Jirint Qútrtcr proton.
— — I-
mmmmm
— - ^
-
■■MMMMi
3
c
1
1
j
•
'
-
v;
-
" ~2E
IJl
AMS T JËRa>Jk.M , BTT W. J>ü C OTJP ?W. 1^^M SVXLd",
3
f
c
S\Qeuvpe endefeernáeuwkgurige
RE YSE
Door de Spaenfche West-Indien
VAN
THOMAS GAGE;
Met feer curieufe foo Land-kaerten als Hiftorifche Figue-
ren verciert ende met twee Regifters voorfien.
. . Overgefet door
H. V. Q.
Den Tweeden Druk.
AMSTERDAM,
By Wilum.de Coup, Willem Lamsvelt, Philx»
Verbeek oiJohannes Lamsvelt,
Boekverkoopers. Aano 1700.
«F
o
ÄE'N DE
JOBKCMEEHmoWH.
Edele ende Mogende Heer en gedeputeerde
S TA T E N
s'Lands van UTRECHT.
Edele ende Mogende Heer en ,
MYNE HEEREN.
Et daegelijckfche werck van die geene , welcke haer
vérftandin de goede letteren oeffeneny beftaet of in het
aen den dagh brengen, uytleggen ende verklaeren van
oude ende vremde Autheuren? of in defelve in andere
Taelenover tefetten, ofoock eyndelijck m het maecken
van nieuwe Boecken.
De Heer Lomeier , in fijn Boeck de Bibliothecis , geeft
de Overfetters de tweede rangh , feggende daer by , dat haer
werck fwaer , heerlijck ende voordeeligh is -, Swaer , foa om de
kenniffe derTaelen, welcke grondigh moet wefen , als om den ar-
beydt die het klaar uyt-drucken ende betraghten van eens anders
concepten altoos mede-brenght -, Heerlijck , om dat door die over-
fettingen den luyfier der Taefen vermeerdert , ende de bepaeUnge
der felver wijder uytgebreyd werd > ende voordeeligh , om dat,
■f 3 daer
OPDRACHT.
daerdoor, het geene eene Natie ende Taele als eygen was, ten be-
fte ende nutte van hetgeheele menfchelijcke Gejlaghte kan komen te
Hier om is het , dat het oockfelve de Maghtighfte Koningen
niet verdrooten heeft , veel wercks van defe foorte van Studie te
maecken -, Het is door ordre enforge van Ptolomxus Philadelphus,
dat wy de beroemde TranJIatie des Bijbels , van de twee-en-feven-
tigh Overfetters, hebben, endede geleer dfte Lieden in alle Eeuwen,
dte , nae de verlojfmge der Ifraèliten uyt de Babylonische Gevanc-
keniffe, verlopen zijn , hebben figh hier in geoejf ent, gelijckalsfukks
blijkt uyt de Targumim , zijnde de oudjle Chaldeeufche beknopte
uytbreydinge welcke de Jooden hebben, endede Geleerde bejluyten
uyt Nehem. v 1 1 1 . 9 . datfulcks alten tijde Eirxfijn aenvangh heeft
genomen.
Het Getal is feer groot, van die geene, welcke onder de eer ft e
Chriftenen de Heylige Schriften tn verftheydene Taelen hebben
overgefet-, Auguftinus feght hier van in fijn II. Boeck van de
ChriftelijckeLeere op het elfde Capittel> Men kan die geene,
welcke de Schriftuere uyt de Hebreeufche in de Grieckfche Ta-
Ie hebben o vergebraght , tellen, maer dat is niet mogelij ck ten
opíighte van de Latijnfche Overfetters. Onder de Oud- vaders
heeft figh Hyeronymus^r in dit flag van Studie vermaeckt ,
hebbende hy een Boeck aen Y&mmzdiu^gefchreven, in het welcke
hy de reghte wij ft. van over tefetten aenwijft ,oockbetuyght hy,dat
tíy het leven ^¿02 Antonias uyt de Grieckfche in de Latijnfche
fpraecke gebraght heeft, foo wel als het Boeck van Dy dimus van
den H. Geeft , ende veele dingen uyt Orígenes. Hilarius heeft oock
het felvegedaen ten opftghte van eemgeuyt-leggingenover het Boeck
Jobs, ende over eenige Pfalmen.
Wanneer nu , nae die fchrickelijke verwoeftinge der Gotten,
de goede letteren ah op een nieuw, inltalien, Duytsíland ende an-
dere gedeelten van Europa, herboren wierden , hebben figh de
geleer dfte Lieden dier Eeuwe, als omftrijd, tot het &ver-fetten
man
,
O P 'D R A G H T.
van Boecken begeven. Hoeren meeften ar bey d befte eddenfy ontretit
de Gneckfche Schrijvers -, Gregorius T y phemzs gaf doe, oen die
geene> "die de Taele in dewelcke Strabo heeft geschreven , niet ver-
Jlonden , fijne befchrijvirtge van África ende Aña in het Latijn.
Marcilius Ficinus fettede de fVer eken vanVhxo ever , gelijckoock
die van Plotinus , Jamblichus , Syheíius ende Pfellus , waer over
hydoorJiüiusCxkv Scaliger inhet getalder Helden ofte als Vergo-
de-Zielen gefield werddoordefeVerffen.
San&a anima & cselum tibi tu qux ibepe fuifti ,
S pira in me rari fiamina pura boni.
Ter cxli focia es -, ter magni civis Olympi;
Ter comes, in gremium pulchra recepta, Dei,
Cumfluisex aftrisi Divi Monumenta Platonis,
Cum capis i & nunc tecum Jovis aula Capit.
Veele hebben getraght Ariftoteles een andere dan fijne nat'uer-
Hjcke Taele te doen Jpreecken , felve de Arabiers hebben hem in de
haere willen fien -, Onder diegeene die hem inhet Latijn hebben ge-
foght te brengen , heeft mder de oude Boè'thius de voor-r angh , on-
der die geene, die laeter gekomen zijn, werd defelve betwift tuf-
fchen Guilielmus Budaeus , den CardinaelBcffanon , Nicenus,
Theodorus Gaza, ende andere. Georgius Trapezuntius heeft
het Boeck van Eufebius van de Euangelifche voorbereydinge over-
gefet, ende het felve aen Nicolaus V. Paus van Roomen opgedra-
gen , van dewelcke hy nevens Laurentius Valla, Petrus Candi-
dus December , Georgius Caftellanus ende Demetrius, alken
omdeoverfettingey feer bemind ende geaght wierd. Nicolaus Pe-
rottus Biffchop van Sipontus heeft P olybius G 'etranfiateert , ende
de Turckfche Keyfer Selym Soone van Bajafeth, heeft deCom-
mentaría van Julius Csefar in fijne Taele doenbrengen.
De voorgemelde Paus Nicolaus V. een Vborftander van alle
Geleerde van fijnen tijd y was feer begeerigh om Homerus in de
oude
J
1
0Ze3jmT{cheTaehte-íim' Kek fielden haenkrazhten té
fi etyde, daer over te werck, dogh moer een, teweStíórÍ
V JacobusMycülus ^ * volgendeverffenherft^nfen
M*°nidemLatiamemorantempradiavoce,
CaftrJ^"61" Alí0nÍ?,S Do«ca^rba modos,
Caftraque cum caftns Danaum mutata Latinis,
Ut cum Romanis pallia Graxa togis ¡
Rem toties captain, fednalliriteparaftam,
benor en «as attamen ifta dedit
SeH n mfÍ Var»raP«iêrepl-iorumJ
^ed propnam folus quam ferat Heffus habet.
Alptönfuf Wt^Ff t*?»**' i £ &&
wS 1Ä ' ^' tmI'J»everfoecke, Herodotts
;f *"' hoewel /'. m Bmydersfiggenfitkkshftwerck
van
O F R D A G H T.
van Gregorius Typhernas te wefen, ende dat hem dat doorFo*
litianus opjijn dood-bedde ontnomen was.
Leonhardus Aretinus heeft eenigeTracfaeten van Xenophon,
Plutarchus, Ariftoteles ende Plato overgefet, ende m het ver -
taelen van gefeyden Plutarchus hebben mede gearbeyd Leonhar-
dus Juftinianus, Guarinus Veronenfis, f^DonatusAcciaiolus,
Twee Duytfchers hebben beftaen alle de IVercken van den gefey-
den Autheur te trariflateren, te weten , Guiijelmus Xylander,
ende Hermannus Cruferius van Campen, welcke laet/le de Her-
togenvan Gelder , Carel van Egmond, ende Willem van Cleve
als Raedt gedient heeft; te voor en hadde hy m de Medicynen ge-
ftudeert, ende eemge Wenken van Gälenus mftaet gebraght, om
verftaen te werden vandiegeene, welcke m de Grieckfche Taele
metgeoeffentwaeren. Jacobus Amiot, Leer -meefter van CarelIX
ende Hënrick III. Koningen van Vranckrijck, heeft den felven
Autheur niet alleen Franfch doen fpreecken , maer daer toe noch
deVoëmemczvan Longus , de ^thiopica van Heliodorus ende
Diodorus Siculus vertaelt, felve onfen Erafmus heeft eemge din-
gen uytde Moralia van Plutarchus ende veele uyt de ¡Verckenvan
Lucianus overgefet. Johannes Leiand van Londen geboren, flo-
reerde mhet Jaeri^G. onder Henrick VIII. Komngh van En-
geland, hy was fijn Biliothecaris; deplaetfemnfaecken, welckein
dat Rijk, door verloop vanjaren, niet bekend w aeren, weeshy ,uyt
de befte Authenren, weder aen, ende, op dat fy, van e en y der, des te
beter Jouden verftaen werden , fettede hy defelve , in de doenmaels
gebruycklijcke Taele , over. Thomas Morus , Philippus Melanch-
:thon, Urilnus Velius, Johannes Sleydanus, Jacobus Micyllus,
hebben daer over mede gearbeyd. Sigifmundus Gefenius wendde
veele moeyten aen mhet Tranftateren der Grieckfche Schrijvers 3
hyftierfm het Jaer 1554. *hoos tegensde armoede geworfteld heb-
bende. Erafmus oordeelde dat hy beter Fortuyne waardigh was,
volgens hetgetuygemjje van Thuan. Hift. lib. 13. Maer, om hier
aftejcheyden, men foude konnen bewijfen dat Apollonius, Ari-
* # ftarchus,
O P D R A G H T.
ll&rclms, Didymus, Herodianiis3Eratoftenes5Callirnachus,
Varro, Jalius Cxíar, ende meer dan twee-honderd andere, fio
mide Grieken als Romeynen , hier van haar werckgemaeckt , ofte
ten minften gefchreven hebben \ ende foo werd jegmw oor digh het
oude Grieckenland ende Latium mVranckryck, alsverplaetfl,
door deforgen van de Heer van Ablancourt en andere, omtefwij-
genvandiegeene, welcke figh in ons Vaderland, hierin, met lof en-
devoordeel laeten gebruycken.
M. Adam Verhaeld in het leven van Bugenhaegen , hoe dat
hy alle Jaren , opdiendagh, of de wek ke Lutherus nevens fijne
Mede -ar bey der s , de overfettinge des Bijbels, in het Hoogh-
duytfch , 'hadde voleyndight , fijne Vrienden op een heerlijck Gaft-
maelgewoonwasteonthaelen, ende foo, als het Feefl van die Trans-
lat ie te vieren.
Ick hebbe dit voor af laeten gaen , ED.MOG. HE EREN,
om de onkundige den mondt te floppen , welcke dickmaelen den naem
vaneenTranñatem, als by manier vanver wytinge , gebruycken,
met wetende wat ar bey d ende kenniffe daer toe vereyfcht, ende wat
nut , daer door , äen het Gemeene-befle werd toegebraght.
Den Autheur defes Boecks, droegh hetfelveop, aendiegeene,
welcke, tejijnetijde, het hooghfle Gebied in En geland voerde, ende
ick, hebbende federt het Jaer .1654. inü ED: MOG: Provmtie
gewoont, ende mijne geringe kenniffe alleen verkregen door de goede
florge, welke door ü ED: MOG: Ordre, in ende omtrent U ED:
MOG: Laege ende Hooge Schooien werd onderhouden, vmdemy
verpligt, hetfeïveaenü ED: MOG: opteofferen, beflaendemijn
hooghfle geluck daer in dat uk kan feggen, a Vobis principmm ,
waer hy my de danckbaerheydt dwmght te voegen, Vobis >de-
iinet. /
Friolus feght , in de Voor-reeden van fijn Boeck de Rebus Galli-
cis; ínter domeílicas aerumnas foetus hicnatuseft, quem lin-
duras erarn, fi licuiflet} ick kan dit ED: MOG:. HEEREN
mede met groóte redenen feggen , maer ben evenwel verfeeckert
dat
— — ^___— — — — — — _
OPDRAGHT.
dat men gemefm- fouten in defe mijne Tranflatie f al vinden', Ick
vreefe meer dat de onkundige , vremd fallen aghten , dat ick U ED:
MOG: eenReyfigeropdraege, maer dat die weten, datnaefi Luy-
den van ¡etteren , de goede Rey figers, de eerfierangh onder de Onder-
daenen van een Republijcke houden , ende dat diegeem , wekke de eer-
Jle, na Ferdinandus Magelíanes , ende Francois Draeck:, den
Aer d-kloodbefeylt heeft , 01ivieri/¿»Noordt was, zijnde in defi
Stad van Utrecht geboren, w aer by komt, dat degrootfte 'Vloote ,
die oyt ofoyt -, defelve Reyfeg edaen heeft , gecommandeert wier de door
den Amersfoortfchen Jaques PHermite.
Men kan hier by doen3 dat den y ver in onfe Religions-genoo-
ten ver kouwende , ende de bitter heyd der JVeder -party der s toene-
mende, het metveele van onfe Gemeente , helaesi foo gefield is >
d^tmen , even als de Doctoren de bittere Pillen vergulden, het
geene tot ftightinge ftreckt , met een weereldlijck kleed moet omhan-
gen, wilmen het van alle de weereld geleefen hebben ; ende ick kan
met twyffelen ofte den Heerlijckennaem van U ED: MO G: wel-
ke dít Boeck de eere heeft van mfijn voor-hoofd te dragen, fal het
felve doen doorblaederen , vanfoodaemge onfer Geloof s^ende Land-
Genooien , die het anders niet fouden aenfien; Oock is-dit de oor-
fpronck der Dedicatie» h defe reedenen bewogen Cicero ende an-
dere , haere Boeken aen, aen de Weereld voor Geleerde , Voefter-
Meeren ende Aenqueeckers der Geleerde bekent zynde Perfonen,
op te draegen , foodaenige dan fallen hier oppag: 304.306.308. 310.
en 311, fien dat alle wat of een Biffchop van Condom {welkers
kraghtighfte wederlegginge Prejèrvativ genaemt wy nu onder han-
den hebben, ende bmnetkagt dagen, godt devoorfte, het ligt fal-
len hen fien~) ofteyemand anders der Roomsgefinden mogefchrij-
ven , haer alleen werd afgeperjl door onfe tegenfpreeckwge , endey
dat de Luyden Van die Gemeente, daerjy geene partye vinden, al-
toos ten verderve faellen, altoos de oude kneghten blyven h ende al-
toos de, mhaer, onuytwijjelijcke teeckenen van het Geeftelijcke Babel
behouden. Ende hier mede bidde ick de goede godt U ED • MOG'
"2 na
^fgf-
O P D R A G H T.
nae ziele ende licchaem tefegenen, ende ons alle de genaede te doen,
van y onder UED: MOG: Regeer inge, foodaemgh ons leven, foo-
danig ons doen enlaten aen te fiellen, dat wy defe Provintie , welcke,
om onfer Jonden wil, foodeerlijck is verwoeft geworden, weder mo-
gen in den ouden ftaet herfteld fan , tot het welcke, foo het aen ons
niet gebreeckt, UED: MOG: aengew ende forgen ende ar bey d
msgrootehoopegeven-, blijvende ick onderwijlen
ED; MOG: HEEREN
U ED: MOG:
Í !
Vevpligten ende Getrouwen
Onder daen ende Dienaer
H. V. QUELLENBURGH.
VOOR-
LUÍ—
VOOR-RE DEN
TOT DEN
L E E S E R.
Et fcheen , nae wy een oneyndigh getal Hiftorien
van de eerfte Spaenfche Conqueílen in America
hadden geíien, dat wy niet meer hadden te wen-
fchen , om onfe eurieusheyd op dat fubje£t te vol-
doen , als een befchrij vinge van de jegenwoordio-e
toeftant van haere Colonien in die quartieren.
Maer nae dat haer hare Staet-kunde, hadde, by verloop
van tijdt,doen verbieden,het geene de ydelheyd ende de fnorke-
ryevanfommige, in den beginne, nopende die ontdeckinge,
hadde gemeen gemaekt, foo fcheen het dat wy naeulijks anders,
dan by wege van een Miracul , fouden konnen kenniiTe krijgen,
van dat geene, datfy, metfoo veele forge, nu meer dan een
eeuwe voor ons hebben verborgen gehouden .
Inderwaerheydt, de rigoureufe Wetten die fy nopende de
Indien gemaeckt hebben , betuygengenoegh, tot hoe verre,
haere yverfught is uytgeboriten , aengefien fy haer niet ver-
noeght hebben , met het verbod aen alle Vremden gedaen,van,
op verbeurte des levens, daerintekomen3 maer oockgewilt,
dat het felve figh foude uytftrecken, over hare eygeneOnderda-
nen, uytgefondert alleen de natuerlijcke inboorlingen van de
Koninckrijcken van Leoncndc Caíti]ien,gelijckwyfulcks fien
# # 3 uyt
¿£
•
VOO R-R EDEN
uyt het boeck van el Padre Frey Pedro Simón Provincial
San Franafco , een van haer befte Au-theuren j welcke feghr ,
dat Carel de vijfde, door een particulier privilegie, het Gou-
vernement van Guyana, gaf aen Dom Hieronimo deOrtal, en
dat ten opiighte van fijne groóte dieníten ende extraordinaire
merites, hoewel hy van Saragoffa, Hooft-itadt van Arragon,
geboortighwas.
Sy hebben dat felve beleyd naukeurighlijck tot op defen dag
toe in America gevolght -, en door dien de Provincie van N ieuw
Spaignien een van de rijckfte is die f y daer befirten, hebbende fy,
tJt gerij f van de Commercie van defelve,een byfondere Vloote,
welcke Jaerlijcks een reyfe nae ^>^-Cn/3 met een ongeloove-
lijck profijt doet, foo fijn ook daer door foo wel de Gouverneurs
als de Viceroy felve , veel exacter , om het inkomen van defelve
aen Vremde te beletten, als men in Peru wel doet, om dat
die Provincie op de Zuyd-Zee gelegen is.
Dat is de reden , omdewelckewyhetverhael, dat Thomas
Gage ons daer van heeft gefchreven , niet genoegh konnen agh-
ten, foo ten aenfien van de feltfaemheyt ende naukeurigheyt
met dewelcke hy aenteeckent alle hetgeene hy aenmerckens-
waerdigh heeft gerencontreert , geduerende fijn verblijf , foo te
Mexkp- , als in de andere prlncipaelfte Steden van Nieuw-
Spaignien , als ten opfighte van de verfcheydene wegeo,die hy ,
foo te Zee, als te Lande, gebruyckt heeft.
Hy en heeft figh niet vernoeght ( om foo te fpreecken ) met
alleen in te treden in het Heyligederileyligen der Spaigniaer-
den, maer felve leght hy ons de verborgentheden (welcke fy
met groóte vlijt voor ons verberghden) daer van uyt > en men
kan feggen , dat die Natie niet heeft opgehouden ondoorgron-
delijck te zijn, dan nae dat onfen Autheuronsdaervandefe-
creten geopenbaert heeft , en een ftil-fwijgen , van bynae twee
eeuwen, gebroocken, uytgevende cene befchrijvinge, die de
aen-
TOT DEN L E S E R.
aengenaemfte is , van alle die geene , die in langen tijdt het lighc
befchout hebben.
Daar zijn'er weynige die met foo reghtvaerdigen titul als de
defe mogen fingulier genoemt werden , en foomen hedensdae<*s
in het algemeen fmaeck vin t in wereken van defe foorte , foo be-
hoortmen dit vooreen oneyndelijck getal van andere te nellen ,
om de feltfaeme dingen die het befchrijft.
Het kan oock een groot voordeel toebrengen foo aen de Geo-
graphie en Navigatie , als aen de Commercie ¿ behalven de by-
fondere kenniile die het ons geeft van de fterekte ende fwack-
heydt foo der Zee-plaetfen , als van die geene , die dieper lande-
waert in leggen ; van den verouderden haet die de naturelle
Spaigniaerden toe-dragen aen die geene die in die nieuwe we-
relt geboren worden ; van den af-keerdie haereSlaeven felve
van haer hebben 3 en van die van veele Indiaenfche Natiën die
fighnoyt aen haereoverheerfchinge hebben konnen onderwer-
pen, en die haer jock, om dat fy dat onverdraeghiijck vonden ,
hebben afgeworpen.
Behalven de onderregtingen die hy geeft, kanmen nog vee-
Ie andere treckenuyt die dingen die hem overgekomen zijn, en
hy befchrijft ons defel ve foo wel , datmen , fonder het te voelen j
deel neemt aen alle het geene hem gebeurt.
- De byfondere befchrij vingen , die in het meeile gedeelte van
de vremde Hiilorien verveelen, zijn in defe t'eenemael noot-
faeckelijck, om de ftoffen , aker in verhandelt , te verftaen.
lekhoope, dat,naehetgeeneicknugefeghthebbe, denLe-
fer het niet vooronaengénaem fal hebben , datick hemfegge,
dat onfen Schrijver was eenManvanaenfien , vaneenRooms-
gefinde ende feer illuftre familie in Engelandt 5 en dat fijn outfte
Broeder Gouverneur van Oxford was , wanneer wijlen den Ko-
ningh vanGroot-Britannien5gediierende de Inlantfche troublen
van fijn Rijk, fighaldaerinhet Jaer van 1645. niet fijne Armee
reti-
VOO R-R E DEM
renreerde.Hywierde^ochfeerjonghzMnde n,.C ■ •
om fijne ihidien te voltrecken JíZa u ,' Me SPaignwn ,
de OrdrevandeDom „'Sn8 1 1 "5 $**$**&**£
ofteSendelingh pp-*nen' lnde<luallteytvanMiflïonaris
tó ende de GaffioeS « «SÊ X /^T tüffd»«
die nae Terra Firma saen ™ £ / dle Scheepen zijn
venen, en figh d^r vSan daen „aeSS*^6 Pw^ fa-
der nae Spaig&nien te keeren M^r f ff ^geyen ' om we'
fteecktreghfoyernaeNieu'J S„aí ^^f Cad^Y^de,
WÄ, SÄSJ enlandtindeHaven
van een bépróS « vt te ftaení %"? tyd C Í-anSh • een foo»e
employ temaecken uet>even j des te bequamer totdat
dcSoSSSK iP^^tóe, vanhetleven
ten af-keer, lor het Ä^6" ' enu°mñnZh da«foo groo-
aoorüet yerhaeldatmenhem dede van de Philip.
pijnen
—
—
TOT DEN L E S E R.
pij nen , dat hy , met twee van fijne Confraters , refol veerde een
andere wegh te lande te nemen,om iigh tot een min gevaerlijcke
MilTie ofte Sendinge te begeven.
Eer hy van Mexico af-fcheyt , foo geeft hy ons eene befchrij-
vinge van die Hooft-ftadt,ons niet alleen haere tegenwoordige
maeroockhaere voorledene toeftant voor oogen (tellende, ge-
lijk hy ook doet van hare omleggendePlaetfen endeLanderyen3
van de mank ren der Volckeren die daarinwoonen, foo Euro-
pers , als Criolen , in geborenen van het Landt , Mulatten , en'
fwarte Slaeven , als oock van haere verfcheydene intereiten,van
haere Kerckelijkeen Wereltlijke Regeeringe,van haren Koop-
handel, ende generalij k van alle hetgeene dathemaenmerc-
kens-waerdigh heeft gefchenen, foo binnen als buyten die groó-
te , en voor defen foo vermaerde,Stadt , welcke fulcks , door ha-
re rijckdommen 3 grootteen bovengewoonlijkegelegentheydt,
oock noch is , fullende dit de (toffe zij n van het eerfte boeck.
De befchrij vin ge die hy daer op voorílelt van de remarcabelfte
Plaetfen rontomme Mexico, ende van verfcheydene Provin-
ciën welcke hy door-rey ft , federt fij n vertreck van die Stadt tot
aen Guatimala, en is niet minder naeukeurigh, obferverende
hy in defelve alles wat hy aenteeckenens- waerdigh ontmoet , en
dat fal de materie van het tweede boeck zij n .
Hyvervolght, befchrijvende ons het Gouvernement, de
Rijckdommen ende de grootte van de Stadt van Guatimala , en
van de onderhorige Landen en Steden, en verfcheydene hem
overgekomene voorvallen.
Hy leerdde aldaer de Taelen van verfcheyde Volckeren , die
hem niet alleen dienden om defelve te catechiferen ende te on-
derwijfen, maer oock om figh van veele particulariteyten te
informeren, van dewelcke hy ons, fonderdatgeenekennhTe
fouden hebben konnen geven.
Het Ampt van Priefter, het welcke hy in veele, fig feer
wijdt
#**
I
SM
VOO R-R EDEN
wijdt uy tftrcckcnde Parochien,waer nam \ gaf hem een grondi-
ge kennifle van het herte van die Volckeren, en hy drongh door
dat middel doorrot hare grootfte geheymeniflen \ geduerende
den tijdt van tien a twaelf jaeren, welckehy haren Paftoorwas.
Het verhael ván het geenehy in fooveele jaeren remarcabels
cefienheeft,deGeographifchebefchrijvingevandatLandt,den
handel die aldaer omgaet , met de befchrij vinge van de Choco-
late, de verfcheydene manieren om die te bereyden, en die
van andere drancken , fullen die dingen zijn , uy t dewelckehet
derde boeckfalbeflaen.
Het vierde fal behelfen fij neReyfe van het V leek Fetfd tot
aen de Stad van Gr enada^dkc de Hooft-ftad van Nicaragua^
nevens eene naukeurige befchrij vinge van alle de tuiTch^n bey-
den leggende Landen , met haere coftuy men ende des Autheurs
voorvallen. -'
Oock fijn eerfte embarquement op de Noord-Zee om nae
Porto-Feïo te feylen , het nemen van het Schip in het welcke hy
was door een Slaef diedeSpanjaerden ontlopen zijnde nu een
HollantfcheCaper commandeerde, fijn debarquementnaedat
hy gepilleert was , fijne Reyfe te Lande tot aen de Haven van de
^/L.gelegenopdeZuyd-Zee5ñjneverfcheydeneavanturen
op die Zee eer hy tcPamiamaQáat hy feer particulier befchrij tt)
quam , fijne wederkomfte te Tortórelo , met eene naukeurige
befchrij vinge van die Plaetfe J foo wel als van het geene dat er
omgaet foo op het aenkomen als vertrecken der Gallioenen , als
oock op de voornaemfte Merckt des Aertbodems,welke aldaer
geduerende haer verblijf wert gehouden,fijn embarquement op
de Gallioenen om nae CatbagmaQ het welckehy mede nevens
de Havana befchrij ft ) te rey fen , en fij ne wederkom fte in bpai-
gnienendevandaerinEngelandt5fullenhetfelvebefluyten
InwateitimeendegeioofdefenAutheurgeweeftheeft,bhjckt
daer uyt5dathetParlament ende den Raed van Engeland inliet
■
TOT DEN LESER.
Jaervan 164,8. alleen op fijne Memofien, een feer groot deiTein
op Nieuw-Spaignien formeerde, waer van het inneemen van
St. Domingo het voorfpel moefte zijn.Maer het wierde geftaeckt
door de groóte revolutien , diemen aenftonts daer cp , in Enge-
land fagh ontftaen , doch Cromwelïette het felve , op deinftan-
tien van den Autheur , die oock mede op die Reyfe was , voort,
in het Jaervan 165 5. maer door dien fijne ordres,door de Gene-
ralen Fenende Venables, qualijck gevolght w ierden, foo en con-
queileerdenfy voor dat mael niet, danhet^Lylznd Jamaica.
De Heer Colbert ( in wiens handen den Koningh van Vrank-
rijck, om de gefignaleerde dienfteñ door hem aen de Kroon
bewefen , het maniement van alle Buy tenlandtfche faecken ge-
ftelt heeft) heeft dit werk van foo groot een importantie geoor-
deelt , dat hy aen de Heer Ve Beaulieu Huës O Neil heeft belaft
nu in het Jaervan 1672. het felve in de Franfche Talen te trans-
lateren jende die Tranflateur heeft niet konnen naelaten , bewo-
gen fij nde door de opreghte maniere , op de welcke hy het godt-
lofe leven der Geeftelij cke in die Landen befchrij ft , ende door
andere, dingen , van op de kant te doen drucken , datmen reden
heeft om te geloven dat den Autheur niet altoos in het Catholij-
ke gelove volhart heeft,het welke hem dan mede aen onfeLand-
genoten niet te onfmaekelijker behoort te maecken , ten min-
nen vooreen waeraghtigh Schrijver moet doen aghten.
Den Lefer fal ook weten dat die Plaetfe,die wy in onfe Voor-
reden Forto-Velo noemen, door den Autheur in het werck door-
gaens Porto- Bello wen genaemt, wy hebben dit evenwel gedaen
om te doen fien dat wy weten dat die Plaetfe in alle de Caerten
van die Contreyen dus bekent is, voor de refte fullen de Caerten
die wy hier by hebben doen voegen geen kleyn ligt aen dit werk
geven,.wy derven den Lefer verfeeckeren dat fy de naukeu righ-
fte, fijn die tot noch fijn in het light gekomen , iïjnde het die van
denfoo vermaerden Geografías Sanfon 3 wiens ervarentheydt
# 5& # 2 WV
■
*2pü
i
VOOR-REDEN TOT DEN LESER.
wydeste meer, eftimeeren moeten, door dien wy fien dat fijne
wercken foo wel met het fchrijven van onfen Autheur accor-
deren.
En hoewel Thomas Gage ons die Landen, foo alsfyjegen-
woordighzijn, befchreven heeft, ende daer van aen den dagh
gebraght alles watmen van een naukeurigh ende feerbequaem
Reyfiger foude konnen ver vvaghten , foo foude doch onfe Natie
vandekennhTe, van alle die faecken, die hyonsleerd, ver-
fteecken zijn gebleven , foo den Drucker defes boecks degoet-
heyt niet hadde gehad van het felve te doen overfetten.
Den O verfetter heeft goet gedagt den Titul te laeten foo die
was,om niet te manqueren aen de plight van een getrouw O ver-
fetter, hy heeft oock, om defelve reden, van het licchaem van
dit werck niet willen afnemen veele digreiïïen, welcke , hoewel
fy niet veel doen tot het voornaemftedeifein van den Autheur,
doch evenwel daer in, ende in de volkomene kenniífe van die
Landen, eenighlight geven.
Het geene hy in den Autheur niet gevolght heeft,is alleen de
verdeelingederCapittelen,diehy, totfoulaesvandenLefer,
wat verkort heeft.
Doch om den befcheyden Lefer niet langer op te houden,
fullen wy hier van de Voor-reden een eynde maecken , ende
hem tot het werck felve fenden,hem alleen feggende dat het fel-
ve , in den tijdt van twee jaeren,tweemaelen te Parijs herdruckt
is, vaneenendedefelveBoeckverkoper,diedaer, by Privile-
gie, alleen toe gereghtight was.
Nieuwe
Fag. i
Nieuwe en feer Naeuwkeurigt
R E Y 'S E
Door de Spaenfche West-Indien
VAN
THOMAS GAGE.
HET EERSTE BOECK.
Het I. Capittel.
Hoe en in wat Ooft ende Weft-Indifthe Provintièn beho-
rende onder de Kroon van Spigmen men de ReUgteufen
fendt.
Elijk alle de Koninkrijken van America welke door de Ko- J^^g
ningen van Spangien over-heert zijn , wat het weereldly ke & ?
belangd, verdeeld 2-ijnin verfcheyde Gouvernementen 'America*
even alfo fijn fy ook , omtrent het Geeftelykc , in veele : J u-
rifdicïien , onder den naem van Provintièn , onderfcney-
a* den, welke aan verfcheyde Religieufe Ordren en aen haare
Provintialen behoren, dichoewel fy fo verre van Europa fijn afgefchey den,
niettemin alle leven onder de dependentie ende de iubordinatievanhet
Roomfche Hof, oock zyn fy ilricktelyk verbonden , Jaarlijks, aen hetiel-
ve, een naeuwkeurig verhael,van de aenmerkelykfte dingen, diein^ie
Landen voorvallen , te fenden, nevens een Lijfte van de Predickers die yder
Provintie van nooden heeft , om daer op aldaer een fuffifant getal van Ker-
kelyken te ft ueren , wiens werk het is , te arbeyden tot de bekeering van die
blinde Volckeren , hetwelck dan op de volgende wyfe toegaet. ¡v^
A
y^r
Verkie-
iïnge der
Genera-
len.
En der
Provin-
cialen.
Generad
en Provin-
ciael Capk-
tel.
Procu-
reurs en
Deiini-
ïeursen
Arhpt.
2 I.Boeck. Vojagit vanThomas Gage LCap,
Yder van de Religieufe Ordren, kieft , van fes totfes jaeremeen principa-
len Gouverneur , welcke fy haren Generad noemen , en fijne magt ftreckt
fich uyt over alle die proieffie van fijne Ordre doen. Daeren zijn geene Or-
dren , dan die vaade Jefuiten endé Jacobijnen , welckers Generalen baar
Ampt tot aan haar fterf-dag toe beklee'den > ten zy datfy met een Cardinaels
hoedt vereert worden > en , door daf middel,tot een hooger trap komen op
tefteygeren.
De Religieufen , welcke dien Generael onderworpen , ende in Italien ,
Duytfland, Vranckrijck, Vlaenderen, Spaignien , Ooft ende Weft-In-
diën , &c. verfpreyt zijn j zijn verdeelt in verfcheydene Provintien.
Dus heeftmen in Spaignien de Provintien van AndalufiaAie van Oud en-
de Nieuw-Caftilien, die van Valence ende Arragon , die van Murcia, ende Ca-
taloigmen.
Op defelve wij fe zijn in America de Provintien van Mexico 3 van Mechoa-
can , van Chiapa en Guatimala, van Comayagua, van Nicaragua en andere
diergelijcke.
Yder van die Provintien,heeft weder een particulier Hoofd ofte Regent,
welcke men Provintiael noemt, en dicdoor de voornaemfte van fijne Pro-
vintie, alle drie Jaeren werd gekofen,en datin eenevergaderinge, welke fy
het Provintiale Capittel noemen , even als het voorgenoemde,, den naem
van het Generale Capittel draeght.
Het Generale Capittel werd gewoonlijck gehouden in een van de voor-
naemfte Steden van Italien , Vranckrijck ofte Spaignien.
Alsmen het Provintiale Capittel houd, fo verkieftmen door een algeme-
ne toeftemminge,van alle die geencdie fich in het fel ve bevinden,een Pro-
cureur of Definiteur,welke fig uyt den naem van de geheele Provintie moet
voegen op de aenftaende verkieiinge van een nieuwen Generael, alwaar hy
den ftaeten de gelegenheyd van de Provintie, van dewelke hy gefonden is,
vertoonen , ende de faecken , welcke hem bevolen zijn , verfoecken moet.
Op dicwijfe dan fendtmen Procureurs uyt de Weft-Indiën,die veeltijds
den beften buyt by haar hebben , die de Hollandfche Schepen nemen , om
dat fy groóte rijckdommen met haar voeren, omxlefelve aen de Generalen,
aen den Paus , Cardinalen en groóte Heeren van Spangien te vereeren , op
datfy des te lichter fouden,hct geene fyaenhaer te verfoecken hebben,mo-
gen verkrijgen.
Onder andere dingen brengt haer laft mede , te moeten vertoonen , het
groot gebreck dat'er van arbeyders is , in die grooteen vrugtbare Oógft van
de Indien f alhoewel alle de Provintien geen Spaenfche Predikers verfoec-
ken , foo als ick hier nae fai aenwijfen ) en te bidden , om dertigh a veertigh
jonge Priefters » bequaem om de Taelen , diemen in de Indien fpreeckt , te
leeren , en in de oude haar plaetfe te treden.
Wanneer nu defe Provintiale Ordre voor de Generael of fijne Capittel ge-
keün
ï. Boek. door de Spaenfche IVeft-In dien,, I. Cap. 3
leefen is,foo verguntmen uyt den naemdes Generaels,aen defen Procureur, Vicaris
opene brieven , in dewelcke hy hem fijnen Vicaris Generael , van fodaenige Generad »
Provintie noemt , vertoonende te gelijk fijne bequaemheyd , de goede hoe- en hoe die
daenigbeden met dewelke hy begaeft is, den arbeyd die hy in die nieuwe In- fulcks ver-
diaenfche Kerke heeft aengewend, en datmen hem weerdiggeootdeelt klaerdt
heeft,om in die Landen een Sendinge tebeleyden , van foodanige Religieu- werdr.
fen,als fich vrywillighlijck fullen komen aen tebieden,om het Chriftendom
aldaer, onder de Barbarifche Natiën , tegaen voort-fetten.
Defen uyt Indien gekomen Religieus,ficb met die brieven gewapent vin-
dende,gaet defelve aen den Paus vertoonen, ingevolge van het welcke fijne
H.hem een Bulle laet expediëren, door dewelcke hy hem maght geefr,om te
mogen, in de qualiteyt van Apoftolifchen CommhTaris, gaen in allede Con- Apoftoli-
venten, welke van fijne Ordre in Spaignien zijn,en in defelve foeken, de der- fche Gom-
tigh ofte veertigh. jonge Predikers» die hy van nocden heeft, welke, om haer «"flans.
des te beter moed te gevemvan de eerfte dagh af, dat fy fich tot die Sendinge
verbinden,uyt kracht van de Pauffèlijcke maght,aen die CommiiTaris gege- Sijn map
ven, ontilaegen zijn van de , door hare fonden verdiende, Ichuld en ftrafre , en bevel,
door eene volkomene quytfcheldinge,en die geene.die hem eenigh belet of-
te tegenftand doen,of ook maer felfs aen die geene, die haer hier toe verbon-
' den hebben , werden verklaert , vervallen tezijn in de poene des Bans ¿ van
dewelke fy niet konnen geabfolveert worden , dan door die Commiitaris
ofte door fijne H. felve. > . . Tweeder-
In allede Staten nu,die aen den Koningh van Spaignien in America beno- ^^
remzijn twee foorten van Spaenfche Inwoonders,welcke meer tegens mal- s -ff_
kanderen ingenomen zijn, dan in Europa de Spaigniarden ende de Franflen. jaer fen jn
Defe twee foorten^beftaen uyt die geene, die in Spaignien geboren zijnde Amer¡ca
aldaer komen woonen,en uyt die>welcke aldaer van Spaenfche Ouders ofte. Naturelle
Voor-Ouders geteeltzijn , en die, de Natuerelle Spaigniarden, Criolennoe- en Crio-
men, om deielve foo van haer te onderfcheyden , beduydende door dat ien.
woord, die geene, die daer te Lande geboren zijn.
í Die haet is foo groot, dat ick derve feggen, dat'er n iets is ,dat foo ieer kan Haer on-
contribuëren tot de overmeeíteringe van America>ús die twift,en het is feer ¿erlinge
gemackelijck om haer op fijne zijde te kf ijgen,cnde te bewegen om fich me- haet .ende
de tegens haere Vyanden te voegen,ten eynde fy van de ilavernyconder de- ""ï°v
welekc fy gebragtzijn,mochten verloft worden , en dat door de ngoureule 1 •
wijfcop dewelcke men haer handelden door de eenzijdigheyd,met dewelc-
ke men haar recht doet, werdende die geene, die uyt Spaignien komen ,
altoos tot haar naedeel begon ftight. , ~ . .
Sulcks valt die arme Criolen foo hard ende-verdrietigh om teyerdragen.dat Cnolen
ick haer dickmalen hebbe horen feggen, dat fy liever, aen wat Vorft het ook door de
foude mogen zijn, wilden onderdaenigh wefen, dan aen de Spaigniaerden , P
mits dat fy de vryheyt en de oeffeninge van hare Religie fouden mogen ge- 8««»
K3^^
A 2
nieten ,
WL
Voorbeel-
den daar
van,
Nakome-
lingen van
de cerfte
snnemers
\2LtiAme*
Den haer,
tuflchen
de andere
Spaigni-
aerden en-
de de Crio-
len ftreckt
iig nyt tot
in het Ker-
kelijcke.
Voor-
I.Boecic. Foyagie van Thomas Gage I.Cap;
nieten; andere feyden , datfy wenfehten, dat de Hollanders, wanneer fy
Truxillo ingenomen haddemaldaer verbleven waeremzijnde fy daer wél-ont-
haelt ge weelben dat de Religicdic fy onder foo harden üavernye genooten^
haer gantich niet aangenaem was»engeene trooff ter wcereld gaf.
Door die doodelicke haet was her,dat de Criolen fich foo lichtelick tekens'
den Marquis de Gelves}Vtceroy van Mtfx/'co-jftelden, en fich voeghden aen de
zijde van Dom Alfonfe de Zerna , haeren Aerts-Billchop , welke den Viceroy
dede vlugten, ten tijde dat den oploop in die Stad voorviel, oock fouden iy
aldaer het geheele Spaenfche Gouvernement hebben geruïn eert,ioo eenige
Priefters haer ful cks niet ontraeden hadden,doch hier van fal ick naermaels
wijdloopiger handelen.
De oorfaecke van defe groóte vyandfchap,fpruy t uy t de jalouficwelcke de
Spaigniaerden tegensde Criolen hebben opgevat, vreefendcdat de fy het juk
fullen willen afwerpen, en de Spaenfche Gouverneurs , die haer buy ten alle
Ampten ende Staets employen iluyten,niet meer erkennen.
Men heeft noytgefien,dateen van de Criolen, is verheven geweefttöthet
Ampt van Viceroy van Mexico, ofvznPeru, of tothetPrefidentfchap van
Guatimala, van Santa Fe', Sant Domingo, oftotdeGouverneurs-plaetsvan
fucatan,vzn Cartha^enaen van de Havana,oftot Alcalde Major van Soconuf.
co,van Cbiapa, van Sant Salvador , of ook eenige andere diergelijcke impor>
tante Charges.
Selve de bedieninge van de Cancellaryen,als die van Si,Dsmm$ó,vm Mexi-
co, vanGuatimala, van Lima, ende andere, in dewelckegemeenlijck fes
Raeds-Heeren,welcke men Auditeurs noemtmevens de Procureur- Fifcael
zijn , werden noytaen de Criolen gegeven , hoewel men onderhaer nogfo-
daenige vind ,. die af-koomftich zijn van de eerfte In nemers van dat Land.
So heeftmen in Lima ende Peru nog de Picaro' 'os , te Mexico ende te Gu-
axaca het Huys van den Marquis de la Vaüz, ofte de naekomelingen van Fer-
dinand Corte^ fommige andere van de H uyfen van Girón, van Alvar ado , van
deG«^wdMf,eyndelijk3vandevoornaemíl:eGeílachtenvanSpaignien,fon-
der dat een van defelve, totpublijcque Ampten ofte waardigheden , v'erjje-
ven is.
Ook zijn iy niet alleen van die bedieningen veriteecken,maar de naturel-
le Spaigniaerden doen haar daeglijcks alle kleynigheden aen, als zijnde luy-
den,welcke fy houden, dat onbequaem om andere te regeeren,en halve In-
dianen, datis Barbaren, zijn,
Diealgemeene verachtinge, heeft fich ook tot de Kercke verfpreyt,in de
welke men noy teen Criolifch Priefter fiet,die meteen Bifdom begaeftis,of
oock wel met een Canonifie in eene Cathedrale Kercke, wclcke men niet en
geeft , dan aen die geene , die in Spaignien geboren zijn.
So hebben iy oock, veele jaren herwaerts , in de Ordren vande Religieu»
fen,in het werek geilelt,al watfy vermoght hebbemom te vernederen ende
x • te.
I. Boeck. Door de Spaenfche IVeft-Indiën* I. Cap. 5
te verdrucken alle de Criolen, welck in yder Ordre aangenomen waeren,uyt
vreefe, dat fy in getal, die geene die uyt Spaignien quamen , fouden mogen
overwinnen.
Hoewel fy fig fomwijlen hebben verplicht gevonden eenige van de in dat
Land geborene, te ontfangen,fo fijn dog altoos de Provincialen.de Prieurs,
en allede SuperieurSjgebooreneSpangia^rden geweeft,ten fy federt weyni-
ge jaren, in deweleke dat fommige Provintien,de Spaigniaerclen overftemt
hebbende, foodaenigh haere Conventen met Criolen hebben vervult, dat ly
abfoluytelijckgeweygert hebben, de Spaenfche Sendinge, welcke men ge-
woon was haer toe te keten komen.» endiemennochhedenfdaeghsaende
andereiluert, te ontfangen.
In de Provintien van Me**'co,vindmen de naevolgende Monicken >te we
ten, Jacobijnen,Cordeliers>Auguftijnen,Carmeliten, Paters de la Mer-
ced, ende Jefuiten , maer onder alle die Ordren, zijn'er niet van de jefuiten
en de Car melken, onder deweleke de geborene Spaigniar den ftereker zijn
dan de Criolen , doende ,jaerlij.cks, twee ad rie Sendingen,van de haere uy t
Spaignien komen.
De Jaetfte Sendinge diemen aen de Paters de la Mercedliet toekomen, arri-
veerde in het Jaer 1 625. en alfdoen ontftont,in de volgende verkiefinge van
liaere Provinriael, fodaenigen 'twift in het Con vent van Mexico, dat fy hare
meiTen tegens malkanderen trocken , en reede waeren, ommalkanderen te
doodemindien den Viceroy niet in Perioon in i-het Kloofter waere gekomen,
en eenige van haer hadde doen gevangen fetten.
Des niet tegen ftaendehaelden het de Criolen by meerderheyd van ftem»
men over,en fy hebben haer tot op den hedigen dagh toe weten te ontilaen
van de Sendinge uyt Europa, bybrengende dat fy genoegh Religieufen in
haere Conventie hebben, en dat het niet nodigh is, datmen haer eenige uyt
Spaignien toefendt» voor de refte fich felven, foo wel als eenige andere, aen
den Paus onderwerpende , en aen hem alfoo groóte gefchencken gevende
als-de Spaigniaerden oytgedaen hebben.
In deProvintie van Guaxaca ontfanghtmen gantfeh geene MiffionariiTen
of Sendelingen uytSpaignien,doch het is waer,dat federt weynige tijd her-
waerts, onder de Ofdre van St. Daminicus de Spaenfche party e is door -de-
Criolen overftemt geworden,en datfy noch te Romen pleyten om Religieu-
fen uyt Spaignien te mogen ontfangen ,.- feggende dat de eere ende het aen-
iien van de Religie feer vermindert is9federt men de hulpe van haere mede-
broeders uyt Europa niet heeft willen aenneemen.
ín deProvintie van GuatimalaAit fich feer verre uytitreckt,als begrijpen-
de Guatimala, Chiapa , de Zoques , een gedeelte van Tabaco , de Zeldales, het
Sacapula, Fer4J^,degeheeleKuitediefich aendeZuyd-Zee uytitreckr,
S-uchuiepec^Soconufco, Comajagua, de Honduras ¡Sant Salvador en Nicara^ua^
Zijnde Ordren die hier volgen,te wetemdie van St, Vomimcus9vm St. Fran-
A 3 eifcut,
beelden
daer van.
Criolen
hebben
op ibmmi-
ge plaetfen
de over"
handt.
Geeftelijc-
keninde
Provimie
van Mexico.
Twifl: on-
der de
Paters de la
Merced,
Geeilelykc
in de Pro-
vimie van
Guat'w!alaf
M f'
mm
Geeftelijc-
ke in
nieuw
Grenada ,
Cartba-
gena , &c.
In de Ey-
landen
van Cuba ,
Jamaica ,
&c.
In Jucatan
In Mecbo-
aean.
XndePhi^
lippijnen
---
6 I. Boeck. Voyagie van Thomas Gage I CapJ
ci(cur,dc Auguftijnen die van Mexico dependeren,hebbende fy niet dan een
arm Convent binnen Guatimala, dejefuiten, mede onderhorig aen Mexico,
ende de Paters di la Merced. '
Maer onder die aliezijn'er geen dan de jacobijnen,de Cordeliers ende de
Paters de la Merced % die het recht hebben om te predicken en om Paftoors^
Amptenin de Parochiale Kerken te bedienen.
In die geheeleProvintie hebben die drie Ordren altoos de partye van de
Criolen feer laegh gehouden, en hebben noyt toegeftaen dat een van defelve
foude het Ampt van Provintiaelbekleden.doende ten rninften van twee tot
twee jaeren Religieufen van hare Ordre uyt Spaignien komen ,om hare fac-
tie tegens die van de Criolen ftaende te houden.
De Provintien van Peru, die veel wijder van Spaignien afgelegen zijmen
veel moeyelijcker om ter Zee aan te komen,dan die geene daer wy nu reede
afgefproocken hebbemontfangen gantfch geene Sendinge,maer men ftuert
haer Religieufen uyt de naebuerige Provintien toe,en daer zijn'er,gelijk el-
ders,van alle foorten , onder dewelcke de JacobijnendemachtighftezijnV
maer fy alle,oock geene uytgefonderr,hebben daer overvloed van yryheyd'
rijckdommen ende van alle de gemacken ende leckerheden des levens, niet
tcgenftaende hare gelofte van armoede het tegendeel behelft.
In het Koningrijck van Nieuw Grenada,van Cartbagena,vzn SameF¿Ba-
rinar,Popayan,en in hetGouvernement van Santa Marthafijn Jácobijnen 3
Jefuiten, Cordeliers, Carmeliten, Auguftijnen ende Paters de la Merced»
onder de welcke de Jacobijnen^de- Jefuiten ende de Cordeliers noch op den
hedigen dagh Sendingen uyt Spaignien ontfangen.
De Eylanden van Cubafamaica , Marguerita en Porte Ricozijn alle onder-
horigh aen de Provintiael van S. Dommgo>en de Religieufen die fich aldaer
vaftelijck hebben nedergeflagen , zijnalle van de Ordren van St. Domini-
cus,van deJefuitenofvanSt. Francifcus, èie alle van tijd tot tijd nieuwe
Sendingen uytSpaignien ontbieden.
In deProvintie van \ucatanz\\x\ niet dan Religieufen van St. Francifcue,
welke feer rijck zijn , en kragtighlijck de Spaenfche fa&ie ophouden door
de Meffionariflen die fy uyt Europa krijgen.
De Provintie van Mechoacan* behorende aen de Religieufen van Mexicos
werd ooek op deielve wijfe als de voorgaande gêregeert.
Ick hebbe nu > op de wijfe alsmen boven ghefien heeft,gantfch America,
voorfoo veel het aen de Kroon van Spagnien behoort,doorloopen,en ver-
toonthoeen wat Religieufen fich daer hebben neder geilagen.
Wat belanght Brafil ende de Ooft-Indien , defelve zijn aen de Croone van
Portugal, om dat die Natie defelve eerft ondeckt heeft, en die dependeren
jegenwoordigh aen Dom fuanKomngh van Portugal.
Des niet tegenftaende gehoorfamen de Philippijniche Eylanden aen den
Koning van Spangien>en aldaer fijn Jacobijnen,Cordeliers, Auguftijnen en
Jefuiten
»
Ï.Boeck. \DoordeSpaenfcheIVeft-Indién. I.Cap. . 7
Jefuiten,diefichalleinM¿«///4,de Hoofd-S tadt van de Eylanden, onthou- cn¿eJ^a.
demenverwagtenaldaerde bequaeme gelegen theyd van Schepen om haer nma>
mefypan over te voeren, arbeydende fy aldaar aen de bekeering van dat
Koningryck.
Maar hoewel fy onder haar eenige Cr/We» acnnèmen, en byfonderiijk van
die geene die fy in China ende f apan bekeert hebben , fo beflaat dog het mee-
rt e getal uyt Spaeniche Mifííonariííen , die men daer meer overvoert dan in
de gedeelten van America die ick hierboven genoemt hebbe.
Maereerftelijckfoofentmendiemetde Schepen die nae Nieuw Spaig- Hoe die
nien gaen,en nae dat fy twee a drie jaaren in de Hoofd-Stadt van Mexico ge- daar ko-
woonthebben, doetmcn haar vertrecken nae Acapulco, hetwelckeopde m?1K
Zuyd-Zee gelegen is, alwaermen haar icheept op groóte Gallioenen, die
me Manilla gaen , en die jaarlijks daer weder van daen komen , rijkelijck ge-
laeden zijnde mezfapanfche , Cbineefche ende andere Ooft- Indifche waren.
Men voerdt daar nae die Coopmanfchappen van Acapulconze de Stadt
van Mexico , welcke, buyten alle vergelyckinge, daar door veelmeer ryk-
dommen ontfangt , dan men haer door de Noord-Zee toevoert.
I
HET IL CAPITTEL.
Den Autheur verbindt figh om nae de Philippynen te gaen>
en verhaeldt alle het geene da f er voorviel tot aen fijn ver-
treek van Cadix nae Meww-Spangien.
SOo als ick in het jaar van i6z<). onderde Monicken van de Ordre van Vier Sen-
Sí. Dominicus , in de Stadt Xeres , gelegen in het Rijck van Andalufien> ¿jnaen na
„ woonde, fcheeptemen vier Sendingen af, als een van de Ordre van indien «re-
Si. Trancifcus nae \ucatan>&z tweede van de Paters de la Merced nae Mexico9 fondenf
endede twee anderei welke uytjacobijnen ende Jeíuiten beftonden,moe- Hoe die
ften overtrecken tot in de Philipptjnen toe. daar ko-
De CommüTaris , door den Paus tot die fendinge genomineert, was men.
genaemt, Frater Mattbio de la Villa , hebbende fijn H. aen hemmagt gege-
ven om dertig Religieufen mede te nem en,en door dien hy'er nu al omtrent
vier ende twintigän Caftilien en in de Plaetfen omtrent Madrid gelegen,ge-
vonden hadde, fofont hy defelve, de eène voor ende de andere nae, wel van
geit voorfien zijnde , nae Cadix , om aldaer in feecker Huys , het welke hy
voor hem en voor die van fijn gevolg gehuert hadde, te blyven , ten tijde
toe dat de Vlote foude vertrecken om nae de Indien toe te gaen.
Die Commifiaris hadde weder een ander Religieus,genaemt Antonio Calvé,
geno»
8 I. Boe cíe. Fbjagie van Thomas Gage II. Cap.
geñomineertíom de Conventen die-hy in Andalufia op fijnen weg foude vin-
den, te bei oecken, te weten .die van Cor du a, van Sevtlien , van St. Lucaren
van Xeres, om uyc defelve het getal van dertig Miffionariffen ifoo alsfyne
Commiffie mede bragt , te vervullen,
Hy arriveerde te Xeres in h et laetfte van Mey, hebbende in fijn gefelfcbap
eenander Religieus uythet Coliegievan St.Gregoriusvm Vaüidoltd , ge-
naemt Antonio Melende^ , met de welke ik langen tijtfeer familiaer verkeert
en een feer naeuwe vrientfchap aengegaen hadde.
Soo drae als hy my fag wierdt hy fo verheugt dat hy my badt dien avondc
in fyne Kamer te willen komen eeten, en door dien hy de ruyrate van Pata-
cons hadde , foo dede hy alles wat hy konde om my wel te onthaelen.
De goede Wijn van Xtret , die geduerende de maeltijt niet gefpaert wier-
de, ver warmdeibdaenig de hitte van fynen y ver , dat hy dien gehelen avont
niet dede dan te fpreeken van het bekeeren der Japponnefen, difcourerende
van die Landen , welke hy nooyt gefien hadde , en dieks duyfentSpaenfche
mylenvan onsaf-gelegen waeren, even eens of hy fijn gan tichele ven in
defelve hadde doorgebragt, in het korte i ickkan feggen dat Bacchus hem
van een Theologant in een Orateur verandert hadde, en hem als een twee-
de Cicero , alle de deelen van de wel-fpreekentheyt geleerd. Hy vergat niet
van alles dat hy wifte by te brengen om my te bewegen om nevens hem die
Apoftolifchebedieninge te aenvaerden, en, onder andere dingen ,fteldehy
my voor oogen , dat geen Propheet in fyn ey gen Landt geacht is ', en dat*
men dat verlaten moeit, om goet en aanfien te verkrijgen.
Maar als hy befpeurde, dat die foorte van welfpreekentheyd, myniet
genoegfaem bewoog , om fynen voorflag, toe te ftaen , foo tragtede hy my
te winnen dooraenlockelyker bedenkingen.
- Hyfteldemy de indien voor oogen even als of fy met goudt endefilver
Aenleydin- gevloert hadde geweeíhdat de itraet-ftcenen,Peerlen,RobynenendeDia-
Se p?°r ,de manten waeren, dat de Bomen niet dan gehcele Boffen van Mufcaet-noten
AutheurCn ^roegemdatde Velden met fuyker-rieten vervult waeren, dar de Chinee-
fche fyde daar fo gemeen was dat de Zeylen van Schepen nietdan van Taf
of van Satyn waeren, in het korte, dat het een Landt was, in het welke men
inderdaeten waerheyd vand, alle hetgeenefo welde Hiftorien als de Fa-
bulen van de ryekdommen van Mydas ende Crcefus gefegrhadden.
By gevolge , vertoonde hy my , dat de PbHippijnen waeren als een Aerts-
Paradysjin het welke men over alle overvloedt van alles vondt, in hetfelve
bewogeri
wierdom
nae Ameri-
ca te gaen.
Aenge-
naemhe-
den van In- niets ontbreekende, van het.geene tot vermaak des levens behoort.
diender-
lyckren
toon ge-
fteldt.
En door dien hy fig inbeelde aireede op die plaetien te weefen* foobe-
fchreef hy my fyne Reyfe in die Provintien, verfeltfijndedoor de Indianen*
met haere Trompetten ende Schalmeyen , fijne intreden in die Steden,
paffeerende doof wegen die met B'oemen beftrooy t waeren en ver dert met
Triumphbogen, en dat alles onder het geluy der Kloeken, ontfangende on-
derwylen de eerbiedige onderwerpingen van alle de Inwoonders. Ge°
'*■'.'■■ ..■'. ■■ -I.
X. Boek doordeSpaenfcheWeft-Indïén. II. Cap. 9
Gelijck nu de Menfch , felve van de Nature , gedreven word, om altoos
yets te willen leeren, foo vertoonde hy my het genoegen dat wy in die Lan-
den fouden hebben, Tiende hoe dat het Gout ende het Silverin de ingewan-
den der aerde geformeert wierden; hoe dat de Peper, de Mufcaet-noten, en
de Kruyd-nagelen , op hare behoorlijcke tijd rijp wierden, en hoe dat de
Caneel niet anders is als de baft van een Boom.
Dat wy daer fouden fien , hoemen de vogtigheyd uy t het ried trock, om
daer uy t deftoffe te vinden,van de welcke men de Suycker-brooden maekt;
de wonderlijke veranderinge van de Cochenille, werdendevan een worm,die
koftelijke Schar-laeckenfche ver we gemaeckt j de verwiflelinge , van het
kruyd Tinta, in Indigo ; en eyndelijck,dat wy fonder moey te ende ftudicai-
daer, duyfent fchoone dingen fouden leeren, die niet alleen capabel fouden
zijn , om onfe nieuwsgierigheyd te voldoen, maar ook om onïe kenniüe te
vermeerderen en ons verftand te volmaecken.
En al-hoe-wel het fap van de Druy ven van Xeres hem defe wel-fpreekent-
heyd t'eenemael hadde ingeblafen, foo liet hy daarom niet na, het felve veel
minder te achten, dan de Philippijnfche Wijn , welke men uyt de groóte
Cocos-boomèn tijffert, waer van ons de Hiftorie Schrij vers,fulke wonder-
lijcke dingen vertellen , en hywenfte daer al tewefen, omdefelve, in mijn
gefelfchap , op de gefontheyd van onfe vrienden , te drincken.
Melende^ wilde^a dat wy ons avontmael gehouden hadden, weten,wat ge-
negojptheyd ik tot de Reyfe hadde, en hy fwoer, dat hy noyt rufte foude heb-
ben,iäoor ik belooft hadde , hem te verfellen ; om my des te meer daer toe te
'ten,prefenteerdehy my een halfdou2,ainPiftoletten,my verfeekeren-
imy niets ontbreken -foudcen dat des anderen daegs 's morgencCWw
|tfoudegeven,om alle dingen,my tot die lanaeReife-nodigitekopen.
ïtwoorde hem , dat een al te haeftig genomm befluy t , dickmael niet
rouw en droef heyd baerdde , datikdiefa«e, den gantfchennagt,
wilde overleggen , dat ik veel uyt genegenthe*?hem waerts wilde doen
rnaerdat, indien ickvaitftelde, dae*;heenen reR£&
mijne vrienden , zijnde een Religieus in Yrlandt
Thomas van Leon , met my wilde neemen
fen, ick oock een van
oren,genaemt Frater
Daer op nam ik af-fcheyd van Melende^ , en vertrok my ín mijne Celle,
in dewelcke ik de gewoonlijke rufte niet vond, nier loojfeer., om datfijn
difcours my bewogen haddcals wel,om dat myln gedagten quam dat ik een
bequame gelegentheyd gevonden hadde, om my aen het gefichte van mijne
bloed- vrienden en ontrecken , en, aen hare kennifle, te ontduyfteren-
Want ik hadde,federt weynige dagen,een brief van mijn Vader ontfangen, Den Aa-
in dewelke hy my,feer verftoortfijnde,fchreef,datalle mijne bloedvrienden theunsin
/eer op my vergramt waren,en hy alleen,noch meerdan fy allcom dat ik,na ongenade
dat hy, fo veel hadde te kofte gehangen om my te laten ftuderen , niet alleen °y lijn Y*
iiadde geweygert in de Sociëteit der Jefuiten,iö als hy gehoopt had,te treden , « r
lo LBöECK, Foyagte vanThomas Gage IL Cap
ende de re- maere|atik, in alle dingeroeendoodelijkenhaedctegenshaerbetuygt had-
den daer
Yan.
de, en dat hy my liever {"oude gefien hebbemals de minfte Keucken-iongen
in het Collegie der Jefuitemdan Generael van de gantfche Ordre van St .Do-
minicurjdzt ik noyt behoefde te hoopen aangenaem by een van mijne Broe-
ders te zijn, alfoo weynigh als by hem ; dat ick niet moefte dencken da t ick
hem oy t weder fien foude, felfs als ick al weder in Engeland quam; dat, foo
ick my daer oyt weder vertoonde, hydejefuiten, die ick verlaeten hadde,
foude aanhitfen, om my,uyt mijn Land, te verdrijven,en dathy, met ken-
nifle ende be willing van mijn outften Broeder , welke jegen woordig Gou-
verneur van Oxford is , ons Slot Hailing foude verkopen,en my uytfluyten,
van alle het geene ick,van fijn goet,foudekonnen pretendeeren.
Het voorneernen dat ick haddcom mijne iludien te volbrengen,verfagte
een weynigh den onluft, welcke die briefin my verweckt hadde, ick hadde
wel gewilt weder in Engeland te moogen keeren,en oock noch eenigen tijd
in Spaignien blijven,om mijne iludien ten eynde te brengen, maer ick be-
daght oock, dat nae dat ick die foude volbragt hebben, de Jacobijnen, door
een Mandement van den Paus, aanilonts mijn nae mijn Land,in qualiteyt
van Mifïionaris,foudenfenden-
Ook vertoonden fig voor my alle de gevolgen van de gramfchap van mijn
Vader* en vanderafernyevan mijn Broeder denCollonel, nevens allehet
geencdat de haet en liitigheyd van de Jefuiten, hare Vrienden, foude kon-
nen uytvinden, om my uyt Engeland te doen verdrijven.
Ick overleyde ook by my fel ven,alle het geene dat Melende^ my hadde ge-
feght,nopende de middelen om kenniíTe van de natuerlijcke dingen te ver-
krijgen, door het beiien van derijkdommen van America, en defchoonhe-
den van Afia>en om my te volmaeken in het geeftelijkcdoor het beiien van
die nieuwe Kerkden depr den omgang met de grondleggers van deielve^
Hebbende dan den ga$tfchen nagt,in die ongeruftigheden en aanvegtin-
gen door-gebracht,foo nato ik eyndlijck voor, America te gaen beiien, en al-
daer te verblijven, ten *|de tocdat mijn Vader foude geftorven z,ijn,en tot
dat ick foo veel foude gewonnen hebben,dat ick daer mede het verlies van
mijne Erf-portie, van dewelckemy mijn Vader, in faveur van de Jefuiten,
verfteecken hadde*foudekonnen boeten.
In dit voorneemen,gingick Antonio Melende%vinden,en hem hebbende
Den Au- ^ betuygt, het befluy t dat ick genomen hadde, van hem,op fijne lange Reyfe,
bind fieh " te verfeuen»foo befpeurde ick feeckerlijck,dat hy daer ten miniten foo veel
metieecke- vreughde uyt fcheptcdan of ick hem een diergelijk AvondmaeLals hetgee-
ren fijnen ne>waerophy my daeghs tevoren getrac"teerthadde,haddegegeven,endie
vriend tot wierde op het Middagh-mael noch vermeerdert, wanneer ick hem mijn Yr-
defe reyie. fchen vriend Frater Thomas vanLeon aenbood, om mede in ons Gefelfchap
te gaen.
Hy werd Na de Mae) tijd wierden wy aen onfen Superieur Calvo voorgeftelt,die ons
met
Redenen
die den
Autheur
bewogen
defe rey ie
te aenvaer-
den.
— —
I.BoECK. Door de Spaenfche fVeft-Indi'èn. II. Cap. i i
meteen groóte tederheyd omhelfdconsallefoorte van vrientfchap,gedue- rieur Calve
rende de reyfcbelovende. voorga
Hy las ons voor een groóte Lijfte,van alle het geene hy tot onfen leeftogt, ftcldt.
tegens dat wy op de Zeefouden zijn,gekogt haddcfo van vifch als vleefch, Voorraedc
als Schapen, gefou te Varekens, Hammerij Hoenderen, tonnen met witte torderey»
Bifcuyt, vaetjens Wijn van Cajalla, baelen Rijs, Vijgen, Olijven, Cappers, fë«
Rafijnen, Citroenen,foeteendeiuere Orangie-appelen, Graenaet-appelen,
Suyker-werc1v,Conferven,Marmeladen,ende alderhande foor ten van Por-
tugaelfche Confituren.
Hy dedé ons hopen, dat hy ons voor Meefters in de vrij e-konften,en Doc-
toren in de Theologie,te Mamila, foude doen aennemen ,en hy gaf ons geld,
om dien dag te Xeres, vrolijk te wefemen om te kopen,'t gene wy mede na
Cadix fouden willen nemen, boven 't gene ons tot de onkoften van de reyfe
nodig was, en ilreckendeeyndelijk beyde fijne handen uyt,gafhy ons den
fegen van fijne H. opdat ons geen ongeluk,op den weg,foudeoverkomen.
Qnfe voornaemfte vrienden, onder de Religieufen van Xeres, deden alle
wat fy konden, om ons de luft tot die reyfe te benemen, maer de vryheydt ,
welke wy dien dag,in het gefelfchap van Melende ^genoten hadde, verdreef
uy t ons gemoet, alle de droefheydt, welke een foo fpoedigh vertrek, daer in
foude hebben mogen verwecken
Cd/z;o,vrefende,dat de genegentheyd tot eenige Religieufe Dogters, welke Sijn ver-
gemeenlijck feer veel magt op de Spaenfche Geeftelijcken heeft, onfe reyfe "eck van
mogte komen te veragteren, gaf ons liftelijck den raet, om des volgenden *ms*
daegs,op den mor gen, van Xeres te vertrecken,het welke wy deden, in het
gefelfchap van Melende $ en van een ander Spaenfch Religieus, die van die
Stadt geboortig was, laetende iñ handen van Calvo onfe Cofïers en onfe
Boeken,op dat hy foude beforgen,dat die ons te Cadix na gefonden wierden.
Die dag vervolgden wy onfe reyfe nae Porto de fama Maria, zijnde, als
Spaenfche Cavalliers, gefeten op onfe kleynePaerden,en rijdende op den
weg, voor by hetpragtige Cloofter van de Chartroifen,en langs de Reviere
van Guadaletbcwdcke de oude Reviere der vergetelhe/dt van de Poëtenis*
waer ontrent wy van de vrugten,van die Elifeëfche Velden aeten,en daer op
een dronck van de GhriftalijneBeecken,die uyt de Guadaletbe fpruyten , na-
men,om voor altoos,degeheugenifle van de beminnelijke voorwerpen,die
wy te Xeres ende in gantfeh Spaignien lieten,nevens alles,dat ons mogte tot
het aerfelen porremte verdrijven.
Opdenavondt quamen wy aen die Stadt, welke vermaert is geworden om Komfteté
dat fy tot een fchuyl-plaets dient aen de voornaemfte Galeyen van deKro- Porto St.
nevan Spangien, enVon Fredri^de Toledo , die daer doen Gouverneur van Maria*
was,hebbende verftaen,de aankomftevan vier IndiaenfcheApoftelen,en die
gelegentheyt, welke hy als een groot geluk voorhemaghte, niet willende
verliefemnodigde ons,op dien avont,om de maeltijd met hem, te fijnen huy-
fe,te houden. B 2, Alle
««—
mm.
Goed on>>
hael van
den Gou-
verneur
ende eer-
biedigheyt
derln-
woonders.
Vertreck
yandaer.
Komfte te
Cadix.
Vermaeo
i2 I. Boeck. VbyagievmiUhomasGagë II. Cap
Alle delnwoonders achteden hare Stad gefegent,daer door, dat wy door
hare Straeten gingen ; fy faegen ons aen,als Luyden, die gefchikt waren, om
den name van fefus Chrijlus gemartyrifeert te worden , wenfchende aireede
om van onfeReliquien te hebbenden deGaleyboeven,deden yder haer befte,
om haere Trompetten ende Schalmeyen op het helderfte te doen klincken.
Dom Frederik.' en fpaerde niets,om ons wel te tra£teren,en na de Maeltijd,
dede hy'ons, door fijne Edelluyden, in het Convent van<ie Minimen bren-
gen, al waerhyordre gegeven hadde, om ons te logeren, werdendewy al-
daer, met foo veel goetheyd, van de Religieufen ontfangen, dat fy ons, dien
avont , de voeten wilden waiïchen , om ons, hare Broederlijcke genegent-
heyd, te betuygen, enby gevolge, als wy flaepen gingen, wenften fy ons ee-
ne goede en vreedige naght-rufte.
Des anderen daegs's morgens, na dat die arme Religieufen,ons den ont-
bijd hadden voorgeiet, vonden wy een Schip , dat DömFrederil{h^dde doen
beftellen , voor ons foo wel als voor de Edelluyden , die hy belaft hadde om-
ons te verfellen , en , tot aen Cadix toe , te begeleyden, gereet leggen. *
Aldaer gekomen zijnde, vonden wy onfe andere gefellen , nevens Frater
MattbeodelaVilla, Commiiïaris van den Paus, welke ons ontfing, ende
het middaghmael gaf.
Wy verbleven te Cadix , geëert zijnde van alle de weereld , ende genie-
kelijck ver- tendehetfchoone uyt-ficht, dat die Plaetfe ,foo opde Zee als op het Land
bhjf aldaer . neefc , tot de tijd > van het vertreck van de Vlote , toe.
DeApofto- Als defelve begonde te naederen, quam Frater Mattbeo de la Villa , welke
lifche wy alle geloofden,dat van y ver tot het Martelaerfchap brandcfijn af-fcheyd
CommiiTa- van ons nemen , en hebbende ons feekere Commiffie, die hy van den Paus
iisfcheyd ontfangen hadde, om foodanig een, als hy foude goet vinden,in fijne plaet-
uytdeRey- fe te mogen neemen , vertoont, foo fteldehy Calvo tot onfen Superieur , en
fè en geefc keerde weder na Spaignien.
Sijn vertreck baerde ongenoegen onder orrs , en het verkoelde foodanig
den y ver van twee van onfe MiffionariiTen, datfy onsheymelijck verlieten.
De andere evenwel, confenteerden om met Calvo te gaen , temeer, om
dathy een goed out Man was, maerfeerqualijckvoorfien, van1 de talen-
ten , door welke het refpecl: , dat men aen fijn Charaeler verfehuldigt was,
verweckt word.
Voor de refte was hy fo weynig findelijk , ende fijne Klederen ende Han-
den waren fo morffig, door het gedurig handelen van fijne Hammen,dat hy
beter een Keucken jongen,dan een Apoftolifch Commiflaris geleek ; maer,
wen Gom- Tioedanig hy ook mogte wefen , foo wierde hy doch evenwel gefchiekt, tot
miiFaris. de directie ende het beleyt van defe Sendinge van Spaignien tot Me*""*,
welke drie duyfent Spaenfche mijlen van malkanderen leggen , en- dan nog
foo veel weegs aan geene zijnde , van Mexia tot aan Manilla , welke Plaats
deHoofc-ftad yan de Philippijnen is, houdende ¿zVw-B$y aldaerfijn Hof.
H E -T
3?
haar een
ander in fij-
ne plaetfe.
Ongenoe-
gen hier
over.
Hoedanig-
heden van
den nieu-
I.Boeck. DoordeSpaenfehelVefl-Indiën. III. Cap. 13.
HET III. CAPITTEL.
Van het vertr 'eek van de Vloote van Indien van Cadix, en
van degedenchwaerdighftefaeckens welcke gedtierende die
Reyfe zijn voorgevallen.
DOmCarhi d'Y^rr^Admirael vandeGallioenen die in de Baye van Ca-
dix waren, dede op den eerften July des agter-middags een ftuck Ge-
fchut af-fchieten, welkefchoot de Zee-luyden gemeenlijck de Zeyn-
fchoot noemen , ftreckende defelve om alle foo Paffagiers , Soldaten als
Boots-gefellen» te waerfchouwen datfy haerdes anderen daegs des mor-
gens,eenyder aen zijn befcheyden boom fullen hebben te begeven .
Op den tweeden July des morgens feyde men ons,dat feekerEngelfch Re-
ligieusigenaemt Frater Paulus van London die te Si.Lucar woonagtig was,
een brief van den Hertog van M<?¿j'w¿ hadde weten te verkrijgen, welke hy
ook aen den Gouverneur van Cadix hadde gefonden,door de welke hy hem
belafte onderfoek na mijn Perfoon te doememop wat plaetfe ik ook gevon-
den wierde3my te arrefteremom datde Coning van Spaignien hadde verbo-
den dat geen Engelsman,onder wat pretext het foude mogen wefemnae de
Indien foude pafleren,
Die ouden Man dede dat expreffelijk om mijneReyie te beletten,hebben-
dete vooremten felven eynde, al verfcheydene brieven aen my gefchreven,
ende felfs eene van den Pater de la Fuente Pr o vintiael van Caflilim> die me t
den Graeve vanGondemarin Engeland geweefthaddetoegefonden, welke
beloofde fijn befte tejdoen tot mijne bevorderingen mits, dat ik- van mijne
Rey fe foude afftaemen met hem nae Cajiilienkeeren,-
Maer niet eene van die brieven konde my daer toe bewegen, ook belette
alle het onderfoek,dat den Gouverneur konden doen,my niet mijne Reyfe
voort tefetten,want,fo dra als wy gewaerfchout waren ,wierde ik alleen aen
ons boord gevoelende heyraelijk in een Tonncuyt dewelke men ten dien
eynde de befchuyt nam,verfteeken.
Soodanig dat , wanneer derr Gouverneur aen boord quam,om te onder-
foeken of nieteenigEngelsmanin ons Schip was,de Pater Calvó refolutelyk
van neen antwoordde, wel wetende datmen my noy t in de holligheyd van
een Ton foude gaen foeken, en dat het daer door niet mogelijk was my te
ontdecken;waer door,nae dat de Gouverneur te rugge was gekeert,fonder
my gevonden te hebben,dat voorval den geheelen dag voor een praetje om
den tijd te verdrijven aen ons gefelfchap verftrekte.
Hier op vertrocken alle onfe Schepemde eene voor ende andere na,uy t de
Haven , haer af-fcheyd van die van de Stadt nemende, en defelaetfte haer
weder een geluckige Rey fe toewenfeh ende.
B 3 v°°
foon des
Autheurs
gedaen.
Waer door
veroor-
facekr.
Den Au-
theur wert
verfteec-
ken.
En raekt
ihZeea
1»
?Tf
— -
Getal der
Schepen
van de
Vloot.
Plaetfen
op dewel-
ke fy het
gemunt
Reeft.
Laedinge
van defel-
ve.
Wat Gloo-
ien op de
Vloot
waren.
Aertder
Jefuiten.
14 I.BoECK. Voy agievanThomas Gage III.Cap,
Soo dat als fy alle in de ruyme Zee waeremen dat de hoope van weder aen
Landt te mogen komemom de vryheyd en het vermaek dat wy te Cadix ge-
had hadden, te mogen genieten, verlooren was, fóo begonden onfe jonge
Monicken te wenfehen om weder aen de Wal te mogen geraeckemfommi-
ge lieten haere gedagten gaen over de delicate Gerichten die men haer had-
de aengedifcht, en andere weder verwonderden fig o ver het groot getal van
fo veel heerlijke Schepen uyt het welke onfe Vlootebeilond, welke met de
agt Gallioenemdie ons tot aen de Canari/e Eylanden toe moeftenConvoyé-
ren, beftond uyt een en veertig Schepen in het geheel,2,ijnde defelve nae
verfcheydene Havenen van Indien gedeftineert.
Twee van defelvehadden het op Porto Rjco gemunt,drie op St. Domingo ,
twee op Jamaica , en op hetEyland Margarita , twee op de fí¿t/4M¿,drie op
Carthagena,twee op Campecbe,nog twee op de Honduras ende Truxih^naQ
fefthien leydden het aen op St.fan d'Ulhua ofte Vera Cru%.
Sy waeren allegelaeden met Wijnen,Vijgen,Rafijnen,01yven,01ie,Lij-
waeten,Laekenen,Yfer ende Quick-filver,het welke laetfte men gebruyekt
om het loutere filver van de Mijnen van Sacatecas ,te fcheyden van de yfer-
achtige klompen aerde met het welke het vermengt is.
De aenfienlijckfte Perfoonen die dat Jaer met defe Schepen overvoeren*
waren de Marquis de Seralvo met fijnHuys-vrouwe3 gaendehyomhec
Ampt van Viceroy van Mexico waer te neememin plaetfe van de Marquis
de Gehes,die ug,uyt vreefe van het gemeene Vólk,het welke dat Jaer tegens
hem was opgeftaen,in een Kloofter opgefloten hadde.
Die Marquis van Seralvo hadde fig begeven aen het Boord van het Schip
genaemt St. Andries , hebbende by hem de Priefter ende Inquiíiteur van
Valtedolit Dom Martin Carillo > die in de qualiteyt van Inquiíiteur Generael
nae Mexico wierden gefonden, om fig te informeren van het different , het
welke tuiïchen de Marquis van Gehes ende den Aerts-Biflchop ontftaen
was,als mede wegens den oproer die daar op om haerent wille was gevolgt,
hebbende hy mede volle magt ende authoritey t om te mogen in de geyanc-
kenifle werpen,ende doen ftraffen die gencdiehy foude Ichuldig vinden.
Met het Schip genaemt S.Geertruyd voer óver Dom \uan Niño de Toledo»
welcke gefonden wierde om Prefident in Manilla, gelegen in de Philippijn-
iche Eylanden, te wefen, ook was in het felve Schip de gantfche Sendinge
der Jefuiten»die dertig fterek zijnde,daar nae toe trocken.
Sy hadden fig aireede in fijne goede gonfte weten in te boefemen* en om
fig, geduerende de Reyfe, des te meer daer in te beveiligen, hadden fy het >
op een aardige wyfe, foo weeten te befteeckén, dat fy op een ende het felve
Schip met hem geplaetfl: wierden, want die Luyden,op wat plaetfe desAerd*
bodems fy haer ook bevindemtrachten altoos omtrent de Perfonen van Ko-
ningen ende Vorften,en van die gene, die de Volckeren gebiedende weien.
Onfe Sendinge van de Ordrevan St. Dotninicus, welke uyt feven-en-
twüa-
I.Boeck. Door de Spaenfche Weft-fadïén. III. Gap. 15
twintig Religieufenbeftond, was geè'mbarqueert op het Schip Sr. Anthony,
en op het geene dat onfe Vrouwe vanden Regul genaemt was, waeren vijf.
ende twintig Monicken van de Paters de la Merced, gaende nae Mexico, on-
der de welke eenige waeren van het getal van die geencdie naemaels haere
meflen tegens de Crtolen van defelve Ordre ende Profeffie trocken,foo hier
vorens is aengeraeckt.
Onfe Vloot begaf fig^dan in Zee onder het Convoy van die acht Gallioe- Convoy,
nen, om haer te befchermen tegens de Turcken ende de Hollanders, welke
de Spaenfche feer vrefen op hare wegh te ontmoeten.
Wyfeylden met een aengenaeme ende voorfpoedige Wind, zijndede
Zee feer kalm ende ftihtot dat wy quamen aen de Goife de Ui Yegu¿ut,oñe Holle Zee.
der Merriën,alwaerdeopgefwolleneen bulderende Baerenfo iterck achter
tegens onfe Cajuyt iloegen, dat wy yder ogenblik vreefdemdat fy het Beeld
van St.Anthony,dat achter aen ons Schip ftond,fouden ter needer werpen,
en dat alle onfe Galerijen door de woede des Zee'es fouden afgefmeten en-
de verbrijfelt zijn geworden. HetCon-
Als wy de periculen ende het gevaer van defe Golfe waeren te boven ge- voy ícheyc
komemnaemen de acht Gallionen haer af-fcheyd van ons,en verlieten onfe van de
Coopvaerdy-Schepen om een yder voor figfelve teforgen. Ylootc,
Heticheyden van die twee Vlooten gefchieden wederfijds met een groóte
toeftehnaedat men hetGefchutaen beyde kanten veelmaelen geloft hadde*
om malkanderen te groetemfo befogten de eenen de andere met haere Cha-
loupen, ende den Admirad van onfe Vloot gaf aen fijn Boord een heerlijck
Middag-mael aen die van de Gallioenemgelijck ook de andere Capiteynen
op haere Schepen deedemeen yder aen de Bediende ende voornaemfte van
de Koninghlijcke Vlooten dehaer Maeghfchap ofte kennifle waren .
Het was een aenmerckens-waerdige faeke te fien het geene dien dag on- £<*ouw ea
der ons Indiaenfche Apoftelen voorvielifommige fugteden op yder oogen- beiigheyd
bliksen wenfchten met de Gallioenen weder na Spangien te mogen keeren; TrWg
andere,dog te vergeefs,fpanden alle haere krachten in,om fulcks van onfen «»™»«?»*
Superieur Calvb te mogen vertor ijgemen de derde waeren feer befig om brie-
Ven aen haere Sufters en andere Vrienden, die fy te Cadix gelaeten hadden,
tefchrijven. . ,
Het Middag-mael voleyndigtzijndcende beyde de Admiralen van mal-
kanderen affcheyt genomen hebbende,wierde van de kant der Gallioenen
de feyn-fchoot geloft, die fig daer op, tot de wederom«reyfe,by malkande-
ren gevoegt hebbende, naemewy ons affcheyd,de eene den andere goede
reyfe toewenfchende, waer op fy haer Cours nae Spaighienftelden, en wy
vervolgden de onfe nae America,hebben¿e,tot dat wy aldaer gekomen wae-
ren, altoos voorde wind. , , , /,, . -
Het is een aenmerklijke faekcdat, fo drae m en op de hoogte van de Ca- Paflaet-
narifcbe Èylanden is gekomen, men altoos een en defelve ffi^die^g wind.
1-6
Ï.BoECK.
Groóte
ftilteii.
Dorado.
Groóte
Foyagievan7homasGage III.Cap,
Ooften nae het Wefren fchiet, ontmoet; ook is die wind fo voorfpoedig tot
dieReyfe, dat, ibo defelveniet fomwylen door de calmten ende ftilten
wierde opgehouden, het feecker is , datmen die weg in minder dan een
maend foude af-leggen.
Wy voor ons wierden fo dikrnaelen door de gemelte calmten en ftilten be-
lopen , dat wy , voor den twintichften Augufti , ganfch geen Land ontdek-
ten , en by-na tes weecken voeren in foodaenige geruftigheyd als of wy op
eenfoetebinne-landfche Riviere hadden geweeft, ons onderwijlen ver-
maekende met het vangen van verfcheydene foorten van Viflchen , van de
welke eene was die de Spaignaerden Dorado noemen , en die wy met reeden
den naem van Goud-vifch foude mogen geven, om dat , fo lange hy onder-
wateris, fijne fchubben niet dan Goud fchijnen te zijn.
Wy vonden foo groóte meenigtevan die VilTchen, dat den haeknietfoo
draein het water was, of wy hadden een Dorado gevangen, foodaenig dat
wij'er veele meer uyt vermaek , dan om dat wy die nodig hadden , vongen,
van defcl- ook fmeten WY defel ve,na dat wy die binnenScheeps-boord hadden gehaelt,
VCi weder in Zee, om dat,dat flag van vifch bequaemer is om verfch dan om ge»
fouten gegeten te worden.
De vin., Wy PaiTeerden aldus den tijd feer geneuglijk in onfe Schepemen genoten
dorr Ha ,veel olijke vermaeklijkheden , totdatwy het eerfte Land, zijndebetEv-
1 hndVefirado, ontdeckteni ' uc*ccr*>
Op den laetften July , zijnde defelve den dag op dewelke men het Feeft
van den H. ïgnatius , Patroon en Grond-legger van de Jefuiten, vierd , fae-
genwy, desdaegstevooren, de Zeylen van het Schip St. Geertruyd, op
net welke, foo als ik boven gefegthebbe, dertich Gefellen vandieOrdre
waeren , t'eenemaal met wit Lij waat bekleed 3 de Vlaggen ende de Wim*
pels van het ielve verbeeldden fommige eenige iin-fpreucken waepenen en
cyfFers van de Jefuiten , en andere het Beeld van St. ïgnatius ; alle de Maften
ende de ree'en waeren behangen met papiere Lanteernen in dewelke bran-
dende Keerflen ftaecken die den gantfchen nachtover ligt gaven,gedueren-
de dewelke de Spaigniaerden niet af-lieten van fingen en metFiuyten ende
Schalmeyen teipeelen , boven datmen ten minften vijftig Canon-fchooten
uyt het Schip lofte , en meer dan vijf-hondert vyer-pijlen aenftak , die een
wonderlijkefchoone uytwerckinge deeden, door dien het feer ftil en helder
wee'er was.
De Feeft-dagfelve wierde met noch veel meerluyftergeviert,de Jefuiten
deeden een Generaele Proceflie in haer Schip,fingende heylige Lof-fangen
endeTegen-fangen ter eeren van haren HeyligenVoorftander endelnftelder
van haere Ordre , die gevolgt wierden door een meenigvuldig af-loíTen van
het Gefchut van haer Schip,vergetende onderwijlen de SpaenfcheMatrofcn
niets , van haere kand , van het geene dat de heerlijke Pragt van dien dagh
ende de gemeene vreugde konde vermeerderen.
Op
op.
Dejefui-
ten vieren
feerprag-
tigh het
Feeft van
¿aren Pa-
eroon.
r
I. Bo-ECK. DwrdeSpenfcheJVeft-Ináién, IV. Cap. ij
Op den vierden dag van Auguftus , die aen St.Dominicus, Grondtlegger a«oocb
van de Ordre der Jacobijnen ofte der Predik-Heeren , is toe-gewydt , wilde Jj-^0"
het Schip St. Antony,in het welke ik was.het Schip St.Geertruyd in dek be- /
toonde pragt overtreffen, en dat door de mede-hulpe van feven en twintig
Religieufen van die Ordre die daer in waeren.fteekendehetfelveboven haer
niet alleen uyt door het meenigvuldig af-fchieten van hetGefchut, door het
ten hemelwaerts fenden van meer vyer-pijlen, door het aenfteeken van Fac-
kelen,door het geluyd van Mufijcq Inftrumenten en andere oppronkingen
van het Schip , maer ook door een heerlijke Maeltijd, welkers Gerigten
uyt Vleefch en Vifch beftonden , waer mede fy alle de Jefuiten onthaelden £en Co
nevens Don \uan Niño de To/e¿o,Prefident van Manilla, en den Capiteyn van me<ne
het Schip St. Geertruyd ¡ nae de Maekijdt gaven íy haer eene Comedie , die binnen
uyt de Wercken van Lope% de Vega getrocken was , en die vertoond wierde Scheeps-
door fommige Soldaten , Paffagiers en jonge Religieufen , met foo grooten boordt
hiyfteren een fo wel verciertToneehals het op het befte Schouburg van het vertoont»
Hof te Madrid foude hebben konnen gefchieden , en dat alle in het naeuw
, ende engh begrip van ons Schip.
Om te aengenaemer de vreugde van dien dag te befluy ten wierden nae de
Comedie aengeregt een feer lecker Banquet,beftaende uyt allerhande foor-
ten van Confituren ¿waer nae onfeChaloupe met die van St.Geertruyd oníe
Vrienden weder aen haer Boort voerde,nemende wy ons affcheyt van mal-
kanderen onder het geluydt van Schalmeyen ende Trompetten ende onder
het donderen van verfcheydene Canon-fchoten, die,fo alsfy van onsSchip
af-ftaecken, geloft wierden.
Opdefe wijfe vervolghden wyonfereyfemet een voorfpoedige windt, Sien het
hebbende onderwijlen veel ftilten, geduerende dewelke wy onfen tijdt met ÄP'K .
allerhande foorten van fpelen ende vermaecklijckheden doorbraghten , tot ^eS*r*r*i
op den twintighften dag van de Maent Auguftus, als wanneer wy het eerfte
Landt, zijnde het Eylandt Difirado , foo als ick bevorens gefeght hebbe ,
ontdeckten.
HET IV. CAPITTEL.
Van de Eylanden die wy ontdeckten en van de dingen die ons in
defelve gebeurden.
D
E AdmiraelvanonfeVlotefich verwonderende daer over dat wy foo
weynigh vorderden,hebbende wy federt den tweeden July tot op den
19 Augufti geen Land genen of ontdekt, dan alleen de Canari-
C fche
z*mm
a&.
Verfchey-
dene gif-
iïngender
Srierlieden.
Sien Mari-
galante
enSt. Do>
minique \
Anckeren-
de voor
Guadafou-
De Wil-
18 LBoeck. Voyagie vanThomas Gage IV. Ca^
fche Eylanden, foo deede hy, op den ochtend van gefeyden dag;, allede
Stuer-luyden van de andere Schepen ontrent fijn Boord komen ,om haer ge-
voelen te weten wegens deplaetfc ontrent welke wy ons doen bevonden,
en hoe verre wy nog van Land mogten wefen.
Ten dien eynde naederden alle de Schepen,het eene voor ende het ande-
re nae, aen onfe Admirad, opdatfo,een yderStuer*man,inhet voor-by
v5eren,hem fijne meeninge mogten feggen.
De verfcheydene gevoelens van alle die Stuer-lieden gaven groóte ftofre
toe lacchen aen alle de PaiTagiers, welke daer door befpeurdden hoe feer fy
van malkander verfchilden, en hoe weynig over-een komft onder defelve
was.
De eene feyde,wy waeren nogdrie-hondert mijlen van Landcode andere
twee-honderr, een derde hondert, de vierde vijftig» de eene meer, de an-
dere min, gillende fy alle buyten dewaerheyd,fooals dat by gevolg bleeck
ende door de uytkomfte befpeurt wierde j alleen wäs'er een oud Man,
Stuerman op het kleynfteSchip van de gantfche Vlootcdie voor vaft ftaen-
de hieltidat wy,met de flappe koelte die wy doen hadden,des anderen daegs
's morgens aen het Eyland Guadeloupa fouden komen. '
Alled'anderebefpotten hem,maer hy hadde veel meer reden om om hare
onwetenheyd te lacchen , want den volgenden dag , met het opgaen der
Sonne, faegen wy vlack voor ons leggen het Eyland dat de Spaigniaerts De-
firado, ofte het Begeerde, Gewenfch te, noemden, om dat in den beginne
van deontdeckingeder Indien,hetfelve het eerfteLandt was dat fy vonden,
begeerendeende wenfchendefydoen,foo wel als wy nu,eenigh Landt op te
doen,n a dat fy fo lange op Zee hadden gefworven.
Nadatfagen wy aenftonts eenandere,Mdr/£d/<a»iegenaernt,doenogeen»
Dwa;M;^«egeheeten,eneyndelijckdat van Guadalaufe^ het welke het gene
was dat wy fogten foo om ons te ververfchen als ons Lij waed te waffchen ,
en om vers Water inte neemen, dat wy ten hoogften van nooden hadden.
t TuíTchen twe ende drie ueren na de middag quamen wy op een feer vey~
lige Reede, die vlack voor het Eyland, leght, alwaer wy de Anckers lieten
vallen ,fonder eenige vreefe te hebben voor de naeckte Wilden,foo van dat
als van de omleggende Eylanden, als dewelke met groóte vreugde Jaerlijcks
de komite vande Spaenfche verwagten.Sy reekenen haer Jaren by de Mae-
nen,en door dat middel weten fy den tijd op dewelke iy komen moeten.
Eenige tijd van te vooren vergaederen fy een partye Suyker-riedt,als me-
de de Vrugten die fy Annanas noemen,Schild-padden ende andere diergelij-
keeet-waeren, welke fyaen de Spaenfche, voor haer Cramerijen en Koop-
manfehappen verreuylen, als Yfer,Meffen ende andere dingen van de wel-
ke fy fig kpnnen bedienen in de Oorlogen,die fy gemeenlijk tegens de In-
woonders van eenige naebuerige Eylanden zijn voerende.
Eer wy het Anker in de grond geworpen hadden,quamen ons yerfcheyde
— ■—
I. Boeck. Door de Spaenfche Weft-Indíén. IV.Cap. 19
van die Indiaenen in Canoas aen 8oord,van dewelke fommige aen haer ag- °ei) konien
ter fteven door de EngelfchcHollanders ofre Franfche befchildert,waeren, aen Boorr-
gelijk fukks bleeck door de verfcheydenheyd van hare waepens>zijnde die
Reede,vooralleNatiemdienae^/»ew¿feylen,gerneen.
Sybragten ons damvolgens haere gewoonte, veele Indiaenfche vruch- .
temmaer onder veele andere .was de Ánnanas die geene welke ons de aenge- Annams'
naemfteinhet oogfcheen, die wy ook wat de fmaek belangt voor de befte
keurden. . „ '
Wy konden in de beginne niet naelaeten ons te verwonderen, íiende die Cjmct ¿cz
Menichen t'eenemaalnaekt3met haer lang Hooft-hayr dat totophetmid \Vilden.
den van haere rugge af-hing,fijnde in haere aengeiïgten de figuere van ver-
fcheydene foorten van Bloemen gefneden , en draegendefy kleyne dunne
plaerjens aen het tipje van haer neus,even als de ringen die men in fnuyten
der Varkens fteeckt>om haer het vroeten in de aerde te beletten.
Sy vleydden ons even als de Kinderen, fommige in haere Taelemdie wy Hacreu
niet verftondemtot ons fpreekende,andere weder,maeckten fekere teecke- treckt tot de
nen om ons te kennen te geven, het geene fy begeerden te hebbemdog on- Wijn.
der alle de teekenen was'er geen dat van ons Volck beter begrepen wierde,
dan dat door het welke fy Spaenfchen Wijn vorderden;om haertevermae-
kemgaeven fyhaerdefelveook,ennaedatmen haer daar een goet glas vol
van hadde doen drinkemvielen fy,fmoor-dronken zijndcop den Overloop
ter needer.*en wentelden figom als jonge Varekens.
Door dien het nu hier mede feer aen de avond begonde te naederen,ioo
bsilooten onfeReligieufen dien nagtaenBoord te blij vemen des volgenden
daegs,om het binnenfte des Eylands te befien, aen Landt te gaen, waer nae
toe veele PaíTagiers ende Matrofen nog dien avondt gingen, van dewelke
nog fommige voor den nagt weder aen Boord quamemmaer andere verble-
ven den geheelenagt onderde Indianen.
Des anderen daegs des morgens voer ik met de meefte andere Religieufen Den Au-
aen Land,en hebbende aen eenige Spaigniaerden het waflehen van ons Lij- theur
waet aenbefteet, foo verfpreydden wy ons hier en daer van malkanderen , «ekt te
gaende fomwijlen twee en twee altemet weder alle met malkanderen aen op Lande op
andere tijden weder een ygelijckalleen,ontmoetende op onfenwegh veele Guadalou-
Indiaenen die ons gantfeh geen quaet deedden, maer in tegendeel ons ?*'
ftreelden ende careíTeerden even als deKinderen en ons haere vrugten aen-
booden, daer tegens van ons vorderende eenige SpeldemNeftelingen ofte
ondeugendeHandfchoenen die fy ons faegen draegen,het welke ons dan de Mjn£em^
vrymoedigheyddedeneemen van tot eenige van haere Hutten ofte Huyfen ^ ¿ der'
tenaederen , in dewelke fy ons feer vriendelijk onthaelden , zijnde de fel ve inWoon-
gebou wt by een feer fchoone Reviercfy gaeven ons onder andere van hae- <jerSo
ren Vifch en Geyten-vleefch te eeten.
Op den Middag ontmoeten ons op het midden van den Berg eenige Je- f
C 2 * fuiten
"'¡T*~
—^
2-0 I.BoECK. Foyagte vanThomas Gage V.Cap.
fuiten van het Schip St. Geertruyd, welke feer aendagtelijk ende met groo-
te opmerkinge metfeeker Mulat ofte Hal f-flag fpraeken , gaendedefclve
gantfch naeckt , even al eens als de andere indiaenen.
\V
\'\V'
HET V. CAPITTEL.
Aenmerckelijcke Hiftorie vanfeecker Mulat ofte Half-Jlagh
zijnde in Sfaignien een Chr ijlen gehoor en , welcke by -geval
door dejefuiten in Guadaloupa ontmoet wier de.
D^.fe Mulat was een Chriften, gebooren binnen de Stad van Sevilicn in
parijen ,[aïwaerhy de Slaeve hadde geweeft van feecker rijk Coop-
man, hy was Louis genaemt enfprack de Spaenfche Taelevolko-
Aenmetc- mentlijckwel.
kehjcke Het was doen omtrent twaelf jaeren geleden dat hy fijn Meefter ontlopen
Hiftorie was, ter oorfaeke van het harde onthael dat hy hem aendeede , en zijnde te
■vaneen Cadix gekomen,begafhy figin den dienft van een Edelman dienae Amertca
Mulat, voer, welke hem met hem deede Scheep gaen.niet gelovende dat fijn Mee-
fter oyt eenige tijdinge van hem loude konnen verneemen,als hy in de nieu-
we Weereldfoude fijn gekomen-
Defe M«/4f,noginverfchergeheugeniiTehebbende5hoeveeleflaegenhy
van fijnen eerften Meefter hadde ontfangen, ook vreefendedathy moghte
te weten komen dathy in America wassen hem van daer weder na Spangien
doen voeren, of ook dat fijn nieuwen Meefter de wreedheyd van de oude
moghte komen nae te volgen, hebbende hy daer toe groóte redeneneer oorr
faeke van de flaegen diehy t'Scheep van hem onttangen hadde, nam voor*
¿Jaer quaemen dan van wat het wilde, liever onder de Indianen te willen
iterven , dan langer onder de flavernye der Span gniaerden te leven.
Stellende dan op diè wijfe fijn leven in handen van het goede ofte quaede
geluck , verftak hy fig agter het geboomte dat op het gebergte wafcht,tot
die tijd toe dat de Schepen vertrocken waren.waernaefigby de Indianen
begeven, en onder defelve eenige vodderijen, diehy fijn Meefter onunoo-
men hadde, uytgedeeld hebbende, wierdt hy van haer feer vriendelijck ont-
fangen, foodaanig, dathy fig voor haer en fy fig voor hem behaeghlijck
aenftellende , fy met malkanderen leefden even als of hy van haeren Land-
aert hadde geweefto
Hy nam van tijd tot tijd acht om fig feer forghvuldelijk te verberghen als
dé Spaenfche Vloten aenquaemen, en hebbende op die wyfe twaelf jaeren
onder ¿de Wilden geleeft , hadde hy onderwijlen haereTale geleerd , en fig
aen
—
LBoECK. DoordeSpaenfcheWeft-hdien. V.Cap. 21
aen een van haere Vrouw-luyden vertrouwt,by dewelke hydoemaels drie
levendige Kinderen hadde.
Defe Jefuiten, hebbende hem dan nu by gevalle ontmoet, en bemerkende
eer door fijn kort gekrulde Hooft-hair dat hy een M u/at was dan door fijn
íaluwe ende geele Couleur,om dat alle de Indianen fig de geheele huyd mee
cenroode verwebeftrijeken, fo viel haer aenftonts 'm op wat wijfehy daer
mogte geraekt, ende aldaer niet anders gekomen zijn dan door middel van
eenigeSpaenfche Scheepen , foodaenig datfy hem aenfpreeckende , en be-
vindende dat hy de Spaenfche Talen verftond , uyt hem de waerheyd van
fijne gefchiedeniiïe vernaemen.
Als wy nuby haer gekomen waeremfo begonden wy gefamentlijkdefen
armen Ch riften te vermaenen tot het verlaeten van dat ellendig leven, in
het welke hy dog fijne Saeligheyd niet vinden konde, belovende hem fijne
vryheydfohy met ons wilde gaen.
Die arme Menfche, diet'federt twaelfjaeren niet een woordt van den
waeren Godt gehoordt hadde , en die nevens die blinde Heydenen Hout
ende Steen aenbadt , fchreyde evenwel heete traenen ib drae hy weder van
JESUSCHRISTUS,vandeverdoemeniiïe der Helle, en van de eeuwige
vreugde van het Paradijs, hoorde fpreeken , ons verfeekerende dat hy feer
gaerne met ons ibude gaen, ten waere hy hier in wederhouden wierdédoor
fijne Vrouw en kinderen , die hy tederlijk beminde en niet konde verlaten ;
Waer op wy hem antwoorden,dat,fo by defelve ook met hem wilde ley-
den, hy door dat middel haerezielen foude kon n en behouden , en dat wy
hem verfeekerden dat wy ordre foude ftellen en forge draegen , dat nog hy,
nog fijne Vrouwcnog fijne Kinderen , het noyt aen middelen » tot haer on^
derhoud nodig, foude on tbreecken.
Defe half-flag luyfterde naedit allesfeer neeritelijk, maer hy wierde
terftont door feckerefchrick bevangen,door dien hy eenige Indiaenen fag
pafieren,die bemerkt-hadden dat hy fo een lange wijle met ons hadde ftaen
praeten , dat was de reden waerom die arme Menfche gantfeh bevreè^t tot
ons feyde, dat hy in gevaer van fijn leven was,om dát wy hem gekend'nad-
den^en dat hy vreefde van de Indianen gedood te worden, die in agterdogt
waren ,-vart dat wy hem met ons wilden voeren, dat, fo wy dat deeden , ge-
lijck men in het Dorp feyde , wy hare vnndfehap wel haeftin op-lopent-
heyd ende raefernije tegens ons foude fien veranderen.
Maer wy antwoorden hem dat hy geene vreefe moeite hebben wegens1
het geene dat fy tegensons foude willen onderftaen, dat wy feer wel van
Soldaeten ende Gefchut voorfien waeren , om fo wel ons als G¡n leven W
befchermeri:, dat hy maer förge foude draeghen om fijn Vrouwe ende Kin-
deren aen hetStrand te brengen , rer plaetfedaer ons Volck haer Lijwaet
drooghden , welcke hem dan wel fouden befchermen tegens alle die gee-
Eie die hem eenigh leet fouden willen aendoen, en dat'er een bareque
C 3_: fou-
&r
-wp«. m* ■.
Blinden
y ver der
Mor.icken
22 I. Boeck. FöyagievanThomasGage V.Cap."
foude gereed leggen om hem inteneemen , ende nevens fijn Vrouwen
Kinderen aen het eene ofce ander Schip te brengen.
De Mulat beloofde het geene wy hem geraeden hadden in het werk teilel-
len , en dat hy door een aardigheyd fijn Vrouw ende Kinderen aen hef
Strandt fouden brengen jOnder voorwendinge van haere waeren aen de on-
fe te verkopen, mits dat fig doe ook eenige Jeiuiten ,die hy ligtelijck aen hare
fwarte Tabbaerden fouden konnen kennen, moeiten bevinden, om hem in
eenBarqueteontfangen, en by gevolge aen de Schepen te voeren.
Hier op fcheydde hy dan van ons* t'eenemael voorgenomen hebbende ,
immers fo het ons icheen , te doen het geene hy ons belooft hadde.
Onfe vreugde was groot.in de hope die wy gefchept hadden,van vijf zie-
len uytdeduyfterniiTenvandeHeydenfche Afgoderijete fullen trecken ,
om haer het ligt van het Chriftendom te doen genieten.
Vooral ftack die vreugde onder de Jefuiten uyt,die den AÍ«Aí¿ eerft aen¿
gefprooken hadden, hoopende datdiefaeke, foofygeluckelijckquaeme
uytvallen, haer niet weynig eere, aenfien ende geloof foude toebrengemin
den voortgank van hare Sendinge.
Nae dat fy haer af-fcheyd van ons genoomen hadden3haefteden fy fig om
weder aen de Zee te komen, endeden Admirael ken niiTe te geven van het
geene (y gedaen hadden, en te beftellen dat de Boot van haer Schip vaerdig
foude fijn om de Mulat Louis met fijn gantfche Huys*gefin in te nemen.
Wy keerdden ook weder nae het ftrand,om te fien of onfe Hemden ende
andere Kleederen droog waeren, endeielve gereed ende onfe Bood aen
Land gevonden hebbende,ioo begaf fig het meefte gedeelte van ons Gefel-
fchap j nevens my, aen Boort van ons Schip, laetende twee ofte drie van de
onfeaen Land,nevèns veele van de andere Schepen,en byfonderlijk van de
Jefuiten , die haereproyeverwagteden.
Soo drae als wy aen ons Schip waeren gekomen,bevond fig het meefte
gedeelte van onfe Religieufen foo brandende van y ver, ter oorfaeke van de
vrientfchap die ons die Wilden betuygt hadden,dat fy wilden vaftelijk voor-
neémen om in ,dat Eyland te verblij ven,en haer aldaer needer te flaen,om
haer tot het Chriftendom te bekeeren,fig inbeeldende dat die faekefecr ge-
mackelijk om te doen foude vallen,z,ijnde dat Volk van een feer foeten aert,
ook was'er gantfch geen gevaer om onder haer te blijven woonen,ter oor-
faek van de Spaenfche Vloten, welke Jaerlijcks aldaer paiTeren de, feerlig-
telijk fouden köaaen verneemen naehetonthael datmen haer aendeede.
Oock waeren 'er andere die door den y ver fo feer niet verhit waeren3en die
haer voorwierpen dat fulcks eene ruykeloosheyd foude zijn,endeeen grote
fotternye,fijn leven op foodaenige wijfe onder die woefte ende barbarifche
Menfchen te willen waegen,levende fy veel eer als de wilde Beeften dan als
reedelijkeSchepfelen.
Dog die gene, die het meefte ontfteecken waeren, veragteden alle die
reede-
■
WÊaam
i
fej E
■i
'
*%¡£
•
LBoeck. DoordeSpaenfcheïFeJl-Indién. V. Cap. 23
reedenen, feggendcdat het argfte, dathaerfoudekonnen overkomemwas
door die Widden vermoord,opgeoffert ende gegeeten te wordenden dat het
alleen om fulks was dat fy uy t Spanjen getrocken waren,ten eynde fy met de
Kroone van het Martelaerfchap fouden mogen verciert worden , ende te
mogen ftqrvendenacme van JESUS CHRITUS°belijdende,en fijnEu-
angelium onder de Heydenen predikende..
Terwijlen wy nu over dit Huk malkanderen luftig met woorden te keere
gingemfaegen wy feer fch ielijk een groot gewoel en tumulte op het Strand,
vlugtende ons Volk gintsen-herwaer'ts, haer Lijwaetverlaetende, en loo-
pende met groóte haeft nae de Sloepen ende Booten , die fy fo veerdig en
haeftig vervulden, dat eenige van defelve foncken, nevens alle die gene die
daerinwaeren.
Maer het gene ons het meefte dede erbarmen, was het deerlijk geroep van
de armen Vrouwen, van dewelke figveele te water begaven, willende dat
liever doen in hope van door eenigeBood ofte Chaloupen gevift te werden,
of, ophetergíte, te verdrinkemalsfig gevangen te geven, ende, daernae
wreedelijk door de Tndiaenen vermoord te worden.
ín het midden van de verwonderinge, in dewelke ons die fchielijke ver-
anderinge, van dewelke wy de ooriaek niet witten, gebragt hadden, fagen
wy een groóte meenigte Pijlen van agter de Boomen van het Bofch komen
vliegen,en daer door bemerckten wy voor feeker dat de Wilden tegens ons
volk opgeftaen waeren .
Dit woelen en duerde geen half uer,wan tonfen Admirael deede aenftonts
twee a drie ítucken Gefchut loiïen , en font een Compagnie Soldaten aen
Land,om het ftrand nevens ons Volk te bevrijden,het welke dan aenftonts
uytgevoerd wierde.endede Indianen verftroyden fig, ten eerften haer op
de vlugt begevende.
Onfe Sloep bragt drie Religieufen aen Boord,die aen Land gebleven wa-
ren, en veele van onie andere Paflagiers; onder onfe Monikken was'er een,
genaemt Frater fuan de la Cueva die gevaerlijk in de fchoudcr gewond was .
Hy haddemy feer gebeden om nevens hem aen Land te blijven, maer ick
konde daer toe niet verftaen, en daer door ontqiiam ik die dulle ende wree-
de aenval der Indianen.
Boven die geene die verdrcnken,welke naemaels aen het ftrand wierden
gehaeltjten getalle van vijfthien , vontmen drie Jefuiten op het fantuytge-
ftreckt leggen, en nog drie andere die gevaerlijk gequetft waeren,ook wa-
ren drie PaOägiers gedood en thien verwond, boven nog drie andere die-
men noyt levendig of dood konde vinden , waer door men oordeeldde dat
de Indianen defelve in het Bofch ontmoet ende vermoord hadden.
Onfe Mulat Louis, was tegens fijne beloftcniet gekomen , maer wel in
fijne plactfe een geheel Leger van Indiaenfche Verraders^fulcks deede ons
geloven,of dat hy felve ontdekt hadde het voorneemen van de Jefuiten, om
hem
Tumult op
hetStranr,
Loffelijke
refolutie
van eeenige
Vrouwen.
De Wilden
beveghten
deSpai-
gniaerden.
Dogh wer-
den verdrc-
Eenjaco-
bijner Mo-
nickge-
quetft.
Drie Jefui-
ten gedood
ende drie
gequeft.
—
Ooríaeke
van dien
op-loop.
Waght tc-
gens de
Indianen..
II
De Vloot
verfiet
iigh van
waeter.
Vertreck
van Quada
tóupa.
24 I. Boeck. Vbyagie van Thomas Gage V.Cap
hem met Vrouw en Kinderen mede re voeren, of dat de Indianen,het felve,
door de lange famerripraeck die hy met ons gehouden hadde,vermoedende>
het hem hadden uytgeperft en doen belijden.
Het is feer waerfchijnlijck dat dat deoorfaeckevan haeren opftand was,
want,gelijckjLouis gefeght haddcdat hy haer aen haere Cwarte Tabbaerden
foLide bekennen, foo fchijnd het, dat hy haer daer door beter, dan de andere,
aen de Indianen hadde kon n en af-beeíden,want men bemerkte dat hare Pij-
len het meeft op die fwarte Couleur hadden gemunt gehad , en dat, in min-
der dan een vieren-deel uers,vijf van haer íbo gedoodt als gequetíí waeren
gheweeft.
Onfe Soldaeten hielden die geheele nagt waght op het ftrand3haere Mus-
ketten dickmaelen loiTende,om daer door de Indianen te vervaeren, welcke
ons nae-maels oock niet meer verfcheenen.
Wy die aen Boort waeren rufteden niet veel meer dan zy , want wy waren
den gan tfchen nagt op onfe hoede, uyt vreefe dat de Indianen,des nagtsmet
den duyfter, onfe Schepen fouden komen aentaften, hopende ons,geduren.
dedenaght-rufte, te overvallen.
Sommige hadden meedelijden met de gedoodde ende de verdronckene ,
andere weder beklaegden onfen gequetften Frater f uan de la Cueva , die dien
geheelen naght groóte pijne in fijnen verwonden fchouderleed,ende derde
fpottendemetonfeyverigeMonicken, welke in dat Eyland hadden willen
gaen woonen , om die woefte Menfchen te bekeeren , haer feggende , dat fy
middel fouden gevonden hebben,om haer van het Martelaerfchap te verfae-
digen , want hadden fy maer tot aen den avont toe aen Land gebleven , vfoo
fou den fy haer tot de Maeltijd hebben bereyd endegaer gemaeckt.
Dog na die daet faegen wy dat haeren y ver ende luft feer was verkoelt, en
datfy geen luft meer hadden om by fo Barbarifch een Volk te woonen, maer
in tegendeel wenften fy nergens meer om,dan dat den Admirael welhaeft de
Seyn-fchoot foude ichieten,om daer op de Anckers te ligten , ende van foo
gevaerlijck een plaetfe te vertrecken.
Des morgens deeden alle de Schepen haer befte om het water aen Boord te
krijgen , dat haer tot het volbrengen van haere Reyfe nodigh wás , en men
bsfettehet Strand ende de Rieviere met goede waght, tot befcherminge van
ons Volck dat met die dingen befich was.
Wy faegen die gantfche uchtent gantfeh geene Indianen, ook vernaemen
wy geene tijdinge van die drie Mannen die ons nog ontbraecken,foodaenig
dat wy , nae dat wy ons volkomentlijck ververft hadden, tegens den middag
onfe Ankers opwonden en onfe Reyfcmet een gonftigeende voorfpoedige
. wind, die ons met vreughde de Reede van het Eyland van Guadaloupa deede
verlaeten , nae Ierra Firma ofte het vafte Land veryolghden£
HET
■ ■■■
I.Boeck. Door de Spaenfche fPeft-Lidiën. VI. Cap. 25
HET VI. CAPITTEL,
Vervolgh van onfe Reyfe totaen St. Juan d'Ulhua , anders
genaemt Vera Cruz 3 en hoe wy aldaer aenquaemen.
WY leyldden op den twee-ën-twintighften dagh vanAuguftus foo
voorfpoedelijkdat wy die Ey landen wel haeft uythet gelicht ver-
looren.
Den oploop der Indianen gaf ons ftoffe tot een lang difcours,en maekte ^oef-
dat eenige van onfe Religieufen begonden berouw te krijgen van dat fy rfï . ™f .
aengenoraen hadden delndiaenen te gaen bekeeren,en fy fouden , hadde mckeü'
.hetinhaeremagtgeweeftjiig daer van wel hebben willen ontiken.
Dog onfe Superieur Calvo dede alles wat hy konde om ons den moet we- Werd door
der in te fpreeken,ons veele Hiftorien van den goeden inborft van de India- Calvo .
nen van de Philippijnfche Eylanden , nae dewelke wy gingen , vertellende, gematst.
van de welcke het meefte gedeelte alChriftenen waeren,dieeen uytnee-
mende eerbiedighey t aen hare Prieflrers bewefen,feggende ook dat die gee-
ne, welcke nog tot het Chriftendom niet bekeert waeren,foodanig door de
maght van de Spaenfche wierden in toom gehouden, dat fy niettegens ons
fouden derven onderftaen.
De voornaemfte iorge die wy geduerende de twee eerfte dagen hadden,
was om onfe Annanajjen , dio wy van de Indianen gereuyld hadden wel te Bcfchrij-
beforgen. Die vrucht behaegde ons alle wonderlijken weLen daer was nie- ving van de
mand onder ons die defelve niet alfoo goed ofte beeter achte , dan alle de Annanas-
yrugten van Spaignien. Men pluckt die niet rijp,maer terwijl fy nog groen
is,men hangt die dan nog eenige daegen aen de folder,alwaer fy volmaeck-
telijk rijp ende geel wordt , foodanig dat yder ftuckjen van defelve foeter
dan Honingh bevonden werd.
Ons Suyker-ried was ons niet minder aengenaemrwanneer wy uyt het fel- Suycker-
ve de foete vogtigheyd fogen om ons den mont te ververiTchen. 5"*;
De eerfte weeke en aeten wy by nae anders niet dan Schilt- padden,die ons Schildpad-
als Zee-monfters voor-quamen,om dat wy die te vooren noyt hadden ge- den'
fien , hebbende fommige van defelve meer dan een elle in de breedte ; haer
fchild ofte ichulpe was foo hard, dat het radt van een gelaedene Karre
daer over konde rollen,fonder defelve te breecken. „, ;
Wy waeren feer verwondert alsmen defelve voor de eerftemael voor ons g^roü-
opende, iïende het groot getal van de Eyeren die fy in het lijf hadden, door en(je
dien'er in de kleynfte meer dan duifent waren. Onfe Spangiaerden maekten nuttjg_
goetCandeel van defelve, mengende fpecerijen daer onder. Hetgeenewy hCYC].
van het lichaematenfeheen veel eer Vleefch dan Zee-vifch te zijn, het wel-
D ke
.
Een ge-
quetfte
Jacobijner
Monick
ftcrft.
Sijneuyt-
•vaere.
Oock fterfc
eenjefuit.
Syfien
Porto Rico
ende St.
De Vloote
icheyd
Yaneen.
Groóte
ftilre.
Vis-
vangft..
20 I.Boeck. Foyagk vanThomas Gage VI. Cap.
keeenweynigmetfoutbeírróitz,ijnde,ende twee of drie dagen in de lughc
gehangen hebbende»- t'eenemae'l van fmaeck was als het Kalfs-vleefch, foo
dat wy'geduerende eenige daegen onfe Hoenderen ende Schaepemals oock
ons gefouten OíTen-vleefch ende onfe Hammen niet wilden aenlien, dewijl
wy dietljdtgeduerendeden overvloed van Zee-kalfs-vleefch hadden,om de
graegheyd van onfe maegen te verfaeden.
Nae vier dagen feylensjftierf onfen Religieus fuan de la Cueva die door de
Indianen was gequetft geweeil , fijn geheele licchaem was gei wollen , het
welke ons deede geloven dat dePijle, met dewelke hy in de borft was ghe-
trofTen geworden , vergifricht hadde geweefl-.
Sijne uytvaertwierdegehoudenmetfooveeleplegtelijkheden als wy daer
toein ons Schip konden by brengen, en hy hadde de groóte Oceaen tot fijn
graf.
Wy bonden twee feer fwaere fteenen aen fijne voeten,foo veel aen fijne
fchouderen, en een op fijn borft, en nae dat wy den Dienft der overledenen
over hem gefongen hadden, foo wierde fijn licchaem, dat aen twee touwen
gehegtwas, buy ten het Schip gehij ft , enmenliethetterfelvertijdt inde
Zee vallen, terwijlen alle het Scheeps-volk goede Reyfe riep, en men het
GefchutvanhetSchiplofteomdatlighaemdelaetfte eereaente doen ,het
welke, door de fwaerte der fteenen, ten eerften te gronde ginck, en, voor
altoos, uythetgefichteder Menfchen verdween.
Wy faegen in het Schip St.Geertruyd defelve Ceremoniën plegen,wegens
het Lijk van een Jefuit,die een van de drie,die door de indianen van Guada-
hu-pa gequetft waren , was, en die even als onfen Religieus, was overleden,
zijnde mede fijn gantfche licchaem, door de kracht des vergifs , gefwollen.
Nae die tijd begonde onfe Scheeps-vaertvermaëkelijcker dan te vooren te
worden,wantwy liepen het Land van Porto-Kjco in het gefichtvoorby ,ghe-
lijck oock nae dat,het groóte Eyland St Domingo,
Ons Gefelfchap begonde op die plaetfe te verminderen, eenige van onfe
Schepen feylden na Porto-Rjco en nae St. Domingo,enáe andere weder fetten
haer Cours op Carthagena, op de Havana, op famaica, op Honduras ende op
fucatan.
Daer en bleef dan van onfe Vloote niet by ons dan de benepen die nae
Mexico moeften , waer nae toe wy gedueriglijk onfen Cours voort fetten,
tot dat wy quaemen ter plaetfe welke de Spaigniaerden het diep-loot van
Mexico noemen, want op die plaetfe moeften wy het loot dikmaelenuyt
werpen,om den grond te peylen,zijnde ondertufïchen de Zee {o calm ende
de windfo ftillcdat wy daer door, by-naeden tijd van geheele acht daegen*
niet van plaetfe veranderden.
Geduerende den felven tijdt fchepten wy groot vermaek m de Yiiierye,
en voor al vongen wy veele Dor ados, met dewelke wy ons vrolijk maeckren,
fpaerende meteenen door dat middel den leeft-togt die wyuytSpaignien
hadde meede gebragt.
Doch
I. Boek. door de Spaenfche Weft-Indièn, VÍ.Caí. 27
Dochdehette was fo boven gewoonlijk groot,datwy by dagen gantfch Onlijde*
geen vermaek konden fcheppen, wantde weerfchijn van deftraelen der lijcke hitte,
Sonne, dieden geheelendagin het water of op hecpeck van onfe Schepen
fcheen,verweckte in delugteenefoobrandendehitte,datwy,foo lange den
dagduerde, door het fweeten altoos door-nat waren; het welke ons dwong
om het meefce gedeelte van onfe Kleederen te verlaten.
De avond-íionden ende de nagten vielen wat verdraeglijker, niet te min
was de hitte , die de Sonne, des daegs , in de iijden ende in de planken van
ons Schip hadde ingedrukt* ibo groot,dat het ons niet mogelijk was onder
den overloop ofte in onfe Koyen te ilaep en, maer wywaeren genootfaekt
de nachten in onfe Hembden,al wandelende ofce praetende op den O ver-
loop,_doorte brengen.
De Matrofen begaeven fig, vermaecks halven, tot het baeden ende het
fwemmen in de-Zee, dog de ongeluckige dood van haere meede-macker ,
daer ick aenftonts,van dencke te fpreeken , dede haer wel haeftdat flag van
tijdkortinge verlaeten.
Hoernen m eer na Terra Firma naedert hoemen oock meer bevind dat de Haven.
Zee vervult is met feekere van Monftreufe en feer groóte Viflchen » die de
SpaenfcheTí¿ArúWf,deFran$oyfen van Norman dy en Requiem, en de Hol-
landers Haven noemen.
Sommige Lieden bedriegen fich,wanneer fy defen Vifch voor de Cayman Verfchil
ofte Crocodil houden ,achtende defelve eeneendedefelvefaeketezijn,en tuíTchen de
geloovende dat'er in Zee niét is dan Crocodil ofte Cayman, welckemen Hayen en-
door een misgrijp Tiburón noemt, die Menfchen-vleefch eet,en die met ee- ^e de Cro-
nen beet hem een geheel Lidt af-fcheurt, ja felven met hem te gronde gaet. c°dillen.
Dog fy vergrijpen haer feer grovelijk, wantde Crocodil heeft het gehee-
le Lijf met fchubben bedekt, daer de Haye niet eeneeenigefchubbe heeft,
zijnde gantfch fijn Licchaem alleen met een dickehuydt bedekt, even als
meeft.alle andere groóte Zee-viíTchen.
