Skip to main content

Full text of "Nieuwe ende seer naeuwkeurige reyse door de Spaensche West-Indien van Thomas Gage; : met seer curieuse soo land-kaerten als historische figueren verciert ende met twee registers voorsien."

See other formats


Jirint  Qútrtcr  proton. 


— — I- 


mmmmm 





— - ^ 


- 


■■MMMMi 


3 


c 


1 

1 

j 

• 

' 

- 

v; 

- 

"  ~2E 

IJl 

AMS  T JËRa>Jk.M  ,  BTT   W.  J>ü  C  OTJP  ?W.  1^^M SVXLd", 


3 


f 


c 


S\Qeuvpe  endefeernáeuwkgurige 

RE  YSE 

Door  de  Spaenfche  West-Indien 

VAN 

THOMAS  GAGE; 

Met  feer  curieufe  foo  Land-kaerten  als  Hiftorifche  Figue- 
ren  verciert  ende  met  twee  Regifters  voorfien. 

.  .  Overgefet  door 

H.     V.     Q. 

Den  Tweeden  Druk. 


AMSTERDAM, 


By  Wilum.de  Coup,   Willem  Lamsvelt,   Philx» 

Verbeek  oiJohannes  Lamsvelt, 

Boekverkoopers.     Aano  1700. 


«F 


o 


ÄE'N    DE 


JOBKCMEEHmoWH. 


Edele  ende  Mogende  Heer  en  gedeputeerde 

S    TA    T    E    N 

s'Lands  van  UTRECHT. 


Edele  ende  Mogende  Heer  en , 
MYNE  HEEREN. 

Et  daegelijckfche  werck  van  die  geene  ,  welcke  haer 
vérftandin  de  goede  letteren  oeffeneny  beftaet  of  in  het 
aen  den  dagh  brengen,  uytleggen  ende  verklaeren  van 
oude  ende  vremde  Autheuren?  of  in  defelve  in  andere 
Taelenover  tefetten,  ofoock  eyndelijck  m  het  maecken 
van  nieuwe  Boecken. 

De  Heer  Lomeier ,  in  fijn  Boeck  de  Bibliothecis ,  geeft 
de  Overfetters  de  tweede  rangh ,  feggende  daer  by ,  dat  haer 
werck  fwaer ,  heerlijck  ende  voordeeligh  is  -,  Swaer ,  foa  om  de 
kenniffe  derTaelen,  welcke  grondigh  moet  wefen ,  als  om  den  ar- 
beydt  die  het  klaar  uyt-drucken  ende  betraghten  van  eens  anders 
concepten  altoos  mede-brenght  -,  Heerlijck  ,  om  dat  door  die  over- 
fettingen  den  luyfier  der  Taefen  vermeerdert ,  ende  de  bepaeUnge 
der  felver  wijder  uytgebreyd  werd  >  ende  voordeeligh  ,  om  dat, 

■f  3  daer 


OPDRACHT. 

daerdoor,   het  geene  eene  Natie  ende  Taele  als  eygen  was,  ten  be- 
fte ende  nutte  van  hetgeheele  menfchelijcke  Gejlaghte  kan  komen  te 


Hier  om  is  het ,  dat  het  oockfelve  de  Maghtighfte  Koningen 
niet  verdrooten  heeft ,  veel  wercks  van  defe  foorte  van  Studie  te 
maecken  -,  Het  is  door  ordre  enforge  van  Ptolomxus  Philadelphus, 
dat  wy  de  beroemde  TranJIatie  des  Bijbels ,  van  de  twee-en-feven- 
tigh  Overfetters,  hebben,  endede  geleer  dfte  Lieden  in  alle  Eeuwen, 
dte ,  nae  de  verlojfmge  der  Ifraèliten  uyt  de  Babylonische  Gevanc- 
keniffe,  verlopen  zijn ,  hebben  figh  hier  in geoejf ent,  gelijckalsfukks 
blijkt  uyt  de  Targumim ,  zijnde  de  oudjle  Chaldeeufche  beknopte 
uytbreydinge  welcke  de  Jooden hebben,  endede  Geleerde  bejluyten 
uyt  Nehem.  v  1 1 1 . 9 .  datfulcks  alten  tijde  Eirxfijn  aenvangh  heeft 
genomen. 

Het  Getal  is  feer  groot,  van  die  geene,  welcke  onder  de  eer  ft  e 
Chriftenen  de  Heylige  Schriften  tn  verftheydene  Taelen  hebben 
overgefet-,  Auguftinus  feght  hier  van  in  fijn  II.  Boeck  van  de 
ChriftelijckeLeere  op  het  elfde  Capittel>  Men  kan  die  geene, 
welcke  de  Schriftuere  uyt  de  Hebreeufche  in  de  Grieckfche  Ta- 
Ie  hebben  o  vergebraght ,  tellen,  maer  dat  is  niet  mogelij  ck  ten 
opíighte  van  de  Latijnfche  Overfetters.  Onder  de  Oud- vaders 
heeft figh  Hyeronymus^r  in  dit  flag  van  Studie  vermaeckt , 
hebbende  hy  een  Boeck  aen  Y&mmzdiu^gefchreven,  in  het  welcke 
hy  de  reghte  wij  ft.  van  over  tefetten  aenwijft  ,oockbetuyght  hy,dat 
tíy  het  leven  ^¿02  Antonias  uyt  de  Grieckfche  in  de  Latijnfche 
fpraecke  gebraght  heeft,  foo  wel  als  het  Boeck  van  Dy  dimus  van 
den  H.  Geeft ,  ende  veele  dingen  uyt  Orígenes.  Hilarius  heeft  oock 
het felvegedaen  ten  opftghte  van  eemgeuyt-leggingenover  het  Boeck 
Jobs,  ende  over  eenige Pfalmen. 

Wanneer  nu  ,  nae  die  fchrickelijke  verwoeftinge  der  Gotten, 
de  goede  letteren ah  op  een  nieuw,  inltalien,  Duytsíland  ende  an- 
dere gedeelten  van  Europa,  herboren  wierden  ,  hebben  figh  de 
geleer  dfte  Lieden  dier  Eeuwe,  als  omftrijd,  tot  het  &ver-fetten 

man 


, 


O     P   'D    R    A    G    H    T. 

van  Boecken  begeven.  Hoeren  meeften  ar  bey  d  befte  eddenfy  ontretit 
de  Gneckfche  Schrijvers -,  Gregorius  T  y  phemzs  gaf  doe,  oen  die 
geene>  "die  de  Taele  in  dewelcke  Strabo  heeft  geschreven  ,  niet  ver- 
Jlonden  ,  fijne  befchrijvirtge  van  África  ende  Aña  in  het  Latijn. 
Marcilius Ficinus fettede  de  fVer  eken  vanVhxo  ever ,  gelijckoock 
die  van  Plotinus ,  Jamblichus ,  Syheíius  ende  Pfellus ,  waer  over 
hydoorJiüiusCxkv  Scaliger  inhet  getalder  Helden  ofte  als  Vergo- 
de-Zielen  gefield  werddoordefeVerffen. 

San&a  anima  &  cselum  tibi  tu  qux  ibepe  fuifti , 

S pira  in  me  rari  fiamina  pura  boni. 
Ter  cxli  focia  es  -,  ter  magni  civis  Olympi; 

Ter  comes,  in  gremium  pulchra recepta,  Dei, 
Cumfluisex  aftrisi  Divi  Monumenta  Platonis, 

Cum  capis  i  &  nunc  tecum  Jovis  aula  Capit. 

Veele  hebben  getraght  Ariftoteles  een  andere  dan  fijne  nat'uer- 
Hjcke  Taele  te  doen  Jpreecken ,  felve  de  Arabiers  hebben  hem  in  de 
haere  willen  fien  -,  Onder  diegeene  die  hem  inhet  Latijn  hebben ge- 
foght  te  brengen ,  heeft  mder  de  oude  Boè'thius  de  voor-r angh ,  on- 
der die  geene,  die  laeter  gekomen  zijn,  werd  defelve  betwift  tuf- 
fchen  Guilielmus  Budaeus ,  den  CardinaelBcffanon ,  Nicenus, 
Theodorus  Gaza,  ende  andere.  Georgius  Trapezuntius  heeft 
het  Boeck  van  Eufebius  van  de  Euangelifche  voorbereydinge  over- 
gefet,  ende  het  felve  aen  Nicolaus  V.  Paus  van  Roomen  opgedra- 
gen ,  van  dewelcke  hy  nevens  Laurentius  Valla,  Petrus  Candi- 
dus  December  ,  Georgius  Caftellanus  ende  Demetrius,  alken 
omdeoverfettingey  feer  bemind  ende  geaght  wierd.  Nicolaus  Pe- 
rottus  Biffchop  van  Sipontus  heeft  P olybius  G 'etranfiateert ,  ende 
de  Turckfche  Keyfer  Selym  Soone  van  Bajafeth,  heeft  deCom- 
mentaría  van  Julius  Csefar  in  fijne  Taele  doenbrengen. 

De  voorgemelde  Paus  Nicolaus  V.  een  Vborftander  van  alle 
Geleerde  van  fijnen  tijd  y  was  feer  begeerigh  om  Homerus  in  de 

oude 


J 


1 


0Ze3jmT{cheTaehte-íim'  Kek  fielden  haenkrazhten    té 
fi  etyde,  daer  over  te  werck,  dogh  moer  een,  teweStíórÍ 

V  JacobusMycülus  ^  *  volgendeverffenherft^nfen 

M*°nidemLatiamemorantempradiavoce, 

CaftrJ^"61"  Alí0nÍ?,S  Do«ca^rba  modos, 
Caftraque  cum  caftns  Danaum mutata  Latinis, 

Ut  cum  Romanis  pallia  Graxa  togis  ¡ 
Rem  toties  captain,  fednalliriteparaftam, 

benor  en  «as  attamen  ifta  dedit 

SeH  n  mfÍ  Var»raP«iêrepl-iorumJ 

^ed  propnam  folus  quam  ferat  Heffus  habet. 

Alptönfuf Wt^Ff t*?»**'  i  £  && 

wS     1Ä         '  ^'  tmI'J»everfoecke,   Herodotts 

;f    *"'  hoewel /'. m  Bmydersfiggenfitkkshftwerck 

van 


O     F    R    D    A    G    H    T. 

van  Gregorius  Typhernas  te  wefen,  ende  dat  hem  dat  doorFo* 
litianus  opjijn  dood-bedde  ontnomen  was. 

Leonhardus  Aretinus  heeft eenigeTracfaeten van  Xenophon, 
Plutarchus,  Ariftoteles  ende  Plato  overgefet,  ende  m  het  ver - 
taelen  van  gefeyden  Plutarchus  hebben  mede  gearbeyd  Leonhar- 
dus Juftinianus,  Guarinus  Veronenfis,  f^DonatusAcciaiolus, 
Twee  Duytfchers  hebben  beftaen  alle  de  IVercken  van  den  gefey- 
den Autheur  te  trariflateren,  te  weten ,  Guiijelmus  Xylander, 
ende  Hermannus  Cruferius  van  Campen,  welcke  laet/le  de  Her- 
togenvan Gelder ,  Carel  van  Egmond,  ende  Willem  van  Cleve 
als  Raedt  gedient  heeft;  te  voor  en  hadde  hy  m  de  Medicynen  ge- 
ftudeert,   ende  eemge  Wenken  van  Gälenus  mftaet  gebraght,  om 
verftaen  te  werden  vandiegeene,  welcke  m  de  Grieckfche  Taele 
metgeoeffentwaeren. Jacobus Amiot,  Leer -meefter  van CarelIX 
ende  Hënrick  III.  Koningen  van  Vranckrijck,  heeft  den  felven 
Autheur  niet  alleen  Franfch  doen  fpreecken ,  maer  daer  toe  noch 
deVoëmemczvan Longus ,  de ^thiopica van Heliodorus ende 
Diodorus  Siculus  vertaelt,  felve  onfen  Erafmus  heeft  eemge  din- 
gen uytde  Moralia  van  Plutarchus  ende  veele  uyt  de  ¡Verckenvan 
Lucianus  overgefet.  Johannes  Leiand  van  Londen  geboren,  flo- 
reerde mhet  Jaeri^G.  onder  Henrick  VIII.  Komngh  van  En- 
geland, hy  was  fijn  Biliothecaris;  deplaetfemnfaecken,  welckein 
dat  Rijk,  door  verloop  vanjaren,  niet  bekend  w  aeren,  weeshy  ,uyt 
de  befte  Authenren,  weder  aen,  ende,  op  dat fy,  van  e  en  y  der,  des  te 
beter  Jouden  verftaen  werden  ,  fettede  hy  defelve ,  in  de  doenmaels 
gebruycklijcke  Taele ,  over.  Thomas  Morus ,  Philippus  Melanch- 
:thon,  Urilnus  Velius,  Johannes  Sleydanus,  Jacobus  Micyllus, 
hebben  daer  over  mede  gearbeyd.     Sigifmundus  Gefenius  wendde 
veele  moeyten  aen  mhet  Tranftateren  der  Grieckfche  Schrijvers  3 
hyftierfm  het  Jaer  1554.  *hoos  tegensde  armoede geworfteld heb- 
bende.   Erafmus  oordeelde  dat  hy  beter  Fortuyne  waardigh  was, 
volgens  hetgetuygemjje  van  Thuan.  Hift.  lib.  13.  Maer,  om  hier 
aftejcheyden,  men  foude  konnen  bewijfen  dat  Apollonius,  Ari- 

*  #  ftarchus, 


O    P     D     R    A    G    H    T. 

ll&rclms,  Didymus,  Herodianiis3Eratoftenes5Callirnachus, 
Varro,  Jalius  Cxíar,  ende  meer  dan  twee-honderd  andere,  fio 
mide  Grieken  als  Romeynen ,  hier  van  haar  werckgemaeckt ,  ofte 
ten  minften  gefchreven  hebben  \  ende  foo  werd  jegmw  oor  digh  het 
oude  Grieckenland  ende  Latium  mVranckryck,  alsverplaetfl, 
door  deforgen  van  de  Heer  van  Ablancourt  en  andere,  omtefwij- 
genvandiegeene,  welcke  figh  in  ons  Vaderland,  hierin,  met  lof  en- 
devoordeel laeten  gebruycken. 

M.  Adam  Verhaeld  in  het  leven  van  Bugenhaegen ,  hoe  dat 
hy  alle  Jaren  ,  opdiendagh,  of  de  wek  ke  Lutherus  nevens  fijne 
Mede -ar  bey  der  s  ,  de  overfettinge  des  Bijbels,  in  het  Hoogh- 
duytfch ,  'hadde  voleyndight ,  fijne  Vrienden  op  een  heerlijck  Gaft- 
maelgewoonwasteonthaelen,  ende  foo,  als  het  Feefl  van  die  Trans- 
lat  ie  te  vieren. 

Ick  hebbe  dit  voor  af  laeten  gaen ,  ED.MOG.  HE  EREN, 
om  de  onkundige  den  mondt  te  floppen ,  welcke  dickmaelen  den  naem 
vaneenTranñatem,  als  by  manier  vanver wytinge ,  gebruycken, 
met  wetende  wat  ar  bey  d  ende  kenniffe  daer  toe  vereyfcht,  ende  wat 
nut ,  daer  door ,  äen  het  Gemeene-befle  werd  toegebraght. 

Den  Autheur  defes  Boecks,  droegh  hetfelveop,  aendiegeene, 
welcke,  tejijnetijde,  het  hooghfle  Gebied  in  En  geland  voerde,  ende 
ick,  hebbende  federt het Jaer .1654.  inü  ED:  MOG:  Provmtie 
gewoont,  ende  mijne  geringe  kenniffe  alleen  verkregen  door  de  goede 
florge,  welke  door  ü ED:  MOG:  Ordre,  in  ende  omtrent  U  ED: 
MOG:  Laege  ende  Hooge  Schooien  werd  onderhouden,  vmdemy 
verpligt,  hetfeïveaenü  ED:  MOG:  opteofferen,  beflaendemijn 
hooghfle geluck  daer  in  dat  uk  kan  feggen,  a  Vobis  principmm , 
waer  hy  my  de  danckbaerheydt  dwmght  te  voegen,  Vobis >de- 
iinet.  / 

Friolus  feght ,  in  de  Voor-reeden  van  fijn  Boeck  de  Rebus  Galli- 
cis;  ínter  domeílicas  aerumnas  foetus  hicnatuseft,  quem  lin- 
duras erarn,  fi  licuiflet}  ick  kan  dit  ED:  MOG:.  HEEREN 
mede  met  groóte  redenen  feggen ,  maer  ben  evenwel  verfeeckert 

dat 


— — ^___— — — — — — _ 


OPDRAGHT. 

dat  men  gemefm- fouten  in  defe  mijne  Tranflatie  f  al  vinden',  Ick 
vreefe  meer  dat  de  onkundige ,  vremd fallen  aghten ,  dat  ick  U  ED: 
MOG:  eenReyfigeropdraege,  maer  dat  die  weten,  datnaefi  Luy- 
den  van  ¡etteren ,  de  goede  Rey figers,  de  eerfierangh  onder  de  Onder- 
daenen  van  een  Republijcke  houden ,  ende  dat  diegeem  ,  wekke  de  eer- 
Jle,  na  Ferdinandus  Magelíanes  ,  ende  Francois  Draeck:,  den 
Aer d-kloodbefeylt  heeft ,  01ivieri/¿»Noordt  was,  zijnde  in  defi 
Stad  van  Utrecht  geboren,  w  aer  by  komt,  dat  degrootfte 'Vloote , 
die  oyt  ofoyt  -,  defelve  Reyfeg  edaen  heeft ,  gecommandeert  wier  de  door 
den  Amersfoortfchen  Jaques PHermite. 

Men  kan  hier  by  doen3  dat  den  y  ver  in  onfe  Religions-genoo- 
ten  ver  kouwende  ,  ende  de  bitter  heyd  der  JVeder -party  der s  toene- 
mende, het  metveele  van  onfe  Gemeente ,  helaesi  foo  gefield  is  > 
d^tmen  ,  even  als  de  Doctoren  de  bittere  Pillen  vergulden,  het 
geene  tot  ftightinge  ftreckt ,  met  een  weereldlijck  kleed  moet  omhan- 
gen, wilmen  het  van  alle  de  weereld  geleefen  hebben  ;  ende  ick  kan 
met  twyffelen  ofte  den  Heerlijckennaem  van  U  ED:  MO  G:  wel- 
ke dít  Boeck  de  eere  heeft  van  mfijn  voor-hoofd  te  dragen,  fal het 
felve  doen  doorblaederen  ,  vanfoodaemge  onfer  Geloof s^ende  Land- 
Genooien  ,  die  het  anders  niet  fouden  aenfien;  Oock  is-dit  de  oor- 
fpronck  der  Dedicatie»  h  defe  reedenen  bewogen  Cicero  ende  an- 
dere ,  haere  Boeken  aen,  aen  de  Weereld  voor  Geleerde ,  Voefter- 
Meeren  ende  Aenqueeckers  der  Geleerde  bekent  zynde  Perfonen, 
op  te  draegen ,  foodaenige  dan  fallen  hier  oppag:  304.306.308.  310. 
en  311,  fien  dat  alle  wat of een  Biffchop  van  Condom  {welkers 
kraghtighfte  wederlegginge  Prejèrvativ  genaemt  wy  nu  onder  han- 
den  hebben,  ende  bmnetkagt  dagen,  godt  devoorfte,  het  ligt  fal- 
len hen  fien~)  ofteyemand  anders  der  Roomsgefinden  mogefchrij- 
ven  ,  haer  alleen  werd  afgeperjl  door  onfe  tegenfpreeckwge  ,  endey 
dat  de  Luyden  Van  die  Gemeente,  daerjy  geene partye  vinden,  al- 
toos ten  verderve  faellen,  altoos  de  oude  kneghten  blyven  h  ende  al- 
toos de,  mhaer,  onuytwijjelijcke  teeckenen  van  het  Geeftelijcke  Babel 
behouden.  Ende  hier  mede  bidde  ick  de  goede  godt  U  ED  •  MOG' 

"2  na 


^fgf- 


O     P     D     R    A     G     H     T. 

nae  ziele  ende  licchaem  tefegenen,  ende  ons  alle  de  genaede  te  doen, 
van  y  onder  UED:  MOG:  Regeer inge,  foodaemgh  ons  leven,  foo- 
danig  ons  doen  enlaten  aen  te fiellen,  dat  wy  defe  Provintie ,  welcke, 
om  onfer Jonden  wil,  foodeerlijck  is  verwoeft  geworden,  weder  mo- 
gen in  den  ouden  ftaet  herfteld  fan ,  tot  het  welcke,  foo  het  aen  ons 
niet  gebreeckt,  UED:  MOG:  aengew  ende  forgen  ende  ar  bey  d 
msgrootehoopegeven-,  blijvende  ick  onderwijlen 


ED;  MOG:  HEEREN 


U  ED:  MOG: 


Í   ! 


Vevpligten  ende  Getrouwen 
Onder  daen  ende  Dienaer 


H.  V.  QUELLENBURGH. 


VOOR- 


LUÍ— 


VOOR-RE  DEN 

TOT  DEN 

L    E     E     S     E     R. 

Et  fcheen ,  nae  wy  een  oneyndigh  getal  Hiftorien 
van  de  eerfte  Spaenfche  Conqueílen  in  America 
hadden  geíien,  dat  wy  niet  meer  hadden  te  wen- 
fchen  ,  om  onfe  eurieusheyd  op  dat  fubje£t  te  vol- 
doen ,  als  een  befchrij  vinge  van  de  jegenwoordio-e 
toeftant  van  haere  Colonien  in  die  quartieren. 

Maer  nae  dat  haer  hare  Staet-kunde,  hadde,  by  verloop 
van  tijdt,doen  verbieden,het  geene  de  ydelheyd  ende  de  fnorke- 
ryevanfommige,  in  den  beginne,  nopende  die  ontdeckinge, 
hadde  gemeen  gemaekt,  foo  fcheen  het  dat  wy  naeulijks  anders, 
dan  by  wege  van  een  Miracul ,  fouden  konnen  kenniiTe  krijgen, 
van  dat  geene,  datfy,  metfoo  veele  forge,  nu  meer  dan  een 
eeuwe  voor  ons  hebben  verborgen  gehouden . 

Inderwaerheydt,  de  rigoureufe  Wetten  die  fy  nopende  de 
Indien  gemaeckt  hebben ,  betuygengenoegh,  tot  hoe  verre, 
haere  yverfught  is  uytgeboriten ,  aengefien  fy  haer  niet  ver- 
noeght  hebben ,  met  het  verbod  aen  alle  Vremden  gedaen,van, 
op  verbeurte  des  levens,  daerintekomen3  maer  oockgewilt, 
dat  het  felve  figh  foude  uytftrecken,  over  hare  eygeneOnderda- 
nen,  uytgefondert  alleen  de  natuerlijcke  inboorlingen  van  de 
Koninckrijcken  van  Leoncndc  Caíti]ien,gelijckwyfulcks  fien 

#  #  3  uyt 


¿£ 


• 


VOO  R-R  EDEN 

uyt  het  boeck  van  el  Padre  Frey  Pedro  Simón  Provincial 
San  Franafco ,  een  van  haer  befte  Au-theuren  j  welcke  feghr , 
dat  Carel  de  vijfde,  door  een  particulier  privilegie,  het  Gou- 
vernement van  Guyana,  gaf  aen  Dom  Hieronimo  deOrtal,  en 
dat  ten  opiighte  van  fijne  groóte  dieníten  ende  extraordinaire 
merites,  hoewel  hy  van  Saragoffa,  Hooft-itadt  van  Arragon, 
geboortighwas. 

Sy  hebben  dat  felve  beleyd  naukeurighlijck  tot  op  defen  dag 
toe  in  America  gevolght  -,  en  door  dien  de  Provincie  van  N  ieuw 
Spaignien  een  van  de  rijckfte  is  die  f  y  daer  befirten,  hebbende  fy, 
tJt  gerij  f  van  de  Commercie  van  defelve,een  byfondere  Vloote, 
welcke  Jaerlijcks  een  reyfe  nae  ^>^-Cn/3  met  een  ongeloove- 
lijck  profijt  doet,  foo  fijn  ook  daer  door  foo  wel  de  Gouverneurs 
als  de  Viceroy  felve ,  veel  exacter ,  om  het  inkomen  van  defelve 
aen  Vremde  te  beletten,  als  men  in  Peru  wel  doet,  om  dat 
die  Provincie  op  de  Zuyd-Zee  gelegen  is. 

Dat  is  de  reden ,  omdewelckewyhetverhael,  dat  Thomas 
Gage  ons  daer  van  heeft  gefchreven ,  niet  genoegh  konnen  agh- 
ten,  foo  ten  aenfien  van  de  feltfaemheyt  ende  naukeurigheyt 
met  dewelcke  hy  aenteeckent  alle  hetgeene  hy  aenmerckens- 
waerdigh  heeft  gerencontreert ,  geduerende  fijn  verblijf ,  foo  te 
Mexkp- ,  als  in  de  andere  prlncipaelfte  Steden  van  Nieuw- 
Spaignien ,  als  ten  opfighte  van  de  verfcheydene  wegeo,die  hy , 
foo  te  Zee,  als  te  Lande,  gebruyckt  heeft. 

Hy  en  heeft  figh  niet  vernoeght  (  om  foo  te  fpreecken  )  met 
alleen  in  te  treden  in  het  Heyligederileyligen  der  Spaigniaer- 
den,  maer  felve  leght  hy  ons  de  verborgentheden (welcke fy 
met  groóte  vlijt  voor  ons  verberghden)  daer  van  uyt  >  en  men 
kan  feggen ,  dat  die  Natie  niet  heeft  opgehouden  ondoorgron- 
delijck  te  zijn,  dan  nae  dat  onfen  Autheuronsdaervandefe- 
creten  geopenbaert  heeft ,  en  een  ftil-fwijgen ,  van  bynae  twee 
eeuwen,  gebroocken,  uytgevende  cene  befchrijvinge,  die  de 

aen- 


TOT     DEN     L  E  S  E  R. 
aengenaemfte  is  ,  van  alle  die  geene ,  die  in  langen  tijdt  het  lighc 
befchout  hebben. 

Daar  zijn'er  weynige  die  met  foo  reghtvaerdigen  titul  als  de 
defe mogen  fingulier  genoemt  werden ,  en  foomen  hedensdae<*s 
in  het  algemeen  fmaeck  vin  t  in  wereken  van  defe  foorte  ,  foo  be- 
hoortmen  dit  vooreen  oneyndelijck  getal  van  andere  te  nellen , 
om  de  feltfaeme  dingen  die  het  befchrijft. 

Het  kan  oock  een  groot  voordeel  toebrengen  foo  aen  de  Geo- 
graphie  en  Navigatie ,  als  aen  de  Commercie  ¿  behalven  de  by- 
fondere  kenniile  die  het  ons  geeft  van  de  fterekte  ende  fwack- 
heydt  foo  der  Zee-plaetfen ,  als  van  die  geene ,  die  dieper  lande- 
waert  in  leggen  ;  van  den  verouderden  haet  die  de  naturelle 
Spaigniaerden  toe-dragen  aen  die  geene  die  in  die  nieuwe  we- 
relt  geboren  worden  ;  van  den  af-keerdie  haereSlaeven  felve 
van  haer  hebben  3  en  van  die  van  veele  Indiaenfche  Natiën  die 
fighnoyt  aen  haereoverheerfchinge  hebben  konnen  onderwer- 
pen, en  die  haer  jock,  om  dat  fy  dat  onverdraeghiijck  vonden  , 
hebben  afgeworpen. 

Behalven  de  onderregtingen  die  hy  geeft,  kanmen  nog  vee- 
Ie  andere  treckenuyt  die  dingen  die  hem  overgekomen  zijn,  en 
hy  befchrijft  ons  defel  ve  foo  wel  ,  datmen ,  fonder  het  te  voelen  j 
deel  neemt  aen  alle  het  geene  hem  gebeurt. 
-  De  byfondere  befchrij  vingen ,  die  in  het  meeile  gedeelte  van 
de  vremde  Hiilorien  verveelen,  zijn  in  defe  t'eenemael  noot- 
faeckelijck,  om  de  ftoffen ,  aker  in  verhandelt ,  te  verftaen. 

lekhoope,  dat,naehetgeeneicknugefeghthebbe,  denLe- 
fer  het  niet  vooronaengénaem  fal  hebben  ,  datick  hemfegge, 
dat  onfen  Schrijver  was  eenManvanaenfien  ,  vaneenRooms- 
gefinde  ende  feer  illuftre  familie  in  Engelandt  5  en  dat  fijn  outfte 
Broeder  Gouverneur  van  Oxford  was ,  wanneer  wijlen  den  Ko- 
ningh  vanGroot-Britannien5gediierende  de  Inlantfche  troublen 
van  fijn  Rijk,  fighaldaerinhet  Jaer  van  1645.  niet  fijne  Armee 

reti- 


VOO  R-R  E  DEM 

renreerde.Hywierde^ochfeerjonghzMnde    n,.C     ■     • 
om  fijne ihidien  te  voltrecken    JíZa        u    ,'  Me  SPaignwn , 

de  OrdrevandeDom  „'Sn8  1 1  "5  $**$**&**£ 

ofteSendelingh  pp-*nen'  lnde<luallteytvanMiflïonaris 

tó  ende  de  GaffioeS  «  «SÊ X  /^T  tüffd»« 
die  nae  Terra  Firma  saen    ™ £  /  dle  Scheepen  zijn 

venen,  en figh d^r vSan daen  „aeSS*^6  Pw^ fa- 
der  nae  Spaig&nien  te  keeren  M^r  f  ff  ^geyen '  om  we' 
fteecktreghfoyernaeNieu'J  S„aí  ^^f  Cad^Y^de, 
WÄ,  SÄSJ  enlandtindeHaven 

van  een  bépróS  «  vt  te  ftaení  %"? tyd C  Í-anSh  • een  foo»e 

employ  temaecken  uet>even  j  des  te  bequamer  totdat 

dcSoSSSK  iP^^tóe,  vanhetleven 

ten  af-keer,  lor  het  Ä^6" '  enu°mñnZh  da«foo  groo- 

aoorüet  yerhaeldatmenhem  dede  van  de  Philip. 

pijnen 


— 


— 


TOT     DEN     L  E  S  E  R. 

pij  nen ,  dat  hy ,  met  twee  van  fijne  Confraters ,  refol veerde  een 
andere  wegh  te  lande  te  nemen,om  iigh  tot  een  min  gevaerlijcke 
MilTie  ofte  Sendinge  te  begeven. 

Eer  hy  van  Mexico  af-fcheyt ,  foo  geeft  hy  ons  eene  befchrij- 
vinge  van  die  Hooft-ftadt,ons  niet  alleen  haere  tegenwoordige 
maeroockhaere  voorledene  toeftant  voor  oogen  (tellende,  ge- 
lijk hy  ook  doet  van  hare  omleggendePlaetfen  endeLanderyen3 
van  de  mank  ren  der  Volckeren  die  daarinwoonen,  foo  Euro- 
pers  ,  als  Criolen  ,  in  geborenen  van  het  Landt ,  Mulatten ,  en' 
fwarte  Slaeven ,  als  oock  van  haere  verfcheydene  intereiten,van 
haere  Kerckelijkeen  Wereltlijke  Regeeringe,van  haren  Koop- 
handel, ende  generalij  k  van  alle  hetgeene  dathemaenmerc- 
kens-waerdigh  heeft  gefchenen,  foo  binnen  als  buyten  die  groó- 
te ,  en  voor  defen  foo  vermaerde,Stadt ,  welcke  fulcks ,  door  ha- 
re rijckdommen  3  grootteen  bovengewoonlijkegelegentheydt, 
oock  noch  is ,  fullende  dit  de  (toffe  zij  n  van  het  eerfte  boeck. 

De  befchrij  vin  ge  die  hy  daer  op  voorílelt  van  de  remarcabelfte 
Plaetfen  rontomme  Mexico,  ende  van  verfcheydene  Provin- 
ciën welcke  hy  door-rey  ft ,  federt  fij  n  vertreck  van  die  Stadt  tot 
aen  Guatimala,  en  is  niet  minder  naeukeurigh,  obferverende 
hy  in  defelve  alles  wat  hy  aenteeckenens-  waerdigh  ontmoet  ,  en 
dat  fal  de  materie  van  het  tweede  boeck  zij  n . 

Hyvervolght,  befchrijvende  ons  het  Gouvernement,  de 
Rijckdommen  ende  de  grootte  van  de  Stadt  van  Guatimala ,  en 
van  de  onderhorige  Landen  en  Steden,  en  verfcheydene  hem 
overgekomene  voorvallen. 

Hy  leerdde  aldaer  de  Taelen  van  verfcheyde  Volckeren ,  die 
hem  niet  alleen  dienden  om  defelve  te  catechiferen  ende  te  on- 
derwijfen,  maer  oock  om  figh  van  veele  particulariteyten  te 
informeren,  van  dewelcke  hy  ons,  fonderdatgeenekennhTe 
fouden  hebben  konnen  geven. 

Het  Ampt  van  Priefter,  het  welcke  hy  in  veele,  fig  feer 

wijdt 


#** 


I 


SM 


VOO  R-R  EDEN 

wijdt  uy  tftrcckcnde  Parochien,waer  nam  \  gaf  hem  een  grondi- 
ge kennifle  van  het  herte  van  die  Volckeren,  en  hy  drongh  door 
dat  middel  doorrot  hare  grootfte  geheymeniflen  \  geduerende 
den  tijdt  van  tien  a  twaelf  jaeren,  welckehy  haren  Paftoorwas. 

Het  verhael  ván  het  geenehy  in  fooveele  jaeren  remarcabels 
cefienheeft,deGeographifchebefchrijvingevandatLandt,den 
handel  die  aldaer  omgaet ,  met  de  befchrij  vinge  van  de  Choco- 
late, de  verfcheydene  manieren  om  die  te  bereyden,  en  die 
van  andere  drancken ,  fullen  die  dingen  zijn ,  uy  t  dewelckehet 
derde  boeckfalbeflaen. 

Het  vierde  fal  behelfen  fij  neReyfe  van  het  V  leek  Fetfd  tot 
aen  de  Stad  van  Gr enada^dkc  de  Hooft-ftad  van  Nicaragua^ 
nevens  eene  naukeurige  befchrij  vinge  van  alle  de  tuiTch^n  bey- 
den  leggende  Landen ,  met  haere  coftuy  men  ende  des  Autheurs 

voorvallen.  -' 

Oock  fijn  eerfte  embarquement  op  de  Noord-Zee  om  nae 
Porto-Feïo  te  feylen ,  het  nemen  van  het  Schip  in  het  welcke  hy 
was  door  een  Slaef  diedeSpanjaerden  ontlopen  zijnde  nu  een 
HollantfcheCaper commandeerde,  fijn  debarquementnaedat 
hy  gepilleert  was ,  fijne  Reyfe  te  Lande  tot  aen  de  Haven  van  de 
^/L.gelegenopdeZuyd-Zee5ñjneverfcheydeneavanturen 

op  die  Zee  eer  hy  tcPamiamaQáat  hy  feer  particulier  befchrij  tt) 
quam ,  fijne  wederkomfte  te  Tortórelo  ,  met  eene  naukeurige 
befchrij  vinge  van  die  Plaetfe  J  foo  wel  als  van  het  geene  dat  er 
omgaet  foo  op  het  aenkomen  als  vertrecken  der  Gallioenen ,  als 
oock  op  de  voornaemfte  Merckt  des  Aertbodems,welke  aldaer 
geduerende  haer  verblijf  wert  gehouden,fijn  embarquement  op 
de  Gallioenen  om  nae  CatbagmaQ  het  welckehy  mede  nevens 
de  Havana  befchrij  ft )  te  rey fen  ,  en  fij  ne  wederkom  fte  in  bpai- 
gnienendevandaerinEngelandt5fullenhetfelvebefluyten 
InwateitimeendegeioofdefenAutheurgeweeftheeft,bhjckt 

daer  uyt5dathetParlament  ende  den  Raed  van  Engeland  inliet 


■ 


TOT     DEN     LESER. 

Jaervan  164,8.  alleen  op  fijne  Memofien,  een  feer  groot  deiTein 
op Nieuw-Spaignien  formeerde,  waer  van  het  inneemen  van 
St. Domingo  het  voorfpel  moefte  zijn.Maer  het  wierde  geftaeckt 
door  de  groóte  revolutien ,  diemen  aenftonts  daer  cp ,  in  Enge- 
land fagh  ontftaen ,  doch  Cromwelïette  het  felve ,  op  deinftan- 
tien  van  den  Autheur ,  die  oock  mede  op  die  Reyfe  was ,  voort, 
in  het  Jaervan  165  5.  maer  door  dien  fijne  ordres,door  de  Gene- 
ralen Fenende  Venables,  qualijck  gevolght  w  ierden, foo  en  con- 
queileerdenfy  voor  dat  mael  niet,  danhet^Lylznd  Jamaica. 

De  Heer  Colbert  ( in  wiens  handen  den  Koningh  van  Vrank- 
rijck,  om  de  gefignaleerde  dienfteñ  door  hem  aen  de  Kroon 
bewefen ,  het  maniement  van  alle  Buy  tenlandtfche  faecken  ge- 
ftelt  heeft)  heeft  dit  werk  van  foo  groot  een  importantie  geoor- 
deelt  ,  dat  hy  aen  de  Heer  Ve  Beaulieu  Huës  O  Neil  heeft  belaft 
nu  in  het  Jaervan  1672.  het  felve  in  de  Franfche  Talen  te  trans- 
lateren jende  die  Tranflateur  heeft  niet  konnen  naelaten  ,  bewo- 
gen fij  nde  door  de  opreghte  maniere ,  op  de  welcke  hy  het  godt- 
lofe  leven  der  Geeftelij cke  in  die  Landen  befchrij  ft ,  ende  door 
andere,  dingen ,  van  op  de  kant  te  doen  drucken ,  datmen  reden 
heeft  om  te  geloven  dat  den  Autheur  niet  altoos  in  het  Catholij- 
ke  gelove  volhart  heeft,het  welke  hem  dan  mede  aen  onfeLand- 
genoten  niet  te  onfmaekelijker  behoort  te  maecken ,  ten  min- 
nen vooreen  waeraghtigh  Schrijver  moet  doen  aghten. 

Den  Lefer  fal  ook  weten  dat  die  Plaetfe,die  wy  in  onfe  Voor- 
reden Forto-Velo  noemen,  door  den  Autheur  in  het  werck  door- 
gaens  Porto- Bello  wen  genaemt,  wy  hebben  dit  evenwel  gedaen 
om  te  doen  fien  dat  wy  weten  dat  die  Plaetfe  in  alle  de  Caerten 
van  die  Contreyen  dus  bekent  is, voor  de  refte  fullen  de  Caerten 
die  wy  hier  by  hebben  doen  voegen  geen  kleyn  ligt  aen  dit  werk 
geven,.wy  derven  den  Lefer  verfeeckeren  dat  fy  de  naukeu  righ- 
fte,  fijn  die  tot  noch  fijn  in  het  light  gekomen ,  iïjnde  het  die  van 
denfoo  vermaerden  Geografías  Sanfon  3  wiens  ervarentheydt 

#  5&  #    2  WV 


■ 


*2pü 


i 


VOOR-REDEN  TOT  DEN  LESER. 
wydeste  meer,  eftimeeren  moeten,  door  dien  wy  fien  dat  fijne 
wercken  foo  wel  met  het  fchrijven  van  onfen  Autheur  accor- 
deren. 

En  hoewel  Thomas  Gage  ons  die  Landen,  foo  alsfyjegen- 
woordighzijn,  befchreven  heeft,  ende  daer  van  aen  den  dagh 
gebraght  alles  watmen  van  een  naukeurigh  ende  feerbequaem 
Reyfiger  foude  konnen  ver  vvaghten ,  foo  foude  doch  onfe  Natie 
vandekennhTe,  van  alle  die  faecken,  die  hyonsleerd,  ver- 
fteecken  zijn  gebleven ,  foo  den  Drucker  defes  boecks  degoet- 
heyt  niet  hadde  gehad  van  het  felve  te  doen  overfetten. 

Den  O  verfetter  heeft  goet  gedagt  den  Titul  te  laeten  foo  die 
was,om  niet  te  manqueren  aen  de  plight  van  een  getrouw  O  ver- 
fetter,  hy  heeft  oock,  om  defelve  reden,  van  het  licchaem  van 
dit  werck  niet  willen  afnemen  veele  digreiïïen,  welcke ,  hoewel 
fy  niet  veel  doen  tot  het  voornaemftedeifein  van  den  Autheur, 
doch  evenwel  daer  in,  ende  in  de  volkomene  kenniífe  van  die 
Landen,  eenighlight geven. 

Het  geene  hy  in  den  Autheur  niet  gevolght  heeft,is  alleen  de 
verdeelingederCapittelen,diehy,  totfoulaesvandenLefer, 
wat  verkort  heeft. 

Doch  om  den  befcheyden  Lefer  niet  langer  op  te  houden, 
fullen  wy  hier  van  de  Voor-reden  een  eynde  maecken ,  ende 
hem  tot  het  werck  felve  fenden,hem  alleen  feggende  dat  het  fel- 
ve ,  in  den  tijdt  van  twee  jaeren,tweemaelen  te  Parijs  herdruckt 
is,  vaneenendedefelveBoeckverkoper,diedaer,  by Privile- 
gie, alleen  toe gereghtight  was. 


Nieuwe 


Fag.  i 

Nieuwe  en  feer  Naeuwkeurigt 

R      E      Y     'S      E 

Door  de  Spaenfche  West-Indien 

VAN 

THOMAS    GAGE. 


HET  EERSTE  BOECK. 

Het  I.  Capittel. 

Hoe  en  in  wat  Ooft  ende  Weft-Indifthe  Provintièn  beho- 
rende onder  de  Kroon  van  Spigmen  men  de  ReUgteufen 
fendt. 

Elijk  alle  de  Koninkrijken  van  America  welke  door  de  Ko-  J^^g 
ningen  van  Spangien  over-heert  zijn ,  wat  het  weereldly  ke         &      ? 
belangd,  verdeeld  2-ijnin  verfcheyde  Gouvernementen  'America* 
even  alfo  fijn  fy  ook ,  omtrent  het  Geeftelykc ,  in  veele :  J  u- 
rifdicïien  ,  onder  den  naem  van  Provintièn  ,  onderfcney- 
a*  den,  welke  aan  verfcheyde  Religieufe  Ordren  en  aen  haare 
Provintialen  behoren,  dichoewel  fy  fo  verre  van  Europa  fijn  afgefchey  den, 
niettemin  alle  leven  onder  de  dependentie  ende  de  iubordinatievanhet 
Roomfche  Hof,  oock  zyn  fy  ilricktelyk  verbonden ,  Jaarlijks, aen  hetiel- 
ve,  een  naeuwkeurig  verhael,van  de  aenmerkelykfte  dingen,  diein^ie 
Landen  voorvallen ,  te  fenden,  nevens  een  Lijfte  van  de  Predickers  die  yder 
Provintie  van  nooden  heeft ,  om  daer  op  aldaer  een  fuffifant  getal  van  Ker- 
kelyken  te  ft ueren ,  wiens  werk  het  is ,  te  arbeyden  tot  de  bekeering  van  die 
blinde  Volckeren ,  hetwelck  dan  op  de  volgende  wyfe  toegaet.  ¡v^ 

A 


y^r 


Verkie- 
iïnge  der 
Genera- 
len. 


En  der 
Provin- 
cialen. 


Generad 
en  Provin- 
ciael  Capk- 
tel. 

Procu- 
reurs en 
Deiini- 
ïeursen 

Arhpt. 


2  I.Boeck.     Vojagit  vanThomas  Gage        LCap, 

Yder  van  de  Religieufe  Ordren,  kieft ,  van  fes  totfes  jaeremeen  principa- 
len Gouverneur ,  welcke  fy  haren  Generad  noemen  ,  en  fijne  magt  ftreckt 
fich  uyt  over  alle  die  proieffie  van  fijne  Ordre  doen.  Daeren  zijn  geene  Or- 
dren ,  dan  die  vaade  Jefuiten  endé  Jacobijnen ,  welckers  Generalen  baar 
Ampt  tot  aan  haar  fterf-dag  toe  beklee'den  >  ten  zy  datfy  met  een  Cardinaels 
hoedt  vereert  worden >  en  ,  door  daf  middel,tot  een  hooger  trap  komen  op 
tefteygeren. 

De  Religieufen ,  welcke  dien  Generael  onderworpen ,  ende  in  Italien  , 
Duytfland,  Vranckrijck,  Vlaenderen,  Spaignien  ,  Ooft  ende  Weft-In- 
diën  ,  &c.  verfpreyt  zijn  j  zijn  verdeelt  in  verfcheydene  Provintien. 

Dus  heeftmen  in  Spaignien  de  Provintien  van  AndalufiaAie  van  Oud  en- 
de Nieuw-Caftilien,  die  van  Valence  ende  Arragon  ,  die  van  Murcia,  ende  Ca- 
taloigmen. 

Op  defelve  wij  fe  zijn  in  America  de  Provintien  van  Mexico  3  van  Mechoa- 
can ,  van  Chiapa  en  Guatimala,  van  Comayagua,  van  Nicaragua  en  andere 
diergelijcke. 

Yder  van  die  Provintien,heeft  weder  een  particulier  Hoofd  ofte  Regent, 
welcke  men  Provintiael  noemt,  en  dicdoor  de  voornaemfte  van  fijne  Pro- 
vintie,  alle  drie  Jaeren  werd  gekofen,en  datin  eenevergaderinge, welke  fy 
het  Provintiale  Capittel  noemen ,  even  als  het  voorgenoemde,,  den  naem 
van  het  Generale  Capittel  draeght. 

Het  Generale  Capittel  werd  gewoonlijck  gehouden  in  een  van  de  voor- 
naemfte Steden  van  Italien ,  Vranckrijck  ofte  Spaignien. 

Alsmen  het  Provintiale  Capittel  houd,  fo  verkieftmen  door  een  algeme- 
ne toeftemminge,van  alle  die  geencdie  fich  in  het  fel  ve  bevinden,een  Pro- 
cureur of  Definiteur,welke  fig  uyt  den  naem  van  de  geheele  Provintie  moet 
voegen  op  de  aenftaende  verkieiinge  van  een  nieuwen  Generael,  alwaar  hy 
den  ftaeten  de  gelegenheyd  van  de  Provintie,  van  dewelke  hy  gefonden  is, 
vertoonen ,  ende  de  faecken ,  welcke  hem  bevolen  zijn ,  verfoecken  moet. 

Op  dicwijfe  dan  fendtmen  Procureurs  uyt  de  Weft-Indiën,die  veeltijds 
den  beften  buyt  by  haar  hebben ,  die  de  Hollandfche Schepen  nemen ,  om 
dat  fy  groóte  rijckdommen  met  haar  voeren,  omxlefelve  aen  de  Generalen, 
aen  den  Paus ,  Cardinalen  en  groóte  Heeren  van  Spangien  te  vereeren ,  op 
datfy  des  te  lichter  fouden,hct  geene  fyaenhaer  te  verfoecken  hebben,mo- 
gen  verkrijgen. 

Onder  andere  dingen  brengt  haer  laft  mede ,  te  moeten  vertoonen ,  het 
groot  gebreck  dat'er  van  arbeyders  is ,  in  die  grooteen  vrugtbare  Oógft  van 
de  Indien  f  alhoewel  alle  de  Provintien  geen  Spaenfche  Predikers  verfoec- 
ken ,  foo  als  ick  hier  nae  fai  aenwijfen  )  en  te  bidden ,  om  dertigh  a  veertigh 
jonge  Priefters » bequaem  om  de  Taelen ,  diemen  in  de  Indien  fpreeckt ,  te 
leeren ,  en  in  de  oude  haar  plaetfe  te  treden. 

Wanneer  nu  defe  Provintiale  Ordre  voor  de  Generael  of  fijne  Capittel  ge- 

keün 


ï.  Boek.      door  de  Spaenfche  IVeft-In dien,,  I.  Cap.       3 

leefen  is,foo  verguntmen  uyt  den  naemdes  Generaels,aen  defen  Procureur,  Vicaris 
opene  brieven  ,  in  dewelcke  hy  hem  fijnen  Vicaris  Generael ,  van  fodaenige  Generad » 
Provintie  noemt ,  vertoonende  te  gelijk  fijne  bequaemheyd ,  de  goede  hoe-  en  hoe  die 
daenigbeden  met  dewelke  hy  begaeft  is,  den  arbeyd  die  hy  in  die  nieuwe  In-  fulcks  ver- 
diaenfche  Kerke  heeft  aengewend,  en  datmen  hem  weerdiggeootdeelt  klaerdt 
heeft,om  in  die  Landen  een  Sendinge  tebeleyden ,  van  foodanige  Religieu-  werdr. 
fen,als  fich  vrywillighlijck  fullen  komen  aen  tebieden,om  het  Chriftendom 
aldaer,  onder  de  Barbarifche  Natiën  ,  tegaen  voort-fetten. 

Defen  uyt  Indien  gekomen  Religieus,ficb  met  die  brieven  gewapent  vin- 
dende,gaet  defelve  aen  den  Paus  vertoonen,  ingevolge  van  het  welcke  fijne 
H.hem  een  Bulle  laet  expediëren,  door  dewelcke  hy  hem  maght  geefr,om  te 
mogen,  in  de  qualiteyt  van  Apoftolifchen  CommhTaris,  gaen  in  allede  Con-  Apoftoli- 
venten,  welke  van  fijne  Ordre  in  Spaignien  zijn,en  in  defelve  foeken,  de  der-  fche  Gom- 
tigh  ofte  veertigh.  jonge  Predikers»  die  hy  van  nocden  heeft, welke, om  haer  «"flans. 
des  te  beter  moed  te  gevemvan  de  eerfte  dagh  af,  dat  fy  fich  tot  die  Sendinge 
verbinden,uyt  kracht  van  de  Pauffèlijcke  maght,aen  die  CommiiTaris  gege-  Sijn  map 
ven,  ontilaegen  zijn  van  de ,  door  hare  fonden  verdiende,  Ichuld  en  ftrafre ,  en  bevel, 
door  eene  volkomene  quytfcheldinge,en  die  geene.die  hem  eenigh  belet  of- 
te tegenftand  doen,of  ook  maer  felfs  aen  die  geene,  die  haer  hier  toe  verbon- 
'  den  hebben  ,  werden  verklaert ,  vervallen  tezijn  in  de  poene  des  Bans  ¿  van 
dewelke  fy  niet  konnen  geabfolveert  worden ,  dan  door  die  Commiitaris 
ofte  door  fijne  H.  felve.  >     .  .  Tweeder- 

In  allede  Staten  nu,die  aen  den  Koningh  van  Spaignien  in  America  beno-  ^^ 
remzijn  twee  foorten  van  Spaenfche  Inwoonders,welcke  meer  tegens  mal-  s  -ff_ 
kanderen  ingenomen  zijn,  dan  in  Europa  de  Spaigniarden  ende  de  Franflen.  jaer fen  jn 

Defe  twee  foorten^beftaen  uyt  die  geene,  die  in  Spaignien  geboren  zijnde  Amer¡ca 
aldaer  komen  woonen,en  uyt  die>welcke  aldaer  van  Spaenfche  Ouders  ofte.  Naturelle 
Voor-Ouders  geteeltzijn ,  en  die,  de  Natuerelle  Spaigniarden,  Criolennoe-  en  Crio- 
men,  om  deielve  foo  van  haer  te  onderfcheyden ,  beduydende  door  dat  ien. 
woord,  die  geene,  die  daer  te  Lande  geboren  zijn. 

í  Die  haet  is  foo  groot,  dat  ick  derve  feggen,  dat'er  n iets  is ,dat  foo  ieer  kan  Haer  on- 
contribuëren  tot  de  overmeeíteringe  van  America>ús  die  twift,en  het  is  feer  ¿erlinge 
gemackelijck  om  haer  op  fijne  zijde  te  kf  ijgen,cnde  te  bewegen  om  fich  me-  haet .ende 
de  tegens  haere  Vyanden  te  voegen,ten  eynde  fy  van  de  ilavernyconder  de-  ""ï°v 
welekc  fy  gebragtzijn,mochten  verloft  worden ,  en  dat  door  de  ngoureule     1  • 
wijfcop  dewelcke  men  haer  handelden  door  de  eenzijdigheyd,met  dewelc- 
ke men  haar  recht  doet,  werdende  die  geene,  die  uyt  Spaignien  komen , 
altoos  tot  haar  naedeel  begon ftight.  ,     ~  .  . 

Sulcks  valt  die  arme  Criolen  foo  hard  ende-verdrietigh  om  teyerdragen.dat  Cnolen 
ick  haer  dickmalen  hebbe  horen  feggen,  dat  fy  liever,  aen  wat  Vorft  het  ook  door  de 
foude  mogen  zijn,  wilden  onderdaenigh  wefen,  dan  aen  de  Spaigniaerden ,  P 
mits  dat  fy  de  vryheyt  en  de  oeffeninge  van  hare  Religie  fouden  mogen  ge-  8««» 


K3^^ 


A  2 


nieten , 


WL 


Voorbeel- 
den daar 
van, 


Nakome- 
lingen van 
de  cerfte 
snnemers 
\2LtiAme* 

Den  haer, 
tuflchen 
de andere 
Spaigni- 
aerden en- 
de de  Crio- 
len  ftreckt 
iig  nyt  tot 
in  het  Ker- 
kelijcke. 

Voor- 


I.Boecic.  Foyagie  van  Thomas  Gage  I.Cap; 

nieten;  andere  feyden  ,  datfy  wenfehten,  dat  de  Hollanders,  wanneer  fy 
Truxillo  ingenomen  haddemaldaer  verbleven  waeremzijnde  fy  daer  wél-ont- 
haelt  ge  weelben  dat  de  Religicdic  fy  onder  foo  harden  üavernye  genooten^ 
haer  gantich  niet  aangenaem  was»engeene  trooff  ter  wcereld  gaf. 

Door  die  doodelicke  haet  was  her,dat  de  Criolen  fich  foo  lichtelick  tekens' 
den  Marquis  de  Gelves}Vtceroy  van  Mtfx/'co-jftelden, en  fich  voeghden  aen  de 
zijde  van  Dom  Alfonfe  de  Zerna ,  haeren  Aerts-Billchop ,  welke  den  Viceroy 
dede  vlugten,  ten  tijde  dat  den  oploop  in  die  Stad  voorviel,  oock  fouden  iy 
aldaer  het  geheele  Spaenfche  Gouvernement  hebben  geruïn eert,ioo  eenige 
Priefters  haer  ful  cks  niet  ontraeden  hadden,doch  hier  van  fal  ick  naermaels 
wijdloopiger  handelen. 

De  oorfaecke  van  defe  groóte  vyandfchap,fpruy t  uy t  de  jalouficwelcke  de 
Spaigniaerden  tegensde  Criolen  hebben  opgevat,  vreefendcdat  de  fy  het  juk 
fullen  willen  afwerpen,  en  de  Spaenfche  Gouverneurs ,  die  haer  buy  ten  alle 
Ampten  ende  Staets  employen  iluyten,niet  meer  erkennen. 

Men  heeft  noytgefien,dateen  van  de  Criolen,  is  verheven  geweefttöthet 
Ampt  van  Viceroy  van  Mexico,  ofvznPeru,  of  tothetPrefidentfchap  van 
Guatimala,  van  Santa  Fe',  Sant  Domingo,  oftotdeGouverneurs-plaetsvan 
fucatan,vzn  Cartha^enaen  van  de  Havana,oftot  Alcalde  Major  van  Soconuf. 
co,van  Cbiapa,  van  Sant  Salvador ,  of  ook  eenige  andere  diergelijcke  impor> 
tante  Charges. 
Selve  de  bedieninge  van  de  Cancellaryen,als  die  van  Si,Dsmm$ó,vm  Mexi- 
co, vanGuatimala,  van  Lima,  ende  andere,  in  dewelckegemeenlijck  fes 
Raeds-Heeren,welcke  men  Auditeurs  noemtmevens  de  Procureur- Fifcael 
zijn ,  werden  noytaen  de  Criolen  gegeven ,  hoewel  men  onderhaer  nogfo- 
daenige  vind ,.  die  af-koomftich  zijn  van  de  eerfte  In  nemers  van  dat  Land. 

So  heeftmen  in  Lima  ende  Peru  nog  de  Picaro' 'os ,  te  Mexico  ende  te  Gu- 
axaca  het  Huys  van  den  Marquis  de  la  Vaüz, ofte  de  naekomelingen  van  Fer- 
dinand  Corte^  fommige  andere  van  de  H  uyfen  van  Girón,  van  Alvar ado ,  van 
deG«^wdMf,eyndelijk3vandevoornaemíl:eGeílachtenvanSpaignien,fon- 
der  dat  een  van  defelve,  totpublijcque  Ampten  ofte  waardigheden  ,  v'erjje- 
ven  is. 

Ook  zijn  iy  niet  alleen  van  die  bedieningen  veriteecken,maar  de  naturel- 
le Spaigniaerden  doen  haar  daeglijcks  alle  kleynigheden  aen,  als  zijnde  luy- 
den,welcke  fy  houden,  dat  onbequaem  om  andere  te  regeeren,en  halve  In- 
dianen, datis Barbaren,  zijn, 

Diealgemeene  verachtinge,  heeft  fich  ook  tot  de  Kercke  verfpreyt,in  de 
welke  men  noy  teen  Criolifch  Priefter  fiet,die  meteen  Bifdom  begaeftis,of 
oock  wel  met  een  Canonifie  in  eene  Cathedrale  Kercke,  wclcke  men  niet  en 
geeft ,  dan  aen  die  geene  ,  die  in  Spaignien  geboren  zijn. 

So  hebben  iy  oock,  veele  jaren  herwaerts ,  in  de  Ordren  vande  Religieu» 

fen,in  het  werek  geilelt,al  watfy  vermoght  hebbemom  te  vernederen  ende 

x  •  te. 


I.  Boeck.     Door  de  Spaenfche  IVeft-Indiën*     I.  Cap.     5 

te  verdrucken  alle  de  Criolen,  welck  in  yder  Ordre  aangenomen  waeren,uyt 
vreefe,  dat  fy  in  getal,  die  geene  die  uyt  Spaignien  quamen  , fouden  mogen 
overwinnen. 

Hoewel  fy  fig  fomwijlen  hebben  verplicht  gevonden  eenige  van  de  in  dat 
Land  geborene, te  ontfangen,fo  fijn  dog  altoos  de  Provincialen.de  Prieurs, 
en  allede  SuperieurSjgebooreneSpangia^rden  geweeft,ten  fy  federt  weyni- 
ge  jaren,  in  deweleke  dat  fommige  Provintien,de  Spaigniaerclen  overftemt 
hebbende,  foodaenigh  haere  Conventen  met  Criolen  hebben  vervult,  dat  ly 
abfoluytelijckgeweygert  hebben,  de  Spaenfche  Sendinge,  welcke  men  ge- 
woon was  haer  toe  te  keten  komen.»  endiemennochhedenfdaeghsaende 
andereiluert,   te  ontfangen. 

In  de  Provintien  van  Me**'co,vindmen  de  naevolgende  Monicken >te  we 
ten,  Jacobijnen,Cordeliers>Auguftijnen,Carmeliten,  Paters  de  la  Mer- 
ced, ende  Jefuiten ,  maer  onder  alle  die  Ordren,  zijn'er  niet  van  de  jefuiten 
en  de  Car  melken,  onder  deweleke  de  geborene  Spaigniar  den  ftereker  zijn 
dan  de  Criolen ,  doende  ,jaerlij.cks,  twee  ad  rie  Sendingen,van  de  haere  uy  t 
Spaignien  komen. 

De  Jaetfte  Sendinge  diemen  aen  de  Paters  de  la  Mercedliet  toekomen, arri- 
veerde in  het  Jaer  1 625.  en  alfdoen  ontftont,in  de  volgende  verkiefinge  van 
liaere  Provinriael,  fodaenigen  'twift  in  het  Con  vent  van  Mexico,  dat  fy  hare 
meiTen  tegens  malkanderen  trocken ,  en  reede  waeren,  ommalkanderen  te 
doodemindien  den  Viceroy  niet  in  Perioon  in i-het  Kloofter  waere  gekomen, 
en  eenige  van  haer  hadde  doen  gevangen  fetten. 

Des  niet  tegen  ftaendehaelden  het  de  Criolen  by  meerderheyd  van  ftem» 
men  over,en  fy  hebben  haer  tot  op  den  hedigen  dagh  toe  weten  te  ontilaen 
van  de  Sendinge  uyt  Europa,  bybrengende  dat  fy  genoegh  Religieufen  in 
haere  Conventie  hebben,  en  dat  het  niet  nodigh  is,  datmen  haer  eenige  uyt 
Spaignien  toefendt»  voor  de  refte  fich  felven,  foo  wel  als  eenige  andere,  aen 
den  Paus  onderwerpende ,  en  aen  hem  alfoo  groóte  gefchencken  gevende 
als-de  Spaigniaerden  oytgedaen  hebben. 

In  deProvintie  van  Guaxaca  ontfanghtmen  gantfeh  geene  MiffionariiTen 
of  Sendelingen  uytSpaignien,doch  het  is  waer,dat federt  weynige  tijd  her- 
waerts,  onder  de  Ofdre  van  St.  Daminicus  de  Spaenfche  party  e  is  door -de- 
Criolen  overftemt  geworden,en  datfy  noch  te  Romen  pleyten  om  Religieu- 
fen uyt  Spaignien  te  mogen  ontfangen ,.-  feggende  dat  de  eere  ende  het  aen- 
iien  van  de  Religie  feer  vermindert  is9federt  men  de  hulpe  van  haere  mede- 
broeders uyt  Europa  niet  heeft  willen  aenneemen. 

ín  deProvintie  van  GuatimalaAit  fich  feer  verre  uytitreckt,als  begrijpen- 
de Guatimala,  Chiapa ,  de  Zoques ,  een  gedeelte  van  Tabaco ,  de  Zeldales,  het 
Sacapula,  Fer4J^,degeheeleKuitediefich  aendeZuyd-Zee  uytitreckr, 
S-uchuiepec^Soconufco,  Comajagua,  de  Honduras  ¡Sant  Salvador  en  Nicara^ua^ 
Zijnde  Ordren  die  hier  volgen,te  wetemdie  van  St,  Vomimcus9vm  St.  Fran- 

A  3  eifcut, 


beelden 
daer  van. 


Criolen 
hebben 
op  ibmmi- 
ge  plaetfen 
de  over" 
handt. 


Geeftelijc- 
keninde 
Provimie 
van  Mexico. 


Twifl:  on- 
der de 
Paters  de  la 

Merced, 


Geeilelykc 
in  de  Pro- 
vimie van 
Guat'w!alaf 


M  f' 


mm 


Geeftelijc- 
ke  in 
nieuw 
Grenada , 
Cartba- 
gena  ,  &c. 
In  de  Ey- 
landen 
van  Cuba , 
Jamaica , 
&c. 
In  Jucatan 


In  Mecbo- 
aean. 


XndePhi^ 
lippijnen 


--- 


6         I.  Boeck.  Voyagie  van  Thomas  Gage         I  CapJ 

ci(cur,dc  Auguftijnen  die  van  Mexico  dependeren,hebbende  fy  niet  dan  een 
arm  Convent  binnen  Guatimala,  dejefuiten,  mede  onderhorig  aen  Mexico, 
ende  de  Paters  di  la  Merced. ' 

Maer  onder  die  aliezijn'er  geen  dan  de  jacobijnen,de  Cordeliers  ende  de 
Paters  de  la  Merced  %  die  het  recht  hebben  om  te  predicken  en  om  Paftoors^ 
Amptenin  de  Parochiale  Kerken  te  bedienen. 

In  die  geheeleProvintie  hebben  die  drie  Ordren  altoos  de  partye  van  de 
Criolen  feer  laegh  gehouden,  en  hebben  noyt  toegeftaen  dat  een  van  defelve 
foude  het  Ampt  van  Provintiaelbekleden.doende  ten  rninften  van  twee  tot 
twee  jaeren  Religieufen  van  hare  Ordre  uyt  Spaignien  komen ,om  hare  fac- 
tie tegens  die  van  de  Criolen  ftaende  te  houden. 

De  Provintien  van  Peru, die  veel  wijder  van  Spaignien  afgelegen  zijmen 
veel  moeyelijcker  om  ter  Zee  aan  te  komen,dan  die  geene  daer  wy  nu  reede 
afgefproocken  hebbemontfangen  gantfch  geene  Sendinge,maer  men  ftuert 
haer  Religieufen  uyt  de  naebuerige  Provintien  toe,en  daer  zijn'er,gelijk  el- 
ders,van  alle  foorten  ,  onder  dewelcke  de  JacobijnendemachtighftezijnV 
maer  fy  alle,oock  geene  uytgefonderr,hebben  daer  overvloed  van  yryheyd' 
rijckdommen  ende  van  alle  de  gemacken  ende  leckerheden  des  levens,  niet 
tcgenftaende  hare  gelofte  van  armoede  het  tegendeel  behelft. 

In  het  Koningrijck  van  Nieuw  Grenada,van  Cartbagena,vzn  SameF¿Ba- 
rinar,Popayan,en  in  hetGouvernement  van  Santa  Marthafijn  Jácobijnen  3 
Jefuiten,  Cordeliers,  Carmeliten,  Auguftijnen  ende  Paters  de  la  Merced» 
onder  de  welcke  de  Jacobijnen^de- Jefuiten  ende  de  Cordeliers  noch  op  den 
hedigen  dagh  Sendingen  uyt  Spaignien  ontfangen. 

De  Eylanden  van  Cubafamaica ,  Marguerita  en  Porte  Ricozijn  alle  onder- 
horigh  aen  de  Provintiael  van  S.  Dommgo>en  de  Religieufen  die  fich  aldaer 
vaftelijck  hebben  nedergeflagen ,  zijnalle  van  de  Ordren  van  St.  Domini- 
cus,van  deJefuitenofvanSt.  Francifcus,  èie  alle  van  tijd  tot  tijd  nieuwe 
Sendingen  uytSpaignien  ontbieden. 

In  deProvintie  van  \ucatanz\\x\  niet  dan  Religieufen  van  St.  Francifcue, 
welke  feer  rijck  zijn ,  en  kragtighlijck  de  Spaenfche  fa&ie  ophouden  door 
de  Meffionariflen  die fy  uyt  Europa krijgen. 

De  Provintie  van  Mechoacan*  behorende  aen  de  Religieufen  van  Mexicos 
werd  ooek  op  deielve  wijfe  als  de  voorgaande  gêregeert. 

Ick  hebbe  nu  >  op  de  wijfe  alsmen  boven  ghefien  heeft,gantfch  America, 
voorfoo  veel  het  aen  de  Kroon  van  Spagnien  behoort,doorloopen,en  ver- 
toonthoeen  wat  Religieufen  fich  daer  hebben  neder  geilagen. 

Wat  belanght  Brafil  ende  de  Ooft-Indien ,  defelve  zijn  aen  de  Croone van 
Portugal,  om  dat  die  Natie  defelve  eerft  ondeckt  heeft,  en  die  dependeren 
jegenwoordigh  aen  Dom  fuanKomngh  van  Portugal. 

Des  niet  tegenftaende  gehoorfamen  de  Philippijniche  Eylanden  aen  den 
Koning  van  Spangien>en  aldaer  fijn  Jacobijnen,Cordeliers,  Auguftijnen  en 

Jefuiten 


» 


Ï.Boeck.  \DoordeSpaenfcheIVeft-Indién.     I.Cap.  .     7 

Jefuiten,diefichalleinM¿«///4,de  Hoofd-S  tadt  van  de  Eylanden,  onthou-  cn¿eJ^a. 
demenverwagtenaldaerde  bequaeme  gelegen theyd  van  Schepen  om  haer  nma> 
mefypan  over  te  voeren,  arbeydende  fy  aldaar  aen  de  bekeering  van  dat 
Koningryck. 

Maar  hoewel  fy  onder  haar  eenige  Cr/We»  acnnèmen,  en  byfonderiijk  van 
die  geene  die  fy  in  China  ende  f  apan  bekeert  hebben ,  fo  beflaat  dog  het  mee- 
rt e  getal  uyt  Spaeniche  Mifííonariííen  ,  die  men  daer  meer  overvoert  dan  in 
de  gedeelten  van  America  die  ick  hierboven  genoemt  hebbe. 

Maereerftelijckfoofentmendiemetde  Schepen  die  nae  Nieuw  Spaig-  Hoe  die 
nien  gaen,en  nae  dat  fy  twee  a  drie  jaaren  in  de  Hoofd-Stadt  van  Mexico  ge-  daar  ko- 
woonthebben,  doetmcn haar  vertrecken nae  Acapulco,  hetwelckeopde  m?1K 
Zuyd-Zee  gelegen  is,  alwaermen  haar  icheept  op  groóte  Gallioenen,  die 
me  Manilla  gaen  ,  en  die  jaarlijks  daer  weder  van  daen  komen ,  rijkelijck  ge- 
laeden  zijnde  mezfapanfche ,  Cbineefche  ende  andere  Ooft-  Indifche  waren. 

Men  voerdt  daar  nae  die  Coopmanfchappen  van  Acapulconze  de  Stadt 
van  Mexico ,  welcke,  buyten  alle  vergelyckinge,  daar  door  veelmeer  ryk- 
dommen  ontfangt ,  dan  men  haer  door  de  Noord-Zee  toevoert. 


I 


HET  IL  CAPITTEL. 

Den  Autheur  verbindt  figh  om  nae  de  Philippynen  te  gaen> 
en  verhaeldt  alle  het  geene  da  f  er  voorviel  tot  aen  fijn  ver- 
treek  van  Cadix  nae  Meww-Spangien. 

SOo  als  ick  in  het  jaar  van  i6z<).  onderde  Monicken  van  de  Ordre  van  Vier  Sen- 
Sí.  Dominicus  ,  in  de  Stadt  Xeres ,  gelegen  in  het  Rijck  van  Andalufien>  ¿jnaen  na 
„  woonde,  fcheeptemen  vier  Sendingen  af,   als  een  van  de  Ordre  van  indien  «re- 
Si.  Trancifcus  nae  \ucatan>&z  tweede  van  de  Paters  de  la  Merced  nae  Mexico9  fondenf 
endede  twee  anderei  welke  uytjacobijnen  ende  Jeíuiten  beftonden,moe-  Hoe  die 
ften  overtrecken  tot  in  de  Philipptjnen  toe.  daar  ko- 

De  CommüTaris ,  door  den  Paus  tot  die  fendinge  genomineert,  was  men. 
genaemt,  Frater  Mattbio  de  la  Villa ,  hebbende  fijn  H.  aen  hemmagt  gege- 
ven om  dertig  Religieufen  mede  te  nem  en,en  door  dien  hy'er  nu  al  omtrent 
vier  ende  twintigän  Caftilien  en  in  de  Plaetfen  omtrent  Madrid  gelegen,ge- 
vonden  hadde,  fofont  hy  defelve,  de  eène  voor  ende  de  andere  nae,  wel  van 
geit  voorfien  zijnde ,  nae  Cadix ,  om  aldaer  in  feecker  Huys ,  het  welke  hy 
voor  hem  en  voor  die  van  fijn  gevolg  gehuert  hadde,  te  blyven ,  ten  tijde 
toe  dat  de  Vlote  foude  vertrecken  om  nae  de  Indien  toe  te  gaen. 
Die  Commifiaris  hadde  weder  een  ander  Religieus,genaemt  Antonio  Calvé, 

geno» 


8       I.  Boe  cíe.       Fbjagie  van  Thomas  Gage       II.  Cap. 

geñomineertíom  de  Conventen  die-hy  in  Andalufia  op  fijnen  weg  foude  vin- 
den, te  bei  oecken,  te  weten  .die  van  Cor  du  a,  van  Sevtlien ,  van  St.  Lucaren 
van  Xeres,  om  uyc  defelve  het  getal  van  dertig  Miffionariffen  ifoo  alsfyne 
Commiffie  mede  bragt ,  te  vervullen, 

Hy  arriveerde  te  Xeres  in  h  et  laetfte  van  Mey, hebbende  in  fijn  gefelfcbap 
eenander  Religieus  uythet  Coliegievan  St.Gregoriusvm  Vaüidoltd ,  ge- 
naemt  Antonio  Melende^  ,  met  de  welke  ik  langen  tijtfeer  familiaer  verkeert 
en  een  feer  naeuwe  vrientfchap  aengegaen  hadde. 

Soo  drae  als  hy  my  fag  wierdt  hy  fo  verheugt  dat  hy  my  badt  dien  avondc 
in  fyne  Kamer  te  willen  komen  eeten,  en  door  dien  hy  de  ruyrate  van  Pata- 
cons  hadde ,  foo  dede  hy  alles  wat  hy  konde  om  my  wel  te  onthaelen. 

De  goede  Wijn  van  Xtret ,  die  geduerende  de  maeltijt  niet  gefpaert  wier- 
de,  ver  warmdeibdaenig  de  hitte  van  fynen  y  ver ,  dat  hy  dien  gehelen  avont 
niet  dede  dan  te  fpreeken  van  het  bekeeren  der  Japponnefen,  difcourerende 
van  die  Landen ,  welke  hy  nooyt  gefien  hadde ,  en  dieks  duyfentSpaenfche 
mylenvan  onsaf-gelegen  waeren,  even  eens  of  hy  fijn  gan  tichele  ven  in 
defelve  hadde  doorgebragt,  in  het  korte  i  ickkan  feggen  dat  Bacchus  hem 
van  een  Theologant  in  een  Orateur  verandert  hadde,  en  hem  als  een  twee- 
de Cicero ,  alle  de  deelen  van  de  wel-fpreekentheyt  geleerd.  Hy  vergat  niet 
van  alles  dat  hy  wifte  by  te  brengen  om  my  te  bewegen  om  nevens  hem  die 
Apoftolifchebedieninge  te  aenvaerden,  en,  onder  andere  dingen  ,fteldehy 
my  voor  oogen  ,  dat  geen  Propheet  in  fyn  ey  gen  Landt  geacht  is ',  en  dat* 
men  dat  verlaten  moeit,  om  goet  en  aanfien  te  verkrijgen. 

Maar  als  hy  befpeurde,  dat  die  foorte  van  welfpreekentheyd,  myniet 

genoegfaem  bewoog ,  om  fynen  voorflag,  toe  te  ftaen ,  foo  tragtede  hy  my 

te  winnen  dooraenlockelyker  bedenkingen. 

-  Hyfteldemy  de  indien  voor  oogen  even  als  of  fy  met  goudt  endefilver 

Aenleydin-  gevloert  hadde  geweeíhdat  de  itraet-ftcenen,Peerlen,RobynenendeDia- 

Se  p?°r  ,de  manten  waeren,  dat  de  Bomen  niet  dan  gehcele  Boffen  van  Mufcaet-noten 

AutheurCn  ^roegemdatde  Velden  met  fuyker-rieten  vervult  waeren,  dar  de  Chinee- 

fche  fyde  daar  fo  gemeen  was  dat  de  Zeylen  van  Schepen  nietdan  van  Taf 

of  van  Satyn  waeren,  in  het  korte,  dat  het  een  Landt  was,  in  het  welke  men 

inderdaeten  waerheyd  vand,  alle  hetgeenefo  welde  Hiftorien  als  de  Fa- 

bulen  van  de  ryekdommen  van  Mydas  ende  Crcefus  gefegrhadden. 

By  gevolge ,  vertoonde  hy  my  ,  dat  de  PbHippijnen  waeren  als  een  Aerts- 
Paradysjin  het  welke  men  over  alle  overvloedt  van  alles  vondt,  in  hetfelve 


bewogeri 
wierdom 
nae  Ameri- 
ca te  gaen. 
Aenge- 
naemhe- 


den  van  In-  niets  ontbreekende,  van  het.geene  tot  vermaak  des  levens  behoort. 


diender- 
lyckren 
toon  ge- 
fteldt. 


En  door  dien  hy  fig  inbeelde  aireede  op  die  plaetien  te  weefen*  foobe- 
fchreef  hy  my  fyne  Reyfe  in  die  Provintien,  verfeltfijndedoor  de  Indianen* 
met  haere  Trompetten  ende  Schalmeyen  , fijne  intreden  in  die  Steden, 
paffeerende  doof  wegen  die  met  B'oemen  beftrooy t  waeren  en  ver  dert  met 
Triumphbogen,  en  dat  alles  onder  het  geluy  der  Kloeken,  ontfangende  on- 
derwylen  de  eerbiedige  onderwerpingen  van  alle  de  Inwoonders.         Ge° 


'*■'.'■■  ..■'.  ■■    -I. 


X.  Boek    doordeSpaenfcheWeft-Indïén.    II.  Cap.     9 

Gelijck  nu  de  Menfch ,  felve  van  de  Nature ,  gedreven  word,  om  altoos 
yets  te  willen  leeren,  foo  vertoonde  hy  my  het  genoegen  dat  wy  in  die  Lan- 
den fouden  hebben,  Tiende  hoe  dat  het  Gout  ende  het  Silverin  de  ingewan- 
den der  aerde  geformeert  wierden;  hoe  dat  de  Peper,  de  Mufcaet-noten,  en 
de  Kruyd-nagelen ,  op  hare  behoorlijcke  tijd  rijp  wierden,  en  hoe  dat  de 
Caneel  niet  anders  is  als  de  baft  van  een  Boom. 

Dat  wy  daer  fouden  fien ,  hoemen  de  vogtigheyd  uy t  het  ried  trock,  om 
daer  uy t  deftoffe  te  vinden,van  de  welcke  men  de Suycker-brooden  maekt; 
de  wonderlijke  veranderinge  van  de  Cochenille,  werdendevan  een  worm,die 
koftelijke  Schar-laeckenfche  ver  we  gemaeckt  j  de  verwiflelinge ,  van  het 
kruyd  Tinta,  in  Indigo ;  en  eyndelijck,dat  wy  fonder  moey  te  ende  ftudicai- 
daer,  duyfent  fchoone  dingen  fouden  leeren,  die  niet  alleen  capabel  fouden 
zijn ,  om  onfe  nieuwsgierigheyd  te  voldoen,  maar  ook  om  onïe  kenniüe  te 
vermeerderen  en  ons  verftand  te  volmaecken. 

En  al-hoe-wel  het  fap  van  de  Druy  ven  van  Xeres  hem  defe  wel-fpreekent- 
heyd  t'eenemael  hadde  ingeblafen,  foo  liet  hy  daarom  niet  na,  het  felve  veel 
minder  te  achten,  dan  de  Philippijnfche  Wijn ,  welke  men  uyt  de  groóte 
Cocos-boomèn  tijffert,  waer  van  ons  de  Hiftorie  Schrij  vers,fulke  wonder- 
lijcke  dingen  vertellen ,  en  hywenfte  daer  al  tewefen,  omdefelve,  in  mijn 
gefelfchap ,  op  de  gefontheyd  van  onfe  vrienden ,  te  drincken. 
Melende^  wilde^a  dat  wy  ons  avontmael  gehouden  hadden,  weten,wat  ge- 
negojptheyd  ik  tot  de  Reyfe  hadde,  en  hy  fwoer,  dat  hy  noyt  rufte  foude  heb- 
ben,iäoor  ik  belooft  hadde ,  hem  te  verfellen ;  om  my  des  te  meer  daer  toe  te 
'ten,prefenteerdehy  my  een  halfdou2,ainPiftoletten,my  verfeekeren- 
imy  niets  ontbreken -foudcen  dat  des  anderen  daegs  's  morgencCWw 
|tfoudegeven,om  alle  dingen,my  tot  die lanaeReife-nodigitekopen. 
ïtwoorde  hem ,  dat  een  al  te  haeftig  genomm  befluy t ,  dickmael  niet 
rouw  en  droef  heyd  baerdde ,  datikdiefa«e,  den  gantfchennagt, 
wilde  overleggen ,  dat  ik  veel  uyt  genegenthe*?hem  waerts  wilde  doen 
rnaerdat,  indien  ickvaitftelde,  dae*;heenen  reR£& 


mijne  vrienden ,  zijnde  een  Religieus  in  Yrlandt 
Thomas  van  Leon ,  met  my  wilde  neemen 


fen,  ick  oock  een  van 
oren,genaemt  Frater 


Daer  op  nam  ik  af-fcheyd  van  Melende^ ,  en  vertrok  my  ín  mijne  Celle, 
in  dewelcke  ik  de  gewoonlijke  rufte  niet  vond,  nier  loojfeer.,  om  datfijn 
difcours  my  bewogen  haddcals  wel,om  dat  myln  gedagten  quam  dat  ik  een 
bequame  gelegentheyd  gevonden  hadde,  om  my  aen  het  gefichte  van  mijne 
bloed- vrienden  en  ontrecken ,  en,  aen  hare  kennifle,  te  ontduyfteren- 

Want  ik  hadde,federt  weynige  dagen,een  brief  van  mijn  Vader  ontfangen,  Den  Aa- 
in  dewelke  hy  my,feer  verftoortfijnde,fchreef,datalle  mijne bloedvrienden  theunsin 
/eer  op  my  vergramt  waren,en  hy alleen,noch meerdan  fy  allcom  dat ik,na  ongenade 
dat  hy,  fo  veel  hadde  te  kofte  gehangen  om  my  te  laten  ftuderen ,  niet  alleen  °y lijn  Y* 
iiadde  geweygert  in  de  Sociëteit  der  Jefuiten,iö  als  hy  gehoopt  had,te  treden , «  r 


lo      LBöECK,    Foyagte  vanThomas  Gage      IL  Cap 

ende  de  re-  maere|atik,  in  alle  dingeroeendoodelijkenhaedctegenshaerbetuygt  had- 


den daer 
Yan. 


de,  en  dat  hy  my  liever  {"oude  gefien  hebbemals  de  minfte  Keucken-iongen 
in  het  Collegie  der  Jefuitemdan  Generael  van  de  gantfche  Ordre  van  St .Do- 
minicurjdzt  ik  noyt  behoefde  te  hoopen  aangenaem  by  een  van  mijne  Broe- 
ders te  zijn,  alfoo  weynigh  als  by  hem ;  dat  ick  niet  moefte  dencken  da  t  ick 
hem  oy  t  weder  fien  foude,  felfs  als  ick  al  weder  in  Engeland  quam;  dat,  foo 
ick  my  daer  oyt  weder  vertoonde,  hydejefuiten,  die  ick  verlaeten  hadde, 
foude  aanhitfen, om  my,uyt  mijn  Land,  te  verdrijven,en  dathy,  met  ken- 
nifle  ende  be  willing  van  mijn  outften  Broeder ,  welke  jegen  woordig  Gou- 
verneur van  Oxford  is ,  ons  Slot  Hailing  foude  verkopen,en  my  uytfluyten, 
van  alle  het  geene  ick,van  fijn  goet,foudekonnen  pretendeeren. 

Het  voorneernen  dat  ick  haddcom  mijne  iludien  te  volbrengen,verfagte 
een  weynigh  den  onluft,  welcke  die  briefin  my  verweckt  hadde,  ick  hadde 
wel  gewilt  weder  in  Engeland  te  moogen  keeren,en  oock  noch  eenigen  tijd 
in  Spaignien  blijven,om  mijne  iludien  ten  eynde  te  brengen, maer  ick  be- 
daght  oock,  dat  nae  dat  ick  die  foude  volbragt  hebben,  de  Jacobijnen,  door 
een  Mandement  van  den  Paus,  aanilonts  mijn  nae  mijn  Land,in  qualiteyt 
van  Mifïionaris,foudenfenden- 

Ook  vertoonden  fig  voor  my  alle  de  gevolgen  van  de  gramfchap  van  mijn 
Vader*  en  vanderafernyevan  mijn  Broeder  denCollonel,  nevens  allehet 
geencdat  de  haet  en  liitigheyd  van  de  Jefuiten,  hare  Vrienden,  foude  kon- 
nen  uytvinden,  om  my  uyt  Engeland  te  doen  verdrijven. 

Ick  overleyde  ook  by  my  fel  ven,alle  het  geene  dat  Melende^  my  hadde  ge- 
feght,nopende  de  middelen  om  kenniíTe  van  de  natuerlijcke  dingen  te  ver- 
krijgen, door  het  beiien  van  derijkdommen  van  America,  en  defchoonhe- 
den  van  Afia>en  om  my  te  volmaeken  in  het  geeftelijkcdoor  het  beiien  van 
die  nieuwe  Kerkden  depr  den  omgang  met  de  grondleggers  van  deielve^ 

Hebbende  dan  den  ga$tfchen  nagt,in  die  ongeruftigheden  en  aanvegtin- 
gen  door-gebracht,foo  nato  ik  eyndlijck  voor,  America  te  gaen  beiien, en  al- 
daer  te  verblijven, ten *|de  tocdat  mijn  Vader  foude  geftorven  z,ijn,en  tot 
dat  ick  foo  veel  foude  gewonnen  hebben,dat  ick  daer  mede  het  verlies  van 
mijne  Erf-portie,  van  dewelckemy  mijn  Vader,  in  faveur  van  de  Jefuiten, 
verfteecken  hadde*foudekonnen  boeten. 

In  dit  voorneemen,gingick  Antonio  Melende%vinden,en  hem  hebbende 
Den  Au-  ^  betuygt,  het  befluy  t  dat  ick  genomen  hadde, van  hem,op  fijne  lange  Reyfe, 
bind fieh "  te  verfeuen»foo  befpeurde  ick  feeckerlijck,dat  hy  daer  ten  miniten  foo  veel 
metieecke-  vreughde  uyt  fcheptcdan  of  ick  hem  een  diergelijk  AvondmaeLals  hetgee- 
ren  fijnen  ne>waerophy my  daeghs  tevoren  getrac"teerthadde,haddegegeven,endie 
vriend  tot  wierde  op  het  Middagh-mael  noch  vermeerdert, wanneer  ick  hem  mijn  Yr- 
defe  reyie.  fchen  vriend  Frater  Thomas  vanLeon  aenbood,  om  mede  in  ons  Gefelfchap 

te  gaen. 
Hy  werd      Na  de  Mae) tijd  wierden  wy  aen  onfen  Superieur  Calvo  voorgeftelt,die  ons 

met 


Redenen 
die  den 
Autheur 
bewogen 
defe  rey  ie 
te  aenvaer- 
den. 


— — 


I.BoECK.    Door de  Spaenfche  fVeft-Indi'èn.  II.  Cap.     i  i 

meteen  groóte  tederheyd omhelfdconsallefoorte  van  vrientfchap,gedue-  rieur  Calve 
rende  de  reyfcbelovende.  voorga 

Hy  las  ons  voor  een  groóte  Lijfte,van  alle  het  geene  hy  tot  onfen  leeftogt,  ftcldt. 
tegens  dat  wy  op  de  Zeefouden  zijn,gekogt  haddcfo  van  vifch  als  vleefch,  Voorraedc 
als  Schapen,  gefou te  Varekens,  Hammerij  Hoenderen,  tonnen  met  witte  torderey» 
Bifcuyt,  vaetjens  Wijn  van  Cajalla,  baelen  Rijs,  Vijgen,  Olijven,  Cappers,  fë« 
Rafijnen,  Citroenen,foeteendeiuere  Orangie-appelen,  Graenaet-appelen, 
Suyker-werc1v,Conferven,Marmeladen,ende  alderhande  foor  ten  van  Por- 
tugaelfche  Confituren. 

Hy  dedé  ons  hopen, dat  hy  ons  voor  Meefters  in  de  vrij  e-konften,en  Doc- 
toren in  de  Theologie,te  Mamila,  foude  doen  aennemen  ,en  hy  gaf  ons  geld, 
om  dien  dag  te  Xeres, vrolijk  te  wefemen  om  te  kopen,'t  gene  wy  mede  na 
Cadix  fouden  willen  nemen, boven  't  gene  ons  tot  de  onkoften  van  de  reyfe 
nodig  was,  en  ilreckendeeyndelijk  beyde  fijne  handen  uyt,gafhy  ons  den 
fegen  van  fijne  H.  opdat  ons  geen  ongeluk,op  den  weg,foudeoverkomen. 

Qnfe  voornaemfte  vrienden,  onder  de  Religieufen  van  Xeres,  deden  alle 
wat  fy  konden,  om  ons  de  luft  tot  die  reyfe  te  benemen,  maer  de  vryheydt , 
welke  wy  dien  dag,in  het  gefelfchap  van  Melende  ^genoten  hadde, verdreef 
uy  t  ons  gemoet,  alle  de  droefheydt,  welke  een  foo  fpoedigh  vertrek,  daer  in 
foude  hebben  mogen  verwecken 

Cd/z;o,vrefende,dat  de  genegentheyd  tot  eenige  Religieufe  Dogters,  welke  Sijn  ver- 
gemeenlijck  feer  veel  magt  op  de  Spaenfche  Geeftelijcken  heeft,  onfe  reyfe  "eck  van 
mogte  komen  te  veragteren,  gaf  ons  liftelijck  den  raet,  om  des  volgenden  *ms* 
daegs,op  den  mor  gen,  van  Xeres  te  vertrecken,het  welke  wy  deden,  in  het 
gefelfchap  van  Melende  $  en  van  een  ander  Spaenfch  Religieus,  die  van  die 
Stadt  geboortig  was,  laetende  iñ  handen  van  Calvo  onfe  Cofïers  en  onfe 
Boeken,op  dat  hy  foude  beforgen,dat  die  ons  te  Cadix  na  gefonden  wierden. 
Die  dag  vervolgden  wy  onfe  reyfe  nae  Porto  de  fama  Maria,  zijnde,  als 
Spaenfche  Cavalliers,  gefeten  op  onfe  kleynePaerden,en  rijdende  op  den 
weg, voor  by  hetpragtige  Cloofter  van  de  Chartroifen,en  langs  de  Reviere 
van  Guadaletbcwdcke  de  oude  Reviere  der  vergetelhe/dt  van  de  Poëtenis* 
waer  ontrent  wy  van  de  vrugten,van  die  Elifeëfche  Velden  aeten,en  daer  op 
een  dronck  van  de  GhriftalijneBeecken,die  uyt  de  Guadaletbe  fpruyten ,  na- 
men,om  voor  altoos,degeheugenifle  van  de  beminnelijke  voorwerpen,die 
wy  te  Xeres  ende  in  gantfeh  Spaignien  lieten,nevens  alles,dat  ons  mogte  tot 
het  aerfelen  porremte  verdrijven. 

Opdenavondt  quamen  wy  aen  die  Stadt,  welke  vermaert  is  geworden  om  Komfteté 
dat  fy  tot  een  fchuyl-plaets  dient  aen  de  voornaemfte  Galeyen  van  deKro-  Porto  St. 
nevan  Spangien,  enVon  Fredri^de  Toledo ,  die  daer  doen  Gouverneur  van  Maria* 
was,hebbende  verftaen,de  aankomftevan  vier  IndiaenfcheApoftelen,en  die 
gelegentheyt,  welke  hy  als  een  groot  geluk  voorhemaghte,  niet  willende 
verliefemnodigde  ons,op  dien  avont,om  de  maeltijd  met  hem, te  fijnen  huy- 
fe,te  houden.  B  2,  Alle 


««— 


mm. 


Goed  on>> 
hael  van 
den  Gou- 
verneur 
ende  eer- 
biedigheyt 
derln- 
woonders. 


Vertreck 
yandaer. 


Komfte  te 
Cadix. 

Vermaeo 


i2       I.  Boeck.     VbyagievmiUhomasGagë      II.  Cap 

Alle  delnwoonders  achteden  hare  Stad  gefegent,daer  door,  dat  wy  door 
hare  Straeten  gingen ;  fy  faegen  ons  aen,als  Luyden,  die  gefchikt  waren,  om 
den  name  van  fefus  Chrijlus  gemartyrifeert  te  worden ,  wenfchende  aireede 
om  van  onfeReliquien  te  hebbenden  deGaleyboeven,deden  yder  haer  befte, 
om  haere  Trompetten  ende  Schalmeyen  op  het  helderfte  te  doen  klincken. 
Dom  Frederik.'  en  fpaerde  niets,om  ons  wel  te  tra£teren,en  na  de  Maeltijd, 
dede  hy'ons,  door  fijne  Edelluyden,  in  het  Convent  van<ie  Minimen  bren- 
gen, al  waerhyordre  gegeven  hadde,  om  ons  te  logeren,  werdendewy  al- 
daer,  met  foo  veel  goetheyd,  van  de  Religieufen  ontfangen,  dat  fy  ons,  dien 
avont ,  de  voeten  wilden  waiïchen ,  om  ons,  hare  Broederlijcke  genegent- 
heyd,  te  betuygen,  enby  gevolge,  als  wy  flaepen  gingen,  wenften  fy  ons  ee- 
ne  goede  en  vreedige  naght-rufte. 

Des  anderen  daegs's  morgens,  na  dat  die  arme  Religieufen,ons  den  ont- 
bijd  hadden  voorgeiet,  vonden  wy  een  Schip ,  dat  DömFrederil{h^dde  doen 
beftellen ,  voor  ons  foo  wel  als  voor  de  Edelluyden ,  die  hy  belaft  hadde  om- 
ons  te  verfellen  ,  en ,  tot  aen  Cadix  toe ,  te  begeleyden,  gereet  leggen.    * 

Aldaer  gekomen  zijnde,  vonden  wy  onfe  andere  gefellen ,  nevens  Frater 
MattbeodelaVilla,  Commiiïaris  van  den  Paus,  welke  ons  ontfing,  ende 
het  middaghmael  gaf. 

Wy  verbleven  te  Cadix ,  geëert  zijnde  van  alle  de  weereld ,  ende  genie- 
kelijck  ver-  tendehetfchoone  uyt-ficht,  dat  die  Plaetfe  ,foo  opde  Zee  als  op  het  Land 
bhjf  aldaer .  neefc ,  tot  de  tijd >  van  het  vertreck  van  de  Vlote ,  toe. 
DeApofto-      Als  defelve  begonde  te  naederen,  quam  Frater  Mattbeo  de  la  Villa ,  welke 
lifche  wy  alle  geloofden,dat  van  y  ver  tot  het  Martelaerfchap  brandcfijn  af-fcheyd 

CommiiTa-  van  ons  nemen ,  en  hebbende  ons  feekere  Commiffie,  die  hy  van  den  Paus 
iisfcheyd  ontfangen  hadde,  om  foodanig  een,  als  hy  foude  goet  vinden,in  fijne  plaet- 
uytdeRey-  fe  te  mogen  neemen ,  vertoont,  foo  fteldehy  Calvo  tot  onfen  Superieur ,  en 
fè  en  geefc    keerde  weder  na  Spaignien. 

Sijn  vertreck  baerde  ongenoegen  onder  orrs ,  en  het  verkoelde  foodanig 
den  y  ver  van  twee  van  onfe  MiffionariiTen,  datfy  onsheymelijck  verlieten. 
De  andere  evenwel,  confenteerden  om  met  Calvo  te  gaen ,  temeer,  om 
dathy  een  goed  out  Man  was,  maerfeerqualijckvoorfien,  van1  de  talen- 
ten ,  door  welke  het  refpecl: ,  dat  men  aen  fijn  Charaeler  verfehuldigt  was, 
verweckt  word. 

Voor  de  refte  was  hy  fo  weynig  findelijk ,  ende  fijne  Klederen  ende  Han- 
den waren  fo  morffig,  door  het  gedurig  handelen  van  fijne  Hammen,dat  hy 
beter  een  Keucken  jongen,dan  een  Apoftolifch  Commiflaris  geleek ;  maer, 
wen  Gom-  Tioedanig  hy  ook  mogte  wefen ,  foo  wierde  hy  doch  evenwel  gefchiekt,  tot 
miiFaris.  de  directie  ende  het  beleyt  van  defe  Sendinge  van  Spaignien  tot  Me*""*, 
welke  drie  duyfent  Spaenfche  mijlen  van  malkanderen  leggen ,  en- dan  nog 
foo  veel  weegs  aan  geene zijnde ,  van  Mexia  tot  aan  Manilla ,  welke  Plaats 
deHoofc-ftad  yan  de  Philippijnen  is,  houdende  ¿zVw-B$y  aldaerfijn  Hof. 

H  E  -T 


3? 


haar  een 
ander  in  fij- 
ne plaetfe. 
Ongenoe- 
gen hier 
over. 

Hoedanig- 
heden van 
den  nieu- 


I.Boeck.    DoordeSpaenfehelVefl-Indiën.  III.  Cap.  13. 

HET  III.  CAPITTEL. 

Van  het  vertr 'eek  van  de Vloote  van  Indien  van  Cadix,  en 
van  degedenchwaerdighftefaeckens  welcke  gedtierende  die 
Reyfe  zijn  voorgevallen. 

DOmCarhi  d'Y^rr^Admirael  vandeGallioenen  die  in  de  Baye  van  Ca- 
dix waren,  dede  op  den  eerften  July  des  agter-middags  een  ftuck  Ge- 
fchut  af-fchieten,  welkefchoot  de  Zee-luyden  gemeenlijck  de  Zeyn- 
fchoot  noemen ,  ftreckende  defelve  om  alle  foo  Paffagiers  ,  Soldaten  als 
Boots-gefellen»  te  waerfchouwen  datfy  haerdes  anderen  daegs  des  mor- 
gens,eenyder  aen  zijn  befcheyden  boom  fullen  hebben  te  begeven . 
Op  den  tweeden  July  des  morgens  feyde  men ons,dat  feekerEngelfch  Re- 
ligieusigenaemt  Frater  Paulus  van  London  die  te  Si.Lucar  woonagtig  was, 
een  brief  van  den  Hertog  van  M<?¿j'w¿  hadde  weten  te  verkrijgen,  welke  hy 
ook  aen  den  Gouverneur  van  Cadix  hadde  gefonden,door  de  welke  hy  hem 
belafte  onderfoek  na  mijn  Perfoon  te  doememop  wat  plaetfe  ik  ook  gevon- 
den wierde3my  te  arrefteremom  datde  Coning  van  Spaignien hadde  verbo- 
den dat  geen  Engelsman,onder  wat  pretext  het  foude  mogen  wefemnae  de 
Indien  foude  pafleren, 

Die  ouden  Man  dede  dat  expreffelijk  om  mijneReyie  te  beletten,hebben- 
dete  vooremten  felven  eynde,  al  verfcheydene  brieven  aen  my  gefchreven, 
ende  felfs  eene  van  den  Pater  de  la  Fuente  Pr  o  vintiael  van  Caflilim>  die  me  t 
den  Graeve  vanGondemarin  Engeland  geweefthaddetoegefonden, welke 
beloofde  fijn  befte  tejdoen  tot  mijne  bevorderingen  mits,  dat  ik- van  mijne 
Rey  fe  foude  afftaemen  met  hem  nae  Cajiilienkeeren,- 

Maer  niet  eene  van  die  brieven  konde  my  daer  toe  bewegen, ook  belette 
alle  het  onderfoek,dat  den  Gouverneur  konden  doen,my  niet  mijne  Reyfe 
voort  tefetten,want,fo  dra  als  wy  gewaerfchout  waren ,wierde  ik  alleen  aen 
ons  boord  gevoelende  heyraelijk  in  een  Tonncuyt  dewelke  men  ten  dien 
eynde  de  befchuyt  nam,verfteeken. 

Soodanig  dat ,  wanneer  derr  Gouverneur  aen  boord  quam,om  te  onder- 
foeken  of  nieteenigEngelsmanin  ons  Schip  was,de  Pater  Calvó  refolutelyk 
van  neen  antwoordde,  wel  wetende  datmen  my  noy  t  in  de  holligheyd  van 
een  Ton  foude  gaen  foeken,  en  dat  het  daer  door  niet  mogelijk  was  my  te 
ontdecken;waer  door,nae  dat  de  Gouverneur  te  rugge  was  gekeert,fonder 
my  gevonden  te  hebben,dat  voorval  den  geheelen  dag  voor  een  praetje  om 
den  tijd  te  verdrijven  aen  ons  gefelfchap  verftrekte. 
Hier  op  vertrocken  alle  onfe  Schepemde  eene  voor  ende  andere  na,uy  t  de 
Haven ,  haer  af-fcheyd  van  die  van  de  Stadt  nemende,  en  defelaetfte  haer 
weder  een  geluckige  Rey  fe  toewenfeh  ende. 

B  3  v°° 


foon  des 
Autheurs 
gedaen. 


Waer  door 

veroor- 

facekr. 


Den  Au- 
theur  wert 
verfteec- 
ken. 


En  raekt 
ihZeea 


1» 


?Tf 


— - 


Getal  der 
Schepen 
van  de 
Vloot. 

Plaetfen 
op  dewel- 
ke fy  het 
gemunt 
Reeft. 
Laedinge 
van  defel- 
ve. 

Wat  Gloo- 
ien op  de 
Vloot 
waren. 


Aertder 
Jefuiten. 


14  I.BoECK.     Voy  agievanThomas  Gage    III.Cap, 

Soo  dat  als  fy  alle  in  de  ruyme  Zee  waeremen  dat  de  hoope  van  weder  aen 
Landt  te  mogen  komemom  de  vryheyd  en  het  vermaek  dat  wy  te  Cadix  ge- 
had hadden,  te  mogen  genieten,  verlooren  was,  fóo  begonden  onfe jonge 
Monicken  te  wenfehen  om  weder  aen  de  Wal  te  mogen  geraeckemfommi- 
ge  lieten  haere  gedagten  gaen  over  de  delicate  Gerichten  die  men  haer  had- 
de  aengedifcht,  en  andere  weder  verwonderden  fig  o  ver  het  groot  getal  van 
fo  veel  heerlijke  Schepen  uyt  het  welke  onfe  Vlootebeilond,  welke  met  de 
agt  Gallioenemdie  ons  tot  aen  de  Canari/e  Eylanden  toe  moeftenConvoyé- 
ren,  beftond  uyt  een  en  veertig  Schepen  in  het  geheel,2,ijnde  defelve  nae 
verfcheydene  Havenen  van  Indien  gedeftineert. 

Twee  van  defelvehadden  het  op  Porto  Rjco  gemunt,drie  op  St.  Domingo , 
twee  op  Jamaica ,  en  op  hetEyland  Margarita ,  twee  op  de  fí¿t/4M¿,drie  op 
Carthagena,twee  op  Campecbe,nog  twee  op  de  Honduras  ende  Truxih^naQ 
fefthien  leydden  het  aen  op  St.fan  d'Ulhua  ofte  Vera  Cru%. 

Sy  waeren  allegelaeden  met  Wijnen,Vijgen,Rafijnen,01yven,01ie,Lij- 
waeten,Laekenen,Yfer  ende  Quick-filver,het  welke  laetfte  men  gebruyekt 
om  het  loutere  filver  van  de  Mijnen  van  Sacatecas ,te  fcheyden  van  de  yfer- 
achtige  klompen  aerde  met  het  welke  het  vermengt  is. 

De  aenfienlijckfte  Perfoonen  die  dat Jaer  met  defe  Schepen  overvoeren* 
waren  de  Marquis  de  Seralvo  met  fijnHuys-vrouwe3  gaendehyomhec 
Ampt  van  Viceroy  van  Mexico  waer  te  neememin  plaetfe  van  de  Marquis 
de  Gehes,die  ug,uyt  vreefe  van  het  gemeene  Vólk,het  welke  dat  Jaer  tegens 
hem  was  opgeftaen,in  een  Kloofter  opgefloten  hadde. 

Die  Marquis  van  Seralvo  hadde  fig  begeven  aen  het  Boord  van  het  Schip 
genaemt  St.  Andries ,  hebbende  by  hem  de  Priefter  ende  Inquiíiteur  van 
Valtedolit  Dom  Martin  Carillo  >  die  in  de  qualiteyt  van  Inquiíiteur  Generael 
nae  Mexico  wierden  gefonden,  om  fig  te  informeren  van  het  different ,  het 
welke  tuiïchen  de  Marquis  van  Gehes  ende  den  Aerts-Biflchop  ontftaen 
was,als  mede  wegens  den  oproer  die  daar  op  om  haerent  wille  was  gevolgt, 
hebbende  hy  mede  volle  magt  ende  authoritey  t  om  te  mogen  in  de  geyanc- 
kenifle  werpen,ende  doen  ftraffen  die  gencdiehy  foude  Ichuldig  vinden. 

Met  het  Schip  genaemt  S.Geertruyd  voer  óver  Dom  \uan  Niño  de  Toledo» 
welcke  gefonden  wierde  om  Prefident  in  Manilla, gelegen  in  de  Philippijn- 
iche  Eylanden,  te  wefen,  ook  was  in  het  felve  Schip  de  gantfche  Sendinge 
der  Jefuiten»die  dertig  fterek  zijnde,daar  nae  toe  trocken. 

Sy  hadden  fig  aireede  in  fijne  goede  gonfte  weten  in  te  boefemen*  en  om 
fig,  geduerende  de  Reyfe,  des  te  meer  daer  in  te  beveiligen,  hadden  fy  het  > 
op  een  aardige  wyfe,  foo  weeten  te  befteeckén,  dat  fy  op  een  ende  het  felve 
Schip  met  hem  geplaetfl:  wierden,  want  die  Luyden,op  wat  plaetfe  desAerd* 
bodems  fy  haer  ook  bevindemtrachten  altoos  omtrent  de  Perfonen  van  Ko- 
ningen ende  Vorften,en  van  die  gene,  die  de  Volckeren  gebiedende  weien. 

Onfe  Sendinge  van  de  Ordrevan  St.  Dotninicus,  welke  uyt  feven-en- 

twüa- 


I.Boeck.     Door  de  Spaenfche  Weft-fadïén.  III. Gap.     15 

twintig  Religieufenbeftond,  was  geè'mbarqueert  op  het  Schip  Sr.  Anthony, 
en  op  het  geene  dat  onfe  Vrouwe  vanden  Regul  genaemt  was,  waeren  vijf. 
ende  twintig  Monicken  van  de  Paters  de  la  Merced,  gaende  nae  Mexico,  on- 
der de  welke  eenige  waeren  van  het  getal  van  die  geencdie  naemaels  haere 
meflen  tegens  de  Crtolen  van  defelve  Ordre  ende  Profeffie  trocken,foo  hier 
vorens  is  aengeraeckt. 

Onfe  Vloot  begaf  fig^dan  in  Zee  onder  het  Convoy  van  die  acht  Gallioe-  Convoy, 
nen,  om  haer  te  befchermen  tegens  de  Turcken  ende  de  Hollanders,  welke 
de  Spaenfche  feer  vrefen  op  hare  wegh  te  ontmoeten. 

Wyfeylden  met  een aengenaeme ende voorfpoedige  Wind,  zijndede 
Zee  feer  kalm  ende  ftihtot  dat  wy  quamen  aen  de  Goife  de  Ui  Yegu¿ut,oñe  Holle  Zee. 
der  Merriën,alwaerdeopgefwolleneen  bulderende Baerenfo  iterck  achter 
tegens  onfe  Cajuyt  iloegen,  dat  wy  yder  ogenblik  vreefdemdat  fy  het  Beeld 
van  St.Anthony,dat  achter  aen  ons  Schip  ftond,fouden  ter  needer  werpen, 
en  dat  alle  onfe  Galerijen  door  de  woede  des  Zee'es  fouden  afgefmeten  en- 
de verbrijfelt  zijn  geworden.  HetCon- 

Als  wy  de  periculen  ende  het  gevaer  van  defe  Golfe  waeren  te  boven  ge-  voy  ícheyc 
komemnaemen  de  acht  Gallionen  haer  af-fcheyd  van  ons,en  verlieten  onfe  van  de 
Coopvaerdy-Schepen  om  een  yder  voor  figfelve  teforgen.  Ylootc, 

Heticheyden  van  die  twee  Vlooten  gefchieden  wederfijds  met  een  groóte 
toeftehnaedat  men  hetGefchutaen  beyde  kanten  veelmaelen  geloft  hadde* 
om  malkanderen  te  groetemfo  befogten  de  eenen  de  andere  met  haere  Cha- 
loupen,  ende  den  Admirad  van  onfe  Vloot  gaf  aen  fijn  Boord  een  heerlijck 
Middag-mael  aen  die  van  de  Gallioenemgelijck  ook  de  andere  Capiteynen 
op  haere  Schepen  deedemeen  yder  aen  de  Bediende  ende  voornaemfte  van 
de  Koninghlijcke  Vlooten  dehaer  Maeghfchap  ofte  kennifle  waren . 

Het  was  een  aenmerckens-waerdige  faeke  te  fien  het  geene  dien  dag  on-  £<*ouw  ea 
der  ons  Indiaenfche  Apoftelen  voorvielifommige  fugteden  op  yder  oogen-  beiigheyd 
bliksen  wenfchten  met  de  Gallioenen  weder  na  Spangien  te  mogen  keeren;  TrWg 
andere,dog  te  vergeefs,fpanden  alle  haere  krachten  in,om  fulcks  van  onfen  «»™»«?»* 
Superieur  Calvb  te  mogen  vertor  ijgemen  de  derde  waeren  feer  befig  om  brie- 
Ven  aen  haere  Sufters  en  andere  Vrienden,  die  fy  te  Cadix  gelaeten  hadden, 

tefchrijven.  .  , 

Het  Middag-mael  voleyndigtzijndcende  beyde  de  Admiralen  van  mal- 
kanderen affcheyt  genomen  hebbende,wierde  van  de  kant  der  Gallioenen 
de  feyn-fchoot  geloft,  die  fig  daer  op,  tot  de  wederom«reyfe,by  malkande- 
ren gevoegt  hebbende,  naemewy  ons  affcheyd,de  eene  den  andere  goede 
reyfe  toewenfchende,  waer  op  fy  haer  Cours  nae  Spaighienftelden, en  wy 
vervolgden  de  onfe  nae  America,hebben¿e,tot  dat  wy  aldaer  gekomen  wae- 
ren, altoos  voorde  wind.  ,  ,  ,    /,,  .  - 

Het  is  een  aenmerklijke  faekcdat,  fo  drae  m  en  op  de  hoogte  van  de  Ca-  Paflaet- 
narifcbe  Èylanden  is  gekomen,  men  altoos  een  en  defelve  ffi^die^g  wind. 


1-6 


Ï.BoECK. 


Groóte 
ftilteii. 


Dorado. 


Groóte 


Foyagievan7homasGage    III.Cap, 

Ooften  nae  het  Wefren  fchiet,  ontmoet;  ook  is  die  wind  fo  voorfpoedig  tot 
dieReyfe,  dat,  ibo  defelveniet  fomwylen  door  de calmten  ende ftilten 
wierde opgehouden,  het feecker is ,  datmen  die  weg  in  minder  dan  een 
maend  foude  af-leggen. 

Wy  voor  ons  wierden  fo  dikrnaelen  door  de  gemelte  calmten  en  ftilten  be- 
lopen ,  dat  wy ,  voor  den  twintichften  Augufti ,  ganfch  geen  Land  ontdek- 
ten ,  en  by-na  tes  weecken  voeren  in  foodaenige  geruftigheyd  als  of  wy  op 
eenfoetebinne-landfche  Riviere  hadden  geweeft,  ons  onderwijlen  ver- 
maekende  met  het  vangen  van  verfcheydene  foorten  van  Viflchen ,  van  de 
welke  eene  was  die  de  Spaignaerden  Dorado  noemen ,  en  die  wy  met  reeden 
den  naem  van  Goud-vifch  foude  mogen  geven,  om  dat ,  fo  lange  hy  onder- 
wateris,  fijne fchubben  niet  dan  Goud  fchijnen  te  zijn. 

Wy  vonden  foo  groóte  meenigtevan  die  VilTchen,  dat  den  haeknietfoo 
draein  het  water  was,  of  wy  hadden  een  Dorado  gevangen,  foodaenig  dat 
wij'er  veele  meer  uyt  vermaek ,  dan  om  dat  wy  die  nodig  hadden ,  vongen, 
van  defcl-  ook  fmeten  WY  defel ve,na  dat  wy  die  binnenScheeps-boord  hadden  gehaelt, 
VCi  weder  in  Zee,  om  dat,dat  flag  van  vifch  bequaemer  is  om  verfch  dan  om  ge» 

fouten  gegeten  te  worden. 
De  vin.,       Wy  PaiTeerden  aldus  den  tijd  feer  geneuglijk  in  onfe  Schepemen  genoten 
dorr  Ha ,veel  olijke  vermaeklijkheden  ,  totdatwy  het  eerfte  Land,  zijndebetEv- 
1    hndVefirado,  ontdeckteni  '  uc*ccr*> 

Op  den  laetften  July ,  zijnde  defelve  den  dag  op  dewelke  men  het  Feeft 
van  den  H.  ïgnatius ,  Patroon  en  Grond-legger  van  de  Jefuiten,  vierd ,  fae- 
genwy,  desdaegstevooren,  de  Zeylen  van  het  Schip  St.  Geertruyd,  op 
net  welke,  foo  als  ik  boven  gefegthebbe,  dertich  Gefellen  vandieOrdre 
waeren ,  t'eenemaal  met  wit  Lij  waat  bekleed  3  de  Vlaggen  ende  de  Wim* 
pels  van  het  ielve  verbeeldden  fommige  eenige  iin-fpreucken  waepenen  en 
cyfFers  van  de  Jefuiten ,  en  andere  het  Beeld  van  St.  ïgnatius ;  alle  de  Maften 
ende  de  ree'en  waeren  behangen  met  papiere  Lanteernen  in  dewelke  bran- 
dende Keerflen  ftaecken  die  den  gantfchen  nachtover  ligt  gaven,gedueren- 
de  dewelke  de  Spaigniaerden  niet  af-lieten  van  fingen  en  metFiuyten  ende 
Schalmeyen  teipeelen ,  boven  datmen  ten  minften  vijftig  Canon-fchooten 
uyt  het  Schip  lofte ,  en  meer  dan  vijf-hondert  vyer-pijlen  aenftak ,  die  een 
wonderlijkefchoone  uytwerckinge  deeden,  door  dien  het  feer  ftil  en  helder 
wee'er  was. 

De  Feeft-dagfelve  wierde  met  noch  veel  meerluyftergeviert,de  Jefuiten 
deeden  een  Generaele  Proceflie  in  haer  Schip,fingende  heylige  Lof-fangen 
endeTegen-fangen  ter  eeren  van  haren HeyligenVoorftander  endelnftelder 
van  haere  Ordre ,  die  gevolgt  wierden  door  een  meenigvuldig  af-loíTen  van 
het  Gefchut  van  haer  Schip,vergetende  onderwijlen  de  SpaenfcheMatrofcn 
niets ,  van  haere  kand ,  van  het  geene  dat  de  heerlijke  Pragt  van  dien  dagh 
ende  de  gemeene  vreugde  konde  vermeerderen. 

Op 


op. 

Dejefui- 
ten  vieren 
feerprag- 
tigh  het 
Feeft van 
¿aren  Pa- 
eroon. 


r 


I.  Bo-ECK.    DwrdeSpenfcheJVeft-Ináién,  IV.  Cap.   ij 

Op  den  vierden  dag  van  Auguftus ,  die  aen  St.Dominicus,  Grondtlegger  a«oocb 
van  de  Ordre  der  Jacobijnen  ofte  der  Predik-Heeren ,  is  toe-gewydt ,  wilde  Jj-^0" 
het  Schip  St.  Antony,in  het  welke  ik  was.het  Schip  St.Geertruyd  in  dek  be-    / 
toonde  pragt  overtreffen,  en  dat  door  de  mede-hulpe  van  feven  en  twintig 
Religieufen  van  die  Ordre  die  daer  in  waeren.fteekendehetfelveboven  haer 
niet  alleen  uyt  door  het  meenigvuldig  af-fchieten  van  hetGefchut,  door  het 
ten  hemelwaerts  fenden  van  meer  vyer-pijlen,  door  het  aenfteeken  van  Fac- 
kelen,door  het  geluyd  van  Mufijcq  Inftrumenten  en  andere  oppronkingen 
van  het  Schip ,  maer  ook  door  een  heerlijke  Maeltijd,  welkers  Gerigten 
uyt  Vleefch  en  Vifch  beftonden ,  waer  mede  fy  alle  de  Jefuiten  onthaelden  £en  Co 
nevens  Don  \uan  Niño  de  To/e¿o,Prefident  van  Manilla,  en  den  Capiteyn  van  me<ne 
het  Schip  St.  Geertruyd  ¡  nae  de  Maekijdt  gaven  íy  haer  eene  Comedie  ,  die  binnen 
uyt  de  Wercken  van  Lope%  de  Vega  getrocken  was ,  en  die  vertoond  wierde  Scheeps- 
door  fommige  Soldaten ,  Paffagiers  en  jonge  Religieufen ,  met  foo  grooten  boordt 
hiyfteren  een  fo  wel  verciertToneehals  het  op  het  befte  Schouburg  van  het  vertoont» 
Hof  te  Madrid  foude  hebben  konnen  gefchieden ,  en  dat  alle  in  het  naeuw 
,  ende  engh  begrip  van  ons  Schip. 

Om  te  aengenaemer  de  vreugde  van  dien  dag  te  befluy  ten  wierden  nae  de 
Comedie  aengeregt  een  feer  lecker  Banquet,beftaende  uyt  allerhande  foor- 
ten  van  Confituren  ¿waer  nae  onfeChaloupe  met  die  van  St.Geertruyd  oníe 
Vrienden  weder  aen  haer  Boort  voerde,nemende  wy  ons  affcheyt  van  mal- 
kanderen  onder  het  geluydt  van  Schalmeyen  ende  Trompetten  ende  onder 
het  donderen  van  verfcheydene  Canon-fchoten,  die,fo  alsfy  van  onsSchip 
af-ftaecken,  geloft  wierden. 

Opdefe  wijfe  vervolghden  wyonfereyfemet  een  voorfpoedige  windt,  Sien  het 
hebbende  onderwijlen  veel  ftilten,  geduerende  dewelke  wy  onfen  tijdt  met  ÄP'K  . 
allerhande  foorten  van  fpelen  ende  vermaecklijckheden  doorbraghten ,  tot  ^eS*r*r*i 
op  den  twintighften  dag  van  de  Maent  Auguftus,  als  wanneer  wy  het  eerfte 
Landt,  zijnde  het  Eylandt  Difirado ,  foo  als ick  bevorens  gefeght  hebbe , 
ontdeckten. 


HET  IV.  CAPITTEL. 


Van  de  Eylanden  die  wy  ontdeckten  en  van  de  dingen  die  ons  in 
defelve  gebeurden. 


D 


E  AdmiraelvanonfeVlotefich  verwonderende  daer  over  dat  wy  foo 

weynigh  vorderden,hebbende  wy  federt  den  tweeden  July  tot  op  den 

19  Augufti  geen  Land  genen  of  ontdekt,  dan  alleen  de  Canari- 

C  fche 


z*mm 


a&. 


Verfchey- 
dene  gif- 
iïngender 
Srierlieden. 


Sien  Mari- 
galante 
enSt.  Do> 
minique  \ 

Anckeren- 
de  voor 
Guadafou- 


De  Wil- 


18       LBoeck.    Voyagie  vanThomas  Gage      IV.  Ca^ 

fche  Eylanden,  foo  deede  hy,  op  den  ochtend  van  gefeyden  dag;,  allede 
Stuer-luyden  van  de  andere  Schepen  ontrent  fijn  Boord  komen  ,om  haer  ge- 
voelen te  weten  wegens  deplaetfc  ontrent  welke  wy  ons  doen  bevonden, 
en  hoe  verre  wy  nog  van  Land  mogten  wefen. 

Ten  dien  eynde  naederden  alle  de  Schepen,het  eene  voor  ende  het  ande- 
re nae,  aen  onfe  Admirad,  opdatfo,een  yderStuer*man,inhet  voor-by 
v5eren,hem  fijne meeninge  mogten  feggen. 

De  verfcheydene  gevoelens  van  alle  die  Stuer-lieden  gaven  groóte  ftofre 
toe  lacchen  aen  alle  de  PaiTagiers,  welke  daer  door  befpeurdden  hoe  feer  fy 
van  malkander  verfchilden,  en  hoe  weynig  over-een  komft  onder  defelve 
was. 

De  eene  feyde,wy  waeren  nogdrie-hondert  mijlen  van  Landcode  andere 
twee-honderr,  een  derde  hondert,  de  vierde  vijftig»  de  eene  meer,  de  an- 
dere min,  gillende  fy  alle  buyten  dewaerheyd,fooals  dat  by  gevolg  bleeck 
ende  door  de  uytkomfte  befpeurt  wierde  j  alleen  wäs'er  een  oud  Man, 
Stuerman  op  het  kleynfteSchip  van  de  gantfche  Vlootcdie  voor  vaft  ftaen- 
de  hieltidat  wy,met  de  flappe  koelte  die  wy  doen  hadden,des  anderen  daegs 
's  morgens  aen  het  Eyland  Guadeloupa  fouden  komen.    ' 

Alled'anderebefpotten  hem,maer  hy  hadde  veel  meer  reden  om  om  hare 
onwetenheyd  te  lacchen ,  want  den  volgenden  dag ,  met  het  opgaen  der 
Sonne,  faegen  wy  vlack  voor  ons  leggen  het  Eyland  dat  de  Spaigniaerts  De- 
firado,  ofte  het  Begeerde,  Gewenfch  te,  noemden,  om  dat  in  den  beginne 
van  deontdeckingeder  Indien,hetfelve  het  eerfteLandt  was  dat  fy  vonden, 
begeerendeende  wenfchendefydoen,foo  wel  als  wy  nu,eenigh  Landt  op  te 
doen,n  a  dat  fy  fo  lange  op  Zee  hadden  gefworven. 

Nadatfagen  wy  aenftonts  eenandere,Mdr/£d/<a»iegenaernt,doenogeen» 
Dwa;M;^«egeheeten,eneyndelijckdat  van  Guadalaufe^  het  welke  het  gene 
was  dat  wy  fogten  foo  om  ons  te  ververfchen  als  ons  Lij  waed  te  waffchen , 
en  om  vers  Water  inte  neemen, dat  wy  ten  hoogften  van  nooden  hadden. 
t  TuíTchen  twe  ende  drie  ueren  na  de  middag  quamen  wy  op  een  feer  vey~ 
lige  Reede,  die  vlack  voor  het  Eyland,  leght,  alwaer  wy  de  Anckers  lieten 
vallen ,fonder  eenige  vreefe  te  hebben  voor  de  naeckte  Wilden,foo  van  dat 
als  van  de  omleggende  Eylanden, als  dewelke  met  groóte  vreugde  Jaerlijcks 
de  komite  vande  Spaenfche  verwagten.Sy  reekenen  haer  Jaren  by  de  Mae- 
nen,en  door  dat  middel  weten  fy  den  tijd  op  dewelke  iy  komen  moeten. 

Eenige  tijd  van  te  vooren  vergaederen  fy  een  partye  Suyker-riedt,als  me- 
de de  Vrugten  die  fy  Annanas  noemen,Schild-padden  ende  andere  diergelij- 
keeet-waeren,  welke  fyaen  de  Spaenfche,  voor  haer  Cramerijen  en  Koop- 
manfehappen  verreuylen,  als  Yfer,Meffen  ende  andere  dingen  van  de  wel- 
ke fy  fig  kpnnen  bedienen  in  de  Oorlogen,die  fy  gemeenlijk  tegens  de  In- 
woonders  van  eenige  naebuerige  Eylanden  zijn  voerende. 
Eer  wy  het  Anker  in  de  grond  geworpen  hadden,quamen  ons  yerfcheyde 


— ■— 


I.  Boeck.     Door de Spaenfche Weft-Indíén.  IV.Cap.     19 

van  die  Indiaenen  in  Canoas  aen  8oord,van  dewelke  fommige  aen  haer  ag-  °ei)  konien 
ter  fteven  door  de  EngelfchcHollanders  ofre  Franfche  befchildert,waeren,  aen  Boorr- 
gelijk  fukks  bleeck  door  de  verfcheydenheyd  van  hare  waepens>zijnde  die 
Reede,vooralleNatiemdienae^/»ew¿feylen,gerneen. 

Sybragten  ons  damvolgens  haere  gewoonte,  veele Indiaenfche  vruch-    . 
temmaer  onder  veele  andere  .was  de  Ánnanas  die  geene  welke  ons  de  aenge-  Annams' 
naemfteinhet  oogfcheen,  die  wy  ook  wat  de  fmaek  belangt  voor  de  befte 
keurden.    .  „  ' 

Wy  konden  in  de  beginne  niet  naelaeten  ons  te  verwonderen, íiende  die  Cjmct  ¿cz 
Menichen  t'eenemaalnaekt3met  haer  lang  Hooft-hayr  dat  totophetmid  \Vilden. 
den  van  haere  rugge  af-hing,fijnde  in  haere  aengeiïgten  de  figuere  van  ver- 
fcheydene  foorten  van  Bloemen  gefneden  ,  en  draegendefy  kleyne  dunne 
plaerjens  aen  het  tipje  van  haer  neus,even  als  de  ringen  die  men  in  fnuyten 
der  Varkens  fteeckt>om  haer  het  vroeten  in  de  aerde  te  beletten. 

Sy  vleydden  ons  even  als  de  Kinderen,  fommige  in  haere  Taelemdie  wy  Hacreu 
niet  verftondemtot  ons  fpreekende,andere  weder,maeckten  fekere  teecke-  treckt  tot  de 
nen  om  ons  te  kennen  te  geven,  het  geene  fy  begeerden  te  hebbemdog  on-  Wijn. 
der  alle  de  teekenen  was'er  geen  dat  van  ons  Volck  beter  begrepen  wierde, 
dan  dat  door  het  welke  fy  Spaenfchen  Wijn  vorderden;om  haertevermae- 
kemgaeven  fyhaerdefelveook,ennaedatmen  haer  daar  een  goet  glas  vol 
van  hadde  doen  drinkemvielen  fy,fmoor-dronken  zijndcop  den  Overloop 
ter  needer.*en  wentelden  figom  als  jonge  Varekens. 

Door  dien  het  nu  hier  mede  feer  aen  de  avond  begonde  te  naederen,ioo 
bsilooten  onfeReligieufen  dien  nagtaenBoord  te  blij  vemen  des  volgenden 
daegs,om  het  binnenfte  des  Eylands  te  befien,  aen  Landt  te  gaen,  waer  nae 
toe  veele  PaíTagiers  ende  Matrofen  nog  dien  avondt  gingen,  van  dewelke 
nog  fommige  voor  den  nagt  weder  aen  Boord  quamemmaer  andere  verble- 
ven den  geheelenagt  onderde  Indianen. 

Des  anderen  daegs  des  morgens  voer  ik  met  de  meefte  andere  Religieufen  Den  Au- 
aen  Land,en  hebbende  aen  eenige  Spaigniaerden  het  waflehen  van  ons  Lij-  theur 
waet  aenbefteet,  foo  verfpreydden  wy  ons  hier  en  daer  van  malkanderen ,  «ekt  te 
gaende  fomwijlen  twee  en  twee  altemet  weder  alle  met  malkanderen aen  op  Lande  op 
andere  tijden  weder  een  ygelijckalleen,ontmoetende  op  onfenwegh  veele  Guadalou- 
Indiaenen  die  ons  gantfeh  geen  quaet  deedden,  maer  in  tegendeel  ons  ?*' 
ftreelden  ende  careíTeerden  even  als  deKinderen  en  ons  haere  vrugten  aen- 
booden,  daer  tegens  van  ons  vorderende  eenige  SpeldemNeftelingen  ofte 
ondeugendeHandfchoenen  die  fy  ons  faegen  draegen,het  welke  ons  dan  de  Mjn£em^ 
vrymoedigheyddedeneemen  van  tot  eenige  van  haere  Hutten  ofte  Huyfen  ^    ¿  der' 
tenaederen ,  in  dewelke  fy  ons  feer  vriendelijk  onthaelden ,  zijnde  de  fel ve  inWoon- 
gebou  wt  by  een  feer  fchoone  Reviercfy  gaeven  ons  onder  andere  van  hae-  <jerSo 
ren  Vifch  en  Geyten-vleefch  te  eeten. 
Op  den  Middag  ontmoeten  ons  op  het  midden  van  den  Berg  eenige  Je-  f 

C  2  *       fuiten 


"'¡T*~ 


—^ 


2-0       I.BoECK.     Foyagte  vanThomas  Gage       V.Cap. 

fuiten  van  het  Schip  St.  Geertruyd,  welke  feer  aendagtelijk  ende  met  groo- 
te  opmerkinge  metfeeker  Mulat  ofte  Hal f-flag  fpraeken ,  gaendedefclve 
gantfch  naeckt  ,  even  al  eens  als  de  andere  indiaenen. 


\V 


\'\V' 


HET    V.   CAPITTEL. 

Aenmerckelijcke  Hiftorie  vanfeecker  Mulat  ofte  Half-Jlagh 
zijnde  in  Sfaignien  een  Chr ijlen  gehoor  en ,  welcke  by -geval 
door  dejefuiten  in  Guadaloupa  ontmoet  wier  de. 

D^.fe  Mulat  was  een  Chriften,  gebooren  binnen  de  Stad  van  Sevilicn  in 
parijen  ,[aïwaerhy  de Slaeve  hadde  geweeft  van  feecker  rijk Coop- 
man,  hy  was  Louis  genaemt  enfprack  de  Spaenfche  Taelevolko- 
Aenmetc-    mentlijckwel. 

kehjcke  Het  was  doen  omtrent  twaelf  jaeren  geleden  dat  hy  fijn  Meefter  ontlopen 
Hiftorie  was,  ter  oorfaeke  van  het  harde  onthael  dat  hy  hem  aendeede ,  en  zijnde  te 
■vaneen  Cadix  gekomen,begafhy  figin  den  dienft  van  een  Edelman  dienae  Amertca 
Mulat,  voer,  welke  hem  met  hem  deede Scheep  gaen.niet  gelovende  dat  fijn  Mee- 
fter oyt  eenige  tijdinge  van  hem  loude  konnen  verneemen,als  hy  in  de  nieu- 
we Weereldfoude  fijn  gekomen- 

Defe  M«/4f,noginverfchergeheugeniiTehebbende5hoeveeleflaegenhy 
van  fijnen  eerften  Meefter  hadde  ontfangen,  ook  vreefendedathy  moghte 
te  weten  komen  dathy  in  America  wassen  hem  van  daer  weder  na  Spangien 
doen  voeren,  of  ook  dat  fijn  nieuwen  Meefter  de  wreedheyd  van  de  oude 
moghte  komen  nae  te  volgen, hebbende  hy  daer  toe  groóte  redeneneer  oorr 
faeke  van  de  flaegen  diehy  t'Scheep  van  hem  onttangen  hadde,  nam  voor* 
¿Jaer  quaemen  dan  van  wat  het  wilde,  liever  onder  de  Indianen  te  willen 
iterven ,  dan  langer  onder  de  flavernye  der  Span  gniaerden  te  leven. 

Stellende  dan  op  diè  wijfe  fijn  leven  in  handen  van  het  goede  ofte  quaede 
geluck ,  verftak  hy  fig agter  het  geboomte  dat  op  het  gebergte  wafcht,tot 
die  tijd  toe  dat  de  Schepen  vertrocken  waren.waernaefigby  de  Indianen 
begeven,  en  onder  defelve eenige  vodderijen,  diehy  fijn  Meefter  onunoo- 
men  hadde,  uytgedeeld  hebbende, wierdt  hy  van  haer  feer  vriendelijck  ont- 
fangen,  foodaanig,  dathy  fig  voor  haer  en  fy  fig  voor  hem  behaeghlijck 
aenftellende ,  fy  met  malkanderen  leefden  even  als  of  hy  van  haeren  Land- 
aert  hadde  geweefto 

Hy  nam  van  tijd  tot  tijd  acht  om  fig  feer  forghvuldelijk  te  verberghen  als 
dé  Spaenfche  Vloten  aenquaemen,  en  hebbende  op  die  wyfe  twaelf  jaeren 
onder  ¿de  Wilden  geleeft ,  hadde  hy  onderwijlen  haereTale  geleerd ,  en  fig 

aen 


— 


LBoECK.    DoordeSpaenfcheWeft-hdien.   V.Cap.     21 

aen  een  van  haere  Vrouw-luyden  vertrouwt,by  dewelke  hydoemaels  drie 
levendige  Kinderen  hadde. 

Defe  Jefuiten, hebbende  hem  dan  nu  by  gevalle  ontmoet, en  bemerkende 
eer  door  fijn  kort  gekrulde  Hooft-hair  dat  hy  een  M u/at  was  dan  door  fijn 
íaluwe  ende  geele  Couleur,om  dat  alle  de  Indianen  fig  de  geheele  huyd  mee 
cenroode  verwebeftrijeken,  fo  viel  haer  aenftonts  'm  op  wat  wijfehy  daer 
mogte  geraekt,  ende  aldaer  niet  anders  gekomen  zijn  dan  door  middel  van 
eenigeSpaenfche  Scheepen  ,  foodaenig  datfy  hem  aenfpreeckende  ,  en  be- 
vindende dat  hy  de  Spaenfche  Talen  verftond ,  uyt  hem  de  waerheyd  van 
fijne  gefchiedeniiïe  vernaemen. 

Als  wy  nuby  haer  gekomen  waeremfo  begonden  wy  gefamentlijkdefen 
armen  Ch  riften  te  vermaenen  tot  het  verlaeten  van  dat  ellendig  leven,  in 
het  welke  hy  dog  fijne  Saeligheyd  niet  vinden  konde,  belovende  hem  fijne 
vryheydfohy  met  ons  wilde  gaen. 

Die  arme  Menfche,  diet'federt  twaelfjaeren  niet  een  woordt  van  den 
waeren  Godt  gehoordt  hadde ,  en  die  nevens  die  blinde  Heydenen  Hout 
ende  Steen  aenbadt ,  fchreyde  evenwel  heete  traenen  ib  drae  hy  weder  van 
JESUSCHRISTUS,vandeverdoemeniiïe  der  Helle,  en  van  de  eeuwige 
vreugde  van  het  Paradijs,  hoorde  fpreeken ,  ons  verfeekerende  dat  hy  feer 
gaerne  met  ons  ibude  gaen,  ten  waere  hy  hier  in  wederhouden  wierdédoor 
fijne  Vrouw  en  kinderen ,  die  hy  tederlijk  beminde  en  niet  konde  verlaten ; 

Waer  op  wy  hem  antwoorden,dat,fo  by  defelve  ook  met  hem  wilde  ley- 
den,  hy  door  dat  middel  haerezielen  foude  kon n en  behouden  ,  en  dat  wy 
hem  verfeekerden  dat  wy  ordre  foude  ftellen  en  forge  draegen  ,  dat  nog  hy, 
nog  fijne  Vrouwcnog  fijne  Kinderen ,  het  noyt aen  middelen » tot  haer  on^ 
derhoud  nodig,  foude  on  tbreecken. 

Defe  half-flag  luyfterde  naedit  allesfeer  neeritelijk,  maer  hy  wierde 
terftont  door  feckerefchrick  bevangen,door  dien  hy  eenige  Indiaenen  fag 
pafieren,die  bemerkt-hadden  dat  hy  fo  een  lange  wijle  met  ons  hadde  ftaen 
praeten ,  dat  was  de  reden  waerom  die  arme  Menfche  gantfeh  bevreè^t  tot 
ons  feyde,  dat  hy  in  gevaer  van  fijn  leven  was,om  dát  wy  hem  gekend'nad- 
den^en  dat  hy  vreefde  van  de  Indianen  gedood  te  worden,  die  in  agterdogt 
waren ,-vart  dat  wy  hem  met  ons  wilden  voeren,  dat,  fo  wy  dat  deeden  ,  ge- 
lijck  men  in  het  Dorp  feyde ,  wy  hare  vnndfehap  wel  haeftin  op-lopent- 
heyd  ende  raefernije  tegens  ons  foude  fien  veranderen. 

Maer  wy  antwoorden  hem  dat  hy  geene  vreefe  moeite  hebben  wegens1 
het  geene  dat  fy  tegensons  foude  willen  onderftaen,  dat  wy  feer  wel  van 
Soldaeten  ende  Gefchut  voorfien  waeren  ,  om  fo  wel  ons  als  G¡n  leven  W 
befchermeri:,  dat  hy  maer  förge  foude  draeghen  om  fijn  Vrouwe  ende  Kin- 
deren aen  hetStrand  te  brengen  ,  rer  plaetfedaer  ons  Volck  haer  Lijwaet 
drooghden ,  welcke  hem  dan  wel  fouden  befchermen  tegens  alle  die  gee- 
Eie  die  hem  eenigh  leet  fouden  willen  aendoen,  en  dat'er  een  bareque 

C  3_:  fou- 


&r 


-wp«.    m*        ■.  


Blinden 
y  ver  der 
Mor.icken 


22     I.  Boeck.       FöyagievanThomasGage      V.Cap." 

foude  gereed  leggen  om  hem  inteneemen  ,  ende  nevens  fijn  Vrouwen 
Kinderen  aen  het  eene  ofce  ander  Schip  te  brengen. 
De  Mulat  beloofde  het  geene  wy  hem  geraeden  hadden  in  het  werk  teilel- 
len ,  en  dat  hy  door  een  aardigheyd  fijn  Vrouw  ende  Kinderen  aen  hef 
Strandt  fouden  brengen  jOnder  voorwendinge  van  haere  waeren  aen  de  on- 
fe te  verkopen, mits  dat  fig  doe  ook  eenige  Jeiuiten  ,die  hy  ligtelijck  aen  hare 
fwarte  Tabbaerden  fouden  konnen  kennen,  moeiten  bevinden,  om  hem  in 
eenBarqueteontfangen,  en  by  gevolge  aen  de  Schepen  te  voeren. 

Hier  op  fcheydde  hy  dan  van  ons*  t'eenemael  voorgenomen  hebbende , 
immers  fo  het  ons  icheen ,  te  doen  het  geene  hy  ons  belooft  hadde. 

Onfe  vreugde  was  groot.in  de  hope  die  wy  gefchept  hadden,van  vijf  zie- 
len uytdeduyfterniiTenvandeHeydenfche  Afgoderijete  fullen  trecken , 
om  haer  het  ligt  van  het  Chriftendom  te  doen  genieten. 

Vooral  ftack  die  vreugde  onder  de  Jefuiten  uyt,die  den  AÍ«Aí¿  eerft  aen¿ 
gefprooken  hadden,  hoopende  datdiefaeke,  foofygeluckelijckquaeme 
uytvallen,  haer  niet  weynig  eere,  aenfien  ende  geloof  foude  toebrengemin 
den  voortgank  van  hare  Sendinge. 

Nae  dat  fy  haer  af-fcheyd  van  ons  genoomen  hadden3haefteden  fy  fig  om 
weder  aen  de  Zee  te  komen,  endeden  Admirael  ken  niiTe  te  geven  van  het 
geene  (y  gedaen  hadden,  en  te  beftellen  dat  de  Boot  van  haer  Schip  vaerdig 
foude  fijn  om  de  Mulat  Louis  met  fijn  gantfche  Huys*gefin  in  te  nemen. 

Wy  keerdden  ook  weder  nae  het  ftrand,om  te  fien  of  onfe  Hemden  ende 
andere  Kleederen  droog  waeren,  endeielve  gereed  ende  onfe  Bood  aen 
Land  gevonden  hebbende,ioo  begaf  fig  het  meefte  gedeelte  van  ons  Gefel- 
fchap  j  nevens  my,  aen  Boort  van  ons  Schip,  laetende  twee  ofte  drie  van  de 
onfeaen  Land,nevèns  veele  van  de  andere  Schepen,en  byfonderlijk  van  de 
Jefuiten ,  die  haereproyeverwagteden. 

Soo  drae  als  wy  aen  ons  Schip  waeren  gekomen,bevond  fig  het  meefte 
gedeelte  van  onfe  Religieufen  foo  brandende  van  y  ver,  ter  oorfaeke  van  de 
vrientfchap  die  ons  die  Wilden  betuygt  hadden,dat  fy  wilden  vaftelijk  voor- 
neémen  om  in  ,dat  Eyland  te  verblij  ven,en  haer  aldaer  needer  te  flaen,om 
haer  tot  het  Chriftendom  te  bekeeren,fig  inbeeldende  dat  die  faekefecr  ge- 
mackelijk  om  te  doen  foude  vallen,z,ijnde  dat  Volk  van  een  feer  foeten  aert, 
ook  was'er  gantfch  geen  gevaer  om  onder  haer  te  blijven  woonen,ter  oor- 
faek  van  de  Spaenfche  Vloten,  welke  Jaerlijcks  aldaer  paiTeren de,  feerlig- 
telijk  fouden  köaaen  verneemen  naehetonthael  datmen  haer  aendeede. 
Oock  waeren 'er  andere  die  door  den  y  ver  fo  feer  niet  verhit  waeren3en  die 
haer  voorwierpen  dat  fulcks  eene  ruykeloosheyd  foude  zijn,endeeen  grote 
fotternye,fijn  leven  op  foodaenige  wijfe  onder  die  woefte  ende  barbarifche 
Menfchen  te  willen  waegen,levende  fy  veel  eer  als  de  wilde  Beeften  dan  als 
reedelijkeSchepfelen. 

Dog  die  gene,  die  het  meefte  ontfteecken  waeren,  veragteden  alle  die 

reede- 


■ 


WÊaam 


i 


fej    E 


■i 


' 


*%¡£ 


• 


LBoeck.     DoordeSpaenfcheïFeJl-Indién.    V.  Cap.     23 

reedenen,  feggendcdat  het argfte,  dathaerfoudekonnen  overkomemwas 
door  die  Widden  vermoord,opgeoffert  ende  gegeeten  te  wordenden  dat  het 
alleen  om  fulks  was  dat  fy  uy  t  Spanjen  getrocken  waren,ten  eynde  fy  met  de 
Kroone  van  het  Martelaerfchap  fouden  mogen  verciert  worden ,  ende  te 
mogen  ftqrvendenacme  van  JESUS  CHRITUS°belijdende,en  fijnEu- 
angelium  onder  de  Heydenen  predikende.. 

Terwijlen  wy  nu  over  dit  Huk  malkanderen  luftig  met  woorden  te  keere 
gingemfaegen  wy feer  fch  ielijk  een  groot  gewoel  en  tumulte  op  het  Strand, 
vlugtende  ons  Volk  gintsen-herwaer'ts,  haer  Lijwaetverlaetende,  en  loo- 
pende  met  groóte  haeft  nae  de  Sloepen  ende  Booten  ,  die  fy  fo  veerdig  en 
haeftig  vervulden,  dat  eenige  van  defelve  foncken,  nevens  alle  die  gene  die 
daerinwaeren. 

Maer  het  gene  ons  het  meefte  dede  erbarmen,  was  het  deerlijk  geroep  van 
de  armen  Vrouwen,  van  dewelke  figveele  te  water  begaven,  willende  dat 
liever  doen  in  hope  van  door  eenigeBood  ofte  Chaloupen  gevift  te  werden, 
of,  ophetergíte,  te  verdrinkemalsfig  gevangen  te  geven,  ende,  daernae 
wreedelijk  door  de  Tndiaenen  vermoord  te  worden. 

ín  het  midden  van  de  verwonderinge,  in  dewelke  ons  die  fchielijke  ver- 
anderinge,  van  dewelke  wy  de  ooriaek  niet  witten,  gebragt  hadden,  fagen 
wy  een  groóte  meenigte  Pijlen  van  agter  de  Boomen  van  het  Bofch  komen 
vliegen,en  daer  door  bemerckten  wy  voor  feeker  dat  de  Wilden  tegens  ons 
volk  opgeftaen  waeren . 

Dit  woelen  en  duerde  geen  half  uer,wan  tonfen  Admirael  deede  aenftonts 
twee  a  drie  ítucken  Gefchut  loiïen ,  en  font  een  Compagnie  Soldaten  aen 
Land,om  het  ftrand  nevens  ons  Volk  te  bevrijden,het  welke  dan  aenftonts 
uytgevoerd  wierde.endede  Indianen  verftroyden  fig,  ten  eerften  haer  op 
de  vlugt  begevende. 

Onfe  Sloep  bragt  drie  Religieufen  aen  Boord,die  aen  Land  gebleven  wa- 
ren, en  veele  van  onie  andere  Paflagiers;  onder  onfe  Monikken  was'er  een, 
genaemt  Frater  fuan  de  la  Cueva  die  gevaerlijk  in  de  fchoudcr  gewond  was . 
Hy  haddemy  feer  gebeden  om  nevens  hem  aen  Land  te  blijven,  maer  ick 
konde  daer  toe  niet  verftaen,  en  daer  door  ontqiiam  ik  die  dulle  ende  wree- 
de  aenval  der  Indianen. 

Boven  die  geene  die  verdrcnken,welke  naemaels  aen  het  ftrand  wierden 
gehaeltjten  getalle  van  vijfthien ,  vontmen  drie  Jefuiten  op  het  fantuytge- 
ftreckt  leggen,  en  nog  drie  andere  die  gevaerlijk  gequetft  waeren,ook  wa- 
ren drie  PaOägiers  gedood  en  thien  verwond,  boven  nog  drie  andere  die- 
men  noyt  levendig  of  dood  konde  vinden ,  waer  door  men  oordeeldde  dat 
de  Indianen  defelve  in  het  Bofch  ontmoet  ende  vermoord  hadden. 

Onfe  Mulat  Louis,  was  tegens  fijne  beloftcniet  gekomen ,  maer  wel  in 
fijne  plactfe  een  geheel  Leger  van  Indiaenfche  Verraders^fulcks  deede  ons 
geloven,of  dat  hy  felve  ontdekt  hadde  het  voorneemen  van  de  Jefuiten,  om 

hem 


Tumult  op 
hetStranr, 


Loffelijke 
refolutie 
van  eeenige 
Vrouwen. 

De  Wilden 
beveghten 
deSpai- 
gniaerden. 
Dogh  wer- 
den verdrc- 


Eenjaco- 
bijner  Mo- 
nickge- 
quetft. 


Drie  Jefui- 
ten gedood 
ende  drie 
gequeft. 


— 


Ooríaeke 
van  dien 

op-loop. 


Waght  tc- 
gens  de 
Indianen.. 


II 


De  Vloot 
verfiet 
iigh  van 
waeter. 


Vertreck 
van  Quada 
tóupa. 


24    I.  Boeck.       Vbyagie  van  Thomas  Gage      V.Cap 

hem  met  Vrouw  en  Kinderen  mede  re  voeren,  of  dat  de  Indianen,het  felve, 
door  de  lange  famerripraeck  die  hy  met  ons  gehouden  hadde,vermoedende> 
het  hem  hadden  uytgeperft  en  doen  belijden. 

Het  is  feer  waerfchijnlijck  dat  dat  deoorfaeckevan  haeren  opftand  was, 
want,gelijckjLouis  gefeght  haddcdat  hy  haer  aen  haere  Cwarte  Tabbaerden 
foLide  bekennen,  foo  fchijnd  het,  dat  hy  haer  daer  door  beter,  dan  de  andere, 
aen  de  Indianen  hadde  kon n en  af-beeíden,want  men  bemerkte  dat  hare  Pij- 
len het  meeft  op  die  fwarte  Couleur  hadden  gemunt  gehad  ,  en  dat,  in  min- 
der dan  een  vieren-deel  uers,vijf  van  haer  íbo  gedoodt  als  gequetíí  waeren 
gheweeft. 

Onfe  Soldaeten  hielden  die  geheele  nagt  waght  op  het  ftrand3haere  Mus- 
ketten dickmaelen  loiTende,om  daer  door  de  Indianen  te  vervaeren,  welcke 
ons  nae-maels  oock  niet  meer  verfcheenen. 

Wy  die  aen  Boort  waeren  rufteden  niet  veel  meer  dan  zy ,  want  wy  waren 
den  gan  tfchen  nagt  op  onfe  hoede,  uyt  vreefe  dat  de  Indianen,des  nagtsmet 
den  duyfter, onfe  Schepen  fouden  komen  aentaften,  hopende  ons,geduren. 
dedenaght-rufte,  te  overvallen. 

Sommige  hadden  meedelijden  met  de  gedoodde  ende  de  verdronckene , 
andere  weder  beklaegden  onfen  gequetften  Frater  f  uan  de  la  Cueva ,  die  dien 
geheelen  naght  groóte  pijne  in  fijnen  verwonden  fchouderleed,ende  derde 
fpottendemetonfeyverigeMonicken,  welke  in  dat  Eyland  hadden  willen 
gaen  woonen  ,  om  die  woefte  Menfchen  te  bekeeren ,  haer  feggende ,  dat  fy 
middel  fouden  gevonden  hebben,om  haer  van  het  Martelaerfchap  te  verfae- 
digen ,  want  hadden  fy  maer  tot  aen  den  avont  toe  aen  Land  gebleven ,  vfoo 
fou  den  fy  haer  tot  de  Maeltijd  hebben  bereyd  endegaer  gemaeckt. 

Dog  na  die  daet  faegen  wy  dat  haeren  y  ver  ende  luft  feer  was  verkoelt,  en 
datfy  geen  luft  meer  hadden  om  by  fo  Barbarifch  een  Volk  te  woonen,  maer 
in  tegendeel  wenften  fy  nergens  meer  om,dan  dat  den  Admirael  welhaeft  de 
Seyn-fchoot  foude  ichieten,om  daer  op  de  Anckers  te  ligten ,  ende  van  foo 
gevaerlijck  een  plaetfe  te  vertrecken. 
Des  morgens  deeden  alle  de  Schepen  haer  befte  om  het  water  aen  Boord  te 
krijgen ,  dat  haer  tot  het  volbrengen  van  haere  Reyfe  nodigh  wás ,  en  men 
bsfettehet  Strand  ende  de  Rieviere  met  goede  waght,  tot  befcherminge  van 
ons  Volck  dat  met  die  dingen  befich  was. 

Wy  faegen  die  gantfche  uchtent  gantfeh  geene  Indianen,  ook  vernaemen 
wy  geene  tijdinge  van  die  drie  Mannen  die  ons  nog  ontbraecken,foodaenig 
dat  wy ,  nae  dat  wy  ons  volkomentlijck  ververft  hadden,  tegens  den  middag 
onfe  Ankers  opwonden  en  onfe  Reyfcmet  een  gonftigeende  voorfpoedige 
.  wind,  die  ons  met  vreughde  de  Reede  van  het  Eyland  van  Guadaloupa  deede 
verlaeten ,  nae  Ierra  Firma  ofte  het  vafte  Land  veryolghden£ 


HET 


■  ■■■ 


I.Boeck.     Door  de  Spaenfche  fPeft-Lidiën.  VI.  Cap.     25 
HET  VI.  CAPITTEL, 

Vervolgh  van  onfe  Reyfe  totaen  St.  Juan  d'Ulhua  ,  anders 
genaemt  Vera  Cruz  3  en  hoe  wy  aldaer  aenquaemen. 

WY  leyldden  op  den  twee-ën-twintighften  dagh  vanAuguftus  foo 
voorfpoedelijkdat  wy  die Ey landen  wel  haeft  uythet  gelicht  ver- 
looren. 
Den  oploop  der  Indianen  gaf  ons  ftoffe  tot  een  lang  difcours,en  maekte  ^oef- 
dat  eenige  van  onfe  Religieufen  begonden  berouw  te  krijgen  van  dat  fy  rfï  . ™f    . 
aengenoraen  hadden  delndiaenen  te  gaen  bekeeren,en  fy  fouden ,  hadde       mckeü' 
.hetinhaeremagtgeweeftjiig  daer  van  wel  hebben  willen  ontiken. 

Dog  onfe  Superieur  Calvo  dede  alles  wat  hy  konde  om  ons  den  moet  we-  Werd  door 
der  in  te  fpreeken,ons  veele  Hiftorien  van  den  goeden  inborft  van  de  India- Calvo  . 
nen  van  de  Philippijnfche  Eylanden ,  nae  dewelke  wy  gingen ,  vertellende,  gematst. 
van  de  welcke  het  meefte  gedeelte  alChriftenen  waeren,dieeen  uytnee- 
mende  eerbiedighey  t  aen  hare  Prieflrers  bewefen,feggende  ook  dat  die  gee- 
ne,  welcke  nog  tot  het  Chriftendom  niet  bekeert  waeren,foodanig  door  de 
maght  van  de  Spaenfche  wierden  in  toom  gehouden,  dat  fy  niettegens  ons 
fouden  derven  onderftaen. 

De  voornaemfte  iorge  die  wy  geduerende  de  twee  eerfte  dagen  hadden, 
was  om  onfe  Annanajjen ,  dio  wy  van  de  Indianen  gereuyld  hadden  wel  te  Bcfchrij- 
beforgen.  Die  vrucht  behaegde  ons  alle  wonderlijken  weLen  daer  was  nie-  ving  van  de 
mand  onder  ons  die  defelve  niet  alfoo  goed  ofte  beeter  achte ,  dan  alle  de  Annanas- 
yrugten  van  Spaignien.  Men  pluckt  die  niet  rijp,maer  terwijl  fy  nog  groen 
is,men  hangt  die  dan  nog  eenige  daegen  aen  de  folder,alwaer  fy  volmaeck- 
telijk  rijp  ende  geel  wordt ,  foodanig  dat  yder  ftuckjen  van  defelve  foeter 
dan  Honingh  bevonden  werd. 

Ons  Suyker-ried  was  ons  niet  minder  aengenaemrwanneer  wy  uyt  het  fel-  Suycker- 
ve  de  foete  vogtigheyd  fogen  om  ons  den  mont  te  ververiTchen.  5"*; 

De  eerfte  weeke  en  aeten  wy  by  nae  anders  niet  dan  Schilt- padden,die  ons   Schildpad- 
als  Zee-monfters  voor-quamen,om  dat  wy  die  te  vooren  noyt  hadden  ge-  den' 
fien  ,  hebbende  fommige  van  defelve  meer  dan  een  elle  in  de  breedte ;  haer 
fchild  ofte  ichulpe  was  foo  hard,  dat  het  radt  van  een  gelaedene  Karre 
daer  over  konde  rollen,fonder  defelve  te  breecken.  „,  ; 

Wy  waeren  feer  verwondert  alsmen  defelve  voor  de  eerftemael  voor  ons  g^roü- 
opende,  iïende  het  groot  getal  van  de  Eyeren  die  fy  in  het  lijf  hadden,  door       en(je 
dien'er  in  de  kleynfte  meer  dan  duifent  waren. Onfe  Spangiaerden  maekten  nuttjg_ 
goetCandeel  van  defelve,  mengende  fpecerijen  daer  onder.  Hetgeenewy  hCYC]. 
van  het  lichaematenfeheen  veel  eer  Vleefch  dan  Zee-vifch  te  zijn,  het  wel- 

D  ke 


. 


Een  ge- 

quetfte 

Jacobijner 

Monick 

ftcrft. 


Sijneuyt- 
•vaere. 


Oock  fterfc 
eenjefuit. 


Syfien 
Porto  Rico 
ende  St. 


De  Vloote 

icheyd 

Yaneen. 

Groóte 
ftilre. 


Vis- 
vangft.. 


20     I.Boeck.       Foyagk  vanThomas  Gage       VI.  Cap. 

keeenweynigmetfoutbeírróitz,ijnde,ende  twee  of  drie  dagen  in  de  lughc 
gehangen  hebbende»- t'eenemae'l  van  fmaeck  was  als  het  Kalfs-vleefch,  foo 
dat  wy'geduerende  eenige  daegen  onfe  Hoenderen  ende  Schaepemals  oock 
ons  gefouten  OíTen-vleefch  ende  onfe  Hammen  niet  wilden  aenlien, dewijl 
wy  dietljdtgeduerendeden  overvloed  van  Zee-kalfs-vleefch  hadden,om  de 
graegheyd  van  onfe  maegen  te  verfaeden. 

Nae  vier  dagen  feylensjftierf  onfen  Religieus  fuan  de  la  Cueva  die  door  de 
Indianen  was  gequetft  geweeil ,  fijn  geheele  licchaem  was  gei  wollen ,  het 
welke  ons  deede  geloven  dat  dePijle,  met  dewelke  hy  in  de  borft  was  ghe- 
trofTen  geworden  ,  vergifricht  hadde  geweefl-. 

Sijne  uytvaertwierdegehoudenmetfooveeleplegtelijkheden  als  wy  daer 
toein  ons  Schip  konden  by  brengen, en  hy  hadde  de  groóte  Oceaen  tot  fijn 
graf. 

Wy  bonden  twee  feer  fwaere  fteenen  aen  fijne  voeten,foo  veel  aen  fijne 
fchouderen,  en  een  op  fijn  borft,  en  nae  dat  wy  den  Dienft  der  overledenen 
over  hem  gefongen  hadden,  foo  wierde  fijn  licchaem,  dat  aen  twee  touwen 
gehegtwas,  buy  ten  het  Schip  gehij  ft ,  enmenliethetterfelvertijdt  inde 
Zee  vallen,  terwijlen  alle  het  Scheeps-volk  goede  Reyfe  riep,  en  men  het 
GefchutvanhetSchiplofteomdatlighaemdelaetfte  eereaente  doen  ,het 
welke,  door  de  fwaerte  der  fteenen,  ten  eerften  te  gronde  ginck,  en,  voor 
altoos,  uythetgefichteder  Menfchen  verdween. 

Wy  faegen  in  het  Schip  St.Geertruyd  defelve  Ceremoniën  plegen,wegens 
het  Lijk  van  een  Jefuit,die  een  van  de  drie,die  door  de  indianen  van  Guada- 
hu-pa  gequetft  waren ,  was,  en  die  even  als  onfen  Religieus,  was  overleden, 
zijnde  mede  fijn  gantfche  licchaem,  door  de  kracht  des  vergifs ,  gefwollen. 

Nae  die  tijd  begonde  onfe  Scheeps-vaertvermaëkelijcker  dan  te  vooren  te 
worden,wantwy  liepen  het  Land  van  Porto-Kjco  in  het  gefichtvoorby ,ghe- 
lijck  oock  nae  dat,het  groóte  Eyland  St  Domingo, 

Ons  Gefelfchap  begonde  op  die  plaetfe  te  verminderen,  eenige  van  onfe 
Schepen  feylden  na  Porto-Rjco  en  nae  St.  Domingo,enáe  andere  weder  fetten 
haer  Cours  op  Carthagena,  op  de  Havana,  op  famaica,  op  Honduras  ende  op 
fucatan. 

Daer  en  bleef  dan  van  onfe  Vloote  niet  by  ons  dan  de  benepen  die  nae 
Mexico  moeften ,  waer  nae  toe  wy  gedueriglijk  onfen  Cours  voort  fetten, 
tot  dat  wy  quaemen  ter  plaetfe  welke  de  Spaigniaerden  het  diep-loot  van 
Mexico  noemen,  want  op  die  plaetfe  moeften  wy  het  loot  dikmaelenuyt 
werpen,om  den  grond  te  peylen,zijnde  ondertufïchen  de  Zee  {o  calm  ende 
de  windfo  ftillcdat  wy  daer  door,  by-naeden  tijd  van  geheele  acht  daegen* 
niet  van  plaetfe  veranderden. 

Geduerende  den  felven  tijdt  fchepten  wy  groot  vermaek  m  de  Yiiierye, 
en  voor  al  vongen  wy  veele  Dor ados, met  dewelke  wy  ons  vrolijk  maeckren, 
fpaerende  meteenen  door  dat  middel  den  leeft-togt  die  wyuytSpaignien 


hadde  meede  gebragt. 


Doch 


I.  Boek.    door  de  Spaenfche  Weft-Indièn,  VÍ.Caí.     27 

Dochdehette  was  fo  boven  gewoonlijk  groot,datwy  by  dagen  gantfch  Onlijde* 
geen  vermaek  konden  fcheppen,  wantde  weerfchijn  van  deftraelen  der  lijcke  hitte, 
Sonne,  dieden  geheelendagin  het  water  of  op  hecpeck  van  onfe  Schepen 
fcheen,verweckte  in  delugteenefoobrandendehitte,datwy,foo  lange  den 
dagduerde,  door  het  fweeten  altoos  door-nat  waren;  het  welke  ons  dwong 
om  het  meefce gedeelte  van  onfe  Kleederen  te  verlaten. 

De  avond-íionden  ende  de  nagten  vielen  wat  verdraeglijker,  niet  te  min 
was  de  hitte ,  die  de  Sonne,  des  daegs ,  in  de  iijden  ende  in  de  planken  van 
ons  Schip  hadde  ingedrukt*  ibo  groot,dat  het  ons  niet  mogelijk  was  onder 
den  overloop  ofte  in  onfe  Koyen  te  ilaep  en,  maer  wywaeren  genootfaekt 
de  nachten  in  onfe  Hembden,al  wandelende  ofce praetende  op  den  O  ver- 
loop,_doorte  brengen. 

De  Matrofen  begaeven  fig,  vermaecks  halven,  tot  het  baeden  ende  het 
fwemmen  in  de-Zee,  dog  de  ongeluckige  dood  van  haere  meede-macker , 
daer  ick  aenftonts,van  dencke  te  fpreeken ,  dede  haer  wel  haeftdat  flag  van 
tijdkortinge  verlaeten. 

Hoernen  m eer  na  Terra  Firma  naedert  hoemen  oock  meer  bevind  dat  de  Haven. 
Zee  vervult  is  met  feekere  van  Monftreufe  en  feer  groóte  Viflchen »  die  de 
SpaenfcheTí¿ArúWf,deFran$oyfen  van  Norman dy en  Requiem,  en  de  Hol- 
landers Haven  noemen. 

Sommige  Lieden  bedriegen  fich,wanneer  fy  defen  Vifch  voor  de  Cayman  Verfchil 
ofte  Crocodil  houden ,achtende  defelve  eeneendedefelvefaeketezijn,en  tuíTchen  de 
geloovende  dat'er  in  Zee  niét  is  dan  Crocodil  ofte  Cayman,  welckemen  Hayen  en- 
door een  misgrijp  Tiburón  noemt,  die  Menfchen-vleefch  eet,en  die  met  ee-  ^e  de  Cro- 
nen  beet  hem  een  geheel  Lidt  af-fcheurt,  ja  felven  met  hem  te  gronde  gaet.  c°dillen. 

Dog  fy  vergrijpen  haer  feer  grovelijk,  wantde  Crocodil  heeft  het  gehee- 
le  Lijf  met fchubben  bedekt,  daer  de  Haye niet  eeneeenigefchubbe  heeft, 
zijnde gantfch  fijn  Licchaem  alleen  met  een  dickehuydt  bedekt,  even  als 
meeft.alle  andere  groóte  Zee-viíTchen. 

Hoewel  de  Indianen  den  Cayman  eeten,fo  wíllen  haer  dog  de  Spaigniaer- 
den  daer  in  niet  naevolgemmaer  wel  nuttigen  fy  van  de  Hayen. 

Wy  vingen'er  een  met  een  y  fere  drie  tandige  Harpoen , en  als,  hy  die  in  de  Een  Hay 
Huyd  hadde,  haeldemenhem  een  Cabel-touw  onder  het  Licchaem  door,  gevangen.' 
en  fo  wierde  hy  in  het  Schip  gehijft. 

\    Hy  was  ioo  groot  dat  vijftien  Mannen  moeyte  genoeghadden  om  hem  Sijne  Won- 
binnen Boord  te  krijgen;  het  was  een  fcbrickelijck  Gedierte  om  aen  te  fien,  derlijcke 
zijnde  ten  minften  twaelf  ellen  langhamen  deedehetinhetfoutleggen,en  groóte, 
wy  bevonden  dat  het  eer  de  fmaek  van  Vleefch  dan  van  Vifch  hadde^even  fo 
als  ik  van  de  Schild-padden  gefegt  hebbe.  Defe  Hayen  fijn  alfoo  feer  verlec- 
kert  op  het  Menfchen-vleefch  als  de  Crocodillen  ,  en  wy  faegen  een  groot 
getal  van  defelve  in  defe  quartieren  van  de  Mexicaenfche  Zee. 
DoordiendeSpaigniaerdenfignugedueriglijkbaededen  op  de  zijde  van  Een  Boots* 

D  2  haer 


■ 


i8       I.  Boeck.    Voyagie  vanThomas  Gage      VI.  Cap. 

gefel  door  naere  Schepen,  al  waer  het  gevaer  van  de  Hayen  niet  foo  groot  is,  om  dat  fy 
een  Haey  aemeenlijk  niet  nae  aen  het  Boord  van  deielve  koomen ,  foo  gebeurde  het 
verflonden.  jj^  een  ¡yjatroos  yan  het  Schip  St.  Francifcus ,  wat  kloekmoediger  zijnde 
dan  wel  de  andere,  willende  het  waegen  van  fijn  fchip  aen  een  ander ,dat  dig- 
te  by  het  felve  was,tefwemmen3om aldaer  eenige  van  fijn  Vrienden  te  gaen 
befoekemellendelijk  de  proye  ende  het  Aes  van  een  defer  Viiïchen  wierdt, 
en  eerraen  een  Bood,  om  hem  te  hulpe  te  komemin  Zee  konde  fetten,foo 
faegen  wyhemdriemaelen  door  dat  gedroght  onder  het  water  trecken,het 
welke  hem  een  beemeen  arrmende  een  gedeelte  van  een  fchouder  af-beet, 
men  vond  daer  nae  de  reit  van  het  Licchaem,  het  welke  uyt  het  water  ge- 
trocken.ende  aen  Boord  van  het  Schip  Sr.Francifcus  gebragt  wierde,alwaer 
men  fijne  uy tvaert  hield,op  defelve  wijfe  als  men  aen  Frater  \uan  de  la  Quv> 
^4gedaenhadde. 

De  Kon  inglijke  Propheet  fegt  in  den  hondert  en  fevenden  Pfalrmdat  die 
geene ,  die  met  Schepen  op  de  Zee  varen ,  de  wereken  des  Heeren  fien ,  en 
fijne  Wonderen  in  de  diepten  der  wateren;  want  fy  fien  daer  niet  alleen  de 
Walviiïchen  ,  maer  ook  veele  andere  gedrochten ,  welke  als  Monftersde 
¿erke  ende  kloeke  Mannen  vermeefteren,  door  de  herhaelde  aenvallen  van 
haere  lange  en  fcherpe  tanden,  geheele  Leeden  van  defelve  met  vleefch  ea 
been  inilickende.  ,  . 

Dat  ongeluck  bedroefde  onfe  geheele  Vloote  drie  daegen  lang  gedueren- 
de^ae  dewelke  het  Godt  de  Heer  beliefden  de  onmatige  hittcdie  wy  gele- 
den hadden  ,  te  maetigen,  door  een  friffchen  ende  voorfpoedige  wind ,  die 
ons  tot  ons  geluck  van  die  ftilte  verloften, door  dewelke  wy  noodfaekelijck 
hadden  moeten  fieck  worden,indien  die  langer  ons  hadde  by- gebleven- 
'.     .  Nae  dat  wy  nu  drie  daegen  hadden  gefeylbgebeurde  het  op  een  Maendagh 

ft  L    d  des  morge^s  ten  *"even  ucren>  datifoq  als  een  van  onfe  Religieufen  doende 
va  e    an. .  ^^  ^  ^  MíQq  te  feggen  ,  een  Matroos  iig  over-eynde  begaf,  roepende 
met  luyder  ftemme  tot  drie  maelen  toe,.Land !  Land !  Land ! 
Dit  roepen  verweckte  fodanige  vreugde  in  ons  Schjp.dat  alle  het  Scheeps- 
iröver.    volck  fig  op  de  beenen  begaf  om  het  vafte  Landt  van  América  te  iien  ,  en  fy 
waeren  fo  verruckt  door  de  blijdfehap  die  fy  hadden  van  fig  te  fien  aen  ge- 
komen ter  ptaetfe  daer  fy  foo  lange  nae  verlangt  hadden,  dat  fy  den  Prieile? 
den  Dienft  aen  het  Altaer  alleen  lieten-vol-brengen. 

Men  was  dien  geheelen  dag  op  de  Schepen  uyttermaeten  vrolijck,en  on- 
fen  Superieur  Cá/voregte  een  groóte  moord  aen  onder  ons  Pluym-gedier-. 
te,om  fijne  Monicken  dien  dag  wel  te  onthaelemhebbende  hy  te  vooren  ee- 
nig  fints  fpaerfaem  met  het  felve  geweeft. 

Ten  thien  ueren  faegen  wy  het  Land  vlak  voor  ons  leggen ,  en  wy  fetten 
alles  by  wat  wy  konden  om  het  felve  te  befeylen. 

Dogh  onfen  Admirael,die een  verftandigh  Man  was,kennendede  gevae- 
ren  diemen  op  die  kufte  loopt,en  voor  al  in  het  infeylen  van  deHavemdoor 

de 


Groóte 
vreughde 


Gevaer  in 
het  Land 


■H 


I.  BöECK.    DoordeSfaenfcheWed-hdiën.  VLCap.     29 

de  menigte  van  de  onder  het  water  leggende  Klippemwelke  men  kent  door  aen  te 
da  Baeckens  ende  teeckenen ,  die  men  op  defelve  heeft  om  de  Schippers  te  doen 
waerfchou  wemen  bemerkende  dat  wy  met  de  windt  die  doen  woey  niet  in 
de  Haven  fouden  konnen  komen  dan  op  den  avondt,  vreefde  daer  nog  by 
datdenNoorden  wind  die  feer  gevaerlijk  is  op  dieKufte.en  die  gemeenlijk 
in  September  waeyt,mogte  komen  fig  te  verheffemen  aifo  onfe  Schepen  in  Den  Raed 
gevaer  brengen  van  op  die  Klippen  te  ftranden ,  derhalven  beriep  hy  den  daer  over 
Raed  van  alle  de  Stuerluyden  van  onfe  Vlote.om  met  haer  te  overleggen  of  beroepen, 
het  beter  was  dus  met  volle  Seylen, fo  als  wy  deden  ,  voort  re  varen,  fn  hope 
van  nog  goed  tijts  in  de  Haven  te  komemdan  wel  het  Land  met  onfe  Mars- 
feylen  maer  wat  te  naderen ,  om  des  anderen  daegs  morgens  de  Haven  met 
meer  veyligheyt  aen  te  doen ,  door  behulp  van  de  Boten  die  men  ons  van 
Landibude  toefenden.  / 

Hetbefluyt  van  de  raed  was  dien  avondthet  Landt  nietaíteveelüenaede-  Deflelfsbe- 
rem  en  dat  uyt  vrefe  van  door  den  nagt  overvallen  te  worden  jen  dat  wy  alle  iluyr. 
onfe  Seylen  uytgefondertdeVoor  mars-feylen  ,fouden  in-nemen  s  dog  de 
Windt  wat  gemindertzijndcfo  naederden  wy  het  Land  langfaem  genoeg, 
laetende  daeromme  de  Seylen  tot  op  den  avont  toe  byftaen. 

Die  avond  bevalmen  op  ons  Schip  dat  twee  quartieren  Volx  waeken  fou-  Aenge- 
den,felfs  de  Stucr-man  wilde  veel  lorgvuldiger  oppaiTen  dan  hy  tot  nog  toe  gewende 
gedaen  hadden ,  maer  wy  Religieuicn  gingen  onfe  gewoonlijke  nagt-ruft  YOori°rge' 
nemen.dewelke  niet  feer  lange  en  duerde;want  nog  voor  midder-na^t  keer-  Noorder" 
de  fig  de  Windt  nae het  Noordemhet  welke  een  fchielijk  ende  algemeen  ge-  S  torm° 
roep  ver  wektemnevens  een  vremt  gewoel  en  getiermiet  alleen  in  ons  Schip- 
maer  ooek  in  allede  andere. 

De  Matrofen  begaven  fig  ondertuiTchen  by  ons  Religieufen,  willende  dat  Anghft  der 
wy  de  hulpe  des  Hemels  over  ons  iouden  at-bidden ;  haer  fchrick  was  groter  Mauoien. 
door  vreefe  van  't  gevaer  daer  die  Windt  ons  in  brengen  konde  dan  door  het 
gene  fy  doen  voor  oogen  fagemwant  deWint  was  nog  fterk  nog  onftuymig. 

r  u  ^-et  WaS  dan  fo°  heC  °ok  waSj  w^  Monicken  ftaeken  onfe  gewijde  Sotte  by- 
Wafch-KaeriTen  aen, en  deden  onfeGebeden  aen  deMagetIYlaria,fongen  de  geloovig- 
Lttanien  en  andere  Lof-fangen  en  Gebeden  tot  haerder  eere,  tot  op  het  aen-  heyd. 
komen  des  dageraets.als  wanneer  doorGods  genadeden  Noorden  wind  ge- 
ltiltzijndconfe  gewoonlijkeKouW  weder  begonde  door  te  blafemroepen- 
de  onfeMacrofen  daer  op  aenftontsMiracuümiracuüfigvaftelijk  inbeelden- 
de dat  dat  geluk  haer  door  de  voorbidding  van  deH.Maget  was  toegekomen. 
Ontrent  ten  agt  ueren  des  morgens  quamen  wy  in  het  gefigt  der  Huyfen 
en  wy  deden  een  teeken  op-datmen  ons  Boten  en  Volk  van  Landfoudefen-  -DeVIootc 
de  om  ons  binnen  te  lootfen  in  de  Haven,  't  welke aenflonts  met  een  grote  wor<l  bin- 
vreugde  gedaen  wierde ,  lootiende  die  Boten  onfe  Schepen,  de  een  voor  de  "en  ge- 
andere  midden  door  de  Kiippen,makende  defelve  dieHaven  een  van  de  ge-  loocft« 
vaerlykfte  van  alle  die  gene,  die  ik  in  mijne  reyfemfo  op  de  Noordt  als  Zuy- 
derZee,  gefienhebbe.  Dj.  Onfe 


— — 


3o        I.Boeck.     Voyagie vanThomas  Gage    VILCap. 

Oníe  Trompetters  lieten  fig  feer  aengenaemlijck  in  dit  inkomen  hooren, 
en  wy  groeten,  volgens  gewoontcmet  ons  Gefchut,  de  Stadt  ende  het  Ca- 
fteeU  dat  vlak  voor  defelvelegt, zijnde  ten  hoogiten  verheugt  ons  ter  goe- 
der Haven  geland  te  fien. 
En  anc-  Wy  lieten  onfe  Anckers  in  de  Haven  in  de  grond  vallen,maer  door  dien 

kcrt  in  de  diealleen  niet  beftant  waeren  om  ons  Schip  in  fo  een  gevaerlijk  een  plaetfe 
Haven.  teverfeeckeren,  fo  bonden  wy  hetfelvenog  vaftaen  verfcheydene  Cabéis, 
die  wy  aen  fwaere yfere  ringen,vaft  knoopten/zijnde  defelve  expreflelijk  ten 
dieneyndein  de  mueren  van  het  Cafteelgehegt,  om  doordat  middel  de 
Schepen  voor  de  kragt  van  den  Noorden  wind  te  bevrijden. 
Na  dat  wy  malkanderen  veel  geluks  hadden  gewenft  over  onfe  fo  gelucki- 
geaenkomile  in  de  nieuwe  Weereld,  foo  bereydden  wy  ons  met  groóte 
vreugde  om  in  de  Booten,  die  ons3om  ons  aen  het  valle  Land  van  America 
te  brengen,  quaemen  haelen ,  te  klimmen. 


Hoe 


Den  Au- 
theur treed 
aen  het  va- 
tte tand  van 
America. 
Edel- 

moedigbe- 
fluyt  van 
Cor  tez. 


Oor- 

fpronck 


HET  VIL  CAPITTEL. 

oewy  te  Vera  Cruz,  anders genaemt  St.Juan  d'Ulhua 
ontfeheepen  ende  aldaer  onthaeld  wierden. 

OP  dentwaelfdendag  van  September  landden  wy  feer  geluckighlijk 
in  America ,  en  quamen  in  de  Stad  Si.  %uan  d'Ulbua,  welcke  men  an- 
ders Vera  Cr«^noemt>ende  feer  vermaertis,als  zijnde  de  eerfte plaet- 
fe ,  welke  den  foo  beroemden  Conquerant  Ferdinand  Corte%  in-nam. 

Het  was  aldaer  dat  hy  dat  edel  ende  kloekmoedig  beiluyt  nam,  van  door 
een,  voor  die  tijd,ongehoorde  maniere  van  doen,in  de  grond  te  hacken  alle 
de  Schepen  die  de  Spaigniaerden  aen  dat  vafte  Land  hadden  gebragt,  't  wel- 
ke veel  grooter  is  dan  een  van  de  andere  drie  deelen  des  Aerdbodems,op  dat 
iy  op  geen  andere  dingen  fouden  konnen  denken,dan  om  het  felve  in  te  ne- 
men ende  te  overmeeiteren ,  het  welke  op  die  fijne  daed  ook  gevolght  is , 
fiende  fy  fig  verfteeken  van  oyt  weder  in  het  Eyland  Cuba ,  fucatan  of  eeni- 
ge  andere  van  de  plaetfen,  uy  t  dewelke  £y  vertrocken  waren,  te  konnen  ko- 
men. 

Oock  was  het  ter  fel  ver  plaetfemdat  de  eerfte  vijf-hondert  Spaigniaerden 
die  daer  aen  Land  quaemen,  fich  verilerckten  tegens  Millioenen  van  hare 
Vyanden,  en  tegens  het  grootfte  van  de  vier  gedeelten  des  Werelds. 

Eyndelijck  ,was  hec  oock  aldaer,dat  de  Chriftenen  de  eerfte  Overigheden, 
Rechters,  Schepenen  en  andere  bediende  van  dejuilitieaenftelden. 

De  ey  gene  naem  van  de  Stad  is  St.fuan  d'Ulhua^nders  genaemt  Vera  Cru%, 

ter 


I.Boeck.  DmdeSfaenfcheWeft-Indiën.  VIL  Cap.  31 

ter  oorfaecke  van  de  oude  Haven  van  Vera  Cru^ ,  welcke  {es  mijlen  daer  van  van  den 
daen  legt ,  en  die  fo  genaemt  wierde  om  dat  zy  op  den  heyligen  Vrydagh,  op  "aem  van 
dewelcke  men  het  ware  Cruysaenbid,  ontdecktwierde.  Vera  Cruz. 

Dog  die  Haven  van  het  oude  Vera  Cru$  wierde  t'eenemael  verlaten  van  de 
Spaigniaerdemom  dat  fy  deielve  al  te  gevaerlijk  voor  de  Schepen  bevonden 
door  het  woeden  des  Noorden  winds ,  en  f  y  íloegen  fig  te  St  fuan  d'Ulbua 
neder,  al  waer  hare  Schepen  een  beetereReede  vondemdoor  dien  aldaer  fee- 
kere  Rorfe  leght,  diehaer  veel  tegens  die  winden  befchermt,  enteneynde 
dat  fy  de  geheugeniiTe ,  van  dat  gelückigh  voorval,  dat  haer  op  den  goeden- 
vrydag  bejegende ,  fouden  eeu  wig-duerende  maekemfoo  voegden  fy  by  den 
naeme  van  St.  fuan  d'UIhua  die  van  Vera  Cra^defelve  neemende  van  die  Ha- 
ven ,  die  fy  op  den  goeden-vrydagh  ontdeckt  hadden .  De  Monic 

¿>oo  als  wy  aen  Land  traeden,  vonden  wy  dat  alle  de  In  woonders  fig  op  het  ken  wer  • 
Strant  begeven  hadden ,  foo  wel  alsalle  de  Ordren  van  de  Religieufen  /wel-  den plegh- 
ke  in  die  Stad  waeren ,  te  weten ,  die  van  Sr.  Dominicus  a  van  St.  Francifcus,  telijck  fe 
de  I  aters  de  Ia  Merced  ende  de  Jefuiten  ,.  welcke  het  Cruys  ende  de  Banieren  Lande 
voor  haer  deedden  draegen  ,  om  de  nieuwe  Viceroy  van  Mexico  in  Proceffie,  omfan- 
ofte  Omgancks-gewijfe ,  in  de  Cathedrale  ofte  Hooft-Kercke  te  brengen.      gen- 

De  Mo.nicken  ende  de  Jefuiten  waren  veel  eer  reede  om  aen  Land  te  varen, 
dan  de !  Marquisa  Seralva  ende  fijn  Huys-vrouwejeenige  van  defelve  kuiten  E"  een 
de  aerde ,  defelve  neyligh  achtende  door  de  bekeeringh  van  de  Indianen  tot  yd«by 
het  Chriftendom ,  hebbende  defelve  te  voren  de  Afgooden  aengebeden  ende  íe  va« 
den  Duy  velen  geoffertj  en  andere  wierpen  fich  op  hare  kny 'en  ter  neder,  fich  ?ne  0r" 
alfoo  ten  gebede  begevende ,  fommige  tot  de  Maget  Maria,  ende  andere  we-  d^' 
der  tot  andere  van  de  Heyligen,tot  dewelcke  fy  de  meeite  devotie  hadden,  en  plaetft* 
ingevolge  van  dat  >  gingen  fy  hare  phetfe  ende  rangh  neemen,  onder  die  gee- 
11e  die  van  hare  belijdeniíTe  ende  Ordre  zijnde ,  aldaer  ftonden .  § 

Aenftomsda er  op  begondemen  alle  het  Gefchut  van  de  Schepen  ende  van  De  Vke- 
hetCafteelteloiTen  om  den  Viceroy  tebegroeten,  welcke  met  fijn  Vrouw  royk°mc 
nevensallefijngevolgaen  Land  quam,  verfeld  zijnde  van  DomMartinde  Ca-  teLan<k> 
nllo ,  welcke  voor  Vifiteur  Generael  was  gefonden ,  in  het  different  dat  tuf- 
fchen  den  Marquis  de  Gehes,  voorgaende  Viceroy,  ende  den  Aerts-BiiTchop 
van  Mexico  ontftaen  was.  F 

nl^en-ViCei?y  WiCrre nlVenS ñ!ne Huys" vrou we onder  een  verheemelfel ge-  En werd 

TaelTa  hÍ/^Ume,nten;en  ondertuirchen  gi"gmen  Procé&Ygewijïe  ingehielt, 
AwS        a    KerC1keA  ílwaer  men  het  HeyligeSacrament  op  hel  groot    5 
ttr  o  ÄCn,t00n  gheft5k-     °P  het  intreedeifvan  defelve  wierp  fich  een 
yder  op  fijne  kny'en,  en  na  dat  feecker  Priefter  alle  het  Volck  met  Wy- water 
haddebefprenght    fonghmen  een  Lof-fangh  totdanckbaerheyt,  eneynde- 

Als 


DeMo- 

nicken 

werden  ín 

Kloofters 

gebraght. 

Den 

Prieur 

voorge- 

fteldt. 

En  heer- 

lijckont- 

haelr. 


Befchrij- 
vingevan 
den 
Prieur. 

Sijneydel- 
heydc. 


Praghien 
kekernye, 


32      I.BoEcic.   Voyagie  vanThomas  Gage       VIL  Cap. 

Als  defe  Ceremonie  geëyndigt  was,wierdede  Vice-Roy  nae  fijn  verblijf, 
plaetfe  gebraght,  begeleydt  zijnde  door  de  Prefident  ofte  Voorfitter  van  het 
Hof  van  Juftitie,  die  lyaldaer  den  Alcalde  Major  noemen,  door  de  Bediende 
ofte  Officieren  der  Stad,  en  door  eenige  Regters,  welke,ten  dien  eynde/van 
Mexico  waren  gekomen,ook  waren  daer  by  alle  de  Soldaten  van  de  Schepen, 
nevens  het  gantfcheGuarnifoen  oftedegeheele  Befettinge  van  de  Stad. 

De  Religieufen  wierden  mede  in  Proceftïe  geleydt ,  werdende  het  Kruys 
ende  de  Baniere  voor  haer  gedraegen,een  ygelijk  van  haer  tot  aen  de  Kloo- 
fters van  haere  Ordretoe, 

Frater  fuan  Calvo  ftelde  de  Jacobijnen  voor  de  Prieur  van  het  Convent  van 
de  Ordre  van  St.  Dominicus ,  welcke  ons  feer  minnelijck  ontfingh ,  met  ee- 
nige Confitueren  onthaelde,  en ,  aen  een  yder  een  glas  van  de  Indiaenfche 
dranck  ghenaemt  Chocolate  >  van  dewelcke ick hier  naemaels  fpreecken  fal , 
deed  geven. 

Dat  kleyneonthael  diende  maer  toteen  voorfpel  van  een  beetenhet wel- 
ke beilont  uy  teen  heerlijk  Middag-maeh  inhet  welke  Vifch  ende  Vleefch 
wierde  aengedifcht,ook  fpaerdemen  op  het  felve  het  Wild-braed  alfoo  wey- 
nigals  de  Kalkoenen,  Kapoenen  en  jongeHoenderen,om  onsdaer  door  den 
overvloed  van  dat  Land  te  doen  befpeuren. 

De  Perfoon  van  de  Prieur  van  dat  Convent  was  noch  oud  noch  aenfien- 
lïjck ,  hoedaenige  men  anderfints  wel  gewoon  is  te  verkiefen ,  om  het  Ampt 
van  Superieur  over  de  jonge  Geeftelijcke  waer  te  neemen,maer  het  was  een 
aerdigh  J onghman  ,  die ,  foo  men  ons  feyde ,  dat  Ampt  van  den  Pater  Pro- 
vinciael  verkregen  hadde*  door  dien  hy  hem  duyfent  Ducaten  haddege- 
fchoncken, 

Na  de  Maeltijd  ontbood  hy  eenige  van  ons  Gefelfchap  in  fijne  Kamer,al~- 
waer  wy  de  ware  blijken  van  fijne  ligtveerdigheyt  ende  kleyne  verneederin- 
ge  en  doodinge  des  vleefchs  befpeurden. 

Wy  geloofden  ,  daer  nae  toe  gaende,  dat  wy  daer  een  fchoone  Boeckerye 
ofte  Bibliotheeck  fouden  vinden,uyt  dewelcke  wy  fouden  hebben  bemerekt 
fijne  wijsheyt  endë  genegentheyt  tot  deletteren ,  doch  wy  vonden  daer  niet 
dan  omtrent  een  douzain  oude  Boecken ,  die  in  een  hoeck ,  t'eenemael  met 
ftof ende  fpinne-webben  bedeckt  laegen ,  even  ende  al-eens  of  fy  befchaemt 
hadden  geweeft,  dat  de  Schatten  diefy  behelfden,  foo  weynigh  geacht  wier- 
den,datmen  een  Guitarre,wejcke  daer  boven  op-lagh  }  voor  haer  ftelde. 

Die  Kamer  was  rijckelijken  behangen  met  Catoene  Taepi  jten  en  met  Ve- 
der-werk van  Mechoacan ,  ook  was  ly  vergiert  met  een  meenigte  van  fchoo- 
ne Schilderijen ,  de  Taeftelen  zijnde  bedeckt  met  fraeye  Zijde  Tapijten ,  en 
de  Buffetten  vol  van  verfcheydene  Porceleyne  Vaten ,  in  dewelcke  men  niel 
vont  dan  allerhande  ilagh  van  uytneemende  Confituren  ende  Conferven. 

De{e  toeftelfcheen  aen  ons  arme  yverige  Religieufen  vol  ydelheyd  ende 
feer  onbetaemüjk  te  wefen  voor  een  arme  Bedelende  Monick,  maer  wat  die 

geene 


I.  Boeck.    Door  de  SpaênfcheWeft- Indien.  VIL  Cap.   33 

die  geene  belangt  ,welke  uyt  Spaignien  niet  vertrocken  waren,  dan  in  voor- 
neemen  van  een  vrygeeftigh  ende  ongebonden  leven  te  leyden  en  rijkdom- 
men te  vergaederen,  aen  deíelve  behaeghde  het  gefigtedier  dingen  wonder- 
lijk wel  i  en  het  verwekte  in  haer  een  grooten  luit  om  dieper  in  een  Landt  te 
trecken  ,  in  het  welcke  men  in  een  korten  tijd  foo  rijck  ende  magtig  konde 
worden.  .  , 

Het  gefprek  met  het  welke  die  jonge  Prieur  ons  onderhieldt » en  behelfde 
niet  dan  fijnen  eygenen  Lofjfijnehoogegeboortejfijnegoedegaeve^hoeda- 
nigheden  ofte  qualitey  temook  fprak  hy  van  de  gonfte  die  de  Pater  Superieur 
van  de  Provintie,ofte  den  Provindael,  hem  toedroeg,van  de  liefde  welke  de 
voornaemfte  Dames  of  Mevrouwen  ,  endeHuys-vrouwen  vanderijckfte  Ongebon; 
Kooplieden  van  de  Stadt  tot  hem  hadden  ,  van  fijne  fchoone  ftemme  j  van  <jcn3ieyd.- 
fijne  uytneementheyd  in  de  Mufijcq  ofte  Sang-konft ,  welke  hy  ons  ook  op 
itaende  voet  vertoonde,fig  tot  fingen  en  te  gelijk  tot  het  fpeelen  op  de  Gui- 
tarre  begevende ,  en  ons  doende  hooren  eenigeveerskens,diehy  tot  lof  van 
deeeneofcede  andere  fchoone  Amarittis  gemzekthzdde,  gevende  doordien 
aen  ons  goede  Religieufen  de  eene  ergernifle  op  de  andere.door  dien  wy  in 
onfengeeft  moeyelijk  wierden ,  wegens  de  ongebondenheyd  van  defen  Su- 
perieur, welkers  pligt  het  was  door  fijne  woorden  ende  manieren  ons  tot  een 
voorbeeld  van  nederigheyt  ende  van  de  doodinge  van  de  begeerlijkheden 
des  vleefchs  te  verft recken. 

Ons  gehoor  was  fo  drae  niet  voldaen  door  het  vermaek ,  dat  de  fang  ende  Overdaet. 
de  fpeelkonfte  geefr,nog  ons  gerichte  door  foo  veel  fchoone  behangíelen  en- 
de deck-kleeden  van  Catoen,7,ijde  ende  pluym-werk,  of  onfe Prieur  deede 
ons  uyt  fijne  voor-raet-kamers  een  ongeloofïelijke  meenigte  van  allerhande 
ilagh  van  leckernyen  voor-fetten,om  mede  onfe  fmaeck  te  vernoegen.  _ 

Soodanigh,  dat,gelijck  wy  inder  daed  van  Europa  in  America  waren  geko-     f0°? 
men  ,  het  ons  oockfcheen  dat  de  Weereld  t'eenemael  verandert  was,  en  dat  ¿¿ïï  e" 
onfe  finnen  van  eene  gantfch  andere  natuere  waren ,  dan  fy  de  voorige  nagt      ° 
geweeft  hadden ,  in  dewelke  wy  het  vervaerlijk  gefchreeuw  van  de  Matroo- 
fen,in  het  waer-neemen  van  denScheeps-dienft  gehoort,  de  afgronden  des 
Zee'es  met  hare  wanfchepfelen  gefien,hct  ftinckende  water  gedroncken,en 
niet  dan  pek  ende  teer  gerooken  hadden ,  daer  wy  nu  een  aengename  en  fuy- 
vere  ftemme,met  het  fpeel-tuyg  wel  over-een-komende,hoorden,niet  dan 
rijkdommen  ende  fchatten  faegemConfitueren  ende  Conferven  aeten,ende 
onder  alle  diefoetigheden  rooken  wy  den  Mufcus  ende  Ambre-gris,met  de 
welke  die  welluftigen  Prieur  fijne  Suycker- werken  ende  Confituren  hadde 
doen  fmaeckelijcker  maecken. 


HET 


■■i 


©í)ge- 
tempert- 
heyd  des 
Lughtstc 
Vera  Cruz 
endede 
reden  daer 
van. 

Getal  van 
de  In- 
woon- 
ders  en 
haerrijek- 
dom. 
Houte 
huyfen , 
veel  vul- 
dige  brand 
daer  door. 


Onge- 
fontheyd 
des  Lugts. 


Serckte 
dcrStadtj 


34      I.Boeck.     Vbyagie  vanThomas  Gage    VIII.  Cap. 
HET  VIII.  CAPITTEL. 

Befchrijvinge  van  de  Haven  ende  Stad  van  St.  Juan  d'Ul- 
hua,  ende  van  een  Aerdbevinge  en  andere  faec ken  die- 
den  Autheur  daerfagh  ,  tot  aen  de  tijd  vanjijn  vertreck 
nae  Mexico. 

WYmaeckten  een  eynde  van  dat  onderhoud  om  wat  te  gaen  wande- 
len endedeStadt  tebefien,  temeer  omdat  wy  niet  dan  die  ende 
den  volgenden  dagh  daer  fouden  verblijven.  Wy  gingen  op  die  na- 
de  middag  rontomme  defelve,  en  vonden  dat  fy  op  een  fandige  grond  ge- 
bouwt  was,uyt-gefondertaende  Zuyd-zijde,daer  het  Land  moeraffig  ende 
vol  water-poelen  is,het  welk,gevoegt  zijnde  by  de  groóte  hitte  van  dat  Cli- 
maet ,  veroorfaeckt  dat  delught  daer feer  ongefont  is. 

Het  getal  van  de  In  woonders  magh  ontrent  drie  duyfent  wefen,onder  de- 
welcke  veele  rijeke  Cooplieden  zijn ,  van  de  welcke  fommige  twee, andere 
drie ,  en  weder  andere  vier-mael  hondert-duyfent  guldens  hebben. 

Wy  hielden  ons  fonderlingnietop  methetbefien  van  de  gebouwen, want 
fy  alle  van  hout  zijn,  fo  wel  de  Kerken  als  de  Clooiters,ende  de  Wooningen 
der  by-fondere  Lieden ,  zijnde  de  Wanden  van  het  Huys  van  de  rijekite  In- 
woonders  niet  dan  van  Plancken ,  het  welke  nevens  de  kragt  van  de  Noorde 
winden,  dickmaelen  heeft  veroorfaeckt ,  dat  de  gheheele  Stadt  gelijcksde 
grond  is  af-gebrand. 

De  groóte  Koophandehdie  gedreven  werd  van  Spaignien  op  Mexico ,  en 
door  Mexico  op  de  Ooil-Indien,  nevens  die  van  Cuba ,  van  St.  Domingo ,  van 
fucatan ,  van  Porto-Befo,  van  Carthagena  >  van  Peru  op  Porto-Beüo,  van  alle  de 
Eylanden  welke  in  de  Noord-Zee  leggen,  ende  de  Riviere  van  Alvar ado  op- 
vaerende  nae  de  Zapotéente  St.  Alphonfo  en  nae  Guaxaca  >  ende  de  Riviere  van 
Gr  ij  aha  op  waerts  nae  Tabafco,  de  Zoques  en  het  Indiaenfche  Chiapa*  maeckt 
deie  kleyne  Stad  feer  rijck,  en  veroorfaeckt  dat  in  defelve  een  wonderlijcke 
overvloed  is  van  alle  de  koftelijke  Waren  ende  Koopmanfchappen  van  het 
vafte  Land  van  Americaende  van  de  Ooft-Indiën. 

De  ongefontheyd  des  lugts  is  oorfaeke  dat  die  plaetfe  niet  meer  bewoont 
is,en  het  kleyne  getal  van  defelve  gevoegt  by  den  grooten  handel  die  daer  ge- 
dreven werd,  maeckt  dat  de  Cooplieden  daer  boven  gewoonlijck  rijck  zijn  , 
en  noch  fouden  fy  meerder  middelen  hebbenden  waere  de  groóte  verliefen  * 
die  fy  komen  te  lijden,door  het  meenighvuldigh  af-branden  der  Stadt. 

Alle  de  flerckte  van  die  Stadt ,  beftaet  eerftelijck  daer  in ,  dat  de  inkomire 
van  de  Haven  ten  hoogften  moeyelijk,  en  feer  gevaerlijk  is  ¿  en  ten  tweeden 

in. 


¿m 


— — 


I.  Boeck.  DoordeSpaenfchePFeJi-Indiën*  VIII.  Cap.  35 

waer  in 
in  onfe  Rotfe,  die  een  Musket  fchoot  van  de  Stadt  af  gelegen  is,op  dewelc-  die  bcftae£s 
ke  men  een  Cafteel  gebouwt  heeft ,  waer  in  een  kieyne  Befetting  wert  ge- 
houden, maer  de  Stadt  felve  is  niet  gefterkt ,  en  ganfchelyk  ontbloot  van 
Soldaeten.  Gefeyde  Rotfe  ende  Cafteel, il recken  voor  een  Muer,  Wal  ende 
Beíluyringe  van  de  Haven,  welke ,  fonder  dat ,  t'eenemael  open  foude  leg- 
gen ende  de  Noorde  winden  onderworpen  zijn.  p.eyaer" 

De  Schepen  derven  het  Ancker  in  de  Haven  niet  uyt-werpen,ten  zy  digt  lijckeuyt- 
onder  de  Klippcop  de  welkehet  Cafteel  gebouwt  is,en  nogzijn  fy  daer  niet  werckie- 
in  feekerheyd  ten  zy  fy  met  Cabels,aen  de  y  fere  ringen,tot  dien  eynde  in  de  ™  van  «» 
Klippen  gehegt,verforght  zijn.Daer  door  komt  het,dat  het  dickmaelen  ge-  £°  ¿  en 
beurt  is,  dat  de  Schepen,  door  de  Vloed  gedreven  zijnde,  aen  de  eene  kand  w     " 
van  de  Klippe,  tegens  de  andere  Klippen  zijn  aengeilaegen,of  wel  weder  in 
de  volle  Zee  gedreven,door  dien  de  Cabels,met  dewelke  fy  aen  het  Cafteel 
vaft-gemaeckt  waren,door  de  kragt  der  winden, wierden  verbroocken. 

Diergelijk  voorval  quam  een  Schip  van  onfe  Vloote  over  des  nags  nae  dat  Harde 
wy  ontfeheept  waeren,oock  waeren  wy  feer  geluckigh  dat  wy  doen  niet  op  ito"n. 
de  Zee  waeren ,  want  daer  onfton  t  ioodaanighen  onweder  ende  ftorm  uy  t 
het  Noorden,dat  daer  door  de  Cabéis  van  het  Schip  wierden  gebroocken, 
ende  hetfelvein  de  volle  Zee  gedreven.  Wonder 

Wat  ons ,  dienen  Land  waren  ;  belanght ,  wy  daghten  yder  oogenbhek  Jijcke  fc ' 
dat  die  ftorm  ons  van  onfe  bedden  foude  ligten,want  de  ligt  houtene  Huy-  yandeielvl 
fen  fchuddeden  foodanig,  dat  wy  anders  niet  verwagten  dan  dat  defelve  op 
onfe  Hoofden  fouden  nederftorten. 

Onfe  r uft  was  die  nagt  feer  kleyn,  en  daer  door  bevonden  wygenoegfaem  De  nieuw 
hoedanig  de  gelegentheyd  van  de  Stadt  van  St.  \uan  d'Ulhua  was, want  hoe-  aéngeko- 
wel  onfe  Prieur,onsdesavonts,alfoo  wel  als  des  middaghs,hadde  onthaelt,  meneMa« 
en  dat  ons  avontmael  alimmer  foo  wel  als  ons  middagmael  hadde  geweeft,  nicken 
hebbende  hy  felve  ons  de  voeten  laeten  waflehen  voor  en  al-eer  wy  te  rufte  vlieden  uyt 
gingen ,  op  dat  wy  daer  door  gemackelijker  op  fijne  goede  Bedden  fouden  «aere  Be4- 
konnen  flaepen ,  dan  wy  in  twee  Maenden  in  onfe  Koyen  hadden  konnen  den' 
doen,fo  was  dog  het  geduerigegehuyl  van  de  winden  fo  kragtig,en  het  noyt 
ophoudende  bewegen  van  onfe  Kamers  viel  ons  fo  laftig,dat  wy,niet  langer 
konnende  verdragen  op  die  wijfe  gewiegt  te  worden ,  ons  gedwongen  fae- 
gen  des  middernagts  onfe  Bedden  te  verlaten ,  en  met  debióte  voeren  op 
de  plaetfe  te  vlugten,  om  aldaer  een  veylig  verblijf  te  foeken,vreefende  ge- 
duriglijckdat  het  Huys  het  onderfte boven  ioudegefmeten  worden.  Werden 

Als  het  dag  was  gewordemfo  deden  de  Religieufen  van  het  Convent, wel-  ¿ia  om 
kedefe  ftormen  gewent  waren,nietdan  met  ons  en  de  vreefe  die  wy  gehad  beipoc. 
hadden,te  fpotten,en  fy  feyden  ons  dat  fy  noit  beter  iliepen  dan  wanneer  ha- 
re Bed-fteden,fodanig,door  datfoorte  van  Aertbevingen  beweegt  wierden. 

De  vreefe  die  wy  die  nagt  gehad  hadden  dede  ons  van  het  goedt  onthae  L  GeY3*r- 
't  welcke  men  ons  dede ,  walgen,  ende  verlangen  de  Zee-kand  wel  haeft  te  lijeke  on- 

E  2  mogen 


mactig- 
hcyd  in 
het  ge- 
bruyek  der 
Land 
vrugtcn. 


fcefigheyd 
van  Calvo 
regens  het 
ver treek. 


Comedie 
in  de  Kerke 
vertoont. 


36     I.BoECK.     Foyagie vanThomas  Gage    VIII.  Gap, 

mogen  verlaten ,  het  welke  onfen  Superieur  Calvo  meede  voor  feer  goedt 
keurde ,  niet  foo  feer  om  de  vreefe  in  dewelke  wy  geweeft  hadden  ,  als  wel 
om  de  bekommeringe  in  dewelke  hy  felve  was,dat  wy  door  het  eeten  van  de 
vrugten  des  Lands ,  en  door  het  al  te  graetig  water  daer  op  te  drinken,  fieck 
ibuden  worden,ende  daer  ter  plaetfefter  ven, gelijk  fulks  aenveele  andere, 
aen  ons  vertrek,over  quam ,  door  dien  fy  de  matigheyd  ,  in  het  gebruyk  van 
die  vrugten,  welke  fy  te  vooren  noyt  hadden  gegeten,  haddeníe boven  ge- 
gaen,  waer  by  nog  komt,  dat  het  water  van  die  Plaetfe,  gemeenlijk  een  feer 
gevaerlijcke  buyckloop  verwekten  die  geene, welke  eerft  uy  t  Spaignien  ko- 
mendcdaer  veel  van  drincken. 

Daerwaeren  dertich  Muyl-efels  welke-men  exprefïelijk  voor  ons  van 
Mexico  nae  St.  "\uan  <TUlhua  hadden  gefonden,alwaer  fy  op  ons  al  Ces  dagen 
voor  de  aenkomfte  der  Vlote  hadden  gewaght. 

Den  Superieur  Caho  hield  fig  dien  dag  befigh,met  aen  het  Boort  van  ons 
Schip,te  doen  onticheepen  onfe  KofTers,foo  wel  als  de  mond-koft ,  die  nog 
overig  wasv,  welke  beftont  inWijn,Bifcuyt,Hammen,gefoutenOiTen-vlees , 
een  douzainHennen  met  drieSchapen,waer  over  een  yder  feer  verwondert 
wasjfiende  dat  wy  nog  fo  veel  leef-togt,na  fo  lang  een  Reyfe  overig  hadden . 
ä  Terwijl  hy  befig  was  met  fulcks  te  verrigten,gingen  wy  onfe  goede  Vrien- 
den, om  ons  af-fchey  d  van  haer  te  nemen,befoeken,het  welke  wy  dan  voor 
de  Maeltijd  verright  hebbende,  fo  deede-men  nae  de  middagStoelen  voor 
ons  in  die  Cathedrale  Kerke  plaetfen,om  eene  Comedie  te  fien  vertoonen, 
die  de  Inwoonders  vandeStadt,  tot  onthaelinge  van  de  nieuwe  Viceroy 
hadden  doen  aenftellen  ende  gereed  maecken. 

Soodanig,  dat  na  dat  wy  maer  twee  dagen  te  St.  fuan  d'Ulhua  verbleven 
hadden,  wy  daer  weder  van  daen  vertrocken,  ©m  onfe  Reyfe  nae  de  Stad 
van  Mexico  te  vervolgen. 


HET  IX.  CAPITTEL. 


Yertreck 
vanSV. 
Juand'Ul- 
foua, 

Komfte 


Fan' de  Reyfe  die  wy  van  de  StadtvanSt.]uand'Ulhuatot 
aèn  Mexico  toe  deeden,  en  van  de  Flechen  ende  de  voor- 
naemfte  Dorpen  diemen  o¡  den  wegh  ontmoet. 

DEn  veerthienden  September  vertrocken  wy  uyt  de  Stadt  van  St.fuan 
i%Ulhua  ;en  üoegen  de  weg  op  van  Mexico ,  welke  wy  de  eer  fte  drie  a 
vier  mijlen  feer  fandig  vonden,  zijnde  defel ve  fo  breed  ende  open  als 
die  van  Londonna  St.  Albam. 

De  eerftelndianen  die  wy  ontmoeten  waren  die  van  't  oude  Vera  Cru$  wel- 
ke 


I.Boeck.    DoordeS{aenfche<weft-Indien.  IX.  Cap.     37 

keStat  op  deZee-kand  gelegen  is,alwaer  deSpaigniaerdemdie  dat  Land  eerft  *„^  p-i.^ 

in-namen, voorgenomen  hadden  fig  neder  te  ilacmdog  naderhand,verlieten  CruZt 

£y  defelvcter  oorfake  van  de  kleyne  befchuttingcdic'er  v9or  deSchepen  te- 

gens  de  Noorde  winden  is ,  en  fy  gingen  te  St.^uan  cCUlhua ,  alwaer  fy  nog 

zijn  ,  wdonen. 
Aldaer  was  het  dat  wy-eerir.  begonden  te  bemercken,  de  groóte  magt,wel-  Gelegent- 

ke  de  Priefters  ende  de  Monicken,  over  de  arme  indianen,  fijn  hebbende  heyd  daer 

hoe  Cy  defelvefig  aen  haer  onderworpen  houden  ,  en  watgehoorfaemheyd  van» 

die  aen  haer  betoonen. 
De  Prieur  van  St.  \uan  d'Ulbua  hadden  haer  des  daeghs  te  vooren  een  brief  Maght  dec 

gefchreven  om  haer  onfe  komfte  bekent  te  maeckemhaer  bevelende  ons  op  Geeftelijc- 

den  weg  te  gaen  ontmoeten  ,  en  ons  in  die  plaetfen  welteontfangen.  ke  over  de 

Dit  wierde  door  defe  arme  Indianen  feer  iïiptelijk  nagekomen, want  fo  als  Inc"anei1- 

wy  ontrentnogeen  mijlevan  de  Stadt  waren,quaemen  ons  twintigvan  de-  Voorbeelc 

felvcalle  te  Paerde  gefeten  ende  de  voornaemfte  van  de  Stadt  zijnde ,  ont-  daer  van. 

moeten  en  booden  ons  yder  een  bondelken  of  bouquerjen  bloemen  aen. 
Daer  op  reden  fy  voor  ons  heenen  omtrent  een  Boog-fchoot  verre,  tot  dat  Praghtige 

wy  weder  andere,  die  te  voet  waren  ,  en  die  Trompetten  en  Schalmeyen  by  inhalüige. 

haer  hadden ,  ontmoetedemfpelende  fy  voor  ons  feer  aengenaem  op  de  ge- 

feydefpeel-tuy  gen . 

Onder  defe  waren  de  bediende  van  de  Kerkemvan  deKloofters  en  de  Mee- 
fters  van  deGebroederfchappen,  welke  ons  ook  yder  een  bondelkenbloemcn 
aenboden.Sy  waren  vergefelfchapt  door  de  Choor-Kinderen  en  andere  Per- 
foonen,  welke,  langfamelijk  voor  ons  tredende,  het  Te  Deum  laudamus  fon- 
gen,  totdat  wy  midden  in  de  Stad ,  en  op  de  plaetfe  daermen  de  Markt  houd, 
gekomen  waremftaende  aldaer  twee  feer  fchoone  ende  groóte  Olm-bomen. 

Men  hadde  aldaer  een  lang  Prieel  gemaekt,in  het  welke  eene  Tafel  ilond  Aenge- 
die  voorfien  was  met  veele  doofen  vol  Conferven  endeandere  foorten  van  naem  ont- 
Confituren , ook  waren'erBifcuyten,en  dit  alles  om  tot  dcCbocolate  te  gebrui-  had, 
ken.  Terwijlen  men  nu  doende  was  om  defelve  met  warm  water  ende  Suy- 
ker  toe  te  maeken,fo  deden  de  voornaemfte  Indianen  endeBediende  van  de 
Stadt  een  aenfpraeckc  tot  ons,  nae  dat  fy  haer  alvorens  op  de  kny'en  gewor- 
pen,ende  ons  een  voor  een  de  handen  gekuft  hadden. 

Syfeidentotonsdatwy  in  haerLand  feer  welkom  waren,datfy,onsduifent-      /•  ,f  otY 
fout  bedankten  om  dat  wy  uyt  Liefde  tot  haer,ons  eygen  Vaderland, hadden  Jj°  *    ,e7d 
verlaten,fo  wel  als  onfe  Maegen  ende  Vrienden, om  op  fo  verre  af-gelegene    *¡j  n  Ia" 
Plaetfen  te  komen  arbeyden  tot  de  faeligheyd  van  hare  Zielen,  en  eyndlijk, 
datfy  ons  eerden  als  Goden  op  der  aerde>ende  als  Apoftelen  van  CHRIS- 
TUS JESUS  >  en  fy  volharden  in  die  verpligtende  woorden  tot  de  tijd  toe 
datmen  ons  de  Chocolate  braght, 

Wy  ververften  ons  aldaer  een  uere  tijds,en  bedanckten  defe  Indianen  voor  Snorcke- 
fo  veele  teekenen  die  fy  ons  van  hare  goedheyd  hadden  betoont,haer  verfee-  rije  der 
kerende ,  dat'er  niets  in  de  Weerelt  was  >  dat  wy  "meerder  behartigden  >  dan  Moniken* 

E  3    '  hare 


Het  goede 
onthaelbe 
talen  fy 
met  vod- 
deryen. 


Onder- 
werpinge 
der Indi- 


ken. 


38     LBoECic.       Vojagk vanThomas Gage      IX.  Gaf, 

haere  faltgheyd,  en  dat  ,  om  defelve  uyt  te  werken,wy  niet  gevreeft  hadden 
ons  aen  allerhande  foorten  van  gevaeren  te  onderwerpen ,  foo  te  Zee,  als  te 
Lande/elve  niet  aen  de  onmenfchelijke  woede  der  andere  Indiaenemwelke 
nog  geene  kenniiTe  van  den  waren  GODT  hadden  ,  om  welcks dienil ,  wy 
hadden  voorgenomen ,  felf  ons  leven  niet  te  fpaeren. 
Daer  op  namen  wy  ons. af-fchey  t  van  haer,vereederende  aen  de  voornaem- 
fte  Pater-mjler  Kettingen ,  gewijde  Penningen,  koperen  Kruyskens,  Agnus 
peiy  en  eenige  uyt  Spaignien  mede  gebragte  Reliquien,en  wy  gaven  aen  een 
ygelijck  van  haer  veertig  Jaeren  Af-laet,  volgens  de  magt  die  wy  vanden 
Paus  hadden  ontfangen ,  om  defelve  te  mogen  uytdeelen,  op  wat  tijdt  dat 
het  ook  mogte  zij  mop  alle  de  Plaetfen  die  wy  fouden  mogen  door-trecken, 
en  aen  alle  die  geene  welke  het  ons  foude  goedt-duncken. 

Soo  als  wy  uyt  het  Prieel  traeden  ,  om  op  oñfe  Muyl-Efels  te  klimmen , 
bemerkten  wy  dat  de  geheele  Markt  vol  Indianen,  foo  Mannen  als  Vrou- 
aenen,  ende  wen  was ,  zijnde  die  alle  op  haere  kny'en  gefetemons  by  nae  aenbiddende » 
arrogantie   en  om  onfen  fegen  of  benedidtie  verfoekendejwy  gaven  haer  defelvcin  het 
derMonic-  door-rijden,  hetteecken  desKruyces  met  opgehevene  handen  over  haer 
maekende. 

De  onderwerpinge  van  dit  arme  Volck ,  de  ydelheyd  van  fo  plechtelijck 
onthaeld  te  worden,ende  die  openbare  eer-bewijiinge,hadden  het  herte  van 
fommige  van  onfe  jonge  Religieufen  foodanig  opgeblaefen,  dat  fy  als  opge- 
toogen,  en  buyten  haer  felven,  waren,  iiende  dat  fy  meer  fcheenen  te  zijn 
dan  de  BuTchoppen  in  Spaignien,  dichoewel  fy  niet  dan  te  veel  Hovaerdye 
hebben, evenwel  noy  tfo  veel  openbare  toe- juygingen  in  hare  Reyfen  heb- 
ben ontfangen,  als  men  ons  daer  in  die  plaetfe betoonde  en  gaf. 

DeSchalmeyen  ende  de  Trompetten  lieten  haer  geluyd  nogmaels  voor 
ons  hooren ,  ende  de  voornaemfte  van  de  Stadt  begeleydden  ons  wederom 
een  halve  mijlcwaer  na  fy  haer  weder  na  haer  woon -plaetfen  begaven. 

De  twee  eerite  daegen,  nae  dat  wy  van  die  plaetfe  vertrocken  waeren,en 
wierden  wy  niet  gehuyftveft,  ende  en  vonden  geen  verblijf  dan  in  arme 
kleyne  vleckjens  van  de  Indiaenen ,  in  dewelke  wy  evenwel  altoos  groóte 
beleefdheyt  ontfingen ,  nevens  een  groóte  overvloed  van  mond-koft,en 
voornaementlijck,  Hoenderen,  Capuynen,  Calckhoenen  ende  verfcheyde 
foorten  van  vruchten. 

Den  derden  dag  quaemen  wy  tegens  den  avondt  in  een  grooot  Vleck  ofte 
Stadt,in  dewelke  wel  by  nae  twee-duyfent  ín  wonders  waren,  zijnde  fom- 
mige Spaigniaerdemende  andere  Indianen,defe Plaetfe  is  genaemt  Xalappa 
de  laveraCru^. 

In  het  Jaer  1634..  wierde  defe  Stad  tot  een  Bifdom  verhevemdoor  de  ver- 
deelinge  die  men  maekte  van  het  Diocefe  of  onderhorige  Land  van  het  Bif- 
dom la  Puebla  de  los  Angelos  ofte  de  Stad  der  Engelen  ,  en  hoe-wel  aen  dit 
nieuwe  Bifdom ,  maer  de  derde  part  van  het  fel ve  te  beurte  viel ,  foo  werdt 

het 


Vertreck 
van  het  ou- 
de Vera 
Cruz, 

'sLandts 
overvloet. 


Komftete 
Xaiappa 
de  la  Ver  a 

Cruz. 


lukomíle 
van  den 
BhTchop 


I.  Boeck.    doordeSpaenfchePFejt-Indien,  IX.  Cap,     $$ 

het  evenwel  gefchat  op  tien  duyfen  t  Ducaten  aen  jaerlijkfche  Inkomftcom  daCr  y™° 
dat  dele  Plaets  gelegen  is  in  een  landt-ftreeke,  die  ièer  vrugtbaer  is  inMw, 
of  Indiaenfche  Tarwe ,  ende  in  Spaenfche  Weyt. 

Ront-omdefelvezijn«veeleIndiaenfche  Vlecken  gelegen,  maer  hetgeene  Waeruvt 
defelve  boven  al  verrijkten  de  Hoeven,  op  de  welke  men  de  Suyker  teelt,  den  rijck- 
en  nog  eenige  andere  Hof-fteden,die  fy  EJiancias  noemen,op  dewelke  men  dom  der 
een  groot  getal  Muyl-Efelsende  andere  gedierte  queekt  en  opvoed,  en  nog  Stade  be- 
is'er  een  derde  ioorte  op  dewelcke  men  de  Cochenille  wint-  ftaet. 

In  defe  Stadtis  niet  dan  een  groóte  Kerckeende  eene  Capelle ,  welcke  de  Cordeliers 
eenefoo  welalsde  andere  onderhorig  zijn  aen  het  Cloofter  van  St.  Francif-  te  Xalatta, 
cus,in  het  welke  wy  dieavondt  ons  verblijf'naëmen ,  fo  wel  als  den  volgen- 
den dagh ,  welcke  een  Sondagh  was. 

Het  inkomen  van  dat  Cloofter  is  feer  groot ,  evenwel  werden  daer  maer  Rijckdom 
een  half  douzain  Religieufen  onderhouden ,  hoewei'er  genoegh  is  om  'er  van  haer 
meer  dan  twintigh  feer  gemackelijck  ende  lecker  de  koft  te  geven.  Cloofter. 

_  De  Superieur  ofte  Gardiaen  van  dat  Cloofter  was  niet  minder  ydel  dan  Ydelheydc 
dicvan  St.  fuan  cTU/hua,  en  hoewel  hy  van  onfeOrdre  niet  was ,  foo  liet  van  hae- 
hy  die  daerom  niet  nae  ons  wel  te  ontfangen  ende  heerlijk  te  onthaelen.      ren  Gar- 

WybefpeurdennietalleenindiePlaetfcmaer  ook  in  alle  de  andere  door  <haen. 
dewelke  wy  in  onfe  reyfe  trocken,een groóte  verdorventheydt  van  leven  en  Vcrdor- 
manieren ,  en  wy  fagen  in  haer  foodaenigé wijfen  van  doen ,  ák  t'eenemael  yentheydc 
ftrijdigh  waeren  ,  met  haefe  geloften  ende  haere  belijdenifïèn.  Jer?f. 

Die  geene,  welcke  van  dé  Ordre  van  S,  Francifcuszijmdoen  boven  de  ge-  "eIlJc*eit3 
loñen  van  kuysheydt  ende  dhehoorfaemheyd ,  noch  eene  andere ,  die  mede  ^mnca' 
brenght,  dat  fy,  die  van  dé  armoede,  veel  ftrickter  ende  naeuwer  moeten 
onderhouden,dan  eenige  van  d 'andere  Biddende  of  Bedelende  Ordren,want  Befchrij^ 
haere  kleedinge  moet  uy  t  grof  grijs  Laeeken  ofte  Py  beftaen ,  haere  Gordels  §e  van  dc 
moeten  van  hennippefeelen  gemaeckt  worden,hare  Hembden  van  wollcfy  geI-°tten 
mogen  noy  tkouffen  aen  harebeenen  hebben,en  noyt  andere  fchoéyinge  aen  der*ran~ 
hare  voeten,dan  alleen  houtene  fooien.  Het  is  haer  niet  alleen  verboden  geld  Cllcaeneiij 
te  hebben,maer  fel  ver  mogen  fy  het  niet  aen-raeken,ofyets  anders  in  eygen- 
dom  befitten.  Wanneer  fy  op  reyie  zijn ,  en  mogen  fy ,  om  haer  gemacks- 
halven,  ofomhaer  tefoulageren,  noyt  tePaerde  ftijgen,roaerfy  moeten  al- 
toos met  pijn  en  arbeyd  te  voet  gaen,  achtendcdat  het  overtreeden,van  het 
minfte  van  de  gefeyde  dingeñ,een  doodelijke  fon  de  is,waerdigh  om  met  den 
Ban  ende  eeuwige  verdoemeniíTe  geftraft  te  worden. 

Dog  niet  tegenftaende  alle  defe  verpligtingen ,  die  haer  foo  naeuw  tot  het  D- 
onderhouden  van  deregulen  van  haere  belijdeniiTe  verbin  den, foo  leven  die  de  Monic¿ 
geencwelke  men  in  dat  Landt  heeft  overgebraght ,  op  foodaenigé  wijfcdat  gcn  niet  '" 
het  fchijnt ,  dat  fy  noyt  eenige  gelofte  aen  G  O  D  hebben  gedaen,en  fy  doen  onderhou- 
door  haer  ongereldt  leven  iien,  dat  fy  gelooft  hebben  hetgeene  fy  niet  kon-  den  wor- 
den ?,ohe  niet  willen,  nae-komen»,  dei', 

Wy 


««F- 


^ 


Uytftee- 
kende 
praghc en- 
de kledin- 
ge  van  een 
Cordelier. 


En  van  fij- 
ne Con- 
fraters. 


De  Monic- 
ken  rae£- 
kenaen 
liet  dob- 
belen . 


Propha- 
natie  daer 

Ílígeu 
pleeght. 


Als  oock 
befpottin- 
gc  van  ha- 
re eelof- 


40     I.  Boeck.       Voyagtevan  Thomas  Gage     IX.  Cap 

Wy  faegen  niet  alleen  vreemt  toe,  maer  wy  ergerden  ons  oock  ten  hoog- 
ften,als  wy  faegen,  dat  een  Religieus  van  het  Cloofter  te  Xalappa,  te  Paerde 
fteeg ,  metfyn  Lackey  aghter  hem  ,  en  dat  alleen  omaen  het  andere  eynde 
van  de  Stadt  te  gaen  de  Biegte  hooren  van  een  Menfchedie  op  fijn  verfchey- 
den  lag,  hebbende  ondertuffchen  fijn  lange  Kleedt  voor  ende  agter  opgeligt? 
ende  aenfijn  Gordel  weder  ingeftoocken ,  opd2tmen  fijne  orangie  Sijde 
Koufen, fijne  welgemaeckte  Spaens-leere  Schoen  en  >fijn  Onder-broeck  van 
fijn  Hollandfch  Lijwaet,en  een  PaiTement  van  vier  Vingeren  breet,dat  hem 
voor  een  Koufie-bandt  verftreckte  j  foudekonnenfien. 

Dit  fiende ,  begonden  wy  met  wat  meer  opfight,  op  het  leven,foo  van  de- 
fecáis van  de  andere  Monicken  teletten,dievan  onder  haere  wijde  Mouwen 
haere  gepicqueerde  Sijde  Wambayfen  ende  Hembden  van  Hollandfch  Lij- 
waet,  met  Kandt  aen  de  Handen  geboordt,  vertoonden,ioo  dat  wy  in  haere 
kledinge,  foo  wel  als  in  hacr  onderhoudt,  gantfeh  geene  doodinge  des  Vlee- 
fches  konden  befpeuren  ;  maer  in  tegendeel  ,  al  immers  foo  veel  y delheydt, 
als  in  de  wereltfche  Menfchen. 
■  ^  Nae  het  avonrmael,  begonden  fommige  van  haer  te  fpreecken,om  met  de 
Ka'erte en Dobbel-fteenen  te  fpeelen,en  fy  nodigden  ons  eerft  aengekomene 
om  een  partijtje  a  la  prime  met  haer  aen  te  vangen,het  welke  het  grootfte  ge- 
deelte van  ons  weygerde,  fommige  by  gebrek  van  Geld,en  andere  om  dat  fy 
het  Spel  niet  verftonden,  evenwehna  veele  moeyten,  maekten  fy  £o  veeLdat 
twee  van  de  onfe  figh  met  twee  van  de  haere  aen  de  Kaert  begaeven.; 

Wanneer  de  party  nu  gemaekt  was,  begonden  fy  de  Kaerten,met  een  feer 
goeden  fwier,te  verfchieten,  men  wedde  openkeldtende  dubbeldt,  het  ver- 
lies dreef  de  eeneaen,ende  de  winftdeandere/oodaenigh  dat  het  Cloofter, 
die  naght ,  in  een  Dobbel-huys  verandert  wierde ,  ende  de  Geeftelijcke  ar- 
moede ,  in  wereltfche  ontheyligingen. 

Door  dien  wy  nu  nier  dan  toekijkers  van  het  Spel  waeren,foo  hadden  wy 
tijdt  ende  gelegentheydt,  om  een  groot  gedeelte  van  den  nagt,  geduerig  ons 
aendaght  te  laeten  gaen  over  die  wijfe  van  leven ,  want  hoe  het  Spel  langer 
duerde,  hoe  de  ergerniffe  meer  toe  nam,  foo  door  het  drincken,vloecken  en 
fweeren ,  als  door  de  lacchernyen  en  fpotternyen  met  dewelke  iy  van  haere 
gelofte  van  armoede  fpraecken. 

Een  van  deCordeliers,  hoewel  hy  airede  Geldt  gehandeldthadde,  en 
met  fijne  Vingers  op  de  Taefel  geteldt, wanneer  hethem  evenwel  gebeurde, 
dat  hy  een  aenmerckelijckefomme  won  (  want  dickmaelen  ftonden'er  meer 
dan twintigh  Rijcxdaelders in  )  opende  hy,  omhetgefelfchapte  doenlac- 
chen,  een  van  fijne  Mouwen,  en  daer  op  ftreeck  hy  >  met  het  eynde  van 
de  andere,  het Geltdat  ingeftaen  hadde,  indieopeninge,  feggende,  dat 
hy  gelofte  gedaen  hadde ,  van  geen  Geldt  aen  te  raecken ,  ofte  te  behouden, 
maer  datfijn  Mouw,  fulcks  niet  gedaen  hebbende,  het  een  ende  het  ander 
wel  vermoghte  tedoen. 

Ick 


IBoECK.     ■DoordeSpaenfiheWeíl'Indi'én.  IX. Cap.     41 

Ick  en  konde  níet  langer  alle  het  vloecken  ende  fweeren  verdraegen,  en  ik  De  Monic 
voelde  my  gedreven  om  haer  daer  omtrent  mijn  gevoelen  te  feggeh,en  haer  ken  fpee- 
daer  over  door  te  nemen;  doch  ick  overleyde  dat  ick  daer  maer  als  een  door-  Jen  een 
treckendt  vremdeling  was,  en  dat  alle  het  geene  dat  ik  foude  konnen  feggen  donkcrrje 
onnut  foude  zijn ,  foodaenigh  dat  ick ,  fonder  gerughte  te  maecken,  my  ver-  over' 
trohrom  te  ruften,  verlaetende  die  Dobbelaers  die  in  het  Spel  tot  aen  den  an- 
deren dagh  toe  volharden. 

Des  volgenden  daeghs  hoordemen  van  die  Monick,diefoo  de  fpotrer  ge- 
fpeelthadde,  die  eer  een  lightm is  dan  een  Religieus  van  de  OrdrevanSr. 
Francifcus  fcheentezijn,  en  die  bequaemer  was  in  het  School  vaneenen 
Sardanafulus  en  van  een,Epicurus  dan  in  een  Cloofter ,  dat  hy ,  fegge  ick , 
meer  dan  taghtigh  Rijxdaeldershaddeverlooren;hetfcheenclat  fijn  Mouwe 
weygerde  te  bewaeren  en  binnen  te  houden  ,  het  geene  hy  door  gelofte  niet 
moghtebefitten. 

Het  was  op  die  tijdt,  dat  ick  begonde  te  be'mercken ,  uyt  de  manieren  van  Wacj, 
leven  van  die  Cordeliers,dat  het  veel  eer  is  de vryheyt  des  daegelijkfen  wan-  do£Jr  ■     m 
deis  en  omgancks ,  welcke  Jaerlijcks  foo  veele  Monicken  ende  Jefuit-en  uyt  j,^  f00 
Spaignien  nae  die  gedeelten  des  Aertbodems  doet  vertrecken ,  als  den  y  ver  vee[  Mo. 
die  fy  tot  de  voortfettingedes  Euangeliums ,  endetot  de  bekeeringe  der  zie-  nicken 
len,  zijn  hebbende;bet  welk  gelijk  het  een  uytwerkinge  van  degrootftelief-  nae  Indiei» 
de  is,fo  hebben  fy  ook  geen  ongelijk>wanneer  fy  dat  ftellemvoor  een  van  de  gaen. 
voornaemfte  teeckenen,van  de  waerheydt  des  Godts-dienfts. 

Maer  de  gemackelijckheyt ,  leuyheydt ,  ledigheydt  ende  leckerheydt 
haers  levens ,  doet  klaerlijck  blijcken ,  dat  veel  meer  de  liefde  tot  het  Geit, 
tot  de  ydele  eere,  tot  de  maght  ende  authoritey t  ,  die  fy  fich  over  de  arme  In- 
diaenen  hebben  verkregen ,  het  eynde  ende  het  wit  is  dat  fy  be-oogen,  als  de 
liefde  ende  de  voortfettinge  van  Gods  eere. 

Van  Xalappa  trocken  wy  op  eene  andere  plaetfe  welcke  deSpaigniaerden  Vertreck 
laBJnconada  noemen,  welcke  noch  Dorp  noch  Vleckis,  ende  niet  weer-  vanXaiap- 
digh  foudezijn  dat  ick  daer  hier  ghewagh  van  maeckte,  ten  waere,  datjp*- 
íy  gedenckwaerdigh  was ,  door  twee  dingen ,  die  haer  byfonderlijck  doen 
aghten. 

Het  eerfteis,  dat  fy  foo  verre  van  alle  andere  Plaetfen  is  afgelegen,dat  het  Beichrij- 
als  onmogeliick  is,dat  die  geene,  die  daer  reyfen ,  ter felver  plaetfe ,  niet  des  vinge  van 
middaghs ,  otte  des  avonts ,  haer  verblijf  moeten  nemen ,  ten  zy  dat  fy ,  ten  la  Rmcona* 
minften,  twee  a  drie  mijlen,  van  den  wegh  willen  wijeken,  om  eenigh  Indi-  «*• 
aenfchVleck  te  vinden.  .     . 

't  En  is  niet  dan  een  eenigh  Huys,  van  dat  flagh  welcke  de  Spaigmaer- 
den  Venta  noemen,  gelijekde  Herbergen  in  Engelandt  zijn ,  die  alleen  op 
den  wegh  ftaen,  het  is  gelegen  aen  het  eynde  van  eene  Valleye,  op  de  heetite 
plaetfe ,  die'er ,  tuiïchen  St.  fu4n  d'Ulhua  ende  Mexico  >  is. 

F  Doch 


Middel 
om  het 
water  te 
koelen. 


Groóte 
hitte  des 
naghts." 

Meenighte 
van  Mug- 
gen- 


Vertreck 
van  de 


%%       I.BoECK.     Voyagie  vanThomas  Gage       IX.  Cap, 

Doch  het  geene  haer  noch  aenfienlijck  maeckt ,  is,  datdaer  de  befte 
Fonteynen  ende  Water-bronnen  zijn,diemen  op  dien  geheelen  wegh  yint* 
hoewel,  ter  oorfaecke  van  de  hitte  der  Sonne,  het  waeter  van  defelva 
laeuw  is.  ■«  . 

Die  geene,  dieindegefeydeFéww,  Herberge  houden,  wel  wetende,  dat 
de  hitte, welcke  men  in  het  Reyfen  lijd,  door  eenigen  koelen  drank,behoort 
gemaetigt  ende  verkoelt  te  werdemdraegen  forge,dat  fy  altoos  groóte  aerde 
Vaten ,  met  water  vervult ,  in  fant ,  dat  fy  geduerighlijck  met  water  doen 
bevoghtigen,begravenhebben,waer  door  het  watendat  in  de  potten  is  foo 
kout  als  Ys  wert» 

De  aengenaeme  koelte  ende  de  foetigheydt  van  dat  water,in  een  fo  heete 
ende  brandende  Land-ftreecke ,  gaf  ons  foo  veel  reden  van  verwonderinge, 
als  vermaeck  en  genoegen ,  om  dat  wy  middel  gevonden  hadden,  om  onfen 
boven-gewoonen  brand  te  verkoelen. 

Daer-en-boven ,  diftcmen  ons  ter  dier  plaetfe,  foo  groóte  meenigte  van 
OiïemSchaepen  en  Geyten-vleefch,  als  ook  van  Hoenderen,Calckhoenen> 
Conijnen,  wilt  Pluym-gedierte,  en  voornaementlijck  Waghtelen,  aen,  dat 
wy  daer  over  t'eenemael  verbaft  ftonden. 

Die  Valeye  nevensde  omleggende  Landerijen  zijn  feer  rijken  vrugtbaer» 
en  vervult  met  Hoeven  ofte  Hof-fteden,omtrent  dewelke  de  Spaigniaerden 
Suycker,Coc¿ewi//e,Tarwe  ende  Maii  doen  winnen, 

Dog ,  het  geene  my  byfonderlijk  aen  die  F¿wí4,ofteeenfaemeHerber- 
ge,doet  gedenken,  is,  dat  hoewel  de  Menfchelijkevindinge  de  Reyiigers 
heerV  weten  te  gerieven  met  foo  koel  een  drank  op  foo  heet  een  plaetfe,ende 
die  plaetfe  te  vooriien  met  fo  groot  een  overvloet  van  Leeft-togt ,  dat  fulks 
alles,fegge  ik,maer  gedurende  den  dag  aengenaemis,want  des  nagts  noemen 
het  de  Spaignaerden  helfche  Confituren. 
Niet  alleen  is'er  als  dan  de  hitte  fo  uytneemende groot,  dat  het  niet  moge- 
lijk is  te  eeten  fon  der  geduerig  het  fweet,dat  van  het  voorhooft  op  de  oogen 
druypt,af  te  vegen,maerook  verveelen  de  Muggen  foodanig,dat'er  gantfeh 
geen  middeLhet  zy  in  het  waecken  ofte  in  het  flaepemis,  om  fich  daer  van  te 
bevrijden,  en  hoewel ,hetmeefte  gedeelte  van  ons  Gefelfchap,Tenten  had- 
de,  foo  waren  fy  evenwel  niet  bequaem,  om  ons  voorditongediertetebe- 
fchermen ,  die,  even  als  de  Ybriïchen  van  Egypten ,  ons,  tot  in  onfe  Bedden 
tocquaemen  befpringen, 

Sy  en  verfchijnen  niet,foolange  als  den  dag  duer,maer  wanneer  deSonne 
ondergaet,foo  beginnen  zy,  in  troupen,  by  malkanderen  te  verfaamelen,en 
fy  verdwijnen  weder  met  Sons  opganck. 

Wy,nae  een  lange  ende  moeyelijke  naght,iiende  dat  de  Sonne  haer  hadde 
verdreven ;  oordeelden  mede ,  dat  het  befte  voor  ons  was  van  die  plaetfe  te 
vlieden,foodaenigh ,  dat  wy  daer ,  des  morgens  vroegh ,  van  daen  trocken  <> 
om  aen  een  Vleckte  komen,  dat  al  immers  foo  overvloeyende  vanleeft- 

toghti 


— ■ 


I.Boeck.  Doorde.SfaenfchePPeft-Jndiën.X.   Cap.     43 

togt,ende  aengenaem  is>als  defe  Bjnconada^n  bevrijd  van  die  gaften,  welke 
ons  de  laeft  voorledene  nagt.fo  moeyelijk  een  gefelfchap  hadden  gehouden. 


HET  X.  CAPITTEL, 

Komfte  van  den  Autheur  tot  Segura  de  la  Frontera ,  een  Stad 
door  Cortez  gebouwt ,  nevens  de  befchrijvingevan  hare 
oorfyronck  én  o$bouwinge> 

WYquaemen  des  avonts  aen  een  andere  Vleck  ofte  kleyne  Stadt  ge-  Komfte  te 
naemtSegwr*,  welke  bewoont  is  doorlndianen  cndeSpaigniaerden,  ,e^rafj¡a 
die  te  iamen.omtrent  het  getal  van  duyient  Inwoonders-uytmaken. Iatrw 
Wy  wierden  onthaelt,doorReligieufe  van  deOrdre  van  StFrancifcus,die 
al  immer  fo  wereldfch ,  en  vol  van  ydelheyd,als  die  van  Xalappa ,  waren. 

De  grond-flag  van  dele  Stadt  ir'terdcdooTVerdinandCorte%geleg »  en  hy         ,   . 
noemde  defelve  Segura  de  la  Vromer  aAn  is  gefegt,veyligheyd  van  de  Gren-    •   ^ 
fen  en  boude  defelve  om  daer  door  de  Spaigniaerden,die  van  St.fuan  d'Ul-  klfs  bol|<> 
hua  naeM<?*icoReyfden,tebefchermen,tegens  de  Culhuacanen  en  die  van  w¿n(,e# 
Tepeacac ,  die ,  Geallierden  van  de  Mexicanen  zijnde ,  Spaigniaerden  veel 
fpelsmaeckten. 

Dog,het  gene  Corte  %  het  meeft  vergramde  ,  was  dat,na  dat  hy  op  de  eerfte  Deln&a- 
Reyfe  van  Mexico  was  af-gedreven ,  de  Indianen  op  hem  ende  de  reíle  der  nenoffe- 
Spaigniaerden  aenvallende ,  en  te  vooren  verftaen  hebbc,dat  fy  gevaerlijck  ren  ende 
gewond  waren,  eri  lig  nae  Tlaxcaüan ,  om  haer  te  ververfchen  ende  uy  t  te  eeten 
ruften ,  begeven  hadden  >  de  Inwoonders  van  twee  Vlecken  van  Culhua  en  twaelf 
Tepeacac,  die  fig  doe  met  de  Mexicanen  tegens  Corte$  ende  die  van  Tlaxcal-  Spaigni- 
lan  geallieert  hadden,  fich  in  een  hinderlaege,  om  de  Spaigniaerden  te  ver-  acrdcn> 
raflehen,  hadden  geleght,en  twaelf  van  defelve  gevangen^die  fy  levendigh, 
aen  hare  Afgoden  ,  op-offerden ,  ende  daer  na  opmeten. 
Dit  maekte  dat  Corte%  Maxixca,een  van  de  voornaemfte  Capiteynen  van      ^  7-£ 
Tlaxcaüan  >  ende  verfcheydene andere  Edelluy den  vandeStadt,badt,hem  "aJ^e. 
te  willen  verfelleh^ende  helpen  wraecke  neemen  over  die  van  Tepeacacvre-  £ 
gens  de  wreedheyd  die  fy  tegens  die  twaelfSpaigniaerden  hadden  geoeffent, 
en  het  quaet  dat  fy  daegelijks  aen  de  Inwoonders  van  Tlaxcaüan,met  dehul- 
pev&n  de  Cuthuacanen  ende  de  Mexicanen,  hare  geallieerde,  deeden. 

Maxixca  ende  de  voornaemfte  van  Tlaxcallans  hebbende  met  de  Magi-  j?n  ver: 
ílraeten  ende  de  Inwoonders  van  de  Stadt  beraetflaght,ftelde,met  een  alge-  krVgt  hul- 
meene  toeftemminge,vaft,hem  met  veertig-duyfent  ftriidbare  Mannen  by  pe  van  die 
te  ftaen,  boven  deT  amtrne^,  het  welke  Knegten  zijn,  om  de  Bagagieende  van  Ito 
4e  andere  noodige  dingen  te  draegen.  callan» 

F  2  Cortes 


,.,,   ■ 


■— 


Hy  treckt 
op  tegen s 
die  van 
Tepeacac. 


Eyfcht 
haer  op. 


Haer  ant- 
woort. 


Cortez 
overwint 
dievan 
Tepeavac. 


De  overi- 
ge geven 
iïgh  over. 


StrafFc 
over  cíe 
ifooord  der 
u.  Spai- 


LBoeck. 


44      1.  öOECK.    VoyagievanThomasGagê       X.  Cap. 

Cor  te  %  trock  met  dit  getal  van  de  In  woohders  van  Tiaxcettan  ende  metfijne 
Spaigniaerden  nae  Tepeacachzer  hetende  aenfeggen.dat  zy  ,in  vergoedinge 
van  de  dood  der  twaelfCh  rittenen  figfouden  hebben  over  te  geven  in  han- 
den van  den  Keyfer  ende  den  Koning  van  Spaignien  fijn  Meeftenen  dat  fy  - 
voortaen,  in  hare  Stad  niet  fouden  mogen  ontfangen,eenige  Mexicanen 
ofte  eenige  Inwoonders  van  de  Provinlie  van  Culhua. 

Die  van  Tepeacac  antwoorden dat  fy  die  twaelf  Spaigniaerden  uyt  een 
goede  ende  reghtvaerdighe  oorfaecke  gedoodt  hadde ,  omdatzy,  in  tij- 
den van  Oorloghea  hadden  met  geweldt  door  haer  Landt  willen  tree- 
ken  ,  en  dat  tegens  haeren  wille ,  ende  fonder  haer  daer  toe  om  verlof  te 
vraegen. 

Dat  ook  de  Mexicanen  en  Culhuacanen  hare  Geallieerde  ende  hare  Hee- 
ren  ende  Meefters  zijndcfy  die  altoos  vriendclijck  in  hare  Stadt  ende  Huy- 
fingen  fouden  ontfangemvorders  het  voorftel  datfy  haer  deden  af-wijfende 
ende  protefterende  dat  fy  aen  een  Volck,dat  fy  niet  kendemniet  wilden  ge- 
hoorfaemen.haer  biddende  weder  na  Tlaxcallan  te  willen  keeremfo  fy  hare 
dagen  niet  in  het  korte  wilden  eyndigen,en,even  als  hare  twaelf  Vrienden, 
geóffert  ende  gegeten  worden. 

Dit  niettegenftaendeverfogt  haer  Corí^verfcheydemaeleniía  den  Vree- 
den te  willen  luyfteren ,  en  fiende  dat  fulks niet  en  hielp,  begonde  hy  haer 
met  goeden  ernft  den  Oorlogh  aen  te  doen. 

Die  van  Tepeacac,  die  door  haer  felven,en  door  hulpe  van  Culhuacanen, 
fterek  van  Volck  ende  wel  ge  wapent  waeren,ftelden  haer  in  ftaet  om  de  in- 
gangen en  aenkomften  van  haere  Stadt  tegens  de  Spaigniaerden  te  befcher- 
men,  en  door  dien  onder  haer  veele  Helden  waeren,reghten  fy  verfcheyde 
fchermutfelen  aen,  dog  eyndelijk  wierden  fy  geflaegenen  veele  van  haer 
wierden  gedood ,  ionder  dat'er  een  eenigh  Spaigniaert  bleef,maer  wel  veele 
van  dis  van  Tlaxcallan. 

De  Heeren  en  de  voornaemfte  van  Tepeacac ,  fiende  dat  fy  de  nederlage 
hadden  gekregen ,  en  dat  fy  niet  fterk  genoeg  waeren  om  de  wederftant  te 
bieden ,  gaeven  fig  in  handen  van  Corte%  als  Onderdaenen  van  den  Keyfer, 
onder  bedingh  van  voor  altoos  hare  Vrienden  de  Culhuacanen  uy  rïiaer  ge* 
bied  te  bannen  en  dat  Corte%,  die  geencdie  oorfaeke  hadden  ge  weeft  van  de 
dood  der  twaelf  Spaigniaerdemnaefijne  wille  fouden  mogen  ftraffen,welke, 
ter  oorfaecke  van  hare  wreetheyd  ende  hardneckigheyd,  beval ,  datdeln- 
woonders,  van  alle  de  Vlecken  die  in  diemoord  hadden  toe-geftemt,nevens 
har<naekomeïingen ,  voor  eeuwigh  fouden  Slaeven  zijn. 

Daer  fijn  andere  die  feggen  dat  hy  haer  fonder  eenig  verdrag  te  maecken 

overmeefterden ,  en  dat  hy  haer  om  haere  ongehoorfaemheyd,en  om  dat  fy 

tot  een  fpiegel  aen  het  gantfche  Land  fouden  ftrecken ,  cailijden ,  zijnde  fy 

Sodomiten ,  Af-goden-dienaers  ende  eeters  van  Menfchen-vleefch. 

Hoe  hetzy,de  overgeblen e  wierden  met  hare  nakomelingen  tot  flavernye 

ver- 


LBoECK.     DowdeSfaenfcheWefl-Indïén.   X.Cap.     ^ 

verwefen  ,  en  hy  bevredigde  in  twintig  dagen ,  welke  die  Oorlogh  duerde , 
die  geheele  Provinticdie  feer  groot  is,hy  dede  de  Culhuacanen  uy t  defelve 
vertrecken,hy  wierp  de  Af-goden  onderde  voedende  de  voornaemite  be- 
toonden hem  hare  gehoorfaemheyd. 

Tot  meerder  feekerheyd  dede  hy  daer  die  Stadt  bouwemdefelve  Segura  de 
la  Frontera,ohQ  veyligheyd  der  Grens-plaetfen,noemende,hebbende  de  no- 
dige bediende  aengeftelt,om  forge  te  dragen  dar  de  Chriftenen  en  Vreem- 
delingen in  feekerheyd  van  Vera-Cru^  na  Mexico  fouden  konnen  Reyfen. 

DefeStad,foo  wel  als  alle  de  andere  welke  men  op  den  weg  van  St.  \uan  Sapottes 
dyUlbna,tot  aen  Mexico  toe,ontmoet,heeft  feer  grooten  overvloei  van  leef.  ende  Chico- 
togt  ende  vrugten,en  voor  al  van  die  geene  welke  men  Ananas  Sapottes  ende  Sapottes. 
Chico-S 'apones  noemt  i  de  Sapottes  hebben  binnen  in  een  fwarte  Kernefoo 
groot  als  een  Pruym ,  en  de  vrugt,  op-gefneden  zijnde,is  fo  als  root  Schar-  Befchrii- 
laeken,enfofoetalsHonig,maerde  Chico-S 'apones  zijn  fo  groot  niet„fom-  villgh  daet 
migezijn  oock  root  en  andere  bruyn-root,en  foo  vol  van  Sap ,  dat  men  die  yan# 
eetendcde  vogtigheyd  daer  uytloopt,als  of  het  droppelen  Honig  waren3en 
haere  reuke  is  by  nae  als  die  van  een  gebraden  Peer. 
Men  bood  ons  aldaer  ook  boffen  Druy  vernal  fo  fchoon  als  die  inSpangien  Druyveru 
vallen ,  aen  ,  die  wy  met  groóte  vreugde  aenvaerdden ,  om  dat  wy  die,op  de 
eeh  eele  Rey  fe  niet  hadden  gefien. 

Dat  .dede  ons  oordeelen  dat  het  omleggende  Land  feer  bequaemfoude  Wimtc 
zijn  om  Wijn.aaerden  te  planten,  fo  den  Koning  van  Spaigmen  wilde  toe-  perflen  m 
laten.datmen  daer  Wijn  perffen  foude,het  welke  hy,des  verfogt  zijndcver-  Amertca 
fcheyde  maelen  heeft  af-geilaegen,  uyt  vreefe  dat  het  ielve  den  handel ,  die  verboden 
tuiïchen  fijne  andere  Rijken  ende  dat  Land  is,  bederven  fouden  ™-Crom 

Defe  Stad  legt  in  eene  gemaetigden  Climaet  dan  eenige  andere  tuiïchen  ™cl      ' 
Vera-Cru¿en  Mt?*/'co,endedelnwoonders,diete  vooren  Menfchen-vleefch 
aten  zijn  jegen  woordig  fo  beleeft  en  vriendelijck  als  eenige  andere  op  ge- 
heel dien  weg.  , 
Wy  begaven  ons  hier  een  weynig  vm  onfen  ftreek  nae  het  Weiten  af,den  Trouwe 
gewoonJijken  weg  Noord-weft  ftreckendcen  dat  om  dat  wy  de  vermaerde  yan  dfc 
Stad  TlaxcaUan  fouden  befien,  welks  Inwoonders  fig  by  Corte  % voegden  en-  yan  Tlape„ 
de  altoos  feer  getrouw  waren ,  foodanig  datnien  met  waerheyd  kan  feggen,  caUan  aen 
dat  fy  tot  de  voornaemftehulp-middelen  v^n  het  in-nemen  van  dat  Land  deSpai- 
gedient  hebben  a  en  daeromme  is  het  ook  dat  de  Coningen  van  Spaignien  oniaerdei> 
faaer  hebben'vry-gehouden  van  alle  foorten  Van  Schattingen  tot  op  defen  diehaer 
hedigen  dagh,  en  dat  fy  voor  het  jaerlijkfche  Hoofd-gelt,'t  welke  op  alle  de  daer  voor 
Indianen  geftelt  is,niec  betalen  dan  een  ayr  M4/>,het  welke  hare  Indiaenfche  iooncn. 
Tarwe  is. 


F  % 


HET 


— 


46       I.  Boeck.    Voy agte  vanThomas  Gage      XI.  Cap. 
HET  XI.  CAPITTEL. 

Befchnjvinge  van  de  groóte  Stadt  Tlaxcalan  ende  het  Land 
dat  aen  defelve  onderhoorigh  is. 

Oor-  TTX  E  naem  van  defe  groóte  Stad  TlaxcaÜan  beduyd  eygentlijck  in  de  In- 

fpronck      JL/  diaenfche  Taele  een  welgemaeckt  brood ,om  dat  omtrent  die  plaetfe 
van  de  meer  van  dat  Graen  datmen  Centlt  noemt  werd  gewonnemdan  in  ee- 

nacmevan  nige  van  de  omleggende  Provintien. 

TlaxcaÜan.    In  voorige  tijden  was  die  Stadt  Texdan  genaemt,  het  welcke  een  Dal  tuf- 
fchen  twee  Bergen  beduydt. 

Sy  is  gelegen  op  de  kant  van  een  Riviere  die  uyt  het  Gebergte  Atlancape- 
f^haer  oorfpronck  heefhen  die  het  meefte  gedeelte  van  die  Provintiebe- 
voghtight,  ftortendefich  eyndelijck  in  de  Zee  door  het  Landt  van  Zaca- 
tullan. 

Daer  fijn  in  die  Stadt  vier  leer  fchoone  ftraeten.genaemt  Tepetiepav ,  Ocq° 
telulco}Ti^atlan,  enQuiahut^lan. 

De  eerfte  van  de  voorgenaemde  ilraeten  is  op  een  Heuvel  geleegen,om- 
trent  een  halve  mijle  wegs  van  de  reviere  af,en,om  defe  gelegentheyd.heeft 
men  defelve  Tepetiepac ,  dat  Berg  ofte  Heuvel  beteeckent ,  genaemt ,  en  al- 
daer  was  het  >  datmen  eerft  begonde  te  bouwen ,  door  dien  men  de  hoogte, 
ter  oorfaecke  van  de  Oorlogen ,  foghte. 

De  andere  Straetleghtin  het  hangen  van  den  Bergh  naedeRevier-kandt 

toe,en  om  darten  tijde  datmen  defelve  betimmerdemdaer  ter  plaetfe  veele 

maftboomen  ftonden,foo  noemdemen  defelve  QcotelulcoAzX. een  perk  met 

maftbomen  beplant  beduydt. 

Xtcotencatl    Defe  Straet  was  fcer  fchoon  en  ¿e  meeft  bewoonde  van  ¿e  gantfche  Stadt, 

per-Bcvêl-  in  defelve  was  de  voornaemfte  merckt-plaetfe,  op  dewelke  men  allerhande 
hebber  over  foorten  van  Waeren  verkogte  ende  koghte ,  die  plaetfe  was  Tianquint%li 
die  Tlax-  genaemt*ook  was  in  die  Straete  het  Huys  in  het  welke  Maxixca  woonde. 
callan ,  als  *n  ^e  vaIleye  op  de  Revier-kantwas  nog  een  andere  Straetegenaemt  T/^4- 
Ferdinand  tlan  > om  dat  aldaer  veel  Kalk  en  Krijt  was ,  in  defelve  woonde  Xicotencatl, 
Cortez  en-  Opper-Bevelhebber  van  alle  de  troupes  van  dat  Gemeene  befte, 
de  de  Spai-  Daer  was  noch  een  Straete  Quiabuttfan  genaemt ,  ter  oorfaecke  van  de 
gniaerden  foute  Wateren  die  daer  waeren,dog  federt  de  Spaigniaerden  daergekomen 
defelve  zijn ,  zijn  alle  de  oude  gebouwen  van  defe  voorverhaelde  Straeten  veran- 
overwon-    derf  ende  van  Steen  opgebouwd. 

äe     Het  Stadt-huys  ende  fommige  andere  gemeene  gebouwen  zijn  in  de  val- 
leyeopdekandtvandeReviergetimmertj  bynaefoalsdievan  Venetien. 
De  Stadt  wierde  door  de  Edelfte  ende  rijckíte  In woonders  geregeert ;  fy 

hielden 


Gelegent- 
heyd  van 

Tlax  callan, 

Straeten 
daer in. 

Beichrij- 
vingevan 
deièlve. 


nen 

Maxixca 


a 


1.  Boeck,    Door  de  Spaenfche  JVe (l-Indïên.  XI.C  ap.    47 

hielden  de  regeeringe  van  een  eenigh  hooft  voor  dwinghlandye  >  en  daerom  wa*  fíj« 
washet  datfy  Monte^umazls  eenTyran  haeteden.  h    T 

In  tijden  van  Oorloge  hadden  fy  vier  Bevelhebbers,welke  yder  een  van  de  h0"dcr 
Straeten  bcftierde ,  uythet  getal  van  die  vier  kofen  fy  haerenOpper-Bevel-  "¡  e,cm 
hebber.onder  dewelcke  noch  andere  Edel-luydem  als  Onder-Bevelhebbers,  HophjV_ 
doch  in  kleyn  getal ,  waeren.  den  van  de 

In  het  Oorlogen  deden  iy  haere  Srandaert  aenhet  eyndevan  het  Leger  vierStrae» 
draegemdog  als  de  uere  des  iirijdens  gekomen  was^fo  ietteden  fy  dc-felve  op  tcn. 
een  plaetfe  die  van  alle  de  Wereld  konde  geiien  werden,  en  die  geene  die  iig 
daer  opnietaenftonts  omtrent  fijn  Bevelhebber  vervoeghde,  wierdein  de 
boete ,  daer  toe  ftaende ,  verwefen. 

Boven  op  de  ftok  van  dieStandaert  waren  tweePijlen,  die  fy  als  Reliquien  Wonder 
van  haere  voor-ouders  eerbiedelijck  eerden.  Die  geene  die  laft  hadden  om  by-geloof, 
defe  Pijlen  te  gebruykemmoeften  twee  oude  ende  kloeckmoedige  Soldaten 
wefen,uyt  't  getal  van  de  voornaemfte  Bevelhebbers.  Hier  in  beftond  onder 
haer  een  foorte  van  voorbediedinge  en  bygeloof,voorfiendefy  daerdoor  het 
winnen  ofteverliefenvanden  Veldt-ilag.  SyloftendefePijlenopdeeerfte 
van  haere  vyanden  die  fy  ontmoeteden ,  en  wanneer  fy  dan  den  felven  daer 
mede  doodden  ofte  quetften >  foo  was  dat  voor  haer  een  feecker  teecken  van 
de  overwinningcmaer  foo  die  Pijlen 9die  geene  op  dewelke  fy  geloft  waren, 
nog  doodden  noch  quetftemioo  fielden  fy  voor  vaft,dat  iy  de  Slag  verliefen 
fouden  ,  ofte  ten  minften  de  fleghfte  kans  hebben. 

Defe  Heerlijckheydt  ofte  ProvintievanT/^cete  hadde  onder  haer  agt  Groote 
ende  t  wintigh  Dorpen  ende  Vlecken ,in  dewelcke  hondert  ende  vijftig  duy-  ^ande   . 
r      TT     Li  1.  r  >    o      j    Provmtic 

fent  Hoofden  van  huysgeünnen  waeren.  Tlax- 

Het  zijn  alle  welgemaekte  Mannen  ende  de  befte  Krijgs4uy  den  die  onder  W^Ä< 
alle  de  Indiaenen  zijn. 

Sy  zijn  feer  arm  en  hebben  niet  dan  het  graen  dat  Cew/i  noemen,  endoor 
verkopinge  van  het  felve  weten  fy  haere  Klederen  en  andere  nodige  dingen  Hacre  ar" 
te  krijgen ,  beftaende  allen  haerenrijckdom  daer  in,        •  moede. 

Sy  hebben  veele  plaetfen  op  dewelke  fy  Merckt  houden ,  maer  de  aenfien- 
Hjckfte,  en  die  daer  het  meefte  op  verhandeldt  werdt,  is  in  de  Straet  van  Oco- 
telulco,  die  voor  defen  foo  beroemt  was  datmen  daer,  dickmaelemmeer  dan 
twintig-duyfent  Perfoonen  fagh,om  te  kopen  ende  te  verkopemdat  al  reuy- 
lende  toeging ,  malkander  het  eene  voor  het  andere  gevende ,  door  dien  ty 
het  gebruyck  s  van  het  gemunte  Silver  ofte  Goudt ,  niet  hadden. 

Daer  was  eertijds ,  en  is  oock  noch  op  heden  ,  een  feer  goede  ordre  in  die  Haere 
Stadt ,  als  oock  veele  foorten  van  handt  wercks-lieden.  Handt- 

Daer zijn Goudt-fmeden ,  Pluymverkopers,  Barbiers,  Badt-ftoov-hou-  wercken 
dersendePotte-backers,  welcke  foo  goeden  Aerde-werckmaeckenalshet  endegoe- 
geene  dat  uytSpaignien  komt.  deoidre» 

Het  Aertrijk  is  daer  vet  ende  vrugtbaer  en  ieer  bequaem  voor  het  Koorn, 

vruch- 


111 


wtm 


Des 

grondrs 
vrught- 
baerheyt. 

Water- 
Godc. 


Wijn- 
God  c. 

8  oo.  Men- 
ichen  jaer- 
ïijcksaen 
een  Godt 
geofterr. 


tboloÜa 
ccn  grote 
Stadr. 


Harde 

ftrafover 

dieice. 


48     I.  Boeck.      Fbyagie  vanThomas  Gage      XI.  Cap. 

vrugtenendeWey-landen,  wantdaer  waftfofchonen  Gras  tuffen  de  Maft- 
bomen,  dat  de  Spaigniaerden  aldaer  haere  Beeften  laeten  wey  den, het  welke 
men  in  Spaignien  nietfoude  konnen  doen. 

Twee  Mijlen  van  de  Stadt  is  een  ronden  Bergh,  die  fes-duyfentfehreden 
hoogh,  ende hondert  ende  veertigh  Mijlen  rond  is,  en  jegenwoordigh  den 
Berg  van  St.  Bartholomeus  genaemt  welzijn  de  de  kruyn  van  defel  ve  altoos 
met  Sneeuw  bedeckt,in  den  voorigen  tijdt  noemden  (y  defel  ve  Mateacu/ae, 
welck  den  naem  van  den  Godt  des  Waters  was. 

Sy  hadden  oock  een  Godt  van  den  Wijn  ,  die  fy  Ametochtli  heetten  ,  oock 
waeren  fy  feer  tot  droncken  drincken  genegen. 

Haer  voornaemfte  Godt  was  genaemt  Camaxtlo  ofte  Mixcovatl ,  wiens 
Tempel  in  de  Straet  van  Ocoteüulco  ftondcin  dewelke  ten  minften  aght  hon- 
dert Menfchen  jaerlijcks  geofrert  wierden. 

Men  fpreeckt  drie  verfcheydene  Taelen  in  de  Stadt,  de  eerfte  is  genaemt 
Nahuahiy  het-welcke  de Taele  der  Hovelingen is,ende  der  aeniienlijckfte  in 
het  gantiche  Rijck  van  Mexico. 

De  tweede  werdt  Otoncir  geheeten,welcke  men  het  meeft  op  alle  de  Dor- 
pen hoord  fpreeken,en  daer  is  niet  dan  eene  Straet,in  de  welke  men  die  gene 
die  Pinover  genaemtis,fpreeckt,zijnde  die  de  plompfteen  grofile  van  alle. 

Daer  was  voor  defen  een  gemeenegevankeniiTe^alwaer  men  opilootende 
kaftijdde  die  geene  dieeenige  mifdaet  begaen  hadden. 

Ten  tijde  dat  Cortz^  daer  was,  gebeurde  het*  dat  een  Inwoonder  van 
deStidt,  feeckerekleynepartyeGoudts,  vaneenSpaigniaert,  ftal ,  waer 
overals  Ccrte%  fijne  klaghteaen  Maxixca  dede ,  defelveop  ftaendevoet, 
daerfoo  neerftighlijck  nae  dede  verneemen,  dat  den  fchuldigen  ,  teCho- 
iolla ,  gevonden  wierdt*  zijnde  dat  een  andere  groóte  Stadt ,  vijf  Mijlen  van 
daer  gelegen. 

De  gevangen  dan  zijnde  te  rugge  gebragt,  met  het  Goud  dat  hy  hadde ge- 
nomen ,  wierdt  aen  Corte^ ,  om  met  hem  nae  fijn  begeren  te  leven ,  ter  han- 
den gefteldt,  maerhy  gaf  hem  weder  aen  Maxixca,  hem  bedanckende  voor 
de  moeytedie  hy  genomen  hadde ,  om  hem  te  laeten  opfoecken. 

Doch  Maxixcat  die  hem,ten  fpiegel  van  andere,  ftraflfen  wildcdede  hern 
door  de  Straeten  van  de  Stadt  omleyden ,  gaende  een  Roeper  voor  hem,  die 
metluyder  ftemme ,  het  geene  dat  hy  bedreven  hadde,  uytriepj  en  zijnde  hy 
dus  op  de  Merkt-plaetfe  gekomen,dede  men  hem  op  een  Schavot  klimmen, 
al  waer  men  hem  de  voegingen  van  Armen  ende  Beenen  met  een  yferehand- 
boom  aen  ftucken  iloegh. 

De  Spaigniaerden  verwonderden  fig  over  foo  geftrenge  reghts-pleginge» 
en  befloten  daer  uyt,datsgelijk  de  In  woonders  haer  in  dit  ftuk  hadden  willen 
voldoeninge  geven,  fy  haer,  op  defelve  wijfe ,  in  het  toekomende  oock  ge- 
reet  ende  willigh  fouden  vinden,  om  alles  wat  in  haere  magt  was  te  doen,  tot 
het  innemen  van  Mexico  >  en  tot  het  onderbrengen  van  Monte^uma. 

Qcotclul 


IBo-ECK,    DoordeSpenfcheWeft-Irdïèn.  XI.  Cap.     49 

Ocotelulco  ende  Ti^atlan  zijn  de  twee  Straeten  die  op  heden  het  meeftebe-  Kercken 
woont  zijn.  In  die  van  Ocotelulco  is  een  Cloofter  van  deReligieufen  van  Sc  en°eCa- 
Francifcus,  die  de  Predickers  van  die  Stadt  zijn  en  een  fchoone  Kerke  heb-  £f     }? 
ben  die  aen.  haer  Cloofter  gebouwt  is ,  en  aen  dewelckc  omtrent  vyftig  In-  liaxcallm* 
diaenen  onderhorigh  zijn,  zijnde  die  alle  Sangers,Organiften,Speelders  op 
Mufijcqlnftrumenten,  op  Trompetten  en  Schalmeyemen  fich  daegelijcks 
by  de  gewoonlijke  Miiïe  voegende,  alwaer  fy  een  yder,door  haere  wonder- 
lijcke  over-eenftemminge,doen  verbaeft  ftaen,foodanig  dat'er  niets  is  dat 
het  her  te  meer  treft. 

In  de  Straeten  van  Tepetiepac ende  Qt^iahuittfanzijn  niet  dan  twee  Capel- 
len,in  dewelke  op  de  Sondaegen  ende  by  andere  nodige  voorvallen  de  Re- 
ligieufen  van  dat  Convent  de  Miiïe  gaen  feggen. 

Wy  bleven  in  het  Convent  een  dag  met  twee  nagten,en  wy  wierden'er 
feer  wel  onthaelt ,  daer  was  feer  grooten  overvloedt  van  Spijfe ,  en  voor  al 
van  Vifch ,  die  daer  in  groóte  meenigte  ,  ter  oorfaeke  der  naebuerigheydt 
der  Reviere,  is. 

De  Stad  heeft  twaelf  Indianen  aen  de  Religieufen  gegeven  om  Vifch  voor  VnTers 
haer  te  vangenren  daerom  zijn  die  Indiaenen  oock  bevrijdt  van  alle  andere  voor  hc£  1 
plighten.  Cloofter. 

Sy  gaen  niet  alle  te  gelijck  op  eene  tijdt  viíTchen ,  maer  alleenlijck  vier  in 
yder  weecke ,  dat  fy  by  beurten  doen,  ten  zy  by  eenigh  boven  gewoonlijck 
voorvahwant  fulks  voorkomende,  foo  zijn  fy  gehouden  alle  andere  dingen 
te  laeten  ftaen  ,  en  alle  te  gelijck  voor  het  Cloofter  te  gaen  viíTchen. 

De  Stadt  is  jegen  woordig  door  Spaigniaerden  ende  Indianen  onder  mal-  ¿kalde. 
kanderen  gemengt bewoont,  enfy  isdeSit-plaetfevaneenPrefidentofte  Major» 
voornaem  Bediende  van  de  ƒ  uftitie,  die  van  drie  tot  drie  Jaeren  uy  t  Spai- 
gnien  gefonden ,  ende  Alcalde  Major  genaemt  werdt,ftreckende  fijne  maght 
fichuyt  over  alle  Steden  en  Vlecken , die  binnen  twintig  Mijlen,  daer  om- 
trent, gelegen  zijn. 

Boven  defen  Bediende,  zijn'er  noch  andere  onder  de  Indiaenen  ,  diefy  Sijnebe- 
Alcaldes ,  Regidor s  ende  Algua\iU  noemen  ,  welke  de  meer  en  mindere  Be-  diende, 
dienden,  tot  de  adminiftratie  der  Juftitie  nodig,  zijn,  en  die  jaerlijks  door 
den  Alcalde  Major  werden  aengefteldt ,  die  haer  alle  in  ontfag  houdt,  en,fo 
veel  van  haer,  in  fijnen  dienft  gebruyckt,als  het  hem  wel  geval  t,fon  der  haer 
deminfte  vergeldinge,  voor  haar  moeyten  ,  te  geven. 

Hetquaetonthaeldatdie  Alcalde  Major  ende  de  andere  Spaigniaerden  de 
Indianen  aendoen ,  heeft  die  Stadt ,  die  te  vooren  feer  Volck-rijck  was,  ten 
hooghften  doen  vervallen,hoewel  fy  defelvefaghter  dan  de  andere  behoor- 
den te  handelen ,  zijnde  fy  de  voornaemfte  oorfaeke, van  het  innemen  ende 
overwinnen*  van  het  geheele  Landt,  geweeft. 


HET 


, 


Puebla  de 
ios  Ange- 
les. 


Beíchrjj.- 
"vinge  daer 


Hare  op- 
komft. 


SQ 


L  B OECK.   Vojagie  van  Thomas  Gäge 
HET  XII.CAPITTEL. 


XII.  Cap. 


Veruolgh  vanonfeReyfe  van  Tlaxcalkn  nae  Mexico  door 
luebla  délos  Angelos,  ofte  der Engelen  Stadt,  ^Gua- 
cocmgo. 

DE  aenmerckelijckite  Stade  welcke  men  nae  Tlaxcaüan ,  opdenweeh 
diewy  reyfdenonrmoet,  isdeStadtdiedeSpaenfcbe  laLe^t 
Angelos  ofte  de  Stadt  der  Engelen ,  noemen :  wy  hadden  erom  ver 

dS 

noXeen  tSS S  WM '  T  **"*$* «7 meedezijnde , hadden  wy'er 

noch  geen ,  federt  ons  vertreck  van  Si.  fuan  d'Ulbua ,  ontmoet.  Y 

cJ~S  T,erVerften  ons  drie  dagen  metgemack  op  die  Plaetfcin  dewdke  wv 
feer  welkom  waeremonder  onfe  Mede- Broeders,  die  niets  nalieten  i  noch 
ipaerden  ,  om  ons  wel  te  onthaelen.  0ch 

g  Wy  ginghen  door  de  gantfche  Stadt  wandelen,  foodaeni»h  dat  wv  eefe 

beipeurden  in  defelve  een  groóte  overvloet  en  rijkdonuiiet  alleen  door  d  en 
ftereken  haüf&W*  daer  werd  gedtéven^erood.dborhèSSo^fod 

mneif:ran^ 

mditen  ende  Jefuitemboven  noch  vier  Conventen  van  Geeftelijcke  Dogh- 

ïJïXf?*  iS  in  een  5*??  Va,leye  gelcgen,üjnde  omtrent  fes  mijlen 
verfcheyden  van  eenhoogen  Bergh,die  altoolmetfneeuwbcdecktis  Men 

inhet,aervani53o.  ghebouwt,  door  bevel  van  Dom  Amonio  de  Mendolfa 
Viceroy  van  Mexico,  en  door  toelatinge  van  Sebaftiaen  Ramírez  doemaels 
Bifichop ,  dog hy  haddete  vooren  Prefident tot St.  Dcmmgo,  geweeft  S 
fcnde  datjaerhet  Ampt  van  Prefident  van  de  Cancelarle  van  M,Wc°  in 
plaetie  van  NunmodeG^man ,  die  de  Spaigniaerden  endedelndiaenen  feeí 
Qualijkgeregeert  hadde ,  hebbende  tot  fijnlby-fitters  defe  vier  Re'tersoñe 
Éaeds-Heeren,  te wceten den Licentiaet ^1,^54/^«.,  Gejcf&lota 
Tranctfco  Ceynas  ende  Atonjo  Maldonado.  Wroga » 

J?t  Rug!fl8  beftierd?n  h«Land  veelbeter  dan  tevoren  NunnhdeGu^mM 
gedacn  hadde ,  en  onder  andere  aenmerkens-waerdige  dingen  die fy  deden, 
bevolkten  iy  dele  Stadwn  fielden  de  Indianen  die  datr  te  voren  woeden  in 

vry 


I  BoECK.  doordeSpaenfeheïFefl-Bdien.Xlï.G ap.     || 

vryheyd,zijnde  defelve  meeft  gevlughbter  oorfaeke  van  het  quaet  onthaeh 
datdeSpaigniaerden  haer  dedemen  fy  waren  gaen  woonen  fommige  te  Xa- 
lixco  >  andere  in  de  Honduras  Guatimala  ende  in  andere  plaetfen,  in  dewelke 
de  Indiaenen  tegens  de  Spaigniaerden  Oorlcghden. 

Defe  Stad  wierd  voor  defen  door  de  Indianen  Cuetlaxcoapangeheeten>het  Oude 
welke  een  Slange  in  het  waeterbediedr,  door  dien'er  twee  Fonteynen  zijn ,  naemvaa 
zijnde  het  waeter  van  de  eenen  goedt  om  te  drincken  3  maer  van  de  andere  fö&vti. 
ondeugende. 

Tegenwoordig  houd  aldaer  een  BiiTch op  fijn  Stoel,wiensinkomen,federt  DesBií- 
men  Xa/appa  de  la  Vera-Cru$daer  af  heeft  genomen ,  nog  meer  dan  twintig  fchops  in- 
duyfentDacatenjaerlijcks  waerdigh  is.  komen. 

De  lugt  is  daer  ibo  goebdat  bet  getal  van  de  In  woonders  geduerighlijck 
toe-neemndoor  den  grooten  toeloop  van  het  Volck,dat  daer  van  verfchey-  Gr°oten 
dene  andere  quartieren  komr.     In  het  jaer  van  1654.  quam'er  feerveel  toevl°eE 
Volcks,door  dien  men  vreefehadde  dat  de  Stadt  Mextco,door  het  overftro-  van  In; 
men  des  Meers,  foudeverdroncken  hebben.  Daerwaeren  alfdoenveele  woonders» 
Menfchen  die  daer  uyttrocken,  en  die  alle  het  geene  fy  hadden  met  haer 
voerden.komende  met  haere  gantfche  Huys-gefinnen  in  de  Puebla  délos  An- 
gelos woonerven  tnen  acht  dat'er  jegenwoordig  wel  thien  duyfent  In  woon- 
ders zijn. 

Sy  is  feer  vermaert  door  de  Laekenen  die'er  gemaekt  wordenden  diemen  Hare  ma- 
nae  yerfcheydene  andere  Landen  vervoerr,  men  hout  defelve  oock  fo  goed  nufadu«~ 
als  die  van  Servia  ,in  welckePlaetfemende  befte  van  gantfch  Spaignien  ren. 
maekt,dog  zy  fijn  ièer  in  prijs  gemindert ,  om  datmen'er  niet  fo  veelals  wel 
voor  defen  ,  nae  America  voert ,  ter  oorfaeke  van  de  groóte  meenigte,die'er 
jaerlijcks  in  defe  Puebla  de  los  Angelos  gemaeckt  wert. 

DeHoeden  die  daer  gemaekt  werden  zijn  de  befte  van  de  geheele  Provin- 
tie. 

Daer  is  mederen  Glas-blaferye,wat  feldfaems^door  dien'er  in  het  geheele 
Land  noch  geene  dan  die  is. 

Dog  het  geene  die  Stadt  het  meefte  verrijckt  is  de  Munte  in  dewelke  de  Munte. 
helfte  van  het  filver  dat  uyt  de  Mijnen  van  de  Sacatecas  komt  gemunt  werr, 
het  welcke haer  als  een  tweede  Mexico  mzekt,  en  oorfaeke  fal  zijn  ,datzy, 
door  verloop  van  tijdemal  immers  fo  Volk-rijk  als  die  Stad  fal  worden. 

Buyten  de  Stad  zijn  veele  Hoven  3  die  de  Merkten  met  Groente  en  Kruy-  Suyker- 
den  vervullen ;het  omliggende  Landt  geeft  overvloed  van  Tarwe,daerzijn  Molens. 
Paght-hoeven  in  grote  menigte,in  dewelke  men  de  Suyker  teelt  en  vergae- 
dert ;  onder  andere  is'er  eene ,  die  niet  verre  van  de  Stadt  gelegen  is ,  welke 
aen  de  Religieufen  van  St.  Dominicus  behoort ,  en  fig  fo  verre  uyt-ftreckt , 
datmen  op  defelve  meer  dan  twee  honden  Negers  >  fo  Mans  als  Vrouwen  > 
fonder  haere  Kinderen  te  tellen ,  onderhielt. 

De  aenfienlijkfte  Stad  die  tuiïchen  Puebla  de  los  Angelos  ende  Mexico  legt  is 

G  Jt  Qua- 


^Guacocingo 


Kinderen 
dieaerdig 
daníTen- 


Ydelebc- 
iïgheden 
der  Monic 
ken. 


Vryheden 
Tan  die 
van  Guaco - 
€Íngo. 
Waer 
door  ver- 
kregen. 


y  2    I  Boeck;     Vbyagk  van  Thomas  Gage    XII.  Ca 

Guacocingo  ghenaemt ,  in  defelve  zijn  omtrent  vijf-hondert  Indiaenen  ende 
honder ijSpaigmaerden  met  de  woon  nedergeüaegen :  daer  is  ook  een  Kloo- 
fter  van  Cordehers  die  ons  feer  wel  ontfinghen,  en  de  aerdigheydt  van  haere 
Indianen  deden  fien,foo  in  het  Mufijcq  finghen  als  in  bet  fpeelen'op  inftru- 
menten.       -  »  r  r 

Deië  Religieufen  .hadden  alfo  weynïg  gebrek,  van  alle  het  geene  tot  het  le- 
ven nodig  is,dan  alle  de  andere;  maer  her  geene  daer  fy  het  meeile  op  roem- 

aen,was  de  op voedinge  van  eenige,daer  ter  Plaetfe  geborene,  Kinderen,  en 
voor  al  van  die  geene  die  in  haer  Kloofter  dienden,  welke  fy  op  de  Spaeniche 
Wijicop  het  geluyt  van  de  Guitarra,haddcn  leeren  danffen. 

Wy  iagen  daer  des  avonts  een  proef  af  van  twaelf  Kinderen,  welker  outfte 
geen  veerthien  jaren  tellen  konde,  en  die  fy  om  ons  te  vermaecken  hadden 
ontboden,dietot  de  middernagt  toe  Spaenfche  ende  Indiaenfche  Liedekens 
longen  ,  danffendeendefpringendeondertuffchen ,  en  handelende  deCa- 
itagnetten  ,  metfoo  veelbequaembeyd ,  datfy  ons  niet  alleen  vermaekten , 
maer  oock  deden  verwondert  ende  verbaeft  ftaen. 

Het  is  waer,  dat  ter  wijle  wy  fulcks  fagen ,  ons  in  gedaghten  quam ,  dat  die 
Keligieufen  beter  fouden  gedaen  hebben ,  foo  fy  den  tijd,  die  iy  in  het  onder- 
wijlen van  die  Kinderen  verquift  hadden,hadden  in  haer  Koor,volgens  hare 
belijdeniiïe,  door  gebragt;  dog  hoe  wy  verder  trocken,  hoe  wy  meer  bevon- 
den.dat  de  pligten  van  de  Godts-dienil  veragt  en  verfuymt,  en  de  ydelheden 
op  den  Throon  geftelt  wierden,en  dat  door  die  gencdie  de  Werelt  moeiten 
verfaeckt  ende  alle  de  vermaecken  van  defelve  verlaeten  hebben. 

Dek  Stad  van  Guacoctn^o  heeft  door  de  Koningen  van  Spaignien  by-nae  fo 
veele  vryheden  als  die  van  Tlaxcallan  gekregen,om  dat  fy  haer  nevens  defelve 
tegens  de  Mexicanen  by  Ferdinand  Cories*  ende  de  andere  Spaigniaerden 
voeghde,  diedeeerfleinnemers  van  dat  Land  waren. 
Delnwoonders  vanG«4ffo«»g<>,fijndeLand-genoten  van  die  vznTlaxcaHan, 
Choloüa  ende  Huacacoüafbefchermden  kloeckmoedelijk  die  van  C baleo, welke 
aen  Corte^  om  byflant  hadden  gefonden ,  om  datfy  door  de  Mexicanen ,  die 
aireede  veele  fchaede  aen  hare  Landen  hadden  gedaen ,  wierden  aengetaft. 
Dogdoor  dien  Corte^  haer  de  verfogte  byflant  niet  konde  toefenden ,  om 
dat  hy  doen  befigwas  met  het  verveerdigenvanfijneRoey-barken,omMm- 
co  te  Water  ende  te  Lande  te  belegeren,  fo  badt  hy  die  van  TIaxcallan,  en  die 
vjmGuacoctngo  ¿nevens  die  vznCboloüa  ende  Huacacolla, haer  te  willen  byftaen, 
dat  fy  met  foo  veele  edelmoedigheyd  ende  dapperheyd  dëden,dat  de  geheu- 
genifíedaer  van  tot  op  defen  dag  is  overgebleven,hebbende  fy  die  van  Cbalco 
uy  t  de  verdruckinge  vmMome^uma  gered.niet tegenftaende  de  groóte  magt 
met  dewelke  hy  uy  tMexico  getrocken  was  om  aen  de  Spaigniaerden  het  nae- 
deren  aen  fijne  Stadt  te  beletten, 

Defe  daed  was  oorfaekcdat  defe  Stad,gelijk  ook  de  andere  voorverhaelde* 
veele  voor-regten  van  de  Spaigniaerden  verkreegrbzijnde  die  nog  feer  onder 
haérge-acht.  6         Yaa 


I.Boeck.  DoordefyaenfcheWeft-Indién.  XII.  Cap,   53 

Van  daer  deden  wy  onfelaetfte  dag-reys  tot  aen  de  Stadt  van  Mexico  rey- 
íende  aen  gene  zijde  van  die  hoogen  Berg,die  wy  al  te  Puebla  délos  Angelos  ge- 
lien  hadden ,  en  die  dertigh  mijlen  daer  van  daen  gelegen  is. 

Sy  is  veel  hoger  dan  de  Alpes,ook  is  het  daer  kouder,door  dien  het  ín  eeuw 
daer  op  altoos  blijftleggen. 

Sedert  ons  vertreck  uytSpaignien  ,  hadden  wy  de  koude  noyt  foo  ftreng,  Koudeop 
alsindieplaetfe,  gevoelt,  het  welke  de  Spaigniaerden  feer  dede  verwonde-  hetge- 
remdieuyt  de  warmte  van  haerClimaetquaemen,  endedefelve  noch  veel  berghte. 
grooter  op  de  Zee  hadden  vernomen. 

Op  die  laetfte  dag-reys  van  Guacocingo  op  Mexico  reekenden  wydatwy 
omtrentdertig  Engelfche  mijlen  hadden  afgelegt,  van  dewelke  wy  ten  min- 
ilen  de  helft  hadden  verlieten  in  het  klimmen  en  daelen  van  die  Berg. 

Doe  wy  op  het  hooghite ,  daer  onfen  wegh  viel,  waren,  ontdeckten  wy  de 
Stadt  van  Mexico  nevens  het  Meer  dat  daer  om  isr  welckë  ons  feernaeby 
fcheenen  ,  hoewel  fy  thien  mijlen  weegs  in  de  vlackte  en  van  den  voet  van 
dienBerghaf-leggen. 


HET  XIII.  CAPITTEL. 

In  het  weïcke  den  Autheur  ,  vervolgende  de  befchrijvinghe 
van  het  aenmerckelijckfte  dat  hyop  den  wegh  fat,  gelegent- 
heydt  neemt  om  verfcheydene  naeukemige  omftandigheden , 
het  innemen  van  dat  Land  door  de  Spaigniaerden  betreffen- 
de >  teverhaelen. 

1  \  Ls  Verdinand  Cortes^  voor  de  tweede  reyfe  van  Tlaxcallan  vertrock  om 
J\  Mexico  te  Water  ende  te  Lande  te  gaen  belegeren,  met  de  Roey-bar- 
quen  ofte  Schepen  die  hy  daer  toe  expreflelijk  hadden  laten  maecken, 
foo  lagen  fijne  Troupen  gelegert  acn  de  zijde  van  het  gebergtcal  waer  fy  van 
koude  fouden  vergaen  hebben,  foo  fy  haer  niet  hadden  bedient  van  het  hout 
dat  fy  daer  met  groóte  meenighte  vonden. 

Doch  des  anderen  daeghs  klom  hy  hoger  op  het  gebergte,  en  fy  fond  vier 
Ruyters  ende  vief  Voet-knegten  om  den  wegh  te  ontdecken,die  defelve  ge- 
floten vonden,door  de  groóte  Bomen,die  de  Mexicanen  ,federt  weynige  da- 
gen ,  hadden  omgehackt ,  en  d warfch  over  den  wegh  geleght.  _. 

Doch  door  dien  fy  haer  inbeeldden,  dat  het  mooghelijck  op  allePlaet- 
fen  foo  niet  foudegefteltweefen, foo  trocken  fy  vorder  foo  verre  fy  konden* 
tot  dat  íy  eyndelijckeen  grooten  hoop  af-ghehackte  Ceder-bomen  von- 
den, die  foodaenigh  op  malkanderen  gheftaepeldtlaeghen,  dat  het  haer  met 

G  1  m°ge 


Optoght 
van  Cortez 
tegens 

Mexico, 


Die  van 
Mexico 
floppen 
den  wegh, 


— - 


Welcke 
de  Spai- 
gniaerden 
openen. 


Cor  tez  out 
deck  thee 
Leger  der 

Mexicanen. 


Enflaet 

het  fel  ve. 


54      I.  Boeck.     Voy agie  vanThomas  Gage     XII.  Cap! 

hogelijk  was  vorder  te  konnen  door  geraecken     hetwUi'jh^x^á  / 

weder nae  Corte?  keeren,en  hem  verfelkeren Xw et.welke ha7er,dan  dede 

Or^vraeghdehaer,  of  fy  geen  Menfchen  ontmoet  hadden  doch  door 
dien  fy  hem  van  neen  antwoorden ,  foo  vertrock  hy  AAS 

hem  foude  hebben  >  met  alle  mogelijkfpoet ,  te  volgen  J        g 

Soodanigdathyfich,  doorhet  Volckdat  hy  met  hem  genomen hadd^ 
een  wegh  dede  baenen.de  Boomemdiemen  in  den  weg  haSKSKS 
iijnedoor-togtteverhinderen.doendeverdraegen.en^diewffetf^ 
hoewel  het  niet  was  fonder  veel  te  arbeyden  J      ' 

Het  is  ieeker,  dat,  fo  de  Indianen  haer  dae"r  hadden  neder  geflaegen  om 
die  door-togt  te  bewaeren,de  Spaigniaerden  die  noytfouden  hebben  kél 
nengebrayken-,  om  dat  die  wegdoenmaelsfeerquaeten  moeyehfkomte" 

dat  de  Muyl-Efels, welke  met  haere  vragten  van  St.  fuan  d'U/hua  ende  van 
de  omleggende  Suyker-molens  komende  gemeenlijk  gebru y  ken 

UoghdeMe^^geloofdendatdieweghgenoegfaemverfeekertwas 
doordeBomenwelkeiyopeno.verdefelvegeLckthadden.endehebb^ 
dein  dat  vertrouwemdefelve verwaerlooit  te bewaeren.verwagSn fy  de 
Spaigniaerden  in  het  vlackeveldt.  ë^aeniyoe 

~   Want daer  zijn  drie  wegen  welke  menvan  Traxcallan  nae  Mwriwkan  ze 
ofÄ  rndeWdle  c^democydijckfteuytkoo.,  fidhAÏ 

verhinderen  J     '  geenevyanden  waeren,  omdendoor-toght  te 

daffiin  Ldnfrhiddr  ftÜIe  ?P  *}et  ^1^1^  van  dien  Bergh.om  fo  lange  tot 
lift  S  £  Tí  Leger  foude  vergadert  fijn  te  ruitenen  als  dan  gefaenW 
Ii*  in  de  vlekte  neder  te  trecken .  Van  defe  plaetfe  ontdeckten  fy  de  Vveren 
ten  fv  Tníen  °,?  ^fch^«e Pitrén  aengefteken  haddeniok  bemerk. 
¿VI  ■  r  ÍVlle  d,ie  geene^elke  haer  op  de  twee  andere  wegen,  gewagt 
hadden ,  fig  hadden  by  den  anderen  gevoeght,  om  haer,  tuíTchen  fommlge 
Bruggen,welkemen,rotgemack  der  Reyflgers,over  de  Stroomen  en  BeeS 
ken  ,  die  uy  t  het  Me^ r  fpruyten ,  gemaeckt  heeft ,  aen  te  taften. 

Dog  Cw«,hebbende  aen  twintig  Ruy  teren  bevolen  op  haer  in  te  vallen, 
foo  floegen  die  door  het  gantfeh  Heyr  gevolght zijnde ídwarfch  door  dé 
lijden         '  Van         VC  doodende^on^r  eenige  fchaede  van  haer  te ' 

Hetgefigte  van  díe  Bergh  en  van  de  vlackte  die  aen  de  voet  van  defelve  be^ 

onT^ 

min  molvli  ;f     0nderh,oudt '  h«^lkc  maeckte,  dat  ons  defen  doortSgt 

minmoeyelijk,  ende  te  lighter  viel.  jfQ 


I.BoECK.    Door  de  Sfaenfche  Wejl-Indiën.  XII.  Cap.   55 

De  eerfteStadtaen  dewelcke  wy,nae  het  af-klimmen  van  den  Bergh,qua-  Quahuttpea. 
men,was  Quabutipec^  behorende  defelve  onder  Te^cuco,  dit  braghtons  oock 
in  gedagren  dat  het  dighte  daer  omtrent  hadde  geweeft,dat  het  Leger  van  d-e 
Indianen  van  C«M«j,beftaendeuythondert*duyfentMannen,die de  Heeren 
Van  Te^cucö  gefon Jen  hadden  om  Corete  beftrijden ,  hadde  gelegert  ge- 
weeft  ,dog  dit  alle  was  te  vergeefs,  want  fijne  Ruy  terye  reed  door  en  door  ha- 
re Leger ,  en  zijn  gefchiet,  dede  foodaenigen  moordt  onder  haer,  dat  iy  fich 
wel  haeft  op  de.vlught  begaeven. 

