ,
i En wat tyt lijn bederf diend met bcicyd gc-
gedacn :
|Dc Voffèl -vanger weet wat (hick da«r dicnd
l
gehangen .
>m met een flimmen treek het Vogellccn tc
vai-igen ;
(g. ,^ j
De Viflchcr kendt de placts , waer dat dc
loofc vis »
Of met een Hcngel-roc , of net te vaugcu
is :
Soeckt wysheyd , wie ghy fijt , foeckt wysheyd
by dc Jaeren j
V.>Vant die ecji langen ty t dc werelt heeft bevac-
i;en ,
Heeft meenigh dingh gcficn , ca kan , door
rypen raet ,
Wanneer hy wert gevraeghd , doen voordeel
aen den flaer.
Sc 'it bene vcmtor cervis uhi retia tefidat ,
Scit bene quafrendens vuile moretur aper.
AHcupibui notifmtices : ^uifuflinet hamos
Kovit ^HA multopifce nnterHur aquA. Ovidius»
Seris -venit uftis ah annls ,
Tervarios ufus ortem experitntiafecit :
J.xemplo monflrante vinm. Manilius libr» i«
Metamorph,
K 3
op
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
2ia Htt Bloem-hofje j
LIV.
Op den Zegen ^ die de Tn diaenen vinden r
inde Palm-hcomen.
A L wjit den Indiaen is noodigh om te leven ,
Heeft in den Palmen-boom den Hemel hcm'^
gegeven :
Al wat rtreckt totvermaeek : Dat elders is
verfpreydt , ij
Dat heeft den Hemel hier voor hem by een J
^eleyd : J
Hier vind hy Ipys en dmnck , hier vind hy fuyc*^
ker-rieten ,
Hier komt een Ibcte wey met olye-beeckea
vlieten ,
Hier vindt hy faghtc wol , hier vindt hy hn-
nen goed,
Dat acn fijn naeckte lyf een fcecker voordeel
doed.
Al wat de wereldt kan op defe wereldt wcn-
fchen •,
Dat is de foetc ruft , en vrede met de men-
(chen :
Geen land fbo onbewoond, geen foo ver- ■
woede kuft,
Die daerom niet en is op fo ocen hcyl bcluft :
6 Soete Vrede-vorft , foet boven alle ma- •
ten ,
Soet boven fuycker-riet , foet boven hoonigh- •
raeren ,
Soet boven alle dingh dat iemand is bekent ,
Dacr oyt de klaere Soa hacr heLc ftiaelcn
fendt :
En
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
,1
I
der Gedighien. 225
En laet inNcder-land geen Oorloghs-trommel
raefen ,
i En laet geen hel-trompec de legers t'iaemen
m blaefen ,
' Maerlact defoetc ruft, gelyck een Sonnc-
fchyn,
Een trooft , een hert-vermaeck voor onie
Steden fijn !
' Voor al laet goede God , ons uwe gunft genie-
ten ,
Voor al laet uwe ruft op onfe ziele vlieten ,
Gelyck de klaere dauw feyghd op het bloe-
' men- velt ,
i Dat in het morgen- roodt fijn lovers open
' ftelt.
^ En alfler langh genocgh gefweefd is op de
'l baeren ,
: Soo laet ten leften ons in uwen hacven vaeren ,
Dacr noyt de ibnde woont,daer noyt de fwar-
te nyt ,
Daer noyt de bleecke dood met feilende tan-
den byt;
En laet ons ficn die Stad , die niet als helle ftrac-
len ,
Laet uyt het ryck gebouw van hacrc poorten
daelen ,
Die Stad , van enckel goud v en als een fuy-
ver glas >
Waer vanJe minftc glans op aerdcn niet en
was :
Die Stadt , daer voor dc Kcrck dc klacre becken
vloeyen ,
K 4
Daer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
Bloem-Potje
GEESTELICKE
L I E D E K E N 5.
Een Morgen 'lied op de uij^ 'VAn den
Lof-Sangh vm de Heylige Magct Maria ,
eade éUe van den Oude?} SitrKon.
Ckdanck u , Hooghfte goed ,
: Met mijn geheel ^emocdt ,
In delen rooden morgen ?
Dat ghy ons dcfe naglit ,
Hebt onder uwe waghc ,
Doen ilacpen fonder forgen.
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
21^
Het Bloem- Potj^
Wilt, Iftaels behoud,
Op vricn ons hert bctroud,
Oock heden ons bewacren,
Op dat door Helfch bedrijf,
De Ziele met her Lijf^
Geen quaed njagh wedcrvacren,
Wafcht mijne Ziele rcyn,
In Chrilti BIoed-Fonteyn ,
Van alle vuyJc fonden ,
Die mynen hangen geeft ,
GcJyck een grouwfacm beeft ,
Soo mcenighmacl verwonden »
Laet Chrifti Heyl gcwacd ,
Dat om de leden gaet ,
Van uwe gunftelineen »
De duyftcrnis verwon,
Door haerc foete ftraelcn >
Maeckt my een nieuwen menfch ,
Dat is myn hertcn-wenfch >
Om u allceii te leven !
Ghy kond een arme Ziel ,
Gelyck de guldc Son ,
Soo laet uw' Hcmelfch light ,
Ycrlighten myn gefight ,
Uyt uwe rycke Zaelcn I
Die in den graeve viel ,
Haer Juy ftci wedergeren.
Hacr
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
r
van Geellelicke Liedekens»
Geeft voorfpoed acn myn werck ,
6 Herder van de Kerck ,
' Op defe woede kuften >
Tot dar ick eenmael fal ,
• Met blydfchap en gefchal ,
i In uwen Tenipel rultc n l
■\
Drae<^hd forge voor de fpys ,
. Van^itclleudiehvlys,
Terwyl ick hier moet (werven
Tot ick een ceuwigh goed ,
Ecn Hemelfch Manna foct ,
fal inden Hemel erven!
217
IL
Avond'Ludop de wyfe van den
VL Tfalm,
r\ Herder uwer fchacpcn ,
^ Dienoytuleglutellac^cn,
En egntcr ruft geniet >
Wy willen leggen ruiten ,
Wendt u naeronlè kuften ,
Wy wenfchcn anders niet I
6 Heer, laetonfe wallen,
Nier werden overvallen ,
Door lift of door gewelt l
Wat konnen grote bc-ndcn ,
Als ghy wil', tiuipe '.enden ,
Verrichten in het velt ?
K 6
Voor
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
*2i8 Het Blo€}/i'lu:'je
Voor 2I wilc ons bcw.icren >
Voor nare Ziel-gevacrcn >
Tot onfèn Icflcn tyt l
Voor al wilt ons om-emicn ,
En kraghtclick bcfchcrmeii ,
Als ons dc hel bcllryd 1
t) Jcfu , Ziel behoeder >
ü JBruydegom , cn Broeder ,
Gort ghy het waepen aen I
Laet dan de helle racfeii>
Eli moort cn drejgen blaelcn ,
Wy lullen wel belt aen.
Wilt my gcloove geven ,
Op dat ick mooge*^ leven ,
Door dat gelcgend pand ,
Op dat ickmooge wringen ,
Dc aller befte duigen >
Uyt uwe Rechter- hand J
Laci my ui al myn ftryden ,
1 1) .tl mijn bitter lyden ,
Bcdeckt fijn met dien fchift
>ji kraghtclick gevoelen ,
Dat dacr door al het woelen ,
Der helle wcrt geftilt.
Vcrgeeii niy mijne fonden >
Die my lbo feer verwonden ,
Alleen om t'Ofter-Lam,
Dat , om die af te ipoelen>
In dcic laegc poelen ,
Van tovcii neder ouam : > ii\
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
f
i
van geeft elicke LtedeketiS» zi^
Wik myne Ziel verforgeH ,
Als ick den nacften morgen,
Niet meer beleven magh ,
En , nae den dood , haer geven,
Een eeuwigh- durende leven.
Op uwen Bruylofs-dagh,
Mijn Ziele , wïlc niet vrefen ,
De Heer lal met u vrefen ,
Die bidt behoud het velt ;
lek flaep dan ibndcr forgcn ,
Tot aen den lichten Morgen ,
De wa^ht is wel beitelt.
lil.
Een Lied voorde Predicatte , op de ivyji
vfindm 1 00. V [dm.
TCkkom, oHeer, o Goede God,
* Mijn Licht, mijn He) 1 , mijn ecnigh Lot)
Ick kom tot uwen Tempel in ,
Met u verkoren huys -gefm :
Ick kome nu defen dagh ,
Tot u , op dat ick proeven mae^h ,
Den ftroom van uwe ioetigheyd, ,
Die ghy hebt voor mijn Ziel bereyd I
Ick kome om dat Heyl igh Woort >
Te hooren binnen Sions- poort ,
Dat ghy de lieve kudde geeft ,
Die voor u in gcnaede leett.