Hoewel de Indianen den Cayman eeten,fo wíllen haer dog de Spaigniaer-
den daer in niet naevolgemmaer wel nuttigen fy van de Hayen.
Wy vingen'er een met een y fere drie tandige Harpoen , en als, hy die in de Een Hay
Huyd hadde, haeldemenhem een Cabel-touw onder het Licchaem door, gevangen.'
en fo wierde hy in het Schip gehijft.
\ Hy was ioo groot dat vijftien Mannen moeyte genoeghadden om hem Sijne Won-
binnen Boord te krijgen; het was een fcbrickelijck Gedierte om aen te fien, derlijcke
zijnde ten minften twaelf ellen langhamen deedehetinhetfoutleggen,en groóte,
wy bevonden dat het eer de fmaek van Vleefch dan van Vifch hadde^even fo
als ik van de Schild-padden gefegt hebbe. Defe Hayen fijn alfoo feer verlec-
kert op het Menfchen-vleefch als de Crocodillen , en wy faegen een groot
getal van defelve in defe quartieren van de Mexicaenfche Zee.
DoordiendeSpaigniaerdenfignugedueriglijkbaededen op de zijde van Een Boots*
D 2 haer
■
i8 I. Boeck. Voyagie vanThomas Gage VI. Cap.
gefel door naere Schepen, al waer het gevaer van de Hayen niet foo groot is, om dat fy
een Haey aemeenlijk niet nae aen het Boord van deielve koomen , foo gebeurde het
verflonden. jj^ een ¡yjatroos yan het Schip St. Francifcus , wat kloekmoediger zijnde
dan wel de andere, willende het waegen van fijn fchip aen een ander ,dat dig-
te by het felve was,tefwemmen3om aldaer eenige van fijn Vrienden te gaen
befoekemellendelijk de proye ende het Aes van een defer Viiïchen wierdt,
en eerraen een Bood, om hem te hulpe te komemin Zee konde fetten,foo
faegen wyhemdriemaelen door dat gedroght onder het water trecken,het
welke hem een beemeen arrmende een gedeelte van een fchouder af-beet,
men vond daer nae de reit van het Licchaem, het welke uyt het water ge-
trocken.ende aen Boord van het Schip Sr.Francifcus gebragt wierde,alwaer
men fijne uy tvaert hield,op defelve wijfe als men aen Frater \uan de la Quv>
^4gedaenhadde.
De Kon inglijke Propheet fegt in den hondert en fevenden Pfalrmdat die
geene , die met Schepen op de Zee varen , de wereken des Heeren fien , en
fijne Wonderen in de diepten der wateren; want fy fien daer niet alleen de
Walviiïchen , maer ook veele andere gedrochten , welke als Monftersde
¿erke ende kloeke Mannen vermeefteren, door de herhaelde aenvallen van
haere lange en fcherpe tanden, geheele Leeden van defelve met vleefch ea
been inilickende. , .
Dat ongeluck bedroefde onfe geheele Vloote drie daegen lang gedueren-
de^ae dewelke het Godt de Heer beliefden de onmatige hittcdie wy gele-
den hadden , te maetigen, door een friffchen ende voorfpoedige wind , die
ons tot ons geluck van die ftilte verloften, door dewelke wy noodfaekelijck
hadden moeten fieck worden,indien die langer ons hadde by- gebleven-
'. . Nae dat wy nu drie daegen hadden gefeylbgebeurde het op een Maendagh
ft L d des morge^s ten *"even ucren> datifoq als een van onfe Religieufen doende
va e an. . ^^ ^ ^ MíQq te feggen , een Matroos iig over-eynde begaf, roepende
met luyder ftemme tot drie maelen toe,.Land ! Land ! Land !
Dit roepen verweckte fodanige vreugde in ons Schjp.dat alle het Scheeps-
iröver. volck fig op de beenen begaf om het vafte Landt van América te iien , en fy
waeren fo verruckt door de blijdfehap die fy hadden van fig te fien aen ge-
komen ter ptaetfe daer fy foo lange nae verlangt hadden, dat fy den Prieile?
den Dienft aen het Altaer alleen lieten-vol-brengen.
Men was dien geheelen dag op de Schepen uyttermaeten vrolijck,en on-
fen Superieur Cá/voregte een groóte moord aen onder ons Pluym-gedier-.
te,om fijne Monicken dien dag wel te onthaelemhebbende hy te vooren ee-
nig fints fpaerfaem met het felve geweeft.
Ten thien ueren faegen wy het Land vlak voor ons leggen , en wy fetten
alles by wat wy konden om het felve te befeylen.
Dogh onfen Admirael,die een verftandigh Man was,kennendede gevae-
ren diemen op die kufte loopt,en voor al in het infeylen van deHavemdoor
de
Groóte
vreughde
Gevaer in
het Land
■H
I. BöECK. DoordeSfaenfcheWed-hdiën. VLCap. 29
de menigte van de onder het water leggende Klippemwelke men kent door aen te
da Baeckens ende teeckenen , die men op defelve heeft om de Schippers te doen
waerfchou wemen bemerkende dat wy met de windt die doen woey niet in
de Haven fouden konnen komen dan op den avondt, vreefde daer nog by
datdenNoorden wind die feer gevaerlijk is op dieKufte.en die gemeenlijk
in September waeyt,mogte komen fig te verheffemen aifo onfe Schepen in Den Raed
gevaer brengen van op die Klippen te ftranden , derhalven beriep hy den daer over
Raed van alle de Stuerluyden van onfe Vlote.om met haer te overleggen of beroepen,
het beter was dus met volle Seylen, fo als wy deden , voort re varen, fn hope
van nog goed tijts in de Haven te komemdan wel het Land met onfe Mars-
feylen maer wat te naderen , om des anderen daegs morgens de Haven met
meer veyligheyt aen te doen , door behulp van de Boten die men ons van
Landibude toefenden. /
Hetbefluyt van de raed was dien avondthet Landt nietaíteveelüenaede- Deflelfsbe-
rem en dat uyt vrefe van door den nagt overvallen te worden jen dat wy alle iluyr.
onfe Seylen uytgefondertdeVoor mars-feylen ,fouden in-nemen s dog de
Windt wat gemindertzijndcfo naederden wy het Land langfaem genoeg,
laetende daeromme de Seylen tot op den avont toe byftaen.
Die avond bevalmen op ons Schip dat twee quartieren Volx waeken fou- Aenge-
den,felfs de Stucr-man wilde veel lorgvuldiger oppaiTen dan hy tot nog toe gewende
gedaen hadden , maer wy Religieuicn gingen onfe gewoonlijke nagt-ruft YOori°rge'
nemen.dewelke niet feer lange en duerde;want nog voor midder-na^t keer- Noorder"
de fig de Windt nae het Noordemhet welke een fchielijk ende algemeen ge- S torm°
roep ver wektemnevens een vremt gewoel en getiermiet alleen in ons Schip-
maer ooek in allede andere.
De Matrofen begaven fig ondertuiTchen by ons Religieufen, willende dat Anghft der
wy de hulpe des Hemels over ons iouden at-bidden ; haer fchrick was groter Mauoien.
door vreefe van 't gevaer daer die Windt ons in brengen konde dan door het
gene fy doen voor oogen fagemwant deWint was nog fterk nog onftuymig.
r u ^-et WaS dan fo° heC °ok waSj w^ Monicken ftaeken onfe gewijde Sotte by-
Wafch-KaeriTen aen, en deden onfeGebeden aen deMagetIYlaria,fongen de geloovig-
Lttanien en andere Lof-fangen en Gebeden tot haerder eere, tot op het aen- heyd.
komen des dageraets.als wanneer doorGods genadeden Noorden wind ge-
ltiltzijndconfe gewoonlijkeKouW weder begonde door te blafemroepen-
de onfeMacrofen daer op aenftontsMiracuümiracuüfigvaftelijk inbeelden-
de dat dat geluk haer door de voorbidding van deH.Maget was toegekomen.
Ontrent ten agt ueren des morgens quamen wy in het gefigt der Huyfen
en wy deden een teeken op-datmen ons Boten en Volk van Landfoudefen- -DeVIootc
de om ons binnen te lootfen in de Haven, 't welke aenflonts met een grote wor<l bin-
vreugde gedaen wierde , lootiende die Boten onfe Schepen, de een voor de "en ge-
andere midden door de Kiippen,makende defelve dieHaven een van de ge- loocft«
vaerlykfte van alle die gene, die ik in mijne reyfemfo op de Noordt als Zuy-
derZee, gefienhebbe. Dj. Onfe
— —
3o I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage VILCap.
Oníe Trompetters lieten fig feer aengenaemlijck in dit inkomen hooren,
en wy groeten, volgens gewoontcmet ons Gefchut, de Stadt ende het Ca-
fteeU dat vlak voor defelvelegt, zijnde ten hoogiten verheugt ons ter goe-
der Haven geland te fien.
En anc- Wy lieten onfe Anckers in de Haven in de grond vallen,maer door dien
kcrt in de diealleen niet beftant waeren om ons Schip in fo een gevaerlijk een plaetfe
Haven. teverfeeckeren, fo bonden wy hetfelvenog vaftaen verfcheydene Cabéis,
die wy aen fwaere yfere ringen,vaft knoopten/zijnde defelve expreflelijk ten
dieneyndein de mueren van het Cafteelgehegt, om doordat middel de
Schepen voor de kragt van den Noorden wind te bevrijden.
Na dat wy malkanderen veel geluks hadden gewenft over onfe fo gelucki-
geaenkomile in de nieuwe Weereld, foo bereydden wy ons met groóte
vreugde om in de Booten, die ons3om ons aen het valle Land van America
te brengen, quaemen haelen , te klimmen.
Hoe
Den Au-
theur treed
aen het va-
tte tand van
America.
Edel-
moedigbe-
fluyt van
Cor tez.
Oor-
fpronck
HET VIL CAPITTEL.
oewy te Vera Cruz, anders genaemt St.Juan d'Ulhua
ontfeheepen ende aldaer onthaeld wierden.
OP dentwaelfdendag van September landden wy feer geluckighlijk
in America , en quamen in de Stad Si. %uan d'Ulbua, welcke men an-
ders Vera Cr«^noemt>ende feer vermaertis,als zijnde de eerfte plaet-
fe , welke den foo beroemden Conquerant Ferdinand Corte% in-nam.
Het was aldaer dat hy dat edel ende kloekmoedig beiluyt nam, van door
een, voor die tijd,ongehoorde maniere van doen,in de grond te hacken alle
de Schepen die de Spaigniaerden aen dat vafte Land hadden gebragt, 't wel-
ke veel grooter is dan een van de andere drie deelen des Aerdbodems,op dat
iy op geen andere dingen fouden konnen denken,dan om het felve in te ne-
men ende te overmeeiteren , het welke op die fijne daed ook gevolght is ,
fiende fy fig verfteeken van oyt weder in het Eyland Cuba , fucatan of eeni-
ge andere van de plaetfen, uy t dewelke £y vertrocken waren, te konnen ko-
men.
Oock was het ter fel ver plaetfemdat de eerfte vijf-hondert Spaigniaerden
die daer aen Land quaemen, fich verilerckten tegens Millioenen van hare
Vyanden, en tegens het grootfte van de vier gedeelten des Werelds.
Eyndelijck ,was hec oock aldaer,dat de Chriftenen de eerfte Overigheden,
Rechters, Schepenen en andere bediende van dejuilitieaenftelden.
De ey gene naem van de Stad is St.fuan d'Ulhua^nders genaemt Vera Cru%,
ter
I.Boeck. DmdeSfaenfcheWeft-Indiën. VIL Cap. 31
ter oorfaecke van de oude Haven van Vera Cru^ , welcke {es mijlen daer van van den
daen legt , en die fo genaemt wierde om dat zy op den heyligen Vrydagh, op "aem van
dewelcke men het ware Cruysaenbid, ontdecktwierde. Vera Cruz.
Dog die Haven van het oude Vera Cru$ wierde t'eenemael verlaten van de
Spaigniaerdemom dat fy deielve al te gevaerlijk voor de Schepen bevonden
door het woeden des Noorden winds , en f y íloegen fig te St fuan d'Ulbua
neder, al waer hare Schepen een beetereReede vondemdoor dien aldaer fee-
kere Rorfe leght, diehaer veel tegens die winden befchermt, enteneynde
dat fy de geheugeniiTe , van dat gelückigh voorval, dat haer op den goeden-
vrydag bejegende , fouden eeu wig-duerende maekemfoo voegden fy by den
naeme van St. fuan d'UIhua die van Vera Cra^defelve neemende van die Ha-
ven , die fy op den goeden-vrydagh ontdeckt hadden . De Monic
¿>oo als wy aen Land traeden, vonden wy dat alle de In woonders fig op het ken wer •
Strant begeven hadden , foo wel alsalle de Ordren van de Religieufen /wel- den plegh-
ke in die Stad waeren , te weten , die van Sr. Dominicus a van St. Francifcus, telijck fe
de I aters de Ia Merced ende de Jefuiten ,. welcke het Cruys ende de Banieren Lande
voor haer deedden draegen , om de nieuwe Viceroy van Mexico in Proceffie, omfan-
ofte Omgancks-gewijfe , in de Cathedrale ofte Hooft-Kercke te brengen. gen-
De Mo.nicken ende de Jefuiten waren veel eer reede om aen Land te varen,
dan de ! Marquisa Seralva ende fijn Huys-vrouwejeenige van defelve kuiten E" een
de aerde , defelve neyligh achtende door de bekeeringh van de Indianen tot yd«by
het Chriftendom , hebbende defelve te voren de Afgooden aengebeden ende íe va«
den Duy velen geoffertj en andere wierpen fich op hare kny 'en ter neder, fich ?ne 0r"
alfoo ten gebede begevende , fommige tot de Maget Maria, ende andere we- d^'
der tot andere van de Heyligen,tot dewelcke fy de meeite devotie hadden, en plaetft*
ingevolge van dat > gingen fy hare phetfe ende rangh neemen, onder die gee-
11e die van hare belijdeniíTe ende Ordre zijnde , aldaer ftonden . §
Aenftomsda er op begondemen alle het Gefchut van de Schepen ende van De Vke-
hetCafteelteloiTen om den Viceroy tebegroeten, welcke met fijn Vrouw royk°mc
nevensallefijngevolgaen Land quam, verfeld zijnde van DomMartinde Ca- teLan<k>
nllo , welcke voor Vifiteur Generael was gefonden , in het different dat tuf-
fchen den Marquis de Gehes, voorgaende Viceroy, ende den Aerts-BiiTchop
van Mexico ontftaen was. F
nl^en-ViCei?y WiCrre nlVenS ñ!ne Huys" vrou we onder een verheemelfel ge- En werd
TaelTa hÍ/^Ume,nten;en ondertuirchen gi"gmen Procé&Ygewijïe ingehielt,
AwS a KerC1keA ílwaer men het HeyligeSacrament op hel groot 5
ttr o ÄCn,t00n gheft5k- °P het intreedeifvan defelve wierp fich een
yder op fijne kny'en, en na dat feecker Priefter alle het Volck met Wy- water
haddebefprenght fonghmen een Lof-fangh totdanckbaerheyt, eneynde-
Als
DeMo-
nicken
werden ín
Kloofters
gebraght.
Den
Prieur
voorge-
fteldt.
En heer-
lijckont-
haelr.
Befchrij-
vingevan
den
Prieur.
Sijneydel-
heydc.
Praghien
kekernye,
32 I.BoEcic. Voyagie vanThomas Gage VIL Cap.
Als defe Ceremonie geëyndigt was,wierdede Vice-Roy nae fijn verblijf,
plaetfe gebraght, begeleydt zijnde door de Prefident ofte Voorfitter van het
Hof van Juftitie, die lyaldaer den Alcalde Major noemen, door de Bediende
ofte Officieren der Stad, en door eenige Regters, welke,ten dien eynde/van
Mexico waren gekomen,ook waren daer by alle de Soldaten van de Schepen,
nevens het gantfcheGuarnifoen oftedegeheele Befettinge van de Stad.
De Religieufen wierden mede in Proceftïe geleydt , werdende het Kruys
ende de Baniere voor haer gedraegen,een ygelijk van haer tot aen de Kloo-
fters van haere Ordretoe,
Frater fuan Calvo ftelde de Jacobijnen voor de Prieur van het Convent van
de Ordre van St. Dominicus , welcke ons feer minnelijck ontfingh , met ee-
nige Confitueren onthaelde, en , aen een yder een glas van de Indiaenfche
dranck ghenaemt Chocolate > van dewelcke ick hier naemaels fpreecken fal ,
deed geven.
Dat kleyneonthael diende maer toteen voorfpel van een beetenhet wel-
ke beilont uy teen heerlijk Middag-maeh inhet welke Vifch ende Vleefch
wierde aengedifcht,ook fpaerdemen op het felve het Wild-braed alfoo wey-
nigals de Kalkoenen, Kapoenen en jongeHoenderen,om onsdaer door den
overvloed van dat Land te doen befpeuren.
De Perfoon van de Prieur van dat Convent was noch oud noch aenfien-
lïjck , hoedaenige men anderfints wel gewoon is te verkiefen , om het Ampt
van Superieur over de jonge Geeftelijcke waer te neemen,maer het was een
aerdigh J onghman , die , foo men ons feyde , dat Ampt van den Pater Pro-
vinciael verkregen hadde* door dien hy hem duyfent Ducaten haddege-
fchoncken,
Na de Maeltijd ontbood hy eenige van ons Gefelfchap in fijne Kamer,al~-
waer wy de ware blijken van fijne ligtveerdigheyt ende kleyne verneederin-
ge en doodinge des vleefchs befpeurden.
Wy geloofden , daer nae toe gaende, dat wy daer een fchoone Boeckerye
ofte Bibliotheeck fouden vinden,uyt dewelcke wy fouden hebben bemerekt
fijne wijsheyt endë genegentheyt tot deletteren , doch wy vonden daer niet
dan omtrent een douzain oude Boecken , die in een hoeck , t'eenemael met
ftof ende fpinne-webben bedeckt laegen , even ende al-eens of fy befchaemt
hadden geweeft, dat de Schatten diefy behelfden, foo weynigh geacht wier-
den,datmen een Guitarre,wejcke daer boven op-lagh } voor haer ftelde.
Die Kamer was rijckelijken behangen met Catoene Taepi jten en met Ve-
der-werk van Mechoacan , ook was ly vergiert met een meenigte van fchoo-
ne Schilderijen , de Taeftelen zijnde bedeckt met fraeye Zijde Tapijten , en
de Buffetten vol van verfcheydene Porceleyne Vaten , in dewelcke men niel
vont dan allerhande ilagh van uytneemende Confituren ende Conferven.
De{e toeftelfcheen aen ons arme yverige Religieufen vol ydelheyd ende
feer onbetaemüjk te wefen voor een arme Bedelende Monick, maer wat die
geene
I. Boeck. Door de SpaênfcheWeft- Indien. VIL Cap. 33
die geene belangt ,welke uyt Spaignien niet vertrocken waren, dan in voor-
neemen van een vrygeeftigh ende ongebonden leven te leyden en rijkdom-
men te vergaederen, aen deíelve behaeghde het gefigtedier dingen wonder-
lijk wel i en het verwekte in haer een grooten luit om dieper in een Landt te
trecken , in het welcke men in een korten tijd foo rijck ende magtig konde
worden. . ,
Het gefprek met het welke die jonge Prieur ons onderhieldt » en behelfde
niet dan fijnen eygenen Lofjfijnehoogegeboortejfijnegoedegaeve^hoeda-
nigheden ofte qualitey temook fprak hy van de gonfte die de Pater Superieur
van de Provintie,ofte den Provindael, hem toedroeg,van de liefde welke de
voornaemfte Dames of Mevrouwen , endeHuys-vrouwen vanderijckfte Ongebon;
Kooplieden van de Stadt tot hem hadden , van fijne fchoone ftemme j van <jcn3ieyd.-
fijne uytneementheyd in de Mufijcq ofte Sang-konft , welke hy ons ook op
itaende voet vertoonde,fig tot fingen en te gelijk tot het fpeelen op de Gui-
tarre begevende , en ons doende hooren eenigeveerskens,diehy tot lof van
deeeneofcede andere fchoone Amarittis gemzekthzdde, gevende doordien
aen ons goede Religieufen de eene ergernifle op de andere.door dien wy in
onfengeeft moeyelijk wierden , wegens de ongebondenheyd van defen Su-
perieur, welkers pligt het was door fijne woorden ende manieren ons tot een
voorbeeld van nederigheyt ende van de doodinge van de begeerlijkheden
des vleefchs te verft recken.
Ons gehoor was fo drae niet voldaen door het vermaek , dat de fang ende Overdaet.
de fpeelkonfte geefr,nog ons gerichte door foo veel fchoone behangíelen en-
de deck-kleeden van Catoen,7,ijde ende pluym-werk, of onfe Prieur deede
ons uyt fijne voor-raet-kamers een ongeloofïelijke meenigte van allerhande
ilagh van leckernyen voor-fetten,om mede onfe fmaeck te vernoegen. _
Soodanigh, dat,gelijck wy inder daed van Europa in America waren geko- f0°?
men , het ons oockfcheen dat de Weereld t'eenemael verandert was, en dat ¿¿ïï e"
onfe finnen van eene gantfch andere natuere waren , dan fy de voorige nagt °
geweeft hadden , in dewelke wy het vervaerlijk gefchreeuw van de Matroo-
fen,in het waer-neemen van denScheeps-dienft gehoort, de afgronden des
Zee'es met hare wanfchepfelen gefien,hct ftinckende water gedroncken,en
niet dan pek ende teer gerooken hadden , daer wy nu een aengename en fuy-
vere ftemme,met het fpeel-tuyg wel over-een-komende,hoorden,niet dan
rijkdommen ende fchatten faegemConfitueren ende Conferven aeten,ende
onder alle diefoetigheden rooken wy den Mufcus ende Ambre-gris,met de
welke die welluftigen Prieur fijne Suycker- werken ende Confituren hadde
doen fmaeckelijcker maecken.
HET
■■i
©í)ge-
tempert-
heyd des
Lughtstc
Vera Cruz
endede
reden daer
van.
Getal van
de In-
woon-
ders en
haerrijek-
dom.
Houte
huyfen ,
veel vul-
dige brand
daer door.
Onge-
fontheyd
des Lugts.
Serckte
dcrStadtj
34 I.Boeck. Vbyagie vanThomas Gage VIII. Cap.
HET VIII. CAPITTEL.
Befchrijvinge van de Haven ende Stad van St. Juan d'Ul-
hua, ende van een Aerdbevinge en andere faec ken die-
den Autheur daerfagh , tot aen de tijd vanjijn vertreck
nae Mexico.
WYmaeckten een eynde van dat onderhoud om wat te gaen wande-
len endedeStadt tebefien, temeer omdat wy niet dan die ende
den volgenden dagh daer fouden verblijven. Wy gingen op die na-
de middag rontomme defelve, en vonden dat fy op een fandige grond ge-
bouwt was,uyt-gefondertaende Zuyd-zijde,daer het Land moeraffig ende
vol water-poelen is,het welk,gevoegt zijnde by de groóte hitte van dat Cli-
maet , veroorfaeckt dat delught daer feer ongefont is.
Het getal van de In woonders magh ontrent drie duyfent wefen,onder de-
welcke veele rijeke Cooplieden zijn , van de welcke fommige twee, andere
drie , en weder andere vier-mael hondert-duyfent guldens hebben.
Wy hielden ons fonderlingnietop methetbefien van de gebouwen, want
fy alle van hout zijn, fo wel de Kerken als de Clooiters,ende de Wooningen
der by-fondere Lieden , zijnde de Wanden van het Huys van de rijekite In-
woonders niet dan van Plancken , het welke nevens de kragt van de Noorde
winden, dickmaelen heeft veroorfaeckt , dat de gheheele Stadt gelijcksde
grond is af-gebrand.
De groóte Koophandehdie gedreven werd van Spaignien op Mexico , en
door Mexico op de Ooil-Indien, nevens die van Cuba , van St. Domingo , van
fucatan , van Porto-Befo, van Carthagena > van Peru op Porto-Beüo, van alle de
Eylanden welke in de Noord-Zee leggen, ende de Riviere van Alvar ado op-
vaerende nae de Zapotéente St. Alphonfo en nae Guaxaca > ende de Riviere van
Gr ij aha op waerts nae Tabafco, de Zoques en het Indiaenfche Chiapa* maeckt
deie kleyne Stad feer rijck, en veroorfaeckt dat in defelve een wonderlijcke
overvloed is van alle de koftelijke Waren ende Koopmanfchappen van het
vafte Land van Americaende van de Ooft-Indiën.
De ongefontheyd des lugts is oorfaeke dat die plaetfe niet meer bewoont
is,en het kleyne getal van defelve gevoegt by den grooten handel die daer ge-
dreven werd, maeckt dat de Cooplieden daer boven gewoonlijck rijck zijn ,
en noch fouden fy meerder middelen hebbenden waere de groóte verliefen *
die fy komen te lijden,door het meenighvuldigh af-branden der Stadt.
Alle de flerckte van die Stadt , beftaet eerftelijck daer in , dat de inkomire
van de Haven ten hoogften moeyelijk, en feer gevaerlijk is ¿ en ten tweeden
in.
¿m
— —
I. Boeck. DoordeSpaenfchePFeJi-Indiën* VIII. Cap. 35
waer in
in onfe Rotfe, die een Musket fchoot van de Stadt af gelegen is,op dewelc- die bcftae£s
ke men een Cafteel gebouwt heeft , waer in een kieyne Befetting wert ge-
houden, maer de Stadt felve is niet gefterkt , en ganfchelyk ontbloot van
Soldaeten. Gefeyde Rotfe ende Cafteel, il recken voor een Muer, Wal ende
Beíluyringe van de Haven, welke , fonder dat , t'eenemael open foude leg-
gen ende de Noorde winden onderworpen zijn. p.eyaer"
De Schepen derven het Ancker in de Haven niet uyt-werpen,ten zy digt lijckeuyt-
onder de Klippcop de welkehet Cafteel gebouwt is,en nogzijn fy daer niet werckie-
in feekerheyd ten zy fy met Cabels,aen de y fere ringen,tot dien eynde in de ™ van «»
Klippen gehegt,verforght zijn.Daer door komt het,dat het dickmaelen ge- £° ¿ en
beurt is, dat de Schepen, door de Vloed gedreven zijnde, aen de eene kand w "
van de Klippe, tegens de andere Klippen zijn aengeilaegen,of wel weder in
de volle Zee gedreven,door dien de Cabels,met dewelke fy aen het Cafteel
vaft-gemaeckt waren,door de kragt der winden, wierden verbroocken.
Diergelijk voorval quam een Schip van onfe Vloote over des nags nae dat Harde
wy ontfeheept waeren,oock waeren wy feer geluckigh dat wy doen niet op ito"n.
de Zee waeren , want daer onfton t ioodaanighen onweder ende ftorm uy t
het Noorden,dat daer door de Cabéis van het Schip wierden gebroocken,
ende hetfelvein de volle Zee gedreven. Wonder
Wat ons , dienen Land waren ; belanght , wy daghten yder oogenbhek Jijcke fc '
dat die ftorm ons van onfe bedden foude ligten,want de ligt houtene Huy- yandeielvl
fen fchuddeden foodanig, dat wy anders niet verwagten dan dat defelve op
onfe Hoofden fouden nederftorten.
Onfe r uft was die nagt feer kleyn, en daer door bevonden wygenoegfaem De nieuw
hoedanig de gelegentheyd van de Stadt van St. \uan d'Ulhua was, want hoe- aéngeko-
wel onfe Prieur,onsdesavonts,alfoo wel als des middaghs,hadde onthaelt, meneMa«
en dat ons avontmael alimmer foo wel als ons middagmael hadde geweeft, nicken
hebbende hy felve ons de voeten laeten waflehen voor en al-eer wy te rufte vlieden uyt
gingen , op dat wy daer door gemackelijker op fijne goede Bedden fouden «aere Be4-
konnen flaepen , dan wy in twee Maenden in onfe Koyen hadden konnen den'
doen,fo was dog het geduerigegehuyl van de winden fo kragtig,en het noyt
ophoudende bewegen van onfe Kamers viel ons fo laftig,dat wy,niet langer
konnende verdragen op die wijfe gewiegt te worden , ons gedwongen fae-
gen des middernagts onfe Bedden te verlaten , en met debióte voeren op
de plaetfe te vlugten, om aldaer een veylig verblijf te foeken,vreefende ge-
duriglijckdat het Huys het onderfte boven ioudegefmeten worden. Werden
Als het dag was gewordemfo deden de Religieufen van het Convent, wel- ¿ia om
kedefe ftormen gewent waren,nietdan met ons en de vreefe die wy gehad beipoc.
hadden,te fpotten,en fy feyden ons dat fy noit beter iliepen dan wanneer ha-
re Bed-fteden,fodanig,door datfoorte van Aertbevingen beweegt wierden.
De vreefe die wy die nagt gehad hadden dede ons van het goedt onthae L GeY3*r-
't welcke men ons dede , walgen, ende verlangen de Zee-kand wel haeft te lijeke on-
E 2 mogen
mactig-
hcyd in
het ge-
bruyek der
Land
vrugtcn.
fcefigheyd
van Calvo
regens het
ver treek.
Comedie
in de Kerke
vertoont.
36 I.BoECK. Foyagie vanThomas Gage VIII. Gap,
mogen verlaten , het welke onfen Superieur Calvo meede voor feer goedt
keurde , niet foo feer om de vreefe in dewelke wy geweeft hadden , als wel
om de bekommeringe in dewelke hy felve was,dat wy door het eeten van de
vrugten des Lands , en door het al te graetig water daer op te drinken, fieck
ibuden worden,ende daer ter plaetfefter ven, gelijk fulks aenveele andere,
aen ons vertrek,over quam , door dien fy de matigheyd , in het gebruyk van
die vrugten, welke fy te vooren noyt hadden gegeten, haddeníe boven ge-
gaen, waer by nog komt, dat het water van die Plaetfe, gemeenlijk een feer
gevaerlijcke buyckloop verwekten die geene, welke eerft uy t Spaignien ko-
mendcdaer veel van drincken.
Daerwaeren dertich Muyl-efels welke-men exprefïelijk voor ons van
Mexico nae St. "\uan <TUlhua hadden gefonden,alwaer fy op ons al Ces dagen
voor de aenkomfte der Vlote hadden gewaght.
Den Superieur Caho hield fig dien dag befigh,met aen het Boort van ons
Schip,te doen onticheepen onfe KofTers,foo wel als de mond-koft , die nog
overig wasv, welke beftont inWijn,Bifcuyt,Hammen,gefoutenOiTen-vlees ,
een douzainHennen met drieSchapen,waer over een yder feer verwondert
wasjfiende dat wy nog fo veel leef-togt,na fo lang een Reyfe overig hadden .
ä Terwijl hy befig was met fulcks te verrigten,gingen wy onfe goede Vrien-
den, om ons af-fchey d van haer te nemen,befoeken,het welke wy dan voor
de Maeltijd verright hebbende, fo deede-men nae de middagStoelen voor
ons in die Cathedrale Kerke plaetfen,om eene Comedie te fien vertoonen,
die de Inwoonders vandeStadt, tot onthaelinge van de nieuwe Viceroy
hadden doen aenftellen ende gereed maecken.
Soodanig, dat na dat wy maer twee dagen te St. fuan d'Ulhua verbleven
hadden, wy daer weder van daen vertrocken, ©m onfe Reyfe nae de Stad
van Mexico te vervolgen.
HET IX. CAPITTEL.
Yertreck
vanSV.
Juand'Ul-
foua,
Komfte
Fan' de Reyfe die wy van de StadtvanSt.]uand'Ulhuatot
aèn Mexico toe deeden, en van de Flechen ende de voor-
naemfte Dorpen diemen o¡ den wegh ontmoet.
DEn veerthienden September vertrocken wy uyt de Stadt van St.fuan
i%Ulhua ;en üoegen de weg op van Mexico , welke wy de eer fte drie a
vier mijlen feer fandig vonden, zijnde defel ve fo breed ende open als
die van Londonna St. Albam.
De eerftelndianen die wy ontmoeten waren die van 't oude Vera Cru$ wel-
ke
I.Boeck. DoordeS{aenfche<weft-Indien. IX. Cap. 37
keStat op deZee-kand gelegen is,alwaer deSpaigniaerdemdie dat Land eerft *„^ p-i.^
in-namen, voorgenomen hadden fig neder te ilacmdog naderhand,verlieten CruZt
£y defelvcter oorfake van de kleyne befchuttingcdic'er v9or deSchepen te-
gens de Noorde winden is , en fy gingen te St.^uan cCUlhua , alwaer fy nog
zijn , wdonen.
Aldaer was het dat wy-eerir. begonden te bemercken, de groóte magt,wel- Gelegent-
ke de Priefters ende de Monicken, over de arme indianen, fijn hebbende heyd daer
hoe Cy defelvefig aen haer onderworpen houden , en watgehoorfaemheyd van»
die aen haer betoonen.
De Prieur van St. \uan d'Ulbua hadden haer des daeghs te vooren een brief Maght dec
gefchreven om haer onfe komfte bekent te maeckemhaer bevelende ons op Geeftelijc-
den weg te gaen ontmoeten , en ons in die plaetfen welteontfangen. ke over de
Dit wierde door defe arme Indianen feer iïiptelijk nagekomen, want fo als Inc"anei1-
wy ontrentnogeen mijlevan de Stadt waren,quaemen ons twintigvan de- Voorbeelc
felvcalle te Paerde gefeten ende de voornaemfte van de Stadt zijnde , ont- daer van.
moeten en booden ons yder een bondelken of bouquerjen bloemen aen.
Daer op reden fy voor ons heenen omtrent een Boog-fchoot verre, tot dat Praghtige
wy weder andere, die te voet waren , en die Trompetten en Schalmeyen by inhalüige.
haer hadden , ontmoetedemfpelende fy voor ons feer aengenaem op de ge-
feydefpeel-tuy gen .
Onder defe waren de bediende van de Kerkemvan deKloofters en de Mee-
fters van deGebroederfchappen, welke ons ook yder een bondelkenbloemcn
aenboden.Sy waren vergefelfchapt door de Choor-Kinderen en andere Per-
foonen, welke, langfamelijk voor ons tredende, het Te Deum laudamus fon-
gen, totdat wy midden in de Stad , en op de plaetfe daermen de Markt houd,
gekomen waremftaende aldaer twee feer fchoone ende groóte Olm-bomen.
Men hadde aldaer een lang Prieel gemaekt,in het welke eene Tafel ilond Aenge-
die voorfien was met veele doofen vol Conferven endeandere foorten van naem ont-
Confituren , ook waren'erBifcuyten,en dit alles om tot dcCbocolate te gebrui- had,
ken. Terwijlen men nu doende was om defelve met warm water ende Suy-
ker toe te maeken,fo deden de voornaemfte Indianen endeBediende van de
Stadt een aenfpraeckc tot ons, nae dat fy haer alvorens op de kny'en gewor-
pen,ende ons een voor een de handen gekuft hadden.
Syfeidentotonsdatwy in haerLand feer welkom waren,datfy,onsduifent- /• ,f otY
fout bedankten om dat wy uyt Liefde tot haer,ons eygen Vaderland, hadden Jj° * ,e7d
verlaten,fo wel als onfe Maegen ende Vrienden, om op fo verre af-gelegene *¡j n Ia"
Plaetfen te komen arbeyden tot de faeligheyd van hare Zielen, en eyndlijk,
datfy ons eerden als Goden op der aerde>ende als Apoftelen van CHRIS-
TUS JESUS > en fy volharden in die verpligtende woorden tot de tijd toe
datmen ons de Chocolate braght,
Wy ververften ons aldaer een uere tijds,en bedanckten defe Indianen voor Snorcke-
fo veele teekenen die fy ons van hare goedheyd hadden betoont,haer verfee- rije der
kerende , dat'er niets in de Weerelt was > dat wy "meerder behartigden > dan Moniken*
E 3 ' hare
Het goede
onthaelbe
talen fy
met vod-
deryen.
Onder-
werpinge
der Indi-
ken.
38 LBoECic. Vojagk vanThomas Gage IX. Gaf,
haere faltgheyd, en dat , om defelve uyt te werken,wy niet gevreeft hadden
ons aen allerhande foorten van gevaeren te onderwerpen , foo te Zee, als te
Lande/elve niet aen de onmenfchelijke woede der andere Indiaenemwelke
nog geene kenniiTe van den waren GODT hadden , om welcks dienil , wy
hadden voorgenomen , felf ons leven niet te fpaeren.
Daer op namen wy ons. af-fchey t van haer,vereederende aen de voornaem-
fte Pater-mjler Kettingen , gewijde Penningen, koperen Kruyskens, Agnus
peiy en eenige uyt Spaignien mede gebragte Reliquien,en wy gaven aen een
ygelijck van haer veertig Jaeren Af-laet, volgens de magt die wy vanden
Paus hadden ontfangen , om defelve te mogen uytdeelen, op wat tijdt dat
het ook mogte zij mop alle de Plaetfen die wy fouden mogen door-trecken,
en aen alle die geene welke het ons foude goedt-duncken.
Soo als wy uyt het Prieel traeden , om op oñfe Muyl-Efels te klimmen ,
bemerkten wy dat de geheele Markt vol Indianen, foo Mannen als Vrou-
aenen, ende wen was , zijnde die alle op haere kny'en gefetemons by nae aenbiddende »
arrogantie en om onfen fegen of benedidtie verfoekendejwy gaven haer defelvcin het
derMonic- door-rijden, hetteecken desKruyces met opgehevene handen over haer
maekende.
De onderwerpinge van dit arme Volck , de ydelheyd van fo plechtelijck
onthaeld te worden,ende die openbare eer-bewijiinge,hadden het herte van
fommige van onfe jonge Religieufen foodanig opgeblaefen, dat fy als opge-
toogen, en buyten haer felven, waren, iiende dat fy meer fcheenen te zijn
dan de BuTchoppen in Spaignien, dichoewel fy niet dan te veel Hovaerdye
hebben, evenwel noy tfo veel openbare toe- juygingen in hare Reyfen heb-
ben ontfangen, als men ons daer in die plaetfe betoonde en gaf.
DeSchalmeyen ende de Trompetten lieten haer geluyd nogmaels voor
ons hooren , ende de voornaemfte van de Stadt begeleydden ons wederom
een halve mijlcwaer na fy haer weder na haer woon -plaetfen begaven.
De twee eerite daegen, nae dat wy van die plaetfe vertrocken waeren,en
wierden wy niet gehuyftveft, ende en vonden geen verblijf dan in arme
kleyne vleckjens van de Indiaenen , in dewelke wy evenwel altoos groóte
beleefdheyt ontfingen , nevens een groóte overvloed van mond-koft,en
voornaementlijck, Hoenderen, Capuynen, Calckhoenen ende verfcheyde
foorten van vruchten.
Den derden dag quaemen wy tegens den avondt in een grooot Vleck ofte
Stadt,in dewelke wel by nae twee-duyfent ín wonders waren, zijnde fom-
mige Spaigniaerdemende andere Indianen,defe Plaetfe is genaemt Xalappa
de laveraCru^.
In het Jaer 1634.. wierde defe Stad tot een Bifdom verhevemdoor de ver-
deelinge die men maekte van het Diocefe of onderhorige Land van het Bif-
dom la Puebla de los Angelos ofte de Stad der Engelen , en hoe-wel aen dit
nieuwe Bifdom , maer de derde part van het fel ve te beurte viel , foo werdt
het
Vertreck
van het ou-
de Vera
Cruz,
'sLandts
overvloet.
Komftete
Xaiappa
de la Ver a
Cruz.
lukomíle
van den
BhTchop
I. Boeck. doordeSpaenfchePFejt-Indien, IX. Cap, $$
het evenwel gefchat op tien duyfen t Ducaten aen jaerlijkfche Inkomftcom daCr y™°
dat dele Plaets gelegen is in een landt-ftreeke, die ièer vrugtbaer is inMw,
of Indiaenfche Tarwe , ende in Spaenfche Weyt.
Ront-omdefelvezijn«veeleIndiaenfche Vlecken gelegen, maer hetgeene Waeruvt
defelve boven al verrijkten de Hoeven, op de welke men de Suyker teelt, den rijck-
en nog eenige andere Hof-fteden,die fy EJiancias noemen,op dewelke men dom der
een groot getal Muyl-Efelsende andere gedierte queekt en opvoed, en nog Stade be-
is'er een derde ioorte op dewelcke men de Cochenille wint- ftaet.
In defe Stadtis niet dan een groóte Kerckeende eene Capelle , welcke de Cordeliers
eenefoo welalsde andere onderhorig zijn aen het Cloofter van St. Francif- te Xalatta,
cus,in het welke wy dieavondt ons verblijf'naëmen , fo wel als den volgen-
den dagh , welcke een Sondagh was.
Het inkomen van dat Cloofter is feer groot , evenwel werden daer maer Rijckdom
een half douzain Religieufen onderhouden , hoewei'er genoegh is om 'er van haer
meer dan twintigh feer gemackelijck ende lecker de koft te geven. Cloofter.
_ De Superieur ofte Gardiaen van dat Cloofter was niet minder ydel dan Ydelheydc
dicvan St. fuan cTU/hua, en hoewel hy van onfeOrdre niet was , foo liet van hae-
hy die daerom niet nae ons wel te ontfangen ende heerlijk te onthaelen. ren Gar-
WybefpeurdennietalleenindiePlaetfcmaer ook in alle de andere door <haen.
dewelke wy in onfe reyfe trocken,een groóte verdorventheydt van leven en Vcrdor-
manieren , en wy fagen in haer foodaenigé wijfen van doen , ák t'eenemael yentheydc
ftrijdigh waeren , met haefe geloften ende haere belijdenifïèn. Jer?f.
Die geene, welcke van dé Ordre van S, Francifcuszijmdoen boven de ge- "eIlJc*eit3
loñen van kuysheydt ende dhehoorfaemheyd , noch eene andere , die mede ^mnca'
brenght, dat fy, die van dé armoede, veel ftrickter ende naeuwer moeten
onderhouden,dan eenige van d 'andere Biddende of Bedelende Ordren,want Befchrij^
haere kleedinge moet uy t grof grijs Laeeken ofte Py beftaen , haere Gordels §e van dc
moeten van hennippefeelen gemaeckt worden,hare Hembden van wollcfy geI-°tten
mogen noy tkouffen aen harebeenen hebben,en noyt andere fchoéyinge aen der*ran~
hare voeten,dan alleen houtene fooien. Het is haer niet alleen verboden geld Cllcaeneiij
te hebben,maer fel ver mogen fy het niet aen-raeken,ofyets anders in eygen-
dom befitten. Wanneer fy op reyie zijn , en mogen fy , om haer gemacks-
halven, ofomhaer tefoulageren, noyt tePaerde ftijgen,roaerfy moeten al-
toos met pijn en arbeyd te voet gaen, achtendcdat het overtreeden,van het
minfte van de gefeyde dingeñ,een doodelijke fon de is,waerdigh om met den
Ban ende eeuwige verdoemeniíTe geftraft te worden.
Dog niet tegenftaende alle defe verpligtingen , die haer foo naeuw tot het D-
onderhouden van deregulen van haere belijdeniiTe verbin den, foo leven die de Monic¿
geencwelke men in dat Landt heeft overgebraght , op foodaenigé wijfcdat gcn niet '"
het fchijnt , dat fy noyt eenige gelofte aen G O D hebben gedaen,en fy doen onderhou-
door haer ongereldt leven iien, dat fy gelooft hebben hetgeene fy niet kon- den wor-
den ?,ohe niet willen, nae-komen», dei',
Wy
««F-
^
Uytftee-
kende
praghc en-
de kledin-
ge van een
Cordelier.
En van fij-
ne Con-
fraters.
De Monic-
ken rae£-
kenaen
liet dob-
belen .
Propha-
natie daer
Ílígeu
pleeght.
Als oock
befpottin-
gc van ha-
re eelof-
40 I. Boeck. Voyagtevan Thomas Gage IX. Cap
Wy faegen niet alleen vreemt toe, maer wy ergerden ons oock ten hoog-
ften,als wy faegen, dat een Religieus van het Cloofter te Xalappa, te Paerde
fteeg , metfyn Lackey aghter hem , en dat alleen omaen het andere eynde
van de Stadt te gaen de Biegte hooren van een Menfchedie op fijn verfchey-
den lag, hebbende ondertuffchen fijn lange Kleedt voor ende agter opgeligt?
ende aenfijn Gordel weder ingeftoocken , opd2tmen fijne orangie Sijde
Koufen, fijne welgemaeckte Spaens-leere Schoen en >fijn Onder-broeck van
fijn Hollandfch Lijwaet,en een PaiTement van vier Vingeren breet,dat hem
voor een Koufie-bandt verftreckte j foudekonnenfien.
Dit fiende , begonden wy met wat meer opfight, op het leven,foo van de-
fecáis van de andere Monicken teletten,dievan onder haere wijde Mouwen
haere gepicqueerde Sijde Wambayfen ende Hembden van Hollandfch Lij-
waet, met Kandt aen de Handen geboordt, vertoonden,ioo dat wy in haere
kledinge, foo wel als in hacr onderhoudt, gantfeh geene doodinge des Vlee-
fches konden befpeuren ; maer in tegendeel , al immers foo veel y delheydt,
als in de wereltfche Menfchen.
■ ^ Nae het avonrmael, begonden fommige van haer te fpreecken,om met de
Ka'erte en Dobbel-fteenen te fpeelen,en fy nodigden ons eerft aengekomene
om een partijtje a la prime met haer aen te vangen,het welke het grootfte ge-
deelte van ons weygerde, fommige by gebrek van Geld,en andere om dat fy
het Spel niet verftonden, evenwehna veele moeyten, maekten fy £o veeLdat
twee van de onfe figh met twee van de haere aen de Kaert begaeven.;
Wanneer de party nu gemaekt was, begonden fy de Kaerten,met een feer
goeden fwier,te verfchieten, men wedde openkeldtende dubbeldt, het ver-
lies dreef de eeneaen,ende de winftdeandere/oodaenigh dat het Cloofter,
die naght , in een Dobbel-huys verandert wierde , ende de Geeftelijcke ar-
moede , in wereltfche ontheyligingen.
Door dien wy nu nier dan toekijkers van het Spel waeren,foo hadden wy
tijdt ende gelegentheydt, om een groot gedeelte van den nagt, geduerig ons
aendaght te laeten gaen over die wijfe van leven , want hoe het Spel langer
duerde, hoe de ergerniffe meer toe nam, foo door het drincken,vloecken en
fweeren , als door de lacchernyen en fpotternyen met dewelke iy van haere
gelofte van armoede fpraecken.
Een van deCordeliers, hoewel hy airede Geldt gehandeldthadde, en
met fijne Vingers op de Taefel geteldt, wanneer hethem evenwel gebeurde,
dat hy een aenmerckelijckefomme won ( want dickmaelen ftonden'er meer
dan twintigh Rijcxdaelders in ) opende hy, omhetgefelfchapte doenlac-
chen, een van fijne Mouwen, en daer op ftreeck hy > met het eynde van
de andere, het Geltdat ingeftaen hadde, indieopeninge, feggende, dat
hy gelofte gedaen hadde , van geen Geldt aen te raecken , ofte te behouden,
maer datfijn Mouw, fulcks niet gedaen hebbende, het een ende het ander
wel vermoghte tedoen.
Ick
IBoECK. ■DoordeSpaenfiheWeíl'Indi'én. IX. Cap. 41
Ick en konde níet langer alle het vloecken ende fweeren verdraegen, en ik De Monic
voelde my gedreven om haer daer omtrent mijn gevoelen te feggeh,en haer ken fpee-
daer over door te nemen; doch ick overleyde dat ick daer maer als een door- Jen een
treckendt vremdeling was, en dat alle het geene dat ik foude konnen feggen donkcrrje
onnut foude zijn , foodaenigh dat ick , fonder gerughte te maecken, my ver- over'
trohrom te ruften, verlaetende die Dobbelaers die in het Spel tot aen den an-
deren dagh toe volharden.
Des volgenden daeghs hoordemen van die Monick,diefoo de fpotrer ge-
fpeelthadde, die eer een lightm is dan een Religieus van de OrdrevanSr.
Francifcus fcheentezijn, en die bequaemer was in het School vaneenen
Sardanafulus en van een,Epicurus dan in een Cloofter , dat hy , fegge ick ,
meer dan taghtigh Rijxdaeldershaddeverlooren;hetfcheenclat fijn Mouwe
weygerde te bewaeren en binnen te houden , het geene hy door gelofte niet
moghtebefitten.
Het was op die tijdt, dat ick begonde te be'mercken , uyt de manieren van Wacj,
leven van die Cordeliers,dat het veel eer is de vryheyt des daegelijkfen wan- do£Jr ■ m
deis en omgancks , welcke Jaerlijcks foo veele Monicken ende Jefuit-en uyt j,^ f00
Spaignien nae die gedeelten des Aertbodems doet vertrecken , als den y ver vee[ Mo.
die fy tot de voortfettingedes Euangeliums , endetot de bekeeringe der zie- nicken
len, zijn hebbende;bet welk gelijk het een uytwerkinge van degrootftelief- nae Indiei»
de is,fo hebben fy ook geen ongelijk>wanneer fy dat ftellemvoor een van de gaen.
voornaemfte teeckenen,van de waerheydt des Godts-dienfts.
Maer de gemackelijckheyt , leuyheydt , ledigheydt ende leckerheydt
haers levens , doet klaerlijck blijcken , dat veel meer de liefde tot het Geit,
tot de ydele eere, tot de maght ende authoritey t , die fy fich over de arme In-
diaenen hebben verkregen , het eynde ende het wit is dat fy be-oogen, als de
liefde ende de voortfettinge van Gods eere.
Van Xalappa trocken wy op eene andere plaetfe welcke deSpaigniaerden Vertreck
laBJnconada noemen, welcke noch Dorp noch Vleckis, ende niet weer- vanXaiap-
digh foudezijn dat ick daer hier ghewagh van maeckte, ten waere, datjp*-
íy gedenckwaerdigh was , door twee dingen , die haer byfonderlijck doen
aghten.
Het eerfteis, dat fy foo verre van alle andere Plaetfen is afgelegen,dat het Beichrij-
als onmogeliick is,dat die geene, die daer reyfen , ter felver plaetfe , niet des vinge van
middaghs , otte des avonts , haer verblijf moeten nemen , ten zy dat fy , ten la Rmcona*
minften, twee a drie mijlen, van den wegh willen wijeken, om eenigh Indi- «*•
aenfchVleck te vinden. . .
't En is niet dan een eenigh Huys, van dat flagh welcke de Spaigmaer-
den Venta noemen, gelijekde Herbergen in Engelandt zijn , die alleen op
den wegh ftaen, het is gelegen aen het eynde van eene Valleye, op de heetite
plaetfe , die'er , tuiïchen St. fu4n d'Ulhua ende Mexico > is.
F Doch
Middel
om het
water te
koelen.
Groóte
hitte des
naghts."
Meenighte
van Mug-
gen-
Vertreck
van de
%% I.BoECK. Voyagie vanThomas Gage IX. Cap,
Doch het geene haer noch aenfienlijck maeckt , is, datdaer de befte
Fonteynen ende Water-bronnen zijn,diemen op dien geheelen wegh yint*
hoewel, ter oorfaecke van de hitte der Sonne, het waeter van defelva
laeuw is. ■« .
Die geene, dieindegefeydeFéww, Herberge houden, wel wetende, dat
de hitte, welcke men in het Reyfen lijd, door eenigen koelen drank,behoort
gemaetigt ende verkoelt te werdemdraegen forge,dat fy altoos groóte aerde
Vaten , met water vervult , in fant , dat fy geduerighlijck met water doen
bevoghtigen,begravenhebben,waer door het watendat in de potten is foo
kout als Ys wert»
De aengenaeme koelte ende de foetigheydt van dat water,in een fo heete
ende brandende Land-ftreecke , gaf ons foo veel reden van verwonderinge,
als vermaeck en genoegen , om dat wy middel gevonden hadden, om onfen
boven-gewoonen brand te verkoelen.
Daer-en-boven , diftcmen ons ter dier plaetfe, foo groóte meenigte van
OiïemSchaepen en Geyten-vleefch, als ook van Hoenderen,Calckhoenen>
Conijnen, wilt Pluym-gedierte, en voornaementlijck Waghtelen, aen, dat
wy daer over t'eenemael verbaft ftonden.
Die Valeye nevensde omleggende Landerijen zijn feer rijken vrugtbaer»
en vervult met Hoeven ofte Hof-fteden,omtrent dewelke de Spaigniaerden
Suycker,Coc¿ewi//e,Tarwe ende Maii doen winnen,
Dog , het geene my byfonderlijk aen die F¿wí4,ofteeenfaemeHerber-
ge,doet gedenken, is, dat hoewel de Menfchelijkevindinge de Reyiigers
heerV weten te gerieven met foo koel een drank op foo heet een plaetfe,ende
die plaetfe te vooriien met fo groot een overvloet van Leeft-togt , dat fulks
alles,fegge ik,maer gedurende den dag aengenaemis,want des nagts noemen
het de Spaignaerden helfche Confituren.
Niet alleen is'er als dan de hitte fo uytneemende groot, dat het niet moge-
lijk is te eeten fon der geduerig het fweet,dat van het voorhooft op de oogen
druypt,af te vegen,maerook verveelen de Muggen foodanig,dat'er gantfeh
geen middeLhet zy in het waecken ofte in het flaepemis, om fich daer van te
bevrijden, en hoewel ,hetmeefte gedeelte van ons Gefelfchap,Tenten had-
de, foo waren fy evenwel niet bequaem, om ons voorditongediertetebe-
fchermen , die, even als de Ybriïchen van Egypten , ons, tot in onfe Bedden
tocquaemen befpringen,
Sy en verfchijnen niet,foolange als den dag duer,maer wanneer deSonne
ondergaet,foo beginnen zy, in troupen, by malkanderen te verfaamelen,en
fy verdwijnen weder met Sons opganck.
Wy,nae een lange ende moeyelijke naght,iiende dat de Sonne haer hadde
verdreven ; oordeelden mede , dat het befte voor ons was van die plaetfe te
vlieden,foodaenigh , dat wy daer , des morgens vroegh , van daen trocken <>
om aen een Vleckte komen, dat al immers foo overvloeyende vanleeft-
toghti
— ■
I.Boeck. Doorde.SfaenfchePPeft-Jndiën.X. Cap. 43
togt,ende aengenaem is>als defe Bjnconada^n bevrijd van die gaften, welke
ons de laeft voorledene nagt.fo moeyelijk een gefelfchap hadden gehouden.
HET X. CAPITTEL,
Komfte van den Autheur tot Segura de la Frontera , een Stad
door Cortez gebouwt , nevens de befchrijvingevan hare
oorfyronck én o$bouwinge>
WYquaemen des avonts aen een andere Vleck ofte kleyne Stadt ge- Komfte te
naemtSegwr*, welke bewoont is doorlndianen cndeSpaigniaerden, ,e^rafj¡a
die te iamen.omtrent het getal van duyient Inwoonders-uytmaken. Iatrw
Wy wierden onthaelt,doorReligieufe van deOrdre van StFrancifcus,die
al immer fo wereldfch , en vol van ydelheyd,als die van Xalappa , waren.
De grond-flag van dele Stadt ir'terdcdooTVerdinandCorte%geleg » en hy , .
noemde defelve Segura de la Vromer aAn is gefegt,veyligheyd van de Gren- • ^
fen en boude defelve om daer door de Spaigniaerden,die van St.fuan d'Ul- klfs bol|<>
hua naeM<?*icoReyfden,tebefchermen,tegens de Culhuacanen en die van w¿n(,e#
Tepeacac , die , Geallierden van de Mexicanen zijnde , Spaigniaerden veel
fpelsmaeckten.
Dog,het gene Corte % het meeft vergramde , was dat,na dat hy op de eerfte Deln&a-
Reyfe van Mexico was af-gedreven , de Indianen op hem ende de reíle der nenoffe-
Spaigniaerden aenvallende , en te vooren verftaen hebbc,dat fy gevaerlijck ren ende
gewond waren, eri lig nae Tlaxcaüan , om haer te ververfchen ende uy t te eeten
ruften , begeven hadden > de Inwoonders van twee Vlecken van Culhua en twaelf
Tepeacac, die fig doe met de Mexicanen tegens Corte$ ende die van Tlaxcal- Spaigni-
lan geallieert hadden, fich in een hinderlaege, om de Spaigniaerden te ver- acrdcn>
raflehen, hadden geleght,en twaelf van defelve gevangen^die fy levendigh,
aen hare Afgoden , op-offerden , ende daer na opmeten.
Dit maekte dat Corte% Maxixca,een van de voornaemfte Capiteynen van ^ 7-£
Tlaxcaüan > ende verfcheydene andere Edelluy den vandeStadt,badt,hem "aJ^e.
te willen verfelleh^ende helpen wraecke neemen over die van Tepeacacvre- £
gens de wreedheyd die fy tegens die twaelfSpaigniaerden hadden geoeffent,
en het quaet dat fy daegelijks aen de Inwoonders van Tlaxcaüan,met dehul-
pev&n de Cuthuacanen ende de Mexicanen, hare geallieerde, deeden.
Maxixca ende de voornaemfte van Tlaxcallans hebbende met de Magi- j?n ver:
ílraeten ende de Inwoonders van de Stadt beraetflaght,ftelde,met een alge- krVgt hul-
meene toeftemminge,vaft,hem met veertig-duyfent ftriidbare Mannen by pe van die
te ftaen, boven deT amtrne^, het welke Knegten zijn, om de Bagagieende van Ito
4e andere noodige dingen te draegen. callan»
F 2 Cortes
,.,, ■
■—
Hy treckt
op tegen s
die van
Tepeacac.
Eyfcht
haer op.
Haer ant-
woort.
Cortez
overwint
dievan
Tepeavac.
De overi-
ge geven
iïgh over.
StrafFc
over cíe
ifooord der
u. Spai-
LBoeck.
44 1. öOECK. VoyagievanThomasGagê X. Cap.
Cor te % trock met dit getal van de In woohders van Tiaxcettan ende metfijne
Spaigniaerden nae Tepeacachzer hetende aenfeggen.dat zy ,in vergoedinge
van de dood der twaelfCh rittenen figfouden hebben over te geven in han-
den van den Keyfer ende den Koning van Spaignien fijn Meeftenen dat fy -
voortaen, in hare Stad niet fouden mogen ontfangen,eenige Mexicanen
ofte eenige Inwoonders van de Provinlie van Culhua.
Die van Tepeacac antwoorden dat fy die twaelf Spaigniaerden uyt een
goede ende reghtvaerdighe oorfaecke gedoodt hadde , omdatzy, in tij-
den van Oorloghea hadden met geweldt door haer Landt willen tree-
ken , en dat tegens haeren wille , ende fonder haer daer toe om verlof te
vraegen.
Dat ook de Mexicanen en Culhuacanen hare Geallieerde ende hare Hee-
ren ende Meefters zijndcfy die altoos vriendclijck in hare Stadt ende Huy-
fingen fouden ontfangemvorders het voorftel datfy haer deden af-wijfende
ende protefterende dat fy aen een Volck,dat fy niet kendemniet wilden ge-
hoorfaemen.haer biddende weder na Tlaxcallan te willen keeremfo fy hare
dagen niet in het korte wilden eyndigen,en,even als hare twaelf Vrienden,
geóffert ende gegeten worden.
Dit niettegenftaendeverfogt haer Corí^verfcheydemaeleniía den Vree-
den te willen luyfteren , en fiende dat fulks niet en hielp, begonde hy haer
met goeden ernft den Oorlogh aen te doen.
Die van Tepeacac, die door haer felven,en door hulpe van Culhuacanen,
fterek van Volck ende wel ge wapent waeren,ftelden haer in ftaet om de in-
gangen en aenkomften van haere Stadt tegens de Spaigniaerden te befcher-
men, en door dien onder haer veele Helden waeren,reghten fy verfcheyde
fchermutfelen aen, dog eyndelijk wierden fy geflaegenen veele van haer
wierden gedood , ionder dat'er een eenigh Spaigniaert bleef,maer wel veele
van dis van Tlaxcallan.
De Heeren en de voornaemfte van Tepeacac , fiende dat fy de nederlage
hadden gekregen , en dat fy niet fterk genoeg waeren om de wederftant te
bieden , gaeven fig in handen van Corte% als Onderdaenen van den Keyfer,
onder bedingh van voor altoos hare Vrienden de Culhuacanen uy rïiaer ge*
bied te bannen en dat Corte%, die geencdie oorfaeke hadden ge weeft van de
dood der twaelf Spaigniaerdemnaefijne wille fouden mogen ftraffen,welke,
ter oorfaecke van hare wreetheyd ende hardneckigheyd, beval , datdeln-
woonders, van alle de Vlecken die in diemoord hadden toe-geftemt,nevens
har<naekomeïingen , voor eeuwigh fouden Slaeven zijn.
Daer fijn andere die feggen dat hy haer fonder eenig verdrag te maecken
overmeefterden , en dat hy haer om haere ongehoorfaemheyd,en om dat fy
tot een fpiegel aen het gantfche Land fouden ftrecken , cailijden , zijnde fy
Sodomiten , Af-goden-dienaers ende eeters van Menfchen-vleefch.
Hoe hetzy,de overgeblen e wierden met hare nakomelingen tot flavernye
ver-
LBoECK. DowdeSfaenfcheWefl-Indïén. X.Cap. ^
verwefen , en hy bevredigde in twintig dagen , welke die Oorlogh duerde ,
die geheele Provinticdie feer groot is,hy dede de Culhuacanen uy t defelve
vertrecken,hy wierp de Af-goden onderde voedende de voornaemite be-
toonden hem hare gehoorfaemheyd.
Tot meerder feekerheyd dede hy daer die Stadt bouwemdefelve Segura de
la Frontera,ohQ veyligheyd der Grens-plaetfen,noemende,hebbende de no-
dige bediende aengeftelt,om forge te dragen dar de Chriftenen en Vreem-
delingen in feekerheyd van Vera-Cru^ na Mexico fouden konnen Reyfen.
DefeStad,foo wel als alle de andere welke men op den weg van St. \uan Sapottes
dyUlbna,tot aen Mexico toe,ontmoet,heeft feer grooten overvloei van leef. ende Chico-
togt ende vrugten,en voor al van die geene welke men Ananas Sapottes ende Sapottes.
Chico-S 'apones noemt i de Sapottes hebben binnen in een fwarte Kernefoo
groot als een Pruym , en de vrugt, op-gefneden zijnde,is fo als root Schar- Befchrii-
laeken,enfofoetalsHonig,maerde Chico-S 'apones zijn fo groot niet„fom- villgh daet
migezijn oock root en andere bruyn-root,en foo vol van Sap , dat men die yan#
eetendcde vogtigheyd daer uytloopt,als of het droppelen Honig waren3en
haere reuke is by nae als die van een gebraden Peer.
Men bood ons aldaer ook boffen Druy vernal fo fchoon als die inSpangien Druyveru
vallen , aen , die wy met groóte vreugde aenvaerdden , om dat wy die,op de
eeh eele Rey fe niet hadden gefien.
Dat .dede ons oordeelen dat het omleggende Land feer bequaemfoude Wimtc
zijn om Wijn.aaerden te planten, fo den Koning van Spaigmen wilde toe- perflen m
laten.datmen daer Wijn perffen foude,het welke hy,des verfogt zijndcver- Amertca
fcheyde maelen heeft af-geilaegen, uyt vreefe dat het ielve den handel , die verboden
tuiïchen fijne andere Rijken ende dat Land is, bederven fouden ™-Crom
Defe Stad legt in eene gemaetigden Climaet dan eenige andere tuiïchen ™cl '
Vera-Cru¿en Mt?*/'co,endedelnwoonders,diete vooren Menfchen-vleefch
aten zijn jegen woordig fo beleeft en vriendelijck als eenige andere op ge-
heel dien weg. ,
Wy begaven ons hier een weynig vm onfen ftreek nae het Weiten af,den Trouwe
gewoonJijken weg Noord-weft ftreckendcen dat om dat wy de vermaerde yan dfc
Stad TlaxcaUan fouden befien, welks Inwoonders fig by Corte % voegden en- yan Tlape„
de altoos feer getrouw waren , foodanig datnien met waerheyd kan feggen, caUan aen
dat fy tot de voornaemftehulp-middelen v^n het in-nemen van dat Land deSpai-
gedient hebben a en daeromme is het ook dat de Coningen van Spaignien oniaerdei>
faaer hebben'vry-gehouden van alle foorten Van Schattingen tot op defen diehaer
hedigen dagh, en dat fy voor het jaerlijkfche Hoofd-gelt,'t welke op alle de daer voor
Indianen geftelt is,niec betalen dan een ayr M4/>,het welke hare Indiaenfche iooncn.
Tarwe is.
F %
HET
—
46 I. Boeck. Voy agte vanThomas Gage XI. Cap.
HET XI. CAPITTEL.
Befchnjvinge van de groóte Stadt Tlaxcalan ende het Land
dat aen defelve onderhoorigh is.
Oor- TTX E naem van defe groóte Stad TlaxcaÜan beduyd eygentlijck in de In-
fpronck JL/ diaenfche Taele een welgemaeckt brood ,om dat omtrent die plaetfe
van de meer van dat Graen datmen Centlt noemt werd gewonnemdan in ee-
nacmevan nige van de omleggende Provintien.
TlaxcaÜan. In voorige tijden was die Stadt Texdan genaemt, het welcke een Dal tuf-
fchen twee Bergen beduydt.
Sy is gelegen op de kant van een Riviere die uyt het Gebergte Atlancape-
f^haer oorfpronck heefhen die het meefte gedeelte van die Provintiebe-
voghtight, ftortendefich eyndelijck in de Zee door het Landt van Zaca-
tullan.
Daer fijn in die Stadt vier leer fchoone ftraeten.genaemt Tepetiepav , Ocq°
telulco}Ti^atlan, enQuiahut^lan.
De eerfte van de voorgenaemde ilraeten is op een Heuvel geleegen,om-
trent een halve mijle wegs van de reviere af,en,om defe gelegentheyd.heeft
men defelve Tepetiepac , dat Berg ofte Heuvel beteeckent , genaemt , en al-
daer was het > datmen eerft begonde te bouwen , door dien men de hoogte,
ter oorfaecke van de Oorlogen , foghte.
De andere Straetleghtin het hangen van den Bergh naedeRevier-kandt
toe,en om darten tijde datmen defelve betimmerdemdaer ter plaetfe veele
maftboomen ftonden,foo noemdemen defelve QcotelulcoAzX. een perk met
maftbomen beplant beduydt.
Xtcotencatl Defe Straet was fcer fchoon en ¿e meeft bewoonde van ¿e gantfche Stadt,
per-Bcvêl- in defelve was de voornaemfte merckt-plaetfe, op dewelke men allerhande
hebber over foorten van Waeren verkogte ende koghte , die plaetfe was Tianquint%li
die Tlax- genaemt*ook was in die Straete het Huys in het welke Maxixca woonde.
callan , als *n ^e vaIleye op de Revier-kantwas nog een andere Straetegenaemt T/^4-
Ferdinand tlan > om dat aldaer veel Kalk en Krijt was , in defelve woonde Xicotencatl,
Cortez en- Opper-Bevelhebber van alle de troupes van dat Gemeene befte,
de de Spai- Daer was noch een Straete Quiabuttfan genaemt , ter oorfaecke van de
gniaerden foute Wateren die daer waeren,dog federt de Spaigniaerden daergekomen
defelve zijn , zijn alle de oude gebouwen van defe voorverhaelde Straeten veran-
overwon- derf ende van Steen opgebouwd.
äe Het Stadt-huys ende fommige andere gemeene gebouwen zijn in de val-
leyeopdekandtvandeReviergetimmertj bynaefoalsdievan Venetien.
De Stadt wierde door de Edelfte ende rijckíte In woonders geregeert ; fy
hielden
Gelegent-
heyd van
Tlax callan,
Straeten
daer in.
Beichrij-
vingevan
deièlve.
nen
Maxixca
a
1. Boeck, Door de Spaenfche JVe (l-Indïên. XI.C ap. 47
hielden de regeeringe van een eenigh hooft voor dwinghlandye > en daerom wa* fíj«
washet datfy Monte^umazls eenTyran haeteden. h T
In tijden van Oorloge hadden fy vier Bevelhebbers,welke yder een van de h0"dcr
Straeten bcftierde , uythet getal van die vier kofen fy haerenOpper-Bevel- "¡ e,cm
hebber.onder dewelcke noch andere Edel-luydem als Onder-Bevelhebbers, HophjV_
doch in kleyn getal , waeren. den van de
In het Oorlogen deden iy haere Srandaert aenhet eyndevan het Leger vierStrae»
draegemdog als de uere des iirijdens gekomen was^fo ietteden fy dc-felve op tcn.
een plaetfe die van alle de Wereld konde geiien werden, en die geene die iig
daer opnietaenftonts omtrent fijn Bevelhebber vervoeghde, wierdein de
boete , daer toe ftaende , verwefen.
Boven op de ftok van dieStandaert waren tweePijlen, die fy als Reliquien Wonder
van haere voor-ouders eerbiedelijck eerden. Die geene die laft hadden om by-geloof,
defe Pijlen te gebruykemmoeften twee oude ende kloeckmoedige Soldaten
wefen,uyt 't getal van de voornaemfte Bevelhebbers. Hier in beftond onder
haer een foorte van voorbediedinge en bygeloof,voorfiendefy daerdoor het
winnen ofteverliefenvanden Veldt-ilag. SyloftendefePijlenopdeeerfte
van haere vyanden die fy ontmoeteden , en wanneer fy dan den felven daer
mede doodden ofte quetften > foo was dat voor haer een feecker teecken van
de overwinningcmaer foo die Pijlen 9die geene op dewelke fy geloft waren,
nog doodden noch quetftemioo fielden fy voor vaft,dat iy de Slag verliefen
fouden , ofte ten minften de fleghfte kans hebben.
Defe Heerlijckheydt ofte ProvintievanT/^cete hadde onder haer agt Groote
ende t wintigh Dorpen ende Vlecken ,in dewelcke hondert ende vijftig duy- ^ande .
r TT Li 1. r > o j Provmtic
fent Hoofden van huysgeünnen waeren. Tlax-
Het zijn alle welgemaekte Mannen ende de befte Krijgs4uy den die onder W^Ä<
alle de Indiaenen zijn.
Sy zijn feer arm en hebben niet dan het graen dat Cew/i noemen, endoor
verkopinge van het felve weten fy haere Klederen en andere nodige dingen Hacre ar"
te krijgen , beftaende allen haerenrijckdom daer in, • moede.
Sy hebben veele plaetfen op dewelke fy Merckt houden , maer de aenfien-
Hjckfte, en die daer het meefte op verhandeldt werdt, is in de Straet van Oco-
telulco, die voor defen foo beroemt was datmen daer, dickmaelemmeer dan
twintig-duyfent Perfoonen fagh,om te kopen ende te verkopemdat al reuy-
lende toeging , malkander het eene voor het andere gevende , door dien ty
het gebruyck s van het gemunte Silver ofte Goudt , niet hadden.
Daer was eertijds , en is oock noch op heden , een feer goede ordre in die Haere
Stadt , als oock veele foorten van handt wercks-lieden. Handt-
Daer zijn Goudt-fmeden , Pluymverkopers, Barbiers, Badt-ftoov-hou- wercken
dersendePotte-backers, welcke foo goeden Aerde-werckmaeckenalshet endegoe-
geene dat uytSpaignien komt. deoidre»
Het Aertrijk is daer vet ende vrugtbaer en ieer bequaem voor het Koorn,
vruch-
111
wtm
Des
grondrs
vrught-
baerheyt.
Water-
Godc.
Wijn-
God c.
8 oo. Men-
ichen jaer-
ïijcksaen
een Godt
geofterr.
tboloÜa
ccn grote
Stadr.
Harde
ftrafover
dieice.
48 I. Boeck. Fbyagie vanThomas Gage XI. Cap.
vrugtenendeWey-landen, wantdaer waftfofchonen Gras tuffen de Maft-
bomen, dat de Spaigniaerden aldaer haere Beeften laeten wey den, het welke
men in Spaignien nietfoude konnen doen.
Twee Mijlen van de Stadt is een ronden Bergh, die fes-duyfentfehreden
hoogh, ende hondert ende veertigh Mijlen rond is, en jegenwoordigh den
Berg van St. Bartholomeus genaemt welzijn de de kruyn van defel ve altoos
met Sneeuw bedeckt,in den voorigen tijdt noemden (y defel ve Mateacu/ae,
welck den naem van den Godt des Waters was.
Sy hadden oock een Godt van den Wijn , die fy Ametochtli heetten , oock
waeren fy feer tot droncken drincken genegen.
Haer voornaemfte Godt was genaemt Camaxtlo ofte Mixcovatl , wiens
Tempel in de Straet van Ocoteüulco ftondcin dewelke ten minften aght hon-
dert Menfchen jaerlijcks geofrert wierden.
Men fpreeckt drie verfcheydene Taelen in de Stadt, de eerfte is genaemt
Nahuahiy het-welcke de Taele der Hovelingen is,ende der aeniienlijckfte in
het gantiche Rijck van Mexico.
De tweede werdt Otoncir geheeten,welcke men het meeft op alle de Dor-
pen hoord fpreeken,en daer is niet dan eene Straet,in de welke men die gene
die Pinover genaemtis,fpreeckt,zijnde die de plompfteen grofile van alle.
Daer was voor defen een gemeenegevankeniiTe^alwaer men opilootende
kaftijdde die geene dieeenige mifdaet begaen hadden.
Ten tijde dat Cortz^ daer was, gebeurde het* dat een Inwoonder van
deStidt, feeckerekleynepartyeGoudts, vaneenSpaigniaert, ftal , waer
overals Ccrte% fijne klaghteaen Maxixca dede , defelveop ftaendevoet,
daerfoo neerftighlijck nae dede verneemen, dat den fchuldigen , teCho-
iolla , gevonden wierdt* zijnde dat een andere groóte Stadt , vijf Mijlen van
daer gelegen.
De gevangen dan zijnde te rugge gebragt, met het Goud dat hy hadde ge-
nomen , wierdt aen Corte^ , om met hem nae fijn begeren te leven , ter han-
den gefteldt, maerhy gaf hem weder aen Maxixca, hem bedanckende voor
de moeytedie hy genomen hadde , om hem te laeten opfoecken.
Doch Maxixcat die hem,ten fpiegel van andere, ftraflfen wildcdede hern
door de Straeten van de Stadt omleyden , gaende een Roeper voor hem, die
metluyder ftemme , het geene dat hy bedreven hadde, uytriepj en zijnde hy
dus op de Merkt-plaetfe gekomen,dede men hem op een Schavot klimmen,
al waer men hem de voegingen van Armen ende Beenen met een yferehand-
boom aen ftucken iloegh.
De Spaigniaerden verwonderden fig over foo geftrenge reghts-pleginge»
en befloten daer uyt,datsgelijk de In woonders haer in dit ftuk hadden willen
voldoeninge geven, fy haer, op defelve wijfe , in het toekomende oock ge-
reet ende willigh fouden vinden, om alles wat in haere magt was te doen, tot
het innemen van Mexico > en tot het onderbrengen van Monte^uma.
Qcotclul
IBo-ECK, DoordeSpenfcheWeft-Irdïèn. XI. Cap. 49
Ocotelulco ende Ti^atlan zijn de twee Straeten die op heden het meeftebe- Kercken
woont zijn. In die van Ocotelulco is een Cloofter van deReligieufen van Sc en°eCa-
Francifcus, die de Predickers van die Stadt zijn en een fchoone Kerke heb- £f }?
ben die aen. haer Cloofter gebouwt is , en aen dewelckc omtrent vyftig In- liaxcallm*
diaenen onderhorigh zijn, zijnde die alle Sangers,Organiften,Speelders op
Mufijcqlnftrumenten, op Trompetten en Schalmeyemen fich daegelijcks
by de gewoonlijke Miiïe voegende, alwaer fy een yder,door haere wonder-
lijcke over-eenftemminge,doen verbaeft ftaen,foodanig dat'er niets is dat
het her te meer treft.
In de Straeten van Tepetiepac ende Qt^iahuittfanzijn niet dan twee Capel-
len,in dewelke op de Sondaegen ende by andere nodige voorvallen de Re-
ligieufen van dat Convent de Miiïe gaen feggen.
Wy bleven in het Convent een dag met twee nagten,en wy wierden'er
feer wel onthaelt , daer was feer grooten overvloedt van Spijfe , en voor al
van Vifch , die daer in groóte meenigte , ter oorfaeke der naebuerigheydt
der Reviere, is.
De Stad heeft twaelf Indianen aen de Religieufen gegeven om Vifch voor VnTers
haer te vangenren daerom zijn die Indiaenen oock bevrijdt van alle andere voor hc£ 1
plighten. Cloofter.
Sy gaen niet alle te gelijck op eene tijdt viíTchen , maer alleenlijck vier in
yder weecke , dat fy by beurten doen, ten zy by eenigh boven gewoonlijck
voorvahwant fulks voorkomende, foo zijn fy gehouden alle andere dingen
te laeten ftaen , en alle te gelijck voor het Cloofter te gaen viíTchen.
De Stadt is jegen woordig door Spaigniaerden ende Indianen onder mal- ¿kalde.
kanderen gemengt bewoont, enfy isdeSit-plaetfevaneenPrefidentofte Major»
voornaem Bediende van de ƒ uftitie, die van drie tot drie Jaeren uy t Spai-
gnien gefonden , ende Alcalde Major genaemt werdt,ftreckende fijne maght
fichuyt over alle Steden en Vlecken , die binnen twintig Mijlen, daer om-
trent, gelegen zijn.
Boven defen Bediende, zijn'er noch andere onder de Indiaenen , diefy Sijnebe-
Alcaldes , Regidor s ende Algua\iU noemen , welke de meer en mindere Be- diende,
dienden, tot de adminiftratie der Juftitie nodig, zijn, en die jaerlijks door
den Alcalde Major werden aengefteldt , die haer alle in ontfag houdt, en,fo
veel van haer, in fijnen dienft gebruyckt,als het hem wel geval t,fon der haer
deminfte vergeldinge, voor haar moeyten , te geven.
Hetquaetonthaeldatdie Alcalde Major ende de andere Spaigniaerden de
Indianen aendoen , heeft die Stadt , die te vooren feer Volck-rijck was, ten
hooghften doen vervallen,hoewel fy defelvefaghter dan de andere behoor-
den te handelen , zijnde fy de voornaemfte oorfaeke, van het innemen ende
overwinnen* van het geheele Landt, geweeft.
HET
,
Puebla de
ios Ange-
les.
Beíchrjj.-
"vinge daer
Hare op-
komft.
SQ
L B OECK. Vojagie van Thomas Gäge
HET XII.CAPITTEL.
XII. Cap.
Veruolgh vanonfeReyfe van Tlaxcalkn nae Mexico door
luebla délos Angelos, ofte der Engelen Stadt, ^Gua-
cocmgo.
DE aenmerckelijckite Stade welcke men nae Tlaxcaüan , opdenweeh
diewy reyfdenonrmoet, isdeStadtdiedeSpaenfcbe laLe^t
Angelos ofte de Stadt der Engelen , noemen : wy hadden erom ver
dS
noXeen tSS S WM ' T **"*$* «7 meedezijnde , hadden wy'er
noch geen , federt ons vertreck van Si. fuan d'Ulbua , ontmoet. Y
cJ~S T,erVerften ons drie dagen metgemack op die Plaetfcin dewdke wv
feer welkom waeremonder onfe Mede- Broeders, die niets nalieten i noch
ipaerden , om ons wel te onthaelen. 0ch
g Wy ginghen door de gantfche Stadt wandelen, foodaeni»h dat wv eefe
beipeurden in defelve een groóte overvloet en rijkdonuiiet alleen door d en
ftereken haüf&W* daer werd gedtéven^erood.dborhèSSo^fod
mneif:ran^
mditen ende Jefuitemboven noch vier Conventen van Geeftelijcke Dogh-
ïJïXf?* iS in een 5*?? Va,leye gelcgen,üjnde omtrent fes mijlen
verfcheyden van eenhoogen Bergh,die altoolmetfneeuwbcdecktis Men
inhet,aervani53o. ghebouwt, door bevel van Dom Amonio de Mendolfa
Viceroy van Mexico, en door toelatinge van Sebaftiaen Ramírez doemaels
Bifichop , dog hy haddete vooren Prefident tot St. Dcmmgo, geweeft S
fcnde datjaerhet Ampt van Prefident van de Cancelarle van M,Wc° in
plaetie van NunmodeG^man , die de Spaigniaerden endedelndiaenen feeí
Qualijkgeregeert hadde , hebbende tot fijnlby-fitters defe vier Re'tersoñe
Éaeds-Heeren, te wceten den Licentiaet ^1,^54/^«., Gejcf&lota
Tranctfco Ceynas ende Atonjo Maldonado. Wroga »
J?t Rug!fl8 beftierd?n h«Land veelbeter dan tevoren NunnhdeGu^mM
gedacn hadde , en onder andere aenmerkens-waerdige dingen die fy deden,
bevolkten iy dele Stadwn fielden de Indianen die datr te voren woeden in
vry
I BoECK. doordeSpaenfeheïFefl-Bdien.Xlï.G ap. ||
vryheyd,zijnde defelve meeft gevlughbter oorfaeke van het quaet onthaeh
datdeSpaigniaerden haer dedemen fy waren gaen woonen fommige te Xa-
lixco > andere in de Honduras Guatimala ende in andere plaetfen, in dewelke
de Indiaenen tegens de Spaigniaerden Oorlcghden.
Defe Stad wierd voor defen door de Indianen Cuetlaxcoapangeheeten>het Oude
welke een Slange in het waeterbediedr, door dien'er twee Fonteynen zijn , naemvaa
zijnde het waeter van de eenen goedt om te drincken 3 maer van de andere fö&vti.
ondeugende.
Tegenwoordig houd aldaer een BiiTch op fijn Stoel,wiensinkomen,federt DesBií-
men Xa/appa de la Vera-Cru$daer af heeft genomen , nog meer dan twintig fchops in-
duyfentDacatenjaerlijcks waerdigh is. komen.
De lugt is daer ibo goebdat bet getal van de In woonders geduerighlijck
toe-neemndoor den grooten toeloop van het Volck,dat daer van verfchey- Gr°oten
dene andere quartieren komr. In het jaer van 1654. quam'er feerveel toevl°eE
Volcks,door dien men vreefehadde dat de Stadt Mextco,door het overftro- van In;
men des Meers, foudeverdroncken hebben. Daerwaeren alfdoenveele woonders»
Menfchen die daer uyttrocken, en die alle het geene fy hadden met haer
voerden.komende met haere gantfche Huys-gefinnen in de Puebla délos An-
gelos woonerven tnen acht dat'er jegenwoordig wel thien duyfent In woon-
ders zijn.
Sy is feer vermaert door de Laekenen die'er gemaekt wordenden diemen Hare ma-
nae yerfcheydene andere Landen vervoerr, men hout defelve oock fo goed nufadu«~
als die van Servia ,in welckePlaetfemende befte van gantfch Spaignien ren.
maekt,dog zy fijn ièer in prijs gemindert , om datmen'er niet fo veelals wel
voor defen , nae America voert , ter oorfaeke van de groóte meenigte,die'er
jaerlijcks in defe Puebla de los Angelos gemaeckt wert.
DeHoeden die daer gemaekt werden zijn de befte van de geheele Provin-
tie.
Daer is mederen Glas-blaferye,wat feldfaems^door dien'er in het geheele
Land noch geene dan die is.
Dog het geene die Stadt het meefte verrijckt is de Munte in dewelke de Munte.
helfte van het filver dat uyt de Mijnen van de Sacatecas komt gemunt werr,
het welcke haer als een tweede Mexico mzekt, en oorfaeke fal zijn ,datzy,
door verloop van tijdemal immers fo Volk-rijk als die Stad fal worden.
Buyten de Stad zijn veele Hoven 3 die de Merkten met Groente en Kruy- Suyker-
den vervullen ;het omliggende Landt geeft overvloed van Tarwe,daerzijn Molens.
Paght-hoeven in grote menigte,in dewelke men de Suyker teelt en vergae-
dert ; onder andere is'er eene , die niet verre van de Stadt gelegen is , welke
aen de Religieufen van St. Dominicus behoort , en fig fo verre uyt-ftreckt ,
datmen op defelve meer dan twee honden Negers > fo Mans als Vrouwen >
fonder haere Kinderen te tellen , onderhielt.
De aenfienlijkfte Stad die tuiïchen Puebla de los Angelos ende Mexico legt is
G Jt Qua-
^Guacocingo
Kinderen
dieaerdig
daníTen-
Ydelebc-
iïgheden
der Monic
ken.
Vryheden
Tan die
van Guaco -
€Íngo.
Waer
door ver-
kregen.
y 2 I Boeck; Vbyagk van Thomas Gage XII. Ca
Guacocingo ghenaemt , in defelve zijn omtrent vijf-hondert Indiaenen ende
honder ijSpaigmaerden met de woon nedergeüaegen : daer is ook een Kloo-
fter van Cordehers die ons feer wel ontfinghen, en de aerdigheydt van haere
Indianen deden fien,foo in het Mufijcq finghen als in bet fpeelen'op inftru-
menten. - » r r
Deië Religieufen .hadden alfo weynïg gebrek, van alle het geene tot het le-
ven nodig is,dan alle de andere; maer her geene daer fy het meeile op roem-
aen,was de op voedinge van eenige,daer ter Plaetfe geborene, Kinderen, en
voor al van die geene die in haer Kloofter dienden, welke fy op de Spaeniche
Wijicop het geluyt van de Guitarra,haddcn leeren danffen.
Wy iagen daer des avonts een proef af van twaelf Kinderen, welker outfte
geen veerthien jaren tellen konde, en die fy om ons te vermaecken hadden
ontboden,dietot de middernagt toe Spaenfche ende Indiaenfche Liedekens
longen , danffendeendefpringendeondertuffchen , en handelende deCa-
itagnetten , metfoo veelbequaembeyd , datfy ons niet alleen vermaekten ,
maer oock deden verwondert ende verbaeft ftaen.
Het is waer, dat ter wijle wy fulcks fagen , ons in gedaghten quam , dat die
Keligieufen beter fouden gedaen hebben , foo fy den tijd, die iy in het onder-
wijlen van die Kinderen verquift hadden,hadden in haer Koor,volgens hare
belijdeniiïe, door gebragt; dog hoe wy verder trocken, hoe wy meer bevon-
den.dat de pligten van de Godts-dienil veragt en verfuymt, en de ydelheden
op den Throon geftelt wierden,en dat door die gencdie de Werelt moeiten
verfaeckt ende alle de vermaecken van defelve verlaeten hebben.
Dek Stad van Guacoctn^o heeft door de Koningen van Spaignien by-nae fo
veele vryheden als die van Tlaxcallan gekregen,om dat fy haer nevens defelve
tegens de Mexicanen by Ferdinand Cories* ende de andere Spaigniaerden
voeghde, diedeeerfleinnemers van dat Land waren.
Delnwoonders vanG«4ffo«»g<>,fijndeLand-genoten van die vznTlaxcaHan,
Choloüa ende Huacacoüafbefchermden kloeckmoedelijk die van C baleo, welke
aen Corte^ om byflant hadden gefonden , om datfy door de Mexicanen , die
aireede veele fchaede aen hare Landen hadden gedaen , wierden aengetaft.
Dogdoor dien Corte^ haer de verfogte byflant niet konde toefenden , om
dat hy doen befigwas met het verveerdigenvanfijneRoey-barken,omMm-
co te Water ende te Lande te belegeren, fo badt hy die van TIaxcallan, en die
vjmGuacoctngo ¿nevens die vznCboloüa ende Huacacolla, haer te willen byftaen,
dat fy met foo veele edelmoedigheyd ende dapperheyd dëden,dat de geheu-
genifíedaer van tot op defen dag is overgebleven,hebbende fy die van Cbalco
uy t de verdruckinge vmMome^uma gered.niet tegenftaende de groóte magt
met dewelke hy uy tMexico getrocken was om aen de Spaigniaerden het nae-
deren aen fijne Stadt te beletten,
Defe daed was oorfaekcdat defe Stad,gelijk ook de andere voorverhaelde*
veele voor-regten van de Spaigniaerden verkreegrbzijnde die nog feer onder
haérge-acht. 6 Yaa
I.Boeck. DoordefyaenfcheWeft-Indién. XII. Cap, 53
Van daer deden wy onfelaetfte dag-reys tot aen de Stadt van Mexico rey-
íende aen gene zijde van die hoogen Berg,die wy al te Puebla délos Angelos ge-
lien hadden , en die dertigh mijlen daer van daen gelegen is.
Sy is veel hoger dan de Alpes,ook is het daer kouder,door dien het ín eeuw
daer op altoos blijftleggen.
Sedert ons vertreck uytSpaignien , hadden wy de koude noyt foo ftreng, Koudeop
alsindieplaetfe, gevoelt, het welke de Spaigniaerden feer dede verwonde- hetge-
remdieuyt de warmte van haerClimaetquaemen, endedefelve noch veel berghte.
grooter op de Zee hadden vernomen.
Op die laetfte dag-reys van Guacocingo op Mexico reekenden wydatwy
omtrentdertig Engelfche mijlen hadden afgelegt, van dewelke wy ten min-
ilen de helft hadden verlieten in het klimmen en daelen van die Berg.
Doe wy op het hooghite , daer onfen wegh viel, waren, ontdeckten wy de
Stadt van Mexico nevens het Meer dat daer om isr welckë ons feernaeby
fcheenen , hoewel fy thien mijlen weegs in de vlackte en van den voet van
dienBerghaf-leggen.
HET XIII. CAPITTEL.
In het weïcke den Autheur , vervolgende de befchrijvinghe
van het aenmerckelijckfte dat hyop den wegh fat, gelegent-
heydt neemt om verfcheydene naeukemige omftandigheden ,
het innemen van dat Land door de Spaigniaerden betreffen-
de > teverhaelen.
1 \ Ls Verdinand Cortes^ voor de tweede reyfe van Tlaxcallan vertrock om
J\ Mexico te Water ende te Lande te gaen belegeren, met de Roey-bar-
quen ofte Schepen die hy daer toe expreflelijk hadden laten maecken,
foo lagen fijne Troupen gelegert acn de zijde van het gebergtcal waer fy van
koude fouden vergaen hebben, foo fy haer niet hadden bedient van het hout
dat fy daer met groóte meenighte vonden.
Doch des anderen daeghs klom hy hoger op het gebergte, en fy fond vier
Ruyters ende vief Voet-knegten om den wegh te ontdecken,die defelve ge-
floten vonden,door de groóte Bomen,die de Mexicanen ,federt weynige da-
gen , hadden omgehackt , en d warfch over den wegh geleght. _.
Doch door dien fy haer inbeeldden, dat het mooghelijck op allePlaet-
fen foo niet foudegefteltweefen, foo trocken fy vorder foo verre fy konden*
tot dat íy eyndelijckeen grooten hoop af-ghehackte Ceder-bomen von-
den, die foodaenigh op malkanderen gheftaepeldtlaeghen, dat het haer met
G 1 m°ge
Optoght
van Cortez
tegens
Mexico,
Die van
Mexico
floppen
den wegh,
— -
Welcke
de Spai-
gniaerden
openen.
Cor tez out
deck thee
Leger der
Mexicanen.
Enflaet
het fel ve.
54 I. Boeck. Voy agie vanThomas Gage XII. Cap!
hogelijk was vorder te konnen door geraecken hetwUi'jh^x^á /
weder nae Corte? keeren,en hem verfelkeren Xw et.welke ha7er,dan dede
Or^vraeghdehaer, of fy geen Menfchen ontmoet hadden doch door
dien fy hem van neen antwoorden , foo vertrock hy AAS
hem foude hebben > met alle mogelijkfpoet , te volgen J g
Soodanigdathyfich, doorhet Volckdat hy met hem genomen hadd^
een wegh dede baenen.de Boomemdiemen in den weg haSKSKS
iijnedoor-togtteverhinderen.doendeverdraegen.en^diewffetf^
hoewel het niet was fonder veel te arbeyden J '
Het is ieeker, dat, fo de Indianen haer dae"r hadden neder geflaegen om
die door-togt te bewaeren,de Spaigniaerden die noytfouden hebben kél
nengebrayken-, om dat die wegdoenmaelsfeerquaeten moeyehfkomte"
dat de Muyl-Efels, welke met haere vragten van St. fuan d'U/hua ende van
de omleggende Suyker-molens komende gemeenlijk gebru y ken
UoghdeMe^^geloofdendatdieweghgenoegfaemverfeekertwas
doordeBomenwelkeiyopeno.verdefelvegeLckthadden.endehebb^
dein dat vertrouwemdefelve verwaerlooit te bewaeren.verwagSn fy de
Spaigniaerden in het vlackeveldt. ë^aeniyoe
~ Want daer zijn drie wegen welke menvan Traxcallan nae Mwriwkan ze
ofÄ rndeWdle c^democydijckfteuytkoo., fidhAÏ
verhinderen J ' geenevyanden waeren, omdendoor-toght te
daffiin Ldnfrhiddr ftÜIe ?P *}et ^1^1^ van dien Bergh.om fo lange tot
lift S £ Tí Leger foude vergadert fijn te ruitenen als dan gefaenW
Ii* in de vlekte neder te trecken . Van defe plaetfe ontdeckten fy de Vveren
ten fv Tníen °,? ^fch^«e Pitrén aengefteken haddeniok bemerk.
¿VI ■ r ÍVlle d,ie geene^elke haer op de twee andere wegen, gewagt
hadden , fig hadden by den anderen gevoeght, om haer, tuíTchen fommlge
Bruggen,welkemen,rotgemack der Reyflgers,over de Stroomen en BeeS
ken , die uy t het Me^ r fpruyten , gemaeckt heeft , aen te taften.
Dog Cw«,hebbende aen twintig Ruy teren bevolen op haer in te vallen,
foo floegen die door het gantfeh Heyr gevolght zijnde ídwarfch door dé
lijden ' Van VC doodende^on^r eenige fchaede van haer te '
Hetgefigte van díe Bergh en van de vlackte die aen de voet van defelve be^
onT^
min molvli ;f 0nderh,oudt ' h«^lkc maeckte, dat ons defen doortSgt
minmoeyelijk, ende te lighter viel. jfQ
I.BoECK. Door de Sfaenfche Wejl-Indiën. XII. Cap. 55
De eerfteStadtaen dewelcke wy,nae het af-klimmen van den Bergh,qua- Quahuttpea.
men,was Quabutipec^ behorende defelve onder Te^cuco, dit braghtons oock
in gedagren dat het dighte daer omtrent hadde geweeft,dat het Leger van d-e
Indianen van C«M«j,beftaendeuythondert*duyfentMannen,die de Heeren
Van Te^cucö gefon Jen hadden om Corete beftrijden , hadde gelegert ge-
weeft ,dog dit alle was te vergeefs, want fijne Ruy terye reed door en door ha-
re Leger , en zijn gefchiet, dede foodaenigen moordt onder haer, dat iy fich
wel haeft op de.vlught begaeven.
Drie Mijlen van daer, ontdeckten wy aen dereghter handt,foo als wy on- Tezcuce.
fen wegh vervorderden, de Stadt Je^cuco , leggende buy ten onfen wegh op
de kandt van het Meer , her welcke evenwel ons floffe gaf tot een groot dif-
cours over het geene daer ten tijde van Corte^ ende van deeeríteinneemers
des Lands was voorgevallen , die doenmaels. bevonden dat het een groóte
Stadt was , en by nae foo maghtigh als Mexico , hoewel Corte\ daer gantfch
geene tegenftandt vondt.
So als hy tot delelve naederdcquaemen vier van de voornaemfte Inwoon- Hoe die
ders ín fijn Leger,draegende, tot een teecken van de Vreede,Goudene Stae- Stadt fich
ven , aen dewelcke Vaendelkens geheght waeren , in haere Handen, en feg- aen de
gende dat iy door haeren Heer Coacvacoyocin waeren gefonden , om hem te Spaighi- ,
verfoecken geene fchaedeaen haere Stadt ende omliggende Plaetien te wil- aerden
lendoen,en om hem fijne vrientfehap te komen aenbieden,hem meteenen ovcrga*»
biddende met fijn gantiche Leger , in de Stadt Te^cuco , in dewelke hy wel
foude ontfangen worden , te willen komen.
Corte% verftondt defe tijdinge met feer groóte blijdfchap,doch evenwel be-
düght zijnde of hier eenigh verraet moght onder ichuylen,ende de Inwoon-
ders van Te^cuco , dewelcke hy niet lange te vooren een gedeelte gevoeght
by deMexicanen ende Culhuacanen ontmoet hadde, wantrouwende, ver-
Volghde fijnen- wegh , en iloeg fig neder te Quahuttchan ende te Huaxuta ,
dat doenmaels Voor-fteden van de groóte Stadt 1e\cuc<y waeren , dog nu
rnaer kleyne daer van afgefcheydene Dorpen zijn,en aldaer gaf men aen fijn
Volckeen feer grooten overvloedt van Lijf-voorraedt.
Hydedede Af-godenter aerden werpen , en daer op trok hy binnen de Cortez
Stad,alwaer men voor hem een groot Huys hadden vaerdigh gemaeckt,het treckt
welcke bequaem was omhem nevens alle fijne Spaigniaerden,endeeenge- daerbin- ' -
dèeltevan de Indianen, diehy met hem hadde, te Huys-veften. nen.
, Doch door dien hy in het intrecken geene Vrouwen nogte Kinderen be-
ipeurde , twijffelde hy of 'er eenig verraet mogte onderfchuy len, en daeromt
deedehy aen alle fijn Volck, op verbeurte des levens, verbieden uythe
Huystegaen.
, Als un op den avond de Spaigniaerden op de Galerijen van het Huys ge- Dc In*
klommen waeren, om de Stadt van defelve te befchouwen,foo bemerekten woopdew
fydat een feer groot getal der inwoonderen met haeren Huys-raet vlugtede viught€n>
fom
Cortez ftelt
een Chri-
ften rot
Kaningh
ovcrTez-
CUCQ.
Sijne
trouwe
aende
Spaigni-
aerden.
56 I.BoECK. Voyagie vanThomas Gage XIII. Cap.
fommige nae het Gebergte ende andere nae de Waeter-kandt om haerte
Scheepe te begeven, en dat metfoodanigenhaefl: , dat daer lightelijck
uyt af te meten v/as, dat in haere maniere van doen iets boven gewoon-
lijcksfchuylde.
Daer waren ten miniten twintig-duyfent kleyneSehuytjcns , welke men
Cxnoas noemt , vervult met Huysraet ende met Volck dat weg-vlugte. Cor-
te $h adde fulcks wel willen beletten , maer de nagt was fo digt op de handt,
dat hem nietmogelijck was fulcks in het werek te ftelien , en noch minder
konde hy den Heer van de Stadt dwingen te blijven , welke onder de eerfte
mede nae Mexico ge weecken was.
De Stadt Te^cuco is noch op heden by de Spaigniaerden beroemt,om dat
fy eene van de eerfte , ende, mogelijck de aller-eerfte, is die door een Chri-
ften Koningh is beheerft geworden.
Want Corte% hebbende verftaen dat Coacuacayocin , die doenmaels Ko-
ningh van die Stadt en van de omleggende Plaetien ende Landeryen was,
fig op de vlugt hadde begeven ; dedeeen groot gedeelte van de aldaer ge-
blevene Inwoonders voor hem komen , feggende tot haer dat hy begeerde
datfeeckerjongh Edelman ,die hem verfeldt hadde en uyt een Edele Stam-
medesLandsgefproten was, en die naederhandt gedoopt zijnde Ferdi-
nandt , even als hy , die fijn Peter was,wierdt genaemt, zijnde hy oock een
Soone van Ni^avalpicuntli , wekken fyfoo bemindt hadden , haeren Ko-
ningh foude zijn, doordien dat Coacuacayocin fich by de Vyanden hadde
begeven, nae dat hy fijn eygen Broeder, om fijne fchatten te befitten >
hadde gedoodt , ten verfoeke van Quahutimocin der Spaigniaerden doodc-
vyandt.
Deién nieuwen Chriften Dom Ver diñando wierde op die wijfe tot Koningh'
verkoren , ende als het gerughte daer van fich wijdts ende fijdts hadde uyt»
gebreydtjfoo quaemen veele van de Inwoonders weder inhaere Stad ende
Huyfen,om defen haeren nieuwen Vorft ende Koningh te fien , íoodanig*
dat binnen weynigfytijds, de Stadt al immers ioo wel bevolckt, was als te
vooren, en door dien de Inwoonders door de Spaigniaerden wel gehan-
deldt wierden, foo waeren fy haer oock, in alle dat fy haar bevaelen*
onderdanigh.
Don F er diñando was oock nae die tijdt de Spaigniaerden in alles getrouw ,
en voor al in de Oorlogen die fy tegens die van Mexico voerdden,ook leer-
de hy in korten tijd de Spacnfche Taele.
Weynig tijdshier nae quaemen de Inwoonders van Quahutichan , Htta-
xuta ende Autenco fig fel ven aen Corte% onder werpen,en met cenen vergifFe*
nifle bidden,fo fy hem ergens in moghten beledight hebben,
Twee daegennae dat Dan Ter diñando Koningh van defe groóte Stadt
wás geworden , foo wel als van het onderhoorige Landt , het welcke fich.
uyeftreckt tot op de Grenfen van Tlaxcallan, foo quaemen hem
een
Ï.BoECK. DoordeSfaenfcheWeft-Indïén. XIII. Cap. 5/
eenige Edelluyden van Ruaxuia ende Quabutichan verfeeckeren dat alle de De Mexi.
maght van de Mexicanen tegens hem aen-trock,ooK verioghcen fy van hem canen tree-
te weten of het hem foude aengenaem zijn dat fy haere Vrouwen, Kinderen ken te-
ende Huysraet op het gebergte vlugteden , of dat fy die fouden brengen ter gensdeièta
plaerfe daer hy fich onthieldtiOm dat fy vreefden in der Vyanden handen te Koningh
vallen. °P«
Corte^ antwoordde haeruyt den naemedes Koninghs, welkers Gevaeder
hy was , zijnde die meteenen oock fijn Gonftelingh, feggende , dat fy goe-
de moedt moeiten houdemende gantfeh geene vreefe icheppen , en dat fy
aen haere Vrouwen fouden bevelen in de Stadt te blijven ende defelve niet
teverlaeten,datfy maer geruitelijck in haere Huvfen fouden blijven, daer
by voegendedathy verheught was wegens het aen-naederen der Vyanden,
en dat hy haer foude doen fien hoe hy naet defelvcfo fy hem verwaghteden,
foude omfpringen.
Die van Mexico en quaemen te Huaxuta niet > fooalsmen welgeloofr Cortezhc*
hadde dat fy doen fouden ; doch Corte^ , hebbende vernoomen waer fy haer geett ""ck
onthielden, trock uyt om haer Slagh te leveren met twee ftucken Gefchuts, 'cgei,s
rwaelfRuyters, twee-hondertSpaigniaerden, endeveeie Indiaenen van a.eftc
T/axcallan.
Hebbende de Vyanden gevonden ,tafte hy die trouwelijck aen, maer daer
wierden'er weynige gedood,door dien fy fich nae de waeter-kant begaven,
en fich , door behulp van haere Canoat , het gevaer onttrocken.
Als nu Corte % , op de voor verhaelde wijfe , in de Stadt van Te^cuco geko-
men was, foo beichermden hy fich felven en fijne Bontgenoten tegens de
maght der Mexicanen , die , alles wat fy konden , in het werek ftelden , om
haer over hem te wreeken,foo yvel als o ver den nieuwen Chriften Koning,
die hy beveftight hadde.
Doch Corte%, oordeelendedie Plaetfede bequaamftetez.ijn, om fijne Cortez.
Roey-barquente Waeter te brengen, en hebbende verftaen dat defelve tt brenghc
T/djrcdtogemaeckt waeremfoofondthy Conjale % de 7.andoual daerheenen fijne
om die aldaer te doen brengen; maer fo als hy op de Grenfen van de Provin- Roey-
tie gekomen was , foo ontmoete hy acht-duylent Mannen , die defelve aer barquen te
ftucken op haere fchouderen droegen , neven salie het geene dat tot haere Tezcuco,
uytruftinge behoorde.
Sy waeren verfeldtmettwintig-duyfentKrijgs-kneghtenjendemetduy-
fent lámeme^ om den voor-raedt te draegen.
ChichtmecatetLeen kloeckmoedigh en ftrijdtbaer Indiaen, die Hooft was %vi)fèöp
over duyfenrMannen,verforghdedeaghter-hoede,endeT«/>/íí>/ ende T<¿- jewejcke
tecatl, die Edellieden van groot aenfien waeren, leydden de voor-toghtime1 iu\c^ ge-
tien duyfenr Mannen, fchiedde»
De Tamime^ waeren in het midden geplaetft,nevens diegeene die de toe-
ruitinge van de Roey-barcuen droegen.
H Voor
~
— ... -„„
Veeleln-
. diaenen
geven fich
aende
Spaenfche
over.
Cortezhc'
xcyt iïch
toe het be-
leg h van
Mexico.
Roey-
barquen
met Men-
fchen Vet
geroet.
58 I. Boeck. Fóyagie vanThomas Gage XIII. Cap.
Voor defe twee Capiteynen trocken hondert Spaigniaerden ende acht
Ruy ters tGtmKale$ de Zandoual volghde daer op met feven Ruy ters ende de
reite van het Leger. * y
ín foodaenigen geftalte trocken fy reght op TcKcuco aemmet een wonder-
en iBP^ Tiei VereTlgde ftemraen>die geduerighlijk riepen Chrifte-
nen Chnitenen ! TUxcaüan ! TtaxcaBan ! en Spjignien ! Spaignien !
hofllfi £ Ti^W qWaeP eh?ocIcen fy in feer goede ordredair binnen.op
het geluydt van Trommelen,hoornen ende andere diergelijcke Initrumen-
ten,ncbbende fich te vooren verciert met haere befte Klederen ende bouc-
ZTn £ cTf^ heC Wdke Wd befiens waerdiS was' gierende haere in-
trede in die Stadt fes ueren.
°phetgerughtevandeaenkomite van die Troupenenvan de Roey-bar-
quen, quaemen iveele Provinciën haerfelve onderwerpen, en haeren dienft
aen Ur«| aenbiedemdeeene door vreefe van geruineert te wordemende de
fttrÄ f7 dQ M'xka!nm toe-droegen,foodaenig dat CorteK fich
• eer fterek bevondt , met alleen door de Spaigniaerden ák hy hadde , maer
weien Fe<cuco > aan dat van Momeyima te vooren te Me*™ plaghte re
Het was dan in dk Stadt da t hy alles, tot het belegh van Mexico noodigh ,
met groóte neeríhgheydt , gereedt maeckte , hy verfagh fich aldaer van Lad-
ders die bequaem tot normen waeremals oock van alle andere dingen die hy
tot fijn voornemen nodigh hadde. ë 7
Als fijne Roey-barquen nuopgemaekt waeren,liethy eenegraft van eene
dkndk Sraeven' zijnde meer dan twaelf voeten breedten twee
■ Menwasvijftighdaegenbefigboipdatwercktevoltoyen, hoewel daer
daeghlijcks viermael hondei t-duyfent Mannen aen arbeydden.
Dat beroemde werkheeft de gedagteniiïe van de Stadt Tecuco tot op den
«edigen dag doen bewaeren ende in geheugenifle behouden, hoewel het ge-
taande Inwoonders feer verminderr is , enhetdefelvenuveel kleynder
oan te vooren. J
Als defe Gragtnuvolmaekt was foo dreefmen de Roey-barquen en men
.itopte de naeden met Werck ende Cattoemen fy vonden fich genootfaeckt,
door gebrek van Roet ende Olie , haer van Menfchen Vet te bedienen,niet
dat Cöwwhaer toeliet, ten dien eynde , de Menfchen te dooden, dochfy
gebruykten alleen het Vet van die geene die in den Oorlog waeren omgeko-
men, endiemen veriïoeghinde geduerige uyrvallendie die van Mexico,
om dat werck te beletten, deden; wantdeindiaenen, die gewoon waeren
de Menfchen te offeren, fneden defelve op , en trocken het Vet, nae haere
doodt, daer uyt.
Als de Roey-barquen nutewater waeren gebragt, dedeCör/q alle fijn
Voick
I. Boeck. Door de Spaenfche Weíl-Indien. XIII. Cap. 59
Volckmon iteren , ende hy bevondtdathynegen-hondertSpaioniaerden ^eta^an
hadde , onder deweicke íes ende taghtigh Ruyrers waeren , hondert en ach- ^eSPaj:
tien die met Roers en Bogen gewaepent waeren,ende alle de overige hadden 8niaer£Íen
' Degens,Poigniaerden,Piecken endeHellebaerden,nevens Borft-harnailen \\ MJXIC9
ende gemalyde Kolders. ? c8er~
Sy hadden noch drie groóte yfereStucken,en vijftien kleyne van metael,
acht-hondert ponden Buskruyt,een groóte meenighten van Kogels,boven
hondert-duyfen Indiaenen , die alle Luyden van Oorloge , en ieer tot haer
genegen waeren.
Öp den eerften dag van Pinxteren begaeven fich alle de Spaignaerden te Sy treckcn
velde, in die groóte vlacktcdie aen den voet van den Berg, van deweicke te velde,
ick hiervootensgefproocken hebbe, gelegen is, in deweicke &>rte% fijn
Leger in drie deelen fcheyde , gevende aen yder van defelve een Hooft.
Aen ? tetro d' Alvar adot die fijn eerfte Onder- Hopman was, gaf hy Hare ver.1
dertigh Ruyters , hondert ende feventigh Spaenfche Voet-kneghten , twee deelinge.
ftucken Gefchut.en dertig-duyfent Indiaenen , nevens lail om fig te T/aco-
/wz neder te ilaen.
Aen Chriflophoro d' Alido , fijn tweede-Onder-Hopman , gaf hy drie ende
dertigh Ruyters, hondert ende achtien Spaenfche Voet-kneghten, twee
ftucken Gefchut,dertigh duyfent Indiaenen s en laii om te Culhuacan poft
te vatten.
Aen Gon%ale% de '¿andoual , die fijn derde Onder-Hopman was , gaf hy
drie ende twintigh Ruyters, hondert ende feftigh Spaenfche Voet-knegh-
ten , twee ftucken Gefchut, en veertigh duyfent Indiaenen, nevenslaft
om fich terplaetfe, die hy de bequaemftefoudeoordeelen , telegeren.
Hy bragt op yder Roey-barque een ft uk Gefchunfes Mufquettiers,drie- -or*^ ^c-
en twintigh, daertoebyfonderlijck uytgekorene , Spaigniaerden, en een geeic»c"
Hopman over yder van defelve, en daer over fteldehy fich tot Opper- °?
gebieder. '
Hier door gebeurde het, dat fommige van fijn Leger , die te Landt troc- Het welck
kembegonden te muytineren, meenende dat hetgevaer g'rooter was ter hem door
plaetfc daer fy fig bevonden , en daerom baeden fy hem fig by het gros des Jn Volck
Legerte willen vervoegen, en niet te water te gacn. weidont-
Doch Com^flocggeen acht op hetgeenefy hemfeyden ,want hoewel 'er ra en'
meer gevaer te Lande dan te Water was,foo vereyfehte de faeke doch even- Doch fia-
wel, datmen naeuweropficht., opdenOorlogh teWater, dan te Lande ren raed
nam , om dat fijn Volck tot de laetfte gewoon was , en tot de eerfte niet. ^oor hem
Daer-en-boven hoopte hy,dat hy fig door middel van fij ne Schepen mee- ?erachr.
ftervan Mexico foude maecken , oock bediende hy fich van defelve om het <A
grootfte gedeelte van de Canoas, te verbranden , die aen die van de Stadt be- *Jn ree"
hoordden,en hy hielde de refte daer door fo beflooten,dat iy de Mexicanen ¿f" *" e
H 2 geen
■1 ■ '
Heden-
áaeghíchc
Staetvan
Tezcuco.
Ceder-bo-
men om
Tezcuco,
¿lexical-
dngo
voortijdts.
éo I.Boeck. Hyagievan Thomas Gage XIII Cap
vL fijn LegertÖkonden doe" ngdeSemheVd ^n-dedcal.derefte
wmÈmsm
^kksZ^Tf^^^^^^^ wat tot
sé** *»ä^s^^
in deKruydenendeSa"ade„ f^h °° ™' WeIcke,rSri,ckdommenbeftae°
werden. Merckt lenden nae M«i<i,om aldaer geileten te
Spaign aerdenfeerT • lenen ' hfneo voeren' doch ¿«¿jn door de
hebben.om aSe^hrrtgeW,OTde"'wdcke ^61"3^^1''6 vernielt
fooTCrre!data1LT¿ ■ . aer* Pra<*^e en groóte Huyfen te timmeren,tot
de,v»ft;endu"fe" oí?' d°°iP"^'7'°^^~4berchuldightwier-
%ttehebben 7 ' r "'' eCtimmeren ™" fijn H^,verbe.
«nhegsetedSnër A ",ftkaended*rontommedefelvegeplant,omtot
fommfflondene"^
digh J Setmen "ie ' raéXS r°°f * ? tWaClf^ » doSÍegenwoor-
lijcicfteBoomgaerdé^ , anvl) ftl& Cederboomen.ndebefteenaenfien-
anwoonders.en daervan daen quaemen wy KGuulaeteAet welke
een
I.BoECK. DoordeSpaenfcheWeft-Indtm. XIV. Cap. éi
een kleyn , doch feer vermaeckelijck , Dorp is, ter oorfaecke van de aenge-
naemefchaduwedervrugt-diaegende Borneren vandeuytfteekendeHuy-
fen , welcke de Inwoonders van Mexicojúdaer , tot haer vermaeck,hebben
doen bouwen ; het is gelegen aen her eynde van den dijck , die fich van daer ;
dwarfch door het Meer 3- tct omtrent twee ende een halve mijle van Mextco >
uyrftreckt.
Op defe wijfe quaemen wy in die fchoone ende vermaerde Stadt op den
derden dagh van Oclober in het Jaer j 625. rijdende dwarfch door defelve ¡
tot dat wy aen een feer vermaeckelijck Huys quaemen,dat tuflehen de Tuy-
nen gelegen is, op den wegh die nae Chapultepec toe ftreckt, en Si lacyntho
genaemtis,toekomendeaen dejacobijnen van Manilla j wy wierden in het
fel ve feer heerlijck onthaelnen bleven aldaer totnae Kers-tijdt, het welcke
her faifoen was , daer in wy ons voor de tweedemael , te Acapulco, moeiten
Scheep begeven,het welke tagtig mijlen van Mexico , op de Zuydt Zee.ge-
legen is,en van daer fouden wy na Manilla Ae Hoofd-itadt der Phtlippijnen >
vaeren.
een grote
Sradr.
Guetlacae
een feer
fchoon
Dorp.
Kom de te
Mexico.
HET XIV*. CAPITTEL.
Befchrijyinghe van de groóte ende vermaerde Stadt van
Mexico, oock hoe fy in voorige tijden was, enhoefyfigh
nu bevind^ en voor al van haeren toefiandt in het Jaer
HEt is met een groóte voor ende omfightigheyd eeweeft , dat de Reli- VooriTgh-
gieufen en de /efuitenvan Manilla ende van de Philippijnen , Huyfen tigheydc
, o jnde Tuynen omtrent Mexico hebben weten te verkrijgemom aldaer der Gee'
de Sendelmgen , welcke jaerlijks uyt Spaignien, nae die gedeelten des Wee- ftelljcke»»
reldts trecken , te ontfangen.
Wanthy aldienfy aldaer geene bequaeme plaetfe om uyt te ruften von-
den , en om haer te verfriffchen van de moeyelijckheden van foolanghe
Keyfe , en datmen haer aenilonts in de Kloofters van Mexico opfloot om
iu Siï?,hey ^ van haere °rdre te betraghten' , het is feecker , dat iy
wel haelt leetwefen.yan haer eerfte voorneemen,fouden hebbenen het fou-
de niet dan met groote^moeyte zijn dat fy vorder fouden willen trecken om
nog een tweede Rey fe op de Zuy d-Zee te wagen, en fy fouden liever weder
aae bpaigmen willen keeren , of in eenigh gedeelte van America verblijven,
H 5 gelijck
Vermaec-
kelijckhe
den van
lietHuys
St.Jacyn-
Onder-
fcheyd
om eren t
hervoed-
fd in Eu-
ropa en
■dmerica.
62 I.BoECic. FbyagievanthomasGage XIV Cap
lqrdingedaer-heenen hadden gehad,™ S eeneidiedeforSevooronfebe.
Daerom is het,op dat alle die geene die u vr Sna ion .Vn va .
fouden de aen hare Ordre nodige ende betaemlijke rufte SSS
konnen genieten geduerende den tijd die fy in ¿«^ verblij S ,en on dft
die geene.die in de Stad van Mexico wqonen, en die altoos die 'eene díe na
^/ ' o vervaereE 1 benijden ,-haer den moet en luft niet fouden doeCerli fen
W¿% Ígr UfCn f dede Jei^n,foodanige vermaekelijke H^fen voor'
haere Sendehngen hebben weten te Verkriigeri,wekke nier ftZn n„¿ ï
overigheden ¡van hare Ordre van i*«»co Ä
en van de PMppntnge aldaer haere Vicarifen fenden om de Re Scn
tebeftieren.endedieHuyfentedoen onderhouden. "e"gieuicn
c^n!í«-U? -"'^'^y^Senaem^behoordde aen dievan deOrdre van
ï„D0m,1,niCU-ï a n V'm h? felve SebraSht onderbleven aldaer vSaen-
den welken tijd geduerende , ons niets ontbrak van het geen iot onfe ver
fniïchinge ende vermaek kondedieneiUb wel als om onLíl ende moet te
geven , om noch een tweede Reyfe , over de Zee aen te vangen
m%* IFT -1 f6" Ü, H,UyS behoordde* beiloegen omtrent vijftien Ge-
iten Lands,wdke verdeelt waei^n^ ovefchadu
33 *Jnd°™Citroenen ende Orangie-appelen BomenJ?hffiwy^
& rf " TrVl0et Van Gra»^-appelen en Druy ven,nevens SÍ
S^u^co-fapoues, en van alle andere vrugten die in Aá„;„ gevonden
De Kruyden,SaIaden endede Spaenfche Cardonfen welke dae^elijks ver-
koft wierden > braghten jaerlijks een groot inkomen aen : want affi cU hen
wierde eene vollaedene Karre daer vin nae Mexico ter Merkt gefonKS
meenige getijden des Jaers , even als in Engeland endein tóSA
1aEUT1 Ter altOOSjen in alIe de Saifoenen deiTeJven , zijnde de winter
Wv genoten defe vermaekelijkheden buytensHuys en binnen het felve
^rdenwyomhaeltmetaUelecker^^
onshetmeefteoververWonderden,wasdegrotemeenigtevanCon^ure7
en voor al van Conferven.welke men voor ons bereyd hadden i wan tS
rende den tijdt dat wy daer bleven fo braghtmen alle maendaeín des mor-
gens aen een yder van ons , fes doofen met Quee-vlees ende Conftrven van
andere vrughten, boven de Bifcuyten , ornSnfemaegen des uchtens ende
geduerende den gantfehendag te verfterken.want wy bevonden dat het met
aldaer en in de andere gedeelten van Eurofa niet nodig hadden tu&hen ge-
woon-
LBoECK. DoordeSpaenfcheJVeft-Indién. XIV. Cap. 63
woonlijcke Mael tijden te eeten , felve niet in vier en twintigh ueren , nae
datmen eens te degen goede ciere gemaeckt hadde.
Dog wy bevonden in Mor /ccende in veele andere gedeelten van /Imerica, Swack-
dat, twee a drie ueren, nae dat wy een goede Maeltijd gedaen hadden, in de heyddcs
welke men ons drie a vier fchotelen van Schaepen, Offen,Kalfs en Geyten- maeéks in
vleefch nevens Kalk-hoenen en andere Pluym-gedierte,als ook Wilt-braed 'America.
hadden voorgefet,onfe maege door fwakheyd ons fcheen te fullen begeven,
foodaenig dat wy ons verpligt vonden defelve te onderhouden , ende te ver-
itercken door een copje Chooo!ate,oke door een mont-vol Conierv ofte Bif-
cuyt , en daeromme gafmen ons defelve in foo groot een overvloet.
Dit quam my vreemt voor, te meer om dat alle het Vleefch, uy tgefondert
dat van de Oflen,my immers foo vet en voetfaem fcheen als dat van Europa,
waer over.om de reden hier van te wetemick my begaf by een Doctor in de R ,
Medicijnen, die, om my uyt den t wijffel , in dewelcke ick was , te trecken , ï-lr vTi"
my antwoordde,dat,hoewel het Vleefch dat wy aeten,alfoo fchoon en goet '
in het ooghe fcheen , als dat vanSpaignien , het doch evenwel feer veel ver- •
fcheelde dat het felve foo goeden voetfel niet en gaf, ais dat vzthEuropa > ter
oorfaecke dat de weyden hier veel drooger waeren, ende de verfriiTchinghe
van het voor-jaer niet hebberbals die vanEuropa, het welke dan ooriaecke is,
dat het gras van defelve kort is3 enieerdrae verwelckt.
Ten tweeden, dat de Lucht-ftreeke ofte het Climaet van die gedeelte des
Aert-bodems 'deeygenfchap hadde van dingen van feer fchoonen uyrteriijc-
ken fchijn voort te brengen,maer dat hetfeer weynige ftoffctot voetfel be-
quaem,aen defelve gaf; dat , even alsmen fulks befpeurde in het Vleefch dat
wyaeten, wy het felve oockfouden ondervinden in de vrugten,die alle feer
fchoon aen het gefichte, ende feer aengenaem voor de fmaeck waeren,maer
weynigkragten Vöetfêl in iigfelven hadden , fo datmen uyt defelve de helft
niet trock van de CamiïtfiCes van Spaignien ofte van de Pippelingen van de
ProvintievanKentinEngelandt. Bedri o-
Gelijkmen daer door de uytterlijcke fchijn van het Vleefch ende de vrug- ji;c|ce ö "
tenwortbedrogen,evenalfoogaethetdaermetdeMenfchendiealdaerge- Meafchen
boren en opgevoet wordemdie van buy ten een feer fchoon gelaet betonen , in Ame-
doch voor de refte van binnen vol bedrogh ende veyníinge zijn. rica.
Ook hebbe ik dikmaelen van de Spaigniaerden hooren feggemdat dat het Aerdigïi
antwoort was dat wijlen onfe Koninginne Elifabeth gat aen die gene die ieggen
haer een gefchenck van Americaenfcbe vrugten hadden gegeven,dat feecker- van de
lijck in die Plaetien , in dewelcke foodaenigevrughten groeyden,de Vrou- Koningin-
wen ligtvaerdig ende wifpeltuerig, ende de Mannen gevey nft ende achter- ue Eük-
houdende moeiten zijn. '
Maer ick laete het onderfoecken,van de andere redenemwelke men over
dit voorwerp foudekonnenuytvinden, aen een ander,en ick fal my vernoe-
gen te befchrij ven, , het geene ik door ervaerentheyd ondervonden hebbcte
weten,
llftÜ'-IIWl.
_
Situatie ■
van Mexi-
64 I.BoECK. Vbyagievan7homasGage XV.Cap^
weren , datmen weynigh kraght vindt t in de groóte verfcfoeydenheydt der
Spijfen, met dewelcke raen in die Landen gevoedt wordt, alsalwaeronfe
mae^en geftaedigh nae het eene ofte het andere voedtfel verlangden,om in
kraght te blijven ende niet te vernauwen.