Drie  Mijlen  van  daer,  ontdeckten  wy  aen  dereghter  handt,foo  als  wy  on-  Tezcuce. 
fen  wegh  vervorderden,  de  Stadt  Je^cuco ,  leggende  buy ten  onfen  wegh  op 
de  kandt van  het  Meer ,  her  welcke  evenwel  ons  floffe  gaf  tot  een  groot  dif- 
cours  over  het  geene  daer  ten  tijde  van  Corte^  ende  van  deeeríteinneemers 
des  Lands  was  voorgevallen ,  die  doenmaels.  bevonden  dat  het  een  groóte 
Stadt  was ,  en  by  nae  foo  maghtigh  als  Mexico ,  hoewel  Corte\  daer  gantfch 
geene  tegenftandt  vondt. 

So  als  hy  tot  delelve  naederdcquaemen  vier  van  de  voornaemfte  Inwoon-  Hoe  die 
ders  ín  fijn  Leger,draegende,  tot  een  teecken  van  de  Vreede,Goudene  Stae-  Stadt  fich 
ven ,  aen  dewelcke  Vaendelkens  geheght  waeren ,  in  haere  Handen,  en  feg-  aen  de 
gende  dat  iy  door  haeren  Heer  Coacvacoyocin  waeren  gefonden  ,  om  hem  te  Spaighi-    , 
verfoecken  geene  fchaedeaen  haere  Stadt  ende  omliggende  Plaetien  te  wil-  aerden 
lendoen,en  om  hem  fijne  vrientfehap  te  komen  aenbieden,hem  meteenen  ovcrga*» 
biddende  met  fijn  gantiche  Leger ,  in  de  Stadt  Te^cuco ,  in  dewelke  hy  wel 
foude  ontfangen  worden ,  te  willen  komen. 

Corte%  verftondt  defe  tijdinge  met  feer  groóte  blijdfchap,doch  evenwel  be- 
düght  zijnde  of  hier  eenigh  verraet  moght  onder  ichuylen,ende  de  Inwoon- 
ders  van  Te^cuco ,  dewelcke  hy  niet  lange  te  vooren  een  gedeelte  gevoeght 
by  deMexicanen  ende  Culhuacanen  ontmoet  hadde,  wantrouwende,  ver- 
Volghde  fijnen-  wegh ,  en  iloeg  fig  neder  te  Quahuttchan  ende  te  Huaxuta , 
dat  doenmaels  Voor-fteden  van  de  groóte  Stadt  1e\cuc<y  waeren  ,  dog  nu 
rnaer  kleyne  daer  van  afgefcheydene  Dorpen  zijn,en  aldaer  gaf  men  aen  fijn 
Volckeen  feer  grooten  overvloedt  van  Lijf-voorraedt. 

Hydedede  Af-godenter  aerden  werpen ,  en  daer  op  trok  hy  binnen  de  Cortez 
Stad,alwaer  men  voor  hem  een  groot  Huys  hadden  vaerdigh  gemaeckt,het  treckt 
welcke  bequaem  was  omhem  nevens  alle  fijne  Spaigniaerden,endeeenge-  daerbin- '  - 
dèeltevan  de  Indianen,  diehy  met  hem  hadde,  te  Huys-veften.  nen. 

,  Doch  door  dien  hy  in  het  intrecken  geene  Vrouwen  nogte  Kinderen  be- 
ipeurde ,  twijffelde  hy  of 'er  eenig  verraet  mogte  onderfchuy  len,  en  daeromt 
deedehy  aen  alle  fijn  Volck,  op  verbeurte  des  levens,  verbieden  uythe 
Huystegaen. 

,  Als  un  op  den  avond  de  Spaigniaerden  op  de  Galerijen  van  het  Huys  ge-  Dc  In* 
klommen  waeren,  om  de  Stadt  van  defelve  te  befchouwen,foo  bemerekten  woopdew 
fydat  een  feer  groot  getal  der  inwoonderen  met  haeren  Huys-raet  vlugtede  viught€n> 

fom 


Cortez  ftelt 
een  Chri- 
ften  rot 
Kaningh 
ovcrTez- 

CUCQ. 


Sijne 
trouwe 
aende 
Spaigni- 
aerden. 


56     I.BoECK.     Voyagie vanThomas  Gage     XIII.  Cap. 

fommige  nae  het  Gebergte  ende  andere  nae  de  Waeter-kandt  om  haerte 
Scheepe  te  begeven,  en  dat  metfoodanigenhaefl: ,  dat daer  lightelijck 
uyt  af  te  meten  v/as,  dat  in  haere  maniere  van  doen  iets  boven  gewoon- 
lijcksfchuylde. 

Daer  waren  ten  miniten  twintig-duyfent  kleyneSehuytjcns ,  welke  men 
Cxnoas  noemt  ,  vervult  met  Huysraet  ende  met  Volck  dat  weg-vlugte.  Cor- 
te $h  adde  fulcks  wel  willen  beletten ,  maer  de  nagt  was  fo  digt  op  de  handt, 
dat  hem  nietmogelijck  was  fulcks  in  het  werek  te  ftelien  ,  en  noch  minder 
konde  hy  den  Heer  van  de  Stadt  dwingen  te  blijven ,  welke  onder  de  eerfte 
mede  nae  Mexico  ge  weecken  was. 

De  Stadt  Te^cuco  is  noch  op  heden  by  de  Spaigniaerden  beroemt,om  dat 
fy  eene  van  de  eerfte ,  ende,  mogelijck  de  aller-eerfte,  is  die  door  een  Chri- 
ften  Koningh  is  beheerft  geworden. 

Want  Corte%  hebbende  verftaen  dat  Coacuacayocin ,  die  doenmaels  Ko- 
ningh van  die  Stadt  en  van  de  omleggende  Plaetien  ende  Landeryen  was, 
fig  op  de  vlugt  hadde  begeven ;  dedeeen  groot  gedeelte  van  de  aldaer  ge- 
blevene  Inwoonders  voor  hem  komen  ,  feggende  tot  haer  dat  hy  begeerde 
datfeeckerjongh  Edelman  ,die  hem  verfeldt  hadde  en  uyt  een  Edele  Stam- 
medesLandsgefproten  was,  en  die  naederhandt  gedoopt  zijnde Ferdi- 
nandt ,  even  als  hy ,  die  fijn  Peter  was,wierdt  genaemt,  zijnde  hy  oock  een 
Soone  van  Ni^avalpicuntli ,  wekken  fyfoo  bemindt  hadden  ,  haeren  Ko- 
ningh foude  zijn,  doordien  dat  Coacuacayocin  fich  by  de  Vyanden  hadde 
begeven,  nae  dat  hy  fijn  eygen  Broeder,  om  fijne  fchatten  te befitten  > 
hadde  gedoodt ,  ten  verfoeke  van  Quahutimocin  der  Spaigniaerden  doodc- 
vyandt. 

Deién  nieuwen  Chriften  Dom  Ver  diñando  wierde  op  die  wijfe  tot  Koningh' 
verkoren ,  ende  als  het  gerughte  daer  van  fich  wijdts  ende  fijdts  hadde  uyt» 
gebreydtjfoo  quaemen  veele  van  de  Inwoonders  weder  inhaere  Stad  ende 
Huyfen,om  defen  haeren  nieuwen  Vorft  ende  Koningh  te  fien ,  íoodanig* 
dat  binnen  weynigfytijds,  de  Stadt  al  immers  ioo  wel  bevolckt,  was  als  te 
vooren,  en  door  dien  de  Inwoonders  door  de  Spaigniaerden  wel  gehan- 
deldt  wierden,  foo  waeren  fy  haer  oock,  in  alle  dat  fy  haar  bevaelen* 
onderdanigh. 

Don  F  er  diñando  was  oock  nae  die  tijdt  de  Spaigniaerden  in  alles  getrouw  , 
en  voor  al  in  de  Oorlogen  die  fy  tegens  die  van  Mexico  voerdden,ook  leer- 
de hy  in  korten  tijd  de  Spacnfche  Taele. 

Weynig  tijdshier  nae  quaemen  de  Inwoonders  van  Quahutichan ,  Htta- 
xuta  ende  Autenco  fig  fel  ven  aen  Corte%  onder  werpen,en  met  cenen  vergifFe* 
nifle  bidden,fo  fy  hem  ergens  in  moghten  beledight  hebben, 

Twee  daegennae  dat  Dan  Ter  diñando  Koningh  van  defe  groóte  Stadt 
wás  geworden ,  foo  wel  als  van  het  onderhoorige  Landt ,  het  welcke  fich. 
uyeftreckt  tot  op  de  Grenfen  van  Tlaxcallan,  foo  quaemen  hem 

een 


Ï.BoECK.  DoordeSfaenfcheWeft-Indïén.  XIII. Cap.  5/ 

eenige  Edelluyden  van  Ruaxuia  ende  Quabutichan  verfeeckeren  dat  alle  de  De Mexi. 
maght  van  de  Mexicanen  tegens  hem  aen-trock,ooK  verioghcen  fy  van  hem  canen  tree- 
te  weten  of  het  hem  foude  aengenaem  zijn  dat  fy  haere  Vrouwen, Kinderen  ken  te- 
ende  Huysraet  op  het  gebergte  vlugteden  ,  of  dat  fy  die  fouden  brengen  ter  gensdeièta 
plaerfe  daer  hy  fich  onthieldtiOm  dat  fy  vreefden  in  der  Vyanden  handen  te  Koningh 
vallen.  °P« 

Corte^  antwoordde  haeruyt den  naemedes  Koninghs, welkers  Gevaeder 
hy  was ,  zijnde  die  meteenen  oock  fijn  Gonftelingh,  feggende  ,  dat  fy  goe- 
de moedt  moeiten  houdemende  gantfeh  geene  vreefe  icheppen ,  en  dat  fy 
aen  haere  Vrouwen  fouden  bevelen  in  de  Stadt  te  blijven  ende  defelve  niet 
teverlaeten,datfy  maer geruitelijck in  haere  Huvfen  fouden  blijven, daer 
by  voegendedathy  verheught  was  wegens  het  aen-naederen  der  Vyanden, 
en  dat  hy  haer  foude  doen  fien  hoe  hy  naet  defelvcfo  fy  hem  verwaghteden, 
foude  omfpringen. 

Die  van  Mexico  en  quaemen  te  Huaxuta  niet  >  fooalsmen  welgeloofr  Cortezhc* 
hadde  dat  fy  doen  fouden  ;  doch  Corte^  ,  hebbende  vernoomen  waer  fy  haer  geett  ""ck 
onthielden,  trock  uyt  om  haer  Slagh  te  leveren  met  twee  ftucken  Gefchuts,  'cgei,s 
rwaelfRuyters,  twee-hondertSpaigniaerden,  endeveeie  Indiaenen  van    a.eftc 
T/axcallan. 

Hebbende  de  Vyanden  gevonden  ,tafte  hy  die  trouwelijck  aen, maer  daer 
wierden'er  weynige  gedood,door  dien  fy  fich  nae  de  waeter-kant  begaven, 
en  fich ,  door  behulp  van  haere  Canoat ,  het  gevaer  onttrocken. 

Als  nu  Corte  % ,  op  de  voor  verhaelde  wijfe ,  in  de  Stadt  van  Te^cuco  geko- 
men was,  foo  beichermden  hy  fich  felven  en  fijne  Bontgenoten  tegens  de 
maght  der  Mexicanen ,  die ,  alles  wat  fy  konden ,  in  het  werek  ftelden  ,  om 
haer  over  hem  te  wreeken,foo  yvel  als  o  ver  den  nieuwen  Chriften  Koning, 
die  hy  beveftight  hadde. 

Doch  Corte%,  oordeelendedie  Plaetfede  bequaamftetez.ijn,  om  fijne  Cortez. 
Roey-barquente  Waeter  te  brengen,  en  hebbende  verftaen  dat  defelve  tt  brenghc 
T/djrcdtogemaeckt  waeremfoofondthy  Conjale  %  de  7.andoual  daerheenen    fijne 
om  die  aldaer  te  doen  brengen;  maer  fo  als  hy  op  de  Grenfen  van  de  Provin-  Roey- 
tie  gekomen  was ,  foo  ontmoete  hy  acht-duylent  Mannen ,  die  defelve  aer  barquen  te 
ftucken  op  haere  fchouderen  droegen ,   neven  salie  het  geene  dat  tot  haere  Tezcuco, 
uytruftinge  behoorde. 

Sy  waeren  verfeldtmettwintig-duyfentKrijgs-kneghtenjendemetduy- 
fent  lámeme^  om  den  voor-raedt  te  draegen. 

ChichtmecatetLeen  kloeckmoedigh  en  ftrijdtbaer  Indiaen,  die  Hooft  was  %vi)fèöp 
over duyfenrMannen,verforghdedeaghter-hoede,endeT«/>/íí>/ ende T<¿-  jewejcke 
tecatl,  die  Edellieden  van  groot  aenfien  waeren,  leydden  de  voor-toghtime1  iu\c^  ge- 
tien  duyfenr  Mannen,  fchiedde» 

De  Tamime^  waeren  in  het  midden  geplaetft,nevens  diegeene  die  de  toe- 
ruitinge  van  de  Roey-barcuen  droegen. 

H  Voor 


~ 


—       ...  -„„ 


Veeleln- 
.  diaenen 
geven  fich 
aende 
Spaenfche 
over. 


Cortezhc' 

xcyt  iïch 
toe  het  be- 
leg h  van 
Mexico. 


Roey- 
barquen 
met  Men- 
fchen Vet 

geroet. 


58     I.  Boeck.     Fóyagie  vanThomas  Gage     XIII.  Cap. 

Voor  defe  twee  Capiteynen  trocken  hondert  Spaigniaerden  ende  acht 
Ruy  ters  tGtmKale$  de  Zandoual  volghde  daer  op  met  feven  Ruy  ters  ende  de 
reite  van  het  Leger.  *  y 

ín  foodaenigen  geftalte  trocken  fy  reght  op  TcKcuco  aemmet  een  wonder- 
en iBP^  Tiei VereTlgde ftemraen>die geduerighlijk riepen Chrifte- 
nen    Chnitenen !  TUxcaüan  !  TtaxcaBan  !  en  Spjignien !  Spaignien  ! 

hofllfi  £  Ti^W  qWaeP eh?ocIcen  fy in  feer goede  ordredair  binnen.op 
het  geluydt  van  Trommelen,hoornen  ende  andere  diergelijcke  Initrumen- 
ten,ncbbende  fich  te  vooren  verciert  met  haere  befte  Klederen  ende  bouc- 

ZTn  £  cTf^  heC  Wdke  Wd  befiens  waerdiS  was'  gierende  haere  in- 
trede  in  die  Stadt  fes  ueren. 

°phetgerughtevandeaenkomite  van  die  Troupenenvan  de  Roey-bar- 
quen, quaemen iveele Provinciën  haerfelve onderwerpen,  en  haeren  dienft 
aen  Ur«|  aenbiedemdeeene  door  vreefe  van  geruineert  te  wordemende  de 
fttrÄ  f7  dQ  M'xka!nm  toe-droegen,foodaenig  dat  CorteK  fich 
•  eer  fterek  bevondt ,  met  alleen  door  de  Spaigniaerden  ák  hy  hadde ,  maer 

weien       Fe<cuco  >  aan  dat  van  Momeyima  te  vooren  te  Me*™  plaghte  re 

Het  was  dan  in  dk  Stadt  da t  hy  alles,  tot  het  belegh  van  Mexico  noodigh  , 
met  groóte  neeríhgheydt ,  gereedt  maeckte ,  hy  verfagh  fich  aldaer  van  Lad- 
ders die  bequaem  tot  normen  waeremals  oock  van  alle  andere  dingen  die  hy 
tot  fijn  voornemen  nodigh  hadde.  ë  7 

Als  fijne  Roey-barquen  nuopgemaekt  waeren,liethy  eenegraft  van  eene 
dkndk  Sraeven'  zijnde  meer  dan  twaelf  voeten  breedten  twee 

■  Menwasvijftighdaegenbefigboipdatwercktevoltoyen,  hoewel  daer 
daeghlijcks  viermael  hondei  t-duyfent  Mannen  aen  arbeydden. 

Dat  beroemde  werkheeft  de  gedagteniiïe  van  de  Stadt  Tecuco  tot  op  den 
«edigen  dag  doen  bewaeren  ende  in  geheugenifle  behouden,  hoewel  het  ge- 
taande Inwoonders  feer  verminderr  is  ,  enhetdefelvenuveel  kleynder 
oan  te  vooren.  J 

Als  defe  Gragtnuvolmaekt  was  foo  dreefmen  de  Roey-barquen  en  men 
.itopte  de  naeden  met  Werck  ende  Cattoemen  fy  vonden  fich  genootfaeckt, 
door  gebrek  van  Roet  ende  Olie ,  haer  van  Menfchen  Vet  te  bedienen,niet 
dat  Cöwwhaer  toeliet,  ten  dien  eynde ,  de  Menfchen  te  dooden,  dochfy 
gebruykten  alleen  het  Vet  van  die  geene  die  in  den  Oorlog  waeren  omgeko- 
men, endiemen  veriïoeghinde  geduerige  uyrvallendie  die  van  Mexico, 
om  dat  werck  te  beletten,  deden;  wantdeindiaenen,  die  gewoon  waeren 
de  Menfchen  te  offeren,  fneden  defelve  op  ,  en  trocken  het  Vet,  nae  haere 
doodt,  daer  uyt. 

Als  de  Roey-barquen  nutewater  waeren  gebragt,  dedeCör/q  alle  fijn 

Voick 


I.  Boeck.  Door  de  Spaenfche  Weíl-Indien.  XIII.  Cap.   59 

Volckmon iteren  ,  ende  hy  bevondtdathynegen-hondertSpaioniaerden  ^eta^an 
hadde ,  onder  deweicke  íes  ende  taghtigh  Ruyrers  waeren ,  hondert  en  ach-  ^eSPaj: 
tien  die  met  Roers  en  Bogen  gewaepent  waeren,ende  alle  de  overige  hadden  8niaer£Íen 
'  Degens,Poigniaerden,Piecken  endeHellebaerden,nevens  Borft-harnailen  \\  MJXIC9 
ende  gemalyde  Kolders.  ?  c8er~ 

Sy  hadden  noch  drie  groóte  yfereStucken,en  vijftien  kleyne  van  metael, 
acht-hondert  ponden  Buskruyt,een  groóte  meenighten  van  Kogels,boven 
hondert-duyfen  Indiaenen ,  die  alle  Luyden  van  Oorloge ,  en  ieer  tot  haer 
genegen  waeren. 

Öp  den  eerften  dag  van  Pinxteren  begaeven  fich  alle  de  Spaignaerden  te  Sy  treckcn 
velde,  in  die  groóte  vlacktcdie  aen  den  voet  van  den  Berg,  van  deweicke  te  velde, 
ick  hiervootensgefproocken  hebbe,    gelegen  is,    in  deweicke  &>rte%  fijn 
Leger  in  drie  deelen  fcheyde ,  gevende  aen  yder  van  defelve  een  Hooft. 

Aen  ? tetro  d' Alvar  adot  die  fijn  eerfte  Onder- Hopman  was,     gaf  hy  Hare  ver.1 
dertigh  Ruyters ,  hondert  ende  feventigh  Spaenfche  Voet-kneghten ,  twee  deelinge. 
ftucken  Gefchut.en  dertig-duyfent  Indiaenen ,  nevens  lail  om  fig  te  T/aco- 
/wz  neder  te  ilaen. 

Aen  Chriflophoro  d'  Alido ,  fijn  tweede-Onder-Hopman ,  gaf  hy  drie  ende 
dertigh  Ruyters,  hondert  ende  achtien  Spaenfche  Voet-kneghten,  twee 
ftucken  Gefchut,dertigh  duyfent  Indiaenen  s  en  laii  om  te  Culhuacan  poft 
te  vatten. 

Aen  Gon%ale%  de  '¿andoual ,  die  fijn  derde  Onder-Hopman  was ,  gaf  hy 
drie  ende  twintigh  Ruyters,  hondert  ende  feftigh  Spaenfche  Voet-knegh- 
ten ,  twee  ftucken  Gefchut,  en  veertigh  duyfent  Indiaenen,  nevenslaft 
om  fich  terplaetfe,  die  hy  de  bequaemftefoudeoordeelen ,  telegeren. 

Hy  bragt  op  yder  Roey-barque  een  ft  uk  Gefchunfes  Mufquettiers,drie-  -or*^  ^c- 
en  twintigh,  daertoebyfonderlijck  uytgekorene  ,  Spaigniaerden,  en  een  geeic»c" 
Hopman  over  yder  van  defelve,  en  daer  over  fteldehy  fich  tot  Opper-  °? 
gebieder.  ' 

Hier  door  gebeurde  het, dat  fommige  van  fijn  Leger ,  die  te  Landt  troc-  Het  welck 
kembegonden  te  muytineren,  meenende  dat  hetgevaer  g'rooter  was  ter  hem  door 
plaetfc  daer  fy  fig  bevonden  ,  en  daerom  baeden  fy  hem  fig  by  het  gros  des    Jn  Volck 
Legerte willen  vervoegen,  en  niet  te  water  te  gacn.  weidont- 

Doch  Com^flocggeen  acht  op  hetgeenefy  hemfeyden  ,want  hoewel 'er  ra  en' 
meer  gevaer  te  Lande  dan  te  Water  was,foo  vereyfehte  de  faeke  doch  even-  Doch  fia- 
wel,  datmen  naeuweropficht.,  opdenOorlogh  teWater,  dan  te  Lande  ren  raed 
nam ,  om  dat  fijn  Volck  tot  de  laetfte  gewoon  was ,  en  tot  de  eerfte  niet.      ^oor  hem 

Daer-en-boven  hoopte  hy,dat  hy  fig  door  middel  van  fij  ne  Schepen  mee-  ?erachr. 
ftervan  Mexico  foude  maecken  ,  oock  bediende  hy  fich  van  defelve  om  het  <A 
grootfte  gedeelte  van  de  Canoas,  te  verbranden ,  die  aen  die  van  de  Stadt  be-   *Jn  ree" 
hoordden,en  hy  hielde  de  refte  daer  door  fo  beflooten,dat  iy  de  Mexicanen  ¿f" *"  e 

H  2  geen 


■1  ■   ' 


Heden- 
áaeghíchc 
Staetvan 
Tezcuco. 


Ceder-bo- 
men om 

Tezcuco, 


¿lexical- 

dngo 

voortijdts. 


éo     I.Boeck.     Hyagievan  Thomas  Gage    XIII  Cap 

vL fijn  LegertÖkonden doe"   ngdeSemheVd ^n-dedcal.derefte 

wmÈmsm 

^kksZ^Tf^^^^^^^ wat  tot 

sé**  *»ä^s^^ 

in  deKruydenendeSa"ade„ f^h  °°  ™' WeIcke,rSri,ckdommenbeftae° 
werden.  Merckt  lenden  nae  M«i<i,om  aldaer  geileten  te 

Spaign  aerdenfeerT  •  lenen '  hfneo  voeren'  doch  ¿«¿jn  door  de 
hebben.om aSe^hrrtgeW,OTde"'wdcke  ^61"3^^1''6  vernielt 
fooTCrre!data1LT¿ ■  .  aer*  Pra<*^e  en  groóte  Huyfen  te  timmeren,tot 
de,v»ft;endu"fe"  oí?'  d°°iP"^'7'°^^~4berchuldightwier- 
%ttehebben    7      '  r  "''     eCtimmeren  ™" fijn  H^,verbe. 

«nhegsetedSnër    A ",ftkaended*rontommedefelvegeplant,omtot 

fommfflondene"^ 

digh  J Setmen "ie '  raéXS  r°°f  *  ? tWaClf^ »  doSÍegenwoor- 

lijcicfteBoomgaerdé^ ,         anvl)  ftl&  Cederboomen.ndebefteenaenfien- 

anwoonders.en  daervan  daen  quaemen  wy  KGuulaeteAet  welke 

een 


I.BoECK.  DoordeSpaenfcheWeft-Indtm.  XIV.  Cap.  éi 

een  kleyn  ,  doch  feer  vermaeckelijck  ,  Dorp  is,  ter  oorfaecke  van  de  aenge- 
naemefchaduwedervrugt-diaegende  Borneren  vandeuytfteekendeHuy- 
fen ,  welcke  de  Inwoonders  van  Mexicojúdaer ,  tot  haer  vermaeck,hebben 
doen  bouwen ;  het  is  gelegen  aen  her  eynde  van  den  dijck ,  die  fich  van  daer ; 
dwarfch  door  het  Meer  3-  tct  omtrent  twee  ende  een  halve  mijle  van  Mextco  > 
uyrftreckt. 

Op  defe  wijfe  quaemen  wy  in  die  fchoone  ende  vermaerde  Stadt  op  den 
derden  dagh  van  Oclober  in  het  Jaer  j  625.  rijdende  dwarfch  door  defelve  ¡ 
tot  dat  wy  aen  een  feer  vermaeckelijck  Huys  quaemen,dat  tuflehen  de  Tuy- 
nen  gelegen  is,  op  den  wegh  die  nae  Chapultepec  toe  ftreckt,  en  Si  lacyntho 
genaemtis,toekomendeaen  dejacobijnen  van  Manilla  j  wy  wierden  in  het 
fel ve feer  heerlijck  onthaelnen  bleven  aldaer totnae  Kers-tijdt,  het  welcke 
her  faifoen  was ,  daer  in  wy  ons  voor  de  tweedemael ,  te  Acapulco,  moeiten 
Scheep  begeven,het  welke  tagtig  mijlen  van  Mexico ,  op  de  Zuydt  Zee.ge- 
legen  is,en  van  daer  fouden  wy  na  Manilla  Ae  Hoofd-itadt  der  Phtlippijnen  > 
vaeren. 


een  grote 

Sradr. 

Guetlacae 

een  feer 

fchoon 

Dorp. 

Kom  de  te 
Mexico. 


HET  XIV*.  CAPITTEL. 

Befchrijyinghe  van  de  groóte  ende  vermaerde  Stadt  van 
Mexico,  oock  hoe fy in  voorige  tijden  was,  enhoefyfigh 
nu  bevind^  en  voor  al  van  haeren  toefiandt  in  het  Jaer 

HEt  is  met  een  groóte  voor  ende  omfightigheyd  eeweeft ,  dat  de  Reli-  VooriTgh- 
gieufen  en  de  /efuitenvan  Manilla  ende  van  de  Philippijnen ,  Huyfen  tigheydc 
,  o     jnde  Tuynen  omtrent  Mexico  hebben  weten  te  verkrijgemom  aldaer  der  Gee' 
de  Sendelmgen ,  welcke  jaerlijks  uyt  Spaignien,  nae  die  gedeelten  des  Wee-  ftelljcke»» 
reldts  trecken ,  te  ontfangen. 

Wanthy  aldienfy  aldaer  geene  bequaeme  plaetfe  om  uyt  te  ruften  von- 
den ,  en  om  haer  te  verfriffchen  van  de  moeyelijckheden  van  foolanghe 
Keyfe ,  en  datmen  haer  aenilonts  in  de  Kloofters  van  Mexico  opfloot om 
iu  Siï?,hey  ^  van  haere  °rdre  te  betraghten' ,  het  is  feecker ,  dat  iy 
wel  haelt  leetwefen.yan  haer  eerfte  voorneemen,fouden  hebbenen  het  fou- 
de  niet  dan  met  groote^moeyte  zijn  dat  fy  vorder  fouden  willen  trecken  om 
nog  een  tweede  Rey  fe  op  de  Zuy  d-Zee  te  wagen,  en  fy  fouden  liever  weder 
aae  bpaigmen  willen  keeren ,  of  in  eenigh  gedeelte  van  America  verblijven, 

H  5  gelijck 


Vermaec- 
kelijckhe 
den  van 
lietHuys 
St.Jacyn- 


Onder- 
fcheyd 
om  eren  t 
hervoed- 
fd  in  Eu- 
ropa en 
■dmerica. 


62     I.BoECic.     FbyagievanthomasGage    XIV  Cap 

lqrdingedaer-heenen  hadden  gehad,™    S  eeneidiedeforSevooronfebe. 
Daerom  is  het,op  dat  alle  die  geene  die  u  vr  Sna  ion  .Vn  va  . 

fouden  de  aen  hare  Ordre  nodige  ende  betaemlijke  rufte  SSS 
konnen  genieten  geduerende  den  tijd  die  fy  in  ¿«^  verblij S  ,en  on  dft 
die  geene.die  in  de  Stad  van  Mexico  wqonen,  en  die  altoos  die  'eene  díe  na 
^/ '  o  vervaereE 1  benijden ,-haer  den  moet  en  luft  niet  fouden  doeCerli  fen 
W¿%  Ígr  UfCn  f  dede  Jei^n,foodanige  vermaekelijke  H^fen  voor' 
haere  Sendehngen  hebben  weten  te  Verkriigeri,wekke  nier  ftZn  n„¿  ï 
overigheden ¡van  hare  Ordre  van  i*«»co    Ä 

en  van  de  PMppntnge  aldaer  haere  Vicarifen  fenden  om  de  Re  Scn 
tebeftieren.endedieHuyfentedoen  onderhouden.  "e"gieuicn 

c^n!í«-U?  -"'^'^y^Senaem^behoordde aen  dievan  deOrdre van 
ï„D0m,1,niCU-ï  a  n  V'm  h?  felve  SebraSht  onderbleven  aldaer vSaen- 
den  welken  tijd  geduerende  ,  ons  niets  ontbrak  van  het  geen  iot  onfe  ver 
fniïchinge  ende  vermaek  kondedieneiUb  wel  als  om  onLíl  ende  moet  te 
geven ,  om  noch  een  tweede  Reyfe ,  over  de  Zee  aen  te  vangen 

m%* IFT  -1  f6"     Ü,  H,UyS  behoordde*  beiloegen  omtrent  vijftien  Ge- 
iten Lands,wdke  verdeelt  waei^n^  ovefchadu 
33 *Jnd°™Citroenen  ende  Orangie-appelen  BomenJ?hffiwy^ 
&    rf "  TrVl0et  Van  Gra»^-appelen  en  Druy  ven,nevens  SÍ 
S^u^co-fapoues,  en  van  alle  andere  vrugten  die  in  Aá„;„  gevonden 

De  Kruyden,SaIaden  endede  Spaenfche  Cardonfen  welke  dae^elijks  ver- 
koft  wierden >  braghten  jaerlijks  een  groot  inkomen  aen  :  want  affi  cU  hen 
wierde eene  vollaedene  Karre  daer  vin  nae  Mexico  ter  Merkt  gefonKS 
meenige  getijden  des  Jaers  ,  even  als  in  Engeland  endein  tóSA 
1aEUT1  Ter  altOOSjen  in  alIe  de  Saifoenen  deiTeJven ,  zijnde  de  winter 

Wv  genoten  defe  vermaekelijkheden  buytensHuys  en  binnen  het  felve 
^rdenwyomhaeltmetaUelecker^^ 

onshetmeefteoververWonderden,wasdegrotemeenigtevanCon^ure7 
en  voor  al  van  Conferven.welke  men  voor  ons  bereyd  hadden  i  wan  tS 

rende  den  tijdt  dat  wy  daer  bleven  fo  braghtmen  alle  maendaeín  des  mor- 
gens aen  een  yder  van  ons ,  fes  doofen  met  Quee-vlees  ende  Conftrven  van 
andere  vrughten,  boven  de Bifcuyten  ,  ornSnfemaegen  des  uchtens ende 
geduerende  den  gantfehendag  te  verfterken.want  wy  bevonden  dat  het  met 

aldaer  en  in  de  andere  gedeelten  van  Eurofa  niet  nodig  hadden  tu&hen  ge- 

woon- 


LBoECK.  DoordeSpaenfcheJVeft-Indién.  XIV. Cap.  63 

woonlijcke  Mael  tijden  te  eeten ,  felve  niet  in  vier  en  twintigh  ueren  ,  nae 
datmen  eens  te  degen  goede  ciere  gemaeckt  hadde. 

Dog  wy  bevonden  in  Mor /ccende  in  veele  andere  gedeelten  van  /Imerica,  Swack- 
dat,  twee  a  drie  ueren,  nae  dat  wy  een  goede  Maeltijd  gedaen  hadden,  in  de  heyddcs 
welke  men  ons  drie  a  vier  fchotelen  van  Schaepen,  Offen,Kalfs  en  Geyten-  maeéks  in 
vleefch  nevens  Kalk-hoenen  en  andere  Pluym-gedierte,als  ook  Wilt-braed  'America. 
hadden  voorgefet,onfe  maege  door  fwakheyd  ons  fcheen  te  fullen  begeven, 
foodaenig  dat  wy  ons  verpligt  vonden  defelve  te  onderhouden ,  ende  te  ver- 
itercken  door  een  copje  Chooo!ate,oke  door  een  mont-vol  Conierv  ofte  Bif- 
cuyt ,  en  daeromme  gafmen  ons  defelve  in  foo  groot  een  overvloet. 

Dit  quam  my  vreemt  voor,  te  meer  om  dat  alle  het  Vleefch,  uy  tgefondert 
dat  van  de  Oflen,my  immers  foo  vet  en  voetfaem  fcheen  als  dat  van  Europa, 
waer  over.om  de  reden  hier  van  te  wetemick  my  begaf  by  een  Doctor  in  de  R   , 
Medicijnen,  die, om  my  uyt den t wijffel , in  dewelcke ick  was ,  te trecken ,  ï-lr  vTi" 
my  antwoordde,dat,hoewel  het  Vleefch  dat  wy  aeten,alfoo  fchoon  en  goet  ' 

in  het  ooghe  fcheen ,  als  dat  vanSpaignien ,  het  doch  evenwel  feer  veel  ver-  • 
fcheelde  dat  het  felve  foo  goeden  voetfel  niet  en  gaf,  ais  dat  vzthEuropa  >  ter 
oorfaecke  dat  de  weyden  hier  veel  drooger  waeren,  ende  de  verfriiTchinghe 
van  het  voor-jaer  niet  hebberbals  die  vanEuropa, het  welke  dan  ooriaecke  is, 
dat  het  gras  van  defelve  kort  is3  enieerdrae  verwelckt. 

Ten  tweeden,  dat  de  Lucht-ftreeke  ofte  het  Climaet  van  die  gedeelte  des 
Aert-bodems 'deeygenfchap  hadde  van  dingen  van  feer  fchoonen  uyrteriijc- 
ken  fchijn  voort  te brengen,maer  dat  hetfeer  weynige  ftoffctot  voetfel  be- 
quaem,aen  defelve  gaf;  dat ,  even  alsmen  fulks  befpeurde  in  het  Vleefch  dat 
wyaeten,  wy  het  felve  oockfouden  ondervinden  in  de  vrugten,die  alle  feer 
fchoon  aen  het  gefichte,  ende  feer  aengenaem  voor  de  fmaeck  waeren,maer 
weynigkragten  Vöetfêl  in  iigfelven  hadden ,  fo  datmen  uyt  defelve  de  helft 
niet  trock  van  de  CamiïtfiCes  van  Spaignien  ofte  van  de  Pippelingen  van  de 
ProvintievanKentinEngelandt.  Bedri  o- 

Gelijkmen  daer  door  de  uytterlijcke  fchijn  van  het  Vleefch  ende  de  vrug-  ji;c|ce  ö  " 
tenwortbedrogen,evenalfoogaethetdaermetdeMenfchendiealdaerge-  Meafchen 
boren  en  opgevoet  wordemdie  van  buy ten  een  feer  fchoon  gelaet  betonen ,  in  Ame- 
doch  voor  de  refte  van  binnen  vol  bedrogh  ende  veyníinge zijn.  rica. 

Ook  hebbe  ik  dikmaelen  van  de  Spaigniaerden  hooren  feggemdat  dat  het  Aerdigïi 
antwoort  was  dat  wijlen  onfe  Koninginne  Elifabeth  gat  aen  die  gene  die  ieggen 
haer  een  gefchenck  van  Americaenfcbe  vrugten  hadden  gegeven,dat  feecker-  van  de 
lijck  in  die  Plaetien ,  in  dewelcke  foodaenigevrughten  groeyden,de  Vrou-  Koningin- 
wen  ligtvaerdig  ende  wifpeltuerig,  ende  de  Mannen  gevey  nft  ende  achter-  ue  Eük- 
houdende  moeiten  zijn.  ' 

Maer  ick  laete  het  onderfoecken,van  de  andere  redenemwelke  men  over 
dit  voorwerp  foudekonnenuytvinden, aen  een  ander,en  ick  fal  my  vernoe- 
gen te  befchrij ven, ,  het  geene  ik  door  ervaerentheyd  ondervonden  hebbcte 

weten, 


llftÜ'-IIWl. 


_ 


Situatie  ■ 
van  Mexi- 


64      I.BoECK.   Vbyagievan7homasGage       XV.Cap^ 

weren ,  datmen  weynigh  kraght  vindt  t  in  de  groóte  verfcfoeydenheydt  der 
Spijfen,  met  dewelcke  raen  in  die  Landen  gevoedt  wordt,  alsalwaeronfe 
mae^en  geftaedigh  nae  het  eene  ofte  het  andere  voedtfel  verlangden,om  in 
kraght  te  blijven  ende  niet  te  vernauwen. 

Daeromme  was  het  oock,  datmen  ons  foo  veele  Cönferven,  ende  andere 
leckernyen  gaf,  en  men  weygerdde  ons  geene  gelegentheydt  om  in  de  Stad 
van  Mexico  te  gaen  wandelen ,  dieniet  meer  dan  eene  mijle  van  ons  Huys 
gelegen  was. 

Het  was  een  feer  groot  vermaeck  voor  ons  als  wy  des  morgens  daer  van 
daen  gingen,ende  den  gantfehen  dagh  in  de  Stadtdocr-b<-agten,gaende  des 
avonds  weder  daer  uyt, wandelende  geduerig  onder  Sreene  Boogen « welke 
eene  Waeter-leydinge,van  drie  mijlen  langh,onderitutten,die  het  Waeter 
vznChapultepec  tot  in  de  Stad  van  Mexico  brengt,  welke  ik  hier  nu  wil  gaen 
befehrij  vèn.en  daeromme  bidde  ik  den  Lefer,in  het  goede  te  willen  nemen, 
het  geene  ick  in  vijf  Maendentijds van  mijne  verblijf  aldaer  vernoomen 
hebbcfoo  van  den  ftaet  in  dewelke  fy  fig in  voorige  tijden  bevondt,ais  van 
haren  hedensdaegfehen  toeftandt. 

De  Stad  is  by  nae  op  defelve  wijfe  gelegen  als  Venetiemen  daer  is  anders 
o-een  onderfcheyd  dan  dat  Venetien  op  de  Zee  en  Mexico  op  een  Meer  ge- 
bouwt  is,  het  welcke  wel  maer  een  Meerfchijntte  wefen  ,hoe  wel'erinder 
daedt  twee  zijn, van  dewelcke  het  eene  een  M-ftaende  en  onbewogen  Wae- 
ter voerdr ,  en  het  andere  heeft  fijn  ftroom  ende  weder-ftroom  ¿  alnaer  dat 
de  windt  komt  te  waeyen. 


HET  XV.  CÄFITTEL, 


Befchrijvinge  van  het  Meer  van  Mexico,  en  van  de  ver- 
fcheydene  ¡Vaeteren  uyt  dewelcke  hetfelve  beftaet ,  nevens 
andere  aenmer ekens -waerdige  omftandigheden  daer  toe 
behoorende» 

HEt  gedeelte  van  het  Meer,  dat  irille  is  beftäet  uyt  een  foet  waeter» 
dat  bequaem  ende  goedt  om  te  dnncken  zijndceen  groóte  meenigte 
kleyne  ViíTchen  uytlevert,  maer  dat  geene,  het  welcke  ftrocmt 
ende  her-ftromt,  is  bitter-aghtigh,foudt,en  leverdt  gantfeh  geene  ViiTchen, 
'tfy  kleyne,  't  fy  groóte,  uyr. 

Het  foute  Meer  behelft  fe ven  mijlen  in  de  lenghte;en  ook  ioo  veele  jn  de 
breedte ,  en  heeft  meer  dan  twee  ende  twintigh  mijlen  in  den  omgank ,  het 
foete  Meer  is  al  infmei  foo  groot ,  ibodanigh  dat  het  geheele  Lack  meer  dan 
vijftigh  mijlen ,  in  het  ronde ,  groot  is. 


|H^M| 


I  Boeck.   doordeSpaenfchemjl-Indïén.  XV.  Cap.     65 

De  Spaigniaerden  gevoelen  feer  verfcheydentlijk  wegens  defe  foete  ende 
foute  Waeteren,  en  wegens haeren  oorfpronck.  Sommige meenen dat fy 
maeruyteeneBronnefpruyten,  dewelcke  opborreldtuyt  een  groot  ende 
hoog  geberghtcaen  het  Zuydr-weften  in  het  gefitte  van  Mexico  gelegen , 
en  dat  dat  gedekte  van  het  Meer,  het  welcke  fout  is,  die  hoedanigheydt 
bekomt  door  de  grondt  ofte  de  aerdcdie onder  het  waeter  is,  welckefout 
ioudezijn. 

Dog  of  die  meenïnge  valfch  ofte  waeraghtigh  fy,foo  ís  het  doch  feecker , 
ende  ik  kan  betuygemdoor  dien  ik  dat  dikmaelen  by  ondervindinge  befpeurt 
hebbcdatmen  alle  daegen  veel  Sout  uyt  het  felve  maekt,het  welke  in  de  an- 
dere gedeelten  van  de  Provincie  verhandeld  word.jae  felve  tot  in  dePhilip- 
pijnen  toe,  alwaer  jaerlijcks  veel  nae  roe  werdt  gevocrdt. 

Sommige  andere  feggen  dat  dit  Meer  fijnen  oorfpronck  uyt  twee  Bron- 
nen heerr  ,  dat  het  foete  waeter  uyt  dat  gebergte  fpruyt,  datmen  in  ffet 
Zuydt-weften  van  Mexico  fiet,  en  dat  het  foute  waeter  uyt  feeckere  feer 
nooge  Bergen  komt,   die  in  het  Noordt  weiten  leggen^  doch  fy  en  geven 
gantfch  geene redenen  van  defoutighedt  des  waeters ,  ten  fy  dan  de  bewe- 
ginge  die  het  heeft  door  het  heenen  ende  weder- ftroom  en,  dewelckeniet 
geichiedende  nae  de  gewoonte  van  Ebbe  ende  Vloedt ,  even  als  in  de  Zee 
maer  alleenlijck  door  het  waeyen  der  winden ,  die  dit  Meer  dickmaelen  foo 
hevigh  bewegen  en  beftormen ,  als  de  felve,  ende  alfoo  een  foute  hoedae- 
nigheydt  in  die  waeteren  fouden  brengen.  Doch  als  dit  waer  was,  waerom- 
me  fouden  die  winden  niet  defelve  uy twerckinge  in  het  ioete  waeter  voort- 
brengen ?  foo  geloove  ick  dan  veel  eer ,  foo  het  foodanigh  is ,  dat  het  foute 
waeter  uyteer landere  Bronnadan  het  foete  fijnen  oorfprongh  heeft ,  dathet 
fijne  ulrigheydt  ontfangt ,  door  fommige  mineraele  ende  foute  land-ftreec- 
ken ,  welcke  men  in  de  geberghten  vindt,dwarfch  door  de  welcke  defe  wae- 
teren komen  af.vlieten ,  ende  het  fout ,  dat  fy  in  haeren  door-loop  hebben 
doen  fmelten ,  medeilèepen. 
Want  ik  hebbe  defelve  faeke  by  ondervindinge  in  de  Provincie  van  Guate- 
mala geilen  ,  in  dewelke ,  dighte  by  feekere  Stadt,  Amatitlan  genaemt ,  een 
Meer  is  dat  met-t'eenemacl  foet,maer  foutagtigh  is.het  welcke  uyt  feekeren 
í  uicanus -ofte  brandendeBerg  fpruyt,  welkers  vyer  ontftaet  uyt  de  Swaevel- 
mijnen  die  daer  in  zijn ,  uyt  dewelke  ook,dighte  by  defelve  Stadt.drie  a  vier 
t  on  teynen  van  feer  heet  water  ftroomen,  waer  in  fig  feer  veele  Perfonen  ko- 
men baeden,hebbende  die  Baeden  de  naem  ende  aghtinge  verkregen,  dat  fy 
leer  geiont  fijn  voor  Lieden  die  fwavekgtige  Baden  van  nooden  hebben ,ko- 
mendedeie  Fonteynen  door  een  fwaevel-mijne  vlieten  ,  en  desniettemin 
heefr  het  Meer ,  dat  uyt  het  felve  gebergtefpruy  t,foodanige  eygenfchap,dat 
net  Landt  filtaghtigh  maeckt,  aen  alle  de  fijden  waer  het  felve  fichuyt- 
itreckt,het  welcke  maektdat  alle  morgens,  het  Volck  het  Sour,-datmen  op 
de  kant  van  het  water  vind,gaet  vergaederen ,  vertoonende  fig  het  felve  als 
WiCÏS'  l  Doch 


Deflelfs 
oor- 
fpronck. 


Sout  dacr 
uyt  ge- 
maeckr. 


Brandende 

Berghin 

Guatimala* 


Warme 
Baeden 
uytdena- 
tuere. 


Wreet- 

iieydder 

Spaigni- 

aexden 

over  de 

Indianen. 


Het  Meer 

van  Mexico 
van  de 
Sradt  af- 
gekyd.. 


Foyagie  vanThomas  Gage      XV.  Gap» 

Doch  ten  derden  zijn'er  andere ,  welcke  geloven  dat  dat  gedeelte  van  het 
Meer  het  welke  fout  isiuyt  deNoord-Zee  komt,ende  dwarfch  door  de  aerde 
vliedden  dat }  hoewel  de  Beecken  die  uyt  de  Zee  ontftaen  haere  foutigheyd 
door  het  ftroomen  door  de  aerde  verliefen,  defe  nochtans  daer  vaneen  ge- 
deelte konnen  behouden,  ter  oorfaeke  van  de  groóte  meenigte  van  minerale 
Land-itreecken^dieindiequartiercnzijn.ofvandegrootehollighedenvan 
die  geberghten ,  die  van  binnen  feer  uytgeholtende  diep  zijn ,  het  welke  de 
ondervindinge  bewijft  door  de  meenighvuldige  Aert-bèvingen ,  die  aldacr 
veel  meer  dan  in  Europa  voorvallen ,  door  de  winden  diein  die  holligheden 
befloten  liggemen  die  door  haer  uyt-berften  de  aerde  doen  bevenjoodanig, 
dat  die  groóte  openingen,  het  water  geen  plaetfe  noch  tijd  geven ,  om  fich  te 
verfoeten ,  terwijlen  het  door  de  felve  pafTeert,  en  foo  behoudt  het  altoos  de 
foutigheyd  welcke  het  uyt  de  Zee  heeft  mede  gebraght. 

Doch  w at  daer  van  oock  de  reden  moge  wefen,  foo  is  het  evenwel  feeker, 
dat'er,by  Menfchen  weten,geen  Meer  is,  hét  welcke  dit  hier  in  gelijckt,be= 
ftaende  ten  deele  uyt  fout  *  ende  ten  deele  uyt  foet  water ,  en  brengende  het 
eene  gedeelte  Vifíchen  voort ,  ende  het  andere  niet. 

Voor  defen  waeren'er  omtrent  tagtig  Steden  rontom  dit  Meer  gelegen* 
fommige  van  vijf  duyfent  Huys-gefinnen,  ende  andere  weder  van  meer  dan 
tien-duyfenti  onder  dewelke  ook  Te^cuco  was,het  welke.foo  ik  boven  hebbe 
gefeght ,  niet  veel  voor  deStadt  van  Mexico  behoefde  te  wijeken. 

Doch  ten  tijden  dat  ick  daer  was,  mogten'er  omtrent  dertig  foo  Vlecken 
als  Dorpen  -zijn,  wekkers  grootfte  ten  hooghftenniet  boven  vijf- hondert 
Huyfen  telde ,  fo  van  Spaigniaerden  als  van  Indianen,  hebbende  de  gefeyde 
Spaigniaerden, haer  foo  qualijk  gehandeltidat  fy  die  arme  Natiehalf  als  ver- 
nietight  en  uyt-geroeyt  hebben. 

Tot  foo  verre  datmen  my,omtrent  twee  jaeren  eer  ick  uyt  dat  Lan$t  ver- 
trock  ,  te  weten  in  de  jaeren  ió^y.  en  iÓ36.verfeeckerde,dat'er  méér  dan 
thien  mael  hondert  duyfent  Indiaenen  omgekomen  waeren  j  in  een  werk, 
dat  de  Spaigniaerden  hadden  doen  maecken ,  om  het  waeter  van  hpt  Meer 
van.de  Stadt  af  te  leyden  >  maeckende  een  wegh  d  warfch  door  het  g|ebergh= 
te,  op  dat  het  waeter ,  daer  fijnen  loop  doorneemende,  defelvevry  voor 
het  overvloeyen  van  het  Meer  foude  zijn,  enbyfonderlijck,  om  dat  in  het 
jaer  1634.  het  water  foo  hooghvloey  de,  dathet  grootfte  gedeelte  van  de 
Stadt  verdorf,  en  felve  tot  in  de  Kercken,  die  op  de  hooghfte  plaetfen 
ghebouwdt  waeren ,  quam,  tot  foo  verre,  dat  de  Inwoonders,  fich  van 
haere  Canoas  moeilm  bedienen ,  om  van  het  eene  Huys  in  het  andere  te  ko- 
men. 

Het  grootfte  gedeelte  van  de  Indianen  ,  dierontomhet  Meer  woonden, 
wierden  te  wereke  gheftelt ,  om  fich  tegens  dit  Element  te  fetten ,  het  welc- 
ke verre  de  meefte  Vlecken  ende  Dorpen ,  diealdaer  gelegen  waeren  >  ín  de 
grond  hielp,  en  by  middel  van  defen  fwaeren  arbeyd  is  dit  Meer  nu  *j?at  van 

de 


I.BoECK.  VoordeSfaenfcheWeft-Indïên.  XVI  Cap.  6y 

de  Stadt  en  haere  Huyfen  verwijdert,neemende  bet  fijnen  loop  door  een  an- 
dere, hoewel  men  geloofde  dat  iulcks  niet  lange  foude  dueren,  maer  en  weg 
fich  weder  nae  de  Stadt  van  Mexico  begeven. 


M 


HET   XVI.  CAPITTEL. 

'Befchrijvinge  van  het  Paleys  van  Montezuma  ,  van  fijne 
Wapenen  y  Meubilen  >  Vrouwen ,  Bediende  ende  haere 
verfcheydene  Ampten,  veele  foorten  van  gedierten  door 
hem  onderhouden  y  fijne  Tuynen,  Magafijnen  ende  andere 
bjfonderheden. 

En  gelooft  dat,doen  Corte  ^ voor  de  eerftemaeUn  de  Stadt  van  Mexf  BcfcHriJ- 

co  quam ,  daer  wel  taghtigh  duyfent  Huyfen  in  waeren.  ™n8e  *an 

Het  Paleys  van  Munte^uma  wasïeer  groot  en  heerlijck,  het  wierde  {¡fto. 
in  de  Indiaenfche  Taele  Tepac  genaemt,en  in  het  fel  ve  waren  twintigh  Poor-     efteo',  v 
ten,  dieopdeftraetenderStadtuytquaemen.  Paleys  des 

Daer  waren  ook  drie  groóte  opene  plaetfen,en  een  feer  fchoone  Fonteyne  KoninSs' 
in  het  midden  van  de  Saelen,en  hondert  Kamers  van  drieën  twintig  ende 
dertig  voeten  lang,hondert  Baeden  ende  Badt-ftoven,  en  hoewel  in  alle  defe 
wereken  geenefpijekers  waeren,  foo  lieten  fy  daeromme  niet  nae,fterk,fte- 
vigh  en  wel  gefloten  te  zijn. 

De  mueren  waren  van  Metzel-werck,  met  Marber,Jafpis,en  meteen  an- 
dere ilagh  van  fwarre  Steen,die  roode  acders  haddevan  Couleur  even  als  de 
Rubijnen ,  bekleedt ,  het  welcke  een  feer  fchoone  glans  van  fich  gaf. 

De  Solders,van  plancken  gemaeckc  zijnde,  waren  cierlijck  verdeelt  ende  Praghtig- 
befchoten  met  Cederé  ,  CypreíTe  ende  Dennen-houte  deelen  ;  de  Kameren  ¡jcyt  van 
waeren  behangen  met  Tapijten  ,  fommige  van  Catoen  ,  andere  van  Cony-  hetielve, 
nen-hair  of  van  Veeren ,  of  de  mueren  van  defelve  waren  befchildert. 

Men  fagh  in  het  geheele  Paleys,  niet  dan  de  Bedden ,  dat  met  defe  groóte  Indiacn- 
Ma^nificenrie  niet  over-een-quam ,  want  fy  waren  niet  veel  byfonders  en  fcheBed» 
foodanigh  als  de  rijkfte  Indianen  dienogheden  gebruykenjwant  het  waren  <*en. 
niet  dan  Deekens  over  matten  uytgefpreyd,of  wel  ook  over  Hoy ,  en  iom- 
.  tijds  oock  wel  Deeckens  alleen» 

In  dat  Paleys  woonden  duvient  Vrouwemfelve  feggen  eenige  dat'er  drie  „      ' 
duyfent  waren, alsmen  de  Juffrouwen ,  DienfiVmaegden  en  Slavinnen  te  fa-  Trouwcn 
men  rekendejdoghetmeefte  gedeelte  beitont  uyt  deDogteren  van  de  voor- 
naemfte  Indianen,  van  dewelcke  Montezuma  die  geencwelke  hem  het  mee- 
fte  behaegden, voor  fich  fel  ven  nam,  gevende  de  andere  aen  de  voornaemfte 
Edelluyden  die  hem  dienden. 

I  2  Dc 


Derde  Pa- 
leysv.. 
Befchrif- 
vinge  daer 
van. 

Barbare 

fche  Ou- 
ders. 

Roof- 

Yogekn, 


68     I.  Boeck.     Foyagie  vanThomas  Gage    XVI.  Cap; 

De  Spaigniaerden  feggen  dat  hy  opeene  tijd  te  gelijk  hondert  ende  vijftig 
fwangere  Vrouwen  hadde,diegemeenlijck  door  at-drijvende  dranken,  hare 
vrught  verdier ven,orh  dat  fy  witten  dat  defelve  geene  Erf-genaemen  van  de 
Kroone  konden  2,ijn;ook  waren'er  veel  oude  WijVén.om  defe  Vrouwen  te 
bewaren ,  en  her  was  aen  geen  Man  ge-oorlooft  haer  te  lien. 

Behal  ven  defe  Tepac ,  het  welcke  een  Paleys  beduydt ,  'hadde  Monte  fu- 
ma ,  in  de  Stadt  van  Mexico ,  noch  een.  ander  H  uys  *.  in  het  welcke  veele 
fchoone  vertrecken ,  en  aenghenaeme  ende  ghemackelijcke  Galerijen ,  oo 
Pilaeren  van  Jafpis  ghebouwdt,  w aeren  ,  hebbende  die  haer  uytíicht  op 
een  fchoonen  Tuyn  ,  in  dewelcke  ten  minden  twaeif  Vijvers  waeren ;  fom- 
rrughe  met  fout  waerer,  voor  het  Zee-gevogelte  gevult,  en  andere  met 
foetwaeter  voor  de  Rivier  ende  Meer- vogels,  hebbende  yder  Vijver  fijne 
Sluyfen,  om  die  aftetappen,  ende  telaeten  vol  loopen,  wanneermen 
fulcks,tot  het  onderhouden  der  fuy  verheyd  van  der  Vogelen  Vederen  noo- 
dig  oordeelde,werdende  defelve  door  de  ververfchinge  van  het  water  meeft 
onderhouden. 

Die  Voghelen  waeren'er  in  foo  groóte  meenighte,  dat  de  Vijvers  defelve 
nauwhjcks  bergen  konden,  oock  iaghmen'er  foo  veelderhande  ilagh,  en  die 
alle  foo  verfcheyden  van  Vederen ,  dat  de  Spaigniaerden  defelve ,  voor  het 
meeite  gedeeltcniet  konden  bekennen,hebbende'noy  t  diergelijcke,  op  an- 
dere plaetfen ,  gefieri. 

Daer  waren  meer  dan  drie  hondert  Perfoonen ,  die  niet  deden  dan  op  dit 
Huys  te  paiTen,hebbende  fy  een  ygelijk  yets  omtrent  defe  Vogelen  te  verrig- 
ten,eenige  droegen  forge  om  de  Vijvers  fchoon  te  houden,anderen  moeiten 
de  Vifch  vangen  die  men  haer  te  eetengat,de  derde  gaven  aen  andere  Voge- 
len weder  Vleefch ,  en  aen  een  yder  foorte  gafmen  defelve  fpijfe  die  fy  in  het 
Veld ,  Zee  ofte  Rivieren ,  waren  gewoon  te  nuttigen. 

Oock  hielden  fommige  hare  Vederen  fchoon,  andere  droegen  forge  voor 
hare  Eyeren,  en  fetten  haer  te  broeyemdog  haer  voornaemfte  werk  was,de- 
felve,  op  haer  tijd,tepluckcn,en  die  Vederen  te  bewaren,want  men  maeck- 
te  van  defelve  koftelijcke  Deeken^TaepijtemBouquetten  van  Pluymen,en 
veele  andere  wereken ,  met  Goudven  Sil  ver  gemenght. 

Noch  hadde  Monte  fuma ,  in  de  Stadt  van  Mexico,  een  derde  Huys,  alleen 
voor  Vogelen  die  van  den  roof  leven. 

In  dat  Huys  waren  veele  hooge  ICameren  in  dewelcke  men  Dwergen,ge- 
bocheldeendediergelijkemismaekteMenfchenonderhieltiooMannenals 
Vrou wemout  of  jongh,oock  waren'er  die  geene  die  wit  gebooren  wierden, 
het  welke  aldaerfeer  felden  gebeurde;men  vond  felve  Ouders  die  hare  Kin- 
deren lam  of  kreupel  floeghen ,  of  haer ,  foo  als  fy  eerft  gebooren  wierden , 
mismaekten,  op  dat  fy  in  des  Konings  Huys  mogten  gebragt  worden,en  ai- 
daer  fijne  heeriijckheyd,door  hare  mismaecktheyd ,  doen  uytblincken, 

In  de  benede  Kameren  van  dat  Huys  waren  de  Vogelen  die  van  den  roof 

leven, , 


I.Boeck.  Door  de Spaenfche  Wefl-  Indien.   XVI.  Cap.  69 

lëvemzijnnefy  opgeüoren  in  verfcheydeneKoyemeen  ydcr  nae  fijnen  aert, 
gelijck  als  Valeken, Sperwers,Havicken  >  ende  andere  diergelijkc  Vogelen  , 
en  alleen  onder  de  Valeken  ende  de  Sperwers,waren  meer  dan  twaelfderhan- 
deverfcheydène  foorten. 

Behalven  drie  hondert  Perfoonen,die  in  dat  Huys  dienden,  waren'er  nog 
ten  minften  duyfenc  Valkeniersende  Jagers,aen  dewelke  men  alle  dagen  vijf 
hondert  Kalck-hoenen  ,  tot  harefpijfe,  gaf. 

Dé  Jagers  wierden  daer  onderhouden,  om  datmen,  in  de  Kelders  van  het  Wild'Gc- 
felve  Huys,  wilde  Beeften,  in  groóte  houte  Kotten  ,  bewaerdde,  onder  de  dierce, 
welcke  waren  Leeuwen ,  Tygers ,  Beeren  >  ende  Wolven. 

In  het  korre  dacr  was  allerhande  ilagh  van  vier-voetigh  Gedierte  ,op  dat 
Mome^uma  foude  konnen  feggen  dat  hem  niets  in  fijnHuys  ontbraken  men 
voedde  defel ve  dagelijcks  met  Kalck-hoenen,DaiTeni  Honden  ende  dierge- 
lijcke  Dieren. 

Nochfaghmenin  eenandere  Kelder,  groóte aerde  Vaten,  fommigemet  Slangen  , 
waeter  ende  andere  met  aerde  gevult,  in  dewelcke  Slangen  foodick  als  een  Agediifen 
Mansdghye  waeren,  oock  Adderen, Crocodillen, die ïy  Caymans noemen  &c. 
van  de  lenghte  van  twintig  voeten  ,  behalven  veelderhande  foorte  van  Age- 
diíTen,  ende  andere  Gedierten,  diemenfoo  in  het  Water  als  op  het  Landt 
vind. 

Sy  voedden  die  Slangen  endede  andere  venijnige  Gedierten  met  het  Met  Men- 
bloed  van  de  Menfchen  diemen  ge-offert  hadde^andere  feggen  datmen  haer  ^chen 
Menfchen-vleefch  te  eeten  gaf, van  het  welke  de  groóte  Agediifen  ende  de  bloed 
Caymannen  veele  houden*  gevoed* 

Doch  het  geene  een  af-fchuwelijck  fchouw-fpel  was, was  het  fien  van  het 
werek ,  dat  de€e  Dienaers ,  omtrent  die  Beeften ,  pleeghden  ,  het  uytgeftor- 
te  en  als  Ys  beftremde  bloet  op  de  vloeren  van  defe  Kelders,die  benaeuwder 
lught  van  haer  gaven  dan  deplaetfen  in  dewelke  de  Vleefch-houwers  haere 
Beeften  zijn  gewoon  te  üaghtenjhet  hooren  van  het  Brullen  der  Leeuwen, 
van  Ket  blaefen  der  Slanghen  ende  Adderen,  het  geduerigh  huylen  der  Bee- 
ren ,  Tygeren  ende  Wolven,wanneer  fy  honger  hadden ,  en  daer  door  hare 
fpijfeeyfehten. 

Het  was  niet  te  min  in  defe  plaetfe,welke,geduerende  de  naght,  een  Hel-  Tempci 
lefchcen  te  zijn,foo  wel  als  een  woonplaetfe  der  Duy velen, daer  defen  Hey-  onderde 
denfehen  Vorft  fijne  Godtvrugtigheyd  pleeghde,  en  dagelijks  fijne  gebeden  aerde. 
voor  fijne  Goden  ginck  ftorten. 

Want  niet  verre  van  defe  laetfte  Kelders,  was  noch  een  andere ,  die  hon* 
dert  ende  vijftigh  voeten  langh,  ende  dertighbreedt  was,  in  dewelke  was  sijne 
eene  Capellcwelckers  verwelffel  met  Goudt  ende  Sil  ver  lof-werek  bedeckt  Schatten, 
was ,  verciert  zijnde  met  een  groot  getal  van  Peerlen  ende  koftelijcke  Ge-     > 
fteenten,  als  Agaten ,  Cornalijnen  >  Emerauderi,  Rubijnen3  ende  verfchey- 
dene  andere  juwelen. 

I3  Dit 


_£- 


Magazijn 
des  Ko- 
nincks. 


Vergiftigh 
Geweer. 


,  Swaerden 
van  Hout 
ende 
Sreen. 

Wonder- 

lijcke 
Lijm. 


Beelden 
van  Bloe- 
men ende 
Kruyden 
gemaeckr. 


Landt- 

huyiendcs 

Konincks. 


79     LBoeck.     VoyagievanThomasGajre     XVI  C*B 

iiJ^alsBogenrPiLnStaS  pl^ aer§fi?'°d«Kri  gvanbedienen.ge" 

irAenA 
door  gequetft  was.ende  aaSSSfT^1'^  yemand  da« 

hetwelckeeenfoorte  vaCrfSanffs  van  h,MeM  '  ?'S  medevan  &■*. 
ten,dat  fy  met  bet  Bioedvf SSSÄ!  "5?  me?§fel  maefe- 

naenoytlosgingh,  als  fyeenSwe?™h^a5  ,m' *tdiebJ 

endeom  iich  daer  tegTenVer  Xen  Ä.  "   ?     ^"  9^  Vermaek' 

nalekruyden.bloemeLndevruetdrae^ 

waeren ,  ivaeren  verciert     vruStdraegendeBoomen  bepoot  ende  beiaeydt 

verboden ,  dat'er  gam  fch  ¿ene  nmr^g<lmae?jende  M"»^«"  <«e  hadde 
foudekonnen.verkop S,S^d^»í<^,Wdcker,í0p,de*fakt 
aen  Koningen  ende  f  riñera  onbwaem^t  '",  'T  dat'  ^  hy  'het 

dingen, van deweieke men n^fl  f  5 hJkw,as'ond«haervermaekeenige 
hetierervanKooptrde„P      '  tkondetrecken>  hebben  ^„dciulcL 

»et  water  omringht  waer^efert  X^ 

ende 


UBoECK.  DoordeSpaénfchefFeJi'Indien.  XVI.  Cap.     y  i 

ende  Vy  vers  met  allerhande  ílag  van  ViíTchen  vervultjook  waeren' er  Bof-  Haj* c" 
fchen  vol  van  Herten ,  DaíTen,Haefen,Voíren,Wolven  en  diergelijck  Ge-  £oeíte1, 
dierte  ;  hier  gink  hy  íbmwijlen  fijn  vermaek  nemen,  nevens  de  voornaem-  w 
ílc  Heeren  van  Mexico.Hy  hadde  fo  groóte  meenigte  van  dat  ílag  van  Huy-  J^31"*11" 
fen ,  dat'er  weynig  Koningen  op  den  Aert-bodem  zijn  die'er  foo  veele  vvildT" 
hebben. 

Sijnegewoonlijcke  Lijf  wagt  beftont  uyt  fes  hondert  Edelluyden,welcke  \jj\ti 
yder  drie  a  vier  Dienaeren  hadden  ,  jae,  die  van  de  foramigè, waren, nae  ha-  waght  des 
ren  iraet,nogh  in  grooter  getaLfoodanig  dat'er  altoos  drie  duyfent  Mannen  Koninghs. 
waren  die  fijn  Hof  volgden ,  aen  het  welke  men  haerfpijfde ,  met  heteeten 
dat  van  fijne  Taefelquam.  V 

Ten  dien  tijde  waren  in  het  Rijk  drie-duyfent  Heeren,die  over  Steden  te  Maght  van 
ghebieden  ,  ende   yder  verfcheydene  VaiTaelen  hadden ,  welcke  haere  ketRijcke 
Landen  van  haer  te  Leen  hielden,  maer  boven  die  waeren'er  noch  der-  vanMfxi- 
tigh,  die  yder  Wel  een  Leger  van  hondert-duyfent 'Koppen  konden  op  de COt 
been  brengen. 

Alledie  Heeren  quaemën  vooreen  gedeelte  van  het  Jaer  binnen  de  Stad  Wäertoc 
van  Mexico  Woonen ,  oock  dorften  fy  buyten  de  toelaetinge  des  Keyfers » de  Groo- 
uytdefelveniet  vertrecken,  felfmoeftenfy,  ophaervertreck ,  eene  van  tei? ver" 
haere  Kinderen  ofte  Broeders,  tot  onderpandt  van  haere  trouwe,laeten ,  en  P^g^c 
daeromme ,  waren  fy  genootfaekt  om  yder  een  Huys  binnen  México  te  heb-  waercn> 
ben,  het  welcke  het  Hof  van  Monte^uma  feer  aenfienlijk  maeckte. 

Daer  en  boven  fchoot  hy  geen  Geldt  uy  t  voor  het  bouwen  en  onderhout-  „  .    , 
den  van  alle  fijne  Huyfen  ende  Paleyfen  »  wantdaer  waeren  feeckere  Ste-  Koninehs 
demwelcke  in  plaetfe  van  een  geftelde  Schattingcgelijck  de  andere  deden ,  jwèn 
op  te  brengen,verplight  waeren,fijne  Huyfen  te  bouwen  ende  te  repareren,  cSouwt 
en  dat  op  haere  eygene  koften ,  en  voor  haer  Geldt ,  ende  tot  dien  eyndealle  ?nde  on- 
de nodige  werck-lieden  op  televeren,  welke  op  haere  Ruggen  ofte  op  Slee-  derhou- 
den ,  de  Steenen ,  Kalck ,  Hout ,  Waeter  ende  de  vordere  nodige  mater i-  den  wier- 
aelen  aenbraghten.  den. 

Noch  moeiten  fy  alle  het  brant-hout,dat  aen  het  Hof  van  noden  was  be-  Brandc- 
fchicken ,  het  welcke  daegelijcks  vijf-hondert  Mans.draghten,  en  fomtijdts  y^t  Yöor 
inde  Winter,  noch  meer  beliep.  het  Paleys- 

Maer  fy  braghten ,  om  Vuer  in  de  Schoorftëenen  van  het  Paleys  van  den 
Keyfer  te  maecken ,  niet  dan  Bailen  vän  Eycken-bomen, welcke  men  hoog 
achtede ,  om  dat  fy  een  fchoonder  ende  helderder  vlamme  van  haer  gaven 
dan  het  Hout  felve. 

Daer  waeren  ook  in  de  S  tadt  van  Mexico  drie  foorten  van  Straeten  welke  Drie'erley 
feer  breed  ende  fchoon  waren  s  de  eerftefoorte  beftondt  uyt  Waeter-grag  Srraeten 
ten  die  met  Bruggen  belegt  waeren,de  tweede  waren  op  de  Aerde  ofte  vafte in  Mexw,- 
Grondt,en  van  de  derde  foorte  was  de  eene  helft  vaft  Landt,over  het  welke 
mên  gaenkonde,  en  de  andere beftond  uyt  Waeter,ten  dienftederSchuy- 


Water- 
leydinge 
tot  den 
dranck. 


Naems- 
oorfpronk 
van  de 
Stadt 
Mexico. 

Oude 
naem  ván 
defelve. 


72       LBoEcic.  Foyagie  vanThomas  Gage    XVI.  Cap. 

ten  ende  Canoas ,  welcke  de  leef-toght  in  de  Stadt  braghten 

Het  meefte  gedeelte  der  Huyfen  hadde  twee  poorten  ofte  uytgangemde 
cene  aen  de  land-fijde  ende  de  andere  aen  de  watbr-kand,en  aldaer  begaven 
fy  haer  fcheep.om  te  vaeren  ter  plaetfe  daer  fy  wefen  wilden 

Dog  hoewel  dit  waeter  foo  naeby  de  Huyfen  is,om  dat  het  dog  even  wei 
metgoedt  is  om  tednnken,foo  heeftmen  foet  waeter  binnen  Mexico  door 
pijpen  ende  waerer-leydinge  doen  komen  ¡  dat  van  een  Plaetfe  die'  Cha* 
pultepecígenzGmt  wordt ;  zijnde  defelve  drie  mijlen  van  de  Stadt  geleden  - 
dit  waeter  fpruytuytfeeckergeberghte,  aen  de  voet  van  het  welcke  rW 
beelden  ofte  ftatuen  van  fteen  gemaeckt  ftondenahet  eene  van  defelve  ver- 
Deelde  Monte^uma ,  ende  het  andere  fijn  Vaeder  Axiaca. 
Nog  op  heden  doetmen  het  waeter  van  die  plaetfe  in  de  Stad  komen,door 
twee  pijpen  ofte  buyfen  die  op  bogen  van  gebackene  fteene  ruften  welcke 
brughs-gewijfe  gemaekt  zijn  ,  en  wanneer  een  van  die  buyfen  vervuldt  is 
4doecmen  alle  het  waeter  door  de  andere  loopen ,  tot'er  tijdt  toe  dat  die  we- 
der  is  fchoon  gemaeckt. 

Die  Fonteyne  verforght  de  gantfche  Stadt  van  waeter ,  ende  de  waeter 
draegersgaen  hetfelvelangh  de  ftraeten  verkopen  /ommigeveylen  het  in 

vaeckens  ende  oxhoofden3ende  andere  in  aerdekruyken  ofte  ledere  facken 
welcke  fy  op  Muylen  ofte  Efelslaeden. 


HET  XVILCAPITTEL, 

Oorfpronck  van  den  naem  ende  de  antiquiteytenvanMcxico^ 
Af-komfte  van  de  Grondtleggers  daer  van  3  met  eene  ver* 
korte  verhaelmge  van  de  Koningen  van  die  Stadt  tot  op 
Montezuma. 

WAnneer  de  Spaigniaerden  fich  meefter  van  die  Stadt  maeckten; 
was  fy  in  twee   groóte  Straetenverdeeldt,  van  dewelke  de  eene 
Tlaxculco,  hetwelckeeen  kleyn  Eylandt  gefegt  is,genaemt  was 
e;idede  andere  Mmtwo  >  dat  een  Fonteyne  of  Bron  in  de  IndiaenfcheTaele 
beduydt,  en  door  dien  des  KonincksPaleys  aldaer  gelegen  was,  fowierde 
eyndelijck  de  gantfche  Stadt  Mexico  gènaemt. 

Dog  de  outite  naem  van  defelve  was  Tenucbtitlan,het  welke  een  vrught 
uyt  een  fteen  Voortkomende  beteekent,  zijnde  die  naem  te  famen  geftelt 
uyt  het  woordeken  T«/,dat  een  fteen  gefeghtis,en  het  woordt  Neuylhhet 
welke  een  feer  fchoone  vrugt  is,  die  de  Spaigniaerden.door  gantfeh  Amen- 
caluñas  noemen ,  ende  de  Boom ,  die  defelve  voortbrengt ,  Nopal, 

De 


I>Boeck.  'DoordeSpaênfcheffeft'Indién.XVILCAP.  73 

De  eerile  fundamenten  van  defe  Stadt  wierden  dighte  byeén  grooten  Waepen 
Steen  ofte  Rotfe,  midden  in  het  Meer  leggende ,  gelegt,  «n  aan  de  voet  Van  Jtow- 
vande  Rotie  was  een  van  defe  Nopal  Boomen,  daarvan  daan  is  het  ge-  &, 
komen  dat  de  Stadt  van  Mexico  eene  van  die  Boomen  ,  uyt  een  Rotfe 
fpruytende,  in  haer  Wapen  voerdt >  volgens  de  eerile  naem  van  die  Stadt 
Tcmtghtitlan. 

Eenige  andere  feggen  dat  fy  haren  naem  voerdt  van  haren  eerften  yericher- 
Grondt-legger  Tenugh  genaemt,    middelile  Soon   van  Iyacmixcoatl ,  dene^e- 
wiens  Kinderen  ende  Nakomelingen  de  eerfte  waren  die  de  geheele  voelens 
ilreecke  van  America  bewoonden,  welcke  nu  Nieuw-Spaignien  werdt  over  des 
genaemt.  iiaems 

Andere  weder  houden  ilaende  dat  de  naem  van  de  Stadt  van  Mexico  een  oor- 
veel ouder  oorfpronck  heeft ,  te  weten  van  de  Mexiii ,  die  de  eerile  Stig-  fpronck» 
tersdaervan  fouden  zijn  geweeft ;  want  noch  tot  op  defen  huydigen  dag, 
worden  de  Indiaenen  ,  die  in  eene  van  de  Straeten  van  defelve  wooiien,  Me- 
xica  genaemtihebbende  defe  Mexiti  den  naem  van  haren  voornaemilen  Af- 
Godt  Mexiüi  ontfangen,  welcke  fy  alfoo  grootte  eere  aendeden  als  aen  Vit' 
%ilopachtli ,  die  haren  Krijgs-Godt  was* 

Doch  het  gevoelen,  het  welcke  onder  de  Spaigniaerden  voor  het  geloof-  Hetge- 
waerdigfte  werdt  aengenomen  ,  is  dat  de  Mexicanen  eeril  in  Nieuw-Gali-  meenege  • 
cien  woonden ,  van  waer  fy ,  in  het  Jaer  ons  Heeren  72o.een  in-val  deeden,  voelen 
ende  fich  in  verfcheydene  Plaetfen  uvtbreydden ,  tot  in  het  Jaer  van  Q2o.als  ^*er  over' 
wanneer  fy  onderharen  Overilen  Mexi  defe  Stad  bouden,  diefy  om  fijnent 
wille  Mexico  noemden, 

Sy  waren  'm  feven  Stammen  ofte  Geilagten  verdeeldt,  die  fich  lange 
door  de  voornaemile  ende  de  aenfienlijckile  onder  haer  lieten  regeren ,  tot 
dat  de  magtigile  van  die  Stammen,  welcke  Navatalcas  genaemt  was, 
een  Koning  verkoos,  aen  dewelckefy  fich  alle  onderwierpen. 

De  eerfte  Koning,  die  op  die  wijfe  verkooren  wierde ,  wzsVitylovitli  0  t  .,.  i 
genaemt ,  de  tweede  Acanopit^li ,  de  derde  Cbinalpapocar ,  de  vierde  I^cho-  "P- 1,m" 
aldt ,  de  vijfde  Monte  ¡(urna  de  eerile ,  de  fefde  Acacia ,  de  fevende  Axijaca  >  far^Ko- 
de  agfte  Ant^lol,  de  negende  Monte^uma  de  tweede,  welcke  regeerde  nineeu  ' 
ten  tijde  dat  Corte%  daer  quam,  de  tiende  Quahutimoc ,  die  de  Stadt  van 
Mexico  verloor ,  en  door  dewelcke  het  Riick  een  eynde  nam. 

l^choaldt  was  de  geluckigfle  van  alle  defe  Koningen ,  als  die  door  fijnen 
NeveTlacaeüec  alle  de  andere  fes  Stammen  fich  onderwierp ,  ende  aen  de 
Koningen  van  Mexico  dede  onderdaenig  weien. 

Na  de  doodt  van  l^choaldt  verkoren  de  Keur-vorilen,  díe  ten  getale  van 
fes  waren,  Tlacaellec  tot  haren  Koning,  als  hebbende  fijne  deugt  ende  Edelmoe- 
kloekmoedigheydt  airede  beproeft  ,maer  hy  weygerde  die  waerdighey  t  feer  dl8e  daedt 
edelmoedelijck,leggende-dat  het  nutter  en  voordeeliger  voor  het  gemeen  e  -v*n/7  f' 
befte foude  zijn  datmen  een  ander  dan  hem  verkoos,  dat, wat  hem  belangde 

K  hy 


74    I.Boeck.  Voyagie  vanThomas  Gage    XVIII.  Cap, 

hy  altoos  foude  vaerdigh  zijn  om  uyt  te  voeren  het  geene  tot  het  wel-wei>n 
van  den  Sraet  foudeftrecken ,  en  dathy .  fchoon  h/geen  K  2^ 

daen  hadde,  foodanighdatzy ,  op  fijne  weygeringe,  Mome¡uma  verko- 


Montezuma 
gevangen 
en  Quatya' 
pocavc- 
ftraft. 


Strijd  van 
a  a  3  da- 
gza. 

Montezuma 
raektel 
kndigh 
aen  fijn 
eytide. 


HET  XVIII  CAPITTEL. 

Verkort  Hiftorifch  verhad  van  hetinnemenvan  Mexico  door 
de  Spaigniaerden. 

DE  twee  laetfte  Koningen  waeren  de  ongelukkighfte  van  defe  Natiele 
weten  Montezuma  de  tweede  ende  Quahmimoc ,  die  beyde  door  Cor  tez 
overwonnen  zijn ,  wekkeMontezumain  fijn  Paleys gevanghen  nam, 
waer  uyt  hy  hem  met  lift  in  fijn  Huyslocktcalwaerhy  hem  de  boeyen  aen 
de  handen  iloot.ende  alibo  behielt  tot  dat  by  Qualpapoca  hadde  doen  regten, 
die  Heere  van  Nahutlan ,  datmen  jegenwoordigh  Almería  noemt ,  was,ende 
evendigh  verbrant  wierde,  om  dat  hy  neghen  Spaigniaerden  ghedoodt 
hadde.  • 

Doch  degevanckenifle  van  dien  Keyfer,  dedeal^e  de  Af^/c^M^tegens 
Corte s  ende  de  Spaigniaerden  op  ftaen ,  tegens  déwelcke  zy ,  twee  of  drie 
daeghen  langh  geduerende ,  kloeckmoedelijeken  ftreden,dreygendeallede 
Spaigniaerden  wreedelijcken  te  doen  fterven,foo  Cy  haer  haeren  Keyfer  niet 
weder-le  verden. 

Dit  werekte  foo  veel  uyt  dat  Corte?  Montezuma  badt ,  op  het  hooghfte 
van  het  Huys,  dat  de  Indianen  ruwelijck  met  fteenen  beftormden,te  willen 
klimmen ,  om  fijne  Onderdaenen  te gebieden,datfy  fig  geruft  fouden  hou- 
den,het  welckejhy  deede ,  doch ,  foo  als  hy  fig  op  de  muer  voor  over  hadde 
geboghen,  ende  tot  haer  begonde  te  fpreecken,  wierpen  fv  foo  veel  e  ftee- 
nen foo  van  de  flraet  als  van  het  bo venfte  der  Huyfen ,  dat'er  onder  andere 
eene  hem  foo  fwaerlijck  in  den  ilag  fijns  Hoofds  trof,  dat  hy  dood  ter  aerden 
nederviel,eyndighende  fijn  leven  door  de  handt  van  fijne  eygene  Onderdae- 
nen ,  hoewel  tegens  haren  willcin  het  midden  van  fijne  Hooft-ftadt,en  on- 
der de  maght  van  eene  vreemde  Natie. 

De  Indiaenen  fegghen  dat  hy  van  het  Edelfte  Huys  van  gheheel  fijne 
S  tamme  was ,  ende  de  Magnifijkften  der  Koninghen  die  voor  hem  geweeft 
waeren. 

Hier  uyt  kan  men  aenmereken ,  dat,  wanneer  de  Rijcken  op  het  mee- 
fte  bloeyen,  fy  dan  het  naefte  zijn ,  om  ofte  gronde  te  gaen ,  ofte  van  Heere 

te 


Ï.BoECK.  Door  de  SpenfcheWeft'Indien.XVllI.  Cap.  yj 

te  veranderen, gelijck  blijkt  door  defe  gefchiedenifïe  van  Monte^uma, wiens 
glorie  en  heerlijckheyd  het  verder  f  van  fijne  Stadt  ende  haerelnwoonders 
voorfpelde. 

Sy  verkofemnae  de  dood  van  Monte%uma3Quahutimoc  tothaeren  Koning,  Quahuti- 
ende  fy  volharden  het  Huysvan  Corte$  met  foodanigen  ghewelt  te  beftor-  «wwcrd 
men,  dat  fy  hem  dwongen,  nevens  alle  de  Spaigniaerden ,  uyt  Mexico  te  totKo- 
vlughten.  £lr#ge- 

Als  defe  dan  nu  geweeken  waren,fo  verfterktén  fy  iich  weder  te  Tlaxcal-  £  ^n" 
tan,  ende  hebbende  feftien,  ofte  foo  andere  feggen,  ach  tien,  Roey-barquen  ^  f  ?* en" 
doen  maecken,om  fig van  defelve  op  het  Meer  te  bedienen,foo  belegerden  ^ ^L0^" 
fy  Mexico  korts  daer  aen  weder,foo  wel  te  Water  als  te  Lande,  tot  foo  verre  Mex]COt 
datdelnwoondersin  foodanig  gebreck  van  leeft-toghtendemondt-koften 
vervielen,  dat  fy  ten  foo  grooten  getaele  van  honger  en  fieckte  ftierven,  foo  J^kgeren 
dat  de  Huyfen  vol  doode  Licchaemen  lagen ,  ftapelende  fy  van  defelve  de    ec  wcdcr 
eene  op  de  andere5om  den  ellendighen  ftaet,  tot  dewelcke  fy  haer  gebraght 
fagen,,  te  verbergen. 

Doch,  hoewel  fy  het  Paleys  van  haeren  Koningh  Quahuümoc  faeghen  in  Brengen 
lightenvlammeftaen,en  dat  het  meefte  gedeelte  van  haereStadt  verbrandt  jjc tIn 
ende  in  afle  geleght  was ,  ioo  befchermden  fy  doch  haer  evenwel ,  haer  de  ,¿JjJ[ " 
eene  ftraet  voor  de  andere,  ende  alle  de  plaetfen,  uyt  dewelcke  fy  eenige  noot> 
tegenweer  konden  doen,bedifputerende;  doch  de  Spaigniaerden,hebbende        ' 
eyndelijck,  nae  veele  bloedige  geveghten ,  die  foo  te  Water  als  te  Lande  í;erL     f" 
voorvielen,de  Merckt-plaetfe  ingenomen,foo  wel  als  het  grootfte  gedeelte  ¿&  -J"? 
van  de  Stadt ,  vonden  en  Huyfen  en  Graghten  vervult  met  groóte  ftapelen  woonjers 
van  doode  Licchamen  lijnde  die  geene,  die  noch  in  het  leven  waren,  en 
die  alle  ioorte  van  voetfel ,  fel ve  tot  de  ballen  der  Boomen  toe ,  hadden  ge- 
geten,foo  bleeck  endeongedaemdat  het  een  feer  deerlijcke  faecke  was  fulks  ^J¡,"act 
te  aenfchouwen. 

Hoewel  fy  foo  fwak  ende  mager  waren  ,datmen  met  reden  mogte  feggen 
dat  maer  alleen  het  Herte  in  haer  leefde,  foo  lieten  fy  daeromme  niet  nae,de 
aen  biedingen,  welcke  Corte% ,  nae  dat  hy  haer  tot  de  overgaeve  gefommeert 


hadde,  haer  hadde  laten  doen  ,  afteilaen. 


Sy  feyden  hem  kloeckmoedelijck  dat  hy  niet  moeftehopen  fich  nevens  de  |cn<jcen 
fijne  door  haeren  beuydt  te  verrijcken ,  en  dat  zy  ,foo  het  géluck  volhardde  honger  ín 
haer  den  rugge  toe  tekceren,  beflooten  hadde  alle  haer  e  rijkdommen  te  ver-  je  sta(jtt 
branden  ofte  in  het  Meer  te  werpen,  en  daer  op  tot  den  laetften  Man  toe 
moedighlijcken  teilrijden,  omalfoomethet  Swaerdt  inde  handt  te  fter- 
ven. 

Cor/e^  hier  op,  willende  weten  hoe  veel  hy  van  de  Stadt  noch  in  te  nee- 
men  hadde,  begaf  fich  op  een  hooghen  Toorn,  van  dewelcke  hy  de  ghe- 
heele  Stadt  konde  ontdecken,  en  oordeelde  van  daer,  dat  omtrent  het 
achtfte  gedeelte  noch  teghenftandt  deede ,  foo  dat  hy  dat  hebbende  dóen 

K  %  beftor- 


voorne 
men 


Groóte  el- 


j6    LBoek.     Foyagie  van  Thomas  Gage    XVIII.  Cap. 

beílormemendedearmelnwoonders,  welke  door  het  noot-lot  aen  har*" 
nfn^  ¿  °;ener°!ldcrgank 5eg«mo?Ägen'fich niet meerverweeren kon. 
rp^ni-         D  iydeSPai2niaerdendatiyhaer  dog  alle,  om  hare  ellenden 
te  eyndigen  >  wilden  uyrroeyen ,  en  dat  hoe  eer  hoe  liever. 
h*S*ej  waren'e,r  andere'die  haer  op  de  kand  van  het  water  digte  by  een  op. 
badende  ofce  val-bruRge  h  ielden,  we  icke  ConeK  toeriepen,dat?aengefien  hy 

de  Soone  van  de  Sonne  was,hy  fijn  Vader  foude  bidden,dat  hy  haer  alle  wii 

üe  vernielen.en  fig  daer  op  tot  de  Sonne  fel ve  keerendcfo  verfogten  fy  hem 

dat  hy  haer  haer  ellendige  leven  wilde  doen  eyndigemen  haer  doen  vertrec- 

te  vinden  eSaenSenietendiefy  byharen  ^odt  Q^ctcovatlh  hoopten 

.  Cortex  Co^fiendedeuyterite  verlegen  theyd  in  dewelke  die  ellendige  menfchen 

te?"    TT*  '  Gn  P**»'*l4M^  heteyndelijckfouden opgevemfondt  aen  oJ£ 

voo  het       tTn  °m  h,T  d,en  deerli Jcken  toeitant  van  fijne  onderdaenen  voor  oogcn 

laetfte  £  u    f^}^  h?  hem  ¿eedeaenwijfen  dat  noch  ftond  te  vermeerderen  , 

«cate.         foo  hy  den  Vreede  niet  wilde  omhelfen. 

Gram-         J:Pël i^neer  defen  ongeluckigen  Koning  díe  voorMlinge  hoorde,  wier- 

fchap  des      ae  V  loodamgh  door  de  gramfchap  vervoerd,  dat  hy  beval  datmen  den  Ge- 

Konixighs.  ¡f ndt  van  Cor/^.aenftonts  levendigh  foude  offeren ,  en  tot  antwoord,deede 

ny  aen  deandere  Spaigniaerden  ,  die  hem  verfeld  hadden ,  ftock-flaegen  ge- 

ven,en  hy  het  veele  pijlen  naer  haer  fchietemoock  ileenen  op  haer  werpen, 

ieggende,dat  fy  de  Dood,en  niet  den  Vreede  quamen  aenbieden . 

Als  nu  Corte^  de  hardneckigheyd  van  die  Vorft  fag ,  felve  na  fö  veele  ftrij- 
V  if  o  §rooten  verlies  van  fline  Onderdaenen ,  en  na  dat  by  naer  de 
gan  tiche  Stadt  was  ingenomen,belafte  hf.Sandoual  aen  de  eene  zijde  metfij- 
ne Koey-Barquen  aen  te  vallen ,  en  hy  begaf  fich  nae  de  andere  kant ,  en  dat 
aneen  om  tebeitrijden  die geene, welke  nog  in  de  Huyfen  in  de  fterkeplaet- 
ien  der  Stadt  gebleven  waren,  dog  hy  vondt  daer  foo  geringen  tegenftandt 

a15et  kemfeergemackelijck  viel  te  doen  het  geene  hy  winde. 
f  \a  rtC  Semeent  hebben  dat  in  de  gantfche  Stadt  niet  boven  vijf  duy- 
ïent  Menfchen  fouden  zijn  geweeft,voor  ahalsmen  fijne  gedagten  lietgaen 
over  het  getal  van  de  dooden ,  welcke  men  op  de  Straeten  en  in  de  Huyfen 
nadde  gevonden,en  dog  wierden  evenwel  in  defen  laetilen  ftrijdt  meer  dan. 
tvrantigh  duyfent  Perfoonen  foo  gevangen  als  gedood, 
l"£r  ^°oren  van  net  W) 'ten  en  fugtcn  derKinderen  was  een  feer  beklage- 
iij  kefaeke,  ende  de  ilanck  van  de  Lijeken  was  niet  minder  moeyelijck  ende 
Voorneem     l™l%hom  teverdraegen. 

men  om  te  •    °r.teï  mm  van  zijne  fijde  voor  defen  OorIog,door  een  laetfte pogingen 

ftornwn.     ¡Í1  die  dag  te  eyndigen ,  ende  Quahutimoc  maeckte  fijne  reeckeninge  om  fich 

door  de  vlugt  teialveren,en  tot  dien  eyndefcheeptehy  fich  in  een  Canoa.in 

ïftoe       y  ^^Roeyers  hadde  ghefteldt,  om  des  te.  beeter  wegh 

Soa-- 


IJBcheck. DúordeSpmfcheWeJl'Ifdün.yiNllL  Gap.  77 

So  ürae  den  dag  begon  tenaederen,begaf  fig  Corte^  met  al  fijn  Volk  ende 
vier  ftucken  Gefchuts  nae  dat  gedeeke  van  de  Staden  het  welcke  de  overige 
Inwoonders.als  ingedrevene  Scbaepen,op  en  by  een  waeremeven  als  in  een 
Bier-gaerde,gevende  aen  Sandoual  ende  Alvare^áie  op  deRoeybarquen  wa- 
ren Jalhom  op  alle  de  Canoas  van  de  Stad ,  dewelke  in  de  Huyfen  verborgen 
laegen,te  paiTen)en  voor  ahdat  iy  foude  traghten  den  Koningh ,  fonder  hem. 
te  dooden ,  ofte  te  quetfen ,  te  bemaghtigen ,  en  haer  befte  doen ,  om  hem 
levendig  te  vangen. 

Voor  de  refte  beval  hy  aen  deiijne,dat  fy  de  Schuyten  uy  t  Mexico  Tonden  BèStadt 
dóen  verdrijvenjen  hy  begaf  fig  in  Peifoon^om  den  Koningh  te  verfpiedem  beftormt. 
op  een  Toorn3alwaer  hy  X.ihuacca>  Gouverneur  ende  Capiteyn  van  de  Stad 
vondt ,  welcke  groóte  fwaerigheyd  maeckte  om  fich  gevangen  te  geven. 

Hier  op  faghmen  een  groóte  meenigte  van  oude  Mannen,  Vrouwen  en-  En  inge- 
de  Kinderen  te  voorfehyn  komen  >  welcke  fich  3  met  ibogrooten  baeft ' ,  nomen. 
Scheep  begavemdat  veele  Schuyten  te  gronde  gingen ,  waer  door  ook  veele 
Menfchen  quaemen  te  verdrincken. 

Corte%  verbood  aen  fijn  Volk  die  arme  ende  ellendige  Menfchen  te  dooden* 
dog  het  was  hem  niet  mogelijk,die  van  Tlaxcaüan  hier  in  te  wederhouden, 
welcke  van  defelve  tenminften  vijfthien  duyfent  dooden  ende  op  offerden  :y 
ondertuiTchen  hield  fig  de  refte  van  die  geenedie  Waepenen  konden  dragen 
op  de  Galerijen  ende  Daecken  der  Huyfen:,  van  dewelcke  fy  den  ondergank 
van  haerVaderland  aenfchouden^ter  wijlen  geheel  den  Adel  ende  de  Koning 
door  de  vlugt  >  te  Scheepe  >  fich  tragteden  te  fal veren. 

Hier  op  deede  Cone\  tot  een  teecken  een  Carabijn  loiïen,op  datfoo  als  be- 
vorens befprooken  was  >  fijne  Officieren  fig  daer  op  fouden  gereed  houden, 
ende  in  weynig  tijdts  maekte  hy  fig  meefter  van  die  groóte  Stadt >  voor  foo 
veel  fy  noch  weder-ftandt  boodt. 

De  Roey-Barcquen  pafteerden  oock  dwarfch  door  de  geheele  Vloote  der 
Schuyten  en  de  Canoas,  fonder  dat  haer  eenige  tegenftandt  gedaen  wierde* 
en  het  eexftedat  fy  deeden  >  was  dat  fy  de  Koninglijcke  Vlagge  vanQuahuti* 
woedeeden  ftrijcken. 

AlsGarciaHolquWtdieo?  eene  van  deRoey-barcquenhet  gebied  hadde,  DeKö- 
een  groóte  Canoa  met  twintig  Roeyers  voorfien  >  en  vol  Volk,  befpeurt  ningge- 
haddcende  door  de  Gevangenen  verftaen ,  dat  de  Koning  daer  in  was,joeg  yangen,- 
hy  hem  aenftonts  na,en  onderhaelden  hem  in  korten  tijt.    * 

Doe  nu  Quabutimoc, die  op  hetagterfte  van  fijne  Canoa  ftnjdvaerdig  ftond 
de  Bogen  der  Spaigniaerden  gereed  op  hem  te  fchietemen  harctegens  hem 
getrockene,  Swaerden  iagy^bo  gaf  hy  fig ,  bekennende  den  Koning  te  zijn , 
aen  haer  over.  GafciaHölquin ,  verheught  zijnde ,  foodaenige  gevangen  te 
hebbemverfeeckerde  fich  van  hem,ende  braght  hem  by  Cortejáis  hem  mee 
groóte  beleeftheyt  ontfing. 
Dog  als  Quahutimoc  byCwqquam,  leydde  hy  de  handt  opfijnPoig- 

K-  3  niaerc 


Verfoeckt 
gedoot  re 
worden. 


Wertvan 


hy  belaft 
de  fijne 
het  Ge- 
weer ne- 
der te  kg- 
gen- 


78     IBoEK.     Voyagievan  Thomas  Gage    XVIII.  Cap, 

trooa ,  en    GalmS       f       'oudedoen ftervemen  daerop bragte  hy hem od een 

halen.doordienindefel^eeenvandeKrooS^vrn  í  y  tmagJVer; 
^.eenfookloecken  Veldt-Overfte,  J^lfe ÍLlftT'Xge» 

=!IëHltIsii= 

Daer  was  foo  veel  volcks  in  de  Stadt  dat  ft  evndeliik  Wfr  *,<**  „ök     t 

uytonderhaeHepeftontftond^elckeeen 

me^oenkm0edJgheydtende  dcrefoll"ie  deferlndiaenenis  waerdigdat. 
van  nocen  ende  bailen  van  Boomen  te  moeten  leven ,  en  daer  fout  water 

toe 


Getal  der 
dooden 
aen  beydc 
de  iïjden. 


Peftinde 

Stadr. 


Santva- 
ftigheydt 
der In- 
woonders. 


I.BoECK.  VoordeSpaenfcheWed-Indiën.  XVIII.  Cap.  j$ 

toe  te  drincken ,  foo  wilden  fy  het  doch  evenwel  niet  opgeven. 

Men  moet  ook  aenmerken  dat,hoewel  de  Mexicanen  Menfchen-vleefch  Amrlca' 
aeten ,  het  fel  ve  doch  evenwel  niet  was  dan  van  haere  vyanden ,  want  foo  fy  nm  eftcn 
malkanderen  gegeten  haddemof  wel  haere  Kinderen/oo  hadden  fy  niet  be-  ?" 
hoeven ,  foo  als  fy  deden ,  van  honger  te  fterven .  ¿re  V}ran ' 

De  Vrouwen  van  Mexico  ley  dden  indat  beleg  groóte  eerein  en  verworven 
groóte  reputatie,  niet  alleen  om  dat  iy  hare  Mannen  ende  haere  Vaders  niet  Kloeck- 
verlieten,maerookdoordeiorgediefy  voor  de  fiecken  ende  de  gequetften  moedi*- 
droegen,door  het maeken  van  Slingers, en  door  her  vergaederen  van  Stee-  heydtder 
nen,  welckefyfelveinfoo  groóte  meenighte  van  de Daeken  ende  de  Gae-  Vrouwen, 
leryen  der  Huyfen  wierpen ,  dat  fy  byna  foo  veel  tegenftand  als  de  Mannen 
deden. 

De  Stad  wierde  ten  proye gegeven ,  deSpaigniaerden  maekten  fig  mee-  -Mexico 
fter  van  het  Goudt ,Sil  ver  ende  veder-werck,ende  de  Indiaenen  hare  bond  t-  werc  8e~ 
genoten  namen  de  Catoene  Lij  waeten,  ende  de  andere  Meubilen  die  fy  uyt  PIo»derr» 
den  brandt  konden  falveren,en  alfoo  wierde  defe  groóte  Stadt  met  alle  hare  verbrant » 
magt  en  rijkdommen  de  Spaigniaerden  onderworpen.  f n  \    er 

Nae  datCor/e^bemerckthaddedatdelughtvan  de  Stadt  feergemaetigt  hert)OUCo 
en  feergefont  was  en  haere  ftandt  feer  kom modieus,foo  nam  hy  voor  defel- 
ve  weder  op  te  bouwen  ,  en  den  voornaemften  Setel  van  juftitiedes  gant- 
fchen  Landtsdaerteveftigen. 

Maer  eer  ick  my  begeeve  tot  hetbefchrijven  van  haeren  jegen  woordigen 
bloeyende  toeftandt ;  foo  moet  ik  tot  het  geene  ick  van  den  ftaet  van  Mom- 
te^uma  ende  fijne  Paleyfen  gefegt  hebbe ,  noch  voegen  de  befchrijvinge  van 
de  groóte  Merckt-plaerfe  en  van  den  Tempel ,  foo  als  die  waeren  wanneer 
Corte%  defelve  ruïneerde. 


HET  XIX.  CAPITTEL. 

Befchrijvinge  van  den  ftaet  vau  Montezuma,  vanftjneVa- 
kyfen,  van  den  Tempel  en  van  de  Merckt,  even  foo  ah  die 
waeren  doen  de  Spaigniaerden  de  Stadt  vermeefterden. 

DE  bequaemheydt  van  het  Meer  het  welcke  als  rontomme  die  Stadt  Befchrii^ 
vloeydt,  dede  de  Mexicanen  voorneemen  van  een  gpoote  plaetfe  voor  v¿nge  van 
de  Merckt  af  te  baeckenen ,  op  dewelcke  alle  de  In\voonders  van  de  <je  Mcrckt, 
naeft  aen-leggende  Plaetfen  fouden  konnen  komen  om  hare  waren  fote 
konnen  koopen,  verkoopen  als  verruylen  3  het  wslke  haer  des  te  ligter  viel, 
om  dat  fy  een  groot  getal  van  de  tot  dien  handel  nodige  vaertuigen  hadden. 

Men 


i  I 


i 


8o       I.Boeck.    Voyagie vanThomas Gage      XIX.  Cap. 

Grootgetai  Men  gelooft  dat'er  ten  dien  tijde  meer  dantweemael  hondert-diiyfent 
van  Canoa,  van  dat  ílag  van  Schuy  tjens,die  de  índiaenen  Alcallas  ende  de  Spaigniaerden 
Canoas  noemen,  waren ,  zijnde  die  Vaertuygen  gemaekt  op  defelve  wijfe  als 
de  Troggen  in  dewelcke  de  Backers  het  Broodtkneeden ,  beftaende  die  uyt 
een  ftuck  Houts,het  eene  grooter  het  andere  kleynder,alna  de  fwacrte  van 
de  Boom-ftammen ,  uyt  dewelcke  fy  gemaeckt  worden. 

Het  is  genoegfaem  feecker  dat'er  ten  minften  dat  getal  moefte  wefen, 
want  in  deStadt  van  Mextco  alleen  waren'er  meer  dan  vijftig-duyfent* 
welcke  gemeenlijck  daer  leeftogt  inbragten ,  en  verre  overtroffen  wier- 
den van  die  geene  die  af  en  aen  de  Stadt  voeren ,  ioodaenig  dat  op  de 
Merckt -dagen  alle  de  Gragten  met  dat  ílag  van  Vaertuygen  vervult 
D  waren. 

Mercktcn.  De  Merckt  werdt  in  dÊ  Iridiáenfche  Tale  Tlanquittfi  genaem't  ,  en' 
een  ygehjck  Dorp  of  Vlecke  hadde  de  fijne  in  het  byfonder  om  op  defelve 
tekoopen  ende  te  verkoopen;  doch  die  van  Mexico  ende  van  Tiatelulco. 
welcke  de  twee  voornaemfte  Steden  waren,  waren  van  meer  aen  iien  dan 
alle  de  andere. 

Wat  de  plaetfe  op  dewelcke  de  Merckt  tot  Mexico  van  vier  tot  vier  dagen 

gehouden,  ende  die  met  Poorten  af-gefïoten  wierde,belangt,fy  was  fo  groot 

dat  op  delelve  meer  dan  hondert-duyfent  Menfchen  konden  zijn,welcke 

haer  daer  op  begaven  om  te  handelen  ende  hare  Waren  te  verruylen. 

oevande"  r  Yderhandt-werckende  yderefoorte  van  Koopmanfchap  hadde  fijne  by- 

Merckt  van  fondere  daer  toe  gefchickte  plaetfe,  welcke  het  andere  niet  geoorloft  was  te 

Daer  was  ook  eene  plaetfe  die  alleen  gehouden  wierde  voor  de  Koopman- 

fchappen  die  veel  plaetfe  beilaen,  als  foo  gebackene  als  gehoudene  Steenen, 

Hout,Kalk  en  diergelijkctot  het  timmeren  en  bouwen  bequaeme  ftoffen. 

Waerendie     Daer  waren,  onder  andere  foorte  van  Waren  welcke  men  gemeenlijck 

daar  op       daer  vondt,verfcheyde  flag  van  grove  ende  fijne  Matten,Houts-kool,Brant- 

▼erhandelc  hout,  ende  allerhande  foorten  van  verfcheyden  Aert-werck,  feer  aerdig  ver^ 

wierden,     nift  en  befchildert ,  Harte-vellen  die  met  en  fonder  Hayr  bereydt  waren;  en 

die  noch  van  verfcheydeneCouleuren,zijndebequaem  omSchoenen,Ron« 

daflen  en  Schilden  te  maecken,en  om  in  hare  houte  Borft-harnaiïen  gevoe- 

dert  te  worden,  ofwel  om  defelve  daar  mede  te  overtrecken.Men  vond  daar 

ook  de  Huyden  van  vericheydene  andere  Gedierten,felveook  van  Vogelen 

en  allerhande  Pluym-gedierte,  en  die  van  fo  veel  verfcheydene  Couleuren  , 

datmen  niet  fchoonders  noch  meer  verwon ders-waerdig  fien  konde. 

Doch  onder  de  koflelijkfteKoopmanfchappen  was  het  Sout  endede  ge- 
volde Catoenen,  van  verfcheydene  Couleuren  en  groóte,  dienende  de  eene 
om  de  Bedden  te  bedecken  of  om  daar  op  te  leggemen  de  andere  om  tot  Kle- 
dingen ofte  Mantels  gebruyckt  te  worden  ,  en  om  daar  mede  de  Vertrecken 
van  de  Huyfen  te  behangen  ende  te  vercieren. 

Daar 


LBoECK.  Door  de  SpaenfchelVefl-Indïén.   XIX.Cap.   Sï 

Daer  waren  oock  andere  foorten  van  Catoenen  Ly-waten,van  dewelcke 
figde  indiaenen  noch  op  defen  bedigen  dagh  bedienen,om  ilaep-laekencn , 
hembden,taefelaeckenen  hervetten  ende  diergelijckelywaet-werck  van  te 
inaecken. 

Men  vond  daer  ook  deekens,diefy  van  de  bladeren  vanfecckeren  Boom, 
by  haer  Metl  genaemt,maecken,als  oock  van  die  van  de  Palm-bomen ,  van 
Conijns-hair,welckefeer  geacht  wierden  om  dat  fy  feer  warm  waren,  maer 
de  deekens  die  van  Pluymen  of  Veder- werk  waren  gemaekt,bevontmen  de 
befte  van  alle. 

Men  verkogt  daer  oock  gaeren  dat  van  Conijnen-haer  gemaekt  was,  ook 
groóte  bondelen  van  garen  ander  van  allerhande  couleuren. 

Het  was  een  niet  min  verwonderenswaerdige  dan  aengenaeme  faeckete 
fien,  degroote  meenigte  van  Pluym-gedierte  en  Vogelen  die  men  aldaer 
bragte,  foo  wel  als  hetgenut  dat  fy  daer  van  hadden,  het  geene  waer  toe 
fy  diegebruVkten,en  de  reedenen  waerom  iy  defelve  kochten  :  Want  hoe-  Klcedcren 
wel  het  vleefch  van  die  Vogelen  haer  tot  fpijfe  verftreckte ,  foo  diende  haer  van  veeren, 
doch  evenwel  de  veederen  om  kleederen  te  maeken  ,  mengende  en  voe- 
gende fy  die  onder  malkanderen  op  een  aengenaeme  en  wonderlijcke  wij- 
Dog  het  geene  op  de  fchoonfte  en  rijckelijckfte  wijfe  hetooge  op  die  Wondere 
mercktvermaeckte,  was  de  plaetfe  op  dewelcke  men  hetgoutenPluym-  konften 
werck  verkocht;  want  men  vondt  aldaer  wat  men  bedencken  kondenae  dctlodl' 
het  leven  door  Veederen  af-gebeeldt,  en]  dat  alles  met  fijne  natuerlircke  aenenom 


verwen. 
De  indiaenen  waren  foo  volmaekt  in  die  Konfte,en  beeldd 


alles  van 
veederen 


r>      ,,    c  l    V  100  vojmaekt  in  dieKonitcen  beeldden  foo  wel  een  remakc: 

Cape  le,Schoelapper,ofte eenige  andere  Gediertcals  meede  BoomemRoo- 

ien,BlocmenAruyden,Wortelen,nevens  watandere  dingen  dathecwefen 
mogten  ,  af,  datfulcks  een  JVlenfche  te  gelijckdeede  verwonderen  en  daer 
over  verbaeftftaen. 

Het  geene  haer  fo  uy  tnemende  Meefters  in  defe  foorte  van  werkemmaek-  Haere 
te,  was  de  groóte  geduerfaemheydt  die  fy  daer  toe  by-brachten  ,  want  dick-  groóte  ge~ 
maelen  verfleet  een  Ambaghts-man  een  geheele  dagh  fonder  eeten ,  alleen  duerfaem- 
omeene  Veeder  ter  bequaemer  plaetfe  te  brengen,  defelve  verfcheydemae-  heydc  ende 
leg  keerende  ende  herkeerende,n u  in  de  Sonne-fchijn  en  dan  in  de  Schaduw  uyrncc" 
om  de  plaetfe  daer  fy  het  befte  pareerde  uyt  te  vinden.  Oockvindtmen  ffdcm 
in  de  Weereldt  weynigh  Natiën,  die  foo  veel  ghedult  rfebben    als  de  dult' 
QQie.      \  . 

Sy  waren  oock  feer  uytfteekende  in  het  Gout  ende  Silver-fmeedemen  fy 
maeckten  verwon derens-waerdige  dingen  diefy  in  vormen  gooten ,  en  met 
fteenegraveer-meflenbefneden*   3  ''' 

Sy  maeckten  fchootelen met  acht  verdeelingen,  zijnde  yder  verdee-  Konftiw 
linghe  van  een  verfcheyden  Metael,  de  eene  van  Gout,  en  de  andere  Gout-!ae- 

L  van 


Í' 


H 


den  onder 
deíelve. 


Aerdíge 

gegocene 

wercken. 


Vervolgh 
van  de 
Koopman- 
íehappen 
die  op  de 
Merckt 
gebraght 
wierden. 


Medicijn- 
Jconfte. 

Apotheec- 
&ers. 


Wonder  - 
lijckc 
Koopman- 
Tchap. 


gi       I.BoECK.   Voy  agie  vanThomas  Gage     XIX.  Cap. 

van  Silver,  fonder  datmen  eenigefaemenvoeginge  door  foudeerfel  konde 
befpeuren. 

Sy  gooten.de  Keetels  te  gelijck  met  haerehand-vatfelen  3  even  alsmen  de 
Kloeken  in  Europa  doet- 

Ook  hadden  fv  vormen  in  dewelcke  fy  VilTchen  gootcn,welkers  fchubbcn 
beurte  om  beurte  de  eene  van  Gout  ende  de  andere  van  Silver  waeren  oock 
maeckten  fy  op  defelve  wijfe  Papegayen  die  het  Hooft  de  Tongheende  de 
Vleugelen  beweeghden  ,en  Aepen  die  verfcheydene  manieren  van  doen 
vertoonden ,  gelijck  fpinnen, Appelen  eeten.en  diergelijcke  nae-gebootfte 
aótien. 
Sy  konden  ook  feer  net  emailleren  ende  allerhande  koftelijke  Geireenten 
in  Gouten  Silver  fetten. 

Dog  om  weder  te  komen  tot  hetgeene  wy  van  de  Merckt  gefeght  heb- 
ben ,  men  verkoghtdaer  Gout,  Silver,  Kooper,  LootXatoen  en  Tin^maer 
feer weynigh  van  dedrie  laeft-genoemdeMetaelen. 

Men  verkoght daer  oock  PeerlemdierbaereGefteentemverfcheyde  flagh 
van  Schulpen, Becnen,Spongien>en  veeier hande andere  foorte  vankrame- 
rijen  en  Waren.  . 

Daer  was  ook  groot  verfchiet  en  uytnemenden  overvloetvanKruyden, 
Wortelen,Greynen,  foo  totvoedfelals  tot  de  genees  en  heel-konilen  noo- 
digh :  want  fy  alle  hadden  een  feer  groóte  kenniíTe  van  de  Kruydemfelfs  tot 
de  Vrouwen  ende  Kinderen  toe^hebbende  de  noot  haer  gedrongen  om  die 
geenC  op  te  foecken  welcke  fy  meenden  haerte  konnen  hulpe  toe  brengen, 
en  welcke  men  door  de  er  vaerentheyd  hadde  bevonden  tot  het  genefen  van 
hareqaelen  bequaem  te  zijn. 

Sy  verdeeden  niet  veel  geltsaen  Doctoren,  hoewel'er  eenige  waren  die 
haer  metdiekonftebemoeyden;  oock  hadden  fy  veele  Apotheeckers  ofte 
Dranck  ende  Kruyden-bereyders.welcke  voor  de  fiecken  Salven*  Syropen, 
gediftileerde  wateren  ende  ander  droogen  te  Merckt  braghten. 

Sy  genaefen  by-nae  allerhande  flagh  van  fieckten  met  Kruydemhebbende 
een  volmaekte  ken nifïe  van  die  geene  die  tot  elcke  quaele  bequaem  waren , 
tot  foo  verre  dat  fy  de  Luyfen  witten  te  verdrijven  met  het  Sap  van  een 
Kruyd  dat  daer  byfonderlijck  dienitigh  toe  was. 

Men  verkogt  daer  ook  een  oneyndig  getal  van  allerhande  foorten  van  fpij- 
femfelver  Slangen,  welke  men  het  Hooft  en  de  fteerte  af-gefneeden  hadde , 
kleyne  gelubde  ofte  gefneden  honden,  RattemMuyien,lange  Wormen 3ús 
oock feeckerebyfonderefoorte van  Aerde.     ■_ 

Want  fy  fchepten  op  feeckere  tijd  des  jaers*  met  digt  gebreydeNetjens, 
een  ilof-agtig  ilijm,dat  fich  felven  op  het  water  van  het  Mexicaenfche  Meer 
vertoont,ende  feer  nae  het  Zee-fchuym  gelijckt,het  welke  fy  dan  in  groóte 
Koppen  verfameldemen  daer  nae  Koecken,  op  de  wijfe  van  de  gebackene 

fteenen,daer  afmaekten.  ^    . 

Dele 


Ï.BoEck.  Door  de  Spamfehe  Weft-Indïén.  XIX.  Cap.  83 

Defe  Koopmanfchap  en  wierde  niet  alleen  op  die  Merkt  geveyld.maer  iy  Vremde. 
wierde  ook  feer  verrcin  de  af-gelegene  Plaetfenyverfondemen  fy  aeten  die.  fpijfe. 
met  fo  goeden  fmaeck,als  wy  de  befte  Kaes  vanEuropa  fouden  mogen  doen, 
fy  geloofden  ook  dat  door  ditfchuymfoo  veele  Vogelen  op  het  Meer  ge- 
lockt  wierden,  en  voor  alinde  Winter,  als  wanneermen  een  oneyndig 
getal  van  defclve  daer  op  fagh. 

Ook  verkofcmen  nog  op  defelve  Merkt  allerley  Wildt-bracdt  het  zy  ge- 
heel ofte  by  gedeeltemalsGeyten  ,  Hafen ,  Conijnen ,  wilde  Honden  ende 
andere  diergelijcke  Gedierten  die  fy  ter  Jaght  vingen . 

Hetwasoockwatfeldfaems  te  Tien,  het  groóte  getal  van  de  Fruyten  die 
fy  aldaer  foo  raeu  w  als  rijp  en  gaar  verkoften . 

Onderanderevontmendaeroockde  Cacaodie  fo  groot  als  een  Amandel  Cacao. 
is ,  en  van  dewelcke  men  den  dranck  genaemt  Chocolate  maeckt ,  welcke  je- 
genwoordigh  genoegh  in  Europa  bekent  is  ,   en  welcke  haer  niet  alleen  tot 
voedfel  diende ,  maer  ook  voor  een  fpecie  van  geldt  door  het  geheele  Landt 
verftreckte. 

Voor  als  nu  werden  honderten  twintigh  ofte  honderten  veertigh  van  deycr. 
grootfte  van  die  Amandelen  ofte  twee-hondert  van  de  kleynfte  voor  een  ffreekt 
Reael  van  vijfftuyversuytgegeven,  kopende  de  indianen  met  defelve  alles  voorfpijic 
wat  fy  van  noden  hebben,want  voor  vier  a  vijf  Cacaos  konnen  iy  vrugten  en  en  gelde, 
diergelijcke  waeren  bekomen, 

Daer  waren  oock  te  koop  allerhande  foorten  van  Verwen  ende  fchoone 
Couleuren  díe  fy  van  Roofen,Bloemen,Vrughten,baften  van  Bomemhout 
ende  andere  diergelijcke  dingen  maeckten. 

Alle  deicKoopmanfchappen  en  noch  veele  andere  waren  op  defe  groóte  ^eK°- 
Merckt  te  koop ,  fo  wel  als  op  alle  de  andere  kleynder  Mercktemwelke  nog  "/"¿¿^eld 
in  verfcheydene  gedeelten  van  de  Stadt  waremop  dewelcke  alle  de  Wincke-  yan  ^  »e 
liers  een  ieeckerreghtaen  den  Koning  voor  hare  Kraemen  endeWinkelen  Merckten. 
betaelden,die  haer  daeromme  oock  moefte  befchutten  ende  bewaren  voor 
Dieven  endeRovers,hebbende  hy  tot  dien  eynde  feeckerc  bediende  ende  Merckt- 
Officieremdie  gedurighlijck  over  de  Merkten  heen  ende  weder  gingenaom  Meefters. 
diegeene,dieyets  moghten  geftolen  hebben ,  teontdecken. 

Daer  was  op  het  midden  van  die  Merckt  feeker  Huys,uvt  het  wel  kernen  Mercke- 
degantfche  Plaetiekondeoverfien,  waerinfichgemeenlijck  twaelfoude  Reghters. 
Mannen  onthielden ,  om  over  alle  foorten  van  ProceíTen ,  verfchillen  ende 
qussftien  te  oordeelen.  H     ,  . 

Haren  handel  wierde  gedreven  met  hetreuylen  ofte  verwiíTelen  van  de  ¿™ff 
eene  fáecke  regens  de  andercde  eene  gaf  een  Hen  ne  voor  een  bondel  Maiz;  ^      Jt7" 
andere  gaven  dek-kleden  voor  Sout,  of  oock  wel  Cacaos  die  haer  tot  Munte  ¿Tj?vc%m  " 
veritreckten.  - 

Sy  hadden  Maetenom  haere  Tarwe  ende  Graenente  meetendie  van 
bout  waeren,  andere  weder  van  aerde  voor  de  Olie,  Honighende  Wijnen ,  Maetcn, 

L  2  die 


M 


Straften 
voor  die 
valfche 
maten 
hadden. 


Tempe- 
len. 


Op  wat 
wijfe  ge-- 
maeckr 


Befchrij- 
vinge  des 
Tempels. 


Altareis 


84    I.  Boeck.     Voy agie  vanThomas  Gage    XIX.  Cap.' 

diefy  uytdePalm-bomen  tapten,  ofte  van  andere  Boomen  ende  Wortelen 
rnaeckren. 

By  aldien  yemant  met  een  valfche  mate  verkoft ,  die  wierde  acnftonts  ge- 
ftraft ,  en  men  verbrack  fijne  maten ,  onderhoudende  alfoo  de  natueriijcke 
billijckheyd  ende  regtmaetigheyd  in  haren  Koop  handel,  hoewelfynoch 
Heydenen  waren ,  ende  geene  kenniGTe  van  den  waren  Godt  hadden ,  maer 
in  tegendeel  de  Af-goden  ende  de  Duy  velen  aenbademaen  dewelke  fyTem- 
pelenende  Altaren  toe-gewijt  hadden ,  waeritien  opzy,  even  foo  als  de 
Prophete  David  in  den  107.  Pfalm  fegt >  aen  de  Duyvelen  hare  Soonen  en- 
de Dochteren  op-offerden. 

Een  Tempel  wertin  de  Mexicaenfche  Tael  Tcucatti  genaemt,  het  welke 
een  woord  is ,  gemaeckt  uy  t  twee  andere ,  het  eerfte  Teutl  dat  Godt  beteec- 
kent,ende  het  andere  Cah  dat  een  Huys  gefegtis,foo.datdat  woord  eygent- 
lijck  een  Huys  Godts beduyt. 

Daer  waren  verfcheydene  Tempelen  in  de  Stadt  van  Mexicotverciert  met 
Toornen  ende  Klock-huyfen ,  foo  wel  als  met  Capellen  ende  Altaren ,  op 
dewelcke  hare  Af-goden  geplaetft  wierden. 

Alle  hare  Tempelen  waren  opeene  endedelelvc  wijfe  gebouwt,  welc- 
ker  gelijcke  men  nergens  anders  fag  ,  en  daeromme  foo  gelooveickjdatom 
kenniiTe  van  die  alle  te  hebben ,  het  genoeg  fal  wefen  de  grootftetebe- 
fchrijven. 

Defe  Tempel  was  in  het  vierkant  gebouwt , zijnde  yder  zijde  omtrent  fo 
lang  als  een  Boog-fchoot  reycken  kan,  oock  was  in  ygelijcke  fy_de  eene 
Poortcvan  dewelke  drie  op  de  door  deKonft  enMenfchen  handen  gemaek- 
te  hoogten  uytquamen,dog  de  vierde  hadde  zynuytgank  regt  tegensover 
een  groóte  ende  fchoone  Strategen  aldaer  en  wasfoodanigeen  hoogte  niet. 

In  het  midden  van  defe  beilotene  vierkante plaetfe, was  een  doordekonft 
gemaekten  Berg, van  binnen  van  aerde,dog  van  buyten  meteen  fteeneMuer 
'omringt,  zijnde  de  gedaen  te  van  defelve  mede  vierkantig  j  y  der  zijde  was 
vijftig  ellen  hoog  ende  fy  liep  Naeldts  ofte  Pyramidifche  wijfe  op,  uytge- 
fondert  dat  het  bovenfte  niet  fpits,maer  vlack  was ,  beftaende  het  felve  uyu 
een  vierkante  plaetfe,  yder  zijde  van  tien'elien, 

Aen  de  Weft-zijde  was  van  onderen  tot  bovenen  een  opganck,beftaende 
uy  t  hondert  en  veerthien  fteene  Trappen,  waer  op  men  geduriglijk  de  Prie- 
íleren,met  groóte  plegtelijckheden ,  fag  klimmen  ende  nederdalen  >  met 
haerleydendede  Menfchen  diefy  gingen  op-ofTeren. 

Op  hethoogfte  van  dien  Tempel,of  van  defePyramide  ilonden  twee  Al- 
taren,wat  van  malkanderen  af-gefcheyden,  dog  foo  digt  aen  het  hangen  van 
de  mueren,datmen  groóte  moey  te  haddcom  daer  ront-omme  te  gaen. 

De  eene  van  defe  Altaren  ftont  aen  de  regte,de  andere  aen  de  linker  zijde, 
zijnde  fy  beyde  vijf  voeten  hoog,en  de  rugge  van  defelve,  was  met  een  itee- 
nen  muer,  op  dewelke  yeel  afgrijíTelijcke  ende  lelijke  Beelden  endeiigueren 
gefchil der t waren,  bekleedt,  De 


I.Boeck.   Door  de  SpaenfcheWeil-Indïén.  XIX.  Cap.   85 

:  De  Capellen  die  beneden  dele  Pyramide,binnen  ende  buy  ten  her  geieyde  CapeJIe. 
vierkant  ront-omme  ftonden,  waren  van  hoin  ende  metfelTwerk  gemaeckt, 
endefeer  aerdig  en  nae  de  konfte  gebouwt,fy  hadden  alle  drie  verdiepingen 
boven  malkanderen ,  die  met  Pylaren  onderfchraegt  waren,  foodanig ,  dat 
zy,  door  hare  hoogte,  wel  Toornen  icheenen  te  weien,  en  een  groot  cieraet 
aen  de  Stadt  toe-bragten. 

Van  het  Opperfte  van  die  Capellen  konde-men  alle  de  StedemDorpen  en- 
de Vlecken,die  ront-omme  het  meer  gebouwt  waren,  befchouwen,  io  dat- 
men  van  daer  een  yan  de fchoonfte uy  t-fichten  des  Weereírs  hadde. 

Mvnte^Mnaverfogt  Corte%  ende  de  anderen  Spaigniaerden  daer  op  te  wil- 
len klimmen ,  en  dat  alleen  door  fnorckerije  ende  grootsheyd  ,  op  dat  fy 
alioo  de  grootte  van  fijne  Stadt  fouden  konnen  befchouwen  ,  oock  wees  hy 
haer  aemmet  wat  ordre  datmen  in  den  Tempel ,  van  boven  tot  beneden,  te 
werckeging. 

Daer  was  oock  een  feeckere  plaetfe,  in  dewelcke  de  Priefters  hare  Gods-  Gehe  t 
dienftigheyd  verrigteden ,  fonder  dat  zy  ,daer  in,  door  yemand  konden  be-  Piaetíder 
lettet  worden.  In  defelve  deden  fy  haregebedemhebbende  altoos  haer aen-  priefte. 
gefigten  naer  den  opganck  der  Sonne ,  ofte  het  Ooften ,  gerigt,  en  dat  adn  ren. 
de  voet  van  een  Altaer,  op  het  welcke  een  groóte  Af-godt  was,  gelijck  oock 
diergelijcke  op  dearidere  Airaren  waren. 

Boven  de  voornaemite  Capellen  die  op  defePyramide  itont,waren'er  nog 
veertig  andere,foo  groóte  als  kley  ncwelcke  behoorden  tot  de  andere  kley- 
ne  Tempelen,  die  in  dit  vierkante  begrip beilooren  waren ,  welcke,  hoewel 
fyopeeneende  defelve  wijfe  gebouwt  waren ,  doch  evenwel  niet  na  het 
Weften  en  Honden,  maer  na  de  andere  gedeelten  des  Aert-Bodems,  om  al- 
foo  een  onderfcheydtuilchen  defelve,  endenen  grooten  Tempel ,  ofte  de 
groóte  Capelle,  temaecken. 

Die  Tempelen  ofre  Capellen  waren  niet  alle  op  eene  ende  defelve  wijfe  ge- 
bouwt, want  de  eene  waren  grooter  dan  de  andercen  een  yder  was  aen  eene 
byfonderen  Godt  toe-gewyedt. 

Onder  andere  was'ereenqin  het  ronde  getimmert, welcke  aen  den  Godt  CnJtJe* 
des  Lugts  Quetavatl  was  geconfacreert,  en  die  was  aldus  gemaeckt,  om  £„  *, 
met  de  beweginge  des  Lugts,  welcke  in  het  ronde  gefchiet,  overeen      °   * 
te  komen. 

Aendeninganckvan  die  Tem  pel  ofte  Capelle,  hadde-meneenePoorte  Vervacr- 
gefteld,gemaeckt  zijnde  even  als  de  opgefperde  muyl  van  een  Serpent,  ver-  liicke 
toonendealle  deTandemdicfoo  wel  als  het  Tand-  vleefch.metnatuerlijcke  Poorre. 
verwen  befchildert  waren,  foodanig  dat  het  een  feer  gruwelijcke  faecke  om 
te  hen  was,en  voor  al  voor  de  Chrifténemaen  de  weleke ,  defe  deurcals  een 
mganck  van  de  Helle  voor-quam. 

Daer  waren  in  de  Stadt  noch  andere  teucallit  ,   welcke  mede  hare 

trappen  nadden,door  dewelke  men  aen  drie  zijde  tot  clefelve  opklommen  een 

/  L3  yge: 


Huyfen 
der  Prie- 
lleren. 

Magazij- 


Menfchen 
bloede  een 
voet  dick 
opdeaer- 
debeitalc. 


Wijfe  van 
Menfchen 
te  offeren. 


86     I.Boeck.     Vbyagie  vanThomas  Gage     XIX.  Cap. 

ygelifck  van  die  Tempelen  haddeeen  byfonder  Huysaenhaer  behoorende,  - 
foo  wel  als  een  byfonderen  Godr,  nevens  Priefters,  ende  alle  nodige  dingen 
tot  den  dienft  van  defelvefpederende. 

Doch  dighte  by  den  grooten  Tempel,  waeren  veele Huyfen  ,  'm  dewelke 
een  groot  getal  van  Priefters  woonden,  welke  alle,hare  renten  ende  inkom- 
ften  ,  tot  haer  onderhoudt  noodigh ,  ontfingen. 

Daer  en  boven  was  by  yder  Poorte  van  den  grooten  Tempel  een  feer  groot 
vertreck ,  met  verfcheyde  andere  Kaeraeren  daer  rontomme  ende  daer  bo- 
ven,welketoteen  Magafijn  ofte  Knjghs-tuygh-huysaen  deStadtverftrek- 
ten,zijnde  fy  van  dat  gevoelen,  dat  de  kraght  ende  de  befcherminge  van  een 
Landt  ende  Stadr,  van  het  Huys  Godts  af-hanght;  ende  daeromme  hadden 
fy  haere  Ammunitie-huyfen  aen  defelvegeheght. 

Sy  hadden  mede  verfcheydene  feer  duyftere  Huyfen,  vervult  met  veele 
Afgoden  íoo  groóte  als  kleyncalle  van  verfcheydene  metaelen  gegoten.die 
alle  ook  met  bloedt  beftreeken  waren  ,  het  welke  dan  een  morffig  ende  vuyl 
aenfien  gaf,  om datmen  die  daegelijcks,  wanneer  ymandtge-offert  wierde  ,- 
met  het  bloedt  befmeerde.  Selve  waeren'er  Tempelen  in  dewelcke  men  het 
bloedt  meer  dan  eeri  vinger  dikte  op  de  mueren,en  meer  dan  een  voet  op  de 
aerde  beftalt  endebeftremt  vondt ,  het  welcke  dieplaetfen  verfoeyelijck  en 
vol  van  een  duyvelfche  ftanck  maeckte. 

De  Priefters ,  die  defe  bede-plaetfen  in  aght  naemen ,  lieten  niet  toe  dat 
ymandt  daer  in  quam » ten  fy  hy  een  Perfoon  van  aeniïen  was ,  en  dar  noch 
onder  bedingh  dat  hy  een  Menfche ,  om  op-ge-offert  te  worden  moeite  ge- 
ven,welken  defe  Duy  vels-dienaers  den  hals  af-fneden,en  naedat  fy  hare  han- 
den in  fijn  bloedt  gewaifchen  hadden, foo  befprengden  fy  met  hetoverfchot 
het  Huys  ende  de  Beelden  van  haere  Af-goden. 

Tot  gerief  van  haere  Keucken  hadden  Cy  een  grooten  water-back,  welcke 
jaerlijcks  eenmael  gevuldt  wierde ,  dooreene  Buyfe,  die  het  felve,  uyt 
de  groóte  Stadts  Fonteyne  ,  daer  in  leydde. 

Op  feekere  andere  plaetfen  van  dit  beüotene  park,  hadden  fy  hare  hoeken 
en  af  gefchotene  Kaemerkens ,  in  dewelke  men  pluym-gedierte  voor  haer 
aenqueektcin  andere  weder  hadden  (y  Tuynen  en  Hoven,  die  met  fchoone 
vru?,ht-draegende  Bomen  beplant  waren  ,  oock  onderhieldt  men  in  defelve 
een  groóte  meenighte  van  kruyden  ende  bloemen,  tot  vercieringe  van  de 
Akaeren.  - 


HET 


I.BOECK. 


DoordeSpaenfcheWêft-Indïèn.  XX.  Cap. 
HET  XX.  CAPITTEL. 


Des  Tem- 
pels inko- 


Naerder  befchryvmge  van  den  Tempel  en  van  de  verwonde- 
rens-waerdigefchatten  die  men  daer  mfagh. 

DEfen  Tempel  hadde  fo  groot  een  inkomen,dar  meer  dan  vijf-duyfent 
.lenfchen  daegelijcks  in  den  felven  dienden ,  die  daer  in  niet  alleen 
aeten ende  droncken -,  maer oock felve  woonden. 

Veele  Vlecken  ende  Dorpen  waeren  verplight  tot  onderhoudt  foo  van  rr 
den  Tempel  als  van  die  geene  die  daer  in  diende,  broodt,  vleefch  ,  vis 
ende  alle  andere  dingen,  die  iynoodig  hadden,  te  leveren,  doch  voor  al 
wierden  fy  van  brandt-hout  beforgt ,  om  dat  fy  van  het  felve  veel  meer  ver- 
befigdemdan  men  in  des  KoningsHofdede. 

Alle  deíe  Priefters  leefden  feer  leckerlijck  en  op  haer  gemack ,  en  waren 
nergens  mede  befigdan  met  den  dienft  van  haere  valfche  Goden,  welcke  in 
ieer  grooten  getal  waren ,  ende  niet  alleen  ygelijck  op  een  byfondere  wijfe 
gediendt  wierden,maer  oock  eene  particuliere  Ordre  van  de  Priefters  ende 
dienaers  hadden. 

Binnen  de  Stadt  van  Mexico  waren  meer  dan  twee-duyfent  Goden ;  de  iOoo.Go^ 
twee  voornaemfte  wierden  Vit^iloputchth  ende  Te^catlipúca  genaemt ,  wel-  den  in 
kers  fteene  beelden  boven  in  de  Tempel  op  de  Altaeren  geplaetft  waren.        Mexico. 

Sy  waren  foo  groot  als  Reufen,  geheel  met  Peerien  bedeckt  ,als  ook'met  Koftelijo 
dierbaere  gefteenten  en  maffive  goudene  vogelen,  beeíten,  viffchenende  keAf-^o- 
bloemen,  welcke  met  Emerauden,Turcoifen,Sapphyren  ende  andere  fijne  den.    Ö 
Juweelen  verciert  waren ,-  alle  defe  koftelijckbeydt  wierde  met  een  fijn  Lij- 
waet ,  by  haer  Necar  genaemt ,  bedeckt ,  foodaenigh  dat ,  wanneer  dat  op- 
gelight_wierde ,  defe  beelden  een  wonderlijcke  glants  van  haer  gaven ,  ende 
alle  de  geene  die  haer  aenfchouden  ,  dede  verbaeft  ftaen. 

Beyde  defe  Af-goden  waren  met  een  groóte  goude  gordel,  op  de  wijfe  Befchrij- 
vaneenSlangegemaeckt,  om-gordt,  en  hadden  om  haeren  hals  een  fnoer  vingcdaer 
waer  aen  tien  Harten ,  mede  van  maffif  goudt  gemaeckt  hingen ,  voor  het  van* 
aengefighte  hadde  een  yder  van  haer  een  maske  ofte  mom-aengefight,  waer 
in  glaefe  oogen  gefet  waeren ,  en  op  haere  borfhonder  aen  de  keeU  was  het 
beeldt  des  doodts  gefchildert. 

Van  defe  twee  Af-goden  geloofden  fy  dat  die  gebroeders  warea,  dat  Te^- 
catltpuca  de.Godt  van  de  voorfienigheydt  was ,  en  Vit^ilopucbtli  die  van  den 
Oorlogh  ,  welcken  fy ,  daeromme,  boven  alle  de  andere ,  eerden,vreefden 
ende  dienden. 

Daer  was  noch  een  ander  Godt,  welckers  beeldt  boven  opdentopvan 
de  Capelle  der  Af-goden  geiec  was  >  fy  hadden  defelve  oock  in  feer 

groóte 


— 


— 


i  M 


Gewijde 

Water. 


Wonder - 
lijckScha 


Toorens 
'van 

Doods- 
hoofden. 


88      I.Boeck.   Voy  agie  vanThomas  Gage      XX.  Cap. 

groóte  achtinge,  en  bewefen^daer  feer  groóte  eerbiedigheydt  aen. 

Deferí  Godt  was  gemaekt  van  allerhande  foorten  van  Granen ,  welke  in 
dele  Landen  groeven,  diefy,  tot  Meel  gemaeckt  zijnde /met  Bloedt  van 
Kinderen  ende  maegdelijke  Dochters  kneedden  ,welcke  men  ten  dien  eyn- 
de,de  Borft  met  Scheermeiïcn  opende  3  treckende  daer  op  voorts  het  Hart 
uy  t  defelve.het  welkefy  aen  haere  Af-godemals  eerftelingen  op-ofFerden. 

Defen  Af-godt  wijdden  en  confacreerden  fy  byfonderlijck,  met  groóte 
toeftehheerlijckheydt  ende  veel  plegtelijckheden  ende  Ceremoniën,  en  dat 
integenwoordigheydtvanalledelnwoonders,  die  in  feer  grootcn  getale 
daer  nae  toe  vloey den,emals  de  inwij dinge  ofte  de  confecratie  gedaen  was  3 
plakten  de  Godi-vrugtige  koftelijcke  Gefteenten  *  klompen  Goudts  en  an- 
dere diergelijcke  Kleynodien  aen  den  felven. 

Nae  dat  defe  Ceremonievolbraght  was,  en  mogte geen Menfche defen 
Af-godt  meer  aenraecken  ',  nog  felf  in  fijne  Capelle  kotten ,  dan  alleen  die 
geene  >  die  Tlunacdt^li ,  dat  is  Prieffceren  van  fijne  Ordte  ,  waeren. 
Sy  verbraeken  dit  Beeldt ,  en  maeckten  van  tijd  tot  tijdt  weder  een  ander* 
van  defelve  foorte  van  deeg ,  ende  op  defelve  wijfe  gekneedt,  oock  deelden 
fy  het  oude  aen  kleynebrockjens  onder  het  Voldoende  agtefich  een  yder , 
die  daer  maer  een  weynigh  afhebben  mogte  ,  feer  geluckigh  ,  en  voor  al  de 
Krijghs-lieden  ,hopende  dat  het  haer  in  den  Oorlogh  feer  foude  helpen  ende 
te  kloeckmoediger  ende  voorfpoediger  maecken. 

Als  men  dit  Beeld  in-wijdde,  was'er  ook  een  feer  groot  Vat,dat  met  Wae- 
ter  vervult  zijnde,  mede  geheylight  ende  geconfacreert  wierde,  door  ver- 
fcheydene  woorden  ende  plegtelijkheden  i 'men  bewaerdedit  Waeter  met 
feerVoote  fotge  aen  den  voet  van  den  Altaer^om  daer  mede  den  Konink, 
als  hy  ^ekroont  wierde,  te  wafichen  ,en  om  de  Overfteder  Krijghs-heyren, 
in  den°aen  vanck  des  Oorlogs ,  daer  mede  te  iegenen 3  gevende  aen  defelve 
een  weynigh  daer  van  te  drincken . 

Omtrent foo  verre  buyten  defe  Tempel  als  men  meteen  Steen  kan  wer- 
•  pen ,  ende  re^t  tegens  over  de  voor naemfte  Poorte ,  was  als  een  foorte  van 
een  Tonneel  ofte  Schavot.zijnde  het  felve  langer  dan  breedt,alle  yanSteen 
aemaekt ,  foo  wel  als  de  Trappen  door  de  welcke  men  op  het  felve  klom ,  en 
men  hadde  tu ffchen  yder  Steen  van  het  Metfel-werck  een  Doots-hooft,met 
de  Tanden  nae  buyten  gekeert,geplaetft. 

Daer  waeren  twee  Toornen  foo  wel  aen  het  eene  als  aen  het  andere  eynde 
van  dit  Theater  >  welke  niet  dan  uyt  Kalk  ende  Doodts-hoofden  beftonden, 
alle ,  als  de  andere,mer  de  Tanden  nae  buyten  gekeert  >  het  welcke  een  af- 
grijffelijcke  fake  voor  hergefichte  was.  '  ■        Jjr1        .Tí/-C 

Boven  op  dit  Tonneel  fagtnen  feventig  Staeken,ftaende  defelve  vijf  a  fes 
voeten  van  malkanderen,en  hebbende  defelve  verfcheydene  tacken,die  van 
onderen  na  bovenen  toe  "gaende  ,door  klampen  en  febooren  onderfchraegt 
wierden,  en  aen  yder  van  defe  tacken  waren  vijf  Doodts-hoordendoor 
de  flag  ofte  üaep  des  hoofts  geregen.  w  an" 


IBoECK.  Door  de  SpaenfcheWeJt-Indïën,  XX.  Cap.   89 

Wanneer  de  Spaigniaerden  voor  de  eerftemael,  als  Vrienden,  inde  "" 
Stade  Mexico  quamen  ,  ende  voor  de  doodt  van  Monte^uma  ,  befaren 
fy  alle  defeplaetfen;  en  als  doen  bevonden  twee  van  defelve,  die  haren 
tijde,  met  het  tellen  van  die  doors-hoofden  ,  verlieten  ,  zijnde  defe 
twee  Andrea  de  Tape  a  ende  Gonfalve^  de  Ombría  genaemt ,  dat  het  getal  van 
de  fel  ve  tot  hondert  ende  dertig  duyfent  toe  beliep. 

Alle  de  andere  Toornen  waren  daer  oock  meede  vervult  ,  foodanio- 
dat  het  geta!  van  defelve  by-na  oneyndig  was  ,  oock  waren'er  Lieden 
befteldt,  welcke  niet  deden  dan  defelve  op  te  rapen  ende  weder  op  ha- 
re plaetfe  te  ftellen,  wanneer  het  quam  te  gebeuren  dat'er  een  af-viel , 
of  wel  een  ander  in  hare  plaetfe  te  fetten  ;  op  dat  het  getal  altoos  vol- 
koomen  foude  blijven. 

Doch  het  gcene  het  aenmerckelijckfte  was ,  ende  een  Menfch  het  meefte  ~      , 
deede  verwonderen,  was,  datalle  die  doodts-hoofden  waren  gekomen  van        r 
harevyanden,  diezy,  inden  Oorlog  gevangen  hebbende,  in  die  Tem- 7yerJcr~ 
pel  op-geoffert  hadden, welkemet  alle  defe  Toornen  ende  andere  verfoeye- 
lijkheden  door  het  vuer  vernielt  wierde,  wanneer  de  Spaigniaerden  de  Stade 
innamen. 

Ter  fel  ver  rijdt  wierden  mede  alle  die  fchoone  Huyfen  van  Montesuma 
die  ick  hier  bevorens  befchreven  hebbe,  nevens  alle  fijne  Tuynen  ,  de  an- 
dere Tempelen  van  de  Stadt,  de  groóte  Merckt-plaetfe ,  en  alle  andere 
pragtige gebouwen,  het onderfte  boven gefmeten  ende verbrant,  fooda- 
nig  dat'er  niet  overig  bleef  van  alle  het  geene  dat  foude  hebben  konnen  die- 
nen ,  om  de  gedagteniffe  van  den  Heerlijcken  ende  Florifanten  ftaet  van  de 
Stadt  van  Mexico  te  konnen  bewaren. 

Doch  als  Cortea  het  aenfien  ende  de  magt-  welcke  defe  Stadt ,  over  M    . 
ende  onder  de  nabyleggende  Natiën,  gehadt  hadde,  overdagt,  ende         f 
daer  toe  befpeurde  de  fchoone  fituatie  van  defelve ,  foo  deede  hy  defelve  op  u"Z 
nieuw  op-bouwen,  verdeelende  die  onder  de  Inneemers,  nae  dat  hy  de   °UWt° 
plaetfen  voor  de  Kercken',  Merckten,  hetStadt-huys,  en  andere  tot  het 
gemeene befte  noodige  gebouwen,  hadde  af-gebaeckent, 


M 


HET 


J. 


— 


Hi 


Voor  reg- 
len voor 

eop- 
Ibouwers. 


Groóte 
toe-vloedt 
van  In- 

woondets» 


Sterfte 
daeron- 


90       L  Boeck.  Voy 'agie vanThomas  Gage     XX.  Cap. 

HET  XX.  CAPITTEL. 

Van  de  verdeelinge  die  Cortez  deede  onder  de  in-nemers  over 
de  voomaemBe  Quartieren-  ende  Paleren  van  Mexico , 
en  wat  flaetfen  hy  voor  het  Stadt-huys  ende  de  Kercken 
aen  wees  y  als  oock  voor  de  andere publijcke gebouwen ,  ne- 
vens den  jegenwoordigen  ftaet  van  die  groóte  Stadt  5  en  de 
omgelegene  Landerijen  ende  Dorpen. 

HYfcheydde  de  woonplactfe  der  Spaigniaerden  van  die  van  de  India- 
nen arVfodanig  dat  nog, op  defen  hedigen  dag5een  water  tuiïchen  bey- 
den  door-ftroomt ,  en  de  eene  van  de  andere  af-fondert. 

Hy  beloofde ,  foo  aen  alle  die  geene  die  van  de  Stadt  geboortig  waren ,  als 
aen  alle  andere»die  daer  wilden  komen  woonen,  Erven  tot  het  bouwen  van 
Huyfen  uyt  te  deelen  f  welcke  erven  ende  Huyfen  op  haren  Kinderen  nae 
haren  dood  fouden  verfterven ,  enfydiealseygengoetbefitten ,  geveode 
•haer  daer-en-boven  noch  veele  anderePrivilegien  ende  Voor-regten ,  om 
door  dat  middel  des  te  grooter  getal  menfchen,om  de  Stadt  te  bevolken,aen 
telocken. 

Xitivaco,  Generaal  van  de  Mexicacnfche  benden ,wierde  oock  door  hem 
op  vrije^vjoeten  gefteltjhy  fchonk  hem  daer  roe  nog  een  geheele  Siraet,ende 
flelde  hem  tot  Opper-hooft  aen  over  alle  de  Indianen  van  de  Stadt. 

Hy  gaf  noch  een  andere  Strate  aen  DomPetro  Monte^uma ,  die  een  Soone 
was  v£n  den  laeft  overledenen  Koning  Monte^uma,  om  foo  de  vriendichap 
ende  de  genegentheyd  des  Volcks  door  die  mildadigheden  te  winnen. 

Noch  deelde  hy  onder  fommige  Edellieden  van  het  Land  eenige  Straten 
ende  kleyne  Eylandekens  uyt,om  die  te  betimmeren  ende  te  bewoonenjfoo 
dat  door  dat  middel  alle  de  ledige  plaetfen  verdeelt  wierden,  en  een  yder  be- 
gonde  met  groóte  vreugde  ende  vermaeck,en  met  een  ongelovelijcke  neer- 
ftigheyd  ende  y  ver ,  te  bouwen  ende  te  timmeren. 

Soo  dra  als  het  gerugte ,  van  het  weder  op-bouwen  van  Mexico,  fich  ver- 
fpreyt  hadde,  quam  daer  op  ío  groóte  meenigte  van  Volk,om  de  vryheden, 
Voor-regten  ende  Privilegien ,  welcke  Corte^  aen  de  In woonders  hadde  ge- 
geven, te  genieten ,  dat  het  een  verwonderens-waerdige  faecke  was,,  te  fien 
den  grooten  toe-vloed  die  van  alle  kanten  quam  af-facken ,  en  het  getal  foo 
van  Mannen  ¿Is  Vrouwen  was  foo  groot,  dat  fyvry  meer  dan  drie  mijlen 
Landtsin  het  ronde  bdlpegen. 

Veele  evenwel  van  defelve  wierden  fieck,door  dien  fy  fwaren  arbeyd  de- 
den, ende  daer  toe  weynig  aten,  oock  quam  de  Pefte  onder  haer,  foo  dat'er 

by-na 


I.Boeck.  Door de SpaenfcheWeJl-Indi'ên.  XX.  Cap.   91 

by-nae  een  oneyndig  getal  door  de  doodt  wierde  weg-geileept. 

Want  haren  arbeyd  viel  feer  fwaer  ende  hart,om  da*  {y  op  hare  fchouderen  < 
moeften  dragen  of  re  wel  anderfints  voort  -trecken  ,  degehoudeneende  ge-    T"  ?° 
backene  fteenen.de  Aerden.Hout.Kalk.ende^lle  de  andere  tot  het  timme-        } 
ren  ende  metfelen  noodigeitofren. 

Eyndelijke  wierdede  Stad  van  Mexico  allenxkens  weder  opgebouwd,be- 
ftaende  defelve  uyt  meer  dan  hondertduyfentHuyfen.veel  fchoonder  ende 
beter  dan  de  voorige. 

De  Spaigniaerden  bouwden  hare  Huyfen  even  alsmen  inSoaignien  ge-  rT 
woon' is  te  doen,  ende  Corte^  timmerden  het  fijne  op  de  fundamenten  ~litedcs 
van  den  Koning  Monte$uma;het  doet  noch  op  heden  vierduyientDucaren  ^°n'n&s 
jaerlijcks  van  huer ,  en  men  noemt  het  hetPaleys  van  den  Marquis  del  Vafc'.  ank/aer*" 
om  dat  de  Koningvan  Spaignien  aen  Corte^  en  fijne  Erfgenamen  de  groóte  Cortez  * 
Stad  Guaxaca  nevens  de  omleggende  Valeyefcbonck. 

DitPaleysisfooheerlijc^datmen.fooalsickhiervoorensgefegthebbe,  Heerlijck 
feven  duyfent  Cedere-balcken  tot  het  timmer-werck  verbeficht  heeft.  Paleys. 

Sy  maeckten  ook  fchoone  Gragten.welke  fy  met  fteenen  bogen  overwelf- 
den,om  onder  defelve  de  Roey-barouen ,  door  dewelcke  f  y  de  Stad  te  Wa- 
ter ^elegerden.te  bewaren. Men  liet  noch  op  den  hedigen  dag  die  Gragten, 
welcke  fy  feer  forgvuldig  onderhouden,  om  de  geheugeniiïe van  dat  groóte 
wercktebewaeren. 

Sy  dempten  de  Gragten  /welcke  te  vooren  door  de  Stad  gelopen  hadden, 
toe,en  vulden  die  daer  nacen  men  heeft  daer  nu  een  groóte  menigte  fchoo- 
ne Huyfen  op  getimmert  j  foodanig  dat  Mexico  nu  niet  op  defelve  wijfe  als 
te  vooren  gebouwd  is  jende  het  fcheelt  feer  veel,voor  al  federt  het  Jaer  1634. 
dat  het  water  niet  foo  nae  aen  de  Stad  komt ,  alshet  wel  te  vooren  dede. 

Het  Meer  geeft  fom  wijlen  een  feerftinkende  damp  van  fich.doch  buy-  n        , 
ten  dat  is  het  een  feer  gefonde  ende  gematigde  Plaetfe  ,  en  dat  ter  oorfaecke  2 
van  het  gebergte  met  het  welcke  het  als  omringt  is  ,  fy  is  ook  feer  wel  voor- 
fien  ende  heeft  een  grooten  overvloed  van  alle  de.tot  het  onderhout  des  le- 
ven s  noodige ,  dingen ,  foo  door  des  Landts  vrugt'baerheyd.als  door  het  ge- 
rief des  Meers. 

Mexico  is  jegenwoordig  eene  van  de  grootfte  Steden  des  Aerts.bodems,ter  Florifan- 
oorfaeke  van  de  grooteplaetfe  welcke  door  de  Huyfen,fo  der  Spaigniaerden  ten  ftaet 
als  der  Indiaenen  ?  heilagen  is.  van  Mexi- 

Jae  felve  eenige  jaren  nae  de  inneminge  was  het  de  fchoonfte  Stad  van  alle  co. 
de  Indien ,  bloeyende  de  Waepenhandelinge  ende  de  Wetten  in  haer  meer 
dan  in  eenige  andere  Plaetfe. 

Voor  defen  waren 'er  ten  minften  meer  dan  twee  duyfent  In  woonders, 
welke  yder  hacr  Paerd  op  ftal  hadden,  en  daer  toe  haere  Wapenen,ende  een 
feeraerdigetoeruftingei  ; 

Dogjegenwoordig^nu  alle  de  Indianen.van  de  omgelegene  Landen.haer 

M  2  onder- 


1 


Seecker- 
heydcder 
Spaenfche 
te  Mexico. 


Koop- 
handel 
van  Mexi- 
co. 


Muntete 

Mexico. 


Nieuw 
Mexico. 


92     I.BoECK.    Foyagie  vanThomas  Gage      XXL  Cap, 

onderworpen  zijn,  ja  felve ,  voor  het  grootfte  gedeelte ,  uy  tgeroeyt,  voor 
al  omtrent  Mexico ,  alwaer  men  niet  vreeíl  dar  fy  tegens  de  Spaigniaerden 
fullen  opftaen ,  foo  heeftmen  het  ocffenen  der  Wapenen  ende  des  Oorlogs 
t'eenemael  verfuymt. 

De  Spaigniaerden  leven  in  die  Stad  met  foo  veeleforgelbosheydtenfee- 
kerheydt,datmen  daer  noch  Poorten, noch  Mueren,  noch  Bol wereken  iiet 
tot  hare  befcherminge,  alibo  weynig als  Toornen,  Tuyg-huyfen,  Ge- 
fchut  en  Ammunitie  van  Oorlog ,  want  fy  vreefen  aldaer  noch  binnen  nog 
buyten-lantfche  vyanden ,  gelovende  dat  St.  \uan  d'Ulhua  fterek  genoeg  is 
om  haer  voor  de  laetft-genoemde  te  befebermem 

Doch ,  wat  den  Koop-hande!  aengaet,is  het  een  van  de  rijkfte  Steden  des 
Wereldts ,  om  dat ,  aen  de  fijde  van  de  Noord-Zee ,  jaerlijcks  ,  meer  dan 
twintig  groóte  Schepen  te  St.fuandVthuaaenkomen  ,  zijndebevragtniet 
alleen  met  debefte  Waren  vanSpaigniemmaer  ook  van  de  reire  van  geheei 
het  Chriftenrijck,  welcke  dan  van  daer  te  lande  na  Mexico  gevoerdt  werden. 

Door  de  Zuydt-Zee  drijft  defe  Stadt  haren  handel  opallede  Plaetfen 
van  Peru ,  doch  voor  al  is  haren  Koop-handel  feer  groot  ende  aeniienlijck 
opallede  Steden  endeEylanden  van  geheel  Ooft-]  ndiën*  uyt  het  welcke 
fy  Koopmanfchappentreckt,  niet  alleen  van  die  Plaetfen  die  door  de  Por- 
tugeefen  bewoont  ofte  befet  zijn,  doch  daer  en  boven  noch  uyt  f  ¿pan  ende 
China,  en  dat  door  het  gebruyek  dat  {y  van  de  Philippijnfche  Eylanden 
Zijn  hebbende,  na  dewelckemen  jaerlijcks  twee Gallioenen  nevens  twee 
mindere  Schepen  fendt,  en  ter  felver  tijdtkomt'er  een  gelijck  getal  foo 
van  Gallioenen  a's  Schepen  te  ácapulco  aen ,  alwaer  fy  hare  Koopman- 
fchappen  ontladen  ,  om  van  daer  te  lande  na  Mexico  gebragt  te  wer- 
den, even  alsmen  met  die  geene  doet  diëten.  \uan  tfUlhua ontfeheept 
worden. 

Men  heeft'oock  indeStadteenMunte,  indewelckehetSilver ,  datal- 
daer  in  klompen  ende  baren  uyt  de  Mijnen  van  Si;  Louis  de  Sacatecas* 
het  welcke  omtrent  tagti»  mijlen  benoorden  Mexico  gelegen  is,  gebragt 
werdt ,  werdt  in  Silvere  Penningen  ende  fpecien ,  van  verfcheydene  waer- 
dyegemun^. 

De  Spaigniaerden  zijn  meer  dan  hondert  mijlen  aen  geene  fijde  deSacate- 
cas  doorgedrongen,  aen  welcken  oordt  fy  fich  veele  Indianen  onderdanig 
gemaeckt  ende  verfcheydene  Mijnen  ontdeckt  hebben ,  het  welcke  dan  aen 
haer  heeft  oorfaek  gegeven  tot  het  bouwen  van  een  Stadt,welke  fy  het  nieu- 
we Mexico  hebben  genaemt. 

De  Indianen  van  die  quartieren  zijn  feer  ftrijdtbaer  ende  kloeckmoedig, 
fodanig  dat  Cy  de  Spaigniaerden  aldaer  Í00  veel  fpels  maecken,dat  fy  moey te 
hebben  om  het  Landt  in  te  houden. 

Men  gelooft  evenwel  dat  fy  noch  verder  iullen  doordringen,tot  fy  dat  het 
geheele  Landt  fich  fullen  onderdanig  gemaekt  hebben ,  grenfende  het  iel  ve 

buy- 


I.  Boeck.   Door  de  SpaènfcheWeft-Indïén.  XXI.  Cap.  93 

buyren  twijfel  aen  onfeColonien  ofte  voort-piantingen  in  Virginiayznáe  aen 
de  omleggende  Plaetfen  die  men  op  dat  fel  ve  vafte  Landt  vindt. 

Daer  en  boven  is'er  te  Mexico  een  leer  fchoone  Univerfiteyt  ofte  hooge  Univerfï- 
Schoole ,  welcke  den  Viceroy  Dom  Antonio  de  Mendo^^a  heeft  doen  ftigten.  teyr. 
DoeninendefeStad  weder  op-rimmerde,was'er  een  groot  onderfcheyttuf- 
fchen  een  Inwoonder  ende  eenln-nemer  van  defelve^want  die laetrte  naem  Onder- 
was een  eer-tituljwelkeniemandbdandiegeene  die  het  Landt  hadden  hel-  fcheydder 
pen  overwinnen ,  mogte  voeren ,  aen  dewelcke  de  Koninck  van  Spaignien  Inwoon- 
Landeryen  ende  inkomften ,  foo  voor  haer,  als  voor  hare  Nakomelingen  "ers« 
heefr.  gegeven,  in  plaeriedat  in  tegendeel  >  die  geene ,  welcke  maer  enckele 
Jnwoonders  waren ,  jaerlijcksyetsmoeften  geven  ,  voor  de  grondt  van  het 
Huys,hec  welcke  iy  in  de  Stadt  bewoonden,dat  dan  tot  profijie  van  des  Ko- 
n  in  gsKáíTe  gedijde. 

Hierdoor  komt  het ,  dat  geheel  America  vervult  is ,  metPerfoonen,  die 
den  naem  van  Edel-luyden  aen-nemen^wanteen  yder  van  haerhoudtnoch 
opdeden  ftaende3dat  hy  van  een  In-nemer  des  Landtsgefprotenfy,hoewel 
fy  ielver  foo  arm  als  Jobzijn ;  en  fy  antwoorden,  wanneer  men  haer  vraegt 
waer  haer  goedt  vervaren  fy,  datde  Fortuynehet  haer  ontnomen  heeft, 
doch  dat  die  haer  hare  eere  niet  benemen  kan ,  alioo  weynig  als  de  ftaet  van 
Edellieden. 

Men  Met  felve  arme  Schoen-lappers  ofte  Karre-voerders,die,rnet  een  half  Arme  j,0, 
douzain  Muyl-elelshare  koftlanghshet  Landt  gaen  winnen,  welcke  feggen  vaerdye^ 
dat  fy  uy  t  die  eerfte  Helden  haren  oorfpronck  hebben  genomen  ,  en 'lbo  iy 
dan  by  gevalle  Mendoza  ofte  Guarnan  genaemt  zijn >  fo  fullen  fy  met  eede 
verklaeren.dat  fy  af-fetfelen  zijn  van  die  Huyfen  welcke  als  Hertogen  ende 
Princen  die  naem  in  Spaignien  voeren ,  van  waer  haer  Groot- vaeder ,  nae 
haer  feggen ,  was  vertrocken  tot  in-neminge  van  America ,  welcke  cok  ge- 
heele  Landtfchappen  aen  de  Kroonevan  Spaignien  heeft  onderdaenigge- 
maeckt ,  hoewel  haer  als  nu  de  Fortuynedenrugge  heeft  gekeert,  en  fyge- 
nootfaeckt  zijn  hare  gefcheurde  Klederen  met  een  kaele  ende  gantfeh  ver- 
iletenen  Mantel  te  bedecken. 

Doen  de  Stadt  van  Mexico  herbouwt  wierde ,  ende  men  aldaer  Regters  Spoedige 
ende  Magiftraten  hadden  aengefteld,nevens  alle  de  andere  noodige  Bedien-  aengrocg- 
de,  foo  verfpreydefich  het gerugte van  -Cortejen  van  die  Stadt  aanftonts  ingevan 
door  alle  de  verre-af-gelegene  Provinrien ,  foodanig  dat  fy  in  korten  Mexico. 
tijdtbevolckt  wierde,  door  de  Indianen  foo  wel  als  door  deSpaigniaerden , 
welke  laetile  een  weynigdaer  na  meer  dan  vier-hondert  mijlen  Landts  ver- 
meefterden ,  het  welcke  alle  aen  den  Konincküjcken  Setel  van  Mexico  on- 
derworpen wierde. 

Doch  ick  kan  in  der  waerheydt  leggen ,  dat  die  Stadt  >  na  die  tijdt ,  noch  Indianen 
eens  voor  de  tweede-mael  herbouwt  is,en  datdoor  de  Spaigniaerden,welke  door  de 
hetmeefte  gedeelte  van  de  Indianen  vernietigt  hebben,  want  ick  foude 

M  1  niet 


Spaenfche 
"vernietigt, 

Woon- 
plaetfe   [ 
der  India- 
nen. 


Getal  der 
Indianen 
in  Mexico. 


Manier 
vanbou- 
_wen. 

Straten. 


CaroíTen. 


94     I.  Boe.ck.     Voyagievan  Thomas  Gage     XXL  Cap. 

wl drerVen  feggen  datír ,,egen¡ íVO°rdiS hondert duyfent Huyfen zijmdie' 
er  wei  waren,weynig  tijds  ¡  nae  de  iri-neeminge  van  die  Plaetfe,van  de  w-1 
ke. her  meefte  gedeelte  door  de  Indiaenen  beloont  wierden 

Uelndiaenen  diedaer  als  nuzijmwoonen  in  eene  van  des  Sradts  Voor-ite- 
den  Gn^^genaemnwelckcdoenickaldaerinhetjaervanidac  ¿h< 
niet  meer  dan  omtrent  vijf  duyfent  inwoonders  hadde,iaer,nae  die  tijd  is 
het meeitegedeelte van defelvevergaen, door  het  quaede  onthaelin  harde 
traäament  datdeSpaigmaerden  haer  hebben  aengedaen,  endoorden  "r 
beyd ,  tot  de  welke  men  haer  gedwongen  heeft ,  om  het  water  van  het  Meer 
een  anderen  loop  re  doen  neemen. 

Tot  fo  verre  datmen  voor  als  nu  niet  meer  dan  twee  duyfent  naturelle  In- 
dianen ioude  konnen  vindemen  omtrent  duyfent  andere,  welke  h  Mefitfen 
noemen  ,  zijnde  diegefprooten  van  deSpaigniaerden  en  de  Indianen -want 
daer  zijn  veele  arme  Spaigniaerdemdie  fich  met  de  Indiaenfchc  Vrouwsper- 
sonen m  den  Echten-ftaet  begeven  ,  als  oock  andere,  welcke.  hoewel  fv 
haer  met  defelve  niet  komen  te  verhijlijcken,  doch  even  wefmiddelen  ¿i 

krTfen'eCen  ^         ^  °m  *?**'  *  verleyden  3  ende  toc  hare  ^ylen  willede 

Sytreckenvandagtotdag,  den  kleynen  grom,  welcke  de  Huyfen  der 
Indianen  beflaemaen  fich,en  ophet  Erf  van  driea  vier  Indiaenfche  Huyfen, 
letten  iy  een  groor,dat  na  de  Spaenfche  wijfe  getimmert  is,met  fijn  e  H  o  ven 
endeBoomgaerden ,  tot  foo  verre,  dat  de  Stadt  van  Mexico  je^enwoordig 
op  nieuws  hertimmert  is,  en  voorfien  van  fchoone  ende  groóte  Huyfen, 
welke,  tot  vermaek  van  hare  Inwoonders,  yder  haren  Tuyn  hebben. 
Hare  gebouwen  zijn  van  gehoudeneende  goede  gebackenefteengemaekt, 
dogzy  fijn  niet  feer  hoog  opgetrocken  ,  door  dien 'er  veel  tijdts  fwareAetd- 
bevingen  voor-vallen,welcke  hare  gebouwen  fouden  doen  in-ftorten.  fo  fy 
meer  dan  drie  verdiepingen  hadden. 

De  Straeten  zijn  aldaerfeer  wijdt  ende  breedt,  foodaenig,  dat  in  de 
naeu witc, drie Caroffen  nevens  malkander  konnenrijden,  enin  debreetfte 
ten  minften  ks,  het  welcke  de  Stad  veel  grooter  doet  fchijnen  dan  fy  in  fich 
felvenis.  J 

Doen  ick  daer  was  feydemen  dat'er  omtrent  dertig  a  veertig  duyfent 
Spaenfche  Inwoonders  waren ,  die  hoogmoedig,  trots  ende  oock  foo  rijck 
zijmdat  meer  dan  de  helfte  van  defelve  eene  CaroiTe  houden ,  tot  fo  verre* 
datmen  voor  feecker  geloofdcdat'er  doemaels  meer  dan  vijfthien  duyfent 
Caroiïèn  in  de  Stadt  waren. 

Het  is  ook  een  gemeen  fpreek-woord  in  dat  Landt,dat'er  te  Mexico  vier 
fchoone  dingen  zijn,de  Vrouwen  *  de  Kleederemde  Paerden  ende  de  Stra- 
ten. 

Doch  ick  kan  daer  de  íchoonheyd  van  de  CaroíTen  van  den  Adel  noch  by 
voegen,  welenen  veel  koftelijcker  zijn  dan  die  van  het  Hof  te  Madrtd,en  dan 

die 


I.Boeck.  DoordeSpaenfcheWeft-Indïén.  XXL  Cap. 9? 

die  van  alle  de  Hoven  van  Europa,  want  om  defelve  op  te  pronckenwerdt 

noch  het  Goudt ,  noch  het  Silver,  noch  de  koftelij'cke  gefteenten,  noch  het 

GoudeLaecken  ,  noch  de  befte  ChineefcheSijdegefpaert. 

Daer  en  boven  voegen  fy  daer  noch  by  defchoonheyd  van  hare  Paerden,  Xoeftcl 

welke  met  Toomen.die  met  Goudt  en  edele  gefteenten  verciertzijmpron-  ¿ez  paer 

ken  ,  en  welckede  Voeten  met  Sü  ver  in  plaetfe  van  Yfer  heilagen  hdbben ,  den. 

om  des  te  pragtiger  en  heerlijcker  voor  den  dag  te  komen . 
DeStraten  van  de  Steden  inhetChriftenrijck  komen  in  findelijckheyd  Netheydt 

ende  nettigheydt  by  defe  nies  in  vergelijckinge,en  noch  veel  minderde  Eu-  der  Scra- 

ropifche  Winckelen  by  die  geen  e  welke  men  aen  weder-fijden  van-de  Stra   ten. 

ten  net;  dog  voor  aï zijn  die  van  de  Goudt-imeden  verwonderens  waerdig  J 

ter  oorfaecke  van  de  groóte  rijckdommen  ende  fchatten  die  men  in  defelve 

iiet  ten  toon  ftaen. 
De  indianen  ende  de  Chincefen,  welckede  Chriftelijcke  Religie  hebben 

aengenomenendejaerlijksaldaerkomen,hebbendeSpaigniaerdenfoo  vol- 

maeckte  Meefters  in  dat  handtwerck  gemaeckt ,  dat  {y  jegenwoordig  feer 

uyt-muntendeendekonftigewerckenmaecken. 

Die  geenedie  in  hetjaer  1625.  in  dat  Land  voor  Viceroy  over  ginck,liet  Koftelijck 
van  Goudt  ende  Siiver  een  Papegay  (het  welck  een  Vogel  is  van  de  grootte  Juweel, 
van  een  Phayfant)maecken,  en  hy  deede  die  met  koftelij'cke  gefteenten  op- 
proncken.welke  alle  met  foo  veel  konft  ende  aerdigheydt  in  ordre  wierden 

gebragt,  om  de  natuerlijckegeftalte  van  de  vederen  van  die  Vogel  wel  af  te 
beelden,  dat  die  op  vijftien  maelhondert  duyfent  Ducatengefchat  wierde, 

oock  was  dit  een  prèfentdathy  den  Koningvan  Spaignien  wilde  vereeren. 

Daer  is  een  SilvereLampe  in  de  Kercke  van  het  Convent  der  Jacobijnem  Pr3jf  en 
we  cke  dne-hondert  tacken  oftearmen  met  blaeckers  daer  aen  heefr.op  de-  fytlTc~ 
welke  men  yder  een  Wafch-kaeriTe  kan  fetten,  en  daer  en  boven  noch  tW  jí^'t 
hondert  kleynelampen die'er  als  aengevoegt  ende  bequaem  zijn  om  olye in  r^Z 
te  laten  branden,wcfende  die  alle  op  eene  verfcheydene  wijfe  geratfoeneerri  ^ieraaeUi 
ende  van  fo  feldfame  ende  fchoone  uytvindinge.dat  die  Kroone  op  viermael 
non  ciert-dvyfent  Ducaten  gefchat  werdt. 

Degroote  menigte ,  welcke  men  van  defe  fchoone  wercken ,  in  de  Stra- 
ten derGoudt-fmedem  fier,  maeckt  dat  defelve  niet  alleen  kofteiijck,  maer 

oock  fehoon  ende  vermaeckelijck ,  fchijnen. 

Boven  het  gene  men  van  de  fchoonhey  t  van  de  Vrouwen  van  Mexico  fegt,  Vryheyd 
ioo  kan  iCK  daer  by  voegen  de  groóte  vryheydt  diefy  hebben  om  tefpelen  ,  der  Vrou- 
welcke  ioodanig  is  dat  noch  nagt  noch  dag  lang -genoeg  zijn  om  een  par-  wenin 
tve  a  ¡aprime  te  volvoeren,wan  neer  fy  die  eens  begonnen  hebben,tot  fo  verre  hecfpclen. 
dat  iy  de  xMannen  op  de  volle  Straet  publijcquelijk  bidden  tot  harent  te  wil- 
len in-treden  om  te  fpelen, 

Het  gebeurde  my op  ieeckerendagdatick  langs  de  Straten  wandelende  Geval 
met  een  ander  Religieus,  welkedat  Jaen  me^my  uyiSpaignien  in  dat  Landt  daer  door 


Vbyagte  van  Thomas  Gage     X XI .  C  a  p. 


Pragt  in 
Klederen. 

Over- 

•vloetvart 

Juweelen. 


Kleedinge 
der  Nege- 
rinnen, 


was  over  gekomen  ,  ieeckere  Juffrouw  van  feer  hooge  geboorte  bemerekte 
dat  wy  Cbapetons  waren  (  ditisdenaem  welckefyaen  de  nieuwelingen  ge- 
ven )  fy  riep  ons  daer  op  door  haer  Ven  fier,  en  nadat fy  onsdrieofvier 
kleyne  vraeg-ftucken,nopendehetgeene  wy  nieuws  uytSpaignien  bragten, 
haddevoorgeftelt,foo  vraegdefy  ons  of  wy  wilden  binnen  komen  ende  een 
Panijrjen  a/aPrtmefpe\en. 

De  Mannen  fo  wel  als  de  Vrouwen  doen  extraordinaire onkoften  in  bare 
'kleedingcwelke  meeft  uyt  zijde  Laeckenen  beft aet,bediei$ende  fy  fich  daer 
toe  niet  van  wolle  Laeckenen ,  Greynen  ofte  diergelijke  floffen. 

Dekoftelijcke  Geiteenten  ende  de  Peerlen  zijn  aldaer  feer  gemeemende 
hare  ydelheyd  is  daer  omtrentfoo  groot>datmen  op  de  Hoeden  der  Edellie- 
den niet  fietdan  Hoed-banden  en  Rooien  van  Diamanten,  en  van  Peerlen 
op  die  van  de  Ambagts  ende  Werck-lieden. 

Ja  felve  dragen  de  Negerinnen  ende  de  geele  Slavinnen  Peerlen  om  den 
hals  ende  armem  ende  Ringen  in  de  ooren,in  dewelke  altoos  eenig  koftelijk 
Geil  een  te  is. 

De  kleedinge  en  de  oppronckinge  van  die  Negerinnen  en  half-ilagfche 
Vrouw-luyden  is  foo  ligtvaerdig,  ende  hare  manieren  van  doen  zijn  foo 
aenlockende,dat'er  veeleSpaigniaerden  zijn,  felve  onder  de  voornaemfte, 
welcke  hare  Vrouwen ,  ter  liefde  van  defelve ,  verfmaden. 

Sy  dragen  gemeenlijck  een  Tabbaart  van  zijde  {toffe  ofte  van  Catoemdat 
met  Silver  ofte  G  oude  Paffamen  ten  geboort  is,nevenseen  groot  zijde  Lint 
van  een  levendige  Couleur,  het  welcke  met  Goude  franje  omfetis,  en 
welckseynden  voor  en  achter  tot  aen  de  boorden  van  haren  Tabbaerden  af- 
hangen. 

Hare  lijfkens  zijn  gemaeckt  als  de  lijven  van  de  Tabbaerden, met  bragoe- 
nen  fonder  mouwen,  ende  met  Silvere  ofte  Goudene  fnoeren  toe-geregen. 
Die  geene  welke  wat  van  aenfien  zijn,  dragen  oock  Goudene  gordels,die 
met  Peerlen  ende  dierbare  Geileenten  zijn  verciert. 

Haremouwen  zijn  van  HollantfchofteChineefch  Lijwaet,  leer  wijdt 
ende  aen  de  eynden  open,zy  fijn  ook  rijkelijcken  geborduert,  fommige  met 
veel-verwige zijde ,  ende  andere  met  Gout  ende  Silver,  oock  hangen  ï%  by  - 
na  tot  op  de  aerde. 

Sy  bedecken  hareHooft-hairen  meteene  met  de  Naeld  gewerkte  Kappe, 
en  fy  fetten  over  defelve  nog  een  andere^die  van  doorfchijnende  zijde  ftoffe 
gemaeckt  is ,  welcke  fy  met  een  fchoon  Lint  van  zijde  ofte  van  Gout  ende 
zijde  vaft  maecken,  het  wekke  cruycelinge  over  het  bovenfte  van  het  voor- 
hooft wert  gelegt,  en  waer  op  altoos  eenige  Letteren  geborduert  zijmwelc- 
ke  eenig  veerikens  ofte  eenige  amoureufe  fpreucke  behelfen. 

Hare  boefem  is  met  een  fijn  Lijwaet  bedeckt,  het  welcke  op  de  wijfe  van 
eenNagt-halsdoeck  ofte  Neerftik  om  haren  hals  af-hangt,en  als  fy  uyt  den 
Huyfe  gaen  fo  dragen  fy  eenMantel  van  Catoen  ofteCamerijks-doek,ront. 


om  me 


I.Boeck.'  Door  de  SpamfcheWeft'Indïên,  XXI.  Cap.'  97 

órame  het  welke  een  feer  breed  paflement  genaey 'ris,  welke  Mantel  eenige 
boven  op  het  hooft  fetten ,  foodanigdar  defelve  nietlaeger  dan  haer  middel 
komt  af  te  hangen ,  op  darmen  haare  Gordels  ende  Linten  ibuden  konnen 
fien ,  dog  de  twee  voorfte  eynde  rycken  altoos  tot  digte  aen  de  aerde. 

Daer  fijn'er  fommige  welke  hareMantelen  maer  op  eene fchouder  dragen  Is  feer  ligt-" 
en  die  onder  de  rechter  arm  door-flaende,  werpen  Cy  het  eynde  op  de  linker  veerdig. 
fchouder ,  om  fo  de  regter  arm  vry  te  hebben ,  en  met  eenen  hare  fchoone 
mouwemover  de  ftraet  gaende,te konnen  vertonen,dog  fijn'er  ook  andere, 
welke  in  plaetfe  van  deie  Mantel,haar  bedienen  van  een  koitelijke  zijde  Ca- 
facq  ofte  omhangende  Rok,  waer  van  fy  een  gedeelte  op  de  lincker  fchouder 
hangen,  en  het  andere  dragen  fy  in  de  regte  hand,  fchijnende  daar  door  veel 
eer  ligtveerdige  Jongelingen ,  dan  eerlijcke  Dochters  te  zijn . 

Harefchoenen  fyn  feer  hoog  ende  hebben  veelefoolen,welke  van  buyten 
op  de  zijde  meteen  filvere  plaete  beilagen  zijn ,  diemetfilvere  fpijkers, 
welcke  feer  breede  hoofden  hebben  ,  daar  aan  fijn  gehegt. 

Her  grootite  gedeeltebeftaët  uit  Slavinnemofteuytfoodaenige  díe  te  vo- 
ren fulks  geweeft  zijn,  hebbende  de  liefde  haar  de  vryheydt  gegeven,om  de 
zielen  aen  de  ionden  ende  aen  den  Duyvel  te  konnen  onderwerpen." 

Daer  kin  de  Stadt  een  oneyndig  geral  van  die  Negers,  Mullatten  ende  half- 
flagren,  foo  van  Mannen  als  Vrouwen ,  welcke  fo  hovaerdig  ende  uytgelae- 
ten  zijn  geworden  ,dat  deSpaigniaerden  dickmaelen  in  vreefe  fijn  geweeft , 
dat  fy  haar  tegens  haer  íouden  aenftellen  ende  op-ftaen. 

Oock  hebbe  ik  eenige  Spaigniaerden ,  welke  meer  God  vnichtighey  t  en  de 
y  ver  tot  deReligicdan  wel  de  andere,hadden,hooren  ieggemdat  fy  vreefden 
dat  Godt  de  Stadt  vernielen  foude,  ende  het  Landt  aan  eenandere  Natie 
overgeven,  teroorfaekevanhet  ergerlijke  leven  van  die  Lieden  ,  ende  van 
de  mifdaeden  die  de  voornaemfte Spaigniaerden  met  haar  bedry ven.  n  , 

Ik  vreele  dat  ik  het  gedult  van  de  Leefers  foude  uyt-putten  ende  hare  kuyf-  ¡~  n^7S" 
iche  vooren  verveelen ,  fo  ik  mijne  penne  wilde  befteeden  met  het  befchrij-  ¿e^ive" 
ven  van  de  byfonderheden  van  haren  boofen  handel  en  omgang,  ik  fal  alleen 
feggen  dat  God  de  Heere  ten  hoogften  in  dat  tweede  Sodoma  veragt  werd,en 
dat  hoewel  de  In  woonders  van  het  felve  voor  als  nu  in  voorfpoet  levemende 
den  overvloed  van  rijekdommen  ende  weereltfche  vermaeckly kheden  heb- 
ben >  fy  doch  evenwel  tehaaren  tijd  alshetgrasfullenaf-gemaeyt  worden, 
ende  als  hoy  verdrogen,  foo  als  den  Plalmiftfegt  in  fijnen  gS.Pfalm. 

Tot  fo  verre  dat  ik  nie  t  twijffele ,  of  ( even  ah  den  bloeyende  ftaet  van  de 
Scadr  van  Mexico,  welke  vermaerr  is  door  hare  Carotïen ,  Paerden  ,  Srraren 
ende  Vrouwenden  feer  gevaerlijken  ende  ten  val  neygenden  ftaet  is )  Godt 
fal  haar  de  eene  dag  ofte  de  andere ,  onder  de  Heerfchappye  van  eenig  ander 
Vorftvan  defe  wereld  brengen,  ende  inde  aanftaende  Eeuwe  onder  de 
handen  van  een  ftrengen  REGTER,  welke  KONING  der  KONINGEN 
ende  HEERE  der  HEEREN  is. 

Dog  hoewel  de  Inwoonders  van  defe  Stad  t'eenemael  aen  haar  vermaek 
N  J       fijn 


liefde  tot 
de  Kercke 
ende  de 
Kercke- 
Jijke  Per- 
ibonen. 

Voorbeelt 
daervan. 


Alonfo 
Cueliar,Hj 
nen  njck- 
dom. 


Mildae- 
digheyt 
aen  de 
Kercke. 


Onkuys- 
Jhey.c, 


Sijne  ge- 

veynfï- 
Iheyd  wert 
ontdeckt. 


I.  Boeck.     Foyagie  vanThomas  Gage    XXI.  Cap. 

z-ijn overgegeven,  foo  is'er  dog  evenwel  geene  Plaetfe  in  degantfeh  Wee- 
relt ,  m  dewelke  de  lieden  meer  zijn  genegen  ■  om  gefchenKen  aen  de  Ker- 
ke ende  de  KerckehjckePerfoonen  te  doen. 

Sy  doen  alle.om  ÍT.rijd,haerbeíl:eJom  de  Conventen  van  de  Religieufen, 
foo  van  Mannen  als  Vrouwen  ,  te  begiftigen.  fe 

Sommige  doen  PragtigeAltarenmaekenin  deCapelle  van  de  Sanden 

endebanctinnen^otdewelkefyeenebyfonderedevotiehebbenjanderewe 
der  offeren  Goude  Krooneaen  de  Beelden  van  de  Maeget  Maria  •  de  derde 
■ichenken  aen  defelve Goudene  Kettingen  ende  Lampen  •  en  eyndelijk  daer 
Z.1J  n  er  dieKlooileren  doen  timmeren  of  her-timmeren  op  hare  eygene  ko 
.  iten ,  en  die  haer  drie  a  vier  duyfent  Ducaten  aen  jaerJijks  inkomen  <*even 
üg  inbeeldende  i  dat  zy,door  de  gaven ,  die  fy  aen  de  Kerke  doen,de  ítrafTe  \ 
welke  fy  door  hare  mifdaeden  verdienen ,  iüllen  onrgaen. 

Ikfoüdeditverhael  te  kort  doembyaldien  ik  onder  deieGoed-doenders 
der  Kercke,  vergat  mentie  te  maecken  vanieecker  Perfoomwelckealsik 
daerwas ,  noch  leefdcende  de naem,  van  Alonfo  tM<ir,voerdde,men  feyde 
dat  hy  'een  Cabinet  hadde ,  dat  van  vierkante  goudene  klompemin  plaetfe 
van  fteenen ,  gemaekt  wasjdoch  dat  feggen  ftreckcemaer  om  aen  de  Men- 
fchen  te  doen  begrijpen  de on-meettelijke  rijkdommen  diehy  befat,  heb- 
bende hyin  fijn  Cabinet  twee  Koffers,  waer  van  het  eene  met  Goudene 
pieten  ,  ende  het  andere  met  Silvere  ftaeven  ,  vervult  was. 

Defedeede  een  Kioofter  voor  de  Geeftelijke  Dogters  van  de  Ordre  van 
St.  Francifcus  irigten,het  welke  hem  meer  dan  dertig  duyfent  Ducaten  ke- 
fte, tot  het  welke  hy  twee  duyfent  Ducaten  aen  jaerlijksinkomen  gaf,fotot 
onderhout  van  Relígieufe  Dogters,als  orneen  feecker getal  van  Mifïen  na 
fijn  dood  tot  rufte  fijnder  Zielen  te  feggen. 

Ondertuffchen  leydde  die  Perfoon  foo  ergelijk  een  leven,  dat  ny,  by-nae 
alle  nagtemgewoon  was,deVrouw-luyden,  die  wytevooren  befchreven 
hebben ,  met  twee  Knegten  verfelt  zijnde ,  te  gaen  befoeken,  dragende  fijn 
Pater  Nojler  Ketting  in  de  handvatende  aen  yder  deur  diehy  inging  een  Cc- 
rael  van  defelve  vallen,  leggende  een  knoop  in  plaetfe  van  yder  Gorael,  op 
dat  hy,met  het  krieken  van  den  dag  te  Huys  komendcfoude  mogen  weten, 
hoe  veel  van  defe  fondige  vifites  hy  gedaen  hadde. 

Maer  die  werken  der  duyfterniíTe  quaemen  eyndelijck  aen  het  ligt,  ende 
een  yder  wiftedaer  van  tefpreeken,doorfeeker  toeval  dathem  over  quam 
foo  als  ick  te  Mexico  was,want  hebbende  by  nagt  ,  in  eene  van  de  Huyfen, 
in  dewelke  hy  gewoon  was  te  verkeeren ,  feeker  Edelmamdie  jalourfch  op 
hem  was ,  ontmoet,  foo  floegen  fy  beyde  de  hand  aen  den  Degemdoch  het 
Vrou  wmenfch  wierde  door  dien  Edelmamwelke  beter  verfelt  was  als  Alon- 
Jo  Cue  llar  lijnde  die  maer  een  Koopman ,  alvorens  gepoingiaerdeert,  en  hy 
felvefoodanig  gequetft,  datmen  hem  foo  goet  als  dood  achtede,hoewelhy 
noch  naederhand  genefen  wierde» 

In 


^ 


IBoECJC.  DoordeSpaenfcheWeft-Indïén.  XXL  Cap.  99 

In  het  korte  men  fietgewoonlijck  in  die  groóte  Stadt,datPerfoonen  wel-  SíTrVoík 
ke een  onkuys ,  ongebonden  eade  ergerlijck  leven  leyden ,  uytfteeckendc  hoe  Jibtr- 
Aelmoeffen  ende  groóte  gaven  aen  ds  Kerken  ende  Huyfen  der  Geeftelijke  radder 
geven  ¿gelovende  de  Inwoonders  aldaer  \  welke  fig  tot  alle  foorren  van  ver-  aen  de 
maekeHjkheden  begeven  ,dathaere  fonden  genoegh  bedekt  en  de  verbor-  Kercken. 
gen  bJij'ven^deertrenrrldaedigheden  diefy  dagelijks  aen  de  Kerkdijken  be- 
toonen;  daer  uytfpruythetook,datde  Kerken  aldaer  foo  rijkelijk  opge- 
maekt  ende  pragtiggebouwt  zijn,  tot  foo  verre  darmen  fichnietgrooters 
ofte  heerlijckers  kan  inbeelden. 

Daer  zijn  niet  meer  dan  vijftig  Parochiale  Kerken  ende  Conventen  van  Getal  der 
Geeftelijcke  foo  Mannen  als  Vrouwen ;  dog zy  fijn  'feekerlijck  weder  de  Klu°fters 
fchoonfte  dieickoytgefien  hebbe/zijndede  overwelffelen  ende  de  balken  ende  Kerc* 
t/eenemael  vergult,het  meefte  gedeelte  van  de  Altaren  verciert  met  Mar    ken  Iu 
moreveelverwigePijlaeren,  ende  de  Trappen  van  defelve  van  Brafilien-  Mexico' 
hout,met  foo  rijkelijke  verhemeltfels.datmen  de  geringile  op  twíntí*  duv- 
fentDukatenfchat.  -.  *ö     * 

Behalven  depragtendefchoonheyd  van  defe gebou wen, fo  zijn  deopge.  Haer. 
flotene  njckdommen ,  welcke  tot  de  Altaren  behooren  ,-oneyndifr ,  gelifck  pr?SnS 
de  Kappen  en  deCaiTuyffelen  der  Priefte  ren,de  SchilderijemdeTapijten ;  ff0ÜW' 
het  cieraet  van  de  Altaren  ,  de  Kandelaers,  de  Juweelen  daer  men  de  Beel-       ' 
den  >  ende  de  Reliquie-Kaffen  der  Heyligen  mede  op-pronkt.de  Goudene  En  inrer 
ende  Silvere  Kroonen,enae  de  Monftrantien  van  Gout  ende  Cryftal.welke  li  jkciiik 
alle  te faemen  wel  een  goedeGout-mijne  waerdig zijn,  ende  deNatie die  dom 
defelve  vermeefterde  foude  konnen  verrijken. 

Ik  fal  niet  veel  van  de  Religieufe  Mannen  ende  Vrouwen  van  die  Stad  feg-  Het  leven 
gen,  als  alleen  dat  fy  daer  veel  meer  vryheyd  dan  in  eenig  gedeelte  van  Euro-  der  Reli- 
ƒ* hebben,  ende  dat  de  ergeniiTen  diefy  dagelijks begaen,wel  verdienen  dat  gen- 
den Hemel  haer  irraffe. 

•¿1  Ten  tijde  dat  rk  daer  was,  gebeurde  hèt,dat  de  Paters  ¿?  la  Merced.hzer  Twifton» 
Gapittel  tot  verkiefinge  van  een  nieuwen  Provintiael  hielden,  en  als  alle.de 
Pneurs  ende  de  Superieurs  van  de  Provintie  daer  gekomen  waremfoo  fa 
men  fo  veele  verdeeltheden  en  twiften  omtrent  defe  electie ,  dat  in  een  oo 
genbhk  tijds  hetgeheele  Convent  in  oproer  geraekte,ende  hare  Canonijke 
vergaderinge  in  Muy  terije  verandert  wierde;  tot  fo  verrcdat  de  eene  Par- 
tJje  de  MeiTen  tegens  de  andere  troevende  ten  beyde  zijden  veele  gequetft 
wierden;  ende  de  Viceroy  vondt  figgenootfaekt.in  Perfoon  daer  heenen  te 
gaemende  wagt  aen  het  Kloofter  te  laten,tot  datfy  het  over  de  verkiefinge 
van  den  Provinciaeleens  waren. 

Het  is  aldaer  een  feer  gewoone  faeke  onder  de  Religieufen,dat  de  Mans-  Ongeoon- 
perfoonen  de  Geeftelijke  Dogteren  van  hare Ordregaenbefoekemen  dat  7a™y* 
fy  een  gedeelte  van  den  dag  door-brengemmet  het  luyfteren  nae  haer  Mu-  der  NT 
fijcq,  endehet  eeten  van  hare Confitueren.  nenende 

Momcken, 


der  de  Pa- 
ters ¿fr/« 
I  Merceei» 


N 


Ten 


Ydelcbe- 
ígheden 
der  Gee- 
ftelijcke. 


Mi$bruyck 
Tan  de 
Kercken. 


Kefchrij- 
•vinge  van ' 
de  Merkt. 


Galeryen 
daer  op. 

Paleys 
van  den 

Viceroy. 


La  Plate- 
ría. 


St.Ausu- 


ioo     I.Boeck.    Voyagie  vanThomas  Gage     XXI.  Cap. 

Ten  dien  eyndezijnder  veele  Kamers  ofte  fpreeck-plaetfen,  welke  met 
home  traliën  tuffchen  haer  en  de  Religieufe  Dogters  zijn  afgefchoten,  ook 
fijn'er  Taefelen  in  om  de  Monicken  daer  te  doen  eeten,welke,geduerende 
demaeltijd,  door  het  fingen  en  muficeren  van  de  Nonnen ,  gediverteert 
worden.  :  . 

De  Edellieden  en  de  rijke  Borgers  doen  hare  Dogters  .in  die  Conventen 
op-brengen  ,  en  men  leerdhaerin  defelve  allerhande  üag  van  Confituren 
maekemgelijck  ook  naelde-werck,  oock  onderwijftmen  defelve  in  de  Mu- 
iïjk-konfte .,  die  in  die  Stadt  jfö'o  uy  tnemende  is ,  dat  ick  derve  feggen ,  dat 
de  Lieden  meer  in  de  Kerken  komen  om  de  Muiijk  te  hooren ,  dan  om  den 
Gods-dienft  te  plegen. 
Daer-en-bovenleerdmen  die  kinderen  nog  het  vertonen  van  Comedien, 
om  des  te  meer  Volk  nahare  Kerken  te  locken,  foo  bekleed  men  defelve 
feer  rijkelijk ,  en  men  doet  haer  Samen-fpraeken ,  om  voor  het  Volck  ge- 
houden te  wordemvan  buyten  leeren,  voornamentlijk  op  het  Feeft  van  St. 
Johannes  ende  van  Kers-tijdjhet  welke  met  foo  grooten  drift  ende  fugt  ge- 
fchiet,dat'er  dikmalen  veele  difpuyten  voor-vallen  tufichettdie  geencwel- 
ke  het  eeneofte 't  andere  Convent,tot  nadeel  van  deandere.hierm  den  prijs 
van  kledinge  en  optojinge  van  die  kinderenden  van  de  Mufijk,toefchrij  ven. 

Endelijck  alles  wat  eenig  vermaek  kan  by-brengen,  werd  overvloedig  in 
die  Stad  gevonden,en  felve  in  de  Kerken*  die  veel  eer  tot  de  Godsdienft  be- 
hoorden gebruikt  te  werdemdan  tot  het  verluftigen  van  d'uiterlijke  finnen. 

De  aenfienlijkfte  plaetfe  van  de  gantfche  Stad  is  de  Merkt ,  welke ,  hoe- 
wel fyfo  groot  niet  is  als  ten  tijde  van  Mome^uma  3  evenwelnog  hedenf- 
daegs  feer  groot  ende  ruym  ís. 
Eene  van  de  zijden  van  defelve  is  geheel  beilagen  met  overdeckte  wandel- 
wegen  ofte  Galeryen ,  die  alle ,  boogs-wijfe,  overwelft  zij  n,  onder  dewelke 
men  gaen  en  komen  kan  fonder  door  de  Sonne-fchijn  ofte  den  regen  gein- 
commodeert  te  worden  >  ook  fijn  onder  defelve  de  winkelen  van  de  Koop- 
lieden die  in  allerhande  foorten  van  zijde  handelen. 

Vlak  voor  die  winkelen  ende  Gaeleryen  s  plaetfen  fig  die  Vrouwen  die 
allerleye  flag  van  vrugten  verkoopen. 

Regtoverdefe  wandel-wegen  ishet  Paleys  van  de  Viceroy  ,  hetwelcke 
by-nae  de  geheele  lengte  van  de  merekt  beilaet,  te  wetemmet  de  mueren 
endedeTuynen  die  daer  aen  behooren. 

Aenhet  eynde  van  het  Paleys  van  den  Onder-Koning,  is  hetvoor-naem- 
ile  Gevangen-huys  van  de  Stad,fijnde  dat  gebout  van  gehoudene  fteenen  en 
metfel-werk. 

Digtedaer  by  is  die  fchooneftraet,  welk  men  la  Platería  noemt,  of  anders 
de  Goudt-fmeden-ftraet ,  in  de  welke  men  in  minder  dan  een  uere  tijdts  de 
waerdije  van  veele  Millioenen  kan  fien ,  foo  aen  gout ,  filver ,  Peerleñ ,  als 
aen  dierbaer  geileente. 

De  ilraet  van  St.Auguftijn  is  mede  feer  heerlijk  ende  vermakelijk,want  in 

defelve 


J.B  OECK.  DoordeSpaènfcheWeft-Indïén.  XXI.  Cap.  ioi 

defelve  woont  het  meefte  gedeelte  van  dieKooplieden,die  in  fijde  handelen ;  ft¡¡Jtc. 
dog  eene  van  de  langfte  ende  breetfte  ftraten  van  de  Stad  is  die  geene  die  Ta- 
buco, genaemt  wort,in  de  welke  meeft  alle  de  winkelen  zijn  van  die  geene  die 
Yfer,  Scael  ende  Kooper- werk  verkopen ,  endefy  eyndigtaen  de  water-ley- 
dingediehet  water  in  de  Stad  brengt,ook  voert  fydienaem,  omdatmen 
door  defelve  moet  paiïeren  alsmen  nae  een  VVé¿,,Tabuca  genaemt,wii  gaen. 
Dog  het  geene  die  ftraete  vermaert  maekt ,  is  niet  fo  feer  hare  lengte  en- 
de breedce,als  wel  de  grooce  menigte  van  Naelden,  die  in  defelve  gemaekt, 
en  die  voor  de  befte  van  geheel  het  Land  gehouden  werden. 

Hoewel  defe  ftraetfchoon  is  ,foo  is 'er  dog  nog  een  ander  welke  men  be-  Arent- 
terdan  die  hout ,  ter  oorfaeke  van  de  heerlijke  Huyfen  met  dewelke  fy  befet  ^raer' 
is ;  men  noemt  die  de  Arent-ftraet  ,en  dat  om  een  ouden  Af-goden  Beelt  het 
welke  een  fteenen  Arent  is ,  zijnde  die  t  wee-maelen  fo  groot  als  de  fteen  van 
Londen  <3  Dit  Beelt  ftaet  op  den  hoek  vandie  ftraetjen  is,  federt  het  innemen 
van  Mexico ,  daar  altoos  gebleven. 

In  die  ffcraet  woonen  de  meefte  Edellieden ,  de  Hovelingen  ,  ende  de  Be  paleys  van 
diende  van  deCancellarye;men  fiet  daar  ook  het  Paleis  van  den  Marquis  Del  Cortez. 
Valle',  welke  een  van  de  Nakomelingen  van  Ferdinand  Corte^  is ,  die  die  Stad 
overwon  endeaen  de  Kroone  van  Spaignien  onderwierp. 

De  ongetrouwde  Jongmans  van  die  Stad  gaen  alle  avonden  ten  vier  ueren  LaAlame- 
haer  verraaek  nemen  ,fommige  te  Paerde  en  andere  in  CarolTen,  in  een  feer  <&• 
fchoon  Plein ,  la  Alameda  genaemt  >  daer  in  zijn  veele  met  Boomen  befette 
WandeUwegen ,  onder  dewelke  men,  in  de  fchaduwe,  fonder  van  de  Sonne 
geincommodeert  te  worden  ,  fpanceren  kan. 

Men  fiec  daer  gewoonlijk  omtrent  twee-duyfent  Caroiïen ,  vervult  foo 
met  Edellieden  ende  Dames  ,  als  met  Borgers  van  de  Stad,die  daer  fo  pun- 
¿tuelijckverfchijnenalsonfe  Kooplieden  op  de  Beurfe. 

De  Edellieden  verfchijnen  daer  om  de  Dames  te  fien,zijnde  met  een  dou-  1>raSr^ec 
zain  MoorfcheSlaeven  ,  de  eene  min  de  andere  meer,gevolgt>  welke  alle  Edelun~ 
pragcige  Levreyen  aen  hebben,  die  gantfeh  met  PaflTamenten  van  Gout  en  &en  * 
Silver  bedekt  zijn,  ook  dragen  fy  zijde  Hoofen,  Roofenopde  Schoenen, 
ende  den  Degen  op  de  zijde. 

De  Dameslaten  ook  op  de  zijden  van  hare  CaroiTen,haer  gevolg,het  wel-  ^Isoock 
ke  uyt  die  aerdige  Dogters,welke  wy  boven  befchreeven  hebben ,  beftaet ,  ¿tz  Da_ 
gaen,die  met  alle  haere  fchoone  Kleederen,ende  hare  witte  Man  telende  ven  mes ' 
als  her  Spaenfche  fpreeck-woort  fegt  >  wel  vliegen  in  Melck  gelijken . 

Het  gevolg  van  den  Onder-Koning,die  daer  mede  dikmalen  verfchijnt,  En  des 
is  niet  minder  heerlijck  ende uyt-muntende  als  dat  vanden  Koning  frjn  Yiceroys. 
Meefter. 

Men  vintdaer  ook  veele  Lieden  die  Confituren  ende  Suyker-werck  ver- 
kopen,ook  andere  die  koel  water  hebben ,  het  welke  fy  in  ieer  fchoone  Cri- 
fialijne  Glaefen  depaffantenaenbieden. 

N  3  Doch 


H  1 1 1 

lili 


mi 


i 


-Mii>yver 
derSpaen- 
fche. 


Kercke- 
lijcke  vry- 
heydt. 


Lofïen 
gront  van 
Mexico, 


Voor- 
beeldt 
daer  van. 


Wegen 
om  toe 
Mexico  te 
komen. 


102     I.  Boeck.  VoyagievanThomasGage      XXL  Cap. 

Doch  het  gebeurt  dickmalen  dat  defe  vergaderingcn,welke  door  de  Con- 
fitueren  ende  andere  íbetighedeníboaengenaem  werden  gemaekt,evenwel 
een  bitteren  uy  tganck  hebben. 

Die  geenedie  jaloiirfch  van  hare  MatreíTen  zíjn  \  nietkonnende  verdra- 
gen dat  andere  dan  fy  in  hare  tegen  woordigheydt  tot  haer  foreeken  ofte  na- 
derenden dikmalen  de  handen  aen  den  Degen  ofte  Poigniaemaen-taften- 
de  die  geene  welcke  ty  hare  ¡Vlede-vryers  dencken  te  zijn  ,  en  foo  fietmen  in 
een  oogenblik  meer  dan  duyfent  bloote  Degens.de  eene  om  den  dooden  of- 
te gequetfte  te  wreecken ,  en  de  andere  om  die  geene,  die  den  fteek  heeft  ge- 
geven, te  befchermen,  welcke  fy  daer  na,  met  het  bloote  Geweer  inde  vuyft, 
in  de  naeil  by-ftaende  Kerke  brengen.ahvaer  hy  in  vrvheydt  is,  ende aíle  de 
tnagtvan  den  Onder-Koning,  isnietbequaem,  om  hem,  tot  voldmginge 
van  fijn  Proces ,  daer  uyt  te  halen. 

Daer  gefchiedden  veele  diergelijcke  dingen  terwijlen  ick  digt  bv  Mexico 
was,  en  altoos  was'erymandtdie  teekenen  van  derafernyeoftejaloufyevan 
fijn  Mede-vryer  moeite  dragen. 

Men  foude  een  gantfeh  Boek  van  die  Stadt  konnen  befchrijven,  dog  door 
dien  andere  Autheuren  fulcks  gedaen  hebben,fal  ick  niet  dan  het  aenmerke- 
lijckfte  in  defe  mijne  Hiftorie  verhalen. 

Daeromme  moet  ick  niet  vergeten  te  feggen,  dat,door  dien  defe  Stadt  op 
eenMeergebouwtis,  het  oock  feecker  is  dat  het  Water  fijnen  loop  onder 
alle  de  Straten  van  delelve  heeft,  en  ick  kan  verfeeckeren  ,  datmen ,  aen  de 
fijdevande  St.  Auguftijns  Strate,  ende  indelaegfte  gedeelten  der  Stadt, 
eer  het  Water  van  het  Meer  afgeleydet  wierde  ,  de  Lijeken  eer  in  het 
Water  dan  in  de  Aerde  begroef ;  want  men  konde  geenGrafopdebehoor- 
lijcke  diepte  delven,  of  men  vant  Water,  het  welcke  ick  te  meer  fegge  om 
dat  ick  daer  een  oog-getuyge  van  ben ,  hebbende  felve  gefien  datmen  veele 
Licchamen  in  Graven  lag ,  die  vol  Waters  waren . 

Dit  is  foo  waaragtig  ,  datfoo  het  Convent  van  de  Atiguftijnen  niet  dick- 
malen gerepareert  ende  als  her-bouwt  was ,  hetjegenwoordig  onder  Wa- 
ter foude  leggen.  • 

Doen  ick  te  Mexico  was ,  maeckte  men  het  felve  weder  op  een  nieuw ,  en 
ick  befpeurde  dat  de  oudePylaren  foo  diep  waren  in-gefoncken  ,  datmen 
daet  nieuwe  Fundamenten  op  timmerde,  enmenverfeeckerde  my  dat  het 
doemaelsde  derde  reyfe  was  datmen  nieuwe  Pylaren  gefet  hadde  op  de  ou- 
de,die  t'eenemael  onder  het  Water  gefakt  waren.  Defe  Stadt  heeftnietdan 
drie  wegen  door  de  welcke  men  tot  defelve  naderen  kan,  waer  vari  de  eerfte 
aen  het  Weften,  ende  omtrenu  ander-halve  mijle  lang  is ,  de  tweede  aen  het 
Noorden,endebeflaet  omtrent  drie  mijlen*  aen  het  Oo(renis'er  geen,  doch 
de  derde  die  aen  het  Zuyden  is,  mag  omtrent  vijf  mijlen  langzijn,  en  die 
was  het  welcke  Cortes  gebruyckteals  hy  fich  Meefter  van  de  Stadt  maeckte. 

HET 


J.Boeck.  DwrdeSpenfcheWeJl-Indïén.  XXII.  Cap, 
HET  XXII.  CAPITTEL. 


103 


te  Mexico  eet ,   en 


Van  de  vrught  en  diemengt 
daer omtrent wajfen. 

DE  vrugt -  welcke Nughtli  genierat  werdt,en  van  dewelcke  fommige 
leggen  datdefeStadt  Tenugbtitlan  genaemt  wierde,  isbynaedoor 
geheel  America  bekent,  men  vindt  die  felve  in  Spaignien ,  doch  daer 
is  geene  Plaetfe  m  dewelcke  men  foo  veele  van  defelve  vindt  als  te  Mexico, 
oockisheteenvandeoeftevrugtendie'erzijn. 
Sy  heeft  eenige  over-een-komfte  met  de  Vijge,en  men  fiet  in  defelve  vee- 
e  baedekens ,  doch  wat  fwaerder  als  die  van  de  Vijgen ,  en  boven  is  fy  ge- 
kroont  als  de  Mifpelen.  ,  )h 
Men  fiet'er  van  verfcheidene  Couleuren,fommige  zijn  groen  van  buyten 
ende  incarnaet  van  binnen,  die  een  feer  goede  ímaeck  hebben¿oock  zijn'er' 
geeleendegefpnckelde,  doch  de  witfte  zijn  de  befte. 

Het  is  een  vrugt  dewelcke  lange  bewaert  kan  worden,  die  feer  ver- 
koelende is,  daerom  agtmen  defelve  des  Somers  ten  hcogften,  eenige  heb- 
ben de  ímaeck  van  Peeren  ,  en  andere  van  Druy  ven. 

DeSpaigniaerden beminnen  defelve  veel  meer  dan  delndianemen  hoe  de 
aerde  waer  in  men  defelvefayt,  meer  bebout  is,hoemen  de  vrugt  beter  vint 
Men  vint  noch  een  andere  foorte  van  die  vrugt,  welke  root  is,  doch  in 
vergenjkmge  van  de  andere  is  Cy  niet  veel  ge-aght,  hoewel  de  ímaeck  daer 
van  nier  onaengenaemis,dog  dat  komt  door  dien  het  nuttigen  van  defelve 
met  alleen  den  Mon t ,  van  die  geene  die  die  eet ,  bloedt-roodt  maekt,maer 
oock  lijn  Lijwaedt  endePiiïe. 

Als  de  Spaigniaerden  eerft  in  Indien  gekomen  waren, fton den 'er  veele 
van  haer ,  alsfy  van  defe  vrugten  hadden  gegeten ,  feer  verbaeft,  en  witten 
met  wat  iy  denken  foudemmeenende  dat  fy  al  haer  Bloed  door  de  "water-lo- 
unge quijt  wierden. 

Selve  eenige  van  deDocToren  waren  in  den  beginnevan  't  fel  ve  gevoelen 
tot  ioo  verre  dat  fy  bloedt-ftoppende  remedien  ordonneerden  ,  aen  alle  die 
geene  welke  haer  Waeteraen  haerom  tebefien  fondemnog  niet  wetende 
waer  die  groóte  roodigheydt  uyt  fproot,het  welke  belacchens-waerdig  was, 
iiende  dat  de  Medicijns  foo  dikmaelen  bedrogen  waeren ,  alleen  om  dat  iy 
die  vrugt  niet  kenden.  J 

De  buy  tenfte  baft  daer  van  is  dick  en  vol  van  kleyne  fteekende  puntjens , 
dog  alsmen  de  vrught  tot  op  de  kernen  toe  geklieft  heeft,kanmen  die  ligh- 
telij ck  van  de  baft ,  ionder  die  te  breecken  ,  af  fcheyden ,  en  de  vrught ,  om 
cue  te  eten,  daer  af  ligten.  —      ■*  ° 

De 


Beichrij- 
'vingevan 
de vrugt 

Nugbt/i. 


Het  on - 

dericheir. 

En  fmaek- 
van  defel- 


Wonder 
uytwerck- 
felvan  . 
een  foorte 
van  defe  l- 


Onkunde 
der  Do- 
ctoren. 


Maniere 
om  die  re 
nuttigen, 


~ 


Bedrog 


;      ! 

daer door 
gepleegr. 

1 

ï  i 

Wadende 
blanc  -  man 
ger.    ' 

Befchrij- 

-vingedaer 

van. 

104  IBoECK.  Vbyagie  vanThomas  Gage      XXII.  Cap. 


De  Spaigniaerdcn  bedienen  fig  van  defe  vrugten  om  den  Vreemdelingen, 
te  bedriegen ,wantfy  nemen  vijf  ofte  fes  van  defelve  ende  vrijven  die  in  een 
Servette,  zoodanig  dat  die  kleyne  puntjens ,  welke  men  naeuwlijks  fien  kan, 
daar  in  blijven  fitten,  ionder  datmen  defelve  bemerkt ,  en  op  die  wijfewer- 
den die  geene ,  die  daar  geen  kenniíTe  van  hebben ,  wanneer  fy  haare  lippen 
met  die  Servetten  reynigen,  foodanig  daar  van  geplaegt,datfynaeuwlijcks 
konnen  fpreecken ,  als  nae  dat  fy  door  veel  watten  ende  vryven  defelve  al- 
lenskenszijn  quyt-geraeckr. 

Daer  is  nog  een  andere  vrugt ,  twee  -  maelen  foo  groot  als  een  Winter- 
peer ,  welkeïy  het  wafiende  blancman^er  noememom  dat  fy  met  de  fmaeck 
'  van  het  £/*»<?»  m/roger  over  een  komt,  het  welke  fy  van  fpieren  van  Capuy- 
nen ,  van  Room ,  Rijft ,  Suyker  ende  Roofe-water  maecken. 

Defe  is  fo  foet  als  honing ,  ende  fy  verandert  in  de  mont  in  een  feer  aenge- 
name  vogtigh'eyd-,van  binnen  is  fy  vervultmet  kieinefwarte  fteentjens  ofte 
kernen ,  die  feerbitter  van  fmaek  zij n  ,  ende  niet  by  malkanderen  gevoegt , 
dog  deeene  van  de  andere  gefcheyden  ,  hebbende  een  yder  fijne  byfondere 
baft  die  haeraf-fcheyd,foodanig,  dat  alsmen  die  vrugt  midden  door-fnyt, 
defelve  een  fchaek  ofte  Dam-bort  vertoont,men  eet  ofte  fuygt  het  witte 
daer  uyt,ende  werpt  de  kernen  wegh. 

Dogikmoete  de  vrugt  die  {y  Pinnat  noemen  niet  met  ftilfwijgenvoorby 
*aen,dit  zyn  Pijn-appelen  ,  dog  niet  van  dat  foorte  die  op  die  groóte  Maft- 
boomen  groeyemmaer  van  een  ander  ilag  het  welke  op  ftruyken,  even  als  de 
Artichocken  waft,  fteekende  de  bladen  van  die  ftruyken  gelijk  als  diftelen  ; 
als  die  vrugt  tot  fijne  behoorlijke  rijpigheydis  gekomen ,  is  fy  fo  grootalsde 
grootfte  Meloenemfy  is  geel  fo  wei  van  buy  ten  als  van  binnen,  hebbende  de 
bafte  met  een  foorte  van  fchellen  overdekkende  het  binnenfte  vervult  met 
een  fap  dat  foo  verkoelende  is,  datmen  gevaer  loopt  als  men  daar  te  veel  van 
eet.  Hetis  defelve  vrugt  welke  men  in  de  Antiüet,  in  Bre/ï/,  op  de  Kufte  van 
África,  in  de  Ooft-Indiën,  enmeeft  op  alle  plaetfen  daer  die  gevonden 
wert,  jegenwoordig  Annanas  noemt. 

Men  fnijd  defelve  aan  fchijven  eermen  die  nuttigt,  welke  men  omtrent 
Hoemende  den  tijd  van  een  halfuer.in  water  weykt,ookdoetmen  daer  wat  Sout  by,  om 
felvenut-  haere  koude  ende  raeuwigheyd  te  maetigen,  daer  naelegtmen  die  in  ander 
nSt  verfch  water  om  die  te  eeten.  ,        .    , 

Doch  de  befte  wijfe  op  dewelke  men  defelve  kan  toe  maecken ,  is  datmen 
die  in  Suycker  confij  t ,  ook  beftaen  uy  t  deièlve  de  befte  Confituren  die  fy  in 
dat  Landt  hebben.  " 

Men  vint  daar  ook  Druyven  ( hoewel  men  van  defelve  geen  Wijn  perft) 
Peeren ,  Appelen,  Quee'en Perficken,  Abricofen , Granaet- Appelen,  Me- 
loenen, Vygen,Noten,Caftianen,  Orangie- Appelen,  foete  ende  fuere  Ci- 
troenen ,  ende  meeft  alle  de  vrugten  in  Europa  bekent,boven  een  groot  ge- 
tal van  die  geene  welk  by  ons  nietgefien  werden. 


Vinnas, 

Befchrij- 
vinge  daer 


Dmv  ven 


I  Boeck. VowdeSpaenfcheWeJl-Indién. XXII.  Cap;  io| 

Oockgroeyt  omtrent  Mexico  een  feer  uytnemendeRnnm    Ai*  r„  \é¿*   ***x. 
noemen   enfyheeftdaer  veel  beter  tier  ^SfeÄ  ¿K?- 
ende  onderhout  de  felve ,  even  ais  de  Wijngaerden  in  Lola  P 

Sydraegt  omtrent  veertig  verfcheydene foorten  van  bladeren, welke  tot  r  u       t. 

diverfchegebruykenzijnftreckendeiwantalsfynogteerendeion^ 
fcnfy*andefe*^^^^^ 

nen ,  Gordels  ende  Touw-werck. 

Uit  de  wortel  van  dieBoom  trektmen  fekere  vogtigheit,welke  de  gedaente 
van  fyroop  heefoen  die€ekooktfijnde,fuyker  werdfmen  kan  daer  ookAfijn 
eMtZTÄmtn'™7  «  fiSdeínud^^dikmalendronkendrincken? 

Als  men  debaften  van  dieBoomverbranusdeaíTegoecom  wonden  ende 
ouetfueren  te  genefen;ende  degomme  die  uyt  de  tacken  vloeydt,welke  in 

tcnnv^  vÄ11     °m  ftaCn  ,1S  een  U^tnemende  tegen-gift  tegins  alle  foor- 

Eynd^jckdaerenonbreecktteMwfwmetvanallcsdatecneStadte^ 
«ckigkanmaecken^ 

barnd iel ^TJ^™™?  7™  &?* Ín  S^nien  >  ende  S5SE  Lof  van 
i  u  ?u eTofcaenrenin  I?lien,van  dcweleke  fy  aertfche  Paradijfen  ge-  ££ 

Stadt  van  MeWy  fouden  wel  haeft  alle  de  woorden ,  die  fy  tot  voordeel 
van  die  andere  Landen  gefegt  hebben ,  in  haren  halfe  haelen. 


HET  XXIII. yCAPITTEL. 

Van  de  Kerkelijke,  Politicqu?  mde  Militaire >Jlaet  van  McxicoJ 

T  mvdeLS^dlhenrf Cn  AertS4^hop  fijnen  ftoel  beveiHgt,en  de  Vice  Magevan 
mnSS^lTS  °  * ff  VC  ^?ten  ende  O'doniianticn  te  maeken ,  roy,      ' 

Sen  Ä  v *    r        voorvalI^tetermineren,  uytgefondert  alleen  diC 

wacrdirom  1         7"  |ew^tenc^n  d«men  oordeelt  dat  het  de  pijne 

Uní»  T  f  T°0r/en  ^ C  ,n  SPaigni™  te  brengen.  * 

GS  i n SSi  e^eKf  nínIdlikenSe^  vuiMexi»  onderworpen  zijn  jg™* 
Amoen^ 

fanet  hvVr  nn^t? T  C  ,f rgien  geco™™eert  te  worden,ook  ont- men.      * 

K  van  AdoJ  2  dl,eSeene>Welke  zijne  gonfte  van  nooden  hebbenin  het 
leren      APPd'doord™  men  van  alle  de  Sententien  voor  hem  kan  appel- 

O  De 


Í    '.KT/  ' 


l 


Liften  van 
de  Onder- 
Koningen 
om  gek  te 
ïreckeii 


Winften 
■van  den 
Marquisa 
Ser  ra  Ivo, 

fcnenk  aen 

den 

Koningh. 

Heghts- 
Inftelün- 
gein 
Mexico. 

Grootft 
magt  van 
deViccr' 


I     ■    ¡ 


loó  I.Boeck:    Foyagie  VanThomas  Gage    XXI.  Cap. 

De  Koning  van  Spaignien  laet  hem  jaerlijks,geduerende  fijne  Gouverne- 
ment hondert-duyfent  Ducaten  uyt  fijne  fpaer-kiften  trecken,  en  dat  Gou- 
vernement duert  gemeenlijk  den  tijd  van  vijf  jaeren. 
Dog  fy  weten  door  giften  en  gaven,die  fy  aen  de  Hovelingen  in  Spagnien 
doen,  fo  wel  als  aen  de  Heeren  van  den  Raede  van  de  Indien,  fo  veel  uyt  te 
werken,dat  fy  in  dat  haer  Ampt  mogen  continueren,felve  vijf  ja  thien  jaren 
boven  den  tijdt  door  haere  Commiiïïe  beftemt. 

Boven  defe  hondert  duyfent  Ducaten, weiks  den  Onder-Koning jaerlijks 
uyt  des  Konings  fpaer-kifte  trekt,heeft  hy  nog  fo  veele  profijten  dat  het  niet 
mogelijk  is  defelvenae  te  reekenen,  en  voor  al  foo  hy  gierig,  ofte  tot  den 
Koophandel  genegen  is,  foo  als  de  meefte  doen  ;  want  fy  weten  foodanige 
Koopmanfchap,als  fy  felve  begeeren ,  alleen  in  hare  magt  te  krijgen,  en  als 
dan  mag  niemant  dan  zy ,  of  die  geene  welke  fy  het  toelaten,diergelijke  ver- 
kopen ;  dit  was  het  dat  de  Marquis  deSerralvo  te  mijnerutijde  dede,  die  meer 
Schattingen  op  het  Soutftelde  als  oyt  eenig  Onder-Koning  voor  hem  ee- 
daenhadde.  & 

Men  gelooft  dat  hy  jaerlijcks  uyt  dat  Land  meer  dan  een  Millioen  Duca- 
ten trok,foo  aen  de  gefchencken  die  hy  ontfing,als  aen  de  winite,diehy  met 
den  handel ,  foo  op  Spaignien ,  als  op  de  Philippijnen  dede. 

Hy  regeerdedat  Land  thien  jaren  langgeduerende,  ende  onderwijlen  font 
hy  aen  de  Koning  van  Spaignien  een  Papegay,welke  vijfthienmael  hondert 
duyfent  guldens  waerdig  was,  ende  meer  dan  een  Millioen  aen  den  Graeve 
van  O^e^endeaen  deandere  Hovelingen,om  den  tijdt  van  fijn  Gouver- 
nement nog  met  vijf  jaeren  te  mogen  verlengt  fien. 

Daer  zijn  boven  den  Viceroy  nog  fes  Regters,ende  een  Procureur  Gene- 
rael,welkeydertwaelf-duyfentDucaten'sjaershebben,endetweePrefiden» 
ten  of  Voorfitters,  welke  met  den  Viceroy  over  alle  Civile  ende  Criminele 
faecken  vonniffen. 

Dog  hoewel  defe  gemeenlijk  met  den  Viceroy  in  goede  harmonie  leven  Í 
foo  hebben  fy  dog  evenwel  de  magt,om  fig  tegens  fijne  voorneemens  te  op- 
poieren,endefy  behoeven  niet  te  dulden,dat  hy  yets  tegens  de  Wetten  in  het 
werkftelle,  doch  het  meefte  gedeelte  van  defelve,  derven  fig  niet  tegens 
hemkanten,totfoo  verre  dat  hy  doet  het  geene  hem  luft,ende  het  is  genoeg 
dat  hy  het  foo  begeert. 

Defe  onbepaelde  magf.gevoegt  by  de  gierigheyd  van  den  Grave  van  Gel- 
®w,welkeinhetjaervan  1624. Viceroy  was,endedehoogmoet  vanDow  A~ 
hn^ode Zerria,  Aerts-biffchop  van  Mexico,  die  een  inkomen  van  feftig-duy- 
fent  Ducaten  jaerlijks  genoot,  bragten  diegfoote  Stad  in  hetuytterftege- 
vaer,ende  veroorfaekten  een  oploop  van  het  gemeene  Volk,het  welckebet 
Paleys  van  den  Onder-Koning  ende  het  Gevangen -huys,  dat  daer  nevens 
ftaetiin  biand  ftack, 


HÈÏ 


^ 


I.  BoucK.DwdeSpaênfchePPeft-MienXXïV  Cap  107 
HET  XXIV.  CAPITTEL. 

Gedenckwaerdige  Hifiorie  van  feecker  verfchil  ontnam  tuf- 
fihen den  Aerts-hfr chop  endeden  Viceroy  van  Mexico  5  en- 
de van  den  omloop  die  hetzelve  in  dt  Stad  veroorfaeckte. 

D  Oor  dien  dít  verhael  gedenkwaerdig  is,  ende  tot  een  voorbeeltaen 
andere  Natiën  kan  verftreckemop  dat  fy  geene  baetfugtige  ende  gie- 
rige  Gouverneurs,  nogte  hoogmoedige  en  metydelheyd  vervulde 
Prelaten  fouden  komen  uyttefenden,  om  buytensLands  hetgebied  te  voe- 
ren, f  o  hebbe ik  geoordeelt  dat  het  nodig  isiulks  te  verhalen :  de  faecke  viel 
dan  voor  op  de  volgende  wijfe. 

.    ^«ï  kaníeggemdatden  Grave  van  Gelves  in  eenige  dingen,  een  van  de  D^gden 
beite  Onderkoningen  endeGouverneurs  was,  welke  het  Hof  van  S^aignien  van  den 
o/c in  America geienden  heeft;  de Spaigniaerden  noemdehem  den  geftren-  ?f7e  ™ 
gen  Regter ,  ende  het  vier  dat  alle  de  Rovers  verteerde.  Gches. 

Hy  maekte  alle  de  wegen  fuy  ver  van  ftraet-fchenders,  welke  hy  fonder  ee-  c- 
mge  genade  dede  ophangen,foo  drae  als  fy  gevangen  wierden  ¿ebbende  hy   Jl  Tl1 
altoos  fijnebediendeende  eenige  Ruyterye  te  Velde,om  haer  te  vervolgen  ,  Kkk 
ioodanigdatmenfegt.dat'ergeduerende  den  tijd  van  fijne  Regeering,  meer 
Rovers  geftraftzijma  soytfedert  hetmnemen  van  het  Land  gekaftiktoo- 
mende  hy  %  op  eene  defelve  wijfe  geitreng,ende  on  verfettelijk  in  alle  faken 
die  de  Juftitie  betroffen. 

Dog  fijne  gierigheyd  haddefooveelemagt  ophemdatiyhemfeerveele  Sijnegm, 
mis-flagen  dede  begaen,  welke  hy  niet  befpeuren  konde ,  dan  nae  dat  fy  den  te  giSig- 
opftant  van  geheel  het  rijk  ende  de  Srad  van  Mexico  veróor&ekt  hadden.      ^eyd. 

f  iet  gene  hy  felve  niet  wilde  doemdede  hy  door  andere  Perfonen  verrig- 
ten^nder  andere  koos  hy  uy  t  feekeren  Dom  Fietro  Mexia,die  de  rijkile  Pet 
loon  van  geheel  de  Stade  was ,  om  alle  de  MaiK  ende  Tarwe  op  te  kopen , 
om  defelve  fo  alleen  in  fijnehanden  te  krijgen. 
VomPietro  Mexia  koft  alle  de  Ai***  van  de  indianen,  tot  foodanigen  prijfe  VoorM, 

hv  Jjfr Tl de;d°§  Wï dG T/rZe Van de SPñ™*¿™ belang^diekoft  2£*f 
hy  volgens  den  prys,die,door  de  Wetten  van  het  Land,daer  toe?efteltis,te  a*eiy*ih 
wetenden  tijde  van  hongersnoot  tegen s  veertien  Realen  het  Mudde/t  wel- 
ke met  veel  is,  ten  opfigre  van  de  groóte  meenigte  van  Gout  ende  Sil  ver  die- 
men  daer  vim ;  foodamg  dat  de  Land-bouwers  ende  de  Pagters  wel  in  haer 
icmck  waren  daer  fo  veel  gelts  van  te  makemhebbende  fy  groóte  hoope  vari 
een  toekomende  vrugt-baer  jaer ;  ook  fouden  fy  het  niet  hebben  derven 
weygeren,  wetende  dat  hy  een  Goniteling  van  den  Onder-Koning  was ,  en 
lijnde  fy  onkundig  van  de  oorfaeke  die  hem  foo  veel  Koorn  dede  kopen. 
t  Op  defe  wijfe  vervulde  hy  met  Koorn  alle  de  Sch  uren  ende  Solders  die  hy 
door  geheel  het  V    i  gehuert  hadde,ende  hy  nevens  den  Onder-Coning 
kreegenhetinhaergewelt,    •  O  a  ^f 


I 


Het  Volk, 
door  den 
Viceroy 
mishan- 
delt, 
Klaegt 
aenden 
Aerts- 
biilchop. 

Welck« 
Pedro  Mi- 
xta in  den 
ban  doet. 
Die  daer 
mede  lpot 


Stilftant 
van  Gods- 

dienft. 


108  I.  Boeck.  Voy agievanThomas  Gage  XXIV.  Ca?; 

Hyhaddeoock  volk  op  fijn  handt,  welke  door  fijne  laft,  het  Koornte 
Merckt  bragten  ,  het  welke  fy  niet  deeden  dan  als'er  maer  een  weynig  was 
van  het  gene  hy  niet  hadden  konnen  krijgen  ende  magtig  werden*  en  als  nu 
de  prijs  daer  van  al  gefteygert  was. 

Als  hy  nu  fag  datmen  by-nae  geen  Koorn  meer  te  Merckt  bragte,  fo  ver- 
hoogde hy  de  prijs  van  het  zijne*  endehy  verkogthet  omtrent  eens  foo 
dier  als  het  hem  te  ftaen  quam. 

Dit  verwekte  dat  de  arme  begonden  te  klaegen,  de  rijke  te  murmureren  * 
ende  dat  fy  gefementlijk  een  Requeftaen  het  Hof  van  deCancelaryeen  aen 
den  Viceroy  prefenteerden,door  't  felve  verfoekendcdat  het  Koorn  weder 
op  dien  prijs  mogte  geftelt  werden,  waer  op  het  door  de  Wetten  was  gefet. 
Dog  door  dien  hy  in  dit  werk  lijn  eygen  belang  be-oogde ,  foo  leydde  hy 
defeWet  na  fijnen  fin  uit,  feggendcdatdie  in  tijden  van  hongersnoot  plaet- 
fe  hadde,  doch  niet  in  foodanigeálsdie  fy  nu  beleefden,2.ijnde  het  jaer  feo- 
vrugtbaer  alseenig  ander  datmen  daer  te  vooren  gefien hadde,  endede 
Merckten  met  Koorn  vervult ,  foodaenig  dat'er  niet  alleen  genoeg  voor 
deStadt,maeroock  voor  geheel  het  platte  Landt  was,  en  daer  door  conti- 
nueerde Dom  Pedro  Mexia'm  defeMonopolie^niettegenftaendealle  de  klag- 
ten  van  het  geheele  Volk ,  en  dat  de  Wetten  fulks  verboden ,  deelende  hy 
ende  den  Viceroy  den  beuyt  tefaemen. 

Dog  het  Volk  3  fiende  dat  den  Onder-Koning  haer  weygerde  te  befcher- 
men  ende  regt  te  doen,het  welke  hy  haer  als  Vader  ichuldig  was,begaf  fich 
tot  de  Kerke  als  tot  fijne  Moeder  ,endeadrefïeerdefig  aen  den  Aerts-bif- 
fchop,  den  Welken  fy  het  ongelijk  datmen  haer  aendeede  vertoonden,  door 
de  Tyrannye  van  Dom  Pedro  Mexia*  die  de  gonfte  des  Onder-Konings  mis- 
bruykte,  ende  daer  door  de  arme  Lieden  te  gronde  hielp,  hem  biddende 
daer  een,  Cafus  Confciemiavnn  te  willen  maecken ,  ende  fuicks,  door  Kerc- 
kelijckeCenfuren,  te  willen  voorkomen. 

Dom  Alonso  de  Zerna ,  welke,  om  des  Volks  genegentheyt  te  winnen  .-  al- 
.   toos  den  Viceroy  ende  Dom  Pedro  Mexia  in  het  ongelijk  geftelt  hadde ,  be- 
loofde hem  in  den  Kerckelijcken  ban.  te  doen,  ende  deede  de  Copyen 
van  fijne  Excommunicatie  aen  alle  de  deuren  der  Kercken  affigeren. 

Dog  Dom  Pedro  Mexia,met  die  verbanninge  fpottende,omhielt  fig  in  fijn 
Huys ,  gaende  voort  met  fijn  Koorn  te  doen  verkopen  en  verhoogende  da- 
gelijks den  prijs  van  het  felve ;  het  welke  dan  eyndelijk  den  Aerts-biflchop 
bewoog  fijne  Kerkelijke  Cenfuren  te  verfwaren,  ende  daer  toe  het  plegen 
v  an  allen  Godts-dienft  te  verbieden . 

Defe  ftraffe  wert  van  foo  grooten  gewigte  onder  haer  gehouden, datmen 
defelve  noyt  in  het  werk  ftelt  dan  tegens  eenig  Perfoon  van  groot  aenfien , 
welke  hertneckig blijvende  de  Kerkelijke  autboritey  t  veracht. 

Mjen  fluyt  de  deuren  van  alle  Kerken  foo  drae  als  foodanige  Interdiclie 
gepubliceert  is,ende  men  doet  daer  geene  Mifife  meer,ook  fijne  alle  foorten 
van  gebeden  ende  van  Godts-dienft  verboden,  Deiè 


Ï.BoECK.VoordeSpaenfcheWe/l-Indlén.  XXIV.  Cap.  109 

Defe  Incerdicfbie  is  daer  om  nog  tefwaerder,door  dien'er  meer  dan  duyfent  K°ft<fcü 
Priefters  in  de  Kerken  ende  in  de  Conventen  zijmwelke  geene  Subfiftentie  Gec«lfa- 
hebben ,  dan  het  geene  fy  met  het  doen  van  de  Miífe  winnen  ,  die  fy  voor  rcer<ie 
een  Rijks-daelder  het  ftuk  feggen  ,  en  die  geene  welke  in  defe  Cenfure  ver-  1^°?' 
vallen  zijn,fijn  gehouden  defelvehier  van  fchadeloos  te  houden  ende  te  in-  ¿\j 
demneren  ,  het  welke  meer  dan  duyfent  Rijks-daelders  dcsdaegs  beloopt,  daees 
Den  Aerts-biiïchop  en  wilde  niet  alleen  Dom  Pedro  Mexia  verbinden  tot  ' 

het  betalen  van  die  fómme,maer  hy  hadde  daer-en  boven  voorgenornen,om 
hem  t'eenemael  gehaet  van  het  Volk  te  maeken.het  welke  fig ,  ter  oorfaeke 
van  hem ,  van  alle  de  Godts-dieniï  verfteeken  fag. 

Dom  Pedro ,  welke  het  voornemen  van  den  Biflchop  wel  beípeurde,  ende 
hoorende  hoe  het  Volk  tegen  hem  op  de  ftraten  riep  ende  klaegde ,  verftak 
fig  heymelijk  in  het  Paleys  van  den  ViceroyVbiddende  dat  hyliem  in  fi>ne 
befcherminge  wilden  nemen  ,  ende  defenderen  tegens  den  opftant  des 
Volks ,  fijndehy  niet  verVolgtdan  ter  oorfaek  van  hem. 

De  Onder-Coningzijndedan  op  defe  wijfe  onder rigt  van  alle  het  gene  dat  Dompedro 
den  Aerrs-biiïchop  gedaen  hadde,  beval  aen  fijn  Volk  dat  fy  de  Interde&ie  vlugt  by 
foo  wel  als  de  Excommunicatie  van  alie  de  deuren  der  Kerken  fouden  gaen  denVice- 
af-fcheuren,en  hy  ordonneerde  aen  alle  de  Superieuren  van  deCon  venten,  ro7- 
(fat  iy  hare  Kerken  fouden  hebben  te  openen  ,  ende  de  MiiTe  in  defekete  Die  % 
doen  celebreren ,  even  als  vooren.  tegens  den- 

Dog  fy  weygerden  defe  fijne  ordres  ter  executie  te  ftellen ,  geloovende  dat  £f  r£s*^t 
fy  meer  verpligt  waren  om  haren  Aerts- biflchop  tegehoorfamen  dan  wel        ^  fteir* 
den  Onder-Koning  *  welke  hare  weygeriiige  fiende  ,  aen  die  Prelaet  beval, 
fijneCenfurenintetrecken.  v    ,. 

.  Doghy  antwoordde  dat  hy  redenen  hadde  gehad  om  te  doen  het  gene  hy    "£°  te 
gedaen  hadde  tegens  een  Perfoon  welke  een  onderdrucker  der  Armen  was,  otm  den' 
welker  klagte  hem  bewogen  hadden  medelijden  met  hare  ellende  te  heb-  Onder- 
ben j  ende  dat  de  veragtingemet  dewelke  de  fchuldige  de  eerfte  Cenfuren  Koning,, 
ontfangen  hadde ,  hem  hadde  tot  de  twede  doen  komen,  en  dar  gy  die  geen 
van  beyden  herroepen  konde  ten  fy  Dom  Pedro  Mexia  fig  alvorens  aen  de 
Kerke  onderworpen  hadde,om  openbaerlijk  van  fijnemisdaed  geabiolveert 
te  werden  ,  dat  hy,  ook  alle  de  Kerkelijke  Perfoonen ,die  ter  fijner  oorfaeke 
fchade  hadden  geleden  moefte  voldoen ,  ende  leetwefen  hebben  ende  boe- 
te doen  over  den  Godtlofen  Koophandel  met  dewelke  hy  hetGemeene 
Befte  ende  voor  al  den  Armen  benaedeelt  hadde. 

Op  defe  wijfe  was  het  dat  diePrelaet  fig  ftelde  tegens  d'authorítey  t  van  fij- 
nenJConingin  de  Perfoon  van  fijn  Dien  aer,weygerende  fijne  bevelen  tege- 
hoorfamen,en  fig  agtende  geluckig  te  zijn  van  te  mogen  de  ftantvaftighey  t 
van  St.  Ambrofius  navolgen  die  hy  tegens  den  Keyfer  Theodofiut  betoonde, 
fig  verlatende  op  de  magt  derSleutelen,welke  hem  was  toevertrouwden  op  Sijnc  re¿ 
Sjne  Kerkelijke  enGeeftelijke  perfonen,welke  hy  dogte  met  't  gemene  volk  deuen,. 

O  3  eea 


■ 

DeVice- 
roy  geefc 
laftom 
hem  te 
vangen. 

Hy  vlugt 

uytde 

Staat, 


Poch  te 
vergeefs. 


Hy  vlugt 
in  de 
Kercke. 


'ito  I.Böeck.  Föyagie vanThomas  Gage     XXV.  Cap. 

een  verbondt  te  doenaengaen,  om  alfooden  Wereltlijken  Arm  ende  de 
Overigheydt  te  wederftaen. 

Dog  den  Onder-Coning ,  konnende  die  harde  antwoordt  niet  verdrae- 
gen  >  voor  al  van  een  Kerckelijk  Heer ,  beval  darmen  fich  van  fijn  Perfoon 
verieeckeren  foude ,  ende  hem  nae  St.  faan  ¿PUlbua  brengen  >  om  hem  al- 
daer  te  bewaren  tot  de  tijdt  toe  datmen  hem  nae  Spaignien  foüden  konnen 
affchepen. 

Als  den  Aerts-BiflchopdeferefolutiedesOnder-Konings  tegenshem  ver- 
ftaen hadde^begaf hy  fig uytde  Stad,ende  vertrok iig  in  eene  vande  Voor- 
Steden,Guadalupa  genaerarJeydende  veeleCanonicken  ende  Kerckelijcke 
Perfonen  met  fig,nae  dathy  aen  deDeuren  van  de  voornaemfte  Kerke  eene 
Excommunicatie  tegens  den  Onder-Koning  ielve  hadde  doenaenflaen, 
zijnde  hy  van  voornemen  om  hey  meiijk  nae  Spaignien  te  vertrecken,en  al- 
daer  reekenfehap  van  al  fijn  doen  te  geven. 
Dog  hy  konde  fig  uyt  de  handen  des  Viceroys  niet  redden,welkê  verilaen 

hebbende  dat  hy  in  de  Voor-Stad  van  GuadalupawasAzer  aenifonts  de  Ge- 
'  regts-dienaers  heenen  ibndt  om  hem  te  vatten. 

HET  XXV.  CAPÏTTEL 

Vervolghvan  dat  different  ende  de  verfcheydene  uytwerekin- 
gendiehetvoortbraght. 

SOo  drae  hy  daer  van  kenniiTe  hadde,  begaf  hy  fig  in  de  Kerke  als  in  een 
heylio-e  ende  veylige  vry-plaetfe ,  hy  deede  daer  de  Walch-kaerflèn  aen 
brandt  fteecken  ,  hy  kleedde  fig  met  fijn  Pontificad  Habijt ,  hy  fette  de 
M  ij  ter  op  het  hooft,vattende  het  Heylige  Sacrament  in  de  eene  handt,ende 
fijn  Aerts-Biflchops  Staf  in  de  andere,gelovende  dat  hy  in  foodanigen  ftaet 
voor  het  Altaer  ftaende ,  ende  door  fijne  Geefteiijkheydt  omringt  zijnde  j 
de  Officieren  en  de  Geregts-dienaers ,  uyteerbiedigheydt  fouden  te  rugge 
keeren ,  ende  niet  op  fijn  Perfoon  derven  onderftaen. 

Als  defe  Bediende  nu  in  de  Kerke  gekomen  waeremfoo  begaeven  ly  fien 
nae  het  Altaer,  ende  nae  dat  fy  fig  op  hare  kny'en  bcgevende,Godt  hadden 
aengebedemfo  fielden  fy  op  een  feer  beleefde  wijfe  aen  den  Aerts-Biffchop 
deoÖorfake  van  hare  komfte  voor  oogen,  hem  biddende  het  Heylige  Sacra- 
ment op  het  Altaer  te  willen  neder-fetten,ende  te  aenhooren  het  lefen  van 
de  ordre  diéfy  hem  uyt  den'  naem  des  Koninks  bragten. 
Hy  antwoordde  haer,dathaer  Meefter  ge-excommuniceer t  was,en  dat  hy 
hem  niet  meer  als  een  Lidt  van  de  Kerke  konde  agtemmaer  veel  eer  als  een 
af  gemeden  ende  verrot  Lidt,'t  welke  gantfeh  gene  magt  hadde  hem  iets  in 
de  Kerke  Gods  beveelen  ,  en  dat  hy  by  gevolge ,  fo  fy  agt  op  d  e  faligheydt 
haerVzielen  wilden  nemen,  haer  feer  vriendelijke  badt,  te  willen  inaile 
,  ililte 


I.  Boeck.  DoordeSpaènfcheWeJl-Indi'énXKY,  Cap.  i  ir 

ftilte  vertrecken.fonder  de  voorregten  der  Kerke  te  fchenden  :  ftellende  in 
defelve  ter  executie  de  Ordonnantien  van  den  wereltlijken  arm :  daer  by 
voegende  dat  h y  niet  uy t  de  Kerke  foude  gaen ,  ten  zy  dan  het  Heyliee  Sa- 
crament mede  nemende.  J   ö 

Die  geene  welke  defe  Geregts-Dienaers  commandeerde  ,  ende  Tyrol  ge- 
naemt  was.deedehem  veritaen  de  ordre  die  hy  uytdes  Koninksnaeme  was 
hebbendcomfig  van  fijn  Perfoon  teverfeekeren  waer  tenplaetfehyhem 
ook  mogte  vinden,  en  om  hem  nae  57:  \um  d'Uibua  tebren&n,  al  waer 
hy  foude  werden  in  handen  geftelt  van  die  geene  die  fulcksaldaer  foude 
aenbevolen  zijn.  om  by  gevolge  op  een  Schip  gebragt  ende  naeSpai- 
gmen  over-gevoertte  worden.alseen  Perturbateur  van  de  gemeene  rufte 
ende  icnuldig  aen  het  Crimen  LafaMajejlatiï. 

Dog  den  Aertz-BiflTchop  Tyrol  aenfiendcfeyde  hem  dat  de  injurieufe  ter- 
men van  dewelke  fijn  Meefterfig  bediendeveel  meer  op  den  fel  ven  fijnen 
Meefter,  dan  wel  op  hereden  Aerts-Biffchop,  paften,  ende  voor  al  op  fijn 
Gunfteling  Petro  Mexta, welke  beyde  de  gemeene  rufte  gebrooken  hadden 
ende  de  Arme  onderdrukt;  voor  dereftefo  vermaendehy  hem  geen  gewek 
w  het  H  uys  Gods  te  plegen.op  dat  hy,  even  als  gftrfmuátt  geftraftfoude 
werden, welke  fijnen  hand,tegens  de  Propheet,over  den  Altaer  uy  tftrekte, 
hem  voor-houdende  dat  dat  exempel  hem  moefte  beletten  eeniggeweldt 
m  de  Kerke  te  plegen.  to& 

Maer  Tyrol, ,  geen  tijdt  willende verliefen,belafte,fonder hem  tijd  tege- 
ven  om  meer  remonftrantien  te  doen, aen  feecker  Priefter ,  welckehy  met 
S^^^haddemede-gebragt,-  uyt  den  naemedesKonincks, 
dat  hy  het  Heyhge  Sacrament  uyt  de  handen  van  den  Aerts-Bitfchop  foude 
3o?ril7J¡  h^A,lcaWPlaetre'h/twelkeg^enzijnde,trokdiePrelaet: 
tnlTÊZ  ?ltder,en1UrC  '  ende  nae  veeleproteftatien  gedaen  te  heb é 
WnËfw^^f^^^n  ^rkragteendegeweldt  aen  dee- 
Än^  JÄ"  handen  Van  T^nae  dat  hY  fii«  af-fcbeydt  van  fijne 
SnfnnÜ7  dhadd^enomenVW€lkèhyo^badtkenniiietewillendrae. 
gen  van  hetgeweldt  datmenaen  hem  pleegde 

h«iC 'V°l/ 1™  het  voorgaende  wierde  hy  gevangen  te  St.fuan  d'Vlhua ge- 
™w  "  de,b7aennge  ™  den  Gouverneur  van  het  Kafteel  geftelt ,  ende 
HÄ  íí  "í?  Spai-nif?  af-geícheepr,in  een  Schip  datmen  daer 
ínPn ToL  rCydt  hadd€  r  °m  alda€1"  re^enfchap  voor  den  Koning  ende 
lijnen  Raed -te  geven  van  fijn  quaet  comportement. 

7^^,Fin]wler  nae,bígonde, veeIe  van  de  voornaemfte  Inwoonde»  van 
^nSñ;L«^?cll,k^on?erliíke  difcour^n  tevoeren,  overditge- 
Onder  Z  "  ï?Cre?  Prdaet'  e«^fy  lafterden  het  beleydt  van  haren 
niet  ES    gr  hlf  d°0r  <ïuaer*en  f7  eyndelijck  foo  verre ,  dat  fy  haer 

Sy 


Hy  werdc 
gevangen» 


£n  nae 

Spaignieiï 

gefonden, 


De  Ge- 
meen re 
beweegt 
fich.- 


« 


En  werd 
door de 
Kcrckc- 
lijkeaen- 
gefet. 

Jíaer  mid- 
del daer 
toe. 


HetVolck 
begint  te 
muy  riñe- 
ren. 


Begin  van 
den  op- 
loop. 


ni    I.Boeck.  Voyagit  vanThomas  Gage    XXV.  Cap. 

Sv  deden  dit  niet  alleen  uy t  hare  eygene  beweginge,  maer  fy  wierden  door 
de  Kerkelijke  daer  öock  toe  gedreven,  welke,  fo  het  fchijnt,  een  blinde  ge- 
hoorfaemheyt  aen  haren  Aerts-Biffehop  belooft  hebbende.geloofden  dat  fy 
met  een  vry  gemoet  fig  konden  ontflaen  van  die  gene,  die  fy  de  Magiftraet 

f  DeibSkebranden lieten  in  veerthien  dagen  niet .  nae, bet  vyer  van  twift 
ende  oneenigheyd  in  de  herten  der  Volckeren  in  te  blafen,en  voor  al  in  die 
van  de  geringfte  foor  ten.  Men  maekte  de  Cn0/*n,d  Indianen  en  deM«/^« 
ook  gaende.welke  men  wifte  dat,ten  haren  ondanke.de  ftrenge  juftitiedes 
Onder-KonTngs  verdroegen,  fowd 

nCÄ^n1^E^ien  dagen  na  fijn  vertrek  ,  was  te 
rueee  eekomén,foo  verfpreyde  figdat  gerugteio  dra  met,of  defe  misnoeg- 

defegE 

oneenigheyd  ontftak  fig  ibodanig,datmen  daer  uy  t  niet  minder  dan  den  on- 

dergank  van  die  groóte  Stadt ,  tot  in  in  den  gront ,  te  gemoet  fag. 

Door  dien  nu 1W  niet  onkundig  was  van  het  quaede  herte  dat  hem  het 
eemccM  Volk  weSroeg Joo  hielt  hy  fig  in  f,jn  Huys  opgeüooten.met  der- 
fenXopdÄ 

1    rLJ£  Sni»  teeaen,'fo  waegde  hy  het  ten  laetften  ,  ende  gink 
om  fijne  meeKerwi    ï  onevndiï  seta  fteenen  werpende.ende 


■ 


T 


IBoECK.  Door  de  SpamfiheWeft-Indiên.XXV.  Cap  iI2 

denOnder-Koning.dieaenftontsalledePoortenenDeurf.n,!,^    n' 

meníchen  van  allerhandelofte  e ñSnfeíl  m„f  ^wee-dnyfent 
getal  van  defelvenam  wdS,ÄÄtlL  ^SÄ6'  ^"     - 
«epen, hem  Verraeder ende  [udasnoemende  en m«nir    / "¿oml>"' 
gens  de  venfteren  van  het  Paleys  werpende  '    ""^  Aeenen  te" 

by  haergevoegt  hadden  wieidfaengê  ïft°  g£¡ Aftf"'  "^? 
dedeuren  van  het  Paleys  beeondt-n  wíSffí °™amg  cUiyde  mueren  ende 

vond, tehuloete komen.       CB  g^erll*°  fta«>¡n  ***B*%  ***■%£& 

overdeplaetfepaiïeerdefralkghenLvoo^ 

jeugt moefte ¡aíen gewerdenTwelke hae™ /ÍT"'^"/6^™11 die 
wilde  wreecken,  en dat  dfc™«fr qWhS  7  ae"5ed^ne  ongelijk 
diegene welkehaer in GinebëtóeS^   P teho"den; *>/> MW*  ende 

^rendedunderdandeandereini-      g   P  aetfenin  de  muendiefwao 
ten.om  te  onderfodcen  wel££?g      ^"^ok  beproefde  by  alie  de  Poor- 
Hebbende r^S^Ä^T'Ä*^  te  looPen  ^udezijn. 
fwakftewasioop^ 

P  Ala 


DeOn- 
'der-Ko- 

ningh 
plant  den 
Koningh- 
lijcken 
Srandaert. 

Dogn  te 
vergeeius. 


114  I.Boeck".  VopgievanThomasGagè     XXV»  Cap. 

Als  nu  den  Onder-Coningh  fag  dar  niemand  van  de  Overighey d,ofte  van. 

¿me Vrienden  hem  te  hulpe  quam,ib  begaf  hy  fig  op.de  uycfteekende  Gale- 

vanfimPaleys,  vetfek  zijnde  door  íijn  Lijf-waghten  ende  Dienaren, 

diende  a  dae  den  Koninghlijckcn  Standaert  planten,  ende  de  Trompeteen 

fteecken     om  alfoo  de  In  woonders  rot  des  Coninghs  (  wiens  Pericón  hy 

daer  verbeelde  )  hulpe  te  roepen.  r„„„ 

Doch  d Ut  doen  diende  hem  nergens  toe ,  want  niemant  vertoonde  fig  om 

hem °e  fecoureren ,  ende  alle  de  aenfienlijckfte  van  de  ftadt  htelden  haar  by 

™  /e  „amcdesKoning<  van  boven  dtGaleryen  hoorden  noemende,  begon- 

Dil  woorden  bewaerden'er  vede  van  de  Galge .  wanneer f¿»™«™% 
Crf.de  ioformatienquam  beleggen  van  alle  het  geene  in  ure  faecke  was 

V|i7efo^tmenbemerkend^ 

u°?a,cu  In  den  tijd  van  omtrent  íes  ueren.welcke  defe  tumu «f  d^«^W 

in  dde         viif  ofte  fes  van  defe  Mutins,door  die  geene  die  op  de  Galeryen  van  het  r 
^centre.    W0wtt™d^dgefchooteii,enop.dic  Galeryen  wierde  ookeen  Lijf-waQt 
ende  Pagie  van  den  Onder-Coningh  gcdoodt.  .         k  ende  vyer 

Alsnitde  nagtbegonde  te  naderen,  kregen  defe  °Foen^ïwanhet 

bydeh^ 

Paleys,  nevens  de  voornaemitePoorte  van  het  felve.  ,  den  A- . 

del,  envandeMagiftaet  ,   ^\^fe^^^^^^^ 
te  beletten  dat  den  bran t  fig  niet  door  de  Stad  foude  ver ïprey a«  , 
fe  Stade      Gemeente  te  bewegen  tot  het  leflehen  van  het  vyer  om  naHuys  t°£e  £e 

jollen  fich0e^eerwiji  men  'e&m^^^f^^^^^-^^^ll^^ 

■  wmmm 

werden,  enaendeGalgetegeraecken.  ,    M     •    vanTiro/ende 

Andere  begaven  haer  tot  het  foeken  van  Vom  Pedro  Mexí^yan  ly 
üy;L  vandenVi^ 
Taley L       I#*nde  Kleederen  ontkoomen  waren. . 


Doodea 
in  deie 


HetPa- 
kys  in 
brant  ge- 
ftooken. 

De  voor- 
naemfte 
-r  Stade 
tellen  fich 
tuflehen 
bey de. 


De  fchuï- 
dige  vlug- 


I.  BoEcic.  DoordeSpenfchemji-Indién.  XXV.  Cap  i  ti 

daen  hebben  de,  met  een  RelSíeusSt  r    'n  T  eeaC°<M™  ^nge-  dcr-Ko- 

gévolgh waLndeío  ee ífamA^ÍÍ|^V^een,feerBeT1,erli'l[,,et?0Í- 
deelen  ™  /¡roe„«,in  dewe"  e  mín  ' u  pd  f°ude  ftreckcn  aen  allede  ranSp-ai- 

ingevallemen  deHi^dS     aÍ£00Sgen0eg0pr06rÍgef0ude™^"'fS'tac 

VñhMtUm  IcaXprítñrrílT     "  G°h" t0t  Vicero5' fond  •  om  nevens 
onderfoekenvTndlg^  - 

fe.ve.door  ^ÄXlwSfefe^^»  ^  "«  Srraffe 
M*™  d,-CWí,  lvas,d¡e  m    SÏÏ2S    ñlrt  Va"  Dm  <i«rovet 
hey t der Werren  hadden  X Ä f°  ™"  defeíake  na  de  S^ng-  geceffem. 
« fouden geítrafi ziin  ™!1  í       ',le de ™°™aemite vanM«<- 

daer  toe  geroepen  Sen7         hetfteecken  ¿«Trompetten 

niet  hadden  S  kom'n  S        gCb/  b"2ten'dat  <?  uyt  hare  huyfen 

hadden.  Men  bevonH  ^r^PS      Ä '     ,?  rï"haerln  het  openbaervertoont  Af-fceerf  «■- 
hadden  gZlcZZottll^       K     f  "f efe  dee' in  die  Mn»«J«  C™  ° 
een  afkír van  het Gou  v-meJ n       'S        Und ?eboorene waren,welke  JeCrf«fe, 
dacn  komen  bebden  „T2rTVrn;>P1,g?le"-eBdevan  ^  die  daer  van  regens  de 
delen.en  Ä!    Il'/    "f  >  als  *  b°ven  *=*  hebbe.mishan-  SP°aen- 
Spaenfchejockrfte rchnddt^oSen"  ~  ^d^H^n >  «*«  lth- 

dar/ooL/.,JenJ?dWe,^¿  S     a e!,i¡e  hadden  aengefet.totfo  verre,  regens 
buy ten  twiíífel  nTsna ™f„         '    3*^ methadden gevlught geweeft.fy  ¿tó»r. 
y      twrjttel  na  Spagmen,omopde :  Gaieyen  gefet  te  wordin.fouden  zijn 

-■  *  gefon; 


;.á  4- wer- 
den ge- 
hangen. 


politique 
{frafleaen 
den  Aerts- 
biffchop 
geoeflent. 


Beloninge 
van  den 
Yieeroy. 


Politique 
aenmerc- 
kinge. 


1 16    l.BóECK.   FdyagievanTBomasGage    XXV. Cap-,. 

gefonden  geweeft3volgens  de  Sententie, welke  in  haer  af-wefen  tegens  haer 
wierde  uytgefproocken.  ; 

Onder  foo  veele  fchuldige  wierden'er  macr  drie  of  vier  gehangenen  nog 
was  dat  om  het  geene  ÍV  uy  c  hecPaleys  desOnder-Konings  geftolen  hadden. 
En  door  dien,  ais  men  defe  faken  na  der  R  egten  ftrenghey rhadden  wi  len 
af-doen,  men  tegens  het  grootfte gedeelte  der  In  woonders  foude  hebben- 
moeten  aderen  die  men  bevond  dat  of  met  raedt  of  met  daedt ,  ofte  ook  wel 
door  andereheymelijke  wegen  onderdefen  op-roer  geipeelt  hadden,wier- 
de  den  Komng  geraden  haer  liever  alle  een  alpncene  vergiffemfle  te  ver* 
aonnen,  als  naerigeur  der  Wetten  te  ffrafiFen.. 

ÖMen  nam  het  doe?  van  den  Aerts-Biffchop  iA  Spaigmen  veel  erger  op  dan 
dat  van  den  Onder-Koning;-  ook  bleef  hy  lange  buytenbediemnge,  tot 
dat  men  eyndelijk ,  om  fijne  gonftelingen  niet  t  eenemael  te  vergrammen 
ende  een  af-keer  van  de  Regeringe  te  doen  hebben  ,  ende  om  het  vyendat 
no*  onder  de  affe  fmeuldcniet  weder  te  doen  op-vlammemgoedt  vondt  m 
den  Raed  van  Spaignien3hem  een  eerlijk  employ  in  het  Landt  van  fijne  ge- 
'  boorte te  geven,  ende  men  maeckte  hem  Biffchop  van  Zi»^ het  welke 
eenkleynBifdominCaftilienis,endedaerdoorkortemenhemdew^ 
en  belette  hem  met  eene  op  een  ander  tijdt  foo  hoog  te  vliegen .  Van  Ae  t  - 
Biffchop  wierde  hy  Biffchop ,  ende  in  plaetfe  van  feihg-duyfent  *&*&&• 
ders  die  hy  te  voren  aen  inkomen  hadde,  moefte  hyfig  nu  genoegen  met 
viifafes-duyfentRijks-daelders. 

D   GraveU GelL  wierde  ook  in  Spaigmen  op¿ontboden,dogfeerwe    - 
aen  het  Hof  onthaelf,  ende  fijne  Catho  hjkeMajefteyt  verhief  hem  tot  het 
AmpfyanGroot-ftalmeefter,  het  welke  eene  vandeaenfienlijkftewaer- 
di^heden  van  geheel  het  Rijk  is. 
Ik  1 ebbe  gelooft ,door  dien  defe  Hiftorie  diende.om  te  vertoonen  de  ftaet, 

Tn  moefevergeeten ,  op  dat  den  Leefer  foodanige  gevolgen ,  als  hem  goed 
fulkndencken,  fil  konden  uyt-trecken,  ende  in  ^voor-by-gaenbemerc. 
ken ,  hoe  fchaedelijk  een  faecke  degierigheyt  voor  Vorften  en  Princen , , en 
foodiegene,wellceLandenregeeren^foowelalsdeydeiheytendeblin^ 

de  drift  in  die  seene  ,  welke  magt  in  bewerkelijke  zijn  hebbende. 

ÄÄ  S^rr  M^^tentijdevan- 

M^Aèn  hedenfdaegfchen  toeftant  van  dcfelve.cn  de  onrufte  in  de- - 
welkeídie  ten  tijden  van  mijne  aenkomilewas.befchreven  hebbcfoo  is  her 
S  dat  ik  uvt  defel  vetrecke om  u  voor  oogen  te  ftellen  alle  de  voornaemfte 

var \Z«  cTvoor  ende  al-eer  dat  ik  fal fpreeken  van  mijne  Reyfe na Gmtu 

legen  is,en  van  die  van  GuaHmUmCöJla-JSjca  tnde  N/««,die  medei meer 
dan  drie  andere  hondert  mijlen  van  Guanmala  leggen ,  gedueng  al  Zuyd . 
waerts  optreckcnde-  Eynde  vanheteerfteBoeck,. 


rij 


Nieuwe  en  feer  Naéu-w  keurige 

R     E     Y      S      E 

Door  de  Spaenfche  West-Indien 
VAN. 

THOMAS    GAGE. 


HET  TWEEDE  BOECL 

Het  I.  Cap  iT tel, 

Fborneemen  van  den  Autheur  om  America  te  beCchmvén 
Verdeelinge  daer  van  in  het  Mexicaenfche  ende  Pé- 
ruviaenfche.  Humeur  der  Spigmaerden.  Provintien  in 
het  Peruviaenfche  America.  Befchrijvmge  van  de  Pre- 
vmtievan  Mexico.  Brandende  Bergen  Gr <enfen  van  de 
rrovmtievan  Mexico.  Spaenfche  wreedheydt.  Befckrü- 
^W72  Capultepec.  Tacuba.  Befchryvinge  vanGui 
itacarj,  Forta-Ricca ,  Mechoaean  x  Valladolit.  Wreed- 
^¿^NunniodeGuzman. 

Oewel.de  Voyagien  die  ik  in  America  gedaen  hebbe.iig  niet  Voorne: 
veel  verder  hebben  uytgeftrekr,dan  opduyfentoftetwaelf-  mer-va» 
hondert  mijlen^dienaeulijks  het  vijfde  gedeelte  van  't  felve  dfn  Au" 
uy  t-maken3foo  hebbe  ik  dogh  evenwei  geloofhdat  het  niet      ^    ?"ü 
¡  wemig,tot  de  voimakinge  van  mijn  werk,foude  bybrengen ,  &f-    t 
Revfen  ^re^Ä^  miJn  ^riñ  wat  verder  «¡tbreydcdan  wel  mljne  K££ 

daiant^^^ 

datgamfche  yaile  Land ,  en  daer  na  een  byfondere  van  de  Plaetfen  daer  ik 

W  3  twaelf. 


Verdee- 
linge  vau 
America, 


Verdee- 
linge  van 
betMexi- 
cacnlche 

America. 


En  van  het 
Peruvi- ' 
aenfehe. 


Humeur. 
derSpai- 
gniaer- 

¿en. 


Provintiea 
itiKetPe- 
ruviaen- 
fche  Ams- 
risa* 


1 1 8      II.Boeck.     Voyagie  van  Thomas  Gäge      I.  C  a  ,p  . 

twaelf  jaren  gewoont  hebbeen  van  het  geene  ik,  in  het  Reyfen,  naukeu- 
rio-liickhebbeaengemerkt.  ■  , 

Het  gedeelte  dan  des  Weereldts .  datmen  gemeenhjek  America ,  nae  den 
naem  Van  fijnen  eerften  Ontdecker  Amtricus  r^«y  ,noemt,wert  weder 

in  weeHoof^ 

piuvUènfc,  welke  weder  veele  groóte  Unden  ende  Provmuenbehefen, 

waer  van ibnW  al  fo  groot  fijn  als  geheel  het  Koningrijk  van  Engeland. 

i^o&oniu  tegenwoordig  het  nieuwe  Spaigmen  genaemt  wert, 

lT ÄÄ  Prinln  daer  van  onder  hare  andere  Titulen, 

t ., M     3»„  «-Wen  zün  ende  alie  de  Provinciën ,  die  aen  die  zijde, 
nae  het  Noorden  Wf>«ff  _  ■  .„    N,M,^„, ,  iac4,4r>, 

tot  nu  toe  z,,n  ontded o, ^  ^       ^  hel  Landt  vJn  C„rl„-R«/, 
If^S^lLÄSefinderonte^orntrentvierauyrentdrie. 

h  HÍ"pe^liaebnfchengedeeltebegrijpt  in  fig  allehet  geene  na  het  Zuyden 
•      i  ~§l  ¿Z  aen  het  Mexicaenfche  gevoegr,  door  de  enge  ftreeke 

r  ?ÄZ « "m i  D*ri« ,  die  fo  fommige  feggen  twaelf.en  foo  an- 

Men  heeft  inden  Ra^n^¡4£ieVaerttegrae?en, tot  communicatie 

t5Ä^^^O*^fea£ÄtÄ 

't  zy  dat  fy  gevreeft  hebben  dat  den  og  R«g       Zce'en,wanneer  men 

deSpaigniaerden  geven  oa    van  geen «f^^^ 

reets  gefegt  tebbe,bov|nd  -t  nee  g  de  Cooptnan  !chappen 

li)kdaervanfoudetreckeB,dooinetv  uffi(knteredcn 

dS^deNooWln^yd^datreaproq      ^  ^  ko_ 

iSt?ÄfeSÄ^Ä«  het  h.meur  van  eene  Natie,  welke 
mende  dat  feet  m,  emi0  ov  hM  woo,  dlge  gewmis. 

traeg  m  het  arbeyden ,  en  leer  oe        o  peruviaenfche  noemt,heeft- 

^^d^ereX^Änttnileninderondtehebben.  >    ^ 


ïLBoeck.  Door  de  SfaènfcheWeJiJndi'ên.   I.Cap 


119 

Ik  fal  geene  byfondere  befchrijvinge  van  alle  die  Provinrien  maeken  ,om 
dat  er  andere  Autheuren  zijn,  welke  betere  kenniife ,  dan  ik ,  daer  van  heb- 
bendei defelvewijdloopig  hebben  befchreven;en  nog  te  meer,  om  dar  een 
groot  gedeelte  van  defelvedoor  deSpaigniaerden  niet  befeten  wordende, 
die  genconder  dewelke  ík geleeft  hebbcmy  daer  in  feer  foberlijk  onderrig- 
ten¿íoo  dat  ik  niet  wil  fch  rijven  dan  het  geene  dat  ik  in  mijne  Reyfen  waer- 
lijks  verilaen ,  ondervonden  endegefien  hebbe. 

Daerom  ís  h  et  dat  my  weder  tot  het  Noordelijcke  deel  begevende .  ick 
fal  gaen  fpreeken  vin  de  voornaemire  Provintie  van  defelve.  te  weten  Mt- 
xico, 

In  die  Provintie  fíjn  veele  Rivieren, welkers  fandt  met  ftof  van  Gout  ge- 
mengt  is,  en  in  dewelke  men  veele Crocodillen  vind,  dog  niet  foo^root 
als  die  van  Egypten  5  de  Indianen  eeten  deielve  voor  een  leckere  fpijfe? 

Sy  is  verrnaert  door  de  Gebergten  vanPapocbampecbe  en  PoPocatepeczimde 
die  van  defelve  naeture  als  de  Bergen  Mthna  ende  Vefuviur  \  met  vim  oock 
alsmen  meer  Zuyd-waerts  aengaer,'op  den  weg  nae  deStadtiw»,  in 
de  Frovmne  van  Nicaragua ,  veele  van  die  vyer-braeckende  Gebergten. 
DogPopocatepec  is  eene  van  de  voornaemfte ,  beduydende  dienaem  een 
•  roock-berg,  om  dar  fy  dikmaelen  vyer  ende  rook  te  gelijk  uyt-  werpt,  zy 
is  agt  mijlen  van  CbohUa  gelegen,  ende  de  weg  om  daer  op  te  klim- 
men is  feer  ongemackelijk,  ter  oorfaeke  van  defteenen  die  men  op  defelve 

Eer  dat  CorieK  die  weg,  ommeMexico  tegaen,  gebruyekte,  font  hy 
thien  Spaigniaerden  uyt  om  deielve  ontdecken,  hy  gaf  haer  veele  Indianen 
mede  om  haer  voor  Leydts-lieden  te  dienen ,.  om  hare  fpijfe  te  dragen  ¿  en 
omhaertendienitete/taen.  ö 

.Alsdefenuaen  hetbovenfte  van  defe  Berg  naderden,  hoordden  fyeen 
groot  geluydt  van  het  felve  komemfo  dat  fy  niet  doriïen  verder  gaen,  door 
dien  deaerde  onder  haren  voeten  beefde  s  en  fy  ook  fo  veel  aiïe  vondemdat 
iy  niet ,  dan  met  groóte  moey  te  ,  gaen  konden. 

Dog  onder  haer  waren'er  twee  die  ftouter,kIoekmoediger  ende  nieuws- 
gieriger dan  wel  de  anderezijnde,tot  boven  toe  opklommen ,  laetende  de 
toderebenedenbijven;  fy paffeerden door defewoeftijne van aíTe,  ende 
quamen  eyndehjk  op  eene  plaetfe  in  dewelke  fyeen  feer  fwaere  ende  dic- 
T  ™ok%en>Qn  alsfy  daer  eenige  tijd  waren  blijven  ftaen,fo  verdween  de 
duytternifle  voor  een  gedeeltesén  de  mont  van  het  brandendeHol  vertoon- 
de fig  klaerhjck  aen  haer  gefigte,  zijnde  defelve  omtrent  een  half  mijl  in  de 
rondtegroot  ende  feer  wel  aen  een  Glas-blaefers  Oven  gelijckende,de  lugt 
quam  met  fo  groóte  ende  geweldige  kragtdaer  uyt,dat  den  gantfehen  Berg 
daer  van.  beefde. .  .  J  b  ° 

De  kragt  vanden  roock  ende  van  het  vyer  was  foodanig  datfy  daer  niet 
iangekpndenblijyen,ende  fy ..fig  genootfaekt  vondenen  grooten  haeft,  we- 
der 


Befchrij- 
vinge van 
de  Proviij- 
tfc  van 

Brandend 
Bergen» 


? 


ï 


a 


II.  BoECK.     VoyagicvanThomasGagé     I.  Cap. 


Grenfen 
van  de 
Provintie 

van  Me* 

Spaenfche 
wreed- 

heyt. 


Z  ¿e  vemecten  door  den  wegh  dTe  fy  gekomen  waren.doch  fy  waren  nog 

^?äESÄ5S^gS^ 

«mtfch  geene  rook  ofte  damp  van  fig  gegeven,  doch  fy  begonde in  net  j 
Í<¿V&ebonde^ 

Inde  ontfet  wierden ,  felvs  v^fprey/efi^eafletpt^ ''gf*™'™^^ 

bragtcn  in  feventhien  Jaeren  ^^^^^,^00^^^  wierpen  die  voor 
braSdendefommige^ndereftaeckenfyaeoogenuyt,  F 

de  wilde  Beeften,  em  daer  van  vernielt  te  worden  wer.t  weder  in 

dienryfesStedenbegdjpt.vandewelckeMg^ VvSnAeJ-bi&hop^ 

%\7w\ssä 

nomen  hadden  in  yder  van  defelve  eenBifl chop  »""lc  •     °¿    en  PotW<i 
te  deOein  niet  konnen  volvoeren,om  dac  de  Steden  van  M.xi  ^ 


i 


ÏI.BoECK.  DoordeSpaenfchemft-Indïên.  LCap.     m 

delosAn^löt,  het  grootite  gedeelte  van  de  Koophandel  ende  In  woonders 
van  die  vier  Sceden  aen  haer  getrockcn  hebben. 

Voor  al  is'er  fo  grooten  toevloed  van  menfchen  te  Mexico ,  dat  de  meeite 
Dorpen  ende  Vlecken  die  daer  by  fijn  geleegen  ende eerft  aen  de  Indiaenen 
behoort  hebbemjegenwoordig  door  Spaigniaerden  ofte  Meitifen  bewoont 
werden. 

Ick  kan  te  defer  plaetfe ,  op  de  welcke  ík  van  diegeene  die  ontrent  Mexico  nercurr. 
gelegen  zijn  fpreeckeniet  nae-laten  van  Capa/tepec gewzgh  te  maeckenj  dit  vin^evar 
Dorp  was  vermaert ,  om  dat  de  Heydenen  in  haren  tijd  aldaer  hare  Keyfers  Capultep'cc 
begroeven ,  ende  de  Spagniaerden  hebben'er  nu  het  Efcu/ial  van  America  af- 

gemaekcmenbegraeftdaerookdeOnder-KoningendieindatLandfterven. 
Men  (iet  daer  een  heerlijk  Paleys  ,  verfien  zijnde  met  feer  fchoone  Tuy- 
nemwelke  hare  Fonteynen  ende  Vifch-vyvershebbemdeOnder-Koningea 
ende  den  Adel  van  Mexico  gaen  ügh  daer  ter  plaetfe  dickmalen  verluftigen, 
men  gelooft  oock  dat  de  Kapelle  die  den  Viceroy  daer  heeft  meer  dan  een 
millioen  gouds  waerdigh  is. 

TacuU  is  een  ander  feer  vermaeckelijk  Vlecfcmen  fiet  daer  veele  Tuynen  Tatuha 
endeBoomgaerden,  hetleghtopdenwegh  vmCapuUepec. 

Toluco  is  aen  het  Zuyden  gelegen ,  men  drijft  daer  grooten  handeh.ende  Toluco 
voor  al  in  Hammen  ende  gefouten  Verckens-vleefch  ,  men  vervoert  die  op 
verfcheydene  plaetfemom  dat  die  din  gen  daer  beter  zijn ,  dan  in  eenige  an- 
dere van  die  quartieren. 

Aen  het  Wetten  is  een  Vlek,het  welcke  men  la  Piëta  noemt  a  het  legt  aen  LaPicta 
het  eynde  van  een  van  de  Dijeken ,  de  Inwoonders  van  Mexico  komen  daer 
hare  devotie  plegen  voorfeecker  Vrouwen-beeldt ,    het  welcke  fy  met  een 
oneyndig  getal  van  koiteiijekheden  en  guldene  Kroonen  ende  Keetenen 
hebben  op-gëpronckt. 

nP°Z~  de  acngenaemfl:e  plaetfe  omtrent  Mexico  is  diegeene  welcke  fy  de  Aenwna- 
Woeftijneaoemcn  Jeggende  defelve  drie  mijlen  van  de  Stad  aen  't  Noord-  me  Woe- 
Weiten,  enfooallede  Woeitijnenevenals  dcfe waren, men foude liever  ftijac. 
in  deielve  dan  in  de  Steeden  woonen. 

Defe.plaetfeis.door  de  ontfehoeyde  Carmeliten  getimmert,die  fig  in  de- 
iel  ve.als  in  eeneeenfaemheydofte  Eremitagie  begaven ,  en  boudden  aldaer 
een  pragtig  Kloofter ,  het  welcke  des  te  meer  verwonderens  waerdig  is,om 
dat  het  op  een  Bergh  leght ,  ende  aen  alle  zijden  met  Rotfen  omringt  is. 

5y hebben  omtrent  tien  Kelders  ofte  overwelfde  Vertrecken  tuifchen  de 
Rotfen  rondt-om  haer  Convent  doen  makemop  de  wijfe  van  de  Cellekens 
die  men  voorde  Eremijten  maeckt,  ook  zijn  daer  Kapellekens  van  de- 
votie-by.,  welcke  versiert  zijn  met  Schilderyen  ende  Beelden ,  daer  hangen 
oock R  oeden  van  yfer-draedt ,  yfere  Staeven ,  haire Kleederen,Gordelen ?■ 
die  met  yfere  pnckelen  voorfien  zijn  ,  om  die  over  de  naeckte  huydt  aen  te 
doen,  ende  meer  andere  diergelijcke  Inftramenten  van  doodinghe  des 
yleeicns ,   welcke  voor  het  ooge  van  een  yder  in  die  Kapellen  ten  toon 

CL  ftaen , 


m 


II,  BoECK.  .  Fojagie  vanThomas  Gage    I.  Cap. 


Rijcke 

denaen 
een  L. 
Vrouwen 

Beek, 


Tiicubaya. 


tZ2 

ftaen,  om  datmen  fig  over  de  geítrengheyd  ende  auíteriteyt  van  haer  leven 
foudc verwonderen.  ,  .    ,T  ñ 

Alle  die  Capellen  ftaen- te  midden  in  Boomgaarden  en  in  Hoven  .welke 
met  vrught-boomen  ende  bloemen  vervult  zijn  ,dit  perck  is  foo  groot  dat- 
men  het  in  geen  uér  kan  omgaen,ende  op  veele  plaetien  fietmen  deFon  tey- 
nen  uy  t  de  Rotfen  ipruy  ten ,  zijnde  het  water  van  defelve  feer  goet  om  tot 
drankteeebruykenJendehcticlve,nevensdefchaduwediedePalmitenko- 
men  te  given ,  maecken  die  Plaetfe  eene  van  de  vermaeckeli] kfte  des  Aer c- 

b°Menn fietdaer veele  Roofcn  enjafrnijn-bloememookalle  diegeene wel- 
ke in  dat  Landt  te  vinden  zijn  /foodaenigh,  datindefe  Woeftijne  niets  en 
manqueert  van  het  geene  het  gefichte,den  reuck,ende  de  andere  uy  tterlijke 
finnen  vernoegen  kana. 

Alle  ast  dagen  fentraen  andere  Eremij  ten  om  defe  Cellen  tebewoonen, 
ende  die  gene  welke  het  aldaer  hare  weecken  hebben  uy  t-gehoudemkeeren 
weder  tot  het  Cloofter ,  ende  men  fent  andere  in  hare  plaetfe,  die  Flefichen 
metWijn,  Confitueren  ende  anderefpijfe  medebrengen,  want,  wat  de 
vrugten  belangt,  van  defelve  vinden  fy  den  overvloedt  in  de  Enmitagie 

C  Het  is  eene  feer  verwonderens-waerdige  fake  te  fien  defchooneFontey- 
nen  ende  de  op-borrelende  water-ftraelen ,  die  omtrent  die  Tuynen  zijn , 
ende  haere  verfcheydenheyd  maekt  haer  noch  te  aengenamer ;  en  brengt 
het 'root  getal  van  Caroffen,  die  met  Heeren  ende  Dames  van  Uextco 
vevuldtzijn,  nog  meer  vermaeckby,' komende  defelve  daegelijksal- 
daermetgrootemeenigte,  omdefeEremijten,  diefyalsHeyligeneeren, 

tC  Kiem^nt  komt  by  haer  ofte  vereert  haer  eenige  Confitueren,  ofteyets 
anders  van  defelve  naetuere,  om  deel  aen  haere  gebeden, te  ^¿*g 
doethaerook  groóte  Aelmoeflen  aen^gelt geven ,  op  dat  fy  Miffen  iouden 
Ten  feggen  j  maer  voor  al  krijgen  fy  groóte  Offerhanden  in  Diamar en , 
Peerlen,GoudeneKroonen9KeetenenendeRocken ,  endeTabbaerden 

4nSüvereendeGoudeneLaeckenenvoore 

hawdkefyonfeL.  Vrouwe  van  den  Berg  CWnoemen,  en  waer 
voormee'  dan vier-hondertGoudeLampen hangen,  van  dewelke  dege- 
rinofte  meer  dan  vier  hondert  Rijks-daelders  waerdig  is. 

Op  den  weg  nae  die  Eremitagie  is  nog  een  ander  vlek,  het  welke  mea 
TacLya  noemt ,  in  het  fel  veis. een  rijk  Kloofter  van  Rcligieufen  van  Sc 
Franciicus,  ook  fietmen  daer  veele fchoone  Hoven.  r^„« 

diedie JeTevan  dat  Convent  hebben  ,in  welke  konfte  de  Religiën  van  dat 

konft  in  geen  minder  agttnge  is,  .daa  die  van  de  Cathedrale Kerkevan 
Mexico, 


II.B-oeck.  Door  de  Spènfche  mft-In  dien.   I.Cap.     123 

Defe  boven  vcrhaelde  plaetfen  zijn  de  voornaemile  van  die  gene,  welk/» 
ik  gefien  hebbe,  ook hadde ik dikmacls,  met  mijne  Vrienden  in  defel- 
ve  gaen  wandelen ,  terwijlen  ik  te  Mexico  was ,  ende  daerom  hebbe  ik  ge- 
oordeelt  dat  het  noodig  was  daer  van  fpreeken ,  voor  ende  al-eer  te  komen 
totdebelchrijvinge  van  deandere  Provintien. 

JDe  Provintie  van  Guafiacanis  gelegen  op  den  weg  van  St.ïuan  d'Uihiia  na  Befchrii- 
Mexico,deMveisio  behoeftig nogte  arm  niet  úsHeylm  daer  wel  van  fchrijfr  vinge  van 
want  men  fiet  jegen woordig  in  defelve  veele  braeve  Hoeven  ende  Hof-fte '  Guaftacan* 
-den,  op  dewelke  men  de  Suyker  ende  Cocbeniüe  wint,  ookitrektfyfiguyt 
totaendeValleyevanG//^4^,dateenfeervrugtbareContreyeis. 
DeStadtvanTlaxcallan ,  van  dewelke  ik  bevorens  hebbe  gefprooken , 

xaca  ende  Xalappa , in  dewelke  men  twee  Bifdommen  heeft  beveiligt. 

fil!  1^7/ r  T?^00/  íeí5ere  Zee-ha^n  ViBa-Zicä,  dat  is.  Rijke-  Van  Kfc 

ItÚ  l  T  :  tu^  hC£*  de  daed  nevens  hare  naem  >  om  dat  alle  den  hca 

.^Pp igniaCrd?  Vbbe!  aldaer  twee  aenfienlijke  Colonien,  de  eene  g» 
naemt Perneo ,  ende  de  andere  St.  Jacob  van  der  Valeyen. 

™\i\Vr ??n de/rcmiM"le  va?  W^/Wis  Mecboacan  genaemt ,  ende  heeft  tagtig  Van  jfr 
mnleninhaerenomgank.  &  cjta». 

^;^ÍSf?n eM)fclf«^ifeii«frieB  overvloeyendevan  alledingen 

ïfifrïtO0iWe'  H°,ninS'  W^h ende fwarte Amber,  men 
Síi    S^     k  veel  Veder-werk,  dat,  om  fijne  fchoonheyd  ,  feerge. 

nf mende  V^H1Tnn/f;r?0ügr0^en  °7ervloet  van  feekere  iooró?  van  «% 
dafeen v/fwï  't  *í  defe  Pr07mie  dae'  ^oor  den  naem  van  MechoacJn . 
dienaerliS?  eryebf  "^í^^^^gekreegen^anderfints  beteekent 
dienaem  ook  eene  plaetfe  die  tot  den  Vis*vangft  bequaem  is, 

fa  hebban  on?r  Itldi,anen  in  defe  Provin  tie  is  feer  acrdig  «de  vloeyende, 
Inwoonl^   *eA  Vrfe mameren  om  f& feer eygentlijkuyt  te druckcn,de 

lloÄenMl^  kloek>  fterk> 

fe  ve^fvg^  Í  M0eck  T  Geeíle'  vanhetwelkehaeremanifaclueren 
wASSSiïr  geVen  '  d°g  7°,'  al  die  Van  veder-werekgemaektzijn  . 
SsS  f0°  «ytneemendcdatmen  die  ftelt  onder  delengenaemfte 

CoSn^lf«     hceft;  daer  nae  ^  ÍA,M^  daer  voor  deíen  deSfc' 
welSootete  tG  5°onen,  elide  opdie  P./c^r  ende  Cil»,  het£fcv 
^groóte  Vlecken2,jn,diedoorSpaigniaerdenendeIndianen  bewoont  C'*w**f' 


^L* 


Daer 


Barbaría 
íche 

wreetheyt 
van  Dom 
Kunriio  de 
Guzman. 


124    II.  Boeck,'.     Voyagie vanThomas  Gage     II.  Cap. 

Daerzijn  oock  twee  goede  Havens  ofte  Zee-pfaetfen ,  deeene  geniemt 
Sr..¿wíon»  ende  de  andere  Si.  ?4#>.  _ 

Dit  Landt  van  Me:boacan  was  by-nae  fo  groot  als  het  Rij cke  van  Mexsct 
¿czCcrte  ?  het  feive  vermeeiterde. 

De  Koning  welcke  te  diertijden  regeerde.genaemt  Cocouynwzs  een  van 
de  voornaemfte  Vrienden  van  Ofe^nde  van  fijne Spaigniaerden,  ook on- 
derwierp hvfi^vry-williglijck,  als  Vatfal,  aendeKroonevan  Spaigniem. 

Des  niet  tegenftaendè  was  de  wreetheyd  van  VcmXunmo  de  G^™«,eerite 
Preiident  van  de  Cancellarye  van  Mexico, foo  groot,  dat  hy ,  hebbende  ver- 
ftaen  dat  hv  fijn  Arapt  foude  quytraekemvoor-nam  den  Oorlog  aen  de  Te// 
cbiciamcjues  aen  te  doenden  dien  evnde  nam  hy  met  fig  vijf-hondert  bpaig- 
niaerden  en  fes  duyfeni  Indiaenem  die  hy  met  gewdtuyt  Mechacan  voem- 
¿e,e?  met  defelve  nam  hy  Xalifco imdatmen  nu  Nieuw-Galticien  noemt. 

Soo  als  hy  door  Mecboacan  treek ,  nam  hy  den  Komngn  CicottQ*  gevan- 
gen, hoewel  hy  niets  tegens  hemraifdaenhadde;  hy  ontnam  hem  tnien 
liyfent  mareken  fil vers ,  veel  gouts  ende  andere  dingenjeyndelijk  deede  hy 
hem  verbranden  nevens  de  voornaemfte  van  fijn  Rijck ,  vreefende  dat  fy  te- 
gens hem  khgtig  fouden  vallemen  feggende  dat  een  doodenHon t  met  blaft. 


Sokmin- 

fatie  van 

het  Hirsve- 

lijckder 

Mechoa- 

tanen. 

Beéravin- 


HET  IL  CAPITTEL, 

'Solemnifatie  <van  het  Huwelijck  der  Mechoacanen.  -Begrar- 
vinge  der  Koninghen.  Giften  aen  den  nieuwen  Komngh. 
Ceremoniën. omtrent  het  Lijck  vanden  overleden Komngh, 
Menfchen  om  den  dooden  Komngh  te  dienengedoodt.  Vreemt 
ly.gekof.  Schatten  met  den  Koningb  begraven.  Rouwe 
over  de  dood  des  Komnghs  betoont.  Overfpel  met  de  dood 
gepaft.  Hoeren  toegelaten*  Befchrijvmge  van  nieuw 
Gallicién, 

D*  Volckeren  van  dat  Ko n in gh rijck  waeren  al  immer  foo  by-gelovigh 
'-ndeíbo  groóte  Af-Goden-Dienaers,  als  allede  andere  van  Ammca. 
'   DeHuwelijks-fcheydingewasonderhaernietgeoorloft^enfydac 
eene  van  bey  de  dePartiien  meteede.verklaerde,  dathy  ten  tijde  van  netio- 
lemniferen  van  het  Huwelijck ,  de  andere  niet  fterk  onder  de  oogen  hadde 
sefien ,  het  welke  het  teecken  was  van  hare  weder-fijdiche  toeftemminge. 
Hae-e  \f-Goderveendewreetheyt  bleek  oock  in  het  begraven  vaanaert 


II.Boeck.  Boor dt Sf>aènfcheïVeft-Indïén.   ILCap. 

Koningen  ,want  als  èen  van  deièlve  iag  dat  her  met  fijn  leven  ten  ey  nde  liep* 
en  dat'er  gantfch  gecne  hoope  van  genefinge  was ,  fo  noemde  hy  die  geene 
van  fijne  Kinderen  welke  hy  begeerde  dat  de  Kroonefoudeerven,welke,fo 
drae  hy  tor  óiz  weerdigheyt  genomineert  was ,  alie  de  Gouverneurs  en  Be- 
diende van  het  Koningrijk  deede  nodigen,om  op  deuy tvaert  van  fijnVader 
te  komemende  die  geene,  weJcke  iïg  daer  op  niet  liet  vmdemwierde  geftrart 
even  als  of  hy  het  Crimen  laja  Maje  fiat  is  hadde  begaem 

Soo  drae alsmen  van  des  Koninghs  dood  verfceckei  t  was  ,  ibo  bragte  een 
yder ,  van  wat  Conditie  die  oock  zijn  moghte,  fijne  gefehencken  aen  fijnen 
navolger,om  daer  door  te  kennen  te  geven,dat  hy  fijne  komfte  tot  deKroc- 
ne  voor  goet-keurde. 

DochibodeKoningh  niet  t'eenemael  dood  was,  endemaeralleenlijck 
lagh  en  ziel-ooghde,fo  hieldmen  maar  de  Poorten  van  het  Paleys  gefloten, 
ende  het  en  was  aen  niemant  ge-oorloft  om  daer  in  te  komen ;  dog  fo  drae 
hy  overleden  was  ftaecken  fy  fich  alle  in  den  rouwe,  ende  een  ygelijk  mogte 
in  de  Kamer  waer  in  het  Lijck  ten  toon  geftelt  was3  komen ,  ende  hetfelve 
met  fijne  handen  betaften. 

Na  dat  dit  gedaen  was  wiefch-men  het  Lichaem  met  rieckende  wateren , 
en  men  bekleedde  het  met  een  fijn  Hembdcmen  dede  aen  de  voetenSchce- 
nen  van  Harts-leder,  goudeichellekens  aen  't  onderfte  van  de  beenen, men 
voegde  guldene  arm-ringen  aen  fijne  armen,  welke  met  Turkoifen  verciert 
waremmendeede  eenen  hals-bandt  van  defelve  itoffe,  en  die  met  koftelijke 
geiteen  ten  was  opsepronckt,  om  fijnen  hals,  ende  goude  Ringen  in  fijne 
ooren, nevens  een  groóte  Turkoife  op  fijne  onderfte  üppe. 

Het  Licchaem  wierde  hier  op  op  een  bedde  in  een  groóte  doodt-kifte  ge- 
leght,  aen  fijne  eene  zijde  fagmen  een  bondel  Pijlen  ,  endeaen  de  andere 
een  beeldt  van  defelve  groóte  als  het  Lijck  was,gercaeckt  zijnde  van  wafch, 
hebbende  een  groóte  bondel  Pluymen  op  het  Hooft,  Schoenen  aende 
'voeten,  arm- ringhen  boven  de  handen  ,  ende  een  gouden  bandtaenden 
bals. 
.  En  door  dien'er  veel  fo  Mans  als  Vrouws-perfoonen  gefchikten  gedefti- 
neert  waren  tot  de  dood3  om  hem  in  de  andere  Weerelt  te  dienen  en  te  ver- 
fellen,foo  wiefch-men  oock  feerforghvuldelijck  hare  Lichamen, ende  men 
volde  dieluftigb.  met  eetenende  drinken  op,felve  tot  dronkenfchap  toe,  op 
dat  fy  te  minder  vreefe  voor  de  dood  fouden  hebben . 

Den  nieuwen  Koningh  koos  áie  geene ,  welcke  fterven  fouden  om  zijn 
Vader  ten  dienfte  te  ftaen,  uyt,ende  het  meefte  gedeelfe  van  die  ellendigen, 
achtede  dar  fulcks  hetgrootfte  geluck  was ,  dat  haer  overkomen  konde ,  en 
dat  fynae  haren  dood  een  oneyndige  vreugde  met  haren  Koningh  fouden 
genieten. 

Voor  eerft  dan  koos  men  fesDogters,van  feer  goeden  huyfen,uyt;deeerfte 
amdejuweelen, welke  hy,tot  fijns  Lichaems  cieraet,gewoon  was  te  dragen, 

Q.3-  > 


geaerKo 
niugen,- 


Giften  aen 
den  nieu- 
wen Ko- 
ningh. 
Ceremo- 
niën om- 
trent hec 
Lijck  van 
den  over- 
leden Ka- 
mug. 