K 7
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het Bloem-Potje
b Laet my , Heer een fchaepken fijn >
Van uwe vette wcyde fijn ,
En hoorcn met een Heyligh oor ,
Wanneer ick uwen Dienacr hoor 1
6 Scheyd my van de wecrelt af,
En ftort haer in een doncker ^raf ,
En geeft my een verfVandighliert ,
Dat door uw'llcm bewogen wert 1
Macckt my ^ene^en tot dat Woort ,
Dat helfche duyftcrniflen Hoort ,
Dat als een koltelick clinoot ,
Kan blincken in de naere dood I
Dat als een Hcmelfch Manna voed y
Dat alle cjuaclen wycken doed ,
Dat in den wcgh der Zaeligheyd ,
Gelyck een fuy ver light geleyd 1
Laetmy, 6 Heer, tedefèrtyt,
Van allen flacp lufl fijn bevryd i
Geeft my een hert dat wacker fy ,
En van de aerdlche forgen vry l
Bcdwinghd den Prins der duyftcrws ,
Die altyt even beefïgh is ,
Om van my > door fijn boos fcnyn ,
Te wceren defc Mcdicyn l
Dit allerkoftelickfte Zaet >
Daer uyt de nieuwe mcnlch ontftact,
Dat allerlieftelickfle foet ,
Dat my alleen ten leven voed !
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Van geeft elickf Liedekens. 2 J ï
Laet my bewaeren defen fchat ,
Die j;hy ftort.in dit aerden vat ,
En drucken in mijn ingewandt ,
Dien koftelicken Diamand.
Laat mijne gangen fijn ere right,
Nae dit vermaeckelickc lighc ,
En blyven in dat reyne padt ,
Dat my geleyd nae uwe Stadt ,
Die Stad, die Fundamenten heeft.
En daer uw* erfdeel eeuwigh leeft ,
En fchcpt uyt u , 6 Heyl-Fonteyn ,
De ftroomeu van de vrcughde reyn >
Stort tot dien eynde , ccnigh goed ,
Dien reynen Geell in mijn gemoed ,
Dien Geeft , die niet als leven heeft •>
En leven aen de doode geeft 1
IV.
Een Lied nae de Predicatie , of de wjfe
van den IX. Pfalm.
VI Yn hert is , Heer , nu feer verblyd ,
Om dat ghy my {oo gocdigh fijt ,
Uwen naem fclioon wil ick nu pryfen >
En u met lof-fai^h eer bewyfen.
Ghy hebt my nu , ó Hee re goed ,
Uyt uwen vollen overvloed ,
Defoete Woorden laeten fmaeckcn y-
Die allcrtrooltelickfte faeckc n !
Ghy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
i 3 ^ ^f^i Bbem- Po
Ghy hebt nujiuionckcr hcii. \clll^^lJt »
1" u my met uwe leer gcflight ,
Die my , met haerc klucrc fhaclcii >
Kan leydcii tot die Boovcn-Zaclcn 1
Terwyl een Heydcn is verblind ,
En u niet met den Soone vindt ,
Ben ick , o Heer , uyt Itof verheven ,
Eitkrygh van ii een li^ht ten leven I
Och 1 Dat ick mocht recht fijn bequacm ,
Tc pryfen uweu grootcn naem ,
Voor fbo een uyrgelclèn gacvc >
Tot da: ick daclc ui den <;racve l
Geeft dat ick ovcr<lenckcH magh *
Dat ghy > Heer , , Ipracckt op defcn dagh ,
K >p tlat ick wcJ-gcllcIde linnen ,
Door dit herkauwen magh gewinnen 1
Geeft doch dat ick dit aieiü^ei Woort ,
Dat ick op lieden heb gchoort ,
Magh in mijn innigh licrte driegen ,
n élacr van mccnighmacl gcwaegen ,
En als de klacrc Sonne Iciiyndt ,
• nah fv uyt het oogh vcrdwyndt ,
t )p da: kk daer door meer magh gioeycn y
Li\ in de wacrc wi'-^lv. ' \ b!(v-' ca I
Lact my oock maeckcn , Heer , bekcndt »
Mijn eycn-nacdcn mijn talen: ,
Acn wicn ick ben foo nauw verbonditn ,
Qni hcni tc redden uyt dc fondcn . Lacr
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
t'7 G eefielicke Liedekem, 235
i-act ;ii;;nc »Licl oock fijn bcrcycl ,
; Tc doen wat dattcr is gcfcyd ,
Lact niy geducrigh ü]n genegen ,
[Dacr door te gacii in uwe wegen i
'Tcrwyighydat van my begeert, •
En my OOCK tot dien cyndc leert ,
En uwe Woorden van het leven $
Allcf M den vroomcn voordeel geven.
ftort tot dien eynde in mijn hert ,
Dien Geelt > waerdoor men Heyhgh weit ^
|; ^Dan fal ick al mijn leve-daege» ,
Met goede vrughtcn u bchacgen.
I
Een Lied voor het houden des HeyUge%
Avondmaels » 9p ^envyfevanden
100. F [alm.
r\ Tefu , foetc Vrede- Vorfl: :
Waer nae mijn gantlche Ziele dorft ,
Ghy roept my tot uw* Bruylofs-macl >
Komt dan tot my uyt uwcZacl !
Komt geeft my nu uw* Bruyiofs-klecd ,
Terwylc dat ick ben gereed ,
Tc fmaecken van dat Hcmel-brood ,
Dacr toe dat ghy my hebt genood .
Komt, trcckt van my dat wcerclts-loct,
j En (pyit my met u vlceldi en bloed >
Aen uwen tocbereyden dis ,
Tot mijner Zielen laelFuus. Komt >
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
^3+
Het Bloem-Potje
Komt •, lact my acn dat HcmcHch fceft .
U brciiecn ccn vcrbroockcnfgccfl >
Tcrwyl acn ccn vcrflacgcn hert ,
Dic fpys cii dranck <;cgcven wcrt.
En als i;hy door dien liooni<^h-iact ,
My hier op acrdi ii hebt vcrfiicdt ,
Kil met dien wyii vcrc|uickt de borft >
Dic macr luc uwcgunlte dorft j
Draci^hd my dan , door dc blecckc dood ,
In Abranis ïicffelickc Schoot,
Dacr ghy tot in der ccuwighcyd ,
Een l^niyloft my hebt toebcrcyd .
VI.
Zen Lied nae het Heyltge Avondmael
op defelfde rpyfe,
^ Jt-Tii . wacre Mcdicyn ,
Hoe goed IS het by u tc fijn 1
Hoe foct is uwe laeffcnis ,
\'oor my , dic zat acn uwen dis.
Ghy 1 ,1 u. \vc).>ii j>..icis v.üi lic ruft >
Ghy fijt dc voihcyd aller luft ,
lek heb gcprocFd wie dat ghy fijt ,
En daerdooris mijn licrt vcrblyd l
Wie waffer dic acn tacfel fat ,
En oyt (öo goede I j>yrcn at ,
Wie ]»ccft oyt (oo een dranck gcfmacckt,
Als dit ) die my nu lu f I r vcrmacckt !
Wacr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
1
van Geeft elicke Liedekens. 1 3 5
Wacr heeft doch oy t een druy vc-tros ,
Gefchildert met een fchoone blos ,
Met haeren uyt gepreften wyn ,
Soo füct aen iemand konncn fijn ?
lek heb ojegctcn van een brood ,
Dat my kan voeden in den dood ,
lek heb gedroncken druy vcH-blocd ,
Dat my alleen ten leven voedt /
lek heb , ( ó mijn geluckigh menfch. )
Ickhebbenu, o.Hcrten-wenfch ,
Genuttighd van uw' vleefch en bloed ,
En ben vcrverfcht in mijn gemoed.
lek voel de kraght nu van uw' dood >
ó Ancker in mijn diepftc noot ,
Ickvoelenudacghy het fijt,
Die een vermorlelt hert verblyc' t.
lek voele door dit onder pand ,
Dat ghy my geeft uw' reghter hand ,
En dac ick God heb tot een vriend ,
Van wien ick had den dood verdiend.
lek fie u door 't geloof nu aen >
En weet dat ick fal noyt vergaen ,
Maer leven , daer u met gelchal >
Uw* erfdeel eeuwigh looven
Ghy hebt mijn gantfche Ziel verruckt >
Die tot de hel was neer gedruckt ,
Door uwen vollen overvloed ,
En fijt my cnckcl fbycker-löct. Wat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ll6
Het Bloem-Pctji
W\\t fijt ghy , lieve Wondcr-fprun ,
W.U /ijrghy goed aen uwe Bruyd /
V\'aer mede heb ick u gericrd ,
Dat ghy hier toe bewogen wicrdt ?