Daeromme was het oock, datmen ons foo veele Cönferven, ende andere
leckernyen gaf, en men weygerdde ons geene gelegentheydt om in de Stad
van Mexico te gaen wandelen , dieniet meer dan eene mijle van ons Huys
gelegen was.
Het was een feer groot vermaeck voor ons als wy des morgens daer van
daen gingen,ende den gantfehen dagh in de Stadtdocr-b<-agten,gaende des
avonds weder daer uyt, wandelende geduerig onder Sreene Boogen « welke
eene Waeter-leydinge,van drie mijlen langh,onderitutten,die het Waeter
vznChapultepec tot in de Stad van Mexico brengt, welke ik hier nu wil gaen
befehrij vèn.en daeromme bidde ik den Lefer,in het goede te willen nemen,
het geene ick in vijf Maendentijds van mijne verblijf aldaer vernoomen
hebbcfoo van den ftaet in dewelke fy fig in voorige tijden bevondt,ais van
haren hedensdaegfehen toeftandt.
De Stad is by nae op defelve wijfe gelegen als Venetiemen daer is anders
o-een onderfcheyd dan dat Venetien op de Zee en Mexico op een Meer ge-
bouwt is, het welcke wel maer een Meerfchijntte wefen ,hoe wel'erinder
daedt twee zijn, van dewelcke het eene een M-ftaende en onbewogen Wae-
ter voerdr , en het andere heeft fijn ftroom ende weder-ftroom ¿ alnaer dat
de windt komt te waeyen.
HET XV. CÄFITTEL,
Befchrijvinge van het Meer van Mexico, en van de ver-
fcheydene ¡Vaeteren uyt dewelcke hetfelve beftaet , nevens
andere aenmer ekens -waerdige omftandigheden daer toe
behoorende»
HEt gedeelte van het Meer, dat irille is beftäet uyt een foet waeter»
dat bequaem ende goedt om te dnncken zijndceen groóte meenigte
kleyne ViíTchen uytlevert, maer dat geene, het welcke ftrocmt
ende her-ftromt, is bitter-aghtigh,foudt,en leverdt gantfeh geene ViiTchen,
'tfy kleyne, 't fy groóte, uyr.
Het foute Meer behelft fe ven mijlen in de lenghte;en ook ioo veele jn de
breedte , en heeft meer dan twee ende twintigh mijlen in den omgank , het
foete Meer is al infmei foo groot , ibodanigh dat het geheele Lack meer dan
vijftigh mijlen , in het ronde , groot is.
|H^M|
I Boeck. doordeSpaenfchemjl-Indïén. XV. Cap. 65
De Spaigniaerden gevoelen feer verfcheydentlijk wegens defe foete ende
foute Waeteren, en wegens haeren oorfpronck. Sommige meenen dat fy
maeruyteeneBronnefpruyten, dewelcke opborreldtuyt een groot ende
hoog geberghtcaen het Zuydr-weften in het gefitte van Mexico gelegen ,
en dat dat gedekte van het Meer, het welcke fout is, die hoedanigheydt
bekomt door de grondt ofte de aerdcdie onder het waeter is, welckefout
ioudezijn.
Dog of die meenïnge valfch ofte waeraghtigh fy,foo ís het doch feecker ,
ende ik kan betuygemdoor dien ik dat dikmaelen by ondervindinge befpeurt
hebbcdatmen alle daegen veel Sout uyt het felve maekt,het welke in de an-
dere gedeelten van de Provincie verhandeld word.jae felve tot in dePhilip-
pijnen toe, alwaer jaerlijcks veel nae roe werdt gevocrdt.
Sommige andere feggen dat dit Meer fijnen oorfpronck uyt twee Bron-
nen heerr , dat het foete waeter uyt dat gebergte fpruyt, datmen in ffet
Zuydt-weften van Mexico fiet, en dat het foute waeter uyt feeckere feer
nooge Bergen komt, die in het Noordt weiten leggen^ doch fy en geven
gantfch geene redenen van defoutighedt des waeters , ten fy dan de bewe-
ginge die het heeft door het heenen ende weder- ftroom en, dewelckeniet
geichiedende nae de gewoonte van Ebbe ende Vloedt , even als in de Zee
maer alleenlijck door het waeyen der winden , die dit Meer dickmaelen foo
hevigh bewegen en beftormen , als de felve, ende alfoo een foute hoedae-
nigheydt in die waeteren fouden brengen. Doch als dit waer was, waerom-
me fouden die winden niet defelve uy twerckinge in het ioete waeter voort-
brengen ? foo geloove ick dan veel eer , foo het foodanigh is , dat het foute
waeter uyteer landere Bronnadan het foete fijnen oorfprongh heeft , dathet
fijne ulrigheydt ontfangt , door fommige mineraele ende foute land-ftreec-
ken , welcke men in de geberghten vindt,dwarfch door de welcke defe wae-
teren komen af.vlieten , ende het fout , dat fy in haeren door-loop hebben
doen fmelten , medeilèepen.
Want ik hebbe defelve faeke by ondervindinge in de Provincie van Guate-
mala geilen , in dewelke , dighte by feekere Stadt, Amatitlan genaemt , een
Meer is dat met-t'eenemacl foet,maer foutagtigh is.het welcke uyt feekeren
í uicanus -ofte brandendeBerg fpruyt, welkers vyer ontftaet uyt de Swaevel-
mijnen die daer in zijn , uyt dewelke ook,dighte by defelve Stadt.drie a vier
t on teynen van feer heet water ftroomen, waer in fig feer veele Perfonen ko-
men baeden,hebbende die Baeden de naem ende aghtinge verkregen, dat fy
leer geiont fijn voor Lieden die fwavekgtige Baden van nooden hebben ,ko-
mendedeie Fonteynen door een fwaevel-mijne vlieten , en desniettemin
heefr het Meer , dat uyt het felve gebergtefpruy t,foodanige eygenfchap,dat
net Landt filtaghtigh maeckt, aen alle de fijden waer het felve fichuyt-
itreckt,het welcke maektdat alle morgens, het Volck het Sour,-datmen op
de kant van het water vind,gaet vergaederen , vertoonende fig het felve als
WiCÏS' l Doch
Deflelfs
oor-
fpronck.
Sout dacr
uyt ge-
maeckr.
Brandende
Berghin
Guatimala*
Warme
Baeden
uytdena-
tuere.
Wreet-
iieydder
Spaigni-
aexden
over de
Indianen.
Het Meer
van Mexico
van de
Sradt af-
gekyd..
Foyagie vanThomas Gage XV. Gap»
Doch ten derden zijn'er andere , welcke geloven dat dat gedeelte van het
Meer het welke fout isiuyt deNoord-Zee komt,ende dwarfch door de aerde
vliedden dat } hoewel de Beecken die uyt de Zee ontftaen haere foutigheyd
door het ftroomen door de aerde verliefen, defe nochtans daer vaneen ge-
deelte konnen behouden, ter oorfaeke van de groóte meenigte van minerale
Land-itreecken^dieindiequartiercnzijn.ofvandegrootehollighedenvan
die geberghten , die van binnen feer uytgeholtende diep zijn , het welke de
ondervindinge bewijft door de meenighvuldige Aert-bèvingen , die aldacr
veel meer dan in Europa voorvallen , door de winden diein die holligheden
befloten liggemen die door haer uyt-berften de aerde doen bevenjoodanig,
dat die groóte openingen, het water geen plaetfe noch tijd geven , om fich te
verfoeten , terwijlen het door de felve pafTeert, en foo behoudt het altoos de
foutigheyd welcke het uyt de Zee heeft mede gebraght.
Doch w at daer van oock de reden moge wefen, foo is het evenwel feeker,
dat'er,by Menfchen weten,geen Meer is, hét welcke dit hier in gelijckt,be=
ftaende ten deele uyt fout * ende ten deele uyt foet water , en brengende het
eene gedeelte Vifíchen voort , ende het andere niet.
Voor defen waeren'er omtrent tagtig Steden rontom dit Meer gelegen*
fommige van vijf duyfent Huys-gefinnen, ende andere weder van meer dan
tien-duyfenti onder dewelke ook Te^cuco was,het welke.foo ik boven hebbe
gefeght , niet veel voor deStadt van Mexico behoefde te wijeken.
Doch ten tijden dat ick daer was, mogten'er omtrent dertig foo Vlecken
als Dorpen -zijn, wekkers grootfte ten hooghftenniet boven vijf- hondert
Huyfen telde , fo van Spaigniaerden als van Indianen, hebbende de gefeyde
Spaigniaerden, haer foo qualijk gehandeltidat fy die arme Natiehalf als ver-
nietight en uyt-geroeyt hebben.
Tot foo verre datmen my,omtrent twee jaeren eer ick uyt dat Lan$t ver-
trock , te weten in de jaeren ió^y. en iÓ36.verfeeckerde,dat'er méér dan
thien mael hondert duyfent Indiaenen omgekomen waeren j in een werk,
dat de Spaigniaerden hadden doen maecken , om het waeter van hpt Meer
van.de Stadt af te leyden > maeckende een wegh d warfch door het g|ebergh=
te, op dat het waeter , daer fijnen loop doorneemende, defelvevry voor
het overvloeyen van het Meer foude zijn, enbyfonderlijck, om dat in het
jaer 1634. het water foo hooghvloey de, dathet grootfte gedeelte van de
Stadt verdorf, en felve tot in de Kercken, die op de hooghfte plaetfen
ghebouwdt waeren , quam, tot foo verre, dat de Inwoonders, fich van
haere Canoas moeilm bedienen , om van het eene Huys in het andere te ko-
men.
Het grootfte gedeelte van de Indianen , dierontomhet Meer woonden,
wierden te wereke gheftelt , om fich tegens dit Element te fetten , het welc-
ke verre de meefte Vlecken ende Dorpen , diealdaer gelegen waeren > ín de
grond hielp, en by middel van defen fwaeren arbeyd is dit Meer nu *j?at van
de
I.BoECK. VoordeSfaenfcheWeft-Indïên. XVI Cap. 6y
de Stadt en haere Huyfen verwijdert,neemende bet fijnen loop door een an-
dere, hoewel men geloofde dat iulcks niet lange foude dueren, maer en weg
fich weder nae de Stadt van Mexico begeven.
M
HET XVI. CAPITTEL.
'Befchrijvinge van het Paleys van Montezuma , van fijne
Wapenen y Meubilen > Vrouwen , Bediende ende haere
verfcheydene Ampten, veele foorten van gedierten door
hem onderhouden y fijne Tuynen, Magafijnen ende andere
bjfonderheden.
En gelooft dat,doen Corte ^ voor de eerftemaeUn de Stadt van Mexf BcfcHriJ-
co quam , daer wel taghtigh duyfent Huyfen in waeren. ™n8e *an
Het Paleys van Munte^uma wasïeer groot en heerlijck, het wierde {¡fto.
in de Indiaenfche Taele Tepac genaemt,en in het fel ve waren twintigh Poor- efteo', v
ten, dieopdeftraetenderStadtuytquaemen. Paleys des
Daer waren ook drie groóte opene plaetfen,en een feer fchoone Fonteyne KoninSs'
in het midden van de Saelen,en hondert Kamers van drieën twintig ende
dertig voeten lang,hondert Baeden ende Badt-ftoven, en hoewel in alle defe
wereken geenefpijekers waeren, foo lieten fy daeromme niet nae,fterk,fte-
vigh en wel gefloten te zijn.
De mueren waren van Metzel-werck, met Marber,Jafpis,en meteen an-
dere ilagh van fwarre Steen,die roode acders haddevan Couleur even als de
Rubijnen , bekleedt , het welcke een feer fchoone glans van fich gaf.
De Solders,van plancken gemaeckc zijnde, waren cierlijck verdeelt ende Praghtig-
befchoten met Cederé , CypreíTe ende Dennen-houte deelen ; de Kameren ¡jcyt van
waeren behangen met Tapijten , fommige van Catoen , andere van Cony- hetielve,
nen-hair of van Veeren , of de mueren van defelve waren befchildert.
Men fagh in het geheele Paleys, niet dan de Bedden , dat met defe groóte Indiacn-
Ma^nificenrie niet over-een-quam , want fy waren niet veel byfonders en fcheBed»
foodanigh als de rijkfte Indianen dienogheden gebruykenjwant het waren <*en.
niet dan Deekens over matten uytgefpreyd,of wel ook over Hoy , en iom-
. tijds oock wel Deeckens alleen»
In dat Paleys woonden duvient Vrouwemfelve feggen eenige dat'er drie „ '
duyfent waren, alsmen de Juffrouwen , DienfiVmaegden en Slavinnen te fa- Trouwcn
men rekendejdoghetmeefte gedeelte beitont uyt deDogteren van de voor-
naemfte Indianen, van dewelcke Montezuma die geencwelke hem het mee-
fte behaegden, voor fich fel ven nam, gevende de andere aen de voornaemfte
Edelluyden die hem dienden.
I 2 Dc
Derde Pa-
leysv..
Befchrif-
vinge daer
van.
Barbare
fche Ou-
ders.
Roof-
Yogekn,
68 I. Boeck. Foyagie vanThomas Gage XVI. Cap;
De Spaigniaerden feggen dat hy opeene tijd te gelijk hondert ende vijftig
fwangere Vrouwen hadde,diegemeenlijck door at-drijvende dranken, hare
vrught verdier ven,orh dat fy witten dat defelve geene Erf-genaemen van de
Kroone konden 2,ijn;ook waren'er veel oude WijVén.om defe Vrouwen te
bewaren , en her was aen geen Man ge-oorlooft haer te lien.
Behal ven defe Tepac , het welcke een Paleys beduydt , 'hadde Monte fu-
ma , in de Stadt van Mexico , noch een. ander H uys *. in het welcke veele
fchoone vertrecken , en aenghenaeme ende ghemackelijcke Galerijen , oo
Pilaeren van Jafpis ghebouwdt, w aeren , hebbende die haer uytíicht op
een fchoonen Tuyn , in dewelcke ten minden twaeif Vijvers waeren ; fom-
rrughe met fout waerer, voor het Zee-gevogelte gevult, en andere met
foetwaeter voor de Rivier ende Meer- vogels, hebbende yder Vijver fijne
Sluyfen, om die aftetappen, ende telaeten vol loopen, wanneermen
fulcks,tot het onderhouden der fuy verheyd van der Vogelen Vederen noo-
dig oordeelde,werdende defelve door de ververfchinge van het water meeft
onderhouden.
Die Voghelen waeren'er in foo groóte meenighte, dat de Vijvers defelve
nauwhjcks bergen konden, oock iaghmen'er foo veelderhande ilagh, en die
alle foo verfcheyden van Vederen , dat de Spaigniaerden defelve , voor het
meeite gedeeltcniet konden bekennen,hebbende'noy t diergelijcke, op an-
dere plaetfen , gefieri.
Daer waren meer dan drie hondert Perfoonen , die niet deden dan op dit
Huys te paiTen,hebbende fy een ygelijk yets omtrent defe Vogelen te verrig-
ten,eenige droegen forge om de Vijvers fchoon te houden,anderen moeiten
de Vifch vangen die men haer te eetengat,de derde gaven aen andere Voge-
len weder Vleefch , en aen een yder foorte gafmen defelve fpijfe die fy in het
Veld , Zee ofte Rivieren , waren gewoon te nuttigen.
Oock hielden fommige hare Vederen fchoon, andere droegen forge voor
hare Eyeren, en fetten haer te broeyemdog haer voornaemfte werk was,de-
felve, op haer tijd,tepluckcn,en die Vederen te bewaren,want men maeck-
te van defelve koftelijcke Deeken^TaepijtemBouquetten van Pluymen,en
veele andere wereken , met Goudven Sil ver gemenght.
Noch hadde Monte fuma , in de Stadt van Mexico, een derde Huys, alleen
voor Vogelen die van den roof leven.
In dat Huys waren veele hooge ICameren in dewelcke men Dwergen,ge-
bocheldeendediergelijkemismaekteMenfchenonderhieltiooMannenals
Vrou wemout of jongh,oock waren'er die geene die wit gebooren wierden,
het welke aldaerfeer felden gebeurde;men vond felve Ouders die hare Kin-
deren lam of kreupel floeghen , of haer , foo als fy eerft gebooren wierden ,
mismaekten, op dat fy in des Konings Huys mogten gebragt worden,en ai-
daer fijne heeriijckheyd,door hare mismaecktheyd , doen uytblincken,
In de benede Kameren van dat Huys waren de Vogelen die van den roof
leven, ,
I.Boeck. Door de Spaenfche Wefl- Indien. XVI. Cap. 69
lëvemzijnnefy opgeüoren in verfcheydeneKoyemeen ydcr nae fijnen aert,
gelijck als Valeken, Sperwers,Havicken > ende andere diergelijkc Vogelen ,
en alleen onder de Valeken ende de Sperwers,waren meer dan twaelfderhan-
deverfcheydène foorten.
Behalven drie hondert Perfoonen,die in dat Huys dienden, waren'er nog
ten minften duyfenc Valkeniersende Jagers,aen dewelke men alle dagen vijf
hondert Kalck-hoenen , tot harefpijfe, gaf.
Dé Jagers wierden daer onderhouden, om datmen, in de Kelders van het Wild'Gc-
felve Huys, wilde Beeften, in groóte houte Kotten , bewaerdde, onder de dierce,
welcke waren Leeuwen , Tygers , Beeren > ende Wolven.
In het korre dacr was allerhande ilagh van vier-voetigh Gedierte ,op dat
Mome^uma foude konnen feggen dat hem niets in fijnHuys ontbraken men
voedde defel ve dagelijcks met Kalck-hoenen,DaiTeni Honden ende dierge-
lijcke Dieren.
Nochfaghmenin eenandere Kelder, groóte aerde Vaten, fommigemet Slangen ,
waeter ende andere met aerde gevult, in dewelcke Slangen foodick als een Agediifen
Mansdghye waeren, oock Adderen, Crocodillen, die ïy Caymans noemen &c.
van de lenghte van twintig voeten , behalven veelderhande foorte van Age-
diíTen, ende andere Gedierten, diemenfoo in het Water als op het Landt
vind.
Sy voedden die Slangen endede andere venijnige Gedierten met het Met Men-
bloed van de Menfchen diemen ge-offert hadde^andere feggen datmen haer ^chen
Menfchen-vleefch te eeten gaf, van het welke de groóte Agediifen ende de bloed
Caymannen veele houden* gevoed*
Doch het geene een af-fchuwelijck fchouw-fpel was, was het fien van het
werek , dat de€e Dienaers , omtrent die Beeften , pleeghden , het uytgeftor-
te en als Ys beftremde bloet op de vloeren van defe Kelders,die benaeuwder
lught van haer gaven dan deplaetfen in dewelke de Vleefch-houwers haere
Beeften zijn gewoon te üaghtenjhet hooren van het Brullen der Leeuwen,
van Ket blaefen der Slanghen ende Adderen, het geduerigh huylen der Bee-
ren , Tygeren ende Wolven,wanneer fy honger hadden , en daer door hare
fpijfeeyfehten.
Het was niet te min in defe plaetfe,welke,geduerende de naght, een Hel- Tempci
lefchcen te zijn,foo wel als een woonplaetfe der Duy velen, daer defen Hey- onderde
denfehen Vorft fijne Godtvrugtigheyd pleeghde, en dagelijks fijne gebeden aerde.
voor fijne Goden ginck ftorten.
Want niet verre van defe laetfte Kelders, was noch een andere , die hon*
dert ende vijftigh voeten langh, ende dertighbreedt was, in dewelke was sijne
eene Capellcwelckers verwelffel met Goudt ende Sil ver lof-werek bedeckt Schatten,
was , verciert zijnde met een groot getal van Peerlen ende koftelijcke Ge- >
fteenten, als Agaten , Cornalijnen > Emerauderi, Rubijnen3 ende verfchey-
dene andere juwelen.
I3 Dit
_£-
Magazijn
des Ko-
nincks.
Vergiftigh
Geweer.
, Swaerden
van Hout
ende
Sreen.
Wonder-
lijcke
Lijm.
Beelden
van Bloe-
men ende
Kruyden
gemaeckr.
Landt-
huyiendcs
Konincks.
79 LBoeck. VoyagievanThomasGajre XVI C*B
iiJ^alsBogenrPiLnStaS pl^ aer§fi?'°d«Kri gvanbedienen.ge"
irAenA
door gequetft was.ende aaSSSfT^1'^ yemand da«
hetwelckeeenfoorte vaCrfSanffs van h,MeM ' ?'S medevan &■*.
ten,dat fy met bet Bioedvf SSSÄ! "5? me?§fel maefe-
naenoytlosgingh, als fyeenSwe?™h^a5 ,m' *tdiebJ
endeom iich daer tegTenVer Xen Ä. " ? ^" 9^ Vermaek'
nalekruyden.bloemeLndevruetdrae^
waeren , ivaeren verciert vruStdraegendeBoomen bepoot ende beiaeydt
verboden , dat'er gam fch ¿ene nmr^g<lmae?jende M"»^«" <«e hadde
foudekonnen.verkop S,S^d^»í<^,Wdcker,í0p,de*fakt
aen Koningen ende f riñera onbwaem^t '", 'T dat' ^ hy 'het
dingen, van deweieke men n^fl f 5 hJkw,as'ond«haervermaekeenige
hetierervanKooptrde„P ' tkondetrecken> hebben ^„dciulcL
»et water omringht waer^efert X^
ende
UBoECK. DoordeSpaénfchefFeJi'Indien. XVI. Cap. y i
ende Vy vers met allerhande ílag van ViíTchen vervultjook waeren' er Bof- Haj* c"
fchen vol van Herten , DaíTen,Haefen,Voíren,Wolven en diergelijck Ge- £oeíte1,
dierte ; hier gink hy íbmwijlen fijn vermaek nemen, nevens de voornaem- w
ílc Heeren van Mexico.Hy hadde fo groóte meenigte van dat ílag van Huy- J^31"*11"
fen , dat'er weynig Koningen op den Aert-bodem zijn die'er foo veele vvildT"
hebben.
Sijnegewoonlijcke Lijf wagt beftont uyt fes hondert Edelluyden,welcke \jj\ti
yder drie a vier Dienaeren hadden , jae, die van de foramigè, waren, nae ha- waght des
ren iraet,nogh in grooter getaLfoodanig dat'er altoos drie duyfent Mannen Koninghs.
waren die fijn Hof volgden , aen het welke men haerfpijfde , met heteeten
dat van fijne Taefelquam. V
Ten dien tijde waren in het Rijk drie-duyfent Heeren,die over Steden te Maght van
ghebieden , ende yder verfcheydene VaiTaelen hadden , welcke haere ketRijcke
Landen van haer te Leen hielden, maer boven die waeren'er noch der- vanMfxi-
tigh, die yder Wel een Leger van hondert-duyfent 'Koppen konden op de COt
been brengen.
Alledie Heeren quaemën vooreen gedeelte van het Jaer binnen de Stad Wäertoc
van Mexico Woonen , oock dorften fy buyten de toelaetinge des Keyfers » de Groo-
uytdefelveniet vertrecken, felfmoeftenfy, ophaervertreck , eene van tei? ver"
haere Kinderen ofte Broeders, tot onderpandt van haere trouwe,laeten , en P^g^c
daeromme , waren fy genootfaekt om yder een Huys binnen México te heb- waercn>
ben, het welcke het Hof van Monte^uma feer aenfienlijk maeckte.
Daer en boven fchoot hy geen Geldt uy t voor het bouwen en onderhout- „ . ,
den van alle fijne Huyfen ende Paleyfen » wantdaer waeren feeckere Ste- Koninehs
demwelcke in plaetfe van een geftelde Schattingcgelijck de andere deden , jwèn
op te brengen,verplight waeren,fijne Huyfen te bouwen ende te repareren, cSouwt
en dat op haere eygene koften , en voor haer Geldt , ende tot dien eyndealle ?nde on-
de nodige werck-lieden op televeren, welke op haere Ruggen ofte op Slee- derhou-
den , de Steenen , Kalck , Hout , Waeter ende de vordere nodige mater i- den wier-
aelen aenbraghten. den.
Noch moeiten fy alle het brant-hout,dat aen het Hof van noden was be- Brandc-
fchicken , het welcke daegelijcks vijf-hondert Mans.draghten, en fomtijdts y^t Yöor
inde Winter, noch meer beliep. het Paleys-
Maer fy braghten , om Vuer in de Schoorftëenen van het Paleys van den
Keyfer te maecken , niet dan Bailen vän Eycken-bomen, welcke men hoog
achtede , om dat fy een fchoonder ende helderder vlamme van haer gaven
dan het Hout felve.
Daer waeren ook in de S tadt van Mexico drie foorten van Straeten welke Drie'erley
feer breed ende fchoon waren s de eerftefoorte beftondt uyt Waeter-grag Srraeten
ten die met Bruggen belegt waeren,de tweede waren op de Aerde ofte vafte in Mexw,-
Grondt,en van de derde foorte was de eene helft vaft Landt,over het welke
mên gaenkonde, en de andere beftond uyt Waeter,ten dienftederSchuy-
Water-
leydinge
tot den
dranck.
Naems-
oorfpronk
van de
Stadt
Mexico.
Oude
naem ván
defelve.
72 LBoEcic. Foyagie vanThomas Gage XVI. Cap.
ten ende Canoas , welcke de leef-toght in de Stadt braghten
Het meefte gedeelte der Huyfen hadde twee poorten ofte uytgangemde
cene aen de land-fijde ende de andere aen de watbr-kand,en aldaer begaven
fy haer fcheep.om te vaeren ter plaetfe daer fy wefen wilden
Dog hoewel dit waeter foo naeby de Huyfen is,om dat het dog even wei
metgoedt is om tednnken,foo heeftmen foet waeter binnen Mexico door
pijpen ende waerer-leydinge doen komen ¡ dat van een Plaetfe die' Cha*
pultepecígenzGmt wordt ; zijnde defelve drie mijlen van de Stadt geleden -
dit waeter fpruytuytfeeckergeberghte, aen de voet van het welcke rW
beelden ofte ftatuen van fteen gemaeckt ftondenahet eene van defelve ver-
Deelde Monte^uma , ende het andere fijn Vaeder Axiaca.
Nog op heden doetmen het waeter van die plaetfe in de Stad komen,door
twee pijpen ofte buyfen die op bogen van gebackene fteene ruften welcke
brughs-gewijfe gemaekt zijn , en wanneer een van die buyfen vervuldt is
4doecmen alle het waeter door de andere loopen , tot'er tijdt toe dat die we-
der is fchoon gemaeckt.
Die Fonteyne verforght de gantfche Stadt van waeter , ende de waeter
draegersgaen hetfelvelangh de ftraeten verkopen /ommigeveylen het in
vaeckens ende oxhoofden3ende andere in aerdekruyken ofte ledere facken
welcke fy op Muylen ofte Efelslaeden.
HET XVILCAPITTEL,
Oorfpronck van den naem ende de antiquiteytenvanMcxico^
Af-komfte van de Grondtleggers daer van 3 met eene ver*
korte verhaelmge van de Koningen van die Stadt tot op
Montezuma.
WAnneer de Spaigniaerden fich meefter van die Stadt maeckten;
was fy in twee groóte Straetenverdeeldt, van dewelke de eene
Tlaxculco, hetwelckeeen kleyn Eylandt gefegt is,genaemt was
e;idede andere Mmtwo > dat een Fonteyne of Bron in de IndiaenfcheTaele
beduydt, en door dien des KonincksPaleys aldaer gelegen was, fowierde
eyndelijck de gantfche Stadt Mexico gènaemt.
Dog de outite naem van defelve was Tenucbtitlan,het welke een vrught
uyt een fteen Voortkomende beteekent, zijnde die naem te famen geftelt
uyt het woordeken T«/,dat een fteen gefeghtis,en het woordt Neuylhhet
welke een feer fchoone vrugt is, die de Spaigniaerden.door gantfeh Amen-
caluñas noemen , ende de Boom , die defelve voortbrengt , Nopal,
De
I>Boeck. 'DoordeSpaênfcheffeft'Indién.XVILCAP. 73
De eerile fundamenten van defe Stadt wierden dighte byeén grooten Waepen
Steen ofte Rotfe, midden in het Meer leggende , gelegt, «n aan de voet Van Jtow-
vande Rotie was een van defe Nopal Boomen, daarvan daan is het ge- &,
komen dat de Stadt van Mexico eene van die Boomen , uyt een Rotfe
fpruytende, in haer Wapen voerdt > volgens de eerile naem van die Stadt
Tcmtghtitlan.
Eenige andere feggen dat fy haren naem voerdt van haren eerften yericher-
Grondt-legger Tenugh genaemt, middelile Soon van Iyacmixcoatl , dene^e-
wiens Kinderen ende Nakomelingen de eerfte waren die de geheele voelens
ilreecke van America bewoonden, welcke nu Nieuw-Spaignien werdt over des
genaemt. iiaems
Andere weder houden ilaende dat de naem van de Stadt van Mexico een oor-
veel ouder oorfpronck heeft , te weten van de Mexiii , die de eerile Stig- fpronck»
tersdaervan fouden zijn geweeft ; want noch tot op defen huydigen dag,
worden de Indiaenen , die in eene van de Straeten van defelve wooiien, Me-
xica genaemtihebbende defe Mexiti den naem van haren voornaemilen Af-
Godt Mexiüi ontfangen, welcke fy alfoo grootte eere aendeden als aen Vit'
%ilopachtli , die haren Krijgs-Godt was*
Doch het gevoelen, het welcke onder de Spaigniaerden voor het geloof- Hetge-
waerdigfte werdt aengenomen , is dat de Mexicanen eeril in Nieuw-Gali- meenege •
cien woonden , van waer fy , in het Jaer ons Heeren 72o.een in-val deeden, voelen
ende fich in verfcheydene Plaetfen uvtbreydden , tot in het Jaer van Q2o.als ^*er over'
wanneer fy onderharen Overilen Mexi defe Stad bouden, diefy om fijnent
wille Mexico noemden,
Sy waren 'm feven Stammen ofte Geilagten verdeeldt, die fich lange
door de voornaemile ende de aenfienlijckile onder haer lieten regeren , tot
dat de magtigile van die Stammen, welcke Navatalcas genaemt was,
een Koning verkoos, aen dewelckefy fich alle onderwierpen.
De eerfte Koning, die op die wijfe verkooren wierde , wzsVitylovitli 0 t .,. i
genaemt , de tweede Acanopit^li , de derde Cbinalpapocar , de vierde I^cho- "P- 1,m"
aldt , de vijfde Monte ¡(urna de eerile , de fefde Acacia , de fevende Axijaca > far^Ko-
de agfte Ant^lol, de negende Monte^uma de tweede, welcke regeerde nineeu '
ten tijde dat Corte% daer quam, de tiende Quahutimoc , die de Stadt van
Mexico verloor , en door dewelcke het Riick een eynde nam.
l^choaldt was de geluckigfle van alle defe Koningen , als die door fijnen
NeveTlacaeüec alle de andere fes Stammen fich onderwierp , ende aen de
Koningen van Mexico dede onderdaenig weien.
Na de doodt van l^choaldt verkoren de Keur-vorilen, díe ten getale van
fes waren, Tlacaellec tot haren Koning, als hebbende fijne deugt ende Edelmoe-
kloekmoedigheydt airede beproeft ,maer hy weygerde die waerdighey t feer dl8e daedt
edelmoedelijck,leggende-dat het nutter en voordeeliger voor het gemeen e -v*n/7 f'
befte foude zijn datmen een ander dan hem verkoos, dat, wat hem belangde
K hy
74 I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XVIII. Cap,
hy altoos foude vaerdigh zijn om uyt te voeren het geene tot het wel-wei>n
van den Sraet foudeftrecken , en dathy . fchoon h/geen K 2^
daen hadde, foodanighdatzy , op fijne weygeringe, Mome¡uma verko-
Montezuma
gevangen
en Quatya'
pocavc-
ftraft.
Strijd van
a a 3 da-
gza.
Montezuma
raektel
kndigh
aen fijn
eytide.
HET XVIII CAPITTEL.
Verkort Hiftorifch verhad van hetinnemenvan Mexico door
de Spaigniaerden.
DE twee laetfte Koningen waeren de ongelukkighfte van defe Natiele
weten Montezuma de tweede ende Quahmimoc , die beyde door Cor tez
overwonnen zijn , wekkeMontezumain fijn Paleys gevanghen nam,
waer uyt hy hem met lift in fijn Huyslocktcalwaerhy hem de boeyen aen
de handen iloot.ende alibo behielt tot dat by Qualpapoca hadde doen regten,
die Heere van Nahutlan , datmen jegenwoordigh Almería noemt , was,ende
evendigh verbrant wierde, om dat hy neghen Spaigniaerden ghedoodt
hadde. •
Doch degevanckenifle van dien Keyfer, dedeal^e de Af^/c^M^tegens
Corte s ende de Spaigniaerden op ftaen , tegens déwelcke zy , twee of drie
daeghen langh geduerende , kloeckmoedelijeken ftreden,dreygendeallede
Spaigniaerden wreedelijcken te doen fterven,foo Cy haer haeren Keyfer niet
weder-le verden.
Dit werekte foo veel uyt dat Corte? Montezuma badt , op het hooghfte
van het Huys, dat de Indianen ruwelijck met fteenen beftormden,te willen
klimmen , om fijne Onderdaenen te gebieden,datfy fig geruft fouden hou-
den,het welckejhy deede , doch , foo als hy fig op de muer voor over hadde
geboghen, ende tot haer begonde te fpreecken, wierpen fv foo veel e ftee-
nen foo van de flraet als van het bo venfte der Huyfen , dat'er onder andere
eene hem foo fwaerlijck in den ilag fijns Hoofds trof, dat hy dood ter aerden
nederviel,eyndighende fijn leven door de handt van fijne eygene Onderdae-
nen , hoewel tegens haren willcin het midden van fijne Hooft-ftadt,en on-
der de maght van eene vreemde Natie.
De Indiaenen fegghen dat hy van het Edelfte Huys van gheheel fijne
S tamme was , ende de Magnifijkften der Koninghen die voor hem geweeft
waeren.
Hier uyt kan men aenmereken , dat, wanneer de Rijcken op het mee-
fte bloeyen, fy dan het naefte zijn , om ofte gronde te gaen , ofte van Heere
te
Ï.BoECK. Door de SpenfcheWeft'Indien.XVllI. Cap. yj
te veranderen, gelijck blijkt door defe gefchiedenifïe van Monte^uma, wiens
glorie en heerlijckheyd het verder f van fijne Stadt ende haerelnwoonders
voorfpelde.
Sy verkofemnae de dood van Monte%uma3Quahutimoc tothaeren Koning, Quahuti-
ende fy volharden het Huysvan Corte$ met foodanigen ghewelt te beftor- «wwcrd
men, dat fy hem dwongen, nevens alle de Spaigniaerden , uyt Mexico te totKo-
vlughten. £lr#ge-
Als defe dan nu geweeken waren,fo verfterktén fy iich weder te Tlaxcal- £ ^n"
tan, ende hebbende feftien, ofte foo andere feggen, ach tien, Roey-barquen ^ f ?* en"
doen maecken,om fig van defelve op het Meer te bedienen,foo belegerden ^ ^L0^"
fy Mexico korts daer aen weder,foo wel te Water als te Lande, tot foo verre Mex]COt
datdelnwoondersin foodanig gebreck van leeft-toghtendemondt-koften
vervielen, dat fy ten foo grooten getaele van honger en fieckte ftierven, foo J^kgeren
dat de Huyfen vol doode Licchaemen lagen , ftapelende fy van defelve de ec wcdcr
eene op de andere5om den ellendighen ftaet, tot dewelcke fy haer gebraght
fagen,, te verbergen.
Doch, hoewel fy het Paleys van haeren Koningh Quahuümoc faeghen in Brengen
lightenvlammeftaen,en dat het meefte gedeelte van haereStadt verbrandt jjc tIn
ende in afle geleght was , ioo befchermden fy doch haer evenwel , haer de ,¿JjJ[ "
eene ftraet voor de andere, ende alle de plaetfen, uyt dewelcke fy eenige noot>
tegenweer konden doen,bedifputerende; doch de Spaigniaerden,hebbende '
eyndelijck, nae veele bloedige geveghten , die foo te Water als te Lande í;erL f"
voorvielen,de Merckt-plaetfe ingenomen,foo wel als het grootfte gedeelte ¿& -J"?
van de Stadt , vonden en Huyfen en Graghten vervult met groóte ftapelen woonjers
van doode Licchamen lijnde die geene, die noch in het leven waren, en
die alle ioorte van voetfel , fel ve tot de ballen der Boomen toe , hadden ge-
geten,foo bleeck endeongedaemdat het een feer deerlijcke faecke was fulks ^J¡,"act
te aenfchouwen.
Hoewel fy foo fwak ende mager waren ,datmen met reden mogte feggen
dat maer alleen het Herte in haer leefde, foo lieten fy daeromme niet nae,de
aen biedingen, welcke Corte% , nae dat hy haer tot de overgaeve gefommeert
hadde, haer hadde laten doen , afteilaen.
Sy feyden hem kloeckmoedelijck dat hy niet moeftehopen fich nevens de |cn<jcen
fijne door haeren beuydt te verrijcken , en dat zy ,foo het géluck volhardde honger ín
haer den rugge toe tekceren, beflooten hadde alle haer e rijkdommen te ver- je sta(jtt
branden ofte in het Meer te werpen, en daer op tot den laetften Man toe
moedighlijcken teilrijden, omalfoomethet Swaerdt inde handt te fter-
ven.
Cor/e^ hier op, willende weten hoe veel hy van de Stadt noch in te nee-
men hadde, begaf fich op een hooghen Toorn, van dewelcke hy de ghe-
heele Stadt konde ontdecken, en oordeelde van daer, dat omtrent het
achtfte gedeelte noch teghenftandt deede , foo dat hy dat hebbende dóen
K % beftor-
voorne
men
Groóte el-
j6 LBoek. Foyagie van Thomas Gage XVIII. Cap.
beílormemendedearmelnwoonders, welke door het noot-lot aen har*"
nfn^ ¿ °;ener°!ldcrgank 5eg«mo?Ägen'fich niet meerverweeren kon.
rp^ni- D iydeSPai2niaerdendatiyhaer dog alle, om hare ellenden
te eyndigen > wilden uyrroeyen , en dat hoe eer hoe liever.
h*S*ej waren'e,r andere'die haer op de kand van het water digte by een op.
badende ofce val-bruRge h ielden, we icke ConeK toeriepen,dat?aengefien hy
de Soone van de Sonne was,hy fijn Vader foude bidden,dat hy haer alle wii
üe vernielen.en fig daer op tot de Sonne fel ve keerendcfo verfogten fy hem
dat hy haer haer ellendige leven wilde doen eyndigemen haer doen vertrec-
te vinden eSaenSenietendiefy byharen ^odt Q^ctcovatlh hoopten
. Cortex Co^fiendedeuyterite verlegen theyd in dewelke die ellendige menfchen
te?" TT* ' Gn P**»'*l4M^ heteyndelijckfouden opgevemfondt aen oJ£
voo het tTn °m h,T d,en deerli Jcken toeitant van fijne onderdaenen voor oogcn
laetfte £ u f^}^ h? hem ¿eedeaenwijfen dat noch ftond te vermeerderen ,
«cate. foo hy den Vreede niet wilde omhelfen.
Gram- J:Pël i^neer defen ongeluckigen Koning díe voorMlinge hoorde, wier-
fchap des ae V loodamgh door de gramfchap vervoerd, dat hy beval datmen den Ge-
Konixighs. ¡f ndt van Cor/^.aenftonts levendigh foude offeren , en tot antwoord,deede
ny aen deandere Spaigniaerden , die hem verfeld hadden , ftock-flaegen ge-
ven,en hy het veele pijlen naer haer fchietemoock ileenen op haer werpen,
ieggende,dat fy de Dood,en niet den Vreede quamen aenbieden .
Als nu Corte^ de hardneckigheyd van die Vorft fag , felve na fö veele ftrij-
V if o §rooten verlies van fline Onderdaenen , en na dat by naer de
gan tiche Stadt was ingenomen,belafte hf.Sandoual aen de eene zijde metfij-
ne Koey-Barquen aen te vallen , en hy begaf fich nae de andere kant , en dat
aneen om tebeitrijden die geene, welke nog in de Huyfen in de fterkeplaet-
ien der Stadt gebleven waren, dog hy vondt daer foo geringen tegenftandt
a15et kemfeergemackelijck viel te doen het geene hy winde.
f \a rtC Semeent hebben dat in de gantfche Stadt niet boven vijf duy-
ïent Menfchen fouden zijn geweeft,voor ahalsmen fijne gedagten lietgaen
over het getal van de dooden , welcke men op de Straeten en in de Huyfen
nadde gevonden,en dog wierden evenwel in defen laetilen ftrijdt meer dan.
tvrantigh duyfent Perfoonen foo gevangen als gedood,
l"£r ^°oren van net W) 'ten en fugtcn derKinderen was een feer beklage-
iij kefaeke, ende de ilanck van de Lijeken was niet minder moeyelijck ende
Voorneem l™l%hom teverdraegen.
men om te • °r.teï mm van zijne fijde voor defen OorIog,door een laetfte pogingen
ftornwn. ¡Í1 die dag te eyndigen , ende Quahutimoc maeckte fijne reeckeninge om fich
door de vlugt teialveren,en tot dien eyndefcheeptehy fich in een Canoa.in
ïftoe y ^^Roeyers hadde ghefteldt, om des te. beeter wegh
Soa--
IJBcheck. DúordeSpmfcheWeJl'Ifdün.yiNllL Gap. 77
So ürae den dag begon tenaederen,begaf fig Corte^ met al fijn Volk ende
vier ftucken Gefchuts nae dat gedeeke van de Staden het welcke de overige
Inwoonders.als ingedrevene Scbaepen,op en by een waeremeven als in een
Bier-gaerde,gevende aen Sandoual ende Alvare^áie op deRoeybarquen wa-
ren Jalhom op alle de Canoas van de Stad , dewelke in de Huyfen verborgen
laegen,te paiTen)en voor ahdat iy foude traghten den Koningh , fonder hem.
te dooden , ofte te quetfen , te bemaghtigen , en haer befte doen , om hem
levendig te vangen.
Voor de refte beval hy aen deiijne,dat fy de Schuyten uy t Mexico Tonden BèStadt
dóen verdrijvenjen hy begaf fig in Peifoon^om den Koningh te verfpiedem beftormt.
op een Toorn3alwaer hy X.ihuacca> Gouverneur ende Capiteyn van de Stad
vondt , welcke groóte fwaerigheyd maeckte om fich gevangen te geven.
Hier op faghmen een groóte meenigte van oude Mannen, Vrouwen en- En inge-
de Kinderen te voorfehyn komen > welcke fich 3 met ibogrooten baeft ' , nomen.
Scheep begavemdat veele Schuyten te gronde gingen , waer door ook veele
Menfchen quaemen te verdrincken.
Corte% verbood aen fijn Volk die arme ende ellendige Menfchen te dooden*
dog het was hem niet mogelijk,die van Tlaxcaüan hier in te wederhouden,
welcke van defelve tenminften vijfthien duyfent dooden ende op offerden :y
ondertuiTchen hield fig de refte van die geenedie Waepenen konden dragen
op de Galerijen ende Daecken der Huyfen:, van dewelcke fy den ondergank
van haerVaderland aenfchouden^ter wijlen geheel den Adel ende de Koning
door de vlugt > te Scheepe > fich tragteden te fal veren.
Hier op deede Cone\ tot een teecken een Carabijn loiïen,op datfoo als be-
vorens befprooken was > fijne Officieren fig daer op fouden gereed houden,
ende in weynig tijdts maekte hy fig meefter van die groóte Stadt > voor foo
veel fy noch weder-ftandt boodt.
De Roey-Barcquen pafteerden oock dwarfch door de geheele Vloote der
Schuyten en de Canoas, fonder dat haer eenige tegenftandt gedaen wierde*
en het eexftedat fy deeden > was dat fy de Koninglijcke Vlagge vanQuahuti*
woedeeden ftrijcken.
AlsGarciaHolquWtdieo? eene van deRoey-barcquenhet gebied hadde, DeKö-
een groóte Canoa met twintig Roeyers voorfien > en vol Volk, befpeurt ningge-
haddcende door de Gevangenen verftaen , dat de Koning daer in was,joeg yangen,-
hy hem aenftonts na,en onderhaelden hem in korten tijt. *
Doe nu Quabutimoc, die op hetagterfte van fijne Canoa ftnjdvaerdig ftond
de Bogen der Spaigniaerden gereed op hem te fchietemen harctegens hem
getrockene, Swaerden iagy^bo gaf hy fig , bekennende den Koning te zijn ,
aen haer over. GafciaHölquin , verheught zijnde , foodaenige gevangen te
hebbemverfeeckerde fich van hem,ende braght hem by Cortejáis hem mee
groóte beleeftheyt ontfing.
Dog als Quahutimoc byCwqquam, leydde hy de handt opfijnPoig-
K- 3 niaerc
Verfoeckt
gedoot re
worden.
Wertvan
hy belaft
de fijne
het Ge-
weer ne-
der te kg-
gen-
78 IBoEK. Voyagievan Thomas Gage XVIII. Cap,
trooa , en GalmS f 'oudedoen ftervemen daerop bragte hy hem od een
halen.doordienindefel^eeenvandeKrooS^vrn í y tmagJVer;
^.eenfookloecken Veldt-Overfte, J^lfe ÍLlftT'Xge»
=!IëHltIsii=
Daer was foo veel volcks in de Stadt dat ft evndeliik Wfr *,<** „ök t
uytonderhaeHepeftontftond^elckeeen
me^oenkm0edJgheydtende dcrefoll"ie deferlndiaenenis waerdigdat.
van nocen ende bailen van Boomen te moeten leven , en daer fout water
toe
Getal der
dooden
aen beydc
de iïjden.
Peftinde
Stadr.
Santva-
ftigheydt
der In-
woonders.
I.BoECK. VoordeSpaenfcheWed-Indiën. XVIII. Cap. j$
toe te drincken , foo wilden fy het doch evenwel niet opgeven.
Men moet ook aenmerken dat,hoewel de Mexicanen Menfchen-vleefch Amrlca'
aeten , het fel ve doch evenwel niet was dan van haere vyanden , want foo fy nm eftcn
malkanderen gegeten haddemof wel haere Kinderen/oo hadden fy niet be- ?"
hoeven , foo als fy deden , van honger te fterven . ¿re V}ran '
De Vrouwen van Mexico ley dden indat beleg groóte eerein en verworven
groóte reputatie, niet alleen om dat iy hare Mannen ende haere Vaders niet Kloeck-
verlieten,maerookdoordeiorgediefy voor de fiecken ende de gequetften moedi*-
droegen,door het maeken van Slingers, en door her vergaederen van Stee- heydtder
nen, welckefyfelveinfoo groóte meenighte van de Daeken ende de Gae- Vrouwen,
leryen der Huyfen wierpen , dat fy byna foo veel tegenftand als de Mannen
deden.
De Stad wierde ten proye gegeven , deSpaigniaerden maekten fig mee- -Mexico
fter van het Goudt ,Sil ver ende veder-werck,ende de Indiaenen hare bond t- werc 8e~
genoten namen de Catoene Lij waeten, ende de andere Meubilen die fy uyt PIo»derr»
den brandt konden falveren,en alfoo wierde defe groóte Stadt met alle hare verbrant »
magt en rijkdommen de Spaigniaerden onderworpen. f n \ er
Nae datCor/e^bemerckthaddedatdelughtvan de Stadt feergemaetigt hert)OUCo
en feergefont was en haere ftandt feer kom modieus,foo nam hy voor defel-
ve weder op te bouwen , en den voornaemften Setel van juftitiedes gant-
fchen Landtsdaerteveftigen.
Maer eer ick my begeeve tot hetbefchrijven van haeren jegen woordigen
bloeyende toeftandt ; foo moet ik tot het geene ick van den ftaet van Mom-
te^uma ende fijne Paleyfen gefegt hebbe , noch voegen de befchrijvinge van
de groóte Merckt-plaerfe en van den Tempel , foo als die waeren wanneer
Corte% defelve ruïneerde.
HET XIX. CAPITTEL.
Befchrijvinge van den ftaet vau Montezuma, vanftjneVa-
kyfen, van den Tempel en van de Merckt, even foo ah die
waeren doen de Spaigniaerden de Stadt vermeefterden.
DE bequaemheydt van het Meer het welcke als rontomme die Stadt Befchrii^
vloeydt, dede de Mexicanen voorneemen van een gpoote plaetfe voor v¿nge van
de Merckt af te baeckenen , op dewelcke alle de In\voonders van de <je Mcrckt,
naeft aen-leggende Plaetfen fouden konnen komen om hare waren fote
konnen koopen, verkoopen als verruylen 3 het wslke haer des te ligter viel,
om dat fy een groot getal van de tot dien handel nodige vaertuigen hadden.
Men
i I
i
8o I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIX. Cap.
Grootgetai Men gelooft dat'er ten dien tijde meer dantweemael hondert-diiyfent
van Canoa, van dat ílag van Schuy tjens,die de índiaenen Alcallas ende de Spaigniaerden
Canoas noemen, waren , zijnde die Vaertuygen gemaekt op defelve wijfe als
de Troggen in dewelcke de Backers het Broodtkneeden , beftaende die uyt
een ftuck Houts,het eene grooter het andere kleynder,alna de fwacrte van
de Boom-ftammen , uyt dewelcke fy gemaeckt worden.
Het is genoegfaem feecker dat'er ten minften dat getal moefte wefen,
want in deStadt van Mextco alleen waren'er meer dan vijftig-duyfent*
welcke gemeenlijck daer leeftogt inbragten , en verre overtroffen wier-
den van die geene die af en aen de Stadt voeren , ioodaenig dat op de
Merckt -dagen alle de Gragten met dat ílag van Vaertuygen vervult
D waren.
Mercktcn. De Merckt werdt in dÊ Iridiáenfche Tale Tlanquittfi genaem't , en'
een ygehjck Dorp of Vlecke hadde de fijne in het byfonder om op defelve
tekoopen ende te verkoopen; doch die van Mexico ende van Tiatelulco.
welcke de twee voornaemfte Steden waren, waren van meer aen iien dan
alle de andere.
Wat de plaetfe op dewelcke de Merckt tot Mexico van vier tot vier dagen
gehouden, ende die met Poorten af-gefïoten wierde,belangt,fy was fo groot
dat op delelve meer dan hondert-duyfent Menfchen konden zijn,welcke
haer daer op begaven om te handelen ende hare Waren te verruylen.
oevande" r Yderhandt-werckende yderefoorte van Koopmanfchap hadde fijne by-
Merckt van fondere daer toe gefchickte plaetfe, welcke het andere niet geoorloft was te
Daer was ook eene plaetfe die alleen gehouden wierde voor de Koopman-
fchappen die veel plaetfe beilaen, als foo gebackene als gehoudene Steenen,
Hout,Kalk en diergelijkctot het timmeren en bouwen bequaeme ftoffen.
Waerendie Daer waren, onder andere foorte van Waren welcke men gemeenlijck
daar op daer vondt,verfcheyde flag van grove ende fijne Matten,Houts-kool,Brant-
▼erhandelc hout, ende allerhande foorten van verfcheyden Aert-werck, feer aerdig ver^
wierden, nift en befchildert , Harte-vellen die met en fonder Hayr bereydt waren; en
die noch van verfcheydeneCouleuren,zijndebequaem omSchoenen,Ron«
daflen en Schilden te maecken,en om in hare houte Borft-harnaiïen gevoe-
dert te worden, ofwel om defelve daar mede te overtrecken.Men vond daar
ook de Huyden van vericheydene andere Gedierten,felveook van Vogelen
en allerhande Pluym-gedierte, en die van fo veel verfcheydene Couleuren ,
datmen niet fchoonders noch meer verwon ders-waerdig fien konde.
Doch onder de koflelijkfteKoopmanfchappen was het Sout endede ge-
volde Catoenen, van verfcheydene Couleuren en groóte, dienende de eene
om de Bedden te bedecken of om daar op te leggemen de andere om tot Kle-
dingen ofte Mantels gebruyckt te worden , en om daar mede de Vertrecken
van de Huyfen te behangen ende te vercieren.
Daar
LBoECK. Door de SpaenfchelVefl-Indïén. XIX.Cap. Sï
Daer waren oock andere foorten van Catoenen Ly-waten,van dewelcke
figde indiaenen noch op defen bedigen dagh bedienen,om ilaep-laekencn ,
hembden,taefelaeckenen hervetten ende diergelijckelywaet-werck van te
inaecken.
Men vond daer ook deekens,diefy van de bladeren vanfecckeren Boom,
by haer Metl genaemt,maecken,als oock van die van de Palm-bomen , van
Conijns-hair,welckefeer geacht wierden om dat fy feer warm waren, maer
de deekens die van Pluymen of Veder- werk waren gemaekt,bevontmen de
befte van alle.
Men verkogt daer oock gaeren dat van Conijnen-haer gemaekt was, ook
groóte bondelen van garen ander van allerhande couleuren.
Het was een niet min verwonderenswaerdige dan aengenaeme faeckete
fien, degroote meenigte van Pluym-gedierte en Vogelen die men aldaer
bragte, foo wel als hetgenut dat fy daer van hadden, het geene waer toe
fy diegebruVkten,en de reedenen waerom iy defelve kochten : Want hoe- Klcedcren
wel het vleefch van die Vogelen haer tot fpijfe verftreckte , foo diende haer van veeren,
doch evenwel de veederen om kleederen te maeken , mengende en voe-
gende fy die onder malkanderen op een aengenaeme en wonderlijcke wij-
Dog het geene op de fchoonfte en rijckelijckfte wijfe hetooge op die Wondere
mercktvermaeckte, was de plaetfe op dewelcke men hetgoutenPluym- konften
werck verkocht; want men vondt aldaer wat men bedencken kondenae dctlodl'
het leven door Veederen af-gebeeldt, en] dat alles met fijne natuerlircke aenenom
verwen.
De indiaenen waren foo volmaekt in die Konfte,en beeldd
alles van
veederen
r> ,, c l V 100 vojmaekt in dieKonitcen beeldden foo wel een remakc:
Cape le,Schoelapper,ofte eenige andere Gediertcals meede BoomemRoo-
ien,BlocmenAruyden,Wortelen,nevens watandere dingen dathecwefen
mogten , af, datfulcks een JVlenfche te gelijckdeede verwonderen en daer
over verbaeftftaen.
Het geene haer fo uy tnemende Meefters in defe foorte van werkemmaek- Haere
te, was de groóte geduerfaemheydt die fy daer toe by-brachten , want dick- groóte ge~
maelen verfleet een Ambaghts-man een geheele dagh fonder eeten , alleen duerfaem-
omeene Veeder ter bequaemer plaetfe te brengen, defelve verfcheydemae- heydc ende
leg keerende ende herkeerende,n u in de Sonne-fchijn en dan in de Schaduw uyrncc"
om de plaetfe daer fy het befte pareerde uyt te vinden. Oockvindtmen ffdcm
in de Weereldt weynigh Natiën, die foo veel ghedult rfebben als de dult'
QQie. \ .
Sy waren oock feer uytfteekende in het Gout ende Silver-fmeedemen fy
maeckten verwon derens-waerdige dingen diefy in vormen gooten , en met
fteenegraveer-meflenbefneden* 3 '''
Sy maeckten fchootelen met acht verdeelingen, zijnde yder verdee- Konftiw
linghe van een verfcheyden Metael, de eene van Gout, en de andere Gout-!ae-
L van
Í'
H
den onder
deíelve.
Aerdíge
gegocene
wercken.
Vervolgh
van de
Koopman-
íehappen
die op de
Merckt
gebraght
wierden.
Medicijn-
Jconfte.
Apotheec-
&ers.
Wonder -
lijckc
Koopman-
Tchap.
gi I.BoECK. Voy agie vanThomas Gage XIX. Cap.
van Silver, fonder datmen eenigefaemenvoeginge door foudeerfel konde
befpeuren.
Sy gooten.de Keetels te gelijck met haerehand-vatfelen 3 even alsmen de
Kloeken in Europa doet-
Ook hadden fv vormen in dewelcke fy VilTchen gootcn,welkers fchubbcn
beurte om beurte de eene van Gout ende de andere van Silver waeren oock
maeckten fy op defelve wijfe Papegayen die het Hooft de Tongheende de
Vleugelen beweeghden ,en Aepen die verfcheydene manieren van doen
vertoonden , gelijck fpinnen, Appelen eeten.en diergelijcke nae-gebootfte
aótien.
Sy konden ook feer net emailleren ende allerhande koftelijke Geireenten
in Gouten Silver fetten.
Dog om weder te komen tot hetgeene wy van de Merckt gefeght heb-
ben , men verkoghtdaer Gout, Silver, Kooper, LootXatoen en Tin^maer
feer weynigh van dedrie laeft-genoemdeMetaelen.
Men verkoght daer oock PeerlemdierbaereGefteentemverfcheyde flagh
van Schulpen, Becnen,Spongien>en veeier hande andere foorte vankrame-
rijen en Waren. .
Daer was ook groot verfchiet en uytnemenden overvloetvanKruyden,
Wortelen,Greynen, foo totvoedfelals tot de genees en heel-konilen noo-
digh : want fy alle hadden een feer groóte kenniíTe van de Kruydemfelfs tot
de Vrouwen ende Kinderen toe^hebbende de noot haer gedrongen om die
geenC op te foecken welcke fy meenden haerte konnen hulpe toe brengen,
en welcke men door de er vaerentheyd hadde bevonden tot het genefen van
hareqaelen bequaem te zijn.
Sy verdeeden niet veel geltsaen Doctoren, hoewel'er eenige waren die
haer metdiekonftebemoeyden; oock hadden fy veele Apotheeckers ofte
Dranck ende Kruyden-bereyders.welcke voor de fiecken Salven* Syropen,
gediftileerde wateren ende ander droogen te Merckt braghten.
Sy genaefen by-nae allerhande flagh van fieckten met Kruydemhebbende
een volmaekte ken nifïe van die geene die tot elcke quaele bequaem waren ,
tot foo verre dat fy de Luyfen witten te verdrijven met het Sap van een
Kruyd dat daer byfonderlijck dienitigh toe was.
Men verkogt daer ook een oneyndig getal van allerhande foorten van fpij-
femfelver Slangen, welke men het Hooft en de fteerte af-gefneeden hadde ,
kleyne gelubde ofte gefneden honden, RattemMuyien,lange Wormen 3ús
oock feeckerebyfonderefoorte van Aerde. ■_
Want fy fchepten op feeckere tijd des jaers* met digt gebreydeNetjens,
een ilof-agtig ilijm,dat fich felven op het water van het Mexicaenfche Meer
vertoont,ende feer nae het Zee-fchuym gelijckt,het welke fy dan in groóte
Koppen verfameldemen daer nae Koecken, op de wijfe van de gebackene
fteenen,daer afmaekten. ^ .
Dele
Ï.BoEck. Door de Spamfehe Weft-Indïén. XIX. Cap. 83
Defe Koopmanfchap en wierde niet alleen op die Merkt geveyld.maer iy Vremde.
wierde ook feer verrcin de af-gelegene Plaetfenyverfondemen fy aeten die. fpijfe.
met fo goeden fmaeck,als wy de befte Kaes vanEuropa fouden mogen doen,
fy geloofden ook dat door ditfchuymfoo veele Vogelen op het Meer ge-
lockt wierden, en voor alinde Winter, als wanneermen een oneyndig
getal van defclve daer op fagh.
Ook verkofcmen nog op defelve Merkt allerley Wildt-bracdt het zy ge-
heel ofte by gedeeltemalsGeyten , Hafen , Conijnen , wilde Honden ende
andere diergelijcke Gedierten die fy ter Jaght vingen .
Hetwasoockwatfeldfaems te Tien, het groóte getal van de Fruyten die
fy aldaer foo raeu w als rijp en gaar verkoften .
Onderanderevontmendaeroockde Cacaodie fo groot als een Amandel Cacao.
is , en van dewelcke men den dranck genaemt Chocolate maeckt , welcke je-
genwoordigh genoegh in Europa bekent is , en welcke haer niet alleen tot
voedfel diende , maer ook voor een fpecie van geldt door het geheele Landt
verftreckte.
Voor als nu werden honderten twintigh ofte honderten veertigh van deycr.
grootfte van die Amandelen ofte twee-hondert van de kleynfte voor een ffreekt
Reael van vijfftuyversuytgegeven, kopende de indianen met defelve alles voorfpijic
wat fy van noden hebben,want voor vier a vijf Cacaos konnen iy vrugten en en gelde,
diergelijcke waeren bekomen,
Daer waren oock te koop allerhande foorten van Verwen ende fchoone
Couleuren díe fy van Roofen,Bloemen,Vrughten,baften van Bomemhout
ende andere diergelijcke dingen maeckten.
Alle deicKoopmanfchappen en noch veele andere waren op defe groóte ^eK°-
Merckt te koop , fo wel als op alle de andere kleynder Mercktemwelke nog "/"¿¿^eld
in verfcheydene gedeelten van de Stadt waremop dewelcke alle de Wincke- yan ^ »e
liers een ieeckerreghtaen den Koning voor hare Kraemen endeWinkelen Merckten.
betaelden,die haer daeromme oock moefte befchutten ende bewaren voor
Dieven endeRovers,hebbende hy tot dien eynde feeckerc bediende ende Merckt-
Officieremdie gedurighlijck over de Merkten heen ende weder gingenaom Meefters.
diegeene,dieyets moghten geftolen hebben , teontdecken.
Daer was op het midden van die Merckt feeker Huys,uvt het wel kernen Mercke-
degantfche Plaetiekondeoverfien, waerinfichgemeenlijck twaelfoude Reghters.
Mannen onthielden , om over alle foorten van ProceíTen , verfchillen ende
qussftien te oordeelen. H , .
Haren handel wierde gedreven met hetreuylen ofte verwiíTelen van de ¿™ff
eene fáecke regens de andercde eene gaf een Hen ne voor een bondel Maiz; ^ Jt7"
andere gaven dek-kleden voor Sout, of oock wel Cacaos die haer tot Munte ¿Tj?vc%m "
veritreckten. -
Sy hadden Maetenom haere Tarwe ende Graenente meetendie van
bout waeren, andere weder van aerde voor de Olie, Honighende Wijnen , Maetcn,
L 2 die
M
Straften
voor die
valfche
maten
hadden.
Tempe-
len.
Op wat
wijfe ge--
maeckr
Befchrij-
vinge des
Tempels.
Altareis
84 I. Boeck. Voy agie vanThomas Gage XIX. Cap.'
diefy uytdePalm-bomen tapten, ofte van andere Boomen ende Wortelen
rnaeckren.
By aldien yemant met een valfche mate verkoft , die wierde acnftonts ge-
ftraft , en men verbrack fijne maten , onderhoudende alfoo de natueriijcke
billijckheyd ende regtmaetigheyd in haren Koop handel, hoewelfynoch
Heydenen waren , ende geene kenniGTe van den waren Godt hadden , maer
in tegendeel de Af-goden ende de Duy velen aenbademaen dewelke fyTem-
pelenende Altaren toe-gewijt hadden , waeritien opzy, even foo als de
Prophete David in den 107. Pfalm fegt > aen de Duyvelen hare Soonen en-
de Dochteren op-offerden.
Een Tempel wertin de Mexicaenfche Tael Tcucatti genaemt, het welke
een woord is , gemaeckt uy t twee andere , het eerfte Teutl dat Godt beteec-
kent,ende het andere Cah dat een Huys gefegtis,foo.datdat woord eygent-
lijck een Huys Godts beduyt.
Daer waren verfcheydene Tempelen in de Stadt van Mexicotverciert met
Toornen ende Klock-huyfen , foo wel als met Capellen ende Altaren , op
dewelcke hare Af-goden geplaetft wierden.
Alle hare Tempelen waren opeene endedelelvc wijfe gebouwt, welc-
ker gelijcke men nergens anders fag , en daeromme foo gelooveickjdatom
kenniiTe van die alle te hebben , het genoeg fal wefen de grootftetebe-
fchrijven.
Defe Tempel was in het vierkant gebouwt , zijnde yder zijde omtrent fo
lang als een Boog-fchoot reycken kan, oock was in ygelijcke fy_de eene
Poortcvan dewelke drie op de door deKonft enMenfchen handen gemaek-
te hoogten uytquamen,dog de vierde hadde zynuytgank regt tegensover
een groóte ende fchoone Strategen aldaer en wasfoodanigeen hoogte niet.
In het midden van defe beilotene vierkante plaetfe, was een doordekonft
gemaekten Berg, van binnen van aerde,dog van buyten meteen fteeneMuer
'omringt, zijnde de gedaen te van defelve mede vierkantig j y der zijde was
vijftig ellen hoog ende fy liep Naeldts ofte Pyramidifche wijfe op, uytge-
fondert dat het bovenfte niet fpits,maer vlack was , beftaende het felve uyu
een vierkante plaetfe, yder zijde van tien'elien,
Aen de Weft-zijde was van onderen tot bovenen een opganck,beftaende
uy t hondert en veerthien fteene Trappen, waer op men geduriglijk de Prie-
íleren,met groóte plegtelijckheden , fag klimmen ende nederdalen > met
haerleydendede Menfchen diefy gingen op-ofTeren.
Op hethoogfte van dien Tempel,of van defePyramide ilonden twee Al-
taren,wat van malkanderen af-gefcheyden, dog foo digt aen het hangen van
de mueren,datmen groóte moey te haddcom daer ront-omme te gaen.
De eene van defe Altaren ftont aen de regte,de andere aen de linker zijde,
zijnde fy beyde vijf voeten hoog,en de rugge van defelve, was met een itee-
nen muer, op dewelke yeel afgrijíTelijcke ende lelijke Beelden endeiigueren
gefchil der t waren, bekleedt, De
I.Boeck. Door de SpaenfcheWeil-Indïén. XIX. Cap. 85
: De Capellen die beneden dele Pyramide,binnen ende buy ten her geieyde CapeJIe.
vierkant ront-omme ftonden, waren van hoin ende metfelTwerk gemaeckt,
endefeer aerdig en nae de konfte gebouwt,fy hadden alle drie verdiepingen
boven malkanderen , die met Pylaren onderfchraegt waren, foodanig , dat
zy, door hare hoogte, wel Toornen icheenen te weien, en een groot cieraet
aen de Stadt toe-bragten.
Van het Opperfte van die Capellen konde-men alle de StedemDorpen en-
de Vlecken,die ront-omme het meer gebouwt waren, befchouwen, io dat-
men van daer een yan de fchoonfte uy t-fichten des Weereírs hadde.
Mvnte^Mnaverfogt Corte% ende de anderen Spaigniaerden daer op te wil-
len klimmen , en dat alleen door fnorckerije ende grootsheyd , op dat fy
alioo de grootte van fijne Stadt fouden konnen befchouwen , oock wees hy
haer aemmet wat ordre datmen in den Tempel , van boven tot beneden, te
werckeging.
Daer was oock een feeckere plaetfe, in dewelcke de Priefters hare Gods- Gehe t
dienftigheyd verrigteden , fonder dat zy ,daer in, door yemand konden be- Piaetíder
lettet worden. In defelve deden fy haregebedemhebbende altoos haer aen- priefte.
gefigten naer den opganck der Sonne , ofte het Ooften , gerigt, en dat adn ren.
de voet van een Altaer, op het welcke een groóte Af-godt was, gelijck oock
diergelijcke op dearidere Airaren waren.
Boven de voornaemite Capellen die op defePyramide itont,waren'er nog
veertig andere,foo groóte als kley ncwelcke behoorden tot de andere kley-
ne Tempelen, die in dit vierkante begrip beilooren waren , welcke, hoewel
fyopeeneende defelve wijfe gebouwt waren , doch evenwel niet na het
Weften en Honden, maer na de andere gedeelten des Aert-Bodems, om al-
foo een onderfcheydtuilchen defelve, endenen grooten Tempel , ofte de
groóte Capelle, temaecken.
Die Tempelen ofre Capellen waren niet alle op eene ende defelve wijfe ge-
bouwt, want de eene waren grooter dan de andercen een yder was aen eene
byfonderen Godt toe-gewyedt.
Onder andere was'ereenqin het ronde getimmert, welcke aen den Godt CnJtJe*
des Lugts Quetavatl was geconfacreert, en die was aldus gemaeckt, om £„ *,
met de beweginge des Lugts, welcke in het ronde gefchiet, overeen ° *
te komen.
Aendeninganckvan die Tem pel ofte Capelle, hadde-meneenePoorte Vervacr-
gefteld,gemaeckt zijnde even als de opgefperde muyl van een Serpent, ver- liicke
toonendealle deTandemdicfoo wel als het Tand- vleefch.metnatuerlijcke Poorre.
verwen befchildert waren, foodanig dat het een feer gruwelijcke faecke om
te hen was,en voor al voor de Chrifténemaen de weleke , defe deurcals een
mganck van de Helle voor-quam.
Daer waren in de Stadt noch andere teucallit , welcke mede hare
trappen nadden,door dewelke men aen drie zijde tot clefelve opklommen een
/ L3 yge:
Huyfen
der Prie-
lleren.
Magazij-
Menfchen
bloede een
voet dick
opdeaer-
debeitalc.
Wijfe van
Menfchen
te offeren.
86 I.Boeck. Vbyagie vanThomas Gage XIX. Cap.
ygelifck van die Tempelen haddeeen byfonder Huysaenhaer behoorende, -
foo wel als een byfonderen Godr, nevens Priefters, ende alle nodige dingen
tot den dienft van defelvefpederende.
Doch dighte by den grooten Tempel, waeren veele Huyfen , 'm dewelke
een groot getal van Priefters woonden, welke alle,hare renten ende inkom-
ften , tot haer onderhoudt noodigh , ontfingen.
Daer en boven was by yder Poorte van den grooten Tempel een feer groot
vertreck , met verfcheyde andere Kaeraeren daer rontomme ende daer bo-
ven,welketoteen Magafijn ofte Knjghs-tuygh-huysaen deStadtverftrek-
ten,zijnde fy van dat gevoelen, dat de kraght ende de befcherminge van een
Landt ende Stadr, van het Huys Godts af-hanght; ende daeromme hadden
fy haere Ammunitie-huyfen aen defelvegeheght.
Sy hadden mede verfcheydene feer duyftere Huyfen, vervult met veele
Afgoden íoo groóte als kleyncalle van verfcheydene metaelen gegoten.die
alle ook met bloedt beftreeken waren , het welke dan een morffig ende vuyl
aenfien gaf, om datmen die daegelijcks, wanneer ymandtge-offert wierde ,-
met het bloedt befmeerde. Selve waeren'er Tempelen in dewelcke men het
bloedt meer dan eeri vinger dikte op de mueren,en meer dan een voet op de
aerde beftalt endebeftremt vondt , het welcke dieplaetfen verfoeyelijck en
vol van een duyvelfche ftanck maeckte.
De Priefters , die defe bede-plaetfen in aght naemen , lieten niet toe dat
ymandt daer in quam » ten fy hy een Perfoon van aeniïen was , en dar noch
onder bedingh dat hy een Menfche , om op-ge-offert te worden moeite ge-
ven,welken defe Duy vels-dienaers den hals af-fneden,en naedat fy hare han-
den in fijn bloedt gewaifchen hadden, foo befprengden fy met hetoverfchot
het Huys ende de Beelden van haere Af-goden.
Tot gerief van haere Keucken hadden Cy een grooten water-back, welcke
jaerlijcks eenmael gevuldt wierde , dooreene Buyfe, die het felve, uyt
de groóte Stadts Fonteyne , daer in leydde.
Op feekere andere plaetfen van dit beüotene park, hadden fy hare hoeken
en af gefchotene Kaemerkens , in dewelke men pluym-gedierte voor haer
aenqueektcin andere weder hadden (y Tuynen en Hoven, die met fchoone
vru?,ht-draegende Bomen beplant waren , oock onderhieldt men in defelve
een groóte meenighte van kruyden ende bloemen, tot vercieringe van de
Akaeren. -
HET
I.BOECK.
DoordeSpaenfcheWêft-Indïèn. XX. Cap.
HET XX. CAPITTEL.
Des Tem-
pels inko-
Naerder befchryvmge van den Tempel en van de verwonde-
rens-waerdigefchatten die men daer mfagh.
DEfen Tempel hadde fo groot een inkomen,dar meer dan vijf-duyfent
.lenfchen daegelijcks in den felven dienden , die daer in niet alleen
aeten ende droncken -, maer oock felve woonden.
Veele Vlecken ende Dorpen waeren verplight tot onderhoudt foo van rr
den Tempel als van die geene die daer in diende, broodt, vleefch , vis
ende alle andere dingen, die iynoodig hadden, te leveren, doch voor al
wierden fy van brandt-hout beforgt , om dat fy van het felve veel meer ver-
befigdemdan men in des KoningsHofdede.
Alle deíe Priefters leefden feer leckerlijck en op haer gemack , en waren
nergens mede befigdan met den dienft van haere valfche Goden, welcke in
ieer grooten getal waren , ende niet alleen ygelijck op een byfondere wijfe
gediendt wierden,maer oock eene particuliere Ordre van de Priefters ende
dienaers hadden.
Binnen de Stadt van Mexico waren meer dan twee-duyfent Goden ; de iOoo.Go^
twee voornaemfte wierden Vit^iloputchth ende Te^catlipúca genaemt , wel- den in
kers fteene beelden boven in de Tempel op de Altaeren geplaetft waren. Mexico.
Sy waren foo groot als Reufen, geheel met Peerien bedeckt ,als ook'met Koftelijo
dierbaere gefteenten en maffive goudene vogelen, beeíten, viffchenende keAf-^o-
bloemen, welcke met Emerauden,Turcoifen,Sapphyren ende andere fijne den. Ö
Juweelen verciert waren ,- alle defe koftelijckbeydt wierde met een fijn Lij-
waet , by haer Necar genaemt , bedeckt , foodaenigh dat , wanneer dat op-
gelight_wierde , defe beelden een wonderlijcke glants van haer gaven , ende
alle de geene die haer aenfchouden , dede verbaeft ftaen.
Beyde defe Af-goden waren met een groóte goude gordel, op de wijfe Befchrij-
vaneenSlangegemaeckt, om-gordt, en hadden om haeren hals een fnoer vingcdaer
waer aen tien Harten , mede van maffif goudt gemaeckt hingen , voor het van*
aengefighte hadde een yder van haer een maske ofte mom-aengefight, waer
in glaefe oogen gefet waeren , en op haere borfhonder aen de keeU was het
beeldt des doodts gefchildert.
Van defe twee Af-goden geloofden fy dat die gebroeders warea, dat Te^-
catltpuca de.Godt van de voorfienigheydt was , en Vit^ilopucbtli die van den
Oorlogh , welcken fy , daeromme, boven alle de andere , eerden,vreefden
ende dienden.
Daer was noch een ander Godt, welckers beeldt boven opdentopvan
de Capelle der Af-goden geiec was > fy hadden defelve oock in feer
groóte
—
—
i M
Gewijde
Water.
Wonder -
lijckScha
Toorens
'van
Doods-
hoofden.
88 I.Boeck. Voy agie vanThomas Gage XX. Cap.
groóte achtinge, en bewefen^daer feer groóte eerbiedigheydt aen.
Deferí Godt was gemaekt van allerhande foorten van Granen , welke in
dele Landen groeven, diefy, tot Meel gemaeckt zijnde /met Bloedt van
Kinderen ende maegdelijke Dochters kneedden ,welcke men ten dien eyn-
de,de Borft met Scheermeiïcn opende 3 treckende daer op voorts het Hart
uy t defelve.het welkefy aen haere Af-godemals eerftelingen op-ofFerden.
Defen Af-godt wijdden en confacreerden fy byfonderlijck, met groóte
toeftehheerlijckheydt ende veel plegtelijckheden ende Ceremoniën, en dat
integenwoordigheydtvanalledelnwoonders, die in feer grootcn getale
daer nae toe vloey den,emals de inwij dinge ofte de confecratie gedaen was 3
plakten de Godi-vrugtige koftelijcke Gefteenten * klompen Goudts en an-
dere diergelijcke Kleynodien aen den felven.
Nae dat defe Ceremonievolbraght was, en mogte geen Menfche defen
Af-godt meer aenraecken ', nog felf in fijne Capelle kotten , dan alleen die
geene > die Tlunacdt^li , dat is Prieffceren van fijne Ordte , waeren.
Sy verbraeken dit Beeldt , en maeckten van tijd tot tijdt weder een ander*
van defelve foorte van deeg , ende op defelve wijfe gekneedt, oock deelden
fy het oude aen kleynebrockjens onder het Voldoende agtefich een yder ,
die daer maer een weynigh afhebben mogte , feer geluckigh , en voor al de
Krijghs-lieden ,hopende dat het haer in den Oorlogh feer foude helpen ende
te kloeckmoediger ende voorfpoediger maecken.
Als men dit Beeld in-wijdde, was'er ook een feer groot Vat,dat met Wae-
ter vervult zijnde, mede geheylight ende geconfacreert wierde, door ver-
fcheydene woorden ende plegtelijkheden i 'men bewaerdedit Waeter met
feerVoote fotge aen den voet van den Altaer^om daer mede den Konink,
als hy ^ekroont wierde, te wafichen ,en om de Overfteder Krijghs-heyren,
in den°aen vanck des Oorlogs , daer mede te iegenen 3 gevende aen defelve
een weynigh daer van te drincken .
Omtrent foo verre buyten defe Tempel als men meteen Steen kan wer-
• pen , ende re^t tegens over de voor naemfte Poorte , was als een foorte van
een Tonneel ofte Schavot.zijnde het felve langer dan breedt,alle yanSteen
aemaekt , foo wel als de Trappen door de welcke men op het felve klom , en
men hadde tu ffchen yder Steen van het Metfel-werck een Doots-hooft,met
de Tanden nae buyten gekeert,geplaetft.
Daer waeren twee Toornen foo wel aen het eene als aen het andere eynde
van dit Theater > welke niet dan uyt Kalk ende Doodts-hoofden beftonden,
alle , als de andere,mer de Tanden nae buyten gekeert > het welcke een af-
grijffelijcke fake voor hergefichte was. ' ■ Jjr1 .Tí/-C
Boven op dit Tonneel fagtnen feventig Staeken,ftaende defelve vijf a fes
voeten van malkanderen,en hebbende defelve verfcheydene tacken,die van
onderen na bovenen toe "gaende ,door klampen en febooren onderfchraegt
wierden, en aen yder van defe tacken waren vijf Doodts-hoordendoor
de flag ofte üaep des hoofts geregen. w an"
IBoECK. Door de SpaenfcheWeJt-Indïën, XX. Cap. 89
Wanneer de Spaigniaerden voor de eerftemael, als Vrienden, inde ""
Stade Mexico quamen , ende voor de doodt van Monte^uma , befaren
fy alle defeplaetfen; en als doen bevonden twee van defelve, die haren
tijde, met het tellen van die doors-hoofden , verlieten , zijnde defe
twee Andrea de Tape a ende Gonfalve^ de Ombría genaemt , dat het getal van
de fel ve tot hondert ende dertig duyfent toe beliep.
Alle de andere Toornen waren daer oock meede vervult , foodanio-
dat het geta! van defelve by-na oneyndig was , oock waren'er Lieden
befteldt, welcke niet deden dan defelve op te rapen ende weder op ha-
re plaetfe te ftellen, wanneer het quam te gebeuren dat'er een af-viel ,
of wel een ander in hare plaetfe te fetten ; op dat het getal altoos vol-
koomen foude blijven.
Doch het gcene het aenmerckelijckfte was , ende een Menfch het meefte ~ ,
deede verwonderen, was, datalle die doodts-hoofden waren gekomen van r
harevyanden, diezy, inden Oorlog gevangen hebbende, in die Tem- 7yerJcr~
pel op-geoffert hadden, welkemet alle defe Toornen ende andere verfoeye-
lijkheden door het vuer vernielt wierde, wanneer de Spaigniaerden de Stade
innamen.
Ter fel ver rijdt wierden mede alle die fchoone Huyfen van Montesuma
die ick hier bevorens befchreven hebbe, nevens alle fijne Tuynen , de an-
dere Tempelen van de Stadt, de groóte Merckt-plaetfe , en alle andere
pragtige gebouwen, het onderfte boven gefmeten ende verbrant, fooda-
nig dat'er niet overig bleef van alle het geene dat foude hebben konnen die-
nen , om de gedagteniffe van den Heerlijcken ende Florifanten ftaet van de
Stadt van Mexico te konnen bewaren.
Doch als Cortea het aenfien ende de magt- welcke defe Stadt , over M .
ende onder de nabyleggende Natiën, gehadt hadde, overdagt, ende f
daer toe befpeurde de fchoone fituatie van defelve , foo deede hy defelve op u"Z
nieuw op-bouwen, verdeelende die onder de Inneemers, nae dat hy de °UWt°
plaetfen voor de Kercken', Merckten, hetStadt-huys, en andere tot het
gemeene befte noodige gebouwen, hadde af-gebaeckent,
M
HET
J.
—
Hi
Voor reg-
len voor
eop-
Ibouwers.
Groóte
toe-vloedt
van In-
woondets»
Sterfte
daeron-
90 L Boeck. Voy 'agie vanThomas Gage XX. Cap.
HET XX. CAPITTEL.
Van de verdeelinge die Cortez deede onder de in-nemers over
de voomaemBe Quartieren- ende Paleren van Mexico ,
en wat flaetfen hy voor het Stadt-huys ende de Kercken
aen wees y als oock voor de andere publijcke gebouwen , ne-
vens den jegenwoordigen ftaet van die groóte Stadt 5 en de
omgelegene Landerijen ende Dorpen.
HYfcheydde de woonplactfe der Spaigniaerden van die van de India-
nen arVfodanig dat nog, op defen hedigen dag5een water tuiïchen bey-
den door-ftroomt , en de eene van de andere af-fondert.
Hy beloofde , foo aen alle die geene die van de Stadt geboortig waren , als
aen alle andere»die daer wilden komen woonen, Erven tot het bouwen van
Huyfen uyt te deelen f welcke erven ende Huyfen op haren Kinderen nae
haren dood fouden verfterven , enfydiealseygengoetbefitten , geveode
•haer daer-en-boven noch veele anderePrivilegien ende Voor-regten , om
door dat middel des te grooter getal menfchen,om de Stadt te bevolken,aen
telocken.
Xitivaco, Generaal van de Mexicacnfche benden ,wierde oock door hem
op vrije^vjoeten gefteltjhy fchonk hem daer roe nog een geheele Siraet,ende
flelde hem tot Opper-hooft aen over alle de Indianen van de Stadt.
Hy gaf noch een andere Strate aen DomPetro Monte^uma , die een Soone
was v£n den laeft overledenen Koning Monte^uma, om foo de vriendichap
ende de genegentheyd des Volcks door die mildadigheden te winnen.
Noch deelde hy onder fommige Edellieden van het Land eenige Straten
ende kleyne Eylandekens uyt,om die te betimmeren ende te bewoonenjfoo
dat door dat middel alle de ledige plaetfen verdeelt wierden, en een yder be-
gonde met groóte vreugde ende vermaeck,en met een ongelovelijcke neer-
ftigheyd ende y ver , te bouwen ende te timmeren.
Soo dra als het gerugte , van het weder op-bouwen van Mexico, fich ver-
fpreyt hadde, quam daer op ío groóte meenigte van Volk,om de vryheden,
Voor-regten ende Privilegien , welcke Corte^ aen de In woonders hadde ge-
geven, te genieten , dat het een verwonderens-waerdige faecke was,, te fien
den grooten toe-vloed die van alle kanten quam af-facken , en het getal foo
van Mannen ¿Is Vrouwen was foo groot, dat fyvry meer dan drie mijlen
Landtsin het ronde bdlpegen.
Veele evenwel van defelve wierden fieck,door dien fy fwaren arbeyd de-
den, ende daer toe weynig aten, oock quam de Pefte onder haer, foo dat'er
by-na
I.Boeck. Door de SpaenfcheWeJl-Indi'ên. XX. Cap. 91
by-nae een oneyndig getal door de doodt wierde weg-geileept.
Want haren arbeyd viel feer fwaer ende hart,om da* {y op hare fchouderen <
moeften dragen of re wel anderfints voort -trecken , degehoudeneende ge- T" ?°
backene fteenen.de Aerden.Hout.Kalk.ende^lle de andere tot het timme- }
ren ende metfelen noodigeitofren.
Eyndelijke wierdede Stad van Mexico allenxkens weder opgebouwd,be-
ftaende defelve uyt meer dan hondertduyfentHuyfen.veel fchoonder ende
beter dan de voorige.
De Spaigniaerden bouwden hare Huyfen even alsmen inSoaignien ge- rT
woon' is te doen, ende Corte^ timmerden het fijne op de fundamenten ~litedcs
van den Koning Monte$uma;het doet noch op heden vierduyientDucaren ^°n'n&s
jaerlijcks van huer , en men noemt het hetPaleys van den Marquis del Vafc'. ank/aer*"
om dat de Koningvan Spaignien aen Corte^ en fijne Erfgenamen de groóte Cortez *
Stad Guaxaca nevens de omleggende Valeyefcbonck.
DitPaleysisfooheerlijc^datmen.fooalsickhiervoorensgefegthebbe, Heerlijck
feven duyfent Cedere-balcken tot het timmer-werck verbeficht heeft. Paleys.
Sy maeckten ook fchoone Gragten.welke fy met fteenen bogen overwelf-
den,om onder defelve de Roey-barouen , door dewelcke f y de Stad te Wa-
ter ^elegerden.te bewaren. Men liet noch op den hedigen dag die Gragten,
welcke fy feer forgvuldig onderhouden, om de geheugeniiïe van dat groóte
wercktebewaeren.
Sy dempten de Gragten /welcke te vooren door de Stad gelopen hadden,
toe,en vulden die daer nacen men heeft daer nu een groóte menigte fchoo-
ne Huyfen op getimmert j foodanig dat Mexico nu niet op defelve wijfe als
te vooren gebouwd is jende het fcheelt feer veel,voor al federt het Jaer 1634.
dat het water niet foo nae aen de Stad komt , alshet wel te vooren dede.
Het Meer geeft fom wijlen een feerftinkende damp van fich.doch buy- n ,
ten dat is het een feer gefonde ende gematigde Plaetfe , en dat ter oorfaecke 2
van het gebergte met het welcke het als omringt is , fy is ook feer wel voor-
fien ende heeft een grooten overvloed van alle de.tot het onderhout des le-
ven s noodige , dingen , foo door des Landts vrugt'baerheyd.als door het ge-
rief des Meers.
Mexico is jegenwoordig eene van de grootfte Steden des Aerts.bodems,ter Florifan-
oorfaeke van de grooteplaetfe welcke door de Huyfen,fo der Spaigniaerden ten ftaet
als der Indiaenen ? heilagen is. van Mexi-
Jae felve eenige jaren nae de inneminge was het de fchoonfte Stad van alle co.
de Indien , bloeyende de Waepenhandelinge ende de Wetten in haer meer
dan in eenige andere Plaetfe.
Voor defen waren 'er ten minften meer dan twee duyfent In woonders,
welke yder hacr Paerd op ftal hadden, en daer toe haere Wapenen,ende een
feeraerdigetoeruftingei ;
Dogjegenwoordig^nu alle de Indianen.van de omgelegene Landen.haer
M 2 onder-
1
Seecker-
heydcder
Spaenfche
te Mexico.
Koop-
handel
van Mexi-
co.
Muntete
Mexico.
Nieuw
Mexico.
92 I.BoECK. Foyagie vanThomas Gage XXL Cap,
onderworpen zijn, ja felve , voor het grootfte gedeelte , uy tgeroeyt, voor
al omtrent Mexico , alwaer men niet vreeíl dar fy tegens de Spaigniaerden
fullen opftaen , foo heeftmen het ocffenen der Wapenen ende des Oorlogs
t'eenemael verfuymt.
De Spaigniaerden leven in die Stad met foo veeleforgelbosheydtenfee-
kerheydt,datmen daer noch Poorten, noch Mueren, noch Bol wereken iiet
tot hare befcherminge, alibo weynig als Toornen, Tuyg-huyfen, Ge-
fchut en Ammunitie van Oorlog , want fy vreefen aldaer noch binnen nog
buyten-lantfche vyanden , gelovende dat St. \uan d'Ulhua fterek genoeg is
om haer voor de laetft-genoemde te befebermem
Doch , wat den Koop-hande! aengaet,is het een van de rijkfte Steden des
Wereldts , om dat , aen de fijde van de Noord-Zee , jaerlijcks , meer dan
twintig groóte Schepen te St.fuandVthuaaenkomen , zijndebevragtniet
alleen met debefte Waren vanSpaigniemmaer ook van de reire van geheei
het Chriftenrijck, welcke dan van daer te lande na Mexico gevoerdt werden.
Door de Zuydt-Zee drijft defe Stadt haren handel opallede Plaetfen
van Peru , doch voor al is haren Koop-handel feer groot ende aeniienlijck
opallede Steden endeEylanden van geheel Ooft-] ndiën* uyt het welcke
fy Koopmanfchappentreckt, niet alleen van die Plaetfen die door de Por-
tugeefen bewoont ofte befet zijn, doch daer en boven noch uyt f ¿pan ende
China, en dat door het gebruyek dat {y van de Philippijnfche Eylanden
Zijn hebbende, na dewelckemen jaerlijcks twee Gallioenen nevens twee
mindere Schepen fendt, en ter felver tijdtkomt'er een gelijck getal foo
van Gallioenen a's Schepen te ácapulco aen , alwaer fy hare Koopman-
fchappen ontladen , om van daer te lande na Mexico gebragt te wer-
den, even alsmen met die geene doet diëten. \uan tfUlhua ontfeheept
worden.
Men heeft'oock indeStadteenMunte, indewelckehetSilver , datal-
daer in klompen ende baren uyt de Mijnen van Si; Louis de Sacatecas*
het welcke omtrent tagti» mijlen benoorden Mexico gelegen is, gebragt
werdt , werdt in Silvere Penningen ende fpecien , van verfcheydene waer-
dyegemun^.
De Spaigniaerden zijn meer dan hondert mijlen aen geene fijde deSacate-
cas doorgedrongen, aen welcken oordt fy fich veele Indianen onderdanig
gemaeckt ende verfcheydene Mijnen ontdeckt hebben , het welcke dan aen
haer heeft oorfaek gegeven tot het bouwen van een Stadt,welke fy het nieu-
we Mexico hebben genaemt.
De Indianen van die quartieren zijn feer ftrijdtbaer ende kloeckmoedig,
fodanig dat Cy de Spaigniaerden aldaer Í00 veel fpels maecken,dat fy moey te
hebben om het Landt in te houden.
Men gelooft evenwel dat fy noch verder iullen doordringen,tot fy dat het
geheele Landt fich fullen onderdanig gemaekt hebben , grenfende het iel ve
buy-
I. Boeck. Door de SpaènfcheWeft-Indïén. XXI. Cap. 93
buyren twijfel aen onfeColonien ofte voort-piantingen in Virginiayznáe aen
de omleggende Plaetfen die men op dat fel ve vafte Landt vindt.
Daer en boven is'er te Mexico een leer fchoone Univerfiteyt ofte hooge Univerfï-
Schoole , welcke den Viceroy Dom Antonio de Mendo^^a heeft doen ftigten. teyr.
DoeninendefeStad weder op-rimmerde,was'er een groot onderfcheyttuf-
fchen een Inwoonder ende eenln-nemer van defelve^want die laetrte naem Onder-
was een eer-tituljwelkeniemandbdandiegeene die het Landt hadden hel- fcheydder
pen overwinnen , mogte voeren , aen dewelcke de Koninck van Spaignien Inwoon-
Landeryen ende inkomften , foo voor haer, als voor hare Nakomelingen "ers«
heefr. gegeven, in plaeriedat in tegendeel > die geene , welcke maer enckele
Jnwoonders waren , jaerlijcksyetsmoeften geven , voor de grondt van het
Huys,hec welcke iy in de Stadt bewoonden,dat dan tot profijie van des Ko-
n in gsKáíTe gedijde.
Hierdoor komt het , dat geheel America vervult is , metPerfoonen, die
den naem van Edel-luyden aen-nemen^wanteen yder van haerhoudtnoch
opdeden ftaende3dat hy van een In-nemer des Landtsgefprotenfy,hoewel
fy ielver foo arm als Jobzijn ; en fy antwoorden, wanneer men haer vraegt
waer haer goedt vervaren fy, datde Fortuynehet haer ontnomen heeft,
doch dat die haer hare eere niet benemen kan , alioo weynig als de ftaet van
Edellieden.
Men Met felve arme Schoen-lappers ofte Karre-voerders,die,rnet een half Arme j,0,
douzain Muyl-elelshare koftlanghshet Landt gaen winnen, welcke feggen vaerdye^
dat fy uy t die eerfte Helden haren oorfpronck hebben genomen , en 'lbo iy
dan by gevalle Mendoza ofte Guarnan genaemt zijn > fo fullen fy met eede
verklaeren.dat fy af-fetfelen zijn van die Huyfen welcke als Hertogen ende
Princen die naem in Spaignien voeren , van waer haer Groot- vaeder , nae
haer feggen , was vertrocken tot in-neminge van America , welcke cok ge-
heele Landtfchappen aen de Kroonevan Spaignien heeft onderdaenigge-
maeckt , hoewel haer als nu de Fortuynedenrugge heeft gekeert, en fyge-
nootfaeckt zijn hare gefcheurde Klederen met een kaele ende gantfeh ver-
iletenen Mantel te bedecken.
Doen de Stadt van Mexico herbouwt wierde , ende men aldaer Regters Spoedige
ende Magiftraten hadden aengefteld,nevens alle de andere noodige Bedien- aengrocg-
de, foo verfpreydefich het gerugte van -Cortejen van die Stadt aanftonts ingevan
door alle de verre-af-gelegene Provinrien , foodanig dat fy in korten Mexico.
tijdtbevolckt wierde, door de Indianen foo wel als door deSpaigniaerden ,
welke laetile een weynigdaer na meer dan vier-hondert mijlen Landts ver-
meefterden , het welcke alle aen den Konincküjcken Setel van Mexico on-
derworpen wierde.
Doch ick kan in der waerheydt leggen , dat die Stadt > na die tijdt , noch Indianen
eens voor de tweede-mael herbouwt is,en datdoor de Spaigniaerden,welke door de
hetmeefte gedeelte van de Indianen vernietigt hebben, want ick foude
M 1 niet
Spaenfche
"vernietigt,
Woon-
plaetfe [
der India-
nen.
Getal der
Indianen
in Mexico.
Manier
vanbou-
_wen.
Straten.
CaroíTen.
94 I. Boe.ck. Voyagievan Thomas Gage XXL Cap.
wl drerVen feggen datír ,,egen¡ íVO°rdiS hondert duyfent Huyfen zijmdie'
er wei waren,weynig tijds ¡ nae de iri-neeminge van die Plaetfe,van de w-1
ke. her meefte gedeelte door de Indiaenen beloont wierden
Uelndiaenen diedaer als nuzijmwoonen in eene van des Sradts Voor-ite-
den Gn^^genaemnwelckcdoenickaldaerinhetjaervanidac ¿h<
niet meer dan omtrent vijf duyfent inwoonders hadde,iaer,nae die tijd is
het meeitegedeelte van defelvevergaen, door het quaede onthaelin harde
traäament datdeSpaigmaerden haer hebben aengedaen, endoorden "r
beyd , tot de welke men haer gedwongen heeft , om het water van het Meer
een anderen loop re doen neemen.
Tot fo verre datmen voor als nu niet meer dan twee duyfent naturelle In-
dianen ioude konnen vindemen omtrent duyfent andere, welke h Mefitfen
noemen , zijnde diegefprooten van deSpaigniaerden en de Indianen -want
daer zijn veele arme Spaigniaerdemdie fich met de Indiaenfchc Vrouwsper-
sonen m den Echten-ftaet begeven , als oock andere, welcke. hoewel fv
haer met defelve niet komen te verhijlijcken, doch even wefmiddelen ¿i
krTfen'eCen ^ ^ °m *?**' * verleyden 3 ende toc hare ^ylen willede
Sytreckenvandagtotdag, den kleynen grom, welcke de Huyfen der
Indianen beflaemaen fich,en ophet Erf van driea vier Indiaenfche Huyfen,
letten iy een groor,dat na de Spaenfche wijfe getimmert is,met fijn e H o ven
endeBoomgaerden , tot foo verre, dat de Stadt van Mexico je^enwoordig
op nieuws hertimmert is, en voorfien van fchoone ende groóte Huyfen,
welke, tot vermaek van hare Inwoonders, yder haren Tuyn hebben.
Hare gebouwen zijn van gehoudeneende goede gebackenefteengemaekt,
dogzy fijn niet feer hoog opgetrocken , door dien 'er veel tijdts fwareAetd-
bevingen voor-vallen,welcke hare gebouwen fouden doen in-ftorten. fo fy
meer dan drie verdiepingen hadden.
De Straeten zijn aldaerfeer wijdt ende breedt, foodaenig, dat in de
naeu witc, drie Caroffen nevens malkander konnenrijden, enin debreetfte
ten minften ks, het welcke de Stad veel grooter doet fchijnen dan fy in fich
felvenis. J
Doen ick daer was feydemen dat'er omtrent dertig a veertig duyfent
Spaenfche Inwoonders waren , die hoogmoedig, trots ende oock foo rijck
zijmdat meer dan de helfte van defelve eene CaroiTe houden , tot fo verre*
datmen voor feecker geloofdcdat'er doemaels meer dan vijfthien duyfent
Caroiïèn in de Stadt waren.
Het is ook een gemeen fpreek-woord in dat Landt,dat'er te Mexico vier
fchoone dingen zijn,de Vrouwen * de Kleederemde Paerden ende de Stra-
ten.
Doch ick kan daer de íchoonheyd van de CaroíTen van den Adel noch by
voegen, welenen veel koftelijcker zijn dan die van het Hof te Madrtd,en dan
die
I.Boeck. DoordeSpaenfcheWeft-Indïén. XXL Cap. 9?
die van alle de Hoven van Europa, want om defelve op te pronckenwerdt
noch het Goudt , noch het Silver, noch de koftelij'cke gefteenten, noch het
GoudeLaecken , noch de befte ChineefcheSijdegefpaert.
Daer en boven voegen fy daer noch by defchoonheyd van hare Paerden, Xoeftcl
welke met Toomen.die met Goudt en edele gefteenten verciertzijmpron- ¿ez paer
ken , en welckede Voeten met Sü ver in plaetfe van Yfer heilagen hdbben , den.
om des te pragtiger en heerlijcker voor den dag te komen .
DeStraten van de Steden inhetChriftenrijck komen in findelijckheyd Netheydt
ende nettigheydt by defe nies in vergelijckinge,en noch veel minderde Eu- der Scra-
ropifche Winckelen by die geen e welke men aen weder-fijden van-de Stra ten.
ten net; dog voor aï zijn die van de Goudt-imeden verwonderens waerdig J
ter oorfaecke van de groóte rijckdommen ende fchatten die men in defelve
iiet ten toon ftaen.
De indianen ende de Chincefen, welckede Chriftelijcke Religie hebben
aengenomenendejaerlijksaldaerkomen,hebbendeSpaigniaerdenfoo vol-
maeckte Meefters in dat handtwerck gemaeckt , dat {y jegenwoordig feer
uyt-muntendeendekonftigewerckenmaecken.
Die geenedie in hetjaer 1625. in dat Land voor Viceroy over ginck,liet Koftelijck
van Goudt ende Siiver een Papegay (het welck een Vogel is van de grootte Juweel,
van een Phayfant)maecken, en hy deede die met koftelij'cke gefteenten op-
proncken.welke alle met foo veel konft ende aerdigheydt in ordre wierden
gebragt, om de natuerlijckegeftalte van de vederen van die Vogel wel af te
beelden, dat die op vijftien maelhondert duyfent Ducatengefchat wierde,
oock was dit een prèfentdathy den Koningvan Spaignien wilde vereeren.
Daer is een SilvereLampe in de Kercke van het Convent der Jacobijnem Pr3jf en
we cke dne-hondert tacken oftearmen met blaeckers daer aen heefr.op de- fytlTc~
welke men yder een Wafch-kaeriTe kan fetten, en daer en boven noch tW jí^'t
hondert kleynelampen die'er als aengevoegt ende bequaem zijn om olye in r^Z
te laten branden,wcfende die alle op eene verfcheydene wijfe geratfoeneerri ^ieraaeUi
ende van fo feldfame ende fchoone uytvindinge.dat die Kroone op viermael
non ciert-dvyfent Ducaten gefchat werdt.
Degroote menigte , welcke men van defe fchoone wercken , in de Stra-
ten derGoudt-fmedem fier, maeckt dat defelve niet alleen kofteiijck, maer
oock fehoon ende vermaeckelijck , fchijnen.
Boven het gene men van de fchoonhey t van de Vrouwen van Mexico fegt, Vryheyd
ioo kan iCK daer by voegen de groóte vryheydt diefy hebben om tefpelen , der Vrou-
welcke ioodanig is dat noch nagt noch dag lang -genoeg zijn om een par- wenin
tve a ¡aprime te volvoeren,wan neer fy die eens begonnen hebben,tot fo verre hecfpclen.
dat iy de xMannen op de volle Straet publijcquelijk bidden tot harent te wil-
len in-treden om te fpelen,
Het gebeurde my op ieeckerendagdatick langs de Straten wandelende Geval
met een ander Religieus, welkedat Jaen me^my uyiSpaignien in dat Landt daer door
Vbyagte van Thomas Gage X XI . C a p.
Pragt in
Klederen.
Over-
•vloetvart
Juweelen.
Kleedinge
der Nege-
rinnen,
was over gekomen , ieeckere Juffrouw van feer hooge geboorte bemerekte
dat wy Cbapetons waren ( ditisdenaem welckefyaen de nieuwelingen ge-
ven ) fy riep ons daer op door haer Ven fier, en nadat fy onsdrieofvier
kleyne vraeg-ftucken,nopendehetgeene wy nieuws uytSpaignien bragten,
haddevoorgeftelt,foo vraegdefy ons of wy wilden binnen komen ende een
Panijrjen a/aPrtmefpe\en.
De Mannen fo wel als de Vrouwen doen extraordinaire onkoften in bare
'kleedingcwelke meeft uyt zijde Laeckenen beft aet,bediei$ende fy fich daer
toe niet van wolle Laeckenen , Greynen ofte diergelijke floffen.
Dekoftelijcke Geiteenten ende de Peerlen zijn aldaer feer gemeemende
hare ydelheyd is daer omtrentfoo groot>datmen op de Hoeden der Edellie-
den niet fietdan Hoed-banden en Rooien van Diamanten, en van Peerlen
op die van de Ambagts ende Werck-lieden.
Ja felve dragen de Negerinnen ende de geele Slavinnen Peerlen om den
hals ende armem ende Ringen in de ooren,in dewelke altoos eenig koftelijk
Geil een te is.
De kleedinge en de oppronckinge van die Negerinnen en half-ilagfche
Vrouw-luyden is foo ligtvaerdig, ende hare manieren van doen zijn foo
aenlockende,dat'er veeleSpaigniaerden zijn, felve onder de voornaemfte,
welcke hare Vrouwen , ter liefde van defelve , verfmaden.
Sy dragen gemeenlijck een Tabbaart van zijde {toffe ofte van Catoemdat
met Silver ofte G oude Paffamen ten geboort is,nevenseen groot zijde Lint
van een levendige Couleur, het welcke met Goude franje omfetis, en
welckseynden voor en achter tot aen de boorden van haren Tabbaerden af-
hangen.
Hare lijfkens zijn gemaeckt als de lijven van de Tabbaerden, met bragoe-
nen fonder mouwen, ende met Silvere ofte Goudene fnoeren toe-geregen.
Die geene welke wat van aenfien zijn, dragen oock Goudene gordels,die
met Peerlen ende dierbare Geileenten zijn verciert.
Haremouwen zijn van HollantfchofteChineefch Lijwaet, leer wijdt
ende aen de eynden open,zy fijn ook rijkelijcken geborduert, fommige met
veel-verwige zijde , ende andere met Gout ende Silver, oock hangen ï% by -
na tot op de aerde.
Sy bedecken hareHooft-hairen meteene met de Naeld gewerkte Kappe,
en fy fetten over defelve nog een andere^die van doorfchijnende zijde ftoffe
gemaeckt is , welcke fy met een fchoon Lint van zijde ofte van Gout ende
zijde vaft maecken, het wekke cruycelinge over het bovenfte van het voor-
hooft wert gelegt, en waer op altoos eenige Letteren geborduert zijmwelc-
ke eenig veerikens ofte eenige amoureufe fpreucke behelfen.
Hare boefem is met een fijn Lijwaet bedeckt, het welcke op de wijfe van
eenNagt-halsdoeck ofte Neerftik om haren hals af-hangt,en als fy uyt den
Huyfe gaen fo dragen fy eenMantel van Catoen ofteCamerijks-doek,ront.
om me
I.Boeck.' Door de SpamfcheWeft'Indïên, XXI. Cap.' 97
órame het welke een feer breed paflement genaey 'ris, welke Mantel eenige
boven op het hooft fetten , foodanigdar defelve nietlaeger dan haer middel
komt af te hangen , op darmen haare Gordels ende Linten ibuden konnen
fien , dog de twee voorfte eynde rycken altoos tot digte aen de aerde.
Daer fijn'er fommige welke hareMantelen maer op eene fchouder dragen Is feer ligt-"
en die onder de rechter arm door-flaende, werpen Cy het eynde op de linker veerdig.
fchouder , om fo de regter arm vry te hebben , en met eenen hare fchoone
mouwemover de ftraet gaende,te konnen vertonen,dog fijn'er ook andere,
welke in plaetfe van deie Mantel,haar bedienen van een koitelijke zijde Ca-
facq ofte omhangende Rok, waer van fy een gedeelte op de lincker fchouder
hangen, en het andere dragen fy in de regte hand, fchijnende daar door veel
eer ligtveerdige Jongelingen , dan eerlijcke Dochters te zijn .
Harefchoenen fyn feer hoog ende hebben veelefoolen,welke van buyten
op de zijde meteen filvere plaete beilagen zijn , diemetfilvere fpijkers,
welcke feer breede hoofden hebben , daar aan fijn gehegt.
Her grootite gedeeltebeftaët uit Slavinnemofteuytfoodaenige díe te vo-
ren fulks geweeft zijn, hebbende de liefde haar de vryheydt gegeven,om de
zielen aen de ionden ende aen den Duyvel te konnen onderwerpen."
Daer kin de Stadt een oneyndig geral van die Negers, Mullatten ende half-
flagren, foo van Mannen als Vrouwen , welcke fo hovaerdig ende uytgelae-
ten zijn geworden ,dat deSpaigniaerden dickmaelen in vreefe fijn geweeft ,
dat fy haar tegens haer íouden aenftellen ende op-ftaen.
Oock hebbe ik eenige Spaigniaerden , welke meer God vnichtighey t en de
y ver tot deReligicdan wel de andere,hadden,hooren ieggemdat fy vreefden
dat Godt de Stadt vernielen foude, ende het Landt aan eenandere Natie
overgeven, teroorfaekevanhet ergerlijke leven van die Lieden , ende van
de mifdaeden die de voornaemfte Spaigniaerden met haar bedry ven. n ,
Ik vreele dat ik het gedult van de Leefers foude uyt-putten ende hare kuyf- ¡~ n^7S"
iche vooren verveelen , fo ik mijne penne wilde befteeden met het befchrij- ¿e^ive"
ven van de byfonderheden van haren boofen handel en omgang, ik fal alleen
feggen dat God de Heere ten hoogften in dat tweede Sodoma veragt werd,en
dat hoewel de In woonders van het felve voor als nu in voorfpoet levemende
den overvloed van rijekdommen ende weereltfche vermaeckly kheden heb-
ben > fy doch evenwel tehaaren tijd alshetgrasfullenaf-gemaeyt worden,
ende als hoy verdrogen, foo als den Plalmiftfegt in fijnen gS.Pfalm.
Tot fo verre dat ik nie t twijffele , of ( even ah den bloeyende ftaet van de
Scadr van Mexico, welke vermaerr is door hare Carotïen , Paerden , Srraren
ende Vrouwenden feer gevaerlijken ende ten val neygenden ftaet is ) Godt
fal haar de eene dag ofte de andere , onder de Heerfchappye van eenig ander
Vorftvan defe wereld brengen, ende inde aanftaende Eeuwe onder de
handen van een ftrengen REGTER, welke KONING der KONINGEN
ende HEERE der HEEREN is.
Dog hoewel de Inwoonders van defe Stad t'eenemael aen haar vermaek
N J fijn
liefde tot
de Kercke
ende de
Kercke-
Jijke Per-
ibonen.
Voorbeelt
daervan.
Alonfo
Cueliar,Hj
nen njck-
dom.
Mildae-
digheyt
aen de
Kercke.
Onkuys-
Jhey.c,
Sijne ge-
veynfï-
Iheyd wert
ontdeckt.
I. Boeck. Foyagie vanThomas Gage XXI. Cap.
z-ijn overgegeven, foo is'er dog evenwel geene Plaetfe in degantfeh Wee-
relt , m dewelke de lieden meer zijn genegen ■ om gefchenKen aen de Ker-
ke ende de KerckehjckePerfoonen te doen.
Sy doen alle.om ÍT.rijd,haerbeíl:eJom de Conventen van de Religieufen,
foo van Mannen als Vrouwen , te begiftigen. fe
Sommige doen PragtigeAltarenmaekenin deCapelle van de Sanden
endebanctinnen^otdewelkefyeenebyfonderedevotiehebbenjanderewe
der offeren Goude Krooneaen de Beelden van de Maeget Maria • de derde
■ichenken aen defelve Goudene Kettingen ende Lampen • en eyndelijk daer
Z.1J n er dieKlooileren doen timmeren of her-timmeren op hare eygene ko
. iten , en die haer drie a vier duyfent Ducaten aen jaerJijks inkomen <*even
üg inbeeldende i dat zy,door de gaven , die fy aen de Kerke doen,de ítrafTe \
welke fy door hare mifdaeden verdienen , iüllen onrgaen.
Ikfoüdeditverhael te kort doembyaldien ik onder deieGoed-doenders
der Kercke, vergat mentie te maecken vanieecker Perfoomwelckealsik
daerwas , noch leefdcende de naem, van Alonfo tM<ir,voerdde,men feyde
dat hy 'een Cabinet hadde , dat van vierkante goudene klompemin plaetfe
van fteenen , gemaekt wasjdoch dat feggen ftreckcemaer om aen de Men-
fchen te doen begrijpen de on-meettelijke rijkdommen diehy befat, heb-
bende hyin fijn Cabinet twee Koffers, waer van het eene met Goudene
pieten , ende het andere met Silvere ftaeven , vervult was.
Defedeede een Kioofter voor de Geeftelijke Dogters van de Ordre van
St. Francifcus irigten,het welke hem meer dan dertig duyfent Ducaten ke-
fte, tot het welke hy twee duyfent Ducaten aen jaerlijksinkomen gaf,fotot
onderhout van Relígieufe Dogters,als orneen feecker getal van Mifïen na
fijn dood tot rufte fijnder Zielen te feggen.
Ondertuffchen leydde die Perfoon foo ergelijk een leven, dat ny, by-nae
alle nagtemgewoon was,deVrouw-luyden, die wytevooren befchreven
hebben , met twee Knegten verfelt zijnde , te gaen befoeken, dragende fijn
Pater Nojler Ketting in de handvatende aen yder deur diehy inging een Cc-
rael van defelve vallen, leggende een knoop in plaetfe van yder Gorael, op
dat hy,met het krieken van den dag te Huys komendcfoude mogen weten,
hoe veel van defe fondige vifites hy gedaen hadde.
Maer die werken der duyfterniíTe quaemen eyndelijck aen het ligt, ende
een yder wiftedaer van tefpreeken,doorfeeker toeval dathem over quam
foo als ick te Mexico was,want hebbende by nagt , in eene van de Huyfen,
in dewelke hy gewoon was te verkeeren , feeker Edelmamdie jalourfch op
hem was , ontmoet, foo floegen fy beyde de hand aen den Degemdoch het
Vrou wmenfch wierde door dien Edelmamwelke beter verfelt was als Alon-
Jo Cue llar lijnde die maer een Koopman , alvorens gepoingiaerdeert, en hy
felvefoodanig gequetft, datmen hem foo goet als dood achtede,hoewelhy
noch naederhand genefen wierde»
In
^
IBoECJC. DoordeSpaenfcheWeft-Indïén. XXL Cap. 99
In het korte men fietgewoonlijck in die groóte Stadt,datPerfoonen wel- SíTrVoík
ke een onkuys , ongebonden eade ergerlijck leven leyden , uytfteeckendc hoe Jibtr-
Aelmoeffen ende groóte gaven aen ds Kerken ende Huyfen der Geeftelijke radder
geven ¿gelovende de Inwoonders aldaer \ welke fig tot alle foorren van ver- aen de
maekeHjkheden begeven ,dathaere fonden genoegh bedekt en de verbor- Kercken.
gen bJij'ven^deertrenrrldaedigheden diefy dagelijks aen de Kerkdijken be-
toonen; daer uytfpruythetook,datde Kerken aldaer foo rijkelijk opge-
maekt ende pragtiggebouwt zijn, tot foo verre darmen fichnietgrooters
ofte heerlijckers kan inbeelden.
Daer zijn niet meer dan vijftig Parochiale Kerken ende Conventen van Getal der
Geeftelijcke foo Mannen als Vrouwen ; dog zy fijn 'feekerlijck weder de Klu°fters
fchoonfte dieickoytgefien hebbe/zijndede overwelffelen ende de balken ende Kerc*
t/eenemael vergult,het meefte gedeelte van de Altaren verciert met Mar ken Iu
moreveelverwigePijlaeren, ende de Trappen van defelve van Brafilien- Mexico'
hout,met foo rijkelijke verhemeltfels.datmen de geringile op twíntí* duv-
fentDukatenfchat. -. *ö *
Behalven depragtendefchoonheyd van defe gebou wen, fo zijn deopge. Haer.
flotene njckdommen , welcke tot de Altaren behooren ,-oneyndifr , gelifck pr?SnS
de Kappen en deCaiTuyffelen der Priefte ren,de SchilderijemdeTapijten ; ff0ÜW'
het cieraet van de Altaren , de Kandelaers, de Juweelen daer men de Beel- '
den > ende de Reliquie-Kaffen der Heyligen mede op-pronkt.de Goudene En inrer
ende Silvere Kroonen,enae de Monftrantien van Gout ende Cryftal.welke li jkciiik
alle te faemen wel een goedeGout-mijne waerdig zijn, ende deNatie die dom
defelve vermeefterde foude konnen verrijken.
Ik fal niet veel van de Religieufe Mannen ende Vrouwen van die Stad feg- Het leven
gen, als alleen dat fy daer veel meer vryheyd dan in eenig gedeelte van Euro- der Reli-
ƒ* hebben, ende dat de ergeniiTen diefy dagelijks begaen,wel verdienen dat gen-
den Hemel haer irraffe.
•¿1 Ten tijde dat rk daer was, gebeurde hèt,dat de Paters ¿? la Merced.hzer Twifton»
Gapittel tot verkiefinge van een nieuwen Provintiael hielden, en als alle.de
Pneurs ende de Superieurs van de Provintie daer gekomen waremfoo fa
men fo veele verdeeltheden en twiften omtrent defe electie , dat in een oo
genbhk tijds hetgeheele Convent in oproer geraekte,ende hare Canonijke
vergaderinge in Muy terije verandert wierde; tot fo verrcdat de eene Par-
tJje de MeiTen tegens de andere troevende ten beyde zijden veele gequetft
wierden; ende de Viceroy vondt figgenootfaekt.in Perfoon daer heenen te
gaemende wagt aen het Kloofter te laten,tot datfy het over de verkiefinge
van den Provinciaeleens waren.
Het is aldaer een feer gewoone faeke onder de Religieufen,dat de Mans- Ongeoon-
perfoonen de Geeftelijke Dogteren van hare Ordregaenbefoekemen dat 7a™y*
fy een gedeelte van den dag door-brengemmet het luyfteren nae haer Mu- der NT
fijcq, endehet eeten van hare Confitueren. nenende
Momcken,
der de Pa-
ters ¿fr/«
I Merceei»
N
Ten
Ydelcbe-
ígheden
der Gee-
ftelijcke.
Mi$bruyck
Tan de
Kercken.
Kefchrij-
•vinge van '
de Merkt.
Galeryen
daer op.
Paleys
van den
Viceroy.
La Plate-
ría.
St.Ausu-
ioo I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cap.
Ten dien eyndezijnder veele Kamers ofte fpreeck-plaetfen, welke met
home traliën tuffchen haer en de Religieufe Dogters zijn afgefchoten, ook
fijn'er Taefelen in om de Monicken daer te doen eeten,welke,geduerende
demaeltijd, door het fingen en muficeren van de Nonnen , gediverteert
worden. : .
De Edellieden en de rijke Borgers doen hare Dogters .in die Conventen
op-brengen , en men leerdhaerin defelve allerhande üag van Confituren
maekemgelijck ook naelde-werck, oock onderwijftmen defelve in de Mu-
iïjk-konfte ., die in die Stadt jfö'o uy tnemende is , dat ick derve feggen , dat
de Lieden meer in de Kerken komen om de Muiijk te hooren , dan om den
Gods-dienft te plegen.
Daer-en-bovenleerdmen die kinderen nog het vertonen van Comedien,
om des te meer Volk nahare Kerken te locken, foo bekleed men defelve
feer rijkelijk , en men doet haer Samen-fpraeken , om voor het Volck ge-
houden te wordemvan buyten leeren, voornamentlijk op het Feeft van St.
Johannes ende van Kers-tijdjhet welke met foo grooten drift ende fugt ge-
fchiet,dat'er dikmalen veele difpuyten voor-vallen tufichettdie geencwel-
ke het eeneofte 't andere Convent,tot nadeel van deandere.hierm den prijs
van kledinge en optojinge van die kinderenden van de Mufijk,toefchrij ven.
Endelijck alles wat eenig vermaek kan by-brengen, werd overvloedig in
die Stad gevonden,en felve in de Kerken* die veel eer tot de Godsdienft be-
hoorden gebruikt te werdemdan tot het verluftigen van d'uiterlijke finnen.
De aenfienlijkfte plaetfe van de gantfche Stad is de Merkt , welke , hoe-
wel fyfo groot niet is als ten tijde van Mome^uma 3 evenwelnog hedenf-
daegs feer groot ende ruym ís.
Eene van de zijden van defelve is geheel beilagen met overdeckte wandel-
wegen ofte Galeryen , die alle , boogs-wijfe, overwelft zij n, onder dewelke
men gaen en komen kan fonder door de Sonne-fchijn ofte den regen gein-
commodeert te worden > ook fijn onder defelve de winkelen van de Koop-
lieden die in allerhande foorten van zijde handelen.
Vlak voor die winkelen ende Gaeleryen s plaetfen fig die Vrouwen die
allerleye flag van vrugten verkoopen.
Regtoverdefe wandel-wegen ishet Paleys van de Viceroy , hetwelcke
by-nae de geheele lengte van de merekt beilaet, te wetemmet de mueren
endedeTuynen die daer aen behooren.
Aenhet eynde van het Paleys van den Onder-Koning, is hetvoor-naem-
ile Gevangen-huys van de Stad,fijnde dat gebout van gehoudene fteenen en
metfel-werk.
Digtedaer by is die fchooneftraet, welk men la Platería noemt, of anders
de Goudt-fmeden-ftraet , in de welke men in minder dan een uere tijdts de
waerdije van veele Millioenen kan fien , foo aen gout , filver , Peerleñ , als
aen dierbaer geileente.
De ilraet van St.Auguftijn is mede feer heerlijk ende vermakelijk,want in
defelve
J.B OECK. DoordeSpaènfcheWeft-Indïén. XXI. Cap. ioi
defelve woont het meefte gedeelte van dieKooplieden,die in fijde handelen ; ft¡¡Jtc.
dog eene van de langfte ende breetfte ftraten van de Stad is die geene die Ta-
buco, genaemt wort,in de welke meeft alle de winkelen zijn van die geene die
Yfer, Scael ende Kooper- werk verkopen , endefy eyndigtaen de water-ley-
dingediehet water in de Stad brengt,ook voert fydienaem, omdatmen
door defelve moet paiïeren alsmen nae een VVé¿,,Tabuca genaemt,wii gaen.
Dog het geene die ftraete vermaert maekt , is niet fo feer hare lengte en-
de breedce,als wel de grooce menigte van Naelden, die in defelve gemaekt,
en die voor de befte van geheel het Land gehouden werden.
Hoewel defe ftraetfchoon is ,foo is 'er dog nog een ander welke men be- Arent-
terdan die hout , ter oorfaeke van de heerlijke Huyfen met dewelke fy befet ^raer'
is ; men noemt die de Arent-ftraet ,en dat om een ouden Af-goden Beelt het
welke een fteenen Arent is , zijnde die t wee-maelen fo groot als de fteen van
Londen <3 Dit Beelt ftaet op den hoek vandie ftraetjen is, federt het innemen
van Mexico , daar altoos gebleven.
In die ffcraet woonen de meefte Edellieden , de Hovelingen , ende de Be paleys van
diende van deCancellarye;men fiet daar ook het Paleis van den Marquis Del Cortez.
Valle', welke een van de Nakomelingen van Ferdinand Corte^ is , die die Stad
overwon endeaen de Kroone van Spaignien onderwierp.
De ongetrouwde Jongmans van die Stad gaen alle avonden ten vier ueren LaAlame-
haer verraaek nemen ,fommige te Paerde en andere in CarolTen, in een feer <&•
fchoon Plein , la Alameda genaemt > daer in zijn veele met Boomen befette
WandeUwegen , onder dewelke men, in de fchaduwe, fonder van de Sonne
geincommodeert te worden , fpanceren kan.
Men fiec daer gewoonlijk omtrent twee-duyfent Caroiïen , vervult foo
met Edellieden ende Dames , als met Borgers van de Stad,die daer fo pun-
¿tuelijckverfchijnenalsonfe Kooplieden op de Beurfe.
De Edellieden verfchijnen daer om de Dames te fien,zijnde met een dou- 1>raSr^ec
zain MoorfcheSlaeven , de eene min de andere meer,gevolgt> welke alle Edelun~
pragcige Levreyen aen hebben, die gantfeh met PaflTamenten van Gout en &en *
Silver bedekt zijn, ook dragen fy zijde Hoofen, Roofenopde Schoenen,
ende den Degen op de zijde.
De Dameslaten ook op de zijden van hare CaroiTen,haer gevolg,het wel- ^Isoock
ke uyt die aerdige Dogters,welke wy boven befchreeven hebben , beftaet , ¿tz Da_
gaen,die met alle haere fchoone Kleederen,ende hare witte Man telende ven mes '
als her Spaenfche fpreeck-woort fegt > wel vliegen in Melck gelijken .
Het gevolg van den Onder-Koning,die daer mede dikmalen verfchijnt, En des
is niet minder heerlijck ende uyt-muntende als dat vanden Koning frjn Yiceroys.
Meefter.
Men vintdaer ook veele Lieden die Confituren ende Suyker-werck ver-
kopen,ook andere die koel water hebben , het welke fy in ieer fchoone Cri-
fialijne Glaefen depaffantenaenbieden.
N 3 Doch
H 1 1 1
lili
mi
i
-Mii>yver
derSpaen-
fche.
Kercke-
lijcke vry-
heydt.
Lofïen
gront van
Mexico,
Voor-
beeldt
daer van.
Wegen
om toe
Mexico te
komen.