MenfdieB 
om  den 
dooden 
Koningh 
te  dienen 
gedoodc. 
Vremtby- 
geloof. 


Inl 


u6    II.  Boecio     Voyagie  vanThomas  Gage     II.  Cap. 

te  bewaeren,de  twéede  ora  hem  heteeten  voor  te  fnijden;de  derde  om  hem 
hant-water  in  een  Lampet  aen  te  brengen,  en  op  fijne  handen  tefchenken; 
de  vierde  omhein  de  water-pot  toe  te  rey  ken  ;  de  vijfde  om  fijne  fpijfete 
bereyden  ,•  de  feide  om  fijn  Lij  waet  te  waííchen. 

Men  dede  nog  v  eele  andere  Vrouwen,foo  vry-geboorene als  Slavinnen, 
ftervemom  defe  Juffrouwen  te  dienemnevens  een  Perfoon  uyt  yder  van  de 
Ambagten,  die  in  de  Stadt  waren.  - 

Na  datmen  alle  die  geene  welke  fouden  gedoodt  werden,wel  gewaffchea 
hadden.en  nae  datmen  defelve  welhadde  doen  onthaelemfoobefchilderde 
men  haere  aengefigte  met  een  geele  ver  ween  men  fette  Bloem-kraniTen  op 

Hier  op  gingen  fy  als  in  Proceffie  agter  de  dood-kifte  van  den  overleden 
Konine,fotnmigefpeeldenopKink-hoornenidiemenaendeZee-kantvinr, 
andere  op  Trompetten  die  vandefchilden  der  Schild-padden  gemaekc  wa- 
ren ,  endeandere  weder  fpéelden  op  Fluy  ten,  maer  het  meefte  gedeelte  van 
de  andere  Lieden  die  ter  begraevenifle  gingen  volgden  al  krijtende  endebe- 
tuvsden  daer  door  haere  droef heyd  over  het  verlies  van  haren  V orft. 

De  kiite  in  dewelke  het  Lijk  lag  wierde  gedraegen  van  de  Soone  van 
den  overleden  Koning  ende  van  andere  Edel-lieden,  weikei  eer  fagtelijk 
voortgingen  totin  denTempel  van  haren  Godt  Cupicaveride andere Bloet- 
vrienden  gingen  ter  zijde  de  kifte,  fmgende  op  een  feer  bedroefde  wijfe 
een  Liedeken  ofte  een  foorte  van  een  gebed  voor  den  afgeftorvenen. 

De  Bediende  van  des  Konings  Huys  ende  de  Oyengheden  der  Stadt  droe- 
gen de  Standaerden,Vaendelen  ende  Waepenen  des  dooden.  ^ 
*  In  defe  ordre  trocken  fy  omtrent  ter  middernagtuyt  het  Paleysdes  Ko- 
nings, werdendedoor  veeleFackelen  geligt,  en  maekendeeenvervaer- 
liik  leluyt  met  haere  Trommelen  en  Trompetten ,  hebbende  de  Inwoon- 
ders  groóte  forge  gedragen ,  om  de  ftraten ,  door  dewelke  men  paffeeren 
moeiten,  te  deegenfehoon  te  maeken. 

Na  dat  fy  in  den  Tempel  gekomen  waren ,  gingen  fy  driemaelen  om  een 
groóte  hoop  Dennen-hout,welke  men  aldaer,om  het  Lighaem  te  verbrand 
den,  hadden  op  een  geftaepelt,  ende  fy  floegen ,  met  eene  knodfe ,  alle 
xlie  ¿encwelke  een  Bloem-kranfïen  droegen,  dood,ende  fy  begroeven  de- 
felve,  met  alle  haere  cieraeden,  vier  aen  vier,  in  een  graf  agter  denTem- 

POd  den  volgenden  dag.wierde  de  afle  endehet  gebeente  van  het  Lighaem; 
nevens  hetgeene  nogvanhetGout  ende  de  Gefteente  overgebleven  was, 
forgvuldelifk  vergadert,  ende  in  ëene  koftehjkc  Deecken  geleght,  welke 
mén  aen  de  Poorte  des  Tempels  bragte,alwaer  het  de  Pnefters  ontfio. 
gen  ;  en  nae  dat  fy  de  aife  gefegent  hadden ,  kneedden  iy  detelve  tot  deeg  , 
?an  dewelke  fy  een  Beeld  maekten,  datmen  als  een  menfche  bekleed- 
dweilende  eea  maske  voor  het  aengefigte,  ende  men  pronckte  het  op  met 




— 


— % 


M 


I    1 


1  ^JJ 


J 







ÏLBoeck.   DoordeSpaenfcloeïFefl-Indun.  II.Cap.    127 

alle  de  Gefteenten  van  dewelke  fichden  overleden  Koning  plagte  te  be- 
dienen. ., 

Men  hadde  onder  aen  de  voet  van  de  trappen  des  Tempels  exprefielijk  een  ^ctden 
graf  berey  t,het  welke  feer  wijd  ende  groot  was,hebbende  de  diepte  van  vier  Koning- 
en twintig  voeten  ,  het  was  aen  alle  zijden  met  fijne  matte  behangen  ende  begraven, 
befprey  tamen  fag  daer  een  fchoon  bedde  imop  't  welke  een  van  de  Priefters,     ö 
het  Beelt  datmen  van  defeaffe  gemaekt  haddei  neder-leydde,keerende  het 
felve  met  de  oogen  na  het  Ooften ,  ende  men  behing  de  wanden  ofte  zijden 
des  grafs  metSil  veré  ende  Goudene  SchildemBogeniPijlen,  ende  een  groos- 
getal  Pluym-boiTen ,  men  voegde  daar  nog  veel  Aert-  werk  by  ¿als  Potten,. 
Schotelen,  Taefelborden-,eneyndelijkmen  vervulde  geheel  het  grafmet 
Huys-raet,Kofrers,Kleederen,Gefteenten,S"pijfe»Dranckende  Wapenen. 

Als  dit  gedaen  was  dektemen  het  graf  met  balcken  énde  planken»  waer  op 
men  de  aerde  wierp>  ende  daer  op  gingen  de  Edellieden,  welke  yets,  dat  toe 
defe  begravenifie  behoorde,  hadde  aengeraeckt,figwafichen,ende  het  mid- 
dagmael  houden  in  eeneopene  plaetfevan  het  Hof,  fy  moeften  op  de  aerde 
fonderTaeffeleeten,  ende  als  dat  gedaen  was  veegden  iy  hare  handen  aen 
eenige  vloeken  Kattoen ,  welke  fy  op  het  Hooft  haddemaf ,  zijnde  in  een. 
groóte  ft  il  te  terwijlendatditallesgefchiedcendefy  fpraecken  niet  ten  fy 
dan  om  drincken  te  eyfehen.  Rouwe 

Defe  plegtelijkheyd  duerde  vijf  dagen ,  ende  geduerendedefelvewashet  over  den 
niet  geoorloft  vyer  aen  te  fceecken  ofte  hebben ,  dan  alleen  in  de  Tempelen  dood  des 
en  in  het  Paleys  i  men  floot  de  Winkelen  toe,  ende niemant gingh  uyt fijn  Koninghs 
Huys  i  doende  haer  befte  om  den  rouwe  >  die  fy  over  de  dood  des  Konings  betoont, 
hadden  tebetoonen. 

Het  Overf pel  was  eene  fonde  welcke  onder  haer  met  de  dood  geftraft  Overfpel 
wierde  ende  fydeedenifonder  eenige  verfchooninge,  fowelde  Man  als  de  niet  de 
Vrouweidie  het  felve  begaen  hadden, ftrafïen  •  fo  denO  verfpeelder  een  Edel-  <*ood  ge- 
man  was,  fofette  men  hem  Pluym-boflèn  op  fijn  Hooft  3  ende  dus  verciert  "ra"» 
Zijnde  wierde  hy  gehangen ,  daer  na  verbrandde  men  het  Lichaem. 

Dog  om  de  Hoererye  te  beletten,  ftonden  fy  toe  dat'er  gemeene  Vrouw-  Hoeren 
lieden  waeremwelke  men  inliet  heimelijk  kondegaen  befoeken,  maer  daer  toegelae- 
waeren  geene  openbaere  Hoer-huyfen  ofte  Bordeelen.  ten* 

|egen  woordig  zijn  delndianen  vanMechoacan  feer  yverigin  deRoomfch- 
Katholijcke  Religie,ende  fy  beleven  defelve  al  immer  foo  wel  als  eenige  an- 
dere In woonders  van  America. 

De  vierde  ende  laetfte  Provintie  van  het  Rijk  van  Mexico  >  is  die  van  het  Befchrif- 
nieuwe  Gaüicien,  defe  wert  door  twee  groóte  Revieren  bevogtigt,  zijnde  de  vinge  van 
eene  van  defelve  Piajile  en  de  andere  St.  Sebaftiaen  genaemt.  rw/- 

Defe  Provintie  is  feer  aeniienlijk  ter  oorfaecke  vanveele  Inidaenlche  Galimen, 
Steden ,  doch  voor  al  zija'er  fes  die  door  Spaigniaerden  ende  Indianen 
blewoont  worden* 

HET 


ai 


8     II.Boeck.   Voyagicvan7homasGage      III.  Cap. 
HET  III.  CAPITTEL. 


Xalifco. 


Guacía  ta- 
jar a. 
Coarum. 
&c. 

Kloecke 
Indiae- 
nen. 


Haere 

vaerdig- 

lieyd. 


Haer 
xijckdom. 


Meenigbte 
•van  filver. 


Xalifco.  Guadalajara.  Co^mm^Scc.Kloecke  Indiaenen.  Hare 
vaerdighep.  Haer  rijckdom.  Meenigbte  van  filver.  Vree- 

fe  der  Spaigniaerden.  Haer  voornemen.  Befchrijving  van 
Quivira.  Over-een-kontfte  van  de  Inwoonden  metdeTar- 
taren.  Menfch-eeters.  Luyden  die  alie  haere  nootdmft  van 
deOJfenenKoeyentrecken.Ciboh.  Totontaa.  Tinguez. 
Het nieuwe  Albion.  Befchrijvingedaer  van.  Jucatan.  Be- 

fchrijvinge  daer  van.  Guatimala.  Nicaragua.  Befchrij- 
vinge daer  van.  Hare  Wetten.  Overvloed  van  leef-toght. 
León.  Grenada. 

DE  eerfte  ende  de  confiderabelfte  is  Xalifco  ,  welckedoor  Nutmio  de 
lusman  wicrde  ingenomen  ,  zijnde  hy  met  een  vergramt  gemoet  ten 
dien  eynde  uyt  Mexico  vertrocken,hy[nam  als  doen  den  Koning  van 
Mechoacan  gevangen,  ende  deede hem  daer  nalevendig  verbranden. 

De  tweede  is  Guadalajara,  de  der  de  Coarum,  devierdeCompoftella,  de 
vijfde  Spirito  Sanfto»  endedefefde  Cápala  >  datmen  nu  het  nieuwe  Mexico 

n0emt*  .  .'•,*'"''.  ,       T      J- 

In  defe  laetfte  is  het  dat  de  Spaigniaerden  noch  gedueng  met  de  Indianen 
in  Oorloge  zijn,  iy  woonen  na  b  et  Noorden  toe ,  en  de  Spaigniaerden  heb- 
ben die  nóch  noy  t  konhen  overbeerfchen. 

Defe  Indiaenen  zijn  feer  kloeckmoedig,  ende  fy  geven  de  Spaigniaerden 
veel  wercks ,  ter  oorfaecke  van  de  Rotfen  ende  het  Gebergte  in  het  welke  fy 
woonen,  ende  fy  hebben  defelve  dickmaelen  ter  needer  gemaekt,als  fy  haer 
in  hare  Poften  quamen  befoecken. 

Ick  hebbe  verfcheydene  Spaigniaerden  hooren  feggen,  dat  fy,als  men  tot 
haer  nadert,  als  Geyten,op  het  geberghte  ende  de  Rotfen,loopen,dat  fy  een 
vervaerlijck  geluy  t  maecken ,  als  fy  hare  Boogen  af-fchieten ,  ende  daer  op 
m  et  foo  groóte  vaerdighey  t  haer  retireren,datmen  haer  ten  eerften  op  eene 

andereRotfeilet.  ,         .,„.., 

Hetis  om  de  goude  ende  filvere  mijnen  dat  de  Spaigniaerden  veel  meer 

traghten  dek  Indiaenen  te  vermeefteren ,  dan  wel  fommige  andere ,  want 

daer  fijn'er  feer  veel  in  haer  Landt. 

Sy  befitten  alreedeeen  gedeelte  van  die  njkdommen,door  het  gene  fy  uyt 

de  Mijnen  van  St.  Louis  de  Sacatecas  trecken ,  want  daer  van  komt  allehet 


ILBoeck,  ftoordeSpaênfcheWeJl-lndièn.  III.  CapT  129 

filver  dat  in  de  Munrê  van  Mexico  ende  in  die  van  Puebta  de  lot  Angelos  ge- 
llageti  werdt, boven  hetgeenejaarlijcksinBaerennae  Spaignien  wiert ge- 
ionden,  het  welcke  meer  dan  fes  Millioenen  bedraeghr. 

Hoe  de  Spaígníaerden  meer  nae  het  Noorden  door-dringen ,  hoe  Tv  ook  Vreefe  ^r 
meer  rijkdommen  ontdecken^hie/ door  is  het  dat  fyvoorgenoomen  hebben  Spai^niaeL 
aliedie  Provintien  tegaen  vermeefteremgelyk  fy  my  dikmalen  gefegt  heb-  den  " 
ben,  ende  dat  uytvreefe  dat  de  Engelfche,  welke  in  Virginia  ende  in  andere 
van  hare  Colonien  zijn, deiclve eer  dan  fy  fouden  konnen  in-neemen. 

Ick  nebbe  haerdikmaelen  hooren  verhalen  ,  datfy  haerfeer  verwonder- 
den ,dat  de  Engelfchenietdieper  in  het  Landt  rrockemen  dat  iy  nootfaeke- 
Iijck  vreefe  voor  de  Indianen  moeften  hebben, ofte  anders  feerleuy  zijn  om 
datfy  een  ftil  endeigeruft  leven,  nevens  het  Taback  planten  prefereerden 
voor  het  conquefteren  van  een  Landt  dat  vol  gou  t  ende  filver  was. 

HetisfeekerdathetvoorneemenderSpaigniaerden  is,niet  alleen  onder  te  Haer  voor^ 
brengen  ende  te  overmeefteren  die  Indianen  welke  digte  by  haer  woonen,  necmen. 
maer  datfy ,  altoos  dieper  doordringende,willen  te  Lande  penetreren  tot  in 
Florida  ende  Virginia  toe ,  oock  fullen  fy  het  doen ,  fo  fy  nieteenige  Natie 
uyt  het  Noorden  van  Europa  ontmoeten,  die  haer  wat  meer  wederítand 
biede ,  dan  die  arme  Indiaenen  doen. 

Hebbende  nu  bredelijkgefproken  van  de  vier  Provintien  van  Mexico,het 
welke  het  eeríte  gedeelte  van  America  is.als  men  het  fel  ve  in  het  Peruviaen-  ** 

fche  ende  hetMexicaeníche  verdeelt,fo  moetik  evenwel  nog  yets  van  de  an- 
dere drieProvintien  feggen, welke  aen  het  Noorder-gedeelte  van  het  Mexi- 
caenfehebehooremzijnde  gelegen  regt  tegens  over  hetPeruviaenfchcende 
endeik  fal  metfpreeken  van  Florida  ,  Virginia,  Norumbegua,  Nova  Francia 
ende EJ}otjiandta,om  datik,als  wel  veele andere doen,niet  begeerete  fchry- 
venopde  Rapporten  ofte  het  hooren  feggen  van  ándere,  maar  alleen  hst 
geene  ik  gefien  ende  door  myne  eygene  ondervindinge  ontdekt  hebbe. 

Ickhebbcindeeerfteverdeelinge,  dieikvanhet  Noorder-gedeelrege- 
inaekt  hebbe ,  nae  Mexico  gefield  de  Provintien  van  Quivira ,  \ucatan  ende 
Nicaragua  >  welke  de  drie  Provintien  zijn  van  dewelke  ick  nuwil  gaen 
tpreecken,  ende  daar  na  fal  ik  ook  y  ets  feggen  van  het  Peruviaenfche  ofte 
het  Zuyder-Gedeelte  van  America. 

Het  Landt  van  Quivira  is  het  Ooftelijkfte  van  geheel  America,ende  byna 
recht  over  Tartaryen ,  van  het  welcke  het  foo  weinig  afgefcheyden  is ,  dat 
fommige  gelooven  dat  de  eerftc  In  woonders  van  America  daer  fijn  van  daen 
gekoomen. 

Het  is  oockin  der  daedtfulcks,dat  dè  Volkeren  van  America  in  veele  din-  PefcRrii 
gen  aen  de  Tartaeren  gelijk  zijniende  doordien  Quivira  ende  het  geheele    ■ 


Wefterfche  gedeelte,  welke  na  Afia  toe-ftreckt ,  veel  Volck-rijker  is  dan  Ou 
het  Oofteriche  gedeelte  dat  na  Europa  toe-loopt ,  foo  kanmen  daer  uyt  be- 
fpeuren  dat  die  quarr^eren  veel  eer  dan  de  andere  bewoont  zijn  geweefr . 

R  Ten 


vinge  van 
"uivira. 


Over-eeu- 
fcomfte 
vande  In- 
woon ders 
raecde 
Tartaren. 


Rïenfch- 

eeters. 


lieden 
die  alle 
harenoot- 
drufc  van 
de  Offen 
en  Koeyen 
trecken. 


Cibola. 

Totontaa. 

Titfguez. 


i2o   ILBqeck^     VoyagievanThomasGage     XXI.Cap: 

Ten  tweeden  fo  fiermen  door  baere  oogefchiktheyd  en  barbaerifche  ma- 
nier  emdat  fy  meer  over-een-komite  met  deXartaren  dan  met  eemge andere 

N  Teh  derden  is  bet  fnlcks,  dat,  foo  het  Landt  van  Tartaryen  ende  America  ■ 
„iet  aen  malkanderen  vaft  z.ijmhet  daer  van metkan afgefcheyden  zyn.aan 

dTenTaelften!hEet  VoTk  van  ^^^datbetdigtiteaenTartaryen  woond  ¿ 
volgt  de  wiife  der  Tartaren  in  het  weyden  van  nare  Beeften  3  ende  in  het  op- 
foeken  ende  verwijlen  van  Land-ftreeken  dte  tot  de  weyde  bequaem  zijn. 
Geheel  die  Kufte  vin  America  is  feer  gras-rij  k,  ende  fy  geniet  een  feer  ge- 
temperde  Lught :  de  Inwoonders  aghten  het  glas  meera  s  het  gout ,  ende 
temperce  lm\  ni ,  Menichen-vleefch  eeten. 

ttffiïdSS»  van  dat  Land  zijn  de  Oiïen  en  de  Koeyen 
van  defe  trecken  de  In  woonders  hare  fpijfe.drank.kieederen,  ende  oy  na  al- 

1^^S^ÄÄ^ÄÄ  m-cken  iy  baere  Huyfen 
SSto  decken  fy  die  daer  mede.fy  maeken  van  de  beenen 

hare  meffen  Uren  van  haer  hair,touwen  van  baere  fenuwemvaeten  om  uyr 
e  eet™ endSe  drinken  van  hare  hoornen  ende  blafemvyer  van  haren  drek, 

te  eeten  raucre «  h     yd  der  kalveren jin  het  korte,  fy 

emmers  ^gf^SSSEhtt  bloed,ende  de  melk  daer  van. 

imAmericaAii  ««W^^A     am  als  r/Jf^^  de  CBr«s^  door  een  ge- 

declie  van  het  «™™^  waren ,  fy  fcheenen  met  Koopmanfchappen 
ke  van  geen  Wfg«?^  halre  ftevens  hadden  fy  Beelden  díe  wel  nae 

i-ellicaenen    e  eenevan  dietwee-Kemngrijken. 

^tnoÄ 

ende  ¿leien  aen  de  kant  van  eeneRiviere ,  in  een  getempert  Q  maet. 

TW 'rd e  Stadt ,  welcke  verdient  datmen  haerder  gedenke.is  T.n^de- 
1  A  Í n  ^nSniaerden verbrandonder het beleyd van^/f»? </<C„- 
ie  Wa^A^WgSSKijWftoJ^  van  denKoning  van  Spai- 

SDrebrlWe0enCollegievan!efU¡tenJdienietdoendanpred¡ken,endedeL¡e- 
denvanhet  Landt  in  de  Chriftelijeke  Religie  onderw.jfen.  ^ 


ILBoECK.  DöorieSpaenfcheWeJl-Miïn.  III. Cap.'  iji 

Het  nieuwe  Albion  legt  aen  de  Weft-zijde  n  a  Tartaryen  toe,  daer  fijn  feer  Het nien-T 
weynig  Spaigniaerden  ,  om  dat  fy  daer  weynig  gout  ende  andere  rijekdom-  we  Albion. 
rnen  gevonden  hebben. 

Den  fo  vermaerden  Engelfchen  Capiteyn  Vrancoys  Draeck,  ondektehet  iel-  Beichrijr 
ve,by  fette  daer  de  voet  aen  Landt,  ende  noemde  het  het  nieuwe  J/¿/'oM.,om  vingedaer 
dat  de  Koning  die  daer  doenmaels  regeerde ,  fig  vrywilliglijck  aen  de  Ko-  vai>« 
ninginne  Eltfabeth  onderwierp. 

Het  Land  heeft  overvloed  van  vrugten ,  die  te  gelijk  aengenaem  aen  het 
oog  en  aen  de  mondt  zijn  ,  delnwoondcrs  fijn  feer  beleeft  en  'lief-tallig  te- 
gen s- de  Vremdelingen  ,  dog  genegen  tot  de  Toverye  en  het  aen  bidden  der 
Duyvelen. 

De  Roode-zee  ofte  de  Zee  van  California  bepaelt  dit  Land  van  Quivira  fo 
Wel  als  dat  van  Mexico, 

^  Het  derde  Koninghrijck  dat  aen  het  Mexicaenfche  oftehet  Noordelijke  ^ 
Gedeelte  van  America  behoord,is  dat  vanf  ucatanfhet  welke  in  hetjaer  1 5 1 7  Jucatm^ 
van  Ferdinand  Cor  te  $  ondeckt  wierde. 

Men  noemt  het \ucatan,  nietna^c^/d»,  de  Soone  van  He^er, ibais ee- 
nige  verkeerdelijk  gemeent  hebben, welke  gelooven  dat  hy  uy t  het  Ooften, 
al waer  de  Heyl ige  Schriftuere  fijne  woonplaetfe ,  in  het  twaelfde  Capittel 
van  Genefis  fteld,  trock,  ominditLandtekoomen  woonen,  maernae 
het  Indiaenfche  woord  facatan,  het  welke  in  die  Taele,  watfegtgy?  be- 
teekentj  en  dat  door  dien  de  Spaigniaerden,  als  fy  daer  eer  ft  aenquamemaen 
de  Inwoonders  nae  den  Name  van  dat  Landt  vraegden,ende  de  Indiaenen, 
welcke  haer  niet  verftaende  antwoordden  daer  op  \ucatav  ?  het  welcke,  foo 
als  wy  boven  gefegt  hebben  ,  wat  fegt  gy  ?  beduydt,daer  door  dan  noem- 
den het  de  Spaigniaerden  pcatan^níy  hebben  die  naemook  altoos  behou- 
den. 

Dit  Landt  heeft  de  gedaente  van  een  hangende  Eylandt ,  en  is  ten  min- 
iten drie-hondert  mijlen  in  het  ronde  groot. 

Het  is  regt  over  het  Eylandt  Cuba  gelegen ,  en  in  drie  deelen  onderfchev.  *,  r ,   .. 
den.  J       *    V" 

Het eerileis  het  regte  pcatanswéikers  voornaemfte  Steden  zifaCampecbe,  ^¿^  aC£ 
VaÜadolid ,  Merida  ende  Simancas  i  nog  is'er  eene  andere,  welke  fy  Cairo, 
om  haer  grootte  ende  fchoonheyd  noemen. 

De  Spaigniaerden  agten  dit  Lan  t  voor  arm, om  dat'er  geene  füver-mynen 
Zijn  ,  en  om  datmen  daer  geene  Cochenille  nogte  Indigo  windt. 

De  voornaemfte  Koopmanfchappen  die  men  aldaer  vindt,zijn  Honigh, 
Wafch ,  Huyden ,  Suycker ,  eenige  drogen  voor  de  Apotheeckers ,  Caflia 
fijiula  i  Salfaparilla ,  nevens  een  groóte  meenigte  Mai$. 

Daer  is  oock  veel  hout  tot  den  Schip-bouw  bequaem,waer  van  de  Spai- 
gniaerden fchepen  maecken ,  met  de  welcke  iy  heen  ende  weder  na  Spaig- 
nien.  vaeren. 

Ra  In 


aa¡ 


1&uatimala, 


Acafamuh 


Nicaragua, 


leícnrij- 
ringe  dier 

va»» 


132     II.Boeck.   Voyagie  vanThomas  Gage      III.Cap^ 

In'tjaer  van  1632.  ftonden  de  ínwoondersophct  poincl:  om  tegens  den 
Gouverneur  te  rebelleren,  door  dien  hy  haer  dwong  dar  fy  haere  Kalk-hoe- 
nen,  haer  ander  Piuvm-gedierte,  haeren  Honinghende  Wafch  byhem 
moeften  brengen ,  her  welcke  hy  dan  felve  op  foodanigen  waerdye ,  ais  hy 
wilde,  ftelde,  endedaer  naeverkoghthy  het  ten  foodaenigen  prijs  dat  hy 
daer  veel  a?n  won,  fich  aldus,  tot  haeren  koften,  verrijckende. 

Als  fy  nu  dit  rraclement ,  her  welcke  haer  tot  de  uy  tterfte  armoede  bragb- 
te.niet  langer  konden  verdraegen,  foo  refolveerden  iy  op  te  ftaen  ende  in  de 
BoiTchen  en  op  het  Geberghte  te  vJughten ;  fy  ftelden  fulcks  te  werk  en  ver- 
bleven aldaer  eenigen  tijd, tot  dat  de  Religicufen  van  deOrdre  van  St.Fran- 
cifcus,welcke  veel  op  hiar  vermoghen  >  haer  bewogen  om  weder  in  haere 
Huyfen  te  keeren  ;  ende  de  Gouverneur,  vreefende  dat  geheel  het  Land  re- 
belleren ibude  ,  accordeerde  haer  niet  alleen  een  generaele  Amniftie,  maer 
beloofde  haer  ook  in  het  toekomende  fagter  te  handelen. 

Het  tweede  gedeelte  van  dat  Landt  is  Guatimala  genaemt ,  in  het  welcke 
ick  tvvaelf  jaren  gewoont  hebbe,het  felve  is  een  van  de  meeft  bevokte  Oor- 
den van  America ,  ende  men  vintin  het  felve  de  meefte  Indiaenfche  Steden 
eri  Vleckemhoewel  de  Spaigniaerden,door  haere  harde  traclamenten ,  daer 
van  meer  dan  vijfmaelhondertduyfent  hebben  doen  fterven, 

Sy  fijn  feer  aen  de  Religieulen  verpligt,wantfy  befchutten  ende  befcher- 
men  haer  tegens  de  Spaigniaerden ,  hoewel  fy  het  om  haer  eygen  belangh 
doen  ,  want  hoe  de  Indiaenen  meer  voordeel  doen,hoe  ook  de  Religieufen 
rijckerworden. 

Dit  Landt  is  wel  gemaetigt ,  ende  overvloeyende  van  alles  dat  tot  het 
leven  nodigh is,  de  voornaemfte  Steden  zijn  Guatimala>Cajfuca,en  Cktapa, 
van  dewelcke  ick  hier  nabreederfalfpreecken. 

Het  derde  gedeeltevanfucatan  wort  Acafamul  genaemt,  het  is  een  Ey- 
landt  regt  over  Guatimala  geleghen  ,  het  welcke  de  Spaigniaerden  Sánela 
Cm\  noememdoor  dien  de  voornaemfte  Stadt  die  daer  op  ieght  Sanäa  Cru\ 
heet. 

De  vierde  ofte  de  Iaetfte  Provintie  van  't  Mexicaenfche  ofte  Noorderlijke 
America>het  welke  aen  de  Spaigniaerdemnae  mijne  befte  kenniíícbchoort, 
is  Nicarajrua*hez\egtin  het  Zuyd-Ooften  van  Mexico,  ende  niet  meer  van 
het  felve  vericheyden  dan  omtrent  vier  hondei  t  ende  vijftig  mijlemhet  wel- 
ke veroorfaekt  dat  de  gront  en  de  Inwoonders  van  het  felve  veele  o  ver-een» 
komfte  met  die  van  Mexico  hebben. 

De  Inwoonders  zijn  van  een  feer  goede  ftatuere  ende  redelijck  blank  van 
aengefigt  endè  Licchaem. 

Eer  fydèChriftelijcke  Religie  hadden  aengenomen  ,  fo  hadden  fy  dog 

even  wei  een  Politicq  Gouvernement ,  ende  iy  wierden  door  wetten  gere- 

geert  ¿  dogh  ,  even  als  Solon  geene  Wetten  tegens  de  Vader-moorders 

maekte  3  fi*  niet  konnende  inbeelden  dat'er  fo  boofe  Kinderen  fouden  kon- 

&  1.  nen 


II.Boeck.  Door  de SpaenfcheWejl-Indïén.  III.  Cap.  133 

nen  zijn ,  die  haere  Ouders  fouden  dooden ,  fo  hadden  oock die  Volckeren  Haere 
geene  Wetten  tegens  de  Konings-Moorders  gemaekt,  niet  konnende  gelo-  Weteen. 
ven  dat'er  yemandt  foude  konnen  gevonden  werden,die  yets ,  op  het  leven 
der  Koningen ,  foude  willen  onderftaen. 

Sy  ftraften  de  diefte  met  de  dood  niet,maer  de  Dieven  moeften  de  geene, 
welcke  fy  beftoolen  hadden ,  als  Slaven ,  tot  die  tijdt  toe,dat  fy  door  haere 
flavernychec  geene  Cy  geftoolen  hadden,hadden  verdient,dienen;het  welc- 
ke eene  fagtere.ende  met  deNatuere  van  de  Tonde  beter  o  ver-een-komende, 
lrraffe  is  >  dan  het  hangen ,  datmen  op  andere  Plaetfen  gebruyekt. 

DatLantisfoaangenaem  ende  föovervloeyende  van  alles  dat  tot  onder-  °vcrvi°eï 
houdt  des  levens  nodig  is ,  dat  de  Spagniaerden  het  felve  Mahomets  Paradijs  van  ¿ccf- 
noemen.  ,         t0Shc- 

Onder  de  Boomen  welcke  bloemen  draegen ,  is'er  een ,  die  fo  teer  van  ge- 
voelen is ,  dat  fy  verwelckt ,  foo  drae  alsmen  die  aenraeckt. 

Daer  zijn  in  defe  Provintie  fo  veel  Perroquiten  als'er  Exters  in  Engeland 
Zijn , ende  de  Kalck-hoenen,de  Conijnen  ende  allerhande  foorte  van  Wilt- 
braet ,  zijn  daer  in  fo  groóte  meenigte  ,  dat  die  aen  de  Inwoondêrs  voor  ha- 
re ordinaris  fpijfe  verilrecken. 

In  defeíve  zijn  veele  Steden  van  de  Indianen,  die feer wel bevolcktzijn,  Léon. 
doch  niet  fo  feer  als  wel  omtrent  Guatimala-,  ook  heeftmen  daer  twee  Plaet- 
fen die  door  de  Spaigniaerden  bewoont  worden  ,  zijnde  deeeneLeow  ge-  Grenada 
naem,  alwaereenBifdomisgeveftight,  ende  de  ander  Gre*¿¿¿,  welke  op 
eene  Meer  van  foetwaeter  is  gelegen,  dat  meer  dan  hondert  mijlen  in  het 
ronde  heeft,ende  dat,  hoewel  het  geene  gemeenfehap  met  de  Zee  heeft, 
evenwel  Vloet  ende  Ebbe  onderworpen  is  3  dog ick fal  van  die  Stadt ende 

Provintiewijdtlopigerfpreecken.alsickfalhandelenvandeRevfendieick 
in  dat  Landt  gedaen  nebbe.  .  ,         ~  ' 


Í":i 


:| 


Rj 


HET 


Befchrijv 
vingevan 
her  Peru- 
viaenfche 
America. 


Verdee- 

lingedaer 

van, 


Peru. 


Rijckdom 
daer  yan. 

Mijnen 
van  Potojt, 


134,    ILB0.ECK.     Foyagie  vanThomas  Gage     IV.  Cap. 

HET  IV.  CAPXTTEL. 

Befchrijvinge  van  het  Peruviaenfche  America.   Verdeelinge 
daer  van. .'Peru ,  rijckdom  daer  van.    Mijnen  van  Potofi. 
Vrugtbaerheyd  van?eru.  Lima.      Uis-flagh  der  Hollan- 
ders omtrent  'het 'Callao.  Rijckdom  van  Chili.  Kloekmoe- 
digheid der  Inwoonders.   Giengheyd  van  Valdivia  isoor- 
f  aeche  vanfijn  ellendige  dood.     Befchrijvinge  van  Cadillo 
d'Oro ,  Nombre  de  Dios  ende  Porto  Bello. Br  ave  atfien 
van  Franpis  Vraeck  en  van  Oxenham.     Befchrijvinge 
van  nieuw  Andaluiia  ,   nieuw  Grenada,  Carthagena, 
Abuida,  SandaMartha,  Venezuela,  &c. 

NAe  dar  wy  dan  aldus  in  het  korte  het  Mexicaenfchebfte  Noorderlij c- 
'<e  gedeelte  van  America,  voor  foo  veel  het  aen  den  Komngh  van 
Spaignien  behoort ,  hebben  befchreven.in  voornemen  van  daer  nae- 
der  af  te  handelen,  alsickfalfpreecken  van  de  Plaetfen  m  dewelke  ik .ge- 
woont  ,  ende  van  de  Provintien  die  ick  door-reyil  hebbe,fo  WJliWgn du 
mede  eene  korteen  beknopte  befchrijvinge  van  't  Peruviaenfche  gedeelte 
^ftellen>ende  aen  den  Lefer  daer  van  yets  mede-deelen.  jpwplrke 

Het  behelft  voornamentlijk  vijf  groóte  Koninghrijcken , va?  dewddee 
fommige  geheel,  fommige  ten  deelcaen  de  Kroone  van  Spaignie en  Por- 
tugael  Snderworpen  zijn  ,  de  eerfte  is  CaJiiHo  d'OroAc  tweede  Guajma ,  de 
derde  Peru  ,  de  vierde  Chili  >  ende  de  laetfte  Brefit. 

Doch  ik  wil  mijne  Hiftorie  niet  vervullen  met  het  geene  andere :  van  defe 
vierlaetfte Rijcken  gefchreven  hebben-,  ookhebbeick weymg  in  defdve 
gereyft ,  maer  ikfal  alleen  verhaelen  het  geene  rek  van  ^«E^™£ 
endedaernaefalickvanC^/WOw  ¿  waerdoorikgeryfthebbcfpreec 

kMen  hout  dat  Peru  rijker  is  dan  Mexicowmt hoewel  ^tóvoor^el^n 
^handS^ordeNoord^ee,ib  welals  *|i^«^bcrfb«d«m«2 

aldaer  vallende  Koopmanfchappen  na  Pannama  moet  brengen  en  ,  n  daer 

te  Lande  ofte  door  de  Riviere  van  Cbiagre  na  Portofeüo  op  d e  Noord;Zee, 

foo  is  dog  dat  Landt  veel  rijker  dan  dat  van  Me*ico.door  de  groóte  meenig- 

te  van  riickeSilver  Mijnen  die  daer  zijn.  m-;*í*-£« 

Men  gelooft  dat  hef  geheele  Gebergte  van  Potcfi  niet  dan  uyt  Mijnen  van 

daSdcÍket3dogSde  Koning  van .^^-^^^^ 
in  graevenfal, voor endeal-eer men diegeene,welkereets  ontdecktzijn. 


IOöeck.  DoordeSfaenfcheWeJl'Indtén.  IV.  Cap. 

íal  uyt-gegraeven  hebben  ,  welcke ,  federtde  tijdt  dat  de  Spaigniaerden  dat 
Landt  ingenomen  hebben  ,  aen  haer  rijckdommen  genoeg  hebben  uytge- 
leverr.  _  v      , 

Het  Landt  is  feer  vrughtbaer  ,  en  draegt  alles  wat  men  in  Spaignien  vinr,  ^  er'he  d 
de  Olijven  fel ve  zijn  daer  veel  fwaerdcr,cnde  de  Olie  die  daer  van  gemaeckt  a"p^t 
wert  foeter  en  klaerder. 

Door  dien  men  daer  niet  lightelijck  Wijn  konde  brengen ,  foo  heeft - 
men'er  Wijngaerden  geplant*  die  veel  wijn  geven ,  welcke  ilercker  dan  de 
Spaenfche  ís. 

Het  Koornwerdt  daer  oock  in  íeer  groóte menighte  gewonnen  ¡  in  die  • 
Landen  die  vlack  aen  het  geberghteleggen ;  dit  is  het  felfde  gebergte  dat  de 
Indianen  >  die  men  nog  niet  heeft  ondergebragt,  van  Brefil  fcheyd. 

Ditgeberghteftreckt  toteen  groóte nuttigheyd  aen  de  vlackten  ,  en  dat 
door  de  waeteren  die  daer  üyt  fpruy ten  ,  want  men  moet  weten ,  dat  het  in 
alle  de  Plaetfen  die  van  de  Spaigniaerden  aen  de  Zuyd-Zee  bewoont  wer- 
den,noytregentitotfo  verre  dat  dedacken  van  de  Huyfen  niet  dan  met  mat- 
ten bedeckt  zijmom  die  door  het  ftof  te  befchuttemen  evenwel  is  dit  Land,  » 
het  welcke  niet  bevogtight  wert,dan  door  de  waeteren  die  üyt  het  gebergte 
vlietemende  door  dep  daeuw  die  des  avonts  ende  des  morgens  valt  een  van 
de  vrughtbaerfte  Lalden  des  VVeerelds. 

DeHooft-ftadtisLim*  genaemt,men  heeftin  defelve  een  Viceroy,eene  £/W. 
Cancelarye ,  ende  een  Aertsbiifchop. 

Twee  mijlen  van  de  ftadt  is  een  Haeven  diemen  het  Callao  noemt,  aldaer 
havenen  de  Schepen  diejaerJijcks  de  rijckdommen  nae  Pannama  brengen. 

Daer  zijn  oock  andere  Scheepen  welcke  op  de  Ooft-Indiën  handelen  en. 
de  kufte  van  Guatimala ,  als  ook  op  Acapulco ,.  dat  de  Haven  van  Mexico  op 
de  Zuyd-Zee  is. 

De  Haven  Callao  genaemt  en  is  niet  verfterkt  foo  als  dat  wel  behoordcte 
meeromdat'eraltoosveelekoftelijckeKoopmanfchappenzijn,foowelals 
in  de  Stadt  Lima. 

Ick  hebbe  verfcheyde  Spaigniaerden  hooren  feggen  dat  in  het  Jaer  1 620.  Mis-flag 
eenigeHollandfche,  anderefeggen  Engelfche,  Scheepen  fig  omtrent  die  °erH°l- 
Haven  onthielden ,  waghtende  dat  de  Scheepen  die  des  Konings  Sil  Ver  na landers 
Pannama  moefren  brengen,  fouden  komen  uyt  te  lopen,en  hebbende  door  ^^¡¡ae 
een  vallen  gerugte  verftaen  dat  die  al  vertrocken  waren, volgden  fy  defelve 
aenftontsna,houdende  den  felven  Cours  welcke  iy  geloofden  dat  fy'genoo- 
men  hadden  jhier  door  verloren  fy  de  gelegentheyd  om  't  Callao  te  attaque- 
ren ,  het  welcke  zy,  buy ten  twijffeLmet  den  eerften  aenval  fouden  vermee- 
ftert  hebben ,  ende  alfoo  den  grootiïen  íchat  die'er  doemaels  in  de  Weerelt 
was  in  haer  ge  welt  gekregen. 

Doch  doordien  de  Spaigniaerden  weynig  vreemde  Schepen  in  dieZee'en 
fien,  fo  leven  fy  fonder  vreefe,  en  iy  verfuymen  hare  kuilen  te  verilercken. 

Hoe 


' 


Rijckdom 
van  Chili. 


Kloekmoe- 
digheyt  der 
Inwoon- 
ders. 


Gierigneyt 

yanValdi- 
via.. 


.ís  oorfaeke 
van  fijn  el- 
lendige 
doodt. 


126    ILBoECK.     VoyagievanThomasGagè    IV.  Cap. 

H oewel  nu  Peru  feer  rijk  is  in  füver-mijnen  ende  aerdt-v rugten ¡,fo  is  doch 
Chili  veelriicker  ter  oorfaeke  van  de  goudt-mijnen  welke  men  daer vindt; 
dfc heeft  deSpaigniaerden  in  den  Oorlog,  die  fy  de  Inwconders  hebben 
aengefaen,  doen  volharden,  dog  fy  hebben  altoos  kloeke  wederftandt  ge 

VODltVolk,hetwelkeuytde  natuere  vailland^erckendekloeckmoedip 
'  is,  heefr  het  gebruyek  van  de  Europ,fche  wapenen  fo  wel  geleerdt  alsde  Spai- 
SeÄS  wijten 

IbSSÄÄa^  datdatnietweimggeholpen  heeft 

het  Landt  voeren  een  van  ucg  '  ld,  ten    '  tde  Troupes  van  Vlaen- 

^?  rí-Sder»  ¿In  h  boen   werdS  d.«ooktenengrfon. 

fondenAydeedefeflaenendem^anaeen ¿f f  Jodeh¿e         g[>h   dee. 

Ten  dien  eyndevoegde  ly  haer  Dy  ma  koi  u  de    (yquaemen 

aldus  den  Gouverneurbefoeken .  1 to  d  ?^K™Jnu ftoeniethebbenkon- 
bentlodaenigverhongertop « gn* ^^¿duytgevondenomde- 
^^^^SêAu ^nöegjaergynjpetd** 
íen  uwen  luft  te  voldoen,  bet  hier  neDDen  wy      s        6  hem  aen 

u  bekomfte  van  drinken.Ditgefegt .tetto* j«e¿e^okeoutfn  fijn  keel, 
enherngevangengenomenhebbende.gotenlygeimoitc   b  ^^ 


IIBoECK.  DoordeSpaenfcheWeJl-Indi-ên.  IV. Cap    157 

waer  van  hy  ellendelijk  ftierf ,  laetende  fijn  naem  aen  die  Stadr  »«.    a 
nagelat  hy  een  bloedden  Oorlog  ontweken  S^S  no! 

ík  fal  ook  van  Guajana  nogte  van  Brefi! niet  foreekpn     a*™  >■     •.    ,  ' 
niet -«weeft hebbe.  B^/befoordeaeni ¿íoo^fa^lf 
derdeSpaigniaerden  weynig bekene 5  De  Staeten  van  devS^eP^" 
vinnen  beikren  jegenwoordigdaer  een  gedeelte  V9n     ¿Zl    •    f    ,   ro- 

alfoo  de  rijkdommen  daer  van  aen  Baw/ii  bekent  maken      clcnr,Jren'eade 

ikbegevemydan  wedernaheteerfte  Gedeelte  van'tPernvii.i.n/M,.  i 
r««,  te  weten,  Ca/ldoíOro,  datishetgoudeCaftilienTtífndih^''  ****■ 
lbo  genaemt  doortien  grooten  overvloeit  van  eou t  d  ern-n  ¿,í     i  ™  ™*e  ™ 

Het  we/dtln  vier  ProväntlÄge«SA^™bÄS!¿ïïír?,• 

ÄÄtleÄ^^^I^ÄelO 

zijn  die  de  lugt  met  quade  dampen  vetvullen        veelemllta^oe  wateten 

beloont,  dog N-A, de P^isdirfequadêTuWbySw^ 

Wven.endeaendemondtkSeS&Ä   AST 
dere commanderen,  verfterkt.  '  welKeaeeenedean- 

xeelegt,  defe  Stade  ende  Nmlre  *  &  ¿Ä*^ 

S  Mae* 


Braeve 
Aftien 
van  Fran- 
gís 
Draeck. 


En  van 

Oxenbam. 


Barbari- 
fche  India- 
nen willen 


j28     ILBoeck.     FöyagievanThomasGage    IV.  Cap.. 

Maer  ,  foo  als  iele  boven  gefeght  hebbe .  de  lught  van  die  Plaetfe  is  feer 
on^font,  endeinhet  Jaervan  1 584.  bevalden  Koning  van  Spaignien  dat- 
men  de  huvfen  van  Hombre  de  Dios  onder  de  voet  foude  werpen,  en  datmen, 
op  een  «refondere  plaetfe,weder  andere  foude  timmererudit  dan  wierde  door 
mm  Pedro  Arias  uytgevoen,  welke  dit  Púno-BeMighte. 
D  Doíiktou^iíjn  Vaderland  tekort  doen,  fooik  ,  hiervan  N«jAr.ár 
Di«  fpreekende.de 'gedenkwaerdige  daedendiede  Engelfchein  die  Plaetfe 
gédaen hebben, en  overdewelckede Spaigniaerden  fich noch ophedenver- 

maer  fv  leeren  fel ve  hare  Kinderen  die  te  vrefen,defelve  noemende  om  haer 

ffli^Mte»ite#«^  Carthagena.cnt^ 
no¿ealk  hetïeene  hy  daer  op  de  Kufte  dede,en  voor  al  te  Nombre  de  Dm, 

iSSSíiií&saasssaspssass 

waren  ,  en  tweemael  hondert-duy  fent  ponden  aen 1  Silver  in  klompen  otee 
Sitaren ,  en  daer  mede  keerde  hy  weder  nae  het  vafte  ^- 
Hetiswaerdat'ernaederhandtmuyterijeonderfijnVo^ 

welcke  oorfaecke  was  dat  hy  noy  t  aen het .Schip dat  hy .verborgen »ha<Wege 
raeckte    oockishy  in  fijn  Vaderlandt  niet  wedergekomen,  doch iulcks 

maektÄ 

oytyets  diergelijeks  heeft  ondernomen ,ook  fpreecken  de Spaigniaerden  op 

ten  verborgen,welcke  ftaen  te  vallen  in  handen  van  die  Natie,die  den  moet 
ende  cöuragie  falhebben  van  die  te  gaen  íoecken  d 

Ah  íck  in  het  f  aer  van  1 62  7 .  te  Pannamaws  ,  in  voornemen  van  u  ener 

nenSf 


II.Boeck.  DoordeSpaenftheWeJi-Indiën.'  IV.  Cap.  139 

den  Koningh  van  Spaignien  te  onderworpen ,  doch ,  foo  als  ick  naemaels  te  fich  onder 
Carthagena  verftont,  daer  wierde  niets  met  haer  beflooten,  wan t  de  Spaigni-  de  Spaen - 

aerden  derven  de  índianen  niet  vertrouwen,door  dien  fydickmaelen  tekens  Tchebege- 
haer  gerebelleert  hebben,  wañneerfy  haer  mishandelen.  ven. 

Defe  Indianen  die  ick  doen  te  Pannama  fagh  ,  waerën  alle  wel-gemaeckte 
Mannen^robuft  ende  van  een  braeve  geftaltconder  andere  was'er  een  wel- 
kers hayr  al  immer  foo  root  was  als  men  het  op  het  Hooft  van  yemant  in 
Engelandtfoudekonnen  vinden. 

Sy  hadden  Goude Ringen  in  haereOoren,enkIeyneftuckjensGouts als  H     n- 
halve  Manen  in  de  onderfte  lip,hier  uy t  beflootmen  dat'er  veel  van  die  ílof-       r 
fe  in  haer  Landt  was.  raet" 

Het  nieuwe  Andaluficn  grenftten  Noorden  aenCaJïillo  d'Oro  endeten  Kr 
Zuyden  aen  Peru.  ¿lïïr 

De  befteSteden  daer  in  zi>nTo<row,dat  de  Spaigniaerden  nuSanäa  Marta-      -"$*' 
reta  noemen  ,  ende  eene  andere  genaemt  Spirito  Sanfto. 

Het  nieuwe  Grenada  grenft  ten  Zuyden  aen  Carthagena,  men  heeft  het  Nieuw 
defen  naem  gegeven  om  dat  het  in  vrugtbaerheyd  ende  overvloet  van  alles  Grenada 
feergroote  over-een-komfte  heeft  met  hetKoninghrijcke  vmGrenadam 
Spaignien. 

Hier  in  legghen  fes  Confiderable  Steden  ;  de  eerfte  Tin%ia,wdcke  men  Befchrij- 
gelooft  dat  reght  onder  de  Linie  leght ;  detweedeTochamtm;  de  derde  Po-  vingedaer 
faian ,  welcke  derijckfte  van  alle  is ;  de  vierde  Sanäa  Fe',  daerin  woont  den  van. 
A.erts-biilchop,ook  is'er  eene Cancelarye  ende eenKamer  van  Juftitie even 
als tQPannamaendQteGuatimala.met een eerften  Prefident,een Procureur 
Generalende  twee  andere  Prefidenten,die  yder  (es  duyfent  Ducaten  Jaers 
voor  haere  Gagie,uyt  des  Koninghs  fpaer-kifte,  trecken^de  vijfde  Stad  heet 
la  Palma  ende  defefde  Meridan. 

De  gewoone  wegh ,  welcke  men  om  van  Carthagena  nae  Lima  de  Hooft- 
ftadt  van  Peru  tegaen,gebruykt,looptdwarfch  door  defeProvintie  van  Gr  e- 
nadas  oockmoetmen  dieReyfe  altoos  te  Lande  nemen. 

Dit  Landt  is  door  fijne  gelegentheydt  feer  fterck,om  dat  her  met  Rotfen 
ende  Geberghten  omringt  is,  ende  de  doortoghten  in  defelve zijn  feer  engh 
ende  moeyelrjck¿doch  van  binnen  beftaet  het  uyt  fchoone  Valleyemwelcke 
een  groóte mëenigh te  vrughten  voortbrengen,  fo  van  Koorn  als  Maifrook 
zijneer  eenige  Silver  Mijnentende  Revieren,onder  welckers  fant  men  Gout 
vint. 

Carthagena  is  de  laetfte  Provintie  van  Cajlillo  d'Oro ,  de  gront  daer  van  is  Cartba* 
medeieer  vrugbtbaer,  doen  daergroeyt  feeckeren  Boom  welcke  vergif-  'na> 
tig  is,en  foo  men  die  maer  even  aenraeckt  looptmen  feer  groot  gev  aer  van  te 
fterven. 

De  voornaemire  Steden  van  defelvezijn  eerirelijk  Carthagena,  welke  den  Befchrij- 
RidderDraeckinhetJaer  158J.  in-nam,  hy  verbrandde  die  voor  een  groot  vingedaes 

.    S  2  ge- van» 


n 


140 


II.  Boeck.     Vojagie  vanThomas  Gage     IV.  Cap, 


gedeelte,  ende  voerdde  twee  hondert  ftucken  Gefchuts  daer  uyt,  boven  een 
oneyndigemeenigtevangoutenfilver. 

Iek'fótícÜ  niet  derven  feggen  dateer  nu  foo  veel  Geichuts  is  als  er  doen 
was ,  niet  te  min  is  de  Stad  redelijken  wel  ilerk  gemaekt >  dog  niet  foo  feer 
üsPorto-Bello. 

Het  is  een  feer  fchoone  ende  rijke  Stad.en  dat  ter  oorfake  van  de  n  Peerl- 
handel ,  men  brengt  die  daer  van  het  Eyland  Margarita  ,  ook  komen  aldaer 
alle  deinkomften  van  den  Koning  uycgehéeLhet  nieuwe  Grenada.. 
Daer  ie  een  BifiTchop  en  veel  Kerken ,  nevens  feer  rijke  Conventen. 
Defe  Stad wert  door  geenKamer  vanjuftitieenCancelaryegeregeert,  ge^ 
lijkS4»8*Fe',maer  door  eenGou  verneur^die  aldaer  een  abfolute  magt  voert. 
Men  heeft  dikmalen  in  den  Raed  van  Spaignienvoor-geilagen  een  fee- 
kef  getal  van  Galeyen  te  onderhouden  om  de  Zee'en  te  door  kruyifen  > 
welke  haere  retraite  te  Cdr^e»dfouden  hebben.  _ 

Het  was  door  middel  van  die  Stadt  dat  Engelandt  het  Eylandt.dat  wy  de 
Providentie ,  ende  deSpaigniaerden  Si.Cdf/^riwAnoemen.verloonhet  wel- 
ke hoewel  het  kleyn  is ,  evenwel  aen  ons  Rij k  ieer  voordelig  foude  zijn  ge- 
weeit ,  felve  meer  als  eenige  van  onfe andere  Colonien  van  Amertca;dit  was 
he'  dat  de  Spaigniaerden  wel  wiften,ende  daerom  is  het  dat  fy  alle  de  mag* 
ten  van  Cartbagena  te  werke  ilelden,om  het  weder  te  nemen;dog  ik  hoope 
dat  de  ti]d  t ,  in  dewelke  het  in  onfe  handen  vallen  fal ,  nog  eess  fal  komen  , 
ende  dat  wy  alfdan  fullen  genieten  de  voordeelen  welke  het  door  fijne  gele- 
gentheyt  geeft.  _  .,    ,   _    ,," 

Men  brengt  ook  alle  jaren  in  kleyne  Fregatten  te  Canhagena  alle  de  Indtga 
de  Cochenille  ende  de  Suyker ,  die  in  het  Landt  van  Guatimala  gewonnen 
wert ,  door  dien  deSpaigniaerden  geloo ven  dat  het  feecker  der  is  die  Waren 
in  kleyne  Schuy  tjens  over  het  Meer  van  Grenada  na  Nicaragua  te  brengen, 
ende  van  daer  na  Cartba^na>ovn  op  de  groóte  Gallioenen.die  vanPorto-Belb 
met  filver  van  Peru  komen, geladen  te  worden ,  alsdefelve  met  de  benepen 
van  de  Honduras  te  fen den, welke  dik maelen  door  de  Hollanders  genomen 
lijmende  om  dat  die  Fregatten  ook  digte  voor  by  het  Eylandt  deProviden- 
tie  paífeerden, foo  hebben  fy  het  felve  aen  ons  ontnomeibtot  hare  verieeke- 
ringe aen  die  kant.  .     ...  ...     , 

De  tweede  aefifienli  jke  Stad  van  het  Landt  van  Canhagena  is  Abuida ,  de 
derde  SanBa  Manhaft  welke  een  rijk  Gouvernement  voor  de  Spangiae£ 
den  is s  en  op  die  plaetfe  is  men  feer  bange  voor  deaenvallen  der  Lngelfche 
en  derHollanders,  welke  met  hareScheepen  daer  komenjfy  is  op  deReviere 
van  Abuida.  gebouwt ,  anders  BJo-grande  ofte  de  groóte  Reviere  genaemt. 
Venezuela,       l^er  is  ook  Venezuela  ende  het  nieuwe  Cadix,  welke  rijke  ende  fterke 

DeSgniaerden  noemen  defe  drielaeft  genoemde Provintien,te  weten 
nieuwe  Andalufia.meuw  Grenada  en  Canhagena  fierra  Firmante  het  vaite 
Land,  om  dat  fy  aen  het  Land  van  Per^aen  de  Noort-zijdeals  tot  een  Wai 
verftrecken ,  ende  het  fundament  maken  van  die  omgekeerde  Pyramide. 


Abuida. 

Santfa 
Martha. 


ILBoeck.  Dm de SpaenfeheWeft -Indien.  IV.  Cap.  141 

OpdefewijfehebbeikdenLeferront-omgeheel^riMgeleydt  en  acn 
hem  het vafte  Land  van  dat  groóte  gedeelte  des  Weerelds  venoont;nier  Z 
kanmen  de  magt  ende  den  rijkdom  van  den  Koningvan  Sraignien  BefoeT 
ren,  welke  foo  wijdt  uytftrecken  de  Landen  onder  fijn  gebiet  |ebragt  hTef L" 
tnL%  V         enmal kanderen  vaftwae^^r^terdan|eheef£«^; 


HET  V.  CAPITTEL. 

Eylanden  van  America.  Befehrijvinge  van  Margarita.  Groo- 
te  menighte  van  Peerlen.  Maniere  om  defehe  te  viffchen- 
Handel  daer  mede  gedreven.  Rencontre  tiiffchen  de  Engel- 
fche  ende  Hollanders  falveert  de  Spaenfche  Peerl-vanghft 
Befehrijvinge  van  Jamaica.  Sfaenfehe  wreethejdt.  Be- 
fehrijvinge van  Cuba,  fijne  vrughtbaerheyd.  Aert  van 

:  het  Verekens  Vleefebm  Cuba.  Befehrijvinge  van  de  Hava- 
na, flerekte  van  de  Haven  daer  van.  De  Hollanders  ne- 
men de  (ilvere  Vloote.  Den  Admiraelvan  defehe  wort 
tmthooft  Befehrijvinge  vanEïpagnola,  fijne  vrughtbaer- 
heydtenderijekdom,  overvloei  van  beftiael.  Verdeeldhe- 
den onder  de  Sfaigmaerden.  Aerts-Bifdommen  m  Ameri- 
ca nevens  depliticque  regeeringe  daer  van. 

HEt-vafte  Landt  vin  America  is  niet  alleen  groot  ende  feer  wijdt  uytge-  Eylanden 
breyt ,  maar  men  vint  oock  in  de  Americaenfche  Zee'en  feer  groóte  van  A™~ 
Eylanden  >  fel  ve  die  de  grootfte  des  Weerelts  zijn.  rica. 

Het  foude  een  al  te  verdrietige  ende  lanckwijlige  faecke  wefen  die  alle  te 
willen  op-tellen,ook  ioude  fulcksfwaerlijk,jae,  by-na,niet,konnen  gefchie- 
den.omdat  er  veele  zijn  welcke  men  noch  niet  ontdeckt  heefcen  die  noch 
met  bewoont  zijn,foo  datmen  van  hare  groóte  ende  vrugtbaerheyd  weynig 
kan  feggen ,  want  men  leght  dat  alleen  de  Lucayefche  Eylanden  ,  meer  dan 
vier  hondert  in  getaele  zijn. 

Ick  fal  dan  om  defe  reden ,  ende  om  den  Lefer  niet  te  verveelen,  alleen  de 
voornaemfte  van  defe  Eylanden  bef 'chrijven,  en  dat  kortelijk;wy  fullen  met 
diegene,welkehetnaefteaenCar^eW4gelegenzijn,beginnen,omdatwy 
aldaer  geey ndight  hebben  met  het  fpreecken  van  het  vafte  Landt..  Befchrii- 

Het  eerite  dan  dat  verdient  datmen  daer  van  melde,is  het  koftelijke  Eylant  We  van 
Maroartia,  her  Min  deZeedightby  Cajitüo  ¿Oro gelegen,  endenae  by twee  Margarita 
andere  Eylanden  Cubagua  ende  Trinen  gen aemt.  S  3  Het 


n 


V.'CA! 


M 


Groóte 
mcenig- 
te  van 
Peerlen. 


%l%     ILBoeck.   Föyagie  vanThomas  Gage 

Het  is  waer  dat  dat  Eylandt  van  fommige  misprefen  is ,  om  dat'er  noch 
Koorn  noch  Boomen ,  noch  eetbaere  Kruyden  ,  noch  felfs  geen  watentot 
dVndrankbequaem,  w.  tot  foo  verre  dat  dein  woonders  voor  defen  een 
TonneWiin  voor  een  Tonne  water  gaven.  m  .<  .    ,,r;.:. 

Doch  de  groóte  meenigte  van  Peerlen  welke  men  daer  vmt,bedekt  ende 

veSefdSfcfoutdlefereyien,  en^d^?AeTatíeS^ 
felve  M4^«i4heeftgênaemt,om  datmen  in  de  Latij  niche  Taele  dienaem 

aeDPae7ilnfv;elrijkeKoopliedenindatEylandt,  welke  veertig  a  vijftig 
Negers  Sire  Slave  hebbeden  defelve  werden  van  haer  nergens  toe  ge- 
br^ta  ,  dii . om  tuflchen  de  Rotfen  de  Oeta  in  dewelke  men  de  Peerlen 

"Baseden  n^^^^l^^dg^ 
niet  doet  dan  Peerlen  handelen.  TVfaent  van  July  ,  eenoftetwee 


Maniere 
om  dele]- 
ve  tevif- 
fchen. 


Handel 
daer  mede 
gedreven. 


Rencon- 
tre tuf- 
fchen  de 
Engelíche 
ende  Hol 
landers 


~ 


— w 


_ 


II.Boeck.  Door  de  Spaenfche  ffeJUndun,  V.Cap.     143 

geliche  te  deden ,  by-brengende  haere  Commiiïïe.die  fy  van  myne  Heeren  „     r 
de  Staeten  in  die  Zee'en  hadden.  Vccd' 

Maer  terwijlen  datdefe  tegens  malkanderen  difputeerden ,  fo  ílrandehet  van8il:* 
Spaenfche  Schip  op  een  Eylandt,  ende  de  Boots-gefellen  ontlaedden, 
droegen  ende  verborghen  in  het  Bofch  een  gedeelte  van  de  Schatten  die 
daer  iri  waeren ,  hebbende  befpeurt  dat  de  Hollanders  haar  kraghtigh- 
lijck  nae-ietten ,  foo  ftaecken  fy  haar  Schip  in  brant ,  foodaenig  dat  de  En- 
gelfche  ende  de  Hollanders  van  dien  beuyt  verfteecken  bleven ;  foo  drae  de 
tijdinge  van  dit  voorval  te  Carthagena  gekomen  was ,  foo  fondtmen  daar  een 
Oorlogh  Schip  heenen,  om  dePeerlen,diemen  in  het  Bofch  verborgen  had- 
de  ,  te  gaen  haelen  ,  doch  die  leverdden  het  derde  gedeelte ,  van  het  geene  in 
het  Schip  geweeft  hadde  ,  niet  uyt. 

Jamaica  is  een  ander  Eylandt  dat  aan  de  Spaenfche  behoort,  ende  twee-  Befchriï- 
hondert  ende  tagtig  mijlen  lang  ende  veertig  breet  is,  en  hoewel  het  dat  van  vinge  van 
Margama  in  Fonteynen  ende  fchoone  Beeken  van  foet  waeter  overtreft,foo  Jamaica, 
moet  het  in  rijckdom  doch  evenwel  verre  voor  het  felve  wijeken,  want  alle 
deKoopmanfcbapdiemendaer  heeft  beftaet  in  Leder  ofte  Huyden,Suy- 
ker  ende  Taback. 

Daer  zijn  maer  twee  remarcabele  Steden  op  datEylandt,deeene  Orifcan  Spaenfcfce 
ende  de  andere  Sivilien  geheten ,  men  maeckt  daer  Schepen  foo  goet  als  die  j¡rec¿ 
uyt Spaignien komen.       •  h    dc_ 

Het  was  eertijds  feer  Volckrijck,  dog  tegenwoordig  zijn'er  weynigh  In- 
dianen meenwant  de  Spaigniaerden  hebben'er  meer  dan  feftig  duy  fent  doen 
vergaan,  foo  dat  de  Vrouwen  van  dat  Eylandt,  fo  wel  als  die  van  hetvafte  , 
Landt  van  America,  haere  vrugt  door  Kruyden  afdreven,  uyt  vreefe  dat  ha- 
re Kinderen  die  wreede  Natie  fouden  moeten  dienen. 

Aen  geene  zijde  van  die  twee  Eylanden  is  dat  van  Cuba  geleghen ,  het 
welcke  drie-honderc  mylen  langh  ende  feventigh  breedt  is ,  het  felve  wierde 
die  van  Europa  bekent  als  Cbrijlopborus  Columbus  fijne  tweede  Reyfe  nae 
America  deede- 

Het  is  vervult  met  Bofíchen,  Meeren  ende  Geberghten,  het  Climaet  is  n  rh  .. 
feergemaetight,  het  Aert-rijck  feer  vrughtbaer,  men  vint'er  uytnemende  Belchn?" 
fchoon  Koper ,  en  voor  defe  vontmen  daer  oock  Gout.  £n.ge  van 

Het  brenght  overvloedeüjck  Caffia Tijiula ,  Gember ,  Maftick ,  Aloe, 
Salfafarilla  en  Suycker  voort. 

Daer  is  oock  Vleefch  ,  Vifch  ende  Wil  t-braet  in  groóte  meenighte  j  doch  sijne 
byfonderlijck  zijn'ér  foo  veel  Zee-Schildt  Padden  ende  Verekens ,  dat  de  vrught. 
Schepen  fulcks  voor  haere  voornaemfte  Victuailje  mede  nemen  als  fy  weder  baerheyc, 
nae  Spaignien  trecken. 

Terwijlen  dat  ick  daer  was,  gebeurde  het  dat  ick  op  feeckere  dagheene  Aen  van 
purgatie  hadde  moeten  in-nemen,endeverwaghtendedatmenmy,nae  dat  hetVeic- 
defelve  gewerekt  hadde,een  ftuck  van  eenig  gebraeden  Pluym-gedierté  ofte  ke"s 

■  van 


-  H 


II.  B  o  e  c  K .   Foyagie  van  Thomas  Gage 


Vleefckin 

Cuba. 


Befchrij- 
vingevan 
de  Havana 


Sterckte 
van  de 
Haven 
daer  af. 


IXJ,      II.  Í50ECK.     y ujagwuwnr-ivrrn**  *-*'*&'  V.L<APr 

van  een  Coniin  foude  aendiíTchen,  foo  was  ick  wel  verwondert  darmen  my 
vets  van  een  iongh  acfoden  Vereken  voörfette ,  ende  door  dien  ïkdaer  van 
weygerde  te  eeten  Tais  vreefende  dat  my  fulks  qualijck  bekomen  moghten  , 
loc Í  verfeeckerdemy  cenyder ,  dat  dat  de  befte  fpij  ie  was,  welckc  de  Domo- 
ren van  dat  Landt  gewoon  waren  te  ordonneren  aen  alle  die  gene  welke  ge- 

de  Noord  zijde,welcke  gebouwt  wierde  door  \aqutSdt  Velafco&er  is  mede 
eer l  Bifdom  hier  op  volght  de  Havana ,  mede  op  deNoort-kufte.  aldaer  is 
eene  ieerThoone  Rcede\oor  de  Schepen,  ook  is'er  de  generale  Stapel  van 
^K^pmtnichappcn^  de Spaigniaerden  noemen defe  plaetfe de  Sleutel 

VHeüs  iödïfePkaiê  al waer  fig  de  Vlooten  van  den  Koning  vanSpaignien 
oSuLiamiervergaederenmededeKoopvaerdy-Scheepenvan  allede 

Landt!  als  van  de  Eylanden,  foodaenigh  datmen  in  de  Maent  van  Seftember 

feïïeö ^kan?datalleydefchatten van ^^Maldaervergadertzijn,  foodie 

gif  welke  uyt  de  Inkomften  van  den  Koning  van  Spaignien  voortkomen, 

IsookdeWa  enenKoopmanfchappendieaen  de Negotianten behoren  , 

welckeop^Ja"^ 

^I^ÄjSeä 

dfÄcSiSs8fecrgoetw«  omhaer  deStraet  vznBahama  tedoen 

P*Doonr  dien  dan  de  Havana  als  het  Pack-huys  is ,  in  het  welcke  men  alle  de 

naäLeTanlen^hetanderewatmeerbinne-waertsaendeanderezyde 
ven  is ,  is  fooW ,  dat  *l**gg>  «^^taA 

ftlkd^hheffoudefoowelingenomen  konnen  wordemah •  veeleandere 
fteSeP^tfcninEWÍ?<..foomenhettneteengoetLegherleLandeaen. 

taSe.  Het 


II.BoECK.  DoordeSpenfcheWeft-Indiën.  IV. Cap.  145 

Het  Cafteel  is  feer  wel  van  Gefchut  voor  fien,  onder  andere  zijn'er 
twaelf  S rieken  welke  fy  de  twaelf  Apoftelen  noemen  ,  iy  fijn  van  een  extra- 
ordinaire groóte. 

Dog  hoewel  de  Havana  fo  iterck  is ,  fo  konde  Cy  doch  evenwel  de  íes  ofte 
Teven  Millioenen  ,  welcke  des  Konings  Scheepen  van  Sí.  fuan  d'Uibuage- 
bragt  hadden,  niet  fal  veren,  hoewel  die  haer  onder  de  befcherminge  van  die 
Cafteelen  geretireert  hadden. 
Ditgefchiedein  het  Jaervan  1619.  als  wanneer  die  vermaérde  Hollander,  -¿buyivan 
welke  de  Spaigniaerden  P%<¿  de  Paio  ofte  Houte-been  noemden,  en  welke  fy  **  -#- 
foo  feer  vreefden  als  fy  te  vooren  Francois  Draek  gedaen  hadden^het  Anker  tbeur> 
aendeC4^o5dK/^«íowíoindebijtwierp,  om  aldaerde  Vloote  van  nieuw 
Spaignien  te  verwagten  ,  welcke  op  den  behoorlij eken  tijdt,  diehy  gegift 
hadde  >  niet  manqueerde  te  komen. 

Hy  hadde  defelvefoo  drae  niet  ontdekt,  of  hy  ginck  die  kloekmoedelijck  Afies  *** 
met  het  lofien  van  al  fijn  Gefchut  attaqueren,dog  de  Spaigniaerden,  welcke  hieraai* 
geen  luft  om  tevegten  hadden ,  hebbende  Krijgs-Raet  gehouden ,  oordeel- den  Com' 
den  dat  het  beter  was  figin  de  Haven  van  Matan$as,aep  het  Eylandt  Cuba  x.£™ïndeur 
gaen  falveren ,  en  al  retirerende  te  vegten ,  dan  het  geit  des  Konings ,  dat  j*oate~ 
haer  toe-betrouwt  was,  te  rifiqueren.  eemvort 

Op  die  Spaenfche  Vloote  waeren  veele  Edellieden,  ende  twee  Regh-/^^^, 
tersvande  Cancellarye  van  Mexico,  welcke  men,   als  fchuldighe  aen*^^ 
de  Confpiratie ,  daer  ick  boven  van  ghefproockenhebbe,  nae  Spaignien nxerkvan 
fondt.  4e„f,e_ 

Daer  op  was  ook  een  Jacobijn  er  Religieus  van  mijnekennifle ,  gennemtroemdeft 
Frzeterfacynthe  de  Ho^is,  men  hadde  hem  in  nieuw  Spaignien  gefonden  om  Pieter  Pie- 
dle de  Conventen  van  de  Ordre  van  St.  Dominicus  te  vifiteren,  hy  hadde  terfz.Heyttf 
ten  minften  agt  duyfent  Ducaten ,  door  de  gefchenken  die  men  hem  gege- 
ven haddeby  een  gefchraept,fo  als  my  fijn  Gefel  in  het  volgende  Jaer  feyde, 
welken  hyuytde  Havana  nae  Guatimai 'a  gefonden  hadde,  om  onder  fijne 
Vrienden  eenige  Penningen  te  vergaederen ,  op  dat  hy ,  door  hulpe  van  de- 
fel  ve ,  foo  weder  nae  Spaignien  mogte  geraecken, 

DomMartin  de  Cariüo  was  daer  mede  op,hy  hadde  gedeputeert  geweeft,om 
defchuldige  aen  den  Oproer  van  Mexico  te  doen  ftraflèn  ende  om  haer  Pro- 
ces te  maeken ,  men  feyde  dat  hy  daer  door  meer  dan  twintig  duyfent  Duca- 
ten yergaedert  hadde. 

Boven  defe  Perfoonen  was'er  nog  een  BiíTchop  en  een  groóte  menigte  van 
rijke  Kooplieden  op  defe  Vloote  »  en  Dom  \uan  de  Guarnan  de  Torres  was'er 
Admiraelvan. 

De  Spaigniaerden  dan  de  vlugt  genomen  hebbende ,  liepen  de  Reviere 
va  nMatan^a  o^niet  geloven  de  dat  de  Hollanders  het  fouden  derven  wae- 
gen  haer  daarin  te  volgen ,  dochalsfynu  defelve  waeren  ingefeylt,  ende  fy 
ondervonden  dat  daar  geen  diepte  genoeg  voorhaere  groóte  Gallioenen 
wasjdeeden  iy  die  aen  de  Wal  ftranden . 

T  Dat 


De  Hol- 
lander: 
nemen  de 
íilvere 

yioote. 


DenAdmi- 

rael  van  de> 

íelvewert 

Onrhoofc. 

Beíchrij- 

vingevan 

Efpagnola. 


Sijnevrugt 
baerhey: 
ende  rijck' 
dom. 


Over- 


146      II.BoECK.  Voyagie  van  Thomas  Gage      V .  C  a  p # 

Dat  gedaen  zijnde  trocken  alle  de  aenficnlijkfte  Lieden  aan  Land,ende  íy 
begaeven  fig  op  de  vhigt »  het  befte  dat  fy  konden  mede-draeghende ,  fom-  » 
mige  eenige  Cabinetten  ende  andere  Valiefen  ende  Maelen ,  m  dewelckc  fy 
haer  befte  goedt  hadden  opgeíloten,  dog  de  Hollanders,  haerneerftiglijk 
•vervolgt  hebbende,  fchotèn  dapper  met  hacr  Kanon,  ende  deeden  haer 
alles  verlaeten,  uytgefondert  alleen  eenige  Kabinetten  ,  welke  in  het  Bofch 
verborgen  wierden ,  foodaenig  dat  alle  de  refte  in  handen  van  de  Officieren, 
Soldaetenende  Boots-gefellen  van  den  Kloekmoedigen  Houte-been  ge- 
raeckte. 

De  Religieus  Frater  Ho^is  hadde  fig  in  eene  Boote  begeven ,  dragende  zijn 
kleyn  Kofferken  onder  zijne  kleedingchier  in  hadde  hy  Goude  Kettingen, 
Diamanten, Peerlen  ende  andere  koftelijke  Gefteenten;  dog  als  fes  Hollan- 
ders in  die  Boote  waeren  komen  fpringen  ,  foo  naemen  iy  hem  alles  wat  hy 
hadde  af,  Í00  als  zijnen  Gefelleonsdaer  nae  in  de  Stadt  van  Guattmala  ver- 

Als  nu  Don  \uan  Guarnan  de  Torres  in  Spaignien  was  aengelandt ,  fo  deede 
men  hem  in  de  gevanckeniiïe  gaen ,  al waer  hy  voor  eenigen  tijdt  buyten  zij- 
ne finnen  was ,  dog  weder  herfteldt  zijndewierdt  hy  daer  nae  ont-hoofr. 

Dogh  ik  moetcvoor  ik  dit  Kapittel  eyndige,  niet  vergeten  tefpreecken  , 
vanhetvornaemftevanallede  Eylanden  van  die  nieuwe  Werekit,  zijnde 
dit  het  geene  dat  men  Ejpa^nola  noemt ,  ende  de  voorige  Inwoonders  des 
Lands  met  den  naem  van  Hai^u  beteekenden ¿het  fugt  nog  op  heden  wegens 
het  verlies  van  meer  dan  drie  Millioenen  Menfchen ,  welke  de  Spaigniaer- 
den,  de  nieuwe  meefters  daer  van  hebben  gedoodt. 

Dat  Eylandt  is  een  van  de  grootfte  des  Werelds,  het  heeft  vijfthien-hon- 
dert  mijlen  in  den  omganck,  het  geniet  een  gemaetigde  lugt ,  deaerde  is'er 
vrugtbaer,  en  daerzijn  veele  Mijnen. 
-      Men  drijft  daar  oock  groóte  handel  met  Ambergrijs ,  Sufxker ,  Huyden  > 

Gember  ende  Wafch. 
•  Dit  Eylandt  behoeft  aan  dat  van  Cuba  nergens  in  te  wijken5dog  het  over- 
treft het  felve  verre  in  drie  faeken;de  eerfte  is  de  fuy  verheydt  van  't  gout  dat 
dae^feer  fijn  ende  fonder  menginge  van  eenigeMetaelen  wert  gevondenjde 
tweede  de  goetbeyt  van  het  Suyker-riet ,  dat  aldaer  veel  meer  dan  op  andere 
plaetfen  uytlevert;  de  derde  devrugtbaerheytvan  het  Aert-rijk,  het  welcke 
gemeenlijck  hondert  fout  wederom  geefr, 

Defe  groóte  vrugtbaerhey  t  wert  door  vier  Revieren  veroorfaeckt,  welke 
groot  zijn  ende  dit  Eylandt  in  vier  gedeelten  fcheyden  ende  bevogtigen, 

Defe  vier  Revier  en  fpruvten  alle  uy  teen  en  het  felve  Gebergte,  welcke 
te  midden  in  het  Landt  gelegen  is^deeerfte  van  defelve  wert  ^genaemt, 
ende  neemt  fijnen  loop  Ooft-waertsj  de  tweede  Arthwnacus ,  ende  defelve 
vloeytten  Wetten  ;  de  derde  facchus ,  die  ten  Noordemendede  vierde 
Nathus ,  dienaehetZuydenftreckr.  , 

Dit  Land  is  fo4aemg  vervult  met  Verkens  en  ook-van  ander  Beftiaei,dat 


T 


II.Bo'ECK.  DoordeSpaenfcheWeft'Indïén.    V.Cap.    147 

alle  in  de  Boffen  ende  op  het  Geberghte  is  wilt  geworden ,  dat  de  Scheepen 
•  welke  digte  omtrent  het  felve  haeren  Cours  nemen  ende  leef-togt  van  noo- 
den  hebben,gemeenlijck  op  eene  onbewoonde  plaetfe  landen,ende  met  ge- 
weer op  de  Jagt  gaende  dooden  fy  daer  foo  veel  wilde  Verkens  en  Offen  als 
fyvan  nooden  hebben,  fonder dat  haeryemandt  fulcks belet ,  doordien 
een  grbot  gedeelte  van  datLandt  onbewoont  is^ende  alle  de  Indianen  dood 
zijn. 

De  voornaemfte  Stadt  die  men  daer  op  vint  is  St.Domin^oÁn  defelve  is  een 
Prefident  ende  Kamer  van  Juítitie,beftaendeuyt  fes  Raets-heeren  ende  de 
andere  daer  toe  noodige  Officieren ;  daer  ís  oock  de  Setel  van  een  Aert-bif- 
fchop,en  hoewel  defelve  foo  veel  Inkomen  niet  heeft  dan  wel  de  andere,  en 
voor  al  die  van  Lima  ende  Mexico,íoo  heeft  hy  boven  haer  dog  die  eere,  dat 
hy  Primaet  van  alle  de  Indien  is. 

Nae  Domingo  volgt  St.  Ifaklla ,  St.  Thomas ,  St.  \uan,  Maragna  ende  Por- 
ft>,alwaer  ftercken  handehmet  de  Waeren  van  het  Eylandt  wert  gedreven. 

Op  defe  wijfe  hebbe  ik  nu  te  Zee  en  te  Lande,deEylanden  ende  het  Vafte 
Landt,datdeSpaigniaerdenin^ramVdbefitten,doorlopen,omtedoeniien 
den  ftaetin  dewelckefich  dat  gedeelte  des  Weerelts  nu  bevint. 

Boven  de  verdeel  [heden  van  dewelcke  ik  boven  hebbe  geiprookenjdie'er 
Zijn  tuffchen  de  Spaigniaerden  die  in  dat  Landt  gebooren  wordenjende  die 
geene  die  uyt  Spaignien  ghefonden  zijn  , zijn'er  noch  andere,  en  voor  al  in 
Peru  is  een  doodelijken  haet  tufichen  de  Bifcayersendede  Caftilliaenen , 
welke  dikmalen  dat  Land  beroerte  ende  tot  aen  fijne  totale  ruiaegebragt 
heeft. 

Daer  zijn  vier  Aerts-Bifdommen  in  Americat  te  weten  St.Domingo,  Mexi- 
co» Lima  ende  Santa  Fe',  ende  meer  dan  dertig  Bifdommen  die  daer  onder 
hooren. 

De  Bedieningeendehet  bewint  vanfaeken  ioovanStaeteals  van  Jufti- 
tie,  zijn  in  de  handen  van  twee  Onder-Koningen,  van  dewelke  fichde 
eene  te  Lima,ende  de  andere  te  Mexico  onthout;fy  hebben  andere  Gouver- 
neurs endePrefidenten  j  dieíy  Alcaldes  Majares  noemen, onder  haerjuytge- 
fondertdePrefidenten  van  Guatimala  ende  St.Domingo  t  welkers  magt  alibo 
abfolut  is,als  die  van  de  Onder-Koningen ,  hebbende  fy  Gouverneurs  ende 
mindere  Magiftraten  onder  haer  3ende  fy  felve  en  flaen  onder  niemant  dan 
het  Hof  ende  den  Raed  van  Spaignien. 


Verdcclt- 
heden 
onder  de 
Spai- 
gniaerden. 

Aerts-Bif- 
dommen 
in  America. 

Politicjuc 
regeerin- 
gevan 


T  % 


148       II.  Boek.     Vbyagie  vanThomas  Gage    VI.  Cap. 
HET  VI.  CAPITTEL. 

Den  Autheur  werd  de  Reyfenaer  Manilla  ontraeden.  Ver- 
dorvenheyd  in  de  Philippijnen.  Swaerigheyd  om  uyt  Manil- 
la weder  te  komen.  Boosheyd  van  de  Geeftelijcke  aïdaer. 
Den  Autheur  wanckelt in fijn  eerftevoorneemen.  Hyopen- 
baertfulck  aen  een  Mede-macker,  die  het  met  vreughde 
verjiaet.  Beraetflaeginge  daer  over  met  een  Religieus  van 
America;  fijn  oor  deel.  Den  Autheur  neemt  meteenige  van 
fijne  Mac  kers  voor  in  America  te  blyven.  Een  Monick  vlugt. 
Gramfchapvan  Calvo  daarover.  Hy  mishandelt  de  Mo- 
nte ken.  Een  van  die  blyven  wilden  y  valt  af.  Groóte  Con- 
sternatie onderde  anderen.  Stantvafiigheyd  des  Autheur s 
werd  door  de  andere  gevolght.  Beleyd  van  de  Monicken  in 
hare  vlugte  gehouden.  Kleine  voor-raed  van  geit  tot  de 
Reyfe. 

Den  Autheur  verhaeld  de  reedenen  die  hem  bewoogen  om 
de  Philippij  nfche  Reyfe  te  ftaecken ,  en  hoe  hem  fulcks 
door  feeker  Religieus,  die  eerft  daer  van  daen  was  geko- 
men ,  ontraeden  wierde ,  ook  befchrij  ft  hy  ons  de  fwae- 
righeden  die  hy  vondt  om  uyt  Mexico  te  geraeken,  tegen 
den  wille  ende  buyten  het  weten  van  fijnen  Superieur. 

NAe  dat  wy  nu  een  keer  ronfomme^;ri£4  gedaen,ende  het  felvein 
het  generael  befchreven  hebben  ,  foo  is  mijn  voornemen  te  vertoo  - 
nen  de  plaetfen ,  in  dewelke  ik  gewoont  en  door  dewelcke  ick  ghe- 
reyft  hebbe ,  ende  par  ticiilierlijck  voor  oogen  te  ftellen  de  ftaet ,  kragt  ende 
rijckdomvandieProvintien,  die  ten  Zuyden  van  Mexico  leggen. 
Evenwel  is  mijn  principaele  voornemen,een  y  der  te  doen  verwondert  ftaea 
over  de  voorfienigheyt  Gods,  welke  my  in  mijne  Reyfen  verfelt  heeft  en  be- 
ichermt  voor  een  oneyndig  getal  van  periculen  in  die  verre  af-gelegeneLan- 
den,  in  dewelke  hy  my  als  een  tweede  Jofeph  in  Egypten  hadde  gefonden.en 
daer  weder  uyt  verloft,  als  de  Befpieders  uyt  het  Landt  Canaan  >  hebbende 
my  weder  in  mijn  Vaderland  gebragt ,  om  aldaer  de  rijekdommen  van  die 

nieuwe 


II.Boeck.  DoordeSpaenfcheWeJt-Indïén.WI.Ckv.  149 

nieuwe  Weereld  voor  oogen  te  iteilen,  ende  foodanige  faeke,  welke* 
mijns  wetens ,  noyt  Engelfman,  voor  my,  geilen  heeft,  aen  de  menfchen  te 
vertoonen. 

Ik  bleef  in  dat  vermakelijke  Landt-Huys,  St.  facynthe  genaemt,  on-- 
der  het  opfigc  van  onien  Superieur  den  Pater  Calvo,  van  deMaentvan 
O&ober  tot  aen  die  van  Februarius  daer  aen  volgende ,  nevens  de  andere 
Religieufen  mijneGefellen,ende  uy  t  het  fel ve  kond  ik,op  mijn  gcmak,ga?n 
befchouwen,  de  aen  merkens-waerdige  dingen  ,  die  om  enin  Mexicozijn. 

Terwijlen  ik  daer  bleef,  ftelde  ik  groóte  vlijt  te  werke  om  my  te  doen  Den  Au- 
onderrigten  van  degelegentheydvandePhilippijnfcheEylanden,  naedetne'Jr 
welke  ik  ,  op  mijn  vertrek  uy t  Spaignien ,  hadde  voorgenoomen  te  rey fen ;  wert  de 
en  tot  mijn  groot  geluk,  vondt  ikdaerfeeker  Religieus,  welke,  goede  ReYiena« 
kenniffe  aen  een  van  mijne  Vrienden  hebbende,daer  van  daen  eerft  was  ge-  Mantll(l 
komen,  hebbende  hy  in  Manna  gewoon  t.  '    ontraden» 

Defen  Religieus  dan  ,  in  plaetfe  van  ons  tot  die  Reyfe  aen  te  moedigen  ,  v    , 
deede  alles  wat  hy  konde  om  ons  defelve  te  ontraden,  iêggende,dat,foo  wy        u°r"> 
onfe  faligheyt  ende  de  rufte  van  onfe  Zielen  liefhadden ,  wy  noyt  moeiten  ya"  ¿Ie 
denken  om  in  die  Landen  tegaen,in  dewelke  men  niet  vont  dan  ftrïcken  om  philipii- 
de  Zielen  on  der  de  magt  des  Duyvelstevangen,endedatdcgelegentheden  nen.         ' 
om  de  Menfchen  tot  verfoekinge  te  brengen ,  daer  niet  alleen  kragtig  ende 
meenigvuldig  waren ,  dog  dat  fy  daer  nevens  foo  dikmalen  voor- vielen , 
dat  het  fwaer  viel  defelve  te  ontvlieden. 

Dat,foo  hy  fig  niet  heymelijkom  fijner  Zielen  faligheydts  halven ,  had-  Swaerig^ 
de  weg-gemaekt ,  hy  daer  noyt  weder  van  daen  foude  hebben  konnen  ko-  heydt  om- 
memhebbende  hy  fig  dikmalen  op  deknyen  voor  fijneSuperieurs  neder-ge-  uyt-Maml- 
worpen ,  om  verlof  om  nae  Spaignien  te  mogen  keeren  te  verwerven,  fon- la  weder 
der  fulksoytte  hebben  konnen  verwerven..  te  komen. 

Wy  konden  niet  veele  dingen  uyt  hem  verfta  en,  ende  nog  minder  de  re- R      , 
den  van  fijn  vertreck  daer  van  daen,  als  alleen  dat  hy  dikmaelen  feyde  dat  de  Boo^heydc 
Religieufen  die  in  die  Landen  woonden  Duyvels  waren ,  wanneer  fy  fig  in  ^"  ft  i'- 
haer  particulier  en  van  de  hantaf  bevondemter  plaetfe  daer  fy  woonden  om  k^a  daeT" 
de  Indianen  te  onderwijfen ,  hoewel  Cy  in  het  publijk ,  en  voor  hare  Supe- 
rieurs Heyligen  fcheenen. 

Hieromme  overlaegen  wy  mermalkandereninhetheymelijkwat  ons  te 
doen  ftonde,'t  fy  om  dat  Jaer  weder  nae  Spaignien  tekeeren,of,wel  in  Ame- 
ric*  te  verblij  ven,  íoowy  nae  Spaignien  niet  konden  geraken.  D     A 

Ons  was^  niet  onbewuft  dat,fo  onfen  Superieur  Calvo  de  minfte  lugt  van  theyr  U" 
ons  voor-riemen  kreeg,en  dat  hy  vernam  dat  wy  te  raden  waren  geworden  wankelt 
om  niet  verder  te  gaen,hy  ons  op  de  ftraffe  des  bants  beveelen  foude  hem  te  jn  fii„  eer- 
volgemof  dat  hy  onsrin  het  gevangen  Huys  van  eenig  Convent  foude  doen  fte  voor- 
opiluiten,  tot  de  tijd  ende  wijle,  toe  datmen  van  Mexico  foude  moeten  nemen, 
vertrecken. 

Hoe  wel  wy  het  voornemen  dat  wy  hadden  van  niet  nae  de  Philippijnen 

T  3  over 


I 


Beraetfla- 
ging  daer 
over  met 
een  Reh- 

geus  van 
America. 


Si  jn  oor- 
deel. 


Den  Au- 
thcur 
neemt 
met  eeni- 


150     II.   Boeck.  Vbyagk vanThomas Gage     VI.  Cap. 

over  tevaeren  feer  geheim  hieldden  ,  foo  konde  ikmydog  niet  onthouden 
van  het  felvè  aan  een  van  mijne  Confidentfte  Vrienden ,  zijnde  een  Reli- 
gieus uyt  Yerlandt  van  daen  ende  Frater  Thomas  van  Leon  ghenaemt,  te 
openbaeren,  ickhaddebemercktdathy  dikmaelen  metfmertedenarbeyt 
van  het  rey fen  verdroeg ,  en  dat  het  hem  ber ou  wde  uyt  Spaignien  getrocken 
te  zijn. 

Soo  drae  ick  hem  het  voornemen,dat  wy  om  te  bly  ven  hadden  genomen, 
haddedoenverftaen,  nevens  de  wijfe  op  de  welcke  ik  fulks  daghte  aen  te 
leggen ,  foo  betuygde  hy  een  grcote  vreugde ,  endehy  beloofde  dat  hy  my 
noy t  verlaeten  foude ,  maer  in  tegendeel  met  my  gaen  waer  ik  vulde. 

Als  nu  den  tijdt  van  ons  vertreck  naederde ,  ende  wy  faegen  dat  wy  niet 
veel  van  de  felve  over  hadden  om  ons  tot  de  Reyfe  vaerdig  te  maeken  ,  foo 
adreiïeerden  wy  ons  onderwijlen  aan  feecker  Religieus  van  Mexico  >  op  dat 
hy  ons  in  ons  voorneemen  foude  raed  geven }  wy  feyden  tot  hem  ,  dat  wy  , 
fo  onfen  overíle  Calvo  ons  wilde  confent  geven  om  te  blijven,  feer  verheugt 
fouden  zijn,  foo  wy  in  eenig  Convent  in  Mexico  ofte  daer  omtrent,  fouden 
mogen  blijvemtot  dat  wy  weder  gelegentheyt,  om  naeSpaignien  te  keerem 
fouden  hebben  gevonden. 

Dog  door  dien  dit  een  Criool  was,ende  van  die  geene  die  in  dat  Land  ge- 
booren  zijn  ,  fo  kondehy  fig  niet  onthouden  van  aanftonts den  onverfoen- 
lijeken  haet,  welke  fy  die  uyt  Spaignien  komen  toedragen  ,  tevertoonen. 
Hy  fey  de  ons  dan  vlack  uyt  dat  de  natuerlijcke  Spaigniaerden  ,  ende  die  van 
fijnen  Landt-aart,  noyt  weimet  malkanderen  hadden  konnen  over-een-ko- 
men ,  en  dat  hy  wel  wifte  dat  de  Superieurs  ons  niet  dan  met  groóte  moeyte 
iouden  aannemen  j  dog  dat  hy  geloofde,  dat  wy  inde  Provintievan  Guaxa- 
ca  feer  wel  fouden  ontf  angen  worden,  in  dewelke  de  helfte  van  de  Rehgieu- 
{en  naturelle  Spaigniaerden  waeren,  zijnde  de  refte  Criolen  ofte  daer  in  het 
Land t  geboorene¿ende  dat  in  alien  gevalle ,  foo  het  ons  in  dat  Landt  niet  na 
onfen  fin  quaeme  te  gaen  ,  hy  ons  verfeeckerde  dat  wy  in  de  Provintie  van 
Guattmala  feer  welkom  fouden  zijn ,  als  alwaar  de  meefteReligieufen  natu- 
relle Spaigniaerden  waeren  ,  houdende  die  geene  die  daer  van  daen  geboor- 
tig fijn  feer  onder.  . 

Ditfeggen  mishaegde  ons  feer  alswy  overwogen  dat  wy  ten  miniten 
drie  hondert  mijlen  moeiten  rey  fen  om  te  Guatimala  te  koomemdat  wy  on- 
kundig in  de  Mexicaenfche  Taele  waeren ,  en  dat  wy  geen  geit  nog  Paerden 
hadden  omeene  foo  lange  en  verdrietige  Reyfe  aan  te  vangen. 

Do°  wy  overleydden  ook  dat  de  Phihppijnen  noch  veel  verder  afgelegen 
waeren  ,  en  dat'er  gantich  geene  hoope  was  om  van  daer  oyt  weder  in  het 
Chriftenriick  te  komen,  ende  het  Vaderlandt  te  befien. 

Hi^r  door  naemen  wy  eene  refolutie  om  ons  t  eenemael  in  handen  van  de 
Goddelijke  voorfienigheydt  over  te  geven ,   ende  die  Reyfe  van  drie  hon- 
dert mijlen,  met  de  weynige  middelen  die  wy  by  de  han t  hadden  te  waegen ¿ 
•    ten  dien  eynde  verkogten  wy  onfeBoccken  endeeemge  Kleederen  die 


II.BoECK.  DoordeSpaenfcheJVeft-ïndiên.  VI.  Cap.  151 

wy  nog  hadden ;  en  hier  door  kregen  wy  middel  om  yder  eenPaertte  s?cvanfn 
koopen 
Dog 


;rwijlen  wy  ons  dus  in  het  heymelijk  tot  de  reyfe  na  GuatimaU  be 


nemac- 
kers  voor 
reydden>foo  wierden  wy  niet  weynig  ontruftdoor  hetgeene  eene  van  onfe  n\Amevka 
Gefellen  om  die  felvefaekeoverquam,  hebbende  hy,  buyten  ons  weten  ,  teblijven. 
mede  fulks  voorgenomen. 

Defen  Religieus  was  Frater  Pedro  Boralho  genaemt,  dieons  ,  fonder^enMo" 
zijn  voornemen  aen  yemandt  van  fijne  Vrienden  te  openbaren  ,  heyme-  nick  vluSr- 
lijk  verliet. 

Sijne  vlugt  bragt  foo  groóte  gramfchap  in  het  herte  van  onfen  Superieur  ?£am" 
Calvo,  dathy  ,  nae  dat  hy  hem  aen  alle  Oorden  hadden  doen  foeken,  den  Í h.aP'an 
onder-Koning  ging  vinden,  ende  hem  bidden  dat  hy  doch  fijne  authori-  Cö/wdaer 
teyt-  wilde  te  werk  ftellen  om  defen  fugitiven  Monick  weder  te  bekomen ,  °m' 
endeopde  plaetfe  van  de  Merkt  fijne  verbots-brieven  te  doen  af-lefen  met 
dewelkeJiy  alle  ende  een  yder  foude bevelen  den  ielve  niet  te  verbergen 
ofte  te  ruiys-veften,maer  hem  gevonden  hebbende  ofte  wetende,  weder  by 
fijne  Superieur  te  brengen. 

Hy  vertoonde  hem  dat  niemand  moefte  huys-veftinge  geven  ofte  debau- 
cheren  foodanige  Perfoonen  ,  welke  uyt  Spaignien  vertrocken  waren  om 
het  Euangelium  in  de  Philippijnfche  Eylanden  te  gaen  Prediken,om  dat  fy 
door  fijneCatholijke  Majeftey  t  daer  wierden  gefonden  ende  op  fijne  koften 
onderhouden,en  dat  daar  door,die  Religieufen,  welke  ten  halver  wege  van 
voornemen  veranderden ,  en  haren  Superieur  verlietemgecaftijdt  moeften 
worden,door  dien  fy  fijne  Majeftey  ts  intentie  fruftreerden  ende  daer  en  bo- 
ven fijn  geit  ftalen. 

Defe  redenen  hadden  foo  veel  magt  op  den  Onder-Koning ,  dat  hy  aen- 
ftontsfeekere  Ordonnantie  deede  publiceeren,  door  dewelke  aen  alle  die 
geene  die  wiften  waer  den  voorvlügtigen  Religieus  Pedro  Boralho  was,ofte 
wel  die  hem  huys-veften ,  geboden  wierde  jfulks  aen  fijne  H  ooghey  t  te  ko- 
men aenbrengen  ,  op  poene  van  gevankenifïe  van  hare  Perfoonen,ende  een, 
boete  van  vijf-honder t  Ducaten  voor  den  Koning,nevens  verbot.op  defel- 
ve  boete  van  eenig  Religieus  van  de  Philippijnen  ofte  daer  nae  toe  gedefti-  ■ 
neeny  te  verbergen  ofte  te  huys-veften,  tot  de  tijdten  wijle  toe  dat  des  Ko- 
nings  Scheepen  v&nAcapulco  moeften  vertrecken. 
Als  Calvo  defe  Ordonnantie  hadde,begonden  hy  onsqualijk  te  handelen,  H 
hy  feyde  dat  wy  Slaven  van  den  Koning  waeremende  aen  fijn  beley  ton  der-  handch  de 
worpen;  dat  foo  ymant  foo  ftout  was  van  hem  te  derven  verlaten  (wanthy  Moniken 
vreefdedat  fy  het  meeft  alle  fouden  gedaen  hebben  )hy  defel  ve  met  dehulpe 
des  Onder-Konings  wel  foude  weten  te  vinden  ,  foo  wel  als  Pedro  Boralho, 
tot  fchande  ende  fchaemte  foo  wel  van  de  eene  als  van  de  andere. 

Dit  feggen  bragt  groóte  droefbey  t  in  ons  herteen  deede  mijnen  Gefelle  £en  van 
Thomas  van  Leon  den  moet  verliefen,foo  dat  hy ,  in  mijne  tegenwoordig,  ¿ie  blijven 
hey  t ,  het  voornemen  van  in  dat  Land  te  blijven ,  veranderde ,  fich  niet  wilden 

wil- valt  af 


i<2     II.Boeck.   Foyagie  vanThomas  Gage      VI.  Cap. 

willende  heymelijckvan zijnen  Superieur  begeven  i  hy  betuyghde  even- 
wel ,  dat,  foo  ick  Dy-rn^n  voornemen  volherddchy  my  getrouw  zijn 
ende  niet  ontdecken  foude;  dogh,  door  dien  ick  zijne  iwakheyt  gefien 
hadde  ,  dorfte  ickmy  niet  meer  op  hem  betrouwen ,  ende  ick  veynfde 
my  als  of  ick  nevens  hem  van  dat  felve  voornemen  was. 
Groóte  Dit  maeckte  dat  ick  my  by  mijne  drie  andere  vrienden  begaf ,  van  de- 

conftema-  welcke  Antcnio  MelendeK  een  was, zijnde  hy  die  geene  die  my  de  eerfte  had- 
tie  onder     de  doen  refolveren  om  uit  Spaignien  in  Afia  te  gaen ,  ick  vonde  dat  fy  feer 
de  andere,    benauwt  waren,  ende  in  groóte  onfeeckerheydt  van  het  geene  fy  in  de- 
fë  coniun&ure  fouden  aenvangen. 

Sv  overleyden  dat  wy ,  als  wy  ons  op  de  vlught  begaven ,  konden  gevan- 
gen worden,  endealfoo  in  heghteniffe  te  Mexico  gebraght,  en  dan  daer  op 
Fezens  onfen  willen  nae  de  Phiüppijniche  Eylanden  af  gefcheept  ,  het 
welke  ons  met  ichaemte  ende  confuíie  moeite  overftorten,  en  verbieden 
het  hooft  op  te  heffen,  ende  onfe  vrienden  te  aenfchouwen. 

Sv  maeckten  oock  haere  reflexie  op  de  Ordonnantie  van  den  Onder- 
Koninsrh,  ende  opdeiwaerigheydt  die'er  was  om  zijne  handen  te  ont- 
komen, als  wel  wetende  dat  hy  nietfoude  naelaeten  allezyne  maght  in 
het  werckte  ftellen  om  ons  te  foecken  ende  te  vinden. 

Aen  de  andere  zyde  floegen  fy  haere  oogen  op  de  kleyne  achtinge  die 
Calvo  voor  haer  hadde,  dat  hyhaer als  flaevenende  voor  vlughuge  wegh- 
loopers handelde, en dathy  haer  als foodaenige op*de  volle  merckt  bekent 
maeckte,endeeyndelijckdeflavernyeendedeellendetotdewelckeiy,inde 
Philippijnfche  Eylanden  gekomen  zynde,  fouden  vervallen. 

Doch  onder  alle  deie  quellingen  hadden  wy  eenen  trooft ,  te  weten ,  dat 

men  ons  verfeeckert  hadde  dzt'ei  PedroBoralho  omkomen  was,  en  datmen 

hem  frifchen  weldiipooftopderiweghnaeG«^^4/4  hadde  gefien  ,  foo- 

daenigh  dat  wy  hoopten  ons'er,ibo  wel  als  hy,  door  te  redden. 

Stantva-         Dit  maeckte  dat  ick  haerrondtuytfeyde,dat  ick  voor-genomen  had. 

ftighlyt     de  te  blij  ven,,  al  fou  het  danalleenzyn,  om,  of  na  Spaignien  te  trecken, 

de^Au-     of  nae  Guatimala  te  gaen.  ju^Li^-mi*. 

theuVs  Sy  betuighden  alle  groóte  vreughde ,  Tiende  my  van  foodaenige  rciolu- 

wertdoor  tie,  en  verfeeckerden  my  dat  fy  met  my  het  waegen  endeeen  enhetfel- 

de  andere   ve  p¡e vaer  loopen  wilden.  ,'..„',  „  ra  un„Aon 

gevolglu.       Soodaenig  dat  wy  befloten  yder  een  Paerdt  in  Mexico ,  gereet  te  houden, 

en  dat  wy  den  avom  voor  den  dag,op  dewelc  ke  ons  gei btf chapn  ae  ^ ulca 

verwecken  moeite  ,twee  aen  twee  ,  van  het  Huys  St.  facymhe  fouden  af- 

laen!  om i™ M>xi«  .ter  plaetfe  daer  onfe  Paerden  fouden  zyn ,  te  komen, 

Indedrwy^ropuytdeStadtfoudentreckenendedengeheelennaght 

voort-reyfen,  doende  het  felve  twee  a  drie  daegennae  den  anderen    ne- 
mende des  daeghs  onfe rufte,  tot  dat  wy  demgh  a  veertigh  mylen  vanae 


toe  de  Rey- 
fe. 


II.Boeck.   Door de SpaenfcheïVeft- Indien.  V,  Cap.  153 

ende  ons  niet  vinden ,  de  Reyfe  van  de  refte  van  fijn  Gefelfchap  nier  foude  Beiev 
wilien  ítaeken,om  ons  te  doenfoeken;  en  dat  als  hyfulksal  deede,  het  ¿e  m0 
fel  ve  maereen  dag  a  twee  foude  dueren  ,  nae  dat  by  ons  doordeStadt  van  kenin  ha-* 
México  foude  hebben  doen  opfoeken  foo  wel  als  op  de  naefte  weegen    al  - 
waer  wy  verfeekert  waren  dat  hy  ons  niet  vinden  foude,  ofte  eenige'ty- 
dinge  van  ons  verneemen,  om  dat  wy  voorgenomen  hadden  niet  langs  de 
groóte  wegen  nodh  de  gewoonlijke  paeden  tereyfen  ,  voor  al  in  die  twee 
alder-eerfte  nachten  naer  ons  vertrek  uytde  Stadtvan 'Mexico. 

Dit  befluit  wierdt  alfoo  wel  belegt  ende  ter  executie  geftelt  als  het  be- 
nomen was -.hoewel  men  reden  hadde,van  te  vreeien  dat  het  mogte ont- 
dekt worden  ,  door  dien  het aen  vierperfponen  bekent  was  ¿  ook  mogtmen 
met  recht  apprehenderen  de  fwaerigheyt  die  wy  fouden  ontmoeten ,  in  het 
doen  van  een  Reyfe  van  drie-honderr  mijlen,  met  het  weinige  geit  dat 
wy  hadden ,  en  van  het  welke  evenwel  vier  Meníchen  ende  Peerden  ee- 
ten  ende  leven  moeftèn. 

Want  wy  maekten  eengemeene  Beurfe,  nae  dat  wy  onfe  Paerden  ge-  Kleyne 
kogt  hadden ,  wy  gaven  die  aen  een  uyt  het  Gefelfchap  te  bewaren ,  en  voorrae 
wy  bevonden  dat  wy  in  alles  niet  meer  als  twintig  Ducaeten  hadden,  het  vangelt 
welke  in  een  Landt  foo  ryck  alsdat,niec  meer  is  dan  twintig  Schellingen  "" 
in  Engelandt,  ofte  vier  Rijksdaelders  in  Vrankriik. 

Soodanig  dar,  hoewel  die  naeuwlijks  konden ftrecken  om  onfe  Peer- 
den eenige  dagen  te  voeden,  foo  lieten  wy  des  niet  te  min,  níet  nae  te 
ver trecken ,  onfe  hoope  ende  vertrouwen  meer  op  de  Goddelijke  voor- 
fienigheydt,dan  op  demenfchelijke  middelen  ftellende. 

Wy  tnaeken  mede  onfe  reeckeninge  ,  dat  wy  ,  als  wy  veertig  mijlen 
weegs  fouden  gereyft  hebben ,  ende  foo  verre  aen  de  andere  zyde  van 
Mexico  zyn  gekomen  ,  wy  in  plaetfe  van  twintig  Ducaten  meer  dan  veer- 
tig fouden  hebben,  omdat  wy  ín  de  Conventen  van  de  Reliaieufen,  die 
ons  niet  kenden,  fouden  gaen  logeeren,  ofwel  by  de  rijeke  Spaenfche 
Pachters ,  die  ons  niet  alleen  trafteeren  fouden ;  maer  oock  ielve  op  ons 
vertrek  ons  eenig  geit  geven,  om  ons  een  dag  a  twee  te  Voeden. 

Sietdan  hier,  beminde  Leefer,  methoe  weynig  uytterlijke  middelen  en- 
de op  hoe  loffen  voet  wy  het  dorften  wagen,  in  een  vreem  t,  en  voor  ons  on- 
bekent  Lant,  m  het  welke  wyfelve  deTaelevan  denLant-aert  niet  ver- 
ftonden ,  van  ons  Gefelfchap  af  tefcheyden ,  by  het  welke  wy  den  overvloei 
van  alles  hadden,  ende  dat  om  ons  te  werpen  in  de  armen 'des  geluks,  al- 
leen in  hoope  van  des  te  beter  het  Vaderlandt  te  konnen  weder  aenfehou- 
wen,  ende  om  de  gelegentheden  van  fondigen,  welke  men  ons  gefegt 
hadde  in  de  Manilla'es,  foo  meenigvuldig  te  zijn ,  te  ontgaen  •  hierdoor 
is  het,  dat  ik  geloove,  dat  de  Goede  Godt  geliefde  onfen  weg  voor- 
fpoedig  te  maeken  ♦  ende  ons  defelve  veel  ligter  te  doen  vallen ,  dan  wy  in 
den  beginne  hadden  derven  hoopen ,  foo  als  by  het  vervolg  fal  blyken. 

V  HET 


ê 


m 


154    II.  Boeck.  Voyagie  vanThomas  Gage     VILCap. 
HET  VIL  CAPITTEL. 

Voorforge  van  den  Onder-Koningh  ende  van  Calvo.  Doch 
tevergeefs  aengewent.  Syraeckenuyt  Mexico.  V aleje  van 
Atlico.  Haere  vrughthaerheydt.  Goedt  onthael  op  den 
wegh  genoot  en.  Sy  beginnen  by  daege  te  reyfen.  Valeye  van 
St.  Paulus.  Dubbelden  Ooghft  m  defelve.  Rycke  Boeren. 
Geluckige  onimoetinge..  Traght  van  een  handt -Vaght  er. 
Syne  mildaedigheydt.  Tafeo.  Chautla.  Zumpango.  Ge- 
berghte  van  Mi  fteque.  Koftelycke  Kercken  ten  f  latten  han- 
de.  Vrughtbaerheidt  van  het  felve.  Gout-mynen.  Sïlver- 
mynen.  Tfer-mynent 


Yoor-for- 
ge  van  den 
Onder 
Koning 
ende  van 
Calvo. 

Poch  te 
vergeefs 
geitek. 


Sy  raecken 
vyt  Mexico. 


Yaïeye 


HEt  geene  waer  wy  het  meefte  voor  bekommert  waren ,  was  hoe  wy 
beft  uyt de  Stadt  van  Mexico  fouden  geraeken ¿want  men  hadde  ons 
gewaerichouwt  >  dat  den  Onder-Koning  >  aen  Calvo t  wagterSiOm 
de  wegen  by  dagende  nagt  te  befetten  hadde  toegeftaen ,  hebbende  aen 
defelve  belaft  de  groóte  wegen  te  bewaeken  tot  die  tydt  toe  dat  wy  nae 
Acapulca  fouden  "zyn  vertrocken. 

Doch  wy  vonden  i  niettegenftaende  de  laeil  gemelde  Ordonnantie  van 
den  Onder-Koningh  ,  en  defe  Waghters  ,  een  feer  goedt  ende  getrouw 
Vriendt»  welke  fijn  dienft  aenboot^om  ons  uyt  Mexico  te  brengen,  en 
dat  door  een  weg  op  dewelke  wy  gantfeh  geene  reden  hadden  3  om  die 
geene,  welke  waekten,  te  vreefen. 

Soodanig  datwy  metdie  Vriendt,  ende  met  een  Landt-kaertc »  die  wy 
hadden  mede-genomen,  om  ons  voor  Gidfe  te  dienen ,  als  ons  defe  gemelte 
Vriend  foude  verlaten  hebben  ,  met  vreugde  des  avonts  ten  tien  ueren  uyt 
Mexico  vertrocken >  lijnde  het  doen  omtrent  in  het  midden  van  Februario> 
en  wy,  hebbende  niet  eenMenfch  omtrent  de  Voor-ftadtvan  Guadalupa 
gevonden  (  want  die  weg  naemen  wy  expreflelijk ,  hoewel  die  regt  van 
Guatemala  af-ieyt ,  door  de  vreefe  die  wy  hadden  dat  wy  op  den  regten  weg 
de  Wagrers  fouden  ontmoeten)  marcheerden  den  geheelen  nagtgedtue- 
rendetotaen  den  Morgen-ftont ,  als  wanneer  wy  aen  een  kleyn  Vlek  van 
Indianen  quaemen¿in  het  felve  begonden  wyons  kleyn  Capitael  aen  te 
taften,  doende  een  Kalkhoenende  eenCapuyn  aendiitchen*ommeton- 
fen  Leydtsman,  voor  zyn  vertrek  nae  Mexico  >  te  ontbijten. 

Wy  namen  ons  af-fcheyd  van  hem  na  dat  wy  ontbeten  hadden ,  ende  wy 
begaven  ens  te  rufte  om  in  ftaet  te  wefen  tegens  den  volgenden  nagt  weder 

te 


rxw 


= 


~ 


IXBoeck.  DoordeSpaenfcheïFeft-Indien.  VIX.Caf,  155 

te  konnen  marcheeren ,  ende  door  het  Lande  nae  Atlixco  te  trecken  ,  het  ¿trv    - 
welcke  in  ecne  Valeye,van  omtrent  feven  myJen  in  de  rondte,legf,die  oock        'e9* 
daarom  de  Valeye  van  At/ixcogeniemt  wert ,  zijnde  in  die  Landen  feer  ver-  Hacre 
maert ,  ter  ooriaecke  van  de  groóte  meenigte  van  Koorn  die  daer  jaerlycks  viUafat- 
venaemelt  ende m-ge-oogft  wert,  wa-r  vandeStadtvan  Mexico,  nevens  bae'rheid. 
allede  omleggende, haereprincipaele  fubft  en  tie  trecken. 

Daer  zyn  oock  in  die  Valeye  veele  ry cke  Vlecken  die  door  Spaigniaer-  Goetonr 
den  ende  índiaenen  bewoont  werden,  doch  wy  derfden  m  defelve  niet  had  op  den 
komen,  endewy  trockenvan  den grooten ende  gemeenen  weghaf,  van  wegh  ge- 
de  eene  Hoeve  opd'andere,opdewelcke  wy  feer  wel  ontfengen  wierden  noten, 
van  deryckePaghters  ende  Boeren,  diefich  geluckig achteden  te  zyn, 
om  dat  fy  ons  inhaereHuyfen  laegen,  ende  om  dat  fy  met  onfen  om- 
ganck  ende  converfatie  vereert  wierden. 

Opdefeplaetfe  begonden  wy  alleonfe  vreefe  achter  den  rugge  teirellen,Sy  be°in- 
tot  foo  verre  dat  wy  voornamen  niet  meer  by  duyfter  als  Naght-uylen  te  nen  by  da- 
reyfen ,  maer  onie  reyfe  by  daege  voort  te  fetten ,  om  des  te  beter  de  ver-  ge  te  rey- 
maeckelyckheden  van  die  Valeye  te  konnen  genieten  ende  bemereken,  foo  fen. 
wel  als  van  andere  Plaetfen  die  wy  noch  paiTeeren  moeiten ,  altoos  dwarfch 
door  het  Land  treckende. 

Van  defe  Valeye  van  Atlixco  quaemen  wy  in  eene  andere ,  de  Valeye  van  Valeye  vara 
St.Paulusgcnaemt,  die  hoewel  fy  niet  foo  groot, doch  evenwel  veel  ryc-St°  paulus, 
ke/is,  om  datmendaar  jaerlycks  tweemael en  ooghft. 

Syfaeyen  het  Koorn  voor  deeerftemaelinde  gewoonlijcke  Regen-tij-  Dubbelden 
den ,  ende  voor  de  t  weedemael  in  de  Somer  ■  foo  dra  het  eerfte  Koorn  in  de  ?°§hfl:  m 
Schueren  is  gebragt  ende  de  Regen-faifoenen  gepaiTeert  -zijn  ;  fy  bedienen  dcle  ve* 
fich  aerdighjck ,  om  haer  Koorn  te  bevoghtigen  ,  van  de  Beeckjens  die  van 
het  gebergte ,  't  welcke  defe  Valeye  omringnt,  komen  af-rollen,  maecken- 
de  kleyne  blootjens,  doordewelcke  fy  het  water  op  haereAckersleyden, 
oock  weten  fy  defelve,  als  het  haergeliert,  te  ftoppen. 

.    Daer  zyn  veele  van  die  Paghters ,  welcke ,  hoewel  fy  niet  doen  dan  haere  RvckeBoe» 
Landen  te  bebouwen  ,  evenwel  voor  foo  rijck  gehouden  worden  ,  dat  fy  ren 
de  waerdye  van  derngh  jae  veertigh  ende  meer  duyfent  Ducaten  befitteñ. 

Het  gelucK  wilde  datwy  in  eene  van  die  Plaetfen  een  Paghter  vonden.  Geluckisc 
welcke  geboortig  was  van  eene  en  defelve  Plaetfe  met  myn  Vriendt  An,  ontmoe*   . 
tomo  Melend^  5  zynde  fy  beyde  van  Servia  van  daen ,  welcke  ons  om  fy-  ting. 
nent  halven  drie  dagen  ín  fijn  Huys  behieít,  ende  feer  loffelijck  onthael- 
de  ende  traöeerde. 

MendifchteopfyneTaefTeLeven  als  op  die  van  een  Perfoon  van  groóte  Praghc  van 
qualiteyt,met  dan  infilver  aen.  Hyfpaerde  niets  om  onswelte  toeven ,  een  Pagh- 
doende  ons  niet  alleen  de  uytgelefentíte  ende  delicaetfte  fpijfen  die  hy  ter. 
vinden  kondeaenreghten,  maer  felvedeedeby  onfe  Kamers  parfumeren, 
ende  gar  ons,  door  fyne  Dochters ,  het  vermaeck  van  de  Mufijcq ,  welcke 
fy  genoegfaem  verftonden ,  en  dat  foo  dickmaelen  wyaeten. 

V  2  Als  . 


M 


156     II.BoECK.  VofägievanThomasGage      VII.Cap. 


Als  Antonio  Melende^  hem  ons  voornemen  vannae  Guatimaiategnevi 
;maeckt,foogaf  hy  ons  alle  de  noodige  onderrigtingen; 


Syne  mil- 
dadigheyr 


Tafeo. 


Chautla, 


Zumpango 


Gebergh- 
te  van 
Miftequc. 


Koftelijcke 
Kerken  ren 
plarten 
lande. 


Vrught- 
baerneyd 
van  het 
lelvc. 


hadde  bekene  gemaeckt,iuugai  uy  uno  a.iv,  u^  UUVU15«-  vUuv.m&iuigcu, 
om  ons  nae  te  regeeren,  toe  dat  wy  ter -plaetfe  >  daer  wy  niet  te-vree- 
ftn  hadden ,  iouden  zijn  gekomen.  _  " 

Te  defer  plaetie  was  het  dat  wy  de  byiondere  voorhenigheydt  Godes 
betonden  te  bemereken  ,  welcke  ons  foo  geluckiglyk  in  het  Huys  van 
dien  Vriendt  gebragt  hadde  ,  ons,  fegge  ïck,  die  vremdelingen  in  dat 
Landt  waeren,  want  hy  gaf  ons,  op  ons  vertrek  ,  niet  alleen  een  Gidfe 
ofte  weg  wyfer,  raaer  hv  fchonk  ons  noch  twintig  Ducaeten,  om  ons- 
op  de  Reyle  van  te  bedienen,  ' 

Van  defe  Valeve  trocken  wy  na  Tsffio ,ia een4ialven  Cirkel ront  rrec- 
kendcaldaer  zyn  omtrent  vyf-hondert  Inwoonders,  welke  met  hare  na- 
buren ,  en  de  verre  af-gelegene  Landen ,  grooten  handel  in  Catoen  dry  vem 
In  defe  plaetfe  ontmoetten  wy  een  Spaenfch  Religieus,  vandeOrdre 
van  St.  Francifcus  ,  welke  ,  hebbende  verftaen  ,  dat  wy  uyt  Spaignien 
gekomen  waren, ons  met  veele  genegentheydt  onthaeldcprincehjktra- 
deerde,  en  beleefdelijk  af-fcheydt  gaf. 

Daer  van  daen  vertreckende  ,  quaemen  wy  op  de  weg  van  Guaxaca 
ende  arriveerden  te  Chautla»  het  welke  ook  feer  veel  Catoen  uyt-leverdt, 
maer  wy  vonden  daer  niemandt  die-ons  regaleerde,  daeromme  fpraken 
wv  onfe  beurfe  aen.  '  .    Jí4l1 

Nae  defe  plaetfe  komtmen  in  een  Stadt  Zumfangt .  genaemt,  m  defcl- 
*  ve  zyn  ten  minftenaght-hondert  Inwoonders,  fooSpaigmaerden  als  In- 
diaenen, fy  zyn  voorden  groot  gedeelte  feer  ruk; de  voornaemfte  Wae- 
ren  diemen  daer  vindtzyn  Catoen,  Suyker  en  Cochenille- 

Dog  aen  geenezyde  van  die  Stadt  vintmen  het  Gebergte  van  Mijle^t 
op  her  welke  veele  groóte  ende  rijeke  Indiaenfche  Vlecken leggen,  wel- 
kers inwoonders  grooten  handel  met  Zijde  drijven,  vallende  aldaer  de 
befte  van  alle  die  quartieren  ,  ook  is'er  veel  wafch  ende  honig. 

Veele  van  die  Indiaenen  handelen  op  Mexico  en  op  de  omleggende  plaet- 
ien.men  fiet'er  die  met  dertig  a  veertig  Muyl-Eiels  langs  het  Land^aen 
handelen ,  welke  men  aght ,  dat  tien ,  twaelf  jae  vi,ftien-d ^?^»n 
rijk  zyn, het  welke  veel  is  voor  een  Indiaen  die  onder  de  Spaigniaerden 
woondt,  als  dewelke  geloven  dat  alle  de  rykdommen  van  America  haer 
toekomen,  ende  dat  alle  de  Indiaenen  hare  flaven  zyn. 

Wy  vernaemen  niet  aenmerkelijks  tuffchen  dit  Gebergte  van  Mijhtjue 
enáeGüaxacaMs  eenige  Vlecken  van  twee  a  drie  hondert  Inwoonders, 
in  dewelke  verfcheyde  wei-gebouwde  Kerken  zijn  ,  vcrciert :  m«  ulvere 
Lampen  ende  Kandelaers,  ende  met  rijke  Kroonen  op  de  Beelden  der 
Heylieen  ,  de  refte  van  het  Kerk-cieraet  zynde  nae  proportie. 

Doch  wy  bemerkten  op  dengantfehen  weg,  dat  het  Land  uytnemende 
vru4aerwas;endeovervloeijendevanSpaenfcheTarwe,foowelalsvan 
MaïK  ofte  Indiaenfche  weycende  datmendaer  een  groóte  meemgte  van 


II.  Boeck,  Voor  de  SfaenfcheWefl-ïndïèn.  VIII.Cap.  157 

Suyker,  Cacoen  ende  Honig  vont  ,  ook  op  verfcheydene  plaetfen  hier 
ende  daer  Cochenille  ,  Palmiten  ende  verfcheydene  andere  foorten  van 
vrugtdragende  Boomen ,  doch  boven  al  een  groóte  meenigre  van  Bcftiae], 
van  het  welke  men  de  Huyden  bereyt ,  welke  een  van  de  voornaemite 
Koopmanfchappen  uytmaecken,die  men  van  daer  nae  Spaignien,ende 
dan  verder  in  Europa  vervoert. 

Sommigefeggen  darmen  voortijdts  veel  gout  omtrent  Mifteque  vont,  Gou^z' 
en  dat  de  fndiaenen  het  felve  in  groóte  meenigte  hadden ,  maer  dat  (y  de  myaea* 
Mynen  van  het  felve  nu  niet  willen  ontdecken,  uyt  vreefe  van  door  de 
Spaigniaerden  gei  uin  eert,  ende  in  een  en  defelve  ftaet,  nevens  hare  Na- 
bueren  >  gebragt  te  worden. 

Menfegt  ookdat'er  Silvec-mynenzyn,  hoewel  de  Spaigniaerden,  tot  c;tvermv 
opdefenhedigen  dag,  defelve  niet  hebben  konnen  ontdecken.  ne^     y° 

Men  vim*er  veele  Yfer-mynen ,  doch  de  Spaigniaerden  willen  de  moey-  y| 
te  niet  doen  van  die  te  be-arbeyden ,  om  datfy  het  felve  genoeg  uyt  Spai^- 
nien,  en  dat  noch  Veel  beeter koop,  krygen  konnen. 


HET  VIII.    CAPITTEL. 


'i% 


Komfte  te  Guaxaca.  Gelegentheydt  van  die  Plaetfe.  Soberen 
toeftant  van  alle  Steden  in  America.  Regeeringe  van  Gu- 
axaca. Overvloed  van  vleefch.  Schoone  Paerden ,  en 
Confitueren.  Schoone  Kercke  der  Jacobynen  te  Guaxaca. 
Chocolate  ende  Atolla.  Hoe  de  Atolla  gemaeckt  werdt. 
Waerin.de  ryckdommen  van  Guaxaca  bejlaen.  Sloffigheit 
ende  fecunteyt  der  Spaigniaerden.  Schoone  gelegentheydt 
ende  over vloedt  van  Guaxaca.  Haet  van  de  Criolentegens 
•  de  Spaenfche.  Aenmerckelycke  voorbeelden  daer  van.  Alle 
de  Religieuzen  m  America  verbreecken  haere  Gelofte  van 
Armoede. 


VAn  daer  quamen  wy  te  Guaxaca,  waer  ter  plaetfe  den  Setel  van  de 
RiflTchop  is ;  defe  Stadt  hoewel  niet  van  de  grootfte,  is  niet  te  min 
fchoon  ende  vermaekelykteaenfchouwen. 
De  Stadt  dan  isfeftigmylen  van  Mexico  gelegen ,  in  een  feer  aengena- 
me  vlackte,  die  door  den  Koning  van  Spaignien  aen  Corte%  gefchonken 
wierde,  waer  over  hy  dennaemvan  Marquisdel  ValU  aen-nam ,  welke 
fijn  Naekomelingen  noch  voeren. 

V  l  Defe 


n 


158     ILBoeck.     VbyagievanThomasGage  VIII.  Cap. 

Sobere  toe-     Defe  Stadt  even  als  alle  de  andere  van  America,  uytgeibndertde  Zee  Ste- 
ftandtvan   den ,  isgantfch  open ,  fonder  Bol-wercken ,  fonder  Cafteel,  Gei  chut  ofte 
alle  de  Ste-  Amunicie  van  Oorlogh ,  om  defelve  te  befchermen. 
den  in  Daer  in  mogen  ten  hoogften  omtrent  twee-duyfent  Inwoonders  zyn;  de 

jlmerka.     Stadt  wertdoor een  Spaenfch  Gouverneur  geregeert,  welcke  Alcalde  Major 
■Regeerin-    genaemt  wert,  fijne  maght  ftreckt  figh  verre  aeil  geene  -zijde  de/e  Valeye    - 
totaen  JNixapa  toe,jae  felvedighteby  Tecoantepeyue ,  welckeeen  Stadt  is 
die  op  de  Zuyd-Zee  leght- 

Deie  Valeye  heeft  vyftien  mylen  in  delenghte  ende  tien  in  de  breedte, 
fy  werdt  dooreen  fchoone  Reviere,  ende  die  feer  Vifch-rijck  is ,  bevog- 
tight. 

Men  vin  t  daer  een  groóte  meenigte  van  Schapen  ende  van  anderBeftiael, 
hier  door  leveren  fy  veele  Wolle  aen  de  Laecken-bereyders  vznPue&U  de  los 
Angelos  ,  Huyden  aen  de  Spaeniche  Koop-lieden  ,  en  Vleefchaen  de 
Stádt  van  GuaxacaÁoo  wel  als  aen  alle  de  andere  omleggende  Plaetfemwel- 
ke  uytnemende  rijckzyn,endeveele  Conventen  van  Religieufen onder- 
houden, hebbende  oock  veele  Kercken  met  praghtige  Ciraeden. 

Doch  dat  daer-en-boven  de  Valeye  van  Guaxaca  beroemt  maeckt  ,zyn 
de  goede  Peerden  welcke  men  daer  aen-queeckt,en  dievoor  de  befte  van 
dat  gantfche  Landt  gehouden  werden  ,  werdende  defelve  feer  gefoght 
ende  diere  verkoghr. 

Daer  zyn  oock  eenige  Hoeven  op  dewelcke  men  de  Suycker  teelt ,  en 
door  dien  daer  uitnemende  vrughten  waflen,  foo  houtmèn  dat  de  Con- 
fitueren  van  Guaxaca  de  befte  van  geheel  America  zyn,  en  datmen  ner- 
gens foo  goede  vint. 

In  die  Stad  zyn  íes  Conventen  van  Religieufen  fo  Mannen  als  Vrouwen, 
welke  alle  zeer  rijck  zymdoch  dat  van  de  Ordre  van  Sc  Dominicus  overtreft 
der  Jaco-    hier  in  alle  deanderewant  men  meent  dat  hetTrefoororte  de  Schat-kamer 
byncnin      ¿aervan  ten  minftentweeadrie  Millioenen  waerdigis,ookis  het  timmer 
ende  het  merfel-werck  van  haere  Kercke fchoonder  ende  beter,  dan  eenigh 
ander  in  gantfehdat  Landt,   ende  van  fteen  gebouwde  mueren  zyn  foo 
breet ,  dat  ick  fagh ,  wanneer  ick  daer  was ,  en  doe  de  laetfte  handt  aen  het 
werckgeleght  wierde,dat  de  gelaedene  Karren  met  haeren  laft  van  ftee- 
nen  ende  andere  bouw-ftoffen ,  daer  gemackelyck  over-reedden. 

Daer  zijn  ook  twee  Conventen  van  Religieufe  Dochters,  welke  door  ge- 
heel dat  Landt  ver  maert  zyn,  wegens  de  kenniiTe  die  fy  hebbenen  het  maec- 
ken  van  de  twee  foorten  van  dranck ,  welke  men  in  dat  Landt  gebruykt. 

De  een  e  hiervan  is  de  Chocolate  van  de  welke  ik  hier  nae  fal  fpreeken, 
ende  de  andere  de  Atoüa ,  welke  wel  wat  nae  de  Amandel-melk  gelyckt, 
die  men  in  E«™/>*  maeckt ,  dogh  fy  isveeldicker. 

Men  maekt  die  van  hetfap  van  deMai{  ofte  het  IndiaenfcheKoormdat- 
men,als  het  nog  groen  was  ende  teder  is,daer  uyt  parft;  men  kruydt  het  met 
Speceryen  ende  mengt  het  met  Mufcus  ende  Suyker ,  foodacnig.dat  die 


ge  van 
Guaxaca 


Overvloei 

■van 

Vlccfch. 


Schoons 
Peerden. 


En  Conti 
iueren. 


Schoone 
Kercke 


Guaxaca. 


Chocolate 
en  Atolla, 


Hoe  de 
Atolla. 
gemaekt 
wen. 


niet 








— 


ll.Bo-ECK.DoordeSpaenfchePFeJlJndien.  VIILCap.    1^9  : 

niet  alleen  een  áengenaeme  reuke  krijghc  ,  maer   oock  feer  voetfaem 
wert  endede  maegeverfterkr. 

Het  en  is  geen  drank  welcke  men  vervoeren  kan,  want  men  moet  de- 
felvedrincken  ter  plaetfe  daer  die  gemaecktis,doch  wat  de  andere  ,  te  we- 
ten de  Chocolate belangt,  men  doet  die  in  Dpofen ,  en  men  Tent  defclve 
niet  alleen  nae  Mexico  ende  de  omleggende  Plaetfen  ,  maer  oock  voertmen 
jaerlijks  een  grooce  quantiteytvan  dcfelve  naeSpaignien. 

Het  geene  Guaxaca  rijkmaeckt  isde  veyligheid  met  dewelcke  mende  Waer  ín 
Koopmanfchappen  van  daer  nae  Sí  fuantfUlhua  kan  voeren  ,  ende  weder  den  ry^k- 
van  St.  fuan  cTUlhua  nae  die  Stadt,  en  dat  langs  de  groóte  Reviere  van  Ai-  ^om  van 
varado,  díe  daer  digte  voorby  ftroomt,  want  hoewel  debarquen  niet  tor  Gua*«M 
zen  Guaxaca  toe  komen  konnen ,  foo  vaeren  iy  óp  t :  taen  de  Zapetecas  en-  be^aer- 
de  St A/pbonjozoe,  dat  niet  verre  van  Guaxaca  gelegen  is. 

Men  heeft-,  als  men  hier  ter  plaetfe  komt ,  reden ,  om  iig  te  verwonderen  Sloffigheyc 
over  de  ilorfighey  t  van  de  Spaigniaerden ,  door  dien  fy  langs  defe  Reviere,  ende  fecu- 
welketotinhet  harte  van  het  Landt  toe  door-dringt,  noeh  niet  eenig  Ca-  nreyr.  der 
fteeloftefterkte  hebben  laeten  bouwen,  of  ten  minften  niet  eenige  Re-  Spaigniaer- 
doute  met  Gefchut  voorfien,en  dat  alleen  om  dat  de  groóte  Schepen  foqtdcn« 
hoog  niet  konnen  op-varen  i  evenals  of  men  geene  Roey-barquen  ofte 
Fregatten  kondedoen  makken,  gelijk  als  die  geene  zyn  ,  van  dewelkefy  fig- 
op  de  Reviere  bedienen  ,  ende  haerdaer  mede  be-oorlogen. 

Doch  om  niet  meer  van  Guaxaca  teipreeken,  falick  alleen  feggen  dat  die  Schoone 
Stadt  een  feer  gemaetigdelugt  geniet ,  dat'er  een  foo  groóte  overvloed  van  gelegent- 
alle  de  tot  het  leven  noodige  faecken  ,  en  dat  fy  foo  wonder  wel  tuflchen  de  hey[  ende 
Noord  ende  de  Zuyd-Zee'en  in  leght ,  hebbende aen  de eene  zijde  St. pan  overvloec 
&Ülhua>  ende  aendeandereTecoantepeque ,  het  welke  een  kleyne,  dogon- van, ,eef" 
gefterkte  Haeven  is,  dat'er  geen  plaets  in  -geheel  America  gevonden  werdt,  '°<?hc  ln 
in  dewekeik  my  liever  met  ter  woon  hadde  willen  ter  neder  fetten  als  die  *""**"- 
Stadt ;  ook  foude  ik  getragt  hebben  fulks  re  doen  ,  by  aldien  ik ,  foo  ais  ik 
daer  was,  niet  vernomen  hadde,  dat  deCriolifcheReligieufen  aldaer  ten 
foo  grooten  getaele zijn, ende  fo  grooten af-keer tegens  die  geene  dieuyt 
Spaignien  komen  zijn  hebbende,  als  te  Mexico. 

So  als  wy  daer  waren  deeden  fy  den  haet ,  die  fy  tegens  alle  de  Spaigniaer-  Haet  van 
den  dragen,  blyken,mishan  delende  een  feer  out  endeEerwaerdig  Religieus  de  Criojen 
welke  Doftor  in  de  Theologie  was,en  die  in  zijn ¡leven,  door  zijne  kennifíe  regens  de 
ende  geleertheid  als  voor  een  Oracul  van  dat  Landt  was  gehouden  geweefr.  Spaenfche. 

Defe  gaede  oude  Man  ftierf  foo  als  wy  in  de  Stadt  waren  ,  ende  om  dat 
fy*  terwijlenhy  leefde, zijne  reputatie  niet  hadden  konnen  krenken,  foo 
foghten  fy  naezyne  doodt ,  door  zyne  geheele  Celle ,  om  tefien  ,  of  fy  niet 
yets  fouden  konnen  vinden  ,  dat  haer  eenigen  fchijn  ioude  konnen  geven, 
om  hem  fwart  te  maeken. 

Sy  vonden  een  CofFer  in  het  welke  eenig  geit  was,  dat  hy  in  zyn  leven  aen  Aenmere- 
innenSuperieur  niet  hadde  aengegeven,het  welke  iy  een  misdaet,die  de  ver-  kehjck 

ban- 


m 


'. '  / 


— ~ 


Vooibeelt 
daeryan. 


AlleReH- 
gieufen   in 

America 
■verbreec- 
ken  hare 
gelofte  van 
armoede. 


_ 


_ 


iéo     II.  Boeck.  Voy agicvan  Thomas  Gage    X.  Cap. 

banninge  waerdig  was ,  aghten  te  zijn ,  als  hebbende  hy  geit  in  eygendom 
befeten ,  en  alfoo  de  gelofte  van  armoede  gefchonden.foodanig  dat  fy  over- 
al verbreydden ,  dat  hv  ge-excoromuniceert  geítorven  was ,  ende  dat  hy  in 
de  geweyddeaerde  in  de  Kerke  ofte  in  het  Convent  nietmogte  begraven 
worden  3  tot  foo  verre,  dat  defen  armen  Theologant ,  met  alle  fijne  repu- 
tatie,  in  een  graf,  dat  fy  in  haren  Tuyn  maekten ,  begraeven  wierde. 

Defcdaedt  verweckte  veel  gerughte  in  de  Stadt,  en  door  het  gantfche 
Landen  gaf ergernifle  aen  veele  Perfoonen,fy  verfchoonden  fig,  feggen- 
de  dat  hy  verbannen  was,  dog  het  was  in  der  waerheyt  om  dat  hy  uyt 
Spaignien gekomen  zijnde, fy  den  hact,die  {y  heminzyn  leven  hadden 
toegedragen,  naezyne  doodt  wilden  voldoen. 

Want  fy  konden  het  inder  waerheyt  niet  doen  om  het  verbreeken  van 
fijne  gelette  van  armoede,  welke  hy  mogelijk  geduerende fijn  leven fou- 
de  mogen  geichonden  hebben,  door  dien  men  dat  aen  haer  alle  foude 
hebben  konnen  reprocheren,  zijnde  het  feeker ,  foo  als  wy  met  onfeoo- 
gen  hebben  gelïen,dat  allede  Religieufen  van  Amena,  de  eenemin,  de 
andere  meer, daer  aen fchuldig  zyn. 

Soodanig  dat  men  tot  die  Religieufen  wel  hadden  konnen  feggen, het 
geene  onie  HEERE  tot  de  joden,  welke  hem  de  Vrouwe  m  Overfpel 
gevat ,  toe-braghten ,  feyde :  Dat  die  geene ,  die  van  ufonder  febult  is ,  de  eer- 

fi  Dit  medete  dan  niet  alleen  dat  ons  de  aenftaende  Reyfe  minder  moeije- 
liick  viel, ende  dat  wy  die  met  des  te  meer  moet ,couragie  ende  luft 
aenvingen5maerook  datwy  GODT  dankten  van  de  Phihppijnfche  Rey- 
fe ontkomen  te  zyn  ,  want  daer  niet  van  daen  konnende  komen,  fou- 
den  wy  voor  al  ons  leven,  in  die  onruft  hebben  moeten  bly ven  ,  daer 
wy  ,  uyt  America ,  als  het  al  ten  quaetften  gink  i  altoos  in  Spaignien  kon- 
den geraeken. 


HET 


ILBoeck.  Door  de  SpaenfcheWeft-Indién.  IX.  Cap.    i6t 

HET    IX.   CAPITTEL. 

Vertreck  van  Guaxaca  nae  Chiapa.  Charitative  or  dr  e  we- 
gens het  onderhout  der  arme  Reyfende  Momeken  ende  an- 
dere Religieuzen.  Troeven  daer  van  te  Antequera.  ¡Vert 
in  de  kleyne  vlecken  niet  onderhouden.  Nixapa.  Rycke 
Monicken  aldaer.  Vrughtbaerheydt  van  diePlaetfe.  Aqua- 
tulco  ende  Capalita.  Sandias.  Tecoantepeque.  Gele- 
gentheydt  daer  van.  Havenen  op  de  Zuyd-Zee.  Over- 
vloedige Viffcherye.  Woeftyne.  Kraght  des  wints.  Wilde 
Paerden.  Den  Autheur  dwaelt  in  de  Woeftyne  van  fyn 
Gefeïfchap,  en  vint  fich  gedwongen  daer  in  te  vernaghten. 
Vremt  gerughte  aldaer  gehoon .  Des  Áutheur s  vreefedaer 
over,  verdwynt  met  het  gerughte.  Den  Autheur  komt  by 
feecker  Indiaen  ,  ende  eyndelyck  by  fyne  Gefellen.  Oorfaec- 
ke  van  het  gerughte  door  hem  gehoort.  Gevaerlykepajfagie. 
Deliberatie  wegens  het  nemen  van  den  wegh  3  beftuit  daer 
over.  Goet  onthael  te  Sanatepeque. 

DEfe  daet  van  dewelke  wy  Oog-getuygen  waeren ,  nevens  het  geene 
wy^te  vooren  al  verftaen  hadden  van  de  twiften  ende  onluften 
die'er  tuiTchen  haer  waeren ,  veroorfaeckten  dat  wy  defe  plaetfe 
nkc  bequaem  oordeelden  om  daer  te  blyven. 

Drie  dagen  nae  dit  voorval  vertrocken  wy  uy  t  Guaxaca  om  na  Chiapa  dat 
hondert  mylen  aen  geene  fijdelegt,  te  gaen  ;  eerwy  hiervan  daen  Reyf- 
den  verftonden  wy  dat  in  dat  Landt  in  het  meefte  gedeelte  van  de  Vlec- 
ken, welke  op  den  weg  die  wy  houden  moeften  gelegen  zyn,  de  Indiae- 
nen  van  den  Prefidcnt  te  Guaxaca  ,  ordre  hadden,  om  leef-toght  ende 
Paerden  vanplaedetot  plaetfe  teverfchaffen ,  aen  de  Religieuien  die  geen 
geit  hebben,  mits  dat  defelve  alleen  in  het  Regiüer  van  des  Dorps  Griffie 
fouden  fchryven  het  geene  fy  aldaer  verteert  hadden , ende  niet  meer  dan 
vier-en-twintig  ueren  op  eene  plaetfe  verblyven. 

Op  heteynde  van  het  jaerzyn  de  Indianen  gehouden  dat  Regifter  aen  de 
Spaenfche  Magiftraet ,  onder  dewelke  fy  ftaen,te  brengen  ,  welke  het 
felve  gefien  ,  ende  alle  de  verteeringe ,  die  daer  in  aengeteekent  is ,  geappro . 
beert  hebbende,fo  werden  defelve  in  betalinge  gevalideert  ¿n  de  fchactingen 

X  van 


Vertreck 
van  Guaxa- 
ca nae  Cbttt- 
fa. 

Charirative 
ordre  we- 
gens het 
onderhout 
der  arme 
Reyfende. 


/    ~ 


-»■ 


— - 


162     II.  Boeck.  Foyagie vanThomas  Gage     IX.  Cap. 

Monrcken  van  de  Stadt  ofte  het  Dorp,  daer  defelve  gevallen  zyn ;  fommige  Plaet- 
ende  an-  ¿"en  laeten  jaerlijcks  een  feeker  getal  van  gemeten  Landts  met  Tarwe  ofte 
dere  Reli-  Mai\  befaeyen ,  en  de  Penningen  die  daer  van  komen  ,  cmpioyeren  fy 
o-i.eufen.       tot  hetbetaelen  van  die  verteeringen,  om  met  deSpaenfche  Magiftraet 

niet  tedoen  te  hebben,  ende  defelve  daer  in  niet  te  kennen. 
Proeven  Defe  Charitative  AíEílentien  gaven  ons  reden  om  te  hoopen  datwy 

daer  van  te  onfe  lange  R>eyfe  fouden  konñen  voltrecken,  ièlve  met  meer  faciliteyt 
Antequera,  ajs  tot  pocll  toe. 

Wy  letten  dan  onfe  Reyfe  met  groóte  vreugde  voort  >  ende  de  eerfte 
Plaetfe  in  dewelke  wy  quavnen  was  Antequera.  eenStadt  oftegrootVlek 
der  Indianen,  in  het  ielve  begondenwy  de  eerfte  Proeven  van  die  Cha- 
ritable  Ordre  te  ontfangen. 

•  Wy  feyden  aldaer  ftoutelijk  datmen  ons  eten ,  drinken  en  andere  nodige 

dingen  brengen  foude  ,  ende  des  anderen  daegs  als  wy  wilden  vertrecken, 

ende  het  tyd  was  om  onfeverteeringete  betalen  ,foodeeden  wy  hetStads- 

Regifter  by  ons  brengen  j  ende  wy  teeckenden  in  het  felve  aen  alle  het 

geene  dat  wy  verteert  hadden  i  daer  op  vertrocken  wy  om  onfen  weg  te 

vervolgen  ,  lovende  ende  pryfende  de  wysheyt  ende  liefde  van  die  Overig- 

heden  welke  foo  goede  ordre  voor  de  Reyfigers,  en  voor  al  voor  foodanige, 

welke  ,  even  als  wy ,  niet  feer  met  geit  beladen  waren ,,  hadden  geftelt. 

Wert  in  de      Wy  quamen  evenwel  in  eenige  kleyne  Vlecken  ,  in  dewelke  wy  de  In- 

Icleyne         dianen  niet  gedifponeert  vonden  om  ons  defelve  liefde  te  bewyfen  ,  fich 

Weken       verfchoonende  op  hare  armoede ,  welke  haer  niet  toeliet  vier  Menfchen 

nier  onder-  en  vier  Paerden  de  koftte  geven  ;  hier  door  was  het,  datwy  fomwylen 

houden.      gedwongen  waren  onfe  dag-reyfen  langer  te  maken,  om  alfoo  aen  eenige 

goede  Stadt  oftegrootVlek  te  geraeken. 

Defelve  weg  vervolgende  foo  komtmen  van  Antequera  teNtxapa,  al- 
waer  ten  minften  acht  hondert  foo  Spaeniche  als  Indiaenfche  Jnwoonders 
zyn,  defe  Plaetsis  op  den  Oever  van  eene  Reviere  gebouwt,  welke,  foo 
men  ons  feyde ,  een  tak  ofte  arm  van  die  van  Alvar ado  was  ,  het  welkcfoo 
boven  gefienis,  degrootfte  daer  te  Lande  is. 

In  defe  Stadt  is  een  feer  rijk  Kïooitervan  deReligieufenvan  de  Ordre 
vanSr.Dominicusi  in  het  felve  wierden  wy  feer  welonthaelt;  men  tiet 
daer  een  Beek  van  de  Mager.  *  het  welke  fy  feggen  dat  Miraculen  foude  ge- 
daen  hebben,  foo  dat  men  tot  het  felve  uyt  devotie  van  veeleplaetfen  komt,, 
daer  door  zyn'er  ook  veelefilvere  Lampen  en  andere  rykdommen. 

Men  acht  defe  Plaetfe  vooreen  van  de  welvarende  van  het  geheele  Lant 

van  Guaxaca ,  door  dien'er  veel  Indigo,  Suyker ende  Cochenille  valt. 

Vrugtbaer-      Daer  zyn  ook  veele  Boomen  welke  de  Cacao  en  de  Acbiottewzcr  van  meo 

heydr  van    de  C&ocotate  maeckt,  dragen ,  dit  is  een  Koopman  fchap  met  dewelke  men 

die  Plaetie.  grooten  handel  in  dat  Landt  dryfc,  hoewel  de  Hollanders  en  deEngelfche,, 

wanneer  fy  een  Schip,  dat  daer  mede  geladen  js,  nemen,  defelve  niet  veel 

achten,als  onkundig  zynde  van  de  kragt  die  fy  heeft  om  de  mage  te  veriter- 

ken°. 


JNixafa. 


Rycke  Mo- 

micken  al- 
daer. 


V.m 


II.  Boeck.  DoordeSpaenfehêlFe/t-lhdien.  IX.  Cap,  163 

Van  daer  quamen  wy  te  ÄmmU  en  te  CapaUta ,  het  welke  mede  twee  Aauatuhñ 
redeiy*  groóte  Steden  zynjly  leggen  ineen  vlack  Landt,  het  welke  Lír!    t 

^S^^^^t^?^  geCne  WClke  men  P¡n4!  ofte  ananas  Sandias. 
noem,  >  ende  Í4»JM, ,  welke  foo  groot  als  Water-meloenen  zyn  ,  oock 
froelten  fyals  meeuw  inde  mont,  en  fy  dienen  om  den  grooten'dorft.die 
'er -dooi •  deiwaere  hetteís,teverílaen ,  want  het  is  een  laegh  ende  moe- 
raffigh  Landt,  zynde  dighte  by  de  Zuydt-Zee  gelegen 

De  aenfienlykfte  Stadt  nae  Cafaltna  is  die  van  tecoantepeaue  t  dit  isTecoantcjx- 
een  ^ee-ftadtop  den  Oever  van  de  Znyd.Zeegebouwtj  men  heeft  daer  i«*. 
een  goeüe  Haven  tot  bergmge  van  de  kleyne  Scheepen  ,  geiijck  als  die 
«eene  fijn  die  van  defePlaetfe  op  Acapulco,  Mexic, ,  Reakp ,  Guatimala, 
ende  tomwylen  op  Panana,  handden  :  De  Scheepen  die  van  Pmtiiê 
Acapulco  vaeren,  werpen  aldaer  dickmaelenhet  Ancker/als  fy  door  con- 
trarie  wint  belopen  werden.  ' 

Defe  Haven  is  gantfch  niet  verfcerkt,  foodanigdat,  foo  de  Engelfche  Gele-cnt- 

^n°r  nntd  heSC^epen  *"  wiIdcn  landen  '  %  daer  geheel  gK  *Ä 

Langs  de  geheele  Kufte  van  de  Zuyd-Zee  van  Acapulco  af  tot  aen  Pan-  Haevenen    , 

gelegen  ,  vintin  geene  Havens ,  als  dek  van  Tecnntepeque  voor  de  Stadt Zee' 
lZ^rX,Tf7fn  La™ad voor «m*M ,  Ä  voor  N,¿™*4 

deicÄut  /ir;oror  dc  kífyne  Sche€Pen  die  nae  w2S 

de  njcke Kufte  gaen,defe  zyn  alle  ontbloot  van  Gefchuc,  ende  le»een 

Daer  is  ir,  dit  geheele  Landt  geen  bequamer  noch  te  overvloediger  Vif-  ?™ v'f " 
fcherye.als  omtrent  defe  Haven  van  JimmmHe,  felft  ommólten  wv  ¿f 
dickmaelsopden  weg  van  tagtig  tot  hondert  Uylife    alle  met  gefoV-      "^' ' 
ten  Vjfch  voor&«4M,P„¡,4  ¿e/„  ^«/„ende  M«k»  eeladfn 

Daerzyn  ryke  Kooplieden  welke  op  México,  pL  en  de  Srv'nen 

L  de  rd,°PrWeíeplaetíf n  fI hare  kl^'ne  Scheepen  van  de  eene  Haven        '  " 
n  de  andere fenden  .welke  dan  daer  nae  wederom  keeren ,  rykelvk  se 

TOeedT^révfcn¿rooM-f  Ä  'r"  Vandaer'  door  ee"  W°cfti,ne,  díe 

ften  overbrensef  en  SEÍTÍ^  ""f  "agt  by  eene  Fonteynemde-- 
«en  overorengen.en  in  het  vlacke  velt  onder  den  blaeuwen  Hemel  flae- 

^  2  pen 


— *- 


Kragt  des 
wints. 


Wilde 
Paerden. 


164     II.BoECK.  Voyagievan  Thomas  Gage    IX.  Cap, 

pen ,  men  fagdaer  noch  Dorpen  noch  Huyfen  ,uytgefondert  alleen  eenige 
Hutren ,  die  men  voor  die  geene ,  welke  daer  reyfen  ,  gem'aeckt  heefc. 

Defe  vlackre  legt  aen  de  zydevan  de  Zeefoodanig  open,  dat  de  windt 
die  daer  van  daen  komt,  fopdanig  doof- blaeffc  „datdeReyfigers  fignaeuw- 
lyks  varf  háere  Muylen  en  Paerden  konncn  bedienen  jende  de  reden  waer  • 
om  datrniemant woont ,is ,  om  dat  de  wint  door  zyne  kragt  de  Huyfen 
om  veer  werpt,  ende  dat  de  minfte  brandt  die' er  ontftaet  defelve  in  een 
oogenblick  in  affe  verkeert 

Dit  belet  evenwel  niet,  dat  defe  Woeftyne  niet  vol  Bcftiael  en  is.nevens 
HengftenendeMerrien  ,  vandeweldefommigetam,en  andere  wilt  zyn. 

Wy  trocken  dwarfch  door  dit  woefte  velt  met  feer  groóte  moeyte,  ende 
ik  dagte  in  het  felve  myn  leven  te  eyndigen,  want  fo  als  wy  den  tweeden  dag 
ons  befte  deeden  om  in  eenig  Vleck  te  komen  ,  ende  myne  Geiellemdie  vry 
wat  voor  uyt  waren,fig  inbeelden  dar  ick  haer  volgde,  en  fig  foo  feer  haefte- 
den  als  fy  konden,  om  aen  Huyfen  te  komen,  ie  meer  >om  dat  de  nagt  na- 
derde, foo  begonde  mynPaert  den  ftcyl-oor  te  maken ,  ende  wilde  door 
vermoeytheyt  niet  verder  gaen,  in  tegendeel  tragtede  het  genadig  onder 
my  neder  te  werpen,  ende  op  de  aerde  re  gaen  ruften. 

-Den  Au  Door  dien  ik  nu  geloofde  dat  hec  Vleck  niet  ieer  w>'dt  van  daer  konde 

^eur  '  zyn,  foobegafickmy  van  het  Paert  af,  om  het  felve  metden  Toom  teley- 
dwaeltinde  den ,  doch  het  wilde  noyt  een  voet  verletten, en  het  ginck  op  de  aerde 
Woeftyne    leggen  ,  ionder  weder  opte  ftaen.  . 

I k  vont  my  als  doen  feer  verlegen ,  want  ik  bemerkte ,  dat ,  foo  ick  adeen 
het  Vleck  wilde  gaen  op-foeken,  ende  myn  Paert  aldaer  gefadeltende  ge- 
toomt  laeten,ik  gevaer  liep  van  het  te  verliefen,ende  voor  myn  perfoon  lel- 
ve  te  verdwalen  ,  en  dat ,  als  ik  al  foo  geluckig  was  dat  ik  het  Vlek  vont ,  ick 
des  anderen  daegs  's  morgens  myn  Paert  komende  foeken,  ick  foo  ineen 
woefte  ende  ruyme  vlackte,  het  my  niet  mogelijk  foude  fijn  het  felve  te 
vinden ,  wat  moeyte  ik  daer  toe  ook  mogte  aen  wenden,  om  dat  in  een  myle 
daer  van  daen ,  noch  Boom  noch  ftruy  ck  was  om  het  felve  aen  te  binden, 
ofte  de  plaetfe  te  bekennen.  .  ,  r  wt     a 

En  vint  fich       Dit  dede  my  refol  veren  die  nagt  nevens  myn  Paert  in  defe  W  oeityne  te 
genoocfaekt  flapen  ,  ende  op  te  paffen  dat  het  in  denduyfter  niet  vanmyquame  af  te 
daer  in   te  ¿walen  ,wagtende nade  komfte des  daegs, en  dat myne  Vrienden  fouden 
Ycrnagten.   {en¿en  om  my  te  foecken ,  en  om  te  vernemen  wat  my  foude  mogen  over- 
komen zyn  \  fy  deeden  het  evenwel  die  dag  niet,  door  dien  fy  geloofden  dat 
ick  myn  weg  na  een  ander  Vleck,  dat  daer  niet  feer  verre  van  daen  is  y  ge- 
nomen hadde,  ook  lieten  fy  my  aldaer  des  volgenden  daegs  des  morgens 

foecken. 

Na  dat  ik  eenebequame  plaetfe  om  my  neder  te  leggen  nadoe  op-gelogt, 
en  om  fonder  eeten ,  in  het  midden  van  dat  woefte  velt  ,op  de  aerde  te  gaen 
ruften,  foo  nam  ick  den  Sadel  van  myn  Paert,  ommy  voor  een  Hoort- 

pe- 


van  fyn  Ge- 

fchap. 


efe 


II.Boecjc.  DoordeSpaenfcheWejl-IrJien.   IX. Cap.  165 

peluwe  te  dienen ,  het  Paertfelve  lier  icknazyn  kift  weyden  ,~zynde  niet 
weynig  getrooft  door  dien  ick  bemcrekre,  dat  zyne  kragten  met  heteeten 
toe-namen,  ende ick  daer  door  konde  hoopen,  dat  het  des  volgenden  daegs 
wel  tien  a  twaelfmylen  foudekonnen  af  leggen. 

Ick  hadde  noch  geen  uer  gelegen ,  bly vende  evenwel  altoos  wacker,en  Vremtge- 
houdende  de  oogen  op  myn  Paeitgeveftigt,uytvreefedat  hetmozte  ko-  rugrealdaer 
men  te  verdwaelen  ,  wanneer  ick  foo  grooten  gerugte  van  huyïen  ende  gehoon, 
blaffen  hoorde,  datmen  fouden  gefegt  hebben ,  dat  het  uyt  een  troep  Hon- 
den ,  welke  daer  in  de  Woeftyne  gekomen  waren  ,  om  op  het  kreng  ván 
eenig  Paert  ofte  Muyl-Efei  te  aefen ,  voortquam. 

In  den  beginne  fcheen  dat  gerugte  verre  genoeg  van  my  te  wefen  ,  doch 
hoe  ick  daer  meer  naer  luyfterde  ,  hoehetoock  meer  fcheen  te  naderen  ; 
ick  bemerekte  doen  dat  het  geene  Honden  weien  konden,  doordien  ick 
eenige  gemengde  fremmen  hoorde ,  even  of  die  van  Menfchen  ende  wilde 
Beeften  waren  gekomen. 

Dit  voorval ,  dat  moeyelijk  was ,  maer  voor  alaen  een  Menfche  die  fig  by  Des  ¿¿ 
nagte  alleen  in  een  Woeftyne beyont,deede  myne  hairen  op  myn  Hooft  tei 
ryfen,.ende  vervulde  myn  herte  meteen  íbo  groóte  vreefe,  dat  ik,  geheel  <jacr  0vci 
flaeuw  werden  de,  bevond,  datmyn  Licchaem  meteen  doodelyck  klam 
ende  koudtfweet bedekt  was,  verwagtendeop  yder  ogenblick  myne  laet- 
fte  uere. 

Wetende  dan  niet  warbet  ielve  wefen  mogtcfoo  beeldde  ick  myn  fel  ven 
fomwylen  in  dat  het  Tovenaers  waren  ,  ofwel  Duy  velen  oftelndiaenen  in 
Beeften  verandert ,  gely  k  fy  fomwijlen  doen ,  of  eenige  wilde  Beeften ,  foo- 
danig  dat  ik ,  foo  wel  van  de  eene  als  van  de  andere  de  dood  verwagtende, 
mijne  Ziele  aen  GODT  beval,  terwijlenick  geduerig  verwagte  dat  myn 
Licchaem  het  aes  van  een  van  die  wilde  Beeften  foude  werden  ,  ofte  wel 
in  de  klaeuwen  vallen  van  die  brieilchende  Leeuw ,  waer  van  den  Apoftel 
fegt ,  dathy  overal  foeckt  wathy  foude  mogen  verflin  den. 

,  Indevlugtvontickgeeoefeekerheyt,gelovendede  dood  niette  konnen  Verdwynt 
ontgaen  aen  wat  zydeick  my  ook  mogte  komen  te  wenden ,  foo  dat  ick  met  hetge- 
achtende  dat  veyligfte  voor  my  foude  fijn  te  blijven  ter  plaetfe  daer  ickmy  rughre.. 
bevondt,myftil  hieldt;  de  uitkomfte  bewees  dat  ick  wel  gedaen  hadde, 
want  omtrent  middernagt  hieldt  dat  geruchte  feer  fchielijck  op,  waer 
door  ick  allenxkens  in  ilaep  viel ,  en  zijnde  foo  door  fatigues  van  het  reyfen 
als  door  moeyelijckheyt  desGeefts  af-geilooft,  foo  omwaeckte  ick  niet 
voor  het  door-breecken  vanden  dageraet, 

Ontwaecktzijndeloofdeick  Godrover  debefcherminge  aen  myinder 
nagt  betoont,  in  het  gevaer  waer  in  ik  my  bevonden  hadde,  ick  faelde  en 
toomde  mijn  paerdtop,  dat  niet  verre  van  die  plaetfe,  daer  ick  het  des 
avonts  te  voren  gelaten  hadde,  geweeken  was,  en  ging  op  het  felve  fitten, 
ia  voornemen  van  foo  draemogelyk  was  uyt  die  Woeftijne  te  fcheyden  , 

X  3  t  om 


Wv        "'  '       ■ 


m — 


166       II.  Boek.     Voyagk  vanThomas  Gage     IX.  Cap. 

om  myne  Gefellen  op  te  fpecken,  ende  aenhaer  myn  wedervaeren  vaa 
den  naghc  bekene  te  maecken. 

Ik  hadde  nog  geen  myle  weegs  gereden ,  of  ik  quam  feekere  by  Beeke» 
aen  dewelke  ik  twee  wegen  fag , de  eene  dieper  in  de  Woeftyne  ftreckende, 
en  op  defelve  fagick  noch  Vlek  noch  Huyien  noch  eenig geboomte, in 
meer  dan  drie  a  vier  mylen  weegs  ¡  de  andere  lag,  aen  de  Imker-handt, 
ende  een  myle  van  de  plaetfe  daer  ik  was  befpeurdeick  een  Bofch,  het 
welke  my  deede  geloven  dat  daer  omtrenthet  Vieck,  dat  ickfogte,wel 
mogte  gelegen. 
Den  Au-         »  volgde  dan  defe  weg,  en  na  omtrent  twee  hondert  envyftig  ichre- 
theurkomt  denrydens  was  ik  weder  genootfaeckc  af  te  fitten  ,  ende  mynPeert  by  den 
by  een  feec-  toom  te  leyden ,  en  foo  als  ik  verdrietig  wierdcfiende  my  [e  voet  op  een  on- 
ker  Indi-     bekende  weg ,  foo  bemerkte  ick  by  geluk  een  Hutte  aen  de  eene  zyde  van 
aen,  die      defel  ve,  ende  een  Perfoon  te  Peerde  aen  de  andere,  defequam  na  my  toe- 
hem  teregt  gereden,  zynde  een  indiaen  vandatHuys  ofte  Hutte,  welke  aen  feeker 
helpr.  ander  rijk  indiaen  ,  Gouverneur  van  het  na-by  gelegene  Vlek ,  behoorde; 

Ikvracgdedefen  joficknoch  verre  van  het  Dorp  EJiepcque  was,  hy  ant* 
woordde,my  meteenen  nade  Bomen  wy lende,  dat  het  een  weynig  aen 
geen  e  zyde  defelve  was,  doch  dat  ick  het,  voor  ick  daerdigte  by  was, 
niet  foudekonnen  fien,  ter  oorfaecke  van  het  felve  houdt. 

Synde  door  áeíe  geluckige  ontmoetinge  feer  gefterkt  ende  getrooft, 
foofprong  ick  wederom  te  Paerde,het  felve  foo  kragtiglyk  met  fpooren 
aen  drijvende,  dat  het  my  totaen  de  Bomen  ,  welke  ick  van  verregefien 
hadde,  bragt;  hier  bleef  het  weder  ilaen  en  wilde  niet  een  treede  verder 
gaen, 

Siende  dan  dat  het  my  niet  mogelyk  was  het  felve  voort  te  krijgen,  nam 
ick  het  den  Sadelaf,  die  aghter  een  Boomtje  verbergende ;  voor  de  rede  liet 
ick  het  in  volle  vryheyt  lopen  ,  fonder  te  vreefen  datmen  my  hetfelve  ftee- 
len  foude. 
E"^7n^e"  Ik  ging  te  voet  na  het  Vlek ,  dat  maervijf  hondertpaiïea  van  daer  was, 
A~<~J]}]nt  en^em  net  felve  yom  ik  myne  drie  Gefellen  my  verwagtende,  die  feer 
wegens  my  hadden  bekommer-t  geweeft,  als  niet  konnende  denken  wat 
my  mochte  overkomen  zyn ,  na  dat  fy  my  in  een  na-by  gelegen  Dorp  had- 
den laeten  foeken ,  fig  noyt  hebbende  konnen  in-beelden  dat  ik  in  de  Woe- 
ftyne vernagt  hadde. 

Als  ik  haer  nu  het  geroep  en  gehuyLdoor  my  des  nagts  gehoort,  verhael- 

vanEcc  eer  de,  foo feydenmy  de  Indianen ,  datfy  datgeluytby  na  allenagten  gewoon 

ru<ne  door  waren  te  vernemen,  en  dat  het  felve  door  Wolven  ende  Tygers  gemaeckt 

den  Auteur  wierde ,  hebbende  fy  gantfeh  geene  vreefe  voor  defelve ;  dat  fy ,  die  dikma- 

gehoort.      len  op  den  weg  ontmoeten ,  dog  lichtelijk  met  roepen  ofte  met  het  vertoo- 

nen  van  een  iiock  wiften  te  verdrijven ;  en  eyndeJyk  dat  fy  geene  fchaede 

deeden, dan  aen  haer  Pluym-gedierte,haere  Vullens,  Kalven  en  Geyrjens. 

Eenige  ueren  daer  na  ging  ick  met  een  Indiaen  mynSadel  ende  myn 

Mexicaens 


Gefellen. 


Oorfaecke 


ILBoECK.  DoordeSpaenfchefVeJl-Indiën.  IX.  Cap.  167 

Mexicaens^Peerdt  foecken  jhecfelve  wasfoo  vermoeyt  dathetniet  meer 
17ÍÍZ  1 '  fr  dat,lk  heC  /n  dat-Yleck  verk°8f  ee^er  huerende om 
TJu2M     C    reydCn  '  aiWaer  lk  nevens  my™  vier  Gefellen  feer  wd 

Hier  moet  ik  aenmerken,  dat  in  defe  vlakte  vmTcomttteM.  vyf  fchoo- 
ne  Wecken  zyn  ln  defelve  vimmen  overvloed  van  ÄÄcho™ 
Vleeichende  uitfteeckende  vrughten. 

^DLwT?-ían  alleáefe  V]e°ckeneyndigen  met  het  woordeken  T^e- 
JSÄ.      ^TT-  !     ^"'         ^'  *»«*<*«'  en  Ä- 

Van  defePIaetfeEMtf^w  konden  wy  het  hooge  gebergte  van  de  <W 
M*  hetwelke  ons  ftofife  genoeg  gaf,  omonste  onderhouden °£c 
da wy  te  Sapanatepe^e  ende  van  daerte  Tapanatefeque gekomen  waren 

VeeleSpaigniaerdenende-Reyfigershaddenonsopden  weg  al  S  CMedfe 
nfÍn,tgnTaeí  '3  'ff^?  ^ed^M  waren ,  zynde  de  wegen  P^4 
den  ,  die  uyt  de  Zuyd-Zee ,  welke  daer  vlack  onder  fchynt  te  Wen ,  ko- 
men,  ende  daer  toe  by  die  paffagie  foo  veelediepe  fteylten  tuilehefdeRot 
**»■  datbet  dikmden?ebeu^ 
fchen  met  Peerden  met  al,  endegeladene  Muyl-Efels ,  zyn  onder  de  voet  Wim* 

g  H0ertPverWldedeeí  yk,-in,dÍe  *^>*m*  deRotfen  verplettert 

Het  verhael  van  alle  die  dingen,  gevoegt  by  het  gefigte  van  die  hoooe  n  , ,       . 
Roden  ,  verwekte  in  ons  foodanige  vreefe ]  dat  wy  lan&gs  den  we»  niet  dc¿  £d,bcrï1<r 

Sor bliesedat  Wy  i££ker]yk  d0£n  kondcn,foocTe  wint  maer  niette  ferk 

fe  Sfe  fondín  eyí?ddyk df  W>'>te/^'W^ gekomen  zyndefon-  BeflÖJt 
fti?tey7vn    of  ,L?         tten  '  al  "f  datd£  Winden  o^fouden  fchynen  gon-  daer  ¿ver.. 
h^nyA     r  Wf  met  gev2er  te  dre^en  '  doch  wy  ftelden  te  gelyk  ?aft , 
deffi/^i00^11108^  ï  CAi4^  tetrecken  •  d00r  die"  wy  verftoni 
OrdívanSt  ¿er'  ende /^™1  Van  dle  de  R^ealïn  van  de 
™IiJ  Donninicus  ,fich  daer  bevont,  zyndehy die  gcene  aeri  de- 

welke wy  onsmoeften  aengeven  ;  wynaemen  defe  refolutie  te  meer  om 
dat  wy  begeeng  waren  om  defe  Provintie  van  Cbiapa,  van  dewelke  wy 
foo  veei  hadden  hooren  feggen,  te  fien  ocwcjkc  w/ 

gai  hy  ons  Indianen  mede^om  ons  na  T^^/^tebrengemen  een  brief  haclteA- 
d^r  doo?v5eVandie^lacfre'  welke' fijnen loeden  Vrfend  was,  hemnatce¡L 
daer  door  verfoekende  ,  dat  hy  ons  Indiaenen ,  om  ons  den  weg  te  wy- 

fen  •> 


mm 


—— 

^r^ 


i¿¿^g^ 


5= 


1 68     II.BoECK.  Voy agie  vanThomas  Gage      IX.  Cap. 

fen  ,  foude  beíchicken  ,  foo  wel  als  Muyl-Efels  om  ons  over  dat  hooge 
Gebergte  te  voeren. 

Onie  overige  Paerden  begaven.ons ,  tedierplaetfe,  mede,dogh  haere 

vermoeytheyt  dede  ons  geenefchaede,  door  dien  de  In  diaenen  foo  veeLof 
;  wel  meer ,  dan  fy  ons  gekoft  hadden,  dat  voor  gaeven ,  op  dat  het  op-reghte 
'  Mexicaenfche  Paerden  waren  ,wy  hadden  cok  te  minder  verlies,  o*m  dat  in 

het  gantfche  Landt  van  Chiapa »  ende  de  geheele  weg  over  tot  aen  Qkáti- 

mala  toe,  de  Inwoonders  vandeVlecken  ende  Dorpen  gehouden  waren 

ons  Muyl-Efels  voor  niet  te  beíchicken. 


HET  X.    CAPITTEL. 

Komft  te  Tapanatepeque.  Groóte  menighte  van  Offen  ende 
allerhande  ¡eef-toght.  Beleeftheyd  der  Inwoonders.  Hoog- 
te van  het  Geberghte.  Maquilapa.  Sy  trecken  op  het  Ge- 
berghte.  Vernaghte  daer  op.  Trecken  verder.  Werden 
door  de  windt  weder-houden.  Fabul  van  de  Pfylles.  Ver- 
nachten voor  de  tweede  rey  [e  op  het  Geberghte.  Groóte  hon- 
ger s-noot.  Vernaghten  aldaer  voor  de  derde  reyfe.  Een  van 
haergaet  den  wegh  ontdecken.  Syne  raport .  Slaepen  voor  de 
vierde  reyfe  op  het  Geberghte.  Sy  verwecken  eyndelyck  op- 
waerts.  Komen  aen  Maquilapa,  Befchryvinge  daer  van. 
Gevaerïycke  pafiagie.  Gemackelycke  middel  om  die  te  my- 
den.  Swackheydt  door  ongemack  verweckt.  Komfte  te  Aca- 
pala. 


K      fte  te    '1"\  Es  Saturdags  op  den  avont  quamen  wy  te  Tapanatepeque  >  het  felve 
TaTanatete-   1      B  ^eSc  aen  ^en  v  oet  van  ^e  Quelems '  WV  wierden  aldaer  door  de  In- 
apan    p  -   |  j  diaenen  feer  welonthaeldtendegctracteert,endat  ter  oorfaecke 
van  den  brief  die  wy  hadden  mede  gebraght. 

Dit  Vleck  was  een  van  de  aengenaemfte  welke  wy  van  Guaxaca  af  tot  aen 
die  plaetfetoe  geiien  hadden,  ende  het  fchyntdat  Godt  aen  het  felvein 
overvloedt  heeft  gegeven  allehet  geene  dat  de  Rey  figers  nodig  is,  om  op 
foo  moeyelijcke  ende  gevaerlijcke  Rotfen  te  klimmen. 
Grooteme-  ^en  vindtdaerfeer  gr  oote  overvloedt  van  Beeftiael,  foodanigh  dat'er 
nigte  Of-  ibmmigerijcke  Indiaenen  zijn ,  welcke  Hof-Steden  ,  die  fy  Eflantiat  noe- 
men , hebben, op dewelcke drie  jae vier  duifentOffen-zyn. 

Het 


fis: 


IIBoeck.  DoordeSfamfchemft-hdién.   X.  Cap     167 

ten  d!r  5T?        Vfe  Bu  ken  ende  Fonte^en  van  dar  Xgte  aï  Cue 
ten,  dat  de  Indiaenen  hare  Hoven  daer  door  lbo  eemarkefiifr  üSl-í-    ■ 
dat  fy  altoos  overvloed  van  Kruyden  endeSaladenhlben  '    b»ogt,ge„. 
De  Orangie-appelen,  Citroen,  Limoen,  Vijg  ende  andere  vrun-boo- 

Als  wy  des  Sondags op  den  morgen  bemerckten  dat  het  feer  M  weVr 
was.ioooordeelden  wy  dat wy  die  gelegen  theyd  niet  ¿hoo5«  tJ7cf  > 
fuymen,  vreeiendedat  by  onftenceniflc  van  dien  de  wint  onH  daer  moS 
op-houden ,  ofte  den  weg  na  Zocom^co  doen  nemen.  aldaermogte 

van  vrugten ,  gefreuy te  Vifch  ende  Pluy tn-eedierte   endl ?rS5£  P/  woonders. 

om  onfeproviSe  te  draegen ,  wdckebeftonde  uytgefreuyteWch    «nee 

íefo&de'rf'  ^  deWelcke  W?  ^fettót  *"»*£  welonttddt 

fooi.  er  dog  maereen  van  dewelke  de  Reyligers  gewaegen ,  defe  „oernt-' 
^ÄÄetK0Vfde^^«#^^^^ 

Na  de  maeltydbegonden  wy  defe  hoogeende  oneffene  MamiUpa  tehe   s7  '«»«- 
klimmen ,  des  avonts  hielden  wy  ftil  in  e?ne  plaetfe  die  vlek  wá ende  dt  ke"  °P  h« 

De  Indiaenen  deeden  alles  wat  fy  konden  om  ons  moet  te  geven  ,ons 
vertoonende  dat  hetgefchapen  ftondt  fchoon  en  ftil  we'er  ,e  blyven    «de 

tlÄS^  ^-^  op  d/hoev/t 
7  a  Hier 


II  BI 


¡1! 


V'    '- 


■  ■" 


■i 


Vernagten 
daerop. 


Trecken 
voider. 


Worden 
door  de 
vrintwe- 
derhouden 


ïabul  van 
de  VtyUcu 


Yernagh 
ten  voor 


ié8       II.  Boek.     Foyagie vanThomas  Gage    X.  Cap-, 

Hier  op  fchikten  wy  onTavontmael  op  het  groeneTapijt  des  Aert-Ryks, 
endeindieeerfte  maeïtijdtaetcn  wyonitnCapuynen  methetgrootfte  ge- 
deeltevan onfegefruyte  Vifch  >  laetende  maer  een  weynig,  tot  den  ont- 
byt,tegens  den  anderen  dag,  over.  .     ,  ■ 

Onfe  Indiaenen  hielden  ook  met  vreugde  hare  maeltijd,  en  onfeMuyl- 
Efels  hadden  weyde  na  wenfch,  foodanig  dat,  de nagt  gekomen  zijnde , 
wy  op  een  plaifierige  wijfe  inilaep  geraecktenophetgeruysderFontey- 
nen ,  ende  op  het  foet  geluyt  dat  haere  wateren  in  het  loopen  door  die  Rot- 

fC  Dm  anderen  dags  des  morgens  ,  wanneer  de  lugt  al  immer  foo  ftfl  als  des 
daezs  te  vooren  fcheen,foo  gaf  ons  falcks  reden  om  te  vertrecken ,  en  voor 
den  ontby  t  op  te  eeten  het  geene  ons  van  het  avontmael  was  overgebleven, 
om  foo  onfe  Reyfe  met  vreugde  te  volbrengemendede  hoogte  van  Maqut- 

tapa  te  beklimmen.  '      .  u^~* 

Wv  waren  geen  duyfent  fchreeden  al-op-gaende  gevordert,of  wy  begon- 
den  het  geblaes  des  win ts  te  hooren .  en  hoe  wy  hooger  quamen  hoe  deielv^ 
fcheen  krachtiger  te  zyn,  ende  onshet  opklimmen  te  verbieden.  •■ 

Airede  hadden  wy  de  helfte  van  den  wegh  ,  die  tuiTchen  het  Dorp  en  de 
hoogfte  top  is,afgelegt,  wanneer  de  fchrick  voor  die  win  t  ons  in  groóte  be- 
naeíwtheyt  bragte,als  niet  wetende  of  wy  weder  na T*panatefeM*.te~ 
hoorden  tekeeren  ,  ofte  ter  plaetfe  daer  wy  waren  verblijven,  tot  dat-het 
wee'er  opden  middag  ofceavondt  foude  ihlder  werden. 

De  Indiaenen ,  om  ons  tot  het  voort  te  trecken  aen  te  moedigen ,  feyden 
dat  omtrent  duyfent  fchreeden  hooger  eeneFonteyne  ende  een  Hutte  on- 
der de  Boomen  getimmert  was,  zijnde  defelvedaer  alleen  gefettot  bergin- 
ge  van  de  Reyfiger  s ,  welke  of  door  de  nagt ,  of  door  de  winden  belet  wier- 
den het  hoogfte  des  Bergs  te  paíTeeren.  «U -*««*•«, 
In  hope  vin  dat  de  wint  foude  op-houden  ,  klommen  wy  met  grooten 
arbey  t  tot  aen  die  plaetfe  toe,  van  dewelke  de  Indiaenen  ons  gefegt  hadden; 
doch  in  tegendeel  vonden  wy  defelve  hoe  hooger  hoe  kragnger ,  waeyende 
die  vlack  tegens  ons  aen ,  foodanig  dat  wy  vreefden ,  dat  het  niet  mogelyk 
met  ons  als  met  de  Pfyllet ,  van  dewelkefiwatfiyr  fpreekt ,  mogte  vergaen, 
wan t  defe ,  hebbende  tegens  den  Godt  Jtolus  willende  ftnjden ,  vonden,  in 
plaetfe  van  Victorie  te  bevegten ,  haer  graf  in  de  iandige  vlakte,  waer  in  fy 
tegens  hem  vergadert  waren.  -^„a 
Wy  vreefden ,  fegge  ick ,  op  defelve  wyfe ,  dat  wy ,  willende  met  ge- 
welt  den  Berg  opklimmen,  den  wintaldaer  foo  kragtig  mogte  vinden  , 
dat  hy  ons  ellendighlijck  in  die  fchrickelijcke  fteylten  moghte  werpen^ 
welcke  ons  aen  alk  zijden  met  de  dood  dreyghden ,  en  dat  alfoo  defelve , 
aen  onfe  verpletterde  en  gebroockene  Licchaemen  tot  graeven  fouden 

Ve  De  Fonrey ne  was  ons  feer  aengenaem,  ende  de  Hutte  noch  meer,  en  dat 
do©rdeBoomendiedaeromgeplantwaren,dochhetblafenvan  de  wint 


^— 


IL  Boeck.  DoordeSpaenfchemjl-Indien.  X.  Cap,  169 

ende  onfe  vreefe  bleven  gedurig  in  eenen  ftaet ,  foo  dat ,  den  dag  ten  eynde  j„  W„A 
opende,  wy  gantfch  geene  hoope  hadden  van  voor  ofte  achterwaerts  te  ZcZohl* 
konnen gaen  ofte  keeren.  reyieop nee 

Soo  als  wy  nu  bereydt  waren ,  om  ons  fonder  eeten  ter  ruflre  te  begeven,     C    ^ 
ende  wy  vaft  malkanderen  aenfaegen ,  fonder  te  weten  hoe  wy  den  honger 
die  ons  plaegde  fouden  ftiilen  sfoo  bemerkten  wy  ,  te  degen  omfiende, 
een  Citroen-boom  onder  alle  de  andere ,  zijnde  defe  met  fuere  Citroenen 
belaeden, 

Het  en  ginck  doen  met  ons  niet  als  het  metTamalus  deede,  welcke  de 
vrugten  die  boven  hem,  ende  de  wateren  die  onder  hem  waren  niet  eeten 
nochte  drinken  konde,  want  met  feer  kleyne  moeyte  konden  wy  de  Citroe- 
nen pluckenende  her  water  van  de  Fonteynefcheppens  ook  gingen  wy  op 
defelvelosals  Menfchen  die  niet  dan  dat  tot  haer  avontmaeltijdt  hadden 
hebbenden  iet  gemiddag-maelt,  ende  eeníbberen  ontbyt  gehouden.       * 

Des  volgenden  daegs  was  de  wintin  plaetfe  van  te  ftiilen ,  noch  veel  he- 
viger ontfteecken  ,  het  welke  ons ,  even  als  des  voorigen  daegs ,  deede  re- 
solveren ,  op  die  plaetfe  te  blijven ,  veel  liever  dan  te  rugge  te  keeren ,  ende 
den  moet  verlooren  te  geven. 

De  Indiaenen  waren  mede  van  dat  gevoelen ,  foodanigh  dat  wy  ons 
oock  dien  dag  met  fuere  Citroenen  ende  Fonteyn-water  behielpen ,  hoe- 
wel dat  een  voedtfel  was,  aen  het  welcke  onfemaegen  niet  feer  eewent 
waeren.  & 

Doch  door  dien  wy  faegen  dat  onfe  indiaenen  haer  water  mengden  met  Groóte  ï 
het  itof  vanKoeken  van  Matf,  het  welke  fy  in  kleyne  fackjens  haddemgelijk  hon»ers-  - 
iy  gemeenlijk ,  op  reyfe  zijnde , doen ,  foo  kogten  wy  een  kleyn  fackjen  van  noof. 
haer  voor  de  waerde  van  twintig  ft  uy  vers,  het  welke  op  eene  andere  plaet- 
le  als  op  defe  Maquilapa  ,  al waer  wy  van  honger  vreefden  te  fterven ,  geen 
ituyver  fou  waerdig  zijn  geweeft ;  foodanig  dat,  hoewel  dit  foorte  van 
voetiel  feer  gering  was,  het  ons  doch  even  wel  beter  bequam  als  het  rau- 
we water  met  fuere  Citroenen,  ende  aen  de  maege  foo  veel  quaets  niet 

Wy  verbleven  den  geheelen  Dingsdag  m  die  ftaet,  wagtende  dat  het  Vernamen 
wee  er  foude  bedaren,  ende  de  wint  ftilder  worden  ,zynde  van  voornemen  aldaer  voor 
des  anderen  daegs  des  morgens  weder  nae  Tapanatepeqm  te  keeren,ofte  den  de  derde 
Berg  hooger  op  te  klimmen,  revie 


reyiè. 


van 


Als  nu  des  Woenfdaegs 's  morgens  de  wint  een  weynig  fcheen  geftilt  te  Een 
fcyn,ioo  refol  veerden  wy  tot  op  den  middag  toe  te  wagten  -,  in  hoope  dat  haer  ca* 
hetweeerdanbequaemfoudezijnomonfeReyfevoorttefetten;  dochde  den  we*h 
wint  verminderdeniet3in  tegendeel  nam  hy  een  weynig  toe,  het  welkeaen  omdeed, 
een  van  ons  Gefelfchap  de  refolutie  deede  nemen  van  een  mylatwee  op- 
waertsaente  wandelen,  omalfoo  depaiïagie  ende  het  gevaer  van  de  win- 
den te  ontdeckemende  ons  by  gevolge,  van  alle  het  geene  dat  hy  gefien  had- 
de  ,  rapport  te  doen  ¿  want  wy  geloofden  datmen  ons  mogelijk  het  gevaer 


Y  i 


groo- 


Syn  rap- 
port. 

Slacpen 
voor  de 


Gebergte. 


I 

ïttre 


170    II.BoECK.   Voyagie  vanThomas  Gage. 

grooter  maeckte  dan  het  was ,  hebbende  tot  noch  niet  geilen  het  geene  ons 
foo  groóte  vreefe  kon-de  doen  hebben. 
Als  onfemackcr  nu  was  weder  gekomen  ,na  dat  hy  twee  ueren  op  weg  had- 
de  geweeftifoofeydphy  ons  dac  wy  in.allefeeckerheyt  na  boven  konden 
gaen ,  foo  wy  onfe  Muyl-Efels  by  den  toom  wilden  ley  den ,  doch  door 
dien  die  dag  paflèerdein  difpuyten  of  wy  fouden  pafleren  of  nier ,  foo  re- 
folveerdenwy  eyndelijk  des  anderen  daegs  op  den  morgen  te  vertrecken* 
vierde  rey-  ende  de  paffagie  te  wagen  foo  de  wint  niet  was  toe-genomen ;  hier  opvie- 
fe  op  het     |en  wy  weder  op  onfe  Citroenen ,  ende  wy  hielden ,  foo  als  wy  te  vooren 
gedaen hadden, ons avontmael met defelve,  drinkende  het  fuyvere  warer 
met  het  ftof  van  Mai$ ,  dit  verfwakte  ons  in  plaetfe  van  te  veriterken  ,  en- 
de ioude  ons  eyndelijk  hebben  doen  fterven  foo  wy  langer  daer  ter  plaetfe 
hadden  moeten  blyVen. 
Sy  vertTec-      Hies  op  ftegen  wy  des  donderdaegs  des  morgens  op  onfe  Müyl-efels,om 
ken  cyndc-.  het  Gebergte  hooger  op  tejyden»  lijnde  de  wint  niet  verandert  ende  alfoo 
'    fterk  als  des  voorigen  daegs ,  na  dat  wy  ons  hadden  bevolen  aen  de  genade 
van  die  geene  die  de  Zee  ende  de  winden  regeert ,  hebbende  alvoorens  on- 
fe namen  op  denbaft  van  een  grooten  Boom  gefneden  ,  nevens  het  getal 
van  de  dagen,  welke  wyaldaer,  fondereeten , hadden  gepaifeert. 

Wy  waren  een  geruymen  tydfonder  te  mereken  wat  het  geene  was  daer 
wy  foo  voor  te  vreefen  hadden,doch  wywaren  meeft  bange  voor  feeckere 
fnialle  in  de  Rotfen  gehoudene  wegen  ,  ende  daerom  klommen  wy  van 
onfe  Paerden  af,  achtende  dat  wy  feekerder  op  onfe  twee  beenen,  dan  op 
de  vier  van  onfe  Beeften  waren.  * 

Doch  als  wy  ophet  hoogfte  vznMaquilapa  gekomen  waren,beduydende 
datwoortindelndiaenfcheTale  een  Hooft  fonderhair,  foo  befpeurden 
wy  klaerlijk  het  gevaer  van  het  welke  men  ons  foo  veel  gefegt  hadde,  ende 
wy  fouden  wel  gewenft  hebben  weder  by  onfe  fuere  Citroenen ,  op  den 
weg  van  Tapanatepeque, te  zijn- 

Wy  bevonden  dan  door  onie  eygeneexperientiedat  het  waerlijck  een 


lyck  op 
waerts 


Komen 
aen  Maqui- 
la. 


gedawvan.  Hooft fonder  hair  was,  endeeenenoogtcfönder  Boomen  oftebeichuttin- 
-i.  gevoordearmeReyfigers. 

De  weg  door  dewelcke  men  pafleert ,  en  die  aen  de  xyde  van  de  Zuyd- 
Zee  open  legt ,  is  niet  meer  dan  twee-hondert  ende  vyftig  fchreeden  lang. 
doch  daer  toe  foo  hoog  ende  íroal  dat  yder  die  daer  op  klimt  t'eenemael  de 
oogen  fchemeren  ,en  men  daer  door  in  groot  gevaer  geraeckt  van  te  fuy- 

Want  foo  men  fcyn  gefigtaen  de  eene  zyde  laet  gaen ,  foo  valt  het  felve 
op  de  groóte  ende  wydeZuyd-Zee,  welke  foo  diep  is ,  ende  foo  digt  daer 
onder  fchynt~te  leggen,  dat  het befchouwen  van  defelvede  oogen  in  het 
hooft  doet  draeyen,  en  als  men  ^yn  oogen  aen  de  anderezijde  werpt,  foo 
fiet  men  niet  dan  Rotfen  ende  fteylten  van  twee  a  drie  mylen  diep,  ende 
het  aenfien  van  defelve  is  bequaem  om  hetherte  van  de  kloeckmoedigite 


Gevaerlyc- 
ke  pailagie. 


1       * 


II.BoECK.  DoordeSpaenfihemjï-IndÜn.  X.Cap    m 

^pgt7mte%Äidde"ändefe^—  ÄÄ^S 
Wy hadden,  om deíe  twee-hondert ende  vyfci*  fchreeden w&^Jcí 

Wydorílendefewegookniet  oDonfeMuvl-pfpl^nanVv^     a-    ,    i 
gendehaerdeeenevoorendedeanderena    ende^rfJTJf        .  I 

«tó^  engepaíTagie  gekomen  waren    G-ack. 

plaetfe 3  §S     g     ?e  U^ r  C?,fetten  ende  te  verbreeden  i  ter  wekker  J^cke  m'<*~ 
,    piaetíe  wy  ook  Bomen  vonden ,  welke  ons  deeden  hopen  van  iel  rW$  ,, «t del  om  ^ie 

ÉipÉssaÉf""1 

doendenemenom  onfe magen "e  «rfiw££ '  ons.a'lef " ««  Vleefch-nat  door  onge- 
dragen, endehet  felve  ainf  ™£,      j    Cken '  weIk«  dat  niet  konden  ver-  mack  »eï- 
hae?e  k  aghte niefweder  kor' tl ??*  ""«T?*  hebb^de  defelve weckt, 
kopjena  mt  Inde  W™  genoden  haddT"  '  f"  M  dat  W  verfcheyde 

groot  Vleck  van  ínSenéí,  k  ^  ^"'l te  &aen  >  het  welcke  een  Ac"l°u- 

opdefeviSeS?^?^e"  2ynde«  deProvintie  van  Ctó,,,, 

lycke  «fesÄÄ*' van  een  ande' '  h«  K« 


HET 


/T — T3T 


172     II.   Boeck.  Voy 'agie  vanThomas  Gage     XI.  Cap. 

HET    XI.   CAPITTEL. 

Komfie  ín  het  Indiaenfche  Chiapa.  Goet  onthaeïaïdaer.  Ont- 
moetmge  van  Pedro  Boralhp  ydiejeer  wel  ont  fangen  was, 
Vertreck  van  Chiapz.  St.Cbripffel.Sy  komen  by  den  Pro- 
vinciael, die  haer  wd  onthaelt ,  en  daer  nae  braef  door- 
,  dat  haer  feer  ontftelt ,  dogh  den  Autheur  Jchept 
moet ,  welcke  door  de  Gefelle  van  den  Provinciael 
werd  vermeerdert ,  haer  reedenen  van  het  doen  van  den 
Provinciael  gevende.  Sy  raecken  met  den  Provinciael  aen 
hetfpelen,  wekken  fy  het  ff  el  af -winnen  en  daer  door  aen- 
genoomen  werden  -}  fulcks  werdt  haernaeder  verfeeckert  ±^ 
waer  door  fy  Godt  loven  endefigh  daer  nae  verheugen. 

Y  quamen  van  Acapala  in  het  Indiaenfche  Chiapa  ,  zynde  her  fel- 
ve  gelegen  in  een  plaetfe,  wel'ckealfbo  laeg  als  Maquilapa  hoog 
is,ende  gebout  op  een  Reviere}omtrent  foo  breed  als  denTeems 
voor  Londen  ;defclve  komt  uyt  het  Gebergte  van  de  Cuchumaüams ,  leg- 
gendeop  den  wegtufiTchenhetKoninglijkeC/j;'^  ende  Guatimala,  ende 
neemt  fijne  loop  dwarfch  door  het  Landt  van  de  Zoques  ,  verlieferïde  lijnen 
naem  als  hy  in  de  Revier  van  Tabafco  komt. 

Ik  fal  van  dit  C¿;¿/>4  breeder  in  het  volgende  Capittel  fpreeken,  ende 
haclaldacr.  hier  alleen  feggen,dat  wy  daer  feer  wel  door  deReligieufen  outhaeld  wier- 
den, welke  ons  aenfaegen ,  als  zynde  Leden  van  hare  Provintie,  ende  met 
eenen  verfeeckerden ,  dat  haere  Provinciael,  wegens  onfe  komfte,  feer 
verblijdt  foudezvn  ,  door  dien  hy  Spaeniche  Religieufen  van  nooden  had- 
de  ,  om  fig  tegens  de  Criolen  en  de  Naturellen  van  dat  Landt ,  welcke  alle 
hare  kragten  in-fpanden  om  de  fterckfte  te  worden ,  even  als  fy  te  Mextco 
ende  Guaxaca  gedaen  hadden. 

Men  feyde  ons  ook  dat  de  Provinciael  niet  meer  dan  een  dag  reyie  daer 
van  daen  was,  ende  wy  vonden  aldaeronfen  vriend  Pedro  Boralho,  welcke, 
voor  ons ,  daer  alleen  was  gekomen  ,  zynde  mede  uyt  Mexico  weg  gelopen. 
Hy  verhaelde  ons  het  goede  onthael  datmen  hem  te  Chiapa  hadde  aenge- 
daen,en  hoe  dat  Calvo,mct  fijn  Gefelfchap,van  Uexico^Acapulco  was  ver- 
revft ,  ende  fig  aldaer  na  de  Philippijnen  t'  Scheep  begeven  hadde,  doch  dat 
hy  ook,  alvoorens  te  verwecken,  een  brief  aen  de  Superieurs  van  Chiapa  en- 
de G«4íxot¿/4  hadde  gefchreven,  in  dewelke  hy  figh  leer  over  hem  Boralbo 
ende  ons  andere  vier  beklaegde,haer  biddende,  dat  fy,  in  plaetfe  van  ons 

aen 


Komfie  in 

her  Indi- 
aenfche 
Chiapa. 


Goet  ont- 


W 


tingvan  ?e- 
dr  o  Sor  albo. 

Die  feer * 
wel  ont  fan- 
gen was. 


II.Boeck.  DoordeSpaenfchemjl-Indïên.  XI.  Cap.  173 

aen  te  nemen,ons  veel  liever  na  Mexico  wilden  fenden,om  het  toekomende 
Jaer  na  de  Philippijnen  ge-embarqueert  endeaf- gefcheept  werden,  do* dat 
de  Provinciael zyn  brief  veragt  ,  ende  daer  mede  den  fpot  gedreven  hadde 

Nadatwygedurendeeen  weeck  te Chiapa  wel onthaeld  hadden  geweeft',  Vertreck 
foo  geloofden  wy  dat  het  tyd  wierde,om  ons  aen  den  Pater  ProvinciaehP^  van  Chiapa. 
4ro  áhares>gen&emt,te%aieñ  vertoonen,  omvanhemteverftaen  of  wyin 
fijne Provintie fouden  konnen  blyven,  ofwel  dat  wy  wederna  Spaignien 
fouden  moeten  keeren5om  dat  wyin  geen  ander  geen  gedeelte  van  América, 
ais  alleen  daer  ter  plaetfe ,  konden  aengenomen  ende  ingelyft  werden. 

Wy  vonden  den  Provinciaelin  eenkleyne  Stadt die St.  Chriítoffel ge-  St.Cbri- 
naemt  werkgelegen  r uíTchen  het  Koninglijke  ende  het  IndiaenfcheC/™^  ftoíFeí. 
hy  wandelde  onder  de  Schaduw-rijckeboomen  van  die  Plaetfe  'i  in  dewelke 
men  oock  den  overvloed  van  Viích  ende  de  ruymte  van  feer  uytñeecken- 
de  vrughten  heeft,  f 

Hy  ontfing  ons  met  groóte  vrientfchap,onthaelde  onsfeerwel  ophetSv  komen 
middagende avondmael,  ende  om  fijnenederigheyd te  toonen ,  wilde  hy  ,  bv  den  Pro. 

^D^TTceerWyrter^e?inFn0ni"evoeren  waflen,cven  als  JESUSvinciael.die 
CHRISTUS  aen  fijne  Dilcipulen  hadde  gedaen.  haer  wel 

Opdeneerftendagenfeydehyonsby-naniet,  wegens  onie  komire  in  onthaeldr. 
dat.  Landt ,  dog  den  tweeden  dag  gaf  hy  ons  fijne  meeninge  te  kennen  met 
veel  aerdigheyd  ende  kennifïe. 

Hy  las  ons  dan  voor  eerft  voor,  de  brief  die  C^o  aen  hem  gefchreven  Endaérnae 
hadde,  wegens  oniefaeke,  endefelve  uytleggende,  vertoonde  hy  ons  het  braefdooi- 
ongehjk  dat  wy  hadden  gehad,  in  het  verlaeten  van  onfeeerfteberoepinge,lleemt- 
welke  was  om  nade  Philippijnen  te  gaen,waer  ter  plaetfe  veele  Indiaenen 
gevaer  van  haere  falighey  d  ¡iepen ,  en  dat  door  gebreck  van  onfe  onderris- 
tinge,doordienhynietwilde-twyfFelen,  ofwy  waren bequamer om  haer 
teonderrigten  ende  te  bekeeren ,  dan  die  geene ,  welke  men  in  ons  af-wefen 
daerfoude  fenden. 

Ten  tweeden ,  vertoonde  hy  ons  dat  wy  fijne  Catholijke  Majeftey  t,  inde 
goede  meeninge  die  hy  van  ons  gefchept  hadde,  hadden  bedrogen,  hebben- 
de defelve  ons  van  Spaignien  tot  aen  Mexico  toe  onderhouden ,  en  dat  in 
hoope  van  datwy  fouden  arbeyden  tot  de  bekeeringe  van  de  Indiaenen  in 
dePhilippijnfcheEylanden. 

Eyndelijck,  feydehy  ons,  dathy  ons  aenfag  ende  hielt  als  fijne  Gevan- 
gene, door  dien  hy  de  magt  hadde  om  ons  te  arrefteren,ende  ons  na  Mexico 
aen  den  Viceroyte  rugge  te  fenden,opdat  die  ons  van  daer  na  Mantua,  vol- 
gens het  verfoeck  van  Calvo,  foude  fenden,  en  de  alibo  tot  het  eerfte  beroep 
dwingen,  r 

Hy  voegde  daer  by,dathy  evenwel  voor  als  noch  ons  fijn  voornemen  niet 
leggen  wilde,  ons  alleen  waerfchouwendedat  wy  ons  niet  moeiten  bedroe- 
ven, maer  veel  eer  wat  vermaek  nemen,  dathy  ons  nademiddag-maeltyd 

meer 


m 


Doch  den 
Autheur 
fchept 
jnoet. 


174     II.BoECK.  Voy  agie  van  Thomas  Gage    XI.  Cap... 

meer  foude  te  kennen  geven  >  als  wanneer  hy  antwoordt  op  een  brief  foude 
krygen  ,  welcke  hy  na  Chiapa  gefchreven  hadde ,  om  te  weeten  op  wat  wy  • 
femen  met  ons  foude  handelen. 

Dit  difcours  van  dcfeaaenüenlyken  ende  ouden  Provinciael  trof  ons  tot 
aen  het  harte;want  het  geene  hy  ons  gefegt  hadde  van  fchuldig  te  wefen  aen 
het  verlies  der  zielen,  aen  het  gebrek  van  liefde,  dat  wy  fyne  Catholijke  Ma- 
jefteyt  in  iyne  intentie  bedrogen  haddemen  eyndelykdathy onsieyde  fijne 
gevangene  te  wefen ,  viel  ons  wat  fwaer  te  herkouwen  ,  foo  dat  wy  wel  kon- 
den fepgen  dat  die  ontbyt  ons  den  luft  tot  het  middagmael  hadde  benomen. 
Na  dat  wy  defen  Eerweerdigcn  Superieur  hadden  verlaten,  gingen  wy  in 
een  allee  van  Orangie-boomen  wandelemalwaer  wy  lang  genoeg  ons  felven 
onderhielden ^over  het  difcours  dathy  ons  hadde  voorgehouden ,  en  dat  wy 
met  al  te  verduwen  konden,  fiendedat  hy  de  interenen  des  Komnks  en  die 
van  de  Religie  hadde  by  malkanderen  gevoegt,fo  dat  wy  vaftely k  geloofden 
dat  hy  ons  na  Mexico  foude  fendemalwaer  men  ons  als  weg-geloopene  ila- 
ven  konde  dwingen  t'Scheep  te  gaen ,  om  na  de  Philippijnen  te  varen. 

Ick  verloor  als  doen  alle  hope  van  oyt  weder  in  Engelandttekomenj^n- 
tonio'MëkndexbeeMc  ende  wenfehte  noch  op  die  kruyn  vmMaquilapats 
ítaen ,  ende  een  ander  van  het  Gefelfcbap  hadde  wel  gewilt  met  den  Ouden 
Calvo  op  de  Zuyd-Zee  te  zyn ,  ende  met  hem  na  Mantua  varen. 

E^nige  ftelden  voor  dat  wy  moeiten  vlugten  ;  ende  Alvares  verlaten ,  op 
defelve  wyfe  als  wy  Calvo  gedaen  hadden;doch  men  antwoorde  daer  op,  dat 
wy ,  het  Land  niet  kennende ,  op  wat  plaetfe  wy  ook  gaen  mogten ,  ont- 
decktfoudenzyn;  datmen  ons  als  dan  wederom  na  Mexico  foudeienden, 
endatfulcksonfe  faeckeniet  dan  des  te  ergerende  onverantwoordelijke 
vooralle  de  werelt foude maecken. 

Doch  ik  feyde  eyndelyk  tegens  de  andercdat  ik  my  niet  konde  ini>eeiaen 
dat  wy  van  defen  Pro vinciaelqualijkfouden  gehandelt  werden ,  hebbende 
hy  ons  met  eenvrolijck  ende  lacchend  wefen  toegefproocken ,  ende  ieirs 
fich  tot  foo  verre  vernedert,  dat  hyonfe  voeten  gewaffchen  hadde. 

Dat  ik  in  tegendeel  voor  vaft  hielt  dat  hy  groóte  afTedie  voor  ons  hadde, 

door  dien  wy  van  fo  verre  gekomen  waren  om  onfe  dienit aen  hem  aen  re 

bieden ,  ende  nevens  hem  te  arbeyden  in  die  grooten  Oogft  der  Zielen ,  ai- 

waer  het  aen  Perfoonenalswy,  dieeeril  uytSpaignien  gekomen  waren , 

ontbrack,  om  het  tegensde factie  der  Criolen  ende  der  naturellen  van  de 

Provintie  ftaende  te  houden.  .  _      „- 

Ik  vertoondehaer  daer  op  het  voorbeelrvan  onfen  Vnent  Pedro  Varal bo> 

welken  hy  airede  nevens  de  andere  Religieufen  van  die  Provintie  hadde  in 

gelyft ,  konnende  hy  daer  door,  ten  onfen  opfighte,  mede  met  anders  doen, 

íbnder  groóte eenfijdigheyt te  toonen.  ■    '  .     ,nnAf^vev. 

Ik  voegde  daer  eynddyk  by ,  dat ,  fo  wy  al  in  defe  plaetfe  met  konden  ver 

blijvemden  Provinciael  ons  niet  weder  na  Mexico  ioude  fenden,  om 1  aWacr 

met  fchande  en  fchaemte  bedekt  te  worden ,  maer  dat  hy  ons  veel  hever  ae 


'ILBoECK.  DoordeSpaenfcheWeft-Indien.   XX.  Cap.  175 

behulpfame  hant  foude  bieden ,  om  weder  na  Spaignien  te  keeren,of  wel  na 
foodanigeplaetfeals  wy  fouden  willen  verkiefen ,  ende  dat  hy  onsVelve  met 
zyn  geit ,  voor  foo  veel  wy  tot  de  Reyfe  noodig  hadden  ,  foude  affifteren. 

Het  is  gelovelijk  dat.terwylen  wy  ons  in  onfen  geeft  dus  heen  ende  weder 
gedreven  vonden,  niet  wetende  wat  wy  ibuden  refolveren,  den  goeden  Al* 
vare^ons  doorzyn  venftervaftbefchóudcen  dateven  alsjofeph  nietlanger 
in  fijn  herte  konde  verbergen  fijne  tedere  genegentheyt  voor  fijn  Broeders, 
io  mede  defen  goeden  Superieur,hebbende  bemerkt  dat  fijn  feggen  ons  be- 
droeft haddcons  ook  niet  langer  in  die  ftaet  konde  fien,maer  ons  fijn  gefel- 
le,om  ons  te  trooften/ont ,  gelijk  wy  wel  haeft  door  fijn  feggen  bemerkten, 

Wantfodraalshyby  onsquam  vraegdehy  waeromwy  fo  bedroeft  ende 
neeríhgtig  waren,daer  by  feggendcdat  de  Pater  Pro vinciael  ielve  bemerkt 
hadde  dat  wy  feer  ongeruft  van  geeft  waren ^dog  dat  wy  niet  moeften  vrefen; 
dat  den  Provinciael  ons  beminde  en  felfsvan  noden  hadden  dat,doordienwy 
onfe  toevlugt  tot  lijn  Provincie  hadden  genomen^wy  niet  moeften  denken 
dat  hy  fijn  magt  ten  onfen  opfigte  misbruiken  fou,maer  dat  hymet  ons  foude 
handelen  even  als  een  foldaet  met  fijnen  vyant,  welke  hemaen  hemover- 
geeft^doendiehy.door  de  Wetten  des  Oorlogs,gehouden  is  te  befchermen. 

Om  ons  te  vervrolijken  feydeh y  nogveele  diergelijke  dingen  ,  daer  by 
voegende  dat  den  Provinciael  door  de  Kriolen  feer  geblameert  was,  om  dat 
hy  Pedro  Bor alho  hadde  aengenomen,  dog  dat  fy  nog  een  veel  grooter  ge- 
rugte  fouden  maekemals  fy  fouden  fien  dat  wy  alle  vier  waren  gekomen  om 
harefadie  te  verfwacken  *  en  daerom  verfogt  hy  dat  wy  op  ioodanige  wyfe 
wilden  leven ,  dat  wy  die  Lieden  niet  chocqueerden  ,  welcke  gewoon  wa- 
ren zyne  befte  aclien  te  lafteren. 

Eyndelijkfooverfeekerdehyons,  dat  de  Provinciael  ons  noyt  weder  na 
Mexico  foude  fenden ,en  dat.fo  hy  ons  te  Chtapa  ofte  te  Guatimala  niet  kon  - 
de  doen  aennemen,hy  allefijnemagt  nevens  die  van  fijn  vriendemin  ons  fa- 
veur foude  te  werk  fteliemen  felve  ons  geit  geven  om  naSpaignien  te -keren. 

Defe  woorden  waren  als  foo  veeleKordialedranckjens  om  ons  het  herte 
weder  wat  te  verfterken ,  en  fy  verftrekten  mede  voor  een  remedie  en  pre- 
paratifaen  onfe  magen  tot  het  middagmael ,  tot  het  welke  wy,  door  het  luy- 
denvaneen  Kloek, genoodigt  wierden. 

Alswybinnen  gekomen  waren,wasons  hetlacchendeaengefigtevan  den 
Provinciael  veel  aengenamer  dan  alle  de  fpijfen  die  hy  voor  ons  hadde  doen 
aendiifehen j  om  ons  goede  ciere  aen  te  doen ,  hoewel  fijne  Taeffel ,  even 
als  die  van  een  groot  Heer ,  vooriien  was. 

Wy  namen  voor  een  goet  voor-teecken  dat  men  ons  fo  groóte  meenigte 
van  Vleefch  ende  Vifch  voorfettcfo  Wel  als  van  vrugten  ende  Kon  fituren, 
ende  gedurende  de  mael-tyd,  bemerekten  wyaen  de  difcourifen  van  den 
goeden  Ahare% ,  dat  hy  over  onfe  komfte  verblydt  was. 

Naden  eetenfeydehyons,dathyeen  Partytjemet  ons  in  hetTicktack- 
berd  wilde fpelen,  begerende  datwy  fulcksmethemdeeenvoor  ende  de 

Z  andere 


Die  door 
de  Gefelleia 
van   den 
Provinciael 
werd  ver- 
meerdert , 
haer  rede- 
nen van  het 
doen  van 
den  Pro- 
vinciael ge- 
vende. 


jfé    II.  Boeck.  Foyagie  vanThomas  Gage     XI.  Cap. 

Jen  Provin-  andere  na  fouden  doen ,  niet  om  ons  geit  te  winn en  ,  door  dien  hy  wel  oor- 

cke   aen      deelde ,  dat  wy ,  öahec  doen  van  foo  lang  een  Reyfe .  met  veel  overig  had- 

het  fpeelen.  den ,  maer  hy  wilde  alleen  als  wy  verloren ,  dat  een  y  der  van  ons  vyf  Pater 

Nofters  ende  foo  veel  Ave  Maria'es  voor  hem  foude  leggen ,  ende  dat  ,  io 

wy  het  fpel  wonnen  ,  onderde  Religieufen  van  fijne Provintie  iouden  ont- 

*     fangen  ende  ingelyft  werden, 

Dit  fpel  behae-de  ons  wonderlijk  wel  ,door  dien  wy  als  wy  verlooren  niet 
oúvt  geraekten,  en  alleen  verpligc  wierden  om  te  doen  het  geene  wy ,  buy- 
ten  dat ,  geerne  foaden  gedaen  hebben  uyt  ons  felve ,  daer  in  tegendeel  als 
wv  het  wonnen ,  die  winfte  ons  veel  nutter  was  dan  groóte  foramen  gelts. 
Welke  fy        Als  nu  de  party  gemaeckt  was,ipeeldenwy  beurte  voor  beurte  een  y  der 
hetaf-win-  onsfpel  en  de  uytkomfte  fcheen  te  bewijfen ,  dat  wy  het  beeter, dan  die 
tea  en  daer  *  J  0¿deMan  verftonden;dog  wy  bemerkten  wel  dat  hy  met  voorbedag- 
dooraengc-ä      adever]oor  ^  doendehet  ielvemet  liftende  oordeel ,  op  dat  wydoor 
£       dit  fijn  verlies  fouden  befpeuren  het  geene  hy  ons  mondelinge  niet  wilde 
fessen   te  wet  en,  dat  hy  ons  voor  ingelyfde  in  fijne  Provintie  hield.       M 
Do*  het  fpel  was  foo  dra  niet  ge-eyndigt,  of  wy  wierden  daer  van  verlee- 
ker t  dSor  de  weder-komfte  van  een  Indiaemwelke  hy  des  wegens  na  Cbtapa. 
hadde  gefonden,om  van  denPaterP  rieur,  ende  van  de  voornaemfte  van  het 
Convent,  te  weten  ,hoe  men  met  oís  handelen  en  wat  men  ons  doen  foude. 
De  Prieur  betuygde  door  fijnen  brief,  dat  hy ,  en  alle  de  oudite  van  het 
Convent  overonfe  komfte  feer  verblijd  waren,  badt den  Superieur  feer 
ernitelijck,dat  hy  ons  aen  hem  wilde  fendemwenfehende  dat  wy  fijne  gallen 
mogtenwefen/omdathy  over  tien  Jaren  fig  in  defelveftaet  daer  wy  nu  m 

Wa^nthhfh\d7emS  datnade  Philippijnen ¡fc ¡¿g 

Mexico  verlaetemende  hy  was  gevlugt  na  Guattmala  toe  al  waer  hy  door  de 

^evandeCri^^ 
tey^wetenfchapendegeleertheyt^itwasde^ 

vreugdebetoonde,  fiendedat  jegenwoordigtay  konde  hopen ¿**»g£ 

.genoegaenfijnezydetehebben,omfigteitellen  tegens  die  geene ,  welcke 

hem  te  voren  onderdruckt  hadden.  ,      - , ' .  \.  u  /■     -pnn,na 

Sulks  werd     Den  ouden  Alvar**  ,7ijndefeer  door  defen brief  gerae ckt ^™** 

Ler  naer-   dat  hy  defelve  gelefen  hadde,dat  hy  fig  gen  ootfaekt  vont  oDtetotato 

der  veiiee-   2eene  hy  verlooren  hadde,  en  dat  hy  ons  des  anderen  daegs  na  Cbtapa  ioude 

te.  IndenTwaerwy  fouden  verblijven  ^^^^t^SX 

foude  vinden.om  ons  op  anderePlaetfen  te  verfendemom  de  Tale  ten  plat- 

Als  dat  onderhoud  ge-eyndigt  was,  gingen  wy  weder  in  den  Hof  wande 
lemdie  ons  veelaengenamer  ,  dan  des  mergens,  fcheen  teiyn  ,  en  dat  door 
de  trooft  die  wv  van  den  Pater  Provinciael  ontfangen  hadden. 

Aldaer  begonden  wy,onder  de  alle  een  van  die  fchooneOrangie  bomen 





II.Boeck.  DoordeSpaenfcheWeJl-Indkn.  XIT.CAP.177 

roet  ons  hadden  gehad ,  teloven  en  te  dancken ;  fonder  den  wijfen  ende  po-  Waer  <Joor 
litiquen  Provinciael  te  vergeten;  ook  was  het  niet  redelykdat  hy  ,  die  tot  fy  Godtlo- 
onfe  vertrooftinge  fijn  fpel  wel  hadde  willen  verliefen  >  ook  daer-en.boven  ven. 
onfe  gebeden  foude  moeten  miiTen ,  ook  offerden  wy  defelve ,  te  dier  plaet- 
fe  aen  GODT  van  goeder  herten  op ,  foo  voor  fijn  welvaren  als  voor  fijne 
gefondheyd. 

,  Wy  bleven  tot  aen  hetavondmael  toe  in  defcn  Hof,  ons  in  felve  op  ver-  En  fig  daer. 
fcheyde  wijfen  diverteerendcdan  aeten  wy  eensfoete  Citroenen  en  Oran-  naer  ve*- 
gie-appelen,en  dan  pluckten  wy  de  fuere ,  die  wy  malkanderen  na  het  hooft  neugen* 
wierpen,maer  voor  al  na  diegeene ,  die  met  Calvo  op  Zee  hadde  gewenfcht 
tezymwelkewy  door  het  fmy  ten  van  Citroenen  ende  Orangie-appelenuyt 
den  Hof  joegen  ,  plegende  wy  dit  vermaeck  met  des  te  meer  genoegen ,  om 
dat  wy  fagen  dat  onfen  goeden  Provinciael.,  die  %  opeen  uytfteeckende 
venfter  hadden  geplaetft,  fijn  vermaeck  daer  in  nam,  ende  een  goed  genoe- 
gen hadde,  fiende  dat  wy  dus  vrolijck  waren. 


HET    XII.  CAPITTEL. 

Sy  raecken  wederom  aen  het  [pelen  met  den  Provinciael.  Be- 
dingh  van  het  fpel.  Sy  alle  verliefen  hare  vryheyt.  Lift  van 
den  Provinciael  om  haer  te  jlaen  ende  te  falven.  Bereyt- 

felen  tot  haer  vertreck.  Vertreck  van  St.  Chriftofel  Ko- 
men in  het  geflghte  van  St.  Philippo.  Buyten  het  welcke 

fy  van  den  Prieur  werden  ingehaeldt ,  enfeer  minfaem 
ontfangen. 

NAhetavondroaelfeydehy,dathyonsdes  anderen  daegs  des  mor- 
gens na  Cbiapa  wilde  fendemdoor  dien  den  Prieur  hem  gefchreven. 
hadde,  dat  hy  ons  in  hetgemoet  wilde  komen,  ende  teontbyten 
geven  in  feecker  Vleck  St.  Philippo  genaemt ;  dit  deede  ons  een  goet  gevoe- 
len van  ons  felve  vatten,  fiende  datdeProvinciaelen  ende  dePrieurs  fel- 
ve de  moeyte  namen  van  ons  wel  te  onthaelen. 

Dog  hy  feydeons  evenwel  daer  by„  dat  hy ,  alvorens  wy  fouden  gaen  ru 
(ten ,  noch  een  partye  in  het  Tiftack-berd  met  ons  wilde  fpeelen ,  om  te  be 
foecken  of  hy  geen  revengie  van  ons  foude  konnen  krygen. 

Dog  doordien  hy  handig,  liftigende  argwas,  en  daer  toe  ook  het  fpel  met"d¿n 
uytnemende  wel  verftont,en  daer  door  verfeeekert  dat  hy  ons  het  fpel  foude  pr0vin- 
atwinnen  als  hy  wilde,  foo  veranderde  hy  de  Conditie  van  het  felve,  en  dat  ciad, 
door  een  verborgenthey  t  welke  wy  niet  dan  den  volgenden  dag  konden  be- 

Z  1  gry- 


Sy  raeken 
weder  aen 
het  fpelen 


i;8    ÏI.BöECK.   Voyagievan^homasGage    XII.  Gaf. 

Beding  van  grijpen  i  want  hy  feyde  dat  wy  onder  dit  volgende  beding  fouden  fpelen ,  te 
Jbec  (pal.      weten  ,  dat  ,  fo  wy  het  quamen  te  winnen  ,  hy  konde  volftaen  mits  ons  yder 
een  doofe  Chocolate  gevende ,  dog  dat  wy  ~,  in  cas  van  verlies,  fijne  Gevan- 
genen fouden  zyn. 
alle  ver-      Wy  begonden  dan  te  fpeelen » 'm  hoope  van,  even  fo  als  wy  te  voren  ge- 
heten haeré  daen  hadden ,  het  fel  ve  te  winnen, doch  wy  bevonden  in  tegendeel  dat  wy 
vryheydr.     alle ,  de  eene  voor ,  de  andere  na,  het  felve  verloren ,  dog  door  dien  wy  niet 
konden  begrijpen  op  wat  wyfe  wy  fijne  gevangenen  konden  zyn,  fo  be- 
kreunden wy  ons  niet  feer  wegens  ons  verlies. 
Lift  van  den      De  Provinciael  feyde  evenwel  dat  hem  ons  verlies  moeyde ,  dóg  dat  hy 
Provinciael  wenftedatwy  noy  tin  ergere  Gevankeniiïe  dan  de  fijne  mogten  komen>ook '. 
om  haer  te  ¿at  hy,om  ons  te  trooften,aen  een  ygelijk  van  ons  een  doofe  met  Chocolate 
flaen    ende  wilde  fchenken.om  op  fijne gefonthey  t  te  drinken  en  vrolijk  te.  wefen »  als 
tefalven.      Wy  defmerte,  wegens  dit  ons  verlies,  fouden dragen; 

Wy  konden  noyt  begrijpen  wat  hyfeggenwilde,als  des  anderen  daegs  des 
middags,  ende  wy  dagten  alle  dat  het  maer  laccherye  ende  boerten  was* 
en  dat  hy  alles  wat  hy  feyde  maer  voortbragt  om  fig  met  ons  te  diverteren  , 
foo  als  hy  ook  van  te  voren  hadde  gedaen ,  foodanig.dat  ditfeggen  niet  be- 
lette dat  wy ,  na  dat  wy  ons  af-fcheyt  van  hem  hadden  genomen ,  ons  alle 
met  vreugde  in  onfe  Kameren  begaven ► 
r  i  Des  anderen  daegs  des  morgens  vonden  wy  tweeMuyl-efels  van  denPro- 

Bereytlcien  v¡nciae¡>ende  twee  andere  van  fijn  Gefelle  t'eenemael  gefadelten  getoomt 
weck"  TCI"  ftaen  *  ziJn<^e  berey  t  om  maer  befehreeden  te  worden,  ook  waren'er  twaelf 
Indianen  te  Paerdcdie  ons  over  een  feer  moey  elijken  Berg  moeften  ley  den, 
fo  wel  als  dwarfch  door  het  Bofch  dat  voor  het  Dorp  St.  Philtppolegt. 

Na  den  ontbyt  omhelfde  ons  den  goeden  Provinciael /ïjn  af-fcheyt  van 
onsnemende,  enons  verfoekende  dat  wy  Godt  voor  hem  wilden  bidden, 
daer  by  voegende  dat  wy  voor  de  refte  niet  bedroeft  moeften  zyji  over  het 
geene  ons  foude  mogen  overkomen,ons  verfeekerende  dat  hy  ons  beminde 
en  dat  hy  alles  wat  hy  konde ,  foude  te  werk  ftellen  om  ons  dienft  te  doeru 
dogdathyfiggenootfaecktfagfulks  metaerdigheyt  en  voorfigtigrTeyt  te 
moeten  plegen  om  den  mont  aende  Criolen  te  ftoppen ,  die  onsib  wel  als 
hem ,  grooten  haet  toe-droegen. 

Na  dat  wy  ons  af-fcheyt  van  hem  hadden  genomen ,  vertrockén  wy  van 
Vertrekvan  ¿aer  on der  het  geluyt  van  de  Trompetten  en  Schal  mey en  die  men  voor  ons 
S.Chnitof-  droeg,  ende  die  fig,  door  het  wedergalmenvan  de  Echo'osden  geheelen 
iel*,  „  weg  langs  ¿eden  hooren,  van  het  bovenfte  van  het  Gebergte  tot  inde  Va^ 
leye  toe,  alwaer  wy  den  goeden  ouden  Man  Aha re$  hadden  gelaeten  in  een 
diep  dal,  dat aen  alle zyden  met  Bergen  omringelt  was-, 
K  .       Wy  waren  fo  dra  nictop  het  hoogfte  van  het  Gebergte  gekomen ,  of  wy 

heTSere  ontdekten  een  kleyne  Valeye ,  en  in  defelve  de  Stad  van  het  Koninglijcke 
,an  StM-  Chiapa»nevem  drie  a  vier  kleyne  Vlecken ,  van  dewelke  St.  PMippo ,  aen  de 
%0O  '        voet  van  een£erg,welke  wy  nog  moeiten  o vei klimmen,  gelegen,  een  was, ; 


M.Bo-ECK.Doorde Spaenfche Weft-Indiên.   XII. Cap.  1^9 

De  Trompetten,  welke  altoos  voor  ons  gingen  ,  waerfchouden  de  In- 
woondersvan  St.Pbi/ippo  genoegfaem  van onfe  komfte,opdatfyonseen 
tweeden  ontbyt  fouden  konnen  vaerdig  maecken  ,  hebbende  de  koude 
lugt  ,welckewy  op  het  Gebergte  gevoelt  hadden  ,  ons  den  appetyt  weder 
gefcherpt. 

Wy  hadden  geen  vyf-hondertfchreeden-  al  nederdalende  voort-ger-eyft,  Buyten  hei 
of  wy  ontmoeten  twintig  Indiaenen,  alle  te  Paerde  ende  feer  aerdig  opge-  welcke  fy 
pronkt ,  fy  hadden  hare  fteeckende  Trompetten  voor  haer  j  achter  haer  va»  den 
quamopeen  rykelijk  vercierde  Muyl-efél  den  Prieur  van  Cbiapi?,  Pater  P"eurwer- 
tyan  Baptifta  genaemt ,  die  van  een  Joviael  temperament  ,  dog  vet  >  geflopt  ¡|en  ln£e" 
ende  vol-Jij vig  was»,  ■£„  ¿er 

Hy  was  fo  dra  niet  tot  ons ,  en  wy  tot  hem ",  genaedërt  ,  of  hy ,  ons  fijne    °  ¿"m. 
voort-vlugtige  Broeders  van  de Philippijnen  noemende,  feydedat  wy  feer  0ll^&npmr 
welkomin  dat  Land  warenden  dat  hy  in  fijn  particulier  feer  over  onfe  kom-  F 

fte  verheugt  was ,  ook  dat  hy  ons  veel  beter  tyd-kortinge  in  dat  St.  Pbilippo* 
dat  daer  digte  by  was  ,  foude  geven, dan  wy  in  het  Philippijnfche  St.  Fhittppo 
ibuden  gehad  h  ebben,  fowy  daer  waren  gekomen.  : 

Aldus  wierden  wy  meeren  meer  gefterkt  in  het  gevoelen  dat  wy  hadden, 
van,  daer  te  Lande,  feer  welkom  te  zijn,  ende  met  opene  armen  ontfangen 
te  worden,  weynigdenckende,  dat  het  ons  daerna,  opfodanigewyfe,  als 
hetgefchiedde,  foude  te  pafTe  zijn  gebragt  geweeft ,  ende  dié  ydelheydt  in 
ons  nam  des  te  meer  toedenkende  dat  wy  al  mede  Provinciaelenen  Prieurs 
waren ,  dog  den  Leefer  fal  in  het  volgende  Capitteliien ,  hoe  wy  hier  om- 
trent wierden  gedifabufeert ,  en  hoe  het  geene  wy  ons  inbeeldden  op  een 
tra&ament  van  water  ende  broot  uytliep,wanneer  wy  fulkshet  minite  ver- 
wagteden ,  dog  alles  fchickte  iich  op  het  eynde  ten  beften. 

Ickmeeneook  niet  dat  ik  behoeve  te  feggen,  wat  vreugde  dat  dit  in  ons 
verwekte, en  hoe  wy  Godt  ende  ons  felven  dankten ,  de  Philippijnfche 
Miffie,  ofte  Sendinge ,  verlaten  te  hebben,  fiende  hoe  wel  het  ons  daer 
ging^  en  met  watpragt  ende  Iuyíler  wy  onthaelt  wierden*" 


w 


L  V 


Praghtige 
intrede  in 
het  Dorp 
ielve. 


Goedt  ont- 
hael  met 
A  pen- 
in  ur.ee  be- 
taek. 


Koiklyck 
ontbyt. 


180       II.  BoEK.PoyagievanThomasGage    XIII.  Cap. 
HET  XIII.    CAPITTEL. 

Praghtighe  intreede  in  het  Dorp  filve.  Goedt  onthael  met 
Aepen-munte  betaelt.  Koftelyck  ontbyt.  Ongeruflheydt  in 
onfe  vlugtelingen  door  het  [eggen  van  den  Prieur  verweckt, 
lournoy-flpel.  Vertreck  van  St.  Philippo,  dat  feer pragh- 
tigh  toegaet.  Ordre  van  den  Provinciael  noopende  de  Rey- 
figers  y  door  dewelcke  fy  opge floten  ende  te  waeter  ende  te 
broodt  verweflen  worden  3  doch  alleen  door  politie.  Kom» 
fie  in  het  Convent  te  Chiapa.  Begintfel  van  de  penitentie, 
door  den  Autheur  vrolyck  overgebraght.  Vermaeckelyck 
voorval  tuffchen  den  Autheur  ende  een  Criool  Vermaecke- 
lyckegevanckenifle.  Ven  Autheur  werd  Pr  of  e  flor  te  Gua- 
timala.  En  by  provifie  Meefler  van  de  Latynfche  Taele  te 
Chiapa.  Waer  door  hy  fleer  geflien  ende  bemindt  werd. 

OP  defc  wyfe  ons  met  den-goeden  Prieur  onderhouden  hebbende,re= 
den  vvy  met  groóte  vreugde  van  het  Gebergte  nederwaerts ;  bene- 
den gekomen  fijnde  vonden  wy  dat  alle  de  ïnwoonders  van  St.Phi- 
lippo  foo  Mannen  als  Vrouwen  ons  verwagten  jfommige  prefenteerden  ons 
bondelkens  Bloemen,  andere  fmeten  ons  Kooien  in  hetaengefigtcen  de 
derde  danften  endefprongen  voor  ons  uy  t  langs  de  ftraete  die  wy  paffeeren 
moeftcn,  die  mede  met  kruyden  ende  blaeden  van  Orangie-boomen  be- 
ftroyt>endetotaendeKerckemet  veeleTriumph-bogenverciertwas,die 
van  feftonnen  van  Bloemen  gemaeckt  waeren. 

In  de  Kerke  gekomen  zyn de  wierden  wy  aldaer  onthaelt,een  half  uer  lang 
gedurende  door  de  befte  Muficaritén  van  Chiapa,  welke  den  goeden  Prieur 
expreiïelijkgthuerthadde,om  onfe  intrede  te  verheerlijken  onderhouden. 
Na  dat  de  Muficanten  ge-eyndigt  hadden,  deede  den  Pater  fan  Baptifta » 
fich  over  eynde  begeven  bebbendceene  Oratie  tot  delndiaenen,  haer  be- 
dankende dat  fy  ons  foo  welonthaelt  hadden, om  dat  wyfyne  Vrienden  wa- 
ren, ende  hy  deelde  aen  haeruyteene  volkomene  vergevinge  van  alle 
haere  voorledene  fonden ,  het  ielve  evenwel  reftrin gerende  aen  die  geenc , 
welke,  op  den  volgenden  Sondag ,  des  voor  oftena  de  middags ,  de  Kercke 
fouden  komen  beioecken. 

Op  defe  wyfe  dan  verlieten  wy  het  Altaer,om  ons  tot  den  ontbyxaen4èc- 
kere  Taeffel  te  begeverwelkc  wy  met  veele  fmaeckelijcke  ende  gefoutene 

fpijfen 


IL Boecjc.  T>oordeSpaenfcheWeJl-Indien.  XIXI.Cap.  i 8 1 

'pijlen  befet  vonden, en  dat  om  ons  den  goeden  Wyn  van  Xeres  te  beter  te 
doen  fmaecken,  welcke  de  Prieur  expres  voor  ons,  daer  hadde.  doen 
brengen. 

Na  de  gefoutene  fpyfemfette  men  ons  foo  uytnemende  Confiruren  voor 
welke  van  de  Religieufe  Dochters  van  Chiapa  gemaekt  waren,  dat  wy  noch 
diergelijke  niet  hadden  geproeft  federt  wy  van  57.  fuan  d'Ulhua  vertrocken 
waren  totaen  die  plaetfe  toe;fy  dienden  ons  om  een  glas  Chocolate  daer  op 
te  drincken ,  ende  daer  mede  beiloten  wy  den  ontbijt. 

Dog  terwijle  defen  Prieur  ons  foo  goede  ciere  deede  aen  doen  ,  en  lieten  Onoeruft- 
wy  niet  na  den  Geeft  ontmft  te  hebben,wan  t  wy  konden  niet  wel  begrypen  hey tin  oniè 
wat  hyfeggen  wilde  meteenige  woorden  welke  hy  onsdickmalen  genoeg  vlughrelin- 
herhaelde ,  te  weten,  dat  wy  wel  moeften  ontbijten ,  om  dat  wy  het  ioberfte  gen  door, 
middag-maèi  fouden  doen  ,  dat  wy  noch  oyt  van  ons  leven  gedaen  hadden,  het  feggcu 
en  dat  wy  de  foetigheyt  van  de  vryheyt  moeften  genieten  ,  v/elke  wy  niet van  dea 
lange  fouden  konnen  gebruyken :  wy  floegen  wel  agt  op  deCe  woorden, dog  Prieur. 
den  gront  van  defelve  konden  wy  niet  wel  verftaen,  voor  ende  al  eer  dat  wy 
áes  middags  in  het  Convent  gekomen  waren. 

Na  dat  wy  ontbeten  hadden  wilden  de  Indianen  ons  ook  eenig  vermaek  Tournoy- 
op  de  Merkt-plaetfe  aen  doen ,  fy  begaren  figdan  op  defelve  aen  het  Tour-  fpel. 
noyen ,  lopende  de  eene  tegens  de  andere  met  groóte  RondaíTen  bedeckc 
2,ynde,opdatfy  haer  Hooft  ende  hare fchouderen  fouden  konnen  bedec- 
ken  voor  de  Cannas  ofte  Rieden ,  welke  fy  ,  met-een  verwonderens-waerdi- 
geaerdigheyt,malkanderen,inhetvoorby  ryden,  toe-fmeten. 

Als  den  goeden  Prieur  van  Cbiapa  ons  op  de  voorverhaelde  wyfe  gerega- 
leert  hadde  ,  liet  hy  ons  defe  vryheyt  ioo  lange  genieten  ,  als  naer  alle  appa- 
rentiehy  ende  den  Provinciael,  doorhaere  brieven,  tefaemen  hadden  goed 
gevonden;  dat  duerdedan  tot  dietyd  tocdatmen  in  het  Convent  van 
Chiapa  gewoon  was  het  middag-mael  te  houden,  en  wy  moeften  voor 
twaelf  ueren  daer  maecken  te  weien . 

Alsdan  defetyd  begonde  te  naderen ,  ende  wy  noch  tweemylen  weegs,  yertreck 
van  St.Philippo  tot  aen  Chiapa  toe }hadden  af  te  leggen,  fo  beval  onfen  Prieur  van  St.' 
datmen  de  Muyl-Efels  fouden  voor  den  dag  brengen,zynde  de  Inwoonders  Pbilippo. 
door  het  geluyd  der  Schalmeyen  ende  Trompetten  gewaerfchout,datwy  Dar  prag- 
ftonden  om  uy t  haer  Vlek  te  vertrecken  :  wy  wierden  al  immers  foo  heer-  tigh  is. 
lijekuytgeleydalswy  ingehaeltwaremmen  trok  deKlocken,veele  Indianen 
danften  voor  ons  heenen,andere  verfelden  ons  te  Paerde,  fpeelende  op  ver- 
fcheyde  inftrumenten,foo  als  wy  oponfe  aenkomften  hadden  gedaen. 

Na  dat  wy  omtrent  vyf-hondertfchreeden  waren  voort-gereden ,  fo  be- 
dankte de  Prieur  de  Indianen  voor  de  tweedemael ,  en  font  haer  na  Huys 
toe ,  door  dien  het  Convent  niet  feer  verre  van  ons  was  afgelegen,ende  wy 
in  het  felve  op  eene  andere  wijfe  moeften  onthaelt  worden,  ook  om  datmen 
in  de  Steden  ende  in  de  Conventen  alle  die  praght  ende  ftatie,  welcke  men 
wel  ten  platten  lande  toont ,  niet  houden  en  mag. 

Als 


1   l 


!|  i.'! 


Deerere 
van  den 
Provin- 
cial ,  no- 
pende  onfe 
Reyftgers. 


Door  de- 
welcke  fy 
opgefloten 


ter  en 
broodt  ver 
wefenwor 
den. 


182     ILBoE.cK.  Voyagie vanThomas  Gage    XIII. Cap. 

Als  delndiaenen  haeraf-fcheyt  hadden  genomen  ,  vervolgden  wy  onfe 
weg,houdendealleentweevandeharebyons,om  ons  voor  Gidíen  ofte 
Weg- wijfers  te  dienen. 

Als  wy  nu  tot  op  vy  f-hondert  fchreden  na  aen  de  Stad  genadert  waren,io 
hielde  de  Prieur  nevens  een  fijner  Compagnons  ftille ,  ende  hy  trok  feekere 
ordre  van  denProvinciaeluyt  fijn  fak ,  welke  hy  ons  voor  las  ;  defelve  bragt 
mede,dat,door  dien  wy  onfen  wettigen  Superieur  Caho  op  den  weg  van  de 
Philippijnen  hadden  verlaten ,  endefonder  zynetoe-latingein  de  Provintie 
van  Cbiapa  gekomen  waren,hy  ons  in  Confcientie  met  voorLeden  van  fijn 
licchaem  konde  aennemen ,  ten  fy  hy  ons  altoos  op  de  eene  ofte  de  andere 
wyfe.  over  ons  begaene  mifdaed  ,  hadde  geftraft.  --■ 

Daerom  was  het  dat  hy  aen  den  Prieur  van  Chiafa  bsval,dat  hy,  io  dra  als 
wy  in  fijn  Con  vent  fouden  gekomen  wefemons  twee  aen  twee,  in  onfe  Ka- 
.    meren ,  als  in  eene  gevankeniiTe ,  gedurende  den  tijd  van  drie  dagen ,  foude 
ende  te  wa-  opüuyten  j  ionder  ons  toe  te  laten  daer  uyt  te  gaemdan  alleen,  om  in  de  eet- 
de  te    faie  tc  komemin  dewelke  wy  ons  des  middags  voor  de  Religieufen  moeiten 
vertoonen,  op  deraerde  gefeten  zijnde,  en  niet  dan  water  en  broodt  tot 
onsmiddagmael  hebbende,maer  dat  de  Prieur,  ons  voor  het  avondtmael, 
fodanige  fpijfe  als  hy  goed  oordeelde  foude  mogen  gevemen  oes  avontsin 
onfe  Kamers,  welkeonsvoor  gevankeniffen  moeften  verftrecken ,  laeten 

brengen.  ,        ...  _       .     .    , 

oftwasdandepcenitentie^welkedieliftige  ende  wijfeProvinciael  ons 
hadde  opgelegt;fy  fcheen  ons  evenwel  fwaer  genoeg  na  een  fo  goeden  ont- 
byt,en  het  verveelde  ons  van  vallen  en  gevankeniiTe  te  hooren  fpreeeken, 
na  dat  wy  metfo  veele  uytterlijkepragt  waren  ontfangen  geworden. 

Wy  begonden  als  doen  te  dencken  aen  hetfpeldatde  Pro  vin  ciael  des 
avonts  te  voren  met  onshaddeaengcgaen.erkennendedehulpe  ende  trooit 
die  wy  uyt  ñjne  doofen  met  Chocolate  fouden  ontfangen  ende  genieten  , 
na  dat  wy  ons  middagmael  met  water  en  broodt  hadden  gcdaen. 

Wy  gedagten  ook  aen  het  middagmael ,  dat  de  Prieur  ons ,  te  b-Philippo 
Zijnde  ;  gefegt  hadde  te  fullcn  hebben,  als  ook  dat  hy  ons  waerfchouwde  om 
onie  vryheydttegebruyeken.  , 

Ä    t  ¿  Dog  den  goeden  Prieur ,  welke  merkte  dat  ons  uy  tterlijke  wefen  in  een 

Doch  alleen  oogenblik  /een emael  verandert  was,en  dat  wy  feer  bedrukt  fchenen  te  lijn, 
uyt  Politie.  be5ondefagteiijk  le  lacchen,  om  ons  te  kennen  te  geven,  dat  het  voorne- 
men fo  van  den  Provinciael  als  van  hem  niet  ten  quaden  ftrekte,  dog  dat  het 
geene  fy  deden  alleen  uyt  een  politijcque  ftreek  fproor,en  om  den  mont  aen 
de  Criden  te  ítoppen,welke  noy  t  fouden  opgehouden  hebben  van  temur- 
mureren  ,fo  men  ons  niet  op  de  eene  ofte  de  andere  wijfe  hadde  geftratt. 

Hy  verfeekerde  ons  daerenboven  dat  wy  na  onfe  gevankeniiTe  alle  ioort-e 
van  eereen  vorderingete  verwasten  hadden  jdatwy,fo  lang  als  wyby  hem 
fouden  zijn/niets  fouden  gebreck  hebben,en  dat  hy  ,na  dat  wy  met  water  en 
broot  het  middagmael  gehouden  fouden  hebben ,  ons  in  onfe  Kamers  een 


II.BozcK.VoürdeSpaenfcheWeJï-Indïèn.  XIII.Cap.  183 

avontmael  foude  fenden  ,  dat  genoeg  foude  konnen  ftrecken  om  vieren- 
twintig ueren  lang  vrolijck  te  zyn.  ~ 

Hier  na  begaven  wy  ons  na  het  Convent  van  Chiapa ,  in  het  welcke  wy  ,  Komftein 
door  het  groorfte  gedeelte  der  Religieufen  ,  met  veele  vreugde  ontfangen  het  Con- 
wierden ,  wy  befpeurden  dog  evenwel ,  dat'er  eenige  waren,  die  ons  met  vent  te 
een  quaet  herte  en  boos  oog  aenfagen.  Cbiapa. 

Wy  waren  fo  dra  niet  in  onfe  Kameren  gebragt ,  of  de  kloeke  noodigde 
de  andere  Religieufen  tot  het  middagmael  ,  en  ons  te  water  en  te  broodt. 

Wy  begaven  onsindeeet-falcende  als  het  Benedictie gefegt  was,  ende  Beginíél 
deReligieufenaendeTafel  waren  gefeten  ,  foo  waren  wy  vier  Philippijn-  v?nde.  poe- 
fche  Jonaflen , foo  als  ons  fommige  Criolen  genoemt  hadden  ,  gedwongen  mtcntIe» 
op  de  aerde ,  in  het  midden  van  de  eet- fale  neder  te  fitten  ,  met  de  beenen 
cruys  wyfe  onder  het  lijf,  even  als  de  Kleermaekers  ,  om  door  die  a&ie  van 
nederigheyttetoonenhetleetwefen-datwy  hadden  wegens  de  ongehoor- 
faemheytaen  onfe  Superieur  Calvo  betoont. 

Ten  felven  tyd  als  men  heteerile  gerigteop  de  Tafel  aendifte,  fo  gafmen 
aen  yder  van  ons  ook^en  redelijk  brood ,  meteen  pot  met  helder  water,van 
het  welke  wy  met  vreugde  dronken  i  door  dien  wy,  door  de  twee  on  tby  ten, 
welke  wy  te  voren  gedaen  hadden,  genoegfaem  verfadigt  waren. 
.  Evenwel  hadden  wy  in  het  midden  vandefe  adicwelkeonsinhetopen- 
baer  met  fchaemte  bedekte ,  en  die  dog  onder  de  Religieufen  over  minder 
fouten  dan  de  onfe  geoefFent  wierdcdefen  troorhdat  den  Prieur  en  Provin- 
ciael  on  fe  Vrienden  waren ,  dat  die  Caftydinge  vaderly  k  was ,  dat  wy  uy  t  de 
handen  van  die  geene^die  onsdaer  toe  hadden  verwefen,  Chocolate  om  ons 
te  verfterken  fouden  hebben >en  dat  wy  dien  avont  in  onfeKamers  beter  fou- 
den  aengedifcht  werden ,  als  veele  andere  t  die  maer  twee  a  drie  fchotelen 
voorhaer  maeltyd  fouden  hebben.  Hier  quamby  datwy  ieeker  Criolifch 
Religieus  tot  een  mede-macker  in  onfe  pcenitentie  hadden,welke,fo  wel  als 
wy,  op  de  aerde  moefte  fitten,  ter  oorfake  van  eenige  amoureufe  brieven  , 
door  hem  aenfeekereReligieufe-Dogter ,  over  en  weder  gefch  re  ven,  wel- 
kers termen  de  palen  van  de  kuysheydt  tebuyten  gingen. 

Dog  als  ick  bemerkte  dat  die  Religieus  ons  met  een  wrevelig  wefen  aen^  Door  ¿en 
fag ,  fchikteik  my  tot  hem  ,  fo  digteals  my  mogelyk  was  ,  en  horende  dat  Aut.  e?E 
hybinnensmonts mompelde,  en  ons  ongehoorfamejonaffen  van  dePhi-  vrolyc^ 
lippijnen  noemde ,  fo  beet  ick  hem  ook,  op  een  fagte  wyfe,  de  twee  volgen-  Pve^|jj 
de  Latynfche  veerskens  in  het  oor ,  welke  my  fo  in  de  herffenen pp  ftaende    ra£> 
voet  quamen ,  wegens  fijn  quaet  leven. 

Si  monialis  amor  te  fcribere  tmpia  fecit  j 

Ecce  tibigelidceprabent  medtcamina  hmpha.  Eetl  acrdig 

Dat  is:  voorval tui- 

'  Soo  vuylenonne-min  udeed' ontugtigfehryven,  fchenden 

Suyp  water  in  u  baft ,  dat  fal  die  brand  verdry  ven.  Autheur 

Dog  fo  alshy  die  veerflen,  welke  ik  op  ftaende  voet  maektcgehoorthad,  ende  een 
fobetuygde  hy  nog  meer  mifnoegttezyn,fig  van  myn  affchickendcdeelle-  Criool, 

A  a  ^       bogen 


M  1 


J 


Gemacke- 
lycke  ge- 
•vanckenii. 
fe. 


Werden 
daeruyt 
©ntflagen 
ende  ver- 
déele 


Ben  Au- 
teur werd 
-Piofeflbr 


ILBoeck.  VoyagicvanlhomasGage     XIII.  Cap. 

bogen  opheffende,  ende  het  Hooft  fchuddende  ,ditverpligte  my  na  hem 
toe  te  fchicken ,  en  hem  nog  dit  veers  op  een  vriendelijcke  wijfe  te  fc^en 
Solamenmiferoejï,  fucios  miwerePannettes. 

Hybeeldefigin  dat  ick  heen  volgde  om fijn  brootaf  te  nemen  ,  ende  dat 
hetwoortvan  Panettes  hembyna  foude hebben  doen  ílicken  ,fohy  finan 
het  water  dat  voor  hem  fton  t  niet  bedient ,  en  een  goet  glas  van  het  fel ve  o-e- 
dronken  hadde ,  ickbemerckte  hier  door  dat  zyne  gramfchap  geiKlt  w^s  , 
en  daerom  feydeick  hem  dat  ick  geloofde  dat  de  kraet  van  fijne  Liefde  Ir 
maetigt  wierde.  ö 

Op  dele  wijfe  hielt  iek  te  water  ende  te  broode  een  vermaeckelijck  mid- 
dag-mael  met  mijnen  na-buer  den  Criolifchen  Religieus ,  ende  nae  ¿e 
maeltyd  leydde  men  ons  wederin  onfe  Kamers,  in  dewelke  wy  de  Chocola- 
te >  ons  door  den  goeden.  Alvare%  gefchonken  ,droncken. 

De  Spaenfche  Religieufen  quamen  ons  in  groóte  menigte  in  onfeKame- 
ren  befoecken  dommige  om  hg  met  ons  te  onderhouden,  ende  andere  om 
ons  Confituren  ende  andere  leckernijen  te  bren  o-en. 

Men  fprack  ook  aenftonts  in  het  Convent  van  dé  Veerffen  die  ik  op  het 
voorval  van  die  Criolifche  Monik  gemaekt  hadde,  en  ïf  verftrekten  tot  on- 
derhout,  gedurende  die  na  de  middag , ende  allede  andere  Religieufen. 

Die  avont  wierden  wy  ter  Taeirelgedient  volgens  debelofteen  degene- 
reuiiteytvan  den  Prieur,  die  ons,  nevens  twee  van  fijn  Gefellen,  nog  met 
fijne  tegenwoordighey  t  wilde  vereeren ,  en  fy  namen  nevens  ons  het  avont- 
maelin  onfe  Kamer. 

De  drie  dagen  van  onfegevankcniflTepaiïèef  den  dus  opeenevrolykewv- 
fe,en  wy  wenften  dat  wy  noyt  in  een  ergere  mogten  komen ,  want  wy  had- 
den in  defelve,behalven  dat  wy  niet  vryelijk  mogten  uytgaemalle  het  geène 
wy  anderfints  fouden  hebben  konnen  wenfehen ,  maecken  de  goede  ciere  t 
en  hebbende  altooseenige  van  onfe  Vrienden,om  ons  te  onderhouden ,  by 
ons.  ' 

Op  fodanige  wyfe  dat  wy  konden  feggen ,  dat  onfe  gevankeniiTe  ons  eer 
voor  een  noodig  hulpmiddel  dan  vooreen  Caftiidingeverftrecktcomdat 
wy ,  na  fo  een  lange  Reyfe ,  als  wy  van  Mexico  af,  tot  aen  die  plaetfe  toe  ge- 
daen  hadden ,  meer  het  ruften ,  dan  het  wandelen  behoefden. 

■  Wy  waren  fo  dra  niet  in  vryheydtgeitelt,of  wy  bevonden  dat  dePro- 
vinciael  ende  de  Prieur  van  voornemen  waren ,  om  ons  fo  wel  neder  te  fet- 
ten  >  dat  wy  na  onfe  gevankeniiTe  eer  ende  aenfien  in  dat  Landt  fouden  kon- 
nen verwerven. 

Men  font  twee  Religieufen  van  ons  Gefelfchap  op  hetplatte  Land ,  om 
aldaer  de  Tale  te  leeren  ,  en  voor  de  Indiaenen  te  konnen  Predicken  ,  ende 
daer  na  met  eenig  Beneficie  voorfien  te  werden. 

Sygaven  ook  aenmy,  ende  aen  een  van  myn  e  Gefellen  de  permifïïeom 
na  Guatimala  te  gaen ,  en  aldaer  in  de  Univerfiteyt  de  Jeugt  in  de  Theolo- 
gie ende  Philofophie  te  onderwyfen,  dog  menfteldeons  vertreck  tot  aen 

St.Mi- 


— — — — 


ILBoECK.  DöordeSfaenfcheWefl-Indiën.  XIILCap. ï8f 

St.  Michiels  dag  toe  uyt,  om  dat  dat  de  tijd  was  in  dewelke  men  de  Scho-teij    /; 
Ien  ofte  de  Claffen  opende,  endede  Regenten  veranderde.  /^ 

De  Provinciael  hebbende  ook  de  veeriïengehoorr,dieick  voordevuyft 
op  het  werek  van  den  Criolifchen  Religieus  genraeckt  hadde,  ende  daer  £n  by  pro- 
door  bemerekende.  dat  deLatynfche  Taelein  Engelandt  gemeenderwas  viiïe  Mee- 
dan  in  Spaignien  ,fiaende  men  aldaer  doorveele  folcecifmen  den  armen  f¿rin  de 
Prifcianus  deerlijck  aenhet  oor,  en  wetende  datmen  een  Perfoon,  die  die  Latynfche 
Tael  verftont  van  noden  hadde,  om  in  het  ConventvanC¿í'<z^,aenhetTaeIetc 
welcke  het  onderwijfen  van  de  jeugt ,  jaerlijcks  wel  opbrengt,  de  Gra-  Ckiaj>a. 
tnatica  ende  de  Syntaxis  ^en  de  Kinderen  te  leeren  ,  badt  my  die  laft  te 
willen  aenvaerden  ,  tot  die  tydttoedathy  my  na  G#dí/w¿/¿  foude  konnen 
fenden ;  my  belovende  te  affifteren  met  alle  het  geene  datick  foude  mo- 
gen van  noden  hebben  ,fo  om  boecken  tekoopen.als  om  my  van  ande- 
re noodtfaeckelyckheden  te  voorfien  ,  feggende  ielve  dat  ick,  foo  als  ick 
voorgenomen  hadde,  fomwylen  evenwel  op  het  platte  Landt,  om  dat  te 
befigtigen,  foude  mogen  gaen  rey  fen ,  ende  befien  het  geene  daer  omtrent 
het  aenmerekens  waerdigfte  was. 

Ick  kondedefe  aenbiedin  ge,  welke  myfoo  voordeelig  was  niet  afwy- 
fen,foo  dat  ick  in  die  bedieninge  te  Cbiapa  verbleef,  van  deMaendt  van 
April  af  totaen  heteynde  van  September ;  ick  verkreeg  daer  veele  repu- 
tatie ende  aenfien  by  den  Biffchop  ende  den  Gouverneur,  dog-voor  al 
by  den  Prieur ,  welcke  noyt  eenige  reyfe  op  het  Landt  tot  fijn  vermaeck 
aenvingfonder  myn  mede  te  nemen  ;  dit  gaf  myn  gelegentheyt  om  den. 
Staetende  ryekdom  van  Cbiapa  wel  te  door-gronden ,  die  ick  dan  getrou- 
welijck  in  het  volgende  Capittel  falgaen  befchryven. 

Maer  merekt  alvoorens  aen , lieve  Leefer,  de  wonderlijcke  barmhertig- 
heytende  beftieringe  van  den  Almogenden  Godt  over  my  arme  Son- 
daer ,  welcke  het  geliefde  my  niet  alleen  op  de  voorverhaelde  wyfe  van 
die  voor  zielende  iicchaem  gevaerlijcke  Philippijnfche  Reyfe  te  verlof- 
fen,  maer  ook  een  feer  honorabel,  en,  voor  myn  ftaet,  profitabel,  em- 
ploy  te  geven,  waer  voor  fijnen  naem  dan  eeuwiglijkgedanckt  zy. 


Waer  does 
hyfeergè» 
fien  code 
beminde 
werdt. 


A  a  % 


HET 


— «I 


• 


Befchryvin- 
ge  van   het 
Landt  ende 
Provinúe 
y  211  Ckiapa. 


Geiegent- 
lieydidaer 
af. 


Overvloed: 
van  Coche- 
nille. 


Hooft-gek 
in  Chiapa. 


186  II.  Boeck.  Fbyagie  vanThomas  Gage    XIV.  Cap. 
HET  XIV.  CAPITTEL, 

Befchryvinge  van  het  Landt  en  de  Provintie  van  Chiapa, 
Gelegent  hef dt  daer  af.  Overvloei  van  Cochenille.  Hooft- 
geit  in  Chiapa.  Verdeelmge  van  Chiapa.  Kout  Climaet  en 
hette  in  de  Valeye  van  Chiapa.  Capanabaftla.  Izquin- 
tenango.  Overvloei  van  Catoen  ,  van  Vifch  %  Vleefch, 
ére.  Schaersheydt  van  geit.  Schaede  door  de  Croeodülen% 
Begeer igheyt  der 'Jefmten  vertoont.  Kaerigheyt  van  die  van 
Chiapa.  Haer  Koophandel.  Merckt.  Haere  frugaliteyt.  f 
Vértele  Religienfen.  Plompen  Adel. 

HOe  wel,  na  het  gevoelen  der  Spaigniaerden,  de  Provintie  van  Chiapa 
eene  van  de  armfte  van  geheel  America  is,om  datraen  daer  nog  gene 
Mynen  ontdekt,nogtegeen  goutin  hetfandt  van  deRevieren  heeft 
gevonden  ,  ook  dat  in  defelve  geen  Haven  aende  zyde  van  de  Zuyd-Zee  is, 
totvertieringe  vandeKoopmañfchappen,  en  om  te  handelen  met  die  van 
Mexico,  van  Guaxaca  ende  GuatimalaSo kan  ik  evenwel  feggemdatfy  veele 
andere  Provintien  van!  Mexico  overtreft*  in  groóte  van  Vlecken  ende  Ste- 
den ,  en  dat  fy  aen  niet  eene  hoett  toe  te  geven  nogte  daer  voor  te  wyken,als 
alleenlijck  aen  Guatimala ;  ick  kan  oock  felfsverfeeckeren ,  dat  in  alle  de 
reile  van  America  niet  eene  Indiaenfche  Stad  is ,  welke  men  fo  groot ,  ende, 
door  de  Naturellen  van  het  Landt  fo  ilerck  bevolckt  fal  vinden ,  als  het  In- 
diaenfche Chiapa. 

De  Spaigniaerden  hebben  groot  on gelijck  van  ditGewefte  opfodanige 
wyie,  als  fy  doen,  te  verachten, want  fy  moeften  bedenken  dat  het  ruflehen 
Mexicocn  Guatimala  is  gelegen>en  dat  van  de  fwakheyt  ofte  fterkte-van  het 
íelvcdegeheelekragtenbehoudeniCTe  van  Americahzngti  omdat,  wan- 
neer het  niet  gefterkt  is,het  feer  gemackelijck  valt  door  de  Reviere  van  Ta- 
¿ajeo  daer  in  te  komen,en  dat  het  ook  grenft  aen  de  Fron  tieren  van  fucataru 

Dat  meer  is ,  de  Inwoonders  dry  ven  niet  alleen  een  genoegfame  confi- 
derabilen  handel  onder  malkanderen,  door  Koopmanfchappen  die  in  defe 
Provintie  vallen ,  maer  ook  felve  met  de  andere  Provintien,  en  daer  en  is 
geene  Plaetfe  in  America,  uyt  dewelke  de  Spaigniaerden  fo  veel  Cochenille 
trecken,  als  fyuyt  eene  eenige  Provintie  van  Chiapa  doen. 

Behalven  dat  de  Vlecken,  welke  groot  ende  wel  bevolktzyn,  het  inko- 
men des  Konincksmerkelyk  vermeerderen,  door  de  Schatdnge,  welcke 
alle  de  Inwoonders  jaerlijcks  3  hooft  voor  hoott ,  aen  deSpaenfche  moeten 
betaekn, 

Die 


ILBoECK.  Door de SpaenfchefPeft-lhdien.XIV. Cap,  187 

Die  Land  is  in  drie  Provintien  verdeelt,  te  weten,  die  van  Cbiapa,  die  Verdedin 
van  de  Zeldales,  ende  de  Zoques ,  van  dewelke  die  van  Cbiapa  van  het  minire  ec  daar  van. 
vermogen  is.  fa 

Deeerfte  behelft  de  groóte  Stad  van  het  IndiaenfcheCbiapa,  en  alle  de 
Vleckenen  Dorpen  die  orn  de  Noordt  na  Maquilapa  gelegen  zijn,  ende  be- 
ooften  de  Prieurye  van  Comttian  ,  welke  alleen  tien  onderhorige  Dorpen 
heeft,  en  veeleHoeven ,  op  dewelke  men  veel  BeeftiaeL  Paerden  en  Muyl- 
efelsaenqueeckt.  J 

Digte  by  defe  Prieurye  van  ComitlanAs  de  groóte  VüeyeCapanabafila  , 
hetwelk  mede  een  ander  gedeelte  is ,  dat  fig  na  de  kant  van  Zoconuzco  uvt- 
ftreckt.  '  *       ; 

Defe  Valeyeis  aenmerkens  waerdig,  doorfeekere  Reviere,  welke uyt 
het  Gebergte  van  de  Cucbumatianet  fpruyt,  lopende  door  het  Indiaenfche 
C^/;*,  en  daer  na  in  de  Re  viere  van  Tabafco  ftromende.  '    ¡ 

Sy  is  mede  feer  vermaerd  door  de  groóte  meenigte  Vifch ,  welcke  in  die 

Reviere  gevangen  werkenden  overvloed  van  Beftiael,  welke  daer  omtrent 
geweyd  werd ,  en  waar  door  niet  alleen  de  Stad  van  Cbiapa ,  maer  ook  alle 
de  omleggende  Plaetfen  gefpyft  ende  vooríien  worden. 

Hoewel  de  Stad  Cbiapa  en  Comitlanin  eenkoud  Klimaet  «eggen ,  door  r„  j   ^r- 
dien  fy  op  de  Bergen  geitigtzyn,  fo  is  het  in  tegendeel  feer  heet  inde  Va-  ^Lr'n 
ley  en,  door  dien  fyfeerJaegleggen,endaerontftaen  dikmalen  fwaere  on-  E    n 
weders,vandeMaendvanMey  aftotaen  St.  Michiels  dag  toe,  welke  met  hetteinSe 
groóte  Donder-flagenendefchrickelijckeBlixemen  zyn  verfeld.  Valeye 

Het  voornaemfte  Vlek,  in  het  welke  mede  de  Prieurye  is,  wordt  Capa-  Capita- 
nabajtla  genaemt,  in  het  felve  woonen  meerdan  agt  hondert  indianen.        bafila. 

Dog  dat  van  l^täntenango  is  noggrooter,  het  legt  aen  heteynde  van  de  ^quinte- 
Valeye ,  na  het  ¿uyden ,  ende  aen  den  voet  van  het  Gebergte  van  de  Cucbu-  nan£°- 
matlanes. 

Het  Vleckvan  St.  Bartholomeus,  het  welke  aen  het  andere  eynde  van 
deValeyelegtaendeNoord-zyde,  isnogveel  grooter  dan  de  twee  voor- 
breed      Cn  1S  °mtrent  veertig  my]en  lang  ende  twaelfmyien 

Alle  de  andere  Vlecken  fíjn  aen  de  zyde  van  Zoconutco  gelegen ,  na  welke 
kandt  het  gedueng  heeter  wordt,  zynde  het  Donder  ende  Blixemen  daer 
ook  veel  kragtiger ,  om  dat  men  die  weg  uyt ,  meer  aen  de  Zuyd-Zee  nae- 

BovendathetBeítiaelin  foo  groóte  een  meenigte  in  die  Valeye  is,  foo  Overvloeit 
werd  m  defeive  oock  foo  veel  Catoen  vergaderd  ,  dat  uyt  het  felve  de  ¿SS 
voornaemfte  Koopmanichap  van  dat  Landt  beftaet,  dooi  dien  men  van  van^t0^ 
het  felve  een  groot  getal  Deekens  maeckt  ,  met  dewelcke  íigh  de  Indi- 
aeuen  kleeden;  oock  komen  de  Kooplieden ,  van  verfcheydine  quartie- 
«n,dtfeLyelialen,of  wel  werden  iy  door  de  Inwoonders  verruylt  voor 

Aa  3  Caca»* 


— 


En  van 
Vifch  , 
fVleefch 
&c. 


188     IL  Boek.  Voyagie  vanThomas  Gage    XXV.  Cap. 

Cacao,  aendie  van  Zoconu^co  ende  Suckuíepzqae  >  fodanig  dat  fy,  door  dat 
middel ,  altoos  genoeg  voorfien  zynvan  die  drank  v/elke  van  die  vrught 
gemaeckt  werdc. 

Sy  hebben  al  immer  fo  weynig  gebreck  aen  Vifch ,  door  dien  de  Reviere 
baerdaer  ten  vollen  van  voorfiet,  alfo  weynig  als  van  Vleefch,  zijnde  de 
Valeye  vol  van  Beeilen ,  nog  oock  van  ftoffe  om  fig  te  kleeden ,  door  dien 
fy  dieaen  andere  verkopen,  nog  van  broedt ,  door  dien  ,niettegenftaende 
daer  geene  tarwe  waft ,  fy  genoeg  Mdi^tot  haer  voedtfel  te  verfaemelen. 

Eyndelijck  hebben  fy  ook  overvloedt  van  wildt-braedt,  van  Pluym-ge- 

dierte,van  Kalckhoenen,  van  vrughten,  van  Honig,  vanTaback  en  van 

Suycker-Riedt. 

Schaershey t     Dog  het  geit  is'er  fo  gemeen  niet  als  te  Mexico  ofte  te  Guaxaca ,  want  in 

van  gek.      plaetfe  datmen  in  die  twee  plaetfen  niet  telt  dan  met  Patacons  ofte  ftucken 

van  aghten  ,  fo  reeckentmen  teChiapa  maer  met  Teiloenen ,  die  maer  half 

foveel  doen.  '       ,.         ,  ,  ,.  -r  , 

Schade  door     Hoewel  defe  Reviere  boven  maten  voordelig  ende  nut  aen  dele  Valeye 

de  Croco-   is  %  ende  veel  toc  den  overvloedt  van  defelve  toebrengt ,  fo  is  (y  dog  even- 

dllien-         wel  oorfaecke  van  veele  fchaedcVi  ende  ongemacken  die  de  Inwoonders 

overkomen,  welkers  Kinderen  fo  wel  als  Kalven  ende  Vullens,  wanneer 

fy  te  di<?te  by  de  Reviere  komen ,  van  de  Crocodiilen  werden  verflonden  , 

die  daer  in  groóte  menigte  zyn,  en  leer  gratig  na  het  Vieefch  ,  door  dienfv 

het  dickmaelen  hebben  gegeten. 

De  Stadt  van  het  Koninklijke  Chiapa ,  is  eene  van  de  kleynite  van  geheel 
America,wfLï\t  daer  fijn  maer  omtrent  vier-hondert  Hoofden  van  Spaenfche 
Huys-gefmnen,  endeby-na  hondert  IndiaenfcheHuyfen,welcke  aende 
Stadt  gevoegtzyn  ,  ende  die  plaetfe  werd  de  indiaenfche  Voor-ftadt  ge- 
naemt,  ook  hebben  fy  eene  byfondere  Capelle. 

In  de  Stadt  is  anders  geene  Parochic-Kercke  dan  de  Cathedrale,  ende 
defelve  is  voor  alle  de  Inwoonders.  ,«,.-/•  ,    ^  , 

Daer  fijn  ook  twee  Kloofters ,  het  eene  van  de  Religieufen  van  de  Ordre 
van  St.  Dominicus ,  ende  het  andere  van  die  van  St.  Franeifcus,nevens  een 
arm  Convent  van  Religieufe  Doghters,  welckete  famende  Stadt  laftigh 
genoeg  vallen.  ,t  _        .  .,         , 

Begcrigheyt     Dog  door  dien  de  Jefuitenfig  daer  niet  hebben  nedergefet,  welke  gedu- 
derjeiuirenrigiyk  in  deryeke  Steden  woonen ,  fookan  men  daer  uyt  wel  beüuyten 
vertoont.     dac  defe  plaetie  foodanig  niet  wefen  moet,  of  ten  minften  dat  de  Inwoon- 
ders die  genereufe  liberaliteyt  niet  hebben  die  de  Jefuiten  foeken  in  het 
doen  van  groóte  aelmoeiïen  en  boven  gewoonlijke  giften,door  dewelke  iy 
haereCollegien,  ter  plaetfe  daer  die  fijn,  onderhouden. 
KaPnoW     WanttedeferplaetfefijndeCooplieden  kaerig.ende  Edellieden  fpaer- 
van  dl &£&»  ende  menagerende,  oock  hebben  fy  niet verftant ,  nochte beleeft- 
CklZ       heydts  genoeg  om  fulck  flag  van  mildadigheden  te  betoonen  ,  foodanig 
,       dathetarmeCy&;4;4  geene  bequaeme  plaetfe  voor  de  Jefuiten  is. 


II.BoECK.  'DoordeSpaenfcheWeft'Indi'én.  XIV.  Cap.  189 

De  voornaemfte  handel  van  de  Kooplieden  vandieStadbeftaetin  Cacac»  Haer  Koop- 
in  Catoen,  het  welke  fy  op  het  omleggende  platte  Landt  gaen  koopen  handel. 
inCrameryen,in  Suycker,diefy  uythet Indiaenfche  Chiapa irecken ,  en 
in  een  weynig  Cochenille  j  dog  door  dien  de  Gouverneur  groóte  winíte 
uyt  den  handel  van  de  Cochenille  treckr ,  fooftaet  hy  haer  niet  ligtelyck 
toe  metdiefoorte  van  Koopmanfchap  te  handelen. 

Sy  alle  hebben  hare  winkelen  op  een  kleyneplaetfe  ,  welke  men  voorde  Merckr, 
Merckt  houdt ,  defe  is  gelegen  regt  voor  de  Cathedrale  Kercke ,  in  dewel- 
ke wandelaryen  ende  galeryen  fijn  ,  onder  dewelke  de  Vrouwen  van  de 
arme  Indiaenen  gemeenlijck  ten  vyf  ueren  desavonts  komen,  aldaer  kruy- 
den  ende  drancken  brengende  ,  die  fy  voor  een  geringe  prys  aen  de  Criolen 
verkopen. 

De  rykftë  ván  de  Kooplieden  gaen  dikmalen  mTabafco  toe,of  wel  fenden  Frugaliteyc 
fy  andere  daer  henen ,  om  de  waren  die  uyt  Spaignien  komen ,  op  te  kopen,  van  de  In- 
gelijk  daerzynWynen  ,  Lywaten  ,  Vygen  ,  Raefynen,  Olyven  endeYfer;  woontfers. 
dog  fy  derven  niet  veel  aen  die  waren  hefteden , door  dien'er  weynig  Spai- 
gnfaerdenin  het  Land  zyn,endeom  datdemeefte  fig  te  vreeden  houden, 
wanneer  fy  alleen  befitten  het  geene  tot  het  leven  van  noden  is. 

Sodanig  dat  het  meefte  gedeelte  van  die  Spaenfche  Koopmaníchappen  Sértele  Re- 
alleen  voor  de  Religieufen2.yn,fijndefy  die  geene  welcke  daer  het  luftig-  *%*■«•* 

fte  leven.  Plnmnr»n 

In  dat  Land  dienen  de  Edellieden  gemeenlyk  voor  een  fpreek-woordt,  V¿  j  p 
ende  fy  levéren  veele  ftoffe  tot  fpopen  ende  lacchen  uyt ,  men  noemt  haer      e  * 
gemeenlyk  als  men  wilt-íangers,wi¡ht-buylen,luyden  die  den  grooten  mee- 
fter  endeden  bequamen , habilen  iuffifanten  Man  willen  fpelen ,  tragt  af  te 
beelden ,  hoewel  fy  in  der  daedt ,  niet  dan  Bottericken  zyn. 

Want  fy  feggen  gemeenlijck  dat  fy  gefprooten  fijn  uyt  de  Huyfen  van 
eenige  Spaeniche  Hertogen,  of  van  de  eerfte  Conqueranten  van  dat  Land, 
hoewel  fy  in  hare  manieren ,  handel  ende  omganck  foo  plomp  ende  ombe- 
fchaeftzyn  als  de  Boeren  >  en  dat  het  meeft  gedeelte  van  haer  noch  kenniiïe 
noch  verftandt  heeft. 

De  voornaemfte  geflagten  van  defe  Stad  voeren  ook  de  heerlyke  bynae- 
men  van  Cortz^  de  Solis  >Vela[co  ,Joledo,  Zerna  en  Mendoza. 


1 


HET, 


En  arme 
hovaerdyc 
ende  ydel- 
heydt. 


190    II.BoECK.  Foyagie  vanThomas  Gage    XV.  Cap^ 
HET    XV.   CAPITTEL. 

Seer  naeukeurige  Conferentie  tufíchen  den  Autheur  ,  ende  een 
Criolifch  Edelman  van  de  Stad  van  Ghiapa.  Criolifche 
frugaliteyt  >  ende  arme  hovaerdye  ende  ydelheydt,  Haere 
hanteringe.  Haere  laf-hertigheyd  ende  kleyne  genegentheyt 
tot  het  reyfen  ,  ende  tot  de  PFapenen.  Maght  des  Gouver- 
neurs. Onrechtvaerdigh  geit  bedydt  niet. 

HEt  gebeurde  op  feekeren  dag ,  dat  eene  van  defe  Edellieden ,  fcyjnde 
hy  een  van  de  voornaemfte  onder  haer ,  ende  Dcm  Mclchiofde  Vela- 
[co  ghenaerat ,  metmy  indifcours  geraeckte,  nopende  Engelandt 
en  de  Engelfche  Natie ,  en  ray  met  een  feer  grooten  ernft  af-vraegde ,  of  de 
Sonne  en  de  Maene  oock  van  een  ende  defelve  Couleur  in  Engeland  waren 
als  te  Cbiapa  >  of  de  Engelfche ,  even  als  de  Ïndiaenen,  met  de  voeten  bloodt 
gingen,  ende  of  fy  Menfchen  offerden  ,foo  als  de  Heydenen  voortydts  m 
America  hadden  gedaen. 

Defealieen  warenalledebelacchelykevraeg-ftuckenniet  welckehy  my 
vooritelde ,  want  hy  wilde  ook  weten  of  in  Engelandt  ook  welfo  een  lecke- 
re  fpyfe  was ,  als  de  Frixoles ,  welke  de  arme  ïndiaenen  eeten ,  ende  anders 
nietzyndan  gekookte  boontjens ,  in  het  Francoyfche  Fardes  genaemt, 
welke  fy  met  wat  Americaenf che  Peper  en  Look  toe  maeken ,  ende  laeten 
ftoven,totdathet  fapfofwartals  inftwert. 

Nog  vraegde  hy  of  de  Vrouwen  in  Engeland  hare  vrugtfoo  langedroe- 
ge  als  de  Spaenfche ,  en  ey  ndelijk  of  de  Spaigniaerden  niet  kloekmoediger, 
ende  aerdiger  en  lulliger  dan  de  Engelfche  waren ?Ik  lal  hondert  fotternyen, 
die  hem  ontvielen ,  ende  die  mede  alle  van  defelve  nature  waren,  voor-by 
gaen ,  ende  geene  mentie  van  defelve  maecken ,  om  u ,  lieve  Leeier ,  te  leg- 
gen, dat  het  meefte  gedeelte  van  haer  niet  gewent  is,  dan  een  Schotel  van 
defc  Frixolen,  met  fwart  nat,  Peper  en  Look  toegemaeckt  tot  haer  middag- 
mael  te  hebben ,  ook  feggen  fy  dat  dat  de  befte  fpyfe  van  de  Indien  is. 

Des  niet  tegen  ftaende  lullen  fy,  na  Í00  heerlyk  een  middag-mael,  een 
halfuer  voor  hare  deure  gaen  wandelen,  alleen  om  te  doen  fien,  hoe  fy  de 
kruymen  van  hare  Kleederen,  Lobben,  Knevels,&c.  af-fchudden,en  hoe 
fy  met  eenTande-ftoker  fig  deTanden  reynigen,even  als  of'er  een  beentjen 
van  een  Patrys  was  in  bly  ven  fleeken ;  ook ,  foo  het  gebeurt  dat  y ernan  t  van 
hare  kenniííe ,  by  gevallcvoor  by  haer  komt  te  palieren ,  fo  fullen  fy  niet  in 
gebreeke  bly  ven  vaneen  kruymken  op  eene  van  hare  Knevels  re  leggen , 
ende,demmevandatdaeraftelighten  maecken  de,  te  feggen!  Ha,  myn 
Heer ,  wat  hebbe  ick  daer  een  delicate  Patrys  gegetemende  dat  alleen  om  te 


"" 


ILBoECK.  Boorde SpamfcheWeft-Indïèn.  XV-  Cap.  191 

kennen  te  geven  dat  iy  een  goede  tafel  houden  ;  hoewel  fy in  der  daet  niet 
dan  de  gefeydc  Frixolen  oftegekookteboontjens  gegeten  hebben. 

Hoe  fy  oock  op  hare  geboorte  ftoffen  en  pocchen  >  foo  beftaet  dog  alle  Hare  has- 
harehanteringe  in  hetaenqueeken  van  Bcftiael,  en  hare  meelte  rykdom  terin^en, 
beitaet  in  pagt-hoeven,  op  dewelke  men  OiTenen  Muyi-Eièls  aenqueeckt 
ende  onderhoudt. 

Hetiswaer,  datmen  fommige  onder  haer  vint,  welke  Vlecken  van  de 
Indiaenen  onder  haer  behorende  befitten,  van  dewelke  iy  Commandeurs 
genaemt  worden  3  ende  dat  een  yder  van  dein  woonders  defer  VTeckcn  ge- 
houden is ,  aen  haer  het  jaerlijckfcheregt  in  geit  ende  in  Pluym-gedierte  te 
betaelen. 

Sy  hebben  gantfch  geene  genegentheyt  tot  de  wapenen  ,  en  hoewel  fy  í**"e  laf- 
fomwylen  feggen ,  dat  fy  wel  genegentheyt  hebben  om  Spaignien  re  gaen  """gjwyd 
fien  ,fois'er  dog  niet  een  onder  haer  >  welke  foude  derven  wagen ,  daerom  endeJc'evn6 
deZeetepaiTeren,  want  fy  houden  het  daer  voor,  dat'er  niets  ter  werelt  |cn^SenI> 
beteris ,  als  geruftelijck  in  fijn  bedde  te  flapen.  .     r^*  toc 

Hondert  goede  Soldaten  foudenfeerligtelijk  alle  defe  Doms  van  Chiapa  tofde'wa- 
in  route  en  op  de  vlugt  il  aen ,  en  fig  te  gelijk  meefters  van  de  Stad  maeken,  penen.     " 
welkers  aen  en  inkomften  foo  open  leggen/  dat  de  Efels  en  de  Muylen 
daer  gedurig  by  nagt  en  dag  uyt  gaen ,  om  in  het  Velt  te  gaen  weyden.  . 

Men  heeft  evenwel  in  defe  Stad  een  Gouverneur  met  een  Biffchop. 

Het  Amptvanden  Gouverneur  is  feeraenfienlijk,  door  dien  fijne  magt  Maghtdes 
figfeer  wyd  uytftreckt,  aengefien  hy  de  Spaigniaerden  ende  de  Indiaenen  Gouver- 
handelt,  fo  het  hem  gevalt,  en  door  dienhy  daer  toe  noch  een  grooten  han-  net"s. 
del  in  Cacao  ende  Cochenille  dry  ft. 

Dog  de  qualijck  verkregene  goederen  bedy'en  noyt  ten  goeden;  hier  0l'reght~ 
vanhadde  Dom  Gabriel  cfOreliana  een  levendige  proeve ;  hywas  Gouver-  vae^llS 
neur  van  die  Stad  en  van  dat  Land ,  ten  tyde  dat  ik  daer  was,  en  wanneer  hy  8  ^ - 

voor  aght-duyfent  itucken  van  aghten  aen  Cochenille ,  Cacao ,  Suyker  ende  Wet' 
Huyden  langs  de  Reviere  van  Tafafcohzdde gefonden  ,om  nade  Havana 
gevoert  te  werden ,  foo  viel  het  alles  in  de  handen  der  Hollanders. 


192     IL  Boek.  Voy  agie  vanThomas  Gage    XVI.  Cap* 


Inkom  Hé 
des  Bif- 
fchops  van 
Cbiapa, 


Waer  in 
liet  «beftaet, 


Sotternye 
der  India- 


Den  Au- 
theurdoet 
met  den 
Biiïchop 
de  vifite 
«n  platten 
'Lande, 


HET    XVI  GAPITTEL, 

hikomfte  des  Bijfchops  van  Chiapa.  JVaerin  het  befiaet.  Sou 

ternye  der  Indiaenen.  Den  Autheur  doet  met  den  Bijfchop 

de  vifite  ten  platten  Lande.  Humeur  van  den  Btjjchop. 

Mis-bruyck  van  de  Chocolate  door  de  Vrouwen.   Ordre 

des  Bifèchops  daer  tegens,  verbittert  de  Vr  ouwen.  Onver - 

fettelyckheyd  des  Bi jf chop.  Herdneckigheydt  der  Vrouwen. 

Oploop  daer  tiyt  ontjlaen.  De  vrouwen  gaen  m  de  Kloofter- 

Kercken.  Verheten  die  eyndelyck  oocL  De  Bijfthof  werdt 

fieck  )  en  geoor deelt  vergeven  te  zyn.  Hyfterft.  Sufpitie 

wegens  fyne  dood:  Lightveerdigheydt  van  de  Vrouwen  van 

Chiapa.  Rencontre  van  den  Autheur  met  een  van  defelve, 

H$t  Bifdom  van  deCe  Sr  ad  is  ten  minden  acht  duyfent  Ducaten  jaer- 
lijkswaerdig ;  en  feeker  den  Biiïchop  verdient  defelve-wel ,  komen- 
de uyt  fo  een  wydtaf-gelegen  Landt  ,  als  Spaignien  is ,  en  dat  om  in  • 
eene  Stadt  te  woonen ,  in  dewelke  men  fo  fcherpfinnige  verftanden ,  als  dat 
van  Dom  Melchior  de  Vdajco  vinden  in  dewelke  de  Efcls  fo  goede  koop  wer- 
den aengequeeckto 

Het  grootfte  gedeelte  van  het  inkomen  van  den  Biiïchop fpruyt  uyt  de 
Offerhandemwelkehyjaerlijcks  uyt  de  groóte  Indiaenfche  Vlecken  treckt, 
in  dewelke  hy  eens  's  Jaers  komt,  om  hare  Kinderen  het  Vormfel  te  geven j  ¡ 
want  daerisniet  een  van  die  Kinderen ;  welke  hem  niet  ten  minften  een 
witte  Wafch-keerfe  nevens  een  Lindt  geeft ,  ende  daer  toe  vier  Reaelen  aen 
geldt- 

Ik  hebbefelve  gefien  dat  fommige  van  de  rykftè  hem  Wafch-keerffen  die 
tot  fes  ponden  toe  v/oegen  ,  met  twee  ellen  Lint  van  tien  ftuyvers  yder  elle, 
gaven  .  en  defe  Keerffen  waren  van  onderen  tot  bovenen  met  enckele  Rea- 
len beplakt ,  want  de  Indianen  ftellen ,  door  een  groóte  ydelheytf  hare  roem 
in  het  geven  van  groóte  offerhanden» 

Die  geene  die  Biiïchop  van  die  Stad  was  ten  tvde  dat  ik  my  daer  onthielt, 
was  Dom  Bernardo  de  Za!a%ar  genaemr,  hy  bad  my  dat  ik  hem  voor  den  tydt 
van  een  Maenr  wilde  verfelien  in  het  vifiteren  van  de  Vlecken  die  omtrent. 
Chiapa  leggen  5  myn  werk  was  het  becken  te  houden  s  in  het  welcke  de 
Spaigniaerden  e'n  de  indianen  hare  Offerhanden  leyden  ,  terwijlen  hy  hare 
Kinderen  Vormde,en  door  dien  ik  nevens  een  ander  Cappelaen  forge  droe- 
gen om  het  gek, voor  en  al  eer  in  des  Bifí chops  Kamer  te  brengen/orgvul- 
'  '  de- 


IJ.BóECK.  BoordeSpaenfcheWeft-Indiën.  XVI.  Cap.  195 

delijk  te  rellen  ;  bevont  ik,  dat  hy,  ten  eynde  van  deMaent,  alleen  aen  dat 
ilagvan  Offerhanden,  feftien  hondert  Ducaten  ontfangenhadde  , Tonder 
eens  te  reekenen  het  geene  hy  trock  voor  het  vifirecren  van  de  Gebroeder- 
fchappen ,  die ,  in  dat  Land,  feer  ryk  zyn  ,  en  van  de welcke  de  BiiTchoppen, 
in  hare  Diocefen  >  een  groot  inkomen  trecker. 

Dek  Biflchöp  was,even  als  alle  de  andere,  welke  in  Indien  zyn,  een  wey-  Humeus    - 
nigte  gelt-gierig,dog  voorderefte  was  hy  van  goede  manieren  ende  een  va"  den 
vroom  leven,  ook  fpandehy  alle  fijne  kragten  in,omde<difordres  ende  0n-BiíIchoP* 
geregeltheden ,  die  in  de  Kercke ,  onder  den  Dienft- ,  voorvielen  ,  te  reme- 
dieren ende  weg  te  nemen  jdog  fuiks  kofte  hem  het  kven  eer  ick  van  Chia- 
'fa  na  Guatimala  trock. 

De  Vrouwen  van  die  Stad  geven  vo®r,dat  iy  fodanig  met  flaeu  wigheden,  Mis'bruyk 
welke  uytde  maege  fpruyten  ,gequeltzyn ,  dat  fy  geene ieege  Mifie ,  en  by  vandeCho" 
gevolge  veel  mindereen  groóte  iMíffe  nevens  het  Sermoen  konnenhoo-!!  Je  dooE 
ren  ,  Tonder  ondertuiTchen  een  kop  warme  Chocolate  te  drinken ,  ende,  tor  U' 

verfterckinge  van  de  maege,  war  Confirueren  tceeten.  Wen° 

Ten  dien  eynde  waren  hare  Dienft-maegden  gewoon  haer  Chocolate  in 
de  Kercke,  onder  het  doen  van  de  MiiTe  ofte  het  Sermoon  te  brengen  ¿  dit 
nu  konde nier gefchieden  ionder confufie , en  fonder  de Priefters  ofte  Pre- 
dickers  re  interrumperen. 
*     Als  den  Büïchop  nu  met  alle  fagtigheyt  dit  abuys  tragte  fe  remedieren,  Otare  áes 
foo  vermaende  hy  haer  dikmaelen  om  dit  nare  laren  ,  oocklier  hy  haer  Biflchops 
fulcks  door  de  andere  Predickers  verfoecken  en  af-bidden  ,  dog  eyndelyck<k«tegcn& 
bemerkende  dat  fulks  niet  vorderde,  en  dat  fy  in  dat  werk,  tot  fijne  veragh- 
tinge  volhardden  ,  foo  deedehyeene  excommunicatie  aen  de  Kerck-deure 
aenplacken  ,  regens  alle  díe  geene ,  die  gedurende  den  Godts-dienft  in  de- 
fel  veeeten  ofte  drincken  fouden. 

Dek-  verbanninge  verweckte  een  grooten  haet  in  alle  de  Vrouwen ,  dog  Verbittert 
vooral  in  die  geene,  die  eenigfints  van  aenfien  waren,  welcke  ront  uytdeVrou- 
feyden ,  dat ,  foo  men  haer  niet  wilde  toelaten  in  de  Kercken  te  eeten  ende  wen» 
te  drinken  ,fy  ook  in  defelve  nier  fouden  komen. 

De  v .■ornaemfte  Juffrouwen jwelkekennifle  hadden  vandevrientfehap 
welcke  den  Biílchop ,  Prieur  ende  ick  onderhielden,  quamen  ons  beyde  be- 
foecken ,  ons  biddende ,  dat  wy  foo  veel  wilden  uytwereken  ,  dat  die  Prelaet 
degefevdeexcommunicatiemogteintreckenende  vernietigen. 

De  Prieur  en  de  ik  deeden  beyde  al  wat  wy  konden,  om  den  BitTchop  te 
bewegen  om  haer  iatisfaetie  te  geven,  en  daerin  te  wille  te  zyn;  wy  bragten 
de  gewoonte  van  het  Land  by,  defwackheyt  van  de  Vrouwen  en  hare  mae- 
gen,  den  af-keer  die  fy  van  hem  fouden  hebben, en  het  gevaer  dat'er  was  dat 
fulcks  niet  eenige  Oproerin  deStad  foude  verwecken  ,  het  welke  wy  giften 
uy  r  her  geene  dat  wy  van  veele  Perfoonen*  hadden  verftaen. 

Hy  antwoordde  dat  hy  fijn  leven  nier  ach  re ,  wanneer  het  geene  hy  decde 
de  eere  Gods  betrofcof  wel  die  van  fijn  Huys.ende  dat  alles  wat  wy  hem  ge- 

Bb'i  fegt 


¡II 

11  II  9 


ILBoECK.  Voy agie 'vanThomas Gage    XVI. Cap. 


©nverfette- 
lykheyt  des 
BiiTchops. 

Herdnec- 

Jcigheytder 

Vrouwen. 

Oploop 
daer  uyt 

ontllaeiio 


Te  Vrou- 
wen gaen 
in  dekloo- 
fter-Kerc 
ken. 


En  verhe- 
ten die  eyn- 
delyek. 


DeBillchop 
werdc  fieck. 


Hy  ftcrft. 


fegt  hadden  niet  kragtig  genoeg  was  ,  om  hemde  minfte  faeke  tegens  fijn 
pligt  te  doen  aenvangen. 

Wanneer  de  Vrouwen  nu  bemerkten  dat  hy  voorgenomen  hadde  ftipte- 
lijk  by  fijn  ftuk  te  bly  ven,ib  begonden  fy  hem  niet  alleen  te  veragten ,  maer 
fy  befpotten  hem  in  het  openbaer,en  fy  toonden  da:  fy  fijne  excommunicatie 
niet  agreden ,  drinkende  in  de  Kerke  meer  dan  oyt ,  ja  geduriglyk  aen  ,  even 
als  de  ViiTchen  in  het  water  doen. 

Ditmis-bruvk  was  ooriaeke  van  dat'ereensop  feekeren  dag  een  groóte 
oploop  in  de  Cathedrale  Kerke  ontílont ,  ende  dat  veele  Degens  getrocken 
wierden  tegens  de  Priefteren  endeCanonicken ,  welke  haer  befte  deeden, 
omaendeDienft-maegdendevatenin  dewelke  fy  de  Chocolate  aen  hare 
Juffrouwen  bragren ,  te  ontnemen?  welke,  als  fy  eyndelijck  iagen  ,  dat 
op  den  Biflchop,nogmet  gewelt>  nog  met  foetigheyd ,  te  winnen  was, 
voorhaer  namen  uyt  de  Cathedrale  Kcrcke  te  blijven,  foodaenigh ,  dat 
men  van  die  tvd  af  aen  ,  daer  niemant  in  fag  verfchynen ,  endefy  alle  gin- 
gen de  MiíTe  ende  het  Sermoen  in  de  Kercken  vandeKlooftershooremin 
dewelke  de  Monicken  haer  na  hare  gewoonlijcke  wyfe  lieten  leven,  niet 
anders  doende  dan  haer  vriendelijck  vermanen  ,  en  hier  door  gebeurde  het 
dat  de  Monicken  figverrijektente  koften  van  deCanonicken  ,  en  van  de 
Priefters  van  de  Cathedrale  Kercke,  door  dien  daer  niemant  quam  om  yets 
te  geven. 