ïc k ben u niet als gal gewceft ,
Ai Hu ick aen uvv''iiefdc-fccll ,
Ick heb met edick u gedrcnckt ,
Schoon ghy my levend waetcr lèhcnckt
O Hecfc , lact mijn inni^h hert ,
( Gcnclcn van lijn diepe Imcrt )
Doch pryfcn uwen nacme goed ,
Voor loo een gullen overvlccd.
Lact my de fonde breccke af.
En {torten in liet diepfle graf,
Die u , O reyn en fnyvcr Lam ,
Tot in den dood dc ruil-bcnam /
Laet doch de wccrelt nu voortacn ,
Geheel uy t mijne finnen ^acn.
En lact my fijn op u bel uil ,
Als op de wacrc Ziclc-rdl.
Geeft dat ick aen u gc\ cn inagh ,
Tot mijnen allcrleflten dagh
De fleutcl van een danckbairr hci : ,
Dat door u foo vcrvroolickt wcrt /
Geeft dat mijn leden altemacl ,
Voor ditgclcgend Bruylofs-mael ,
Voor altyt mogen lijn becjuacm ,
Tc prvfcn uwen i^rootcn nacm !
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Geeft elicke Liedekens ^ 3 7
VII.
Een Lied in doods-noodt op de ivy[c
van de» i^.Tfulm.
OP u alleen, lefu, wil ick betrouwen ,
Tcrwyl dat ick fwcm in dit benouwen:
VVic kan als ghy mijn bange Ziele lacven ,
Met Hemels-foet te midden in dc graevcn ?
Ghy hebt alleen het konnen en het willen ,
Om met een balfam mijne quael te ftilleu.
Sckoon my dc helle komt veel quaets verwyten,
En mijne fonden in mijn hcrte by ten ,
Wil ick nochtans op u mijn Ziele gronden ,
Om dat gy hebt een piaeller voor mijn wonden)
U wil icS my in dood en in het leven ,
Tot den allerleftcn Ihick overgeven !
Of my dc dood met fijne felle fchighten ,
Drcyghd , wil ick eghter voor hem gcenfing
Iwighten ,
Want ghy , Heer , fult altyt mijn leven blyvcn.
En my met uwen Geelt voor eeuwigh fty ven :
Ick fal door u , wanneer ick kom te ftervcn ,
Als crfgcnaem een eeuwigh leven erven,
6 Hecre Tefu , wilt u tot my wenden ,
En uwe hulp in mijn dood-ftry t fcndcn ,
Geeft doch dat ick nu kraghtigh magh geIoovc$
Dat niemand my laluyt uw' handen rooven.
Wilt nu een plaeftcr voor mijn hert bereyden ,
Eu door den dood my in de vrcughd gcleyden.
Lhd,
2j8 Het Bloem-Potje
VIII.
Lied, vervattende de triumph vaneen
fifrvendeChriften over den dood, op de
^yfe vinden ^i,pfalm.
\y Ilt u nu , mijn Ziél bereyden ,
Wantdelaetftcftrytkomracn,
Zitfl en Lighaem Tullen fcheyden ,
En uyt dci'e weerelc gaen :
Gact vcrblyd ran 't dorre ftrand ,
Nacr het waere Vaederland ,
Daer gliy fulc met Chrifto wcfcn ,
Bo ven alle dinghgeprelèn.
NVacrom foudtghy fijn verflacgen ,
Voor dit fiere moniter-dicr ,
Het kan maer de boofè plaegen ,
Macr ecii Chriften niet een her :
Chriftus, in het open velt.
Heeft vernietighd fijn gewelt.
Heeft fijn angel hem ontnomen ,
Waerom is het dan te fchroomen ?
Lact de dood ten hardflen fteecken ,
Op dit hcrt-vcrdrietigh dal ,
Hy kan macr het Lighacm brccckcn ,
Sonder meerder ongeval :
. Rcyne Zielen kan hy nier
Dompelen in hert-verdried ,
Hy moet , als Elias waegen,
Hacr nac iiacrc rulle draegen.
Wie,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
Ivan Geefielicke Liedekens.
Wie , heeft oyt dat konncn drucken
Tot het allerdicpfte mergh ,
Dat hy korte vreughd moefl plucken ,
I Ia een vreemde Herrebergh 1
Dat hy moefte nae fijn Stad ,
Naefijn vrienden , nae fijn fchat.
Waerom dan oock niet tc vrcden ,
Door den dood tot God te treden ?
Waerom niet tot uwe Wooningh ,
Daer het Lam fijn Bruyioft houdt ,
Tot de plaets van uwe Crooningh,
Vol van Peerlen en van Goud ?
Daer de Patriarchen fijn ,
En Propheten londer pyn ,
Daer de vroomen Martelaeren
Houden fcelt met duyfend fchacrcn l
Sullen rycke lieden pryfen
Hare Hof ftee voor een ty t ,
Salmen hacvcns eer bewy fen ,
En daer over fijn verblydt :
Koude ghy dan niet fijn c^eruft ,
Nu uw' lamp wcrr uytgeblult: ,
Kondt ghy nu niet vrooJick (lervcn >
Die den Hemel hebt te erven ?
Komt, ojefu» Bruyd-gefindc,
Stort in dit cUcndigh vat ,
Stort daer in , ó Bruyd ben^de,
Hemels foct, er. Hcyligh nat.
Laet my met een blydc vlught
Yhcgcn door de Blauwe lught.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
240 Het Bloem-Potje
Laet een korte fnick genefen ,
Defcn druck, 5 Hcyligh welen.
Helpt my kampen nu ick ftrydc ,
Door u is mijn boogc (lerck :
Troolt my nu ick doods-anghfl 1
En geleyd my in het fterck.
Geeft aen my gcbreckigh mcnfch
U alleen , mijn herten-wen (ch ,
Dan fal ick door defè bacren ,
In de wacre haeven vacren.
IX.
Een Lied om de hul^e Jefu Chrifii in onfen
lirytopdewyfevande»i^o.Pfilm,
J Ck kom 5 door mijn gebeden ,
In mijnen fwacren nood ,
Tot u , Jefü , treden .
Mijn Ancker en Piloot.
oOpenduwe oren>
Di(?ghy foo gunftigh fijt,
En wilt mijn Item verhoorcn.
Ia mijnen bangen ftry t !
Helpt my , o Eenigh leven ,
Terwyl ce fonde woedt ,
En wilt my ruite geven >
6 Ruft van mijn genaoed ,
Vcrquickt my door uw' Wonden «
ó Zielen Medicijn ,
Ghy fijt tot my gefonden ,
Tc Aillen mijne pijn.
Ick
I
"1
1
j
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
van Geefteltcks Liedekens. ^4 1
lek kom tot u genaecken ,
Met defen bangcn geelt ^
• Wilt my dan vermaecken
Met u gefcgend feed 1
j. Ghy kondt de wonde rtillen ^
' r)ie my foo vinnigh quelt j
Mijn hert , en al myn finnen
Die fijn op u geilek-
Wilt my , ó Heer verblyden ,
Met uwe Sonne-fchyn,
In al mijn bitter lydcn ,
Tcrwyl ick hier moet fijn j
En temt de Bazans-fHeren ^
Door uwe Rechterhand ,
Als fy rontfom mv fwieren ,
Met liaeren wreedcn tand.
Xaet my den dood niet vrefen y
Als hy fijn pylen fchiet ,
Maer lact my vroolick wcfcn ,
Terwyl ick u geniet :
Toont dat ghy fijt mijn leven ,
Schoon dat ick flcrven moet >
En dat ghy my fult geven ,
Een eeuwigh'duercnd goed 1
Dat Miy my fult gcIeydeH
üy t dit verdrietig dal ,
Uyt defè dorre hcydcn ,
Dacr volheyd welen fal :
Daer altyt roofen groeyen j
En daer noy t winter is j
L. Dact
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het Bloem" Pot :e
üaer altyt beeckcn vloeyen
Vm waere laeffen is !
X.
Een Liedt voor de verloffinge door fefum \
Chrijlumt o^dewy/evanden ••-|Éj£rot
VI ir. P/alm.
^Yn Heer , mijn Hcyl, mijn God , feei hoogh É.
geprcfcn ,
Hoe c^unltigh hebt ghy voor my willen wcfcn ^
Ghy hebt acn my gegeven uwen Soon ,
Die met u lat verheven op den Throon !