102 I. Boeck. VoyagievanThomasGage XXL Cap.
Doch het gebeurt dickmalen dat defe vergaderingcn,welke door de Con-
fitueren ende andere íbetighedeníboaengenaem werden gemaekt,evenwel
een bitteren uy tganck hebben.
Die geenedie jaloiirfch van hare MatreíTen zíjn \ nietkonnende verdra-
gen dat andere dan fy in hare tegen woordigheydt tot haer foreeken ofte na-
derenden dikmalen de handen aen den Degen ofte Poigniaemaen-taften-
de die geene welcke ty hare ¡Vlede-vryers dencken te zijn , en foo fietmen in
een oogenblik meer dan duyfent bloote Degens.de eene om den dooden of-
te gequetfte te wreecken , en de andere om die geene, die den fteek heeft ge-
geven, te befchermen, welcke fy daer na, met het bloote Geweer inde vuyft,
in de naeil by-ftaende Kerke brengen.ahvaer hy in vrvheydt is, ende aíle de
tnagtvan den Onder-Koning, isnietbequaem, om hem, tot voldmginge
van fijn Proces , daer uyt te halen.
Daer gefchiedden veele diergelijcke dingen terwijlen ick digt bv Mexico
was, en altoos was'erymandtdie teekenen van derafernyeoftejaloufyevan
fijn Mede-vryer moeite dragen.
Men foude een gantfeh Boek van die Stadt konnen befchrijven, dog door
dien andere Autheuren fulcks gedaen hebben,fal ick niet dan het aenmerke-
lijckfte in defe mijne Hiftorie verhalen.
Daeromme moet ick niet vergeten te feggen, dat,door dien defe Stadt op
eenMeergebouwtis, het oock feecker is dat het Water fijnen loop onder
alle de Straten van delelve heeft, en ick kan verfeeckeren , datmen , aen de
fijdevande St. Auguftijns Strate, ende indelaegfte gedeelten der Stadt,
eer het Water van het Meer afgeleydet wierde , de Lijeken eer in het
Water dan in de Aerde begroef ; want men konde geenGrafopdebehoor-
lijcke diepte delven, of men vant Water, het welcke ick te meer fegge om
dat ick daer een oog-getuyge van ben , hebbende felve gefien datmen veele
Licchamen in Graven lag , die vol Waters waren .
Dit is foo waaragtig , datfoo het Convent van de Atiguftijnen niet dick-
malen gerepareert ende als her-bouwt was , hetjegenwoordig onder Wa-
ter foude leggen. •
Doen ick te Mexico was , maeckte men het felve weder op een nieuw , en
ick befpeurde dat de oudePylaren foo diep waren in-gefoncken , datmen
daet nieuwe Fundamenten op timmerde, enmenverfeeckerde my dat het
doemaelsde derde reyfe was datmen nieuwe Pylaren gefet hadde op de ou-
de,die t'eenemael onder het Water gefakt waren. Defe Stadt heeftnietdan
drie wegen door de welcke men tot defelve naderen kan, waer vari de eerfte
aen het Weften, ende omtrenu ander-halve mijle lang is , de tweede aen het
Noorden,endebeflaet omtrent drie mijlen* aen het Oo(renis'er geen, doch
de derde die aen het Zuyden is, mag omtrent vijf mijlen langzijn, en die
was het welcke Cortes gebruyckteals hy fich Meefter van de Stadt maeckte.
HET
J.Boeck. DwrdeSpenfcheWeJl-Indïén. XXII. Cap,
HET XXII. CAPITTEL.
103
te Mexico eet , en
Van de vrught en diemengt
daer omtrent wajfen.
DE vrugt - welcke Nughtli genierat werdt,en van dewelcke fommige
leggen datdefeStadt Tenugbtitlan genaemt wierde, isbynaedoor
geheel America bekent, men vindt die felve in Spaignien , doch daer
is geene Plaetfe m dewelcke men foo veele van defelve vindt als te Mexico,
oockisheteenvandeoeftevrugtendie'erzijn.
Sy heeft eenige over-een-komfte met de Vijge,en men fiet in defelve vee-
e baedekens , doch wat fwaerder als die van de Vijgen , en boven is fy ge-
kroont als de Mifpelen. , )h
Men fiet'er van verfcheidene Couleuren,fommige zijn groen van buyten
ende incarnaet van binnen, die een feer goede ímaeck hebben¿oock zijn'er'
geeleendegefpnckelde, doch de witfte zijn de befte.
Het is een vrugt dewelcke lange bewaert kan worden, die feer ver-
koelende is, daerom agtmen defelve des Somers ten hcogften, eenige heb-
ben de ímaeck van Peeren , en andere van Druy ven.
DeSpaigniaerden beminnen defelve veel meer dan delndianemen hoe de
aerde waer in men defelvefayt, meer bebout is,hoemen de vrugt beter vint
Men vint noch een andere foorte van die vrugt, welke root is, doch in
vergenjkmge van de andere is Cy niet veel ge-aght, hoewel de ímaeck daer
van nier onaengenaemis,dog dat komt door dien het nuttigen van defelve
met alleen den Mon t , van die geene die die eet , bloedt-roodt maekt,maer
oock lijn Lijwaedt endePiiïe.
Als de Spaigniaerden eerft in Indien gekomen waren, fton den 'er veele
van haer , alsfy van defe vrugten hadden gegeten , feer verbaeft, en witten
met wat iy denken foudemmeenende dat fy al haer Bloed door de "water-lo-
unge quijt wierden.
Selve eenige van deDocToren waren in den beginnevan 't fel ve gevoelen
tot ioo verre dat fy bloedt-ftoppende remedien ordonneerden , aen alle die
geene welke haer Waeteraen haerom tebefien fondemnog niet wetende
waer die groóte roodigheydt uyt fproot,het welke belacchens-waerdig was,
iiende dat de Medicijns foo dikmaelen bedrogen waeren , alleen om dat iy
die vrugt niet kenden. J
De buy tenfte baft daer van is dick en vol van kleyne fteekende puntjens ,
dog alsmen de vrught tot op de kernen toe geklieft heeft,kanmen die ligh-
telij ck van de baft , ionder die te breecken , af fcheyden , en de vrught , om
cue te eten, daer af ligten. — ■* °
De
Beichrij-
'vingevan
de vrugt
Nugbt/i.
Het on -
dericheir.
En fmaek-
van defel-
Wonder
uytwerck-
felvan .
een foorte
van defe l-
Onkunde
der Do-
ctoren.
Maniere
om die re
nuttigen,
~
Bedrog
; !
daer door
gepleegr.
1
ï i
Wadende
blanc - man
ger. '
Befchrij-
-vingedaer
van.
104 IBoECK. Vbyagie vanThomas Gage XXII. Cap.
De Spaigniaerdcn bedienen fig van defe vrugten om den Vreemdelingen,
te bedriegen ,wantfy nemen vijf ofte fes van defelve ende vrijven die in een
Servette, zoodanig dat die kleyne puntjens , welke men naeuwlijks fien kan,
daar in blijven fitten, ionder datmen defelve bemerkt , en op die wijfewer-
den die geene , die daar geen kenniíTe van hebben , wanneer fy haare lippen
met die Servetten reynigen, foodanig daar van geplaegt,datfynaeuwlijcks
konnen fpreecken , als nae dat fy door veel watten ende vryven defelve al-
lenskenszijn quyt-geraeckr.
Daer is nog een andere vrugt , twee - maelen foo groot als een Winter-
peer , welkeïy het wafiende blancman^er noememom dat fy met de fmaeck
' van het £/*»<?» m/roger over een komt, het welke fy van fpieren van Capuy-
nen , van Room , Rijft , Suyker ende Roofe-water maecken.
Defe is fo foet als honing , ende fy verandert in de mont in een feer aenge-
name vogtigh'eyd-,van binnen is fy vervultmet kieinefwarte fteentjens ofte
kernen , die feerbitter van fmaek zij n , ende niet by malkanderen gevoegt ,
dog deeene van de andere gefcheyden , hebbende een yder fijne byfondere
baft die haeraf-fcheyd,foodanig, dat alsmen die vrugt midden door-fnyt,
defelve een fchaek ofte Dam-bort vertoont,men eet ofte fuygt het witte
daer uyt,ende werpt de kernen wegh.
Dogikmoete de vrugt die {y Pinnat noemen niet met ftilfwijgenvoorby
*aen,dit zyn Pijn-appelen , dog niet van dat foorte die op die groóte Maft-
boomen groeyemmaer van een ander ilag het welke op ftruyken, even als de
Artichocken waft, fteekende de bladen van die ftruyken gelijk als diftelen ;
als die vrugt tot fijne behoorlijke rijpigheydis gekomen , is fy fo grootalsde
grootfte Meloenemfy is geel fo wei van buy ten als van binnen, hebbende de
bafte met een foorte van fchellen overdekkende het binnenfte vervult met
een fap dat foo verkoelende is, datmen gevaer loopt als men daar te veel van
eet. Hetis defelve vrugt welke men in de Antiüet, in Bre/ï/, op de Kufte van
África, in de Ooft-Indiën, enmeeft op alle plaetfen daer die gevonden
wert, jegenwoordig Annanas noemt.
Men fnijd defelve aan fchijven eermen die nuttigt, welke men omtrent
Hoemende den tijd van een halfuer.in water weykt,ookdoetmen daer wat Sout by, om
felvenut- haere koude ende raeuwigheyd te maetigen, daer naelegtmen die in ander
nSt verfch water om die te eeten. , . ,
Doch de befte wijfe op dewelke men defelve kan toe maecken , is datmen
die in Suycker confij t , ook beftaen uy t deièlve de befte Confituren die fy in
dat Landt hebben. "
Men vint daar ook Druyven ( hoewel men van defelve geen Wijn perft)
Peeren , Appelen, Quee'en Perficken, Abricofen , Granaet- Appelen, Me-
loenen, Vygen,Noten,Caftianen, Orangie- Appelen, foete ende fuere Ci-
troenen , ende meeft alle de vrugten in Europa bekent,boven een groot ge-
tal van die geene welk by ons nietgefien werden.
Vinnas,
Befchrij-
vinge daer
Dmv ven
I Boeck. VowdeSpaenfcheWeJl-Indién. XXII. Cap; io|
Oockgroeyt omtrent Mexico een feer uytnemendeRnnm Ai* r„ \é¿* ***x.
noemen enfyheeftdaer veel beter tier ^SfeÄ ¿K?-
ende onderhout de felve , even ais de Wijngaerden in Lola P
Sydraegt omtrent veertig verfcheydene foorten van bladeren, welke tot r u t.
diverfchegebruykenzijnftreckendeiwantalsfynogteerendeion^
fcnfy*andefe*^^^^^
nen , Gordels ende Touw-werck.
Uit de wortel van dieBoom trektmen fekere vogtigheit,welke de gedaente
van fyroop heefoen die€ekooktfijnde,fuyker werdfmen kan daer ookAfijn
eMtZTÄmtn'™7 « fiSdeínud^^dikmalendronkendrincken?
Als men debaften van dieBoomverbranusdeaíTegoecom wonden ende
ouetfueren te genefen;ende degomme die uyt de tacken vloeydt,welke in
tcnnv^ vÄ11 °m ftaCn ,1S een U^tnemende tegen-gift tegins alle foor-
Eynd^jckdaerenonbreecktteMwfwmetvanallcsdatecneStadte^
«ckigkanmaecken^
barnd iel ^TJ^™™? 7™ &?* Ín S^nien > ende S5SE Lof van
i u ?u eTofcaenrenin I?lien,van dcweleke fy aertfche Paradijfen ge- ££
Stadt van MeWy fouden wel haeft alle de woorden , die fy tot voordeel
van die andere Landen gefegt hebben , in haren halfe haelen.
HET XXIII. yCAPITTEL.
Van de Kerkelijke, Politicqu? mde Militaire >Jlaet van McxicoJ
T mvdeLS^dlhenrf Cn AertS4^hop fijnen ftoel beveiHgt,en de Vice Magevan
mnSS^lTS ° * ff VC ^?ten ende O'doniianticn te maeken , roy, '
Sen Ä v * r voorvalI^tetermineren, uytgefondert alleen diC
wacrdirom 1 7" |ew^tenc^n d«men oordeelt dat het de pijne
Uní» T f T°0r/en ^ C ,n SPaigni™ te brengen. *
GS i n SSi e^eKf nínIdlikenSe^ vuiMexi» onderworpen zijn jg™*
Amoen^
fanet hvVr nn^t? T C ,f rgien geco™™eert te worden,ook ont- men. *
K van AdoJ 2 dl,eSeene>Welke zijne gonfte van nooden hebbenin het
leren APPd'doord™ men van alle de Sententien voor hem kan appel-
O De
Í '.KT/ '
l
Liften van
de Onder-
Koningen
om gek te
ïreckeii
Winften
■van den
Marquisa
Ser ra Ivo,
fcnenk aen
den
Koningh.
Heghts-
Inftelün-
gein
Mexico.
Grootft
magt van
deViccr'
I ■ ¡
loó I.Boeck: Foyagie VanThomas Gage XXI. Cap.
De Koning van Spaignien laet hem jaerlijks,geduerende fijne Gouverne-
ment hondert-duyfent Ducaten uyt fijne fpaer-kiften trecken, en dat Gou-
vernement duert gemeenlijk den tijd van vijf jaeren.
Dog fy weten door giften en gaven,die fy aen de Hovelingen in Spagnien
doen, fo wel als aen de Heeren van den Raede van de Indien, fo veel uyt te
werken,dat fy in dat haer Ampt mogen continueren,felve vijf ja thien jaren
boven den tijdt door haere Commiiïïe beftemt.
Boven defe hondert duyfent Ducaten, weiks den Onder-Koning jaerlijks
uyt des Konings fpaer-kifte trekt,heeft hy nog fo veele profijten dat het niet
mogelijk is defelvenae te reekenen, en voor al foo hy gierig, ofte tot den
Koophandel genegen is, foo als de meefte doen ; want fy weten foodanige
Koopmanfchap,als fy felve begeeren , alleen in hare magt te krijgen, en als
dan mag niemant dan zy , of die geene welke fy het toelaten,diergelijke ver-
kopen ; dit was het dat de Marquis deSerralvo te mijnerutijde dede, die meer
Schattingen op het Soutftelde als oyt eenig Onder-Koning voor hem ee-
daenhadde. &
Men gelooft dat hy jaerlijcks uyt dat Land meer dan een Millioen Duca-
ten trok,foo aen de gefchencken die hy ontfing,als aen de winite,diehy met
den handel , foo op Spaignien , als op de Philippijnen dede.
Hy regeerdedat Land thien jaren langgeduerende, ende onderwijlen font
hy aen de Koning van Spaignien een Papegay,welke vijfthienmael hondert
duyfent guldens waerdig was, ende meer dan een Millioen aen den Graeve
van O^e^endeaen deandere Hovelingen,om den tijdt van fijn Gouver-
nement nog met vijf jaeren te mogen verlengt fien.
Daer zijn boven den Viceroy nog fes Regters,ende een Procureur Gene-
rael,welkeydertwaelf-duyfentDucaten'sjaershebben,endetweePrefiden»
ten of Voorfitters, welke met den Viceroy over alle Civile ende Criminele
faecken vonniffen.
Dog hoewel defe gemeenlijk met den Viceroy in goede harmonie leven Í
foo hebben fy dog evenwel de magt,om fig tegens fijne voorneemens te op-
poieren,endefy behoeven niet te dulden,dat hy yets tegens de Wetten in het
werkftelle, doch het meefte gedeelte van defelve, derven fig niet tegens
hemkanten,totfoo verre dat hy doet het geene hem luft,ende het is genoeg
dat hy het foo begeert.
Defe onbepaelde magf.gevoegt by de gierigheyd van den Grave van Gel-
®w,welkeinhetjaervan 1624. Viceroy was,endedehoogmoet vanDow A~
hn^ode Zerria, Aerts-biffchop van Mexico, die een inkomen van feftig-duy-
fent Ducaten jaerlijks genoot, bragten diegfoote Stad in hetuytterftege-
vaer,ende veroorfaekten een oploop van het gemeene Volk,het welckebet
Paleys van den Onder-Koning ende het Gevangen -huys, dat daer nevens
ftaetiin biand ftack,
HÈÏ
^
I. BoucK.DwdeSpaênfchePPeft-MienXXïV Cap 107
HET XXIV. CAPITTEL.
Gedenckwaerdige Hifiorie van feecker verfchil ontnam tuf-
fihen den Aerts-hfr chop endeden Viceroy van Mexico 5 en-
de van den omloop die hetzelve in dt Stad veroorfaeckte.
D Oor dien dít verhael gedenkwaerdig is, ende tot een voorbeeltaen
andere Natiën kan verftreckemop dat fy geene baetfugtige ende gie-
rige Gouverneurs, nogte hoogmoedige en metydelheyd vervulde
Prelaten fouden komen uyttefenden, om buytensLands hetgebied te voe-
ren, f o hebbe ik geoordeelt dat het nodig isiulks te verhalen : de faecke viel
dan voor op de volgende wijfe.
. ^«ï kaníeggemdatden Grave van Gelves in eenige dingen, een van de D^gden
beite Onderkoningen endeGouverneurs was, welke het Hof van S^aignien van den
o/c in America geienden heeft; de Spaigniaerden noemdehem den geftren- ?f7e ™
gen Regter , ende het vier dat alle de Rovers verteerde. Gches.
Hy maekte alle de wegen fuy ver van ftraet-fchenders, welke hy fonder ee- c-
mge genade dede ophangen,foo drae als fy gevangen wierden ¿ebbende hy Jl Tl1
altoos fijnebediendeende eenige Ruyterye te Velde,om haer te vervolgen , Kkk
ioodanigdatmenfegt.dat'ergeduerende den tijd van fijne Regeering, meer
Rovers geftraftzijma soytfedert hetmnemen van het Land gekaftiktoo-
mende hy % op eene defelve wijfe geitreng,ende on verfettelijk in alle faken
die de Juftitie betroffen.
Dog fijne gierigheyd haddefooveelemagt ophemdatiyhemfeerveele Sijnegm,
mis-flagen dede begaen, welke hy niet befpeuren konde , dan nae dat fy den te giSig-
opftant van geheel het rijk ende de Srad van Mexico veróor&ekt hadden. ^eyd.
f iet gene hy felve niet wilde doemdede hy door andere Perfonen verrig-
ten^nder andere koos hy uy t feekeren Dom Fietro Mexia,die de rijkile Pet
loon van geheel de Stade was , om alle de MaiK ende Tarwe op te kopen ,
om defelve fo alleen in fijnehanden te krijgen.
VomPietro Mexia koft alle de Ai*** van de indianen, tot foodanigen prijfe VoorM,
hv Jjfr Tl de;d°§ Wï dG T/rZe Van de SPñ™*¿™ belang^diekoft 2£*f
hy volgens den prys,die,door de Wetten van het Land,daer toe?efteltis,te a*eiy*ih
wetenden tijde van hongersnoot tegen s veertien Realen het Mudde/t wel-
ke met veel is, ten opfigre van de groóte meenigte van Gout ende Sil ver die-
men daer vim ; foodamg dat de Land-bouwers ende de Pagters wel in haer
icmck waren daer fo veel gelts van te makemhebbende fy groóte hoope vari
een toekomende vrugt-baer jaer ; ook fouden fy het niet hebben derven
weygeren, wetende dat hy een Goniteling van den Onder-Koning was , en
lijnde fy onkundig van de oorfaeke die hem foo veel Koorn dede kopen.
t Op defe wijfe vervulde hy met Koorn alle de Sch uren ende Solders die hy
door geheel het V i gehuert hadde,ende hy nevens den Onder-Coning
kreegenhetinhaergewelt, • O a ^f
I
Het Volk,
door den
Viceroy
mishan-
delt,
Klaegt
aenden
Aerts-
biilchop.
Welck«
Pedro Mi-
xta in den
ban doet.
Die daer
mede lpot
Stilftant
van Gods-
dienft.
108 I. Boeck. Voy agievanThomas Gage XXIV. Ca?;
Hyhaddeoock volk op fijn handt, welke door fijne laft, het Koornte
Merckt bragten , het welke fy niet deeden dan als'er maer een weynig was
van het gene hy niet hadden konnen krijgen ende magtig werden* en als nu
de prijs daer van al gefteygert was.
Als hy nu fag datmen by-nae geen Koorn meer te Merckt bragte, fo ver-
hoogde hy de prijs van het zijne* endehy verkogthet omtrent eens foo
dier als het hem te ftaen quam.
Dit verwekte dat de arme begonden te klaegen, de rijke te murmureren *
ende dat fy gefementlijk een Requeftaen het Hof van deCancelaryeen aen
den Viceroy prefenteerden,door 't felve verfoekendcdat het Koorn weder
op dien prijs mogte geftelt werden, waer op het door de Wetten was gefet.
Dog door dien hy in dit werk lijn eygen belang be-oogde , foo leydde hy
defeWet na fijnen fin uit, feggendcdatdie in tijden van hongersnoot plaet-
fe hadde, doch niet in foodanigeálsdie fy nu beleefden,2.ijnde het jaer feo-
vrugtbaer alseenig ander datmen daer te vooren gefien hadde, endede
Merckten met Koorn vervult , foodaenig dat'er niet alleen genoeg voor
deStadt,maeroock voor geheel het platte Landt was, en daer door conti-
nueerde Dom Pedro Mexia'm defeMonopolie^niettegenftaendealle de klag-
ten van het geheele Volk , en dat de Wetten fulks verboden , deelende hy
ende den Viceroy den beuyt tefaemen.
Dog het Volk 3 fiende dat den Onder-Koning haer weygerde te befcher-
men ende regt te doen,het welke hy haer als Vader ichuldig was,begaf fich
tot de Kerke als tot fijne Moeder ,endeadrefïeerdefig aen den Aerts-bif-
fchop, den Welken fy het ongelijk datmen haer aendeede vertoonden, door
de Tyrannye van Dom Pedro Mexia* die de gonfte des Onder-Konings mis-
bruykte, ende daer door de arme Lieden te gronde hielp, hem biddende
daer een, Cafus Confciemiavnn te willen maecken , ende fuicks, door Kerc-
kelijckeCenfuren, te willen voorkomen.
Dom Alonso de Zerna , welke, om des Volks genegentheyt te winnen .- al-
. toos den Viceroy ende Dom Pedro Mexia in het ongelijk geftelt hadde , be-
loofde hem in den Kerckelijcken ban. te doen, ende deede de Copyen
van fijne Excommunicatie aen alle de deuren der Kercken affigeren.
Dog Dom Pedro Mexia,met die verbanninge fpottende,omhielt fig in fijn
Huys , gaende voort met fijn Koorn te doen verkopen en verhoogende da-
gelijks den prijs van het felve ; het welke dan eyndelijk den Aerts-biflchop
bewoog fijne Kerkelijke Cenfuren te verfwaren, ende daer toe het plegen
v an allen Godts-dienft te verbieden .
Defe ftraffe wert van foo grooten gewigte onder haer gehouden, datmen
defelve noyt in het werk ftelt dan tegens eenig Perfoon van groot aenfien ,
welke hertneckig blijvende de Kerkelijke autboritey t veracht.
Mjen fluyt de deuren van alle Kerken foo drae als foodanige Interdiclie
gepubliceert is,ende men doet daer geene Mifife meer,ook fijne alle foorten
van gebeden ende van Godts-dienft verboden, Deiè
Ï.BoECK.VoordeSpaenfcheWe/l-Indlén. XXIV. Cap. 109
Defe Incerdicfbie is daer om nog tefwaerder,door dien'er meer dan duyfent K°ft<fcü
Priefters in de Kerken ende in de Conventen zijmwelke geene Subfiftentie Gec«lfa-
hebben , dan het geene fy met het doen van de Miífe winnen , die fy voor rcer<ie
een Rijks-daelder het ftuk feggen , en die geene welke in defe Cenfure ver- 1^°?'
vallen zijn,fijn gehouden defelvehier van fchadeloos te houden ende te in- ¿\j
demneren , het welke meer dan duyfent Rijks-daelders dcsdaegs beloopt, daees
Den Aerts-biiïchop en wilde niet alleen Dom Pedro Mexia verbinden tot '
het betalen van die fómme,maer hy hadde daer-en boven voorgenornen,om
hem t'eenemael gehaet van het Volk te maeken.het welke fig , ter oorfaeke
van hem , van alle de Godts-dieniï verfteeken fag.
Dom Pedro , welke het voornemen van den Biflchop wel beípeurde, ende
hoorende hoe het Volk tegen hem op de ftraten riep ende klaegde , verftak
fig heymelijk in het Paleys van den ViceroyVbiddende dat hyliem in fi>ne
befcherminge wilden nemen , ende defenderen tegens den opftant des
Volks , fijndehy niet verVolgtdan ter oorfaek van hem.
De Onder-Coningzijndedan op defe wijfe onder rigt van alle het gene dat Dompedro
den Aerrs-biiïchop gedaen hadde, beval aen fijn Volk dat fy de Interde&ie vlugt by
foo wel als de Excommunicatie van alie de deuren der Kerken fouden gaen denVice-
af-fcheuren,en hy ordonneerde aen alle de Superieuren van deCon venten, ro7-
(fat iy hare Kerken fouden hebben te openen , ende de MiiTe in defekete Die %
doen celebreren , even als vooren. tegens den-
Dog fy weygerden defe fijne ordres ter executie te ftellen , geloovende dat £f r£s*^t
fy meer verpligt waren om haren Aerts- biflchop tegehoorfamen dan wel ^ fteir*
den Onder-Koning * welke hare weygeriiige fiende , aen die Prelaet beval,
fijneCenfurenintetrecken. v ,.
. Doghy antwoordde dat hy redenen hadde gehad om te doen het gene hy "£° te
gedaen hadde tegens een Perfoon welke een onderdrucker der Armen was, otm den'
welker klagte hem bewogen hadden medelijden met hare ellende te heb- Onder-
ben j ende dat de veragtingemet dewelke de fchuldige de eerfte Cenfuren Koning,,
ontfangen hadde , hem hadde tot de twede doen komen, en dar gy die geen
van beyden herroepen konde ten fy Dom Pedro Mexia fig alvorens aen de
Kerke onderworpen hadde,om openbaerlijk van fijnemisdaed geabiolveert
te werden , dat hy, ook alle de Kerkelijke Perfoonen ,die ter fijner oorfaeke
fchade hadden geleden moefte voldoen , ende leetwefen hebben ende boe-
te doen over den Godtlofen Koophandel met dewelke hy hetGemeene
Befte ende voor al den Armen benaedeelt hadde.
Op defe wijfe was het dat diePrelaet fig ftelde tegens d'authorítey t van fij-
nenJConingin de Perfoon van fijn Dien aer,weygerende fijne bevelen tege-
hoorfamen,en fig agtende geluckig te zijn van te mogen de ftantvaftighey t
van St. Ambrofius navolgen die hy tegens den Keyfer Theodofiut betoonde,
fig verlatende op de magt derSleutelen,welke hem was toevertrouwden op Sijnc re¿
Sjne Kerkelijke enGeeftelijke perfonen,welke hy dogte met 't gemene volk deuen,.
O 3 eea
■
DeVice-
roy geefc
laftom
hem te
vangen.
Hy vlugt
uytde
Staat,
Poch te
vergeefs.
Hy vlugt
in de
Kercke.
'ito I.Böeck. Föyagie vanThomas Gage XXV. Cap.
een verbondt te doenaengaen, om alfooden Wereltlijken Arm ende de
Overigheydt te wederftaen.
Dog den Onder-Coning , konnende die harde antwoordt niet verdrae-
gen > voor al van een Kerckelijk Heer , beval darmen fich van fijn Perfoon
verieeckeren foude , ende hem nae St. faan ¿PUlbua brengen > om hem al-
daer te bewaren tot de tijdt toe datmen hem nae Spaignien foüden konnen
affchepen.
Als den Aerts-BiflchopdeferefolutiedesOnder-Konings tegenshem ver-
ftaen hadde^begaf hy fig uytde Stad,ende vertrok iig in eene vande Voor-
Steden,Guadalupa genaerarJeydende veeleCanonicken ende Kerckelijcke
Perfonen met fig,nae dathy aen deDeuren van de voornaemfte Kerke eene
Excommunicatie tegens den Onder-Koning ielve hadde doenaenflaen,
zijnde hy van voornemen om hey meiijk nae Spaignien te vertrecken,en al-
daer reekenfehap van al fijn doen te geven.
Dog hy konde fig uyt de handen des Viceroys niet redden,welkê verilaen
hebbende dat hy in de Voor-Stad van GuadalupawasAzer aenifonts de Ge-
' regts-dienaers heenen ibndt om hem te vatten.
HET XXV. CAPÏTTEL
Vervolghvan dat different ende de verfcheydene uytwerekin-
gendiehetvoortbraght.
SOo drae hy daer van kenniiTe hadde, begaf hy fig in de Kerke als in een
heylio-e ende veylige vry-plaetfe , hy deede daer de Walch-kaerflèn aen
brandt fteecken , hy kleedde fig met fijn Pontificad Habijt , hy fette de
M ij ter op het hooft,vattende het Heylige Sacrament in de eene handt,ende
fijn Aerts-Biflchops Staf in de andere,gelovende dat hy in foodanigen ftaet
voor het Altaer ftaende , ende door fijne Geefteiijkheydt omringt zijnde j
de Officieren en de Geregts-dienaers , uyteerbiedigheydt fouden te rugge
keeren , ende niet op fijn Perfoon derven onderftaen.
Als defe Bediende nu in de Kerke gekomen waeremfoo begaeven ly fien
nae het Altaer, ende nae dat fy fig op hare kny'en bcgevende,Godt hadden
aengebedemfo fielden fy op een feer beleefde wijfe aen den Aerts-Biffchop
deoÖorfake van hare komfte voor oogen, hem biddende het Heylige Sacra-
ment op het Altaer te willen neder-fetten,ende te aenhooren het lefen van
de ordre diéfy hem uyt den' naem des Koninks bragten.
Hy antwoordde haer,dathaer Meefter ge-excommuniceer t was,en dat hy
hem niet meer als een Lidt van de Kerke konde agtemmaer veel eer als een
af gemeden ende verrot Lidt,'t welke gantfeh gene magt hadde hem iets in
de Kerke Gods beveelen , en dat hy by gevolge , fo fy agt op d e faligheydt
haerVzielen wilden nemen, haer feer vriendelijke badt, te willen inaile
, ililte
I. Boeck. DoordeSpaènfcheWeJl-Indi'énXKY, Cap. i ir
ftilte vertrecken.fonder de voorregten der Kerke te fchenden : ftellende in
defelve ter executie de Ordonnantien van den wereltlijken arm : daer by
voegende dat h y niet uy t de Kerke foude gaen , ten zy dan het Heyliee Sa-
crament mede nemende. J ö
Die geene welke defe Geregts-Dienaers commandeerde , ende Tyrol ge-
naemt was.deedehem veritaen de ordre die hy uytdes Koninksnaeme was
hebbendcomfig van fijn Perfoon teverfeekeren waer tenplaetfehyhem
ook mogte vinden, en om hem nae 57: \um d'Uibua tebren&n, al waer
hy foude werden in handen geftelt van die geene die fulcksaldaer foude
aenbevolen zijn. om by gevolge op een Schip gebragt ende naeSpai-
gmen over-gevoertte worden.alseen Perturbateur van de gemeene rufte
ende icnuldig aen het Crimen LafaMajejlatiï.
Dog den Aertz-BiflTchop Tyrol aenfiendcfeyde hem dat de injurieufe ter-
men van dewelke fijn Meefterfig bediendeveel meer op den fel ven fijnen
Meefter, dan wel op hereden Aerts-Biffchop, paften, ende voor al op fijn
Gunfteling Petro Mexta, welke beyde de gemeene rufte gebrooken hadden
ende de Arme onderdrukt; voor dereftefo vermaendehy hem geen gewek
w het H uys Gods te plegen.op dat hy, even als gftrfmuátt geftraftfoude
werden, welke fijnen hand,tegens de Propheet,over den Altaer uy tftrekte,
hem voor-houdende dat dat exempel hem moefte beletten eeniggeweldt
m de Kerke te plegen. to&
Maer Tyrol, , geen tijdt willende verliefen,belafte,fonder hem tijd tege-
ven om meer remonftrantien te doen, aen feecker Priefter , welckehy met
S^^^haddemede-gebragt,- uyt den naemedesKonincks,
dat hy het Heyhge Sacrament uyt de handen van den Aerts-Bitfchop foude
3o?ril7J¡ h^A,lcaWPlaetre'h/twelkeg^enzijnde,trokdiePrelaet:
tnlTÊZ ?ltder,en1UrC ' ende nae veeleproteftatien gedaen te heb é
WnËfw^^f^^^n ^rkragteendegeweldt aen dee-
Än^ JÄ" handen Van T^nae dat hY fii« af-fcbeydt van fijne
SnfnnÜ7 dhadd^enomenVW€lkèhyo^badtkenniiietewillendrae.
gen van hetgeweldt datmenaen hem pleegde
h«iC 'V°l/ 1™ het voorgaende wierde hy gevangen te St.fuan d'Vlhua ge-
™w " de,b7aennge ™ den Gouverneur van het Kafteel geftelt , ende
HÄ íí "í? Spai-nif? af-geícheepr,in een Schip datmen daer
ínPn ToL rCydt hadd€ r °m alda€1" re^enfchap voor den Koning ende
lijnen Raed -te geven van fijn quaet comportement.
7^^,Fin]wler nae,bígonde, veeIe van de voornaemfte Inwoonde» van
^nSñ;L«^?cll,k^on?erliíke difcour^n tevoeren, overditge-
Onder Z " ï?Cre? Prdaet' e«^fy lafterden het beleydt van haren
niet ES gr hlf d°0r <ïuaer*en f7 eyndelijck foo verre , dat fy haer
Sy
Hy werdc
gevangen»
£n nae
Spaignieiï
gefonden,
De Ge-
meen re
beweegt
fich.-
«
En werd
door de
Kcrckc-
lijkeaen-
gefet.
Jíaer mid-
del daer
toe.
HetVolck
begint te
muy riñe-
ren.
Begin van
den op-
loop.
ni I.Boeck. Voyagit vanThomas Gage XXV. Cap.
Sv deden dit niet alleen uy t hare eygene beweginge, maer fy wierden door
de Kerkelijke daer öock toe gedreven, welke, fo het fchijnt, een blinde ge-
hoorfaemheyt aen haren Aerts-Biffehop belooft hebbende.geloofden dat fy
met een vry gemoet fig konden ontflaen van die gene, die fy de Magiftraet
f DeibSkebranden lieten in veerthien dagen niet . nae, bet vyer van twift
ende oneenigheyd in de herten der Volckeren in te blafen,en voor al in die
van de geringfte foor ten. Men maekte de Cn0/*n,d Indianen en deM«/^«
ook gaende.welke men wifte dat,ten haren ondanke.de ftrenge juftitiedes
Onder-KonTngs verdroegen, fowd
nCÄ^n1^E^ien dagen na fijn vertrek , was te
rueee eekomén,foo verfpreyde figdat gerugteio dra met,of defe misnoeg-
defegE
oneenigheyd ontftak fig ibodanig,datmen daer uy t niet minder dan den on-
dergank van die groóte Stadt , tot in in den gront , te gemoet fag.
Door dien nu 1W niet onkundig was van het quaede herte dat hem het
eemccM Volk weSroeg Joo hielt hy fig in f,jn Huys opgeüooten.met der-
fenXopdÄ
1 rLJ£ Sni» teeaen,'fo waegde hy het ten laetften , ende gink
om fijne meeKerwi ï onevndiï seta fteenen werpende.ende
■
T
IBoECK. Door de SpamfiheWeft-Indiên.XXV. Cap iI2
denOnder-Koning.dieaenftontsalledePoortenenDeurf.n,!,^ n'
meníchen van allerhandelofte e ñSnfeíl m„f ^wee-dnyfent
getal van defelvenam wdS,ÄÄtlL ^SÄ6' ^" -
«epen, hem Verraeder ende [udasnoemende en m«nir / "¿oml>"'
gens de venfteren van het Paleys werpende ' ""^ Aeenen te"
by haergevoegt hadden wieidfaengê ïft° g£¡ Aftf"' "^?
dedeuren van het Paleys beeondt-n wíSffí °™amg cUiyde mueren ende
vond, tehuloete komen. CB g^erll*° fta«>¡n ***B*% ***■%£&
overdeplaetfepaiïeerdefralkghenLvoo^
jeugt moefte ¡aíen gewerdenTwelke hae™ /ÍT"'^"/6^™11 die
wilde wreecken, en dat dfc™«fr qWhS 7 ae"5ed^ne ongelijk
diegene welkehaer in GinebëtóeS^ P teho"den; *>/> MW* ende
^rendedunderdandeandereini- g P aetfenin de muendiefwao
ten.om te onderfodcen wel££?g ^"^ok beproefde by alie de Poor-
Hebbende r^S^Ä^T'Ä*^ te looPen ^udezijn.
fwakftewasioop^
P Ala
DeOn-
'der-Ko-
ningh
plant den
Koningh-
lijcken
Srandaert.
Dogn te
vergeeius.
114 I.Boeck". VopgievanThomasGagè XXV» Cap.
Als nu den Onder-Coningh fag dar niemand van de Overighey d,ofte van.
¿me Vrienden hem te hulpe quam,ib begaf hy fig op.de uycfteekende Gale-
vanfimPaleys, vetfek zijnde door íijn Lijf-waghten ende Dienaren,
diende a dae den Koninghlijckcn Standaert planten, ende de Trompeteen
fteecken om alfoo de In woonders rot des Coninghs ( wiens Pericón hy
daer verbeelde ) hulpe te roepen. r„„„
Doch d Ut doen diende hem nergens toe , want niemant vertoonde fig om
hem °e fecoureren , ende alle de aenfienlijckfte van de ftadt htelden haar by
™ /e „amcdesKoning< van boven dtGaleryen hoorden noemende, begon-
Dil woorden bewaerden'er vede van de Galge . wanneer f¿»™«™%
Crf.de ioformatienquam beleggen van alle het geene in ure faecke was
V|i7efo^tmenbemerkend^
u°?a,cu In den tijd van omtrent íes ueren.welcke defe tumu «f d^«^W
in dde viif ofte fes van defe Mutins,door die geene die op de Galeryen van het r
^centre. W0wtt™d^dgefchooteii,enop.dic Galeryen wierde ookeen Lijf-waQt
ende Pagie van den Onder-Coningh gcdoodt. . k ende vyer
Alsnitde nagtbegonde te naderen, kregen defe °Foen^ïwanhet
bydeh^
Paleys, nevens de voornaemitePoorte van het felve. , den A- .
del, envandeMagiftaet , ^\^fe^^^^^^^
te beletten dat den bran t fig niet door de Stad foude ver ïprey a« ,
fe Stade Gemeente te bewegen tot het leflehen van het vyer om naHuys t°£e £e
jollen fich0e^eerwiji men 'e&m^^^f^^^^^-^^^ll^^
■ wmmm
werden, enaendeGalgetegeraecken. , M • vanTiro/ende
Andere begaven haer tot het foeken van Vom Pedro Mexí^yan ly
üy;L vandenVi^
Taley L I#*nde Kleederen ontkoomen waren. .
Doodea
in deie
HetPa-
kys in
brant ge-
ftooken.
De voor-
naemfte
-r Stade
tellen fich
tuflehen
bey de.
De fchuï-
dige vlug-
I. BoEcic. DoordeSpenfchemji-Indién. XXV. Cap i ti
daen hebben de, met een RelSíeusSt r 'n T eeaC°<M™ ^nge- dcr-Ko-
gévolgh waLndeío ee ífamA^ÍÍ|^V^een,feerBeT1,erli'l[,,et?0Í-
deelen ™ /¡roe„«,in dewe" e mín ' u pd f°ude ftreckcn aen allede ranSp-ai-
ingevallemen deHi^dS aÍ£00Sgen0eg0pr06rÍgef0ude™^"'fS'tac
VñhMtUm IcaXprítñrrílT " G°h" t0t Vicero5' fond • om nevens
onderfoekenvTndlg^ -
fe.ve.door ^ÄXlwSfefe^^» ^ "« Srraffe
M*™ d,-CWí, lvas,d¡e m SÏÏ2S ñlrt Va" Dm <i«rovet
hey t der Werren hadden X Ä f° ™" defeíake na de S^ng- geceffem.
« fouden geítrafi ziin ™!1 í ',le de ™°™aemite vanM«<-
daer toe geroepen Sen7 hetfteecken ¿«Trompetten
niet hadden S kom'n S gCb/ b"2ten'dat <? uyt hare huyfen
hadden. Men bevonH ^r^PS Ä ' ,? rï"haerln het openbaervertoont Af-fceerf «■-
hadden gZlcZZottll^ K f "f efe dee' in die Mn»«J« C™ °
een afkír van het Gou v-meJ n 'S Und ?eboorene waren,welke JeCrf«fe,
dacn komen bebden „T2rTVrn;>P1,g?le"-eBdevan ^ die daer van regens de
delen.en Ä! Il'/ "f > als * b°ven *=* hebbe.mishan- SP°aen-
Spaenfchejockrfte rchnddt^oSen" ~ ^d^H^n > «*« lth-
dar/ooL/.,JenJ?dWe,^¿ S a e!,i¡e hadden aengefet.totfo verre, regens
buy ten twiíífel nTsna ™f„ ' 3*^ methadden gevlught geweeft.fy ¿tó»r.
y twrjttel na Spagmen,omopde : Gaieyen gefet te wordin.fouden zijn
-■ * gefon;
;.á 4- wer-
den ge-
hangen.
politique
{frafleaen
den Aerts-
biffchop
geoeflent.
Beloninge
van den
Yieeroy.
Politique
aenmerc-
kinge.
1 16 l.BóECK. FdyagievanTBomasGage XXV. Cap-,.
gefonden geweeft3volgens de Sententie, welke in haer af-wefen tegens haer
wierde uytgefproocken. ;
Onder foo veele fchuldige wierden'er macr drie of vier gehangenen nog
was dat om het geene ÍV uy c hecPaleys desOnder-Konings geftolen hadden.
En door dien, ais men defe faken na der R egten ftrenghey rhadden wi len
af-doen, men tegens het grootfte gedeelte der In woonders foude hebben-
moeten aderen die men bevond dat of met raedt of met daedt , ofte ook wel
door andereheymelijke wegen onderdefen op-roer geipeelt hadden,wier-
de den Komng geraden haer liever alle een alpncene vergiffemfle te ver*
aonnen, als naerigeur der Wetten te ffrafiFen..
ÖMen nam het doe? van den Aerts-Biffchop iA Spaigmen veel erger op dan
dat van den Onder-Koning;- ook bleef hy lange buytenbediemnge, tot
dat men eyndelijk , om fijne gonftelingen niet t eenemael te vergrammen
ende een af-keer van de Regeringe te doen hebben , ende om het vyendat
no* onder de affe fmeuldcniet weder te doen op-vlammemgoedt vondt m
den Raed van Spaignien3hem een eerlijk employ in het Landt van fijne ge-
' boorte te geven, ende men maeckte hem Biffchop van Zi»^ het welke
eenkleynBifdominCaftilienis,endedaerdoorkortemenhemdew^
en belette hem met eene op een ander tijdt foo hoog te vliegen . Van Ae t -
Biffchop wierde hy Biffchop , ende in plaetfe van feihg-duyfent *&*&&•
ders die hy te voren aen inkomen hadde, moefte hyfig nu genoegen met
viifafes-duyfentRijks-daelders.
D GraveU GelL wierde ook in Spaigmen op¿ontboden,dogfeerwe -
aen het Hof onthaelf, ende fijne Catho hjkeMajefteyt verhief hem tot het
AmpfyanGroot-ftalmeefter, het welke eene vandeaenfienlijkftewaer-
di^heden van geheel het Rijk is.
Ik 1 ebbe gelooft ,door dien defe Hiftorie diende.om te vertoonen de ftaet,
Tn moefevergeeten , op dat den Leefer foodanige gevolgen , als hem goed
fulkndencken, fil konden uyt-trecken, ende in ^voor-by-gaenbemerc.
ken , hoe fchaedelijk een faecke degierigheyt voor Vorften en Princen , , en
foodiegene,wellceLandenregeeren^foowelalsdeydeiheytendeblin^
de drift in die seene , welke magt in bewerkelijke zijn hebbende.
ÄÄ S^rr M^^tentijdevan-
M^Aèn hedenfdaegfchen toeftant van dcfelve.cn de onrufte in de- -
welkeídie ten tijden van mijne aenkomilewas.befchreven hebbcfoo is her
S dat ik uvt defel vetrecke om u voor oogen te ftellen alle de voornaemfte
var \Z« cTvoor ende al-eer dat ik fal fpreeken van mijne Reyfe na Gmtu
legen is,en van die van GuaHmUmCöJla-JSjca tnde N/««,die medei meer
dan drie andere hondert mijlen van Guanmala leggen , gedueng al Zuyd .
waerts optreckcnde- Eynde vanheteerfteBoeck,.
rij
Nieuwe en feer Naéu-w keurige
R E Y S E
Door de Spaenfche West-Indien
VAN.
THOMAS GAGE.
HET TWEEDE BOECL
Het I. Cap iT tel,
Fborneemen van den Autheur om America te beCchmvén
Verdeelinge daer van in het Mexicaenfche ende Pé-
ruviaenfche. Humeur der Spigmaerden. Provintien in
het Peruviaenfche America. Befchrijvmge van de Pre-
vmtievan Mexico. Brandende Bergen Gr <enfen van de
rrovmtievan Mexico. Spaenfche wreedheydt. Befckrü-
^W72 Capultepec. Tacuba. Befchryvinge vanGui
itacarj, Forta-Ricca , Mechoaean x Valladolit. Wreed-
^¿^NunniodeGuzman.
Oewel.de Voyagien die ik in America gedaen hebbe.iig niet Voorne:
veel verder hebben uytgeftrekr,dan opduyfentoftetwaelf- mer-va»
hondert mijlen^dienaeulijks het vijfde gedeelte van 't felve dfn Au"
uy t-maken3foo hebbe ik dogh evenwei geloofhdat het niet ^ ?"ü
¡ wemig,tot de voimakinge van mijn werk,foude bybrengen , &f- t
Revfen ^re^Ä^ miJn ^riñ wat verder «¡tbreydcdan wel mljne K££
daiant^^^
datgamfche yaile Land , en daer na een byfondere van de Plaetfen daer ik
W 3 twaelf.
Verdee-
linge vau
America,
Verdee-
linge van
betMexi-
cacnlche
America.
En van het
Peruvi- '
aenfehe.
Humeur.
derSpai-
gniaer-
¿en.
Provintiea
itiKetPe-
ruviaen-
fche Ams-
risa*
1 1 8 II.Boeck. Voyagie van Thomas Gäge I. C a ,p .
twaelf jaren gewoont hebbeen van het geene ik, in het Reyfen, naukeu-
rio-liickhebbeaengemerkt. ■ ,
Het gedeelte dan des Weereldts . datmen gemeenhjek America , nae den
naem Van fijnen eerften Ontdecker Amtricus r^«y ,noemt,wert weder
in weeHoof^
piuvUènfc, welke weder veele groóte Unden ende Provmuenbehefen,
waer van ibnW al fo groot fijn als geheel het Koningrijk van Engeland.
i^o&oniu tegenwoordig het nieuwe Spaigmen genaemt wert,
lT ÄÄ Prinln daer van onder hare andere Titulen,
t ., M 3»„ «-Wen zün ende alie de Provinciën , die aen die zijde,
nae het Noorden Wf>«ff _ ■ .„ N,M,^„, , iac4,4r>,
tot nu toe z,,n ontded o, ^ ^ ^ hel Landt vJn C„rl„-R«/,
If^S^lLÄSefinderonte^orntrentvierauyrentdrie.
h HÍ"pe^liaebnfchengedeeltebegrijpt in fig allehet geene na het Zuyden
• i ~§l ¿Z aen het Mexicaenfche gevoegr, door de enge ftreeke
r ?ÄZ « "m i D*ri« , die fo fommige feggen twaelf.en foo an-
Men heeft inden Ra^n^¡4£ieVaerttegrae?en, tot communicatie
t5Ä^^^O*^fea£ÄtÄ
't zy dat fy gevreeft hebben dat den og R«g Zce'en,wanneer men
deSpaigniaerden geven oa van geen «f^^^
reets gefegt tebbe,bov|nd -t nee g de Cooptnan !chappen
li)kdaervanfoudetreckeB,dooinetv uffi(knteredcn
dS^deNooWln^yd^datreaproq ^ ^ ko_
iSt?ÄfeSÄ^Ä« het h.meur van eene Natie, welke
mende dat feet m, emi0 ov hM woo, dlge gewmis.
traeg m het arbeyden , en leer oe o peruviaenfche noemt,heeft-
^^d^ereX^Änttnileninderondtehebben. > ^
ïLBoeck. Door de SfaènfcheWeJiJndi'ên. I.Cap
119
Ik fal geene byfondere befchrijvinge van alle die Provinrien maeken ,om
dat er andere Autheuren zijn, welke betere kenniife , dan ik , daer van heb-
bendei defelvewijdloopig hebben befchreven;en nog te meer, om dar een
groot gedeelte van defelvedoor deSpaigniaerden niet befeten wordende,
die genconder dewelke ík geleeft hebbcmy daer in feer foberlijk onderrig-
ten¿íoo dat ik niet wil fch rijven dan het geene dat ik in mijne Reyfen waer-
lijks verilaen , ondervonden endegefien hebbe.
Daerom ís h et dat my weder tot het Noordelijcke deel begevende . ick
fal gaen fpreeken vin de voornaemire Provintie van defelve. te weten Mt-
xico,
In die Provintie fíjn veele Rivieren, welkers fandt met ftof van Gout ge-
mengt is, en in dewelke men veele Crocodillen vind, dog niet foo^root
als die van Egypten 5 de Indianen eeten deielve voor een leckere fpijfe?
Sy is verrnaert door de Gebergten vanPapocbampecbe en PoPocatepeczimde
die van defelve naeture als de Bergen Mthna ende Vefuviur \ met vim oock
alsmen meer Zuyd-waerts aengaer,'op den weg nae deStadtiw», in
de Frovmne van Nicaragua , veele van die vyer-braeckende Gebergten.
DogPopocatepec is eene van de voornaemfte , beduydende dienaem een
• roock-berg, om dar fy dikmaelen vyer ende rook te gelijk uyt- werpt, zy
is agt mijlen van CbohUa gelegen, ende de weg om daer op te klim-
men is feer ongemackelijk, ter oorfaeke van defteenen die men op defelve
Eer dat CorieK die weg, ommeMexico tegaen, gebruyekte, font hy
thien Spaigniaerden uyt om deielve ontdecken, hy gaf haer veele Indianen
mede om haer voor Leydts-lieden te dienen ,. om hare fpijfe te dragen ¿ en
omhaertendienitete/taen. ö
.Alsdefenuaen hetbovenfte van defe Berg naderden, hoordden fyeen
groot geluydt van het felve komemfo dat fy niet doriïen verder gaen, door
dien deaerde onder haren voeten beefde s en fy ook fo veel aiïe vondemdat
iy niet , dan met groóte moey te , gaen konden.
Dog onder haer waren'er twee die ftouter,kIoekmoediger ende nieuws-
gieriger dan wel de anderezijnde,tot boven toe opklommen , laetende de
toderebenedenbijven; fy paffeerden door defewoeftijne van aíTe, ende
quamen eyndehjk op eene plaetfe in dewelke fyeen feer fwaere ende dic-
T ™ok%en>Qn alsfy daer eenige tijd waren blijven ftaen,fo verdween de
duytternifle voor een gedeeltesén de mont van het brandendeHol vertoon-
de fig klaerhjck aen haer gefigte, zijnde defelve omtrent een half mijl in de
rondtegroot ende feer wel aen een Glas-blaefers Oven gelijckende,de lugt
quam met fo groóte ende geweldige kragtdaer uyt,dat den gantfehen Berg
daer van. beefde. . . J b °
De kragt vanden roock ende van het vyer was foodanig datfy daer niet
iangekpndenblijyen,ende fy ..fig genootfaekt vondenen grooten haeft, we-
der
Befchrij-
vinge van
de Proviij-
tfc van
Brandend
Bergen»
?
ï
a
II. BoECK. VoyagicvanThomasGagé I. Cap.
Grenfen
van de
Provintie
van Me*
Spaenfche
wreed-
heyt.
Z ¿e vemecten door den wegh dTe fy gekomen waren.doch fy waren nog
^?äESÄ5S^gS^
«mtfch geene rook ofte damp van fig gegeven, doch fy begonde in net j
Í<¿V&ebonde^
Inde ontfet wierden , felvs v^fprey/efi^eafletpt^ ''gf*™'™^^
bragtcn in feventhien Jaeren ^^^^^,^00^^^ wierpen die voor
braSdendefommige^ndereftaeckenfyaeoogenuyt, F
de wilde Beeften, em daer van vernielt te worden wer.t weder in
dienryfesStedenbegdjpt.vandewelckeMg^ VvSnAeJ-bi&hop^
%\7w\ssä
nomen hadden in yder van defelve eenBifl chop »""lc • °¿ en PotW<i
te deOein niet konnen volvoeren,om dac de Steden van M.xi ^
i
ÏI.BoECK. DoordeSpaenfchemft-Indïên. LCap. m
delosAn^löt, het grootite gedeelte van de Koophandel ende In woonders
van die vier Sceden aen haer getrockcn hebben.
Voor al is'er fo grooten toevloed van menfchen te Mexico , dat de meeite
Dorpen ende Vlecken die daer by fijn geleegen ende eerft aen de Indiaenen
behoort hebbemjegenwoordig door Spaigniaerden ofte Meitifen bewoont
werden.
Ick kan te defer plaetfe , op de welcke ík van diegeene die ontrent Mexico nercurr.
gelegen zijn fpreeckeniet nae-laten van Capa/tepec gewzgh te maeckenj dit vin^evar
Dorp was vermaert , om dat de Heydenen in haren tijd aldaer hare Keyfers Capultep'cc
begroeven , ende de Spagniaerden hebben'er nu het Efcu/ial van America af-
gemaekcmenbegraeftdaerookdeOnder-KoningendieindatLandfterven.
Men (iet daer een heerlijk Paleys , verfien zijnde met feer fchoone Tuy-
nemwelke hare Fonteynen ende Vifch-vyvershebbemdeOnder-Koningea
ende den Adel van Mexico gaen ügh daer ter plaetfe dickmalen verluftigen,
men gelooft oock dat de Kapelle die den Viceroy daer heeft meer dan een
millioen gouds waerdigh is.
TacuU is een ander feer vermaeckelijk Vlecfcmen fiet daer veele Tuynen Tatuha
endeBoomgaerden, hetleghtopdenwegh vmCapuUepec.
Toluco is aen het Zuyden gelegen , men drijft daer grooten handeh.ende Toluco
voor al in Hammen ende gefouten Verckens-vleefch , men vervoert die op
verfcheydene plaetfemom dat die din gen daer beter zijn , dan in eenige an-
dere van die quartieren.
Aen het Wetten is een Vlek,het welcke men la Piëta noemt a het legt aen LaPicta
het eynde van een van de Dijeken , de Inwoonders van Mexico komen daer
hare devotie plegen voorfeecker Vrouwen-beeldt , het welcke fy met een
oneyndig getal van koiteiijekheden en guldene Kroonen ende Keetenen
hebben op-gëpronckt.
nP°Z~ de acngenaemfl:e plaetfe omtrent Mexico is diegeene welcke fy de Aenwna-
Woeftijneaoemcn Jeggende defelve drie mijlen van de Stad aen 't Noord- me Woe-
Weiten, enfooallede Woeitijnenevenals dcfe waren, men foude liever ftijac.
in deielve dan in de Steeden woonen.
Defe.plaetfeis.door de ontfehoeyde Carmeliten getimmert,die fig in de-
iel ve.als in eeneeenfaemheydofte Eremitagie begaven , en boudden aldaer
een pragtig Kloofter , het welcke des te meer verwonderens waerdig is,om
dat het op een Bergh leght , ende aen alle zijden met Rotfen omringt is.
5y hebben omtrent tien Kelders ofte overwelfde Vertrecken tuifchen de
Rotfen rondt-om haer Convent doen makemop de wijfe van de Cellekens
die men voorde Eremijten maeckt, ook zijn daer Kapellekens van de-
votie-by., welcke versiert zijn met Schilderyen ende Beelden , daer hangen
oock R oeden van yfer-draedt , yfere Staeven , haire Kleederen,Gordelen ?■
die met yfere pnckelen voorfien zijn , om die over de naeckte huydt aen te
doen, ende meer andere diergelijcke Inftramenten van doodinghe des
yleeicns , welcke voor het ooge van een yder in die Kapellen ten toon
CL ftaen ,
m
II, BoECK. . Fojagie vanThomas Gage I. Cap.
Rijcke
denaen
een L.
Vrouwen
Beek,
Tiicubaya.
tZ2
ftaen, om datmen fig over de geítrengheyd ende auíteriteyt van haer leven
foudc verwonderen. , . ,T ñ
Alle die Capellen ftaen- te midden in Boomgaarden en in Hoven .welke
met vrught-boomen ende bloemen vervult zijn ,dit perck is foo groot dat-
men het in geen uér kan omgaen,ende op veele plaetien fietmen deFon tey-
nen uy t de Rotfen ipruy ten , zijnde het water van defelve feer goet om tot
drankteeebruykenJendehcticlve,nevensdefchaduwediedePalmitenko-
men te given , maecken die Plaetfe eene van de vermaeckeli] kfte des Aer c-
b°Menn fietdaer veele Roofcn enjafrnijn-bloememookalle diegeene wel-
ke in dat Landt te vinden zijn /foodaenigh, datindefe Woeftijne niets en
manqueert van het geene het gefichte,den reuck,ende de andere uy tterlijke
finnen vernoegen kana.
Alle ast dagen fentraen andere Eremij ten om defe Cellen tebewoonen,
ende die gene welke het aldaer hare weecken hebben uy t-gehoudemkeeren
weder tot het Cloofter , ende men fent andere in hare plaetfe, die Flefichen
metWijn, Confitueren ende anderefpijfe medebrengen, want, wat de
vrugten belangt, van defelve vinden fy den overvloedt in de Enmitagie
C Het is eene feer verwonderens-waerdige fake te fien defchooneFontey-
nen ende de op-borrelende water-ftraelen , die omtrent die Tuynen zijn ,
ende haere verfcheydenheyd maekt haer noch te aengenamer ; en brengt
het 'root getal van Caroffen, die met Heeren ende Dames van Uextco
vevuldtzijn, nog meer vermaeckby,' komende defelve daegelijksal-
daermetgrootemeenigte, omdefeEremijten, diefyalsHeyligeneeren,
tC Kiem^nt komt by haer ofte vereert haer eenige Confitueren, ofteyets
anders van defelve naetuere, om deel aen haere gebeden, te ^¿*g
doethaerook groóte Aelmoeflen aen^gelt geven , op dat fy Miffen iouden
Ten feggen j maer voor al krijgen fy groóte Offerhanden in Diamar en ,
Peerlen,GoudeneKroonen9KeetenenendeRocken , endeTabbaerden
4nSüvereendeGoudeneLaeckenenvoore
hawdkefyonfeL. Vrouwe van den Berg CWnoemen, en waer
voormee' dan vier-hondertGoudeLampen hangen, van dewelke dege-
rinofte meer dan vier hondert Rijks-daelders waerdig is.
Op den weg nae die Eremitagie is nog een ander vlek, het welke mea
TacLya noemt , in het fel veis. een rijk Kloofter van Rcligieufen van Sc
Franciicus, ook fietmen daer veele fchoone Hoven. r^„«
diedie JeTevan dat Convent hebben ,in welke konfte de Religiën van dat
konft in geen minder agttnge is, .daa die van de Cathedrale Kerkevan
Mexico,
II.B-oeck. Door de Spènfche mft-In dien. I.Cap. 123
Defe boven vcrhaelde plaetfen zijn de voornaemile van die gene, welk/»
ik gefien hebbe, ook hadde ik dikmacls, met mijne Vrienden in defel-
ve gaen wandelen , terwijlen ik te Mexico was , ende daerom hebbe ik ge-
oordeelt dat het noodig was daer van fpreeken , voor ende al-eer te komen
totdebelchrijvinge van deandere Provintien.
JDe Provintie van Guafiacanis gelegen op den weg van St.ïuan d'Uihiia na Befchrii-
Mexico,deMveisio behoeftig nogte arm niet úsHeylm daer wel van fchrijfr vinge van
want men fiet jegen woordig in defelve veele braeve Hoeven ende Hof-fte ' Guaftacan*
-den, op dewelke men de Suyker ende Cocbeniüe wint, ookitrektfyfiguyt
totaendeValleyevanG//^4^,dateenfeervrugtbareContreyeis.
DeStadtvanTlaxcallan , van dewelke ik bevorens hebbe gefprooken ,
xaca ende Xalappa , in dewelke men twee Bifdommen heeft beveiligt.
fil! 1^7/ r T?^00/ íeí5ere Zee-ha^n ViBa-Zicä, dat is. Rijke- Van Kfc
ItÚ l T : tu^ hC£* de daed nevens hare naem > om dat alle den hca
.^Pp igniaCrd? Vbbe! aldaer twee aenfienlijke Colonien, de eene g»
naemt Perneo , ende de andere St. Jacob van der Valeyen.
™\i\Vr ??n de/rcmiM"le va? W^/Wis Mecboacan genaemt , ende heeft tagtig Van jfr
mnleninhaerenomgank. & cjta».
^;^ÍSf?n eM)fclf«^ifeii«frieB overvloeyendevan alledingen
ïfifrïtO0iWe' H°,ninS' W^h ende fwarte Amber, men
Síi S^ k veel Veder-werk, dat, om fijne fchoonheyd , feerge.
nf mende V^H1Tnn/f;r?0ügr0^en °7ervloet van feekere iooró? van «%
dafeen v/fwï 't *í defe Pr07mie dae' ^oor den naem van MechoacJn .
dienaerliS? eryebf "^í^^^^gekreegen^anderfints beteekent
dienaem ook eene plaetfe die tot den Vis*vangft bequaem is,
fa hebban on?r Itldi,anen in defe Provin tie is feer acrdig «de vloeyende,
Inwoonl^ *eA Vrfe mameren om f& feer eygentlijkuyt te druckcn,de
lloÄenMl^ kloek> fterk>
fe ve^fvg^ Í M0eck T Geeíle' vanhetwelkehaeremanifaclueren
wASSSiïr geVen ' d°g 7°,' al die Van veder-werekgemaektzijn .
SsS f0° «ytneemendcdatmen die ftelt onder delengenaemfte
CoSn^lf« hceft; daer nae ^ ÍA,M^ daer voor deíen deSfc'
welSootete tG 5°onen, elide opdie P./c^r ende Cil», het£fcv
^groóte Vlecken2,jn,diedoorSpaigniaerdenendeIndianen bewoont C'*w**f'
^L*
Daer
Barbaría
íche
wreetheyt
van Dom
Kunriio de
Guzman.
124 II. Boeck,'. Voyagie vanThomas Gage II. Cap.
Daerzijn oock twee goede Havens ofte Zee-pfaetfen , deeene geniemt
Sr..¿wíon» ende de andere Si. ?4#>. _
Dit Landt van Me:boacan was by-nae fo groot als het Rij cke van Mexsct
¿czCcrte ? het feive vermeeiterde.
De Koning welcke te diertijden regeerde.genaemt Cocouynwzs een van
de voornaemfte Vrienden van Ofe^nde van fijne Spaigniaerden, ook on-
derwierp hvfi^vry-williglijck, als Vatfal, aendeKroonevan Spaigniem.
Des niet tegenftaendè was de wreetheyd van VcmXunmo de G^™«,eerite
Preiident van de Cancellarye van Mexico, foo groot, dat hy , hebbende ver-
ftaen dat hv fijn Arapt foude quytraekemvoor-nam den Oorlog aen de Te//
cbiciamcjues aen te doenden dien evnde nam hy met fig vijf-hondert bpaig-
niaerden en fes duyfeni Indiaenem die hy met gewdtuyt Mechacan voem-
¿e,e? met defelve nam hy Xalifco imdatmen nu Nieuw-Galticien noemt.
Soo als hy door Mecboacan treek , nam hy den Komngn CicottQ* gevan-
gen, hoewel hy niets tegens hemraifdaenhadde; hy ontnam hem tnien
liyfent mareken fil vers , veel gouts ende andere dingenjeyndelijk deede hy
hem verbranden nevens de voornaemfte van fijn Rijck , vreefende dat fy te-
gens hem khgtig fouden vallemen feggende dat een doodenHon t met blaft.
Sokmin-
fatie van
het Hirsve-
lijckder
Mechoa-
tanen.
Beéravin-
HET IL CAPITTEL,
'Solemnifatie <van het Huwelijck der Mechoacanen. -Begrar-
vinge der Koninghen. Giften aen den nieuwen Komngh.
Ceremoniën. omtrent het Lijck vanden overleden Komngh,
Menfchen om den dooden Komngh te dienengedoodt. Vreemt
ly.gekof. Schatten met den Koningb begraven. Rouwe
over de dood des Komnghs betoont. Overfpel met de dood
gepaft. Hoeren toegelaten* Befchrijvmge van nieuw
Gallicién,
D* Volckeren van dat Ko n in gh rijck waeren al immer foo by-gelovigh
'-ndeíbo groóte Af-Goden-Dienaers, als allede andere van Ammca.
' DeHuwelijks-fcheydingewasonderhaernietgeoorloft^enfydac
eene van bey de dePartiien meteede.verklaerde, dathy ten tijde van netio-
lemniferen van het Huwelijck , de andere niet fterk onder de oogen hadde
sefien , het welke het teecken was van hare weder-fijdiche toeftemminge.
Hae-e \f-Goderveendewreetheyt bleek oock in het begraven vaanaert
II.Boeck. Boor dt Sf>aènfcheïVeft-Indïén. ILCap.
Koningen ,want als èen van deièlve iag dat her met fijn leven ten ey nde liep*
en dat'er gantfch gecne hoope van genefinge was , fo noemde hy die geene
van fijne Kinderen welke hy begeerde dat de Kroonefoudeerven,welke,fo
drae hy tor óiz weerdigheyt genomineert was , alie de Gouverneurs en Be-
diende van het Koningrijk deede nodigen,om op deuy tvaert van fijnVader
te komemende die geene, weJcke iïg daer op niet liet vmdemwierde geftrart
even als of hy het Crimen laja Maje fiat is hadde begaem
Soo drae alsmen van des Koninghs dood verfceckei t was , ibo bragte een
yder , van wat Conditie die oock zijn moghte, fijne gefehencken aen fijnen
navolger,om daer door te kennen te geven,dat hy fijne komfte tot deKroc-
ne voor goet-keurde.
DochibodeKoningh niet t'eenemael dood was, endemaeralleenlijck
lagh en ziel-ooghde,fo hieldmen maar de Poorten van het Paleys gefloten,
ende het en was aen niemant ge-oorloft om daer in te komen ; dog fo drae
hy overleden was ftaecken fy fich alle in den rouwe, ende een ygelijk mogte
in de Kamer waer in het Lijck ten toon geftelt was3 komen , ende hetfelve
met fijne handen betaften.
Na dat dit gedaen was wiefch-men het Lichaem met rieckende wateren ,
en men bekleedde het met een fijn Hembdcmen dede aen de voetenSchce-
nen van Harts-leder, goudeichellekens aen 't onderfte van de beenen, men
voegde guldene arm-ringen aen fijne armen, welke met Turkoifen verciert
waremmendeede eenen hals-bandt van defelve itoffe, en die met koftelijke
geiteen ten was opsepronckt, om fijnen hals, ende goude Ringen in fijne
ooren, nevens een groóte Turkoife op fijne onderfte üppe.
Het Licchaem wierde hier op op een bedde in een groóte doodt-kifte ge-
leght, aen fijne eene zijde fagmen een bondel Pijlen , endeaen de andere
een beeldt van defelve groóte als het Lijck was,gercaeckt zijnde van wafch,
hebbende een groóte bondel Pluymen op het Hooft, Schoenen aende
'voeten, arm- ringhen boven de handen , ende een gouden bandtaenden
bals.
. En door dien'er veel fo Mans als Vrouws-perfoonen gefchikten gedefti-
neert waren tot de dood3 om hem in de andere Weerelt te dienen en te ver-
fellen,foo wiefch-men oock feerforghvuldelijck hare Lichamen, ende men
volde dieluftigb. met eetenende drinken op,felve tot dronkenfchap toe, op
dat fy te minder vreefe voor de dood fouden hebben .
Den nieuwen Koningh koos áie geene , welcke fterven fouden om zijn
Vader ten dienfte te ftaen, uyt,ende het meefte gedeelfe van die ellendigen,
achtede dar fulcks hetgrootfte geluck was , dat haer overkomen konde , en
dat fynae haren dood een oneyndige vreugde met haren Koningh fouden
genieten.
Voor eerft dan koos men fesDogters,van feer goeden huyfen,uyt;deeerfte
amdejuweelen, welke hy,tot fijns Lichaems cieraet,gewoon was te dragen,
Q.3- >
geaerKo
niugen,-
Giften aen
den nieu-
wen Ko-
ningh.
Ceremo-
niën om-
trent hec
Lijck van
den over-
leden Ka-
mug.
MenfdieB
om den
dooden
Koningh
te dienen
gedoodc.
Vremtby-
geloof.
Inl
u6 II. Boecio Voyagie vanThomas Gage II. Cap.
te bewaeren,de twéede ora hem heteeten voor te fnijden;de derde om hem
hant-water in een Lampet aen te brengen, en op fijne handen tefchenken;
de vierde omhein de water-pot toe te rey ken ; de vijfde om fijne fpijfete
bereyden ,• de feide om fijn Lij waet te waííchen.
Men dede nog v eele andere Vrouwen,foo vry-geboorene als Slavinnen,
ftervemom defe Juffrouwen te dienemnevens een Perfoon uyt yder van de
Ambagten, die in de Stadt waren. -
Na datmen alle die geene welke fouden gedoodt werden,wel gewaffchea
hadden.en nae datmen defelve welhadde doen onthaelemfoobefchilderde
men haere aengefigte met een geele ver ween men fette Bloem-kraniTen op
Hier op gingen fy als in Proceffie agter de dood-kifte van den overleden
Konine,fotnmigefpeeldenopKink-hoornenidiemenaendeZee-kantvinr,
andere op Trompetten die vandefchilden der Schild-padden gemaekc wa-
ren , endeandere weder fpéelden op Fluy ten, maer het meefte gedeelte van
de andere Lieden die ter begraevenifle gingen volgden al krijtende endebe-
tuvsden daer door haere droef heyd over het verlies van haren V orft.
De kiite in dewelke het Lijk lag wierde gedraegen van de Soone van
den overleden Koning ende van andere Edel-lieden, weikei eer fagtelijk
voortgingen totin denTempel van haren Godt Cupicaveride andere Bloet-
vrienden gingen ter zijde de kifte, fmgende op een feer bedroefde wijfe
een Liedeken ofte een foorte van een gebed voor den afgeftorvenen.
De Bediende van des Konings Huys ende de Oyengheden der Stadt droe-
gen de Standaerden,Vaendelen ende Waepenen des dooden. ^
* In defe ordre trocken fy omtrent ter middernagtuyt het Paleysdes Ko-
nings, werdendedoor veeleFackelen geligt, en maekendeeenvervaer-
liik leluyt met haere Trommelen en Trompetten , hebbende de Inwoon-
ders groóte forge gedragen , om de ftraten , door dewelke men paffeeren
moeiten, te deegenfehoon te maeken.
Na dat fy in den Tempel gekomen waren , gingen fy driemaelen om een
groóte hoop Dennen-hout,welke men aldaer,om het Lighaem te verbrand
den, hadden op een geftaepelt, ende fy floegen , met eene knodfe , alle
xlie ¿encwelke een Bloem-kranfïen droegen, dood,ende fy begroeven de-
felve, met alle haere cieraeden, vier aen vier, in een graf agter denTem-
POd den volgenden dag.wierde de afle endehet gebeente van het Lighaem;
nevens hetgeene nogvanhetGout ende de Gefteente overgebleven was,
forgvuldelifk vergadert, ende in ëene koftehjkc Deecken geleght, welke
mén aen de Poorte des Tempels bragte,alwaer het de Pnefters ontfio.
gen ; en nae dat fy de aife gefegent hadden , kneedden iy detelve tot deeg ,
?an dewelke fy een Beeld maekten, datmen als een menfche bekleed-
dweilende eea maske voor het aengefigte, ende men pronckte het op met
—
— %
M
I 1
1 ^JJ
J
ÏLBoeck. DoordeSpaenfcloeïFefl-Indun. II.Cap. 127
alle de Gefteenten van dewelke fichden overleden Koning plagte te be-
dienen. .,
Men hadde onder aen de voet van de trappen des Tempels exprefielijk een ^ctden
graf berey t,het welke feer wijd ende groot was,hebbende de diepte van vier Koning-
en twintig voeten , het was aen alle zijden met fijne matte behangen ende begraven,
befprey tamen fag daer een fchoon bedde imop 't welke een van de Priefters, ö
het Beelt datmen van defeaffe gemaekt haddei neder-leydde,keerende het
felve met de oogen na het Ooften , ende men behing de wanden ofte zijden
des grafs metSil veré ende Goudene SchildemBogeniPijlen, ende een groos-
getal Pluym-boiTen , men voegde daar nog veel Aert- werk by ¿als Potten,.
Schotelen, Taefelborden-,eneyndelijkmen vervulde geheel het grafmet
Huys-raet,Kofrers,Kleederen,Gefteenten,S"pijfe»Dranckende Wapenen.
Als dit gedaen was dektemen het graf met balcken énde planken» waer op
men de aerde wierp> ende daer op gingen de Edellieden, welke yets, dat toe
defe begravenifie behoorde, hadde aengeraeckt,figwafichen,ende het mid-
dagmael houden in eeneopene plaetfevan het Hof, fy moeften op de aerde
fonderTaeffeleeten, ende als dat gedaen was veegden iy hare handen aen
eenige vloeken Kattoen , welke fy op het Hooft haddemaf , zijnde in een.
groóte ft il te terwijlendatditallesgefchiedcendefy fpraecken niet ten fy
dan om drincken te eyfehen. Rouwe
Defe plegtelijkheyd duerde vijf dagen , ende geduerendedefelvewashet over den
niet geoorloft vyer aen te fceecken ofte hebben , dan alleen in de Tempelen dood des
en in het Paleys i men floot de Winkelen toe, ende niemant gingh uyt fijn Koninghs
Huys i doende haer befte om den rouwe > die fy over de dood des Konings betoont,
hadden tebetoonen.
Het Overf pel was eene fonde welcke onder haer met de dood geftraft Overfpel
wierde ende fydeedenifonder eenige verfchooninge, fowelde Man als de niet de
Vrouweidie het felve begaen hadden, ftrafïen • fo denO verfpeelder een Edel- <*ood ge-
man was, fofette men hem Pluym-boflèn op fijn Hooft 3 ende dus verciert "ra"»
Zijnde wierde hy gehangen , daer na verbrandde men het Lichaem.
Dog om de Hoererye te beletten, ftonden fy toe dat'er gemeene Vrouw- Hoeren
lieden waeremwelke men inliet heimelijk kondegaen befoeken, maer daer toegelae-
waeren geene openbaere Hoer-huyfen ofte Bordeelen. ten*
|egen woordig zijn delndianen vanMechoacan feer yverigin deRoomfch-
Katholijcke Religie,ende fy beleven defelve al immer foo wel als eenige an-
dere In woonders van America.
De vierde ende laetfte Provintie van het Rijk van Mexico > is die van het Befchrif-
nieuwe Gaüicien, defe wert door twee groóte Revieren bevogtigt, zijnde de vinge van
eene van defelve Piajile en de andere St. Sebaftiaen genaemt. rw/-
Defe Provintie is feer aeniienlijk ter oorfaecke vanveele Inidaenlche Galimen,
Steden , doch voor al zija'er fes die door Spaigniaerden ende Indianen
blewoont worden*
HET
ai
8 II.Boeck. Voyagicvan7homasGage III. Cap.
HET III. CAPITTEL.
Xalifco.
Guacía ta-
jar a.
Coarum.
&c.
Kloecke
Indiae-
nen.
Haere
vaerdig-
lieyd.
Haer
xijckdom.
Meenigbte
•van filver.
Xalifco. Guadalajara. Co^mm^Scc.Kloecke Indiaenen. Hare
vaerdighep. Haer rijckdom. Meenigbte van filver. Vree-
fe der Spaigniaerden. Haer voornemen. Befchrijving van
Quivira. Over-een-kontfte van de Inwoonden metdeTar-
taren. Menfch-eeters. Luyden die alie haere nootdmft van
deOJfenenKoeyentrecken.Ciboh. Totontaa. Tinguez.
Het nieuwe Albion. Befchrijvingedaer van. Jucatan. Be-
fchrijvinge daer van. Guatimala. Nicaragua. Befchrij-
vinge daer van. Hare Wetten. Overvloed van leef-toght.
León. Grenada.
DE eerfte ende de confiderabelfte is Xalifco , welckedoor Nutmio de
lusman wicrde ingenomen , zijnde hy met een vergramt gemoet ten
dien eynde uyt Mexico vertrocken,hy[nam als doen den Koning van
Mechoacan gevangen, ende deede hem daer nalevendig verbranden.
De tweede is Guadalajara, de der de Coarum, devierdeCompoftella, de
vijfde Spirito Sanfto» endedefefde Cápala > datmen nu het nieuwe Mexico
n0emt* . .'•,*'"''. , T J-
In defe laetfte is het dat de Spaigniaerden noch gedueng met de Indianen
in Oorloge zijn, iy woonen na b et Noorden toe , en de Spaigniaerden heb-
ben die nóch noy t konhen overbeerfchen.
Defe Indiaenen zijn feer kloeckmoedig, ende fy geven de Spaigniaerden
veel wercks , ter oorfaecke van de Rotfen ende het Gebergte in het welke fy
woonen, ende fy hebben defelve dickmaelen ter needer gemaekt,als fy haer
in hare Poften quamen befoecken.
Ick hebbe verfcheydene Spaigniaerden hooren feggen, dat fy,als men tot
haer nadert, als Geyten,op het geberghte ende de Rotfen,loopen,dat fy een
vervaerlijck geluy t maecken , als fy hare Boogen af-fchieten , ende daer op
m et foo groóte vaerdighey t haer retireren,datmen haer ten eerften op eene
andereRotfeilet. , .,„..,
Hetis om de goude ende filvere mijnen dat de Spaigniaerden veel meer
traghten dek Indiaenen te vermeefteren , dan wel fommige andere , want
daer fijn'er feer veel in haer Landt.
Sy befitten alreedeeen gedeelte van die njkdommen,door het gene fy uyt
de Mijnen van St. Louis de Sacatecas trecken , want daer van komt allehet
ILBoeck, ftoordeSpaênfcheWeJl-lndièn. III. CapT 129
filver dat in de Munrê van Mexico ende in die van Puebta de lot Angelos ge-
llageti werdt, boven hetgeenejaarlijcksinBaerennae Spaignien wiert ge-
ionden, het welcke meer dan fes Millioenen bedraeghr.
Hoe de Spaígníaerden meer nae het Noorden door-dringen , hoe Tv ook Vreefe ^r
meer rijkdommen ontdecken^hie/ door is het dat fyvoorgenoomen hebben Spai^niaeL
aliedie Provintien tegaen vermeefteremgelyk fy my dikmalen gefegt heb- den "
ben, ende dat uytvreefe dat de Engelfche, welke in Virginia ende in andere
van hare Colonien zijn, deiclve eer dan fy fouden konnen in-neemen.
Ick nebbe haerdikmaelen hooren verhalen , datfy haerfeer verwonder-
den ,dat de Engelfchenietdieper in het Landt rrockemen dat iy nootfaeke-
Iijck vreefe voor de Indianen moeften hebben, ofte anders feerleuy zijn om
datfy een ftil endeigeruft leven, nevens het Taback planten prefereerden
voor het conquefteren van een Landt dat vol gou t ende filver was.
HetisfeekerdathetvoorneemenderSpaigniaerden is,niet alleen onder te Haer voor^
brengen ende te overmeefteren die Indianen welke digte by haer woonen, necmen.
maer datfy , altoos dieper doordringende,willen te Lande penetreren tot in
Florida ende Virginia toe , oock fullen fy het doen , fo fy nieteenige Natie
uyt het Noorden van Europa ontmoeten, die haer wat meer wederítand
biede , dan die arme Indiaenen doen.
Hebbende nu bredelijkgefproken van de vier Provintien van Mexico,het
welke het eeríte gedeelte van America is.als men het fel ve in het Peruviaen- **
fche ende hetMexicaeníche verdeelt,fo moetik evenwel nog yets van de an-
dere drieProvintien feggen, welke aen het Noorder-gedeelte van het Mexi-
caenfehebehooremzijnde gelegen regt tegens over hetPeruviaenfchcende
endeik fal metfpreeken van Florida , Virginia, Norumbegua, Nova Francia
ende EJ}otjiandta,om datik,als wel veele andere doen,niet begeerete fchry-
venopde Rapporten ofte het hooren feggen van ándere, maar alleen hst
geene ik gefien ende door myne eygene ondervindinge ontdekt hebbe.
Ickhebbcindeeerfteverdeelinge, dieikvanhet Noorder-gedeelrege-
inaekt hebbe , nae Mexico gefield de Provintien van Quivira , \ucatan ende
Nicaragua > welke de drie Provintien zijn van dewelke ick nuwil gaen
tpreecken, ende daar na fal ik ook y ets feggen van het Peruviaenfche ofte
het Zuyder-Gedeelte van America.
Het Landt van Quivira is het Ooftelijkfte van geheel America,ende byna
recht over Tartaryen , van het welcke het foo weinig afgefcheyden is , dat
fommige gelooven dat de eerftc In woonders van America daer fijn van daen
gekoomen.
Het is oockin der daedtfulcks,dat dè Volkeren van America in veele din- PefcRrii
gen aen de Tartaeren gelijk zijniende doordien Quivira ende het geheele ■
Wefterfche gedeelte, welke na Afia toe-ftreckt , veel Volck-rijker is dan Ou
het Oofteriche gedeelte dat na Europa toe-loopt , foo kanmen daer uyt be-
fpeuren dat die quarr^eren veel eer dan de andere bewoont zijn geweefr .
R Ten
vinge van
"uivira.
Over-eeu-
fcomfte
vande In-
woon ders
raecde
Tartaren.
Rïenfch-
eeters.
lieden
die alle
harenoot-
drufc van
de Offen
en Koeyen
trecken.
Cibola.
Totontaa.
Titfguez.
i2o ILBqeck^ VoyagievanThomasGage XXI.Cap:
Ten tweeden fo fiermen door baere oogefchiktheyd en barbaerifche ma-
nier emdat fy meer over-een-komite met deXartaren dan met eemge andere
N Teh derden is bet fnlcks, dat, foo het Landt van Tartaryen ende America ■
„iet aen malkanderen vaft z.ijmhet daer van metkan afgefcheyden zyn.aan
dTenTaelften!hEet VoTk van ^^^datbetdigtiteaenTartaryen woond ¿
volgt de wiife der Tartaren in het weyden van nare Beeften 3 ende in het op-
foeken ende verwijlen van Land-ftreeken dte tot de weyde bequaem zijn.
Geheel die Kufte vin America is feer gras-rij k, ende fy geniet een feer ge-
temperde Lught : de Inwoonders aghten het glas meera s het gout , ende
temperce lm\ ni , Menichen-vleefch eeten.
ttffiïdSS» van dat Land zijn de Oiïen en de Koeyen
van defe trecken de In woonders hare fpijfe.drank.kieederen, ende oy na al-
1^^S^ÄÄ^ÄÄ m-cken iy baere Huyfen
SSto decken fy die daer mede.fy maeken van de beenen
hare meffen Uren van haer hair,touwen van baere fenuwemvaeten om uyr
e eet™ endSe drinken van hare hoornen ende blafemvyer van haren drek,
te eeten raucre « h yd der kalveren jin het korte, fy
emmers ^gf^SSSEhtt bloed,ende de melk daer van.
imAmericaAii ««W^^A am als r/Jf^^ de CBr«s^ door een ge-
declie van het «™™^ waren , fy fcheenen met Koopmanfchappen
ke van geen Wfg«?^ halre ftevens hadden fy Beelden díe wel nae
i-ellicaenen e eenevan dietwee-Kemngrijken.
^tnoÄ
ende ¿leien aen de kant van eeneRiviere , in een getempert Q maet.
TW 'rd e Stadt , welcke verdient datmen haerder gedenke.is T.n^de-
1 A Í n ^nSniaerden verbrandonder het beleyd van^/f»? </<C„-
ie Wa^A^WgSSKijWftoJ^ van denKoning van Spai-
SDrebrlWe0enCollegievan!efU¡tenJdienietdoendanpred¡ken,endedeL¡e-
denvanhet Landt in de Chriftelijeke Religie onderw.jfen. ^
ILBoECK. DöorieSpaenfcheWeJl-Miïn. III. Cap.' iji
Het nieuwe Albion legt aen de Weft-zijde n a Tartaryen toe, daer fijn feer Het nien-T
weynig Spaigniaerden , om dat fy daer weynig gout ende andere rijekdom- we Albion.
rnen gevonden hebben.
Den fo vermaerden Engelfchen Capiteyn Vrancoys Draeck, ondektehet iel- Beichrijr
ve,by fette daer de voet aen Landt, ende noemde het het nieuwe J/¿/'oM.,om vingedaer
dat de Koning die daer doenmaels regeerde , fig vrywilliglijck aen de Ko- vai>«
ninginne Eltfabeth onderwierp.
Het Land heeft overvloed van vrugten , die te gelijk aengenaem aen het
oog en aen de mondt zijn , delnwoondcrs fijn feer beleeft en 'lief-tallig te-
gen s- de Vremdelingen , dog genegen tot de Toverye en het aen bidden der
Duyvelen.
De Roode-zee ofte de Zee van California bepaelt dit Land van Quivira fo
Wel als dat van Mexico,
^ Het derde Koninghrijck dat aen het Mexicaenfche oftehet Noordelijke ^
Gedeelte van America behoord,is dat vanf ucatanfhet welke in hetjaer 1 5 1 7 Jucatm^
van Ferdinand Cor te $ ondeckt wierde.
Men noemt het \ucatan, nietna^c^/d», de Soone van He^er, ibais ee-
nige verkeerdelijk gemeent hebben, welke gelooven dat hy uy t het Ooften,
al waer de Heyl ige Schriftuere fijne woonplaetfe , in het twaelfde Capittel
van Genefis fteld, trock, ominditLandtekoomen woonen, maernae
het Indiaenfche woord facatan, het welke in die Taele, watfegtgy? be-
teekentj en dat door dien de Spaigniaerden, als fy daer eer ft aenquamemaen
de Inwoonders nae den Name van dat Landt vraegden,ende de Indiaenen,
welcke haer niet verftaende antwoordden daer op \ucatav ? het welcke, foo
als wy boven gefegt hebben , wat fegt gy ? beduydt,daer door dan noem-
den het de Spaigniaerden pcatan^níy hebben die naemook altoos behou-
den.
Dit Landt heeft de gedaente van een hangende Eylandt , en is ten min-
iten drie-hondert mijlen in het ronde groot.
Het is regt over het Eylandt Cuba gelegen , en in drie deelen onderfchev. *, r , ..
den. J * V"
Het eerileis het regte pcatanswéikers voornaemfte Steden zifaCampecbe, ^¿^ aC£
VaÜadolid , Merida ende Simancas i nog is'er eene andere, welke fy Cairo,
om haer grootte ende fchoonheyd noemen.
De Spaigniaerden agten dit Lan t voor arm, om dat'er geene füver-mynen
Zijn , en om datmen daer geene Cochenille nogte Indigo windt.
De voornaemfte Koopmanfchappen die men aldaer vindt,zijn Honigh,
Wafch , Huyden , Suycker , eenige drogen voor de Apotheeckers , Caflia
fijiula i Salfaparilla , nevens een groóte meenigte Mai$.
Daer is oock veel hout tot den Schip-bouw bequaem,waer van de Spai-
gniaerden fchepen maecken , met de welcke iy heen ende weder na Spaig-
nien. vaeren.
Ra In
aa¡
1&uatimala,
Acafamuh
Nicaragua,
leícnrij-
ringe dier
va»»
132 II.Boeck. Voyagie vanThomas Gage III.Cap^
In'tjaer van 1632. ftonden de ínwoondersophct poincl: om tegens den
Gouverneur te rebelleren, door dien hy haer dwong dar fy haere Kalk-hoe-
nen, haer ander Piuvm-gedierte, haeren Honinghende Wafch byhem
moeften brengen , her welcke hy dan felve op foodanigen waerdye , ais hy
wilde, ftelde, endedaer naeverkoghthy het ten foodaenigen prijs dat hy
daer veel a?n won, fich aldus, tot haeren koften, verrijckende.
Als fy nu dit rraclement , her welcke haer tot de uy tterfte armoede bragb-
te.niet langer konden verdraegen, foo refolveerden iy op te ftaen ende in de
BoiTchen en op het Geberghte te vJughten ; fy ftelden fulcks te werk en ver-
bleven aldaer eenigen tijd, tot dat de Religicufen van deOrdre van St.Fran-
cifcus,welcke veel op hiar vermoghen > haer bewogen om weder in haere
Huyfen te keeren ; ende de Gouverneur, vreefende dat geheel het Land re-
belleren ibude , accordeerde haer niet alleen een generaele Amniftie, maer
beloofde haer ook in het toekomende fagter te handelen.
Het tweede gedeelte van dat Landt is Guatimala genaemt , in het welcke
ick tvvaelf jaren gewoont hebbe,het felve is een van de meeft bevokte Oor-
den van America , ende men vintin het felve de meefte Indiaenfche Steden
eri Vleckemhoewel de Spaigniaerden,door haere harde traclamenten , daer
van meer dan vijfmaelhondertduyfent hebben doen fterven,
Sy fijn feer aen de Religieulen verpligt,wantfy befchutten ende befcher-
men haer tegens de Spaigniaerden , hoewel fy het om haer eygen belangh
doen , want hoe de Indiaenen meer voordeel doen,hoe ook de Religieufen
rijckerworden.
Dit Landt is wel gemaetigt , ende overvloeyende van alles dat tot het
leven nodigh is, de voornaemfte Steden zijn Guatimala>Cajfuca,en Cktapa,
van dewelcke ick hier nabreederfalfpreecken.
Het derde gedeeltevanfucatan wort Acafamul genaemt, het is een Ey-
landt regt over Guatimala geleghen , het welcke de Spaigniaerden Sánela
Cm\ noememdoor dien de voornaemfte Stadt die daer op ieght Sanäa Cru\
heet.
De vierde ofte de Iaetfte Provintie van 't Mexicaenfche ofte Noorderlijke
America>het welke aen de Spaigniaerdemnae mijne befte kenniíícbchoort,
is Nicarajrua*hez\egtin het Zuyd-Ooften van Mexico, ende niet meer van
het felve vericheyden dan omtrent vier hondei t ende vijftig mijlemhet wel-
ke veroorfaekt dat de gront en de Inwoonders van het felve veele o ver-een»
komfte met die van Mexico hebben.
De Inwoonders zijn van een feer goede ftatuere ende redelijck blank van
aengefigt endè Licchaem.
Eer fydèChriftelijcke Religie hadden aengenomen , fo hadden fy dog
even wei een Politicq Gouvernement , ende iy wierden door wetten gere-
geert ¿ dogh , even als Solon geene Wetten tegens de Vader-moorders
maekte 3 fi* niet konnende inbeelden dat'er fo boofe Kinderen fouden kon-
& 1. nen
II.Boeck. Door de SpaenfcheWejl-Indïén. III. Cap. 133
nen zijn , die haere Ouders fouden dooden , fo hadden oock die Volckeren Haere
geene Wetten tegens de Konings-Moorders gemaekt, niet konnende gelo- Weteen.
ven dat'er yemandt foude konnen gevonden werden,die yets , op het leven
der Koningen , foude willen onderftaen.
Sy ftraften de diefte met de dood niet,maer de Dieven moeften de geene,
welcke fy beftoolen hadden , als Slaven , tot die tijdt toe,dat fy door haere
flavernychec geene Cy geftoolen hadden,hadden verdient,dienen;het welc-
ke eene fagtere.ende met deNatuere van de Tonde beter o ver-een-komende,
lrraffe is > dan het hangen , datmen op andere Plaetfen gebruyekt.
DatLantisfoaangenaem ende föovervloeyende van alles dat tot onder- °vcrvi°eï
houdt des levens nodig is , dat de Spagniaerden het felve Mahomets Paradijs van ¿ccf-
noemen. , t0Shc-
Onder de Boomen welcke bloemen draegen , is'er een , die fo teer van ge-
voelen is , dat fy verwelckt , foo drae alsmen die aenraeckt.
Daer zijn in defe Provintie fo veel Perroquiten als'er Exters in Engeland
Zijn , ende de Kalck-hoenen,de Conijnen ende allerhande foorte van Wilt-
braet , zijn daer in fo groóte meenigte , dat die aen de Inwoondêrs voor ha-
re ordinaris fpijfe verilrecken.
In defeíve zijn veele Steden van de Indianen, die feer wel bevolcktzijn, Léon.
doch niet fo feer als wel omtrent Guatimala-, ook heeftmen daer twee Plaet-
fen die door de Spaigniaerden bewoont worden , zijnde deeeneLeow ge- Grenada
naem, alwaereenBifdomisgeveftight, ende de ander Gre*¿¿¿, welke op
eene Meer van foetwaeter is gelegen, dat meer dan hondert mijlen in het
ronde heeft,ende dat, hoewel het geene gemeenfehap met de Zee heeft,
evenwel Vloet ende Ebbe onderworpen is 3 dog ick fal van die Stadt ende
Provintiewijdtlopigerfpreecken.alsickfalhandelenvandeRevfendieick
in dat Landt gedaen nebbe. . , ~ '
Í":i
:|
Rj
HET
Befchrijv
vingevan
her Peru-
viaenfche
America.
Verdee-
lingedaer
van,
Peru.
Rijckdom
daer yan.
Mijnen
van Potojt,
134, ILB0.ECK. Foyagie vanThomas Gage IV. Cap.
HET IV. CAPXTTEL.
Befchrijvinge van het Peruviaenfche America. Verdeelinge
daer van. .'Peru , rijckdom daer van. Mijnen van Potofi.
Vrugtbaerheyd van?eru. Lima. Uis-flagh der Hollan-
ders omtrent 'het 'Callao. Rijckdom van Chili. Kloekmoe-
digheid der Inwoonders. Giengheyd van Valdivia isoor-
f aeche vanfijn ellendige dood. Befchrijvinge van Cadillo
d'Oro , Nombre de Dios ende Porto Bello. Br ave atfien
van Franpis Vraeck en van Oxenham. Befchrijvinge
van nieuw Andaluiia , nieuw Grenada, Carthagena,
Abuida, SandaMartha, Venezuela, &c.
NAe dar wy dan aldus in het korte het Mexicaenfchebfte Noorderlij c-
'<e gedeelte van America, voor foo veel het aen den Komngh van
Spaignien behoort , hebben befchreven.in voornemen van daer nae-
der af te handelen, alsickfalfpreecken van de Plaetfen m dewelke ik .ge-
woont , ende van de Provintien die ick door-reyil hebbe,fo WJliWgn du
mede eene korteen beknopte befchrijvinge van 't Peruviaenfche gedeelte
^ftellen>ende aen den Lefer daer van yets mede-deelen. jpwplrke
Het behelft voornamentlijk vijf groóte Koninghrijcken , va? dewddee
fommige geheel, fommige ten deelcaen de Kroone van Spaignie en Por-
tugael Snderworpen zijn , de eerfte is CaJiiHo d'OroAc tweede Guajma , de
derde Peru , de vierde Chili > ende de laetfte Brefit.
Doch ik wil mijne Hiftorie niet vervullen met het geene andere : van defe
vierlaetfte Rijcken gefchreven hebben-, ookhebbeick weymg in defdve
gereyft , maer ikfal alleen verhaelen het geene rek van ^«E^™£
endedaernaefalickvanC^/WOw ¿ waerdoorikgeryfthebbcfpreec
kMen hout dat Peru rijker is dan Mexicowmt hoewel ^tóvoor^el^n
^handS^ordeNoord^ee,ib welals *|i^«^bcrfb«d«m«2
aldaer vallende Koopmanfchappen na Pannama moet brengen en , n daer
te Lande ofte door de Riviere van Cbiagre na Portofeüo op d e Noord;Zee,
foo is dog dat Landt veel rijker dan dat van Me*ico.door de groóte meenig-
te van riickeSilver Mijnen die daer zijn. m-;*í*-£«
Men gelooft dat hef geheele Gebergte van Potcfi niet dan uyt Mijnen van
daSdcÍket3dogSde Koning van .^^-^^^^
in graevenfal, voor endeal-eer men diegeene,welkereets ontdecktzijn.
IOöeck. DoordeSfaenfcheWeJl'Indtén. IV. Cap.
íal uyt-gegraeven hebben , welcke , federtde tijdt dat de Spaigniaerden dat
Landt ingenomen hebben , aen haer rijckdommen genoeg hebben uytge-
leverr. _ v ,
Het Landt is feer vrughtbaer , en draegt alles wat men in Spaignien vinr, ^ er'he d
de Olijven fel ve zijn daer veel fwaerdcr,cnde de Olie die daer van gemaeckt a"p^t
wert foeter en klaerder.
Door dien men daer niet lightelijck Wijn konde brengen , foo heeft -
men'er Wijngaerden geplant* die veel wijn geven , welcke ilercker dan de
Spaenfche ís.
Het Koornwerdt daer oock in íeer groóte menighte gewonnen ¡ in die •
Landen die vlack aen het geberghteleggen ; dit is het felfde gebergte dat de
Indianen > die men nog niet heeft ondergebragt, van Brefil fcheyd.
Ditgeberghteftreckt toteen groóte nuttigheyd aen de vlackten , en dat
door de waeteren die daer üyt fpruy ten , want men moet weten , dat het in
alle de Plaetfen die van de Spaigniaerden aen de Zuyd-Zee bewoont wer-
den,noytregentitotfo verre dat dedacken van de Huyfen niet dan met mat-
ten bedeckt zijmom die door het ftof te befchuttemen evenwel is dit Land, »
het welcke niet bevogtight wert,dan door de waeteren die üyt het gebergte
vlietemende door dep daeuw die des avonts ende des morgens valt een van
de vrughtbaerfte Lalden des VVeerelds.
DeHooft-ftadtisLim* genaemt,men heeftin defelve een Viceroy,eene £/W.
Cancelarye , ende een Aertsbiifchop.
Twee mijlen van de ftadt is een Haeven diemen het Callao noemt, aldaer
havenen de Schepen diejaerJijcks de rijckdommen nae Pannama brengen.
Daer zijn oock andere Scheepen welcke op de Ooft-Indiën handelen en.
de kufte van Guatimala , als ook op Acapulco ,. dat de Haven van Mexico op
de Zuyd-Zee is.
De Haven Callao genaemt en is niet verfterkt foo als dat wel behoordcte
meeromdat'eraltoosveelekoftelijckeKoopmanfchappenzijn,foowelals
in de Stadt Lima.
Ick hebbe verfcheyde Spaigniaerden hooren feggen dat in het Jaer 1 620. Mis-flag
eenigeHollandfche, anderefeggen Engelfche, Scheepen fig omtrent die °erH°l-
Haven onthielden , waghtende dat de Scheepen die des Konings Sil Ver na landers
Pannama moefren brengen, fouden komen uyt te lopen,en hebbende door ^^¡¡ae
een vallen gerugte verftaen dat die al vertrocken waren, volgden fy defelve
aenftontsna,houdende den felven Cours welcke iy geloofden dat fy'genoo-
men hadden jhier door verloren fy de gelegentheyd om 't Callao te attaque-
ren , het welcke zy, buy ten twijffeLmet den eerften aenval fouden vermee-
ftert hebben , ende alfoo den grootiïen íchat die'er doemaels in de Weerelt
was in haer ge welt gekregen.
Doch doordien de Spaigniaerden weynig vreemde Schepen in dieZee'en
fien, fo leven fy fonder vreefe, en iy verfuymen hare kuilen te verilercken.
Hoe
'
Rijckdom
van Chili.
Kloekmoe-
digheyt der
Inwoon-
ders.
Gierigneyt
yanValdi-
via..
.ís oorfaeke
van fijn el-
lendige
doodt.
126 ILBoECK. VoyagievanThomasGagè IV. Cap.
H oewel nu Peru feer rijk is in füver-mijnen ende aerdt-v rugten ¡,fo is doch
Chili veelriicker ter oorfaeke van de goudt-mijnen welke men daer vindt;
dfc heeft deSpaigniaerden in den Oorlog, die fy de Inwconders hebben
aengefaen, doen volharden, dog fy hebben altoos kloeke wederftandt ge
VODltVolk,hetwelkeuytde natuere vailland^erckendekloeckmoedip
' is, heefr het gebruyek van de Europ,fche wapenen fo wel geleerdt alsde Spai-
SeÄS wijten
IbSSÄÄa^ datdatnietweimggeholpen heeft
het Landt voeren een van ucg ' ld, ten ' tde Troupes van Vlaen-
^? rí-Sder» ¿In h boen werdS d.«ooktenengrfon.
fondenAydeedefeflaenendem^anaeen ¿f f Jodeh¿e g[>h dee.
Ten dien eyndevoegde ly haer Dy ma koi u de (yquaemen
aldus den Gouverneurbefoeken . 1 to d ?^K™Jnu ftoeniethebbenkon-
bentlodaenigverhongertop « gn* ^^¿duytgevondenomde-
^^^^SêAu ^nöegjaergynjpetd**
íen uwen luft te voldoen, bet hier neDDen wy s 6 hem aen
u bekomfte van drinken.Ditgefegt .tetto* j«e¿e^okeoutfn fijn keel,
enherngevangengenomenhebbende.gotenlygeimoitc b ^^
IIBoECK. DoordeSpaenfcheWeJl-Indi-ên. IV. Cap 157
waer van hy ellendelijk ftierf , laetende fijn naem aen die Stadr »«. a
nagelat hy een bloedden Oorlog ontweken S^S no!
ík fal ook van Guajana nogte van Brefi! niet foreekpn a*™ >■ •. , '
niet -«weeft hebbe. B^/befoordeaeni ¿íoo^fa^lf
derdeSpaigniaerden weynig bekene 5 De Staeten van devS^eP^"
vinnen beikren jegenwoordigdaer een gedeelte V9n ¿Zl • f , ro-
alfoo de rijkdommen daer van aen Baw/ii bekent maken clcnr,Jren'eade
ikbegevemydan wedernaheteerfte Gedeelte van'tPernvii.i.n/M,. i
r««, te weten, Ca/ldoíOro, datishetgoudeCaftilienTtífndih^'' ****■
lbo genaemt doortien grooten overvloeit van eou t d ern-n ¿,í i ™ ™*e ™
Het we/dtln vier ProväntlÄge«SA^™bÄS!¿ïïír?,•
ÄÄtleÄ^^^I^ÄelO
zijn die de lugt met quade dampen vetvullen veelemllta^oe wateten
beloont, dog N-A, de P^isdirfequadêTuWbySw^
Wven.endeaendemondtkSeS&Ä AST
dere commanderen, verfterkt. ' welKeaeeenedean-
xeelegt, defe Stade ende Nmlre * & ¿Ä*^
S Mae*
Braeve
Aftien
van Fran-
gís
Draeck.
En van
Oxenbam.
Barbari-
fche India-
nen willen
j28 ILBoeck. FöyagievanThomasGage IV. Cap..
Maer , foo als iele boven gefeght hebbe . de lught van die Plaetfe is feer
on^font, endeinhet Jaervan 1 584. bevalden Koning van Spaignien dat-
men de huvfen van Hombre de Dios onder de voet foude werpen, en datmen,
op een «refondere plaetfe,weder andere foude timmererudit dan wierde door
mm Pedro Arias uytgevoen, welke dit Púno-BeMighte.
D Doíiktou^iíjn Vaderland tekort doen, fooik , hiervan N«jAr.ár
Di« fpreekende.de 'gedenkwaerdige daedendiede Engelfchein die Plaetfe
gédaen hebben, en overdewelckede Spaigniaerden fich noch ophedenver-
maer fv leeren fel ve hare Kinderen die te vrefen,defelve noemende om haer
ffli^Mte»ite#«^ Carthagena.cnt^
no¿ealk hetïeene hy daer op de Kufte dede,en voor al te Nombre de Dm,
iSSSíiií&saasssaspssass
waren , en tweemael hondert-duy fent ponden aen 1 Silver in klompen otee
Sitaren , en daer mede keerde hy weder nae het vafte ^-
Hetiswaerdat'ernaederhandtmuyterijeonderfijnVo^
welcke oorfaecke was dat hy noy t aen het .Schip dat hy .verborgen »ha<Wege
raeckte oockishy in fijn Vaderlandt niet wedergekomen, doch iulcks
maektÄ
oytyets diergelijeks heeft ondernomen ,ook fpreecken de Spaigniaerden op
ten verborgen,welcke ftaen te vallen in handen van die Natie,die den moet
ende cöuragie falhebben van die te gaen íoecken d
Ah íck in het f aer van 1 62 7 . te Pannamaws , in voornemen van u ener
nenSf
II.Boeck. DoordeSpaenftheWeJi-Indiën.' IV. Cap. 139
den Koningh van Spaignien te onderworpen , doch , foo als ick naemaels te fich onder
Carthagena verftont, daer wierde niets met haer beflooten, wan t de Spaigni- de Spaen -
aerden derven de índianen niet vertrouwen,door dien fydickmaelen tekens Tchebege-
haer gerebelleert hebben, wañneerfy haer mishandelen. ven.
Defe Indianen die ick doen te Pannama fagh , waerën alle wel-gemaeckte
Mannen^robuft ende van een braeve geftaltconder andere was'er een wel-
kers hayr al immer foo root was als men het op het Hooft van yemant in
Engelandtfoudekonnen vinden.
Sy hadden Goude Ringen in haereOoren,enkIeyneftuckjensGouts als H n-
halve Manen in de onderfte lip,hier uy t beflootmen dat'er veel van die ílof- r
fe in haer Landt was. raet"
Het nieuwe Andaluficn grenftten Noorden aenCaJïillo d'Oro endeten Kr
Zuyden aen Peru. ¿lïïr
De befteSteden daer in zi>nTo<row,dat de Spaigniaerden nuSanäa Marta- -"$*'
reta noemen , ende eene andere genaemt Spirito Sanfto.
Het nieuwe Grenada grenft ten Zuyden aen Carthagena, men heeft het Nieuw
defen naem gegeven om dat het in vrugtbaerheyd ende overvloet van alles Grenada
feergroote over-een-komfte heeft met hetKoninghrijcke vmGrenadam
Spaignien.
Hier in legghen fes Confiderable Steden ; de eerfte Tin%ia,wdcke men Befchrij-
gelooft dat reght onder de Linie leght ; detweedeTochamtm; de derde Po- vingedaer
faian , welcke derijckfte van alle is ; de vierde Sanäa Fe', daerin woont den van.
A.erts-biilchop,ook is'er eene Cancelarye ende eenKamer van Juftitie even
als tQPannamaendQteGuatimala.met een eerften Prefident,een Procureur
Generalende twee andere Prefidenten,die yder (es duyfent Ducaten Jaers
voor haere Gagie,uyt des Koninghs fpaer-kifte, trecken^de vijfde Stad heet
la Palma ende defefde Meridan.
De gewoone wegh , welcke men om van Carthagena nae Lima de Hooft-
ftadt van Peru tegaen,gebruykt,looptdwarfch door defeProvintie van Gr e-
nadas oockmoetmen dieReyfe altoos te Lande nemen.
Dit Landt is door fijne gelegentheydt feer fterck,om dat her met Rotfen
ende Geberghten omringt is, ende de doortoghten in defelve zijn feer engh
ende moeyelrjck¿doch van binnen beftaet het uyt fchoone Valleyemwelcke
een groóte mëenigh te vrughten voortbrengen, fo van Koorn als Maifrook
zijneer eenige Silver Mijnentende Revieren,onder welckers fant men Gout
vint.
Carthagena is de laetfte Provintie van Cajlillo d'Oro , de gront daer van is Cartba*
medeieer vrugbtbaer, doen daergroeyt feeckeren Boom welcke vergif- 'na>
tig is,en foo men die maer even aenraeckt looptmen feer groot gev aer van te
fterven.
De voornaemire Steden van defelvezijn eerirelijk Carthagena, welke den Befchrij-
RidderDraeckinhetJaer 158J. in-nam, hy verbrandde die voor een groot vingedaes
. S 2 ge- van»
n
140
II. Boeck. Vojagie vanThomas Gage IV. Cap,
gedeelte, ende voerdde twee hondert ftucken Gefchuts daer uyt, boven een
oneyndigemeenigtevangoutenfilver.
Iek'fótícÜ niet derven feggen dateer nu foo veel Geichuts is als er doen
was , niet te min is de Stad redelijken wel ilerk gemaekt > dog niet foo feer
üsPorto-Bello.
Het is een feer fchoone ende rijke Stad.en dat ter oorfake van de n Peerl-
handel , men brengt die daer van het Eyland Margarita , ook komen aldaer
alle deinkomften van den Koning uycgehéeLhet nieuwe Grenada..
Daer ie een BifiTchop en veel Kerken , nevens feer rijke Conventen.
Defe Stad wert door geenKamer vanjuftitieenCancelaryegeregeert, ge^
lijkS4»8*Fe',maer door eenGou verneur^die aldaer een abfolute magt voert.
Men heeft dikmalen in den Raed van Spaignienvoor-geilagen een fee-
kef getal van Galeyen te onderhouden om de Zee'en te door kruyifen >
welke haere retraite te Cdr^e»dfouden hebben. _
Het was door middel van die Stadt dat Engelandt het Eylandt.dat wy de
Providentie , ende deSpaigniaerden Si.Cdf/^riwAnoemen.verloonhet wel-
ke hoewel het kleyn is , evenwel aen ons Rij k ieer voordelig foude zijn ge-
weeit , felve meer als eenige van onfe andere Colonien van Amertca;dit was
he' dat de Spaigniaerden wel wiften,ende daerom is het dat fy alle de mag*
ten van Cartbagena te werke ilelden,om het weder te nemen;dog ik hoope
dat de ti]d t , in dewelke het in onfe handen vallen fal , nog eess fal komen ,
ende dat wy alfdan fullen genieten de voordeelen welke het door fijne gele-
gentheyt geeft. _ ., , _ ,,"
Men brengt ook alle jaren in kleyne Fregatten te Canhagena alle de Indtga
de Cochenille ende de Suyker , die in het Landt van Guatimala gewonnen
wert , door dien deSpaigniaerden geloo ven dat het feecker der is die Waren
in kleyne Schuy tjens over het Meer van Grenada na Nicaragua te brengen,
ende van daer na Cartba^na>ovn op de groóte Gallioenen.die vanPorto-Belb
met filver van Peru komen, geladen te worden , alsdefelve met de benepen
van de Honduras te fen den, welke dik maelen door de Hollanders genomen
lijmende om dat die Fregatten ook digte voor by het Eylandt deProviden-
tie paífeerden, foo hebben fy het felve aen ons ontnomeibtot hare verieeke-
ringe aen die kant. . ... ... ,
De tweede aefifienli jke Stad van het Landt van Canhagena is Abuida , de
derde SanBa Manhaft welke een rijk Gouvernement voor de Spangiae£
den is s en op die plaetfe is men feer bange voor deaenvallen der Lngelfche
en derHollanders, welke met hareScheepen daer komenjfy is op deReviere
van Abuida. gebouwt , anders BJo-grande ofte de groóte Reviere genaemt.
Venezuela, l^er is ook Venezuela ende het nieuwe Cadix, welke rijke ende fterke
DeSgniaerden noemen defe drielaeft genoemde Provintien,te weten
nieuwe Andalufia.meuw Grenada en Canhagena fierra Firmante het vaite
Land, om dat fy aen het Land van Per^aen de Noort-zijdeals tot een Wai
verftrecken , ende het fundament maken van die omgekeerde Pyramide.
Abuida.
Santfa
Martha.
ILBoeck. Dm de SpaenfeheWeft -Indien. IV. Cap. 141
OpdefewijfehebbeikdenLeferront-omgeheel^riMgeleydt en acn
hem het vafte Land van dat groóte gedeelte des Weerelds venoont;nier Z
kanmen de magt ende den rijkdom van den Koningvan Sraignien BefoeT
ren, welke foo wijdt uytftrecken de Landen onder fijn gebiet |ebragt hTef L"
tnL% V enmal kanderen vaftwae^^r^terdan|eheef£«^;
HET V. CAPITTEL.
Eylanden van America. Befehrijvinge van Margarita. Groo-
te menighte van Peerlen. Maniere om defehe te viffchen-
Handel daer mede gedreven. Rencontre tiiffchen de Engel-
fche ende Hollanders falveert de Spaenfche Peerl-vanghft
Befehrijvinge van Jamaica. Sfaenfehe wreethejdt. Be-
fehrijvinge van Cuba, fijne vrughtbaerheyd. Aert van
: het Verekens Vleefebm Cuba. Befehrijvinge van de Hava-
na, flerekte van de Haven daer van. De Hollanders ne-
men de (ilvere Vloote. Den Admiraelvan defehe wort
tmthooft Befehrijvinge vanEïpagnola, fijne vrughtbaer-
heydtenderijekdom, overvloei van beftiael. Verdeeldhe-
den onder de Sfaigmaerden. Aerts-Bifdommen m Ameri-
ca nevens depliticque regeeringe daer van.
HEt-vafte Landt vin America is niet alleen groot ende feer wijdt uytge- Eylanden
breyt , maar men vint oock in de Americaenfche Zee'en feer groóte van A™~
Eylanden > fel ve die de grootfte des Weerelts zijn. rica.
Het foude een al te verdrietige ende lanckwijlige faecke wefen die alle te
willen op-tellen,ook ioude fulcksfwaerlijk,jae, by-na,niet,konnen gefchie-
den.omdat er veele zijn welcke men noch niet ontdeckt heefcen die noch
met bewoont zijn,foo datmen van hare groóte ende vrugtbaerheyd weynig
kan feggen , want men leght dat alleen de Lucayefche Eylanden , meer dan
vier hondert in getaele zijn.
Ick fal dan om defe reden , ende om den Lefer niet te verveelen, alleen de
voornaemfte van defe Eylanden bef 'chrijven, en dat kortelijk;wy fullen met
diegene,welkehetnaefteaenCar^eW4gelegenzijn,beginnen,omdatwy
aldaer geey ndight hebben met het fpreecken van het vafte Landt.. Befchrii-
Het eerite dan dat verdient datmen daer van melde,is het koftelijke Eylant We van
Maroartia, her Min deZeedightby Cajitüo ¿Oro gelegen, endenae by twee Margarita
andere Eylanden Cubagua ende Trinen gen aemt. S 3 Het
n
V.'CA!
M
Groóte
mcenig-
te van
Peerlen.
%l% ILBoeck. Föyagie vanThomas Gage
Het is waer dat dat Eylandt van fommige misprefen is , om dat'er noch
Koorn noch Boomen , noch eetbaere Kruyden , noch felfs geen watentot
dVndrankbequaem, w. tot foo verre dat dein woonders voor defen een
TonneWiin voor een Tonne water gaven. m .< . ,,r;.:.
Doch de groóte meenigte van Peerlen welke men daer vmt,bedekt ende
veSefdSfcfoutdlefereyien, en^d^?AeTatíeS^
felve M4^«i4heeftgênaemt,om datmen in de Latij niche Taele dienaem
aeDPae7ilnfv;elrijkeKoopliedenindatEylandt, welke veertig a vijftig
Negers Sire Slave hebbeden defelve werden van haer nergens toe ge-
br^ta , dii . om tuflchen de Rotfen de Oeta in dewelke men de Peerlen
"Baseden n^^^^l^^dg^
niet doet dan Peerlen handelen. TVfaent van July , eenoftetwee
Maniere
om dele]-
ve tevif-
fchen.
Handel
daer mede
gedreven.
Rencon-
tre tuf-
fchen de
Engelíche
ende Hol
landers
~
— w
_
II.Boeck. Door de Spaenfche ffeJUndun, V.Cap. 143
geliche te deden , by-brengende haere Commiiïïe.die fy van myne Heeren „ r
de Staeten in die Zee'en hadden. Vccd'
Maer terwijlen datdefe tegens malkanderen difputeerden , fo ílrandehet van8il:*
Spaenfche Schip op een Eylandt, ende de Boots-gefellen ontlaedden,
droegen ende verborghen in het Bofch een gedeelte van de Schatten die
daer iri waeren , hebbende befpeurt dat de Hollanders haar kraghtigh-
lijck nae-ietten , foo ftaecken fy haar Schip in brant , foodaenig dat de En-
gelfche ende de Hollanders van dien beuyt verfteecken bleven ; foo drae de
tijdinge van dit voorval te Carthagena gekomen was , foo fondtmen daar een
Oorlogh Schip heenen, om dePeerlen,diemen in het Bofch verborgen had-
de , te gaen haelen , doch die leverdden het derde gedeelte , van het geene in
het Schip geweeft hadde , niet uyt.
Jamaica is een ander Eylandt dat aan de Spaenfche behoort, ende twee- Befchriï-
hondert ende tagtig mijlen lang ende veertig breet is, en hoewel het dat van vinge van
Margama in Fonteynen ende fchoone Beeken van foet waeter overtreft,foo Jamaica,
moet het in rijckdom doch evenwel verre voor het felve wijeken, want alle
deKoopmanfcbapdiemendaer heeft beftaet in Leder ofte Huyden,Suy-
ker ende Taback.
Daer zijn maer twee remarcabele Steden op datEylandt,deeene Orifcan Spaenfcfce
ende de andere Sivilien geheten , men maeckt daer Schepen foo goet als die j¡rec¿
uyt Spaignien komen. • h dc_
Het was eertijds feer Volckrijck, dog tegenwoordig zijn'er weynigh In-
dianen meenwant de Spaigniaerden hebben'er meer dan feftig duy fent doen
vergaan, foo dat de Vrouwen van dat Eylandt, fo wel als die van hetvafte ,
Landt van America, haere vrugt door Kruyden afdreven, uyt vreefe dat ha-
re Kinderen die wreede Natie fouden moeten dienen.
Aen geene zijde van die twee Eylanden is dat van Cuba geleghen , het
welcke drie-honderc mylen langh ende feventigh breedt is , het felve wierde
die van Europa bekent als Cbrijlopborus Columbus fijne tweede Reyfe nae
America deede-
Het is vervult met Bofíchen, Meeren ende Geberghten, het Climaet is n rh ..
feergemaetight, het Aert-rijck feer vrughtbaer, men vint'er uytnemende Belchn?"
fchoon Koper , en voor defe vontmen daer oock Gout. £n.ge van
Het brenght overvloedeüjck Caffia Tijiula , Gember , Maftick , Aloe,
Salfafarilla en Suycker voort.
Daer is oock Vleefch , Vifch ende Wil t-braet in groóte meenighte j doch sijne
byfonderlijck zijn'ér foo veel Zee-Schildt Padden ende Verekens , dat de vrught.
Schepen fulcks voor haere voornaemfte Victuailje mede nemen als fy weder baerheyc,
nae Spaignien trecken.
Terwijlen dat ick daer was, gebeurde het dat ick op feeckere dagheene Aen van
purgatie hadde moeten in-nemen,endeverwaghtendedatmenmy,nae dat hetVeic-
defelve gewerekt hadde,een ftuck van eenig gebraeden Pluym-gedierté ofte ke"s
■ van
- H
II. B o e c K . Foyagie van Thomas Gage
Vleefckin
Cuba.
Befchrij-
vingevan
de Havana
Sterckte
van de
Haven
daer af.
IXJ, II. Í50ECK. y ujagwuwnr-ivrrn** *-*'*&' V.L<APr
van een Coniin foude aendiíTchen, foo was ick wel verwondert darmen my
vets van een iongh acfoden Vereken voörfette , ende door dien ïkdaer van
weygerde te eeten Tais vreefende dat my fulks qualijck bekomen moghten ,
loc Í verfeeckerdemy cenyder , dat dat de befte fpij ie was, welckc de Domo-
ren van dat Landt gewoon waren te ordonneren aen alle die gene welke ge-
de Noord zijde,welcke gebouwt wierde door \aqutSdt Velafco&er is mede
eer l Bifdom hier op volght de Havana , mede op deNoort-kufte. aldaer is
eene ieerThoone Rcede\oor de Schepen, ook is'er de generale Stapel van
^K^pmtnichappcn^ de Spaigniaerden noemen defe plaetfe de Sleutel
VHeüs iödïfePkaiê al waer fig de Vlooten van den Koning vanSpaignien
oSuLiamiervergaederenmededeKoopvaerdy-Scheepenvan allede
Landt! als van de Eylanden, foodaenigh datmen in de Maent van Seftember
feïïeö ^kan?datalleydefchatten van ^^Maldaervergadertzijn, foodie
gif welke uyt de Inkomften van den Koning van Spaignien voortkomen,
IsookdeWa enenKoopmanfchappendieaen de Negotianten behoren ,
welckeop^Ja"^
^I^ÄjSeä
dfÄcSiSs8fecrgoetw« omhaer deStraet vznBahama tedoen
P*Doonr dien dan de Havana als het Pack-huys is , in het welcke men alle de
naäLeTanlen^hetanderewatmeerbinne-waertsaendeanderezyde
ven is , is fooW , dat *l**gg> «^^taA
ftlkd^hheffoudefoowelingenomen konnen wordemah • veeleandere
fteSeP^tfcninEWÍ?<..foomenhettneteengoetLegherleLandeaen.
taSe. Het
II.BoECK. DoordeSpenfcheWeft-Indiën. IV. Cap. 145
Het Cafteel is feer wel van Gefchut voor fien, onder andere zijn'er
twaelf S rieken welke fy de twaelf Apoftelen noemen , iy fijn van een extra-
ordinaire groóte.
Dog hoewel de Havana fo iterck is , fo konde Cy doch evenwel de íes ofte
Teven Millioenen , welcke des Konings Scheepen van Sí. fuan d'Uibuage-
bragt hadden, niet fal veren, hoewel die haer onder de befcherminge van die
Cafteelen geretireert hadden.
Ditgefchiedein het Jaervan 1619. als wanneer die vermaérde Hollander, -¿buyivan
welke de Spaigniaerden P%<¿ de Paio ofte Houte-been noemden, en welke fy ** -#-
foo feer vreefden als fy te vooren Francois Draek gedaen hadden^het Anker tbeur>
aendeC4^o5dK/^«íowíoindebijtwierp, om aldaerde Vloote van nieuw
Spaignien te verwagten , welcke op den behoorlij eken tijdt, diehy gegift
hadde > niet manqueerde te komen.
Hy hadde defelvefoo drae niet ontdekt, of hy ginck die kloekmoedelijck Afies ***
met het lofien van al fijn Gefchut attaqueren,dog de Spaigniaerden, welcke hieraai*
geen luft om tevegten hadden , hebbende Krijgs-Raet gehouden , oordeel- den Com'
den dat het beter was figin de Haven van Matan$as,aep het Eylandt Cuba x.£™ïndeur
gaen falveren , en al retirerende te vegten , dan het geit des Konings , dat j*oate~
haer toe-betrouwt was, te rifiqueren. eemvort
Op die Spaenfche Vloote waeren veele Edellieden, ende twee Regh-/^^^,
tersvande Cancellarye van Mexico, welcke men, als fchuldighe aen*^^
de Confpiratie , daer ick boven van ghefproockenhebbe, nae Spaignien nxerkvan
fondt. 4e„f,e_
Daer op was ook een Jacobijn er Religieus van mijnekennifle , gennemtroemdeft
Frzeterfacynthe de Ho^is, men hadde hem in nieuw Spaignien gefonden om Pieter Pie-
dle de Conventen van de Ordre van St. Dominicus te vifiteren, hy hadde terfz.Heyttf
ten minften agt duyfent Ducaten , door de gefchenken die men hem gege-
ven haddeby een gefchraept,fo als my fijn Gefel in het volgende Jaer feyde,
welken hyuytde Havana nae Guatimai 'a gefonden hadde, om onder fijne
Vrienden eenige Penningen te vergaederen , op dat hy , door hulpe van de-
fel ve , foo weder nae Spaignien mogte geraecken,
DomMartin de Cariüo was daer mede op,hy hadde gedeputeert geweeft,om
defchuldige aen den Oproer van Mexico te doen ftraflèn ende om haer Pro-
ces te maeken , men feyde dat hy daer door meer dan twintig duyfent Duca-
ten yergaedert hadde.