Dit  werk  en  duerde  niet  langewant  de  Bifïchop  fig  tegens  de  Monicken 
vergrammendcdede  een  andere  excommunicatie  aen  plackemdoor  de  wel- 
ke hy  aen  alle  de  InwoondersvandeStad  beval  in  de  Cathedrale  Kercke  te 
verfchynen  ,  en  aldaer  den  Gods-dienft  by  te  woonen ;  dog  de  Vrouwen,  in 
plaetfe  van  hier  na  te  luyfteren  ,  hielden  figh  een  gantfche  Maentin  haer 
Huys  opgeiloten  ,  fonder  te  Kerke  te  gaen. 

Omtrent  deie  tyd  wierde  de  Bifichop  gevaerlijk  fiek ,  ende  hy  begaf  figh 
in  het  Convent  van  de  Jacobynen  ,door  dien  hy  fig  voor  vaft  inbeeldcdat  er 
niemant  in  de  Stad  was ,  welke  gedurende  fijne  fieckte ,  forge  voor  fijne  ge- 
fonthey c  foude  willen  dragen,  dan  den  Prieur  van  dat  Kloofter,  op  dewelke 
iïy  fig  volkomentlyk  vertrouwde. 

Men  font  om Doótoren  na  verfchey dene  quartieren,dog  fy  alle  verleker- 
den  dat  den  BiiTchop  vergeven  was ,  hy  felve  feyde  op  fijn  dood-bedde  dat 
hy  het  ook  Co  gevoelde,en  bad  God  dat  hy  het  aen  die  geene,welke  het  had- 
den uyto-ewerkt,  wilde  vergeven-,  Hem  ootmoedelijk  verfoekende  de  Ui- 
ferhande ,  welke  hy  van  fijn  leven  dede ,  voor  aengenaem  te  willen  houden, 
doordien  hy  datvrywilliglijck  overgaf  tot  befcherminge  fo  wel  van  Syne 
eere  als  van  die  van  Syn  Huys.  • 

Syne  fieckte  duerde  in  ons  Convent  maer  aght  dagen,  ende-foo  dn  hy 
overleden  was  fwol  geheel  fijn  licchaem  nevens  fijn  Hooft  endeaengefigte, 
foodanig j 'darmen  nergens  de huyd'kondeaenraeken,  ofte  deielve  quam 


II.  Boeck.  Do&rdeSpaenfcheWeJt'Indien.  XVI.Cap,  195- 

te  berften ,  ende  wierp  etter  uyt ,  het  welke  dan  een  teecken  was  van  een  al- 
gemeene  verdervinge  in  het  licchaem. 

In  de  Stadt  was  feekere  Juffrouw  van  myne  kennifle ,  defelve  wiarde  be- 
fchuldigt  dat  fy ,  met  een  van  de  Pagien  van  geféyden  Prelaet,  al  te  gemeen- 
faemwas,  en  dat  fy  aen  hem,  door  middel  van  gefeyde  Pagie  ,  een  kop 
vergiftigde  Chocolate  hadde doen  geven. 

Ikhebbe  haerfelvehooren  feggen  ,  dat  weynig  lieden  over  de  dood  van 
den  Biffchop  bedroeft  waren,  dog  dat  voor  al  de  Vrouwen  reden  hadden 
om  defelve  niet  te  beweenen ;  fy  voegde  daer  by  ,  dat  fy  geloofde,  dat ,  door 
dien  hy  fo  veeie  af-keerigheyd  betoont  hadde,  tegens  de  Chocolaterie  men 
in  de  Kerken  dronk  ,  die  geene  ,  welke  hy  in  fijn  Huys  hadde  gedroncken  , 
met  fijne  complecïie  niet  wel  hadde  over- een  konnen  komen- 
Dat  gaf  naderhand  gelegentheyt  tot  het  maeken  van  een  fpreek-woordt, 
door  het  welke  men  feydcdatmen  figmoefte  wagten  voorde  Chocolate 
van  Chiapa  ,  en  ik'doj  ft  e  felve  die  in  geen  H  uys  drinken ,  fo  ik  niet  wel  ver- 
feèkertwasvandegenegentheytvan  geheel  het  Huys-gefin. 

De  Vrouwen  van  die  Stad  fyn  feer  aen  het  vermaek  overgegeven  ,  en  de 
Duyvel  heeft  haeraenlockelijke  manieren  van  doen  geleert ,  door  dewelke 
hy  ,  even  als  met  haeken  ,  de  zielen  tot  de  fonde  en  de  verdoemeniiïe  weet 
te  trecken ,  en  by  aldien  men  defe  Vrouwen  af-flaet  fo  weten  fy  het  middel, 
om  door  een  kop  Chocolate  ofte  door  een  doofe  met  Confituremin  dewel- 
ke de  dood  beflooten  legt  ,  hare  wraecke  te  nemen. 

Defe  Juffrouw  welke  men  verdagt  hielde,  ende  die  ook  felve  eenige  fwa- 
righeyt,  wegens  den  dood  des  Bifïchops)  hadde,  font  my  v«rfcheyde  ma- 
len doofen  met  Chocolate  ofte  wel  met  Confituren , en  ik  nam  defelveaen 
omdat  ik  die  bemerkte  als  voor  een  ioorte  van  erkenteniffe,  v/egens  de 
moeyte  die  ick  hadde  gehad  van  aen  haer  watLatynte  leeren. 

Sy  was  van  een  feer  aengename  en  vermaekelijcke  omgank ,  oock  konde 
ick  daer  in  niet  quaets  befpeuren  ,  tot  dat  fy  my ,  op  feekeren  dag  ,  een  feer 
fchoone  vrugt  van  een  Palmitas  font  ,  7,ynde  in  een  neusdoek  gewonden  , 
ende  geheel  met  Roofen  en  Jafmyn-bloemen  bedeckt. 

Ick  dagteals  ick  de  neus-doek  los  maekte,  dat  ick  onderde  Bloemen 
eenig  ryckelijck  gefchenk  ,  ofte  een  goedt  getal  van  ftucken  van  aghren 
foude  vinden;  ende  ick  ftondt  feer  verbaeft ,  dat  er  niet  dan  die  vrugt  in  be- 
iloten  was ,  en  nog  te  meer ,  als  ick ,  de  felve  wel  bekyekende ,  bevond  ,  dat 
men ,  met  een  mes  ,  op  defelve  ,  een  hert ,  met  twee  pylen  door-boord ,  ge- 
fneden  hadde, waer  doorickfeer  ligtelijkdemeeninge  van  hethertchec 
welke  my  hetgefonden  hadde,  ontdeckte. 

Hierdoor  vondtickmy  verplight  in  het  toe-komende  wat  voorfigtiger 
te  zyniende  wat  meer  ingetogen  in  het  ontfangen  van  de  gefchencken 
van  die  Juffrouwe,  oock  fondt  ik  haar  hare  Palmitas  wederom  ,  na  dat  ik 
daer  de  volgende  woorden  in-gefneden  hadde  :  Soo  i^oudt  eenvrught  en  werkt 
niet  uyt' 

B  b  1  Haei 


Snfpitie 
wegens 
fijuedooi. 


Lightveet. 
digheydc 
van  de 
Vrouwen 

van  Chiapa. 

Rencontre 
van  denAn- 
theur  mer 
een  van  de- 
felve. 


I 


i$6 


II.BoECK.  Voy  agie  vanThomas  Gage     XVI.  Cap. 

Haer  voornemen  ende  myn  antwoordt  wierden  in  die  kleyne  Stad  wel 
haeil  rugrbaer ,  ende  daer  door  wierde  die  JufFrouwe  feer  regens  my  inge- 
nomen ,  foodanig  dat  fy  haer  Soon ,  welke  by  my  ter  fchooie  ginck  ,  van 
my  nam ,  ookrdreygde  fy  >  by  veele  voorvallen,  dikmalen,  my  een  treek  van 
de  Vrouwen  van  Chiapa  tefpeelen. 

Hier  door  nam  ick  noch  meer  aght  op  myn  felve ,  als  gedagtig  fijnde  aen 
deChocolate  vanden  Biflchop,  ook  bleef  ick  indierampialigeStadt  niet 
veel  tydtsnadit  voorval, ende  is  van  defelveniettefeggen  dan  dat  de  Man- 
nen aldaer  regtebot-muylenzyn  ,  ende  dat  het  befte  werekder  Vrouwen 
is  ,  vergiftigde  Chocolate  te  bereyden. 


HET   XVII.   CAPITTEL. 


Befchryvin 
ge  van  her 
Indiaenfche 
Chiapa. 


Meemgte 

van  Adel 
dasr  in. 


Befehryvinge  van  het  Indiaenfche  Chiapa.  Meenighte  van 
Adel  daer  in.  Moedigheyt  van  een  Indiaenfch  Gouverneur. 
Bequaernheydt  van  de  Indiaenen  van  Chiapa  in  waeter- 
vertooningen.  Andere  bequaemheden  der  Indiaenen,  On- 
voorfigtighejdt  der  Spaigniaerden.  Comedien  door  de  In- 
diaenen  vertoont.  Ryckdom  der  Staat.  Overvloedt  van 
kef-toght.  Groóte  hette  in  Chiapa.  Koele  avondt-ftonden* 
Ingenios.  Muylen  ende  Taerden.  Gebreck  van  Tarwe. 
Handel  met  Bifcuyt  ende  overvloedt  van  Catoen. 

Waelf  mylen  van  defeStad  afis  een  ander  Cbiapa  gelegen ,  het  welke 
vry  meetiof  verdient,dan  't  gene  wy  hier  voren  beichreven  hebben. 
Het  meeite  gedeelte  van  de  Inwoonders  van  het  felve  z.yn  Indiae- 
nen,enhe;iseen  van  de  grootfte  Steden  áieíy  in  America  hebben, want  daer 
in  zyn  ,  ten  minften  ,  vier  duyfent  Huys-geiinnen  van  die  Land-Aerdt. 

De  Koningen  van  Spaignien  hebben  vele  Privilegien  en  Voor-reghten 
aen  de  Stad  gegeven;  hoewel  fy  evenwel  door  de  indianen  geregeert  word* 
foo  is  fy  dog  onderhorig  aen  den  Gouverneur  van  her  Spaenfche  Cbtafa, 
welke  foodanigetndiaen,  als  hymaer  goed  vind  .aenitelt  ,om  de  Stad  te 
beftieren  ,hy  maecktoock  de  andere  mindere  Officiers. 

De  Gouverneur  mag,aldus  gekofen  fijnde, rappier  ende  poigniaerd  dra- 
gen ,  ook  geniet  hy  veeleandere  Privilegien  boven  de  andere  indiaenen. 

In  geene  Stad  van  America  fijn  fo  vele  Indiaenfche  Edellieden  als  in  defe. 

Als  ik  in  dat  Land  was  >  was  feekere  Dom  Pbiltffode  Guarnan  aldaer  Gou- 

verneur,  hy  was  een  fee'rrycklndiaen,  endehy  hadde  altoos  twaelf  foo 

3  fchoone 


heydc  van 
de  Indianen 
van  Chía  pa 
in  wacer 
vertooniiï- 
Se». 


II.  Boeck.  Door  de  Spacnfche  Wejl-  Indien.  XVII.Cap.  197 

fchooneHand-Paerden  op  fijn  ftal  als  eenige  Spaenich  Gouverneur  in  die  Moedí**- 
(  Provintie  mogtehebbemookhadde  hy  niet  minder  moed  en  couragie  dun  heyät  v«i 
íy,ío  als  hy  dat  betoonde  in  het  Proces  dat  hy  voor  de  Cancellarye  van  Qua-  een  indt- 
tímala ,  tegens  den  Gouverneur  van  het  Spaeniche  Cbiapa  uyt  voerdde  tot  aé'nfch 
voorílandtvande  Privilegienen  de  voor-reghten  van  fijne  Stadt,  iulcks  Gouver- 
kofrehemveel,geit,en  nadathy  her  felve gewonnen  hadde>deede  hy  foo  neur. 
veele  vreugde-teeckenen ,  fo  op  het  water ,  als  te  Land ,  aenregten ,  en  dat 
op  foo  heerlijke  wyfe,  datmen  niet  meer  aen  het  Hof  te  Madrid  foude  heb- 
ben konnen  doen- 

Ook  is  defe  Stadt  op  de  kant  van  eene  groóte  Reviere  gelegen,  men  heeft  Bequaem 
op  defsl ve  veel  Scheepen  j de  Indiaenen  fijn  feer  aerdig  om  daer  mede Zee- 
flagen  tevertoonen,fy overtreffen  daerin  alle  andere  ,-ook  verbeelden  fy 
op  een  aengename  wyfe ;  de  Nymphen  van  den  Berg  ParnaiTus,  Neptunus, 
iEolus  en  andere  Heydenfche  Goden ,  tot  fo  verre » dat  fy ,  alle  de  gencdie 
haer  aenichouwen  >  doen  verbaeft  Haer). 

Sy  formeren  een  Oorlogs-Vlooteuyt  hare  Scheepen,  met  delelve  Bele- 
geren fy  een  Stad  op  fodanige  wyfe  als  dat  behoort ,  fy  taften  defelve  foda- 
nigaentotfy  die  tot  deovergave  dwingen,  met  foo  veel  couragie  enkon- 
fte ,  dat  iy  fchynen  in  den  Oorlog  ter  Zee  opgevoed  te  zyn , 

Ook  fijn  fy  feer  geoefrent  in  het  dooden  der  Stieren  ,  in  hetTournoyen,  Andere  be* 
in  het  Paerden  beryden  >  in  het  nederflaen  van  een  Leger ,  in  de  Mufijcq  -  quaemhe- 
konfte.,inhetDanifen,  en  fy  wykende  Spaigniaerden  niet  in  alle  andere  den  der  In* 
oeffeningen  deslicchaems.,  riianen. 

Sy  maeken  Steden  endeCafteelen  van  hout>  welke  fy  daer  na  met  ge-  Onvoorn>. 
fchildertdoeckbekleeden  ,  fy  belegeren  defelve  met  Scheepen  ,  en  vegten  tigheyc  der 
aldus  tegens  malkanderen  ,.met  Vicr-pylen  ,  met  Vier-ftocken  ende  met  Spaeniche, 
andere diergeiijke  Vier-werken  ,  metfo  veel  moets  en  bequaemheyt,  dat, 
by  aldien  het  haer  geoorloft  was  in  der  daet  en  met  ernft ,  in  het  werk  te  ftel- 
len ,  het  geene  fy  maer  fpeels-wijfe  doen  ,  de  Spaigniaerden  en  de  Geeftely- 
ke  wei  haeit  leer-  wefenfouden  hebben,  daer  over,  dar  fy  haer,  in  defever- 
tooningen ,  foo  bequaem  hadden  gemaeckt. 

Sy  vertoonen  oock  dickmalen  Comedien ,  ook  beíraet  haer  gewoonlijk  Comedien 
vermaeck  daer  in  s  fy  doen  dit  met  foo  veel  generofitey  t ,  datiy  de  onkoften  door  de  In- 
niet  ontfien  van  in  defelve  de  Religieufen  ,en  deinwoonders  van  hare  om-  dianen  ver- 
gelegene  Vlecken,  wel  te  onthalen  metfpyfe  ende  drank, -en  voornament-  toont. 
lyk  op  de  Feeit  en  de  algemeene  vrolijke  dagen ,  men  fier  daer  dan  ook  een 
grooten  toe-loop  van  Volck. 

De  Stad  is  feer  ryck,  door  dien'er  veele  wei-hebbende  In  woonders  zyn,  Ryckdom 
welckedievan  het  platte  Land,  evenals  de  Spaigniaerden  doen,  hande-  der  Stadt, 
len,  ook  vimmen  onder  haer  Ambagts-lieden  van  alle  noodfaeckelijcke 
Handt- wer  eken.    - 

Aen  Vleefch  of  Vifch  hebben  fy  gantfeh  geen  gebrek, want  van  de  laetile  Overvloed 
foorte  werden  fy  overvloedig  voorfien  door  de  Reviere  welckevoorby  devaf)  iee*- 

Stadt  *°ff' 


— 


198  II.  BoECic.  yöyagievanThomasGage    XVII. Cap. 

Sradt  droomt ,  oock  hebben  fy  veele  pagt-hoevcn  ,  op  dewelke  de  ruymtë 
van -Beftiael  is. 

Onder  alle  de  Religieuien,welkefig  in  diePiaetfe  hebben  nedergeilagen, 
fijn  die  van  de  Ordre  van  Sr.  Dominicus-dcaenficnlijckfte,  ly  hebben  een 
feerfchoon  Convent,  ende  dan  nog  daerenboven  eenandere  Kerckeofte 
Capeile  die  onder  het  ièlve  ftaet.  '"' " 

Dehetteis  aldaerfo  groot  ,  dat  de  Religieufen  en  de  Indianen  genoot, 
faektzyn  ,  meeft  den  tyd  een  doek  om  haren  hals  te  dragen  ,  ömhaer 
aen  *efi*te  van  het  fweet  te  drogen,  hier  door  bly  ven  fy  ook  langer  acn  de 
tafef  dan  fy  anders  wel  doen  fouden  ,  door  dien  fy  niet  een  beetc  m  de  mond 
konnenfteeken.oftededroppelenloopenhaerlangshetaengefigte. 

De  avond-ftonden  lijn  daer  even  wel  koel  en  aengenaem  ,  en  daer  door  is 
men  oock  gewoon  defelve  te  befteden  om  fig  te  vermaecken ,  en  cm  in  de 
Alle'en  en  in  de  Tuynen ,  die  op  de  kant  van  de  Reviere  zyn  ,  te  gaen  wan- 
delen. .  _        , 

Twee  a  drie  mylen  van  de  Stad  heeftmen  twee  Infernos,  ofte  Fagt-hoe- 
ven  )0p  dewelke  men  deSuyker  teelt;ecne  van  defelve  behoort  aen  het  Con- 
ventvan  de  jacobijnen  van  Clnapa ,  en  de  andere  mede  aen  deielve  Reli- 
Muylenen  gieufen  van  die  Stad,  daer  op  fijn  omtrent  twee-honderc  Negers,  en  veele 
Pacrden.      ïndiaenen,welke  gedurig  in  deSuyker  arbeyden  ,  waer  mede  fy  geheel  het 
Land  verforgen;  inde  Land-ftreeke,  omtrentde  Stad  gelegen  ,  teeltmen 
een  groot  getal  van  Muyl-efels  en  fchoonePaerden. 
Gebrek  van      Het  manqueert  de  Stad  van  het  Indiaenfche  Chiapa  en  de  omleggende 
Tarwe.        Vlecken  nergens  aen  ,  dan  dat  het  Climaet  niet  wat  meer  getempert  en  ge- 
matigt  is,  oock  wil  de  Tarwe  daer  niet  groeven,  dog  die  geene,  w.elcke 
'  defelve  niet  konnen  miiïen  ,  ontbieden  die  uy t  het  Spaenfche  Cbiapa  en  uyt 
de  Plaetfen  die  omtrent  Comitlan  gelegen  zyn ,  hoewel  dit  gebrek  daer  ieer 
wey  nier  geagtwert,  om  darmen  daer  een  groóte  meemgteM^yint,  v*n 
het  wetke  de  Spaigniaerden  en  de  Indiaenen  broodt  doen  backen.het  welke 
fy  met  al  immer  foo  veelfmaeck,  als  dat  van  de  Tarwe  gebacken  werdt, 

Ce  Dw  niet  tegen ftaende  zyn'er  eenige  arme  Spaigniaerden  en  ook  India- 
nen, die  de  Koopmanfchap  watveritaen,  welckeeen  merekehjek  profijt 
doen  met  de  Tarwe  Bifcuy ten  die  fy  op  de  Dorpen  ende  Vlecken  te  koop 
bren  o-en ,  want  hoewei  defel  vehart  en  droog  zyn,fo  laten  dog  de  Indianen,, 
voor  dewelke  dit  wat  nieuws  is ,  niet  na  defelve  te  kopen ,  ofwel  reuylen  fy 
die  in ,  tegens  Catoen ,  het  welke  men  aldaer  nog  in  groo  ter  meemgte  yint». 
als  indeValeye  van  Capa-nabaflUn* 


Groorehet- 
te  ce  Cbiapa. 


Koele  a- 

vondt- 

ftonden. 

Ingenios. 


Hanáelmet 
Eiícuyt  en 
overvloet 
van-Gatoen. 


HET 


.    ILBoek.  Door  de  Spaenfche  Wefi-Mïèn.  XVIII.  Cap.  199 
HET    XVIII.  CAPITTEL.      . 

BefchryvJnghe  van  de  Provintie  van  de  Zoques.  Hoert 
fwackheydt  ende  de  vreefe  der  Spaigniaerden.  Sloffighevdt 
der  Engeljche  ende  Hollanders.  Meemghte  van  Zyde  ende 
Cochenille.  Handel  daer  mede  gedreven.  Aerdt  van  de 
Inwoonders.  'Overvloed  van  leef-toght.  Eefchryvinge  van 
de  Zeidales.  Wilde  Indiaenen.  Cacao  ende  Achiotte 
Frughtbaerheyt  van  de  Zeidales.  Gelegentheyt  van  Oco- 
cingo.  Foornemen  van  denAutheur  om  de  Chocolate  ende 
Atolla  te  befchryven.  x 


WB 


DS  Provincie  van  de  Z^««grenftacn  die  van  C/^Whetïsderykfte 
'anallede  Provinciën  van  het  Land van 'Cbtafa  in  het  akemeen 
genomen ,  fy  ftreckt  fig  aen  de  eene  zyde  uyt  na  TaUfco ,  van  waer 
men  re  water ,  langs  de  Reviere  van  Gryaha,  de  Koopmanfchappen  des 

Defe  Provinue  handelt  ook  mei  het  Landt  van  f  acatan  door  de  Haven, 
welke  men  Portelt  noemt,  oockmet  die  welke  tuíTchen  de  mondt  van 
de  Reviere  Gryaiva  ende  f  acatan  in-leghr. 

Dss  niet  tegenihende,  hoewel  déte  Reviere  vtnTatafco  ofte  vznGryaha 
en  ook  Porte  R?al  leer  gelegen  leggen  tot  den  handel  op  de  Provincie  vande 
'Zoques ,  lo  fyn  fy  evenwel  oorfake  dat  de  Spaigniaerden  daer  in  eene  geduri- 
ge vreefe  leven  ,om  dat  fy  hare  fwakheyd  bewuft  zyn ,  en  feer  wei  teten , 

T  ™¿°  T nige  Vremd^  ¥*Se}ct  Wilde  wa§en  >  kloekmoedelijck  in  het 
Landt,  door  een  van  defe  Pafifagiente  trecken,fvhet  geheele  Landt  van 
c^fouden  m  nemen,  ende  van  daer  totinde  Provincie  van  Guatemala 
aoor-dnngen. 

teJ?hli°0T  dAen?e  5f  Vifre  v™TaWC0  "iet  feer  diep  is,  ende  het  Climaet 
leer  heet,  zynde  de  Viecken  ookfeer  geincommodeert  vande  Muggen, 
ende  de  voornaemfte  Koopmanfchap  van  dit  Land  niet  dan  Cacao,  fo  heeft 
fulcKs  de  Hollanders,  en  de  Engelfche  belet,  nadat  fy  de  Revieren  opge- 
varen waren,  dieper  in  het  Land  te  trecken  ,  iyn  fy  te  rugsegekeert,  een 
feerrykLand  ver  latende, en  verfuymende  de  middelen  o5i  haren  naeme 
oniterffelyktemaken.endatuytinfighre  van  eenigeconfideratienen  be- 
letfelen  welcke feer  weynig  tcbeduyden  hadden. 
De  Viecken  enDorpen  van  defeProvincie  vande  Zoqutt  fijn  niet  feer  groot 

C  c  maer 


Befchry  vin- 
ge  van  de 
Provincie 
vande  Z»~ 
ques. 


Hare  fwak- 
heyt  ende 
de  vreefe 
der  Spaen- 
ichc. 


SlofEgheye 
der   Engel- 
icheende 
Hollanders. 


Meenighie 


vaiijSydel 
en  Coche- 
nille. 


Handel 
daer  mede 
gedreven, 


200     II.  BoEK.FbyagtevanThomasGage    XVIILCap.. 

rnaer  in  tegendeel  feer  ryk,  om  dat'er  feer  veeleZyde  valt ,  nevens  de  befte 
Cochenille  van  geheel  Amerka>oock  vintmen  nergens  meer  van  defelaet- 
fte  foor  te  dan  aldaer. 

Daer  en  is  niet  een  Indiaen  welke  fyne  Boom gaerden  niet  beplant  heeft 
n,iet  díe  .  boomen  ,  die  het  voedfelaen  die  Wormen  geven,  welke  ons  de 
Zydeverichaffen,nietdat  fy  die  voor  defen  veel  achteden,  maer  door  dien 
ïy  fagen  datdefelveby  de  Spaigniaerden  in  hoogeeftime  was,en  dat  fy  haer 
daer  gek  voor  boden ,  felve  haer  dwingen  de  die  te  planten  ter  plaetfe  daer 
fy  beter  dan  in  andere  contreyenaerden.  wilden.  '  ^  \ 

Daer  valt  ío  groóte  meenigte  van  zyde  in  dal  Land,  dat  de  voornaemfte 
handel  van  de  Irïdiaenenbeftaet  inTapyten,  die  daer  van  gemaeckt  zyn  , 
defe  fíjn  veel-verwig,  ende  werden  door  hare  Vrouwen  gewerkt,  fy  ver- 
handelen cïefelve  daer  na  aen  de  Spaigniaerden,  welckedie  kopen  om  na 
Spaignien  te  fenden.  . 

Het  is  een  verwonderens  waerdige  iaeke  als  men  de  verfcheydenhevdt 
fiet  van  d&  werken  van  defe  Indiaenfche  Vrouwen ,  welke  fo  fchoon  ende 
wel  gemaeckt  zyn  ,'dat  fy  tot  Patronen  fouden  konnen  dienen  aen  de  befte 
Engelfche  Matreden. 

Het  volck  van  dat  Land  isaerdig  ende  verftandig,  fijnde  wel  gemaeckt 
van  ly  f  en  leden.  Aen  de  kant  van  Tabafco  is  het  Ciimaet  heet,  doch  binnen 
in  het  Land  fyn  plaetfen  daer  het  feer  kout  is, 

Daer  is  grooten  overvloed  van  Mat$  maer  geene  tarwe ,  ook  valt'er  foo 
veelBeftiael  niet  als  aen  de  kant  van  Cbiapa',  wat  hetgevogeltaengaet  en: 
het  Wild-braed' nevens  de  Kaikhoenen,  men  vindt  dat  daer  in  foo  groóte 
meenigte  als  op  eenige  andere  plaetfe ,  hoedanig  die  oock  fy. 

De  Provincie  vandeZe/d*/«is  aghterdie  van  de  Zoques  gelegen,  fïgh 
uytftreckende  van  de  Noord-Zee  af  binnen  het  vafte  Landt  tot  aen  Chiapa 
toe  j  oock  grenftfy  op  fommige  plaetfen  na  het  Noord- Weften  toe  aen  de 
Frontieren  van- Gouw/*», aen  de  Zuyd-Weft  fijde  raecktfyaen  het  Landt 
vandieindiaenen  die  nog  door  de  Spaigniaerden  niet  fijn  ondergebragt,, 
ende  die  dickmalen  in  het  Land  van  de  Chriften  Indiaenen  komen  ftropen,. 
verbrandende  haere  Dorpen  ende  hare  Have  mede  nemende. 

De  voornaemfte  Stad  van  dat  Land  is  Ocociw^genaemt,  defelve  is  een 
Frontier-plaetfe  tegens  die  ongelovige. 

Defe  Provincie  werd  onder  de  Spaigniaerden  voor  ryk  gehouden ,  om 
Gaea»  ende  dat>ergroote  meenigte  van  Cacao  valt,  die  fy  veelaghten,,om  datfy  haren 
dcbivtte.     dranck  •  chocolate  genaemt,  daer  van  maeken  j  ook  vintmen  daer  een 
andere  Koopmanfchap  ,  by  haer  Achmtt  geheten,  met  defelve  geven  fy 
de  couleur  aen  dien  drank j  Achiotte  is  een  greyn  van  het  welke  men  de  cou- 
leur maekt ,  diemen  in  Europa  fycou  noemt ,  men  vindt  die  in  alle  de  Ey lan- 
den ende  het  vafte  Land  het  welke  tuffchen  de  twee  Tropicim  legt. 
Vrnsht  Daer  zyn  oock  veele  Verekens ,  Wild-braed,  Kalekoenen i ,  Waghtels, 

Wrheydc  Beftiael  /Schaepen  >  Mai^  H onig  ,  en  ten  ty de  dat  ick  my  daer.  bevondr , 

was, 


Attt  van  de 
Inwoon- 
ders.  i 
Qvervloedt 
van  leef- 
togt. 

Befchryvin- 
ge  van  de 
Ztldaks. 

Wilde  In. 
diaenen. 


lï^oECK.DoordeSpênfihePre^-IndunXVllI.Ckp.zo^ 


was  men  doende  om  by  Ococingo  een  Suyker-molen  te  maeken ,  ende  men  van  de  Zsi- 
geloofde  dat  het  Suyker-ried  daer  foo  goedenlier  hebben  foude,  als  om-  dales* 
trent  het  índiaenfche  Chiapa. 

HetLandis  voor  het  meeile  gedeelte  hoog  ende  bergaghtig,  maer  de  Gelegent- 
Stad  van  Ococingo  legtin  een  aengename  Valeye  *  in  defelve  fijn  veele  Stro-  keydt  van 
men  en  Beeken  van  foet  water  -,  hier  om  gelooftmen  dat  die  Piaetfe  feer  be-  °?ociU* 
quaem  fal  fijn  om  Suyker  te  teelen. 

De  Religieufen  hebbén  ook  tarwe  in  die  Valeye  doen  faeyen  j  fy  is  'er  feer 
Wel  opgekomen ,  ende  heeft  die  uytnemende  goed  bevonden. 

Na  dat  wy  nu  geheel  het  Land  van  Cbiapa  befchreven  hebben ,  het  welke  Voorne: 
aen  de  eene  fyde  omringt  is  door  Zoconu^co ,  ende  van  daer  tot  aen  de  Pro-  men  van 
vincie  van  Gtf¿í/m¿/á  door  het  Land  van  Zttc«íe^«efiguytftreckt*  en  aen  den  Auteur 
de  andere  fyde  door  Tabajco  en  de  Zeldales ,  in  dewelke  men  fo  veel  Cacaren  omdc  cho' 
Achiottz  vind,  welke  de  vöornaemfte  ingrediënten  ,  van  dewelke  fy  de  Cho-  coIate  ende 
colare  maeken  ,  fijn ,  fo  wil  ik ,  voor  en  al  eer  ik  uyt  het  Land  van  Cbiapa  ,  ^^¿olla  tc 
©m  na  Guatimala  te  gzen  ,  vertrecke,  yets  van  die  twee  dranken  feggen,  ?VCÖu 

welke  in  foo  hooge  aghtingeby  deSpaigniaerden  zyn,  endedie,  na  myn 
ge  voelen ,  niet  behoorden  verfmaet  te  werden  5maer  veel  eer  aen  alle  Natiën 
bekent  gemaekt,  om  door  middel  van  defelve  hulpe  te  fchicken  tegens  fo 
veele  misbruyken ,  als'er  door  de  Wyn  ende  andere  drancken  in  Europa  be- 
gacn  werden. 

Men  fal  dit  te  minder  vremt  aghten  rdoor  dien  wy  dagelijcks  fien ,  hoe 
veel  moorden  >  doodt-flagen ,  dieveryen ,  oock  onkuyfeheden  ende  andere) 
fonden  door  dien  drank  voorvallen  >  en  datmen  ter  contrarie  >  ter  piaetfe , 
daer  de  Luyden  foberder  zy n ,  nergens  na  foo  veele  van  diergely ke  fouten 
hoort,  zynde  de  dronckenfehap  ,  voor  die  geenje  ,  welke  haren  drank  niet 
wel  kohnen  dragen  ,  niet  dan  een  openedeuretot  alle  ongebondenheyd., 
jaefelvetot  de  foodanige,  aen  dewelke  fymet  ontnugterde  finnen  noyt 
fouden  derven  gedencken,  ende  die  haer  daernaheete,  dog  niet  te  paffe 
komende  /tranen  doen  ftorten.  s         - 


Cc» 


HET 


|| 


202     II.BoECic.  Voyagie vanThomas  Gage    XIX.Cap. 


Redenen 
die  den  Au- 
ïheut  bewe- 
gen deCho- 
colateteb 
fchryven. 


Naems- 
oor  fp  ronk 


HET  XIX.  CAPITTEL. 

Redenen  die  den  Autheur  bewegen  de  Chocolate  te  befichry- 
ven.  Naems  oorfipronck.  Definitie.  Befichryvmge  van  de 
vrught  Cacao.  Boter  van  de  Cacao  gemaekt.  Hoedanig- 
heden van  defeh 'e.  Galenus  by-gebragt.  Sotheyd  der  Spaen- 
fiche  Vrouwen.  Teder heyd  van  de  Caed  os  boom.  Hoe  de  vrugt 
groeyt.  Is  twee'erley.  Maniere  om  de  Chocolate  te  maecken. 
Chocolate  van  Antonio  Colmenero.  Hoedanigheid  van 
.  de  Caneel,  en  van  de  Achiotte.  Hoe  de  laetfte  bereyd  werd. 
Lange  Peper  en  hare  fioorten.  Bainilla.  Hoedanigheydt 
van  de  Chocolate.  Hoe  die gemaeckt  werd.  Manier  e  om  die 
te  drincken.  Tweede  maniere.  Derde  maniere.  Vierde  ma- 
niere Schadelyckheyd  daer  van.  Swackheyd  der  maege  in 
Indien.  Oorfiaeck  van  de  verftof fingen  door  de  Chocolate 
verweckt.  Vettigheyt  door  de  Chocolate  ver oorfiaeckt.  Middel 
om  de  Chocolate  in  Engeland  te  hebben.  Onkunde  der  En- 
gelfiche ende  Hollanders.  Handel  met  de  Cacao  gedreven. 
Befichryvinge  van  de  Atolla.  Hoe  die  verkoght  werd.Ge- 
bruyek  daer  van. 

DOordiende  Chocolate  jegenwoordigin  het  gebruyk  is  a  niet  alleen 
in  alle  de  Weit- Indiën,maer  ook  in  Spaignieminltalien  en  in  Vlaen- 
Jeren ,  meteen  generale  approbatie  van  alle  verftandige  Doctoren 
in  üc  Medicyne.onder  dewelke  Antonio  Colmenero  de  Vede[ma,welke  in  de  In- 
"  dien  gewoont heefteen uytfteekentTra&aetheeftgefchreveminhet  welke 
hy  geleerdeHjk  fpreekt  van  de  maniereen  eygenfehap  van  die  drank,  foo 
hebbe  ik  gelooft  dat  ilcte  deier  plaetfe,  daer  ook  van  moefte  fpreeken ,  ende 
voor  oogen  ftellen  het  geeneikdaer  van  op  de  plaetfen>daerfy  waft,  gefien 
hebbe  ,  ende  in  twaelr  Jaren  tyds ,  by  eygen  ondervindinge,  vernomen.' 
Herwoort  Chocolate  is  eygentlyk  een  Indiaenfche  naem ,  beftaende ,  fo 
,  eenigefeggemuyt  het  woordeken  Atte,  het  welke  in  de  MexicaenfcheTale* 
water  beteekent,  ende  uyr.  hetgerugte  ofte  geluyd  dat  het  water  van  fich 
geeft  wanneer  het  in  het  vat  is  daer  men  de  Chocolate  in  doet ,  want  het  iel- 
ve  daer  in  befloten  zynde ,  fo  hoorrmen  het  geruys  van  Choco  >  Chocb£bocos 
als  men  het  met  een  houtje,  Molens  wyfe  gemaeckt  j-omroert»  totdat  het 
3"ch«ym  enblaeskens  van  figfo  geéít  ende  op- werpt. 

Even 


II.-Boeck.  DoordeSpaenfchemjl-Iñdien. XIX.Cap, íb$ 

Even  als  de  naem  uyt  eem'famenftellingevan  woofdenbeilaet,fookon-  Definitie, 
nen  wy  ook  feggen ,  datheteendrankis,  beftaende  uyt  een  t'famen-men- 
ginge  van  veel  ingrediënten,  welke  gematigt-werd  na  het  temperament  van 
die  iig  daer  van  bedienen. 

Dog  het  voornaemfte  ingrediënt  van  alle  die  in  de  Chocolate  komen»  en  Befchryvin- 
fonder  het  welke  men  defelve  niet  ibudekonnen  makemis  de  Cacao,  deklvQ  ge  van  de 
iseenfoort  van  een  Noot  grooter  dan  een  Amandel  ,-welke  op  fekereBoo-  vrught  Ca- 
menina  de  vrugt  genaerm  zynde,waft,beilooten  in  een  groóte  groene  baft,  cao' 
in  dewelke  men  fomwylen  dertig  a  veertig  van  de  Amandelen  vindt. 

Hoewel  de  Cacao,Qvcn  als  alle  de  andere  fimpele  kruyden  en  fpecien ,  aen 
de  hoedanigheden  van  alle  vier  de'Elemen  ten  deelagtigis ,  fois  evenwel  het 
meeft  aengenome  gevoelen  der  Docloren,dat  fy  droog  en  kout  is.gelijk  het 
Elementder  Aerde.enby  gevolge  van  een  t'famentreckendehoedanigheyt. 

Dog  door  dien  fy  ook  aen  de  andere  Elementen  ofteHooft-ftoffen  deel-  Boter  van 
aghtig  is,  voor  al  aen  de  Lugt ,  welke  warmen  voghtig  bevonden  werd  ,  fo  deCacaa^e- 
is  het  dat  het  daer  uyt  fpruyt,  datfy  eenige  Olie  ende  vet-aghtigedeelen  rnaeckt.0 
heeft,  foodanigdatmen  daer  een  foorte  van  boter  afkan  maeken,met  de- 
welke iek  de  Criolifche  vrouwen  het  aengefighte  heb  fien  vryven,  om 
¿este  efFender  ende  gladder  vel  te  krygen. 

Men  moet  het  niet  voor  ongelovelijkagten,  datmenvan  de  Cacao  fegt,  Hoeciani»- 
:  dat  fy  kout  en  droog  is ,  en  daer  na  warm  en  voghtig ;  want  hoewel  de  erva-  heden  van 
rentheyd  meer  kragts  heeft  dan  alle  de  Reden-kavelingen  des  Werelds,  foo  defelve. 
fullen  dog  andere  diergelijke  voorbeelden  ons  de  waerheyt  daer  van ,  des  te 
naeckter ,  ontdecken. 

De  Rhubarber  dan  voor eerft,  hoewel  fyheete  en  fuyverence  ofte  pur- 
gerende hoedanigheden  heeft ,  fo  heeft  fy  dog  ook  andere  die  kout ,  droog 
en  adftringerende  ofte  t'famen-treckende  zyn  ,  ende  daer  toe  bequaem  om 
te  verftereken  enden  buyck-loop  tcftillen. 

Sulks  blijkt  ook  in  het  Stael ,  het  welke  hoewel  het  de  nature  der  Aerde 
deelaghtig  is ,  door  dien  het  í waer , gefloten  en  vaft ,  droog  en  kout  is ,  ende 
dätmen  íbudeaghten  dathetftrydig  was  met  de  verftoppingen  van  de  Le- 
ver ën  de  Milte ,  foobefigtmen  dog  het  felve ,  als  een  feer  byfonder  reme- 
die ,  om  die  weg  tenemen  ende  te  geneien. 

Deauthoriteyt  van  Galenus kan  ooek  dienen  om  ons  hierin  teonderrig-  Gaknushy 
ten,welcke  leert  in  het  derde  boeck  van  de  hoedanigheden  der  eenvoudige  gebraghb 
dingemdat  het  grootfte  gedeelte  der  Medicamenten,  welke  aen  onfe  finnen 
als  eenvoudige  voorkomen » uyt  de  nature  van  verfchey  dene  faken  beft  aen, 
en  tegen ftrydige  hoedanigheden  in  iig  behelfen ,  als  by  exempel  een  uyt- 
dryvende  ende  inhoudende  hoedanigheyt ,  een  verdickende  ende  een  ver- 
dunnende,een  very delende  ende  beftremmende. 

In  het-vyftiende  Capittel  van  het  felve  boek  brengt  hy  by  her  voorbeeld 
vanhetfapVin  het  welke  een  Haen  gekookt  is,  het  welke  de  buyk  weeck 
maekt  a  daer  het  vleelch  van  dienfelven  Haen ,  defelve  verftopt. 

C  c  3  Eu» 


20^  -.II.  Bóecíc.  Fby.agié^anlhomas  Gage     XDLGap. 

En  om  des  te  meer  tevertoonen  dat  die  verfcheydene  qualiteytemin  vele 
partyen  ofte  gedeelten  van  de  eenvoudige  Medicamenten  gevonden  wer- 
den,fo.v,erhaeIthyin  hetfeventiende  Capittel  van  het  eerfte  Boek  van  de 
Eenvoudige  Medicamenten,  het  voorbeeld  van  de  Melck,in  dewelke  men 
drie  verfcheydene  fübftantien  vind,  dewelke  mende  eene  van  de  andere 
kan  fcheydemte  weten9  de  Kaes-aghtigefubftantie*  dewelke  de  kragt  heeft* 
om  denbuyk-loopopte  floppen,  de  Meik-aghtige*  Welke  weder  af  dryft, 
en  de  Boter-aghtige  die  pyn-ftillende  is. 

Wy  vinden  ook  drie  fübftantien  in  den  Mbíhte  weten»  de  fubilantie  van 
<3e.Dr.uyf,  welke  welde  meeileende  aerd-aghtig  is  *  een  andere,  welk  als 
-de  Bloem  ís ,  zynde.  dat  de  hef  ofte  Wyn-moér,  ende  dan  een  derde *  welke 
-iliy  Verder  is ,  zyndedateygenrlykde  Wyn  j  ookbehelft  een  ydervan  die 
fübftantien  verfcheydene  hoedanigheden  in  fig ,  ende  verfcheydene  eygen- . 
fchappen,  her  iy  in  de  couleur*  het  fy  in  de  reuk*  ofookwelineenige  an- 
dere toe-vallen. 

Het  komt  ook  met  reden  o  ver-een ,  als  wy  willen  aen  mereken  ,  dat  het 
voedfei,  het  welke  wy  daeglijcks  nuttigen,  hoe  enckel  en  eenvoudig  het 
oock  moge  wefen  *  daerom  dog  evenwel  niet na-laet in  de  Leverde  vier 
humeuren  ofvogtigheden  voort  te  brengen  .welke  niet  alleen  ingematig- 
heyr,maer  ook  in  fubiïantieoftefelf-ftandigheyt,  verfchillen ,  en  na  dat  dat 
voediel  min  ofte  meer  vaneen  van  die  humeuren  deelagtig  is*  foofalmen 
ook  vinden  ,  dat  dat  humeur  min  ofte  meer  fal  de  overhand  hebben. 

Hier  uyt  konnen  wy  befluyten ,  dat ,  als  de  Cacao  gemalen  ofte  beweegt 
werd ,  de  verfcheydene  partyen  die  de  nature  aen  haer  gegeven  heeft  >  figh 
konílelijk  ende  innerlijk  met  m  alkanderen  mengen,  fodanigdatde  heetea 
biie-agtige  ende  vogtige  partyen ,  fig  vermengt  bevindende  met  die  geene, 
welke aerd-agtig zyn,  deièlve  onderhouden  ende  matigen,  tot  foo  verre 
datfyfooadftringerende*  alstevooren,niet  zyn*  maerfy  werden  getem- 
pert*  ende  krijgen  meerder  o  ver-een -komfte  met  de  heeteen  voghtige  ge- 
matigheyd  des  Lugts,  als  met  de  koude  ende  droogte  van  deAerdej  dit 
■blylct  als  men  defelve  bequaem  maeckt  om  gedronken  te  worden  ,  want 
«aeawiijks-heeftmen-'rietmolenrj-en  twee-malen  omgedraeyr,  of  meniiet 
een  vet  fchuym  boven  komen ,  waer  uytmen  befpeuren  en  bemerken  kan, 
hoe  groöte  gemeen fchap-fy  metdatolie-aghtigegedeelte  heeft. 

Soodanig  dat,  door  het  geene  hier.  voorens  gefegt  is,  men  ligrelijck  de 
dwalingevan  die  geene  kan  befpeuren ,  die ,  wanneer  fy  van  die  Chocolate 
ipreeckén  , feggen ,  dat  defelve  verstoppingen  caufeert,  omdat  de  Cacao 
t'famen-n-eckende'is>even  of  die  adftringerende  hoedanigheyt  niet  verbee- 
tertendegeimatigt  wierde,door  deinnerlijckemenginge  van  hare  gedeel- 
ten ,  de  eene  meE  de  andere,  als  fy  gemalen  wert  *  geïijck  ick  bereyds  gefegt 
hebbe  j  behalven  dat'er  foo  veele  andere  ingrediënten,  uyt  de  nature  heet 
Wefende,  zyn ,  dat  het  noodfaekelijck  is,  dat  fy  de  magt  heeftom  te  openen 
ende  te  verdunnen  *  ende  niet  om-te  verfroppen. 

Doch 





HBoECK.DoordeSpaenfcheWeJi'Indïën.  XIX.Cap.  205 

Doch  alledefe  redenen  aeiï  een  zijde (tellende ,  foo  blijkt  dog  defe  waer- 
heydklaerlijckin  ác  Cacao  felve,  wan  t  foo  deielve  niet  gemalen  j  bewogen, 
gerpert  ende  gemengtwercfoo-als-in  de  Chocolate gefchiet,  en  alleen  Too 
als  uyt  de  vrugc  komt  gegeten ,  even  als  veeie  Criplifche  ende  i  ndiaenfche 
Vrouwen  doen  ,  foo  veroorfaedit  fy  veele  verfroppingen  í  ende  maekt  haer  e  ti,       j 
bleecken  faluwevancouleuneven  alsdiegeene  welke  Pot-aerde  ende  plae-  Spaenfd 
fters  van  de  mueren  eeten;  gelijk  de  Spaenfche  Vrouwen  veeltijds  doen  om  Vrouwen" 
fbodanige  couleur  te  bekomen  ü  welke  fy  boven  alle  andere  aghten,hoewel 
haer  ful  ks.fwaere  ver ftoprheden  veroorfaekr,  ioodanig  datmen  daerdoor 
fiet  dat  de  Cacao  alleen  en  raeuw  gegeten  zynde  \  die'efFe&en  voorr-brengt, 
alleen  om,  dat  de  verfcheydene  gedeelten  in  het  eetcn  niet  genoeg  gemengt 
Zynde ,  die  fy  konfrige  maniere  van  mengen  noodig  hebben  ,  van  dewelke 
hier  voofens  isgefegr. 

De  Boom  welke  defevrugtdraegt  is  fo  teder,  en  de  grond  daer  die  grpeyt  Tederheydt 
fop  heet,  dar  de  Indiaenen ,  om  defelve  voor  het  branden  der  Son  hete  be-  van  de  Ca- 
fchutten  ,  andere  Boomcn  ,  Moeders  van  de  Cacao  genaemt  ,eerft  planten,  «««Bomen, 
en  als  dié  tot  een  redelyke  hoogte  gegroey  t  zijmen  dat  fy  de  andere  konnen 
overfchaduwemioo  planten  fy  de  Cacoafah  ofte  Cacao  Boomen  daer  onder, 
op  datfy ,  foo  dra  fy  uyt  de  aerde  beginnen  voort  te  fpruyten,de  befchut- 
ringe  van  die  andere  Boomen  fou  den  genieten ,  en  daer  door  van  defelve, 
'als  Moeders, befchermtibedecktendegevoet  werden. 

De  vrugtkomt  oock  niet  bloot  voor  den  dag ,  maer  bedeckt  ende  beflo-  Hoe  <fe 
ten  in  een  groóte  balt  ofte  fchelle ,  foo  als  ick  boven  al  gefegt  hebbe ,  cok  is  vrughc 
daer  toe  noch  yder  Amandel  meteen  witte  huyt  overtrocken  ,  welke  vol  groeyt. 
is ,  het  geene  de  Vrouwen  met  fmaek  nuttigen  ,  om  dat  het  verkoelende  is, 
endetot  waterin  demontfmelt. 

Men  vint  twee  foorten  van  de  Cacao,  de  eene  is  de  gemeencen  heeft  een  Is  tweeder- 
donkere couleur  welke  op 1  het  roodetreckt,  deieis  ron  t  ende  puntaghtigh  kY' 
aen  het  eynde;  de  andere  is  breeder,grooter,. ende  platter,  fy  noemen  de- 
fel  ve  Fatlaxë,  fy  is  wit  ende  meer  verdrogende  als  de  andere,  ook  is  die  veel 
beeter  koop. 

Defe  belet  ook  de  ilaep  veel  meer  dan  deandere ,  daerom  wert  fy  fo  veel,  Maniere 
als  degemeene,niet  befigtigt,  oock  wert  die  niet  dan  van  het  geringe  Volck  on| de  Cho~ 
genuttight.  colare  te 

Wat  deandere  ingrediënten-  aengaet ,  welke  in  her  mengfel  van  de  Cho-  ^13^04 
colate  komen,  daer  in  is  merckelijck  onderfcheyt:  fommige  doen  daer 
fwertePeperin,datde  Doctoren  niet  voor  goed  aghten,  om  dat  die  heet 
en  droog  is  ,  ten  fy  dat  h$t  is  voor  die  geene  die  een  koude  lever  hebben  en 
verwarmt  moeten  werdfen. 

Gemeenlijk  doetmen  daer  in  plaetfe  van  defe  Pepehroóde  ofte  langePe- 
per  in,  Chili  ofte  Ptment  genaemt,  welke,  hoewel  (y  warm  inde  mom  is  , 
dog  evenwel  koude  ende  voghtige  uytwerekingen  doet.     - 

Men  doet'er  oock  witte  Suy  cker  in ,  als  mede  Canee! ,  Kruyt-nagelen  „ 

Anys.» 


in 


N         I 


%oG   II.  Boeck.  Voy  agk  vanThomas  Gage     XIX.  Cap. 

Atiys,  Amandelen  ,  Hafel-noren  ,  Orejuela  ,  Bainda ,  Sapoyal ,  water  uyt 
Orangie-appelen-bloeffem  gediiti!eerc,Mufcus>en  ibo  veel  Achiotte áísméft 
van  noden  heeft  om  defelve  de  couleur  van  een  gebacken  fteen  te  geven. 

Doch  het  gewighte  van  defe  ingrediënten ,  welke  met  de  Cacao  gemengt 
werden ,  moet  geproportioneert  werden  nade  gematigheyt  van  de  Perfoo- 
nendiedefelvegebruyken. 
Chocolate  Het  voor-fchrift  dat  Antonio  Colmenero  hier  omtrent  gaf,  was  gemee.nlyck 
van  Anto-  darmen  by  hondert  Caca' os  t  wee  ftruykjens  Chili  ofte  lange  Peper  doen  fou- 
nio  Colme-  de ,  een  hant  vol  Anys  en  Orejuela ,  twee  met  bloemen  van  Mefachufil  ofte 
mro.  Bainiäa ,  ofte  in  plaerfe  van  dat  fes  Alexandrynfche  Rooien  gepulverifeert, 

tweedragmenCaneeUtwaelf  Amandelen,  ibo  veel  Hafel-noten  ,  een  half 
pon  t  witte  Suyker ,  ende  foo  v  eei  Achiotte  ais'er  noodig  is  om  de  couleur  te  - 
geven. 

Die  Autheur  keurde  niet  voor  goeddatmen  daerKruyt-nagelen  ende 
Mufcus  onder  mengen  foude ,  noch  oock eenige  rieckende  wateren ,  hoe- 
wel men  fulcks  veel  in  de  Indien  doet. 

Andere  fijn  gewentdaerMd/<in  te  mengen,  welcke  windig  is,  dog  de- 
fulke  doen  dat  alleen  om  haer  voordeel,  en  om  de  quanritey  t  van  hare  Cho- 
colate te  vermeerderen,  door  dien  een  mate  Af  ¿¿?*  welke  anderhalve  mud- 
degrootis,  voor  vier  guldens  verkoftwerd,  en  het  pont  Chocolate  gek 
veertig  ftuy  vers,  het  welke  de  gewoonlijcke  prysis. 
Hoedanig-       De  Caneel  werd  voorhetbefte  ingrediënt  gehouden  van  alle  die'er  in 
heyc  van  de  komen,  en  niemand  verwerpt  defelve,  om  dat  fy  warm  en  droog  is  in  den 
Cancel.        derden  graedt,  fy  dryfe  het  water  af,  ende  verfterekt  de  nieren  van  die 
geene  die  met  eenige  koude  indifpofitie  gequelczyn,  fy  is  goedt  voor  de 
oogen  ende  oock  feer  hert-flerckende ;  gelijck  den  Autheur  van  defe  Veerf- 
íen  feght: 

Commada  urina  Cinnamonum  ¿f  renibus  affert. 
-JLuminaclarificat ,  dir a  venena  jugat. 
De  Achhtte heeft  een  doordringende  en  verdunnende  hoedamgheyt,  Too 
álsíulks  blijkt  uvtde  gewoonlijke  practyke  van  de  Indiaenfche  Docloren, 
die  alle  dagen  daereffe&en  van  fien,  ende  defelve  aenhaere  fiecken  voor- 
fchryvenom  de  vette  ende  grove  humeuren  teverbreeken,welkedenadem 
beletten  ende  het  water  ophouden  ,  foodanig  dat  fy  haer ,  in  alle  foorten  van 
verftoptheden ,  daer  van  dienen ,  ook  ordonneren  fy  het  voor  de  benaeut- 
hey  t  des  borfts ,  voor  de  obftru&ien  van  de  ingewanden,  ende  voor  andere 
fjodanigequalen.  _ 

Hoe dïe  be-      De  Achiotte  groeyt  mede  op  de  Boomen  in  ronde  fcheilen  ,  welke  met 
mt  werr.    roode greyntjens  vervult  z.yn ,  van  dewelke  men  de  Achiotte  maeckt ,  men 
kneed  defelve  eerft  tot  deeg,  en  ais  men  die  heeft  doen  drogen ,  maeektmen 
daer  ronde  ballen ,  koeckjes ,  ofte  vierkante  klompen  van ,  welcke  aen  een 
yder  geveylt  werden.    .  . .   -  ^ 


Van  de 
Achhtte, 


"""""  ' 


II  BoEGK.  DoordeSpaenfchemjl-Indien. XIX.Cap,  207 

Wat  de  lange  Peper  belangt ,  van  defelve  vimmen  vier  foorten  •  deeerfte 
werdC^^genaemt,  en  de  tweede,  welcke  feer  kleyn  is,  Chïlperflm* 
defe  beyde  hebben  de  fmaeck  feer  fterk ,  fcherp  en  by  tende  :  de  derde  is  be- 
kent onder  den  nacrn  van  Tonalchiles  t  welke  middelmatig  heet  is,  en  de  In- 
diaenen  eeten  defel  ve ,  nevens  de  andere  vrugten ,  met  broodt 

Dog  die  geene ,  welke  men  gemeenlijk  in  de  Chocolate  gebruyk,  is  Chü- 
pe!aquagenaemt,{y  heeft  een  feer  breedebaih  ende  fy  is  foo  fcherp  als  de 
eerftcnochtefoo  flap  als  de  tweede  niet. 

De  Mejackuful  ofte  Bainiiia ,  die  ook  een  van  de  ingrediënten  is ,  fet  af  Bainilla. 
ende  is  purgerende. 

Men  gebruykt  gemeenlijk  alle  die  ingrediënten  in  de  Chocolatere  eene 
meer ,  en  de  andere  min ,  een  yder  na  fijn  appety  t ,  die  daer  in  doende. 

Dqg  het  gemeene  Volckgelijckde  Negersen.de  indiaenen,  enmaec-       • 
ken  die  gemeenhjek  niet  dan  van  Cacao ,  Achiom ,  Anys ,  Mai$ ,  ende  wat 

_   Hoewel  de  Cacao ,  met  defe  kruyden ,  welke  fo  heet  zyn ,  gemengt  is ,  fo  T  T    ;    . 
is  het  nogtans  fulks ,  dat  fy  alle  defelve  verre  in  meenigte  ovmreffende,die  J***""*- 
ook  door  fijnekoeltematigt, die  fy  van  hare  kant  mede  temperen  ,  fooda-í'J'  v?n  de 
mg  datdaer  door  decompofitie  van  de  Chocolate  niet  fo  kout  is  als  de  Ca- ChocoIate- 
cao ,  nog  fo  heet  als  de  reilerende  ingrediënten ,  dog  uy  t  de  uytwerkingen, 
diefyopmajkanderendoen,  ontftaeteen  gematigt  mengfel,  hetwelket<? 

ebru  ke     "  ^™  ^  ^™™  ^"  m*gm ' mÍtS  men  het  met  mactigheyd 

nHuEi!?  men|fd  teumaekefi?  ftamptmen  alle  de  ingrediënten  in  een  ftee-  Hoedie  ge- 
ne Mortier,  ofmenbreecktdiewel,  even  als  de  Indiaenen  doen ,  op  een  maeckc  5 
eemaeckr  ° '  Metatte  noemen  ,zynde  fy  daer  expreiïelijck  toe  werdc. 

Doch  men  doet  die  termen  defelve  vermorfelt,  wel  over  hetvyer  dro- 
?™:T  5 de*tebetertotftoftekiygefl,  uytgefondertde  Achiotti;  men 
roert  die  gedurig  orn  jUytvreefe  dat  fy  verbrand  ofte  fwërt  faUen  werden, 
ZltxkxtXr      G  ñerckSedrooSüzyn^werdeníy  bitterende  verliefen 

DeCaneel,delangePeper,endedeAnysmoetengeitampt  werden  eer 
men  die  met  de  Cacao  mengt,  men  ftampt  die  dan  weder  te  famen ,  tot  dat 
net  alle  tot  een  Poeder  werdt,  en  in  het  itampen  moetmen  den  ftamper 
dickmaelen  orn-keeren ,  op  dat  het  wel  onder  malkander  koome  te  men- 

Een  yder  van  de  ingrediënten  moet  eerit  in  het  byfondér  geftöoten  wer- 
den ,  en  daer  nae  doetmen  die  alle  in  het  Vat,  in  het  welcke  de  Cacao  is , 
men  roert  die  daer  in  onder  den  anderen  met  een  lepel ,  ende  men  doet  het 
weder  in  een  Mortier ,  onder  het  welcke  een  wey  nig  vyer  is ,  om  het  fagh- 
telyck te  verwarmen ,  want  de  Olie-aghtige  partyé  verdroogt,  als  het  te 


II 


D  d 


De 


■— 


Maniere 
om  die  te 
dripcken. 


Tweede 
maniere. 


©erde  ma 
aieie. 


208     II.  Boeck.  Vojagie vanThomas  Gage    XIX.Cap. 

De  Acbiotte  moet  daer  oock  in  gedaen  werden  terwylen  men  die  mengt, 
op  dat  het  des  te  beter  de  couleur  daer  uy  t  mag  trecken ,  ende  alle  de  ingre- 
diënten moeten  gelift  werden  ,  uytgefondert  de  Cacao. 

Als  het  nu  alle  te  famen  wel  gemengt  ende  door  malkanderen  gekneed  is, 
het  welke  men  daer  uyt  bemerckt  dat  den  deeg  hart  werd,  foo  neemtmen 
een  gedeelte  van  den  deegdiedun-aghtigís,  met  een  Lepel,  en  men  maekt 
daer'Koeckjens  van, ofte  wel  doetmendie  fonder  lepel  in  een  doofe,  m 
dewelcke  fy  hardt  werdt ,  wanneer  de  hette  van  het  vyer  daer  van  af- 

DiegeenedieKöeckjensdaerafmacken,  leggen  een  Lepel  vol  van  den 
deeg  op  een  blad  Papier ,  dog  de  indianen  leggen  het  felve  op  het  blad  van 
een  Palmitas-boom ,  en  daer  na  fetten  iy  het  felve  in  de  febaduwe  om  op  te 
dro^emwam  het  fmelt  ende  wert  dun  in  het  fch.ynfel  van  de  Sonne;alsmen 
daer  na  het  Palmitas-blad  ofte  het  Papier  omkeert,  Í00  valt  het  Koeckjen 
daerfeergemacklyck af,  door  dien  den  deeg  vecis,  doch  foo  men  die  m_ 
eenig  aerde  ofte  hou  te  vat  iet ,  Í00  kleeft  het  daer  foo  fterckaen,  datmen 
dat  niet ,  dan  met  groóte  moeyte ,  daer  uyt  kan  krygen ,  het  fy  dan  dat  men 
het  vat  breecke  ofte  datmen  het  daer  van  af-fchrape. 

De  maniere  op  dewelke  men  defelve  drinkt  is  mede  verfcheyden ,  want 
fommbe,  als  die  van  Mexico,  drincken  die feer  heet,  onder  de  Atolla  ge- 
daen. zijnde,  latendeeen  Koexken  in  warm  water  weyeken  ende  ímelten  , 
ende  dat  felve  dan  daer  na  met  een  Molenken  in  den  kop ,  waer  uytmen  de- 
felve drinkt  ,omgedraeyt  hebbende,  ter  tyd  ende  wvle  toe  dat  het  ichuym 
boven  komt ,  foo  fchencktmen  de  kop  voort  vol  heeie  Atolla*  ende  men 
drinckt  dieallenxkens  uyt. 

Daer  is  noch  een  andere  maniere  op  dewelke  men  defelve  nuttigt,  te  we- 
ten dat ,  na  datmen  de  Chocolate  in  kout  water  heeft  gefmolten ,  ende  met 
het  Molenken  omgeroert,  ook  het  fchuym  daer  van  gefchept,  en  in  een  an- 
der vat  gedaen ,  foo  fetmen  de  refte  op  het  vyer ,  met  foo  veel  Suycker ,  als, 
om  die  foet  genoeg  te  maken ,  noodigis ,  ende  terwijlen  fy  noch  warm  is , 
foo  gietmen  die  op  het  fchuym  datmen  daer  af  heeft  gefchept,  ende  daer 
nadrincktmen  die.  "  joj„O0. 

Dochdegemeenftewijfe  is,  het  water  wel  heette  maecken  ,  endedaor 
toe  de  helfte  van  de  kop  uyt  dewelke  men  wil  drinken ,  daer  mede  te  vervul- 
len, en  dan  daer  twee  a  drie Koexkens,  totdat  het  dick  genoeg  zy,  inte 
fmelten  5  daer  op  beweegt  men  het  wel  meteen  Molenken  ,  ende  genoeg 
zynde ,  foodanig  dat  het  niet  dan  fchuym  fchynt ,  vervultmen  de  kop  voort 
met  warm  water,ende  men  drinkt  het  nadat  het  door  Siiyker  behoorlijck 
isfoetgemaeckt,  en  daer  toe  eetmen  watConferve  ofteMaflepain  inde 

Chocolate  gedopt  zynde.  ;  

Daer  is  nog  een  derde  maniere  om  die  te  nuttigen  ,  welkejroornamen  t- 
lijckin  het  Eyland  St.  Vomingo  wert  onderhouden ,  defelve  beltaet  daer  m, 
datmen  de  Chocolate  ineen  vat  doet,  waer  in  een  kraentjen  iteeckt,  in 


ll.BoiiCK.DoordeSpaênfchelVefl-ïndiën.  XIX. Cap.  200 

hetfelvedoetmeneen  weynig  water,  endemenlaet  hetkooken  tot  dat  de 
Chocolate  gei'mol  ten  is,  men  vervult  het  vat  daer  na  met  water  ende  Suy- 
ker  na  proportie  van  de  Chocolate,  men  doet  het  daer  na  weder  kooken 
totdat'ereen  fchuymop  komtdat  veraghtig  is,  ende  alsdan  werdt  het  ge- 
droncken. 

Nog  is'er  een  andere  wyfe  om  de  Chocolate  kout  te  drincken,defe  pleo-en  vierde  ma- 
de  Indianen  in  hare  maeltyden ,  ende  als  fy  haer  vervrolijken  ,  om  haer  te  uicre. 
verkoelen  ,  ditgaetop  de  volgende  wijfe  toe. 

Men  neemt  de  Chocolate  in  dewelke  men  geene  ofte  weynige  ingrediën- 
ten heeft  gedaen,  en  hebbendedie  in  kout  water  met  het  Molenken  doen 
breeken,  foneemtmen  daerdefchuym  ofte  het  vette  gedeelte,  hetwelc- 
ke  met  groóte  meenigte  boven  komt  dry  ven,  vooral,  als  de  Cacao  out  is* 
ende  begint  te  bederven. 

Men  legt  het  fchuym  in  eene  Schootel ,  ende  men  doet  de  Suyker  in  dat 
geene,  daermen  het  fchuym  heeft  af-gefchept,  het  welke  men  daer  na  van 
bovenen  op  het  fchuym  giet ,  en  als  dan  drincktmen  het  felvegantfch  kout. 

Defedranck  is  foo  koel  dat'er  weynig  Perfoonenzymdiedefelvekonnen  Schadelyk- 
gebruycken,  want  men  heeft  door  ondervindinge  bevonden  dat  die  fchade-  heydt  daec" 
lijk  is ,  ter  oorfake  van  de  pyne  die  men  daer  van  in  de  mage  krygt ,  en  voor  vau. 
al  komt  die  de  Vrouwen  over. 

De  derde  maniere  die  wy  verhaelt  hebben  is  het  meefte  van  alle  in  het  ge- 
bruyck ,  door  dien  iy  op  die  wyfe  gantfch  geen  quaet  veroorfaeckt,  en  ick 
fie  geen  reden  waerom  mendefelve  niet  fo  wel  in  Engeland  als  op  alle  an- 
dere plaetfen  foude  mogen  gebruyken  ,zynde  van  defelvefommige  heet  en 
andere  kout;  want  op  alle  de  plaetfen  daermen  defelve  hetmeefte  befight, 
het  fy  in  Indien,  hetfyin  Spaignien  ,  inltalien  ,  in  Vlaenderen,  dat  im- 
merseen kout  Land  is,  vimmen  dat  fy  met  het  Temperament  van  een  yder 
wel  over  een  komt. 

Het  is  waer  dat  die  veel  meer  in  Indien  ,  dan  in  Europa  genuttigt  wert,  Swa^i  ^ 
om  datmen  in  die  Landen  de  iwakheden  der  maege  veel  meer  is  onderwor-  j  m^ 
pen  dan  in  defcen  in  defelve  komtmen  die  met  een  kop  Chocolate  te  hulpe,  ¡ne  indiën, 
ende  men  herftelt  die  daer  mede. 

Ick  kan  in  het  byfonder  ,wat  my  belangt,  feggen ,  datick  my  van  defelve 
twaelf  Jaren  lang ,  fonder  ophouden ,  bedient  hebbe ,  nemende  des  mor- 
gens daer  van  een  kop,  een  tweede  voor  den  eeten  ten  negen  ofte  tien  uren, 
ende  dan  nog  een  derde  een  uer  a  twee  na  het  middag-mael ,  ende  eyndelyk 
de  laetfte  ten  vier  a  vyfuerenna  de  middag. 

Doch  als  ick  in  den  fin  hadde  des  avonts  te  ff  uderen,  fo  nam  ick  nog  een 
kop  ten  feven  ofte  aght  ueren ,  hier  mede  kon  ick  gemackelijk  waecken  tot 
midder-nagt  toe. 

Indien  het  voorviel  dat  ick  by  geval  ofte  nalatighey t  defelve  op  die  ueren 
verfuymde  te  nemen ,  fo  vernam  ick  aenftonts  fwackheytin  de  mage ,  ende 
als  verflaeuwingen  van  myn  her  te* 

D  d  ¡s,  So©- 


w 


2,10     II.Boeck.  Voy agie  vanThomas  Gage    XIX.Cap. 

Zoodanig  dat  ick  my  op  die  wyfe  daer  van  bedienende ,  twaelf  Jaren  lang 
in  dat  Land  in  een  volle  gefontheyd  leefde,  fonder  eenige  verftoppingen 
o)fte  benaeuwtheyr ,  ende  fonder  de  koortfe  ofte  eenig  ongemack  te  krygen. 
Ick  fal  alleen  leggen  datfyaenfommigequalijck bekomen  is,  hetfyom 
dat  fy  daer  te  veel  Suy  ker  in  gedaen  hadden  ,  welke  de  mage  verilapt ,  het  fy 
dat  fy  te  veel  daer  van  hadden  gedroncken, 

Dog  ick  kan  feggen  dát  het  de  Chocolate  niet  alleen  is,  maer  dat  ook  alle 
andere  dranken  ,  in  gevalle  men  daer  te  veel  van  neemt  ,  hoewel  fy  anders 
feer  goed  zyn ,  fchadelijck  werden . 
Oorfaeckcn  En  in  gevalle  daer  fommige  verftoppingen  van  hebben  gekregen ,  foo  is 
Tan  de  ver-  het  om  dat  fy  te  veel  hebben  genomen ,  even  gelyck  de  Wyn,  wanneer  men 
itoppingen  die  te  veel  drinckt,  inplaetfevan  te  verftereken  en  te  verwarmen  3  koude 
door  de  fieckten  veroorfaeckt ,  om  dat  de  nature  defelve  niet  kan  overwinnen ,  nog 
Chocolate  jn  {00  groóte  meenigte  verteeren ,  om  die  in  een  goed  voedfel  te  doen  ver- 
keeren. 

Even  gaet  het  ook  met  die  gene  die  te  veel  Chocolate  drinkr,om  dat  daer 
vette  en  Olie-aghtige  gedeelten  in  gevonden  werden ,  welke  wanneer  defel- 
ve in  te  groóte  menigte  zyn  ,  niet  wel  aen  alle  kanten  konnen  verdeelt  wer- 
den ,  en  daer  door  moet  nootfaekelijk,  het  geene  in  de  kleyne  aderen  van  de 
lever  blyft,  aldaerobftructien  ende  verftoppingen  verwecken. 

Ik  fal  hier  eyndelijk  ,  en  tot  een  befluyt  by-voegen ,  het  geene  ik  van  defe 
Indiaenfche drank  hebbe hooren  feggen  van  deDo&oren  in  de  Medicynen 
die  in  de  Indien  zyn,  en  dat  ik  felve,  door  ondervindingej  ook  in  veele  Per- 
fonen  befpeurt  hebbe,hoewel  ik  het  aen  myn  felve  niet  hebbe  bevonden,te 
weten  dat  die  gene,die  veel  Chocolate  drinken,vet  en  voliy  vig  werden ,  het 
welke  iwaer  fchynt  om  te  geloven, om  dat  alle  de  ingrediënten  uyt  dewelke 
defelve  beftaet ,  uytgefondert  alleen  de  Cacao  >  eer  mager  dan  vet  maken, 
omdatfy  warm  en  droog,  in  den  derden  graet,zyn. 

Wy  hebben  mede  gefegt,  dat  de  qualiteyten  ,  welke  de  overhand  in  de- 
Cacao  hebben,  kout  en  droog  zyn ,  welke  gantfeh  nietbequaem  Zyn  om  te 
voeden  en  de  iubftantie  des  licchaems  te  vermeerderen. 

Doch  men  kan  daer  op  antwoorden  dat  de  olie-aghtige  party  en,  diewy 
bewefen  hebben  in  de  Cacao  te  wefen,ook  die  geene  zyn  welke  vet  maeken, 
en  dat  de  andere  ingrediënten ,  welke  warm  zyn ,  haer  doen  door-dringen 
tot  in  de  leverden  de  andere  partyen,  totdat  fyaende  vleefige  gedeelten 
"komen,  al  waer  fy  een  warme  en  vogtige  fubftantie  vindendcfo  als  die  olie- 
aghtige  gedeelten  zyn ,  foo  werden  fy  in  defelve  fubftantie  verandert ,  ende 
foo  voeden  fy  het  Vleefch  ende  maecken  het  licchaem  vet. 
Middel  om      Men  fal  my  vragen  hoe  wy  Cacao'm  Engeland  fullen  konnen  krygen  en 
de  Choco-   ook  de  andere  ingrediënten ,  welke  in  de  menginge  van  de  Chocolate  ko- 
late  in  En-    men?  ik  antwoorde  daer  op,  dar  fulks  feer  gemackelijk  is,  mits  maer  handel 
gelandt  te    op  Spaignien  dry  vende,  uyt  het  welke  wy  defelve ,  foo  wel  als  de  andere 
hebben.       Koopmanfchappen,  konnen  trecken  ¿  ook  moeten  wy  defelve  foo  feer  niet 


Yerwcckt. 


Vetheydt 
door  de 
Chocolate 
verweckt. 


II. Boek."  Door  de SpaenfcheïVeft-Indïén.  XIX.Cap.  211 

verwerpen  en vcragten  alswy  totnogtoe  gedaen  hebben,  ende  Hollan-  Onkunde 
ders  nevens  ons ;  want  ik  hebbe  de  Spaigniaerden  hooren  feggen ,  dat  fy,  ais  der  En°-el- 
fy  een  Schip  met  Cacao  geladen  genomen  hadden ,  ende  daer  niet  anders  in  íchc  ende 
vonden ,  fy  van  fpyt  alle  die  Koopmanfchap  in  Zee  wierpen  ,  ionder  op  de  der  Hollan- 
waerdy  e  ofte  de  deugt  van  defelve  aght  te  flaen ,  noemende  die  in  het  quaet  ^ers« 
Spaenfch  Cagatuta de  Carnero,  dat  Schaeps-dreck  gefegtis. 

Het  is  een  van  de  profitabelfbe  en  noodigfte  Koopmanfchappen  der  In-  ^a»del 
dianen ,  ook  maekt'er  niets  de  Provincie  van  Cbiapa  rycker  dan  die,  men  rcet  de  Ca" 
voert  daer  na  toe  uyt  Mexico  ende  andere  Plaetfen  veelefacken  met  Pata-  cao  gedre" 
cons,  alleen  om  van  die  Cagatuta  de  Carnero  te  hebben.  Ven* 

De  andere  drank  diemen  in  Indien  gebruyckt  wert  AoZ/dgenaemt,  van  Befchryvin- 
de  welke  ik  maer  een  woort  fal  feggen,  door  dien  ik  weete  datmen  die  in  dit  Se  van  ^c 
Land  niet  gebruyken  kan.  Atolla. 

Het  was  de  drank  van-tte  oude  Indiaenen  ,  en  fy  is  als  een  dikagtige  pap, 
gemaeckt  van  de  bloem  van  het  meel  van  Mai% ,  na  dat  de  femelen  daer  van 
zyn  gefcheyden ,  dog  die  drank  is  wint-aghtig,  ende  verweckt  fwaermoe- 
dig  bloedt. 

De  Indiaenfche  Vrouwen  brengen  die  gemeenlijck  heel  warm  in  Potten  ^oe  d-e 
op  de  Merkt  om  te  verkopende  Criolifche  Scholieren  gaen  die  daer  in  het  verkogn* 
openbaér  drinken ,  foo  alsmen  hier  te  Lande  in  de  Herbergen  om  een  glas  wer^* 
Wyn  gaet ,  en  als  die  met  een  weynig  Chili  ofte  lange  Peper  is  toegemaekt, 
vinden  fy  defelve  veel  beeter. 

Doch  de  Religieufe  Dogters  en  Dames  van  dat  Land,hebben  een  middel  Gebruyk 
uytgevonden ,  van  daer  Caneel  ende  ruykende  wateren  onder  te  mengen,  ^aer  van» 
als  ook  Amber  ende  Mufcus,  en  een  groóte  meenigte  Suyker,  daer  door 
wertdie  veelkragtiger  ende  voetfamer,  ende  de  Doctoren  fchryven  die 
voor  aen  die  geen  e ,  diefwack-en  uytgeteertzyn  ,foo  alsmen  de  Amandel- 
tnelckin  Europa  doet. 

Doch  door  dien  men  die  noyt  in  Engeland  gefien  ofte  geproeft  heeft,  fal 
ik  daer  niet  meer  van  feggen ,  en  om  mynePenneniet  meer  onnuttelijk  te 
beefigen ,  foo  fal  ik  my  na  Guatimala  begeven »  dat  als  myn  tweede  Vader- 
land is  geweeft. 


Dd  3 


HET 


Den  Au- 
theur 
werdc  op 
fyn  ver- 
steek van 


212     II.  Boek.  Voyagie  vanThomas  Gage      XX.  Cap. 

HET  XX.  CAPITTRL. 
Den  Autheur  werdt  op  fijn  vertreck  van  Chiapa  door  fijne 
Vrienden  befchoncken.  Vertreck  uyt  Chiapa  ende  komjie  te 
Theopixca.   Ontmoet inge  van  een  Fra?ifch  Prieur  >  die 
hem  veeleer  ende  vriendjehaf  doet.  Kom  ¡ie  ende  verhljfte 
Comitlan.  Dertelheyt  der  Indiaenen.  Komjie  te  Izquin- 
tenango.  Befchryv inge daer van.  Groóte  door-togt  telz~ 
quintenango.    Praghtighe  inhalinge.     Ryckdom  van  een 
Bedel- Monick  ende  Roomfche  Simonie.  Vertreck  van  Iz- 
quintenango.   Maniere  vanreyfenin  dit  Land,  diefeer 
gemackelyck  ende  onkoflelyck  is.  'Melancolie  des  Authears , 
die  dogh  verdreven  werd.   Eejchryvmge  van  het  Geberg- 
te van  de  Cuchumatlanes.  St.  Martin.  Gewoonte  van 
de  Indiaenen  onder  malkander  en.   Koude  op  het  Gebergte. 
Vertreck  van  St.  Martin.  Komjie  te  Cuchumatlan.  Goed 
onthael  aldaer.   Vertreck  van  daer.  Komjie  te  Chiantia. 
Miraculeus  Beeldt  te  Chiantia.    Brengt  groóte  Ryckdom 
aen.  Kojlelycke  Kerck-cieraden.  Vertreck  van  Chiantia , 
ende  komjie  te  Chautlan.  Schoone  druyven.  Handel  daer 
mede  gedreven.   Vertrek  van  Chautlan.   Schoone' gefigte* 
Ontmoetinge  van  den  Prieur  van  Sacapula.   Ongefondt 
water,  maeckt  gefw  ellen  aen  de  keel.    Eerlycke  prefenta- 
tie  van  den  Prieur  van  Sacapula.   Befchryvinge  van  het 
Dorp  Sacapula.  Schoone V adelen.  Vertreckvan  Sacapu- 
la 3  ende  komjie  te  St.  Andrea.  Vertreck  van  daer.  Aen- 
gename  nagt-rufie.  Gevaerïycke  paftagie.  Ontmoetingevan 
die  van  Zobaia. 

Etydnufijndegenadertdatickuyt  de  Stad  van  Chiapa  foude  ver- 
'  crecken  jfoo  nam  ick  gelegen rheyt  om  al  rer  goeder  uren  aen  myn 
befte  Vrienden  adieu  te  íeggen,  ende  van  haer  myn  af-icheydt  te 
nemen,  vooral  van  die  geene,  welckers  kinderen  ick  onderwefen  hadde, 
welckealle  my  veel  goedheyd  ende  vriendfehap  betuygden,  uytgefondert 

Donna 


D 


II.Boeck.  Boor  de  Spaenfche  We/i -Indien.  XX.  Cap.  213 

Donna  Magdalena  de  Mor aht,  van  dewelke  ik  geen  gefehenck  verwaghte  ,  Chiapa 
oock  ging  ick  van  haer  geen  af-fcheydt  nemen,  doorfyne 

Onder  andere  betuygde  de  Vrouwe  van  den  Gouverneur  een  feer  groóte  Vrienden 
generohtcyctemynenopiïgce-  fyfondtmy  verfcheydenedofen  metgepar-  befchonc 
fuaieerde  Chocolate ,  en  dan  noch  een  andere  feer  groóte  dofe,  in  dewelke  ken- 
vierderhande  iborten  van  Conferven  waren ,-  boven  op  verguld ,  behalven 
veele  Maiïepaynen  ende  Bifcuy  ten  ,  nevens  een  neufdoeck ,  waer  in  twaelf 
Piafters  ofte  ftucken  van  aghten  geknoopt  waren ;  Dit  was  een  prefent  dat 
beter  verdiendeaen  een  perfoon  van  qualiteyt,  dan  aen  een  Religieus  van 
een  arme  bedelende  Ordre  gegeven  tewerden. 

Dom  Melcbior  de  Velajco  overtrof  haer  nog,  dog  ick  meene  met  woorden 
ende  Complimenten  ,  want  wat  de  daet  belangt ,  noch  hy ,  noch  alle  de  an- 
dere Criolen  >  hebben  niets  in  haer ,  dat  by  de  generoíl  tey t  der  Naturelle 
Spaigniaerden ,  te  paffe  komt. 

Deeerfte  Stad,  aen  dewelke  ick  quam,  was  Theopixca,  leggende  fes  my-  Vertreck 
len  vanC¿¿?/^,hetiseenefchoone  endegroote  IndiaenfcheStad ,  de  In-  uytChikM 
woondersvandefelvehoutmennaeftdievanCÄ/'^voorde  befte  Ruyters  ende  kom- 
ende Paerde-beryders.  fie  te  Theo* 

Het  aen  fien  lij  kfte  in  die  Stad  is  de  Kerk,  welke  groot  ende  wel  getim- ƒ**<»•■ 
mert  is ,  oock  heefrmen  daer  in  een  feer  fchoone  mufijeq. 

De  Vicaris  ofte  Parochiaen  van  die  plaetfe  was  een  Criolifch  Religieus , 
genaemt  Frater  Pedro  Mártir  >  welke  mynogteden  Prieurvan  Chiapa  niet 
lyden  mogte;  hy  liet  evenwel  niet  na,  my  ïnuyterlijken  fchyn  ,  groóte 
beleeftheyt  te  foonen,  oockonthaelde  hymy,  den  tyd  van  twee  dagen, 
feer  wel, .wetende  wat  credit  ick  omrrent  den  gefeyden  Prieur  hadde. 

Doordien  mynufijneplight-plegingemwelkeikwiftedat  uyt  geen  goed  Ontmoa- 
herte  fpr-ooten  ,  verveelden  ,  fijnde  die  niet  dan  geveynfiheyt,  fovertrock  ringevan 
ickden  derden  dag,  dog  hy  wildemy  niet  verlaten  ,  endetotaen  Comitlan  eenFranich 
toe  verfellen ,  alwaer  ick  door  den  Prieur  van  het  Convent  genodigt  was ,  Prieur. 
lijnde  een  Franfchman,  genaemt  Broeder  Thomaí  Encolan .',  die  fig  alleen 
van  fijne  Natie  onder  de  Spaigniaerden  bevindende,om  dat'er  anders  geene. 
vremdclingen ,  in  geheel  dat  Land  ,  dan  hy  eqde  ick  waren  ,  kenniíTe  ende 
vriendfehap  met  mytrachte  ende  wenfte  temaecken. 

Omdefeive  te  beginnen,  quam  hymy  ten  halver  weg  tegensryden,  ver-  Die  hem 
feltzynde  met  veele  Indianen ,  welke  te  Peerde  waren  gefeten,  hy  hadde  veel  eer  en 
eene  bequame  plaetfe  voor  ons ,  om  wat  te  ruften ,  doen  bereyden ,  en  de  wy  vrientfehap 
onderhielden  malkander  een  weynig  op  defelve ,  terwylen  men  voor  ons  doer. 
de  Chocolate  ende  andere  ververfchingen  bereydde. 

Dog  den  Criool  Pedro  Mártir  was  niet  weynig  jalourfch  >  fiendedatmen 
my  fo  veel  eere  in  dar  Land  aehdeede ,  fo  als  ick  naderhand  in  het  Convent 
hoorde,  hoewel  hymy  veel  meer  Complimenten  maeckte  als  die  goede 
Franfchman  j  ook  wifte  ick  wel  dat'er  een  groot  onderfcheyt  was  tüiïchen 
iijne  woorden,  die  vol  veynfinge  waren,  endeopregte  meeninge  yan  die 
Vriend.    '  Ick 


— »■ 


Komíte 
ende  ver- 
blyí  ic 
Comitltn. 


derlndiae 
nen. 

Koraftc  te 

Jzquinte- 

nango. 

Befchry- 


S14   II.  Boeck.    Voy agie  vanThomas  Gage     XX.  Cap. 

Ik  verbleef  geheele  aght  dagen  te  Comitlan,  gedurende  dewelke  ik  met 
den  Prieur  in  de  omleggendeVlecken  reyfde/zynde  defelve  alle  door  India- 
nen bewoont ,  en  aen  de  voet  van  den  Berg  in  de  Valeye  van  Capanabajila 
gelegen  ,  ik  vermaekte  my  aldaer  op  een  aengename  wyfe ,  fo  met  de  Reli- 
gieufen  als  met  de  Indianen  ,  en  ik  kan  feggen  dat  fy  daer  veel  geleerder  in 
de  kennifle  en  wysheyt  van  Epicurus  zyn ,  als  in  Engeland  ofte  in  eenigan- 
Dertelheyt  ¿er  ¿ee\  van  Europa  ¡  deJSpaenlche  felve  bekennen  dat  fy  van  de  Indiaenen 
veele  manieren  van  fpyfen  te  bereyden  en  gafteryen 'aen  te  regten,  geleert 
hebben ,  welke  fy  te  voren  niet  wiftcn ,  en  waer  van  fy ,  voor  het  conque- 
iteren  van  de  Indien ,  niet  gehoord  hadden. 

Na  dat  gemelde  aght- dagen  verftreecken  waren,  braght  denFranfche 
Prieur  my  te  í^quintenan^o  ,  om  aldaer  ordre  te  ftellen  ,  door  dewelke  men 
my  van  alles,  dat  iknodighadde,  om  het  Gebergte  van  de  Cucbumatlanes 
te  paiTeren ,  foude  voorfien. 

Het  is  een  van  de  fraeyftelndiaenfche  Steden,  welke  inde  geheele  Pro- 
vïngê  d;aer  vincie  van  Chiapa  zyn ,  fy  is  mede  feer  ryk ,  foo  ter  oorfaeke  van  de  groóte 
meenigte  van  Catoen  dat  daer  vak,  als  wel  byfonderlijkdoor  hareiituatie, 
want  door  dien  fy  op  den  weg  van  Guatimala\egt>(oo  moeten  alle  de  Koop- 
lieden ,  die  met  haer  Muyl-Efels ,  aen  die  zyde ,  in  het  Land  handelen  ,daer 
door  pafleren;fy  verkopen  alhier  eenigewaeren,  andere  weder  inkopende, 
enfooverryken  fydefeStad,  en  met  het  geit,  en  met  de  Koopmanfchap- 
pen ,  welke  fy  uyt  de  verre-gelegenfte  Landerv brengen. 

Men  vind  daer  een  groóte  meenigte  van  vr  ugten ,  en  voor  al  van  die  gee- 
ne ,  welke  de  Spaigniaerden  Ananas  oite  Ftnas  noemen ,  oei  dat  die  wel  na 
een  Pyn-appel  gelijcken. 

Sy  is  geftigt  op  de  kant  van  die  groóte  Reviere ,  welke  door  het  Indiaett- 
fege  Chiapa  ftroomt,  defelve  neemt  haren  oorfpronk  digte  by  het  Gebergte 
van  deCac/ba»»4í/4weí,enevenwelisfybereyts  foo  breed  en  diep  voor  defe 
Stad ,  datmen  defelve  niet  dan  met  een  pont  kan  pafferen. 

En  door  dien  defe  weg  feer  veel  gebruyfrt  werd ,  voor  al ,  door  die  geenq 
door-togt  wdke  gehee]e  troupen  met  Muvl-Efels  dryven  >  zyndeyder  van  defelve 
XlanoB  gemeenlijck  vyftigha  ieftigh  fterek ,  foo  brenght  dit  paiTeren,  het  welcke 

naght  ende  dag  duert ,  een  feer  aenmerckelijck  jaerlyks  in-komen  aen  de 
Stad,omdatdeïndiaenen-  boven  de  pont,  welke  dient  om  te  palieren  en 
over  te  varen ,  noch  veele  andere  kleyndergemaeckt  hebben ,  om  de  Revie- 
re mede  op  en  af  te  v  aren 

Als  den  Prieur  van  Comitlan  my  ñu  tot  op  defe  plaetfe  begeleydthadde, 
foo  vonden  wy  daer  de  Vicaris  met  de  voornaemfte  Indiaenen  van  de  Stad, 
ook  hadden  fy  het  meefte  gedeelte  van  hare  Canoas  by  een  gebraghtop  de 
Reviere,  in  defelve  waren  deChoor-Kinderen  ,  welcke  voor  ons  heenen 
fongen  terwylen  wy  die  paffeerden ,  en  andere  Perfoonen  fpeelden  weder 
op  Trompetten  ende  Schalmeyem 

De  Religieus  welke  in  defe  Stad  woonde,wasFrater£  eronimo  de  Guevana 

ge- 


Groóte 


nango. 


Praghtige 
inhalinze. 


L 


ILBoeck.  VoordeSpaenfchemft-ïndien.  'XXCáp,  ¿i$ 

genacmt,hy  was  kleyn  van  licchaem  maer  groots  in  fijne  maniere  van  leven, 
hy  betoonde  fulcks  door  de  groóte  meenigte  Viích  ende  Vleefch ,  welcke 
hy ,  voor  ons  ,  hadde  doen  bereyden . 

Hy  dedeookeenefogeftrengebelijdenifïevan  de  armoede,  dat  hyfederr  Ryckdom 
twaelf jaren, welke  hy  in  die  Stad  gewoom  hadde,  niet  meer  dan  twaelf  vaneen  Be-1 
duyfent  ducaten  hadde  konnen  vergaderen,  welke  hyaen  her  Hof  te  Ma-  del  Monick 
drid  iondom  het  Bifdom  van  Chiapa  te  verkrijgen ,  fulks  wilde  evenwel  dce  en  R°otn- 
niet  gelucken,maer  door  dien  hy  rijék  genoeg  was,  om  nog  een  tweede  iche  simo: 
kanffete  wagen,  foo  verkreeg  hy  het  ielve  toen  ick  van  daer  trock,  fooals  nie' 
men  my  doenmaels  feyde. 

Na  dat  hy  ons  twee  dagen  gedurende  wel  onthaelt  hadde ,  gebruykten  hy  Vertreek 
en  de  Prieur  van  Co?wi/Am  hare  aurhoriteyt,  ommy  weldoordelndiaenen  vai1  kquitt- 
te  doen  vergefelfchappen  en  con  voy  eren,  totaen  heteerfte  Vleck  ofte  de  ^enango. 
eerfte  Stad  van  deCuchumatlanes  toe. 

Men  veriagmy  van  een  MuyUEfeLom  mijn  bedde  te  dragen,in  die  Lan-  M*n™e 
den  voerdmen  dat  gemeenlijck  in  een  lederen  fafcj  met  fig,  welke  men  Pc-  vanreyie11 
taca  noemt ;  Een  ander  Indiaen  droeg  mijne  Potaquilla,daer  in  doetmen  de  »l  d"  Land 
Chocolate  endealles  wat  nodig  is  omdiete  bereyden  ende  tedrincken  •      e  Ti-K 
Drie  andere  indianen  dienden  my  voor  gidfen  ofte  weg-wijfers,  en  mar-  MMtä 
cheerden  voor  ende  agter  my ;  aen  defel ve  was  ick  niet  gehouden  yets  te  o-e-  fteliïck  is 
ven  ,  dan  een  kop  Chocolate  op  den  weg  ofte  des  avonts  -,  om  dar  het  daer 
de  gewoonte  is,  haer  niet  te  betalen;  dies-halven  hadden  fy  de  goedhey  t  van 
my  fulks  te  waerfchou wen ,  ende  daer  omtrent  te  ondern'gten ,  voor  al , 
door  dien  fyfagen  dat  ick  aldaer  noch  een  nieuwlingwas,  en  de  manieren 
des  Lands  niet  verftondde ,  fijnde daer  in  feer  onkundig;. 

Op  dek  plaetfe  was  het,  dat  ick  mijn  af-febeyd  van  die  goeden  Franfman 
nam ,  hy  onderhield  evenwel  geduriglijk  j  door  mecni^vuldig  verwiffelen 
van  brieven ,  een  naeuwe  vriendfehap  met  my ,  fo  lange  ick  in  het  Landt 
van  Guatimala  wasjhier  feyde  ick  ook  vaer-wel  aen  den  kleynemdog  groot- 
moedigen  Guevarra,  die  my  waerfchoude  dat  ik  niet  behoefde  te  verwagten 
dat  myyemanr,  als  Vriend,  foude  onthalen,  dan  na  dat  ick  het  Gebergte 
vzndeCucbumatiatier  gepaffeert  ende  te  Sacapula  foude  gekomen  2yn,  het 
welke  vier  mijlen  aen  geene  fijde  van  het  fel  ve  legt ;  Evenwel  konde  ik  van 
de  Indianen ,  alles ,  wat  ick  van  noden  hadde ,  ey  fichen ,  en  behoorli  jeke 
fpijfe,  fonder  te  betalen,  laten  brengen ,  mits  ick  mijne  vertering  in  het 
publijque  Regifter  aenteeckende. 

Op  defewijfe  verliet  ik  mijne  Vrienden  eenigfints  bedroeft  zijnde,  doof  Melaucolic 
dien  ik  my  alleen  fag,  en  dat  ineen  vremt  Land,  hebbende  voor  alle  ge-  desAutears, 
felichap,eemgeaenmy  onbekende  Indianen,  latende  een fchoone  ende 
aengename  Valeyeagtermy,endevoorwaertsuyt  niet  befpeurende,  dan 
hooge  Bergen,  welcke  feer  fwaer  om  op  te  klimmen  waren ,  buyten  alle  ho* 
pe  van  in  vier  a  vyf  dagen  eenig  Religieus  van  mijne  Ordre  te  fien. 
Sodamg  dat  ik  wenfte  nog  byMelend^  en  mijn  ander  gefelfchap  te  weien, 

E  e  als 


I 


nlilllH 


-^ 


no    II.  Boek.  Foyagie  vanThomas  Gage      XX.  Cap. 

verfet  als  wanneer  wy  malkanderen  op  het  Gebergte  en  de  Rotfen  van  Maqutlapa. 

wcrdc.         vertrooften;  dog  hebbende  eyndelijck  moet  gefchept,  foo  bereydde  ik  my 

tot  alles ,  wat  my  konde  over-komen . 

Befchry-  Hoewel  nu  defe  Bergen  my ,  van  verre ,  feer  hoog  fcheenen  te  zyn ,  foo 

vinge  van     vond  ick  dog  evenwel ,  in  het  op-klimmen ,  den  weg  feer  goed  ende  ge- 

hccGeberg-  mackelijck,  oockquamen  my  >van  tydtottyd,eenigetroupen  Muyl-Efels 

tevan  de       tegen j  Dit  gaf  my  geen  kleynen  moet  ommyne  Revfe  voort  te  fetten, 

Cuchuma-     overleggende  in  myn  felve,  dat,  by  aldiendie  Muyl-Efels,  welcke  foo 

tlams.  fwarepacken  droegen,  die  Bergen  wel  konden  paiTei  en,  het  myn  Muyl- 

Efel,   iñ  allen  fchyn,deste  beter  foudekonnen  doen  ,  die  anders  geen  laft 

dan  myn  Perfoon  droeg  ,  welke ,  buyten  allevergelijckinge,  veel  lighter 

was ,  dan  h  aere  v  ragten  ¿  oock  vond  ick  Dorpen  in  dewelke  ick ,  alle  avoa- 

den, ruften  konde. 

H  oe  ick  meer  voorw^erts  trock ,  hoe  ick  oock  den  weg  breder  ende  ge- 
mackeiijekervondtó  ick  bevond  niet  datmyyers  verveelde,  dan  deregen 
ende  mift  of  nevel ,  doch  fulcks  konde  ick  niet  ontgaen,  omdathetinhec 
eyndt  van  September  was  ,  in  welke  tydt  de  Winter  aldaer  fijn  af«fcheydt 
neemt. 

Het  eerfte  Dorp ,  da:  ik  in  dit  Gebergte  vond  ,  was  St.  Martin  genaemt, 
het  is  klcyn  ,  •zynde  daer  niec  meer  dan  twintig  Huyfen. 
.  Ik  trad  afin  een  Huys  dataen  de  Religieufen  van  St.Francifcus  behoort, 
hoewel  fy  gewoon  lijn  daer  feer  weynig  te  komen ,  ick  deede  in  het  felve  de 
Indiaenen  roepen,  wekker  laft  het  was  de  Rey  íigers  ende  Paífagiers  te  ver- 
fellen. 

Ík  bevondt  defelve  feer  handtfaem ende  beleeft, fy  feyden  my  dat  ick 
welkom  was,  endefy  bragtenmy  aenftonts  warm  water  om  de  Chocolate 
dianeñ  ön-  gereed  temaeken ;  van  deielve  dronk  ick  van  goeder  herteop  hare  gefont- 
der  mal-  heydr;  Ick  gaf  van  defelve  medeaen  myne  Indiaenen  van  Itfuint enanco  te 
drincken,  welcke,  nevens  hare  Muyl-Efels,  feer  wel  onthaeldt  wierden  * 
fonderdathethaeryetskofte,  zynde  het  de  gewoonte  in  alle  de  Dorpen, 
die  op  defen  weg  leggen  >  dat  de  Indianen ,  weike  de  Reyiigers  convoyeren, 
weder-zijds  feer  wel  onthaeldt  werden. 

Ik  hadde  de  magtom  voor  myn  avondmael  teeyflehenhetgeene  ik  be- 

feetGeberg-  geer(jej  dog  ick  vorderde  evenwel  niet  dan  een  jong  Hoen,  omdefe  arme 

lc'  Indianen  niet  te  befwaren  j  Hetquam  my  dog  evenwel  feer  wel  dar  ick 

een  fleikhe  wyn  haddemede  genomen,want  ick  begende  gewaer  te  werden 

dat  het  Gebergte  van  de  €ucbumat¡anes  kouder  was  als  wel  de  Valeye  van 

Capanabajlla. 

Men  bereyde  myn  bedde  in  een  kleyne  hutte  van  ftroy  op-geílagen,  ende 
eenige  Indiaenfche  Jongens  (liepen  in  een  afgefchey  deneplaetfe  van  defel- 
ve ,  om  op  my  te  paffen ,  in  gevalle  ik  yets  mngre  van  noden  hebben. 

Hierop  dan  hebbende  des  anderen  daegs  des  morgens.die  gene  uyrgeJco- 
fen » welke  my  tot  het  naeft-by-gelegen  Dorp  moeiten  brengen ,  en  aen  de 

In- 


St.  Martin. 


Gewoonte 
van  de  In- 


kanderen» 


Koude  op 


II.BoECK.  Voor  de  S{aenfcheWeftJhdiën,  XX.  Cap.  217 

Indianen,  die  my  van  \\c\uint  mango  af  gecon voyeert hadden,baer  af-fcheyd 
gegeven ,  begaf  ik  my  te  bedde, in  het  felve  rufte  ick  fo  wel,  als  ofikinhet 
geielfchap  van  myne  befte  Vrienden  hadde  geweefh 

Des  anderen  daegs ,  zijnde  verfeit  met  twee  Indianen ,  en  een  derde  die  Vertrcck 
de  Muyl-Efel ,  welke  mijne  Cagagie  droeg ,  begeleyde ,  vertrok  ick  van  die  van  St. 
plaetfe,  omnahetnaeft-by-gelegene  Vlek  ofte  Dorp  tegaen,  datmen  het  Martin, 
groóte  Cuchumatlannoemt,  door  dien  het  op  het  hoogite  van  dit  Gebergte 
leght. 

Onderwegen  wefen  my  de  Indianen  den  oorfpronk ,  ofte  de  Fonteyne , 
uyt  dewelcke  de  groóte  Reviere  VanhetJndiaenfcheC¿¿4/>4  fpruyt;  Ditis, 
oock  de  eenigfte  aenmerckens-waerdige  faeke  op  geheel  die  weg. 

Het  groóte  Cuchumatïan  is  een  Dorp  dat  wat  grooter  is  dan  van  Si.  Mar- 
tin ,  werdende  door  feer  beleefde  In diancn  bewoont,  welke  gewoon  zyn de, 
dagelijks  Reyiïgers  teiien,defeIveookmet  alle  mogelijke  beleeftheytont- 
fangen ,  by-brengende  alles ,  wat  in  haremagtis,  om  die  wel  te  onthalen. 

Ik  wierde  op  die  Plaetfe  on tfangen  op  defelve  wijfe ,  als  ik ,  des  avontste  Komfte  in 
voren  in  het  andere  on  thaelt  hadde  geweeft;  ík  vont  die  arme  Indianen  feer  het  groóte 
willig,  enbereyd  om  my  te  voorfien,van  alles,dat  my  nodig  was,om  my  des  Cucbuma- 
volgenden  daegs  te  begeleyden,en  ommy,  fonderyets  te  betalen,  mijn  tlan> 
avondmaelte  verfchaffen,fchrijvende  alleenlijk  mijn  naem,  en  myne  verte-  ^oet  °nt' 
ringenevens  den  dag  op  dewelke  die  was  gevallenen  het  publijkeRegifter.  "ae  a'«aer* 

Defe  arme  ellendige  menfehen  zijn  daer  toe  gehouden  door  de  Ordre  van 
de  Magiftraten  en  de  Religieufemhoewel  fy  niet  dan  een  Milpa,  ofte  kley n 
ftuk  Lands,met  Mai\  hebbemmet  ees  weynig  Chili,om  fig  het  geheele  Jaer 
te  onderhouden,  boven  het  geene  de  Reyfigersen  Kooplieden  haer,  uyt 
haren  vryen  wille  geven, het  geene  gemeenlijk  feer  weynig  is. 

Daer  ván  daen  gaendcom  aen  het  naeiie  Dorp  te  komen,  fo  wilde  ik  den  Vertreck 
gewoonlijken  weg  niet  volgen,  door  dien  men  leven  ofte  agtmylen  moe-  'vandaer» 
fteaf-leggen  ,  fonder  yets  onderwegen  te  eeten  te  vinden,  en  ook  door  dien 
ikteCbiapaente  Capanabafllav er ftaenhaddcdat'er  een  miraculeus  Beeld 
van  de  Maget  Maria  in  dat  Gebergte  was,  ineen  kleyn  Indiaenfch  Dorp, 
CÄ4M//4genaemt,  het  welkeik  dien  dag  voor  my  nam  tegaen  befien  ,door 
dien  ick,  het  felve  al  doende,  niet  meer,  dan  een  myle,  van  denregten  en 
naeftenweg  weeck.     •" 

Hoewel  de  wegen  moeyelijck  en  ruw  waren,door  dien  fy  buyten  den  ge-  ^Pm  íc  íe 
woonlijkendoor-togt  leggen,  foquam  ick  dog  evenwel  op  de  middagh  x.eLbanta' 
Chantla-yHet  is  een  Dorp  dat  aen  de  Paters  de  la  Merced  behoorr,welke,buy- 
ren  alle  twyffeLineenefo  arme  Plaetfe  niet  foude  hebben  konnen  beftaen, 
fo  fy  dat  Beeld  van  de  Maget  niet  gehad  hadden, fy  verhalen  vele  miraculen  Miraculeus 
en  wonder-daden  van  het  felve,  dit  doet  daer  vele  menfehen  van  alle  zyden  Beeldt  te 
natoevloeyemookkomen'erdeReyfigersAvelkersweg  daer  voor  by  valt,  Chantia, 
fy  plegen  daer  hare  Devotie,  en  geven  veeleen  groóte  AelmoeíTcn  aen  de 
Religieufen ,  op  dat  fy  Miflen  voor  haer  fouden  feggen ,  en  te  gelijk  Godt 
voor  haer  bidden.  E  e  *  De/e 


— 


Brcnght 
groóte  ryk- 
domacn. 

Koftehjcke 

Kercke-cic- 

sadeir 


Vertrek  van 
Ch'iantla^w 
lcomfle  te 
Chautlan. 


Schoone 
Druyven. 


HanJel 
oaer  mede 
gedreven. 


Vertreck 
van  Chaut- 
lan, 


Schoone 

gefighte. 


218    ILBoeck.    Vbyagie  van  Thomas  Gage     XX.  G  a  p, 

Defe  Godvrugtighey  t  heeft  dit  arme  Dorp  fo  verrijckt ,  dat  de  Religieu- 
ien middel  hebben  gevonden  om  daer  een  Convent  te  ftigten  ,  in  het  welke 
fig  altoos  íes  a  feven  van  de  hare  bevinden ,  die  daer  leckerlijk  leven. 

De  Kerke  is  feerrijckelijk  verciert  ,ende  voor  al  het  Altaer,  op  het  wel- 
ke dit  Beelt  van  de  Maget  onder  een  Tabernacul  ftaet  jvoor  het  felve  hangen 
fes  koftelijke  gordijnen  van  T-afFetas ,  Satyn  ende  Gout-laeken,  met  Goude 
Kanten  voorden. 

Dit  Beelt  pronkt  met  een  Goude  Kroone»  welde  door  Diamanten  ende 
door  andere  Koftelijke  Gefteenten  verrijckt  is ,  voor  het  Altaer  hangen  ten 
minften  twaelf  Silvere  Lampen,  fonder  die  Sllvere  Kandelaers,  Wieroock- 
vaten.koftelijke  Verhemeltfels ,  Kelken  ,  Pnefterlijke  gewaden ,  Oppron- 
kingen  van  het  Altaer ,  en  de  Tapyten,  welke  in  de  Sacrifty  e  van  de  Kercke 
zijn ,  te  reeckenen ,  ibodanig  datmen  wel  mag  feggen ,  dat  te  dier  plaetfe 
een  groóte  fchat  in  het  Gebergte  verborgen  is. 

Ik  wierde  feer  wel  ontiangen  door  de  Religieufen  welke  aldaer  woonen , 
hoewel  fy  met  my  niet  van  eene  Ordre  waren  ,  f  y  deden  oock  den  geheelen 
dag  niet  anders,  dan  my  Miraculen  van  datB.eid  van  de  Maget  te  ver- 
tellen. ' 

Des  anderen  daegs  hervatte  ick  den  gewoonlijken-weg ,  welke  ick  verla- 
ten hadde  ,  en  ick  quam  in  het  laetfte  Dorp  van  de  Cuchumatlanes,  Chautlan 
genaemt ;  Ick  verbleef  aldaer  het  overige  van  die  dag ,  ende  den  volgenden 
nagtnamikdaer  mijne  rufte;  van  hierfchreefikaen  den  Prieur  van  Saca- 
fula  >  om  hem  te  verwittigen  dat  ick,  des  volgenden  daegs,  door  fijne  Plaer- 
fe  ,  pafleren  foude. 

De  indianen  van  Chautlan  onthaelden  my  feer  vriendelijk,  ik  at  daer  feer 
ichoone  Druyven,  aldaer  op  hareWijngaerden  gegroeyt,  hetwelcke  my 
dede  oordeelen,  dat,by  aldien  men  daer  Wijngaerden  wilde  planten,  die 
alimmersfogoede  Wijn  ,  als  die  van  Spaignien,fo  uden  geven. 

Men  vervoert  die  Druijven  tot  aen  Guatimala  toe,  het  welcke  veertigh 
mijlen  daer  van  daen  is,  aldaer  werden  die  langs  de  ftraten  verkort  als  yets 
raers,  ende  feldfaems,  ende  dat  met  goede  redenen  ,  wanr  men  vindt 
tuiTchen  Mexico  3  ende  defe  Plaetfe ,  geene  andere  die  daer  by  haelen 
moeten. 

Des  anderen  daegs  begaf  ik  my  vroeg  op  weg,  om  foo  te  goeder  tyd  te 
Sacapula  te  komen ,  ick  was  verfeekert,  aldaer  Religieufen  van  myne  Or- 
dre te  fullen  vinden,  ende  bydefelve  kondeik,  foo  ik  wilde,  myeen  weke 
op-houden. 

Ick  hadde  geen  drie  mylen  af  gel  egt ,  of  ick  ontdeckte  in  d  e  laeghte  een 

feer  fchoone  Valeycfy  fcheen  mede  feer  aengenaem,  ende  wierde  door  een 

Reviere  in  twee  deelen  gefneden  ;  de  Sonne  fcheen  daer  vlak  in ,  ende  de 

weerfchyn  van  fijne  ftraelen ,  welke  na  het  Gebergte  toe  ftrekte ,  maeckte , 

datmen  ,  daer  ter  plaetfe,  een  van  de  vermaekelijkfte  uytfigten  des  Wee- 

reldts  genoot. 

Soo 


II.Boeck.  Door  de  SpaenfcheJVefi-Indiën.  XX.  Cap.  219 

Soo  als  ick  van  het  Gebergte  was  af-geklommen,ontmoete  ik  den  Prieur  Oñtmoe- 
van  Sacapula ,  hy  bevond  fig  op  de  kant  van  de  Reviere ,  in  een  met  groente  tinge  van 
bedeckte  Wandelarye,  hyhaddeveele  Indianen  by  fig  ,  welke  my  verwag- den  Prieur 
teden  ,  om  my  met  een  kop  Chocolate  te  tracleren.  van  Sacapu. 

Inden  beginne  deede  hy  my  verbaeftftaen,  fel  vekreeg  ik  een  af-grijfen  ^* 
van  hem  ,  Tiende  dat  hy  foo  groot  een  gefwel  aen  de  kinne  hadde ,  dat  fuicks 
hem  de  geheele  borit  bedeckte  tot  aen  het  middelfte  des  licchaems  toe  ,  fo- 
danig  dat  hy  her  Hooft  niet  kon  de  bewegen,  dan  om  de  Hemel  te  befchou- 
wen. 

ín  het  dilcours ,  dat  ick  ,-in  gevolge ,  met  hem  voerde ,  feyde  hy  my ,  dat  Ongefond 
dat  ongemak  hem  was  overgekomen  federt  tien  Jaren ,  en  dat  door  dien  hy  water, 
het  water  uyt  de  Reviere  hadde  gedronken,  en  dat  meer  andere  Perfonen 
in  het  Dorp  >  nevens  hem  ,  met  dat  ongemak  befogt  waren. 

Dit  deede  my  foo  gróoten  af-grijfen  van  die  Reviere  krygen ,  als  fy  my  te 
voren  ,  als  ick  haer  van  het  Gebergte  befchoude,  behaegt  hadde  ¿  ick  nam 
daerom  voor  niet  fo  lange  in  die  plaetfe  te  verblijven ,  als  ik eerft  wel  hadde 
gedagt,  vreefende  door  dit  water  te  drinken  ,  een  teeken  te  krijgen,  dat  my, 
gedurende  geheel  mijn  ieven,  foude  by-blijven  ,  en  dat  het  metmy,  even 
alsmetdenPrieurfoudegaemfijnennaem  was  Frater  \uande  la  Cn^,fijnde 
hyeen  Bifcayer  van  Geboorte  ,  hy  was  feer  openhertig  ende  nederig:  zynde 
evenfeer  van  de  indianen  ende  Spaigniaerden  bemint. 

Als  ick  in  dit  Dorp  quam  ,  vernam  ik  veele  Mans  en  Vrouws-perfonen ,  Maeckt  de- 
welke, even  als  den  Prieur,  gefwellen  aen  de  keel  hadden^hier  door  verloor  íw"el¡en  aeñ 
ick  by-na  den  iuft  om  Chocolate  te  drinken ;  ick  doi  fte  ook  niets  eeten  dat  de  keel. 
in  het  water  van  die  Plaetfe  gekookt  was,tot  dat  den  Prieur  rnydefen  af  keer 
benam,  feggende,  dat  het  water  niet  fchadeüjck  was,  dan  aen  die  geene ,  Hcerlycke 
welke  het  felve  kout  nuttigden;  hier  door  nam  ik  voor  daer  vier  a  vy  f  dagen  prefentatie 
te  vertoeven,  te  meer  om  dat  den  ouden  Prieur  my  daer  gedurig  om  aen  van   den 
was,  ook  hadde  hy  wel  gewilt  dat  ik  altoos  by  hem  gebleven  hadde ,  my  be-  Prieur  van 
lovende ,  in  weynigtyds,  delndiaenfcheTaleteleeren.  Sacapula. 

Dog  door  dien  ick  door  wigtiger  affaires  na  Guatimala  beroepen  wierde, 
foo  verfchoonde  ick  my  dies-halven,  ende  ik  bleef  niet  danvyf  dagen  in 
die  Plaetfe ,  welke  gedurende ,  ick  my  feer  wel  diverteerde. 

Hoewel  het  Dorp  niet  feer  ryck  is ,  fo  woonen  dog  in  het  felve  eenige  In-  Befchry  vin- 
diaenfche  Kooplieden ,  welke  binnen  in  het  Land  haren  handel  dry  ven,  en  §e  van  het 
voor  al  na  de  kant  van  dcSuchutepet]ueï,het  welke  de  plaetfe  is  daer  de  meefte  ®OIV  y?a 
Cacao  valt ,  en  door  dien  handel  fijn  eenige  van  haer  rijck  geworden.  Sacagufa 

Andere  handelen  met  Aerde-werk,  het  welke  daer  ter  plaetfe  gemaeckt 
wert,  om  datmen  aldaer ,  tot  dat  werk ,  feer  bequame  Aerde  vint. 

Dog  de  voornaemfte  Koopmanfchap  is  het  Sout,  het  welcke  men  des 
morgens  ,  op  de  kant  van  de  Reviere  vint. 

Het  is'er  feer  heet  om  dat  het  Vlek  gebouwt  is  in  een  Dal ,  het  welke,  aen 
alle  zijden ,  met  hoog  Gebergte  is  om-fet. 

Eeg  On« 


1 


Schoone 
Dadelen. 

Ver  e  reek 
van  Saca- 
pula, 

Endekom- 
ftc  te  St. 

'  Andrea. 


tio     II.Boeck.  Vöyagie vanThomas  Gage    XX.  Cap. 

Onder  verfcheydene  fchoone  vrugten  die  aldaer  groeijen ,  vintmen'er 
uy tnemende  Dadelen ,  welke  al  immer  fo  goed  zij  n  als  die  geene ,  die  men 
ons  uyt  Barbaryen  brengt. 

Na  dat  ik  van  de  vermoeytheyt,  welke  het  pafleren  van  het  Gebergte  der 
Cucbumatlanet  in  my  veroorfaekt  hadde,  was  uytgeruft  ,fo  vertrok  ick  van 
Sacapula  om  mijne  weg  na  Guatimala  te  vervolgen. 

Van  Sacapula  dan  quam  ick  in  een  ander  groot  Dorp  St.  Andrea  genaemt, 
het  en  is  niet  meer  dan  fes  a  feven  mijlen  van  h  et  eerfte  genaemde  gelegen, 
dog  men  vint  daer  niet  aenmerkens  waerdig,  dan  een  groóte  meenigte  van  . 
Catoen ,  Kalkhoenen,en eenige Hoeven  met  Beftiael, die  feer  welgelegen 
Zijn ,  om  dat  het  een  feer  vlak  en  effen  'Land  is ,  ook  zijn  fy  feer  ryk,en  even- 
wel is  aen  het  eynde  van-die  vlakte  een  Berg  gelegen ,  welke  die  geene,  die 
na  Guatimala  trecken,veel  fpels  maeckt. 

Te  St.  Andrea  bereydde  ick  my ,  om  ,  op  den  volgenden  dag ,  een  fware 
dag-reyfe ,  van  negen  groóte  mylen  te  doen ,  om  alfoo  in  feeker  groot  Vlek 
te  komen,  dat  eenige  Sacualpa  noemen ,  ende  andere  weder  St. Maria  de 
Zoiaba ;  te  dier  plaetfe  en  kondeick  niet  komen ,  dan  over  dat  Geberghte 
treckende. 

Ick  fchreef  des  voorigen  daegs  na  Zoiaba  ,  fo  als  men  in  die  plaetfe  ge- 
woon is  te  doen ,  op  datmen  Muyl-efels  en  Paerden,  op  het  Gebergte,  fou- 
de  fenden  ,  om  my  te  ontmoeten ,  ende  des  avonts  ginck  ick  in  eene  ¡{ancho 
ílapen  ¿  dit  is  een  H  utte  die  expf efïelijck  voor  de  Rey figers  gemaekt  is ,  om 
als  de  dag-reyfe  lang  valt,  indefelve  te  kennen  ruilen,  fyftaeteen  uer  van 
den  Berg  af,  op  de  kant  van  de  Reviere,  welkers  foeten  aengenaem  ge- 
ruyfch,meteen  friffchen  wint  verielt  zynde,  my  te  dier  plaetfe  een  faghte 
rufte  verleende. 

Des  volgenden  morgens,nadat  ick  een  kop  Chocolate  hadde  genomen, 
om  my  teverftercken,endehet  fel ve mede  aen  mijne  indianen  hadde  ge- 
fchoncken ,  foo  vertrock  ick  van  daer,  om  defe  hoogmoedige  ende  trotfe 
kruy  n  te  beklimmen ,  die  my  evenwel  fo  moeijelijk  niet  fcheen  als  ik  wel  in 
den  beginne  gelooft  hadde,  als  wanneer  ick  die  eeuil  ontdekte,  door  dien 
de  wegen  al  Slangs-wyfe  op-gingen. 
Gevaerlyke  Hoe  ick  evenwel  hooger  op-klom ,  hoe  ik  verbaefder  wieide ,  als  ik  myne 
paflagie.      Dogen  beneden  op  de  Reviere  wierp ,  fien  de  de  Rotfen  bequaem  om  de 

kloeckfte  herten  te  doen  yfen. 
Ontmoe-         £>e  indianen  van  Zmaba  quamen  my  omtrent  op  het  midden  van  den 
tiitgvaiidte  Bergtegemoete.fybragten  twee  Muyl-efels,  de  eene  voor  my  ,  endean- 
nn  Zoiaba.  ^  Qm  myne  Bagagie  te  dragen  ;  de  plaetfe  daer  fy  myby-quamen  was 
imal  genoeg  ^gaendede  weg  daer ,  even  als  op  andere  pleegen  >  al  draeyen- 
de  ende  Slangs-wijfe.  ,¿BBI1 
Ick  begaf  my  te  dier  plaerfe  van  myn  Muvl-efelaf,  terwylende  indianen 
malkanderen  hielpen  >  om  myn  andei  e  Muyl-eiel  te  ontladen ,  en  den  lalt , 
op  de  nieu  wlings  mede  gebragte  te  leggen.  De 


Ven  reek 
van  daer. 
Acngena- 
menaght- 
ruft. 


II,  Boek.  Door  de  SpaenfcheWefi-Indien.  XXI.  Cap.  221 

De  weg  is  befyden  ciefe  enge  paflagie  uy  tnemende  ruw ,  daer  was  eene  af- 
gryíTelijkeíkylte,  van  omtrent  een  myle  weegs  diep ,  by-na  ontbloot  van 
alle  geboomte ,  uy  tgefondert  eenige  weynige  /die  hier  en  daer ,  verre  van 
den  anderen,  ftonden. 

Het  was  of  het  hertemyfeyde  dat  ick  beter  foude  doen  ,gaende  te  voet, 

tot  dat  iele  op  een  ander  plaetfe  foude  fijn  gekomen ,  daer  de  weg  breet  was  ■ 
dog  de  indianen,  eenigevreefe  in  my  befpeurende,  feydendat'er  *antfch 
geen  gevaer  was ,  en  voegden  daer  by ,  dat  de  Muyl-efel ,  welke  fy  vSor  my 
hadden  mede-gebragr.feer  vaft  op  fijne  beensn  was,zynde  gewoon  dat  Ge- 
bergte te  beklimmen. 


HET  XXL   CAPITTEL. 

Sier  groot  gevaer  van  den  Autheur.  Onnofelheyd  ende  by-ge- 
loof  der  Indianen.  Folherdinge  in  defelve.  Hoe  het  gevaer 
des  Autheurs  was  by  gekomen.  Andere  Indianen  al  immer 

.  ■  fio  omwfel  als  de  eer/ie.  Komjïe  teZoizba.  GoddeloofePo- 
litte  der  Monkken  >  gods-lafterlyck  te  werk  ge/lelt.  Offer- 
handeder Indianen.  Somme  van  die  Offerhanden.  Befehry- 
vinge  van  Zoiaba.  Beleeftheyd  der  Indiaenen.  Vertreck 
fijt  Zoiaba. 

H  Ebbende  my  dan  daer  toe  door  de  Tndianen  laten  bewegen,  fo  begaf  Sccr  &oot 
ïcki my  op  de  Muyl-efel ,  dog  ick  fat  daer  foö  dra  niet  op ,  of  defel-  SeYaer  van 
vebegondeBocks-fprongen  te  maeken ,  buyten  de  weg  te  loopen  dcn  Autcur° 
ende  agh  ter  uytteflaen,  vallende  met  my  langs  defe  Rotfenop  den  weg 
d?VL°^S'uW^^  foomyeen  kleynenBoom 

hZtt^m^e  myi  ncv^nsdeMuyl-efeh  opgehouden  in  fijne 

rnvl  ln<tner  ^^o  ^^  aenftonts  tot  het  geroep  van  Miracul !  Mira-  OnndWfc. 
cul !  Een  Hey hg !  een  Heylig  \  en  dat  fooluyde  3  dat  het  fcheen ,  dat  fy  hare  ^ydc  der 
ge^oni^  ,  om  te  maeken  dat  ik  faenen. 

A Jm *^S£ï? ia«enmy  hielpen  om  weder  op  den  weg  te  komen,ende 
^"^^«^^eleydecn  hijften, noemden  fy  my  gedurig. 
Ji  k  met  den  naem  van  den  Heylig ;  fy  fouden  dit  niet  gedaen  hebben ,  in- 
dien iy  ,n  my  eene  gramfchap  ,die  in  een  Heyligniet  behoorde  te  kernen 
hadden  konnen  befpeuren,  dog  door  dien  fy  daer  toe  niet  verftants  genoeg 

had- 


1 


Hoe  het  ge 
vaer  was 
by-geko- 
men. 


II.Boeck.  Voy agie vanThomas  Gage    XXI.Cap. 

hadden ,  dreygde  ik  haer  met  itock-flagen,  om  dat  fy  my  een  jongen  Muy  1- 

efel  gegeven  hadden ,  welke  den  Sade^l  niet  gewoon  was  te  dragen  ,  en  daer 

door  ontftont  die  gevaerlijken  val  door  my  gedaemvan  dewelkeik  door  een 

boom  behouden  wierde ,  en  niet  door  miracul. 

Volhardin-  -    Dog  nog  myne  woorden ,  nog  ook  myn  ky ven  ende  fchelden  waren  be- 

gein  defel-  quaem  om  haer  het  gevoelen, dat  fy  van  myne  Heyligheyt  hadden  opgevat, 

ve.  te  doen  veranderen,  om  dat  fy  geloofden,  dat  de  gramfchapper  eens  Prie- 

fters,  utas  als  het  gefnuyf  van  Godes  neus-gaten,foodanig  dat  fy,  in  dat  dwa- 

fe  bevoelen,  voor  my  op  haere  knyen  vielen,  ende  myne  handen  ku- 

Als  men  nu  defefaekehadde  doorgrond,  foo  bekenden  fy,  dat  fy  haer 
in  het  uytkiefen  van  de  Muyl-efels  hadden  mifgrepen  ,  hebbende  iy  den  Sa- 
del  geleght  op  die  geene,  die  myne  Bagagie  moeften  draegen  ,  weicke 
jen^hwas,  en  noy  t  yets  anders  als  Packen  droeg,  en  niet  den  Sadel,  ende 
myne  Bagagie  hadden  fy  gelegt  op  die  gcene ,  weicke  myn  Perfoon  moeite 

voeren.  • 

Terwijlen  iynudusmethetloffenendelaedcn  van  deMuyl-Efels  befig 

waeren,leydde  ick  omtrent  een  myle  weegs,  den  Berg  op-klimmende, 

af ,  en  als  fy  my  weder  onderhaeld  hadden  .ginck  ickoock  op  myn  Muyl- 

Eiel  fitten, en  vervolgde  mynen  weg,  tot  dat  ick  ter  plaecfe  quam,  die 

men  voor  my,  om  te  ruften,  ende  om  Chocolate  te  drincken  ,  bereydt 

.         hadde.  ■ 

Andere  In-      Soo  als  ick  daer  quam ,  quamen  my  veele  Indiaenen  te  gemoet ,  om  my  te 

djanen  aUo.ontfangen,endedoordienhetgemgcefigaenftonts  onderhaer  verfpreyde, 

onnofel  als  dat  ick  een  Heylig  was,  ende  dat  ick  op  den  weg  een  Miracul  gedaen  hadde, 

de  eerile.      foo  vielen  fv  op  haer  knyen  en  kuften  my  de  handen ,  en  by  gevolge  deeden 

fy  gedurende  den  geheelen  weg,  niet  anders  als  hg  van  myne  Heyligheyt  te 

onderhouden. 

Hare  een  voudigheyt  verveelde  my  tenhoogften  >  dog  hoe  fy  meer  fagen 
dat  ick  de  eer ,  die  fy  my  aendeeden  af-wees  9  hoe  fy  nog  meer  tragten ,  my 
defel  ve  te  betoonen . 

Als  ik  in  het  Dorp  was  gekomen ,  vertelde  ik  de  Religieus  het  geene  my 
gebeurt  was ,  nevens  de  malle  inbeeldinge  der  indianen  5  hy  begonde  daer 
over  te  lacchen  i  en  feyde  my  ,dat ,  foo  ik eenige  tijdt in  het  Vleck  bleef  ahe 
de  Indianen ,  foo  Mannen  als  Vrouwen,  my  de  handen  fouden  komen 
kuffen  ende  gefchencken  geven.        i 

Hy  moeite  hare  genegentheydtdaer  omtrent  wel  weten  ,ot  mogelyck 

hadde  hy  haer  die  Superftitie  geleerd ,  want  wy  hadden  foo  dra  ons  middag- 

mael  niet  gehouden,ofverfcheydene  Indianen  begaven  fig  in  de  Kerke,om 

de  Heylig,  die  in  het  Dorp  gekomen  was ,  te  fien ,  welke  een  Miracul  in  het 

rnrMpinfe   op-klimmen  van  den  Berg  gedaen  hadde.  ' 

Politie  der        Dit  vergramde  my  nog  meer  dan  te  voren ,  fiende  de  eenvoudigheyt  van 

Monicken.  dat  onnofel  Volkjlck  bad  hier  over  den  Religieus  dat  hy  haer  wilde  vertoo- 


Komftc  te 
Zviaba. 


-:  -<&y 


I 


ILBoECK.  Door  de  SpaenfeheíFeJt-Indíen.XXLC  AP,  223 

nen  dat  íy  ongelijck  hadden ,  ende  dat  fulcks  niet  wel  gedaen  was ;  maer  hy 
wilde  dit  gantfchelijck  niet  doen,  feggende  dat  wy  uyt  Politie  alle  de  eere 
moeiten  on  tfangen  die  men  ons  aen  deede ,  om  dat  foo  lange  als  fy  ons  voor 
Heyligen  ver  fleten ,wy  altyd  in  ftaet  fouden  zyn  om  haer  te  overheeriTchen 
ende  om  van  haer  goedt  ende  licchaemen,  als  van  on  feey  gen  e,  te  difpe- 
neren.  F 

Daerop  begafikmymet  den  Religieus  na  deKercke,  ende  ik  ginkmen 
hem  op  een  ftoel  in  het  Choor  fitten ,  vertoonendeden  Per/bon  van  haren 
ingebeclden  Heylig ,  hoewel  ick  in  der  waerheyt  niet  dan  een  arm  en  ellen- 
dig fondaer  was.  . 

Soo  dra  als  wy  plaetfe  genomen  hadden ,  quamen  de  Indianen  foo  Man-  Godtsïa-" 
nen  als  Vrouwen  in  het  Choor ,  gaende  drie  aen  drie  en  vier  aen  vier ,  fom-  fterlyck  cc 
wylen  quamen  ook  geheele  Huys-gefinnen  te  gelijk  ,fig  voor  mynevoe-  werek  gc- 
ten  op  har?  knyen  neder-werpen ,  om  myne  Benedictie  te  ontfangen     en  ftcIc- 
alsfy  my  daer  op  de  handen  gekuft  hadden ,  foo  begohden  {y  my  Compli- 
menten op  hare  wyfe  te  maeken ,  feggende  dat  haer  Dorp  wel  geluckig  was, 
ende  buyten  twyffel  door  den  Hemelgefegent ,  wegens  myne  aen  kom- 
fte ,  en  dat  fy  geloofden  dat  hare  zielen  nieuwe  krachten  fouden  verkry- 
ghen  doormyn  voor- bidden,  foo  ick  dat  voor  haer  wilde  te  wereke  ftel- 
,len. 

Hier  op  gaeven  my  eenighe  geldt,  andere  Honigh ,  Eyeren  ,  kleyne  nff^L^ 
Deeckens,  Palmitas  ende  andere  vrughten,  nevens  Pluym-gedierte /en  J 1 2' { 
Kalckhoenen,  ö  '         denaer  ia- 

Ickbemerckte  wel  dat  de  Religieus welcke  naeftmy  fat,  ten  hoogh-  "' 

iten  verblydt  was  door  het-ilen  van  defe  dinghen  ,  om  dat  hy  wel 
wiite  dat  ick  vertrecken  moeite,  ende  die  faecken  aen  hem  foude  ge- 
ven. & 

Ick  bad  hem  dathy  de  Indianen  voor  my  wilde  antwoorden ,  en  my  ver- 
fchoonen  daer  over,  dat  ick  onkundig  in  hare  Tale  was,  het  welcke  hy 
deede,  feggende  datick  noch  eerft  bínnen  korten  tyd  in  haer  Land  was  ge- 
komen, en  dat,  hoewel  ick  een  groot  gedeelte  verftont  van  hetgeene  fy 
my  m  hare  Tale  feyden,  evenwel,  door  dien  ick  die  noch  nietvolmaek- 
telijck  konde  uyt-brengen  ,  hy  haer  mynent  halven  bedanckte  wegens  de 
vriendtfehap ,  die  fy  aen  my ,  als  een  Gefante  Godts,  betuyghd  hadden,  • 
door  de  verfcheydenhey  t  van  hare  Offerhanden  ,  het  welcke  dan  hem  ende 
my  ook  verpligte ,  om  haer  ende  hare  Kinderen  aen  Godt  te  beveelen ,  in 
degebedendie  wy  hem  dagelij  cks  hadden  voorgenomen,  tot  haren  befte, 
op  te  offeren. 

Op  defe  wyfe  wierden  de  Indianen  weg-gefon  den  en  daer  mede  was  de- 
fe plechtelijckheyd  voltrocken ;  hier  na  gingen  den  Religieus  en  ick  op  een 
boven-kamer ,  aldaer  begonde  hy  fijn  eyeren  en  pluym-gedierte  te  tellen , 
om  er  een  gedeelte  af  voor  ons  avondmaelte  bereyden* 

F£  Hy 


224    H»  Boek.  Foyagle  vanThomas  Gage    XXI.  Cap* 

Hy  fcydemydaer  na,dathy  die  voor  fijn  fclve  wilde  bewaren,  dog  dat  hy 

die  my ,  op  my  n  vertrek ,  wilde  betalen ;  dat  ik  voor  als  n  u  het  geit  ,  datmen 

my  gegeven  hadde,  konde  na  my  nemen ,  dat  ik  tot  iijnent  welkom  was > 

alwaer  ik  hem  niet  toteen  laft  konde  verilrecken3maer  veel  eer  groot  nut 

toebrengen,  na  dat  ik  foveel  leef-  togt  vergadert  hadde,  dat  wy  tefarnen 

daer  van  ,  veele  dagen ,  goede  ciere  konden  maecken . 

Soimrne  van     Het  geit  dat  ik  ontfangen  hadde  beliep  tot  op  veertig  realen  >boven  nog 

de  Offer-  twintig  andere  diehymy  voor  de  refte  van  de  Offerhanden  gaf,  welke  wel 

handen.      ^et  dubbelt  waerdig  waren ,  en'dit  verkreeg  ik  alles  om  dat  ick  gevallen  was 

en  door  het  felve  den  hals  niet  hadde  gebroocken. 

Ick  was  van  voor-nemen  om  den  volgenden  dag  te  vertrecken ,  dog  de 

Religieus ,  f  uan  Vidal  genaemt  i  wilde  fulcks  niet  toelaten ,  om  dat  ick  ten 

minften  nog  tien  myle  moeite  af-leggen ,  ende  hy  wilde  dat  ick  nog  wat 

ruften  loude. 

Befthry  vin-     j7>¿c  yiek  van  Zoiaba  ofte  Zacuaipa  ,  is  het  fehoonfte  en  het  grootfte  van 

ge  wüZvia- ¿He  die  gene  welke  onder  de  Prieurye  van  Sacapula  behooren ,  de  Indianen 

'm;  fïjn'er  ryk ,  en  maeken  veele  deekens  van  hetCatoen  dat  fy  plucken. 

Sy  hebben  ook  groóte  meenigte  Honig,  veele  troupen  Geyten  ,  dog  fy 
hebbegeene  Tarwe,  ende  en  backen  niet  dan  M^,  en  fois  het  ook  in  de 
andere  Vlecken ,  die  op  dit  volgen ,  gelegen. 

Des  anderen  daegs  hadde  ick  nogeenige  kleyne  Offerhanden ,  dog  wey- 
nig  ten  opfigte  van  den  voorigen  dag ,  foo  dat  ick  tot  den  Religieus  feyde , 
dat  ik ,  aengefien  de  devotie  van  het  Volk  begonde  te  verkouwen  ,  des  vol- 
genden daegs ,  voor  het  opftaen  der  Sonne ,  wilde  vertrecken» 
leleeftkevÊ      £>ien  avont  quamen  de  voornaemfte  van  de  Indianen  van  het  Vlek ,  ha- 
der  India-  ren  dienft  aenbieden ,  om  my  te  geleyden  tot  een  Rancho  ofte  Hutte ,  die  te 
sieru  midden  op  den  weg  ftaet,  maerik  bedanckte  haer,  en  bad'ermet  eenen 

my  maer  drie  Mannen  te  geven  van  de  geringde  van  het  Vleck ,  om  my  te 
geleyden  ter  plaetYe  daer  de  andere suyt  het  naefte  Vlek,  my  moeiten  te  ge- 
moet  komen  *  welke  ick  hadde  van  mynekomitedoen  waerfchouwen. 
Vertreek  Als  de  tydt  van  myn  vertrek  gekomen  was ,  het  welke  was  ten  drie  ueren 
nytZotafa,  des  morgens , riepmen  my^nadat  ick  wat  geruft  hadde,  en  hebbende  wat 
MaiTepain  gegeten  ende  een  kopChocolategedronken,bereyde  ikmyom 
te  vertrecken ,  vindende  de  Indianen  t'eenemael  op  deplaets  gereet ,  my 
met  hare  tacken  van  Pyn-boomen  verwagtende ,  die  als  fakelen  brandemfy 
bedienen  iig  daer  van ,  om ,  als  men  des  nagts  reyit »  den  weg  te  vinden ,  en 
die  geene ,  die  fy  begeley  den ,  te  lighten» 

Eenweynig  aengeene  zyde  het  Vleck,  vonden  wyden  weg  al  vry  wat 
oneffen  ende  hobbelig  j  hier  hadden  wy  het  light  van  nooden ;  Hier  nae 
quamen  wy  ineen  vlack  ende  effen  Land ,  het  welke  iig  uytftreckt  tot  aen 
de  Hutteofte  Cabane  toe,  welke  op  het  midden  van  den  wegis  gelegen  ^en 
aa  defelve  moeiten  wy  nog  een  ruwen,  Berg  op-klimmea. 


ILBoeck.  Door  de  Spaenfchê  Weft-Indïèn,  XX,  Cap.  2  2  f 

Door  dien  ik  nu ,  in  het  uyt-geven  van  defe  myne  Reyfen,niet  meer  heb- 
be  voor  oogen  gehadjdan  het  bekent  maken  van  de  fonderlinge  voorfienig* 
het  Gods  omtrent  myn  Perfoon,endat  foom  mynefchuldigen  pligt  af  te 
leggen, als  om  alle  Reyfigers  te  bewaren  voor  het  vallen  in  wanhope,nopen~ 
de  defelve,  ende  te  doen  gedenken  aen  het  geene  den  Koninglijcken  Pro- 
pheet legt  in fyn  honderten  feven-en-veertigften  Pfalm,datde  HEERE 
ook  de  Vremdelingen in  fijne  bewaringe  neemt,  ibokan  ik  hier  niet  af- 
fcheyden  voor  den  Lefer  voor  oogen  te  ftellen ,  hoe  het  my  ,  die  van  myn 
Vader  en  andere  naeite  Bloed-verwanten  geabandonneert  was,en  ook  ont= 
fet  van  het  gefelfchap  der  Spaigniaerden,  die  ik  doenmaels  als  myne  Lands- 
genoten erkende ,  fonder  des  HEEREN  fonderlinge  voorfienigheyt,foude 
mogelijk  zyn  geweeft ,  moet ,  couragie  en  luft  te  hebben ,  om  myne  Reyfe 
te  vervolgen,  en  een  goede  uyt-komftevan  defelve  te  verhoopen ,  fo  de- 
íelve  onfe  GO  DT  my  niet  wonderlijk  hadde  gefterkt ,  vindende  ik  onder- 
wegen geene  andere  Perfoonen  dan  vyanden  van  myne  Natie,  welckeeen 
yder  bekent  was ,  ofte  Indianen  *  diemeerChriftenenin  fchyndanin  der 
daet  waren ,  en  die  my  ,  alleen  zynde ,  en  onkundig  van  harelaf-hartigheyt* 
door  hare meenigte  altoos  in  groóte  vreefe  moeftcn  houden;  dog  dit  alle* 
niet  tegenftaende  ,  geliefde  het  de  genadige  GODT,  my  foodanigh  te 
flercken  ,  dat  ick ,  onder  haer ,  even  als  onder  myne  befte  Bloed- vrienden  * 
ende  fonder  eenigefwaermoedigheyt,  leefde,  ook  vond  ick,  opmeeft  alle 
de  Plaetfen ,  yemant ,  welcke ,  door  myne  aengeborene  opreghrighey t  be- 
wogen, my  de  hand,  tegens  allebenyders,  boven  hielt.  Ick  dan ,  die  de 
HEERE  hier  noyt  genoeg  voor  kan  dancken,bidde  alle  ende  een  yder  Rey= 
figer,  welke  de  HEERE  voor  oogen  heeft,  noyt  aen  fijne  hulpete  wan- 
hopen ,  maer  altoos  in  hetgoede  voort-gaende,een  geluckigeynde  van  fijne 
genadige  hand  te  gemoette  fien.  Den  Lefer  vergeve  my  defe  kleynedi- 
greffie ,  en  hoore  vorder  na  het  veryolg  van  myne  Reyfe. 


¡Ij 


Ff» 


HET 


Z26    II.Boeck.  Voyagie  vanThomas  Gage  XXII.  Cap. 


Sorge  tier 
Indiaenen 
omtrenc 
den  laft:  der 
Geeftelijke. 


Vertrek  na 
St.  Martin. 


Komfte  al- 
daer. 

Gelegent- 
heyt  ende 
■rrught- 
baerhcydt. 


HET  XXII.  CAPITTEL. 

Sorge  der  Indiaenen  omtrent  den  laft  ende  beveelen  der  Geefte- 
ftelycke.  Vertreck  na  St.  Martin.  Komfte  aldaer.  Gele- 
gentheyt  ende  vrughtbaerheydt  van  die  Plaetfe.  Vertreck 
van  St.  Martin.  Rycke  Indianen  te  Chimaitenango.iSAö- 
nejder-merckt.  Vermaeckelyckheden  op  defelve  aengeftelt. 
Seecker  verbaftert  Spaenfch  Priefters  ,  is  feer  gheveynft  , 
aghterdoghtigk  ,  en  qualyck-fpreeckende ;  hy  dry  ft  bitter- 
lyck  denfpot  met  den  Autheur,  die  hem  aerdighlyck  beant- 
woort,  weder  befpot ,  ende  den  mondt  ftopt  >  tot fyne  groóte 

.  vreughde.  Vertreck  van  Chimaltenango.  Befchryvinge 
van  Xocotenango  j  ende  van  de  vrught  Xocotte ,  waer 
mede  men  de  Verkens  vet  meft.  Hoven.  Waet  er -molens. 
Schoone  Kef ck-gevel ende  Altaer.  Komfte  te  Guatimala. 

HEt  was  des  morgens  ten  feven  ueren  als  wy  aen  defe  Hutte  quamen, 
wy  vonden  daer  de  andere  Indianen  welke  ons  verwaghteden ,  fy 
waren  ter  middernagt  uyt  haer  Dorp  getrocken.en  hadden  vyer  ge- 
maeckr  j  oock  hadden  fy  warm  water  bereyd  om  de  Chocolate  te  bereyden  , 
waer  uyc  men  befpeuren  kan ,  met  hoe  veel  forge  ende  wilvaerdigheyd  die 
arme  Indianen ,  de  Ordren  der  Kerckelijcke  Períoonen  gehoorfamen  ende 
na-komen. 

Terwylen  dat  ik  myne  Chocolate  dronk ,  hadden  de  Indianen  van  Zoia- 
ba3  welke  my  tot  die  plaetfe  tocgeconvoyeert  hadden  ,die  van  St.  Martin, 
het  welke  de  naem  van  het  Dorp  wasjnahetwelckeickr.rock,  wuftig  ge- 
maeckr.  van  het  Miracul  dat  ick  gedaen  hadde,  op  dat  fy  aen  my  ,  als  aen  een 
Heylig ,  fouden  hare  eerbiedigheyd  bewyfen ;  als  ick  haer  hier  op  yder  een 
kop  Chocolate  hadde  gegeven ,  liet  ick  haer  van  my  trecken ,  neemende 
met  eenen  den  weg  na  St.  Martin. 

Het  grootfte  gedeelte  van  die  weg  is  Berghaghtig  ende  vol  Rotfen,  tot 
aen  twee  mijlen  van  het  Dorp  toe,  daer  wyopden  middag  arriveerden. 

Het  is  een  kout  Climaet,  gelegen  op  een  feeraengename  hoogte,  van 
dewelke  menby  na  tot  aen  Guatimala  toe  fien  kan,  aldaer  omtrent  valt  feer 
goedt  Koorn  in  gröot-e  menigte »  gelijck  oock  in  het  meeft  e  gedeelte  van 
de  om-leggende  Dorpen. 


U.BozcK.DoordeSpaenfchefFeJl-Indien.  XXII.Cap.  227 

De  honig  die  daer  valt  is  de  befte  van  dat  geheele  Land  ,  dog  voor  21  be-     , 
forgendclnwoonders  vandefeplaetfe,  die  van  Guatimala^  van  Waghtels, 
Patryíen  ende  Conynen. 

Dit  was  het  eerfte  Dorp ,  onder  de  Stad  van  Guatimala  behoorende.in  het 
welcke  ick  quam ;  lek  was  daer  over  niet  w'eynig  verheugt ,  Tiende  dat  ick 
doen  niet  meer ,  dan  nog  eene  goede  dag-reyfe  hadde  af  te  leggen ,  om  foo 
grooten  weg  te  vol  eyndigen. 

De  Religieus  die  in  dat  Dorp  woonde  was  Frater  Thomas  de  la  Cru% ,  ge- 
naemt,  hyftondt  onderde  Jacobynen  van  Guatimala,  en  hoewel  hy  een 
Criool  was,  foo  liet  hy  doch  niet  na  my  wel  te  ontfangen. 

Ick  bleef  niet  dan  dien  avondtby  hem  ,  en  hoewel  ick  des  anderen  daegs  Vertreck  1 
myn  middagmaal teGuatimata  kondegaen  houden, foo  wildeick dog  my-  van  St. 
nen  weg  neemeh-éöor  een  vandegrootfte  Dorpen  ofte  Vlecken  van  die  Martin. 
Landen;  men  noemt  het  fel  ve  Chimalttnango,  hetlightin  een  Valeye  drie 
mylen  van  Guatimala, zldzer  fijn  ten  minften  duyfent  hoofden  van  Huys- 
gefmnen ,  ende  onder  defelve  verfcheyde  rijeke  indianen  die  op  het  platte 
Landt  handelen. 

In  myn  tyd  was  daer  een  Indiaen die  vyf  duyfent  Ducaten  aen  de  Kercke  Rycke  In- 
eraf,  defelve  behoeft  voor  niet  eene  van  alle  diegeene  die  inde  Stadt  van  ^Ianente 
Guattmalazyn  ,  te  wyeken,  ende  in  hare  Mufijcque  overtreft 2,y  alle  die  Mimaite- 
geene  van  geheel  dat  Landt.  ■    *' 

Het  voornaemfte  Feeftdat  te  Chimaltcnango  gevierd  wierd  ,  valt  voor  op  Schoone 
den  fes-en -t  win  tigften  Julii ,  het  is  alsdan  den  dagvan  Sf.  Anna  ;  n  enjaermerkt. 
heeft  daer  dan  defchoonfte  Jaer-merktdie  ik  in  die  quartieren  genen  hebbe 
fo  wat  de  Koop  man  fchappen  acngaet  die  men  daer  brengt ,  als  ook  wat  be- 
treft het  groóte  getal  van  Kooplieden,  welcke  aldaer ,  van  verfcheyde  quar- 
tieren ,  komen.  \t         \re 
Men  fiet  daer  als  dan  Stier-gevegten ,  wed-loopen  tePaerde,  Comedien,  ;er™a'Ke" 
Mafqueraeden ,  Daniïen  ,  Speelen  op  Inftrumenten ,  ende  andere  divemf-  «c5ä;° 
fimenten  ,  waer  mede  deïnwoonders  van  die  Plaetfe  den  géheelen  dagh  aepn£,efteIc< 
door-brengen.  c     , 

De  Parochíaen  van  datDorp  was  van  de  Ordre  van  St.Dommicus,hy  was  be"K" 
onderhorig  van  het  Convent v^nGuattmaU,  ende  wierde  genaemt  Alfinfo  ™*lf  c" 
Hidalgohy  hadde  ter  oorfaeke  van  fijnen  ouderdom ,  altoos  de  bril  op  de  ^^ 
neus:  hy  was  wel  in  Spaignien  geboren,  doch  van  fijne  tedere  jeughtaen  j 
in  dat  Land  opgebraght ,  foodanig  dat  hy ,  hebbende  het  geeftelijck  kleedt 
te  Guatimala,  onder  de  Criolen,  aengenomen  ,  de  liefde  tot  fijne  Land- 
aerdt'eenemael  hadde  veri  ooren  ,  ende  een  doodelijcken  haet  voerde,  te- 
gen salie  diegeene  die  uyt  Spaignien  quamen. 

H  y  was  een  geüaegen  vyand  van  de  Provinciael ,  door  dien  hy ,  door  de 
gonftevande  Criolen,  nafijn  Arnptftondj  ook  leerdde ick  hem  kennen, 
alfeo  hy  met  my  in  queftie  iogt  te  geraeken ,  terwijl  ick  tot  fynent  was. 

f  f  3  *~*y 


1 1 

lul 


:!: 


Hy  dry  fe 
bitcerlyck 
den  (pot 
met  den 
Authenr. 


228    II.BoECK.  Föyagie  van  Thomas  Gage  XXII.  C  a  p. 

Is  feer  ge-        HyTeydemy,dog  tegens  het  gevoelen  van  fijn  herte,  datikfeer  welkom 

veynftcn      was;  hy  beeldefig  in,  dat  alle  die  geene,  welke  uyt  Spaignien  quaemen* 

aghterT        de  Reyfe  niet  aen  vingen ,  dan  ,  om  de  naturelle  van  het  Land  ,  den  voet  te 

doghtigh.    ligten,  ende  dat  ick,  als  ickdeTaele  van  het  Land  foude  geleert  hebben* 

fulks  mogte  in  het  werk  ftellen  ,  en  hem  uyt  eene  plaetfe  ftoten  ,  in  dewelke 

hy  ,  by-na  van  fijne  Jaren  van  difcretie  af,  geleeft  hadde, 

f"  P  J         *ty  %de  veel  quaers  van  den  Provinciael ,  als  ook  van  Frater  \uan  Bapti- 

íprekende.  j¡a,¿ie  priear  Van  Guatimala  wasjen  dat  door  dien  hy  wifte  dat  fy  beyde  my- 

ne  Vrienden  waren ;dog  op  ditalles  wilde  ick  niet  een  woord  antwoorden, 

ontfag  aen  fijne  jaren  ende  aen  fijn  Bril  toe-dragende. 

Eyndelijk  feyde  hy  my,  dat  hy  hadde  hooren  feggen,  dat  de  Indianen  van 
Votaba  my  als  een  Heylig  hadden  af-gefchildert ,  het  welke  hy  nietkonde 
geloven  van  yemant  welke  uyt  Spaignien  quam,  en  nog  veel  minder  van 
my ,  die  uyt  Engelanu ,  dat  een  Ketterfch  Ry ke  was ,  was  geboren  ;  hy  fey- 
de ook  dat  hy  veel  eer  geloofde  dat  ik  een  verfpieder  was ,  zynde  gekomen 
om  de  ryekdommen  van  dat  Land  te  onderfoec^en ,  om  van  defelve,  nae- 
maels,  rapport  in  Engeland  te  doer¿ 

Dat'er  veele  feer  koftelij  ke  ftucken  in  die  Stad  van  Guatimala  waren ,  en 

onder  andere  in  het  Convent  van  de  Jacobynen  een  Beeld  van  filver  van  de 

Maget  Maria,  ènde  een  feer fwáere  Lampe,  endehy  verfeekerde  fig ,  dat 

ick  defelve  voor  myn  deel  van  den  buyt  foude  kiefen. 

Die  hem         Dog  ick  keerde  ditalles  in  jocken  fpotternye,  feggende  dat  het  eerfte 

aerdigh-       werek ,  dat  ick  doen  wilde ,  foude  wefen,  de  fchatten  ende  rykdommen  van 

lyck  beaut-  fijne  Kamer  te  in  ven  tariferen,  in  dewelke  veele  fchoone  Schilderyen,  Ta- 

woordc ,     pyten  en  Cabinetten  waren  ,  opdat,  als  de  Engelfche  quamen,  terwylen 

weder  be-    ick  nog  in  dat  Land  was ,  ick  haer ,  in  feekerhey  t  van  goeden  buyt  te  vin- 

fpot,ende    den  ,  tot  fijnen  t  mogte  brengen. 

eyndelyck  £n  ¿zt  >  wat  {ïjn  Perfoon  belangde*  fo  hy  filvere in  plaetfe  van  loode  tan- 
den mondt  Jen  (  welke  in  fijnen  mont  waren  door  dien  allede  natuerlijkedaer  waren 
"°Pt#  uyt  gevallen  )in  fijnen  mont  wilde  fettèn,  ick  hem  dan  mede  aen  de  En- 

gelfche wilde  overgeven ,  en  haer  raden  fig  meefter  van  fijn  Perfoon  te  ma- 
ken ,  als  fijnde  hy  mede  yets  koftelijcks ,  ter  oorfake  van  fijne  tanden ,  hem 
verfeekerende  dat  fy  hem  welfouden  handelen  ,  fo  ter  oorfake  van  de  ryk- 
dommen die  in  fijn  Kamer  waren ,  als  van  die  gene,  die  hy  in  fijn  licchaem 
hadde. 

Ick  voegde daerby,  opdat  mijn  raethemeenig nut  foude  konnen  toe- 
brengen, dat  de  Engelfche,  wanneer  fy  in  dat  Land  quamen,  mogelijk  fou- 
den  willen  weten ,  van  wat  ftoffe  fijne  tanden  waren ,  als  agtende  dat  fy  van 
yets raers,  in  dat  Land  vallende,  mogtenzyn  gemaeckt;  datfyoock,om 
fulks  teonderfoecken,hem  yersheetsfonden  konnen  doen  drinken,dathet 
loot  daer  door  komende  te  fmehen ,  en  in  fijne  keelefchietende ,  hem  eenig 

quaedt 


II.  Boek.  Door  de  Spaenfche  Wefi-Inaïèn.  XXII.  Cap.  2  29 

quaedt  foude  konnen  veroorfaeken  ,  het  welke  hy  alle  on  tgaen  konde  fo  hy 
die  van  filver  deede  maecken, 

Hy  bemerkte  wel  dat  ik  den  fpot  met  hem  dreef,en  daerom  feyde  hy  daer  Tot  fine  ' 
van  met  meer,  ende  ik  was  feer  verheugt  dat  ick  hem  denmont  hadde  ge-  groóte 
ftopt ,  op  dat  hy  my  met  meer  befchempen  foude.  vreugde. 

lek  feyde  hem  oock ,  na  dat  ick  het  middag-mael  hadde  gehouden  f¿  dat       °    ' 
kkna  hetavondtmaelniet  wilde  waghten ,  maer  een  luchtigkosje  in  het 
Convent  van  Guattmala  gaen  eeten  ,  door  die  hy  my  foo  hertje  fpijfe 
hadde  te  eeten  gegeven ,  datick  geloofde ,  dat  ick  defelve  niet  dra  verteeren 
foude. 

Ik  bad  hem  dat  hy  my  Indianen  wilde  geven  om  my  tot  aen  Guattmala  toe 
te  geleyden ,  hy  dede  dit  feer  geerne ,  vrefende  mogelijk  dat  fo  ik  des  avonts 
by  hem  bleef,  ick  fijne  Tanden ,  met  hec  heete  water  van  de  Chocolate ,  die 
ick  van  Cbiapa  gebragt  hadde,  foude  doen  fmelten ,  ofte  dat  ick ,  geduren- 
de den  nagt,  fijne  kofteiijckefchilderyen ,  ende  fraeyeEbben-houte  Cabi- 
netten  foude  fteelen. 

Ik  haefte  my  om  te  vertrecken  ,  fo  dra  de  Indianen  gekomen  waren  \  op  Verrreck 
dat  ick  dit  Beeft  met  vier  oogen  niet  meer  foude  fien ,  en  ook  om  in  de  Stad  van  cbimal- 
van  Guattmala  te  konnen  ruften.  tenango. 

Alsmen  een  myl  van  het  Dorp  van  Chimaltenany  af  is ,  ende  de  Valeye, 
welcke  geheel  open  leght,  heeft  verlaten,  foo  vintmeneen  kommerlijcke 
ende  náeuwe  weg ,  tuftchen  de  Bergen  ,  welke  die  van  beyde  zyden  befluy- 
ten  r  tot  die  tyd  toe  ,  darmen  digte  by  de  Stadt  van  Guattmala  komt ,  fonder 
datmen  ter  linker  ofte  ter  reghter  hant  van  defelve  kan  af-ryden ,  ook  is  fy , 
van  de  Valeye  af ,  tot  aen  de  Stad  toe,  feer  effen  ende  fandig. 

Men  vintveelebefiens  waerdige  dingen  op  die  weg,  welcke  maer  twee  Befchryvin- 
mylenlanghis,ende,foo  gefeghtis,  geheel  met  Bergen  beflooten.want  gevanJft- 
men  fiet'er  een  Dorp  van  Indiaenen ,  het  welke  een  groot  gedeelte  van  den  cotenango. 
weg  beflaet ,  ende  alfoo  Volck-rijk  ,  ja  meer ,  dan  dat  van  Chimaltenango  is , 
door  dien  de  Huyfen  feer  wyd  zyn  uytgebreyt ,  ende  onder  defelve  fietmen 
feer  veele  Spaenfche  gebouwen  \  welke  die  van  Guattmala  aldaer,  tot  haer 
vermaeck ,  gebouwt  hebben. 

Dit  VleckwertXocoff»4»gogenaemt  ,en  dat  ter  oorfaecke  van  feeckereBeichrvvin" 
vrugt  Xocotte  geheeten ,  van  dewelke  men  een  groóte  meenigte  aldaer,ende  ge  van¿c 
in  de  omleggende  plaetfevint»  *  vrugt  Ab- 

Defelve  is  feer  verkoelende ,  ende  van  een  goede  couleur  als  Cy  ryp  is^aer^"'* 
werden'er  van  twee  foorten  gevonden ,  íoete  ende  fuere ,  ende  de  Indianen 
ftoockenvyer  van  hare  kernen. 

Sy  vallen  in  foo  groóte  meenigte  van  het  geboomte,  dat  langs  den  weg  Waer  mede 
ftaet,  dat  de  Spaigniaerden,  omdat  die  niet  geheel  te  loorfouden  gaen  ,  men  de 
daerom expreflelijk Verekens op-gekoght hebben ,  endedefelve  langs defe  Vcrckens 
geieyde  weg  laten  drijven ,  alwaer  zy ,  door  het  eeten  van  dek  Pruymen ,  meft. 

al 


■'■  i: 


1 


II 


':il! 


Hoven. 


Water» 
molens. 


Schoone 
Kerck-ge- 
vel  ende 
Alcaer. 


Kcmfte  te 
Quatimah, 


230  II.  Boeck.    Vbjagie  van  Thomas  Gage  XXII .  Cap. 

al  immer  fo  vet  werden,  als  dat  ielve  foorte  van  Beeften,  door  het  eeten  van 
de  Eyckelen ,  in  Engeland  wert. 

Men  fiet  oock  veeie  fchooneTuynen  en  Hoven  op  defen  weg  >  uytde- 
felvebrenghtmenhet  geheelejaer  gedurende, in  de  Stad  v&nGuatmala , 
kruyden ,  wortelen ,  vrughten  ende  bloemen. 

Men  vint  oock  op  defelve  paiTagie  drie  Water-molens,  in  dewelckealle 
het  Koorn  van  de  Stad  gebrooken  werd,  de  befte  van  defe  drie  behoort  aen 
de  Religieufen  van  de  Ordre  van  St.  Dominicus  die  in  GuatimaU  zyn ,  díe 
gemeenlijck,  tot  het  opfight  van  defelve,  aldaer  eenMonick  ende  drie  a 
vier  Negers ,  onderhouden. 

De  voor-gevel  van  de  Kerk  van  dat  Dorp  werd  voor  een  van  de  fchoon- 
fíre  werken  van  dat  Land  gehouden  ,  het  groot  Akaer  van  defelve,  is  mede 
feer  heerlijk  ende  koftelijk, als  fijnde  geheel  met  goud  bedeckt. 

Ick  hielde  my  niet  lange  in  defe  plaetfe  op ,  door  dien  ick  wel  wifte  dat 
ick,  als  ick  myin  de  Stad  foude  neder-geflagen  hebben ,  daer  dickmaelen 
genoeg  foudekonnen  komen. 

Op  deiewijfe  vervolgde  ick  mynen  weg  tufíchen  het  Gebergte,  totdat 
ik  binnen Gwdf/OTrf/aquamiWelckersgelegentheyt,  ftaet,  ryekdom  ende 
grootte  ick  bredelijkin  het  volgende  boeck  falbeichryven. 


Eynde  van  het  tweede  Boeck» 


Nieuwe  en  fier  Naeuwkeurigt 

REY      S      E 

Door  de  Spaenfche  West -Indien 

VAN 

THOMAS    GAGE, 


HET  DERDE  BOECK. 

Het  I.  Capittel. 

Swackheydt  van  de  Stad  van  Guatimala.  Haerefobere  mt- 
terlycke  toe-ftandt.  Die  doch  gheheel  binnen  wat  beter" is. 
Komfte  aen  het  Convent  van  Guatimala.  Daer  den  Au- 
theur feer  wel  werdt  ontfangen ,  tot  fyne  groóte  vreughde. 
Den  Autheur  doet  eenpublyck  difpuyt.  Voornaemftetwift- 
puntt  van  hetfelve.  Gramfchap  der  Jefuiten  daer  over  y 
onder  dewelcke  den  Autheur  fyn  credit  verlieft ,  doch  by 
andere  weder  aenwint.  Den  Autheur  werdt  Profejjorm 
de  Philofophie,  het  welcke  hem  benyt  werdt,  dat  hem  aen- 
moedight  om  beter  te  doen ,  en  naght  ende  dagh  teftude- 
ren.  Deu  Autheur  werdt  Ordinaris  openbaar  Predicker, 
en  verkrygtot  daer  toe  depermiffie  des  Bifichops.  Boelange 
den  Autheur  in  Guatimala  verbleef.  Befchryvinge  vande 
Stadt  van  Guatimala,  ende  van  de  wegen  om  van  en  tot 
die  Plaetfe  te  komen.  Twee  Vulcanufien  ,  ende  abuys  der 
Spaigniaerden  daer  omtrent :  ¡Vater-Vulcanus.  Spaenfche 
Hiftorie.  Schrickelycke  defperatie  ende  veraghtinge  Godts. 

G  g  yer- 


§  11 


a  £2  HL  Boek.  Foyagie  vanThomas  Gage  I.  Cap. 
Fervaerlyck  ende  reghtvaerdigh  oordeel  Godts.  Fermaec- 
kelyckheydt  van  de  JVater-Fulcanus.  Af-fchuwelyckheydt 
van  de  andere.  Gevaerlycke  gelegent  heydt.  Schrickelycke 
brandt.  ¡Vonderlycke  kraght  des  vyers.  Gewoonlycke  toe- 
(landt  van  de  Vulcanus.  Schrickelycke  Aerd-bevmge.  Ge- 
:  '  tempert  heydt  des  CUmaets.  Overvloedt  van  leef-toght  >en 
voor  al  van  Offen-vleefch.  Qorfaecke  daer  van.  Een 
Spaigniaert  heeft  40000.  Koe-beeften.  ¡Vyfe  op  dewelcke 
de  Steden  ende  Flecken  van  Guatimala  met  Vleefch  voor- 
fan  werden.  Groóte  toe-voer  van  Schaepen.  ¡Vonderlycke 
geringe  prys  van  het  Fleefch  ende  andere  fpyfe.  Getal 
van  de  Huyfen  in  Guatimala.  Merkt  van  die  Stad.  De- 
licateffen  der  Crioïen.  Groóte  Koophandel  in  Guatimala. 
Ryckdom  der  Siadt.  Regeeringe  van  Guatimala  ende  het 
omgelegene  Landt.  Befchryvinge  van  het  Hof  van  Gua- 
timala. Tractament  des  Prefidents  van  Guatimala.  Hi- 
flonevan  Dom  Juan  de  Guzman.  Gierigheyt  van  Dom 
Gonzalvez  de  Paz  de  Lorenzana.  Voor  beeldt  daer  van. 
Tractament  der  Racden  e?ide  des  Fifcaels.  Groot  prof  y  t  der 
Raden.  §¡uade  adminifiratie  der  Juftitie.  Kerke  van  Gua- 
timala. Kloofters.  Inkomen  dè^rjacobynen.  Hare  Schatten. 
Befchryvinge  v  an  haer  Kloofier.  Befchryvinge  van  het  Con- 
vent de  la  Conception.  Hiftorie  van  Donnajuanna  de 
Maldortadb.  Oploop  door :haer ontftaen  ¡wert door  denPre* 
fident  geflift.  Groóte  praght  ende  ryckdom  vaneenNonne. 
'Koftelycke  Capelle  ofte  Gebede-kamer.  Ferdorventheyt  der 
Kloofteren.  Ongebondenheyt  ende  Godhosheytin  de  Stad. 

Cken  haddenog  gecivdayiënr  paffen  aen  geneiydedeKer- 
ke  van  Xocotenango  af.gelegt,  of  het  fchee.n  dat  dé  Heuvelen 
en  het  Gebergte  fie  van  malkanderen  fcheyde^om  een  door- 
togt  en  paffagie  voor  het  geiigtete  maeken.ende  aen  het 
fel  v/e  middel  te  geven,  om  fig  wyder  in  de  Valeye  uyt  te 
breydcn,ende  te  verluiligen. 


lil»  BoECic.  VöotaeSpènjchePPeft-Indïén.  I,  Cap.  23$ 

De  reputatie  welke  die  Stad ,  in  diequartieren  hadde ,  en  de  difcourflen 
die  men  ,  in  myne  tegen  woordigheyt ,  van  defelve ,  te  Mexico 'ende  izChia- 
pa  hadde  gehouden  >  hadden  my  doen  geloven  ,  dat  fy  met  goede  Mueren  , 
Toornen ,  ende  Bol-wercken  geilerckt  was  ,  om  te  konnen  tegenftant  bie- 
den ,aen  die  geene,  welke  eenig  voornemen  fouden  mogen  hebben,  om 
defelve  te  attaqueren. 

Dog  als  ick  vorder  gereden  was ,  ende  het  minfte  daer  aen  gedagte,  vont 
ick  dat  ick  al  binnen  deièlve  was  gekomen ,  ionder  eenige  Mueren  genen  te 
hebben  ,  fonder  eenige  Poorten  ofte  Bruggen  gepaiïeert  te  hebben  ,  en  ion- 
der eenige  Wagt  ,  om  my  te  vragen  wie  ick  was ,  ofte  waerick  heenen  wil- 
de, ontmoette  hebben;  ende  lbo  als  ick,  digce  voor-by  een  nieuwlijcks 
gebouwde  Kercke  paiTeerde  ( om  dewelcke  eenige  Huyfen  ftonden ,  waer 
vandeeenemet  ílroy  ende  de  andere  met  pannen  gedeckt  waren)  vroeg 
ik  wat  naem  die  Plaetfe  hadde,  ende  men  antwoordemy  dat  het  de  Stad  van 
Guatirnala  was  ,dat  die  Kercke  de  naem  van  Sr.  Sebaftiaen  voerdde,  fijnde 
de  eenige  Parochiale  Kerke  van  geheel  de  Stad. 

Dit  verminderde  in  myfeer  de  meeningedie  ik  van  de  grootte  ván  dcCe 
Stadeerft  hadde  opgevat ,  ibodanig  dat  ik  geloofde  datikwederomineen 
tweede  Qh  iapa  was  gekomen ,  tot  dar  ick ,  een  weynig  verder,  ende  ín  het 
midden  van  deHuyfen  gekomen  zvnde, welker  voorgevelsik  evenwel  maer 
aen  de  rêghter-hand5ende  meft-h open  aen  deiinker-handt  hadde,  in  een 
ilraetequam  die  wat  hreederwas,  ende  in  dewelke  de  Huyfen  met  haere 
voor-gevels  ten  beyde  de  zyden  ftonden  >  welkefcheenen  te  beloven  dat  ik 
niet  verre  van  de  Stadwas. 

Ick  hadde  myne  oogen  foo  dra  niet  in  het  ronde  laten  gaen ,  of  ick  fagh 
een  feer  heerlijck  ende  pragh  tig  Convent,  het  welke  de  plaetfe  was,  op  de- 
welke ick  myne  Reyfe  moeite  eyndigen }  ende  myn  felven ,  na  foo  veele  fa- 
tigues ,  wat  uyt-ruften. 

Ik  trad ,  aen  de  aghcer-poorte,  van  het  Kloofter  af  van  mynen  Muyl-efel, 
en  hebbende  na  de  Prieur  gevraegt ,  quam  defelve  na  my  toe-treden  ,  feg- 
gende  dat  ik  van  herten  welkom  was ,  ende  dat  ik  ,  door  het  voorfchry  ven 
ende  ten  opfigte  van  den  Provinciael,  niets  foude  gebreck  hebben  ,  felve 
dathy  meer  voor  my  foudedoeri,  dan  hemde  Provinciael  door  fijne  brie- 
ven geordonneert  hadde. 

Hy  feyde  my  vorders  dat  hy  in  Spaighien,in  de  Provincie  van  AJluria  was 
opgebragt ,  dat  in  defelve  veele  Engelfche  Schepen  quamen ,  foodanig  dat 
nydaer  veele  Lieden  van  myne  Natie » niet  alleen  hadde  geiien,  mäer  oock 
groóte  genegenthey  t  voor  haer  gekregen  >  ende  dat  hy ,  door  dien  ik  van  die 
felve  Land-aerd  was» ende buy ten  myn  Vaderland  myals  een  Vremdeling 
ende  Pelgrim  in  die  Landen  bevont ,  my ,  met  alles  wat  in  fijne  magt  was, 
foude  te  hulpe  komen  ende  by-ftaen. 

Iklaete  den  Lefer  denken  hoe  groóte  vreugde  ick  gevoelde  in  my  felve  > 
door  net  ontmoeten  van  een  Man  /wiens  gedagten  fo  vervremt  waren  van 

Ggi  die 


Swackheyd 
van  de  Staat 
van  Guati' 
mak. 

Hare  fobcre 

uyterlyckc 

toeftandr. 


Die  dog  ge- 
heel binnen 
wat~  betec 
is. 


Komfteae^i 
het  Con- 
vent van 
Guatirnala. 

Daerhyfeet 
wel  werdt 
ontfangen» 


Tot  fyae 
groóte 

Yieugde. 


ÉÍ  • 


Den  Au- 
theurdoet 
cenpublyck 
diípuyt. 


Voornaem 
ftetwift- 
poindt  van 
feet  felve. 


Gramfchap 
der  Jefuiten 
daer  ovcr. 


Onder  de  - 
welcke  den 
Autheur 
fijn  credit 
veriieft. 


234     III.BoECK.     Voy agie  van  Thomas  Gage    I  Cap 

htdroíge^ 

heEZLdlCdVe  W¿Crde na°g  feer  verme^^rt  doorhet  vervullen  van  fiine 

derSÍSj I7  mydeg°nfte^datikheteerfte  vierdl-deel  Jaers %toeW- 
der  hadde  geweeít ,  van  my  publijkelijk  in  de  Theologie  te  doen  dtöuS 

g^o^ 

•  DoghetvoornaemftePoinadatbetwift  wierdftiaekte'degcboortevan 
deMagetMma,  welcke  de  Jefuiten  ,  mee  Zutre*,  de  GoSS "de 
Seo tiilen i  beweeren ,  datfonder  erf-fondegeboo?en  zy ,  en  fonder  eenfae 
fchult  ofte  vlecke  daer  van  behouden  te  hebben.  7  Dlge 

Ik  hielde openbaerlijk  regens defemeenigeftaende die  vtnTbomar  Ama- 
nar ende  van  alle  de  Thomiften ,  welke  is ,  dat  fy  io  wel  in  erf-fonde omfan- 
gen  ende  geboren  is,  als  alle  de  andere  nakomelingen  Adams 

Dit  was  een  twiít-poincítdataen  beyde  dezyden  foo  wel  beweert  wierde, 
met  argumenten  fo  voor  alstegens,  en  antwoorden  ende  folutien  daer  on 
datrnen  mveelej  aeren,  geen  foo  aenmerckelijck  voorval,  dan  dat,  gefien 

De  Jefuiten  ftampten  metdevoetenopdeaerdeendefloegen  met  haere 
U  SfefäSf n  £Seve«  dat  fy  niet  konden  lyden  darmen  dit  ftaende 

Fni.lir  "a"  ^eLterye ' ende  voe§den  dacr  by  >  da^en  dat  wel  in 
f  ngelandt  moere  ftaende  houden,  om  dat  dat  Land  vol  Ketters  ftack,  dat 
ick  het  oock  aldaer  wel  foude  mogen  defenderen ,  door  dien  ick  onder  haer 
was  op-gebragt;  maer  dat  fy  haer  verwonderden  dat  denDo&or  Catamar 
rny  aacr  in  de  hand  boodt,  fijnde  hy  onder  deSpaigniaerden  geboren  ende 
in  hare  Umverfiteyten  op-gebragt,  ende  daer  toe  nog  de  eeríteProfeíforin 
die  vermaerde  Academie. 

i;i5°KC^ÍCkanr00Idehf  í  met groóte geduldigheyd,  datfygroot  onge- 
Jijck  hadden,  doordien  iy haer  hier  over  foo  exporteerden  ;  oni  dat'er 
met  alleen  redenen  van  groóte  kraght  ende  fterkte  waeren  om  dit  ilaende 
te  houden ,  maer  dat  ick  oock  op  myne  fijde  hadde  de  authoriteyt  van 
maften       ne  endegeleerdeTheoiogantenvandezydevan  deTho- 

Na  dietydt  hadde  ick  weynig  credit  onder  de  Jefuiten  ,  maer  het  fdvo 
wierde  grooter  onder  de  Religieuien  van  de  Ordre  van  Sr.  Dominicus ,  en 
voor  al  by  den  Doctorean»*,  tot  foo  verre  ,  dat  ick,  door  middel  van 
hem,  ende  van  Frater  fuan  Baptijla  Prieur  van  Ctiapa  .  die  het  in  het 
volgende  Jaer  oock  van  Guatemala  wierde ,  foo  veel  eer  ende  aghtinghe  in 

dat 


III.BoECK.  VoordeSpaenfcheWeJl-Indien.  I.Cap.   235. 

dat^andc  verkreeg,  als  oyt  Vremdeling  onder  de  Spaigniaerden  gehad  dochbyan- 

Sooalsfy  nuallebeydefigop  Vrouwen-ligt-miffe  téChiapa  bevonden  4ae"wio'.  " 
over  de  verkiefinge  van  een  nieuwen  Provinciael,  fogeliefde  het  haeraen 
my ,  welke  altoos  te  Guatimala  bleef  woonen,  ook  te  gedenken,  en  werende 
datmdeUiuvcrfiteycwdkeweJmeeftaen  háer  Convent  dependeert,  een 
«rofcffor,.die  de  Studenten  in  de  Philofophiemoefteonderwyfen  ,foude 
vannoodenzyn,fofteldehymyae'n  den  nieuwen Provinciael  voor/welke 
pianXtmenes  genaemt  was , ende  daer-en-bovenaenhet  Capirtelvan  de 
Pro vincie ,  om  my ,  tegeris de  aenkomende  Sr.  Michiels  dag , 'in  dat  Amoc 
te  doen  beveiligen.  * 

Sy  werkten  met  fo  veel  kragts  in  myn  faveur ,  behalven  dat  (y  lo  veel  au-  Den  Aa 
thonteyt hadden  , darmen  haer.by.na,  nietkonde  weygeren  ,  datfyli»te.  theur  wert 
hjk  verkregen  hetgeene  fy  begeerden  ,  en  op  hare  ovirkomfte  bragten %  Ziülln 
myopene brieven  van  den  Provinciael  mede, door  dewelkeik,  onderden  de  Philofo- 
naem  van  b  m&Tèomas  de  Sanäa  Marta,wam  defelve  voerde  ik  doenmaels,  phie. 
tot  Profeffor  in  de  gefeyde  Facultey  t  genomineert  wierde ,  werdende  te  ge- 
lijk den  Pneur  bevolen  myin  befit  van  dat  Ampt  te  ilellen. 

Defeéer  aen  een  Vremdeling,en  dewelke  eerft  in  de  Provincie  gekomen  Het  welcke 
was  ,  gedaen ,  maekte  dat  de  Criolen ,  ende  eenige  andere ,  welke  fin  in  dat  hcm  bcni* 
Ampt  gehad  hadden,  hondertvuyle  dingen  van  myfeyden.  wer<i-    • 

Dog  dit  alles  werkte  niet  uyt,  dan  in  my  te  vermeerderen  het  voornemen  Dat  hem 
dat  ik  genomen  hadde  van  mybequaem  te  maken,  van  geduerfamer  in  deaenmoedig? 
openbare  letten  te  komen,  en  van  de  tydt,  naght  ende  dag  ftuderende,  om  beter  te 
op  foodanigeen  wyfe  door  te  brengen,  dat  ik  meteere  mynplight  foude  doen- 
volbrengen  omtrent  het  employ  datmen  my  hadde  gegeven ,  ende  alfoo  op 
een  behoorlijke  wyfe  vervullen  die  hoope,  welke  myne  Vrienden  vanmv 
hadden  gefchept.  J 

Ick  volharde  in  defendienft  drie  Iaeren,en  door  dienmydickmaelenin  Ennsghten 
den  lm  quam  ,  dat  lek  de  eere  van  myne  Natie  te  Guatimala  moeite  ftaende  da8h  do« 
houden,  en  dat  ïk  niet  moefte  lijden  ,dateenigSpaigniaertmy  overtrof  in  ftuderen- 
uytvindingen  ende  in  fcherpfinnigheyt  van  Argumenten  ende  Concepten, 
ioo  werekte  dat  foo  veel  in  my  uyt,  dat  ick,  als  de  andere  Religieufen  te  bed 
de  gingen,  myn  felven  in  myne  Kamer  op-íloor,  ende  aldaer,  een  kop  Cho- 
colate hebbende  gedronken  omtrent  ten  negen  ueren ,  braght  ik  den  na^ht, 
tot  aen  twee  ueren  na  middernagt ,  over  met  ñuderen ,  en  als  dan  gingh  ick 
ruiten ,  om  ten  fes  ueren  weder  op  te  ftaen. 

Gedurende  die  drie  Jaeren ,  wilde  ick  geenige  van  de  gewoonlijke  Amp- 
ien,  die  het  Convent  betreffen ,  bedienen ,  ende  ick  appliceerde  my  alleen- 
lyck  tot  het  Predicken ,  ende  tot  het  hooren  van  de  Bieghte,  van  die  geene, 
welckeinonsKloofterquamen,endeindeKerckevan  onsConvent,  uyt 
vreefe  van  in  myn  fludien  belet  te  werden. 

Den  Prieur  evenwel,  endeden  Doótor  Ca  fannas  }Yiekn  my  dikmalen 
G  g  3  moeye- 


11 


■  ■ 


Den  Au- 
ceur  werdt 

ordí  naris 
endeopen- 
baer  Predi- 
ker. 


En   ver- 
krygt  daer 
toedeper- 
miílie  des 
Biílchops. 


Hoe  lange 
denAutheur 
te  Guatima- 
la verbleef. 


Befchry- 
vinge  van 


23 6     III.  Boe  c  K .    Fbjagk  van  Ihotnas  Gage     1 .  C  a  p  . 

moeyelijck,  op  dat  ik  permiffie  van  den  BiíTehop  foude  veríbecken  ,  omin 
deSradendeop  hetplatteland  te  mogende  Biegtehooren  en  Predicken , 
want.-fooalsickgefegt  hebbe,  ickPredickte  forawijlen  indeKercke  van 
ons  Convent. 

Dog  ickftelde  my  daer  ílerckelijck  tegens,  tot  die  tyd  toe ,  dat  de  Pro- 
vinciael  te  Guatimala  quam  ,  welke ,  als  hy  my  eens  hadde  hooren  Predic- 
ken  ,  met  alle  gewelt  wilde ,  dat  ick  die  gefcyde  toelatinge  van  den  BiíTehop 
verfoecken  íbude  ,  op  dat  ick ,  niet  bepaelt  lijnde  binnen  de  limiten  van  het 
Kloofter,  vryelijckin  de  andere  Kerken  foude  mogen  leerend  ende  door 
dat  middel  geit  winnen  om  Boeckenvoor  myte  koopen. 

Ten  dien  eyndededehy  my ,  drie  ueren  lang,  door  drie  Doctoren  inde 
Theologie  examineren,  gelijk  dan  de  gewoonte  van  die  Qrdreis,  endeals 
ik  in  dit  werk  de  geftrengheytvan  haer  examen  hadde  uytgeítaen,  ende  fy 
my  voor  bequaem  geoordeelt,io  gaf  hy  my  op  ftaende  voet  een  Brevet  van 
prefentatichet  welke  van  dat  examen  gewag  maeckte,  om  het  fel  ve  aen 
den  BiíTehop  te  geven  ,  op  dat  hy  my  daer  op  foude  toelaten  ,  door  geheel 
fijn  Diocefe,  te  mogen  Biegten  horen  ende  Predicken,  en  dat  in  conforme 
teyt  van  de  Bulle  van  Clement ,  welke  begint  Dudum  j  de  Sepuiturtr. 

De  BiíTehop  van  Guatimala  ,  welke  my  byfonderlijck  beminde  ,  ende  die 
het  voortfetten  van  de  goede  Letteren,  in  dieUniverfiteyt,  behertighde, 
en  behoefde  hier  toe  nietfeer  aengefet  te  werden  ¡  hy  gaf  die  permiffie  aen- 
ftonts,endefchreefdieaghter  opdeprefentatiejdaer  medeftondhy  my  toe 
te  Predicken  door  geheel  fijn  Diocefe ,  ende  het  Sacrament  van  Pcenitentie 
aen  allerhande  ilag  van  Perfonen  te  adminiftreren}uy  tgefondert  aen  de  Re» 
Jigieufe  Doghters  j  ook  konde  ik  van  alle  fonden  abfolveren ,  uyrgefondert 
die  geene,  die  aen  fijn  Heyligheytofte  aen  den  BiíTehop  gerefer  veert  wa- 
ren ;  defe  permiffie  was  door  de  hand  van  den  BiíTehop ,  ende  door  die  van 
fijn  Secretaris  onderteeckent,  op  den  vierden  December  1629. 

Op  defe  maniere  dan,  wierde  ick  in  de  Stad  ván  Guatimala,  metcom- 
miffie  van  den  BiíTehop  ende  den  Provinciael  beveiligt,  foo  om  in  de  Philo- 
fophie  te  onder  wyfen,  als  om  door  geheel  het  Diocefe  te  Predicken. 

Men  bood  my  ook  den  ftoel  aen ,  om  in  de  Theologie  te  leeren ,  ook  de- 
de  ik eenige  TheologifcheleiTèn  gedurende  drie  Maenden  tyds ,  ende ,  ick 
foude ,  foo  ick  gewilt  hadde ,  daer  ter  Plaetfe  lange  hebben  konnen  bly  ven, 
dog  ick  onthielt  my  daer  niet  langer  dan  drie  Jaren  ende  een  half,  ende  dat 
om  redenen  welke  ick  hiernamaelsfalfeggen. 

Ick  wil  nu  feer  getrou  welijck  gaen  voor  oogen  nellen ,  alle  dat  ik  van  die 
Stad ,  gedurende  die  tyd  ,  hebbe  konnen  verftaen ,  foo  wel  als  van  het  om- 
leggende Land ,  in  het  welke  ick  veele  Reyfen  gedaen  hebbe ,  foo  doen  ick 
nog  binnen  Guatimala  myop*hielt,  als  oock  gedurende  de  fevenjaeren, 
welcke  ick  op  de  Dorpen  daer  omtrent  hebbe  verlieten. 

Defe  Stad,  door  de  Spaigniaerden  St*  fago  de  Guatimala  genaemt»  is  in 
eeneValey  e  gelegen»  welke  omtrent  een  myl,  ofte  een  weynig  minder, 

breet 


III.  Boek,   Door  de  Spaenfche  Weft-Indïén,    I.  Cap. 

breet  is,Zynde  fydoor  hooge  Gebergten  heilnoten  ;  doch  hiere lenghte ,  deStadt  van 
nade  zydevande  Zuyd-Zee  toebehelft  een  groóte  ftreeck  Landts,  het  Guatimala. 
welcke  geheel  vlackis,  endefich  allenxkens  uytbreydt  aen  geenezydedie 
Piaetíe ,  weicke  fy  noch  op  heden  de  oude  Stad  noemen  ,  die  omtrent  een 
myle  vznGuatimala  leght. 

Hoewel  de  Bergen  defe  Stad  aen  beydezyden  beiluyten,  en  dat  het  aen  Ende  van  de 
kéOoft-zyde  fchynt  dat  fy  als  over  defelve  hangen ,  foo  belet  fulcks  doch  wegen  om 
evenwel  de  Reyfigers  nog  de  Kooplieden  metadoor  dien  men  wegen  door  van  en  r°t 
defelve  gemaekt  heeft ,  welke  foo  gemackelijck  zyn  ,  dat  niet  alleen  de 
Menfchen  die  foo  bequamelyk  konnen  gebruyeken ,  maer  ook  de  vraght-  teKome«» 
beeiten,diemetfwaerepacken  beladen  zyn. 

De  weg  welke  van  Mexico  komt ,  als  men  defelve  neemt  van  de  zyde  van 
Zoconu^co  ende  Zuchutepeque9  nadert  de  Stad  aen  deNoord-weft-zyde,  de- 
felve is  wydt  >  open  ende  fandig  ;  dog  de  weg  van  Mexico  door  Chiapa  ge- 
nomen ,  komt  aen  het  Noord-ooft  in  de  Stad,  ende  nadert  aen  defelve 
door  het  Gebergte,  ioo  als  ick  boven  gefegthebbe.  AenhetWeften  nade 
Zuyd-Zee ,  is  de  weg  geheel  open ,  dwarfch  door  de  Valeye  heenen  ,  ende 
door  een  Land  het  welcke  aldaer  feer  vlack  ende  effen  is.Dog  aen  het  Zuy- 
den  endeZuyd-ooften ,  ftreckt  den  weg  over  feer  hooge  ende  ongemacke- 
lijke  Gebergten ,  dek  gebruyktmen  gemeenlijk,  wanneer  men  van  Comaya- 
gua,  Nicaragua  ende  Golfo  Dolce  ,  ofte  de  foete  Zee-boefem ,  komt.  Hier 
arriveren  alle  jaren  de  Schepen  uy  t  Spaignien  ,  ende  fy  ontladen  de  Koop" 
manfehappendiemen  uyr  hetfelve,  voor  Guatimala,  brengt ;  defe  wegh 
werd  mede  gebruykt  van  die  geene ,  welke  Ooit-waert  van  de  Stad  af  wil- 
len trecken.      "  - 

De  twee  Bergen ,  welcke  hetnaeileaen  de  Stad  en  aen  de  Valeye  komen,  Vulcanuf- 
werden  Vulcanuiïen  genaemt^deeene  is  een  Water- Vulcanus,  aldus  on-  ^n  >  cn£*e 
eygently  k  door  de  Spaigniaerden  genaemt,  door  dien  den  naem  van  Vulca-  *  U7S  . 
nusnietwerd  gegeven*  dan  aen  Bergen  die  vyer  uytwerpen,  endatdoor   pa,8™ae£ 
eeneallufie  opdien  God  van  de  oudeHeydenen ,  welke  de  forgeover  het  0™  rc*" 
vyer  hadde,  ook  dede  hy',  na haer feggen  , fijn  werk daer  mede ,  dienaem  is 
evenwel  te  reghte  aen  den  anderen  Berg  gegeven ,  om  dat  hy  van  het  ilagh 
van  die  geene  is,  welke  branden  ende  vyer  uytwerpen. 

DefetweevermaerdeBergenfynaenbeydedezydenvan  de  Stad  ,enby 
na  reght  over  malkanderen  geleghen  ,  yder  aen  eene  kant  van  de  Valeye, 
hangende  de  Water-Vulcanus,  aen  de  Zuyd-zyde,  by  na  reght  over  de 
Stadt,  ende  die  van  het  vyer  is  een  weynig  laeger,  ende  wat  naederaende 
oude  Stadt. 

De  Wáter-Berg  is  hooger  als  de  andere,  feer  aengenaem  om  te  aenfehou- 
wen  ,zynde,  by  na  gedurende  het  geheel  jaer,  met  groen  bedeckt,  men 
fiet  daer  ook  Ackers  met  Mai^  ofte  Indiaenfche  Tarwe  befaeyt ,  ende  in  de 
kleyne  Dorpen ,  welcke  fommige  na  het  midden  des  Bergs,  ende  andere 
in  het  hangen  ende  aen  den  voet  van  defelve  getimmertzyn ,  vimmen  in  de 

Tuy- 


ji|  ''}  „( 


Watcr- 
Vulcanus. 


Hiítoriedet 
Spaigniaer- 
den. 

Schrickely- 
ke  defpera- 
tieendever- 
aghtinghc 
Godcs. 


Vcrvaerlyk 
ende  regnt- 
vaerdigh 
oordeel 
Godts. 


Vermaeke- 

lyckheydt 

vandeWa- 

tcr-Yulca- 

nus. 


238     III.  Boeck.     VoyagievanThomasGage     I.Cap. 

Tuynen ,  geheel  het  jaer  door,  Roofen ,  Leliën  ende  andere  Bloemen  ,  be- 
halven  Palmitas ,  Abricoíen ,  ende  veele  uytmuntende  vrughten. 

De  Spaigniaerden  noemen  defe  Berg  de  Water- Vulcanus,  om  dat  uyt 
die  zyde,  welke  vanGuatimala  af-legt.,  vele  Beekenfpruyten,  diena  het 
Dorp  van  S^ChriftofFel  vlieten,  men  gelooft  dat  defe  Beeken  het  water  van 
een  feer  groöt^foet  Meer  s  dat  digt  by  de  Vlecken  van  Amattilan  en  Petafa 
leght ,  onderhouderrende  verfchaffen. 

Dog  aen  de zyde  van  Guatimala en  de  Valeye ,  fpruyten'er  fo  veele  foete 
Fonteynen  uyt ,  dat  fy  eyndelíjk  eene  Reviere  maeken  ,  welcke  fijnen  loop 
door  de  Valeye  neemt,  paffeerende  digte  voor  by  de  Stad,  defelve  doet  ook 
de  Molens,  van  Xocotmangowzei  van  ík  te  Vooren  hebben  gewag  gemaekt, 
om-loopen. 

Defe  Reviere  was,  na  het  feggen  der  Spaigniaerden  ,  ten  tyde  van  de 
inneminge  des  Lands  niet  bekent ,  en  is  niet  als  naderhand  voor  den  dag 
gekomen. 

Sy  verhalen  dat  in  de  Stad  van  Guatimala }  welcke  eertydts  hooger  ende 
digter  aen  de  Vulcanus,  als  nu,  gebout  was,  ter  plaetiedie  men  noch  de 
oudeStad  noemt,  in  het  jaer  van  vyftien-hondert  vier-en-dertig,  feecker 
Dame ,  Maria  de  Caftillo  genaemt,  woonde ,  welcke  als  fy  haer  Man  in  den 
Oorlog  hadde  verlooren  ,  ende  tegelijck  allehaere  Kinderen  indatfelve 
jaer  begraven,  iigfoodanig  door  de  droefheyt  liet  verrucken,  datfy,  in 
plaetfe  van  fig  aen  den  wille  Godes  te  onderwerpen,  Sy ne  magt  uy  t-daegde, 
iëggende  dat  Hy  haer^een  quaet  meer  konde  doen  dan  Hygedaen  hadde  > 
en  dat  Hy  haer  maer  alleen  het  leven ,  het  welke  fy  niet  en  aghte ,  konde  be- 
nemen. 

Sy  nu  hadde  defe  woorden  fo  dra  níet  uytgefproocken  ,  of  daer  quam  uyt 
defen  Berg  foo  groot  en  foofnel  een  Water-beecke  af- vlieten ,  dat  defelve 
defe  Vrouwe  mede-voerde,  veele  Huyfcn  ter  neder  wierp,  ende  eyndelijck 
de  Inwoonders  nootfaeckte ,  ter  plaetfe,  daer  nu  Guatimala  is ,  te  komen 
woonen. 

Soo  defe  Hiftorie,  welke  haer  grondt  inde  Spaenfchetraditien  heeft, 
waeraghtig  is  ,  foo  moet  fy  een  ygelyk  tot  een  voorbeeld  ende  tot  een  lefie 
ftrecken  ,  omGodtte  vrefenende  fijne  magt  niet  uyt  te  tarten,  wanneer 
wy  fien  dat  Hy  fig  begint  te  vergrammen ,  ende  ons  de  fwaerte  van  fijnen 
arm  doet  gevoelen. 

Sedert  die  tyd  heeft  men  defe  plaetfe  de  oude  Stad  genaemt ,  endede  Re- 
viere heeft  altoos  fijnen  loop ,  even  als  fy  nu  doet,  gehad. 

Defelve  heeftharen  oorfpronk  uyt  defen  Vulcanus,  welkers  Fonieynen, 
Hoven ,  vrugten  en  Bloemen ,  nevens  hetfchoone  aenfchouwen  van  fijne 
groene  heuvelen ,  aen  de  geeft  van  een  foodanige  als  Maníala  was ,  foude 
ftofFen  genoeg  konnen  uy tleveren  om  daer  een  tweede  Parnatfus  van  te  ma- 
ken >  ende  haereover-een-komften  met  den  Berg  Pegafus  uyt  te  vinden, 
ook  om  veeriente  maeken  tot  lof  van  deNymphen  ende  Mufen  van  defe 

fchoone 


" 


III. Boek.  D&ordeSpaenfcheWeft-Indïên.    I.Cap.    239 

fchoone  Americaenfche  verblyf  Plaetfe ,  welke  ten  minften  figdrie  mylen 
inde  hoogte  uyt-ftreckt- 

Doch  die  Berg,  die  aen  de  andere  zyde  van  de  Valeycdaer  regt  tegens 
over  lege ,  is  onaengenaem  ende  fchrickelijck  om  aen  te  fien ,  door  dien  fy 
bedeckt  is  met  affe,  met  fteenen.ende  gebrande  kalk-aghrige  klompen,  zyn- 
de  onvrughtbaer  en  fondereenige  groente ;  men  hoort  daer  niet  dan  een 
donderend  geluyt,  ende  het  geruyich  van  Metalen  die  in  de  aerde  fmelten, 
men  iiec'er  nier.  dan  vlammen  ende  als  ftroomen  van  vier  ende  íwavel ,  wel- 
ke geduriglijk  branden  ende  de  lugc  met  ílinckende  ende  doodelijcke  dam- 
pen vervullen. 

Aldus  is  Guatimala  gelegen  in  het  midden  van  een  Paradys  aen  de  eene 
ende  van  een  Helle,  aen  de  andere  zyde,  dog  de  laetfte  en  heeft  fig  tot  nog 
toe  niet  foodaniggeopent,  dat  die  Stad  daer  door  vergaen  is. 

Het  is  waer  dat  over  een  geruymen  tyd ,  fich  een  groóte  klove  boven  in 
het  Geberghte  vertoonde,  welke  foo  veeLbrandendeaiïe  opwierp,  dat  de 
Huyfen  foo  van  deScad  Guatimala ,  als  van  de  omleggende  Vlecken  ,  daer 
mede  vervult  wierden  ,  en  alle  de  planten  ende  vrughten  daer  door  be- 
dorven, oock  fmeetfy  foo  veele  iteenen  uyt,  dat,  foo  die  op  de  Stad 
waren  gevallen /defelve  daer  door  foudezyn  onder  de  voet  geworpen  ge- 
worden. 

Doch ,  tot  geluck  van  die  Stad ,  vielen  fy  befyden  af  in  een  dal ,  waer  in 
fy  noch  leggen ,  ende  alle  die  geene }  welke  daer  om  te  befien  komen ,  doen 
verbaeft  ftaen,  ook  en  verwonderen  haer  defelve  dan  niet  meer  over  de 
kragc  van  het  Bus-kruyd,  het  welke  deyfere  Kogels,  niet  tegenftaende 
haere  fwaerte,  foo  verre  buyten  het  Canon  uvt  werpt,  maer  fy  veftigen 
alle  haere  gedaghten,  om  met  meer  reden ,  verbaeft  te  itaen,  over  de 
violenrie  van  het  vier  van  die  Bergh,  het  welke  indelughtheeft  konnen 
vervoeren ,  ende  feer  verre  werpen ,  foodaenige  klompen  fteen  ,  welc- 
kefoo  groot  als  Huyfen  zyn  ,  ende  die  twintigh  Muyl-efels  niet  van  ha- 
re plaetfen  fouden  konnen  bewegen,  foo  als  menfulcks  dickmaelen  be- 
fogt  heeft. 

Het  vyer ,  dat  jegenwoordig  uyt  die  Bergh  komt ,  en  is  niet  altoos  een- 
parig ,  want  het  is  de  eene  tyd  meer  en  grooter  dan  de  andere ;  het  gebeurde 
evenwel,  terwijlen  ik  in  de  Stad  was  ,  dat  hetfelve  foodanig  uyt-bérite, 
ende  gedurende  drie  dagen  en  drie  naghten  foo  groot  was ,  dat  den  Doctor 
Cabarmas  aen  my  ende  aen  een  van  myne  Vrienden  in  confidentie  en  ver- 
trouwehjekheyt  verklaerde,  dathy,  op  feekeren  avont,aen  fijn  venfter 
f  taende ,  een  brief  by  het  ligt  dat  dat  vyer  van  fig  wierp  hadde  gelefen ,  hoe- 
wel hy  meer  dan  een  myle  daer  van  daen  was. 

..Het  gerughte ,  dat  daer  uyt  ontftaet,  is  mede  niet  altoos  eenderley,  wan£ 
hens  grooter  m  de  Somer  dan  in  de  Winter,te  weten  van  Oftober  af,  tot  in 
het  eynde  van  Apnljcnen  hoorthet  dan  meerder  en  verdendan  in  de  geheele 
refte  van  het  Jaer  3  door  dien  het  fchynt  dar/er  als  dan  winden  in  úíq  hollig- 

H  h  beden 


Af-fcheu^ 
welykheyt 
van  de  an- 
dere. 


Gevaerlykc 

gelegenc- 

hcyd. 

Sc  hr  i  ckely- 
ke  brand. 


Wonderly- 
ke  kragc  des 
vyers. 


Gewoonly- 
ke  toeftaud 
van  de  Yul- 
canus. 


Schrickely- 
ke  aert-be- 
vinge. 


Getemfert- 
beydt  des 
Climaets. 

Overvloede 
van   leef- 
toght. 


En  voor  aï 
van  Oden- 
vlceich. 


Oorfaecke 
daer van. 


240      III,BoECic.      Voyagie  vanThomas  Gage     I.  Cap. 

heden  beflooten  leggen,  welke  het  vier  voor  die  tyd  kraghtiger,  dan  anders- 
fints,  aenblafen,  ende  daer  door  veroorfaeken  dat  den  Berg  dan  grooterge- 
rugtemaeckt,  ende  het  omleggende  Land  doet  beven. 

Het  was,  omtrent  driejaren  eerick  in -die Stad  quam  ,  gebeurt,  dat  de 
Inwoonden;,  negen  dagen  lanck  ,  niet  dan  alle  oogenblicken  haer  doodt 
en  ruine  te  g'emoet  fagen  }  en  iïg  gedrongen  vonden  ,  door  de  gedurige  aert- 
bevingen,hareHuyien  te  verlaten,  en  onder  Tenten  en  groene  Hutten  te 
gaen  woonen ,  welke  fy ,  op  de  Merckt-plaetfe ,  hadden  opgeregt,  fy  deden 
aldaer  de  Beelden  van  de  Heyligen  brengen  ,  ende  onder  andere  dát  van  St. 
Sebaftiaen ,  het  welkefy  mede ,  in  Proceffie ,  door  de  Stad  droegen. 

Doch,  gedurende  dat  ick  daer  was ,  bevonden  figh  het  gerughte  des 
Berghs ,  de  roock  ,  vlammen  ende  de  aerd-bevingen ,  in  den  Somer ,  ioo- 
danig,  dat  ick  door  de  tyd,  defelve  fijn  de  gewent  geworden  ,  aghte  dat 
dieStadt  degeíbntfteende  aengenaemite  plaetfe  was,  welckeick  ,in  alle 
myne  Reyfegefien  hadde. 

Het  Climaet  is  daer  ieergetempert,  ende  veel  beter  dan  dat  van  Mexico 
ofte  van  Guaxaca. 

Dtie  Stadt  behoeft  ookaen  de  andere  niettewyekenin  overvloedt  van 
vrugten  ende  Moes-kruyden ,  van  Vifch  ende  Vieefch  ,  gelijck  als  dat  van 
-Ofien,van  Schapen  , van  Kalven,  van  Geyten,  vanGevogelt,  vanWild- 
braedt ,  van  Kalckhoenen,  van  Conynen,  van  Wagtels ,  van  Patrijien ,  van 
Fa iían ten ,  ende  mede  van  Tarwe  en  Indiaenfch  Koorn. 

Wantfy  werd  rykelijken  van  allerhande  {lag  van  Vifichen  vooriien  ,  foo 
door  de  Zuyd-Zee ,  welke ,  op  eenigc  plaei  fen,  daer  maer  twaelf  mylen  van 
daen  legt,  ende  van  de  Revieren  ,  diefig,  in  die  Zee,  uyt-boefemen,  als 
door  het  Meer  van  foet  water  van  AmatitlanenPetapa,  en  dan  nog  van  een 
ander  , dat  driea  vier  mylen  van  Cbimaltenango  legt. 

Doch,  war  het  Offen-vleefch  belangt,  het  isfeeker,  dathet  aldaer  in 
grooter  overvloedis,dan  in  eenige andere  Plaetfcvan  geheel  Amzrica^  wel- 
ke het  oock  foude  mogen  wefen  ;  het  felveblyckt  door  de  groóte  meenigh- 
revanHuyden,  welcke  men,  jaerlijcks ,  daer  van  daen  na  Spaignien  fent,- 
en  men  dood  gemeenlijck  aldaer  de  O  fíen  ,  meer  om  de  winften  ,  welk  men 
varí  de  Huyden,  mits  die  in  Spaignien  fendende>trekt,  als  om  het  Vieefch  te 
eeten  ,  het  welcke,  des  niet  te  min,  feergoedis,  hoewel  het,  met  dat  van 
Engeland  niet  kan  vergeleeken  werden ;  dog  het  is  weder  foo  goede  koop , 
dat  in  myn  tyd ,  dertien  en  een  half  ponden  Offen-vleefch  ,  niet  meer  mog- 
ten  gelden,dan  een  halve  ReaeLhetwelkedekleynfteM unte  van  dat  Land 
is,  zynde  die  omtrent  twee  Hollandfch'e  ftuyvers  waerdig. 

Hoewel  door  geheel  dat  Land  veele  Hoeven  zyn ,  op  dewelke  men  niet 
doet  dan  Beftiael  aen  te  queecken ,  foo  belet  doch  fuíks  niet,  dat  die  van  de 
Provinciën  van  t:émtyajrua>ykn  St.  Salvador ,  ende  van  Nicaraguahetfelve 
daer  na  toefenden  ,  endedat  nog  al  niet  tegenftaende  ¿nen  vanGuattmala 
af,  íot  aen  de  Golfo  Dolce  tocdaer  de  Spaenfche  Schepen  jaerly ks  aenkomen, 

her 


III.Böeck.  DoordeSpaénfchePFefl-Indïén.    I.Cap 

hetfelve  in  overvloed  heeft,  ende  híer  uytontftaet  die  fleghte  Merkt 
het  Vleefch.' 

Dog  de  Plaetfemdaer  het  fel  ve  voor  het  grootfte  gedeelte  van  daen 
fcyn  dePagt-hoeven  aen  dezyde van  deZuyd-Zee  j  in  myn  tyd  was 
feecker  Perfoon  ,  die  fijn  werck  maekte  van  Beftiael  aen  te  queeken,  welke  heeft 
fonder  van  fyn  eygen  Land  te  gaen,veertig  duyfent  fo  Offen  als  Kalven,die  40000. 
hem  toe-quamen  ,  konde  tellen  >  en  dat  ,  fonder  de  wilde ,  welcke  men  Si-  Koe-bec- 
marrons  noemt,  daer  onder  te  reeckenem  deie  onthouden  haer  in  het  Bofch  ften' 
ende  op  de  Gebergten ,  de  Negers  gaen  diemetdejaght,  evenals  de  wilde 
Verekens,  vangen  ,  op  dat  fy  in  meenigte  niet  tefeer  ibuden  toe-nemen , 
ende  daer  door ,  eyndelijck ,  fchade  doen* 

Om  een  proeve  te  geven  van  het  geene  ickfegge,  ibvande  meenigte  als 
van  den  flappen  prijs  van  het  Beftiael ,  foo  moetmen  weten  3  dat  ik  my  >  op 
feekere  tyd ,  hebbe  bevonden  op  de  Jaer  -merekt  van  het  Dorp  van  Pet  apa, 
nevens  fekerenmynen  Vriend  Lo/x^  de  Cbavesgememt,  welke  fig  hadde 
verbonden  het  Vleefch  aen  fes  a  feven  omliggende  Plaetfen  te  leveren  >  de- 
felve  kogt  ,op  eene  tyd ,  van  een  en  defelve  Perfoon ,  fes  duyfent  Beeften ; 
fo  groóte  als  kleyne ,  en  dat  ten  pryfe  van  aghtien  Reaelen ,  degene  door  de 
andere ,  welke  net  een  Ducaton  Hollantfch  geld  uytmaekem  , 

De  wyfe  op  dewelke  de  Stad  van  Guatimala ,  en  de  omliggende  Plaetfen  yï ié  °? 
van  het  Vleefch  voorfien  werden ,  is  dufdanig :  Men  laet  negen  a  tien  dagen  1e^  ^ 
voor  het  Feeft  van  St-  Michiel  openbaerlijk  uytroepemdat  die geene, welke ¿jjy^" 
de  Stad  en  de  omliggende  Plaetfen  varj  Vleefch  willen  voorfien,onder  con-  ken  Jn  G^~ 
ditie  van  fekere  boete,by  ontftentenifle  van  dien  aen  den  Koning  te  verbeu-  thm/a  ym 
ren  ,  tot  foodanigen  fomme  alsmen  met  de  Regters  en  Iuwoonders  van  de  vleefch 
Stad  fal  accorderemhaer  fullen  hebben  aen  te  geven^indien  den  Aen-nemer  voorfien 
in  gebreke bly ft,  van  fo  veel  Oiïen- Vleefch  ,als  hy  heeft  aengenomen ,  te  werden» 
leveren  3  fo  moet  hy  dat  met  Schapen-vleefch  goed  maken ,  gevende  fo  vele 
ponden  na  proportie  van  de  waerdye  van  het  OiTen-vleefchj  Als  hy  nu  geen 
Schapen-vleefch  levert,  moet  hy  dat  vullen  met  Gevogelte,  de  prys  alwe- 
der reekenende  na  proportie  van  het  Schapen-vleefch  dat  hy  geven  moeite, 
ende  oockna  den  ftaet  ende  gelegentheyt  van  de  Huysgefmnen  die  hy. 
moeite  befo rgen. 

Geíijk  nu  dit  Privilegie  wert  gegeven  aen  de  meeft-biedende ,  en  aen  die 
geene,  die  het  felve  ten  hoogften  pryfe  fet,  dat  is ,  aen  die  geene,  die  het 
meefte  geit  daer  voor  aen  den  Koning  biet,  fo  gebeurt  het  dikmalen  dat 
veele  Perfoonen  eerft  op  den  aghften  dag ,  na  die  uy  troepinge,  aen  het  Hof 
komen ,  de  eene  min  ende  andere  meerder  biedende,  dog  op  den  negen- 
den dag ,  als  wanneer  men  het  felve  voor  de  laetfte  mael  opveylt ,  wert  dat 
Voor-regt  aen  die  geene,  welcke  het  meefte  daer  voor  aen  den  Koning  pre- 
fen teert ,  voor  een  geheel  jaer ,  gegeven . 

Soodanig  dat' er  op  die  wyfe  niet  dan  een  Vleefch-houweris,  by  dewelke 

Hhi  men 


ïiL  •  | 

t  komt  Een  Spat- 
aldaer  gniaert 


242     Hl.  Boeck.     Vbyagk  van  Thomas  Gage    I.  Cap. 

men  Vleefch  kan  te  kope  vinden ,  doch  moet  hy  het  pont,  ten  foodanigen 
pryfe,  als  hem  wert  voor-gefchreven ,  verkopen  ¡  endefooymand  anders, 
dan  hy,  de  vrymoedigheyd  neemt  van  Vleefch  te  verkopen,  buyten  fijne 
toe.latinge;foo  kan  hy  den  iel  ven  in  regten  betiecken,ende  in  de  boete,  daer 
roe  ftaende ,  doen  condemneren . 

Alsnuditgefchietis,fookooptdiegeene,diefigopdiewyfe  heeft  ver- 

bonde,  by  honderden  ofte  by  duyfenden  het  Vleefch  ende  Beftiael  dat  hy 

van  npoden  heeft ,  ofie  dat  hy  gift  van  nooden  te  hebben  ,  tot  provifie  van 

deStad,tenfy  hyeen  Peefoon  is,welkede  ruymtedaer  toeopiijn  eygen 

Landt  heeft. 

Groóte  Hoewel  het  Schaepen-vleefch  daer  niet  in  foo  groot  een  meenighte 

toevoer  van  is  ,  ais  ¿u  van  ¿e  Offen  ■   f00  heeftmen  doch  evenwel  daer  noyt  ge- 

c  apen.      breek  van ,  om  dat'er  altoos  Schaepen  genoeg  gebraght  worden  uyt  de 

Valey e  van Mixco,  vznPino/a  ,  vanPetäpa,  van  Amatttlan  >uyt  de  quar- 

tieren  aen  de  kant  van  de  Zuyd-Zee  gelegen,  ende  van  andere  Plaet- 

fen. 

Ick  hebbeindie  Valeyegewoont,  ende  kreeg  aldaer  ken  niiïe  aen  feeker 

Perfoon  geñ^aemt  Alonso  CapataAeklve  hadde  aleóos  ten  miniten  vier  duy- 

fent  Schaepen. 

Wonderly-      y¡ier  ¿oor  komthetdat  de  Stad  van  Guatimala  altoos  fo  wel  van  leef-togt 

egennge   voorfien  is ,  en  dat  totfo  geringen  pryfen ,  datmen  daer  fwaerlijk  yemant, 

het  vleefch  ^ie  §aet  adelen ,  kan  vinden ,  want  met  de  helfte  van  een  Reael  van  vier 

ende  andere  ^uy  vers  en  een  halve ,  kan  een  Menfch  niet  alleen  Vleefch,  voor  de  geheele 

ípyíe.  weeke  hebben,  maer  ook  een  weynig  Cacao,  ende  genoegfaem  broot  van 

M^,  ende  oock  fomwylen  wel  van  Tarwe. 
«teH  Vf"        ^aei"  zyn  omtrent vyfduyient  Huys-gefinnen  in defe Stad,  fonder  de 
i!¡/slX:5!1  ^oor-ftad  der  Indianen  mede  te  reekenen ,  defelve  werd  de  Voor-ftad  van 
St.  Dominicusgenaemt,  in  dewelke  noch  omtrent  andere  tweehondert 
Huyfen  zyn. 

Het  fchoon  fté  gedeelte  van  de  Stad  is  dat  geene.aen  het  welke  die  Voor- 
ilad  gevoegt  is.men  noemt  het  de  St.Dominicus  ftraetjdoor  dien  het  Con- 
vent van  de  Dominicanen  daer  gebouwt  is. 

Te  dier  Plaetfe  zyn  de  voornaemfte  Winckels  van  de  Stadt,  ende 
oock  de  befte  gebouwen,  zynde  die  meefte  nieuw  ende  wel -getim- 
mer t, 

Men  houd  op  defelve  oock  dagelijcks  een  kleyne  Merckt ,  eenige  India- 
nen onthouden  fich  aldaer  den  geheelen  dag ,  verkopende  vrugten  ,  kruy- 
den  ende  Cacao;  doch  omtrent  vier  ueren  na  de  middag  is  die  plaetfe, 
een  uer  tydts,  t'eenemael  met  Volck  vervult ;  de  Indiaenfche  Vrouwen 
komen  daer  als  dan  de  leckernyen  en  de  delicateiïen  van  de  Criolen  verko- 
pen ,als  daer  zyn  de  Atolla ,  Pinoier,  gekookte  Palmitas ,  Boter  van  Cacao* 
worften  gemaeckt  vznMai^  ,  ende  van  een  weynig  Vleefch  vanPluym- 
gedierte,  ofte  wel  van  Verekens,  doch  ongefou ten,  maer  wel  een  wey- 

nigh 


in  Guatima- 
¡a 


Merckt  van 
die  Sude. 


Delicatef- 
fen  der 
«ChoIcb. 


III.Boeck.  DoordeSpaenfcheJVeft-Indien.   I.Cap,   243 

nig  gekruydt  met  Chili  ofte  lange  Peper  ,  defe  noemen  fy  Anac ama- 
les. 

Daer  wert  grooten  handel  in  die  Stad  gedreven,  want  door  de  Muyl-elëls 
werden  aldaer  de  befte  Koopmanfchappen ,  te  Lande ,  van  Mexico  gebragt, 
foo  wel  als  van  Guaxaca ,  Chiapa ,  Nicaragua  ende  Cofia-rica. 

Wat  de  Zee  belangt,door  middel  van  aefelve  handelt  fy  met  Peru,  en  dat 
bygelegentheytvan  tweeZee-havenen  ,de  eenegenaemtzynde  het  Dorp 
de  la  Trinidad,  het  welcke  aen  de  Zuyd-zyde  daer  twintigh  mylen  van 
daen  legt ,  ende  de  andere  Realejo  vyf  a  fes  en  veertig  mylen  daer  van 
afgelegen. 

Door  de  Noord-Zee  handelt  fy  oock  met  Spaignien,door  het  middel 
van  deGö/foDy/wmaer  feftig  mylen  van  daer  verfcheyden. 

Defe  Stad  is  foo  ryk  ende  machtig  níet  als  welveele  andere  ,  ickmeene 
evenwel  >  dat  fy ,  wat  hare  g^wotte  betreft*  voor geene andere  behoeft  te 
wycken. 

In  myn  tyd  waren'er,  boven  verfcheydene  Kooplieden,  welke  men  yder 
op  dertig  >  veertig  ende  vyftig  duyfen  t  Ducaten  fchatte  *  vyf  andere ,  welke 
men  even  rykachte,  ende  een  ygelyk  van  haer  hadde  ten  minften  vyf  maal 
•hondert  duyfent  Ducaten. 

De  eerfte  was  Thomas  de  Silie\ar  genaemt,  een  Bifcayer  van  geboorte, 
hy  was  mede  Prefident  in  de  Kamer  van  Juftitie.  De  tweede  Antonio  ^ufti- 
nianii  een  Genevois  gebooren  ,  hy  hadde  veele  Ampten  in  de  Stad  be- 
dient, in  dewelke  hy  ook  veeleHuyfen  hadde,  ende  een  groóte  Hoevein 
de  Valeye  van  Mixco ,  van  dewelke  hy  een  ongelovelijke  meenighte  Tarwe 
trock.Dederde  was  Pedro  de  Lira,  een  Caftiliaen.  De  vierdeen  devyfde 
Antonio  Fernandez , endeBarthoiom<eo  Nunne^ ,  beydePortugefen,de  eerfte 
van  die  twee  laetfte,  verliet  de  Stad  van  Guatimala,  ten  tyde  als  ick  daer 
was,  en  dat  om  redenen,  welcke  ickverpligt  ben  ,hierterplaetfe,te  ver- 
fwyge. 

De  vier  andere  liet  ick  daer,  van  dewelke  drie  inde  ftraet  van  St.  Domi- 
nicus  woonden,  in  dewelcke  fy  Huyfen  hadden,  die  de  ftraet  aenfien- 
lyck  maeckten  ,  ende  haeren  ryckdom  ende  Koophandel,  waeren  al- 
leen bequaem  ,  om  Guatimala  onder  de  rycke  Steden  te  doen  tel- 
len. 

De  regeeringe  van  alle  het  Land  dat  daer  rontomme  legt,  het  Land  van  de 
Honduras ,  van  Zoconu^co ,  van  Comayagua ,  Nicaragua ,  Cojla-rica ,  Vera  Pa$, 
van  de  Cuchutepeques  ende  van  Chiapa,  behoort  aen  de  Cancellarye  ofce  Ko- 
ninglyke  Audiëntie  van  Guatimala. 

Want  hoewel  dat  allede  Gouverneurs  .-door den  Koning,  ende  door 
den  Raed  van  Indien  in  Spaignien ,  in  die  Provinciën  werden  aengeftelt » 
foishet  doch  even  wel  fulks,  dat  fy,  wanneer  fy  in  dat  Land  fyn  gekomen, 
fich  felven  ende  alie  hare  aaien  voor  de  Kamer  van  Guatimala  moeten  ver1» 
antwoorden. 

H  h  3  Dit 


Grootco 
Koophan- 
del in  Gua- 
timala. 


Ryckdom 
der  Stade. 


Regeeringe 
vanGuati- 

mala  ende 
het  omlig- 
gende Lant. 


Befchry- 
vinge   van 
het  Hof 
vanGuati- 
mala . 

Trafta- 
mcnt  des 
Prefidents 
van  Guati  - 
ma/a. 


Hiftorie 
van  Dom 
Juan  de 
Cuzman. 


Gierigheyd 
van  Dom 
Gonzalvez 
de  Paz  de 
Lorenzana, 


Vootbeeldt 
daer  van. 


Tra&a- 
ment  der 
Raeden 


244,       III.  Boek.  ¡ToyagkvanThomasGage      I.  Cap. 

Die  Hof,  ofte  defeKoninglijke  Audiëntie  van  Guatimala  ,beftzet  uyt 
een  eerfte  ende  twee  andere  Prefidenten ,  fcs  Raedts-heeren ,  en  een  Pro- 
cureur ces  Konings  ofte  AdvocaetFifcael.- 

Hoewel  nu  defe  Prenden t  de  naem  ende  qualiteyt  van Viceroy  niet  heeft* 
foo  wel  als  die  van  Mexico  ende  Peru  ,  fo  is  doch  evenwel  fijne  maght  alfoo 
groot  endeabfoluytalsdehaere. 

Hy  hceftniec  meer  dan  twaelfduyfent  Ducaten  toteen  Jaerlijks  tracla- 
ment  van  den  Koning ,  dog,  hy  kan  nog  wel  tweemalen  io  veel  winnen  ,  in- 
dien hy  wat  baetfuchtigisjfodoorgefchenckenals  door  Koopmanfchap; 
jae  felfs  lbo  veel  alshy  wil  ,-gdijckfiüks  gebleeken  heeft  in  de  Perfoon  van 
den  Grave  van  Gomera,  welkcna  dat  hy  Prefident  in  de  Stad  haddegeweeft; 
fich  inde  Canarifche  Eylanden  retireerde  s  zynde  hier  out  geworden  ,hy 
dede  dat  te  meer ,  om  dat  hy  uytdefelve  geboortig  was  ,  ende  hy  befat  veele 
Millioenen  » hierdoor  hem  gewonnen  * 

Dom  \uan  de  Guarnan  was  fijnen  navolger,defe  hadde  te  vooren  Prefident 
teSr.  Dt/wiwgo geweeft ,  welke,  nadat  hyiijn  Huys-vrouwe hadde verloo- 
ren  gedurende  de  Reyfe ,  fich  geheel  tot  de  Godtvrughtigheyt  begaf,  ende, 
de  wereltlijke  middelen  ende  rykdommen  veraghtende,  anders  niet  voor 
fijn  oog-merk  hadde,  dan  defe  Volkeren  met  foetigheyt,  ende  in  alle  bil— 
lijkheyt,  te  regeeren;  hier  door  gebeurde  het,  dat  de  andere  Reghters, 
welke  nietdagten,  danom  fig  te  verryken  ,  hem  weldra  moede  wierden  , 
ende  alle  hare  kragten  infpanden,om  hem  fijn  Amptte  doen  ontnemen, 
ookbehielthy  het  maervyfjaeren. 

Dom  Gon^alve^  de  Pa\  de  Lor  encana ,  welke  ik  op  mijn  vertrek  daer  liet , 
v/as  lijn  navolger ;  hy  hadde  te  vooren  Prefident  ven  Parmama  geweeibdog 
hy  aenvaerdedat  Amptmetfoo  groóte  gierigheyt  ende  begeerte  tot  het  ge- 
win ,  datmen  voor  hem  nog  geen  foodanige  gefien  hadde* 

Hy  verboodt  het  fpeelen  in  de  Huyfen  der  particuliere  perfoonen ,  in  de- 
welcke  men  gewoonlijk  feer  fterk  dobbelt  (  hoewel  niet  fo  fterk  als  te  Me- 
xico ,  daer  het  meeft  door  de  Vrouwen  gefchied  )  niet  door  een  af-keer  die 
hy  van  het  fpel  hadde ,  maer  om  dat  hy ,  die  geene ,  welcke  de  Kae.rten  ga" 
ven ,  haere  winfte  benydde. 

Hy  wille  het  foo  te  ftellen ,  datmen ,  in  eene  nagt ,  ten  minften ,  taghtig 
Kaert-fpellen  van  nooden  hadden  ;  een  van  fijne  Pagien  was  gefteltom  for- 
ge  te  dragen,  datmen  de  behoorlijke  prys  vooryderfpelindebuffeftack» 
welke  niet  minder  dan  een  Rycks-daelder  was,  ende  dikmalen  gafmen'er 
twee  uyt  confideratie  van  fijn  perfoon» 

Door  dir  middel  trock  hy  al  de  winft  van  de  fpeelders  aen  fig;  felfs  maekte 
hy  dikmalen  queftiemet  'de  rykfte  Inwoonders  der  Stad,  wanneer  fy  des 
avonts  niet  aen  fijn  Huys  quamen  fpeelen. 

De  Koning  geeft  een  Jaerlijcks  tractament  van  vier  duyfent  Ducaten  ae* 
ygelyck  van  de  Raeds-heeren  van  dat  Hof  ofte  Koninglijke  Audiëntie, 
ende  drie  duyfent  aen  fijnen  Procureur  Generael  ofte  Advocaet  Fifcael,fy 

werden 


III.  BoECic.  Door  de  Spaenfehe  PFefl-Indïén.  I,  Cap.  245 

werden uyt de Spaer-kifte  betaelt,  ofce  uytdenontfangvandeDomainenen  ¿esFir. 
van  fijne  Cacholyke  Majefteyt ,  welke  in  die  Stad  moetan  gebraght  wer-  caeIs. 
den. 

De  fomme  evenwel ,  welke  defe  Raden  uyt  de  gefchenken  en  den  Koop-  Groot  pro- 
handel  trecken  >  is  ioo  aenmerckelijk ,  dat  ick  van  een  van  de  Regters ,  ge-  fy  t  der  Ra- 
nacmtDawi  Louis  de  los  Infantes  ,hebbe  hooren  feggen ,  dat  hoewel  haerden. 
Ampt  te  Mexico  ende  te  Lima  honorabelder  was  >het  fel ve  dog  evenwel  te 
Quatimala  meer  voordeel  by-bragte. 

Ten  mijnen  tyde  vielen  daer  criminele  Proceifen  voor,  foodanige  als  vö^f  ™f 
men  daer  te  voren  noyc  gehad  hadde,  wegens  moorden ,  rooven ,  en  con-  ¡J"  lV  ¿"J^ 
cuffien  ;  des  niet  tegenftaende  wierd'er  niet  een  van  de  mifdadige  gedoodt       J 
ofce  gebannen  ,  fel  ve  niemand  quam  daer  over  inde  gevankenifle,  ofiegaf 
boete  dieshalven,  doordien  fy  haer  alle  witten  door  giften  ende  gaven  te 
redden  ,fodanig  dat  ik ,  in  aght  jaren  tyds.niet  gehoon  nebbe,  dat  yemand, 
om  eenige  mifdaed  >  in  de  Stad ,  is  ter  dood  gebragt. 

Hoewel  de  Kerken  daer  niet  fo  groot  nogte  koftelijck  als  te  Mexicozyn  ,  Kerken  van 
fo  fyn  fy  dog ,  na  proportie  van  de  Stad ,  wel  genoeg  gebout  ende  verciert.  Quatimêia. 

Daer  is  niet  dan  eene  Cathedrale  en  Parochiale  Kerke,defe  is  op  de  plaet- 
fe  van  de  groóte  Merkt  gerimmert;  Alle  de  andere  Kerken  behooren  aen  de 
Conventen  van  de  Jacobynen,  de  Cordeliers,de  Paters  de  la  Merced,de  Au- 
guftynen ,  dejefuiten,  endedan  nog  aen  twee  Conventen  van  Religieufe 
Dogtersdiedennaemvan  la  Conception  endevznSta.Cat  harina  voeren. 

De  Cloofters  van  de  Jacoby nen  ,  van  de  Cordeliers ,  en  van  de  Religieu-  Klooiters. 
fen  de  la  Merced  ,zynfeer  heerlij  ck>  ende  in  y  der  van  defelvezyn  hondert 
Religieufen. 

Dog  het  koftely  kíte  ende  praghtigfte  van  alle  ,  is  dat  van  de  J acobynen , 
in  het  welke  ik  woonde*  het  felve  is,  door  een  groóte  wandelarye,  welcke 
voorde  Kercke  komt ,  aen  de  Univerfiteyt  van  de  Stad  ge  voegt. 

Het  inkomen  van  dat  Cloofter ,  beftaet  uyt  eenige  Indiaenfche  Dorpen,  Inkomen 
die  daer  aen  onderhorig  zy  n ,  als  mede  uyt  een  Water-molen  en  een  Koorn-  der  Jacoby- 
hoeve,  ende  dan  nog  uyt  een  andere,  op  dewelke  men  veel  Muyl-efels  en  nen. 
Paerdenaenqueektjfy  hebben  mede  een  Suyker-molen  en  Silver-myne, 
welcke  aen  haer  in  het  jaervan  1633.  gegeven  wierden  ;  uytdefelvetroc- 
kenfy,  als  alle  deonkoften  zyn  afgereekent,  ten  minften  dertig-duyfent . 
Ducaten  jacriijeks  >  hiervan  daen  komt  het  dat  die  Religieufen  niet  alleen 
genoeg  hebben  ,  om  ,  onder  malkanderen ,  wel  en  leckerlyk  te  leven  ,  maer 
ook  veeleover-houdenom  te  timmeren,  ende  hare  Kercke  ende  Altaren 
koftelijck  op  te  proncken.  HawSrhar 

Onder  de  rykdommendie'erzyn  vintmen  twee aenmerkelijke dingen  ;  "«eacnai- 
de  Spaigniaerden  ,  als  fy  luftig  van  humeur  waren ,  feyden  my ,  dat  de  £n- 
gelfchedaerilercknavernaemen  3alsfy  eenige  van  hare  Scheepen  hadden 
genomen,  en  oock  datfy  vreefden,  dat  ick  was  gekomen  om  die  te  ver- 
fpieden.  De 


Voyagie  van  Thomas  Gage      I.  Cap.' 

De  eerfte  is  een  filvere  Lamp  die  voor  het  groot  Altaer  hangt  ,  defelve  is 

foo  groot  ende  fwaer,  dat  drie  Mannen  wercks  genoeg  hebben  om  die  om 

hoog  te  hy  fíen;  De  tweede  is  nog  veel  koftelijcker  , zyndeeen  louter  fil  ver 

Beeld  van  de  Maget  Maria ,  fo  groot  als  een  Vrouws-perfoon  van  een  meer 

als  gemeenegeftalte, het  felve  werd  in  de  Capellevan  hetRo/kn'ttwbewaert» 

onder  een  Tabernacul,  het  welke  daer  befonderlijckroeis  gemaeckt,daer 

íijn  oock  ten  minften  iwaelf  iilvere  Lampen,  die  altoos  voor  dit  Beeldt 

branden. 

Bcfchry  vin-      ]n  het  korte  gefegt ,  dit  Cloofter  is  foo  ryctë  datmen  in  weynig  tyd  ,  hon- 

ge  van  haer  dertduyfentDucaten  aenfchattendaeruytfoudekonnenhalen,endein  den 

Kloofter.     omtreck  of  het  befluyt  van  het  felve  en  ontbreekt  niets,  dat  vermaeck  ende 

recreatie  aen  de Religieufenfoudekonnen  geven, 

Daer  is  een  Tuyn  in  het  Benede-Cloofter ,  die  een  Fonteyne  in  het  mid- 
den heettmet  een  water-val,  uyt  dewelke  ten  minften  twaelf  ftralen  fpruy- 
ten  ,  die  twee  Vy vere ,  welke  met  Vifch  vervult  zyn ,  gedurig  ververfchen, 
men  fier  ook  op  defelve  veele  Eenden  ende  andere  Water-vogels. 

In  het  felve  Gootter  zyn  nog  twee  andereTuynen,  om  vrughten  ende 
kruyden  te  hebben,  ineen  van  defelve  is  een  ftaende  water  van  twee  hon- 
dert  vyftig  paffen  lang ,  het  is ,  op  de  grond ,  met  fteenen  geplaveydt ,  ende 
aen  de  kanten  met  een  fchoeyingé  van  metfel-werck  opgehaelt ,  men  vindt 
daerookeen  Schuytjenin  ,  waer  mede  de  Religieufen,  figfomwylen  ,  op 
het  water  gaen  vermaeken  ,  ook  Viiïchen  fydaer  mede, als fy  van  andere 
kanten  geen  vifch  krygen ,  ende  hier  door  hebben  fy  noyt  gebreck  aen  de- 
felve. 
Beiehry vin-      De  andere  Conventen  fijn  mede  ryk  genoeg ,  maer  na  dat  van  de  J  aco- 
ge van  het    bynen ,  is'er  geen  dat  by  dat  van  de  Religieufe  Dochters  van  Ia  Conception 
Convent       te  paffe  komt ,  in  het  felve  zyn,  ren  minften,  duyfent  Menfchen ,  beftaende 
de  la  Con-    deíelve  uyt  de  Religieufe  Dochters,  hare  Slavinnen,  Dienft-maegden  ende 
cesión.        Kinderen  van  de  Vrouwelijke  fexe,  aen  dewelke  fy  niet  alleen  verfcheydene 
hant-wereken  leeren ,  maer  oock  het  lefen  ende  fchryven, 

DeReligieuie  Dochters  welke  aldaer  hare  Profeffie  doen  ,  brengen  ten 
minften  vyf,  Ces  endefeven  hondert  ducaten  ,  voor  haere  in-komfte ,  felve 
fijn'er  dietot  duyfent  ducaren  toegeven  ;  dit  brengt  eengroot  in-komen 
aen  dit  Cloofter ,  want  het  Capitael  blyft ,  na  de  doodt  van  die  Dochters, 
aen  het  felve. 
Die  geene,  welke  Dochters,  in  het  Convent  willen  hebben,  om  haer  te 
.  dienen ,  konnen  fulcks  doen ,  mits  dat  iy  het  gek  van  hare  in-trede ,  na  pro- 
portie, vergrooten,  ofte  wel  haer  koft-geld  betalen. 
Fliirorie  in  dit  Convent  was  hecdat  Donna  \uarma  de  Maldonado, Dochter  van  den 

van  Donna   Reghter  \uan  deMaldonado  de  ?a\  ,  woonde  ,  welckeden  BiiTchop  van  de 
Jmnnade    Stad ,dickmaels genoeg  ging  befoecken. 

Maldonado.      Sy  was  íeer  fchoon  ende  bevallig ,  fijnde  ook  niet  veel  meer  dan  twintigh 
jaren  out  5  den  BiiTchop  hadde  foo  veel  genegentheydvoor  haer,  dat  fy, 

in 


III.  Boek.  Door  de  Sfaenfche  Weft-Indïén.    I.Cap.    247 

in  myn  tyd ,  alles  deede  wat  hy  konde ,  om  haer  tot  Abdiffe  te  doen  verkie- 
fen ,  en  dat  in  weerwil  van  alle  de  oude  Religieufe  Dochters. 

Dit  verweckte  foo  groot  een  twift  in  het  Con  vent,  dat  het  gerugte  daer  Op-loop 
van  figh  inde  Stadt  verfpreyt  hebbende,  daer  verfcheyde  Edellieden  endt  door  hace 
Koopmans  waeren,  welcke,  met  den  degen  in  devuyft,  nahetCloofter  emftaen. 
liepen ,  dreygende  de  poorten  opte  loopen,  ende  hare  Dochters  te  hulpe 
te  komen  ,  tegens  de  magtige  factie  ,  die  den  BiiTchop  gemaeckt  hadde  in 
faveur  van  Donnafuanna  de  Maldonado. 

Ook  foudefulks  feekerlijckzyn  gefchied  geweeft ,  tenfyden  Prefident 
T>um\uan  de  Guarnan,  de  Vader  van  defe  jonge  Religieufe  Dochter  hadde 
laeten  ontbieden,  ende  hemverfoecken,zyn  Dochter  te  willen  bidden, 
datfy,depretenfien,  die  fy  hadde  om  AbdiiTe  te  zyn,  foude  willen  laeten 
vaeren,  ende  dat  fyaght  moefte  nemen  op  hare  jonge  jaren,  die  haer  noch 
niet  toelieten  tot ¿íq  waerdigheyd  te  komen.  . 

Door  dit  middel  wierde ,  op  ilaende  voet ,  de  onruftinen  buyten  het  Werd  door. 
Convent  geftilt ;  de  BiiTchop  wierde  daer  door  een  weynigbefchaemt,  den  Prefi- 
ende  defe  jonge  Religieufe  Dochter  fag  fig  genootiaeckt  noch  een  tydt  dcncgeimt. 
in  gehoorfaemheyd  te  leven 3  ondereen  andere,  ende aenüenlijkerNonne 
dan  fy  was. 

Befefuanna  deMaldonado,dede  niet  alleen  hetgeheeleCloolter,  maer 
oockdegantfche  Stadt  verwonderen,  foo  ter  oorfaecke  van  haer  fchoone 
ftemme ,  ende  volmaeckte  kennifle  in  de  mufijeq-konft ,  als  door  hare  goe- 
de op-voedinge  ende  manieren,,  want  in  defelve  en  behoefde  fy  alleen 
voor  niemand  in  haer  Cloofter,  maeroock  felfsindeStad,  niet  te  wyc- 
ken. 

■  Het  was  niet  alleen  dat  fy  groot  verftant  hadde  en  feer  wel  fpreeckende 
was ,  maer  men  konde  waerlijk  feggen ,  dat  men  in  haer ,  alle  de  bequaem- 
heden,  van  eene  van  de  negen  Sang-Godinnen  vond,dat  fy  een  tweede  Cal- 
liove  was  om  veerfen  voor  de  vuyft  weg,  ende  op  ftaende  voet  te  maeken,  en 
dat  met  foo  veel  aerdigheyd  des  Geefts ,  dat  de  Biiïchop  felfs  bekende ,  dat 
fulks  een  van  die  dingen  was ,  die  hem  het  aengenaemfte  in  haer  fcheenen , 
ende  haer  gefelfchap  deeden  foecken. 

Haer  Vader  hadde  niets  ontfien  om  aen  haer  te  kofte  te  leggen  ,  ende 
niet  washem  tedier,  als  hy  haer  maer  vernoeginge  konde  geven,  oock 
door  dien  hy  anders  geene  Kinderen  hadde,  gaf  hy  haer  noch  dagelyacs 
nieuwe  gefchencken,die  met  deilaet  van  een  geeftelijcke  Dochter  over  een 
quamen. 

Op  een  tydt  gafhy  haer  Cabinetten  die  met  filver  ende  goud  waren  ïn- 
geleydt ,  en  op  een  andere  weder  Beelden  ende  Schilderyen  van  groóte 
waerdye,  om  hare  Kamer  te  verderen,  ende  daer  toe  goude  Kroonen  ende 
dierbaer  gefteente  om  defelve  op  teproncken. 

Tot  foo  verre  dat  ditalles,  gevoeght  fijnde  by  het  geene  den  BiiTchop  Groóte 

I  i  ""'  haer 


ryckdom 
van  een 
Ivonne. 


ie  gebede 
kamer, 


248       IÍÍ.  Boek.  Voy agievanlhomas Gage    II.  Cap. 

praght  ende  haer  gaf ,  die  haer  alles  fchonck  dat  hy  kon  de ,  foodanig  dat  hy ,  ftervende  , 
met  goed  genoeg  na-liet  om  fijne  fchulden  te  betalen,  (want  het  geruchte 
ging, dat  hyalfyngoedaen  defe Nonnehadde gegeven  )  fyfooryck  wier- 
de  ende  foo  maghtig ,  dat  fy ,  op  haere  eygene  koften,  een  apartement  voor 
haer  in  het  Cloofter  liet  timmeren  met  veele  Kamers  ende  Galeryen ,  heb- 
bende daer  toe  een  Tuyn  ,  voor  haer  in  het  byfonder ,  om  te  gaen  wande- 

Sy  hielde  ook  fes  Negerinnen  by  haer ,  om  voor  haertearbeyden  ende 

naelde-werk  temaeken. 

Koftelycke      Dog  haer  meefte  vermaek  beftond  in  het  vercieren  van  een  Capelie  \  of- 

"■■    '■_*«- te  Cabinec-i  om  hare  Gebeden  daer  in  teftorten,het  welke  metryekeiye- 

keTapy ten  was  behangen  ,  ende  met  de  konftigfte  ftucken  van  Italien  ver- 

ciert. 

Het  Altacr  was  verciert  na  proportie  van  de  refte^met  dierbaer  gefteente, 
met  Kroonen,  Kandelaers,  Lampen  ,  &c.  vanSilver,  ende  bedecktmec 
een  verhemeltiel  dat  met  Goud  geftickt  was. 

In  dat  fel  ve  Cabinet  ofte  Capelie  hadde  fy  een  kleynen  Orgel ,  ende  veele 
andere  foorten  van  Mufijcq-Inftrumenten,opdefelvefpeeldefy,fomwylen 
tot  haer  vermaek,  alleenig  zyndcof  met  de  Religieufe  Dogters  hare  Vrien- 
dinnen ,  of  ook  wel  voor  den  BiiTchop,  wanneer  hy  haer  quam  befoeken. 

In  het  korte,  het  gerugte  ging  door  de  Stad,  dat  hare  Capelie  ten  minften 
fes-duyfent  Ryckdaelders  waerdig  was ,  zynde  fulcks  genoeg  voor  een  Re- 
ligieufe Doghter,  welke  gelofte  hadde  gedaen  van  Armoede,  kuysheydc 
ende  gehoorfaemheyd. 

Na  hare  doodt  moeite  dit  alles  aen  het  Convent  bly ven  ,  ende  men  hoeft 
niet  te  twyffelen ,  of  fy  konde ,  door  hare  ryekdommen ,  de  genegentheden 
van  de  andere  Nonnen  meer  en  meer  winnen,  ende  daer  door  een  getal  van 
Vriendinnen  maeken ,  dat  fterek  genoeg  foude  zyn ,  om  haer  tot  AbdifTe , 
by  de  eerfte  gelegentheyd,  te  doen  verkiefen ,  door  demenighte  van  hare 
itemmen. 

Wantdeftaet-fugt,  en  de  begeerte  van  over  andere  teheerflehen  >  fyn 
over  de  mueren  der  Kloofleren  heenen  gepaflTeert ,  als  de  gruwelen  en  ver- 
vloekingen over  de  muere  van  Ezechiel,  en  fy  hebben  herte  van  de  Nonnen 
ingenomen ,  welke ,  even  als  arme  Maegden ,  nederig  moeften  zyn ,  heb- 
bende het  vleefch  gedood ,  ende  zynde  de  wereld  af-geftorven. 

Dog  boven  dek  Nonnen  zyn'er  nog  andere ,  ende  felver  Monicken,  die 
geheel  ry  k  zyn ,  want  foo  eenige  Stad  maghtig  is,  even  als  defe ,  ende  dat  in 
defelve  grooten  handel  werd  gedreven ,  io  zyn  fy  verfeekert  haer  deel  daer 
van  te  hebben. 

Den  overvloed  en  de  Ryckdom  hebben  de  In  woonders  van  Guatitnata  al 
immer  foo  trots ,  opgeblafen ,  en  tot  de  fonde  geneygt  gemaeckt,ais  die  van 
Mexico,  want  de  yerdorventheyd  is'eralfo  gemeen,  al  in  eenige  andere 
Plaetfevan  de  Indien. 

De 


Verdor- 
ventheyd 
áer  Cloo- 
fteren. 


IILBoECK,  DoordeSpamfcheWefl-Indiën.  II.Cap.   249 

De  Negerinnen,  de  Meftifche,  Mulatre,  endelndiaenfche  Vrouws-per-  Ongebön- 
foonen,en  de  andere  Vrouwenen  Doghters,  van  geringe  conditie,  wer-d^heyt  en- 
den aldaer  feer  bemint  en  gefogtdoor  diegeenedie  ryck  zyn ,  ook  fyn  fy  al  deGodloos- 
iboaerdig  en  cierlyck,  als  die  van  Mexico ,  gekleed,  fyfyn  niet  minder  on- heyd  in  de 
kuyfch  en  ongebonden  dan  defelve,  hoewel  íy  tuifchen  twee  Bergen  woo-  Stad. 
nen  diehaer  metftraffeen  kaftydingedreygen  -y  de  Water- Vulcanus  ichynt 
haer  te  willen  doen  verdrinken  ,  om  de  wraeke  Godts ,  als  voor  defen  >  uyt 
te  voeren ,  en  de  andere  vertoont  haer  een  van  de  poorten  der  Heiie ,  ende 
dreygt  een  vyerigen  regen  op  haer  neder  te  ilorten*  gelijck  als  die  geene 
was  die eertydtsvSodoma  vernietigde. 


HET   II.  CAPITTEL. 

Grootte  van  het  Landt  van  Guatimala.  Koopmanfchappen  ' 
die  daer gebragt  werden.  Vrugtbare  Land-jlreeke.  Sw ti- 
re Vonder  en  Blixem.  Defperaete  Negers.  Voorbeelden 
van  haer  e  kloeckmoedigheydt.  Haeven  van  la  Trinidad. 
Befchryvinge  van  St.  Michel.  Befchryvinge  van  de  Ha- 
ven van  Realejo.  Hoe  den  handel  van  Guatimala  opSpai- 
gnien  gedreven  werd.  Groóte  affurantie  ende  forgeloosheyt 
der  Spaigniaerden.  Schoone  ende  ruyme  Haven  van  Gol- 
fo Doke.  Lafhertigheyd  der  Spaenfche.  De  Hollanders 
nemen  Truxillo  in,  en  verheten  het  felve  Jleghtelyck.  Ge- 
revolteerde Negers ,  doen  groóte  fchade  aen  de  Spaigniaer- 
den. Hare  wapenen.  Sy  verlangen  na  Engelfche  ofte  Hol- 
landers. Acafabaftlan.  Bobo  een  aengenaem  Jlagh  van 
Vifch.  Tepemechin  eenfoorte  van  Voorn.  Schoone  Me- 
loenen. TJèr  ende  Kopere -mynen. 

DEfePlaetfe  St.fazo  de  Guatimala  genaembis  de  Hoofd-Stad  van  eengrootte 
feer  groóte  en  magtige  Land-ftreeke,  welke  fig  ten  Zuydem  aen  de  van  het 
kant  van  Nicaragua  en  Cofla-BJca  meer  dan  drie  hondert  mylen  uyt-  *;and  va" 
ftreckt,  hondert  aen  dezydevan  Chiapa en  áeZoque* ,  feftig  naVeraPaf    ttaUmitlt'<- 
ende  Golfo  Dolce  ten  Ooften ,  en  tien  a  twaelf  ten  Weiten  na  de  Zuyd-Zee. 

Van  Tecoantepequezf,  daer  de  groóte  Scheepen  niet  aen  konnen  komen*  Havenen» 
en  dat  meer  dan  hondert  en  twintig  mylen  van  Guatimala  legt,  is'er  an- 

I  i  2  ders 


Koopman 
íchappen, 
die  daar 
gebragt 
werden. 


Vruchtbare 
Landitree- 
Jte. 


Swaere 
donder  en 
blixem. 

Deiperatc 

Negers. 


Voorbeel- 
den van  ha- 
re kloek 
moedig- 
heyd. 


Haven  van 
la  Trini- 
dad. 


Befchrij- 
vinge  van 
St.  Micbitl. 


250     III.BoECK.     Foyagie  vanThomas  Gage  II.  Cap 

ders  geene  Haven  om  met  vaartuygen  aan  defe  Stade  te  naaderen ,  dan  di* 
van  het  Dorp  la  Trinidad. 

Devoomaamfte  Kbopmanfchappen ,  welke  men  vandiekantnaGad/i- 
mala  brengt  ,  werden  getrokken  uyt  de  Provintie  van  Zoconufco  ende  de  Su- 
chutepeque ,  welke  ièer  heet  ,  ende  het  donderen  en  blixemen  ten  boogden 
onderworpen  zijn,  aldaar  vallen  anders  geene  confiderable  waaren  dan  de 
Cacao  ,  de  Achiotte ,  Mefafucbi ,  Baimllas  ende  andere  noodige  dingen  om  de 
Chocolate  te  maken ,  ten  fy  dan  een  weynig  Indigo  ende  Cochenille,  wel- 
ke men  omtrent  St.  Antonio  vint,  defe  laatite  Plaatfe  is  de  Hooft-itadt  van 
het  LandivandeSucbutepeque. 

Doch  het  Landt  dat  digte  by  Guatimala  legt ,  ende  voor  al  omtrent  het 
Dorp  Itfuinte,  ofte Ttfuintepequegemmt,  dat  omtrenttwaalf mijlen  van 
de  Stadt legt,  is  het  rijkfte  van  alle  het  geene  daaraan  onderhorig  is  i  want 
aldaar  wintmen  de  meefte  indigo ,  welke  o  ver  de  Honduras ,  na  S  pangicn 
wert  gefonden ,behal ven  dat'er  feer  veele  Pagt-  hoeven  zijn,die  groóte  over- 
vloed van  Beftiaaluyt-le veremdefel ve zijn  geheel  het  Land  door  verfpreyd, 
de  grond  daar  van  is  feer  vrugtbaar ,  ende  ter  oorfake  van  den  handel  is  het 
feer  profijtelijk  daar  te  woonen,  doch  ook  wat  ongemakkelijk,  door  de  het- 
te  des  Clirnaats,ende  door  het  meenigvuidig  donderen  ende  blixemen ,  van 
de  Mey-maant  af ,  tot  aan  Sf;  Michiel  toe. 

Soo  men  kan  feggen  dat  het  Landt  van  Guatimala  Volkrijk,  ende  daar 
door  fterk  is »-( want  het  is  fulks  niet  door  Wapenen  ende  Krijgs-munitien) 
foo  is  het  alleen  door  feeker  foorte  van  defperate  Negerfche  Slaven ,  welke 
op  die  Hoeven  woonen  daar  men  den  Indigo  wint. 

Hoewel  fy  anders  geeneW apenen  dan  eenMachette>dzt  een  foorte  van  kor- 
teLancien  is,fijn  hebbendcdaar  fy  het  wilde  Vee  mede  jagemfoo  zijn  fy  dog 
foo  defperatelijk  kloekmoedig ,  datfy  de  Stadt  van  Guatimala  dikmaals  heb. 
ben  doen  beven ,  ende  de  fchrik  in  het  herte  van  haare  Meefters  gebragt. 

Men  vint'er  onder  haar  die  een  wilde  Stienhoewel  hy  woedende  en  rafen- 
deis,dervenaentailen;fyvallenopdeCrocodillen,indeRevieren,aan,ende 
Cy  verlaten  die  niet  voor  dat  fy  die  gedood  en  aan  het  Land  gebragt  hebben. 
Dit  Land  ftrektfig  langs  de  Zee  uyt,  tot  aan  het  Dorp  la  Trinidad  3  al- 
waar, foo  wy  gefegt  hebben ,  een  Haven  is,  die  ,  hoewel  wat  gevaarlijk 
zijnde,  evenwel  voor  een  aankomfteverftrekt,  aan  de  Scheepen  die  van 
Pannama  ,  Peru  ende  Mexico  komen. 

Defe  Haven  contribueert  veel  om  de  Stadt  van  Guatimala  te  verrijken  , 
maargamfch  niet  om  die  te  verfterken  ,  want  men  fiet'er  nog  Fort,  noch 
Cafteel,  noch  Gefchut,  om  defelve  te  befchermen. 

Tuflchen  hetDorp  laTrinidad,tn  de  andereHaven  Realejo  genaamt,  is  een 
grootOzZ/dooftekleyne  Zee-boefem^de  kleyneScheepen  fijn  gewent  defelve 
op  te  vaaren ,  ende  foet  water  te  St.  Michiel  te  gaan  halen,  foo  wel  als  mont* 
koften  ,  het  is  een  Vlek  dat  door  de  Spangiaarden  en  de  Indianen  bewoont 
wert,en  die  geene,welke  na  Rjielejo  willen  gaan  ,  konnen  van  daar,in  minder 

dan 


III.Boeck.  Door  de  Spaenfche  Weftrlndien.  II.  Cap.  251 

dan  een  dagh  aan  een  Indiaanfch  Dorp  ,  la  Vieia  genaamt ,  komen  dat 
twee  mijlen  van  B^alejo  legt  >  ende  te  Lande  heeftmen  daar  toe  *  ten  min- 
ften  drie  dagen  noodig. 

Doch  defe  Cd/ido  ofte  kleyne  Zee-boefem  is  gantfch  niet  verfterkt,  men 
foude  fulks  even  wel  ligtelijk  konnen  doen  ,  alsmen  aan  de  mont  van  defel- 
ve  ,  daar  de  Zee  in  het  Landt  fchiet ,  maar  twee  ftukken  Gefchuts  plante. 

De  Haven  van  i^/e/o  is  al  immer  íbo  weynig  verfterkt  als  defe,  want  B.cfchry  vin- 
men  vint'er  nog  Geichut  nog  Soldaten, daar  zijn  alleen  twee-hondertHuys-  Se  van  de 
geiinnen  foo  van  indianen  als  Mefticos ,  diegantich  niet  bequaam  fijn  om  f^avenvan 
een  Plaatfe .  van  foodaanige  importantie ,  te  befchermen  ,-defe  Haven  geeft  RealeJ°> 
een  openen  toegank  tot  de  Provinciën  van  Guatimala ende  Nicaragua,  de 
laatfte  neemt  haar  begin  daar  ter  plaatfe  ,  ende  men  vint  in  deielve  geduur ig 
kleyne  Indiaanfche  Dorpen  tot  aan  de  Steden  van  León  ende  Grenada  toe. 

Wat  de  Noord-zijde  van  Guatimalabehngt,  ik  weteniet  veel  te  voegen 
by  hetgeeneik  van  deZuchutepeques  ende  Zoconu^co  gefegt  hebbe,  in  mijne 
Reyfe  van  Mexico  tot  Chiapa  toe. 

De  voornaamfte  zijde  van  Guatimala  is  die  geene,welke  ten  Ooften  ftrekt 
na  de  kant  van  Golfe  Doice  ofte  Sr.  Thomas  van  Caftilien.  ,    - 

Defe  zijde  wert  veel  meer  befogt  door  de  Kooplieden  endeReyfigers  als  de  ,  lC,  f* 
Noort-kant  ,  om  dat  Mexico  drie  hondert  mijlen  van  de  Stad  van  Guatimala  Quat¡ma¡a 
legt,  ende  de  Golf  is 'er  maar  feftig  mijlen  van  verfcheyden,  ook  zijn'er      s      _    ' 
geen  gevaarlijke  noch  moeyelijke  paiïagien  op  den  weg ,  als  wel  op  die  van  p¡en  oe. 
Mex-iVoop  eenigeplaatfen,behalvendatden  grooten  handel,  die  door  mid-  dreven 
del  van  defe  Golf  tuíTchen  Spangien  ende  Mexico  wert  gedreven,  ooriaak  is  Werc. 
dat  defen  weg  meer  bewandelt  wertdan  de  andere. 

In  de  maant  van  julii,ofte  ten  langften  in  het  begin  van  Auguftus,komen 
gemeenlijk  in  de  Golf  twee  a  drie  Schepen,  welke  deKoopmanfchappen>die 
fy  uyt  Spangien-gebragt  hebben ,  in  groóte  Pak-huyfen  ontlaaden,  die  men 
expres  gemaakt  heeft  om  die  op  te  íluy  ten ,  ende  tegens  de  ongemakken  des 
lugts  te  bevrijden. 

So  dra  {y  harevragt  quyt  zijn  .  laden  fy  weder  de  Koopmanfchappen  díe 
men  van  Guatimala  daar  gebrágt  heeft ,  om  die  in  Spangien  te  brengen ;  de- 
felve  hebben  daar  dikmaals  twee  a  drie  maanden  voor  de  komfte  der  Schee- 
pen leggen  wagten .  Groote  ¿r 
Soodanig  datmemgeduurende  de  drie  maanden  van  Julius,AuguÍTUS,ende  furant¿e  en 
September,  altoos  verfeekertis,daar  ter  plaatfe,een  grooten  fchat  te  vinden,  foreeloos- 

Desniettegenftaandeisde  eenvoudigheyt  ofte  de  aiïurantie  der  Span-  ^eyC  ¿er 
giaarden  foo  groot ,  datfy  hetbewaaren  van  die  rijkdommen  laten  aaneen  spaigniaar- 
ofte  twee  indianen  ende  foo  veel  Mulatten ,  welke  gemeenlijk  Lieden  zijn,  den. 
die  om  haar  boos  ende  ergerlijk  leven  ,  in  het  oude  ende  geruïneerde  Ca- 
fteel  van  Sr.  Thomas  van  Caftilien  gebannen  zijn. 

Het  is  waar,  dat  een  weynig  hooger  ,  een  kleyn  ende  ílegt  Indiaanfch 
Dorp,  Si.  Pedro  genaamt  *  legt,  dat  uyt  omtrent  dertigh  Huys-gefmnen 

Ii  3  beftaat* 


Schoone  en 
ruyme  Ha- 
ven van 
Golf  e  Bolee. 


taf-hertig- 
heydc  der 
Spaenfche. 


De  Hollan- 
ders nemen 
Truxillo  inj 
en  verlaeten 
het  ielve 
ilegtdyk. 


252     III.Boeck.     Vbyagie  vanThomas  Gage     II.  Cap- 

beftaecdochde  Inwoondersvanhetfelvefijn  meeft  altoos  fieck ,  door  de 
groóte  hette  van  dat  Climaet  fo  wel  als  door  de  ongefonde  Wt  welcke  oo 
die  Plaetfe  regeert.  °  '  ^ 

Dogmen  foude  die  Golf  ligtelijck  konnen  verftereken ,  plantende  twee 
goede  ftuckenGefchutaen  de mont  van  defelve,  welke  tuilchen  twee  Ber- 
gen ofte  Rotfen  befloten  ende  eng  gemaeckt  wert ,  op  dewelke  men  noch 
twee  andere  ftucken  foude  konnen  fetten  ,  en  dat  foude  bequaem  zvn  om 
een  geheele  Vloote  van  die  Haven  af  te  wyfen,  ook  foude  fuiks  het  Koning- 
ryck  van  Guatimala  verfeeckeren,  foo  wel  als  een  groot  gedeelte  van  <*eheel 
America-  co  ö 

Poch  doordien'er  geen  wagt  ofte  iterekte  is ,  foo  lopen  de  Scheepen  in 
alle  verfeekermge  daer  in ,  foo  als  eenige  Engelfcheen  Hollandfche  Sche. 
pen  gedaen  hebben ,  ende  binnen  gekomen  zynde ,  yinden  fy  een  foo  ruy- 
menendebreeden  Haven  ofte  Reede,  dat  duyfent  Scheepen  aldaer  fouden 
konnen  Anckeren  ,  buyten  alle  gevacr  van  Sant  Pedro  ofte  Sc  Thomas'  van 
Caitilien. 

ík  hebbe  dikmalen  gehoort ,  hoedat  de  Spaigniaerden  met  de  Engelfche 
en  de  Hollanders  den  fpot  dreven  dacr  over,  dat  fy  in  de  Golf  gekomen  wa- 
ren ,en  die  weder  verlaten  hadden ,  fonder  in  het  Land  te  treden. 

De  Hollanders  attaqueerden  Truxtllo ,  felfs  doeick  in  dat  Land  was ,  het 
welcke  de  aenfienlijckite  Haven  van  de  Honduras  ende  Comajagua  is ,  fy  na- 
men het  fel ve,  na  een  kleyne  ende  geringe  refiftentie,  in  ,'tiet  meefte  ge- 
deelte van  delnwoondersvlughtein  het  iiofch,  Hellende  haer  vertrouwen 
meerindefnelheyt  van  hare  voeten,  als  in  de  kragt  van  hare  armen  ,  en  in 
hare  Wapenen ,  want  alle  de  ín  woondefs  van  dat  Land  hebben  noch  moet 
nochcouragie. 

Dog  de  Hollanders,  in  plaetfe  van  die  Stad  te  verfterken,«n  aldaer  dieper 
te  Landewaert  in  te  treckemen  als  dan  in  die  Golf  het  felfde  te  komen  doen, 
fo  als  men  doe  door  het geheeleLand  van  Guatimala  Aw2.ex  niet  een  menfeh 
was  die  haer  konde  wederftaen ,  vreefde ,  verlieten  Truxillo ,  fig  met  een  ta- 
melyken  buyt  vergenoegende,  waer  over  de  Spaigniaerden  ioverheught 
waren  datfy  daer  openbare  Proceffien  overhielden,  om  dieshalven  Godt  te 
loven  ende  re  danken ,  ende  hare  blydfehap  te  betuygen ,  daer  over,  dat  fy 
van  dat  gevaer  verloft  waren. 

De  weg  van  die  Golf  tot  aen  Guatimala  toe  is  foo  quaed  niet  als  men  fich 
wel  inbedt,  voor  al  van  St.  Michiels  dag  af,  toe  aen  de  Maent  van  Mey  toe, 
want  alsdan  is  de  Winter  ende  het  regen  faifoen  gepaiTeert ,  en  de  winden 
beginnen  door  te  waeyen  ,  en  de  wegen  te  droogen. 

Selfs  in  de  flimfte  tyden  des  Jaers,  palieren  de  Muyl-efels ,  welke  te  min- 
iten vier  hondert  ponden  gewigte  dragen,  de  gevaerly  kfte  en  moeyelijckfte 
paiTagien  van  het  Gebergte  dat  om  die  Golf  legt. 

En  hoewel  de  wegen ,  in  die  tyden ,  feer  fwaer  vallen ,  foo  werden  fy  dog 
foodanig  door  de  Muyl-efels  betreden,  ende  fyfyn  foo  ruym  ende  wydt, 

dat 


III.  Boeck.  DoordeSpaenfchefFeft-Indi'én.  IL  Cap.  253 

dat  het  gemackelyck  valt  die  quade  plaetfen  te  myden*  endeweg,  daer  hy 
goed  is  ,  te  gebruyken ,  ook  is  deie  boofe  weg  maer  vyftien  mylen  lang  >  en 
men  vint  doorgaens  Hutten  om  te  ruilen  ,  ende  Muyl-efels  en  Paerden  in 
het  Bofchen  op  het  Gebergte,  om  de  Reyfigersre  voorfien. 

De  Spaigniaerden  vreefen ,  voor  dat  fy  dat  Gebergte  gepaiTeert  zyn  ,  niet  Gerevo!- 
Í00  leer  dan  twee  a  drie  hondert  wilde  Negers ,  welke ,  door  het  quade  ont-  teerde  Ne- 
hael  datmen  haer  aen  deede  ,  uyt  Guatimala  en  de  omliggende  Plaetfen  ge-  gets. 
vlugtzyn ,  hebbende  hare  Heeren  ende  Meefters  verlaten ,  enzynde  in  die 
Boflchen  geretireert ,  fy  woonen  aldaer  met  hare  Vrouwen  ende  Kinderen* 
ende  vermeerderen  dagelyks  foodanig  in  getal ,  dat  alle  de  magt  van  Gua- 
ttmala  en  de  by-  gelegene  Plaetfen  *  niet  bequaem  is  om  haer  te  dempen  en- 
de onder  te  brengen. 

Sy  komen  dikmalen  uyt  het  Bofch  te  voorfchyn ,  en  fy  packen  die  geene  Doen  groo- 
aen  welke  de  Muyl-efels  dry  ven  ,  fy  nemen  haer  Wyn ,  Kleederen  ,  Yfer  te    fchaede 
en  Wapenen  af ,  foo  veel  als  fy  van  nooden  hebben ,  dog  fy  doen  geen  quaet  aen  de  Spai- 
aendeMuyl-dryvers  nogaen  de  Slaven  die  haer  volgen ,  in  tegendeel  ,  de  guiacrts. 
laetfte  maeken  haer  met  defe  Wilde  vrolyk ,  om  dat  iy  van  eene  couleur  en 
in  defelve  ilaet  van  flavernyezyn ,  ook  nemen  fy , by  diegelegentheyt  *  dik- 
malen dekanflewaer,  om  haer  exempel  na  te  volgen ,  m  voegen  haer  by 
de  laetfte  ,  om  fo  mede  hare  vryhey  t  te  bekomen ,  hoewel  fy  fig  gedwongen 
fien  in  de  Boflchen  ende  op  het  Gebergte  te  moeten  woonen. 

Hare  Wapenen  zy  n  Boogen  ende  Pylen  ,  iy  dragen  die  alleen  om  haer  te  Haere  Wa- 
befchermen  ,  in  gevalle  de  Spaigniaerden  haer  quamen  te  attaqueren,  want  penen. 
fy  doen  geen  quaed  aen  die  gene ,  welke  vreediaemlijk  haren  weg  palieren, 
ende  haer  van  haren  leef-togt  mede  deelen . 

Sy  hebben  dickmaelsgefegt,  dat  fy  haer  op  dat  Gebergte  begeven  heb-  s?       aï 
ben,  om  fig  voornamentiykbereydende  vaerdig  te  houden  ,öm  haer  by  |eifcL      c" 
de  Engelfche  en  de  Hollanders  te  konnen  voegen ,  of  het  quame  te  gebeu-  fgHellan-" 
ren  *  dat  fy  in  de  Golfden  voet  aen  Land  fetteden,  doordien  fy  wel  weten  ¿ 
dat  die  haer  in  vryheydfouden  laten  leven,  het  gene  de  Spaigniaerden  noyt 
fullen  doen. 

Alsmen  defe  vyftien  eerfte  mylen  gepaiTeert  is ,  fo  bevintmen  dat  de  weg 
begint  te  beteren,  en  men  komt  op  defelve  aen  kleyne  Indiaenfche  Dorpen 
ende  Vlecken  ,  in  defelve  kanmen  alles  bekomen,  dat  tot  onderhout*  foo 
van  de  Menfchen  als  Beeften  ,  noodig  is. 

Nog  vyftien  mylen  voorwaerts  is  eengroot  Indsaenfch  Vleck  Acafabaf-  Acafabaf- 
tlan  ,  genaemt ,  het  legt  op  de  kant  van  feekere  Reviere*  die  voor  de  Vifch   tlan* 
ryckfte  van  geheel  dat  Land  werd  gehouden. 

Hoewel  nu  in  defelve  verfcheydenefoortenvan  Vifch  gevonden  worden  Boheco 
fo  is'er  onder  andere  een  feeker  fiag  Bobo  genaemt  *  defe  is  rond  en  feer  dick,  aengenaera 
Zynde  omtrent  foo  lang  als  een  arm  ,  hebbende  maer  een  graetin  het  mid-  Aag  van 
den ,  dog  fy  is  feer  blank  en  vet  *  ende  uytfteekende  goed  om  gekoockt  *  ge-  Vifctw 
freuyd ,  gebraden  ,ofceop  wat  wyfe  mea  wil  *  toegemaett  te  worden. 

Men 


Tepemech'ñ 
een  foorce 
van  Voorn, 


Schoone 
Muloenen 


Yfer  ende 
koper-my 
nen. 


2f4    III.  Boeck.    VoyagievanThomasGage    II.  Ca?; 

Men  vint  oock  op  den  weg ,  tot  aen  Guatimala  toe  >  in  de  Beeken  en  de 
kleyne  Revieren,  de  fchoonfte  flag  van  Vifch  des  werelts,  de  Spaigniaerden 
meynen  dat  het  een  foorte  van  Voorn  is ;  men  noemt  defelve  Tepemechtn  > 
en  het  vet  van  defelve  ichynteer  van  een  Kalf  dan  van  een  Vifch  te  zyn. 

Dit  Vleck  van  ÁcajabaflUn ,  werd  door  een  Spaigniaert  geregeert ,  men 
noemt  defelve  den  Corregidor,^  magt  ftreckt  fig  maer  uy t  tot  aen  de  Golr 
toe,  ende  over  de  Dorpen  die  op  de  weg  gelegen  zyn. 

Defe  Gouverneur  heeft  alles  wat  in  fijne  magt  was  ,gedaen ,  om  die  wil- 
de  Negers  van  het  Gebergte  te  krygen ,  maer  het  heeft  hem  niet  willen  luc- 

Alle  de  magt  van  die  Plaetfe  beftaet  in  twintig  musketten ,  evenfo  veel 
als'er  SpaenfcheFamiüenzyn  ,  ende  in  eenige  Indianen,  welke  Pylen  ende 
Bogen  hebben ,  om  het  Dorp  tegen s de  wilde  Negers  te  befchermen. 

Rontomme  Acafabajllanzyn  eenige  Pagt-hoven,  op  defelve  werden  feer 
vele  O flen  ende  Muyl-efels aen geteelt,  men  wint  daer  ook  veel  Cacao,  Acht- 
otte ,  ende  andere  drogen  om  de  Chocolate  te  maecken. 

Daer  vallen  ook  eenige  Medicinale  Kruyden ,  welke  goed  voor  de  Apo- 
theekers  zyn ,  als  Sal [apar tila  >  Cajfia  ,  &c.  en  in  de  Hoven  van  het  Dorp , 
fietmenfo  een  groóte  verfcheydenheyd  van  vrugten,  als  in  eenige  andere, 
doorde  Indianen  bewoonde,  Plaetfe. 

Dog  defe  Plaetfe  van  Acafabafilanwerdte  Guatimala  het  meefte  geaght, 
om  deuytnemende  Meloenen  die  daer  van  daen  komen ,  fommige  zyn  foo 
groot  als  eens  Menfchen  hooft,  en  andere  watkleynders  De  Inwoonders 
faden  die  op  Muyl-eiels  ,  en  fenden  die  op  verfcheydenePlaetien  te  koop. 

Dit  Vleck  is  niet  meer  dan  dertig  mylen  van  Guatimala,  en  hoewel  men 
eenbe  Heuvelen  en  Bergen  moet  op  en  af.klimmen ,  fo  valt  die  weg  doch 
evenwel  niet  feer  moeyelijck  voorde  Menfchen  en  de  Beeften. 

Men  hadde  eenige  Mynen  in  dat  Gebergte  ontdekt,  dog  men  heeft  de 
-  felve  verlaten,  na  datmen  daer  in  hadde  doen  graven ,  door  dien  men  be- 
vont  dat  dit  niet  dan  van  koper  en  yfer  waren  ,  ende  dat  de  onkoften  groo- 
ter  dan  het  voordeel  fouden  zyn. 


HET 


III.  Boek.   DoordeSpaenfchetVeft-Indïén.  III. Cap.  25? 

HET  III.  CAPITTEL. 

Een  Reviere  die  goud  geeft.  Wreetheydt  der  Spaigniaerden , 
doet  een  Goud-myne  verhefen.  Seecker  ryck  Neger  3  is  ver- 
dagt  van  die  Mjne  te  weten ,  ende  werd  daer  over  aenge- 
Jproocken  ,  doch  verantwoort  figfeer  wel.  Reviere  van  de 
Koeyen  levert  eemg  gout  uyt.  Befchryvinge  van  de  Valeye 
van  Mixco  ende  Pinola.  Hiftone  van]ua.n  Palomeque, 
fyn  ryckdom ,  fyne  gierigheyd  f  fyne  Barharifche  wreedheydt 
over  fyne  Slaeven  mde  Negers , fyne  onkuy fiche  beefttgheydt, 
fyne  moorden.  Eremitagie  van  onfe  Fr  ouwe  van  den  Berg 
Carmel.  Befchryvinge  van  Mixco.  Getal  van  de  Muyl- 
efels  in  de  Valeye  van  Mixco.  Schoon  aerde-werck  te 
Mixco.  Befchryvinge  van  Pinola.  Baraneas.  Befchry- 
vinge van  Pctapa.  Mojarra  een  Vifch.  Goede  ordre  om 
Guatimala  van  Vifch  te  verforgen. 

DOg  fy  hebben  weleen  andere  fchat  dan  yfer  en  koper  verloren  op  de-  ^fJie  eoúá 
Ten  weg  van  AcafafraftlannxGuatimala  toe,  omdatfyibo  lee'ycken  "¿^ 
met  delndianen  leefdennen  dat  voor  al  omtrent  een  plaetfe  welke  de  S 
Spaigniaerden  Agua  Caliente ,  dat  is  warm- water  noemen :  aldaer  is  een  Re- 
viere uyt  dewelke  de  Indianen ,  op  fommige  plaetfen ,  fo  veel  gout  haelden, 
dat  de  Spaigniaerden ,  haer  een  jaerelijkfche  fchattinge  in  goud  te  betalen, 
haddenop-gelegt. 

Dog  de  Spaigniaerden,  die  even  als  Valdivia  in  Chili,  al  te  hongerig  na  het  Wreethcyd 
goud  waren ,  bragten  de  indianen  om  hals,  door  dien  fy  haer  de  plaetfe ,  op  der  Spai- 
dewelke  {y  het  vonden,  niet  wilden  wyfen,foodanigdatfy ,  tefelvertyd,  gniaerden, 
de  Indianen  ende  hare  i  fchat  verloren. 

Men  is  evenwel  nog ,  tot  op  heden  toe,  befig  om  die  fchat  op  te  foeken,in  Doet  een 
het  Gebergte ,  in  de  Reviere ,  en  in  alle  de  omleggende  plaetfen ,  in  dewelke  gout-myne 
men  figfoudekonnen inbeelden  dat  het  foudekonnenz.ynjmaer  het  konde  verlieie»« 
wel  wefen ,  dat  de  Goddelyke  voorfienigheydt ,  defe  fchat,  voor  de  Spai- 
gniaerden, heeft  willen  verbergen,  om  defelve  namaels  aen  een  andere  Na- 
tie ,  teontdecken ,  welke  defelve  beter  als  iy  fal  gebruyken.  <¡    , 

Daer  woont  een  feeker  Neger  op  defe  plaetfe  van  Ac¡ua  Caliente ,  en  dat  Sz™  ' 
op  eene  Hoeve  die  hem  felve  toe-komt,  men  aght  hem  feer  ryk  te  zyn,ende  'J 

hy  onthaelt  alle  de  Rey figers ,  die  by  hem  komen ,  feer  wel. 

Syne  Rykdom  beitaet  in  Beftiael ,  Schapen  ende  Geyten ,  hy  voorfiet  de 
Stad  van  Guatimala  en  de  omleggende  plaetfen ,  van  de  befte  kaes  die  in  dat 
Landt  valt.  K  k  Maer 


Seeker  rvck 


Doch   ver 
antwoord 
íich  feer 
wel. 


256     IILBoECK.  Voyagk  vanThomas  Gage     III.  Cap. 

ïs  verdacht      Mier  men  gelooft  dat  fijne  middelen  niet  fo  feer  van  üjiréHöf-^ftedc, van 

vand^eMy-  fijn  Beftiael  ende  van  fijne  Kaefen  komen  ,  als  van  die  verborgen  fchat,  die 
ne  re  weten ,  men  aght  dat  hem  is  bekent,  ende  dat  hy  alleen  deplaetfe  weet  daer  men  het 
en  wertdaer  goud  vind. 

over  aenge- l  Men  heeft  hem  daer  over  voor  de  Koninglycke  Audiëntie  doen  verdag- 
fproocken.   vierden ,  doch  hy  heeft  altoos  geloogchent  dat  hy  daer  eenige  kenniiïe  van 

,  Men  haddefufpitieophem,door  dien  hy  voor  defen  Slaef  ge  weeft  zynde 
fyn  felve  hadde  vry-gekogt ,  betalende  eene  confiderable  fomme,  en  om 
dachy  ,  naderhand ,  mvryheyd  zynde,  dele  Hoe,ve,  ende  veele  daer  om- 
leggende Landen,  gekogt  hadde,  fijndehy  gedurig  in  magt  ende  in  ryck- 
domfeer  aengenomen. 

Hy  antwoorde  dat  hy  jong  ende  een  Slaef  zynde  ,  een  feer  goed  Meelter 
hadde  gehad ,  die  hem  alles  was  hy  wilde  liet  doen  ;  dat  hy  fpaerfaem  zynde, 
veel  hadde  by  malkanderen  verfamelt ,  dat  hy  fijne  vryhey  t  daer  voor  gekogt 
hadde ,  ende namaels  een  kleyn  Huys  om  in  te  woonen ,  waer  over  Godc 
daer  na  Syncn  fegen  hadde  gegeven ,  en  aen  hem  middelen  ter  hand  geftelt , 
om  fijn  kleyn  Capitael  te  vermeerderen.  _ 

Reviere  van  Drie  a  vier  mylen  van  dit  Aqua  Caliente,  is  een  Reviere  welke  men  de  Re- 
de Koeyen  viere  van  de  Koeyen  noemt. 

levert  «big      Aldaer  onthouden  fig  eenige  arme  Boeren,  die,voor  het  meefte  gedeelte, 

goud  u yt.    Mulatten  ofte  Mefocos  zyn ,  fy  woonen  in  Hutten  met  ftroy  gedekt ,  ende 

weyden  aldaer  wat  Beeften j  het  meefte  gedeelte  van  den  dag  verilyten  iy 

metinhet  fantvan defe  Reviere nagoud  tefoeken,fich  inbeeldende  dat  iy 

ende  hare  Kinderen  nog  ryck  fullen  worden ,  ende  dat  defe  Reviere  van  de 

Koeyen  nog  met  de  Paäolus  in  eenen  graed  fal  ftaen ,  ende  de  Poeten  ver- 

plïghten  defelve  door  hare  werken  foo  vermaert  te  maeken,  alsfy  de  andere 

gedaen  hebben.  ,  n'  ,.'.":: 

Van  dsfe  Reviere  af  ontdektmen  aenftonts  de  aengenaemfte  Valeye  van 

Befchryvin-         d  ^  Landjik  hebbe  in  defelve  ten  minften  vyf  ]aren  gewoont,fy  werd 

IV^n  de  Valeye  van  Mixco  en  Pm^genaemt,  en  is  fes  mylen  van  Gitatmala 

vaieye  van      ,  f  ■  omtrent  vyf  mylen  lang  en  drie  a  vier  breet.  / 

firl end£  &  Dge?e  Valeyeïan  is  met  Schapen  vervult , ende  het  Land  van  defelve  ls  in 

verf-heydene  Pagt-hoeve  af-gedeelt ,  op  dewelke  men  fchoonder  Koorn 

en  Tarwe  wint ,  dan  in  eenigen  oord  van  het  Mexicaeniche  America. 

Defe  felve  Valeye  verforgt  de  Stad  van  Guatimala  van  Tarwe  ,  ende  men 
maeckt  daer  allede  Bifcuyt,  welke  deSchepen,die  jaerlyks,  inde  Golf, 
uyt Spaienien komen, van  nooden  hebben. 

Sy  heeft  de  naem  van  de  Valeye  van  Uixcotn  PmoU  gekregen,  ter oor- 
faeke  van  twee  loo  genaemde  lndiaenfche  Dorpen,  welke  regt  tegens  mal- 
kanderen over,  y  der  aen  eene  zyde  van  die  Valeye ,  gelegen  zyn  tJm  /-is 
aen  de  linker  zyde  van  de  Reviere  van  de  Koeyen ,  ende  Mtxco  aen  ae  reg- 
terzyde.  Daer 


— 


" 


III.Boeck.  DowdeS(aênfcheffreJi-Indïén.TLl.CAP.  257 

DaerzynveeleryckePaghtersin  dieValeye,  welke  alle  plompe  >  grove 
ende  boerfche  Lieden  zyn  ,  die  beter  het  Land  konnen  bouwen,  als  de  Wa. 
penen  handelen. 

■  lek  moete  onder  defelve  niet  vergeten  gewag  te  maeken  van  een  van  my- 
ne  kenniiïe ,  ^uanPalemeque  genaemt  >  ick  foude  veel  meer  werks  van  hem 
gemaekt  hebben  ,  dan  ick  wel  deede ,  hadde  ick  hem  konnen  bewegen  ,  eer 
als  een  Menfche  dan  als  een  Beeft  te  leven ,  ende  eer  als  een  vry  Mcnfch  dan 
als  eenSlaef  van  fijn  goud  endë  fiiver. 

Hy  hadde  in  mynen  tyd  drie  hondert  Muyl-efels,  welke  gewoon  waren 
de  weg  van  de  Golfte  bewandelen,hy  verdeelde  defelve  in  íes  boopemheb- 
bende  hondert  Negers  fo  Mannen,  Vrouwen  en  Kinderen ,  die  deiëlfde  be- 
forgden  ,  en  die  in  de  Valeye  van  Mixco  woonden  ,  in  Hutten  die  met  itroy 
bedeckt  waeren. 

Het  Huys  daer  hyfelve  in  woonde ,  was  mede  óp  die  wyfe  gedeckt,  hy 
hadde  meer  vermaeck  daer  in  tewoonen  ,dan  in  diegeene,  die  hy  bin- 
nen Guatimala  hadde ,  door  dien  hy  iich  daer  als  een  woeft  Menfche  on- 
der fijne  Slaeven  ende  Negers  droeg,  daerhy  in  de  Stad  verpligt  was  bor- 
gerlyck  te  leven. 

Doch  hier  vernoegde  hy  fich  met  Melck  ende  Stremfelte  eeten ,  met 
fwarte  ,  harde  ende  verfchimmelde  Bifcuyt ,  endeTajfajút  ,het  welke  feer 
dunnegefouteneftuckjensOiTen-vleefchzyn,diemenindewintgedroogt 
heeft,  de  Slaven  zyn  delelve  gewoonte  nuttigen  onder  wegen  als  ly  na  de 
Golf  trecken. 

Daerhy  ,fohy  in  de  Stad  gewoont  hadde,  om  fijn  aenfien  ftaende  te  hou- 
den ,  foude  hebben  moeten  leven ,  evenals  de  andere  Lieden  van  aenfien 
en  conditie j dog  defe  ellendige  gierigaert,  welke  allede  ftreekenvan  de 
fpaerfaemheyd  verftonde,  koos  het  velt  in  plaetfe  van  de  Stad  uyt  voor  fijne 
woon-plaetfe ,  een  Hutte  voor  een  Huys,  het  geielfchap  van  fijne  Negers 
en  Slaven  ,  in  plaetfe  van  dat  van  de  fatfoenlyke  Borgers  ,en  des  niet  tegen- 
ftaende  datmen  hem  fes  malen  hondert  duyfent  Ducaten  ryk  fchatte. 

Hy  ruineerde  alle  die  gene,  die  nevens  hem  haer  werk  maekten,van  voor 
de  Kooplieden ,  heen  ende  weder  met  de  Koopmanfchappen,op  de  Golfte 
trecken ,  door  dien  hy ,  Slaven  ende  Muyl-efels  in  fijn  befit  hebbende ,  wel- 
ke fterek  waeren  ende  wel  gevoed  wierden  ,  altoos  foodanigen  prysvan 
foo  veel  voor  het  hondert  pont  gewigte  op  de  vragt  ftelde ,  dat  hy'er  altoos 
aen  won ,  in  plaetfe  van  dat  de  andere  te  kort  fchooten  ,  om  dat  fy  genoot- 
faeckt  waren ,  Kneghten  ende  Indianen  te  hueren,  om  hare  Muyl-efels 
te  dry  ven. 

Hy  was  ioo  wreetover  fijne  Slaven  ende  Negers,  dat,  als'ereen  onder 
was  die  quam  te  feylen  ofte  in  eenige  mis-flag  te  vervallen ,  hy  defelve  by na 
tot  de  dood  toe  caftydejOnder  andere  hadde  hy  een  Slave  Maca  f  o  genaemt* 
voor  defelve hebbe  ik  hem  menigmalen,  dog  vrugteloos,gebeden ¿  íomwy- 
len  hing  hy  hem  by  de  armen  op,  en  gaf  hem  als  dan  ftok  ilagen ,  tot  fo  verre 

Kki.  dat 


Hiftoric 
van  Juan 
Palomeaue. 


Syn  ryek- 
dom. 


ne  gierig-* 


258     III.  Boek.  Vbyagie vanThomas  Gage    III.  Cap. 

dat  fijn  rugge  geheel  bebloed  was ,  en  als  hy  in  dele  ftaet  was,  en  de  huyd  ge- 
heel aen  flentersen  lappen  hadde, foo  deedehy,  om  hemte  genden,  fie- 
dende  vet  in  fijne  wonden  gieten  ;  hy  hadde ,  met  een  gloeyent  yfer  ,  iyn 
aengefigte ,  handen,  armen,  rugge,  buyk,  dgyen  en beenen  gebrand-merkt, 
tot  foo  verre  dat  die  arme  Slaeve,  het  leven  moede  zynde  ,  fig  twee  a  drie 
malen  wilde  verhangen ,  dog  ick  belette  hem  dat  altoos ,  door  de  redenen 
die  ick  hem  voor  oogen  ftelde. 
Syneon-         Hy  wasfo  Beeftelyken  onkuyfch,dat  hy  de  Vrouwen  van  fijne  Slaven  tot 
kuyfTche     fyn  vermaek  misbruy  kte ;  felfs  als  hy  in  de  Stad  eenige  Vrouwen  ofte  Dog- 
beeftigheyr.ters  van  die  conditie,welke  hy  na  fijn  fin  fchoon  genoeg  vont,  qaam  te  fien, 
en  defelve  hem  niet  wilden  toelaten  het  geene  hy  op  haer  verfogte  ,  fo  be- 
gaf hy  hem  na  haren  Heer  ofte  Vrouwe,  en  koght  haer  die  af,  veel  meer 
dan  fy  geköft  hadden ,  daer  voor  gevende ,  ende  hy  beroemde  fig  als  dan , 
dathy  haren  hoogmoet,  door  een  Jaer  harde  flavernye,  wel  dempen  ende 
doen  daelen  foude. 
Syn  Moor-     jn  myn  ty¿  {[oeg  hy  twee  Indianen ,  op  den  weg  na  de  Golf,  dood  ,  ende 
*ett'  hy  wift  fig,  door  middelvan  fyn  geit,  foo  ligt  door  die  faeken  te  redden  ,  als 

of  hy  maer  een  Hond  hadde  te  neder  gel  egt. 

H  y  was  niergeirouwt ,  ook  hadde  hy  geene  genegen  theyd  tot  de  Huwe- 
lijken ftaet ,  4oor  dien  fijne  Slavinnen  hem  voor  Wy  ven  verftrekcen ,  ende 
niet  eene  van  fyne  na-buers  Vrouwen  dorfte  hem  af-wyfen ,  foodanig  dat 
hy  die  Valeye  met  baftaerden  van  allerhande  couleuren  vervulde,  welke  na 
de  dood  van  dele  boofe  rycke  Man,  alle  de  rykdommen  ende  fchatten  fullen 
tefoeck  maken, diehy  metfoo  veel gierigheyd ende  wreetheyt heeft  by  een 
gefchraept. 
Eremitagie  Behalven  de  twee  Vlecken ,  die  den  naem  aen  de  Valeye  geven ,  is'er  aen 
van  oniè  de  Ooft-zyde ,  digte  by  de  Reviere  van  de  Koeyen ,  een  Eremitagie ,  welke 
men  onfe  Vrouwe  van  den  Berg  Carmel  noemt^defe  verftrekt  voor  een  Pa- 
rochiale Kerke  aen  alle  de  SpaenfchePagters  die  in  de  Valeye  woonen,hoe- 
wel  fy  meeftden  tydin  de  Vlecken  van  de  Indianen  ter  Mille  komen,  en 
voor  al  in  dat  van  Mixco ,  in  het  welke  deSpaigniaerdeneen  ryk  Gebroe- 
derfchapvan  onfe  L.  Vrou^ve  van  het  Roofen-hoedeken  hebben  opgerigt, 
en  de  Negers  van  hare  fyde  mede. 

In  geheel  defe  Valeye zyn  omtrent  dertig  a  veertig  Spaenfche.Pagt-hoe- 
ven  ofte  Huyfen  ,  welke  onder  defe  Eremitagie  behooren ,  in  defelve  zyn 
omtrent  drie  hondert  Slaven  ende  Slavinnen ,  welke  alle  of  Negers  of  Mu- 
latten z.yn. 
Befchry-  Mixco  is  een  Vlek  in  het  welke  drie  hondert  Huysgefinnen  zyn,  dog  daer 

vinge  van    is  niets  aenfienlyks als  derykdommen,dieaerïdie  twee Gebroederfchappen 
Mixco.        behooren ,  ende  eenige  ry ke  Indianen  ,  welke  v  an  de  Spaign  iaerden  Tarwe 
hebben  leeren  faeyen  ,  ende  met  hare  Muyl-efels  op  de  Golf  handelen. 

Behalveneen  groóte  meenigte  van  Pluym-gedierte  ende  Kalkhoenen , 
die  men  in  dat  Dorp  aencjueeckt ,  foo  is'er  een  Vleefch-hal,  in  defelve  ver- 
koopt- 


Vrouwe 
van  den 
Berg  Car 
mei. 


Sr* 


III.Boeck.  Voor  de  Sfaenfche  Weft-Indien.\\\.  Cap,  259 

kooptmen  hetVleefch  aen  de  Indianen  van  diePlaetfcen  aen  deSpaigniaer- 
den  van  de  Page- hoeven  in  de  Valeye,  tot  voor-raet  van  hare  Slaven  ,  wel- 
ke de  Muyl-efels  van  hareHeeren  na  de  Golf  dry  ven. 

fuan  Palomeque  is  de  eenigfte  niet  welke  de  Muyl-efe'sbeiit,  want  daer  Getal  van 
zyn  nog  vier  Gebroeders  DomGafpar  ,  D om  T homas ,  Dom  Diego  ende  Dom  de  Muyl- 
\uan  de  Colindies  genaemt ,  iy  hebben'er  yder  feftig  mee  dewelke  fyop  de  efelsin  de 
Golf  handelen,  foo  wel  als  door  geheel  dat  Land,  felfs  fomwylentot  aen  Valeye  van 
Mexico  toe ,  maer  fy  hebben  weynig  Slaven  ,  en  bedienen  fig  van  indianen,  Mixco. 
welke  fy  loon  moeten  geven  om  die  te  dry ven. 

Boven  defe  zyn'er  nog  fes  andere  troupen  van  Muyl-efels,  behoorende 
aen  andere  Hof-fteden,welke  met  die  van  M/>co,omtrent  twintig  troupen 
ofte duyfent  Muyl-efels  uytmaken,die  alle,  door  de  Kooplieden  van  Gua- 
tímala  ,gebruykt  werden  ,  om  Landewaert  in  ,  of  op  de  Golf  te  handelen. 

Om  nu  weder  tot  het  Vlek  ofte  Dorp  van.M/xate  komen  ,  foo  is  het 
fulks ,  dat  het  gedurig  door-trecken  van  de  Muyl-efels ,  van  de  Kooplieden 
ende  Reyfigers  die  van  ofte  na  Spaignien  haren  wegnemen,  het  felvefeer 
ryck  gemaeckt  heeft. 

Wan  t  defe  Plaetfe  heeft,  uythaer  fel  ve,  niet  dat  profijt-kan  toe-brengen,  Schoon 
daneenfeeker  foortevan  Aerde,  van  dewelke  menfeer  fchocne  vatenen  Aerde- 
Aerde-werk  maeckt  van  allerhande  loorte ,  als  Kruyken,  Kannen ,  Water-  werek  te 
potten ,  Schootelen  ,  Tafel-berden  ende  ander  Keucken-gereetfchap  en  Mixco.  • 
Huys-raet  j  De  Indianen  betoonen  in  dit  werk  groóte  aerdigheyt ,  en  weten 
alle  defe  dingen  fo  wel  te  befchilderen,  ofte  met  roode,  witte ,  en  andere  ge- 
mengde ende  ongemengde  verwen  te  verniiTen,dat  fy  leer  aengenaem  voor 
het  geiigte  zyn  jen  fy  fenden  defelve  na  Guattmala  en  de  omleggende  Plaet- 
fen  ,  om  verkogt  te  worden. 