Cihy hebt hem fcer vernedert laetcn leven ,
Op dat hy my den Hemel mochte geven ,
Ghy heht hem fclfs geftort in fwaercn noot ,
Jae in den aller fchroomelickften dood.
Op dat ick voor u niet en mochte vlughtcn ,
En in het helfche vyer voor ceuwigh lughtcii ,
Maer in der eeuwigheyd het. leven had
In vreughd in uwe Coninddicke Stad.
Warfalicku , öAcder van het leven ,
Wat kan ick u voor lbo een zegen geven ,
Die hooger is als Iclfs de Son en Maen ,
En wiens gronden geen Engelen verdacn.
Wat fal my nu de fonde konnen deercn >
Hoe kan(è nu uw' hcrte van my wceren >
Als ghy het oogh op uwen Soone flaet ,
i )ic als borge voor m v fijn Tehacpken ilaet ?
Waci
!
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
van Oeejtelicke Liedckem,
Wacrom fal ick dogli nu dc weerde vrcfen ,
AJs dcfe Middelaer lal by my welen ,
Die haeren boo,gh verbrocken heeft met kraghr
En wat verbolgen was te niet gebraght ?
Waerom fal ick nu voor den dood vcrfchric-
ken ,
' Als hy my fal vervecrelick aenblicken ,
Want Chriftus heeft hem nu gedaen te niet ,
^^00 dat mijn oogh in hem geen quacd en fiet \
! Geeft dat ick magh u voor die liefde pryfcn ,
i! En evenftaegh u daer voor eer bewyfèn ,
>En roemen u , ó Heer , met blygcfchal ,
l Soo langh in my den aelTcm Ipeelen fal ?
Zant lbo David fóo leer was op getogen >
)oor Son en Maen , dat fijn hert wierd bewo-
gen ,
Daer voor te pryfen u, oHeeregocd,
^Wat eyfcht dan niet van my die gaeve loet ?
j Geeft dat mijn hert die Hcvland rpa(;h bemin-
nen ;
jDien Bruydegom , die my lbo wou bcfinncn >
Dat hy voor my fijn eygcn leven gaF,
Op dat hy my moght redden uy t het graf.
Geeft dat ick nu de helle magh veraghten ,
En dat ick magh den dood met vrcughd vcr-
waghtcn ,
Om dat die Leeuw geen tanden meer en heeft ,
En niet als cnckel hoonigh-raeten geeft i
z ' En
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Fol. 245
HET
Bloem-Potje
Van cenigc
CHRISTELICKE
^GEDIGHT-GEBEDEN
En
DANCKSEGGINGEN.
I.
Een Morgen Gebed,
God, óEenighgoed, óeeuwigh
light en leven
Die my foo meenigh heyl op aerde
^ hebt gegeven ,
Op u is nu tercy t gefpannen mijn
gemoed ,
Terwylde daegeraed den Hemelopen doet !
L 3 lek
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
- T- 0 Het Bloem^Potje van
lek danck u , goede God, ick danck u meenigh-i
werven,
Dat ghy my niet en wout in fondcn lactcn fter-
vcn ,
Terwyl ick lagh en Iliep in dcfe laetfte naght,
Maer hebt een nieuwe Sonnii overmy t^^--
braght / ^
Dat ghy door uwen boogh de Helle hebt be-
dwongen,
Doen fy rontfbm my quam met fieren moet
gefprongen ,
Dat ghy my hebt bedeckt met uwen vaften
fchilt,
Dat fy niet konde doen wat datfy heeft ge-
wilt !
Wiltoockop defendagh mijnLvf cnZiel be-
wacren ,
Enl acten alles goeds die bcyde weder vaei en ,
Behoud my,' uwen knegh: . ólfrach be-
houdt .
Terwyl op u alleen mijn innigh herte bouwtl
En mits de guldc Son komt uyt de 2cc gere-
fen,
En aen het aerdryck geeft een aengcnaemer
welen ,
Soo geeft, 6 goede God, dat ick op defen
dagh, '
Oock uyt de duyftcrnis der fonden ryfcn
magh ;
En als een kind des lights mijn gantfchc gangen
richten >
En met een fuyrer light mijn cvcn-naeften
(tightcn>
Op
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
Chnfielicke Gedtght-Geteden. 147
Op dat hy werden magli dacr door , o Heer ,
bequaem ,
Met hert , met mond , met hand , tc pry(cn
uwen naem ƒ
Komt neder , dapper Helt , in dcfèn laejjc dac-
' . Jen ,
i Dacr uwe Kercke fught, daer uwe fchacpen
dwaelcn !
Komt met een fnelle vlught , cn troofl: haer
in verdriet ,
Terwyl haer oogh alleen op u , o Troofter ,
fiet !
' Verftroyc het hel(ch bedryf , en wilt de dienacrs
llercken ,
i Die op II hoogh bevel in uwen wyngaert wcrc-
( ken ,
I Bcfchermtlc door de kragt van uwe Rechter-
hand ,
Die ghy hebt toebetrouwd hetwelvaert van
het land !
1 Geeft ruft , geeft waere trooft , 6 Trooft van
ons gedaghten ,
) Aendie, die in der noot naer uwe hulpewagh-
ten ,
En ftrcckt haer tot vermaeck , 6 waere Mc-
dicyn ,
Die kranck , die fwaer vervolghd , die aen-
gevoghten fijn !
Wiltmy. 6 goede God, hier uwen zegen ge-
ven ,
' Soo langh ick fwerven moet , en in dit Kedar
leven ,
En leyden nae dic placts in dcfcn korten tyr ,
L 4 Da-.v
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
248
Het hioem-Pouevan
\
Daer ghy een reyne beeck van volle vreu^hde l
li]C ! ^
"Verhoort mijn bange Ziel > Verhoorder oweiA&'
volcken ,
Terwyl ick tot u roep uyt dcfe naere kokken ,
Om Jcfu Chrifti wil , dat Suyver Offer -Lam , „
Dat om mijn Ziels-behoudt indeIëWerelt .^/-^
c]uam ! i
II.
Een Aevond-qebed,
j^E naght komt nu ter tyt de velden over tree-
ken ,
£n met haer duyfter kleed degantfche weerelt
dcckcn
6 Wilt dan , goede God, met uwe Sonne-
fchyn ,
In de(èn doodcn ti)t mijn foete Ttooftcr
fijnl
Als ick u maer geniet , dan heb ick niet te vre-
fcn ,
Dan (al ick feecker fijn , en liiaigh vroolick we-
fen , ' j
Als ghy my onderlleunt met uwe Rechter- I
hand , I
Dan heeft de helle felfs vcrlooren haeren
tant l
6 Komt , ö Herder , komt , komt met gefwinde
fchreden ,
Uyt uw' befaemd Paleys tot my , uw* fchaep- !
ken , treden ,
En toomdt dien boofèn vorft van helfchc
duyfternis j Die i»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I
imm
Chn^.flxke Gcdfght- Geileden, 24^
Die tot myn Ziei verderf geducrigh veer-
digh is t
Komt , W^ghter-Ifri^eh , my tegens hem bc-
waccken ,
Komt , Heer , door uwen Ract fijn lift te fchan-
de maecken !
Komt ftremmen dat gcwcit van die , daer in
hy wc rekt ,
En laet my tegens haer fijn kraghtelick vcr-
fterckt 1
Lact my het waer geloof gclijckeen fchilt be-
de eken ,
En wilt mijn gantfche Ziel tot wackcrhcyd ver-
wecken ,
Set op mijn hooft den helm van uwe Zaelig-
heyd ,
Enhet voor my het fwecrt des GcclLcs lijn
bcreyd !
Op dat mijn lieve Ziel geen lectcn mogekry-
gcn ,
Als op hier nederwaerts de helfche pylcn
lijgen ,
Schoon dar{e heeter fijn als fclfs de hcctftc
gloed .
Die , "daer hy maer gcnaeckt , een feeckcc
naedeel doed !
Laet uwe Engelen my op de handen draegen.
Op dat ick leccker fy in veelderhandc laegen ,
Diemyde vyandleght Bcwacrt mijneer,
en goed ,
Bewaerd door haer bcleyd mijn vlccfch en
mijn gemoed !
Eu laet dc fouden uiet in mijne Ziele leven ♦
L5 Ter^
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
'filtl
2 5^ O Het Bloem- Potje van
Terwyl ick nu ter tyt my (al tot ruften geven l
En lact my , Heerc , niet ontflapen in dat \\
quaed )
Waer door een fondigh hcrtnanaere poclci
gaet !