Boven defe Perfoonen was'er nog een BiíTchop en een groóte menigte van
rijke Kooplieden op defe Vloote » en Dom \uan de Guarnan de Torres was'er
Admiraelvan.
De Spaigniaerden dan de vlugt genomen hebbende , liepen de Reviere
va nMatan^a o^niet geloven de dat de Hollanders het fouden derven wae-
gen haer daarin te volgen , dochalsfynu defelve waeren ingefeylt, ende fy
ondervonden dat daar geen diepte genoeg voorhaere groóte Gallioenen
wasjdeeden iy die aen de Wal ftranden .
T Dat
De Hol-
lander:
nemen de
íilvere
yioote.
DenAdmi-
rael van de>
íelvewert
Onrhoofc.
Beíchrij-
vingevan
Efpagnola.
Sijnevrugt
baerhey:
ende rijck'
dom.
Over-
146 II.BoECK. Voyagie van Thomas Gage V . C a p #
Dat gedaen zijnde trocken alle de aenficnlijkfte Lieden aan Land,ende íy
begaeven fig op de vhigt » het befte dat fy konden mede-draeghende , fom- »
mige eenige Cabinetten ende andere Valiefen ende Maelen , m dewelckc fy
haer befte goedt hadden opgeíloten, dog de Hollanders, haerneerftiglijk
•vervolgt hebbende, fchotèn dapper met hacr Kanon, ende deeden haer
alles verlaeten, uytgefondert alleen eenige Kabinetten , welke in het Bofch
verborgen wierden , foodaenig dat alle de refte in handen van de Officieren,
Soldaetenende Boots-gefellen van den Kloekmoedigen Houte-been ge-
raeckte.
De Religieus Frater Ho^is hadde fig in eene Boote begeven , dragende zijn
kleyn Kofferken onder zijne kleedingchier in hadde hy Goude Kettingen,
Diamanten, Peerlen ende andere koftelijke Gefteenten; dog als fes Hollan-
ders in die Boote waeren komen fpringen , foo naemen iy hem alles wat hy
hadde af, Í00 als zijnen Gefelleonsdaer nae in de Stadt van Guattmala ver-
Als nu Don \uan Guarnan de Torres in Spaignien was aengelandt , fo deede
men hem in de gevanckeniiïe gaen , al waer hy voor eenigen tijdt buyten zij-
ne finnen was , dog weder herfteldt zijndewierdt hy daer nae ont-hoofr.
Dogh ik moetcvoor ik dit Kapittel eyndige, niet vergeten tefpreecken ,
vanhetvornaemftevanallede Eylanden van die nieuwe Werekit, zijnde
dit het geene dat men Ejpa^nola noemt , ende de voorige Inwoonders des
Lands met den naem van Hai^u beteekenden ¿het fugt nog op heden wegens
het verlies van meer dan drie Millioenen Menfchen , welke de Spaigniaer-
den, de nieuwe meefters daer van hebben gedoodt.
Dat Eylandt is een van de grootfte des Werelds, het heeft vijfthien-hon-
dert mijlen in den omganck, het geniet een gemaetigde lugt , deaerde is'er
vrugtbaer, en daerzijn veele Mijnen.
- Men drijft daar oock groóte handel met Ambergrijs , Sufxker , Huyden >
Gember ende Wafch.
• Dit Eylandt behoeft aan dat van Cuba nergens in te wijken5dog het over-
treft het felve verre in drie faeken;de eerfte is de fuy verheydt van 't gout dat
dae^feer fijn ende fonder menginge van eenigeMetaelen wert gevondenjde
tweede de goetbeyt van het Suyker-riet , dat aldaer veel meer dan op andere
plaetfen uytlevert; de derde devrugtbaerheytvan het Aert-rijk, het welcke
gemeenlijck hondert fout wederom geefr,
Defe groóte vrugtbaerhey t wert door vier Revieren veroorfaeckt, welke
groot zijn ende dit Eylandt in vier gedeelten fcheyden ende bevogtigen,
Defe vier Revier en fpruvten alle uy teen en het felve Gebergte, welcke
te midden in het Landt gelegen is^deeerfte van defelve wert ^genaemt,
ende neemt fijnen loop Ooft-waertsj de tweede Arthwnacus , ende defelve
vloeytten Wetten ; de derde facchus , die ten Noordemendede vierde
Nathus , dienaehetZuydenftreckr. ,
Dit Land is fo4aemg vervult met Verkens en ook-van ander Beftiaei,dat
T
II.Bo'ECK. DoordeSpaenfcheWeft'Indïén. V.Cap. 147
alle in de Boffen ende op het Geberghte is wilt geworden , dat de Scheepen
• welke digte omtrent het felve haeren Cours nemen ende leef-togt van noo-
den hebben,gemeenlijck op eene onbewoonde plaetfe landen,ende met ge-
weer op de Jagt gaende dooden fy daer foo veel wilde Verkens en Offen als
fyvan nooden hebben, fonder dat haeryemandt fulcks belet , doordien
een grbot gedeelte van datLandt onbewoont is^ende alle de Indianen dood
zijn.
De voornaemfte Stadt die men daer op vint is St.Domin^oÁn defelve is een
Prefident ende Kamer van Juítitie,beftaendeuyt fes Raets-heeren ende de
andere daer toe noodige Officieren ; daer ís oock de Setel van een Aert-bif-
fchop,en hoewel defelve foo veel Inkomen niet heeft dan wel de andere, en
voor al die van Lima ende Mexico,íoo heeft hy boven haer dog die eere, dat
hy Primaet van alle de Indien is.
Nae Domingo volgt St. Ifaklla , St. Thomas , St. \uan, Maragna ende Por-
ft>,alwaer ftercken handehmet de Waeren van het Eylandt wert gedreven.
Op defe wijfe hebbe ik nu te Zee en te Lande,deEylanden ende het Vafte
Landt,datdeSpaigniaerdenin^ramVdbefitten,doorlopen,omtedoeniien
den ftaetin dewelckefich dat gedeelte des Weerelts nu bevint.
Boven de verdeel [heden van dewelcke ik boven hebbe geiprookenjdie'er
Zijn tuffchen de Spaigniaerden die in dat Landt gebooren wordenjende die
geene die uyt Spaignien ghefonden zijn , zijn'er noch andere, en voor al in
Peru is een doodelijken haet tufichen de Bifcayersendede Caftilliaenen ,
welke dikmalen dat Land beroerte ende tot aen fijne totale ruiaegebragt
heeft.
Daer zijn vier Aerts-Bifdommen in Americat te weten St.Domingo, Mexi-
co» Lima ende Santa Fe', ende meer dan dertig Bifdommen die daer onder
hooren.
De Bedieningeendehet bewint vanfaeken ioovanStaeteals van Jufti-
tie, zijn in de handen van twee Onder-Koningen, van dewelke fichde
eene te Lima,ende de andere te Mexico onthout;fy hebben andere Gouver-
neurs endePrefidenten j dieíy Alcaldes Majares noemen, onder haerjuytge-
fondertdePrefidenten van Guatimala ende St.Domingo t welkers magt alibo
abfolut is,als die van de Onder-Koningen , hebbende fy Gouverneurs ende
mindere Magiftraten onder haer 3ende fy felve en flaen onder niemant dan
het Hof ende den Raed van Spaignien.
Verdcclt-
heden
onder de
Spai-
gniaerden.
Aerts-Bif-
dommen
in America.
Politicjuc
regeerin-
gevan
T %
148 II. Boek. Vbyagie vanThomas Gage VI. Cap.
HET VI. CAPITTEL.
Den Autheur werd de Reyfenaer Manilla ontraeden. Ver-
dorvenheyd in de Philippijnen. Swaerigheyd om uyt Manil-
la weder te komen. Boosheyd van de Geeftelijcke aïdaer.
Den Autheur wanckelt in fijn eerftevoorneemen. Hyopen-
baertfulck aen een Mede-macker, die het met vreughde
verjiaet. Beraetflaeginge daer over met een Religieus van
America; fijn oor deel. Den Autheur neemt meteenige van
fijne Mac kers voor in America te blyven. Een Monick vlugt.
Gramfchapvan Calvo daarover. Hy mishandelt de Mo-
nte ken. Een van die blyven wilden y valt af. Groóte Con-
sternatie onderde anderen. Stantvafiigheyd des Autheur s
werd door de andere gevolght. Beleyd van de Monicken in
hare vlugte gehouden. Kleine voor-raed van geit tot de
Reyfe.
Den Autheur verhaeld de reedenen die hem bewoogen om
de Philippij nfche Reyfe te ftaecken , en hoe hem fulcks
door feeker Religieus, die eerft daer van daen was geko-
men , ontraeden wierde , ook befchrij ft hy ons de fwae-
righeden die hy vondt om uyt Mexico te geraeken, tegen
den wille ende buyten het weten van fijnen Superieur.
NAe dat wy nu een keer ronfomme^;ri£4 gedaen,ende het felvein
het generael befchreven hebben , foo is mijn voornemen te vertoo -
nen de plaetfen , in dewelke ik gewoont en door dewelcke ick ghe-
reyft hebbe , ende par ticiilierlijck voor oogen te ftellen de ftaet , kragt ende
rijckdomvandieProvintien, die ten Zuyden van Mexico leggen.
Evenwel is mijn principaele voornemen,een y der te doen verwondert ftaea
over de voorfienigheyt Gods, welke my in mijne Reyfen verfelt heeft en be-
ichermt voor een oneyndig getal van periculen in die verre af-gelegeneLan-
den, in dewelke hy my als een tweede Jofeph in Egypten hadde gefonden.en
daer weder uyt verloft, als de Befpieders uyt het Landt Canaan > hebbende
my weder in mijn Vaderland gebragt , om aldaer de rijekdommen van die
nieuwe
II.Boeck. DoordeSpaenfcheWeJt-Indïén.WI.Ckv. 149
nieuwe Weereld voor oogen te iteilen, ende foodanige faeke, welke*
mijns wetens , noyt Engelfman, voor my, geilen heeft, aen de menfchen te
vertoonen.
Ik bleef in dat vermakelijke Landt-Huys, St. facynthe genaemt, on--
der het opfigc van onien Superieur den Pater Calvo, van deMaentvan
O&ober tot aen die van Februarius daer aen volgende , nevens de andere
Religieufen mijneGefellen,ende uy t het fel ve kond ik,op mijn gcmak,ga?n
befchouwen, de aen merkens-waerdige dingen , die om enin Mexicozijn.
Terwijlen ik daer bleef, ftelde ik groóte vlijt te werke om my te doen Den Au-
onderrigten van degelegentheydvandePhilippijnfcheEylanden, naedetne'Jr
welke ik , op mijn vertrek uy t Spaignien , hadde voorgenoomen te rey fen ; wert de
en tot mijn groot geluk, vondt ikdaerfeeker Religieus, welke, goede ReYiena«
kenniffe aen een van mijne Vrienden hebbende,daer van daen eerft was ge- Mantll(l
komen, hebbende hy in Manna gewoon t. ' ontraden»
Defen Religieus dan , in plaetfe van ons tot die Reyfe aen te moedigen , v ,
deede alles wat hy konde om ons defelve te ontraden, iêggende,dat,foo wy u°r">
onfe faligheyt ende de rufte van onfe Zielen liefhadden , wy noyt moeiten ya" ¿Ie
denken om in die Landen tegaen,in dewelke men niet vont dan ftrïcken om philipii-
de Zielen on der de magt des Duyvelstevangen,endedatdcgelegentheden nen. '
om de Menfchen tot verfoekinge te brengen , daer niet alleen kragtig ende
meenigvuldig waren , dog dat fy daer nevens foo dikmalen voor- vielen ,
dat het fwaer viel defelve te ontvlieden.
Dat,foo hy fig niet heymelijkom fijner Zielen faligheydts halven , had- Swaerig^
de weg-gemaekt , hy daer noyt weder van daen foude hebben konnen ko- heydt om-
memhebbende hy fig dikmalen op deknyen voor fijneSuperieurs neder-ge- uyt-Maml-
worpen , om verlof om nae Spaignien te mogen keeren te verwerven, fon- la weder
der fulksoytte hebben konnen verwerven.. te komen.
Wy konden niet veele dingen uyt hem verfta en, ende nog minder de re- R ,
den van fijn vertreck daer van daen, als alleen dat hy dikmaelen feyde dat de Boo^heydc
Religieufen die in die Landen woonden Duyvels waren , wanneer fy fig in ^" ft i'-
haer particulier en van de hantaf bevondemter plaetfe daer fy woonden om k^a daeT"
de Indianen te onderwijfen , hoewel Cy in het publijk , en voor hare Supe-
rieurs Heyligen fcheenen.
Hieromme overlaegen wy mermalkandereninhetheymelijkwat ons te
doen ftonde,'t fy om dat Jaer weder nae Spaignien tekeeren,of,wel in Ame-
ric* te verblij ven, íoowy nae Spaignien niet konden geraken. D A
Ons was^ niet onbewuft dat,fo onfen Superieur Calvo de minfte lugt van theyr U"
ons voor-riemen kreeg,en dat hy vernam dat wy te raden waren geworden wankelt
om niet verder te gaen,hy ons op de ftraffe des bants beveelen foude hem te jn fii„ eer-
volgemof dat hy onsrin het gevangen Huys van eenig Convent foude doen fte voor-
opiluiten, tot de tijd ende wijle, toe datmen van Mexico foude moeten nemen,
vertrecken.
Hoe wel wy het voornemen dat wy hadden van niet nae de Philippijnen
T 3 over
I
Beraetfla-
ging daer
over met
een Reh-
geus van
America.
Si jn oor-
deel.
Den Au-
thcur
neemt
met eeni-
150 II. Boeck. Vbyagk vanThomas Gage VI. Cap.
over tevaeren feer geheim hieldden , foo konde ikmydog niet onthouden
van het felvè aan een van mijne Confidentfte Vrienden , zijnde een Reli-
gieus uyt Yerlandt van daen ende Frater Thomas van Leon ghenaemt, te
openbaeren, ickhaddebemercktdathy dikmaelen metfmertedenarbeyt
van het rey fen verdroeg , en dat het hem ber ou wde uyt Spaignien getrocken
te zijn.
Soo drae ick hem het voornemen,dat wy om te bly ven hadden genomen,
haddedoenverftaen, nevens de wijfe op de welcke ik fulks daghte aen te
leggen , foo betuygde hy een grcote vreugde , endehy beloofde dat hy my
noy t verlaeten foude , maer in tegendeel met my gaen waer ik vulde.
Als nu den tijdt van ons vertreck naederde , ende wy faegen dat wy niet
veel van de felve over hadden om ons tot de Reyfe vaerdig te maeken , foo
adreiïeerden wy ons onderwijlen aan feecker Religieus van Mexico > op dat
hy ons in ons voorneemen foude raed geven } wy feyden tot hem , dat wy ,
fo onfen overíle Calvo ons wilde confent geven om te blijven, feer verheugt
fouden zijn, foo wy in eenig Convent in Mexico ofte daer omtrent, fouden
mogen blijvemtot dat wy weder gelegentheyt, om naeSpaignien te keerem
fouden hebben gevonden.
Dog door dien dit een Criool was,ende van die geene die in dat Land ge-
booren zijn , fo kondehy fig niet onthouden van aanftonts den onverfoen-
lijeken haet, welke fy die uyt Spaignien komen toedragen , tevertoonen.
Hy fey de ons dan vlack uyt dat de natuerlijcke Spaigniaerden , ende die van
fijnen Landt-aart, noyt weimet malkanderen hadden konnen over-een-ko-
men , en dat hy wel wifte dat de Superieurs ons niet dan met groóte moeyte
iouden aannemen j dog dat hy geloofde, dat wy inde Provintievan Guaxa-
ca feer wel fouden ontf angen worden, in dewelke de helfte van de Rehgieu-
{en naturelle Spaigniaerden waeren, zijnde de refte Criolen ofte daer in het
Land t geboorene¿ende dat in alien gevalle , foo het ons in dat Landt niet na
onfen fin quaeme te gaen , hy ons verfeeckerde dat wy in de Provintie van
Guattmala feer welkom fouden zijn , als alwaar de meefteReligieufen natu-
relle Spaigniaerden waeren , houdende die geene die daer van daen geboor-
tig fijn feer onder. .
Ditfeggen mishaegde ons feer alswy overwogen dat wy ten miniten
drie hondert mijlen moeiten rey fen om te Guatimala te koomemdat wy on-
kundig in de Mexicaenfche Taele waeren , en dat wy geen geit nog Paerden
hadden omeene foo lange en verdrietige Reyfe aan te vangen.
Do° wy overleydden ook dat de Phihppijnen noch veel verder afgelegen
waeren , en dat'er gantich geene hoope was om van daer oyt weder in het
Chriftenriick te komen, ende het Vaderlandt te befien.
Hi^r door naemen wy eene refolutie om ons t eenemael in handen van de
Goddelijke voorfienigheydt over te geven , ende die Reyfe van drie hon-
dert mijlen, met de weynige middelen die wy by de han t hadden te waegen ¿
• ten dien eynde verkogten wy onfeBoccken endeeemge Kleederen die
II.BoECK. DoordeSpaenfcheJVeft-ïndiên. VI. Cap. 151
wy nog hadden ; en hier door kregen wy middel om yder eenPaertte s?cvanfn
koopen
Dog
;rwijlen wy ons dus in het heymelijk tot de reyfe na GuatimaU be
nemac-
kers voor
reydden>foo wierden wy niet weynig ontruftdoor hetgeene eene van onfe n\Amevka
Gefellen om die felvefaekeoverquam, hebbende hy, buyten ons weten , teblijven.
mede fulks voorgenomen.
Defen Religieus was Frater Pedro Boralho genaemt, dieons , fonder^enMo"
zijn voornemen aen yemandt van fijne Vrienden te openbaren , heyme- nick vluSr-
lijk verliet.
Sijne vlugt bragt foo groóte gramfchap in het herte van onfen Superieur ?£am"
Calvo, dathy , nae dat hy hem aen alle Oorden hadden doen foeken, den Í h.aP'an
onder-Koning ging vinden, ende hem bidden dat hy doch fijne authori- Cö/wdaer
teyt- wilde te werk ftellen om defen fugitiven Monick weder te bekomen , °m'
endeopde plaetfe van de Merkt fijne verbots-brieven te doen af-lefen met
dewelkeJiy alle ende een yder foude bevelen den ielve niet te verbergen
ofte te ruiys-veften,maer hem gevonden hebbende ofte wetende, weder by
fijne Superieur te brengen.
Hy vertoonde hem dat niemand moefte huys-veftinge geven ofte debau-
cheren foodanige Perfoonen , welke uyt Spaignien vertrocken waren om
het Euangelium in de Philippijnfche Eylanden te gaen Prediken,om dat fy
door fijneCatholijke Majeftey t daer wierden gefonden ende op fijne koften
onderhouden,en dat daar door,die Religieufen, welke ten halver wege van
voornemen veranderden , en haren Superieur verlietemgecaftijdt moeften
worden,door dien fy fijne Majeftey ts intentie fruftreerden ende daer en bo-
ven fijn geit ftalen.
Defe redenen hadden foo veel magt op den Onder-Koning , dat hy aen-
ftontsfeekere Ordonnantie deede publiceeren, door dewelke aen alle die
geene die wiften waer den voorvlügtigen Religieus Pedro Boralho was,ofte
wel die hem huys-veften , geboden wierde jfulks aen fijne H ooghey t te ko-
men aenbrengen , op poene van gevankenifïe van hare Perfoonen,ende een,
boete van vijf-honder t Ducaten voor den Koning,nevens verbot.op defel-
ve boete van eenig Religieus van de Philippijnen ofte daer nae toe gedefti- ■
neeny te verbergen ofte te huys-veften, tot de tijdten wijle toe dat des Ko-
nings Scheepen v&nAcapulco moeften vertrecken.
Als Calvo defe Ordonnantie hadde,begonden hy onsqualijk te handelen, H
hy feyde dat wy Slaven van den Koning waeremende aen fijn beley ton der- handch de
worpen; dat foo ymant foo ftout was van hem te derven verlaten (wanthy Moniken
vreefdedat fy het meeft alle fouden gedaen hebben )hy defel ve met dehulpe
des Onder-Konings wel foude weten te vinden , foo wel als Pedro Boralho,
tot fchande ende fchaemte foo wel van de eene als van de andere.
Dit feggen bragt groóte droefbey t in ons herteen deede mijnen Gefelle £en van
Thomas van Leon den moet verliefen,foo dat hy , in mijne tegenwoordig, ¿ie blijven
hey t , het voornemen van in dat Land te blijven , veranderde , fich niet wilden
wil- valt af
i<2 II.Boeck. Foyagie vanThomas Gage VI. Cap.
willende heymelijckvan zijnen Superieur begeven i hy betuyghde even-
wel , dat, foo ick Dy-rn^n voornemen volherddchy my getrouw zijn
ende niet ontdecken foude; dogh, door dien ick zijne iwakheyt gefien
hadde , dorfte ickmy niet meer op hem betrouwen , ende ick veynfde
my als of ick nevens hem van dat felve voornemen was.
Groóte Dit maeckte dat ick my by mijne drie andere vrienden begaf , van de-
conftema- welcke Antcnio MelendeK een was, zijnde hy die geene die my de eerfte had-
tie onder de doen refolveren om uit Spaignien in Afia te gaen , ick vonde dat fy feer
de andere, benauwt waren, ende in groóte onfeeckerheydt van het geene fy in de-
fë coniun&ure fouden aenvangen.
Sv overleyden dat wy , als wy ons op de vlught begaven , konden gevan-
gen worden, endealfoo in heghteniffe te Mexico gebraght, en dan daer op
Fezens onfen willen nae de Phiüppijniche Eylanden af gefcheept , het
welke ons met ichaemte ende confuíie moeite overftorten, en verbieden
het hooft op te heffen, ende onfe vrienden te aenfchouwen.
Sv maeckten oock haere reflexie op de Ordonnantie van den Onder-
Koninsrh, ende opdeiwaerigheydt die'er was om zijne handen te ont-
komen, als wel wetende dat hy nietfoude naelaeten allezyne maght in
het werckte ftellen om ons te foecken ende te vinden.
Aen de andere zyde floegen fy haere oogen op de kleyne achtinge die
Calvo voor haer hadde, dat hyhaer als flaevenende voor vlughuge wegh-
loopers handelde, en dathy haer als foodaenige op*de volle merckt bekent
maeckte,endeeyndelijckdeflavernyeendedeellendetotdewelckeiy,inde
Philippijnfche Eylanden gekomen zynde, fouden vervallen.
Doch onder alle deie quellingen hadden wy eenen trooft , te weten , dat
men ons verfeeckert hadde dzt'ei PedroBoralho omkomen was, en datmen
hem frifchen weldiipooftopderiweghnaeG«^^4/4 hadde gefien , foo-
daenigh dat wy hoopten ons'er,ibo wel als hy, door te redden.
Stantva- Dit maeckte dat ick haerrondtuytfeyde,dat ick voor-genomen had.
ftighlyt de te blij ven,, al fou het danalleenzyn, om, of na Spaignien te trecken,
de^Au- of nae Guatimala te gaen. ju^Li^-mi*.
theuVs Sy betuighden alle groóte vreughde , Tiende my van foodaenige rciolu-
wertdoor tie, en verfeeckerden my dat fy met my het waegen endeeen enhetfel-
de andere ve p¡e vaer loopen wilden. ,'..„', „ ra un„Aon
gevolglu. Soodaenig dat wy befloten yder een Paerdt in Mexico , gereet te houden,
en dat wy den avom voor den dag,op dewelc ke ons gei btf chapn ae ^ ulca
verwecken moeite ,twee aen twee , van het Huys St. facymhe fouden af-
laen! om i™ M>xi« .ter plaetfe daer onfe Paerden fouden zyn , te komen,
Indedrwy^ropuytdeStadtfoudentreckenendedengeheelennaght
voort-reyfen, doende het felve twee a drie daegennae den anderen ne-
mende des daeghs onfe rufte, tot dat wy demgh a veertigh mylen vanae
toe de Rey-
fe.
II.Boeck. Door de SpaenfcheïVeft- Indien. V, Cap. 153
ende ons niet vinden , de Reyfe van de refte van fijn Gefelfchap nier foude Beiev
wilien ítaeken,om ons te doenfoeken; en dat als hyfulksal deede, het ¿e m0
fel ve maereen dag a twee foude dueren , nae dat by ons doordeStadt van kenin ha-*
México foude hebben doen opfoeken foo wel als op de naefte weegen al -
waer wy verfeekert waren dat hy ons niet vinden foude, ofte eenige'ty-
dinge van ons verneemen, om dat wy voorgenomen hadden niet langs de
groóte wegen nodh de gewoonlijke paeden tereyfen , voor al in die twee
alder-eerfte nachten naer ons vertrek uytde Stadtvan 'Mexico.
Dit befluit wierdt alfoo wel belegt ende ter executie geftelt als het be-
nomen was -.hoewel men reden hadde,van te vreeien dat het mogte ont-
dekt worden , door dien het aen vierperfponen bekent was ¿ ook mogtmen
met recht apprehenderen de fwaerigheyt die wy fouden ontmoeten , in het
doen van een Reyfe van drie-honderr mijlen, met het weinige geit dat
wy hadden , en van het welke evenwel vier Meníchen ende Peerden ee-
ten ende leven moeftèn.
Want wy maekten eengemeene Beurfe, nae dat wy onfe Paerden ge- Kleyne
kogt hadden , wy gaven die aen een uyt het Gefelfchap te bewaren , en voorrae
wy bevonden dat wy in alles niet meer als twintig Ducaeten hadden, het vangelt
welke in een Landt foo ryck alsdat,niec meer is dan twintig Schellingen ""
in Engelandt, ofte vier Rijksdaelders in Vrankriik.
Soodanig dar, hoewel die naeuwlijks konden ftrecken om onfe Peer-
den eenige dagen te voeden, foo lieten wy des niet te min, níet nae te
ver trecken , onfe hoope ende vertrouwen meer op de Goddelijke voor-
fienigheydt,dan op demenfchelijke middelen ftellende.
Wy tnaeken mede onfe reeckeninge , dat wy , als wy veertig mijlen
weegs fouden gereyft hebben , ende foo verre aen de andere zyde van
Mexico zyn gekomen , wy in plaetfe van twintig Ducaten meer dan veer-
tig fouden hebben, omdat wy ín de Conventen van de Reliaieufen, die
ons niet kenden, fouden gaen logeeren, ofwel by de rijeke Spaenfche
Pachters , die ons niet alleen trafteeren fouden ; maer oock ielve op ons
vertrek ons eenig geit geven, om ons een dag a twee te Voeden.
Sietdan hier, beminde Leefer, methoe weynig uytterlijke middelen en-
de op hoe loffen voet wy het dorften wagen, in een vreem t, en voor ons on-
bekent Lant, m het welke wyfelve deTaelevan denLant-aert niet ver-
ftonden , van ons Gefelfchap af tefcheyden , by het welke wy den overvloei
van alles hadden, ende dat om ons te werpen in de armen 'des geluks, al-
leen in hoope van des te beter het Vaderlandt te konnen weder aenfehou-
wen, ende om de gelegentheden van fondigen, welke men ons gefegt
hadde in de Manilla'es, foo meenigvuldig te zijn , te ontgaen • hierdoor
is het, dat ik geloove, dat de Goede Godt geliefde onfen weg voor-
fpoedig te maeken ♦ ende ons defelve veel ligter te doen vallen , dan wy in
den beginne hadden derven hoopen , foo als by het vervolg fal blyken.
V HET
ê
m
154 II. Boeck. Voyagie vanThomas Gage VILCap.
HET VIL CAPITTEL.
Voorforge van den Onder-Koningh ende van Calvo. Doch
tevergeefs aengewent. Syraeckenuyt Mexico. V aleje van
Atlico. Haere vrughthaerheydt. Goedt onthael op den
wegh genoot en. Sy beginnen by daege te reyfen. Valeye van
St. Paulus. Dubbelden Ooghft m defelve. Rycke Boeren.
Geluckige onimoetinge.. Traght van een handt -Vaght er.
Syne mildaedigheydt. Tafeo. Chautla. Zumpango. Ge-
berghte van Mi fteque. Koftelycke Kercken ten f latten han-
de. Vrughtbaerheidt van het felve. Gout-mynen. Sïlver-
mynen. Tfer-mynent
Yoor-for-
ge van den
Onder
Koning
ende van
Calvo.
Poch te
vergeefs
geitek.
Sy raecken
vyt Mexico.
Yaïeye
HEt geene waer wy het meefte voor bekommert waren , was hoe wy
beft uyt de Stadt van Mexico fouden geraeken ¿want men hadde ons
gewaerichouwt > dat den Onder-Koning > aen Calvo t wagterSiOm
de wegen by dagende nagt te befetten hadde toegeftaen , hebbende aen
defelve belaft de groóte wegen te bewaeken tot die tydt toe dat wy nae
Acapulca fouden "zyn vertrocken.
Doch wy vonden i niettegenftaende de laeil gemelde Ordonnantie van
den Onder-Koningh , en defe Waghters , een feer goedt ende getrouw
Vriendt» welke fijn dienft aenboot^om ons uyt Mexico te brengen, en
dat door een weg op dewelke wy gantfeh geene reden hadden 3 om die
geene, welke waekten, te vreefen.
Soodanig datwy metdie Vriendt, ende met een Landt-kaertc » die wy
hadden mede-genomen, om ons voor Gidfe te dienen , als ons defe gemelte
Vriend foude verlaten hebben , met vreugde des avonts ten tien ueren uyt
Mexico vertrocken > lijnde het doen omtrent in het midden van Februario>
en wy, hebbende niet eenMenfch omtrent de Voor-ftadtvan Guadalupa
gevonden ( want die weg naemen wy expreflelijk , hoewel die regt van
Guatemala af-ieyt , door de vreefe die wy hadden dat wy op den regten weg
de Wagrers fouden ontmoeten) marcheerden den geheelen nagtgedtue-
rendetotaen den Morgen-ftont , als wanneer wy aen een kleyn Vlek van
Indianen quaemen¿in het felve begonden wyons kleyn Capitael aen te
taften, doende een Kalkhoenende eenCapuyn aendiitchen*ommeton-
fen Leydtsman, voor zyn vertrek nae Mexico > te ontbijten.
Wy namen ons af-fcheyd van hem na dat wy ontbeten hadden , ende wy
begaven ens te rufte om in ftaet te wefen tegens den volgenden nagt weder
te
rxw
=
~
IXBoeck. DoordeSpaenfcheïFeft-Indien. VIX.Caf, 155
te konnen marcheeren , ende door het Lande nae Atlixco te trecken , het ¿trv -
welcke in ecne Valeye,van omtrent feven myJen in de rondte,legf,die oock 'e9*
daarom de Valeye van At/ixcogeniemt wert , zijnde in die Landen feer ver- Hacre
maert , ter ooriaecke van de groóte meenigte van Koorn die daer jaerlycks viUafat-
venaemelt ende m-ge-oogft wert, wa-r vandeStadtvan Mexico, nevens bae'rheid.
allede omleggende, haereprincipaele fubft en tie trecken.
Daer zyn oock in die Valeye veele ry cke Vlecken die door Spaigniaer- Goetonr
den ende índiaenen bewoont werden, doch wy derfden m defelve niet had op den
komen, endewy trockenvan den grooten ende gemeenen weghaf, van wegh ge-
de eene Hoeve opd'andere,opdewelcke wy feer wel ontfengen wierden noten,
van deryckePaghters ende Boeren, diefich geluckig achteden te zyn,
om dat fy ons inhaereHuyfen laegen, ende om dat fy met onfen om-
ganck ende converfatie vereert wierden.
Opdefeplaetfe begonden wy alleonfe vreefe achter den rugge teirellen,Sy be°in-
tot foo verre dat wy voornamen niet meer by duyfter als Naght-uylen te nen by da-
reyfen , maer onie reyfe by daege voort te fetten , om des te beter de ver- ge te rey-
maeckelyckheden van die Valeye te konnen genieten ende bemereken, foo fen.
wel als van andere Plaetfen die wy noch paiTeeren moeiten , altoos dwarfch
door het Land treckende.
Van defe Valeye van Atlixco quaemen wy in eene andere , de Valeye van Valeye vara
St.Paulusgcnaemt, die hoewel fy niet foo groot, doch evenwel veel ryc-St° paulus,
ke/is, om datmendaar jaerlycks tweemael en ooghft.
Syfaeyen het Koorn voor deeerftemaelinde gewoonlijcke Regen-tij- Dubbelden
den , ende voor de t weedemael in de Somer ■ foo dra het eerfte Koorn in de ?°§hfl: m
Schueren is gebragt ende de Regen-faifoenen gepaiTeert -zijn ; fy bedienen dcle ve*
fich aerdighjck , om haer Koorn te bevoghtigen , van de Beeckjens die van
het gebergte , 't welcke defe Valeye omringnt, komen af-rollen, maecken-
de kleyne blootjens, doordewelcke fy het water op haereAckersleyden,
oock weten fy defelve, als het haergeliert, te ftoppen.
. Daer zyn veele van die Paghters , welcke , hoewel fy niet doen dan haere RvckeBoe»
Landen te bebouwen , evenwel voor foo rijck gehouden worden , dat fy ren
de waerdye van derngh jae veertigh ende meer duyfent Ducaten befitteñ.
Het gelucK wilde datwy in eene van die Plaetfen een Paghter vonden. Geluckisc
welcke geboortig was van eene en defelve Plaetfe met myn Vriendt An, ontmoe* .
tomo Melend^ 5 zynde fy beyde van Servia van daen , welcke ons om fy- ting.
nent halven drie dagen ín fijn Huys behieít, ende feer loffelijck onthael-
de ende traöeerde.
MendifchteopfyneTaefTeLeven als op die van een Perfoon van groóte Praghc van
qualiteyt,met dan infilver aen. Hyfpaerde niets om onswelte toeven , een Pagh-
doende ons niet alleen de uytgelefentíte ende delicaetfte fpijfen die hy ter.
vinden kondeaenreghten, maer felvedeedeby onfe Kamers parfumeren,
ende gar ons, door fyne Dochters , het vermaeck van de Mufijcq , welcke
fy genoegfaem verftonden , en dat foo dickmaelen wyaeten.
V 2 Als .
M
156 II.BoECK. VofägievanThomasGage VII.Cap.
Als Antonio Melende^ hem ons voornemen vannae Guatimaiategnevi
;maeckt,foogaf hy ons alle de noodige onderrigtingen;
Syne mil-
dadigheyr
Tafeo.
Chautla,
Zumpango
Gebergh-
te van
Miftequc.
Koftelijcke
Kerken ren
plarten
lande.
Vrught-
baerneyd
van het
lelvc.
hadde bekene gemaeckt,iuugai uy uno a.iv, u^ UUVU15«- vUuv.m&iuigcu,
om ons nae te regeeren, toe dat wy ter -plaetfe > daer wy niet te-vree-
ftn hadden , iouden zijn gekomen. _ "
Te defer plaetie was het dat wy de byiondere voorhenigheydt Godes
betonden te bemereken , welcke ons foo geluckiglyk in het Huys van
dien Vriendt gebragt hadde , ons, fegge ïck, die vremdelingen in dat
Landt waeren, want hy gaf ons, op ons vertrek , niet alleen een Gidfe
ofte weg wyfer, raaer hv fchonk ons noch twintig Ducaeten, om ons-
op de Reyle van te bedienen, '
Van defe Valeve trocken wy na Tsffio ,ia een4ialven Cirkel ront rrec-
kendcaldaer zyn omtrent vyf-hondert Inwoonders, welke met hare na-
buren , en de verre af-gelegene Landen , grooten handel in Catoen dry vem
In defe plaetfe ontmoetten wy een Spaenfch Religieus, vandeOrdre
van St. Francifcus , welke , hebbende verftaen , dat wy uyt Spaignien
gekomen waren, ons met veele genegentheydt onthaeldcprincehjktra-
deerde, en beleefdelijk af-fcheydt gaf.
Daer van daen vertreckende , quaemen wy op de weg van Guaxaca
ende arriveerden te Chautla» het welke ook feer veel Catoen uyt-leverdt,
maer wy vonden daer niemandt die-ons regaleerde, daeromme fpraken
wv onfe beurfe aen. ' . Jí4l1
Nae defe plaetfe komtmen in een Stadt Zumfangt . genaemt, m defcl-
* ve zyn ten minftenaght-hondert Inwoonders, fooSpaigmaerden als In-
diaenen, fy zyn voorden groot gedeelte feer ruk; de voornaemfte Wae-
ren diemen daer vindtzyn Catoen, Suyker en Cochenille-
Dog aen geenezyde van die Stadt vintmen het Gebergte van Mijle^t
op her welke veele groóte ende rijeke Indiaenfche Vlecken leggen, wel-
kers inwoonders grooten handel met Zijde drijven, vallende aldaer de
befte van alle die quartieren , ook is'er veel wafch ende honig.
Veele van die Indiaenen handelen op Mexico en op de omleggende plaet-
ien.men fiet'er die met dertig a veertig Muyl-Eiels langs het Land^aen
handelen , welke men aght , dat tien , twaelf jae vi,ftien-d ^?^»n
rijk zyn, het welke veel is voor een Indiaen die onder de Spaigniaerden
woondt, als dewelke geloven dat alle de rykdommen van America haer
toekomen, ende dat alle de Indiaenen hare flaven zyn.
Wy vernaemen niet aenmerkelijks tuffchen dit Gebergte van Mijhtjue
enáeGüaxacaMs eenige Vlecken van twee a drie hondert Inwoonders,
in dewelke verfcheyde wei-gebouwde Kerken zijn , vcrciert : m« ulvere
Lampen ende Kandelaers, ende met rijke Kroonen op de Beelden der
Heylieen , de refte van het Kerk-cieraet zynde nae proportie.
Doch wy bemerkten op dengantfehen weg, dat het Land uytnemende
vru4aerwas;endeovervloeijendevanSpaenfcheTarwe,foowelalsvan
MaïK ofte Indiaenfche weycende datmendaer een groóte meemgte van
II. Boeck, Voor de SfaenfcheWefl-ïndïèn. VIII.Cap. 157
Suyker, Cacoen ende Honig vont , ook op verfcheydene plaetfen hier
ende daer Cochenille , Palmiten ende verfcheydene andere foorten van
vrugtdragende Boomen , doch boven al een groóte meenigre van Bcftiae],
van het welke men de Huyden bereyt , welke een van de voornaemite
Koopmanfchappen uytmaecken,die men van daer nae Spaignien,ende
dan verder in Europa vervoert.
Sommigefeggen darmen voortijdts veel gout omtrent Mifteque vont, Gou^z'
en dat de fndiaenen het felve in groóte meenigte hadden , maer dat (y de myaea*
Mynen van het felve nu niet willen ontdecken, uyt vreefe van door de
Spaigniaerden gei uin eert, ende in een en defelve ftaet, nevens hare Na-
bueren > gebragt te worden.
Menfegt ookdat'er Silvec-mynenzyn, hoewel de Spaigniaerden, tot c;tvermv
opdefenhedigen dag, defelve niet hebben konnen ontdecken. ne^ y°
Men vim*er veele Yfer-mynen , doch de Spaigniaerden willen de moey- y|
te niet doen van die te be-arbeyden , om datfy het felve genoeg uyt Spai^-
nien, en dat noch Veel beeter koop, krygen konnen.
HET VIII. CAPITTEL.
'i%
Komfte te Guaxaca. Gelegentheydt van die Plaetfe. Soberen
toeftant van alle Steden in America. Regeeringe van Gu-
axaca. Overvloed van vleefch. Schoone Paerden , en
Confitueren. Schoone Kercke der Jacobynen te Guaxaca.
Chocolate ende Atolla. Hoe de Atolla gemaeckt werdt.
Waerin.de ryckdommen van Guaxaca bejlaen. Sloffigheit
ende fecunteyt der Spaigniaerden. Schoone gelegentheydt
ende over vloedt van Guaxaca. Haet van de Criolentegens
• de Spaenfche. Aenmerckelycke voorbeelden daer van. Alle
de Religieuzen m America verbreecken haere Gelofte van
Armoede.
VAn daer quamen wy te Guaxaca, waer ter plaetfe den Setel van de
RiflTchop is ; defe Stadt hoewel niet van de grootfte, is niet te min
fchoon ende vermaekelykteaenfchouwen.
De Stadt dan isfeftigmylen van Mexico gelegen , in een feer aengena-
me vlackte, die door den Koning van Spaignien aen Corte% gefchonken
wierde, waer over hy dennaemvan Marquisdel ValU aen-nam , welke
fijn Naekomelingen noch voeren.
V l Defe
n
158 ILBoeck. VbyagievanThomasGage VIII. Cap.
Sobere toe- Defe Stadt even als alle de andere van America, uytgeibndertde Zee Ste-
ftandtvan den , isgantfch open , fonder Bol-wercken , fonder Cafteel, Gei chut ofte
alle de Ste- Amunicie van Oorlogh , om defelve te befchermen.
den in Daer in mogen ten hoogften omtrent twee-duyfent Inwoonders zyn; de
jlmerka. Stadt wertdoor een Spaenfch Gouverneur geregeert, welcke Alcalde Major
■Regeerin- genaemt wert, fijne maght ftreckt figh verre aeil geene -zijde de/e Valeye -
totaen JNixapa toe,jae felvedighteby Tecoantepeyue , welckeeen Stadt is
die op de Zuyd-Zee leght-
Deie Valeye heeft vyftien mylen in delenghte ende tien in de breedte,
fy werdt dooreen fchoone Reviere, ende die feer Vifch-rijck is , bevog-
tight.
Men vin t daer een groóte meenigte van Schapen ende van anderBeftiael,
hier door leveren fy veele Wolle aen de Laecken-bereyders vznPue&U de los
Angelos , Huyden aen de Spaeniche Koop-lieden , en Vleefchaen de
Stádt van GuaxacaÁoo wel als aen alle de andere omleggende Plaetfemwel-
ke uytnemende rijckzyn,endeveele Conventen van Religieufen onder-
houden, hebbende oock veele Kercken met praghtige Ciraeden.
Doch dat daer-en-boven de Valeye van Guaxaca beroemt maeckt ,zyn
de goede Peerden welcke men daer aen-queeckt,en dievoor de befte van
dat gantfche Landt gehouden werden , werdende defelve feer gefoght
ende diere verkoghr.
Daer zyn oock eenige Hoeven op dewelcke men de Suycker teelt , en
door dien daer uitnemende vrughten waflen, foo houtmèn dat de Con-
fitueren van Guaxaca de befte van geheel America zyn, en datmen ner-
gens foo goede vint.
In die Stad zyn íes Conventen van Religieufen fo Mannen als Vrouwen,
welke alle zeer rijck zymdoch dat van de Ordre van Sc Dominicus overtreft
der Jaco- hier in alle deanderewant men meent dat hetTrefoororte de Schat-kamer
byncnin ¿aervan ten minftentweeadrie Millioenen waerdigis,ookis het timmer
ende het merfel-werck van haere Kercke fchoonder ende beter, dan eenigh
ander in gantfehdat Landt, ende van fteen gebouwde mueren zyn foo
breet , dat ick fagh , wanneer ick daer was , en doe de laetfte handt aen het
werckgeleght wierde,dat de gelaedene Karren met haeren laft van ftee-
nen ende andere bouw-ftoffen , daer gemackelyck over-reedden.
Daer zijn ook twee Conventen van Religieufe Dochters, welke door ge-
heel dat Landt ver maert zyn, wegens de kenniiTe die fy hebbenen het maec-
ken van de twee foorten van dranck , welke men in dat Landt gebruykt.
De een e hiervan is de Chocolate van de welke ik hier nae fal fpreeken,
ende de andere de Atoüa , welke wel wat nae de Amandel-melk gelyckt,
die men in E«™/>* maeckt , dogh fy isveeldicker.
Men maekt die van hetfap van deMai{ ofte het IndiaenfcheKoormdat-
men,als het nog groen was ende teder is,daer uyt parft; men kruydt het met
Speceryen ende mengt het met Mufcus ende Suyker , foodacnig.dat die
ge van
Guaxaca
Overvloei
■van
Vlccfch.
Schoons
Peerden.
En Conti
iueren.
Schoone
Kercke
Guaxaca.
Chocolate
en Atolla,
Hoe de
Atolla.
gemaekt
wen.
niet
—
ll.Bo-ECK.DoordeSpaenfchePFeJlJndien. VIILCap. 1^9 :
niet alleen een áengenaeme reuke krijghc , maer oock feer voetfaem
wert endede maegeverfterkr.
Het en is geen drank welcke men vervoeren kan, want men moet de-
felvedrincken ter plaetfe daer die gemaecktis,doch wat de andere , te we-
ten de Chocolate belangt, men doet die in Dpofen , en men Tent defclve
niet alleen nae Mexico ende de omleggende Plaetfen , maer oock voertmen
jaerlijks een grooce quantiteytvan dcfelve naeSpaignien.
Het geene Guaxaca rijkmaeckt isde veyligheid met dewelcke mende Waer ín
Koopmanfchappen van daer nae Sí fuantfUlhua kan voeren , ende weder den ry^k-
van St. fuan cTUlhua nae die Stadt, en dat langs de groóte Reviere van Ai- ^om van
varado, díe daer digte voorby ftroomt, want hoewel debarquen niet tor Gua*«M
zen Guaxaca toe komen konnen , foo vaeren iy óp t : taen de Zapetecas en- be^aer-
de St A/pbonjozoe, dat niet verre van Guaxaca gelegen is.
Men heeft-, als men hier ter plaetfe komt , reden , om iig te verwonderen Sloffigheyc
over de ilorfighey t van de Spaigniaerden , door dien fy langs defe Reviere, ende fecu-
welketotinhet harte van het Landt toe door-dringt, noeh niet eenig Ca- nreyr. der
fteeloftefterkte hebben laeten bouwen, of ten minften niet eenige Re- Spaigniaer-
doute met Gefchut voorfien,en dat alleen om dat de groóte Schepen foqtdcn«
hoog niet konnen op-varen i evenals of men geene Roey-barquen ofte
Fregatten kondedoen makken, gelijk als die geene zyn , van dewelkefy fig-
op de Reviere bedienen , ende haerdaer mede be-oorlogen.
Doch om niet meer van Guaxaca teipreeken, falick alleen feggen dat die Schoone
Stadt een feer gemaetigdelugt geniet , dat'er een foo groóte overvloed van gelegent-
alle de tot het leven noodige faecken , en dat fy foo wonder wel tuflchen de hey[ ende
Noord ende de Zuyd-Zee'en in leght , hebbende aen de eene zijde St. pan overvloec
&Ülhua> ende aendeandereTecoantepeque , het welke een kleyne, dogon- van, ,eef"
gefterkte Haeven is, dat'er geen plaets in -geheel America gevonden werdt, '°<?hc ln
in dewekeik my liever met ter woon hadde willen ter neder fetten als die *""**"-
Stadt ; ook foude ik getragt hebben fulks re doen , by aldien ik , foo ais ik
daer was, niet vernomen hadde, dat deCriolifcheReligieufen aldaer ten
foo grooten getaele zijn, ende fo grooten af-keer tegens die geene dieuyt
Spaignien komen zijn hebbende, als te Mexico.
So als wy daer waren deeden fy den haet , die fy tegens alle de Spaigniaer- Haet van
den dragen, blyken,mishan delende een feer out endeEerwaerdig Religieus de Criojen
welke Doftor in de Theologie was,en die in zijn ¡leven, door zijne kennifíe regens de
ende geleertheid als voor een Oracul van dat Landt was gehouden geweefr. Spaenfche.
Defe gaede oude Man ftierf foo als wy in de Stadt waren , ende om dat
fy* terwijlenhy leefde, zijne reputatie niet hadden konnen krenken, foo
foghten fy naezyne doodt , door zyne geheele Celle , om tefien , of fy niet
yets fouden konnen vinden , dat haer eenigen fchijn ioude konnen geven,
om hem fwart te maeken.
Sy vonden een CofFer in het welke eenig geit was, dat hy in zyn leven aen Aenmere-
innenSuperieur niet hadde aengegeven,het welke iy een misdaet,die de ver- kehjck
ban-
m
'. ' /
— ~
Vooibeelt
daeryan.
AlleReH-
gieufen in
America
■verbreec-
ken hare
gelofte van
armoede.
_
_
iéo II. Boeck. Voy agicvan Thomas Gage X. Cap.
banninge waerdig was , aghten te zijn , als hebbende hy geit in eygendom
befeten , en alfoo de gelofte van armoede gefchonden.foodanig dat fy over-
al verbreydden , dat hv ge-excoromuniceert geítorven was , ende dat hy in
de geweyddeaerde in de Kerke ofte in het Convent nietmogte begraven
worden 3 tot foo verre, dat defen armen Theologant , met alle fijne repu-
tatie, in een graf, dat fy in haren Tuyn maekten , begraeven wierde.
Defcdaedt verweckte veel gerughte in de Stadt, en door het gantfche
Landen gaf ergernifle aen veele Perfoonen,fy verfchoonden fig, feggen-
de dat hy verbannen was, dog het was in der waerheyt om dat hy uyt
Spaignien gekomen zijnde, fy den hact,die {y heminzyn leven hadden
toegedragen, naezyne doodt wilden voldoen.
Want fy konden het inder waerheyt niet doen om het verbreeken van
fijne gelette van armoede, welke hy mogelijk geduerende fijn leven fou-
de mogen geichonden hebben, door dien men dat aen haer alle foude
hebben konnen reprocheren, zijnde het feeker , foo als wy met onfeoo-
gen hebben gelïen,dat allede Religieufen van Amena, de eenemin, de
andere meer, daer aen fchuldig zyn.
Soodanig dat men tot die Religieufen wel hadden konnen feggen, het
geene onie HEERE tot de joden, welke hem de Vrouwe m Overfpel
gevat , toe-braghten , feyde : Dat die geene , die van ufonder febult is , de eer-
fi Dit medete dan niet alleen dat ons de aenftaende Reyfe minder moeije-
liick viel, ende dat wy die met des te meer moet ,couragie ende luft
aenvingen5maerook datwy GODT dankten van de Phihppijnfche Rey-
fe ontkomen te zyn , want daer niet van daen konnende komen, fou-
den wy voor al ons leven, in die onruft hebben moeten bly ven , daer
wy , uyt America , als het al ten quaetften gink i altoos in Spaignien kon-
den geraeken.
HET
ILBoeck. Door de SpaenfcheWeft-Indién. IX. Cap. i6t
HET IX. CAPITTEL.
Vertreck van Guaxaca nae Chiapa. Charitative or dr e we-
gens het onderhout der arme Reyfende Momeken ende an-
dere Religieuzen. Troeven daer van te Antequera. ¡Vert
in de kleyne vlecken niet onderhouden. Nixapa. Rycke
Monicken aldaer. Vrughtbaerheydt van diePlaetfe. Aqua-
tulco ende Capalita. Sandias. Tecoantepeque. Gele-
gentheydt daer van. Havenen op de Zuyd-Zee. Over-
vloedige Viffcherye. Woeftyne. Kraght des wints. Wilde
Paerden. Den Autheur dwaelt in de Woeftyne van fyn
Gefeïfchap, en vint fich gedwongen daer in te vernaghten.
Vremt gerughte aldaer gehoon . Des Áutheur s vreefedaer
over, verdwynt met het gerughte. Den Autheur komt by
feecker Indiaen , ende eyndelyck by fyne Gefellen. Oorfaec-
ke van het gerughte door hem gehoort. Gevaerlykepajfagie.
Deliberatie wegens het nemen van den wegh 3 beftuit daer
over. Goet onthael te Sanatepeque.
DEfe daet van dewelke wy Oog-getuygen waeren , nevens het geene
wy^te vooren al verftaen hadden van de twiften ende onluften
die'er tuiTchen haer waeren , veroorfaeckten dat wy defe plaetfe
nkc bequaem oordeelden om daer te blyven.
Drie dagen nae dit voorval vertrocken wy uy t Guaxaca om na Chiapa dat
hondert mylen aen geene fijdelegt, te gaen ; eerwy hiervan daen Reyf-
den verftonden wy dat in dat Landt in het meefte gedeelte van de Vlec-
ken, welke op den weg die wy houden moeften gelegen zyn, de Indiae-
nen van den Prefidcnt te Guaxaca , ordre hadden, om leef-toght ende
Paerden vanplaedetot plaetfe teverfchaffen , aen de Religieuien die geen
geit hebben, mits dat defelve alleen in het Regiüer van des Dorps Griffie
fouden fchryven het geene fy aldaer verteert hadden , ende niet meer dan
vier-en-twintig ueren op eene plaetfe verblyven.
Op heteynde van het jaerzyn de Indianen gehouden dat Regifter aen de
Spaenfche Magiftraet , onder dewelke fy ftaen,te brengen , welke het
felve gefien , ende alle de verteeringe , die daer in aengeteekent is , geappro .
beert hebbende,fo werden defelve in betalinge gevalideert ¿n de fchactingen
X van
Vertreck
van Guaxa-
ca nae Cbttt-
fa.
Charirative
ordre we-
gens het
onderhout
der arme
Reyfende.
/ ~
-»■
— -
162 II. Boeck. Foyagie vanThomas Gage IX. Cap.
Monrcken van de Stadt ofte het Dorp, daer defelve gevallen zyn ; fommige Plaet-
ende an- ¿"en laeten jaerlijcks een feeker getal van gemeten Landts met Tarwe ofte
dere Reli- Mai\ befaeyen , en de Penningen die daer van komen , cmpioyeren fy
o-i.eufen. tot hetbetaelen van die verteeringen, om met deSpaenfche Magiftraet
niet tedoen te hebben, ende defelve daer in niet te kennen.
Proeven Defe Charitative AíEílentien gaven ons reden om te hoopen datwy
daer van te onfe lange R>eyfe fouden konñen voltrecken, ièlve met meer faciliteyt
Antequera, ajs tot pocll toe.
Wy letten dan onfe Reyfe met groóte vreugde voort > ende de eerfte
Plaetfe in dewelke wy quavnen was Antequera. eenStadt oftegrootVlek
der Indianen, in het ielve begondenwy de eerfte Proeven van die Cha-
ritable Ordre te ontfangen.
• Wy feyden aldaer ftoutelijk datmen ons eten , drinken en andere nodige
dingen brengen foude , ende des anderen daegs als wy wilden vertrecken,
ende het tyd was om onfeverteeringete betalen ,foodeeden wy hetStads-
Regifter by ons brengen j ende wy teeckenden in het felve aen alle het
geene dat wy verteert hadden i daer op vertrocken wy om onfen weg te
vervolgen , lovende ende pryfende de wysheyt ende liefde van die Overig-
heden welke foo goede ordre voor de Reyfigers, en voor al voor foodanige,
welke , even als wy , niet feer met geit beladen waren ,, hadden geftelt.
Wert in de Wy quamen evenwel in eenige kleyne Vlecken , in dewelke wy de In-
Icleyne dianen niet gedifponeert vonden om ons defelve liefde te bewyfen , fich
Weken verfchoonende op hare armoede , welke haer niet toeliet vier Menfchen
nier onder- en vier Paerden de koftte geven ; hier door was het, datwy fomwylen
houden. gedwongen waren onfe dag-reyfen langer te maken, om alfoo aen eenige
goede Stadt oftegrootVlek te geraeken.
Defelve weg vervolgende foo komtmen van Antequera teNtxapa, al-
waer ten minften acht hondert foo Spaeniche als Indiaenfche Jnwoonders
zyn, defe Plaetsis op den Oever van eene Reviere gebouwt, welke, foo
men ons feyde , een tak ofte arm van die van Alvar ado was , het welkcfoo
boven gefienis, degrootfte daer te Lande is.
In defe Stadt is een feer rijk Kïooitervan deReligieufenvan de Ordre
vanSr.Dominicusi in het felve wierden wy feer welonthaelt; men tiet
daer een Beek van de Mager. * het welke fy feggen dat Miraculen foude ge-
daen hebben, foo dat men tot het felve uyt devotie van veeleplaetfen komt,,
daer door zyn'er ook veelefilvere Lampen en andere rykdommen.
Men acht defe Plaetfe vooreen van de welvarende van het geheele Lant
van Guaxaca , door dien'er veel Indigo, Suyker ende Cochenille valt.
Vrugtbaer- Daer zyn ook veele Boomen welke de Cacao en de Acbiottewzcr van meo
heydr van de C&ocotate maeckt, dragen , dit is een Koopman fchap met dewelke men
die Plaetie. grooten handel in dat Landt dryfc, hoewel de Hollanders en deEngelfche,,
wanneer fy een Schip, dat daer mede geladen js, nemen, defelve niet veel
achten,als onkundig zynde van de kragt die fy heeft om de mage te veriter-
ken°.
JNixafa.
Rycke Mo-
micken al-
daer.
V.m
II. Boeck. DoordeSpaenfehêlFe/t-lhdien. IX. Cap, 163
Van daer quamen wy te ÄmmU en te CapaUta , het welke mede twee Aauatuhñ
redeiy* groóte Steden zynjly leggen ineen vlack Landt, het welke Lír! t
^S^^^^t^?^ geCne WClke men P¡n4! ofte ananas Sandias.
noem, > ende Í4»JM, , welke foo groot als Water-meloenen zyn , oock
froelten fyals meeuw inde mont, en fy dienen om den grooten'dorft.die
'er -dooi • deiwaere hetteís,teverílaen , want het is een laegh ende moe-
raffigh Landt, zynde dighte by de Zuydt-Zee gelegen
De aenfienlykfte Stadt nae Cafaltna is die van tecoantepeaue t dit isTecoantcjx-
een ^ee-ftadtop den Oever van de Znyd.Zeegebouwtj men heeft daer i«*.
een goeüe Haven tot bergmge van de kleyne Scheepen , geiijck als die
«eene fijn die van defePlaetfe op Acapulco, Mexic, , Reakp , Guatimala,
ende tomwylen op Panana, handden : De Scheepen die van Pmtiiê
Acapulco vaeren, werpen aldaer dickmaelenhet Ancker/als fy door con-
trarie wint belopen werden. '
Defe Haven is gantfch niet verfcerkt, foodanigdat, foo de Engelfche Gele-cnt-
^n°r nntd heSC^epen *" wiIdcn landen ' % daer geheel gK *Ä
Langs de geheele Kufte van de Zuyd-Zee van Acapulco af tot aen Pan- Haevenen ,
gelegen , vintin geene Havens , als dek van Tecnntepeque voor de Stadt Zee'
lZ^rX,Tf7fn La™ad voor «m*M , Ä voor N,¿™*4
deicÄut /ir;oror dc kífyne Sche€Pen die nae w2S
de njcke Kufte gaen,defe zyn alle ontbloot van Gefchuc, ende le»een
Daer is ir, dit geheele Landt geen bequamer noch te overvloediger Vif- ?™ v'f "
fcherye.als omtrent defe Haven van JimmmHe, felft ommólten wv ¿f
dickmaelsopden weg van tagtig tot hondert Uylife alle met gefoV- "^' '
ten Vjfch voor&«4M,P„¡,4 ¿e/„ ^«/„ende M«k» eeladfn
Daerzyn ryke Kooplieden welke op México, pL en de Srv'nen
L de rd,°PrWeíeplaetíf n fI hare kl^'ne Scheepen van de eene Haven ' "
n de andere fenden .welke dan daer nae wederom keeren , rykelvk se
TOeedT^révfcn¿rooM-f Ä 'r" Vandaer' door ee" W°cfti,ne, díe
ften overbrensef en SEÍTÍ^ ""f "agt by eene Fonteynemde--
«en overorengen.en in het vlacke velt onder den blaeuwen Hemel flae-
^ 2 pen
— *-
Kragt des
wints.
Wilde
Paerden.
164 II.BoECK. Voyagievan Thomas Gage IX. Cap,
pen , men fagdaer noch Dorpen noch Huyfen ,uytgefondert alleen eenige
Hutren , die men voor die geene , welke daer reyfen , gem'aeckt heefc.
Defe vlackre legt aen de zydevan de Zeefoodanig open, dat de windt
die daer van daen komt, fopdanig doof- blaeffc „datdeReyfigers fignaeuw-
lyks varf háere Muylen en Paerden konncn bedienen jende de reden waer •
om datrniemant woont ,is , om dat de wint door zyne kragt de Huyfen
om veer werpt, ende dat de minfte brandt die' er ontftaet defelve in een
oogenblick in affe verkeert
Dit belet evenwel niet, dat defe Woeftyne niet vol Bcftiael en is.nevens
HengftenendeMerrien , vandeweldefommigetam,en andere wilt zyn.
Wy trocken dwarfch door dit woefte velt met feer groóte moeyte, ende
ik dagte in het felve myn leven te eyndigen, want fo als wy den tweeden dag
ons befte deeden om in eenig Vleck te komen , ende myne Geiellemdie vry
wat voor uyt waren,fig inbeelden dar ick haer volgde, en fig foo feer haefte-
den als fy konden, om aen Huyfen te komen, ie meer >om dat de nagt na-
derde, foo begonde mynPaert den ftcyl-oor te maken , ende wilde door
vermoeytheyt niet verder gaen, in tegendeel tragtede het genadig onder
my neder te werpen, ende op de aerde re gaen ruften.
-Den Au Door dien ik nu geloofde dat hec Vleck niet ieer w>'dt van daer konde
^eur ' zyn, foobegafickmy van het Paert af, om het felve metden Toom teley-
dwaeltinde den , doch het wilde noyt een voet verletten, en het ginck op de aerde
Woeftyne leggen , ionder weder opte ftaen. .
I k vont my als doen feer verlegen , want ik bemerkte , dat , foo ick adeen
het Vleck wilde gaen op-foeken, ende myn Paert aldaer gefadeltende ge-
toomt laeten,ik gevaer liep van het te verliefen,ende voor myn perfoon lel-
ve te verdwalen , en dat , als ik al foo geluckig was dat ik het Vlek vont , ick
des anderen daegs 's morgens myn Paert komende foeken, ick foo ineen
woefte ende ruyme vlackte, het my niet mogelijk foude fijn het felve te
vinden , wat moeyte ik daer toe ook mogte aen wenden, om dat in een myle
daer van daen , noch Boom noch ftruy ck was om het felve aen te binden,
ofte de plaetfe te bekennen. . , r wt a
En vint fich Dit dede my refol veren die nagt nevens myn Paert in defe W oeityne te
genoocfaekt flapen , ende op te paffen dat het in denduyfter niet vanmyquame af te
daer in te ¿walen ,wagtende nade komfte des daegs, en dat myne Vrienden fouden
Ycrnagten. {en¿en om my te foecken , en om te vernemen wat my foude mogen over-
komen zyn \ fy deeden het evenwel die dag niet, door dien fy geloofden dat
ick myn weg na een ander Vleck, dat daer niet feer verre van daen is y ge-
nomen hadde, ook lieten fy my aldaer des volgenden daegs des morgens
foecken.
Na dat ik eenebequame plaetfe om my neder te leggen nadoe op-gelogt,
en om fonder eeten , in het midden van dat woefte velt ,op de aerde te gaen
ruften, foo nam ick den Sadel van myn Paert, ommy voor een Hoort-
pe-
van fyn Ge-
fchap.
efe
II.Boecjc. DoordeSpaenfcheWejl-IrJien. IX. Cap. 165
peluwe te dienen , het Paertfelve lier icknazyn kift weyden ,~zynde niet
weynig getrooft door dien ick bemcrekre, dat zyne kragten met heteeten
toe-namen, ende ick daer door konde hoopen, dat het des volgenden daegs
wel tien a twaelfmylen foudekonnen af leggen.
Ick hadde noch geen uer gelegen , bly vende evenwel altoos wacker,en Vremtge-
houdende de oogen op myn Paeitgeveftigt,uytvreefedat hetmozte ko- rugrealdaer
men te verdwaelen , wanneer ick foo grooten gerugte van huyïen ende gehoon,
blaffen hoorde, datmen fouden gefegt hebben , dat het uyt een troep Hon-
den , welke daer in de Woeftyne gekomen waren , om op het kreng ván
eenig Paert ofte Muyl-Efei te aefen , voortquam.
In den beginne fcheen dat gerugte verre genoeg van my te wefen , doch
hoe ick daer meer naer luyfterde , hoehetoock meer fcheen te naderen ;
ick bemerekte doen dat het geene Honden weien konden, doordien ick
eenige gemengde fremmen hoorde , even of die van Menfchen ende wilde
Beeften waren gekomen.
Dit voorval , dat moeyelijk was , maer voor alaen een Menfche die fig by Des ¿¿
nagte alleen in een Woeftyne beyont,deede myne hairen op myn Hooft tei
ryfen,.ende vervulde myn herte meteen íbo groóte vreefe, dat ik, geheel <jacr 0vci
flaeuw werden de, bevond, datmyn Licchaem meteen doodelyck klam
ende koudtfweet bedekt was, verwagtendeop yder ogenblick myne laet-
fte uere.
Wetende dan niet warbet ielve wefen mogtcfoo beeldde ick myn fel ven
fomwylen in dat het Tovenaers waren , ofwel Duy velen oftelndiaenen in
Beeften verandert , gely k fy fomwijlen doen , of eenige wilde Beeften , foo-
danig dat ik , foo wel van de eene als van de andere de dood verwagtende,
mijne Ziele aen GODT beval, terwijlenick geduerig verwagte dat myn
Licchaem het aes van een van die wilde Beeften foude werden , ofte wel
in de klaeuwen vallen van die brieilchende Leeuw , waer van den Apoftel
fegt , dathy overal foeckt wathy foude mogen verflin den.
, Indevlugtvontickgeeoefeekerheyt,gelovendede dood niette konnen Verdwynt
ontgaen aen wat zydeick my ook mogte komen te wenden , foo dat ick met hetge-
achtende dat veyligfte voor my foude fijn te blijven ter plaetfe daer ickmy rughre..
bevondt,myftil hieldt; de uitkomfte bewees dat ick wel gedaen hadde,
want omtrent middernagt hieldt dat geruchte feer fchielijck op, waer
door ick allenxkens in ilaep viel , en zijnde foo door fatigues van het reyfen
als door moeyelijckheyt desGeefts af-geilooft, foo omwaeckte ick niet
voor het door-breecken vanden dageraet,
Ontwaecktzijndeloofdeick Godrover debefcherminge aen myinder
nagt betoont, in het gevaer waer in ik my bevonden hadde, ick faelde en
toomde mijn paerdtop, dat niet verre van die plaetfe, daer ick het des
avonts te voren gelaten hadde, geweeken was, en ging op het felve fitten,
ia voornemen van foo draemogelyk was uyt die Woeftijne te fcheyden ,
X 3 t om
Wv "' ' ■
m —
166 II. Boek. Voyagk vanThomas Gage IX. Cap.
om myne Gefellen op te fpecken, ende aenhaer myn wedervaeren vaa
den naghc bekene te maecken.
Ik hadde nog geen myle weegs gereden , of ik quam feekere by Beeke»
aen dewelke ik twee wegen fag , de eene dieper in de Woeftyne ftreckende,
en op defelve fagick noch Vlek noch Huyien noch eenig geboomte, in
meer dan drie a vier mylen weegs ¡ de andere lag, aen de Imker-handt,
ende een myle van de plaetfe daer ik was befpeurdeick een Bofch, het
welke my deede geloven dat daer omtrenthet Vieck, dat ickfogte,wel
mogte gelegen.
Den Au- » volgde dan defe weg, en na omtrent twee hondert envyftig ichre-
theurkomt denrydens was ik weder genootfaeckc af te fitten , ende mynPeert by den
by een feec- toom te leyden , en foo als ik verdrietig wierdcfiende my [e voet op een on-
ker Indi- bekende weg , foo bemerkte ick by geluk een Hutte aen de eene zyde van
aen, die defel ve, ende een Perfoon te Peerde aen de andere, defequam na my toe-
hem teregt gereden, zynde een indiaen vandatHuys ofte Hutte, welke aen feeker
helpr. ander rijk indiaen , Gouverneur van het na-by gelegene Vlek , behoorde;
Ikvracgdedefen joficknoch verre van het Dorp EJiepcque was, hy ant*
woordde,my meteenen nade Bomen wy lende, dat het een weynig aen
geen e zyde defelve was, doch dat ick het, voor ick daerdigte by was,
niet foudekonnen fien, ter oorfaecke van het felve houdt.
Synde door áeíe geluckige ontmoetinge feer gefterkt ende getrooft,
foofprong ick wederom te Paerde,het felve foo kragtiglyk met fpooren
aen drijvende, dat het my totaen de Bomen , welke ick van verregefien
hadde, bragt; hier bleef het weder ilaen en wilde niet een treede verder
gaen,
Siende dan dat het my niet mogelyk was het felve voort te krijgen, nam
ick het den Sadelaf, die aghter een Boomtje verbergende ; voor de rede liet
ick het in volle vryheyt lopen , fonder te vreefen datmen my hetfelve ftee-
len foude.
E"^7n^e" Ik ging te voet na het Vlek , dat maervijf hondertpaiïea van daer was,
A~<~J]}]nt en^em net felve yom ik myne drie Gefellen my verwagtende, die feer
wegens my hadden bekommer-t geweeft, als niet konnende denken wat
my mochte overkomen zyn , na dat fy my in een na-by gelegen Dorp had-
den laeten foeken , fig noyt hebbende konnen in-beelden dat ik in de Woe-
ftyne vernagt hadde.
Als ik haer nu het geroep en gehuyLdoor my des nagts gehoort, verhael-
vanEcc eer de, foo feydenmy de Indianen , datfy datgeluytby na allenagten gewoon
ru<ne door waren te vernemen, en dat het felve door Wolven ende Tygers gemaeckt
den Auteur wierde , hebbende fy gantfeh geene vreefe voor defelve ; dat fy , die dikma-
gehoort. len op den weg ontmoeten , dog lichtelijk met roepen ofte met het vertoo-
nen van een iiock wiften te verdrijven ; en eyndeJyk dat fy geene fchaede
deeden, dan aen haer Pluym-gedierte,haere Vullens, Kalven en Geyrjens.
Eenige ueren daer na ging ick met een Indiaen mynSadel ende myn
Mexicaens
Gefellen.
Oorfaecke
ILBoECK. DoordeSpaenfchefVeJl-Indiën. IX. Cap. 167
Mexicaens^Peerdt foecken jhecfelve wasfoo vermoeyt dathetniet meer
17ÍÍZ 1 ' fr dat,lk heC /n dat-Yleck verk°8f ee^er huerende om
TJu2M C reydCn ' aiWaer lk nevens my™ vier Gefellen feer wd
Hier moet ik aenmerken, dat in defe vlakte vmTcomttteM. vyf fchoo-
ne Wecken zyn ln defelve vimmen overvloed van ÄÄcho™
Vleeichende uitfteeckende vrughten.
^DLwT?-ían alleáefe V]e°ckeneyndigen met het woordeken T^e-
JSÄ. ^TT- ! ^"' ^' *»«*<*«' en Ä-
Van defePIaetfeEMtf^w konden wy het hooge gebergte van de <W
M* hetwelke ons ftofife genoeg gaf, omonste onderhouden °£c
da wy te Sapanatepe^e ende van daerte Tapanatefeque gekomen waren
VeeleSpaigniaerdenende-Reyfigershaddenonsopden weg al S CMedfe
nfÍn,tgnTaeí '3 'ff^? ^ed^M waren , zynde de wegen P^4
den , die uyt de Zuyd-Zee , welke daer vlack onder fchynt te Wen , ko-
men, ende daer toe by die paffagie foo veelediepe fteylten tuilehefdeRot
**»■ datbet dikmden?ebeu^
fchen met Peerden met al, endegeladene Muyl-Efels , zyn onder de voet Wim*
g H0ertPverWldedeeí yk,-in,dÍe *^>*m* deRotfen verplettert
Het verhael van alle die dingen, gevoegt by het gefigte van die hoooe n , , .
Roden , verwekte in ons foodanige vreefe ] dat wy lan&gs den we» niet dc¿ £d,bcrï1<r
Sor bliesedat Wy i££ker]yk d0£n kondcn,foocTe wint maer niette ferk
fe Sfe fondín eyí?ddyk df W>'>te/^'W^ gekomen zyndefon- BeflÖJt
fti?tey7vn of ,L? tten ' al "f datd£ Winden o^fouden fchynen gon- daer ¿ver..
h^nyA r Wf met gev2er te dre^en ' doch wy ftelden te gelyk ?aft ,
deffi/^i00^11108^ ï CAi4^ tetrecken • d00r die" wy verftoni
OrdívanSt ¿er' ende /^™1 Van dle de R^ealïn van de
™IiJ Donninicus ,fich daer bevont, zyndehy die gcene aeri de-
welke wy onsmoeften aengeven ; wynaemen defe refolutie te meer om
dat wy begeeng waren om defe Provintie van Cbiapa, van dewelke wy
foo veei hadden hooren feggen, te fien ocwcjkc w/
gai hy ons Indianen mede^om ons na T^^/^tebrengemen een brief haclteA-
d^r doo?v5eVandie^lacfre' welke' fijnen loeden Vrfend was, hemnatce¡L
daer door verfoekende , dat hy ons Indiaenen , om ons den weg te wy-
fen •>
mm
——
^r^
i¿¿^g^
5=
1 68 II.BoECK. Voy agie vanThomas Gage IX. Cap.
fen , foude beíchicken , foo wel als Muyl-Efels om ons over dat hooge
Gebergte te voeren.
Onie overige Paerden begaven.ons , tedierplaetfe, mede,dogh haere
vermoeytheyt dede ons geenefchaede, door dien de In diaenen foo veeLof
; wel meer , dan fy ons gekoft hadden, dat voor gaeven , op dat het op-reghte
' Mexicaenfche Paerden waren ,wy hadden cok te minder verlies, o*m dat in
het gantfche Landt van Chiapa » ende de geheele weg over tot aen Qkáti-
mala toe, de Inwoonders vandeVlecken ende Dorpen gehouden waren
ons Muyl-Efels voor niet te beíchicken.
HET X. CAPITTEL.
Komft te Tapanatepeque. Groóte menighte van Offen ende
allerhande ¡eef-toght. Beleeftheyd der Inwoonders. Hoog-
te van het Geberghte. Maquilapa. Sy trecken op het Ge-
berghte. Vernaghte daer op. Trecken verder. Werden
door de windt weder-houden. Fabul van de Pfylles. Ver-
nachten voor de tweede rey [e op het Geberghte. Groóte hon-
ger s-noot. Vernaghten aldaer voor de derde reyfe. Een van
haergaet den wegh ontdecken. Syne raport . Slaepen voor de
vierde reyfe op het Geberghte. Sy verwecken eyndelyck op-
waerts. Komen aen Maquilapa, Befchryvinge daer van.
Gevaerïycke pafiagie. Gemackelycke middel om die te my-
den. Swackheydt door ongemack verweckt. Komfte te Aca-
pala.
K fte te '1"\ Es Saturdags op den avont quamen wy te Tapanatepeque > het felve
TaTanatete- 1 B ^eSc aen ^en v oet van ^e Quelems ' WV wierden aldaer door de In-
apan p - | j diaenen feer welonthaeldtendegctracteert,endat ter oorfaecke
van den brief die wy hadden mede gebraght.
Dit Vleck was een van de aengenaemfte welke wy van Guaxaca af tot aen
die plaetfetoe geiien hadden, ende het fchyntdat Godt aen het felvein
overvloedt heeft gegeven allehet geene dat de Rey figers nodig is, om op
foo moeyelijcke ende gevaerlijcke Rotfen te klimmen.
Grooteme- ^en vindtdaerfeer gr oote overvloedt van Beeftiael, foodanigh dat'er
nigte Of- ibmmigerijcke Indiaenen zijn , welcke Hof-Steden , die fy Eflantiat noe-
men , hebben, op dewelcke drie jae vier duifentOffen-zyn.
Het
fis:
IIBoeck. DoordeSfamfchemft-hdién. X. Cap 167
ten d!r 5T? Vfe Bu ken ende Fonte^en van dar Xgte aï Cue
ten, dat de Indiaenen hare Hoven daer door lbo eemarkefiifr üSl-í- ■
dat fy altoos overvloed van Kruyden endeSaladenhlben ' b»ogt,ge„.
De Orangie-appelen, Citroen, Limoen, Vijg ende andere vrun-boo-
Als wy des Sondags op den morgen bemerckten dat het feer M weVr
was.ioooordeelden wy dat wy die gelegen theyd niet ¿hoo5« tJ7cf >
fuymen, vreeiendedat by onftenceniflc van dien de wint onH daer moS
op-houden , ofte den weg na Zocom^co doen nemen. aldaermogte
van vrugten , gefreuy te Vifch ende Pluy tn-eedierte endl ?rS5£ P/ woonders.
om onfeproviSe te draegen , wdckebeftonde uytgefreuyteWch «nee
íefo&de'rf' ^ deWelcke W? ^fettót *"»*£ welonttddt
fooi. er dog maereen van dewelke de Reyligers gewaegen , defe „oernt-'
^ÄÄetK0Vfde^^«#^^^^
Na de maeltydbegonden wy defe hoogeende oneffene MamiUpa tehe s7 '«»«-
klimmen , des avonts hielden wy ftil in e?ne plaetfe die vlek wá ende dt ke" °P h«
De Indiaenen deeden alles wat fy konden om ons moet te geven ,ons
vertoonende dat hetgefchapen ftondt fchoon en ftil we'er ,e blyven «de
tlÄS^ ^-^ op d/hoev/t
7 a Hier
II BI
¡1!
V' '-
■ ■"
■i
Vernagten
daerop.
Trecken
voider.
Worden
door de
vrintwe-
derhouden
ïabul van
de VtyUcu
Yernagh
ten voor
ié8 II. Boek. Foyagie vanThomas Gage X. Cap-,
Hier op fchikten wy onTavontmael op het groeneTapijt des Aert-Ryks,
endeindieeerfte maeïtijdtaetcn wyonitnCapuynen methetgrootfte ge-
deeltevan onfegefruyte Vifch > laetende maer een weynig, tot den ont-
byt,tegens den anderen dag, over. . , ■
Onfe Indiaenen hielden ook met vreugde hare maeltijd, en onfeMuyl-
Efels hadden weyde na wenfch, foodanig dat, de nagt gekomen zijnde ,
wy op een plaifierige wijfe inilaep geraecktenophetgeruysderFontey-
nen , ende op het foet geluyt dat haere wateren in het loopen door die Rot-
fC Dm anderen dags des morgens , wanneer de lugt al immer foo ftfl als des
daezs te vooren fcheen,foo gaf ons falcks reden om te vertrecken , en voor
den ontby t op te eeten het geene ons van het avontmael was overgebleven,
om foo onfe Reyfe met vreugde te volbrengemendede hoogte van Maqut-
tapa te beklimmen. ' . u^~*
Wv waren geen duyfent fchreeden al-op-gaende gevordert,of wy begon-
den het geblaes des win ts te hooren . en hoe wy hooger quamen hoe deielv^
fcheen krachtiger te zyn, ende onshet opklimmen te verbieden. •■
Airede hadden wy de helfte van den wegh , die tuiTchen het Dorp en de
hoogfte top is,afgelegt, wanneer de fchrick voor die win t ons in groóte be-
naeíwtheyt bragte,als niet wetende of wy weder na T*panatefeM*.te~
hoorden tekeeren , ofte ter plaetfe daer wy waren verblijven, tot dat-het
wee'er opden middag ofceavondt foude ihlder werden.
De Indiaenen , om ons tot het voort te trecken aen te moedigen , feyden
dat omtrent duyfent fchreeden hooger eeneFonteyne ende een Hutte on-
der de Boomen getimmert was, zijnde defelvedaer alleen gefettot bergin-
ge van de Reyfiger s , welke of door de nagt , of door de winden belet wier-
den het hoogfte des Bergs te paíTeeren. «U -*««*•«,
In hope vin dat de wint foude op-houden , klommen wy met grooten
arbey t tot aen die plaetfe toe, van dewelke de Indiaenen ons gefegt hadden;
doch in tegendeel vonden wy defelve hoe hooger hoe kragnger , waeyende
die vlack tegens ons aen , foodanig dat wy vreefden , dat het niet mogelyk
met ons als met de Pfyllet , van dewelkefiwatfiyr fpreekt , mogte vergaen,
wan t defe , hebbende tegens den Godt Jtolus willende ftnjden , vonden, in
plaetfe van Victorie te bevegten , haer graf in de iandige vlakte, waer in fy
tegens hem vergadert waren. -^„a
Wy vreefden , fegge ick , op defelve wyfe , dat wy , willende met ge-
welt den Berg opklimmen, den wintaldaer foo kragtig mogte vinden ,
dat hy ons ellendighlijck in die fchrickelijcke fteylten moghte werpen^
welcke ons aen alk zijden met de dood dreyghden , en dat alfoo defelve ,
aen onfe verpletterde en gebroockene Licchaemen tot graeven fouden
Ve De Fonrey ne was ons feer aengenaem, ende de Hutte noch meer, en dat
do©rdeBoomendiedaeromgeplantwaren,dochhetblafenvan de wint
^—
IL Boeck. DoordeSpaenfchemjl-Indien. X. Cap, 169
ende onfe vreefe bleven gedurig in eenen ftaet , foo dat , den dag ten eynde j„ W„A
opende, wy gantfch geene hoope hadden van voor ofte achterwaerts te ZcZohl*
konnen gaen ofte keeren. reyieop nee
Soo als wy nu bereydt waren , om ons fonder eeten ter ruflre te begeven, C ^
ende wy vaft malkanderen aenfaegen , fonder te weten hoe wy den honger
die ons plaegde fouden ftiilen sfoo bemerkten wy , te degen omfiende,
een Citroen-boom onder alle de andere , zijnde defe met fuere Citroenen
belaeden,
Het en ginck doen met ons niet als het metTamalus deede, welcke de
vrugten die boven hem, ende de wateren die onder hem waren niet eeten
nochte drinken konde, want met feer kleyne moeyte konden wy de Citroe-
nen pluckenende her water van de Fonteynefcheppens ook gingen wy op
defelvelosals Menfchen die niet dan dat tot haer avontmaeltijdt hadden
hebbenden iet gemiddag-maelt, ende eeníbberen ontbyt gehouden. *
Des volgenden daegs was de wintin plaetfe van te ftiilen , noch veel he-
viger ontfteecken , het welke ons , even als des voorigen daegs , deede re-
solveren , op die plaetfe te blijven , veel liever dan te rugge te keeren , ende
den moet verlooren te geven.
De Indiaenen waren mede van dat gevoelen , foodanigh dat wy ons
oock dien dag met fuere Citroenen ende Fonteyn-water behielpen , hoe-
wel dat een voedtfel was, aen het welcke onfemaegen niet feer eewent
waeren. &
Doch door dien wy faegen dat onfe indiaenen haer water mengden met Groóte ï
het itof vanKoeken van Matf, het welke fy in kleyne fackjens haddemgelijk hon»ers- -
iy gemeenlijk , op reyfe zijnde , doen , foo kogten wy een kleyn fackjen van noof.
haer voor de waerde van twintig ft uy vers, het welke op eene andere plaet-
le als op defe Maquilapa , al waer wy van honger vreefden te fterven , geen
ituyver fou waerdig zijn geweeft ; foodanig dat, hoewel dit foorte van
voetiel feer gering was, het ons doch even wel beter bequam als het rau-
we water met fuere Citroenen, ende aen de maege foo veel quaets niet
Wy verbleven den geheelen Dingsdag m die ftaet, wagtende dat het Vernamen
wee er foude bedaren, ende de wint ftilder worden ,zynde van voornemen aldaer voor
des anderen daegs des morgens weder nae Tapanatepeqm te keeren,ofte den de derde
Berg hooger op te klimmen, revie
reyiè.
van
Als nu des Woenfdaegs 's morgens de wint een weynig fcheen geftilt te Een
fcyn,ioo refol veerden wy tot op den middag toe te wagten -, in hoope dat haer ca*
hetweeerdanbequaemfoudezijnomonfeReyfevoorttefetten; dochde den we*h
wint verminderdeniet3in tegendeel nam hy een weynig toe, het welkeaen omdeed,
een van ons Gefelfchap de refolutie deede nemen van een mylatwee op-
waertsaente wandelen, omalfoo depaiïagie ende het gevaer van de win-
den te ontdeckemende ons by gevolge, van alle het geene dat hy gefien had-
de , rapport te doen ¿ want wy geloofden datmen ons mogelijk het gevaer
Y i
groo-
Syn rap-
port.
Slacpen
voor de
Gebergte.
I
ïttre
170 II.BoECK. Voyagie vanThomas Gage.
grooter maeckte dan het was , hebbende tot noch niet geilen het geene ons
foo groóte vreefe kon-de doen hebben.
Als onfemackcr nu was weder gekomen ,na dat hy twee ueren op weg had-
de geweeftifoofeydphy ons dac wy in.allefeeckerheyt na boven konden
gaen , foo wy onfe Muyl-Efels by den toom wilden ley den , doch door
dien die dag paflèerdein difpuyten of wy fouden pafleren of nier , foo re-
folveerdenwy eyndelijk des anderen daegs op den morgen te vertrecken*
vierde rey- ende de paffagie te wagen foo de wint niet was toe-genomen ; hier opvie-
fe op het |en wy weder op onfe Citroenen , ende wy hielden , foo als wy te vooren
gedaen hadden, ons avontmael met defelve, drinkende het fuyvere warer
met het ftof van Mai$ , dit verfwakte ons in plaetfe van te veriterken , en-
de ioude ons eyndelijk hebben doen fterven foo wy langer daer ter plaetfe
hadden moeten blyVen.
Sy vertTec- Hies op ftegen wy des donderdaegs des morgens op onfe Müyl-efels,om
ken cyndc-. het Gebergte hooger op tejyden» lijnde de wint niet verandert ende alfoo
' fterk als des voorigen daegs , na dat wy ons hadden bevolen aen de genade
van die geene die de Zee ende de winden regeert , hebbende alvoorens on-
fe namen op denbaft van een grooten Boom gefneden , nevens het getal
van de dagen, welke wyaldaer, fondereeten , hadden gepaifeert.
Wy waren een geruymen tydfonder te mereken wat het geene was daer
wy foo voor te vreefen hadden,doch wywaren meeft bange voor feeckere
fnialle in de Rotfen gehoudene wegen , ende daerom klommen wy van
onfe Paerden af, achtende dat wy feekerder op onfe twee beenen, dan op
de vier van onfe Beeften waren. *
Doch als wy ophet hoogfte vznMaquilapa gekomen waren,beduydende
datwoortindelndiaenfcheTale een Hooft fonderhair, foo befpeurden
wy klaerlijk het gevaer van het welke men ons foo veel gefegt hadde, ende
wy fouden wel gewenft hebben weder by onfe fuere Citroenen , op den
weg van Tapanatepeque, te zijn-
Wy bevonden dan door onie eygeneexperientiedat het waerlijck een
lyck op
waerts
Komen
aen Maqui-
la.
gedawvan. Hooft fonder hair was, endeeenenoogtcfönder Boomen oftebeichuttin-
-i. gevoordearmeReyfigers.
De weg door dewelcke men pafleert , en die aen de xyde van de Zuyd-
Zee open legt , is niet meer dan twee-hondert ende vyftig fchreeden lang.
doch daer toe foo hoog ende íroal dat yder die daer op klimt t'eenemael de
oogen fchemeren ,en men daer door in groot gevaer geraeckt van te fuy-
Want foo men fcyn gefigtaen de eene zyde laet gaen , foo valt het felve
op de groóte ende wydeZuyd-Zee, welke foo diep is , ende foo digt daer
onder fchynt~te leggen, dat het befchouwen van defelvede oogen in het
hooft doet draeyen, en als men ^yn oogen aen de anderezijde werpt, foo
fiet men niet dan Rotfen ende fteylten van twee a drie mylen diep, ende
het aenfien van defelve is bequaem om hetherte van de kloeckmoedigite
Gevaerlyc-
ke pailagie.
1 *
II.BoECK. DoordeSpaenfihemjï-IndÜn. X.Cap m
^pgt7mte%Äidde"ändefe^— ÄÄ^S
Wy hadden, om deíe twee-hondert ende vyfci* fchreeden w&^Jcí
Wydorílendefewegookniet oDonfeMuvl-pfpl^nanVv^ a- , i
gendehaerdeeenevoorendedeanderena ende^rfJTJf . I
«tó^ engepaíTagie gekomen waren G-ack.
plaetfe 3 §S g ?e U^ r C?,fetten ende te verbreeden i ter wekker J^cke m'<*~
, piaetíe wy ook Bomen vonden , welke ons deeden hopen van iel rW$ ,, «t del om ^ie
ÉipÉssaÉf""1
doendenemenom onfe magen "e «rfiw££ ' ons.a'lef " «« Vleefch-nat door onge-
dragen, endehet felve ainf ™£, j Cken ' weIk« dat niet konden ver- mack »eï-
hae?e k aghte niefweder kor' tl ??* ""«T?* hebb^de defelve weckt,
kopjena mt Inde W™ genoden haddT" ' f" M dat W verfcheyde
groot Vleck van ínSenéí, k ^ ^"'l te &aen > het welcke een Ac"l°u-
opdefeviSeS?^?^e" 2ynde« deProvintie van Ctó,,,,
lycke «fesÄÄ*' van een ande' ' h« K«
HET
/T — T3T
172 II. Boeck. Voy 'agie vanThomas Gage XI. Cap.
HET XI. CAPITTEL.
Komfie ín het Indiaenfche Chiapa. Goet onthaeïaïdaer. Ont-
moetmge van Pedro Boralhp ydiejeer wel ont fangen was,
Vertreck van Chiapz. St.Cbripffel.Sy komen by den Pro-
vinciael, die haer wd onthaelt , en daer nae braef door-
, dat haer feer ontftelt , dogh den Autheur Jchept
moet , welcke door de Gefelle van den Provinciael
werd vermeerdert , haer reedenen van het doen van den
Provinciael gevende. Sy raecken met den Provinciael aen
hetfpelen, wekken fy het ff el af -winnen en daer door aen-
genoomen werden -} fulcks werdt haernaeder verfeeckert ±^
waer door fy Godt loven endefigh daer nae verheugen.
Y quamen van Acapala in het Indiaenfche Chiapa , zynde her fel-
ve gelegen in een plaetfe, wel'ckealfbo laeg als Maquilapa hoog
is,ende gebout op een Reviere}omtrent foo breed als denTeems
voor Londen ;defclve komt uyt het Gebergte van de Cuchumaüams , leg-
gendeop den wegtufiTchenhetKoninglijkeC/j;'^ ende Guatimala, ende
neemt fijne loop dwarfch door het Landt van de Zoques , verlieferïde lijnen
naem als hy in de Revier van Tabafco komt.
Ik fal van dit C¿;¿/>4 breeder in het volgende Capittel fpreeken, ende
haclaldacr. hier alleen feggen,dat wy daer feer wel door deReligieufen outhaeld wier-
den, welke ons aenfaegen , als zynde Leden van hare Provintie, ende met
eenen verfeeckerden , dat haere Provinciael, wegens onfe komfte, feer
verblijdt foudezvn , door dien hy Spaeniche Religieufen van nooden had-
de , om fig tegens de Criolen en de Naturellen van dat Landt , welcke alle
hare kragten in-fpanden om de fterckfte te worden , even als fy te Mextco
ende Guaxaca gedaen hadden.
Men feyde ons ook dat de Provinciael niet meer dan een dag reyie daer
van daen was, ende wy vonden aldaeronfen vriend Pedro Boralho, welcke,
voor ons , daer alleen was gekomen , zynde mede uyt Mexico weg gelopen.
Hy verhaelde ons het goede onthael datmen hem te Chiapa hadde aenge-
daen,en hoe dat Calvo,mct fijn Gefelfchap,van Uexico^Acapulco was ver-
revft , ende fig aldaer na de Philippijnen t' Scheep begeven hadde, doch dat
hy ook, alvoorens te verwecken, een brief aen de Superieurs van Chiapa en-
de G«4íxot¿/4 hadde gefchreven, in dewelke hy figh leer over hem Boralbo
ende ons andere vier beklaegde,haer biddende, dat fy, in plaetfe van ons
aen
Komfie in
her Indi-
aenfche
Chiapa.
Goet ont-
W
tingvan ?e-
dr o Sor albo.
Die feer *
wel ont fan-
gen was.
II.Boeck. DoordeSpaenfchemjl-Indïên. XI. Cap. 173
aen te nemen,ons veel liever na Mexico wilden fenden,om het toekomende
Jaer na de Philippijnen ge-embarqueert endeaf- gefcheept werden, do* dat
de Provinciael zyn brief veragt , ende daer mede den fpot gedreven hadde
Nadatwygedurendeeen weeck te Chiapa wel onthaeld hadden geweeft', Vertreck
foo geloofden wy dat het tyd wierde,om ons aen den Pater ProvinciaehP^ van Chiapa.
4ro áhares>gen&emt,te%aieñ vertoonen, omvanhemteverftaen of wyin
fijne Provintie fouden konnen blyven, ofwel dat wy wederna Spaignien
fouden moeten keeren5om dat wyin geen ander geen gedeelte van América,
ais alleen daer ter plaetfe , konden aengenomen ende ingelyft werden.
Wy vonden den Provinciaelin eenkleyne Stadt die St. Chriítoffel ge- St.Cbri-
naemt werkgelegen r uíTchen het Koninglijke ende het IndiaenfcheC/™^ ftoíFeí.
hy wandelde onder de Schaduw-rijckeboomen van die Plaetfe 'i in dewelke
men oock den overvloed van Viích ende de ruymte van feer uytñeecken-
de vrughten heeft, f
Hy ontfing ons met groóte vrientfchap,onthaelde onsfeerwel ophetSv komen
middagende avondmael, ende om fijnenederigheyd te toonen , wilde hy , bv den Pro.
^D^TTceerWyrter^e?inFn0ni"evoeren waflen,cven als JESUSvinciael.die
CHRISTUS aen fijne Dilcipulen hadde gedaen. haer wel
Opdeneerftendagenfeydehyonsby-naniet, wegens onie komire in onthaeldr.
dat. Landt , dog den tweeden dag gaf hy ons fijne meeninge te kennen met
veel aerdigheyd ende kennifïe.
Hy las ons dan voor eerft voor, de brief die C^o aen hem gefchreven Endaérnae
hadde, wegens oniefaeke, endefelve uytleggende, vertoonde hy ons het braefdooi-
ongehjk dat wy hadden gehad, in het verlaeten van onfeeerfteberoepinge,lleemt-
welke was om nade Philippijnen te gaen,waer ter plaetfe veele Indiaenen
gevaer van haere falighey d ¡iepen , en dat door gebreck van onfe onderris-
tinge,doordienhynietwilde-twyfFelen, ofwy waren bequamer om haer
teonderrigten ende te bekeeren , dan die geene , welke men in ons af-wefen
daerfoude fenden.
Ten tweeden , vertoonde hy ons dat wy fijne Catholijke Majeftey t, inde
goede meeninge die hy van ons gefchept hadde, hadden bedrogen, hebben-
de defelve ons van Spaignien tot aen Mexico toe onderhouden , en dat in
hoope van datwy fouden arbeyden tot de bekeeringe van de Indiaenen in
dePhilippijnfcheEylanden.
Eyndelijck, feydehy ons, dathy ons aenfag ende hielt als fijne Gevan-
gene, door dien hy de magt hadde om ons te arrefteren,ende ons na Mexico
aen den Viceroyte rugge te fenden,opdat die ons van daer na Mantua, vol-
gens het verfoeck van Calvo, foude fenden, en de alibo tot het eerfte beroep
dwingen, r
Hy voegde daer by,dathy evenwel voor als noch ons fijn voornemen niet
leggen wilde, ons alleen waerfchouwendedat wy ons niet moeiten bedroe-
ven, maer veel eer wat vermaek nemen, dathy ons nademiddag-maeltyd
meer
m
Doch den
Autheur
fchept
jnoet.
174 II.BoECK. Voy agie van Thomas Gage XI. Cap...
meer foude te kennen geven > als wanneer hy antwoordt op een brief foude
krygen , welcke hy na Chiapa gefchreven hadde , om te weeten op wat wy •
femen met ons foude handelen.
Dit difcours van dcfeaaenüenlyken ende ouden Provinciael trof ons tot
aen het harte;want het geene hy ons gefegt hadde van fchuldig te wefen aen
het verlies der zielen, aen het gebrek van liefde, dat wy fyne Catholijke Ma-
jefteyt in iyne intentie bedrogen haddemen eyndelykdathy onsieyde fijne
gevangene te wefen , viel ons wat fwaer te herkouwen , foo dat wy wel kon-
den fepgen dat die ontbyt ons den luft tot het middagmael hadde benomen.
Na dat wy defen Eerweerdigcn Superieur hadden verlaten, gingen wy in
een allee van Orangie-boomen wandelemalwaer wy lang genoeg ons felven
onderhielden ^over het difcours dathy ons hadde voorgehouden , en dat wy
met al te verduwen konden, fiendedat hy de interenen des Komnks en die
van de Religie hadde by malkanderen gevoegt,fo dat wy vaftely k geloofden
dat hy ons na Mexico foude fendemalwaer men ons als weg-geloopene ila-
ven konde dwingen t'Scheep te gaen , om na de Philippijnen te varen.
Ick verloor als doen alle hope van oyt weder in Engelandttekomenj^n-
tonio'MëkndexbeeMc ende wenfehte noch op die kruyn vmMaquilapats
ítaen , ende een ander van het Gefelfcbap hadde wel gewilt met den Ouden
Calvo op de Zuyd-Zee te zyn , ende met hem na Mantua varen.
E^nige ftelden voor dat wy moeiten vlugten ; ende Alvares verlaten , op
defelve wyfe als wy Calvo gedaen hadden;doch men antwoorde daer op, dat
wy , het Land niet kennende , op wat plaetfe wy ook gaen mogten , ont-
decktfoudenzyn; datmen ons als dan wederom na Mexico foudeienden,
endatfulcksonfe faeckeniet dan des te ergerende onverantwoordelijke
vooralle de werelt foude maecken.
Doch ik feyde eyndelyk tegens de andercdat ik my niet konde ini>eeiaen
dat wy van defen Pro vinciaelqualijkfouden gehandelt werden , hebbende
hy ons met eenvrolijck ende lacchend wefen toegefproocken , ende ieirs
fich tot foo verre vernedert, dat hyonfe voeten gewaffchen hadde.
Dat ik in tegendeel voor vaft hielt dat hy groóte afTedie voor ons hadde,
door dien wy van fo verre gekomen waren om onfe dienit aen hem aen re
bieden , ende nevens hem te arbeyden in die grooten Oogft der Zielen , ai-
waer het aen Perfoonenalswy, dieeeril uytSpaignien gekomen waren ,
ontbrack, om het tegensde factie der Criolen ende der naturellen van de
Provintie ftaende te houden. . _ „-
Ik vertoondehaer daer op het voorbeelrvan onfen Vnent Pedro Varal bo>
welken hy airede nevens de andere Religieufen van die Provintie hadde in
gelyft , konnende hy daer door, ten onfen opfighte, mede met anders doen,
íbnder groóte eenfijdigheyt te toonen. ■ ' . ,nnAf^vev.
Ik voegde daer eynddyk by , dat , fo wy al in defe plaetfe met konden ver
blijvemden Provinciael ons niet weder na Mexico ioude fenden, om 1 aWacr
met fchande en fchaemte bedekt te worden , maer dat hy ons veel hever ae
'ILBoECK. DoordeSpaenfcheWeft-Indien. XX. Cap. 175
behulpfame hant foude bieden , om weder na Spaignien te keeren,of wel na
foodanigeplaetfeals wy fouden willen verkiefen , ende dat hy onsVelve met
zyn geit , voor foo veel wy tot de Reyfe noodig hadden , foude affifteren.
Het is gelovelijk dat.terwylen wy ons in onfen geeft dus heen ende weder
gedreven vonden, niet wetende wat wy ibuden refolveren, den goeden Al*
vare^ons doorzyn venftervaftbefchóudcen dateven alsjofeph nietlanger
in fijn herte konde verbergen fijne tedere genegentheyt voor fijn Broeders,
io mede defen goeden Superieur,hebbende bemerkt dat fijn feggen ons be-
droeft haddcons ook niet langer in die ftaet konde fien,maer ons fijn gefel-
le,om ons te trooften/ont , gelijk wy wel haeft door fijn feggen bemerkten,
Wantfodraalshyby onsquam vraegdehy waeromwy fo bedroeft ende
neeríhgtig waren,daer by feggendcdat de Pater Pro vinciael ielve bemerkt
hadde dat wy feer ongeruft van geeft waren ^dog dat wy niet moeften vrefen;
dat den Provinciael ons beminde en felfsvan noden hadden dat,doordienwy
onfe toevlugt tot lijn Provincie hadden genomen^wy niet moeften denken
dat hy fijn magt ten onfen opfigte misbruiken fou,maer dat hymet ons foude
handelen even als een foldaet met fijnen vyant, welke hemaen hemover-
geeft^doendiehy.door de Wetten des Oorlogs,gehouden is te befchermen.
Om ons te vervrolijken feydeh y nogveele diergelijke dingen , daer by
voegende dat den Provinciael door de Kriolen feer geblameert was, om dat
hy Pedro Bor alho hadde aengenomen, dog dat fy nog een veel grooter ge-
rugte fouden maekemals fy fouden fien dat wy alle vier waren gekomen om
harefadie te verfwacken * en daerom verfogt hy dat wy op ioodanige wyfe
wilden leven , dat wy die Lieden niet chocqueerden , welcke gewoon wa-
ren zyne befte aclien te lafteren.
Eyndelijkfooverfeekerdehyons, dat de Provinciael ons noyt weder na
Mexico foude fenden ,en dat.fo hy ons te Chtapa ofte te Guatimala niet kon -
de doen aennemen,hy allefijnemagt nevens die van fijn vriendemin ons fa-
veur foude te werk fteliemen felve ons geit geven om naSpaignien te -keren.
Defe woorden waren als foo veeleKordialedranckjens om ons het herte
weder wat te verfterken , en fy verftrekten mede voor een remedie en pre-
paratifaen onfe magen tot het middagmael , tot het welke wy, door het luy-
denvaneen Kloek, genoodigt wierden.
Alswybinnen gekomen waren,wasons hetlacchendeaengefigtevan den
Provinciael veel aengenamer dan alle de fpijfen die hy voor ons hadde doen
aendiifehen j om ons goede ciere aen te doen , hoewel fijne Taeffel , even
als die van een groot Heer , vooriien was.
Wy namen voor een goet voor-teecken dat men ons fo groóte meenigte
van Vleefch ende Vifch voorfettcfo Wel als van vrugten ende Kon fituren,
ende gedurende de mael-tyd, bemerekten wyaen de difcourifen van den
goeden Ahare% , dat hy over onfe komfte verblydt was.
Naden eetenfeydehyons,dathyeen Partytjemet ons in hetTicktack-
berd wilde fpelen, begerende datwy fulcksmethemdeeenvoor ende de
Z andere
Die door
de Gefelleia
van den
Provinciael
werd ver-
meerdert ,
haer rede-
nen van het
doen van
den Pro-
vinciael ge-
vende.
jfé II. Boeck. Foyagie vanThomas Gage XI. Cap.
Jen Provin- andere na fouden doen , niet om ons geit te winn en , door dien hy wel oor-
cke aen deelde , dat wy , öahec doen van foo lang een Reyfe . met veel overig had-
het fpeelen. den , maer hy wilde alleen als wy verloren , dat een y der van ons vyf Pater
Nofters ende foo veel Ave Maria'es voor hem foude leggen , ende dat , io
wy het fpel wonnen , onderde Religieufen van fijne Provintie iouden ont-
* fangen ende ingelyft werden,
Dit fpel behae-de ons wonderlijk wel ,door dien wy als wy verlooren niet
oúvt geraekten, en alleen verpligc wierden om te doen het geene wy , buy-
ten dat , geerne foaden gedaen hebben uyt ons felve , daer in tegendeel als
wv het wonnen , die winfte ons veel nutter was dan groóte foramen gelts.
Welke fy Als nu de party gemaeckt was,ipeeldenwy beurte voor beurte een y der
hetaf-win- onsfpel en de uytkomfte fcheen te bewijfen , dat wy het beeter, dan die
tea en daer * J 0¿deMan verftonden;dog wy bemerkten wel dat hy met voorbedag-
dooraengc-ä adever]oor ^ doendehet ielvemet liftende oordeel , op dat wydoor
£ dit fijn verlies fouden befpeuren het geene hy ons mondelinge niet wilde
fessen te wet en, dat hy ons voor ingelyfde in fijne Provintie hield. M
Do* het fpel was foo dra niet ge-eyndigt, of wy wierden daer van verlee-
ker t dSor de weder-komfte van een Indiaemwelke hy des wegens na Cbtapa.
hadde gefonden,om van denPaterP rieur, ende van de voornaemfte van het
Convent, te weten ,hoe men met oís handelen en wat men ons doen foude.
De Prieur betuygde door fijnen brief, dat hy , en alle de oudite van het
Convent overonfe komfte feer verblijd waren, badt den Superieur feer
ernitelijck,dat hy ons aen hem wilde fendemwenfehende dat wy fijne gallen
mogtenwefen/omdathy over tien Jaren fig in defelveftaet daer wy nu m
Wa^nthhfh\d7emS datnade Philippijnen ¡fc ¡¿g
Mexico verlaetemende hy was gevlugt na Guattmala toe al waer hy door de
^evandeCri^^
tey^wetenfchapendegeleertheyt^itwasde^
vreugdebetoonde, fiendedat jegenwoordigtay konde hopen ¿**»g£
.genoegaenfijnezydetehebben,omfigteitellen tegens die geene , welcke
hem te voren onderdruckt hadden. , - , ' . \. u /■ -pnn,na
Sulks werd Den ouden Alvar** ,7ijndefeer door defen brief gerae ckt ^™**
Ler naer- dat hy defelve gelefen hadde,dat hy fig gen ootfaekt vont oDtetotato
der veiiee- 2eene hy verlooren hadde, en dat hy ons des anderen daegs na Cbtapa ioude
te. IndenTwaerwy fouden verblijven ^^^^t^SX
foude vinden.om ons op anderePlaetfen te verfendemom de Tale ten plat-
Als dat onderhoud ge-eyndigt was, gingen wy weder in den Hof wande
lemdie ons veelaengenamer , dan des mergens, fcheen teiyn , en dat door
de trooft die wv van den Pater Provinciael ontfangen hadden.
Aldaer begonden wy,onder de alle een van die fchooneOrangie bomen
II.Boeck. DoordeSpaenfcheWeJl-Indkn. XIT.CAP.177
roet ons hadden gehad , teloven en te dancken ; fonder den wijfen ende po- Waer <Joor
litiquen Provinciael te vergeten; ook was het niet redelykdat hy , die tot fy Godtlo-
onfe vertrooftinge fijn fpel wel hadde willen verliefen > ook daer-en.boven ven.
onfe gebeden foude moeten miiTen , ook offerden wy defelve , te dier plaet-
fe aen GODT van goeder herten op , foo voor fijn welvaren als voor fijne
gefondheyd.
, Wy bleven tot aen hetavondmael toe in defcn Hof, ons in felve op ver- En fig daer.
fcheyde wijfen diverteerendcdan aeten wy eensfoete Citroenen en Oran- naer ve*-
gie-appelen,en dan pluckten wy de fuere , die wy malkanderen na het hooft neugen*
wierpen,maer voor al na diegeene , die met Calvo op Zee hadde gewenfcht
tezymwelkewy door het fmy ten van Citroenen ende Orangie-appelenuyt
den Hof joegen , plegende wy dit vermaeck met des te meer genoegen , om
dat wy fagen dat onfen goeden Provinciael., die % opeen uytfteeckende
venfter hadden geplaetft, fijn vermaeck daer in nam, ende een goed genoe-
gen hadde, fiende dat wy dus vrolijck waren.
HET XII. CAPITTEL.
Sy raecken wederom aen het [pelen met den Provinciael. Be-
dingh van het fpel. Sy alle verliefen hare vryheyt. Lift van
den Provinciael om haer te jlaen ende te falven. Bereyt-
felen tot haer vertreck. Vertreck van St. Chriftofel Ko-
men in het geflghte van St. Philippo. Buyten het welcke
fy van den Prieur werden ingehaeldt , enfeer minfaem
ontfangen.
NAhetavondroaelfeydehy,dathyonsdes anderen daegs des mor-
gens na Cbiapa wilde fendemdoor dien den Prieur hem gefchreven.
hadde, dat hy ons in hetgemoet wilde komen, ende teontbyten
geven in feecker Vleck St. Philippo genaemt ; dit deede ons een goet gevoe-
len van ons felve vatten, fiende datdeProvinciaelen ende dePrieurs fel-
ve de moeyte namen van ons wel te onthaelen.
Dog hy feydeons evenwel daer by„ dat hy , alvorens wy fouden gaen ru
(ten , noch een partye in het Tiftack-berd met ons wilde fpeelen , om te be
foecken of hy geen revengie van ons foude konnen krygen.
Dog doordien hy handig, liftigende argwas, en daer toe ook het fpel met"d¿n
uytnemende wel verftont,en daer door verfeeekert dat hy ons het fpel foude pr0vin-
atwinnen als hy wilde, foo veranderde hy de Conditie van het felve, en dat ciad,
door een verborgenthey t welke wy niet dan den volgenden dag konden be-
Z 1 gry-
Sy raeken
weder aen
het fpelen
i;8 ÏI.BöECK. Voyagievan^homasGage XII. Gaf.
Beding van grijpen i want hy feyde dat wy onder dit volgende beding fouden fpelen , te
Jbec (pal. weten , dat , fo wy het quamen te winnen , hy konde volftaen mits ons yder
een doofe Chocolate gevende , dog dat wy ~, in cas van verlies, fijne Gevan-
genen fouden zyn.
alle ver- Wy begonden dan te fpeelen » 'm hoope van, even fo als wy te voren ge-
heten haeré daen hadden , het fel ve te winnen, doch wy bevonden in tegendeel dat wy
vryheydr. alle , de eene voor , de andere na, het felve verloren , dog door dien wy niet
konden begrijpen op wat wyfe wy fijne gevangenen konden zyn, fo be-
kreunden wy ons niet feer wegens ons verlies.
Lift van den De Provinciael feyde evenwel dat hem ons verlies moeyde , dóg dat hy
Provinciael wenftedatwy noy tin ergere Gevankeniiïe dan de fijne mogten komen>ook '.
om haer te ¿at hy,om ons te trooften,aen een ygelijk van ons een doofe met Chocolate
flaen ende wilde fchenken.om op fijne gefonthey t te drinken en vrolijk te. wefen » als
tefalven. Wy defmerte, wegens dit ons verlies, fouden dragen;
Wy konden noyt begrijpen wat hyfeggenwilde,als des anderen daegs des
middags, ende wy dagten alle dat het maer laccherye ende boerten was*
en dat hy alles wat hy feyde maer voortbragt om fig met ons te diverteren ,
foo als hy ook van te voren hadde gedaen , foodanig.dat ditfeggen niet be-
lette dat wy , na dat wy ons af-fcheyt van hem hadden genomen , ons alle
met vreugde in onfe Kameren begaven ►
r i Des anderen daegs des morgens vonden wy tweeMuyl-efels van denPro-
Bereytlcien v¡nciae¡>ende twee andere van fijn Gefelle t'eenemael gefadelten getoomt
weck" TCI" ftaen * ziJn<^e berey t om maer befehreeden te worden, ook waren'er twaelf
Indianen te Paerdcdie ons over een feer moey elijken Berg moeften ley den,
fo wel als dwarfch door het Bofch dat voor het Dorp St. Philtppolegt.
Na den ontbyt omhelfde ons den goeden Provinciael /ïjn af-fcheyt van
onsnemende, enons verfoekende dat wy Godt voor hem wilden bidden,
daer by voegende dat wy voor de refte niet bedroeft moeften zyji over het
geene ons foude mogen overkomen,ons verfeekerende dat hy ons beminde
en dat hy alles wat hy konde , foude te werk ftellen om ons dienft te doeru
dogdathyfiggenootfaecktfagfulks metaerdigheyt en voorfigtigrTeyt te
moeten plegen om den mont aende Criolen te ftoppen , die onsib wel als
hem , grooten haet toe-droegen.
Na dat wy ons af-fcheyt van hem hadden genomen , vertrockén wy van
Vertrekvan ¿aer on der het geluyt van de Trompetten en Schal mey en die men voor ons
S.Chnitof- droeg, ende die fig, door het wedergalmenvan de Echo'osden geheelen
iel*, „ weg langs ¿eden hooren, van het bovenfte van het Gebergte tot inde Va^
leye toe, alwaer wy den goeden ouden Man Aha re$ hadden gelaeten in een
diep dal, dat aen alle zyden met Bergen omringelt was-,
K . Wy waren fo dra nictop het hoogfte van het Gebergte gekomen , of wy
heTSere ontdekten een kleyne Valeye , en in defelve de Stad van het Koninglijcke
,an StM- Chiapa»nevem drie a vier kleyne Vlecken , van dewelke St. PMippo , aen de
%0O ' voet van een£erg,welke wy nog moeiten o vei klimmen, gelegen, een was, ;
M.Bo-ECK.Doorde Spaenfche Weft-Indiên. XII. Cap. 1^9
De Trompetten, welke altoos voor ons gingen , waerfchouden de In-
woondersvan St.Pbi/ippo genoegfaem van onfe komfte,opdatfyonseen
tweeden ontbyt fouden konnen vaerdig maecken , hebbende de koude
lugt ,welckewy op het Gebergte gevoelt hadden , ons den appetyt weder
gefcherpt.
Wy hadden geen vyf-hondertfchreeden- al nederdalende voort-ger-eyft, Buyten hei
of wy ontmoeten twintig Indiaenen, alle te Paerde ende feer aerdig opge- welcke fy
pronkt , fy hadden hare fteeckende Trompetten voor haer j achter haer va» den
quamopeen rykelijk vercierde Muyl-efél den Prieur van Cbiapi?, Pater P"eurwer-
tyan Baptifta genaemt , die van een Joviael temperament , dog vet > geflopt ¡|en ln£e"
ende vol-Jij vig was», ■£„ ¿er
Hy was fo dra niet tot ons , en wy tot hem ", genaedërt , of hy , ons fijne ° ¿"m.
voort-vlugtige Broeders van de Philippijnen noemende, feydedat wy feer 0ll^&npmr
welkomin dat Land warenden dat hy in fijn particulier feer over onfe kom- F
fte verheugt was , ook dat hy ons veel beter tyd-kortinge in dat St. Pbilippo*
dat daer digte by was , foude geven, dan wy in het Philippijnfche St. Fhittppo
ibuden gehad h ebben, fowy daer waren gekomen. :
Aldus wierden wy meeren meer gefterkt in het gevoelen dat wy hadden,
van, daer te Lande, feer welkom te zijn, ende met opene armen ontfangen
te worden, weynigdenckende, dat het ons daerna, opfodanigewyfe, als
hetgefchiedde, foude te pafTe zijn gebragt geweeft , ende dié ydelheydt in
ons nam des te meer toedenkende dat wy al mede Provinciaelenen Prieurs
waren , dog den Leefer fal in het volgende Capitteliien , hoe wy hier om-
trent wierden gedifabufeert , en hoe het geene wy ons inbeeldden op een
tra&ament van water ende broot uytliep,wanneer wy fulkshet minite ver-
wagteden , dog alles fchickte iich op het eynde ten beften.
Ickmeeneook niet dat ik behoeve te feggen, wat vreugde dat dit in ons
verwekte, en hoe wy Godt ende ons felven dankten , de Philippijnfche
Miffie, ofte Sendinge , verlaten te hebben, fiende hoe wel het ons daer
ging^ en met watpragt ende Iuyíler wy onthaelt wierden*"
w
L V
Praghtige
intrede in
het Dorp
ielve.
Goedt ont-
hael met
A pen-
in ur.ee be-
taek.
Koiklyck
ontbyt.
180 II. BoEK.PoyagievanThomasGage XIII. Cap.
HET XIII. CAPITTEL.
Praghtighe intreede in het Dorp filve. Goedt onthael met
Aepen-munte betaelt. Koftelyck ontbyt. Ongeruflheydt in
onfe vlugtelingen door het [eggen van den Prieur verweckt,
lournoy-flpel. Vertreck van St. Philippo, dat feer pragh-
tigh toegaet. Ordre van den Provinciael noopende de Rey-
figers y door dewelcke fy opge floten ende te waeter ende te
broodt verweflen worden 3 doch alleen door politie. Kom»
fie in het Convent te Chiapa. Begintfel van de penitentie,
door den Autheur vrolyck overgebraght. Vermaeckelyck
voorval tuffchen den Autheur ende een Criool Vermaecke-
lyckegevanckenifle. Ven Autheur werd Pr of e flor te Gua-
timala. En by provifie Meefler van de Latynfche Taele te
Chiapa. Waer door hy fleer geflien ende bemindt werd.
OP defc wyfe ons met den-goeden Prieur onderhouden hebbende,re=
den vvy met groóte vreugde van het Gebergte nederwaerts ; bene-
den gekomen fijnde vonden wy dat alle de ïnwoonders van St.Phi-
lippo foo Mannen als Vrouwen ons verwagten jfommige prefenteerden ons
bondelkens Bloemen, andere fmeten ons Kooien in hetaengefigtcen de
derde danften endefprongen voor ons uy t langs de ftraete die wy paffeeren
moeftcn, die mede met kruyden ende blaeden van Orangie-boomen be-
ftroyt>endetotaendeKerckemet veeleTriumph-bogenverciertwas,die
van feftonnen van Bloemen gemaeckt waeren.
In de Kerke gekomen zyn de wierden wy aldaer onthaelt,een half uer lang
gedurende door de befte Muficaritén van Chiapa, welke den goeden Prieur
expreiïelijkgthuerthadde,om onfe intrede te verheerlijken onderhouden.
Na dat de Muficanten ge-eyndigt hadden, deede den Pater fan Baptifta »
fich over eynde begeven bebbendceene Oratie tot delndiaenen, haer be-
dankende dat fy ons foo welonthaelt hadden, om dat wyfyne Vrienden wa-
ren, ende hy deelde aen haeruyteene volkomene vergevinge van alle
haere voorledene fonden , het ielve evenwel reftrin gerende aen die geenc ,
welke, op den volgenden Sondag , des voor oftena de middags , de Kercke
fouden komen beioecken.
Op defe wyfe dan verlieten wy het Altaer,om ons tot den ontbyxaen4èc-
kere Taeffel te begeverwelkc wy met veele fmaeckelijcke ende gefoutene
fpijfen
IL Boecjc. T>oordeSpaenfcheWeJl-Indien. XIXI.Cap. i 8 1
'pijlen befet vonden, en dat om ons den goeden Wyn van Xeres te beter te
doen fmaecken, welcke de Prieur expres voor ons, daer hadde. doen
brengen.
Na de gefoutene fpyfemfette men ons foo uytnemende Confiruren voor
welke van de Religieufe Dochters van Chiapa gemaekt waren, dat wy noch
diergelijke niet hadden geproeft federt wy van 57. fuan d'Ulhua vertrocken
waren totaen die plaetfe toe;fy dienden ons om een glas Chocolate daer op
te drincken , ende daer mede beiloten wy den ontbijt.
Dog terwijle defen Prieur ons foo goede ciere deede aen doen , en lieten Onoeruft-
wy niet na den Geeft ontmft te hebben,wan t wy konden niet wel begrypen hey tin oniè
wat hyfeggen wilde meteenige woorden welke hy onsdickmalen genoeg vlughrelin-
herhaelde , te weten, dat wy wel moeften ontbijten , om dat wy het ioberfte gen door,
middag-maèi fouden doen , dat wy noch oyt van ons leven gedaen hadden, het feggcu
en dat wy de foetigheyt van de vryheyt moeften genieten , v/elke wy niet van dea
lange fouden konnen gebruyken : wy floegen wel agt op deCe woorden, dog Prieur.
den gront van defelve konden wy niet wel verftaen, voor ende al eer dat wy
áes middags in het Convent gekomen waren.
Na dat wy ontbeten hadden wilden de Indianen ons ook eenig vermaek Tournoy-
op de Merkt-plaetfe aen doen , fy begaren figdan op defelve aen het Tour- fpel.
noyen , lopende de eene tegens de andere met groóte RondaíTen bedeckc
2,ynde,opdatfy haer Hooft ende hare fchouderen fouden konnen bedec-
ken voor de Cannas ofte Rieden , welke fy , met-een verwonderens-waerdi-
geaerdigheyt,malkanderen,inhetvoorby ryden, toe-fmeten.
Als den goeden Prieur van Cbiapa ons op de voorverhaelde wyfe gerega-
leert hadde , liet hy ons defe vryheyt ioo lange genieten , als naer alle appa-
rentiehy ende den Provinciael, doorhaere brieven, tefaemen hadden goed
gevonden; dat duerdedan tot dietyd tocdatmen in het Convent van
Chiapa gewoon was het middag-mael te houden, en wy moeften voor
twaelf ueren daer maecken te weien .
Alsdan defetyd begonde te naderen , ende wy noch tweemylen weegs, yertreck
van St.Philippo tot aen Chiapa toe }hadden af te leggen, fo beval onfen Prieur van St.'
datmen de Muyl-Efels fouden voor den dag brengen,zynde de Inwoonders Pbilippo.
door het geluyd der Schalmeyen ende Trompetten gewaerfchout,datwy Dar prag-
ftonden om uy t haer Vlek te vertrecken : wy wierden al immers foo heer- tigh is.
lijekuytgeleydalswy ingehaeltwaremmen trok deKlocken,veele Indianen
danften voor ons heenen,andere verfelden ons te Paerde, fpeelende op ver-
fcheyde inftrumenten,foo als wy oponfe aenkomften hadden gedaen.
Na dat wy omtrent vyf-hondertfchreeden waren voort-gereden , fo be-
dankte de Prieur de Indianen voor de tweedemael , en font haer na Huys
toe , door dien het Convent niet feer verre van ons was afgelegen,ende wy
in het felve op eene andere wijfe moeften onthaelt worden, ook om datmen
in de Steden ende in de Conventen alle die praght ende ftatie, welcke men
wel ten platten lande toont , niet houden en mag.
Als
1 l
!| i.'!
Deerere
van den
Provin-
cial , no-
pende onfe
Reyftgers.
Door de-
welcke fy
opgefloten
ter en
broodt ver
wefenwor
den.
182 ILBoE.cK. Voyagie vanThomas Gage XIII. Cap.
Als delndiaenen haeraf-fcheyt hadden genomen , vervolgden wy onfe
weg,houdendealleentweevandeharebyons,om ons voor Gidíen ofte
Weg- wijfers te dienen.