Het  Vlek  Pmola  is  by-na  van  defelve  groóte  als  dat  van  Mixco,  maer  veel  Befchryvin- 
aengenamer ,  vermaekelyker ,  gefonder  err  beter  gelegen ,  door  dien  het  in  8e  vanP/wa- 
een  vlakte  legt,daerM;ario  in  tegendeel  aen  het  hangen  van  een  heuvel  js  ge-     ' 
ftigcwelke  aen  de  Reyfigers,het  gefigte  van  deValeye  t'eenemael  beneemt. 

Te  Ptnvlais  mede  een  Vleefch-halle,  men  verkoopt  alle  dagen  Oiïen-    . 
vleefch  in  defelve ,  daer  is  ook  veel  Pluym -gedierte ,  vrugten ,  Maiz,  Tar- 
we (dog  dieis  in  allen  deelen  fogoed  níet  als  die  van  Mixco )  honig  en  het 
fchoonfte  water  van  geheel  die  Land-ftreecke. 

Het  Vlek  felve  werd  in  de  Indiaenfche  Tale  Pdw^c  genaemt  ,nadenaem 
van  een  vrugt,  welke  men  aldaer  in  overvloed  vint. 

Aen  het  Noorden  en  Zuyden  van  die  Valeye  zyn  heuvelen ,  welke  voor 
een  groot  gedeelte  met  Tarwe  befaeyt  zyn,  ook  valt  hetdaer  beter  als  be- 
neden in  de  Valeye. 

Aen  het  Weften  zyn  twee  andere  Vlecken ,  grooter  dan  die  van  Finóla  en  Barmeas, 
Mixco  ,  hare  namen  fyn  Petapa  en  Amatitlan,  om  daer  te  komen ,  vintmen 
ín  het  midden  van  de  Valeye  eenige  Plaetien  die  wat  oneffen  zyn ,  en  in  de 
welke  men  openafmoetgaen,fy  noemen  die  Bar  amar,  men  vint  defelve 

K  k  3        .  Beec- 


íkíchryvin- 
ge  van  Pe- 
tapa.  ~ 


Mojarra 
eeo  Viích. 


Goede  or- 
dre  om 
Guatimala 
van  Viích 
te  veríor- 
geii. 


260     IíI.Boeck.     VoyagievanlhomasGage     III.  Cap. 

BeeckenendeaengenameFonteynen,  ookfchoon  gras  tot  het  voedfcl  van 
Schapen  ende  ander  Befíiael. 

Petapa  is  een  Vleck ,  in  het  welke  omtrent  vyf-hondert  In woonders  zyn, 
allefeerryck  ,fy  laten  de  Spaigniaerden  toe ,  onder  en  nevens  haer  te  woo- 
nen  ,  en  van  haer  hebben  fy  goede  manieren  3  en  de  wereldlijcke  en  borger- 
lijck  Converfatie  geleert. 

Door  dit  Vlek  moetmen  pafferen  als  men  van  Ccmayagua  >  St.  Salvador , 
Nicaragua  en  Cofla-R^ca  komt ;  DeCs  Plaetfe  is  door  dat  meenig vuldig  paf- 
feren van  Reyfigers  feer  verryckt. 

Men  hout  defelve  voor  een  van  de  aengenaemfteVIecken  van  alle  die  on* 
der  Guatima'ia behooren,  en  dat  door  een  Meer  van  foet  water ,  dat daer  na- 
by  legt >  en  met  veele  Vifch  vervult  is  3  voor  al  met  Kreeften  en  een  feeker 
foortevan  andere  Vifch  Me/dm*  genaemt,  defelve  gelyckt  wel  naeenMa- 
kereel ,  ende  heeft  defelve  fmaeck,  alleen  valt  hy  fo  groot  nier. 

InditVleek  is  een  feeker  getal  van  indianen,  welke  laft  hebben  om  de 
Viiïcheryete  beforgen ,  en  om  de  Stad  van  Guatimala  daer  van  te  voorfien; 
fyzyn  gehouden  allewocnfdag',  vrydagen  faturdag,  het  getal  van  Kreeften 
en  Mo) arras ,  dat  de  Corregidor  en  de  andere  Magiitraten,  die  nevens  hem 
nog  aght  zyn  ,  haer  bevolen  hebben ,  yder  weeke  op  te  brengen. 

Ick kan  dit  Capittel  niet  wel  eyndigen >  fonder  alvorens  den  Lefer  in  be- 
denken te  geven ,  of  hy  kan  twyffelen ,  dat  de  wraeke  Godts  fouderede  we- 
ien j wanneereenige  andere  Europifche  Natie ,  dan  de  Spaeniche,  haer  vlyd 
wilde  aenwenden ,  om  defe  Landen  den  Koning  van  Spaignien  te  ontwel- 
digen,  want  alle  goede  ordre,  waer  van  wyhiergefproken  hebben  >beftaet 
niet  dan  in  een  groóte  onreghtvaerdigheyd ,  door  dien  fy  de  indianen  .,  uyt 
welkers  Landen  fy  foo  veele  fchatten  ende  ryekdom  trecken,  daerby-na 
niet  dan  ilagen  voorgevende  evenwel  met  yets  gerings  fouden  vergenoegt 
zyn  5  ook  is  hetfyanPalomeque  niet  alleen  ,  welke  foo  Godtioofélyckende 
onreght/aerdig  leeft ,  gelijck  den  Lefer  dat  uyt  het  fevende  Capittel ,  van  dit 
felve  Boeck  fal  befpeuren ,  in  het  welcke  wy  van  dek  ftoffe-  wat  ruymer 
handelen. 


HET 


Ill.BoECK.DoordeSpaenfchePFeft-Indien.  IV.Cap.  261 


HET    IV.  CAPITTEL. 

Naems-oorfpronck  van  Petapa.  Coninghlycke  Familie  te  Pe- 
tapa,  indianen  fyn  weeft  allefeer  tot  den  dr amk  genegen. 
Privilegien  van  den  Gouverneur  vanFctapi.  Maghtvan 
den  Vnefter  van  dat  Vleck.  Praghtigh  Kerck-aeraedt. 
Jaer-merckt  1^/2  Petapa.  Stier-lof  en.  Hiftork ;van.  Seba- 
ftiano  Savaletta.  Syn  ryckdom.  Tweederhande  Suycker- 
molens.  Trapiches  en  ingenios.  Befchryvmge  van  de  Suycr 
ker-molen  van  Avis.  Befchryvmge  van  Amatitlan.  War- 
me baeden  te  Amatitlan.  Sm  om  eenfoet  Meer  gevonden. 
Merckt-plaetfc  van  Amatitlan.  Dubbelden  Ooghft  in  de 
Valeye  van  Ivlixco.  Vremde  maniere  vandorjfchen.  ¡Von- 
dere maniere  van  het  Landt  meften.  Sr.  Lucar.  Wonder- 
lycke getempertheydt  des  Climaets  van  dat  Dorp,  doet  het 
Koorn  merckelyck  vermeerderen.  Hoemen  het  Koorn  be- 
waert.  Swackefituatie  van  Guatimala.  Moeyelycke  paf- 
fagie.  Aengename  weg.  Beftuyt  des  Capittels. 


E  naem  van  Petapa  henzet  uyt  twee  Indiaenfche  woorden.waer  van 
het  eene ,  dat  Pet  is,  een  matte  beduyd ,  ende  het  andere  Thap,  be- 


ceekent  waterende  door  dieneen  matte,hetvoornaemite  gedeelte 
van  .iet  Bedt  der  Indianen  is ,  foo  is  het  woord  Petapa  eygentlyck  een  Bed- 
de van  water  gefegt,  en  dit  is  dus  uytgevonden,om  dat  het  water  van  het 
Meer,  meeft  altoos  ftil,  kalm  ende  vermaeckelijck  is. 

Daer  woont  onder  andere  een  geflagt,dat  onder  delndianen  feer  conüde- 
rabel  is^en  fegt  dat  het  felve  af-daelt  van  de  oude  Koningen  van  dat  Land ; 
De  Spaigniaerden  hebben  het  felve  tot  nog  op  heden  doen  pronken  met  den 
edelen  naem  van  Guynav,  Het  is  uyt  die  Familie,  datmen  den  Gouverneur 
vandiePlaetfeverkieihdüghy  ftaet  onder  de  Stad  ende  Kamer  van  Julti- 
tie  van  Guatimala.  ■ r 

Die  geene  die  er  Gouverneur  was ,  ten  tyde  van  myn  verblyr  aldaer }  was 
■DomBanard  de  Guarnan  genaemt,hy  hadde  dat Ampt  langen  tyd  bedient,met 
groóte  vooríigtigheyd  ende  veel  difcretie  >  tot  foo  verre  ,  dat ,  hy  heboende 
door  den  ouderdom  üjn  gefigtverloremmen  fyn  SoonDom Pedro  de  Guarnan 
iníijn  plaetfe  ftelde ,  welke  foo  wel  als  fijn  Vader ,  van  alle  de  andere  India  - 


Naems- 

ooripronck 

vnaPetapa, 


Koninglyc- 
ke  Familie 
te  Petapa, 


III.  Boeck.     Voy agie  vanThomas  Gage  IV.  Cap. 

Indianen  nen  ge"eert  en  ontfien  wierde,  ende  ten  zy  fy  niet  wat  teveel  tot  den  wyn 
íyn  ieer  ge-  en^c  aet  dronken  drinken  hadde  genegen  geweeft ,  foo  als  dat  meeft  alle  de 
negen  toe  Indianen  doen ,  fyfouden  het  Gouvernement  over  een  Spaeniche  Stad  ge- 
den  drank,  meriteert  hebben. 

Hoewel  defe  Gouverneur  den  degen  niet  mag  dragen,  foo  als  die  van  het 
Indiaenfch  e  Cbiapa  wel  doet,  foo  heeft  hy  dog  evenwel  veele  andere  fchoo- 
Privilegien  ne  Privilegien ;  hy  mag  uyt  de  Inwoonders  die  geene  kiefen,  welke  hy 
van  den  begeert  dat  hem  op  het  middagen  avondmael  fullen  dienen  ,  dieopfyne 
Gouver-  Paerden  fullen  paffen  ,  die  voor  hem  fullen  gaen  Viflchen ,  houtaen  lijn 
neut  van  Huys  brengen,  en  generalyk  alles  doen  dat  hy  tot  fijnen  dien  ft  van  nooden 
Petapa.  heeft»  dog  niet  tegenftaende  hy  alle  defe  magt  enauthoriteyt  heeft ,  foo 
vermag  hy  niets  te  doen  ,  het  fy  het  felve  de  Politie  van  die  plaetfe  betreft , 
Maght  van  het  fy  het  de  executie  vandejuftúieraekt,dan  methetadvis  en  de  toe-ftem- 
den  Priefter  minge  van  die  Religieus  die  in  dit  Vlek  woond ,  die  ook  fo  vele  Perfoonen, 
van  net  fel-  weikc  verpligt  zyn  om  hem  te  dienen  en  voor  hem  te  Viflchen ,  heeft  ,  dat 
ve  Vleck.    j^y  aj  iüo  heerlyk  als  een  Biffchop  kan  leven. 

De  Indianen  oeffenen  daer  oock  meeiï  alle  de  hand-wereken  die  men  in 

een  welgeftelde  Republicque  van  nooden  heeft ,  ende  men  vind'er  defelve 

kruyden  ende  vrugten  welken  men  in  Guatimala  heeft. 

Praghtic         Het  Trefoor  van  de  Kercke  is'er  feer  groot ,  door  dien'er  veele  Gebroe- 

Kerck-°     derfchappen  van  onfe  Vrouween  andere Heyligen zyn,  welkers  Beelden 

cieraedr.      me':  koftelyke  Kroonen ,  Ketenen  en  Braceletten  verciertzyn,  behalven  de 

filvere  Lampen,  Wierook-vaten,  ende  Kandelaers  om  op  de  Altaren  te 

fetten. 

De  voornaemite  Feeft-dag  van  die  plaetfe ,  is  die  van  St.  Micbiel ,  om  dat 
Jaer- merkt  het  Dorp  aen  dien  Heylig  istoe-gewyd,  menhoudt'eropdiedageen  Jaer- 
yanPetafa.  merekt ,  op  dewelke  veele  Kooplieden  van  GuattmaU  komen,  om  te  kopen 
ende  te  verkopen. 

De  na  de  middag  van  dien  dag ,  foo  wel  als  de  geheele  volgende ,  werdt 

Stier-lopen  -met  Stier-lopen  door  de  Spaigniaerden  en  door  de  Negers  door-gebraght , 

defe  fitten  te  Paerde ,  ende  dan  fijn'er  nog  andere  Indianen  te  voet ,  welke 

dikmalen  dronken  zynde ,  haer  1  even  niet  alleen  daer  ligtelijk  in  de  waegh- 

fchalefteilen,  maer  ook  veel  tydts  verliefen. 

Behalven  den  grooten  toe-loop  van  Volckdat'erin  die  tydt  komt ,  foo 
werdt'er  ook  alle  dagen  ,  tegen  vyf  uerennade  middag  een  Tianguet  ofte 
merekt  gehouden  ,  dog  op  defelve  fietmen  niet  dan  Indianen ,  welke  met 
malkanderen  handelen. 

Daer paiTeert ook  dighte voor by dit Vleckfeekere Reviere,  welcke  op 
eenige  plaetfen  niet  ieer  diep  is ,  zynde  die  ligt  te  door-waeden  \  defe  dient 
haeromhareTuynente  bevoghtigen  foo  wel  als  hare  Ackers,  oock^doet- 
men-door  defelve  een  Molen  om  lopen  ,  welke  de  meefte  Inwoonders  van 
de  Valeye  van  meel  beiorght ,  brengende  defelve  hare  Tarwe  aldaer  te  mae- 
len. 

Een 


IILBoECK.DoordeSpaenfehetFeJl-Indien.  IV.Cap.  263 

Een  half-uer  van  dat  Vlek  is  een  ryke  Pagt-hoeve  met  een  Suykermolen, 
defe  behoort  aen  feeker  Perfoon  Sebafliano  $  avala  t  a  genaemt3hy  is  een  Bif- 
cayer  van  geboorte  ;  hy  was  feer  armen  behoeftig  doen  hy  in  die  Landen 
quam,  en  hy  diende  een  van  fyne  Landts-genooten,  maer  hebbende  door 
fijne  konft  en  arbeyd  middel  gevonden ,  om  een  Muyl-efel  of  twee  te  kopen, 
foo  begaf  hy  fig  om  langs  het  Land  te  gaen  handelen  >  tot  dat  hy  ,  door  fijne 
winlte,  middel  gekregen  hadde,  om  een  geheele  troup  van  feftig  Muy  1-efels 
te  kopen  ,  door  dewelke  hy  fig  ioodanig  verrykte>  dat  hy  veele  Landen  om- 
trent Petapa  aenkogt,  welke  hy  bequaem  vindende  om  Suyker  te  teelen,be- 
gaf  fig daer  toe,  met  fo  veel  fucces,dat  hy  daer  ter  Plaetfe  een  gantfch  heer- 
lyk  Huys  deede  ftigten  ,  in  het  welke ,  de  meen  e  luyden  van  Conditie,  uyc 
de  Stad  Guatemala  fig  dikmalen  gaen  diverteren. 

Hy  doet  een  groóte  meenigte  Suyker  maecken  ,  van  dewelke  hy  een  ge- 
deelte in  het  Land  verhandelt,  en  het  overige  fend  hy  naSpaignien- 

Hy  onderhoudt  gemeenlyckfeftig  Slaven  op  fijne  Hoeve  ,  ende  daer  toe 
doet  hy  in  fijn  Huys  foo  wel  aendiflchen ,  datmen  hem  voor  edelmoedig  en 
liberael  houd,  ookfegtmen  dat  hyten  miniten  vy f  mael  hondert  duyfent 
ducaten  ryk  is. 

Een  halve  myle  van  fijn  Huys  aflegt  noch  een  andere  Suyker-molen  , 
welke  men  Trapiche  noemt ,  dele  behoord  aen  het  Cioofter  van  de  Ordre 
van  St.  Auguftinus  binnen  Guatimaia,  op  defelve  fijn  omtrent  twintig  Sla- 
ven, men  noemt  defe  Trapiche  ,  om  dat  men  met  de  inftrumenten  ,  daer 
mede  men  fig  op  defelve  bediend  ,  foo  groóte  een  meenigte  van  Suyker-ried 
niet  malen  kan ,  als  men  wel  doet  op  de  molens  die  de  Spaigniaerden  Inge- 
nios noemen. 

Het  Vlek  Amatitlan  legt  daer  maer  een  mi jle  van  daen  ,  digte  by  het  fel ve 
is  een  Ingenio  ofte  Suyker-molen ,  grooter  als  die  van  Savaletta ,  men  noemt 
die  gemeenlijck  de  Suyker-molen  van  ^/i,omdatdeStigter  van  defelve 
die  naem  voerde  ,  dog  voor  als  nu  behoort  die  aen  de  Poft-meefter  van  Gua- 
timaia >  Pedro  Crefpo  genaemt. 

Dc(q  Plaetfe  fchijnt  weleen  kleyn  Dorp  tewefen,  teroorfaeke  vande 
meenigte  van  Hutten  ,  alle  met  ftroy  bedekt , die  daerzijn,  in  defelve  woo- 
nen  de  fwarte  Slaven  die  daer  op  arbeyden ,  die  met  Mannen,  V  rouwen  ende 
Kinderen  meer  dan  hondert  ilerck  zijn. 

Het  Huys  van  denEygenaer  is  (eer  wel  getimmert,zijnde  groot  en  ruym, 
en  bequaem  om  hondert  Perfoonen  te  huys-velten. 

Door  dien  nu  defe  drie  Suycker-molens  dighte  by  Guatimaia  leggen ,  foo 
contribueren  fy  ook  veel  tot  de  rijkdom  van  die  Stad ,  en  tot  den  handel  die 
men  uyt  defelve  op  Spaignien  dryft. 

Hoewel'er  in  Amatitlan  foo  veel  Spaigniaerden  als  te  Petapa  niet  zyn ,  fo 
vint  men  daer  ín  tegendeel  weder  veel  meer  Indianen. 

De  ftraten  fijn'er  feerwelgeordonneert,  ruym,regten  regulier  , doch 
fy  fijn  niet  geplavey  1 9  en  men  gaet'er  op  de  bloote  aerde  ofte  op  het  fant. 

L  1  Men 


Hiftoric 

van  Sebafti" 
ano  SavOr 
letta. 


Syn  ryck- 

dom, 


TweeJer-' 
hande  Suy- 
ker molens 
Trapiches  * 
end-  Inge 


Befchry- 
vinge  van 
de  Suyker- 
molen  van 
Avis. 


Befchrj- 
vinge 
van  Ama" 
tit/atf. 


I 


Warme  ba- 
den teAma- 
Sitian. 


Soutaenecn 
ioet  Meer 
gevonden. 


Merekt- 

plaetfevan 

Amahtlan. 


Dubbelden 
Oogft  in  de 
Valeye  van 

Mixto* 


364  III.  Boeck,     Foyagie  van  Thomas  Gage  IV.  Cap. 

Men  geniet  daer  mede  alie  de  voordelen  van  het  Meer  ,  en  de  Inwoon- 
ders  fenden  mede  Vifch  n&Giiattmala,  opdefelve  daegen  als  die  van  Pe- 
tapa. 

Hoewel  nu  defe  Plaetfe  buyten  den  weg ,  die  door  de  Reyiïgers  gebruylct 
weit, legt,  foozyndog  de  ïnwoonders  daerorn  niet  minder  wei-varende 
dan  die  van  P^/^doordien  fy  groóte  winften  trecken  van  die  gene,  welke 
uyt  de  Stad  van  Guatimala  en  de  omleggende  Plaetfen ,  aldaer  in  de  baeden 
komen  ,  want  daer  zyn  eenige  warme  wateren,  welke  men  feer  geiont  hout 
te  weien  ,  en  die  daerorn  in  hooge  aghtinge  werden  gehouden. 

Het  Dorp  verrykt  fïg  ook  door  het  fout  dat  daer  gemaekt  werd  ,  of  dat 
men  veel  eer  van  de  kanten  van  het  íoeteMeer  verfamdt,want  alle  morgen 
vinrmen  het  daer  op  de  aerde  als  een  witte  ryp  leggen  jde  Indianen  rapen  het 
op  ,  ende  fuy  veren  het  na  dat  fy  het  verfamelt  hebben ,  foodanig  dat  het  feer 
wi t ,  en  tot  het  gewoone  gebruy k  bequaem  werd. 

Daerenboven  trecken  fy  nog  gewin  vandeMuyl-efelsvande  naby  gele- 
gene Plaetfen  van  de  Valeye  >  men  brenghtdie  orneen  geheelen  dag  ofte 
morgen-Hond  op  die  foute  aerde  tegaen  weyden,en  men  geeft  vyf  ftuy  vers 
voor  yder  MuyJ-efels  des  daegs,  men  heeft  door  de  ervarenthey t  bevonden, 
dat  ditdefelve  robuft  en  fterkmaeckt,  enhaer  meer  goed  doet  dan  eenige 
medicyne,jae  felve  dan  het  ader-laten. 

Sy  dry  ven  ook  grooten  handel  met  Catoen  ende  vrugten  >  waer  van  fy 
een  groóte  overvloet  hebben,  de  Merkt-plaetfeis  mede  feer  íchoon  j  ende 
met  heel  fraeye  O!m.boomen,die  van  een  boven-gewoonlyke  grootte  zyn, 
overfchaduwtj  onder  defelve  begeven  fig  de  Indianen  alle  na  de  middags, 
om  daer  het  geene  Cy  van  nooden  hebben  ie  kopen  s  ende  hare  eygene  Wa- 
ren te  verhandelen. 

De  Kerke  van  die  Plaetfe  is  mede  feer  wel  getimmert ,  en  foo  fchoon  als 
eenige  die  in  Guatimala  is ;  (y  is  foo  ryk  ende  magrig ,  dat  fulcks  in  het  jaer 
van  1635.  de  Religieufen  van  de  Ordre  vanSt.  Dominicus  te  Guatimala 
verplighte  >  daer  een  Prieurye  af  te  maeken  ,  welke  het  gefag  heeft  over  alle 
de  andere  Dorpen  van  de  Valeye  jfy  houwdendaer  een  feer  pragtigKloo- 
fter,in  rnynetyd  waren  in  het  felve  acht  duyfent  Ducatenin  een  koffer  op- 
gefloten,  tot  verval  van  de  gewoodlyke  verteeringen  en  onkofien,  die  buy- 
ten t wyffel  >  federt  die  tyd ,  feer  zyn  toe-genomen. 

Op  defe  wyfe  nu  hebbe  ik  den  Lefer  vertoont  de  geheele Valeye  van  Mix- 
co  ,  Pinola,Petapaen  ámatitlan»  welke  in  rykdom  voor  geene  Piaetie,  on- 
der Guatimala  Itaende  ,  behoeft  te  wyken. 

Ik  moete  even  wel  niet  vergeten  te  fpreeken  van  een  dubbelden  Oogfl:  die 
men  in  die  Valeye  infamelt. 

De  eerfte  beftaet  uyteenkleyne  ioortevan  Koorn  ,het  welke  men  Trigo 
Trimefino  noemt ,  het  is  een  woort  dat  uyt  twee  andere  Spaenfche  beftaet , 
te  weten,  tres  Mefesy  ofte  in  het  Latynm/  Menfes ,  dat  drie  maenden  be- 
teekent,  om  dat  het  felye ,  drie  maenden  naerhet  gefaeytis,  ryp  wordt, 

ende 


*     '■ 


Ski 


III.BoECK.  Door  de  SpamfcheWeJl-Indi'ên.  IV.Cap.  265 

ende  bequaem  isom  gemaeyt  te  worden  jfoodanigh  dat  het, in  het  laec- 
ftevan  Auguftusgefaeyt  werdeode, iri  het  laetftevan November  werdtin 
ge-ooghft. 

En  niet  tegenftaende  dat  het  fchynt,  dat  het  door  fyne  kleynte,  niet  veel 
meel  foude  geven,  foo  leverddatdogfoo  veel  uyc  als  hare  andere  foorten 
van  Tarwe  ,  het  brood  dat  daer  van  komt,  is  ook  ¿1  immers  fo  wit,  dog  hec 
wil  niet  lang  bewaert  zy  n  ,  maer  het  werd  ten  eerften  droog  ende  hard. 

De  andere  Oogft ,  welke  uyt  tweederhande  Koorn  beftaet,  het  eene  fyn-  Vremde 
de  root,  ende  het  andere  wit ,  als  dat  van  Candía,  volgt  aenftonts  na  het  maniere 
infamelen  van  defe  drie  maendige  Tarwe ,  want  men  fmyt  de  feyffens  in  de  van  dort- 
luimen  eenweynigna  Kers-miiTe,  ende  het  is  als  dan  niet  alleen  te  degen  lchen' 
ry p ,  maer  in  plaetfe  van  het  op  Gerven  te  fetten ,  ende  te  laten  drogen  in  de 
Schuereri ,  io  doen  fy  het  door  Merrien  met  voeten  treden ,  in  dorich-vloe- 
ren ,  die  fy  daer  toe  expreffeli  jck  maecken. 

Alshetnugedorftis,enuytdeaderenten  voorfchyn  gekomen  door  hec 
trappen  der  voeten  van  de  Merrien ,  welcke  mengedurigh  metde  fweep 
voort  dry  ft,  opdatfy,  ionder  ftil-itaen ,  altoos  ront-om  den  dorfch-vloer 
fouden  lopen ,  dryftmen  daer  op  de  Merrien  daer  uyt ,  ende  men  want  hec 
Koorn,  datmen  daer  na  in  facken  doet ,  om  op  de  folders  gefloten  te  werden, 
latende  het  kaf  en  het  grootfte  gedeelte  van  het  itroy  op  het  veld ,  dit  verroc 
daer dan ,  endefy  aghten  het  foo  goed  alsBeefte-dreck3  om  het  Landt  te 
meften. 

Sy  brengen  oock  vyer  op  het  Veld ,  om  de  ftoppelen  te  doen  verbranden,  Vrem4e 
ende  tot  affe  te  brengen  ,  dit  doen  fy  een  weynig  voor  de  eerfte  regen-tydt,  manier  van 
defen  regen  dan  vallendcdoorweykc  die  affe,  en  dryft  die  in  de  aerde,  wel-  nee  Land  te 
kefy  vetmaeckt,  fy  aghten  dat  dit  de  gemackelykfte,  profycelyckfte  ende  raeiten. 
befte  wyfe  is  om  de  Landen  te  meften. 

Andere  die  een  nieuw  ftuck  Landts,  het  welke  vol  hout  ftaet ,  willen 
gaen  bebouwen  ,  doen  alle  de  bomen  at-kappen  >ende  hoewel  het  hout  dik- 
malen goed  is  om  te  timmeren  ofte  tot  de  Scheeps-bouw ,  foo  fullen  fy  niec 
een  ftuck  daer  van  verkopen ,  ende  fy  willen  de  moey te  niet  doen  van  het  te 
Guatimala  te  brengen,  hoewel  fvdickmalen  voor  meer  dan  twaelfduyfenc 
guldens ,  fo  het  in  Engeland  was ,  by  malkanderen  hebben ,  maer  het  is  daer 
ín  foo  groot  een  menigte ,  dat  de  vragt  haer  meer  foude  komen  te  itaen  ,  dan 
fy  daer  van  maecken  fouden. 

Als  nu  de  Boomen  zy  n  af-gekapt  laten  fy  die  droogen  ,  en  eer  het  regenen 
Van  het  Winter-faifon  begint ,  foo  fteecken  fy  den  brandt  in  geheel  dac 
veldt,  om  het  hout  te  doen  verteeren,  welckersaffe  het  Land  ioo  vet  ende 
vrughtbaer  maeckt ,  dac ,  in  plaetfe  daermen  in  Engeland  drie  mudden  ofte 
meerineen  Mergen  Land  fmyt,  hier  dickmalen  een  mudde,  ja  noch  min- 
der ,  genoeg  is ,  want  het  foude  anderfints  te  dighte  by  malkanderen  opko- 
men, ende  fich  onderlinge  verfticken ,  waer  door  fy  haren  Ooghft  foude 
verliefen.  'r!  , , 

LI  %  Defel- 


111 


wmm 


i66    III.   Boek.  Voy agie vanThomas  Gage     IV.  Cap. 

Defelve  iakedoen  fy  medeindeweyden  van  de  Valeye,  want  op  heteyn- 
de  van  de  maendt  Mey , wanneer  bet  gras  kort  is  ende  verwelckt,foodanig 
dat  het  foo  dioog  als  Hoy  werd  ,  fteekenfy  het  vier daer in  ,  het  welke  die 
Valey e  teenemael  fwart  doet  fchynen  ,  ende onaengenaem  aen  het  gefighte 
maektj  Dog  den  regen  heeft  daer  geen  tweeadrie  malen  opgevallen,  of  de 
Aerde/nare  voorige  aengename  groente  weder  vertoonende3noodigt  die  het 
Vee  ,  datmen  onderwijlen  op  een  andere  plaetfe  heeft  doen  weyden^om 
daer  een  nieuw  voedfel  te  komen  halen  ,  en  om  op  defe  fchoone  groene  Ta- 
py  ten  te  komen  ruften. 

Dog  het  is  tijd  dat  ick  my  weder  aen  de  andere  zijde  van  defe  Valeye,  by 
de  Reviere  van  de  Koeijen  begeve  ,  waer  van  daen  ik  de  ronde  om  deie  Va- 
leye hebbe  begonnen  te  doen,  en  van  het  Ooften  na  het  Weften  ben  af-getre- 
den  ,  tot  aen  het  Dorp  van  Amatitlan  toe  ,  het  welke  het  meefte  van  defelve 
is  af-gelegen,  om  den  Lefer  ioo  te  doen  bemerken,  de  kleyne  weg  die'er  nog 
tot  aen  Guatimala  toe  is  af  te  leggen. 

Het  is  waer  >  dat'er  van  de  Eremitagie  van  onfe  Vrouwe  af,  eenengen 
weg  door  het  midden  van  de  Valeye  loopt ,  die  byna  tot  aen  Amatitlan  toe 
firekt ,  en  'iaer  na  de  reghte  handt  af  op  een  Gebergte  af-  wijekt. 

Dog  door  dien  men  daer  dikmalen  moet  op  en  neder  klimmen  ,  en  dat'er 

veele  moeijelijke  diepe  wegen  re  paileren  zijn  ,  foo  is  dat  den  gewoonlijken 

en  meeft  betreden  weg  niet,  als  men  aen  de  Eremitagie  aen  de  rechter-hand 

van  Mixco komt,  dat  maer  vyfmylen  van  Guatimala  legt. 

St  Lucar         Van  Mórco  loopt  de  weg  al  klimmende  opeen  Heuvel ,  defelve  brenghr 

de  Reyiïgersin  een  Dorpdat  een  weyniggrooteralsAÍJXcois, het  werd  St. 

Lucar  genaemt,  en  het  is'er  feer  kout,  fcodanig  dat  die  koude  gematigheyt 

die  plaetfe feerryk  gemaecktheeft,enhetisdeKoorn-folderen  bet  Fack- 

huys  van  de  geheele  Stad  van  Guatimala. 

Wonderlyk      Want  daer  het  Koorn  van  de  V  aley e  ,  op  andere  plaetien ,  niet  lange  kan 

getempert    bewaerd  werden  fonder  dat  het  bederft.en  dat'er  aldaer  fekere  klyne  worm- 

Climaet      kens  in  komen  die  fy  Gurgoios  noemen, fo  is  in  tegendeel  het  Climaet  in  defe 

van  dat        Plaetfe  \znSt.  Lucar  ïo  welgetempert>dathetKoorn  daer  twee  a  driejaren, 

Dorp,  doet  na  dat  het  gedorfchtis,  goedblyft,mitsdatmen  forgedrage  van  het  fom- 

het  Koorn    wylen  te  verfchieten  ,  en  foo  het  welopgeiloten  is ,  vermeerdert  het  fooda- 

inerckelyck  nig,  gelijk  ick  by  ondervindinge  ielfs  op  de  plaetfe gefien  hebbe,  datmen 

vermeerde-  na  verloop  van  een  Jaer ,  op  een  Solder  ,  op  dewelcke  men  twee  hondert 

rcn*  mudden  Koorn  gelegr  heeft ,  twee-hondett  en  twintig  vind. 

Hierom  is  het  datmen  in  dat  Dorp  3  het  meefte  Koorn  dat  in  die  Valeye 

gewonnen  word,brengt,  ook  is  het  vol  Schueren  ,  díe  fy  Trojas  noemen}de- 

jT  fe  zijn  niet  op  de  aerde  neder  beyloerd ,  maer  men  maeckt  daer  met  planken 

het*  Koorn  een  folderingein,  welke  omtrent  een  voet  a  twee  van  de  gront  verheven  is, 

bewaeru     men  bedeckt  die  met  matten ,  en  op  defelve  legtmen  het  Koorn ,  de  ryeke 

Kooplieden  van  de  Stad  bewaren  het  aldus  vier  a  vy  f  Jaren ,  tot  dat  het  op 

ioodanigenprySialsfy  wenfehen,  komt. 

Men 


Jl 


III.  Boek.  Door  de  Spaenfche  Wefl  -Indien.  IV.  Cap.  267 

Men  heeft  nog  maer  drie  kleyne  mijlen  af  te  leggen,  om  van  defe  Plaetfe  Milpas. 
tot  aen  Guatimala  te  komen  ,  oockvintmen  maer  eene  Baranea  ofte  diepen 
weg  tuflchen  beyden ,  onderwegen  heeftmen  aenbeydede  zijden  kleyne 
Dorpen,  welke  fy  Milpas  noemen  ,  defelve  beftaen  gemeenlijk  uyt  twintig 
Hutten. 

Op  het  midden  van  den  weg  is  een  Heuvel,  van  defelve  ontdektmen  de  Swacke  ñ- 
gebeele  Stad,  en  defe  hoogte  Commandeert  over  defelve  foodanig>  dat-  tuatie    van- 
men  met  twee  groóte  ftucken  Canon,geheel  Guatimala  in  vreefefoude  kon-  Guatimala. 
nen  houden. 

Dogbehalvendefen  Heuvel,  over  dewelke  de  gewoonlijke  weg  loopt, 
21'jn'er  noch  meer  voorwaerts  ter  rechter  ende  ter  flincker  zijde  andere  Ge- 
bergten ,  welke  meer  aen  de  Stad  naderen  ,  en  feekerlijk  men  foude  van  de- 
fel  ve geheel  Guatimala  konnen  met  Gefchut plat  fchieten,  als  al  defe  Heu- 
vel te  verre  daer  van  daen  was. 

Men  vindeen  feer  fchoone  weg,  wanneer  men  defe  Heuvel  is  af-geklom-  Moeijdyke 
men  » fy  is-oock  feer  breed ,  maer  op  het  midden  werd  fy  vry  wat  naeu  wer  Pauagie. 
gemaekt  door  het  Gebergte>dog  dat  duert  niet  langer  dan  een  fchoot  weegs, 
maer  defe  plaetfe  valt  feer  moeijelijk  te  palieren,  ter  oorfaeke  van  de  fteenen 
eneenige  kleyne  Rotfen,  welke  men  in  een  fterk-  vlietende  Beek,  die  van  het 
Gebergte  na  de  Stad  loopt,  vind.  . 

Maer  by  een  kleyne  Eremitagie ,  welke  na  St.  ^«¿mgenaemt  is ,  begint  fig  mg0!?1?" 
de  weg  weder  allenckskens  te  verwijden  ,  en  daer  ontdektmen  Guattmala  e^* 

weder,  dat  een  aengenaem  gefigte  voor  de  Rey  íjgers  geeft,  dewelke  door 
een  fandigen  weg  nade  plaetfe  gaen ,  daer  fy  wap  denken  uyt  te  ruften ,  oock 
vinden  fy  niet  minder  vermakelijk  de  foete  groente  van  de  fchoone  Alle'en 
welke  fy  tot  aen  en  in  de  Stadt  toe  ontmoeten ,  en  die  altoos  voor  alle  gaen- 
de  en  komende  Perfoonen  open  ftaet ,  het  fy  van  de  zyde  van  het  Cloofter 
vande  Jacobynen,  ofievande  kant  van  de  Kerck  en  van  het  Cloofter  van 
deReligieufe  Dochters  de  la  Conception. 

Na  dat  ick  nu  den  Lefer  dus  geleyd  nebbe  van  Gol  f  e  Dolce  af,  tot  aen  Gua-  Befluyt  des 
timala  toe,  en  hem  alles  vertoont  wat  op  die  wegen  aenmerkens  waerdig  is,  Capictcls. 
foo  fal  icktedefer  plaetfe  niet  feggenvande  andere  Landen  ,  welke  na  de 
kant  van  Nicaragua  gelegen  zy  nde ,  onder  defe  Stad  behoren  ,  tot  dat  ik  fal 
komen  tot  myne  wederom  Reyfe,  die  ik  dien  hoeck  uyt-nam;  De  weg  tot 
aen  Bjalejo  toe  hebbe  ik  al  voor  defen  befchreven. 

My  is  nu  noch  overig  het  Land  van  Vera-Pa^ ,  en  den  weg  daer  toe  gaen- 
devooroogenteftellen, 


LI 


HET 


s68     III.Bqeck:,     Foyagie  vanThomas  Gage     V.Cap* 

HET    V.    CAPITTEL. 

Oorfpronck  van  den  naem  van  Vera-paz.  Befihryvinge  van 
die  Provincie.  Coban.  Ongetemde  Indianen  beletten  den 
handel  mjfchen  Guatimala  ende  Jucatan.  Hiftone  van  de 
Re)fe  vanfeeckeren  Religieus.  Handel  van  die  van  Vera- 
Paz  of  de  Golf.  Koopmanfihappenvan  het  Land  vanVe- 
ra-Paz.  Wegvan  Guatimala  ^Vera-Paz.  Befchryvin- 
ge  van  het  Geberghte  van  de  Sacatepeques ,  de  Dorpen 
daer  op,  ende  de  Jnwoonders  van  defelve.  Groóte  mildae- 
digheyt  van  eengodtloos  Indiaen.  Bouquetten  pluimen  die 
te  huergaen.  Ongemackelycke  en  gevaerhcke  wegh  op  den 
Berg  Rabinal.  Befihryvinge  van  de  Faleye  van  St.  Ni- 
colaes.  Robinal  een  Jeer  fchoon  Vleck.  Isfeer  overvloeyen- 
de  van  allerhande  vruchten  ende  leeft  oght.  Praghtig  tra- 
Bement  van  Frater  Juan  Baptifta.  St.  Chriftoffel  Een 
groot  Meer  door  Aerdt-bevwge  ontjlaen.  Bejluyt  van  het 
Capittel. 

DF,  Provincie  van  Vera-Va^,  dat  waere  Vrede  gefegt  is,  heeft  die 
naem  gekregen ,  om  dat  de  Indianen  van  dat  Land  ,  hebbende  ver- 
itaen  hoe  dat  deSpaigniaerden  G«¿¿*>»4/¿  nevens  de  na-burigeLan- 
den  hadden  vermeeitert ,  iïg  aen  defelve  vreedfamelyk,  ende  fondertegen- 
ftant  te  bieden,  onderwierpen. 

Voor  defen  was  dit  Land  een  Diocefe  ofte  Biffchoppelyke  Jurifdictie  op 
íijnfelven,dog)egenwoordigishetbydievanG«4í/»24/4gevoegt.  ■ 

Het  werd  door  een  Alcalde  Major ,  ofte  Prefident ,  welke  men  uy  t  Spai- 
gnien  fencU  geregeert,  dog  hy  dependeertaen de Koninglyke  Audiëntie, 
ofte  Kamer  van  juititie  van  Guatimala. 

De  Hooft-Stadt  van  die  Provincie  is  Coban  genaemt,  in  defelve  is  een 
Cloofter  van  de  Religieufen  van  de  Ordre  van  St.DominicuSjen  den  Alcal- 
de Major  houd  daer  fijne  gewoonlyke  refidentie. 

De  Spaigniaerden  hebben  defe  Provincie  nog  niet  geheel  onder  gebragr, 
hoewel  fy  daer  feer  dikmalen  om  hebben  geftreden  regens  de  Barbarifche  en 
ongelovige  Volkeren  ,  welke  tuflchen  defelve  en  fycatan  inwoonen. 
Ongetera-       Sy  fpannen  alle  hare  kragten  aen ,  om  defelve  te  dempen  ,  en  om  fo  door 


Oorfpronk 
van  de 
naem  van 
Vera-Paz. 

Befchry- 
vingevan 
die  Provin- 
cie. 


Coban, 


-5 


III.Boeck.  VoordeSpaenfchelFeft-Indïén.   V,  Cap.  269 

¿are  Landen  een  weg  na  de  Stad  Campin,  welke  in  \ucatan  legt ,  te  banen 
en  foo  den  handel ,  fe  Lande ,  met  die  Provincie  te  beveiligen  ,  welke  men 
gelooft  dat  feer  voordeelig  aen  het  Land  en  de  Stad  van  Guatimala  ioude 
zyn,  ende  een  veel  feekerder 'wegbmhare  Koopmanfchappen  na  de  Ha- 
vana te  brengen  ,  dan  door  de  Gclfo  Dolce ,  om  dat  dickmalen  de  Scheepen  , 
Welcke  uyt  die  Golf,  n&  de  Havana  loopen,door  de  Hollanders  genomen 
werden. 

Dog  de  Spaigniaerden  hebben  ,  tot  nog  toe,  dat  Defièin  niet  konnen  vol- 
brengen, want  fy  hebben,  in  dat  Barbanfche  Volck,  altoos  fokrsgtige  we- 
deritandgevondensdaihet  haer  niet  mogelyk  is  geweeih  defelve  onder  te 
brengan  , ende  te  vermeeiteren- 

Da\  alles  niet  tegenitaende ,  was'er  een  Monick,  die  een  van  myne  goe- 
de vrienden  ,  ende  van  mynekenniffe  was,  welcke  het  waegde  onder  dek 
woefte  Menfchen  te  gaen  ,  en  hy  paffeerde  ,  door  twee  a  drie  Indianen  ver- 
feit  ,  dwarfch  door  haer  Landt  heenen ,  tot  aen  de  St*ad  Campin  toe ,  aldaei 
vond  hy  eenige  Spaigniaerden  >  welcke  haer  feer  over  dat  fijn  ilout  beitsen 
verwonderden ,  hem  vragende  hoe  hy  fijn  leven  op  die  wtgh  hadde  derven 
hazarderen. 

Hy  quam  daer  na  weder  te  Coban ,  ende  van  daer  te  Vera-Pa% ,  alwaer  hy 
het  verhael  van  fijne  Reyfe  dede  ,  feggende ,  dat  die  Volkeren ,fiende  dat  hy 
hare  Tale  fprak ,  en  dat  hy  ,  ten  turen  opfigte ,  nederig  en  beleeft  was ,  hem 
mede  feer  wel  hadder»  onthaeld ,  vreefende ,  feyde  hy ,  dat ,  fo  fy  hem  het  le- 
ven benamen ,  de  Spaigniaerden, om  daer  wrake  van  te  nemen  ,  haer  noyt, 
voor  dat  fy  traer  hadden  uytgeroeyt>  (ouden  laten  ruften. 

Hy  feyde  oock  dat  haer  Land  veel  beter  was  dan  dat  van  Ver  a-P  a\  >  het 
welcke .,  ioogefegtis,  door  de  Spaigniaerden  »  vermeeftert  is ,  datinhet 
felve  een  feer  fchoone  Valeye ,  ende  in  defelve ,  een  Meer ,  was ,  op  de  kant 
van  het  welcke  een  groóte  Indiaenfche  Stad  lag  ,  die,  ten  miniten  ,  door 
twaelf  duyfent  Indianen  bewoont  wierde,  en  welkers  Hucten  alle  van  mal- 
kanderen  waren  af-gefcheyden. 

Defe  Monick  heeft  daer  na  een  befchryvinge  van  dat  Land  gemaeckt, 
ende  hy  voer  over  na  Spaignien  }  om  het  Hof  aen  te  moedigen  tot  het  Def- 
fein  van  dat  felve  te  gaen  ovenneeiteren  ,  door  het  voordeel  dat  de  Stad  van 
Guatimala  en  de  Provincie  vznfycatan  fouden  trecken ,  foo  men  eens  een 
wegitufTchen  die  twee  Provincien,tot  hare  mutuele  Communicatiejkonde 
uytvinden. 

Dog  hoewel  de  Spaigniaerden  van^ra-P^aen  die  zyde,door  dat  woeite 
Volk  beflooten  werden ,  foo  hebben  fydog,  aen  de  andere  zyde,  den  weg 
»a  Golfe  Dolce  open ,  fy  handelen  in  defelve  met  de  Scheepen  die  daer  komen 
anketen, brengende  aen  defelve  Pluym-gedierte,en  andere  foorten  van  leef- 
togt :di>  in  dat  Land  vallen,  en  fy  voeren  Wynen  en  andere  Spaenfche  Wa- 
ren in  de  Stsd  van  Coban  te  rugge. 

Het  Landt  is  íeer  oneífen  ende  Berghaghtig ,  en  hoe  wel'er  eenige  taeme- 

lyck 


de  Indianen 
beletten  den 
handel  tuf- 
fchen  Gua- 
timala ende 
Jucatan. 


Hiftorie 
van  de  Rey- 
fe van  ieker 
Religieus. 


Handel  van 
die  van  Ve- 
ra-Paz  oj? 
de  Golf. 


270     III.BoECK.     Vbyagie  vanThomas  Gage     V.  Cap. 

íijcke  groóte  Vlecken  in  zijn ,  foo  vintmen'er  doch  maer  drie  a  vier  van  ee- 
nigaenfien. 

De  voomaemfte  waren  die  daer  vallenen  vooreerft  de  Achiotte ,  welke 
de  befte  van  geheel  het  Land  van  Guatimala  is,dcdo,Catoen,  Won\gtCaJJia% 
Saifaparilla  ,  en  Mai\  in  feer  groóte  meenigte  ,  dog  daer  valt  geen  Tarwe. 

Daer  isoock  veel  Wafch ,  Pluym-gedierte ,  Wilt-braet ,  en  Vogelen  van 
verfcheydenecouleuren,  van  dewelke  de  Indinen  de  vederen  ,tot  veleaer- 
dige  werken ,  gebruyken  ,  evenwel  komen  fy  by  die  van  Mechonean  niet  te 
paffe;  rnen  vintdaer  veele  Perroquiten,  Apen  en  Meer-katten  >  welke  op 
her  Gebergte  weten  dekoft  rekrijgen. 

Den  weg  om  van  Guatimala  in  dat  Land  te  komen  ,  is  defelve  die  na  de 
Golf leyd ,  tot  aen  het  Dorp  St.  Lucar  toe ,  van  dewelke  ick  hier  boven  ge- 
fprookén  hebbe ,  en  van  daer  ft  rekt  fy  fig  over  de  Heuvelen  en  het  Gebergte 
dat  aen  de  zijde  van  de  Valeye  van  Mixco  legt. 

Sy  werden  de  Bergen  van  de S  acatepeque  genzemt  3  meteen  naem  welcke 
beftaet  uyt  twee  Indiaenfche  woordekens  Sacate  en  Tepec  :  Hetiaetfte  bete- 
kent een  Berg  ,  en  het  eerfte  gras,  foodanigdatde  famenvoeginge  van  die 
woorden  ,  eygentlijk  Gras-hergen  beduyt. 

Op  defelve  zijn  vier  aenfienlijke  Dorpen,  het  eerfte  is  St.fago  genaemr.in 
de  Dorpen  ^  W(:^a  vyf.hondert  Huys-gefinnen  zijn  ,  het  tweede  St.  Pedro  ,en  daer 
dlnwoo*"  fyn'er  fes-hondertin  .Het  derde  St.  fyan,  dat  mede  fo  groot  is,  en  het  vierde 
ders^ande-  St.  Dominicas  van  Senaco}  en  daer  vintmen  omtrent  drie  hondert  Familien. 


Koopman- 
fchappen 
van  het 
Landt 
van  Vera- 
Paz. 


Wegh  van 
Guatimala 
na  Vera- 
Paz.j 

Bekhry- 
vinge  van 
het  Geberg- 
te van deSa- 
catepeques 


felve. 


Defe  vier  Dorpen  zijn  alle  feer  rijk,  hetClimaet  is  feer  kout  inde  twee 
eerfte,  doch  in  de  twee  laetfte  weder  warmer ,  ende  omtrent  defelve  zijn 
veele  Hoeven,  op  dewelke  men  veel  Tarwe  en  fchoon  Koorn  aen  teelt  >  foo 
wel  als  Mai$. 

Defelndianen  vallen  vry  moediger  dan  die  van  de  andereDorpen  die  daer 

omtrent  gelegen  zijn,en  fy  ftonden,  doen  ik'er  was,  op  het  Poin¿t  om  tegens 

de  Spanjaerdente  rebelleren  en  op  teftaen,doordienfy  haer  mishandelden. 

Groóte  mil-      De  Kerken  zijn  daer  uy  tnemende  koftelijken  en  praghtig ,  en  men  vont 

dadigheydt  daer  een  Indiaen,ten  tijde  van  mijn  verblijf  in  dat  Landt,  die  uyt  het  Dorp 

van  een       van  St.fago  van  daen  was,  welke  door  eenydele  begeerte  tot  wereltfche 

glorie ,  fes  duy fent  Ducaten  aen  de  Kerke  van  die  Plaetfe  gaf ,  en  evenwel 

bevont  men  daer  na ,  dat  hy  op  het  Vogel-gefchrey  en  andere  Heydenfchc 

dingen  aght  gaf,  en  dat  hy  een  Afgoden-dienaer  was, 

Bouquetten      Defe  Indianen  winnen  veel  door  het  verhueren  van  groóte  bouquetten 

Pluymen      Pluymen ,  men  fiet  de  Indianen  fig  van  defelve  bedienen  in  de  Danfleryen, 

welke  fy ,  op  de  dagen  dat  haer  Dorp  is  ingewijd  ,  aenregten  ,  men  vint  van 

die  bouquetten  welke  feftig  Pluymen ,  alle  van  verfcheydene  verwe ,  fullen 

hebben  ,  voor  yder  Pluym  geeftmen  ten  minften  feven  oortjens  Hollandfch 

geld  ,behalven  datmen  de  waerdye  van  de  Pluymen  ,  die  door  ongeluk,  of 

verloren  werden,  ofbreecken  ,  moeten  betalen. 

Van  het  Dorp  van  §t,\uan*ï>  dat  wel  het  meefte  voorwaertsiegcis  de 

weg 


godtloos 
Indiaen. 


dietehuer 
gaen. 


T 


III.  Boeck.  T>oor  de  Sfaenfche  Weft-Indïèn.  V.  Cap.  2  7 1. 

weg feer  vermaeckelijck  ende  vlack ,  tot  aen  een  kleyn  Dorp  ,  van  omtrent 
twintig  Huyfen,  zijnde,  5.  Raimond  genaemt  /toe,  men  moet  als  dan 
een  goede  dag-reyfen  door  brengen  met  op  en  neder  te  klimmen ,  ende  door 
diepe  ende  waterige  wegen  gaen,  totdatmen  aeneenHutte,  op  de  kant  van 
een  Reviere  gebouwt;  komt,  dit  is  defelve  Reviere  die  door  Acafabafilan 
loopt ,  waer  van  iek  voor  defen  hebbe  gefproocken. 

Hier  van  daenkomtmen  aen  een  Berg  die  feer  fteen-agtig  ende  vol  Rotfen  °ngemac- 
is,fy  wert  den  Berg  i?^wö/genaemt;men  heefVer  treeden  voor  deMuyl-efels  \fitl 
in  deRotfen  uytgehouwen,wantfo  die  maer  het  minfte  ter  linker  ofte  terreg-  lijckeVeg 
terhand  quamen  te  itruykelen,fo  fouden  fy  langs  deRotfen  in  duyfent  ilucken  °P den 

Vallen.  BergRaíí- 

Dochditgevaeren  duert  niet  langer  dan  omtrent  anderhalve  mijle,  ende*" 
men  komt  daer  nae  in  een  feer  fchoone  Valeye ,  welcke  den  naem  van  St.  Ni- 
colaes  voert ,  ende  dat  door  een  Hoeve ,  die  aen  de  jacobijnen  van  Coban  be- 
hoort ,  en  die  van  haer  fo  genaemt  wert, 

Hoewel  deie Valeye  by  die  \znMixco endeP/Wa  niet  te  vergelijcken  is.fo  is  Befchry- 
fy  doch,  door  drie  dingen, welcke  in  defelve  gevonden  werden,aenmerkelijk;  Vnêe  ,van 
Het  eerfte  is  eenSuycker-molen,welckeSt  Jeronimus geheeten  wert/y  komt  vLS! 
toe  aen  de  Jacobynen  van  hetConvent  van  Guatimalasende  is  beter  als  die  van  colaa*' 
Amatitlan,  niet  alleen  in  de  menigte  van  de  S'uykerdie  daar  wert  gewonnen, 
ende  die  zy,met  Muyl-efels,aen  geene  zijde  het  Gebergte  vanGuatimala  bren- 
gen,ende  in  getal  van  Slaeven,die  door  twee  Monicken  beftiert  werden;maar 
voor  al  om  datmen  daer  feer  fchoone  Paerden  aenqueekt,zijndediede  befte 
van  geheel  het  land  vanGuatimala  ,en feergeagt  door  alle  lieden  van  middelen 
en  van  a.enfien ,  welke  haer  vermaek  nemen  daer  mede  door  de  Stad  te  ryden. 

Het  tweede  is  de  Hoeve  van  St.  Nicolaes,  welcke  alfoo  vermaert  ende  be- 
roemt is  door  de  fchoone  Muyl-efels  die  fy  uyt-levert,als  die  van  St.  Hieroni- 
mus  doorhaere  Paerden. 

Het  derde  is  een  IndiaenfchVleck/?^/'«ö/genaemt,daer  in  zijn  ten  miniten^^7 
agt  hondert  Familien ,  ende  men  vint  in  het  felve  alles  datmen  tot  levens  ge-  fcioo" 
mackfoudekonnenwenfehen.  vleck. 

Het  Climaet  is  'er  eer  heet  dan  kout ,  doch  die  hette  wert  getempert ,  ende 
feer  gebroocken ,  door  de  meenigte  van  de  fchoone  overfchaduwde  Wandel 
wegen  die 'er  zijn. 

Men  vint  daer  niet  alleen  alle  de  Indiaenfchevrugten,  maar  ook  die  van  is  Teer 
Spangien,  als  daer  zijn  Orangie-appelen,  Limoenen,  Citroenen  fuer  enfoet,  °.ver-     . 
Granaed  appelen ,  Rafijnen ,  Vygen ,  Amandelen  ende  Daedelen.  ?£ 

Het  gebreck  van  de  Tarwe  kan  die  geene ,  welke  het  broot  daar  van  liever  hande 


als  dat  van  Maiz  eeten ,  weynig  incommoderen,  om  datmen  defelve,  in  twee  XIVZttn 
dagen ,  gemackelijck  uyt  de  Dorpen  van  de  Sacatepequex  daar  kan  brengen.    Sg? 
Wat  het  Vleefch  belangt ,  men  vint  het  felve  daar  van  OiTen ,  van  Schae- 


pen,  vanGeyten,  van  Gevogelte,  van  Kalckhoenen,  van  Wagtels,  van 
Patrijfen ,  van  Faifanten  ,  en  van  Konynen. 

M  m  Daar 


! 


2ji    III.  Boeck.     Voyagie  van  Thomas  Gage    V.  Cap. 

Daar  is  ook  een  Reviere,die  di gte  voor  by  hare  Huyfen  ftroomt,  en,de  haar 

een    groóte   meenighte   van    veelderhande    flagh    van    Vifeh   uytleverc. 

Delnwoondersvan  dat  Dorp  zijn  in  veele  dingen  feer  over-een-komende 

met  die  van  het  Indiaenfche  Cbiapa, welke  fy  na-volgen  in  het  aerdig  Feerde- 

berijden,  ende  in  alle  andere  foorten  vandivertiiTementeri. 

Het  was  in  dat  Dorp,dat  mijn  vriend  Frater  Juan  baptifta  fijne  woonplaet- 
fe  wilde  beveftigen.om  aldaar  de  refterende  daagen  fijns  levens  in  rulle  door  te 
brengen ,  naa  dat  hy  Prieur  van  verfcheydene  Plaetfen  hadde  geweelt ,  ende 
vooral  van  Chiapa  ende  Guatimala  ,  ende  hy  onthaalde  my  daarop  fop  prag- 
tig  een  wijfe.dat  men  met  reden  hem  daar  over  foude  hebben  konnen  benfpen, 
als  zijnde  het  gantfch  niet  wei-voegende  voor  Bedel-Moniken,  de  magmfi- 
centie  ende  de  pragt  der  Vorften  te  willen  naa-volgen. 

Van  die  Valeye  af,  tot  aan  Vara  Paz ,  oftewel  tot  aan  Coban ,  dardaar  de 
Hooit-Stad  van  is  ,  vrnt  men  niet  aanmerkens-waa-dig  ,  dan  het  Dorp 
St.  ChriftofFel,  alwaar  tegenwoordig  een  groot  Meer  is,  van  het  welke, 
foomenfegt,  men  met  geen  diep-loot  de  gront  kan  vinden. 

In  vorige  tyden  vond  men  aldaar  dat  Meer  niet,  doch  de  grondt,  fich  in  een 
fwaare  Aard' bevinge  geopent  hebbende,  ende  veel  Huyfen  ingefwolgen,  ioo 
fag  men  daar  op  dat  Meer  verfchijnen,  het  welke  daar ,  federt  die  tyd ,  altoos 
isgebleven,  .  , 

Van  daar  tot  aan  Cohan  toe  zijn  de  wegen  moeyelijk  en  met  dan  Gebergte, 
des  niet  tegenftaande  konnen  deMuyl-efels  van  het  Land,defdve,op  haar  ge- 
mak ,  met  haere  latten ,  pafferen.  "'?■_ . .'/:'' 

Wy  hebben  nu  eyndelijk  de  geheele  uy t-ftreckinge  van  het  Landt  van  Gua- 
timala door  lopen ,  in  het  felve  zijn  veele  Dorpen ,  die  meer  bevolkten  dan 
op  eenige andere  Plaatfevan  geheel  America,  ende  indien  de  Indiaanen  inde 
Krijgs-konft  wel  ervaaren,  eiïde  met  waapenen  wel  voorfien  waren, men  iou- 
de  geen  quartier  van  America  foo  flerk  in  Volk  vinden. 

Doch  om  dat  de  Spangiaarden  haar  veragren  ende  mishandelen,  tot  foo 
verre  toe,  dat  fy  haar  felfs hare  Bogen  ende  Pijlen  niet  haten  behouden,  lijn- 
de het  feer  verre  vandaar,  datfy  Ichiet-geweer,  Pieken  ofte  Degehs  fou- 
de ri  hebben,  fo  heeft  haar  dat  niet  allen  den  moed  benomen,  maar  ook  te 
gelijk  de  affectie,  die  fy  anders,  tot  de  Spangiaarden  fouden  hebben  konnen 
krijger!,  foodaanig  dat  defelve  ,  in  groóte  vreefe  moeten  itaan  ,  dat  die  groó- 
te meenigte  van  indianen,  in  gevalle  men  in  America  lande  ,  om  het  felve 
in  te  nemen ,  fïg  aen  de  zijde  van  haare  Vyanden  fouden  begeven  ,  ofte  haar 
immers  nergens  toe  dienen ,  als  fy  al  getrouw  ende  onderdaanig  bleven. 


HET 


'i' 


III.Boeck.  T)oor  decaen/che  Weft-Indïèn.   VI.  Cap.  273 
HETVLCAPITTEL 

Beklaagelijke  Jfaat  van  de  Volkeren  van  Guatimala.  PTer- 
gelifkinge  tu  (fe  hen  de  Indiaanen  ende  het  Volk  Ifraèls .  Tí  e 
Indianen  nemen  toe  tegens  de  onderdruckinge.  Verkeerde 
'Politie  der  Spangiaarden.  Middelen  om  de  Spangiaar- 
den  Americate ontweldigen.  CMis-Jlag  vanfommigeper- 
Joonen  werdt  klaar  lijk  aangewefen.  Kleyne  magt  der  Span- 
giaarden in  Guatimala.  T) eerlijke  ftaat  der  Indiaenen 
onder  de  Spangiaarden.  Bedroefde  wanhope  der  Indiae- 
nen. 

DE  ílaat  ende  conditie  van  de  Volkeren  van  het  Landt  van  Guatimala  Beldaa 
isalfoo  beklaaglijk  ende  erbarmens-waardig  als  die  van  eenige  van  ¡ijker/8* 
alle  de  andere  Volkeren  van  America.  ftaat  van 

Want  ik  kan  op  eenige  wijfe,  van  haarfeggen,  het geene  van  het  Volk  t™' 
lfraèls  wert  gefegt  m  het  eerfte  Capirtel  van  het  Boek  Exodus  op  het  levende  G„aiima/a 
vers;  datfy  vrugtbaarvoaaren ,  ende  overvloedelijck  -wiejfeben-,  endeverweenigvul- 
digden  ,  foodanig  dat  fy  magtig  wierden  ,  ende  het  Landt  vervulden;  hier  om 
feyde  Pharao  tot  fijne  Onderdaancn  ,  in  hec  thiende  veers ;  Men  mottwijffelijk  VergeIl'i- 
met  haer  handelen ,  uyt  vreefe  datfy  ,  komende  te  vermeerderen ,  ende  eenige  Oorlog  (íhfnáf' 
ontfiaande ,  haar  niet  hv  onfeVyanden  vervoegen,  ende  tegens  onsjlryden;  Hier  Indiaenen 
om  was  het  datfy  mannen  over  haar  iteldenom  haar  te  doen  arbeyden,iteen3  e,nde  hcc 
kalk  ende  andere  dingen  te  doen  maaken*,  met  foo  groóte  geftrengheydt  ¡S, 
ende  wreedtheyd ,  dat  het  leven  haar  te  bange  wierde  door  defe  dienftbaar- 
heydt ,  ende  haar  verpligte,  de  hulpe  úqs  Hemels  ,  tot  hare  verloffinge,  aan  te 
roepen. 

Hoe  wel  'er  eenige  foorte  van  onderfcheydt  tuíTchen  de  indiaenen  ende  het 
Volk  van  Ifraëlis,  foo  heeft  doch  defe  vergelijkingehaereover-een-komile 
in  de  verdruckinge  foo  van  de  een  als  de  andere ,  en  ook  in  de  maniere ,  op  de- 
welke men  haar  heeft  gehandek,  op  datfy  niet  meer  fouden  vermeenigvul- 
digen ,  dan  men  felve  begeerde. 

Het  isfeekerdát  de  Indiaenen  veelelyden  door  de  Slaavernye  3  indewei- De  India- 
ke  haar  de  Spangiaarden  gebragt  hebben,  en  dat  fy,  des  niet  tegemlaande,  nenne' 
daaglijksin  getal  ende  rijkdom  toe- nemen  ,  foodaanig  dat  men  daar  vreeft  ¡^"^ 
dat  fy  te  magtig  fallen  worden,  ende. uyt  haar  felven  opgaan  ,  ofte  fig  otfder- 
by  vreemde  Natiën  vervoegen ,  tegens  die  geens  3  welke  haar  dus  Tyran  pi-  dr«ciün- 
ferea.  se*    ; 

Mm  z  Want 


middelen 
po  de 
Spangi- 
aarden 
JLn.e  ica 
te  cntwel 


274    III.  Boeck.     Vqyagie  vanThomas  Gage    VI.  Cap 

Want  men  laat  haar  het  gebruyck  van  geenderhande  waapenen  toe,  het 
fy  dit  dan  uy  t  vreefe  ,  het  fy  dan  uy  t  Jaloufije  fpruy  1 ,  felve  niet  dat  van  haare 
Boogen  ende  Pijlen  3  van  dewelcke  haare  Voor-ouders  fig  voor  defen  be- 
dienden. 
%'eikecrie      Soodaanig  dat  de  Spangiaarden,  hoe  wel  fy  aan  haare  zyde  niet  van  de  kant 
pdiinc  der  der  Indiaanen  te  vrefen  hebben ,  door  dien  fy  ontwaapent  zijn  ,  foo  fal  oock , 
Spaogiaar-  wanneer  eens  een  vremde  Natie ,  in  den  fin  fal  krygen,  ende  tragten  dat  Land 
in  te  nemen ,  ende  te  vermeeiieren  ,  defelve ,  om  die.eygene  reden  ,  geen  ap- 
prehenfie  voor  haar  behoeven  te  hebben ,  ende  foo  fal,  de  Politie ,  van  dewel- 
ke fig  de  Spangiaarden  bedienen ,  om  defe  Indiaanen  te  verfwacken  ,  t'eene- 
mael  tot  haare  torale  ruine  ende  verderf  gedyen. 

Want  defe  groóte  meenigte  van  Indiaanen,  .haar  in  den  Oorlog  onnut 
zijnde  ,  ende  fy  felve  ,  uytgefondert  die  in  de  Steden  woonen,  fig  hier  en- 
de daar  verfprey  t  bevindende ,  door  foo  een  wyde  uyt-ftreckinge  des  Lands, 
fullen ,  tegens  een  kleyn  Legerken ,  niet  dan  een  handt  vol  Volcks  fchynen 
te  zijn. 

Ook  zijn  'er  onder  defe  kleynen  hoop  Spangiaerden  weynige  diebequaam 
zij  n  om  de  waapenen  te  voeren ,  ende  dat  kleyne  getal  en  fal  niet  magtig  we- 
fen  groóte  tegenftant  te  doen ,  hebbende  geen  Gefchut. 

Ende  foo  het  daar  by  quam  voor  te  vallen ,  dat  de  Negers ,  ende  de  Indiaa- 
nen, welckefyfoofeer,  alsgefegtis,  mishandelt,  ende  daarom  oock  al- 
toos gevreeit  hebben  ,  fig  tegens  haar,  by  de  vremde  vervoegden,  foo  is  het 
ièecker ,  dat  fy  haar  uyterfte  verderf  niet  fouden  konnen  ontvlieden ,  zijnde  * 
opdie  maaniere,  van  binnen  ende  van  buyten  ,  aangetaft. 

Hier  uyt  kanmen  befpeuren ,  hoe  weynig  dat  u*e  geene  gegrond  zijn  ,  ende 

van  fom-   met  hoe  geringen  fundament  dat  fy  fpreecken,die  daar  feggen  dat  America  nu 

lotSiPCr"  fwaarder  foude  vallen  om  te  vermeefteren  als  ten  tyde  van  Cortez3om  darmen 

werd         nu  tegens  de  Spangiaarden  ende  tegens  de  Indiaanen  foude  moeten  ftryden , 

klaarlyck  <jaar  'er  in  tegendeel  doen  niet  dan  arme  naackte  Indiaaanen  waaren. 

aangewe-       j^  noude  ftaande  ¿zt  ¿[z  feggen  gantfchelijck  valfch  is;  want  de  Indiaanen 

waaren  in  die  tyd  ftrydbaare  lieden, door  deOorlogen  die  fy  malkanderen  aan 

deeden ,  ende-fy  wiften  fig  ieer  wel  te  bedienen  van  hare  bogen  ,  van  hare  py- 

len  ,    van  hare  fehigten  ,   ende  van  hare  foorten  van  waapenen  ,   en  het 

bleeck  in  haar  ftryden,  dat  fyuytermaaEen  kloeckmoedig  ende  couragieus 

in  het  vegten  waaren ,  oock  fict  men  fulcks  in  hare  Hiftorien . 

Doch  nu  fijn  fy  gantfch  moedeloos,ende  alsfonder  herte  geworden, foodaa,- 
nigdatfyvanvreeie  beven  ,  wanneer  fy  een  mnskethoorenloifen ;  dit  komt 
daar  van  daan ,  dat  fy  door  de  Spangiaarden  onderdrukt  worden  ende  ontwa- 
pent zijn,  die  haar  felve  door  een  opflag  van  oogen  ofte  een  fuer  en  ftuerfch 
gefigteeenfchrikophetlijfjaagen,  ende  daarom  zijn  fy,  indieftaat,  waar 
in  fy  fig  nu  bevinden,  niettevreefen. 

Men  behoeft  al  immers  foo  weynig  voor  de  Spangiaarden  bedugt  te- 
"'S'  er  ïijn  ,  die  in  die  groóte  uyt-ílreckinge  van  geheel  het  Landt  van  Guati- 

mala  y 


Misílag 


III.  Boeck.  Tïoor  de SpaanfcheWeft-Indïên,  VI.  Cap.  275 

mala,  geen  vijf-duyfenc  Mannen,  tot  den  Oorlog  bequaarn,  fo  uden  kon-  sFangi- 

nenligten.  aarden  ia 

Al  foo  weynig  fouden  fy  konnen  bewaaren  foo  veel  wegen  ende  toegangen  ?natimai 
als  'er  in  vericheydene  quartieren  van  dat  Landt  zijn,  het  welke  ,  hoe  het  *' 
grooreris, ,  hoe  het  ook  beter  kan  ingenomen  worden,  omdat,  terwijlen 
den  Spangiaart  aan  den  eenekant  falbeiigwefen,  methettebefchermen, 
het  door  die  vremde  Natie  aan  de  andere  zijde  fal  konnen  aangetaft  ende  in- 
genomen worden. 

De  Slaven  felve  fouden  regens  haar,  in  foodaanigegelegentheyd,  en  om 
haare  vryheydt  te  hebben,opitaan,ende  eyndelijk  de  Criolen,  welke  fy  mede 
ten  uytteriten  mishandelen,fouden  wel  blijde  wefen,foo  fy  haar  van  deSpaan- 
fche  flavernye  konden  verloflen ,  ende  foude  veel  liever  in  vryheyd  onder  een 
vremt  volck ,  willen  woonen,  als  langer  door  haare  eygene  Natie  onderdrukt 
worden. 

Deftaat  der  Indiaanenis  in  die  Landen  foo  ellendig,  dat  haar  levens  con-  Deerlijke 
dmed  immers  foo  miferabel  isalsdievandeSlaaven,  hoewel  de  Koning  £íea 
van  bpangien  door  fijne  Onderdaanen  aangefogt  lijnde,  om  die  tot  Slaa  ven  onderde 
temaaken,  fulks  altoos  heeft  geweygerr.  Spaanfche. 

Ik  heb  'er  eenige  gekent,  welke,  als  fy  van  den  dienít  ende  het  werk 
derSpangiaardenafquamen,  ende  daar  voor  niet  dan  que tfuuren  ende  flaa- 
gen  ontfangen  hadden,op  haar  bedde  gingen  leggen,in  voornemen  van  liever  '  ■ 
te  tterven,als  langer  een  leven  met  foo  veel  ellenden  ende  miferien  vervult  te 
ley  den  ,  ook  weygerden  fy  alle  foorten  van  voedtfel  ende  verfterkinge 
die  haare  Vrouwen  haar  aanboden ,  willende  veel  liever  van  honger  iterven 
als  haar  leven  verlengen. 

Het  is  waar  dat  door  mijne  aanporringen,  fommige  haar  hebben  laaten  Deerlijke 
bewegen  om  liever  te  leven  als  Eygen-Moordenaars  te  willen  zijn,  úmiE&SF. 
ook  waaren  'er  andere,  die  alle  foorten  van  vermaningen  ende  voedtfel  ■?«. 
verwierpen» 


Mm 


HET 


276  III*  Boeck.     Voyagie vanThomas  Gage    VIL  Cap, 
HET  VIL   CAPITTEL. 

OP  wat  pretext  de  Spangiaarden  den  dien  ft  van  de  Indianen 
hebben  verkregen,  Hoe  dejelve  in  haar  en  dienfl  werden 
verdeelt.  T)e Ivez  Repartidor  ende  JijnAmpt.  Op  wat 
wijf  e  de  Indianen  van  hem  gehande  It  werden  als  hy  die  aan 
de  Spangiaarden  uyt-deelt.  Trojijt  van  den  Ivez  Reparti- 
dor. Straffe  van  de  Indianen  die  den  ar  bey  t  ontloopen.  On- 
r  egt  vaar  digheyt  omtrent  de  Indianen  gep leegt.  Hoe  hart 
eh  de  Barbarifch  men  haar  handelt.  Haar f  ober  dag-gelt. 
Gruwelijke  godtloosheyt  van  de  Spangiaarden  omtrent 
defe  Indianen  gepleegt.  Godtlofe  wij  Je  om  aan  de  kojï  tege- 
raaken.  Andere  har  de Joorte  van Jlavernye.  Foor  beelden 
daar  van .     Bejluyt  des  Capttels* 


D 


E  Spangiaardendiein  dat  Landt  woonen 

Hoeven  van  de  Valeye  van  Mixco,  ende  op  de  Dorpen  van  Mixco , 


en  voor  al  die  haar  op  de 


Op  wat 
prctexc  de 

¡JJJU"  JL- ^  Petapa 3  Finóla  ende  Amatitlan  onthouden,  nevens  die  geene,  die  op  de 
hebben  Vlecken  en  het  Gebergte  van  de  Sapatepeques  zijn,  hebben  vertoont,  dat,door 
den  dienft  ¿len  allen  haaren  arbeyt  ende  negotie  tot  het  weivaaren  van  denStaat  ftrekte, 
ende  zijnde  daar  niet  Spangiaarden  genoeg,  om  alle  de  noodige  werken 
in  foo  groot  eenLandt  te  doen, hebbende  fy  niet  alle  de  behoorlijke  middelen 
om  Negers  ende  Slaaven  te  kopen,  dat  fy  over fulksnoodig  den  dienft  van 
de  Indianen  van  doen  hadden  ,  verioekende  dat  men  haar  dat  wilde  confen- 
teeren,  mits  haar  een  redelijk  falaris  gevende. 

Hier  op  wierde  geordonneert,  dat  men  op  yder  Maandag  feeker  getal 
van  Indiaenfche  Boeren  foude  by  een  doen  komen, ofte  ook  wel  desSondags, 
des  agtermiddags,  welke  onder  de  Spangiaarden  fouden  verdeelt  werden, 
al  naa  de  gelegenthey  t  van  haareHoeven  of  te  Ampten,'t  zy  om  haareLanden 
te  behouwen,  om  haare  Muyl-efels  te  drijven  ,  of  om  haar  in  haar  be- 
roep behulpiaamtezijn. 

Men  heeft  inyderquartiereenOfficiertot  dieneynde  geilelt,  fy  noemen 
defelve  Ivez  Repartidor ,  hy  is  gehouden  ,  volgens  de  lijfte,  welke  hy  van  de 
Spaanfche  Huyfen  ende  Hoeven  heeft ,  weekentlijk,  een  feeker  getal  van 
Indianen  te  befchicken. 

Dit  is  een  gemackelijk  middel  voor  den  Prefident  van  Guatimala  ende  voor 
de  andere  Regters ,  om  haare  Huys-genotenende  Dienaars  te  avanceerca 
ende  te  vorderen ,  ook  geven  fy  gemeenlijk  aan  defelve  defe  Ampnen, 

Sy 


van  de  In 
dianen 
verkre- 
gen. 


Hoe  de- 
felve in 
haaren 
dienft 
werden 
verdeelt. 


De  Itez 
Repartidor 
en  fijn 


III  Boeck.  "DoordeSfaenfcheWeft.Iudïétt.  Vil.  Cap.  277 

Sy  noemen  het  Vlek  ofte  de  Plaatfe ,  op  dewelke  de  Indiaanen  des  Son- 
dags  ofte  des  Maandags  moeten  by  malkanderen  komen  ende  vergaaderen , 

De  Indianen  van  de  Dorpen  van  haare  zijde ,  fijn  mede  verpligt ,  het  getal  oP„, 
van  a.beyts-lieden    het  welke  ry  We=ckentll;k /door ordre  van\êtH;fva„  »S= 
buaumal,  moeten  bedel  en  .gereet  te  houden  ,  ende  fy  werden  op  de  genera-  AP- 
Ie  rendevous  plaatfe  geleyt,  door  eenlndiaanfch  Officier  van  het  Dorp  dat  Ä5c 
naarlent.  r         werden 

Alsfy  nu  op  die  plaatfe  fijn  gekomen ,  fluyt  men  haaralle  in  het  Raad  huys  Ä* 
op  ,  gevende  eemge  dok-fiagen  en  fufflerten  aan  die  geene  ,  die  niet  haad L  % «  í¡- 
genoeg  mtreden;  fy  hebben  alle  haar  gereedfchap  om  te  werken  bv  haar    »'■& 
als  Schoppen,  Spaaden    Pieken  ,  Bijlen,  ende  leef-togt  vooreen  wVecke'"1"  """• 
de  welke  gemeenlek  bedaatuyt  Koeken  van  M*¿,  worden  van  W« 
ofte  Boon cjens ,  een  weyn.g  Chili  ofte  lange  Peper ,   ende  eenige  broeken 
kont  Vleefch  voor  een  a  twee  daagen  ;  ooáraagen  {y  haat  bedde  op  S» 
rugge,  het  felve  bedaat  uyt  een  deeken  van  grove  Volle,  inde  welk  fv 
fich  winden,  om  op  de  aarde  te  gaan  (laapen.  maeweiKely 

SooroiltVt^l  ,í"  a5dere?  ZT' cnde  he,i  Raad-hnys  van  haar  vervul  t  is,  ™¡,  „„ 
v^.n?H  f  er'  fK  hler  toe  ^lde  Officier ,  de  Spangiaarden  de°  '«* 

d£rdt:tÄ'^g«-erÄ:  ^ä^    - 

nr„mTter?de2n"*f  *  *  **  **" >  dde  *  ™  ÄÄ 

onívte^SSAA^Í  T  T  fiJ-Indiaanen,  hetStraff„an 
doet  men  ft>-ken     f™i      geheeíe  weekf  n,ec  heeft  uyt-gedient,  defelve  *»*>■ 

Sr„\tfcpdS£Setm:thhmfïonin  hefft' en<,eaisdan  ss¡& 

of 


2?8     III.  Boeck.     Voy  age  vanThomas Gage    VIL  Cap. 

heydom-  ofook  fijn  loon  onthouden,  foo  doet  men  geen  regt  ^^^^P^^"  rfeec 
"remde  den  felv'ea  Indiaan  bedrogen  ,  beftolen  ofte  verkort  heeit ,  hoewel  het  rege 
indiaanend^S;V^_rP,frh?,1 .  dat  men  ïuftitie  aan  beyde  de  zijden ,  ende  aan 

gepleegt 


ïnde  bilïijkheyt  vereyfchën  ,  dat  men  Juftitie  aan  beyde  de  zijden ,  ende  aan 
de  een  fo  wel  als  aan  de  andere  oefFent.        ,       ,  _T^:__1cC1_n     en 


Het  fober 
dag  geit. 


eodsbar-   >,"*„"!... ¿,  tve Reaalhe fftuk ,  fonderdatmenhaardesavontswildetoe- 

Ä  S  haareXyfen  al  of  van  het  Dorp  daar  in  fy  "; judere 
weder  werden  drie  a  vier  mi  len  weg  gebragt,  ende  die  derven  ,  foo 
wel  als  de  andere  ,  niet  voor  des  fatnrdags  avonts  wederom  keeren, 
naa  dar  »y  ,  alles  wat  haar  Meefter  haar  heeft  willen  gebreden  ,  verngr 

heHbernioon  dat  men  haar  geeft  is  foodaanig,  dat  fy  daarnauwl  ijksdenkoft 
af  konnen  hebben  ,  want  men  geeft  haar  noch  geen  vyf  ftuyvers  des 
daegs     door  dien  zy  ,  voorde  geheele  weeke  ,  maar  v.,f  en  twintig 

"TA  in  de  Stad  van  GiMkaU  ende  in  de  Spaanfche  Dor- 
pen onderhouden    ende  m 
Cv°a„dnooden  heeft  ****££^££S£ÍGSS& 

heDaarenisgeenwaaragtigChriften,  welke  het  herte  nietfoudeberften, 
als  Mag?  hoge  die  armefllendige  Indianen ,  geduurende  de  weeke  van  haar 
dienft,  vaneenige Spangiaardengetrafteert worden.  ArA.,r 

«rouwe-  Daar  fiin  'erwelkehaare  Vrouwen  gaan  misbruyken  terwnledatdear- 
Ä-  me  S  befigxijn  met  het  Landt  te  bebouwen,  andere  geeffelen  haar 
loodden  Xlr  Sen  het  fchiint  dat  fy  loom  ende  traag  m  den  arbeyr  «in  ,  of  fy  liaan 
IZ%  haar  met  D^ens  "f  verwonden  haar  het  hooft ,  om  dat  fy  fig  regens  haar 
SS  beeftisende  Snverftandig  kijven  tragten  te  verantwoorden  ,  ofte  fy  nemen 
omtrent    Deel"ê  e"  „™S,.  ,f.  0f  onthouden  haar  een  gedeelte  van  haaren  loon , 

betaameïijk  is  ,  ende  foo  als  fy  van  haar  verwagren  ,  met  gedaan  b*. 

Mta.     wen ,  g^venwaa  en  ,^a n  haar n  y  Huys-vrouw  ende  Kinde- 

gentheyt,  welke  die  arme  ueaen,  ffiaandags  ende  des  dingsdaags 

ifThSïïn    enl  vr'aagd'n  haar  daar  op  des  wolnsdags ,  wardarfv,  m 


i1 


IILBoek.   7)oor de  SpaanfcheWeft -Indien*  VII,  Cap, 27$ 

de  eene  een  Reaal  ,  en  de  andere  twee  ofte  drie  afte  knevelen  ,  foodaanig  dat 
fy  daar  door  niet  alleen  houtvoor  haare  Huys-houdinge  bequaamen ,  maar 
noch  foo  veel  geks  daar-en- boven,  dat  fy  genoeg  hadden  om  Vleefchencie 
Chocolate  voor  een  halve  maant  te  kopen ,  levende  leuyelijk  ende  Jeckerlijk. 
op  het  fweet  ende  koften  van  die  arme  Indianen. 

Daar  fijn  'er  ook  andere,  welke  defelvc,  aan  haare  bueren ,  die  die  van  Andere 
nooden  hebben ,  voor  een  geheele  weeke ,  en  voor  een  Reaal  het  ftuk ,  ver-  harde 
hueren ,  doch  die  huerders  fijn  wel  verfeekert  dat  fy  die  aan  hare  gagie  Vullen  ¡S i"fnL 
konnen  korten.  uavernje. 

In  alle  de  Dorpen  fijn  de  Indianen  noch  aan  een  andere  diergelijke  dienft- 
baarheyt  onderworpen  ,  want  indefelve,  mogen  alle  de  Reyfigers  ,  die  daar 
door  komen  te  paiferen,  om  foo  veel  Indianen  vraagen  als  fy  van  nooden  heb- 
ben om  haar  Muyl  efels  te  drijven,  ofte  haare  Bagagie  te  draagen  ,  ende  ten 
eynde  van  de  Reyfe,  maaken  fy  een  opgeraapt  ende  gefogt  verfchil  met  haar, 
ende  fyfenden  haar,  voor  het  meefte  gedeelte ,  metftok-flaagen,  inplaatfe 
van  geit,  terugge, 

Sy  doen  defe  ellendige ,  een  a  twee  dag-rey fen  verre  ,  packen  van  hondert  voorbeelt 
ponden  gewigte  dragen;  fy  binden  defelve  met  touwen  aan  yder  zijde  van  daat?a* 
haaren  gordel  vaft,  ende  een  lederen  bant,  welke  aan  het  pak  gehegt  is  , 
leggen  fy  om  haar  voor-  hooft,defe  maakt  dat  de  meefte  fwaarte  van  het  felve, 
geheel  daar  op  aan  komt,en  dat  even  boven  de  wenk-braauwen,fy  hebben  het 
felve  ook  gemeenlijk  foo  geteekent ,  dat  fy  feer  wel  van  de  andere  In woon- 
ders  der  Dorpen  te  onderfchey  den  zijn,  foo  daar  door,  als  ook  om  dat  die 
lederen  bant  haar  alle  het  hair  voor  van  het  hooft  af-  vrij  ft  ,  ende  het  feWe 
gantfeh  kaal  maakt. 

Op  defe  wijfe  moet  dit  ellendige  Volk  fijn  koft,  onder  deSpangiaarden  Befloyê 
tragten  te  winnen ,  doch  het  is  veeltijds  met  foo  veel  pijn  ende  benaauwtheyt  van.dic, 
dat  fy  dikmaalen  de  Goddelijke  regtvaardigheyt  aanroepen,  om  haar  in  Cap 
vryheydt  te  ftellen,ende  fy  hebben  anders  geenen  trooft  dan  die  haar  dePrie- 
fters  geven,  dat  fy  dit  alles  om  de  liefde  Godts,  ende  ten  beften  van  den 
Staat,  lijden, 

Ende  hoewel  die  geene,  in  welkers  dienft  fy  zijn,  haar  doen  arbeyden  ende 
marcheeren  in  alle  faifoenen  desjaars,  het  fy  dan  heet  ofte  kout,in  de  Valeyen 
of  op  het  Gebergte  ,  in  goede  of  in  quaade  wegen,  foo  hebben  fy  doch  anders 
geene  kleederen,  dan  om  haare  naaktheyd  te  bedecken ,  ende  defelve  zijn 
dickmaalen  foo  yerfcheurt,  dat  fy  de  helftc  van  haar  lichaam  niet  voor  de 
ongemacken  des  Lugts  befchermen. 


pM  III,  BoECic.    Voy agie vanThomas  Gage    VUL  Ga Ä 
HET  VIII.   CAPITTEL 

Hoe  armeljjc kende  ellendig  de  Indiaenen gemeenlijckgekleedt 
gaen.  Haer  bedde  is  haer  kleedinge.  Sw aeren  arbeydt  doet 
wel  ruften*  Kledingevande  rijckfte  Indiaenen.  Sleghte 
bedden  van  alle  de  Indiaenen.  JVaer  uyt  die  beft  oen,  KIe» 
dinge  der  Vrouwen.  Befchrijvinge  van  de  Huyfen  der  In- 
dianen. Haer  en  fob  eren  huys-raedt^  HaerBadt-ftoven* 
Haereverdeeïingein  Stammen.  Haer  e  maniere  van  hij- 
licken-  fVat  koften  daer  op  lopen*  Hoe  het  onder  haer  by  Erf- 
fenijfe  ende  verfterfgaet*  Hoefy  haer  e  Huyfen  timmeren 
ende  de  eken*  Kleyn  e  koften  die  daer  op  vallen* 


DE gewoonlijcke Kleedinge  derlndiaanenbeftaatgemeenlijckin  een 
onder-broeckvan  Wolleof  Caroen ,  welke  haar  op  de  knyenkomt, 


©oe  ar- 
me! yc  te 

kndighde  -*--^  gaande  meeft  alle  altoos  bloots-voets ,  uyrgefonderteenigé,  welcké 
Indianen  ledere  fooien  draagen  wanneer  fy  reyfen,  tot  befcherminge  ende  confervatie 
gemeen-  van  de  planten  van  haare  voeten  ,  of  oock  wel  in  een  broeck  f  maar  gantfeh 
geen  wambaisals  een  feer  kort  hemde,hier  over  draagen  fy  een  lap  Wolle  ofte 
Lijwaat  Mantels  wyfe,  welcke  fy  Ajate  noemen  5  defelve  knopen  fy  op  de 
eene  fchouder  vaíl  ,  ende  aan  de  andere  zyde  hangt  die  tot  op  de  aarde  ,  hier 
toe  hebben  fy  noch  een  ondeugenden  Hoet  van  vijfthien  a  twintig  ftuyvers , 
in  dewelcke  het  water  treckt  als  in  Papier ,  ende  de  rand  van  defelve  hanght 
haer  in  den  regen-tijd  op  de  neus  ende  op  den  hals. 

Sy  draegen  fomwijlen  haer  bedde  om  haar  lijf,  het  felve  beftaet  uyt  die 
deis'ba«ew°lledeeckendaerfylïchdes  avonts  mede  bewinden ,  en  als  dantreckenfy 
kleedinge.  haer  hemde  ende  haar  onder-broeckuyt ,  ende  leggen  die  onder  haar  hoofx 
om  voor  een  oorkmTen  te  dienen. 

Men  vint'er  oock  eenige ,  wekke  een  feer  ligte  matte  by  haer  draagen  om 
op  te  gaen  leggen,  maer  die  geene  welcke  die  niet  hebhen ,  ende  van  haar ge- 
bueren  defelve  niet  te  leen  konnen  krygen ,  gaan  loifelijck  op  de  aarde  neder 
leggen,  ende  in  haare  deeckensbewonden  lijnde,  flaapen  fy  al  foo  wel  en- 
de geruftelijck ,  nae  dat  fy  een  geheelen  dag  gearbeyt  ofte  met  een  pack  van 
hondert  ponden  op  naaren  rugge  gegaan  hebben ,  als  of  í  y  op  een  feer  goede 
bedde  laagen. 

Die  geene  welcke  van  meer  aenfien  zijn,  ende  rijeker  als  defe  waer  van  wy 
m\  gefproocken  hebben ,  welcke  niet  gebruyekt  werden ,  om  als  de  ïdmemez 
packca  te  dragen,  ofte  voor  de  Spangiaarden  als  Boeien  te  arbeyden, 

maer 


lijck  ge 
kleedt 
gaen. 


Haerbed- 


Swaeren 
arbeyt 
doet  wel 
¡tuften. 


HL  Boeck.  *Door  de  Sfaenfche  Weft-Indien.  VIII.  C  ap.  281 

maar  die  op  haare  eygene  Hoeven  woonen,die  op  hetLandt  met  haare  Muyl- 
efels  handelen,  die  Winkelen  in  de  Steden  en  in  de  Dorpen  hebben  ,  ende 
eyndelijck  die  als  Officieren  vais  de  Juftitie  ende  Politie  werden  gebruyckt., 
zijn  een  weynig  beter,  dan  defe  eerfte ,  gekleed. 

Daeriijn'er  die  een  lint  onder  om  haar  onder-broeck  oftebroeck  hebben  Kleedínge 
laeten  fetten ,  ofte  met  eenigh  Borduer-werck  van  zyde  ofte  gaaren  verciert,  van  de 
het  felve  doen  iy  mede  aan  de  lap  die  fy  om  haar  licchaam  flaen,ofte  wel  pron-  jy  Jfte 
ken  fydefelve  op  met  eenigh  veelverwigh  Veder-werck.  n  ianen' 

Sommige  dragen  ook  wambay  fen  van  door-fneden  ly  waet,ende  fchoenen, 
maerdaer  fijn  er  feer  weynig  die  hofen  aen  hare  beenen,  ofte  kraagenaen 
hare  halfen  hebben. 

Doch  wat  de  bedden, op  dewelckefy  flaapen,belangt,de  aaniienlijckfte  van  sieghte 
alle  de  fndiaanlche  Gouverneurs,  is  daar  nier  veel  beter  van  vooriïen ,  dan  de  bedden 
zrmeTamemezofre  Packen-dragers,ook  gaat  het  even  foo  met  ryke  deKoop-  van  alle  de 
lieden  onder  haar ,  welcke  vyf  a  íes  duyfent  Ducaten  beiltten.  n  ianen' 

Sy  maacken  defelve  vanplancken  ofte  van  t'faemen  gebonden  riet,  het  Waaruyt 
welcke  iy  wat  yan  de  gront  verheven  plaatfen  ,  hier  op  legtmen  een  breede  die  be- 
ende aardige  matte,  met  twee  kleynehoute  blockjens,  omvooreenpeuluwe  ftaan' 
voor  de  Man  ende  de  Vrouwe  te  dienen ,  ende  haar  hemd  ende  mantel  daar 
op  voegende ,  ofte  ook  wel  andere  kleederen ,  om  haar  voor  een  oorkuffen  te 
verftrecken,  gaanfydaar  opleggen,  ende  fich  daar  op  met  eenandere  wit- 
te lap  bedeckende  ,  die  doch  grover  van  ftoffe  is  als  die  geene ,  welcke  fy  voor 
een  Mantel  gebruyeken  ,  begeven  fyhaartotdenagt-rufte. 

Dom  Bernardde  Guzman,  welcke  Gouverneur  van  ¥  etapa  was,fliep  op  geene 
andere  dan  op  defe  wyfe  3  endefoo  doen  oock  alle  de  voornaamfte  onder  de 
Indianen. 

De  kleedinge  de  Vrouwen  komt  mede  niet  feer  hoog  te  ftaan,  ende  fy  heb-  Kleedïnge 
ben  defelve  ín  feer  korten  tyd  aan  haar  lyf  getrocken ,  want  de  meefte  gaan  der  Vrou- 
bloots-voets ,  uyt-gefondert  de  ryeke  ende  die  van  aanfien  zijn,  want  de- wea* 
felve  dragen  fchoenen  ,     die  met  een  feer  breed  lindt  werden  toe-ge- 
bonden. 

In  plaatfe  van  een  rock  draagen  fy  eenwolle  lap ,  welcke  fy  ,x>m  haar  mid- 
del met  een  gordel  vaft  binden,  defelve  is  gemeenlijck  met  Zyde  oftegaaren 
van  verfcheyde  couleuren ,  aan  den  rant ,  geborduert ,  maar  fy  beftaat  uyt 
een  ftuck,  ende  heeft  geenen  naat,  zij  nde  twee  a  drie  keeren  om  haar  lichaam 
geilaagen. 

Sy  dragen  geene  hembden5maar  fy  bedecken  het-boven  lijf  met  een  foorte 
van  een  Chöor-  hembde ,  het  welke  men  Guaipil  noemt ,-;  het  felve  hangt  vaiï 
Aaare  fchoudéren  af,  fot  een'  weynig  onder  den  gordel  p daaraan  ftaan  Teer* 
breede  opene  mouwen,die  evenwel  niet  langer  zi  jn,dan  tot  aan  de  elle-bogeri 
toe,  endedaar  door  maar  de  halve  ärm  bedecken ,  ertde  defe  Guaipil  is  ordi- 
fflaris  verciert  met  eenig  aardig  Gatoen  ofte  Pluyrn-  werek ,  voor  al  omtrent 
4ie  plaätfe,  die  voor  den  boefem  komt. 


ï 


2$2.    III.  Boeck.     Voyage  vanThomas  Gage  VIII-    Cap, 

De  voornaamfte  dragen  Arm-ringen  ende  Oorhanghfcls  of  Pendanten  en- 
de haare  hairen  fijn  met  de  bandekens  agterwaart  gebonden ,  fonder  kappen 
ofte  yets  anders,  om  defelve  te  decken,  ten  fy  dan  dat  de  alderryckfte,  wanneer 
fy  in  de  Kercke  gaan  ofte  eenige  vifitie  af-leggen ,  een  foorte  van  een  fleuyer 
draagen,  dewekke  van  fijn  Hollantfch  lijwaatis,  oftcoock  wel  van  andere 
fijne  ftoffe,  die  men  uyt  Spangien  ofte  uyt  CÄ*  brenght  3  defelve  hangt  tot 
op.  de  aarde  toe  ,  ende  fy  binden  die  vaft  om  haar  licchaam  met  een  lint ,  die 
is  het  geene  het  koftelijckfte  in  al  haar  ge waat  is. 

Wanneer  fy  in  haare  Huyfen  vertrocken ,  ende  met  haar  werek  befig  zijn 
fooieggen  fy  gemeenlijck  de  Guaipil  ofte  het  Choor-hemd  af,  foodaanieh 
dat  haaren  boefem  ende  het  geheele  boven-lijf  ontdeckt  ende    bloodt 
blijft. 

Sy  ilaapen  oock  als  haare  Mannen ,  alleen  omwonden  met  een  deecken  ofte 

wolle  lap. 

Bdchrij-       Haare  Huyfen  zijn  niet  dan  arme  Hutte  met  ftroy  bedeckt,  fonder  eenige 

dênHuyV(aCaboven-kamer^  maar  fy  hebben  een  ofte  twee  benede-vertrecken,  in  eene  van 

der  india-  dewelke  fy  haare  fpijfe  bereyden ,  leggende  het  vyer  in  het  midden  van  drie  a 

«en.         vier  fteenen ,  fonder  dat'er  een  fchoorlteen ,  ofte  gat  fy ,  om  de  roock  uyt  het 

Huys,  te  doen  trecken ,  ende  door  dien  fy  fich  daar  door  over  al  verfpreyt,  foo 

fet  fich  het  roet  ook  op  alle  plaatfen,en  voor  al  aan  hët  ftroy  van  het  dack,hier 

door  komt  het,  dat  het  geheele  Huys  niet  dan  een  fchoorfteen  fchijnt. 

Het  vertreck  dat  op  dit  eerfte  volgt,  isalfo  weynigh,  alshetfelve,  vry 
van  den  roock  ende  het  roet  ,  in  het  fel  ve  zijn  gemeenlijck  vier  a  vijf  bedden 
naa  het  Huys-gefin  fterek  is. 

Doch  die  geene  welcke  arm  zijn,  hebben  maar  een  vertreck ,  in  hetfelve 
moeten  fy  haare  fpijfe  bereyden,  ilaapen  ende  eeten. 

Men  fiet'er  weynigh  die  floten  aan  haare  deuren  hebben ,  want  fy  vreefen 
niet  beftolen  te  worden ;  hebbende  fy  anders  geen  Meubilen ,  boven  haare  ge- 
ringe bedden  ,  dan  aarde  Potten,  Kmy eken  ende  Schootelea,  met  warKop- 
pen  om  de  Chocolate  te  drinken. 

Daar  is  by-  naa  oock  niet  een  Huys ,  dat ,  op  de  voor-plaatfe  ,  fijne  Badr> 
ftove  niet  heeft ,  in  defelve  baaden  fy  fich  in  warm  waater ,  ende  dat  is  aL wat 
fygebruyeken,  wanneerfy  indif  pooit  zijn. 

In  yder  Dorp  zij nfy  onder  haar  ín  Stammen  verdeelt,  welcke  yder  haar 
hooft  hebben ,  tot  defen  begeven  fich  alle  die  van  die  Stamme  zij  n ,  als  fy  ee- 
nige fwaare  ende  importante  faacke  te  verrigten  hebben ,  ende  díe  is  gehou- 
den-haar in  alles  met  raat  ende  daatbyteftaarí,  ende  voor  haar  voor  de  Offi* 
eieren  van  de  Juftitie  te  verfchynen ,  ende  reparatie  van  het  haar  aangedaane 
ongelijck  te  verfoecken ,  ende  te  vertoonen  het.  onregt  dat  men  haar  tragt  aan 
te  doen. 
Als  men  yniant  van  de  haare  wil  uyt-trouwen ,  foo  gaat  den  Vader,  welke 
Skkeo"  ^ n  Soon  aan  ecn  Vrouwsperfoon ,  van  een  andere  Stamme ,  wil  uy  t-hylic- 
'keaa  het  Hooft  van  fijne  Stamme  vinden ,  om  hem  kennifle  van  het  Huwelyk 

vai| 


Karefo-. 
bereo 
Huys- 
raadt. 

Hare  Bad 
üove. 


Hare  ve» 
deelinge 
*n  ftam- 
aaen. 


Sare  ma- 


rr 


IILBoECK.  Door  de  Spaanfche  tFeft-Indiën.  VIH  Cap.  283 

van  fijn Soon ,  met foodaanigeene Dochter  , te  geven,  en  daarop  komen  de 
Hoofden  van  beydede  Stammen  by  malkanderen,  ende  beraatflaagen  over 
de  Huwelijckiche  Voorwaarden. 

Defe  Conferentien  dueren  gemeenlijck  drie  maanden ,  dewelke  gedueren-  Wat  ko* 
de,  moet  de  Jonghman  ofte  fijne  Bloed- vrienden  ,  de  Dogter  door  gefchen-  ten  daar 
kenkopen,  ende  ook  alle  de  onkoften,  welcke  daar  aan  het  eeten  ende  drin-op  opcn' 
ken  vallen,  wanneer  de  Hoofden  van  de  Stammejp  met  de  Maagen  van  de 
Jongman'ende  Jonge-dogter,  faamen  raad- (laan,  betaalen,  endedatduert 
gemeenlijck  een  geheelen  dag ,  tot  aan  de  nagt. 

Als  men  dan  op  ¿ek  wijfe ,  veele  dagen  ende  naghten  heeft  door-gebragt , 
endedegenegentheyd,  welke  beydede  partijen  voor  malkanderen  hebben, 
wel  onderfogt  ende  ge-examineert ,  by  aldien  het  dan  daar  op  komt  gebeuren 
dat  fy  het  wegens  het  trouwen  niet  eens  worden,  foo  zijnde  Bloed- vrienden 
van  de  Dogter  gehouden  ,  aan  die  van  de  Jonghman  ,  alle  haare  gedaane  ko- 
ften ,  ende  gegevene  gefchencken  weder  uyt  te  keeren. 

De  Dogters ,  en  erven  niet  van  haare  Ouders ,  maar  als  die  fterven  wer-  Hoe  her 
den  alle  de  roerende  ende  onroerende  goederen  onder  haare  Soonen  ,  in  egale  gySífffenS» 
portien,  verdeelt.  feende 

Indien 'er  yemant  onder  haar  is  welcke  geen  Huys  heeft ,  ofwel  die  hetverfterf 
fijne  op  een  nieuw  wil  decken,die  geeft  daar  kennifle  van  aan  de  Hoofden  van  toegaat- 
alle  de  Stammen ,  defe  waarfchouwen  alle  de  Inwoonders  van  het  Dorp ,  om  h<»  iy  ha- 
dit  werck  te  komen by-woonen,  endeeenyderis  gehouden  eenige  boílchen  ¡^¿Jen" 
ílroy,  ofte  wel  andere  materialen,  mede  te  brengen/oodaanigh,  dat  fy,  inee-  ende  dec- 
nen  dag ,  een  Huys  opregten ,  door  de  hulpe ,  die  fy ,  van  veele  Perfoonea,  ken- 
ontfangen. 

Daar  en  boven  en  kofr  het  haar  niet  dan  de  Chocolate,  fy  geven  defelve 
in  groóte  koppen  ,  die  meer  dan  een  pinte  nats  houden,  tedrincken,  doch 
fy  doen  daar  foo koftelijcke  ingrediënten,  als  de  Spangiaarden ,  niet  in, 
maaralleen  een  weyhig  Anijs  ende  Chili  ofte  lange  Peper. 

Of  welfchencken  fyde  kop  halfvol  Atolla  >  ende  vervullen  die  daar  naa 
vorder  met  Chocolate. 


Nb  % 


HET 


Het  eeten 
ende  de 
fpijfeder 
Indianen 
belraat 
meeftin 
booncjens, 
en  werc 
verhaak 
hoe  fy  de- 
fefte  be- 
reyden  en- 
de nuce  i- 
gen. 


Tortllles 
een  ioorte 
vankoek- 
j«nsenhoe 
die  bereyt 
tverdea. 


284     III.  Boeck.     Vqyagle  vanThomas  Gage    IX.  Cap. 
HET    IX.    C  A  P  I  T  T  E  L. 

Het  eet  en  ende  de  fpijfeder  Indiaanen  beftaat  meefl  in  Boont- 
jens}  ende  werdt  verhaald  hoe  fy  defelve  bereyden  ende  nut- 
tigen*  Tortilles  een  foor  te  van  Koeckjens ,  en  hoe  die  be- 
reydt  werden*  Hoe  fy  de  Mamgroen  eet  en \  Gefelde-gerft 
van  Maiz.  TaiTaios  wat  die  zijn  >  ende  de  maantere  om  die 
te  maacken*  Handel  daar  mede  gedreven *Groot profijt  daar 
aan*  S pij  f  e  van  de  rjjeke  Indiaanen*  Hoe  f  y  de  Tiaffen  van- 
gen en  bereyden  om  te  eet  en*  Egels  tot  fpijfe  gebr^uy  kt ,  niet 
alleen  van  de  Indiaanen ,  maar  ook  van  de  Spangiaarden* 
*Difpuyt  onder  de  Theologanten  of  die  vleefch  of  vifch  zijn* 
Befchrijvïnge  van  de  t^Agedis  Iguana ,  welke  een  feer ge- 
vaarlijke fpijfe  is*    T>e  Indianen  beminnen  den  dr  ank  feer* 

DE  geringe  Indiaanen  hebben  voor  haare  fpijfe  meeft  dentijdt  niet 
anders,  dan  een  fchotel  Frixoks  ofte  witte  ende  fwarte  boontjens,  de- 
felve fijn  'er  in  groóte  meenigte,  en  men  droogt  die  om  defelve  in 
alïe  faifoenen  des  jaars  te  hebben  ,  fy  kookenfe  met  wat  Poeyer  van  Chili  ofte 
lange  Peper  ,  ende  wanneer  fy  fulcks  hebben  3  geloven  fy ,  dat  fy  wel  genoeg 
verfaadigtzijn 

Sy  bereyden  deitlve  noch  op  een  andere  wijfe ,  laaiende  die  eerft  een 
weynig  op-koocken,  ende  defelve  daar  naa  mengende  met  een  klomp  ofte 
ftuk  deegs  van  Matz,  even  als  wy  in  Engeland  de  Raafijnen  ende  de  Co- 
rinthen  onder  onfe  Koecken  ofte  Podding  kneden  ,  daar  naa  doen  fy  dat  foo 
te  faamen  kGoken,  ende  nuttigen  het  felve  foo  terwijlen  het  nochgantfeh 
heet  is  i  ofooklaatenfy  het  felve  wel  kout  werden. 

Maar  het  zy  fy  dit  ofte  yets  anders  eeten,  fy  nuttigen  niet  fonder  groene 
Cbilt,  ofte  wel  doppen  fy  alle  haare  fpijfe  in  water  ende  fout  j  waar  onder  wat 
van  die  geftooten  Chi/i  gemengtis. 

Doch  wanneer  fy  demagt  niet  hebben  om  Frixoks  te  konnen  krijgen  ,  foo 
hebben  fy  voor  haare  ge woonelijke  portie  de  Tartittes  ,  dit  fijn  kleyne  ronde 
koekjens  s  welke  van  deeg  van  Maiz  gemaakt  werden  ,  fy  eeten  defelve 
geheel  heet,  fooals  die  uyt  een  aarde  panne  komen,  inde  welke  fy  defelve 
voor  de  vuyft  weg  kooken  ,  ende  daar  op  die  wat  op  de  heete  kolen  omkec- 
rende,  eeten  ly  die  foo  alleen,  ofwel  met  Chili  ende  fout,  ook  doppen  fy  die 
wel  in  de  voor- verhaalde  fauife  van  waater ,  Chili  ende  fout. 

Als 


III  Boeck.  <Door de  Spaenjche Weft-Indi'èn.  IX.  Cap.   i$f 

Als  haare  Maiz  noch  groen  ende  weeck  is ,  nemen  fy  het  bovenfte  daar  van  ^Jy<fó 
met  de  ayren  ende  de  blaaden  die  daar  rontomme  zijn, ende  het  felve  gekookt  groen  ee- 
hebbende ,  eeten  fyhet  metwatfoudt.  ten. 

Ick  hebbe  dat  felve  dickmaalen  tot  myne  ipyfe  gebruyekt ,  ende  vont  hec 
al  immers  foo  voedtfaam  als  onfe  boontjens ,  wanneer  wy  die  met  de  haft  ee- 
ten ,  maar  het  veroorfaakt  overtollig  bloejd. 

Als  de  Maiz  noch  groen  is  ,  maaken  fy  daar  een  foorte  van  Gepelde-Gerit  Gepeide- 
aí ,  ende  fy  koocken  die  in  een  flag  van  melck ,  welcke  fy  uyt  de  Maiz  felve  fj¿„vaa 
trecken,  naa  dat  fy  die  geftampt  hebben. 

De  armfte  ïndiaanen  hebben  hier  noyt  gebreck  af '3  ende  fy  agten  haar  ge- 
luckig  wanneer  fy  dat  hebben,  ende  zijn  daar  mede  wel  tevreden. 

Doch  de  behoeftige  die  in  de  Dorpen,  waar  in  menVleefch  verkoopt, 
woonen  ,  fpaaren  al  wat  fy  konnen ,  wanneer  fy  des  faturdaghs  s'avonts  van 
haar  werek  komen, om  voor  een  Reaal  ofte  halve  Reaal  aan  verfch  Vleefch  y 
regens  den  fon  dag  te  konnen  kopen. 

Eenige  die  kopen  een  goede  quantiteyt  te  gelyck,  ende  met  de  tyd  maaken  2>?0¡¡/«rr 
fy  daar  TaffaiosvzïL,  hetfelve  fijn  ftuckjens  Vleefch  in  malkanderen  gerolt,  ^ai  die  , 
ende  ftyf  te  faamen  gebonde ,  fy  maaken  die  op  de  volgende  wyfe  toe.  maniere , 

Als  fy  alle  het  Vleefch  van  een  bil  van  een  Os  hebben  af-gefneden  ,  ende-°radiete 
als  het  van  het  been  is  af-gefcheyden  even  als  kleyne  toutjens,  foo  fouten  fy  maacken» 
defelve  ende  hangen  die  inde  lugt,  op  haare  voor-plaatfe,  agtdaagenlang, 
tedroghen  ;  daar  naa  hangen  fy  die  noch  foo  lange  indenroock,  daar  oprol- 
len fy  die  aan  kleyne  rollekenste  faamen  ,  welke  foo  hardt  als  fteen  worden  , 
cnalsfy  die  van  node  hebben  waiïenfy  defelve,  koockenfe  daar  op  ,  ende 
eeten  die  naar  naa. 

Dit  is  het  Americaanfche  gefouten  OfTen  Vleefch  ,  dat  fy  Ta/faio  noe- 
men, de  Spangiaarden  eeten  datoock  veel,  voor  al  die  in  het  Landt  met 
haare  Muylefelsgaan  handelen 

Defe  Tajfaios  fijn  een  feer  goede  Koopmanfchap  ,  met  dewelcke  fig  veele  Handel 
Spangiaarden  verryekt  hebben ,  ende  dat  door  den  handel  die  fy  daar  mede  daarmede 
drijven,  in  de  Dorpen  daar  men  geen  Vleefch  verkoopt,  fy  verreuylen  het  2SÍ5? 
met  de  ïndiaanen  tegens  andere  Koopmanfchappen  ;  ende  die  geven  haar  groof  pro. 
fomwijlen  voor  eendeuytof  oortjenT^j^w,  wel  voor  vijf  ftuyvers  aan  Cacao.  fycaan- 

Doch  de  rijeke  ïndiaanen  leven  veel  beter ,  want  die  doen  al  wat  haar  mo- 
gelijckis,  wanneer  men  maar  Vifch  ofte  Vleefch  bekomen  kan,  om  het  spyfeMn- 
felve  te  hebben ,  iy  eeren  hetfelve  met  groóte  fmaak ,  ende  fy  lijn  niet  gie-  deryeke 
rig  op  haare  Kalckhoenen  ende  ander  Pluym-gedierte  om  goede  chier  te  In  lanea# 
maacken. 

Somwijlen  gaan  fyootk  op  de  jagt,  ende  daar  door  fchietenfy  te  met  met  Hoe  fy  de- 
pijlen  eenige  Daflèn  doodt,  als  fy  defelve  in  haar  gewelt  hebben ,  laaten  fy  ^¡gen 
die  een  geheeie  weecke  onder  de  blaaderen  van  de  boomen  leggen ,  tot  fy  om  re  ee»- 
fterek  ruyekenende  vol  wormen  komen ,  daar  op  brengen  fy  die  tot  haarent,  ïen« 
enfnyden  die  initucken3.  ende  die  dan  hebbende  doen  koocken  met  feecker 

kruydt 


Egel  tot 
ípijfege- 
bruykc. 


2S6    III»  Boeck,    Vqyagie vanThomas Gage    IX.  Cap, 

kruydt  dat  in  dat  Landt  wafcht  ende  feér  wel  naa  de  Tenaifie  van  ons  Lande 
gelijkt,  ende  alle  de  quaadelugt,  naa  haar  feggen,  daar  uy  t  treckt ,  foo 
werdt  het  Vleefch  van  die  Dallen  foo  blank  ende  malfch,  als  dat  vaneen 
Kalk  hoen. 

Als  dit  Vleefch  nu  halfgaar  is,  hangen  fy  beteenigen  rijdt,  aanftucken, 
in  den  rook,  daar  naa  kooken  fy  het  wederom  op  als  fy  het  eeten  willen  , 
ende  bereyden  het  gemeenlijk  met  een  weynig  roode-peper. 

Dit  is  het  Americaanfche  Wildt-braadt ,  van  het  welke  ik  dikmaalen 
hebbe  gegeten,  en.le  bevonden  dat  hetfelve  blank,  teder  ende  kort  was, 
ik  at  'er  evenwel  niet  veel  van,  niet  ter  oorfaake  van  den  quaadenfmaak  , 
dogorn  dat  het  gedenken  aan  de  wormen,  die  ik 'er  in  geilen  hadde,  myhet 
herte  deede  omkeeren. 

Die  felve  Indiaanen  ,  welke  in  haare  Huyienniet  veel  te  doen  hebben , 
ende  die  door  de  Spangiaarden  niet  weekenriijk  tot  den  arbeydtgebruykt 
werden  ,  houden  ook  feer  veel  van  de  Egels ,  welke  t'eenenmaal  aan  die  van 
Europa  gelijken,  hoe  wel  de  onfe  onder  deChriftenen  niet  gegeten  worden. 

Defe  lijn  vol  prickelen  ofte  fteekels ,  ende  fy  worden  in  de  BolTchen  en  in 
de  Velden  in  Holen  gevonden,  ende,  naa  het  gemeene  feggen,  fooieven 
fy  nietdan  van  mieren  ende  van  de  eyeren  van  defelve  ,  gelijk  ook  van  verrot 
houdt,  kruyden  en  wortelen  $  het  Vleefeh  daar  van  is  vet  ende  foo  malfch 
als  dat  van  een  Conijn  ,  fijndc  daar  toe  foo  vet  als  dat  van  een  Henne  ofte  Ca- 
puyn ,  welke  men  in  Decemberende  Januari)  heeft  te  meften  gefet. 

Ik  hebbe  die  ook  gegeten,  ende  bevonden  dat  het  een  feer  leckere  ende 
delicate  fpijfe  is,  doch  ik  foude  het  felfde  niet  konnen  feggen  van  de  Egels 
van  dit  Landt,  om  dat  het  geene  vergif  in  dit  Landt  is ,  een  feer  fchoone  ende 
goede  fpijfe  in  America  kan  iijn/t  fy  door  eenige  accidentele  dingen  in  het  dier 
felve ,  't  fy  ook  in  de  fpijfe  die  het  eet .,  of  ook  wel  in  de  getemperheyd  des 
Climaats. 

Sy  werden  niet  alleen  van  de  Indiaanen  gegeten ,  maar  ook  van  de  grootfte 
indianen  on(*er  ^e  Spangiaarden,  -ende  men  maakt  daar  foo  veel  werks  af,  dat,  om 
1  u¡¡ok  dat  men  die  gemeenlijk  het  meefte  in  de  vaften  vindt,  de  Spangiaarden,  die 
defelve  niet  miflen  willen ,  ook ,  om  die  in  de  vaften  te  mogen  eeten ,  feggen 
dat  het  geen  Vleefch  en  is,  hoe  wel  het  daar  de  fmaak  ende  alle  de  andere 
hoedaanigheden  van  heeft ,  en  dat  bekragtigen  fy  daar  door ,  dat  het  niet  dan 
mieren  ende  vermolfemt  hout  nuttigt. 

Men  heeft  in  dat  Landt  onder  de  Theologantenfeer  fterk  gedifputeert , 
of  men  die  in  de  vaften  mogte  eeten  ofte  niet,  fommigefeggendevanjaa, 
ántenof  ende  andere  weder  het  tegendeel  ftaande  houdende. 

ie  vleefch  paar  is  ook  een  foorte  van  AgedifTen  welke  fy  veel  eeten,  fy  noemen 
defelve  Ignana ,  fommige  van  die  onthouden  fig  op  het  Landt ,  ende  andere 
in  het  waater. 

Sy  fijn  langer  dan  een  Conyn,  ende  gelijken  wel  naa  een  Schorpioen, 
hebbende  groene  ende  fwartc  fchabben  op  den  rugge. 

Die 


Wiet  al- 


vande 
Spangi- 
aarden. 


Difpayt 
onder  de 
Theolc 


©fvifch 
iijn, 


III*  Boek.  T>oor de SpaanfcheWeft-Indïèn*    IX*  Cap*  287 

Die  gecne  die  op  het  Landt  fíjn ,  loopenal  immers  foohart  alsonfe  Age-  Befchríj- 
diífendoen ,  klauteren  op  de  Boomen  als  Enkhoornkens,  ende  door-booren  ^A^edi* 
zelve  de  wortelen  der  Boomen  ,  ende  de  muuren.  ignana. 

Sy  fijnaffchuwelijckom  aan  te  fíen,  maar  als  men  die  meteen  weynigh 
fpeceryen  geftooft  heeft,  zoo  geven  zy  een  leckere  fauflfe,  hetVleefch  is 
immers  íboblanck  als  datvaneenConynr  ende  het  gebeente  ofte  geraamte 
is  t'eenemaal  met  dat  van  een  Conyn  over-een-komende- 

Hetis  een  feer  gevaarlijke  fpijfeals  die  niet  te  degen  gaar  is,  ook  hebbe 
ick  in  gevaar  des  doods  geweeft ,  om  dat  ick  daar  te  veel  van  gegeten  hadde  3 
ende  om  dat  die  niet  genoeg  gekookt  was. 

Daar  fijn  ook  vecle  Land  ende  Zee  Schild-Padden,  welke  de  Indiaanen 
eeten ,  ende  de  Spangiaarden  vinden  die  mede  zeer  goet. 

Door  dien'er  nu  geen  Leeuwen,  Beeren,  Tygers,  ofte  Luypaarden  in  het 
Land  van  Guatimala  gevonden  werden  ,  foo  werden  die  daar  oock  niet  gege- 
ten ,  maar  den  Lefer  kan  oordcelen  van  het  gedult  van  die  arme  Indiaanen  , 
welcke  met  foo  fobere  fpijfe ,  als  wy  verhaalt  hebben ,  te  vreeden  zijn  ,  en- 
de dat  in  eenLandt,in  het  welcke  foo  groot  een  overvloed  van  alles  isjende  dat 
tot  foo  een  geringen  prijs  ;  dat  gedult  is  te  grooter,door  dien  fy  alle,  foo  arme 
als  rijke  ,  voor  den  in- val  ende  deaankomfte  der  Spangiaarden  in  dat  Landt, 
niet„dan  Hoenderen ,  Kalckhoenen  ,  Quartefe,Endt- vogels,  Patrijfen,  &c 
aaten ,  ende  fouden  fy  het  noch  konnen  doen  ,  ten  waare  fy ,  door  de  Spaen- 
fchedienftbaarheyd,van  hetaanqueeken  ende  voort-fetten  van  dieGedierten 
weder-houden  wierden. 

De  Indiaanen  houden  in  het  generaal  veel  van  drincken,  ende  fy  fuypen  indiaanen 
haar  tot  berftens  toe  vol,en  dat  in  haar  enckele  Chocolate  fonderSuycker,ofte  ¡JJfJS 
andere  ingrediënten,  of  oock  wel  in  de  *Atolla.  dranck. 

Maar  foozy  eenfoorte  van  drank  konnen  bekomen  die  de  herifenen  be- 
vangt ende  die  droncken  maakt,  zoofullenzy  drinken  zoo  lange  als  zy  een 
droppel  in  de  kan  vinden ,  of  een  penning  in  de  beurfe  hebben  3  zelfs  tot  dat 
zy  ter  neder  Yallen. 


11 


O  o 


HET 


288     III.  Boeck.    Vqyagle  van  Thomas  Gage     X.  Cap 


HET  X.  CAP  ITT  EL. 


Befchry. 
vinge  van 
de  Indi- 
aanfche 
drank 
Chica, 
maeniere 
om  die  te 
bereyden , 
vuylein-; 
grediea- 
ten  die 
daar  in 
komen , 
toreen 
levendige 
padde  in- 
cluyj ,  en- 
de fchaa- 
delyke 
aytwerk- 
feien  daar 


Bejchryvingevande  Indiaanfche  drank  Chica,  maantere  om- 
die  te  bereyden ,  vttyle  ingrediënten  die  daar  in  komen  5  tot 
een  levendige  Tadde  incluys ,  ende  fcbaadelijke  uytwerk- 
felendaar  van.  T)en  Autheur  doet  te  Mixco  een ige potten, 
met  gemelden  drank  aanftuckenjlam  ,  ende  werdt  fiek 
van  de  flank.  Het  is  de  Spaanfche  verboden  wyn  in  de 
'Dorpen  der  Indiaanen  te  verkopen  3  maar  die  doen  het/el- 
vedoch  evenwel.  ^De  Spangiaarden  misbruyken  de  gene- 
gentheyd  der  Indiaanen  tot  den  drank.  Hiflorie  van  Juan 
Ramos,  ende  fijne  rykdom  door  onrechtvaardigjoeydt  ver- 
kregen. Een  merkelijk  voor  beeldt  daar  van,  ende  van 
de  ojirechtvaardigheyd  des  Hofs  van  Guatimala.  Spaath 
f  che  Godloosheydt. 

SYmaaken  fommige  dranke  onder  malkanderen  die  Merker  dan  Wyn 
zyn,  defelve  werden  van  haar  in  groóte  kruykcn  ofte  aarde  potten  be- 
reydt,  welke  men  haar  uyt  Spangien  toe-voerdt,  in  defelve  draagen 
fy  twee  a  drie  emmers  met  water,  daar  naa  vullen  fy  die  pot  op  met  Me/ajfjv, 
ofte  fap  dat  uyt  het  Suyker-riedt  geparft  werdt,  ofte  met  .Honingh,  om  de 
foetigheydt  te  geven,  ende  omkragt  in  den  drank  te  brengen,  werpen  fy 
daar  de  wortelen  ende  deblaaderenvan  den  toebakin,  ende  daartoe  noch 
andere  wortelen,  welke  in  dat  Landt  waffchen,  ende  die  fy  weten  tot  die 
operatie  bequaam  te  zyn. 

ík  hebbe  felve  op  fommige  plaatfen  geilen,  dat  fy  daar  een  levendige 
Padde  in  deeden. 

Hier  op  noppen  fy  die  pot  toe,  endefylaaten  alle  die  kruyken  veerthien 
daaghen  ofte  een  maandt  langh  door  malkanderen  arbeyden  ,  tot  dat  het  alles 
wel  door  malkanderen  gemengt  is;  ende  gewerkt  heeft,  ende  die  drank3 
die  kraghten  ,  welke  fy  daar  in  begeeren  ,  gekregen. 

Als  dan  openen  fy  het  vat,  ende  noodighenhaare  Vrienden,om  daar  van 
met  haaf  te  drinken;  fy  doendit  gemeenlykdes  nagts,  uyt  vreefe  van  door 
den  Priefter  van  het  Dorp  ontdekt  te  worden  ,  endefy  houden  met  het  drin- 
ken niet  op,  voor  dat  fy  geheel  dol  en  vol  zyn. 

Befen  drank  werdt  onder  haar  Chica  genaamt^defelve  heeft  een  feer  vuyleti 

ftank 


-IP-y    - 


"1 — 


III.  Boeck.  T>oor  de]  Staenfche  Weft-Ind'ïèn.  X.  C  A  p. 


ftank  over  iigh  ,  en  doec  dickmaelen  meenigh  Menfche  fterven ,  voor  al,  als 
men  daar  Padden  heeft  in  gedaan. 

Als ick te  Mtxco  woonde ,  wierdeick  gewaarfchoudt,  dat'er  een  groóte  Den  Aa- 
vergaaderinge  ,  tot  feecker  Indiaan ,  foude  by  malkanderen  komen  ,  om  van  tV"2*c°0CC 
defen  drank  te  drincken  ,  dit  maackte  dat  ick  de  Offiders  van  de  Jiulirie  van  eenige 
díe  Plaatfe  met  my  nam ,  ende  my  met  haar  in  het  Huysvan  gefeyden  ïb.-peftïtó ife 
diaan  begaf,  wy  vonden  in  het  fel  ve  vier  van  die  aarde  vaaten,  alle  met  defen  ^ck™ 
dranck  vervult  ,  men  hadde  de  felve  al-rede  geopent  ,  doch  ick  beval  dat  men  aan    ftuc- 
die  op  de  ftraat  foude  dragen  ,  ende  aldaar  aan  ftucken  flaan ,  brengede  aldus  kerj  flaan> 
defe  vuyleCÄ»  aan  een  kantende  die  verftortende,  ick  kreegh  hier  van  foo  ef/^  ™*¿d 
vuylenítanckindeneufedatickaanhetbraacken  geraaekte  ,  ende  was  daar  deftanck. 
door  by-naa  acht  daagen  iieck 

De  Spangiaarden,welcke  het  naturel  der  Tndiaanen  ende  haare  genegent- Het  is  de 
heydt  tot  den  dranck,kennen,  bedriegen  haar  hier  in  op  verfcheydene  wijfen;  y^b"^6 
want  hoe  wel  men  expreííelijck  verboden  heeft,  felve  op  poene  van  confi-  wijn^irTde 
fcatie  ende  noch  een  Boete  daar  boven,  inde  Dorpen  der  Indiaanen  wijn  te  Dorpen 
verkopen,  foo  belet  doch  fulcks  niet,  dat  veele  Spangiaarden  welcke  arm  djJ¡)e!Jndí~ 
ende  van  geringe  conditie  zijn,  ende  die  de  winft  meer  dan  de  publiike  au- verkopen, 
thoriteyt  ende  het  bevel  desOverigheydtsaghten,  de  WijnuytdeStadt  van  maar  die 
Guatimala  vervoeren,  om  die  inde  Dorpen  der  Indianen  te  gaan  verkoperen- ¿^¡j" 
de  dat  door  de  groóte  'winfte  die  fy  daar  van  trécken.  evenweh  * 

Want  van  een  kanne  Wijns,  wetenfy'er  ten  minften  twee  te  maaken,  De  span. 
dcfelve  met  honigh  ende  waater  op-koockende,ende  andere  drogeryen,  ende  |^,jdnett 
kruyden  daar  by  doende,  welcke  haar  niet  veel  kollen;  foo  om  de  kraght  te  ken  d^ge" 
geven,  alsom  die  Indiaanen  dronken  te  maaken,  aandewelcke  fy  defe  ge- negent- 
menghde  drank  voor  opreghteSpaanfche  Wijn  verkocpen ,  en  dátby  de  kan  JnáanS 
ende  pinte ,  doch  altoos  met  valfche  maate,  tot  den 

Sy  weten  de  arme  Indiaenen  met  defe  Wijn  wel  haaft  dronken  te  krijgen  ,  dranck. 
ende  fy  bedriegen  defelve  als  fybefchonken  zijn,  noch  veel  berer  dan  van  te 
voren,  haar  dubbeldt  geit  doende  geven,  ende  eyndelijck,  als  die  van  de 
vaack  werden  overvallen ,  foo  luyfen  fy  haar  de  beurfe. 

Defe  foute  is  feer  gemeen  in  Guatimala,  ende  men  bedrieght  daar  de  In- 
diaanen op  duyfent  maanieren,  als  fy  om  yets  te  kopen  ofte  te  verkopen  in  de 
Stad  komen. 

Die  geene  welcke  ¿^Bodegones ,  dat  is  drinck-huyfen  ofte  herbergen  hou- 
den, die  feer  wel  naa  vettewaariers  winckels  gelijcken,  doordien  fy  niet 
alleen  Wijn  verkopen,  maar  oock  keerífenjvifchjfout,  kaes  ende  fpeck,  weten 
die  arme  Indianen  gemeenlijck  tot  haarent  in  te  locken  ,  endefv  door-taften 
haare  facken,  naa  dat  fy  die  droncken  gemaackt  hebben,  ende  jaagen  die  daar 
naa  met  vuyft-ilaagen  ofte  voet-  fchoppen  wech,foo  fy  van  haar  felve  niet  wil- 
len gaan. 

Terwijlenickte  Guatimala  woonde ,  was'ereen  van  die  Herbergiers  yuan 
Itawgenaemt,  die  door  datflaghvan  bedriegerijen  meer  dan  twee-maal 

Oo  %  honderr 


■Híftorie 
van  Juan 
jarnos  en 
de  fíjn 
Rykdom 
door  on  • 
regtvaar- 
digheyd 


290    III.  BoECic.     Voy  age  vanThomas  Gage      X.  Cap. 

hondert  duyfent  Ducaten  aan  goed  hadde  by  een  gefchraapt ,  hy  gaf 'er  agt 
duyfent  met  een  van  fijne  Dochters  ten  huwelyk,  ook  moge  'ernoyteen 
Indiaan  voor  by  fijne  deurepaiferen,  welke  hy  niet  in  riep,  ende  als  defelve 
v/as  binnen  gekomen,  handelde  hy  die  op  de  voor  verhaalde  maniere. 

Als  ik  te  Mhco  woonde  ,  gebeurde  het,  datfeeker  Spaanfch  Pagter  mijne 
buermanindie  Valeye,  fijne  Indiaanfche  knegten  naa Guatimala hadde  ge- 
veïkregen. fonden  met  fes  Muyl-efels,  welke  met  Tarwe  belaaden  waaren ,  omdat 
zelve,  aan  zeeker  Koopman  ,  met  dewelke  hy,  wegens  den  prys  was  ge- 
accordeert  j  te  leveren,  ende  die  het  zelve  tegelyk,  aan  een  van  defe  die- 
naars ,  moefte  betaalen  ;  defe  knegt  hadde  hem  fes  jaaren  lang  gedient  > 
ende  hy  hadde  hem  Ín  alles  altoos  feer  getrouw  bevonden,  ook  leverde  hy 
het  Koorn  ende  ontfing  her  geit,  het  welke  hondert  ende  agt  guldensbe- 
droeg, door  dien  yder  Muyl-efel  fes  mudden  droeg,  ende  elcke  mudde 
voor  drie  guldens  verkogt  was. 

Juan  Ramas ,  fiende  defen  Indiaan  met  een  van  fijne  mackers  voor  by  fijne 

herberge  ofte  winkel  pafleren ,  wiithetzooteklaaren  ,  dat  hy  haar  binnen 

kreeg,  ende  haar  van  die  gemengde  Wyn  hebbende  doen  drinken,  ende 

hertclyk  befchonken  gemaakt,  betafte  hydefakvan  diegeene,  welke  het 

geit  droeg,  nam  hetfelvenaahem,  ende  dreef  haar  beyde  daar  op  uyt  den 

Huys,  foodaanig   dat  zy  ,  noch  t'eenemaal  dronken  zynde  ,  gedwongen 

waaren  op  haare  Muyl-efels  te  klimmen ,  ende  naa  Huys  toe  te  ryden ,  doch 

de  Indiaan,  welke  het  geit  hadde  ontfangen  ,  viel  onderwegen  van  fijn 

Muyl-efel,  ende  brak  den  hals,  ende  de  andere  quam  fonder  macker  ende 

fondergelt  op  de  Hoeve. 

En  van  de     De  Pachter  fprak  Juan  Ramos  daar  over  aan,  {telde  actie  tegenshemin 

«nregt-.     voor  het  Hof,  concluderende  om  fijn  geit  weder  te  hebben  van  Ramos ,  maar 

tajddes    cfefelve-ryker  fijnde  danhy, endemeerinítaatomgefchenken  tegeven>wiire 

Hofstan    fig  ligtelyk  door  die  zaak  te  redden,  gelyk  hy  meermaals  ook  te  voren 

Gmtmaia  hadde  gedaan. 

De  Spangiaarden  noemen  zulke  dingen  al  lacchende  niet  dan  Peccadillos , 
¿at  fs kleyne  fondekens,  om  dat  fy  defelve  niet  ageen,  ende  geene  confcientïe 
maaken  ,  niet  alleen  van  de  Indiaanen  dronken  te  maaken  ende  te  beroven , 
maar  oock  van  haar  dood  te  Oaan  ende  te  vermoorden,  werdende  de  dood. 
van  een  van  die  ellendige  Menfchen ,  onder  haar  niet  meer  gewrooken ,  dan 
die  van  een  fchaap  ofte  kalf  dat  in  een  put  is  gevallen. 


Een  mer. 
fcelyk 
exempel 
daar  van 


gpaaniche 

Godloos- 
hcyd. 


HET 


III.  Boeck.  Door  de  Sfiaanfche  Weft-Indien.  XI.  Cap.  29 
HET   XL    C  A  P  I  T  T  E  L. 

Forme  van  hare  Borger  lyke  Regeringe.  Getal  der  Regen- 
ten, hrdiaanf che  Gouverneurs.  Hoe  ende  wanneer  de  Wet 
<verfet  werdt.  Hoe  de  Reekenïngen  werden  op-genomen. 
Griffiers  in  de  T>orfen.  Haar  inkomen.  Gouverneurs  hoe 
lange  die  regeren.  Magt  endepuvoir  van  de  Indiaanfche 
Magiftraaten  /  welke  de  Sfangiaarden  ontwajfen  zijn. 
Voorbeelden  daar  van-  Groóte  onregtvaardïgheyd  ofte  on- 
kunde der  Spaanfche  Regters.  Hoe  de  Criminele  Regts- 
fleginge  onder  de  Indiaanen  ge  oe ff  ent  werd.  Afpel  van 
de  Criminelen  Regter  aan  den  Trie  ft  er.  Magt  des  Trie- 
fiers in  Crimine  Ie  faaken.  Vremt  gevoelen  der  Indiaanen 
omtrent  h  aar  eTrieft  er  s  Vremt  voor-valhier  uyt  ffruyten 
de  den  dutheur  te  Mixco  over -komen. 


H Ebbende  nu  van  haarekledingeendeHuyfen  ,  haar  eeten  ende  drin- 
ken gefprooken ,  zoo  is  'er  anders  niet  overig  als  yets  van  haare  maa- 
nieren  te  feggen,  foo  wel  als  van  de  Regeringe  ende  Religie  van  die 
geene  welke  onder  de  Span  geaarde  n  ftaan. 

Sy  hebben  de  forme  van  haáreBorgerlykeRegeeringe  van  de  Spangiaarden  porme 
onrleent,ende  in  yderDorp  fijn  een  ofte  twee^/cÄi>ende  foo  veel3ofte  meer  ™" ^r\Le 
Regidors ,  welke  ten  naaften-by  fijn  als  Schout  en  Schepenen ,  ofte  Burgemee-  Rcgf  ringeJ 
íleren  ende  Vroedtichapby  ons;  daar  en  boven  hebben  fy  eenige  AlguazUs  3 
het  welke  Sergeanten  ofte  Deurwaarders  zijn ,  om  de  ordres  van  de  Alcaldes 
ende  Regidor  f  ter  executie  te  itellen 

In  die  Dorpen  daar  men  drie  a  vier-hondert  ofte  wel  meer  Huys-gefinnen  ^egaenten, 
vindt,  fijn  gemeenlyk  twee  Alcaldes,  fes  Regidors ,  twee Alguttils Majors- 3 
ende  fes  andere  die  onder  de  eerfte  ftaan. 

Ook  fijn  'er  eenige  Dorpen  welke  het  Privilegie  hebben  van  door  een  In  Jcnhdja¿^ 
diaanals  Gouverneur  geregeert  te  worden,  deielve  is  boven  de  Alcaldes  ende  vcrneurs." 
alle  andere  Officiers. 

Men  verandert  defe  Officieren  alle  Jaaren ,  ende  men  ftelt  weder  andere  Hoe  en 
in  haare  plaatie ,  die  door  de  Indiaanen  felve  verkooren  werden ,  welke  de-  J3™^ 
felve  by  beurten  uyt  y  der  Geflagte  ofte  S  tamme,  daar  door  fy  onderfcheyden  Vgrfe" 
ayn3  noemen,  werds, 

Ott'3  Sy 


m 


Hoe  de 
Reke- 
ningen 

werden 

op-geno- 

nien. 


Griffier* 
inde  Dor> 
pen. 

Haar  in- 
komen. 


Gonver- 
neurshoe 
lange  die 
regeren 

Magt  ende 

ponvoir 

van  de  In- 

diaanfche 

Magi- 

ilraac. 


Welke  de 
Spangiaar- 
den ont- 
wailen 
zijn. 


Voorbeelt 
daar  van 


292     HL  Boeck.     Voy  age  vanThomas  Gage    XL  Cap. 

Sy  vangen  haar  Arnpt  aan  op  den  eerften  dag  des  Jaars ,  ende  naa  die  tyd 
geeft  men  kenniffe  van  haare  verkiefinge  aan  het  Hof  van  Guatimala  ,  foo  fy 
aan  het  zelve  onderhoorig  zyn,ofte  wel,  zoo  zy  aan  het  zelve  niet  fijn  onder- 
worpen,aan  de  voornaamite  Spaanfche  Magiftraten  ofte  Gouverneurs  van  de 
Provinciën  ,  welke  die  nieuwe  verkiefingê  approberen  ende  de  reekeningen 
van  den  uytgaav  van  de  oude  Regenten  examineeren,  welke,  tot  dien  eynde , 
haare  publyke  Regiiïers  daar  kivQ  komen  brengen. 

Hier  om  heefr  yder  Dorp  een  Griffier  ofteScriba,  welke,  gemeenlijk, 
dat  Ampt  veele  Jaaren  bedient;  door  dien  'er  weynig  Indianen  fijn  die  fchry- 
ven  konnen  ,  ende  die  dat  Officie  wel  weten  te  bedienen. 

DefeGriffiers  hebben  vceleLeges  voor  deSchriftueren,de  Informatien  ende 
de  Reekeningen  die  fy  maaken,  gelijk  ook  alle  Spaanfche  Secretarieën 
hebben ,  doch  de  eerfte  en  ontfangen  foo  veel  geit ,  giften ,  gaaven  noch  pre- 
ienten niet  als  de  laatfte ,  ende  gemeenlijk  brengt  haar  dat  Ampt  maar  wey- 
nig op ,  door  de  armoede  der  indiaanen. 

De  Gouverneur  werd  ook  ordinaris  voor  veele  Jaaren  in  fijn  Chargie  ge- 
continueert  ,  doordien  het  altoos  een  Man  van  fatfoen  ende  groóte  qualiteyr. 
onderde  Indianen  is, ten  fy  dan  dat  'er  klagten  over  fijn  quaat  beleyt  komen, 
ende  dat  alle  de  Indianen  qualyk  van  hem  fpreeken. 

Defe  Regenten,  welke  de  beftieringe  van  de  Dorpen  in  handen  hebben  , 
konnen  alle  de  Indiaanen,  welke  onder  haar  gebied  ftaan,-  ende  dieeeni- 
ge misdaaden  begaan  ofte  fchandaal  aanregten,  doen  ftraffen  ende  kaífy- 
den. 

Sejfs,  zoo  een  Spangiaart  in  haar  Dorp  woont  ofte  daar  door  palTeert,  ende 
qualijk  leeft  ofte  eenige  infolentie  bedryft,foo  vermogenfy  den  felven  gevan- 
gen te  nemen,  ende  naa  de  naafte  Kamer  van  Jullitie  verfenden,  meteene 
ampie  ende  breede  informatie  van  fijne  mifdaad,  maar  fy  vermoogen  niet 
hem  in  eenige  boete  te  liaan ,  ofte  langer  dan  vier  ende  twintig  uuren  gevan- 
gen te  houden. 

Het  is  wel  waar  dat  zy  die  magt  over  de  Spangiaarden  hebben,  doch  zy 
zouden  niet  derven  denken  defelve  in  het  werk  te  itel!en,want  een  Spangiaart 
doet  een  geheel  Dorp  beven ,  ende  howel  hy  een  mifdaadige  ende  criminele 
is,  hoewel  hyblafphemeert,  ende  hoewel  hy  nu  de  eene  ende  dan  de  andere 
quetft,  zoo  zullen  zy  doch  5  in  plaatfe  van  hem  gevangen  te  nemen,  fidde- 
ren  ende  vlugten ,  jaa  zy  derven  hem  niet  onder  de  oogen  fien  ,  veel  min  aan- 
raaken,  door  dien  zy  wel  weten,  dat  het  haai  dan  noch  erger  foude  gaan, 
3t  zy  doorflagen,'t  zy  dooreen  valfche  informatie,  die  hy  tegenshaar  faldoen 
nemen. 

Sulks  ís  dikmaalen  gebeurt  ,•  want  als  de  Indianen,  uyt  kragtevanhet 
regt  dat  haar  gegeven  ís,  fich  in  devoir  fielden  om  de  buyten-fporigheden 
van  eenige  Spangiaarden  in  haare  Dorpen  tegen  te  gaan ,  foo  hebben  defelve 
haar  geílagen  ende  gequetft ;  ende  als  het  al  gebeurde  dat  fy'er  een  gevangen 
kregen ,  ende  den  felven  naa  een  Spaanfch  Gouverneur  ofte  Regter  fonden , 

Í00 


HL  Boek.  Voorde  SpaanfcheWeft -Indien.  XL  Cap*  295 

foo  ontfloeg  men  defelve  altoos  kofteloos  ende  fchaadeloos ,  als  fy  feyden  dat 
{y  het  tot  haare  befcherminge  ende  defenfie ,  ofte  ten  dienfte  des  Konings 
hadden  gedaan;  dat  de  indianen  tegens  hetSpaanfche  Gouvernement  be- 
gonden  op  te  ftaan  ,  weygerende  hem  het  geene  hy ,  om  fijne  Reyfe  voort  te 
fetten,  van  nooden  hadde;  feggende  dat  fy  geene  Slaaven  waren  om  hem 
ofte  de  andere  Spangiaarden  achter  aan  te  lopen ,  ende  dat  fy  hoopten  wel 
haaft  een  eynde  van  die  dingen  te  fien 

Meeft  den  tyd  hebben  de  Regters  geloov  gegeven  aan  foodaanige  valfche  £™°™ 


informatien ,  tot  naadeel  ende  praejuditie  van  de  indianen,  welke  daar  door ,  vaard;o 
naaderhant,  noch  ilimmergetracteert  wierden,  en  inplaatfe  dat  men  haar  bejjt  ofte 
juftitie  foude  doen,  antwoordemen,  dat  foo  fywaaren  dood  geflagen,  ter-  °df™£n 
wylen  fy  fich  foodaanig  tegens  den  Koning  ende  fijne  goede  fubje&en  oppo-  fchcReg 
feerden ,  men  haar  naa  haare  verdienften  foude  gehandelt  hebben ,  ende  dat,  ters. 
foo  fyde  Spangiaarden,  welke  door  haare  Dorpen quamen te paifeeren, 
niet  dienden,  men  haare  Huyfen  inde  afle  ende  kolen  foude  leggen  3  ende 
haar  ende  haare  kinderen  uytroeyen. 

Soodaanige  antwoorden  ,  welke  fy  van  de  Regters  felve  ontrTngén  3 
ende  het  geloof  dat  men  geeft  aan  deminfte  ende  geringde  Spangiaarden, 
welke  maar  informatien  tegens  haar' beleggen  ,  maakt  dat  fy  haar  noyt, 
watmenhaarook  doe,  derven  wreeken  ,  dervende  geen  Spangiaart,  wat 
hy  ook  aanregte,  attaqueren,  nochre  haar  van  het  regt,  datfy,  om  hem 
gevangen  te  nemen,  hebben,  bedienen. 

Wannee  1  aan  defe Regters  ook  eenige  klagren  tegens  een  indiaan  werden  ^¡¿Jj 
ingebragt,zoo  derven  zy.  den  zelven  niets  doen,voor  en  al  eer  dat  zy  alle  fijne  rigSpí- 
Bloed-vrienden  vergaaderthebben,endevooral  het  Hooft  van  fijne  Summe  gingeon- 
gefprookea,  welke ,  foo  hy  nevens  de  andere  oordeelt,  dat  hy  verdient  heeft  ¿^;1,,"" 
gevangen  géfet  ofte  gegeeifelt  te  worden  ,  ofte  Ook  v/el  eenige  andere  cafty-  oefFeru0  ' 
dinge  te  ontfangen  ,  zoo  is  het  het  werk  van  de  Alcaldes  hem  tecondemne-  wort. 
ren  tot  foodaanige  ftraffe  3  als  de  andere  met  malkanderen  hebben  vaft  ge- 
ftelt.  „ '"...'-    .     , 

Doch  van  defe  Sententie  konnen  fy  aan  den  Priefter  appelleren  ,  ofte  wel  ¿¡¡¡f™" 
aan  die  Geeflelyke  Perfoon  die  in  het  Dorp  woont,  welke  fyfich  felven  tykenRcg 

-  dikmaalen  onderwerpen ,  ende  ontfangen ,  met  gedult  3  de  ilrafie,die  hy  haar  ter  acnden 
,  A  °  '  rrieiier. 

op  legt. 

Hier  door  komt  het  ook  dat  zy  veelmaalen  haar  toe-vlugttot  de  Kerke 
nemen  om  Juftitie  te  hebben,gelovende  dat  de  Priefter  de  Regten  ende  Wet- 
ten ,  beter  dan  fy  ,  verftaat.  r  Magtdes 

Ook  vernietigen  fy  dikmaalen  de  Sententien  die  in  het  Raad-huysgewe-  prj€ftersia 
fenzyn,befchuldigen  de  Officiers  over  eenfijdigheyt,  partialiteytende  paffie  criminele  , 
tegens  haaren  Broeder  betoont,  ende  fetten  die  geene  ,  welke  veroordeelt  tafeen. 
was,  invryheyd. 

Dit  gefchiet  meenigmaalen,  voor  al  foo  een  Indiaan  aan  de  Kerke  de- 
pendeert ,  eenige  familiariteyt  met  den  Priefter  heeft,  of  wel'dat  de  Vrouwe 

van 


Vremt  ge- 
voelen der 
Indianen 
omrrent 
bare  Prie- 
fters. 


Vremt 

voorval 

hieruyc 

fpruyttn- 

deden 

Autheur 

te  Mixco 

over-ko- 


294  III,  Boeck.    Voyagievan  Thomas  Gage      XI.  Cap. 

vaneenfoodanigedes  Priefterslywaat  waft  ofte  fijne  Chocolate  bereydt, 
ende  de  fulke  konnen  inallefeekerheydt  leven  foo  lange  als  de  Priefter  in 
het  Dorp  is. 

Soo  het  gebeurt  dat  fy,  terwylen den  Priefter  abfent  is,  foodaanig  een 
Perioon  voor  het  Regt  verdagvaarden  ,  ende  hem  in  feekere  boete  ver- 
wyfen ,  ofte  eondemneren  om  gegeeflclt  te  worden,  ofte  om  gevangen  te  fit- 
ten, het  welke  fyfomwijlen  expreffelijckdoen,  foo  fijn  fy  verfeeckert  daar 
over ,  op  fijne  weder-komfte  ,  berifpr ,  bekeven  ende  mis-handelt  te  worden, 
jaafomwylenflaatmenhaar,  doorordre  van  den  Priefter,  in  de  Kerke  mee 
ilocken ,  dervende  fy  tegens  hem  niet  een  woordt  fpreecken  ,  maar  ontfan- 
gen  met  fubmiiïïe  ende  onderwerpinge  de  caftydinge  die  hy  haar  heeft  opge- 
legt,  door  dien  fy  haar  in-beelden  dat  die  caftydinge  van  Godt  komt,  ende 
dat ,  even  als  Godt  is  boven  de  Princen  ende  de  wereltlijke  Heeren,  foo  ook 
fijne  Dienaaren ,  fijn  boven  haar  ende  boven  alle  wereltfche  magt. 

Het  gebeurde  in  de  tydt  doen  ik  te  Mxco  woonde ,  dat  feeckcr  Indiaan  die 
tot  een  geeifelinge  verwefenwas,  wegens  eenige  baldaadigheden  door  hem 
begaan,  daar  over  aan  my  appelleerde ,  willende  in  die  fententie  niet  ac- 
quiefceren,  feggendedat  hy,  door  myn  bevel,  in  de  Kerke  met  ftocken 
wilde  geflaagen  zy n ,  ende  dat  hem  die  caftydinge  voordeligh  foude  zy n ,  als 
komende  van  de  handeGodes.  - 

Als  men  hem  voor  my  gebraght  hadde ,  konde  ik  de  fententie  niet  calieren 
ofte  vernietigen ,  door  dien  defelve  regtmaatig  ende  billijk  was ,  foodaanigh 
dat  ick  hem,  volgens  luyde  van  de  fententie  der  Indiaanen,  inde  Kercke 
deedegeeifelen;  dit  verdroegh  hy  met  vreugde  j  endemy  daar  naa  de  han- 
den kuifende,  gafhymymet  eeneneen  OfFerhándein  geit,  om  myte  be- 
dancken ,  voor  het  goedt3dat  ik,foo  hy  feydejaan  fijne  ziele  gedaan  hadde. 


HET 


III.  Boek.  *Door  de  Spaanfche  Weft-Indien.  XII.  Cap.  29$ 


HET  XII.  C  A  P  I  T  T  E  L. 

Allerhande  flagh  van  Handt -wereken  onder  de  Indiaanen ge~ 
o  effent  Joo  wel  als  onder  de  Spangiaarden.  Voor  heelt  van 
haar  e  konfljn  het  metfelen.  Schoon  Klooft  er  door  haar  te 
Amatitlan  gemaakt.  Haare  genegentheydt  tot  fchildereiu 
Haar  e  Schooien*  Sangers  ende  Mujicanten  >  haar  Opper- 
hooft  den  Fifcaal  ,fijn  Ampt*  Synfragt  en  aanfien*  Exem- 
ptie  van  alle  die  aan  de  Kerke  dependeeren*  IV aar  toe  die 
weder  verbonden  zyn*  Hoe  den  Triefler  in  fijn  Huys  wert 
ge  dient*  Sijne  Kocks*  Syne  Chahals^outeilliers  ofte  Taf  el- 
dienaar  s*  Syne  Jongens  ende  haar  werk*  Oude  JVyven  dit 
fijne  backfters  ouderwyjen*  Sijn  Hoveniers  ofte  Tttyn-liè- 
den  en  Stal-knegten*  Sacrifteynen  ende  haare  bedieninge* 
Major-Dom  o  softe  bedellen  van  de  Gebroederfchappen  en- 
de haar  Ampt*  Sjjne  Vijfchers*  ¡Vat  inkomen  den  Triefter 
boven  dit  alle  noch  heeft*    Bejluyt  des  Capittels. 

BUyten  dit  Borgerlijke  Gouvernement ,  het  welke  onder  haar  tot  de  ad- 
miniitratie  van  de  Juftitie  isaangefteld,  leven  fy  voor  de refte  even  als 
men  in  alle  andere  wei-gereguleerde  Staten  doet 

In  hetgrootfte  gedeelte  van  haare  Dorpen  fijn  luyden  die  haar  beroep  heb- 
ben gemaakt  van  alle  de  hand  wereken,  welke  onder  de  Spangiaarden 
geoeffent  werden. 

Men  vind  onder  haar  Sloote-maackers,  Smeden,  Kleer-maakers ,  Tim 
merluyden,  Metfclaars,  Schoen-maakers ,  ende  diergelijcke  andere  hand- 
wercks-lieden. 

Ik  ondejftond  in  de  Kercke  van  Mxco,  eenfeerfwaar  werk  aan  te  van- 
gen ,  want  ik  wilde  daar  een  feer  groot  verwulffel  laaten  maaken  boven 
feeckerc  Capelle  ,  ende  defe  faacke  was  des  te  moeyelijker  te  verrigten ,  om 
dat  het  rond  moefte  weien ,  daar  den  gront  ende  de  mueren  van  de  Capelle 
drie-kantig  waaren. 

Doch  evenwel,niet  tegenftaande  ik  my  in  het  opmaaken  van  dit  werk,niet 
dan  vanlndiaanen  bediende,  van  dewelke  fommige  in  het  Dorp  woonden,en 
anderemde  naa-by  gelegene  Plaatfen 3  ibo  maakten  fy  dat  felve  foo  aardig 
ende  net,  dat  de  befte  SpaanfcheMeefters  het  niet  beter  foude  hebben  kon- 
sen  doen. 

P¿  Het 


AlIerhaaJ 

deflag 

?an  hand. 

wereken 

onderde 

Indiane» 

geoeffene 

loo  wel 

ais  onder 

de  Spaaa- 

fchc. 

Voofbeek 
van  hare 
konft  in 
hec  metfe- 
len. 


296  III.  BoECic.    Vayagte vanThomas  Ga  ge    XII.  Cap. 

Het  meefte  gedeelte  van  haare  Kercken  is  boven  overwelft,  en  fy  fijn  alle 
door  4e  Indianen  getimmert. 

In  mijnen  tijd  timmerde  fy  een  nieuw  Kloofter  in  het  Dorp  van  Amatitlan, 
door  haar  met  veele  ileene  overwelide  bogen ,  foo  in  de  Wandelaryen  ,  die  beneden,als 
ie  Amant-  in  de  Gnleryen ,  die  óm  hoogh  waaren,het  felve  was  alles  foo  volkomenrlijck 
jaxge.  ende  net  gemaackt,  als  eenigh  ander  Convent,  dat  de  Spangiaarden  vooe 
™  defen ,  in  de  Stadt  van  Guatimala ,  moghten  gemetfelt  hebben 

<  Inhetkorte,  hetisfeecker,  dat ,  foo  fy  door  de  Spangiaarden,  beter  on- 
-derright  wierden,  dan  wel  gefchied ,  fy  een  feer  goeden  ende  wel  gereguleer- 
den  Staat ,  fouden  konnen  uyt-maacken. 
Haare  ge-  Sy  hebben  feer  groóte  genegentheyt  tot  de  Schilder- konft ,  endedemeefte 
negene-  Akaaren ende  Schilderyen,  welckeinde  Kercken  ten  platten  Lande  zijn  , 
fijn  door  haar  gefchildert. 

In  meeil  alle  de  Dorpen  hebben  fy  Schooien ,  in  defelve  onderwijftmen  de 
Jeughtinleefen,  fchrijven,  fingen,  ende  inde  mufijeq-konite. 

Yder  Kerke  ,  heeft  naa  dat  het  Dorp  groot  is,  feeker  getal  van  Sangers  en- 
de van  Lieden  die  opinilrumenten  fpeelen,over  defelve  ílelt  den  Pnelter  van 
het  Dorp  feecker  Officier ,  den  Fifcaal  genoemt ;  wanneer  fy  naa  de  Kercke, 
ofte  in  eenigc  publijcke  functie  gaan  ,  treed  hy  voor  haar  uy t ,  met  een  witte 
.ftockindehant,  op  wekkers  eynde  een  filver  Cruyce  ftaatj  hier  Joorwert 
beteekent  dat  hy  een  Bediende  van  de  Kercke  is. 
Baar  Op-   '  Wanneer'er  eenigefaakis,  welckedoorde  Prïeiter  moet  gevonniit  wer- 
per-hooi den  ,  foo  is  het  het  werek  van  defen  Officier  ofte  Fifcaal ,  om  die  ter  executie 
denFif-     teftellen.  3a 

caak  Hymoetoockinhetlefen ende  fchrijven  ervaaren  zijn,  ende  dtt  Arnpt 

SijuAmpt.  werc  genxee  nli  j  ck  bedient  door  de  Muiijcq-Meeitervan  het  Vlek  oí  Dorp. 

OpdeSondaagenfoowelals  op  de  Feeftofte  Heylige  daagen,  moethy, 
voor  ende  na  denDienft,de  jonge  Kinderen,foo  van  de  Mannelijcke  als  Vrou- 
welijke fexe  in  de -Kercke  vergaaderen,  ende  haar  aldaar  de  gebeden,  de 
thien  geboden,ende  den  Catechifmus  leeren,oock  onderrightmge  geven  om- 
trent de  Sacramenten. 

Alle  morgen  is  hy  ,  nevens  de  andere  Muficanten,gehouden  ^oo_draa  fy  de 
Kloeke  hoore  n  luyden  ,  fich  naa  de  Kerke  te  begeven  ,  om  aldaar  de  Mille  te 
üngenende  tebedienen,fy  Celebreren  defelve  met  Orgelen  ende  andere  Mu- 
¿tcq-initrumenten  ,  foo  wel  als  de  Spangiaarden. 

Ook  moetefy  ten  vyfueren  des  avonts  aldaar  verfchynen,  op  welke  tyd 
fy  mede  door  de  Kloeke  werden  gewaarfchouwt ,  om  de  Vefper  ende  heiSalve 
Regina  te  feggen. 
s™  Draet  &&  Fifcaal ,  welke  het  Ampt  bekleet  van  die  geene ,  die  men  in  Europa , 
m'JtáL  áen  Omciaal  noemt ,  is  in  het  Dorp  feer  geagt ,  hy  gaat  met  meer  uytterïyfc- 
heyt  ende  cieraat  langs  de  ftraat  als  de  Burgermeeiters,  Schepenen  ende  Oe- 
fwoorenen;  doch  hy  is  evenwel  gehouden,  als  het  de  Priefter  begeert,den  fel- 
vcn  te  verfellenaiiine  Sententien  ende  Ordres  ter  executie  te  ftelle^ende  het 

getal 


Schoen 
Kloofter 


heyttot 
l»et  Schil 
deren. 

Haar 
Schooien 

Sangers 
ende  Mn. 

fi  canten. 


III,  Boek.  "Door de  Spaanjche Weft-Indiën.  XII, Caï\ 297 

getal  van  die  geene,  díe  mer  hem  fullen  trecken,  ido  wanneer  hy  uyt  hetDorp 
gaat  te  belchicken  ende  verfórgen. 

Hy,  ende  alle  die  geene,  welke  aan  de  Kerke  dependeren,  fijnontflaa-  ¿JJJJ* 
gen  ende  ge-eximeert,  van  den  dienft  welke  de  andere  Indiaanen  weekent- ¿^^¿g 
lyk  aan  de  Spangiaarden  moeten  doen,  ook  behoeven  zy  de  Rey figers  Kerke  de- 
niet  te  vertellen,  noch  de  andere  Officiers  van  de  Juftitie  ten  dienft  te  pwderen. 

Doch  fy  fijn  gehouden,  wanneer  'er  een  Priefter  ofte  eenig  ander  Perfoon  ¿¡JjJJJJ" 
van  qualitey t  in  haar  Dorp  komt ,  voor  den  felven  te  marcheeren ,  hem  ,  met  verbondea 
haar  mufijcq  ,  te  verfellen,  ook  met  haar  Trompetten  ende  Schalmeyen;  zy«. 
ende  Triumphale  Boogen  ,  in  de  ftraaten ,  door  dewelke  hy  moet  pafleeren , 
van  tacken  van  Boomen  ende  Bloemen  te  doen  op-rigten. 

Van  den  dienft  van  de  Spangiaarden ,  zyn ,  boven  de  reets  genoemde  Per- 
foonen,  medebevrijt,  alle  die  geene ,  die  aan  het  Huys  van  de  Kerkelyken 
dependeren. 

De  Prieftervan  een  Dorp  verandert  alle  weecken  van Dienaaren ,  hy  wert  ¿¡¡¡JgJ 
van  defelve  by  beurten  gedient,  dan  van  de  eenë  ende  dan  van  de  andere,  foo-  r^Hajs 
daanig  dat  fy  een  week  ofte  twee  hebben ,  om  naa  haare  eygene  dingen  om  wert  ge- 
te  fíen  ende  die  te  beforgen,  ****"'• 

Is  het  Dorp  groot,  foo  moet  hy  drie  Koks  hebben  ,  ende  twee  foo  het  •  *£*' 
kleynis,  fy  paffen  by  beurten  op,  uytgefondert  wanneer  hy  gaften  noodigt,  * 

ofte  een  groóte  maaltyd  geeft,  want  als  dan  komen  fy  alle  daar.  Sin/'* 

Hy  heeft  ook  twee  a  drie  Perfoonen  door  haar  Cbabals  gen&amt ,  defefijn  ¿"e>Bo*a"„ 
foo  veel  als  Bouteilliers ,  fy  beforgen  alle  den  voor  -raat  ende  provifie  van  het  teiiiiersof* 
Huys ,  defelve  op  fluytende ,  ende  fy  geven  aan  de  Koek  het  geene  de  Priefter  J  ^feI_i 
heeft  geordonneert  datmen  hem  voor  fíjn  middag  ofte  avontmaal  fal.be-  ,en<ia?* 
reyÜen. 

Ook  bewaaren  fy  de  TaafFel-laakens ,  de  Servetten  ,  de  Schotelen,  de 
Borden,  zy  decken  mede  deTaaffel,  bedienen  defelve,  ende  nemen  die 
weder  op. 

Boven  defe  alle  heeft  hy  noch  vier  Jongens,  ofte  ook  wel  fes,  na  dat  het  Synejöó- 
Dorp  groot  is ,  zoo'om  fijne  boodfehappen  te  doen ,  als  hem  anderfints  op  te  haa*  werk, 
paffen,  ende  yder  op  fijne  beurte  in  het  Huys  te  flapen ;  deie,  nevens  de  Koks  ,  !, 

ende  de  Bouteilliers  ofteTafel-dienaars,  houden  haar  middag- ende  avond- 
maal aan  het  Huys  van  den  Priefter ,  ende  dat  op  fijne  koften ,  te  weten  als 
het  hare  beurte,  om  hem  te  dienen,  is.  n  i  w 

Hy  heeft  ook  eenige  oude  Wijven ,  defe  haar  werk  is ,  een  half  douzein  °eB,f^¡ 
jonge  Dochters  te  onderwijfen  ,  welke  dicht  by  fijn  Huys  komen,  om  koek- fijne  bac\- 
jens  ,broot  van  Múiz  ende  ander  oven-werk  voor  hem  te  backen,  fijne  Jon-  fteivoA- 
gens  brengen  herh  die  geheel  warm,  ende  langen  die  met  half  domeinen  etwJ,fe*í 
gelijk  op  de  Tafel. 

Heeft  hy  dan  ook  een  Tuyn  ofte  Hof,  zoo  geeftmen  hem  boven  alle  defe  t^"eersHo~ 
Dienaars,  om  fijnen  Hof  te  onderhouden ,  noch  twee  ä  drie  indianen ,  ende 

Pp  a  ten 


«fteTnyn- 
lieden  en- 
de Stal- 
fenegten. 


Sacriftey. 
nen  ende 
haai  e  be 
ëicninge. 


Major- 
Domos  of- 
re  Bedel- 
len van  de 
Gebroe- 
derfchap- 
pen  eode 
haar 
áUnpr. 


JSyntvíf. 
fichen. 


iWatinko- 
¡men  den 
ïriefter 
boven  dit 
alle  noch 

ftccfi, 


Befloyt 
des  Capiu 

tab» 


298     III.  Boeck.     Voyage  vanThomas  Gage  XII.    Cap. 

ten  minfte  fes  tot  fijne  Stal-knegten,  defehaafcplightisomhem  desavonts 
ende  des  fmorgens  Sacate,  dat  is gefneden  gras  voor  fijne  Peerden  ende  Muyl*' 
efe  Is  te  brengen ,  doch  die  alle  aan  haar  eygen  huys  eeten ,  uytgeiondert  die 
Scal-knegt,  welke  des  morgens  aan  fijn  huys  moet  komen,  ende  daar  tot  cjen 
avond  blyven ,  om  op  te  paiTen  ,  of  mogeiijck  de  Priefter  wilde  uyt- rijden. 

Doch  evenwel  eeten  defe  alle,  foo  wel  middags  als  desavonts,  aan  hét 
huys  van  den  Priefter,  wanneer  fy  voor  hem  wereken,  ende  in  de  groóte  Dor- 
pen moet  hy  ordinaris  twaalf  Menfchen  op  fijne  koften,van  fpyfe  ende  drank 
voorfien. 

i\ocu  zijn  'er  twee  a  drie  Indiaanen ,  die  mede  aan  de  Kerke  dependeren  , 
defe  werdenSacrifteynen  genaamt^n  fy  zijn  mede  ge-exi  meert  van  dcSpangi- 
jaarden  ergens  in  te  dienen. 

Sydraagenforge  voorde  Gappen  ende  Caflïiyffelen  derPriefteren,  vooral- 
le de  vercieringen  ende  oppronkinge  van  het  Altaar,  ook  moeten  fy  het  fel- 
ve  op-fchicken  als  men  de  Miffe  fal  feggen. 

Hier  en  boven  zyn  'er  noch  twee  a  drie  andere  ,  die  fy  Major-Domos  noe- 
men ,  het  zijn  eygentlijk  de  Bedellen  van  de  Gebroederfchappen  van  de  Hey~ 
lige  Maget  ende  andere  Sancten  ende  San&innen. 

Haar  werk  is  door  de  Dorpen  te  gaan,  om  de  Aalmoeffente  verfaamelen 
tot  onderhoud  van  het  Gebroederfchap,  de  eyereri  die  voor  den  Priefter  wer- 
den gegeven,  weekentlyk  te  vergaaderen,  ook  zyn  fy  verbonden  hem  ree- 
keninge  te  doen  van  alle  de  Aalmoeflen  die  fy  ontf  angen  hebbenende  aan  hem 
alle  maanden  ofte  alle  veertien  daagen  twee  Rijkdaalders  te  geven  ,  om  een 
MiíTe  voor  het  Gebroederfchap  te  doen  fingen,  ter  eeren  van  den  Heylig  die 
daar  Patroon  van  is. 

Soo  'er  digteby  het  Dorp  een  Reviere,  ofte  andere  bequaameplaatfe  tot 
de  VifTery  is ,  lbo  geeft  men  aan  den  Priefter  drie  a  vier  Indianen ,  ende  op 
cenige  plaatfen  tot  fes  toe ,  welke  hem  moeten  van  vifch  verforgen. 

Boven  alle  defe  regten ,  heeft  hy  noch  de  Offerhanden ,  welke  men  in  de 
Kerke  doet ,  het  fy  dat  men  by  hem  te  biegte  komt ,  of  dat  men  het  Feeft  van 
een  Heylig  vierdt ,  of  wel  dat  de  Indiaanen  eenige  faacke  met  hem  te  com- 
municeren hebben,  want  noy  t  gaan  fy  hem,  over  wat  faacke  het  oock  zyn 
mag,  befoecken,  offy  geven  hem  een gefchenk,  naahaaremagtendegele- 
gentheyd. 

Behalven  dat  hy  de  Tienden  van  alles  heeft,  fóo  geef  t  me  n  hem  noch  alle 
maanden  een  tra&ement ,  het  welke  hem  de  Alcaldes  ende  Regidors  fel  ve  ko- 
men brengen ,  ende  hy  fchryft  daar  van  eene  quitantie  op  het  regifter  van  de 
publijckque  uytgaaven. 

Hoewel  dit  Traclement  aan  de  SpaanfcheMagiflraaten  werd-goed  gedaan  , 
ende  uyt  de  naam  des  Konings,ïnreeckeninge  gevalideerr,  als  werdende  ge- 
geven tot  uytbreydinge  endevoört-plantinge  des  Euangeliums,  foo  komt  het 
doch  alle  uyt  de  beurfe  van  de  arme  Indiaanen,  ofwel  het  fpruyt  voort  uyt  ha 
jea  arbeyd  j  want  racnhaalt  het  by  Collc  &e  uyt  het  Dorp ,  ende  uyede  goed. 

v  iMig 


HL  Boek.  *Boor  de  Spaanf che  Weft -Indien*.  XILCap*  299 

willigheyd  der  Inwoonders ,.  of  men  neemt  het  van  de  Schattinge ,  welke  fy 
aan  den  Koning  betaalen  ,  ofwel  komt  het  van  hetgeene  feefcer  ftuk  Lands 
op-brengt,  het  welcke  men  in  het  gemeen  befaayt  ende  bebouwt,  ende  de 
vrugten  daar  van  komende,  werden  ver  kogt,  om  datte  betaalen. 


HET  XIII.  CAFITTEL. 

Commandeurs  wat  die  zijn,  Schattinge  die  de  Indiaanen  aan 
haar  geven.  Waar  mede  Jy  die  bat  aaien*  Rigueur  met  de~ 
welcke  die  werdinge  vordert.  Hoe  die  vergaadert  werdt. 
Bermhertigheydt  der  Spaanfche  omtrent  de  Indiaaneik 
Vrye^Dorfen*. 

ALle  de  Dorpen  vatr  America  welcke  wel  geciviüfeert  ende  onder  de  gjgjjj 
Spaanfche  Heerfchappye  7,ijn,  behooren  aan  de  Kroonevan  Span-  d^jn, 
gien,  ofaaneenige  particuliere  Hee ren ,  welke  fy,  Commandeurs > 
noemen ,  defelve  fijn  gefprootcn  uyt  de  eerfte  Conqueranteir van  dat  Land , 
ende  aan  defelve  betaalen  de  Indiaanen  een  jaarlij kfche- fchattinge  ,  beitaan- 
¿e  in  verfcheydene  waarenj  ende  dan  noch  een,  andere  in  geit  aan  den  Ko- 

Daarenisgeenfoo  arm  Dorp  in  het  welcke  ygelijk  getrout  Indiaan  nieJ^ch"JX 
ten  minften  vier  Realen  jaeilijks  aan  den  Koningh  betaalt,  ende  fooreel  a¡L 


uien  naar 


aan  de  Commandeur.  geven. 

Doch  foo  het  Dorp  maar  alleen  onder  den  Koningh  ftaat ,  foo  betaalen  fy  Wgar  mede 
voor  hem  ten  aller  minftenfesRealen,ende  in  fommige  Dorpen  tor  aght  toe,  íy  d¡e  be- 
en dat  hooft  voor  hooft  in 'gek,  want  de  fchattinge  van  de  Commandeurs  taaien. 
Werdt  mee  Koopman fchappen ,  die  op  dieplaatfen  vallen ,  betaalt ,  als  Maíz, 
welke  men  overal  moet  aannemen,  Honigh,  Gevogelte,  Kalkhoenen,Sout , 
Cacao,  Cattoene-Deeckens,  ende  diergelijke  dingen. 

DeDeekens  die  tot  fchattinge  gegeeven  werden,fijn  feer  hoogh  gcaght3om  RSgafur 
dat  de  Commandeurs  die  felve  uy  tfoeken,  ende  door  dien  fy  grooter  dan  de  ™£™*~ 
gemeene  fijn ;  het  gaat  op  defelve  wi  jfen  met  de  Cacao ,  met  de  Achtotte ,  en  'ingevos. 
met  de  Cochenille,  doordien  de  Indiaanen  altoos,  het  befte  aaneen  zij-den. 
<áe  leggen  ,  om  de  fchattinge  te  betaalen ,  want  by  aldien  fy  niet  het  uytgele- 
fenfte  van  haare  waaren  bragten,  foo  is  het  feeker  dat  men  haar  geefleleft- 
&ttde  *  ende  weder  ïe  rugge  ^nden  3  om  andere  te  haaien. 

Pp  %  Vc 


¿Toe  che 

W£sC. 


Barmner- 

tigheyc 
der  Spaan 
iche  om- 
trent de 
Indianen. 


Vrye  Dor- 
pen. 


300    III.  Boeck.    Voy ige vanThomas Gage  XIIL  Cap. 

DeHoofden  van  deStammen  is  den  laft  gegeven  om  die  te  verfamelen,ende 
defelve  in  handen  van  de  Alaldes  ende  Regidors  te  ftellen ,  defelve  brengen  die 
in  de  Reeken-kamer ,  welke  in  de  Stad  ofte  het  Dorp  is  ,  of  by  de  naaft  aan 
gelegene  Spaanfche  Overigheyd  ,  foo  het  Dorp  geheel  aan  den  Koning  be- 
hoord ,  ofte  wel  aan  den  Heer  ofte  Commandeur  felve,  die  Meefter  van  het 
Dorp  is. 

Daar  is  maar  eene  eenige  faake,  in  dewelke  ikbefpeurthebbe,  dat  de 
Spangiaarden  eenige  foorte  van  goetheyd  ende  medelyden  met  de  Indi- 
■  aanen  hebben  3  defelve  beftaat  daar  in ,  dat  in  gevalle  eenig  Indiaan  zoo  arm , 
fwak  ende  ongefond  is ,  dat  hy  daar  door  niet  kan  arbeyden ,  ofwel  dat  hy 
tot  den  ouderdom  van  feventig  jaren  is  gekomen  ,  dat  een  foodaanige,  zeg- 
ge ik,  vry  is  van  eenige  zoorte  van  fchattinge  te  betaalen,  opwatwyfehet 
ook  foude  mogen  zijn.  . 

Ook  zyn  'er  eenige  Dorpen ,  welke  daar  vry  van  zy  n ,  en  dat  fijn  die  geene, 
welke  konnen  beroonen  dat  fy  onder  die  van  Tlaïcallan  hebben  gefïaan  ,  ofte 
door  eenige  Geilagten  ofte  Familien  van  Mexico  geiligt  zyn, of  wel  van  andere 
omleggende  plaatfen ,  te  weten,  van  die  geene,  die  de  Spangiaarden  in  het 
conquefteren  van  dat  Land  hebben  geholpen. 

Dit  zyn  dan  de  eenigelndiaanen,welke  van  die  herde  fiavernye  b'evryt  zyn, 
doch  de  eerfte  ,  te  weten ,  de  arme ,  íieke ,  onmagtige  ende  oude ,  weet  een 
yder  3  dat ,  foo  fy  al  genegentheyd  hadden ,  haar  immers  geene  hulpe  ofte  by- 
irant ,  in  gevalle  zy  van  buytenen  aangetaft  wierden  ,  zouden  konnen  doen  ; 
maar  wat  de  tweede  foorte  belangt ,  te  weten ,  die  in  de  ,  door  haare  Voor- 
ouderen verdienften ,  van  de  flavernye  bevrydde ,  Steden  ende  Dorpen  woo- 
nen ,  men  foude  konnen  agten  ,  dat  dit  meer  uy t  politie  dan  uy t  barmhertig- 
heydfproot,  ten  waarefydie  al  immer  ontbloot  van  alle  foorten  van  waa- 
penen  ende  geweer  hielden  dan  alle  de  andere,  ende  hier  door  is  liet,  dat  die  y 
als  fy  al  wilden  ,  haar  mede  niet  fouden  konnen  helpen,  in  het  korte,  haare 
tyrannie  ende  ongereguleerde  politie ,  zuilen  haar  dat  Land  ligter  doen  ver- 
liefen ,  dan  fy  het  gewonnen  hebben  3  foo  fy  van  een  andere  EuropiÉhe  Natie 
werden  ge-attaqueert. 


HET 


III  Booeck.  *Door de  Spaenfche Weft.  Indien.  XIV.  Cap.  3 o  1 
HET  XIV.  CAPITTEL. 

Naturel  der  Indianen.  Haere  groóte getrouwighevdt.  Haere 
ftilfwvjgentheydt.  Haerrefpeffvoor  de'Priejters.  Over- 
vloedt  van  exprejjien  in  haere  Taek.  Haere  groóte  wel- 
fpreekentheyt*  <De  fwackheyt.  van  haer  Geloove.  Hare  Af 
goderye  ende  by-gelovigheyd+Toverye  gaat  by  haar  in/wang. 
*Den  dienftder  Heyligen,  maakt  haaryverïger  in  het  Room* 
fcheGeloov.Oorfpronk  van  de  Schilderyen  in  delndiaanfche 
Kerken.  Groot  profijt  ende  voor  deel  des  Trieftersvan  defe 
dingen.  Goddelofe  Aperye  van  de  T?r  tejieren  hier  omtrent 
ge/peelt ,  die  de  Indiaanen  in  de  Af -goderye  ftyven^  Groóte 
blindheyt  der  arme  Indianen ,  wert  door  de  Triefters ver- 
meeräert\  Offerhanden  der  Indiaanen  aan  de  Beelden  ge- 
daan. Voordeel  dat  de  Triefters  van  de  Wafch-keerjften 
tree  ken.  Godtlofe  gierigheyt.der  Religieufen.  Onwetenheyk 
der  Indianen  in  de  verborgentheden  desgeloovs.  Eenfeer 
aardig  doch  erbarmens-waardig  voorbeeld  daar  van* 
Een  gruwelijk  (f aaltje  van  degodlofe  leeringe  ende  gierig* 
heyt  der  Spaanfche  Triefters.     Nochfoo  een  ft  aaltje. 

WAt  haare  manieren  ende  omgank  belangt  ,  zoo  is  het  feeker  dat  Naturel 
zy  zeer  beleeft  ende  goed-aardig  zyn  ,  zynde   vreefagtig  van  dcs  lnd** 
natuere,  ende  genegen  om  te  dienen  ,  te  gehoorfaamen  ende  neQ' 
wel  en  goed  te  doen ,  indien  men  haar  maar  de  minfte  vriendichap  betuygt ; 
doch  in  die  plaatfen  daar  men  haar  mis-handek ,  fijn  zy  woefts  knorrig  ende 
gry nig ,  niet  willende  doen  3  jaa  zy  fterven  liever  dan  dat  zy  die  Slaavernye 
foudenverdraagen.  / 

Sy  fijn  feer  getrouw ,  ende  menheeft  noyr  bevonden  ,  dat  zy  eenige  dieve-  Ha  r 
rye  van  confideratie  gedaan  hebben,foodanig  dat  de  Spangiaarden  niet  fchro-  grootege. 
men  den  nagt  met  haar  in  de  woefty  ne  over  te  brengen ,  en  hoe  wel  zy  facken  trouw. 
vol  gouts  by  haar  draagen ,  foo  laaten  zy  niet  naa  geruftelyk  te  flaapen.  hcyc' 

Sy  zyn  ook  zeer  inhoudende  ende  weten  wel  te  fwygen,ende  om  geen  ding  Hareftii- 
des  werelts  zullen  zy  yets  ontdecken ,  het  welke  de  reputatie  van  haare  naa-  iwygent. 
bueren  foude  konnen  krenken,ofte  het  credit  ende  aanfien  van  eenSpangiaart  ^ï1* 
kreukea ,  zoo  zy  haar  maar  de  minfte  genegentheyd  ende  afte&ie  betoont. 

Doch 


11 


Haar 
reípefl 
roor  den 

í'rieíter. 

Overvloed 

va¡ 


taaie.  Haa 
re  groóte 
tve  I  (pree- 
kemhcyd. 


302  III,  Boeck.  Vqyagie  vanThomas  Gage    XIV.  Cap. 

Doch  voor  al  draagen  fy  haaren  Priefter  ofre  Parochiaan  een  feer  groot 
refpecl  toe ,  ende  als  fy  komen  om  hem  te  fpreeken ,  trecken  zy  haare  befte 
klederen  aan ,  ende  zy  mediteren  expreifelijk  hetdifcours,  dat  zy  yoor  hem 
houden ,  enda  het  compliment  ,  dat  zy  hem  maaken  fullen. 

Sy  fijn  feer  overtollig  in  haare  uytdruckingen ofte  expreffien,  ende  vol 
van  omwegen  ende  cirumlocutien ,  welcke  fy  met  parabolen  endegelijke- 
preffien  in  niifen  verrijken ,  om  hare  gedachten  ende  intentien  wel  uyt  te  drucken. 

lek  ben  ¡om wijlen  een  uure  tijds  blijven  fitten ,  alleen  om  een  oude  Vrouw- 
te  hooren  fpreeken  ,  welke  het  felve  met  foo  groot  een  aardighey t ,  in  haare 
taaie ,  decde  (  't  welk  doch  evenwel  geen  fin  in  de  onfe  foude  hebben  en  car- 
barifch  fchijnentezijnj  dat  ick  daar  over  verwondert  was,  endedikmalen 
vorderde  ick  daar  door  meer  in  de  kennifle  van  haare  taele ,  als  door  al  mijne 
befondereftudie. 

Indien  ick  haar  konde antwoorden  met  manieren  van  fpreeken  ende  uyt- 
druckingen ,  welcke  metde  haare over-een-quamen,  gelijk  ick  fulks  dick- 
maalen  trachte  te  doen ,  foo  was  ick  verfeekert  dat  ick  haare  genegeotheydt 
foude  winnen,  ende  alles,  wat  ick  begeerde,  van  haar  verkrijgen. 
Defv/ack-      Wat  den  Gods-dienft  betreft ,  fy  doen  uytterlijk  Profeiïic  van  defelve  Re- 
hcyd'van    ligie  als  de  Spangiaarden ;  doch  in  haar  herte  hebben  fy  groóte  moeyte  om  te 
haargc.     geloven  het  geene  haare  kennifle  ende  begrijp  te  boven  gaat ,  foo  wel  als  de 
natuure ,  oock  ftellen  fy  geen  geloove  in  het  geene  voor  haare  oogenniec 
klaarlijk  blijkt. 
Hare  Af-     Daar  fíjn'er  nogh  op  den  hedighen  dagh ,  welke  de  Beelden  van  hout  ende 
godeiye     ¿teen  aanbidden,die  tot  de  fupérftitie  ende  by-gelovighcydt  genegen  lijn ,  die 
endebyge-  ag[lt  nemen  op  de  Beeften  die  voor  haar  op  den  wegh  loopen  of  die  fy  het  eer- 
longfieyd.  ^  ^^  q^  het.vliegen  der  Vogelen,  op  het  fingen  van  defeWe  omtrent  haare 
Huyfen,  in  rijdenen  wijlen  dat  iy  daar  niet  gewoon  fijn  te  komen. 
Toverye     Veele  van  haar  maaken  haar  werk  van  de  Tover  konft,de  Duy  vel  doet  haar 
gaat  by      gei00yen  dat  haar  leven  af  hangt  aan  dat  van  eenigh  Beeft ,  het  welke  fy  ,evea 
als  haaren  familaaren  Geeft  ,  by  haarbewaren/y  beelden  figh  in  ,  dat,als  dat 
Beeft  komt  te  fterven,fy  ook  moeten  volgen ,  foodanign,  dat  9  als  foo  een  Dief 
door  de  Jagers  vervolght  werdt ,  haar  herte  üddert  ende  beeft ,  ende  wan- 
neer het  gevangen  werdt,  vallen  fy  van  haar  felven. 

Het  gebeurt  fomwi  j  ¡en  dat  fy ,  door  de  lift  des  Duyvels ,  in  de  gedaante  van 
die  Beeften  verfchijnen ,  het  welke  gemeenlijk  ende  ordinarisgefchiet  onder 
het  wefen  van  een  Hertzeen  Daiïe,een  Leeuw,een  Tijger,een  Hondt  ofte  een 
Arendt ,-  foodaanigh  dat  in  die  gedaante  van  fommige  Perfoonen  op  haar  een 
Roer  is  geloft ,  waar  door  fy  fijn  gequetft  geworden ,  foo  als  ik  in  het  volgen- 
de een-en-twintigfte  Capittel  fal  vertoonen. 

Door  dien  fy  ookfien  datmen  eenige  San&en  ende  San&innen  met fora- 

geioof  der  mige  Gedierten  by  haar  ichildert,  gelijk  St.  Hietonymus  met  een  Leeuw,  Sr. 

'"  Anroniusmeteen  Varken,ende  met  andere  wilde  Beeften,St.Dominicusmec 

een  Hondt,  Sts  Mareus  meteen  Stier,  St.  Jan  meteen  Arendt,  foo  beelden  fy 

daar 


haar  in 
ÍVang. 


§y  werden 
ín  wilde 
ïkel)en 
gerrans» 
formeert. 


Vremtby- 


Indisa&e'n 

omtrent 


IILBoeck.  *DoordeSj>AenfcheWefi-Indïèn.  XIVCap.!}©3 

daar  door  haar  felv  en  in,datdie  Heyligen  van  het  felve  gevoelen  waren  als  fy  deHeylï- 
zijn,dat  dieDiercn  hare  familiareGeeftcn  waren,dat  fyyús  fy  in  het  leven  waa-  {> j"f™"¿e 
ren3íigíin  haare  gedaante  veranderden,  en  dat  fy  met  haar  op  een  en  defelve  righ  in  hc* 
tijd  geftorven  zijn,foodanig,dat,  hoewel  het  gevoelen  dat  fy  van  dieHeyligen  Roomfche 
hebben,  vals  is,  het  haar  dog  evenwel  in  de  Catholijke  Religie  beveiligt  door  Geioov* 
de  meeninge  welke  fy  hebben,dat  Cy  hier  in,methaargelove  overeen-komen. 

Dit  is  ook  een  van  de  redenen ,  om  dewelke  fy  foo  groóte  eerbiedigheydt  oor fpronk 
aan  die  Heyligen  toe-draagen ,  want  een  yder  van  haar  fal  naa  de  kleyne  mid-  JfJíf 
-  delen  die  hy  heeft  >  alle  fijne  magt  te  werk  (lellen ,  om  foo  een  Schilderije  te  ryeiiifde 
bekomen ,  ende  defelve  in  de  Kerke  doen  op-hangen,  op  dat  die  alfo  van  een  indiaan- 
yderge-eert  werde.  kcneKerC~ 

De  Kerken  fijn  met  dat  flag  van  Schilderyen  vervult,  men  draagt  díe  in 
Proceflie  om,  boven  op  groóte  vergulde  ftocken,  even  als  men  de  Banieren,op 
de  Heylige  daagen ,  in  Europa  doet. 

De  PriefterendeParochiaanentreckéngeen  kleyn  profijt  van  defe  dingen,  ^j™°Ja. 
want  op  den  Feeft-dag  van  die  Heylig,  welkers  Beeldt  men  infProceffie  jJevoör- 
heeit  omgedraagen ,  fteltdiegcene,  welke  defe  Schilderije  toc-kqmt,  eendeeides 
groóte  maaltijd  in  het  Dorp  aan ,  endejiy  geeft  gemeenlijk  drie  a  vier  rijks-  Jj[f2efe 
daalders aandenPriefter,voor  hetfeggen  van  de MiiTe,ende  voor  het  doen  van  alngan. 
het  Sermoen,  boven eenKalck-hoenfchen  haan,  drie  a  vier  ftucks  ander 
pluym- gedierte,  ende  foo  veel  Cacao,  dat  hy  genoeg  heeft,  om,  geduerende  de; 
geheele  volgende  O&ave ,  Chocolate  te  drinken. 

Soodaanig  dat  van  fommige  Kerken  ,  in  dewelke  ten  minften  veertig  foo- 
daanige  Schilderijen  zijn,dcn  Prieftcr  niet  minder  dan  vier  a  vijíhondert  gul- 
dens, des  Jaars,  daar  van  trekt.      - 

Hier  door  draagt  de  Prieftcr  feer  goede  forge  voor  defe  Beelden  ofte  Schil- 
derijen, ende  hy  laat  de  Jndiaanen,  den  tijd  van  den  Feeft-dag  van  haaren 
Heylig ,  tijdelijk  aan  konäigen ,  op  dat  fy  fig  daar" toe  op  haar  gemak  berey- 
denfouden,  en  dien  dag,  foo  wel  in  de  Kerk  als  in  haar  Huis,  luilig  vieren. 

Söo  het  gebeurt  dat  fy  niet  rijkelijken  genoeg  op-brengen ,  foo  fal  de  Prie-  Goddelofe 
fter  haar  bekijven ,  ende  dreygen  het  Sermoen  niet  te  fullen  doen.  dSS?» 

Soo  het  gebeurt  dat  eenig  Indiaan,  doorghebrek  van  middelen,  niet hfer om. 
contribueren ,  ende  den  Feeft-dag  in  de  Kerke  ende  ín  fijn  Huys  niet  vieren  "ent  ge 
kan,  foo  dreygt  hem  de  Priefter.dat  hy  fijnen  Heylig  ende  de  ftok  daar  hyfFeek' 
op  ftaat ,  uyt  de  Kerke  fal  wet|¿ft ,  feggende ,  dat  die  niet  moet  vervult  wefen 
aict  Heyligen ,  welke  noch  aän  de  zielen  noch  aan  het  licchaam  nut  toe  bren- 
gen, endedatdiefchilderijedeplaatfe  vaneen  ander beflaat,  welkers  Feeft 
men  jaarlijks  in  de  Kerke  ende  in  Huys  foude  vieren , 

Byaldienhet  voor-valt,  dat  diegeeoe,  welke  dit  Beeldt  toe-behoordt, 
komen  te  fterven,laatende  eenige  kinderen  naa3foo  moeten  fy  daar  forge  voor 
draagen,als  voor  een  laft  die  op  haare  erfFenifïe  gevefligt  is,ende  beftellen  dat 
het  Feeft  gevierdt  werde. 

Doch  foo  hy  geene  Kinderen  ofte  Erfgenamen  heeft  nagelaten,foo  doet  de 

Q.q  Priefter 


i 


.f'',  ¡. 


Indianen 

inde  Af- 
goderye 
ityven. 


Groóte 

blir.theyc 

de/arme 

Indianen 


V/erdc 
tioor  de 
Priefters 
termeer- 
dere. 


304*  III,   Eoeck.  Voyagie  vanThomas  Gage     XIV.   Cap 

Prisfter  alle  deHoofden  van  de  Stammenen.de  de  voornaamite  Officieren' van- 
de  Juftitie  vergaaderen  ?  tot  defelve  doet  hy  eene  Harangue  ,  om  haar  bekent 
temaaken,  dat'er  een  plaatfe  in  de  Kerke  is,  welke  vrugteloos  beflaagen 
wert  door  een  foodaanig  Beeld  ,  ende  doorde.ftok  daar  her  op  ruft  5  dat  die 
geene  ,  aan  dewelke  het  behoorde ,  geftorvenzynde  ,  fonder  Kinderen,  om 
hettebeforgen,  naa  te  laaien ,  hygenootfaakt  ishaarte  komen  waarfchou- 
wen,  dat  hy  het  inhaarhanden  wil  ftellen,  hebbende  hy  dat  voornemen 
vaít-geítelt ,  op  dat  fy  het  in  het  Raad-huysfbude  konnen  brengen  ,  ende  het 
aldaar bewaaren,  totde  tydtende  wyletoe  ,  dateenig  vroom  Chriften,  het 
voor  het  fïine  erkenne  ende  koope. 

Als  de  Indiaanen  defe  woorden  hooren  ,  foo  vreefen  fy  dat  het  oordeel 
Godes  op  haar  Dorp  fal  vallen ,  ende  dat  de  Heere  haar  fal  caftyden  ,  om  dar 
;fy  hebben  toegelaaten,  dat  een  Heylig  is  buyten  de  Kerke  gefet,  hierom 
gaan  fy  den  Prieiter  ten  eerften  befoeken  3  hem  gefchenken  brengende,  op 
dathydenHeyligh  voor  haar  foude  bidden,  ende  dat  hy  haar  een  feekeren 
tydt  wilfetren,  binnen dewelkefy  hem füllen te kennengeven  ,  wat  fy  met 
het  Beeldt  voor  hebben ,  blyvende  hetfelye  onderwylenindeKerke. 

Want  fy  geloven  dat  het  een  fchande  en  affront  voor  haar  geheele  Dorp  is  ,. 
ende  voor  alle  de  Inwoonders  van  hetfelve,  dat  eene  faeke  welke  de  Kerke 
wastoe-ge-eygent,  daarwerde  uytgeworpen,  endeinde  magt  vanwerelt- 
lyke  Perfoonen  gefet. 

Als  hy  haer  nu  den  tydt,  binnen  dewelke  fy  hem  moeten  befcheyt  brengen, 
heeft  voor  gefchreven ,  foo  beloven  fy  hem,  onderwylen,  eenigh  goedt 
Chriiten.op  te  foecken,  'tfy  van  de  Vrienden  ofte  de  Bloedt  verwanten  van 
die  geene  dié  dat  Beeldt  heeft  befeten  ,  ofte  wel  eenig  ander  vremt  ferfoon, 
die  hetfelve  van  den  Prieiter  fal  kopen ,  wanneer  hét  nog  in  de  Kerke  is,  ofte 
wel  van  de  Magiitraaten ,  foo  net  in  haare  handen  isrgeftelt,  het  welke  fy 
evenwel  feer  ongaarne  fien,  doordien  men  haar  veeleexemplen  heeft  voor 
oogen  geitelt  y  van  ongelucken  ,  welke  aan  andere  ,  indiergerfjke  gele- 
gentheden  fijn  overgekomen,  ende  daarom,,  in  hoope  van  defelve  te  ontgaan, 
beloven  fy  de  gramfchapvan  den  Heylig  teitillen,.  by  middel  vaiï  een  fo- 
lemneele'Feeft-dag,  welcke  fy,  te  fijnder  eere,  in-haar  Dorp  fullen  vieren, 
op  dat  hy  haar  geen  quaat  doe ,  door  dien  fy  hem  dus  hebben  veragt. 

•  De  Kerkelyken  van  dat  Landt,  aan  dewelke  de  eenvoudigheyt  der  In- 
dianen bekent  is ,  vergeten  mede  niet ,  alle  cfemiddelen ,  welke  fy  konnen  , 
in  het  werk  te  ftellen  ,  omiïgvan  defelve  te  bedienen,  ende  dit  is  niet  een 
van  de  minfte ,  om  geit  te  treek  en.   /  „■ 

Want  door  dien  fy  geloven  dat  het  een  affront  voor  geheel  haar  Dorp  is, 
wanneer  fy  toeftaan  dat  eene  van  haare  Heyligen  uyt  de  Kerke  gefloten  wert, 
ende  datmen  het  felve  van  de  Wereltli  jke  Perfoonen  moet  weder  af-kopen , 
foo  ftellen  fy  alles  te  werk  wat  in  haare  magt  is ,  om  een  Man  uyt  te  vinden 
ende  aan  den  Prieiter  te  prefenteeren ,  welke  de  Schilderye  van  defen  Heylig 
saa  iich  n#smt,ende  die  hem  niet  alleen  geeft  foo  veel  die  met  fijnelijite  in  den 

r  Winc- 


JILBoEK.7)oör''deS}aanfc^eW^JIJn£ef$.  XIV.  Cap.  305- 

Winkel  van  de  Schilder  gekoíl  heeft,  maar  noch  daar  toe  foo  veel  hy  daar 
van,  op  de  Feeft-daagen,  plaghtetetrecken. 

Men  heeft  de  Indiaanen  geleert,  dat  fy ,  omhaare  Beelden  des  te  meer  eere  ofFerhan- 
aan  te  doen,  defelve,  op  haare  Feeft-  daggen  ,  moeten  Offerhanden  geven,  Vendoor 
hier  door  is  het  dat'  de  fornraige  een  Reaal'  of  twee  brengen ,  of,  gelij  kfulks  „^"^de 
het  gebruykin  Gmtimalaïs ,  een  witte  Wafch-keerife  ¿' op  andere  Plaatfen  Beelden 
geven  fy  weder  Cacao  ende  vrughren ,  welke  f y.  voor  het  Beeldt  van  den  Hey-  gedaan. 
ligh  leggen  ,  terwijlen  men  de  JVïiiTe  feght. 

Sommigen  fullen  ook  twaalf  VVafch-keerííen  brengen ,elk  van  eenReaal  het 
ftukof  wel  een  weynigh  minder  van  prijs ,  ende  foo  fy  alleen  zijn ,  of  datmen 
op  haar  doen  geenaght  fiaat,  foo  fteekeniy  die  alle  aan,ende  laaten  die  te  ge- 
lijk branden ,  foodaanigTi  dat  de  Priefter,  naa  het  eyndigen  van  de  MiiTeaniet 
dan  de  kleyne  endekens  vint. 

Doch  om  hier  middel  in  re  febicken,  hebben  de"Bedellen  van  de  Gebroe- 
derfchappen  ordre  van  den  Priefter  ;  'om  niet  toe  te  laaten ,  dat  de  Indiaanen 
meer  dan  een  keerifc  voor  het  Beeld  van  den  Heyligh  aan  fteeken,  ende  de  an- 
dere fonder  branden  maar  te  pronke  ftellen ,  feggende  dat  de  Heyligen  alfoo 
veel  vermaak  ende  genoegen  fcheppen  in  hetiien  van  de  keeriïen,  welke  ' 
men  voor  haar  heeft  geftelt ,  als  in  die  geene,welke  ontftóoken  zijn-op  dat  hy 
álfoo  de  reftc  moge  behouden,  ende  daar  goet  geit  van  maaken. 

Als  de  Miife  gefeght  is ,  nemen  de  Priefter  ende  de  Bedellen  alle  de  Offer-  JaTdelrie- 
handen  wegh,  nevens  de  Wafch-keerffen  die  men  voor  het  Beeldt  hadde  fiers  van  de 
geftelt,  fy  vinden  daar  fomwijlen  wel  tot  twintigh  Realen  in  geit  toe  ,  ende  w^- 
eenhondertWafch-keerifen,  welke  ten  miniten  vijfthien  a  fefthien  guldens  t^\Ja, 
waardighzijn, 

Het  meefte  gedeelte  van  de'Priefters  weíke  omtrent  Guattmala yjoomn  ? 
zijn,  door  dit  middel,  foowelvan  Wafch-keerflenvoorfïen,  alsde  winke- 
len van  de  Kooplieden  in  de  Stadtfelve. 

Hoe  wel  defeReligieufen  defe  keerifen  dikmalen  in  het  gros  aan  de  Spangi- 
aardenverkoopen ,  om  daarvan  een  redelijke  fomme  opeenentijdte  tree- 
ken,  foo  aghtenfy  het  evenwel    niet  veel  of  fy  op  díe,  ofte  opeen  andera 
wijfe  qiiyt  werden  ,  omdat  de  indianen*  wanneer  fy  die  van  nooden  hek- 
ben,,  het  fy  vooreenigen  Heyligen-dagh l  voor  het  doopen  vaneen  Kind, 
ofte  voor  een  Vrouwe  die  haar  eerfte  Kerk'  gangh  naahaar  Kinder-bedde 
doet ,  deièlve  van  den  Priefter  gaan  kopen,'welke  op  die  wijfe  vijf  a  fes  maa- 
ien defelve  keerüèn  aan  defelve  Lieden&l  verkopen.  Godtlofis 
Doordien  nu  dé  Religieufen  bemerken  ,  dat  de  Indianen  een  groóte  gene-g¡erigneyc 
gentheyt ,  tot  dat  ílágli  van,Offerhanden  p  het  welkejiaar  foo  voordeeligh  is,  <ler  Reh- 
zijn  hebbende,- foo  recommanderen  '  fy,  liaarjdefelve  voor  al  in  haare  Predica-  S18ufen' 
tien3alsgöe"èe ¡ende noodigeteékéhën  van  haare  gödtvrughtigheyt  ende  haare 
devotie.                r 
-  Doch  Jpè wel  defe  Volkeren  foo  volveerdigh  ende  fooyverighzijnin  het°™eten" 
geven  Va'ñ  aèfe  Offerhanden ,  foo  zijn  fy  níet  te  min  foo  onwetende  in  de  ver-    J  * 
W                                                        Qji  z                                   bor- 


looft. 


'  : 


30e  lil*  Boeck.  Voy agie  vanThomas  Gage    XIV.  Cap. 

ifit  india-  borgentheden  des  Geloofs  datfy  de  minfte  reden  vandefelve  niet  weten  te 

"enbiRrdc   Scven' 

genthcdeo  Want  de  verborgeatheden  van  deDrie-Eenigheyt,van  deMenfch-werdinge 
¿e*Ge-  JESUCHRIST  I,van  onfe  verloflinge  door  Sijnen  dood,fijn  al  te  hoog- 
dravende voor  haar,  ende  fykonnen  daarop  niet  antwoorden  danfeekere 
weynige  woorden,  welke  men  haar  in  haaren  Catechifmus  heeft  geleert, 
ende  als  men  haarpoiitivelijk  vraagt  wat  fy  van  die  Articulen  des  Geloofs 
houden,  foofeggen  fy  anders  niet  dan  dat  fulcks  weikan  wefen,  fonderja 
ofte  neen  te  willen  feggen. 

Van  gelijken  als  men  haar  leert  dat  het  licchaam  JESU  CHRISTI 

vaarlijkende  daadelijk  in  het  Sacrament  van  de  Euchariftie  tegenwoordig 

is ,  ende  dat  'er  niets  van  de  fubftantie  ofte  de  felfs-ftandigheyt  des  broods 

blijft ,  dan  maar  alleenlijk  de  accidenten  ofte  de  toevallige  dingen,  ende  daar 

op  aan  de  beft  onderwefene  Indianen  vraagt  of  fy  dat  geloven ,  foo  fullen  fy 

antwoorden,  dat  fulcks  wel  wefen  kan. 

Ecnfter     Het  gebeurde  dat  feeckereoude  Vrouwe,  welcke  men  in  het  Dorp  van 

aerdïg      Mixco  voor  feer  devoot  hielde ,  my  quam  vinden ,  op  dat  ick  haar  de  Com- 

baimeïis    munie  foude  toe-reyken ,  terwijleickhaarnuonderrigte,  vraagde  ik  haar 

waardig    offygcloofde  dat  het  licchaam  JESU  CHRISTI  wasin  het  Sacrament,  dat 

▼oorbeeld  ¿y  Uyt  nan jen  van  de  Prieitcr  foude  ontfange»,  ende  fy  antwoorde  my  anders 

aar yan.    ^.^  ^  ^  ^  wej  |con¿e  ¿^ 

Ick  vraagde  haar ,  om  haar  te  beproeven ,  ende  op  een  andere  wijfe  dan  die 
gewoonlijcke  te  doen  antwoorden ,  wat  'er  in  het  Sacrament  was  dat  fy  uyt 
handen  van  denPrieitcraanhet  Altaar  ontfing. 

Hier  op  bleef  fy  eenigen  tijd  fonder  my  te  antwoorden ,  doch  door  dien  ik 
haaraanporddc  om  poíitif  ende  affirmatif  te  antwoorden ,  foo  begonde  fy  al- 
le de  Beelden  die  in  de  Kercke,  welcke  aan  St.  Dominieus  is  toegewijd,  waa- 
ren ,  te  bekijeken ,  niet  wetende  wat  fy  my  foude  antwoorden,  als  ik  haar  nn 
eyndelijck  al  herder  aandrong ,  dat  fy  my  moefte  feggen  wat  'erin  het  Sacra- 
ment was ,  foo  wierp  fy  haare  oogen  op  het  groóte  Altaar ,  ende  antwoordde 
my  dat  het  St.  Dominieus  was, welke  de  Patroon  van  deKerk  van  hetDorp  is. 
Defe  antwoort  deede  my  in  het  bemerken  van  hare  eenvoudigheyt  lacchenj, 
ende  om  haar  noch  meer  te  beproeven  feyde  ick  haar,dat  fy  fag  dat  St.  Domi- 
ïicus  gefchildcrt  was  met  een  Hond  by  hem,houdende  eenFackel  in  de  hand 
ende  hebbende  een  Aard-kloot  aan  fijne  voeten. 

Ik  vraagde  haar  by  gevolge,  oí  alle  die  dingen  nevens  St.  Dominieus  mede 
in  het  Sacrament  waren?  waar  op  fy  my  antwoordde  dat  fulks  wel  zijn  konde  ,T 
het  welcke  my  verpligte  om  haar  in  haare  dwaalinget&beitraffen,  ende  op 
hetftuck,  waar  van  wyfpraaken,  te  onderrrgteri. 

Doch  noch  mijne  onderrigtinge;  nochtedie  van  alle  de  andere  Spaanfcke 
Priefters ,  hebben  haar ,  tot  noch  toe  ,  niet  van  haare  dwaalingen  konnen  af- 
Seyden ,  énde  haar  de  verborgentheden  des  Geloofs  doen  begrijpen ,  want  fy 
ij  n  plomp  e»de  bot ,  fwaarli jk  yets  begrijpende  dat  de  Natöere  e^d.e  het  we» 

5:  '"•  f«B 


— - 


ÍII.  BozK.Tïoor de SpaanfcheWeft-Indïèn.  XIV.  Cap.  507 

fenGodts,  ende  de  Hemelfche  dingen  betreft ,  wanneer fy  de  redenendehet 
gevoelen  te  boven  gaan.  * 

Sy  volgen  niet  te  min  de  manieren  van  docu  der  Spangiaarden  naa,  en- 
de obferveren  feer  ftiptelijck  het  geene  haar  door  deKerckelijcke  Perfoo- 
nen  geleert  wert;  ooklijnfy  feer  groóte  formaliílen,  maar  hebben  feer  ge- 
ringe kenniiïc  van  het  eíTentié'elíte  ende  van  de  fubítantie  van  den  Godts- 
dienft. 

Gelijk  men  haar  nu  geleert  heeft  dat  fy  een  gefchenk  aan  de  Pneftersmoe-  ¿Äa' 
ten  geven  wanneer  fy  te  Biagte  gaan,  ende  dat  haare  fonden  ,  door  datmid-ñaallje 
del,  vergeven  worden ,  foo  komen  fyfulks  foo  ftiptelijk  naa,  voor  al  in  de  van  de 
Vallen,  dat'er  niet  een  het  herte  heeft  van  te  komen  Biegten,  ten  fy  fijne  e°e^dofe 
handen  wel  voorfien  zij  n.  e»de  de 

Sommige  brengen  geit ,  andere  Honig ,  Eycren ,  Pluym  gedierte  ,  Vifch,  gieiigheyd 
Cacao ,  ofte  andere  diergelijke  dingen ,  foodaanig  dat  de  biegtisgen  een  goe-  £^*¿¿ 
den  OogHftvoordePriefters  inde  V  aften zijn.  fters. 

Men  hcefthaar  mede  geleert,  dat  fy ,  als  fy  ter  Communie  komen  ,  ten  Noch  fo0 
minften  aan  den  Priefter  een  Reaal  aan  geit  moeten  brengen ,  foodaanig  dat  een  flaatc- 
ik ecnige  arme  Indiaanen  gekent  hebbe ,  welke  fich  aght  a  veerthien  daagen  je 
van  de  Communie  onthielden ,  rot  dat  fy  een  Reaal  hadden  konnen  overfpaa- 
ren,  om  die,  daar  gaande,  te  offeren. 

Door  dien  nu  de  Priefters  de  Communie  aan  niemant  weygeren ,  ende  dac 
fy  alle  die  geene  welke  meer  dan  twaalf  Jaaren  hebben  verplighten  te  komen 
Biegtcn ,  foo  is  het  qualijk  te  gelooven  hoe  veel  haar  dit  Jaarlijks  opbrenght , 
ende  voor  al  in  de  groóte  Dorpen  3  in  dewelke  ik  dikmaalen  tot  duyfent 
Communicanten  toe  gefien  hebbe. 


! 


m\ 


Qjiï 


HET 


Devotie 
ende  mil- 
dadigheyt 
der  India- 
nen in  de 
goede 
weeks. 


Búffen  om 

het  geit 

voor  de 

gebeden 

van  de  af- 

geftorvene 

teontfan- 

gen. 

Nocb  een 
ítaaltje  van 
de  gierig- 
:heyt 


30U     III.  Boeck.    Voyagie  van  Thomas  Gage    XV.Cap, 

HET  XV/C  AP  ITT  EL. 

^Devotie  ende  mild aadigheyd  der  IndiaanenindegoedeweeC' 
ke>  Btijfen  cm  het  geit  voor  de  gebeden  voor  de  af-geftorvene 
te  ont fangen.  Noch  e  en  ft  aaltje  van  de  gierigheyd  ende  God- 
loos heyd  der  Kerkelijke.  Groóte  eenvoudigheyd  van  een 
Indiaan.  Op  aller  zielen  dagy  werdt /eer  rijke  lijk  ge^ 
geven.  Wonder  lije  k  Apen-f pel  op  den  Kers-dag  aanghe- 
regt  3  loc  kt  vee  Ie  Indiaanen  inde  Kercke ,  doch  alt otpro- 
fijt  des  Triefters.  Noch  een  voorbeeld  vun  degodtlojegïe* 
righeyd  der  Kerkdijken.  Hoe  datfulks  omtrent  de  parti- 
culier e  ge  fchiet. Hoe  by  een  GebroederfchapjComedie  op  drie 
Koningen  dag ,  ende  op  Vrouwen  ligtemijje.  Gods-lafïe* 
ringe  op  *P  in  xt  er  en  ge  pleegt.  Geftrengheydder  Indiaanen 
in  het  difciplzneren. 

SY  fijn  ook  feer  naaukeurig  in  het  vieren  van  alle  de  Heylige  daagen  van 
de  goede  weecke3  de  Geeftelyke  maaken  als  dan  Repofetoria  die  fy  nagc 
ende  dag  bewaarèn  ende  bewaaken,  voor  defelve  fetten  fy  Crucifixen 
met  twee  beckens,  aan  yder  zydeeen,  op  dat  een  ygelijk  in  defelve  de  en- 
kele ende  dubbelde  Reaalen foude werpen,  fykruypenophaareknyennaa 
de  zelve ,  met  hare  bloote  voeten ,  kuffende  de  handen  ,  voeten  ende  de  zijde 
ván  het  Crucifix. 

Men  doet  ook  een  Collecte  door  het  geheele  Dorp  tot  verval  van  de  wafch- 
keerifen,  die  geheel  die  weecke,  voor  het  Repofitormm  ,  branden,  ende  om  de- 
felve daar  uyt  te  betaalen. 

In  alk  de  Kercken  is  ook  een  BuiTe ,  van  deVelke  de  Parochiaan  de  fleutel 
heeft,  in  defelve  werd  ^eftoocken  het  geene  een  yder  geven  wil,  orate  doen 
bidden,  voor  de  zielen  ,  welke  in  het  vaagevyer  zijn  ;  foodaair^  dat  de 
Priefter,  als  hy  geit  van  noden  heeft,  het  felve  altoos  in  de  buífe  viuu,  ende 
door  dien  ick  dickmaalen  die  buífen  hebben  doen  openen ,  fookan  ik  feggen  , 
dat  ik  in  defelve  altoos  veele  enkele  Reaalen  hebbe  gevonden ,  jaa  ook  ftuc- 
ken  van  vier  ende  agt  Reaalen. 

Door  dien  ook  de  verloorene  dingen ,  welke  op  de  groóte  ofte  kleyne  we- 
gen gevonden  werden ,  yemant  tot  haar  eygenaar  moeten  hebben ,  wanneer 
men  niet  weet  wie  den  regten  Meefter  daar  van  is3foo  heeft  men  haar  geleerd 
dat  die  faaken  aan  de  zielen  der  verftorvenebehooren,  hier  om  is  het,  dat  de 

Indiaanen 


III*  Boek.  T)oof  de  Sp amtf che Weft -Indien*  XV* Cap*  309 

Indiaanen ,  of  door  ydelheyd  ,  ofwel  om  dat  de  Priefter  een  goed  gevoelen  fnáÍgc^" 
van  haar  fal  hebben ,  indien  het  gebeurt  dat  fy  yets  vinden  ,  het  felve  veel  eer  a°e°r  Keike 
aan  den  felven  lullen  geven ,  ofte  in  de  buiïe  iteeken  ,  voor  de  zielen  van  de  lijken. 
afgeftorvene ,  dan  welde  Spangiaarden  ,  welke,  zoozy  een  verloorenbuy- 
áel  komen  te  vinden  -3  defelve  feer  wel  voor  haar  weten  te  bewaaren,  felfs 
alkennen  fy  den  eygenaar.. 

Daar  was  feeker  Indiaan ,  welke  een  Patecon  ofte  ftuk  van  agten  op  den  Grooce 
grooten  weg  hadde  gevonden  ,  ende  íijnde  eenige  tyd  daar  naa  te   biegte  ^ghiyj" 
gekomen,  gaf  hy  my  dat  ftuk ,  met  eenen  feggende ,  dathy  het  felve  niet  vaneen 
foude  derven  behouden  ruyt  vreefe  3  dat  de  zielen  der  overledenen ,  voor  hem  India*". 
fouden  verfchijnen ,  ende  hem  het  felve  af-vorderen. 

Qp  aller-zielen  dag  doen  fy  ook  feer  groóte  Offerhanden,  ingelt,  Maiz  3  Op  aller- 
Pluym-gedieite,  eyeren  ende  diergelycke dingen,  welcke alle  ten profijte  ¿l*l™erd 
des  Prieilers  komen.  feacf  J¿ 

Daar  was,  te  Petapa  een  Religieus,  welke,  omdittebewijfen,  myfey-üjk 
de ,  dat  hy  op  feeckeren  dag  van  Alle  de  zielen  ,  hondert  Reaalen  in  geit ,  g£geven» 
twee- hondert  ftuks  pluym-gedierte,  fes  Kalkhoenen,  agt  mudden  Maiz  > 
dríe-hondert  eyeren,  festbien-hondert  amandelen  van  Cacao  3  agt  Palmitas ■, 
ende  meer  dan  hondert  wafch-keerfen  hadde  ontfangen  ,  fonder  eenige 
brooden  ende  andere  kleynigheden  te  reeckenen  ,  het  welcke  alle  te  zaamen 
wel  hondert  guldens ,  volgens  den  gewoonlykenprys  des  Lands,  beiiep. 

Sy  vieren  den  Kers-dag  ook  met  (eer  groóte  devotie  ,  foo  wel  als  de  andere  Wonder- 
Feeil-daagen  die  daar  op  volgen  ;  een  weynig  tyd  voor  defelve  maakenzy  spt^el 
in  de  Kerke,  aan  den  eenen  ofte  den  anderen  hoeck,  een  kleynehutte,  met  Kerstdag!* 
ftroy  gedekt,  op  de  wijfe  van  eenjftal ,  defelve  noemen  fy  Bakbem,  daara.-mge- 
boven  ftaat  een  fterre  meteenftaart,  welke  eyndigt op  de paatfe indewei-  re^htr 
ke  de  drie  Wyfenftaan,  die  uyt  het  Ooften  waaren  gekomen  ,  in  (kfe  (talie 
fetten  fy  een  kribbe  meteen  kleyn  Kind  van  gefchlldert  ende  verguld  houd 
gemaakt,dat  daar  binnen  in  gelegt  wert,het  felve  verbeelt  den  nieuw-geboren 
jESUSjhierby  iletmendeMagetMariaaande  eenezyde,endeSt  Jofeph  aan 
de  andere ,  hebben  de  eene  een  Efel ,  ende  de  andere  een  Qííe  by  fig  ,  ende 
op  defe  wyk  gaan  die  geene  die  de  Wyfen  verbeelden ,  op  haare  knyen  leggen 
vlak  voor  de  hutte  ,   offerende  aldaar  gout,  myrrhe  ende  wieroock;  de 
Herders  komen  mede  met  haare  gaaven  te  voorfchyn,  de  een  gevende  een 
Geytjen,  een  Lam  of  Melk,  ende  de  andere  Kaas,   Boter  ofte  vrughten. 

Men  liet  daar  de  weyden  ook  afgebeeldt ,  metKudden  van  Schaapen  ende  LocUc 
Geyten,  ende  rontomme  de  hutte,  welke  voor  de  iral  ipeek  ,  iietmen  de  *eele  in- 
beelden van  veele  Engelen  met  Violen,  Fluyten  ende  Harpen  in  haare  han-  f^¿^t 
den  ,  het  felve  lokt  een  oneyndig  getal  van  Indiaanen  in  de  Kerke  ,  heb-  ke.     C    ". 
bende  haar  vermaak  in  het  fíen  van  defe  reprefentatien,doordien  fy  met  haar 
plomp  ende  bot  verftant  over  een  komen,  het  welke  de  verborgentheden  niet 
dan  door  de  finnen  kan  begrijpen. 

Doch  even  als'er  niet  een  Indiaan  in  het  Dorp  isjdie  defe  reprefentatie  van  Doch  a, 

d&kbem  tot  profijt 


■ 


XV.  Cap/ 


êêtïtUr 

•flers. 

Noch  sea 
ftaahje 
van  de 


de/  Ker 
kelyke. 


Hoe  dit 


310    III.  Boeck-     Vqyagie  vanThomas  Gage 

Bethekm  niet  komt  bckyken ,  foois'erook  niet  een  die  gcene  gefchenken, 
het  fy  in  gek,  het  fy  in  andere  dingen,  mede-brengt. 

De  Priefters  hebben  noch  defe  lilt  uytge vonden ,  dat  fy ,  om  de  devotie  der 
Indianen  te  doen  aan  waffchen,  ende  om  hare  mildaedighey  t,  in  het  geven  van 
Offerhanden  ,  door  het  voorbeelt  der  Heyligen ,  te  doen  vermeerderen,  haar 
leSeyd  geIeerdt  hebben  ,alle  de  Beelden  van  haare  Heyligen  in  Proccffie  te  doen  om- 
draagen ,  geduerende  de  Heylige  daagen  van  Kers-tydt ,  tot  aan  drie  Konin- 
gen toe  ,  werdende  die  alle  naa  defe  representatie  van  Betlehem  gebragt ,  om 
aldaar  mede  haare  Offerhanden  te  brengen;  fulksgefchier  naa  het  getal  van 
de  Beelden  die  in  de  Kerke  zyn ,  nemende  fy  den  eenen  dag  vier,  den  ande- 
ren vyf  ende  íbo  voort  op  ordre  ,  tot  fy'er  alle  voor  drie  Koningen  dagh 
konnen  komen  om  haare  Offerhanden ,  het  zy  dan  in  geit ,  ofte  wel  in  andere 
dingen,  te  doen. 

Die  geene,  welken  het  Beeld  van  den  Heylig  toekomt,  treedt  voor  aan, 
Snfcuii*  feeraardiglyk  gekleed,  ende  met  alle  die  geene,  welke  van  fijne  Familie 
r«werue  zij"j  verfelt,  foo'er  geen  Gebroederfchap  van  defen  Heylig  is  ,  tot  de 
werk  ge.  Kribbe  genaadert  zynde ,  gaat  hy  voor  defelve  op  fijne  knyen  leggen ,  ende 
üeit'  zynde  daar  naa  op-geftaan ,  neemt  hy  den  Heylig  de  Offerhande  ai ,  laatende 
die  voor  de  Kribbe  leggen,  ende  met  fijn  gefelfchap  weder  naa  Huystoe 
keerende. 
Hoe  aao  Soo'er  een  Gebroederfchap  van  defen  Heylig  is ,  foo  fijn  het  de  Bedellen 
brüeder.  oftede  voornaamfte  van  het  felve  welke  defe  pleghtelykheyt  komen  doen, 
febap.       ende  meteene  defe  Offerhanden  prefenteren. 

Comedie       Doch  op  den  dag  van  de  drie  Koningen  ,  komende  Akalder  nevens  de 
van  drie    Officiers  van  de  Juftitie  mede  haaren  pligt  ende  homagie  af-leggen,brengen* 
een" die     de  haarc  gerchenken  °P  het  exempel  van  de|  Heyligen  ende  van  de  drie  Ko- 
ningen, doordien  fy  de  magt  ende  authoriteyt  des  Konings  reprefentee- 
ren. 

Geduerende  alle  defe  daagen  fietmen  ook  ín  het  Dorp  een  dans  van  Her- 
ders, welke  op  Kers-avont  voor  dit  gemaakte  Betbelem>  eerft  komen  danf- 
fen,  Offerende  een  Schaap,  onder  haar  allen. 

Noch  zyn'er  andere  danflèn ,  van  Perfoonen ,  welke  als  Engelen  gekleedt 
zyn ,  hebbende  fy  groóte  vleugelen  op  den  rugge  ,    ende  dit  dient  niet 
.  weynig  om  het  Volk  in  de  Kerken  te  trecken ,  om  alle  defe  dingen  te 
-     fien. 

v?"u°w-         Den  dag  van  de  Purificatie  Maria»  ofte  van  Vrouwen  Ligt-miffe ,  werdt 

ügc-miflè.  mec*e  met  vee^e  plegtelykheden  geviert ,   want  men  draagt  als  dan  in 

Proceifie  het  Beeld  van  de  Maget  Maria  tot  aan  het  Altaar,  ende  aldaar  offert 

fy  aan  handen  van  denPriefterWafch-keerlfen,  ende  Duy  ven  ofteTortel- 

Duyven. 

Het  geheele  Dorp  is  gehouden  haar  exempel  naa  te  volgen ,  ende  een  yge- 

lyk  komt  ook  Wafch-keeriTen  brengen,  om  die  te  doen  zegenen,  doch  vaa 

vier  a  vyf  fluks  die  fy  geven,  krygen  fy'er  maar  een  wederom,  welke  gefe- 

*  gent 


KH 


III.  Boeck.  T>oor  de  Spaenjche  Weft-Indiën.  XV.  Cap."  311 

gent  is  ,  de  andere  blijven  voor  den  Priefter ,  de  Indiaanen  komen  hem  defel- 
ve  daar  naa  af-koopen,ende  geven  daar  veel  meer  voor  dan  voor  deandcre,otn 
datfy  gefegentzijn. 

Op  den  dag  van  Pinxfteren  ftelt  men  weder  een  andere  vertooninge  in  de  GodtsI 
Kerke  aan,  wantterwijlen  men  een  lof-fang,ter  eeren  van  den  HEYLIdEN  fteringe" 
GEEST  iïngt ,  foo  plaatft  figh  de  Priefter  voor  het  groóte  Altaar,  hebbende  °P  pinx- 
het  aangefighte  naa  'het  volk  gekeert ,  men  laat  als  dan  op  fijn  hooft  een  Duy-  pUehF* 
ve,  welke  met  verfcheydene  bloemen  verciertis,  nederdaalen,  ende  iy         h 
werpen,  dooreenige,  expres  daar  toe  gemaakte  gaaten,  een  half  ure  lang 
geduerende,  niet  dan  bloemen  op  fijn  hooft,  om  alfoo  te  reprefenteren  de 
gaaven  van  den  Heyligen  Geeft  in  fijn  Perfoon  ,  ende  de  Indiaanen ,  om  dit 
exempel  naa  te  volgen ,  geven  hem  mede  gefchenken. 

Doch  de  Spangiaarden  en  hebben  niet  alleen  defe  Ceremoniën  ende  ver-  pftreng. 
tooningen  aan  de  indianen  geleerdt ,  maar  daar  toe  noch  haare  manieren  van  Sfaanea 
difciplinerenolte  geeifelen  in  de  goede  weeke  ,  ende  hierin  volgen  fy  haar  ¡n  het  di- 
niet  alleen  naa,maar  felfs  overtreffen  fy 'er  ten  hoogften,  in  de  geftrengheydt,  iciPline~ 
met  dewelke  de  Mannen  ende  de  Vrouwen  fig  felven  caftijden.  rcn* 

Ikhebbedikmaalengefiendat  fommige  niet  alleen  van  haar  felven  vielen, 
maar  felve  dat  iy  in  de  Kerke  ftierven,  door  dien  fy  figh  felvete  hart  geef- 
felden  ;  oock  fijn  de  Priefters,  als  dit  voorvalt,daar  mede  niet  feer  verleegen, 
door  dien  fy  verfeekert  zijn ,  dat  haar  bloedt-vrienden ,  een  MiiTe  voor  haar 
fullendoen  feggen ,  welke  haar  op  het  minfte  drie  a  vier  rijcks-daalders , 
boven  de  andere  Offerhanden  3  waardigh  is. 


Ri 


HET 


©e  India- 
nen fijn 
niet  alieen 
ten  proye 
aan  de 
Geeftelijc- 
ke ,  maar 
geoeralijk 
aan  alle  de 
Spangi- 
aarden, 
welcke 
haar  groot 
ende 
kleyn 
door  on- 
nutte la- 
fteo  uyt- 
patten, 

Voorbeel- 
den daar 
van . 


312.  HL  Boeck.    Vqyage  vanThomas  Gage  XVI*  Cap 
HET  XVI.  CAPITTÈL 

T>s  Indianen  fijn  niet  alleen  tenprqye  aan  de  Geejïelijke>  maar 
ook  generalij  k  aan  alle  de  Spangiaarden ,  welke  haar  groot 
ende  kleyn  door  onnutte  lafien  uyt-putten.  Voorbeelden  daar 
van.  T)e  Ouders  moeten  f ch  at  tingen  bet  aaien  voor  haar  e 
huwbaar  e  Kinder  m  die  fy  noch  niet  hebben  uytgetrouwt* 
'De  Spangiaarden  fchrijven  de  Indiaanen  Jaaren  [voor 
op  dewelke  fy  trouwen  moeten ,  en  dwingen  haar  fomttjdts 
fulks  op  de  twaalf  ende  derthien  Jaaren  te  doen.  VoorbeeU 
den  daar  van,  ende  van  deTyrannye  daar  omtrent van  de 
Spangiaarden  gepleeght*. 

HEten  fíjn  de  Kerkelyke  niet  alleen  welke  fich  ten  kofte  van  de  arme. 
Indiaanen  verrijken,  maar  generalijk  alle  de  Spangiaarden,  welc- 
ke voor  het  rneefte  gedeelte  leuy  ende  traagh  pijnde ,  ook  niet  begee- 
rende  te  arbeyden3haar  lecker  ende  weelig  leven  op  het  bloed  ende  fweet  vas 
die  ellendige  door-brengen,haar  alle  haare  dingen  laaten  doen  ,  en  alle  haare 
werken  maaken ,  foo  als  ik  boven  gefeght  nebbe  ,  haar  fcheeren  als  Schaa- 
pen, ende  daar-en- boven  noch  met  veel  onnutte  dingen  belaften,  en  dit  al- 
leen om  altoos  een  pretext  te  hebben ,  om  op  haar  te  rooven  enaVte  kaapen  , 
ende  om  haar ,  het  wey  nige ,  dat  fy  met  veel  moeyte  ende  arbey d  hebben  ver- 
kreegen,  te  ontnemen. 

De  Prefident  van  Guatimala ,  de  Reghters  van  de  Cancelarye  ofte  Koning- 
lijke  Audiëntie ,  de  Gouverneurs  ende  de  Prefidenten  van  de  andere  Provin- 
cien,bedienen  haar  van  de  arme  Indianen,om  haare  bediende  ende  Huys-ge- 
noten  te  avanceeren  ende  rijk  en  magtig  te  doen  worden. 

Sy  geven  aan  eenigelaft  de  Dorpen  te  vifiteren,  ende  te  vernemen  of  ook 
yder  Indiaan  genoeg  Maiz  ,  tot  onderhoudt  van  fijn  Familie  gefaayt 
heeft. 

Daar  zijn'er  andere  welke  gaan  infpe&ie  nemen  van  de  meenigtevanhet 
Pluynvged*ertedatfyaanqueeken,  en  dan  weder  andere  die  haare  Huyfen 
gaan  befien ,  om  te  vernemen  of  fy  die  in  goede  ordre  houden ,  of  haare  bed- 
den wel  ende  behoorlijk  geitelt  zijn,  naa  het  getal  van  de  Kinderen  ende 
Dienaaren  die  fy  tot  haarent  hebben. 

Daar  zijn'er  ook  welke  de  magt  ende  ordre  hebben,  om  haar  te  doen 
verfaamelen  tot  herírellinge  ende  reparatie  der  wegen ,  of  die  Commiffie  heb- 
»en  om  haare  Huysgeiinncn  op  te  tellenen  om  te  befien  hot  Yeei  Inwoonders 

dat'er 


III.  Boek.  *Door  de  SpamJcheWeft-Ináiht*  XVI.  Cap.  313 

dat  'er  in  yderDorp  zijn,op  dat  men  daar  in  foude  konnen  foodaanig  vooriier.j 
dat  haare  Stammen  toe-nemen  ende  niet  verminderen. 

Hier  moet  men  aanmereken  dat  niet  een  van  die  Bediende  ofte  Officiers  in 
het  Dorp  komt  om  fijn  Amptte  oeffenen,  of  yder  Indiaan  moet  hem  yers 
tot  verval  van  fijne  koften  ende  verteeiïnge  geven ,  ende  ondertuíTchen  con  - 
fumeeren  fy  niet  van  het  haare,  door  dien  fy3  foo  lange  als  fy  in  het  Dorp  zijn , 
íoo  veelVogelen  ende  andere  leef-rogt  laaten  brengen  als  fy  van  nooden  heb- 
ben. 

Wanneer  fy,komen  om  het  getal  van  delnwoondersvan  hetDorp  te  weten, 
lefen  fy, volgens  feeckere  rolle  ofte  lijfte,de  naamen  van  alle  de  Indiaanen,de 
eene  voorde  andere ,  op,  fy  doen  haar  alle  haare  Kinderen  mede  brengen,  foo 
Dogters  als  Jongelingen ,  om  door  infpe&ie  oculair  te  vernemen ,  of  fy  out 
genoeg  om  te  trouwen  zijn. 

Indien  het  gebeurt  dat  'er  eenige  daar  toe  out  genoeg  ïijnde ,  ongetrouwt  £oeten" ' 
bevonden  werden,  foo  bekijven  fy  de  Vaders  datTy  die  Perfoonenfo  lange  als  ScWinge 
onnutte  Menfchen ,  ende  fondèr  de  Schattingen  van  het  Dorp  te  helpen  ver-  bet^en 
meerderen ,  hebben  laaten  leven ,  foodanig  dat  fy  de  Schattinge  van  den  Va-  huwbaare 
der  verhoogen  naa  proportie  van  het  getal  der  Jongelingen  ofteDogters  die  nu  Kinderen 
huwbaar  fijnde  noch  ongetrouwt  zijn,  e,n  dat  tot  die  tijd  toe  dat  hydefelve  d!efy°j*fc 
voorfïen  heeft ,  want  als  danishy  daar  van  ontflagen ,  en  fybetaalen  felve  Cinmt  ' 
voor  haar  eygen  hooft.  getroawr. 

Doch  op  dat  die  Schattinge  altoos  toe  ende  noy  taf  foude  nemen,  daarom  DeSpan- 
hebben  fy  geordonneert,  datdiegcene,  welke  den  ouderdom  van  vijftien  §iaarden 
Jaaren  bereykthebben,fich  in  den  huwelijken  ftaat  moeten  begeven;  jaamen  Sndfá- 
heeft  den  tyd  van  te  trouwen  voor  de  Indiaanfche  Jongmans  bepaalt  op  veer-  ncn  jaren 
tien  Jaaren,  ende  van  de  Doghters  op  dertien ,  want  de  Spangiaarden  feggen ,  voorop 
dat  'er  geen  Natie  in  de  Werelt  is,  die  fich  eer  bequaam  vint  tot  de  generatie ,  J¿eQry 
die  eer  in  de  kenniiTe  van  de  ontugtigheyd  toe-neemt ,  ende  die  bequaamer  is  moeren. 
tot  den  arbeyt ,  dan  die  van  de  Indianen. 

Somtyds  doen  fy  oock  de  Jongmans  die  maar  twaalf  ende  dertien  Jaaren  Endwin. 
hebben ,  in  den  Echten  ftaat  treden ,  wanneer  fy  iien  dat  fy  kloek ,  fterk ,  wel-  f^¿¡ 
gemaakt  ende  vigoureus  zijn,  het  felve  bekragtigendemeteen  van  deCa-  heïïéive 
nonyke  Conftitutien ,  welcke  niet  wil  dat  men  voor  de  veertien  ofte  vyf-  °Pd«r 
tien  Jaaren  trouwe ,  doch  evenwel  met  die  reftri&ie ;  Niji  malitiajuppieat  £ta-  ¿l^f** 
tam :  dat  is  j  Ten/}  de  menfchelijcke  verdor  ventheyd  den  ouderdom  vervulle.  j  aar  te 

_  Als  ik  in  het  Dorp  van  ? etapa  woonde,het  welke  aanDow  Juan  de  Guzman  ,  doen. 
die  een  Man  van  aanfien  binnen  Guatimala  was,behoorde,  wierden  alle  de  In- 
woonden van  het  felve  aangeteekent ,  ende  het  getal  van  de  Schatting  ge- 
vende Indiaanen ,  op  die  wijfe  vermeerdert. 

Men  was  agt  daagen  met  het  op-tellen  befig,  gedurende  defelve  deede  voorbed 
men  omtrent  twintig  Jonge  borften  met  foo  veele  aankomende  Dochters  daarvar- 
trouwen  ,  ende  die  ,  gevoegt  zijnde  by  die  geene  ,  die  federt  de  laatfte 
befchryvinge  getrouwt  waren,  maackten  omtrent  vyftig  Huys-gefinnen  uyt , 
.    .  Rr  2  wel- 


3*4  IIL  Boeck.    Voy  age  vanThomas  Gage  XVII*  Cap 

welke  Schatringe  aan  den  Heer  ofte  de  Commandeur  van  het  Dorp  moelei 

En  van  de      Doch  het  was  eene  ellendige  faake  teilen  hoe  veel'er  noch  te  ionen  v™, 
IHraoT  r/n/  welke  men  evenwel  tot  het  huvelijk  conftringeerde     JetlTJnO^ 
á¿£Zn  dedat  ik  veele  redenen,om  fulkste  beletten  ,  ^^¿^A 
de  span,  Doop-boek  vertoonde ,  op  dat  fy  uyt  het  fclvc  van  haaVn  kleynen  ouderdom 
guarden    fouden  verfeekert  wefen  ,  tot foo  verre  ,  datmen'er  eenW  AfIa.T 

«^*^^ 

noch  geen  volle  twaelf  Jaaren  hadde ,  jnaar  men  oordeelde  dat  njne  krasnt 
endekenmife  het  gebrek  van  fijne  Jaaren  vervulde  "jnexragnt 

Soodaanigh,  dat  in  die  faake,  welke  het  meert  in  des  Menfchen  vrven 
Wille  behoort  te  ftaan  ,  te  weeten  het  Huwelijck.de  Indiaanen  van  de  Span" 
g  aarden  als  Slaaven  gehandek  werden  ,  ende  dat  alleen ,  om  de  Schattinge 

ÄÄÄrmeerdCren'  endef0°  ^«MddhJB 


HET  XVII.  CAPITTEL 

Vrolijk  ende  lujïig  humeur  der  Indianen.  Hoefy  haar  tot  hei 
dan  f  en  bereyden  ende  daar  in  onder  wejen  werden,  Hoe  fy 
de  dagen  van  de  "Patronen  van  haar  e  T)orJ>en  vieren  "Bat 
met  danjjen  f uyfen  ende  fwelgen  toe  gaat.  Toncontin  een 
miniere  van  danjfen.  Hoe  die geoeffent  ende  in  het  werck 
wertgeftelt.  Haareop-pronkingen  daar  in,  Tepambaz 
feecker  Indiaanjch  fpeel-twyg,  ende  hoe  men  daar  opfpeeld 
Tweede  wijfe van  danjfen.  Hoe  die  in  fíjn  werck  gaat.  Op. 
derfcheyt  tujjchen  deje  twee  eerfte  foor 'ten  van  danjjen  Hart 
derde  maniere  van  danjjen.  Tragedien  onder  het  danffen 
vertoont  Wonder by-ge >looJ ende fuprfiitie der Indiaanen. 
Bejluyt  desQapttels. 

Daar  is  niet  een  Indiaanfch  Dorp^et  fy  het  groot  ofte  kl/yn  zy,  ja  al  hadde 

het 


III.  Boek.  T>oor  de  SpaanfcheWeJl-Indïèn>  XVII.  Cap.  3  x  ? 

het  maar  twintig  Huyfen,  dat  niet  aan  de  Maget  Maria  ,  ofte  aan  een  van  de 
andere  San&en  ende  Sanótinnen  is  gedediceert  ende  toe  geweyt. 

De  Indianen  van  het  Dorp ,  vergaaderen  alle  avonden,  twee  a  drie  maan-  Hoe  {Y 
den  eer  die  Heylige-dag  komt,  endedatomfig  te  prepareren  tot  de  daniTe- ^¿^f. 
ryen  ,  welke  fy  op  die  dag  gewoon  zijn  te  houden,    ende  in  die  t'faamen  fen  berey- 
komften  wert  veele  Chocolate  ende  Chica  gedronken -,  den  ende 

Voor  y  der  foor  ce.  van  danflèniseen  by-fonder  Huys  geprepareert3in  het'ÍJ£í5e* 
felve  is  een  Meeiter,die  de  andere  daarin  onderwyit,op  datfy  daar  volmaak-  ienwor- 
telijk  in  fouden  onderngt  wefen,voor  dat  het  Feeftdes  Heyligs  verfchijne.    den< 

Men  hoort ,  al  die  tijdt  geduerende  ,  door  het  geheele  Dorp,  niet  anders, 
gantfche  nagten  door ,  dan  Lieden  die  fingen  ,  die  joelen  ,  die  op  Kinkhoor- 
nen blaafen,  ende  die  op  Schalmeyen  ende  Fleuyten  fpeelen. 

DogalsnueyndelijkdeFeeft-dagkomt  te  verfchynen,  foofietmenhaar,  ^°\lJ 
agt  dagen  lang ,  in  het  publi  jk  ende  voor  alle  de  Werelt  danifen ,  ftellcnde  van  de. 
voor  een  yder  ten  toon ,  het  geene  fy ,  geduerende  die  drie  maanden,  in  ge-  Patroo- 
feyde  Huyfen  hebben  geleert.  £e"  v*n 

Sy  fijn  als  dan  feer  net  ende  findelijk  gekleed,  met  zijde  froffen  ,  met  fijn  pen  vieren 
lij  waat,met  veele  linten  ende  pluymen  verciert ,  al  naa  de  natuere  van  haare 
daniferyen  vereyfcht ,  welke  fy  in  de  Kerke,  voor  het  Beeld  van  den  Heylig, 
die  de  Patroon  van  het  Dorp  is ,  beginnen ;  fomwylen  doen  fy  hetook  op  het 
Kerk-hoF,ende  geduerende  deOctavegaan  fy  van  heteeneHuysin  het  andere 
danifen,ende  in  defelve  geeft  men  haarChocolatejC^/cvz  ende  andere  dranken. 

Soodaanig  dat  men,  geduerende  die  agt  daagen,  niet  anders  dan  dronke     Datmet 
íieden  in  '  t  geheele  Dorp  fiet,  ende  als  men  haar  over  defe  hare  ovei  daad  be-  f"™,n¿. 
írraftjfoo  antwoorden  fy,  datfy  haar  verheugen,  met  haaren  Heylig,  die  in  defweigeu 
den  Hemel  is,  ende  datfy  op  fijne  gefondheyd  drinken ,  om  dat  hy  aan  haar«>egaat- 
foude  gedenken, 

De  voornaamfte  wijfê  van  danifen,  wefcke  onder  haar  gebruykt  werdt,  Toncemia 
'v/erdTonco?ttin  genaami ;  eenigeSpangiaarden ,  díe  langen  tijd  onder  de  ín-  eenmaa- 
diaanen  gewoont  haddenähebben defelve  aandenKoning  vanSpangien  binnen  ^nüen!" 
Madrid  vertoont ,  om  hem  alfoo  yets  van  de  manieren  van  het  doen  van  die 
Volkeren  te  doen  fien  ,.ende  men  fegt,  dat  zijne  Catholijke  Majefteytbetuyg- 
¿e,  daar  van  feer  wel  voldaan  te  wefen,ende  groot  genoegen  daar  in  gefchept 
te  hebben. 


^  Siet  hierop  wat  wijfe  men  defelve  gemeeniijck  te  wereke  fteld :  De  Tm _~¡¿g¡¡j¡¡.e 
diaanendie  daniTen  fullen,  fijn  ten  mínften  dertig  a  veertig  fterk,  alnaahet-èndeinhet 


Dorp  groot  ende  volk-rijk  is.  werk  werd 

Sy  fijn  alle  in  het  wit  geklèet ,  fijnde  haare  wambay  fen,  onderbroeken,  8eftek- 

ende  Ajotes,  die-by  naa  tot  op  de  aarde  hangen  ,  alle  van  witte  ftoffe. 

Oockfijn  haare  broeckenende  Ajotes  met  zijde  ofte  Veder-  werk  verciert,  «¿JjJU*" 

ofte  met  een  fchoon  galon  geboord. 
Selve  hueren  eenige  daar  toe  expreflelijck  wambayfen ,  broecken  ende 

Ajotes  van  zyde  ofte  Taffetas. 

Rr  5  Op 


TapaH/t- 
kaz-,  fea 
ker  Indi- 
aanfch 
fpeel 


316     IK.  Boeck.  Voyagie  vanThomas  Gage  XVII.  Cap. 

Op  haaire  ruggen  draagen  fy  groóte  bouquetten  van  Pluymen,  en  die  van 
allerhande  verwen,  defelve  zyn  aan  een  kleynhoute  inftrument  gelymt,  het 
welke  daar  byfonderlyk  toegemaakt  is,  zynde  buyten  op  verguit,  bet  fel- 
ye  heghten  fy  met  linten  aan  haare  fchouderen ,  op  dat  het  vaft  bly ven ,  ende 
in  het  danflen  niet  vallen  ofte  losgaan  ibude. 

Op  het  hooft  draagen  fy  noch  een  bouquetmet  Pluymen,  maar  kleynder 
als  het  eerfte,  hetfelveisaan  haar  hoeden  vaft  gemaakt,  ofte  wel  aan  een 
feekerfoorte  vaneen  Heimet  dat  gefchildert  ende  verguit  zynde.,  van  haar 
op  den  kopwertgefet. 

4,  In  de  eene  hand  dragen  fy  ook  een  waayer  die  van  Pluymen  gemaakt 
is 'i  ende  het  meefte  gedeelte  heeft  defelve  ook  aan  de  voeten,  in  maa- 
mere  van  vleugels,  fommige  draagen  fchoenen,  andere  weder  niet,  maar 
van  het  hooft  tot  aan  de  voeten  zyn  fy  alle  by-naa  met  feer  fchoone  Pluymen 
DedeKt. 

Het  inftrument  van  het  welke  fy  fig  bedienen  om  de  cadans  aande  daniTers 
aantewyfen,  is  van  de  uytgeholde  ftamme  van  een  boom  gemaakt,  het  is 
van  binnen  feer  wel  uytgehaalt  ende  effen  glad ,  van  buyten  is  het  feer  glinfte- 
iuv*  en  rendee,nde  welgepolyft,  zynde  het  felve  omtrent  viermaalen  foo  dik  ende 
hoemen  8r°ot  ƒ*  onfe  Violen ,  boven  op  het  felve  heeftmen  mee  a  drie  groóte  kerven 
op  het  ft!,  gefneden  ,  ende  aan  de  eynden  zyn  eenige  gaaten  gemaakt .  fy  noemen  het 
tfcipceld.   cenTepanahaz. 

Het  fehe  inftrument  wert  op  twee  ftoelen  ofte  op  een  bank  in  het  midden 
van  de  Indiaanen  gelegt ,  ende  de  Dans-meefter  flaat  daar  op  met  twee  ftoc- 
ken  ,  die  aan  heteynde  met  wolle  bekleedt  zyn,  hebbende  op  het  uyter- 
ite  onder  de  wolle  een  bepekte  lap  van  leder  ,  op  dat  die  daar  aan  kle- 
ven foude. 

Hoewel  nu  dit  fpeel-tuyg  een  doof>  lomp  ende  traag  gel uyt  van  iïg 
geeit ,  foo  kan  doch  evenwel  die  geene  die  daarop  fpeelt,  door  fijne  verfchey- 
dene  liaagen  ook  verfcheyde  toonen  maaken ,  ende  aan  de  Danifers,  door  de 
veranderingen  van  die  toonen ,  te  kennen  geven ,  wat  bewegingen  fy  maaken 
moeten,  het  fy  dan  met  haar  uyt  te  recken,het  fy  dan  met  te  buygen,  ofte  ook 
Q  wfnn/ier  dat  fy  fingen  cnde  hare  itérame  verheffen  fullen. 
5>ydanifen  alle  in  het  ronde,  om  dat  Inftrument  heenen  ,  volgende  de  een 
op  den  ander ,  fomwylen  gaen  fy  maar  iimpelijk  in  het  ronde ,  fomwylen  drai- 
jen  fy  het  geheele  Lighaam ,  en  al  te  met  draayen  fy  het  maar  ten  halven  3  ook 
iietmen  haar  dikmalen  het  lighaam  foodaanig  buygen  ,  dat  de  pluymen, 
die  fy  in  de  handt  hebben  ,  aan  de  aarde  raaken ,  ende  op  defe  wyfe  fingen  fy 
het  leven  van  den  Patroon  van  haar  Dorp ,  ofwel  van  eenigen  anderen  Sana 
ofte  banctinne. 

Defe  dans  is  niet  anders  dan  feekere  maniere  van  in  het  ronde  te  gaan,  fy 
continuerenhierfootweeadrieuurenin,  op  een  ende  defelve  plaatfe,  ende 
aaar  naa  gaan  fy  het  felve  in  een  ander  huys  doen. 
Het  fyn  niet  dan  de  Voornaamfte  endede  Hoofden  van  het  Dorp,  welke 

defe 


III.  Boek.  'Door  de  Sfiaanfche  Weft-Indien*  XVII.  Gap.  3 17 

defe  daniie,Toncotitw  genaam,  danifen,  fy  oeffenden  eefclve  al  eer  dat  fy  Chrï- 
ftenen  waaren,ende  daar  in  is  niet  verandert,dan  alleen  dat  fy  nu  het  leven  der 
Heyligen  fingen,daar  fy  te  voren  den  lof  van  haare  valfche  Goden  daarin  ver- 
haalden. 

Sy  oeffenen  oock  dikmaalen  een  andere  foorte  van  danifen  ,  het  welke  een  Tweed 
maniere  is  van  een  wildt  Beeft  te  jaagen ,  welck  men  tentyd  vanhetHey- wiifevaa 
dendom  aan  haare  Af-goden  opofferde ,  doch  nu  aan  den  Heylig  die  daar  Pa-  danflèn. 
troon  is. 

Men  bedient  fig  in  die  dans  van  een  groóte  verfcheydenheyd  van  voyfen  en-  Hoe  díe  in 
de  toonen,men  fpeelt  daar  in  op  een  kleyn  Tepattabaz,  ende  op  veele  Schilden  fi¡n  vver<* 
van  Schild- padden ,  ofte  wel  aarde  potten  die  met  leder  overtogen  zijn ,  hier  8aat' 
op  flaah  fy  even  als  op  de  lepanabaz  3  ende  dit  geluy  t  werd  door  dat  van  veele 
fleuyten  verfelt  ende  vermeerdert. 

Als  fy  defen  dans  danflen,  fchreeuwenfy  feer  /ende  maackeneen  groot  ge- 
rugte ,  noemende  malkanderen  by  de  naamen ,  ende  tot  malkanderen  ,  even 
als  in  cene  Comedie ,  fpreekende  ,  fommige  vertellen  dát ,  andere  weder  wat 
anders •,  doch  het  flaat  alle  op  het  Beeft  dat  fy  jaagen. 

Alle  zijn  fy  als  Beeften  vermomt ,  fommige  hebben  huyden  om  het  lijf, 
welcke  als  die  van  Leeuwen  fijn  gefchildert ,  andere  als  die  van  Tygers  ende 
Wolven  3  ende  op  haare  hoofden  draagen  fy  Helmettcn ,  welke  als  de  hoof- 
den van  die  Dieren  zijn  toegeftelt,  ofwel  als  die  van  Arenden  ofte  andere 
Rool-vogels. 

In  hare  handen  draagen  fy  ook  houten  welke  alsfchigten,  degens  ende 
bijlen  gefchildert  zijn ,  met  defelve  dreygen  fy  het  Beeft  dat  fy  vervolgen. 

Andere  vervolgen  eenMenfch  in  plaatfe  vaneen  Beeft,even  als  oi  hy  in  een 
Bofch ,  door  wilde  Beeften  ,  die  hem  verfcheuren  wilden  ,  vervolgt  wierde. 
Die  geene  welcke  aldus  vervolgt  werd ,  moet  feer  rad  ende  gaauwter  voer 
zijn,  ende  figaanftellen  even  als  een  Menfch  welcke  vlugtom  fijn  levente 
falverenafläande  aan  alle  zijden  op  defe  Beeften  die  hem  vervolgen,  ende  doch 
eyndelijk  vatten  en  eeten. 

Gelijck  het  Toncont'm  voor  hetgrootfte  gedeelte  beftaat  in  feer  langfaatn  te     Onder- 
treden;  ende  íig  om  te  draayen,  oock  in  hetlicchaamíomwijlenfagtelyck  fCÍ¡*yt\aí* 
uyt  te  recken,  foo  is  in  tegendeel  defe  maniere  van  danifen  vol  levensende  tíeeeerfte 
adié,  dan  loopt  men  een  tyd  lang  in  een  ron-de  kring,  ende  dan  weder  daar  foorten 
buyten ,  nu  fpringen  fy  weder  ende  flaan  op  de  Inftrumenten  die  fy  in  de  han-  p^danÁ 
den  draagen,  het  welke  maakt ,,  dat  dit  fpel  verdrietig  valt,  enveelgewoels  en' 
ende  gcrugt  maackt ,  oock  hebbe  ick  daar  in  noyt  vermaack  konnen  fchep- 
pen. 

Te  Mexieobedienenfy  haar  noch  van  een  andere  wijfe  van  daniTen3in  defel-  Hareder- 
ve  fijneenige  als  Mannen  ende  andere  als  Vrouwen  gekleed.  ft^T^ 

Ten  tyde  van  het  Heydendomdienden  fy  haar  van  defelve  om  dèn  lof  van  danflètv 
haaren  Koning  ende  Keyfer  te  fingen,  maar  nu  roemeniy  in  haare  Liede- 
kens  den  Koningh  der  Heeraïckheyd  ofte  het  Heylig  Sacrament ,  fich 

gemeen* 


onder   het 

danfle» 

vertoon». 


318  III,  Boeck.  Voyagie  vanThomas  Gage  XVII.  CapJ 

gemeenlijk  van  defe  volgende,  orte  van  andere  daar  van feer  weynigh  ver- 
fchillende woorden,  bedienende. 

Salid  Mexicanas  bailad  Toncontm  , 
Canfalas  galanas  encuerpe  gentil. 
En  wederom  daär  naa : 

Salid  Mexicanas  bailad  Tencontin , 
Al  Rey  de  la  gloria  venemos  a  qui, 
Op  defe  wijfe  daníTen  fy  in  her  ronde  ,'op  haare  Guirarren  fpeelende ,  ende 
foo  nu  ais  dan  een  veers  of  twee  alle  gelijk  herhaalende ,  ende  roepende  de 
Jufferen  van  Mexico  ,  om  nevens  haar,  den  lof  van  den  Koningh  DER  Heer- 
lyckheyd  te  komen  fingen. 

Behalven  defe  daníTen ,  daníTen  fy  ook  onfe  Sarabanden ,  ende  díe  van  de 
Negers,  met  de  Caftagnetten  aan  de  vingeren* 
Tragedíen  jyiaar  jen  dans  die  het  gemeene  Volk  het  meefte  behaaght ,  ende  over  ac 
welke  fy  fich  het  meefte  verwonderen,is  een  foorte  van  een  Tragedie ,  welke 
fy  al  danifende  vertoonen ,  defelve  beftaat  dikmaalsin  het  reprefenteeren  van 
den  dood  van  St.  Pieter,  ofte  Johannes  de  Doper. 

In  defelve  fijnPerfonen  die  denKeyfer  Nero,o£te  dcnKomngHerodes  nevens 
haare  Vrouwen  verbeelden,  ook  noch  een  andere,  welke  meteen  langen 
rok  is  bekleet ,  defe  fpeelt  voor  Johannes  de  Dooper  ofte  voor  St.  Pieter , 
defelve  treed  in  het  midden  van  de  andere  terwijlen  dat  fy  daníTen ,  houdende 
een  boek  in  fijn  hand,  evenalsof  hy  daar  gebeden  uyt  las,  ook  fijn  alle  die 
geenc ,  welke  daniïen ,  als  Capireynen  ende  Soldaaten  toe-geftelt,hebbende 
Degens,  Pongiaarden  ende  Heibaarden  in  haare  handen. 

Sy  beweegen  haar  op  het  geluy  t  van  een  kleyne  Trommel  ende  van  eenige 
Fluyten,  dan  in  het  ronde,  dan  voorwaarts  ende  dan  weder  aghterwaarts, 
ook  fpreeken  fy  dikmaalen  tot  den  Kiyfer  ofte  den  Koningh,  en  ook  wel 
onder  malkanderen  ,  komende  dat  alle  uyt ,  op  het  voornemen  dat  fy  hebben 
van  den  Heyligh  te  vangen  ende  te  dooden. 

De  Koningh  ende  de  Koninginnegaan  fomwijlen  fitten,  om  tegens  den 
Heyligh  te  hooren  pley ten ,  ook  om  fij  ne  verantwoordinge  te  verftaan ,  ende 
daar  op  daníTen  fy  weder  met  de  andere.  „ 

Doch  eyndelijk  komt  het  daar  op  uyt,dat  fy  St.Pieter  met  het  hooft  neder- 
waarts cruy  eigen,  ende  Johannes  de  Doper  het  hooft  af-hacken,  hebbende  fy 
daar  toe  een  gefchildert  hooft  in  een  fchootel  dighte  by  de  hand ,  het  welkefy 
aan  denKoningh  en  deKoninginne  prefenteeren,  welke  daar  op  met  alle  de 
andere  van  vreughde  daníTen,  en  ey  ndigen  met  het  af-nemen  van  het  Cruyce, 
van  die  geene ,  die  den  Perfoon  van  St.  Pieter  verbeeld  heeft. 
wonder        Het  meefte  ghedeelte  der  Indiaanen  heeft  eenigh  by-geloof  ende  naa- 
by-geioof  dencken  van  het  geene  fy  in  die  dans  gedaan  hebben,  even  als  oferyets 
peffticic"   daadelijcksende  reëels  in  was,  boven  de  vertooninghe van  die  gefchiedc- 

der  Indi-    nilTc.  _. 

a»ne&'  Vit 


IILBoEK. "Door  de Spaanfche  fVefi-IndiemXVllI.CAP.  3 19 

Die  geene  welke  voorSt.PieterofteJohannesdeDopergefpeelthadde,was 
gewoon,  wanneer  ik  noch  onder  haar  woonde,  het  eerfte  van  alle  te  biegte  te ' 
komen,  feggende  dat  hy  foyver  ende  heylig  moefte  zijn,  even  als  den  He  vli» 
welken  hy  verheelt  hadde,  ende  dat  hy  hem  tot  de  dood  moefte  bereyden    * 

Op  defelve  wijfe  quaamen  daar  naa  oock ,  die  geene ,  die  voor  Herodes  ofte 
HerodMs  of  wel  voor  Soldaaten  in  die  dansgefpeelt  hadden,  dieHeyli»en 
befchuldigt  ofte  tegens  haar  gepleyt  hadden,  belijdende  in  de  biegte  haare 
dinfonden,  endedeabfolutiedes  wegen  verfoeckende.    « 

lek  fal  inhet  volgende Capittel noch  verfcheyde  aanmerckctis- waardige 
dingen  van  de  Indianen  feggen,  welke  ik  ten  tijde  dat  ick  onder  haar  woonde,  de 
hebbe  vernomen»   - ' 


Eefiayt 
s  capir> 

cels. 


HET  XVIII.  CAPITTEL. 

Tien  Autheurwil  naa  fin  Vaderland.  Verjoekt  hier  toe  ver- 
lofvan den  "Provinciaal  ende  Trefident ,  die  het  bey  de  wey- 
geren.  Hy  neemt  voor  op  het  platte  land  te  gaan  woonen , 
om  de  Indiaanfche  Taaie  te  leeren  ende  geit  te  winnen.  Tien 
Autheur  fchrijft  naa  Spangien  om  fijne  ontjlaaginge.  Hy 
laatfig  bewegen  om ,  in  het  gefelfchap  vanjeekeren  Moran , 
een  nieuw  land  te  gaan  door-reyfen.  Sijn  loffelyck  oog- 
mer ck  hier  in.  Vertrek  ^¿  Guatimala.  KomJieteCobm. 
Vertreck  van  daar.  Moegelijke  wegen.  Sy  fien  huyfen  ende 
bebouwt  Land ',  ende  komen  by  Menfchen.  Sy  tree  ken  ver- 
der ende  komen  weder  by  andere  Indianen.  Tien  Autheur 
wert  nevens  meer  andere  fiecL 

T^T  Aa  dat  ik  ik  den  tijd  van  drie  Jaaren  een  geheelen  loop  in  de  Philofo- 
L^  £u    \n      Univcrfitcvt  van  Gtiatimala  geleert ,  ende  een  andere  in  de 
™,    j Theologie  begonnen  hadde,  foo  begonde  ick  gedagten  te  krijgen, 
om  weder  naa  Engeland  te  gaan. 

Ik  adreffeerde  my  ten  dien  eynde  aan  den  Provinciaal  en  aan  den  Preiïdent 
xznuuatmala,  verfoeckende  dat  fy  my  wilden  toelaaten  weder  naa  mijn  Va- 
derland te  keeren ,  doch  geen  van  haar  beyde  wilde  my  lulcks  accordeeren  , 
coor  dien  er  eenejiprelTeordre  vaniïjne  CatholijkeMajefteytlag,  foo  wel 
ais  van  hjnen  Raad,door,dewelcke  ftri&elijk  verboden  wierde,geen  Priefter . 
welke  door  iïjne  gefeyde  Mäjeftey t  in  de  Indien  was gefonden,daar  uy t  te laa^ 
ten  trecken  5  voor  ende  al  eer  hy  tien  Jaaren  in  defelve  hadde  door  gebragt, 

Sf  Siende 


Den  Aa- 
theur  wil 
na  fijti  Va- 
derland, 

Ver'oeckt 
hier  toe 
verlofvan 
den  Pro- 
vinciaal 
ende  dea 
Prefident , 
die  het 
beyde 
wey  geren. 


;: 


om  íijiie 
ohrflaa- 

gjoge. 


320 III.  Boeckv    Voyagte  vanThomas  Gage    XVIII.  Cap, 

Hy  neemt  Siende  my  dan  gedwongen  om  in  dat  Land  als  een  gevangen  te  moeten 
hematíe  woonen  5  buyten  hoope  van  in  langen  tijd  Engeland  te  mogen  befchouwen  , 
jaidte  •  foo  nam  ik  voor  van  niet  langer  binnen  Gaatiinula^to.  blijven ,  maar  ik  wil- 
gaan woo-  ¿e  die  itadverlaaten,  ende  op  het  platte  land  gaan  refideren,  om  foo  de  Indi- 
indiaande  aanfche  Taaie te  leeren  ende  my  bequaam  te  maaken ,  om  op  de  Dorpen  te 
íche  Taaie  konnen  Prediken,  waarmede  ick  verfeeckert  was  veel  meer  geit  te  fullerr 
reieeren  koonen  winnen  •,  dan  in  de  UniverfiteytvanGwtóvtf/^ ,  en  ik  deede  dit  des  te 
tewiníen  meer>  door  dien  ik.hetfelye  vannooden  haddeom  met  iatfoen  te  konnente 
'  huys  komen. 
Den  Aa-  jck  oordeelde  ondertuffchen  dat  ick  niet  qualijck  zoude  doen ,  zoo  ick  naa 
fchrijfc  na  Spangien , aan  een  zeeker  Engelfch  Religieus,  mijnen  Vriend^  Frater  Faulus 
spangien  van  London  genaamt ,  fchreef ,  ende  hem  te  gelijk  bad ,  aan  het  Hoi  te  Ma- 
drid, ende  by  onzen  Generaal  te  Romen  ,  foo  veel  te  willen  uytwerken  3  dat 
ik  perrniiTie  om  in  mijn  Vaderland  te  keeren »  quaame  te  verkrygen. 

Op  defe  zelve  tyd  quam  den  Prieur  van  Cohan ,  uyt  de  Provincie  van  Vera' 
Paz  te  Guatimala  ,  iij nen  naam  was  Francifco  Moran ;  hy  vertoonde  aan  den 
Prefident,  ende  aan  alle  andere  Magiílraaten  ende  Overigheden  van  de 
b'tad ,  hoe  noodig  dat  het  was  dat  men  hem  de  behulpzaame  hand  bood,  om 
een  weg  te  ontdecken  van  díe  Provincie  na  die  varxjjicatan ,  ende  om  die  Bar- 
baren te  vernielen  ende  uyt  te  roeyen,  welke  den  door-togt beletten,  ende 
fomwijlen  der  Chriftenen  Plaatfen  quaamen  beroven. 
fichb  laat     ^e^e  ^orm  was  mijnen by-fonderen  Vriend ,  hy  hadde  het  Geeftelijcke 
¿en  omtn  kleed  aangetrocken  in  het  Klooiter  van  St.  Paulus  te  Valladolid'm  Spangien, ik 
het  gefel    was  mede  in  het  felve  op  getogen  ende  in  de  Ordre  aangenomen ,  hy  bad  my 
feekPVan  zeer  ^at^  met  hem  zoude  willen  gaan,om  deze  Heydenfche  Af-goden-Die- 
Monmeen  naars  des  te  beter  tot  hetChriftendom  tekonnen  brengen;  hyfeyde  mydat 
nieuw       mert  buyten  allen 't  wij  fiel  groóte  rykdommen  in  dat  nieuwe  Land  foude  vin- 
Land  te     den,endedatikmykondeverfeekeren,datikvandezelYe3zoowelalshy,mijtt 
Sjfeï!     gedeelte  rykelyk  foude  hebben. 
sijne  lef-     ^y  na£*de  niet  veel  moey te  om  my  daar  toe  te  bewegen  ,  £oor  dien  ik  niet 
feüjkoog-  zoo  zeer  wenfte  dan  te  arbeyden  tot  de  bekeeringe  van  eenigVolk  ofte  Natie, 
merk  hier  welke  noytvan  J  E  S  U  S  C  H  KIS  T  U  S  hadde  hooren  fpreeken.foodaa- 
ip*  nig  3  dat  ik  voor-nam,  het  Ampt ,  dat  ik  in  de  Univeriïteyt  befar,  te  verlaa- 

ten ,  om  den  Naame  J  E  S  U  C  H  R I S  T I  onder  die  ongelovige  Land-aart 
te  gaan  groot  maaken  ende  verbreyden. 
vertrek      De  Provinciaal  hadde  een  groóte  vreugde  als  ick  hem  betuygde  dat  ick 
lnlSmU"  zoodaanïg  eene  refolutie  hadde  gen»men,ende  naa  dat  hy  my  eenige  gefchen- 
ken  hadde  gegeven,  ende  van  geit,  tot  het  geene  ik  nodig  hadde,beforgt,  font 
hy  my  met  Mttrm  naa  Vera-Paz  toe ,  met  vy  ftig  Spaanfche  S'oldaaten ,  die  den 
Prefident  ons  hadde  toegevoegt,om  ons,defeReyfe  gedurende, te  convoyeren 
Komfte  te     Als  wy  te  Cohan  waaren  gekomen ,  voorzaagen  wy  ons  van  alles  dat  wy  ons 
iob°* «     noodig  oordeelden  tot  eene  zaake  die  zoo  zwaar  ende  gevaarlijk  was ,  als  die 
geene  3  die  wy  aanvingen, 

x   Vaa. 


. 


III.Boek.  "Door  de  Spaanfche  JFefl-hdtemXVlILCAp.  jit 

Van  Coba»  quaamen  wy  in  twee  groóte  Dorpen ,  door  Chiftenen  bewoont    vertre.i 
zij nde  ,  het  eene  heeft  den  naam  van  St.  Pierer  ende  het  andere  van  St .  Juan  ,  van  dasr' 
hier  kregen  wy  noch  hondertlndiaanen  by  ons,omonsConvoy  te  verfterken? 
ende  ,  geduerende  de  Reyfe,  te  dienen, 

Wy  reyfden  met  groot  gemak  op  Muyl-efeis  noch  twee  dag-reyfenaan 
geene  zyde  defe  Dorpen ,  en  dat  dooreen  Land,  datt'eenemaal  met  Chri- 
üenen,  in  kleyne  Dorpen  woonende,  bevolkt  was. 

Doch  naa  die  tw&e  daagen  ,  foo  als  wy  aan  de  Frontieren  ende  Grenfen  van  MoeyeKj. 
die  Heydenen  begonden  te  naaderen,  foo  vonden  wy  den  wegibodaniga  ke  wegen, 
dat  het  voor  de  Muyl-efels  niet  mogelijk  was  defelve  te  betreeden,waar  door 
wy  te  voet  moeiten  voort-reyfen.        ' 

Twee  daagen  lang  deeden  wy  niet  dan  op  en  de  nederklimmen ,  en  dat 
op  ende  van  het  Gebergte  dat  met  Boomen  beplant  was ,  ende  de  ongemac- 
kelijckheyt  der  wegendeede  ons  den  moet  om  het  Volk,  datwyfogten,  te 
vinden ,  verliefen.  Wy  hielden  evenwel  geduerende  den.nagt  goede  wagt , 
uyc  vreefe  van  door  de  vyanden  overvallen  te  worden ,  en  namen  voor  op  den 
volgenden  ogtent-ftont  onfen  weg  te  vervolgenende  verder  voort  te  trecken. 
In  dat  Gebergte  vonden  wy  verfcheyde^ie  foorten  van  vrugten,  etndein. 
de  leegten  ende  daalen  veele  Fonteynen  endelfteken,  nevens  verfcheyde 
Boomen  die  Cacao  ende  Achiotte  droegen. 

Wy  trockendan  denderden  dag  weder  voorwaarts  aan ,  ende  quamen  in 
eene  Valeye ,  door  het  midden  van  dewelke  feekere  Reviere  liep  die  niet  feer 
<liep  was,  in  defe  Valeye  ,  faagenwy  eenige  Milpas  ofte  kleine  Dorpjens, 
ende  Velden  met  Maiz  befaayt. 

Hier  uytbefpeurden  wy  dat  wy  digtc  by  de  Indianen  waaren ,  die  verplig-  EusJc^1 
te  ons  goede  forge  te  draagen,  en  ons  by  malkandercn  gefloten  te  houden,  om  ende  bc 
haar  te  konnen  af-keeren  foo  zy  ons  attaqueerden.  touwt 

Als  wy  op  defe  wijfe  voort  marcheerden  quamen  wy  op  het  onverwagtfte  Land* 
by  fes  arme  Hutten ,  welke  met  tacken  van  Boomen  ende  Palmitas  bladeren  Jn  komea 
gedeckt  waaren,  in  defelve  vonden  wy  twee  Mannen ,  drie  Vrouwen  ende  {Jh&a~ 
vyf  kleyne  Kinderen  xfy  waaren  alle  naakt,  ende  hadden  wel  willen  vlugten  3 
maar  fulcks  was  haar  niet  mogelijck. 

Wy  ruften  ons  i»haare  Hutten  watuyt,  gaven  haar  van  onfeleef-togt, 
welke  fy  in  het  begin  wegfmeten,  niet  doende  dan  roepen  ende  fchreeuwen, 
tot  dat  haar  Moran,  door  fijne  woorden,  die  fy  ten  deele  verftonden,  wat 
hadde  nedergefet ,  en  doen  bedaaren. 

Wy  gaven  haar  Kleederen  ende  leydden  haar  met  ons ,  in  hoope  dat  fy  ons 
eenigen  Schat  foudea  ontdecken,  ofte  wel  eenige  andere  Indiaanfche  woon- 
plaatfe ,  die  grooter  dan  de  haare  was ,  helpen  vinden ,  doch  fy  waaren  geheel 
dien  dag  foo  grijnig  ende  moeyelijck  vanhumeur,  datwy  niet  met  alle  uyt 
haarverftaan  konden. 

Op  defe  wijfe  rrocken  wy  dán  al  voorwaarts  aan,  volgende  de  voet-ftappen  s?  trecke«» 
äerlndianenawelke  wy  hieren  daar  vonden ,  tot  dat  het  het  by-naa  nagt  was  ,• vo      ea 

S  f  z  als 


Sy  fetten 
den 
marien 


322  III.  Boeck.  Voyagie  vanThomas  Gage  XVlll.  Cap. 

als  doen  quamenwy  by  twaalf  Hutten 3ïv idefelve  waaren  omtrent  twinri» 
Pcrfoonen  ,foo  Mannen ;  ,\  rouwen  alsKmderen  ,  wy  ontnaamen  haar  haa  f 

'  iTu  en.    v,1J  rV  end£  VOndf  by  haar £en redeliJke  ^antiteyt  Palmita 
Vifch  ende  Vleefdi  ,  waar  mede  wy  ons  ververllen  ƒ  n  «umitas  > 

Sy  feyden  ons  dat  'er  een  groot  Dorp  was  ¿  twee  dag-reyfen  daar  van  daan 
gelegen  ,  dit  verphgte  ons  geheel  die  nagt  goede  wagfte  houden 

Ik  bevont  my  opdiePlaatfe  vermoeytendefieck-liik-     a<-i¡;ir««L. 
eanderevanonsíeíelfcr.pd^^^ 
mogelijk  verder  te  trecken  hier  doornamen  wy  voor  ons  op  diePlaatfe  Seder 
te  flaan.fendende  eenigeindianen  enSpangiaarden  om  den  weg  te  ontdecker. 

Sy  vonden  noch  cemje  Hutten  ende  Velden  met  MaiZ  beifayt ,  als  oock 
metC.  */,.  Fafeolen  ende  Cateen,  maaralle  de  in  woonders  waren  gevlugt 

HET  XIXTCAPITtEl: ï 

Syfetten  de  marfchweeder  voort.  Vee  Ie  ver  den  fïeck.  Tien 
Autheur  heeft  berouw  van  de  Reyfe.  Befchrijvinge  van  de 
Hamacs*  Sy  naaderen denvyand.  T>ie haar  kloeckelijck 
aanvalt.  *Ben  Autfoeur^hier  over  in  groóte  vr  e  eje  zijnde  y 
wertdoor  Moran  ge  tr  ooft.  Eyndevanhetgevegt.  Getal  der 
dooden  &c.  Muyterye  der  Sfaanfche  Soldat  en  Waar >uyt  die 
ontftont.  Kloeckerefolutie  der  Indianen.  Verfeheyde  voor- 
flagen  der  Sfaanfche  Soldaten.  Tweede  attaque  der  India- 
tien.  T)e  Sf  aan)  che  rejolveren  te  rugge  te  trecken ,  maaken- 
de  alvorens  eenaccoort  met  de  Indiaanen.  T>e  Sfaanfche 
trecken  te  rugge.  Nemen  eenige  Kinderen  mede.  Dwaas 
voornemen  vanMoun.  Tegens  het  welckeftg  den  Autheur 
fielt.  T)og  te  vergeefs.  Ver  treek  van  Coban  naa  de  Golf 
EnvaudaamaTmxillo.  Komfte aldaar*  Swackheydder 
T laatje.  Armoede  van  Comayagua.  Befchrijvinge  van  de 
CaíTave.  Gratias  a  Dios een  goede  Valeye.  Goe  dh  er  tige  In- 
dianen in  Comayagua.  Komfte  te  Guatimala  daar  f  y  met 
groóte vreugde  ende  eer  e werden  ont fangen*  TtenAutheu* 
fcheyd van  Morm  af 

Aks  onfe  uyrgefondene  waaren  weder  tot  ons  gekeert,  vermeerderde 
den  luit  in  ons  om  verder  te  trecken ,  door  het  verhaal  dat  fy  ons  dee- 
denvandesLands  ichoonheyt,  maar  fy  waarfchoudenonsGokdatwy 

op 


III.  BoEck.  T>oor de SfaenJcheWefi-Indïèn.  XIX.CAp.-323 

op  onfe  hoede  moeiten  wefen>door  dien  het  vlugren  van  delndianen  gzen  duy-     weder 
fter  teken  was,  van  dat  alle  de  Inwoonders  van  onfe  komfte  waren  Verwittigd  voorE' 

Des  morgens  vroeg  beiloten  wy  tot  aan  die  woonplaatfe  welcke  ons  volck 
geilen  hadde  voort  te  trecken,  om  dat  die  Meer  openlag,  ende  daardoor 
bequamer  was  om  van  fig  te  fíen,  ende  om  het  gevaardat  ons  mogtedrcy  • 
genteontdecken. 

Alle  defe  wooningen  fíjn  digte  aan  deReviere  gelegen, deSonne  fteekt  daar  VeeIe 
foo  hevig  dat  wyde  koortfe  daarvan  kregen,  oockontftackde  roode-loop  JSb? 
onder  ons  volk.  iec 

Hoewel  ickgeheel  vermoeyt  ende  afgemat  was ,  foo  liet  ick  doch  niet  naa    DenAn- 
met  de  andere  voort  te  trecken,  maar  het  was  niet  fonder  leet-wefen,van  dat  bmmw  '* 
ick  my  op  die  reyfe  begeven  hadde ,  ende  dat  ick  te  voete  moeite  gaan ,  oock  van  de 
begon  ick  te  vreefen  dat  ons  eenig  ongemack  op  het  onvoorfienite  mogte  over  Reïle* 
komen ,  door  dien  de  Indiaanen  van  onfe  komfte  gewaarfchout  waaren. 

Ds  gevangenen  die  wy  hadden,  begonden  nual  watgemeenfaamermetons 
tewerden,  ende  feyden  ons  dat  fy  in  die  Reviere  fomwijlenGoudt  vonden  , 
dat  >er  dieper  in  het  Land  een  groot  Meer  was  ^ront-omme  het  welcke  veele 
Indiaanen  woonden  ,  die  ftrijdbaar  ende  kloeckmoedig  waaren  ,  welcke 
iïg  feer  wel  van  boogen  ende  pijlen  wiñen  te  bedienen. 
;  De  hoope  van  goud  te  vinden  verwackerde  in  fommige  den  moed ,  doch  de 
vreefe  van  defe  menigte  van  Indiaanen  te  ontmoeten  ,  veroorfaakte  dar 
eenige  wel  hadden  ge  wenft  uyt  defeBoífchen  ende  onbekende  plaatfen  te  zijn, 
ende  tegens  Moran  begonden  te  murmureren  om  dat  hy  haar  in  dat  gevaar  ge- 
bragt hadde. 

Den"  nagt  gekomen  lijnde  begaf  ick  my  tot  de  rufte ,  gelijk  ook  de  andere  Befchaj- 
Spangiaarden  die  fieck  waaren  deeden ,  fómmige  op  den  bloten  grond  neder,  £352? 
ende  andere  in  Hamacs,  foo  als  ick  mede  gewoon  was  te  doen.  DekHamacs 
iijn  bedden  die  van  Catoen  gebreydzijn,  men  maakt  die  aan  twee  paaien 
ofte  bomen  vaft,  men  hangt  daarin  delugc,  ende  door  deminftebewegin-. 
gedeslicchaams,  foo  wiegt  men  ügfelve  daar  in  aan  beydedefyden  over  * 
oöck  flaapt  men  in  defelve  foo  wel  als  in  een  wiegjen. 

Ik  rufte  dan  tot  omtrent  midder-nagt ,  want  als  doen  maakten  onfe  fchild-  Sy  omdec- 
wagten  alarm ,  ende  waarfchouden  ons  dat  de  vyanden  tot  ons  naarderden , ken  d?a 
in  meninge  van  ons  te  attaqueren,  ende  in  de  duyllernifle  des  nagt  te  overval-  vyïn 
len ,  hier  voegden  fy  by ,  dat  men  geloofde  dat  die  wel  duyfent  fterk  waaren. 

6y  vielen  als  wanhoopige  ende  raafende  menfchen  op  ons  aan,  doch  doen     Di^Jwaf 
fy  befpeurden  datfy  ontdeckt  waren,enhet  geluyd  van  onfe  trommen  hoorden  ¿Ster  k 
nevens  het  fchieten  van  onfe  Roers  ende  Musketten, maackten  fy  foo  een  ver-  aanvalt  " 
yaarlijck  geroep  ende  gefchreeuw,dat  ik  Yan  vreefe  fweette,niet  tegenftaande 
ick  van  de  koortfe  beefde 

Doch  Moran ,  die  iïg  aan  my  quaam  biegten  ,  niet  anders  dan  de  dood  ofte  Den  aq- 
eenige  doodelijcke  quetfuere  verwagtende,  quam  my  het  herteftercken,  thewhiér-j 
feggende  dat  ick  niet  te  vreefen  hadde,  dat  ick  my  maar  geruit  moeiteoverm 

Sf  3  hou- 


m\\ 


crooíl. 


.ftaac. 


324  I  IL   Boecio     Voy  age  vanThomas  Gage   XICap,  X. 

frre°rte  houden,  konnende  haar  inden  íhat,  waar  inikmy  doe  bevond,  gantfch 
¿rjnJe  geendienítedoen  ,  ende  dat  het  gevaar  voor  my  minder  was  dan  ik  my  in- 
weid  door  beelde,  door  diende  Soidaatenfigh  ront-om  mygeplaatft  hadden,  foodaa- 
loran  ge-  n3"gn  ¿al  aan  c|e  ongelovige  ,  den  wegh  ,  om  tot  my  door  te  dringen  ,was  ge- 
floten, daar  by  voegende,  dat  wy,fonder  levens  gevaar,niet  vlughten  kon- 
den. 

Eyndcvan  Het  ge  veght  duerde  niet  langer  dan  een  uere,  want  díe  tijdt  verftreecken 
ve^hc'ge-  2'Jncte>  naamende  Vyandendevlught  ;wy  vingen'erthien,  ende  op  den  vol- 
tal van  genden  dagh  vonden  wij'erderthienop  de  aarde  doodt  uyt-geftreckt leggen, 
doodea,  Wy  hadden  ook  viji  ghequeften,  waarvan'er  een  op  den  volgenden  dagh 
**•  flierf. 

Muyterye  Des  morgensbegondenonfe  Soldaaten  temuytineren  ,  feggende  de  Span- 
<lerSpaan.  gierden  rondelijk  uvt5  datfyvan  voornemen  waaren  wederom  te  keeren, 
daaten!"'  door  dien  fy  noch  een  heviger  aan-val,  dan defe  eerftegeweeft  was, op  den 

volgenden  dagh  ofte  naght  verwagten. 
Waar  uyc     Want  eenige  van  de  gevangene  Indiaanen  verklaarden  haar  naaktelijk,  dat 
die  ont-     wy  ten  minden  fes  of  feven  duyfent  Indiaanen  op  den  hals  fouden  krijgen,  foo 
wy  niet  wieder  teruggekeerden. 

Sy  voegden  daar  by,  dat  fy  wel  witten ,  dat  de  Spangiaarden  dat  gehee- 
le  Landt  befaaten  ,  uy tgefondert  alleen  die  kleyne  ftreeke  welke  iy  bewo  on- 
den:  dat  fy  in  defelve  Land-ftreeke  wilden  leven  fonder  yets  met  ons  te  willen 
te  doen  hebben;doch  dat  fy,  foowv  haar  Land  wilden  befien,ende  als  vrien- 
den daar  door  treeken,  onsvryelijk  fouden  laaten  paiferen  j  fonder  ons  het 
minfte  leedt  te  doen. 

Maar  foo  wyquaamen  in  voornemen  van  haar  te  beveghten,ende  totflaa- 
ventemaaken,  even  als  wy  hare  naa-bueren  gedaan  hadden ,  fy  alle  geilen 
waaren  al  vegtende  te  nerven ,  dan  haar  aan  ons  over  te  geven. " 

DqÍq  woorden  verweckten  tweefpalt  onder  ons  Volk.  Sommige  waaren 
van  gevoelen ,  de  trouwe  der  Indiranen  te  beproeven,ende  op  haar  woordin 
vrede  door  haar  Landt  te  treckemtot  dat  wy  aan  eenie  Dorp  MTcaJucaton  fou- 

«toaren.  Andere  wilden  delndiaanen  gaan  beftrijden,ende  de  derde  oordeelden  dat- 
, men  moefte te  rugge keeren,  door  dien  wy  niet  beftant  waaren,  om  alle  de 
i  maght  der  Indiaanen,  diein  dat  Landt  waaren,  te  wederftaan.  Daarwierd 
evenwel  die  dagh  geen  befluyt  genomen,  door  dien  wy,  teroorfaakevaadc 
lïecken  ende  gequetften ,  niet  konden  op-breeken  ende  verreyfen. 

Soodaanig  dat  wy  noch  den  volgenden  naght  op  die  plaatfe  bleven  y  in  de- 
welke ,  omtrent  in  defelve  tijd  als  in  de  voorgaande  gefchiet  was,  de  Vyan- 
den  ons  voor  de  tweede  reyfe  quaamen  befoeken ,  doch  door  dien  fy  faagen 
dat  wy  haar  verwaghten,  zijnde  wel  op  ons  hoede,  foonaamenfy  haaftdc 
vlught. 

De  spaan-     Op  den  volgenden  morgen  ftelde  wy  vaft,  dat  wy  fouden  wederom  keeren, 
ichc  rdoi-  en4e  j^m  <jecc]c  aan  de  I  lïdiaanen  feggen  3  dat  3  inge  valle  fy  hem  in  ruft  en 

vreede, 


Kloeke 
.relblutie 
der  Indi- 
aanen. 

Verfchey- 
de voor- 
nemens 


Tweede 
attacque 
der  /ndi- 
aanen. 


III.  Boek-  T>oor  de  SpaanJcheWeft-Indïèn.XYX.  Gmfij 

vreede  ,  om  het  Land  van  Jucatan  te  ontdecken  ,  door  haar  Land  wilden  laa-  veret1  te 


rugúete 
treckcn 


..wv,^  ,  ""'»vw  ^,«nw  »ani/»l.l*Hi»LcuiiLuci.aci] ,  uuur  naar  j^ana  wilden  iaa- 
ten  trecken.hy  over  eemge  maanden  wederom  wilde  komen,zij  nde  maar  met "  T « 
feslndiaanen  verfelt,dat  hy  fijn  leven  in  haare  handen  wilde  ftellen.als  verfee-  Snde 
kert  zijnde,  dat,  in  gevalle  fy  hem  ongelijk  deeden,  allede  Spangiaärden  dorens 
der  omliggende  Plaatfen ,  lich  ibuden  verfaamelen  .  en^  om  /hit*  r^  „„.*._  cen ¿c- 


coord  met 
ie  /ndia- 
nen. 


der  omliggende  Plaatíen,  fichlouden  verfaamelen,  ende  om  fulks  te  wree-  " 
ken  tege.ns  haar  in  de  Waapenen  komen ,  fullende  niet  ophouden  voor  dat  fy  d! 
haar  hadden  uyt^geroeyd.  n< 

Hier  op  gaven  fy  tot  antwoord  ,dat ,  ingevalle  hy  met  dat  klevne  getal  van 
Indiaenen,  waar  van  hy  haar  hadde  laaten  feggen ,  quam ,  hy  van  herten  wel- 
kom foude  wefen ,  dat  fy  hem,  en  fijn  gevolg  vriendelijk  onthaalenfouden, • 
h«twelcke  foo  wel  fy  als  Moran-,  in  het  volgende  Jaar,  iiipteliicknaa  quaa- 
men.  ^ 

Op  deiewijfedan  begonden  wy  noch  die  dag  te  rugge  tetrecken ,  en  dat  sP»«nfche 
door  den  felven  weg  die  wy  gekomen  waaren ,  ook  begonde  ick  my  beter  te  trecken  te 
gevoelen,  ende  de  koortfe  verliet  my.  ruSgc* 

Wy  naameneenige  Kinderen,  welke  wy  gevangen  hadde,  metons,  om    Ncraen 
die  aan  den  Prefident  van  Guatimala  te  prefenteren.  eenige 

Als  wy  te  Cobcm  gekomen  waaren,  meende  de  PrieurMa™»  dat  hy  GOD  Kiftd°erea 
een  grooten  dienft  fonde  doen ,  indien  hy  defe  kleyne  Kinderen  deede  dopen  ,  mede'  r , 
feggende  dat  fy  konden  hey  lig  werden ,  ende  dat  mogelijck  hare  gebeden  V0D0?nafh 
foo  veel  kragts  foude  hebben,  dat  daar  door  haare  Oudersende  Vrienden ,  men  van 
ende  alle  de  Inwoonders  van  dat  Land ,  tot  de  ChrifteHike  Religie  fouden  be-  Moran' 
keert  werden.  • 

Hoewel  ick  dit  tegenfprak  ,  feggende  dat  hy  die  eerit  in  de  Articulen  des    TeSens 
Geloofsmoeftedoenonderrigten,  om  defelve  al  foo  gelovig  ende  bequaam  tVdUn  e 
te  maacken  om  het  Sacrament  des  Doopfels  te  ontfangen,  ende  niet  naa-vol-  Scur 
gen  hetgeene  de  Religieufen  ten  tijde  van  Certez  deeden ,  díe  haar  genoegen  ftelt' 
daar  mede  ,  dat  fy  de  indiaanen  aan  de  Revieren  deeden  brengen ,  ende  haar 
wat  waater  in  het  aangefigte  wierpen,  maackende  daarop  het  teecken 
desCruyces,  ende  dat  alle  fonder  eenige  voorgaande  initru&ie  ofte  onder- 
wijiinge.  > 

Des  niet  tegengaande  nam  hy  voor  haar  te  doopen,  ende  het  felve  verrigt    Docbre 
ende  haar  naamen  van  Chriftenen  gegeven  hebbende ,  deede  hy  die  wel  klee-  vergift, 
den ,  ende  font  haar  aan  den  Prefident  van  Guatimala ,  welke  beval  dat  men 
Haar  de  koft  foude  geven ,  ende- in  het  Coo vent  van  St.  Dominicus  keren  en 
onderwijfen. 

Hier  naa  bleef  ick  noch  eenigen  tijd  te  Cohan,  ende  fomwijlen  ging  ick  op    vmrecfc 
de  Dorpen  die  daaromtrent  leggen ,  tot  die  tyd  toe  dat  de  Scheepen  gewoon  van  %»"»' 
2ijn  in  de  Golfte  komen  ,•  ik  trok  doen  met  Meran  daar  naa  toe ,  om  Wij  nen  gSf 
ende  Olie  te  kopen,  gelijk  ook  yier,  Laakenen  ende  andere  voor  hetCon- 
ventnoodige  dingen. 

n/n  dlfeíV,e  VJ°nden  ^  eei?  Fre2aE »  dac vaardiS  laS  om  na Truxiüo  te  zeylen^    En  *m 
Säe?  e  yets  nodigste  verrigten,  ende  ickbeèafmymet  hem  re  ^X 

*  3^y 


Kom  íle 
aldaar  en- 
de fwack- 
heyt  der 
l'Jaatfe. 


van£< 
yaguas 


Befchrij- 
vinge  van 
de  Caffare 


526  IIL  Boecjc.    Voy  age  vanThomas  Gage   XIX.  Cap« 

Wy  bleeven  niet  meer  dan  aght  daagen  in  die  Haven ,  welke  fober  vooriien 
endefeerfwackis,  gelijk  als  fulksblijckt door  de  weynige  moeyte  met  de 
welke  ds  Engelfcheendede  Hollanders  diePlaatfe  hebben  ingenoomen,ende 
daar  op  ¿telden  wy  yaft  dát  wy  te  lande  naa  Gmtimala  fouden  trekken,nemen- 
de  onfen  wegh  door  het  Land  van  Comayagua ,  het  welke  men  gemeenlijk  de 
Honduras  noemt. 
Armoede  Dit  Landt  ís  quaat  ende  moeyelijkvoor  de  Rey  íigers,  door  dien  het  feer 
Bofch-aghtig  ende  vol  Gebergte  is ,  waar  by  noch  komt  de  armoede  derln- 
woonders ,  want  daar  zijn  sqqii  andere  Koopmanfchappen  als  Huyden  ,  Caiïia 
tïïteSalfaparilla.  , 

Hier  toe  hebben  fy  foo  weynigh  broot  omtrent  Truxillo ,  dat  fy  genotfaakt 
zijn,,  ilch  van  de  Cajjavcte.  bedienen,  het* welke  een  wortel  is,  foodroog,datfy 
die  geene  ,  welke  die  nuttight,by  na  doet  fticken,  voor  al  als  fy  droog  gegeten 
wert,  ende  daarom  weyckt  men  die  gemeenlijck  in  Vleefch-nat,  in  water,  in 
Wijn  ofte  in  Chocolate ,  op  dat  die  des  te  beter  door  de  keel  ibude  willen. 
--'  TeLande-waartin,  en  voor  al  omtrent  de  Stad  yan  Comj^agua^  welke 
hoewel  fy  kleyn  is,  ende  niet  meer  dan  vijf-hondert  Huys-gefinnen  heeft,den 
Setel  des  Bifichops  is ,  vintmcn  de  Wiaiz  in  wat  grooter  quantiteyt ,  dan  op  de 
andere  Plaatfen,doordieniigh  de  Indiaanen  daarin  wat grooter  getal, als  wel 
op  anderePlaatfen,hebben  by-een-gevoeghtjende  aldaar  in  groóte  ende  kley- 
ne  Dorpen  wo'onen. 
cotias  a  Ik  bevond^  dat  dit  Landt  het  armfte  van  geheel  America  was ,  de  geiontite 
Paatfe  daarin ,  ende  daar  wat  beter  voetfel  valt,  is  de  Valeye  door  haar 
G rañas  a  Dios  genaamt ,  aldaar  zijneenige  Hoeven  daar  veel  Koorn  ende  B'e- 
ftiaal  valt. 