En foo mijn Ziele moght uyt dcfen tente fchey-
dcn ,
In defe nacfte naght , foo wiltfe , Heer , gely-
den ,
Door uwe Engelen in die befaemde Zael ,
Daer ghy den nwen geeft een eeuwigh Bruy- ■'
lofs-mael ,
Soo ick in tegendeel fal in het leven bly ven ,
Soo wiltdoor uwen Geeft mijn Iwackekragh»
ten fty ven ,
Op dat mijn gantfèhe Ziel aenu behaegen
maeh ,
Wanneer dc roode Son ontfluyt den naeften
dagh J
En mits ick de(cn dagh door veelderhande.
fonde ,
My met enhcbontfien mijn Ziele te verwon-
den ,
Soo laet om Chrifti wil defelve fijn bedeckt ,
Gclyck ghy met de naght het aerdryck over-
trcckt 1
Verhoort my, goede God, en wilt my gunftigh
welen ,
Om nwen Soon alleen > die fondaers quam gc-
nefcn ,
Die van den vloek bevryd door fijn vergoten
bloed ,
En die de Rots alleen is van mijn bangh ge-
moed I lil. Ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ld
r
m
Chriflelicke GedighüGeheden, 2)1
III.
Cehed voor des Sondaghs Predicatie,
1 i ^ Ae dien ick heb gehad fes daegen om te (br-
f gen ,
Voor dit mijn broole lijf, fèlfs voor den roeden
I morgen,
Tot dat de Son verdween rijft nu de Sonne-
fchijn,
Daer in ick moet beforghd voor mijne Ziele
fijn :
Dies kom ick met een vlught den Tempel inge-
vlogen ;
ó Maeckt dan , Heer , mijn hert tot uwen dienft
bewogen !
Geeft dat ick nu mijn oor magh voegen nac
dat woorr ,
Dat binnen Sions-poort wertnu ter tyt gc-
I hoort !
< Geeft dat door Heyligh vyer mijn hert magh
Ififi gedreven ,
Op dat ick hoorenmagh de woorden van het
leven ,
Dieghv tot uwen kneght op heden (prcecken
lult,
En dat mijn innigh deel daer mede fy ver-
vult !
Verweckt door uwen Geeft een krsg in mijae
finnen ,
En laet den flaep luft niet mijn oogen over-
winnen ,
Op dat de helle niet, door hacren hioodcn
race,
L 6 Mvn
I
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
2 Hó
Hl
251 Het Bloem- Potje van
Mijn hert berooven magh van dat gefegend
Zaet !
Geeft dat uw' HeyHgh woort mijn herte ma^h
behacgeh ,
Sehoon in een aerden vat die Peercl wertge-
draegcn ,
En dat ick aghten magh dat my wert voor
geJcyd ,
Als of u cygen mond dat had tot my gcfcydri
Lacr my veri tan del ick op uwe wetten letten >
En met laghtmocdigheyd daer op mijn herte
fcttcn ,
Op dat ick grondclik dclclvc magh vcrllacn ,
En als ick wert bcltraft in uwe wegen gaen !
Laet myuw* ditrbaer woortecn vrèughd des
herten wefen ,
Ecnfchat die dierder is, als die daer wcrt gc-
prcfen ,
Van wat men Wcerelt noemd j Een myrrh,
diebeetervloeydt.
Een wyii, die loeteais, als die op aerden
grocydt /
Wilt my , ó (;oede God , doot uwen Geeft ver-
fterciren ,
En kraghiclick in my dat goede woort bcwerc-
ken !
Sluytop dat dier clihootin mijn geheugen
is,
Dat my een rycker fchat als goud en Peerlcn
isl
Laet dat van m ijn geloof alleen de regel wefèn,
Op dat ick voor bedrogh hebb' nimmermeer te
vrefen
Laet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Chrtftehcke Gedight- Gebeden, 2 5 J
Laer dat de right-fnocr fijn van wat ick neem
ter hand,
Mijn Noort-ftcr , mijn Compas, nae 't waerc
Vacderlaud 1
Laet dat niy fi)n een fpijs, een dranck van cnckcl
leven >
Laet dat een heylfacni blad aen mijne wonden
geven,
Laet dat my fijn dc troofl van mijn bedroefd
gemoed,
Als my dc liere Hel feer (wacilick fughtcn
doet l
Wilt uwen dicnaer nu de deure openbreekcn
Yan uwe Zalighcyd , terwijl hy komt te Iprccc-
kcn,
En laet lijn mond een Boom van heyl cn le-
ven lijn,
Een borll van reyne Melck,cen Hof van Me-
dicijn !
Laet my tot mijn bederf geen Hell'che maghten
ft re eken,
Laet hacr het Hcyligh Zaet niet uyt mijn hertc
trcckcn,
Of door een (bet gevley van wcllull , eer cn
goed,
Of door een feilen tant gcdruckt in nujj) ge-
moed !
Laetmy dat dicibaer "Woort ( van u my aenge-
prefcn )
Geen reuck de* doods , maer , Heer een reuck
des levens welen !
Laet alles dat ick heb in dcfèr ucr vcjliacn,
Tot in het innigh mcrgh van mijac Ziele
gaenj L 7 La
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
1 f4 Bloem- Potje van
En maeckt dacr door mijn hert tot u alleen ge-
negen,
En even ftaegh bereyd tot uwe reyne wegen,
En wilt met (oetcn dauw,vol kraght ca rech-
te keeft,
My laeven aen de Ziel , en drencken aan den
Geert !
IV.
Een Gebed nae des Sondaghs Predicatie,
Y^At is mijn mnigh hertin yreughdcn opge-
togen,
Terwijl gby fijt tot my (oo feer , ó Heer , be-
wogen,
Terwijl ghy nu ter tijd aen my uic woorden
geeft,
Waer by door uwen Geeft alleen de ZIpIc
leeft,!
Geen light en kan foo foet in mijne ogen ftrco-
nien,
Geen hcflick Snaeren fpel kan foo het Icct be-
tomen.
Als dit gefcgend lighr vrheughddengant
fchen geeft,
Als defe Davids harp my dienftigh is ge-
weeft !
Geen fpijs en kan lbo wel den hongers noot
verdry ven,
Als my dat Hcyligh Woort kcmt in den honger
ftijven,
G.-enBorn en is lbo foet voor iemand in den
dorft,
Als uwe reyne Wnt Toor mijne matte borft !
Als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
r
Chnftelicke Gedicht-Gebeden. 155
Geen aengename druy f geperft in onfe fchalcn»
Die ons Madera fentuythaere vette daejen,
verfrifcht door edel nat foo fccr een bangh
gemoed,
Als dcTè foete Wijn mijn ingewanden doed »
! Geen fchat en kan foo rijck, geen kleed foo
heylfacm wcfcn, , r r
^ j Geen fchilt en fweert foo fterck , al fijn ly Icct
tcvrcfen, j- rui
' Als my die peerel is , dat kleed , die ichilt ,
dat fweert, .
Oatal wat hinder doct van myne zielc
weert ,
Ghy laet de Volckercn in haer weegen dwalen,
Die in Turkeyen fijn , en aen haer grcnlen pac-
Ghy laet de Jooden fijn verdoekt m haer ge-
moed»
TerWijlghy uwen kneght die grote dingeö
doed ! n 1 1
lek heb dat fuyver light doer uwe gunlt verkrc
gen, • 1 1 n.
Terwijl een Paus genoot moet in het duylter
leven ! r\ •
lek heb uyt uwe hand dit over fchoon ju-
weel.
En dat een ander mifl:,dar is mijn eygcn deel!
Terwijl een ander moet in Bethaven verkeren,
Daci- vreemde Goden Ilja , hebt ghy my willen
leeren,
In Beth'el uwen wil I lek woon in uwe Stadr,
En m een beter Hof als ecrtijdts Adam had 1
Terwijl een ander knaegd alleen aen harde be-
tbbkx-
ncn,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Bloem- Potje van
En Heemels-dauw geniet, en over- rijke ftec-
nen ,
En Chriftum niet en heeft , heb ick een Hec-
melfch Broodt ,
Een edel Zicl-cicraed , een middel voor dc
dood!
lek danck u dat \oor mj geen Peft , geen Pec-
pcr I ooren,
Geen Steen , geen vyerigh Secr , tot noch toe is
gebooren,
GcenGight, geen fwaer GrarecI , en meer
van lbo eenflagh,
Maer dat ick ben gelbnd tot heden op den
dagh :
Ick danck u, goede God, voor duy (end goede
dingen,
Die mijne handen oyr van uwe hand ontfingen,
Ick danck u datghy my hebtfpijsen vroo-
iickheyd.