Als wy nu tot op vy f-hondert fchreden na aen de Stad genadert waren,io
hielde de Prieur nevens een fijner Compagnons ftille , ende hy trok feekere
ordre van denProvinciaeluyt fijn fak , welke hy ons voor las ; defelve bragt
mede,dat,door dien wy onfen wettigen Superieur Caho op den weg van de
Philippijnen hadden verlaten , endefonder zynetoe-latingein de Provintie
van Cbiapa gekomen waren,hy ons in Confcientie met voorLeden van fijn
licchaem konde aennemen , ten fy hy ons altoos op de eene ofte de andere
wyfe. over ons begaene mifdaed , hadde geftraft. --■
Daerom was het dat hy aen den Prieur van Chiafa bsval,dat hy, io dra als
wy in fijn Con vent fouden gekomen wefemons twee aen twee, in onfe Ka-
. meren , als in eene gevankeniiTe , gedurende den tijd van drie dagen , foude
ende te wa- opüuyten j ionder ons toe te laten daer uyt te gaemdan alleen, om in de eet-
de te faie tc komemin dewelke wy ons des middags voor de Religieufen moeiten
vertoonen, op deraerde gefeten zijnde, en niet dan water en broodt tot
onsmiddagmael hebbende,maer dat de Prieur, ons voor het avondtmael,
fodanige fpijfe als hy goed oordeelde foude mogen gevemen oes avontsin
onfe Kamers, welkeonsvoor gevankeniffen moeften verftrecken , laeten
brengen. , ... _ . . ,
oftwasdandepcenitentie^welkedieliftige ende wijfeProvinciael ons
hadde opgelegt;fy fcheen ons evenwel fwaer genoeg na een fo goeden ont-
byt,en het verveelde ons van vallen en gevankeniiTe te hooren fpreeeken,
na dat wy metfo veele uytterlijkepragt waren ontfangen geworden.
Wy begonden als doen te dencken aen hetfpeldatde Pro vin ciael des
avonts te voren met onshaddeaengcgaen.erkennendedehulpe ende trooit
die wy uyt ñjne doofen met Chocolate fouden ontfangen ende genieten ,
na dat wy ons middagmael met water en broodt hadden gcdaen.
Wy gedagten ook aen het middagmael , dat de Prieur ons , te b-Philippo
Zijnde ; gefegt hadde te fullcn hebben, als ook dat hy ons waerfchouwde om
onie vryheydttegebruyeken. ,
Ä t ¿ Dog den goeden Prieur , welke merkte dat ons uy tterlijke wefen in een
Doch alleen oogenblik /een emael verandert was,en dat wy feer bedrukt fchenen te lijn,
uyt Politie. be5ondefagteiijk le lacchen, om ons te kennen te geven, dat het voorne-
men fo van den Provinciael als van hem niet ten quaden ftrekte, dog dat het
geene fy deden alleen uyt een politijcque ftreek fproor,en om den mont aen
de Criden te ítoppen,welke noy t fouden opgehouden hebben van temur-
mureren ,fo men ons niet op de eene ofte de andere wijfe hadde geftratt.
Hy verfeekerde ons daerenboven dat wy na onfe gevankeniiTe alle ioort-e
van eereen vorderingete verwasten hadden jdatwy,fo lang als wyby hem
fouden zijn/niets fouden gebreck hebben,en dat hy ,na dat wy met water en
broot het middagmael gehouden fouden hebben , ons in onfe Kamers een
II.BozcK.VoürdeSpaenfcheWeJï-Indïèn. XIII.Cap. 183
avontmael foude fenden , dat genoeg foude konnen ftrecken om vieren-
twintig ueren lang vrolijck te zyn. ~
Hier na begaven wy ons na het Convent van Chiapa , in het welcke wy , Komftein
door het groorfte gedeelte der Religieufen , met veele vreugde ontfangen het Con-
wierden , wy befpeurden dog evenwel , dat'er eenige waren, die ons met vent te
een quaet herte en boos oog aenfagen. Cbiapa.
Wy waren fo dra niet in onfe Kameren gebragt , of de kloeke noodigde
de andere Religieufen tot het middagmael , en ons te water en te broodt.
Wy begaven onsindeeet-falcende als het Benedictie gefegt was, ende Beginíél
deReligieufenaendeTafel waren gefeten , foo waren wy vier Philippijn- v?nde. poe-
fche Jonaflen , foo als ons fommige Criolen genoemt hadden , gedwongen mtcntIe»
op de aerde , in het midden van de eet- fale neder te fitten , met de beenen
cruys wyfe onder het lijf, even als de Kleermaekers , om door die a&ie van
nederigheyttetoonenhetleetwefen-datwy hadden wegens de ongehoor-
faemheytaen onfe Superieur Calvo betoont.
Ten felven tyd als men heteerile gerigteop de Tafel aendifte, fo gafmen
aen yder van ons ook^en redelijk brood , meteen pot met helder water,van
het welke wy met vreugde dronken i door dien wy, door de twee on tby ten,
welke wy te voren gedaen hadden, genoegfaem verfadigt waren.
. Evenwel hadden wy in het midden vandefe adicwelkeonsinhetopen-
baer met fchaemte bedekte , en die dog onder de Religieufen over minder
fouten dan de onfe geoefFent wierdcdefen troorhdat den Prieur en Provin-
ciael on fe Vrienden waren , dat die Caftydinge vaderly k was , dat wy uy t de
handen van die geene^die onsdaer toe hadden verwefen, Chocolate om ons
te verfterken fouden hebben >en dat wy dien avont in onfeKamers beter fou-
den aengedifcht werden , als veele andere t die maer twee a drie fchotelen
voorhaer maeltyd fouden hebben. Hier quamby datwy ieeker Criolifch
Religieus tot een mede-macker in onfe pcenitentie hadden,welke,fo wel als
wy, op de aerde moefte fitten, ter oorfake van eenige amoureufe brieven ,
door hem aenfeekereReligieufe-Dogter , over en weder gefch re ven, wel-
kers termen de palen van de kuysheydt tebuyten gingen.
Dog als ick bemerkte dat die Religieus ons met een wrevelig wefen aen^ Door ¿en
fag , fchikteik my tot hem , fo digteals my mogelyk was , en horende dat Aut. e?E
hybinnensmonts mompelde, en ons ongehoorfamejonaffen van dePhi- vrolyc^
lippijnen noemde , fo beet ick hem ook, op een fagte wyfe, de twee volgen- Pve^|jj
de Latynfche veerskens in het oor , welke my fo in de herffenen pp ftaende ra£>
voet quamen , wegens fijn quaet leven.
Si monialis amor te fcribere tmpia fecit j
Ecce tibigelidceprabent medtcamina hmpha. Eetl acrdig
Dat is: voorval tui-
' Soo vuylenonne-min udeed' ontugtigfehryven, fchenden
Suyp water in u baft , dat fal die brand verdry ven. Autheur
Dog fo alshy die veerflen, welke ik op ftaende voet maektcgehoorthad, ende een
fobetuygde hy nog meer mifnoegttezyn,fig van myn affchickendcdeelle- Criool,
A a ^ bogen
M 1
J
Gemacke-
lycke ge-
•vanckenii.
fe.
Werden
daeruyt
©ntflagen
ende ver-
déele
Ben Au-
teur werd
-Piofeflbr
ILBoeck. VoyagicvanlhomasGage XIII. Cap.
bogen opheffende, ende het Hooft fchuddende ,ditverpligte my na hem
toe te fchicken , en hem nog dit veers op een vriendelijcke wijfe te fc^en
Solamenmiferoejï, fucios miwerePannettes.
Hybeeldefigin dat ick heen volgde om fijn brootaf te nemen , ende dat
hetwoortvan Panettes hembyna foude hebben doen ílicken ,fohy finan
het water dat voor hem fton t niet bedient , en een goet glas van het fel ve o-e-
dronken hadde , ickbemerckte hier door dat zyne gramfchap geiKlt w^s ,
en daerom feydeick hem dat ick geloofde dat de kraet van fijne Liefde Ir
maetigt wierde. ö
Op dele wijfe hielt iek te water ende te broode een vermaeckelijck mid-
dag-mael met mijnen na-buer den Criolifchen Religieus , ende nae ¿e
maeltyd leydde men ons wederin onfe Kamers, in dewelke wy de Chocola-
te > ons door den goeden. Alvare% gefchonken ,droncken.
De Spaenfche Religieufen quamen ons in groóte menigte in onfeKame-
ren befoecken dommige om hg met ons te onderhouden, ende andere om
ons Confituren ende andere leckernijen te bren o-en.
Men fprack ook aenftonts in het Convent van dé Veerffen die ik op het
voorval van die Criolifche Monik gemaekt hadde, en ïf verftrekten tot on-
derhout, gedurende die na de middag , ende allede andere Religieufen.
Die avont wierden wy ter Taeirelgedient volgens debelofteen degene-
reuiiteytvan den Prieur, die ons, nevens twee van fijn Gefellen, nog met
fijne tegenwoordighey t wilde vereeren , en fy namen nevens ons het avont-
maelin onfe Kamer.
De drie dagen van onfegevankcniflTepaiïèef den dus opeenevrolykewv-
fe,en wy wenften dat wy noyt in een ergere mogten komen , want wy had-
den in defelve,behalven dat wy niet vryelijk mogten uytgaemalle het geène
wy anderfints fouden hebben konnen wenfehen , maecken de goede ciere t
en hebbende altooseenige van onfe Vrienden,om ons te onderhouden , by
ons. '
Op fodanige wyfe dat wy konden feggen , dat onfe gevankeniiTe ons eer
voor een noodig hulpmiddel dan vooreen Caftiidingeverftrecktcomdat
wy , na fo een lange Reyfe , als wy van Mexico af, tot aen die plaetfe toe ge-
daen hadden , meer het ruften , dan het wandelen behoefden.
■ Wy waren fo dra niet in vryheydtgeitelt,of wy bevonden dat dePro-
vinciael ende de Prieur van voornemen waren , om ons fo wel neder te fet-
ten > dat wy na onfe gevankeniiTe eer ende aenfien in dat Landt fouden kon-
nen verwerven.
Men font twee Religieufen van ons Gefelfchap op hetplatte Land , om
aldaer de Tale te leeren , en voor de Indiaenen te konnen Predicken , ende
daer na met eenig Beneficie voorfien te werden.
Sygaven ook aenmy, ende aen een van myn e Gefellen de permifïïeom
na Guatimala te gaen , en aldaer in de Univerfiteyt de Jeugt in de Theolo-
gie ende Philofophie te onderwyfen, dog menfteldeons vertreck tot aen
St.Mi-
— — — —
ILBoECK. DöordeSfaenfcheWefl-Indiën. XIILCap. ï8f
St. Michiels dag toe uyt, om dat dat de tijd was in dewelke men de Scho-teij /;
Ien ofte de Claffen opende, endede Regenten veranderde. /^
De Provinciael hebbende ook de veeriïengehoorr,dieick voordevuyft
op het werek van den Criolifchen Religieus genraeckt hadde, ende daer £n by pro-
door bemerekende. dat deLatynfche Taelein Engelandt gemeenderwas viiïe Mee-
dan in Spaignien ,fiaende men aldaer doorveele folcecifmen den armen f¿rin de
Prifcianus deerlijck aenhet oor, en wetende datmen een Perfoon, die die Latynfche
Tael verftont van noden hadde, om in het ConventvanC¿í'<z^,aenhetTaeIetc
welcke het onderwijfen van de jeugt , jaerlijcks wel opbrengt, de Gra- Ckiaj>a.
tnatica ende de Syntaxis ^en de Kinderen te leeren , badt my die laft te
willen aenvaerden , tot die tydttoedathy my na G#dí/w¿/¿ foude konnen
fenden ; my belovende te affifteren met alle het geene datick foude mo-
gen van noden hebben ,fo om boecken tekoopen.als om my van ande-
re noodtfaeckelyckheden te voorfien , feggende ielve dat ick, foo als ick
voorgenomen hadde, fomwylen evenwel op het platte Landt, om dat te
befigtigen, foude mogen gaen rey fen , ende befien het geene daer omtrent
het aenmerekens waerdigfte was.
Ick kondedefe aenbiedin ge, welke myfoo voordeelig was niet afwy-
fen,foo dat ick in die bedieninge te Cbiapa verbleef, van deMaendt van
April af totaen heteynde van September ; ick verkreeg daer veele repu-
tatie ende aenfien by den Biffchop ende den Gouverneur, dog-voor al
by den Prieur , welcke noyt eenige reyfe op het Landt tot fijn vermaeck
aenvingfonder myn mede te nemen ; dit gaf myn gelegentheyt om den.
Staetende ryekdom van Cbiapa wel te door-gronden , die ick dan getrou-
welijck in het volgende Capittel falgaen befchryven.
Maer merekt alvoorens aen , lieve Leefer, de wonderlijcke barmhertig-
heytende beftieringe van den Almogenden Godt over my arme Son-
daer , welcke het geliefde my niet alleen op de voorverhaelde wyfe van
die voor zielende iicchaem gevaerlijcke Philippijnfche Reyfe te verlof-
fen, maer ook een feer honorabel, en, voor myn ftaet, profitabel, em-
ploy te geven, waer voor fijnen naem dan eeuwiglijkgedanckt zy.
Waer does
hyfeergè»
fien code
beminde
werdt.
A a %
HET
— «I
•
Befchryvin-
ge van het
Landt ende
Provinúe
y 211 Ckiapa.
Geiegent-
lieydidaer
af.
Overvloed:
van Coche-
nille.
Hooft-gek
in Chiapa.
186 II. Boeck. Fbyagie vanThomas Gage XIV. Cap.
HET XIV. CAPITTEL,
Befchryvinge van het Landt en de Provintie van Chiapa,
Gelegent hef dt daer af. Overvloei van Cochenille. Hooft-
geit in Chiapa. Verdeelmge van Chiapa. Kout Climaet en
hette in de Valeye van Chiapa. Capanabaftla. Izquin-
tenango. Overvloei van Catoen , van Vifch % Vleefch,
ére. Schaersheydt van geit. Schaede door de Croeodülen%
Begeer igheyt der 'Jefmten vertoont. Kaerigheyt van die van
Chiapa. Haer Koophandel. Merckt. Haere frugaliteyt. f
Vértele Religienfen. Plompen Adel.
HOe wel, na het gevoelen der Spaigniaerden, de Provintie van Chiapa
eene van de armfte van geheel America is,om datraen daer nog gene
Mynen ontdekt,nogtegeen goutin hetfandt van deRevieren heeft
gevonden , ook dat in defelve geen Haven aende zyde van de Zuyd-Zee is,
totvertieringe vandeKoopmañfchappen, en om te handelen met die van
Mexico, van Guaxaca ende GuatimalaSo kan ik evenwel feggemdatfy veele
andere Provintien van! Mexico overtreft* in groóte van Vlecken ende Ste-
den , en dat fy aen niet eene hoett toe te geven nogte daer voor te wyken,als
alleenlijck aen Guatimala ; ick kan oock felfsverfeeckeren , dat in alle de
reile van America niet eene Indiaenfche Stad is , welke men fo groot , ende,
door de Naturellen van het Landt fo ilerck bevolckt fal vinden , als het In-
diaenfche Chiapa.
De Spaigniaerden hebben groot on gelijck van ditGewefte opfodanige
wyie, als fy doen, te verachten, want fy moeften bedenken dat het ruflehen
Mexicocn Guatimala is gelegen>en dat van de fwakheyt ofte fterkte-van het
íelvcdegeheelekragtenbehoudeniCTe van Americahzngti omdat, wan-
neer het niet gefterkt is,het feer gemackelijck valt door de Reviere van Ta-
¿ajeo daer in te komen,en dat het ook grenft aen de Fron tieren van fucataru
Dat meer is , de Inwoonders dry ven niet alleen een genoegfame confi-
derabilen handel onder malkanderen, door Koopmanfchappen die in defe
Provintie vallen , maer ook felve met de andere Provintien, en daer en is
geene Plaetfe in America, uyt dewelke de Spaigniaerden fo veel Cochenille
trecken, als fyuyt eene eenige Provintie van Chiapa doen.
Behalven dat de Vlecken, welke groot ende wel bevolktzyn, het inko-
men des Konincksmerkelyk vermeerderen, door de Schatdnge, welcke
alle de Inwoonders jaerlijcks 3 hooft voor hoott , aen deSpaenfche moeten
betaekn,
Die
ILBoECK. Door de SpaenfchefPeft-lhdien.XIV. Cap, 187
Die Land is in drie Provintien verdeelt, te weten, die van Cbiapa, die Verdedin
van de Zeldales, ende de Zoques , van dewelke die van Cbiapa van het minire ec daar van.
vermogen is. fa
Deeerfte behelft de groóte Stad van het IndiaenfcheCbiapa, en alle de
Vleckenen Dorpen die orn de Noordt na Maquilapa gelegen zijn, ende be-
ooften de Prieurye van Comttian , welke alleen tien onderhorige Dorpen
heeft, en veeleHoeven , op dewelke men veel BeeftiaeL Paerden en Muyl-
efelsaenqueeckt. J
Digte by defe Prieurye van ComitlanAs de groóte VüeyeCapanabafila ,
hetwelk mede een ander gedeelte is , dat fig na de kant van Zoconuzco uvt-
ftreckt. ' * ;
Defe Valeyeis aenmerkens waerdig, doorfeekere Reviere, welke uyt
het Gebergte van de Cucbumatianet fpruyt, lopende door het Indiaenfche
C^/;*, en daer na in de Re viere van Tabafco ftromende. ' ¡
Sy is mede feer vermaerd door de groóte meenigte Vifch , welcke in die
Reviere gevangen werkenden overvloed van Beftiael, welke daer omtrent
geweyd werd , en waar door niet alleen de Stad van Cbiapa , maer ook alle
de omleggende Plaetfen gefpyft ende vooríien worden.
Hoewel de Stad Cbiapa en Comitlanin eenkoud Klimaet «eggen , door r„ j ^r-
dien fy op de Bergen geitigtzyn, fo is het in tegendeel feer heet inde Va- ^Lr'n
ley en, door dien fyfeerJaegleggen,endaerontftaen dikmalen fwaere on- E n
weders,vandeMaendvanMey aftotaen St. Michiels dag toe, welke met hetteinSe
groóte Donder-flagenendefchrickelijckeBlixemen zyn verfeld. Valeye
Het voornaemfte Vlek, in het welke mede de Prieurye is, wordt Capa- Capita-
nabajtla genaemt, in het felve woonen meerdan agt hondert indianen. bafila.
Dog dat van l^täntenango is noggrooter, het legt aen heteynde van de ^quinte-
Valeye , na het ¿uyden , ende aen den voet van het Gebergte van de Cucbu- nan£°-
matlanes.
Het Vleckvan St. Bartholomeus, het welke aen het andere eynde van
deValeyelegtaendeNoord-zyde, isnogveel grooter dan de twee voor-
breed Cn 1S °mtrent veertig my]en lang ende twaelfmyien
Alle de andere Vlecken fíjn aen de zyde van Zoconutco gelegen , na welke
kandt het gedueng heeter wordt, zynde het Donder ende Blixemen daer
ook veel kragtiger , om dat men die weg uyt , meer aen de Zuyd-Zee nae-
BovendathetBeítiaelin foo groóte een meenigte in die Valeye is, foo Overvloeit
werd m defeive oock foo veel Catoen vergaderd , dat uyt het felve de ¿SS
voornaemfte Koopmanichap van dat Landt beftaet, dooi dien men van van^t0^
het felve een groot getal Deekens maeckt , met dewelcke íigh de Indi-
aeuen kleeden; oock komen de Kooplieden , van verfcheydine quartie-
«n,dtfeLyelialen,of wel werden iy door de Inwoonders verruylt voor
Aa 3 Caca»*
—
En van
Vifch ,
fVleefch
&c.
188 IL Boek. Voyagie vanThomas Gage XXV. Cap.
Cacao, aendie van Zoconu^co ende Suckuíepzqae > fodanig dat fy, door dat
middel , altoos genoeg voorfien zynvan die drank v/elke van die vrught
gemaeckt werdc.
Sy hebben al immer fo weynig gebreck aen Vifch , door dien de Reviere
baerdaer ten vollen van voorfiet, alfo weynig als van Vleefch, zijnde de
Valeye vol van Beeilen , nog oock van ftoffe om fig te kleeden , door dien
fy dieaen andere verkopen, nog van broedt , door dien ,niettegenftaende
daer geene tarwe waft , fy genoeg Mdi^tot haer voedtfel te verfaemelen.
Eyndelijck hebben fy ook overvloedt van wildt-braedt, van Pluym-ge-
dierte,van Kalckhoenen, van vrughten, van Honig, vanTaback en van
Suycker-Riedt.
Schaershey t Dog het geit is'er fo gemeen niet als te Mexico ofte te Guaxaca , want in
van gek. plaetfe datmen in die twee plaetfen niet telt dan met Patacons ofte ftucken
van aghten , fo reeckentmen teChiapa maer met Teiloenen , die maer half
foveel doen. ' ,. , , ,. -r ,
Schade door Hoewel defe Reviere boven maten voordelig ende nut aen dele Valeye
de Croco- is % ende veel toc den overvloedt van defelve toebrengt , fo is (y dog even-
dllien- wel oorfaecke van veele fchaedcVi ende ongemacken die de Inwoonders
overkomen, welkers Kinderen fo wel als Kalven ende Vullens, wanneer
fy te di<?te by de Reviere komen , van de Crocodiilen werden verflonden ,
die daer in groóte menigte zyn, en leer gratig na het Vieefch , door dienfv
het dickmaelen hebben gegeten.
De Stadt van het Koninklijke Chiapa , is eene van de kleynite van geheel
America,wfLï\t daer fijn maer omtrent vier-hondert Hoofden van Spaenfche
Huys-gefmnen, endeby-na hondert IndiaenfcheHuyfen,welcke aende
Stadt gevoegtzyn , ende die plaetfe werd de indiaenfche Voor-ftadt ge-
naemt, ook hebben fy eene byfondere Capelle.
In de Stadt is anders geene Parochic-Kercke dan de Cathedrale, ende
defelve is voor alle de Inwoonders. ,«,.-/• , ^ ,
Daer fijn ook twee Kloofters , het eene van de Religieufen van de Ordre
van St. Dominicus , ende het andere van die van St. Franeifcus,nevens een
arm Convent van Religieufe Doghters, welckete famende Stadt laftigh
genoeg vallen. ,t _ . ., ,
Begcrigheyt Dog door dien de Jefuitenfig daer niet hebben nedergefet, welke gedu-
derjeiuirenrigiyk in deryeke Steden woonen , fookan men daer uyt wel beüuyten
vertoont. dac defe plaetie foodanig niet wefen moet, of ten minften dat de Inwoon-
ders die genereufe liberaliteyt niet hebben die de Jefuiten foeken in het
doen van groóte aelmoeiïen en boven gewoonlijke giften,door dewelke iy
haereCollegien, ter plaetfe daer die fijn, onderhouden.
KaPnoW WanttedeferplaetfefijndeCooplieden kaerig.ende Edellieden fpaer-
van dl &£&» ende menagerende, oock hebben fy niet verftant , nochte beleeft-
CklZ heydts genoeg om fulck flag van mildadigheden te betoonen , foodanig
, dathetarmeCy&;4;4 geene bequaeme plaetfe voor de Jefuiten is.
II.BoECK. 'DoordeSpaenfcheWeft'Indi'én. XIV. Cap. 189
De voornaemfte handel van de Kooplieden vandieStadbeftaetin Cacac» Haer Koop-
in Catoen, het welke fy op het omleggende platte Landt gaen koopen handel.
inCrameryen,in Suycker,diefy uythet Indiaenfche Chiapa irecken , en
in een weynig Cochenille j dog door dien de Gouverneur groóte winíte
uyt den handel van de Cochenille treckr , fooftaet hy haer niet ligtelyck
toe metdiefoorte van Koopmanfchap te handelen.
Sy alle hebben hare winkelen op een kleyneplaetfe , welke men voorde Merckr,
Merckt houdt , defe is gelegen regt voor de Cathedrale Kercke , in dewel-
ke wandelaryen ende galeryen fijn , onder dewelke de Vrouwen van de
arme Indiaenen gemeenlijck ten vyf ueren desavonts komen, aldaer kruy-
den ende drancken brengende , die fy voor een geringe prys aen de Criolen
verkopen.
De rykftë ván de Kooplieden gaen dikmalen mTabafco toe,of wel fenden Frugaliteyc
fy andere daer henen , om de waren die uyt Spaignien komen , op te kopen, van de In-
gelijk daerzynWynen , Lywaten , Vygen , Raefynen, Olyven endeYfer; woontfers.
dog fy derven niet veel aen die waren hefteden , door dien'er weynig Spai-
gnfaerdenin het Land zyn,endeom datdemeefte fig te vreeden houden,
wanneer fy alleen befitten het geene tot het leven van noden is.
Sodanig dat het meefte gedeelte van die Spaenfche Koopmaníchappen Sértele Re-
alleen voor de Religieufen2.yn,fijndefy die geene welcke daer het luftig- *%*■«•*
fte leven. Plnmnr»n
In dat Land dienen de Edellieden gemeenlyk voor een fpreek-woordt, V¿ j p
ende fy levéren veele ftoffe tot fpopen ende lacchen uyt , men noemt haer e *
gemeenlyk als men wilt-íangers,wi¡ht-buylen,luyden die den grooten mee-
fter endeden bequamen , habilen iuffifanten Man willen fpelen , tragt af te
beelden , hoewel fy in der daedt , niet dan Bottericken zyn.
Want fy feggen gemeenlijck dat fy gefprooten fijn uyt de Huyfen van
eenige Spaeniche Hertogen, of van de eerfte Conqueranten van dat Land,
hoewel fy in hare manieren , handel ende omganck foo plomp ende ombe-
fchaeftzyn als de Boeren > en dat het meeft gedeelte van haer noch kenniiïe
noch verftandt heeft.
De voornaemfte geflagten van defe Stad voeren ook de heerlyke bynae-
men van Cortz^ de Solis >Vela[co ,Joledo, Zerna en Mendoza.
1
HET,
En arme
hovaerdyc
ende ydel-
heydt.
190 II.BoECK. Foyagie vanThomas Gage XV. Cap^
HET XV. CAPITTEL.
Seer naeukeurige Conferentie tufíchen den Autheur , ende een
Criolifch Edelman van de Stad van Ghiapa. Criolifche
frugaliteyt > ende arme hovaerdye ende ydelheydt, Haere
hanteringe. Haere laf-hertigheyd ende kleyne genegentheyt
tot het reyfen , ende tot de PFapenen. Maght des Gouver-
neurs. Onrechtvaerdigh geit bedydt niet.
HEt gebeurde op feekeren dag , dat eene van defe Edellieden , fcyjnde
hy een van de voornaemfte onder haer , ende Dcm Mclchiofde Vela-
[co ghenaerat , metmy indifcours geraeckte, nopende Engelandt
en de Engelfche Natie , en ray met een feer grooten ernft af-vraegde , of de
Sonne en de Maene oock van een ende defelve Couleur in Engeland waren
als te Cbiapa > of de Engelfche , even als de Ïndiaenen, met de voeten bloodt
gingen, ende of fy Menfchen offerden ,foo als de Heydenen voortydts m
America hadden gedaen.
Defealieen warenalledebelacchelykevraeg-ftuckenniet welckehy my
vooritelde , want hy wilde ook weten of in Engelandt ook welfo een lecke-
re fpyfe was , als de Frixoles , welke de arme ïndiaenen eeten , ende anders
nietzyndan gekookte boontjens , in het Francoyfche Fardes genaemt,
welke fy met wat Americaenf che Peper en Look toe maeken , ende laeten
ftoven,totdathet fapfofwartals inftwert.
Nog vraegde hy of de Vrouwen in Engeland hare vrugtfoo langedroe-
ge als de Spaenfche , en ey ndelijk of de Spaigniaerden niet kloekmoediger,
ende aerdiger en lulliger dan de Engelfche waren ?Ik lal hondert fotternyen,
die hem ontvielen , ende die mede alle van defelve nature waren, voor-by
gaen , ende geene mentie van defelve maecken , om u , lieve Leeier , te leg-
gen, dat het meefte gedeelte van haer niet gewent is, dan een Schotel van
defc Frixolen, met fwart nat, Peper en Look toegemaeckt tot haer middag-
mael te hebben , ook feggen fy dat dat de befte fpyfe van de Indien is.
Des niet tegen ftaende lullen fy, na Í00 heerlyk een middag-mael, een
halfuer voor hare deure gaen wandelen, alleen om te doen fien, hoe fy de
kruymen van hare Kleederen, Lobben, Knevels,&c. af-fchudden,en hoe
fy met eenTande-ftoker fig deTanden reynigen,even als of'er een beentjen
van een Patrys was in bly ven fleeken ; ook , foo het gebeurt dat y ernan t van
hare kenniííe , by gevallcvoor by haer komt te palieren , fo fullen fy niet in
gebreeke bly ven vaneen kruymken op eene van hare Knevels re leggen ,
ende,demmevandatdaeraftelighten maecken de, te feggen! Ha, myn
Heer , wat hebbe ick daer een delicate Patrys gegetemende dat alleen om te
""
ILBoECK. Boorde SpamfcheWeft-Indïèn. XV- Cap. 191
kennen te geven dat iy een goede tafel houden ; hoewel fy in der daet niet
dan de gefeydc Frixolen oftegekookteboontjens gegeten hebben.
Hoe fy oock op hare geboorte ftoffen en pocchen > foo beftaet dog alle Hare has-
harehanteringe in hetaenqueeken van Bcftiael, en hare meelte rykdom terin^en,
beitaet in pagt-hoeven, op dewelke men OiTenen Muyi-Eièls aenqueeckt
ende onderhoudt.
Hetiswaer, datmen fommige onder haer vint, welke Vlecken van de
Indiaenen onder haer behorende befitten, van dewelke iy Commandeurs
genaemt worden 3 ende dat een yder van dein woonders defer VTeckcn ge-
houden is , aen haer het jaerlijckfcheregt in geit ende in Pluym-gedierte te
betaelen.
Sy hebben gantfch geene genegentheyt tot de wapenen , en hoewel fy í**"e laf-
fomwylen feggen , dat fy wel genegentheyt hebben om Spaignien re gaen """gjwyd
fien ,fois'er dog niet een onder haer > welke foude derven wagen , daerom endeJc'evn6
deZeetepaiTeren, want fy houden het daer voor, dat'er niets ter werelt |cn^SenI>
beteris , als geruftelijck in fijn bedde te flapen. . r^* toc
Hondert goede Soldaten foudenfeerligtelijk alle defe Doms van Chiapa tofde'wa-
in route en op de vlugt il aen , en fig te gelijk meefters van de Stad maeken, penen. "
welkers aen en inkomften foo open leggen/ dat de Efels en de Muylen
daer gedurig by nagt en dag uyt gaen , om in het Velt te gaen weyden. .
Men heeft evenwel in defe Stad een Gouverneur met een Biffchop.
Het Amptvanden Gouverneur is feeraenfienlijk, door dien fijne magt Maghtdes
figfeer wyd uytftreckt, aengefien hy de Spaigniaerden ende de Indiaenen Gouver-
handelt, fo het hem gevalt, en door dienhy daer toe noch een grooten han- net"s.
del in Cacao ende Cochenille dry ft.
Dog de qualijck verkregene goederen bedy'en noyt ten goeden; hier 0l'reght~
vanhadde Dom Gabriel cfOreliana een levendige proeve ; hywas Gouver- vae^llS
neur van die Stad en van dat Land , ten tyde dat ik daer was, en wanneer hy 8 ^ -
voor aght-duyfent itucken van aghten aen Cochenille , Cacao , Suyker ende Wet'
Huyden langs de Reviere van Tafafcohzdde gefonden ,om nade Havana
gevoert te werden , foo viel het alles in de handen der Hollanders.
192 IL Boek. Voy agie vanThomas Gage XVI. Cap*
Inkom Hé
des Bif-
fchops van
Cbiapa,
Waer in
liet «beftaet,
Sotternye
der India-
Den Au-
theurdoet
met den
Biiïchop
de vifite
«n platten
'Lande,
HET XVI GAPITTEL,
hikomfte des Bijfchops van Chiapa. JVaerin het befiaet. Sou
ternye der Indiaenen. Den Autheur doet met den Bijfchop
de vifite ten platten Lande. Humeur van den Btjjchop.
Mis-bruyck van de Chocolate door de Vrouwen. Ordre
des Bifèchops daer tegens, verbittert de Vr ouwen. Onver -
fettelyckheyd des Bi jf chop. Herdneckigheydt der Vrouwen.
Oploop daer tiyt ontjlaen. De vrouwen gaen m de Kloofter-
Kercken. Verheten die eyndelyck oocL De Bijfthof werdt
fieck ) en geoor deelt vergeven te zyn. Hyfterft. Sufpitie
wegens fyne dood: Lightveerdigheydt van de Vrouwen van
Chiapa. Rencontre van den Autheur met een van defelve,
H$t Bifdom van deCe Sr ad is ten minden acht duyfent Ducaten jaer-
lijkswaerdig ; en feeker den Biiïchop verdient defelve-wel , komen-
de uyt fo een wydtaf-gelegen Landt , als Spaignien is , en dat om in •
eene Stadt te woonen , in dewelke men fo fcherpfinnige verftanden , als dat
van Dom Melchior de Vdajco vinden in dewelke de Efcls fo goede koop wer-
den aengequeeckto
Het grootfte gedeelte van het inkomen van den Biiïchop fpruyt uyt de
Offerhandemwelkehyjaerlijcks uyt de groóte Indiaenfche Vlecken treckt,
in dewelke hy eens 's Jaers komt, om hare Kinderen het Vormfel te geven j ¡
want daerisniet een van die Kinderen ; welke hem niet ten minften een
witte Wafch-keerfe nevens een Lindt geeft , ende daer toe vier Reaelen aen
geldt-
Ik hebbefelve gefien dat fommige van de rykftè hem Wafch-keerffen die
tot fes ponden toe v/oegen , met twee ellen Lint van tien ftuyvers yder elle,
gaven . en defe Keerffen waren van onderen tot bovenen met enckele Rea-
len beplakt , want de Indianen ftellen , door een groóte ydelheytf hare roem
in het geven van groóte offerhanden»
Die geene die Biiïchop van die Stad was ten tvde dat ik my daer onthielt,
was Dom Bernardo de Za!a%ar genaemr, hy bad my dat ik hem voor den tydt
van een Maenr wilde verfelien in het vifiteren van de Vlecken die omtrent.
Chiapa leggen 5 myn werk was het becken te houden s in het welcke de
Spaigniaerden e'n de indianen hare Offerhanden leyden , terwijlen hy hare
Kinderen Vormde,en door dien ik nevens een ander Cappelaen forge droe-
gen om het gek, voor en al eer in des Bifí chops Kamer te brengen/orgvul-
' ' de-
IJ.BóECK. BoordeSpaenfcheWeft-Indiën. XVI. Cap. 195
delijk te rellen ; bevont ik, dat hy, ten eynde van deMaent, alleen aen dat
ilagvan Offerhanden, feftien hondert Ducaten ontfangenhadde , Tonder
eens te reekenen het geene hy trock voor het vifirecren van de Gebroeder-
fchappen , die , in dat Land, feer ryk zyn , en van de welcke de BiiTchoppen,
in hare Diocefen > een groot inkomen trecker.
Dek Biflchöp was,even als alle de andere, welke in Indien zyn, een wey- Humeus -
nigte gelt-gierig,dog voorderefte was hy van goede manieren ende een va" den
vroom leven, ook fpandehy alle fijne kragten in,omde<difordres ende 0n-BiíIchoP*
geregeltheden , die in de Kercke , onder den Dienft- , voorvielen , te reme-
dieren ende weg te nemen jdog fuiks kofte hem het kven eer ick van Chia-
'fa na Guatimala trock.
De Vrouwen van die Stad geven vo®r,dat iy fodanig met flaeu wigheden, Mis'bruyk
welke uytde maege fpruyten ,gequeltzyn , dat fy geene ieege Mifie , en by vandeCho"
gevolge veel mindereen groóte iMíffe nevens het Sermoen konnenhoo-!! Je dooE
ren , Tonder ondertuiTchen een kop warme Chocolate te drinken , ende, tor U'
verfterckinge van de maege, war Confirueren tceeten. Wen°
Ten dien eynde waren hare Dienft-maegden gewoon haer Chocolate in
de Kercke, onder het doen van de MiiTe ofte het Sermoon te brengen ¿ dit
nu konde nier gefchieden ionder confufie , en fonder de Priefters ofte Pre-
dickers re interrumperen.
* Als den Büïchop nu met alle fagtigheyt dit abuys tragte fe remedieren, Otare áes
foo vermaende hy haer dikmaelen om dit nare laren , oocklier hy haer Biflchops
fulcks door de andere Predickers verfoecken en af-bidden , dog eyndelyck<k«tegcn&
bemerkende dat fulks niet vorderde, en dat fy in dat werk, tot fijne veragh-
tinge volhardden , foo deedehyeene excommunicatie aen de Kerck-deure
aenplacken , regens alle díe geene , die gedurende den Godts-dienft in de-
fel veeeten ofte drincken fouden.
Dek- verbanninge verweckte een grooten haet in alle de Vrouwen , dog Verbittert
vooral in die geene, die eenigfints van aenfien waren, welcke ront uytdeVrou-
feyden , dat , foo men haer niet wilde toelaten in de Kercken te eeten ende wen»
te drinken ,fy ook in defelve nier fouden komen.
De v .■ornaemfte Juffrouwen jwelkekennifle hadden vandevrientfehap
welcke den Biílchop , Prieur ende ick onderhielden, quamen ons beyde be-
foecken , ons biddende , dat wy foo veel wilden uytwereken , dat die Prelaet
degefevdeexcommunicatiemogteintreckenende vernietigen.
De Prieur en de ik deeden beyde al wat wy konden, om den BitTchop te
bewegen om haer iatisfaetie te geven, en daerin te wille te zyn; wy bragten
de gewoonte van het Land by, defwackheyt van de Vrouwen en hare mae-
gen, den af-keer die fy van hem fouden hebben, en het gevaer dat'er was dat
fulcks niet eenige Oproerin deStad foude verwecken , het welke wy giften
uy r her geene dat wy van veele Perfoonen* hadden verftaen.
Hy antwoordde dat hy fijn leven nier ach re , wanneer het geene hy decde
de eere Gods betrofcof wel die van fijn Huys.ende dat alles wat wy hem ge-
Bb'i fegt
¡II
11 II 9
ILBoECK. Voy agie 'vanThomas Gage XVI. Cap.
©nverfette-
lykheyt des
BiiTchops.
Herdnec-
Jcigheytder
Vrouwen.
Oploop
daer uyt
ontllaeiio
Te Vrou-
wen gaen
in dekloo-
fter-Kerc
ken.
En verhe-
ten die eyn-
delyek.
DeBillchop
werdc fieck.
Hy ftcrft.
fegt hadden niet kragtig genoeg was , om hemde minfte faeke tegens fijn
pligt te doen aenvangen.
Wanneer de Vrouwen nu bemerkten dat hy voorgenomen hadde ftipte-
lijk by fijn ftuk te bly ven,ib begonden fy hem niet alleen te veragten , maer
fy befpotten hem in het openbaer,en fy toonden da: fy fijne excommunicatie
niet agreden , drinkende in de Kerke meer dan oyt , ja geduriglyk aen , even
als de ViiTchen in het water doen.
Ditmis-bruvk was ooriaeke van dat'ereensop feekeren dag een groóte
oploop in de Cathedrale Kerke ontílont , ende dat veele Degens getrocken
wierden tegens de Priefteren endeCanonicken , welke haer befte deeden,
omaendeDienft-maegdendevatenin dewelke fy de Chocolate aen hare
Juffrouwen bragren , te ontnemen? welke, als fy eyndelijck iagen , dat
op den Biflchop,nogmet gewelt> nog met foetigheyd , te winnen was,
voorhaer namen uyt de Cathedrale Kcrcke te blijven, foodaenigh , dat
men van die tvd af aen , daer niemant in fag verfchynen , endefy alle gin-
gen de MiíTe ende het Sermoen in de Kercken vandeKlooftershooremin
dewelke de Monicken haer na hare gewoonlijcke wyfe lieten leven, niet
anders doende dan haer vriendelijck vermanen , en hier door gebeurde het
dat de Monicken figverrijektente koften van deCanonicken , en van de
Priefters van de Cathedrale Kercke, door dien daer niemant quam om yets
te geven.
Dit werk en duerde niet langewant de Bifïchop fig tegens de Monicken
vergrammendcdede een andere excommunicatie aen plackemdoor de wel-
ke hy aen alle de InwoondersvandeStad beval in de Cathedrale Kercke te
verfchynen , en aldaer den Gods-dienft by te woonen ; dog de Vrouwen, in
plaetfe van hier na te luyfteren , hielden figh een gantfche Maentin haer
Huys opgeiloten , fonder te Kerke te gaen.
Omtrent deie tyd wierde de Bifichop gevaerlijk fiek , ende hy begaf figh
in het Convent van de Jacobynen ,door dien hy fig voor vaft inbeeldcdat er
niemant in de Stad was , welke gedurende fijne fieckte , forge voor fijne ge-
fonthey c foude willen dragen, dan den Prieur van dat Kloofter, op dewelke
iïy fig volkomentlyk vertrouwde.
Men font om Doótoren na verfchey dene quartieren,dog fy alle verleker-
den dat den BiiTchop vergeven was , hy felve feyde op fijn dood-bedde dat
hy het ook Co gevoelde,en bad God dat hy het aen die geene,welke het had-
den uyto-ewerkt, wilde vergeven-, Hem ootmoedelijk verfoekende de Ui-
ferhande , welke hy van fijn leven dede , voor aengenaem te willen houden,
doordien hy datvrywilliglijck overgaf tot befcherminge fo wel van Syne
eere als van die van Syn Huys. •
Syne fieckte duerde in ons Convent maer aght dagen, ende-foo dn hy
overleden was fwol geheel fijn licchaem nevens fijn Hooft endeaengefigte,
foodanig j 'darmen nergens de huyd'kondeaenraeken, ofte deielve quam
II. Boeck. Do&rdeSpaenfcheWeJt'Indien. XVI.Cap, 195-
te berften , ende wierp etter uyt , het welke dan een teecken was van een al-
gemeene verdervinge in het licchaem.
In de Stadt was feekere Juffrouw van myne kennifle , defelve wiarde be-
fchuldigt dat fy , met een van de Pagien van geféyden Prelaet, al te gemeen-
faemwas, en dat fy aen hem, door middel van gefeyde Pagie , een kop
vergiftigde Chocolate hadde doen geven.
Ikhebbe haerfelvehooren feggen , dat weynig lieden over de dood van
den Biffchop bedroeft waren, dog dat voor al de Vrouwen reden hadden
om defelve niet te beweenen ; fy voegde daer by , dat fy geloofde, dat , door
dien hy fo veeie af-keerigheyd betoont hadde, tegens de Chocolaterie men
in de Kerken dronk , die geene , welke hy in fijn Huys hadde gedroncken ,
met fijne complecïie niet wel hadde over- een konnen komen-
Dat gaf naderhand gelegentheyt tot het maeken van een fpreek-woordt,
door het welke men feydcdatmen figmoefte wagten voorde Chocolate
van Chiapa , en ik'doj ft e felve die in geen H uys drinken , fo ik niet wel ver-
feèkertwasvandegenegentheytvan geheel het Huys-gefin.
De Vrouwen van die Stad fyn feer aen het vermaek overgegeven , en de
Duyvel heeft haeraenlockelijke manieren van doen geleert , door dewelke
hy , even als met haeken , de zielen tot de fonde en de verdoemeniiïe weet
te trecken , en by aldien men defe Vrouwen af-flaet fo weten fy het middel,
om door een kop Chocolate ofte door een doofe met Confituremin dewel-
ke de dood beflooten legt , hare wraecke te nemen.
Defe Juffrouw welke men verdagt hielde, ende die ook felve eenige fwa-
righeyt, wegens den dood des Bifïchops) hadde, font my v«rfcheyde ma-
len doofen met Chocolate ofte wel met Confituren , en ik nam defelveaen
omdat ik die bemerkte als voor een ioorte van erkenteniffe, v/egens de
moeyte die ick hadde gehad van aen haer watLatynte leeren.
Sy was van een feer aengename en vermaekelijcke omgank , oock konde
ick daer in niet quaets befpeuren , tot dat fy my , op feekeren dag , een feer
fchoone vrugt van een Palmitas font , 7,ynde in een neusdoek gewonden ,
ende geheel met Roofen en Jafmyn-bloemen bedeckt.
Ick dagteals ick de neus-doek los maekte, dat ick onderde Bloemen
eenig ryckelijck gefchenk , ofte een goedt getal van ftucken van aghren
foude vinden; ende ick ftondt feer verbaeft , dat er niet dan die vrugt in be-
iloten was , en nog te meer , als ick , de felve wel bekyekende , bevond , dat
men , met een mes , op defelve , een hert , met twee pylen door-boord , ge-
fneden hadde, waer doorickfeer ligtelijkdemeeninge van hethertchec
welke my hetgefonden hadde, ontdeckte.
Hierdoor vondtickmy verplight in het toe-komende wat voorfigtiger
te zyniende wat meer ingetogen in het ontfangen van de gefchencken
van die Juffrouwe, oock fondt ik haar hare Palmitas wederom , na dat ik
daer de volgende woorden in-gefneden hadde : Soo i^oudt eenvrught en werkt
niet uyt'
B b 1 Haei
Snfpitie
wegens
fijuedooi.
Lightveet.
digheydc
van de
Vrouwen
van Chiapa.
Rencontre
van denAn-
theur mer
een van de-
felve.
I
i$6
II.BoECK. Voy agie vanThomas Gage XVI. Cap.
Haer voornemen ende myn antwoordt wierden in die kleyne Stad wel
haeil rugrbaer , ende daer door wierde die JufFrouwe feer regens my inge-
nomen , foodanig dat fy haer Soon , welke by my ter fchooie ginck , van
my nam , ookrdreygde fy > by veele voorvallen, dikmalen, my een treek van
de Vrouwen van Chiapa tefpeelen.
Hier door nam ick noch meer aght op myn felve , als gedagtig fijnde aen
deChocolate vanden Biflchop, ook bleef ick indierampialigeStadt niet
veel tydtsnadit voorval, ende is van defelveniettefeggen dan dat de Man-
nen aldaer regtebot-muylenzyn , ende dat het befte werekder Vrouwen
is , vergiftigde Chocolate te bereyden.
HET XVII. CAPITTEL.
Befchryvin
ge van her
Indiaenfche
Chiapa.
Meemgte
van Adel
dasr in.
Befehryvinge van het Indiaenfche Chiapa. Meenighte van
Adel daer in. Moedigheyt van een Indiaenfch Gouverneur.
Bequaernheydt van de Indiaenen van Chiapa in waeter-
vertooningen. Andere bequaemheden der Indiaenen, On-
voorfigtighejdt der Spaigniaerden. Comedien door de In-
diaenen vertoont. Ryckdom der Staat. Overvloedt van
kef-toght. Groóte hette in Chiapa. Koele avondt-ftonden*
Ingenios. Muylen ende Taerden. Gebreck van Tarwe.
Handel met Bifcuyt ende overvloedt van Catoen.
Waelf mylen van defeStad afis een ander Cbiapa gelegen , het welke
vry meetiof verdient,dan 't gene wy hier voren beichreven hebben.
Het meeite gedeelte van de Inwoonders van het felve z.yn Indiae-
nen,enhe;iseen van de grootfte Steden áieíy in America hebben, want daer
in zyn , ten minften , vier duyfent Huys-geiinnen van die Land-Aerdt.
De Koningen van Spaignien hebben vele Privilegien en Voor-reghten
aen de Stad gegeven; hoewel fy evenwel door de indianen geregeert word*
foo is fy dog onderhorig aen den Gouverneur van her Spaenfche Cbtafa,
welke foodanigetndiaen, als hymaer goed vind .aenitelt ,om de Stad te
beftieren ,hy maecktoock de andere mindere Officiers.
De Gouverneur mag,aldus gekofen fijnde, rappier ende poigniaerd dra-
gen , ook geniet hy veeleandere Privilegien boven de andere indiaenen.
In geene Stad van America fijn fo vele Indiaenfche Edellieden als in defe.
Als ik in dat Land was > was feekere Dom Pbiltffode Guarnan aldaer Gou-
verneur, hy was een fee'rrycklndiaen, endehy hadde altoos twaelf foo
3 fchoone
heydc van
de Indianen
van Chía pa
in wacer
vertooniiï-
Se».
II. Boeck. Door de Spacnfche Wejl- Indien. XVII.Cap. 197
fchooneHand-Paerden op fijn ftal als eenige Spaenich Gouverneur in die Moedí**-
( Provintie mogtehebbemookhadde hy niet minder moed en couragie dun heyät v«i
íy,ío als hy dat betoonde in het Proces dat hy voor de Cancellarye van Qua- een indt-
tímala , tegens den Gouverneur van het Spaeniche Cbiapa uyt voerdde tot aé'nfch
voorílandtvande Privilegienen de voor-reghten van fijne Stadt, iulcks Gouver-
kofrehemveel,geit,en nadathy her felve gewonnen hadde>deede hy foo neur.
veele vreugde-teeckenen , fo op het water , als te Land , aenregten , en dat
op foo heerlijke wyfe, datmen niet meer aen het Hof te Madrid foude heb-
ben konnen doen-
Ook is defe Stadt op de kant van eene groóte Reviere gelegen, men heeft Bequaem
op defsl ve veel Scheepen j de Indiaenen fijn feer aerdig om daer mede Zee-
flagen tevertoonen,fy overtreffen daerin alle andere ,-ook verbeelden fy
op een aengename wyfe ; de Nymphen van den Berg ParnaiTus, Neptunus,
iEolus en andere Heydenfche Goden , tot fo verre » dat fy , alle de gencdie
haer aenichouwen > doen verbaeft Haer).
Sy formeren een Oorlogs-Vlooteuyt hare Scheepen, met delelve Bele-
geren fy een Stad op fodanige wyfe als dat behoort , fy taften defelve foda-
nigaentotfy die tot deovergave dwingen, met foo veel couragie enkon-
fte , dat iy fchynen in den Oorlog ter Zee opgevoed te zyn ,
Ook fijn fy feer geoefrent in het dooden der Stieren , in hetTournoyen, Andere be*
in het Paerden beryden > in het nederflaen van een Leger , in de Mufijcq - quaemhe-
konfte.,inhetDanifen, en fy wykende Spaigniaerden niet in alle andere den der In*
oeffeningen deslicchaems., riianen.
Sy maeken Steden endeCafteelen van hout> welke fy daer na met ge- Onvoorn>.
fchildertdoeckbekleeden , fy belegeren defelve met Scheepen , en vegten tigheyc der
aldus tegens malkanderen ,.met Vicr-pylen , met Vier-ftocken ende met Spaeniche,
andere diergeiijke Vier-werken , metfo veel moets en bequaemheyt, dat,
by aldien het haer geoorloft was in der daet en met ernft , in het werk te ftel-
len , het geene fy maer fpeels-wijfe doen , de Spaigniaerden en de Geeftely-
ke wei haeit leer- wefenfouden hebben, daer over, dar fy haer, in defever-
tooningen , foo bequaem hadden gemaeckt.
Sy vertoonen oock dickmalen Comedien , ook beíraet haer gewoonlijk Comedien
vermaeck daer in s fy doen dit met foo veel generofitey t , datiy de onkoften door de In-
niet ontfien van in defelve de Religieufen ,en deinwoonders van hare om- dianen ver-
gelegene Vlecken, wel te onthalen metfpyfe ende drank, -en voornament- toont.
lyk op de Feeit en de algemeene vrolijke dagen , men fier daer dan ook een
grooten toe-loop van Volck.
De Stad is feer ryck, door dien'er veele wei-hebbende In woonders zyn, Ryckdom
welckedievan het platte Land, evenals de Spaigniaerden doen, hande- der Stadt,
len, ook vimmen onder haer Ambagts-lieden van alle noodfaeckelijcke
Handt- wer eken. -
Aen Vleefch of Vifch hebben fy gantfeh geen gebrek, want van de laetile Overvloed
foorte werden fy overvloedig voorfien door de Reviere welckevoorby devaf) iee*-
Stadt *°ff'
—
198 II. BoECic. yöyagievanThomasGage XVII. Cap.
Sradt droomt , oock hebben fy veele pagt-hoevcn , op dewelke de ruymtë
van -Beftiael is.
Onder alle de Religieuien,welkefig in diePiaetfe hebben nedergeilagen,
fijn die van de Ordre van Sr. Dominicus-dcaenficnlijckfte, ly hebben een
feerfchoon Convent, ende dan nog daerenboven eenandere Kerckeofte
Capeile die onder het ièlve ftaet. '"' "
Dehetteis aldaerfo groot , dat de Religieufen en de Indianen genoot,
faektzyn , meeft den tyd een doek om haren hals te dragen , ömhaer
aen *efi*te van het fweet te drogen, hier door bly ven fy ook langer acn de
tafef dan fy anders wel doen fouden , door dien fy niet een beetc m de mond
konnenfteeken.oftededroppelenloopenhaerlangshetaengefigte.
De avond-ftonden lijn daer even wel koel en aengenaem , en daer door is
men oock gewoon defelve te befteden om fig te vermaecken , en cm in de
Alle'en en in de Tuynen , die op de kant van de Reviere zyn , te gaen wan-
delen. . _ ,
Twee a drie mylen van de Stad heeftmen twee Infernos, ofte Fagt-hoe-
ven )0p dewelke men deSuyker teelt;ecne van defelve behoort aen het Con-
ventvan de jacobijnen van Clnapa , en de andere mede aen deielve Reli-
Muylenen gieufen van die Stad, daer op fijn omtrent twee-honderc Negers, en veele
Pacrden. ïndiaenen,welke gedurig in deSuyker arbeyden , waer mede fy geheel het
Land verforgen; inde Land-ftreeke, omtrentde Stad gelegen , teeltmen
een groot getal van Muyl-efels en fchoonePaerden.
Gebrek van Het manqueert de Stad van het Indiaenfche Chiapa en de omleggende
Tarwe. Vlecken nergens aen , dan dat het Climaet niet wat meer getempert en ge-
matigt is, oock wil de Tarwe daer niet groeven, dog die geene, w.elcke
' defelve niet konnen miiïen , ontbieden die uy t het Spaenfche Cbiapa en uyt
de Plaetfen die omtrent Comitlan gelegen zyn , hoewel dit gebrek daer ieer
wey nier geagtwert, om darmen daer een groóte meemgteM^yint, v*n
het wetke de Spaigniaerden en de Indiaenen broodt doen backen.het welke
fy met al immer foo veelfmaeck, als dat van de Tarwe gebacken werdt,
Ce Dw niet tegen ftaende zyn'er eenige arme Spaigniaerden en ook India-
nen, die de Koopmanfchap watveritaen, welckeeen merekehjek profijt
doen met de Tarwe Bifcuy ten die fy op de Dorpen ende Vlecken te koop
bren o-en , want hoewei defel vehart en droog zyn,fo laten dog de Indianen,,
voor dewelke dit wat nieuws is , niet na defelve te kopen , ofwel reuylen fy
die in , tegens Catoen , het welke men aldaer nog in groo ter meemgte yint».
als indeValeye van Capa-nabaflUn*
Groorehet-
te ce Cbiapa.
Koele a-
vondt-
ftonden.
Ingenios.
Hanáelmet
Eiícuyt en
overvloet
van-Gatoen.
HET
. ILBoek. Door de Spaenfche Wefi-Mïèn. XVIII. Cap. 199
HET XVIII. CAPITTEL. .
BefchryvJnghe van de Provintie van de Zoques. Hoert
fwackheydt ende de vreefe der Spaigniaerden. Sloffighevdt
der Engeljche ende Hollanders. Meemghte van Zyde ende
Cochenille. Handel daer mede gedreven. Aerdt van de
Inwoonders. 'Overvloed van leef-toght. Eefchryvinge van
de Zeidales. Wilde Indiaenen. Cacao ende Achiotte
Frughtbaerheyt van de Zeidales. Gelegentheyt van Oco-
cingo. Foornemen van denAutheur om de Chocolate ende
Atolla te befchryven. x
WB
DS Provincie van de Z^««grenftacn die van C/^Whetïsderykfte
'anallede Provinciën van het Land van 'Cbtafa in het akemeen
genomen , fy ftreckt fig aen de eene zyde uyt na TaUfco , van waer
men re water , langs de Reviere van Gryaha, de Koopmanfchappen des
Defe Provinue handelt ook mei het Landt van f acatan door de Haven,
welke men Portelt noemt, oockmet die welke tuíTchen de mondt van
de Reviere Gryaiva ende f acatan in-leghr.
Dss niet tegenihende, hoewel déte Reviere vtnTatafco ofte vznGryaha
en ook Porte R?al leer gelegen leggen tot den handel op de Provincie vande
'Zoques , lo fyn fy evenwel oorfake dat de Spaigniaerden daer in eene geduri-
ge vreefe leven ,om dat fy hare fwakheyd bewuft zyn , en feer wei teten ,
T ™¿° T nige Vremd^ ¥*Se}ct Wilde wa§en > kloekmoedelijck in het
Landt, door een van defe Pafifagiente trecken,fvhet geheele Landt van
c^fouden m nemen, ende van daer totinde Provincie van Guatemala
aoor-dnngen.
teJ?hli°0T dAen?e 5f Vifre v™TaWC0 "iet feer diep is, ende het Climaet
leer heet, zynde de Viecken ookfeer geincommodeert vande Muggen,
ende de voornaemfte Koopmanfchap van dit Land niet dan Cacao, fo heeft
fulcKs de Hollanders, en de Engelfche belet, nadat fy de Revieren opge-
varen waren, dieper in het Land te trecken , iyn fy te rugsegekeert, een
feerrykLand ver latende, en verfuymende de middelen o5i haren naeme
oniterffelyktemaken.endatuytinfighre van eenigeconfideratienen be-
letfelen welcke feer weynig tcbeduyden hadden.
De Viecken enDorpen van defeProvincie vande Zoqutt fijn niet feer groot
C c maer
Befchry vin-
ge van de
Provincie
vande Z»~
ques.
Hare fwak-
heyt ende
de vreefe
der Spaen-
ichc.
SlofEgheye
der Engel-
icheende
Hollanders.
Meenighie
vaiijSydel
en Coche-
nille.
Handel
daer mede
gedreven,
200 II. BoEK.FbyagtevanThomasGage XVIILCap..
rnaer in tegendeel feer ryk, om dat'er feer veeleZyde valt , nevens de befte
Cochenille van geheel Amerka>oock vintmen nergens meer van defelaet-
fte foor te dan aldaer.
Daer en is niet een Indiaen welke fyne Boom gaerden niet beplant heeft
n,iet díe . boomen , die het voedfelaen die Wormen geven, welke ons de
Zydeverichaffen,nietdat fy die voor defen veel achteden, maer door dien
ïy fagen datdefelveby de Spaigniaerden in hoogeeftime was,en dat fy haer
daer gek voor boden , felve haer dwingen de die te planten ter plaetfe daer
fy beter dan in andere contreyenaerden. wilden. ' ^ \
Daer valt ío groóte meenigte van zyde in dal Land, dat de voornaemfte
handel van de Irïdiaenenbeftaet inTapyten, die daer van gemaeckt zyn ,
defe fíjn veel-verwig, ende werden door hare Vrouwen gewerkt, fy ver-
handelen cïefelve daer na aen de Spaigniaerden, welckedie kopen om na
Spaignien te fenden. .
Het is een verwonderens waerdige iaeke als men de verfcheydenhevdt
fiet van d& werken van defe Indiaenfche Vrouwen , welke fo fchoon ende
wel gemaeckt zyn ,'dat fy tot Patronen fouden konnen dienen aen de befte
Engelfche Matreden.
Het volck van dat Land isaerdig ende verftandig, fijnde wel gemaeckt
van ly f en leden. Aen de kant van Tabafco is het Ciimaet heet, doch binnen
in het Land fyn plaetfen daer het feer kout is,
Daer is grooten overvloed van Mat$ maer geene tarwe , ook valt'er foo
veelBeftiael niet als aen de kant van Cbiapa', wat hetgevogeltaengaet en:
het Wild-braed' nevens de Kaikhoenen, men vindt dat daer in foo groóte
meenigte als op eenige andere plaetfe , hoedanig die oock fy.
De Provincie vandeZe/d*/«is aghterdie van de Zoques gelegen, fïgh
uytftreckende van de Noord-Zee af binnen het vafte Landt tot aen Chiapa
toe j oock grenftfy op fommige plaetfen na het Noord- Weften toe aen de
Frontieren van- Gouw/*», aen de Zuyd-Weft fijde raecktfyaen het Landt
vandieindiaenen die nog door de Spaigniaerden niet fijn ondergebragt,,
ende die dickmalen in het Land van de Chriften Indiaenen komen ftropen,.
verbrandende haere Dorpen ende hare Have mede nemende.
De voornaemfte Stad van dat Land is Ocociw^genaemt, defelve is een
Frontier-plaetfe tegens die ongelovige.
Defe Provincie werd onder de Spaigniaerden voor ryk gehouden , om
Gaea» ende dat>ergroote meenigte van Cacao valt, die fy veelaghten,,om datfy haren
dcbivtte. dranck • chocolate genaemt, daer van maeken j ook vintmen daer een
andere Koopmanfchap , by haer Achmtt geheten, met defelve geven fy
de couleur aen dien drank j Achiotte is een greyn van het welke men de cou-
leur maekt , diemen in Europa fycou noemt , men vindt die in alle de Ey lan-
den ende het vafte Land het welke tuffchen de twee Tropicim legt.
Vrnsht Daer zyn oock veele Verekens , Wild-braed, Kalekoenen i , Waghtels,
Wrheydc Beftiael /Schaepen > Mai^ H onig , en ten ty de dat ick my daer. bevondr ,
was,
Attt van de
Inwoon-
ders. i
Qvervloedt
van leef-
togt.
Befchryvin-
ge van de
Ztldaks.
Wilde In.
diaenen.
lï^oECK.DoordeSpênfihePre^-IndunXVllI.Ckp.zo^
was men doende om by Ococingo een Suyker-molen te maeken , ende men van de Zsi-
geloofde dat het Suyker-ried daer foo goedenlier hebben foude, als om- dales*
trent het índiaenfche Chiapa.
HetLandis voor het meeile gedeelte hoog ende bergaghtig, maer de Gelegent-
Stad van Ococingo legtin een aengename Valeye * in defelve fijn veele Stro- keydt van
men en Beeken van foet water -, hier om gelooftmen dat die Piaetfe feer be- °?ociU*
quaem fal fijn om Suyker te teelen.
De Religieufen hebbén ook tarwe in die Valeye doen faeyen j fy is 'er feer
Wel opgekomen , ende heeft die uytnemende goed bevonden.
Na dat wy nu geheel het Land van Cbiapa befchreven hebben , het welke Voorne:
aen de eene fyde omringt is door Zoconu^co , ende van daer tot aen de Pro- men van
vincie van Gtf¿í/m¿/á door het Land van Zttc«íe^«efiguytftreckt* en aen den Auteur
de andere fyde door Tabajco en de Zeldales , in dewelke men fo veel Cacaren omdc cho'
Achiottz vind, welke de vöornaemfte ingrediënten , van dewelke fy de Cho- coIate ende
colare maeken , fijn , fo wil ik , voor en al eer ik uyt het Land van Cbiapa , ^^¿olla tc
©m na Guatimala te gzen , vertrecke, yets van die twee dranken feggen, ?VCÖu
welke in foo hooge aghtingeby deSpaigniaerden zyn, endedie, na myn
ge voelen , niet behoorden verfmaet te werden 5maer veel eer aen alle Natiën
bekent gemaekt, om door middel van defelve hulpe te fchicken tegens fo
veele misbruyken , als'er door de Wyn ende andere drancken in Europa be-
gacn werden.
Men fal dit te minder vremt aghten rdoor dien wy dagelijcks fien , hoe
veel moorden > doodt-flagen , dieveryen , oock onkuyfeheden ende andere)
fonden door dien drank voorvallen > en datmen ter contrarie > ter piaetfe ,
daer de Luyden foberder zy n , nergens na foo veele van diergely ke fouten
hoort, zynde de dronckenfehap , voor die geenje , welke haren drank niet
wel kohnen dragen , niet dan een openedeuretot alle ongebondenheyd.,
jaefelvetot de foodanige, aen dewelke fymet ontnugterde finnen noyt
fouden derven gedencken, ende die haer daernaheete, dog niet te paffe
komende /tranen doen ftorten. s -
Cc»
HET
||
202 II.BoECic. Voyagie vanThomas Gage XIX.Cap.
Redenen
die den Au-
ïheut bewe-
gen deCho-
colateteb
fchryven.
Naems-
oor fp ronk
HET XIX. CAPITTEL.
Redenen die den Autheur bewegen de Chocolate te befichry-
ven. Naems oorfipronck. Definitie. Befichryvmge van de
vrught Cacao. Boter van de Cacao gemaekt. Hoedanig-
heden van defeh 'e. Galenus by-gebragt. Sotheyd der Spaen-
fiche Vrouwen. Teder heyd van de Caed os boom. Hoe de vrugt
groeyt. Is twee'erley. Maniere om de Chocolate te maecken.
Chocolate van Antonio Colmenero. Hoedanigheid van
. de Caneel, en van de Achiotte. Hoe de laetfte bereyd werd.
Lange Peper en hare fioorten. Bainilla. Hoedanigheydt
van de Chocolate. Hoe die gemaeckt werd. Manier e om die
te drincken. Tweede maniere. Derde maniere. Vierde ma-
niere Schadelyckheyd daer van. Swackheyd der maege in
Indien. Oorfiaeck van de verftof fingen door de Chocolate
verweckt. Vettigheyt door de Chocolate ver oorfiaeckt. Middel
om de Chocolate in Engeland te hebben. Onkunde der En-
gelfiche ende Hollanders. Handel met de Cacao gedreven.
Befichryvinge van de Atolla. Hoe die verkoght werd.Ge-
bruyek daer van.
DOordiende Chocolate jegenwoordigin het gebruyk is a niet alleen
in alle de Weit- Indiën,maer ook in Spaignieminltalien en in Vlaen-
Jeren , meteen generale approbatie van alle verftandige Doctoren
in üc Medicyne.onder dewelke Antonio Colmenero de Vede[ma,welke in de In-
" dien gewoont heefteen uytfteekentTra&aetheeftgefchreveminhet welke
hy geleerdeHjk fpreekt van de maniereen eygenfehap van die drank, foo
hebbe ik gelooft dat ilcte deier plaetfe, daer ook van moefte fpreeken , ende
voor oogen ftellen het geeneikdaer van op de plaetfen>daerfy waft, gefien
hebbe , ende in twaelr Jaren tyds , by eygen ondervindinge, vernomen.'
Herwoort Chocolate is eygentlyk een Indiaenfche naem , beftaende , fo
, eenigefeggemuyt het woordeken Atte, het welke in de MexicaenfcheTale*
water beteekent, ende uyr. hetgerugte ofte geluyd dat het water van fich
geeft wanneer het in het vat is daer men de Chocolate in doet , want het iel-
ve daer in befloten zynde , fo hoorrmen het geruys van Choco > Chocb£bocos
als men het met een houtje, Molens wyfe gemaeckt j-omroert» totdat het
3"ch«ym enblaeskens van figfo geéít ende op- werpt.
Even
II.-Boeck. DoordeSpaenfchemjl-Iñdien. XIX.Cap, íb$
Even als de naem uyt eem'famenftellingevan woofdenbeilaet,fookon- Definitie,
nen wy ook feggen , datheteendrankis, beftaende uyt een t'famen-men-
ginge van veel ingrediënten, welke gematigt-werd na het temperament van
die iig daer van bedienen.
Dog het voornaemfte ingrediënt van alle die in de Chocolate komen» en Befchryvin-
fonder het welke men defelve niet ibudekonnen makemis de Cacao, deklvQ ge van de
iseenfoort van een Noot grooter dan een Amandel ,-welke op fekereBoo- vrught Ca-
menina de vrugt genaerm zynde,waft,beilooten in een groóte groene baft, cao'
in dewelke men fomwylen dertig a veertig van de Amandelen vindt.
Hoewel de Cacao,Qvcn als alle de andere fimpele kruyden en fpecien , aen
de hoedanigheden van alle vier de'Elemen ten deelagtigis , fois evenwel het
meeft aengenome gevoelen der Docloren,dat fy droog en kout is.gelijk het
Elementder Aerde.enby gevolge van een t'famentreckendehoedanigheyt.
Dog door dien fy ook aen de andere Elementen ofteHooft-ftoffen deel- Boter van
aghtig is, voor al aen de Lugt , welke warmen voghtig bevonden werd , fo deCacaa^e-
is het dat het daer uyt fpruyt, datfy eenige Olie ende vet-aghtigedeelen rnaeckt.0
heeft, foodanigdatmen daer een foorte van boter afkan maeken,met de-
welke iek de Criolifche vrouwen het aengefighte heb fien vryven, om
¿este efFender ende gladder vel te krygen.
Men moet het niet voor ongelovelijkagten, datmenvan de Cacao fegt, Hoeciani»-
: dat fy kout en droog is , en daer na warm en voghtig ; want hoewel de erva- heden van
rentheyd meer kragts heeft dan alle de Reden-kavelingen des Werelds, foo defelve.
fullen dog andere diergelijke voorbeelden ons de waerheyt daer van , des te
naeckter , ontdecken.
De Rhubarber dan voor eerft, hoewel fyheete en fuyverence ofte pur-
gerende hoedanigheden heeft , fo heeft fy dog ook andere die kout , droog
en adftringerende ofte t'famen-treckende zyn , ende daer toe bequaem om
te verftereken enden buyck-loop tcftillen.
Sulks blijkt ook in het Stael , het welke hoewel het de nature der Aerde
deelaghtig is , door dien het í waer , gefloten en vaft , droog en kout is , ende
dätmen íbudeaghten dathetftrydig was met de verftoppingen van de Le-
ver ën de Milte , foobefigtmen dog het felve , als een feer byfonder reme-
die , om die weg tenemen ende te geneien.
Deauthoriteyt van Galenus kan ooek dienen om ons hierin teonderrig- Gaknushy
ten,welcke leert in het derde boeck van de hoedanigheden der eenvoudige gebraghb
dingemdat het grootfte gedeelte der Medicamenten, welke aen onfe finnen
als eenvoudige voorkomen » uyt de nature van verfchey dene faken beft aen,
en tegen ftrydige hoedanigheden in iig behelfen , als by exempel een uyt-
dryvende ende inhoudende hoedanigheyt , een verdickende ende een ver-
dunnende,een very delende ende beftremmende.
In het-vyftiende Capittel van het felve boek brengt hy by her voorbeeld
vanhetfapVin het welke een Haen gekookt is, het welke de buyk weeck
maekt a daer het vleelch van dienfelven Haen , defelve verftopt.
C c 3 Eu»
20^ -.II. Bóecíc. Fby.agié^anlhomas Gage XDLGap.
En om des te meer tevertoonen dat die verfcheydene qualiteytemin vele
partyen ofte gedeelten van de eenvoudige Medicamenten gevonden wer-
den,fo.v,erhaeIthyin hetfeventiende Capittel van het eerfte Boek van de
Eenvoudige Medicamenten, het voorbeeld van de Melck,in dewelke men
drie verfcheydene fübftantien vind, dewelke mende eene van de andere
kan fcheydemte weten9 de Kaes-aghtigefubftantie* dewelke de kragt heeft*
om denbuyk-loopopte floppen, de Meik-aghtige* Welke weder af dryft,
en de Boter-aghtige die pyn-ftillende is.
Wy vinden ook drie fübftantien in den Mbíhte weten» de fubilantie van
<3e.Dr.uyf, welke welde meeileende aerd-aghtig is * een andere, welk als
-de Bloem ís , zynde. dat de hef ofte Wyn-moér, ende dan een derde * welke
-iliy Verder is , zyndedateygenrlykde Wyn j ookbehelft een ydervan die
fübftantien verfcheydene hoedanigheden in fig , ende verfcheydene eygen- .
fchappen, her iy in de couleur* het fy in de reuk* ofookwelineenige an-
dere toe-vallen.
Het komt ook met reden o ver-een , als wy willen aen mereken , dat het
voedfei, het welke wy daeglijcks nuttigen, hoe enckel en eenvoudig het
oock moge wefen * daerom dog evenwel niet na-laet in de Leverde vier
humeuren ofvogtigheden voort te brengen .welke niet alleen ingematig-
heyr,maer ook in fubiïantieoftefelf-ftandigheyt, verfchillen , en na dat dat
voediel min ofte meer vaneen van die humeuren deelagtig is* foofalmen
ook vinden , dat dat humeur min ofte meer fal de overhand hebben.
Hier uyt konnen wy befluyten , dat , als de Cacao gemalen ofte beweegt
werd , de verfcheydene partyen die de nature aen haer gegeven heeft > figh
konílelijk ende innerlijk met m alkanderen mengen, fodanigdatde heetea
biie-agtige ende vogtige partyen , fig vermengt bevindende met die geene,
welke aerd-agtig zyn, deièlve onderhouden ende matigen, tot foo verre
datfyfooadftringerende* alstevooren,niet zyn* maerfy werden getem-
pert* ende krijgen meerder o ver-een -komfte met de heeteen voghtige ge-
matigheyd des Lugts, als met de koude ende droogte van deAerdej dit
■blylct als men defelve bequaem maeckt om gedronken te worden , want
«aeawiijks-heeftmen-'rietmolenrj-en twee-malen omgedraeyr, of meniiet
een vet fchuym boven komen , waer uytmen befpeuren en bemerken kan,
hoe groöte gemeen fchap-fy metdatolie-aghtigegedeelte heeft.
Soodanig dat, door het geene hier. voorens gefegt is, men ligrelijck de
dwalingevan die geene kan befpeuren , die , wanneer fy van die Chocolate
ipreeckén , feggen , dat defelve verstoppingen caufeert, omdat de Cacao
t'famen-n-eckende'is>even of die adftringerende hoedanigheyt niet verbee-
tertendegeimatigt wierde,door deinnerlijckemenginge van hare gedeel-
ten , de eene meE de andere, als fy gemalen wert * geïijck ick bereyds gefegt
hebbe j behalven dat'er foo veele andere ingrediënten, uyt de nature heet
Wefende, zyn , dat het noodfaekelijck is, dat fy de magt heeftom te openen
ende te verdunnen * ende niet om-te verfroppen.
Doch
HBoECK.DoordeSpaenfcheWeJi'Indïën. XIX.Cap. 205
Doch alledefe redenen aeiï een zijde (tellende , foo blijkt dog defe waer-
heydklaerlijckin ác Cacao felve, wan t foo deielve niet gemalen j bewogen,
gerpert ende gemengtwercfoo-als-in de Chocolate gefchiet, en alleen Too
als uyt de vrugc komt gegeten , even als veeie Criplifche ende i ndiaenfche
Vrouwen doen , foo veroorfaedit fy veele verfroppingen í ende maekt haer e ti, j
bleecken faluwevancouleuneven alsdiegeene welke Pot-aerde ende plae- Spaenfd
fters van de mueren eeten; gelijk de Spaenfche Vrouwen veeltijds doen om Vrouwen"
fbodanige couleur te bekomen ü welke fy boven alle andere aghten,hoewel
haer ful ks.fwaere ver ftoprheden veroorfaekr, ioodanig datmen daerdoor
fiet dat de Cacao alleen en raeuw gegeten zynde \ die'efFe&en voorr-brengt,
alleen om, dat de verfcheydene gedeelten in het eetcn niet genoeg gemengt
Zynde , die fy konfrige maniere van mengen noodig hebben , van dewelke
hier voofens isgefegr.
De Boom welke defevrugtdraegt is fo teder, en de grond daer die grpeyt Tederheydt
fop heet, dar de Indiaenen , om defelve voor het branden der Son hete be- van de Ca-
fchutten , andere Boomcn , Moeders van de Cacao genaemt ,eerft planten, «««Bomen,
en als dié tot een redelyke hoogte gegroey t zijmen dat fy de andere konnen
overfchaduwemioo planten fy de Cacoafah ofte Cacao Boomen daer onder,
op datfy , foo dra fy uyt de aerde beginnen voort te fpruyten,de befchut-
ringe van die andere Boomen fou den genieten , en daer door van defelve,
'als Moeders, befchermtibedecktendegevoet werden.
De vrugtkomt oock niet bloot voor den dag , maer bedeckt ende beflo- Hoe <fe
ten in een groóte balt ofte fchelle , foo als ick boven al gefegt hebbe , cok is vrughc
daer toe noch yder Amandel meteen witte huyt overtrocken , welke vol groeyt.
is , het geene de Vrouwen met fmaek nuttigen , om dat het verkoelende is,
endetot waterin demontfmelt.
Men vint twee foorten van de Cacao, de eene is de gemeencen heeft een Is tweeder-
donkere couleur welke op 1 het roodetreckt, deieis ron t ende puntaghtigh kY'
aen het eynde; de andere is breeder,grooter,. ende platter, fy noemen de-
fel ve Fatlaxë, fy is wit ende meer verdrogende als de andere, ook is die veel
beeter koop.
Defe belet ook de ilaep veel meer dan deandere , daerom wert fy fo veel, Maniere
als degemeene,niet befigtigt, oock wert die niet dan van het geringe Volck on| de Cho~
genuttight. colare te
Wat deandere ingrediënten- aengaet , welke in her mengfel van de Cho- ^13^04
colate komen, daer in is merckelijck onderfcheyt: fommige doen daer
fwertePeperin,datde Doctoren niet voor goed aghten, om dat die heet
en droog is , ten fy dat h$t is voor die geene die een koude lever hebben en
verwarmt moeten werdfen.
Gemeenlijk doetmen daer in plaetfe van defe Pepehroóde ofte langePe-
per in, Chili ofte Ptment genaemt, welke, hoewel (y warm inde mom is ,
dog evenwel koude ende voghtige uytwerekingen doet. -
Men doet'er oock witte Suy cker in , als mede Canee! , Kruyt-nagelen „
Anys.»
in
N I
%oG II. Boeck. Voy agk vanThomas Gage XIX. Cap.
Atiys, Amandelen , Hafel-noren , Orejuela , Bainda , Sapoyal , water uyt
Orangie-appelen-bloeffem gediiti!eerc,Mufcus>en ibo veel Achiotte áísméft
van noden heeft om defelve de couleur van een gebacken fteen te geven.
Doch het gewighte van defe ingrediënten , welke met de Cacao gemengt
werden , moet geproportioneert werden nade gematigheyt van de Perfoo-
nendiedefelvegebruyken.
Chocolate Het voor-fchrift dat Antonio Colmenero hier omtrent gaf, was gemee.nlyck
van Anto- darmen by hondert Caca' os t wee ftruykjens Chili ofte lange Peper doen fou-
nio Colme- de , een hant vol Anys en Orejuela , twee met bloemen van Mefachufil ofte
mro. Bainiäa , ofte in plaerfe van dat fes Alexandrynfche Rooien gepulverifeert,
tweedragmenCaneeUtwaelf Amandelen, ibo veel Hafel-noten , een half
pon t witte Suyker , ende foo v eei Achiotte ais'er noodig is om de couleur te -
geven.
Die Autheur keurde niet voor goeddatmen daerKruyt-nagelen ende
Mufcus onder mengen foude , noch oock eenige rieckende wateren , hoe-
wel men fulcks veel in de Indien doet.
Andere fijn gewentdaerMd/<in te mengen, welcke windig is, dog de-
fulke doen dat alleen om haer voordeel, en om de quanritey t van hare Cho-
colate te vermeerderen, door dien een mate Af ¿¿?* welke anderhalve mud-
degrootis, voor vier guldens verkoftwerd, en het pont Chocolate gek
veertig ftuy vers, het welke de gewoonlijcke prysis.
Hoedanig- De Caneel werd voorhetbefte ingrediënt gehouden van alle die'er in
heyc van de komen, en niemand verwerpt defelve, om dat fy warm en droog is in den
Cancel. derden graedt, fy dryfe het water af, ende verfterekt de nieren van die
geene die met eenige koude indifpofitie gequelczyn, fy is goedt voor de
oogen ende oock feer hert-flerckende ; gelijck den Autheur van defe Veerf-
íen feght:
Commada urina Cinnamonum ¿f renibus affert.
-JLuminaclarificat , dir a venena jugat.
De Achhtte heeft een doordringende en verdunnende hoedamgheyt, Too
álsíulks blijkt uvtde gewoonlijke practyke van de Indiaenfche Docloren,
die alle dagen daereffe&en van fien, ende defelve aenhaere fiecken voor-
fchryvenom de vette ende grove humeuren teverbreeken,welkedenadem
beletten ende het water ophouden , foodanig dat fy haer , in alle foorten van
verftoptheden , daer van dienen , ook ordonneren fy het voor de benaeut-
hey t des borfts , voor de obftru&ien van de ingewanden, ende voor andere
fjodanigequalen. _
Hoe dïe be- De Achiotte groeyt mede op de Boomen in ronde fcheilen , welke met
mt werr. roode greyntjens vervult z.yn , van dewelke men de Achiotte maeckt , men
kneed defelve eerft tot deeg, en ais men die heeft doen drogen , maeektmen
daer ronde ballen , koeckjes , ofte vierkante klompen van , welcke aen een
yder geveylt werden. . . . - ^
Van de
Achhtte,
""""" '
II BoEGK. DoordeSpaenfchemjl-Indien. XIX.Cap, 207
Wat de lange Peper belangt , van defelve vimmen vier foorten • deeerfte
werdC^^genaemt, en de tweede, welcke feer kleyn is, Chïlperflm*
defe beyde hebben de fmaeck feer fterk , fcherp en by tende : de derde is be-
kent onder den nacrn van Tonalchiles t welke middelmatig heet is, en de In-
diaenen eeten defel ve , nevens de andere vrugten , met broodt
Dog die geene , welke men gemeenlijk in de Chocolate gebruyk, is Chü-
pe!aquagenaemt,{y heeft een feer breedebaih ende fy is foo fcherp als de
eerftcnochtefoo flap als de tweede niet.
De Mejackuful ofte Bainiiia , die ook een van de ingrediënten is , fet af Bainilla.
ende is purgerende.
Men gebruykt gemeenlijk alle die ingrediënten in de Chocolatere eene
meer , en de andere min , een yder na fijn appety t , die daer in doende.
Dqg het gemeene Volckgelijckde Negersen.de indiaenen, enmaec- •
ken die gemeenhjek niet dan van Cacao , Achiom , Anys , Mai$ , ende wat
_ Hoewel de Cacao , met defe kruyden , welke fo heet zyn , gemengt is , fo T T ; .
is het nogtans fulks , dat fy alle defelve verre in meenigte ovmreffende,die J***""*-
ook door fijnekoeltematigt, die fy van hare kant mede temperen , fooda-í'J' v?n de
mg datdaer door decompofitie van de Chocolate niet fo kout is als de Ca- ChocoIate-
cao , nog fo heet als de reilerende ingrediënten , dog uy t de uytwerkingen,
diefyopmajkanderendoen, ontftaeteen gematigt mengfel, hetwelket<?
ebru ke " ^™ ^ ^™™ ^" m*gm ' mÍtS men het met mactigheyd
nHuEi!? men|fd teumaekefi? ftamptmen alle de ingrediënten in een ftee- Hoedie ge-
ne Mortier, ofmenbreecktdiewel, even als de Indiaenen doen , op een maeckc 5
eemaeckr ° ' Metatte noemen ,zynde fy daer expreiïelijck toe werdc.
Doch men doet die termen defelve vermorfelt, wel over hetvyer dro-
?™:T 5 de*tebetertotftoftekiygefl, uytgefondertde Achiotti; men
roert die gedurig orn jUytvreefe dat fy verbrand ofte fwërt faUen werden,
ZltxkxtXr G ñerckSedrooSüzyn^werdeníy bitterende verliefen
DeCaneel,delangePeper,endedeAnysmoetengeitampt werden eer
men die met de Cacao mengt, men ftampt die dan weder te famen , tot dat
net alle tot een Poeder werdt, en in het itampen moetmen den ftamper
dickmaelen orn-keeren , op dat het wel onder malkander koome te men-
Een yder van de ingrediënten moet eerit in het byfondér geftöoten wer-
den , en daer nae doetmen die alle in het Vat, in het welcke de Cacao is ,
men roert die daer in onder den anderen met een lepel , ende men doet het
weder in een Mortier , onder het welcke een wey nig vyer is , om het fagh-
telyck te verwarmen , want de Olie-aghtige partyé verdroogt, als het te
II
D d
De
■—
Maniere
om die te
dripcken.
Tweede
maniere.
©erde ma
aieie.
208 II. Boeck. Vojagie vanThomas Gage XIX.Cap.
De Acbiotte moet daer oock in gedaen werden terwylen men die mengt,
op dat het des te beter de couleur daer uy t mag trecken , ende alle de ingre-
diënten moeten gelift werden , uytgefondert de Cacao.
Als het nu alle te famen wel gemengt ende door malkanderen gekneed is,
het welke men daer uyt bemerckt dat den deeg hart werd, foo neemtmen
een gedeelte van den deegdiedun-aghtigís, met een Lepel, en men maekt
daer'Koeckjens van, ofte wel doetmendie fonder lepel in een doofe, m
dewelcke fy hardt werdt , wanneer de hette van het vyer daer van af-
DiegeenedieKöeckjensdaerafmacken, leggen een Lepel vol van den
deeg op een blad Papier , dog de indianen leggen het felve op het blad van
een Palmitas-boom , en daer na fetten iy het felve in de febaduwe om op te
dro^emwam het fmelt ende wert dun in het fch.ynfel van de Sonne;alsmen
daer na het Palmitas-blad ofte het Papier omkeert, Í00 valt het Koeckjen
daerfeergemacklyck af, door dien den deeg vecis, doch foo men die m_
eenig aerde ofte hou te vat iet , Í00 kleeft het daer foo fterckaen, datmen
dat niet , dan met groóte moeyte , daer uyt kan krygen , het fy dan dat men
het vat breecke ofte datmen het daer van af-fchrape.
De maniere op dewelke men defelve drinkt is mede verfcheyden , want
fommbe, als die van Mexico, drincken die feer heet, onder de Atolla ge-
daen. zijnde, latendeeen Koexken in warm water weyeken ende ímelten ,
ende dat felve dan daer na met een Molenken in den kop , waer uytmen de-
felve drinkt ,omgedraeyt hebbende, ter tyd ende wvle toe dat het ichuym
boven komt , foo fchencktmen de kop voort vol heeie Atolla* ende men
drinckt dieallenxkens uyt.
Daer is noch een andere maniere op dewelke men defelve nuttigt, te we-
ten dat , na datmen de Chocolate in kout water heeft gefmolten , ende met
het Molenken omgeroert, ook het fchuym daer van gefchept, en in een an-
der vat gedaen , foo fetmen de refte op het vyer , met foo veel Suycker , als,
om die foet genoeg te maken , noodigis , ende terwijlen fy noch warm is ,
foo gietmen die op het fchuym datmen daer af heeft gefchept, ende daer
nadrincktmen die. " joj„O0.
Dochdegemeenftewijfe is, het water wel heette maecken , endedaor
toe de helfte van de kop uyt dewelke men wil drinken , daer mede te vervul-
len, en dan daer twee a drie Koexkens, totdat het dick genoeg zy, inte
fmelten 5 daer op beweegt men het wel meteen Molenken , ende genoeg
zynde , foodanig dat het niet dan fchuym fchynt , vervultmen de kop voort
met warm water,ende men drinkt het nadat het door Siiyker behoorlijck
isfoetgemaeckt, en daer toe eetmen watConferve ofteMaflepain inde
Chocolate gedopt zynde. ;
Daer is nog een derde maniere om die te nuttigen , welkejroornamen t-
lijckin het Eyland St. Vomingo wert onderhouden , defelve beltaet daer m,
datmen de Chocolate ineen vat doet, waer in een kraentjen iteeckt, in
ll.BoiiCK.DoordeSpaênfchelVefl-ïndiën. XIX. Cap. 200
hetfelvedoetmeneen weynig water, endemenlaet hetkooken tot dat de
Chocolate gei'mol ten is, men vervult het vat daer na met water ende Suy-
ker na proportie van de Chocolate, men doet het daer na weder kooken
totdat'ereen fchuymop komtdat veraghtig is, ende alsdan werdt het ge-
droncken.
Nog is'er een andere wyfe om de Chocolate kout te drincken,defe pleo-en vierde ma-
de Indianen in hare maeltyden , ende als fy haer vervrolijken , om haer te uicre.
verkoelen , ditgaetop de volgende wijfe toe.
Men neemt de Chocolate in dewelke men geene ofte weynige ingrediën-
ten heeft gedaen, en hebbendedie in kout water met het Molenken doen
breeken, foneemtmen daerdefchuym ofte het vette gedeelte, hetwelc-
ke met groóte meenigte boven komt dry ven, vooral, als de Cacao out is*
ende begint te bederven.
Men legt het fchuym in eene Schootel , ende men doet de Suyker in dat
geene, daermen het fchuym heeft af-gefchept, het welke men daer na van
bovenen op het fchuym giet , en als dan drincktmen het felvegantfch kout.
Defedranck is foo koel dat'er weynig Perfoonenzymdiedefelvekonnen Schadelyk-
gebruycken, want men heeft door ondervindinge bevonden dat die fchade- heydt daec"
lijk is , ter oorfake van de pyne die men daer van in de mage krygt , en voor vau.
al komt die de Vrouwen over.
De derde maniere die wy verhaelt hebben is het meefte van alle in het ge-
bruyck , door dien iy op die wyfe gantfch geen quaet veroorfaeckt, en ick
fie geen reden waerom mendefelve niet fo wel in Engeland als op alle an-
dere plaetfen foude mogen gebruyken ,zynde van defelvefommige heet en
andere kout; want op alle de plaetfen daermen defelve hetmeefte befight,
het fy in Indien, hetfyin Spaignien , inltalien , in Vlaenderen, dat im-
merseen kout Land is, vimmen dat fy met het Temperament van een yder
wel over een komt.
Het is waer dat die veel meer in Indien , dan in Europa genuttigt wert, Swa^i ^
om datmen in die Landen de iwakheden der maege veel meer is onderwor- j m^
pen dan in defcen in defelve komtmen die met een kop Chocolate te hulpe, ¡ne indiën,
ende men herftelt die daer mede.
Ick kan in het byfonder ,wat my belangt, feggen , datick my van defelve
twaelf Jaren lang , fonder ophouden , bedient hebbe , nemende des mor-
gens daer van een kop, een tweede voor den eeten ten negen ofte tien uren,
ende dan nog een derde een uer a twee na het middag-mael , ende eyndelyk
de laetfte ten vier a vyfuerenna de middag.
Doch als ick in den fin hadde des avonts te ff uderen, fo nam ick nog een
kop ten feven ofte aght ueren , hier mede kon ick gemackelijk waecken tot
midder-nagt toe.
Indien het voorviel dat ick by geval ofte nalatighey t defelve op die ueren
verfuymde te nemen , fo vernam ick aenftonts fwackheytin de mage , ende
als verflaeuwingen van myn her te*
D d ¡s, So©-
w
2,10 II.Boeck. Voy agie vanThomas Gage XIX.Cap.
Zoodanig dat ick my op die wyfe daer van bedienende , twaelf Jaren lang
in dat Land in een volle gefontheyd leefde, fonder eenige verftoppingen
o)fte benaeuwtheyr , ende fonder de koortfe ofte eenig ongemack te krygen.
Ick fal alleen leggen datfyaenfommigequalijck bekomen is, hetfyom
dat fy daer te veel Suy ker in gedaen hadden , welke de mage verilapt , het fy
dat fy te veel daer van hadden gedroncken,
Dog ick kan feggen dát het de Chocolate niet alleen is, maer dat ook alle
andere dranken , in gevalle men daer te veel van neemt , hoewel fy anders
feer goed zyn , fchadelijck werden .
Oorfaeckcn En in gevalle daer fommige verftoppingen van hebben gekregen , foo is
Tan de ver- het om dat fy te veel hebben genomen , even gelyck de Wyn, wanneer men
itoppingen die te veel drinckt, inplaetfevan te verftereken en te verwarmen 3 koude
door de fieckten veroorfaeckt , om dat de nature defelve niet kan overwinnen , nog
Chocolate jn {00 groóte meenigte verteeren , om die in een goed voedfel te doen ver-
keeren.
Even gaet het ook met die gene die te veel Chocolate drinkr,om dat daer
vette en Olie-aghtige gedeelten in gevonden werden , welke wanneer defel-
ve in te groóte menigte zyn , niet wel aen alle kanten konnen verdeelt wer-
den , en daer door moet nootfaekelijk, het geene in de kleyne aderen van de
lever blyft, aldaerobftructien ende verftoppingen verwecken.
Ik fal hier eyndelijk , en tot een befluyt by-voegen , het geene ik van defe
Indiaenfche drank hebbe hooren feggen van deDo&oren in de Medicynen
die in de Indien zyn, en dat ik felve, door ondervindingej ook in veele Per-
fonen befpeurt hebbe,hoewel ik het aen myn felve niet hebbe bevonden,te
weten dat die gene,die veel Chocolate drinken,vet en voliy vig werden , het
welke iwaer fchynt om te geloven, om dat alle de ingrediënten uyt dewelke
defelve beftaet , uytgefondert alleen de Cacao > eer mager dan vet maken,
omdatfy warm en droog, in den derden graet,zyn.
Wy hebben mede gefegt, dat de qualiteyten , welke de overhand in de-
Cacao hebben, kout en droog zyn , welke gantfeh nietbequaem Zyn om te
voeden en de iubftantie des licchaems te vermeerderen.
Doch men kan daer op antwoorden dat de olie-aghtige party en, diewy
bewefen hebben in de Cacao te wefen,ook die geene zyn welke vet maeken,
en dat de andere ingrediënten , welke warm zyn , haer doen door-dringen
tot in de leverden de andere partyen, totdat fyaende vleefige gedeelten
"komen, al waer fy een warme en vogtige fubftantie vindendcfo als die olie-
aghtige gedeelten zyn , foo werden fy in defelve fubftantie verandert , ende
foo voeden fy het Vleefch ende maecken het licchaem vet.
Middel om Men fal my vragen hoe wy Cacao'm Engeland fullen konnen krygen en
de Choco- ook de andere ingrediënten , welke in de menginge van de Chocolate ko-
late in En- men? ik antwoorde daer op, dar fulks feer gemackelijk is, mits maer handel
gelandt te op Spaignien dry vende, uyt het welke wy defelve , foo wel als de andere
hebben. Koopmanfchappen, konnen trecken ¿ ook moeten wy defelve foo feer niet
Yerwcckt.
Vetheydt
door de
Chocolate
verweckt.
II. Boek." Door de SpaenfcheïVeft-Indïén. XIX.Cap. 211
verwerpen en vcragten alswy totnogtoe gedaen hebben, ende Hollan- Onkunde
ders nevens ons ; want ik hebbe de Spaigniaerden hooren feggen , dat fy, ais der En°-el-
fy een Schip met Cacao geladen genomen hadden , ende daer niet anders in íchc ende
vonden , fy van fpyt alle die Koopmanfchap in Zee wierpen , ionder op de der Hollan-
waerdy e ofte de deugt van defelve aght te flaen , noemende die in het quaet ^ers«
Spaenfch Cagatuta de Carnero, dat Schaeps-dreck gefegtis.
Het is een van de profitabelfbe en noodigfte Koopmanfchappen der In- ^a»del
dianen , ook maekt'er niets de Provincie van Cbiapa rycker dan die, men rcet de Ca"
voert daer na toe uyt Mexico ende andere Plaetfen veelefacken met Pata- cao gedre"
cons, alleen om van die Cagatuta de Carnero te hebben. Ven*
De andere drank diemen in Indien gebruyckt wert AoZ/dgenaemt, van Befchryvin-
de welke ik maer een woort fal feggen, door dien ik weete datmen die in dit Se van ^c
Land niet gebruyken kan. Atolla.
Het was de drank van-tte oude Indiaenen , en fy is als een dikagtige pap,
gemaeckt van de bloem van het meel van Mai% , na dat de femelen daer van
zyn gefcheyden , dog die drank is wint-aghtig, ende verweckt fwaermoe-
dig bloedt.
De Indiaenfche Vrouwen brengen die gemeenlijck heel warm in Potten ^oe d-e
op de Merkt om te verkopende Criolifche Scholieren gaen die daer in het verkogn*
openbaér drinken , foo alsmen hier te Lande in de Herbergen om een glas wer^*
Wyn gaet , en als die met een weynig Chili ofte lange Peper is toegemaekt,
vinden fy defelve veel beeter.
Doch de Religieufe Dogters en Dames van dat Land,hebben een middel Gebruyk
uytgevonden , van daer Caneel ende ruykende wateren onder te mengen, ^aer van»
als ook Amber ende Mufcus, en een groóte meenigte Suyker, daer door
wertdie veelkragtiger ende voetfamer, ende de Doctoren fchryven die
voor aen die geen e , diefwack-en uytgeteertzyn ,foo alsmen de Amandel-
tnelckin Europa doet.
Doch door dien men die noyt in Engeland gefien ofte geproeft heeft, fal
ik daer niet meer van feggen , en om mynePenneniet meer onnuttelijk te
beefigen , foo fal ik my na Guatimala begeven » dat als myn tweede Vader-
land is geweeft.
Dd 3
HET
Den Au-
theur
werdc op
fyn ver-
steek van
212 II. Boek. Voyagie vanThomas Gage XX. Cap.
HET XX. CAPITTRL.
Den Autheur werdt op fijn vertreck van Chiapa door fijne
Vrienden befchoncken. Vertreck uyt Chiapa ende komjie te
Theopixca. Ontmoet inge van een Fra?ifch Prieur > die
hem veeleer ende vriendjehaf doet. Kom ¡ie ende verhljfte
Comitlan. Dertelheyt der Indiaenen. Komjie te Izquin-
tenango. Befchryv inge daer van. Groóte door-togt telz~
quintenango. Praghtighe inhalinge. Ryckdom van een
Bedel- Monick ende Roomfche Simonie. Vertreck van Iz-
quintenango. Maniere vanreyfenin dit Land, diefeer
gemackelyck ende onkoflelyck is. 'Melancolie des Authears ,
die dogh verdreven werd. Eejchryvmge van het Geberg-
te van de Cuchumatlanes. St. Martin. Gewoonte van
de Indiaenen onder malkander en. Koude op het Gebergte.
Vertreck van St. Martin. Komjie te Cuchumatlan. Goed
onthael aldaer. Vertreck van daer. Komjie te Chiantia.
Miraculeus Beeldt te Chiantia. Brengt groóte Ryckdom
aen. Kojlelycke Kerck-cieraden. Vertreck van Chiantia ,
ende komjie te Chautlan. Schoone druyven. Handel daer
mede gedreven. Vertrek van Chautlan. Schoone' gefigte*
Ontmoetinge van den Prieur van Sacapula. Ongefondt
water, maeckt gefw ellen aen de keel. Eerlycke prefenta-
tie van den Prieur van Sacapula. Befchryvinge van het
Dorp Sacapula. Schoone V adelen. Vertreckvan Sacapu-
la 3 ende komjie te St. Andrea. Vertreck van daer. Aen-
gename nagt-rufie. Gevaerïycke paftagie. Ontmoetingevan
die van Zobaia.
Etydnufijndegenadertdatickuyt de Stad van Chiapa foude ver-
' crecken jfoo nam ick gelegen rheyt om al rer goeder uren aen myn
befte Vrienden adieu te íeggen, ende van haer myn af-icheydt te
nemen, vooral van die geene, welckers kinderen ick onderwefen hadde,
welckealle my veel goedheyd ende vriendfehap betuygden, uytgefondert
Donna
D
II.Boeck. Boor de Spaenfche We/i -Indien. XX. Cap. 213
Donna Magdalena de Mor aht, van dewelke ik geen gefehenck verwaghte , Chiapa
oock ging ick van haer geen af-fcheydt nemen, doorfyne
Onder andere betuygde de Vrouwe van den Gouverneur een feer groóte Vrienden
generohtcyctemynenopiïgce- fyfondtmy verfcheydenedofen metgepar- befchonc
fuaieerde Chocolate , en dan noch een andere feer groóte dofe, in dewelke ken-
vierderhande iborten van Conferven waren ,- boven op verguld , behalven
veele Maiïepaynen ende Bifcuy ten , nevens een neufdoeck , waer in twaelf
Piafters ofte ftucken van aghten geknoopt waren ; Dit was een prefent dat
beter verdiendeaen een perfoon van qualiteyt, dan aen een Religieus van
een arme bedelende Ordre gegeven tewerden.
Dom Melcbior de Velajco overtrof haer nog, dog ick meene met woorden
ende Complimenten , want wat de daet belangt , noch hy , noch alle de an-
dere Criolen > hebben niets in haer , dat by de generoíl tey t der Naturelle
Spaigniaerden , te paffe komt.
Deeerfte Stad, aen dewelke ick quam, was Theopixca, leggende fes my- Vertreck
len vanC¿¿?/^,hetiseenefchoone endegroote IndiaenfcheStad , de In- uytChikM
woondersvandefelvehoutmennaeftdievanCÄ/'^voorde befte Ruyters ende kom-
ende Paerde-beryders. fie te Theo*
Het aen fien lij kfte in die Stad is de Kerk, welke groot ende wel getim- ƒ**<»•■
mert is , oock heefrmen daer in een feer fchoone mufijeq.
De Vicaris ofte Parochiaen van die plaetfe was een Criolifch Religieus ,
genaemt Frater Pedro Mártir > welke mynogteden Prieurvan Chiapa niet
lyden mogte; hy liet evenwel niet na, my ïnuyterlijken fchyn , groóte
beleeftheyt te foonen, oockonthaelde hymy, den tyd van twee dagen,
feer wel, .wetende wat credit ick omrrent den gefeyden Prieur hadde.
Doordien mynufijneplight-plegingemwelkeikwiftedat uyt geen goed Ontmoa-
herte fpr-ooten , verveelden , fijnde die niet dan geveynfiheyt, fovertrock ringevan
ickden derden dag, dog hy wildemy niet verlaten , endetotaen Comitlan eenFranich
toe verfellen , alwaer ick door den Prieur van het Convent genodigt was , Prieur.
lijnde een Franfchman, genaemt Broeder Thomaí Encolan .', die fig alleen
van fijne Natie onder de Spaigniaerden bevindende,om dat'er anders geene.
vremdclingen , in geheel dat Land , dan hy eqde ick waren , kenniíTe ende
vriendfehap met mytrachte ende wenfte temaecken.
Omdefeive te beginnen, quam hymy ten halver weg tegensryden, ver- Die hem
feltzynde met veele Indianen , welke te Peerde waren gefeten, hy hadde veel eer en
eene bequame plaetfe voor ons , om wat te ruften , doen bereyden , en de wy vrientfehap
onderhielden malkander een weynig op defelve , terwylen men voor ons doer.
de Chocolate ende andere ververfchingen bereydde.
Dog den Criool Pedro Mártir was niet weynig jalourfch > fiendedatmen
my fo veel eere in dar Land aehdeede , fo als ick naderhand in het Convent
hoorde, hoewel hymy veel meer Complimenten maeckte als die goede
Franfchman j ook wifte ick wel dat'er een groot onderfcheyt was tüiïchen
iijne woorden, die vol veynfinge waren, endeopregte meeninge yan die
Vriend. ' Ick
— »■
Komíte
ende ver-
blyí ic
Comitltn.
derlndiae
nen.
Koraftc te
Jzquinte-
nango.
Befchry-
S14 II. Boeck. Voy agie vanThomas Gage XX. Cap.
Ik verbleef geheele aght dagen te Comitlan, gedurende dewelke ik met
den Prieur in de omleggendeVlecken reyfde/zynde defelve alle door India-
nen bewoont , en aen de voet van den Berg in de Valeye van Capanabajila
gelegen , ik vermaekte my aldaer op een aengename wyfe , fo met de Reli-
gieufen als met de Indianen , en ik kan feggen dat fy daer veel geleerder in
de kennifle en wysheyt van Epicurus zyn , als in Engeland ofte in eenigan-
Dertelheyt ¿er ¿ee\ van Europa ¡ deJSpaenlche felve bekennen dat fy van de Indiaenen
veele manieren van fpyfen te bereyden en gafteryen 'aen te regten, geleert
hebben , welke fy te voren niet wiftcn , en waer van fy , voor het conque-
iteren van de Indien , niet gehoord hadden.
Na dat gemelde aght- dagen verftreecken waren, braght denFranfche
Prieur my te í^quintenan^o , om aldaer ordre te ftellen , door dewelke men
my van alles, dat iknodighadde, om het Gebergte van de Cucbumatlanes
te paiTeren , foude voorfien.
Het is een van de fraeyftelndiaenfche Steden, welke inde geheele Pro-
vïngê d;aer vincie van Chiapa zyn , fy is mede feer ryk , foo ter oorfaeke van de groóte
meenigte van Catoen dat daer vak, als wel byfonderlijkdoor hareiituatie,
want door dien fy op den weg van Guatimala\egt>(oo moeten alle de Koop-
lieden , die met haer Muyl-Efels , aen die zyde , in het Land handelen ,daer
door pafleren;fy verkopen alhier eenigewaeren, andere weder inkopende,
enfooverryken fydefeStad, en met het geit, en met de Koopmanfchap-
pen , welke fy uyt de verre-gelegenfte Landerv brengen.
Men vind daer een groóte meenigte van vr ugten , en voor al van die gee-
ne , welke de Spaigniaerden Ananas oite Ftnas noemen , oei dat die wel na
een Pyn-appel gelijcken.
Sy is geftigt op de kant van die groóte Reviere , welke door het Indiaett-
fege Chiapa ftroomt, defelve neemt haren oorfpronk digte by het Gebergte
van deCac/ba»»4í/4weí,enevenwelisfybereyts foo breed en diep voor defe
Stad , datmen defelve niet dan met een pont kan pafferen.
En door dien defe weg feer veel gebruyfrt werd , voor al , door die geenq
door-togt wdke gehee]e troupen met Muvl-Efels dryven > zyndeyder van defelve
XlanoB gemeenlijck vyftigha ieftigh fterek , foo brenght dit paiTeren, het welcke
naght ende dag duert , een feer aenmerckelijck jaerlyks in-komen aen de
Stad,omdatdeïndiaenen- boven de pont, welke dient om te palieren en
over te varen , noch veele andere kleyndergemaeckt hebben , om de Revie-
re mede op en af te v aren
Als den Prieur van Comitlan my ñu tot op defe plaetfe begeleydthadde,
foo vonden wy daer de Vicaris met de voornaemfte Indiaenen van de Stad,
ook hadden fy het meefte gedeelte van hare Canoas by een gebraghtop de
Reviere, in defelve waren deChoor-Kinderen , welcke voor ons heenen
fongen terwylen wy die paffeerden , en andere Perfoonen fpeelden weder
op Trompetten ende Schalmeyem
De Religieus welke in defe Stad woonde,wasFrater£ eronimo de Guevana
ge-
Groóte
nango.
Praghtige
inhalinze.
L
ILBoeck. VoordeSpaenfchemft-ïndien. 'XXCáp, ¿i$
genacmt,hy was kleyn van licchaem maer groots in fijne maniere van leven,
hy betoonde fulcks door de groóte meenigte Viích ende Vleefch , welcke
hy , voor ons , hadde doen bereyden .
Hy dedeookeenefogeftrengebelijdenifïevan de armoede, dat hyfederr Ryckdom
twaelf jaren, welke hy in die Stad gewoom hadde, niet meer dan twaelf vaneen Be-1
duyfent ducaten hadde konnen vergaderen, welke hyaen her Hof te Ma- del Monick
drid iondom het Bifdom van Chiapa te verkrijgen , fulks wilde evenwel dce en R°otn-
niet gelucken,maer door dien hy rijék genoeg was, om nog een tweede iche simo:
kanffete wagen, foo verkreeg hy het ielve toen ick van daer trock, fooals nie'
men my doenmaels feyde.
Na dat hy ons twee dagen gedurende wel onthaelt hadde , gebruykten hy Vertreek
en de Prieur van Co?wi/Am hare aurhoriteyt, ommy weldoordelndiaenen vai1 kquitt-
te doen vergefelfchappen en con voy eren, totaen heteerfte Vleck ofte de ^enango.
eerfte Stad van deCuchumatlanes toe.
Men veriagmy van een MuyUEfeLom mijn bedde te dragen,in die Lan- M*n™e
den voerdmen dat gemeenlijck in een lederen fafcj met fig, welke men Pc- vanreyie11
taca noemt ; Een ander Indiaen droeg mijne Potaquilla,daer in doetmen de »l d" Land
Chocolate endealles wat nodig is omdiete bereyden ende tedrincken • e Ti-K
Drie andere indianen dienden my voor gidfen ofte weg-wijfers, en mar- MMtä
cheerden voor ende agter my ; aen defel ve was ick niet gehouden yets te o-e- fteliïck is
ven , dan een kop Chocolate op den weg ofte des avonts -, om dar het daer
de gewoonte is, haer niet te betalen; dies-halven hadden fy de goedhey t van
my fulks te waerfchou wen , ende daer omtrent te ondern'gten , voor al ,
door dien fyfagen dat ick aldaer noch een nieuwlingwas, en de manieren
des Lands niet verftondde , fijnde daer in feer onkundig;.
Op dek plaetfe was het, dat ick mijn af-febeyd van die goeden Franfman
nam , hy onderhield evenwel geduriglijk j door mecni^vuldig verwiffelen
van brieven , een naeuwe vriendfehap met my , fo lange ick in het Landt
van Guatimala wasjhier feyde ick ook vaer-wel aen den kleynemdog groot-
moedigen Guevarra, die my waerfchoude dat ik niet behoefde te verwagten
dat myyemanr, als Vriend, foude onthalen, dan na dat ick het Gebergte
vzndeCucbumatiatier gepaffeert ende te Sacapula foude gekomen 2yn, het
welke vier mijlen aen geene fijde van het fel ve legt ; Evenwel konde ik van
de Indianen , alles , wat ick van noden hadde , ey fichen , en behoorli jeke
fpijfe, fonder te betalen, laten brengen , mits ick mijne vertering in het
publijque Regifter aenteeckende.
Op defewijfe verliet ik mijne Vrienden eenigfints bedroeft zijnde, doof Melaucolic
dien ik my alleen fag, en dat ineen vremt Land, hebbende voor alle ge- desAutears,
felichap,eemgeaenmy onbekende Indianen, latende een fchoone ende
aengename Valeyeagtermy,endevoorwaertsuyt niet befpeurende, dan
hooge Bergen, welcke feer fwaer om op te klimmen waren , buyten alle ho*
pe van in vier a vyf dagen eenig Religieus van mijne Ordre te fien.
Sodamg dat ik wenfte nog byMelend^ en mijn ander gefelfchap te weien,
E e als
I
nlilllH
-^
no II. Boek. Foyagie vanThomas Gage XX. Cap.
verfet als wanneer wy malkanderen op het Gebergte en de Rotfen van Maqutlapa.
wcrdc. vertrooften; dog hebbende eyndelijck moet gefchept, foo bereydde ik my
tot alles , wat my konde over-komen .
Befchry- Hoewel nu defe Bergen my , van verre , feer hoog fcheenen te zyn , foo
vinge van vond ick dog evenwel , in het op-klimmen , den weg feer goed ende ge-
hccGeberg- mackelijck, oockquamen my >van tydtottyd,eenigetroupen Muyl-Efels
tevan de tegen j Dit gaf my geen kleynen moet ommyne Revfe voort te fetten,
Cuchuma- overleggende in myn felve, dat, by aldiendie Muyl-Efels, welcke foo
tlams. fwarepacken droegen, die Bergen wel konden paiTei en, het myn Muyl-
Efel, iñ allen fchyn,deste beter foudekonnen doen , die anders geen laft
dan myn Perfoon droeg , welke , buyten allevergelijckinge, veel lighter
was , dan h aere v ragten ¿ oock vond ick Dorpen in dewelke ick , alle avoa-
den, ruften konde.
H oe ick meer voorw^erts trock , hoe ick oock den weg breder ende ge-
mackeiijekervondtó ick bevond niet datmyyers verveelde, dan deregen
ende mift of nevel , doch fulcks konde ick niet ontgaen, omdathetinhec
eyndt van September was , in welke tydt de Winter aldaer fijn af«fcheydt
neemt.
Het eerfte Dorp , da: ik in dit Gebergte vond , was St. Martin genaemt,
het is klcyn , •zynde daer niec meer dan twintig Huyfen.
. Ik trad afin een Huys dataen de Religieufen van St.Francifcus behoort,
hoewel fy gewoon lijn daer feer weynig te komen , ick deede in het felve de
Indiaenen roepen, wekker laft het was de Rey íigers ende Paífagiers te ver-
fellen.
Ík bevondt defelve feer handtfaem ende beleeft, fy feyden my dat ick
welkom was, endefy bragtenmy aenftonts warm water om de Chocolate
dianeñ ön- gereed temaeken ; van deielve dronk ick van goeder herteop hare gefont-
der mal- heydr; Ick gaf van defelve medeaen myne Indiaenen van Itfuint enanco te
drincken, welcke, nevens hare Muyl-Efels, feer wel onthaeldt wierden *
fonderdathethaeryetskofte, zynde het de gewoonte in alle de Dorpen,
die op defen weg leggen > dat de Indianen , weike de Reyiigers convoyeren,
weder-zijds feer wel onthaeldt werden.
Ik hadde de magtom voor myn avondmael teeyflehenhetgeene ik be-
feetGeberg- geer(jej dog ick vorderde evenwel niet dan een jong Hoen, omdefe arme
lc' Indianen niet te befwaren j Hetquam my dog evenwel feer wel dar ick
een fleikhe wyn haddemede genomen,want ick begende gewaer te werden
dat het Gebergte van de €ucbumat¡anes kouder was als wel de Valeye van
Capanabajlla.
Men bereyde myn bedde in een kleyne hutte van ftroy op-geílagen, ende
eenige Indiaenfche Jongens (liepen in een afgefchey deneplaetfe van defel-
ve , om op my te paffen , in gevalle ik yets mngre van noden hebben.
Hierop dan hebbende des anderen daegs des morgens.die gene uyrgeJco-
fen » welke my tot het naeft-by-gelegen Dorp moeiten brengen , en aen de
In-
St. Martin.
Gewoonte
van de In-
kanderen»
Koude op
II.BoECK. Voor de S{aenfcheWeftJhdiën, XX. Cap. 217
Indianen, die my van \\c\uint mango af gecon voyeert hadden,baer af-fcheyd
gegeven , begaf ik my te bedde, in het felve rufte ick fo wel, als ofikinhet
geielfchap van myne befte Vrienden hadde geweefh
Des anderen daegs , zijnde verfeit met twee Indianen , en een derde die Vertrcck
de Muyl-Efel , welke mijne Cagagie droeg , begeleyde , vertrok ick van die van St.
plaetfe, omnahetnaeft-by-gelegene Vlek ofte Dorp tegaen, datmen het Martin,
groóte Cuchumatlannoemt, door dien het op het hoogite van dit Gebergte
leght.
Onderwegen wefen my de Indianen den oorfpronk , ofte de Fonteyne ,
uyt dewelcke de groóte Reviere VanhetJndiaenfcheC¿¿4/>4 fpruyt; Ditis,
oock de eenigfte aenmerckens-waerdige faeke op geheel die weg.
Het groóte Cuchumatïan is een Dorp dat wat grooter is dan van Si. Mar-
tin , werdende door feer beleefde In diancn bewoont, welke gewoon zyn de,
dagelijks Reyiïgers teiien,defeIveookmet alle mogelijke beleeftheytont-
fangen , by-brengende alles , wat in haremagtis, om die wel te onthalen.
Ik wierde op die Plaetfe on tfangen op defelve wijfe , als ik , des avontste Komfte in
voren in het andere on thaelt hadde geweeft; ík vont die arme Indianen feer het groóte
willig, enbereyd om my te voorfien,van alles,dat my nodig was,om my des Cucbuma-
volgenden daegs te begeleyden,en ommy, fonderyets te betalen, mijn tlan>
avondmaelte verfchaffen,fchrijvende alleenlijk mijn naem, en myne verte- ^oet °nt'
ringenevens den dag op dewelke die was gevallenen het publijkeRegifter. "ae a'«aer*
Defe arme ellendige menfehen zijn daer toe gehouden door de Ordre van
de Magiftraten en de Religieufemhoewel fy niet dan een Milpa, ofte kley n
ftuk Lands,met Mai\ hebbemmet ees weynig Chili,om fig het geheele Jaer
te onderhouden, boven het geene de Reyfigersen Kooplieden haer, uyt
haren vryen wille geven, het geene gemeenlijk feer weynig is.
Daer ván daen gaendcom aen het naeiie Dorp te komen, fo wilde ik den Vertreck
gewoonlijken weg niet volgen, door dien men leven ofte agtmylen moe- 'vandaer»
fteaf-leggen , fonder yets onderwegen te eeten te vinden, en ook door dien
ikteCbiapaente Capanabafllav er ftaenhaddcdat'er een miraculeus Beeld
van de Maget Maria in dat Gebergte was, ineen kleyn Indiaenfch Dorp,
CÄ4M//4genaemt, het welkeik dien dag voor my nam tegaen befien ,door
dien ick, het felve al doende, niet meer, dan een myle, van denregten en
naeftenweg weeck. •"
Hoewel de wegen moeyelijck en ruw waren,door dien fy buyten den ge- ^Pm íc íe
woonlijkendoor-togt leggen, foquam ick dog evenwel op de middagh x.eLbanta'
Chantla-yHet is een Dorp dat aen de Paters de la Merced behoorr,welke,buy-
ren alle twyffeLineenefo arme Plaetfe niet foude hebben konnen beftaen,
fo fy dat Beeld van de Maget niet gehad hadden, fy verhalen vele miraculen Miraculeus
en wonder-daden van het felve, dit doet daer vele menfehen van alle zyden Beeldt te
natoevloeyemookkomen'erdeReyfigersAvelkersweg daer voor by valt, Chantia,
fy plegen daer hare Devotie, en geven veeleen groóte AelmoeíTcn aen de
Religieufen , op dat fy Miflen voor haer fouden feggen , en te gelijk Godt
voor haer bidden. E e * De/e
—
Brcnght
groóte ryk-
domacn.
Koftehjcke
Kercke-cic-
sadeir
Vertrek van
Ch'iantla^w
lcomfle te
Chautlan.
Schoone
Druyven.
HanJel
oaer mede
gedreven.
Vertreck
van Chaut-
lan,
Schoone
gefighte.
218 ILBoeck. Vbyagie van Thomas Gage XX. G a p,
Defe Godvrugtighey t heeft dit arme Dorp fo verrijckt , dat de Religieu-
ien middel hebben gevonden om daer een Convent te ftigten , in het welke
fig altoos íes a feven van de hare bevinden , die daer leckerlijk leven.
De Kerke is feerrijckelijk verciert ,ende voor al het Altaer, op het wel-
ke dit Beelt van de Maget onder een Tabernacul ftaet jvoor het felve hangen
fes koftelijke gordijnen van T-afFetas , Satyn ende Gout-laeken, met Goude
Kanten voorden.
Dit Beelt pronkt met een Goude Kroone» welde door Diamanten ende
door andere Koftelijke Gefteenten verrijckt is , voor het Altaer hangen ten
minften twaelf Silvere Lampen, fonder die Sllvere Kandelaers, Wieroock-
vaten.koftelijke Verhemeltfels , Kelken , Pnefterlijke gewaden , Oppron-
kingen van het Altaer , en de Tapyten, welke in de Sacrifty e van de Kercke
zijn , te reeckenen , ibodanig datmen wel mag feggen , dat te dier plaetfe
een groóte fchat in het Gebergte verborgen is.
Ik wierde feer wel ontiangen door de Religieufen welke aldaer woonen ,
hoewel fy met my niet van eene Ordre waren , f y deden oock den geheelen
dag niet anders, dan my Miraculen van datB.eid van de Maget te ver-
tellen. '
Des anderen daegs hervatte ick den gewoonlijken-weg , welke ick verla-
ten hadde , en ick quam in het laetfte Dorp van de Cuchumatlanes, Chautlan
genaemt ; Ick verbleef aldaer het overige van die dag , ende den volgenden
nagtnamikdaer mijne rufte; van hierfchreefikaen den Prieur van Saca-
fula > om hem te verwittigen dat ick, des volgenden daegs, door fijne Plaer-
fe , pafleren foude.
De indianen van Chautlan onthaelden my feer vriendelijk, ik at daer feer
ichoone Druyven, aldaer op hareWijngaerden gegroeyt, hetwelcke my
dede oordeelen, dat,by aldien men daer Wijngaerden wilde planten, die
alimmersfogoede Wijn , als die van Spaignien,fo uden geven.
Men vervoert die Druijven tot aen Guatimala toe, het welcke veertigh
mijlen daer van daen is, aldaer werden die langs de ftraten verkort als yets
raers, ende feldfaems, ende dat met goede redenen , wanr men vindt
tuiTchen Mexico 3 ende defe Plaetfe , geene andere die daer by haelen
moeten.
Des anderen daegs begaf ik my vroeg op weg, om foo te goeder tyd te
Sacapula te komen , ick was verfeekert, aldaer Religieufen van myne Or-
dre te fullen vinden, ende bydefelve kondeik, foo ik wilde, myeen weke
op-houden.
Ick hadde geen drie mylen af gel egt , of ick ontdeckte in d e laeghte een
feer fchoone Valeycfy fcheen mede feer aengenaem, ende wierde door een
Reviere in twee deelen gefneden ; de Sonne fcheen daer vlak in , ende de
weerfchyn van fijne ftraelen , welke na het Gebergte toe ftrekte , maeckte ,
datmen , daer ter plaetfe, een van de vermaekelijkfte uytfigten des Wee-
reldts genoot.
Soo
II.Boeck. Door de SpaenfcheJVefi-Indiën. XX. Cap. 219
Soo als ick van het Gebergte was af-geklommen,ontmoete ik den Prieur Oñtmoe-
van Sacapula , hy bevond fig op de kant van de Reviere , in een met groente tinge van
bedeckte Wandelarye, hyhaddeveele Indianen by fig , welke my verwag- den Prieur
teden , om my met een kop Chocolate te tracleren. van Sacapu.
Inden beginne deede hy my verbaeftftaen, fel vekreeg ik een af-grijfen ^*
van hem , Tiende dat hy foo groot een gefwel aen de kinne hadde , dat fuicks
hem de geheele borit bedeckte tot aen het middelfte des licchaems toe , fo-
danig dat hy her Hooft niet kon de bewegen, dan om de Hemel te befchou-
wen.
ín het dilcours , dat ick ,-in gevolge , met hem voerde , feyde hy my , dat Ongefond
dat ongemak hem was overgekomen federt tien Jaren , en dat door dien hy water,
het water uyt de Reviere hadde gedronken, en dat meer andere Perfonen
in het Dorp > nevens hem , met dat ongemak befogt waren.
Dit deede my foo gróoten af-grijfen van die Reviere krygen , als fy my te
voren , als ick haer van het Gebergte befchoude, behaegt hadde ¿ ick nam
daerom voor niet fo lange in die plaetfe te verblijven , als ik eerft wel hadde
gedagt, vreefende door dit water te drinken , een teeken te krijgen, dat my,
gedurende geheel mijn ieven, foude by-blijven , en dat het metmy, even
alsmetdenPrieurfoudegaemfijnennaem was Frater \uande la Cn^,fijnde
hyeen Bifcayer van Geboorte , hy was feer openhertig ende nederig: zynde
evenfeer van de indianen ende Spaigniaerden bemint.
Als ick in dit Dorp quam , vernam ik veele Mans en Vrouws-perfonen , Maeckt de-
welke, even als den Prieur, gefwellen aen de keel hadden^hier door verloor íw"el¡en aeñ
ick by-na den iuft om Chocolate te drinken ; ick doi fte ook niets eeten dat de keel.
in het water van die Plaetfe gekookt was,tot dat den Prieur rnydefen af keer
benam, feggende, dat het water niet fchadeüjck was, dan aen die geene , Hcerlycke
welke het felve kout nuttigden; hier door nam ik voor daer vier a vy f dagen prefentatie
te vertoeven, te meer om dat den ouden Prieur my daer gedurig om aen van den
was, ook hadde hy wel gewilt dat ik altoos by hem gebleven hadde , my be- Prieur van
lovende , in weynigtyds, delndiaenfcheTaleteleeren. Sacapula.