Doch  door  dien  fy  foo  dight  aanGuatimala  als  aan  Comayagua  leght,ende  dat 
de  weegen  naa  de  zijde  van  Guatimalaveëi  gemackelijker  vallen ,  dan  wel  aan 
de  andere  kant,  foo  maakt  fulks  dat  alle  dat  Koorn  eer  naa  Gmtimala }  dan 
naa  Comayagua ,  gebraght  wert, 
tige  india.  .^11]  van  J?uxMo  te  Guatimala  te  komen  ,  moetmen  omtrent  taghtigh 
neniri^-  a  hondert  mijlen  af-leggen  }  ende  hoewel  dit  Landgenoeghfaam  onvrught- 
baaris,foovolbragtenwy  evenwel  onfeReife  fonder  wegh  wijfers ofte  fpijfe 
van  nooden  te  hebben  ,  door  diende  armen  Indiaanen  noch  haar  Jicchaam 
noch  hare  middelen  fpaarden  om  ons  te  dienen  ende  te  onthaalen ,  ende  niet 
was  haar  foo  dierbaar  dat  fy  ons  niet  gaarne  fchoncken. 

Op  defe  wijfe  quaamen  wy  weder  te  GuaiimaJafiaar  wy  van  de  Religieufen 
met  groóte  vreugde  ontfangen  wierden,-  DePrefident  van  die  Stad  gaf  ons 
een  confiderabile  beloninge,ende  door  de  geheele  Stadt  hadden  wy  den  naam 
dV/nefre  van  waare  Apoftelen ,  door  dien  wy  ons  leven  gewaagt  hadden  om  de  India- 
werden  "en  °P re  ibeken ,  den  wegh  tor  haare  bekeringe  gebaant ,  haare  voornaam- 
jte  woon-plaatfe  ontdekt ,  ende  de  gefeyde  Kinderen  voor  ons  daar  gefonden 
hadden,  welke  dan  tot  een  klaar  en  blijckelijk  teecken  verftrekten  van  de 
4oor  ons  genomene  moeyte  ende  arbey t. 

v   "  Mota» 


goede  Va 
leye. 


Goedher- 


tnaya¿va, 


Komfte  te 
Guatimala 
daar  iy 
mee  groo 


ontfan- 
gen. 


III.  BoiiCK.T)oordeSj>aen/cheIVe/?-Iv£ëv.XlX.CAP.  327 

Moran  was  door  ydelheyd  foo  opgeblaafen,  foo  wel  als  doordegonfte    Welheyt 
diehy  vandenPrefidentendoordetoe-juycchingendiehyvan  hetVolkonc-^0^0^''* 
fing;  dat  hy  voornam  het  leven  noch  eens  te  Imarderen,  volgens  het  tra- 
ctaat  dathymet  die  Af- godifche  Indianen  hadde  gemaakt,  vanvreedfaam 
metfes  Indiaanen,  door  haar  Land  te  mogen  trecken. 

Hy  hadde  geerne  geilen  dat  ick  weder  methemgereyft  hadde,  doch ick    DenAa. 
vreefde  dat  die  Barbarifche  Menfchen  tcgens  ons  fouden  op-iraan,ter  oorfaa-  theur 
ke  van  deKinderen  die  door  ons  waren  medegcnomen,daar-en  bovenbehaag-  íaíSJ*? 
de  my  het  Land  niet ,  door  dien  het  arm  was ,  ende  dat  ick  'ergeen  kanfle  fag 
omiooveelgeltsbyeentevergaaderen,  dat  ick  ,  door  behulp  van  hetfelve 
met  fatfoen  in  Engeland  foude  konnen  geraaken,  het  welckemijn  voor- 
naamfte  oog-witwas. 

Hierom  nam  ick  voor  mijn  Vriend  Meran  te  verlaaten,  en<íe  alle  nieuwe 
ontdeckingen  van  Ongeloovige  Indiaanen  te  laaten  vaaren ,  foo  wel  als  alle 
andere  dicrgelijcke  moeyelijcke  ende  penible  faacken ,  in  dewelke  mijne  ge- 
fontheyd  ende  leven  in  groot  gevaar  konden  geraaken ,  en  dat  fonder  eenig 
nut  als  een  weynig  aanfien  ende  ydel  glorie  in  dat  Land,  " 

Hier  fien  wy  evenwel  voor  eerft ,  úq  kleyne  magt  der  Spangiaarden  in  die 
quartieren,  welcke,  foo  groot  eenecommoditeytkonncndetreckenuyt  de 
communicatie  van  de  Provintien  van  Vera-Paz  ende  J 'acatan ,  doch  noch  noyt 
defe  tuflfchen-leggende  Indiaanen  hebben  konnen  dempen  ;  ende  ten  anderen 
het  regte  motif  dat  foo  veele  Geeftelijcken  daar  als  Hemel  ende  Aarde  doet 
bewegen ,  om  eenige  Indianen  te  bekeeren;  te  weten,  ydele  eere  ende  werelt- 
fche  middelen ,  ende  het  eerfte  van  defe  twee  was  het  dat  Moran ,  dfefe  Indi- 
aanfche  kinderen ,  die  van  ongeloovige  Ouders  geboren  waareri ,  fonder  haar 
al  vorens  te  onderrigten  dede  doopen,  alleen  om  de  reputatie  van  foo  veele 
Neophy  ten  te  hebben  gemaackt ,  te  verkrijgen ,  en  wat  het  tweede  belangt 
hy  gaf  my  niet  duyijerlijk  te  kennen ,  dat  de  hoope  van  Gout-  mijnen  te  oni- 
deefcen,  hemalledegeYaarendcedeYeragten, 


Ji 


HET 


— 


- — 


32 


8  IIL  Boeck„  Voyagie  van  Thomas  Gage  XX.  Cap* 
HET  XX.  CAPIT.TEL 
Motiven  die  den  Autheur  bewegen  om  delndiaanfche  Taaie  op 
het  Landt  te  gaan  keren.  Hy  ver/oecktfulks  aan  den  'Pro- 
vinciaal die  het  hemtoeftaat*  Hyvertreckt  van  Guatimala 
ende  komt  £d?etapa  Jaloufie  tujjchen  de  oude  ende  de  nieuwe 
Religieufen.  T>en  Autheur  wertjeer  wel  in  de  Indiaawfche 
Taak  onderright^ende  neemt  wacker  toe.  Hy  begint  te  Pre- 
die  ken  y  ende  wert  volmaackt  in  die  Taak.  Hy  wert  Paft  oor 
van  Mixco  ende  Pinola.  Op  wat  voorwaarden  de  Prie- 
fters  o-p  de  'Dorpen  werden  gefonden*  Rijkdom  ende  derteL 
heydvan  de  Religieufen  in  Peru*  Onderfcheyt  tuffchen  de 
Religieufen  van  Peru  ende  van  Mexico.  Befchrijvingevan 
het  inkomen  des  Priefters  van  Mixeo  ende  Pinola.,  V  we  lek 
den  Autheur  feer  klaar >  naackt  ende  kort  voorftelt ,  waar 
uyt  men  kan  befpeuren  hoe  rjjkelïjck ,  weeligh  ende  dertel 
fy  aldaar ,  even  als  hier  de  Princen  ende  Vorftenykonnen  le- 
ven. Den  Autheur  tree  kt  meer  dan  fes  duyfent  guldens 
Jaarlijks  van  twee  'Dorpen.  Hy  informeert  fich  op  het  gee- 
nehydaar  van  Jaarljjcks  moefte  uyt-keeren  >  ende  accor- 
deert op  elfhondert  ende  vijf  en  twintig  guldens..  Hy  koopt 
een  Muy l-e fel.  Hyfchrijft  naa  Spangien  om  fijne  ver  lojfin» 
ge ,  maar  krijghtfoberen  t rooft.  Hier  opfoeckt  hy  heymelijk  ■* 
door  te  gaan ,  dat  mede  niet  lucken  wil.  Hy  geeft  fich  over 
aan  de  Goddelifcke  voorfienigheyd.  Sprinck-haanen.  Haare 
gedaante  ende  mee?¿igte.  Groóte fchaade  door  haar  gedaan. 
sJMenfchen  ende  Beeft  en  lijden  door  haar  groot  ongemacL 
Sy  bederven  de  Indigo ,  Suycker  ende  de  Tarwe.  Reme- 
dien tegens  de  fep  laage  aangewent ,  waar  door  fy  eyndeljjk 
ver  dr  e  even  werden.  'De/e  flaage  was  niemant  voordeligh 
dan  de  Priefters  ;  Doch  door  fuperftitieufe  ende  godtlofe 
miadekn.  Blind  by-geloof der  Spaanfche,  Tabardillo,  een 

íefih 


UI.  Boek.  Door  de  SpaanfcheWeft-Indïèn*  XX.  Cap.  329 
peftilentiale  koortfe-  Gevaarlijke  uyt -w  ere  kingen  daar  van* 
Die  den  Autheur  door  Gods  hulp  e  ontgaat ■*  V  Getal  der  doe- 
den daar  door  geftorven  in  Mixco  ende  Pinola ,  doet  den 
Autheur  duyfent  guldens  winnen*  Middel  aangewent  om 
aan  de  Schattinge  door  defterfte  niet  teyerliefen*Ongemee- 
nen  fwaaren  regen  ende  Jchr  ie  keiijken  donder '*  'Droevige 
gevolgen  daar  van*'  Groot  gevaar  des  Autheur s  uyt  het 
we  lek  hem  Godt  genadelij ck  redt*  Voordeel  uyt  het  onweder 
getrocken*  Truxillo  in  Peru  door  Aerd-bevinge  verfonc- 
ken.   De  fchaade  die  defelven  in  Guatimala  doet ,  gedijdt 
tot profijt  des  ^Autheur  s*  Befchrijvinge  van  de  Aard- be- 
vingen  van  Amenca*  Seer  groot  gevaar  des  Autheur s  door 
defelve*  Naams  oor fpronck  van  het  'Dorp  Pinola,  anders 
in  de  Indiaanfcbe  Taaie  Pancac  genaamt*  Befchrijvinge 
van  het  ongedierte  Nigua  ende  fijne  gevaar  lije  ke  effenen* 
Middelen  om  die  te  ontgaan.   De  Indtaanen  fijn  daar  vry 
van*  Den  Autheur  raackt  door  een  Nigua  in  groot pericul* 
Hy  betraght  in  dit  fijn  werek  Godts  e  er  e*  Si/n  goedt  voor* 
nemen  omtrent  de  Indiaanen  >  ende  fijne  liefde  en  genegent' 
heydtot  haar*  Seecker  Indiaan  wert  door  fijn  Mee  (Ier  feer 
mis-handelt*  Den  ^Autheur  doet  den  felven  ftrajfen*  Hy 
raakt  daar  door  mlijfs-gevaar ,  doch  doet  daar  over  weder 
firaffe  oejfenen* 


A 


Ls  ick  nu  om  de  voorverhaalde  reden  hadde  voorgenomen  my  met  dieden"* 
geen  nieuwe  ontdeckingen  meeree  bemoeyen,  foo  geloofde  ickdat'er  Antheur 
-  niet  beter  voor  my  te  doenfíond,  ende  dat  ick  mijn  tijd  nergens  in  bewege« 
nutter  foude  konnen  befteden ,  dan  in  het  leeren  van  een  van  de  Indiaanfche  Joche- 
Talen.endedatop  een  van  de  Dorpen  omzrentGuatimala  gelegen  zijnde,door  Taaie  oP 
dien  defelve  doorgaans  rijk  ende  weelig  waareh ,  zij  nde  de  In woonders  van  hec  Landt 
een  feer  goet  naturel,  feer  genegen  omhaarePrieitersinalle  behoeftigheden  "|J* 
te  hulpe  te  komen,  en  ey ndelijk  feer  onkundigh  in  de  voornaamfte  A  rticulen 
des  Geloofs;  Ik  daghte  dat  ik  haar  hier  in  feer  foude  konnen  te  reght  helpen, 
haar  een  vaíle  ende  fuyvere  leere  inplantende,  ende  haar  den  gekrüyften 
CHRISTUS ,  als  den  ecnigen  Autheur  van  haare  faeligheyt  predikende  en 
voor  pogen  ítelde.  Tt  a  Ick 


Hy  ver 

foeckx 

fuiksaan 

den  Pro 

vinciaal 

die  bet 

berruoe- 

ftaat» 


330  III*    Boeck.    Voy  age  van  Thomas  Gage  XX.  Cap¿ 

Ick  hadde  fo  groot  een  vertrouwen  op  de  gonfte  van  mij  ne  Vrienden,  dat  ik 
my  verfeekert  hielde ,  dat  ik  met  kleyne  moeyte,de  Plaatfe  die  ick  wilde  uvt 
alle  de  omliggende  van  de  Stadt  van  Guatimala  foüdc  mogen  uyt-kiefen  in  de 
welke  ik  alle  tot  mijne  Reyfenaa  Engeland  noodig  foude  konnen  berevden 
ende  alle  verdere  mefares  nemen;ik  konde  uyt  defelve  ook  opSpangien  fchrii- 
ven,  ende  jaarlijeks  weelbeter,  dan  op  andere  Plaatfen,  befcheyt  krijgen 

lek  maakte  dan  dit  mijn  voornemen  aan  den  Pater  Provinciaal  bekent  de- 
lelve  bevont  fich  doe  te  Guatimah  ,ende  ftont  my  mijn  verfoeck  aanfton  ts  toe 
my  raadende  my  in  de  Taaie  Pw0;/^/genaamt,te  oefFenen  á  van  dcidwe  hadde* 
ik  eenige  kleyne  begintfelen  in  de  Provincie  van  Vera-Paz  geleert ,  ende  Cv  is 
feer  mende  omtrent  de  Stadt  Guatimala  in  het  gebruyek  ,  foo  wel  als  inde 
Provinciën  van  Vera-Paz  ende  van  St.  Salvador-. 

Hy  beloofde  dat  hy  my  naaPetapa  foude  fenden,om  aldaar  dieTaale  van  eca 
van  fijne  voornaamíte  Vrienden  te  leeren,  defelve  was  Frater  P^roMo/z^ge- 
naamt ,  zijnde  van  feer  hooge  Jaaren  ,  ende  hebbende  een  jonger  Geeileliik 
Perfoon,dan  hy  was,  van  noden,om  hem  in  fijn  dienft  te  hulpe  te  komen  door 
dien  het  Dorp  feer  groot  was,en  veeie  ReyfendeLieden  daar  door  paiTeerden 
Hetfch-en  my  als  of  denPaterProvinciaal  in  mijne  gedagten  hadde  gefien" 
door  dien  ik  in  het  by-fonder  feeckere  genegentheyt  voor  die  Plaatfe  hadde t 
nebbende  oock  voorgenomen  hem  fulks  te  verfoeken. 
Hy  ver-     Soodaanig  dat  ik  omtrent  veerthien  daagen  voor  hetFeeft  van  St  Juan,  va» 
SÏÏS-Ï  ^  W*  naa *m*  vertrock ,  dat  omtrent  fes  mijlen  van  daar  legt ,  om  my 
ende  komt  daarae  der  te  flaan,  ende  de  Indiaanfche  Taaie  te  leerem  * 

te  tetapa.       De  Religieufen  van  die  Plaatfen ,  welke  in  de  Indiaanfche  Taaie  geoeffent 
zijn ,  hebben  van  defelve  Grammatica'es  ende  Woord-boeken  o&eDiäiona- 
toffch°eUnfie  ''"^maakt  jL°P &■ die geene ,  welke ,  naa haare dood  haare  Ampten  komen 
de  oude     te  krijgen  >  figh  daar  mede  foude  konnen  behelpen  i  doch  fy  willen ,  foolan- 
«nde  nieu-  ge  als  fy  leven ,  die  Taaien  aan  geene  andere  leeren,  uyt  vreefe,  datdefe  haare 
SS'    y  Spuien,  naa  dat  fy  een  Volkomene  kennhTe  gekregen  hebben,  haar  fallen 
den  voet  hghten,  ende  het  voordeel,  datfy  uytde  Indiaanfche  Dorpen  genie- 
ten ,  ont-trecken , ïijndefy daarals Parochie-Prieiters  beveftight. 

Defen  ouden  Molina  evenwel,  bemerekende  dat  hy  feer  oud  van  Jaren  was, 

ende  daar  byconfidereerende  de  liefde  welke  fijn  goeden  Vriend  den  Pater 

Provinciaal  my  betuygde,  en  weygerde  mijn  gefelfchap  endeby  zijn  niet, 

e,n  hl  Saf  my  feer  openhertelijk  te  verftaan  het  geene  hy ,  in  vcele  Jaaren ,  in 

~     .     de  Taaie  Poconchi geleert  ende  aangemerekt  hadde. 

theu"wett     Hy  gaf  my  dan  een  kort  ende  bondigh  begrijp,  van  alle  de  eerfte  beginfelen 

feer  wel  in  van  die  Taaie ,  welke  meert  in  het  conjugerenende  declineren  beftonden,  het 

Heet    Telk£lk  feer  gemackelijk  in  de  eerfte  halve  maant ,  die  ik  hy  hem  was,leerd- 

Taaie  on. d/ '  Daar  °P  ga*  ty  mY  ^^Diaionarium  van  Indiaanfche  woorden ,  op  dat  ik 

derright    dat  van  buy  ten  foude  leeren  ,  ende  foo  ey  ndelijck  fonder  boeck  konnen  ftu- 

wackeT'  dereih tot  dat  ick  bequaam  foude  zijn ,  om  voor  de  Indianen  te  Prediken  ;  ik 

gao.        nam  hier  naa  feer  toe  door  het  meenighvuldigh  difcoureren  ende  confereren 

met 


III.  Boek.  T>oor  de Spdtmfche  Weft-Tndlbi.  XX . Cap.  %i i 

met  de  Indiaanen  ,  behalven  dat  ick  noch  mijne  ftudie  in  het  byfondervoort- 
fette. 

Ses  weeckenhier  naa  maakte  Molina  feekere  kleynevermaaninge  in  die  Hybegiat 
Taaie  ,  hy  leydde  my  defelve  uyt,  ende  begeerde  dat  ik  die  van  buyten  foude  daarin  te 
leeren ,  het  welke  ickdeede  ,  ende  ick  fprak  die  in  het  openbaar  voor  de  PredjRen  * 
Gemeente  uy t  op  den  dagh  van  St.  Jago. 

Tegens  den  vijfthienden  Augufti  daar  aan  volgende  fteldehy  noch  een  an- 
dere Predicatie  in  de  Spaanfche  Taaie  op ,  hy  deede  my  die  in  de  Indiaanfche 
overfctten  ,  verbeeterde  daar  in  het  geene  hy  oordeelde  dat  verandert  moefte 
worden ,  ende  als  ick  hier  door  moedt  ende  couragie  hadde  verkregen  ,  vreef- 
de  ick  in  het  toekomende  niet  meer ,  om  my  in  het  openbaar  voor  de  Indiaa- 
nen op  den  Preedickitoel  te  vertoonen. 

Ik  volhardde  in  het  doen  ende  maaken  van  defe  vermaeningen  ofte  kleyne     Enwert 
Predicacien  tot  aan  St.  Michiels  dagh  toe  ,  de  Indiaanen  leerende  het  geene  volmaakc 
dat  ik ,  met  fijne  hulpe ,-  uyt  het  Spaanfch  hadde  overgefet ,  tot  dat  ik  alleen  jn  ¿¡íTaa- 
met  de  Indiaanen  konde  converfeeren  ende  fpreeken ,  ende  mijn  Sermoenen  e' 
felve  maaken. 

Als  nu  den  dagh  van  St.  Michiel  gepaifeert  was ,  bevonde  íigh  Moíwa  feer 
wel  vernoeght  over  de  ïnitru&ien  die  hy  my  gegeven  hadde ,  fiende  dat  ik,in 
foo  wey  nig  tijds ,  foo  feer  in  die  taaie  hadde  toegenomen ,  hebbende  ick  maar 
drie  a  vier  maanden  ,  in  defelve ,  onder  hem  geftudeert. 

Hy  fchreefdan  aan  de  Provinciaal,om  hem  te  kennen  te  geven, de  moeyten 
welke  hy,  ommy  te  onderrighten ,  hadde  genomen  ,  daar  by  voegende,  dat 
fijne  arbeydt  wel  gefuccedeert  was,  ende  hem  verfeeckerende  dat  ik  voortaan 
capabel  was  om  de  indiaanen  alleen  te  beftueren  en  voor  haar  te  Predicken  3 
hem  biddende  my  eenigh  Indiaanfch  Dorp  ofte  beneficie  in  het  felve  toe  te 
leggen,  door  welk  middel ,  mits  in  het  Prediken  volhardende ,  ik ,  het  geene 
ickgeleerdt  hadde ,  foude  konnen  oeffenen ,  ende  in  de  kennifife  van  die  taaie, 
welke  ick  foo  gemacklrjk  hadde  geleerd ,.  toe-nemen. 

De  Provinciaal,  die  altoos  mijn  vriendt  hadde  ge  weeit,behoefde-men  niet     fy  wen 
feer  te  bidden  ,  om  aan  my  fij  ne  goede  genegentheydt  te  betuygen,  en  hy  gaf  lln°Mixc* 
my  aanftonts  laft  om  in  de  Dorpen  van  Mixco  ende  Pinola  te  gaan ,  ende  forge  ende  Pi- 
voor  de  Indiaanen  in  die  plaatfen  te  draagen  ,  mits  alle  drie  maanden  reeken-  noU- 
fchap  van  mijn  ontfangh  gevende  aanhet  Conv 'ent v an  Guatimala ,  aanhet 
welke  die  geheele  Valeye  behoorde" 

Alle  de  Indiaanfche  Dorpen ,  foo  wel  als  de  Indiaanen  die  daar  in  Woonen,    op  wat 
behooren onder  feeker  Convent,ende  de  Religieufen  die  daarin  fijn,moeten,  ^°^en 
aan  haare  Superieurs,  reekeningedoen*  van  alle  het  geit  dat  fy  overbehou-  dePrie- 
den  ,  naa  dat  fy  haar  noodigh  onderhoudt,  ende  dat  van  haare  Dienaaren  daar  üers  op  de 
van  hebben  afgehouden ,  ende  het  geene  dan  daar  van  komt ,  werdtdoor  de  Jesdea 
Superieurs  tot  de  behoeftigden  van  het  Convent  aangeleght.    -  gefonden. 

Defe  Ordre  is  in  Peru  noch  niet  in  het  gebruyek,  want  van  alle  de  Religieu-  Ryckdon» 
£en y  die  eenige  beneficien  in  de  Dorpen  hebben ,  ftaat'er  niet  een  onder  het  ende  der-  • 

Tt  i  Cloa- 


m 


telheyJ 
van  de  Re- 
ligieuíen 
ín  Peni. 


332  III,  Boeck.     Voy agïe  vanThomas  Gage    XX.  Ca 


p. 


Ontíer- 
ícheyc  tuí- 
icheniie 


Clooíter  ,  ende  fy  behouden  voor  haar  alle  het  geene  dat  fy  konnen  krijgen  ; 
In  tegendeel  trecken  fy  weder  niets  uyt  haare  Conventen, ende  zy  fijn  gehou- 
den ,  fig ,  op  haare  eygene  kollen  te  kleden  ende  te  onderhouden ;  Hier  door 
is  het ,  dat  de  Reügieufen  van  Peru  de  rykfie  van  alle  de  Indien  zijn ,  zy  leven 
daar  alsHeercn;ende  fpeelen  in  het  openbaar  met  de  kaarten  ende  de  dobbel- 
fteenen,  fonder  dat  'eryemantis,  die  haar zulcks  belet. 

Doch  hoewel  die  van  Guatiwala,  van  Guaxaca  ende  van  Méwíco  genoegh 

hebben-om  van  te  leven  ,  jaa  felfs  meer  dan  wel  voegt  aan  lieden  van  haare 

íen'¡SU~  Fwieiïie,  zoo  mogen  zy  doch  even  welleven  als  die  van  Peru ,  niet  difponeren 

•Per*  ende  van  h£r  inkomen  van  beneficiemwant  zy  fijn  gehouden  aan  haaren  Superieur 

van.ve.w-  uyt  te  keeren  het  geenc  zy  boven  haar  verteeringe  over  behouden,  ende  die 

fend  haar  maandelijck  een   Beuticha  met  Wijn  ,  in  dewelcke -ander-halve 

Arroba  gaat, daar  toe  jaarlijckfch  een  nieuw  habijt ,  ende  de  andere  dingen  tot 

de  kledinge  nodig  zijnde. 

_  Het  was  dan  op  defe  voor-waarderende  onder  beding  van  defe  dependen- 

tie,  datikgefondenwierde  om  voor  de  Indiaanen  van  Mixco  ende  PiuolaiQ 

gaan  Predicken  ,  menligte,  ommy  te  helpen ,  feecker out  Religieus,    ¿k 

nuby  naatagtigjaaren  hadde,  daarvandaan,  ende  mendeedehem,  om 

voortaan  in  rufte  te  leven,  weder  in  het  Convent  komen ,   door  dien  hyfijn 

Ampt  niet  meer  konde  bedienen,  moetende  hy  twee  Dorpen  waarnemen, 

die  drie  mijlen  van  malkanderen  laagen. 

isefchrij-     Het  inkomen  dat  ick  in  die  twee  Dorpen  genoot,  nevens  de  Offerhanden 

vinge  van  ende  deRegten,  die  ickvande  Indiaanen  ontfing,  beftont  in  de  volgende 

priefters  *ck  ontnng  alle  maanden  te  Mixco  twintig  rijcks-daalders  ,  ende  te  Pinola 
IndepTno"  vi^ien }  defelve  wierden  my  feer  promptelijck  betaalt  door  de  Alcaldes  ende 
/*,  wekk  Re£id°rf  >  eer  dat  de  maand  verlopen  was. 

den  Au-  Om  defe  betaalinge  te  vinden  befaaydendelnwoonderseen  groot  ftuck 
tiSmck  uZnds  meC  tar,we  ofce  ™aiz ' ende  {y reekenden  »»  haar  publijk  Regifter  aan , 
naacktcn  ¡Joe  vee*  mudden  daar  van  waaren  gekomen  ,  ende  wat  geit  fy  daar  voor  had- 
de  kort  den  ontfangènj  Ick  moeite  oock  maandelijck  in  het  felve  aanteeckenen ,  wat 
voorfreir,  ick  van  haar  hadde  ontfangen,  dit  ftreckte  haar  voor  quirantie,  ende  ten 
¡Lnkan  SJnde  van  hctJaar  brengen  fy  haarRegifter  aan  feeckerBediende,die  door  het 
befpeuren  Hof  van  Guattmala  daar  toe  gefteltis. 

hoe  ryeke  Behalven  dit  traftament  hadde  ick  in  yder  Dorp ,  van  de  Gebroederfchap- 
]ígendeee"nendcr  Af'geftorvenen'  yderweecke,  tweerijeks-daalders  ,  omeenMifie 
dartel  fy  te  feggen ,  voor  die  geene  die  in  het  vagevyer  waaren ;  Noch  op  elcke  eerfte 
aldaar  Son.dag  des  maandts  twee  rijks  daalders  te  Pinola ,  van  wegens  het  Gebroe- 
bierV  derfchap  van  het  Rofen-hoedeken  van  de  Maget  Maria ,  ende  oock  foo  veel 
rrinceo  te  Mixco ,  te  weten ,  mede  alle  maanden  ,  twee  rijk-daalders  van  yder  Ge- 
ftenklnr"  brö£derfchaP  j/oovan  Indiaanen ,  Spangiaartals  Negers, 
nen  leven.  N.och  haddeick  maandelijck  twee  rijks-daalders  van  yder  Gebroederfchap 
van  het  waare  Cruyce ,  ende  foo  veel  te  Mixco  van  een  ander  Spaanich  Ge- 

broe- 


III.  Boek.  <Door  de  Sfaanfche  Weft-Indïèn.  XX.Cap.  333 

broederfchap  vanSt.NicêlausTolentmus, etide  oock  twee  njcks- daalders  van  het 
Gebroederfchap  van  St,  Blajtus  te  Pinola  ,  noch  twee  andere  te  Mixco ,  mede 
alle  maanden  ,  van  het  Gebroederfchap  van  St  Jacyntbm ,  ende  dat  behalven 
de  Offerhanden  foo  in  geit,  pluym  -gedierte  als  waf<¿h-keenTen ;  dit  bedroeg 
dan  negen  ende  feftig  njcks-daaldeis  alle  maanden  ,  ende  ick  konde  my  ver- 
feeckeren,  datick  defelve,  eerde  maand  om  was,  in  mijne  beurfefoude  heb- 
ben. 

En  noch  fonder  te  tellen  het  geene  ick  hier  boven  gefegt  hebbe ,  dat  van  de 
Beelden  der  Sanclen  ende  Sanclinnen  komt ,  welcke  gedueriglijck  geit ,  ge- 
vogelte ,  wafch  keeríTen  ,  ende  andere  dingen ,  op  haare  vier-daagen  aan  den 
Priefter  toe-brengen- 

Soodaanig,  dat  riet  geene  ik  uyt  defe  twee  Dorpen  trock ,  al  een  feer  conii- 
derabile  fomme  importeerde  ,  want  daar  waaren  achtien  Beelden  ofte  Schil- 
deryen van  Heyligen  te  Mixco  ende  twintig  te  Pinola,  ick  trock  van  elck  van 
defelve  vier  Rijcks-daalders  wanneer  haar  Feeft  geviert  wierdc  ,  foo  om  de 
MifTe  ende  het  Sermoen  te  feggen,  als  om  de  Proceffie  ofte  omganck  te  doen  , 
behalven  het  Gevogelte  ,  de  Kalkhoenen  ,  de  Cacao,  ende  de  Offerhanden 
die  men  voor  de  Beelden  der  Heyligen  deede,  welcke  ten  minften  op  yder 
Feeft-dag  drie  Rijcks-daalders  opbragten. 

De  vier  Gebroederfchappen  van  het  Rofen-hoedeken,van  dewelke  'er  drie 
te  Mixco  ende  een  te  Pinola  waaren  ,  gaven  my  op  de  vijf  voornaamfte  Hoog- 
tijden van  het  Jaar  yder  vier  Rijcks-daalders;te  weten,twee  om  de  Miife  dien 
dag  te  feggen,  twee  andere  voor  den  dag  die  daar  op  volgt ,  welcke  fy  den 
dag  van  het  Anniverfarium  noemen  ,  voor  die  geene  T  die  ,  afgeftorven  zijnde , 
in  het  Gebroederfchap  hadden  geweeft,  en  hier  door  hadde  ik  boven  de  Of- 
ferhanden ,  en  de  gefchencken  foo  van  Pluym-  gedierte ,  Cacao  als  anderiints , 
meer  dan  tagtig  Rijcks-daalders  alle  Jaaren. 

De  twee  Gebroederfchappen  van  het  waare  Cruyce  ,  bragten  my  op  hare 
Feeft-daagen ,  waar  vandeeeneop  den  3  May,  ende  de  andere  op  den  14. 
September  voorvalt ,  yder  vier  Rijcks-daalders ,  om  op  dien  dag  de  Miffe  te 
feggen ,  foo  veel  oock  voor  het  Anniverfarium ,  ende  twee  Rijcks-daalders  op 
yder  Vrydag  in  de  Vaften,  welcke  ten  eynde  van  her  Jaar  twee  ende  veer- 
tigh  Rijcks  daalders  uyt-maakten ,  ende  alle  dat  ick  tot  nu  toe  genoemt 
hebbe ,  was  my  als  een  feer  verfeeckerde  Jaarlijckfche  rente  in  die  twee  Dor- 
pen. 

Doch  het  foude  een  feer  verdrietige  faacke  wefen ,  foo  ick  wilde  vernaaien 
alles  wat  dat  ick  buyten  dat  door  toe-val  kreeg;  De  Offerhanden  die  men  op 
Kers-tijd  in  die  twee  Dorpen  deede  3  bragten  my  gemeenlijk  veertig  Rycks- 
daalders  op ;  die  men  op  den  witten  donderdag  ende  den  goeden  vrydag  gaf, 
hondert  Rijcks  daalders ;  dievan  Aller-Heyligen  tagtig,  ende  veertigdie 
geene ,  die  men  op  Vrouwe n-Ligt-miife  gaf. 

Hier  by  hadde  ik  noch  het  geene  dat  men  op  den  dag  van  deinwijdinge  van 
yder  Dorp  offerde3  want  als  dan  quaamen  alle  die  op  het  platte  land  woonden  ■ 

daar 


334  ir^  Boeck*    Vqyagkvan  Thomas  Gage  XX.  Ca  p 

daar  hare  devotie  plegen ,  dit  was  rny  in  gek  ende  Wafch-kee  rifen  tachtigh 
Rijcks- daalders  te  Mixco  waardig ,  ende  meer  dan  vijftien  te  Pinola. 

De  Communicanten  yder  een  Reaal  gevende,  leverden  my ,  inbeydede. 

Dorpen ,  ten  rninften  dujjfent  Reaalen  uyt ,  ende  de  Biegtingen  in  de  Vaften , 

waaien  my  mede  wel  foo  veel  waardich,behalven  d^Offerhanden  vanEyeren, 

Honig,  Cacao,  Pluym  gedierte  ende  Vruchten,  ook  noch  boven  dat  men 

twee  Raalen  voor  yder  Kind  dat  gedoopt  wierde  gaf ,  twee  Rijck-daalders 

voor  yder  paar  dat  troude,  mede  foo  veel  voor  yder  lijck  datbegraaven  wier- 

d 3  ,  behalven  dat  fommige  op  haar  doodt-bedde  ordonneerden  dat  men  tien 

ofte  twaalf  Rijcks-daalders  foude  geven,  omfesMiifen,  naa  haare  doodt  3 

voor  derufte  naarder  zielen  tefeggen, 

¿en  Au-     Hier  uyt  kan  men  oordeelen  hoe  leuy  ende  lecker  een  leven  de  Religieufea 

tfceur        in  ¿at  Lande  hebben  ,  ende  hoe  veel  middelen  'er  voor  haar  fijn  om  rijck  te 

inician  worden,  want  het  inkomen  van  de  twee  Dorpen  Mixco  ende  Pinola  is  veel 

Sdwyfent  minder  dan  dat  van  Petapa ende  Amatitlan ,  welcke  medeindefelve  Valeye 

gu'Hens     gelegen  zijn ,  ende  noch  werden  op  verfcheydene  andere  Plaatfen  veel  meer 

Offerhanden  als  daar  gegeven,  ende  evenwel  bragtmy  mijn  kleyntje,  met 

de  Offerhanden  ende  het  geene  men  in  de  buifen  ftack ,  nevens  de  gefchenken 

diemydelndiaanen,  alsïy  myquaamenbefoecken,  gaaven,  ende  her  gek 

van  de  extraordinarie  Mi  fíen ,  meer  dan  twee  duyfent  Ryksdaalders  Spaan- 

fchemunteop,  ofte  ten  rninften  fes  duyfent  guldens  aan  gek. 

Ick  agte  dat  ik  op  dat  Beneficie  beter  foude  konnen  leven  ende  meer  profijr 
ende  voordeel  doen  dan  in  het  Convent  van  Guatimala ,  ai  waar  ik  anders  niet 
doen  konde  dan  mijn  hooft  breeken  met  eenige  Theologiíche  queftien ,  ende 
daar  toe  het  toe  juyechen  van  de  Studenten  hebben ,  maar  voor  de  refte  wey- 
nig  gek  winnen  ,  waarom  ick  evenwel ,  foo  wel  moefte  dencken  ,  als  alle  de 
andere  die  van  mijne  Ordrewaaren  ,  temeer,  om  dat  ik  voorgenomen  heb- 
bende om  wederom  naa  Engeland  te  keeren,  weynigbyftantgeduerende 
die  lange  Reyfehadde  te  genieten  ,  en  door  dien  ick  mijne  Vrienden  in  dat 
landt  foude  laaten,  foo  moefte  ick  dencken  dat  mijne  befte  Vriendt,  om 
my  te  Landen  te  waater  te  verfellen  ,  mijn  geit  foude  zijn. 
Hy  infor-  Het  eerfte  dat  ick  deede,was  dat  ik  my  informeerde ,  by  middel  van  de  Re- 
ineen  fig  gifters  vanden  ontfang  ende  uytgift  van  ons  Cloofter  te  Guatimala ,  wat 
°P  het .      mijn  naafte  Voor-faat  ende  de  andere  die  daar  eer  dan  hy  geweeft  hadden^had- 


jaarlijcks 
ran  twee 
Dorpen. 


ayt-kce 
ren. 


daar  van    den  gegeven  aan  he.t  Convent  van  wegens  de  Dorpen  Mixco  endePwola}op  dat 
moefte     ick  mijn  leven  foodaanig  mogte  aanftellen,  dat  ick  mijne  uytgift  ende  ver- 
teeringe  wel  reguleerende,  ende  eerlijck  ende  Joffelijck  levende,  evenwel  het 
foodaanig  foude  konnen  ftellen ,  dat  die  van  het  Convent  my  fouden  bedanc- 
ken,meer  van  my  treckende  dan  van  yemant  die  voor  my  daar  geweeft  hadde. 
Ick  bevond  dat  mijn  Voor-faat  niet  meer  dan  vierhondert  Rijcks-daalders 
voor  fijne  reekeninge  hadde  gegeven ,  ende  dat  men  in  het  gemeen  te  vooren 
weynig  meer  voor  die  twee  Dorpen  hadde  uyt-gekeert. 
Hier  op  nam  icjï  op  feeckere  ty  d  gelegenthey  t ,  met  den  Prieur  van  GuatU 

male 


" 


III.  Boek.  "Door  de  SpaanfcheWeft-Indïèn*  XX.  Cap.  y^ 

»Wöfpreekende  van  hem  te  vraagen  ,  hoe  veel  hy  begeerde  dat  ick  hem  jaar- 
lijkfch  foude  geven  .,  foo  lange  als  ick  in  die  twee  Dorpen  foude  wonnen  ,•  \\y 
antwoorde  my,  dat  hy,wanneerik  foo  veel  gafáis  die  geene  die  daar  voor  my 
gewoonthadde,mybedanken  foude,  ende  niet  meer  afvorderen,  ende  dat  ik, 
het  geene  ik  meer  trock  uyt  die  twee  Dorpen,  voor  mijn  felfs  foude  mogen 
behouden  om  boecken,fchilderijen  ende  Cacao  te  kopen,tot  mijneChocolate, 
ende  om  mijne  Muyl-efelsende  Dienaerste  onderhouden,  Endeac 

Ikantwoordehem  dat  ik  in  dieplaatfe  inkeer  en  aaniïen  hoopte  te  konnen  corJeert 
"verblijven.,  ende  evenwel  aan  het  Convent  meer  uytkeerendan  vemant  dieJSÍde« 
daar  voor  mygeweefthadde,  ende  dat  ik  my  vrywiíligh  onderwierp  van  dat  ende' vijf 
Beneficie  verfteeken  te  werden ,  foo  ik  niet  jaarlijcks  vier  hondert  ende  vijf- ende 
tighrijks-daaldersaanhetClooitergaf.  SS 

Hierop  bedanck  te  my  den  Prieurfeer  hertelijk ,  ende  verfeekerde  my  ,dat 
hy  myaan  Wijn  geen  gebreck  foude  iaaten  lijden,  maar  dat  hy  foude  forge 
draagemom  my  die  alle  maanden,ende  alle  Jaaren  kleederen  toe  te  fenden,het 
welke  my  veel  geks  deede  fpaaren ,  ende  hier  door  vondt  ik  my  rijkelijker! 
voorfien  van  alles  dat  ik  noodigh  hadde,foo  lange  als  ik  in  Indien  woonde. 

Hier  uyt  kan  men  befpeuremhoe  dat  een  Religieus ,  die  in  America  met  een 
Beneficie  is  voorfien,  daar  met  de  inkomfte  van  vijf  a  fes  duyfent  guldens  jaar- 
lijkfch  kan  leven,fonder  dat  fijn  Wijn  ende  klederen  hem  yets  korten ,  béhal- 
ven  foo  veel  gefchenken  als  hy  van  Pluym-gedierte  krijght ,  en  den  geringen 
prijs  van  het  vleefch,  want  men  koopt  daar  derthien  pondenOffèn-vleefch' 
voor  twee  ftuy  vers  en  een  halve ,  ende  men  kan  denken  of  hy  dan  nog  niet  ge- 
noeg over  behoud  om  fijn  vermaak  te  nemen ,  ende  om  Muyl  efels ,  Tapij- 
ten3Schilderijen,ende  Cabtnetten  te  kopen ,  ende  felve  defe  laatfte  met  pifto- 
lettenende  rijks- daalders  vervullen,  ommetdefelveteM<w/r«/ce  handelen, 
ende  by  gevolge  een  goedt  Bifdom  te  kopen,gelijk  als  {y  meeft  alle  doen. 

Het  eerfte  dat  ik  deede,na  dat  ik  i  n  die  twee  Dorpen  beveftigt  was,  was  dat  HY  koaP¿ 
ik  forge  droeg  van  een  goede  Muyl-efel  te  kopen,die  my  van  het  eene  Dorp  in  JgJ  MayI" ' 
hQt  andere  foude  konnen  brengen,wanneer  de  noot  fulks  quam  te  vereylTchen. 
Ick  vont'er  wel  haaft  eene,  voor  dewelke  iktagtig  rijks-daalders  gaf, 
defe  diende  my  feer  wel  om  de  Valeye  vaardigh  te  door  kruyffen,  ende  om  die 
drie  mijlen,  welke  defe  Dorpen  van  den  anderen  fijn  gelegen,  af  te  leggen. 

Hoe  wel  mijne  voornaamfte  ftudie  in  die  plaatfe  was,de  Indiaanfche  Taaie  ^/chrijfc 
volmaaktelijk  te  leeren,op  dat  ik  tot  de  Indiaanen  Preedikende  my  wel  foude  gfenPom 
konnen  doen  verftaan,foo.  bleef  evenwel  altoos  vaftelijkbvmy  beflotenwe  fijne  ver- 
der na  Engeland  te  keeren,ende  tot  dien  eynde  arbey  dde  ik,om  daar  toe  mijn  ¡J¡ffinge  • 
confentvanRomentekrygenoftewel  uyt  Spangien,en  dat  doormiddel  van  irijght  f». 
fekerCapiteyni/ii/oyo^Zflp^genaamt.ny  was  eenSiviliaanfchCoopman,en- teren 
de  meefter  van  een  Schip,dat  in  het  eerfte  Jaar  in  het  welcke  ik  tzMixco  beve- trooft* 
ftigt  wierde ,  Koopmanfchappen  voor  de  Stad  van  Guatimala  mede  bragte. 

Ik  lchreef  aan  mijne  Vrienden  in  Spangien ,  door  middel  van  defen  Capi- 
teyn ,  die  dikmaalen  door  de  Valeye  van  Mtxco  pafTeerde ,  ook  kreeg  ik  aac- 
yoord,maar  met  kleyne  fatisfa&ie  op  het  geene  ik  van  haar  Yerfogte. 

Vv  De 


33¿  III.  RoECK.    Voy agie  vanThomas  Gage      XX.  Cap* 

Hier  op  De  vrientfchap  welke  ick  met  die  Capitey n  gemaakt  hadde  was  foo  groot , 
h°evme:Íik  daC  ick  hem  mi\n  voor-nemenontdeckte ,  ende  te  gelijck  bad ,  dathy  my  met 
doorcc  hem  naaSpangien  foude  willen  voeren,  my  in  fijn  Jichip  verbergende;  doch 
gaan,  dat  hy  weyg.erde  fulcks  ,  my  vertoonende,  dat,  indien  hy  fulcksdeede,  hyfig 
lacken^1  in  groot  gevaar  foude  ftellen,  byaldien  men  daar  over  aan  den  Prefident  van 
wíl..  Guatitnata  klagtig  viel,  raadende  my  te  blijven  daar  ick  was,  ende  my  van 

gek  te  verforgen ¡op  dar  ick,als ick  mij naf-fcheyt  foude  gekregen  hebben,met 
eere  enderefpect  ibude  konnen  wederom  keeren,  / 
Hygeeft     Siende  my  dan  gedwongen  om  in  dit  Land  te  blijven ,  namickvoor,  my 
iigov«     aan  de  voorfienigheyd  GO  DT  S  over  te  geven,  welcke  wel  foude  weten 
eo^èir-  m^^e^en  uvt  te  vinden  om  my  van  daar  te  trecken  ,  ten  tijde  als  het  hem  tot. 
fc.iTvooriïe~Sijne  eere  ende  mijn  wel.wefen  foude  nodig  2,1  jm 

nigheyc.  Onderwijlen  bleefik  noch  vijfjaarenin  die  Dorpen  van  Mixcoendc  Pmola, 
ende  ick  hadde  indefelvegelegentheydtom  veel  meer  gelts  te  winnen,  dan 
yemant  van  alle  die  daarvoor  my  geweeft  hadden  ,  hadde  gehad.. 

Want  in  .het  eerfte  Jaar  dat  ick  daar  quam  fond  GOD  over  dat  Landt  eene 
van  de  thien  plaagen  van  Egypten,te  weten  die  van  deSprinck-haanen,welke. 
men  te  vooren  noyt  in  die  Landen  hadde  gefien. 

Sy  geleecken  feerwel  aan  de  Europifche  Sprink-haanen ,  maar  fy  waaren 

veel  grooter,ende  fy  vlogen  gelijkelijck  aan  troupen,ende  dat  ten  foo  grooten 

getaale ,  dat  fy  de  lugt  verduyfterden ,  ende  de  Sonne  beletten  fijne  ftraalen 

op  den  grond  tefchietem 

Men  konde  alle  de  plaatien  op  dewelke  fy  gevallen  waaren  bekennen,  ende 

door  haar  men  fag  daar  niet  dan  de  teeckenen  van  vernielinge  ende  verwoeftinge  3  want 

gedaan,     fy  aaten  niet  alleen  de  Tarwe  op ,  maar  oock  de  blaaderen  ende  de  vrughten 

van  de  Boomen  ;  ly  vielen  op  defelve  ten  foo  groot  een  getaale  ,  dat  de  tac- 

ken ,  daar  op  fy  faaten ,  door  haar  gewigte  af-fcheurdden  ,  ende  van  de  ftam- 

me  des  Booms  fcheyddem 

Degroote  wegen  wakren  geheeldaar  doorbedeckt,  ibodaanig  dat  fyde 
Muyl-efels  die  door  het  Land  gingen  ,  op  yder  oogenblick  deeden  verfchric- 
ken,  door  dien  fy,  door  haar  vliegen  ,  geluyd  aanhaareoorenmaackten, 
leer  groot  ende  haar  aan  de  beenen  ende  het  lijf  kittelden. 

ongemack  jj£t  q.^  m^  £ej.  wej  voor  s  ¿at  -^  ,  ¿oov  ¿z  Valeye  reyfende  ,  daar  door 
feer  ge-incommodeert  wierde,ende  foo  ick  geen  maske  ofte  mom-aangefigte, 
met  glaafen ,  op  de  pläatfe  der  oogen ,  befet ,  gehad  hadde ,  foude  het  my  niet 
mogelijck  fijn  geweeft  mijn  weg  te  vervolgen. 
Sybeder-  De  Boeren  die  aan  de  Zuyd-zijde  woonden,  klaagde  dat  haare  Indigo  ¿ 
▼en  de  in  weicke  noch  groen  was,  flont  om  t'eenemaal  door  die  Sprinck-haanen  ver- 
nield te  werden. 

Die  geene  die  het  Suycker-riet planten,  feyden  oock,  dat  de  Suycker- 
rieten ,  die  doe  alle  noch  teder  ende  weeck  waaren ,  het  felve  gevaar  liepen , 
doch  voor  al  was  het  een  beklaagelijke  iaacke  te  hooren ,  het  kermen  van  de 
Huys-luyden  van  de  Valeye  in  dewelcke  ick  woonde  3  vreefende  fy  dat 

alle. 


Sprinck 
haanen. 


Haarege 
daanteen 
menigte. 


Groóte 

fchaade 


Menfchen 
endeBee- 
ilen  lyden 
door  haar 


digo,Sny 

berende 

Tarwe. 


i 


III  Boek.  'Door  de  Sf'aanJcheWeft-Indïèn*  XX.  Cap.  337 

alle  haare  Tarwe  in  cenen  nagt  van  defe  Sprinck-haanen  foude  op  gcgeien 
werden. 

Doordien  defefaacke  het  gemeene weivaaren raackte  ,  fooverpligte  zy  Remedíera - 
ook  de  Magiftraat ,  om  alle  remedien  daar  regens  in  het  werek  te  itellen ,  die  ¿e8f"as  de~ 
fy  immer  bedencken  ofte  verfinnen  konden,  aange-gC 

Men  deed  ten  dien  eyndeaalle  de  Inwoonders  der  Dorpen  in  het  velt  gaan ,  w«u. 
voorfien  zijnde  met  Trompetten  ende  andere  diergelijke  Inftrumenten  ,  om 
haar  door  het  gerugte  ende  geraas  te  verfchricken ,  en  haar  van  de  plaatfe , 
daar  fy  de  meefte  fchaade  deeden ,  te  ver jaagen ,  het  welke  feer  wel  gelukte  , 
want  het  was  een  verwonderens-waardige  faake  te  fien,  hoedanig  fy  weg  vlo- 
gen, als  fy  het  gerugte  van  de  Indianen  hoorden. 

Op  wat  plaatfe  fy  oock  neder- vielen ,  het  fy  op  het  Gebergte,  op  de  Vel- 
den, ofte  op  de  weegen,  lieten  fy  haaren  jongen,  welke  langs  de  aarde  kro- 
pen, ende  defelve  met  een  tweede  plaage,  tegens  het  volgende  Jaar  dreyg- 
den,  maar  om  fulcks  te  voorkomen,  beval  men  de  Boeren  ,  lange  goten  te 
aiaacken,  om  die,  daarin,  tebegraaven, 

Door  dat  middel,  ende  door  veel  arbeyts  ende  moeyte,  welckedearme  ¡yeynde^ 
Indianen  aanwenden ,  wierde  ditfchaádelijcke  Ongedierte,  eyndelijk  naade  Eykverdcê. 
Zuyd-Zee  gedreven ,  in  defelve  vonden  fy  haar  gratín  de  waateren,  op  defel-  «"»«• 
ve  tyd  als  haare  jongen  dat  op  de  aarde  kregen  ;  ende  door  dien  men  die  niet den" 
alle  op  een  ende  defelve  tydt  begraaven  konde,  foo  bleven 'er  noch  eenige 
overig,  doch  alfoo  het  getal  van  defelve  niet  groot  was ,  foo  fag  men  daar  in 
het  korte  een  eynde  van. 

Maar  terwijlen  alle  de  werelt  op  defe  wijfe  bedroeft  was,  gink  hetniemant  Defcpïa*- 
wel ,  ende  niemant  hadde  daar  ook  voordeel  by,  dan  alleen  de  Priefters,  want  ^¡emll 
men  deede  op  alle  Plaatfen  Proceffien  doen,ende  op  alle  AltaarenMiiTen  feg  vóotdïjg 
gen,  om,  door  behulp  van  defe  Geeftelijke  remedien,  die  pcfteuyt  het  Land  darl  «*« 
quytteraaken.  y  ^neitsrs. 

Alle  de  Beelden  derHeyligen  die  te  Maro  waaren,  wierden  inProceflïe  om-  Doch  doet 
gedragen ,  ende  vooral  die  van  de  Heylige  Maget ,  ende  van  St.  Nkolaus  To  S^"^d~ 
ienttnus,  tot  wiens  eere  men  gewoon  is  broodekens  te  fegenen,  op  dewelke  godioiè 
het  Beeld  van  defen  Heylig  gedrukt  is  aan  de  eene  zijde;  menfegtdatde-micidcIetw 
felve  goet  zijn ,  om  de  pefte ,  de  koortfe ,  ende  andere  foorten  van  periculen 
ende  gevaaren ,  foo  algemeene  als  byfondere ,  te  verdrijven. 

Alle  de  Boeren  ende  Spaanfche  Pagters  van  de  Valeye  ,  quaamen  te  Mixco 
haare  Offerhanden  aan  die  Heylig  brengen ,  deeden  veele  Miffen  feggen,  ende 
die  kleyne  brooden  fegenen,  alleen  om  die  mede  naa  haare  Huyfen  te  nemen  , 
ende  in  hare  Kooren  ackers  te  werpen,fy  begroeven  die  mede  in  hare  heggen 
ende  Boomgaarden, door  het  geloove  dat  fy  in  defen  Nicolaus  hadden, dat  die 
gefegende  brooden  afouden  beletten,  dat  de  Sprinck-haanen  in  haare  velden 
fouden  komen. 

A  Is  het  nu  gebeurde,  dat  die  Sprinck-haanen  vertrocken  ofte  overvlogen,  Blind  by» 
ibnder  haare  Ackers  ofte  Boomgaarden  te  befchaadigen ,  fy  alte  niet  deeden  geloof 

V  v  %  dan 


der  -paan- 
fchc 


Tahardiüo 
een  Pefti- 
lentiale 
koortie. 


Gevaar- 
lijke uit- 
werkin- 
gen daar, 
van. 


Die  den 
Authenr 

Door 

GODTS 
hn'pont- 
gaac. 

Getal  der 
¿ooden 
«laar  van 
in  Mïxco 
ende  P*»#- 
ia  die  den 
Aatheur 
dtiyfenc 
guldens 
doen  win- 
nen. 

Middel 
aange- 
■weiuom 
aan  de 
Schattingc 
dèorde 


5^8  III.  Boeck.    Vqyagie  vanThomas Gage      XX.  Cap, 

dan  Miracul  roepen  ,  ter  eeren  van  onfe  Vrouwe  ende  St.  Nicolaus  Toktttinus, 
°ok  deeden  fy  Miffenfeggen,  om  de  geloften,  welkefy  geduerendehetge- 
vaar  van  deSprink-haanen,  .hadden  gedaan,  te  betaalen  ,  foodaanigh  dac 
haare  devotie  ,  indiegelegentheyt,  my  noch  veel  meer  geit  toebragte,  dan 
het  geene  ik  gewoon  was  van  de  Gebroederfchappen,  daar  ik  boven  van  ge- 
fprookenhebbe,  teontfangen. 

Op  het  volgende  Jaar  wiert  het  felve  Land  generalijkdoor  feekere  fieck- 
teaangetaft,  welke by-naafoo  gevaarlijkende  befmettelijk,  alsdePefte, 
was ,  fy  noemen  defelve  Tabardillo ,het  is  een  foorte  van  koortfe ,  welke  men 
in  de  ingewanden  gevoelt,  ende  die  felden  langer  dan  feven  daagen  duerdt„ 
want  fy  doet  de  Menfchen  gemeenlijk  op  denderden,  ofte  op  den  ievenden 
dagh,  nerven.. 

De  quade  reuk  ende  de  ftank,die  uyt  de  licchaamen  der  íleken  waaifemde., 
was  bequaam3om  te  infecteren  en  te  befmetten,niet alleen  die  geene,die  van 
den  Huyfe  desiiecken  waaren,  maar  ook  die  hemmaariquaamenbefoeken. 

Sy  deede  de  mont  ende  tonge  van  die  patiënten  verrottensende  maakte  der 
felve  foo  fwart  alsh-outs-kool ,  eer  dat  fy  quaamen  te  fterven. 

Daar  waaren  weynig  Spangiaarden  met  die  gevaarlijke  iïeckte  befoght, 
doch  de  indianen,  hadden  die,  in  het  generaal,  alle. 

Men  feyde  dat  fy  haar  hadde  beginnen  te  openbaren  op  de  omliggende 
Hoeven  van  Mixco,en  fy  haar  van  daar, van  Dorp  tot  Dorp,tot  aan  Cuatimala 
toe  hadde  verfpreyt ,  ende  naamaals  noch  aan  geene  zijde  die  Stad.,  even  als 
deSprink-haanenin  het  voorgaande  Jaar,  welke  uyt  Mïxco  gekomen  zijn- 
de, iich  door  geheel  het  Landt  hadden  uyt-gebreydt. 

Ikbefogt  veele  Perfoonen,  welke,, door  die  fiekte  gequelt  waren,  fon- 
deryets  anders  voor  mij  negefontheyt  tegebruyken,  dan  hetruykenaaneen 
neus-doek,  die  met  afijn  befprengt  was,  waar  door  kk,  met  GODTS 
genaade,  dat  gevaar  ontgink,  daar  veele  andere  daar  aan  ftiervem 

In  Mixco  begroef  ik  negentig  Menfchen ,  ende  meer  dan  hondertin  Vinola  , 
ende  van  alle  die  boven  de  aght  Jaren  out  waren  hadde  ik  twee  rijks-  daalders, 
om  eene  Miffe,  tot  verloifinge  van  haare  zielen  uyt  het  Vagevier,te  feggen,  te 
dat  ik  daarvan ,  in  minder  dan  fes  maanden  tijds.vier-hondert  rijks-daalders 
trok,  ende.daardoor,  foo  wel  als  door  de  Sprink-hanen,  kreeg  ik  middel, 
om  in  twee  Jaren  tijds,mijn  Capitaal  merkelijck  te  vermeerderen, foo  als  ook 
alle  dePriefters  van  de  na-buerige  en  by-gelege  Vlecken  ende  Dorpen  deden. 

Maar  men  moet  fig  niet  inbeelden  datik.door  dien'er  veelePerfonen  in  defc 
Dorpen  ftierven,des  te  minder  van  mij  ne  ge woonlijkeOfferhanden  trok, want 
deHeeren  van  die  tweeDorpen  droegen  daarop  de  volgende  wijfe  forge  voor. 

Om  dan  van  deSchattinge,  welke  fy  voor  deiePeftilentiale  iiekte  getrocken 
hadden  „  niette  verliefen,  deeden  fy  ,  naadie  ge-eyndight  was,  alle  de  India- 
nen tellen,ende  fy  dwongen  alle  die  geene,welke  twaalf  Jaren  gepaiTeert  wa- 
ren ,  tot  den  Huwelijken  ftaatte  treden ;  dit  was ,  voor  my ,  weder  een  nieuw 
middel  om  gekte  krijgen,  want  van  yderkHuwelijk  hadde  ik  twee  rijeks- 

daal- 


III.  Boek.  ^Door  de  Spaanfche  Weft-Indiht.  XX. Cap.  339 

daalders  boven  deOflferhanden,ende  door  defe  occaiïe  trouwde  ik  ten  miniten  fterfiejiiec 
tagtig  paaren  aan  malkanderen,  het  welcke  myeenfeer goede  fomme  op-  jLverhe" 
bragt. 

Dit  waren  noch  niet  alle  depiaagen  van  datLand;want  naa  diePeftilentiale 
fïekte  viel  den  regen  in  dat  Land foo  fwaar ,  dat  de  Huys-lieden  niet  minder 
daar  door  te  gemoet  fagen  ,  dan  de  totale  ruïne  van  haar  Koorn. 

Een  maant  lang  geduerende ,  wierde  alle  dagen  ,op  den  middag,de  lugtToo-  Ongeme- 
daanig  door  woleken  betogen  ,  die  foo  fwaar  ende  duyfter  waaren,  dat  het  ligt  nen  ivvaa* 

der  Sonne  daar  door  niet  alleen  verduyftert  wierde ,  maar  fy  deeden  foo  fwaar  endee§en 
een  plas- regen  op  de  aarde  vallen  ,    dat  daer  door  veel  Koorn  vernielt,  ende  ichrkke* 
veel  Huyfen  van  de  arme  Indianen  onder  de  voet  geworpen  wierden, ende,dar  !iJcke,a 
het  meeft  te  verwonderen  was ,  defe  regen  was  met  foo  groot  een  donder  ver-  don  er' 
feit ,  dat  defelve  het  geheele  Land  met  een  onderganck  fcheen  te  dreygen 

TVeePerfoonen  in  compagnie  door  de  Valeye  vanM>roreyfendeswierden   Droevige 
beyde  door  defelve ,  van  haare  Muyl-efels  ,  dood  ter  aarde-geflaagen.  gevolgen 

De  Capelle  van  onfe  Vrouwe  van  den  BergCarmel,  welcke  in  defelve  Va-  daar  van' 
leye  ftaat ;  wierde  door  den  blixem  foodaanig_ontfteecken,dat  fy  tot  aan  de 
gront  toe  af  brande  ,  geb' jk  ook  twee  Huy fen  aan  de  Reviere  van  de  Koeyen.   ' 

Een  andere  donder-lïag  viel  in  de  Kerke  van  Petapa  op  het  groóte  Altaar, 
hy  kloofde  de  mueren  van  het  felve,lopende  van  het  eene  èynde  naa  het  ande- 
re, vernietighde  ende  maackte  alle  de  Schilderyen  ende  het  vergultfel  fwart  , 
fonder  evenwel  eenig  ander  quaat  te  verrigcen, 

Seecker  Religieus,  in  het  Convent  van  de  Cordeliers/oinnen  Guatimala,  op 
fijn  bedde  een  middag-flaapje  houdende,  wierd  daarvan  dood-geítegen,  ende 
lijn  licchaam  wierd  foo  fwart  als  of  het  in  het  vy  ergelegen  hadde,  en  des  niet 
te  min  kondemen  gantfeh  geen  teken  van  eenige  quetfinge  aan  hem  befpeuren. 
Daar  gebeurden  in  dat  Landt  in  het  felve  jaar  van  i  ¿32.  veel  droevige  din- 
gen,  doch  G  O  DT  befchermde  my  airóos  door  fijne  groóte  barmhertigheyt, 
alsby  miracul. 

Want  foo  alsick  opfeeckere  Saturdag  des  naa  de  middags  volvan  anghft,  Groot  ge- 
ende  van  vreefe  bevende,  in  mijne  Kamer  befigh  was  om  mijne  gebeden  te  vaar.des 
doen  ,  viel  de  donder  op  de  muer  van  de  Kercke,  vlack  by  mijne  Kamer,  ende  tylllT* 
doodde  twee  Kalven,wclcke  op  de  plaatfe  aan  een  paal  gebonden  ftonden,om  welke  her» 
des  volgenden  daags,  tothetgebruyekvan  hetKloofter ,  geflagt  te  werden.  GoDdTp- k 

De  blixem  was  foo  digte  by  ,  ende  daar  toe  foo  vervaarlijck ,  dat  mijne  ge-  «d. 
heele  Kamer  in  vlamme  fcheen  te  ftaan,  fy  wierp  my  met  foo  veel  gewelt 
teraarde,  datiekeengeruymen  tijd  lang  fcheen  dood  te  zijn,  endealsick 
tot  mijn  felven  was  gekomen,vont  ik  veeleln  dianen  om  mijn  licchaam  ftaan, 
welke  daar  waaren  komen  lopen,gelovende  dat  'er  tot  mijnent,  ofte  ten  min- 
ften  in  de  Kercke  ,  brant  moeíle  zijn  ontftaan  door  de  kragt  desblixems. 

Defe  donder- vlagen  en  dat  onweder  bragten  my  al  mede  veel  profijts  aan  L  voordeel 
want,foo  als  ik  te  voren  gefegt  hebbe,deSpangiaarden  van  de  Valeye  ende  de  nyt'het 
Iadianen  deeden  veeleProcefllen  doen,in  dewelke  men  dQQdQ4Q  Beelden  der  °nwed« 

W  1  Heyli-Sctrockea' 


Traxillo  in 
Fe?»  door 

Aarc-be- 
v inge  ver- 
Í  'on  ken. 


De  fchaa- 
de  die  dc- 
ielvein 
Guatimal.i 
dcecte  ge- 
dydc  toe 
f  cofyc  des 
Arnhems. 


Beíchry. 
vjinge  van 
de  Aarr- 
bevingen 
van  Ame- 
ma. 


Seer  groot 
gevaar  des 
Autheurs 
door  Aart- 
Jbevinge. 


340 III.  Boeck*    Voyagie  van  Thomas  Gage    XX.   Cap, 

Heyligenom-draaghen;  die  gefchiede  niet  fonder  gek  te  geven,  want  een 
yder  braght  Offerhanden  ende  AalmoefTen,op  de  gewoonlyke  wyfe. 

In  de  bomer,  die  op  átk  volgde,  waren  'er  boven  gewoonlyke  Aart- 
bevingen;  Defelve  vielen  in  Perufoo  groot  ende  fwaar,  dat  de  Stadt  Truxilh 
daar  door  in  de  aarde  verfonk.  .. 

De  aarde  opende  figh  opveele  plaatfen,  en¿Q  vernielde  opeenigedeln- 
woonders,  welke  in  gebeden  in  de  Kercke  zynde,  met  Kerck  met  alle  door 
haar  wierden  verfwolgen. 

De  ichade  die  door  defelve  omtrent  Cuathnala  gefchiede ,  was  veel  minder, 
dan  die  geene ,  welke  wel  op  verfcheydene  andere  Plaatfen  voorviel ,  want 
fy  deede  n  iet  dan  eenigemuyren,  dievanfteen  inde  Sonne  fchyngedroogt, 
gemaakt  waaren,  ter  neder  werpen,  ende  de  Kerken  fchudden  ende  be- 
ven; Dit  evenwel  verwekte  een  groóte  vreefe  in  de  inwoonders,  welke 
voorfoodaanig  een  ongeluk  vreefden,  als'er  was  voorgevallen,  weynigh 
tydtseerikindatLandtquamtearriveeren,  ende  om  fulkste  vlieden  ende 
te  ontgaan ,  begaf fig  een  yder  tot  de  devotie ,  ende  men  liet  veele  MiiTen  feg- 
gen,  om  het  gedreygde  gevaar  te  verwyderen. 

Defe  Aart-bevingen  vallen  in  America  veel  meenigvuldiger  dan  langh- 
daerig ,  want  men  gevoelt  die  maar  een  korte»  tydt  j  maakende  defelve  drie 
verfcheydene  bewegingen  ¿  de  eerfte  beweegt  ter  flinker  ,  de  andere 
ter  regter  hand,  endede  derde  fchynt  de  aarde  weder  in  haare  plaatfe  te 
ftellen. 

Hetisfeeker,  dat,  foo  fy  lange  duerden,  daar  geene  Toornen,  Kerken 
ofte  hooge  gebouwen  zyn,  met  hoe  groot  een  konftende  forgedie  ook  mo- 
gen gemaakt  wefen,  welkefyniet  totaan  de  grondt  toe  fouden  neder- wer- 
pen. 

Daar  viel 'er  een  voor  te  Mtkco,  welke  foo  hevig  was ,  dat  hy  de  Kloe- 
ken deede  luyden ,  ende  denToorn  aan  een  zyde  overhcllen3doch  ik  was  daar 
foodaanig  toe  gewent,  datik,  deshalven,  de  moeyte  niet  nam  van  uyt  mijn 
bedde  te  gaan. 

Maarfybragtenmy,  in  dit  Jaar,  in  foo  groot  een  gevaar,  datik  feggen 
kan,  datik,  fonder  GODTS  hulpe,  van  defelve  foude  fijn  overftulpt 
geweeft. 

Want  daar  quam,  foo  als  ik  op  feekeren  morgen  in  myne  Kamer  ftudeer- 
de ,  feer  fchielyk  eene  Aart-bevinge ,  welke  foo  kragtig  was ,  dat  hy  my 
de  Taaffel  deede  verlaaten  om  onder  een  venfter  te  vlugten  ,  vreefende  dat  her 
geheele  Huys,  eerik  de  trappen  foude  hebben  konnen  af-khmmen,  foudc 
gevallen  ende  my  vermorfelt  hebben. 

Het  venfter  was  in  een  feere  dicke  muer  -  zynde  het  felve  boogs- wyfe  over- 
welft ,  ende  íoodaanig  een  plaatfe ,  houden  de  Spangiaarden  voor  de  veyhg- 
fíe  ende  verfeekerfte,  in  gevallen  een  Huys  komt  in  te  ftorten. 

Met  dat  ik  onder  het  venfter  mynfelven  hadde  geplaaft,  bieldt  de  Aart- 
bevinge  op,  ende  foo  als  i^in  myn  felvenoverleydde  of  ik  daar  ter  plaatfe 

blyven 


■3— 


III.  Boek.  T>oor  de SpaanfcheWeft-Indïèn.  XX.Cap.  341 

blijven  foude  ,  ofte  welaf-klimmen  ende  op  de  voor-plaatfe  gaan ,  foo  over- 
quam  my  een  tweede  Aart-beevinge  veel  heviger  dan  de  eerite.,foodaanig  dat 
my  fulcks  deede  vreefen ,  door  die  fterke  fchuddingen  ende  bewegingen  ver- 
plettert te  worden, ,  of  dat  ik  uyt  hetvenfter  foude  ter  aarde  vallenende  het 
felve  wijdt  en  ruym  ,  ende  hoogh  van  de  folder,  fonder  metglaafen  ofte  hout 
gefloten  te  zijn  ,  volgens  de  wijle  van  dat  Landt. 

Tot  foo  verre  dat,  alsmyfulks  was  overgekomen,  ick  geen  minder  gevaar 
liep  dan  van  mijn  hooft  aan  ftucken  te  vallen ,  ofte  wel  mijne  beenen  ofte  ar- 
men te  breeken ,  ende  indien  ik  ter  aarde  van  boven  naa  beneden  wilde  fprin- 
gen  ,  foo  konde  ik  niet  ontgaan  my  te  befeeren. 

Deverbaaitheyt,  in  dewelke  ik  my  bevont,  belette  my  eenige  vafte  re- 
folutie  te  nemen >  doch  foo  als  in  het  midden  van  defe  mime  perplexiteyt , 
een  derde  Aart-bevinge  my  overviel ,  benam  die  my  het  gebruyk  der  finnen 
foodaanig,  datik  het  eene  been  albuyten  het  venfter  ftak  ,  om  by  gevolge. 
het  geheele  licchaam  te  laaten  af  -  facken ,  maar  GODT  wederhielt  my,ende 
deede  te  gelijk  alle  die  Aart-bevingen  op-houden. 

Op  defe  wijfe  bewaarde  GODTmy  herleven  twee-maaien  binnen  Mixco  , 
maar  in  het  Dorp  van  Pinola  was  ik  in  gevaar  van  een  been  te  verliefen ,  ende 
dat  door  een  kleyn  dierken,  datnoch  foo  groot  niet  is  als  een  vloy. 

Her  Dorp  Pmola  werd  in  de  Indiaanfche  taaie  P anear  genaamt ; '  de  eerile    Naams- 
fyllabe  van  dat  woord  Pan  is  binnen  ofte  in  gefegt ,  ende  Cae  beduydt  drie  ver-  ooripronk 
fcheydene  dingen,  alseerftelijkhet  vyer ,  ten  tweeden  een  ieekere  vrughtnanh" 
welke  men  anderfints  Guiava  noemt,  endeten  derden  eenkleyn  foorte  van  ï°il,  frí" 
gedierte,  doordeSpangiaarden  Nigua  genaamt,  men  vindt  het  felve  doord"s'inde 
geheel  Indien,  maar  veel  meer  op  de  cene  dan  op  de  andere  plaatfe ,  doch  ífe 
vooraliïjnfy  meenighvuldigindie  Dorpen  ende  Vleckem,  inde  welke  men  HÍ 
veele  Verkens  houdt.  naamt. 

DeSpangiaarden  feggen  dat  veeleSoldaatenvan  Francoys Draak  daarvan 
fherven ,  wanneer  fy  de  voet  te  Nombre  de  Dios  aan  Landt  fetten,  ende  op  het 
hoge  geberghte  van  St.  Paulus,naa  de  zijde  van  Pannama  klommen. 

Want  doordien  fy  voelden  dat  de  voeten  haar  jeukten  ,  iïjnde  de  oorfaac-  Befchry. 
ke  daar  van  aan  haar  onbekendt ,  foo  begaaven  fy  haar  om  defelve  te  krabben  vin&e  van 
ende  dat  foo  fterk  datfy  fweeren  daar  van  kregen ,  die  haar  om  hals  bragh-^SX" 

"'      .  gua ende 

benige  feggen  dat  men  die  op  alle  pláatfen ,  om  hoog  foo  wel  als  om  laag  fijne  8?' 
yint,en  op  de  itoelen  en  bedden  foo  wel  als  op  de  vloer,dog  de  ondervinding?  Sn!" 
leert  dat  fy  niet  dan  op  de  vloeren  ende  de  aarde  zijn  3  voor  al  in  vuyle  ende  in 
weymgh  gereynighde  Huyfem 

Sy feiten iigh gemeenlijk  aan  de  voeten,  ende  weten  doordefchoenente      < 
dringen ,  maar  men  krijght  die  weynigh  aan  de  handen  ofte  a*n  de  andere  ge- 
deelten des  licchaams-,  waar  uyt  ook  blijkt  dat  fyhaar  op  de  aarde,  end- 
met  op  alle  plaatfe n ,  onthouden; 

Syfijn,  foogefeghtis,  veel  kleynder  dan  de  allerminite  Vloyen,  foodaa- 

mgë) 


■:i 


MidiWen 
om  die  te 
onrgaan. 


Dein  ¿lia- 
nen fijn 
daarvry 

van. 


Deh  Ab- 

theur 
raakt 
door  een 
Nigtta  in 
groot  ge 
raar. 


341 III.  Boeck*    Voyagie  van  Thomas  Gage    XX.  Cap, 

nigh  darmen  moeyte  heef:  om  haar  te  fien  ende  door  het  gefighte  te  onder; 
fcheyden ,  ende  als  fy  in  de  voeten  komen  gevoeltmen  in  defelve  een  uy  tne- 
mende  nette  ende  ieuckte.  m  _ 

Sy  fchynen  als  dan  fwart  te  wefen,ende  fijn  met  grooter  als  de  punt  van  een 
fpelde  i  men  kan  haer  dan  gemackelyk  ,  door  behulp  van  een  naaide  daar  uyt 
lighien  ,  doch  foo  men  dat  niet  doet  fouder  haar  te  breeken ,  enae  dat  het 
minfte  gedeelte  daar  maar  komtinte  blyven ,  foofa  dat  felve  foo  wel  in  het  • 
vleefch  doordringen,  ende  foo  veel  quaat  verwecken,  even  als  of  het  ge- 
heele  lighaam  daar  in  gebleven  waare. 

Ms  fy  tot  in  het  vleefch  fijn  door-gedrongen,  verwecken  fy  een  kleyn  blaa- 
derken,het  welke  vol  materie  ofte  etter  fit,het  felve  werd  allenxkens  groóter 
tot  dat  het  de  geftalre  van  een  boon  heeft  gekiegen,ende  doet  de  jeuckinge  al 
geduerigh  toenemen,  maar  indien  men  het  krabbelt  foo  werdt  het  geheel  vie- 
righendefteeckende ,  ook  geraecktinen  daar  door  in  gevaarvanhet  been  te 

VeSommi'ge  meynen  dat  het  beft  is  defelve  uyt  te  treckcn  ,  wanneer  fy  even 
beginnen  te  jeucken  ende  maar  in  de  huydt  komen,maar  dit  wkfeet  moeyc- 
lyk  ende  fwaar,  door  dien  men  haar  naauwlijks  fien  kan,  endefy  feerhght 
¿ebroakenkonnen  werden.  ,     ,  ... 

Hier  van  is  het  dat  vede  defelve  niet  willen  aanraaken  voor  ende  al  eer  dat 
fytotin  het  vleefch  fijn  door-gedrongen,ende  aldaar  een  blaadei  met  etter 
vervult  gemaakt  hebben ,  welke  figh  door  haare  viengheyt  tot  door  de  huydt 
laat  fien,-  ende  daar  op  maakt  men  defelve  met  een  naaide  rontornme  defe 
blaaderlos,  ende  men  ontwortelt  defelve,  foodaanigh  dat  men  die,  met 
de  punt  van  de  naaide,  daar  t'eenemaal  kan  uytlighten  (want  indien  men 
die  door-fteekt ,  foo  begint  fy  weder  op  een  nieuw  te  fweeren )  ende  yers  uyt 
-de  ooren  ofte  wat  aife  daar  op  leggen ,  loo  is  men  dan  in  een  a  twee  daagea 

gftHet  befte  middel  om  van  dit  ongedierte  niet  geplaaght  te  worden  is ,  dat- 
men  fijne  fchoenen ,  kouffen ,  ende  andere  klederen  altoos  op  een  ftoel  legge, 
ofopeene  van  de  aarde  verhevene  banck,  ende  datmennoyt  bloodts-voets 

SaDoch  het  is  een  wonderlijke  faake,  dat  de  Indiaanen,  welke  bloots- 
voets gaan  ,  daar  door  by  naa  noy  t  geincommodeert  werden  5  men  meent  dat 
dit  van  haar  huydts  hardigheydt  komt  want  indien  fy  Üefelve  foo  week  ende 
teder  hadden,  als  die  geene  welke  kouífen  ende  fchoenen  draagen,  foo  fou- 
ten fy  daar  foo  wel  dan  die  van  geplaagt  werden. 

Het  Dorp  Pancac  ofte  Pjwla  is  dit  gewormte  ofte  defe  Niguas  feer  onder- 
worpen, het  felve  hebbe  ik  door  eene  verdrietige  ervaarentheydt  beproeft, 
wantalsikopmyneeerftekomfteopdieplaatfedeeygenfchap  ende  natuerc 
van  dit  ongedierte  noch  niet  kende,  liet  ik  'er  een  foo  lange  in  myn  voet  fitten 
.  fweeren ,  defelve  ook  gedueriglyk  krabbende ,  dat'ereyndeli;k  foo  groot  een 
brandt  toeüoegr^dat  ik  my  onder  de  Barbieren  haar  handen  moeite  lieven. 


XII.  Boek.  TïdordeSpaanfcheWtfi-Indïèn.l^Xïkv.  343 


ende  twee  maanden  te  bedde  leggen,  in  wekken  tijdtick  volkomentlijck  , 
door  GODTS  genaadegenefen  wierde. 

Doch  op  dat  de  naakomelingen  mogen  kenniife  hebben  van  degenaade,     Hybe. 
welke  my  Godt ,  door  fijne  wonderlijke  voorfienigheydt  ,  in  foo  verre  van  ¿ffil  ** 
mijn  Vader-landt  afgelegene  Landen  heeft  betoont,  foo  wil  ik,  voor  en  al  werk 
eer  dit  Capittel  te  eyndigen,de  andere  gevaren  in  dewelcke  ik  my  bevonden  godes 
hebbe,  nevens  de  maanieren  door  dewelke  my  de  HEËRE  daar  üyt  heeft eer' 
verloft ,  den  Lefer  voor  oogen  ftellen. 

Hoewel  het  waaraghtigh  is  dat  de  meefte  Indiaanen  alleen  Chriftenenin  vpngoer 
fchijn  ende  in  het  uytterlijke  zijn ,  ende  in  het  heymelijck  tot  den  Af-Goden  men™6 
dienft  ende  de  Toverije  genegen ,  door  dien  fy  doch  evenwel  onder  mijn  op-  omtrent 
iïgt  waaren ,  foo  geloofde  ik ,  dat  ik  haar  JESUS  CHRISTUS  predikende,  ¡J^1/***" 
haar  careíTerende  ende  tegens  de  wreedtheydt  der  Spangiaarden  befchutten- 
de,des  te  beter  tot  de  waarheydt  foude  konnen  brengen,  ende  voor  al  omtrent 
de  kenniffe  GODTS  den  Vader  ons  Heeren  JESUS  CHTISTI. 

Hier  door,  ende  om  dat  fy  groóte  liefde  ende  eerbiedigheydt  voor  my  had-  i¡efde  en-C 
den ,  was  het  dat  ik,in  alle  gelegentheden,haar  mijne  genegentheydt  tragte  te  de  g«ne- 
betuygen,  beklaagende  haare  ftaat  ende  conditie,  kiefende  haare  zijde  als  ge™her<* 
eenigh  Spangiaart  haar  vcrongelijckte ,  ende  hebbende  altoos  Wijn  ende  toc  aar* 
Brandewijn  in  mijne  Kamer ,  om  haar  te  drinken  te  geven  als'fy  my  quaamen 
befoeken  ,  ook  om  haar  te  verfterken  wanneer  iy  iiek  ofte  bedroeft  waaren , 
het  welke  my  evenwel,in  het  Dorp  van  Pimlayby  naa  het  leven  kofte. 

Dit  quam  hier  door  dat  feecker  Indiaan  van  dat  Dorp ,  welcke  een  Span- ^"^* 
giaart,  genaamt  Dom  Franci/co  de  Monte-Negro^  diendde,die  omtrent  een  halve  werd  door 
mijle  daar  van  daan  woonde ,  foodaanig  van  fijn  meefter  geílaagen  ende  ge   {jjn^ee- 
queft  wierde ,  om  dat  hy  hadde  gefeght  dat  hy  my  foude  gaan  klaagen ,  dat  hy  ¿2 
hem  fijn  loon  wegens  fijnen  gedaanen  arbeydt  onthieldt ,  dat  hy  het  foude  be-  dele. 
ftorvenhebben,indien  ik,nadatmen  hem  te  huys  hadde  gedraagen,nietaan- 
ftonts  om  eenChururghijn  naahet  Dorp  van  PwoÄz,hadde  gefonden. 

ik  klaagde  aan  den,  Prefident  van  Guatïmala  over  het  quaat  onthaal  dat  thSfido* 
defen  Indiaan  hadde ontfangen,  welke,  mijne  klaghten  in aght  neemende,  dens^an- 
denSpangiaardtbyhemdeedekoomen,  ende  in  de  Stad  binnen  het  gevan-  g"»™ 
gen  huys  logeren ,  alwaar  hy  blijven  moeite  tot  dat  den  Indiaan  geneefen  was, ltraffea* 
foetaalende  met  eenen  een  goede  boete. 

Ik  vertoonde  daar  en  boven  in  feeker  Sermoen  dit  doen  van  Monte-Negr* 
aan  de  andere  Spangiaarden,  haar  vermaande  de  arme  Indianen  geen  onge- 
lijk te  doen ,  ende  haar  waarfchou wende  dar  ik  dat  al  foo  weynig  verdraagen 
foude,  dan  of  fy  het  aan  mijn  Perfoon  deeden,doór  dien  ik  haar  als  nieuwelin- 
gen ende  tedere  voort-plantingen  van  het  Chriflcndom  aanfag,  welck  men 
niet  moefte  ergeren,  maar  veel  eer  door  foetheydt  ende  vriendfehap  tot  JE- 
SUM  CHRISTUMleyden. 

Ik  beval  hier  op  aan  alle  de  Indianen,  datfyby  myfoudenkome*) ,  als  men 
fcaareenig  Ie  et  deede  3  ende  daar  over  aan  my  haare  klaghten  komen  doei 


Xx 


haar 


II 


344«  III-  Bo-eck.     Voy  age 'VanThomas  Gage      XX.  Cap; 

haar  belovende,  dat  ik  haarefaaken  foo  wel  foude  voordraagen  ,  ende  haar 

ongelijk  ten  toon  ftellen,  dat  ik  my  verfeekerde ,  dat  men  haar  regtfoude 

doen  erlangen  ,  gelijk  zy  weLkonden  befpeuren  uythet  geene  ik  reets  gedaan 

hadde. 

Hy  mckc     j)^  Sermoen  nam  Monte-Negro  foo  qualijk ,  dát  hy  by  eede  verfeeckerde  , 

í  ï/jrW  f°°  als  men  my  naamaals  heeft  gefegt ,  dat  hy  my  foude  dooden.     Ick  konde 

vaar         fulks  evenwel  fwaarlijk  geloven ,  my  inbeeldende  dat  het  eer  een  Spaanfche 

Re domont ade  dan  een  waaragtig  opfet  ende  voornemen  was. 

Selfs  eenige  van  mijne  Vrienden  feyden  my ,  datickagtopmijnfelven 
moefte  nemen,  maar  ick  veragte  dit  advis  almede,  totdatickopfeeckeren 
dag  de  Indiaanen  ende  de  Jongens  die  my  diendden  ,  naa  de  deure  van  mijne 
lyamer  fag  komen  lopen,  die  my  waarfchouden ,  dat  ick  niet  foude  buytens 
huysgaan,  door  dien  Monte-Negro  op  de  voorplaatfe  was,  met  een  bloten 
Degen  in  de  vuyft ,  in  meeninge  om  my  te  dooden. 

Ick  beval  haar  aanftonts  dat  fy  de  Regenten  van  het  Dorp  fouden  gaan  haa- 
len,op  dat  fy  my  te  hulpe  fouden  komen,doeh  den  Spangiaart,die  in  foo  groot 
een  raafernye  was  onrfteecken ,  iiende  fig  ontdeckt ,-  was  tcrwijlen  uyc  het 
Dorpgeweecken. 

Dit  verpligte  my,  om  forge  voor  mijne  belToudenifïé  ende  veyligheyd  te 
draagen,  ende  ten  dien  eynde  deede  ick  feecker  Neger,  Micbael Delva  ge- 
naamt,  by  my  komen,  defe  was  feerkloeck  ende  fterek,  ende  ick  liet  hem 
by  my  woonen,  tot  dat  ick  een  eynde  van  de  faack  van  Monte-Negro  gefien 
hadde. 

Als  ick  op  den  volgenden  Sondag  des  morgens  me  Wxco  moefte  trecken, 
foo  nam  ik  mijnNeger  met  my,ende  een  half  douzeinliidianen  om  my  te  ver- 
feilen  ,  ende  foo  als  ik  dwarfch  door  een  kleyn  Bosken  paifeerde ,  het  welke 
middeninde  Valeyelegt,  foo  fag  ick  dat  mynvyantmy  daar  wagte,  welc- 
ke  fiende  het  Convoy  dat  ick  by  my  hadde,  niets  doriteonderftaan  ,  gevende 
my  alleen  veele  fchelt- woorden ,  ende  feggende  dat  hy  my  met  minder  gefel- 
fchap  eens  hoopte  te  vinden. 
Doch  doet  Dit  verpligte  my  niet  langer  te  wagten  met  het  doen  van  een  tweede 
¿"r7"  klagte  over  hemaandenPrefident,  welcke  defelve  feer  wel  op  nam,  ende 
näa  dat  hy  Monte-Negro  een  maant  hadde  gevangen  gehouden ,  bande  by  hem 
dertig  mijlen  van  de  Valeye. 

Ick  wierde  niet  alleen  doorde  Spangiaarden  vervolgt,en  dat  teroorfaacke 
van  de  Indiaanen,terwylen  ick  in  defe  Dorpen  woonde, maar  oock  van  de  In- 
diaanen felve  ,  hebbende ,  die  dit  deeden ,  geene  Religie  dan  infeh^n,  doch 
hoewel  ik  my ,  foo  wel  door  de  eene  als  door  de  andere ,  in  groot  gevaar  be- 
vont ,  foo  deede  my  GODT  doch  altoos  de  genaade  van  my  voor  haare  han- 
den te  bevry  den. 


weder 
ätraffe 
oeffenea 


HET 


III.  Boek.  T)oorJe  SpaanfcheWejl-Indïèn*  XXL  Cap.  34.5 

HET  XXI.  CAP  ITT  EL. 

Hiftorie  van  de  Tover  aar  fier  Martha  de  Carillo.  Sy  werdt 
feer  door  de  Indiaanen  gevreeft,  T>en  Autheur  nevens  een 
Officier  van  de  Inqutfitie  belegt  infor mat ien  tegenshaar. 
SPreeckt  met  haar  daar  f  elf s  over,  Weygert  haarde  Com- 
munie. Sy  neemt  daar  wraack  over  op  hare  ge ¡ch  ene  ken* 
Tragt  het  oock  aanfijn  Terfoon  te  doen*  T>og  te  vergeefs. 
Sy  dreygt  hem  op  een  nieuw.  T>ogfy  w er dt gevangen  en- 
de ft  erft  in  heghtenijfe*  Hiftorie  van  de  Tover  aar  juan 
Gordales.  Hy  werdt  in  de  gedaante  van  een  Leeuw  ge- 
quetft*  Informatien  hier  overgenomen ,  ende  examinatien 
daar  overgedaan.  Hiftorie  van  Juan  Gómez»  Hy  werd 
fchie  lij  kfiec  kende  ontbiedt  den  ¿Autheur*  Hyfpreec  kt  fij- 
ne biegte ,  ende  ft  er  ft.  Sijn  leven  werdt  aan  den  Autheur 
ontdeckt.  Juan  Gómez  ende  Sebaftiano  López  veghten 
onder  de  gedaante  van  een  Leeuw  ende  Tyger  met  malkan- 
der en.  López  raakt  daar  over  in  hegtenijfe.  T>e  Indianen 
foecken  defefaacke  te  verJuffenfDog  andere  brengen  het  aan 
den  dagh*  Het  Lijck  van  Gomez  werdgefchout*  Infor- 
matien tegen  Lopez  belegt  3  dïe  na  Q^^úmAi  gevoert ,  ende 
aldaar  wert  opgehangen.  Hiftorie  van  de  Fuentes  te  Mixco. 
Haar  e  Afgoderye  komt  aún  den  dag*  Seecker  Spangiaart 
maakt  defelve  den  Autheur  bekent.  T>en  Authetirgäat  ha* 
ren  Af-godt  met  feer  groóte  voor ftgtigheydt  ende  eïreum- 
fpefíie  op  foecken.  Hy  vernaght  met  fijn  Gefelfchap  in  het 
Bofch.  Sy  vinden  den  Af-godt \  Befchrijvinge  daar  van* 
Sy  nemen  hem  mede*  *Den  i_Autheur  doet  alle  de  Spangi- 
aarden  ende  de  Negers  tegens  den  volgenden  Sondagh  te 
kereke  nooden*  Hy  brengt  den  Af-godt  aan  fijn  huys ,  en- 
de des  Sondags  daar  aan  óp  den  Tredick-ftoel*\  Hy  fielt •  hem 

Xx  2 


, 


346  III.  Boeck.  Voyagie  van  Thomas  Gage  XXI,  Cap. 
aldaar  het  Volck  voor  oogeiu  "Daagt  hem  ende  de  Duyvel 
wyt.  T>oet  hem  aanftucken  hácken  ende  verbranden.  Hy 
maackt  fulcks  te  Guatimala  bekent*  Stelt  den  raadt  die  hy 
van  daar  krijght  te  werck.  T>e  Afgoden-TDienaars  zijn 
obftinaat.  Sy  leggen  den  Anthenr  laagen .  Beftormenfijne 
Jlaap-kamer.  Sy  komen  voor  de  tweede  rey  f  e  wederom.  Een 
van  haar  werdgequetft*  Sy  brengen  hem  door  lift  in  groot 
gevaar*  gïuetfen  hem  met  eenmes.  ¡Verpen  hem  ter aarde  * 
Hy  werdtuyt  het  gevaar geredt*  .  Een  van  de fe gewelde- 
naars werd  gevangen.  Wm  Autheur  belegt  Informatien 
wegens  dit  voorval.  Sor  ge  van  de  Spangiaarden  voor  den 
Autheur  gedraagen*  Dis  alle  de  verdagte  Indiaanen ge- 
vangennemen* Haar  boos  voornemen  werd  ontdec kt  %  Sy 
werden  naa  Guatimala  toegevoerdt.  Straffe  aan  haar  ge* 
oefent,  Haar  berouw  en  leedtwefen ,  werdt  door  den  Au* 
theur  o£regt  te  zijn  befêeurt* 


Marth*  äf 


Urtlh. 


1Ñ  het  Dorp  vanPi»ola  waaren  eenige  InwoonderSjdie  feertot  de  Toverye 
genegen  waaren,  ende  door  de  magtdes  Duyyels  wonderlijckc dingen 
gedaan  hadden  * 

Onder  andere  was 'er  eenoude  Vrouwe *  Marthade  Carillo  genaamr,  welc- 
ke  al  van  te  vooren  was befchiüdigtgeweeftdatiyveele  Lieden  in  het  Dorp 
betovert  haddej  doehde  Spaanfche  Regters  verklaarden  haar  onfchuldig  3 
vindende  geene  feeckere  ende  genoegfaame  bewijs-redenqn  tegens  haarjhier 
door  wiect  íy  foodanig  í n  haare?  booshey  t  geile rkt ,  dat  fv  haar  ved  erger  dan 
re  vooren  aanftelde ,  ende  veel  rneer  cpaats  bedreef 

In  de  tijd  wel<;ke  iqk  daar  woonde  a  eyndigden  twee  ofte  drie  Perfoonen 

naar  leven  door  eenieeekere  lajtigduerjge  íoorte  yan  quyningejende  {y  feydzn 

©p  haar  fterTbeddëi  dat  defe  Carillohm al$.vermoQrthadde3fende  fy  defelve 

dickroaal?  omtrent  haar  beddchaa^  met,  een  dreyg^nde  ejide  vergram  t  gelaat 

vervaarende; 

<ec?doordE    ^y  ^adde  fOQáaanjg.eenfchrick onder  4e  Indiaanen  gebragt ».  dat  niet  een 

-iein4iaá«van  áe&lw? pver  haar  derive  klagen,  yreefend&dat  fy  fpel  metfyurföudeq 

asnge-     hebben  ,  éhd&  dat  fy  baar  nöchVgerfoudehaqdele-n  $  ditve-roorfaaktedat  ik 

weeft.      zzn>Dom$ii(in&Gu?m'anA\z doenmaals  Heere  va^n  he^Porp  wastdeefte {eg- 

gen  i  dar  fy  fijne  gph§eie  P{aatJü  foijdc  ruip^rgn  a  iü  gevalle  hy  4er  ia  geene 

Q^ejei1efdq_  teilellen,, 

s  ■  -  Urn- 


III.  Boek.  Door  de  SpaanJcheWeJf-Indien*  XXI.  Cap.  347 

Hier  op  ver  wierf  hy  van  den  BiiFchop ,  dat  men  aan  my  ende  aan  feeker  an-    Den  Au- 
der  Officier  van  de  Inquiiitie  bevel  foude  geven ,  om  een  forgvuldige  onder-  venseen~ 
ibekinge  op  haare  maniere  ende  wijfe  van  leven  te  doenjals  wy  dit  aanvingen^  officier 
bragten  de  Indianen  feer  groóte  klagten  tegens  haarin,getuygende  meeft  alle  vJ"(]^rn" 
de  inwoonders  van  het  Dorp,dat  hetbaarblijcklijk  was,  dat  fy  met  de  Duyvel  beiegfin. 
ende  de  Tover- konfte  omginck,  ende  dat  fy  ,  eer  fy  de  eerftemaal  befchuldigt  rormatica 
wierde,  gewoon  was  geweeft,  fig  door  een  Rotting,  waar  fy  ook moghte  j£8en* 
gaan,  re  doen  volgen,  welke,  alsfy  in  de  Kerke  ging  ,  aan  de  deure  bleet   aar* 
Haan  ,  wagtende  tot  dat  fy  foude  uytkomen  ,  daar  naa  met  haar  weder  naa 
Huys  toe  gaande  ;  hier  by  feyden  fy  dat  fy  geloofden  ,  dat  die  Rotting  haa- 
ren  bofenkngel,  ofte  familiaren  Geeft  was,  doordien  fy  dickmaals  haare 
Honden  daar  op  gehitft  hadden,  weleke ,  in  plaatfe  van  die  te  naaderen ,  daar 
van  waaren  gevlugt. 

Doch  federt  dat  fy  voor  het  Geregte  was  verdagvaart  ende  befchulügt 
geweeft,  hadde  men  die  Rotting  niet  meer  gelïen  ,  het  welke  men  dan  dag- 
te  dat  fy  uyt  liftighey  t  hadde  gedaan ,  om  daar  door  de  Lieden  de  gedagten  te 
doen  hebben,  van  dat  fy  haar  nu  met  fulke  dingen  niet  meer  bemoeydde. 

Defe  oude  Vrouwe  was  een  weduwe,  ende  naaalleuytterlijckefchijn , 
een  van  de  armfte  ende  behoeftigfte  van  het  Dorp,  fy  hadde  doch  even- 
wel altoos  veel  gelts  ,  fonder  datmenkonde  bemercken ,  hoe  fy  d^atmogte 
bekomen. 

Het  was  omtrent  den  tijdr  van  de  Vaften,  wanneerick  doende  was,  met 
defe  foorte  van  iniormarien  tegens  haar  te  beleggen, alle  Inwoonders  van  hit 
Dorp  quaamen  als  doen  te  biegte,  ende  fyfoo  wel  als  de  andere,-  Sybragt 
my  fchoondergefchencken  dan  ickvanymant  van  geheelhet  Dorp  hadde  ge- 
kregen ,  want  daar  men  gemeenlijk  maar  een  Reaal  gaf,  foo  vereerde  fij  'er 
myvier,  nevens  een  Kalkhoen,  watVifchj  Eyeren  ende  een  pot  met  Ho- 
nig. 

Sy  beeldde  haar  in  dat  dit  my  een  goet  gevoelen  van  haar  foude  doen  heb- 
ben ,  ende  dat  ick  het  feggen  van  de  indiaanen  tegens  haar  niet  agren  foude. 

Ick  ontfingh  haare  Offerhanden  ende  hoordde  haar  in  bieghte;  indefelve 
feyde  fy  my  met  dan  kleynighedèn ,  welke  men  naauwlijcks  onder  de  verge- 
velijcke  fouden  foude  hebben  konnen  reeckenen. 

Hier  door  agte  ick  my  verplight,  om  haarfelfs  nanuwkeuriglijkteon- 
dervraagen ,  nopende  het  gevoelen  dat  de  Indianen  van  haar  hadden,  en  voor 
al  raakende  het  geene  my  twee  a  drie  op  haar  dood  bedde  hadden  verfeekert, 
dat  fy  haar  betovert  hadde ,  dat  fy  haar ,  eer  fy  iïek  wierden ,  gedreygt  hadde^ 
ende  dat  fy  daar  naa  aan  en  om  haar  bedde  verfcheenen  was,  feggendedatfy . 
haar  foude  doen  fterven }  terwï  jlen  fy  van  niemant  dan  van  de  flècken  geiicn 
wierde, 

Hier  op  antwoorde  fy  my  anders  niet,dan  met  krijten  .en  de  traanenteftor-     Spm&t 
ten  s  feggende  dat  men  haar  ongelijk  foude  doen ,  wanneer  msn  dit  van  haar  ™th™i 

ptoveÄiwe..-     .  ^,ft 

Xx.  s  fck. 


■     I!' 


348  lil.  Boeck.    Voyagie  van  Thomas  Gage   XXL  Cap. 

Ikvraaghde  haar  hoe  het  mogelijk  was ,  dat  fy,  iïjirde een  arme  weduwe, 
fonder  eenige  Kinderen ,  die  haar  te  hulpe  quamen  ende  wat  by-fetteden,te 
hebben,  ook  fonder  eenigh  middel  om  de  kolt  te  winnen  zijnde  ,  my  meer 
gek  kon  de  gtven  dan  de  rijkfte  van  het  Dorp  deeden,ook  hoe  fy  aan  dieKalk- 
hoen  3  aan  die  Eyeren ,  aan  die  Hoonigh  ende  Vifch  gekomen  was,hebben- 
de  fy  van  alle  die  dingen  niet  in  haar  Huys. 

Hier  op  ant  voorde  fy,  dat  GODT.  die  haar  beminde,  haareenige  van 
die  dingen  hadde  gegeven,ende  dat  fy  de  reft  voor  haar  geit  gekogt  hadde. 

Ik  vraagde  haar  weder,  van  wie  fy  die  gekogt  hadde,  ende  hier  op  feyde 
{y ,  dat  het  was  van  de  Inwoonders  van  het  Dorp. 

Ik  vermaande  haar  feer  tot  de  Boetvaardigheyt  ende  het  Geloove,  feggen- 
de  dat  fy  de  Duy  vel  moeite  verlaaten ,  ende  gantfeh  geene  gemeenfehap  mee 
hem  houden  ,  hier  opantwoordefymy,  met  woorden  die  vol  van  godvrug- 
tigheyt  ende  devotie  waaren,  my  feerernrtelijkbiddende.haar ,  nevens  alle 
de  andere ,  die  op  den  volgende  dagh  ter  Communie  moeiten  komen ,  defel- 
veuyt  te  reyken. 

Doch  ik  feyde  haar  dat  ik  dat  niet  dorfte  doen ,  my  van  de  woorden  van 
onfen Salighmaacker  bedienende,  welke gefegt hadde,  datmen  bet  hrood 
der  Kinderen ,  niet  voor  de  Honden ,  noghte  de  Peerkn  voor  de  Siaijnen  moefte  wer- 
pen; dat  foo  ík  haar  toeliet  ter  Communie  te  komen,  fulks  groóte  erger- 
.  niíTe  foude  geven ,  naa  dat  {y  niet  alleen  van  Toverye  verdagt,  maar  ook  be- 
fchuldight  hadde  geweeir. 
weygett     Sy  nam  ditfeer  quaalijk ,  ieggende  dat  fy  veele  Jaaren  lang  de  Communie 
hadde  ontfangen,  dat  het  haar  een  groot  ongenoegen  gaf  die  in  haaren  ouder- 
dom te  moeten  miíTen ,  hier  op  begonde  fy  te  krijten;  dog  alle  haare  traanen 
konde  my  niet  bewegen ,  ende  ik  bleef  volftandig  in  mijn  voorneemen  ,  van 
haar  fulks  te  weygeren,gevende  haar  daar  op  haar  ai-fchey .t,en  feggende  dat 
fy  foude  vertrecken. 
sy  neemt     Als  ik  omtrent  de  middag  mijn  dienft  in  de  Kerke  hadde  af  geleght,  be- 
daar wra-  val  ik  aan  mijn  Volk  dat  fy  de  Offerhanden  foude  gaan  verfaamelen,  ende 
J53°v|g.op  tot  mijn  middagh-maal,  de  Vifch,  die  fymygefchonken  hadde  bereyden; 
dog  men  hadde  defelve  foo  draa  niet  in  de  Keuken  gebragt ,  óf  de  Kok  be- 
vont  die  volmaayen  ende  grooten  ftank ,  foodaanig  datmen  die  moefte  weg 
werpen. 

Dit  deede  my  agterdenken  krijgen  van  alle  de  giften  van  defe  oude  Tove- 
reffey  ende  het  bewoog  my  om  haaren  Hoonigte  gaanbefïen,  ik  goot  die 
uyt  de  Pot  in  eenSchootel  „ende  bevontdie  mede  vol  wormen  ofte  maayen; 
wat  haar  Eyeren  belangt ,  ick  konde  die  van  andere  niet  onderfcheyden , 
door  dien  ik'er  omtrent  hondert  die  dag  hadde  ontfangen,  maar  onder  het 
gebruyken  van  defelve  vontmen  nu  en  dan  eenige  ftinckende ,  ende  oock  an- 
dere daar  doode  Kiekens  in  waaren. 

Men  vont  op  den  volgenden  dag  de  Kálckhoen  dood  ,  ende  wat  haar  vier 
Realen  betrof,  ik  konde  nietbefpeuren  of  fy  my  Yatfdie  kant  oock  betovert 

hadde  ¿ 


haarde 

Coramtt 
nie. 


ichenc 
ken. 


IEL Boek.  Voorde Sfaanfche  Wefl-Indien.  XXI.Cap.  349 

hadde,  omdatickdiemetveele  andere,  myopdie  dag  doordeïndiaanen 
gegeven,  in  mijn  fak  hadde  geftoocken  ,doch  ik  bevont  evenwel ,  naa  mijne 
befte  naa-reekeninge  ende  onchout  van  het  getal  ,  dat  men  my  die  dag  hadde 
gegeven,  dat'er  my  vierontbraacken.  _ 

Den  avontwelcke  op  die  da*;  volgde,  bleef  ïck,  naa  dat  mijne  Indianen 
naa  haare  rufte  waaren  gegaan  ,  feer  iaat  ftuderen  in  mijne  gewoonlycke  Ka- 
mer, om  dat  ick  op  den  volgenden  dageene  vermaamnge  moefte  doen  aan 
alle  die  ter  Communie  fouden  komen.  _       ft:  . 

Naa  ick  nu  wat  geftudeert  hadde ,  gebeurde. het  tuiTchen  tien  ende  elf  uu-  Trage  het 
ren,  dat  dedeure  van  het  voor-huys^  welcke  was  aan  die  zijde  daar  mijne  J™*^ 
Kamer  ende  die  van  mijne  Knegtenilont,  fchielyckgeopent  wierdeende  tedoen. 
met  feer  groot  gerugte ,  gelijck  oock  mede  drie  andere  deuren  open  gingen  ; 
bier  op  hoorde  ick  het  geluyd  van  yemant  die  in  de  Saaie  quam ,  ende  daar  in 
cenigentyd  ging  wandelen.  ' 

Ah  ick  hier  op  noch  een  andere  deure ,  door  dewelke  men  naa  het  vertreck 
ginek,  waar  in  de  Tuygen  van  de  Muyl-efels  geflooten  wierden  ,  hoorde  ope- 
nen ,  deede  my  fulcks  gelooven  dat  het  mijn  Neger  lAichaelDelva  wel  mog- 
te  zij  n ,  die  fich  dickmaals  laat  te  rufte  begaf,  voor  al  federt  ick  dit  fpeï  met 
Monte  -Negro  gehad  hadde,ende  ik  beeldde  my  in  dat  hy  deSaale  vanfijnMuyl- 
efel  ging  opiluyten,  hier  om  was  het  dat  ick  hem  tweeadriemaalen,  met 
fijnen  naam ,  van  binnen  uy  t  mijne  Kamer ,  riep ,  fonder  dar  my  ymant  antA 
woordde. 

In  plaatfe  van  antwoört  hóordde  ick  noch  een  andere  deure,door  dewelke 
men  in  den  Tuyn  gink  ,  openen;  dit  verbaafdemyfoodathetgeheele  lic- 
chaam  my  fidderde  ende  beefde ,  en  dat  mijne  hairen  op  mijn  hooft  te  berge 
reefen,  foodaanig  dat  de  fchrick  my  felfs  de  moet  ende  magt  benam  om 
mijn  Knegten  te  roepen.  j^^ta-p 

Hier  door  begonde  iel?  aan  de  TovereiTe  te  gedenken,  endebad  GO  DT 
datHy  my  voor  haare  booshey t  wilde  befchutten^Daar  op  dan  moet  gefchept 
hebbende ,  ende  gevoelende  dat  mijne  tonge  ontbonden  was ,  welke  de  Vree- 
fe  te  vooren  hadde  alsverfloten  gehouden,  riep  ik  mijne  Dienaaren,  klop- 
pende  daar  toe  meteen  Rotting,  op  dat  fymy  des  te  beter  hooren  fouden, 
want  ick  dorite  noch  mijne  deure  niet  openen ,  noch  uyt  mijne  Kaamer  tre- 
den. 

Als  numyn  Volk,  door  het  gerugte  dat  ick  maakte,  ontwaaektwas, 
begaf  het  iïch  aan  de  deure  van  my  ne  Kamer ,  ende  ick  vraagde  haar ,  naa  dat 
ick  die  geopent  hadde,  of  fy  niemant  in  de  Saaie  gefien  ofte  gehoort,  ende  het 
gerugte  van  het  openen  der  deure  niet  vernomen  hadden. 

Sy  antwoordden  my  dat  íy  íliepen ,  ende  daar  door  niet  gehoon  hadden  ; 
doch  onder  haar  was  een  Jongen ,  die  my  feyde  dat  hy  alles  hadde  gehoort , 
my  die  faacke  vertellende  op  defelve  wijfe  als  ick  die  hier  voorens  hebbe  be- 
ichreven.  „    •     t 

Hierop  nam  ick  de  keexffe  in  de  hand,  emle  ginck  met  haar  alle  in  de 

oaaic 


Doch  te 
▼erjjccfi. 


3)  o  III,  Boek.    Voyagíe  vanThomas  Gage      XXI.  Cap. 

Saaie  om  de  deuren  te  befigtigen,  ende  ik  vont  die  allegeflooten ,  op  de 
felve  wijfe  als  deKneghtenmy  hadden  gefegt,  dat  fy  die  des  avonts  hadden 
oeforgt, 

Hier  uyt  befpeurde  ick  dat  de  TovereiTe  van  voornemen  hadde  geween  my 
te  verfchncken ,  doch  dat  fy  my  geen  quaat  hadde  konnen  doen. 

Ick  begaf  my  daar  naa  in  mijne  Kamer  ende  te  bedde  3  hebbende  twee  van 
mijne  Die-naars  bevoolen  mede  ín  defelve  te  gaan  leggen. 

'Ü2S  morgens  font  ick  om  mijnen  OrHciaal ,  Qiidt  verhaalde  hem  het  geene 
my  die  voorledenen  nagt  was  overkomen  ;  Hy  begonde  daar  over  te  lacchgn  , 
ende fèyde  dat  het  de  weduwe  Carillo  hadde  geweeit,  welke  diergelijke  partefr 
Wel  meer  in  het  Dor^gefpeelt  hadde,  aan  die  geene,  die  haar  hadden,  na  haar 
gevoelen, geafironteert,hier  om  was  hy  my  das  avonts  te  voren  komen  verfoe- 
ken,  om  haar  de  Communie  te  willen  geven,  alleen  uyt  vreefe  dar  fy  my  ee- 
mg  quaat  (oude  doen ,  doch  ick  hadde  dat  aan  hem  foo  wel  als  aan  haar  felve 
£e  weygerc*;  hier  na  feyde  hy  my  dat  ik  maar  moeite  vrolijck  zijn,  ende  dathy 
wel  wille  dat  fy  de  magt  niet  hadde  van  my  eenig  leet  te  doen. 
hfilopeS.     Naa  dat  ick  de  Co'nmunie  die  dagh  hadde  uyrgedeelt,  quaameneenige 
E1euw.     '  vann  de  voornaamfte  Indiaanen  my  befoecken  ,  feggende  dat  de  oude  Carilh 
haar  beroemt  hadde3dat  fy  my  op  de  eene  ofte  op  de  andere  wijfe  een  part  fou- 
D  chC  ^e^Pee^en>  om  dat  ick  haar  de  Communie  niet  wilde  geven. 
«rc'ttge-        Maar  om  het  Dorp  van  een  foo  boos  Schepzel  te  verlciTen,deede  ick  haar 
vangm      naa  Guatiinala  brengen ,  nevens  alle  de  informaxien  die  ick  tegen  haar  belegc 
ín  h-iCrfi:  ^ac^^e  J  4e^e*ve  fonc  ick  aan  ^en  Prefident  ende  aan  den  BiiTchop  :  Dsfc  dec- 
irleegte-   ¿en  jjaar  -n  ¿e  Q£  vancjjen ¡¡fe  fluy  cen   in  de  welcke  fy  twee  maanden  daar  naa 
ftierf. 

Daar  waaren  noch  veele  andere  Indiaanen  in  het  Dorp  die  men  verhaalde 
dat  wonderlijcke  dingen  deeden. 
van  !kn ie  ¥en  ^?  onder  andere  dat  'er  feeckere  JuanGonqaks  was ,  die  fich  felven 
Toveraar  ¿ickmaalen  in  een  Leeuw  veranderde ,  ende  lijnde  hy  in  die  gedaante,  wierde 
Jian G*nm  hy  door  een  armSpangiaart  in  deNeusgeqüetft;  defe  gefeyde Spangiaarc 
f«'«.  won  lijn  koft  met  het  Jaagen  op  het  Gebergte  van  Herten  ende  andere  wilde 
Beeiten. 

in  dJoWe!rc  R  Hec  gekste  .hem  op  feeckeren  dag ,  dat  hy  een  Leeuw  agter  een  grooten 
¿unre  van  J> °Jm  gewaar  wiert ,  hy  konde  van  defelve  niet  dan  den  muyl  fien  ,  waar  op 
een  Leeuw  hy  fi;n  Roer  lofte  ,  ende  de  Leeuw  begaf  fich  aanftonts  op  de  vlugt. 

t-  Gomales  bevont  fich  op  díe  felve  dag  fieck ,  ende  men  font  om  my  te  haa- 
ien op  dar  ik  fijne  biegte  foude  hooien  ;  Tot  zynent  gekomen  zijnde ,  bevont 
ick  dat  hv  in  het  aangefigte  gequetil  was ,  en  dat  fijnen  Neust'eenemaal  was 
verbrijzelt ;  Hier  op  hem  gevraagt  hebbende  hoe  hy  daar  aan  was  gekomen , 
antwoorddehy,  dat  hy  vaneen  Boom  was  gevallen,  ende  dat  het  weynigh 
fcheelde  of  hy  hadde  daar  door  t'eenemaal  gedood  ge  weeft ,  doch  evenwel 
befchuldigde  hy  daar  naa  die  arme  Spangiaarc  van  op  hem  gefthooten  te 
heoben. 


ge^uetfi 


II L  Bo  e  c  K .  *Ehor  de  Spaanfche  Weft -Indien*  XXL  G  ap.  3  5 1 

Als  nu  defefaake  voorden  Reghrergebraghtwierde  ,  foo  nam  men  ver- Tnforma, 
klaaringe  van  my  ,  hoe  dat  Gomales,  gefegt  hadde  ,  dat  hy  van  een  Boom  was  tien  híer 
gevallen,-   DeSpangiaart  wierdeoock  onder  eedegehoort,-  hy  feyde  dathy  overge" 
in  een  feerdigt  Bofchopeen  Leeuw  hadde  gefchoten ,  fullende  niemantkon-SSa. 
nen  denken  dat  eenig  Indiaan  daar  in  foude  komen  ofte  yets  te  doen  hebben  !p«'na«en 
Men  doorfogt  het  Bofch  ,  ende  men  bevont  de  teekenen  van  de  kogels  van  daar  op 
het  Roer  in  den  Boom  ftaan,  ende  Goncaks  bekende  dat  hy  iïch  daar  ter  plaat-  gedaan" 
febefeert  hadde,  ende  gevraegt  zijnde  hoe  het  mogelijck  was  dat  de  Span- 
giaart  hem  daar  ter  plaatfe  na  fijnen  val  ofte  quetfuere  niet  geilen  hadde3wan- 
neerhy  na  den  Leeuw  quam  foeken,  foo  ántwoordehy  dathy  gevlugt'was 
uyt  vreeledatgefeyden  Spangiaart  hem  voort  dooden  foude. 

Doch  door  dien  het  meefte  gedeelte  van  fijne  antwoorden  frivool  was 
ende  de  onfchult  van  den  Spangiaart  baarblijckelijck  ,  waar  by  quam  het  gel 
rugte  dat  door  het  Dorpginck  van  dat  Gon£ales  met  de  Duyvel  converfeer- 
de,  ioowierde  de  Spangiaart  vrygekent  van  alle  het  geene  den  anderen  re- 
gens hem  gedepofeert  hadde. 

Doch  dit  alles  is  niet  te  vergelijckcnby  het  geene  hierna  feekeren  7«**„-„    ■ 
Gomez  over  quam   defe  was  de  voornaamfte  van  het  Dorp ,  oud  omtrent  tag-  ÏÏ£ 
tig  Jaaren  ,  ende  fijnde  het  Hooft  ende  de  Befiierder  van  de  aanfienliick'te  Ge«"- 
brammedieonderhaarwas;  fijnaanfien  was  foodaanig ,  dar  fijn  gevo-l-n 
altoos  voor  dat  van  alle  andere  geprefereert  wierde,voor  de  reit  hadde  hy  alle 
deuitterlijcke  teekenen  van  een  eerlijck  Man,  wevnig  dagen  patfeerden 
fonder  dat  hy  des  morgens  in  de  MiíTe  quam  ende  'savonts  in  de  Vefper 
Jiebbende  felvehy  groóte  gefchenken  aan  de  Kerke  gegeven. 

Als  defen  Indiaa*  fo  als  ik  in  het  Dorp  van  Mixco  was,fchielijken  was  fiek  hy  »en 
geworden,quamen  deBedellen  van  het  Gebroederfchap  van  de  Maget  Maria  fcLiyk 
vreefende  dat  hy  fonder  biegte  foude  fterven ,  ende  fy  dan  daar  over  door  my  fiek,endc 
beftraft  werden3my  te  Mixco  ter  middernagt  vinden,  my  biddende  dat  ik  aan  Ä, 
ftonts  met  haar  wilde  gaan,  om  JumGome^  titeen  goet  einde  te  bereyden    thcur. 
feggende  dat  hyfeer  na  my  verlangde, wenfehende  dat  ik  hem  quametroiten 
Hoewel  het  een  onbequaam  uur  was.,  endé  dat'ereen  fwaare  regen  viel ' 
door  dien  ik'  evenwel  oordeelde  dat  het  een  werk  van  liefde  was ,  belette  my 
iulks  niet  te  Paart  te  ftijgen  ende  drie  mi;Ien  weegs,  geduerende  den  regen 
ende  duifterheyt  des  nagts ,  af  te  leggen.  ö 

aanlok  ^0^00™^  ^  het  gevallene  waater  gekomen ,  begaf  ik  my  Hyfpreckt 
aanftonts  aan  het  Huys  van  den  ouden  Gomez ,  ik  vont  hem  te  bedd?  legger-  r/ne 
de,  hebbende  geheel  het  aangefigte  be  wonden  ,  hy  bedankte  my  voor  de  biegle' 
moeyte die ikvoordefaligheytvan fijne  ziele  hadde  genomen,  hy  bad  my 
dat  ick  fijne  biegte  wilde  hooren,  ende  door  defelve  foo  wel  als  door  fi,ne 
traanen  gaf  hy  my  niet  dan  tcekenen  van  een  goet  leven,ende  van  de  begeer, 
tediehyhaddeomteítervenendeby  JESUS  CHRISTUS  te  gaan. 

Ikberey4ehemtotde  dood  al  trooftende,  ende  vraagde  feem  voormiin 
vertrek  hoe  hy  al  voer ?  Hy  fejde  my  dat  fijne  fiekte  niet  was  dan  fim^mder- 
dom,  nevens  de  fwakheit  die  defelve  verfelde.  Y  y  H>>r 


Inde. 
fierfc. 


Syn  leven 
Avertaan 
¿en  Aa- 
sbettr  ont- 

dcckt. 


SfrttB&fe 


352  III.  Boeck.   Voyagle  vanThomas  Gage    XXL  Cap. 

Hieropgink  ick  naamynHuys,  icknam  ander  lywaar,  begevende  my 
daar  op  te  bedde  om  wat  te  ruften;  maar  men  quam  myaanftonts  haaien  om 
het  H.  Olyfel  aan  Gí-wíz  te  geven,want  dat  is  een  faake  die  de  Indiaanen  nove 
voor  haaren  dood  vergeten. 

Terwylen  dat  ick  hem  de  Neufe ,  de  Lippen ,  de  Oogen ,  de  Handen,  ende 
Voeten  beftreeck,  befpeurdeick  dat  hy  geheel  gefwollenendeblaeuw  uyt- 
geilaagen  was,  doch  ick  namdaar  geene  {"onderlinge  aanmerkingeop,  ge- 
lovende dat  fulks  van  de  iiekte  voort  quam. 

Ick  gingh  met  het  kriecken  des  daags  weder  naa  huys  toe ,  ende  naa  dat  ik. 
een  weynig geruit  hadde,  quaameneenige  Indianen  aan  myne  deure  klop- 
pen ,  om  Wafch-keeriTen  te  kopen  ,  ten  eynde  fy  die  voor  de  ziele  van  Gomez 
fouden  Offeren,  doordien  hyfóoeven  geftorven  was,  moetende  dien  dag 
inet  alle  de  ge  woonlyke  folemniteyten  in  de  Kerk  begraaven  werden. 
^Ickftondt  dan  op  metroode  ende  gefwollen  oogen,  door  dien  ick  geheel 
dien  nagt  niet  geruft  hadde ,  en  ik  gink  in  de  Kerke  ,  alwaar  ik  bevondt  dat- 
men  beiig  was  met  fijn  graf  te  maakem 

ík  ontmoete  twee  a  drie  Spangiaárden  diedigteby  het  Dorp  woonden, 
welke  gekomen  waaren  om  die  morgen  de  MhTe  tehooren,  fy  gingen  met 
my  in  mijne  Kamer,  ende  ik  raakte  met  haar  in  dïfeours  nopende  Juan 
Gómez,  feggendedat  ick  feer  geftight  \?as  geweeft  door  fijne  Chriftelyke 
doodt ,  dat  ick  niet  twyffelde  ofhy  was  in  het  Paradys ,  ende  dat  alle  de  In- 
woonders  van  het  Dorp  doorfyn  af-fterven  veel  verlooremdoor  dien  hy  haar 
Hooft  ende  Voorganger  was,  ende  haar  altyds  met  veel  yerftandt  ende  wyf- 
heydt  geregeert  hadde. 

De  Spangiaárden  faagen  hier  op  malkanderen  aan ,   eríHe  begonden  te  lac- 
chen  ,  feggende  dat  ik  door  alle  de  Indiaanen  feer  moeüe  bedrogen  worden, 
ende  dat  voor  al  den  overleden  Juan  Gómez  my  wel  by  de  neufe  hadde  gekyd 
fooik  geloofde  dat  hy  een  eerlijk  ofte  heylig  Man  hadde  geweeft. 

Ick  antwoordde  dat  fy  geflaagen  Vyanden  der  Indiaanen  zynde,  daar  al- 
toos qualijk  van  oordeelden ,  dothdat  ick  daar  van  beter  getuygeniífe  dan  fy 
lieden  konde  geven  ,..  door  dien  my  den  ftaat  van  haare  gemoederen  feer  wei 
bekent  was. 

Maar  een  van  haar  repliceerden  op  myn  feggen ,  dat  het  fcheen  dat  ik  feer 
onkundig  was  in  de  doodt  van  Juan  Gómez-,  ende  dat  de  biegte  die  hy  my  ever* 
voor  fij  n  a  f-fterven  hadde  gedaan  niet  veel  byfonders  moefte  geweeft  hebben;, 
dat  hy  ook  bemerkte  dat  my  het  gerughte  dat'er  van  fijne  doodt  door  het 
Dorp  gingh,  niet  bekent  was  -,  dit  verbaafde  my  íeer,  ende  ik  badt  haar  my 
de  waarheydt  van  het  geene  fy  wiften  te  feggen; 

Sy  feyden  dat  het  gerughte  ginck ,  dat  Juan  Gómez  de  grootfte  ende  voor- 
flaamfteToveraar  van  het  Dorp  was,  dathy  gewent  was  fighin  een  Leeuw 
te  veranderen ,  ende  ín  die  gedaante  over  de  Bergen  ende  door  de  BoiTchen  te 
lopen. 

Dathy  altoos  een&odélïjkeit  haat  hadde  gedraagen  op  feeckeren  Seha- 

fiianê 


III.  Boek.  T>oor  de  SfaanJcheWefi-Indïên*  XXL  Cap.  3^3 

fiianoLopez^tlkt  een  oudt  Indiaan  ende  Hooit  van  een  andere  Stamme  was; 
Dat  het  twee  dagen  was  verleden  dat  fy  malkanderen  op  het  Geberghte  ont- 
moet hadden,  Gomez  in  de  figure  van  een  Leeuw,  ende  López  in  die  van  een 
Tyger ;  Dat  fy  dus  feer  kloeckmoedelijk  met  malkanderen  hadden  gevogten, 
tot  die  tijdt  toe  dat  Gomez,  die  de  outíle  ende  de  fwakfte  was  ,  vermoeyt  wier- 
de,  ende  foo  door  krabben  ende  bytengequetft,  dat  hy  daarvan  was geftor 
ven. 

Om  te  toonen  dat  dat  waaragtig  was ,  voegde  hy  'er  by  datmen  Lopez  in 
de  Gevankeniffe  hadde  gefet  over  die  íaake ,  ende  dat  beyde  defe  Stammen 
oven  dit  werk  met  malkanderen  itr  queftie  waren;  dat  de  Stamme  en  de  Vnn  ■ 
den  van  Gomez  aan  die  v&aLopez  voldoeninge  eyften,ende  daar  toe  een  groóte 
fomme  geks ,  ende  dat  fy  dreygden  ,  by  gebreeke  van  fulks  de  faake  in 
handen  van  de  Spaanfche  Magiftraat  te  ftellen ,  maar  dat  fy  dat  noch  foo  haait 
niet  wilden  doen,  vooral,  foo  fy  fulks  onder  malkanderen  konden  by-leg- 
gen ,  uy  t  vreefe  dat  fulks  het  Dorp  mogte  fchaadelijk  zijn ,  ende  by  de  Span- 
giaarden  verhaat  maaken. 

Defe  faake  quammy  foo  wonderlijk  voor,  dat  ik  niet  wifte  wat  ick  lan- 
ger geloven  foude  ,  ende  deede-my  voornemen  noyt  eenig  Indiaan  meer  ge- 
loove  te  geven ,  foo  ick  konde  ontdeken  dat  Juan  Gomez  foo  bevey  nft  hadde 
geweeft  ,  ende  my  op  foodaani£  een  wyfe  bedrogen. 

Ick  nam  myn  af  fcheyt  van  de  Spangiaarden ,  ende  begaf  my  naa  de  Ge* 
VankeniiTe  ,  in  defelve  vont  ik  Lopez  met  de  yfers  aan  de  voeten. 

Synde  hier  op  weder  tot  mynent  gekomen ,  ontbood  ik  feeker  Officier 
van  de  Stadt ,  welke  tAlguazü Major  was ,  zynde  daar-en-boven  my  een  goet 
Vrient ,  en  van  hem  wilde  ick  in  het  by-fonder  weten  waar  over  Lopez  op  die 
wyfe  wierde  gevangen  gehouden. 

Hy  vreefde  my  fulks  te  kennen  te  geven,  hopende  dat  die  faake  tuflchett 
beyde  de  Stammen  foude  by-geleght  werden ,  ende  dat  daar  geen  verder  praac 
van  vallen  foude,  omdat  ter  felver  tyd  beyde  de  Alcaldes  ende  de  Regidor; , 
met  de  voornaamfte  van  beyde  die  Stammen ,  ten  dien  eynde ,  op  het  Raad- 
huysvergaadertwaaren. 

De  aghterhoudentheyt  die  ik  in  defe  Officier  bemerkte  ,  vermeerder- 
de in  my  de  begeerte  die  ik  hadde  om  defe  faake  te  doorgrondenjlck  preflèer- 
de  hem  dan  feer  om  my  de  waarheyt  te  feggen ,  felve  my  yets  laatende  ontval- 
len van  het  geene  ik  van  de  Spangiaarden  gehoort  hadde. 

Hy  antwoordde  my  daarop ,  dat  hy  niet  vreefde  dat  de  Spangiaarden  haar 
Dorp  in  een  quaade  naam  fouden  brengen ,  foo  fy  de  faake  onder  malkande- 
ren konden  by  leggen;  maar  ik  feyde  hem  dat  ik  weten  wildewaaromme  fy 
foo  heymelijk  op  het  Raad-huys  vergaadert  waaren. 

Hier  op  beloofde  hy  my ,  dat  hy  my  de  waarheyt  foude  feggen  ,  indien 
ík  hem  verfeekeren  wilde  van  fijnen  naame  niet  te  melden ,  door  dien  hy  de 
gramfchap  des  Volks  vreefde. 

IkYerfeekerde  hem  daarvan,  laatende  met  eenen  een  glas  Wyn  komen 
Yy  a  om 


weende 
SebaftUn» 
Lo^veg- 
ten  in  de 
gedaenre 
vau  een 
Leeuw  en 
Tyger 
met  mal- 
kanderen. 

Lopez 
raakt  daar 
over  in 
hegtenis, 


De  India- 
nen 
ioeken 
de  faake 
re  verfaf- 
feö. 


354  III.  Boeck.   Voyagie  vanThomas  Gage   XXI.  Cap. 

em  hem  moet  te  geven,  ende  ik  beloofde  hem  dat  hem  niet  quaats  foude  we- 
dervaaren wegens  alle  het  geene  hv  mv  foude  konnen  fegaen. 

Hierop  verhaalde  hy  my  de  geheele  faake  op  defelve  wdifeals  de  Soanei- 
aarden  gedaan  hadden  ,  hv  voegde  daar  bv  dat  hy  niet  gelooide  dat  ce  Stam 
sien  met  maikanderenfouden  konnen  accorderen,  om  dat'er  Vriend-n  van 
bomez  warenweke  Lopez haetteden,fo  wel  als  alle  de  andere,die  even  als  ir ' 
gemeemchap  met  de  Duyvel  hielden  ,  ende  feer  wevnig  agreden  of  het  ¿~ 
vemsde  leven  van  Gomez  aan  den  dag  quam  ende  een  ider  wierde  bekent  fe- 
maakc ,  maar  daar  wareneer  ook  andere ,  al  immers  fo  boos  ende  ondeueemie 
als  López  ende  Gómez,  die  defe  dingen  wilden  verholen  houden,  uit  vreefe  dat 
¿1  e  andereToveraars  van  hecDorp  daar  door  fouden  ontdekt  wer- 

Dh  trof  my  feer  aan  het  herte ,  door  dien  ik  klaarlijk  fag ,  dat  ik  gedwon- 
gen was  te  woonen  onder  een  Natie,  die  alles,  wat  fv  door  í  waren  arbevr  kon- 
de  winnen ,  aan  de  Kerken  ende  aan  de  Oierhanden  aan  de  Kevligen'te  koft 
mng  ,  ende  ondertuííchen  foo  groot  een  gemeenfehap  met  de  Duvvel  hielt. 

Het  werkte  m  mijneen  feer  groot  ongenoegen,  wanneer  ick  befpeurde 
dat  ik  haar  het  Woon  GODTS  te  vergeefs  predikte,  en  hier  om  nam  ik  voor 
m  net  toekomende  tegens  de  liften  des  Duyvels  te  arbeyden ,  ende  haar  mee 
meer  kragt ,  dan  wel  te  vooren ,  te  vertoonen ,  het  groot  gevaar  in  het  welke 
,  de  zielen  der  geener  waren,  die  eenige  foorte  van  accoort  met  den  Satan  had- 
den aanbregaan,op  dat  ik  haar  foude  bewegen  om  de  werken  der  duifternifle  'e 
verfaaen  ,  ende  fig   doereen  opregt  Gelove,  tot  Jefum  Chrittum,te  beseven 

Alsik  nu  defenlndiaaniche  Officier  hadde  laten  gaan,  begaf  ik  my  na  de' 
Kerke,  om  te  fien  of  het  Volk  ter  Miifewaare  gekomen,  dog  ik  vont  in  de- 

H  Kket        tWee  Menfchen  »  dÍ£  een  grai  voor  Gomez  berevden. 

Hebbende  dan  aldaar  niemant gevonden,  keerde  ik  weder' naa  mijne Ka.^ 

Ta  ï  ■  uer  °mñf h  r-!n,de  W£Sens  nen  g£en£  men  m>'  ge%c  hadde ,  ende  niet 
\aitelijk  wetende  of  ik  hem  als  een  Chriften  moefte  begraven  ,  naa  dat  hv  in 
ioodaanig  eeni|aat.,  als  die  was ,  welke  men  my  hadde  bekent  gemaakt  /ce- 
leeft  hadde  ende  geftorven  was 

*kJdc°/d?-  evenwel,dat  ík  gtcn  geleve  moeite  geven  aan  hetfeggen  van 
e.ne.nig  Indiaan,  ende  alfo  weynig  aan  dat  van  de Sangiaarden,  welke-, 
dn   ehofT a'  nieC  fPraaken  >  ^n  volgens  het  geene  fy  van  andere  had- 

Terwijkniknochindieonfeekerheytwas,  nopende  het  geene  ick  daar 
omtrent  foude  hebben  te  verrigten,  quamen'er  aan  mijn  Huvs  ten  minften 
m  rong  van  de  voornaamite  Indiaanen  van  het  Dorp  ,  nevens  de  Borgemef* 
iteren^chepenen  ende  alle  de  Officiers  van  de  Jultitie  in  het  felve.  welke  my 
öaauen  da  tik  net  begraaven  vznfuan  Gomez  ,  voor  die  dag,  wilde  uytiteÜen, 
aoor  dien  iy  hadaen  voorgenomen ,  een  Officier  van  de  Croone  te  'doen  ko- 
mí?  V°  ?m  Jn  f tC  Iaienvifiteren,  alsom  de  oorfaaken  van  fijne  doodt  re 
^Pn£rhp°!  -  '  °P  dar/7  daar  do^r  in  geen  ongemak  fouden  geraaken  3  ende 
«eanem  met  weder  foude  moeten  op-graven*  i¿ 


III  Boek,  Tioor  de  SpaanJcheWeft-lndihu  XXL  Cap.  3  5  f 

Ik  ftelde  my  aan  even  als  of  ík  gantfchelij  knier  van  de  faake  hadde  gewe- 
ten ,  ende  vraa'gde  haar  waaromme  fy  fuiksaan  my  verfogten. 

Sy  verhaalden  my  her  doen  alleszeggende  dar'er  geruygen  in  herDorp  wa-  J*£hb*"¿ 
ren  .  welke  verklaarden  dar  fy  een  Leeuw  ende  een  f  yger  mer  malkanderen  genhet 
hadden  fien  vegten',  ende  dar  een  oogen b-lik:  daar  naa  ,  die  Beeílen  fig  van  aan  den- 
ma'kanderen  gefcheiden  hebbende.ende  voor  haar  oogen  verdweenen  fijnde,  daa' 
fy  Sebaflis.no  Lcpez  ende  Juan  Gcinez  hadden  geilen  ,  ren  naaften  by  op  defelve. 
plaatfe;datdieider  haaren  weg  waren  gegaan  ,  ende  dar  ¿azv o?  juan  Gomsz 
te  lijnen  Huyfe  was  gekomen,  geheel  door  flaanende  byrenverbrijfeltiijnde3- 
dathy  daarop  was  te  bedde  gaan  leggen  ,  waar  van  hy  nier  weder  was  op  ge- 
ilaan'; darhyaaneenige  van  fijne  Vrienden  verklaart  hadde  ,  dat  Sebafliñiio 
Lopsz  hem  hadde  gsdoor  3  ende  dat  defelve  daar  op  was  gearrefteerr  ende  ge- 
vangen gefet, 
Sy  feyden  my  daar-en-boven,  dar,  hoewel  fy  nooit  iets  hadderrbemerkt  van 
het  beleende  ergerlijke  leven  van  die  twee  Lieden,  welke  de  voornaamfte 
van  her  Dorp  lijnde,  fy  altoos  met  groot  oarfagge-eert  hadden,  fy  doch  even- 
wel in  defe  faake  feer  wel  geinformeerr  waaren ,  foo  van  de  fijde  van  de  eene 
Srammë  als  van  de  andere  >  dar  die  rwee  Perfoonen  altoos  mer  den  Duy  vel 
hadden  omgegaan,  het  welke  dan  een  fchandelijke  ende  gruwelijke  faake 
fcheen  ,  aan  alle  die  geene,  die  in  haar  Dorp  woonden  ,  doch  dat  fy  wat  haar 
belangde5alle  die  bofe  pradijken  verfaakten  ende  verwierpen,ende  dat  fy  my 
baadende  misdaaden  vaaeenige  particuliere  niet  op  alle  de  andere  re  1  eggen; 
hier  voegden  fy  by  dar  fv  van  voornemen  waren ,  ende  onder  haar  hadden  vail 
geftelt ,  alle  die  godtlofe  menfehen  re  vervolgen  ,  ende  niet  toe  te  laten  dat 
fy,  onder  haar,  in  het  Dorp  fouden  blijven  woonen 

Ik  gaf  haar  totantwoort  dat  ik  haaren  iver  voor  goedt  keurde  ende  de- 
felve prees  ,  ende  porde  haar  aan  dat  fy ,  als  goede  Chriilenen  ,  de  Duvvel  uit 
haar  Dorp  fouden  verbannen,  ende  alle  haare  kragten  daar  toe  impannen,- 
Ik  voegde  daar  by  dat  fy  feer  wel  gedaan  hadden, in  het  fenden  naa  Gitatimalct, 
omfulks  deSpaanfche  Ov'erigheyt  bekent  te  maaken  ,  feggende  dat,  foo 
fy  fulks  hadden  verholen  gehouden  ,  fy  alle,  als  aan  de  doot  van  Gonuz 
fchuldig  zijnde  ^hadden  konnen  geirraft  werden ,  fullende  fy  daar  door  Com- 
plicen van  den  Satan  hebben  geworden. 

lkverfeekerdehaardaar-en  boven,  dat  ik  gantfeh  geen  quaat  gevoelen 
van  haar  hadde,  maar  dat  ik  haar  in  tegendeel  feer  hoog  a.gte  3  door  het 
geene  fy  voorgenomen  hadden  te  doet* 

Dien fetveavont  arriveerde  de  Oincier  van  de  Kroone,  om  dewelke  men  Hetiyfc 


hadde  gefonden,hy  fchoude  her  licchaat 


m  G 


omez  m  mi 


ne  tegenwoordig-  vanGotaez 


heyt, ende  vont  het  in  verfcheydene  Flaatfent'eenemaal  gekneuit,  gebeten,  ™!Ttge- 
gekrabtendegequetft.  lchcur- . 

.  Men  beleyde  daar  op  veele  ir.formarien  regens  Lcpez ,'  ende  men  befchreef  informa- 
dle de  redenen  die  de  Inwoonders  van  het  Dorp,ende  de  Vrienden  van  Gameg  tien  "g™ 
tegens  hem  hadden  5  hier  op  wierdt  hy  naa  Guatimala  gebraght ,  daar  hy  L*tey*t~ 

Yy  i  tegens 


HaareAf- 
goderyc 

komcaan 
der)  dag. 


356  III.  Boek.    Voy agt e  vanThomas  Gage      XXI.  Cap. 

tegens  alle  defe  getuygen  geconfronteert  wierde  ,  ende  door  dien  hy  íích  niet 
wel  wille  te  verantwoorden,  maar  in  tegendeel  defaake  eenigfints beleed, 
wierde  hy  by  fententie ,  op  dewelke  ook  de  executie  volgde  ,  gecondem- 
neert  om  gehangen  te  v/orden ;  ende  Gómez,  in  plaatfe  van  in  het  graf,  voor 
hem  in  de  Kerke  bereyt,  begraaven  te  werden ,  wierde  elders,  ineen  gat, 
in  een iloot gemaakt,  gedompelt. 

In  Mixco  vont  ick  ook  eenige  indiaanen  ,  welke  niet  minder  beveynft 
waaren  dan  Gomez ,  defe  waarenvier  Broeders  de  Fuentes  genaamt ,  zyndc 
de  voornaamíre  ende  de  rijkile  van  het  Dorp  ,  ende  dan  noch  meer  dan  thien 
andere 

Defe  Lieden  fcheenen  uytterlijk  feerwel  te  leven,  mildaadig  tegcns  de 
behoeftige  ,  goet  doende  aan  de  Kerke,  devoot  ten  opfigte  van  de  Heyli- 
gen ,  draagende  goede  ende  groóte  forge  om  haare  Feeilen  te  vieren,  doch  in 
het  heymelijk  waaren  fy  niet  dan  Af-goden-dienaars, 

Doch  het  behaagde  G  O  D  T  my  tot  een  inftrumcnt  te  gebruyken  , 
om  haare  werken  der  duyíterniíTe  te  vernietigen  ende  aan  den  dag  te 
brengen,  welke  door  de  eenfaamheyt van  feekere  Bofch  ,  ende  door  de af- 
gelegentheyt  van  een  Gebergte,  federtveele  Jaaren  waaren  verborgen  ge- 
weeit. 

Eenige  van  defe  Lieden,  zijnde  op  feekere  dag  in  het  gefelfchap  van  an- 
dere Perfoonen,  die  beter  Chriitenen  ,  dan  welfy,  waaren,  ende  beílg 
zijnde  met  het  drinken  van  haare  Chica ,  begondenfich  wegens  haarenGodt 
te  beroemen,  feggende  dat  hy  aan  haar  een  beeter  Predicatie  hadde  ge- 
daan dan  wel  ick  ,  leerende  dat  fy  niets  moeiten  gelooven  van  alle  dat  ik  haar 
vanJESUS  CHRISTUS  mogte  komen  te  feggen  ,  doch  dat  fy  de  Religie 
van  haare  Voor-ouders  moeiten  behouden,  welke  haare  Goden  ,  foo  als  hsc 
behoordde,  aanriepen,  ende  dat  fy  nu,  door  het  voorbeeld  der  Spangiaar- 
den  waaren  verleyt  geworden  ,  omeven  als  fy,  een  valfchen  Godt  te  aan- 
bidden. 

De  andere  Chriitenen  verwonderden  haarfeer  defe  woorden  hoorende, 
ende  vraagden  haar  te  gelijk  waar  dan  die  Godt  was,  endefy  verftonden, 
naaveeleinítantien,  ende  naa  beloften  van  te  doen  gelijk  als  fyj  enc*e  ^e 
Godt  te  dienen,  in  wat  Gebergte  ende  op  wat  plaatfehyiïg  onthielt. 

Hoewel  nu  defe  goede  Chriitenen ,  onderden  drank,  haar  beloort  hadden, 
even  als  fy  te  fullen  doen ,  foo  lagten  fy  doch  evenwel,na  dat  fy  de  faake  rijpe- 
lijken  overwogen  hadden  ende  tot  haar  felve  gekomen  waren ,  met  die  belof- 
te, als  fijndefulks  een  befpottelijkefaake,foo  wel  als  allede  praatjens,  die 
men  haar  daar  van  gefegt  hadde. 

Sy  konden  dit  evenwel  foo  geheym  niet  houden,of  het  quam  ter  ooren  van 
feeker  ipangiaard,  welke  in  de  Valeye  woonende,  geloofde  dat  hy  in 
confcientie  gehouden  was  my  fulks  te  openbaaren ;  Hy  quam  my  dan  ten  dien 
eynde  te  Mixco  befoeken  ,ende  feyde  my  dat'er  in  dat  Dorp  eenige  Indiaanen 
waaren,  die  een  Af-godt  hadden  aangebeden,  ende  die  lig  beroemden  dat 

defelYê 


III.BoEK.   Tïoor de SpaanfcheWeft-Indïên.ySsX.Qkv.  357 

defelve  regens  mijne  leeré  gepredikr  hadde  ,  tor  voorilandc  van  de  oude  Af- 
goden-dienft  der  Heydenen  van  dac  Landt. 

Ick  loofde  GODT  daarover  dat  hy  'iaagelijcksde  wereken  des  Satans  ver- 
nietigde ,  endebadtde  Spangiaarddat  hy  my  wilde  feggen  van  wie  hy  defe 
dingen  hadde  gehoorde,-  Hy  deede  dat,  mydie  geene,  die  het  hemgefegt 
hadde  ,  noemende,  daar  by  voegende  dat  defelve  my  het  foude  hebben  komen 
verklaaren  ,  ten  waaren  hy  fuïks  hadde  naagelaaten  om  die  Indiaanen  niet  te 
ontdecken  ende  in  het  lijden  te  brengen. 

Hier  oplietickgemeltenlndiaan  haaien  om  hem  tegensden  Spangiaartte  ^ertLeerde 
confronteren  ;  hy  bekende  in  de  tegen woordighey dr  van  defelve  alles  wat  dat  eerundU0 
hy  daar  van  gehoordt  hadde ,  maar.  dat  hy  dat  niet  hadde  derven  openbaaren3  aan. 
door  dien  hy  wel  wifte ,  dat ,  foo  hy  defe  Indiaanen  ontdekte,fy  hem  door  de 
Duyvcl  veel  quaats  fouden  doen. 

Hier  op  vertoonde  ick  hem ,  dat  hy  ,  foo  hy  een  waaragtig  Chriften  was ,  D?tt  Aa- 
yoor  de  Duyvel  niet  vreefen  moefte ,  maar  tegensden  felven  ftryden,  door  ¡j-J u" "§r 
dien  die  hem  gsenquaatkonde  doen  foo  lange  GODT  met  hem-  was,  ende  te  nemen, 
hyiigdoor  een  vaft  Gelove  aan  CHRISTUM    JESUM  gehegt  hielde; 
Hier  voegde  ick  by,  dat,  foomendefen  Af-godt  kondeontdecken,het  felve 
hetregte  middel  foude  iïjn  om  defe  Af-goden-dienaaren  tebekeeren,  wan- 
neer men  haar  foude  vertoonen  hoe  kleyn  de  magt  van  haaren  valfchen ,  ver- 
geleeken  by  die  van  den  Waaren  3  GODT  was ,  die  alleen  door  de  Chriiïenen 
wierde  aangeroepen. 

Hier  by  feyde  ick  hem  rondt  uyt ,  dat ,  foo  hy  my  niet  wilde  leggen  wie  die 
Indianen  waaren ,  ende  waer  die  Af-godt  was ,  ick  hem  naa  Guatimalafoüdc 
fenden,  alwaarmen  hem  wel  fouden  doen  klappen,  tothet  minfte,  dat  hy 
wifte^oe. 

Door  dit  mijn  feggen  kreeg  hy  de  vreefe  in  het  lyf,  ende  gantfeh  vanont- J"'1.0" 
ftelrenifle  bevende,  feyde  hy  my  dat  het  de  de  Fw«íe/waren,die  iïgoverdefen  ¡¡£¡ ¿JT" 
Af-godt,  welke  fy  haaren  Godt  noemden,  hadden  beroemt ,    ende  datfy  pen. 
hadden  gefegt  darmen-  dePAaatfe,  op  dewelcke  hy  te  vinden  was,  ioude 
Kennen  door  eene  Fonteyne^nde  een  Mail-boom }  op  foodaanig  een  Geberg- 
te, endatbydeielveeenefpelonkewas. 

Ick  vraagde  hem  ofhem  de  plaatfe  bekent  was,  ende- ofhy  wifte  wat  voor 
een  flag  van  een  beeldt  dat  het  was,  hieropantwoorde  hy  mv,  dathydick- 
maalen  op  dat  Gebergte  geweeft  hadde ,  ¿at  hy  daar  twee  a  drie  waater  Fon* 
teynen  hadde  gefien,doch  noyt  ín  cenige  fpelonke  geweeft, 

Ick  vtaagde  hem  weder  of  hy  wel  met  my  foude  willen  gaan  om  die  plaatfe 
te  ontdecken^  dit  weygerde  hy  uVt  vreefe  van  defe  Af-goden-dienaars;  ook 
raade  hy  my  felve  dat  ick  daar  ook  niet  gaan  foude,  door  dien  fy ,  a!s  fv  daar 
waaren,  my  liever  fouden  dooden,  dan  datfy  haaren  Godt  iouden  ontdeckt- 
fien. 

Hier  opgaf  ick  totantwoort ,  dat  ick  foo  goeden  Convoy  foude  mede  ne- 
men;, datneifclvebequaamfaudezijn,  om  my  tegenshaar  te  befchermerr,, 

ende- 


I  1:1 


Precautie 
des  Au- 
thcüts. 


Syne 

dreyginge 
aan  den 
Indiaan. 

Me:  de 
welke  hy 
onligtelyk 
handelt. 


Hy  bereyc 
.íig-tor 
rdsRtyít. 


Den  Au- 

theur  gaat 

den  Afgod 

mecíeer 

groare 

voorlig- 

n'ghtyc 

ende 

circo  m- 

ípedie  op- 

íocfeeo. 


35S  III.  Boek.     Voyagie  vanThomas  Gage      XXI.  Cap. 

ende  dat  mijn  Gelbove  in  den  levendigen  ende  Almagtigen  GODT,  my 
voor  díe  Af-godt  (pude  bevrijden. 

Hierop  nanvik  met. defen  Spangiaart  voor ,  defefpelonke  opden  volgen- 
den dag  legaanopíbeken,  mee  ons  nemende  ,  boven  drie  a  vier  andere  Span- 
giaarden ,  ende  mijne  Neger  Michael  De'va ,  defe  Indiaan ,  ook  wilde  ik  hem 
dien  dag  niet  weder  naa  fijn  Huyslaaten  gaan  ,uit  vreefedat  hy  mijn  voorne- 
men}in  het  Dorp,  bekent  foude  maaken.endedatde  Af  goden-dienaarsfulks 
wetende  ,  my  des  nagts  ir.-ogten  Voorkomen  ,  ende  haare  Af-godt  uit  die 
plaatfe  ligten. 

De  Indiaan  weygerde  gedueriglijkmy  te  verfellen,  hier  om  dreygde  ick 
hemde  Officieren  van  de  Juftitiete  fullen  ontbieden,  ende  hem  doen  arre - 
fteren,  dog  daar  op  beloofde  hy  dat  hy  met  my  foude  gaan. 

Dog  ik  bad  den  Spangiaart  dat  hy  hem  tot  iijnent  foude  nemen,  ende 
by  nagt  ende  dag  wel  bewaaren  ,  ditdeede  ik  alles  op  dat  hy  met  niemant 
van  het  Dorp,  jaafelfs  niet  met  mijne  knegten,  foude  konnen  fpreeken;  ík 
beloofde  volders  de  Spangiaart  dat  ik  hem  des  anderen  daags  des  morgens 
foude  komen  befoeken,bevelende  hem  voor  al  de  fake  fecreet  te  houden, ende 
op  defe  wijfe  liet  ik  hem, nevens  denindiaan, die  hy  met  hem  nam,vertrecken. 

ík  reet  die  felve  dag  naa  Pinola ,  om  mijn  Neger  Michael  Delva  te  haaien  , 
ikbragthem  metmy  teMixco,  fonder  hem  iets  van  mijn  voornemen  teont- 
decken  ookginkikdrie  avierSpangiaarden,  mijne  gebueren,  befoeken, 
ikbadthaar  dat  fy  üg&p den  volgende  morgen  wilden  gereet  houden  }  om 
my  te  verfellen  in  eene  faake  die  den  dienit  ende  de  eere  GODES  betrof, 
dat  fy  haar  ten  dien  einde  in  het  Huis  van  een  van  onfe  gemeene  bueren  wil- 
den laaten  vinden  ,feggende,  dat,  foofy  hare  Roers  mede  bragten,  wy  , 
mogelijk  ons,  ter  plaatfe  daar  wy  gingen  ,  fouden  konnen  diverteren  ,ende 
datikvoordereftcordreioudeiiellen,  datwy  den  overvloei  van  Wijn  en* 
de fpijfe fouden  hebben. 

Sy  alle  beloofden  dat  ly  komen  ende  met  my  gaán  fouden,  fig  in-beeldende 
dat,  hoewelik  feide,  dat  het  den  dienftGODTS  betrof,  ik  dogh  anders 
geen  voornemen  hadde,  dan  een  Hert  op  het  GSoergte  te  gaan  jaagen. 

Ik  was  feer  blijde  fiende  dat  fy  mijne  meeninge  op  die  wijfe  uitleiden,ende 
daarop  begaf  ik  my  weder  naa  mijn  Huis,  ende  tot  onfe  voor-raat,  bereide 
ik  een  goede  hamme  met  eenig  gebraaden  Pluímgedierte  ende  gefooden 
Vleefch  alle  wel  gepepert  ende  gefouten  ,  om  ¿es  volgenden  daags  te  ge- 
bruiken. 

Ik  vont  mijngantfchegefelfchap  in  het  Huis  daar  ik  den  Indiaan  in  had- 
de  doen  bewaaren ,  ende  van  daar  gingen  wy  gefaamentlijk  na  de  plaatfe  daar 
de  Indiaanenhaaren  Af-godt  gingen  befoeken,  defelve  was  omtrent  twee 
mijlen  van  Mixco ,  naa  de  kant  van  St.  Juan  de  Sacatepeques. 

Als  wy  in  het  Bofch  quaamen ,  vonden  wy  eerft  een  diepe  natte  weg ,  in  de- 
felve was  een  beek  ,  dit  maakte  dat  wy  alles  aldaar  feer  naaukeurig  door- 
fogten,  dog  wy  en  vonden  hetgeene  niet  daar  het  ons  om  te  doen  was. 

WV 


íll.  Boeck.  Tïoorde  Spaenjche  Weft-Indi'èn.  XXI.  Cap.  3  59 

Wy  begaaven  ons  daar  naauyt die  diepe  weg,  klimmende  het  Gebergte 
op,  ende  na  dat  wy  lange  gefogt  hadden,  vonden  wyeene  Fonteyne,  doch 
hoe  naauwwyoock  aan  alie  ¿ijdenomfaagen,  fookonde'wy  doe  eeenefpe- 
lon  keilen,  J  ■■..:-. 

_  Wy  venleten  dus  te  vergeefs  geheel  die  dag  tot  aan  den  avont  toe ,  foodaa- 
nig  dat  mijne  Vrienden,  vreefende  doorhetvalleñ  van  den  avond,  rever- 
dwaalen,het  begonden  moede  te  worden,ende  van  weder  te  keeren  fpraaken, 
Maar  alsick  overleydde  dat  wy  de  helfte  van  het  Bofch  noch  niet  hadden 
door-fnuffëlt ,  ende  dat ,  als  wy  naa  huys  toe  gingen  ,  in  voornemen  van  noch 
eens  daar  ter  plaarfe  te  komen,wy  mogelijk  ontdeckt  ibuden  zijn,ende  dat  ons 
voornemen  konde  uy t-lecken ,  foo  was  ik  van  gevoelen  dat  het  beter  was  den 
nagt  in  het  Bofch  door  te  brengen ,  en  dat  in  die  diepe  weg  daar  wy  eerft  in 
gefogt  hadden,  door  dien  in  dcfeivQ  waater  was  om  de  Chocolate  re  kooken  , 
ende  men  daar  bequaamelijk  onder  den  lommer  der  Boomen  konde  flaapen ' 
waar  naa  wy  dan  met  gemack  ons  tweede  enderfoeck  konden  doen. 

Het  geheelegefelfchap  was  van  het  felve  gevoelen ,  ende  de  nagt ,  die  koel     Hy  we- 
ende ftü  was,  begonftigde  ons  goede  voornemen  nagt  mes 
Wy  maakten  vyer  voor  onfe  Chocolate,  ende  hielden  een  feer  goed  avont-  ¡Xtf~ 
maal  met  ons  koud  vleefch  ,  waar  naa  wy  het  grooefte  gedeelte  des  nagts  met  het  Bofch. 
difcoureren  ende  praaten  door  bragten ,  hebbende  geduerig  hetooge  op  on- 
fen  indiaan ,  welcken  ïck  aan  MicbaelDelva  hadde  te  bewaren  gegeven ,  vre- 
fende  dat  hy  my  mogte  ontlopen. 

Des  morgens  ftorten  wy  onfe  gebeden  totGODT  ,  fijne  Majefteyt  bidden-  sy  rangen 
de  ons  die  dag  te  willen geleiden,den  weg  te  wijfen  tot  de  uytvoeringe  van  ons  hare  twee~ 
goede  voornemen ,  ende  ons  die  fpeloncke  van  de  wereken  der  duyiierniffe  te  ?e,£ndcr~ 
willen  ontdecken ,  in  de  welke  men  dat  inftrument  des  Satans  verborgen  had-  ¡u u 

iíftíS  men'  hetfelve  voor  den  dag  gebragt  zijnde,  eereaanden  Wa- 
ren CiüDT  mogte  geven,  ende  fijne  Vyanden  met  fchandeoverdeckt,  ende 
naa  verdienfte  geftraft  werden . 

Wy  begaaven  ons  wederom  in  het  Bofch ,  klimmende  op  een  fteylen  ende   Sy  geraa~ 
ruwen  Berg;  als  wydefelve  aan  de  Zuyd  zijde  door-fnuffelt  hadden  ,  begaa-  ken  oP  het 
ven  wy  ons  naa  die  van  het  Noorden ;  wy  vonden  daar  een  iteyle  diepte ,  wel-  fP00r* 
ke  wy  begonden  af  te  tredentfende  altoos  naarftelijk  aan  alle  zijden  uyt,ende 
dat  niet  te  vergeefs,  want  als  wy  omtrent  een  halve  mijle  weegs  den  Berg 
waren  af  geklommen ,  faagen  wy  eenige  teekenen  ,  welcke  onsfeyden  ,  dac 
den  weg  betreden  was,defelve  volgden  wy  tot  dat  wy  by  een  tweede  Fontev- 
nequaamen.  .  ' 

Omtrent  defelve  onderfogten  wy  alles  naaukeuriglijk,  ende  wyvonden 
aldaar  eenige  ftucken  van  aarde  fchotelen  ende  potten ,  ook  een  broek  van  een 
confoort,  van  die  foorte  als  daar  de  Indiaanen  mede  gewoon  zijn  wieroock 
voor  de  Beelden  der  Heyligen  te  roocken. 

Dit  deedeons  geloven,  gelijckfulcksookwaaragtigwas,  datditftucken 
vaaren  van  wierook-vaaten ,  met  dewelke  defe  Afgoden  Dienaars haaren- 

Zy  Af- 


?6o  III.  Boeck.   'Vtyagie'ïan  Hkcwas  (j^XXLCap. 

Af-godt  be  wieroockten  ;  wy  wierden  iñ  dit  gevoelen  des  te  meer  verfterckt, 
door  dien  wy  bemerckten  dat  het  aerde-  werck  van  Mixco  was ,  ende  de  Maft- 
boom,die  wyaenftontsdaeropme.ciefaegen,  vermeerde  in  ons  de  hoopc 
die  wy  aireede  gefchept  hadden ,  dat  wy  niet  verre  van  de  foo  lange  gefoghte 
plaetie  waeren, 
S  SiCDl  ede  ^S  vyy  ^ighte  ky  die  Boom  waeren  gekomen,  foo  vonden  wy  de  Speloncke 
aenflonrs  ,itaende  defelve  niet  verre  van  daer;  fy  was  feer  duyfter  van  bin- 
nen, maer  helder  aen  den  inganck,  wy  vonden  daer  weder  van  die  aerde 
vaeren  ,  in -dewelcke affe  was,  ende  dat  deede  ons  gelooven datmen  daer 
wieroock  gebrant  hadde. 

Door  dien  w  y  nu  niet  wiften  hoe  diep  defe  Speloncke  móghte  lopen,  alibo 
weynigh  als  het  geenedaerinmoghtebeflooten  leggen,    foo  maeckten  wy 
light  met  een  vyer-ilagh  ende  ftaecken  daer  door  twee  keerifen  op  ,   waer 
mede  wy  iü  defe  diepte  traeden. 
sy  vinden     In  den  beginne  was  defelve  breet  ende  wijdt ,  maer  daer  dieper  in  gegaen 
godtt*"     z^n<^'a>  vonden  wy  dat  die  nae  delinckerzydetoeilreckte,aendekantvan 
het  Geberghte,  doch  evenwel  niet  feer  diep  in-waerts,  want  omtrent  twee 
roeden  van  daer  vonden  wy  den  Af-godt ,  fittende  op  een  ftoel ,  ende  zijnde 
met  een  ihick  lij  waets  bedeckt. 
Beichrij-     Hy  was  van  een  fwart  ende  glinfterende  hout  gemaeckt,e  ven  als  of  het  van 
™fcdaer  get  was  ge  weeft  j  Het  hooft  was  als  dat  van  een  Man  tot  aen  de  fchouderen 
toe,  evenwel  fonderbaert  ofte  knevels,  het  was  vervaerlijck  om  aen  teiien» 
met  een  gerimpelt  voor-hooft ,  ende  diepe  oogen. 
Sy  nemen      Evenwel  joegh  ons  fijne  vervaerlijcke-gedaente  geene  vreefe  aen,  ende  de- 
hem  me-    felve  belette  ons  niet  hem  mede  te  nemen  ,  doch  ioo  als  wy  hem  van  fijnen 
d*  ftoelaf-naemen,  foo  vonden  wy  op  defelve  eenige  enckele  Reaelen  leggen, 

die  fijne  gonft-genoten  aan  hem  hadden  ge-offert ;  dit  deede  ons  noch  nauw- 
keuriger in  de  Speloncke  om-foecken,  ende  die  arbeyt  was  ons  niet  fchaede- 
lijck ,  want  wy  vonden  noch  verfcheyde  andere  enckele  Realen  op  de  vloer 
leggen,  nevens  eenige  Palmiten  ende  andere  vrughten,  gelijck  mede  half- 
gebrande  wafch-keerffen,  potten  met  Maiz, ,  een  pot  met  Honigh,  ende 
kleyne  confoorden ,  waerinne  men  wieroock  gebrant  hadde. 

Hier  door  bemerekte  ick  dat  de  Af-goden-dienaers  defelve  dingen  als  de 
Chriitenen  offerden ,  ende  foo  ick  niet  verftaen  hadde  gehad,  áztfy  deien  Af- 
godt  liaeren  Godt  noemden ,  foude  ick  niet  meer  op  haer hebben  te  feggen 
gehad,  dan  op  alle  de  andere  Indiaenen  van  de  Dorpen,  welcke  de  f  elfde 
dingen  offerden  aen  de  Heyligen,  endefich  voor  haar  op  de  knyen  laegen, 
ende  van  der  fel  Ver  houtene  Beelden  waeren  eenige  niet  veel  beeter  gemaeckt 
dan  dit,  het  welcke  niet  de  geftalte  van  een  Beeft,  maer  van  een  Menfche 
hebbende,  foo  konden  fy  aen  het  felve  de  naem  van  eenigh  Heyligh  geven, 
ende  fich  daer  door ,  eenigermaeten,  verfchoonen. 

Doch  hetfy  zy  dít  niet  wilden  ofte  niet  konden  doen ,  fy  volhardden  in  het 
feggen,van  dat  dit  haer  Godt  was ,  welcke  tot  haer  gefproocken  hadde ;  en 

heb- 


III.  Boek.  <Door  de Spaanfche  Weft-IrJïèn.  XXL  Cap.  3S1 

hebbende  haer  naemaels  noch  gevraeght ,  of  her  niet  het  Beeld  van  eenigh 
Sanct  was ,  even  als'er  te  Mixco  ende  elders  in  de  Kercken  waeren  ,  lbo  tey- 
den  fy  my  neen ,  maer  dat  hy  boven  alle  de  Sanden  ende  Sanótinnen  van  het 
gantfche  Landt  was. 

Wy  waren  verheugt  fiende  dat  wy  geen  vet'geeffchen  arbeyt  gedaen  had- 
den ,  ende  datoníen  tijd  niet  qualyck  wasbefteetgeweeit;  totfoo  verre  dat 
wy,  hebbende  defen  Af-godt  uyt  de  Speloncke  gebraght,  veele  tacken  van  de 
Boomen  hackten,  welckewydaer  in  wierpen,  om  den  inganckte  floppen. 

Ditgedaenzynde,laeden  wy  den  Af-godtopden  rugge  vandenlndiaen, 
nae  dat  wy  het  Beeld  met  een  ftuck  lijwaets  bedeckt  hadden,  op  dat  niemant, 
ter  plaetfedaerwypafleeren  moeiten,  het  fien  foude. 

ïck  geloofde  oock  dat  het  goet  foude  zyii ,  foo  wy  op  het  vallen  van  den  a-  ^en  Aa- 
vont  eeril:  vertrocken ,  om  ín  den  duyfter  te  Mixco  te  komen  ,  op  dat  het  de  aiiïïe  °CC 
Indianen  niet  fouden  bemereken.  spangi- 

Soodaenigh  dat  kk  in  het  Huys  van  een  van  de  Spangiaerden  verbleef  tot  aer,de?- 
dat  het  laet  was ,    ick  bad  den  felven  alle  de  daer  omtrent  woonende'Span-  Negerste- 
giaarden  uyt  myne  naame  te  willen  feggen  ,dat  fy  op  den  volgenden  Sondagh,  gens  den 
te  Mixcoin de Kerckefouden komen,  veynfende  dat  ick  aan  haar  eade  aan  Iol^enle" 
haare  Negers  yets  te  feggen  hadde  op  het  fufajed  van  haare  Gebroederfchap-  te°L«ke 
pen.  -  nooden. 

Want  ick  begeerde  nietdatfy  eenigekenniife  van  die  faacke  fouden  heb- 
ben, voor  ende  al  eer  fy  het  Beeldt  voor  haare  oogenaanfehouden ,  ende 
van  die  faacke  in  de  Kercke  hoorden  fpreecken ,  uyt  vreefe  dat ,  het  felve  ter 
ooren  van  de  Af-godifche  Indiaenen  komende ,  defelve  mogten  op  de  vlugt 
gaen  ende íich  uyt  het  Dorp  met  Wyfende  Kinderen  weg- packen.  Den  An 

Als  nu  de  nagt  t'eenemaal  gevallen  was,  namickmyn  Indiaan  ende  Mi-  theur  "" 
chael  Delva  met  my,  gaande  met  die  beyde  aan  myn  Huys,  alwaar  ick  den  brenght 
Af-godt  in  een  Coffer  floot,ende  tot  den  aanftaanden  Sondagibewaerde ;  hier  íjtíeh 
op  font  ick  den  Indiaan  weder  te  rugge ,  hem  belaftende  niets  te  feggen ,  oock  cjn  Hay"» 
vreefde  ick  daar  niet  voor ,  door  dien  hy  wel  wifte,  hoe  veel  quaats  hemde 
Af-goden-dienaars  fouden  gedaan  hebben ,  en  daarom  wagte  hy  íich  wel  be- 
kent te  maacken  dat  hy  my  verfelt  hadde. 

Ick  behielt  MicbaelDelva  by  my ,  door  dien  hy  begeertig  was  om  het  eyn- 
de  van  dit  werek  te  líen,  ende  ickbereydemy  om  op  den  volgenden  Son- 
dagh te  Predicken  over  het  derde  veers  van  het  een  en  twintigfte  Capittel 
van  het  Boeck  Exodus ,  Gy  enfidt  geene  andere  Goden  voor  mijn  aangefigu  hebben. 
Ick  fogte  defe  text  expreffelijckby  defe  gelegentheytuyt,hoewel  het  niet  den 

fewoonlijcken  vaa  die  dagh  was }  zijnde  men  als  dan  gewoon  Wat  anders  te 
redicken. 

Als  des  Sondags  s'morgens  de  Predick-ftoel  bereyt  Was,  door  die  geene,die  dagís  daw 
de  forge  over  de  Kerk  ende  de  Altaaren  was  aanbevolen,  deedeick  den  Af-aenopden 
godt  door  Michael  Delva  onder  fijnen  mantel  naade  Kerke  draagen ,  ende  in  *■  reJicl<- 
den  Predick-itoel  verbergen ,  op  dat  niemant  den  felven  foude  konnen  fien ,   oe  * 

Zz:  voor 


Kertke. 


Precami- 


362  Ui.  Boeck.    Voyagie  van  Thomas  Gage     XXL  Cap. 

voor  ende  al  eer  lek  foude  noodig  oordeelen  den  felven  onder  de  Predicatie  m 
yertoonen  ook  belafte  ik  hem  by  den  Predick-ftoel  te  bli^en  op  da  hy  van 
niemand  geilen  ofte  wegh-genomen  foude  werden  P  7 

vdd<  A^Yt  hadde?r  mef  VoIk  in  de  Kerke  g^eeft  dan  op  die  dagh ,  zoo  van 

Lt  "n  %  aguarden ,  als  van  Negers  die  omtrenthet  Dorp  woonden,  wekke 

fce  alle,  volgens  het  geeneick  haar  hadde  doen  aanzeggen,  verwaghten  dat  ik 

te  mee-  haai"  yets  fwaarwightighs  foude  bekent  maacken.  ^^agntendatik 

!    .        ,^aren'e!"^eynigvanííeInwoondersvanhetDoTpdiehaargeabfen 
teen  hadden     felf  faghmen  daar  de  ¿,iW,  nevens  de  ¿SSedEöE 
goderyeverdaghtwaaren,  diete  faamen  nergens  minder  aan  dagten     dan 
datmen  haaren  God  uy t  de  Speloncke  hadde  gelight ,  dat  hy  in  den  PrVdick 

r  ,    ^^valöockaanMi-^/D^öfich,  geduerende  het  Sermón     AÏ<*ÜL 

ïneZfjuu  A  £  eemge  an^?  Negers  van  fijne  Vrienden  ,  zoude  ver- 
zoecken  fich  by  de  trappen  van  defelve  te  plaatfen.  - 

den^oeï  ^11%^^^}^ 3  0^^i«e  Predicatie  te  doen,  op 
denitoel,  wanneer  ick  nu  de  woorden  van  mi  nen  text  las,  bemerkte  ik  dat 
de  Spangmarden  ende  de  Indiaanen  malkanderen  aanfaagen ,  ziende  zvniet 
g^oonPredicatienoverhetoudeTeftamenttehooren.  J  7    " 

dErie-     „  J°tUyile^^van ditGebodtoondeikhoefchrickelijk eeirzonde deAf- 

GO p T  konde  vergeleken  werden ,  dat  oock geenigh  Crearuer  Joet  ofte 

quaat  aan  den  Menfche  konde  doen  zonder  Sijne  ïoelatinge,  ende  datmen  bv 

gevolg ,  aezelve  niet  moeite  aanbidden.  &  aatmen,by 

lek  voegde  daarby,  datmen  die  dingen  welcke  geen  leven  hadden    ak 

ÍTn )n  hi°Ut,ende  ft£e?' aen  dewelcke  ^  Menfchen5 KrSES^SïcE 
de  oogen  konden  maacken ,  maar  die  daar  door  niet  fpfeecken, Ten  ole  veri 
ftaan  konnen,noch  veel  minder  moeile  eeren  en  dienen,  S  het  maar  doo- 

^S^SfïS*  dandiegeene,  die  voor  haar  op  kny 'en  vallen.  * 

den  Pred?ck  SS  SrTÄ^f^0611^5^^^  buckte  ick  *" 
S-WäShS^006^^*1^"  fwarten  ende  mismaackten  Af- 


Eyftelt 

den  Af- 
god op 

den  Pre-  & —  >  «;*-  ^v*vt«*  ucju  aan  ue  eene  zijde  van  den  floél ,  ende  kurkende  ^nïa* 

Volck  fínrvtn    /   5   a  datzy  root  van  Couleur  wierden,  dat  andere  weder  be- 
hoor, "orven ,  fiende  zy  gedueng  op  malkanderen. 

dnchdl °rn^ "?  die  rrgaa-derinSeLdat  27  weI  wilden  bemerekenhoedanigh 


i 


ÍS 


III^Boeck.  <Door  de  SfaanfcheWefl X-Indïèti vXXI.  CAp.3^3 

Ik  feyde  vorder  dat  eenige  van  die  daar  tegenwoordig  waaren ,  iich  hadden 
beroemt  dat  die  Af  godt  gefprooken  hadde ,  ende  tegens  het  geene  ick  haar  ,  • 
van  J  E  S  U  C  H  R  Í  S  T  O  geleert  hadde,gepredickt;hier  omme  was  het  dat 
fy  hem  als  een  God  hadden  aangeroepen  ,  geit ,  honig,  vrugten ,  &c.  aan  hem 
geofferr ,  wierook  voor  hem  gebrant  ,  ende  dit  alle  in  feeckere  verholene  ende 
in  de  woeftijne  verborgene  Spelonke  ,  daar  door  betoonende  dat  fy  haar 
fchaamden  hem  in  het  openbaar  te  erkennen  ,  ende  dat  hy,  dus  onder  de  aarde 
verborgen  zijnde ,  abfolutelijk  onder  den  Vorft  der  duyiterniffen  ftont. 

Als  doen  daagde  ick  hemin  het  openbaar  uyt  om  te  fpreecken  ,  ende  fijne  Hy  daagt 
íaake  te  verantwoorden ,  feggende  dat  anderfints  fijn  ftilfwijgen  fijne  aanbid-  ¿e nendf| 
ders  metfehande  ende  fchaamte  foude  overítortem  n|¿#  nyv 

Ik  toonde  haar  daar  naa  dat  het  niet  dan  een  ftuck  houts  was,het  welcke  op 
die  wijfe  door  de  handen  der  Menfchen  gefatfoeneert  was ,  zijnde  het  by-ge- 
volge  niet  dan  een  dooden  Af-godt. 

Dus  argumenteerde  ik  kngen  tijd  tegens  hem,ende  daagde  den  Satan  uyt  s 
welke  fich  van  hem  als  van  een  inftrument  bedient  hadde, dat  hy,fo  het  in  fijne 
magt  was,hem  van  die  plaaife,op  dewelcke  ik  hem  geftelc  hadde,foude  ligten , 
om  alfoo  te  doen  fien ,  dat  fijne  magt  feer  gering  was ,  als  die  geftelt  wierde , 
tegens  het  geloove  dat  ick  in  C  Hl  S  T  O  j  E  S  U  hadde. 

Als  ik  dus  nu  wel  geraifonneert  ende  gedifputeert  hadde  na  het  begrijp  van  Wy  ver- 
de  Indianen  die  daar  tegenwoordig  waaren ,  feyde  ik  haar ,  dat  ,  foo  die  God  ¡" ^3.1"  de 
de  magt  hadde  om  fich  te  redden  ende  te  bevrijden  van  de  ftraffe  die  ik  voor  roc  ¿eíT" 
hem  bereydde ,  welke  was  ,  dat  ick  hem  aan  ftucken  wilde  doen  hacken,ende  waaragtig 
daar  naa  in  het  openbaar  verbranden ,  ick  haar  wilde  toelaaten  dat  fy  aan  het  9 cI0¿qT 
Euangelium  vanCHRISTUS  JESUS  niet  fouden  gelovenjdog  indien  fy  be-  < 

fpeürde  dat  hy  geene  magt  altoos  tegens  my  hadde,tcgens.my,feyde  ik,die  een 
van  de  fwakfte  werktuygen  van  den  Waarachtigen  ende  Levendigen  GODT 
was ,  dat  ik  haar  dan  bad  dat  fy  haar  tot  dien  Waaren  GODT  ,  die  alle  dingen 

§efchaapen  hadden,bekeeren  wilden,de  hoope  van  haareSaaligheyd,in  £jnen 
oone  CflRISTO  JESU,die  onfe  Saalighmaaker  ende  Middelaar  is>ftelien, 
ende  voortaan  alle  die  oude  Af-goderye  van  hare  Voor-ouderèn  verfaaken. 

Ick  verfekerde  haar  daar-en.-boven,dat  ra, wat  het  gepafíeerde  betrof,mi j  ne 
voor-fpraake  ende  interceflïe  voor  haare  wilde  te  werke  ftellen,ende  maaken 
dat  fy  niet  zouden  gecaftijd  worden  ,  het  welke  anderfints  den  BifTchop  ende 
den  Prefident  van  Guatimaia  regtvaardelijk  doen  konden,ende  beloofde  haar 
foofy  my  wilden  komen  befoeken,dat  ik  alle  mijne  kragten  foude  aanfpannen 
om  haar  te  onderwyfen,ende  in  den  weg  desChriftendoms  te  doen  toenemen. 

Naa  dat  ik  dus  mijne  Predi catie ,  zonder  evenwel  yeman t  te  noemeiv,  ge-  Hy  doet 
eyndigt  hadde ,  klom  ik  van  de  Predik-ftoel ,  ende  deede  den  Af-god  na  my  den  Af- 
dragen, hier  ophebbende  een  bijle,  nevens  twee  groóte  manden  met  houts-'l0^" 
kool  doen  haaien,  foo  belaile  ik  datmen  den  felven  aan  kleyne  ftucken  foude  hacken 
hacken ,  ende  daar  naa  in  het  vyer  wetpen.  ende  ver-, 

§ommige  van  de  Spangiaarden  begonden  Vi8or;¿  Jfitfor,  te  roepe  n ,  andere  bra  ndWl 
Zl  z  3  fsyden 


Voy agie  vanThomas  Gage      XXL  Cap. 

feyden;  Eersf, <  aan  ouJènGODT ,  maar  de  Af-goden-dienaars  waaren  in  een 
groóte  ftilfwijgenthcit ,  fpreekende  niet  een  woort ,  maar  daar  naa  deeden  fy 
alles  war  fy  konden  om  my  den  hals  te  breeken  endé  te  vermoorden. 
Hy  maakt  Ikfchreef  aan  den  Prefident  van  Guatemala ,  omhemkennifTe  van  dit  mijn 
•en  te  geven,  ook  aan  den  BifTchop,  aan  dewelke  ,  als  Inquifkeur  zijnde, 
het  onderfoeken  ende  (haffen  van  deiefaake  toeftont,  om  van  hem  te  weten 
hoe  ikmetdefchuldige  moefte  handelen,  van  dewelke  ik  noch  maar  een  ge- 
deelte kende  ,  ende  dat  alleen  uit  het  feggen  vaneen  eenig  Indiaan. 

Sy  bedankten  my  beide  over  de  moeite  die  ik  hadde  genomen  om  den  Berg 
optefoeken,  ende  de  plaatfe  daar  den  Af-godtwasteontdecken  ,  fo©  wel 
als  voor  den  yver  die  ik  'm  die  faake  betoont  hadde. 

Wat  nu  de  wijfe  betrof  op  dewelke  ik  met  die  Af-goden-dienaaren 
moefte  leven,  raaden  fy  mydat  ick  foude  tragten  ,    defelve,  foo  veel  my 
mogelijk  was,  te  ontdccken  ,   ende  geduerig  arbeyden  om  haar  tot  den 
Waren  GODÏ  te  bekeeren ,  ende  dat  door  foete  middelen,  onder  bettiiginge 
van  medelijden  met  haare  blintheit  te  hebben ,  haar  beioovende  vergifteniifè 
voor  haarby  de  ïnquifïtie  te  fullen  verkrijgen  ,  mits  dat  fy  berouw  over  hare 
misdaat  moeften  betoonen ,  door  dien  de  ïnquifïtie ,  haar  als  nieuwe  planten 
coniidererende ,  op  het  ftrengfte  met  haar  niet  wilde  handelen ,  het  welcke  fy 
wel  met  de  Spangiaarden  foude  doen,  indien  fy  in  eene  <liergelijcke  foute 
vervielen. 
Ik  volgde  dan  ditadvijs ,  ende  ick  deede  de  de  Fuentes  in  het  heymelijk  by 
raat  dichy  my  ontbieden  ,  als  ik  haar  nu  in  mijne  Kamer  hadde  doen  komen ,  vertoonde 
Jetk?6     jk  ^aar  °P  noe  ¡N?  ^"  wjfe  de  Inquifitie  met  haar  wilde  handelen ,  ende  dat 
in  hoope  dat  fy  haar  bekeeren  en  van  maniere  van  leven  veranderen  fouden. 
Doch  ickbevont  dat  fy  hartneckigh  ende  t'eenemaal  vergramt  waaren, 
•door  dien  kk  haaren  Af-godt  hadde  doen  verbranden,  welke  fy  foo  wel  als 
veele  Inwoonders  van  dat  Dorp  ende  van  dat  van  St.  JuandeSacatefeques  had- 
den aangebeden. 
De  Af  go-     En  als  ik  haar  wilde  vertoonen  datmen  den  felven  níet  als  God  had4e  moe- 
marsíyñ    ten  eeren  »  antwoorde  my  een  va^de  haare  ftoutelijck ,  dat  fy  wel  wiften  dat 
obiiinaat.  dat  maar  een  ^uc^  houts  hadde  geweeft ,  het  welke  van  fich  felfs  niet  fpree- 
kenkonde;  maar  door  dien  hetgefprooken  hadde,  foo  als  fy  alle  konden 
getuygen ,  dat  dat  dan  een  miracul  was  het  welke  iy  gelooven  moeiten ,  ende 
datfy  waarlijk  verfeekert  waaren,  dat  Godtin  dar  ftuck  houts  was,  door 
dien  het  door  het  fpreken  betoont  hadde  ,  dat  het  geen  gemeen  hout  was, 
ende  dat  fy  het  daarom  meer  en  eer  eeren ,  dienen ,  ende  Offerhanden  gewen 
moeiten,  als  die  Heyligen  die  in  de  Kerke  waaren,  ende  nooit  tot  het  Volk 
gefprooken  hadden. 
Ik  antwoorde  haar  dat  de  Duyvel  ende  niet  GOD  dat  äifcours  geformeert 
werdenCgt  ^de,  *°  net  fo  was  dat  fy  hethadden  gehoort,ende  dat  alleen  om  haar  te  be- 
driegen ende  in  de  Helle  te  trecken ,  het  welke  men  klaarlijck  konde  üen  uit 
deleeredie  hy  haar  hadde  voorgehouden  tegens  JESUM  CfllUSTUM 

dca 


Haare  re« 
denen. 


Welke 


IIL  BoEGic.  <Door  de  Spaanfche  Weft-Indïèti*  XXI.  Gir.$6$ 

deneenigenSooneGODTS,  indewelkeHy  Sijn  welbehaagen  heeft,  heb- 
bende het  geheel  geen  fchijn,  dat  Hy  tegens  Den  Selven  door  dat  Beeld 
foude  hebben  willen  fpreeken 

Een  ander  antwoorde  al  immers  foo  ftout  als  de  eerfte  ,  dat  haare  Voor- 
ouders van  CHRiSTO  JES  Úniet  hadden  hooren  fpreeken,  voordekom- 
fte  der  Spangiaardenin  datLant,  ende  dat  fy  evenwel  wel  wiften  dat'er 
Goden  waaren ,  dat  fy  die  aanbaaden ,  Offerhanden  gaaven  ,  ende  dat  fy  wel 
wiften  dat  die  Godt  eene  van  de  Goden  van  haare  Voor- ouders  hadde  ge- 
weeft. 

Hier  op  feyde  ik  die  God  moet  wel  kleynemagt  hebben  gehad,  door  dien 
hy  heeft  toegelaaten  dat  ik  hem  verbrant  hebbe. 

Ditgefegt  hebbende  bemerkte  ick  wel  dat  haare  gemoederen  niet  geftelt 
waaren ,  om  meer  met  haar  te  redeneavelen ,  ende  dat  fy  ,t'eenemaal  verharc 
waaren,  foodaanig  dat  ik  my  gedrongen  fag,  haar  fo  wijs,  als  fy  gekomen 
waaren,  weder  naa  huys  te  laaten  gaan.  f. 

Het  is  feeker  dat  defe  Lieden  myfouden  gedood  hebben,  foo  GODT  my  den-die° 
tegens  haar  niet  hadde  befchermt ,  want  een  maant  naa  dat  ik  defen  Af-god  "aarsieg- 
verbrant  hadde,  als  ik  my  inbeelde  dat  alles  vergeten  was,  ende  dat  die  Af-  Arnhem 
goden- dienaars  in  rufte  leefden,  begondenfyhaarquaat  voornemen  tegens  laagen?* 
my  te  werke  te ftellen.   . 

Ick  bemerkte  fulkseerft  door  een  gerugtedat  ick  ter  middernagt  hoorde, 
het  felve  quam  voort  van  eenige  Lieden  die  om  mijn  Huys  waaren  ,  felve  na- 
derden fy  tot  aan  de  deure  van  mijne  Kamer  j  ick  riep  daar  op ,  maar  dorfte 
de  deure  niet  openen  ,  doch  niemant  gaf  myantwoort,  ende  als  fy  daar  op 
geduerigop  de  deure  klopten  ende  drongen  ,  fo  bemerkte  ick  dat  het  Lieden 
waaren  die  met  gewelt  wilden  indringen. 

Hierop  nam  ik  de  laakens  van  mijn  bedde ,  bont  diemetdeeynden  aan  Beftórmen 
malkanderen ,  ende  maakte  defelve  aan  de  traalien  van  mijn  venfter  vaft,  om  fyne  flaar 
my  by  defelve  op  de  aarde  te  laaten  glijden  ende  te  vlugten ,  foo  draa  fy  maar  kamer* 
groot  gewelt  om  in  te  komen  deeden. 

Als  fy  nu  al  vöort-gingen  met  op  de  deure  te  kloppen  fonder  eenigh  woort 
te  willen  fpreeken,  foo  geloofde  ick ,  datfy,  wanneer  ick  luyde  riep  ,  de 
vreefe  in  het  lijffouden  krijgen  ende  íich  weg-packen ;  hier  om  dan  riep  ick 
mijn  Volk ,  het  welke  aan  het  eynde  van  een  lange  Galerye  was,  dat  fy  de  gc- 
bueren  tot  mijne  hulpefouden  doen  komen. 

Mijne  Dienaren  ,  diQ  al  door  het  v^orige  gerughte  ontwaakt  waaren , 
quaamenommybyteftaan,  foodanigdat  myne  vyanden  ,  haar  hoorende 
komen ,  de  trappen  van  het  Huys  af-liepen  3  cade  men  hoorde  haar  die  naec 
niet  meer. 

Doch  door  dien  ick  daar  door  bemerkt  hadde  hoe  groot  haaren  haat  ende 
boosaardigheyt  was,  foo  geloofde  ik  dat  het  geene  wijshey  t  voor  my  was,  dus 
alleenin  foo  groot  e§n  Huys  3  alsdatvan  Mwaïs ,  met  Jongens  verfelt  te 
blijven* 

Hier 


— 


Ry  voor- 
liet fig 
ende  doet 
haar 
waar- 
ich ou- 
wen. 

Sy  i<orr.en 

voor  de 
tweede 
reyfe  we- 
der. 


Een  van 
haar  werd 

,ge<jueir. 


Sy  leggen 
hem  ande- 
re laagen, 


Brengen 

fcemdRar 


366    III.  Boecio    Voyagie  van  Thomas  Gage  XXI.  Cap* 

Hierom  fondtick  den  volgenden  dag  om  Michael  Delva  re  haaien     od  de 
welke  ik  myt'eenemaal  vertrouwde,  endedie  alleen  bequaam  wasom  fes 
Indiaanen  te  verdrijven,  ook  liet  ick  hem  feggen,  dathyde,  tot  mijne  bel 
fchermmgenooaige,  waapenenfoude  medebrengen 

Ik  hielde  hem  danveerthien  daagenbymy,  ende  den  volgenden  Sondag 
deedeik-in  de  Kerke  af  kondigen,  datdiegeene,  die  desnagts,  omtnvt! 
vervaaren  ,  tot  mijnent  waaren  gekomen  ,  agtfouden  hebben  te  nemen  om 
fulks  niet  meer  te  doen,  door  dienik  hetgxlreygde  quaat  metoffenfive  e" 
de  defenfive  waapenen  dagte  af  te  keeren  ,  ende  my  ciaar  van  hadde  voor- 
Hoe  wel  fy,  hierop ,  fig  eenigen  tijd  in  rufte  hielden  ,foo  lieten  fy  doe  niet 
naa  m  haar  boofe  opfet  te  volherden ,  wan  t  wetende  dat  Michael  Delva  niet  ín 
mijne  kamer  fliep ,  quaamen  fy ,  omtrent  twee  we-ken  daar  naa ,  terwiilen 
ik  tot  omrrent  midder-nagt ,  by  de  keerfle  ftudeerde  ,  de  trappen  foo  foete- 
Iijk  ende  met  foo  weymg  gerugte  te  maaken  op-kiimmen,  dat  ik  fulks 
niet  hadde  konnen  hooren  ofte  bemerken ,-  doch  de  Neger,  welke  niet  fïieo 
was  het  feer  wel  gewaar  geworden .  ende  van  fee k ere  taafïel ,  op  dewelke  hv 
op  een  matte  lag ,  fagtelijk  oPgeftaan,zi,nde ,  .nam  hy  twee  eebackene  vier- 
kante fteenen,  die  onder  de  taaffel  laagen,  om  eenig  metfel-werk  ,  datik 
onderhanden  hadde ,  op  te  maaken  ,  laagen  ,  ende  daar  op  de  deure  irillekens 
openende ,  foo  was  evenwel  het  kleyne  geluydt  dat  hy  maakte  ,  oorfaake  dat 
iy> om  haar  leven  te  fal veren,  de  trappen  weder  af  liepen. 

De  Negerliep  haaraanitontsnaa,  doch  door  dienfy  al  eeniee  fchreden 
voor  uyt  waaren,  ende  hy  niet  konde  weten  Wat  wegfy  fouden  inflaan,  fmeet 
by  haar  de  twee  fteenen  naa  het  hooft,  foodaanig  dat  hy  een  van  haarraakte 
want  foo  als  hy  op  den  volgenden  morgen  door  het  Dorp  ging ,  ontmoette  hi 
«ene  van  deVuenm ,  welke  een  muts  op  het  hooft  hadde,  ende  hebbende  aai 
eemge  Indiaanen  geyraagt  wat  hem  lette,  foo  antwoorden  die,  dathy 
eengatin  hethooft  hadde,  maar  dat  fy  niet  wiften  hoe  hy  daaraan  wasgeko- 

De :  Afgoden-Dienaar  iiende  datik  altoos  door  Michael  Delva  bewaart 

hare  traman  ? °'  *  T  W  ^  "^  me£r  in  miJn  huvs  te  k°™">  <*<><* 
hare  gramfchap  ende  quaat  herte  tegens  my  was  daarom  nietgeminderr. 

üen  maande  naa  dat  dit  alles  was  voor-gevallen ,  ende  als  ik  dagte  dat  Cv 
nergens  meer  aan  dagten ,  betuygende  fy  my  uy  tterli,k  veele  beleefthe  vd  el 

tlT?  vg° £  ^ he"c'cluammyyeillanduyt  denaam  van  de  oudfte  Broeder 
vzndeFuemes ,  Paulusgenaamt,  befoecken,  feggendedathygefonden was 
om  te  feggen  dat  gefeyden  Paulo  de  Fuente,  {eer  &  was ,  e /df  de  doodnW¿S 
op  de  lippen  hadde ,  dat  hy  my  dieshalven  badt ,  om  hem  te  komen  trooften, 
ifP^f*^  de  waaragtigheyd  van  onfe  Religie  te  onderwij  fen,door 
dien  hy  voor  hadde  fig  van  gantfeher  herte  tebekeeren. 

JÍTJngflf,  *&?*%  met  Sr°ote  vreugde,  gelovende  dat  dit  waar- 
agugwas,  foodaanig  datik,  geheel  geen  quaat  vermoedende,  GQDT  van 

herten 


nz- 


III.  Boek.  *Door de $l>aanfchéïFe/?-Ivdiën. XXIL Cap.  367 

herten  had,my  in  het  bekeeren  van  die  me  niche  by  te  ftaan,ende  dus  vol  vyer  d°@T  »n 
ende  y  ver  zijnde ,  ging  ik  feer  fpoedelijk  na  fijn  huys  toe  ,  al  waaralle  mijn  fJJJ.1*6" 
vrugt  ende  trooft  wel  haait  in  droeíheyt  ende  moeyte  veranderde.  ' 

Want  foo  draa  als  ik  aan  de  }>oorte  van  het  huys  was  gekomen  ende  binnen 
defelve  trad ,  foo  vond  ik  alle  de  Gebroeders  de  de  Fuentes ,  ende  dan  noch  ee- 
Hige  andere  die  van  Afgoderije  verdagt  waren, in  het  ronde  op  de  plaats  fitten, 
doch  door  dien  ik  Paulo  de  Fuentes  by  haar  niet  vond ,  foo  trad  ik  een  weynig  PenAn' 
terugge  ,  ende  vraagde  waar  dat  hy  was,  krijgende  ik  eenig  agterdencken,  ¡„Jracrfete" 
door  dien  ick  haar  alle  dus  vergadert  fag  ;  dog  fiende  hier  op ,  dat  fy  niet  op-  haareia- 
ftonden,ende  dat  fy  my  niet  antwoorden, ook  felve  dat  fy  hare  hoeden  niet  af-  êcn» 
namen,  foo  kreeg  ick  een  groóte  vreefe  in  het  lijf,  ende  ick  dagte  voor  ver- 
raaderfche  laagen,  foodanig ,  dat  ik  haar  den  rugge  toe-keerde ,  om  weder  na 
mijn  huys  te  gaan. 

Doch  ik  hadde  my  foo  draa  niet  omgewend,of  Paulo  de  Fuentes, wdckz  had- 
de  laaten  feggea,  dat  hy  fieck  was ,  ende  dat  hy  fig  wilde  bekeeren,  quatn  van 
agter  het  huys  van  daan  fpringen  met  een  fware  ftock  in  de  hand  ,  heffende  de 
armen  op,om  my  te  flaan,  foodaanig  dat,foo  ik  fijnen  ftock  met  beyde  de  han- 
den niet  hadde  gevat^ende  daar  door  fijnen  flag  gebroocken,het  feecker  is,dat 
hy  my  daar  door  ter  aarde  foude  hebben  geworpen. 

.  Terwijlen  wy  nu  vaft  yder  ons  befte  deeden,am  meefter  van  de  ftock  te  blij- 
ven,foo  quaamen  noch  eenige  anderelndiaanen,die  in  huys  waren  gefeten  ge- 
weeft,op  de  plaatfe  loopen,doch  door  dien  die  vlack  aan  de  gemeene  weg  en- 
de geheel  open  was,  was  my  fulks  ook  veel  voordeeliger,dan  foo  fulks  in  huys 
ware  voor-gevallen. 

Defe  vielen  alle  op  my,  deeene  trockmy  herwaarts,  ende  andere  gints-sy  ?<•*«- 
waarts,fcheurende  ende  breekende  mijne  klederen  op  twee  ofte  drie  plaatfen,  „¡Jc„™ 
ende  een  van  haar,  ftack  my  met  een  mes  in  de  hand ,  op  dat  ik  de  ftock  foude  mes  aan 
verlaaten ,  wekker  wonde lit-teecken  noch  aan  mijne  muys  te  fien  is ,  zijnde  ¿e hand. 
het  feecker,  foo  wy  foo  digte  by  de  ftraat  niet  hadden  geweeft,  hy  my  het  mes 
in  de  ribben  foude  hebben  geftoocken. 

Als  nu  een  ander  fag  dat  ik  de  ftock  niet  wilde  verlaten ,  vattede  hy  defelve  En  werpen 
met  Paulo  de  Fuentes ,  ende  fy  beijdeftieten  die  fookragtelijck  regens  mijnen  hem  ter 
mondt  aan,  dat  fy  my  de  tanden  braaken  ,  foodanig  dat  ick  niet  dan  bloedt  ^aarareh,Jan 
fpuwde,  ende  die  ftoot  was  foo  grof ,  dat  ik  daar  van  heel  bedwelmt  ter  aar-  weder  op. 
de  viel,  evenwel  hervatte  ik  aanftonts  mijne  kragten ,  ende  ftont  daadelijk  ftaat«  f 
op ,  fiende  doen  dat  fy  my  befpotteden ,  dog  evenwel  geen  leet  meer  dorften 
aandoen,  vreefende  ontdeckt  te  werden. 

Ook  wilde  God,  dat  op  het  felve  moment,  als  ik  ter  aarde  wierdegewor- 
pen,feeckere  half-flagtfche  Slavinne,welcke  een  Spangiaart,die  in  de  Valeye 
woonde,diende,daar,  voor  by  quam  te  paifeeren,en,horende,dat  ik  de  gebue- 
ren  te  hulpe  riep, welke  dog  evenwel  verre  genoeg  van  daar  \POonden,om  dat    HywerJ 
alle  de  naby  gelegene  huifen  door  de  deFuentes  wierden  bewoont,quam  op  de  ^HJ^ 
yoorplaatfe,ende  fiende  my  bebloet,geloofde  dat  ik  ter  duod  toe  gequeft  was,  gerede 
in  fulker  voegen  3  dat  3  haar  alle  als  Moordeuaars  uitgefcholden  hebbende,  fy 

Aa  a  langs 


Een  van 
¿e  gewel- 
denaars 
tverJ  ge- 
vangen. 


Den  Aa- 

theur be- 
legt in 
fbrmatien 
wegens  dít 
79orval. 


Serge  van 
de  Spangi- 
aarden 
voorden 
Autheur 
gedragen . 


368  III,  Boek.    Voyagte  vanThomas  Gage      XXI.  Cap* 

langhs  de  (traten  begonde  re  loopen ,  niet  anders  dan  Moordenaars  !  Moor- 
denaars !  roepende ,  zeggende  dat  die  op  de  voor-plaatfe  van  Paulo  de  Fuentes 
waaren,  felfstot  datzy  op  de  merkt-plaatfe  ende  aan  het  Raad- nuys  was  ge- 
komen ;  omtrent  het  felve  vond  fy  de  Alcaldes  ende  de  Regidor s  met  twe  Span- 
giaarden, welke,  het  gevaar,  waar  in  ick  was,  gehoord  hebbende,  met  de 
bloote  degens  in  de  vuyft  ,  nade  voor  plaatfe  van  Paulo  de  Fuente t ,  door  de 
Officieren  van  de  Juititieverfeltfijnde,  quaamen  loopen,  ommy  uyt  het  ge- 
vaar, waar  in  ik  was,  teverloiTen, 

Doch  de  Afgoden-Dienaars,  hebbende  het  geroep  van  het  hali -flagtfche 
Vrou  menfch  gehoorr ,  begaaven  haar  op  de  vlugt ,  de  eene  de  eene  ,  ende  de 
andere  de  andere  weg  uyt ,  met  meeninge  van  haar  te  verfteeken ,  ende  Pau- 
le de  Fuentes  gink  mede  omiijne  deure  te  iluyten,  ende  daarna  te  vlugten, 
maarik,  fuiks bemerkende  ,  deede  al  wat  ikkonde,  om  hem  hier  in  te  be- 
letten ,  tot  de  tijd  ende  wijle,  datmy  yemandfoude  te  hulpe  komen 

AlsnudeSpangiaerdenaenquaamen,  ende  my  t'eenemaal  bebloetfaagenj, 
Í00  vielen  fy  alle  met  een  feer  groóte  rafernye  op  Paulo  de  Fuentes,  rragtende 
hem  methaare  bloote  degens  te  treffen  ,  ende  zonder  mij  neturTchen-komite., 
foudenzy  hemfeeckerlijck  gedoot  hebben  ,  maar  ick  feyde  hoe  dat  men  my 
alle  het  quaat  datmen  hem  deede  fbude  te  lafte  leggen. 

Doch  ick  bad  de  Bediende  van  de  Juftitie  dat  zy  voor  hem ,  hoe  wel  hy  rijk 
ende  magtig  was ,  niet  wilden  vreefe.n ,  ende  belafte  haar  fig  van  fijn  Perfbon 
te  verfeekeren ,  ende  hem  in  het  Gevangen-huis  te  brengen ,  ofte  dat  {y  fulks 
andei  s  voor  de  kamer  van  Guatiwala  foadzn  hebben  te  verantwoorden ;  maar 
aanftontshieropdeeden  fy  het  felve. 

Hierop  deede  ik  aanitonts  iniormatien,  wegens  alles  dat'ergepaffeert  was, 
beleggen  ,  de  Spangiaarden  ende  de  half-flagtfche  Slaevinne  dienden  daar  in 
voor  Depofanten ,  hoe  fy  my  in  de  hand  hadden  gequetft  geilen,  dat  ik  niet 
dan  bloet  fpoog ,  dat  ook  mijne  kleederen  geheel  bebloet  waaren ,  ende  t'ee- 
maelgefcheurt,  ende  defeinformatien  fond  ik  met  alle  neerltigheid  na  den 
VieüdentvanGuatimüla. 

Dit  werk  wierdeoock  aanftonts  door  de  Valeye  rugtbaar ,  ende  allede 
Spangiaarden  quaemenmyhaere  hulpe  aenbieden  ;  Mïchael Delva ,  welcke 
doen  by  geval  in  het  huys  van  een  van  die  Spangiaarden  was,  quam  mede  met 
haer  ,  endefeekerlijk  fy  alle  fouden  die  nagt  veel  quaatsaen  de  Indiaenen  ge- 
daen  hebben,  foo  het  door  my  niet  waare  belet  geweeft. 

Ik  bad  haer  dat  fy  fig  inder  itilte  weder  tot  harent  wilden  bege  venjeggende,1 
¿at  ik  geene  vreefe  hadde ,  ende  dat  Michael Delva  alleen  bequaem  ende  furfi- 
iant  genoeg  was  om  my  te  bewaeren. 

Dochopalle  mijne  remonftrantien  wilden  fy  niet  vertrecken ,  by-bren- 
gende  dat  die  nagt  gevaarlijker  voor  my  was  dan  ik  wel  dagte,  ende  dac 
ick,  omfeekertezijn,  meer  dan  een  menfche  van  nooden  hadde,  ommy  te 
bewaeren. 

.    Sy  geloofden  dat  die  Af-godei>Dienaars,refïeaie  maakende,  op  het  geene 

fy 


lil.  Boek.  T>oor  de  Spaanfche  Wejï-Indïèn.  XXI  Cap.  369 

fy  aireede  gedaan  hadden ,  ende  vreefde  door  den  Prefident  van  Guatimala » 
daar  over  geftrengelijkgeftraft  te  werden,  iïende  mede  dat  fy  geruïneerten 
verdorven  waren,  door  wanhope,die  nagt  yetwes  ibuden  konnen  aanvangen, 
om  haren  Broeder  uy  t  de  gevankeniiTe  te  trecken ,  ende  my  ook  eenig  quaat 
doen  ,  gevende  fig  daar  naa  op  de  vlugt.. 

Wat  fy  my  ook  feyden  ,  lbo  konde  ik  my  noyt  inbeelden  dat  die  lieden  de    sy ,l>eiva~ 
fioutigheydc  fouden  hebben  van  fulks[te  doen,  ende  datfy  ioodaanige  dingen  T¿"n  ^ 
fouden  derven  aanvangen,  ook  konde  ik  niet  gelooven  dat  Fy  iouden  wil  genden 
Jen  vlugten,om  dat  fy  alle  Huyfen  in  het  Dorp  hadden  ftaan ,  ende  veele  Lan-  Ra§hCs 
den  daar  omtrent  leggen ,  dog  e  venwei  ftondt  ik  eyndelijk  toe ,  dat  fy  my  die 
nagt ,  nevens  Wchael  Delva,  fouden  bewaaren. 

Naa  het  avondmaal  deeden  fyde  ronde  om  het  geheele  Huys,  tot  dat  fy    setten 
faagen  dat  alles  in  ftilte  was,ende  dat  alle  de  Indiaanen  vertrocken  waren  ;hier  J^8^*40 
naa  ftelden  fy  ook  fchild-wagten  omtrent  het  Gevangen-huys ,  om  te  beletten  vangen- 
datdaarniemant  ioude  komen  omdat  opte  breeken,  ende  Paulo  de  Fuentes  huys. 
daar  uyt  te  helpen  ende  in  vryheydt  te  fetten. 

Doch  iïjnde  noch  met  alle  die  precautien  niet  te  vreden ,  agtende  fig  felve,   rv*rdere 
ibo  wel  als  my ,  in  gevaar  te  2ijn  ,  doordien  fy  maar  omtrent  twaalf  fterk  fieïdoör 
waaren,fullende  alle  de  Inwoonders  konnen  op-ftaan^enda  door  de  inftigatie  haar  in  her 
van  de  Afgoden- Dienaarsons  op  het  lijf  vallen,  wilden  fy  de  twee  alcalaes  en  ^crck  ge- 
de  andere  mindere  Officieren  doen  opftaan,om  Huys-foekiñge  door  het  Dorp   e  u< 
te  doen,  ende  de  overige  de  Fuentes  nevens  de  bekende  Afgoden-Dienaars 
naa  te  fpeuren,  ende  haar  van  haare  Perfonen  te  ve«-feeckeren,  in  de  gevanke- 
niiTe op  te  iluyten  ,  ende  naa  Guatimala  te  fenden ,  fullende  men  haar  door  dac 
middel  beletten  ons  eenig  quaat  te  doen,  niet  alleen  die  nagt,  maar  ook 
in  het  toekomende. 

Door  al  ditwerk,endedoordegrooteforge  die  fy  voor  mijn  Perfoon  droe- 
gen ,  maackten  fy ,  dac  ick  geheel  die  nagt  niet  te  bedde  ginck ,  ende  defelve     _ 
fonder  ruften  overbragt. 

I    Sy  gingen  dan  de  Alcaldes  ende  twee  onder  Officieren  haaien,  fy  bragten  syklop- 
haar  tot  mijnentende  baaden  my  dat  ik  haar  vertoonen  wilde ,  dat  het  nodig  Pen  d^ 
was  dat  men  de  refererende  Indiaanen  opfogt.  ^ald** 

_  De  arme  Alcaldes  waaren  ieer  verbaaft  ,  iïende  op  dat  uere  foo  veele  Span- 
giaarden,  met  de  blootedegens  in  de  vuyft,  in  mijn  Huys,  foodanig  darfy 
haar  wel  wagteden,  van,  het  geenewy  haar  verfogten,  teweygeren,  ook 
was  het,  indiegelegentheydvanfaaken,  nodig. 

Het  was  omtrentrnidder-nagt  als  fy  uyt  mijn  Huys  traaden,  fy  gingen  door  Díe  met 
geheel  het  Dorp  alle  de  Huyfen  befoecken ,  in  dewelcke  fy  dagten  dat  de  de  ha^c 
¡Fuentes fouden  mogen  verfteecken  wefen ,  ofte  ook  eenige  van  de  andere  In-  gaaa  "os- 
^diaanen  ,  welke  geholpen  hadden  in  het  affront  dat  men  my  die  dag  hadde  ken. 
aangedaan.  '  . 

Niemant  van  defelve  wierde  te  Huys  gevonden  ,  maar  komende  aan  hét 
logement  van  Lorenzo  de  Fuentes,  die  een  van  de  vier  Broeders  was,  attrapeer- 

Aaa  2.  .-den 


37o  IILBoECic    Voy ägie  van  Thomas  Gage    XXI,   Cap. 

den  fy  niét  alleen  de  andere  drie ,  maar  oock  alle  dieby  haar  waeren  ,  als  men 
my  dit  gewek  aandeede ,  iljnde  fy  doende  met  drinken  ende  klinken. 
Sy  nemen     Doordien  men  nu  hethuys  aen  alle  de  zyden  befet  hadde,fo  was'er  geen 
^J^f^f  middel  voor  haar  om  te .  cfchappcren  ofte  te  ontvlugten,  ende  fiendezy  de 
gevangen,  bloote  degens  der  Spangiaarden  ,  dorften  zy  gantfch  geene  rehdentie  doen. 
Haar  boos     Hetisfeeker,  ende  wy  bemerkten  het  daar  na  ook  ldaarlijk,  dat  zonder 
men  werd  ^eze  voorzorge  ,  zy  een  groot  gewek  die  nagt  in  het  Dorp  zouden  hebben 
omdeckw  aangeregt,  ende  dat  zy  alle  vergadert  waaren  om  Paulo' de  Fuentes  in  vryheid  te 
nellen  ,  om  my  daar  na  op  het  lyf  te  vallen  ¡  ende  dat  verrigt  hebbende  ,  weg 
te  vlugten,  ook  wiftenzy  niet,  dat  ik  door  de  Spangiaarden  zo  wel  verfelt 
was. 
Men  fiayti     Men  bevond  dat  fy  thien  in  dat  huys  iterk  waaren,  men  leydde  defelve  aan- 
haannh«flontSa  fonder  dat  daarvan  eeniggerugtein  het  Dorp  ontilont,  indege^ 
huys.ngen"  vanckcnifle  ,  waar  in  zy  alle  door  de  Spangiaarden  wierden  op-gefloten  ende 
bewaart. 

Door  dien  nu  den  Frefident  Guatimala Hom  Juan  deGuzman ,  die  een  zeer 
gtigh  Gouverneur  was,  geconiidereert  hadde  het  geene  ik  des  vo- 
rigen  daags  aan  hem  hadde'gefchreven,  ende  geloofde  datick  noch  in  groot 
gevaar  was;  fond.hy  des  morgens  feeker  Spaanfch  Officier  vandejuftitie, 
vooriien  zijnde  met  een  feer  brede  Commiflle ,  omalledelndiaanen,  die  my 
denvorigen  dag,haddengeattaqueert,  gevangen  binnen  Guatimala  te  bren- 
gen, en  dat,  zo  men  dezelve  niet  konde  vinden ,  hy  de  goederen  a  die  men  van 
haar  in  het  Dorp  van  Mixco  zoude  vinden  ,  confifqueren  zoude. 

Doch  de  moey  te ,  die  de  Spangiaarden ,  in  de  voorledene  naght  voor  my 


Sorge 

denPrefi-    Godvru 
clent  voor 
den  Au- 
the«r ge- 
dragen. 


Sy  werden 


na  Cuan-  hadden  aangewend ,  was  oorfaake  ,  dat  hy  hctgeheele  footje  wel  verforgt , 
voert?0"  in  ds  gevankeniiïe  vond ,  ende  na  datie  de  koften  van  dien  Officier  hadden 
betaalt ,  welke  hy  zoo  hoog  fchattede  als  hy  zelve  wilde ,  zo  wel  als  die  van 
MkbaelD'elva ,  ende  van  twe  a  drie  andere  Spangiaarden  ,  aan  dewelke  men 
uyt  den  naame  de  Conings  beval ,  om  haar  in  alle  feeckerheid  na  Guatimala 
te  brengen ,  deede  men  haar  te  Paarde  klimmen  3  eiade  men  bragt  haar  3  nog 
die  zelve  dag,  voor  den  Prefident.  • 

sy  werden     $°o  draafy  gekomen  waaren,  fondhy  haar  aanftontsna  her  gevangen- 
in  de  ge-     huys ,  ende  daar  na  verwees  hy  haar  om  publijkelyke  op  de  itraaten  gegeef- 
eKäsP  felt  te  werden  >  hy  bandde'er  twee  uyt  het  Dorp  van  Mixco  na  de  Golphe  van 
Inde  daar  St.  Thomas deCaftMö ,  ende  hyfoude  haar  alle  in  ballingschap  verzonden  heb- 
m  geftraft.ben ,  indien  fy ,  fo  als  fy  deeden ,  my  niet  hadden  gebeden  voor  haar  te  willen 
intercéderen,  belovende  ia  het  toekomende  beter  te  leven,  my  alle  foorten 
van  vernoeginge  te  geven ,  fo  men  haar  toeliet  weder  in  het  Dorp  te  keeren  , 
ende  daar  by  feggende  dat  fy  haar  felven  aan  de  galge,  ende  hare  goederen  aan 
de  confifcatie  onderwierpen  3  fo  fy  oyt  weder  in  diergelyck  een  foute  vervie- 
len. 
Haar  AIs  nu  ^e  Prefident  hier  op  haar  nog  yder  in  de  boete  van  twintig  Ryxdaal- 

stootbe-  dershaddeverwefen,  moetende  fy  die  aan  de  Kerke  betaalen  á  ende  zijnde 

my 


III.  Boek.  "Door  deSpaanfche  Weft-Indïèn.  XXI  Cap.  37.1 

my  daar  over  de  vrye  difpofitie  geheten,  fond  hy  haar  weder  na  haare  huy- 
fen  toe;  volgens  haere  belofte  quaemen  fy  my  alle  befoeken  ,  ende  lig  voor 
my  vernederende,  ende  heete  traenen  ftortende,  betuygden  zy  groóte  rouwe 
wegens  het  geene  fy  gedaan  hadden,leggende  alle  de  fchult  op  de  Duy  vel,die 
veel  magt  over  haar  hadde  gehad,ende  haar  verzogt  tot  op  zoodanigen  poincl: 
toe ,  dat  fy  die  boofe  daad  hadden  begaan ,  maer  nu  feyden  zy ,  dat  fy  hem  en- 
de alle  fijne  liften  verfaekten ,  ende  in  het  toekomende  als  goede  Chriftencn 
wilden  leven ,  biddende  ende  eerende  maer  eenen  Godt, 

Ik  wierde  feer  tederlijk  door  hare  traenen  getroffen ,  zoo  wel  als  door  de 
getuygeniiTen,  die  fy  my,  van  haer  berouw  ende  leetwefen  gaeven ,  ende  daar 
door  bemerckte  ick  dat  fy  nu  bequaemer  waren  omjEsuM  CHRlSTUMte 
om-helfen,dan  fy  wel  van  te  voren  hadden  geweeft,ook  tragte  ik  haar  in  Sij- 
11e  kennifíe  te  onderrigten ,  ende  den  weg  ter  faligheid  te  wijfen. 

Ik  bleefnadietijdnietlangeinhet  Dorp,  maar  doch  e  ven  wel  foo  lange 
als  ik  my  daar  onthielt,  beipeurde  ik  foo  groot  eene  veranderinge  in  haare 
manieren  van  doen,  datmy  fulksverpligte  te  gelooven,  dat  haar  berouw 
opregt  ende  goet  was ,  als  voort-komende  uyt een  leet-draagend  herte . 

Ick  hebbe  defe  gefchiedeniífen  van  eenige  particuliere  Indiaanen  niet  ten 
toon  geftelt ,  om  geheel  haare  Natie  te  blameren ,  want  ik  beminne  die  feer , 
ende  wenfchte  dat  ik  al  mij  n  bloed  voor  haar  vergoten  hadde ,  foo  haar  fulks 
konde  eenig  nut  toe  brengen ,  ende  tot  faligheid  van  hare  zielen  gedyen. 

Het  gefchiet  veel  eer  om  te  maken  datmen  medelijden  ende  compaffie  over 
die  Lieden  hebbe,  die,  na  datmen  haar  fo  veele  Jaren  Christum  Jesum 
heeft  gepredikt ,  doch  maar  meeft  alle  Chriftencn  in  uyterlijken  fchijn ,  ende 
in  het  onderhouden  der  Kerkelyke  Ceremoniën  zijn. 

Syzijnfeekerlijk  van  een  feer  goet  naturel,  feer  gemackelijk  om  te  on- 
derrigten, ende  konnen  ligt  bewogen  werden  tot  het  aanroepen  van  eenen 
Godt,  ende  men  foude  fulks  bevinden  zo  men  haer.  den  regten  ende  ey- 
gentlyken  Gods-dienftleerdde, 


ronw  en- 
de leetwe- 
fen. 


Werd  door 
den  Au- 
theur  voor 
goet ge- 
keurt  ende 
opregt  te 
fijn  bevon- 
den. 

Befluyt  des 
capitsels. 


Aaa  % 


MET 


De  Au- 
theur 
krijgt 
penni/Ee 
van  fijnen 
Generaal 
om  naa 
Enge  and 
Eejkeeren. 


Hy  maakt 
fulcksden 

Provinci- 
aal beken:. 


372  III.  Boeck.  Voyagie  vanThomas  Gage  XXII.  Cap, 
HET   XXIL    CAPIT.TEL 

T)en  Autheur  krijgt  fermijjie  van  fijnen  Generaal  om  naa 
Enge  landt  te  keer  en.  Hy  maakt fule ks  den  "Provinciaal  be- 
kent. T>ie  hem  niet  toe -laat  te  vertrecken ,  maar  door  wel- 
daden tragt  te  behouden.  Redenen  die  den  Autheur bewe- 
gen om  te  blijven.  T>en  Autheur  werdt  Vicaris  van  het 
T>orp  ende  Cloofter  van  Amatitlaru  SuChriftoffel  van 
Amatitlan  ofte  Palinha.  Naams -oor fpronck.  Bejchrijvinge 
van  hetTïorp  Jelve.  Schoone geconfijte  Ananaifen.  Steenen 
door  een  Vukanus  uitgeworpen.  Pampichi  een  klejn  T)orp. 
Naams -oor/pronk.  'Den  Autheur  doet  weder  /eer  groóte 
ende  hevige  infiantien  om  ontflaagen  te  worden .  Antwoord 
van  den  Provinciaal.  Rep  lij  ck  van  den  Autheur ,  diefigh 
evenwel  genoot  faaktfiet  te  blijven. 

OP  het  felve  Jaar  als  het  voor-verhaalde  fpel  te  Mixco  voor-viel>ontfing 
ick  de  peraiiifie  van  mijnen  Generaal  van  de  Ordre  vanSt  Dominï- 
cus ,  om  weder  naa  Engeland  te  mogen  keeren  ;  lulcks  verheugde  my 
feer.om  dat  ik  het  leven  onder  de  Indiaanen  moede  wierde,ende  het  verdroot 
myteiïenhoe  weynigvrugtsik  aldaar  uytwerkte  ,  dervendéhaar,  teroor^ 
faacke  van  de  Inquifine ,  de  Euangeliiche  waarheyd  niet  voor  oogen  /tellen , 
welcke  haar  anderiïnts  goede  ende  waaragtige  Chriftenen  in  het  innerlijcke 
foude  gemaackt  hebben. 

Ik  verlangde  te  meer  te  vertrecken  ,  door  dien  ik  befpeurddc ,  dat  Antoxio 
deSotto-Major,  welcke  Heere  van  Mixco  was3  eenaf-keervanmy  hadde,  om 
dat  ik  zwee.  inwoonders  uyt  fijn  Dorp  hadde  doen  bannen,  ende  een  openbaar 
affront  aan  de  de  Fuentes, wegens  hare  Afgo<lerije3gedaan5nemende  hy  dat  op  3 
even  als  of  ik  het  aan  alle  de  indiaanen  van  die  Plaatfe  gedaan  hadde. 

Hebbende  dan  alles  wel  overlegt  3  fchreef  ik  aan  den  Provinciaal ,  die  doen 
teC/wrpawas,  dat  ik  van  voornemen  was,  om  weder  na  mijn  Vaderland  te 
keeren,  volgens  het  verlof  dat  ik  daar  toe  van  Romen  hadde  gekregen. 

Maar  door  dien  hy  verftaan  hadde  alles  wat  ik  in  hetDorp  van  Mixco  hadde 
gedaan ,  fóo  met  het  tot  reden  brengen  van  de  Afgoden-Dienaars  3  verbran- 
den van  haren  Af-godt ,  als  met  het  gevaar  van  mijn  leven  in  eene  foo goede 
faacke  ; 
En  weten.de  daar-en  boven  dat  ik  eene  volmaackte  kcnniííe  in  deTaalePö- 

Goncbi 


hem 


III  Boek.  Tloor de SpaanJcheWeft-Indïèn^&l.Qkv.  373 

cvncbi  hadde ,  foo  wilde  hy  noyt  toe  laaten  dat  ik  foude  vertrecken ,  maar  hy 
deede  alles  wat  hykonde  ,ibo  door  groóte  beloften  als  andersiints,  om  my  in 
dat  Land  te  doen  verblijven  ,  niet  twyfelende  of  ik  foude ,  even  gelijk  ik  ai- 
reede dienft  aenGODT  gedaen  hadde,het  felve  in  het  toekomende  noch  veel 
meerdoen. 

Om  my  dan  des  te  gemackelijker  tot  fijnen  wille  te  krijgen ,  fond  hy  rnyDie] 
openebrieven,  door  dewelke  hy  my  fijnen  Vicaris  van  het  Dorp  ende  Con-  met  toe- 
vent  van  Amatitlan  maekte,  al  waermen  doenmaels doende  was  ,  met  een  ïfarte  ver- 
nieuw Convent  te  ftigten ,  om  alfoo  die  geheele  Valeye  van  het  Cloofter  van  „«ydnó' 
Guatimalatc  fcheyden.  weldaden 

Hybadmydatik  datgetuygeniife  van  de  genegentheid,  welke  hy,  omtrag{te 
my  te  vorderen,  hadde,  wilde  aen-nemen,  twijfelende  niet,  door  dien  ick  de  ou  en' 
Indiaanfche  Taele  feer  welfprak ,  of  ik  foude  feer  veel  konnen  toe-brengen  > 
ja  meer  dan  yemand  anders,  tot  den  fpoedigen  op-bouw  en  de  voltoyinge  van 
dat  nieuwe  Convent  3  ende  dat  foude  hem  dan  gelegentheid  geven  ,  om  my, 
in  het  korte ,  eenander  employ  te  doen  hebben,  dat  tot  mijn  avancement 
noch  veel  nutter  zoude  zijn. 

Hoe  wel  ik  niet  veel  werks  maakte  van  het  Ämpt  dat  hy  my  doen  gaf,  al-  Redenen 
zo  weynig  als  van  alle  eere  ende  profijt  die  hy  mydaer  na  zoude  hebben  kon-  t',ecjen 
nen  doen  genieten,  zo  geloofde  ik  dat  het  doen  de  tijd  nochnietwas,  wel- bewegen 
keGODT  tot  mijne  wederkeeringena  Engeland  hadde  voor  gefchikt,-  ook  "mte  bJy» 
fag  ik  wel ,  dat ,  2,00  den  Pater  Provinciaal  ende  den  Prefident  van  Guathvala  ven" 
fig  te  zaamen  voegden  om  my  niet  te  laten  gaan  ,  gelijk  ik  uyt  den  brief  van 
den  Provinciaal  befpeurt  hadde  ,  dat  fulks  haar  voornemen  was ,  het  my  nïefl 
mogelijk  zoude  zijn  geweeft,  de  eene  ofte  de  andere  weg  uij  te  trecken ,  zon- 
der ontdekt  ende  daar  op  weder  te  rugge  gevoert  te  worden. 

_  Dat  deede  my  dan  refolveren,  voor  eerft  noch  te  bly  ven  ,  totdat  de  Pro- 
vinciaal weder  te  Guatimala  zoude  zijn  gekomeiijOp  dat  ik  met  hem  in  het  by- 
2onder  foude  mogen  confereren  ,  ende  hem  mijn  redenen  om  na  Engeland  te 
keren,  ende  dat  Land  te  verlaten  ,  vooroogen  teilellen 

Soodaanig  dat  ik  het  Ampt  van  Vicaris  van  het  Dorp  ende  Cloofter  van -DídAe- 
Amatitïan  me  t  luiten  aanvaarde,  ook  kondeik  daar  veelmeer  winnen,  danr^eur 
inde  twee  andere  Dorpen,  in  dewelckeieknualvoile  vijfjaren  hadde; 
woont. 


icans 
e-  van  het 

Dorpendè 


Want  behalven  dat  hetDorp  veel  grooter  was  dan  Mixco  ende  Pinda  te  faa- 


Cloofter 


men,datter  veel  meer  Beelden  in  deKerke  waaren  dan  in  die  van  dieDorpen,f¿í/<s« 
ende  ook  veele  Gebroederfchappen  daar  aan  dependerende,  hadde  ick  een 
groot  inkomen  van  de  Suyker-molen  ,  die  ick  hier  boven  gefegt  hebbe  ,  dat 
digtebydeStadlag,  doordien  de  Negers  ende  de  Spangiaarden  ,  die  daar 
op  woonden,  my  daagelijki'eh  veele  offerhanden  qüamen  brengen.  st  chñ 

Behalven  dit  Dorp  van  Amatitlan  hadde  ick  noch  eenander  ondermijn  op-  ffó'fféf  ¿an 
iigt ,  het  welke  kleynder  endeSt.  Chriftoifel  van  zSlmaUtlan  genaamt  was,  #*diM  » 
aijnde  twee  mijlen  van  her  groóte  Dorp  gelegen.  °¡»¿/*" 


374  ÏÏI.  Boegk.    Vqyagïe  van  Thomas  Gage  XXII.   Cap, 

Dit  Dorp  van  S.  Chriftoffel,  werdtin  de  Indiaanfche  Taaie  eygentlijck 
Valinha  genaamt ,  Höbeduydt  water  ,  ende  Palï  is  figh  over-eynde  houden 
gefeght,  hier  door  iietmen  dat  het  eygentlijk  een  over-eynde  ftaande  water 
beteekent. 

Want  het  Dorp  is  gelegen  in  het  hangen  van  den  Water-  Vulcänus,aan  die 

kant  daar  men  fijn  uytiight  op  Guatïmala  heeh  ¿defelve  fchiet  aan  die  zyde 

niet  alleen  veele  fchoone  Fonteynen  uyt,  maar  uyt  feekere  feer  hooge  Rotfe, 

komt  ook  een  Beeke  af  vlieten,  welke  van  boven  naa  beneden  vallende,  ende 

daar  door  groot  gerughtemaakende,  van  verre  íchijnt  eenftaande  ende  fteyl 

afgaande  itreepe  waaters  te  vertoonen ,  doch  omtrent  twintigh  roeden  op  die 

wyfe  gedaalt  zynde  ,  foo  fpruyt  daar  uyt,  door  dien  den  Bergh  vlacker  werd, 

een  feer  aangenaame  Beeke  ,  welke  bezyden  het  Dorp  haaren  cours  neemt, 

ende  fulcks  heeft  de  Indiaanen  bewogen  ,  om  het  felve  Palmha  te  noemen  , 

ter  oorfaake  als  boven  gefegt  is. 

Be.fchrij-        In  defe  plaatfe  zijn  veele  rycke  Indiaanen  ,  welke  na  de  7yde  van  de  Zuyd- 

helSo'p11  ^ee  toc  ^an^eIen  ,endeher  Dorpisfoodaanighmet  vrught  draagende  boo- 

ielve.         menoverfchaduwt ,  dat  het  fchijnt  dat  heteenetefaamengevloghte  wan- 

delarye  is ,  ofte  wel  een  kleyn  Bosken,  dat  men  tot  vermaak  geplant  heeft» 
Schoone         Doch  de  voornaamfte  vrughtdiemen  daar  vindt ,  is  die  geene,  die  mea 
^Inaaaffèa.  ^mas  °^ce  ananas  noemt ,  defelve  liet  men  op  alle  de  voor-  plaatfen  der  In- 
e  'diaanenftaan  waiTchen;  de  Spangiaarden  koopen  defelve  veel  op,  om  Con- 
fituren van  te  maaken  ,  door  dien  iy  het  geryf  van  de  Suycker-molen  daar  by 
de  hand  hebben ,  oock  is  dat  het  befte  fuyker-werck ,  dat  ick  in  die  Landen 
hebbe  gegeten. 

Delnwoonders  van  dat  Dorptrecken  veel  geks  van  de  Cederbomen,  wel- 
ke in  groóte  meenigte  in  het  hellen  van  die  Vulcanus  groeyen ,  fy  verkoopen 
de  felve  te  Guatïmala ,  ende  op  de  omleggende  Plaatfen,  om  in  de  gebouwen 
gebruyckt  werden. 

Tuifchenhet groot  ^matitlanendc  dat laatfte  genoemde  5  is  den  wegieer 
vulcanus  even  ende  vlack,  fy  loopt  onder  aan  den  voet  van  een  Vyer-Vulcanus ,  welke 
uyrgewor-  eertij  ts  foo  veel  rook  ende  damp  uyt- wierp,  als  die  van  Guatïmala  doedt,maar 
pen.  zynde  daar  op  feekeren  tydt  op  de  kruy  n  een  groóte  klove  op-geborften ,  uyt 
dewelke  veele  fteenen  geworpen  wierden ,  die  men  noch  in  het  diepfte  van 
de  Valeyefiet  leggen,  foo  heeft  men  naa  die  tyt  geene  fteene  nochte  roock 
meer  vernomen  3  ende  het  om-gelegene  Landt  is  daar  door  gantfch  niet  meer 
befchadight, 

In  mynen  tyd  was  daar  feeckere  Juan  Baptifia  de  Guatïmala ,  welcke  een 
nieuwe  Suyckermolen  op  die  wegh  deede  maacken,  ende  die,  volgens  een 
ygelycks  gevoelen,  veel  voordeel  en  winftefoude  moeten  toe  brengen. 
fampkbi  Terwylenick  te  Apiatithn  woonde,  hadde  ick  nog  een  derde  Dorp  onder 
Twnlftyn  miJnoP%nc>  Pampicbi  genaamt,  het  lagh  aan  den  voet  van  een  Berg,  aan  de 
andere  zijde  van  het  Meer  ,  dog  daar  was  maareene  Capelle,  welke  onder  de 
Kerke  van  het  groóte  Amatitlm  behoorde3ick  begaf  my  alle  Jaaren  daar  maar 

vier 


Steenen 
dooreen 


Porp. 


£Z- 


III.  Boek.  ÏÏoordeSpaanJcheTVeJl-IndrênXXll.Ck?.  375 

vier  maaien  heenen  om  my  te  verluftigen ,  want  het  Dorp  is  met  feer  goede  Waafm,*n. 
reden  dus  genaamt,  van  het  woordeken  Pam ,  dat  in  de  Indiaanfche  Taaie  in  oor  pron  * 
ofte  binnen  gefegt  is ,  ende  Picbi  dat  bloemen  beduyt,  hier  door  foude  in  het 
Duytsde  naam  in  ofte  binnen  de  bloemen  wefen,wantwaermeninoftee- 
ven  buyten  het  felve  komt ,  fietmen  niet  dan  bloemen,  dat  dan  een  feer  aan- 
genaam gefigte  geeft,  behalven  het  vermaak  dat  men  daar  geniet  van  op  hes 
Meer  te  konnen  gaan  vaaren  ,  om  vermaak  ofte  om  te  viltenen,  ende  dat  door 
den  over-vloed  van  de  Canoas*  welke  even  agter  de  huyfen  leggen . 

Soodaanig  dat  ick,  terwijlen  ik  te  %Amatïtlan  woonde ,  om  mijn  vermaak 
te  nemen,  de  keure  van  drie  Dorpen  hadde,  ende  door  dien  in  defelveveele 
zielen  te  verforgen  waren,  hadde  ik  ook  altoos  yemandtom  my  te  helpen. 

Het  Dorp  van  *AmatitUn  was  als  het  Hof,  ten  opfigte  van  de  twee  andef  e* 
want  aldaer  en  ontbrak  niets  dat  den  Geeft  des  menfchen  foude  konnen  ver- 
luftigen, ende  ook  het  lichaam  voeden,  door  den  grooten  overvloed  van  vlees 
ende  vis. 

Ick  wierde  evenwel  het  woonen  in  dit  groot  ende  aangenaame  Dorp  wel 
haaft  moede,  ter  oorfaake  van  den  grooten  omflagh  ende  forge,  wegens  het 
op-bouwen  van  het  Convent. 

Somwijlen  hadde  ik  dertig  a  veertig  werklieden,  ende  op  andere  tijden 
min  ofte  meer  onder  mijn  opiïgrjk  moefte  aght  op  de  felve  geven ,  ende  haar 
alle  faturdaagen  op  den  avond  betaalen ,  dat  verveelde  my  feer,  ende  belette 
iny  in  mi  jn  ftudie,  ook  hadde  ick  daar  geheel  geen  vermaak  i  n ,  ende  ick  kon- 
de  niet  hopen  dat  ik  daar  eenig  genot  van  die  arbey d  foude  hebben. 

Hier  om  was  het,  dat  ik,  naa  een  Jaar  in  die  Plaatfegewoont  te  hebben,  JJjJ^JJ, 
den  Pater  Provinciaal,  die  doenmaals  te  Guatimala  was,  ging  befoeken,  ende  we(jcr  ieec 
ik  badt  hem  weder  feer  ernftelijk,  mijn  verlof,  dat  ik  van  Romen  hadde  ge-  gr  ooieen- 
kregen,  te  willen  examineren,  op  dat  ik  daar  door  weder  naa  Engelandt ,  ¡¡¡¿¡¡¡ff 
mijn  Vaderlandt  lijnde,  moghte  vertrecken ,  om  aldaar  het  Euangelium  te  omonr- 
prediken,  zijnde  fulks  de  conditie  onder  dewelke  my  den  Generaal  van  on-  flaagea  te 
ie  Ordre  verlof  hadde  gegeven,  niet  twijffclende  of  ik  foude  aldaar  GODTwcrdcn* 
een  grooten  dienftdoen  ;  Ik  voegde  daar  by,  dat  ik  my,  in  mijne  confeientie, 
gedrongen  voelde  .  omme  de  Taaienten ,   welke  GODTmy  hadde  toever- 
trouwt ,  meer  te  hefteden  onder  die  van  mijnen  Landt-aardt,  dan  onder  de 
Vremdelingën  ende  de  Indiaanen. 

Hy  antwoorde  daar  op,  dat  die  van  mijne  Natie,  Ketters  waren ,  ende  dat  *""J™ 
fy  my ,  als  ik  by  haar  foude  gekomen  zijn,  fouden  doen  op-hangen.  pnmneï- 

Dog  ik  repliceerde  dat  ik  een  beter  gevoelen  van  haar  hadde ,  ende  dat  ick  aal. 
opfoodaanigeen  wijfe  onder  haar  dagte  te  leven ,  dat  fy  fouden  bemerken  ¡Jjj* 
dat  ik  de  Galge  niet  verdiende.  Aaehear. 

Naa  lange ntijt  over  ende  weder  gedifputeert  te  hebben,  bemerkte  ik  datDicfigh 
den  Provinciaal  onverfettelijk  was,  my,  half  ingramfchapontfteken  zijn- e**ü*£3 
de,feggende,dat  hy  ende  de  geheelcProvincie  haare  oogen  op  my  hadden  ge-  faackt  fiec 
worpen,  om  py  alle  de  weldaden,  dieinhaarmaght  waarena  te  laaten  toe- 1&  blijven. 

Bbb  kamen, 


3/6  III.  BoECK.  Voyante  vanThomas  Gage  XXIII.  Cap. 

komen,  ende  dat  ick  feer  ondanckbaar  foude  zijn,  iboikhaar,  ten  op- 
íighre  van  mijne  Natie,  verliet,  welke  men  my  van  mijne  kindtsheyd  af 
haddendoen  verlaaten, 


HET    XXHI.    CAPITTEL 

*Den  Autheur  neemt  voor  ïn  derftilte  te  vertrecken.  Hy  ver- 
foeckt  van  Jij n  Vicaris-  Ampt  ontjlaagen  te  zijn ,  dat  hem 
met  moeyte  werdt  toegeftaan.  Hy  werdt  te  Petapageplaetft. 
Hy  neemt  vaftelijck  voor  dat  Landt  te  verlaeten  ende  te  ont- 
vlughten*  Hymaac kt  fulcks  met  liftigheydt  aen  Michacl 
Y)z\v2l  bekent.  Redenen  waar  om  hy  dat  deet.  T>efelve  pre- 
fenteert  hem  te  ver  f  ellen ,  maar  hyjlaet  fulcks  af  T>en  Au- 
theur verkoopt  fïjne  Muy l~e fels ,  Koorn,  &c.  Oock  fijne 
Schilderijen  5  Boe  eken  ende  verderen  huys-raedt.  Het  Ca- 
pitael  van  den  Autheur.  lVaer*in  hy  het  felve  heft  eet.  Voor- 
bercydfelen  tot  de  vlugt.  *Den  Autheur  fendt  fijne  Bagagie 
voor  uyt.  Begeef tfigh  vier  dagen  daer  na  felve  op  de  vlugt  < 

BcnAn-  irCkbefpeurdeweldatikmethemnietmeermoeftedifputeercn,  ende  dat 
neemt  ■■■  al-les  wat ik  {oa~Q  konn€n  by-brengen,  nergens  toe  foude  dienen ,  foodaa- 
voorin  nig  dat  ik  by  mijn  felren  voor-nam,  de  eerilegelegentheyt,  dieik,om  te 

derftilte  ontvlugten,  foude  konnen  vinden,  waar  te  nemen,  ende,  buyten  iïjn  weten  3 
te  vertree-  weg  te  gaanj  my  grandende  op  hQZ  Yerlof  dat  ick,  daar  toe,  van  Romen,  had- 
de  gekregen. 
Hy  ver-  In  dit  voornemen  badt  ick  hem  my  uyt  het  Dorp  van  Anuttithn  te  verlof- 
JinCv;ca!nfe.a^oordien  ick  my  niet  fterk  genoeg  kende  om  die  groote  laft  te  dragen, 
ris-arept  gJn<*  ook  ni^  bequaam  om  het  beleyt ,  over  de  op-bouwinge  van  het  Cloo- 
ootiiagen  fter,  te  hebben. 

hem  met"  Het  was  niet  -dan  met  groote  moeyte  dat  hy  daar  in  conienteerde,  my  voor 
¿oeyce  O0gen  ftellende  de  groote  eere ,  welke  het  ftighten  van  een  Clooftcr  mede- 
werd toe  brengt,  my  ook  feggende ,  dat  ik  mijnen  naam,  om,  tot  een  eeuwigh-duy- 
■  rende  teeken,  aan  de  naa-komelingen  te  dienen,*  in  de  muere  foude  iien 
uytgehouwen. 

Doch  ik  feyde  hem  dat  ik  niet  veel  aghts  op  alle  die  diugen  nam ,  ende  dat 
ik  meer  werek  maakte  van  mijne  gefondheydt  ende  rulle,  als  van  alle  die 
>y-delheydt 

Dis  bewoog  hem  eyndelijk  my  mijn  verfoek  toe  te  ilaan,  bevelende  my 

naa 


geftaap. 


Hywer* 


III.Boeck.  tDoor de  Sfaenfcbe  Weft-lndïèn.  XXIII.  Cap.  377 

naa  Petapa  te  gacn ,  ende  ontbiedende  den  Vicaris  van  Petapa,  om ,  in  mijne  £e  Vttaps 
plaetfe  te  Amatitlan  te  komen ,  ende  het  gebouw  aldaar  te  volcynden.  geplaetft. 

Ick  was  te  Petapa  meer  den  een  Jaar  met  alle  genoegen,  datmeil ,  omtrent  Hy  neemt 
de  wereltfche  faacken  ,  konde  wenfehen  ,  doch  door  diea  de  deffeynen ,  die  faftreljick 
ifk  voorgenomen  hadde3mv  geen  rufte  lieten,  fooftelde  ick  vaft,  het  koftedan  Landt  te 
wat  het  wilde,  die  Landen  te  verlaaten  ,  ende  weder  naa  Engelandt  te  kee-  verlaten 
ren,  veraghtendeendeaghterdenruggeftellendedegevaaren,  in  de  welcke  e"de.re .  . 
ickmyginck  werpen,  ende  oock  alles  wat  myibude  hebben  konnen  overko-°elu  u" 
men,  foo  ick  gevangen  ende  nzzGuatimala  voor  den  Prefident  ende  de  n  Pro- 
vinciaal gebraght  wierde. 

Doch  bemerkende  dat  hy  my  fwaar  foude  vallen  alleen  ende  fonder  gefel- 
ichap  te  gaan,ende  dat  voor  al  in  de  twee  a  drie  eerfte  dagh-reyfen,  hebbende 
ick  oock  verfcheydene  faacken  die  ick  wilde  verkopen  ende  tot  geit  maaken, 
iöo  daghte  ick  dat  het  beter  was  het  felve  aan  een  goet  ende  getrouw  Vriead 
te  communiceren  ,  ende  den  felven  mede  te  nemen ,  als  foodanigh  een  reyfe 
alleeen  aan  te  vangen. 

Ick  geloofde  dan  dat  ick  daar  toe  geen  beter  noch  bequamer  konde  vinden, 
dan  Micbael  Deha  s  ick  hadde  altoos befpeurt  dat  hy  my  feer  genegen  was., 
dat  hy  een  groóte  getrouwighey tin  fijnherte  voede,  oock  dat  hy  iigh  met 
een  kleyntje  voor  fijne  moeyte  foude  laaten  loonen. 

Ick  liet  hem  hierop  van  P/Wtf,  alwaar  hyfigh  onthield,  ontbieden,  ende  J?v  mae^ 
naa  dat  ik  hem  bevolen  hadde  de  faacke  geheym  te  houden  ,  zeyde  ick  hem  ,  y¡^¡£¡¡¿ 
dat  ick ,  tot  quytinge  van  mijne  confeientie,  verplight  was  een  reyfe  naa  Ro-  aëof^firj 
men  te  doen ,  dat  ick  niet  wilde  dat  yemand  anders,  dan  hy,  fulcks  wifte,heb*  gei-n  ba- 
bende  vaft  geftelt ,  even  als  veele  andere  gedaan  hadden ,  daar  naa  wederom  ent* 
tekeeren,  welcke,  naa  verloop  van  twee  Jaren,  weder  in  dat  Landt  waa- 
ren  gekomen. 

Ick  wilde  hem  niet  bekent  maecken  dat  ick  van  voornemen  was  na  Enge-  **fj"¡jf 
landt  te  gaan,  op  dat  die  goede  ende  oude  Neger  niet  bedroeft  foude  we  r-bydat 
den,  vreefende  dat  hy  my  noy  t  weder  foude  fien,  oock  dat  de  genegentheyd ,  doet. 
welcke  hymytoe-droegh,  gevoeght  zijnde  by  het  voordeel  ,  dat  hy  van  my 
iadde,  hem  mijn  voornemen  foude  doen  ontdecken ,  ende  middelen  foecken 
om  het  uyt-voeren  van  het  felve  te  ftuyten. 

Defen  goeden  Neger  bood  fig  aan  ,•  om  geheel  de  reyfe  met  my  te  doen  ,  Beha^ré* 
doch  ick  floeg  fulcks  af,  hem  verwonende  dat  hy  te  out  was  om  fig  op  foo  ver  fenteert 
«en  wegh  te  begeven  ,  ende  oock  dat  men  hem  voor  een  verlopene  flaef  foude  ¡Sftfc 
aenfien ,  ende  fijn  perfoon  arrefteren,  foo  drae  wy  buyten  dat  Landt  waren,    maar  hy  * 

Siende  datmynfeggen  in  redenen  beftont ,  keurde  hy  het  felve  voor  goet,  flaatfaik» 
ende  hy  prefenteerde  my  te  veriellen  tot  op  de  kant  van  de  Zee ,  ende  aan  de  j£n  Aa_ 
plaatfe  van  mijn  embarquement  toe ,  ende  als  ick  fulcks  in  danck  hadde  aan-  theur  ver- 
genomen, gafickhemordre  omeenige  van  mijne  Muyl-efels ,  Koorn  ende  koopt  fijn 
Maiz  dat  ick  hadde  te  verkopen ,  gelijck  ook  eenige  andere  faaken ,  daar  hy  Anací 
kennifie  van  hadde. 

Bbb  z  Ick 


3?S  HL  Boex.    Voyagie  van  Thomas  Gage   XXIII.  Cap. 

?bku'rne       Ick  geloo*"de» watde  Schilderyen  die  in  mijne  kamers  vaaren  ,  belandde, 

¿  u  ery   dat  delnwoonders  \znPetapa  die  wel  zouden  kopen,om  in  hareKerke  te  han- 

boe'ken     gen ,  ende  daarom  fprakik  daar  van  met  den  Gouverneur ,  die  daar  leer  bly- 

•ndejrer-  de  over  was. 

raíd.'U>í°     'Doch  ik  verhandelde  het  meefte  gedeelte  van  mijne  boeken  ende  verderen 
huys-raad  te  Guatimttla ,  ende  dat  door  middelvan  Micbael  Deha ,  welke  ik 
volle  twee  maanden,  voor  mynvertreckbymy  hield,  houdende  alleen  voor 
my  twee  ledere  maaien ,  eenige  weynige  boeken,  ende  een  Matras  ,  om,  ge- 
duerende  reyfe ,  op  te  fiaapen,. 

Doen  ik  alles,  watik  wílde  verkopen,  my  hadde  quyt  gemaakt,  bevond 
ikdatik  negen-duyfentftuckenvanagten,  Spaanfche  munte,  hadde  over- 
behouden ,  welke  ik ,  binnen  twaalf  Jaaren  >  door  my  in  dat  Land  verlieten 
hadde  overgewonnen. 
.         Door  dien  ik  nugeloofde,  dat  een  íbfwaareíbmme  aan  gek,  my  op  die 

hetfehe  langcre>'fe'  welk  ik  noch  moeite  af-leggen,  foude  verveelen,  befreede  ik 
vier-duyfent  Ryxdaalders  aan  Pcerfenen  edele  Geireenten,op  dat  myn  Reys* 
tuygdesteligter  foude  vallen  ;  het  overige  van  myn  gek  ,  deede  ik  ten  dee- 
Ie  in  facken ,  ende  ten  deele  in  myn  Matras,  in  voornemen,  van  ondei  wegen, 
daar  Piftolen  voor  te  wiflelen. 

Syndenuvan  geit  voorfien ,  deede  ik  ook  voor-raad  van  Chocolate  ende 
Confitueren  ,  voor  de  reyfe,  op, 

Ende  door  dien  ik  voorfag,  dat  ik,  de  eerfte  weeke  ,  feer  fpoedig  foudc> 
moeten  voort-trecken ,  ende  dat  ik  myne  koffers  fo  dra  niet  foude  konnen 
over  den  weg  krygen,  als  ik  voor  myn  Perfoon  foude  konnen  reyfen,  fo  refol- 
veerde  ik  defelve  ten  minften  vier  dagen  voor  uy  t  te  fenden. 

Door  dien  ik  rui  my  aan  niet  een  van  de  Inwoonders  van  V etapa  dorfte  ver- 

£!!"  *nd  "ouwen ,  20  fond  ik  om  feeker  Indiaan  van  Mixco,  welke  mynen  byfonde- 
ren  Vriend,  ende  aan  welken  de  weg,  die  ik  houden  moefte,  feerwel  be- 
kentwas ;  aan  dcnfelvenondekte  ik  myn  voor-nemen,  ende  ik  bood  hem 
een  genoegfaam  recompens  voor  fij  ne  moey  te  aan ,  ende  daar  op  liet  ik  hem* 
desmidder-nagts,  met  twee  Muy  1-eíels  voor  uyttrecken,  opdeeene  was 
hy,  ende  op  de  andere  myne  Bagagie;  Ik  gebood  hem  altoos  na  St,  Micbael 
ofte  Nicaragua  toe  te  trecken .  tot  dat  ik  hem  foude  onderhaald  hebben. 

Ik  het  hem  dan  vier  dagen  voor  my  vertrecken ,  ende  die  verlopen  fcyride, 
begaf  ik  my ,  met  mynen  goede  Neger  verfeld  ,  kloekmoedelyk  op  de  reyfe-, 
laatendedeflcutelvan  myne  kamer  in  de  deurefteeken,  ende  niet  dan  oude 
papieren  in  het  huis,ende  tentijde  dat  alle  de  Indiaanen  in  haare  rufte  waren* 
fo  feyde  ik  mijn  laatfte  vaar-wel,  aan  het  Dorp  va.nPetapa¡  aan  geheel  de.  Va.- 
leye,  ende  aan  alle  myne  Vrienden  in  America,. 

Eyndc  van  het  derde  Boek. 


Set  Capi 
taal  van 
den  Aa- 
thcur. 


bïfteet. 


Veorbe- 
Tcydfclen 
tot  de 

Den  Aa- 


fijne  Ba- 
§*g'e 
*cor  nyt 


Begeeft 
«gTier 

daagen 
iáaina 
felveop 
èt  ?lugt. 


Nieuwe  en>{eer  Naauwkeurige 

R      E      Y      S      E 

Door  de  Spaanfehe  West-Indien 
V     A     N 

THOMAS    GAGE. 

HET  VIERDE  BOECK. 

I.      C   A    P   I  T    T   E  L. 

Bekommer  nïjfe  des  Autheurs  over  äen  wegh  die  hem  te  nemen' 
Rondt.  T>ifficulteytenop  de  wegen  van  de  Golf ,  Mexico, 
&c.  T>en  Autheur  neemt  Jijn  wegh  door  Nicaragua  ende 
het  Meer  van  Grenada.^  neemt ptrmiffive  eenfeer  beleeft 
af-fcbeyt  van  den  Trovinciaal.  Trecautie  van  den^Ait- 
theur.  Hy  trekt  uytFctzpz.  BefehrijviugezanSicmRo- 
.  tonda.    Los  Efclavos  een  Indiaanfch  Dorp.   Naams-oor- 

■  fpronck  daar  van.  Oorfpronck  van  de  naam  Amatitlan. 
Komfi  te  Agn&chzpÁ  ende  te  Trinidad, 

Yne  meeíte  bekommerniife  ,   in  defe  mijne  voor|enomene  Belco^ 

reyfe  ,  washoe  ickbeft  den  feeckerften  wegh  foude  tafiu,  gjj 

daarom  en  nam  ick  die  van  de  Golf  niet,  hoewel  defclye  wel  theQrj> 

de  eemackeliickite  was-,   ende  oock  de  naafte Zee-naaven  f,verdeir 

aan  mijne  woon-plaarfê ,  temeer,  door  dien  ickverfeeckert  w«g ^e 

.    was,  dat  ick  ;  in.de  plaatfen,  door  dewelcke  ick  trecken  mcDftom; 

moeite  ,   veele  Perfoonen  van  kennüTe  foude  vinden  3  ende  dat  de  tijde 

*an  hei  vertrek  der  Scheepen  daar  zoo  onfeeker  was,  dat  men3  voor 

Bbb  $  mijn^ 


■^fc. 


^fií 


Golf 

Ai  e  Ki  co, 


DenAa- 
theur 
neemt  fyn 
weg  door 


380    IV.  Boek.     Voyagie vanThomas  Gage*     I.  Cap, 

mijn  vertrek ,  ordre  van  Guatimala  om  rny  te  arrefteren  ,  foude  hebben  kon- 
nenfenden. 
Diffical-        lek  vreesde  ook  dat ,  foo  ik  mij  ne  rey  fe  door  de  Provintie  van  Gom  ay  agua 
teyienop   ofte  Truxillo  voort-fette  ,  ende  aldaar  na  de  Schepen  wagtede  ,  de  Gouver- 
íarTdf  "   neur  van  die  Plaatfe  J  door  den  Prefident  van  Guatimala  gewaarfchouwt  zijn- 
de ,  my  mogte  komen  te  ondervragen ,  ende  daar  naa  te  rugge  te  fenden  ,  of 
wel  dat  hy  de  Schippers  foude  verbieden  my  binnen  haar  boord  te  nemen. 

Ikoverleydde  mede,  dat,  foo  ik  weder  naa  Mexico  ofte  Vera-  Paz  toekeer- 
de ,  my  die  weg ,  alleen  zijnde  ,  veel  verdrietiger  foude  vallen  ,  dan  fy  gedaan 
hadde  doen  ik  met  mijne  Vrienden  te  Chiapa  quam ,  ende  noch  te  meer,  door 
dien  ik  Mickad  Delva  te  Lande  wilde  metmy  nemen. 

Hebbende  dan  voor-genomen  geene  van  die  drie  wegen  in  te  trecken,  (tel- 
de ik  vait  de  vierde  door  Nicaragua  ende  het  Meer  van  Grenada  te  gebruyken,  , 
ickftelde  mijne  reyfe  uyt  tot  in  deweecke  vanliers-tijdt,  wetende  dat  de 
Se*KT'  ^cnePen  ofte  Fregatten ,  gemeenlijk ,  om  naa  de  Havana  te  feylen ,  omtrent 
Meer  van  half  Januarii ,  ofte ,  ten  laatften  ,  o  mtrent  Vrou  wen-Ligtmiffe  uyt  dat  Meer 
Gnnada.  liepen ,  hoopendeikgenoegfaam  voor  die  tijt  daar  te  zijn. 
Hy  neemt  Doch  om  alle  gedagten  aan  den  Provinciaal  te  benemen,  van  dat  ik  die 
eer.'bekeft  Wegh  mognce.gekofen  hebben  ,  font  ick  voor  mijn  vertreck,  door  Micbatl 
aficheyt  Delva,  een  brief  aan  een  van  fijne  Vrienden,  omdefelve,  vier  dagen  naa 
mijn  vertreck,  aan  den  gefyden  Provinciaal  te  Guatimala  te  behandigenj  door 
de  felve  nam  ick  een  feer  beleeft  af-fcheyt  van  hem ,  hem  met  eene  biddende 
niet  qualijck  van  my  te  willen  fpreeken  ,  oock  niemand  my  agter  na  te  fen- 
den ,  door  dien  ick  tet  mij  n  vertreck  geauthorifeert  was ,  door  eene ,  in  alle 
deelen,  fuffifante  permiffie  van  Romen ,  en  hebbende  de  fijne  niet  konnen 
verwerven,  hadde  ik  gelooft,  dat  ik,  met  een  opregtgemoet,  ende  fonder 
mijne  confeientie  te  quetfen,  naa  mijn  Vaderlant  mogte  keeren,  te  meer, 
om  dat  ik  in  dat  Lant  ,  de  ruymte  van  Luyden  liet,  welke  mijne  plaatfe 
fouden  konnen  vervullen ,  ende  diein  de  Indiaanfche  Taaie  genoegfaam  er- 
varen waren. 

Om  hem  nu  de  luit  te  benemen  van  my  op  den  weg  van  Nicar aguate  doen 
foeken ,  foo  dateerde  ick  mijn  brief,  even  of  als  fy  uyt  het  Dorp  van  St.  An- 
tonio de  Sucbutepequet  hadde  gefchreven  geweeft ,  't  welck  op  den  wegh  Yan 
Mexico  gelegen  zij  nde ,  regt  tegens  die  van  Nicaragua  over  lag. 

Daags  dan  na  drie  Coningea,  zijnde  den  fevenden  Januarii  itfj?.  reedick, 
uywetapa.  omtrenc  midder-nagt ,  op  een  feer  goede  Muyl  -efel  gefeten  zijnde ,  uyt  het 
Dorp  van  Petapa,  hebbende  niemant,  dan Michael Delva,  bymyj  defelvc 
Muyl  efel  verkogtik  daar  na  onder- wegen  voor  tagtig  Rijxdaalders. 
Befcbrij-  Door  dien  nu  het  begin  van  den  weg  feer  bergagtig  was,  konden  wy  fo  veel 
wegs  niet  af- legden,  als  wy  wel  gewenfcht  hadden ,  want  den  nagt  overviel 
ons  eer  wy  ©p  de  hoogte  van  het  Gebergte  waren,  men  noemt  het  iclve  Sierra 
Rotonda,  ofte  het  Ronde  Gebergte,  het  is  in  dat  Lant  feer  beroemt  door  de 
fchoone  wey  den  die  men  daar  op  vint ,  voor  de  Koe-beeften  ende  Schaapen  a 

wanneer 


vanden 
Provin 
ciaal. 


Precautie 
van  den 
Atttheur. 


Hy  trekt 


vmge  van 
SierrnRo- 

i-gade. 


IV*  Bo e  c K .  *Door  de  Spaanfche  We fl -Indien*  I.  C  a  p.  3  %  t 

wanneer  de  Valeyen  verdroogt  xijn ,  ende  dat,  by  gevolge ,  voor  de  felve  ,  al- 
daar geen  gras  meer  te  vinden  is. 

Op  dat  Gebergte  vinden  de  Reyfigersook  veel  gemacks  ,  want  fy  werderï 
feer  wel  onthaalt,  in  feekere  Herberge ,  in  welke  men  wijn  ende  fpijfe  ver- 
koopt ,  men  kan  fig  ook  in  defelve ,  met  alles,  watmen  foo  van  menfehen  als- 
beeften,  by  fig  heeft,  vertrècken  ,  ende  fijne  nagt  ruft  nemen. 

Op  dit  Gebergte  is  ook  een  van  de  befte  Hof-fteden  van  geheel  dat  Lant» 
ende  op  defelve  werdt  de  befte  Geyten  ende  Schaapen-kaas  gemaakt  die  daar 
omtrent  te  vinden  is. 

Defen  ronden  Berg  is  vijf  mijlen  van  V  etapa  gelegen  -,  ik  pafleerde  defelve 
met  grooten  fpoet ,  vreefendc  eenige  Inwoonders  van  Petapa  te  ontmoeten, 
doordien  ik ,  in  de  Herbergen ,  veele  Indiaanen  in  haare  nagt-rufte  liet  leg- 
gen, welke  eenige  troupen  van  Muyl-efels,  aan  de  Spangiaarden  behoren- 
de ,  dreven  ,  moetende  fyden  volgenden  dag  te  Petapa  kornet. 

Vier  mijlen  aan  geenezijde  dit  Ronde  Gebergte,isfeeker  IndiaanfchDorp,^feJ^* 
Lot  EJelavos  genaamt,  in  onfe  Taaie  deSlaaven,  nietdatfy  vooralsnudediaanïch" 
ilavernye  ,meer  dan  de  andere  Indianen,  onder worpen  zijn ,  maar  om  dat  fy3  Dcrp.. 
in  vorige  tijden,  wanneer  Montezuma^náz  de  Coningen  die  onder  hem  fton- 
den ,  regeerden ,  als  Slaaven  waren ,  vergeleeken  zijnde  by  de  Indianen  van 
de  andere  Dorpen. 

Men  was  doenmaals  gewoon  de  Inwoonders  van  dat  Dorp  te  amatitlan  Naams- 
te  ontbieden',  ende  defelve ,  even  als  Slaven ,  met  de  brieven  af  te  fenden ,  ^rvan/ 
©p  wat  plaatfe  van  het  Lant  dat  men  ook  wilde. 

Hier  en  boven  moeiten  fy  noch  weekentlijk  ,  feeker  getal  van  haare  In- 
woonders te  Amatitlan  fenden ,  al  na  dat  die  geene  die  in  dat  Dorp  woonden 
het  van  nooden  hadden ,  het  fy  om  brieven  ofte  om  packen ,  op  andere  plaat- 
iên,  te  dragen. 

Denaam  van  het  Dorp  van  Amatitlan  ipruyt  uyt  hetgebruyk  vande  lette-  OorfpronK 
ren,  van  dewelke  iig  de  Indianen  in  die  plaatfe  bedienden,  het  felve  is  ge- „aanban 
maakt  in  de  Mexicaanfche  Taaie  van  het  woord  ¿4mat3  dat  een  brief 'beduit ,  Awaütien, 
ende  dat  vairT/VAw ,  dat  een  Stadt  gefegt  is ,  foodanig  dat  het  wöort  .Ama- 
titlan eygentlijk  een  Brief-fiadt  beteekent. 

Ookwasheteygenrlijk  een  fch  rij  f  ofte  Brief>ftadt,  want  fy  waren  ge- 
woon, alles  wat  fy  wilden,  opbaftenvanboomen  tefchrijvenofte  re  grave- 
ren, van  defelve  bedienden  fy  fig  even  als  wy  vande  brieven,  fendende  die- 
geheel  het  Lant  door ,  felfs  tot  in  Peru  toe. 

T)itDorp-Ioj£/¿/At;oxlegtineene  laagte,  digte  by  eene  Reviere,  over 
dewelke  de  Spangiaarden  een  feer  fchoone  fteenen  brugge  hebben  laaten  ma-  » 
ken,  om  met  gemak  in  ende  uyt  het  Dorp  te  konnen  komen  ,  want  fonder 
dat  foude  men  het  felve  ,  met  Muyl  efels ,  niet  konnen  doen  ,  foo  door  den'. 
fnellen  ftroom  van  het  water ,  als  door  de  meenigte  van  klippen  die  in  de  Re- 
viere zijn ,  door  dewelke  het  water  met  een  groóte  vaart  loopt. 

Van  dit  Dorp,  in  het  welke  «y  niet  ftil  waren,  dan. om  een  kop  Choco- Romfte  tfr 

late 


382      IV,    Boek.    Voy agje  vanThomas  Gage     I.  Cap. 

A-nach  fa  late  te  drinken,  ende  om  onfe  Muyl-efels  te  voederen,  quaamen  wy  noch  den 
TnJLd.  felvenäagteJgnacbapJ,  het  felve  legt  vier  mijlen  aan  geene  zijde,  dighte 
by  de  Zuyd-  Zee, ende  by  de  Haven  van  Trinidad ,  aan  dewelke  wy  des  avonts 
aanquaamen,  hebbende  op  dien  dagh  ,  ende  in  een  gedeelte  van  denagt, 
meer  dan  twintig  mijlen-,  over  het  Gebergte,  ende  door  iteen-agtige  wegeni 
iedertwy  het  Dorp  Los  ¿JciavésgQpaBeat  waren,  afgelegc. 


HET   II.   C  A  P  I  T  T  E  L. 

Schoon  aarde-werk  te  Trinidad*  Befchrijvinge  van  het  geene 
de  Spangiaardeu  den  Mont  d?r  Helle  noemen*     Seecker 
Religieus  traght  de  felve  te  befightigen.  Hy  wert  ter  aarde 
geworpen  ende  feerjïek*    Verhaal  daar  van  door  andere 
Terfoonen*  JVat  den  Autheur  daar  van  heeft  vern  omen  en- 
de ¡eggen  kan*  Redenen  waarom  hy  geen  onder foek  de  e  de* 
Chale vapan  eengroot  T)orp.  ^Precautie  van  den  i^Autheur 
gebruykti  om  de  Stadt  St.  Salvador  te  paleren*  Befchrij-, 
vinge  van  St*  Salvador.     Hy  pajjeert  geluckelijck  door  de 
Stadt.  Komjle  aan  Rio  de  Lempa  >  ende  by  den  voor  uyt 
getrocken  Indiaan.  Groot  voor-r  egt  van  die  geene  die  Rio 
de  Lempa pajfer en.  Waar  over  den  Autheur  feer  verblijd 
is*  Hypajfeert  Rio  de  Lcmpzende  pleyftert  aan  de  andere 
zijde  met  eengerujl  hert  e*  Kom  ff  e  te  St.  MichaeU  Befchrij* 
vinge  daar  van*     Groóte  genegentheyt  van  den  Indiaan. 
'Tien  K^Authenr  fendjijne  Bagagie  te  lande ,  ende  hy  felve 
gaat  te  water  van  St^Michael  na  la  Vieja. 

Dit  Dorp  van  UTr'midad  is  in  dat  Lant  icer  vermaart,  ende  dat  om 
tweezaaken,  de  eerfte  is  het  Aarde-werk  dat  men  daar  maakt,  het 
welcke  men  fegt,noch  beter,dan  dat  van  Mixco,  te  zijgende  de  twee- 
de is  een  plaatfe  die  omtrent  een  halve  mijle  van  daaris,  welcke  de  Spangi- 
aardenfeggen,  ja  voor  fceker  gelooven ,  eene  van  de  ingangen  der  Helle 
tezijn. 
Uytdefelvekomtgeducriglijck  een  dickeM ende fwarten rook,  welke  na 
»mge  via  fwaavel  rieckt,  ende  door  dewelke  men ,  fomwijlcn ,  fware  vlammen  iiet  flic- 

keren  5 


Schoon 
aarde- 
werkte 
Trinidad 


Eefchrij- 


IV.  Boek.     7)oor  de  Sfaanfche  Weft-Indiën.  II  Cap;    383 

keten  l  het  Landt  dat  defen  roock  van  fig  geeft  is  laag  ,  ende  gantfcheli  jk  niet  hetgeena 
verheven,  ende  niemand  heeft  oy  t  tot  het  felve  konnen  naaderen,om  de  oor-  Í¿f5eñ 
faacke  daar  van  te  onderfoeken  ,  want  alle  die  fulcks  gepoogt  hebben ,  zijn  den  mond 
ter  aarden  geworpen  geworden ,  ende  in  gevaar  van  haar  leven  geweeft.         dcr  HeIle 

Üeecker  Religieus  van  mijne  kenniife,welcke  ook  buyten  dat,geIoof-waar- ooemen 
dig  was,heeftmy  by  eede  verfeeckert,  dathy,metfeeckeren  Provinciaal,  die  scktrRei 
weg  reyfende,refolveerde,na  die  Plaatfe  te  gaan,om  fijne  nienws-gierigheyt  ligieas    " 
te  voldoen,  ende  om  de  oorfaake,van  alle  de  vremdepraatjens,die  men  in  dat  "a^tde. 
Land ,  ter  oorfaacke  van  dcfe  fwaare  rook  voerdde ,  te  door-gronden.  bcfiericcó. 

Hy  feyde  my ,  dat ,  zijnde  op  omtrent  vijftig  fchreden  daar  aan  genaadert , 
hy  foo  een  vervaarlijk  geluyd  hoorde,dat  hy,foo  daar  door,als  door  de  fchric- 
kelijkeftank,  ter  aarde  viel,  ende  daarop  iïg  aanftonts  moefte  vertrecken ,    Hywerdt 
werdende  daar  naa  van  foo  hevig  een  heete  koortfe  aangetaft ,  dathy  van  de-  ter  aarde 
felve  meende  te  fterven.  S°fcPc? 

Andere  feggen  dat  fy ,  daar  by  komende ,  groot  gekerm  ende  gekrijt  hoor-  fieck. 
den ,  even  als  dat  va n  lieden ,  welke  me n  pij  nigt,het  felve  was  vermengt  met 
het  gerammel  van  yfere  keetenen  ende  diergelijcíce  dingen  ,ditgaf  haar  reden  dallan*1 
om  figin  te  beelden,dathet  eene  van  de  poorten  derHellewas,doch,door  dien  dooran- 
ik  geloove  dat  het  de  eenvoudfgheyd  van  die  menfchen  is ,  welke  haar  fulcks  dere  Per*. 
doet  aannemen ,  meer  dan  de  waarheyd ,  foo  fal  ik  denLeier ,  foodaanig  oor- 
deel, als  hy  begeert ,  daar  over  laaten  vellen.  w  •  . 

Wat  my  belangziek  foude  daar  van  niet  anders  konnen  feggeh,dan  dat  ick  Autheuc 
den  rook  geiïen  hebbe,ende  hebbende  de  Indianen  daar  op  gevraagt  of  fy  daar  daar  vaa 
van  de  oorfaack  niet  wiften,en  offy  daar  niet  digte  by  hadden  geweeft  ?  ant-  ¡¡^en"" 
woordden  fy  my,  dat  de  reden  daar  van  haar  onbekent  was  ,ende  dat  fy  geilen  endefcg- 
hadden,dat  eenigeReyfigers  daar  toe  digte  willende  naaderen,  onder  dit  haar  gen  kaa, 
beftaan,  alsdoodemenfchen,  ter  aarde  waare  gefmeten ,  ofte  wel  door  een 
fchielijke  vreeze  waaren  bevangen  geworden ,  ende  daarna  door  een  zwaare 
koortze ,  zoodaanig  dat  zy ,  als  ik  haar  te  kennen  gaf,  dat  ik  van  voornemen 
was  daar  na  toe  te  gaan ,  myzeyden,  dat  ick  wel  aght  moeite  nemen  óp  het 
geene  ik  wilde  aanvangen,  endedatikmyzeekerlijck ,  in 'gevaar  van  mijn 
leven  te  verliezen  ftelde. 

Doch  het  was  niet  zoo  zeer  de  vreefe  van  die  Spaanfche  Helle  ,  foo  als  men  Reienen 
defelve  in  dat  Landt  noemt ,   welcke  my  met  alle  vlijd  van  die  plaatfe  deede  J**™J* 
vertrecken ,  als  wel  de  gedagten  dat  my  ymandt ,  om  my  te  arrefteren ,  mog-onJer&ek 

te  Volgen.  -  deede. 

Omtrent  tegens  den  midder-nagt  trok  ik  van  daar,ende  deede  mijnen  ont- 
bijt in  een  groot  Dorp  Chaletapan  genaamt,de  Indiaanen  van  het  felve,  welke 
Focomanen  waaren,  ontfingen  my  feer  wel ,  door  dien  ik  nevens  haar  de  Taaie ciaktapaa 
Poconcbi  ofte  Pocoman  fprak,  ook  wilden  fy  my  op-houden ,  op  dat  ik  den  vol-  een  groot 
gende  Sondag ,  voor  haar  predicken  foude ,  dit  hadden  fy  lightelijck  van  my  DorP- 
konnen  verwerven ,  foo  ick  niet  een  feer  preiferende  reden  hadde  gehad,  om 
my  Yan  daar  te  begeven,  ende  dat  met  alle  mogelijke  Ylijd, 

Ccc  Ick 


Precautie 
van  Jen 
Autheur 
gebruykt 
omde 
Stadt  SV. 
Salva  :or 
te  pafle- 


Befclirij. 
vinge  van 
Si,  Saha' 
dor. 


By  paf- 
fcertge- 

luckclijck 

Joorde 

Stadc. 


Komfbe 
aanSJia  ¿e 
£,0»¿>    en 

de  by  den 
?aoruyt 
getrockca 
Indiaan. 


|  84   IV.  Boek.    Voyagie  vanThomas  Gage      IX  Cap; 

lefc  begonde  op  defe  plaarfe  vaft  te  overleggen ,  boe  dat  ik  beft  door  St  Sal- 
v/ïarfoudekonnen  pafferen,  dit  is  een  Spaanfche  Stadt  ,waarineenCloo- 
fterisvan  Religieufen  van  deOrdre  vanSt.  Dominicus,  voor  di¿  van  defefc- 
ve  hadde  ik  meer  vreefe  dan  voor  cenige  andere ,  door  dien  ik  van  haar  naeeil 

alle  bekent  was.  ""«■"'',  i   ,  -  , 

Hierom  nam  ik  voor,  dat,  als  ick  by  de  Sradt  zoude  komen,  ïckvande 
weg  foude  af- rijden,  even  als  of  ick  verdwaalt  hadde  geweeft,  ende  onder 
dat  pretext  op  de  eene  ofte  de  andere  Spaanfche  Hof  ftede  gaan  ,  brengende 
aldaar  den  tijt  door  met  Chocolatere  drinken  ,  houdende  een  praatje  ,  ende 
doende  mijn  Muvl-efels  wel  voederen ,  op  dat  ik  des  te  beter  met  haar ,  den 
volgenden  nagt  zoude  konnen  over  den  weg  geraaken ,  ende  alfoo  des  ande- 
ren daags  'smorgens  verre  van  de  Stadt ,  ende  van  de  Religieufen ,  die  in  de 
naa-buerige  Dorpen  woonden,  mogen  geraaken 

Defe  Stadt  van  St\  Salvador  is  nietzeer  rijck ,  ende  is  niet  veel  grooter  als 

Cbiapa,  .  .  ... 

ín  defe  Stad  is  een  Spaanfch  Gouverneur  ,  ende  zy  is  omtrent  veertig  mij- 
len van  Gttatimala  gelegen  ,  zijnde  zy ,  aan  de  Noord-zijde ,  door  hoog  Ge- 
bergte ,  de  Cbanvaks  genaamt ,  omringt ,  de  Indiaanen ,  die  daar  op  woonen, 

zijn  feer  arm.  .  „,,-•"•  -      r.     * 

Dietebydeplaatfe,  op  dewelke  de  Stadt  gebout  is,  zijneenige  Suyker- 
molens ,  men  teelt  daar  ook  Indigo ,  dog  die  befte  Hoeven  zijn  die  geene,op 
dewelke  men  Befriaal  aanqueekt. 

Ick  voerdemijn  voornemen  uyt ,  ende  hebbende  op  feekere  Hoeve  ge- 
pleyftert ,  ende  my  nevens  mijne  Muyl-efels  wel  ververft ,  trokik  des  avonts 
ten  agt  uuren  van  defelve,paiferende  door  de  Stad,  fonder  van  y  mand  bekent 
te  zijn. 

Ick  was  van  voornemen  des  anderen  daags  op  den  ogtent ,  aan  een  groóte 
Reviere,  Rio  de  Lempa  genaamt ,  rekomen,  defelve  istien  mijlen  van  «Sí. 
Salvador  gelegen ;  Ick  haafte  des  te  meer  ,  om  dat  twee  mijlen  aan  defe  zijde 
de  felve  ;  feetier  Indiaanfch  Religieus,  onder  het  Convent  van  St.  Salvador 
behoorende,  woonde,  welcke  my  zeer  wel  kende. 

Dog  ick  deede  zoo  groot  een  neerftighey.t ,  dat  ick ,  voor  het  aan-breeken 
des  daags ,  doordat  Dorp  paneerde ,  ende  voor  fevenuuren  quamik  aan  ge - 
feyde  Reviere ,  by  de  zelve  vont  ick  den  Indiaan ,  door  my  voor  uvt-gefon- 
den  i  zoo  als  hy  vaardig  ftont ,  om ,  met  mijne  Bagagae ,  over  te  vaaren,  zijn- 
de hv  te  drie  uuren  des  morgens ,  van  twee  mijlen  aan  geene  zijde  het  voor* 
zeyde  Dorp ,  vertrocken ;  Ik  was  zeekerlijk  zeer  verheugt  hem  gevonden- 
te  hebben,  door  dien  in  de  maaien,  welcke  ick  hem  vertrouwt  hadde,  een 
groot  gedeelte  van  mijne  middelen  was. 

Ickruftemvopdieplaatfe,  ende  digte  aan  de  Reviere  ,  een  weyniguyr, 
ik  asede  ook  mijne  Muyl  efels  weyden ,  enüe  mijnen  Indiaan  maakte  vyer5 
ende  bereyde  my  de  Chocolate.  a 

Mèa  hout  defe  Reviere-,  oüq  Rio  de  Lempa  voor  een  van  degtootite  van 

nee 


/\ 


IV.  Boeck.  *Door de SfaenfcheWeft-Indïèn*     II.CAP.3S5 

het  Land  van  Guatimala,  daaarzijn  gemeenlijk  twee  Ponten  om  de  gaande 
ende  de  komende  Paifagiers ,  nevens  haare  Muyl-efels  ende  Dienaaren  over 
tefetten.  /     .    ,  '■ 

Dcfe  Reviere  heeft  dat  voor- regt,  dat,  byaldienyemand  eenige  mifdaad  Groot 
begaen  hebbende  ,  ende  van  de  zijde  van  Guatitnah  ofte  St.  Salvador  komende  ™°T¡¡*& 
vlugten ,  ende  aan  de  andere  zyde  over  te  vaaren  ,  hy  als  dan  in  alle  veylig-  geene 
heid  ende  feekerheid  is ,  ende  geen  Officier  van  die  kant ,  daar  hy  van  daan  welke  Ri» 
komt  kan  hem,  om  eenige  mifdaaden  arrefteren ,  ende  noch  veel  minder  om  *%gg 
fchuiden,  ende  ook  hebben  de  Officiers  van  de  zyde  aan  dewelke  hy  is  komen  v 
vlugten,  geen  vat  aan  hem ,  op  defelve  wijfeis  het  mede  met  die  geene  ,  die 
van  de  zyde  van  St.  Michael ende  Nicaragua  komen,  wanneer  fy  fig  aan  de  kant 
van  St.  Salvador  ende  Guathnala  hebben  begeven, 

Hoewel  ik  nu  door  GODES  genade  niet  om  eenige  mifdaaden  ,  alfo  wey-  Her  we&e 
nigals  om  fchulden.de  vlugt  hadde  genomen,  fo  verwekte  hetevenwelin  my  den  Au- 
een  groóte  vreugde ,  fiendedatik  ftontom  over  te  vaaren  in  het  Land,  in  ^¡¡¡„¿f* 
hetwelkeik,  door  een  byfonder  voor-  regt .  in  alle  feekerheid  konde  zijn, 
wetende  dat,  als  al  yemand  my  quaame  te  vervolgen,  defelve  de  Reviere 
van  Lempa  niet  paiferen  foude ;  mijn  Neger  begonde  te  lacchen  als  ik  hem  de- 
fe  myne  vreugde  te  kennen  gaf,  ende  feydé  my  dat'er  nu  niet  meer  te  Yrefen 
was ,  ende  dat  alles  wel  foude  gaan. 

Wy  paífeerden  defe  Reviere  feer  geluckelijk,  ende  aan  de  andere  zyde  ge-  jtyP4Í1. 
komen  zijnde,  begaaven  wyons,  nevens onfen Indiaan,  naeenlndiaanfeh  ¿ej£££ 
Dorp  dat  twee  mylen  van  defelve  af-lag ',  wy  deeden  aldaar  de  befte  maaltyt,  endepiey- 
welke  Wy,federt  ons  vertrek  van  PfíApíi,ge  nuttigt  hadden  ,  ende  wy  lieten  ^T^n 
onfe  Muyl-efels  tot  vier  ueren  in  den  avont  ruften ,  als  doen  vertrocken  wy  na  z*¿¡¡ ^ 
een  ander  kleyn  Indiaanfch  Dorp,  dat  wat  meer  dan  twee  mijlenaan  geene  een  geruft 
zyde  legt,  paiïeerende  door  vlak,  even  ende  fandagtig  Land.  hcrce- 

Des  volgenden  daags  leydden  wy  maar  thien  mijlen  af,  om  in  het  Dorp  van  K°™fte  cc 
St.  Micbael  te  komen ,  het  felve  behoorde  aan  de  Spangiaarden ,  ende  hoewel  «*«*■* 
het  geene  Stad  is,  fo  is  het  doch  by  na  foo  groot  als  5/.  Salvador,  ookis'er 
een  Spaanfch  Gouverneur.  , 

Daar  in  is  een  Convent  van  Religieufe  Dogters ,  ende  een  van  de  Religieu-  ^J^ 
fea  de  la  Merced,  die  my  leer  welontfingen,  want  in  die  plaatfe  begonde  ik  my  vaQ# 
inhet  openbaar  te  vertoonen,  fondermy  meer  te  verfteeken,  zijnde  van 
▼oor-nemen  mijn Muyl  efelste  verkopen,  ende  tewaater,  overeen  bogt 
van  de  Zee,  nafeekerDorp  \zn  Nicaragua,  la  Viej a genazmt,  te  gaan. 

Ik  wilde  mijn  Indaan  ook  op  die  Plaatfe  van  mijn  laaten  gaan  ,  doch  door  Genegent- 
dien  hy  fig  bedroeft  toonde ,  om  dat  hy  my  foude  moeten  verlaten  ,  eer  dat  ™d¿*¡? 
ik  in  de  Stad  van  Grenada  was  gekomen ,  uyt  dewelke  hy  my  geerne  hadde  ^      - 
#en  tefcheepe  gaan,  foftontik  hem  willig  toe  fo  lange  by  my  te  blyven, 
door  dien  ik  wifte  dat  hy  feer  trouw  was ,  dat  hy  myne  Bagagie  feer  vooriïg- 
tig ,  tot  aan  die  Plaatie  toe ,  hadde  gevoert ,  ende  dat  hy  de  weg  wifte  3  welke 
men ,  om  te  Grenada  te  komen ,  houden  moefte. 

Ccc  4  ïck 


-■ ■ 


Den  Aa- 
the  ur  fend 
fijne  Ba - 
gagiete 
Lande , 
endeby 
fclve  gaat 
te  water 
van  Si. 
CMchaet 
x&La 


38<j    IV.  Böëck.     Vqyagie  van  Thomas  Gage     II,  Cap. 

Ik  fond  hem  dan  te  lande  ,  tot  aan  Realejo  ofte  la  Vieja  ,  welke  plaatfen  feer 
digtebymalkanderen  leggen,  toe,  zijnde  de  weg  van  Si.  Michael  tot  aan  de 
felve  omtrent  van  dertig  mijlen ,  ende  ik  verbleef  die  dag  nevens  de  volgen- 
de,tot  aan  de  middag,  binnen  St  Michael,  verkopende  aldaar  mijn  Muyl-  e  fels 
wel  verfekert  zijnde ,  dat  ik,  van  Realejo  af,  tot  aan  Grenada  toe  ,  dagelijks  eea 
MuyLefel  van  de  Indiaanen  foude  konnen  krygen  ,  fonder  voor  het  <»ebruyk 
van  defelve  yets  te  geven . 

Ick  fondoock  den  Muyl  efel  van  mijn  Neger  met  mijn  Indiaan  te  lande, 
ende  op  den  volgenden  dag  begaf  ik  my  nadeöolf  toe,  welke  drie  a  vier 
mijlen  van  Sc.  Michael  is  af-gelegen ,  op  defelve  begaf  ik  my  des  na-de-  mid- 
dags t'Scheep,  nevens  veele  andere  Paffagiers,  ende  op  den  volgenden  dag, 
des  ochtens  ten  agt  uuren,  quaamen  wy  te  La  Vieja ,  daar  ik  anders,  te. 
Land  gaande ,  drie  daagen  foude  hebben  moeten  op  weg  zijn. 

Men  iïet  hier  de  trouwe  van  die  Natiën ,  welke  door  veele  menfehen  iri 
Europa  voor  Barbaren  werden  gehouden ,  ende  ondertuíTchen  is  het  feeker 
dat  ik  my  meer  foude  bedagt  hebben  ,  ende  meerder  precautie  gebruykt,  in 
het  vertrouwen  van fo  een  confiderabel  gedeelte  vanmyne  middelen,  aan 
cenige  Eu/opiaan  in  Europa,  dan  ik  hier  deede  omtrent  defe  Indiaanende  Ne- 
ger, aan  welcke  beyde ,  ik  mijn  licchaam  ende  goet  vertrouwde,  ende  dat 
metfoveel  veyligheidende  feekerheid,  ook  met  fo  weynig  bedugten  ende 
ongeruftheid,  als  ik  het  aan  mijn  Vader  ofte  Broeder  foude  hebben  konnen 
doen ,  van  het  welke ,  fo  als  den  Lefer  vorder  fal  fien ,  ik  geen  reden  hadde 
my  te  beklaagen ,  ende  dit  fy  gefegt  tot  confufie  van  de  ontrouwe ,  die  onder 
de  Chriftenen,  in  Europa,  die  waarlijk  het  regte  woord  GODES  konnea 
Gooren  ende  verftaan }  in  fwang  gaat» 


HET 


IV*Boeck.  <DoordeSpaanfcheWeJl-Indïêfi>lll.Gkv.  387 

H  E  T     III.     CAPITTEL 
Komfte  te  Realejo.     Redenen  waarom  den  Autheur  daar  niet 
f  Scheep  gaat*     'Paijancïe  van  de  'Provincie  van  Nicara- 
gua.   Gelegent  heydt  van  de  Stadt  Leoru    Sotte  tnheeldinge 
ende  be  (i  aan  van  eeu  Religi  •  us  de  1  a  Merced .     Aart  van  de 
Inwoonders  van  Leon.     Mahonie ts  'Taradjjs.     Komfte  te 
Grenada.     Liefde  ende  genegent  bey  d  van  Michael  Delva» 
Oock  van  den  Indiaan  y  die  met  traanen  affcheyd  neemt. 
*Den  ¡^Autheur  verkoopt  fijne  Mtiyl-ejeis.  begeeft  (igh  ten 
f  latten  Lande.  Aanmer  ekens-waardige  dingen  in  Grenada» 
Rijcke  Koop  -lieden.   *Den  Autheur  werdt  gealarmeert  doo  r 
de  komfte  van  eenige  uyt  Guatimaku      Gevaar  in  het  over- 
vaaren  van  het  (jMeer  van  Grenada*    Groóte  meenighte 
muggen  ende  onver  dr  aage  lije  ke  hette.  *Den  Autheur  bereyt 
Jig  tot ft/n vertreek  uyt  Grenada*    Hy  werdt inhetfelve  be- 
let door  ordre  van  het  Hof  van  Guatimala.    Het  welcke  hem 
f  e  er  ontfet  ende  verlegen  maackt.    Tdele  over-  leggingen  om 
weg  tegeraaken.     Men  raadt  hem  naa  Coila-Rica  te  gaan. 
Het  welcke  hy  nevens  drie  Spangiaarden  aan~neemt.    T>en 
Autheurjcheyt  eyndelijck  van  Michael  Delva* , 

D Es  anderen  daags  op  den  avond  quam  mijn  indiaan  daar  mede  te  arri-  £°j^€tc 
veren ,  ende  wy  gingen  te  faamen  naa  Realejo,  het  welcke  een  fwacke  "*  'J*' 
ende  gantfehongefortificeerde  Haaven  op  de  Zuyd-Zee  is,in  de  welc- 
ke s  hadde  ik  willen  wagten  ,  ik  my  vijkhien  daagen  daar  naa  ibude  hebben 
konnen  embarqueren  om  na  Pannama  tefeylen  ,  ende  van  daar  naa  Porto-Bello 
gaande  5  ibude  ik  aldaar  de  Gallioenen  uyt  Spangien  hebbeivkonuen  verwagi 
ten. 

Doch  ick  confideerde  dat  de  Gallioenen  daar  niet  foude  aankomen ,  dan  in    Redecen 
«Je  maanden  van  Junii  ofte  Julii,  ende  dat  ik  3  ioo  lange  wagtende ,  veel  gelts  waarom 
foude  verteeren ;  ik  had'ie  evenwel  daar  naa  wel  ge  wenfcht  die  weg  genomen  t™¿  Jaar 
te  hebben,  want  ik  wierde  doch  eyndelijk  genootfaackt  naa  Pannama  ende  niette 
Porto-  Belfa  te  gaan  *  fc  «P* 

De  wegh  is  vandaar  naa  de  Stadt  van  óretiada%oc  foo  even  ende  vermaac-  gaar' 
fceHjck,  dat  men  daar  door  ende  door  de  overvloed  van  vrugten  ende  yan  de  pteifemie 


338    IV.  Boeck.    Voy agte  vanThomas  Gage    III.  Cap* 

ïderhout  van  het  leven  noodige  dingen,  feggen  kan,  dat  de  Provincie 
van  Nicaragua  als  het  Aardfche  Paradijs  van  America  is. 

De  Stadt  Leon  legt  tufïchen  Realeio  ende  Grenada  in ,    digte  by  een  Vulca- 
nus  ofte  brandende  Berg,  welke  in-voorige  tijden  boven  eens  is  opgeborften  , 
ende  alle  de  omliggende  Landen  groóte  fchaade  toe  bragt ,    dog  naadie  tijd 
hieldthy  op  met  branden,  ioodaanig,  dat  delnwoondeis,  dief-halven,  nu 
onbekomrrlertiijn  ,  menfiethemnufomwijlen  maareen  weynigh  roocken, 
het  welke  dog  evenwel  een  teeken  is  dat'er  noch  fwaavel-agtige  itoffe  in  den 
Berg  moet  weien. 
bSeidfJe"      ^aar  was  ieeker  Religieus  van  de  Ordre  de*la  Merced ,  welke  fig  in-beel- 
ende  b¿?  de  te  fullen  in  die  plaacfe  een  groóte  Schat  ontdecken  s  en  die  foude  bequaam 
iiaenvan    tijn  om  hem  ende  alle  die  geene  die  in  dat  Landt  woonden ,  rijk  temaakenj 
É?e«K  ¿w«  ^y  hadde  in  ilg  felven  voor  vaft  geftelt,  dat  het  Metaal,  het  welke  in  die  Berg 
■  "brande,  niet  dan  gout  was;  in  defe  gedagten  deedehy  een  groóte  ketel  ma- 
ken ,  defelve  aan  een  fware  yfere  keten  doende  klinken ,   om  die  dan  foo  be- 
neden inde  openinge  van  den  Berg  te  doen neder-daalen  ,  denkende  defelve 
vol  gefmolten  gout  weder  op  te  haaien ,  hoopende  daar  door  foo  veel  van  die 
itofFeoptetrecken,  dat  hy  fijn  felven  daar  dooreen  Bifdomfou de  verkrij- 
gen ,  ende  alle  fijne  Vrienden  rijk  maaken,  maar  de  kragt  van  het  vyer  was 
foo  groot,  dat  hy  de  ketel  niet  foo  draa  daar  over  de  openinge  hadde  gehijft , 
Gffy  viel  van  de  keten  ende  was  aanilonts  gefmolten. 

De  Stad  van  Leon  is  feer  wel  bebouwt ,  want  het  meefte  vermaak  der  In- 
woondersbeitaatinhetbefittenvanfchooneHuyfen,endein  het  genot  van 
¿»a.  de  plaifieren  des  Landcs ,  waar  in  fy  alles,  dat  fy  noodig  hebben,  vinden ,  ook 
2ijn  fy  foo  ieer  niet,  als  wel  andere ,  genegenom  Schatten  te  vergaaderen  , 
ende  daar  door  vindmen  daar  foo  veele  magtige  ende  rijke  Lieden  niet,  als 
Wel  in  andere  gedeelten  Van  America. 