Tot mijn befcheyden deel foo gunftightoc-
Ickdaock u,Heyl-ronteyn,datghy mijn naeck-
te leden
Met linnen overdeckt , met wolie wilt bckle -
den !
Ick danck u boven al dat ick uw* Heylit^h
woort.
En daer in uwen Soon, in Sion heb gehoort !
Geeft dat ick dcfcn fchat magh in mijn hert be-
waeren.
Op dat ick in den noot daer wel by mogen vac-
ren !
Geeft dat ick forgen magh voor ditgefègend
P andt, Gc-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
m
Chriftelicke Gedight^ Gebeden . 1^7
Gelijck men is bcforghdvoor Goud en Dia-
mandt !
Geeft dat nii)ii innigh hert magh kraghtigh
overleggen,
Dat ghy door uwen kneght tot my beftondtc
leggen,
En dat Kerkauwcn magh in voor en tegen -
fpoed,
Gehjck het reync Vee , de reyne fpijTe doed !
Geeft dat niet in mijn breyn uw' Woort alleen
magh fwcven.
Of rollen op de tongh , maer dat mijn gantfchc
leven,
Daer door geheyligh fy , o ecuwigh Heyligh-
dom\
Hoort my om Chriiti wil > dien lieven Bruy-
degom I
V.
Gebed voor het Heylige AvondmaeL
IJOc goedigh fijt ghy my. Behouder van de
Mcnichcn,
Mits ghy my meerder geeft , als dat ick kondc
wenfchcn,
Mits ghy my voed en drenckt felfs met uw'
Vlcefcn en Bloed,
En meerder als een Prins aen fijne vrienden
doed 1
Dat uwe Engelen in Abrams tente quaemen,
En by hem haer verblijf voor korte lijden nae-
men,
Dat was een groot gcluck j maer *t is een
grooter (aeck, Dat
r
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
i 5 8 Het Bloem- l otje van
Dat ghy neemt binnen my uw' innighhert-
vermacck 1
r>c Koiiincklickc Yorft heeft uwen nacm ver-
heven,
Om dat ghy acn den Mcnfch dc ;^ ijichcbt <n:-
geven, ^
Van Voogcls in de Lught , vanBccftcnin hc:
Vclf,
En hem hebt orcr al als Opper- hooft rre-
ihk !
Om dat ghy lact Jen Macamcrghnllcr rijckc
lightcn,
Geduerigh aen fijn ampt om (ïinrnt wil vcr-
riglircn
En fiet ! ghy toont my hier uw' eygen ino-e-
wandt, ^
En geeft my (cUs het goed van uwe rcgluer-
handt 1
%Vat het hoogh gctght , als uy t haer rijckc
Zaeleii,
Dc Princen van het Voick in iemands hutte
daelen !
En ghy komt nu ter tijd verfettcn mijn ge-
moed,
En ftort dacr in een Bccck van uwc.
vloed {
Watbenick, j^ocdcGod, wat heb ick tt ecfrc-
ven,
Dat ghy totdefen lUet hebt mijne Ziel verhe-
ven,
Ickiproor uyt Sondigli Sact, ick ben een Son-
dighWiglu,
£n cghter over mv rüft foo een Hemelfch
light • Wilt,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I Chrifleltcke Gedtght-Geifeden. 159
Wilt , (bete Jcfu , wiJt acii munc naccktc leden
Cfiw. Alleen tot uwer eer uw* Bruyiofs kleed bcltc-
deii,
1^ Terwijl* die Ziel' alleen ontfanghdeen latf-
fcnis.
Die met dat dier gcwaed van u bcgiftighd is I
Geeft , Hecre Jcfu', geeft dat ick aen u magh
geven
£ en hertdat fuy ver is » en vecrdigh U te leven,
P Een hcrrc door den plocgh van uwe Wet gc-
\ brackt,
Terwijl ?}\y uwcnGceft in (bo een plaets vcr-
ii acckt !
Geeft dat ick uwen dis met ootmoed magh ge-
i naeckcn»
; £n uwen reynen Geeft met foo een dcughd vtr-
niaeckcn,
Om dat een hert , vercicrdt met foo een cdcl
pandt,
Voor u veel fchoondcr blinckt als ccnighDia-
mandt.
Geeft dat mi)n hertc fy als buytcn my gevlo-
gen,
En van het aerdfchc draf tot u om hoogh geto-
gen,
En dat ick nac u dorfl en honger hebben
magh
Op dat ick uwe gunll magh proeven dcfcn
dagh 1
O ? lactmy foobclufl fijn op geboden vrimh-
tcn,
Als Adam was op dic , die hem foo dcflen (ugh-
ten
Up
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
26o Het Bloem- Tot je van
Op dat ick dacr door raaghvcrnuickt fijn in
de Ziel,
Terwijl den ccrflen Menfch dacr door ter ne-
der viel !
Lact my op (öo een voet totu, ójefu , koo-
men,
Op dat ick fcheppen magh,uyt tiwc gulle ftroo-
men
Het Wactcr van behoud J Laet my op foo een
voet
Gcnacckcn uwcii dis,t^ Allcrhooghftc Goed '
En wilt my eyndelick nac dele bange ti)dcn
lu alle ceuwighcyd met rcyne vreiighd verblii
den,
Met Abram , Ifac , cn JacobindicZael,
Dacr ghy den uwen geeft dat Hccmclfch
Bruylofs mael !
VI.
Cehed, naer het HoyUge tAvendmael.
y^Athebtghynutertijt, oAdcr van herle-
ven,
Wat hebt ghy nu ter iijd my voor een heyl ge-
geven I
Hoe heot ghy dcfen d.irh vcrfricht mijn bang
gemoed,
GclijcK de friflche dauw de flauwe kruydcn
doet '
Hoe (al ick nu ter ti)dt u eer genocgh bewijfcn,
Hoe fal ick uwe gunlt ten vollen konnen prij-
(èn.
Terwijl mijn innigh hert in al dien fegcn
dwaclt, ' Die
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Chriftelkke Gedight- Gebedeiu 161
Die uy t uw' rijck Thrcloor op my is afgc-
daclt !
Ghy hebt my nu ter tijt een fpijfe laeten fmacc-
ken,
Die door een foeten geur de Zielen kan ver-
maecken /
Ghy hebt my nu gedrcnckt met uwen foeten
Wijn,
Waer door de eantfche Ziel heeft vrooUck
konnen fijn I
De Boom van 't Paradijs vervult met heylfaem
leven,
Die heeft dat voordeel niet aen Mcnfchen kon-
nen geven \
Daer was te gener tijt een foeter Hooning*
raet
Van daer de Sonne rijll , tot daerfe flaepeti
gaet !
Elifabeth riep uyt : De Moeder mijnes Heeren
Die Komt my nu ter tijt mei haet befoeck ver-
ecren !
O Wat een groot geluck is voor my toebc-
reyd.
En fiet ! ghy komt tot my , ó Heer der Hcer-
licklicyd ?
De meefte die daer was van cenigh Vrouw gc-
booren,
Beleed met vollen mond • en riep in aller oorcn>
Dat hy niet weerdigh was te draegen uwcii
fchoen.
En u tot uwer eer den minlten dienft te
doen 1
Doen ghy des Hooft- mans Kncght woudt in
fijn huys genclpn, Heef
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
l6l Het Bloem-Potje VAH
Heeft hy van uverfbglu, dat dat niet moehtc
welen, "
Eu wou in gecncn deel foo weerdi^h Cxm ffe-
naemd, °
Dat onder fijn verdeck Verft des levens,
qiiaemd .'
£nSicc J ghjr hebt u vleys my tot een fpijs ge-
geven, °
Om in dereeuwigheyddaer door te moeen le-
ven ! *
Ghy hebt door eygcn bioed uyt defe dorre
bont,
6 Bern van waerc vïeughd, verdreven hae-
ren dorft i
i5 Goedheyd Tonder maet , die tot my komt ffc-
naecken,
Wie kan door /ïjn verftand daer van dc gronden
raccken ?
Ickwa?, eylacsl ick was her flimfte van hec
Land,
Doen ghy hebt uwen Geeft acn mijne Ziel
verpand j
kk lagh in cnckel bloed ter aerden neergefonc-
ken,
Doen ghy aen uwen Kneght uw' felvcnhebt
gefchoncken !
lek was de liiootlle krcngh , die oyt dc Wee-
rde gaf,
Doen ghy tot mijn behoudt quamd van den
Hemel af.'