Dog door dien ick door wigtiger affaires na Guatimala beroepen wierde,
foo verfchoonde ick my dies-halven, ende ik bleef niet danvyf dagen in
die Plaetfe , welke gedurende , ick my feer wel diverteerde.
Hoewel het Dorp niet feer ryck is , fo woonen dog in het felve eenige In- Befchry vin-
diaenfche Kooplieden , welke binnen in het Land haren handel dry ven, en §e van het
voor al na de kant van dcSuchutepet]ueï,het welke de plaetfe is daer de meefte ®OIV y?a
Cacao valt , en door dien handel fijn eenige van haer rijck geworden. Sacagufa
Andere handelen met Aerde-werk, het welke daer ter plaetfe gemaeckt
wert, om datmen aldaer , tot dat werk , feer bequame Aerde vint.
Dog de voornaemfte Koopmanfchap is het Sout, het welcke men des
morgens , op de kant van de Reviere vint.
Het is'er feer heet om dat het Vlek gebouwt is in een Dal , het welke, aen
alle zijden , met hoog Gebergte is om-fet.
Eeg On«
1
Schoone
Dadelen.
Ver e reek
van Saca-
pula,
Endekom-
ftc te St.
' Andrea.
tio II.Boeck. Vöyagie vanThomas Gage XX. Cap.
Onder verfcheydene fchoone vrugten die aldaer groeijen , vintmen'er
uy tnemende Dadelen , welke al immer fo goed zij n als die geene , die men
ons uyt Barbaryen brengt.
Na dat ik van de vermoeytheyt, welke het pafleren van het Gebergte der
Cucbumatlanet in my veroorfaekt hadde, was uytgeruft ,fo vertrok ick van
Sacapula om mijne weg na Guatimala te vervolgen.
Van Sacapula dan quam ick in een ander groot Dorp St. Andrea genaemt,
het en is niet meer dan fes a feven mijlen van h et eerfte genaemde gelegen,
dog men vint daer niet aenmerkens waerdig, dan een groóte meenigte van .
Catoen , Kalkhoenen,en eenige Hoeven met Beftiael, die feer welgelegen
Zijn , om dat het een feer vlak en effen 'Land is , ook zijn fy feer ryk,en even-
wel is aen het eynde van-die vlakte een Berg gelegen , welke die geene, die
na Guatimala trecken,veel fpels maeckt.
Te St. Andrea bereydde ick my , om , op den volgenden dag , een fware
dag-reyfe , van negen groóte mylen te doen , om alfoo in feeker groot Vlek
te komen, dat eenige Sacualpa noemen , ende andere weder St. Maria de
Zoiaba ; te dier plaetfe en kondeick niet komen , dan over dat Geberghte
treckende.
Ick fchreef des voorigen daegs na Zoiaba , fo als men in die plaetfe ge-
woon is te doen , op datmen Muyl-efels en Paerden, op het Gebergte, fou-
de fenden , om my te ontmoeten , ende des avonts ginck ick in eene ¡{ancho
ílapen ¿ dit is een H utte die expf efïelijck voor de Rey figers gemaekt is , om
als de dag-reyfe lang valt, indefelve te kennen ruilen, fyftaeteen uer van
den Berg af, op de kant van de Reviere, welkers foeten aengenaem ge-
ruyfch,meteen friffchen wint verielt zynde, my te dier plaetfe een faghte
rufte verleende.
Des volgenden morgens,nadat ick een kop Chocolate hadde genomen,
om my teverftercken,endehet fel ve mede aen mijne indianen hadde ge-
fchoncken , foo vertrock ick van daer, om defe hoogmoedige ende trotfe
kruy n te beklimmen , die my evenwel fo moeijelijk niet fcheen als ik wel in
den beginne gelooft hadde, als wanneer ick die eeuil ontdekte, door dien
de wegen al Slangs-wyfe op-gingen.
Gevaerlyke Hoe ick evenwel hooger op-klom , hoe ik verbaefder wieide , als ik myne
paflagie. Dogen beneden op de Reviere wierp , fien de de Rotfen bequaem om de
kloeckfte herten te doen yfen.
Ontmoe- £>e indianen van Zmaba quamen my omtrent op het midden van den
tiitgvaiidte Bergtegemoete.fybragten twee Muyl-efels, de eene voor my , endean-
nn Zoiaba. ^ Qm myne Bagagie te dragen ; de plaetfe daer fy myby-quamen was
imal genoeg ^gaendede weg daer , even als op andere pleegen > al draeyen-
de ende Slangs-wijfe. ,¿BBI1
Ick begaf my te dier plaerfe van myn Muvl-efelaf, terwylende indianen
malkanderen hielpen > om myn andei e Muyl-eiel te ontladen , en den lalt ,
op de nieu wlings mede gebragte te leggen. De
Ven reek
van daer.
Acngena-
menaght-
ruft.
II, Boek. Door de SpaenfcheWefi-Indien. XXI. Cap. 221
De weg is befyden ciefe enge paflagie uy tnemende ruw , daer was eene af-
gryíTelijkeíkylte, van omtrent een myle weegs diep , by-na ontbloot van
alle geboomte , uy tgefondert eenige weynige /die hier en daer , verre van
den anderen, ftonden.
Het was of het hertemyfeyde dat ick beter foude doen ,gaende te voet,
tot dat iele op een ander plaetfe foude fijn gekomen , daer de weg breet was ■
dog de indianen, eenigevreefe in my befpeurende, feydendat'er *antfch
geen gevaer was , en voegden daer by , dat de Muyl-efel , welke fy vSor my
hadden mede-gebragr.feer vaft op fijne beensn was,zynde gewoon dat Ge-
bergte te beklimmen.
HET XXL CAPITTEL.
Sier groot gevaer van den Autheur. Onnofelheyd ende by-ge-
loof der Indianen. Folherdinge in defelve. Hoe het gevaer
des Autheurs was by gekomen. Andere Indianen al immer
. ■ fio omwfel als de eer/ie. Komjïe teZoizba. GoddeloofePo-
litte der Monkken > gods-lafterlyck te werk ge/lelt. Offer-
handeder Indianen. Somme van die Offerhanden. Befehry-
vinge van Zoiaba. Beleeftheyd der Indiaenen. Vertreck
fijt Zoiaba.
H Ebbende my dan daer toe door de Tndianen laten bewegen, fo begaf Sccr &oot
ïcki my op de Muyl-efel , dog ick fat daer foö dra niet op , of defel- SeYaer van
vebegondeBocks-fprongen te maeken , buyten de weg te loopen dcn Autcur°
ende agh ter uytteflaen, vallende met my langs defe Rotfenop den weg
d?VL°^S'uW^^ foomyeen kleynenBoom
hZtt^m^e myi ncv^nsdeMuyl-efeh opgehouden in fijne
rnvl ln<tner ^^o ^^ aenftonts tot het geroep van Miracul ! Mira- OnndWfc.
cul ! Een Hey hg ! een Heylig \ en dat fooluyde 3 dat het fcheen , dat fy hare ^ydc der
ge^oni^ , om te maeken dat ik faenen.
A Jm *^S£ï? ia«enmy hielpen om weder op den weg te komen,ende
^"^^«^^eleydecn hijften, noemden fy my gedurig.
Ji k met den naem van den Heylig ; fy fouden dit niet gedaen hebben , in-
dien iy ,n my eene gramfchap ,die in een Heyligniet behoorde te kernen
hadden konnen befpeuren, dog door dien fy daer toe niet verftants genoeg
had-
1
Hoe het ge
vaer was
by-geko-
men.
II.Boeck. Voy agie vanThomas Gage XXI.Cap.
hadden , dreygde ik haer met itock-flagen, om dat fy my een jongen Muy 1-
efel gegeven hadden , welke den Sade^l niet gewoon was te dragen , en daer
door ontftont die gevaerlijken val door my gedaemvan dewelkeik door een
boom behouden wierde , en niet door miracul.
Volhardin- - Dog nog myne woorden , nog ook myn ky ven ende fchelden waren be-
gein defel- quaem om haer het gevoelen, dat fy van myne Heyligheyt hadden opgevat,
ve. te doen veranderen, om dat fy geloofden, dat de gramfchapper eens Prie-
fters, utas als het gefnuyf van Godes neus-gaten,foodanig dat fy, in dat dwa-
fe bevoelen, voor my op haere knyen vielen, ende myne handen ku-
Als men nu defefaekehadde doorgrond, foo bekenden fy, dat fy haer
in het uytkiefen van de Muyl-efels hadden mifgrepen , hebbende iy den Sa-
del geleght op die geene, die myne Bagagie moeften draegen , weicke
jen^hwas, en noy t yets anders als Packen droeg, en niet den Sadel, ende
myne Bagagie hadden fy gelegt op die gcene , weicke myn Perfoon moeite
voeren. •
Terwijlen iynudusmethetloffenendelaedcn van deMuyl-Efels befig
waeren,leydde ick omtrent een myle weegs, den Berg op-klimmende,
af , en als fy my weder onderhaeld hadden .ginck ickoock op myn Muyl-
Eiel fitten, en vervolgde mynen weg, tot dat ick ter plaecfe quam, die
men voor my, om te ruften, ende om Chocolate te drincken , bereydt
. hadde. ■
Andere In- Soo als ick daer quam , quamen my veele Indiaenen te gemoet , om my te
djanen aUo.ontfangen,endedoordienhetgemgcefigaenftonts onderhaer verfpreyde,
onnofel als dat ick een Heylig was, ende dat ick op den weg een Miracul gedaen hadde,
de eerile. foo vielen fv op haer knyen en kuften my de handen , en by gevolge deeden
fy gedurende den geheelen weg, niet anders als hg van myne Heyligheyt te
onderhouden.
Hare een voudigheyt verveelde my tenhoogften > dog hoe fy meer fagen
dat ick de eer , die fy my aendeeden af-wees 9 hoe fy nog meer tragten , my
defel ve te betoonen .
Als ik in het Dorp was gekomen , vertelde ik de Religieus het geene my
gebeurt was , nevens de malle inbeeldinge der indianen 5 hy begonde daer
over te lacchen i en feyde my ,dat , foo ik eenige tijdt in het Vleck bleef ahe
de Indianen , foo Mannen als Vrouwen, my de handen fouden komen
kuffen ende gefchencken geven. i
Hy moeite hare genegentheydtdaer omtrent wel weten ,ot mogelyck
hadde hy haer die Superftitie geleerd , want wy hadden foo dra ons middag-
mael niet gehouden,ofverfcheydene Indianen begaven fig in de Kerke,om
de Heylig, die in het Dorp gekomen was , te fien , welke een Miracul in het
rnrMpinfe op-klimmen van den Berg gedaen hadde. '
Politie der Dit vergramde my nog meer dan te voren , fiende de eenvoudigheyt van
Monicken. dat onnofel Volkjlck bad hier over den Religieus dat hy haer wilde vertoo-
Komftc te
Zviaba.
-: -<&y
I
ILBoECK. Door de SpaenfeheíFeJt-Indíen.XXLC AP, 223
nen dat íy ongelijck hadden , ende dat fulcks niet wel gedaen was ; maer hy
wilde dit gantfchelijck niet doen, feggende dat wy uyt Politie alle de eere
moeiten on tfangen die men ons aen deede , om dat foo lange als fy ons voor
Heyligen ver fleten ,wy altyd in ftaet fouden zyn om haer te overheeriTchen
ende om van haer goedt ende licchaemen, als van on feey gen e, te difpe-
neren. F
Daerop begafikmymet den Religieus na deKercke, ende ik ginkmen
hem op een ftoel in het Choor fitten , vertoonendeden Per/bon van haren
ingebeclden Heylig , hoewel ick in der waerheyt niet dan een arm en ellen-
dig fondaer was. .
Soo dra als wy plaetfe genomen hadden , quamen de Indianen foo Man- Godtsïa-"
nen als Vrouwen in het Choor , gaende drie aen drie en vier aen vier , fom- fterlyck cc
wylen quamen ook geheele Huys-gefinnen te gelijk ,fig voor mynevoe- werek gc-
ten op har? knyen neder-werpen , om myne Benedictie te ontfangen en ftcIc-
alsfy my daer op de handen gekuft hadden , foo begohden {y my Compli-
menten op hare wyfe te maeken , feggende dat haer Dorp wel geluckig was,
ende buyten twyffel door den Hemelgefegent , wegens myne aen kom-
fte , en dat fy geloofden dat hare zielen nieuwe krachten fouden verkry-
ghen doormyn voor- bidden, foo ick dat voor haer wilde te wereke ftel-
,len.
Hier op gaeven my eenighe geldt, andere Honigh , Eyeren , kleyne nff^L^
Deeckens, Palmitas ende andere vrughten, nevens Pluym-gedierte /en J 1 2' {
Kalckhoenen, ö ' denaer ia-
Ickbemerckte wel dat de Religieus welcke naeftmy fat, ten hoogh- "'
iten verblydt was door het-ilen van defe dinghen , om dat hy wel
wiite dat ick vertrecken moeite, ende die faecken aen hem foude ge-
ven. &
Ick bad hem dathy de Indianen voor my wilde antwoorden , en my ver-
fchoonen daer over, dat ick onkundig in hare Tale was, het welcke hy
deede, feggende datick noch eerft bínnen korten tyd in haer Land was ge-
komen, en dat, hoewel ick een groot gedeelte verftont van hetgeene fy
my m hare Tale feyden, evenwel, door dien ick die noch nietvolmaek-
telijck konde uyt-brengen , hy haer mynent halven bedanckte wegens de
vriendtfehap , die fy aen my , als een Gefante Godts, betuyghd hadden, •
door de verfcheydenhey t van hare Offerhanden , het welcke dan hem ende
my ook verpligte , om haer ende hare Kinderen aen Godt te beveelen , in
degebedendie wy hem dagelij cks hadden voorgenomen, tot haren befte,
op te offeren.
Op defe wyfe wierden de Indianen weg-gefon den en daer mede was de-
fe plechtelijckheyd voltrocken ; hier na gingen den Religieus en ick op een
boven-kamer , aldaer begonde hy fijn eyeren en pluym-gedierte te tellen ,
om er een gedeelte af voor ons avondmaelte bereyden*
F£ Hy
224 H» Boek. Foyagle vanThomas Gage XXI. Cap*
Hy fcydemydaer na,dathy die voor fijn fclve wilde bewaren, dog dat hy
die my , op my n vertrek , wilde betalen ; dat ik voor als n u het geit , datmen
my gegeven hadde, konde na my nemen , dat ik tot iijnent welkom was >
alwaer ik hem niet toteen laft konde verilrecken3maer veel eer groot nut
toebrengen, na dat ik foveel leef- togt vergadert hadde, dat wy tefarnen
daer van , veele dagen , goede ciere konden maecken .
Soimrne van Het geit dat ik ontfangen hadde beliep tot op veertig realen >boven nog
de Offer- twintig andere diehymy voor de refte van de Offerhanden gaf, welke wel
handen. ^et dubbelt waerdig waren , en'dit verkreeg ik alles om dat ick gevallen was
en door het felve den hals niet hadde gebroocken.
Ick was van voor-nemen om den volgenden dag te vertrecken , dog de
Religieus , f uan Vidal genaemt i wilde fulcks niet toelaten , om dat ick ten
minften nog tien myle moeite af-leggen , ende hy wilde dat ick nog wat
ruften loude.
Befthry vin- j7>¿c yiek van Zoiaba ofte Zacuaipa , is het fehoonfte en het grootfte van
ge wüZvia- ¿He die gene welke onder de Prieurye van Sacapula behooren , de Indianen
'm; fïjn'er ryk , en maeken veele deekens van hetCatoen dat fy plucken.
Sy hebben ook groóte meenigte Honig, veele troupen Geyten , dog fy
hebbegeene Tarwe, ende en backen niet dan M^, en fois het ook in de
andere Vlecken , die op dit volgen , gelegen.
Des anderen daegs hadde ick nogeenige kleyne Offerhanden , dog wey-
nig ten opfigte van den voorigen dag , foo dat ick tot den Religieus feyde ,
dat ik , aengefien de devotie van het Volk begonde te verkouwen , des vol-
genden daegs , voor het opftaen der Sonne , wilde vertrecken»
leleeftkevÊ £>ien avont quamen de voornaemfte van de Indianen van het Vlek , ha-
der India- ren dienft aenbieden , om my te geleyden tot een Rancho ofte Hutte , die te
sieru midden op den weg ftaet, maerik bedanckte haer, en bad'ermet eenen
my maer drie Mannen te geven van de geringde van het Vleck , om my te
geleyden ter plaetYe daer de andere suyt het naefte Vlek, my moeiten te ge-
moet komen * welke ick hadde van mynekomitedoen waerfchouwen.
Vertreek Als de tydt van myn vertrek gekomen was , het welke was ten drie ueren
nytZotafa, des morgens , riepmen my^nadat ick wat geruft hadde, en hebbende wat
MaiTepain gegeten ende een kopChocolategedronken,bereyde ikmyom
te vertrecken , vindende de Indianen t'eenemael op deplaets gereet , my
met hare tacken van Pyn-boomen verwagtende , die als fakelen brandemfy
bedienen iig daer van , om , als men des nagts reyit » den weg te vinden , en
die geene , die fy begeley den , te lighten»
Eenweynig aengeene zyde het Vleck, vonden wyden weg al vry wat
oneffen ende hobbelig j hier hadden wy het light van nooden ; Hier nae
quamen wy ineen vlack ende effen Land , het welke iig uytftreckt tot aen
de Hutteofte Cabane toe, welke op het midden van den wegis gelegen ^en
aa defelve moeiten wy nog een ruwen, Berg op-klimmea.
ILBoeck. Door de Spaenfchê Weft-Indïèn, XX, Cap. 2 2 f
Door dien ik nu , in het uyt-geven van defe myne Reyfen,niet meer heb-
be voor oogen gehadjdan het bekent maken van de fonderlinge voorfienig*
het Gods omtrent myn Perfoon,endat foom mynefchuldigen pligt af te
leggen, als om alle Reyfigers te bewaren voor het vallen in wanhope,nopen~
de defelve, ende te doen gedenken aen het geene den Koninglijcken Pro-
pheet legt in fyn honderten feven-en-veertigften Pfalm,datde HEERE
ook de Vremdelingen in fijne bewaringe neemt, ibokan ik hier niet af-
fcheyden voor den Lefer voor oogen te ftellen , hoe het my , die van myn
Vader en andere naeite Bloed-verwanten geabandonneert was,en ook ont=
fet van het gefelfchap der Spaigniaerden, die ik doenmaels als myne Lands-
genoten erkende , fonder des HEEREN fonderlinge voorfienigheyt,foude
mogelijk zyn geweeft , moet , couragie en luft te hebben , om myne Reyfe
te vervolgen, en een goede uyt-komftevan defelve te verhoopen , fo de-
íelve onfe GO DT my niet wonderlijk hadde gefterkt , vindende ik onder-
wegen geene andere Perfoonen dan vyanden van myne Natie, welckeeen
yder bekent was , ofte Indianen * diemeerChriftenenin fchyndanin der
daet waren , en die my , alleen zynde , en onkundig van harelaf-hartigheyt*
door hare meenigte altoos in groóte vreefe moeftcn houden; dog dit alle*
niet tegenftaende , geliefde het de genadige GODT, my foodanigh te
flercken , dat ick , onder haer , even als onder myne befte Bloed- vrienden *
ende fonder eenigefwaermoedigheyt, leefde, ook vond ick, opmeeft alle
de Plaetfen , yemant , welcke , door myne aengeborene opreghrighey t be-
wogen, my de hand, tegens allebenyders, boven hielt. Ick dan , die de
HEERE hier noyt genoeg voor kan dancken,bidde alle ende een yder Rey=
figer, welke de HEERE voor oogen heeft, noyt aen fijne hulpete wan-
hopen , maer altoos in hetgoede voort-gaende,een geluckigeynde van fijne
genadige hand te gemoette fien. Den Lefer vergeve my defe kleynedi-
greffie , en hoore vorder na het veryolg van myne Reyfe.
¡Ij
Ff»
HET
Z26 II.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXII. Cap.
Sorge tier
Indiaenen
omtrenc
den laft: der
Geeftelijke.
Vertrek na
St. Martin.
Komfte al-
daer.
Gelegent-
heyt ende
■rrught-
baerhcydt.
HET XXII. CAPITTEL.
Sorge der Indiaenen omtrent den laft ende beveelen der Geefte-
ftelycke. Vertreck na St. Martin. Komfte aldaer. Gele-
gentheyt ende vrughtbaerheydt van die Plaetfe. Vertreck
van St. Martin. Rycke Indianen te Chimaitenango.iSAö-
nejder-merckt. Vermaeckelyckheden op defelve aengeftelt.
Seecker verbaftert Spaenfch Priefters , is feer gheveynft ,
aghterdoghtigk , en qualyck-fpreeckende ; hy dry ft bitter-
lyck denfpot met den Autheur, die hem aerdighlyck beant-
woort, weder befpot , ende den mondt ftopt > tot fyne groóte
. vreughde. Vertreck van Chimaltenango. Befchryvinge
van Xocotenango j ende van de vrught Xocotte , waer
mede men de Verkens vet meft. Hoven. Waet er -molens.
Schoone Kef ck-gevel ende Altaer. Komfte te Guatimala.
HEt was des morgens ten feven ueren als wy aen defe Hutte quamen,
wy vonden daer de andere Indianen welke ons verwaghteden , fy
waren ter middernagt uyt haer Dorp getrocken.en hadden vyer ge-
maeckr j oock hadden fy warm water bereyd om de Chocolate te bereyden ,
waer uyc men befpeuren kan , met hoe veel forge ende wilvaerdigheyd die
arme Indianen , de Ordren der Kerckelijcke Períoonen gehoorfamen ende
na-komen.
Terwylen dat ik myne Chocolate dronk , hadden de Indianen van Zoia-
ba3 welke my tot die plaetfe tocgeconvoyeert hadden ,die van St. Martin,
het welke de naem van het Dorp wasjnahetwelckeickr.rock, wuftig ge-
maeckr. van het Miracul dat ick gedaen hadde, op dat fy aen my , als aen een
Heylig , fouden hare eerbiedigheyd bewyfen ; als ick haer hier op yder een
kop Chocolate hadde gegeven , liet ick haer van my trecken , neemende
met eenen den weg na St. Martin.
Het grootfte gedeelte van die weg is Berghaghtig ende vol Rotfen, tot
aen twee mijlen van het Dorp toe, daer wyopden middag arriveerden.
Het is een kout Climaet, gelegen op een feeraengename hoogte, van
dewelke menby na tot aen Guatimala toe fien kan, aldaer omtrent valt feer
goedt Koorn in gröot-e menigte » gelijck oock in het meeft e gedeelte van
de om-leggende Dorpen.
U.BozcK.DoordeSpaenfchefFeJl-Indien. XXII.Cap. 227
De honig die daer valt is de befte van dat geheele Land , dog voor 21 be- ,
forgendclnwoonders vandefeplaetfe, die van Guatimala^ van Waghtels,
Patryíen ende Conynen.
Dit was het eerfte Dorp , onder de Stad van Guatimala behoorende.in het
welcke ick quam ; lek was daer over niet w'eynig verheugt , Tiende dat ick
doen niet meer , dan nog eene goede dag-reyfe hadde af te leggen , om foo
grooten weg te vol eyndigen.
De Religieus die in dat Dorp woonde was Frater Thomas de la Cru% , ge-
naemt, hyftondt onderde Jacobynen van Guatimala, en hoewel hy een
Criool was, foo liet hy doch niet na my wel te ontfangen.
Ick bleef niet dan dien avondtby hem , en hoewel ick des anderen daegs Vertreck 1
myn middagmaal teGuatimata kondegaen houden, foo wildeick dog my- van St.
nen weg neemeh-éöor een vandegrootfte Dorpen ofte Vlecken van die Martin.
Landen; men noemt het fel ve Chimalttnango, hetlightin een Valeye drie
mylen van Guatimala, zldzer fijn ten minften duyfent hoofden van Huys-
gefmnen , ende onder defelve verfcheyde rijeke indianen die op het platte
Landt handelen.
In myn tyd was daer een Indiaen die vyf duyfent Ducaten aen de Kercke Rycke In-
eraf, defelve behoeft voor niet eene van alle diegeene die inde Stadt van ^Ianente
Guattmalazyn , te wyeken, ende in hare Mufijcque overtreft 2,y alle die Mimaite-
geene van geheel dat Landt. ■ *'
Het voornaemfte Feeftdat te Chimaltcnango gevierd wierd , valt voor op Schoone
den fes-en -t win tigften Julii , het is alsdan den dagvan Sf. Anna ; n enjaermerkt.
heeft daer dan defchoonfte Jaer-merktdie ik in die quartieren genen hebbe
fo wat de Koop man fchappen acngaet die men daer brengt , als ook wat be-
treft het groóte getal van Kooplieden, welcke aldaer , van verfcheyde quar-
tieren , komen. \t \re
Men fiet daer als dan Stier-gevegten , wed-loopen tePaerde, Comedien, ;er™a'Ke"
Mafqueraeden , Daniïen , Speelen op Inftrumenten , ende andere divemf- «c5ä;°
fimenten , waer mede deïnwoonders van die Plaetfe den géheelen dagh aepn£,efteIc<
door-brengen. c ,
De Parochíaen van datDorp was van de Ordre van St.Dommicus,hy was be"K"
onderhorig van het Convent v^nGuattmaU, ende wierde genaemt Alfinfo ™*lf c"
Hidalgohy hadde ter oorfaeke van fijnen ouderdom , altoos de bril op de ^^
neus: hy was wel in Spaignien geboren, doch van fijne tedere jeughtaen j
in dat Land opgebraght , foodanig dat hy , hebbende het geeftelijck kleedt
te Guatimala, onder de Criolen, aengenomen , de liefde tot fijne Land-
aerdt'eenemael hadde veri ooren , ende een doodelijcken haet voerde, te-
gen salie diegeene die uyt Spaignien quamen.
H y was een geüaegen vyand van de Provinciael , door dien hy , door de
gonftevande Criolen, nafijn Arnptftondj ook leerdde ick hem kennen,
alfeo hy met my in queftie iogt te geraeken , terwijl ick tot fynent was.
f f 3 *~*y
1 1
lul
:!:
Hy dry fe
bitcerlyck
den (pot
met den
Authenr.
228 II.BoECK. Föyagie van Thomas Gage XXII. C a p.
Is feer ge- HyTeydemy,dog tegens het gevoelen van fijn herte, datikfeer welkom
veynftcn was; hy beeldefig in, dat alle die geene, welke uyt Spaignien quaemen*
aghterT de Reyfe niet aen vingen , dan , om de naturelle van het Land , den voet te
doghtigh. ligten, ende dat ick, als ickdeTaele van het Land foude geleert hebben*
fulks mogte in het werk ftellen , en hem uyt eene plaetfe ftoten , in dewelke
hy , by-na van fijne Jaren van difcretie af, geleeft hadde,
f" P J *ty %de veel quaers van den Provinciael , als ook van Frater \uan Bapti-
íprekende. j¡a,¿ie priear Van Guatimala wasjen dat door dien hy wifte dat fy beyde my-
ne Vrienden waren ;dog op ditalles wilde ick niet een woord antwoorden,
ontfag aen fijne jaren ende aen fijn Bril toe-dragende.
Eyndelijk feyde hy my, dat hy hadde hooren feggen, dat de Indianen van
Votaba my als een Heylig hadden af-gefchildert , het welke hy nietkonde
geloven van yemant welke uyt Spaignien quam, en nog veel minder van
my , die uyt Engelanu , dat een Ketterfch Ry ke was , was geboren ; hy fey-
de ook dat hy veel eer geloofde dat ik een verfpieder was , zynde gekomen
om de ryekdommen van dat Land te onderfoec^en , om van defelve, nae-
maels, rapport in Engeland te doer¿
Dat'er veele feer koftelij ke ftucken in die Stad van Guatimala waren , en
onder andere in het Convent van de Jacobynen een Beeld van filver van de
Maget Maria, ènde een feer fwáere Lampe, endehy verfeekerde fig , dat
ick defelve voor myn deel van den buyt foude kiefen.
Die hem Dog ick keerde ditalles in jocken fpotternye, feggende dat het eerfte
aerdigh- werek , dat ick doen wilde , foude wefen, de fchatten ende rykdommen van
lyck beaut- fijne Kamer te in ven tariferen, in dewelke veele fchoone Schilderyen, Ta-
woordc , pyten en Cabinetten waren , opdat, als de Engelfche quamen, terwylen
weder be- ick nog in dat Land was , ick haer , in feekerhey t van goeden buyt te vin-
fpot,ende den , tot fijnen t mogte brengen.
eyndelyck £n ¿zt > wat {ïjn Perfoon belangde* fo hy filvere in plaetfe van loode tan-
den mondt Jen ( welke in fijnen mont waren door dien allede natuerlijkedaer waren
"°Pt# uyt gevallen )in fijnen mont wilde fettèn, ick hem dan mede aen de En-
gelfche wilde overgeven , en haer raden fig meefter van fijn Perfoon te ma-
ken , als fijnde hy mede yets koftelijcks , ter oorfake van fijne tanden , hem
verfeekerende dat fy hem welfouden handelen , fo ter oorfake van de ryk-
dommen die in fijn Kamer waren , als van die gene, die hy in fijn licchaem
hadde.
Ick voegde daerby, opdat mijn raethemeenig nut foude konnen toe-
brengen, dat de Engelfche, wanneer fy in dat Land quamen, mogelijk fou-
den willen weten , van wat ftoffe fijne tanden waren , als agtende dat fy van
yets raers, in dat Land vallende, mogtenzyn gemaeckt; datfyoock,om
fulks teonderfoecken,hem yersheetsfonden konnen doen drinken,dathet
loot daer door komende te fmehen , en in fijne keelefchietende , hem eenig
quaedt
II. Boek. Door de Spaenfche Wefi-Inaïèn. XXII. Cap. 2 29
quaedt foude konnen veroorfaeken , het welke hy alle on tgaen konde fo hy
die van filver deede maecken,
Hy bemerkte wel dat ik den fpot met hem dreef,en daerom feyde hy daer Tot fine '
van met meer, ende ik was feer verheugt dat ick hem denmont hadde ge- groóte
ftopt , op dat hy my met meer befchempen foude. vreugde.
lek feyde hem oock , na dat ick het middag-mael hadde gehouden f¿ dat ° '
kkna hetavondtmaelniet wilde waghten , maer een luchtigkosje in het
Convent van Guattmala gaen eeten , door die hy my foo hertje fpijfe
hadde te eeten gegeven , datick geloofde , dat ick defelve niet dra verteeren
foude.
Ik bad hem dat hy my Indianen wilde geven om my tot aen Guattmala toe
te geleyden , hy dede dit feer geerne , vrefende mogelijk dat fo ik des avonts
by hem bleef, ick fijne Tanden , met hec heete water van de Chocolate , die
ick van Cbiapa gebragt hadde, foude doen fmelten , ofte dat ick , geduren-
de den nagt, fijne kofteiijckefchilderyen , ende fraeyeEbben-houte Cabi-
netten foude fteelen.
Ik haefte my om te vertrecken , fo dra de Indianen gekomen waren \ op Verrreck
dat ick dit Beeft met vier oogen niet meer foude fien , en ook om in de Stad van cbimal-
van Guattmala te konnen ruften. tenango.
Alsmen een myl van het Dorp van Chimaltenany af is , ende de Valeye,
welcke geheel open leght, heeft verlaten, foo vintmeneen kommerlijcke
ende náeuwe weg , tuftchen de Bergen , welke die van beyde zyden befluy-
ten r tot die tyd toe , darmen digte by de Stadt van Guattmala komt , fonder
datmen ter linker ofte ter reghter hant van defelve kan af-ryden , ook is fy ,
van de Valeye af , tot aen de Stad toe, feer effen ende fandig.
Men vintveelebefiens waerdige dingen op die weg, welcke maer twee Befchryvin-
mylenlanghis,ende,foo gefeghtis, geheel met Bergen beflooten.want gevanJft-
men fiet'er een Dorp van Indiaenen , het welke een groot gedeelte van den cotenango.
weg beflaet , ende alfoo Volck-rijk , ja meer , dan dat van Chimaltenango is ,
door dien de Huyfen feer wyd zyn uytgebreyt , ende onder defelve fietmen
feer veele Spaenfche gebouwen \ welke die van Guattmala aldaer, tot haer
vermaeck , gebouwt hebben.
Dit VleckwertXocoff»4»gogenaemt ,en dat ter oorfaecke van feeckereBeichrvvin"
vrugt Xocotte geheeten , van dewelke men een groóte meenigte aldaer,ende ge van¿c
in de omleggende plaetfevint» * vrugt Ab-
Defelve is feer verkoelende , ende van een goede couleur als Cy ryp is^aer^"'*
werden'er van twee foorten gevonden , íoete ende fuere , ende de Indianen
ftoockenvyer van hare kernen.
Sy vallen in foo groóte meenigte van het geboomte, dat langs den weg Waer mede
ftaet, dat de Spaigniaerden, omdat die niet geheel te loorfouden gaen , men de
daerom expreflelijk Verekens op-gekoght hebben , endedefelve langs defe Vcrckens
geieyde weg laten drijven , alwaer zy , door het eeten van dek Pruymen , meft.
al
■'■ i:
1
II
':il!
Hoven.
Water»
molens.
Schoone
Kerck-ge-
vel ende
Alcaer.
Kcmfte te
Quatimah,
230 II. Boeck. Vbjagie van Thomas Gage XXII . Cap.
al immer fo vet werden, als dat ielve foorte van Beeften, door het eeten van
de Eyckelen , in Engeland wert.
Men fiet oock veeie fchooneTuynen en Hoven op defen weg > uytde-
felvebrenghtmenhet geheelejaer gedurende, in de Stad v&nGuatmala ,
kruyden , wortelen , vrughten ende bloemen.
Men vint oock op defelve paiTagie drie Water-molens, in dewelckealle
het Koorn van de Stad gebrooken werd, de befte van defe drie behoort aen
de Religieufen van de Ordre van St. Dominicus die in GuatimaU zyn , díe
gemeenlijck, tot het opfight van defelve, aldaer eenMonick ende drie a
vier Negers , onderhouden.
De voor-gevel van de Kerk van dat Dorp werd voor een van de fchoon-
fíre werken van dat Land gehouden , het groot Akaer van defelve, is mede
feer heerlijk ende koftelijk, als fijnde geheel met goud bedeckt.
Ick hielde my niet lange in defe plaetfe op , door dien ick wel wifte dat
ick, als ick myin de Stad foude neder-geflagen hebben , daer dickmaelen
genoeg foudekonnen komen.
Op deiewijfe vervolgde ick mynen weg tufíchen het Gebergte, totdat
ik binnen Gwdf/OTrf/aquamiWelckersgelegentheyt, ftaet, ryekdom ende
grootte ick bredelijkin het volgende boeck falbeichryven.
Eynde van het tweede Boeck»
Nieuwe en fier Naeuwkeurigt
REY S E
Door de Spaenfche West -Indien
VAN
THOMAS GAGE,
HET DERDE BOECK.
Het I. Capittel.
Swackheydt van de Stad van Guatimala. Haerefobere mt-
terlycke toe-ftandt. Die doch gheheel binnen wat beter" is.
Komfte aen het Convent van Guatimala. Daer den Au-
theur feer wel werdt ontfangen , tot fyne groóte vreughde.
Den Autheur doet eenpublyck difpuyt. Voornaemftetwift-
puntt van hetfelve. Gramfchap der Jefuiten daer over y
onder dewelcke den Autheur fyn credit verlieft , doch by
andere weder aenwint. Den Autheur werdt Profejjorm
de Philofophie, het welcke hem benyt werdt, dat hem aen-
moedight om beter te doen , en naght ende dagh teftude-
ren. Deu Autheur werdt Ordinaris openbaar Predicker,
en verkrygtot daer toe depermiffie des Bifichops. Boelange
den Autheur in Guatimala verbleef. Befchryvinge vande
Stadt van Guatimala, ende van de wegen om van en tot
die Plaetfe te komen. Twee Vulcanufien , ende abuys der
Spaigniaerden daer omtrent : ¡Vater-Vulcanus. Spaenfche
Hiftorie. Schrickelycke defperatie ende veraghtinge Godts.
G g yer-
§ 11
a £2 HL Boek. Foyagie vanThomas Gage I. Cap.
Fervaerlyck ende reghtvaerdigh oordeel Godts. Fermaec-
kelyckheydt van de JVater-Fulcanus. Af-fchuwelyckheydt
van de andere. Gevaerlycke gelegent heydt. Schrickelycke
brandt. ¡Vonderlycke kraght des vyers. Gewoonlycke toe-
(landt van de Vulcanus. Schrickelycke Aerd-bevmge. Ge-
: ' tempert heydt des CUmaets. Overvloedt van leef-toght >en
voor al van Offen-vleefch. Qorfaecke daer van. Een
Spaigniaert heeft 40000. Koe-beeften. ¡Vyfe op dewelcke
de Steden ende Flecken van Guatimala met Vleefch voor-
fan werden. Groóte toe-voer van Schaepen. ¡Vonderlycke
geringe prys van het Fleefch ende andere fpyfe. Getal
van de Huyfen in Guatimala. Merkt van die Stad. De-
licateffen der Crioïen. Groóte Koophandel in Guatimala.
Ryckdom der Siadt. Regeeringe van Guatimala ende het
omgelegene Landt. Befchryvinge van het Hof van Gua-
timala. Tractament des Prefidents van Guatimala. Hi-
flonevan Dom Juan de Guzman. Gierigheyt van Dom
Gonzalvez de Paz de Lorenzana. Voor beeldt daer van.
Tractament der Racden e?ide des Fifcaels. Groot prof y t der
Raden. §¡uade adminifiratie der Juftitie. Kerke van Gua-
timala. Kloofters. Inkomen dè^rjacobynen. Hare Schatten.
Befchryvinge v an haer Kloofier. Befchryvinge van het Con-
vent de la Conception. Hiftorie van Donnajuanna de
Maldortadb. Oploop door :haer ontftaen ¡wert door denPre*
fident geflift. Groóte praght ende ryckdom vaneenNonne.
'Koftelycke Capelle ofte Gebede-kamer. Ferdorventheyt der
Kloofteren. Ongebondenheyt ende Godhosheytin de Stad.
Cken haddenog gecivdayiënr paffen aen geneiydedeKer-
ke van Xocotenango af.gelegt, of het fchee.n dat dé Heuvelen
en het Gebergte fie van malkanderen fcheyde^om een door-
togt en paffagie voor het geiigtete maeken.ende aen het
fel v/e middel te geven, om fig wyder in de Valeye uyt te
breydcn,ende te verluiligen.
lil» BoECic. VöotaeSpènjchePPeft-Indïén. I, Cap. 23$
De reputatie welke die Stad , in diequartieren hadde , en de difcourflen
die men , in myne tegen woordigheyt , van defelve , te Mexico 'ende izChia-
pa hadde gehouden > hadden my doen geloven , dat fy met goede Mueren ,
Toornen , ende Bol-wercken geilerckt was , om te konnen tegenftant bie-
den ,aen die geene, welke eenig voornemen fouden mogen hebben, om
defelve te attaqueren.
Dog als ick vorder gereden was , ende het minfte daer aen gedagte, vont
ick dat ick al binnen deièlve was gekomen , ionder eenige Mueren genen te
hebben , fonder eenige Poorten ofte Bruggen gepaiïeert te hebben , en ion-
der eenige Wagt , om my te vragen wie ick was , ofte waerick heenen wil-
de, ontmoette hebben; ende lbo als ick, digce voor-by een nieuwlijcks
gebouwde Kercke paiTeerde ( om dewelcke eenige Huyfen ftonden , waer
vandeeenemet ílroy ende de andere met pannen gedeckt waren) vroeg
ik wat naem die Plaetfe hadde, ende men antwoordemy dat het de Stad van
Guatirnala was ,dat die Kercke de naem van Sr. Sebaftiaen voerdde, fijnde
de eenige Parochiale Kerke van geheel de Stad.
Dit verminderde in myfeer de meeningedie ik van de grootte ván dcCe
Stadeerft hadde opgevat , ibodanig dat ik geloofde datikwederomineen
tweede Qh iapa was gekomen , tot dar ick , een weynig verder, ende ín het
midden van deHuyfen gekomen zvnde, welker voorgevelsik evenwel maer
aen de rêghter-hand5ende meft-h open aen deiinker-handt hadde, in een
ilraetequam die wat hreederwas, ende in dewelke de Huyfen met haere
voor-gevels ten beyde de zyden ftonden > welkefcheenen te beloven dat ik
niet verre van de Stadwas.
Ick hadde myne oogen foo dra niet in het ronde laten gaen , of ick fagh
een feer heerlijck ende pragh tig Convent, het welke de plaetfe was, op de-
welke ick myne Reyfe moeite eyndigen } ende myn felven , na foo veele fa-
tigues , wat uyt-ruften.
Ik trad , aen de aghcer-poorte, van het Kloofter af van mynen Muyl-efel,
en hebbende na de Prieur gevraegt , quam defelve na my toe-treden , feg-
gende dat ik van herten welkom was , ende dat ik , door het voorfchry ven
ende ten opfigte van den Provinciael, niets foude gebreck hebben , felve
dathy meer voor my foudedoeri, dan hemde Provinciael door fijne brie-
ven geordonneert hadde.
Hy feyde my vorders dat hy in Spaighien,in de Provincie van AJluria was
opgebragt , dat in defelve veele Engelfche Schepen quamen , foodanig dat
nydaer veele Lieden van myne Natie » niet alleen hadde geiien, mäer oock
groóte genegenthey t voor haer gekregen > ende dat hy , door dien ik van die
felve Land-aerd was» ende buy ten myn Vaderland myals een Vremdeling
ende Pelgrim in die Landen bevont , my , met alles wat in fijne magt was,
foude te hulpe komen ende by-ftaen.
Iklaete den Lefer denken hoe groóte vreugde ick gevoelde in my felve >
door net ontmoeten van een Man /wiens gedagten fo vervremt waren van
Ggi die
Swackheyd
van de Staat
van Guati'
mak.
Hare fobcre
uyterlyckc
toeftandr.
Die dog ge-
heel binnen
wat~ betec
is.
Komfteae^i
het Con-
vent van
Guatirnala.
Daerhyfeet
wel werdt
ontfangen»
Tot fyae
groóte
Yieugde.
ÉÍ •
Den Au-
theurdoet
cenpublyck
diípuyt.
Voornaem
ftetwift-
poindt van
feet felve.
Gramfchap
der Jefuiten
daer ovcr.
Onder de -
welcke den
Autheur
fijn credit
veriieft.
234 III.BoECK. Voy agie van Thomas Gage I Cap
htdroíge^
heEZLdlCdVe W¿Crde na°g feer verme^^rt doorhet vervullen van fiine
derSÍSj I7 mydeg°nfte^datikheteerfte vierdl-deel Jaers %toeW-
der hadde geweeít , van my publijkelijk in de Theologie te doen dtöuS
g^o^
• DoghetvoornaemftePoinadatbetwift wierdftiaekte'degcboortevan
deMagetMma, welcke de Jefuiten , mee Zutre*, de GoSS "de
Seo tiilen i beweeren , datfonder erf-fondegeboo?en zy , en fonder eenfae
fchult ofte vlecke daer van behouden te hebben. 7 Dlge
Ik hielde openbaerlijk regens defemeenigeftaende die vtnTbomar Ama-
nar ende van alle de Thomiften , welke is , dat fy io wel in erf-fonde omfan-
gen ende geboren is, als alle de andere nakomelingen Adams
Dit was een twiít-poincítdataen beyde dezyden foo wel beweert wierde,
met argumenten fo voor alstegens, en antwoorden ende folutien daer on
datrnen mveelej aeren, geen foo aenmerckelijck voorval, dan dat, gefien
De Jefuiten ftampten metdevoetenopdeaerdeendefloegen met haere
U SfefäSf n £Seve« dat fy niet konden lyden darmen dit ftaende
Fni.lir "a" ^eLterye ' ende voe§den dacr by > da^en dat wel in
f ngelandt moere ftaende houden, om dat dat Land vol Ketters ftack, dat
ick het oock aldaer wel foude mogen defenderen , door dien ick onder haer
was op-gebragt; maer dat fy haer verwonderden dat denDo&or Catamar
rny aacr in de hand boodt, fijnde hy onder deSpaigniaerden geboren ende
in hare Umverfiteyten op-gebragt, ende daer toe nog de eeríteProfeíforin
die vermaerde Academie.
i;i5°KC^ÍCkanr00Idehf í met groóte geduldigheyd, datfygroot onge-
Jijck hadden, doordien iy haer hier over foo exporteerden ; oni dat'er
met alleen redenen van groóte kraght ende fterkte waeren om dit ilaende
te houden , maer dat ick oock op myne fijde hadde de authoriteyt van
maften ne endegeleerdeTheoiogantenvandezydevan deTho-
Na dietydt hadde ick weynig credit onder de Jefuiten , maer het fdvo
wierde grooter onder de Religieuien van de Ordre van Sr. Dominicus , en
voor al by den Doctorean»*, tot foo verre , dat ick, door middel van
hem, ende van Frater fuan Baptijla Prieur van Ctiapa . die het in het
volgende Jaer oock van Guatemala wierde , foo veel eer ende aghtinghe in
dat
III.BoECK. VoordeSpaenfcheWeJl-Indien. I.Cap. 235.
dat^andc verkreeg, als oyt Vremdeling onder de Spaigniaerden gehad dochbyan-
Sooalsfy nuallebeydefigop Vrouwen-ligt-miffe téChiapa bevonden 4ae"wio'. "
over de verkiefinge van een nieuwen Provinciael, fogeliefde het haeraen
my , welke altoos te Guatimala bleef woonen, ook te gedenken, en werende
datmdeUiuvcrfiteycwdkeweJmeeftaen háer Convent dependeert, een
«rofcffor,.die de Studenten in de Philofophiemoefteonderwyfen ,foude
vannoodenzyn,fofteldehymyae'n den nieuwen Provinciael voor/welke
pianXtmenes genaemt was , ende daer-en-bovenaenhet Capirtelvan de
Pro vincie , om my , tegeris de aenkomende Sr. Michiels dag , 'in dat Amoc
te doen beveiligen. *
Sy werkten met fo veel kragts in myn faveur , behalven dat (y lo veel au- Den Aa
thonteyt hadden , darmen haer.by.na, nietkonde weygeren , datfyli»te. theur wert
hjk verkregen hetgeene fy begeerden , en op hare ovirkomfte bragten % Ziülln
myopene brieven van den Provinciael mede, door dewelkeik, onderden de Philofo-
naem van b m&Tèomas de Sanäa Marta,wam defelve voerde ik doenmaels, phie.
tot Profeffor in de gefeyde Facultey t genomineert wierde , werdende te ge-
lijk den Pneur bevolen myin befit van dat Ampt te ilellen.
Defeéer aen een Vremdeling,en dewelke eerft in de Provincie gekomen Het welcke
was , gedaen , maekte dat de Criolen , ende eenige andere , welke fin in dat hcm bcni*
Ampt gehad hadden, hondertvuyle dingen van myfeyden. wer<i- •
Dog dit alles werkte niet uyt, dan in my te vermeerderen het voornemen Dat hem
dat ik genomen hadde van mybequaem te maken, van geduerfamer in deaenmoedig?
openbare letten te komen, en van de tydt, naght ende dag ftuderende, om beter te
op foodanigeen wyfe door te brengen, dat ik meteere mynplight foude doen-
volbrengen omtrent het employ datmen my hadde gegeven , ende alfoo op
een behoorlijke wyfe vervullen die hoope, welke myne Vrienden vanmv
hadden gefchept. J
Ick volharde in defendienft drie Iaeren,en door dienmydickmaelenin Ennsghten
den lm quam , dat lek de eere van myne Natie te Guatimala moeite ftaende da8h do«
houden, en dat ïk niet moefte lijden ,dateenigSpaigniaertmy overtrof in ftuderen-
uytvindingen ende in fcherpfinnigheyt van Argumenten ende Concepten,
ioo werekte dat foo veel in my uyt, dat ick, als de andere Religieufen te bed
de gingen, myn felven in myne Kamer op-íloor, ende aldaer, een kop Cho-
colate hebbende gedronken omtrent ten negen ueren , braght ik den na^ht,
tot aen twee ueren na middernagt , over met ñuderen , en als dan gingh ick
ruiten , om ten fes ueren weder op te ftaen.
Gedurende die drie Jaeren , wilde ick geenige van de gewoonlijke Amp-
ien, die het Convent betreffen , bedienen , ende ick appliceerde my alleen-
lyck tot het Predicken , ende tot het hooren van de Bieghte, van die geene,
welckeinonsKloofterquamen,endeindeKerckevan onsConvent, uyt
vreefe van in myn fludien belet te werden.
Den Prieur evenwel, endeden Doótor Ca fannas }Yiekn my dikmalen
G g 3 moeye-
11
■ ■
Den Au-
ceur werdt
ordí naris
endeopen-
baer Predi-
ker.
En ver-
krygt daer
toedeper-
miílie des
Biílchops.
Hoe lange
denAutheur
te Guatima-
la verbleef.
Befchry-
vinge van
23 6 III. Boe c K . Fbjagk van Ihotnas Gage 1 . C a p .
moeyelijck, op dat ik permiffie van den BiíTehop foude veríbecken , omin
deSradendeop hetplatteland te mogende Biegtehooren en Predicken ,
want.-fooalsickgefegt hebbe, ickPredickte forawijlen indeKercke van
ons Convent.
Dog ickftelde my daer ílerckelijck tegens, tot die tyd toe , dat de Pro-
vinciael te Guatimala quam , welke , als hy my eens hadde hooren Predic-
ken , met alle gewelt wilde , dat ick die gefcyde toelatinge van den BiíTehop
verfoecken íbude , op dat ick , niet bepaelt lijnde binnen de limiten van het
Kloofter, vryelijckin de andere Kerken foude mogen leerend ende door
dat middel geit winnen om Boeckenvoor myte koopen.
Ten dien eyndededehy my , drie ueren lang, door drie Doctoren inde
Theologie examineren, gelijk dan de gewoonte van die Qrdreis, endeals
ik in dit werk de geftrengheytvan haer examen hadde uytgeítaen, ende fy
my voor bequaem geoordeelt,io gaf hy my op ftaende voet een Brevet van
prefentatichet welke van dat examen gewag maeckte, om het fel ve aen
den BiíTehop te geven , op dat hy my daer op foude toelaten , door geheel
fijn Diocefe, te mogen Biegten horen ende Predicken, en dat in conforme
teyt van de Bulle van Clement , welke begint Dudum j de Sepuiturtr.
De BiíTehop van Guatimala , welke my byfonderlijck beminde , ende die
het voortfetten van de goede Letteren, in dieUniverfiteyt, behertighde,
en behoefde hier toe nietfeer aengefet te werden ¡ hy gaf die permiffie aen-
ftonts,endefchreefdieaghter opdeprefentatiejdaer medeftondhy my toe
te Predicken door geheel fijn Diocefe , ende het Sacrament van Pcenitentie
aen allerhande ilag van Perfonen te adminiftreren}uy tgefondert aen de Re»
Jigieufe Doghters j ook konde ik van alle fonden abfolveren , uyrgefondert
die geene, die aen fijn Heyligheytofte aen den BiíTehop gerefer veert wa-
ren ; defe permiffie was door de hand van den BiíTehop , ende door die van
fijn Secretaris onderteeckent, op den vierden December 1629.
Op defe maniere dan, wierde ick in de Stad ván Guatimala, metcom-
miffie van den BiíTehop ende den Provinciael beveiligt, foo om in de Philo-
fophie te onder wyfen, als om door geheel het Diocefe te Predicken.
Men bood my ook den ftoel aen , om in de Theologie te leeren , ook de-
de ik eenige TheologifcheleiTèn gedurende drie Maenden tyds , ende , ick
foude , foo ick gewilt hadde , daer ter Plaetfe lange hebben konnen bly ven,
dog ick onthielt my daer niet langer dan drie Jaren ende een half, ende dat
om redenen welke ick hiernamaelsfalfeggen.
Ick wil nu feer getrou welijck gaen voor oogen nellen , alle dat ik van die
Stad , gedurende die tyd , hebbe konnen verftaen , foo wel als van het om-
leggende Land , in het welke ick veele Reyfen gedaen hebbe , foo doen ick
nog binnen Guatimala myop*hielt, als oock gedurende de fevenjaeren,
welcke ick op de Dorpen daer omtrent hebbe verlieten.
Defe Stad, door de Spaigniaerden St* fago de Guatimala genaemt» is in
eeneValey e gelegen» welke omtrent een myl, ofte een weynig minder,
breet
III. Boek, Door de Spaenfche Weft-Indïén, I. Cap.
breet is,Zynde fydoor hooge Gebergten heilnoten ; doch hiere lenghte , deStadt van
nade zydevande Zuyd-Zee toebehelft een groóte ftreeck Landts, het Guatimala.
welcke geheel vlackis, endefich allenxkens uytbreydt aen geenezydedie
Piaetíe , weicke fy noch op heden de oude Stad noemen , die omtrent een
myle vznGuatimala leght.
Hoewel de Bergen defe Stad aen beydezyden beiluyten, en dat het aen Ende van de
kéOoft-zyde fchynt dat fy als over defelve hangen , foo belet fulcks doch wegen om
evenwel de Reyfigers nog de Kooplieden metadoor dien men wegen door van en r°t
defelve gemaekt heeft , welke foo gemackelijck zyn , dat niet alleen de
Menfchen die foo bequamelyk konnen gebruyeken , maer ook de vraght- teKome«»
beeiten,diemetfwaerepacken beladen zyn.
De weg welke van Mexico komt , als men defelve neemt van de zyde van
Zoconu^co ende Zuchutepeque9 nadert de Stad aen deNoord-weft-zyde, de-
felve is wydt > open ende fandig ; dog de weg van Mexico door Chiapa ge-
nomen , komt aen het Noord-ooft in de Stad, ende nadert aen defelve
door het Gebergte, ioo als ick boven gefegthebbe. AenhetWeften nade
Zuyd-Zee , is de weg geheel open , dwarfch door de Valeye heenen , ende
door een Land het welcke aldaer feer vlack ende effen is.Dog aen het Zuy-
den endeZuyd-ooften , ftreckt den weg over feer hooge ende ongemacke-
lijke Gebergten , dek gebruyktmen gemeenlijk, wanneer men van Comaya-
gua, Nicaragua ende Golfo Dolce , ofte de foete Zee-boefem , komt. Hier
arriveren alle jaren de Schepen uy t Spaignien , ende fy ontladen de Koop"
manfehappendiemen uyr hetfelve, voor Guatimala, brengt ; defe wegh
werd mede gebruykt van die geene , welke Ooit-waert van de Stad af wil-
len trecken. " -
De twee Bergen , welcke hetnaeileaen de Stad en aen de Valeye komen, Vulcanuf-
werden Vulcanuiïen genaemt^deeene is een Water- Vulcanus, aldus on- ^n > cn£*e
eygently k door de Spaigniaerden genaemt, door dien den naem van Vulca- * U7S .
nusnietwerd gegeven* dan aen Bergen die vyer uytwerpen, endatdoor pa,8™ae£
eeneallufie opdien God van de oudeHeydenen , welke de forgeover het 0™ rc*"
vyer hadde, ook dede hy', na haer feggen , fijn werk daer mede , dienaem is
evenwel te reghte aen den anderen Berg gegeven , om dat hy van het ilagh
van die geene is, welke branden ende vyer uytwerpen.
DefetweevermaerdeBergenfynaenbeydedezydenvan de Stad ,enby
na reght over malkanderen geleghen , yder aen eene kant van de Valeye,
hangende de Water-Vulcanus, aen de Zuyd-zyde, by na reght over de
Stadt, ende die van het vyer is een weynig laeger, ende wat naederaende
oude Stadt.
De Wáter-Berg is hooger als de andere, feer aengenaem om te aenfehou-
wen ,zynde, by na gedurende het geheel jaer, met groen bedeckt, men
fiet daer ook Ackers met Mai^ ofte Indiaenfche Tarwe befaeyt , ende in de
kleyne Dorpen , welcke fommige na het midden des Bergs, ende andere
in het hangen ende aen den voet van defelve getimmertzyn , vimmen in de
Tuy-
ji| ''} „(
Watcr-
Vulcanus.
Hiítoriedet
Spaigniaer-
den.
Schrickely-
ke defpera-
tieendever-
aghtinghc
Godcs.
Vcrvaerlyk
ende regnt-
vaerdigh
oordeel
Godts.
Vermaeke-
lyckheydt
vandeWa-
tcr-Yulca-
nus.
238 III. Boeck. VoyagievanThomasGage I.Cap.
Tuynen , geheel het jaer door, Roofen , Leliën ende andere Bloemen , be-
halven Palmitas , Abricoíen , ende veele uytmuntende vrughten.
De Spaigniaerden noemen defe Berg de Water- Vulcanus, om dat uyt
die zyde, welke vanGuatimala af-legt., vele Beekenfpruyten, diena het
Dorp van S^ChriftofFel vlieten, men gelooft dat defe Beeken het water van
een feer groöt^foet Meer s dat digt by de Vlecken van Amattilan en Petafa
leght , onderhouderrende verfchaffen.
Dog aen de zyde van Guatimala en de Valeye , fpruyten'er fo veele foete
Fonteynen uyt , dat fy eyndelíjk eene Reviere maeken , welcke fijnen loop
door de Valeye neemt, paffeerende digte voor by de Stad, defelve doet ook
de Molens, van Xocotmangowzei van ík te Vooren hebben gewag gemaekt,
om-loopen.
Defe Reviere was, na het feggen der Spaigniaerden , ten tyde van de
inneminge des Lands niet bekent , en is niet als naderhand voor den dag
gekomen.
Sy verhalen dat in de Stad van Guatimala } welcke eertydts hooger ende
digter aen de Vulcanus, als nu, gebout was, ter plaetiedie men noch de
oudeStad noemt, in het jaer van vyftien-hondert vier-en-dertig, feecker
Dame , Maria de Caftillo genaemt, woonde , welcke als fy haer Man in den
Oorlog hadde verlooren , ende tegelijck allehaere Kinderen indatfelve
jaer begraven, iigfoodanig door de droefheyt liet verrucken, datfy, in
plaetfe van fig aen den wille Godes te onderwerpen, Sy ne magt uy t-daegde,
iëggende dat Hy haer^een quaet meer konde doen dan Hygedaen hadde >
en dat Hy haer maer alleen het leven , het welke fy niet en aghte , konde be-
nemen.
Sy nu hadde defe woorden fo dra níet uytgefproocken , of daer quam uyt
defen Berg foo groot en foofnel een Water-beecke af- vlieten , dat defelve
defe Vrouwe mede-voerde, veele Huyfcn ter neder wierp, ende eyndelijck
de Inwoonders nootfaeckte , ter plaetfe, daer nu Guatimala is , te komen
woonen.
Soo defe Hiftorie, welke haer grondt inde Spaenfchetraditien heeft,
waeraghtig is , foo moet fy een ygelyk tot een voorbeeld ende tot een lefie
ftrecken , omGodtte vrefenende fijne magt niet uyt te tarten, wanneer
wy fien dat Hy fig begint te vergrammen , ende ons de fwaerte van fijnen
arm doet gevoelen.
Sedert die tyd heeft men defe plaetfe de oude Stad genaemt , endede Re-
viere heeft altoos fijnen loop , even als fy nu doet, gehad.
Defelve heeftharen oorfpronk uyt defen Vulcanus, welkers Fonieynen,
Hoven , vrugten en Bloemen , nevens hetfchoone aenfchouwen van fijne
groene heuvelen , aen de geeft van een foodanige als Maníala was , foude
ftofFen genoeg konnen uy tleveren om daer een tweede Parnatfus van te ma-
ken > ende haereover-een-komften met den Berg Pegafus uyt te vinden,
ook om veeriente maeken tot lof van deNymphen ende Mufen van defe
fchoone
"
III. Boek. D&ordeSpaenfcheWeft-Indïên. I.Cap. 239
fchoone Americaenfche verblyf Plaetfe , welke ten minften figdrie mylen
inde hoogte uyt-ftreckt-
Doch die Berg, die aen de andere zyde van de Valeycdaer regt tegens
over lege , is onaengenaem ende fchrickelijck om aen te fien , door dien fy
bedeckt is met affe, met fteenen.ende gebrande kalk-aghrige klompen, zyn-
de onvrughtbaer en fondereenige groente ; men hoort daer niet dan een
donderend geluyt, ende het geruyich van Metalen die in de aerde fmelten,
men iiec'er nier. dan vlammen ende als ftroomen van vier ende íwavel , wel-
ke geduriglijk branden ende de lugc met ílinckende ende doodelijcke dam-
pen vervullen.
Aldus is Guatimala gelegen in het midden van een Paradys aen de eene
ende van een Helle, aen de andere zyde, dog de laetfte en heeft fig tot nog
toe niet foodaniggeopent, dat die Stad daer door vergaen is.
Het is waer dat over een geruymen tyd , fich een groóte klove boven in
het Geberghte vertoonde, welke foo veeLbrandendeaiïe opwierp, dat de
Huyfen foo van deScad Guatimala , als van de omleggende Vlecken , daer
mede vervult wierden , en alle de planten ende vrughten daer door be-
dorven, oock fmeetfy foo veele iteenen uyt, dat, foo die op de Stad
waren gevallen /defelve daer door foudezyn onder de voet geworpen ge-
worden.
Doch , tot geluck van die Stad , vielen fy befyden af in een dal , waer in
fy noch leggen , ende alle die geene } welke daer om te befien komen , doen
verbaeft ftaen, ook en verwonderen haer defelve dan niet meer over de
kragc van het Bus-kruyd, het welke deyfere Kogels, niet tegenftaende
haere fwaerte, foo verre buyten het Canon uvt werpt, maer fy veftigen
alle haere gedaghten, om met meer reden , verbaeft te itaen, over de
violenrie van het vier van die Bergh, het welke indelughtheeft konnen
vervoeren , ende feer verre werpen , foodaenige klompen fteen , welc-
kefoo groot als Huyfen zyn , ende die twintigh Muyl-efels niet van ha-
re plaetfen fouden konnen bewegen, foo als menfulcks dickmaelen be-
fogt heeft.
Het vyer , dat jegenwoordig uyt die Bergh komt , en is niet altoos een-
parig , want het is de eene tyd meer en grooter dan de andere ; het gebeurde
evenwel, terwijlen ik in de Stad was , dat hetfelve foodanig uyt-bérite,
ende gedurende drie dagen en drie naghten foo groot was , dat den Doctor
Cabarmas aen my ende aen een van myne Vrienden in confidentie en ver-
trouwehjekheyt verklaerde, dathy, op feekeren avont,aen fijn venfter
f taende , een brief by het ligt dat dat vyer van fig wierp hadde gelefen , hoe-
wel hy meer dan een myle daer van daen was.
..Het gerughte , dat daer uyt ontftaet, is mede niet altoos eenderley, wan£
hens grooter m de Somer dan in de Winter,te weten van Oftober af, tot in
het eynde van Apnljcnen hoorthet dan meerder en verdendan in de geheele
refte van het Jaer 3 door dien het fchynt dar/er als dan winden in úíq hollig-
H h beden
Af-fcheu^
welykheyt
van de an-
dere.
Gevaerlykc
gelegenc-
hcyd.
Sc hr i ckely-
ke brand.
Wonderly-
ke kragc des
vyers.
Gewoonly-
ke toeftaud
van de Yul-
canus.
Schrickely-
ke aert-be-
vinge.
Getemfert-
beydt des
Climaets.
Overvloede
van leef-
toght.
En voor aï
van Oden-
vlceich.
Oorfaecke
daer van.
240 III,BoECic. Voyagie vanThomas Gage I. Cap.
heden beflooten leggen, welke het vier voor die tyd kraghtiger, dan anders-
fints, aenblafen, ende daer door veroorfaeken dat den Berg dan grooterge-
rugtemaeckt, ende het omleggende Land doet beven.
Het was, omtrent driejaren eerick in -die Stad quam , gebeurt, dat de
Inwoonden;, negen dagen lanck , niet dan alle oogenblicken haer doodt
en ruine te g'emoet fagen } en iïg gedrongen vonden , door de gedurige aert-
bevingen,hareHuyien te verlaten, en onder Tenten en groene Hutten te
gaen woonen , welke fy , op de Merckt-plaetfe , hadden opgeregt, fy deden
aldaer de Beelden van de Heyligen brengen , ende onder andere dát van St.
Sebaftiaen , het welkefy mede , in Proceffie , door de Stad droegen.
Doch, gedurende dat ick daer was , bevonden figh het gerughte des
Berghs , de roock , vlammen ende de aerd-bevingen , in den Somer , ioo-
danig, dat ick door de tyd, defelve fijn de gewent geworden , aghte dat
dieStadt degeíbntfteende aengenaemite plaetfe was, welckeick ,in alle
myne Reyfegefien hadde.
Het Climaet is daer ieergetempert, ende veel beter dan dat van Mexico
ofte van Guaxaca.
Dtie Stadt behoeft ookaen de andere niettewyekenin overvloedt van
vrugten ende Moes-kruyden , van Vifch ende Vieefch , gelijck als dat van
-Ofien,van Schapen , van Kalven, van Geyten, vanGevogelt, vanWild-
braedt , van Kalckhoenen, van Conynen, van Wagtels , van Patrijien , van
Fa iían ten , ende mede van Tarwe en Indiaenfch Koorn.
Wantfy werd rykelijken van allerhande {lag van Vifichen vooriien , foo
door de Zuyd-Zee , welke , op eenigc plaei fen, daer maer twaelf mylen van
daen legt, ende van de Revieren , diefig, in die Zee, uyt-boefemen, als
door het Meer van foet water van AmatitlanenPetapa, en dan nog van een
ander , dat driea vier mylen van Cbimaltenango legt.
Doch, war het Offen-vleefch belangt, het isfeeker, dathet aldaer in
grooter overvloedis,dan in eenige andere Plaetfcvan geheel Amzrica^ wel-
ke het oock foude mogen wefen ; het felveblyckt door de groóte meenigh-
revanHuyden, welcke men, jaerlijcks , daer van daen na Spaignien fent,-
en men dood gemeenlijck aldaer de O fíen , meer om de winften , welk men
varí de Huyden, mits die in Spaignien fendende>trekt, als om het Vieefch te
eeten , het welcke, des niet te min, feergoedis, hoewel het, met dat van
Engeland niet kan vergeleeken werden ; dog het is weder foo goede koop ,
dat in myn tyd , dertien en een half ponden Offen-vleefch , niet meer mog-
ten gelden,dan een halve ReaeLhetwelkedekleynfteM unte van dat Land
is, zynde die omtrent twee Hollandfch'e ftuyvers waerdig.
Hoewel door geheel dat Land veele Hoeven zyn , op dewelke men niet
doet dan Beftiael aen te queecken , foo belet doch fuíks niet, dat die van de
Provinciën van t:émtyajrua>ykn St. Salvador , ende van Nicaraguahetfelve
daer na toefenden , endedat nog al niet tegenftaende ¿nen vanGuattmala
af, íot aen de Golfo Dolce tocdaer de Spaenfche Schepen jaerly ks aenkomen,
her
III.Böeck. DoordeSpaénfchePFefl-Indïén. I.Cap
hetfelve in overvloed heeft, ende híer uytontftaet die fleghte Merkt
het Vleefch.'
Dog de Plaetfemdaer het fel ve voor het grootfte gedeelte van daen
fcyn dePagt-hoeven aen dezyde van deZuyd-Zee j in myn tyd was
feecker Perfoon , die fijn werck maekte van Beftiael aen te queeken, welke heeft
fonder van fyn eygen Land te gaen,veertig duyfent fo Offen als Kalven,die 40000.
hem toe-quamen , konde tellen > en dat , fonder de wilde , welcke men Si- Koe-bec-
marrons noemt, daer onder te reeckenem deie onthouden haer in het Bofch ften'
ende op de Gebergten , de Negers gaen diemetdejaght, evenals de wilde
Verekens, vangen , op dat fy in meenigte niet tefeer ibuden toe-nemen ,
ende daer door , eyndelijck , fchade doen*
Om een proeve te geven van het geene ickfegge, ibvande meenigte als
van den flappen prijs van het Beftiael , foo moetmen weten 3 dat ik my > op
feekere tyd , hebbe bevonden op de Jaer -merekt van het Dorp van Pet apa,
nevens fekerenmynen Vriend Lo/x^ de Cbavesgememt, welke fig hadde
verbonden het Vleefch aen fes a feven omliggende Plaetfen te leveren > de-
felve kogt ,op eene tyd , van een en defelve Perfoon , fes duyfent Beeften ;
fo groóte als kleyne , en dat ten pryfe van aghtien Reaelen , degene door de
andere , welke net een Ducaton Hollantfch geld uytmaekem ,
De wyfe op dewelke de Stad van Guatimala , en de omliggende Plaetfen yï ié °?
van het Vleefch voorfien werden , is dufdanig : Men laet negen a tien dagen 1e^ ^
voor het Feeft van St- Michiel openbaerlijk uytroepemdat die geene, welke ¿jjy^"
de Stad en de omliggende Plaetfen varj Vleefch willen voorfien,onder con- ken Jn G^~
ditie van fekere boete,by ontftentenifle van dien aen den Koning te verbeu- thm/a ym
ren , tot foodanigen fomme alsmen met de Regters en Iuwoonders van de vleefch
Stad fal accorderemhaer fullen hebben aen te geven^indien den Aen-nemer voorfien
in gebreke bly ft, van fo veel Oiïen- Vleefch ,als hy heeft aengenomen , te werden»
leveren 3 fo moet hy dat met Schapen-vleefch goed maken , gevende fo vele
ponden na proportie van de waerdye van het OiTen-vleefchj Als hy nu geen
Schapen-vleefch levert, moet hy dat vullen met Gevogelte, de prys alwe-
der reekenende na proportie van het Schapen-vleefch dat hy geven moeite,
ende oockna den ftaet ende gelegentheyt van de Huysgefmnen die hy.
moeite befo rgen.
Geíijk nu dit Privilegie wert gegeven aen de meeft-biedende , en aen die
geene, die het felve ten hoogften pryfe fet, dat is , aen die geene, die het
meefte geit daer voor aen den Koning biet, fo gebeurt het dikmalen dat
veele Perfoonen eerft op den aghften dag , na die uy troepinge, aen het Hof
komen , de eene min ende andere meerder biedende, dog op den negen-
den dag , als wanneer men het felve voor de laetfte mael opveylt , wert dat
Voor-regt aen die geene, welcke het meefte daer voor aen den Koning pre-
fen teert , voor een geheel jaer , gegeven .
Soodanig dat' er op die wyfe niet dan een Vleefch-houweris, by dewelke
Hhi men
ïiL • |
t komt Een Spat-
aldaer gniaert
242 Hl. Boeck. Vbyagk van Thomas Gage I. Cap.
men Vleefch kan te kope vinden , doch moet hy het pont, ten foodanigen
pryfe, als hem wert voor-gefchreven , verkopen ¡ endefooymand anders,
dan hy, de vrymoedigheyd neemt van Vleefch te verkopen, buyten fijne
toe.latinge;foo kan hy den iel ven in regten betiecken,ende in de boete, daer
roe ftaende , doen condemneren .
Alsnuditgefchietis,fookooptdiegeene,diefigopdiewyfe heeft ver-
bonde, by honderden ofte by duyfenden het Vleefch ende Beftiael dat hy
van npoden heeft , ofie dat hy gift van nooden te hebben , tot provifie van
deStad,tenfy hyeen Peefoon is,welkede ruymtedaer toeopiijn eygen
Landt heeft.
Groóte Hoewel het Schaepen-vleefch daer niet in foo groot een meenighte
toevoer van is , ais ¿u van ¿e Offen ■ f00 heeftmen doch evenwel daer noyt ge-
c apen. breek van , om dat'er altoos Schaepen genoeg gebraght worden uyt de
Valey e van Mixco, vznPino/a , vanPetäpa, van Amatttlan >uyt de quar-
tieren aen de kant van de Zuyd-Zee gelegen, ende van andere Plaet-
fen.
Ick hebbeindie Valeyegewoont, ende kreeg aldaer ken niiïe aen feeker
Perfoon geñ^aemt Alonso CapataAeklve hadde aleóos ten miniten vier duy-
fent Schaepen.
Wonderly- y¡ier ¿oor komthetdat de Stad van Guatimala altoos fo wel van leef-togt
egennge voorfien is , en dat totfo geringen pryfen , datmen daer fwaerlijk yemant,
het vleefch ^ie §aet adelen , kan vinden , want met de helfte van een Reael van vier
ende andere ^uy vers en een halve , kan een Menfch niet alleen Vleefch, voor de geheele
ípyíe. weeke hebben, maer ook een weynig Cacao, ende genoegfaem broot van
M^, ende oock fomwylen wel van Tarwe.
«teH Vf" ^aei" zyn omtrent vyfduyient Huys-gefinnen in defe Stad, fonder de
i!¡/slX:5!1 ^oor-ftad der Indianen mede te reekenen , defelve werd de Voor-ftad van
St. Dominicusgenaemt, in dewelke noch omtrent andere tweehondert
Huyfen zyn.
Het fchoon fté gedeelte van de Stad is dat geene.aen het welke die Voor-
ilad gevoegt is.men noemt het de St.Dominicus ftraetjdoor dien het Con-
vent van de Dominicanen daer gebouwt is.
Te dier Plaetfe zyn de voornaemfte Winckels van de Stadt, ende
oock de befte gebouwen, zynde die meefte nieuw ende wel -getim-
mer t,
Men houd op defelve oock dagelijcks een kleyne Merckt , eenige India-
nen onthouden fich aldaer den geheelen dag , verkopende vrugten , kruy-
den ende Cacao; doch omtrent vier ueren na de middag is die plaetfe,
een uer tydts, t'eenemael met Volck vervult ; de Indiaenfche Vrouwen
komen daer als dan de leckernyen en de delicateiïen van de Criolen verko-
pen ,als daer zyn de Atolla , Pinoier, gekookte Palmitas , Boter van Cacao*
worften gemaeckt vznMai^ , ende van een weynig Vleefch vanPluym-
gedierte, ofte wel van Verekens, doch ongefou ten, maer wel een wey-
nigh
in Guatima-
¡a
Merckt van
die Sude.
Delicatef-
fen der
«ChoIcb.
III.Boeck. DoordeSpaenfcheJVeft-Indien. I.Cap, 243
nig gekruydt met Chili ofte lange Peper , defe noemen fy Anac ama-
les.
Daer wert grooten handel in die Stad gedreven, want door de Muyl-elëls
werden aldaer de befte Koopmanfchappen , te Lande , van Mexico gebragt,
foo wel als van Guaxaca , Chiapa , Nicaragua ende Cofia-rica.
Wat de Zee belangt,door middel van aefelve handelt fy met Peru, en dat
bygelegentheytvan tweeZee-havenen ,de eenegenaemtzynde het Dorp
de la Trinidad, het welcke aen de Zuyd-zyde daer twintigh mylen van
daen legt , ende de andere Realejo vyf a fes en veertig mylen daer van
afgelegen.
Door de Noord-Zee handelt fy oock met Spaignien,door het middel
van deGö/foDy/wmaer feftig mylen van daer verfcheyden.
Defe Stad is foo ryk ende machtig níet als welveele andere , ickmeene
evenwel > dat fy , wat hare g^wotte betreft* voor geene andere behoeft te
wycken.
In myn tyd waren'er, boven verfcheydene Kooplieden, welke men yder
op dertig > veertig ende vyftig duyfen t Ducaten fchatte * vyf andere , welke
men even rykachte, ende een ygelyk van haer hadde ten minften vyf maal
•hondert duyfent Ducaten.
De eerfte was Thomas de Silie\ar genaemt, een Bifcayer van geboorte,
hy was mede Prefident in de Kamer van Juftitie. De tweede Antonio ^ufti-
nianii een Genevois gebooren , hy hadde veele Ampten in de Stad be-
dient, in dewelke hy ook veeleHuyfen hadde, ende een groóte Hoevein
de Valeye van Mixco , van dewelke hy een ongelovelijke meenighte Tarwe
trock.Dederde was Pedro de Lira, een Caftiliaen. De vierdeen devyfde
Antonio Fernandez , endeBarthoiom<eo Nunne^ , beydePortugefen,de eerfte
van die twee laetfte, verliet de Stad van Guatimala, ten tyde als ick daer
was, en dat om redenen, welcke ickverpligt ben ,hierterplaetfe,te ver-
fwyge.
De vier andere liet ick daer, van dewelke drie inde ftraet van St. Domi-
nicus woonden, in dewelcke fy Huyfen hadden, die de ftraet aenfien-
lyck maeckten , ende haeren ryckdom ende Koophandel, waeren al-
leen bequaem , om Guatimala onder de rycke Steden te doen tel-
len.
De regeeringe van alle het Land dat daer rontomme legt, het Land van de
Honduras , van Zoconu^co , van Comayagua , Nicaragua , Cojla-rica , Vera Pa$,
van de Cuchutepeques ende van Chiapa, behoort aen de Cancellarye ofce Ko-
ninglyke Audiëntie van Guatimala.
Want hoewel dat allede Gouverneurs .-door den Koning, ende door
den Raed van Indien in Spaignien , in die Provinciën werden aengeftelt »
foishet doch even wel fulks, dat fy, wanneer fy in dat Land fyn gekomen,
fich felven ende alie hare aaien voor de Kamer van Guatimala moeten ver1»
antwoorden.
H h 3 Dit
Grootco
Koophan-
del in Gua-
timala.
Ryckdom
der Stade.
Regeeringe
vanGuati-
mala ende
het omlig-
gende Lant.
Befchry-
vinge van
het Hof
vanGuati-
mala .
Trafta-
mcnt des
Prefidents
van Guati -
ma/a.
Hiftorie
van Dom
Juan de
Cuzman.
Gierigheyd
van Dom
Gonzalvez
de Paz de
Lorenzana,
Vootbeeldt
daer van.
Tra&a-
ment der
Raeden
244, III. Boek. ¡ToyagkvanThomasGage I. Cap.
Die Hof, ofte defeKoninglijke Audiëntie van Guatimala ,beftzet uyt
een eerfte ende twee andere Prefidenten , fcs Raedts-heeren , en een Pro-
cureur ces Konings ofte AdvocaetFifcael.-
Hoewel nu defe Prenden t de naem ende qualiteyt van Viceroy niet heeft*
foo wel als die van Mexico ende Peru , fo is doch evenwel fijne maght alfoo
groot endeabfoluytalsdehaere.
Hy hceftniec meer dan twaelfduyfent Ducaten toteen Jaerlijks tracla-
ment van den Koning , dog, hy kan nog wel tweemalen io veel winnen , in-
dien hy wat baetfuchtigisjfodoorgefchenckenals door Koopmanfchap;
jae felfs lbo veel alshy wil ,-gdijckfiüks gebleeken heeft in de Perfoon van
den Grave van Gomera, welkcna dat hy Prefident in de Stad haddegeweeft;
fich inde Canarifche Eylanden retireerde s zynde hier out geworden ,hy
dede dat te meer , om dat hy uytdefelve geboortig was , ende hy befat veele
Millioenen » hierdoor hem gewonnen *
Dom \uan de Guarnan was fijnen navolger,defe hadde te vooren Prefident
teSr. Dt/wiwgo geweeft , welke, nadat hyiijn Huys-vrouwe hadde verloo-
ren gedurende de Reyfe , fich geheel tot de Godtvrughtigheyt begaf, ende,
de wereltlijke middelen ende rykdommen veraghtende, anders niet voor
fijn oog-merk hadde, dan defe Volkeren met foetigheyt, ende in alle bil—
lijkheyt, te regeeren; hier door gebeurde het, dat de andere Reghters,
welke nietdagten, danom fig te verryken , hem weldra moede wierden ,
ende alle hare kragten infpanden,om hem fijn Amptte doen ontnemen,
ookbehielthy het maervyfjaeren.
Dom Gon^alve^ de Pa\ de Lor encana , welke ik op mijn vertrek daer liet ,
v/as lijn navolger ; hy hadde te vooren Prefident ven Parmama geweeibdog
hy aenvaerdedat Amptmetfoo groóte gierigheyt ende begeerte tot het ge-
win , datmen voor hem nog geen foodanige gefien hadde*
Hy verboodt het fpeelen in de Huyfen der particuliere perfoonen , in de-
welcke men gewoonlijk feer fterk dobbelt ( hoewel niet fo fterk als te Me-
xico , daer het meeft door de Vrouwen gefchied ) niet door een af-keer die
hy van het fpel hadde , maer om dat hy , die geene , welcke de Kae.rten ga"
ven , haere winfte benydde.
Hy wille het foo te ftellen , datmen , in eene nagt , ten minften , taghtig
Kaert-fpellen van nooden hadden ; een van fijne Pagien was gefteltom for-
ge te dragen, datmen de behoorlijke prys vooryderfpelindebuffeftack»
welke niet minder dan een Rycks-daelder was, ende dikmalen gafmen'er
twee uyt confideratie van fijn perfoon»
Door dir middel trock hy al de winft van de fpeelders aen fig; felfs maekte
hy dikmalen queftiemet 'de rykfte Inwoonders der Stad, wanneer fy des
avonts niet aen fijn Huys quamen fpeelen.
De Koning geeft een Jaerlijcks tractament van vier duyfent Ducaten ae*
ygelyck van de Raeds-heeren van dat Hof ofte Koninglijke Audiëntie,
ende drie duyfent aen fijnen Procureur Generael ofte Advocaet Fifcael,fy
werden
III. BoECic. Door de Spaenfehe PFefl-Indïén. I, Cap. 245
werden uyt de Spaer-kifte betaelt, ofce uytdenontfangvandeDomainenen ¿esFir.
van fijne Cacholyke Majefteyt , welke in die Stad moetan gebraght wer- caeIs.
den.
De fomme evenwel , welke defe Raden uyt de gefchenken en den Koop- Groot pro-
handel trecken > is ioo aenmerckelijk , dat ick van een van de Regters , ge- fy t der Ra-
nacmtDawi Louis de los Infantes ,hebbe hooren feggen , dat hoewel haerden.
Ampt te Mexico ende te Lima honorabelder was >het fel ve dog evenwel te
Quatimala meer voordeel by-bragte.
Ten mijnen tyde vielen daer criminele Proceifen voor, foodanige als vö^f ™f
men daer te voren noyc gehad hadde, wegens moorden , rooven , en con- ¡J" lV ¿"J^
cuffien ; des niet tegenftaende wierd'er niet een van de mifdadige gedoodt J
ofce gebannen , fel ve niemand quam daer over inde gevankenifle, ofiegaf
boete dieshalven, doordien fy haer alle witten door giften ende gaven te
redden ,fodanig dat ik , in aght jaren tyds.niet gehoon nebbe, dat yemand,
om eenige mifdaed > in de Stad , is ter dood gebragt.
Hoewel de Kerken daer niet fo groot nogte koftelijck als te Mexicozyn , Kerken van
fo fyn fy dog , na proportie van de Stad , wel genoeg gebout ende verciert. Quatimêia.
Daer is niet dan eene Cathedrale en Parochiale Kerke,defe is op de plaet-
fe van de groóte Merkt gerimmert; Alle de andere Kerken behooren aen de
Conventen van de Jacobynen, de Cordeliers,de Paters de la Merced,de Au-
guftynen , dejefuiten, endedan nog aen twee Conventen van Religieufe
Dogtersdiedennaemvan la Conception endevznSta.Cat harina voeren.
De Cloofters van de Jacoby nen , van de Cordeliers , en van de Religieu- Klooiters.
fen de la Merced ,zynfeer heerlij ck> ende in y der van defelvezyn hondert
Religieufen.
Dog het koftely kíte ende praghtigfte van alle , is dat van de J acobynen ,
in het welke ik woonde* het felve is, door een groóte wandelarye, welcke
voorde Kercke komt , aen de Univerfiteyt van de Stad ge voegt.
Het inkomen van dat Cloofter , beftaet uyt eenige Indiaenfche Dorpen, Inkomen
die daer aen onderhorig zy n , als mede uyt een Water-molen en een Koorn- der Jacoby-
hoeve, ende dan nog uyt een andere, op dewelke men veel Muyl-efels en nen.
Paerdenaenqueektjfy hebben mede een Suyker-molen en Silver-myne,
welcke aen haer in het jaervan 1633. gegeven wierden ; uytdefelvetroc-
kenfy, als alle deonkoften zyn afgereekent, ten minften dertig-duyfent .
Ducaten jacriijeks > hiervan daen komt het dat die Religieufen niet alleen
genoeg hebben , om , onder malkanderen , wel en leckerlyk te leven , maer
ook veeleover-houdenom te timmeren, ende hare Kercke ende Altaren
koftelijck op te proncken. HawSrhar
Onder de rykdommendie'erzyn vintmen twee aenmerkelijke dingen ; "«eacnai-
de Spaigniaerden , als fy luftig van humeur waren , feyden my , dat de £n-
gelfchedaerilercknavernaemen 3alsfy eenige van hare Scheepen hadden
genomen, en oock datfy vreefden, dat ick was gekomen om die te ver-
fpieden. De
Voyagie van Thomas Gage I. Cap.'
De eerfte is een filvere Lamp die voor het groot Altaer hangt , defelve is
foo groot ende fwaer, dat drie Mannen wercks genoeg hebben om die om
hoog te hy fíen; De tweede is nog veel koftelijcker , zyndeeen louter fil ver
Beeld van de Maget Maria , fo groot als een Vrouws-perfoon van een meer
als gemeenegeftalte, het felve werd in de Capellevan hetRo/kn'ttwbewaert»
onder een Tabernacul, het welke daer befonderlijckroeis gemaeckt,daer
íijn oock ten minften iwaelf iilvere Lampen, die altoos voor dit Beeldt
branden.
Bcfchry vin- ]n het korte gefegt , dit Cloofter is foo ryctë datmen in weynig tyd , hon-
ge van haer dertduyfentDucaten aenfchattendaeruytfoudekonnenhalen,endein den
Kloofter. omtreck of het befluyt van het felve en ontbreekt niets, dat vermaeck ende
recreatie aen de Religieufenfoudekonnen geven,
Daer is een Tuyn in het Benede-Cloofter , die een Fonteyne in het mid-
den heettmet een water-val, uyt dewelke ten minften twaelf ftralen fpruy-
ten , die twee Vy vere , welke met Vifch vervult zyn , gedurig ververfchen,
men fier ook op defelve veele Eenden ende andere Water-vogels.
In het felve Gootter zyn nog twee andereTuynen, om vrughten ende
kruyden te hebben, ineen van defelve is een ftaende water van twee hon-
dert vyftig paffen lang , het is , op de grond , met fteenen geplaveydt , ende
aen de kanten met een fchoeyingé van metfel-werck opgehaelt , men vindt
daerookeen Schuytjenin , waer mede de Religieufen, figfomwylen , op
het water gaen vermaeken , ook Viiïchen fydaer mede, als fy van andere
kanten geen vifch krygen , ende hier door hebben fy noyt gebreck aen de-
felve.
Beiehry vin- De andere Conventen fijn mede ryk genoeg , maer na dat van de J aco-
ge van het bynen , is'er geen dat by dat van de Religieufe Dochters van Ia Conception
Convent te paffe komt , in het felve zyn, ren minften, duyfent Menfchen , beftaende
de la Con- deíelve uyt de Religieufe Dochters, hare Slavinnen, Dienft-maegden ende
cesión. Kinderen van de Vrouwelijke fexe, aen dewelke fy niet alleen verfcheydene
hant-wereken leeren , maer oock het lefen ende fchryven,
DeReligieuie Dochters welke aldaer hare Profeffie doen , brengen ten
minften vyf, Ces endefeven hondert ducaten , voor haere in-komfte , felve
fijn'er dietot duyfent ducaren toegeven ; dit brengt eengroot in-komen
aen dit Cloofter , want het Capitael blyft , na de doodt van die Dochters,
aen het felve.
Die geene, welke Dochters, in het Convent willen hebben, om haer te
. dienen , konnen fulcks doen , mits dat iy het gek van hare in-trede , na pro-
portie, vergrooten, ofte wel haer koft-geld betalen.
Fliirorie in dit Convent was hecdat Donna \uarma de Maldonado, Dochter van den
van Donna Reghter \uan deMaldonado de ?a\ , woonde , welckeden BiiTchop van de
Jmnnade Stad ,dickmaels genoeg ging befoecken.
Maldonado. Sy was íeer fchoon ende bevallig , fijnde ook niet veel meer dan twintigh
jaren out 5 den BiiTchop hadde foo veel genegentheydvoor haer, dat fy,
in
III. Boek. Door de Sfaenfche Weft-Indïén. I.Cap. 247
in myn tyd , alles deede wat hy konde , om haer tot Abdiffe te doen verkie-
fen , en dat in weerwil van alle de oude Religieufe Dochters.
Dit verweckte foo groot een twift in het Con vent, dat het gerugte daer Op-loop
van figh inde Stadt verfpreyt hebbende, daer verfcheyde Edellieden endt door hace
Koopmans waeren, welcke, met den degen in devuyft, nahetCloofter emftaen.
liepen , dreygende de poorten opte loopen, ende hare Dochters te hulpe
te komen , tegens de magtige factie , die den BiiTchop gemaeckt hadde in
faveur van Donnafuanna de Maldonado.
Ook foudefulks feekerlijckzyn gefchied geweeft , tenfyden Prefident
T>um\uan de Guarnan, de Vader van defe jonge Religieufe Dochter hadde
laeten ontbieden, ende hemverfoecken,zyn Dochter te willen bidden,
datfy,depretenfien, die fy hadde om AbdiiTe te zyn, foude willen laeten
vaeren, ende dat fyaght moefte nemen op hare jonge jaren, die haer noch
niet toelieten tot ¿íq waerdigheyd te komen. .
Door dit middel wierde , op ilaende voet , de onruftinen buyten het Werd door.
Convent geftilt ; de BiiTchop wierde daer door een weynigbefchaemt, den Prefi-
ende defe jonge Religieufe Dochter fag fig genootiaeckt noch een tydt dcncgeimt.
in gehoorfaemheyd te leven 3 ondereen andere, ende aenüenlijkerNonne
dan fy was.
Befefuanna deMaldonado,dede niet alleen hetgeheeleCloolter, maer
oockdegantfche Stadt verwonderen, foo ter oorfaecke van haer fchoone
ftemme , ende volmaeckte kennifle in de mufijeq-konft , als door hare goe-
de op-voedinge ende manieren,, want in defelve en behoefde fy alleen
voor niemand in haer Cloofter, maeroock felfsindeStad, niet te wyc-
ken.
■ Het was niet alleen dat fy groot verftant hadde en feer wel fpreeckende
was , maer men konde waerlijk feggen , dat men in haer , alle de bequaem-
heden, van eene van de negen Sang-Godinnen vond,dat fy een tweede Cal-
liove was om veerfen voor de vuyft weg, ende op ftaende voet te maeken, en
dat met foo veel aerdigheyd des Geefts , dat de Biiïchop felfs bekende , dat
fulks een van die dingen was , die hem het aengenaemfte in haer fcheenen ,
ende haer gefelfchap deeden foecken.
Haer Vader hadde niets ontfien om aen haer te kofte te leggen , ende
niet washem tedier, als hy haer maer vernoeginge konde geven, oock
door dien hy anders geene Kinderen hadde, gaf hy haer noch dagelyacs
nieuwe gefchencken,die met deilaet van een geeftelijcke Dochter over een
quamen.
Op een tydt gafhy haer Cabinetten die met filver ende goud waren ïn-
geleydt , en op een andere weder Beelden ende Schilderyen van groóte
waerdye, om hare Kamer te verderen, ende daer toe goude Kroonen ende
dierbaer gefteente om defelve op teproncken.
Tot foo verre dat ditalles, gevoeght fijnde by het geene den BiiTchop Groóte
I i ""' haer
ryckdom
van een
Ivonne.
ie gebede
kamer,
248 IÍÍ. Boek. Voy agievanlhomas Gage II. Cap.
praght ende haer gaf , die haer alles fchonck dat hy kon de , foodanig dat hy , ftervende ,
met goed genoeg na-liet om fijne fchulden te betalen, (want het geruchte
ging, dat hyalfyngoedaen defe Nonnehadde gegeven ) fyfooryck wier-
de ende foo maghtig , dat fy , op haere eygene koften, een apartement voor
haer in het Cloofter liet timmeren met veele Kamers ende Galeryen , heb-
bende daer toe een Tuyn , voor haer in het byfonder , om te gaen wande-
Sy hielde ook fes Negerinnen by haer , om voor haertearbeyden ende
naelde-werk temaeken.
Koftelycke Dog haer meefte vermaek beftond in het vercieren van een Capelie \ of-
"■■ '■_*«- te Cabinec-i om hare Gebeden daer in teftorten,het welke metryekeiye-
keTapy ten was behangen , ende met de konftigfte ftucken van Italien ver-
ciert.
Het Altacr was verciert na proportie van de refte^met dierbaer gefteente,
met Kroonen, Kandelaers, Lampen , &c. vanSilver, ende bedecktmec
een verhemeltiel dat met Goud geftickt was.
In dat fel ve Cabinet ofte Capelie hadde fy een kleynen Orgel , ende veele
andere foorten van Mufijcq-Inftrumenten,opdefelvefpeeldefy,fomwylen
tot haer vermaek, alleenig zyndcof met de Religieufe Dogters hare Vrien-
dinnen , of ook wel voor den BiiTchop, wanneer hy haer quam befoeken.
In het korte, het gerugte ging door de Stad, dat hare Capelie ten minften
fes-duyfent Ryckdaelders waerdig was , zynde fulcks genoeg voor een Re-
ligieufe Doghter, welke gelofte hadde gedaen van Armoede, kuysheydc
ende gehoorfaemheyd.
Na hare doodt moeite dit alles aen het Convent bly ven , ende men hoeft
niet te twyffelen , of fy konde , door hare ryekdommen , de genegentheden
van de andere Nonnen meer en meer winnen, ende daer door een getal van
Vriendinnen maeken , dat fterek genoeg foude zyn , om haer tot AbdifTe ,
by de eerfte gelegentheyd, te doen verkiefen , door demenighte van hare
itemmen.
Wantdeftaet-fugt, en de begeerte van over andere teheerflehen > fyn
over de mueren der Kloofleren heenen gepaflTeert , als de gruwelen en ver-
vloekingen over de muere van Ezechiel, en fy hebben herte van de Nonnen
ingenomen , welke , even als arme Maegden , nederig moeften zyn , heb-
bende het vleefch gedood , ende zynde de wereld af-geftorven.
Dog boven dek Nonnen zyn'er nog andere , ende felver Monicken, die
geheel ry k zyn , want foo eenige Stad maghtig is, even als defe , ende dat in
defelve grooten handel werd gedreven , io zyn fy verfeekert haer deel daer
van te hebben.
Den overvloed en de Ryckdom hebben de In woonders van Guatitnata al
immer foo trots , opgeblafen , en tot de fonde geneygt gemaeckt,ais die van
Mexico, want de yerdorventheyd is'eralfo gemeen, al in eenige andere
Plaetfevan de Indien.
De
Verdor-
ventheyd
áer Cloo-
fteren.
IILBoECK, DoordeSpamfcheWefl-Indiën. II.Cap. 249
De Negerinnen, de Meftifche, Mulatre, endelndiaenfche Vrouws-per- Ongebön-
foonen,en de andere Vrouwenen Doghters, van geringe conditie, wer-d^heyt en-
den aldaer feer bemint en gefogtdoor diegeenedie ryck zyn , ook fyn fy al deGodloos-
iboaerdig en cierlyck, als die van Mexico , gekleed, fyfyn niet minder on- heyd in de
kuyfch en ongebonden dan defelve, hoewel íy tuifchen twee Bergen woo- Stad.
nen diehaer metftraffeen kaftydingedreygen -y de Water- Vulcanus ichynt
haer te willen doen verdrinken , om de wraeke Godts , als voor defen > uyt
te voeren , en de andere vertoont haer een van de poorten der Heiie , ende
dreygt een vyerigen regen op haer neder te ilorten* gelijck als die geene
was die eertydtsvSodoma vernietigde.
HET II. CAPITTEL.
Grootte van het Landt van Guatimala. Koopmanfchappen '
die daer gebragt werden. Vrugtbare Land-jlreeke. Sw ti-
re Vonder en Blixem. Defperaete Negers. Voorbeelden
van haer e kloeckmoedigheydt. Haeven van la Trinidad.
Befchryvinge van St. Michel. Befchryvinge van de Ha-
ven van Realejo. Hoe den handel van Guatimala opSpai-
gnien gedreven werd. Groóte affurantie ende forgeloosheyt
der Spaigniaerden. Schoone ende ruyme Haven van Gol-
fo Doke. Lafhertigheyd der Spaenfche. De Hollanders
nemen Truxillo in, en verheten het felve Jleghtelyck. Ge-
revolteerde Negers , doen groóte fchade aen de Spaigniaer-
den. Hare wapenen. Sy verlangen na Engelfche ofte Hol-
landers. Acafabaftlan. Bobo een aengenaem Jlagh van
Vifch. Tepemechin eenfoorte van Voorn. Schoone Me-
loenen. TJèr ende Kopere -mynen.
DEfePlaetfe St.fazo de Guatimala genaembis de Hoofd-Stad van eengrootte
feer groóte en magtige Land-ftreeke, welke fig ten Zuydem aen de van het
kant van Nicaragua en Cofla-BJca meer dan drie hondert mylen uyt- *;and va"
ftreckt, hondert aen dezydevan Chiapa en áeZoque* , feftig naVeraPaf ttaUmitlt'<-
ende Golfo Dolce ten Ooften , en tien a twaelf ten Weiten na de Zuyd-Zee.
Van Tecoantepequezf, daer de groóte Scheepen niet aen konnen komen* Havenen»
en dat meer dan hondert en twintig mylen van Guatimala legt, is'er an-
I i 2 ders
Koopman
íchappen,
die daar
gebragt
werden.
Vruchtbare
Landitree-
Jte.
Swaere
donder en
blixem.
Deiperatc
Negers.
Voorbeel-
den van ha-
re kloek
moedig-
heyd.
Haven van
la Trini-
dad.
Befchrij-
vinge van
St. Micbitl.
250 III.BoECK. Foyagie vanThomas Gage II. Cap
ders geene Haven om met vaartuygen aan defe Stade te naaderen , dan di*
van het Dorp la Trinidad.
Devoomaamfte Kbopmanfchappen , welke men vandiekantnaGad/i-
mala brengt , werden getrokken uyt de Provintie van Zoconufco ende de Su-
chutepeque , welke ièer heet , ende het donderen en blixemen ten boogden
onderworpen zijn, aldaar vallen anders geene confiderable waaren dan de
Cacao , de Achiotte , Mefafucbi , Baimllas ende andere noodige dingen om de
Chocolate te maken , ten fy dan een weynig Indigo ende Cochenille, wel-
ke men omtrent St. Antonio vint, defe laatite Plaatfe is de Hooft-itadt van
het LandivandeSucbutepeque.
Doch het Landt dat digte by Guatimala legt , ende voor al omtrent het
Dorp Itfuinte, ofte Ttfuintepequegemmt, dat omtrenttwaalf mijlen van
de Stadt legt, is het rijkfte van alle het geene daaraan onderhorig is i want
aldaar wintmen de meefte indigo , welke o ver de Honduras , na S pangicn
wert gefonden ,behal ven dat'er feer veele Pagt- hoeven zijn,die groóte over-
vloed van Beftiaaluyt-le veremdefel ve zijn geheel het Land door verfpreyd,
de grond daar van is feer vrugtbaar , ende ter oorfake van den handel is het
feer profijtelijk daar te woonen, doch ook wat ongemakkelijk, door de het-
te des Clirnaats,ende door het meenigvuidig donderen ende blixemen , van
de Mey-maant af , tot aan Sf; Michiel toe.
Soo men kan feggen dat het Landt van Guatimala Volkrijk, ende daar
door fterk is »-( want het is fulks niet door Wapenen ende Krijgs-munitien)
foo is het alleen door feeker foorte van defperate Negerfche Slaven , welke
op die Hoeven woonen daar men den Indigo wint.
Hoewel fy anders geeneW apenen dan eenMachette>dzt een foorte van kor-
teLancien is,fijn hebbendcdaar fy het wilde Vee mede jagemfoo zijn fy dog
foo defperatelijk kloekmoedig , datfy de Stadt van Guatimala dikmaals heb.
ben doen beven , ende de fchrik in het herte van haare Meefters gebragt.
Men vint'er onder haar die een wilde Stienhoewel hy woedende en rafen-
deis,dervenaentailen;fyvallenopdeCrocodillen,indeRevieren,aan,ende
Cy verlaten die niet voor dat fy die gedood en aan het Land gebragt hebben.
Dit Land ftrektfig langs de Zee uyt, tot aan het Dorp la Trinidad 3 al-
waar, foo wy gefegt hebben , een Haven is, die , hoewel wat gevaarlijk
zijnde, evenwel voor een aankomfteverftrekt, aan de Scheepen die van
Pannama , Peru ende Mexico komen.
Defe Haven contribueert veel om de Stadt van Guatimala te verrijken ,
maargamfch niet om die te verfterken , want men fiet'er nog Fort, noch
Cafteel, noch Gefchut, om defelve te befchermen.
Tuflchen hetDorp laTrinidad,tn de andereHaven Realejo genaamt, is een
grootOzZ/dooftekleyne Zee-boefem^de kleyneScheepen fijn gewent defelve
op te vaaren , ende foet water te St. Michiel te gaan halen, foo wel als mont*
koften , het is een Vlek dat door de Spangiaarden en de Indianen bewoont
wert,en die geene,welke na Rjielejo willen gaan , konnen van daar,in minder
dan
III.Boeck. Door de Spaenfche Weftrlndien. II. Cap. 251
dan een dagh aan een Indiaanfch Dorp , la Vieia genaamt , komen dat
twee mijlen van B^alejo legt > ende te Lande heeftmen daar toe * ten min-
ften drie dagen noodig.
Doch defe Cd/ido ofte kleyne Zee-boefem is gantfch niet verfterkt, men
foude fulks even wel ligtelijk konnen doen , alsmen aan de mont van defel-
ve , daar de Zee in het Landt fchiet , maar twee ftukken Gefchuts plante.
De Haven van i^/e/o is al immer íbo weynig verfterkt als defe, want B.cfchry vin-
men vint'er nog Geichut nog Soldaten, daar zijn alleen twee-hondertHuys- Se van de
geiinnen foo van indianen als Mefticos , diegantich niet bequaam fijn om f^avenvan
een Plaatfe . van foodaanige importantie , te befchermen ,-defe Haven geeft RealeJ°>
een openen toegank tot de Provinciën van Guatimala ende Nicaragua, de
laatfte neemt haar begin daar ter plaatfe , ende men vint in deielve geduur ig
kleyne Indiaanfche Dorpen tot aan de Steden van León ende Grenada toe.
Wat de Noord-zijde van Guatimalabehngt, ik weteniet veel te voegen
by hetgeeneik van deZuchutepeques ende Zoconu^co gefegt hebbe, in mijne
Reyfe van Mexico tot Chiapa toe.
De voornaamfte zijde van Guatimala is die geene,welke ten Ooften ftrekt
na de kant van Golfe Doice ofte Sr. Thomas van Caftilien. , -
Defe zijde wert veel meer befogt door de Kooplieden endeReyfigers als de , lC, f*
Noort-kant , om dat Mexico drie hondert mijlen van de Stad van Guatimala Quat¡ma¡a
legt, ende de Golf is 'er maar feftig mijlen van verfcheyden, ook zijn'er s _ '
geen gevaarlijke noch moeyelijke paiïagien op den weg , als wel op die van p¡en oe.
Mex-iVoop eenigeplaatfen,behalvendatden grooten handel, die door mid- dreven
del van defe Golf tuíTchen Spangien ende Mexico wert gedreven, ooriaak is Werc.
dat defen weg meer bewandelt wertdan de andere.
In de maant van julii,ofte ten langften in het begin van Auguftus,komen
gemeenlijk in de Golf twee a drie Schepen, welke deKoopmanfchappen>die
fy uyt Spangien-gebragt hebben , in groóte Pak-huyfen ontlaaden, die men
expres gemaakt heeft om die op te íluy ten , ende tegens de ongemakken des
lugts te bevrijden.
So dra {y harevragt quyt zijn . laden fy weder de Koopmanfchappen díe
men van Guatimala daar gebrágt heeft , om die in Spangien te brengen ; de-
felve hebben daar dikmaals twee a drie maanden voor de komfte der Schee-
pen leggen wagten . Groote ¿r
Soodanig datmemgeduurende de drie maanden van Julius,AuguÍTUS,ende furant¿e en
September, altoos verfeekertis,daar ter plaatfe,een grooten fchat te vinden, foreeloos-
Desniettegenftaandeisde eenvoudigheyt ofte de aiïurantie der Span- ^eyC ¿er
giaarden foo groot , datfy hetbewaaren van die rijkdommen laten aaneen spaigniaar-
ofte twee indianen ende foo veel Mulatten , welke gemeenlijk Lieden zijn, den.
die om haar boos ende ergerlijk leven , in het oude ende geruïneerde Ca-
fteel van Sr. Thomas van Caftilien gebannen zijn.
Het is waar, dat een weynig hooger , een kleyn ende ílegt Indiaanfch
Dorp, Si. Pedro genaamt * legt, dat uyt omtrent dertigh Huys-gefmnen
Ii 3 beftaat*
Schoone en
ruyme Ha-
ven van
Golf e Bolee.
taf-hertig-
heydc der
Spaenfche.
De Hollan-
ders nemen
Truxillo inj
en verlaeten
het ielve
ilegtdyk.
252 III.Boeck. Vbyagie vanThomas Gage II. Cap-
beftaecdochde Inwoondersvanhetfelvefijn meeft altoos fieck , door de
groóte hette van dat Climaet fo wel als door de ongefonde Wt welcke oo
die Plaetfe regeert. ° ' ^
Dogmen foude die Golf ligtelijck konnen verftereken , plantende twee
goede ftuckenGefchutaen de mont van defelve, welke tuilchen twee Ber-
gen ofte Rotfen befloten ende eng gemaeckt wert , op dewelke men noch
twee andere ftucken foude konnen fetten , en dat foude bequaem zvn om
een geheele Vloote van die Haven af te wyfen, ook foude fuiks het Koning-
ryck van Guatimala verfeeckeren, foo wel als een groot gedeelte van <*eheel
America- co ö
Poch doordien'er geen wagt ofte iterekte is , foo lopen de Scheepen in
alle verfeekermge daer in , foo als eenige Engelfcheen Hollandfche Sche.
pen gedaen hebben , ende binnen gekomen zynde , yinden fy een foo ruy-
menendebreeden Haven ofte Reede, dat duyfent Scheepen aldaer fouden
konnen Anckeren , buyten alle gevacr van Sant Pedro ofte Sc Thomas' van
Caitilien.
ík hebbe dikmalen gehoort , hoedat de Spaigniaerden met de Engelfche
en de Hollanders den fpot dreven dacr over, dat fy in de Golf gekomen wa-
ren ,en die weder verlaten hadden , fonder in het Land te treden.
De Hollanders attaqueerden Truxtllo , felfs doeick in dat Land was , het
welcke de aenfienlijckite Haven van de Honduras ende Comajagua is , fy na-
men het fel ve, na een kleyne ende geringe refiftentie, in ,'tiet meefte ge-
deelte van delnwoondersvlughtein het iiofch, Hellende haer vertrouwen
meerindefnelheyt van hare voeten, als in de kragt van hare armen , en in
hare Wapenen , want alle de ín woondefs van dat Land hebben noch moet
nochcouragie.
Dog de Hollanders, in plaetfe van die Stad te verfterken,«n aldaer dieper
te Landewaert in te treckemen als dan in die Golf het felfde te komen doen,
fo als men doe door het geheeleLand van Guatimala Aw2.ex niet een menfeh
was die haer konde wederftaen , vreefde , verlieten Truxillo , fig met een ta-
melyken buyt vergenoegende, waer over de Spaigniaerden ioverheught
waren datfy daer openbare Proceffien overhielden, om dieshalven Godt te
loven ende re danken , ende hare blydfehap te betuygen , daer over, dat fy
van dat gevaer verloft waren.
De weg van die Golf tot aen Guatimala toe is foo quaed niet als men fich
wel inbedt, voor al van St. Michiels dag af, toe aen de Maent van Mey toe,
want alsdan is de Winter ende het regen faifoen gepaiTeert , en de winden
beginnen door te waeyen , en de wegen te droogen.
Selfs in de flimfte tyden des Jaers, palieren de Muyl-efels , welke te min-
iten vier hondert ponden gewigte dragen, de gevaerly kfte en moeyelijckfte
paiTagien van het Gebergte dat om die Golf legt.
En hoewel de wegen , in die tyden , feer fwaer vallen , foo werden fy dog
foodanig door de Muyl-efels betreden, ende fyfyn foo ruym ende wydt,
dat
III. Boeck. DoordeSpaenfchefFeft-Indi'én. IL Cap. 253
dat het gemackelyck valt die quade plaetfen te myden* endeweg, daer hy
goed is , te gebruyken , ook is deie boofe weg maer vyftien mylen lang > en
men vint doorgaens Hutten om te ruilen , ende Muyl-efels en Paerden in
het Bofchen op het Gebergte, om de Reyfigersre voorfien.
De Spaigniaerden vreefen , voor dat fy dat Gebergte gepaiTeert zyn , niet Gerevo!-
Í00 leer dan twee a drie hondert wilde Negers , welke , door het quade ont- teerde Ne-
hael datmen haer aen deede , uyt Guatimala en de omliggende Plaetfen ge- gets.
vlugtzyn , hebbende hare Heeren ende Meefters verlaten , enzynde in die
Boflchen geretireert , fy woonen aldaer met hare Vrouwen ende Kinderen*
ende vermeerderen dagelyks foodanig in getal , dat alle de magt van Gua-
ttmala en de by- gelegene Plaetfen * niet bequaem is om haer te dempen en-
de onder te brengen.
Sy komen dikmalen uyt het Bofch te voorfchyn , en fy packen die geene Doen groo-
aen welke de Muyl-efels dry ven , fy nemen haer Wyn , Kleederen , Yfer te fchaede
en Wapenen af , foo veel als fy van nooden hebben , dog fy doen geen quaet aen de Spai-
aendeMuyl-dryvers nogaen de Slaven die haer volgen , in tegendeel , de guiacrts.
laetfte maeken haer met defe Wilde vrolyk , om dat iy van eene couleur en
in defelve ilaet van flavernyezyn , ook nemen fy , by diegelegentheyt * dik-
malen dekanflewaer, om haer exempel na te volgen , m voegen haer by
de laetfte , om fo mede hare vryhey t te bekomen , hoewel fy fig gedwongen
fien in de Boflchen ende op het Gebergte te moeten woonen.
Hare Wapenen zy n Boogen ende Pylen , iy dragen die alleen om haer te Haere Wa-
befchermen , in gevalle de Spaigniaerden haer quamen te attaqueren, want penen.
fy doen geen quaed aen die gene , welke vreediaemlijk haren weg palieren,
ende haer van haren leef-togt mede deelen .
Sy hebben dickmaelsgefegt, dat fy haer op dat Gebergte begeven heb- s? aï
ben, om fig voornamentiykbereydende vaerdig te houden ,öm haer by |eifcL c"
de Engelfche en de Hollanders te konnen voegen , of het quame te gebeu- fgHellan-"
ren * dat fy in de Golfden voet aen Land fetteden, doordien fy wel weten ¿
dat die haer in vryheydfouden laten leven, het gene de Spaigniaerden noyt
fullen doen.
Alsmen defe vyftien eerfte mylen gepaiTeert is , fo bevintmen dat de weg
begint te beteren, en men komt op defelve aen kleyne Indiaenfche Dorpen
ende Vlecken , in defelve kanmen alles bekomen, dat tot onderhout* foo
van de Menfchen als Beeften , noodig is.
Nog vyftien mylen voorwaerts is eengroot Indsaenfch Vleck Acafabaf- Acafabaf-
tlan , genaemt , het legt op de kant van feekere Reviere* die voor de Vifch tlan*
ryckfte van geheel dat Land werd gehouden.
Hoewel nu in defelve verfcheydenefoortenvan Vifch gevonden worden Boheco
fo is'er onder andere een feeker fiag Bobo genaemt * defe is rond en feer dick, aengenaera
Zynde omtrent foo lang als een arm , hebbende maer een graetin het mid- Aag van
den , dog fy is feer blank en vet * ende uytfteekende goed om gekoockt * ge- Vifctw
freuyd , gebraden ,ofceop wat wyfe mea wil * toegemaett te worden.
Men
Tepemech'ñ
een foorce
van Voorn,
Schoone
Muloenen
Yfer ende
koper-my
nen.
2f4 III. Boeck. VoyagievanThomasGage II. Ca?;
Men vint oock op den weg , tot aen Guatimala toe > in de Beeken en de
kleyne Revieren, de fchoonfte flag van Vifch des werelts, de Spaigniaerden
meynen dat het een foorte van Voorn is ; men noemt defelve Tepemechtn >
en het vet van defelve ichynteer van een Kalf dan van een Vifch te zyn.
Dit Vleck van ÁcajabaflUn , werd door een Spaigniaert geregeert , men
noemt defelve den Corregidor,^ magt ftreckt fig maer uy t tot aen de Golr
toe, ende over de Dorpen die op de weg gelegen zyn.
Defe Gouverneur heeft alles wat in fijne magt was ,gedaen , om die wil-
de Negers van het Gebergte te krygen , maer het heeft hem niet willen luc-
Alle de magt van die Plaetfe beftaet in twintig musketten , evenfo veel
als'er SpaenfcheFamiüenzyn , ende in eenige Indianen, welke Pylen ende
Bogen hebben , om het Dorp tegen s de wilde Negers te befchermen.
Rontomme Acafabajllanzyn eenige Pagt-hoven, op defelve werden feer
vele O flen ende Muyl-efels aen geteelt, men wint daer ook veel Cacao, Acht-
otte , ende andere drogen om de Chocolate te maecken.
Daer vallen ook eenige Medicinale Kruyden , welke goed voor de Apo-
theekers zyn , als Sal [apar tila > Cajfia , &c. en in de Hoven van het Dorp ,
fietmenfo een groóte verfcheydenheyd van vrugten, als in eenige andere,
doorde Indianen bewoonde, Plaetfe.
Dog defe Plaetfe van Acafabafilanwerdte Guatimala het meefte geaght,
om deuytnemende Meloenen die daer van daen komen , fommige zyn foo
groot als eens Menfchen hooft, en andere watkleynders De Inwoonders
faden die op Muyl-eiels , en fenden die op verfcheydenePlaetien te koop.
Dit Vleck is niet meer dan dertig mylen van Guatimala, en hoewel men
eenbe Heuvelen en Bergen moet op en af.klimmen , fo valt die weg doch
evenwel niet feer moeyelijck voorde Menfchen en de Beeften.
Men hadde eenige Mynen in dat Gebergte ontdekt, dog men heeft de
- felve verlaten, na datmen daer in hadde doen graven , door dien men be-
vont dat dit niet dan van koper en yfer waren , ende dat de onkoften groo-
ter dan het voordeel fouden zyn.
HET
III. Boek. DoordeSpaenfchetVeft-Indïén. III. Cap. 25?
HET III. CAPITTEL.
Een Reviere die goud geeft. Wreetheydt der Spaigniaerden ,
doet een Goud-myne verhefen. Seecker ryck Neger 3 is ver-
dagt van die Mjne te weten , ende werd daer over aenge-
Jproocken , doch verantwoort figfeer wel. Reviere van de
Koeyen levert eemg gout uyt. Befchryvinge van de Valeye
van Mixco ende Pinola. Hiftone van]ua.n Palomeque,
fyn ryckdom , fyne gierigheyd f fyne Barharifche wreedheydt
over fyne Slaeven mde Negers , fyne onkuy fiche beefttgheydt,
fyne moorden. Eremitagie van onfe Fr ouwe van den Berg
Carmel. Befchryvinge van Mixco. Getal van de Muyl-
efels in de Valeye van Mixco. Schoon aerde-werck te
Mixco. Befchryvinge van Pinola. Baraneas. Befchry-
vinge van Pctapa. Mojarra een Vifch. Goede ordre om
Guatimala van Vifch te verforgen.
DOg fy hebben weleen andere fchat dan yfer en koper verloren op de- ^fJie eoúá
Ten weg van AcafafraftlannxGuatimala toe, omdatfyibo lee'ycken "¿^
met delndianen leefdennen dat voor al omtrent een plaetfe welke de S
Spaigniaerden Agua Caliente , dat is warm- water noemen : aldaer is een Re-
viere uyt dewelke de Indianen , op fommige plaetfen , fo veel gout haelden,
dat de Spaigniaerden , haer een jaerelijkfche fchattinge in goud te betalen,
haddenop-gelegt.
Dog de Spaigniaerden, die even als Valdivia in Chili, al te hongerig na het Wreethcyd
goud waren , bragten de indianen om hals, door dien fy haer de plaetfe , op der Spai-
dewelke {y het vonden, niet wilden wyfen,foodanigdatfy , tefelvertyd, gniaerden,
de Indianen ende hare i fchat verloren.
Men is evenwel nog , tot op heden toe, befig om die fchat op te foeken,in Doet een
het Gebergte , in de Reviere , en in alle de omleggende plaetfen , in dewelke gout-myne
men figfoudekonnen inbeelden dat het foudekonnenz.ynjmaer het konde verlieie»«
wel wefen , dat de Goddelyke voorfienigheydt , defe fchat, voor de Spai-
gniaerden, heeft willen verbergen, om defelve namaels aen een andere Na-
tie , teontdecken , welke defelve beter als iy fal gebruyken. <¡ ,
Daer woont een feeker Neger op defe plaetfe van Ac¡ua Caliente , en dat Sz™ '
op eene Hoeve die hem felve toe-komt, men aght hem feer ryk te zyn,ende 'J
hy onthaelt alle de Rey figers , die by hem komen , feer wel.
Syne Rykdom beitaet in Beftiael , Schapen ende Geyten , hy voorfiet de
Stad van Guatimala en de omleggende plaetfen , van de befte kaes die in dat
Landt valt. K k Maer
Seeker rvck
Doch ver
antwoord
íich feer
wel.
256 IILBoECK. Voyagk vanThomas Gage III. Cap.
ïs verdacht Mier men gelooft dat fijne middelen niet fo feer van üjiréHöf-^ftedc, van
vand^eMy- fijn Beftiael ende van fijne Kaefen komen , als van die verborgen fchat, die
ne re weten , men aght dat hem is bekent, ende dat hy alleen deplaetfe weet daer men het
en wertdaer goud vind.
over aenge- l Men heeft hem daer over voor de Koninglycke Audiëntie doen verdag-
fproocken. vierden , doch hy heeft altoos geloogchent dat hy daer eenige kenniiïe van
, Men haddefufpitieophem,door dien hy voor defen Slaef ge weeft zynde
fyn felve hadde vry-gekogt , betalende eene confiderable fomme, en om
dachy , naderhand , mvryheyd zynde, dele Hoe,ve, ende veele daer om-
leggende Landen, gekogt hadde, fijndehy gedurig in magt ende in ryck-
domfeer aengenomen.
Hy antwoorde dat hy jong ende een Slaef zynde , een feer goed Meelter
hadde gehad , die hem alles was hy wilde liet doen ; dat hy fpaerfaem zynde,
veel hadde by malkanderen verfamelt , dat hy fijne vryhey t daer voor gekogt
hadde , ende namaels een kleyn Huys om in te woonen , waer over Godc
daer na Syncn fegen hadde gegeven , en aen hem middelen ter hand geftelt ,
om fijn kleyn Capitael te vermeerderen. _
Reviere van Drie a vier mylen van dit Aqua Caliente, is een Reviere welke men de Re-
de Koeyen viere van de Koeyen noemt.
levert «big Aldaer onthouden fig eenige arme Boeren, die,voor het meefte gedeelte,
goud u yt. Mulatten ofte Mefocos zyn , fy woonen in Hutten met ftroy gedekt , ende
weyden aldaer wat Beeften j het meefte gedeelte van den dag verilyten iy
metinhet fantvan defe Reviere nagoud tefoeken,fich inbeeldende dat iy
ende hare Kinderen nog ryck fullen worden , ende dat defe Reviere van de
Koeyen nog met de Paäolus in eenen graed fal ftaen , ende de Poeten ver-
plïghten defelve door hare werken foo vermaert te maeken, alsfy de andere
gedaen hebben. , n' ,.'."::
Van dsfe Reviere af ontdektmen aenftonts de aengenaemfte Valeye van
Befchryvin- d ^ Landjik hebbe in defelve ten minften vyf ]aren gewoont,fy werd
IV^n de Valeye van Mixco en Pm^genaemt, en is fes mylen van Gitatmala
vaieye van , f ■ omtrent vyf mylen lang en drie a vier breet. /
firl end£ & Dge?e Valeyeïan is met Schapen vervult , ende het Land van defelve ls in
verf-heydene Pagt-hoeve af-gedeelt , op dewelke men fchoonder Koorn
en Tarwe wint , dan in eenigen oord van het Mexicaeniche America.
Defe felve Valeye verforgt de Stad van Guatimala van Tarwe , ende men
maeckt daer allede Bifcuyt, welke deSchepen,die jaerlyks, inde Golf,
uyt Spaienien komen, van nooden hebben.
Sy heeft de naem van de Valeye van Uixcotn PmoU gekregen, ter oor-
faeke van twee loo genaemde lndiaenfche Dorpen, welke regt tegens mal-
kanderen over, y der aen eene zyde van die Valeye , gelegen zyn tJm /-is
aen de linker zyde van de Reviere van de Koeyen , ende Mtxco aen ae reg-
terzyde. Daer
—
"
III.Boeck. DowdeS(aênfcheffreJi-Indïén.TLl.CAP. 257
DaerzynveeleryckePaghtersin dieValeye, welke alle plompe > grove
ende boerfche Lieden zyn , die beter het Land konnen bouwen, als de Wa.
penen handelen.
■ lek moete onder defelve niet vergeten gewag te maeken van een van my-
ne kenniiïe , ^uanPalemeque genaemt > ick foude veel meer werks van hem
gemaekt hebben , dan ick wel deede , hadde ick hem konnen bewegen , eer
als een Menfche dan als een Beeft te leven , ende eer als een vry Mcnfch dan
als eenSlaef van fijn goud endë fiiver.
Hy hadde in mynen tyd drie hondert Muyl-efels, welke gewoon waren
de weg van de Golfte bewandelen,hy verdeelde defelve in íes boopemheb-
bende hondert Negers fo Mannen, Vrouwen en Kinderen , die deiëlfde be-
forgden , en die in de Valeye van Mixco woonden , in Hutten die met itroy
bedeckt waeren.
Het Huys daer hyfelve in woonde , was mede óp die wyfe gedeckt, hy
hadde meer vermaeck daer in tewoonen ,dan in diegeene, die hy bin-
nen Guatimala hadde , door dien hy iich daer als een woeft Menfche on-
der fijne Slaeven ende Negers droeg, daerhy in de Stad verpligt was bor-
gerlyck te leven.
Doch hier vernoegde hy fich met Melck ende Stremfelte eeten , met
fwarte , harde ende verfchimmelde Bifcuyt , endeTajfajút ,het welke feer
dunnegefouteneftuckjensOiTen-vleefchzyn,diemenindewintgedroogt
heeft, de Slaven zyn delelve gewoonte nuttigen onder wegen als ly na de
Golf trecken.