Sy  vernoegen  haar  mee  het  beiitten  van  fchoone  Tuynen  ,  met  het  houden 
van  Perroquiten  ende  andere  fingende  Vogelen,met  den  overvloed  ende  goe«" 
de  koop  van  vleefch  ende  vifch  ,  met  het  bewoonen  van  aardige  Huyfen,  met 
het  leyden  van  een  leuy  ende  vermaakelijk  leven,  fig  weynig  met  den  koop- 
handel bemoeyende,  hoewel  fy  digte  by  het  Meer  woonen ,  uyt  het  welcke 
jaarlijkfch  Scheepen  naa  de  Havana  door  de  Noordt-Zee  vaaren ,  gelijk  die 
fulcks  mede  van  Realejo  door  de  Zuydt-Zee  doen,waar  door  fy,  foo  fyfoodaa- 
nige  genegentheydt  hadden,  gemackeli  jk  op  Peru  ende  Mexico  fouden  konnen 
handelen ,  maar  het  fchijnt  dat  fy  het  lijffoo  verre  niet  willen  waagen. 

De  Edel-  lieden  van  defe  Stadt  zijn  by-naa  foo  ydel  ende  foo  dwaas  als  die 
xznCbiapa. 
Malmetí     Het  fpruyt  byionderlijk  uyt  den  overvloed  van  alle  dingen  ende  uyt  het 
i'aradijs.    vermaak,  welke  men  in  de  Provincie  van  Nicaragua  geniet,  dat  de  Spaingiaar- 

4en  defelve  het  Paradijs  van  Mabomet  noemen. 
Komfte  te     De  weg  van  de  Stadt  Leon  tot  aan  die  van  Grenada  toe ,   is  feer  even  ende 
Qrcnad».  vlak,  ik  arriveerde  feer  geluckelijk  in  die  laatfte  Plaatfeen  met  groóte  vreug- 


IV. Boek.   ÏÏoor  de  SpaanfcheWeff-Indíen.YR.Ckv.  3S9 

de,  hopende  niet  meer  te  lande  fullen  behoeven  te  reyfen  ,  voor  dat  ick  te 
Douvres  in  Engeland  foude  komen  zijn. 


Twee  daagen  naa  dat : 


iie  Stadwas  gekomen,  ende  naa  dat  ick  wat 


hadde  uyt-geruit ,  genietende  het  vermaackelijke  gefigre  van  het  Meer  3  be- 
gonde  ik  te  dencken  om  mijn  indiaan  ende  Neger  re  rugge  reienden.       . 

Doch  de  goede  Micbad  Deha  wilde  my  niet  veriaaten,voor  dat  hymy  had  ^-SJj^f** 
defienteScheepgaan,endehy  verfeekeri  was,  datikfijndienit,  te  Lande,  ¿¿ftheyä 
niet  meer  noodig  hadde.  'an^«''- 

De  indiaan  hadde  mede  wel  willen  by  my  blijven  ,  doch  ik  begeerde  fulks  ^VcH 
niet  toe  te  laaten ,  door  dien  iic  confereerde ,  dat  hy  een  Vrouwe  ende  Kin-   * 
deren  hadde  ,  ende  dat  het  nooüig  was,  dat  hy  teruggekeerde,  omforge 
voor  fijne  Familie  te  draagen. 

Hy  was  alfoo  wel  genoegt  ende  te  vrede  te  voer  als  de  peerde  wederom  te    oockvan 
gaan  ,.  felfs  wilde  hy  datik  mijne  Muylefels  fouden  verkopen  ,  om  daaribo  i^illd*'" 
veel  als  hec  mogelijck  was,  af  te  trecken,  ende  ick,  fijne  goérhercigheydt  aan' 
iiende,  oordeelde  dat  ik  beter  foude  doen  hem  een  ir.ucks  geks  te  geven  ,  als 
dat  ik  hem  een  vermoeyde  ende ,  door  den  groóte  n  weg  ,  af-gefioofde  MiiyL- 
efel  foude  laaten,  welke  ook  onderwegen  foude  hebben  konnen  fterven ,  foo- 
daanig  dat  ick  hem  genoeg  gaf,  niet  alleen  om  Müyl-efels  op  den  weg  te 
hueren  ende  om  fijne  verteerin¿e  te  betaalen,maar  opk,om  te  huys  komende, 
yetsaante  vangen. 

Eyndelijck  naa  dat  hy  veele  traanen  geftort  hadde ,  ende  betuyght  dat  hy     Ëfemei 
vreefde  dat  hy  my  noyt  wederom  foude  fien ,  nam  hy  fij  n  af  fcheyd  van  my  ,  "^z{^yc 
drie  daagen  na  dat  wy  in  de  Stad  van  Grenada  waaren  gekomen,  neemt. 

Als  ikende  mijn  Neger  nu  alleen  gebleven  waren,  was  onfe  eerire  forge  te  -  Den  An= 
bedèiicken  hoe  wy  beft  ons  onfe  twee  jvïuyl-efels,metdewelcke  den  Indiaan  theitf  ver- 
met mijne  Bagagie  was  gekomen  ,  fouden  quyt-maacken  ,  ickontfing  voor  ^F^" 
de  felve  negentig  Rijxdaalders  ,  ende  geloofde  dat  ik  haar  ,  nafoo  lang  een  efejJ'" 
reyfe  gedaan  te  hebben ,  wel  genoeg  hadde  verkogx. 

ík  wilde  ook  dat.Micbarf  Delvjj ,  die  geene  ,  op  dewelke  hy  gekomen  was  ,- 
ende  welke  hem  felve  toequam,  verkopen  foude  ,  belovende  h  -.meen  ande- 
re die  beter  ende  bequaamër,  om  hem  te  huys  te  brengen,  foude  zijn  ,  te  koo- 
pen,maar  de  goede  Neger,  hadde foo  groóte  vrienfehap  voor  mv,  dat  hy  noyt 
lijden  wilde ,  dat  ick  die  onkoiten  voor  hem  foude  doen,  uyc  coafiüeratie  van- 
den grooten  weg  die  ik  noch  te  reyfen  hadde. 

Als  wy  dit  verrigt  hadden  ,  veritpnden  wy  ,  dat  de  Fregatten  noch  in  geen 
veertnien  daagen  vertrecken  foui^n  ,  ende  daar  op  refolveerden  wiy  maar  een' 
dag  of  twee 'inde  Srad  te  blijven  ,  om  het  vermaack  vandefelve  te  befchou- 
wen,  ende  het  rerrrarcabelfte  daar  in  te  fien,  ende  daar  na  op  .het  land  te 
gaan,in  het  eene  ofte  andere  daar  omtrent  gelegene  Dorp,  om  daar  door  van 
niemand  bekent  te  worden ,  ende  dat  wy  fom wijlen  nade  Stad  t  fouden  gaan , 
©m  accoort,  wegens  mijn  vragttemaacken,  om' met  een-vati  de  Fregatten • 
na  de  Havana  ofte  Gar-thagcna  over  te  vaaren*    ■  ■  ..    . 


m 


Begeeft 
figcen 
p;acten 
lande. 

Aanmer- 
ken*, 
waardige 
dingen  in 
Qrenaia, 


Ryke 

Kuop-lie- 
den. 


Den  An- 
theur  wert 
geallar- 
roeerc 
door  de 
komfte 
van  eeni» 
geayt 
GttJtima- 


390     IV.   Boek.     Voyagie vanThomas  Gage.  ÏÏL  Cap. 

^Wydeeden  dit  uyt  vreefe,  door  dien  wy  in  bedugten  waaren ,  dat,  wan- 
neer de  groóte  troupen  van  Muyl-  ekh ,  welke  aldaar  uyt  Guatimala ,  de  Co- 
chenille ,  Indigo ,  ende  andere  waaren ,  om  op  de  Fregatten  te  fcheepen,  ko- 
men brengen,,  wy  van  de  een  ofte  de  ander  fouden  mogen  bek  ent  worden. 

Het  aanmerkens-waardigite  dat  wy  in  die  Stadt  faagen,  waaren  twee 
Conventen  van  de  Religieufen ,  van  de  Ordre  de  la  Merced,  ende  dan  een  van 
St.  Francifcus,  waar  by  noch  quam  een  van  Geeitelijke  Dogters  van  die 
laatfte  Ordre,  en  ook  de  Parochiale  Kerke,  welke,  in  die  Stadt,  als  een 
Cathedrale  is,door  dien  de  Bifichop  van  Leon  aldaar  iig  gemeenlijk  op-houdc, 
ende  meer  rijdt  verflijtdan  in  fijne  BilTchoplijke  Stadt. 

De  Huyfen  zijn  'er  ook  veel  fchoonder  als  in  de  Stadt  van  Leon,  ook  zijn'er 
meer  In  woonders,  ende  onder  andere  verfcheydene  Koop-lieden, van  dewel- 
ke eenige  feer  ryk  zijn ,  handelende  op  Carthagena ,  op  Guatimala,  op  St.  Sal- 
vador e  nde.  op  Comayagua,  ende  door  de  Zuydt-Zee  op  Pannama  ende  Peru. 

Maar  ten  tijde  dat  de  Fregatten  verwecken,  kan  men  feggen  ,  dat  die  Stade 
een  e  van  de  rijk/Ie  van  geheel  dat  N  oorder-gedeelte  van  America  is. 

Door  dien  deKoop-lieden  van  Guatimala  haare  waaren  door  de  Golf  van  de 
Honduras  akt  derven  fenden,  omdat  defelve  dikmaals  door  de  Hollanders 
tulTchen  die  twee  plaatfenzijn  genomen  geworden,  foo  houden  fy  het  veel 
veyliger  die  op  de  Fregatten  van  Cartbagena'm  te  fchepen ,  door  dien  de  Hol- 
landers dat  vaar-waater  niet  foo  feer  door-kruylTen  als  wel  het  andere. 

Ookdoetmen  dikmaalen  het  geit  des  Konings,  over  het  Meer  van  Gre*  • 
nada  naa  Carthagena  over- fchepen,  wanneer  men  feekerheyd  heefr  dat  eenige 
Hollanders  omtrent  CaboSt.  Antonio  geilen  zijn. 

Terwijlen  ik  my  noch  in  de  Stadt  op-hieldt,  ende  al-vorens  dat  ik  my  in 
een  Indiaanfch  Dorp  hadde  begeven  ,  foo  fag  ik  op  eeneendede  fel  ve  dag  ten 
miniten  drie-hondert  Muyl-efels  van  St.  Salvador  ende  Comayagua,  welke 
met  Indigo , Cochenille  ende  Huyden  gelaaden  waaren,  ende  twe  daagen  daar 
naa  arriveerden  'er  drie  andere  troupen  van  Muyl-eiels  van  Guatimala,  de 
eerfte  van  defelve  bragte  het  Cadaval ofte  des  Konings  gek  mede ,  de  tweede 
Suycker .  ende  de  derde  Indigo. 

Ick  hadde  geene  vreeie  voor  die  eerft  aan  waaren  gekomen ,  maar  de  laat- 
fte maakten  dat  ik  my  in  myn  huys  op-gefloten  hieldde  ,  üyt  vreefe  dat 
ik ,  uyt  wandelen  gaande ,  van  eenige  van  die  Lieden ,  die  uyt,Guatimala  ge- 
komen waaren,  mogte  bekent  werden,  fy  vertrocken  evenwel  foodraa  als 
{y  haare  Muyl  efels  hadden  ontlaaden  ,  ende  door  haar  vertrek  ftelden  fy 
my  in  vryheydt ,  hebbende  ik  my  fel  ve ,  *yt  vreefe  van  haar ,  op-gefloten  ge- 
fcadt. 

Si  jnde  hier  over  evenwel  in  vreefe  dat'er  andere  fouden  konnen  komen,die 
my  noch  meerder  fchrik  fouden  hebben  konnen  aan-jaagen ,  dan  ik  al-reede 
gehadt  hadde ,  foo  begaf  ik  myn  in  feeker  Dorp ,  dat  buyten  haaren  wegh  , 
ende  een  mijl  van  de  Stadt  van  Grenada  was  gelegen ,  aldaar  nam  ik  myn  ver- 
maak in  het  beiien  van  de  omliggende  Landts-douwen,  inde  felve  wierde 

ik 


ÍV.  Boek.  *E)oor  de Spaanfche  Wejï-Indïèn.    III.  Cap.  391 

ick  feer  wel  onthaelt  van  de  Religieufen  déla  Merced  s  aen  dewelke  die  meeítc 
Dorpen  behooren, 

Ondertuflchen  wiftenfy  my  evenwel  foo  veele  dingen  te  verhaelen ,  om-  ccraar  ín 
trent  de  vaert  van  de  Fregatten  tet  aen  Cartbagen a toe ,  dat  ik  daar  door  by-  het  over- 
«ae  een  tegen-fin  kreeg  van  het  langs  die  weg  te  nemen.  vaeren 

Want  hoe  wel  de  Scheepen ,  foo  lange  iy  op  dat  Meer  zijn  's  in  alle  feecker-  STería» 
heyd  haere  reyfe  voort-fetten  ,  ende  dat  fy  nergens  voor  hebben  te  vreefen ,  <?««*/. 
Í00  is  het  evenwel  fulks,dat,alsfy  op  de  Reviere  komen,  welke  men  op  die 
Plaetfe  El  Defaguadero  noemt ,  om  foo  voort  na  de  Zee  toe  af  te  facken,  men 
daer  dickmaels  feer  groóte  tegenfpoet  vindt,  het  welke  dan  maeckt  darmen 
op  die  kleyne  weg ,  fomwijlen  twee  maendèn  door  brengt.  • 

De  waeter-vallen  zijn  op  fommige  plaetfen  foo  groot  ende  fteyl,  zijnde  de- 
felve  daer-en-bovenaen  beyde  de  zijden  met  Rotfen  befet,  datmen  de  Schee- 
pen moet  ontlaeden,ende  daer  nae  weder  laeden,  het geene  gefchiet  door  hul- 
peyande  Muyl-efels ,  welckemen,  ten  dien  eynde,  exprefTelijk  omtrent 
de  Reviere  houdt ,  ook  zijn  daer  toe  eenige  Indiaenen ,  die  mede  iorge  drae- 
gen voor  de  Pack-huyfen , daermen  de  Koopmanfchappen  in-fluy  t,terwijlen 
de  Scheepen  alle  diegevaerlijkeplaetienpaiferen^nde  iig  begeven,  ter  plaet- 
ledaer {y  weder  een  ander  Pack-huys  vinden ,  in  het  welke  de  Muyl-efels 
de  Koopmanfchappen  komen-brengen,  om  weder  in  de  Scheepen  eelaeden  te 
Werden.  ° 

_  Behalvendefemoeyelijkheyd,  welke  den  Reyfiger  niet  dan  feer  verdrie- Groóte 
tigkanvallen,  fiendedathy  dus  telckens  werdt  op-gehouden  in  fijnen  we»,  raeeni8tc 
ïs'er  foo  groot  een  meenigte  van  muggen  datmen  gantfch  geen  vermaek  opSEïi- 
den  weg  kan  fcheppeti,  ook  valt  de  hette,  op  eenige  Plaetfen,  foo  on-  verdraa- 
verdraagelijk ,  dat  veele  daar  van  fterven ,  voor  ende  al-eer  fy  aen  de  Zee  ko-  le,yke 
men.  hette» 

,    Hoewel  alle  defe  dingen  my  feer  tegen  (tonden ,  foo  trooftede  ik  doch  myn  Deu  Aa- 
ielvea  daer  in  s  denckende  dat  mijn  leven  inde  handt  endcbefcherminghetheurbc- 
Godes  ftondt,  dat  de  Fregatten  die  wegjaerlijks  paífeerden,  ende  dat- "^8 
men  felden  hoorde  dat  'er  een  van  verging.  .  ¡Strik 

fefcg*fl&  fomwijlen  nae  de  StadtvanGra^,  om  mijn  felven  t'Scheep  te  nySrt- 
beiteden,  endeoverdevragtteaccordeeren,  om  den  precifendag,  van  het s^- 
vertrcck  der  Fregatten ,  te  weten ,  ende  om  my  te  voorfien  van  Chocolate  en- 
de andere  dingen ,  welke  ik  op  de  reyfe  foude  konnen  noodig  hebben,  heb- 
bende ik  met  een  Schipper  van  feeker  Fregat  verlprooken ,  wat  ik  hem  ge- 

VC  n|0Uíe  ÏS°r  mi^ne  verteeringe  aan  fijn  eygen  taeffel. 

Men  hadde  vaft  geftelt,datde  Fregatten  in  vier  a  vijf  dagen  vertrecken  fou-  Hy  w«4 
den,maer  wy  alle  faegen  ons  feer  fchielijk  daer  in  belet,  door  een  ordre,  welke  j"*1" 
per  expreflfe ,  van  het  Hof  van  Guatimala  was  gefonden,  door  defelve  wierde  iet  door 
aen  alle  Scheepen  geboden ,  haere  reyfe,  voor dat.jaer,re  itaaken,door  dien  de  ordre  va» 
l  relideot  ende  het  gantfcheHoi  fcker  ad  vijs  hadde  gekregen,dat'er  Engelfchc 

Ddd  ofte 


fier  Hof 
van  Gnaii 
mala. 


Het  welke 
km  leer 
ontfet  en- 
deverle- 
gen 
maakc. 


Ydele 
overleg- 
gingen 
om 
»aak en 


392    IV.  Boeck.  *  Voyagte  van  Thomas  Gage    III.  Cap* 

ofte  Hollandtfche  Scheepen  in  Zee  waaren  ,  welke  iigh  aan  de  mondt  van  de 
Reviere  de  Defaguadero  onthielden ,  wagtende  op  de  Fregatten  van  Grenada 
dat  fy  ook  fomwijlen  eens  om  de  Eylanden  van  St.  Juan  ende  Catbarim  feyl  - 
den;  Dat  laatfte  befaaten  de  Engelfchedoen,  ende  noemden  het  de  Provi- 
dentie, ende  daar  door  was  de  fchrik  in  het  herte  van  alle  den  Koop-lieden 
van  dat  Landt  gekomen  ,  ende  het  bewoog  den  Preiïdent ,  om  forge  voor  des 
Konings  geit  te  diaagen ,  ende  om  dat  men  hem  niet  van  na-laatigheyd,in  het 
ftellen  dernoodigeordres,  foude  befchuldigen,  alle  de  Fregatten ,  voor  dat 
jaar,terwijlen  het  noch  in  fijne  magt  was,  op  te  houden, door  dien  hy  ver- 
ieekert  was  van  hetgevaar,datfy  op  de  kuilen  fouden  loopen. 

Defe  tijdinge  bedroefde  my  ten  hoogften  ,  iïende  dat  ik  my  nergens  konde 
heenen  wenden ,  en  daar  door  begonde  ik  weder  te  denken  aan  het  Schip  dat 
te  Realejo  hadde  vaardig  gelegen  om  nzPannama  te  gaan ,  hopende  dat  ik  het 
noch  over  die  boeg  foude  konnen  werpen,  maar  als  ik  de  faake  wat  nader 
onderfogt ,  verfeekerden  my  eenige  Koop-lieden ,  dat  het  voor  weynige  daa- 
gen  was  vertrockeiu 

Hier  naa  wierp  ík  de  oogen  op  Comayagua  ende  Truscillo  gelijk  ook  op  de 
Scheepen  van  de  Honduras ,  doch  dat  waaren  niet  dan  ydele  gedagten,fpruy- 
'enf te  tende  uyc  de  ^"^  mijnes  geefts ,  d©or  de  verlegentheyd in  dewelke  ik  my  be- 
vond ,  want  die  Schepen  waren  mede  vertrocken  fonder  felfs  een  kleyn  Barkje 
agter  te  laaten ,  om  de  tijdinge  van  haar  vertrek  in  de  Havana  ofte  te  Caftfm- 
gena  te  brengen  ,want  anders  hebben  die  Steden  voor  een  gew©onte,malkan- 
deren  advijs  te  geven  van  de  Scheepen  die  in  Zee  zijn,  ende  als  dit  al  aldus  ge- 
weeft  hadde,  foo  washet  doch  feer  gevaarlijk  ,  ende  mijne  vrienden  raadden 
my  fulks  niet  aan  te  vangen. 

Dit  bragt  my  noch  in  grooter  onfeekerheyd,dan  voor-heenen ,  het  eenig- 
fte ,  waar  mede  ik  my  konde  trooften ,  was ,  dat'er  noch  meer  Paffagiers  waa- 
renen dat  in  grooten  getaale ,  ook  wifteik  dat  fy  op  de  eene  ofte  op  de  ande- 
re wyfe  van  daar  moeften  vertrecken,ende  hierom  nam  ik  voor  haar,  't  zy  dan 
te  lande,  'tzy  dan  te  waater,  te  volgen.  < 

Wy  naamen  dan  gefaamentlijk  in  den  beginne  voor  ,  een  Fregat  naa  Car- 
thagená  te  bevragten ,  maar  fulks  wierde  ons  geweygert ,  want  niemand  wilde 
fij  n  Schip  ende  leven  om  onfent  hal  ven  in  gevaar  ftellen. 

Terwijlen  wy  in  defe  verlegentheyd  waren,  ende  aan  alle  zijden by de 
Kooplieden  vernaamen ,  wat  wy  beft  konden  in  het  werk  ftellen  om  nog  dat 
Jaar  in  Spangien  te  komen,  ofte  immers  tot  aan  de  Havana  ofte  Cartbagena 
toe  te  geraaken ,  vonden  wy'er  eyndelijkeen,  welke  ons  genegen  zijnde, 
aanraade  dat  wy  naa  Cofia-Rica  fouden  gaan ,  alwaar  wy  te  Cartbago  foudeti 
konnen  vernemen,oi  'er  ook  eenige  Scheepen  ofte  Schip  n^z?  orto- Bello  foude 
va.ren,het  zy  dan  van  de  Reviere  ¿os  Anzuelos  genaamt,ofte  van  die  van  Suere^ 
want  gemeenlijk  liepen  jaarlijks  uyt  de  felve  feekere  kleyne  Fregatten,welke 
met  meel,  hammen,  Pluym-gedierte  ende  andere  kef-togt  voor  deGallioe- 
nen  te  t orto  Bello  gelaaden  waaren. 

Defe 


Mea  raad 
hem  om 
raaCoJla- 
Rifa  te 

gaan. 


IV.  ^ozK.¥)óordeSj>aanfcbeïVeft-ïndië?i:    III,  Cap.  39.* 

Defe  re  y  fe  quam  ons  wat  hert  ende  ongemackelijk  voor,  door  dien  wy  meer 
danhondert  ende  vijftig  mijlen  moeiten  afleggen,,  ende  dat  dwarfch  door 
Woeftynen  en  de  Gebergte  heenen  ,  in  ende  op  dewelke  wy  de  vermakelijk- 
heden van  de  Provinciën  van  Guatimala  ende  Nicaragua  niet  fouden  liegende 
dan  liepen  wy  noch  gevaar  van  niet  een  Fregat  >  om  na  V orto-Bello  te  gaan  ,  te 
fullen  vinden. 

Doch  wy  alle  hadden  fooweyniggenegentheyr,  om  weder  naa  Guatimala,  Hetwelk 
daar  wy  van  daan  quaamen ,  te  keeren ,  dat  wy  iiever  wilden  verder  vertrec  hy  nevens 
ken ,  ende  alle  die  gevaaren  ende  ongemacken  uytiïaan  ,  mits  wy  alleen  maar  d.n^  fa,ran- 
een  Schip  fouden  mogen  vinden ,  het  welke  ons ,  ter  pláatfe,daar  de  Gallioe-  f  ™n  *  e' 
nen  waaren ,  mogte  b.rengen ,  werdendë  defelve  niet  dan  in  de  maanden  Ju-  neemt. 
nius  ofte  julius  te  Porto  Bello  verwagt. 

Hierop  refolveerde  ik  nevens  drie  Spangiaarden  naa  Cofta-Rica  te  gaan,  om 
te  befien  wat  wy  daar  ter  plaatfe  fouden  konnen  uytvoeren.       < 

Ydervandegefeyde  Spangiaarden  haddefoo  wel  als  ik  een  Muyl-efel  om 
iijne  Bagagie  tedraagen,dochfy  waaren  niet  vooriien  van  een  andere  om  voor 
haar  perfoon  op  te  rijden ,  foodaanig  dat  fy  agten  voor  haar  het  befte  te  zijn , 
een  ygelijk'er  een  te  koopen ,  hopende  die  ,[na  volbragte  reyfe ,  te  Cvfta-Rica 
te  verkopen,  ende  Muyl-efelsende  Indiaanen  onderwegen  te  hueren3om  ha- 
re perfoonen  ende  goederen ,  daar  naa,  van  Dorp  tot  Dorp ,  te  voeren,welke 
ons  dan  mede  te  gelijk  yoorGidfen  ende  weg- wijfers  fouden  konnen  dienen 
foo  op  het  Gebergte  als  op  alle  de  andere  gevaarlijke  plaatfen. 

Ikwenfchtc  doen  wel  om  de  Muyl- efe  Is  die  ik  te  St.  Micbael  hadde  ver- 
kogt,  of  omeene  van  die  geenc,  welke  ik  myte  Grenada  hadde  quyt  ge- 
maakt, doch  ik  troofte  myin  mynen  Neger,  hopende  dat  hymy  daar  van 
wel  drae  beforgen  foude ,  ook  kogt  hy'er  myn  een  voor  vijftig  Rijxdaal- 
ders  j  met  dewelke  ik  my  konde  verfeekeren  die  weg  wel  te  fullen  konnen 
af-leggen. 

Mijn  getrouwen  Negèf  hadde  ook  die  reyfe  wel  met  my  willen  doen ,  jaa  D«n  Aa* 
felfs  de  geheele  wereld ,  irntiijn  gefelfchap ,  door-kruyifen ,  by  aldien  jk  het  ¡¿¿° K 
hadde  willen  toe-laaten,doch  ik  konde  hem  dit  nietvergunnen,ende  bedank-  eyndeiyfc 
te  hem  van  goeder  herte ,  vooralle  hetgeene  hy  voor  my  gedaan  hadde ,  ende  v™  mu- 
hebbende  hem  daar  op  feekere  fomme  geit  gegeven,  met  dewelke  hy  fee,rha*lD*1?* 
wel  vergenoegt  was,fondt  ik  hem  weder  te  rugge ,  niet  twijftelende  of  ik  fou- 
de gefelfchap  genoegaaade  Spangiaarden  hebben. 


MÍ  i 


HET. 


394    IV.  Boek.    Voy  agie  VanThomas  Güge      IV.  CAPr 

HETIV.   CAPITTEL 

^DenAutheur  vertreckt  met  drie  Spangiaardenuyt  de  Stadt 
i;¿z#  Grenada*  Sy  werden  by  naa  door  een  Crocodil  ver/helt. 
Maniere  om  dit  T> ter  te  ontkomen*  Maniere  van  het  lopen 
der  Crocodillen*  Grootte  van  het  Meer  ofte  Moeras  van 
Grenada*  Groóte  Bojfchen  end*  JVoeftynen.  Huttenvoordc 
Reyfigers  gemaakt \.  Komfte  te  Cartílago.  Negotie  van  die 
¥  laat  f  e*  Befihryvinge  daar  van.  Sy  vinden  eyndelijk  ge- 
legent heyd  om  f  Scheep  te  komen.  Vertrek  uyt  Carthago* 
Slègte  ^Dorpen  ende  ruwe  Inwoonders.  Komfle  aan  de  Re- 
viere ende  aan  Boort.  Befihryvinge  van  de  Reviere  van 
Suere* 


Stadt  van 
Grutadaê 


Den  Ao-  f\P  ^c^  *ijk  vettrocken  wy  dan  uyt  de  Stadt  van  Guñada3ende  dat  mes? 
sheur  ver.  ■  ions  vieren ,  naa  dat  wy  een  Indiaan  om  ons  voor  weg-wyfer  te  die- 
dSspan  ^**^ncn>  hadden  gehuert,  De  twee  eerftedaagen  genoten  wy  nog  de  Yer- 
giaarden  "  maakeiijkheden  van  dat  Mahometaaniche  Paradys,  vindende  de  wegen  op 
syt  de  alle  píaatíen  even  ende  gladt ,  de  Dorpen  feer  vermaakelijk ,  het  Landt  met 
Bomen  overschaduwt*  ende  op  alle  plaatfen  een  leer  groóte  overvloedt  van 
vrugten. 

Op  den  tweeden  dag  naa  ons  vertrek  uyt  de  Stadt,  wierden  wy  feer  ver- 
vaart gemaakt .,  door  een  groóte  ende  feer  monftrcufe  Cayman  ofte  Crocodilo 
welke  fig  uyt  het  Moeras  >  langhs  het  welcke  wy  reden ,  ende  waar  in  hy  in 
een  plas  dwarfeh  uy  tgeitreckt  lag,  loerende  opeenighaas,  naa  ons  toe  be- 

Sy  we  ïJcn    In  den  beginne  i  niet  wetende  wat  het  was  s  faagen  wy  den  felven  vooreen 
¿JiSïen '  a^"Seï:aPten  Boom  aa"  ï  ofte  vooreene  die  in  het  waater  was  neder  ge  waayt, 
crocodii    tot  dat  wy,   digte  voor-byde  plaatfedaarhylagpafferende,  fijne  fchubben 
veifocit.    bemerkten ,  ende  daar  op  faagen  dat  dat  moniter  fig  begonde  te  bewegen,  en- 
de naa  onstoe  wilde  fchieten  ;  Dit  deede  ons  met  alle  fpoet  daar  van  afwijken, 
maar  dit  ongediert  ,het  welke  geerne  gewildt  hadde ,  dat  een  van  ons  hem  tot 
fpijfe foude verftrekt  hebben,  liep  ons  ièer fnel agter  naa,  het  welke  dan 
ons  alle  in  groóte  vrcefebragt,  fiendedat  hy  ons,  opweynignaar,  onder- 
haaldthadde^ 

DocheenvandeSpangiaarden,  aan  dewelke  den  aart  van  dit  Dier,  be- 
terdan aan  de  andere,  bekent  was-,  riep  ons  toe,dat  wy  bezyden  den  weg  fou- 
onifeunca  den  af-rijden,daar  naa  weder  wat  voorwaarts  uyt  avanceren,ende  daar  op  ons 

weder 


Manier» 
on  dit 
Dier  te 


IV.  Boxck.ïïw'de  SjpaenfcheWeft-Indim.  IV*  Cap-  395 

weder  aan  de  andere  zijde  geven,  rijdende  foo  al  gedueriglijk  flangs-wyfe, 
dan  aan  de  eene  kant,  ende  dan  weder  aan  de  andere. 

Defen  raadt  te  werk  ftellende,behielden  wy  daardoor  buy  ten  allen  twyffel 
het  leven  ,  want  hier  door  lieten  wy  dit  monfter  agter  uy  t ,  ende  geraakten  » 

uyt  fijne  klaauwen  ,  met  dewelke  hy  anderiints  yemandt  van  ons  ,  ofte  ten 
tninften  van  onfe  Muylefels  ,  foude  gevat  hebben ,  indien  wy  altoos  regt  uyt 
hadden  gereden.  , 

Hy  liep  al  immer  foo  ras  als  onfe  Muy  1-efels  wanneer  wy  regt  uyt  reden,  Natnrel 
maarterwylen  hy,  doordefwaartcvan  fijn lícchaam, groóte moey te  hadde  v*"¡]ecl(*" 
methetfelve  tefwaayen*,  hadden  wy  tijdom  voorwaerts  aen  te  fpoedigen,  croco&l- 
ende  dus  voordeel  op  hem  te  Verkrijgen ,  tot  dat  wy  hem  eyndelijk  agter  uyt  leu. 
lieten ,  hebbende  vry  veele  op  hem  ge  wonnen . 

Op  defe  wijfe  dan  leerden  wy  de  natuere  van  dat  Dier  kennen ,  belettende 
hemde  fwaarte  van  fijn  licchaem  niet  foo  ras  als  een  Paerdt  ofte  Muyl  efel  te 
lopen,  doch  even  als  den  Eliphantmoeyte  heeft,  als  hy  is  gaan  leggen,  om 
wederom  op  te  ftaan,  foo  gaathet  mede  dit  Monfter-dier ,  het  welke  groot 
ende  ftijf  zijnde ,  figieer  verlegen  vint ,  als  hy  fijn  licchiaam  moet  fwaeyen. 

Wydanckten  Godt,  dar  hy  ons  die  dag,  uyt  foo  groot  een  gevaer  verloft: 
hadde ,  ende fáegenfcherpelijk  toe ,  foo  lange  als  wy  langs  dat  Moeras  ree- 
den, op  dat  wy  niet  weder  in  een  diergelijk  gevaer  fouden  geraeken ,  als  daar 
van  wy  nu  even  van  waeren  verloft. 

Men  kan  oordeelen  hoe  groot  datMeer  ofteMoeras  van-Gr«//r^moetzijn,  Grootte 
daardoor,  datwynaa  twee  ende  drie  daegen  reyfóns,  in  dewelke  wy  teny?hh^ 
minften  twintig  mylen  hadden  a£gelegt  ^  hetfelve  noch  niet  ten  eynde  kon*  Moeras 
de  fien.  v&nGrt- 

Als  wy  nu  eyndelijk  het  felve  uyt  onsgefigte  hadde  verloren  ¿  quaemen  "***' 
wy  in  íwaere  ende  ftèenagtige  wegen;  welke  meer  na-de  Zuydt  dan  naede 
Noördt-Zee  toe-fchoten. 

Op  geheel  onfe  verdere  reyfe,  tot  aan  de  Stadt  Carthago  roe,faegen  wy  niet  Groóte 
aenmerkens-waerdig ,  dan  groóte  Boflchen  nae  de  zijde  van  de  Zuydt-Zee  ,  *ndt Í 
ïndefelve  waeren  bomen,  welke  tot  den  Scheeps-bouw  feerbequaem  waren ;  woefty» 
ook  ontmoeten  wy fware Bergen  ende Woeftynen,  indewelkewy  fomwy-nen* 
len  twee  nagten  aen  den  anderen  moeften  flaepen ,  fonder  inal  die  tijd  eenig 
Dorp  ofte  Indiaenfche  woonplaetfe  te  ontdecken. 

"Wy  hadden  in  defe  woefte  plaetfen  evenwel  dien  trooft,  dat  wy  altoos  een  Hinten 
Gidie  ofte  weg-wyfer  by  ons  hadden ,  ende  dat  wy  ledige  Hutten  vonden  om  ^.°[f¿TS 
in  te  flaepen,  welke  de  Overighedcn  van  de  omliggende  Plaetlen,tot  gemak^  gemaakt. 
van  de-ai  dacr  paíferende  Reyfigers¿hebben  doen  maaken. 

Eyndelijk  quaemen  wy ,  naceen  oneyndig  getal  van  gevaeren  uytgeftaen  fon^e  u 
te  hebben ,  te  Ctirtbago,  ende  wy  bevonden  dat  die  Piaetfe  niet  foo  arm  was  %  n*%' 
als-men  ons  te  GuatimaJa  ende  in  Nicaragua  hadde  willen  doen  geloven. 

Wy  begaeven  ons  by  Koop- lieden ,  om  fil ver  i n  gout  te  verwiifelenjende  wy  Ncjotie 
vernamen.dat  fy  feer  rijk  waren,ende  dat  iy  te  lande  ende  te  water  opParwama  Jjj¡¿g. 

Ddd  3      --  han* 


39¿       IV,  Boek.    Voy agie  van  Thomas. Gage     IV.  Cap. 

handelden,  als  mede  te  Zee  op  Porto  Bello ,  op  Garthagcnaenáz'op  de  Havana 
ende  van  daar  verder  op  Spangien. 
iSgeïar    .  Daar.zijn  omtrent  vier-hondert  Huys-gefinnen  in  die  Plaatfe ,  ook  werd 
van.  die  dooreen  Spaanfch  Gouverneur geregeert, 

Daar  qnthoutiigoock  een  BiíTchop  ,  ende  men  fiet'er  drie  Conventen, 
twee  van  Monicken ,  ende  een  van  Geeftelyke  Dogcers. 
Sy  vinden      Soo  dra  wy  daar  gekomen  waaren,  gingen  wy  aanftonts  vernemen,  na 
S'iègeii?"  da£  êeene^  om  het  welke  wy  fo  veele  Bergen  ,   Boílchen  ende  Woeftynen 
had  om     waaren  door  getrocken ,  te  weten ,  eene  gelegentheid  om  te  Scheepe  te  Port» 
t'scheepte  Bello  ofte  te  Carthagena  te  konnen  geraken ,  wy  ver&onden  dat'er  een  Fregat 
omen.      vaardig  lag  om  uyt  de  Reviere  de  Los  Anzudoi  te  loopen  ,  ende  een  ander  uyt 
de  Previere  van  Stoere  ,  ende  hebbende  daar  op  vernomen  dat  het  o'nsgemac- 
■kelyker  was,met  dat  van  deReviere  yan  Suete ,dan  dat  szx\Lot  Anzuelos  te  gaan, 
doordien  men,  om  daar  na  toe  re  komen  ,  meerleef-togtopden  weg,  meer 
Indiaanfche  Dorpen  ende  Spaanfche  Pagt-  hoeven  vond ,  fo  refolveerden  wy, 
na  een  verblijf  van  vier  daagen  binnen  Cartbago,  weder  een  nieuwe  reyfe  na 
de  Noord-Zee  aan  re  vangen. 
Domen         ™  bevonden  dat  dat  Land  op  veele  plaatfen  feer  berg-agtig  was ,  tuf- 
ende  ruwe  fcnende  Bergen  waren  evenwel  eenigeValeyen,in  dewelke  men  goede  terwé 
inwoon-.»  won ,  oock  ïaagen  wy  dat  de  Spangiaarden  aldaar  op  goede  Pagt-hoeven 
woonden ,  die  nevens  de  Indiaanen ,  een  groóte  meenigte  Verkensaanteel- 
den ,  doch  wy  bevonden  een  groot  onderfcheid  tulfchen  de  Indiaanfche  Dor- 
pen van  dat  Land ,  ende  die  geeue  die  wy  agter  ons  in  de  Provinciën  van  Gua- 
timalaende  Nicaragua  hadden gelaten,zijnde  de  laatft  genoemde  veel  fchoon- 
der,  ook  waren  hier  de  Inwoonders  feer  ruw  ende  onbeleeft,  hoewel  fy,  fo 
feer  als  eenige  Indiaanen  ,  aan  de  Spangiaarden  zijn  onderworpen. 

Wy  quaamen  fo  net  van  pafte  aan  de  Reviere  van  Suere ,  dat  wy  maar  drie 
daagen,  op  eene  daar  na  by-gelegene  Spaanfche  Hoeve ,  behoefden  te  wág- 
ten ,  ende  die  gepaifeert  zijnde  vertrocken  wy  van  daar. 

De  Schipper  van  hetFregat  was  feer  verheugt  dat  ons  gefelfchap  aan  boord 
foude  hebben ,  ende  prefenteerde  my ,  fonder  dat  ikfoude  geit  geven ,  over 
te  vaaren ,  alleen  begeerende  dat  ik  GODT  foude  bidden  ,  dat  Hy  ons  de  ge- 
naade  wilde  doen  van  onfe  reyfe  in  veyligheid  ende  íeekerheid  te  volbrengen, 
hopende  dat  wy  in  drie  a  vier  daagen ,  ter  gewenfter  Haaven ,  fouden  weien 
aangeland.    „ 

Ons  Schip  was  niet  bevragt,  dan  met  honig,  huyden,  fpeck,  meel  ende 

Pluym-gedierte.  .  _  ¡ 

Hy  feyde  dat  het  grootfte  gevaar  beftond  in  het  uytloopen  van  de  Reviere, 

d^Revïe?  welkc  ?  3  0P  eenig^  pkatfen ,  feer  fnelir roomt ,  ende  op  andere  weder  ondiep 

Se".  en^c  vo1  rotien  is  3  duerende  dat ,  tot  datmen  in  volle  Zee  komt. 


Vertrek 
uyt  Char- 
thago. 


ders. 


Komfte 
aan  de 
Reviere 
en  aan 
boord. 


Befchry- 


HET 


IV.  BoECK.  Door  de  Spaenjche  Weft-Indi'èn,     V.  Cap.  3  ¡gr 


HET    V.     CAPITTEL. 

Sy  komen  in  Zee  ende  ontmoeten  twee  Scheepen.  Sy  kiefen  de 
vlugt.  Doch  werden  gedwongen  te ftrycken.  Gedaghten 
des  Autheurs.  Sy  werden  genomen*  Hiftorie  vanDaguil- 
kv  Den  Autheur  ver  Heft  feven-duyfent  Rij x  daalders  Ci- 
viliteytvan  de  Mulat*  DenxAutheur  vert rooft  fit  in  God , 
die  hemniet  verlegen  laat,  ende  door  wiens  huif  e  hy  noch 
eeniggeltbehout.  De  Mulat  maackt  fïgvroolyck-op  de  gé* 
nomene  frijfe  ,  en  geeft  die  aan-de  Spaanfche  wederom. 
Demyiutheurtragt Jijn  goet  wederom  te  krygeny  doch  te 
vergeefs.  Hy  verfoekt  om  mede  na  Holland  te  vaaren , 
dat  hem  mede  werd '  geweygert.  Het  Schip  werdgeloft  y  • 
endefy  met  weynig  leef-togt  naa  Land  gefonden  y  daarfy 
weder  met  groot  gevaar  aankomen. 

WY  geraakten  feer  geluckelyk  uyt  de  Reviere  ,  maar  wy  waaren  ¡M^f 
geen  twintig  mylen  in  de  Zeegeadvanceert,  of  wy  ontdeckten  de  o^ded 
twee  Scheepen ,  welke  jagt  op  ons  maakten.     Hier  op  begonde  ken  wee 
het  herte  aan  ons  alle  te  kloppen,ende  wy  bemerkten  dat  de  Schipper  van  ons  ScheePen° 
Fregat ,  de  vreefe  ib  wel  als  wy  in  het  lijf  hadde ,  als  dugtende  dat  ásfá  En- 
gelfcheofce  Hollandfche  Scheepen  moeiten  zijn, 

Door  dien  wy  nu  g€en  Gefchut  hadden,  endegeert  ander  geweer,  dan  vier  a  ƒ?  kiefen 
vijf  musketten,  ende  fes  degens,  fo  geloofden  wy,  dat  wy  geen  betere  parthye      vluêhc° 
dan-de  vlugt  konden  kiefen  >  ons  op  de  wel  befeyhheid  van  ons  Schip  ver- 
trouwende. 

_  Dit  konde  ons  evenwel  feer  weynig  helpen,  want  eer  wy  fes  mylen,  na  Maarwer- 
Porto  Beliatot ,  feylende  hadden  af-gelegt ,  bemerkten  wy  uyt onfe  Ma  r fíe  n  den  ge- 
dat  gefeyde  twee  ScheepenHollanders  waaren,en  dat  fy  voor  ons  kleyn  Schip  feSTn 
te  fpoedigh  feylden  ;  Een  van  defelve ,  zijnde  een  Oorloghs-fchip ,  quam  ons 
op  zijde,  ons  gebiedende,  door  een  fchoot  grof  Gefchuts,  dat  wyfoudeitrij- 
ken,foodaamg  dat  wy  ons  fonder  flag  ofte  fiooc  over-gaaven  ,  in  hope  van  des 
te  beter  quartier  te  fullen bekomen. 

Ickfoudenietkonnenaf-beeldendeverfcheydenheyddergedagten,  wel-   f*èS? 
ke  my  pp  dia  tijd  het  herte,dat  my  veel  lager  gefonken  was  dan  de  Seyle- '—  -  ten  des 
ens  Schip  waren  geftreeken,  door-boordden. 

Hoe  dikmaalen  vertoonde  ik  aan  my  fdyen  het  af-fchuwelijk  aangefahte 

\tes 


Autheur?, 


II 


3 9 8    IV.  Boek.     Voyagie  van  Thomas  Gage        J¡T¿  Cap. 

des  doodrs ,  ende  als  ik  my  felve  in  d^Cs  fwaarigheydt  hoopegaf ,  ende  my  in 
Godt  wilde  trooften  ,  foo  fagh  ik  my  veriteeken  van  de  hoope  van  oy tineer 
in  mijn  Vaderlandt  te  komen ,  waar  naa  ik  foo  meenighmaalen  verlangt  en- 
de gewenft  hadde. 

Eyndelijkfagh  ik  my  foo  verre  gebragt,  dat  ik  in  een  oogenblick  foude 
moeten  verhefen  het  geene  ik  ín  twaafjaaren  hadde  verfaamelt,  ftaande  ik 
om  gedwongen  te  werden3in  mijn  weer-wil,aan  een  Hollander,  op  te  offeren, 
het  geene  my  den  goeden  wille  van  de  Indiaanen  van  Mixco,  Finóla ,  Amamlan 
ende  Pet  apa ,  gegeven  hadde. 

Doch  alle  defegedagten  wierden  door  deHolknders  wel  haait  af-gefneden, 
welke  ons ,  veel  eer,dan  wy  wel  wenften.aan  boordt  quaamen. 
sy  werden     Hoe  wel  haar  musketten,piítoolen  ende  degens  ons  niet  dan  een  al  te  groóte 
genomen,  fchnk  aanbraghten  ,  foo  hadden  wy  doch  evenwel ,  in  dit  ons  ongeluk,  fekere 
foorte  van  vertrooftinge ,  als  wy  verilonden  de  naam  van  die  geene ,  die  haar 
Schip  commandeerde ,  hoopende,  door  dien  hy  onder  de  Spangiaarden  ge- 
boren ende  opgevoedt  was ,  dat  wy  beter  van  hem  fouden  werden  onthaaldt, 
dan  van  de  Hollanders,  welke  geen  groóte  redenen  hebben  om  deSpaanfche 
Natie  te,beminnen. 
Hiftorie     DeCapiteyndan  ,  van  het  HoUandfche  Schip,  het  welke  ons  nam,  was 
van  -Da.    Daguilh genaamt ,  iijndein  de  Havana  geboren^nde  opgebraght ,  ook  hadde 
hydaarnoch  fijne  Moeder  woonen,  welkeik,  als  de  Gallioenen  daarquaa- 
men ,  om  de  Scheepen  die  van  Vera-Cruz  moeften  komen ,  in  te  wagten ,  dat 
felve  Jaar  aldaar  noch  fprak. 

Deie  Mulat  llende  lig ,  door  den  Gouverneur  van  Campeche ,  in  wiens  dienil 
hy  was ,  mishandelt ,  ende  daar  door  wanhoopende ,  dat  men  hem  regt  foude 
doen ,  begaf  iig  in  een  Boot  op  de  Zee ,  alwaar  hy  eenige  HoUandfche  Schee- 
pen ontmoette  ,  die  opeenigenbeuyt  laagen  en  hengelden. 

•  Godt  wilde  dat  hy,  tot  fijn  geluk.,  by  defe  Scheepen  geraakte,  hc¿ 
nendehy  op de.felve meergonfte te  ontfangenalsonder  fijne  JLandts-lieden, 
«y  gaf  iig  dan  aan  haar  over ,  belovende  haar,  tegens;fijne  Natie ,  getrouwe- 
lijk te  dienen,  door  dien  fy  hem  hadden  mishandelt,  ook  hebbe  ick  daar 
na  hooren  feggen,dat  men  hem  te  Campeche  hadde  in  het  openbaar  gegeeltelt. 
Defe  Mulat  betoonde  iig  daar  na  foo  getrouw  ende  genegen  tot  de  Hollan- 
ders ,  dat  hy  een  groóte  reputatie  onder  haar  verkreegh ,  men  trouwde  hem 
aaneene  Dogter  van.  haare  Natie,  ende  daar  naa  wierdthy  Capiteyn  van  eea 
Schip,  onder  die  kloek  ende  edel-moedigen  Hollander,  welkede  Spangi- 
aarden foo  feer  vreefdeh,  eride  die  Piéde-Palo,  ofte  Houte.been  noemd- 
den. 

Het  was  dan  defen  vermaarden  Mulat  die  ons  Fregat  met  fijne  Soldaaten 


gmlto 


Den  Au- 


^eeftuj:ver-abordcerde,  ende  hyfoudeïn  het  felve  niet  genoeg  gevonden  hebben ,  om 
duyie"6"  hem  van  ^efe  fiJne  genomene  moeyte  te  betaalen ,  ten  waare  de  Offerhanden, 
«ijxdaal-  van  delndiaanen  my  gegeven,binnen  ons  Boordt  hadden  geweeft,van  dewel- 
ke", ke  ik  dien  dag  de  waardijevan  vier-duyfent  Rijxdaalders  in  Peerlen  en  ede- 
le 


IV.  Boek.  Tioor  de  Sfaanfche  Weft-Indïètt.    V.  Cap.  392 

de  Gefteenten  verloor,    boven  noch  omtrent  drie-duyfent gelijke  Rijxdaal- 
ders in  geit  ende  gereede  penningen. 

De  andere  ¿¡pangiaerden  verlooren  oock  eenige  hondcrtRijxdaeMers,ende 
defcn  buyt  viel  deHollanders  foo  aengenaam.dat  fy  daer  door  onfe  grove  wae- 
ren  van  fpeck,  meel  endePluym-gedierte  veragteden,ende  ons  gek  was  haer 
veel  aengenamer  ende  foeter,  dan  alle  de  honig  die  wy  binnenboort  hadden.    .  ... 

_  lek  hadde  noch  ander  goet  by  my ,  gelijk  als  een  bedde  om  op  te  leggen,  ee-  SnSe*'* 
nige  boecken,  kopere  befchilderde  plaeten  ende  kleederen.defelve  verfogt  ik  xjuaiat. 
aen  defen  Mulat  te  mogen  behouden ,  welke ,  opiïgt  op  myne  Ordre  hebben- 
de, my  defelve  liet  ende  mildadelijken  fchonk,  feggendedatik  patientie 
moeft  nemen,  ende  dat hy  mijn  gek  endepeerlen  nietkonde  wedergeven, 
lijnde  fulks_niet  in  fijne  magt,daer  byvoegende,dat,foo  deFortuyne  opsneden 
aen  iijne  zyde  was ,  defelve  op  morgen  weder  aen  de  mijne  konde  ïijn ,  ende 
dat  hy,het  geene  hy  heden  hadde  gewonnen,op  morgen  konde  verliefen. 

Dit  maakte  dat  ik  mynfelven  toe-pafte,  het  geene  gemeenlijk  gefegt  wert,  Den  Aa- 
dat  hetgeene  quaelijk  is  gewonnen  niet  bedijdt,  liende  dat  ik  op  eenen  tyd  by  theur  ver- 
naa  alles  verloor,  datdeblinde  devotie  der  Indiaanen  my  onder  haer  hadde  "^^ 
doen  vergaederen ,  foodaenig  dat  ik,  in  plaatfe  van  alle  die  Offerhanden,  my-  m        ' 
nen  wille  verfaakte  ende  aen  mynen  Godt  op-ofterde ,  biddende  Hem  my  het 
noodige  geduk  te  geven ,  om  een  foo  grooten  verlies ,  als  ik  geleden  hadde,  te 
konnen  verdraagen  met  een  Chriiielijk  geduk  ende  lydfaamheydt. 

Ick  bekenne  dat  dit  voor  vleefch  ende  bloed  feer  herdt  viel>maar  ik  voeldde  Die  hera 
des  niet  te  min  feekere  geeftelijke  kragt ,  welke ,  van  boven  uyt  den!Hemel  »««  wrie- 
kcmende,my  va  n  binnen  verfterkte,  waar  door  ik  de  waarheyd  gevoelde  van  S2ttlaar« 
hetgeeneSt  Paulusop  het  twaalfde  Capittel  van  den  Brief  tot  den  Hebreen 
op  het  elfde  vers  fegt  ¿  Dat  de  tegenwoordige  Caftydwge  niet  aengenaem  is,  datfy  in 
tegendeel  moeyelijk  te  ver  draegen  valt ,  maar  dat  fy  naemaels  een  vrugt  der  Geregtïg- 
beydt  baerdt3  aen  die  geene ',  welke  daer  door  zyngeoefjent, 

a»  Oockvondtikmyvandiedagaf,  van  binnen  geruft,  hebbende  myfelven 
t'eenemaaïaan  den  wille  Gode  Sover-gegeven,wenfchendedat  defelve  op 
de  Aarde,  op  de  Zee,  ende  in  my  fel  ve  foude  volbragt  werden ,  gelijk  fulks 
altoos  in  den  Hemel  gefchiet. 

Hoe  wel  nu  hier  in  de  befte  ende  volmaekfte  trooft  beilont  die  ik  konde  ont-     doop 
fangen,foo  bleef  ik  doch  ,  door  de  toe-laetinge  Godes  des  Scheppers  ,  niet  vvienstmi- 
t'eenemael  verfteken  van  die  van  deSchepfelen,want  ik  behield  eenige  encke-  pe  hy  noch 
le  ende  dubbele  Piftqletren  over,  die  ík  in  mijne  matras  hadde  doen  naeyen ,  «™ge 
welke  my ,  door  beleeftheydt  ende  courtoifie  des  Capiteyns ,  wierde  weder  Sonde"! 
gegeven ,  foo  wel  als  uyt  confideratie  van  het  kleedt  dat  ik  droeg ,  ook  had- 
de ik  'er  eenige  in  myn  wambais  verborgen  ,  welke  fy  niet  hadden  gevonden 
doen  fy  my  betaften ,  defelve  monteerden  omtrent  ter  fomme  van  duyfent 
Rijxdaelders.  - 

Naa  dat  nu  den  Capitëyn  ende  de  Soldaeten  haare  Prijfe  wel  hadden  door-  DeCM(tUt 
fojgt,  foobe.gonden  fyte  dencken  om  haar  wel  te  ververñen'met  de  leef-  maakt  % 


Ee-e 


togt 


40©    IV.  Böeck,     W&agieván7*homa*Gáge     V.  Gap. 

fighvro.  togt die  binn»n  ons  Boordt  was,  waar  doordien  magnifkken  Caaper  een 
gino^nghaerüjlremaaltijdtop  ons  Schip  desde  nïnre|ten ;  hy  noodigde  my  op  de 
Fyfe.      felve,  endedoordienhygehoord  hadde,  datikhaade  Havana  toe  ginck, 
dronck  hy ook  >  onder  veeleandere  gsfontheden ,  die  van  fijne  Moeder,  bid- 
dende datifc  haar  wilde  gaan  beibeken,  ends  haar  te  gelijk  aendienen ,  dat 
hy  haar  fijnen  disnfl;  deeoVprefsnteeren,  ende  dat  hy  my>omharent  wille,foo> 
beleeft  als  het  ham  mogelijk  hadde  geweeit,  g?  handelt  hadde. 
En  geeft       Hy  feyde,  ter  wybn  dat  wy  aan  te  taaffel  faaten ,  nog  daar  en  boven :,  dat  hy, 
Spanfche  om  mijnent  wille,ons  ons  Fregat  wederom  foude  geven,  om  dat  ik  daar  door 
wederom,  foude  konnen  te  Lande  kornet^  ende  een  feekerder  ende  veyiiger  wegh  ,  onv 
naa  Pö^i»  te  gaan,  konnen  nenasn  ,  om  foo  voortin  Spangien  te  geraec- 
ken. 
Den  Au-      Naa  de  maakijdc  maekte  ik  mst  den  Capiteyn .,  alleen  zijnde,  een  praatje3 , 
theUht  Cin'1^  tey$®  hem  dan  ik  geen  Spangiaardt  was ,  maareen  geboren  Engelsman* 
g'ïftwe^toondehemde  permiffis  die  ik,  van  Romen,  hadde  bekomen  ,  om  weder 
dercekrij-  naa  Engeland?  te  kecren ,  daarby  voegende  dat  ik  hoopte  .,  lijnde  van  eene 
*?*•         Natie ,  welkemft  de  Hollanders  in  vrientfchap  ende  Alliantie  leefde,dat  hy 

my,  het geene  my  toe-behoorde, foude  doen  wedergeyen», 
Doch  te         Maar  dit  alles  diende  my  nergens  toe,  ende  hebbende  fíg  altreede  meefter 
vergeefs,   gemaakt  van  alles  dat  inons  Schip  was,  gaf  hy  my  tot  antwoort ,  dat  hy  wel 
wenfchce,  dat  iulks  aan  hem  hadde  geftaan,  maar  dat  ik  moeite  lijden  met 
die  geene,  by  dewelke  ik  my  hadde  begeven ,  ende  dat  ik  op  die  felve  wijfe* 
alle  de  Waaren^die  in  het  Schip  waren >  foude  konnen  reclameren. 
Hjrver-         ik  badt  hem  daar  op,  dat  hy  my  mede  naa  Hollandt  wilde  voeren ,  op  dat 
«Se  nS  &  van  daar  naa  Engelandt  foude  konnen  over-fteeken,  dog  hy  weygerde  my 
Hoiiandt    fuiksmede,  feggende,  dat  hy  van  de  eene  plaatfe  op  de  andere  voer,  ende 
te  varen    dat  hy  niet  wift  op  wattydhy  weder  naa  Hollandtfoudekeeren,  dat  hy  daa- 
rna™    geüjckfch  niet  anders  hadde  te  verwagten,  dan  om  met  eenig  Spaanfch Schip 
werdt  ge-in  hetgevegtteraaken,  ende  dat  fijne  Soldaaten,  alsfulcks  voor-viel ,  ge- 
weigert,    duerende  de  hevigheyd  des  geyeghts ,  my  eenig  quaat  fouden  konnen  doen  , 
lig  in-beeldende  dat  ik  haar  yets  fchaadelijks  foude  konnen  frerockene ,  foo 
fy  door  de  Spangiaarden  genomen  wierden . 

Doordefc  antwoorden  bemerkte  ik  wel  datter  geen  hoope  voor  my  was , 
om  het  verloorene  weder  te  krijgen ,  ende  daarom  ftelde  ik  my  op  de  hulpe 
ende  de  voorüienigheydt,  GO  DE  S  geruft,  foo  als  ik  ook  al  te  vooren  hadde- 
gedaans- 
De  refte  van  die;dag,  ende  geheel  de  volgende,  deeden  de  HollandfcheMa- 
troofen  ende  Soldaaten  haar beft,om  alle  onfe koopmanfehappen  uy t  onsFre- 
gat  in  haar  Schip  te  laaden ,  terwijlen  dat  wy,  even  als  gevangenen ,  met  haar 
op  de  Zee  aan  alle  zijden  laagen  en  dobberden. 
Het  Schip     Dog  terwijlen  wy  in  hoope  waaren  ,  dat  fy  met  ons  geit  fouden  te  vreden 
SftJÖ,  ^yn*  foo.  bemerkten  wy  op  den  volgenden  dag,, dat  iy  luft  hadden  om  ons 
Piuym-gedierté*ende  fpsk  ceeeten »  dat  fy  ons  meel  yanjioodcn  badden  om 

broodr 


= 


-_ 


0«M$ÈS£K.  ïï)QordeSfaanfcteWefi--Ind^V:Ckv.  401 

broodt  te  backen,  onfe  honig  om  haare  mondt  te  verfoeten  ,  ende  onfe  huy-  fr  «*« 
den  om  fchoenen  ende'ieerfen  af  remaken ,  want  fy  naamen  alles  mede,  uyt-  wf  Ä 
gefondertmijn  bedde,  mijne  boeken  ende  mijne  kopere  befchilderde  plaa-  naa  h*<fc 
ten,  welke  de  Capiteyn  Daguillo  my*liei  behouden,  door  eenc  genereusheydj  Sondea» 
welke  men  niet  veel  in  de  Capers  vindt,oök  liet  hy  wat  leef-togt  aen  dcSchip- 
per ,  dog  ook  niet  meer  dan  wy  van  nooden  hadden  om  aan  Landt  te  komen, 
van  het  welke  wy  niet  veel  waaren  verwijdert ,  ende  op  defe  wyfe  naamen  fy 
haar  af-fcheyt  van  ons,  ons  te  gelijk  bedankende  vooralle  het  goede  datfy 
•van  ons  hadden-genootem 

-Onder ons  Volk ,  die  metdefe  Gaften  nietfeer  hadden  vermaakt  ge  weeft  ?atÍ7  *** 
waaren'ereenigedieGODTbaaden,  haar  in  het  toekomende  niet  meer  teg""*^ 
moeten  verwagten,  andere  weder  vervloekten  haar,  ende  voor  al  den  Mulat  vaar""~ 
diefy  een  Renegaardr  ofte  verloochende  noemden ,  ende  eyndelijck  waa-  k°mea' 
'renner  ookandere  die  CODTdankten,  dat  men  haarnet  leven  haddege- 
ipaart ,  maar  ondertuflchen  2eylden  wy  weder  naa  de  Reviere  van  Suere  toe, 
•uyt  dewelke  wy  tn  Zee  waaren  geíteekcn,  ende  in  het  op  loopen  van  de  felve 
waarenwy  ingroot  gevaar  van  ons  leven  te  verliefèn ,  ende  Schip-breuke  te 
lijden,  naa  Jat  wy  onsgoedt  waarenquyt  geraakt. 

Sicthierdan,lieye'Lefer,hoedathet.geenequalijkis  verkregen,  foo  als 
*  boven  gefegthebbe,  niet  alleen  noy  t  bedijdt,  maer  ook  hoe  dat  het  felve 
toteenrmerteftrekt,  wanneer  men  hetverlieft  ,  want  feekerlijk,  hetgee- 
ne  ik  hier  in  foo  korte  regulen  begrijpe,  noopendede  geruft-itellinge  mijns 
gemoets  daar  omtrent,  kondeik  in  foo  weynig  tijdsniet  van  het  felve  ver- 
wei venáis  gy  dit  wel  fult  lefen  ;  Maar  aenmerkt  ook  dat  de  H  E  E  RE  noyc 
flaat  of  hy  falft  daar  by ,  want  daar  Hy  my  niet  alleen  het  alle ,  ja  felve  het  le- 
ven, door  mijne  grove  endehoog-gaendefonden,niet danal  te  geregtelijck, 
hadde konnenaf-nernen,  liet  Hy,  door  Sijne  grondeloofe  barmhertighevd! 
^f  Ie eTy  g! nu  ade  i-°°/  dcren  Capiteyn  Daguiik  vinden ,  maar  verblinde 
ook  felfs,  door  de  buyt  diefy  op  my  gemaakt  hadden,  de  oogen  van  dat  bege- 
i^rge  volk  dieper  anders  al  foo  veel  als  ^«/hebben,   foodalnig,  datfy  mi,¿ 
Jedde  ende  kjederen,  foo  alsfy  dk  van  andere  deeden .  niet  ten  nauften  doo? 


Eee 


HET 


Mildaa- 
digheyd 
der  Span- 
giaarden 
aan  de  ge  - 
pionder- 
de. 


Onfeec- 
kerheydc 
van  den 
Autheor 
over  hec 
voort- iet- 
ten  der 
Reyfe. 


H y  keert 
weder  naa 
€artba¿9. 


40.2     IV.  Boek.    Voy agie  vanThomas  Gage      VI.  Cap, 
H  ET  VI.  CA  PITTE  L. 

tMildaadigheyt  der  Spangiaarden  aan  de  geplonderde*     On- 
fee  kerheyt  van  den  Autheur  over  het  voort-fetten  der  reyfe . 
Hy  keert  weder  na  Carthago*    Hy  neemt  met  fijne  Ge  f  ellen 
voorfig  armer  dan  wel  in  der  daad  was  te  veynfen*     Hy  be- 
gint weder  geit  te  winnen v  Hy  *valt  in  verfoeckinge  van  we- 
der na  Guatimala  /  <?  keer  en  ;  doch  overwint  dejelve^    Han- 
del met  Muy  l-e  fels*  Barbarifche Indiaanen*  Aanmercke- 
lijck  exempel  van  de  voorfienigheydt  God  es  over  onfin 
Reyfiger.     Men  raadt  hem  naa  de  Golfáe  Súimstegaan. 
Hy  volgt  die  raadt  met  endenevens  de  drie  Spangiaarden. 
Sommiere  verhaalinge  van  de  Rey fen  door  den  Autheur  in 
Ameúcagedaan.     *Den  Autheur  heeft  drie-duyfent  en  drie- 
Iwndert  Engelfche  mijlen  in  America  te  lande gereyfl. 

SOo  draa  wy  de  voeten  Hadden  aan  Landt  gefët ,  toonden  de  Spangiaar- 
den ,  welke  aan  die  plaatfe  woonden ,  groot  medelijden  met  ons,  wegens 
de  fchaade  die  wy  geleden  hadden ,  foodaanig  dat  fy  ons  door  haare  aai- 
moeíTen  adiifteerden  ,  regtende  ten  dien  eyndeeenColle&e  onder  haar  aan. 

De  drie  Spangiaarden  die  in  mijn  gefelfchap  hadden  geweeft ,  waaren  alle 
haar  geit ,  ende  het  meefte  gedeelte  van  haare  befte  klederen  quyt  geraackt , 
dog  fy  hadden  eenige  WiiTel-brieven ,  die  haar  te  V-ortó  Bello  moeften  betaalt 
werden ,  behouden,  ende  ik  bemerekte  dat  ik  een  foute  begaan  hadde, 
hebbende  my  niet  op  een  diergelijke  wijfe  beforghr. 

In  den  beginne  wiiien  wy  níet  naa  wat  kant  dat  wy  onie  reyfè  fouden voort- 
fetten  ,  wy  hadden  in  den  finne  naa  de  Reviere  De  lor  Anzuelos  te  gaan ,  maar 
men  feyde  ons ,  dat;die  Fregatten  nootfaakelijken  moeften  vertrocken  zijn  , 
oftedatfy,  ten  beften  gen©men ,  alinZeefoudenfijn,  eer  wy  daar  konden 
komen  ;  fy  voegen  daar  by,  dat,  foo-fy,.  op  bet  ge  rugte  van  dat'er  Hollan- 
ders in  Zee  waaren,  haare  reyfe  niet  hadden  geftaakt,fy  nu  al ,  even  als  wy, 
door  de  Hollanders  moeften  genomen  zijn,  immers  dat  het  onmogelijk  was 
dat  fy  haare  handen  ontkomen  fouden. 

Hierom  naamen  wy  voor ,  geholpen  fijnde  door  de  Charitable  mildaadig- 
heydt  van  de  daar  omtrent  woonende  Spangiaarden  ,  weder  na  Cartbago  te  ke- 
ren,ende  van  daar  onfe  faaken  wat  voorfightiger  te  aan-leggen  dan  wy  gedaan 
hadden-; 

í   i*    ■    -  Onder- 


te  Keeren. 


IV.  BoEck*  *Door de  SpaenfcheWeft-lndïèn.V\*  Cap-  403 

Onderwegen  fpraecken  wy  vanhecgeene  een  ydervan  ons  haddeaande  Hy  neemt 
Caapers  onduyítert ,  ende  de  Spangiaarden  feyden  dat  fy  eenige  WiíTel-  ^efeUn 
brieven  hadden  behouden ,  die  haar  re  Carthago  fouden  betaalt  werden»,  ende  voor  fig 
dat  fy  door  dat  middel  weder  geit  fouden  krijgen ,  dog  ick  wilde  haar  niet  be-  armer  te 
kent  maaken  wat  ik  hadde  ,  ik  feyde  haar  alleen  dat  ik  mede  yetwes  ge-  v¿¿n/en 
falveert  hadde;  Hier  over  beiloten  wy  met  malkanderen,  datwy,  op  den  a    ■ 
weg,  ons  armer  dan  wy  waaren  ,  fouden  veynfen,  op  dat  daar  door  de  In- 
diaanen  ende  de  Spangiaarden  medelijden  met  ons  mogten  hebben ,  ende  ons 
wegens  het  geledene  verlies ,  haare  mildaadigheydt  becoonen. 

Als  rvy  te  Carthago  waaren  gekomen ,  betoonden  alle  de  Inwoonders ,  me- 
delijden met  onsongeluck  te  hebben  ,  ende  men  itelde  Collecten  voor  ons 
aan.  * 

Men verwagte  van my ook,  dat  ikdeMiíTe  foude  feggen,  ende  dat  ick,  Hy  begint 
als  men  my  fulks  verfogte.  foude  konnen  prediken,  ook  begaf  ikmytot^^® 
beyde  die  dingen  ,  foodaanig ,  dat  ik  my ,  door  dat  middel,weder  van  geit  be- 
gondeteverforgen. 

Ik  befpeurdde  evenwel  ligtelijk ,  dat  ik,  in  foo  arm  een  Landt,  waar  in  Hy  tak  in 
ik  ook  pnbekent  was ,  niet  veel  foude  konnen  op-doen ,  om  met  eere  ende  yji°eecv"an 
fatfoen  in  Engelandt  te  komen  ;  hier  door  was  het,  dat  ik  in  verfoekinge  weder  naa 
quam  van  weder  na  Guatimala  te  keeren ,  alwaar  ik  verfeekert  was,  dat  my  G*f^(f 
myne  Vrienden  wel  fouden  onthaalen,  endemy  wel  terneder  fetten, tot  die  "" 
tijdt  toe  dat  ik  weder  geit  genoeg,  ofhnaamijn  Vaderlandt  te  gaan,  foude 
hebben  gekregen. 

Doch  hebbende  aangemerkt  dat  Godt  op  my  vergramt  was,  ende  my  ^thd"r" 
regtveerdelijk  hadde  ontbloodt,  vanmeeft  alle  hetgeene  dat  ik  in  twaalf  feive. 
Jáaren  hadde  gewonnen  ,  foo  nam  ik  eenvafte  refolutieom  mijnen  weg  te 
vervolgen ,  ende  naa  mij  n  Landt  te  keeren  3  felfs  al  foude  ik  mij  n  brood  op  de 
weg  hebben  moeten  bedelen» 

__  Uyt  vreefe  evenwel  van  by  de  Spangiaarden  verdagt"  te  werden  ,  ende  ee- 
nigongemakte  ontfangen,  foo  ik  de  funclien  ,  tot  dewelke  my  mijn  kleed  • 
verbond  ,'niet  waar  en  nam,  foo  refolveerde  ik  alles  te  ontfangen  datmen  my3 
als  een,  Vremdeling  ende  Reyíiger,  voormijne  Predicatien  ende  andere  pu- 
blijke  exercitien ,  geven  foude,  te  weten  ,als  men  my  tot  het  oeffenen  van  dd- 
felve  verfogc. 

Hebbende  dan  weder  moet  gefchept>ende  blijvende  altoos  vaft  in  die  geno- 
mene  refolutie  van  weder  naa  Engelandt  te  keeren ,  foo  vernam  ik  te  Qhat- 
tbagoop  wat  wijfe  ik  beft  te  P orto  -Bello  foude  konnen  komen;maar  die  Poorte/ 
op  dewelke  ik  eenige  hoope  hadde  gehadt,was  voor  my  mede  geiröoten3hoe- 
welmijn  vertrouwen  op  Godt  niet  verminderde. 

Op  die  tijd  quaamen  teC/2r¿%-o  omtrent  drie  hondertMuyl  efels  die  onbe-  H  .  tf  . 
láaden  waaren,  bydefelve  fagmen  eenige  Spangiaarden,  Negers  ende  Indiaa-  mï&fuyï. 
nenvan  ComayagnaenazGuatimaläfy  dreven  defelvetelande,aan  geene  zijde  cieli. 
h©t  Gebergte  szïiV era-V az 3om  die  alfoo  te  Vatmama te  verkopen. 

Eee  3.  Befen 


■ 


i  i  íc te  Ia» 
«üaaneo. 


404      W.  Boira.    Foyagk  van  Thomas  Gage    VI  Cap. 

Defen  handel ,  welke  alle  Jaaren  werdt  gedreven  ,  isdeeenigfte  welke 
YmGïtêtitmta,  Comagitgtta  ende  Nicaragua  op  Pmmma  te  lande  gefchier,  aan 
£«nwsjidftdi.efmalle  ftreeke  Landts:oftedie  iñmas 3  die  de  h'ootdt  van  de 
¿ttydt-Z'w.-fcheyt, 

Befen  weg  iMeer gevaarlijk  a  niet  alleen  ter  oorfaake  van  de  boofewegen; 
endevandeliotfen.ende  het  Gebergte  datmen  moetpaffeeren ,  maar  oock 
om  datmen. op defelve veel  Barbarifche  Natiën  vindt >  wekke  deS^angiaar- 
den  noch  niet  hebben  konnenvermeefteren,  die  dikmaalen  op  die  geene, wel- 
ke met  de  Muy.l  efels  door  haar  Landt  treeken  ,  aan-vallen,  ende  defelve 
AQQ<teti&tsx>r  aljbo  fy  het  minftedoendat  haar  mishaagt. 

.Doch  ik,,  niet  tegenftaande  myaÜe  d.efe  fwaerjgheden  bekent  waaren>liet 
niet  naa ,  m  myne  gedagten  te  befluy ten ,  met  de  Spangiaarden  ,  die  te>Iaii- 
<te.nzaVamatBaSoyidcn  rey  fen3  mede  te  treeken ,  de  drie  Spangiaarden.,  wel- 
ke metmywaaien  gekomen ,  waaren  by  naamede  van  die  fclve  refolutie  ne- 
vens xny¡y  ende  Tonder  dat  de  Goddelijke  Voorfienigheydc  „  welke  de  faaken 
der  menfchen  vry  beter  befchickp ,  dan  fy  felve  fouden  kannen  docn,ons  9  tot 
.onsbeite  ende  behoudeniiTe^dat  voor-nemen  hadde  doen  llaaken ,  wy  fouden 
«er  feerquaii  jk  door.gevaaren  zij  n. 
TeÄqjw  komende,  veritonden  wy,  dat  een  .gedeelte  van  die  SJpangiaar- 
exémpei  , |.endc  Muyl'dry.ver5,dQor  de  Barbarifche  Indiaanen ,  waaren  om  gebragr, 
van  de  .welke ons  vin  allenfchijn ,  foo  welals haar foudenjedoodt  hebben  ,  hadden 
nielív"  ™?  gevaarlijke  Reyfeaangevanje» ,,  maar  defelve  wierdc  my  te CmtbqgQ 
go  de  s  ar'gera?den  ,  door  veele  Perfonen ,  welke  my  vrientfehap  toe-droegen ,  en- 
over  onie,cIe  ȴniet  alleen  het  gevaarvande^arbarifchelndiaenen  voor  oogen  ftedden, 
Reyfiger.  maardaar  ook  by -voegden /dat  dat  Gebergte  foo  periculeus  in  fig  felven  was, 
>ende foavol viiyle  pahagien,dat  hetmy  nietfoude mogelijkzyn, fondergroot 
>geyaar  des  levensbaar  over  te  trecken. 
Men  raad  Hebbende  wy  dan  dit  voornemen  laeten  vaeren,foo  leyden  de  Koop-luyden 
gÏÏÏ  de'V-clkc,Qns ;  .beminden  ,fdat  wy  behoorden  re  befoecken  of  ons  de  Zuydt-Zee 
s./.nanc  ^et<&onftiger3foudeiyn,  dan.de  Noordt-Zee  hadde  reeweeít,  ende  dat  wy, 


Aeniucrc 

keiijk 


gaan 


ten  dieneynde,  opiVT/i-o^moeiten  trepken  ,ende  van  daerop  C&^omalibo 
in  de  Ooli  desalmas  te  komen ,  in  dewelke  wy  bnyten  twyffel  Schecpeniöü- 
den  vindende  ons  tot  Pmnmnatoe  voeren  fouden. 

m  Wy  waerenwelgerefolveert,  alle  den  goeden  raedt,  welke  men  ons  gaf, 
m  het  werk  te  itellen ,  ¡maer  wy  wiiteii  ook  dat  dit  het  laefte  was  dat  wy  doen 
Konden  ,  endedat .ditnietgei.uokende  alle  onfe  hoope  uy  t  was ,  fcijnde  ons  dan 
geenandermiddel^  vmtePatixawa te  komen,  overig,  dan,  van  als  wanho- 
pige menfchen  ,ons  leven  tegaen  wagenin  bet  patleren  van  het  Gebergte  van 
V ?ra-Faz  ende  fonderConvoy  ofteiLey  ts-lieden  te  trecken  door  faetLandt  van 
dle  Barbarifche  Indiaenen  ,  welke  de  Spangiaerden  hadden  vermoordt ;  of 
wel  moeiten  wy ,  door  den  weg  die  wy  gekomen  waeren ,  weder  naa  Reakjo 
meeren ,  daar  wy  in  oijfe  hoopg;mede  Jionde  bedrogen  zijn  a  ende  mogelijk 
...  .■_-  cea 


IV.Boekí  T>mrdèS£aanfcheWeft*IndïH>  VI.  Gap.  40 f 

een  Jaer  fouden  moeten  wagten,voor  en  al-eer  wy  gelegentheyd  fouden  kon- 
ner  vinden  ,  om  ons  op  Pannama  te  fcheepen. 

Hierom  refolveerden  wy  den  raadt  van  onfe  Vrienden  ,  welke  wilden  dat  Hy  rojgt 
wy.naaMV^  foudeng  aan,  te  ageer  volgen  3  omalfooaan  de  Golf  van  de  Sa-  dien  raad 
linaiXQ  komen  ,  in  dewelke  ikallacchcnde  tegens  de  drie  Spangiaarden  die  met  end* 
met  ons  gingen-,  zeyde-,  dat,  foowydaar  niet  uytregteden,  wy,  naa  het  Srie  -pai-8 
exempel  van Mennies ,  een  Colomne  moeiten  doen  ftellen  ,  ende  onfenaamen  giaardtn. 
in  defelve  laaien  houwen ,  met  de  Infcripnie  van  Hond-Ultra-,  om  dat'er  buy- 
ten  dat  geen  Häaven  ofte  Rheede  is  om  nae  Pannama  te  varen. 

Geenmenfébe  kondeootemeeraenvangen,  danwy  gedaen hadden,  om  sommie- 
ten  eynde  van  orrs  oogmerk  te  raakenj  maar  voor  al  ik,  die  niet  alleen  meer  re  mha*. 
wcgs  in  dat  Landt, hadde;  af-gelegt ,  dan  alle  deEngelfche  die  voor  my  daar 'ding"a.n 
hadden  ge  weeft  ,  maar  die  daar*  en  boven  van  Mixco  tot  Nicoja  toe  fes-hon- door  den 
dert  ueren,  of  agtbien-hondertEngelfche  mijlen  hadde  gereyit ,  alleen  van  Authenr 
het  Noorden  nae  het  Zuydentreckende,  behalven  den  weg  die  ik  hadde  af-  ln  ƒ n:erit* 
gelegt  van  Vera  Cruz  nae  AtoVoreyfende ,  ende  van  daar  nicGuatimala-,  en-  8 
de  van  Guattmala  weder  nae  Vera-Pazzn&t  Puerto  de  Cavallos  ofte  Golfo  Bolee, 
ook  noch  van  daar  over  Truxillome  Gmtimaia ,  welke  reyfen ,  ten .  minften , 
nochdcrthienaveerthien^hondert  Engelfchemijlen daarboven  uyt  maaken, 
cndèditdagte  ik  op  een  Pylaer  te  Nkoja  te  laeten  graveren,  om  de  geheuge- 
nilie  daar  van^voor  altoos  te  behouden. 

Doch  ik  hope  dat  het  geene  op  die  plaetfe  niet  gefchietis,in  de  gedagtenine  DenAu- 
^r  menfehen  fal  blijven,door  middel  van  dit  mijn  Boeck,ende  dat  defe  mijne  heeft  dri^ 
Jiiltone,  door  dien  fy  opregt  ende  waeragtigis,   een  eeuwig  duerende  duyftm 
monument  fal  *ijn  van  een  Reyfe  van  elf  hondert  ueren,ofte  van  drie-duyfent  ln&  drie- 
endedne  hondert  Engelfche  mijlen ,  die  een  Engelsman  te  lande  in  het  vafte   Ä, 
Landt  van/i«wm-Ägedaen  heef  t,behalven  fijne  Voyagjen  te  Zee  naa  Panmmia,  myfen  in 
van  FMo«thmtoHmGm&hswaï<mdiyzn  daar  tot  aen  de-ff<W0.  ^' 

te  lande 
fcereyft» 


B&T: 


■ 


¿o6    IV.  Boek.    Voyagte  van  Thomas  Gage      VII*  Cap* 

HET  VIL  CAPITTEL, 

Vertreck  van  Carthago ,  Komfle  te  Nicoja  ewdegoet  onthaal 
aldaar  ont  fangen  *  Sy  krijgen  hoop  e  van  wel  haaft  f  Scheep 
te  raaken.  "Den  Autheur  begint  weder  geit  te  winnen.  Hi- 
flor  ie  van  den  Tat^ochiaan  van  Nicoja  ende  de  Alcalde  Ma- 
jor Tuftus  deZalazar,  waar  in  men  de  wreedheydvan  den 
eenen  Jïet  5  ende  de  onregtvaardigheyd ,  die  het  Hof  van 
Guatimala ,  aan  den  ander  enpleegde.  *Den  Autheur  neemt 
aan  den  Parochiaan  van  Nicoja  te  vervangen*  Hy  ver- 
dient hondert  ende  vijftig  Rijksdaalders  in  vijfweecken. 
Hy  bejfeetfig  f  Scheef.  La  Pita  een  kruydt  dat gefponnen 
werd*  Befchrijvinge  van  de  Schulp-vifch  Purpura.  Ko- 
flelijcke  couleur  daar  uyt -getrokken.  Groóte  meenigte  van 
Schulp-vifch*    Waarwte^icdfiy  &c wallende. 


Vèrtteck 

y,flti  Car- 
tbaro. 


WY  vertrocken  dan  van  Carthago 
welcke  wy  na  Nicoya  reyfden 
; 


ende vonden  den  weg,  door de- 
feer  bergagtig  ,   rouw  ende  on- 
acngenaam,  wyfaagen'erniet  dan  feer  weynige  Spaanfche  Hoe* 
ven  ende  Indiaanfche  Dorpen  ,  die  niet  alleen  feer  kleyn  waaren,  maar 
wy  befpeurden  ook  dat  de  inwoonders  in  groóte  armoede  ende  ellende  leef- 
den» 
Komfte  te     Te  Nicoya  gekomen  fcijnde ,  bevonden  wy  dat  het  jeen  feer  fchoon  Dorp 
Nicoyam   was }  en¿e  het  voornaamfte  van  een  geheel  Spaenfch  Gouvernement,  wy 
haaf  aT"    vonden  aldaar  eenen  Juftus  de  Zalazar  als  <Alcalde  Major ,  die  ons  met  groo- 
daer.        te  civiliteyt  ontfing,  ende  een  huys  gaf  ,  om,  geduerende  ons  verblijf  j  inte 
woonen. 
Hy  verheugde  ons  ook  ten  hoogiten,  feggende,  dat,  hoewel  'er  nu  gee- 
en  ne  Schepen  ofte  Fregatten  in  de  Go\£ de  Salinas  waaren  ,  hy  noch  niemand  in 
hetDorpeenigfintstwijffelde,ofdaarfouden'erwelhaaiteenige,omfoutte 
laaden,  van  Pannama,  komen ,  oock  om  andere  Coopmanfchappen  ,  foals 
fy  fulks  Jaarlykfch  gewoon  waaren,  daar  in  noy  t,  omtrent  die  tijd,  man- 
que rende. 

De  conftitutie  des  tijds  in  dewelke  ik  daar  quam ,  was  mede  feer  bequaem 
voormy,  ommy,  naa  een  foo  groot  verlies,  eenig  geit  te  doen  winnen  ; 
want  het  was  in  de  vaften ,  in  dewelke  de  Rcligieufen  haarengrootften  oogft 

heb- 


hope  van 
vvelhaaft 
t'  scheep 
te  raken. 


Den  Aq- 
theur  be- 
gint we- 


r_ 


IV.  BoEck.  Jïoörde'SfaenfcheJVeJïJndwLVltCk?*  407 

hebben,door  dien  fy ,  gelijk  ik  hier  voorens  in  het  derde  Boek  gefegt  hebbe,  íergdtte 
alsdanveeigeJrontfangen  door  de  Offerhanden,  welkehaar  werden  gege- winnen- 
ven,  wanneerfydebiegtevandelndiaanen-hooren,  ende  aan  haar  de  Com- 
munie uyt-reyken 

Die  Saifoen  des  Jaars,  ende  de  ftaat  van  de  Francifcaner  Monik  ,  welke  Pa- 
rochiaan van  dat  Dorp  was,  quaamen  myfeerwel,  voor  al  in  een  tijd,in  de- 
welke ik  my  niet  fconde  onthouden  van  de  fun&ien  van  mijne  Profeffie  in  het 
werk  te  itellen ,  ten  fy  ik  dan  de  Spangiaarden  hadde  wiiien  de  grootfte  reden 
C^s  werelts  geven  om  my  te  blameeren  ende  verdagt  te  houden. 

Defe  Monick  was  uyt  Portugal  van  geboorte ,  ende  hadde ,  omtrent  drie     Hifto»*e 
weeken  voor  mijne  aankomfte ,  groóte  queftie  met  den  Alcalde  Major  Juftusde  ^th! 
Zalazar  gehadt ,  door  dien  hy  de  Indiaanen  voor-itondt ,  welke  Zahzar  ten  aan  vaa" 
noogften  mishandelde.  Nmpceoh 

Hygebruykte  haar  alsflaaven  in  fijnen  dienft,.  foo  wel  als  in  die  van  fijne  dj,fre 
Vrouwe/onder  het  loon  van  haren  arbeyd,dat  fy  in  het  fweet  naars  aanfehijns  AfcjW*- 
hadden  gewonnen,te  betaálen ,  ende  doende  haar  op  de  Sondaagen  ende  Fee-  $-  de  7-l~ 
ften  der  Heyligen  ,  foo  wel ,  als  op  andere,werken.  'ílZ'n 

De  Religieus  nu ,  dit  niet  konnende  verdraagen ,  verbood  haar  uytdrucke-  ¿«de 
•lijk  van  den  Predik-ftoei  dit  in  het  toekomende  te  doen,  niet  willende  dat  fy  «rcedheyt 
de  onregtvaardrge  beveelen  van  haren  Alcalde  Majir  f  ouden  gehoorfaamen.     ¡T^L 

Ju/tus  de  Zalazar ,  die  in  den  Oorlog  was  opgevoed,  ende  die  voor  defen  in  en<fc  de 
het  Caiteel  vanMilaan  hadde  inGuarnifoen  geleegen3meende  dat  het  hem  een  on«gt- 
groote  fchande  fewjde  zijn,  indien  hy  met  gedult  verdroeg ,  dat  een  Religieus,  lllff' 
hem,  op  die  wijfe,  handelde  r  welke  hem  in  het  bedienen  van  fijn  Amptbe-  heihèï 
nfpenwilde,  ende  ontfetten  van  de  middelen ,  door  dewelke  hy  voor  defen  "«£*«""- 
fijnemeeítewiníte  ende  profijt  plagt  te  trecken.  *    Jf^" 

Hier  opgebeurde  het  dat ,  naa  dat  {y  wel  op  malkanderen  gekeven  ende  ge-  ««pief 
Icholden  hadden ,  Jvftuide  Zalazar3op  feekere  dag,  geheel  in  gramfchap  onc-  de- 
fteeken  Mmde,metdeblooten  deegen  in  de  vuyft,inhet  huys  /anden  Priefter 
quam  lopen,  welken  hyfonder  foute foude  om  den  hals  hebben  gebragt,  foo 
hy  daarin  niet  waare  belet  geweeft  door  eenige  Indiaan,  die  fig  doenmaals 
daar  bevonden. 

;  De  Religieus  die  al  immers  foo  fier  ende  vaardig  was  als  hy ,  ende  die  f^ 
inbedde  dat  hy  hem  niet  foude  derven  aanraaken  ter  oorfaake  van  fijneOr- 
dre  desPneiterfchaps,aIs  fullende  daar  door  geëxcommuniceert  werden,fprak 
vuyl  ende  moedig  wederom ¿  inplaatfe  van  de  vlugtte  nemen  ,  hem  onder 
andere  leggende  dat  hy  hem  niet  geloofde  foo  veel  moets  té  hebben  van  toe  te 
ilaan  ,  ende  hier  door  deede  hy  niet  dan  de  gramfchap  wanZalazar  te  vermee- 
deren  s  tot  foo  verre  dat  hy  den  degen  op-heffende  om  hem  een  braaven  fiag  te 
geven ,  ende  de  Religieus  de  fijne  om  den  fiag  af  te  keeren  gebruykende ,  h  v 
hem  twee  vingeren  van  de  handt  af-kapte ,  ende  hy  foude  fijnen  houw  nog  op 
een  gevaarlijker  wijfe  hervat  hebbeh ,  foo  de  Indiaanen ,  om  te  fcheyden,niet 
tufkhen  haar  heyden  waaren  in  gelopen>fluytendèden  Monik  in  fijne  Kamer. 

Fff  fufa 


4,oS      IV,  Boek,    Voyagie vanThomas  Gage  Vil.  Cap¿ 

f  aflús  ds  lalazat  wietde  hier  op  geëxcommunkeert ,  _  dog  door  dien  hy  een 
Man  van  groot  aanfien  was ,  wierde  de  excommunicatie  wel  haaft  vernietigt 
door  den  eiffehop  van  Cofia-R  ¡ca. 

Hier  naabraghthy  fijne  klagten  daarover  voor  de  CanceUarye  van-het  Hof 
van  Guatimala ,  fig  verfeekerende  dat  hy  door  middel  van  fijne  Vrienden  en- 
de van  fijn  gek ,  wel  haaft  triumpheren  foude  over  een  Pridkrvan  een  arms 
bedelende  Ordre,  het  welke  ook  daar  naa  gebeurde,  want  hvwift  fijne  faa- 
ken  ioodaanig  te  beleggen ,  datmen  den  Monick  te  Hove  ontboodt ,  alwaar 
hy  foo  veel  credit  hadde ,  dat  hy  hem  eyndelijck  uyt  Mcqja-decds  ligten.wer- 
dende  aan  fijne  Ordre  geläft  een  ander  in  fijne  plaat fe  te  ftellcn. 

Ter  tijdalsik  daar  was,  hield  lig  de  Monik  in  fijn  huya  op- gefloten,  fij- 
ne kaamerbewaarende,  {onderin  de  Kerke  te  willen  komen  nog  om  de  Mif- 
fetefeggen,  noch  om  te  prediken  ofte -yemandtsbiegte  te  hooien,  tothet 
Welke  hem  evenwel  de  vaften ,  in  dewelke  men  doemnaalen  was ,  byfonder- 
lijken  verplighte  i  maar  hy  hadde  het  foodaanig  weten  te  (tellen,  dat  hy  door 
een  ander  Religieus  geholpen  wierde ,  die  fijne  plaatfe  waar-nam,  dog  zijnde 
defelve  maaralleen  ,  enwashy  nietfurEfantomte  prediken  ,  omdebiegte 
te  hoorenende  de  Communie  uyt  te  deelen  ,  voor.van  ende  aan  een  foo  groot 
getal  van  Indiaanen,  Spangiaardcn  ,  Negers  ende  Mulatten  als'er  tot  hem 
quaamen ,  foo  uyt  het  Dorp  felve  /als  van  de  omgelegene  Lahderyen,  om  ha- 
re devotie  te  plegen.  , 
Den  Au.     Hier  door  gebeurde  het  dat  fy  beyde,naa  dat  fy  gehoort  hadde ,  dat  ik  daar 
iheur        ter  plaatfe  was  aangekoomen,  my  lieten  bidden ,  dat  ik,  ín  fulkc foorten  van 
SenPa.engeeftelijkefun¿tien,  mede  wilde  adfifteeren,  ende  dat  ik  voor  mijne  moey- 
rochiaan    te  foude  hebben ,  nevens  de  vrye  taaffel ,  alle  daagen  een  Rijxdaalder  voor  het 
wnNi^a  feggenvan  deMiffe,  boven  het  geene,  welk  men  myvrywillig  foude  ge- 
se  mvar^  ^  ^  funende  daar  toe  voor  mijne  Predicatien  feer  wel  werden  geloont 

Hy  ver„  Ik  bleef  in  dat  Dorp  federt  het  ey  nde  van  de  tweede  weeke  in  de  vaften  tot 
¿ier.ti  50.  aanPaflchen  toe,  ende  in  die  tijd  won  ikhondertendevi|ftigRijxdaalders, 
Äijxdaal-  f00  ¿Qor  drie  Sermoenen ,  welke  ik  het  ftuk  voor  thien  Rijxdaalders  deeds, 
teckTn5'    als  door  mijne  daagelijkfche  gagie ,  ende  de  Offerhanden  die  ik  ontfingh  • 

H  .  '  In  de  weeke  voor  Paaftchen  kreegen  wy  tijdinge  dat'er  eenFregat  van  Pan» 
teeffigh  nama  in  de  Golf  van  de  Salinas  was  gekomen ,  hie  r  door  wierden  wy  feer  ver- 
e  scheep,  ¿eugt,  want  dit  lange  agter  blijven   begonde  onsal  bekommert  te  maac- 

ken. 
De  Schipper  van  het  Fregat  quam  teNïcoja,  het  welke  als  de  Hof -Stade 

van  die  quartieren  is,  ende  ik  accordeerde,  nevens  de  drie  Spangiaarden  , 

overonfevragt,  tot&ziiPannamatoe.  . 

UK*  In  de  Plaatfen  die  omtrent  Chica,  Golfo dé Salinas  ende Niceyaleggen ,  fiet- 
ee«kruyt  meneenige  Indiaanfche  Paght-hoeven ,  gelijk  ook  eenige  kleyne  Indiaan- 
iotfnen  fehe  Dorpen  ; ,  De  Alcalde  Major  gebruykt  de  Inwoonders  van  defelve  alie  ais 
ïerd.       fijne  Slaaven ,  ende  hy  laathaar ,  voor  hem ,  feeker  kruydt ,  datmenÄa iPita 

noemt  i  fpianco-,  At  is «? ene.  Koopwnfthafr  welkom  Spangi«»>  feer  hoog 


IV.  Boek,  Ttoof  äe  SfaänJcheWeplnäien^VL.  Cap.  40^ 

-geagtwerdc,  vooraldiegeene,  welke  uNicoja  en$e  daar  omtrent  met  een 
purpur-verwe  gecquleurc is,ende  ten  dien  eyö^e  2Í  jn'er  veele  ïndiaanen, wel- 
ke verplígt  zijnaande  Zee-ftrandt  te  gaan,  omdaar  feekerehoorntjens  te 
foeken  ,  uyt  de  welke  men  de  purpure  ceuleur  trekt. 

Purpura  is  een  feeker  flag  van  hoorntjens  ofte  van  vifch  die  fig  in  hoorntjens  .Befehr?. 
onthoudt,  defelve  leeft  omtrent  feven  Taaren ,  ende  verbergt  fig  in  de  diep-  Schuif 
tedesZee'es,  omtrent  het  begin  der  Honds  daagen,  blijvende  dus  by-naa  vifch  p«r~ 
drie-hondertdaagenfonder  datmen  die  kan  vinden,  men  gaat  defelve  ín  de  iwr«» 
Xenten  foeken,  ende  wanneer  men  die  tegens  maikanderen  vrijft ,  foo  geven 
-fyeenigquijl,  even  als  dikagtigh  lijm  ofte  week  wafch,  vaniïgh,  maar  de- 
.iefchoone  verwe ,  die  foo feer  vermaart  endegeagt  is,  fit  inde  keelofte  hak 
van  de  vifch  verborgen ,  maar  de  alderbefte  vintmen  in  feekere  witte  aader 
befloten  3  zijnde  in  de  refte  van  het  lichaam  niet  dat  ergens  toe  kan  gebruykt 
werden*. 

Het  aegovifchelaaken,  dat  daar  mede  geyerftis,  geit  twintig  iUjxdaal- ,  Kofteifj. 
dersdeeile,  ende  dat  doordekoftelijkheyd  van  deïe  couleur,  ook  fietmen  dJacr°ulÍJ,ir 
liet  niet  draagen  ,  dan  van  de  grootfte  Heeren  van  Spangien ,  gelij  k  ook  eer-  getroc- 
tijds  de  Edellieden  van  Romen  hetgebruykten  tot  haare  kleedinge ,  het  felve  kea« 
.purpur  van  Tyms  noemde. 

Daar  is  ook  een  groóte  abondantie  van  andere  hoornkens  i  tryt  dewelke     Groot» 
4oen  verCcheydene  verwen  trekt ,  jaa  fbödaanig ,  da.t  men  geene  Plaatfe  ter  'menigte 
weereid  weet ,  op  dewelke  men  die  in  foo  gwoz  een  meenigte ,  als  daar  ter  JJJ0, 
plaatfe,  vint.  vifcln 

'De  vóornaamite  waaren  welke  te  Chica  ende  aan  de  Golfo  de  Saí'mat  werden    wa*reB 
gevondetiiZijnfoutjhoonig»  lAajzy  tarwe  ende  Pluym-gedierte,  men fendt  daar  ral. 
Sefelve  alle  Jaaren  mee  Fregatten  naaFannama,  dis  expreffelijkdaar  van  daan  Jende' 
komen  ,  om  die  af  te  haaien ,  foo  wel  als  de  in  het  Pnrpura  geverfde  P/Y*  ,daär 
Ik  vorens  vaojefegt  hebbe. 


Fff  % 


-"— ■ 


4,10    iv.  )¡^v&.vofáptvan'lftommij&g& 

HET  VIII.   CAPITTEL 

SygaauuytdeSúin&s  ffcheep*.  Tegenjfioet  op  de  rey  je*  Swa~ 
re flor 'm*  'Dienaaaght  daagen  op-houd  ende  ingoet  weder 
verandert ;  'Door  groet  gebreck  van  drank  ,  drincken  fy 
haar  ey gen  water*  Sy willen  om  wM er  te  lande.  Het  wek 
ke  de  Schipper  wey gerende ,  dwingen  fy hem  daar  toe.  Sy 
landen  op  een  Ey  landt  fonder  water.  T)cn  Autheur  werdi 
op  hetfelve  van  fijn  gefelfchap  ver  laat  enfDat  hem  f  e  er  ver- 
legen maakt.  Hy  t  rooft  ende  ver  verft  fig  eenigfints  y  ende 
werdt  van  fijne  mackers  daar  af  geh aalt  >  welke  waater , 
Orangie -appelen  ende  Citroenen  hadden  gevonden  T)en 
Autheur  geraakt  in  groóte  fiaaute s  ende  krijgt  een  fwaar e 
hort  f  e.  Sygaan  tfzeyL  Het  Schip  ft oot  op  een  klip*,  Het  ge- 
raakt naa  groóte  moeyte  daar  weder  af.  T>en  Autheur  be* 
gint  te  beteren.  Het  Schip  komt  te  Perico ,  maar  werd  door 
ftorm  van  daar  gedreven.  Sy  komen  voor  de  Hdaven  van 
Pannama.  Werden  daar  van  daan  verdreven*  Komfte  U 
Pannama. 

EYndelijk  begaaven  wy  ons  t'Scheep ,  want  Het  Fregat  dat  daar  quam 
ten  tijde  wy  ons  te  Nhaya  bevonden  3  was  door  die  Koopmanfchap  wel 
haaft  vol-Iaaden ,  ende  wy  maakten  giffinge  te  Vannama  te  fullen  ont- 
fcheepen ,  naa  dat  wy  vijf  a  fes  daagen  fouden  binnen  boort  zijngeweeir. 

Maar  wierden,  evenals  wy  te  voren  veelè  tegenfpoeden  haaden  gehadt, 
ook  in  defe  reyfe  van  vecle  rampen  aangetaíl  3  want  hoewel  die  niet  feer  lang  _ 
was,moeften  wy  dech  eenmaandt  tijdsgedoerende,  tegens  de  winden  ,  de 
Zee  en  de  Couranten  ( dus  noemtmen  de  ftromen  die  feer  fnellijk  by  de  Wal 
uyt-fchietenjende  alio©  fterk  zijn  als  die van  de  meeit  af-drijvendeRevicren) 
worftelen. 

Op  den  felven  dag  dat  wy  vertrocken  3  wierden  wy  door  windt  ende  ftorm 

naa  de  kant  vanPm*  gedre  ven,ende  dat  tot  onder  de  Linie  .ffiquinoitiaal  toe, 

alwaar  wy  de  hette  ende  de  winden  foo  groot  ende  fterk  vonden^datwy  aan 

ons  leven  wanhoopten. 

Maai  het  behaagde  Godt  ,  naadatwy  agtd*agen  lang>  vanoogen- 

blick 


IV.  B&EK.  Tloor^e Sj>aanfcheWeJï-Indih.Vlll.  Cap.  41  i 

bliek   tot  öogenbJick  ,    nier  dan  de  doot  hadden  rerwaght  ,  ende  te  gemoet^j;^3- 
geiien,  Hem,feggeik,  door  wekken  alle  de  Schepfelen  haar  leven  ,bewe-hout  er>de 
gen  ende  wefen  hebben ,  ons  weder  nieuwe  hoope  tor  het  leven  te  geven  ,  ons  in  goec 
een  voorfpoedigen  windt  toe  laatende  komen,  welke  ons  uy  t  die  Middellijn  ^¿rr:*er" 
fcheherte  ende  die  onrftelde  Zee  verlofle ,  ende  na  het  Eyland  Margareta 
ende  dat  van  Puerto  de  Chame  voerde,-  welke  aan  de  Zuyd  zijde  van  het  Ge- 
bergtevan Neragua  leggen,  ende  van  daar  hoopten  wy  ,ten  langften  in  twee 
daagen ,  voor  Pannama  te  f  uilen  arriveren,  ende  het  Anker  aldaar  in  de  bijt  te 
werpen. 

Doch  wyverloorendefeonfe  hoope  wel  haeft,  door  dien  defe- Windt  niet 
lange  ducrende,  gaande  defelve  aanitonts  leggen,  ende  ín  den  tijd  van  vijttien 
daagen,  verlooren  wy,  des  nagts¿  door  de  ftromen,  meer,  dan  wy,  des  daags , 
konden  winnen. 

Het  is  feeker  dat,  foo  Godt,daarter  Plaatfe,  geen  medelijden  met  ons  had-  poor 
de  gehadt,  wy,  buy  ten  allen  t wyffel,  fouden  vergaan  hebben,  willende  dus  te-  brcck  van 
gens  gefeyde  ftromen  op  zeylcn,  want  hoewel  wy  geen  gebrekaan  leef -togt  dranck 
hadden,  wierden  wy  evenwel  door  gebrek  van  drank  foodaanig  geplaaght ,  f"£¡£™ 
dat  wy,  in  geheele  vier  daagen,  niet  een  druppel  waater  ofte  wijn  droncken ,  gen  wa. 
ook  geene  andere  vogtigheydt ,  die  bequaam  was  om  onfen  dorft  te  leflen  ,  ter. 
hierdoor  wierdeik,  foo  wel  als  veele  andere,  genootfaaktommijn  eygen 
waater  te  drinken  ,  ende  den  mondt ,  met  het  knaauwen  van  loode  Musket- 
kogels te  ververfchen  ,   dog  hier  mede  en  fouden  wy  niet  lange  onfe  natuure 
hebben  konnen  voldoen,  indien  niet  GODT  de  HEERE  ,  door  fijne  voor- 
fienigheyt ,  onsby daag een<doorgaande  windt hadde-geionden ,  welckeons 
uy  t  die  ftromen  trock. 

Het  eerfte  dat  wy  doen  hadden  voor-genomen  te  doen  was  om  na  het  va^  sy  willen 
fte  Landt  ¿en  vaart  te  gaan  fetten,  oftewel  opeenigh  Eyland ,  van  diegee^mwjwt 
Re  die  in  meenigte  daar  omtrent  waaren ,  te  gaan  landen,  en  dat  alleen  om  K  an  e* 
water  te  foeken ,  door  dien  wy  door  dorft  yerquynden ,  ende  defelve  niet 
langer  konden  verdraagen. 

Maar  de  Schipper  van  het  Fregat  wilde  fiilks  niet  toe-laaten ,  ons  verfee-  ^"^ff 
kerende  dat  hy  ons ,  nog  op  die  dag,  te  Pmnmtta  foude  aan  landtleveren ,  dog  peer  wey. 
door  dien  wy  fonder  drank  nietlanger  konden  leven,  zijnde  het  onsniet  me-  gerende 
gelijk  die  te  miifen,  ten  2y  wy  van  voornemen  waaren  doodde  Pannama  ont-  gjjgf11 
feheeptte  werden,  foo  geloofden  wy  dar  wy  die  belofte  te  dier  Í  ouden  kopen,  dyaar  ^ 
door  dien  ons  leven  daar  aan  hing ,  ende  wy,  in  die  ftaat,  geen  dag  meer  fub- 
fifteren  konden,  foodaanig  dat  wy,  iiende  dat  de  wind  begonde  te  verflappen, 
hem  alle  baaden  dat  hy  ons,  op  eenig  Eyland,  omwaaterte  foeken,  foude 
fetten  ,  welke  redeli jeke-beede  als  hy  geweygert  hadde  te  yergonnen,  begon - 
den  de  drie  Spangiaarden  ende  eeaige  Matroofen  te  miitineren,   ende  de 
deegens  in  de  vuyft  nemende ,  dreygden  fy  hem  te  dooden ,  foo  hy  haar  niet 
aanftonts  ergens  deede  landen. 
Hier  op  volgde,  door  dien  hy  geen  vermaak  hadde>in  het  aanfehou  wen  van 

Fff  3,  de- 


opeen 
Eytèndt 
•  fotjder 
waater. 


Den  Au- 


Dat  hem 
fe  er  ver- 
legen 


4x2    IV,  Boek,    Voyagie  van  Thcmas  Gage    VJII/Cap, 

depuntenderdeegensopfijneborft,  dathydefteven  vanonsSchip  na  twee 
aune  Eylanden  ,  welke  ook  maar  twee  drie  uerenweghs  van-ons  vaaren  , 
deede wenden. 
en  Daar  digte by  komende ,  wierpen  wy  het  Ancker ,  fettende  onfe  Boodtin 
¿ee,  endeeenyderagtefigfeergeluckigdaarinte  mogen  vallen,  om  aan 
Landt  re  gcraacken  ,  ende  aldaar  fig  met  waater  te  verfaadigen. 

Het  Ey  landt  daar  wy  eerftaanquaamen  was  aan.die  zijde  onbewoont^nde 
wy  hepen  langen  tijdt  het  felve  omtrent  de  Strant  door-kruyííen  ,  doeh  -»-y 
deeden  daar  mede  niet  anders  op,  dan  dat  wy  ons  meer  verhetteden, vermeer- 
derende daar  door  ook  onfen  dorft. 
theurwerc     Terwijlen  datwy  alle  ons  aan  alle  zijden  verlpreydnadden ,  om,  wasfaef 
eP  het  fel-  mogelijk,  eemge  Fonteyne  ofte  Beecke  te  ontdecken  ,.doch  geduerigliik  te 
'íeííSS;  TíeQÍS '  veí"dwílald? ik  i"  fcekM  Bofch ,  zijnde  myne  fchoenen  geheel  aan 
SZP  W*"  g£raakt  dooldlQ  Rotfen  atruenen  ende  ongemackelijke  plaateen  die 
IK  nadde  moeten  pafleeren ,  ende  onderwijlen  hadde  fig  mijn  Gefelfchap  we- 
der t  Scheep  begeven ,  om  naa  een  ander  Ey  landt  te  zeylen ,  laatende  mv  al- 
leen aan  landt  in  het  Bofch.  } 

Uyt  het  Bofch-gekomen  zijnde,  ende  befpeurende  dat  het  Schip  verfevlde, 
aagteik,  dat  ik  li  jve-loos  was,  gelovende  dat  fy  waater  hadden  gevonden, 
en  daar  mede  weder  naa  het  Schip  vaaren  gekeert ,  ende  dat  fy,  my  niet  ge- 
vonden hebbende,  de  zeylen  fouden  hebben  op-gehijft  om  naa  Vmtnama  te 
Zeylen. 

Siende  dan  my  felve  in  deie  verlegentheydt ,  riep  ik  die  vaffhet  Schiptoe 
doch  bcmerc-kende  dat  mijne  ftemmetefwak  was  om  tot  haar  doorte  drin- 
gen, liep  ik  hier  ende  daar  door  de  Rotfen  heenen ,  om  te  lien  of  ik  de  Boodt 
nietkonde  ontdecken,  welke  ik  bemerkte  niet  by  het  Schip  te  zijn,  ende  ik 
iag  die  eyndelijk  digte  by  een  ander  Eylandc,  dat  niet  verre  was  van  dat  gee- 
ne.op  het  welke  ik  hadde  verdwaalt  geweeeft. 

Ditdeedemyhoopen,  dat  fy  my  niet  fouden  verïaaten,  endemy  komen 
-ai-naalen  als  fy  waater  hadden  gevonden  ,  hier  op  ginck  ik  van  de  Rotfen  we- 
der neuer-waarts ,  myophet  Strant  begevende,  digte  by  het  felve  vondt  ik 
.Jsomen  die  een  aangenaame  fchaduwe  gaaven  ,  op  defelve  waaren  ook^enige 
^leynevrugten,  welke  my  den  mondt  leer  ververiten ,  doch  ditduerde  niet 
lange,  want  die  met  dervende ,  door  dien  fy  my  onbekent  waaren,door-fwel- 
•gen.,  a  iooweynig als het-fap  van  defelve,  mogte  het  weynig  helpen ,  ook 
■haddeikfoo  groot  een  brand  in  het  licchaam,dat  iknoytdagtehet  leven 
oaar  af  te  brengen ,  foodoor  die  brand,als  door  de  flaeutcn  die  my  alleoogen- 
bkckenover-vielen.  5 

Eyndelijk  viel  my  in  ,  dat  ikmy  behoorde  te  baaden  ,  ende, tot aan  den 
hals  toe,  in  het  waater  loope-n ,  om  my  foo  wat  te  verkoelen; Ik  ontkleede  my 
ctinigiiuH  nier  op,  ende  hebbende  my  eenigen  tijdt  in  het  waater  onthouden ,  begaf  ik 
ende  werd  my  weder  onder  de  fchaduwe  van  die  Bomen,  al waarik  in  foo  fwaar  een  flaap 
,J      «^dat.wanneerdeBooiquaoiaommyte  haaien,  ik  niet  wacker  wier- 
de, 


Hytrooft 
etuierer- 
■  ver  a  fig 
eenigfmts 


IV*.Bo.ECK.2)w  de  SpaanfiheWeft-Indiïftt  VIII.  Cap,  41 3 

de,  wat  gerugt  ons  Volk  ook  maakte  mee  roepen  ende  fchreeuwen/ m*<í*r* 
Híer  door  begon  den  ïy  te  vreefeo  dat  ik  dood  was ,  tot  dat  fy  te  iandt  ujnde  gee¿5¿ 
gekomen ,  ende  %  >  om  my  te  fdfeekëü ,  de eene  aan  de  eene,  ende  de  andere 
aan  de  andere  zijde  verfpieyt  hebbende,  een  van  haar  tnyvondt  ende  ont- 
waakte, fonder  het  welke  ík  in  gevaar  was  van  door  eenig  wilde  Beeft  ver- 
bonden te  werden5ofte  ,-naa  het  vertrek  van  het  Fregat ,  ellefldcïi )k  ende  al- 
leen op  dat  Eylandc  te  vergaan. 

Als  ík  ontwaakt  was,  beving  my  een  groóte  vreugde  ,    fiende  my  we-  wekke 
der  by  mijn  gewoonlijke  Gefdfchap ,  ook  was  het  eerile  dat  ík  vraagde,  of  fy  J^jJJ" 
oolr  waater  hadden  gevonden  ?  waarop  fy  my  antwoorden.dat  ík  maarhadi'e  ¿pïeifrf 
opteftaan,  ende  my  vrolijk  te  maaken,~oor  dien  ij  níet  alleen  waater  had-  «Roei- 
den gek  regen  ineen  naa-by  gelegene  Eylandt,  op  het  welke  íy  Spangiaar-  "°¿¿¡¡¡ 
dtn ,  al  daar  woonende ,  hadden  ontmoet ,  maar  ook  Orangie  appelen  ende  gevonden. 
Citroenen. 

Ikr gíng  dan  met  haar ,  met  alle  vlijdt,naa  de  Boot,  ende  foo  draa  ik  in  de 
felve  was gctreden,gafmenmy  foo  veelte  drinckenalsik  wilde, 

Het  waater  was  laauw  ende  drabbig,  door  dien  fy  hecniet  hadden  konnen 
fchepperi,of  fy  hadden  te  gelijk  de  grondt  van  de  Bron  moeten  beroeren, waar 
doornetflijk  fig  daar  onder  gemengt  hebbende  ,  hadde  fulks  veroorfaakt  dat 
het  foo  troubel  ende  drabbig  was; 

Des  niet  tegenftaande ,  dronk  ik  evenwel  een  geheelekanneiryt,  het  wel-   Den  Au=, 
ke  mijne  maage  ,  door  haare  fwackhey dt ,  niet  verdraagen  konnende ,  moeite  <hcur ge- 
ik  defelve  ten  eerften  weder  uyt-braacken  ;  men  gaf  my  ook  een  Orangie- raakrtin 
appel  ende  een  Citroen  te  eeten ,  welke  mijne  maage  mede  uyt  wierp ,  even  Saauw , 
als  fy  het  waater  hadde  gedaan ,  ende  naa  het  Fregat  toe  vaarende ,  verviel  ik  en  krijgt 
in  eene  foo  groóte  ffaauee  3  dat  ik  vreefde  te  fterven  ik  aan  Boort  foude  zyn  £enr[rare 
gekomen. 

Aldaar  gekomen  lijnde,  eyfehte  ik  noch  al  meer  waater,maar  het  felve  was 
foo  draa  niet  in  mijne  maage ,  of  ik  moefte  het  al  weder  uyt  werpen ,  hier  op 
leydde  men  my  te  bedde,  zijnde  met  een  brandende  koortfe  bevangen,die  my 
geheel  dienagtby  bleef  >  wagtende  ik  niet  anders  dan  de  doodt,  ende  dat 
de  Zee  my  tot  een  graf  foude  ftreckem 

De  Schipper  van  het  Fregat ,  fïende  dat  de  winde  was  omgelopen,  vond  iïg 
fee r  verlegen ,  vrcefende  met  de  windt  3  die  doe  woey,  noyt  te  Fanuama -te 
fullen  komen. 

Hierdoor  wilde  hy  het  op  eene  andere  wij  fe,  die  hy  tevooren  noyt  hadde 
befogt ,  waagen,te  weten,het  tuflehen  de  twee  Eylanden,  op  dewelke  wy  het 
waater  gefogt  hadden,  door-fecten,  wetende  dat  de  windt,  die  ons  over 
den  eenen  boeg  fchaadelijk  wasá  onsover  den  anderen  ioude  te  baate  ko- 
men, 

Desavonts  liet  hy  de  Zeylen  ontbinden  ende  betAnckerligten ,  inyoor- Sjrgaaa  , 
nemen  van  tuffchen  de  twee  Eylanden  door  te  zeylen , doch  de  uyt-komfte  be-  weder 
wseshoe  geyaarlsjlf  dit  beftaan  was ,  zijnde  eer  het  werek  van  een  defperaat  ^6?** ' 

ende  - 


4H  IV.  Boeck.   Voyagie  van  Thomas'Gags     VUL  Cap. 

ende  wanhopig  menfch  ,  dan  Yan  een  Perfoon  dieiijne  faacken  met  rijpe» 
raade  overlegr. 

Ik  kan  wel  feggen  datikdoen  alsopmijn  doodt-beddelag,  ende  dat  ik 
my.geheel  niet  bekommerde  aan  wat  zijde  deSchipperhetFregat  wilde  wen- 
den, oite»waarde  Fortuynonsibude  heenen  voeren  ,  mits  alleen  dat  Godt 
mijne  ziele  genaadig  was. 

Het  Fregat  was  foodraa  niet  binnen  de  engte  tuffchen  die  twee  Eylanden 
gekomen,  oihet  wierdedoorde  kragtdesltrooms,  foo  digte  aan  landt  ge  - 
trocken ,  dat  het  op  een  Roife  ftiet ,  ibodaanig  dat  het  roer  wierde  opgeligt, 
ende,  by  naa  uyt  de  handen  van  den  Stierman  geruckt ,  welcke  daar  op  begon- 
.de  te  roepen  1  OHeyligfteMaaget.raat  onsby3  wantfondex  uwe  hulpe  ver- 
gaan wy  ! 

Dit ,  nevens  het  gerugte  van  alle  die  geene  welke.inhet  Schip  waren,  ver- 
raakt  naa  weckte  in  my  een  doodelijk  vreefe  ,  evenwel  geliefde  het  GoDTmy,  ne- 
groote  vens  aiie  het  gefelfchap  van  dit  gevaar  te  verloifen ,  ende  dat  door  de  moey  te 
endearbeyd,  welke  de  Matroofen  den  geheelen? nagt  aanwenden,  met  de 
Boot  als  anderfints  alles ,  wat  mogelijk  was, in  het  werk  ftellende  om  hetFre- 
gat  van  de  klip  te/krijgen  ,  het  wetkefy  e.yndelijk  daar  af  bragten,naa  dat  het 
drie  maaien  daar  op  hadde-geftooten. 

Kae  dat  wy  die  moeyelijken  nagt  gepaffeert  hadden  ,  zeylden  wy  op  den 
morgen  verre  van  alle  die  gevaarlijke  plaatfenjloopende  van  tuifchen  die  twee 
Eylanden  uyt,  ende  het  landt-waartfte  op  zijde  hebbendegekregen,  vervolg- 
den wy-onfen  cours  naa  Pannamamet  feer_goeden  fpoer. 

Doordien  numynemaage  weder  wat  verfterekt  was,  foo  begonde  ik  dié 
morgen  weder  wat.  te  eeten  ende  te  drinken ,  ook  nam  ik  mijn  vermaak  in 
het  befchouwen  van  dat  fchoone  Eyland ,  digte  langs  het  welke  wy  heenen 
zeylden. 

Op  den  avond  arriveerden  wy  inde  Haaven  van  Perico,  ende  wy  wierpen 
aldaar  het  ancker  in  den  grond,wagtende  datmen-hetSchip  op  den  volgenden 


Het  Schip 
(loot  op 
een  klip. 


Het  ge- 


moeyte 
«Jaar  we- 
<2er  af. 


Den  Aa- 
theur  be- 
gint ce  be 
reren. 


Fet  Schip 
komt  te 

maar  wen  ochtend  foude  komenviriteren ,  ende  begaf  fig  onfe  Schipper  alleen  tëlande,; 
door  maar  in  de  volgende  nagt ,  de  windt  zijnde  om-geloopen,  ontftont'er  foo 
daargZ.*0  groot  een  ftorm ,  dat  wy  ons  ancker  verloren ,  ende  digte  tot  aan.Itf  Vacheque 
dreven,  toe  te  rugge  gedreven  wierden  ;  wy  hadden  daar  en-boven  groóte  vreefe  dat 
wy  foo  verre  in  den  Oceaan  fouden  geraaken ,  dat  wy  niet ,  dan  met  groóte 
moeyte ,  weder  te  Pannama  fouden  konnen  komen, 
Sy  komen  Maar  degroote^GoDT,  aan  de  welke  de  windt  ende  de  Zee  gehoorfaam 
zijn,  deede  dieitormineen  voorfpoedige  koelte  veranderen,  met  dewelke 
wy,  voor  de  tweede  reyfe,  te  Pewoquaamen,vanwaar ,  naa  dat  wygevi- 
fiteertwaaren,wy  met  volle  zeylehonfencoursnaaP/w»*w/¿voort-fetten. 

Als  wy  nu  digte  voorde  Haaven  van  delaatfte  plaatfe  waaren  gekomen»" 
hebbende  geen  ancker  aan  boord ,  dreef  ons  de  windt  wederom  te  rugge,ende 
foo  de  Schipper  ons  geen  ancker  hadde  toegefonden ,  fouden  wy  weder  naa  la 
Yacheque,  ofte  mogelijk  verder,zijn  gedreven  geworden. 

Maar 


?oorde 
Haaven 
-van  Pa» 


Warden 
daarvzn' 
daan  ver- 
¿TCVCOt 


IV.  Boek.  T>oor  de  Spaanfche  Weft-Indiên.  VIII.  Cap.  41  y 

Maar  door  middel  van  dat  toegefonden  Ancker,  bleven  wy  die  nagt  voor 
renco  leggen ,  zijnde  geheel  verbaaft  dat  wy  foo  veel  tegenfpoet  hadden,foö- 
oaanig  dat  eenigafeyden,  dat  wy  moeiten  betovert  wefen,  ofwel  dat'ereen 
yeroannene  oite  g-escommuniceerde  onder  ons  moeite  zijn ,  ende  dat  fy.foo 
iy  hem  kenden  ,  hem  buy  ten  boord  fouden  werpen. 

1 erwijlen  defe  praatjens  valt  onder  ons  omgingen  ,  liep  de  windt  wedemm  Vnmfi  „ 
om,  ende  naa  dat  wy  het  ancker  geligt  hadden ,  vervolgden  wy  onfe  reyfe  naa  £2J! 
Vannama,  alwaar  ons  de  goede  Godt  eyndelijkgeluckelijkenbragt. 


HET  IX.  CAPITTEL. 

"Den yfutheur treedt  te  lande.  Befchrijvinge  wwPannama, 
Megte gebouwen.'  Groóte  onkuysheydt.  Swa'are  Ebbe  en- 
deVioedt,  oock  ongefonde  lugt  te  Pannama.  Vertreck  van 
Pannama.  Komfte  te  Venta  de  Cruzes»  Goet  onthaal  al- 
daan 

DS°nrifíein,Íkcm-y  "?  *Í£  ftond-e  reedeliicke»  wel  bevondt,  en  bleef  Den  a.. 
ikniet  lange  in  het  Fregat,   in  het  welke  ik  hadde  gedagt  mynetheut 

miinWSntíeyAl3  niaarikbegafmyaanítontste  lande,  LmendéEl" 
mijn  verblijf  in  hetC  oofter  van  de  Ordre  vanSt.  Dominicas,  ik  onS  ' 

SnoeTom^líT '  "$^1 ^? '  ende  defdve  gedurende  hadde  ik  ^jt 
genoeg ,  om  alles ,  wat'er  in  de  Stadt  aanmerekens-waardig  was ,  te  befchou- 

A^rJt^v  v™?mmfa  werd  even  als  die  vanG*^w*Wregeert,te  weten  Befchry- 
door  een  Prefident  ende  fes  Raads-Heeren ,  conitituerenle  eene  Konind  ike  T&  ™ 
Cancelarye,ook  is  in  de  felve  den  Setel  eens  Bifichops.  ^oiiingiijke  tamm0t 

tóSielk niï?Tadc  Zruyd;2eeveel.ftercker  dan  eenige  andere  Zee- 
^^^^^^^^^m  fe  uchúes 

ikflASr3^^1^"'  jn  dewelke  ik  geweefthebbe,  hebbc 
iik ftêeen    nSlf^M  '  Cnde  dat  do°r  dien  men  ter  P1^tfe  foo  qua- 

^.SSÄSJS^' roodaanig  dat  d-«^*  ^V 

ü^maZ7ll^ZfrfdT3  endede  mueren  van  de  fchoonile  Kerken  be-  sim* 
SS"S  Pieken,  welkedaar  nietalleen  voor  kalk  ende  fteen  Ä 

fenmedeteáecker 


GiS 


De 


Groóte 
onkuys- 
beydr. 


Swaare 
Ebbe  ende 
V;oedc,= 
enonge- 
fondeJugt 
te  Panna- 
ma. 


Vertreck 
Van  Van- 


Komfle  te 

'Venta  <?t 
Cruz.es. 


Goet  ©nt- 


4,16      IV.  Bqeic.    Voyogie  vanThomas  Gage  IX.  Cap. 

De  hette  isdaar  foo  groot ,  dar  de  gewoonlijke  dragt  der  Inwoonders  niet 
anders  is ,  dan  een  watnbais  van  Hjwaat,  dataan  alle  dezijden  opgefneden  is, 
nevens  een  broek  van  tafofre  diergelijke  andere  ligte  ftojfe. 

Vifchjvrughten  endekruyken  vindtmen  daar  in  grooter  overvloed  dan  wel 
vleefch \  het  friiïche  waater  uyt  de  Cocos-nooten  werd  meeTf  vänxhrVrouwen 
tot  haaren  drank  gebruykt ,  ook  drincktmen  daar  veel  Chocolate,ende  men 
heeft'ei'  de  ruymte  van  Peruviaanfche  wijnen. 

De  Spangiaarden  welke  in  die  Stadt  woonerc,  zijn  feer  tot  vermaak  ge- 
negen, ende  voor  al,  totdat  van  de  Vrouwen  ,  lijnde  de  Negerinnen,wel- 
ke  daar  ten  grooten  getaale  ende  rijk  en  aardig  zijn ,  het  voornaamfte  voor- 
werp van  defe  haare  ongeregelde  onkuysheydt. 

Men  houdt  Pannama  voor  een  van  de  rijkite  Steeden  vzn^merica  3  drijven- 
de de  InwoonderSjVan  de  felve  haaren  handel  na  de  Noord-Zee ,  foo  te  landt* 
als  op  de  Reviere  van  Chiagre ,  ende  langs  de  Zuydt-Zee  op  Pm/,de  Ooit-Ifr- 
dien  ,  Mexico  ende 4e  Honduras, 

Te  deferPlaatfe  werden  de  grootfte  fchatten  vanPeru  gebragt  in  twee  a  drie 
groóte  Scheepen,  defelve  ankeren  in  de  Haaven  van  Perico,  welke  drie  mij- 
len van  de  Stadt  af-leght,wantde  Ebbe  en  de  Vloedtzijn  te  dierPlaatfe  foo 
groot  end&iterk ,  dat  de  grootfte  Scheepen  daardoor  belet  werden  /naarder 
aan  de  Stadt  te  komen,  want  als  het  ebt,  ishetwaatermeer  daneen  mijl  van 
de  Stadt  verfcheyden,  laatende  het  felve  veele  modderige  Plaaten  bloodt 
leggen ,  ende  hier  van  daan  komt  de  ongefontheyd  van  die  Plaatfe,  welke  nog 
vermeerdert  werd  door  veele  moeras-agtige  plaatfen  die  omtrent  de  Stadt  ge- 
legen zijn. 

Mep  heeft'er  omtrent  vijf-  duyfent  Inwoonders,  ende  defelve  onderhouden 
ten  miniten  agt  Cloofters,  foo  van  Religieuie  Mannen  als  Dogters. 

Ik  hadde  geen  grooter  vreefe ,  dan  voor  de  hette ,  ende  daarom  deede  ick 
ook  alles  wat  ik  konde ,  om  draa  van  daar  te  geraaken. 

Ik  hadde  de  keure  om  te  lande  ofte  te  waater  met  Gefelfchap  naaPerto-Belfo 
te  gaan. 

Maar  bedenkende  de  moeyte  diemen  hadde ,  wanneer  men  te  lande  ging  , 
inhetpaiTeerenvanhet  Gebergte,  foo  ftelde  ick  vaft  langs  de  Reviere  van 
Chiagre te  gaan,  foodaanig dat,  ík  omtrent  midder-nagt  vertrok,  om  naa 
Venta  de  Cruzes  te  reyfen,iijnde dat  omtrent  thieft  a  twaalf  mijlen  va.nPmm- 
ma  gelegen. 

Den  weg  welke  men  moet  nemen  om  daar  te  komen ,  is  ,  voor  het  mee- 
fte  gedeelte  vlak  ende  effen,  ende  des  avons  ende  des  morgens  feer  aange- 
naam. 

Wy  quaamen  omtrent  ten  thien  uuren  des  morgens  te  Venta  te  Cruzes ,  al- 
daar woonen  níet  dan  Mulatten  ende  Negers,welke  de  plat-gebodemde  Sche- 
pen beftieren  ,  waar  mede  men  deCöopmanfchappen.ende  Waaren  vanP¿»- 
nama  naa  Porto-Bello  brengt. 

Ik  wierde  van  alle  die  Lieden  feer  wel  ontfangen ,  {y  baaden  my ,  dat  ik,op 

de 


IV*   BoKCKfDoQrdeSpaanfcheWéft-Indzëïï.  X.  Cap.  447 

deaanftaandeSoüdag,  voor  haärlpredicken    wilde,  ik  deededan  fulckstenhaara' 
haare  verfoecke  ,  ende  fygaaven  my  twintig  Rijxdaálders,   foovoormyn  daar' 
Sermoen  als  voor  het  doen  van  de  Proceflie. 


HET  X  CAPITTEL. 

Fertreck  van  Venta  de  Cruzes*    Tegenjpoedt  op  dè  Reyfe. 
Komjfe  aan  Zee.     Groóte  Jloffigheydt  der  Spängiaardeti* 


Nli^Ä^  vijfdaagen  hadde  leggen  wagten  ,   vertrocken  eyn-  vertreck 
dehjk  de  Schuyten,  maarwy  hadden  veele  moeyte  om  de  Reviere  »an  **»"■ 
af  te  dry  ven,  door  dien  wy  hetwaaterop  eenige  plaatfen  feerlaag  AeQ***"> 
V°a a   > /ooaawHgdat  de  Scheepen  dickmaalen  in  de  modder  bleven  fitten, 
ende  de  Negers  moeiten  met  bomen  ende  andersfints  alles  in  het  werk  ftellen 
wat  iy  konden ,  om  defelve  weder  vlot  te  krijgen. 

Somwylen  vonden  wy  ook  fterke  ftroomen ,  die  ons  als  een  pyl  uyt  een  TegeB. 
boog  onder  de  bomen  ende  haere  tacken  dreven ,  ftaande  die  met  meenighte  'f0,?0? 
aan  de  kantvan  de  Reviere,  hier  door  wierden  wy  dan  kort  op-gehouden,  en-        y 
dewy  moeiten,  om  wederaan  de  vaart  te  geraacken  ,  veeltijdsverilijten, 
met  het  at- hacken  van  de  tacken  der  groóte  bomen  die  over  het  waater  hin- 
gen. 

.  Oock  fbude  onfe  Reyfe  veel  langer  ende  verdrietiger  hebben  gevallen ,  foo 
fco  D  T  ons  geen  fwaare  pias-regens  hadde  toe-gefonden ,  welke,door  het  af- 
vlieten  van  het  Gebergte ,  de  Reviere ,  die  van  felve  weynig  waater  heeft , 
deeden  op-fwellen.  ' 

Twaalf  daagen  naa  ons  vertreek  van  Venta  de  Cruzes ,  quaamen  wy  aan  de  Komfte 
r\  wy  Sifigen  aan  het  Cafteel  te  lande,  om  ons  daar  een  halven  dag  te  ver-  **"  de 


verfeben 


Zee. 


a.frll¿  **rhhikdWkdïtde  Spangïaarden  voor  feeker  houden,   dat  de gw«e 
IfiJ  ^^nen^etkgewaatervan  deReriere  van  Cbiagre bequaam ¡£ SS 
1 ÏA       te beletten,dat eenige vremde  Natie, langs  defelve  VmtadeCruzes  §¿^cn. 
!ír  ^ÍníCatquercí  *  en,de  by  gevolg  te  P^»^;/Ägeraaken  ,  want  fonder 
dat  ïouden  (y  beter  forge  draagen ,  dan  fy  nu  wel  doen,om  dat  Cafteel  te  on- 
derhouden énde  te  fortificeeren,  want  doen  ik  daar  paffeerde ,  diende  het 
^n°°dig  gerepareext  te  werden,  ftaande  op  het  point  ont  in  duygen  te 
'  ....  . 

Ggg*  Pc 


4 1 8   IV.  BoECk:    Voyagie  van  Thomas  Gage     X.  Cap 

De  Gouverneur  van  hetCafteel  was  een  groot  debauchanc,  ookdeedehv 

ons,  terwijlenwy  daar  waaren,  feerfterk  drinken,  ende  doordien  hy  een 

Cappellaan  ,  voor  hemende  fijne Soldaaten,  van  nooden hadde ,  verfogt  hv 

my ,  om  daar  te  blijven ,  doch  ik  hadde  affaires  die  vry  van  meer  gewigte 

waaren,  ende  die  my  op  een  andere  plaatfe  riepen ,  ende  daarom  nam  ik  myn 

af-fcheydt  van  hem ,  ende  op  ons  vertreck  vereerde  hy  ons  eenige  ververffin- 

gen  van  vleefeh ,  vifch ende  Confituren,  gevende  ons  daar  naa  oorlof om  te 

gaan. 

iRny7«P'en  r  WyIiePenhieropin  volle  Zee,   ende  ontdekten  eerft  het  geeae  men  VE. 

^oi'Efcu-fcuäo  de  fragua  noemt ,    ende  onfe  Reyfe  al  roeyende  niet  verre  van  de  Wal 

iodevtra-  voort- fettende,.  continueerden  wy  onfen  Cours  naa  Porto-Bello  tot  Saturdag 

««*•         des  avonts  toe ,  als  wanneer  wy  ons  anckerby  een  kleynEylandt  wierpen  in 

voornemen  van  des  volgendendaags  te  Por/o-Be/Abinnem^rloopen.         ' 

K.mfte  te      De  Negers  bleven  dien  geheelen  nagt  wacker ,  uyt  vreefe  van  deHollan- 

Torio-       ders ,  welke ,  foo  fy  feyden ,  fig,  ter  dier  plaatfe  ,  dickmaalen  in  embufcade 

Bdie.        hielden ,  om  de  Scheepen ,  welke  van  de  Reviere  van  Chiagre  komen,  te  ver- 

rafiTchen ,  maar  wy  bragten  die  nagt  in  rufte  over,ende  quaamen ,  des  ochtens 

geluckelijk  bisnen  Porto-Bella. 


HET  XL  CAPITTEL. 

Sterckte  van  Porto-Bello.  Tien  Autbeur  voorjïet  Jïg  van 
een  Logement.  <Duere  Huys-huer^  Voorbeelt  daar  van* 
Groóte  mildaadigbeydt*  Groóte  meenigte  vanjiiver.  <De 
Gallioenen  komen.  Die  groóte  dierte  in  de  eet -waar en bren- 
gen. Maniere  van  handelen  ft?  Porto-Bello*  Rij ckfte  merkt 
deswerelts*  i 

DEieHaaven  isfeer  welgeíterckt,  door  twee  Cafreelen  die  aai  den 
mondt  van  defelve  leggen,  op  dewelke  altoos  goede  wagt  werdt  ge- 
houden, foo  wel  als  op  eenderde,  dat  meer.  innewaarts  legt,  ende 
het  Fort  St>  Michatlgenaamtis. 

Als  ik  daar  was  aangekomen  bedroefde  ik  my  feer  ,  veritaande  dat  de  Gal- 
lioenen noch  niet  uyt  Spangien  waaren  gearnveert,döorJdieh  ik  wel  wiiledaï 
ik  aldaar  niet  lange  konde  verblijven  fonder  groot  geit  te ;  verteerén. 

Doch  ik  troofte  my ,  door  dien  ik  wifte ,  dat  het  de  tijde  was  datfy  moeften 
komen,  ende  datfy  niet  lange  konden agter  bfy ven.  ; 

Het  eerfte  dat  ikdeedewaseen  Logement  op  te  foecken,  fulks  konde  mem 
4©en  foo  goede  koop  bekomen }  dat'er  felfs  perfoonen  waaren  3  welke  aanbo- 

;  dea 


«r-«- 


IV.  BoxcKJDoor de SpaenfeheWefi-IndiH.  XÏ^Cap-  419 

denmy  voor  niet  te  huys-veften,  mits  dat  ik ,  als  de  Gallioenen  fouden  zij» 
aangekomen  ,  het  buy  s  weder  ruymen  foude  >  ofte  ibo  veel  geks  als  de  andere 
geven. 

Maar  ^aar  was  een  Edelman ,.  welke  Threforier  des  Konings  was  ,.  die  my  D*n  ^" 
een  kamer  beloofde  te  beitellen,  op  dewelke  ik,  voor  een  civilen  prijs  four-  ^¿"fac 
de  konnen  verblijven ,.felfs  als  de  Scheepen  fouden  wefen  aangekomen  ,  ende  fig  van 
dehuys-veltingeophet  dierftezijn,  foodanigdat  wy  te  faamen  uyt-gingen  ee^  LoSe* 
om'ereenop  tefoecken,  als  wanneerwy ,  door  tuilchen-komfte  van  fijne  mcnt' 
authoriteyt ,  met  den  eygenaar  accordeerden  over  feeckere  kamer,  ènde  be- 
dongen dat  hy  die ,  op  de  aankomfte  der  Scheepen,  voor  my  alleen  foude  moe# 
ten  behouden- 
Op  defe  kamer  konde  niet  ftaan  dan  een  bedde,  een  taaffsi,en  een  itoel,blij-  Doere 
Vende  dan  alleen  maar  fpátie  over  voor  het  openen  ende  fluyten  van  de  deure ,  ¡¡°J*" 
ende  evenwel  eyfte  men  my  hondertende  twintig  Rijxdaalders  voor  de  felve, 
ende  dat  maar  voor  den  tijd  dat  de  Gallioenen  indeHaaven  fouden  verblij- 
ven, díe  gemeenlijk  vijfthien  daagenduert. 

Door  dien  de  Stadt  kleyn  ís ,  ende  men  ten  minden  vier  a  vijfduyfent  Sol- 
daatenopde  Gallioenen  tothaare  defenííe  ïn-fcheept  ,doordien'erook  veeW 
Cooplieden  uytSpangien  ,Pm*jende  andere  quartieren ,  de  eene  om  te  koo- 
pen,  endè  de  andere  om  haare  waaren  te  verkoopen ,  komen,  foo  veroorfaakt 
fulks,datdekaamers,  hoe  kleyn  die  ook  mogen  weien,  feerveele  gelden, 
want  het  gebeurt  dickmaalen  dat, 'er  niet  genoeg  ia  de  Stadt  zijn ,  om  alle  de 
aienfchen  onder  het  dack  te  helpen. 

Ik  kende  iceker  Coopman  die  duyfent  Rijxdaalders  gaf,  voor  een  winckel  ^°Pr' . 
van  eene,maar  taameli  jke,grootte,ende  dat  alleen  voor  den  tijd  van  vijfthien  ^   *** 
daagen  dat  de  Gallioenen  in  de  Haaven  bleven. 

Ikagte  dat  het  voor  my  te  veel  was,  dat  ikhondert  ende  twintig-Rijx- 
flaalders  foude  geven  „ende  dat  voor  foo  kleynen  kamer  3  welke  nietdaneen 
Ratten-neft  was,  endè  door  dien  my  dat  niet  aanftont,feyde  ik  tegens  des  Ko~ 
nings  Threforier ,  dat  het  niet  lange  wasgeleden ,  dat  ik  op  de  Zee  was  be- 
rooft ge  worden  ,  endè  dat  ik  foo  veele  onkoften  boven  mijnenoodige  vertee- 
ringe,welke,ten  minften ,  ook  foo  véél  ioude  belopen,niet  konde  doerr. 

Maar  daaromme  wilde  men  het  my  niet  te  minder  geven,  foodaanig  dat  Groóte 
die  goede  Threforier,  medelijden  metmy  hebbende,aanden  Höipes  preien-  J?'^3*; 
teerde  feftig  Rijxdaalders  voor  my  te  geven ,  mits  dat  ik  de  andere  helft  fou-  d,Sheydt? 
de  konnen  betaalenj  ende  hier  toe  moeite  ik  refolveeren,  ofte  welombuyten 
•p  de  ftraate  te  flaapen. 
Ik  wilde  my  evenwel  in  dat  neft  met  begeven  dat  my  foo  duer  quam  te  ftäan, 
voordat  de  Vloote  was  aangekomen,  ende  ik  gink  op  een  ander,  ineenfeer 
fchoon  vertreckjdatmen  my  voor  niet  geprefenteert  hadde,  logeren. 

Terwijlen  ik  naa  de  komfte  van  de  Vloote  wagtede  ,    ontfing  ik  eenig  - 
gelt,foo  van  Offerhanden  als  Miflen ,  ende  voor  twee  Sermoenen }  die  ik  dee- 
4e>ga£m.en  my  veor  yder  vijfthien  Rijxdaalders, 

Ggg  3  ♦  ^ 


4,20      IV.  Boek.     Voy agie  van  Thomas  Gage     XL  Gap. 

Ikgink  ookdeCafteelenbefien  ,  die  ikfeergoet  ende  wel  verfeekert  te 
fci;nbevondt 

Doch  daar  ik  my  het  meefte  over  verwonderde  was  het  groóte  getal  van 

van  filver.  Muyl-efels  ,  die  daagelijks  van  Pannoma  ,  met  bhaaren  filver  gelaaden  quaa- 

'men,  foodanig  dat  ik 'er  op  eenen  dag  meer  dan  twee-hondert  telde,  die 

met  niet  anders  bevragt  waaren ,  men  ontlaadde  defelve  op  de  volle  markt, 

op  dewelke  hoopen  van  bhaaren  filver.,   evenof  het  maar  fteenen  hadden  ge- 

weeft,laagen ;  ook  liet  men  die  daar  fonder  voor  dieveryetevrcefen. 

Naa  thien  daagen  daar  ter  plaatfe  geweeft  te  hebben,arriveerde  de  Vloot, 
defelve  beftondt  in  thien  Gallioenen  ende  fes  Coopvaardy-Scheepen,  ende 
hier  door  fag  ik  my  verpligt ,  my  naa  mijn  Ratten-neft  te  begeven. 

Het  was  een  wonderlijke  faaketeiien  ,  het  groot  getal  van  menfchen  die 
doen  op  de  ftraaten  waaren ,  daarmen ,  weynige  daagen  te  voren,by  nsa  nie- 
mandtfag. 

De  prijs  van  -alle  dingen  begondemedete  rijfen,  foodaanig  datmenvoor 
een  Hoen  twaalf  Reaalen  verkogt,  dat  my  te  voren  maar  een  gekoft  hadde  op 
het  platte  landt ,  het  pondt  Oifen-vleefch  goldt  twee  Reaelen,daar  ik  op  ari- 
brengcn.  dere  plaatfen  derthien  ponden  voor  een  halve  Reaal  hadde  gehadt,  ende  alle 
de  andere  fpijfen  wierden  naa  proportie-foo  dier ,  dat  ik,niet  wetende  wat  ik 
foude  aanvangen ,  mymet  vifchende  Schildt-padden  moefte  behelpen  ,  en 
hoewel  defelve  my  mede  al  yry  wat  geks  koften ,  konde  ik  evenwel  niets  be- 
ter koop  hebben. 

Het  was  mede  béfiens-  waardig ,  hoe  de  Cooplieden  haare  waaren  verkogr 
ten ,  nietin  het  kleyn  ,  ende  by  de  elle ,  maar  in  het  gros  3 ,  met  geheele  flucken 
ende  fwaar  gewigte,  de  betaalinge  gefchiede  ook,  niet  met  gemunt  geit., 
maar  met  bhaaren  filver  3  welke  men  woeg  ende  voor  de  waardye  der  Koop- 
manfehappen  aannam. 

Doch  dit  duerde  maar  vijthiendaagen ,  welke  geduerende  de  Gallioenen 
merkt  des  met  Schuytjens  ende  bhaaren  van  filver  gelaaden  wierden,  foodaanig  dat  ik 
vryelijk  feggen  kan  ende  ftaande  houden ,  dat  'er  geen  rijker  merkt  in  de  we- 
reldt  is ,  dan  die  gcene ,  welke  op  die  tijdt  te  Porto-bello  werd  gehouden,  tuf- 
fchen  de  Cooplieden  díe  uytSpangien  a  Pamtawa,  Pinsendedeomleggende 
Plaatfen  aldaar  komen. 


Die  groo 
te  dierte 
in  de  eet  - 
waaren 


Maniere 
van  ban= 
delen  te 

Vello. 


Rfjkfte 


HET 


iV.BöEk,  'boor  de  Spaan/c heW'eJf-Indiëiu  XII. Cap,  421 

HET  XIL  CAPITTEL 

Meerfligheyd  van  Ybaïïa*  Groóte  ongefontheydt  van  Porto 
Bello*  Foor  beeldt  daar  van  ten  tijde  des  Antheurs¥  Schoon 
Gafl-huys  te Porto-Bello.  Swaerevragt den ^Autheur  af* 
gevordert  op  een  Gallioen.  ¥)ie  defelve  feer  goede  koof 
krijgt .  Ver treek  der  Vloot  e ,  die  Scheepen/iet.  \De  Ho  lian* 
ders  nemen  twee  Scheepen  van  de  Vloot.  Goede  gelegentheyt 
van  het  Ey landt ■  de * 'Providentie  om  de  Spangiaarden  te 
befthaadigen-  T)e  Hollanders  komen  weder-  Gevaar  van  het 
Schip  des  Autheurs. 

DOn  Carlos  ¿PYharra ,  welke  dat  Jaar  Admiraal  van  de  Vloote  was,, 
bragtalle  neerftigheyd  ende  mogelijcke  vlijd  by ,  om  met  defelve  we-  ^eerftig- 
deraanftontstekonnen  vertrecken;  Dit  maakte  dat  de  Cooplieden  Yéarra? 
haar  ook  feer  haaireden  in  naaren  handel ,  foo  met  kopen  als  verkopen  ,  ende 
met  het  in  fchepenvahdefchuytjensende  bhaarenfilver. 

Dele  neerftigheyd  verheugde  mytenhoogften,   om  dat  ik  bemerckte  dat 
hoe  eer  fy  de  Scheepen  laadden,hoe  trage r  ik  ook  mijne  beurfe  ontlaaden  fou-  ^nr°°ite  - 
delende  dat  ik  daar  door  in  hetkorteuytdie  ongefonde  Plaatfe  foude  konnen  heyd  vaa 
vertrecken,  alwaar  de  brandende  Sonne  niet  alleen  heete  koortfen  ,  die  de?""? 
menfchen  dickmaalen  weg  fleepen ,  veroorfaakt,  maar  men  komt'er  oockSe//"' 
veeltijds  te  fterven,alleen  als  men ,  wanneer  het  regent  3  de  voeten  niet  droog; 
weet  te  houden. 

Maar  voor  al  kan  men  feggen  ,  wanneer  de  Vloote  daar  haar  verblijf  heeft, 
dat  defe  plaatfé  een  altoos  open  graf  is  ,  bereyd  ftaande  om  een  groot  gedeelte  Jf  °J*d   t, 
van  het  Volck,  dat  daar  dan  in  foo  grooten  toe-vloed  naatoe  komtfacken3in  Van  La** 
te  fwelgen ,  even  als  het  ook  gebeurde  doe  ik  daar  was ,  als  wanneer'er  in  die  tijde  des 
korte  tijdt  meer  dan  vijf  hondert  foo  Cooplieden ,  Soldáaten  als  Matroofen  Auct-eur*. 
itierven ,  en  dat  ten  deele  van  de  heete  koortfen ,  ende  mede  van  den  Buyck- 
loop,  welke  verweckt  wierde  door  het  teveel  eetenvan  devrugten,  ende 
het  onmaatig  drincken  van  het  waater  ¿foo  wel  als  door  andere  ongeregelthe- 
den,  foodaanig  darmen  konde  feggen  ,   dat  defe  Plaatfe  voor  haar  niet  was 
V  orto-Bello  3  dat  is  een  fchoone  Haaven ,  maar  Porto-Malo  ,dat  ispeen  quaade» 

Door  dien  nu  dit  gemeenlijk  alle  Jaaren  gebeurt3foo  heeftmen,  ten  behoe-  Schoon 
ve  van  die  geene  die  qualijk  geftelt  uyt  de  Zee  op-komen,  of  die  daar  ter  Gijft'li-»y*' 
plaatfe  fieck  worden ,  een  Gaft-jmys  3  dat  feer  rijk  is,in  de  Stad  getimmerten  ¿'//,*"'" 
het  felve  fijn  veele  Religieufen  de  la  Charita,  welke  forge  draagen  foo  voor  het 
foulaas  der  fïecken,als  voor  het  begraayen  der  dooden. 

Den 


42  2     IV.  Boek.  Voyagie  van  Thomas  Gage     XII.  Cap. 

Den  Admiraal  welcke  bedugte  dat  die  faaken  meer  moghten  toe-*emen  , 
deede  alle  mogelycke  neerftigheyt ,  om  met  de  Vloote  weder  in  Zee  te  gera- 
ken ,  ende  hy  en  ftoordde  fig  niet  aen  het  geene  men  feyde  ,  te  weten  ,  dat'er 
drie  a  vier  Engelfche  ofte  Hollandfche  Scheepen  in  Zee  waeren,die,  na  allen 
fchijn  ,  niet  anders  fouden  doen  ,  dan  het  eene  ofte  het  andere  Schip  9  dat  ee« 
weynig  van  de  Vloote  mogte  af  raaken ,  tragten  te  nemen. 

Defetydinge  joeg  mijn  den  fchrick  in  het  lijf,  ende  ik  meeflde  dat  het , 

voor  mijne  fecuriteyt  ende  veyligheid,  beft  foudezijn,  fo  ik  tragte  op  een 

van  de  befte  Gallioenen  over  te  varen,  maar  als  ik  hier  op  wegens  mijne  vragt 

gevordut  wilde  handelen,  fo  bevondik,  datmen  my  niet  minder  dan  drie-hondert 

GaUioeu,   Rijxdaalders  voor  de  felve  af-vorderde,  ende  die  fomme  foude  ikaiet  hebben 

konnen  op-brengen ,  fonder  my  grootelijks te  incommoderen. 

Hier  door  dan  nam  ik  voer ,  my  aan  eenig  Schipper  van  een  Coopvaarder 
te  addreíferen,hoewel  iek  wel  wifte  dat  ickby  een  foodaanige  niet  fo  feecker 
foude  zijn  als  in  een  Gallioen  dat  wel  van  Soldaaten  ende  metaal  Gefchut 
voorfien  was3maar  ik  troofte  my  altoos  inGODTswelke  een  feekere  toevlugt 
ís  voor  die  geene  die  Hem  vreefen,  ende  die,in  die  verlegentheyt,  my  een  feer 
veylige  over-vaart  voor  geen  geit  deede  vinden. 

Want  hebbende  op  feeckeren  dag  mijn  Vriendt  den  Threforier  ontmoet, 
hadde  de  felve  weder  medelyden  met  my ,  my  als  een  Vremdeling ,  die  korts 
gefpolieeit  was ,  confidererende ,  hy  recommandeerde  my  aan  den  Schipper 
van  een  Coopvaarder,de  St.Sebaftiaan  genaamt,welke  hy  wifte  dat  van  finne 
was  een  Cappelaan  in  lijn  Schip  te  hebben ,  ende  aan  denfelven  fijne  taafleltc 
geven.  ,     _, 

Ik  hadde  my  fo  dra-nietbyhena,  uyt  den  naam  van  den  Threforier,  die 
fo  wel  fijnen  als  mynen  Vriend  was,aengegeven ,  of  hy  belooide  my  binnen 
fij n  boord  te  ontfangen,  ende  aan  fijne  taffel  te  fpyfën,  begeerendehy  daar 
voorniets,  dan  dat  ikGODTvoor  hem  endedezyne  bidden  fouden,  be- 
loovende  my  daer-  en-boven  te  betaalen  voor  alle  de  Sermoenen  die  ik  foude 

Ik'loofde  ënde  dankte GODT  voor  de  genade  die  Hy  my  deede ,  erken- 
ne  in  defe  faake ,  fo  als  ik  te  vooren  in  veele  andere  gedaan  hadde ,  de  hulpe 
vanSyne  voorfienigheyt ,  welke  my  middel  verfchafte  om  in  Engeland  te 
geraaken. 
venreck       Soo  dra  als  de  Scheepen  gelaaden  waaren,vertrocken  wy  om  na  Cartbagetta 
¿er  vloote  te  zeylen ,  ende  daags  na  dat  wy  t'zeyl gegaan  waeren,  ontdekten  wy  vier 
¿ie  schee-  Scheepen ,  dít  joeg  de  vreefc  in  de  Coopvaarders ,  ende  maakte  dat  fy  digte 
pen  fiet*     omtrent  de  Gallioenen  hielden ,  als  hebbende  meer  vertrouwen  in  de  magt 

van  die  Vaar-tuygen  als  in  haare  eygene. 
Defloibn-      Het  Schip  waarin  ik  my  bevond,  was  ligt  ende  wel  beïeylt,  hier  door 
iersne-     was  het  altoos  digte  by  den  Amiraalofte  een  van  de  andere  Gallioenen , 
maar  alle  de  andere  die  fo  rad  niet  ter  zeyl  waaren ,  quaamen  fo  verre  agh- 

tera 


Díe  de  iel. 
ve  feer 
goede 
koop 


ÜE¿   Boi.CK!Door.:deSfaanfchemeft-Indr¿n. XIf.CAP.423 

ter,  dat'ei  twee  door  de  Hollanders  genomen  wierden,  ende  door  haar  by  tweeScfc  a 
nagt  weg  gevoerc ,  eer  wy  te  Carthagena  ko  men  konden.  *an  de 

De  Spangiaarden  hadden  geen  meerder  vreëfe  dan  omtrent  het  Eylandt  de  Goede  g«- 
rrovidentie,het  welke  fy  St.  Catharina  noemen ,  vreefende  dat  uy  t  de  Haaven  tegenthe  J* 
van het  fel  veeenige  kloeke  Engelfche  Scheepen  foudeu  komen  loopenen  de  Ä* 
Vioote  attaqueren.  r  Kïï8*> 

Sy  vervloekten  de  Engelfche  die. het  felve  bewoönden,ende  feyden  dat  dat tie  oinde 
Eylandt  nu  niet  anders  was  dan  een  toe-vlugt  van  Rovers  ende  Zee-fchuy-SS'te 
mers,  ende  dat,  ibo  den  Koning  van  Spangien  da-ar  niet  haaft  ordre  inHel- befchaa- 
de ,  fy  veel  quaats  aan  de  Spangiaarden  fouden  doen  ,  door  dien  het  digte  by  diSca- 
de  mondt  van  El De/aguader»  legt ,  waar  door  de  Fregatten  van  Grenada  groot 
gevaar  loopefi,en  zijnde  het  nog  daar-en-boven  gelegen  tuiïchenPorto-bellê  en- 
de Carthagena ,  foö  houdt  het  de  Gallioenen  in  fchrik  die  de  Inkomften  ende 
Schatten  des  Koninghs  overvoeren. 

Op  úqÍc  wijfe  dan,altoos  op  de  Engelfche  ende  het  Eylandt  de  Providentie    De  H* 
vloekende,  fettenwyonfe  Reyfe  voort  n&aCartbagem ,  daar  omtrent  ont-¿a0n¿" 
moeten  wy  weder  de  vier  Scheepen  die  ons  te  vooren  vervolgt  ende  twee  van  weder, 
ons  Gefelfchap  genomen  hadden,meenendcin  het  binnen  loopen  noch  eeniee 
te  onderfcheppen.  • 

Ditfoudenïy  ook  hebben  konnen  doen ,  fcofy  hadden  willen  waagen  het    Geva* 
bchip ,  waar  mik  was ,  te  attaqueren ,  het  welke  boven  de  Caap ,  die  voor  vanhet 
de  Haaven  legt,  feylende ,  om  dus  binnen  te  loopen,tegenshet  Landt  wier-  S«írl 
de  gedreven,  wy  fouden  aldaar  ¿tyy  ten  allen  twijñel,  Schip-breuk  hebben 
geleden ,  foo  de  .grondt  foo  Wel  ftpenig  als  fandig  hadde  geweeft ,  doch  wy 
wierden  uyt  dit  gevaar  geredt  door  de  moeyte  welke  deBootsgefellen  namen, 
om  ons  van  de  grondt  te  helpen ,  ende  wy  ontfnapten  defe  Scheepen ,  welke 
ons?ioo  verre  als  fy  konden ,  vervolgden ,  dervende  doch  evenwel  niet  onder 
het  öereyk  van  het  Gefchut  der  Citadelle,komen. 

Hfit  beliefde  da  nGoDTmy  op  defe  Reyfe  voorde  tweede  reyfe,  uyt  het 
gevaar ,  van  van  de  Hollanders  genomen  te  werden,te  redderende  feeker.by 
aldien  ik  dát  ongeluk  hadde  gehadt,  ikfoudeálseen  Bedelaar  hebben  moe- 
den te  huys  komen ,  ende  door  dien  dat  tegens  mijn  gemoet  ftreedt,  ende  ik 
dat  niet  wel  vanhet  felve  konde  verwerven5foo  foude  ik  ia  groóte  tentatie 
Rebben  geraakt  van  weder  naa  Qmtlmah  te  keeren. 


Hhh 


HET 


1! 

424 IV'  BóECK.  Voyagïe  van  Vbomas  Gage    XIII-  Gap, 
HET  Xffi.   C  APIT  TE  L. 

Komfte  te  Carthagena  bye  enige  Êngelfche,  Waarvan  hyrer 
vier  in  fijn  Schip  krijgt.  Ongelmk  van  Eduard  Layfieldt. 
Valfchgerugt  door  die  van  Carthagena  uytgefiroyt*  Re/o- 
lutie  van  Don  Garlos  d'Ybarra*.  Vertreck  van  Garthage- 
taande  komfi  e  aan  de  Havana*  ^De  fwaalf Apofiolen^Ca- 
piteynSLo&doorde  Spaanfche  geaffront eert  zijnde ,  roept 
haar 'm 'Duel.*  t  Welckden  Autheur belet*  Byfondere  ey- 
genfchap  van  het  varckens-vleefch  in  ¿¿¿'Havana  ende  op  het 
Ey  landt  Guba.  Schildt-paddengevengoedefpijfe.  Hoe  die 
bereydwert.  Wat  leeftogtmen  gemeenlijk  op  de  Gallioenen 
inde  Havana  inneemt*,  *Den  Admiraal  fieldt  vaft  te  ver- 
tree  ken*  EefichrijvingevandeBQueaniers  enTlanters*, 


Komftefte 
Carthagena 
en  byee- 
ïiige  En- 
gelichc. 


Waarvan 
ky  er  vier 

in  fijn 
Schip 

fcrygr. 

Ongeluk 

van 

Edwrd 
ievfieidf. 


OP  defe  wijfe  dan  liepen  wy  binnen  de  Haaven  van  Cartagena ,  ia 
dewelke  wy  thien  a  twaalf  daagen  bleven  leggen  ;  Hier  vondt  ik  ee- 
nige  Êngelfche  Gevangenen ,  welke  de  Spaanfche  op  Zee  gekregen 
hadden,  ende  in  het  Eylandt  de  Providentie  te  huys  boordden.  Een  van  de 
felve  was  den  vermaarden  Capïteyn  Ros  ,ende  nevens  hem  waaren'er  omtrent 
noch  twaalf  andere ,  ik  was  feer  blijde  haar  ontmoet  te  hebben  ,  doch  ik  dor- 
fte  haar  geen  groóte  vriendfehap  betoonen,uy  t  vreefe  van  my  verdagt  te inaa» 
ken. 

Doordien  men  nu  hadde  voorgenomen  ,  ©m  haar  naa  Spangien  op  te  ft»1- 
den,  foo4addenfy  op  het  Schip,  in  het  welke  ikgeëmbarqueert  was,  wel 
willen  over- vaaren ,  ende  doordien  ikfolks ,  niet  minder  dan  fy ,  wenfehte, 
bragt  ik  het  foo  verre  met  onfen  Schipper,dat  hy  'er  vier,  ten  opfigte  van  my  ,, 
binnen  fijn  boord  nam.  Onder  defelve  was'er  een  ^enaamt  Eduard  Laifieldt, 
welke  van  St.  Lucar  naaEngelandt  toe  vaarende ,  van  de  Turcken  wierde  ge- 
nomen ,  en  die  ook  aan  my  ,in  Engeland  zijnde,brieven,  uyt  Turckijen,heefc 
gefchreven,my  door  de  felve  biddende ,  te  willen  myn  befte  doen  tor  fijn  vry- 
kopinge  ende  verloffinge  uyt  de  ilavernye. 

Ikhaddegrootbehaagen  in  fijnen omganck,  ende  be  vondt  dat  hy  feer  ge* 
dienftig  omtrent  mijn  perfoon  was,  ende  hier  door  verpligte  hy  my ,  om  voor 
ihem  een  woort  te»  beften  te  fpreecken ,  foo  aan  de  Schipper  als  aan  de  Matro- 

hvi9 


IV.  1&ov&.T)ooräeS-paeufche  Weft-Indiïn.  XIII.  Cap.  425 

fen ,  die  anders  hem ,  foo  wel  als  de  En&elfche  van  il; ngefelfchap  ,  quaalij k 
fouden  gehandelt  hebben. 

Terwijlen  dat  wy  te>  Caribagenala&gzn  ,~  quam'er  een  gerugt ,  dat'er  feitig  vals  ge. 
Hollandtfche  Scheepe»  in  Zee  waaren ,  om  op  ons  te  paffen ,   ende  het  uy  t-  raghte 
loopen  der  Gallioenen  af  te  wagten  j  Dit  verweckte  geen  kleyne  vreefe  in  de  J°°r,£ie 
Spangiaarden ,  welke  daarover  den  breeden  Raad  vergaderden,om  te  beíiuy-  lha¿tT 
ten  of  de  Gallioenen  >  daar  ter  Plaatfe ,  fouden  overwinteren ,.  ofwel ,  dat  fy.t  uytge- 
dat  Jaar  noch,  fouden  naaSpangienzeylen.  ftrooyt. 

Doch  door  dien  dat  gerugte  valfch  was ,  ende  bevonden  wierde  dat  het  níet  Refoimie 
yoort-quam ,  dan  uyt  de  Inwoonders  van  Cbartagena  >  die  om  haar  particulier  v*n  Dom 
profijt  wel  hadden  gewilt,  dat  de  Gallioenen  ende  de  Coopvaardeïs  daar^.yj^.# 
ter  Plaatfe  verbleven  badden^foo  gufDem  Carlos  de  Ybarraxot  antwoordt,aan 
die  geene  ,  die  hem  van  die  faacke  fpraaken  ¡  Dat  hy  felfs  voor  honderc  Hol- 
landtfche Scheeën  niet  vreefde,  dat'cr  niet  ter  wereldc  was  dat  hem  foude  be- 
letten naaSpangien  over  te  fteecken,ende  dat  hy  hoopte,in  alle  feeckerheyd, 
desKonings  geit  over  te  brengen;  Het  welke  hy ,  volgensdit  fijn  feggen, 
ook  volbragte. 

Agt  daagen  naa  dat  wy  van  Cartbagena  vertrocken  waaren ,  quaamen  wy  Verweck 
aan  de  Havana  y  hier  verbleven  wy  ook  agt  daagen  ,  wagtende  op  de  Vloo-  SS** 
te,  welke  Jaarlijks,  opdefelve  tijd,  foo  als  wyin  het  eerfte  boek  gefegt  ende  kom. 
hebben,  daar  is  gewoon  te  komen ,  werdendedeReyfe,foovandeGallioe-fte  aan  & 
nen  van  Perto-Bcllo,  als  van  de  Vloote  van  Vera-Cruz ,  daar  naa  gefchikt  ende  ****** 
gerigt. 

Ik  hadde,  die  tijd.geduerende,   gelegentheyd ,  om  die  ílerke  ende  ver-  ¿JolE?1* 
maarde'Citadelle  te  fien ,  op  dewelke  twaalf  uytnemende  groóte  ftucken  Ge.  len. 
fchuts leggen ,  die  men  gemeenlijk  de  twaalf  Apoftolen  noemt,  welke  doch 
evenwel  weynigleet fouden  konnen  doen ,  aan  een  Leeger  dat  van  de  Landt- 
zijde  ofte  van  de  kant  van  de  Reviere  de  Matatías  quam. 

Ik  ging  ook  de  Moeder  van  de  Mulat  Dagmllo ,  die  my  in  Zee  geplondert  Capiteya. 
hadde,  befoecken ,  ende  ik  deede  alles  wat  ik  konde ,  om  die  kloeckmoedi-  ^«*Am 

§e  Engelfche  gevangenen  te  vertrooiten3doch  voor  al  den  Capiteyn  Ros3  wel-  ah^ESê 
e  fig  aan  myquámbeklaagen,  wegens  de  Affronten,  welke  de  Spangiaar-  fromem  r 
denhem,op  het  Schip  met  het  welke  hy  gekomen  was,  hadden  aangedaan,  z,'Jnde» 
welke  hy  , hoeweleen  gevangen  Man  zijnde ,  níet  hebbende  konnen  verdraa-  SeV" 
gen,  hadde  hy  die  geene,  welke  hem  beledigden ,  in  Doel  geroepen,  ènde 
hy  daagde  haar  uyt ,  om  met  hem  man  tegens  man  te  vegten  ,  waar  ter  plaat- 
fe fy  ook  in  de  Havana  wilden. 

■  Defedaadtvan4iegevangenEngelfchman,was  feeckerlijk  eenteecken  van 

eên  kloeckmoedig  ende  genereus  herte ,  hebbende  hy  de  ftoutigheyd  van  een 

üyt-daaginge  aan  een  Spangiaart ,  in  fijn  eygen  Landt ,  te  doen ,  ende  alfoo 

¿en  haan  op  fijn  mejl-vaaltaan  tetaften. 

üoch  doo|  dien  ik  die  door  E,duardLaifieUt  hadde  verftaan  3  wilde  ík  defe 

Hhh  2,  faacke 


— 


< 


't  wekk 
den  Au- 
eheur  be» 
let. 


426    IV.  Bdek.  Föyagtè  vm  Thomas  Gkge    XIII.  Ca-k 

faeke  fliflen ,  ende ,  zo  dra  my  mogelijck  was,  by-leggcn ,  vrecfende  dat  veele 
Perfoonen,door  haaré  gewoonelijke  rafernye  regens  onze  Natie,op  hem  fou^ 
denaenkomen,  ende  fo  om  dèn  hak  en  her  leven  brengen? 

Hierom  ontbood  ik  hem  in  het  Convent  in  het  welke  ik  my  onthield ,  en* 
de  ik  deede  hem  van  dit  fijn  voornemen  af-ftaan  ,  zeggende  dat  hy  niet  moeft 
vegten  ende  zijne  kloekmoedigheid  betoonen  op  een  tijd  ende  plaatfe,alwaar 
bem  fijn  ftaat  vaneen  gevangen  daar  van  difpenfeerde. 

Iktroofte  ook  de  andere  iri  haare  bedroe ftheid ,  ende  hielphaar  in  haar© 
armoede  zo  veel  als  ik  konde»  vooral  Lay fieldt; 

Door  dien  ik  daar  rer  Plaatfe  bevonddat  hetmy  noodigwas  een  kleyne 
purgatieintenemeni  voor  ende  al  eer  ik  my  weder  op  de  Zee  foude  bege- 
ven ,  kreeg  ick  daar  door  gelégentheid  om  te  leeren  yets  dat  ik  noch  niet 
wifte,  te  weten,  welke  de  fpijfe  was,  die  de  voornaamfte  Doctoren  van  de 
Havana,  aan  haare  Patiënten  ordonneerden,  wanneer  fy  die  haden  doen 
purgeren.  V, 

Bvfondere  Want  in  plaatfe  van  dat  ick,  na  de-purgatie  gewerek*  hadde¿  vcrwagte 
eygen-  dat  men  my  een  ftukje  Schaapen  vleefch  zoudetrengen ,  ofwel  wat  van  eca 
ichapyan  Hoen,Kalkhoenofce eenige andere  regt voedfaame  endegefonde  fpijfe,  fo 
S™"  hadde  mijnDoótorgeordonneertdatmen  myeengebraadenilukvan  eenVer- 
vieefchïn  ken  foude  geven,  endeik,  geloovede  dat  my  fulks ,  inden  ftaatin  dewel- 
ke h^™*  ke  ik  my  bevond ,  foude  fchaadelijk  zijn,  weygerde  het  aan  te  nemen,  fegr 
hecEyiandgcnde  regens  den  Doftor  dat  fulks  tegen  de  praóHjcke  van  alle  Natiën  was, 
c»b*l      door  diendat  vleefch  de  eygenfchap  hadde,van  den  buyk  week  te  maaken, 

Doch  hy  antwoordde  mydat  hetVerkens- vleefch  daar  eengeheel  andere 
kragt ,  dan  wel  op  andere  plaatfem  hadde ,  ende  dar  ik  moefte  eeteriVan  het 
g;eene  hy  myhadde  láaten  bereyden,my  verfeekerende  dat  my  fulks  niet  qua- 
lijk  bekomen  foude 
schudt-     Gelijk  men  nu  agt  dat  het  Verkens-vleefch ,  daar  ter  plaatfe ,  feer  gefont 
badden     is ,  foo  houtmen  ook ,  dat,naaft  het  felve,geen  beeter  fpijfe  werdt  gevonden, 
dan  de  Schildt  padden ,  van  dewelke  alle  de  Seheepen,die  naaSpangien  vaa- 
ren, aldaar  haare  provifie  op-doen.  a 
Men  fnijdt  de  Schildt- padden  aan  feer  lange  ende  dunne  faedeB,even-alsik 
vztideTafajos  gefegt  hebbe  ,  deielve  werden  gefouten  ende  in  4?n  windt  ge- 
droogt,  waar  naade  Matroofen  dcfelve  nuttigen  ,  geduerende  geheel  de 
Reyfe,  totinSpangientoe,  fy  kooken  die  in  het  waarer ,  mer  eenweynig 
lookop,  ende  fyfeggen  dat  fy  daar  foo  goeden  finaak  van  hebben,  alsoffy 
Kalis-vleefch  aaten. 
Sy  nemen  mede  eenigPluym-gedierte  inde  Scheepenvoor  de  taafrel  van  de 
•o^meT*  Gapiteyns  ende  Schippers ,  gelijk  ook  levendige  Verkens ,  het  welke ,   naa 
gemeen-  a|]  en  fchij  n  ,  eenige  befmettinge  in  hetSchip  foude  brengen,foo  men  geen  fot- 
Gaboc-6  gedroeg,,  van  de  plaatfe ,  inde  welke  iïgdcfe  Beeften  onthouden  >,  daage- 
en,       lijks  wel  metwaater  te  reynigen. 


geven 
goede 
-ipijfe. 

Boe  die 
bereydt 
werdr. 


Wat  kei 


■  1 


- «_ 


iy.  BbEK.  Toor dèSpaanfcheWeft-Indiïn.YSLl.  Cap.  427 

In  her  Schip  waar  op  ik  was ,  doodemcn  gemeenlijk ,  alle  week ,  een  Ver-  uav\ua¡ 
ken ,  voor  de  taeffel  van'de  Schipper ,  de  Stuurman  ende  de  PaíTagiers.       inneemt, 

Als  nu  alle  de  Scheepen  voorfien  waaren •,  van  alle  noodige  voor- raat  die 
fy  in  de  HrtVtf«*kondenbekorrfen,  ende  dat,  in  negen  daagen  tyds3  de  waaren 
der  Kooplieden  ,  ende  het  geit  des  Konings  was  ingeläaden ,  decden  wy  niet 
dan  de  aankomfte  van  de  Vloote  van  Vera  Cruz  af  te  wagten-,  welke  den  ag- 
iten September,  daar  ter  plaatfe ,  moefteby  ons  komen. 

Maar  Dom  Carlos  d'Vèarra,  iiende  dat  fy  lange ,  boven  den  geprefigêerden  D?"  Aii 
tyd  ,  uyt  bleef,  vreefende  ook  voor  ftorm  ende  onweder ,  ende  voor  de  nieu-  SSJaft 
we  Maane  van-die  maant  ,  die  gemeenlyk  gevaarlyck  vaar-waater  maackt  tevertreo» 
inhet  paiTeeren  van  de  Straate  vanBahama ,  wilde  niet  langer  wagten  ,  maar  kcn« 
refolveerde  de  Reyfe  na  Spangien  voort  te  fetten. 

Doch  eerwy  hier  van  de  Havana  fcheyden ,  moet  ík  nóch  yets  van  eerïEy-  Befchry- 
lant  Cuba  ,   dat  ick  hier  vorens  geographifcher  wijfe  hebben  befchreven ,  Jin8e  va« 
feggen  ;  De  eeiie  zyde  dan  van  dit  Eylant ,  welke  door  de  Spangiaarden  ver-  niereen  *" 
läaten  is ,  wert  door  de  Boukaniers  ende  Planters  bewoont,  de  felve  zijn  daar  namen;; 
ín  foo  grooteen  meenigre ,  dat  de  Spangiaarden  daar  niet  derven^komen , 
het  Lant  is'er  foo  vrugtbaar  ■,  de  Boffchen  iyn'er  foodaanig  met  Orarigie-ap- 
pelen  ende  Citroen  boomen  voorfien,  leverende  daar  en-boven  foo  groot  een 
meenigte  van  wilde  Verfcèns ,  Stieren  ende  Koejerruy t,dar,  foo  die  Lieden, 
tot  haarekleedingeendeomkruyr  ende  loot  uyt  Europa  te  hebben,  niet  ge- 
nootfaakt  waren  met  andere  te  handelere,  fy  daar  regt  als  in  een  Aertfch- 
Paradys  fouden  woonen ,  maar  defe  nootfaakelykheyd  dwingt  de  Boukaniers 
tot  het  fchieten  van  Stieren  ende  Koejen,  om  de'huyden,  ende  van  wilde 
Verkens,  omhetvkefch  ;  De  huyden  verkopen  fy  aan  de  Handelaars,  welke 
aldaar  jaarlijkfch  op  die  Kuftenmet  haare  Scheepen  komen,  ofwel  brengen 
{y  de  felve  met  Canoas naa  Tortuga  toe,  daer  fy  die  regens  ly  waat,  laken,  kruit, 
loot ,  fcliiet-geweer,  &c.  verruylen,  verteerende  aldaar  in  een  maant  het 
geenefy  in  een  geheel  jaar  hebben  gewonnen,  endehetvleefchvande  Ver- 
kens leveren  fy  aan  de  Planters  voor  Tabak ,  defelve  geven  een-pont  van  de- 
fe laaftgenaamde  waar  voor  twee  ponden  vleefch  %  het  felve  wert  by-  naa  be- 
rzyt  alsazTojfaj  os ,  daar  voor  defen  van  gefprooken  is-,  en  zijnde  droog  in- 
gepakt ,  kan  het  jaarren  lang  goet  blyven ,  defe  Taback  verhandelen  fy  mede 
aan  de  Scheepen  voor  de  Europifche  waaren  die  wy  boven  hebben  genoemtj  * 
©fte  ook  wel  Yoor  Wyn. 


Khfa 


BËjr 


Vertrek 

uytde 
Havana. 


DeGalli- 
oenen  ra- 
ken by 
nagt  on- 
der een 
andere 
Vloote 
dar  haar 
doet  met 
groóte 
vreefe  fig 
ilag  vaar 
digmaa- 
ksn. 


428    IV\  Boek.    Voyagie "vanThomas  Gage    XIV.  Cap. 
HET    XIV.    C  A  P  I  X  T  E  U 

Ver treek  uyt  de  Havana.  T>e  Gallioenen  raacken  fy  nagt 
ander  een  andere  Vloote ,  dat  haar  doet  met  groóte  vree  f  e  fig 
Jlag-vaardig  maacken.  Maar  bevinden  dat  het  de  Vloote 
•van  Vera-Cmz  is  Een  Engelfch  Schip  neemt  een  Spaenfch 
uyt  een  Vloote  van  twee-ende-vijftig  zeylen.  Sfiaanfche 
grillen  ende  Rodomontades*  T>e  Engelfche  falveren  haar 
methaareTrijfe.  Kloeckmoedige  daaäen  vaneen  HoMand- 
/che  Vic e-  Admiraal, 

WYfmeeten  het  dan  onder  xeyl  op  een  Sondag- des  morgens,  ten 
getaale  van  feven-ende-twintig  Scheepen  ,  daar  onder  begrepen 
díe  uyt  dei/tf»</#raj  ende  uyt  de  Eylanden by  ons  waren  gekomen  3 
wy  liepen  een  voor  een  uyt  de  Bavana ,  om  in  Volle  Zee  te  geraacken ,  in  de 
welke  wy  het  dien  geheelendag  heenen ende  weder  hielden,  wagtende  op 
een  voorfpoedige  wint ,  ook  op  het  Schip ,  dat  ons,  door  de  Engte  van  Baba- 
ma,  den  weg  moeite  wijfen,  het  welke  noch  uiet  uyt  de  Havana  was  geko- 
men. 

Maar  als  de  nagt  gekomen  was,  wenfchten  wy  van  herten  weder,  in  cfe  Ba» 
vmiaxo.  zijn ,  gelovende  dat  wy  door  een  magtige  Hollandtfehc  Vloote  óm- 
ringelt  waaren  ,  door  dien  wy  bemerckten  datlíg  veele  Scheepen  onder  onfe 
Vloote  vermengden;  het  welke  ons  dan  deedealles  tot  een  gevegt,  tegeas 
den  volgenden  dag,  bereyden. 

Men  riep  den  Krijgs-Raadt ,  men  hieldt  den  geheelenj*agtalle  het  Volck 
opdewagt*  menbereyde  het  Gefchut,  mea  fchoot  de  Schants-kleederen 
op  alle  de  Scheepen,  ende  men  fondt  de  noodige  ordresop  allcde  Gaflioenea 
endedeCoopvaardy-Scheepen>  door  dewdkefy  konden  weten  watramgfy 
hadden  te  houden.  -  :  ■  ,-■  — 

Het  Schip  waarop  ik  was  a  tnoefte  lig  digte  byden  Admiraal  begeven," 
ende  daar  door  waaren  wy  verfeekert  van  een  goedt  befchermer. 

Ons  Volk  was  ook  feer  kloeckmoedigende  braaf  gerefol /eert  om  wel  te. 
vegten,ende  door  dien  alle  defe  krijgs-bereydfeien  my  niet  feer  aanftonden  , 
foo  wees-men  my  een  plaatfe  aan  ,in  de  welke  ikmy,inalle  veyligheydjkori- 
de  verborgen  houden ,  tuífchen  de  biflchuyt-Yaaten. 

Geduerende  die  nagt  hadde  ik  ook  geen  gebreck  van  werck ,  want  ick 
moeite  de  biegte  hooien  van  alle  die  in  het  Schip  waaren,  foodaanig  dat  ík 
des  morgens  wel  rufte  van  nooden  hadde ,  naa  dat  ik ,  geheel  die  nagt ,  in  die 
moeyelijkebeiigheyd  hadde  door  ge>ragtt 

Doch 


IV.  Boek.  VoordeSpMn{cheWeft-lndihi^\y&&v.  429 

Doch  met  hetaanbreeken  van  den  dag  wierden  wy  uyt  de  twijffelinge  ,  in    Maat  be- 
de welke  wy  waaren ,  getrocken ,  ende  wy  faagen  dat  onfe  vreefe  ongegrond  'ím  d¿n  ^ 
was,  doordien  het  geen  Hollandfehe  Scheepen ,  maar  onfe  Vriendenwaa-  vloode 
ren ,  die  al  foo  veel  vreefe. als  wy  gehadt  hadden,hebbende  fy  iig  mede  tot  het  Tan  Vera° 
gevegt  bereydt.  Cratis. 

Want  foo  draa  wy  haare  vlaggen  gefien  hadden  ,  bemerkten  wy  dat  het  de 
Vloote  was  die  wy  van  Ver*~Cruz\ezwagtent  ende  diemetonsnaaSpangien 
aioefte  zeylen.  - 

Haare  Vloote  beftondt  uyt  twee-ende-twintig  zeylen  ,  welke  alle  niee 
minder  dagten  dan  ons  buy  ten  de  Havana  te  vinden ,  maar  geloofden  dat  wy 
haar  daar  noch  binnen  op  anker laagen  en  wagten  ,  foodaanig,dat  fy,gedue- 
rende  de  nagt ,  meer  vreefe  voor  ons,dan  wy  voor  haar,gehad  hadden. 

Maar  als  de  dag  allé  die  wolken  verdreven  hadde,  ende  wy  daar  door  de 
reghte  befchaapentheyd  van  de  faak-c  faagen  ¿  nam  men  alle  die  teekenen  van 
Oorloge  weg ,  ende  in  plaatfe  van  defelve  hoofde  men  het  geluydt  der  Trom- 
petten, ende  men  fag.niet  dan Chaloupen,  die,om  malkanderen  te  begroe- 
ten ,  van  het  eene  boordt  naa  het  andere, roeyden ,  ende  het  Volk  dat  geiont- 
heden  dronk  ,  ende  malkanderen  geluk  op  de  rcyfe  wenfchte  ¡  waarmede  ge- 
heel die  ochtent  doorliep; 

Doch  in  her  midden  van  die  vreugde,;beítaande  onfe  Vloote  doe  uyt  twee-    Een  Es- 
ende-vijf  tigzeylen,fonder  dat  wy  het  getal  van  die  van  Vmt-CVa^ofte  fy  van  ïelfih 
de  ons  wiften  ,  bevondenwy  dat'er  twee  Scheepen  onder  ons  waaren ,  wel-  neemt  een 
fcewy  niet  kende,  de Engelibhe  Gevangenen  feyden  my  alleenlijk,  dat  het  sPaanfch 


eene  een  Engelfch  Schip  was,'  de  Neptunus  genaamt,  dat  dan  de  windt  op  °f 
ons  gewonnen  hebbende,het  op  een  van  de  Scheepen  van  onfe  Vloote  aanfet-  vanuvec 
te ,  het  welke  van  Duynkerken  vandaan  was,  ende^ijnde  teCadixende  te  «de- 
St.  Lucarm'sGoningsdienftgebruyk^geweeft^ashetindelndiën  metfuy-  twi™£ 
ker  ende  andere  koftehjke  waaren  bevragt  geworden ,  kr  waerdije  van  tagh-  Ze^ea' 
tig  duyfent  Rijxdaalders ,  aen  het  welke  nu  defen  Neptunus  de  lage  gegeven 
hebbende ,  antwoorde  het  niet  dan  met  twee  fchooten ,  waarop  het  iïg  fagh 
gedwongen  over  te  geven,konnende  het  vandeVloote  nietgeholpen  werden, 
door  dien  het  daar  van  een  weynig  verwijdert  was. 

Dit  gevegt  duerde  geen  half  uer,  ende  daar  naa  faagen  wy  dit  Schip  weg: 
voeren,  vlak  voor  onf&geheele  Vloote  heenen ,  het  welke  alle  de  vreughde- 
teekenen  van  de  Spangiaarden  in  lafteringen  ende  vervloekingen  cfeede  ver-      : 
anderen. 

Sommige  fcholden  op  den  Schipper  van  het  genomene  Schip ,  ende  feyden 
4athy  een  Verraaderwas,  ende  dat  hyiïgvry  willig  hadde  laaten  neemen  > 
door  dien-hy  tot  de  Reyfewásgepreítgeweeft; 

Andere  vervloekten  ook  die  geene  die  haar  genomen  hadden ,  ende  noem- 
den defelve  dronkaarts ,  fchelmen  ,  dieven  ende  Zee-roovers. 

Daar  waarÄi'erdie.haaredeegens  vatten,  even  als  offy  de  Engelfch  e  had-  spaanfch? 

den 


do» 


De  Engel- 


430  IV.  Boeck.  Voyagie  van  Thomas 'tr^XIV.  Caj?. 

grillen  den  willen  in  ftucken  kappen,  andere  ftelden  haar  met  haar  musketten  in  po- 
erde Ro-^  ftuer  0f  fy  Qp  haar  hadden  willen  fchieten,  ende  eyndelijk  andere ,  welke ,  als 
a*  raafendemenfchen,metde  voeten  ftampten,éndeover  den  Overloop  liepen, 
als  hadden  fy,  om  die  te  agterhaalen ,  .buyten  boort  willen  fpringen .  kneri- 
fende  op  haare  tanden  tegens  de  arme  Engelfe  Gevangenen  ,  even  als  oí  ly  die 
hadden  willen  vermoorjdcns.  en*iat  omde  faake  die  haare  Landts  lieden  daar 
foo  even  gedaan  hadden,  ende. ik  moet  bekennen  dat  ik  groóte  moeyte  hadde 
om  alle  deze  windt-buylcn  te  beletten,  dat  fy  geen  quaat  aan  Layfieldt  foudea 
doen,  die  meer  dan  ymant  anders  over  haare  fotternijen  lagte,  ende  op  de 
fcheld-woorden  die  zy  hem  gaaven,  weder  antwoorde. 

Men  gaf  aanftontsordre  aan  den  Vice-Admiraal,en.de  aan  twee  andereGal- 

£h/ikNe"  lioenen,  om  haar  te  vervolgen,  maar, datwaste,  vergeefs  ,  doordien  hetin  de 

renhaar     windt  was,  foodaanig  dat  die-twee  Scheepen,  al  immer  foo  verheugt  zijnde 

?SeharC  a*s  ^e  Spaanfche  bedroeft. waaren  ,ende  de  wint  van  achteren  hebbende ,  het 

ontfeylden ,  .geen  kleyne  reeden,  hebbende  om  tepocchen  dat  zy  foo  rijken 

buyt  hadden  gemaakt  in  het  midden  van  twee-ende-vjjftig  Scheepen,  e  nie 

xnn  de,  voornaamfte  Zee-magr  van,  geheel  Spangien. 

Hetishctvermaakelijkfte  ding  des  werelts  voor  een  die  van  deSpaanfche 
Landt-aart  niet  is ,  welke  iïg  op  haare  Vloote  bevindt ,  wanneer  hy  fiét  alle 
haare  grillen  ende  buyten-fporigheden ,  ende  hoort  haare  dreygementen  en- 
de fcheldingen ,  foo  draa  men  maar  van  Engelfche  ofte  Hollanders  fpreeckt, 
want feekerlijk ,  fy  gelaaten  fig  als  miy geheel  Engelant  ende  Hollandt  al- 
leen met  haar  twee  a  drie  Perfoonen  fouden  uytroeyen,  ende  ondertttiïen 
wenichen/y.  niet  meer  dan  altoos  hondert  mijlen  van  haar  te  zijn,  want  die 
ftaaltje  dat  wy  hier  van  dit  Engels  Schip^onder  een  geheele  Spaanfe  Vloo- 
te, verhaalt  hebben,  is  haar  door  gefeyde  Engelfeen  Hollanders  meermaaleti 


Kloeck- 
moediga 


een  Hol 
landtfche 
Vice-Ad 
miraaJ. 


gefpeelt,  onder  andere  venviel  eens  een  Hollandtfe  Vice- Admiraal ,  van 
Ujne.VlooteveriteelÄen  zijnde,  ondereen  geheele  Vloot  van  feftien  Spaan-] 
daadt'^Tan  fe  Gallioenen>hy  hadde  maar  dertig  Stucken  op,ende  voerde  't  negentig  kop- 
pen,  ende  des  niet  tegenftaande  hieldt  hy  het  drie  daggen  tegens  die  braave 
baafen  uyr,  ende  Aaa  dat  hy  twee  Galjoenen  hadde  in  de  grontgefchoten,  en- 
de op  de  Spaanfe  Vloote  meer  dan  twaajf  honden  doodenende  :gequetften 
gemaakt,,  4rakbyfop  den  4erden.dagti  den brant in iïjnkruydt,  waardoor 
nevens  fij  n  Schip  nog  twee  GalÜoenen  fprongen ,  die  aan  zijn  boord  laagen» 
de  Spangiaardeji/praa^e^Yandefeidaadtniet  dan  met  verwonderinge,  maar 
wiften  my  defen  kloekmoedigen  Heldt  niet  te  noemen ,  wiens  naame  waar* 
dig  i  s  eeuwig  te  leven ,  naa,hec  fpringen  van  zijn  Schip  wierde  hy  nog  leven- 
diggevjft ,  maar  ftierf  door  zijne  quetfuuren  twee  a  drie  uuren  naa  dat  hy  öp 
haaren  Admiraal  was  gebragt,  die  hem  geerae  in  herleven  behouden  Jjaddê» 


HET 


m-fm^--n  ~r 


^rrsmmm 


IV.Boeck.  tDoordeSpaenfchtWeft-Indïèn.  XV- Cap.'  43Ï 

H  E  T  XV.    C  A  P  I  T  T  E  L. 

DeVkotenfcheydenvanmalkanderen.  Groot  gevaar  van  de 
Vloot.  Spaan fche  hlintheid.  Sypafferen  de  Azores*  Swa* 
re/ïorm  van  aght  daagen.  S.y  zijn  genoot faae kt ftinckendt 
waater  te  drïncken.  Syfien  Madera.  "Daar  naa  Cadix. 
KomfleteSt  Lucar  de Barrameda.  Bekommemife  des  Au'- 
theurs  wogens  de  receptie  die  by  van  fijne  Vrienden  in  fy- 
ne  armoede  foude  ont fangen.  Groóte  verandering  voor  die 
geene  die  uyt  Indïén  weder  in  Europa  komen. 


OP  den  na-de-middag  nam  de  Vloore  van  Vera  Cruz  h^zx af  fcheydcDe  vio0; 
van  ons,  ende  fy  liep  inde  Havana  binnen  ,  door  dien  fy  niet  gevi&u-  ten  fcI*f 

rror      *  ?  "/?** '  ^6  Reyfe  na  SPan§ien  te  bonnen  doen,  ende  wyíaW 
regten  onfen  Cours  na  Europa  we,  niecmeer  vrecfende  dandeEnghte  van'S L  ' 
T^4  diewy  ookgeluckelijkpaileerden,  doorhulpe  van  de  Lootfen, 
dieonfen  Admiraal,  ten  dien  eynde,  uytgekofenendegehuert  hadde, 

IK  noude  het  voor  onnodig  hier  met  veele  woorden  voor  oogen  te  ftellen  , 
liet  gezigte  dat  wy  hadden  van  het  EylandSt.  Auguítijn,  ende  la  Florida,  al 
io  wey  mg  als  het  verhaal  van  de  ftormen  ende  tempeeíten  die  wy,  op  de  Rey- 
fe, moeiten  uyt-ftaan,  endede  verfcheydenheid  van  de  Polus  hoogte,  ende 
daaromme  fal  ik  die  met  i}ilfwygen  voor  by  gaan. 

Ik  fal  alleen  feggen ,  dat,  als  op  feeker  tijd ,  de  ervaerenfte  Stier  lieden  niet  Groot- ge. 
Wiiten  waar  fy  waeren,  het  niet  weynig  gefcheeld  hadde,  of  wy  fouden  alle  by  vaar  ™% 
nagtbchip-breuke  geleden  hebben  by  de  Bermudes,  foden  daageraat,  welke   eVlooce' 
Degonde  door  te  fciiij  nen ,  ons  niet  hadde  doen  bemerken ,  dat  wy  daar  vlak 
op  ieyiden 

Maar  de  Spangiaarden  ,  inplaatffeGODT  te  danken,  dat  Hyhaar  van  Spaanfche 
dat  groóte  gevaar ,  hadde  bevrijd  ,  begonden  de  Èngelfche  die  op  dat  Ey  land  blintheid' 

^utn^terry]0ecke,n3Je^endQ'  datdiedacEylandc.  nevens  alle  de 
omLggende,  betoovert  hadden,  ende  dat  fy,  door  Duy  veis  pra&i,  ken  ,  al- 

voofbyTaÄ 

Nadat  wy  geluckelijk van  defe gevaarlijke  plaatfe waaren  geraakt,  ftel- 
denwyonfenCoursnade  Eylanden  van  Tercera  ofte  dz  Acores,  wy  hadden 
in  defelve  wel  foet  waater  willen  innemen,  om  dat  het  geene  wy  inde  Hava- 
na hadden  ghekregen  ,  gheheel  geel  was  geworden  ,    ende  fo  leelijck 

ín  ilonk. 


Sy  pafo- 
ren de 

f.waare . 
ftorm  van 
aght daa- 
gen. 


Sy  fijn 

genoot- 

faacki 

itinckint 
waatercc 
¿ríneken. 


Syfíen 

Madera, 


Daar naa 

Cadtx. 


432  IV.  Boeck.  Voy  agle  vanThomas  Gage    XVV.Cap. 

iïonk,dat  wy  gedwongen  waaren  onfen  neufe  te  ftoppen,als  wy  daar  van  wil- 
den drinken. 

Maar  de  geftrengen  Dom  Carlos  ^  geen  a gt  nemende  op  den  noot  van  de  an- 
dere Scheepen ,  deedesons  die  Eylanden  voor-by  loopen,  dog  den  volgenden 
nagt  wenfehten  wy  aan  de  felve  voor  anker  te  leggen, 

Want  hoewel,  naa  haar  gevoelen,  die  Eylanden  niet  door  de  Engelfche 
zijn  betovert ,  ende  in  tegendeel  door  goede  Catholijken  bewoont  werden, 
kreegen  wy ,  in  het  gefigte  van  de  felve,  de  grootfte  ftorm  ,die  wy  nog,federt 
ons  vertrek  uyt  de  Havana ,  gehadt  hadden,  de  felve  duerde  geheeie aght 
daagen,  en  daardoor  verloorenwy  een  Schip,  ook  raakten'er  twee  Gal* 
lioenen  daar  door  in  foodaanige  ongelegentheydt ,  dat  fy  twee  fchooten  dee- 
den  los  branden  ,  om  ons  van  haaren  noot  re  waarichouwen ,  waar  om  dan 
de  geheeie  Vloote  by  liak  ,  om  te  verwagten  dat  fy  haare  groóte  mailen  we- 
der gerepareert  hadden. 

Hiernaazeylden  wy  een  tijd  lang  heen  ende  weder,  wetende  inderwaar- 
heyt  niet  waar  wy  waaren,  ende  gedueriglijk  ons  ftinkende  waater  drinken- 
de ,  van  het  welke  wy  y  der  een  pinte  des  daags  kregen. 

Vier  daegen  naa  het  ftillen  van  den  ftorm  ontdeckten  wy  Landt,  ende  daar 
door  begonde  een  yder  Spangien!  Spangien!  te  roepen. 

Terwijlen  dat  de  Stier-lieden  aan  boordt  vanden  Admiraal  vergaadert 
waaren,  om  haare  giiïingen  ende  befteken  noopende  het  Landt  over  malkan- 
deren  te  brengen,  waaren'er  veele  die  haare  vaaten  met  befchuyt  ende  waa- 
ter verkogten  ,  een  yder  iig  inbeeldende  dat  wy  voor  de  eene  ofte  andsre 
Kufte  van  Spangien  waaren. 

Daar  gefchieden  ook  veele  weddingen  ,  maar  wy  bevonden  ,  alswy  naa- 
deraan het  Landt  waaren  gekomen  ,  dat  het  het  EylandtM^;v/ was;  Dit 
deede  veele  op  de  onwetende  Stier-lieden  fchelden  ende  vloecken  ,  ende  wy 
moeften  gedult  nemen,  iiende  dat  wy  nog  niet  ten  eynde  vanonfeReyie 
waaren  gekomen. 

GODT  deede  ons  evenwel  de  genaade,  nae  dat  wy  datEylandt  gepafleert 
waaren  ,  van  ons  een  doorgaande  ende  voorfpoedige  windt  te  geven  ,  die  ons 
tot  in  Spangien  toe  by  bleef ,  ín  het  welke  wv  naa  twaalf  daagen  Gadix  faa- 
gen. 

Eenige  Scheepen  verlieten  ons  op  deefe  plaatfe ,  maar  het  meefle  gedeel- 
teliep verder  tot  naa  St.Lucartos,  ende  onder  andere  Kiede  het  Schip  daar 
ik  op  was. 

Doe  wy  aan  die  gevaarlijke  plaatfe,  die  de  Spangiaarden  la  Barra  noemen, 
quaamen,endedorftenwy  het  beleydt  van  ons  Schip  niet  aan  onfe  Stier-lie- 
den toe  vertrouwen ,  maar  wy  bedienden  ons  van  die  van  het  Landt ,  welke , 
de  hoope  van  wat  te  winnen,  ten  foo  grooten  getaale ,  deede  aan  boordt  koo- 
men ,  dat'er  yder  Schip  een  hadde,  om  het  felve  in  de  Haaven  te  brengen,  ge- 
lijk men  fulks  ook  gewoon  is  in  alle  andere  Haayencn  die  qualijk  in  ende  uyt 
seloopenzijn.  Den 


IV.  ^o^^oordeSfaenfcheWeliJndi'èn^l^.Ck^Y^i 

Den  een-ende-twingften  dag  van  November  1637.  omtrent  ten  een  uere  Komftete 
na  de  middag  ,  lieten  wy  ons  ancker  te  St.  Lucarde  Barrameda  vallen ,  ick  ging  **  f m¡tr 
met  veele  andere  PaiTagiers  aldaar  teLande,na  dat  wy  eerft  door  de  bediende  Íi*rw" 
van  het  Tol  huys  waaren  gevifiteert. 

Ick  danckre  mijnen  G  o  d  t  van  dat  ick  de  bodem  van  Europa  weder  mog-    Bekom. 
te  betreeden  ,  ende  ick  hadde geen  kleyne  vreugde  van  my  foodigte  by  mijn  merniffe 
Vaderkndt  te  fien     zijnde  my  nu  noch  maar  overigh  een  gedeelte  van  de  ^ufswe, 
Spaaniche  Zee  ende  het  Canaal,  tot  aan  den  Hoofden  roe  ,   doorte  zeylen,gens  de 
maar,  om  dewaarheydt  tefeggen,  deze  mijne  vreugde  wierdefeergetem- recePcie 
pert,alsikdagte,  wat  verandenngehetfterven  ,  in  foo  veele  Jaaren  ,  hadde  ¡j£ehy  va" 
konnen,  inonfe  familie  uyt-werken;  de  gramfchap  van  mijn  Vader  ,  zoomende» 
üie  noch  in  het  leven  was,  ontruftemy  oock  ten  hooghnen,  ende,  gelijck'"  fiJne-ar- 
men  in  zoodaamge  gelegenheden,  doch  alles  vreeñ\,  hadde  ick  oock  geen  ?*£%** 
kleyne  appreheniie,  dat  hy  weder ,  fohy  al  overleden  was,  door  fijn  Tefta-  fangen. 
ment,  het  zoodanig  mogte  beitelt  hebben,  dat 'er  voor  my  niet  ten  beften 
zoude  zijn     ende  ik  hadde  een  tegen-fin  van  weder  nade  vleefch-potten  van 
Egypten,  ikmeenehet&loofter,  tekeeren,  doch  de  Heer  e,  welke  eeu- 
wig gelooft  zy ,  fchickten  het  alles  ten  beften. 

Het  is  oock  quaalijck  te  zeggen,  wat  veranderinge  het  aan  yemandt  geeft,  Groóte 
diezoo  lange  Jaaren,  als  ik  gedaan  hadde,  in  die  vreemde  Contreyln  se-  verande" 
woont hebbende,  weder  in  deze  Europifche  quartieren  komt,  ende  die tin  K£l 

plaatfevanMulaHen,NegersendeIndiaanentefien,nunietdanblankekopJíí5fS- 
pen  vindt ,  _  enae  daar  toe  alle  die  Indiaanfche  vrugten  mift ,  maar  zoo  als  ick  dicu  we" 
tot  defelve  in  Indien  hadde  moeten  gewennen  ,  zoo  moefte  ik-die  gewoonte  ÍI 5  ƒ- 
wederaf-gaan ,  het  welcke  dan  de  tyd  my  feer gemackelijck  leerddl  Lel   " 


lii  z 


HET 


4<2o    IV.  Boek.    Voy  agre  van  Thomas  Gage   XVX>  Cap^ 

HET  XVI  CAPITTEL. 

Waarom  den  i^Autheur  in  een  Her  berge  ende  niet  in  het  Kloo- 
ft er  gaat.  ¡  Hy  komt  by  broeder 'T 'au  lus  van  hondón.  7» 
hem  feer  port  om  na  Engeland  te  gaan.  T>en  Autheur  ver- 
laat JijnGeeftelyke  kleed*  Hy  ontkomt  door  de  beft  i  eringe 
GOT>S  eengroot  gevaar ;  Hy  befteltftg  f  Scheep ,  en  ver- 
trekt van  S.  Lucar*  Komfte  te  Douvres  in  Engeland.  Voor 
een  Spangiaart  aangeften  zijnde  wert  hy  niet  gevifiteert^ 
Komfte  te  London.  Hy  komt  by  zijn  CWaagfchip  ende 
Vrienden ,  welke  hy  ontkent  Jij h  de  wert  hy  evenwel  door 
haar  weder  bekent  ende  met  alle  vrientftchap  ont  fangen.  Be* 
fluyt  van  het  werck* 


H 


Oewel  ik  ten  eerften  in  het  Kloofter  van  de  Dominicanen  hadde  kon^ 
nen  gaan,  in  het  welke  den  Ouden  Broeder  VauJus  van  London  noch 


Clooftcr 

gaat 


Waarom 
den  Au 

eeTrier-    "*"  -beefde  ,  die  buyten  alle  twijffel  van  vreugde  foude  opgetogen  hebben 
berge  ende  ge  weeft,  fiende  my  iryt  de  Indien  weder  te  huys  gekomen,  foo  geloofde  ick 
niet  inhec  evenwel  dat  ik  wel  foude  doen,  blijvende  in  hetgefelfchap  van  mijne  Vrien- 
den ,  fooEngelfchealsSpangiaarden,  die  loo  groot  een  Reyfe  met  my  had- 
den af  gelegt ;  Hier  op  dan  ginck  ik  in  een  Herberge ,  in  de'  welcke  ik  meer 
rufte  konde  vinden  dan  in  het  Convent,  daar  ik  niet  foude  gehad  hebben  als 
een  arme  Monicken  maaltijd ,  nevens  een  kleyne  Celle  om  in  te  ruften ,  ende 
metduyfenc  vraagen,  nopende  de  Indien  ,  daar  in  ick  foo  veehijdts  hadde 
c    verlieten ,  door  Frater  Pau/ux  van  London  ontruft  werden , 

Ick  koos  dan  die  avond  een  Engelfche  Herberge  voor  my  uyt ,  ende  ick  gaf 
my  in  defelve  nevens  de  arme  EngelfcheGevangenen  te  rufte,  welke  de  Schip- 
per op  mijn  woort  in  myne  bewaringe  hadde  gelaaten,  onder  bedingh  van 
defelve,  op  fijn  bevel,  aan  hem  weder  releveren. 
^Broeder      ^es  ant5eren  daags  font  'lcK  myn  Vr  ient  Layfieldt  met  een  brief  na  het  Con- 
?.«/«i  van  vent  van  Frater  Paulus  van  London,  die  defelveonrfangen  hebbende  5my  met 
Lendm.     groóte  vreugde  quam  befoeken  ,  defelve  wierde  vermeerdert  door  de  lanck- 
heydtvandetijd  die  ick  hadde  uytge weeft  ,  ende  naadatwy  wat  tefaamen 
hadden  gepraat ,  feyde  hy  my  dat  'er  in  de  Haaven  Scheepen  2eyl- vaardig  naa 
Engelandrlaagen. 
r>ïe  hem      Defe  oudeMonik  die  by  na  afgeleeft  was  ende  al  begonde  te  mijmeren,  ver- 
geer pore    lailgde  met  groóte  genegentheyd  na  ¿nyn  yertreck  9  figh  inbeeldende  dat  ick 

foa. 


IV.  Boek.  "Door  de  Spaan •  icheWeft-Indiën.  XVI.Ca*.  425 

foo  draa  niet  foude  in  Englandr  gekomen  zij  n,  of  ik  foude  gaan  arbeyden  aan  ora  rm 
aefcekenngevandeProteitanten:  dit  maakte  dat  yder  dag  ¿ie  ik  daar  bie -f  L,1-e|rmi 
hemeen  Jaar  fcheen  te  dueren,ende  hy  deede  al  wat  hy  konde  om  mijne  Rey-  "^0* 
fe  voort  te  fettemik  van  mijn  kant  wenfchte  fuiksmeer  dan  hy,  ende  ík  had- 
de  des  anderen  daags,  wel  willen  t'  zeyl  gaan,ioo  er  een  Schip  daar  toe  hadde 
vaardig  gelegen. 

Maar  GODT,  die  my  altoos, geduerende den  tijdt van  negenrirr  daagen, 
welke  onfe  over- vaart  uyt  de  Indien  hadde  geduert ,  hadde  beíchérmt ,  ende 
bewaart  in  het  midden  van  veele  ftormen  ende  onweders,  fchiekte  wel  haait 
alle  dingen  tot  volvoeringe  van  het geene  waarna  ik  foo  lange  verlangt  had- 
de ,  te  weten,  om  naa  Engeland t  mijn  geboorte-landt  te  gaan,  uyt  het  welke 
ik  nu  aireede  vier-ende-twintigh  Jaaren  geweeit  hadde. 

Ia1ileímiÍnegecíagten  teSí-Lucar~er<¿gaanovethet  verlaaten  van  mijn  DenAu- 
geeftelijke  kleed  ende  hetmaaken  van  een  ander,  waar  mede  ik  in  Engelandt  fheur.*er- 
foude  mogen  yerfchijnen,  hebbende  ik  nog  omtrent  hondert  Rijxdaalders  gSik 
overig ,  naa  dat  ik  een  Jaar  van  Petapa  tot  aan  Si.  Lucar  toe  hadde  onder-  we-  ke  kleedt. 
gengeweeft      Ik    liet  dan  door  een  Engelfchekleermaaker  een  wereltfch 
kleed  toe-ftellen  ,  ende  hier  op  maakte  ik  my  tot  de  Reyfe  vaardig. 

Ten  dien  eynde  laagen  drie  a  vier  Scheepen  t'eenemaal  gereet ,  welke  niet 
als  de  aankomire  van  de  Vloote  verwagt  hadden,  om  eenige  Koopmanfchap- 
pen,  ende  vooral  Bhaareniilver,  in  te  nemen.  % 

Ickwasvanfinnemethetgeenedat  eerft  t^eyl  ging  te  vertrecken,  endeH7°?* 
mijn  Vnendt¿^Wíembarqueerdeíig  daar  op,  wantallede  EneeKeheffe-  4°™ , 

IZfZVT  r  T  Plf  tfe,°P  Haare  Vr^e  VO£Cen  §eftd^  end£  **»  ifct  Senn. 

¿aar  toe  weder  naa  haar  Landt  te  keeren.  ge  godes 

Maar  de  voorfienighey'd  GODES  des  HEEREN  belette  my  fulks    en-  eengrooï 

de  indien  ik  dat  gedaan  hadde,  foude  ik  jegenwoordig  met  LmjUldt  ín  f  ure-8"" 

kyengevangen  fitten  ,  vant  dat  Schip  wierde,  daags naa  het  vertrocken  was, 
^oiTSrí  C?  gen°fen  ' ende  meCalle  de  Engelfche  nü  Algiers  gebragt. 

ilzÄj?     ,£.í.mydan  een  v5y^ger  over  vaardrvinden,    ineen  Schip  dat  Hy*«": 


den  Ridder  William  Cou 


^/"«toebehoorde,  de  Schipper  op  het  fdve  was  een  fefi'*h 


Nederlander    genzzmt  AJriae»  Adriaetifz  ,  doenmaalste"  Douvns  woonende 

taaiFereC  C  acCOrdecrde  ik '   WeSens  miJ»e  vragt  ^nde  fpijíeaen  ñjni 

Dit  Schip  vertrok  van  de  baare  van  St.  Lucar,  negen  daagen  naa  mijne  aan- 

sXenen^i?     rfe'hetWagte  foo  lange  om  ^  gefelfthapvan  vier  andere 

^,,rPf,  dae  f  7^  voort  te  fetten ,  ende  voor  al  naa  eenige  bhaaren  filver  die 
we  uyt  Weft-indien  gebragt  hadden,  die  het  in  de  Haaven  ,  op  poene  van 
Confifcatie,  met  ioude  hebben  derven  laaden. 

Sijnde  dan  op  een  andere  wijfe  verkleedt,  ende  bereydt  om  een  andere  wy- 
tlAriZ^' ^^"IP^f^geleydt hadde, aan  te  vangen,  endemyvL 
•cnAmericaanineenEngelsmaii.getransformeerthcbbcSde^  feyde  ick,  cp 

111  1  '  doa 


heep» 


En  ver- 
treckc  van 


Komfte  te 
Douvies 
ín  tnge- 
l&Mt. 


436    IV,  Boek,    Voy agie vanThomas  Gage   XVI.  Cap. 

den  thienden  dag  van  mijnverblijfteSV.  Iwc^mijnlaatíle  vaar-wel  aanSpan- 
gien  ende  a  an  de  Spaaníche  wijfen  van  doen.  * 

Icknamm^de  mijn  af-fcheytvan  den  ouden  Religieus,  Frater  Paulusvan 
St^Laclr?  Lof*don3ende  van  alle  mijne  andere  bekende  Vrienden, ende  ik  begaf  my  in  een 
Schip  om  de  baare  te  paffeeren ,  ende  aan  het  boordt  van  ons  Schip  re  geraac- 
ken ,  het  welke  noch  dien  avondt ,  in  Compagnie  van  vier  andere,naa  Enge- 
land t'zeyl  ging. 

Ik  foude  op  defe  plaatfe  konnen  vernaaien  alle  de  goedtheden  die  den 

Schipper  Adnaan  Adriaenfz.  voor  ons  hadde  ,  ende  alle  de  beieeftheden ,  die 

hy  my,  geduerende  de  Reyfe ,  bewees  ,  maar  ik  fal  alleen  feggen ,  dat  ik  noch 

veel  meer  reden  hadde,  om  weder  mijne  gedagten  over  de  goetheydGoDE  s 

te  laaten  gaan  ,  welke  ons  foo  fraayen  we'erende  ibo  voorfpoedigen  winde 

verleende,  fonder  eenige  Storm,datwy  in  derthien  daagen  teDoavmaanquaa- 

men,alwaar  ik  te  Lande  ging  ,  ende  het  Schip  liep  in  Duyns  binnen. 

v°a°r  *Jj^t     De  andere  die  te  Marigat  uyt-gingen ,  wierden  te  Douvres  gebragt ,  alwaar 

aingdien  fy  door  de  Officiers  van  de  Admiraaliteyrgeviikeert  wierden,doch  doordien 

lijnde  wert  ik  niet  als  Spaanfch  fprak ,  hadde  men  geen  achterdencken  op  my ,  ende  daar 

viStF"  wasniemandc  die  geloofde,  datikeen  Engelfchmanwas. 

Twee  daagen  daar  naa  ging  ik  te  poft  meteenige  Spangiaardenende  een 
Yrfch  Collonel  naa  Cantorfety. ,  ende  van  daar  naa  Gravefend. 

Doenikeyndelijk  te  London  gekomen  was,  vondt  ikmyfeer  verlegen, 
konnende  mijn  Moederlijke  Taaie  niet  wel  meer  fpreken,  door  dien  ick 
maar  eenige  gebrookene  woorden  feggen  konde ,  foodaanig  dat  ik  daar  door 
vreefde ,  dat  ik  groóte  moey  te  foude  hebben  om  my  voor  een  Engelfchman  te 
doen  verflijten. 

Ick  geloofde  evenwel  dat  mijne  bloed-verwanten ,  welke  wiften  datmen 
my  voor  veele  Jaaren  als  dood  hadde  gehouden ,  my  ten  eerften  kennen  fou- 
den,  als  ik  my  aan  een  vanhaar  openbaarde  ,  ende  dat  ik  daar  door  dan  tijd 
zoude  hebben  om  de  Engelfche  Taaie  weder  volkomentlijk  te  leeren. 

DeeerftePerfoonvanonsMaagfchap,  aende  welke  ik  my  addreffeerde  , 
ende  die  ik  eerft  leerde  kennen,was  Me- Vrouwe  Penelope  Gage,  Weduwe  van 
hap  ende  den  Ridder  ^¿«G^g*,  weike  in  de  St  Johansftraate  woonde;  Ikginghaar 
vrirnden  ,  daags  na  mijne  aankomfte  te  London  befoeken ,  om  door  haar  middel  te  we- 
wekke  hy  ten  w¡e  myne  andere  Vrienden  waaren. 

Ik  wierde  tot  defe  haaftigheid  gedwongen ,  door  dien  ik  vreefde  in  armoe- 
de te  vervallen ,  eer  ik  het  rechte  gebru}  k  van  mijne  Moederlijke  Taele  fou- 
de wedergektegen  hebben,  dieik,  fogefegtis,  by  na  geheel  vergeten  had- 
de ,  ook  moeite  ik  weten  wat  middelen  my  mijn  Vader  hadde  naagelaaten , 
en  de  manieren  van  het  Land  leeren,  om  alle  defe  redenen  dan ,  moeit  ik  na 
haar  vraagen  ,  ende  haar  tragren  te  vinden 

Als  ik  tot  Me-VronweG/Tg-e  was  gekomen, geloofde  die  wel  dat  ik  van  haar 
Maagfchapwas,  maarfy  begonde  te  lacchen  ,  feggende  dat  ik  alseenlndi- 
aan  ofte  als  een  Walsman ,  ende  niet  als  een  Engelsman  fprak. 

Sy 


Uy  komt 
by  fijn 
Maag 


ikem 
zijnde 
■wert  hy 
evenwel 
door  haar 
weder  be- 
kentende 
rret  alle 
Vrient- 
fchap  ont- 
fangen. 


IV.  Boek.  "Door  de  Spaan TchePFeJl-Indten.XVl.Cki>.  437 

Sy  deede  my  een  goec  onthaal  in  haar  huys  aan,  ende  fy  gaf  my  aan wy fin °z 
van  het  huys  van  een  van  mijne  Broeders, welke  in  de  ñrzAt,Lm¿ker  genaamï 
woondde  ,  ende  doenmaals  in  de  Provintie  van  Surrey  was 3  ende  zi inde  hy  al- 
'  daarvan  mijne  komfte  onderligt  3  font  hymy  een  kn*gt  mee  een  Paart,  om 
my  by  een  van  mijne  Oomen  te  brengen,  w.elcke  te  Gation  fig  onthield  op  däe 
ik  de  Heyhge  dagen  van  Chrift-mifle  met  haar  fóude  door  brehff-n 

Defen  Oom,  die  my  als  eenverrefen  Menfche,  ende  die  naav'ier-ende- 
twintig  jaaren  was  weder  gekomen ,  aanfehoude  ,  ontfing  my  feer  wel  tot  fii- 
nent ,  ende  onthaalde  my  wonderlijcken  vriendelijck ,  daar  nafondt  hy  my 
n&Cbeam  by  mijn  Heer Fremottd ,  die  mede  een  van  onfeMaagen  was,  rek 
bleef  daar  tot  Dne-Coningen  toe,  ende  keerde  als  doen  met  mijn  Broeder 
naLondon.  ' 

Aldus  kan  den  Lefer  dan  alhiereen  Americaan  fien,  dien? veelegevaaren      Beflayt 
foo  te  Water  als  te  Lande     geluckelijk  in  Engelandt  aankomt,  w5ar  in  hy\  fë* 
even  als  ick,de  groóte  goetheyt  Godts,  omtrent  mijn  arm  ende  ellendig  fon- 
.  daar  gepleegt,  bemerken  kan.  "öA" 

Hy  die  my  in  alle  die  Landen  foo  geluckelijck  bewaart  heeft,wil  geven  dat 
die  geencdie  nu  het  roer  van .dit  mijn  Vaderlandt  in  handen  heeft,entreprifes 
die  foo  honorabel  als  profitabel  zijn  op  die  gedeelten  vznAmerica  wil  maaken? 
op  dar  het  gebreck  van  gelegentheyt  om  de  couragie  van  fijneOnderdaanen  té 
oeffenen,haar  ïehe  ende  het  geheele  Rijcke  niet  tot  een  laft  zy.Hier  om  is  het 
dat  ik  aan  mijne  Natie  een  nieuwe  Weerelt  kome  aanbieden  ƒ  haar  biddende 
dit  trouw  ende  waaragtig  verhaal  voor  aangenaam  aan  te  nemen  ,  ende  hier 
door  fal  fy  konnen  fien,wat  eere  ende  voordeel  dat ly  verlooren  heeft.door  de 
k leyne  moet  van  een  van  haare  Vorften,  welcke  in  vreede  levende  ,  ende 
overvloet  van  Schatten  hebbende  ,  evenwel  verwierp  de  aanbiedinge  welke 
hem  gedaan  wierde  3  van  de  eerfte  America  te  ontdecken-,  laatende  defelve  aan 
terdmandvau  Arragon,  die  doen  feenemaalgeoccupeert  was  met  het  con- 
quefteren  van  het  Rijcke  van  Grenada  o?  deMoren,waar  door  hy  foo  verarmt 
was  dat hyfigh gedrongen  fag,  eenkleyne  fommegelts  hiertoe,  vaneen 
Man  die  maar  van  een  middelbaare  conditie  was ,  te  moeten  leenen  ,  fenden- 
cie  daar  door  Clmftophorus  Calumbo  tot  dit  loffelijke  voornemen  uyt.  Des  niet 
tegenftaande  hebben  wy  foodaanigalle  gelegentheden  niet  verloren  .  dat  wy 

ZnnT Tf  T;£r  dcaar/Í?e.í)Uáen  konnen  kriigen  >  waar  «>«  ons  onfe  Colo- 
men  in  de  Barbados ,  St.  ChníioíTel,MWendein  derefte  vande  Eylanden  van 
de^»i///«veelfoudenkonnen  helpen,  ende  daardoor  konnen  wy  niet  alleen 
reeckenen  datwyde  grootfte  helft  van  den  weg  airede  hebben  af  gelegt 
maariijn  daar  door  oock  die  van  onfe  Natie  foodanigh  tothetClimaat  van  dê 
Indien  gewoon  geworden  ,  dat  fy  veel  bequamer  fijn  om  de  entreprifes  op  het 
uaanlen  ^™  •e'fetBílFa  dan  deSpangiaarden  waarendoen  fy  daareerit 
De  fwaarigheyd  omtrent  dit  voornemen  is  oock  foo  groot  niet  als  fommiVe 

h 


438  IV.  BoECK.  Voyagte  van  Thomas  Gage  XVI.  Cap! 

lig  wel fouden konnen inbeelden  ,  want ick  kan  klaarlijk aanwijfen  ende  ver- 
feeckeren,  dat  wy3  meeden  felven arbeytende  onkoiten,  die  wy hebben 
aangewent  omeene  van  die  kleyne  Eylanden  tebevolcken,  een  groot  getal 
Steden,  ende  een  braave  ftreecke  Landts,  orneen  nieuw KonincknjcRe al- 
daar op  te  rigten  ,  fouden  hebben  konnen  magtig  werden. 

Onfe  naabueren  de  Hollanders  konnen  ons  hierin  voor  een  exempel  ver- 
ftrecken ,  die  terwijlen  wy  ons  hebben  beiig  gehouden  met  het  voort-fetten 
van  onfe  Commercie  van  deeene  Haven  op  de  andere,  zoo  veele  Landen 
in  de  Ooft  ende  in  de  Weft-Indien  geconquefteert  hebben ,  dat  men  van  haar 
kan  feggen  het  geeneinen  van  de  Spangiaarden  feght,  datdeSonnenoytin 
haare  Landen  ondergaat. 

Aangaande  de  objectie  welckemen  gemeenlijck  doet,  van  dat  de  Span- 
giaarden  dat  Landt  nu  beiirtende ,  het  onreghtvaardigh  foude  zijn ,  foo  men 
haar  daarvan  wilde depoflideren 5  ikantv/oordedaarop,  datzy,  uytgeion- 
dert  het  reght  dat  fy  uyt  kraghte  van  des  Paus  gifïe  hebben ,  geheel  geen  an- 
der konnen  aanwijfen  dan  dat  van  het  gewelt ,  het  welke  dan  op  die  felve  wij- 
le, door  een  grootergewelt,  kan  vernietigt  worden.  En  wat  aangaat  hec 
feggen  dat  fy  daar  regt  toe  hebben  door  dien  die  Landen  eerft  door  haar  ont- 
decktzijn,  ick  aghte  dat  die  reden  al  foo  weynig  ge  volgh  heeft,  als  of  men 
wilde  feggen  dat  door  het  feylen  van  een  Indiaanfch  ofte  Engels  Schip  op  de 
kuften  van  Spangien  ,  die  Natiën  daar  door  Poffeffie  van  dat  Land  voor  hare 
Opperheeren  hadden  genomen» 

Het  is  feeker  dat  de  reghre  eygendom  aan  de  originele  ïnwoonders  van  het 
Land  behoort,  dewelcke,  foofy  vryelijck  ende  fonder  bedwang  de  Engel- 
fche  verfoecken  haar  te  willen  protegeren ,  foo  is  het  feecker  dat  fy  haar  rege 
wettelijcken  konnen  tranfporteren  ¡  en  foo  men  wil  feggen  dat  de  onmen# 
fcheli jekheyd  die  die  Indiaanen  begingen  ,  in  het  op-offeren  aan  haare  Goden 
van  foo  veeíe  redelijcke  Schepfelen ,  de  Spangiaarden  foude  maght  gegeven 
hebben  om  haar  haar  Landt  te  ontnemen  ,  fo  kan  men  dat  felve  argument , 
ende  met  veel  meer  reden ,  tegens  de  Spangiaarden  keeren ,  die  foo  veel  Mil- 
lioenen  van  Indiaanen  aan  den  A  fgodt  van  haare  gierigheyd  ende  barbarifche 
wreedheyd  hebben  opgeoffert,dat  jegen  woordig  veele  Eylanden  ende  gehee- 
le  Pi  ovincien  in  het  vatte  landt ,  dievoor  defen  wel  bevollrt  waaren ,  t'eene- 
maalwoeftende  verlaaten  fijn  geworden ,  gelijckfulcksklaarlijckwerdbe- 
tüygt  door  Bartbolomeo  de  las  Cafas ,  een  Spangiaart ,  zijnde  geween  Biffchop 
van  Guaxaca  in  nieuw  Spangien,  door  het Tra&aat  dat  hy  heeft  m  het  light 
gegeven  van  wreedheden  der  Spangiaarden  in  Weit-Indiën,  falie  Madrid 
gedrukt  is. 

E    Y     N    D    E. 


KOR« 


p^. 


KORTE  .', 

O  N  D   E  R  W  Y  S    I  N  G  E; 

Om  de  Indiaanfche  Taaie >  welke  men  Toconchi  \,  ■ 

ofte  Toe  oman  noemt,  te  leeren,  -  l  .: 

werdende  defelve  in  ende  omtrent  Guatimala  gefproockeul 
geitje  k  ook  in  e  enige  gedeelten  van  de  Honduras. 

HOewelde  Indiaanen,  door  dengeduerigen  omgang,  die  fy  metde 
Spangiaarden  op  verfcheyde.Plaatfen  hebben,  voor  het  meefte  ge* 
deeke  de  woorden,  die  in  hetgrootfte  gebruyk  zyn,  verdaan,  foo- 
daanig  dat  een  Spangiaart  onder  haar  gaan  ende  ftaan  kan ,  ook  verftaan  wer- 
den als  hy  y  ets  begeert  van  de  Officieren  die  gefïelt  fijn  om  die  geene,die  door- 
haare  Dorpen  paneren,  te  helpen. 

-  Om  dat  evenwel  de  meefte  indianen  foodaanig  een  kenniffe  van  de  Spaan-  * 
fche  Taaie  niet  hebben,  ende  dat  fy,  foowel  alshaare  natuerlijke  Taele3 
met  by  haar  in  het  gebruykis,  foobebben  de  Religieufen  ende  deKercke- 
hjke  Perfoonen  haar  uyterfte  devoir  aangewent ,  om  de  Taaien  van  verfchey- 
de  Landen  te  leeren,  ende  om  die  onder  verlcheydene  regúlente  brengen, 
opdatdiegeene,  die  naa  haar  fouden  komen,  daarvan  haar  genot  foude* 
konnen hebben. 

Men  moet  ook  weten  dat'er  geen  algemeene  Taaie  is ,  maar  dat  de  fpraac-  Gr^ot« 
ken  in  die  quartieren  foo  verfcheyden  zijn ,  dat  van  Cbiapa  ende  de  Zoquesaf,  michey- 
tot  aan  Guatimala,  St.  Salvador  ende  de  omliggende  Plaatien  van  de  Honduras  ^"^V1 
toe,  menwelagthienverfcheydenevint,  ook heeftmen daar  Monicken  die  l/niS^' 
L'cr  fes  a  feven  volkomentlijk  verftaan.  ¿imcric*. 

Men  onder wi  jft  de  Indiaanen  niet ,  ende  men  Predickt  noyt  voor  haar,dan 
inhaare  moederlijke  Taaie ,  ende  door  dien  die  niet  dan  van  de  Parochianen 
gefproockenwert,  foo  is  dat  de  oorfaake  dat  fy  van  de  naturelle  Inwoonders 
foo  bemint  ende  gelieft  werden. 

Hoewel  ík,  doen  ik  in  die  Landen  was,  twee  Taelenfpreeckenkonde  ende 
geleert  badae ,  te  weten,de  eene  diemen  Chauiquelende  de  andere  welcke 
men Poconchi ofte Pocoman noemt,  die  eenigeover-een  komfte  metmalkan- 
deren  hebben ,  om  dat  evenwel  de  Taaie  Poconchi  de  aardigfte  ende  gemacke- 
lijkfte  te  leeren  is,  fijndeickoock gewoon  geweeftin  defelve  te  onderwijfen 
ende  te  Predicken ,  foo  hebbe  ik  noodig  geoordeelt  van  defelve  .eenige  regu- 

Kkk  ka 


4£a  Korte  Onder  wyjing  e 

len  te  fchrijven ,  oock  het  gebed  onfesHeeren  in  defelve  ter  neder  te  írellen  , 

nevens  eene  uytlegginge  van  yder  woort  in  dat  gebedt ,  op  dat  de  Naakome- 

lingenfulcks  mogen  weten,  ende  daar  doornen  hoedaanig  ende  op  warwyfe 

men  die  Taaien  leeren  kan, 

Syfonder-     Men  vint  niet  ín  de  Taaie  Voconcbi  ofte  in  eenige  andere  van  die  Landen  , 

5e  Taaie  a^e  verftheydcnheydí  van  de  Declinaten ,  welcke  men  ïn  de  Lati jnfche  heefr, 

BfcoBcbs.    en&Q  evenwel  zijn-er  twee  manieren  naa  de  welke  men  de  Nomina  déclineren  , 

ende  de  verba  conjugeren  kan  ,  ende  dat  door  verfcheydene  particulen  ,al  naa 

dat  de  woorden  beginnen ,  of  door  een  Vocaal  ,  of  door  een  Confonant.daar 

en  is  ook  geen  veranderinge  inde  Cafus  3  als  die  geene  welke  door  die  parti- 

culen  of  door  eenige  praepoikie  wert  aangewefen. 

De  particulen  voor  de  woorden  of  NonwiaywukQ  met  eenConfonant  begin- 
nen ,  fyn  die  geene  welke  hier  volgen 
SDecliiia-        Singularis  Nu  ,  A,Ru.  Pluralis. Ca ,  ^4ta,  Qtiitacqm.  Als  by  exem- 
S!ye.n      Pe* 3  ^at  's  ecn  ^uys  %c^&  •  enc*e  Tat  Vader  ,  welke  woorden  men  op  de  vol- 
gende wijfedeclineertj 

Singularis.  Nupat ,  mijn  huys  ;/4/wf,uh*ays-  Rupat ,  fijn  huys.  Plura- 
XJs;  Capat3ons  huys;  A-pat- ta  ,  u  1.  huys ;  Qui- pat -tac  que  ,  haar  1.  huys. 

Singularis.  Nutat,  mijn  Vader;  +/$tat ,  u  Vader;  Rut at ,  fijn  Vader. 
Pluralis  ;  Latat ,  onfe  Vader  ,- ,  A-tat-ta ,  u  1.  Vader ;  Qui-tat-tacque  3  haar  l¿ 
Vader. 

Duswerden  ook  de  andere  woorden,  welke  door  een  Confonant begin- 
nen, gedeclineert ;  by  voorbeeldt  ;  Queb ,  een  Paard,  Ntiqueh ,  Äqueh \  Ru- 
pieh3  &c. 

/?«£-,  eenboeck  of  papier ,  Nuhub  -  /i#«& ,  Rtibub. 

Mo  lob ,  een  cy ;..-  Numolob  ,Amoloh ,  Rumolob. 

Holm ,  het  hooft;  Nubolan  ¡lAholan ,  Ruhülan, 

Chi,  de  mond  5  /V«fW ,  «yï/aW ,  /?«£•/•/. 

C?»  ,  de  hand ;  Nücan ,  ^¿öw ,  Rucan* 

Cbaci  vleefch;  Nucbac ,  Achac,  Rucbac. 

Car ,  viích;  Rucar,  Ac ar  ^  Rucar ,  Cacar  3  A-carta  3  (}ü!- car.  taque. 

Ch acquit',  het  licchaam  ofte  vleefch  van  een  Menfch  ;  Nuchaquil3  Ackaquit3 
Jtttehnqujh  Cacbaquil3  A-cbaquil-ta ,  (¡hii-cbaquil-tacque. 

Daarzijn  eenige  woorden  welcke  menuyt-fpreeckt  alsof  die  met  een  ts, 
waaren  gefchreven  ,  die  evenwel  niet  daar  mede  maar  met  een  tz.  gefch  reven  i 
werden,  het  welke  wat  by  fonders  in  die  Taaie  is  ;  gelijk  als,  t/t ,  een 
Hond  i  tjiquin3  een  Vogel :  Nut  ft  3  mijn  Hond ;  Atjt , u  Hond  ;Rutfi,  fíjn 
Hond,  Catfi,  onfenHond;  A-tfi-ca3\x\.  Hond;  Qtti  tfi-taque,  haar  1.  Hond; 
Nutfiquin ,  mijn  Vogel;  *Atfiquin3  u  Vogel  \  Rutfiquiti3  fijn  Vogel: Catfi- 
quin3  onfe  Vogel,*  A-tJïqum*ta  t  u  L.  Vogel,  Qui-tjiqum-taquc ,  haar  1, 
Vogel. 

pok,  vallen  ia  de  Cafus  geen  verfcheydene.  terminaticn,  even  zh  'm  de 

Latijn- 


In  de  Taele  *P  O  CO  NCHI.  441 

'Latijnfche  Taále,doch  defelve  zijn  onderfcheyden  door  eenïge  particulen  o£ 
te prepoíítien  }  gelijk by exempel :  Hethuysvan  Pieter  ;  Rupat Pedro aftel- 
lende foo  den  naam  van  den  Eygenaar  ende  particukje  Ru ,  by  het  woordeken 
Pat  ,  dat  huys  beduy  t ,  werdende  door  dat  particukje  als  een  eygenfchap  ge- 
infereert. 

Soo  heef  tmen  voor  de  Cafus  Dativus  het  particukje  Re  ,  by  voorbeeld;Gceft 
Pieter  fíjn  hondt;   Chay  ere  Pedro  ruijï. 

Wat  de  Cafus  Accufativus  belangt,  wanneer  'er  eene  veranderinge  van 
plaatfe  werdt  bygeftelt,  moetmen  daar  het  particukjen  Chi  by  doen,  an- 
ders niet,  als  by  exempel  ;  Ickgaanaa  het  huys  van  Pieter.  (hiinocbirupat 
Pedro, 

De  Voeativas  Cafus  neemt  by  fig  het  particukje  Ab  of  Ha  ,  beduydende 
fulksofeenwenfchinge ofte  een  roepinge,  gelijk  als,  hier  mijn Soön>o£Ab 
mij n  Soon  ;  Ab  vacun ,  of,  Ha  vocun. 

De  Abiativus  Cafus  houdt  altoos  de  felve  terminatie  met  de  Nominativas, 
ende  werdt  meteenige  praepofitie  uytgedruckt,  gelijk  als,  in  mijn  mondt  s 
Pan  ñachis  met  m  i  j  n  handt ,  Chi  nucan. 

In,  dat  ik  ofte  my  gefegt  is ,  en  werdt  niet  gedcclineert ,  gelijk  ook  Ai ,  dát 
gy  ofte  u  beteeckent' 

Het  poiTeffive  particukje ,  mijn,werd  mede  niet  gedeclineert,  gelijk  vi  cbin , 
mijn  ofte  voor  mijn,  foo  ook  u  ofte  vooru,  ave.  Hier  moeten  wy  aanmerc- 
ken ,  dat  in  die  Taaie  geen  dubbelde  V.  ofte  W.  is ,  gelijk  als  in  het  Engelich, 
maar  de  V.  confonansofte  dei/,  vocaal  werden  als  een  TV.  in  het  Engelfch  ge- 
pronuncieert,  mits  dat  voor  de  17  vocaal  eer»  O  werdegefet,foodaanig  dat 
hoe  wel  wy  Wacun*  ofte  Ouacun  >  mijn  Soone  ,  pronuncieren,  gelijk  ook 
Wichin  ofte  Ouichin ,  mij  n  ofte  voor  mij  n  ,  axve  ofte  aoue ,  u  ofte  voor  u ,  foo 
Schrijft  men  doch  nietals,  Vacun,  Vicbin,Ave. 

De  particukjes  ofte  de"  letters ,  welke  voor  de  Nomina  komen ,  die  mét  een 
vocaal  beginnen ,  fijn  foo  als  hier  volgt ;  Singularis;  V.  Au.  R,  P  l  u- 
H  AL  is;  C,  of  Au  y  Ta.  C.  oí  Qu.  Tacque.;  gelijk  als  by  exempel ;  Acun% 
beduydt  Soone ;  \xim ,  koorn  ,'OcBocb ,  huys  ¡  defelve  werden  op  de  volgende 
wijfe  gedeclineert. 

_  Singularis.  Vacun ,  myn  Soone ,-  Avacun ,  u  Soone;  Racun,  fijn  Soone; 
Pluralis,  Cacun,  onfen  Soone;  Avacun-ta3  ui.  Soone,-  C  acun tacque. 
haar  1  Soone. 

Singularis.  Vococb,  myn  huys;  Avococb,  u  huys;  Rococb ,  fijn  huys. 
Pluralis.  Cococh3  ons  huys;  Av-vcocb-ta,  u  1.  huys;  €-ococb-taque ,  haar 
1.  huys. 

Men  verandert  ende  decimeert  op  de  felve  wijfe  ook  het  woort  Abix  ,  het 
welckeeenftuckbezaayt  Landt  beteeckent,  Acal,  aarde,U/<?»  dat  mede  aar- 
de beteeckent ,  Acacb ,  een  kerne ;  uy tgefondert  dat  de  woorden  die  met  een 
I  beginnen,tti  de  eerfte  ende  derde  Perfoon  van  hetVluralis  Numerus  3mede  een 

Kkk  z'  B.ad* 


Korte  Onderwy  finge 


w 

B.  admitieren  ,  maar  de  andere  willen  voor  defelvePeribonen  ín  het  felve 
Numerus  niet  dan  een  C.  toe  laaten. 

De  verba  bntfangen  ende  admitieren  ook  verfcheydeparticulen  tot  haare 
conjugatien ,  even  als  ik  van  de  Nomina  in  haare  veranderingen  ende  declina- 
lien  hebben  aangemerkt  j  mede  al  na  dat  fy  door  een  vocaal  ofteCotííbnanc 
beginnen. 

.    Defe  welke  door  een  Confonant  beginnen,  hebben,  gelyk  de  Nomina  3  de 
volgende  articulen. 

Singularis.  Nu,na3  Inru,  Plural  r  S.  Inca 3  Nata 3  Inquhaque: 
Gelyk 'by exempel,  Lococb ,  beminnen. 

Singularis.  Nulococb ,  ik  bemin  ;  Naïpcocb ,  gy  bemint ,  Inrulococb, 
hy  bemint;  Pluralis.  Incahcoch ,  wy  beminnen ;  Na-lococbta3  gy  1.  be- 
mint; lnqui-loc  och -taque ,  fyl.  beminnen. 

S  ingülaris.  Huroca  olte  Nurapa ,  ik  geeiTele  ofte  ik  fla  ;  Narav*  of- 
te Naropa ,  gy  geeifelt  ofte  gy  ilaat ;  Inrurocaohe  Inrurapa  3  hy  geeifelt  ofte  hy 
'  ilaat  ^Pluralis.  Incaroca  oïlncarapa ,  wy  geeflelen  ofte  wy  Maan  ;  Na- 
rocata'oi  Narapata ,  gy  1.  geeiTelt  ofte  gy  1.  flaat ;  Inqmrocatacqueoite  Inquïra* 
p ataque ,  fy  Lgeelfelen  ofte  fy  liaan. 

Singularis.  Ykutfiba ,  ik  fchry  ve ;  Natfiba ,  gy  fchrijf  t ;  hmttfiba  ,  hy 
fchryft.  Pluralis,  lmatftba ,  wy  fchry  ven  ,•  Natfibata ,  gy  1.  fchryft ;  ln- 
quitfibatacque ,  fy  l.fchryven 

Daar  en  is  anders  geen  tempus  als  het  imperfeéium  ,  noch  geenprateritum  aft 
'het  perfeétum ,  maar  in  plaatfe  van  die  andere  bedient  men  %  van  hec  plus 
quamperfeäum  ;  Daar  is  ook  geen  tempus  futurum ,  maar  dat  werdt  door  het 
tempus  prafem  uytgedrukt,  ende  volgens' de  fin  van  het  difcours  werd  het 
daar  voor  genomen;  gelyk  als  ,  Nulocoh  Pedro ,  feeduyd,  ik  bemin  Pieter, 
®fte,  ik  fal  Pieter  heminnen,  Tinhcob  3  ikbeminneu,  ofte  ik  fal  u  bemin- 
nen.  ¿s 

Somwylen  ,  om  het  Tempus  futurum  beter  uyt  te  drucken ,  voegt  men  daar 
by  het  woord  lnva  ,  ik  wil;  Nava,  gy  wilt;  lnra3  hy  wil;  gelyk  als-,  Invanu- 
löcob  Pedro,  ík  wil  Pieter  beminnen. 

De  parxiculen  voor  het  'Tempus plus  quamperfeäum  ïyn  de  volgende. 

Singularis.  Ixnu ,  Xa ,  Ixru.  Plural  is  beca,  Xa-  ta,  Ixquitacque. 
Hier  moeten  wyaanmereken  darin  alle  die  particultjens,  ¿Q  letter  X  werd 
uytgefprooken  als*£.  in  het  Engelfch ,  ende  de  eb.  in  het  Franfch  ofte  Neder- 
duy  tfch :  by  exempel  Ixnu  werd  gepronuncieert  even  als  oi'erlcbmt  gefchreven 
was  ,  Xa  als  cba,  Ixru  als  Ichru, 

PrateritumperfecJum.  Singularis.  Ixnulocoh,  ik  hebbe  bemint ;  Xxa- 
ïöcob,  gy  hebt  bemint ;  Ixrulocoh ,  hy  heeft  bemint.  Pluralis.  Ixcaïocoh, 
wy  hebben  bemint ;  Xalocohta ,  gy  1.  hebt  bemint;  Ixqmlocobtaqut3  {y  1.  hebben 
bemint.  Ende  fo  ook  met  alle  de  andere  woorden  oite  verba. 

De  particulcn  voor  de  modmimpermivns  3  %yn  dufdaanig^ 

T-coi- 


In  de  Taaie  TOCO N'CH'L 


442 


Voor  het  numerus fingularïs  en  de  tweede  períbon  ,  cba  ,  voor  de  derde  per- 
foon  'm  jinguUiri  numero,  chirw,  voor  de  eerfte  perfoon  'mplurali  numero,  chica, 
voorde  tweede ,  Cbatu,\oor  de  der  de, Chkit  a  que  ;  als  by  extmpe\,Cbalocöh,dzx. 
gy  beminnet ;  Chirulocob,  dat  hy  bsminne.  Plural  is.  Chicalocoh ,  dat  wy  be- 
minnen ,  Cbilocobta ,  dat  gy  1.  bemint ,  Cbiqui/ocobtaque,dai  fy  beminnen, ende 
op  defelvewijfe  met  de  andere. 

De  modus  optativas  is  de- felve  met  de  indicativus ,  alleen  werdt  daar  het  par- 
ticultje  ta  by-voeet,  het  welkhetfelve  beduydt  dat  ütinam'm  het  Latijn 
doet,  ende  eygentlijk  het  felve  dat  ons,  Ochof  Igcfegt  is,gelijk  als  ,  Na/o- 
cohta  Dios ,  och  of  gy  Godt  bemindet ;  Ixnuhcobta  Dios ,  och  of  ick  G  o  d  t 
bemint  hadde. 

De  modus  conjunéiivush  ook  defelve  metde  indicativus ,  maar  menvoeght 
daar  het  particultje,  vet,  by,  gelijck,  veinalocobtaDios ,  fogy  GODT  be- 
mint ;  vet  Ixnuhcobta  Dios ,  fo  ik  GO  DT  bemint  hadde 

In  defeTaale  is  geen  modus  infinitivus,  maer  in  plaatfe  van  de  felve  gebruykt- 
men de  indicativus,  gelykals,  Qmncbolmitfibct ,  fk  kan  fchry ven  ;  Quinquhii, 
beteekentfterven;  ende  Nurab,  ikbegere;  fo  is  dan  Nurab  Quinquini ,  ick 
begere  tefterverc. 

Men  moet  ook  bemerken  ,  dat  wanneer  in  alle  de  verba  aóiiva  ,  ík  ofte  gy 
als  in  accufativo  cafu  werden  uytgebracht,  fy  te  faamen  gevoegt  werden  by  de 
perfoon  die  het  verbum  maakt,  ofte  voor  het  felve  geftelt  werd,  ende  dat 
door  dé  partiolltjens ,  Quiñ,  ik,  Ji,  gy  wat  het  tempus  prefens  belangt,  ende 
wat  aangaat  hetpr^teritumperfecJum^ieeit  men  die  van,^>;,my,  ende  Ixti.gy, 
als  by  exempel» 

:  Quinalocob ,  gy  bemint  my,-  Xinalocoh,  gyhebtmy  bemint;  Qtiinranlocoh, 
gy  fulrmy  beminnen  \  Quinahcobta ,  bemint  my,  ofte,  och  dat  gy  my  bemin- 
det !  vei Quinalocob ,  fo  gy  my  bemint  hebt,  ofte ,  bemint  haddec  ¡  Qninctralr 
nalocob ,  gy  wilt  my  beminnen. 

So ook  voor  de  tweede  perfoon  omtrent  de  accufativus ,  tinulocob ,  ickbe- 
minneu;  ixtinulocob  ,  ik  hebbeu  bemint;  tiranulocob ,  ik  wille  u  beminnen,- 
tinulocobta ,  och  of  gy  my  bemindet !  vei  tinulocob ,  fo  ik  u  beminne  ,•  veiixtintt- 
locoh ,  fo  ik  u  bemint  hebbe  ,  ofte,  bemint  hadde. 

Men  moet  noch  aanmerken  dat  die  twee  woorden ,  jQuincbol ,  dat  gefegt  ís 
ík  vermoge ,  ende ,  Inva ,  ik  wil  feer  aaardiglyk  by  andere  verba  gevoegt 
werden ,  van  wat  perfoone  die  ook  zyn ,  doch  inperfonelijk  by  de  derde  per- 
foon van  het  numerus Jingularis ,  als  by  exempel ; 

Incbdlnuhcob ,  ik  kan  bemin  nen  ^Invanulocob,  Uk  wil  beminnen  j  Ixraixna- 
locoh ,  ik  hebbe  willen  beminnen  ;  Ixcbolixnuhcob ,  ikhebbe  konnenbemtn.-* 
jienr;  Ticholnulocob ,  ik  kan  u  beminnen  ,  &c. 

De  letters  ofte  de  particulen  die  voor  de  verba  komen  3  die  met  een  vocaab 
beginnen,  7¿jn4e  volgende* 

Kkk  ■-.$..;  Wim~ 


!l 


:444  Korte  Onderwy  finge 

Singularis,  hm,  Nau,  lnr,  Plur.  Ingu,  oVJnc , Tt$m$at3  ïngw- 
tacqut,  ofte  lnétaqu'm ;  alsby  voorbeeld ,  eca3  isbevryen,  verloffen  gefegt» 
dit  verbum  wort  op  de  volgende  wijfe  geconjugeerd 

Singularis.  Inve $a ,  iek  verloffe ;  Navega ,  gy  verloft  ;  lnre qa ,  hy 
verloft.  Pluralis,  Inqueca,  wyverloffen;  Nave  f  ata-,  gy  i.  verloft;  ƒ*- 
queqataque ,  fy  verloffen, 

A,  is  een  woortuyteene  letter  beftaande,  endebeduyt  wenfchen,  bege- 
ren ,  willen  >  men  vint  het  felve  noytfonder fijne  particulen,  alsj 

Singularis.  Ickwil;/«™;  Nava,  .Ghy  wilt;  lnra,  Hywil  \  PLu. 
RAL^IS.  7»^;  wy  willen;  Nacata,  ghy  1,  wilt;  lncataque ,  fyl.  willen. 

Ivircb ,  hoorenj  Invircb ,  ik  hoore  i  liavivircb  ,  gy  hoord;  Imivirch ,  hjr 
noord;  Pluralis.  Inguïvircb ,  wy  hooren,  ^aviviregbva }  gy  l.-hoordt» 
Inquivireghtaque ,  fyl.hooreu. 

Op  defe  wijfe  hebbe  ick  dan  aangewefen  op  wat  wijfe  men  alle  foorten  van 
Nomina  moet  declineren ,  ende  ook  alle  de  wrfo  in  die  Taaie  conju- 
geren. 

My  refteert  nu  noch  alleen  van  de  verba paflïvare  fpreecken,   ende  aan 
.  tewijfen  hoemendiemet  die  defelve  particulen  moet  conjugeren  ende  for- 
meren. 

De  verba  paf/tva  ,  gelijk  als  fy  verfcheyde  terminatien  hebben  ,  foo  wer- 
den {y  ook  verfcheydentlijk  geconjugeert. 

Van  die  geene,  welke  met  een /z  eyndigen,  werdt  gemeenlijk  in  pajjtio 
de^af-genomen,  endeby  de  laatfte  Confonant  werdt  het  particultje  ¿¿ge- 
voegt,  als  by  exempel,  van  het  woord  Nuroca,  ik  geeffele  ofte  flaa ,  is  hét 
paffivum  .  Öuinrocbis  op  defelve  wijfe_is^iet/>^u«w  van  Nurapa,  dat  mede 
ik  flaa  ofte  geeffele  beduyt,  Quinraphi  j  doch  hier  is  een  exceptie  in  N«i- 
zuba3  ikichrijve,  in  het  welcke de Hn een  wwert  verandert,  Quintfimhi* 
ikbengefchreven. 

Die  verba  die  met  een  pb  eyndigen,  veranderen  defelve  in  Onbi,  gelijck 
~Hutocaph ,  ikbeminne }  Quifjloconbi ,  ik  ben  bemint. 

Soo  ook  die  in  eb  eyndigen,  veranderen  ázcbiñhr,  gelijck  als  Invhïnhl 
ik  hoore ,  Qmmvírhi ,  ik  ben  gehoort.  « 

Maar  diegeene  diein^  eyndigen  (  hiermoetmen  noteren  dat  een  f  als  een 
/werdt  uyt-gefproocken)  veranderen  de  a  in  ibi,  als  by  voorbeeld,  lnveca> 
ikyerloffe,  Quinocibï,  ik  ben  verloft ;  Nucamca,  ik  doode  ,  Qukamcibiy 
ik  ben  gedood. 

De  verba  die  in  acb  eyndigen,  voegen  bi  in  het  paffivum  achter  aan;  foo 
heeft  Nucacb ,  ik  vergeve  ,  ïnpafjïvo,  Quimachi ,  ik  ben  vergeven. 

De  particulen  die  dé  verba  pajjiva  of  veranderen  ofte  conjugeren  fíjn  de  vol- 
gende. 

Singularis  £««/,2?,  /^Pluralis,  Coh.o^CoJita^itacque^h 
-»y  een  voorbeeld. 

Si  N- 


In  de  Taaie  TOCONCHL 


445 

Singularis  Quüoconcbi,  ik  ben  bemint ,  Tihconcbi ,  ghy  bent  be- 
mni,i»Ioc*cbihy is  bemint.  P.ur.us.  Ccloconchi,  wy  íijn  bemint* 
Tiloconhita,  ghy  1. fijt  bemint;  Qiiiloconhitacque ,  fy  fijn  bemint 

b  ïngular  is    Quinrochi  ik  ben  gefiaagen  ofeeseeiTelr  •  TrWA;     ^,, 

"/'  wyfyngeflagenof  gegeeffelt; 2W,^,  ¡y  1.  bentgeflagenof  «c- 
geeiTelt;  .Quiwknacque,  fy  hfyn  geitegenofgegeefelt.  ö  S 

De  parnculen  voor  het  tempus  plu*  quam  'perfeSum  Ú¡  ir  de  volden  de 
Singular^    &3  Ixti,  lx.  plukalis.  ¿tf,  dfej¿¿  x¿- 
tacque>  als  by  voorbeeld  ?*-   "**»  A' 

Si  nguL'ar  is.-  Xinjeco^cbi  ick  ben  bemintfgeweeft ;   Xtihconcbt ,  'fihy  ■ 
iytbemintgeweeit,-  Ixkconcbi,  hy  is  bemint  ge  weeft.  Plural  ís    t!// 
??     '    wyfijnbemintgeweeir;  WÄ^,  ghy  1.  hebt  bemint  geweeft 
XÜQconchtacque ,  fy  fijn  bemint  ge  weeft.  ""scweeir, 

Jtnrocbi,  ick  ben  gegeeiTelt  ofte  geflaagen  geweeft  ;  ƒ*#**&;  ghy  bent  «re. 

^tt^T^X^r    ]rf¿  4 ^egeefêltofteSa^nlè: 
weeft .  F  lu  ra  L  i  s.  Xom^ ;  ofte  X0/,r0r/,/ ,  wy  fy  n  gegeeiTelt  ofte  eeffäeert  < 
geweeft ;  7^w^    ghy  1.  fyt  gegeeiTelt  ofte  gekagen  Ie  wteft  ;  ÄL-' 
*w,  fyl  fijn  gegeeiTelt  ofte  gefiaagen  geweeft.  ë  vw.AvoctotM. 

De  Modus  Impcrativus  is  dufdaanig 

tfW&,  weeft  ofte  fijt  bemint,  Tihcwcfc*,  weeft  ghy  1.  bemint -O^ 
|«; kcpnht^e  dat  fy  1  bemint  zijn  ;  in  dit  laatfte  fietmen  dat  her  particultien 
e; in  bo  verandert  werdt  c   parucuitjcn 

De  modus  optativas  ende  ewjmèlüm  volgende  fel  ve  ord re  als  de  z^^- 
Qwnhcmhh*    och  dat  ick  bemint  waare  ;  1¿W,>0,  och  darghy  b?n  int 

l$i£!SSS&¿?  ^W¿**m  ^wJ^;^: 

weSeftNG^L/A2/ívS*  ^r^f'  °ch>tick  bemint  waare  ofte/badde  ge- 
weeft,- Ixttiocmbita  och  dat  ghy  bemint  waart  ofte  haddet  geweeft ;  ixL 
€mhtta3  och  dat  hyhadde  ofte  waare  bemint  geweeft  ;  P  l  u  r  a  l  ,  Txocoan 

££ÍÍ    j?aádetofte  vaaretbeimncgewecft,-  Xloconlñtatacque  3  och  dat  fyl 
hadden  ofte  waaren  bemint  geweeft.  "«-"udtiyi. 

J^rfoffSCvnh^lhari?Ueren  dat  h£t  P*"™^"»  roo'ereenige  ander 
woord  of  ce  fin  by  hetverhum  gevoegt  isa  voor  het  verbumkn  geftelt  werden 
gelijk  ^mntaqmnhconcbi,  och  dat  ick  feer  bemint  waare  /anderSfoo 
het  wtíimw  alleen  is,  wem*  agtetaan geftelt  -"uerjinre  ïoo 

Vt  Modus  Conjunóiivu,  fs  dufdaanig  5  -vet  quinloconbi,  feo  ik  bcmiadtbea  ■ 
mtiknconht,  foogy bemint zi^endefoo voort metde-refte.    °emiIKici>en> 
•    '  Bit-' 


— 


44  6 


AT<wtf  ¿  Onderwyfmge 


Dit  is  het  alle  dattnen  gewoon  is  tot  onderrigtinge  te  geven  omtrent  de fe 
Taale;By  aldien  nu  yemant  in  alle  de  boven-verhaalde  regulen  wel  onderwe- 
ïtx\  is ,  ende  alle  die  begintfelen  volmaakrelijken  wel  weet,  foo  fal  die, in  feer 
Korren  tijd ,  die  Taaie  perfecl  konnen  leeren  fpreecken ,  foo  hy  eenDidiona- 
J»mm  ofte  wcorden-boeck  daar  by  heeft. 

En  foo  mijne  Vrienden  my  komen  te  betuygen  datmen  daar  van  wel  een  D/- 
Biouartum  fíen  wilde,  foo  fal  ik  haar  dat  contentement  geven  a  ende,terliei- 
devan  haar,  een,  die  volmaackt  fal  zijn,  op-ftellen. 

Onderwijlen  hebbe  ik  ten  propoofte  geoordeelt  defe  kleyne  ende  korteOn- 
derwijfingen  te  doen  drucken ,  ende  dat  alleen  uyt  curieusheyd  ,  ende  om  te 
doen  lien  3  hoe  Jighteli;k  men  de  Indiaanfche  Taaien  kan  leeren. 

Ickcfal  dan  voor  het  laatfte  een  eynde  van  dit  werckje ,  welcks  gelijck  men 
noyt  gefíen  heeft,  maacken,  met  het  Gebedt  des  Heeren  in  die  Taaie, 
ende  met  een  korte  ende  bondige  uyt  legginge  over  het  felve. 
Het  Gebed  Catat  taxah  vilcat ,  Nimta  inqabarqihi  avi\  Inchalita  avihauri  p  ancana  \  In- 
RENtaE~  vanivatanava*lnbvirvacacal>  'heinvan  taxah.  Chaye  rima  cahuhun  taquib  ;  na- 
at Taaie  iac"  ta  ^iac.^e  incacacbve  quimac  xim  acquivi  cbiquih;  macoacana  cbipam  catacchy- 
Vtconthi.    hpcoaverqaca china uncbe^tfirimdniquiroshsfnqui.   Amen. 

üydeg-         Hiermoetmenaanmercken  áztCatat,  volgens  de  eerfte  regul  van  de  Deeli~ 
gingedaar  natiën  der  nomina ,  de  eerfte  perfoon  is  in  het  numermplaralis ,  het  welke  men 
pefpeurt  door  het  particultjeG?,  gevoegt.by  het  woord  Tat3  dat  Vader  betee- 
kent ,  foodaanig  dat  Catat,  Onfe  Vader  beduyd. 

Taxah  beteeckent  den  Hemel ,  ende  men  Jet  het  voor  het  woordt  ofte  ver- 
bamvifcat  3om&a.t\\ztte  aardiger  ende  beter  geplaatft  foude  ftaan,in  tegendeel 
van  het  Latijn  ende  Engelfch,  daar  het  woordeken  es  ,  zijt,geftelt  isvoorm 
cdit ,  inde  Hemelen.  Men  ftelt  ook  fonder  eenige  praepofitie,  in  tegen- 
deel van  het  L*atijn,  Grieckfch  ende  Engelfch,want  in  defe  Taaie  werden  de. 
praepofítien  dickmaals  vergeten,maar  evenwel  ftiifwijgende  verftaan. 

Vilcat,  beduydtzijt,  oftediezijt ;  het  is  de  tweede  perfoon  van  het  La- 
tí jnfch  woordtyW,  es  fui,  dat  een  verbum  anomalum  is ,  ende  nietgeconju- 
geert  werdt ,  volgens  de  boven-geftelde  regulen  ,  als  by  exempel; Vijquin3ik 
ben, V Heat ,gyti}t;  Vil/i,  hyis,  Pluralis,  Vilcob,  wyzijn;  Vilcatta^gy 
I.znt;  Vtlquetacquejy  l.zyn. 

Het  tempus  plus  quant  perfefíum;  Singularis.  Kinv /,ick  hebbe  geweeft ; 
lxttvt,  gy  hebt  ge  weeft;  Ixvi,  hy  heeft  ge  weeft;  Pluralis.  Xöh'w3  wy 
iïjr i  geweeft ;  Ixvitiva  ,gy  1.  fijt  geweeft  ;  XivitacqueSyl.'fïjn  geweeft. 

Modus  imperativas.  Singularis.  ThioiTivo,  zijt  of  weeft:  Chtvi  of 
Chivo,  dathyfy;  Pluralis.  CobvitäofCobvota ,  dat  wy fijn.:  Tivirao£Ti- 
wtajdat  gy  1.  zijt :  Quivita  oïQmvitatacqueMi fy  1.  zijn. 

De  modus  optativas  ende  conjuncJivus  fíjn  volgens  de  boven-geftelde  regalen  , 
doende  by  het  tempus  prafens  de  particulen  ta  oite  vei  in  het  tempus prajhs}ende 
kztplusquamperfefíumvanáe  modus indicativas . 

Wmtê 


— — „ , —  ,    , 


In  de  Taek  TOCO NCHL  447 

_  -Nimia  incaharpbi.  Dit  beteeckent,  ick  biddedat  ten  hooghfien  vcrheer- 
lijckt  zy;  -Nim  bcduyd  grootelijcks  ofte  tenhooghüen,-  siseen  partícula 
optativa ,  ofte  een  uytdrackingc  van  een  wenfeh ;  lncabargihi  is  de  derde  per- 
íoon  vanhetverbum  Quincabarfib/ ,  het welcke verheerlijckt  ofte  groot  ge~ 
miacckt  zijn,beduyd,  het  welcke ,  volgens  debovengeitclde  regul.  gefor- 
rnèert  wnt  van  het  verbum  aBivumNucabarfa,  groot-maecken,  verheer- 
lijeken,  veranderende  de  laetfte a  ín,  chi3  ende  het  particukjeO#/«  daer 
by  voegende  ,  dat  liet  pajjïvum  maeckt. 

**4vi3  uvvennaeme;  vi  beteeckent  naeme;  ende  volgens  de  regul ,  die 
w  F  hier  bcvoorens  gegeven  hebben  ,  voorde  Nomina  die  met  een  Confonant 
beginnen  ,  foo  is*  het  particultje  van  de  tweede  perfoon. 

lncbalita  avibauri;  lactuRijcke  komen,  foudeeygentlijck  deuytlcgginge 
van  ciie  woorden  zijn.  lnchali  is  de  derde  perfoon  van  het  verbum  quine  bah , 
dat  komen  bcduyt  Ta  is,  als  vooren  gefeght  is ,  een  teecken  vaneen 
wench  ofte  partícula  optativa.  Ibauri  ofte  Uauric  beteeckent  een  Koningh- 
rijeke,  ende  av  daer  bygevoeght  zijnde,  bednyd  de  tweede  perfoon. 

Pancana;  op  onfe  hoofden ,  dit  is  een  byfonderc  maniere  van  uyt-drnc- 
kiogeindieTaele,  welcke,  even  als  veele  andere,  meenighte  van  Pbrafer 
ende  manieren  van  fpreecken  heeft ,  gelijck  alshare  eygen-aen-geboorene 
aerdighedenendecircum-locurien,waervau'crdefceenisals  fy  feggen;  u 
Koninghiijcke  komsover  onfe  hoofden.  Plofte  Pan  is  een  prxpofitie, 
welcke  in  ofte  op  beduy  f;  Na  beteeckent  het  hooft;  Nuna,  mijn  hooft; 
Catt*i  onshooft,  volgensdcn  hier  voorens  gegeven  regul,  hiervandac» 
komt  het  dat  fy  een  hoedt  Pan-nuna  noemen ,  als  zijnde  bovenop  het  hoofr. 
Invanivatanava;  Dar ghy  wilt  moet  geichicden.  De  IndiaenerVhcbbeti 
geen  eygen  namen  om  den  wille  uy  t  te  drucken ;  rnaer  fy  exprimeren  iulcks 
door  een  verbum,   lnvanivi  is  de  derde  Perioon  van  het  verbum  quinvanivi, 
het  welckegedaen  zijn  bcduyd ;  Het  verbum  aïïivumisNivan  ick  doe ,  ende 
daer  van  werden  veele  pajjïva  geformeert ,  als  quinvan ,  quinvanbi,   quin- 
vaniy   quinvanivi,   qutnbanan  ,  quinvantibi  ,  van  dewelcke  het  laetftc  ey- 
gentlijck  ipoedighlijck  gedaen  zijn  beduyd, 

Op  defelve  wijfe  voeghtmen  achter  aen  al  le  de  verba  foo  aüiva  als  pajjiva 
dat  pamcukje  tibi ,  om  den  fpoet  ende  vlijt  in  eenige  iaecke  aen  te  wijlen, 
Nava  isdetweede  perfoonvanhet verbum  inva,  ickbegcere,  volgensdcn 
regul  van  deverba-die  door  een  Vocael  beginnen  ;  Nava  ,  ghy  begeert} 
lnva,  hy  begeert. 

Tahvir  vab  acal,  alrcede  op  het  aengcfighte  der  aerde.  Tabvir  is  een  ad- 
verbium, het  welcke  alrtdeofre  reeds  beteeckent.  Vab  beduyd  aengcfigh- 
te ,  Navah ,  de  aerde, 

Heinvantaxpb.  Sêo  als  die  in  den  Hemel  gedaen  wert.  He>  is  cen  adver- 
bium ,  dat  Í00  ,  als ,  ohe gelijck  beteeckent  ¿  Invan  is  de  derde  perioon  van 
het  verbum  p-affivum  quinvan ,  gedaen  zijn.  Taxah  ,  beduydt ,  alsbevoo- 
rens,  in  deriHemel,  fonder  eenige  pnspofjtiedaer  byte  doen. 

Lil  Chaye 


■i 


44,8  Korte  Onderwyjïnge 

Cb*yemm,vtth htdm.Nuye  is  de  eerfte  perfoon  in  het  tempnprsfen*- 
beduydende  «ck  geve.  Cha  is  het  part icaltje,  volgens  den  voorgeAeldfn  re 
gal ,  van  de  tweede  pcrloon  van  de  modus  impcrathus.  Chaye  geeft  ehv 
Chtruè,  dathy  geve.     Rnna,  beduyd  heden  £ctr[ëny> 

Cahuhmtaquih  vuc.  Ons  brood  van  yder  dagh .  Hier  mbetmen  aenmerc- 

,  uf  ?í  a    hct  v,oor  ¿«¿««gefet  werr  het  ieer  aerdig  geplaetft  wert,  hoe- 
wel het  behoort  tot  het  woordeken  vuc  dat  brood  beteeckent,  Nuvüc ,  miin 
brood   CW  ons  brood,  Hnhun,  iseen  woortdatnietgedcclinecrten  wert, 
bcduydcndeydercen^cyder faakc.  fi«/¿beduyd  de  Sonneofte  den  daeh 
Nafah u  camac  ick  bidde  Godt  dat  Gy  ons  onfe  fonden  vergeeft ;fv  befieen 
hier  niet  de  modmimpcrathut ,  gelijk  als  in  het  Latijn  alwaer  ftaet  dimitte 
vergeett ;  maerdoor depsrtieul*  optativa  ¡fcgebruyefcen  fy  demodm  optati- 
vas. Nafa  is  de  tweede  perioon  van  het  verbum  Nucab,  ick  vergeve  •  Mac 
beteeckent  ionde,  Nmnac  mijn  fonde,  of  mijn  fonden  ,  Camac ,  onfe  fonden! 
^  !S  een  ? ndcr  woord  111  die  Taele ,  het  welcke  mede  fonden  beteeckent. 

Ha  ,»«^w  ammac.  Op  defelve  wijfe  als  wy  haerc  fonden  vergeven 
lwacah  is  volgens  dcflbovengeftclde  regul  de  derde  perfoon  in  het  numerus 
plural» ,  voor  de  woorden  die  met  een  Conibnant  beginnen ;  ve  is  aen  het 
cynde,  aerdigheyds  halven,  by-gevoeght,  Quimac is  de  derde  perfoon  in 
plurah  numero.  • 

Hier  moctmen  aenmereken ,  hoe  dat  in  een  difcour  softe  fententiedick- 
maelen  wert  overgcflaegen  het  woordeke /*£»*,    het  welckeick  hierbo-^ 
ven  inden  regul  van  de  declinatien  geftelt  hebbe,  fomwijlendoetmênhct 
daeroockby  ,  maerhier  ishetafgelaeten,  want  anders  motile  het  quinu- 
ttaauetïjti,  daer  nu  mztr  quimac,  haere  fonden,  ftaet.  , 

Ximacauivichiauib  Die  tegens  onfe  rugge.gefondight  hebben.  Van  hei 
wooïdMac  ,  dat  fonde  beteeckent  ,  wort  geformeert  het  verbum Quimac- 
quivt,  iond.gen.  Soo  mede  van  het  woord  Laval,  ionde,  maecktmen  een  an- 
der verbum  qumlavïm ,  mede ,  fondigen  ,  beduydende ,  hebbende  dat  woort 
qmmacqutv, ,  dat  een  verbum  deponem  is,gelijk'er  veele  in  die  Taele  zijn  (als, 
by  voorbeeld ,  &«/»«/**/,  predicken)  dtfche particuU  als  de  verbapaffiv* 

Cte/iis  een  woord  gecomponéertuytde/^^c^,  ende  het  nomen 
th ,  dateenruggebeduyt;  men  declinccrt  het  felvealsde  nomina  díe  door 
een 1  Vocacl  beginnen ,  ende  met  Qbi  gevoeght  zijnde  beteeckem  het  tegens, 
gelijck  als,  Singularis.  Cbivin  ,  tegens  my  5  Cbavib,  tegens  u 
Gbifth ,  tegens  hem.  Pluralis.  Qhiqmh,  tegens  ons*  CWwftegers 
u  1.  Lbiquitacque  ,  tegens  haer  1. 

En  warineermen  daer  een  andere  derde  perfoon  by  neemt,  foo  dient  Cbhib 
voor  tegens  ,•  gelijck  als  ,'Chmh  Pedro  ,  tegens  Pieter  3  dat  evgentlijek 
ionde  zijn  tegens  den  rugge  van  Pieter.  ' 

Alsmen  eemge  in  de  derde  perfoon  in  numero  plurah  daer  by  voeght ,  foo 
leghtmencbiquiy gelijck  als,  Qhiqui  uncbe ,  ohcChimih  cwichehl ,  te- 
icgens  alle. 

A/ff- 


In  de  Taele  TOCONCHl 


449 


lÁeccacma,  en  !aet  ons  niet.  Dit  verbum  werr  uytdrie  woorden  gemackY- 
'Ecrltclijckisw*  een  verkortinge  van  het  woord  lAani  dat  neen  bcduyd  5  het 
felve  doet  oock  manchueu,  Co  ofte  CcA beduyd  ons;  ende  fooals  ick  in  de 
bovenftaende  íiaeude  regulen,  hebbe  aengemerekt,  is  het  hier  voor  het 
verbum  geliefd  ,  het  welckc  maeckt  dat  de  /*  daer  van  is  afgefneden',  daer 
het,,  ionder  dat,  foude  moeren  tïjnNacana,  van  het  ve-.bumisSucam 
laete;  Nacam.  gy  laet;  Inrucana,  hylaet,  ende  foo  met  de  refte.  ' 
chipamcataccbiki,\Ti  ons  verfoghr  zijn.  Diris  oock  een  andere  ichoone  ma- 
niere om figh 1  in  dieTaele uyt  tedrucken ,  gebruyekende  fy  een  verbum  paffi- 
t'«winplaetfcvaneen*i>wf«-,  voegende  daer  een  prscpofitieby,  gelijck  als 
hier  Qhipam  ,  het  welcke  in  beduyd  ,  ende  voegende  by  her  wooiddcparti- 
cultjens  daer  de  namen  mede  veranderende  gedeclineert  werden.  Nutacchi- 
h  beteeckent  ick  verfoeck  ,•  Het  paffïvum  is  Quintacchibi ,  ick  ben  ofte  werde 
verfoght;  waer  van  N«f*«fc/A/ beduyd  taijnveribght werden,  ofte,  miine 
verfoeckinge  ¡^r/^/"  - 


Ccavefaca  cbina  unch 


cbi ,  uwe  verfoeckinge,-  Cataccbihi,  onfe  verfoeckinge. 
be  tfni.  Verloft  ons  van  alle  bofe  dingen,    lnveca  .  lbo 


als  ick  boven  gefeght  nebbe,  bedayd  bevrijden,  verloflèn.  C.isdeecrfie 
Ferloon  in  numero  pluraïi ,  her  welcke  men  voor  het  woord  ftelt ,  foo  als 
ick  bevoorens  in  den  regul  hebbe  aengemerekt ,  ende  in  die  vox  compoüta  van 
Mccoacanjt.    China  ,  is  een  prsspoiitie  die  boven  ofte  van  beduyd 

_  Vnche,  beteeckent,  alle,  ofte ,  al  les ;  Het  hetnadjeShumázi  eygentüjck 
met  kan  gedeclineert  werden.  Tfirïis  mede  foocen  adjeShum  ende  dat  in- 
vanabel  is  tn genere,  cafu,  &  numero ,  het  beduyd  boos  of  quaet  gelijck  als  tfni 
+s*ac,  is  een  quaed  Man  gefegt  >  tfi ri  ixcoc,  een  bofe  Vrouwe  5  tfni  cbicop ,  een 
boíe  oíte  quaede  Beefte,  más  innúmero  plu,  a/i  wert  het  mede  niet  verandert 

bondafub/Iantivum  dnerby ,  is  het  als  een  verbum  neutrum ,  even  foo  als 
•de  Latijnen  malum  ,  pro  mala  re ,  autmalis  rebm  ,  itellen,  te  weten  quaet 
ablolutelijck  voor  een  quaet  dingh  ofte  quaede  dingen. 
Ji/fHct{uWa'itt'vum  dat  daer  van  wert  gemaeekt  is  tfi riquil  dat  een  boos 
Meniche  ofte  boosheydt  beduyt;  Voron  beteeckent  in  defelve  Taele  Po- 
ñonchi  mede  het  felve. 

Maniquiro.  Geen  goede.  Dat  is  geftelt  tot  een  ampelder  expreffie  van  de 
ooiedingen,  teneynde  menmagh  bevrijdt  fíjn  van  alles  dat'er  nieteoedt 
2i)nde  is.  . 

Mani ,  gelijck  ick  híer  boven  hebbe  aengemerekt ,  is  neen  gefeght ;  Qui- 
to, is,  als  tfiri,  een  adjeñhum  ,  dat  goet  ,  ofte  een  goede  faecke ,  be- 
teeckent ,  ende  wort  mede  in  alle  de  numeri  niet  gedeclineert  ofte  verandert. 

Quiro  vinoc,  is  een  goet  Man;  Quiro  ixcec  ,  een  goede  Vrouwe;  Quiro 
'Mop-,  een  goedt  Beeft  j  foo  mede  m  numero  plurali ,  Quiro  vinac  ,  goede 
Mannen.  ^  = 

Hctfubjranttvum  ,  dat  van  dat  adjeSivum  gederiveert  wert,  is  QuircbaU 
goedneyd ,  chicbal ,  beduyt  mede  het  felve.  Qunolah ,  is  feer  goet.  Ti  f  il  ah , 
leer  quaet.  Alwaer  in  dele  Taele  lab ,  achter  een  adje&ivum  wert  gevoeght, 

Lil  2  heeft 


45°  Korte  Onderwy finge    ¿-c 

SeCÄekragh£aIS^inhCtLatIJl1'  ¡«^kete  ofuytac. 

í«/ ,  wy  feggcn  •  T,^ ,  gy  1,  feght ;  Tiquitaíqu?,  fyVfeggen.      &    '  r*" 
.yW Alie  de  woordcn.tot  dewelcke  de  Indiaencn  geeneej  preffien  heh 

den  geleerd  hebben,  foo  feggenfy  dán  hier  amén  *í*«'jaer- 

SooishetmedemetdenWijn,  welckefy voor defcn niet hadden  ende 

die  fy  nu  Vtnc  noemen  hoewel  iommige ,  door  een  oncygemïïS Ä 

dieden  nacme  van  C*yZ,^ 

noemen  fy  oock  gjmeenhjck  Godt  ,  Dios ,  hoewel  Hem  fcE3E  3Ë 

het  woord  N/w  «^^/ ,  dat  den  Grooten  Beere  bedu yd  kennen 

Het  is  dan  uy  t  curicusheydgeweeft ,  ende  ten  verfoeckc  van  eenige  mijne 

by-fondere  Vriende,  dat  ick  de  onderwij  finge  van  defeTaele  op  de  Perífc 

l^bbelaeten  brengen,  ziinde  die  noyttevooreninEngelandtb?kendtge- 

Soo  het  by  geval  moghte  komen  te  gebeuren,dat  eenigh  E  ngels  Schip  ofte 
wel  maer  Engels-man,  op  de  Amcricaenfche  Kufte  qSaemc ,  erkiealdaer 
Chafardeen  i^ 

eenigh  light  in  de  Taele  Ptconcbi  te  geven ,-  ende  fy  fallen ,  door  defe  kffen 
yets  kunnen  veröaen  van  hetgeene  hy ,  in  fijne  Taele  ?  tot  haer  feggen  fin' 
ende  mogelijckfa!  ick,ten  befte  vanmijn  Vaderlandt,  hier  noch  yetscon 
derabils  by-voegen3Iaetende  ondertuflchen  aen  den  Lefer  den  tijdt  omte 


Eynde  van  het  vierde  ende  laetíle  Boeck. 


R  E- 


REGISTER 

Van  de  aenmerckelijckíte  faecken  ende  vöor-vallen  die  'm 
defe  Reyse  verhaelt  werden. 


BOE 


k: 


C  A  R    I. 

BEftieringe  der  Geeftelijeke  in  Ame- 
rica.     -  pig'i 

Verkiefínnge der  Generalen.     pag.z 
En  der  Provincialen.  ihid. 

Generael  en  Provinciael  Capitte] .         ihid. 
Procureurs  en  Deriníteurs  en  hacr  Ampt. 

ihid. 

Vicaris  Generael ,  en  hoe  die  íulefes  ver- 

klaert  werd-  pag,  j 

Apoftolifche  Commiílaris ,  Sijn  maght  en 

bevel.  ihid, 

Tweederhande  Spanjaerden  in  America , 

Naturelle  en  Cnolen.  ihid. 

Haer  onderlinge  haet  ende  ftrijdigheydr. 

ihid. 

Criolen    door    de    Spanjaerden    onder- 

druckt.   *  ¡bid. 

Voorbeeld  daer  van.  *a¿.  4 

Nakomelingen  van  deeerfteinnemersvan 

^America.  t  fiid. 

Den  haec  tuffehen  de  andere  Spanjaerden 

ende  de  Criolen ftrcckc  ílch  uyt  tot  in  het 

kerckelijcke.  ihidt 

Voorbeelden  daer  van.  ibíd. 

Criolen  hebben  op  íbmmi»e  Plaetfen  de 

overhand.  fa     ft 

Gceítelijcken  in  de  Provincie  van  Mexico. 

T       n  &  id. 

¿  vvjft  pn der  de  Paters  de  la  Merced,     ihid- 


Geeftelijeke  in  de  Provincie  van  Guaiimc* 
la-  ¡bid. 

Geeftelijeke  in  nieuw  Grenada ,  'Cartlagcna  > 
&c.  fAg.6. 

In  deEylanden  van  Cuba,  Jamaica, &c  ihid. 

lnjucantanr  InMechocan,  IndePhiíippij- 
nenende  Mantilla-  ihid. 

Moe  die  daer  komen .  pag.  7 

C  A  P.    II. 

y  Ier  Sendingen  werden  na  Indien  gcíon3 
den  ¡lid: 

Hoe  die  daer  komen.  ihid. 

Aenleydinge  door  de  wclcke  den  AutheuE 
bewogen  wierd  om  nzez^ímerica  tegacn. 
pag.  8. 
Aengenaemheden  van  Indien  cierlijek  tea 
toongeílelt.  ihid. 

Den  Autheur  is  in  ongenaede  by  fijn  Va- 
der ende  de  reden  daer  van.  p^-9- 
Redenen   die  den  Autheur  bewogen  defe 
Reyíeteaenvaerden.                  pag.  10  i 
Den  Autheur  verbind  ílch  met  feeckeren 
fijnen  Vriend  tot  dceiè  Rcyíe.  ibid» 
Hy  werd  den  Superieur  Caho  voorgefteldc 

ihid. 
Voorraed  tot  de  reyfe.  pag.w.. 

Sijn  vertreck  van  Xeret.  ihid. 

Komfte  tcP orto  $t.  Mar ¡al  -,      ibid,. 

Goed  onthael  van  den  Gauvccncur.  ende 
LH  3  eer- 


1 


IN 

cerbiedigheyd  der  Inwoon ders.  pa?. 
'Vertreckvandaer. 
Komfte.teGid-x. 

Vermaeckelijck  verblijf  aldaer. 


12« 

ibid. 

ïbid. 

ibid. 

DeApoftolifche  Commiflarisfcheyd  uyt  de 

Reyfe  en  geeft   haer  een  ander  in  fijne 

pïaetie.  ,-¿/¿ 

Ongenoegen  hier  over.  ihid. 

Hoedanigheden  van  den  nieuwen  Com- 

miilaris.  &¡a 


de   x. 

ƒ  Sien  Maridante  enSt-Domiwaae;  Anckc-" 

rende  voor  Guaialoupa.  ft¿j 

De  Wilde  komen  aen  Boord.  WiA. 

Cieraet  der  Wilden.  P  %¿ 

Haeren  treek  tot  de  Wijn.  ibid. 

Den  Autbéur  treckc.  te  UndcopGuadalou'. 

*/*;       ,       ,  ,     T  •  'M. 

Miniacmheyd  der  Inwoonders.  ibid. 


CAP     III. 
y  Oorbcreytfelcn      tot       het     vertreed 
pag.  i j. 
Onderibeck  op  den  Peribon  desAutheurs 
gedaen.  ¿bid. 

Wacr  doorveroorfaeckt.  ihid, 

Den  Autheur  wert  vcríl'eecken.'  ibid 

En  racekt  in  Zee.  ihid. 

Getal  der  Schepen  van  de  Vloot.      pag.    14 
Plactfcn  op  dewelcke  fy  het  gemunt  heeft. 

I,aedingevan  deielve- 

Wat  Giooten  op  de  Vloot  wacren 

Aerd  der  Jefuiten. 

Convoy. 

Holle  Zee. 

Het  Convoy  fchcyd  van  de  Vloote-     ibid. 
Berouw  en  befighcyd  van  eenige  Monic- 

«  kSn'       •    ,  *¿ 

Paeflaet-wind.  ¡y^ 

Qrooteíhlte.  M>1¿ 

Dorado.  c    ibid. 

Groóte  meenighte  van  dcíelve:  ibid. 

De  Vloote  doec  Land  op.  ¿¿/c/. 

De  Jefuiten  vieren  feer  praghtigh  het  Feeft 

van  haeren  Patroon.  ¿¡¿t 

Ais  oeck  de  Jocobijnen.  pa?.   17 

Een  Comedie  binnen  Scheeps -boort  ver 

toont.  ihld 

Sien  het  Eylandt  Defirado.  '  ihid 


C  A  P    V, 


^Enmerckclijcke  Hiftori 
Ut. 


ibid. 
ibid. 
ibid,, 
pag.  1  s 
ibid. 


ie  van  "een  Ma- 
pa?, 20. 

Blinden  yver  der  Monicken.  par.iz. 

Tumult  op  het  Stranr.  L*  2? 

LofFelijckc    refolutie    van    eenige    Vrou- 
wen. n       ¿foj 
De  Wilden    beveghtcn   de  Spanjacrden! 

Doch  werden  verdreven.  ¡¿¿/t 

I  EenJacobijnerMonickgequetfl.  ibid'. 

!  Dúc  Jefuiten  gedood  ende  drie  gequetfi 

Oorfaecke  van  dien  op -loop.  pa2  2/ 

Waghttegcnsdelndiaencn.  ibid 

De  Vloote  vrefiet  fích  van  waeter.  /J-rf 

Ver  treek  van  Guadaioupa.  ¡¡,\¿ 

CAP    Vi. 
rYRoeflieyd  der  Monicken.         pag.  '-¿k 
Werd  door  Calvo  gemaetight.         ibid. 
Befchrijvingh  van  de  >»»*«<«■.  /¿¿/ 

Soycker-ried.  ihi¿ 

Schil- padden.  ¡i¡¿ 


CAP    IV. 

yErfcheydene   giilïngen    der   Stier -lie- 
den»  .     pag.it  < 


Hare  beíchrijvinge  ende  nutn'gheyd. 

Een    gequetitc   Jacobi/ner   Monick  fterfr! 

i  Sijne  uytvaert. 

1  Oockfterlteen  Jefuit. 

Sy  fien  Porto  E^co  ende  St  Domingo. 

De  Vloot  icheyd  vaneen. 

Groóte  ftilte. 
~Vis  «vanghft. 
OalijdefijkehittC 

Hayen. 


ibid-. 
'  ibid. 
ilid. 
ibid. 
ibid. 
ibid. 
pag-  17. 
¿bid. 


Ver- 


I    N 

Verfchil  tulkhen  de  Hayen  ende  de  Croco- 
di!  lea.  ¡bid. 
Een  Hay  gevangen.  ibid. 
Sijne  wonderlijcke  groóte,  ibiá. 
Een  Boots  gefel  door  een  Haey  verfloiv 
den.  ib  id. 
Sien  het  vaftc  Land.  pag.  28. 
Groóte  vrcughdc  dacr  over.  ¡bid. 
Gevaer  in  hetfLand  aen  te  doen,  ¡bid 
Den  Raed  daer  over  beroepen.  pa?.  2¡> 
Delíclfsbefluyt.  ibid 
Aengewende  voorforge.  ibid- 
Noorder  Storm.  ¿¡¡id- 
Anghft  der  Matrofen.  ibid. 
Socteby-geloovigheyd.  ¡bid. 
De  Vioote  word  binnen  gelootft.  ibid. 
Eq  anckert  inde  Haven.  /w.  30. 

C  A,  P.     VIL 

£)En  Autheur  treed  aen  het  vafteLandt 

VAnAmerica.  ¡y^ 

Edelmoedigh  beíluyt  van  Gonez.  ibid. 

Oorfpronck  van  den  naem  \?.n Vera  Cruz. 

pag.  11. 

De  Monicken  werden  pleghtelijckte  Lande 

ontfangen.  |¿/á. 

En  een  yder  by  die  van  fijne  Ordrcgeplaetft. 

DcViceroy  komt  te  Lande.  ¿bid' 

En  werd  heethjck  ingchaeJt.  ibid 

De  Monicken  werden  iti  iCIoofters  gbe 
pab,  $1, 
ib, 
ib, 
ih, 
.        ih, 
ib, 
Pa£>th 
ib, 


)    E     X. 

Getal  van  de  Inwoondcrs  en  haer  rijckdom» 

ib, 

Houte  huyfen,  en  vccl-Yuldigc  brand  daer 

door,  iby 

Ongefontheydrdes  Lughts, «  ib, 

Sterckte  der  Stfadt  ,   waer  in  die  beílaet. 

Pa&>  3  5 
Gevaerlijckc  uytwerckíclen  van  den  Noor- 
den windt,  ib, 
Harde  ftorin,                                            fa 
wonderlijcke  kragbt  van  defclve,             'ib, 
De  nieuw  aengekomene  Monicken  vlieden 
uythaere  bedden,  ib, 
werden  daer  over  befpot,  ib, 
Gevaerlijckc  onmaecigheyt  in  hctgebruyck 
der  Landt  vrughten,                    pag,  36» 
Befígheydt  van  Calvo  tegen  het  vertreck,  ¿b, 
Gomedie  inde Kercke  vertoont.               ik 
G  A  p.    ix 


braght. 
Den  Pneur  voorgeíteldt, 
En  heerlijck  onthaelt, 
Befchrijvinge  van  den  Pricur, 
Sijncydelheydt, 
Praghtenleckernye, 
Ongebondentheydt, 
Overdaedt, 
Groóte  veranderingh, 
G  A  P, 


y  Ertreck  van  St.   Juan  d'Ulkua,  ih; 

Koaifte  aen  het  oude  yira-Cru^.pag,  57, 
Ge/egentheyd  daer  van.     "  ibt 

Maght  der  GeefteJijckc  ovei  de  Indiac- 
nen,       v  fa 

Voorbeeld  daer van,  ib% 

Praghtigeinhalingc,  fa 

Aengenaem  onthael,  ib, 

Blinde onnofelheyd  der  Indiacncn,  &, 

Snorken  je  der  Monicken,  ib> 

Het  goede  onthael  bctaelcn  fymetvodde- 
rfyen,  pag,   jg* 

Onderwerpinge  der  Indianen  ,  en  de  arro- 
gantie der  Monicken,  -  ih; 
Vertreck  van  het  oude  Vire-Cruz,  ib* 
s'Lans  overvloed,  #, 
Komfte  te  Xalappa  de  la  Vera.Cru^  fa 
Inkomfte  van  den  BüTchop  daer  van,  ibi 
Wacr  uytden  rijkdom  der  Stadt  beftaed* 


VIII. 


1  *  \  Pa"t  3  «5 

Cordel  iers  te  XaJappa,  *   ¡y 

O  Ngctcmpcrthcydt  des  Lughts  te  Vera-    v&  ^l^"  ^™^  "• 

1  tb,- 

Beichrij- 


•   .  I    N     D 

Befchrijvinge  van  de  geloften  der  Franci- 
scanen, ¡bid. 
Die  van   de  Monicken  niet  onderhouden 
werden.  ¡y. 
Uytftccckcnde  praght  ende  kieedinge  van 
een  Cordclier.                               já¿.  40 
En  van  fijne  Confraters.  jf, 
De  Monicken  raecken  aen  het  dobbelen    &. 
Profanatie  daer  in  geplceght.  ib. 
Als  oock  bcfpbttiogc  van  bare  geloften     ib- 
De  Monicken  f  p-celen  een  doiickcrtic  over. 

Waer  door  jaerlijcks  foo  veel  Monicken  na 

Indien  gaen.  ,¿_ 

Vertreck  van  Xalappa.  ¡¿ 

Befchrijvinge  van  ¡anconada.  i¿. 

Middel  om  het  wacter  te  koelen.  'pag.  41 

Gtoote  hitte  des  naghts.  ¿b 

Meenighte  van  Muggen.  ib' 

,  Vertreck  van  d  e  Rinconada.  ib. 

CAP.     X. 

J^OmRc  te  Segura  de  la  Frontera,  pag.     43. 
Oorfaecke  van  des  felfs  bouwinge.      tb. 
De  Indianen   offeren    ende  eeten   twaelf 
Spaenjaerden.  ¡y 

Corte*  traght  dit  te  wreecken.  ¡y' 

En  verkrijght  hulpe  van  die  van  Tlaxca lian. 

Hy    treckt   op   tegens    die  van  Tepcacac'. 

Eyfchthaerop.  P"S'  /¿4 

Haer  antwoord  -y 

Cortex. overwint  die vznTebeacac.  ib 


E     X. 


CAP    XL 


pe  overige  geven  figh  over. 