De Sonnc bloeme komt haer tipkens op te fluy-
tcir,
Soo haeft fy wert gewacr de Morgen-fon van
buyten ' piet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
F
P
BE'-'
Mi
Chrififltekc Gedicht- Geileden . 16 1
Het gulJc Vat dat is t^encyghd tot weder-
fchijn,
Soo hAciï de Soimc fal omtrent het (clve fijn f
Eu fou mijn traegc Ziel niet werden aengedrc-
vcn,
Om waere danckbaethcyd aeo u , ó God , te
geven,
Terwijl ghy defen dagh foo groo te dingen
docd>
Ln u betoond te fijn de S O N van mijn ge-
moed \
Geeft da£ ick u voortaen met Gal niet mooge
En door ecu Sondii>;li Hert geen Heren fmacd
bcwi)tcn,
Macr d.\t mijn gantlch bedrijt een heftelickc
Wi,n
Acn uw' gehemelte gcduerigh moge fijn ♦
\'crmits ick nu dc fpils des Lcvcn^l heb geno-
tCMh
En door de Stroomen ben van uwe gunfl bego-
ten,
En meerder heyl genici aJs oyt een eenigh
Man
Met finnen ondergaen > of reght begrypcn
kan !
Geeft dat op 's Wecrelts aes mijn Hert niet mo-
ge ruilen,
Geeft dat ick magh vootucuvetbreeckcu mij-
ne lullen.
Vermits ghy fijt om my vcrbroockcn en ge-
dood,
Op dat ick wicrd verlolt uyt mijnen iWaeren
nootl Geeft,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
2 6^ Het Bloem-Potje van
Geeft , focte Jefu , geeft dat ick voortaen magh
geven
Aen u mi;n Lijf en Ziel , dat ick voortaen ma<^h
leven :
Naer uwen wil alleen op dit verdrietigh dalj
Soo iangh in defe borlt den aell'em Tpeelcn
lalj
iVII.
Gebed op het Lij ien Jefu Chrifii.
At hebt ghv , Soone Godts , wat hebt ghy
doch bedreven,
Dat ghy in foo een praeni woudt op der aerdeu
leven !
Dat ghv foo vinnigh wiert , 6 VorH: van
Ilraël,
Béfprongen van dc Dood , en van de felle
Hel?
Ghy hebt dit maghtigh rondt feer konltighon-
derlcheyden
Met diepten overhand , met hooghten tuflchen
beyden,
Ghy breyd den Hemel uyt gelijck een fchoon
tapijt,
En fijt nogh evenwel gebooren in den tijt !
Ghy hebt, o eeuvigh ÏVoort y ghy hebt, door
hoogh vermogen,
Rontfon dit wonder AL een Hellen glans ge-
togen,
En fijt nogh evenwel (wie had dat oytver-
wa^^ht ? )
ó Eeuwigh-khijnend Light , Gebooren in der
iiaght ? Ghy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
^ ;
ChrifieUcke Gedight-Geheden, 16^
Ghy hebt de Hemelen tot u verblijf genomen ,
En Salomons gebouw vervult met uwe Soo-
men >
En hebt nogh evenwel op dit ellendigh dal ,
Geflapen in een kribb' , gefiickelt in een ftal !
Ghy hebt het goud , rubyn, en veele rycke pan-
den ,
Metcyger-hand gcmaecktin Zegen- rycke lan-
den ,
En wat de Werelt door des mcnfchen oogc
fict •,
En eghter fijt ghy arm , en hebt dien zegen
niet l
Ghy fijt een volle born van enckcl vreughd en
leven ,
En hebt door bitter leet op aerden moeten be-
ven ,
Ghy hebt het Hemelfchheyr met enkel heyl,
vervult.
En hebt gelijck een Lam geleden me t gedult 1
Ghy wert van Engelen hier boven acngebcden ,
En fijt door helfchc maght in uwen geelt beflic-
den ,
Ghy maeckt door uwe item dat Iclfs een hel-
le (ught ,
En eghter geeft ghy u voor menfchen op de
. vlught !
Ickfic uin den Hof door fwaercn anghft bc-
ftreden ,
Ickfic een fttoom van bloed ufygenvaade le-
den ,
lek hoor een droeve ftem uyt uwe lippen
gaen,
M Om
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
I
z66 Het Bloem-Potje van
Om dat ghy doen ter ty t moeft voor den Rig-
ter ftaen !
lek fie uw' Heyligh hooft van Scherpe doornen
bloeden >
lek (Ie uw* Heyhghlyf gegecflclt van dc loe-
den >
lek fie , 6 Suy ver Lam , en Eenigh Kerck-cie-
raedy
Dat ghy nae Golgatha veroordeelt hccnen
gact l
lek fic u als een Prins der Moordenaeren han-
gen ,
!En acn dien wrcdcn boom met enckel leet be-
vangen ,
lek fie u acn het Crrys genaegelt en bedrukt ,
Vermits uw* innigh lap uyt u wcrt wecJi gc-
ruckt 1
Ghy wcrt met dorft gcquelt , die met de volle
borften ,
Ycrquickt de Sehaercn , die nae uwen Zegen
dorfteu ,
Ghy wcrt aen alle kant door 't bitter voick
bcfpot ,
O Ifsrels Juwetl , 6 loenfch geworden God l
Ghy hebt dat groot verwulf vcrcicrdmct helle
Sterrcu ,
Die met een ryckcn glans ccn wacker oogh
verwerren j
Ghy hebt het velt bekleed met aerdigh bloem
cieraed ,
En hanghd acn t'fierc Cruys beroofd van u
gcwaed !
Ghy wierc een wylc tyts van uwca God vcrlae-
tcu
Die
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
r
Chrijlelicki Gedight- G deden. i6'j
Die'ghydeuwe fpyftiuet enckel hoom'gh-rae-
ten ,
Ghy geeft een waeren trooft , ca fonckt in
diepen noot ,
Ghy waert het Jcven fclfs , en ftierfd een
wreededood »
Wat quaed hebt gby gedaen, 6 Troofter van de
nienfchcn ,
Die meer in u begrypt , als herten konnen wcn-
Ichcn ,
Wat quaed hebt ghy gedaen, o wacre Zielen-
ruft,
Dat uyt uw' innigh deel den vredcn heeft
gebluft!
Ickfoeck, ómiddclaer, ick focck nac uwe
fondeh ,
Ickfoeckfc, macr daerwcrt niet een inu rt-
vonden , °
Daer woont geen flim belcyd in uwen rcy-
nen geeft,
Dacr is noyt (nood bedrogh in uwen mond
gewceft !
DeRighter vind geen fchulr omu ^crdood tc
leyden ,
Syn Vrouw fendt booden uyt , en ftelt haer tuf-
fchen beyden ,
Sy roept hem in het oor , dat hy onnoofci
bloed ,
Van een rechtveerdigh mcnfchgcen hinder
doen en moet J
Dat hy %h waghten fou , vermits door fwacrc
nepen ,
5ywas om fijnent wil door dromen acneecrc-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Het Bloem- Potje van
Judas Ifcarioth is vol van anghft , cn beeft ,
Mies hy t'onuoofcl bloed van u vcrraeden i
heeft 1
lek hoorde rtemmc van den Hooft-man over i
Hondert >
( En over uwen dood , en fijn gevolgh verwon-
dert,
lek hoore dat hy fcyt , dat ghy , 6 Herten
wenfch ,
Syt en de Soone Gods , cn een recht vecrdir/ii
menfch !
Dc .VlDordcnaerdic heeft gctuygci\»s gegeven ,
Doen hy nogh wcynigh tytsop acrdcn had ic
leven ,
Dat u geen quaed bedrijf dreef in die bange
noot ,
Dat ghy rechtveerdigh wacrdt , alwierdt ghy
ioo j^cdood !
H^At is de oor/aack danviw Coo cci\ ' i : r lydcn,
Wat li; hult heeft ugeperll om ioo cenitryt tc
fhydcn ?
VanmVi óHccr> vanmy isal dit quaed gc-
ichicd >
Dat u braegt in den praem van allerlyc Ycr-
dried I
Jckhelfy ó Heer tckheb door miju blocd-roodc
foiiden ,
Gcpynighd uwen geeft , ick heb die diepe won-
den ,
U in het lyfgedrucktück heb met cnckel gal>
En edick u gclaetd op dit cilendigh dal !
Ghy fijt om myncnt wil beijpogeu cn geflac-
Ghy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
Chriftelick^ Gedight' Gebeden. 2^9
Ghyhcbtom mynen t'wil het bloed jgh hou
cedraegen ,
Ghy fijt om mijnent wil gedreven in den
den noot ,
Ghy fijt om mynen t'wil vermorfelt > en ge-
dood .'
iriekm',0 Weerits Light* Voorbidder, Wets-
vcrvulder ,
Kruys-draeger , Al in Al > doods-breecke r
(maet-heyds-dulder ,
Wte kan van uvegmfi de gronden drucken uyt ,
Die ghy hewijfen woud nen uwe lieve bruyd !