Straffe  over   de  moord  der  ia.    Spaniaer- 

de»-  ib 

Sapottesende  Chico-  Sapoites.  pag.  4S 

Bcfchrijvingh  daer  van.  .    ,y] 

Druyven.  './ ' 

Wijn  tcperiïen  is  'm^merica  verboden  ende' 

waerom.  ¿y 

Trouwe    van    die  van  Tlaxcallan    aen  de 

Spanjaerdcu    die  hacr    daer  yoor  loo- 

öen.  , 

to, 


QÖrfpronck   van  de  nacme  van  Ttix- 
ca"an'  paz,  46 

Gelegcntheyd  van  Tlaxcallan,  ib, 

Straeten  daerin.  ¡y 

Befchrijvinge  de  daervan.  ib, 

YLicotencaü  was  Opper- Bevelhebber  over 
die  van  Tlaxcallan ,  als  Ferdinand  Cortez 
ende  de  Spanjaerden  defelve  overwon- 
nen, ende  Maxixca  was  fijn  Stede  hou- 
der ende  een  van  de  Kopluyden  Yan  de 
vier Straeten.  ¡b 

Wonderby -geloof.  pa    ¿ 

Groóte  van  de  Provintie  van  TlaxcalUn-  ib, 
Haere  armoede.  ¿y 

Haere  Handt-wercken  ende  goede  ordre.' 

Desgronts  vrughtbaerbeyd.  pag,  4g 

Water -Godt.  ¡y 

Wijn-Godt,  ¿ 
800.  Menfchen  jaerlijcks  aen  een  Godt nc- 

offerc.  h¡k 

Chalaila  een  groóte  Stadr.  ¡y 

Hardeífrafoverdiefte.  t¿ 
Kercken    ende    Capellcn  ■  in    Tlaxcallan, 

Viílchers  voor  het  Clooíf  er.  '   '  #' 

^Alcalde  Major  ,  Sijne  bediende,  ib, 

CAP    XII. 


pag,  f- Q 
ib, 
ib, 

ib, 


puebla  de  los  Anhelos. 
Befchrijvinge  daer  van, 

Haere  op-komíf. 

Oude  naem  van  díe  Stadr. 

Des  Biííchops  inkomen. 

Grooten  roevloed  van  Inwoondexs.         ¿i, 

Haere  manufacturen.  ,t 

Munte  í¿' 

Suycker- Molens.  \y 

Guacoango.  .7' 

Kinderen  die  aerdígh  daníTcn.  pag,  r¿ 

Ydele  beíigheden  der  Monicken.     '         ¡b\ 
Vryhedén  van  die  van  Gmcodmo.  ib. 

W¿er  door  verkregen. 

KcuJc 


I&oude  op  het  geberghte. 


CAP,  XIII. 


N      © 

WÍJ 


E     X. 


CAP 


(~)P  toghr  van  Cortes  tegens  Mexicü.  ib. 
Die  van  México  ftoppen  den  vvegh.     "  ib. 

Welcke  de  Spanjaerden  openen.        pag,  54 

Verfuymder  Mexicanen.  ib. 

Cortes  oudeckt  het  Leger  der  Mexicanen  ,  En 
flaet  hetfelve.  ib. 

Quahutepec.  pag.  %\ 

TezcuCo.  ib. 

Hoe  die  Stadt  figh  aen  de  Spanjaerden 
overgaf.  -  ib. 

Coríe*  trecktdaer  binnen.  ib. 

Delnwoondersvlughten.  ib. 

£ortex  ilelt  een  Chriftcn  tot  Koninghover 

Te%,cuco.  i,ag.  56 

Sijne  trouwe  aen  Spanjaerden.  ib. 

De  Mexicanen  treckeu  tegens  defen  Koningh 
op.  fag'S7 

Cortex  begeefc  iïch  tegens  haer  te  velde,     ib 

Cortes  brenght  fijne  Roey-barquente  Tez- 
cuco.  ¡¿m 

Wijfe  op  dewelcke  fulcks  gefchiedde.        ib. 

Veele  Indiaenen  geven  iich  aen  de  Spaen- 
iche over.  £<*£•ƒ§ 

Cortex  bereyt  fich  tot  het  belegh  van  Mexi- 
co'  ib. 

Roey-barquen  met  Menichen  Vet  geroet. 

ib' 

Getal  van  de  Spanjaerden  die  Mexico  bele- 
gerden, pag.  59 

Sytrcckentcveld.  ib. 

Haere  verdeelinge.  ib. 

Cortex  begeeft  íich  cp  de  Vloot.  ib. 

Het  welck  hem  door  Jïjn  Volck  werd  ontra- 
den. lb> 

Doch  haeren  raed  deor  hem  veracht.       ib. 

Sijn  redenen  daer  toe.  ¿¿4 

Hedendaghfe  Staet  van  Te X.cuc8.       pag.  60 

Cederbomen  om  Texcuco.  ib. 

c^lexicalcingo  voortijdts  een  groóte  Stad. 

Gueüac&c  een  ieer  fchoon  Dorp.  pag.  61 

ibj 


Komile  te  Mexico 


yOcrfigbeytderGeeftelijcken,  ib. 

Vermaeckelijckheden  van  bet  Huvs  Si. 

lacyntho,  pag.  tx 

Onderichcyd  omtrent  het  voedfel  'm  Europa. 

en  America.  ¡y\ 

Swaeckheyd  des  rnáeghs i  in  tArnnicck  pa?  6x 

Reden  daer  van.  ¡y\ 

B  edrieglijcke  Mcnfchen  in  '¿dmitica.        ib. 

Acrdigh    fegghen   van    Coninginne  Elifa- 

,.beth'  ib, 

Mtuatie  van  Mexico,  pag.  é4 

CAP.     VX. 

gEfchrijvinge  van  het  Meer  van  M-exico.  ib. 
Deilelfs  oorfpronck.  pag.  6% 

Sout  daer  uytgemaeckt.  ib. 

Brandende  Bergh  in  Guatimaia.  ib. 

Werme  Baedcn  uyr  de  natuere. 

Meenighvuldige  aert. bevingen  h\  America. 

pag.  66 

Sout  ende  foet  waeter  in  een  Meer.  ib. 

Wreetheyd  der  Spanjaerden  over  de  In- 
dianen. ¡¿ 

Het  Meer  van  Mexico  van  de  Stadt  af-shc- 
leydt.  ft  ib. 

CAP,  XVl. 
gEfchrijvinge  van  het  oude  Mexico,  pag.  67 

ib. 
ib. 
,b. 
ib< 
pag,  68 
ib. 
ib. 
ib. 
ib. 
ib. 
ib. 

ik 

pag.  69 

ib. 
Met 


Paleys  des  Koninghs 
Praghtigheyd  van  het  ielve, 
Indiaanfche  Bedden. 
Vrouwen  daer  in. 
Worden  opgefloten. 
Ander  Falleys' 
Vijvers  voor  Vogelen. 
Meenighte  van  aciche. 
Derde  Paleys. 
Beichrijvinge  daer  van. 
Barbarifche  Ouders. 
Roof- Vogelen. 
Wildt  Gedierte. 
Slangen  ,  Agedilïen  ,  Sic. 
Mmm 


; 


-INDEX.       . 

Met  Mcnfchcn  bloed  gevoer.   .  ib.  Deiperact  voornemen-.                            ■& 

Tempel  onder  de  aerdc.  ib.  Groóte  ellende  en  honger  in  deStadt.       %' 

Sijn Schatten.  ib.  CirftCfommcerr  deSudt  voor i.iot  ïaetftc ' 

Magazijn  desConincks.  p^.  7©.  lue' 

Vergiftigh  Geweer  tf.  Gramichapdes  Coninghs,                ^'  /Í 

Swaerden  van  Houdt  ende  Steen.  ,*.  Voornemen  om  te  ftormen,                      I' 

J?W        ,Ck«.im'  j     rr       ,       ib     DeS^beftormt,en ingenomen   *,,,£ 

Beelden  van  Bloemen  ende  Kruyden  ge-    De  Coningh  gevangen  ^  -u 

TaTÊ      f     ;'v'.'l  '         ^     Vcr^cktgedood'te  worden,  /w  S 

«aeren  toeitel.  ^  ?I.        fijne, het  Geweer  neder  te  leggen,         ¿A 

Waranden  met  W.Idt.  /fe.    MaghtvanOwa,  KB  /f' 

Lj-jfwaghrdesConmcks  /¿.    Getal  der  doodenaenbeyde  de  zijden,      /* 

MaghtvanhetRi,ckcvanM«/f0.  ib.     Peft  ín  de  Stadt,  '       '       7* 

Waer  toe  de  Grooten  verplight  waren.    ib.     Stantvaftigheyd  der  Inwoonders,  ih 

Hoe  des  Comnghs  Huyfen  gebouwt  ende     Americantn  eeten  niet  dan  haere  vyanden 
onderhouden  wierden.  %  f¿  |  vyanaen, 

Whour  voor  het  Paleys.  lh. «  Kloeckmoedigheyt  der  Vrouwen      '  "*'  J¿9 


Drie'erley  Straeten  in  MrxiV»..  #. 

Water  leydingetot  den  dranck,.    fag.ji. 

CAP.  XVII. 

|^  Aems-oorfpronck  van  de  Stadt  Mex/- 
¿.  -  **  ib. 

Oude  naem  van  defelve.  /¿ 

Waepen  van  Mexxc?.  ¿^  7J. 

Verfcheydene  gevoelens  over  des  naems 
?    oorfpronck.  ;¿# 

Het  gemeene  gevoel  en  daerover..  ib. 

Optelhnge  van  haere  Coningen.  ib. 

Edelmoedige  daed  van  TlacaelUc.  ib. 

CAP.  XVIII. 

%M  Otitevtm*  gevangen  en  Qualpapoca  oe- 
_     ..    irrafr-  pa?.  74. 

Strijd  van  2  a  3  dagen.  ¿¿. 

Montex,urna  raeckcellendigh-aen  fíjn  cyn- 

■ua'  -r  ,  '*• 

■niltorjfchcaenrnerkinge.  ;¿, 

Quahutimoc  werd  totConing  gekofe.0^7  »'. 

DeSpaenfche  vlughtcn  uytMex/Vo.  ib 

Belegeren  het  wederom.  '  ¡¿: 

B  reugen  het  in  de  uytterfte  noot.  ,¿." 

Hsrdneckigheyd  dwluwoondcrs.  ib. 


Mexico  wert  geplondert ,  Verbrant ,  en  wei 
der  herbouwt.  ¡y 

CAP,  XIX 

g  Efchrijvinge  van  de  Merckt,  ih, 

Groot  getal  van  Canoas,  pa?,  80 

Dorp-merckten,  "        ¿f 

Verdeelinge  van  de  Merckt  van  Mexico',  ib\ 
Waeren  die  dacr op  verhandelt  wierden,»*,. 
Kleederen  van  veeren, .  pag*%\- 

Wondere  konfte  der  Indiaencn   om  alles 
van  veederen  femaecken.  ib, 

Haere  groóte  geduerfaemheyd  ende  uytne' 
mendegedulr,  fy 

Konftige  Gout- fmeden onder  defdvc,  ib\ 
Aerdigegegotene  Wercken.  pag,  8 2. 

VervoïghvandeKoopmanichappen  die  op 
de  Merckt  gebraght  wierden,  ib, 

Medicijn-konile,  /¿A 

Apotheeckers,  ¿y^ 

WonderlijckeKoopmanfchappen,  ib, 

Vremdefpijie,  pagy%y 

Cacao.  j^ 

Veriheckt  voor  fpijfe  en  geit.  ib, 

De  Goningh  trecktgclt  yan  de  Merckten,  ibt 
Mcrckt-Mccfters,  ib, 

Merckt- 


I    N    D 

Merckt-Re»h!;crs^ 
Handel  door  reuylinge  gedreven 
Maeten,  ib, 

Straffen  voor  d:c  talfche  maeten  hadden, 
pag,  84 
Tempelen,  ib, 

Op  wat  wij  Ce  gnnaeckt, 
Befchrijvinge  des  Tempelsj 
Altaren, 
Ca  pel  Ie, 
Gebede-plaets  dex  Priefteren, 


GodtdesLughts, 


ib, 
ib, 
ib, 

»85 
'b, 
'b, 
ib, 

pag,  E  6 
ib, 


X. 

ib,   Mnme  te  Mexico, 
¡b,  /Nieuw  Mexico, 

Univerfïteyt, 

Onderfcheyd  derlnWoonders, 

Armehovaerdye, 

Spoedige  aengroeyinge  van  Mexico 

Tndiaenen  door  deSpaenfche  vemieti 


Vervaerlijcke  Poorrc, 
Huyfen  derPriefteren, 
Magazijn, 

Menichen  bloedeen  voet  dick  op  de  aerde 

beftalt,  ib, 

"Wijfe  van  Menichen  te  offeren»  ib, 

CAP,  XX. 

J^  Es  Tempels  inkomen.  .  p&S-'$f 

2000.  Goden  in  Mexico,  ib, 

KüftelijkeAf-goden,  ib, 

Befchrijvinge  daer  van,  ib, 

Wonderlijck  Af-goden-Becld,  fag,  8  8 

Gewijdtwaeter,  ib, 

Wonderlijck  Schavot,  ib, 

Toorens  van  Doods  hoofden,  ib, 

Door  het  vy er  verbrandt,  f<sg>89 

Mexic*  werdt  herbouwt,  ib; 

CAP,  XXÏ, 

*y  Erdeclinge  van  Mexico,  p*g>90 
Voorreghten  voor  de  op-bouwers,     ib, 

Groóte  toe- vloed  van  Inwoonders,  ib, 

Sterfte  daer  onder,  ib, 

Swaeren  arbeydt,  pag,  9 1 

Gifte  des  Coninghs  van  Sfanjen  aen  Cor 

tez,  ib, 

Heerhjck  Paleys,  ib. 

Damp  des  Meers,  -¿b, 

Florilanten  ftaet  van  Mexico,  ib, 
Seeckerhey t  der  Spaen  fche  te  Mé xico,p ag,  9  % 

koophandel  van  México,  ib 


Woonplaetíederludiaenen 
Getal  der  Indiaenen  in  Mexico, 
Manier  van  bouwen, 
Straten, 
Ca  rollen, 

Toeitel  derPaerden, 
NethevdderStraeten, 
Foftelijck  Juweel, 

Praght  en  uytfteeckentheydt  derKerckenl 

Cieraden,  ib, 

Vryheyd  der  Vrouwen  in  het  ipelcn,       ib, 

Geval  daer  door  aen  den  Autheur  bejegent, 

Hg»  96 
Praght  in  klederen.  ib, 

Ovcrvloet  van  Juwelen.  ib, 

Klcedingc  der  Negerinnen,  ib, 

Is  fecr  liglnveerdjg.  pag-97 

Onkuysheyd  van  defelve.  tb, 

Liefde  tot  de  Kerckcende  dcKcrckelijckc 

Perfooncn. 
Voorbeeldt  daer  van. 
^Alonfo  Gueller ,  fijnen  rijkdom. 
Mildaedigheyd  aen  de  Kcrcke. 
Onkuysheydt. 

Sijne  geveynftheyd  werd  ondeckt- 
Hoe  GodtloofcrYolck,  libcraeldcraen.de 
Kercken,  pag-Jfr 

Geul  der  Cloofters  ende  Kercken  in  Mexi- 
co, ib, 
Haer  praghtigh  gebouwfel ,  en  inncrlijckc 
rijekdom. '                                            ib, 
Het  leven  der  Religieufen.                        ib, 
Twift  onder  de  Paters  de  h  Merced.          ib, 
Ongebondenheyd  der  Nonnen  ende  Monic- 
ken.                                                       ib, 
Ydele  befigheden  der  Geeftelijcke.   pag.  100 
Misbruyck  van  de  Kercken.                       ib, 
Befchrijvinge  van  de  Merckt»                   ib. 
Mmm  z                               Gak- 


■— ?■ 


_ 


HM 

lil! 


INDEX. 


ph> 


m- 


ib. 
ïb. 
ib, 
ib. 

lOI 

ib. 
ib. 

Da- 

ib. 
loi 

ib. 

ib. 

ib. 

ib. 


Galeryen  daer  op. 

Paleys  van  den  Viceroy 

La  Platería. 

Sc.  Auguftijnsftraete. 

Arent-ftraer. 

Talcys  van  Cor  tez. 

La  Alameda. 

Praght  der  Edellingcn ,  Als  oock  der 

mes,  EndesViceroys. 
Min-yver  derSpaenfche. 
Kerckelijke  vryheyd. 
Lonen  gront  van  Mexico. 
Voorbeeld  daer  van. 
Wegen  om  tot  Mexico  te  komen. 

CAP.  XXII. 


JJEfchrijvinghe   van  de  vrught  Nughïi. 

pag.  lui 

Het  onderfcheyt,  Eu  fmaeck  van  defelvc./'¿. 

Wondere  uytwerckfelen  van  een  foortc  van 

ib. 
ib. 
ib. 
pag.  104 
ib- 
ib- 
ib. 


defelve 
Onkunde  der  Doétoren. 
Maniere  om  die  te  nuttigen. 
Bedrogh  daer  door  gepleegt. 
Waííende  Blanc-manger. 
Befchrijvingedaer  van. 
Pinnas. 

Befchijvinge  daer  van, 
Hoemen  deielve  nuttight, 
Druyven  ,  Sec, 
Mctl ,  een  Boom, 
Gebruyckdaefvan» 
Lof  Yan  Mexico, 

CAP.     XXIII. 

^/[Aght  van  de  Viceroy,  {h 

Uytftreckinge  van  fijne  Jurifdidie,    ib, 
Sijn  inkomen.  jb 

Liften  van  de  Onder-Coninghom  geldt'tê 

trecken,  % 

Winftcn  van  den  Marquis  de  Serraho^W 
MJ.P  geichenck  aen  den  Coningh,  ib 

Groóte  maght  van  de  Viceroy,  ih\ 


ib. 

ib, 

pag,  105 

ib, 

ib, 


CAP.    XXIV. 


£)Eughden  van  den  Grave  van  Qehesy 

Sijne  cxade  Juftitie,  *[^ 

Si  jne  groot  gierigheyd,  ¡¿ 

Voorbeeld  daer  van,  #j 

Het  Volck ,  door  den  Viceroy  mis  handelt  | 

Klaeght  aen  den  Aerts-biflchop,  pa£tioi 
V/clckc  Pedro  MexJa  ia  deabau  áoet¡  ib, 
Die  daer  mede fpot,  # 

Stiifrant  van  Godts-dienft,  ib\ 

Koft  den  Gecenfureerde  1 000,  Rijcks-dael- 

dersdaeghs, 
Dom  Pedro  vlught  by  den  Viceroy,  ¿ 

Diefich  cegeos  dca-Actts-ëiffchop  ftclt,  ,% 
En  ¿te-weder  regens  den  Onder-Coningh, 

Si  jne redenen,  \¿ 

De  Viceroy  geeft  laft  om  hem  te  vanghen,' 

Hy  vlught  uyc  de  Stadt,  '  £ 

Doch  te  vergeefs,  %j* 

CAP.  XXV. 

f|Y  vlught  in  de  Kercfce, 

Hy  werd  gevangen, 
En  nae  Spanjen  gefonden, 
De  gemeente  beweegt  fich,  % 

En  werdt  door  de  Kerckelijcke  aengefeti 

Haer  middel  daer  roe,  P-  '" 

Het  Volck  begint  te  muytinercn  A 

Begin  van  den  op-loop,  ¿¿ 

Het  Paleys  beftormt/  P*[,lil 

Den  Ondcr-Koningh  van  de  vöornaemftc 
van  de  Stade  verlaeten,  /¿ 

Doch  te  vergeefs,  ^'^4 

Dooden  in  defe  rencontre,  '¿ 

Het  Paleys  in  brandt  geftoocken,  ¿*, 

Ver;(tedcrStadtftc,kn^t 

De 


ik, 
pag, 1 1 1 

ib: 


De  On¿er Coningh  retireert  in  het  Clooftcr 
der  Prancifcanen.  pag.  115 

Ördre  van  het  Hof  van  Spanjen  in  defe 
faeckegeílelt.  ib. 

Straffe  daer  over  geoeffent.  ib 

Af  keerighcydt  der  Criolen  tegens  defpaen- 
fche.  ib. 


m% 


INDEX. 


Sententie  tegens  Za'aüar.  ih, 

3  a  4  werden  gehangen .                   pa%.  1 1 <?. 
Politique  ítraffe  acn  den  Aertfch-Biílchop 

geoeffent.  ib. 

Belooningc  van  den  Viceroy.  ib. 

Politique  aenmerekinge.  ib. 

De  fchuldige  ylughten  uyt  het  Paleys.  ib. 


REGISTER, 

Van  de  aenmerckelijckfte  faecken  ende  voor-vallen  die  in 
defe  Reyse  verhaelt  werden. 

I  I.    .  B      O     E      C      K. 


CAP.  I. 

VOor-nemen  van  den  Autheur  om  ge- 
heel America  te  befchrijven.       pag- 
117 
Verdeeliiigevane-^wffnfa.  pag-  118 

Vcrdeelinge  van  het  Mexicaenfche  Améri- 
ca, ib- 
EnvanhetPeruviaenfche.  ib. 
Humeur  der  Spanjacrdcn.  ib. 
Provinciën  in  het  Peruviaeníche  Jmerica.  ib. 
Befchrijvinge  van  de  Provincie  van  Mexico- 
pag.  119 
Brandende  Bergen. 
Grenfen  van  de  Provincie  van  Mexico- 


Spaeniche  wreetheyd. 
Befchrijvinge  van  Capultepec.  pag, 

Tacuba, 
Toluco, 
La  Tiet  a, 

Aengenaeme  Woeftijnc, 
Rijcke   Offerhanden  aen  een  L.  Vrouwen 
Beeld  ,   &c,  pag,  122 

laculaya, 
Beíchrijvinge  van  Guaflacan,  pag,  12$ 


ib. 

pag- 

110. 

ib. 

121 
ib, 
ib, 
ib 
ib, 


Van  nila-X¿ca, 
Van  Mechonean, 
ralUdolid, 
Sinfonne, 

Pafcuar,  Coloma&c, 

Barbarifche  wrectheydt  ViüDomNunnh  de 

Guarnan,  pag,  124 

CAP.  H. 

§  OIcmnifatie  van  het  Huwelijck  der  Mc- 
choacanen,  \b* 

Begravinge  der  Coningen,  '*» 

Gif  ten  acn  den  nieuwen  Coningh,  fag,  125 
Ceremoniën  omtrent  het  Lijck   van  ácn. 
overleden  Coningh  *"¿, 

Menfchen  ora  den  doodcn  Coningh  te  die- 
nen gedood,  ib) 
Vremt  by- geloof,                                      *í¿ 
Schatten  met  den  Coningh  begraeven,    ptfg» 

117 
Rouwe  over  de  dood  desConinghs  betoond, 

iby 

Overfpel  met  de  dood  gefiraft,  ih 

Hoeren  toegelaeten,  ib, 

Befchrijvinge  vaa  mcawGallicien,  ib 

Mmra  3  CAP, 


-**■  Gvactalaj<tr&' 

t*g.  i2,8 

ih, 

Coarum ,  &c. 

ib, 

Kloeckelndiaencn, 

ib, 

Haere  vaerdigheyd. 

ib, 

Haer  rijekdom. 

ik 

Mecnightc  van  lilver. 

f, 

Vrceíe  der  Spanjacrdea. 

pag.ify 

Hacr  voornemen. 

ib, 

Beichrijvinge  van  Quixira. 

ih, 

Qvcr-cen-komfte"van  de 

Inwoondersmzt 

de  Tartaren. 

\>ag.  i)o 

Menich-cctcrs. 

tb, 

Lieden  die  alle  hare  nootc 

ruftvandeOiïen 

enKocyen  treeken. 

ib. 

Cíbola. 

ib, 

Totentaa. 

ib, 

Tinguez. 

■     ib. 

Her  nieuwe  ^Aïbïon. 

¡b, 

Beichrijvinge  daer van, 

lucatan,     ; 

ib. 

Béichijvingc  daer  van, 

ih, 

Guatimala, 

pag,  1 3 i 

*J.cafamult 

ib, 

Nicaragua, 

ib, 

Beichrijvinge  daer  van, 

ih, 

Haere  Wetten, 

ib, 

Overvloet  van  lecf-toghr, 

Zeon, 

ib, 

INDEX. 

Mis-ñag  dcrHollanders  omtrent  het  cálüf. 

Rijekdom  van  chili,  ?*£,i$í, 

Kloeckmoedigheyc  der  Inwoonders,  ib. 
Gierigheyd  van  Valdivia,  ib, 

ís  oorfaecke  van  íijn  ellendige  dood,  ib, 
Beichrijvinge  van  Cápele  á'Óro,  yaga  j  j 
Nombre  de  Dios  ende  Porto-Bello,  '     ib, 

Braeve  A&ien  van  Francais  Draeck.       />*£ 

1 38 
En  van  Qxenham,  ib, 

Barbarifche  Indiaenen  willcnfích onder  de 


Greña  da  i 


CAP    IV, 


"DEichrijvingc  van  het  Peruviacnfche  tJ.- 

"*-*    merica, 

tñ& 

,134 

Verdeelinge  daer  Van, 

ib, 

Veru, 

ib, 

Rijekdom  daer  van, 

ih, 

Mijnen  van  Potofi, 

ib, 

Vrughtbacrheyd  Yan  Pew? 

Pa5 

l35 

Limdj 

ih, 

Spaeniche  begeven, 
HaerCieraet, 
Nieuw  tjíndalújia» 

Nieuw  Grenada, 
Beichrijvinge  daer  van, 
Carthagena, 

Beichrijvinge  daer  van, 
z^Abuidai. 
Sanéis  Martha, 
■Venezuela,  £7Y> 


ib, 
pag,i}9 
ib, 
ih, 
ib, 
ih, 
ib. 
14® 

ib, 


^i. 


P*S*  14« 

ib, 
f>ag,l4í 

ih, 
ib. 


CAP.  V. 

p  Ylandcn  van  <±America, 
~^  Befchrij  vinge  van  Margarita, 
Groóte  meenighte  van  Peerlen, 
Maniere  om  defelve  te  viíTen, 
Handel  daer  mede  gedreven, 
Rencontre  tuíTchen  de  Engelfcheende  Hol- 
landers   ialveert    de   Spaeniche   Pccrl- 
vanghft,  ib  i 

Beichrijvinge  van  Jamaica,  fag,  14$ 

Spaeniche  wreetheyd,  ib, 

Beichrijvinge  van  Cuba,  ib, 

Sijne  vrugtbacrheyd,  ib, 

Aert  van  het  Verckens-vleeích  in  cuba,  ib, 
Beichrijvinge  van  de  Havana, '  fag,  144 
Sterckte  van  de  Haven  daer  af,  ib, 

DeHollanders  nemen  defiIvereVloote,/>¿¿> 

146 
Den  Admirad  van  defelve  wert  onthooit>/¿, 
BcfcbriJYinge  van  Efpagnolt,  ib, 

Sijnc 


INDEX. 


Si/nevrughtbaarheydende  rijkdom, 
Gvervloec 'vanBeftiaal,  ■  pag, 

Verdeckheden  onder  de  Spanjaerdcn, 
Aerts-Biídommen  in  ^America, 
Politiqueregeeringe  van  America, 

C  A  P,     VI. 


"T\En  Authcur  v/crdc  de  Rey  fe  úucJtíamSa 
■*^     ontraeden,   .  pag,  14-9 

Verdorvencheyd  van  de  Philippijnen,       ib, 
Swaerigheyc  dm  .uyr  Manilla,  vizázx  tekoo- 
men,  ib, 

Booshey  dt  van  de  Geeftelijcke  aldaer,  ib, 
Den  Autheur  wanckelt  in  fíjn  ccrfte  voorne- 
men ib, 
Beractflaegingh  dart  over  meteen  Religieus 
van  ^America,  pag,  1 5  o 
Sijne  oordeel,                                                 ib 


ib,  1  Geluckigeontinoetingh, 
47  I  Praght vaneen  Pachter, 

Sijne  mildaedigheydt, 

Tafeo, 
ib,     Chanfla, 

Xumpango, 

Geberohtevan  Mifleque, 

Koftelijcke  Kerken  ten  platten  lande. 

Vrnghtbaerheyd  van  het  felve. 

Goudt-mijnen, 

Süvcr-mijncn. 

Yfer-mijnen. 


ib, 

ib, 
ib, 
ib, 

ib, 

ib; 

ib, 

ib, 


CAP.     VIII. 


gObere  tocítant  vaa  alie  de  Steden  in^- 
mtrica.  &*&>,*$* 

RegeeringevanGaa**^,  '         ib, 

Den  Auihcur  neemt  met  ecniahe  van  fijne  í  0*crvIoetvanvleefch.  ib, 

mackers  voor  ia^ímerica  te  blijven      ib,    ^°onePeerden  .,  En  Confituercn.         ib, 
EenMomck  vlught,  fagi^i;  bct]oone  Kercke  der  Jacobijnen  inGuaxa- 

Gramfchap  van  Cah-o  daer over,  ib,      ,ca  ,■  ib, 

Hy  mishandelt  de  Monicken.  ¡h,  j  ****** W»t¿Wfc  ib,. 

Een,  van  die  blij  ven  wilden,  valt  af,    .  ib,    VffC  d?^°"*gemaeckt  wcrdt.  ib, 

Groóte  confternatic  onder  de  andere,    pag  |  W  acr  In  den  rlÍckd°m  ™n  Quaxaca  beítaet. 

Stantvafb'gheyd 

andere  gcvolght-  ib, 

Beleyc  van  de  Monicken  inhaere  vlught  ge- 
.     houden,  T*tlH 

Kley  ae  voor  -  raed  t  van  gek  tot  de  Rey  fe,  ib, 


des  Autheurs  werd  door  de    Jo%heyd  ende  fecumeyt  der  Spanjaer- 
den  i¿3 

Schoonc  gelcgenthcyd  ende  overvloed  vaa 
leef-toght  iu  Cuaxaca.  ib, 

Haet  van  de  Criden  tcgcHS  de  Spaenfchc  ib, . 

AenmerckelijckVoorbeeldt  daer  van.      ib, 

Alie  Rcligicofen  in^wmVdverbrcecken  ha- 
re  gelofte  van  armoede.,  pag,  1 60 


GAP,     VIL 


A^Oor-forge  van  denOnderConingen- 
*        de  van  Calvo,  P&&í$4 

Doch  te  vergeefs  geftelr,  ib, 

Sy  raecken  uyt  Mexico,  ¡b, 

Vaicyeyanzs4tlixc$,  /¿, 

Haerevrughtbaerheyd,  P*g,*Sf 

Goet  onthae!  op  den  wegh  genootcn,       ib, 
Sy  begiunen  by  daege  te  rcyfen,  j¿ 

Valeye  van  St.  Paulus,  ¿¿ 

Dubbelden  Ooghít  in  dcfclve, 
Xijcke  Boeren, 


b,    N 


CAP.     XI. 

"^"Ertreck  van  Cuaxaca  na  Chapa,  pag.  xéu 
Charirative  ordre  wegens   het  onder-  . 
hou:  der  arme Reyíende  Monicken  ende- 
andere  Religicufen.  ib, 

Proeven  daer  van  te  Zuequera.        pat,  \6%- 
Wert  in  de  kleyne  Vlccken  niet  onderhou- 
den. •/ 


txapa, 
&)  Rijcke  Monicken  aldaar, 


ib, 

ib, 

Vrughr— 


ib, 

n i6} 


pag, 


Vragtbaerbeyt  van  die  plaetfé. 
tsfyuatuicoeaCapalita. 
Sandias. 
Tecoantepcque. 
Gelegentheyt  daer  van. 
Havenen  op  de  Zuyd-Zee. 
Overvloedige  YiílcHerye. 
Woeftijnc 
KraghtdesWints. 
Wílde  paerden. 
Den  Autheur  dwaelt  in  deWoeítijne  vau  fijn 
-  Gefel  fchap.  ib, 

En vint  fich  genootfacckt  daer  in  te  vernagh 
ten.  ¡y 

Vremtgeraghtealdaergehoort.  pdg>i6$ 

Des  Aucheurs  vreefe  daer  over.  ib, 

Verdwijnt  met  het  geriighte  *'t>, 
Den  Autheur  komtbyeenfeeckerlndiaen, 

diehemtereghtheJpt.  pag.166 

En  eyndelijck  by  fijne  Gefeilen.  ib, 
Ooríaccke  van  het  gerughee  door  den  Au 

theurgehoort.  ¿y, 

Gevaerlijke  pafTagie.  pag.iíy 

Kraghtdcs  wints.  *¿, 

Deliberatie   wegens  het  nemen  van  den 

wegh.  ih, 

Beíluyt  daer  over.  ¡h, 

Goct  onthael  te  ¡anaiepe^ue.  *b> 


INDEX. 


GAP, 


JT  omite  te  Tamtepeque- 
Groóte  meenighte  OíTen. 


pag, 


16% 
ib. 
167. 


En  allerhande  leef  toght.  pat 

B:leeftheyd  van  delnwoonders. 
Hooghtc  van  het  Geberghte. 
Maquilapa. 

Sy  vertrecken  aen  het  Geberghte. 
Vernagtcn  daer  op.  pe 

Trecken  vorder. 

Werden  door  de  wint  wederhouden. 
Fabul  van  de  PJylles. 
Vernaghten  voor  de  tweede  reyfe  op  het 
Geberghte.  ib. 

Groóte  hongers-noot.  pag.  169 

Vernaghten aldaer voorde  derde  reyfe.    tb. 


Een  van  haer  gaet  den  wegh  ontdecken,     ïbi 
Sijn  rapport.  pag.  170 

Slaepen  vcor  de  vierde  reyfe  op  het  Ge- 
berghte. #, 
Sy  vertrecken  eyndelijck  opwaerts.  ïb. 
Komen aen  Maquilapa.  ih, 
Beichrijvinge  daer  van.  .  ib, 
Gevaerlijcke  Paílagic.  ib, 
Ghcmackclijck  middel  om    die  te  mijden 

p«?.  171 
Swackheyd  door  ongemack  verweckt,     ib. 


GAP,     XI. 


K 


omfte  in  het  Indiaenfche  Qkiapa.      pag, 

371 

Goet  onthael  aldaer.  ib. 

Ontmoetingh  van  Pedro  Boralho'  ih, 

Diefcer  wel  ontfangen  was.  ib. 

Vertreckván  Cbiapa.  pag.  173 

St    Chriftoffel.  ,¿. 

Sy  komen  by  den  Provinciael  dichacrwel 
onthaeld.  ib. 

En  daer  nae  bracf  door- neemt.  ib. 

Dat  haer  leer  ontftclt.  pag.   174 

Doch  den  Autheur  fchept  moet.  ib. 

Die  door  de  Gefelle  van  den  Provinciael 
wert  vermeerdert  ,  haer  redenen  van  het 
doenvan  den  Provinciael  gevende,     pag. 

175 
Den  Provinciael  raeckt  met  haer  aen  het 

ipeelen.  pag.  176 

Welke  fy  het  fpel  af-winnen  en  daer  door 

aen  genomen  werden.  ib. 

Sulcks  werd  haer  naerder  verfeeckert.  ib. 
waer  door  fy  Godt  loven,  pag.  177 

En  figh  daer  naer  verheugen,  ib. 

CAP,      XII. 

C  Y  raecken  weder  aen  het  fpcelen  met  den 
Provinciael.  ib. 

pag.  178 
ib. 


Bedingh  van  het  fpel. 
Sy  alle  verlieien  haerc  vryheyd. 
Lift  van  den  Provinciael  om  haer  te  flacn 
ende  te  falven.  ib. 


Bercytfelcn  tot  het  vertreck. 


Ver- 


« 


INDEX, 


VcrtreckvanSr.  Chriftoffcl.  ib. 

Komftein  het  geíighte  van5¿.  Vhiüppo.    ib. 
Buytenhetwelcke  fy  var.  dai  Pneur  werden 
mgehaelt.'  _     .  pag.   179 

Enfeer  minfaem  ontfangen. 

CAP.  XÏII. 

p  Raghtige  intrede  in  het  Dorp  felvc,    pag. 
1  180 

Goet  onthael  met  Apen-munte  betaelt.    ib. 
Koitelijck  ontbijt,  ib. 

Ongeruftheyd  in  onfe  vlughtelingen  door 

het  feggen  van  denPrieur.  ¡hkg.  1 81 

Tournoy-fpel.  ib. 

Vertreck  van  St.  Thiiippo  ib. 

Dat  praghtigh  is.  ib- 

De  ordre  van  den   Provinciaal  ,    nopende 

onfe  Reyfigers.  pag.   181 

Door  dewelcke  fyopgefloten  endetewae- 

ter  ende  te  brood  verwefen  worden,      ib. 
Doch  alleen  uyt  Politie.  j¿. 

Komíte  in  het  Convent  te  Chiapa.  pag.  183 
Beginiel  van  de  poenitentie.  /¿¡, 

Door  den  Autheur  vrolijck  overgebracht. /¿. 
Een  aerdigh  voorval  tuilchen  den  Autheur 

ende  een  Criool.  ¿¿. 

GemackelijckegevanckeniiTe.  pag.  ¡84 
Werden  daer  uyt  ontílagen  ende verdeelt.z'è" 
Den  Autheur  wert  Profefïor  te  Gnatimala.ib 
En  by  provifie  Mcefter  in  de  Latijnfche  Tae : 

ie  te  Chiapa.  pag.  1  %  5 

*  Waer  door  hy  feer  geíien  ende  bemint  wert 

ib 

CAP  XIV. 

gEfchrijvinge  van  hetLandtendeProvin- 
üe  van  Chiapa.  pag.  18e 

Gelegentheyt  daeraf.  ib. 

Overvloei  van  Cochenille.  ib. 

Hooft-gclt in  Chiapa.  ib, 

Verdeelinge  daer  van.  pag.  187 

Koudt  Climaetin  C/Vapaenhcticin  de  Va- 
leyen. 
Capanabafïla. 


'ib. 


'.Izqttint enango.           .  ,¿. 

Overvloei  van  Catoen.  ib. 

En  vanVifch,  Vleefch,  &e.  pag.  18  S 

Schaersheyt  van  geit.  ib. 

Schaede  door  deCrocodiilen.  ?&• 

Begerigheyd  der  Jefuiten  vertoont.  tb. 

Kaerigh?yd  van  die  van  Chiaba.  ib. 

Haer  Koop-handel.               l  pag.   189 

Merck  t.  ib. 

Frugaliteyt  van  de  Inwoonders.  -b. 

Dertele  Religieuien.  \b, 

Plompen  Adel.  ¿¿ , 

CAP.  XV. 

O  Eer  naeuwkeurige  Conferentie  tuÏÏchen 
den  Autheur,  en  een  Cnoliich  Edelman 

van  de  Stadt  van  Chiapa-  pag.  190 

Crioliiche  frugaliteyt.  ib. 

En  armen  hovaerdyc  ende  ydelhey  dt.         ib. 

Í  Hare  hanteringe¿  ¡pag.  191 

Haere  laf  hertigheyd  ende  kleyne  genegent- 

heyd  tot  het  reyien  en  tot  de  wapenen,  ib- 
Maght  des  Gouverneurs.  ib. 

Onreghtvaerdig  goet  bedijdt  nier.  ib , 

CAP.    XVI. 

ïNkomendesBiiTchopsvan  Chiapa- pag.i 9 % 

1Waer  in  het  beitaer-.  ib-, 

Sotternye  der  In  diaenen.  ib. 

Den  Autheur  doet  met  den  Biilchop  de  vin"- 
te  ten  platten  Lande.  ib 

Humeur  van   den  Biilchop.  pag.  193 

Misbruyck  van  de  Chocolate  door  de  Vrou- 
wen, ib. 

Ordre  des  Biilchop  daer  tegéns.  ib. 

Verbittert  de  Vrouwen.  ib. 

Onveríettelijkheyd  des  Biilchops.    pag.1^4. 

Herdneckigheyd  der  Vrouwen.  ib. 

Op-loop  daer  uyt  ontfraen.  ib. 

De  Vrouwen  gaan  in  de  Kloofter-Kerken. 

ib. 

En  verlaten  die  eyndelijk  ook.  jb. 

De  BilTchop  werd  iïeck.  ¿b. 

Hy  fterft.  ¿¿. 

Nnn  Suipi- 


INDEX. 


Suf  pitie  wegens  fijne  doodt.  p'?&  19  5 

Lightveerdïgheyt  van  de  Vrouwen  van  Ckia- 

pa.  *b- 

Rencontre  van  den  Autheur  meteen  van  de- 

felve.  '*• 


gEíchi 


GAP.     XVII. 

iñjvinge  van  hctlaáisfiaCchc Chiapa. 
pag,  196 
Meenightevan  Adeldacrin.  .         ib- 

Moedigheydt  van   een  Indiaenfch  Gouver- 

neur.  pag-i97 

Bequaemheyd  van  de  Indiaenen  van  chiapa 

in  waeter- vertooningen.  ib. 

Andere bequaemheden  der  Indiaenen.  ib. 
Onvooriïghtigheyt  der  Spaenfche.  ib- 

Comedien  door  de  Indianen  vertoont  ib. 
Rijckdom  der  Stadt.  ib- 

Overvlqetvanleeftoght.  ib. 

Grqóte  hettete  Chiapa.  pag.19% 

Koele  avont-ftonden.    ■  ib. 

Ingenios.  .  ib 

MuylenenPaerden.  ib' 

Gebreck  van  Tarwe.  ib  ■ 

Handel  met  Bifcayt  cndeovervloet  van  Ca" 

toen.  ib 


CAR     XVÍII. 


BEfc 


fchrijvinge  van  de  Provincie  vandeZe- 
ques.  'jmgityy 

Haere  fwackheyd  ende  de  vreefe  der  Spaen- 
iche, ib. 
Sloügheydc  der  Engelfche  ende  Hollan- 
ders., ib. 
Meenighte  van  Zijde  en  Cochenille.  ib. 
Handel  daer  mede  gedreven.  pag.  200 
Aert  van  delnwoonders.  ib. 
Overvloei  van  leef-toghr.  ib. 
'Befchrijvinge  van  &eZe!Hales.  ib 
Wilde  Indianen.  ih. 
Cacao  ende  ^/¡chiotte-  ib 
V'rugkt baerhey  t  van  de  Zddales.                 ib.  ■ 


Gfclegenthey-d  van  Ozmngo.  pag.  iot 

Voornemen  van  den  Autheur  om  de1" Cho- 
colate ende  de  ^Alella  te  befchri  jven.       ik 

CAP-     XIX. 

O  Edenen  die  den   Autheur  bewegen  de 
Chocolate  te  beichn jven.         pag.ioz 
Naems  oorfpronck.  ib. 

Definitie.      *  pag.  205 

Befchrijvinge  van  de  vrught  Cacao.  ib. 

Boter  van  de  Cacao  gemaeckt.  ib. 

Hoedanigheden  van  defelve.  ib. 

Gajenus  by  gebraght.  ib. 

Sorheyd  der  Spaenfche  Vrouwen,      pag.  20  5 
Teder  heyd  van  deCaoio/Boomen.  ib. 

Hoe  de  vrught  groeyt.  ib. 

h  tweederley.  ,  ib. 

Maniere  om  de  Chocolate  temaecken.    ib. 

Chocolate  van  Antonio  Colmenero,     pag.  20  6 

Hoedaenigheytvan  de  Canecí.  ib. 

Van  de  ¿¿chiolte..  ib. 

Hoe  diebereytwert.  ib. 

Bainilla.  pag.  207 

Hoedaenigheyt  van  de  Chocolate.  ib. 

Hoe  die  gemaeckt  wert  ib. 

Man  ere  ora  die  te  drincken.  pag.  208 

Tweede  maniere.  ib. 

Derde  maniere,  ib. 

Vierde  maniere.  pag.  209 

Schaedeüjckheyt  daer  van.  ib. 

Swackhey  t  der  maege  i  tí  Indien.  ib. 

Oorfaeckcn   van  de  veríloppinge  door  de 
Chocolate  verweckt.  pag.  210 

Vctheyt  door  de  Chocolate  verwekr.  ib. 

Middel  om  de  Chcfcolate  in  Engelandt  te 
hebben.  ib. 

Onkunde  der   Engelfche  "ende  Hollanders, 

Handel  met  de  Cacao  gedreven,  ib, 

Befchrijvinge  van  de  ¿Atolla,  ib» 

Hoe  die  verkoght  wort.,  ib.» 

Gebruyckdae-r  van>  .  ib, 


CAP, 


>- 


D 


INDEX. 

Ongefont  waeter.  iS. 

'CAP.     XX.  WaeckcGefwcJIeiiaende-fcecI.  ib. 

Heeríijcke  preíematie  van  den  Prienr  van 
Sacapula.  /&• 

ücfchrijvingc  van  het  Dorp  van  Sacapula  ib 


En  Autheur  wcrt  op  fiju  vertreck  van 
Chiapa  door  iïjne  Vrinden  befchonc- 
ken.  pag.   iJt 

Vertreck  uyt  Chapa  ende  komfíe  te  Theopix- 
ca.  pag.  213 

Onrmoctinge  vaneen  Franfch  Pricur.  ib. 
Die  hem  veel  eer  en  vrientjehap  doet.  ib. 
Komíte  ende  verblijf  te  Comhlan.  pag.  21 4 
Dertclheyt  der  Indianen.  ib 

Koraitete  laquintenango .  ib- 

Befchrijvingedaer  van.  ib- 

Groóte  door-  toght  te  l^tilntenangp.  ib- 

Prachtige  inhaelinge.  ib- 

Rijckdorn  van  een  Bedel-MonickenRoora- 

fchc  Simonie.  pag.  215  ; 

Vertreck  van  iKquintenango.  ib 


SehooneDadelen.  pag.   2x0 

Verrreck  van  Sacapula.  ib. 

Ende  komííe  re  St.  Andrea.  ib. 

Vertreck  van  daer  ib. 

Aengenaemenaghi-reft.  ib. 

Gevaerlijcke  pafíagie.  ib, 

Ontmoetingh  van  die  van  Zúlala-  ib. 

CAP.    XXI. 

SEergrootgevaervau  den  Autheur. 

Onnofelheyt  der  Indiaenea 
Volhardingeindefe'Jve.  pa~ 

Hoe  het  gevaer  was  by  gekomen. 


pa^ 

2  2vl 
ib. 

222 
ík 


v<¿mcu<.vcLn¡zjuiMenango.  ib.  1.     ,      :j»-  ""-*  w«*:>  vy  geKomen.  ¿b 

Maniere  van  reyfenin  dat  Landt  die feer  ge-     A"J«cIndiacnenalfoo  onnoíel  als  de  eer 


mackeüjckendeonkoílelijck  is.  "ib. 

Melancolie  des  Autheurs.  ib. 

Dieverfetwert.  pag    216 

Befchrijvinge  van  het  Geberghte  van  de  Cu- 

chumatlanes,  ib. 

St.  Martin.  ,¿ 

Gewoonte  van  de  Indianen  onder  malkan 

deren,  ,-¿# 

Koude  op  het  Geberghte.  ¡b. 

Vertreck  van  St.  Martin.  pag, 

Komftc  in  het  groóte  Cuehumatlan. 

Goet  onthael  aldaer. 

Vertreck  van  daer. 

Komftc  te  Qhantla. 

Miraculeus  Beeld  te  Chantla. 

Brenglu  groóte  rijekdeftn  aen.         pa?, 

KoftchjckcKérck-cicradcn. 

Vertreck  van  Qhantla  ;  en  komftc  te  Cbaut- 

tan.  .7 

SchooneDruyven.  ¡y[ 

Handel  daer  mede  gedreven.  ¿¿' 

Vertreck  van  ChautUn.  ¡¿ 

Schoon  geiïghte.  t¿ 

Oiitrnoecmge  van  den  Pricur  yüü  Sacapula. 
pag.  210 


217 

ib. 
ib. 
ib 
ib. 
ib. 
218 

ib. 


pag, 


is. 
ib. 

ib. 
225 

ib. 

224 

ib. 
ib. 
ib. 


KomilcteZoiaBa. 
Goddelooie  Politie  der  Monicken, 
Cjodts-laftcrliick  te  werek  geftelr.     m 
Uiterhanden  der  Indianen". 
Somnie  van  de  Offerhanden. 
Beichrijvingevan^(?/a^. 
Beleeftheyd  der  Indianen. 
Vertreck  uvt  Zoiaba. 

CAP.  XXII. 

30-ge  der  Indiaenea  omtrent  den  laft  der 

Geeftelijcke.  pa     22i> 

Jertreck  me  St.  Martin. 

Komfte  aldaer. 

Gelegentheydende  vrughthaerheyd 
Vertreck  van  St.  Martin.  pé 

Rijcke  Indianen  te  Ghimatienamo, 
Schooncjaer-merckr. 

Vftd'eCke,JJCkheden   °P     defe,Ve    UB&- 

Seecker  verbaftert  Spaenicb  fijjeftea        É 

IsreergeveyniUghter-doghtiglv  pa.    aig 

En  qualijckJpreeckende,  Hy  drijft  biícríjcfe 

^fe11!"^  Autheur,  Diehemaer- 

dighli/ck  beantwoordt  ,  weder  befpot, 

N  n  11  2  cncje 


'b. 
ib. 
ib. 

¿27 

ib. 
ib. 


INDEX. 


ende  eyndetijck  den  mont  ftopt  ¡  Tot  fijne 
groóte  vreugde.  ib. 

Vertrek  van  Chimalt  enanco,  p, 

Befchrijvingevan  Xocotenaugo.% 
Befchrijvinge  van  de  vrught  Xocote. 


r.  21«, 
ib 
ib 


Waer  mede  men  de  Verkens  me-ft, 

Hoven.  pag. 

Watermolens. 

Schoone  Kerk-gevel  ende  Altaar. 

Komíle  te  Guatimala, 


130 
ib. 


mi 


3^¡>S 


EtiawSEM 


)m3<ÏMS€mi 


REGISTER, 

Van  de  aenmerckclijckfte  faecken  ende  voor-vallen  die  ia 
defe  Re  y  s  e  verhaelt  werden. 

III.       B      O     E      C      K* 


CAP.    I. 

SWackheydt  van  de  Sradt  van  Guatima- 
la. pas-  ij? 
Haerefobereuytterlijcke  toeílant.  ib. 
Die  doch  geheel  binnen  wat  beter  is-  ib. 
Komfte  aen  het  Convent  van  Guatimala.  ib. 
Daer  hy  Teer  wel  wert  ontfangen.  ib. 
Tot  fijne  groóte  vreugde.  ib. 
Den   Autheur    doet    een  publijk  difpuyt. 

pag.  234 

Voornaamfte  twift-poinit  van  het  felve.  ib. 

Gramfchap  der  ]efuiten  daar  over.  ib. 

Onder  welcke  den  Autheur  fijn  credit  ver- 

liefiS  doch  by.andere  weder  aanwint,  ib- 

Den  Autheur  wert  l'rofeilor  in  de  Philo- 

íophie.  'W-Ú 

Het  welcke  hem  benijd  wert-  ib- 

Dat  hem  aanmoedight  om  beter  te  doen.  ib. 

En  naght  en  dagh  doet  ftuderen.  ib. 

Den  Autheur  wert  ordinaiis  ende  openbaar 

Predicker.  .    ?*&•  M* 

En  verknjght  daer  toe  de  pefmiffie  des  Eii- 

fchops.'  <  ib- 

Hoelanelie  den  Autheur  te  Guatimala  v 'er- 

t>Iee£  [b- 

B-efchrijvinoe  van  de  Stad  van  Guatimala.  ib. 

Sude  van  de  weghen  om  Yan  en  tot  die 


Plaetfe  te  komen.  pag  2-37' 

Vulcanuflen  ende  abuys   der  Spanjaerden 
daer  omtrent.  *»• 

Waeter-Vulcanus.  pfig*ifr 

Hiftorie  der  Spanjaerden.  ib. 

Schrickelijcke  derperatie  ende  veraghtmge 
Godts.  ih- 

Vervaerlijck  ende   reghtvaerdigh  oordeel 
Godts.  ih. 

Yermaeckelijckheyd  van  de  Waeter-Vulca- 
nus. ih- 
Af-fchouwelijckheyt  van  de  andcre.ptfg.z39 
Gevaerlijckheyd. 
Schrickelijcke  brsnt. 
Wonderli jeke  kraght  des  vyers. 
GewooulijcketoeftantvandeVulcanus 
Schrickelijke  aert-bevinge.  pag. 
Getcmpertheyt  des  Climaets. 
Orervloet  van  leef-rt>ght. 
Eu  voor  al  van  Oilen-vleefch. 
Oorfaecke  daer  van. 
Een  Spanjaert  heeft  40000.  Koe-beeften. 
pag. 'Ui 
Wijfeop  dewelke  de  Steden  endeVlecUen  in 
Guatimala  van  Vlecfch  voorfien  werden. 

ib. 


ib. 
ib'. 

ib, 
ih. 
240 
ib. 
ib. 
ib 
ib. 


Groóte  toevoer  van  Schapeiv 


pag- Ut 
Won- 





ppp 


INDEX. 


Wonderüjcke  geringe  prijfevanhetvleefch 
ende  andere  ípijfe.      -  ib. 

Getal  van  de  Huyfen  in  Guatimala.  ib. 

Merckt  vandieStadt.  ib. 

DeiicateíTenderCrioIen.  ib 

Grooten  Koophandel  in  Guatimala.  pag.  243 

Rjjckdom  der  Stade.  ib. 

Regeeringe  van  Guatimala  ende  het  omleg- 
gende Larade,  .    ib. 

Beichrijvinghe  van  het  Hof  van  Guatimala 

f«£-244 

Traclament   des    Pzeiidents   van    guatima- 
la. ib. 

Hiftorie  van  Dom  Juan  de  GuX.man.  ib. 

Gierigheyd  van  Dom  Gon\alveK  de  Pazde  Lo- 

L 

rendaría.  to. 

Voorbeeld  daer  van.  tb. 

Tra&ament  der  Raeden  en  des  Pifcaels.     ib. 
'Groot  pro-fijt  der  Raeden  pag: 2 45 

Quaedeadminiilratieder  Juftitie.  ib. 

Kercken  van  Guatimala.  ib. 

Clooftcrs.  ib. 

Inkomen  der  Jacobijnen.  tb. 

Haere  Schatten.  ib, 

Befchrijvinge  van  haer  Cloofter.  pag.  14e 
Beichrijvinge  van  het  Convet  de  la  Concep- 
tion, ib. 
Hiftorie van  Donna  Juanna  de  Maldonado.  ib. 
Oploop  door  haer  ontftaeu.  pag.  ¿47 
.Weit  door  den Preiident  geflirt.  ib 
Groóte  praght  ende  rijekdom  van  een  Non- 
.  ne.  -  pag.  Ï48 
Koftelijcke  Capelte  ofregebede-kamer.  ib. 
Verdoiventheyd  der  Cloofteren.  ib 
..Óngebondenheydt  ende  Godloosheydt  ¿n 
de  Stadt.                                        p ag.  149 


Voorbeelden     van    haere    fcloecfemocdig-- 
heydc.  ¡y, 

Havè'u  van  la  Trinidad,  ib. 

Befchrijvinge  van  St    Michel.  ib. 

Befchrijvinghe  van  de  Havtn  van  Realejo. 

pag.  151 

Hoe  den  handel  van  Guatimala  op  Spanjen 

werc  gedreven.  ¿¿. 

Groóte    aííurantíe   en  íbrgeloosheydt  der 

Span jaer den.  ib. 

Schoone  ende  ruyme  Haven  van  Golfe-Dolce. 

pag.  2.  s  i 
Laf-hertigheytder  Spaenfche.  '     ¿¿_ 

De  Hollanders  nemen  TruxiUo  in  ,   en  ver- 
laetcii  het  fel  ve  fleghtelijeb.  ib. 

Gerevolteerde  Negers.  pag.  2  5  j. 

Doen  groóte  fchaede  aen  de  Spanjaerts.    ib. 
Haeré  Wapenen.  ib. 

Sy  verlanghen  nae  Engel  fche  ofte  Hollan- 
ders. ib~ 
<Ls4cafaba¡llan.  ib. 
Bobo  een  aengenaem  ílagh  van  vifeh.  ib. 
Tepemechinsen  íoorte  van  Voorn.  pag.  2  54 
Schoone  Muloenen.  ib. 
Yferendekoper-mijnen*                             ib. 


CAP.    III. 


pag.itf 

ib- 


G  A  P.    II. 

QRoote  van  het  Landt  van  Guatimala.    ib. 

Havenen.  ib. 

JCoopmanfchappen  die  daer  gebraght  wer- 

den.  V^í>2^° 

VrughtbaereLande-ílreecke.  ¡b. 

Swaere  donder  en  blixem.  ib 

Dcfperate  Negers.            -  ib 


L  En  Reviere  die  gout  geeft. 

Wrfedheyd  der  Spanjaerden. 
Doet  een  Gout-mijne  verliefcn. 
Seeckerrijck  Neger.  ib. 

Is  verdaght  van  die  Mijn  te  weten ,  en  werc 

daer    over   aengefproocken,  doch    vcr- 

antwoort  fich  fee-r  wel.  pag.  3  tfö 

Reviere   van  de  Koeyen  levert  eenigh  gour 

uyt.  ib. 

Beichrijvinge  van  de  Valeye  van  Afcwoen  P¿- 

ñola.        -  ib. 

Hiftorie  van  JuanT?  alómele,  pag.  Zfp 

Sijn  rijekdom.  ib. 

Sijne  barbarifehe  wreedbeyt  over  fijne  Slae- 

ven  en  Negers.  ibl 

Sijne  onkuyííche  beeftigheyt.  -  pag.  2. 58; 

Sijn  Moorden.  :     /'S. 

Niin  3  Ero 


INDEX. 


Eremitagie  van  onfe  Vrouwe  van  denBergh 
Carmel.  ib. 

Beíchnjvinge  van  Mixco  ib. 

Geral  van  de  Muyl-eíels  in  de  Valeye  van 
Mixco.  png.  i\9 

Schoon  Aerdo-werck  te  Mixco.  ib. 

Befchrijvinge  van  Finóla.  ib 

Barancas,  ib. 

Befchrijvinge  van  Pffd/>¿.  pag.  260. 

Mt jarra  een  Vifch .  ib. 

Goede  ordre  om.  Guatimala  van  vifch  te  ver- 
forgen.  ib. 

C  A.P.     IV. 

T^Aems-ooiTpronckvanPíío/'A.  pag.  261 
Koninghlijcke  Familie  te  P  etapa,  ib. 

Indianen  fijn  fecr  genegen  tot  den  dramk. 

pag.rfi. 

Privilegen  van  den  Gouverneur  van  Peta- 
pa.  ib. 

Magt  van  den  Priefler  van  het  felve  Vleck.¿¿. 

Praghtigh  Kerck-cieraed.  ib. 

Jaer-merckcvan  P  etapa,  ib. 

Stier- lopen.  ib. 

Hiftorie  van  Sebafiiano  Savaletta.        pag.  2  6  3 

Tweederhande  Suycker-molens  Trapiches, 
ende  Ingenios.  ib 

Befchrijvinge  van  de  Suycker-molenvane^i" 
vis.  •        ib. 

Befchrijvinge  van  t^ímatitUn.  ib. 

Warme  baeden  te  ^Jmatitian.  pag.  264 

Sout  aen  een  foet  Meer  gevonden.  ib. 

Merckt-plaetfe  van  ¿¿matitlan-  ib 

Dubbelden  Ooghil  m  de  Valeye  van  Mix- 
co. ib. 

Vremde  maniere  van  dorííchen.  ib. 

Vremde  manier  van  het  Landt  te  meften.  ib. 

St.Lucar.  pag.  ¿66 

Wonderlijck  getempert  Climaet  van  dat 
Dorp  ,  doet  het  Koorn  merckelijck  ver- 
meerderen, ¡b 

Hoemen  het  Koorn  bewaert.   •  tb. 

Milpas.  pag.  167. 

Swacke  fituatie  van  Guatimala.  ib 


Moeyelijcke  paiiagic 
Aengename  wegh. 
BefluytdesCapitrels. 


■ih 

ib. 

ê>. 


CAP.  V. 


/~\Orfpronck  van  den  naem  van  Vera- 
Paz,  pa%.i68 

Befchrijvinge  van  die  Provincie.  ib. 

Ceban.  ib. 

Ongetemde  Indiaenen  beletten  áen  handel 

t u fichen  Guatimala  ende  Jucatan-  pag  169 
Hifrorie  van  de  Reyfe  van  feecker  Reli- 
gieus. \  ib. 
Handel  van  die  van  Vera-Paz  op  de  Golf,  ib, 
Koopmaníchappen  van  het  Landt  van  Vera- 

Paz.  pag.  270 

Wegh  van  Guatimala  nae  Vera-Paz-  ■   ib. 

Befchrijvinge  van  het  Geberghte  van  de  Sa- 

catepeques ,  de  Dorpen  daer  op  ,  ende  de 

Inwoonders  van  deícíve.  ib. 

Groóte  mildaedigheydt  van   een  godtloos 

Indiaen-  ib. 

Bouquetten  Pluymen  die  te  heur  gaen.  ib, 
Ongemackelijcke  en  vervaerlijcke  wegh  op 

den  Bergh  \abinal.  pag,  zyi 

Befchrijvinge  van  de  Valeye  Yan  S£.    Nico- 

laas.  ib, 

Roíinal een  feer  fchoon  Vleck.  ib. 

ís  feer  o'vervloeyende  Yan  allerhande  vrugb- 

renen  leeftoght.  ib. 

Praghtigh  tra&ement  van  Frater  Juan  Bapti- 

Jía.  pag.  272 

St.  Chriftoff-I.  ib. 

Een  groot  Meer  door  Aerdt-bevinge  ont- 

ftaen  ,  ib. 

BefluytvanhetGapittel.  ib. 


CAP-  VI. 

aegelijcken    ftaet  van  de  Volckeren 


BEkl 

\zn  Guatimala.  pag.  47$ 

Vergelijckinge  tuíTchen  de  Indiaenen  ende 
het  Volckïfraëls.  ib. 

De  Indiaenen  nemen  toe  tcgens  de  onder- 

druckinge.  _  ib. 

5  Veo 


I    N 

Verkeerde  politic  der  Spanjaerden  pag. 


274 
Middelen  om  de  Spanjacrden  ^Jmerka  te 

ontweldigen.  ib. 

MisflagU   van  fommige  Perfoonen    werdt 

klaeilijck  aengewcfen.  ib. 

Kleyne  maght  der  Spanjaerden  in  Guatima- 

la.  ib. 

Deerlijcke  ftaet  der  Indiaenen    onder  de 

Spaeuíche.  pag.   275 

Deerlijcke  wanhope  der  Indianen.    *"       ib. 

CAP.    Vil. 

f\  F  wat  prerext  de  Spanjaerden  hebben 
den  dienít  van  de  Indiaenen  ver- 
kregen, pag.    rj  6 

Hoe  deielvein  haeren  dienít  werden  ver- 
deelt, ib 

De IvezR^epartidor  en  fíjn  Ampt.  ib. 

Gp  wat  wijfe  de  Indiaenen  van  hem  gehan- 
delt  werden  als  hy-dïe  aen  de  Spanjaer- 
den uytdeelt.         /  pag.   277 

Profijt  van  den  Ivex  Repartidor.  ib\ 

Straffe  van  de  Indiaenen  die  den  arbeyt  ont- 
lopen, ib. 

Onreghtvaerdighcydt  omtrent  de  Indiaenen 
gepleeght.  pag.  27g 

Hoe  hart  ende  barbaních  men  haer  han- 
delt. ,b. 

Haerfoberdagh-oelt.  ib. 

Grouwelijcke  godtlcosheden  van  de  Span- 
jaerden omtrent  deíe  Indianen  gepleeght- 

ib. 

Godtloofe  wijfe  om  aen  de  kofttegeraec- 
ken.  v  ib. 

Andere  harde  foorte  van  ílaveniye-  pag*  279 

Voorbeeld  daer  van. 

Befluyt  vanditCapittcl»  '  ¿¿, 

CAP.  VIII. 

ti  Oe  armelijek  ende  ellendigh  de  India- 
nen gemeenüjckgekleedtgaen.       -pag. 
280 

Haer  bedde  is  haere  kleedinge.     -  ¡b.¡ 


D   e   x. 

/Swaeren  arbeyt  doet  wel  ruften 


il. 
28c 
ib., 
ib. 
ib. 


Kleedinge  van  de  rijckítelndianen.  p 
Sleghte  bedden  van  alle  de  Indianen. 
Waer  uyt  die  beftaen. 
Kleedinge  der  Vrouwen. 
Befchrijvingc  van  deHuyfen  der  Indiaenen 

Haer  fobere  Huys-raet  ib.. 

Haere  Bad- ftoven.  ¡y\ 

Haere  maniere  van  Hylicken.  ib' 

Wat  koílen  daer  oplopen.  pag.  283 

Hoe  het  onder  haer  by  erfFeniíIe  ende  ver-' 

fterf  toegact.  ,¿. 

Hoe  fy  haere  Huyfen  timmeren  ende  dec- 

ken.  -¿, 

CAP.    IX. 

fj  Eteetenende  defpijfe  der  Indianen  be- 
ftaet  meeíf.  in  boontjens,  en  werdt 

verhaelt  hoe  íy  deíelfe  bereyden  ende  nuc- 
TV"tn-  ■  pa£.  2S4,: 

TortilUs  een  foorte  van  koeckjens  en  hoe  die 

bereyt  werden.  ¡  /¿. 

Hoe  fy  de  Maix  groen  eetem  pag.  285 

Gepelde  gerft  van  Afo/*..  &. 

Tafaios  wat  die  zijn,  en  de  maniere  om  die* 

te  maecken.  ¿¿t 

Handel  daer  mede  gedreven  brenght  groot 

profijt  aen.  ¡fö 

Spijfe  van  de  rijeke  Indiaenen.  ib. 

Hoe  fyDaflen  vangen  om  te  eeteni  iê. 

Egels  tot fpijfegebruyekt.  pa%,  286 

Niet  alleen  van  Indianen ,  maer  oock  van  de 

Spanjaerden.  jb. 

Diipuyt   onder  de    Theologanten  of  die 

vleefchofvifchzijn.  ¡b. 

Befchrijvingc  van  de  Agedis  Ignanä.pag.  287 
Indianen  beminnenden  dranck.  ¿&. 

CAP.  X, 

g  Efchrijvinge  van  den  Indiaenfche  dranck 
Chica  i  maniere  om  die  te  bereyden  , 
vuyle  ingrediënten  die  daer  inkomen  ,  tot 
een  levendige  Padde  incluys,  ende  fchae, 

de.- 


wmm* 


INDEX. 


üfeïijèTse  uytwerkfelen  daer  van.'pa%.  2S8 

Den  Autheur  doet  te  Mixco  eenige  porten 
met  gemelten  dranck  aen  ftucken  ílaeB  , 
ende  wertííeck  van  den  ftanck.    pag.  189 

Het  is  de  Spaeniche  verboden  wijn  in  de 
Dorpen  der  Indiaenen  te  verkopen  ,  maer 
die  doen  het  doch  evenwel.  ib. 

De  Spanjaerden  misbruycken  de  genegent 
heyd  der  Indianen  tot  den  dranck.        ib. 

Hiftorie  van  Juan  Bramos  ende  fijn  Rijckdom, 

.   door  onreghtvaerdigheydtverkreghen. 

pag.  19° 

Een  merckelijck  exempel  daer  van ,  Eu  va11 
de  onreghtvaerdigheyd  des  Hofs  van  Gua~ 
tímala.  b- 

Spaenfche  Godtlooshcyd.  'b- 


CAP.    XL 

p  Orme  van  haere  Borgerüjcke  Regerin- 
.  ge.  m-  29i 

Getal  der  Regenten.  }b. 

ïndiaeniche  Gouverneurs.  ib. 

Hoe  en  wanneer  de  wet  verfet  wert.        ib. 

Hoe  de  Reeckeninghen  werden  op  geno- 
men, pag.  2,91 

Griffiers  in  de  Dorpen.  ib. 

Haer  inkomen.  ib. 

Gouverneurs  hoe  lange  die  regeren.  ¡b. 

Maght  ende  pouvoir  van  de  Indiaenfche  Ma- 
giftraet.  ib. 

Welcke  de  Spanjaerden  ontwalTen  zijn.  ib. 

Voorbeeld  daer  van. 

Groóte  onreghtvaerdigheydt  ofte  onkunde 
der  Spaenfche  Reghters.  pag.  295 

Hoe  de  criminele  reghts-pleginge  onder  de 
Indianen geoefrent  wort.  <.  ib. 

Appel  van  den  Reghter  aen  den  Priefter.   ib. 

Maght  des  Priefters  in  criminele  faeckën.  tb. 

Vremt  gevoelen  der  InJiaenen  omtrent 
haere  Priefters.  pav.  2  94 

Vremt  voorval  hier  uytipruytende  den  Au- 
theur te  Mixco  oyex-komen.  ib. 


CAP.  xa 


A  Llerhande  flagh  van  hand-wercken  on* 
derde  Indiaenen  geoefFent  foo  jvel  als 

onder  de  Spaenfche^  Pag-Z9? 

Voorbeeldt  van  haere  kon  ft  in  het  metfc- 

len.  ib* 

Schoon  Klooiier  door  haer  te  i^imatitlan  ge- 

maekt,  £<tg.  296 

Haere  genegentheydtot  het  Schilderen,  ib. 
Haer  Schooien.  ib. 

Sangersende  Mufïcanten.  ¡b. 

Haer  Opper  hooft  de  Fiicael.  ib. 

SijnAmpt.  ib. 

Sijn  praghtenaeniien.  ib. 

Exemptie  van  alle  die  aen  de  Kerke  depen- 
.  deren  ,  pag.  297 

Waer  toe  die  weder  verbonden  zijn,  ib. 

Hoe  den  Priefter  in  fijn  Huys  werdt  ghe- 

dient.  ib. 

Sijne  Kocks-  ib* 

Sijne  chabals,  Bouteilliers  ofte  Tafel- dien- 
ders, ib. 
Sijne  Jongens  en  haer  vferck.  tym 
Oude  wijven  welcke  fijne  backfters  onder- 

v/ijfen.  ib\ 

Sijne  Hoveniers  ofte  Tuyn-Iieden  ende  Stal- 

kneghten.  ib, 

Sacrifteynen  ende  hare  bedieninge.  pag.  198 
Major  Domos  ofte  Bedellen  van  de  Gebroe- 

derfchappen  ende  haer  Ampt.  ib. 

Sijne  Viííchers.  ib. 

Wat  inkomen  deiv  Friefter  boven  dit  alle 

heeft,  ib. 

BefluytdesCapittels.  ib. 

CAP.  XIII. 

r^Ommandeurs  wat  die  zijn.  pag.i<)% 

Schattinghe  die  de  Indiaenen  haer  ge- 
ven. i|. 

Waer  mede  fy  die  betaelen.  ib. 

Rigueur  met  dtwelcke  die  werdt  ingevor- 
dert.  '     ib. 

Hoe  díe  vergadert»  pa%.  30© 

Barm- 


"■-    - 


I    N    D 

ïarmhertigheyd  der  Spaenfchc  omtrent  de 

Ind  ianen.  ih 

"Vrjr  Dorpen.  ib. 


E    X 


pag. 


r«s- 


301 
ih. 
ih. 

JOZ 


aere  tae- 
ib 
ih. 


G  A  P.-    XIV. 

|<J  Aturel  der  Indianen- 

Haere  groóte  gttrouwhcyd, 
Haere  ftilfwijgentheyd. 
Haer  rcfpecT:  voor  den  Priefter. 
Overvloede  van  expreffien  in   \ 

Ie. 
Haere  groóte  welfpreeckentheyd, 
Defwackheyd  van  haer  gelovc.  tb- 

Haere  Af-goderye  ende  by  gcloevigheydt. 

ih. 
Tovcrye  gaet  by  haer  ih  fwangh.  ih. 

Sy  werden  in  wilde  Bceften  getransfor- 
-  meert. 

Vremt  by- geloof  der  Indianen  omtrent  de 
Heyligen  ,  inaeckt  haer  yverigh  in  het 
Roomfch  Geloof.  ih. 

Ooripronckvan  de  Schilderyen  in  de  Indi- 
aenfcheKercken.  pag.    303 

Groot  profijt  ende  voordeel  des  Priefters 
van  defe  dingen.  tb. 

Goddelofeaperyevan  de  Priefters  hier  om- 
trent gefpcelt.  ih'. 
Indianen  in  de  Af-goderye  (lijven,  pag-  304 
Groóte  blintheyd  der  arme  Indianen.  ib, 
Wert  door  de  Priefters  vermeerdert.  ib. 
Offerhanden  door  de  Indianen aen  de  Beel- 
den gedaen.  pag.  305 
Voordeel  dat  de  Priefters  van  de  Wafch- 

keerflen  trecken. 
Godtloiegierigheyd  der  Religieufen.        ih. 
Onwetenheyd't  der  Indiaenen  in  de  verbor- 
gentheden  des  Geloofs.  ih. 

Een  feer  aerdigh  doch  erbarmens  waerdigh 
voorbeeld  daer  van.  pAg.   ?o6 

Een  gruwelijck  ilaeltje  van  de  goddelóíe  lee- 
ré ende  de  gierigbeyd  der  Spaenfche  Prie 
rters.  pagt  j07 

Noch  fo©  een  ftaeltje?       _  ¡y 


QEvotie  ende  mildaedighejrd  der  India- 
nen in  de  goede  weecke.         pag.  308 
Builen  om  het  gek  voor  de  afgeftorvene;tc 

oncfangen.  /^ 

Noch  een  ftaeltje  van  de  gierigheydt  ende 

godtloosheyt  der  Kérckélijckeh". 
Groóte  eenvoudigheyd  van  een  Indiacir. 

Op  aller  zielen  dagh  werd  ícer  rijckelíjcic 

gegeven. 
Wonder  apen-fpel  op  den  Kers- Jagh  aenge  - 
reght.  ib. 

Lockt  veele  Indianen  in  de  Kèrcke.  /*. 

Doch  al  rot  profijt  des  Priefters.  ih 

Noch  een  ftaeltje  van  de godtlofc  gierigheid 
derKerckehjckc.  pag.   fio 

Hoe  dit  aen  de  particuliere  wert  te  werek 
geftelt.  ¡y. 

Hoe  aen  een  Gebrocderfchap.  ih. 

Comedie  van  drie  Koningcn-dagh.  ib. 

En  op  Vrouwlight-miile.  tb. 

Godts-lafteringheop  Pmxteren  gepleeght. 
pa%.   3 1 1 
Geftrengheyd  der  Indianen  in  hetdiicipl' 
neren.  j&. 


£^  E  Indianen  fijn  niet  alleen  ren  prove  aen 
de  Geeitelijcke  ,  maer  gencrali  jek  aen 
alle  de  Spanjaerden,  welcke  haer  groot 
endekíeyn  door  onnutte  laften  uyt  put- 
ten, pag.    3  ix 
Voorbeeld  daer  van.  ib. 
De  Ouders  moeten  Schattinge  betalen  voor 
haere  huwbaereKinderen  die  fy  noch  niet 
hebben_uytgetrouwt.                  pag.   313 
De  Spanjaerden  fchnjven  de  Indiaenen  Ja- 
ren voor,  op  de  welcke  fy  trouwen  moe- 
ten.                                                        ib\ 
Í  En  dwingen  haer  fomtijdtshet  (elve  op  de 
rwaelfende  derthien  Jaei?  te  doen.        ib- 
Voorbeeld  daer  van.                             ¿h. 
O©  o                        En 


— 


_ 


INDEX. 


En  van  de  Tyrannye  daer  omtremt  van  de 
Spanjaerden  gepleeght.  pag-  314 

C  A  P.    XVII. 

yRolijk  ende  ¡uftigh  humeur  der  India- 
nen, ih. 

Hoe  fy  hun  tot  het  danílen  bereyden  ende 
daer  in  onderwefen  worden.  pag.  3 1 5 

Hoe  fy  den  dagh  van  dePatroonen  van  hare 
Dorpen  vieren.  ih. 

Dat  met  danílen,  fuypenendefwelgen  toe- 
gaf, ih. 

Tofu-ontin,  een  maniere  van  danílen.  ib. 

Hoe  die  geoeffent  ende  in  het  werek  wert  ge- 
ftelt.  \, 

Haere  oppronckingen  daer  in.  ib, 

Tapanabaz  ,  feecker  Indiaenfch  fpeel-tuygh , 
en  noemen  op  her.  felve  ipeeld.     pag.  3 1 6 

Tweede  wijfe  van  danílen.  pag,  }t? 

Hoe  die  in  fíjn  werek  gaet.  ih. 

Onderfchcyc  tufichen  defe  twee  eerfte  foor- 
ten van  danfièn,  ¡ym 

Haere  derde  maniere  van  danílen.  ih. 

Tragedien  onder  het  danílen  vertoont,    pag 

Wonder  by-geloof  ende  Superftitie  der  In- 
dianen. /-^> 
BdhjytdesCapittels.                       pagJ  Ip 

;  CAP.     XVIII. 

0En  Autheur  wil  nae  fijn  Vaderlant.-.   ih 

-^ferfoeckt  hier  toe  verlof  van  den  Pro. 

vihoael  ende  den  Prefident ,  die  het  beyde 

Wegeren.  '.¿ 

Hy  neemt  voor  op  het  platte  landt  te  gaan 

woorrtm  om  de  Indiaenfche  Taefe  te  lee 

ren  endegeJt  te  winnen.      -  pag.  3  20 

Den  Autheur  fchrijfc  nae  Spanjcn  om  fijne 

ontílaeginge.  /¿ 

Hy  laet  fich  bewegen  om  inhetgefclfchap' 

van  feeckeren  Moran  een  nieuw  Landt  te 

gaen  door- rey fen.  ¡y 

Sijneloffeiijckooghmerckhierin,  ih 

VetuechuytGuatmala,  % 

Kmfte  te  Qohan.  ¡¿ 


Vêrtreck  van  daer.  ¡>a*  ,  z  . 

Moeyelijcke  wegen.  ¡^ 

Sy  fien  Hayfen  ende  bebouwt  Landt.  ib. 

En  komen  by  Menfchen.  /¿. 

Sy  trecken  vorder  enkomen  weder  by  ande- 
re Indiaenen.  ,¿. 

Den  Autheur  ende  meer  andere  werden 
fieck.  pagt  j  2  r 

CAP.    XIX. 

o  Y  fetten  den  marfch  weder  voort.  ik 

0  Veele  werden  fieck.  pag.  31 3 

Den  Autheur  heeft  berouw  van  de  Reyic .  ih' 
P>e(chrijvinge  van  de  Hamacs.  ib. 

Syontdeckendenvyand-  ih. 

Diehaer  kloeckmoedelijck  aenvalt-  ib. 

Den  Autheur  hier  over  in  groóte  vreeíe  zijn- 
de wert  door  Moran  getrooft.  ib. 
Eynde  van  her  geveght ,  getal  der  dooden , 

Muyterye  der  Spaenfche  Soldaten.  ih.. 

Waer  uyt  die  ontftaet.  ib. 

Kioeckerefolutie  der  Indianen.  ib. 

Verfcheyde  voornemens  der  Spaenfche  S  oi- 

daeten.  -     ¡h. 

Tweede  attaque  der  Indianen.  ib. 

De  Spaenfche  refolveren  te  rugge  te  trecken , 

maeckende  alvoorens  een  accoord  met  de 

Indiaenen.  /><*£•  3*5 

Spaenfche  trecken  te  rugge.  ih. 

Nemen  eenige  Kinderen  mede.  ih. 

Dwaefch  voornemen  van  Moran.  iy. 

Tegens  het  welckefich  den  Autheur  fielt.  iy. 
Doch  te  vergeefs.  iy. 

Vêrtreck  van  Qohan  nae  de  Golf.  ib. 

En  van  daer  nae  Truxillo.  ib. 

Komfte  ai  daer  ende  fwackheyt  der  Plaetfe. 

pag.  $2  6 
Armoede  van  Comayagua.  %ym 

tefchrij  vinge  van  de  Cajfave.  ib. 

Gratias  a  Dios  een  goede  Val  eye.  ibm 

Goedhertige  Indiaenen  in  Cojnayägua,        ft 
Comité   te  Guatimala  daer   iy    met  groóte 

vreughde  en  eere  werden  óntfangen-      ïb. 

Ydel 


I    N    D    E*    X. 


Ydelheyd vznMopan*  pag.  327 

Den  Autheur  fcheyc  vzw  Moranza    '       ib. 

CAP.    XX. 

V/f  Otiven  die  den  Autheur  bewegen  om 
de  Indiaenfche  Taele  op  het  Landt  te 

gaen  leercn.  pag.  329 

Hy  verfoeckr  fuicks  aen  denprovinciael  die 

het  hem  toèftaet.  pag.   3  30 

Hy  vertreckr  van  Guatimala  ende  komt  te  Pe- 

Jaloufïc  tuííchen  de  oude  ende  nieuwe  Reli- 
gieufen.  ib. 

Den  Autheur  wert  ièer  wel  in  de  Indiaen- 
fche Taele  onderrighc  en  neemt  wacker 
aen.  .  ib. 

Hy  begint  daer  inte  Predickcn.        pag,  331 

En  wert  volmaeckt  in  die  Taele.  ib. 

Hy  wert  Paftoor  van  Mixco  ende  Pimía,     ib 

Op  wat  voorwaerden  de  Priefters  op  de  Dor- 
pen werden  geibnden.  ib. 

Rijckdom  ende  dertelheyd  van  de  Religieu- 
CcuinPeru.  pag,  332 

Onderícheyt  tuííchen  de  Religieuien  van 
Verü  ende  van  Mexico^  ib. 

Befchrijvinge  van  het  inkomen  des  Priefters 
van  Mixco  ende  ÏHnola  ,  welck  den  A  utheur 
feer  klaerlijck  naeckt  ende  kort  voorftelt , 
waer  uyt  men  kan  befpeuren  hoe  rijcke- 
lijck^  weelighendedertelfyaldaer,  even 
als  hier  de  Princen  endeVorftenkonnen 
leven.  ¡fm 

Den  Autheur  treckt  meer  dan  fes  duyient 
guldens  jaerlijcks  van  twee  Dorpen,     pag 

334. 

^iy  informeert  fichophetgeenehydaer  van 
moefteuyt-keeren*  ib. 

Ende  accordeert  op  elf  honderdt  ende  vijf 
ende  twintigh  gulden.  pagi  , , , 

Hy  koopt  een  Muyl-efel.  ib, 

Hy  fclirijft  nae  Spanjen  om  fijne  verloilïnge , 
maer  krijght  foberentrooft.  ,#á 

Hier  op  foekt  hy  beymelijck  door  te  gaen  , 
datmedenietiucken  wil.  pa;.  $36 

Hy  geeft  fich  over  aen»dcGoddclijckcVoor- 


ib. 
pag.^% 


fienigheyd. 
Sprinck  baenen. 
Haere  gedaente  en  meenighte. 
Groóte  íchacdedoor  haergedaen. 
Menfchen  ende  Becfteii  lijden  door  hae 

groot  ongemack. 
Sy  bederven  de  Indigo,  Suycker  endeTar 

Remedien  tegens  dcfc  plaeghe  aengewenr. 

pég.  3  j  7 

Waer  door  fy  eyndelijck  verdreven'  wor- 
den, ih. 

Defe  plaege  was  niemant  voordcelieh  dan 
de  Priefters. 

Doch  door  Superftirieufe  en  godtlooie  mid- 
delen ;¿. 

Bhnd  by-geloof  der  Spaenfche. 

Taberdiüo  een  Peililentialekoortfe. 

Gevaerlijcke  uytwerekingen  daer  van.        ib 

Die  den  Autheur  door  GODTShuIponc- 
gaet.  ibm 

Getal  der  dooden  daer  van  in  Mixco  ende  Pi, 
noïa  die  den  Autheur  duyient  guldens  doen 
winnen.  ¿¿ 

Middel  aengewent  om  aen  de  Schattiiige 
door  de  fterfte  niet  te  verliefen.  ¿K 

Ongemenen  fwaeren  regen  ende  fchricke- 
lijcken  donder.  pag.  3  3  9 

Droevige  gevolgen  daer  van.  tb. 

Groot  gevaer  des  Autheurs  uyt  hetwelcke 
hem  G  O  D  T  genaedelijk  red.  ib. 

Voordeel  uyc  onweder  getrocken.  ib. 

TruxiUo  in  Peru  door  Aert-bevinge  verfbne- 
ken«  pag.  340 

De  fthaede  die  defèlve  in  Guatimala  deede 
gedijdt  tot  profijt  des  Autheurs.  ib. 

Befchrijvinge  van  de  Aert -bevingen  van  ^J.- 
merica.  ib. 

Seer  groot  gevaer  des  Autheurs  door  Aert- 
bevinge-  ib. 

Naems-oorfpronckvan  het  Dorp  Vinola ,  an- 
ders in  de  Indiaaniche  Taele  Pancacge- 
naemt.  pa&  ,41 

Befchijvinge  van  het  Ongedierte  Nigua  ende 

fíjn  gcvacrlijke  effecten.  ib. 

O  00    2.  Mid- 


INDEX. 


Middelen  om  dicte  ontgaen.  pag.   341 

De  Indiaenen  fijn  daer vry  van.  ib. 

'  jDen  Autheur  raeckt  door  een  Nigua  in  groot 

gevaer.  ib 

Hy  betraght  in  die  fijn  werek  GO  DES  eer 

M-  343 
Sijn  goedt  voornemen  omtrent  de  Indiae- 
nen ib. 
Ende   fijne  liefde   ende  genegentheydc  tot 
haer,  ib. 
Seecker  Indiacn  wen  door  fijn  Meefter  feer 
mishandelt  ib. 
Den  Autheur    doet    den    Spanjaert   ftraf- 
fen.                                                         ib. 
Hy  raeekt  daer  door  in  lijfs-gevaer.  pag.  344 
Doch  doet  daer  ©ver  weder  ftrafrc  oefrenen 

ib. 

CAP.    XXL 

|_|  Iftorie  van  de  Toveraerfter  Martha  de 

Carillt.  pag.  J46 

Sy  wert  feer  door  de  Indiaenen  gevreeft.     ib. 

Den  Autheur  nevens  een  Officier  van  de  In- 

quifitie  beleght  informatien  tegens  haer- 

pag.   347 

Spreeckt  met  haer  daer  felfs  over.  ib. 

Weygert  haer  de  Communie,  pag    548 

Sy  neemt  daer  wraecke   over  op  haer  ge- 

fch  ncken.  ¡y 

Traght  het  oock  ¿en  fijn  Perfoon  te  doen 
pag.   349 
Doch  tevergeefs.  pag.   3^0 

Sy  dreyght  hem  op  een  nieuw.  ib 

Doch  fy  weidt  gevangen  ende  íterft  in  hegb- 

tenis.  ib 

Hiítorie  van  den  ToveracrJ;/,*  ¡  Gañíales,  ib. 
Hy  wert  ín  de  gedaence  van  een  Leeuw  ge 

ciuetft  ib 

Informatien  hier -over  genomen.  ,  endeexa- 

minatiendaer  op  gedaen.  'pa'.    251 

H;'ftorie  van  Juan  Gome%  .  .     ib. 

Ky  werdt  fchielijk  fieck  en  Ie  ontbiet  den 

Autheur.  ib. 

Hy  fpreeckt  fijne  bicghte.  ib. 


wert   aen    den    Autheur   om 


Endcilerfc, 


m>  3P 


Sijn   leven 
deckt. 

Juan  Gemez  ende  Sebaftiano  Lope\  veghten  in 
de  gedaentc  van  een  Leeuwen  Tyger  met 
malkanderen.  t¡a?.  353 

LopeK  raeckt  daer  over  in  heghtenis.  ib. 

De  Indiaenen   foecken  de  faecke  te  verfuL 

Doch  andere  brengen  het  aen  den  dagh.  pag' 

Het  Jijck  van  Gotnex  wert  gefchouwt.  ib, 

Informatien  tegens  LopeK  beleght  ,  die  nae 
Guatimala  wert  gefonden  ende  aldaer  op- 
gehangen, ib. 

Hiítorie  van  de  Fuentes  te  Mixce.      pag.  35Í 

Haere  Af-goderye  komt  aen  den  dagh.     ib. 

Verkeerde  vreefe  van  een  Indiacn.    p*g.   357 

Den  Autheur  traght  die  wegh  te  nemen     ib. 

En  doet  den  Indiaen  aenklappen-  ib. 

Precautie  des  Autheurs.  pag.   358 

Sijne  dreyginge  aen  den  Indiaen.  ¡Br- 

Metdewelcke  hy  omfightelijck  handelt,  ib. 

Hy  bereyt  figh.tot  de  Rey  ie.  ,¿t 

Den  Autheur  gaet  den  Af-godi  met  feer 
groóte  vooríightigheyd  ende  circumfpe- 
ciieopfoecken-  j¿# 

Hy  vernaght  met  fijn  gefeifchap  in  het  Bofcfu 
pag..  359 

Sy  vangen  haere  tweede  onderfoeckinge 
aen. 

Sy  geraecken  op  hetTpcot. 

Sien  deSpeloncke. 

Sy  vinden  den  Af-godt. 

Befchiijvinge  daer  van, 

Sy  nemen  hem  mede, 

Den    Autheur    doet    alle    v 

ende  de  Negers  tekens   den    volgenden 
Söndagh  te  Kercke  nooden.  pap    3  6 1 

Den  Autheur  brenght  den  Af-godt  aen  iija 
Huys.  ihm 

Ende  Sondaghs  daer  nae  op  den  Predick. 
ftoe!.  ibi 

HccVolckkoomt  in  feer  groóte  meeniohtc 
te  Kercke.  pag-^ót 

Precaunen  van  den  Autheur.  ib. 

Sljns 


r*g- 


'ib. 
ib. 
360 
ib. 
ib. 
ib. 

Spar.jaerden 


i — 


I    N    D    E    X. 


Sijiie  PieJícatie.  ib. 

Hy  fteltden  Af-godt  op  den  Predick-ftocl 
aen  hec  Volck  voor.  i'¿. 

Hy  daeght  hem  ende  deDuyvel  uyt.pag.^6} 

Hy  vermaent  delndiaenen  tot  een  waerag- 
tigh  Geloove  in  GODT.  ib. 

Hy  doet  den  Afgod  aen  ftucken  hacken  en- 
de verbranden  ib. 

Hy  maeckt  fulcks  te  Quatmala  bekent,  pag. 

364 
Hy  wertvandaerbedanckt.  ib. 

Eiikrijghtinftrudicoraíichnae  te  regule- 
ren, ib. 
Stelt  den  raet  díe  hy  krijght  te  wcrck.  ib- 
De  Af  goden-dienaersfijn  obftinaer.  ib. 
Haere  redenen.  ib. 
De  Af-goden-dienacrs  leggen  den  Autheur 
laegen.  ^.  565 
Beílormen  fijn  flacp-kamer.  ib, 
Hy  voorfíet  fích  ende  doethaer  waerfchou-' 
wen.  pag_  }66 
Sy  komen  voor  de  tweede  reyfe  weder.  ¿6; 
Een  van  haer  wort geqiKtft.  ¡b, 
Sy  leggen  hem  andere  laegen.  ib. 
Brengen  hem  daer  door  in  groot  gevacr.  ib. 
Den  Autheur  bemerekt  haere  lagen. pag.  367 
Sy  quetfen  hem  mer  een  mes  aen  de  haijt.  ib. 
En  werpen  hem  ter  aerde  ,  van  waer  hy 
weder  op-ftaer.  ib, 
Hy  wert  uyt  het  gevaer  gered,  ib. 
Een  van  de  geweldenaerswcrdt  gevangen. 

Den  Autheur  beleght  informatien  wegens 
dit  voorval.  /¿t 

Sorge  van  de  Spanjaerden  vcor  den  Au- 
theur gedragen,  ib, 

Sy  bewaeren    hem   den  volgende  nacht.' 

Setten  waght.aen  het  Gevangen-huys    %  ¡b. 
Verder  precautien  door  haer  in  het  werek 
geftclc.  ih 

Sy  kloppen  de  Alcaldes  op.  ¡y. 

Die  met  haer  de  Indianen  gaen  foecken.   ib'. 
Sy  nemen  de  gedaghte  Inducnen  gevangen. 
pag.  370 


Haer  boos  voornemen  wert  ontdeckt.  ih 
Men  fluit  haer  in  het  gcvangen-huys.  ib. 
Sorge  van  den  Prefident  voor  den  Autheur 

gedragen. 
Sy  werden  nae  Guatmala  gevoert. 
Sy  werden  in  de  gevatíckeniffe  gebraghc 

ende  daer  nae  gefhaft.  ib, 

Haer  groot  berouw  ende  leetwefen.  ib. 
Wert  door  den  Autheur  voor  goet  gekeurt 

ende  opreght  te  fijn  bevonden,  pas.  «71 
BefluytdesCapittels.  *       ib. 

CAP.    XXII. 

Q  E  Autheur  krijght  permiiTie  van  fijnen 

Generael  om  nae  Engeland  te  keeren. 

pag.   371 

Hy  maeckt  fulcks  den  Provinciael  bekent  ib. 

Die  hem  niet  toe-laet  te  vertrecken,  maer 

door  weldaeden  hem  traght  te  houden. 

päir,    271 

Redenen  die  den  Autheur  bewegen  om  te 
blijven.  ihm 

Den  Autheur  wertVicaris  van  hetDorp  ende 

Clooítervan^7w^/í/dK.  _  ¡^ 

St.  Chiiitoffel  van  AmatitUn  ofte  Palfa 

ha.  ¿fr 

Befchrijvingc  van  het  Dorp felve.  pag.  *71 
Schoone  gcconüjtc  ¿JnanaJJèn.  jfy 

Steenen    door   een   Vulcanas    uytgewor- 

pen.  .  *       .bt 

Pampichi  een  kleyn  Do  rp.  ¿¿# 

Naems-oorípronck.  ^        ' 

Den  Autheur  doet  weder  feér  groóte  niftan- 

tien  om  ontilaegen  te  werden.  ¿¿^ 

Antwoord  van  den  Provinciáel.  ¡y* 

Die  iïgh  evenwel  genootiaeckc  fiet  te  blijl 

ven-  L 

CAP.  XXIIL. 

£)  En  Autheur  neemt  voor  in  de  ftilte  'te 

verrrecken.  fa.    .„6 

Hy  verfoeckt  van  fijn  VicanVampt  ontila- 

°°o  l  '  gea 


INDEX. 


gen  te  zijn,  dit  hem  met  rnoeyte  weidt 
toegeftacn.  ih 

HyvrcrdtcPetapagepheft.  tb 

Ky  neemt  vaftelijck  voor  dat  Landt  te  ver- 
keren ende  te  ontvl  ugliten.  pag.  5  7 7 

Hy  maeekt  iulcks  met  iiftigheyd  aênMickael 
Delva  bekent.  ib . 

Redenen  waerornhy  dat  doet.  ib. 

Delva.  pteienteert  hem  te  verfcllen  ,  maer  hy 
fiaet  fulcks  af.  ib. 


Den  Autheur  verkoopt  fijn  Muyl-cféTs 
koorn,  Sec.  ib. 

Oock  fijne  fchilderijcn  ,  boecken  ende  ver- 
der huys-raed.  pa%.  3  7  g 

HetCapitaelváfiden  Autheur.  ib. 

Waer  in  hy  het  íelve  beiteet-  ib. 

Voor-bereydfelen  tot  de  vlnght.  ib. 

>en  Autheut  fend  fíjn  Bagagie  voor  uyt.    ib. 

Begeeft  iich  vier  daeghen  daer  nae  op  dé 
vlugt.  g£ 


REGISTER, 

Van  de  aenmerckelijckite  faecken  ende  voor-vallen  die  in 
defe  Rey  se  verhaelt  werden. 

IV.       BOEG      K. 


CAP-    I. 

BEkommernifíe  des  Autheurs  ,  over 
den  wegh  die  hem  te  nemen  ftondt 
f^-  379 
Difhculteyten  op   de  wegen  van  de  Golf, 

Mixco-,  Sec.  p#g-  380 

DenAutheur  neemt  fíjn  wegh  dooiNicaragua 

ende  het  Meer  van  Grenada.  tb- 

Hy  neemt  per  miflive  een  beleeft  af-fcheydt 

vandenProvinciael.  ib. 

Precautie  van  den  Autheur.  ib. 

Hy  treckt  uyt  V 'etapa.  ib. 

Beichrijvinge  van  Sierra  Rotonda.  ib. 

Los  EfclwvQs  een  Indiaenfch  Dorp.  pag.  581 
Naems-oorfpronck  daer  van.  /£., 

Oorfpronck  van  de  naem  van  ^Amatitlan.  ib. 
Xomftc  te  ¿Jgnackapa  ende  te  Trinidad.       ib. 


CAP.    II. 
-Choon  aerde-werek  te  Trinidad.*  pa\ 


582 


ÊefchriJYingc  yan  het  genede     panjaer- 


den  den  mond  der  Helle  noemen.  ih. 

Seecker  Religieus  traght  defelte  te  befighti- 
gen.  pag.  385 

Hy  wert  ter  aerde  geworpen  ende  Í  eer  iïeck. 

ib. 

Verhael  daer  van  door  andere  Perfoonen.   ib'. 

Wat  den  Autheur  daer  van  heeft  vernomen 
ende feggen  kan-  ib. 

Redenen  waerom  hy  geen  onderfoeck  dee- 
de.  7  J  ib. 

Chalétapancen  groot  Dorp.  ib. 

Precautie  van  den  Autheur  gebruykt  om  de 
Stadt  St.  Salvador  te  paneren.         pag.  3  84 

Beíchijvinge  van  .Sí.  Salvador  ib. 

Hy  pafieertgelijckelijckdoor  de  Stadt         ib. 

Komfte  aen  Rio  de  Lempa  eude  by  den  voor 
uyt  getrocken  Indiaen.  ib. 

Groot  voor  reght  van  die  geene  welckeR/0 
de  Lempa  palieren ,  Het  wdeke  den  Au- 
theur feerverheught.  pag.  385 

Hy  paíieert\/'í  deLempa  ende  pleyftert  aen  de 

andere  zijde  met  geruft  her  te,  ib> 

Komftc 


==-. 


I    N    D 

Komítc  te  St .  Michael.  ib. 

Bcfchrijvingedacr  van.  ib, 

Genegentheyd  van  delndiaen.  ib. 

Den  Autheur  fend  fijne  Bagagie  te  Lande, 
ende  hy  íelve  gaet  te  water  yan  Sí.  Michael 


E    x. 


nae  La  Vieja. 


M-  3*« 


C  A  P.    III. 


JfOmftc  Realejo. 
Redenen   waerom 


den 


VH-  3*7 
Autheur    daer 
ib. 


J^JEn  Autheur  vertreckt  met  drie  Span- 
jaerden  uyt  de  Stadt  van  Grenada,  pkg. 


niet  te  Scheep  e  gaet. 
Pía  i  fan  tic  van  de  Provincie  van  Nicaragua,  ib. 
Gelegentheyd  van  de  Stadt  León.  pag-  3  8  S 
Sotte  inbeeldinge  ende  beftaen  van  een  Re- 
ligieus de  la  Merced.  ib . 
Aert  Van  de  Inwoonders  van  León.  ib. 
Mahomets  Paradijs.  ib. 
Komfte  te  Grenada.  ib. 
Liefde  ende  gcnegenthey  t  van  Michael  Deha. 

pag.  389. 

Oock  van  den  Indiaen.  ib. 

Die  met  traenen  af-fcheyt  neemt.  ib. 

Den  Autheur  verkoopt  fijne  Muyl-efels.     ib. 

Begeeft  fich  ten  platten  lande.  pag.  3  90 

Aenmcrckens-waerdige  dingen  in  Grenada-ih. 

RijckeKoop-lieden.  ib. 

Den   Autheur  werdt  geallarmeert  door  de 

komfte  van  eenigc  uyt  Guatimala.  tb. 

Gevaer  in  het  overvaeren  van  het  Meer  van 

Grenada.  pag.  3  9 1 

Groóte  mecnighte  muggen  ende  onverdrae- 

gelijcke  hette.  ib. 

Den  Autheur  bereyt  fich  tot  fija  vertrcck  uyt 

Grenada.  ib. 

Hy  wert  in  het  felve  belet  door  ordre  van 

het  Hof  van  Guatimala.  #• 

Het  welckc  hem  feer  ontfet  ende  verlegen 


Sy  werden  by-nac  door  een  Crocodil  ver-, 

fnelt.  ib. 

Maniere'om  dit  Dier  te  ©ntkomen.  ib. 

Naturel    van   het   lopen    der  Crocodillen. 

Grootte  van  het  Meer  ofte  Moeras  van  Gre- 
nada, ib. 
Groóte  Boílchen  ende  Woeftijnen.  ib. 
Hutten  voor  de  Reyfigers  gemaeckt.  ib. 
Komfte  te  Cartba^o. 

Negotie  van  die  Plaetfe.  i&¿. 

EefchriJYinge  daer  van.  pag.  39«» 

Sy     vinden    eyndelijck    gclegentheyt    om 


t'Scheep  te  koomen. 
Vertreck  uyt  Carthago. 
Sleghte  Dorpen  ende  ruwe  Inwoonders 
Komfte  aen  de  Reviere  en  aen  boort. 
Befchrijvinge  van  de  Reviere  van  Sucre. 

CAP.    V. 


maeckf. 


pag.  30.2 


Ydele  overlegginghen  om  wegh   te  raec 
ken.  ib 


§Y  komen   in  Zee  ende  ontdecken   twee 
Scheepen  fag.  J97 

öy  kielen  devlught.  ib. 

Maer  werden  gedwongen  te  ftrijckcn.        ib. 
Gedaghten  des  Autheurs.  ib. 

Sy  werden  genomen.  *«*,  j^g 

Hiftorie  van  Daguillo.  ¡b.- 

Den  Autheur  verlieft  feven  duyfent  Rijcks- 
daelders.  ib. 

Civilitcyr  van  de  Mulau  pag.  3  99 

Den  Autheur  vertrooft  fich  in  Godt.        ib. 
Die  hem  niet  verlegen  'aet.  ¿£. 

En  door  wiens  hulpehy  noch  eenigh  geit  be- 
houd. ,¿# 
ff' I  De  Mulat  maeckt  fich  vrolijckopdegeno- 

ib. 


Mcfi  raed  hem  om  nae  Cofla-RJca  te  gae»    '*  I      mene  priife. 

Het  welck  hy    nevens    drie    Spänfaerden    EngeefídieaendeSpaei^chewedexa^     ib 

X.ITZT1'  c\  2  i-  ■        fag  l  ?/     Den  Autheur  traght  fíjn  goet  weder  tekrijl 

Den  Autheur  fcheyt  eyndelijck  van Mic^el  \      gem  ö        '    ft  ' 

Delva.  ib        *  ^     f° 

Doek. 


1    N     D 

Doch  te  vergeefs.  | 

Hy  verioeckr  om  mede  nae  Hollandt  te  va- 
ren dat  hem  mede  wengcweygert.       ib. 

Het  Schip  wert  geloft  ende  iy  met  weynigh 
leef-toght  nae  landt  gefonden  .  ib. 

Datfy  weder  nae  g-root  gevaer  aenkomen. 
pag.  401 

GAP.    VI.-- 

|^|Udaedigheyd  der  Spanjaerden  aen  de 

geplonderde.    ,  pag.   402 

Onfeeckerheydt  van  den  Autheur  over  het 

voort  fetten  der  Reyiè.  ih. 

Hy  keert  weder  nae  Carreo.  ib. 

Hy  neemt  mer  fijne GefeJl'e  voor  iïch  armer 

teveyniendanfy  zijn  pag.  403 

Hy  begint  weder  geit  te  winnen.  ib. 

Hy  valt  in  verfoeckinge  van  weder  naeGwa- 

timala  tekeeren.  ib. 

Doch  overwint  defelve.  ¿¿. 

Handel  met  Muijl-efels.  ib. 

Barbarifche  Indianen.  pag,  404 

Aenmerckelijck  exempel  van  de  voorfienig- 

heydG  ODES  over  onfeReyiïgers.  ii. 
Men  raedt  hem  nae  de  Golf  de  Salinas  te 

gacn  .  ib. 

Hy  volght  dien  raed  met  ende  neven  de  drie 
.    'Spanjaerden.  pÄ,.  405 

Sommiere  verhaelinge  van  de  Reyfen  door 

den  Autheur  in  America  gedaen.  ib. 

Den  Autheur  heeft  drie-hondert  Engelfchc 

mijlen  in  iAmerha  te  lande gereyft        ib. 

C  A  P.     VII. 

VfErtreck  van  Carthago  pag.  406 

Komfte  te  Ntcoja  en  goet  onthael  al- 

daer  \y. 

Sy  krijgen  hope  van  wel  haeft  t'Scheep  te 

raecken  ib. 

Den  Autheur  begint  weder  geldt  te  winnen. 

é. 

Hiftorie  van  denParochiaen  van  Nicoya  ende 
dmj4kdüe-  Ma)or,  Juflus  cli'Z«/a^/!r,waer 
in  men  de  wreedheyd  van  den  eenen  iic-, 
.endedeonreghevaerdigheydin  het  Hof 


E     X. 

vmGuatimalancik  den  andercnp.Ieegh.de. 

pas.  407 

Den  Autheur  neemt  aen  den  Parochiaen  van 

Nlcoja  te  vervangen.  pag.  408 

Hy  verdient  1 50.  Rijcksdaeldersin  5.  weec- 

kem  ib. 

LaVitaeen  kruyt  dat  gefponnen  werd.  ib. 
Befchrijvinge  van  de  fchulp  vifch  Vurpura 
pag.  409. 
Koilelijcke  couleur  daer  uy t  getrocken.  ib. 
Groóte  meenighte  van  fchulp-vifch.  ib. 
Waercn  daer  vallende.  vb. 


G  A  P.    VIII. 

O  Y  gaen  n'yt  de  Salinas  t'Scheep.  pag.  410 
Tegenfpoet  op  de  Reyfe.  ib. 

Swaereftorm.  ib. 

Die  nae  aghtdacgen  op- hout  ende  in  goedt 
we'er  verandert,  pag.  411 

Door  groot  gebreck  van  dranck  drincken  fy 
haereygen  water.  ib. 

Sy  willen  om  watet  te  lande  ib. 

Het  welck  deSchipper  weygeren¿e  dwingen 
iy  hem  daer  toe.  'ib. 

Sy  landen  op  een  Eylandt  fonder  waeter. 
pa%.  41 z 

Den  Autheur  wert  op  het  felve  vaniijnge- 
ielfchapgelaeten.  ib. 

Dat  hem  feer  verlegen  maeckt.  ib. 

Hy  trooilende  ver  verft  ficheenigfints,  ende 
werdt  door  fijne  mackers  weder  af-ge- 
haelt.  ib. 

Welcke  waeter  Orangie-appelen  ende  Ci- 
troenen hadden  gevonden,  pag.  415 

Den  Autheur  geraeckt  in  groóte  flaute  ,  en 

krijght  een  fwaerekoortie.  ibL 

Sy  gaen  weder  t'zeyl.  ib. 

Het  Schip  ftoot  op  een  klip.  pag.  ^j^ 

Het  geraeckt  nae  groóte  moey  te  daer  weder 
af.  ib. 

Den  Autheur  bcgint-te  beteren.  ib. 

Het  Schip  komt  te  Perico,  maer  wert  door 
ftorm  van  daer  gedreven.  ib. 

Sy  komen  voor  de' Haven  yan  Vanama.      ib. 

werden 


I    N 


Werden  daer'van  daen  gedreven. 

ib: 

Komíte  tzPannama. 

p*s-  415 

CAP.    IX. 

■jT\  en  Autheur  treed  te  lande. 
Befchryvinge  vznPannama. 

ib. 

ib, 

Slechte  gebouwen. 

ib. 

Groóte  onkuysheydt. 

pag,  416. 

Swacre  Ebbe  ende  Vloed  .  en 

ongefondc 

iught  izPann&ma. 

ib 

Vertreck  van  Pannama. 

ib. 

Komite  re  Venta  de  Cruces- 

ib 

Goetonthaelajdaer.  ' 

ih. 

4.7 
ih. 


CAP.    X. 

"y  Ertreck  van  Venta  de  CruZ.es.    fag 

Tegenfpoec  op  de  Reyíe. 
XbmfteaendeZee.  ib 

Groóte  floffigheyt  dcr  Spanjaerden.  ib 

Den  Autheur  weygert  feeckere  gelegent- 

heyrom  in  c^werzVrtteblyven.   pag.  418 
Sy  loopen  in  Zee ,  en  fien  l'Efcudo  de  Vera-* 

gua.  ,  ib, 

Komfte  te  Parto-Bello.  ib. 

CAP.    XI. 

Terckte  van  Porto-Sello.  ¿¿, 

Autheur  voorliet  fígh  van  een  Loge. 

419 

ib 
ib. 
ib 
4*0 
ib 


t*l- 


413 
ib. 


STer 
Der 


m 


ment. 
Duere  huys-huen 
Voolbeeltdaervan. 
Groóte  miidaedigheydt. 
Groóte  meenighte  van  fílrer. 
De  Gallioenen  komen. 
Die  groóte  diertc  in  de  eet-wacrcn  bren 
„,     £en-  ib 

Maniere  van  handelen  te  Porto-Belh.        ib 
Rijckftemerckt  des  werelts.  ¿¿ 


m- 


CAP,    XII. 


j\T  Eerftigheydt  van  Ybarra. 
^  Groóte  ongefontheydt  y 


p&g.  42  1 

van  Porto- Bello. 

ibii. 


D    E    a. 

'  Voor  beeldt  daer  vanten  tijde  &s  Autheur s 

ib. 
Schoon  Gaft-  huys  te P 'orto-Bello.  ib. 

Swaere  vraght  den  Autheur  ai  gevordert  of 

eenGalíioen.  '     pag.   421 

Die  defelve  feer  goede  koop  krijghr.  ib. 

Vertreck  der  Vioote  die  Scheepen  fíet  ib. 
De  ^Hollanders fiemen -twee  Scheepen  van 

de  Vloot.  /¿ 

Goede  gclcgentheyt  van  hetEylandt  dePro- 
(  videntie  oni  de  Spanjaerdcn  te  befehae- 

digen. 
De  Hollanders  komen  weder. 
Gevaervan  het  Schip  des  Autheurs 

CAP,    XIII. 

!£  Omírc  te  Carthagena  en  by  eenige  En- 
gclfche.  pa^.  4J4 

Waer  van  hy'er  vier  in  fyn  Schip  krijghr.  ih, 
Onodackvzn  EduardLayÑeldt.  '  "  ib. 
Vals  gerught  door  die  van  Carthagena  uyt- 

geftrooyr.  fa~    41$ 

Refolutie  van  Dom  Carlos  d'Ybarra.  ib. 

Vertreck  van  Carthagena  en  de  komite  aen  de 

Havana.  ¿bm 

De  twaelf  Apoftolen.  ib' 

Capitcyn  Ros  door  deiSpaenfchegeaffron- 

reert  zijnde,  roept  haer  in  Duel-         ib. 
'tWelckden  Autheur  belet.  pag.  462. 

Byiondere  eygenfehap  van  het  Verckens- 

vleefchindeHiwracndeop  het  Eylandt 
Cuba.  ibt 

Schild  padden  geven  goede  fpijfc.  ib. 

Hoe  die  bereyt  werd,  ,&.* 

Wat  Ieef-toght  men  gemcenlijck  op  de  Gal- 
lioenen in  de  Havana  in-neemt  ib, 

Den  Admiiacl  ftek  vaft  te  vertrecken,  pag, 

417 

Befchrijvinge  van  de  Boacanicrs  en  Plan- 
tcrs>  ib, 

CAP.    xlV, 


yErtrecícuytdeífrfvawíZ,  pug,  428 

DeGailioenenraecken  by  nagh't  onder 

ceja 


.",_:,_" 


een  andere  Vfoote  ,  dat  haer  doet  met 
groóte  vreefe  figh  iïagh-vaerdigh  maec- 
ken.  ib,- 

Maer  bevinden  dat  het  de  Vloote  van  Vera- 
Cyuk'is.  ^.4;9 

EenEngelich  Schip  neemt  een  Spaenfchuyt 
een  Vloote  van  twee-ende-twintig  zey- 
leu.  #, 

Spaenfche  grillen  ende  Rodomontados. 
pag.  430 

DeEngelichefalveren  haer  met  haerc  Prij- 
&-  ib. 

Kloeckmoedige  daed  van  een  Hollandtfche 
V¿ce- Admirad.  ¿¿, 

CAP.    XV. 

£)  E  Vlooten  fcheyden  van  malkanderen. 
p^.431 
ib 

tb. 


I    N    D    E    X. 


pag.  43  2 


Groot  gevaer  van  de  Vloote. 

Spaenfche  blintheyt. 

Sy  palieren  de  picores. 

Swaere  ftorm  van  aght  dagen. 

Sy  fijn  genoot- faeckt  ilinckenc  waeter  te* 

dnncken. 
Sy  fien  Madera, 
Daer  nae  Cadix. 
Komile  te  St.  Lucar  de  Barrameda 


ib. 

ib. 

ib. 

£4-453 


Bekommerniiïedes  Authéurs  wegens  de  re- 
ceptie die  hy  van  fijne  Vrienden  in  fijne  arl 
moede  foude  ontfangen.  ¡y 

Groóte  veranderingh  voor  die  geene  dieuyê 
Indien  weder  in  Europa  komen.  4. 

C  A  P.    XVI. 

y^Acrom  den  Autheur  in  een  Herberg 
ende  niet  in  het  Cloofter  gaet.       pag. 

434 
Hy  komt  by  Broeder  Paulus  van  Londen,  ib. 
Die  hem  feer  port  om  nae  Engeiandt  té 

gaen-    ,  .       '  ib. 

Den  Autheur  verlaet  fijn  geeftelijcke  kleed. 

pag.  4j£> 

Hy  ontkomt  door  de  beftieringe  Godes  een 

groot  gevaer.  ¿¿.. 

Hy  befteet  fich  t'Scheep.  ;¿. 

En  vertreckt  van  St.  Lucar.  pag.  426 

Komilc  te  Douvres  in  Engeiandt.  ib. 

Voor  een  Spanjaert  aengefien  zijnde  wert 

hy  niet  geviiïteert.  /¿# 

Hy  komt  byfijnMaeghfchap  ende  Vrienden", 
welke  hy  ontkent  zijnde,  wert  hy  evenwel" 
door  haer  weder  bekent  ,  ende  met  al]c 
vrientfehap  ontfangen.  ¡¡¡. 

Befluytvan  hetwerek»  fai-  417 


E    Y    N    D    E, 


REGI- 


tiSbsmSk^ê&ê&Ê&a&êsb* 


¿S5 


REGISTER, 

Volgens  de  Ordre  van  het  A.  B .  C .  by  middel  van  het  welcke  men 
feergemackelijck,  alle  de  aenmerckelijcke  Voor- vallen  en- 
de Befchrijvingen  ,  welcke  dit  Boeck  behelft ,   kan 
vinden ,  met  groóte  moeyte.,  tot  gerijf  der 
Lefers,  by  een  geiteldt. 


A. 


Buida  eco  Stade  in  bet  Land* 
fchap  Carthagena.     140. 
Abuys  van  den  Jutbeur  deies 
Boecks.  145. 

zAhuys  der  Spanjaerden  on. 
trent  de  Vulcanuflen.i  3  7. 
zs4capala  een  Dorp  in  America.   '  171 

Acafabaftlan  eenVleekin  het  Land  van  Gua- 


timaJa. 


S?' 


^Acafamul  een  gedeelte  van  het  Landt  van 
Jucatan.  j,z# 

Brave  <^4ttien  van  FrangoysDraeck.        138. 

Plompen  t^c/e/inChiapa.  !S9. 

Quaede  ^dminijlratie  der  Juftitie  te  Guati- 
maia.  245# 

tJdmirael  der  Spaeniche  iïlvereVloote  werd 
onthooft.  ll6 

Spoedige  Aengtoeyinge  van  de  Stadt  Mexico. 

Hiftorifche  ^Aenmnc\inge.  ~\' 

Politique  Aenmerc\inge.  j,¿" 

Aerrfí-Wír^valtfcerfchoonteMixco.»s«' 
Schoon  ^erde-Tverc/i  te  Trinidad.         *  g  1 

^be'th^  Van  WÍJkn  deConinSinneE'i» 
e^r/der  Spanjaerden,  Il85 ' 


derivan  de  Inwoondersvan  de  Zoques  100. 
Aert  van  het Verckens-  vleeích  i¿  het  Ey land 

Cuba. 
Aert  van  delnwoonders  van  León.        3  8  % 
Aenbevinge  doet  Truxillo  ín  Perú  verílnc- 

ken. 

Aertbevinge  brengt  dcnAaíWin  f  eer  groot 
gevaer.  b 

Schrickelijcke  ^Aertbevinge.  I40'. 

tsierts-Bifdomenia  A  menea.'  ,  47  * 

Aerts-Bi/fchcp  van  Mexico  ftelt  iTgh  tcgens  dé 
Vjceroy 

Hyvlughtuyt  de  Stadt. 
Maer  te  vergeefs. 
HyvIughtindeKercke. 
Werd  daer  gevangen. 
En  nae  Spanjen  gefonden. 

^ff-goden  1000.  in  gctaele  in  Mexico 

Afgoderye  der  Indiaenen.' 

¿fkeerigheydt  van  de  Criolen  teehens  de" 
Spaenfche.  X1 

Af-fchomdijkbeydt  van  de  brandend! 
BerghinGuatimaia.  x,9 

Agedis  Ignana  genaemt  werdt  door  de  Indi- 
aenen en  Spanjaerden  in  America  ge^c- 
ven     -  2t6 

^Agediffen  met  men fchen- bloed  gefpijft    69 

La.  Alameda  te  Mexico.  ■  ioi 

pPF  *  .  Nieuw 


109. 
110. 

11 1. 

#«/. 
87. 

302, 


Nieuw  Albien  een  Provintie  in  Amcric 

ijo 

Alcalde  Major  van  TIaxcalIan.  49. 

¿¿balt!?  Majox  van Nicoyais  feer  onrecht 

vaerdjgh.  4oy. 

Mlexicalcngo  voortijds  een  grooteStad  in-A- 

.     merica.  6o. 

^/ow/o  CueJiar  is  feer  rijekende  mildaedigh 

aen  de  Kerckelijcke  98. 

Schoon  /i/f^erteXocotenango.  230 

Altaren  des  Tempels  van  Mexico.  84. 

Peruviaenich  America.  i¡8. 

Mexicaeních  America..  t  1  g . 

AmercJaenen  eecen  niet  dan  hetvleefch  haer- 

der  Vyanden.  70 

"fc^w^i  van  het  Qpper-hook  der  Muficanten 

onder  de  Indiaenen.  29e. 

^ö^ivandeMajor-domosofteBedellenvan 

de  Broederschappen.  298. 

t^WÄHfli-eenlndifche  vrugt  ende  befchrijving 

van  de  felve.  2  c. 

^Anandffen  íecr  ichoon  geconfijt.         374. 

Nieuw  ¿Anctälufia.  I59# 

St.  ¿Andrea  een  Dorp.  220, 

esintequera  een  Stade  ofte  Vleckin  America. 

IÍ2. 

Antonio  Calvo geíubítitueerdeApoítoIifche 
CommiíTaris.  7. 

Werd  door  Mattheo  de  la  Villa  tot  Apo- 
ftolifchen  Commillarisaengeítelt.  j  2. 
Befchri jvingc  v.in  fijn  Perioon.  ihid. 

Goddeloofe  ^Aperye  van  de  Prieilers  on- 
trent de  Beelden  gepleeghd.  305. 

Apen-fpelo?  den  Kersdagh  in  deKercken  in  I 
America  aengereght.1  SOat 

¿Appel  van  den  PoliticquenRechtcr  aen  den 
Priefter.  "    2? 

Aquapulca  een  Stadt  in  America.  163. 

'Sw&ezmArbeyd  der  Indjaenen  in  het  op 
bouwen  van  het  nieuwe  Mexico.         91 
Sw&eienArbeyd  doet  den  ellendiocn  wei- 
ruften.  28o 

Armoede  van  de  Provintie  van  TIaxcalIan 

49. 

Armoede  van  de  Provintie  van  Comayagua . 

319 


REGISTER 


Arrogantie  der  Monickcn  in  Indien.        j  g . 

Groóte  eAflurantie  der  Spatijaerden  in 

Guatimala.  %et 

^o&ieenlndkcnfche  Dranck,  wg^ 

Koele   Avondjlonáen  in  het  Indiaeniche 

Chiapa.  l9g# 

Den  z^int beur  krijght  gelegen theyd  om  nae 

de  Indien  te  gaen.  '  8, 

De  vermaecklijcfcheden  van  die  Geweften 

werden  hem  ieer  cierüjcfe  ende  aerdigh.- 

voorgefteltendebeichreven.  ¿bid. 

Waeraghtige  redenen  die  den  <_Autbeur  toe 

het  aenvaerdên  van  die  Reyie  acnpor- 

Hy  (lelt  vaft  de  Reyfe  te  aenvaerde.  ¿bid. 
EndeverkiaertiuIcksaenCalvodenOn- 
der  Apoílolifchen  CommiíTaris.  i¡. 
Die  hem  met  groóte  teeckenen  van  <*ene- 
gentheyd  ontfanktende  fpoedigh  raed  te 
vertrecken,  dat  door  den  sAutheur  cock 
aeríítonts  werd  te  wereke  geftelt.  tbid. 
Hy  komt  te  Porto-Maria  daer  hy  feer 
praghtigh  werd  ontfangen ,  foo  wel  als 
fijne  Gefellen.  ibid.Scit. 

HykomtteCadix.  I2" 

Sullende  van  daer  vertrecken ;  komen 
hem  groóte obftaculen  voor,  waetdoor 
hy  genootfaeckt  is  figh  in  een  tonne  te 
veriteecken.  ,, 

Hy  raeckt  eyndelijck  in  zee.  j  4*  * 

Komt  aen  het  Eyland  Guadaloupa.   18. 
Hygaetaldaertelandeendebefchnjftdc 
gelegentheydc  van  het  fel  vc  naeukcurigh. 

Sijn  vertreck  van  het  ielve.  24, 

Hykomt  voor  St.  Juan  d'Ulhua.  %^\ 
Hy  treed  aldaer  te  lande.  3o] 

Werd  daer  nevens  fijne  Geiellenpragh- 
tighlijckonthaeld.  rt,iê 

En  Vorftelijck  getracleert.  ,  2' 

Hy  werd  aidaer  door  een  iwaere  ftorm  uit 
fijn  bedde  gedreven.  ,- 

En  daer  over  van  dcAndereMonicken  die 
fulcks  gewoon  waeren  beípot.  m¿ 

Sijn  vertreck  uyt  St.  Juan  d'ülhua  ofte 
Vera- Cruz.  ¿6 

Hy/ 


Op  't  A. 


Hy  brat  acn  het  oude  Vera  Cruz  ende 
werdaidaerpraghtighingehaeld.  37 

Hy  vcrteckt  van  daer.  38 . 

Hy  komt  te  Xalappa  de  la  Vera  Cruz,  ibid 
Hy  vertreckt  van  daer.  41 

Hy  komt  aen  la  Rinconada.  ibid. 

Hy  vertreckt  van  daer.  42 

Hy  komt  te  Segura  de  la  Frontera.  43. 

Hy  komt  te  Tlaxcalianendebefchrijftdat 
feernaeuwkeurig  46 

Daer  nae  te  Puebla  de  los  Angelos  dat  hy 
medebefchrijft.  50. 

Hy  komt  te  Guacocingo  dat  hymedebe 
ichrijfr.  52 

Vertreckt  van  daer  ende  komt  teQuahu- 
tepec  53-^5 

Guetlacac  te  Mexico*  61. 

Hy  werd  tot  het  fpeelcn  verfoght  door 
feeekére  Dame  te  Mexico.  oc-. 

Hem  werd  af-geraden  na  dePhilippijnen 
tetreckèn.  ,49 

Hy   wanckelt   in  fijn  eerft  voorneemen. 

149. 
Hy  beraed  ílaeght  daer  over  met  een  Re 
ligieus van  America.    "  '  -  j,Q 

Hy  neemt  met  eenige  van  fijn  mackers 
voorin  America  te  blijven.  150.cn  i<i. 
Hy  is  nevens  fijne  mackers  feex  fobervan 
geld  vooriïcn.  T-, 

Hy  raeckt  nevens  fijne  Gefellen  uyt  Mexi- 
co- 154- 
Hy  werd  op  den  wehg  onder  het  vluchten 


feerwelonthaeld. 


Mi"- 


Hy  begint  nevens  fijne  Gefeüen  by  dae^e 
teReyfen.  ¿iS. 

Hy  komt  te  Tafeo,  Chanda  ende  Znn- 

ET'  „  '<« 

HykomtteGüaxaca.  x,Jy 

Hy   vertreckt  van  Giiaxaca  nae  Chiapa! 

Hy  werd  te  Antaquera  feerwelonthaeld! 

Hy  dwaeld  in  feeckere  Woeftijne  vaufijn 
Gefelíchap.  l   ' 

Hy  vind  figh  genootfaeckt  daer  iq  te  yer- 


B.  C. 

tij  hoord  daer  een  vrcemt  gerughte.  i6<  • 
Sijne  yreefe  daer  over  verdwijnt  met  hét 
verdwijnen  van  het  gerughte.  ibid. 

Hykomt  by  een  Indiaen  die  hem  te  rechte* 
brenght.  ^ 

En  eyndelijck  by  fijne  mackers.  ibid 

Hy  dehbereert  metfijn  Geiellen  watwegh 
hyfal  nemen.  rf 

Hy  komttcSanatcpeque.  ibid. 

EuvaiidacrtcTapanatepcque.  16$. 

Hy  treckt  over  het  Geberghtc  de  Quele- 
nes-  16T 

-   Hyvernaghtdaerop.  lég 

Hytreckt  verder,  ¡bid. 

Hy  werd  nevens  fijne  mackers  door  dea 
wuidwederhouden.  ;¿/¿ 

Hy  vernaght  daer  voor  de  tweede  reyfe.* 

A  ]  l  69* 

Als  oock  voor  de  derde.  ffijm 

Hy  vernaght  daer  op  voor  de  vierde- 
mael.  ^ 

Hy  treckteindelijckopwaerts.  ibid, 

Hykomt  aen  Maquilapa.  ibid. 

Hy  ¿sfeer  fvvack  van  ongemack.  1 71* 

Hykomt  te  Acapala.    '  &¿¿\ 

Hy  komt  in  het  Indiaenfche  Chiapa  daeÊ 
hyfeer  wel  onthald  werd.  ,72. 

Hy  vertreckt  van  Chiapa  ende  komt  te 
St.  Chriftofrcl.  I7Jo 

Daer  hem  den  Provinciael  wel  onthacld 
maer  braef  beftrafc  I7?> 

Dar  hem  ende  fijne  Gefellen  grootelijcks 
ontiteld  ,  maer  hy  fpreeckt  haer  moed  in. ' 

174.. 
Welcke  daer  na  in  hem  ende  in  fijne  Gefel- 
len wert  verfterekt.  l7^ 
Hy  raeekt  met  den  Provinciael  aen  het 
fpeelen.  I?^ 
Et  het  den  Provinciael af-winnende  weit 
hyeindehjekaengenomen.  i76, 
Hy  danckt  Godt  daer  over.,  endeis  dies- 
hal ven  feerverheught,  i77; 
Hy  raeckt  weder  aen  het  fpeelen  meeden" 
Provinciael.  ihida 
Ende  verlieft  nevens  fijne  Gefellen  fijne 


• 


•vryheid.  r7? 

Hy  verrreckt  van  Sr.  Chrifloffel  ende 
komteSr.  Phiüppo.  179.cn  180. 

Hy  vertreckt  van  Sr.  Philippo  op  een 
pragluigewijfe.  ,  g , ; 

Hy  wert  door  ordre  van  den  Provinciael 
te  water  ende  brood  verwcfen,  181. 

Doch  alleen  uit  Politie.  ¿bid. 

Hy  kom  t  in  het  Convent  te  Chiapa.  1  g  3 . 
Hy  begint  fijne  poenitentie  endebrenght 
die  vroljjck  door-  ¿bid. 

Hy  werd  uit  fijne  gevanckeiiiílc  ontílae 
gen  ende  van  fijne  GefeJIén  gefcheiden. 

Den  iJutheur  wertProfeílorteGuatima- 

Ia'  j    ,  ibid 

Ende  by  provifie  Mceiler  indeLatijnfche 
Taele  te  Chiapa.  ,g5. 

Waer  door  hy  fcer  geficn  ende  bemindt 

wrprr  .  1  .  f 


REGISTER 


wert. 


ibid. 


üy  doet  met  den  Biflchop  van  Chiapa  de 
vifiteten  platten  lande.  t9z. 

Hy  vertreckt  uit  Chiapa  ende  wert  op  fijn 
vertreck  door  fijne  Vrienden  befchonc- 
ken.  2I1> 

HykomtteTbeopixca.  213. 

Hy  ontmoet  een  Eraniêh  Pricur ,  dié  hem 
-   veel  eer  ende  vriendfehap  doet.  ibid. 

Hykomt  teComitlan.  iI4, 

Ende  te  Izquintinango.  '     ■  ibid, 

Daer  hy  praghtigh  wert  ontfangen.    ibid. 

Hy  vertreckt  na IzquintinaiW.  2if 

hykomt  te St.  Martin.  217 

Vertreckt  van  daer.  2     ' 

Hf  komt  in  het  groóte  Cuchuraatlan ,  en 

Vertreckt  van  daer.  ¡^ 

Hykomt  te  Chancla.  ¿bid' 

\    Hy  vertreckt  van  Chanda  ende  komt  té 
Chautlan.  alg 

Hy  vertreckt  van  Chautlan  ende  ontmoet 
den  Prior  van  Sacapula.  ibid.  Cr  %  1 9 . 

Hy  komt  tot  ende  vertreckt  van  Sacapula 
ende  komt  te St.  Andrea.        2  19.  en  íi o 
Hy  vertreckt  van  St.  Andrea,  paflèerteen 
gevacrlijcken  wegh  ende  wert  ontmoet 
vandieZojaba.  ibidi 


Hy  komt  teZojaba  ende  wert  aldaer  als 
een  Heiligh  aengebeden.  2i2 

Waer    door  hy   veele  offerhanden  ont- 

[*°8ht  223. 

Hy  vertreckt vanZojaba.  Z2* 

Hy  komt  te  St.  Martin.  22£ 

Hy  vertreckt  van  daer.  Í2J[ 

Komt  te  Chimaltenango.  ibid' 

Sijn  vremt  voorval  met  feecker  verbailert 
SpaeníchPneíler.  *}7«i2a8. 

Hy  vertreckt  van  Chimaltenango.  1 1 « 

Hykomt  eindehjek  te  Guatimala.  2 1  o. 
Hy  komt  aen  het  Convent  te  Guatimala 
ende  werd  daer  tot  fijne  groóte  vreuede 
wd  ontfangen.  £, 

Hy  doet  aldaer  een  publijcqdiipuit.  ¡54! 
Benaeld  daer  door  groóte  nijd  en  gonft. 

Hy  wert  Profeffor  in  de  Philofop hie.0  \ \  \ \ 
Hy  wert  ordinaris  ende  openbaer  Predic- 
ar ende  verkrijght  daer  toe  de  permiilïe 
desBiíTchops.  2  ¿ 

Den  zsiutbeur  doet  eenige  potten  met  den 
Indiaenfchen  dranck  Chica  ghevult  aen 
ftücken  flacn  in  het  Dorp  van  Mixco  ,  ende 
wert  vanden  ftanckgevaerlijckfieck.  289« 
Hem  valt  wat  vremes  voor  te  Mixco.  294.' 
Hy  rraght  na  fijn  Vaderland  te  gaan',  ende 
verfoeckt  daer  toe  verlof  van  fijnenPro- 
vrnciael  ende  den  Prefídent  van  Guarnía- 
la, diehethembeydeweygeren.  n9 
Hy  neemt  voorop  het  platte  landt  re  gaen 
woonenendede  Indiaëafche  Taele  telec- 
ren 
Hy  fchrijft  nae  Span  jen  om  fijne  ontfla- 

ÜT'    r  u  .  md- 

tiy  iaet  Iigh  bewegen  om  met  eenen  Mo- 
ran een  nieuw  Landt  te  gaen  door- reyfen. 

c--    1   /T  i--  ibid. 

Si  jn  lorkhjckooghmerck  hierin.        ibid. 
Hy  vertreckt  uyt  Guatimala  ende  komt  te' 

,Coban-  ,  3*0. 

Sijn  vertreck  van  daer.  jiT 

Hy  fiet  nevens  fíjn  Gefelfchaphuifen    bel 

boud  land  en  komt  by  Menfchen.        'ibid. 
Hy  treckt  vorder.     '  ibid. 

Komt 


-^— r* 


Op  't  A 

Komt  weder  by  andere  Indianen.  322 
Hy  wert  nevens  meer  andere  heek.  ibid- 
Hy  fet  de  Reyfe  verder  voort.  '313, 

Veele  van  fijn  Geielfchap  werden  fieck 
ende  hebben  nevens  hem  berouw  van  de 
&eytè.  ibid 

Sy  ontdecken  den  vyand  die  haer  kloeck  - 
moedighaenvalt.  ¿bid. 

Den  isíutheur  hier  over  in  groóte  vreefe 
fijnde  wert  door  Moran  gefterekt.  3 14. 
Eynde  van  het  geveght ende  getal  van  de 
Gooden.  ibid. 

De  Indiaenen  vallen  voor  detweedemaei 
aen-  ibid. 

Den  Autheur  ende  fyn  Gefelfchap  refolve- 
ren  te  rugge  te  trecken  -maeckende  alvoo- 
rens  een  accoord  met  de  Indianen.  3  i.j, 
Te  rugge  treckende  nemen  Cy  eenige  Kin- 
deren  mede.  l     m¿ 

Den  i^Autheur  fieldt  iigh  tegens  Morans 
dwaesheyd.  ¡hid 

Hy  komt  weder  te  Coban ,  en  van  daer  te 
TnixiJlo.  ibid.  en  326 

En  van  daer  eyndelijck  te  Guatimala  daer 
ÍJ  met  veele  yreughde  ende  eere  werden 
ontfangen.  /£/¿ 

Den  Antheur  fcheyd  van  Moran.  327. 
Hy  verfoeckt  aen  iyn  Provinciael  dein- 
diaeniche  Taele  op  het  platte  land  te  mo- 
gen gaen  leeren  ende  verkrijght  fulcks. 

TT  3  3°- 

Hy  vertreckt  van  Guatimalaendekomt  te 

*etaPa-  ,  m. 

Hy  wert  ieer  wel  in  de  ïndiaeniche  Taele 
ondernght  ende  neemt  luftigh  toe.  ibid. 
Hy  begint  daer  inte  predicken.  331 

En  wordt  volmaeckt  in  die  Taele.  ibid 
Hy  werd  Paiïoor  te  Muco  ende  Pinola- 
TT         1  ibid, 

Hytreckt  meer  dan  fes- duyfend  guldens 
jaerlyx  van  die  twee  Dorpen.  ?,4 

Hy  informeert  iigh  op  het  geenehy  daer 
van  moeite  uyt-keereñ.  ¿¡j  j 

Ende  accordeert  op  elf- honderd  ende  vyf 
ende  twmtigh  guldens.  , ,  \ 

%  koopt  een  Muy l-cfel,  ¡bid 


B.  C. 

Hy  fchryft  nae  Spanjen  om  fyneverlof- 
iïnge  ,  maer  krijght  foberen  trooft.  ibid. 
Hier  op  foekt  hy  heymelijck  door  te  gaen 
dat mede  niet lucken  wil.  336. 

Hy  geeft  figoveraen  deGoddelykevoor- 
ilenigheyd.  ièid. 

Welcke  hem  oock  van  de  Peililentiale 
koortie,die  hem  aen  begravingen  enZiel- 
miííen  fes-duyfent  guldens  deede  winnen, 


bewaert. 


338. 


Hy  werd  noch  van  GODT  uyteen  groot 
gevaer  gered.  3?9. 

Hy  raeckt  weder  door  een  Aertbevinge  in 
groot  gevaer,  maer  de  HEERE  redt  hem. 

340 
Hy  raeckt  door  een  tfigua  in  groot  ghe- 

34*. 
Hy  doet  een  Spanjaert  (haffen  die  fijn  ¡ 
Slae ve  feer  mishandel  t  hadde.  345. 

Hy  raeckt  daer  door  in  groot  ge  vaer.344. 
Dogh  doet  daer  over  weder  ftrafte  oeffe- 
»e"L  |    ibid. 

■Dett^utheur  beleyd  informatien  tegens 
een  Tooveraetfter.  347. 

Spreeckrhaer  daer  felfs  over.  ibid. 

Weygert  haer  de  Communie.  348« 

Sy  neem  t  daer  op  wraceke  op  hetgeene  iy 
hemgefchoncken  hadde.  ibid. 

Traght  het  oock  aen  fyn  Perfóorj  te  doen. 

Dogh  te  vergeefs.  3  50^' 

Sydreyght  hem  op  een  nieuw.  ibid. 

Doch  fy  werdgevange  ende  fterf t  in  heg* 
ÏÏ'^f-  ibid. 

Atgoderye  van  eenige  Indiaenen  wert  aen 
den  ^«¿£>f«r  geopenbaert-  3  f  6. 

Hy  ipreeckt  hier  over  met  een  Indiaen, 
die,  ieer  bevreeflfynde, van  den^^ewr 
gefterekt  we rdt. 

Hy  doed  den  Indiaen  klappen.  ibid 

Syne precautie,  endedreyginge  aen  dea 
Indiaen.  "    '*»    ö  g;- 

Hy  handeld  met  den  Indiaen  vooriïghte- 
lyckende  beréyd  %h  tot  Reyfe.  ibid. 


HygaetdenAf-god  met  groóte  voorfigh- 
tigheyt  ende  eircumipecrie  op-foecken,/¿. 


REGISTE 


Hy  vernaght  met  fijn  Gefclíchap  in  het 
Eoích.  359> 

Hy  vanght  fijne  tweede  onderíoeckinge 
aen  ende  komt  op  h«:tfponr.  -  ibfd. 

Hy  fiet  de  Speloncke  des  Af-godts  ende 
vmdhem.  ?6o> 

Hy  neem t  hem  mede.  ibid 

Den  ¿Jutkeur  ,  doet  alle  de  Spanjaerden 
ende  de  Negers  regens  den  volgenden 
Sondag  te  Kcrcke  nooden.  ¡bid. 

Hy  brenght  den  Af-god-aen  fijn  huis  ende 
des  Sondaeghs  düer  aen  op  den  Predick- 
ftoel.  ihidt 

Het  Volck  komtin  feer  groóte  meedighte 
re  Kercke,  precaución  vari  den  ^iutheur. 
ende  fijn  Predicatie.'  3é2. 

Hy  ílek  den  Af-godop den ftoel  denVolc- 
ke.voor.  ih>iL 

Hy  daeght  den  Duyvel  uyt  ende  vermaent 
ce  Indiaenen  tot  het  wacraghtigh  Geloove 
ínGodt.  *     B  }é?ê 

Hy  doed  den  Af-godt  aen  ftucken  hacken 
ende  verbranden.  ibiá. 

Hy  maeckt  folies  te  Guatimala  bekend , 
werd  van  daer  bedanckt,  endekrijgbtin- 
írruétie  om  figh  nae  te  reguleren-  364 

Hy  fteld  den  raed  die  hy  knjgbr  te  werek , 
maer  de  Afgoden  dienaers  fijn  daer  te- 
gens  obítinaet  ¡n¿ 

iíaere  redenen  daer  toe,  wekke  weder- 
leght  werden.  _'.#  ^ 

De  Af-goden-dienaers  leggen  herniaegen 
ende  beltonnen  fijne  Kamer.  3  éí# 

Hy  voorliet  figh  ende  doet  haer  waer- 
lchouwén-  .¿^ 

Sy  komen  voor  de  tweede  reyie  weder 
cndcccn  van  haer  wert  gequeeft.  ièU 

Sy  leggen  hem  andere  laegen  ende  bren- 
gen hem  in  groot  gevaer.  ilyid. 
Hy  bemerekt  haere  laegen  ,  Cy  werpen 
hem  ter  aerde  van  waer  hy  weder  op- 
ftaec.  367. 
Hywert  uyt  het  gevaer  gered  ,  ende  een 
van  degcweldenaersgevangen.  368. 
Den  Autheur  beleght  infbrmatien  over  dit 
voorval  ,   ende  de  Spanjaerden  dragen  | 


R 


'     groóte  fo rge  voo r  hem;  ,-¿/¿ 

Sy  bewaeren  hem  den  volgenden  na'gjii 
ende  fetten  waght  aen  het  gevangen  hüys, 

Verdere  precautien  door  haer  in  het 
werek  gefield,  ihldj 

Sykloppm  de  Alcaldes  op  ,  die  met  haer 
de  Af  goden- dienaers  gaen  foecken,  ibid, 
Sy  nemen  de  Af-goden-dienaers  gevan- 
gen ende  omdecken  haer  boos  voornee- 
men»  3?0 

Die  in  het  gevangen  huys  werden  op-ge- 
flootcn  ,  ende  de  Prcíident  van  Guatima- 
la draeght  forge  voor  den  Autheur,  ibid, 
De  Af  goden- dienaers  werden  in  de  ge- 
vanckeniiTe  gevoerd  te  Guatimala  ende 
-í'-daer .  geftraft,  iUd, 

Haer  groot  berouw  ende  leetweíen  wert 
door  átw^Autheur  voor  goed  gekeurt  ende 
opreght-te  fyn  bevonden.  371. 

Den  zJutheur  kryghrpermiffie  vanfynen 
Generael  om  nae  Engeland:  te  keeren. 

372. 
Hy  maeckt  fukks  den  Provinciael  be- 
kent. ibidt 
Die  hem  niet  toelaet  te  vertrecken  maer 
door  weldacden  rraghtte  houden.  373. 
Redenen  die  den  ^Autheur  bewegen  om  te 
b,?ven-  ibid. 
Den  zJutheur  wert  Vicaris  van  het  Dorp 
ende  Cloofter  van  Amatitlan.  ibid. 
Hy  doet  weder  feer  groóte  ende  hevige 
inílantienom  ontflacgen  te  werden.  375. 
't  Antwoord  dat  hy  daer  op  van  den  Pro- 
vinciael bekomt  wert  door  hem  weder- 
leght  ,  maer  fiet  figh  evenwel  genoot- 
iaeckt  te  blyven.  ,  ibid. 
Hy  neemt  voor  in  der  itilte  te  vertrec- 
ken. j  ?6m 
Hy  verfoeckt  van  fyn  Vicaris  Ampt  ont- 
ílaegen te  fyn ;  dat  hem  met  moey  te  wert 
toegeitaen.  fcd. 
Hy  werttePetapagcpIaetit,  ende  neemt 
vaftelyck  voor  dat  Land  te  verlactenendc 
teontvlughten,  377. 
Hy  maeckt  fulcks  liitejyck  aen  Michacl 
Delva 


» i 


Op  \  A 

■-Del va  bekent.  /¿/Vi. 

Redenen  waerom  hy  dat  doet.  ibid 

'Delra  prefenteerthem  te  verfellen  maer 
hyílaetfulcksaf.  &-.<{ 

Hy  verkoopt  fyne  MuyI-efel  ,  'Koorn , 
&c.    oock    fyne  Schilderyen  ,   üoecken" 
ende  verdere  huys  raed.    ■        377.-37« 
Hy  befteet  íyu  Capitael  in  eenige  í aecken 
daer  hy  meent  voordcel  van  te  trecken. 

378. 
Tot  vooríettinge  van  fyne  víught  fent  hy 
fyne  Bagagie  voor  uyt,  cride  nae  drie 
daegen  volght  hy  íelve.  ibid: 

Hy  \s  feer  bekommert  over  den  wcgh  díe 
hem  ¿níynevlught  re  nemen  ftaer.  '  379 
Difficulceyten  voor  hem  op  de  wegen  nae 
de  Golf  van  Mexico.  380 

Hy  neemt  fynen  wegh  door  Nicaragua 
ende  het  Meer  van  Grenade.  ¡¿id- 

Hy  neemt  permifíive  een  beleeft  af- 
icheyd  van  den  Provinciacl.  ibid. 

Hy  treckr  uyt  Perapa.  ;-¿,-¿ 

;Komr  te  Agnachapa  ende  teTrinidad- 3  82 
Hy  befchryft  de  mond  der  Helle, .  door 
de  Spanjaerden  foo  genaemt  ,  ende 
verhaelt  het  gcenehy  daer  van  heeft  ver- 
nomen ,  ende  oock  waerom  hy  geen  on- 
derioeck  deede.  ig. 

Hy  gebruyekt  groóte  precautie  om  de 
Stadt  St.  Salvador  te  palieren.  384. 

Hy^  palTeert  die  Stadt  feer  geluckelyck 
ende  komt  aen  Río  de  Lempa  by  fyne 
voor  uytgefondene  Bagagie.  384 

Hy  verneemt  daer  tot  fyne  groóte  vreug 
de  de  voorreghten  van  diegeene  wdeke 
die  Reviere  pafleereti,  paíleerr  deíelve' 
ende  ruit  aen  de  andere  zyde  met  een 
geruft  herte.  .gt. 

HykomtceSt.Michaeí.  \]¡ 

Hy  íend  íyne  Bagagie  te  lande ,  ende  ga« 
felve  te  water  van  St.  Micbael  nae  La  Vie 

Hy  komt  te  Realejo.  \\ 

Redenen  waerom  hy  daer  niet  i'SchJp 

fcaeC  NA-f 

Den  Indiaen  neemt  af-fcheyd  van  hem 


i  B.  C 

met  traenen?    *  '<  p 

Den  Auikeur  verkoopt  íyne  Muyl-efels.' 

By  begeeft  fígh  ten  platten  lande.     !¿¿ 
Hyvcn  gealarmcert  door  de  komíle  van 
eemgeuytGuatmula. 
Hy  bereyd  ngh  tot  fyn  vercreck  uyt  G in- 
tímala. J 
wert  daer  ín  belet  door  ordre  van'híi 
HorvanGuatimala.  . 
Het  welck,-  hem  fecr  ontfct  ende  v  erte- 
gen   maeck  ,    doende  hem  vede   ydcJe 
overleggingen  macckeiíora  wcgh  te  raec- 
Ken                                           ■ n         .,.j 

Men  ned  hem  na  Coila  Ricatcgaen  ihtl 

Herwelcke  hy  nevens  drie  Spanjaerden 

ooet,  lcheydendceyndelyckvanMichad 
JJelva. 

By  vertreckt  dan  eyndelyck  met  drie 
Spanjaerden  uyt  Grenada.  ,t)4 

Sy  werden  byna  door  een  Crocodil  ver- 
íneld.  -     .,..  ' 

HykomrteCarthago.  .£..' 

Hy  vind  eyndelyck  gelegentheydt  om 
t  Scheep  te  komen.  *o<j 

Hy  vertreckt  uyt  Carthago  met  fyn  Ge'.' 

ICiiCllSp,  'L'J 

Sy  komen  aen  de  Rmere  ende  aen  boord'. 

Van  daer  in  Zee'4nde  ontdeckèn  t'wee 
scheepen. 

Sy  kiefen  de  vlugt  macr  werden  gedwon- 
gen teftrijeken.  5       m 
GedaghrendesA«/Äf»rf;  f-¿/{/ 
Sy  werden  genomen  door  rcnMuIat.398 
Den ^iuthear  verheft  7000.  Ryxdaelders. 

Hy  vertrooft  iïgh  in  GODT  diehem  niet" 
verlegen  laet,  en  door  wiens  hulpe  hy 
noch  eemgh  geldt  behoudt.  ,  ib¡¿ 

De  Mulat  maecktiï^h  vrolyckop  de  ae. 
nonjeue  Pry  fc  endegeeft  die  de  Spaeníche 
wederom. 

Den^wA^traghc  Cyn  goedt  wederge 
krygen,  doch  tevergeefs.  ibld, 

tiy  yerfoeckt  om  mede  nae  HoJIandrtc 
Q^  -Tacrcn.- 


REGÍ 

iraeren  ,  dat  hem  medegeweygert  werd,  \ 

ibid. 
Het  Schip  werd  geloft  ende  f  y  met  wey- 
nigh  Toor-raedte  Landcgcfenden.  401. 
Alwacr  den  Amheut  ende  fijnGefclfchap 
met  groot  gevaeraenkomt.  ibid. 

Sijnconfccckerheyd  over  het  voort- fecten 
der  Rey  Ce.  401 

Hy  keert  weder  nae  Carthago-  ibid. 

Hy  neemt  met  fijne  Gefellcn  voor  figh  ar- 
mer te  veynfen  dan  fy  fijn.  4°?- 
Hy  beginc  weder  geit  te  winnen.  ibdi. 
Hy  valt  in  verfoeckinge  van  weder  nae 
Guatimala  te  keeren ,  doch  ovcrwind  de 
ièlve.  ib'd. 
GODT  toont  fijjie  vooTfienigheydtover 
hem  op  een  Teer  aenmerckelijcke  wijíe. 

404. 
Men  raed  hem  nae  de  Golf  desaliñaste 
ga  en.  tbid. 

Hy  volght.  dien  raed  met  ende  nevens  de 
drieSpanjaerden.  4OS 

Hy  betoond  dat  hy  drie  duyfend  ende  drie 
honderd  Engelfche  mijlen  in  America  te 
lande  gereyft  heeft.  ibid- 

Hy  vertteckt  van  Carthago  ende  komt 
teNicoya,  406» 

Hy  werd  daer  wel  onthacldt  ende  krijght 
hope  van  welhaeft  t'S.cheep  tcraecken, 

ibid. 
Hy  begint  weder  geld  te  winnen.  407, 
Hy  neemt  aen  denParochiacn  vanNicoya 
te  vervangen,  408, 

Hy  verdiendt  1 50  Rijcksdaelders  in  vijf 
weeeken.  ibid. 

Hybefteet  figh  t'Scheep.  ibid- 

Gact  uyt  de  Salinas  t'fcyl.  410 

Door  groot  gebreck  van  dranck,  drinckt 
hy  en  fijn  Gefelfchap  fijn  cygen  waeter. 

44! 
Sy  willen  om  waeter  te  lande  ,  het  wek 
ke  de -Schipper  weygerendc  dwingen  fy 
hem  daer  toe.  ,  ibid 

Sy  landen  op  een  Eylandt  fonder  wae 
ter.  4' 

Den,jí«t£«wwertop  hetfelvcyanfijriGe  1 


s    T    E    R 

íelíchap  verheten  dat  hem  fecr;vcilegen 
maeckt.  ibid. 

Hy  trooftende  ververfcht  Gg  eenigfints  ci> 
wert  door  fijne  mackers  weder  af-gehaclr». 
die  waeter  Orangie- Appelen  ende  Citroe- 
nen hadden  gevonden.  415. 
Hy  krijght  een  groóte  flaeute  ende  daer 
opeen  íwaerekoortfc.  .id 
Sy  gaen  weder  t'Seyl  en  het  Schip  floot 
opeenKlip  413.  414. 
Her  geraeckt  naer  groóte  moeyte  daeE- 
weder  af.  ibid, 
Hy  begint  weder  te  beteren  ,  ende  komt 
tePerico  ,  en  werd  door  Storm  van  daer 
gedreven.  ibid, 
Hy  komt  voor  deHaeven  vanPannama, 
maer  werdt  daer  mede  door  Storm  van 
daen  gedreven.  ibid. 
Eyndelijckkomthy  tePannama,  415, 
Hy.treed  aldaer  te  Lande,  ibid. 
Hy  vertreeke  van  daer  ende  komt  te  Ven- 
te  de  Cruzes.  41 6* 
Hy  vercreckt  van  Venta  de  Cruzes  daer  hy 
fecr  welonthaeld  was,  417, 
Hy  heeft  groóte  tegenfpoet  op  die  Reyfe, 
komt  aen  Zee  ,  endebemerekt  de  groóte 
floffigheyd  der  Spanjacrden,  ibid. 
Hy  wcygert  feeckere  gelegentheyd  om  in, 
America  te  blijven,  4  gf. 
Hy  loopt  in  Zee  ,  ende  komt  te  Porto- 
Bel  lo,  .  ibid. 
Hy  voorfiet  figh  alder  van  een  Loge- 
ment. 419- 
Hem  word  fwaere  vraght  op  een  Gallioen 
afgevordert.  421. 
Maer  verkrijghtdcfelve  feer  goede  koop. 

ibid. 
Gevaer  des  ^J.uthems  ovo.  van  de  Hollan- 
ders genomen  te  werden.  41 5- 
Hy  komt  te  Carthagcna  by  eenige  gevan- 
gene Engelfche.  4,14. 
Hy  verkrijghr  dafer  vier  op  fijnSchip  ko- 
men f  bid. 
Hy  vertreckt  van  Carthagcna  ende  komt 
aen  de  Havana.  425. 
Hy  belet  datCapiteyu  Ros,  een  gevan- 
gen 


, 


Op 't 

g?n  Engelfman  ,  door  de  Spaeniche  ge- 
aifrontecrtzyndc;,  met  haernietinDuè'J 
vcghc,  426, 

Hyvertrackt  uyt  de  Havana,  4?8, 

Hy  paileerc  met  de  Galliocncn  de  Azo- 
res, Ij  2, 
Hy  werd  genoodfaeckt  ilinckend  waeter 
te  drincken,  ibid 
Hyiïet  Madera,                                 ibid, 
DacrnacCadix,                                ibid, 
Hy  komt  te  Sr,  Lucar  de  Barremeda,  453, 
Hy  is  ieer  bekommert  wegens  de  receptie 
diehy  van  fyne Vrienden  in  iyuc  armoede 
ontfangen  ioudc,                               ibid 
waeromhy,  te St, Lucar  de  Barrameda. 
aen  Land  getreden  zynde  :  in  een  Herber 
ge  ende  niet  in  een  Ckoftergaet.      434 
.  Hy  komt  by  Broeder  Pau  lus  van  London . 
die  hem  feer.port  om  iiae  Engelandttc 
gac,V                                                 43  5 
Hy  verlaet  fyn  Geeitelycke k/eed,      ¡bid. 
Hyfontkomt  door  de  beftieringe  Gods 
een  groot gevaer,                            •  4  5  S ' 
Hy  bcireed  figh  t'Scheep,                   ¿bid, 
Hy  vertrecVvai  St>  Lucar ,  ende  komt 
teDouvresinEngelandt,                  436, 
Voor    een    Spanjaert  aengeiien  zynde 
werd  hy  niet  gevifiteerr,                    ¡bid, 
Hy  komt  by  fyn  Maeghl'chap  ende  Vrien- 
den^ dewelcke  ontkent  zynde,  werd  hy 
doch  evenwel  door  haer  weder  bekent , 
ende  met  alle  vriendíchapontfangen,j¿¿¿ 
Synbeiluytopditwerck,         457,  458, 
B. 
T>j4dftoven  der  Indianen,                       212, 

V^arfnpliWiMhP  Amih'f!iii  .»  , 


A.  B.  C. 


Warme  Pueden  te  Amatithn, 
warme Benden  uyt  deNatuere, 
Vainilla  een  ingrediënt  van  de  Chocolate, 

varanets  wat  die  zyn,  2 , « , 

Barmbertighejd  ¿erSpaenfche  ontrent  de In- 

dianen,  400j 

Indiaenfche  Bedden.  6?} 

Bedden  der  Indiaenen  beftaenuythaerekle- 

dinge,  2g0 

Slcghtc  Bedden  van  alle  de  Indiaenen  foo  arm 


J       alsryck, 

Bediende  van  de  Alcalde  Major  van  ïïaxcal 
|      fan, 

'B^^doordeyrugtNughtíigepIeegtroJ; 
heelden  Werden  dóór  de  Indianen  m «-Offer- 
handen begaefc,  j04 
wonderlyckBfp/^van  een  Af-godr.  S8 
Beelden  van  bloemen  ende  Icruyden  ohe" 
maeckt.  *' 
Miraculeus  Beeld  te  Chantla.  217* 
Be&ceri&hcyd  der  Jefuiten  vertoon  t.  1 S  8.' 
Begin  van  den  oploop  te  Mexico.  1  ¡  z' 
Begraevinih  der  Koningen  van  Mechoacan. 

Be\ommcrni(fe  des  Authrurs  over  den  wegh 
die  hem  in  fyne  vlught  uyt  Araerica  te  ne- 
men {font.  ?79> 

Be{omwerni(fe  des  Autheurs  over  de  receptie 
die  hy  van  fyne  Vrienden  in  fyne  armoe- 
de ontfangen  foude.  4jJ# 

Beleeftheyd  der  Indiaenen  van  ZoLiba.    z24' 

Beleeft heyd  van  den  Mulat  Dagmllo  aen  den 
Autheur.  J9pi 

Beleef theyd  van  de  Inwoonders  van  Tapana- 
tepeque.  i¿_ 

Beleyd  door  den  Autheur  in  iync  vlusht  ee- 
nouden. '  a   ,° 
Beqtiaemheyd  der  Indiaenen  van  Chiapa  in* 
waeter  ver tooj^ngen.  i97 
Brandendeifr^e»  in  het  Mexicaenfche  Ame-' 
rica.                                                  ,II9> 
Brandende  BíT^inGuatimaía.  65. 
Bcreytfelen  van  den  Autheur  tot  fyn  verrreck 
van  Chiapa.                                       I7g# 
ïïeroennge  vzndicYzn  Mexico  over  het  van- 
gen van  harren  Acrts  biilchop.           m, 
Berouw  ende  leetweelen  van  cenige  Mouic- 
ken  díe  haer  tor  de  Reyfc  nae  Indien  had* 
den  Iaeten  bewegen.                              ¡» 
Ydele  Befigkeden  der  Geeftelycken  re  Mexi- 
co-                                                     100. 
Bejtellingevm  de  Politicquc  Regeeringc  in 
America.                                            ,47. 
Beweegredenen  die  de  Monicken  naer  de  In- 
dien doen  trecken.       .                       41. 
Befchyvingh  van  het  Meer  yan  Mexico.    64. 
Qqq  1                            Befchrj- 


w&^. 


"  ■    - 


REGÍ 

Bcfckryvinge  van  de  Palcyfen  des  Konïnghs 
van  Mexico.  67.   68. 

Befchry^inge  der  Af-goden  in  Mexico.      87. 

Befchryvinge  van  her  oude  Mexico.  67 

Befchryvinge  des  Tempels  in  Mexico.       84. 

Befchryvinge  van  de  vrught  Nughtli.       10  3 . 

Befchryvinge  van  de  Provinciën  van  het  Me- 
xicaenfche  America.  1 1 9. 

Befchryvinge  van  Puebla  de  los  Angelos  ƒ  o. 

Bejchryvinghe  van  de  Stadt  van  Guaccjcm- 

g°-  •     Yh 

Befchryvinge  van  de  Gdokcn  der  Franciica- 
nen.  39. 

Yermacckelycke  Befchryvinge  van  de  In- 
dien- .  9. 

Befchryvinge  van  her  nieuw  Gallicien  ,  een 
Provincie  van  het  Mexicaenfche  Ameri- 
ca. 127. 

Befchryvinge  van  Quivira  de  Ooftelyckfte 
Provincie  van  America.  129 

Befchryvinge  van  het  nieuwe  Alblon.      1  \p 

Befchryvinge  van  Nicaragua  een  Provincie 
van  her  Mexicaenfche  America.'         131. 

Befchryvinge  van  het  Peruaenfchc  Ameri- 
ca ,54. 

Befchryvinge  van  Chili.  136. 

IJc/r&ryWtfgevanCafrillo  d'Oro.  137 

Befchryvjnge  van  het  nieuwe  Andalufïa.i  3  9. 

J3e/c£ryv/«gtfvanCarthagcria.  139. 

Befchryvinge  van  het  Eyland  Margarcra.  3  41 . 

Befchryvinge  van  het  Ey  land  Jamaica.     143 , 

Befchryvinge  van  het  Eytaud  Cuba.        143. 

Befchryvinge  van  de  Havana .  ï 44. 

Befchryvinge  van  het  Eyland  Efpagnola.  14a. 

Befibryvinge  van  Capultepec.  12  1 . 

Befchryvinge  van  Guaftacan  een  Provincie 
van  het  Mexicaenfche  America.         ¡53. 

Befchryvinge  van  de  Sapottes  ende  Chico- 
iappottes.  45 

Befchryvmge  van  de  Stracten  in  de  Stadt 
Tlaxcalian.  46. 

Bfchryvinge  van  Pannama.  415. 

Bejchryvin^e  van  detwaelf  Apoílolen  te  Car- 

thagena  ,  fynde  groóte  íiucken  dus  ge 

Befihryvin^e  van  de  Boucaniws  ende  Plan- 


S    T    E    R 


4i  7. 


ters, 

Befchryvinge  vanXocotenango  een  vruoht  m 

America.  * 

Befchryvinge  van  de  vrught  Xocotte.  12o. 
Befchryvinge  van  de  Stade  Guatimala.  237. 
Befchryvinge  van  het  Hof    van  Guatima* 

k  244. 

Be/f  fcryv/«gi  van  het  Cloofter  der  Jacobyncn 


te  Guatimala. 


246. 


Bejchryvtngc  van  het  Convent  van  la  Con- 
ception te  Guatimala.  246. 
Befchryvinge  van  Zoiaba.                           z  2  4° 
Bejcbryvingevan  de  Tabardillo  een  pcftilcn- 

ff«.' 


tialekoortie. 


Befchryvinge  van   Vera- Cruz  ofte  St.  luan. 

„rF    Ua*  4*  *n  3f. 

af/ffcrya^evanPetapa.  260. 

Befchryvinge  van  de  Vifch  Mojarra.         60. 

Bejchjyvinge  van  de  Suycker-molen  van  A- 
v,s'  i)ia, 

Befchryvinge  van  Amatitlan.  2  6  y¿. 

Bejehryvinge  van  Maguikpa.  1 70. 

Befcbryvinge  van  het  wallende  Blanc-man- 
£er-  140. 

Befchryvinge  van  de  Atolla.  211. 

Befchryvinge  van  Izquintenango.  214. 

Wafchryvinge  van  het  Geberghtc  van  dcGu- 
cbumatlahes.  2l5# 

Befchrfrfage  van  de  Stadt  Carthago.        59/. 

Be/cbryvinge  van  de  Reviere  van  Suerc     ibid. 

Befchryvinge  van  de  Acrdbevingcn  van  Ame- 
--»«■  340. 

Befchryvinge  van  fceckcren  A  f-godt  door  den 
Autheur  uyt  eeneSpelonckcgehaelt.  3  £o. 

Befchryvinge  van  het  Dorp  van  St.  Chriftof 
fel  van  Amatitlan.  374* 

Bejehryvinge  van  een  Rc-yfe  des  Autheursom 
een  vreïnt  Landt  te  onrdecken.    321»  &c. 

Bejehryvinge  van  de  Hamacs.  323.' 

Befchryvinge  van  de  Caiïave.  .     3  26". 

Befchryvmge  van  het  inkomen  des  PricnVrs 
van  Mixco  encePmola,  het  wdeke  dea 
Autheur  fcer  naeckr ,  klaer  ende  kort  voor 
itelt,  wacruyt  men  befpeuren  kan  hoe 
rijckelijck  ,  wee/igh  ende  dertel  fy  al- 
daer  leyen  ,  eyen  als  híer  de  Pnnccn  en- 
de 


.-■'■P. 


1    '"!'""■■ — 


dé  Vorflcn  doen.  133. 

He/chryvinge  van  de  Hüyfen  der  Indianen. 

282. 
Befcbrijvinge  van  Sierra  Rotonda.  3&0. 

Befcbrijvinge  vanLos-Efclavoseen  ïhdiaenich 

Dorp.  38l. 

Befcbryvm^e  van  het  gecne  de  Spanjaerdcn 

den  mondt  dei  Helle  noemen-  383. 

Befcbrijvinge  van  de  Scad  Sc.  Salvador.  3 84. 
Befchryvingr  van  de  grootte  van  het  Meer 
.  van  Grenada.  395. 

Befchijvmge  van  de  Provintievan  Vera- Paz. 


Op 't  A.B.C 


2¿8. 

Befcbrijvinge  van  het  Gcberghte  van  de  Saca- 

tepeqnes  ende  van  de  Dorpen  daer  op  ge 

legen.  279. 

Befcbrijvinge  van  de  Valeye  van  S  Nicolaes. 

287. 
Befcbrijvinge  van  de  Agedis  Ignana.  287- 
Befcbrijvinge  van  St.  Michel.  250. 

Befcbrijvinge  wan  de  Ha  ven  van  Realejo.  251. 
Be/cbrijvrnge  van  de  Valeye  van  Mixco  ende 
Pinola.  2J<j. 

Bejehrijvtnge  van  Mixco.  2cg 

Befcbrijvinge  van  het  Dorp  Pinola.  259. 

Befcbrijvinge  van  het'  Indiacnfche  Chiapa 

196. 
Befcbrijvinge  van  het  Lande  ende  Provincie 
van  Chiapa.  i8¿. 

Befcbrijvinge  van  de  Provincie  van  de  Xo- 
<ï»ies,  199. 

Befcbrijvinge  van  de  Zeldales.  200. 

Befcbrijvinge  vande  vrught  Cacao. .         203. 
Be/chrijvicSe  van  Tafeo.  1^0, 

Befcbrijvinge  van  den  dranck  Atolla-     158. 
Befcbrijvinge  van  de  Sandias  een  vrught  in 
America-  169 

Befcbrijvinge  van  Villa-Rica.  123. 

Befchrijvmge  van  Mechoacan.  123. 

Befcbrijvinge  van  het  Dorp  Chautlaiu     2 18. 
Befcbrijvinge  van  het  Dorp  van  Sacapula 

219 

Befcbrijvinge  van  het  Dorp  St-  Andrea.   220. 

wonder  lyck  Bygeloof  der  Indianen.  47 

'  302..  en  318 

Sotte Bygelovigbeyl  29;  en  125 


Blind  BygeIoof  der  Spanjaerden  inAmeriJ 
c*  33*; 

Vremt  Bj^e/ow/ der  Indianen  maeckt  haer 
yverigh  in  het  Roomièhc  Gcloov  ontrent 
deHeyhgen.  ^0je 

Bijfcbop  van  Chiapa  wert  dervende  door  de* 
Vrouwen  in  de  Chocolate  geacht  verge- 
ven te  zyn.  * 

waflende  Blanc-manger.  104. 

Spaenfche  Bihtbeyd.  431. 

Groóte  hlintbejd  der  Arme  Indianen.    5  04. 

Swaerc  Blixem  doet  groóte  fchade  in  Amcri- 
ca'  3  39.' 

Swaere  Blixem  end«  Donder  in  Guatima- 
]a-  250. 

Bloei  derMcnfchen  een  voet  dickop  deaerdc 
beftalc  in  den  Tempel  van  Mexico.     %<S. 

Bobo  een  aengenaem  flagh  van  Vifch.     25-1 . 

Rycke  hoeren  in  de  Valeye  van  St.  Pau- 
Jus-  is  5. 

Boosheyd  der  Geeftelycken  in  de  Philippv- 
nen'  346« 

Grooce  Boffc  hen.  jj/ 

Boter  van  de  Cacao  gemaeckt.  203. 

Bonketten  van  Pluymcn  dicmen  te  huerc 
doed*  270, 

Meenigvuldige  Brand  te  Se,  Juan  d'Ulhua.  3  4 

Brand-houd  voor  het  Paleys  des  Konincks  va» 
Mexico.  7j 

nuffen  om  geld  voor  de  gebeden  voor  de  A¿  • 
geítorvene  te  ontfangen,  308» 

/^yí^overítrccktvoorfpyfe,  dranck  ende 

Cacao  valt  veel  in  de  Zeldales,  200» 

NipuwCdd?»  een  ftereke  ende  maghtigeStad 

■A  inCarthagena,  ^o, 

Callao  de  Lima,  j^c, 

Ca//«o  ofte  Zcc-boefem  van  St,  Michel,  250» 

Groóte  Calmte-i  l^ 

Calvo  is  feer  verftoort  om  dat  een  van  fync 

Monicken  vlught,  j,f 

En  mishandelt  de  andere  daer  over,   iíidí 

Capa/a  anders  nieuw  Mexico  een  Stadt  ia  . 

ineuwGalicien,  ,a-g¿ 

Qapdita  een  Stadt  in  America.  1  í  3  * 


- 


REGISTER 


Caponábanla  een  Vleck  in  Chiapa.         187. 

Capelle»  van  de  L.  Vrouwe  van  dcnBergh 

Carmel  wert  door  den  Blixem  verbrand. 

359- 
Cdpelle  in  den  Tempel  van  Mexico.  1 S  5 . 
Koftelijcke  Capelle  ofte  gebeden-kamer,  148 
Capiteyn  Ros  door  de  Spaeniche  gcaff rou- 
teert zynde,  roept  hacr  in  Duel,  41  ƒ> 
Het  GencraleCapittci  der  Geeftelyckcn  waer 
het  wert  gehouden.  2, 

Capultepec  een  Dorp  by  Mexico,  1 21, 

Dom  Carlos  d'Ybarra  Admirael  van  dcGal- 
liocnen.  13,  en  4?  1» 

Carojfen  in  Mexico,  94 

Carthagena  een  Landtíchap  ende  Stadt  111 
Caftiilod'Oro,  139, 

St,  Catharina  een  Eyland  fecr  gelegen  om  de 
Spanjaerdcnteboichaedigen,  41  3 . 

Cataen  wctd  ryckelyck  in  Chiapa  gewon- 
nen, 187 
Ceder  boomt n  te  Tezcuco,            '  60 
Cfc<sWiBouteilliers  ofceTafel  dienaers  wcr 
den  de  Pricilers  door  de  Indiaeniche  Rc- 
gccringebefteld,                               297. 
Chantla een  Plaetiè in  America,              1  ^6, 
Chantlan  een  Dorp  daer   een    miraculeus 
beeld  is> '                                     117, 
Chapultepec  een  Vleck  omtrent  Mexico,  44 
Cbaletapaneen  groot  Dorp,                    384, 
Chiapa  der  Indiaenen  een  Stadt  in  Ameri- 
ca.                                                       17z, 
Chicofapotteseen  vrugfet  in  America,  .      45, 
Chocolate  verweckt  verftoppinghen,     2io; 
Ende  oock  vethcyd,                            /¿«t, 
Chocolate  van  A  ntionio  Coimero,           206, 
Chololla  een  Stadt  in  America,    -              48, 
St.ChrijloJfilcen  Stadt  in  America,          178, 
St,Chriftoffel  van  Amatitlan  ofte  Palinha, 
een  Dorp,                                           373, 
Cíbola  een  Landtfchap  ende  Stadt  in  Ameri- 
ca,                                                       1 3  o, 
Cieraed  van  eenigeBarbariicheIndiacnen,i3  9, 
Civiliteyt  van  den  Mulat  Daguillo,       399» 
Ko  id  CUmatt  te  Chiapa,                        1 87, 
Schoon  Cloofttr  door  de  Indiaenen  te  Ama- 
titlan gemaeckt,                                296, 


/C^oq/?a\fvanGuatimala, 
Coarum  een  Stadt  in  Nieuw  Galicien,     1 2.3 
Coban  Hoofd-itadt  van  het  Landt  van  Vera- 
Paz'  -iff8, 

Cochenille  werdt  veel  omtrent  Chiapa  ge- 
wonnen, lgi 
Cdlegie  der  Jciuiten  te  Tinguez,  1 3  o,' 
Colonia,                                                   I2, 
Comayagua  een  arme  Provintie,             3  2¿, 
PraghtigeCcw7?d/>  binnen  Scheeps-  boord  ge- 
fpeclt,  f7j 
Comedíela  de  Kerckc  van  St.  Juan  d'Ulhua 
vertoont,                                              3^> 
Comedkn  door  de  Indianen  van  Chiapa  ver- 
toont,                                              I97> 
Comitlan  een  Pnorye  in  America,           154, 
Commandeurs  in  America  ,  watdiezyn,  299, 
Compofteila  een  Stad  in  nieuw  Galhcien,  128, 
Apoftolifchen  Commtfarisjyn maght,ampt| 
ende  hoe  hy  dat-bekomt,  i, 
Seer  naeukeurige  Conferentie  tuiTchen  eeií 
CrioliícliEdelmancndedcnAuthcur,i90, 
Confituerenin  Guaxaca,                           i<Bt 
Groóte' 'Consternatie  onder  de  mackers  van 
den  Authíur,                                       r\»¿ 
Cordeliers  te  Xalappa  de  Vera-Cruz,         3  $¿ 
Cordeliers  onderhouden  iuAmcricahaerc  ge- 
loften niet,                                           29, 
Crióle»  ,  wat  die  zyn,  haerchacttegensde 
Naturelle   Spaujaerden  ,   ende    hoc    Cf 
van  de  iel  ve  werden  onderdruckt,  3 ,  en  4, 
Voorbeelden  van  die  onderdruckinge  en- 
de van  de  wanhope  der  Criolcn,        ibid, 
Crocodülen  doen  groóte  fchaede  in  het  Landt 
van  Chiapa,                                       188, 
Crocodülen  werden  doot  de  Indiaenea  gege- 
ten.                                                      26, 
Cuba  een  Eyland  in  America,                  143, 
Groot  Cuchumatlan ,  een  Dorp  op  het  Gc- 
berghte  vandeCuchumatlancs,       217, 
D, 
o  Choone  Dadelen  te  Sacapula,             220, 
^!  Klocckmoedige  Daed  van  een  Hoiländt-' 
'fchcVicc-  Admirael,                         430, 
EdelmoedigeDrff¿  vanTlacaê'IIec  een  van 
de  Vorftcn  van  Mexico                     73, 


-    ■' 


"      ■      v 


Op  't  A 

Damp  des  Meers  van  Mexico.  9 1 . 

Danjferjen'dej:  Indiaenen  hoc  diegeoefrent 
werden.-  515. 

DeBniteur  ofte  Procureur  der  Gecftclijck  en, 
hoe  die  werr  verkoren  ,  nevens  beiehrij- 
viugc  van  fíjn  maght.  Amptendclaft.  2. 

Delicate f  en  der  Ciiolcn  te  Guatimala.    2  42 . 

Het  Eyland  Defirado  werd  door  de  Vioote 
opgedaen.;  18. 

Schnckelijcke  De/peratie  138. 

Dcfpratie  desNegersin  Guarimala.       i$ö. 

Deughden  van  deh  Gracve  van  Gclves.    107 . 

Diego  de  Niquefa  bout  Pannama  ende  Nom- 
bre de  Dios.  000. 

't  Dieploot  van  Mexico.  2  6 . 

GtoottDierte  in  de  eer-waeren  tcPorco  Bel- 
lo door  de  kornftc  van  de  Gallioenen42o 

i>iffitultejtenvooT  dcnAutheur  op  fijne  vlugt 

op  den  wcgh  nae  de  Golivan  Mexico. 

.  380. 

Di/puit  onder  de  Thcologanten  in  America., 
of  de  Egels  Vifch  or  Vleeich  zijn.      28*. 

Aenmcrckens-wacrdigc  Dingen  In  Grenade. 

39°« 

Het  HylzridDomimque  door  de  Vioote  op»c 
daen  f  8 

Swacre  Donder  enBli  .era  teGuatimala.  2. 5  o. 
Groóte  Door  togbt  te  Izquintinango.  214. 
Dsrado  een  vifch  ende  ¿ijne  befchrijvinge 

16.  17 
Viye Dorpen  in  America.  500. 

Op  Drie  Koningen-dag  werd  veel  apen -fpcl 
in  de  Kerckeaengereght.  5  1  o 

Schoonc  Druyven in  America.  45. 

Schoone  Drujven  te  Chautlan..  2 1  % 

E. 
¿7ö'W/LayrïeldtdoordeSpaenfcheinA- 
merica  gevangen  zimde  ,  werd  .  van 
haerontilagenendc  door  deTurckenop 
de  fhuysreyich  genomen.  .    414 

Swaere  Ebbe  ende  Vloed  ce  Pannama.  416. 
Eenvoudigheid !  van  feecker  Indiacn.         309. 
GODES  Eer  e  door  den  Autheur  in  fijn  doen 
bctraghc  34?. 

Eeuwmren  ilaen  op  door  de  komiïe  van  de  j 
Gallioenen  te Porto-BcJlo, 


B.  C. 

ƒ  Egels  tot  ipijfe  gebruyekt.  2  u. 

1  Gevaeriijcke  E  feilen  van  het  ongedierte  Ni- 
gua. -  HI. 
Byfondere  Ey^enfchap  van   het  Verekens  - 
vleefch  in  de  Havana  ende  op  hetEylandt 
Cuba.                                  r         ;42é. 
Eylanden  van  America.            <  1 42. 
Groóte  £i7fwci«f  in  de  Stad  van  Mexico.     75. 
Engelfche  miflehen  deSpaenfche  Peerl-vangft 
teneemen.  I42. 
Een  Engeljch  Schip  falveert  figh  met  fijne 
Prijfe  genomen  uyt  een  geheele  Spaen- 
fche  Vioote.                                      4?0. 
Eremitage  van  St.  Juan,                          X6j. 
Eremtagie  van  onieL. Vrouwe  fan  denBerg 
Carmel.  2,g0. 
Los  Efclavos een  Indiaenfch  Dorp*  3 81. 
Efpa^nola  een  Eyland  in  America.          14Í. 
Aenmerckelijck  Exempel  van  de  Voorficnig- 
heyd  GODES  over  onien  Reyfiger.  404. 
Exemptie  van  eenigelndiaenfche  Dorpen  hoe 
die  verkregen  is.                         .  ,    3  ©o. 
Exemptie  van  alle  laften  gqaccordeert  acn  all 
1  e  die  de  Kercke  dienen.                     a  «7. 
F  7/ 
p  A 'bul  van  de  Piylles.                           Tft. 
Koninghlycke  Indiaenfche  a»w¿V  in  Pe- 
raPa-                                                  í6t 
Feejl  van  St.  Tgnatius  praghtigh  door  de  Je- 
funen  binnen  boord  o-cvierr.                tg. 
Fee(i  van.  St.  Dorhiniciis  op  defelve  wyfe 
door  de  Jacobynen  op  de  Zee  gevierd.  17. 
HaFeefl  van  aller  zielen  brenght  veel  aen  de 
Prieftersop.                                        ?09# 
Feeflen  van  de  Parroonetv  der  Indiaenfche' 
Dorpen  hoe  die  Reviert  werden.          515. 
Fifcael  van  Guatimala  ende  Cyn  Trailament*. 

fï/?^/,Opper- hoofd  van  de  Muficante^dir' 
Indianen,  2<), 

Francoys  Dracck  ontdeckt  het  nieuwe  AU 
b-ion.  "Mr. 

Fm^^dCortez  landt  te  Vera-Cruz  ende 
om  iyn  Volck  tot  het  innemen  vanAme- 
nea  aen  te  moedigen  kackt  hy  iyne  Sche- 
pen ui  de  grond,  30 

m 


■— 


R    E    G 

-Hy  traght  de  dood  van  twaelf  Spaniaer- 
den  door  de  Indiaencn  op  geoffert  te 
wrcecken.  ft 

Hy  verjmjght  daer  roe  hulpe  van  dievVn 

Hytreckr  op  tegensdie  van  Tepeacac^" 
Hyoverwinddefclve.  -     hsjij 

Hyft raft  de  Moörders  der  i  z .  Span jae'r " 

■^ytrecfcttcgens  Mexico  op.  '  cf 

54-  I  Q'h«¿>Xe  van  Miftcq 


STER  ' 

ncaenfche  America 
*Mi««dit  de  VJoote  tot  Convoy  „e7.' 

ft  «kt  hadden  ,  verlatten  defel  e    >>< 
0»W,,raecke„bynaglltond„ecn-nd;^ 

VJoote  ,  dathacr  ,  met  groóte  vreele 
^dortfl     h      rdlhnraccke      reee 

^tfÄ0d"p-n-»i»^.Tcnt;if 

21  tf, 

15« 


Hy  n.  eckt  bi  nnen  de  Stade  Tezruco.    « 
tóve      e"         lftCnt0tK0ningh0^ 
^rd,WGortez  treckt  tot  Secours  van  Don 
Pcrainando  eerlren  Chnitcn£Konmgh  in 
America.  *?" 

Hy  doet  'Roeybarquen  te  T/axcaihn 
inaecken  ende  op  Mcnfchcn  fchoudcren 
te  TezciKo  en  in  het  Meer  van  Mexico 
ore  noen. 
Hy  benyd  figh  tot  het  belegh  van  U& 

Hy  begeeftfigh  opdeVlooteom  Mexico 

te  vermeeireren.  •    »  <(i 

Sijne  redenen  dacr  toe.       -  ib{d' 

FerdlnandCpttcz   fommceert  de  Stade  van 

Mexicö'vo'orhetlaetïre.  l6 

Hy  reiolveert  de  Stadt  te  beftormen.  ¿d. 
Hy  neemt  die,,,  ende  den  Koningh  Qua 
hutimoc  gevangen.  ö    ^1 

«velcke  Koningh  hem  om  de  dood  bid \\ 
maerhytrooflrhem.  o 

é:o^tmtt  d^lc^hy^ó 
£gifTigrhtvanden  Koningh  van  s^n 

En  boíd  een  heerlijck  paleys  in  Mexico 

Don  Terdimnd  den  cerftenChrifte  riKoninoh 
m  America.  'f, 

r^    mi       L       ,      9  '        VJeckSt,,  Martini 

iäÄttcM[Ii,  ñ-m^ Gd!M' ™  g~ 

« KW-Gallicien  een  Provincie  van  het  Me-'  I  f *#*  der  Indianen  ís  ieer  iwack,         ¿l. 

Geit 


•  van  hout  ,  enwaeromme,  ,. 

Praghttgh  c,W  der  Kerd<cn  d       ¿4' 

iteren  m  Mexico. 

5^"«J  van  Tarwe  in  Chiapa,  ,!? 

^ör^vandeMetl-boom  .      ' 

Gabrujc^vK  de  Atolla,  LS' 

¡¡«¡¡fin**  te  Mexico  meten  wegens  her 
Kijcksdaelders  daeghs  geven  ,--• 

Gïfp  van  ee"  rf°ne  van  SP'  "ickha  enen 
daer  een  gedeelte  van  America  mede  ge- 
pJaeght  wierde, 

wild  Gedierte,  35-' 

G^/^hoediein  America  ende  andere 
Ooft  e„de  Weft-Indifchc  gedeelten  ver! 
íbnden  ende  beitst  werden,      pïê    ¡. 

Gele.entbeydt  van  de  Haeven  yan  Vcra*¿*£ 
Gdegenthejd         dc  Stadt  TIaxcaIJa  .«£ 

Schoonc  Gelegmhod  van  Guaxaca,       i  < , 
Gelegentbeydt  van  de  Stadt  Tecoantepeque-" 

Gelegenthejd  van  het  Landt  ende  Provincie 

vanChiapa,  /"c 

Gdegmhejd  van  Ococingo,  zo , • 

rfeÄ ?¿COde  vrughtbaerheydt  van  het 

V  JeckSr..  Marrin 


Op 


Geit ís  feer  fchaers  in  Chiapa, 
Gcmackclycke  Gevancfynijfe  des  Authcurs 

184. 
De  Gemeente  van  Mexico  beweeght  iïgh 

over  het  vangen  van  haeren  Aerts-bif- 

fchop.  in 

KkyatGenegentheyd  tothetreyfen  ende  oef 

fenen  der  wapenen  der  Criolen,         191. 
Geñegentheyd  der  Indiaenen  tot  de  Schilder- 

korift.  1^6. 

Generaeten  der  Gzcüdy ckc  Ordren  hoe  die 

verkooren  werden  ,  haer  Ampt\  en  " 


yoor  het  leven  ende  inwelckehet  maer 
Voor  fes  Jacren  gegeven  wert  2. 

Gcpeitle-gtrjt  van  Mai'z  gemaeckr.         2.  g  5 . 
y alich  Geruchte  door  die  ~van  Carthagena 
uytgeftroyt.  4M 

Vremt  Gerughte  in  ièeckcrc  woeilyne  ge- 
hoord. 16^ 
Gefchendi  van  den  Marquis  de  Seralyoaen 
denConingh  vanSpanjcn.                  106. 
Schoon  Gefigbte.  atg 
Geftrengheyd  met  de wekke  iïgh  de  indianen 
diiciplinceren.                             -      000 
Ge  fallen  aen  de  keel  door  ongcfont  waeter 
verooriaeckt,                                     219 
Getal  der  wedcrfydfche  dooden  in  het  beleer 
van  Mexico.  7gö 
Groot  Getal  van  Canoas  te  Mexico.         80. 
Getal  der  Huyfen  in  deStad  Guatitnala.iAz! 
Getalder  Indueniche  Regenten  in  de  Steden 
en  Dorpen.                                        i9I 
Getal  der  dooden  van  dcPeft  in  Mixco  ende 
Piiiola.                                            ,,. 
Getal  van  deScndingc  derDominicaenen  na' 
Mexico.                                                j. 
Getal  der  Spanjacrden  die  Mexico  bcice- 

g«dcn.  - 

Getal  der  dooden  in  dcii  oploop  vanMexico 
tegens  den  Viceroy.  Il4 

Getal  der  Indiaenen  in  Mexico.  94' 

Getal  der  Cloofters  ende  Kerckcn  ín  Mexi- 
co. 

Getal  van  Muyl-Efels  ¡n  de  Valeye  van 
Maco.  %f9 


't  A.B.C. 

18?.  pc-f^^/^idesCIimactsteGuatimala/24® 

-    Groóte  Getrouwhejd  der  Indiaenen.     '301. 

Seer  groot  Gevacr  van  den  Autheiïr,  doeÊ 

hem  voor  een  Heyligh  padecen .        zn. 

Groot  Gevaer  des  Authcurs  uyt  het  wclcke 

GODThemredt.  3}9. 

Groot  Gevaer  om  het  UndiTena- Firma  aen 

te  doen.  lS 

Groot  G^iT  des  Au  theurs  door  het  ongc. 

diertc  Nigua.  *u 

itc/  Groot  GevÄfr  van  de  Galliöenen.  4:4' 

cl  Geval  den  Autheur  doojt  het  dobbelen  der 

95» 


-    .-  -.---.--,  ---.  ~WJ-~,  ^..wv    ^^«t  ucii  nutneur  door  hetdobb 
maght     ,tem  in  wclcke  Ordre  dat  Ampt        Vrouwen  te  Mexico  overkomen, 


Gevejnjïheyd  van  Alonfo  Cueliar  komt  aen 
aen  dagh.  9g# 

VrcmiGtvoelen  derlndiaenen  omtrent  haerc 
Pneiters.  2?4# 

VcrCcheydc  Gevoelens  over  de  naems  oor- 
ipronck  van  Mexico.  »i¿ 

Vergiftigh  Geneer.  70. 

Caritati  ve  Gewoonte  der  Indiaenen.  2 1 6. 
Groóte  Gierigheyd  van  den  Grave  van  Gel- 
n  ves'  107. 

Gierigheyd  van  Juan  Palomequc.  z  57. 

Gierigheyd  van  Valdivia.  j ,  $ 

Godioofe  Gierigheyd  der  Priefters.         3  oy. 
G/>r/¿fc/WvanDomGonzalvo  de  Paz  de  Lo- 
renzano.  íaa* 

Konftige  Gieters  in  GoutjKopcrjSilvcr.&c. 
onder  de  Indiaenen.  $z. 

Gifte  des  Konincks  van  Spanjcn  aen  Cod 
teZi  .  or. 

Giften  door  dcOnderdaencn  vanMechoacara 
aea  haerc  nieuwe  Koningen  geichonc- 
ken.  I2ji 

Goden  tot  het  getal  van  2000  in  Mexico.87,, 
Godt dés Lughts  der  Mexicaenen,  gJ# 

GruweJycke  Godloosheden  van  deSpanjaerl 
den  aen  de  Indiaenen  gcpleeght.       138, 
God/o9í¿fj¿indeStad  vanGuatimala.  248! 
Spaeniche  Godlooshejd. ,  ¿  90 * , 

Gods-la(leringe  op  Pinxteren  ghepleeghrl 

Gotdhertigheyt  derlndiaenen  inComayagual 


[| 


REGISTER 


'ï\\ 


Colfo-dolce  een  fchoonc  ende  ruyme  Hie- 
ven. ís2- 

Golfo  de  las  Yeguas  ende  groóte  ftorm  daer 
inuytgeftacn.  if* 

Konftige  Qoud- [meden  onder  delndianen.  82 

Gouverneur  van  Peupa -heeft  groóte  Privile- 
gien. 2Í2. 

Gouverneurs  der  Indiaencn  hoe  lange  die  re- 
gceren.  292. 

IndiaenícheGottVrwwí.  291, 

Gramfchap  des  Coninghs  van  Mexico.  76 

Gramfchap  der  Jefuiten  tegens  den  Au 
theur.  134 

Gratias  a  Dios  een  goede  Valeye  in  Comaya- 
gua.  326. 

Nieuw  Grenada  een  Stadt  in  Nicaragua.i  3  3 . 

Grenjen  van  de  Provincie  van  Mexico.   120. 

Griffiersin  de  Dorpeneer  Indianen.      291. 

Grillen  der  Span jaerden.  430. 

Loffen  Grond  te  Mexico.  102. 

Grootte  van  hét  Landt  van  Guatimala.  249. 

Grootte  van  de  Provincie  vanTlaxcallan.  47 

Guacoonjrs  een  Stadt  in  America.  5 ; . 

Guafiacan  een  Provincie  van  het  Mexicatn- 
fche  America  125. 

De  Scadt  Guatimala  toond  vaa  binnen  beter 
als  van buy ten.  153. 

G««XiZi-i2 een  Stadt  in  America.  ï^s. 

Quetlacac  een  feer  fchoon  Dorp  omtrent 
Mexico.  61. 

H. 

ÏJ4eyen,i  het  onderichcyd  tuilchen  hacr 

endedeCrocodilien.    •  27. 

werden  van    de   Spanjaerden   gegeten 

ibid 

Een  feer  groóte  Haey  gevangen.  ibid 

Een  Bootsgefeljdoor  een  Haey  vernield.  1  b 

De  hlaet  tuííchen  de  Criolen  ende  naturelle 
Spanjaerden  heeft  fich  oock  veripreyc 
tot  in  het  Kcrckelyckc  4. 

"Voorbeelden  daer  van..  <-. 

Haet   der  Criolen  tegens  de  Spanjaer- 
den- Ï59. 

Haevsnen  Tan  Terra  Firma  op  de  Zuydt- 
aee.  i62- 


Haven  la  Trinidad  in  Guatimala;  %  ^o. 

Haven  van  Golfo-dolce  is  ícer  íchoon  ende 

ruym»  152. 

GevacrlyckeHavwiteScJuand'UIhua.jo, 
Havenenin  het  Landt  van  Gnatimala,  149. 
Hamacswat  diezyn.  3  ij. 

Htfwrfe/  van  Vera- Paz  op  de  Golf.  249'. 
Handel  tuilchen  Guatimala  ende  Jucatan 
werdt  door  ongetemde  Indiaencn  be- 


let, 


2(9. 


Handel  met  de  Cacao  gedreven,  211. 

Handel  door  reuylinge  gedreven.  '  83. 

Handel  met  Pccrlen  gedreven.  142, 

Handelmct  Druy  ven  gedreven.  218. 

H«»ö!Wmetbefchuyt  in  Chiapa  gedreven! 

198. 
Handel  met  zy  de  ende  Cochenille  in  deZo- 

quesgedreven.  100. 

Handel  met  Taffaios  gedreven  brengt  grote 

winltaen.  2g^. 

Hendel  met  MuyI-efels.  403. 

Handt-Tverchen  van  allerhande  flagh  werden 

onder  de  Indianen  geoeffent.  295. 

Hanteringe  der  Criolen  van  Chiapa.        14Í. 
GrooceLfemwvanhet  Rycke  van  Mexico, 

waer  toe  die  verplight  waeren.  71. 

Herdnectygheydt  der  Inwoonders  van  Mexi- 
co 6  5. 
Hcrdnec'ñgheyt  derVrouwcn  vanChiapa".!  94. 
On-lydelyckc  Hf/ff.  ¿j. 
Hettem  de  Valeye  van  Chiapa.  187." 
Groóte  nette  in  hetlndiaenicheChiapa  198. 
Groóte  Hitte  des  naghts.  ^r. 
Onverdracgelycke  Httte  op  het  Meer  van- 

Grcnada.  35>r. 

Aenmerckelycfce  Hflorie  van  feec&er  Mulat 

ofte  Half-ilagh.  20.  21  &c. 

Hijlorie  van  Alonfo  Cueliar.  58. 

Hiflorie vanTeecker reyiend  Religieus.  16%> 
HiÜorie  van  Juan  Palomeque,  2ej, 

Hi/?arïfvanSebaftiaen  la.  Valetta,        263» 
Schnckelycke  Hijlorie,  2  3  8, 

H»/rm>  van  Dom  Juan  tJeGuzman,      244, 
Hiflorie  van  Donna  Juanna  de  Mal  do  nado, 

24^ 


"    '  ■ 







a — 


Hiftorie  van  Juan  Ramos. 

liifíoriev&n  Edouard  Laifldd.  414 

Htjlorie  van  den  Parocbiaen  van  Nicoya  ende 
den  Alcalde  Major  Juflus  de  Zalazar, 
waer  in  men  de  wrecdheyd  van  den  eenen 
ííet,  cndedeonreghtvaerdigheyddiehet 

-  Hof  van  Guacimala  aen'  den  anderen 
piceghdc.  407. 

Hiftorie  van  Daguillo.  3  98. 

Hiftorie  van  deToveraeríler  Marthade  Ca- 

'   rillo.  34¿. 

Hiftorie  van  de  Toveraer  Juan  Gon^ales. 

3  5°- 

Hijtorie  van  Juan  Gómez  een  groot  Tove- 
raer. 351. 
Hy  werd  fchielijck  fíeck  ende  ontbied  den 
Autheur.»  -  ¡bid. 
Hy  ípreeckt  aen  den  fel  ven  ííjne  biegh- 
te.  352- 
Sijn  leven  werd  aen  den  Authcur  ont- 
deckt.  ¡bid. 
Eenigc  Indiacnen  foeckea  díe  faecke  te 


Op'tA.  B.  C. 

2?0, 


verfulïen. 


35? 


Doch  andere  brenghen  die  aen  den  dagh 

Hetlijckvan  Gómez  werd  gefchoud  ibid- 
Het  fel  ve  wert  in  een  floot  begraven,  3  5  6- 
Hiftorie  van.de  Fuentes  te  Mixco,  3^6, 

Hare  Afgoderye  komt  aen  den  dagh,  ¡bid, 
Verkeerde  vrecfe  hier  in  van  een  Indi- 
aen,  557> 

Den  Autheur  rraght  diewcghteneemen 
ende  doed  den  Indiaen  klappen,  ¡bid, 
Precautie   des  Autheurs  in,  defe  faecke. 

3  5  8. 
Sijne  dreyginge  aen  den  Indiaen  met  dc- 
wekkchy  oraiïghtelijckhandeld.  ibid. 
Hy  berey.d  figh  tot  de  Reyfc,  endegact 
den  Af- godt  met  groóte  vcocfightighevdt 
.endccircumiptäicop-foecken.  ibid. 

Hy  vernaght  hier  over  in  het  Bofch ,  ende 
ranghc    iijne    tweede    onderfockinghc 

Hy  gerackt  op  het  fpoor,  ibid] 

Hy  fiet  de  Speloncke  des  Af-gods,     360, 


Sy  vinden  den  Af  godt  ende  nemen  hem 
mede,  tyjd 

Den  Autheur  doet  alle  de  Negers  ende 
Spanjacrden  tegens  den  volgenden  Son- 
aagh  te  Kercke  noden,  ,ér 

Hy  brenght  den  Af  godt  aen  fijn  huys 
ende  Sondaeghs  daer  aen  op  den  Predick 
ttod,  ;L.f 

ij    \t  tbidt 

"et  Volckkomt  in  feer groóte  meeuiohtc 
.te  Kercke,  ö  j^' 

Precautie  van  den  Autheur  ende  fijncPré- 
Glcatíe'  íbid, 

%  fte/d  den  Af.godt  op  den  Predick-ftoeí 
aen  het  Volck  voor,      *  ¡¿¡¿> 

Hy  daeght  denDuy vel  uyt  ende  vermaent 
het  Volck  totGcloovcindcnwacraehti- 
genGodt,  *, 

Hy  doed  den  Afgodtin  ftucken  hacken 
ende  verbranden,  ¡bid, 

Hy  maeckt  fuickj  te  Guatimala  bekent , 
ende  werd  van  daer  bedanckt  ende  krijghc 
inftrucliewaernaíigh  te  reguleren.  3*4. 
Hy  field  den  raed  die  hykrijght  te  wercke, 
inaer  de  Afgoden  dienaers  fíjn  obítinaer. 

xj  1  &i^> 

Hacrc  redenen  ,  endewederlegginge  van 

•  ¿cfclve»  ibid. 

De  Af-godcn -dienaers  legghcn  den  Aa- 
thcurlaegen.  Jtf, 

Sy  beftormen  fijne  Slacp-kamer.  ¡bid, 
Hy  voorfiet  fígh  ende  doet  haer  waer- 
ichouwen,  ¿66j 

Sy  komen  voorde  tweede  reyíen  weder,' 
ende  een  van  hacr  werd  gequetft,  ¡bid 
Sy  leggen  hem  andere  laegèn,  ¿bid, 

Brengen  hem  daer  door  in  groot  »evaer  , 
maerhybenicrekt  h¿ere  lacgen,  "  7Ó7, 
Sy  quetfen  hem  met  een  mes  acn  de  hand,' 
en  werpen  hem  ter  aerde  van  wacr  hy 
weder  opftact,  ¡b¿ 

Hy  werd  uyt  het  gevaer  gered  en  een  van 
de  gewcldenaers  gevangen.  ,ég 

Sorge  van  de  Spanjacrden  voor  den 
Autheur  gedraegen.  m% 

Sy  bewaecken  hemden  volgenden uaght , 
*rr  2  ende 


al 
ende 
ibid- 


REGÍ 

en  Je  fettea  waght  aen  het  gevanghen 
huys.   >  }<9' 

Verdere  precautien  door  de  Spanjaer- 
den in  het  werek  geftelt ,  die  de  Alcaldes 
op  kloppen  welcke  met  haer  de  Indianen 
gaenfoecken.  ibid. 

Sy  nemen  de  Af-goden-dienaers  gevan- 
gen ende  ontdecken  haer  boos  voorne- 
men. 37o- 
De  Afgoden- dienaers  werden  in  het  ge- 
vangen huys  op-gefiooten  ende  de  Preiï- 
dent  draeght  forge  voor  den  Aucheur./'&d. 
Sy  werden  nae  Guatimala  gebraght 
I     daer  in  de  gevanckeniile  geflooten  , 
eyndelijckgeftraft. 
Haer  groot  berouw  ende  leetweefen  wert 
door  den  Authcur  voor  goed  gekeurt  ende 
opreght  te  zijn  bevonden  .  371* 
HoedaenigkedenYan  de  vrught  Cacao.    203. 
Eoedanigheyd  van  de  Caneel.                   2  c  6 . 
Hoedaenigheyd  van  de  Achiotte.              ibid' 
Hoedaenigheyd  van  de  Chocolate.             207. 
Hoeren  in  Mechoacan  publijckelijck  toege- 
laeten.                                                ,27- 
Hollanders  nemenTruxillo  in  ende  verlaeten 
herfleghtelijck.                                  251. 
Hollanders  nemen  twee  Scheepen  van  #le 
'   Vloot.                                               4"« 
Hollanders  komen  weder ,  ende  brengen  het 
Schip  des  Autheurs  in  groot  gevaer  van 
door  haer  genomen  te  werden.         413 
Hollanders   neemen   de  Spaenfchc    filvere 
,     Vloot.  MS. 
Hollanders  mifïchen  de  Spaenfche  Peerl- 
vanghft  te  nemen.                               14*- 
Groóte  Honger  in  de  Stadt  van  Mexico.  75  • 
GzoozcHongers-nood  door  deAutheur  op  her 
Geberghte  de  Quelenes  geleden.       169. 
Éoofd-gelaïn  Chiäpa  betáeld.                18}. 
Hooghte  van  het  Geberghte  Quelenes. '167. 
Arme  Hovaerdye  der  Spanjaerden.  ?  3 . 
Arme  Hovaerdye  der Criolen.                150. 
Houtebeen   een    Hollandts    Commandeur, 
brenght  groóte  fchrick  onder  de  Spaen- 
fche in  America.                               145- 


STB    R. 

Huacololla  een  Stadtin  America.  52 

Huyfen   der  Prieftercn  des  Tempels  van 
Mexico.  89. 

Huyfen'der  indiaenen.  281. 

Soberen  HuySraed der  Indianen.  181- 

Ducrc  Hitys-buyr  te  Porto  Belio.  419. 

H«w2e«rdcrlndianenis  vrolyckendciuftigh 

314. 
Humeur  der  Spanjaerden,  1 1 8, 

Humeur  \¿nden  BiiFchopvan  Chiapa^  193» 
Hmtenwoot  de  Rcyiigersgemacckt.  395. 
Huw  e  lyc\en  der  Mcchoacanen.  124. 

Huwelycfen  der  Indiaenen.  282. 

I. 

O  t.  Jêcjntho  een  vcrmaecfcelyck  huys  der 

Dominicaenen  ontrent  Mexico.      61. 

Jaer-merc\twz.nT!tt2it)2L.  26t. 

schoone  Jaer-merckt   te  Chimalccnango. 

227- 
Jdhwsbeydt  der  Spanjaerden  te  Mexico. 

102. 
Jaloufie  tuilchen  de  oude  ende  nieuwe  Reli- 
gie ufen.  330: 
Jamaica  een  Eylandt  in  America.         143. 
fefuiten  fcheppen  een  ydele  vreughdeover 
de  gepretendeerde  bckeeringhe  vaneen 
Mulet.  22. 
Sottefoèef/^eendebeftaen  van  een  Reli- 
gieus.                                            388. 
Seecker  fadiaen  werd  doorfynMeefterfcer 
mishandeld.                                       343. 
Seecker  hyHaen  toond  groo  té  genegentheyd 
tot  den  Autheur.                               385. 
Indianen  inGuadaloupahoe  die  hacre  Jaeren 
reeckenen.  18. 
Haercieraed,  vaertuygh,  &c.  '       19- 
Veele  Indianen  geven  iigh  aen  de  Spaenfchc 
over.                                                     58. 
Indianen  omtrent  Cápala  fyn  feer  ftrydtbaer. 

128. 

Indianen  van   Quivira  trecken  allen  hae- 

rennood-druftvanOiTeiwende  Koeyen. 

130. 

Barbarifche   Indianen  willca  iigh  onder  de 

Spaenfche  begeven.  13  9- 

r  Een 


Op 't  A.  B 

Een  goddoos  Ind'aen  doet  groóte  mildae, 
digheyd.  270. 

Indianen  van  Chiapa  hebben  veele  bequa?m- 
heden.  197. 

Wilde  Indianen  omtrent  dcZeldales      000. 

Indianen  fijn  feer  geneghen  tot  den  drarxk. 

262. 

Seer  onnofele Indianen.  ut.  212. 

Indianen  fijn  feer  forghvuldig  oin  dcGeeft'e- 
.  lijckebcveelen  tegehooriaemen.       126. 

RijckeinJj/ïHenteCbimaltenango.        H7. 

Indianen  werden  door  het  ha'rdetra&ament 
der  Spanjaerden  tot  wanhope  ghe- 
braght.  275. 

Indiaenen  moeten  de  Spanjaerden  dienen. 

vji. 

Indianen  die  niet  geterct  fijn  beletten  den 
handel  tullchen  Guatimala  169. 

Indianen  maecken  alles  nae  van  Vederen.  8 1 . 
Sijn  feer  geduerfaem  in  den  arbeyd.  ibid. 
Sy  fijn  konftige  Gout  fm  eden.  ibid- 

Indianen  v/erden  door  Apen-fpel  in  deKerc- 
kegelockt.  309. 

Indiaenen  fijn  niet  alleen  ten  proye  aen  de 
Geeftelijcke  macr  oock  aen  alle  de  Span- 
jaerden welcke  haer  groot  ende  kleyn 
door  onnutte  laften  uytputten.  312. 

Indianen  werden  gedwongen  op  twaelf  ende 
derthien  Jaeren ouderdomste  trouwen. 

Indianen beminnen  he.  danílen.  j  1 5. 

Indianen  vieren  de  Feefrenvan  de  Patroouen 
van  haere  Dorpen  met  fnypen  ende  fwel- 
gen.  715. 

Indianen  ia  Comayagua  fijn  feer  goedher- 
tigh.  51<j 

Barbarifche/?/i;á.>!í'».  404. 

Indianen  fijn  van  een  feer  goed  naturel.  301 

Indiaenen  transformeren  figh  in  wilde  Bee. 


ften. 


301 


Indianen  fíjn  vry  van  de  gev aeren  van  het  on- 
gedierte Nigua.  i42i 
Indianen  door  de  Spaenfche  vernietight.  94 
Indianen  fijn  in  ftammen  verdeeld.  2  82. 
Indianen  beminnen  den  dranck,            182. 


Indianen  doen  levendige!  Padden  in  haeren 

dranck  Chica genoemt.       '  288. 

Indinen   hebben  een  vremt  gevoelen  om- 

trenthacre  Prieflers.  294. 

/«<//'<«e«ocffe»en  allerhande  flagh  van  hand- 

wereken.  295. 

Indianen  vanGu'atimah  nemen  toe  tegens  de 

onderdruckiage.  273. 

Indigo  door  Sprinckhaenen  in  een  gedeelte 

van  America  bedorven.  336. 

hez  Repartidor  en  fijn  Ampt.  275-, 

Informatien  tegens  Juan  Goncalcz  denTovc- 

racr  genomen-  351. 

InfirtnatiemtegcnsLo^ez  beleght  die  naGua- 

timala  gefonden  cndcaldaerghehangcn 

werd-  35Í, 

Ingenio  een  ibortevanSuykcrJ.moIens3  en 

wat  die  zijn»  198.  2*3. 

Ingrediënten  van  den  Indiaenfchen  dranck 

Chica.  2$f. 

Viz°húgz\Inhaelinge  in  het  oude  Veía-Cruz. 

37. 
Praghtigc  Inbaelmge  den  Autheur  aenghe- 
daen-  '214. 

Inkomen  des  Tempels  van  Mexico.  I7. 

Infamen  van  een  Priefter  op  een  Dorp  in  In- 
dien. -  .  299, 
Infamen  der  Griffiers  op  de  Dorpen  der  Indi- 
aenen. i92. 
Inkomen  van  de  Raeden  van  Guatimala.  144. 
/^owiwderjacobijnen  te  Guatimala.     24 5. 
Infamenvan  denViceroy  van  Mexico.,     105. 
/«^«/kdesBiffchops  vanChiapa.          192. 
In^pmjle  des  Conincks  van  Mexico  van  de 
Merckten.  8j> 
Inleomfte  van  den  Biilchop  van  Xalappa  de 
Vera  Cruz                                           3J. 
Infamfle  van  den  Büïchop  van  Puebla  de  Los 
Angelos.  5r. 
Ir\om[te  des  Priefters.yan  Mixco  ende  Pino- 
la.                                          .  -            J33. 
7ow£e-D3c¿f  frc  werden  dcuPrieftcr  in  A  meri. 
ca  tot  fes  toe  tot  backfters  van  de  Indiaen- 
fcheRegeeringe  beitelt.                     297. 
Jongens  om  te  dienen, werden  de  Prieftersm 
Rtr  j                                   Ameii- 





ft 


R    EG    I 

America  door  de  Indiaenfche  Regenten  j 

verfchafr,  i97>  j 

Meenighte  van  Invoonders  in  Puebla  de  Los 

Angelos,  51, 

Inyioönders  van  Tezcuco  vlughtcn  uyt  de 

Stadt.  '55, 

Iwu'öifii/frivanChiapa  7yn  feer  frugael,i  89, 

Dom  juan  de  Toledo  gaet  voor  Pieiident  na 

DeManillas.  14. 

Juan  Gómez  een  groot  Toveraer,  351, 

werd  íchielyck  íieck  ende  ontbied  den 

Autheur,  ¡bid, 

Hy  ipreeckt  aenden  ielven  fynebicghte, 

¿bid, 
Hyflerfc,  352 

Syn  leven  werd  aen  den  Autheur  ont- 
deckt,  ibicU 

Eenige  foecken  ,  dcfaeckente  verfuficn 

3  5  3> 
Doch  anderebrengedicacn  den  da»,  5  55 
HetLyckvanGomez  werdgefchoutj/tó/ 
3«¿i)iGoncalesecn  Toveraer  werd  in  de  ge- 
daentc  van  cenXeeu  w  gequetft,  3  f  o, 
Dom  J«a«TorrczdeGuzman  Admiraelder 
Spaenichc  Silver-Vloote  werdt  onthooft 

146 
Juan  de  la  Cueva  Dominicaner  Monick  ,  op 
Guadaloupedoor  de  Indiaenen  gequetil 
zynde ,  fterft,  26. 

Juan  Palomequc  is  een  ryck  doch  feer  God- 
loos menfche^  -jf       •    257; 
Juan  Ramos  een  Godloos  Spanjaert,      290:, 
üxailcjuftitie  van  den  Grave  van  Gdves, 

107, 
Juflus  de  ^alazar  is  een  feer  onrechtvaerdigh 
Alcalde  Major  van  Nicoya*  407, 

Koftelyck  luweet,  9?, 

JuweelenCya  te  Mexico  feer  gemeen,  9  6 
lZ<juv.tin*ngo  een  Vleckin  Chiapa,  187, 
Izyuintinango een  Amcúcaenfchc  Stadt,204, 

T£  Aerigheyd  van  die  van  Chiapa,  i$8, 

Köflelycke  Kerc  <-  Cieraeden>  2  1  S , 

Praghtigh  Knc\  Cieraed  in  Petapa,  261, 

i(frc^c>jvan  Guatimala,  245, 

X>sKfir.Csen   werden  feer  te  Mexico  mis- 


ster 

bruykt,  100, 

Ke rennende  Capellen  in  de  Scadt  Tlaxcai- 
lan,  49, 

Koftelycke  Kerclgn  ten  platten  lande  inArne- 
rica,.  ïji, 

Schoone/Ceri^e-vf/tcXocotenango,  130, 
Praghtige  A>rr^r  der  Jacobynen.  in  Guaxa- 
ca,  1^8, 

De  Kerc\elyc\e  van  Mexico  ietten  de  Ge- 
meente dier  Piaetfe  aen  over  het  vangen 
vanhacrer  Aerrs-biiïchop,  ii:> 

tfWmwdieaerdighdanilen.  52» 

Armelyckc  Kleedinge  der  Indianen,        280, 
Kleedinge  der  Rycke  Indianen,  281, 

Kledin^eder  Indiaenfchc  Vrouwen,       ibiiï 
Kledinge  van  vederen  gemaeckt-,  8r, 

Praghtighlycke  Kledinghe  der  Vrouwen  te 
Mexico  9Í, 

DcrteleJC/ec//»^?  derNegerinnen  te  Mexico, 

ibid, 
De  Kledinge  der  Indianen  ftreckt  hacr  voor 
haer  bedde,  280, 

Kloec{meedigheydt  der  Inwoonders  van  Chi- 
li» 13*, 
KUec\moedighejdt  der  Ncgers  in  Guatima- 


la, 


M°> 


Kloec\moedigheydt  der  Mcxicaenfche  Vrou- 
wen, ^79, 

Kocks  werden  de  Prieftersin  America  door 
de  Indiaenfchc  Regenten  verfchaf't,  297, 

Komfttrvia  de  Gallioenen  te  Porto  Bello, 

420» 

Koningen  van  Mechoacan  hoe  die  begraeven 

werden,  125, 

Kfiñinvcn  van  Mechoacan  werden  op  het  aen- 

vaerdender  Regeeringe  van  hacre  On- 

derdaenenbefchoncken,  125, 

Koophandel  in  Mexico,  92» 

Koophandel  \*n  die  van  Chiapa,  189, 

Grooce  Koophandel  in  de  Stadt  Guatimala, 

a43* 

Rycke  Kooplieden  in  Grenada,  3  90^ 

wonderlycke/Cüopwan/í^/í,  82, 

Koopmanjc happen  van  het  Landt  van  Vera- 
paz,  270, 

KoQpm¡infchapp¿n  die  ia  de  Haevcnen  van 

.Gua- 


Op  't  A.  B.  C 

Guatimalagebraght  werden.  15-0. 

Wondere  K^onflen  der  Indianen  om  alies  van 

vederen  cc  maecken.  gi 

K^orn  werd  door  degetempertbeyt  van  Sr. 

Lucar  aldaer  merckelijck  op  de  Solder  & 

vermeerdert-  z66. 

Koflelijckheden  der  Af-goden  binnenMexico 

*7 
Kopen  op  het  trouwen  der  Indiaencn  lopen - 

-  183. 


de. 


Koude  op  het  Geberghte.  ¿;. 

Koude  op  hetGeberghtc  van  deCuchumatla- 

nes  ut, 

Wonderlijcke^V^rdeswinds.    1É4. 167. 

«1239. 
L. 
J^cJf-hertigheyd  der  Spanjaerdcn.        2  j  1. 
Land  -huyfcn  des  Conings  van  Mexico.70. 
Landt  ftreec\e   omtrent  Guatimala  is  fecr 
vrughtbaer^  j0 

Leckernye  der  Spanjaerdcn  doet  haer  in  A- 
merica  difpiiteren  of  de  Egels  vifch  of 
vJeefch  fijn  om  die  in  de  vatten  te  mo- 
gen eeten.  lt€m 
Leef-toght  die  men  gemcenlijck  in  dcHavana 
in-necmt.                 ,  41^ 
Leon  een  Stadt  in  America  wert  nevens  haere 
gelegentheydbefchreven.      135.  en  388. 
Ongebonden  LtfVtf»dcrReIigicufeninMexi- 
co.  9?.  j 
Lieden  die  alle  haere  nooddruft  van  Oilen  I 
ende  Koeyen  trecken.                         1 3  o.  | 
Op  Vrouwen  Li¿ht-mijje  werd  grooteApen- 
ipel  in  de  Kcrcken  aengereghc.             300. 
Lightvaerdigheydt  der  ¡Negerinnen  te  Mexi- 
co.                                                        96. 
Lightvamligbeyt'  der  Vrouwen   van  Ghia- 

.Pa-  i?5- 

Lt/f'-wa^ht  desConinghs  van  Mexico.  71. 
Wondcrlijck-L//?»  7o. 

¿««¿deHoofd-ftadtvanPeru.  -  135. 
Z^van  den  Provinciacl  van  Ghiapaom  den 

Autheurteílaenendetefalven,  178. 

Liften  van  de  Viecroy  van  Mexico  om  geit  te 

JriJSen-  J06. 

Lof,  van  Mexico.  IOj 

'  '     •  i  f 


Soberen  Leon&en  de  Indianen  gegeven  door 
de  Spanjaerdcn.  278. 

St.  Lucar  een  wonderlijck  wclgetempert 
DorP'  266, 

M. 

fy[yin:ere  om  de  Crocodil  te  ontkomen. 

Maniere  van  handelen  tePorto-Bello     \lo. 

Mamere  hoe  de  handel  tuilehen  Spanjen 

ende  Guatimala  wert  gedreven.         ter. 


Maniere  van  bouwen  in  Mexico. 
Maniere  boe  de  Pccrlen  gcvift  werden.  14Z. 
Maniere  ora  de  vrughtNughtli  te  nuttigheid 

103. 
Maniere  op  dewelcke  de  Atolla  verkoght 
wert-  211. 

Macere  van  het  bouwen  ende  onderhouden 
der  Paleyfen  van  den  Coningh  van  Mexi- 
co. ,  7Ï. 
Mamer  fom  de  Atolla  eenlndiaenfche  dranck 
temaecken.                                        Xjg# 
Maniere  om  het  waflende&Janc-manger  te 
nuttigen.                                           104. 
Maniere  op  dewelcke  de  vrughmnde  Ca- 
caos-boomengroeyd.                         ¿oy. 
Maniere  om  Chocolate  temaecken.        105. 
Maniere  om  de  Achiotte  te  beryften.       20 *V 
Andere  Maniere  om  de  Chocolate  te  maec- 
ken.                                                    107> 
Maniere  om  de  Chocolate  te  drincken.  108% 
Tweede  Maniere.                               ibid. 
Derde  Maniere.                                    ¡bid. 
Vierde M.  »/Vre.                                   2,09* 
Maniere  op  dewelcke  de  Indianen  in  haeren 
dieníl verdeeld  werden.                      267. 
Godtloofe  Muñere  door  dewelcke  eenighe 
Spanjacrden  aen  dekoftgeraecken.  178» 
Maniere  van  het  trouwen  der  Indianen.  z8z. 
Maniereop  dewelcke  deludianen  haere  huy- 


fen  bouwen- 


783, 


Maniere  op  dewelcke  de  Indianen  haere  erf- 
goederen deelen.  2-83:. 

Maniere  op.jdewelcfee  de  Indianen  de  boont- 
jens  >   die  haere  meefte  fpijfe  fijn ,  berei- 


den. 


284, 


Maniere  op  dewelcke  de  Pricfters  de  pajticu' 

lie  re 


lllli  JU  lf  HIUIIWlMHill 


— 


I 


regí 

licre  by  feeckere  gekg^ntheyd  voor  haer 
Heyligh  doen  offeren.  -'  3^°' 

Hoc  íy  het  fdveaeneenSebroedeilchap 
doen  doen.  3  !°- 

Miniere  o?  dcwelcke  de  Indianen  flgh  tot  het 
danflen  bereyden  ende  daer  in  onderwe- 
ien werden.  M-5' 
J^mt*  op  dewelcke  het  Toncontm  een 
foorte  van  danflen  onder  de  indianen  ge- 
oerren  t  werd  t.  aiS 
Tweede  Maniere  Tan  danffen  der  Indiacnen 

317. 
Der  >le  Manier  svxa  danflen  derlndianen.  518  • 
Maniere  om  deTaflajoste  'maecken.  i8$- 
Mamere  op  dewelcke  de  rijckelndiaencn  de 
Paffen  vangen,  bereyden  ende ectcn.a  58. 
Maniere  om  den  IndiacnichendranckChica 
tcbereyden  .  2^8 

Maniere  op  dewekke  de  Spaojaerden  den 
wijn  die  iy  aen  de  Indiaencn  verkopen 
vervalfchen  2^9' 

ttáfl&tii  op  dewelckc  deStadtGuatimala  van 
v  vifch  voorfien  werc.  *6o. 

Vremde  Jl/tfBtíffvandorflchen.  aí$. 

Vremde  Maniere  van  Landt  te  metten,    ibid. 
Maniere  om  hetkoorn  tebewaeren.         266. 
Maniere  op  deweleke  de  Criminele  Reghts- 
plcginge  onder  de  Indiaenen  gcoeffent 
werd.3  *5>5- 

Maniere  op  dewelckc  men  de  Coningen  van 
Mechoacan  begraeft.  1 1  $• 

Maitierev&ü  rey  fen  dieiecr  onkoftelijck  ende 
gemackclijckis.  ai  5« 

Mt^avjnen  des  Coninghs  van  Mexico.     70. 
Magazijnen  tot  voorracd  der  Priefteren  des 
Tempels  van  Mexico.  8<. 

Mz¿¿í  der  Indiaervfche  Magiftraet.         291 . 
Magt  der  Indianen "hteft  geen  vat  op  de  Span  • 
jaerden.  •  ibid* 

Magbt  des  Priefters  in  Criminele  faecken 

293- 
Kleync  Magbt  der  Spanjaerden  in  Gnati- 
mala.  175. 

Magbt  van  den  Gouverneur  van  Chiapa.  191, 
il/<í£&ívandenPrieftervanPetapa.  x6%, 
Magbt  van  het  Rijckc  van  Mexico.  7 1 , 


STER 

Magbt  dei  Greftelijcke  over  de  Indianen-jy. 
Maght  van  de  Viceroy  van  Mexico,.  105.  en 

106. 
Major  domes  ofte  Bedcllen  van  deGebrocder- 

ichappen.  .  298. 

Mai\  IndiaènfchcTatwe  wert  vandclndia- 

neu  groen  gegeten-  185.     , 

Manufacturen  van  dehiwoonders  vanPuebla 

de  los  Angelos.  5  '•• 

Maquit&pa  een  gevaerüjcke  fpits  van  het  Ge- 

berghtc  Queiencs  l6i. 

Martba  de  Carillo  een  groóte  Toveraerfter. 

M'- 
Werd  feer  door  de  Indianen  gevreeft  tbid. 
Den  Autheur  nevens  een  Officier  van  de 
Inquifitic  belcyd  -ïnformatien  regens 
haer.  }47- 

Sy  wert  daer  over  by  den  Autheur  aengc- 
fproocken-  ibid. 

Die  haer  de  Communie  weygert.  348. 
Sy  wreeckt  dit  op  het  gene  iy  den  Autheur 
gegeven  haddc.  348» 

Traght  het  oock  aen  fijnPcrfoon  te  doen.  * 

549. 
Doch  te  vergeefs  35"°- 

Sy  dreyght  hem  op  een  nieuw»  ibid- 

Doch  fy  vyerdt  gevanghen  endefterftin 
heghtcnifle  >,      ibid- 

Hec  Eylant  Marigakrite  dcor  de  Vloote  op- 
ge  dacn.  18» 

Margarita  een  Ey landt  van  America.     141. 

Marquis  van  Scralvo  gact  voor  Viceroy  nac 
Indien.  14., 

DomMArtin  deCarillo  gaet  voorlnquiiiteur 
Geucrael  nae  Mexico.  14« 

St.  Martin  «en  Dorp  in  hctGebcrghte  van  de 
Cuchumatlancs.  7.16. 

Maeten  te  Mexico.  89» 

Frater  Mattheo  de  la  Villa,  Apoftolifchcn 
Commiflaris  ovcreenc  Sendingedcrja- 
cobijncn  nae  de  Manillas ,  7. 

lenige  Monicken  bewogen  hebbende  om 
nac  de  gefeyde Manillas  tegacn,fcheyd  hy 
felveuytdieReyfc.  11* 

Maxixca  Overfte  Lieutcnant  van  de  Stadt 

Tlaxcallan.  4«. 

Mecbt- 


, _ 


'Mcc'aoacdñ. 

Me xh 'O acanen  hoe  die  fr 'ouwcn.  J24, 

Meihoacanen  begiftigen  hacren  nieuwen  Ko- 
.ningh.  ,lfi 

Sy dooden  Mmfchen  om  haereti  dooden 
Coningh  te  dienen.  _"  ibú. 

Sy  begraeven  veele  Schatten  met  haeren 
overleden  Coningh.  n^, 

Syírraffenhet  Overfpel  metdedood-i  27' 
'Het  Meer  van  Mexico  heeft  twecderley  wae- 
ter-  64. 

Hctwert  van  deStadtaf  geleyd.  e¿ 

Meer  van  St.  Chnftoffcl  is  geen  grond  in  te 
vinden.  2?1 

Het  Meer  van  Grenada  is  iecrgevaerlijck  te 
overvacren.  59I 

Een  fcet  A/w  geeft  fout  uyt.  z¿4 

Het  Meer  van'  Mexico  geeft  eenfwaerci 
damp  van  iïgh.  9] 

Een  groot  Meer  door  Aerdbevingeoutftaen 

2. 7 1 . 
Melancholie  des  Autheurs.  2  r  . ' 

Schoone  Meloenen  te  Acaíabaftian.         2  5  4' 
Groóte  Meenightevzn  Pecrlen.  ldi 

Meenigbte  van  Zijde  ende  Cochenille  in  de 
Provintie  van  de  Zoques.  JOO 

Meenigbte  van  Adel  in  het  Indiaenfche  Chia- 

groóte  Meemghte  van  ulver  te  Porto  Bello. 

Meenigbte  van  muggen,  42 

Meenigbte  van  Sprinckhaenen.  ,  ,6' 

Groóte    Meenigbte   Oilen  tc  Tapanatepe' 

^ue'  168 

Mif«^/j/e  der  Vogel- vy vers.  6g' 

Menfcb-eeters'.-  x      " 

Menichen.endc  Beeftcn  lijden  in  een  °edeelte 

vanAmerica  door  deSprinckhaeneli  groot 

ongemack.  a    "l 

il^wycÄf »  ¿W  een  voet  dick  op  de  aerde  be- 
ftaltin  den  Tempel  van  Mexico.  86. 

Menfchen  die  alle  hacre  nood-druft  vanOflen 
ende  Koeyen  trecken.  :j 

Menfchenhoe  die  geofFert  wier  den.  86* 

Acht  honderd  Uenfcben  Jacrlijcks  aen  eencn 
Af-godtgcoffcrt.  .§; 


'öp  ?t  A.  B.  C. 

Bedriegelijclce  Machen  in  América.  Cx 

Merc\t  van  Amatitlan.  z6V 

Mer{a  van  het  oude  Mexico  werdbefchre- 
ven. 

UerrM  van  de  Stade Gnatimala.  24?" 

.RiJckfteAáír^í  dts  weetelds  i  11  'Porto  Bello. 

Merèkt-meeflers  te  Mexico.  *  4g?' 

Mtfrf^r.^  />/«?  re  Mc  x  i  co.  g  ' " 

Merchenop  de  Dorpen  omtrent  Mexico. 80. 
Metl een  boom.  j 

Metfel-i^flwert  feer  aerdig  van  de  Indianen 

geoeffent. 
Mexffo  wert  door  Cortez  beftof mt  ende  in- 
genomen. -* 
Het   wert    geplondcrdt  ,    verbrandt  ende' 
weder  herbouwd.  7« 
Nieuw  Mex/rowaer  het  gelegen  is.         92] 
Mexicanen  itoppen  den  weg  voor  Cortez.  5  fc 
Sy  trecken  tegens  Dom  Fcrdinando'eer- 
ftcn  Chriftcn  Coningh  in  America  te  vel- 
,     -de.                                                        sJt 
I  AllcdeA/««<i«M  ftaeh  tegens  deSpangiaer- 
den  op  over  da  ge van ckenhTe  van  haeren 
Coningh. 
Mexicaenen  fíjn  fcer  mildaedigh  aen  Kercken 
ende  Kerceklijckenperfooñen.             98 
MtchaelDclvz  toont  groóte  liefde  ende  aene- 
gentheydtotdenAutheur.  "            %g9 
Middel  om  dcChocolate  inEngelandt  te  heb- 
ben..                                                  1¡o 

Godlooieende  CupcraitieuCc  Middelen  doot 
dewelcke  de  Priefters  in  America  odt  ver* 
gaede-rea,  ° 

M/^aV/aengewend  om  door  de  fterfte  der  In- 
dianen aen  de  fchattinge  niet  te  verliefen, 

Middelen  om  de  gevaerlyckc  uyt-werckfe- 
Icn   van  Let  ongedierte  Nigua  te  ont- 

gae"'  542 

Middel  om  het  water  te  koelen ,  \z'' 

Middelen  door  de  Kerckelycken  van  Mexico'/ 

gebruyekt  om  de  Gemeente  dier  Plaetie 

tegens  den  Viceroy  ,  over  het  vangen  van 

haeren  Aerts-biflchop  aen  te  fetten,     ir  2, 

Gemackelyck  Middel  om  feeckerefeerghe- 

Sfr  vácr- 


_____ 


REGISTER 


vaeríijcfce  paííagie  te  mijden.  _   J7r' 

Middelen   om   de  Spanjaarden  America  te 
ontweldigen.  274 

Mijnen  van  filver  endegoud  omtrent  Capa- 
la,  »28. 
Mijnen  van  Potofi.  i  ?  4 
YCermijnen  in  het  Gcberghre  van Acafaba- 
íllan.        .                                        2*4- 
Koper  -mijnen.                                        ibiA. 
Goud  Mijne  doordcSpaenfchewrecdheydt 
verlooren.  255. 
Goudmijnen  omtrent  het  Geberghte  van 
Mifteque.                                            1 57  • 
Silver-mijnen  ende  Yfcr-mijnen  ter  felver 
l'Iaetfc.  ibid 
Mildaedigheyd  van  een  Landt  paghter.  156. 
Mildaedigheyd*  aen  den  Autheur  te  Porto- 
Bello  betoond.                                   419. 
Groóte  Mildaedigheyd  van  een  godloos  Indi- 
aen                                                    270. 
Mildaedigheyd  van  Alonib  Cueïlar .  9  8 . 
Mildaedigheydt  der  Indiaenen  in  de  goeáe 
weecke.                                               $08. 
Mildaedigheyd  der    Spanjaerden  aen  den 
Autheur  ende  fijn  beroytgefelfchap.402. 
Mildaedigheyd  van  een  Indiaenich  Gouver- 
neur van  Chiapa,.                               197. 
Milpas  wat  die  zijn..                               267. 
Min-yver  der  Spanjaerden  te  Mexico.    102. 
Mkbruyc>i  van  de  Chocolate  door  de  Vrou- 
wen van  Chiapa.                                  193 
Misbruyci^  der  Kercken  te  Mexico.          100. 
Mií-Jla^h  van  fommighePerioonen  wegens 
het  vermeeiteren  van  America  klaerlijck 
aengewefen.                                          274. 
Mis  fiagh  der  Hollanders  omtrent  hetin-ne- 
men  van  het  Callao  de  Lima.              135. 
Mts -verftand  van  den  Autheur  defesboecks. 

145. 
Het  Dorp  Mixco  geelt  fchoonáerdcwcrck. 

ru  *"' 

Mojarra  een  viich»  2^0. 

Molma  een  oud  Spaerifch  Priefter  kerd  den 
Autheur  de  Indiaenfche  Taele  feer  trou- 
hcrtelijck.  330. 

Mond  der  Helle  een  plaetie  door  de  Span- 


jaerden foogenoemt.  1  gj.  » 

Monteren  dobbelen  ftcrek  ín  America.  40. 
Sy  {potten  met  haere  geloften.  ibid. 

Speciën  eeti  geheelc  naght  over.  41. 

RijckcMo«rc%>jteNixapa.  162, 

Monición  door  de  Indiaenen  op  Guadalou- 
pa  gedood,  23, 

Montexuma  werdt  tot  Koningh  van  Mexico 
verkooren,  74, 

Montexuma  de  tweede  diesnaems  Koningh 
van  Mexico  werdt  van  Cortez  gevan- 
gen 74» 

MontexumaraecVt  ellendig  aen  hctEynde.74, 

Moorden  door  Juan  Palomeque  bedreven, 

258. 

Mora»  eenMonick  gaet  met  den  Autheir  ecu 
nieuw  Landt  ontdecken,  320, 

Moran  toond  fijne  ydelheydt  ende  hovaer- 
dye,  327, 

Moran  betoond  groóte  dwaesheyd,        325, 

Het  reghteMofzi/dat  foo  veeleMonicken  nac 
de  Indien  doet  reyfen,  327> 

Motiven  die  den  Autheur  bewegen  om  de  In- 
diaenfche Tacle  op  het  platte  land  te  gaen 
leeren,  329, 

Groóte  meenighte  Muggen  op  het  Meer  van 
Grenada,  391, 

Muylen  in  het  Landt  van  Chiapa,  191, 

Muyl-efelsü)ti  in  groóte  meenighte  in  dcVa- 
leye  van  Mixco,  2^9, 

Muyterye  onder  de  Spaenfchen  Soldaeten, 

324» 
Munt  e  van  die  van  Puebla  de  les  Angelos^  2, 
Munte  te  Mexico,  92, 

Muftcanten  onder  de  Indianen,  296, 

N, 
r\\JdcNaem van  Mexico,  71* 

Naturel  van  de  Crocodil  in  het  lopen, 

Naturel der  Indianen,  301, 

Ncerfligheyd  van  Ybarra  Admiracl  van  de 

Vlootc,  421, 

Neerftigheyd  der  Authcurs,  235, 

Seeckcr  rijckAfrgfrverdaght  van  een  verloo- 

re  Goud  mijne  te  weten  verdecdight  figh 

fccrwel,  256, 

F*fpe- 


"     ■ 


■  «■Ml    i        i  pi.         i   .    i .     .  ..- 


Dcfperate  Negers.  2  50 

Verlangen  feer  nac  Er-gelfchc  ofte  Hol 
landers.  253, 

Negotie  van  die  van  de  SradtCharthago.  3  9  5 . 
Netheid  der  ílraeten  in  Mexico.  95 

Nicaragua  een  Provincie  van  het  Mexicacn- 
fche  America-  132. 

Nigua  een  ongedierte  en  fijne  gevaerlijcke 
efrecien-  341. 

Nixapa  een  StadtofteVleckinAmerica.162. 
•Afaw¿re¿eD/oKenScadinCaftillod'Oro  137. 
Nughtlizta  Americaenfche  vrught,  103 
Dom  Nunnio  deGuzman,  fijnbarbarifchc 
wreedheyd.  124. 

O 
Q  Cotingo  een  Stadt  in  de  Zeldales.       20 1 . 
Ri  jeke  Offerhanden  aeu  ieecker  Vrouwen- 
beeld. I2i, 
Offerhanden  door  de  Indianen  aen  den  Au- 
theur  als aen  een  Heyligh gegeven.    2*3. 
Offerhanden  door  de  Indiaenen  aen  de  Beel- 
den gegeven.                                       305 
0»¿erdjí«e?;vanMechoacanbetoonen  rouwe 
over  het  af-iterven   van  haere  Conin- 
g™-                                                     117. 
Onderfchetd  tuflehen  het  voetfel  ín  Europa 
eade  in  America,  ¿j,. 
Onder fcheid  tuflehen  de  eerfte  ende  tweede 
maniere  van  danflen  der  Indianen.     2 1 7. 
Onderfchetd  tuflehen  het  inkomen  van  deRe. 
ligieuicn  van  Peru  ende  Mexico.        332. 
Onderwerpinge  der  Indianen  acndeMonic- 


Op'tA.  B.  C. 


ken. 


Onderwijfinge  in  de  Taelc  Poconchi  anders 

Pocomanvan  432.101450. 

Ongebondenheid  ende  godtloosheyd  in  deStad 

van  Guatimala.  249, 

Ongebondenheid  der  Nonnen  ende  Monickcn 

te  Mexico.  „« 

Ongedierte   Nigua  ende  fijne  gevaerlijcke 

cffe&en.  '      3 14. 

Ongeruftheid des  Authcurs.  181. 

Groóte  Ongefontheidtz  Porto-bello*  42 1 '. 
Ongetempertheiddcslughts  teVera  Cruz  ende 

desredenen  daer  van..  *  4. 

Ontyjién  op  de  huwelijken  der  Indiaenen 


lopende. 
Schrickelijcke  Ovknysheyd  der  Spanjaerden 
ende  Negerinnen  te  Mexico.  97. 

Onyysbcyd  van  Alonfo  Cueflar.  9g  ' 

Ohknysheyi  te  Pannama  geplceght.         41  é[ 
Onhuysheyd  van  Juan  Palomeque.  25  j". 

Onkunde  ofte  onreghtvserdigheidt  der  Spaen- 

fche  Regenten.  2?; 

Onkunde  derlndianen  in  de  verborge nthcden 
desGeloofs.  i0. 

Onkunde  der  Engelfche  endeHollanders  om- 
trent de  Cacao.  j.,1. 
Onkunde  van  de  Doctorea.  103, 
Onnjfelheiddct  Indianen.              3  7.  en  2  i  1 . 
Oireghtvaerdighetdt  door  de  Spaenjacrden 
aen  de  armelndianengepleeght.        27S. 
Onreghtvaerdigbeidvza  Juftus  de  Zalazar  Al- 
calde Major  van  Nicoya.                   407. 
0«r^kv^rí//¿ee/dvanhetHofvanGuatima- 
Ia»                                                    290. 
Onregbtvaerdiiheid  bedijd  niet.               191. 
Onfeecherheydt  van  den   Autheur  over  het 
voortfetten  van  fijne  Rcyie.                401. 
Goed  Onthael  mee  Apen-muntebetaelt.  38. 
GoedOníW/denAuthcur ende  fijne  gefellcn 
op  den  wegh  aengcdaen.         180. en  15^. 

PraghtighO«i/3«f/denAutheurteSt.Philippü 
aengedaen.  j™ 

Gcluckigc  Ontmoet ingh des  Autheurs.     155. 

Onver(ettelijc\beydt  des  Biffchops  van  Chia- 

Pa-  194, 

Dubbelen  Ooghjl  in  de  Valeye  vanSt.Pau- 

Jus-  155. 

DubbelenOi^/?  in  de  Valeye  vanMixco.2¿4. 
Oorfaec\e  van  de  op-  bouwinge  vanScgura  de 

ia  Frontera.  4J- 

Oorfaeckf  van  ieecker  vremt  gerughtcdoor 

den  Autheur  gehoord.  i¿6. 

Oorfaecke  van  feecker  gevaer  den  Autheur 

overkomen.  222. 

Oorfaecke  der  verftoppingen  doe  f  de  Choco- 
late veroorfjeck.  210. 
Oorfaecke  des  ovcrvlocds  van  leef-toghten 

voor  al  van  Ofíen-vleeích  teGuatimala. 

240. 

Qorfpronc\\zn  de  naerrie  derChocolate.202. 

Sfl'  2  o  r. 


REGISTER 


Qorfpronvh  van  den  naeme  van  het  Dorp  Pi 
ñola.  ;  43r. 

Qorfprongh  van  den  naeme  van  Petapa.  i6i- 

Oorfprongh  van  den  naeme  van  het  Dorp 
Pampichi.  ¡575. 

Qorfprongh  van  den  naeme  van  los  Eiclavos 
een  Indiaenich  Dorp.  381, 

Oorfprongh  van  den  naeme  van  Amatitlan. 

ibid. 

Oorfprongh  van  den  naem  vanVera-paz.a  68 

Oorfprongh  van  de  fchilderyen  in  delndiaen- 
fc  he  Kercken.  303. 

Oorfprongh  des  naems  van  Jucatan. 

Oorfprongh  van  de  naem  van  Vera-Gruz.  3 1 . 

Oorfprongh  van  den  naeme  van  Mexico,  72. 

Oorfprongh  van  het  Meer  van  Mexico.    6^. 

Op-komfl  van  de  Stadt  Puebla  de  los  Ange- 
los, ^o. 

Oploop  tt  Mexico.  112. 

Oploop  door  de  herdneckigheyd  der  Vrou- 
wen in  Chiapa  ontftaen.  194. 

Oploop  door  een  Nonne  ontftaen.  247. 

Opneminge  y  ¡ui  de  Reeckeningen  der  India- 
nen. i9I. 

Opper-hoofd van  delndiaenfche  Muilcanten 
wert  den  Fifcaelgenaemd.  296 

Oppronckmgen  der  Indianen  in  haerc  danfle- 
ryen.  JIJ# 

Opftand  van  de  Indiaenen  van  Guadaloupa 
tegens  deSpanjaerden.  2?, 

Optelimge  van  de  Geeilelycke  in  deProvincie 
van  Mexico.  5. 

VanGuatimala.  5. 

Van  nieuw  Grenada,  Carthagena3&c.6 
Van  Jucatan.  ¿¿,/c/ 

Van  Mechoacan.  ibid 

In  de  Philippynen  ende  Manilla  é.en  7. 

Optellinge  van  de  voornaemfte  geilaghten 
ende  defcendenten  van  de  eerfteConque 
ftcurs  van  Mexico  ende  Peru ,  die  «och  in 
wefenzyn.  r. 

Optellinge  van  de  Coningea  van  Mexico.73 • 

Ordre  van.  het  Hof  van  Spanjenin  den  op 
loop  van  Mexico geftelt,  115. 

Charitative  Ordre  wegens  het  onderhoudt 
der  arme  Reyiïgers  in  eenige  gedeelten 


van  America,  \étt 

Ordre  ¿es  Bifichops  van  Chiapa  tegens  het 

drincken  der  Chocolate  in  de  Kercken. 

193. 

Qjjèn  fyn  feer  meenighvuldigh  in  het  Lande 

vanGuatimala.  ;■  241. 

Ove*-een-\omfte  van  eenige  Indianen  met  de 

Tartaren.  119. 

Over/pel  met  de  dood  geftraft  onder  deMe- 

choacanen,  117, 

Overvaerd  van  het  Meer  vanGrenada  is  feer 

gevaerlyck,  391, 

Overvloedt des Landts omtrent  Vera-Cruz, 

38, 
Overvloed YAaBeñitíHa  hetEylandf  Eipa- 
gnola,  •  147, 

Overvloed  van  leef-toght  in  het  Landt  Nica- 
ragua, ■        '  133, 
Overvloed  van  vleefch  in  Guaxaca,       1^  8, 
Overvloed  van  Cochenille  omtrent  Chia- 
pa.                       -                             i8£, 
Overvloed  yan'Catoen  in  Chiapa,          187. 
Oock  van  viích  ende  víeeích,  ibid» 
Overvloed  van  leef-toght  inhet  Indiacnfche 
Chiapa,     •                                          197, 
Overvloed  van  leef-toght  in  deZoqaes,ioo, 
Groóte  Overvloed  van  vrughten  ende  leef- 
toght  in  het  VleckRabinal,           .    271^ 
Overvloed  van  expreihenin  de  Indiaenfche 
Taelen,  30a, 
Barbarifche  Ouders,  78, 
Ouders  moeten  ichattingc  voorhaereKinde. 
ren  betaelen,                                       3 1 3 , 
Oxenham  een  Capiteyn  van  ErahcoysDraeck 
doet  een  wonderlyckexpioit,     '        138, 
P. 
o  Choone  Vaerden  te  Guaxaca,              158, 
■J  Wilde  Paerden,                                       1Í4, 
Paleys  des  Coninghs  van  Mexico,           .  67 
Pa/(?j;  van  den  Viceroy  te  Mexico,          100, 
Hoe  de  Palejfen  des  Coninghs  van  Mexico 
gebouwd  endeonderhouden  wierden, 71, 
Palejs  van  Cor  tez  m  Mexico,          91,  joi, 
Het  Valeys  van  den  Viceroy  te  Mexico  wert 
beftormt,                                           113, 
Het  wert  in  brand  geftoocken,            114, 


— — 


— — 


Op  't  A.  B.  C. 

ftfofe  ofce  ScChriftoffcl  van  Amatit/an  «i,  ƒ     brood  te  fitten  door  hem  vroli]ck  W 

Vampichi  een  kleyn  maer  fecr  vermaeckelijck 
Dorp.  374 


Pannama  een  Stadt  in  Caftillo  d'Oro.     1 37. 

Paradijs  van  Mahomet.  3  88. 

Pafcuar.  ii;, 

Tafjaet-tvmd,  en  hacrekraght.  16. 

GcvaerlijckcPflj^«.  167.17c.  210. 

Moeyelijcke  Pajfagie.  '  i  67. 

Po/ro  Mexia  werdt  door  den  Viceroyvan 
Mexico  tot  fnodc  fchraperye  misbruyckt. 

107. 
Sijneliftenhierin.  HU. 

Hy  wert  door  dea  BiiTchop  in  den  ban  ge- 
daen.  Jo8- 

doch  hy  fpot  daer  mede.  ¿¿/¿, 

Hy  vlught  by  den  Viceroy.  , b9 

Pedro  Boralho  voor  den  Autheurgedefcr- 
teert  hebbende  komt  weder  byhem,i7Z. 

Peerl-vangkfl    der  Spaenfche  wert  door  een 
rencontre  tuilchen  de  Engel/che  en  Hol- 
landers gefal  veert.  I4„ 
Peerl-viflhkerye  omtrent  het  Èylandt  Marsa- 

Dnc  a  vier  Perfoonen  over  den  oploop  te 
Mexico  gehangen.  n¿ 

Peru  beichreven.  x .  / 

Peft  in  de  Stadt  Mexico,  7§[ 

St,  Philippo  een  feer  vermaeckelijck  Dorp! 

Piaftle  een  Reviere  in  nieuw  Galicien.     1V7 .' 
La  Piëta  een  vleckby  Mexico.  r2¿. 

La  P/^  een  kruyd  dat  gefponnen  wert.  408. 
I  ^derSpnnckhaenetiwas  niemandinA- 
menca  voordeeligh  dan  dePriefters  3  3  7 
■Plai/antie  van  de  Provincicvan  ¿Nicaragua. 

La  PW¿¿  te  Mexico.  ,00 

Pleghtdijckheden  in  hef  overboord  fetten  der 
IiJckenopZeegebruyckt.  29- 

P/#i  derGrooten  van  het  Rjjckc  van  Mexi- 
co. 

Plight  der  Indianen  welke  om  dat  iy  deKerc- 

kc  dienen  van  alle  laften  exempt  ziin.297 

ëoenttentic desAatheurs  yante  waeter  ende  te 


gebraght. 


Verkeerde  Politie  der  Spanjaerden.         174. 
Godloofe  Politie  der  Monicken.  az2. 

Porto-Mello  een  Haven  ende  Stadt  in  Caftillo 
r.d'°ro;  M7-en4i8. 

Uytlteeckende  Praghtendc  kledinge  van  een 
Cordel  ier.  4o< 

Praght  ende  uytfteeckentheyd  der  Kercken ' 
-     cieraden  in  Mexico.  95 

Praght  der  Vrouwen  te  Mexico.  ¿¿Q 

Praght  der  Edellieden  ende  Dames  te  Mexi- 
co-  ior. 

Pragbt  des  Viceroys.  te  Mexico.  tor. 

Pracht  van  een  Land-paghter.  15  5, 

Groóte  Pracht  vaneen  Nonne.  248 

Pra^htigheyd  van  het  Paleys  des  Coninghs 
van  Mexico-  ¿7. 

|  Precautie  van  den  Autheur  in  fyne  vlugt.  380. 
Pr<rc-a«?/evandenAuthcurgebruycktom  de 
Stad  S.Salvadodtcpaileren.  jg4. 

Hcerlijcke  Prefentatie  van  den  Prieur  van  Sa- 
caPula-  zi9. 

Prefident  van  Guatimala  ende  fíj»  tradra- 
ment. 
Prefident  van  Guatimala  ftilt  den  Op-loop 
door  Donna  Juanna  dcMaldonadoont- 
ftaen. 
Prefident  van  Guatimala  wcygert  den  Au- 
theur nae  fíjn  Vaderlandt  tegaen.      31« 
Pretext  op  het  welckc.de  Spanjaerden  vari 
Mn  Coningh  verkregen  hebben  dat  detn- 
dianen  haer  dienen  moeten.  176, 

Paepfche  IV/V^r/ftijvcn  delndiaencnii>dc" 
Af-goderye.  J04> 

Pr/f/Zt-rj-trecken  groot  voordeel  van  deSehil- 
deryen  in  de  ïndiaeniche  Kercken.    303. 

Priefien  vermeerderen  de  bluitheidder  arme 
Indianen.  J0 

Priejhrs    trecken  groot  voordeel  van  de* 
wafch-keerilen-  30- 

Oock  van  veele  Apen -fpeelen  die  fy  doen* 
aennghten.  JIO 

Een  Priefler  magh  op  de  Dorpen  in  America 

een  fcntentie  vanden  PoliticquenRegh- 

terrerormeeren,  ¿93. 

-s  rf  3.  PnZ 


= 


REGISTER 


Wriefiers  trccken  voordeel  qyt  het  ouwe 
der,  350 

Pnefler  in  America  hoc  die  in  fyn  Huys  van 
de  Indianen  gedient  wort,  297 

Priefitrs  van Petapa  heeft  groóte  maghr»  1  6 1 

wonderlyckc  geringe  Prys  van  het  vleeich 
ende  andere  leef- toght  inGuatimala,  142 

Pr/orvandcJacobynenteSt,Juan  d'Ulhua 
isfeer  praghtigh  ,  Jecker,  ongebonden 
ende  overdaedigh  van  leven  ,  de  ftaelt- 
jensdacr  van  werden  vertoont.    31»  33, 

Privilegien  van  den  Gouverneur  van  Peta- 
pa, 2  6i, 

Privilegien  voor  die  geene  welcke  Rio  de 
Lempa  parieren,  385, 

Procureur  ofte  Definiteur  der  Gecftelycken 
hoe  die  wert  verkoren,  nevens  befchry- 
vinge  vanfyn  maght ,  amptendclaft,i> 

Profyt  des  Prieirers  van  de  Beelden  in  de  In- 
diaeniche  Kercken,  303, 

Profyt  van  den  Inez  Repartidor.  '277, 

Groot  Profyt  der  Raden  van  Guatimala,!  4  5 

Propbanatie  der  Monicken  onder  het  dobbe- 
len 40, 

Providentie  een  Ey  landt  op  deKuft  vanTerra 
firmáis  feer  wel  gelegen  om  de  Span- 
jaerden  te  befchaedigen,  423, 

Trovinciael  van  Guatimala  weygert  den  Au- 
theur  nae  iyn  Vaderlandc  te  gaen,      3 1 9, 

Provinciael\an  Chiapahandeldt feer  liftigh 
metden Authear  176,-  177,  Sic, 

Nieuwen  ProvincUel  onder  dePaters  de  la 
Merced,  met  groóte  tw/tï  verkoren.  99, 

Pcovinciael  derGeeftelycke  hoe  die  verkoren 
werd,  i, 

Provinciën  in  het  Peruaenfche  America  gele- 
gen, 11 8r 

GceitelyckcProv/HCWjinSpanjcn  en  in  A- 

merica,  2, 

Purpura  een  Schulp-víích,  409, 

Koftclycke  verwc  dacr  uy  t  getrocken,/¿¿¿, 

r\  Uahutepec  een  Stadt  in  America,       5 ƒ , 

^^Quahutetnoc  wert  totConingh  vanMexi. 

coverkooren,  7^-, 

Hy  wert  van  Cor  tez  gevangen,  77, 


Hy  verfoeckt  van  Gorter  gedood  te  wer- 
den, 78 

QWp£í>Jí7jeenMcxicacnfch Vorít  weit  door 
deSpanjaerden  levendigh  verbrand  om 
dat  hy  9  Spanjaerden  gedood  hadde,74» 

Quivira  deOoítelyckíteProvincic  vanAme- 
rica,  J29, 

R. 

L>  zyibin een  (eer gevaerlyck  Gebergte, 271, 

Redenm  van  de  fwackhey  t  des  macghs  in 

America,  ¿3, 

R^edenenwa.etom  ííghdenAerts-BiíTchop  van 
Mexico  tegens  den  Viceroyftcld,  109,  en 

110, 

Redenen  waerom  den  Aurheur  te  Realejo 
niet  t'Scheep  gaet,  387. 

Reedenen  die  den  Autheur  bewcghen  om  de 
Chocolate  te  beichry  ven,  202, 

Rjekemngcn  der  Indianen  hoe  die  op- geno- 
men werden.  *  191. 

Kegeerïn^e  derStadcGuatimala  ende  het  om* 


leggende  Landt. 


;Vv 


Borgerlycke  i^fgem«^  der  Indianen.  291. 

Regeer  inge  der  Indianen  wanneer  die  veran- 
dert wert.  ifrjt 

Politique  Regeringe  in  America.  147. 

Ongemecnen  iwaeren  Reegen-  339. 

Reghts-plegmgh  in  Mexico  106. 

Criminclei^e^-p/f^«?ederlndianeu.393. 

R^ihtigheyA  der  Straetcn  in  Mexico.        9  5-, 

MleRtligieufen  'm  America  verbreecken  hae- 
re  Geloften.  ig0. 

Seccker  Religieus  traght  den  mond  de  Helle 
tcgaen  beiightigen.  ig» 

Hy  wert  ter  aerdeghe worpen  ende  feer 
iieck.  ¡bid. 

Dertele  Rjh^ieufen  ia  Chiapa.  1 S 9. 

R¿kgieufen  van  Peru  fyn  veel  ryeker  ende 
dcrtelderdan  die  van  Mexico.  $l2. 

\emedien  tegens  de  plaege  derSprinckhanen 
in  America  aengewent.  5  37. 

Rencontre  tuíTchen  de Engelfche  ende  Holl 
landers,  falvcert  de'Spacnfchc  Pecrl- 
vanghft.  ,4j# 

Rencontre  van  den  Autheur  met  een  Dame 

vanChiaya.  I95<> 

Repo- 




mmmÊm 


_ 


Op 't  A.B.C. 

^epofitoriadoorêcGceRclyckcin  de  goede  " 
wcecke  gemaeckt  in  America.  508. 

Kloeckc  l{efolutie  van ecnigelndianen.3  24. 

Kjfoiutie  van  Dom  Carlos  d'Ybarra  wegens 
her  valfch  gerught  door  die  van  Cartha- 
genauytgeftroyt.  „        425. 

Refpe£t  der  Indianen  tot  hacrePricflers .301 

Revier  der  Koeyen  Ievcrd  ecnigh  goud  uyt. 

Zf6. 

Ryckiom  van  de  Stadt  Xalappa  de  Vera- 
Cruz.  39. 

Oock  van  de  Cordcliers  aldaer.         ibid. 

Inner jyke  Rjc^dom  der  Kcrcken  ende  Cloo- 
fters  in  Mexico.  99. 

RJjc&om  van  het  Eylandr  Eipagnola.    146. 

Rijkdom  der  Indianen  omtrentCapala.ii 8* 

Kijckdom  van  Peru.  r  54. 

Rijc{dom  van  Guaxaea  waerindiebeftaet. 


*Ï9. 
Kjc\dom  van  het  Indiaenfchc  Chiapa.  1 97 
Ryckdom  van  een  Monick.  215. 

Van  hec  miraculcufe  Bcelt  te  Chantla2i8 
J^yf^ffwderStadrGuatimala.  243. 

Ryckjiom  van  een  Nonne.  l4gé 

Rjc^iom  yan  Juan  Palomcque.  2^7.' 

Ryckdom  van  Sebaftiacn  la  Valetta.       263 . 
Ryc\dom  van  Juan  Ramos  door  onreght- 
vaerdigheyd  verkregen.  290. 

Ryckdom  ende  dertelhcyd  dcrReligieufcn  in 
Pcru-  332. 

la  Rinconada,  ende  de  befchryvinge  daer 
vai,«  41. 

Rebina!  een  feer  fchoon  Vleck.  271» 

Rodomontadosder  Spanjaerden.  4-30. 

Roeybarquen  door  Cortez tor  het  dwingen 
der  Stadt  Mexico  gemaeckt  werden  van 
Tlaycallan  op  Menfchenfchoudercnrc 
Tczcuco  gebraght.  <7# 

Roey-barquen  met  Menfchen  vet  gereed.  58* 
Roofvogelen 


§  '&&$&***  en  haere  bedieningen  tjf 
St.Salvador  een  Stadt  veertighmylen  van 
Guatimala.  ¿g4# 

SamepegueeenDoTp  in  America.         167] 

Sandias  een  vrughr  in  America.  16). 

Sangers onder  de Indiaenen.  29*. 

5«po/iex  een  vrught in  America.  45  - 

GxooittSchaede  door  deSprickhaenen  in  een 
gedeelte  van  America  gedacn.  3  jo. 

Schaede  door  deCrocodillcn  in  het  Land  va» 
Chiapa  gedaen.  ug;, 

Schaede  door  de  Aerd- bevingen  gefchied 
dijd  tot  voordeel  der  Prieftercn.      340. 

Schadelyc\heyd  derChocolate.  209. 

Schaepen  werden  in  oiigclooflyckc  mecnigh- 
tcinGuatimalagcbraght.  242. 

Schaersheyd  van  geld  in  het  Lande  van  Chia- 

P  f*'  I". 

Schatten  der  Jacobynen  te  Guatimala.  245» 
Schatten  met  de  Coningen  van  Mcchoacan 
begraeven.  ï27. 

Schatten  van  feeckcre  Tempel  die  te  Mexico- 
onder  de  aer de  was.  ¿9. 

Schattinge  van  de  Ouders  voor  haere  Kinde- 
ren betacld.  j^. 
Schattinge  voor  de  Commandeurs  hoe  die 
vergacderdtwerdtende  aen  de  Alcalde, 
orcrgelcvcrt.                                       JOo 
Schattinge  door  de  fterfte  verlooren  werd- 
door  onreghtvaerdige  middelen  weder 
aengewonnen.                                  3  3  9* 
Schattingen  werden  in  America  aendcCom- 
mandcurs  der  Dorpen  beraelr„         299. 
Schattinge  aen  dcCommandeurs  wacr  mede 
die  betaelt  werden.                           299. 
wonderlyck  Schavot.  gg. 
Schilder-\onfl  onder  de  Indiaenen  geocffent. 

lj>  6. 
Schild-padden.hnctc  befchryvinge  ende  nut- 
righeyd.  35.cn  2<f. 

416. 
ibid. 


69 

Kp'r  een  gevangen  EngelfchCapitcyn  door  Schild-padden  geven  goede  foyfe. 
De  Spaenfche  geaffronteert  iyndc  roept        Hoe  die  bercy d  werden. 

jlcr!     7,     M     ,>     ■  «f-  EcnEngelíchSf^nccmccenSpaeníchuyr 

cuL       f   °ld  dcr  9?nJn8f  ^  van  "e,        een  Vloote  van  twee  ende  twinugh  Sey* 
choacan  door  haere  Onderdaenen  bc-        ien,  ö       '9y 

H  7  • '  Schooien  des  Indianen,  2  5  tf* 


toont. 


Schiep  der  Spaenfche  voor  den  Hollandt 
fchen  Commandeur  Hcutebeen.        145-. 

'Schuldige  aen  den  Oproer  van  Mexico  vlugh- 
cen  uychetPaleys  -  u4. 

Schulp.-vtfch  Purpura.  309. 

Koftelijcke  verwe  daer  uyt  getrocke  n  Abid. 

St.  Sebaftiaen.  een  Reviere  in  nieuw  Galicien. 

327- 

iebaftiar.0  Lopez  veght  met  Juan  Gómez  in 

de  gedaente  van  een  Leeuw  ende  Ty- 

scr-  m- 

Lopez  raekt  daer  over  inheghtenifle  ibid. 
Hy  wert  metinformatien  riae  Guatimala 
gefonden  ende  aldaer  gehangen.        35  e. 
Seeckerheyd  der  Spaeniche  in  Mexico.       92. 
Sententie  regens  ¿alazar.  )2<- 

Marquis  van  Seralvo  gact  voor  Viceroy  nac 
Indien.  j  . 

De  Marquis  van  Ser  aha  treed  te  St.Juan 
d'Ulhua  aen  Landt  ende  wert  aldaer  feer 
praghtighontf.ingen.  3I_ 

Schoon  5<>f^«-Ä«_yxtePorto-BeIJo.-     421. 
Sierra  Rotonda  werdt  door  den  Autheur  be- 
fchreven.  j8o< 

Si/ de  wert  veel  gewonnen  in  de  Provincie 
van  de  Zoques.  200. 

Hei  Silver  komt  in  groóte  meenightete  Por- 
to-Bello.  410# 

Simonie  gaet  onder  de  Geeitelijcke  van  Ame- 
rica in  fwangh.  ¿2. 
Roomfche  Simonie.  zl/ 
Sindelijckheyd  der  Smeten  in  Mexico-  4  5". 
Sin  f  ome.  I2. 
Swacke  Situatie  van  Guatimala.  2  67'. 
Situatie  van  Mexico.  6/ 
HztdcSlaevernye  x*' 
Slangen  6?. 
Slsjjigheyd  ende  fecurireytderSpahjaerden. 

Sloffigbeyd  der  Engelfche  ende  der  Hollan- 
ders. ,99 
Smaec^vin  de  vrught  Nughtli.                IO$ 
Snerc\crye  der  Monickem  ,  _ 
Silcmnijaüe  van  hethuwclijck  der  Mechoa.' 

canen.  I2 

•Siwaw  der  Offerhanden  door  de  Indiaenen 


REGISTER 


/     van  Zoiaba  aen  den  Autneur  als  aen  een 

He  y  hgh  gegeven.  2? 

Verfcheydene  Soorten  van  de  vrught  Nughtli.' 

Groóte  Sorgelnsheydt  der   Spanjaerden  ín' 

Guatimala.  2 

Sotternye  der  Spacnfche  Vrouwen.  20/ 

Sottcmye  der  Indianen.  j  92 

-frw  uyt  het  Meer  van  Mexico  gemaeckt.tfc! 

óo«/  aen  een  foet  Meer  gevonden.  264 

Naturelle  Spanjaerden  in  America,  hoe  iy 
de  Cnolen  onderdrucken ,  3 .  en  ¿ 

Ooríaecke  daer  van.  ¿y¡j 

Spanjaerden  door  de  Indianen  op  Guadalou- 
pa  gedood. 

Twaelf  Spanjaerden  door  de  Indianen  op- 
gcoffert.  * 

Spanjaerden,  Iconen  die  vanTlaxcallan  voor 
naeretrouhertigheyd.  4J-, 

^«.^frdfHvlughten  uyt  Mexico.  75'. 

Sy  belegeren  het  wederom.  ibid'. 

Brengen  het  in   den  nycrerften  nood.ibid. 

Spanjaerden  openen  den  wegh  die  de  Mexi- 
canen geilopt  hadden.  , . 
Spanjaerden   werden    meeftcr  van   Tezcu- 

'x'    ,  5S. 

1  recken  op  tegens  Mexico.  5  9 

Spanjaerden    fetten    haere  Gallioenen    uyt 

vreefeder  Hollanders  aen  de  Wal.     i4j. 

Een  Spanjaert  heefr  40000.  "Koe-beeiW. 

24i. 

Spanjaerden    verliefen    door   haere  gtootc 

wreedheyd  een  Goud-mijne.  "  z5  5. 

Spanjaerden  'fijn    feer  fwack  in  Guatima- 

Sy  mishandelen  delndianen  daer  feer,  í'¿/'í/. 

Spanjaerden  verkrijgen  op  een  valfch  pretext 

van  den  Coningh  den  dicnft  derlndiac- 

P    nen'  *7*. 

Spanjaerden  beminnen  de  Egels  feer  tot  hae- 
re fpijfe in  America.  ¿$gm 

Spanjaerden  overtreden  het  verbod  van  wijn 
op  de  Dorpen  aen  de  Indianen  te  verko- 
pt 189. 

Spanjaerden  fijn  de  maght  der  Indiaeniche 
Magiftracc  ontwaffen.  löi. 

Spanjaer- 


"»'"■  ■  -•"'" 1 — 


Snoerden  fchrijvcn  de  Indiaenen  faerenVr,^     , 

^ft^^W^te^to^»;  Jol; 

Vreemdeíp».  \8S-.      vanTetraRrn,"  V         tLan<íc 

'Sw?«cS/WBC,00l;a£nAuthrjriiyt^ 


■ — Tvyr-  o 

SjrwQmtneH  wcrdcn  eyndelijck  verdreven.' 

Joofr  ?7'    at  8?"^«* «  van  de  Godde- 

Noch  een  Staeltje  van  de  grutyelncke  22' 
¿£  ende  Goddood^d  tóA* 
Noch een^//>yan(íefc,vcr       308  3o9 

Hcdenídaegrche^fívanTe2cuco.    '    Í' 
^^^vandeVoIcke^i^S- 

^or-delndiacnfchc  Regenten  beftddt. 


(raen. 

w„,n<fcsta<JtTI  a        «a. 

Srí?S"-"^o«r' dieft,..  »'■ 

^over<JcnoplooptotMeï.cog^,. 


21?. 


S'terLdddeefCnedi-^eS,coTaIfch'e 

K  ns  den  op.loop  geoefrent. 

^clerrindiaenendiedenarbcvdon^ 
*|8.     Strengbcyd  met  dewekke  A.  r  u     -      n7" 

&**«■  door  de  SMiJii,n.„  •  **'• 
.  ^««Amerfc  °bedorve„,nCCn  g^ 
^"^"«lÄosAo^ 

5r- 


^Ä»Wf«  der  In  dañen 

St*vandtIflWoofldHsva;¿; 

te  dx^rícádü  f '  PP  ,nt.°m  deGe«n«o 

Standvajligkeyd  des  Autheurs  werf  ^      Z  H 

dere  gevolghr  rt  door  an 

Swacre  Stccnen  door  een  V«Iffl„'        '** 

4.8.|SW«^ddesmaegllsil]Ä!ner.ca        .,g 


«de  Ingenios/  ky  TraPlci>« 

Styc{er-ried  26-3 


— — — 


REGISTER, 


Sfèfltkhèyd desAuthcüTS  door  ongemack  ver- 
weckt 171. 

STvackheyd  van  de  Provincie  van  Zoques.199. 

S^ac^heyd  der  rnaegein  Indien.  109. 

S^ac^hejd  van  de  Stadt  Guatimala.        233. 

Swackbejd  van  het  Geloove  der Indiaenen. 

302. 

%v>ae\heyd  der  Stadt  Truxillo.  316. 

Swaerdenvzü  houdenfteen.  70. 

Swaeri^heydt  om  ijyt  de  Manillas  weder  te 
komen.  149. 

T. 

Tpt^c7/&3  een  Vleck  by  Mexico.  121. 

Tacubaya  een  Vleck  by  Mexico.         111. 

Taele  der  Indiaenen  ¿sieerovervloedigh  in 
haereexpreifien.  302, 

Tapanatepeque  een  Dorp  in  America.      168. 

lam»  e  door  de  Sprinckhaenen  in  een  gedeel- 
te  van  America  vernieldt.  356. 

Tajfaios  wat  die  fíjn.  -  185. 

Tecoantepeque  een  Zee-ftadt  in    America. 

163. 

Tederbeyd  van  de  Cacaos  boomen.  207. 

Te&enfpoed  op  de  Reyfe  des  Autheurs.      410. 

2íw/>£-/onder  de  aerde.  6y . 

Tempelen  van  Mexico  koe  die  gemaeckt 
wierden.  84. 

Tepacvf3iX.a3.txy.  68. 

Tepanababax.  een  feeckcr  Indiaenfche  fpccl- 

Tepeacac  door  Cortez  ingenomen.  44. 

Tepemechin  een  foortc  van  Voorn.  2.54. 

teïcuco  een  Stadt  in  America.,  5^-. 

Twd  Firma  werdt  door  de  Vloote  öat 
deckr.  ,  i§> 

Theopixca  een  Plaetfe  fes  mijlen  van  Chia- 

?*•  "3- 

Ttn^uex  een  Stadt  in  America.  1 3  o. 

Tyrannye  van   de  Spanjaerden  omtrent  de 

buwelijcken  der  Indianen  gepjeeght  3*4. 

ilacaeüec^fttá  tot  Conïngh  vanMexico  ver- 

kooren  ,   maer    weygert   die   waerdig- 

heyd.  73. 

Tlaxcallan  een  Stadt  in  America.  4Ó. 

Gewoonlijckc  Totfm  van  den  Yukanus  by 


Guatima! 


*3*. 


Sobere  Toeftandt  van  de  Steden  in  America] 

Sobere  uytrerhjcke  Toeft  and  van  de  Stadt 
Guatimala.  2,, 

Tof/f/  van  de  Landt-huyfcn  dcsConinghs 
van  Mexico.  -t 

Praghtige  Toe/iel  de  Paerden  in  México.  9f . 

Groóte  Toevloed  van  Inwoonders  tot  het 
nieuwe  Mexico.  90< 

Groóte  Toeswr  van  Schaepeir  in  Guatima- 

Ia*  242« 

Tolucoeen  Vlcckby  Mexico,  1  zïo 

Tonantin  cea  maniere  van  danilen  der  India- 
nen-  31/. 

Toorens  van  Doods-hoofden  werden  door 
vy er  verbrand  sg. 

Tortilles  een  foorte  van  koeckjens  hoe  die 
bereyd  werden.  284. 

Totontaa  een  Stadt  in  America.  1 3  o. 

Toveryen.  gaen  by  de  Indianen  ieer  in  fwang. 

301» 

Tournoy.fpel  der  Indiaenen   te  St-  Philip- 


po 


i8r 


Tracfament  van  den  Prefident  van  Guatima- 

la  24,4. 

TraBament  van  de  J^aeden  ende  Fiícaal  ván 
Guatimala.  24> 

Praghtigh  TraElament  door  een  Monickgc- 
daen.  a|^ 

Tragedien  onder  het  daniTctj  vertoont.     31 J. 
Trapiche  een  foorte   van  Suycker. molens.. 

263,. 
7Vo«wí  van  Don  ïerdinautfo  ecrftenChri- 

ftenConingh  in  America.  j<j. 

Trouwe   van' díe    van  Tiaxcal/an  aen  de 

Spanjaerden^  ^r 

Truxillo  in  het  Mcxicacnfch  America  door 
de  Hollanders  ingenomen  maer  ileghtelijck 

verlaeten,  a<i, 

Truxillo  in  Peru  door  aer-bevinge  verfoïic. 

ken>  340; 

Tuyn-luydsn  werden  de  Priefte-.sin  Amerü 

ca  door  de  Indiaenfche  Regenten  be- 

ftcWi  297, 

2V# 


r 

■MM 


_, , ^_ 


jedaen. 


*,4 


n       '  Op  5t  A.  B.  C. 

Twtft  onder  de  Paters  cíe  la  Merced  over  het  f  Verdeelde  der  w; *  «.„  •  -e  ^  l 

verkiefen  van  een  nieuwen  PromciaeJ.,,.     Zdll, iïh\ fa, ItrT"  wStat??™'    2  * « 

Voornaen-ite  7»//?-^  van  h«  publijck    Kergeelfnihe  ^hecPeruviacnfchc  America. 

■uyrdoor  den  Autheur  re  Gtíatirnala    Verdeehheden  onder  de  Spanjaerd^n         ^ 

Verdorvemhejdt   der  Geeitelijcke  in  Ameri- 

Krdorve»thej,ddes  levens  in  dc-Philippiinfchc 
Eyl  anden.  14- 

KrJorvwíAíjHfin  de  Clooflers  der Stadt  Gu!- 
tímala. 

^r/  uyt  de  Schelp-vich  Purpura  gctrocken.' 

Krgelijcimtfe  tuiTchen  bet  Voick  Ifraelsfn 
Egypten  ende  de  Americanenvan  Guaci- 

mala,  ,  ¿j 

Verhaelvui  het^eene  eenige  Perfoonen  om- 
trent at  Coo  genoemde  mond  der  Hellen 
2ebeurtis-  3S3. 

sommicre.  Pïrhaelinze  van  de  Reyfen  door 
den  Autheur  in  America  te  landegedaen. 

405. 

"ermaec(elt/c$eden  op   de  Jaer-merckt  van 

Chimaltenango.  215. 

ftrmaechelijchhod  van  den  Water-vulcanus' 

byGuarimala.  25 

^/y«  der  Mexicanen.      '  54 

^mec/(vanGuada!oupa.  I4, 

Vértreckfcs  Aurheursvan  Carthago.     4o¿ 
V<rtrec\  des  Autheurs  van  -Pannama.      41 6. 
ñrtreek.  der  Vloote  valí  Porto-Bello]  welcke 
vremde  Scheepen  iiet.  422. 

Vertrech.  der  Vloote  uyt  de  Havana.       4 1  * 


Y^r^AO^derlndiacnenomtrenrCapa- 
la.  jig 

^>-/fy<?van  Atlixco.  -  ',-, 

^/ryevanSt.  Paulus.  *.' 

Vale-a  van  Misco  ieverd  veelc  Muyl-efds' 
uvr. 

/  259 

*Wíjk  van  Gracias  a  Dios  is  herbcftegedecl- 
tev^n  Comayagua.  '     y  6. 

Valdivia  komt  door  iïjnc  gierighey:  ellen- 
dighomhals.  TI¿ 

-ValladoUd  \lf 

Va/qnes  de  Coronado  neemt  de  Stade  Tin' 
gwzin.  ,30 

Kra  Paseen  Provinciein  America.       268' 
¿chnctelijcke  Veragbtinge  Godts  werd  fchric- 
keh/ckgeftraft.  -  Z3g 

Groóte  Verandering  voor  die  ^eene  die  uyt 
America  eerft  weder  in  Europa  komen. 

Vederen  tot  Klederen  gebruyeke  l] ' 

Venezuela  een  Stadt  m  Carthagcna.  i4o 

VerMte-ringbe  der  Vrouwen  van  Chiapa  om 

dat  men  haer  het  dnncken  van  de  Cnoco- 

late  in  de  Kercké  verbood.  '  i9, 

Vtrchens^leefcb  bct£:  een  vremde  eygen 

lchap  in  het  Eylandr  Tuba  V*  . 

M» mer  de  K  iöcotte  «emeft  '¿t  ■!  2E.W  ^¡""í ^  HaV3m-       *« 8 
r«M¿g*  van  de  sfadt  Mexico  °  lo        T  r  I  h°C  ^10' "" i^  ïa" 

KweW^va,,  de  Merck  van  Mexico      Ie         , ft,    Tf'   ™'7d"    °rdre  werdt 

"Ä™  he,  Leger  de.Spa.^e.den^™,,   Mexico  fteld  ich  tegenin 
Wc.%,»an  America.  . /f     ,,*£"  B,I,C,,0P;     .  f  ,      '       'o,. 

"^vanhecMexicaen.cne^r/ca'  |  ^SaSf  ^  "í? 


Perdee!¿n%key¿n  het  Peruviaenfche  Ameíi 

Verdeelinge  van  de  Vloore  met  deweicke  den 
Auteur  nac  de  Indien  reyft.  ,4' 


f/^eroj  van  Mexico  wert  door  de  voornaem 
fte  der  Stadt  verheten.  llg 

Hy  plant  den  Kouinghlijckca  Standaerd 

Doch  te  vergeefs. 
Ttc  2, 


— 


R    E     G     I 

De  ftceny  van  Mexico  vlaght  in  het  Cloo- ' 
ftex  der  Francifcanen.  "5- 

Hy  wert  van  den  Koningh  wegens  fijne 
conduite  bedanckt  ende  beloond.        i '  6. 

fyvers  voor  Vogelen.  é8' 

Overvloedige  Vifferye  téTecoantepeque.  i 9  3  • 
yijfchers  die  gedwongen  fijn  voor  het  Goo- 
tter van  TIaxcallan  te  vuTchen.  46' 
yijfchers  werden  de  Priefters  in  America  tot 
lafte  van  het  Dorp  verfchaft                2*2. 
Yioed  ende  Ebbe  in  een  Meer 'dat  geen  ge- 
meenfehap  met  de  Zee  heeft.             133 » 
Swaerer/oft/tePaimatna.                        4T9- 
Silvere  f  lood  der  Spaenichc  door  deHollan- 
ders  genomen.                                     '4Ä- 
De  Vioote  Anckcr  voor  het  Ey landt  Guada- 
loupc.  l8 
De  Spaeafchc  ploote  fchey-d  van  malkande- 

rcn.  26-  j 

De  Spaeniche  Vioote  komt  te  St.  Juan  d'Ul   | 

hua.  3C- 

K/ooie  van  Vera- Cruz  racektby  naght  onder 
de  Gallioenen.  429- 

Vlooten  van  Vera-Cruz  endeSt.  Juan  d'Ul- 
huafcheyden  van  eikanderen  431. 

Het  Volck^van  Mexico beflormt het  Paleys. 

u3. 
Hoe  Godtlooíer  Volc\  hoe  liberaeldcr  aen 
deKercken.  99 

Het  P5/c\va:iMcxico  door  denViceroy  mis- 
handelt klaeght  aen  den  Aerts-Biilchop 

108 

Het  J^/f^van  Mexico  begïut  te  muytiue 

ren.  112- 

yblh&rdinge  der  Indianen  in  haerconnofel- 

heyd.  2.*  2. 

Voorbeelden  van  de  Criolifche  frugaliteyc- 

láO. 

J 'oorbeelden  van  de  kloeckmoedigheyd  der 
Negers  in  Guatimala.  2^0. 

foor beelden  van  de  uytiuyperyè  der  Span- 
jaerden  omtrent  de  Indianen.  5 1 


§    T    E     R 

Voorbeelden  van  deliefde  ende  mildaedigheid 
der  Mexicaenen  aen  de  Kercken  ende 
Kerckelijcke  Pcrfoonen,  9  S, 

Voorbeeld  van  de  losheyd  des  gronds  teMexi- 
co,  102, 

Voorbeelden  van  de  groóte  gierigheydr  van 
den  Graeve  vanGelves,  i°7« 

Aenmerckelijck  Voorbeeld  van  den  haet  der 
Criolcntegens>ieSpanjacrden,  160» 

Voorbeeld  hoe  dat  deSpanjaerden  demaght 
der  Indiaenfche  Magiftraet  ontwaflehen 
zijn,  ^2, 

Voorbeeld  van  de  onreght  aerdigheydvan 
Juan  Ramos.  29°' 

Voorbeeld  daterbarmens  waerdigh is  vande 
onwetenheyd  der  Indianen  ín  de  verbot* 
gent  heden  des  Geloo  f  s,  206, 

Voorbeeld  van  de  ongeibntheyd  tePorto-Bel- 
lo  ten  tijde  des  Autheurs;  411, 

Voordeel  van  dePriefters  uyt  het  onwedergc- 
trocken,  339» 

Voordeel  dat  de  Priefters  van  de  Wafch  -keer- 
(en  trecken,  4°$> 

Voornaemfle  van  de  Stadt  van  Mexico  veilac- 
ten  denViceroy,  H3> 

De  Voor.raemfte  van  Mexico  traghten  den 
vreede  tuficben  den  Viceroy  ende  de  Ge- 
meente van  Mexico  te  maecken,        114» 
Deiperaet  Voornemen  der  Mexicanen»       7  5» 
Voornemen  van  den  Autheur  om  geheelAme- 
rica  tebefchrijven,  H7* 

Voornemen    der   Span  jaerden   in    America,, 

I29> 

Voornemen  van  den  Autheur  om  de  Chocola- 
te ende  Atolla  te  befehriven,  20i3 

Verícheyde  Voornemens  van  eenige  Spaen- 
fche  Soldaten,  3M> 

Voornemen  des  Autheurs  omtrent  de  India- 
nen<  343' 

Loffcüjck  Voornemen  randen  Autheur m het 
door  reyfen  van  een  níenw  Land,     310, 

Voor-reghten  voor  de  Op-bouwers  van  het 
nieuwe  Mexico,  ¿o> 


Voorbeelden  van  den  gedwongen  trouw 


¿Cx\vovr-regbten  van  die  geenedicPviodeLem 


315. 


'papafferen. 


384, 
Voor- 


— — — 


Fóorfi^htigheyd  der  Geeilelijcken;  ii. 

Fborforge  van  den  Onder-koningh  ende  van 
Calvo  tegens  het  vlughren  des  Autheurs 
cn.de  fijner  Geièllen  tevergeefs  gefteldt. 

154' 
AerdighfWWtuííchen  denAutheur  en  een 

Criool.  1 8}. 

Vremc  Fóorvaldca  Aunheur  te  Mixco  over- 
komen. 294. 
Foorvaerden  op  dewelckc  de  Pricílers  op  de 

Dorpen  werden  gelenden.  jji. 

Vree  fe  der  Spanjaerden  voor  de  Indianen 

van  Cápala.  129, 

Fr  e  eje  des  Autheurs  moetende  des  naghtsin 

cene  woeftijne  blijven.  16$. 

Svtitve  Vracht  den  Autheut  afgevordeit  op 

cenGallioen.  42  %, 

Freefe  der  Spanjaerden  in  de  Provincie  van 

de  Zoques.  i99. 

Freefe  der  Spanjaerden  over  het  innemen 

van  Truxillo  door  de  Hollanders-  2j-i. 
•  Fryheden  van  die  van  Guacocingo. .  ^  2 . 

Vryheden  der  Vrouwen  in  het  ípeelen  te  Me 

XÍcO.  tw 

Vryheyd  eeniger  Indiaenfchc  Dorpen  hoe 
die  verkregen  is.  300 

Vrouwen  in  het  Paleys  des  Coninghs  van 
Mexico,  <7, 

deíeíve  werden  opgeiloten.  68. 

Trouwen  van  Chiapadrincken  Chocolate  in 
de  Kercke.  I93 

Sy  gacn  ín  de  CJoofter-kercken  ,  ende 
verheten  die  cyndelijck  mede.  I94. 

Vrouwen  fpeelen  fterek  te  Mexico.  9  ^ . 

Frughtbaerheyd  van  de  grond  van  het  landt 
vanTlaxcalIan.  4g 

Vruchten  die  te  Mexico  vallen.  1  o4 

Vrughtbaerheyd  van  Peru.  i39 

Frugktbaerbeyd  van  de  Valeye  vanAtlixco 

Frughtbaerheyd  van  het  Eylandt .Efpagno' 
g-«^ivandcCacaoisrweederIey.       205* 


Op'tÁ.  B.  C 

Vleck  St,  Martin?  ai^ 

Prngktbperheyd  van  de  Landt-ftreecke  om- 
trent Guatimala  15a> 
Uytjlreckfoge  van  de  jurisdi&ie  van  den  Vicc* 

roy  van  Mexico.  IO- 

Gevaerljcke  Vytwerckselen  van  den  Noorden 

wind.  g  -j 

Schaedelijcke  Uytverckftltn  Tan  den  Indi* 

aeníchendranck  Chica.  28ge 

Gevaerlijcke  Vytwerckfelen  tan  het  ongel 

dierte  Nigua  .?x. 

Gevaerlijcke  Vytweri&nge  van.de  Tabardill 

lo ,  een  Peftilenciale  koortfc  in  Ameri- 

ca'  5?8*. 

Vnïverfiteyt  te  Mexico.  *   * 

Uytjkeckfntheyd  en  praght  der  Kerck-cierac- 

denin  Mexico.  -    ' 

Een  Fulcanus  die  feer  feer  fwacre  ilcenera 

uytwerpt.  3 

Fidcanufien   ende   abuys    der  Spanjaerden* 

daer  omtrent.  li7 

W.  ' 

yy<*pen  van  Mexico.  --  j 

»ap«*«i  van  den  gerevolteerde  Negers 

inGuatimala.  *     , 

^^  rac£  Wild  van  denConingh  var* 

Mexico.  71 

%e^«  aen  de  Golfo  de  Salinas  vallende" 


40*4 

Wieren  die  op  deMerckt  vanMcxic©  verhan. 

delt  wierden.  20 

Oageiont  Waeter.  lt9* 

Gewijd  meter  in  de  Mczicaenfche  Tempci 

Tweedcrhande%<rimn  hetMeer  vanMexi-- 

CO'        ,  *4- 

jpaífcr  Goí/í  te  TIaxcaüan,  4$3 

waeterleydinge  tot  den  dranckhoc  dicgerey- 
mght  ende  onderhouden  wert.  jif 

meterleydingevzn  drie  mijlen  langhomtrenr 
Mexico.  ^ 

mieter-molens  omtrent  Xocotenango,  i.0)' 

TVdetervulcanus,  ,,« 


AÄrW V3n  Í¿ ZTeldaieS'    '      *  2°0"  !Df  'ñ*'"ZÍoPc der  Indiacnen  door  he^ 
frHgktbmhqd  van  het  Land  omtrent  het  j    harde  tracWnt  dat  hacr  deSpanjac" 

■Tt£3  de* 


■m 


~ 


REGISTER 


tien  aen  doen.  275. 

$ïrafch-\eer(fen  brengen  de  Priciters  der  In- 
dianen groot  voordeel  aen,  304 

Aengenaeme 'Wegh  by  Guatimala.  267 

Wegb  van  Guatimala  uae  Vera-  P2Z.        270. 

W^è  op  den  Bergh  Rabinal  is  Teer  gevaer- 
lijck.  271 

Wegc-lae^en  aen  den  Autheur  door  een 
Spaenjaertgeleght.  344. 

Wegen  om  tot  de  Stadt  Guatimala  te  komen. 

237. 

Wegen  om  totMexico  te  komen.  102. 

MoeyelijckeTTegftf.  321 

Groóte  lFelfpreec\enthejd  der  Indianen.  301. 

Wetten  van  die  van  den  Lande  van  Nicara- 
gua. 133. 

^«te  periicn  m  America  verboden.      45, 

Wijn  die  deSpaenjaerden  aen  delndiaenen 
verkopen  wert  vervalfcht,  zS9> 

Wijn  op  de  Dorpen  aen  de  Indianen  te  verko 
penis  verboden,  289, 

Wijn'Ggk  te  TJaxcallan,  48, 

#?//?  op  de  welckc  men  de  Tempelen  in 
Mexico  maeckte>  84, 

Wij  (e  om  de  Aienfc'hen  op  te  offeren,        8  tf, 

^/e  op  dewelcke  de  (Seeftelijcken  nae  Ooft 
ende  weit  Indien  werden  gcfemden.       7, 

Wijfeop  dewelcke  de  Steden  ende  Vlecken 
in  Guatimala  van  vleeich  vooriienwrr 
den,  i4l> 

Oude  Wiptn  die  de  Backfters  van  de  Prie- 


fters  in  America  op  des  Dorps  lañen  on- 
derwijlen. 207, 
W'inflen  van'den  Marquis de'Seralvo,      106, 
Aengenaeme  Wbeftijne  by  Mexico,  121-, 
Groóte  Woejlijnen;                       1^3,  en  395, 
Woonplaetfe  der  Indianen  in  Mexico,         94, 
tïlreedheyd  der  Spaenjaerden  doet  haer  een 
Goud-  mijne  verliefen,                        ztjt 
Barbaerifche  Wreedheyd  van  Juan  Palomeque 
over  fijne  Sla  van,  2^. 
Barbarifche  uyeedheyd  ran  Dom  Nunnio  de 
Guzman,                                               l24, 
Wreedheyd  der  Spaenjaerden  over  de  India- 
an,                                              '  no, 
X. 
y^yilappa.  de  Vera- Cruz.  3  Sr. 
Xalijco  en  Stadt  in  nieuw  Galicien,  1  z8, 
Kicotencatl  Overfte  van  de  Stadt  Tlaxcallan, 

4«> 

Xocette  een  vrught  van  America,  229, 

Y. 
Y  Delheyd  van  den  Gardiaen  van  Xalappa 
de  Vera  Cruz,  f 6, 

S  Onverftandigeniw- der  Gecftelijcken,  12, 

Z. 

;  >y  ^lcLK.ar  een  Prifter  doet  veel  cjuaedsin 

den  oploop  van  Mexico.  h^l 

j      Sijne  Sententie,  -      115 1 

Zcnaba  eeu  Vleck;  in  America,  ^.23. 

Zumpango,  ijfo 


E    Y    D    N    E 


— 


ONDERRICHTINGE 

Voor  de  Boeck-binders  om  te  ifcllen  de  Plaetenindefe 

V    O    Y    A    G    I    E. 


.     I 
X  2 

3 

4 

f 
6 

I 

9 


Op-ftant  der  Wilde  in  Guadaloupe. 
Mexico.  r 


Op-loop  te  Mexico.  .  m    ' 

America. 

Onnooíclheyd  der  Indianen. 
Guatimaia.  m 

Vreemde  maniere  van  't  DoriTchen 

ii   Gierigheyd  der  Geeíteiíjckcn. 

il  Vliegende  Springh-hancn. 


Pag.  2}    l 

**$ 

ii  7^ 

-       12.6    V 

222 
23I 

3  op 
53* 


' 


-— 


■-- ~- 


7 


I 





- 


ú. 


'.:- 


We 


1 


c 


w