Dc kneght die heeft mifdaen > en ghy wilt ftraf-
fe dulden ,
Hy heeft fijn goed verbeurd , en ghy betaclt dc
fchuiden !
Hy heef: den dood verdiend , en ghy flierfd
voordcKerck;
Aen dien ver^loeckten boom , 6 Selfacm
wonder- wc rek !
Hy had eergierigh bloed , en ghy woud nedet-
lygen ,
Op dat hy uyt het ftof mocht uwen Zegen kry-
gen !
Syn mond die heeft gelmaeckt van die vcr-
booden vraght ,
En ghy hebt meenighmacl om fijnent wil
gelught !
Ghy woudt om fijnent wil aldus mishandelt
wcfen ,
Opdatfi)n arme Ziel geen onhcyl had tc vre
(en!
Ghy fijt om fijnent wil gedompcit m het
bloed, M } Op
r
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
•Hl
I
270
Het Bloem» Potje van
Op dat het felve was ccn badt van fijngc-
moct!
Ghy wierdom fijnent wil ioo wrecdclick ge-
bonden ,
Op dat ghy brecckcn moght de banden fijner
fbnden !
Ghy fijt om fijncnc wil bcfpogen , en ver-
aghr ,
Op dat de glans van eer hem wierdctocgc-
braght!
Ghy woud om fijnent wil een Croon van door-
nen draegen ,
In wicn de Vacdcr nam fijn eeni<*^h wclbchac-
gc n ,
Op dat lijn fondigh hoofc op uwen Sruylofs-
dagh ,
Een Croon van Majeftcy t voor ccuwi<!;h dra«
gen magh !
Ghy wicrd om fijnent wil gcgeeflcit cn gc-
fchonden ,
Op dat ghy hcclcn moght de quaclcn fijner fon-
dcn I
Ghy wierd om fijnent wH gcflaght , 6 Suy ver
Lam )
Op dat hy als een Schacp in uwe weydca
cjuam ,
Ghy hebt om fijnent wil by Moordcnaers ge-
hangen ,
Op dat hy werden moght met Engelen omvan»
•Ghy wicrd met gal gcfpyft , cn met azvn ge-
laefd,
ÖJ> dat ghy hem dc fpvs cn draiKJs. des lcv<n$
gacfd: Ghy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
ChrifteUcke Gedtght-Geheden. 27 1
Ghy wiert van uwen God een korten ty t bege-
ven ,
Op dat hy eeuwighlick moght in de vreughde
leven !
Ghy wiert drie daegen langh in t'duyfter graf
geleyd ,
Op dat fijn graf hem tot een ruft-plaets wierC
bcrcydt,
lek danck u , goede God , dat ghy my hebt gegeven ,
Ven Soon van uwen Schoot , op dat ick moghtc
leven '.
Dat ghy uw' eygcti hert my hebt gemeen ge-
maeckt ,
Doen ick tot voor de deur der hellen was gc-
raeckt ,
Dat ghy een fuyvcr Light uy t uwe gulde Saclen»
Opmyelendigh menkhhcbtlaeten ncdcrdae^
len >
Doen ick u niet en fagh , en foo een hcyl gc*
wracght ,
Doen ick een Vyandwas, en op unict en
daghtl
Ick danck u , goede God , dat ghy hebt mync
fbnden ,
Gewafichen en gehecit > door uwe roode won*
den 9
En dier- vergoten bloed ! Ick danck u , ecu-
wigh Helt ,
Dat ghy voor my den dood> den afgrond
hebt gevclt !
Dat ghy metcygen wol woud mijne Ziel be*
decken ,
Op datraen niet en fagh de &haHdc mijner tIcc-
kcü, M 4 Dat
r
Early European Books, Copyright © 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
m
m
2yï Het Bloent'Potje van
Datghy my hebt vernieuwd door uwen rey-A
mn Geeft,
En voor my toebereyd dat ccuwielj Bruvlofs-
fceft ^ ^
Geeft dat ick ^engten menfch mijn dienft magh over
geven ,
Maer alty t ly gencyghd tot uwer eer te leven !
Geeft, foetcjcfu, geeft, geeft dat ick wefcn
mag
Alleen uw' eygeudom tot mijnen leften dag !
Ceéft dat ick dooden tnagh die doodeltcke fonden ,
J>ieu , 6 mp Behoudt , foo Intterlick verwonden ,
En hebben overftroomd met foo een wreedc
Terwi)l om myncnt wil gy woudt vcrmor-
fclt fijn l
Geeft , Hecre , dat ick magh den ouden men-
fchc vangen ,
ycrdoemen , geelTelen > en aen den Cruycc
hangen ,
Pic u gelijk een doorn die diepe wonden gaf,
Ü doode als een fpeer, u ftoudc naer het graf I
Geeft , Heeri , dat ick magh myn Crnys gewiüigh
dragen ,
Om datgf leedt het leet in tme hange dagen
Met foo een effen hert , en niet en magh bc-
ftaen
Als met u door verdricd in myne ruft te gaen \
Geeft dat ick door *t geloof u magh myn eygen
maeckcn ,
En door dat dicrbaer Pand tot uwe gunfte race-
ken ,
Vermits dat hy daer door alleen, óHeerc,
leeft. Die
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 H6
E I
Chrijïelicke Gedight-Gebeden. 17 J
Die een rq^htvcerdigh hert in fijnen boelèm
heeft 1
Geeft dat ick u magh meer als alle fchatten aghten ,
Eu meer nac uwe gund , als nae een Hemel
traghtcn
Geeft dat ick magh tot u , en boven Vrouw
en Kind ,
En boven leven feifs , van herten fijn gefind \
Loet my om umnt wil de hcete ftraelen lijden >
Laet roy om uv^'ent wil geen felle koude my-
den ,
Geen band , geen vyer , geen (weert , geen
galgh , of blocdigfï rat ,
Vermits gy voor dc KercK fijt foo een weerde
fchar '
Geeft dat mijn tnnigh hert in u maghvrolick wc«
fcn ,
Om dat ick voor den dood door u niet heb tc
vrefen ,
Noch voor de helle felfs met haeren fleren
gloed ,
Macr door u cygcnaer ben van het hoogflc
goed ?
Geeft dat door u myn hert in vreughdc ma<yh
ontfpringen ,
Om dat ick u geniet met foo veel (oete dingen ,
En dat ick met dc Kerck magh maccken bly
gefchal ,
Gelijck een Naghtcgacl macckt in het groene
dal /
Geeft dat ick u mvn hert alleen magh overge-
ven.
En u tot uwer eer op deler acrde leven ,
En als myn loop- bacn is volcyndighd met gc-
dult , j^ct
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Hoog.
2 Hó
i74 BIoenj'p9tje ^c»
Met ecu wie- durend heyl magh wcrddi op-
gevuit )
En leven in de vreughd , in volheyd alIerludenJ
En in een diep vermaeck , daer in de Zielen
ruften ,
En maeckcn fondcr endt een lieffelick geluyr.
Met harpen en cymbael , met uwe lieve
bruydt /
E Y N D E.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Druck-foutcn die te verbeteretti
ïnde Opdraght pag, ^ fiaet belieft^
leeft helc€ft*y Inde Voor-reden pag,^,
Im^iLjlaet trol^eltckcy leeft tro ofte lijk*
pflp"
JT dg.
Lin
JL^ lal*
7
1^
6%
1 [
1 17
J
lip
IX
II
i68
1 1
175
i8x
16
T
197
30
198
28
199
100
aoi
8
107
10
109
'9
110
1+
Leeft.
Conditane
Roepen
Buyten
ieven heefc
Boven
Condita. m
Rapen
Buyt en
leven Jcefc
Boeven
op de galge. tot de galgc
doet uyt ïecr
onbyl
ftic ejuid
prafocant
indegtnt
qua
propere
geftotcn
Aula
Exigna
Gerere
ignufcere
onhyl
fi quid
provocant
indigenu
quce
profpere
vtBori
gefloten
Aura
Exigua
Gexcrt
ignofcere
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
- Druck-fouten.
1 »5»
lin
Jeeft
29
tcrrore
divici'ts
divhiis
gekregen
geleden
ai7
j6
cunta
cumta
211
tyc
tot
24.0
17
Jefu
OJefu
258
verfetten
verfellen.
3
De verdere Druck- fouten gelieft den
Goetwilligen Lefer nae fijn befchey-
dentheyt te verbeteren.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2 Hó
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
2HÓ