Daerhy ,fohy in de Stad gewoont hadde, om fijn aenfien ftaende te hou-
den , foude hebben moeten leven , evenals de andere Lieden van aenfien
en conditie j dog defe ellendige gierigaert, welke allede ftreekenvan de
fpaerfaemheyd verftonde, koos het velt in plaetfe van de Stad uyt voor fijne
woon-plaetfe , een Hutte voor een Huys, het geielfchap van fijne Negers
en Slaven , in plaetfe van dat van de fatfoenlyke Borgers ,en des niet tegen-
ftaende datmen hem fes malen hondert duyfent Ducaten ryk fchatte.
Hy ruineerde alle die gene, die nevens hem haer werk maekten,van voor
de Kooplieden , heen ende weder met de Koopmanfchappen,op de Golfte
trecken , door dien hy , Slaven ende Muyl-efels in fijn befit hebbende , wel-
ke fterek waeren ende wel gevoed wierden , altoos foodanigen prysvan
foo veel voor het hondert pont gewigte op de vragt ftelde , dat hy'er altoos
aen won , in plaetfe van dat de andere te kort fchooten , om dat fy genoot-
faeckt waren , Kneghten ende Indianen te hueren, om hare Muyl-efels
te dry ven.
Hy was ioo wreetover fijne Slaven ende Negers, dat, als'ereen onder
was die quam te feylen ofte in eenige mis-flag te vervallen , hy defelve by na
tot de dood toe caftydejOnder andere hadde hy een Slave Maca f o genaemt*
voor defelve hebbe ik hem menigmalen, dog vrugteloos,gebeden ¿ íomwy-
len hing hy hem by de armen op, en gaf hem als dan ftok ilagen , tot fo verre
Kki. dat
Hiftoric
van Juan
Palomeaue.
Syn ryek-
dom.
ne gierig-*
258 III. Boek. Vbyagie vanThomas Gage III. Cap.
dat fijn rugge geheel bebloed was , en als hy in dele ftaet was, en de huyd ge-
heel aen flentersen lappen hadde, foo deedehy, om hemte genden, fie-
dende vet in fijne wonden gieten ; hy hadde , met een gloeyent yfer , iyn
aengefigte , handen, armen, rugge, buyk, dgyen en beenen gebrand-merkt,
tot foo verre dat die arme Slaeve, het leven moede zynde , fig twee a drie
malen wilde verhangen , dog ick belette hem dat altoos , door de redenen
die ick hem voor oogen ftelde.
Syneon- Hy wasfo Beeftelyken onkuyfch,dat hy de Vrouwen van fijne Slaven tot
kuyfTche fyn vermaek misbruy kte ; felfs als hy in de Stad eenige Vrouwen ofte Dog-
beeftigheyr.ters van die conditie,welke hy na fijn fin fchoon genoeg vont, qaam te fien,
en defelve hem niet wilden toelaten het geene hy op haer verfogte , fo be-
gaf hy hem na haren Heer ofte Vrouwe, en koght haer die af, veel meer
dan fy geköft hadden , daer voor gevende , ende hy beroemde fig als dan ,
dathy haren hoogmoet, door een Jaer harde flavernye, wel dempen ende
doen daelen foude.
Syn Moor- jn myn ty¿ {[oeg hy twee Indianen , op den weg na de Golf, dood , ende
*ett' hy wift fig, door middelvan fyn geit, foo ligt door die faeken te redden , als
of hy maer een Hond hadde te neder gel egt.
H y was niergeirouwt , ook hadde hy geene genegen theyd tot de Huwe-
lijken ftaet , 4oor dien fijne Slavinnen hem voor Wy ven verftrekcen , ende
niet eene van fyne na-buers Vrouwen dorfte hem af-wyfen , foodanig dat
hy die Valeye met baftaerden van allerhande couleuren vervulde, welke na
de dood van dele boofe rycke Man, alle de rykdommen ende fchatten fullen
tefoeck maken, diehy metfoo veel gierigheyd ende wreetheyt heeft by een
gefchraept.
Eremitagie Behalven de twee Vlecken , die den naem aen de Valeye geven , is'er aen
van oniè de Ooft-zyde , digte by de Reviere van de Koeyen , een Eremitagie , welke
men onfe Vrouwe van den Berg Carmel noemt^defe verftrekt voor een Pa-
rochiale Kerke aen alle de SpaenfchePagters die in de Valeye woonen,hoe-
wel fy meeftden tydin de Vlecken van de Indianen ter Mille komen, en
voor al in dat van Mixco , in het welke deSpaigniaerdeneen ryk Gebroe-
derfchapvan onfe L. Vrou^ve van het Roofen-hoedeken hebben opgerigt,
en de Negers van hare fyde mede.
In geheel defe Valeye zyn omtrent dertig a veertig Spaenfche.Pagt-hoe-
ven ofte Huyfen , welke onder defe Eremitagie behooren , in defelve zyn
omtrent drie hondert Slaven ende Slavinnen , welke alle of Negers of Mu-
latten z.yn.
Befchry- Mixco is een Vlek in het welke drie hondert Huysgefinnen zyn, dog daer
vinge van is niets aenfienlyks als derykdommen,dieaerïdie twee Gebroederfchappen
Mixco. behooren , ende eenige ry ke Indianen , welke v an de Spaign iaerden Tarwe
hebben leeren faeyen , ende met hare Muyl-efels op de Golf handelen.
Behalveneen groóte meenigte van Pluym-gedierte ende Kalkhoenen ,
die men in dat Dorp aencjueeckt , foo is'er een Vleefch-hal, in defelve ver-
koopt-
Vrouwe
van den
Berg Car
mei.
Sr*
III.Boeck. Voor de Sfaenfche Weft-Indien.\\\. Cap, 259
kooptmen hetVleefch aen de Indianen van diePlaetfcen aen deSpaigniaer-
den van de Page- hoeven in de Valeye, tot voor-raet van hare Slaven , wel-
ke de Muyl-efels van hareHeeren na de Golf dry ven.
fuan Palomeque is de eenigfte niet welke de Muyl-efe'sbeiit, want daer Getal van
zyn nog vier Gebroeders DomGafpar , D om T homas , Dom Diego ende Dom de Muyl-
\uan de Colindies genaemt , iy hebben'er yder feftig mee dewelke fyop de efelsin de
Golf handelen, foo wel als door geheel dat Land, felfs fomwylentot aen Valeye van
Mexico toe , maer fy hebben weynig Slaven , en bedienen fig van indianen, Mixco.
welke fy loon moeten geven om die te dry ven.
Boven defe zyn'er nog fes andere troupen van Muyl-efels, behoorende
aen andere Hof-fteden,welke met die van M/>co,omtrent twintig troupen
ofte duyfent Muyl-efels uytmaken,die alle, door de Kooplieden van Gua-
tímala ,gebruykt werden , om Landewaert in , of op de Golf te handelen.
Om nu weder tot het Vlek ofte Dorp van.M/xate komen , foo is het
fulks , dat het gedurig door-trecken van de Muyl-efels , van de Kooplieden
ende Reyfigers die van ofte na Spaignien haren wegnemen, het felvefeer
ryck gemaeckt heeft.
Wan t defe Plaetfe heeft, uythaer fel ve, niet dat profijt-kan toe-brengen, Schoon
daneenfeeker foortevan Aerde, van dewelke menfeer fchocne vatenen Aerde-
Aerde-werk maeckt van allerhande loorte , als Kruyken, Kannen , Water- werek te
potten , Schootelen , Tafel-berden ende ander Keucken-gereetfchap en Mixco. •
Huys-raet j De Indianen betoonen in dit werk groóte aerdigheyt , en weten
alle defe dingen fo wel te befchilderen, ofte met roode, witte , en andere ge-
mengde ende ongemengde verwen te verniiTen,dat fy leer aengenaem voor
het geiigte zyn jen fy fenden defelve na Guattmala en de omleggende Plaet-
fen , om verkogt te worden.
Het Vlek Pmola is by-na van defelve groóte als dat van Mixco, maer veel Befchryvin-
aengenamer , vermaekelyker , gefonder err beter gelegen , door dien het in 8e vanP/wa-
een vlakte legt,daerM;ario in tegendeel aen het hangen van een heuvel js ge- '
ftigcwelke aen de Reyfigers,het gefigte van deValeye t'eenemael beneemt.
Te Ptnvlais mede een Vleefch-halle, men verkoopt alle dagen Oiïen- .
vleefch in defelve , daer is ook veel Pluym -gedierte , vrugten , Maiz, Tar-
we (dog dieis in allen deelen fogoed níet als die van Mixco ) honig en het
fchoonfte water van geheel die Land-ftreecke.
Het Vlek felve werd in de Indiaenfche Tale Pdw^c genaemt ,nadenaem
van een vrugt, welke men aldaer in overvloed vint.
Aen het Noorden en Zuyden van die Valeye zyn heuvelen , welke voor
een groot gedeelte met Tarwe befaeyt zyn, ook valt hetdaer beter als be-
neden in de Valeye.
Aen het Weften zyn twee andere Vlecken , grooter dan die van Finóla en Barmeas,
Mixco , hare namen fyn Petapa en Amatitlan, om daer te komen , vintmen
ín het midden van de Valeye eenige Plaetien die wat oneffen zyn , en in de
welke men openafmoetgaen,fy noemen die Bar amar, men vint defelve
K k 3 . Beec-
íkíchryvin-
ge van Pe-
tapa. ~
Mojarra
eeo Viích.
Goede or-
dre om
Guatimala
van Viích
te veríor-
geii.
260 IíI.Boeck. VoyagievanlhomasGage III. Cap.
BeeckenendeaengenameFonteynen, ookfchoon gras tot het voedfcl van
Schapen ende ander Befíiael.
Petapa is een Vleck , in het welke omtrent vyf-hondert In woonders zyn,
allefeerryck ,fy laten de Spaigniaerden toe , onder en nevens haer te woo-
nen , en van haer hebben fy goede manieren 3 en de wereldlijcke en borger-
lijck Converfatie geleert.
Door dit Vlek moetmen pafferen als men van Ccmayagua > St. Salvador ,
Nicaragua en Cofla-R^ca komt ; DeCs Plaetfe is door dat meenig vuldig paf-
feren van Reyfigers feer verryckt.
Men hout defelve voor een van de aengenaemfteVIecken van alle die on*
der Guatima'ia behooren, en dat door een Meer van foet water , dat daer na-
by legt > en met veele Vifch vervult is 3 voor al met Kreeften en een feeker
foortevan andere Vifch Me/dm* genaemt, defelve gelyckt wel naeenMa-
kereel , ende heeft defelve fmaeck, alleen valt hy fo groot nier.
InditVleek is een feeker getal van indianen, welke laft hebben om de
Viiïcheryete beforgen , en om de Stad van Guatimala daer van te voorfien;
fyzyn gehouden allewocnfdag', vrydagen faturdag, het getal van Kreeften
en Mo) arras , dat de Corregidor en de andere Magiitraten, die nevens hem
nog aght zyn , haer bevolen hebben , yder weeke op te brengen.
Ick kan dit Capittel niet wel eyndigen > fonder alvorens den Lefer in be-
denken te geven , of hy kan twyffelen , dat de wraeke Godts fouderede we-
ien j wanneereenige andere Europifche Natie , dan de Spaeniche, haer vlyd
wilde aenwenden , om defe Landen den Koning van Spaignien te ontwel-
digen, want alle goede ordre, waer van wyhiergefproken hebben >beftaet
niet dan in een groóte onreghtvaerdigheyd , door dien fy de indianen ., uyt
welkers Landen fy foo veele fchatten ende ryekdom trecken, daerby-na
niet dan ilagen voorgevende evenwel met yets gerings fouden vergenoegt
zyn 5 ook is hetfyanPalomeque niet alleen , welke foo Godtioofélyckende
onreght/aerdig leeft , gelijck den Lefer dat uyt het fevende Capittel , van dit
felve Boeck fal befpeuren , in het welcke wy van dek ftoffe- wat ruymer
handelen.
HET
Ill.BoECK.DoordeSpaenfchePFeft-Indien. IV.Cap. 261
HET IV. CAPITTEL.
Naems-oorfpronck van Petapa. Coninghlycke Familie te Pe-
tapa, indianen fyn weeft allefeer tot den dr amk genegen.
Privilegien van den Gouverneur vanFctapi. Maghtvan
den Vnefter van dat Vleck. Praghtigh Kerck-aeraedt.
Jaer-merckt 1^/2 Petapa. Stier-lof en. Hiftork ;van. Seba-
ftiano Savaletta. Syn ryckdom. Tweederhande Suycker-
molens. Trapiches en ingenios. Befchryvmge van de Suycr
ker-molen van Avis. Befchryvmge van Amatitlan. War-
me baeden te Amatitlan. Sm om eenfoet Meer gevonden.
Merckt-plaetfc van Amatitlan. Dubbelden Ooghft in de
Valeye van Ivlixco. Vremde maniere vandorjfchen. ¡Von-
dere maniere van het Landt meften. Sr. Lucar. Wonder-
lycke getempertheydt des Climaets van dat Dorp, doet het
Koorn merckelyck vermeerderen. Hoemen het Koorn be-
waert. Swackefituatie van Guatimala. Moeyelycke paf-
fagie. Aengename weg. Beftuyt des Capittels.
E naem van Petapa henzet uyt twee Indiaenfche woorden.waer van
het eene , dat Pet is, een matte beduyd , ende het andere Thap, be-
ceekent waterende door dieneen matte,hetvoornaemite gedeelte
van .iet Bedt der Indianen is , foo is het woord Petapa eygentlyck een Bed-
de van water gefegt, en dit is dus uytgevonden,om dat het water van het
Meer, meeft altoos ftil, kalm ende vermaeckelijck is.
Daer woont onder andere een geflagt,dat onder delndianen feer conüde-
rabel is^en fegt dat het felve af-daelt van de oude Koningen van dat Land ;
De Spaigniaerden hebben het felve tot nog op heden doen pronken met den
edelen naem van Guynav, Het is uyt die Familie, datmen den Gouverneur
vandiePlaetfeverkieihdüghy ftaet onder de Stad ende Kamer van Julti-
tie van Guatimala. ■ r
Die geene die er Gouverneur was , ten tyde van myn verblyr aldaer } was
■DomBanard de Guarnan genaemt,hy hadde dat Ampt langen tyd bedient,met
groóte vooríigtigheyd ende veel difcretie > tot foo verre , dat , hy heboende
door den ouderdom üjn gefigtverloremmen fyn SoonDom Pedro de Guarnan
iníijn plaetfe ftelde , welke foo wel als fijn Vader , van alle de andere India -
Naems-
ooripronck
vnaPetapa,
Koninglyc-
ke Familie
te Petapa,
III. Boeck. Voy agie vanThomas Gage IV. Cap.
Indianen nen ge"eert en ontfien wierde, ende ten zy fy niet wat teveel tot den wyn
íyn ieer ge- en^c aet dronken drinken hadde genegen geweeft , foo als dat meeft alle de
negen toe Indianen doen , fyfouden het Gouvernement over een Spaeniche Stad ge-
den drank, meriteert hebben.
Hoewel defe Gouverneur den degen niet mag dragen, foo als die van het
Indiaenfch e Cbiapa wel doet, foo heeft hy dog evenwel veele andere fchoo-
Privilegien ne Privilegien ; hy mag uyt de Inwoonders die geene kiefen, welke hy
van den begeert dat hem op het middagen avondmael fullen dienen , dieopfyne
Gouver- Paerden fullen paffen , die voor hem fullen gaen Viflchen , houtaen lijn
neut van Huys brengen, en generalyk alles doen dat hy tot fijnen dien ft van nooden
Petapa. heeft» dog niet tegenftaende hy alle defe magt enauthoriteyt heeft , foo
vermag hy niets te doen , het fy het felve de Politie van die plaetfe betreft ,
Maght van het fy het de executie vandejuftúieraekt,dan methetadvis en de toe-ftem-
den Priefter minge van die Religieus die in dit Vlek woond , die ook fo vele Perfoonen,
van net fel- weikc verpligt zyn om hem te dienen en voor hem te Viflchen , heeft , dat
ve Vleck. j^y aj iüo heerlyk als een Biffchop kan leven.
De Indianen oeffenen daer oock meeiï alle de hand-wereken die men in
een welgeftelde Republicque van nooden heeft , ende men vind'er defelve
kruyden ende vrugten welken men in Guatimala heeft.
Praghtic Het Trefoor van de Kercke is'er feer groot , door dien'er veele Gebroe-
Kerck-° derfchappen van onfe Vrouween andere Heyligen zyn, welkers Beelden
cieraedr. me': koftelyke Kroonen , Ketenen en Braceletten verciertzyn, behalven de
filvere Lampen, Wierook-vaten, ende Kandelaers om op de Altaren te
fetten.
De voornaemite Feeft-dag van die plaetfe , is die van St. Micbiel , om dat
Jaer- merkt het Dorp aen dien Heylig istoe-gewyd, menhoudt'eropdiedageen Jaer-
yanPetafa. merekt , op dewelke veele Kooplieden van GuattmaU komen, om te kopen
ende te verkopen.
De na de middag van dien dag , foo wel als de geheele volgende , werdt
Stier-lopen -met Stier-lopen door de Spaigniaerden en door de Negers door-gebraght ,
defe fitten te Paerde , ende dan fijn'er nog andere Indianen te voet , welke
dikmalen dronken zynde , haer 1 even niet alleen daer ligtelijk in de waegh-
fchalefteilen, maer ook veel tydts verliefen.
Behalven den grooten toe-loop van Volckdat'erin die tydt komt , foo
werdt'er ook alle dagen , tegen vyf uerennade middag een Tianguet ofte
merekt gehouden , dog op defelve fietmen niet dan Indianen , welke met
malkanderen handelen.
Daer paiTeert ook dighte voor by dit Vleckfeekere Reviere, welcke op
eenige plaetfen niet ieer diep is , zynde die ligt te door-waeden \ defe dient
haeromhareTuynente bevoghtigen foo wel als hare Ackers, oock^doet-
men-door defelve een Molen om lopen , welke de meefte Inwoonders van
de Valeye van meel beiorght , brengende defelve hare Tarwe aldaer te mae-
len.
Een
IILBoECK.DoordeSpaenfehetFeJl-Indien. IV.Cap. 263
Een half-uer van dat Vlek is een ryke Pagt-hoeve met een Suykermolen,
defe behoort aen feeker Perfoon Sebafliano $ avala t a genaemt3hy is een Bif-
cayer van geboorte ; hy was feer armen behoeftig doen hy in die Landen
quam, en hy diende een van fyne Landts-genooten, maer hebbende door
fijne konft en arbeyd middel gevonden , om een Muyl-efel of twee te kopen,
foo begaf hy fig om langs het Land te gaen handelen > tot dat hy , door fijne
winlte, middel gekregen hadde, om een geheele troup van feftig Muy 1-efels
te kopen , door dewelke hy fig ioodanig verrykte> dat hy veele Landen om-
trent Petapa aenkogt, welke hy bequaem vindende om Suyker te teelen,be-
gaf fig daer toe, met fo veel fucces,dat hy daer ter Plaetfe een gantfch heer-
lyk Huys deede ftigten , in het welke , de meen e luyden van Conditie, uyc
de Stad Guatemala fig dikmalen gaen diverteren.
Hy doet een groóte meenigte Suyker maecken , van dewelke hy een ge-
deelte in het Land verhandelt, en het overige fend hy naSpaignien-
Hy onderhoudt gemeenlyckfeftig Slaven op fijne Hoeve , ende daer toe
doet hy in fijn Huys foo wel aendiflchen , datmen hem voor edelmoedig en
liberael houd, ookfegtmen dat hyten miniten vy f mael hondert duyfent
ducaten ryk is.
Een halve myle van fijn Huys aflegt noch een andere Suyker-molen ,
welke men Trapiche noemt , dele behoord aen het Cioofter van de Ordre
van St. Auguftinus binnen Guatimaia, op defelve fijn omtrent twintig Sla-
ven, men noemt defe Trapiche , om dat men met de inftrumenten , daer
mede men fig op defelve bediend , foo groóte een meenigte van Suyker-ried
niet malen kan , als men wel doet op de molens die de Spaigniaerden Inge-
nios noemen.
Het Vlek Amatitlan legt daer maer een mi jle van daen , digte by het fel ve
is een Ingenio ofte Suyker-molen , grooter als die van Savaletta , men noemt
die gemeenlijck de Suyker-molen van ^/i,omdatdeStigter van defelve
die naem voerde , dog voor als nu behoort die aen de Poft-meefter van Gua-
timaia > Pedro Crefpo genaemt.
Dc(q Plaetfe fchijnt weleen kleyn Dorp tewefen, teroorfaeke vande
meenigte van Hutten , alle met ftroy bedekt , die daerzijn, in defelve woo-
nen de fwarte Slaven die daer op arbeyden , die met Mannen, V rouwen ende
Kinderen meer dan hondert ilerck zijn.
Het Huys van denEygenaer is (eer wel getimmert,zijnde groot en ruym,
en bequaem om hondert Perfoonen te huys-velten.
Door dien nu defe drie Suycker-molens dighte by Guatimaia leggen , foo
contribueren fy ook veel tot de rijkdom van die Stad , en tot den handel die
men uyt defelve op Spaignien dryft.
Hoewel'er in Amatitlan foo veel Spaigniaerden als te Petapa niet zyn , fo
vint men daer ín tegendeel weder veel meer Indianen.
De ftraten fijn'er feerwelgeordonneert, ruym,regten regulier , doch
fy fijn niet geplavey 1 9 en men gaet'er op de bloote aerde ofte op het fant.
L 1 Men
Hiftoric
van Sebafti"
ano SavOr
letta.
Syn ryck-
dom,
TweeJer-'
hande Suy-
ker molens
Trapiches *
end- Inge
Befchry-
vinge van
de Suyker-
molen van
Avis.
Befchrj-
vinge
van Ama"
tit/atf.
I
Warme ba-
den teAma-
Sitian.
Soutaenecn
ioet Meer
gevonden.
Merekt-
plaetfevan
Amahtlan.
Dubbelden
Oogft in de
Valeye van
Mixto*
364 III. Boeck, Foyagie van Thomas Gage IV. Cap.
Men geniet daer mede alie de voordelen van het Meer , en de Inwoon-
ders fenden mede Vifch n&Giiattmala, opdefelve daegen als die van Pe-
tapa.
Hoewel nu defe Plaetfe buyten den weg , die door de Reyiïgers gebruylct
weit, legt, foozyndog de ïnwoonders daerorn niet minder wei-varende
dan die van P^/^doordien fy groóte winften trecken van die gene, welke
uyt de Stad van Guatimala en de omleggende Plaetfen , aldaer in de baeden
komen , want daer zyn eenige warme wateren, welke men feer geiont hout
te weien , en die daerorn in hooge aghtinge werden gehouden.
Het Dorp verrykt fïg ook door het fout dat daer gemaekt werd , of dat
men veel eer van de kanten van het íoeteMeer verfamdt,want alle morgen
vinrmen het daer op de aerde als een witte ryp leggen jde Indianen rapen het
op , ende fuy veren het na dat fy het verfamelt hebben , foodanig dat het feer
wi t , en tot het gewoone gebruy k bequaem werd.
Daerenboven trecken fy nog gewin vandeMuyl-efelsvande naby gele-
gene Plaetfen van de Valeye > men brenghtdie orneen geheelen dag ofte
morgen-Hond op die foute aerde tegaen weyden,en men geeft vyf ftuy vers
voor yder MuyJ-efels des daegs, men heeft door de ervarenthey t bevonden,
dat ditdefelve robuft en fterkmaeckt, enhaer meer goed doet dan eenige
medicyne,jae felve dan het ader-laten.
Sy dry ven ook grooten handel met Catoen ende vrugten > waer van fy
een groóte overvloet hebben, de Merkt-plaetfeis mede feer íchoon j ende
met heel fraeye O!m.boomen,die van een boven-gewoonlyke grootte zyn,
overfchaduwtj onder defelve begeven fig de Indianen alle na de middags,
om daer het geene Cy van nooden hebben ie kopen s ende hare eygene Wa-
ren te verhandelen.
De Kerke van die Plaetfe is mede feer wel getimmert , en foo fchoon als
eenige die in Guatimala is ; (y is foo ryk ende magrig , dat fulcks in het jaer
van 1635. de Religieufen van de Ordre vanSt. Dominicus te Guatimala
verplighte > daer een Prieurye af te maeken , welke het gefag heeft over alle
de andere Dorpen van de Valeye jfy houwdendaer een feer pragtigKloo-
fter,in rnynetyd waren in het felve acht duyfent Ducatenin een koffer op-
gefloten, tot verval van de gewoodlyke verteeringen en onkofien, die buy-
ten t wyffel > federt die tyd , feer zyn toe-genomen.
Op defe wyfe nu hebbe ik den Lefer vertoont de geheele Valeye van Mix-
co , Pinola,Petapaen ámatitlan» welke in rykdom voor geene Piaetie, on-
der Guatimala Itaende , behoeft te wyken.
Ik moete even wel niet vergeten te fpreeken van een dubbelden Oogfl: die
men in die Valeye infamelt.
De eerfte beftaet uyteenkleyne ioortevan Koorn ,het welke men Trigo
Trimefino noemt , het is een woort dat uyt twee andere Spaenfche beftaet ,
te weten, tres Mefesy ofte in het Latynm/ Menfes , dat drie maenden be-
teekent, om dat het felye , drie maenden naerhet gefaeytis, ryp wordt,
ende
* '■
Ski
III.BoECK. Door de SpamfcheWeJl-Indi'ên. IV.Cap. 265
ende bequaem isom gemaeyt te worden jfoodanigh dat het, in het laec-
ftevan Auguftusgefaeyt werdeode, iri het laetftevan November werdtin
ge-ooghft.
En niet tegenftaende dat het fchynt, dat het door fyne kleynte, niet veel
meel foude geven, foo leverddatdogfoo veel uyc als hare andere foorten
van Tarwe , het brood dat daer van komt, is ook ¿1 immers fo wit, dog hec
wil niet lang bewaert zy n , maer het werd ten eerften droog ende hard.
De andere Oogft , welke uyt tweederhande Koorn beftaet, het eene fyn- Vremde
de root, ende het andere wit , als dat van Candía, volgt aenftonts na het maniere
infamelen van defe drie maendige Tarwe , want men fmyt de feyffens in de van dort-
luimen eenweynigna Kers-miiTe, ende het is als dan niet alleen te degen lchen'
ry p , maer in plaetfe van het op Gerven te fetten , ende te laten drogen in de
Schuereri , io doen fy het door Merrien met voeten treden , in dorich-vloe-
ren , die fy daer toe expreffeli jck maecken.
Alshetnugedorftis,enuytdeaderenten voorfchyn gekomen door hec
trappen der voeten van de Merrien , welcke mengedurigh metde fweep
voort dry ft, opdatfy, ionder ftil-itaen , altoos ront-om den dorfch-vloer
fouden lopen , dryftmen daer op de Merrien daer uyt , ende men want hec
Koorn, datmen daer na in facken doet , om op de folders gefloten te werden,
latende het kaf en het grootfte gedeelte van het itroy op het veld , dit verroc
daer dan , endefy aghten het foo goed alsBeefte-dreck3 om het Landt te
meften.
Sy brengen oock vyer op het Veld , om de ftoppelen te doen verbranden, Vrem4e
ende tot affe te brengen , dit doen fy een weynig voor de eerfte regen-tydt, manier van
defen regen dan vallendcdoorweykc die affe, en dryft die in de aerde, wel- nee Land te
kefy vetmaeckt, fy aghten dat dit de gemackelykfte, profycelyckfte ende raeiten.
befte wyfe is om de Landen te meften.
Andere die een nieuw ftuck Landts, het welke vol hout ftaet , willen
gaen bebouwen , doen alle de bomen at-kappen >ende hoewel het hout dik-
malen goed is om te timmeren ofte tot de Scheeps-bouw , foo fullen fy niec
een ftuck daer van verkopen , ende fy willen de moey te niet doen van het te
Guatimala te brengen, hoewel fvdickmalen voor meer dan twaelfduyfenc
guldens , fo het in Engeland was , by malkanderen hebben , maer het is daer
ín foo groot een menigte , dat de vragt haer meer foude komen te itaen , dan
fy daer van maecken fouden.
Als nu de Boomen zy n af-gekapt laten fy die droogen , en eer het regenen
Van het Winter-faifon begint , foo fteecken fy den brandt in geheel dac
veldt, om het hout te doen verteeren, welckersaffe het Land ioo vet ende
vrughtbaer maeckt , dac , in plaetfe daermen in Engeland drie mudden ofte
meerineen Mergen Land fmyt, hier dickmalen een mudde, ja noch min-
der , genoeg is , want het foude anderfints te dighte by malkanderen opko-
men, ende fich onderlinge verfticken , waer door fy haren Ooghft foude
verliefen. 'r! , ,
LI % Defel-
111
wmm
i66 III. Boek. Voy agie vanThomas Gage IV. Cap.
Defelve iakedoen fy medeindeweyden van de Valeye, want op heteyn-
de van de maendt Mey , wanneer bet gras kort is ende verwelckt,foodanig
dat het foo dioog als Hoy werd , fteekenfy het vier daer in , het welke die
Valey e teenemael fwart doet fchynen , ende onaengenaem aen het gefighte
maektj Dog den regen heeft daer geen tweeadrie malen opgevallen, of de
Aerde/nare voorige aengename groente weder vertoonende3noodigt die het
Vee , datmen onderwijlen op een andere plaetfe heeft doen weyden^om
daer een nieuw voedfel te komen halen , en om op defe fchoone groene Ta-
py ten te komen ruften.
Dog het is tijd dat ick my weder aen de andere zijde van defe Valeye, by
de Reviere van de Koeijen begeve , waer van daen ik de ronde om deie Va-
leye hebbe begonnen te doen, en van het Ooften na het Weften ben af-getre-
den , tot aen het Dorp van Amatitlan toe , het welke het meefte van defelve
is af-gelegen, om den Lefer ioo te doen bemerken, de kleyne weg die'er nog
tot aen Guatimala toe is af te leggen.
Het is waer > dat'er van de Eremitagie van onfe Vrouwe af, eenengen
weg door het midden van de Valeye loopt , die byna tot aen Amatitlan toe
firekt , en 'iaer na de reghte handt af op een Gebergte af- wijekt.
Dog door dien men daer dikmalen moet op en neder klimmen , en dat'er
veele moeijelijke diepe wegen re paileren zijn , foo is dat den gewoonlijken
en meeft betreden weg niet, als men aen de Eremitagie aen de rechter-hand
van Mixco komt, dat maer vyfmylen van Guatimala legt.
St Lucar Van Mórco loopt de weg al klimmende opeen Heuvel , defelve brenghr
de Reyiïgersin een Dorpdat een weyniggrooteralsAÍJXcois, het werd St.
Lucar genaemt, en het is'er feer kout, fcodanig dat die koude gematigheyt
die plaetfe feerryk gemaecktheeft,enhetisdeKoorn-folderen bet Fack-
huys van de geheele Stad van Guatimala.
Wonderlyk Want daer het Koorn van de V aley e , op andere plaetien , niet lange kan
getempert bewaerd werden fonder dat het bederft.en dat'er aldaer fekere klyne worm-
Climaet kens in komen die fy Gurgoios noemen, fo is in tegendeel het Climaet in defe
van dat Plaetfe \znSt. Lucar ïo welgetempert>dathetKoorn daer twee a driejaren,
Dorp, doet na dat het gedorfchtis, goedblyft,mitsdatmen forgedrage van het fom-
het Koorn wylen te verfchieten , en foo het welopgeiloten is , vermeerdert het fooda-
inerckelyck nig, gelijk ick by ondervindinge ielfs op de plaetfe gefien hebbe, datmen
vermeerde- na verloop van een Jaer , op een Solder , op dewelcke men twee hondert
rcn* mudden Koorn gelegr heeft , twee-hondett en twintig vind.
Hierom is het datmen in dat Dorp 3 het meefte Koorn dat in die Valeye
gewonnen word,brengt, ook is het vol Schueren , díe fy Trojas noemen}de-
jT fe zijn niet op de aerde neder beyloerd , maer men maeckt daer met planken
het* Koorn een folderingein, welke omtrent een voet a twee van de gront verheven is,
bewaeru men bedeckt die met matten , en op defelve legtmen het Koorn , de ryeke
Kooplieden van de Stad bewaren het aldus vier a vy f Jaren , tot dat het op
ioodanigenprySialsfy wenfehen, komt.
Men
Jl
III. Boek. Door de Spaenfche Wefl -Indien. IV. Cap. 267
Men heeft nog maer drie kleyne mijlen af te leggen, om van defe Plaetfe Milpas.
tot aen Guatimala te komen , oockvintmen maer eene Baranea ofte diepen
weg tuflchen beyden , onderwegen heeftmen aenbeydede zijden kleyne
Dorpen, welke fy Milpas noemen , defelve beftaen gemeenlijk uyt twintig
Hutten.
Op het midden van den weg is een Heuvel, van defelve ontdektmen de Swacke ñ-
gebeele Stad, en defe hoogte Commandeert over defelve foodanig> dat- tuatie van-
men met twee groóte ftucken Canon,geheel Guatimala in vreefefoude kon- Guatimala.
nen houden.
Dogbehalvendefen Heuvel, over dewelke de gewoonlijke weg loopt,
21'jn'er noch meer voorwaerts ter rechter ende ter flincker zijde andere Ge-
bergten , welke meer aen de Stad naderen , en feekerlijk men foude van de-
fel ve geheel Guatimala konnen met Gefchut plat fchieten, als al defe Heu-
vel te verre daer van daen was.
Men vindeen feer fchoone weg, wanneer men defe Heuvel is af-geklom- Moeijdyke
men » fy is-oock feer breed , maer op het midden werd fy vry wat naeu wer Pauagie.
gemaekt door het Gebergte>dog dat duert niet langer dan een fchoot weegs,
maer defe plaetfe valt feer moeijelijk te palieren, ter oorfaeke van de fteenen
eneenige kleyne Rotfen, welke men in een fterk- vlietende Beek, die van het
Gebergte na de Stad loopt, vind. .
Maer by een kleyne Eremitagie , welke na St. ^«¿mgenaemt is , begint fig mg0!?1?"
de weg weder allenckskens te verwijden , en daer ontdektmen Guattmala e^*
weder, dat een aengenaem gefigte voor de Rey íjgers geeft, dewelke door
een fandigen weg nade plaetfe gaen , daer fy wap denken uyt te ruften , oock
vinden fy niet minder vermakelijk de foete groente van de fchoone Alle'en
welke fy tot aen en in de Stadt toe ontmoeten , en die altoos voor alle gaen-
de en komende Perfoonen open ftaet , het fy van de zyde van het Cloofter
vande Jacobynen, ofievande kant van de Kerck en van het Cloofter van
deReligieufe Dochters de la Conception.
Na dat ick nu den Lefer dus geleyd nebbe van Gol f e Dolce af, tot aen Gua- Befluyt des
timala toe, en hem alles vertoont wat op die wegen aenmerkens waerdig is, Capictcls.
foo fal icktedefer plaetfe niet feggenvande andere Landen , welke na de
kant van Nicaragua gelegen zy nde , onder defe Stad behoren , tot dat ik fal
komen tot myne wederom Reyfe, die ik dien hoeck uyt-nam; De weg tot
aen Bjalejo toe hebbe ik al voor defen befchreven.
My is nu noch overig het Land van Vera-Pa^ , en den weg daer toe gaen-
devooroogenteftellen,
LI
HET
s68 III.Bqeck:, Foyagie vanThomas Gage V.Cap*
HET V. CAPITTEL.
Oorfpronck van den naem van Vera-paz. Befihryvinge van
die Provincie. Coban. Ongetemde Indianen beletten den
handel mjfchen Guatimala ende Jucatan. Hiftone van de
Re)fe vanfeeckeren Religieus. Handel van die van Vera-
Paz of de Golf. Koopmanfihappenvan het Land vanVe-
ra-Paz. Wegvan Guatimala ^Vera-Paz. Befchryvin-
ge van het Geberghte van de Sacatepeques , de Dorpen
daer op, ende de Jnwoonders van defelve. Groóte mildae-
digheyt van eengodtloos Indiaen. Bouquetten pluimen die
te huergaen. Ongemackelycke en gevaerhcke wegh op den
Berg Rabinal. Befihryvinge van de Faleye van St. Ni-
colaes. Robinal een Jeer fchoon Vleck. Isfeer overvloeyen-
de van allerhande vruchten ende leeft oght. Praghtig tra-
Bement van Frater Juan Baptifta. St. Chriftoffel Een
groot Meer door Aerdt-bevwge ontjlaen. Bejluyt van het
Capittel.
DF, Provincie van Vera-Va^, dat waere Vrede gefegt is, heeft die
naem gekregen , om dat de Indianen van dat Land , hebbende ver-
itaen hoe dat deSpaigniaerden G«¿¿*>»4/¿ nevens de na-burigeLan-
den hadden vermeeitert , iïg aen defelve vreedfamelyk, ende fondertegen-
ftant te bieden, onderwierpen.
Voor defen was dit Land een Diocefe ofte Biffchoppelyke Jurifdictie op
íijnfelven,dog)egenwoordigishetbydievanG«4í/»24/4gevoegt. ■
Het werd door een Alcalde Major , ofte Prefident , welke men uy t Spai-
gnien fencU geregeert, dog hy dependeertaen de Koninglyke Audiëntie,
ofte Kamer van juititie van Guatimala.
De Hooft-Stadt van die Provincie is Coban genaemt, in defelve is een
Cloofter van de Religieufen van de Ordre van St.DominicuSjen den Alcal-
de Major houd daer fijne gewoonlyke refidentie.
De Spaigniaerden hebben defe Provincie nog niet geheel onder gebragr,
hoewel fy daer feer dikmalen om hebben geftreden regens de Barbarifche en
ongelovige Volkeren , welke tuflchen defelve en fycatan inwoonen.
Ongetera- Sy fpannen alle hare kragten aen , om defelve te dempen , en om fo door
Oorfpronk
van de
naem van
Vera-Paz.
Befchry-
vingevan
die Provin-
cie.
Coban,
-5
III.Boeck. VoordeSpaenfchelFeft-Indïén. V, Cap. 269
¿are Landen een weg na de Stad Campin, welke in \ucatan legt , te banen
en foo den handel , fe Lande , met die Provincie te beveiligen , welke men
gelooft dat feer voordeelig aen het Land en de Stad van Guatimala ioude
zyn, ende een veel feekerder 'wegbmhare Koopmanfchappen na de Ha-
vana te brengen , dan door de Gclfo Dolce , om dat dickmalen de Scheepen ,
Welcke uyt die Golf, n& de Havana loopen,door de Hollanders genomen
werden.
Dog de Spaigniaerden hebben , tot nog toe, dat Defièin niet konnen vol-
brengen, want fy hebben, in dat Barbanfche Volck, altoos fokrsgtige we-
deritandgevondensdaihet haer niet mogelyk is geweeih defelve onder te
brengan , ende te vermeeiteren-
Da\ alles niet tegenitaende , was'er een Monick, die een van myne goe-
de vrienden , ende van mynekenniffe was, welcke het waegde onder dek
woefte Menfchen te gaen , en hy paffeerde , door twee a drie Indianen ver-
feit , dwarfch door haer Landt heenen , tot aen de St*ad Campin toe , aldaei
vond hy eenige Spaigniaerden > welcke haer feer over dat fijn ilout beitsen
verwonderden , hem vragende hoe hy fijn leven op die wtgh hadde derven
hazarderen.
Hy quam daer na weder te Coban , ende van daer te Vera-Pa% , alwaer hy
het verhael van fijne Reyfe dede , feggende , dat die Volkeren ,fiende dat hy
hare Tale fprak , en dat hy , ten turen opfigte , nederig en beleeft was , hem
mede feer wel hadder» onthaeld , vreefende , feyde hy , dat , fo fy hem het le-
ven benamen , de Spaigniaerden, om daer wrake van te nemen , haer noyt,
voor dat fy traer hadden uytgeroeyt> (ouden laten ruften.
Hy feyde oock dat haer Land veel beter was dan dat van Ver a-P a\ > het
welcke ., ioogefegtis, door de Spaigniaerden » vermeeftert is , datinhet
felve een feer fchoone Valeye , ende in defelve , een Meer , was , op de kant
van het welcke een groóte Indiaenfche Stad lag , die, ten miniten , door
twaelf duyfent Indianen bewoont wierde, en welkers Hucten alle van mal-
kanderen waren af-gefcheyden.
Defe Monick heeft daer na een befchryvinge van dat Land gemaeckt,
ende hy voer over na Spaignien } om het Hof aen te moedigen tot het Def-
fein van dat felve te gaen ovenneeiteren , door het voordeel dat de Stad van
Guatimala en de Provincie vznfycatan fouden trecken , foo men eens een
wegitufTchen die twee Provincien,tot hare mutuele Communicatiejkonde
uytvinden.
Dog hoewel de Spaigniaerden van^ra-P^aen die zyde,door dat woeite
Volk beflooten werden , foo hebben fydog, aen de andere zyde, den weg
»a Golfe Dolce open , fy handelen in defelve met de Scheepen die daer komen
anketen, brengende aen defelve Pluym-gedierte,en andere foorten van leef-
togt :di> in dat Land vallen, en fy voeren Wynen en andere Spaenfche Wa-
ren in de Stsd van Coban te rugge.
Het Landt is íeer oneífen ende Berghaghtig , en hoe wel'er eenige taeme-
lyck
de Indianen
beletten den
handel tuf-
fchen Gua-
timala ende
Jucatan.
Hiftorie
van de Rey-
fe van ieker
Religieus.
Handel van
die van Ve-
ra-Paz oj?
de Golf.
270 III.BoECK. Vbyagie vanThomas Gage V. Cap.
íijcke groóte Vlecken in zijn , foo vintmen'er doch maer drie a vier van ee-
nigaenfien.
De voomaemfte waren die daer vallenen vooreerft de Achiotte , welke
de befte van geheel het Land van Guatimala is,dcdo,Catoen, Won\gtCaJJia%
Saifaparilla , en Mai\ in feer groóte meenigte , dog daer valt geen Tarwe.
Daer isoock veel Wafch , Pluym-gedierte , Wilt-braet , en Vogelen van
verfcheydenecouleuren, van dewelke de Indinen de vederen ,tot veleaer-
dige werken , gebruyken , evenwel komen fy by die van Mechonean niet te
paffe; rnen vintdaer veele Perroquiten, Apen en Meer-katten > welke op
her Gebergte weten dekoft rekrijgen.
Den weg om van Guatimala in dat Land te komen , is defelve die na de
Golf leyd , tot aen het Dorp St. Lucar toe , van dewelke ick hier boven ge-
fprookén hebbe , en van daer ft rekt fy fig over de Heuvelen en het Gebergte
dat aen de zijde van de Valeye van Mixco legt.
Sy werden de Bergen van de S acatepeque genzemt 3 meteen naem welcke
beftaet uyt twee Indiaenfche woordekens Sacate en Tepec : Hetiaetfte bete-
kent een Berg , en het eerfte gras, foodanigdatde famenvoeginge van die
woorden , eygentlijk Gras-hergen beduyt.
Op defelve zijn vier aenfienlijke Dorpen, het eerfte is St.fago genaemr.in
de Dorpen ^ W(:^a vyf.hondert Huys-gefinnen zijn , het tweede St. Pedro ,en daer
dlnwoo*" fyn'er fes-hondertin .Het derde St. fyan, dat mede fo groot is, en het vierde
ders^ande- St. Dominicas van Senaco} en daer vintmen omtrent drie hondert Familien.
Koopman-
fchappen
van het
Landt
van Vera-
Paz.
Wegh van
Guatimala
na Vera-
Paz.j
Bekhry-
vinge van
het Geberg-
te van deSa-
catepeques
felve.
Defe vier Dorpen zijn alle feer rijk, hetClimaet is feer kout inde twee
eerfte, doch in de twee laetfte weder warmer , ende omtrent defelve zijn
veele Hoeven, op dewelke men veel Tarwe en fchoon Koorn aen teelt > foo
wel als Mai$.
Defelndianen vallen vry moediger dan die van de andereDorpen die daer
omtrent gelegen zijn,en fy ftonden, doen ik'er was, op het Poin¿t om tegens
de Spanjaerdente rebelleren en op teftaen,doordienfy haer mishandelden.
Groóte mil- De Kerken zijn daer uy tnemende koftelijken en praghtig , en men vont
dadigheydt daer een Indiaen,ten tijde van mijn verblijf in dat Landt, die uyt het Dorp
van een van St.fago van daen was, welke door eenydele begeerte tot wereltfche
glorie , fes duy fent Ducaten aen de Kerke van die Plaetfe gaf , en evenwel
bevont men daer na , dat hy op het Vogel-gefchrey en andere Heydenfchc
dingen aght gaf, en dat hy een Afgoden-dienaer was,
Bouquetten Defe Indianen winnen veel door het verhueren van groóte bouquetten
Pluymen Pluymen , men fiet de Indianen fig van defelve bedienen in de Danfleryen,
welke fy , op de dagen dat haer Dorp is ingewijd , aenregten , men vint van
die bouquetten welke feftig Pluymen , alle van verfcheydene verwe , fullen
hebben , voor yder Pluym geeftmen ten minften feven oortjens Hollandfch
geld ,behalven datmen de waerdye van de Pluymen , die door ongeluk, of
verloren werden, ofbreecken , moeten betalen.
Van het Dorp van §t,\uan*ï> dat wel het meefte voorwaertsiegcis de
weg
godtloos
Indiaen.
dietehuer
gaen.
T
III. Boeck. T>oor de Sfaenfche Weft-Indïèn. V. Cap. 2 7 1.
weg feer vermaeckelijck ende vlack , tot aen een kleyn Dorp , van omtrent
twintig Huyfen, zijnde, 5. Raimond genaemt /toe, men moet als dan
een goede dag-reyfen door brengen met op en neder te klimmen , ende door
diepe ende waterige wegen gaen, totdatmen aeneenHutte, op de kant van
een Reviere gebouwt; komt, dit is defelve Reviere die door Acafabafilan
loopt , waer van iek voor defen hebbe gefproocken.
Hier van daenkomtmen aen een Berg die feer fteen-agtig ende vol Rotfen °ngemac-
is,fy wert den Berg i?^wö/genaemt;men heefVer treeden voor deMuyl-efels \fitl
in deRotfen uytgehouwen,wantfo die maer het minfte ter linker ofte terreg- lijckeVeg
terhand quamen te itruykelen,fo fouden fy langs deRotfen in duyfent ilucken °P den
Vallen. BergRaíí-
Dochditgevaeren duert niet langer dan omtrent anderhalve mijle, ende*"
men komt daer nae in een feer fchoone Valeye , welcke den naem van St. Ni-
colaes voert , ende dat door een Hoeve , die aen de jacobijnen van Coban be-
hoort , en die van haer fo genaemt wert,
Hoewel deie Valeye by die \znMixco endeP/Wa niet te vergelijcken is.fo is Befchry-
fy doch, door drie dingen, welcke in defelve gevonden werden,aenmerkelijk; Vnêe ,van
Het eerfte is eenSuycker-molen,welckeSt Jeronimus geheeten wert/y komt vLS!
toe aen de Jacobynen van hetConvent van Guatimalasende is beter als die van colaa*'
Amatitlan, niet alleen in de menigte van de S'uykerdie daar wert gewonnen,
ende die zy,met Muyl-efels,aen geene zijde het Gebergte vanGuatimala bren-
gen,ende in getal van Slaeven,die door twee Monicken beftiert werden;maar
voor al om datmen daer feer fchoone Paerden aenqueekt,zijndediede befte
van geheel het land vanGuatimala ,en feergeagt door alle lieden van middelen
en van a.enfien , welke haer vermaek nemen daer mede door de Stad te ryden.
Het tweede is de Hoeve van St. Nicolaes, welcke alfoo vermaert ende be-
roemt is door de fchoone Muyl-efels die fy uyt-levert,als die van St. Hieroni-
mus doorhaere Paerden.
Het derde is een IndiaenfchVleck/?^/'«ö/genaemt,daer in zijn ten miniten^^7
agt hondert Familien , ende men vint in het felve alles datmen tot levens ge- fcioo"
mackfoudekonnenwenfehen. vleck.
Het Climaet is 'er eer heet dan kout , doch die hette wert getempert , ende
feer gebroocken , door de meenigte van de fchoone overfchaduwde Wandel
wegen die 'er zijn.
Men vint daer niet alleen alle de Indiaenfchevrugten, maar ook die van is Teer
Spangien, als daer zijn Orangie-appelen, Limoenen, Citroenen fuer enfoet, °.ver- .
Granaed appelen , Rafijnen , Vygen , Amandelen ende Daedelen. ?£
Het gebreck van de Tarwe kan die geene , welke het broot daar van liever hande
als dat van Maiz eeten , weynig incommoderen, om datmen defelve, in twee XIVZttn
dagen , gemackelijck uyt de Dorpen van de Sacatepequex daar kan brengen. Sg?
Wat het Vleefch belangt , men vint het felve daar van OiTen , van Schae-
pen, vanGeyten, van Gevogelte, van Kalckhoenen, van Wagtels, van
Patrijfen , van Faifanten , en van Konynen.
M m Daar
!
2ji III. Boeck. Voyagie van Thomas Gage V. Cap.
Daar is ook een Reviere,die di gte voor by hare Huyfen ftroomt, en,de haar
een groóte meenighte van veelderhande flagh van Vifeh uytleverc.
Delnwoondersvan dat Dorp zijn in veele dingen feer over-een-komende
met die van het Indiaenfche Cbiapa, welke fy na-volgen in het aerdig Feerde-
berijden, ende in alle andere foorten vandivertiiTementeri.
Het was in dat Dorp,dat mijn vriend Frater Juan baptifta fijne woonplaet-
fe wilde beveftigen.om aldaar de refterende daagen fijns levens in rulle door te
brengen , naa dat hy Prieur van verfcheydene Plaetfen hadde geweelt , ende
vooral van Chiapa ende Guatimala , ende hy onthaalde my daarop fop prag-
tig een wijfe.dat men met reden hem daar over foude hebben konnen benfpen,
als zijnde het gantfch niet wei-voegende voor Bedel-Moniken, de magmfi-
centie ende de pragt der Vorften te willen naa-volgen.
Van die Valeye af, tot aan Vara Paz , oftewel tot aan Coban , dardaar de
Hooit-Stad van is , vrnt men niet aanmerkens-waa-dig , dan het Dorp
St. ChriftofFel, alwaar tegenwoordig een groot Meer is, van het welke,
foomenfegt, men met geen diep-loot de gront kan vinden.
In vorige tyden vond men aldaar dat Meer niet, doch de grondt, fich in een
fwaare Aard' bevinge geopent hebbende, ende veel Huyfen ingefwolgen, ioo
fag men daar op dat Meer verfchijnen, het welke daar , federt die tyd , altoos
isgebleven, . ,
Van daar tot aan Cohan toe zijn de wegen moeyelijk en met dan Gebergte,
des niet tegenftaande konnen deMuyl-efels van het Land,defdve,op haar ge-
mak , met haere latten , pafferen. "'?■_ . .'/:''
Wy hebben nu eyndelijk de geheele uy t-ftreckinge van het Landt van Gua-
timala door lopen , in het felve zijn veele Dorpen , die meer bevolkten dan
op eenige andere Plaatfevan geheel America, ende indien de Indiaanen inde
Krijgs-konft wel ervaaren, eiïde met waapenen wel voorfien waren, men iou-
de geen quartier van America foo flerk in Volk vinden.
Doch om dat de Spangiaarden haar veragren ende mishandelen, tot foo
verre toe, dat fy haar felfs hare Bogen ende Pijlen niet haten behouden, lijn-
de het feer verre vandaar, datfy Ichiet-geweer, Pieken ofte Degehs fou-
de ri hebben, fo heeft haar dat niet allen den moed benomen, maar ook te
gelijk de affectie, die fy anders, tot de Spangiaarden fouden hebben konnen
krijger!, foodaanig dat defelve , in groóte vreefe moeten itaan , dat die groó-
te meenigte van indianen, in gevalle men in America lande , om het felve
in te nemen , fïg aen de zijde van haare Vyanden fouden begeven , ofte haar
immers nergens toe dienen , als fy al getrouw ende onderdaanig bleven.
HET
'i'
III.Boeck. T)oor decaen/che Weft-Indïèn. VI. Cap. 273
HETVLCAPITTEL
Beklaagelijke Jfaat van de Volkeren van Guatimala. PTer-
gelifkinge tu (fe hen de Indiaanen ende het Volk Ifraèls . Tí e
Indianen nemen toe tegens de onderdruckinge. Verkeerde
'Politie der Spangiaarden. Middelen om de Spangiaar-
den Americate ontweldigen. CMis-Jlag vanfommigeper-
Joonen werdt klaar lijk aangewefen. Kleyne magt der Span-
giaarden in Guatimala. T) eerlijke ftaat der Indiaenen
onder de Spangiaarden. Bedroefde wanhope der Indiae-
nen.
DE ílaat ende conditie van de Volkeren van het Landt van Guatimala Beldaa
isalfoo beklaaglijk ende erbarmens-waardig als die van eenige van ¡ijker/8*
alle de andere Volkeren van America. ftaat van
Want ik kan op eenige wijfe, van haarfeggen, het geene van het Volk t™'
lfraèls wert gefegt m het eerfte Capirtel van het Boek Exodus op het levende G„aiima/a
vers; datfy vrugtbaarvoaaren , ende overvloedelijck -wiejfeben-, endeverweenigvul-
digden , foodanig dat fy magtig wierden , ende het Landt vervulden; hier om
feyde Pharao tot fijne Onderdaancn , in hec thiende veers ; Men mottwijffelijk VergeIl'i-
met haer handelen , uyt vreefe datfy , komende te vermeerderen , ende eenige Oorlog (íhfnáf'
ontfiaande , haar niet hv onfeVyanden vervoegen, ende tegens onsjlryden; Hier Indiaenen
om was het datfy mannen over haar iteldenom haar te doen arbeyden,iteen3 e,nde hcc
kalk ende andere dingen te doen maaken*, met foo groóte geftrengheydt ¡S,
ende wreedtheyd , dat het leven haar te bange wierde door defe dienftbaar-
heydt , ende haar verpligte, de hulpe úqs Hemels , tot hare verloffinge, aan te
roepen.
Hoe wel 'er eenige foorte van onderfcheydt tuíTchen de indiaenen ende het
Volk van Ifraëlis, foo heeft doch defe vergelijkingehaereover-een-komile
in de verdruckinge foo van de een als de andere , en ook in de maniere , op de-
welke men haar heeft gehandek, op datfy niet meer fouden vermeenigvul-
digen , dan men felve begeerde.
Het isfeekerdát de Indiaenen veelelyden door de Slaavernye 3 indewei- De India-
ke haar de Spangiaarden gebragt hebben, en dat fy, des niet tegemlaande, nenne'
daaglijksin getal ende rijkdom toe- nemen , foodaanig dat men daar vreeft ¡^"^
dat fy te magtig fallen worden, ende. uyt haar felven opgaan , ofte fig otfder-
by vreemde Natiën vervoegen , tegens die geens 3 welke haar dus Tyran pi- dr«ciün-
ferea. se* ;
Mm z Want
middelen
po de
Spangi-
aarden
JLn.e ica
te cntwel
274 III. Boeck. Vqyagie vanThomas Gage VI. Cap
Want men laat haar het gebruyck van geenderhande waapenen toe, het
fy dit dan uy t vreefe , het fy dan uy t Jaloufije fpruy 1 , felve niet dat van haare
Boogen ende Pijlen 3 van dewelcke haare Voor-ouders fig voor defen be-
dienden.
%'eikecrie Soodaanig dat de Spangiaarden, hoe wel fy aan haare zyde niet van de kant
pdiinc der der Indiaanen te vrefen hebben , door dien fy ontwaapent zijn , foo fal oock ,
Spaogiaar- wanneer eens een vremde Natie , in den fin fal krygen, ende tragten dat Land
in te nemen , ende te vermeeiieren , defelve , om die.eygene reden , geen ap-
prehenfie voor haar behoeven te hebben , ende foo fal, de Politie , van dewel-
ke fig de Spangiaarden bedienen , om defe Indiaanen te verfwacken , t'eene-
mael tot haare torale ruine ende verderf gedyen.
Want defe groóte meenigte van Indiaanen, .haar in den Oorlog onnut
zijnde , ende fy felve , uytgefondert die in de Steden woonen, fig hier en-
de daar verfprey t bevindende , door foo een wyde uyt-ftreckinge des Lands,
fullen , tegens een kleyn Legerken , niet dan een handt vol Volcks fchynen
te zijn.
Ook zijn 'er onder defe kleynen hoop Spangiaerden weynige diebequaam
zij n om de waapenen te voeren , ende dat kleyne getal en fal niet magtig we-
fen groóte tegenftant te doen , hebbende geen Gefchut.
Ende foo het daar by quam voor te vallen , dat de Negers , ende de Indiaa-
nen, welckefyfoofeer, alsgefegtis, mishandelt, ende daarom oock al-
toos gevreeit hebben , fig tegens haar, by de vremde vervoegden, foo is het
ièecker , dat fy haar uyterfte verderf niet fouden konnen ontvlieden , zijnde *
opdie maaniere, van binnen ende van buyten , aangetaft.
Hier uyt kanmen befpeuren , hoe weynig dat u*e geene gegrond zijn , ende
van fom- met hoe geringen fundament dat fy fpreecken,die daar feggen dat America nu
lotSiPCr" fwaarder foude vallen om te vermeefteren als ten tyde van Cortez3om darmen
werd nu tegens de Spangiaarden ende tegens de Indiaanen foude moeten ftryden ,
klaarlyck <jaar 'er in tegendeel doen niet dan arme naackte Indiaaanen waaren.
aangewe- j^ noude ftaande ¿zt ¿[z feggen gantfchelijck valfch is; want de Indiaanen
waaren in die tyd ftrydbaare lieden, door deOorlogen die fy malkanderen aan
deeden , ende-fy wiften fig ieer wel te bedienen van hare bogen , van hare py-
len , van hare fehigten , ende van hare foorten van waapenen , en het
bleeck in haar ftryden, dat fyuytermaaEen kloeckmoedig ende couragieus
in het vegten waaren , oock fict men fulcks in hare Hiftorien .
Doch nu fijn fy gantfch moedeloos,ende alsfonder herte geworden, foodaa,-
nigdatfyvanvreeie beven , wanneer fy een mnskethoorenloifen ; dit komt
daar van daan , dat fy door de Spangiaarden onderdrukt worden ende ontwa-
pent zijn, die haar felve door een opflag van oogen ofte een fuer en ftuerfch
gefigteeenfchrikophetlijfjaagen, ende daarom zijn fy, indieftaat, waar
in fy fig nu bevinden, niettevreefen.
Men behoeft al immers foo weynig voor de Spangiaarden bedugt te-
"'S' er ïijn , die in die groóte uyt-ílreckinge van geheel het Landt van Guati-
mala y
Misílag
III. Boeck. Tïoor de SpaanfcheWeft-Indïên, VI. Cap. 275
mala, geen vijf-duyfenc Mannen, tot den Oorlog bequaarn, fo uden kon- sFangi-
nenligten. aarden ia
Al foo weynig fouden fy konnen bewaaren foo veel wegen ende toegangen ?natimai
als 'er in vericheydene quartieren van dat Landt zijn, het welke , hoe het *'
grooreris, , hoe het ook beter kan ingenomen worden, omdat, terwijlen
den Spangiaart aan den eenekant falbeiigwefen, methettebefchermen,
het door die vremde Natie aan de andere zijde fal konnen aangetaft ende in-
genomen worden.
De Slaven felve fouden regens haar, in foodaanigegelegentheyd, en om
haare vryheydt te hebben,opitaan,ende eyndelijk de Criolen, welke fy mede
ten uytteriten mishandelen,fouden wel blijde wefen,foo fy haar van deSpaan-
fche flavernye konden verloflen , ende foude veel liever in vryheyd onder een
vremt volck , willen woonen, als langer door haare eygene Natie onderdrukt
worden.
Deftaat der Indiaanenis in die Landen foo ellendig, dat haar levens con- Deerlijke
dmed immers foo miferabel isalsdievandeSlaaven, hoewel de Koning £íea
van bpangien door fijne Onderdaanen aangefogt lijnde, om die tot Slaa ven onderde
temaaken, fulks altoos heeft geweygerr. Spaanfche.
Ik heb 'er eenige gekent, welke, als fy van den dienít ende het werk
derSpangiaardenafquamen, ende daar voor niet dan que tfuuren ende flaa-
gen ontfangen hadden,op haar bedde gingen leggen,in voornemen van liever ' ■
te tterven,als langer een leven met foo veel ellenden ende miferien vervult te
ley den , ook weygerden fy alle foorten van voedtfel ende verfterkinge
die haare Vrouwen haar aanboden , willende veel liever van honger iterven
als haar leven verlengen.
Het is waar dat door mijne aanporringen, fommige haar hebben laaten Deerlijke
bewegen om liever te leven als Eygen-Moordenaars te willen zijn, úmiE&SF.
ook waaren 'er andere, die alle foorten van vermaningen ende voedtfel ■?«.
verwierpen»
Mm
HET
276 III* Boeck. Voyagie vanThomas Gage VIL Cap,
HET VIL CAPITTEL.
OP wat pretext de Spangiaarden den dien ft van de Indianen
hebben verkregen, Hoe dejelve in haar en dienfl werden
verdeelt. T)e Ivez Repartidor ende JijnAmpt. Op wat
wijf e de Indianen van hem gehande It werden als hy die aan
de Spangiaarden uyt-deelt. Trojijt van den Ivez Reparti-
dor. Straffe van de Indianen die den ar bey t ontloopen. On-
r egt vaar digheyt omtrent de Indianen gep leegt. Hoe hart
eh de Barbarifch men haar handelt. Haar f ober dag-gelt.
Gruwelijke godtloosheyt van de Spangiaarden omtrent
defe Indianen gepleegt. Godtlofe wij Je om aan de kojï tege-
raaken. Andere har de Joorte van Jlavernye. Foor beelden
daar van . Bejluyt des Capttels*
D
E Spangiaardendiein dat Landt woonen
Hoeven van de Valeye van Mixco, ende op de Dorpen van Mixco ,
en voor al die haar op de
Op wat
prctexc de
¡JJJU" JL- ^ Petapa 3 Finóla ende Amatitlan onthouden, nevens die geene, die op de
hebben Vlecken en het Gebergte van de Sapatepeques zijn, hebben vertoont, dat,door
den dienft ¿len allen haaren arbeyt ende negotie tot het weivaaren van denStaat ftrekte,
ende zijnde daar niet Spangiaarden genoeg, om alle de noodige werken
in foo groot eenLandt te doen, hebbende fy niet alle de behoorlijke middelen
om Negers ende Slaaven te kopen, dat fy over fulksnoodig den dienft van
de Indianen van doen hadden , verioekende dat men haar dat wilde confen-
teeren, mits haar een redelijk falaris gevende.
Hier op wierde geordonneert, dat men op yder Maandag feeker getal
van Indiaenfche Boeren foude by een doen komen, ofte ook wel desSondags,
des agtermiddags, welke onder de Spangiaarden fouden verdeelt werden,
al naa de gelegenthey t van haareHoeven of te Ampten,'t zy om haareLanden
te behouwen, om haare Muyl-efels te drijven , of om haar in haar be-
roep behulpiaamtezijn.
Men heeft inyderquartiereenOfficiertot dieneynde geilelt, fy noemen
defelve Ivez Repartidor , hy is gehouden , volgens de lijfte, welke hy van de
Spaanfche Huyfen ende Hoeven heeft , weekentlijk, een feeker getal van
Indianen te befchicken.
Dit is een gemackelijk middel voor den Prefident van Guatimala ende voor
de andere Regters , om haare Huys-genotenende Dienaars te avanceerca
ende te vorderen , ook geven fy gemeenlijk aan defelve defe Ampnen,
Sy
van de In
dianen
verkre-
gen.
Hoe de-
felve in
haaren
dienft
werden
verdeelt.
De Itez
Repartidor
en fijn
III Boeck. "DoordeSfaenfcheWeft.Iudïétt. Vil. Cap. 277
Sy noemen het Vlek ofte de Plaatfe , op dewelke de Indiaanen des Son-
dags ofte des Maandags moeten by malkanderen komen ende vergaaderen ,
De Indianen van de Dorpen van haare zijde , fijn mede verpligt , het getal oP„,
van a.beyts-lieden het welke ry We=ckentll;k /door ordre van\êtH;fva„ »S=
buaumal, moeten bedel en .gereet te houden , ende fy werden op de genera- AP-
Ie rendevous plaatfe geleyt, door eenlndiaanfch Officier van het Dorp dat Ä5c
naarlent. r werden
Alsfy nu op die plaatfe fijn gekomen , fluyt men haaralle in het Raad huys Ä*
op , gevende eemge dok-fiagen en fufflerten aan die geene , die niet haad L % « í¡-
genoeg mtreden; fy hebben alle haar gereedfchap om te werken bv haar »'■&
als Schoppen, Spaaden Pieken , Bijlen, ende leef-togt vooreen wVecke'"1" """•
de welke gemeenlek bedaatuyt Koeken van M*¿, worden van W«
ofte Boon cjens , een weyn.g Chili ofte lange Peper , ende eenige broeken
kont Vleefch voor een a twee daagen ; ooáraagen {y haat bedde op S»
rugge, het felve bedaat uyt een deeken van grove Volle, inde welk fv
fich winden, om op de aarde te gaan (laapen. maeweiKely
SooroiltVt^l ,í" a5dere? ZT' cnde he,i Raad-hnys van haar vervul t is, ™¡, „„
v^.n?H f er' fK hler toe ^lde Officier , de Spangiaarden de° '«*
d£rdt:tÄ'^g«-erÄ: ^ä^ -
nr„mTter?de2n"*f * * ** **" > dde * ™ ÄÄ
onívte^SSAA^Í T T fiJ-Indiaanen, hetStraff„an
doet men ft>-ken f™i geheeíe weekf n,ec heeft uyt-gedient, defelve *»*>■
Sr„\tfcpdS£Setm:thhmfïonin hefft' en<,eaisdan ss¡&
of
2?8 III. Boeck. Voy age vanThomas Gage VIL Cap.
heydom- ofook fijn loon onthouden, foo doet men geen regt ^^^^P^^" rfeec
"remde den felv'ea Indiaan bedrogen , beftolen ofte verkort heeit , hoewel het rege
indiaanend^S;V^_rP,frh?,1 . dat men ïuftitie aan beyde de zijden , ende aan
gepleegt
ïnde bilïijkheyt vereyfchën , dat men Juftitie aan beyde de zijden , ende aan
de een fo wel als aan de andere oefFent. , , _T^:__1cC1_n en
Het fober
dag geit.
eodsbar- >,"*„"!... ¿, tve Reaalhe fftuk , fonderdatmenhaardesavontswildetoe-
Ä S haareXyfen al of van het Dorp daar in fy "; judere
weder werden drie a vier mi len weg gebragt, ende die derven , foo
wel als de andere , niet voor des fatnrdags avonts wederom keeren,
naa dar »y , alles wat haar Meefter haar heeft willen gebreden , verngr
heHbernioon dat men haar geeft is foodaanig, dat fy daarnauwl ijksdenkoft
af konnen hebben , want men geeft haar noch geen vyf ftuyvers des
daegs door dien zy , voorde geheele weeke , maar v.,f en twintig
"TA in de Stad van GiMkaU ende in de Spaanfche Dor-
pen onderhouden ende m
Cv°a„dnooden heeft ****££^££S£ÍGSS&
heDaarenisgeenwaaragtigChriften, welke het herte nietfoudeberften,
als Mag? hoge die armefllendige Indianen , geduurende de weeke van haar
dienft, vaneenige Spangiaardengetrafteert worden. ArA.,r
«rouwe- Daar fiin 'erwelkehaare Vrouwen gaan misbruyken terwnledatdear-
Ä- me S befigxijn met het Landt te bebouwen, andere geeffelen haar
loodden Xlr Sen het fchiint dat fy loom ende traag m den arbeyr «in , of fy liaan
IZ% haar met D^ens "f verwonden haar het hooft , om dat fy fig regens haar
SS beeftisende Snverftandig kijven tragten te verantwoorden , ofte fy nemen
omtrent Deel"ê e" „™S,. ,f. 0f onthouden haar een gedeelte van haaren loon ,
betaameïijk is , ende foo als fy van haar verwagren , met gedaan b*.
Mta. wen , g^venwaa en ,^a n haar n y Huys-vrouw ende Kinde-
gentheyt, welke die arme ueaen, ffiaandags ende des dingsdaags
ifThSïïn enl vr'aagd'n haar daar op des wolnsdags , wardarfv, m
i1
IILBoek. 7)oor de SpaanfcheWeft -Indien* VII, Cap, 27$
de eene een Reaal , en de andere twee ofte drie afte knevelen , foodaanig dat
fy daar door niet alleen houtvoor haare Huys-houdinge bequaamen , maar
noch foo veel geks daar-en- boven, dat fy genoeg hadden om Vleefchencie
Chocolate voor een halve maant te kopen , levende leuyelijk ende Jeckerlijk.
op het fweet ende koften van die arme Indianen.
Daar fijn 'er ook andere, welke defelvc, aan haare bueren , die die van Andere
nooden hebben , voor een geheele weeke , en voor een Reaal het ftuk , ver- harde
hueren , doch die huerders fijn wel verfeekert dat fy die aan hare gagie Vullen ¡S i"fnL
konnen korten. uavernje.
In alle de Dorpen fijn de Indianen noch aan een andere diergelijke dienft-
baarheyt onderworpen , want indefelve, mogen alle de Reyfigers , die daar
door komen te paiferen, om foo veel Indianen vraagen als fy van nooden heb-
ben om haar Muyl efels te drijven, ofte haare Bagagie te draagen , ende ten
eynde van de Reyfe, maaken fy een opgeraapt ende gefogt verfchil met haar,
ende fyfenden haar, voor het meefte gedeelte , metftok-flaagen, inplaatfe
van geit, terugge,
Sy doen defe ellendige , een a twee dag-rey fen verre , packen van hondert voorbeelt
ponden gewigte dragen; fy binden defelve met touwen aan yder zijde van daat?a*
haaren gordel vaft, ende een lederen bant, welke aan het pak gehegt is ,
leggen fy om haar voor- hooft,defe maakt dat de meefte fwaarte van het felve,
geheel daar op aan komt,en dat even boven de wenk-braauwen,fy hebben het
felve ook gemeenlijk foo geteekent , dat fy feer wel van de andere In woon-
ders der Dorpen te onderfchey den zijn, foo daar door, als ook om dat die
lederen bant haar alle het hair voor van het hooft af- vrij ft , ende het feWe
gantfeh kaal maakt.
Op defe wijfe moet dit ellendige Volk fijn koft, onder deSpangiaarden Befloyê
tragten te winnen , doch het is veeltijds met foo veel pijn ende benaauwtheyt van.dic,
dat fy dikmaalen de Goddelijke regtvaardigheyt aanroepen, om haar in Cap
vryheydt te ftellen,ende fy hebben anders geenen trooft dan die haar dePrie-
fters geven, dat fy dit alles om de liefde Godts, ende ten beften van den
Staat, lijden,
Ende hoewel die geene, in welkers dienft fy zijn, haar doen arbeyden ende
marcheeren in alle faifoenen desjaars, het fy dan heet ofte kout,in de Valeyen
of op het Gebergte , in goede of in quaade wegen, foo hebben fy doch anders
geene kleederen, dan om haare naaktheyd te bedecken , ende defelve zijn
dickmaalen foo yerfcheurt, dat fy de helftc van haar lichaam niet voor de
ongemacken des Lugts befchermen.
pM III, BoECic. Voy agie vanThomas Gage VUL Ga Ä
HET VIII. CAPITTEL
Hoe armeljjc kende ellendig de Indiaenen gemeenlijckgekleedt
gaen. Haer bedde is haer kleedinge. Sw aeren arbeydt doet
wel ruften* Kledingevande rijckfte Indiaenen. Sleghte
bedden van alle de Indiaenen. JVaer uyt die beft oen, KIe»
dinge der Vrouwen. Befchrijvinge van de Huyfen der In-
dianen. Haer en fob eren huys-raedt^ HaerBadt-ftoven*
Haereverdeeïingein Stammen. Haer e maniere van hij-
licken- fVat koften daer op lopen* Hoe het onder haer by Erf-
fenijfe ende verfterfgaet* Hoefy haer e Huyfen timmeren
ende de eken* Kleyn e koften die daer op vallen*
DE gewoonlijcke Kleedinge derlndiaanenbeftaatgemeenlijckin een
onder-broeckvan Wolleof Caroen , welke haar op de knyenkomt,
©oe ar-
me! yc te
kndighde -*--^ gaande meeft alle altoos bloots-voets , uyrgefonderteenigé, welcké
Indianen ledere fooien draagen wanneer fy reyfen, tot befcherminge ende confervatie
gemeen- van de planten van haare voeten , of oock wel in een broeck f maar gantfeh
geen wambaisals een feer kort hemde,hier over draagen fy een lap Wolle ofte
Lijwaat Mantels wyfe, welcke fy Ajate noemen 5 defelve knopen fy op de
eene fchouder vaíl , ende aan de andere zyde hangt die tot op de aarde , hier
toe hebben fy noch een ondeugenden Hoet van vijfthien a twintig ftuyvers ,
in dewelcke het water treckt als in Papier , ende de rand van defelve hanght
haer in den regen-tijd op de neus ende op den hals.
Sy draegen fomwijlen haer bedde om haar lijf, het felve beftaet uyt die
deis'ba«ew°lledeeckendaerfylïchdes avonts mede bewinden , en als dantreckenfy
kleedinge. haer hemde ende haar onder-broeckuyt , ende leggen die onder haar hoofx
om voor een oorkmTen te dienen.
Men vint'er oock eenige , wekke een feer ligte matte by haer draagen om
op te gaen leggen, maer die geene welcke die niet hebhen , ende van haar ge-
bueren defelve niet te leen konnen krygen , gaan loifelijck op de aarde neder
leggen, ende in haare deeckensbewonden lijnde, flaapen fy al foo wel en-
de geruftelijck , nae dat fy een geheelen dag gearbeyt ofte met een pack van
hondert ponden op naaren rugge gegaan hebben , als of í y op een feer goede
bedde laagen.
Die geene welcke van meer aenfien zijn, ende rijeker als defe waer van wy
m\ gefproocken hebben , welcke niet gebruyekt werden , om als de ïdmemez
packca te dragen, ofte voor de Spangiaarden als Boeien te arbeyden,
maer
lijck ge
kleedt
gaen.
Haerbed-
Swaeren
arbeyt
doet wel
¡tuften.
HL Boeck. *Door de Sfaenfche Weft-Indien. VIII. C ap. 281
maar die op haare eygene Hoeven woonen,die op hetLandt met haare Muyl-
efels handelen, die Winkelen in de Steden en in de Dorpen hebben , ende
eyndelijck die als Officieren vais de Juftitie ende Politie werden gebruyckt.,
zijn een weynig beter, dan defe eerfte , gekleed.
Daeriijn'er die een lint onder om haar onder-broeck oftebroeck hebben Kleedínge
laeten fetten , ofte met eenigh Borduer-werck van zyde ofte gaaren verciert, van de
het felve doen iy mede aan de lap die fy om haar licchaam flaen,ofte wel pron- jy Jfte
ken fydefelve op met eenigh veelverwigh Veder-werck. n ianen'
Sommige dragen ook wambay fen van door-fneden ly waet,ende fchoenen,
maerdaer fijn er feer weynig die hofen aen hare beenen, ofte kraagenaen
hare halfen hebben.
Doch wat de bedden, op dewelckefy flaapen,belangt,de aaniienlijckfte van sieghte
alle de fndiaanlche Gouverneurs, is daar nier veel beter van vooriïen , dan de bedden
zrmeTamemezofre Packen-dragers,ook gaat het even foo met ryke deKoop- van alle de
lieden onder haar , welcke vyf a íes duyfent Ducaten beiltten. n ianen'
Sy maacken defelve vanplancken ofte van t'faemen gebonden riet, het Waaruyt
welcke iy wat yan de gront verheven plaatfen , hier op legtmen een breede die be-
ende aardige matte, met twee kleynehoute blockjens, omvooreenpeuluwe ftaan'
voor de Man ende de Vrouwe te dienen , ende haar hemd ende mantel daar
op voegende , ofte ook wel andere kleederen , om haar voor een oorkuffen te
verftrecken, gaanfydaar opleggen, ende fich daar op met eenandere wit-
te lap bedeckende , die doch grover van ftoffe is als die geene , welcke fy voor
een Mantel gebruyeken , begeven fyhaartotdenagt-rufte.
Dom Bernardde Guzman, welcke Gouverneur van ¥ etapa was,fliep op geene
andere dan op defe wyfe 3 endefoo doen oock alle de voornaamfte onder de
Indianen.
De kleedinge de Vrouwen komt mede niet feer hoog te ftaan, ende fy heb- Kleedïnge
ben defelve ín feer korten tyd aan haar lyf getrocken , want de meefte gaan der Vrou-
bloots-voets , uyt-gefondert de ryeke ende die van aanfien zijn, want de- wea*
felve dragen fchoenen , die met een feer breed lindt werden toe-ge-
bonden.
In plaatfe van een rock draagen fy eenwolle lap , welcke fy ,x>m haar mid-
del met een gordel vaft binden, defelve is gemeenlijck met Zyde oftegaaren
van verfcheyde couleuren , aan den rant , geborduert , maar fy beftaat uyt
een ftuck, ende heeft geenen naat, zij nde twee a drie keeren om haar lichaam
geilaagen.
Sy dragen geene hembden5maar fy bedecken het-boven lijf met een foorte
van een Chöor- hembde , het welke men Guaipil noemt ,-; het felve hangt vaiï
Aaare fchoudéren af, fot een' weynig onder den gordel p daaraan ftaan Teer*
breede opene mouwen,die evenwel niet langer zi jn,dan tot aan de elle-bogeri
toe, endedaar door maar de halve ärm bedecken , ertde defe Guaipil is ordi-
fflaris verciert met eenig aardig Gatoen ofte Pluyrn- werek , voor al omtrent
4ie plaätfe, die voor den boefem komt.
ï
2$2. III. Boeck. Voyage vanThomas Gage VIII- Cap,
De voornaamfte dragen Arm-ringen ende Oorhanghfcls of Pendanten en-
de haare hairen fijn met de bandekens agterwaart gebonden , fonder kappen
ofte yets anders, om defelve te decken, ten fy dan dat de alderryckfte, wanneer
fy in de Kercke gaan ofte eenige vifitie af-leggen , een foorte van een fleuyer
draagen, dewekke van fijn Hollantfch lijwaatis, oftcoock wel van andere
fijne ftoffe, die men uyt Spangien ofte uyt CÄ* brenght 3 defelve hangt tot
op. de aarde toe , ende fy binden die vaft om haar licchaam met een lint , die
is het geene het koftelijckfte in al haar ge waat is.
Wanneer fy in haare Huyfen vertrocken , ende met haar werek befig zijn
fooieggen fy gemeenlijck de Guaipil ofte het Choor-hemd af, foodaanieh
dat haaren boefem ende het geheele boven-lijf ontdeckt ende bloodt
blijft.
Sy ilaapen oock als haare Mannen , alleen omwonden met een deecken ofte
wolle lap.
Bdchrij- Haare Huyfen zijn niet dan arme Hutte met ftroy bedeckt, fonder eenige
dênHuyV(aCaboven-kamer^ maar fy hebben een ofte twee benede-vertrecken, in eene van
der india- dewelke fy haare fpijfe bereyden , leggende het vyer in het midden van drie a
«en. vier fteenen , fonder dat'er een fchoorlteen , ofte gat fy , om de roock uyt het
Huys, te doen trecken , ende door dien fy fich daar door over al verfpreyt, foo
fet fich het roet ook op alle plaatfen,en voor al aan hët ftroy van het dack,hier
door komt het, dat het geheele Huys niet dan een fchoorfteen fchijnt.
Het vertreck dat op dit eerfte volgt, isalfo weynigh, alshetfelve, vry
van den roock ende het roet , in het fel ve zijn gemeenlijck vier a vijf bedden
naa het Huys-gefin fterek is.
Doch die geene welcke arm zijn, hebben maar een vertreck , in hetfelve
moeten fy haare fpijfe bereyden, ilaapen ende eeten.
Men fiet'er weynigh die floten aan haare deuren hebben , want fy vreefen
niet beftolen te worden ; hebbende fy anders geen Meubilen , boven haare ge-
ringe bedden , dan aarde Potten, Kmy eken ende Schootelea, met warKop-
pen om de Chocolate te drinken.
Daar is by- naa oock niet een Huys , dat , op de voor-plaatfe , fijne Badr>
ftove niet heeft , in defelve baaden fy fich in warm waater , ende dat is aL wat
fygebruyeken, wanneerfy indif pooit zijn.
In yder Dorp zij nfy onder haar ín Stammen verdeelt, welcke yder haar
hooft hebben , tot defen begeven fich alle die van die Stamme zij n , als fy ee-
nige fwaare ende importante faacke te verrigten hebben , ende díe is gehou-
den-haar in alles met raat ende daatbyteftaarí, ende voor haar voor de Offi*
eieren van de Juftitie te verfchynen , ende reparatie van het haar aangedaane
ongelijck te verfoecken , ende te vertoonen het. onregt dat men haar tragt aan
te doen.
Als men yniant van de haare wil uyt-trouwen , foo gaat den Vader, welke
Skkeo" ^ n Soon aan ecn Vrouwsperfoon , van een andere Stamme , wil uy t-hylic-
'keaa het Hooft van fijne Stamme vinden , om hem kennifle van het Huwelyk
vai|
Karefo-.
bereo
Huys-
raadt.
Hare Bad
üove.
Hare ve»
deelinge
*n ftam-
aaen.
Sare ma-
rr
IILBoECK. Door de Spaanfche tFeft-Indiën. VIH Cap. 283
van fijn Soon , met foodaanigeene Dochter , te geven, en daarop komen de
Hoofden van beydede Stammen by malkanderen, ende beraatflaagen over
de Huwelijckiche Voorwaarden.
Defe Conferentien dueren gemeenlijck drie maanden , dewelke gedueren- Wat ko*
de, moet de Jonghman ofte fijne Bloed- vrienden , de Dogter door gefchen- ten daar
kenkopen, ende ook alle de onkoften, welcke daar aan het eeten ende drin-op opcn'
ken vallen, wanneer de Hoofden van de Stammejp met de Maagen van de
Jongman'ende Jonge-dogter, faamen raad- (laan, betaalen, endedatduert
gemeenlijck een geheelen dag , tot aan de nagt.
Als men dan op ¿ek wijfe , veele dagen ende naghten heeft door-gebragt ,
endedegenegentheyd, welke beydede partijen voor malkanderen hebben,
wel onderfogt ende ge-examineert , by aldien het dan daar op komt gebeuren
dat fy het wegens het trouwen niet eens worden, foo zijnde Bloed- vrienden
van de Dogter gehouden , aan die van de Jonghman , alle haare gedaane ko-
ften , ende gegevene gefchencken weder uyt te keeren.
De Dogters , en erven niet van haare Ouders , maar als die fterven wer- Hoe her
den alle de roerende ende onroerende goederen onder haare Soonen , in egale gySífffenS»
portien, verdeelt. feende
Indien 'er yemant onder haar is welcke geen Huys heeft , ofwel die hetverfterf
fijne op een nieuw wil decken,die geeft daar kennifle van aan de Hoofden van toegaat-
alle de Stammen , defe waarfchouwen alle de Inwoonders van het Dorp , om h<» iy ha-
dit werck te komen by-woonen, endeeenyderis gehouden eenige boílchen ¡^¿Jen"
ílroy, ofte wel andere materialen, mede te brengen/oodaanigh, dat fy, inee- ende dec-
nen dag , een Huys opregten , door de hulpe , die fy , van veele Perfoonea, ken-
ontfangen.
Daar en boven en kofr het haar niet dan de Chocolate, fy geven defelve
in groóte koppen , die meer dan een pinte nats houden, tedrincken, doch
fy doen daar foo koftelijcke ingrediënten, als de Spangiaarden , niet in,
maaralleen een weyhig Anijs ende Chili ofte lange Peper.
Of welfchencken fyde kop halfvol Atolla > ende vervullen die daar naa
vorder met Chocolate.
Nb %
HET
Het eeten
ende de
fpijfeder
Indianen
belraat
meeftin
booncjens,
en werc
verhaak
hoe fy de-
fefte be-
reyden en-
de nuce i-
gen.
Tortllles
een ioorte
vankoek-
j«nsenhoe
die bereyt
tverdea.
284 III. Boeck. Vqyagle vanThomas Gage IX. Cap.
HET IX. C A P I T T E L.
Het eet en ende de fpijfeder Indiaanen beftaat meefl in Boont-
jens} ende werdt verhaald hoe fy defelve bereyden ende nut-
tigen* Tortilles een foor te van Koeckjens , en hoe die be-
reydt werden* Hoe fy de Mamgroen eet en \ Gefelde-gerft
van Maiz. TaiTaios wat die zijn > ende de maantere om die
te maacken* Handel daar mede gedreven *Groot profijt daar
aan* S pij f e van de rjjeke Indiaanen* Hoe f y de Tiaffen van-
gen en bereyden om te eet en* Egels tot fpijfe gebr^uy kt , niet
alleen van de Indiaanen , maar ook van de Spangiaarden*
*Difpuyt onder de Theologanten of die vleefch of vifch zijn*
Befchrijvïnge van de t^Agedis Iguana , welke een feer ge-
vaarlijke fpijfe is* T>e Indianen beminnen den dr ank feer*
DE geringe Indiaanen hebben voor haare fpijfe meeft dentijdt niet
anders, dan een fchotel Frixoks ofte witte ende fwarte boontjens, de-
felve fijn 'er in groóte meenigte, en men droogt die om defelve in
alïe faifoenen des jaars te hebben , fy kookenfe met wat Poeyer van Chili ofte
lange Peper , ende wanneer fy fulcks hebben 3 geloven fy , dat fy wel genoeg
verfaadigtzijn
Sy bereyden deitlve noch op een andere wijfe , laaiende die eerft een
weynig op-koocken, ende defelve daar naa mengende met een klomp ofte
ftuk deegs van Matz, even als wy in Engeland de Raafijnen ende de Co-
rinthen onder onfe Koecken ofte Podding kneden , daar naa doen fy dat foo
te faamen kGoken, ende nuttigen het felve foo terwijlen het nochgantfeh
heet is i ofooklaatenfy het felve wel kout werden.
Maar het zy fy dit ofte yets anders eeten, fy nuttigen niet fonder groene
Cbilt, ofte wel doppen fy alle haare fpijfe in water ende fout j waar onder wat
van die geftooten Chi/i gemengtis.
Doch wanneer fy demagt niet hebben om Frixoks te konnen krijgen , foo
hebben fy voor haare ge woonelijke portie de Tartittes , dit fijn kleyne ronde
koekjens s welke van deeg van Maiz gemaakt werden , fy eeten defelve
geheel heet, fooals die uyt een aarde panne komen, inde welke fy defelve
voor de vuyft weg kooken , ende daar op die wat op de heete kolen omkec-
rende, eeten ly die foo alleen, ofwel met Chili ende fout, ook doppen fy die
wel in de voor- verhaalde fauife van waater , Chili ende fout.
Als
III Boeck. <Door de Spaenjche Weft-Indi'èn. IX. Cap. i$f
Als haare Maiz noch groen ende weeck is , nemen fy het bovenfte daar van ^Jy<fó
met de ayren ende de blaaden die daar rontomme zijn, ende het felve gekookt groen ee-
hebbende , eeten fyhet metwatfoudt. ten.
Ick hebbe dat felve dickmaalen tot myne ipyfe gebruyekt , ende vont hec
al immers foo voedtfaam als onfe boontjens , wanneer wy die met de haft ee-
ten , maar het veroorfaakt overtollig bloejd.
Als de Maiz noch groen is , maaken fy daar een foorte van Gepelde-Gerit Gepeide-
aí , ende fy koocken die in een flag van melck , welcke fy uyt de Maiz felve fj¿„vaa
trecken, naa dat fy die geftampt hebben.
De armfte ïndiaanen hebben hier noyt gebreck af '3 ende fy agten haar ge-
luckig wanneer fy dat hebben, ende zijn daar mede wel tevreden.
Doch de behoeftige die in de Dorpen, waar in menVleefch verkoopt,
woonen , fpaaren al wat fy konnen , wanneer fy des faturdaghs s'avonts van
haar werek komen, om voor een Reaal ofte halve Reaal aan verfch Vleefch y
regens den fon dag te konnen kopen.
Eenige die kopen een goede quantiteyt te gelyck, ende met de tyd maaken 2>?0¡¡/«rr
fy daar TaffaiosvzïL, hetfelve fijn ftuckjens Vleefch in malkanderen gerolt, ^ai die ,
ende ftyf te faamen gebonde , fy maaken die op de volgende wyfe toe. maniere ,
Als fy alle het Vleefch van een bil van een Os hebben af-gefneden , ende-°radiete
als het van het been is af-gefcheyden even als kleyne toutjens, foo fouten fy maacken»
defelve ende hangen die inde lugt, op haare voor-plaatfe, agtdaagenlang,
tedroghen ; daar naa hangen fy die noch foo lange indenroock, daar oprol-
len fy die aan kleyne rollekenste faamen , welke foo hardt als fteen worden ,
cnalsfy die van node hebben waiïenfy defelve, koockenfe daar op , ende
eeten die naar naa.
Dit is het Americaanfche gefouten OfTen Vleefch , dat fy Ta/faio noe-
men, de Spangiaarden eeten datoock veel, voor al die in het Landt met
haare Muylefelsgaan handelen
Defe Tajfaios fijn een feer goede Koopmanfchap , met dewelcke fig veele Handel
Spangiaarden verryekt hebben , ende dat door den handel die fy daar mede daarmede
drijven, in de Dorpen daar men geen Vleefch verkoopt, fy verreuylen het 2SÍ5?
met de ïndiaanen tegens andere Koopmanfchappen ; ende die geven haar groof pro.
fomwijlen voor eendeuytof oortjenT^j^w, wel voor vijf ftuyvers aan Cacao. fycaan-
Doch de rijeke ïndiaanen leven veel beter , want die doen al wat haar mo-
gelijckis, wanneer men maar Vifch ofte Vleefch bekomen kan, om het spyfeMn-
felve te hebben , iy eeren hetfelve met groóte fmaak , ende fy lijn niet gie- deryeke
rig op haare Kalckhoenen ende ander Pluym-gedierte om goede chier te In lanea#
maacken.
Somwijlen gaan fyootk op de jagt, ende daar door fchietenfy te met met Hoe fy de-
pijlen eenige Daflèn doodt, als fy defelve in haar gewelt hebben , laaten fy ^¡gen
die een geheeie weecke onder de blaaderen van de boomen leggen , tot fy om re ee»-
fterek ruyekenende vol wormen komen , daar op brengen fy die tot haarent, ïen«
enfnyden die initucken3. ende die dan hebbende doen koocken met feecker
kruydt
Egel tot
ípijfege-
bruykc.
2S6 III» Boeck, Vqyagie vanThomas Gage IX. Cap,
kruydt dat in dat Landt wafcht ende feér wel naa de Tenaifie van ons Lande
gelijkt, ende alle de quaadelugt, naa haar feggen, daar uy t treckt , foo
werdt het Vleefch van die Dallen foo blank ende malfch, als dat vaneen
Kalk hoen.
Als dit Vleefch nu halfgaar is, hangen fy beteenigen rijdt, aanftucken,
in den rook, daar naa kooken fy het wederom op als fy het eeten willen ,
ende bereyden het gemeenlijk met een weynig roode-peper.
Dit is het Americaanfche Wildt-braadt , van het welke ik dikmaalen
hebbe gegeten, en.le bevonden dat hetfelve blank, teder ende kort was,
ik at 'er evenwel niet veel van, niet ter oorfaake van den quaadenfmaak ,
dogorn dat het gedenken aan de wormen, die ik 'er in geilen hadde, myhet
herte deede omkeeren.
Die felve Indiaanen , welke in haare Huyienniet veel te doen hebben ,
ende die door de Spangiaarden niet weekenriijk tot den arbeydtgebruykt
werden , houden ook feer veel van de Egels , welke t'eenenmaal aan die van
Europa gelijken, hoe wel de onfe onder deChriftenen niet gegeten worden.
Defe lijn vol prickelen ofte fteekels , ende fy worden in de BolTchen en in
de Velden in Holen gevonden, ende, naa het gemeene feggen, fooieven
fy nietdan van mieren ende van de eyeren van defelve , gelijk ook van verrot
houdt, kruyden en wortelen $ het Vleefeh daar van is vet ende foo malfch
als dat van een Conijn , fijndc daar toe foo vet als dat van een Henne ofte Ca-
puyn , welke men in Decemberende Januari) heeft te meften gefet.
Ik hebbe die ook gegeten, ende bevonden dat het een feer leckere ende
delicate fpijfe is, doch ik foude het felfde niet konnen feggen van de Egels
van dit Landt, om dat het geene vergif in dit Landt is , een feer fchoone ende
goede fpijfe in America kan iijn/t fy door eenige accidentele dingen in het dier
felve , 't fy ook in de fpijfe die het eet ., of ook wel in de getemperheyd des
Climaats.
Sy werden niet alleen van de Indiaanen gegeten , maar ook van de grootfte
indianen on(*er ^e Spangiaarden, -ende men maakt daar foo veel werks af, dat, om
1 u¡¡ok dat men die gemeenlijk het meefte in de vaften vindt, de Spangiaarden, die
defelve niet miflen willen , ook , om die in de vaften te mogen eeten , feggen
dat het geen Vleefch en is, hoe wel het daar de fmaak ende alle de andere
hoedaanigheden van heeft , en dat bekragtigen fy daar door , dat het niet dan
mieren ende vermolfemt hout nuttigt.
Men heeft in dat Landt onder de Theologantenfeer fterk gedifputeert ,
of men die in de vaften mogte eeten ofte niet, fommigefeggendevanjaa,
ántenof ende andere weder het tegendeel ftaande houdende.
ie vleefch paar is ook een foorte van AgedifTen welke fy veel eeten, fy noemen
defelve Ignana , fommige van die onthouden fig op het Landt , ende andere
in het waater.
Sy fijn langer dan een Conyn, ende gelijken wel naa een Schorpioen,
hebbende groene ende fwartc fchabben op den rugge.
Die
Wiet al-
vande
Spangi-
aarden.
Difpayt
onder de
Theolc
©fvifch
iijn,
III* Boek. T>oor de SpaanfcheWeft-Indïèn* IX* Cap* 287
Die gecne die op het Landt fíjn , loopenal immers foohart alsonfe Age- Befchríj-
diífendoen , klauteren op de Boomen als Enkhoornkens, ende door-booren ^A^edi*
zelve de wortelen der Boomen , ende de muuren. ignana.
Sy fijnaffchuwelijckom aan te fíen, maar als men die meteen weynigh
fpeceryen geftooft heeft, zoo geven zy een leckere fauflfe, hetVleefch is
immers íboblanck als datvaneenConynr ende het gebeente ofte geraamte
is t'eenemaal met dat van een Conyn over-een-komende-
Hetis een feer gevaarlijke fpijfeals die niet te degen gaar is, ook hebbe
ick in gevaar des doods geweeft , om dat ick daar te veel van gegeten hadde 3
ende om dat die niet genoeg gekookt was.
Daar fijn ook vecle Land ende Zee Schild-Padden, welke de Indiaanen
eeten , ende de Spangiaarden vinden die mede zeer goet.
Door dien'er nu geen Leeuwen, Beeren, Tygers, ofte Luypaarden in het
Land van Guatimala gevonden werden , foo werden die daar oock niet gege-
ten , maar den Lefer kan oordcelen van het gedult van die arme Indiaanen ,
welcke met foo fobere fpijfe , als wy verhaalt hebben , te vreeden zijn , en-
de dat in eenLandt,in het welcke foo groot een overvloed van alles isjende dat
tot foo een geringen prijs ; dat gedult is te grooter,door dien fy alle, foo arme
als rijke , voor den in- val ende deaankomfte der Spangiaarden in dat Landt,
niet„dan Hoenderen , Kalckhoenen , Quartefe,Endt- vogels, Patrijfen, &c
aaten , ende fouden fy het noch konnen doen , ten waare fy , door de Spaen-
fchedienftbaarheyd,van hetaanqueeken ende voort-fetten van dieGedierten
weder-houden wierden.
De Indiaanen houden in het generaal veel van drincken, ende fy fuypen indiaanen
haar tot berftens toe vol,en dat in haar enckele Chocolate fonderSuycker,ofte ¡JJfJS
andere ingrediënten, of oock wel in de *Atolla. dranck.
Maar foozy eenfoorte van drank konnen bekomen die de herifenen be-
vangt ende die droncken maakt, zoofullenzy drinken zoo lange als zy een
droppel in de kan vinden , of een penning in de beurfe hebben 3 zelfs tot dat
zy ter neder Yallen.
11
O o
HET
288 III. Boeck. Vqyagle van Thomas Gage X. Cap
HET X. CAP ITT EL.
Befchry.
vinge van
de Indi-
aanfche
drank
Chica,
maeniere
om die te
bereyden ,
vuylein-;
grediea-
ten die
daar in
komen ,
toreen
levendige
padde in-
cluyj , en-
de fchaa-
delyke
aytwerk-
feien daar
Bejchryvingevande Indiaanfche drank Chica, maantere om-
die te bereyden , vttyle ingrediënten die daar in komen 5 tot
een levendige Tadde incluys , ende fcbaadelijke uytwerk-
felendaar van. T)en Autheur doet te Mixco een ige potten,
met gemelden drank aanftuckenjlam , ende werdt fiek
van de flank. Het is de Spaanfche verboden wyn in de
'Dorpen der Indiaanen te verkopen 3 maar die doen het/el-
vedoch evenwel. ^De Spangiaarden misbruyken de gene-
gentheyd der Indiaanen tot den drank. Hiflorie van Juan
Ramos, ende fijne rykdom door onrechtvaardigjoeydt ver-
kregen. Een merkelijk voor beeldt daar van, ende van
de ojirechtvaardigheyd des Hofs van Guatimala. Spaath
f che Godloosheydt.
SYmaaken fommige dranke onder malkanderen die Merker dan Wyn
zyn, defelve werden van haar in groóte kruykcn ofte aarde potten be-
reydt, welke men haar uyt Spangien toe-voerdt, in defelve draagen
fy twee a drie emmers met water, daar naa vullen fy die pot op met Me/ajfjv,
ofte fap dat uyt het Suyker-riedt geparft werdt, ofte met .Honingh, om de
foetigheydt te geven, ende omkragt in den drank te brengen, werpen fy
daar de wortelen ende deblaaderenvan den toebakin, ende daartoe noch
andere wortelen, welke in dat Landt waffchen, ende die fy weten tot die
operatie bequaam te zyn.
ík hebbe felve op fommige plaatfen geilen, dat fy daar een levendige
Padde in deeden.
Hier op noppen fy die pot toe, endefylaaten alle die kruyken veerthien
daaghen ofte een maandt langh door malkanderen arbeyden , tot dat het alles
wel door malkanderen gemengt is; ende gewerkt heeft, ende die drank3
die kraghten , welke fy daar in begeeren , gekregen.
Als dan openen fy het vat, ende noodighenhaare Vrienden,om daar van
met haaf te drinken; fy doendit gemeenlykdes nagts, uyt vreefe van door
den Priefter van het Dorp ontdekt te worden , endefy houden met het drin-
ken niet op, voor dat fy geheel dol en vol zyn.
Befen drank werdt onder haar Chica genaamt^defelve heeft een feer vuyleti
ftank
-IP-y -
"1 —
III. Boeck. T>oor de] Staenfche Weft-Ind'ïèn. X. C A p.
ftank over iigh , en doec dickmaelen meenigh Menfche fterven , voor al, als
men daar Padden heeft in gedaan.
Als ick te Mtxco woonde , wierdeick gewaarfchoudt, dat'er een groóte Den Aa-
vergaaderinge , tot feecker Indiaan , foude by malkanderen komen , om van tV"2*c°0CC
defen drank te drincken , dit maackte dat ick de Offiders van de Jiulirie van eenige
díe Plaatfe met my nam , ende my met haar in het Huysvan gefeyden ïb.-peftïtó ife
diaan begaf, wy vonden in het fel ve vier van die aarde vaaten, alle met defen ^ck™
dranck vervult , men hadde de felve al-rede geopent , doch ick beval dat men aan ftuc-
die op de ftraat foude dragen , ende aldaar aan ftucken flaan , brengede aldus kerj flaan>
defe vuyleCÄ» aan een kantende die verftortende, ick kreegh hier van foo ef/^ ™*¿d
vuylenítanckindeneufedatickaanhetbraacken geraaekte , ende was daar deftanck.
door by-naa acht daagen iieck
De Spangiaarden,welcke het naturel der Tndiaanen ende haare genegent- Het is de
heydt tot den dranck,kennen, bedriegen haar hier in op verfcheydene wijfen; y^b"^6
want hoe wel men expreííelijck verboden heeft, felve op poene van confi- wijn^irTde
fcatie ende noch een Boete daar boven, inde Dorpen der Indiaanen wijn te Dorpen
verkopen, foo belet doch fulcks niet, dat veele Spangiaarden welcke arm djJ¡)e!Jndí~
ende van geringe conditie zijn, ende die de winft meer dan de publiike au- verkopen,
thoriteyt ende het bevel desOverigheydtsaghten, de WijnuytdeStadt van maar die
Guatimala vervoeren, om die inde Dorpen der Indianen te gaan verkoperen- ¿^¡j"
de dat door de groóte 'winfte die fy daar van trécken. evenweh *
Want van een kanne Wijns, wetenfy'er ten minften twee te maaken, De span.
dcfelve met honigh ende waater op-koockende,ende andere drogeryen, ende |^,jdnett
kruyden daar by doende, welcke haar niet veel kollen; foo om de kraght te ken d^ge"
geven, alsom die Indiaanen dronken te maaken, aandewelcke fy defe ge- negent-
menghde drank voor opreghteSpaanfche Wijn verkocpen , en dátby de kan JnáanS
ende pinte , doch altoos met valfche maate, tot den
Sy weten de arme Indiaenen met defe Wijn wel haaft dronken te krijgen , dranck.
ende fy bedriegen defelve als fybefchonken zijn, noch veel berer dan van te
voren, haar dubbeldt geit doende geven, ende eyndelijck, als die van de
vaack werden overvallen , foo luyfen fy haar de beurfe.
Defe foute is feer gemeen in Guatimala, ende men bedrieght daar de In-
diaanen op duyfent maanieren, als fy om yets te kopen ofte te verkopen in de
Stad komen.
Die geene welcke ¿^Bodegones , dat is drinck-huyfen ofte herbergen hou-
den, die feer wel naa vettewaariers winckels gelijcken, doordien fy niet
alleen Wijn verkopen, maar oock keerífenjvifchjfout, kaes ende fpeck, weten
die arme Indianen gemeenlijck tot haarent in te locken , endefv door-taften
haare facken, naa dat fy die droncken gemaackt hebben, ende jaagen die daar
naa met vuyft-ilaagen ofte voet- fchoppen wech,foo fy van haar felve niet wil-
len gaan.
Terwijlenickte Guatimala woonde , was'ereen van die Herbergiers yuan
Itawgenaemt, die door datflaghvan bedriegerijen meer dan twee-maal
Oo % honderr
■Híftorie
van Juan
jarnos en
de fíjn
Rykdom
door on •
regtvaar-
digheyd
290 III. BoECic. Voy age vanThomas Gage X. Cap.
hondert duyfent Ducaten aan goed hadde by een gefchraapt , hy gaf 'er agt
duyfent met een van fijne Dochters ten huwelyk, ook moge 'ernoyteen
Indiaan voor by fijne deurepaiferen, welke hy niet in riep, ende als defelve
v/as binnen gekomen, handelde hy die op de voor verhaalde maniere.
Als ik te Mhco woonde , gebeurde het, datfeeker Spaanfch Pagter mijne
buermanindie Valeye, fijne Indiaanfche knegten naa Guatimala hadde ge-
veïkregen. fonden met fes Muyl-efels, welke met Tarwe belaaden waaren , omdat
zelve, aan zeeker Koopman , met dewelke hy, wegens den prys was ge-
accordeert j te leveren, ende die het zelve tegelyk, aan een van defe die-
naars , moefte betaalen ; defe knegt hadde hem fes jaaren lang gedient >
ende hy hadde hem Ín alles altoos feer getrouw bevonden, ook leverde hy
het Koorn ende ontfing her geit, het welke hondert ende agt guldensbe-
droeg, door dien yder Muyl-efel fes mudden droeg, ende elcke mudde
voor drie guldens verkogt was.
Juan Ramas , fiende defen Indiaan met een van fijne mackers voor by fijne
herberge ofte winkel pafleren , wiithetzooteklaaren , dat hy haar binnen
kreeg, ende haar van die gemengde Wyn hebbende doen drinken, ende
hertclyk befchonken gemaakt, betafte hydefakvan diegeene, welke het
geit droeg, nam hetfelvenaahem, ende dreef haar beyde daar op uyt den
Huys, foodaanig dat zy , noch t'eenemaal dronken zynde , gedwongen
waaren op haare Muyl-efels te klimmen , ende naa Huys toe te ryden , doch
de Indiaan, welke het geit hadde ontfangen , viel onderwegen van fijn
Muyl-efel, ende brak den hals, ende de andere quam fonder macker ende
fondergelt op de Hoeve.
En van de De Pachter fprak Juan Ramos daar over aan, {telde actie tegenshemin
«nregt-. voor het Hof, concluderende om fijn geit weder te hebben van Ramos , maar
tajddes cfefelve-ryker fijnde danhy, endemeerinítaatomgefchenken tegeven>wiire
Hofstan fig ligtelyk door die zaak te redden, gelyk hy meermaals ook te voren
Gmtmaia hadde gedaan.
De Spangiaarden noemen zulke dingen al lacchende niet dan Peccadillos ,
¿at fs kleyne fondekens, om dat fy defelve niet ageen, ende geene confcientïe
maaken , niet alleen van de Indiaanen dronken te maaken ende te beroven ,
maar oock van haar dood te Oaan ende te vermoorden, werdende de dood.
van een van die ellendige Menfchen , onder haar niet meer gewrooken , dan
die van een fchaap ofte kalf dat in een put is gevallen.
Een mer.
fcelyk
exempel
daar van
gpaaniche
Godloos-
hcyd.
HET
III. Boeck. Door de Sfiaanfche Weft-Indien. XI. Cap. 29
HET XL C A P I T T E L.
Forme van hare Borger lyke Regeringe. Getal der Regen-
ten, hrdiaanf che Gouverneurs. Hoe ende wanneer de Wet
<verfet werdt. Hoe de Reekenïngen werden op-genomen.
Griffiers in de T>orfen. Haar inkomen. Gouverneurs hoe
lange die regeren. Magt endepuvoir van de Indiaanfche
Magiftraaten / welke de Sfangiaarden ontwajfen zijn.
Voorbeelden daar van- Groóte onregtvaardïgheyd ofte on-
kunde der Spaanfche Regters. Hoe de Criminele Regts-
fleginge onder de Indiaanen ge oe ff ent werd. Afpel van
de Criminelen Regter aan den Trie ft er. Magt des Trie-
fiers in Crimine Ie faaken. Vremt gevoelen der Indiaanen
omtrent h aar eTrieft er s Vremt voor-valhier uyt ffruyten
de den dutheur te Mixco over -komen.
H Ebbende nu van haarekledingeendeHuyfen , haar eeten ende drin-
ken gefprooken , zoo is 'er anders niet overig als yets van haare maa-
nieren te feggen, foo wel als van de Regeringe ende Religie van die
geene welke onder de Span geaarde n ftaan.
Sy hebben de forme van haáreBorgerlykeRegeeringe van de Spangiaarden porme
onrleent,ende in yderDorp fijn een ofte twee^/cÄi>ende foo veel3ofte meer ™" ^r\Le
Regidors , welke ten naaften-by fijn als Schout en Schepenen , ofte Burgemee- Rcgf ringeJ
íleren ende Vroedtichapby ons; daar en boven hebben fy eenige AlguazUs 3
het welke Sergeanten ofte Deurwaarders zijn , om de ordres van de Alcaldes
ende Regidor f ter executie te itellen
In die Dorpen daar men drie a vier-hondert ofte wel meer Huys-gefinnen ^egaenten,
vindt, fijn gemeenlyk twee Alcaldes, fes Regidors , twee Alguttils Majors- 3
ende fes andere die onder de eerfte ftaan.
Ook fijn 'er eenige Dorpen welke het Privilegie hebben van door een In Jcnhdja¿^
diaanals Gouverneur geregeert te worden, deielve is boven de Alcaldes ende vcrneurs."
alle andere Officiers.
Men verandert defe Officieren alle Jaaren , ende men ftelt weder andere Hoe en
in haare plaatie , die door de Indiaanen felve verkooren werden , welke de- J3™^
felve by beurten uyt y der Geflagte ofte S tamme, daar door fy onderfcheyden Vgrfe"
ayn3 noemen, werds,
Ott'3 Sy
m
Hoe de
Reke-
ningen
werden
op-geno-
nien.
Griffier*
inde Dor>
pen.
Haar in-
komen.
Gonver-
neurshoe
lange die
regeren
Magt ende
ponvoir
van de In-
diaanfche
Magi-
ilraac.
Welke de
Spangiaar-
den ont-
wailen
zijn.
Voorbeelt
daar van
292 HL Boeck. Voy age vanThomas Gage XL Cap.
Sy vangen haar Arnpt aan op den eerften dag des Jaars , ende naa die tyd
geeft men kenniffe van haare verkiefinge aan het Hof van Guatimala , foo fy
aan het zelve onderhoorig zyn,ofte wel, zoo zy aan het zelve niet fijn onder-
worpen,aan de voornaamite Spaanfche Magiftraten ofte Gouverneurs van de
Provinciën , welke die nieuwe verkiefingê approberen ende de reekeningen
van den uytgaav van de oude Regenten examineeren, welke, tot dien eynde ,
haare publyke Regiiïers daar kivQ komen brengen.
Hier om heefr yder Dorp een Griffier ofteScriba, welke, gemeenlijk,
dat Ampt veele Jaaren bedient; door dien 'er weynig Indianen fijn die fchry-
ven konnen , ende die dat Officie wel weten te bedienen.
DefeGriffiers hebben vceleLeges voor deSchriftueren,de Informatien ende
de Reekeningen die fy maaken, gelijk ook alle Spaanfche Secretarieën
hebben , doch de eerfte en ontfangen foo veel geit , giften , gaaven noch pre-
ienten niet als de laatfte , ende gemeenlijk brengt haar dat Ampt maar wey-
nig op , door de armoede der indiaanen.
De Gouverneur werd ook ordinaris voor veele Jaaren in fijn Chargie ge-
continueert , doordien het altoos een Man van fatfoen ende groóte qualiteyr.
onderde Indianen is, ten fy dan dat 'er klagten over fijn quaat beleyt komen,
ende dat alle de Indianen qualyk van hem fpreeken.
Defe Regenten, welke de beftieringe van de Dorpen in handen hebben ,
konnen alle de Indiaanen, welke onder haar gebied ftaan,- ende dieeeni-
ge misdaaden begaan ofte fchandaal aanregten, doen ftraffen ende kaífy-
den.
Sejfs, zoo een Spangiaart in haar Dorp woont ofte daar door palTeert, ende
qualijk leeft ofte eenige infolentie bedryft,foo vermogenfy den felven gevan-
gen te nemen, ende naa de naafte Kamer van Jullitie verfenden, meteene
ampie ende breede informatie van fijne mifdaad, maar fy vermoogen niet
hem in eenige boete te liaan , ofte langer dan vier ende twintig uuren gevan-
gen te houden.
Het is wel waar dat zy die magt over de Spangiaarden hebben, doch zy
zouden niet derven denken defelve in het werk te itel!en,want een Spangiaart
doet een geheel Dorp beven , ende howel hy een mifdaadige ende criminele
is, hoewel hyblafphemeert, ende hoewel hy nu de eene ende dan de andere
quetft, zoo zullen zy doch 5 in plaatfe van hem gevangen te nemen, fidde-
ren ende vlugten , jaa zy derven hem niet onder de oogen fien , veel min aan-
raaken, door dien zy wel weten, dat het haai dan noch erger foude gaan,
3t zy doorflagen,'t zy dooreen valfche informatie, die hy tegenshaar faldoen
nemen.
Sulks ís dikmaalen gebeurt ,• want als de Indianen, uyt kragtevanhet
regt dat haar gegeven ís, fich in devoir fielden om de buyten-fporigheden
van eenige Spangiaarden in haare Dorpen tegen te gaan , foo hebben defelve
haar geílagen ende gequetft ; ende als het al gebeurde dat fy'er een gevangen
kregen , ende den felven naa een Spaanfch Gouverneur ofte Regter fonden ,
Í00
HL Boek. Voorde SpaanfcheWeft -Indien. XL Cap* 295
foo ontfloeg men defelve altoos kofteloos ende fchaadeloos , als fy feyden dat
{y het tot haare befcherminge ende defenfie , ofte ten dienfte des Konings
hadden gedaan; dat de indianen tegens hetSpaanfche Gouvernement be-
gonden op te ftaan , weygerende hem het geene hy , om fijne Reyfe voort te
fetten, van nooden hadde; feggende dat fy geene Slaaven waren om hem
ofte de andere Spangiaarden achter aan te lopen , ende dat fy hoopten wel
haaft een eynde van die dingen te fien
Meeft den tyd hebben de Regters geloov gegeven aan foodaanige valfche £™°™
informatien , tot naadeel ende praejuditie van de indianen, welke daar door , vaard;o
naaderhant, noch ilimmergetracteert wierden, en inplaatfe dat men haar bejjt ofte
juftitie foude doen, antwoordemen, dat foo fywaaren dood geflagen, ter- °df™£n
wylen fy fich foodaanig tegens den Koning ende fijne goede fubje&en oppo- fchcReg
feerden , men haar naa haare verdienften foude gehandelt hebben , ende dat, ters.
foo fyde Spangiaarden, welke door haare Dorpen quamen te paifeeren,
niet dienden, men haare Huyfen inde afle ende kolen foude leggen 3 ende
haar ende haare kinderen uytroeyen.
Soodaanige antwoorden , welke fy van de Regters felve ontrTngén 3
ende het geloof dat men geeft aan deminfte ende geringde Spangiaarden,
welke maar informatien tegens haar' beleggen , maakt dat fy haar noyt,
watmenhaarook doe, derven wreeken , dervende geen Spangiaart, wat
hy ook aanregte, attaqueren, nochre haar van het regt, datfy, om hem
gevangen te nemen, hebben, bedienen.
Wannee 1 aan defe Regters ook eenige klagren tegens een indiaan werden ^¡¿Jj
ingebragt,zoo derven zy. den zelven niets doen,voor en al eer dat zy alle fijne rigSpí-
Bloed-vrienden vergaaderthebben,endevooral het Hooft van fijne Summe gingeon-
gefprookea, welke , foo hy nevens de andere oordeelt, dat hy verdient heeft ¿^;1,,""
gevangen géfet ofte gegeeifelt te worden , ofte Ook v/el eenige andere cafty- oefFeru0 '
dinge te ontfangen , zoo is het het werk van de Alcaldes hem tecondemne- wort.
ren tot foodaanige ftraffe 3 als de andere met malkanderen hebben vaft ge-
ftelt. „ '"...'- . ,
Doch van defe Sententie konnen fy aan den Priefter appelleren , ofte wel ¿¡¡¡f™"
aan die Geeflelyke Perfoon die in het Dorp woont, welke fyfich felven tykenRcg
- dikmaalen onderwerpen , ende ontfangen , met gedult 3 de ilrafie,die hy haar ter acnden
, A ° ' rrieiier.
op legt.
Hier door komt het ook dat zy veelmaalen haar toe-vlugttot de Kerke
nemen om Juftitie te hebben,gelovende dat de Priefter de Regten ende Wet-
ten , beter dan fy , verftaat. r Magtdes
Ook vernietigen fy dikmaalen de Sententien die in het Raad-huysgewe- prj€ftersia
fenzyn,befchuldigen de Officiers over eenfijdigheyt, partialiteytende paffie criminele ,
tegens haaren Broeder betoont, ende fetten die geene , welke veroordeelt tafeen.
was, invryheyd.
Dit gefchiet meenigmaalen, voor al foo een Indiaan aan de Kerke de-
pendeert , eenige familiariteyt met den Priefter heeft, of wel'dat de Vrouwe
van
Vremt ge-
voelen der
Indianen
omrrent
bare Prie-
fters.
Vremt
voorval
hieruyc
fpruyttn-
deden
Autheur
te Mixco
over-ko-
294 III, Boeck. Voyagievan Thomas Gage XI. Cap.
vaneenfoodanigedes Priefterslywaat waft ofte fijne Chocolate bereydt,
ende de fulke konnen inallefeekerheydt leven foo lange als de Priefter in
het Dorp is.
Soo het gebeurt dat fy, terwylen den Priefter abfent is, foodaanig een
Perioon voor het Regt verdagvaarden , ende hem in feekere boete ver-
wyfen , ofte eondemneren om gegeeflclt te worden, ofte om gevangen te fit-
ten, het welke fyfomwijlen expreffelijckdoen, foo fijn fy verfeeckert daar
over , op fijne weder-komfte , berifpr , bekeven ende mis-handelt te worden,
jaafomwylenflaatmenhaar, doorordre van den Priefter, in de Kerke mee
ilocken , dervende fy tegens hem niet een woordt fpreecken , maar ontfan-
gen met fubmiiïïe ende onderwerpinge de caftydinge die hy haar heeft opge-
legt, door dien fy haar in-beelden dat die caftydinge van Godt komt, ende
dat , even als Godt is boven de Princen ende de wereltlijke Heeren, foo ook
fijne Dienaaren , fijn boven haar ende boven alle wereltfche magt.
Het gebeurde in de tydt doen ik te Mxco woonde , dat feeckcr Indiaan die
tot een geeifelinge verwefenwas, wegens eenige baldaadigheden door hem
begaan, daar over aan my appelleerde , willende in die fententie niet ac-
quiefceren, feggendedat hy, door myn bevel, in de Kerke met ftocken
wilde geflaagen zy n , ende dat hem die caftydinge voordeligh foude zy n , als
komende van de handeGodes. -
Als men hem voor my gebraght hadde , konde ik de fententie niet calieren
ofte vernietigen , door dien defelve regtmaatig ende billijk was , foodaanigh
dat ick hem, volgens luyde van de fententie der Indiaanen, inde Kercke
deedegeeifelen; dit verdroegh hy met vreugde j endemy daar naa de han-
den kuifende, gafhymymet eeneneen OfFerhándein geit, om myte be-
dancken , voor het goedt3dat ik,foo hy feydejaan fijne ziele gedaan hadde.
HET
III. Boek. *Door de Spaanfche Weft-Indien. XII. Cap. 29$
HET XII. C A P I T T E L.
Allerhande flagh van Handt -wereken onder de Indiaanen ge~
o effent Joo wel als onder de Spangiaarden. Voor heelt van
haar e konfljn het metfelen. Schoon Klooft er door haar te
Amatitlan gemaakt. Haare genegentheydt tot fchildereiu
Haar e Schooien* Sangers ende Mujicanten > haar Opper-
hooft den Fifcaal ,fijn Ampt* Synfragt en aanfien* Exem-
ptie van alle die aan de Kerke dependeeren* IV aar toe die
weder verbonden zyn* Hoe den Triefler in fijn Huys wert
ge dient* Sijne Kocks* Syne Chahals^outeilliers ofte Taf el-
dienaar s* Syne Jongens ende haar werk* Oude JVyven dit
fijne backfters ouderwyjen* Sijn Hoveniers ofte Tttyn-liè-
den en Stal-knegten* Sacrifteynen ende haare bedieninge*
Major-Dom o softe bedellen van de Gebroederfchappen en-
de haar Ampt* Sjjne Vijfchers* ¡Vat inkomen den Triefter
boven dit alle noch heeft* Bejluyt des Capittels.
BUyten dit Borgerlijke Gouvernement , het welke onder haar tot de ad-
miniitratie van de Juftitie isaangefteld, leven fy voor de refte even als
men in alle andere wei-gereguleerde Staten doet
In hetgrootfte gedeelte van haare Dorpen fijn luyden die haar beroep heb-
ben gemaakt van alle de hand wereken, welke onder de Spangiaarden
geoeffent werden.
Men vind onder haar Sloote-maackers, Smeden, Kleer-maakers , Tim
merluyden, Metfclaars, Schoen-maakers , ende diergelijcke andere hand-
wercks-lieden.
Ik ondejftond in de Kercke van Mxco, eenfeerfwaar werk aan te van-
gen , want ik wilde daar een feer groot verwulffel laaten maaken boven
feeckerc Capelle , ende defe faacke was des te moeyelijker te verrigten , om
dat het rond moefte weien , daar den gront ende de mueren van de Capelle
drie-kantig waaren.
Doch evenwel,niet tegenftaande ik my in het opmaaken van dit werk,niet
dan vanlndiaanen bediende, van dewelke fommige in het Dorp woonden,en
anderemde naa-by gelegene Plaatfen 3 ibo maakten fy dat felve foo aardig
ende net, dat de befte SpaanfcheMeefters het niet beter foude hebben kon-
sen doen.
P¿ Het
AlIerhaaJ
deflag
?an hand.
wereken
onderde
Indiane»
geoeffene
loo wel
ais onder
de Spaaa-
fchc.
Voofbeek
van hare
konft in
hec metfe-
len.
296 III. BoECic. Vayagte vanThomas Ga ge XII. Cap.
Het meefte gedeelte van haare Kercken is boven overwelft, en fy fijn alle
door 4e Indianen getimmert.
In mijnen tijd timmerde fy een nieuw Kloofter in het Dorp van Amatitlan,
door haar met veele ileene overwelide bogen , foo in de Wandelaryen , die beneden,als
ie Amant- in de Gnleryen , die óm hoogh waaren,het felve was alles foo volkomenrlijck
jaxge. ende net gemaackt, als eenigh ander Convent, dat de Spangiaarden vooe
™ defen , in de Stadt van Guatimala , moghten gemetfelt hebben
< Inhetkorte, hetisfeecker, dat , foo fy door de Spangiaarden, beter on-
-derright wierden, dan wel gefchied , fy een feer goeden ende wel gereguleer-
den Staat , fouden konnen uyt-maacken.
Haare ge- Sy hebben feer groóte genegentheyt tot de Schilder- konft , endedemeefte
negene- Akaaren ende Schilderyen, welckeinde Kercken ten platten Lande zijn ,
fijn door haar gefchildert.
In meeil alle de Dorpen hebben fy Schooien , in defelve onderwijftmen de
Jeughtinleefen, fchrijven, fingen, ende inde mufijeq-konite.
Yder Kerke , heeft naa dat het Dorp groot is, feeker getal van Sangers en-
de van Lieden die opinilrumenten fpeelen,over defelve ílelt den Pnelter van
het Dorp feecker Officier , den Fifcaal genoemt ; wanneer fy naa de Kercke,
ofte in eenigc publijcke functie gaan , treed hy voor haar uy t , met een witte
.ftockindehant, op wekkers eynde een filver Cruyce ftaatj hier Joorwert
beteekent dat hy een Bediende van de Kercke is.
Baar Op- ' Wanneer'er eenigefaakis, welckedoorde Prïeiter moet gevonniit wer-
per-hooi den , foo is het het werek van defen Officier ofte Fifcaal , om die ter executie
denFif- teftellen. 3a
caak Hymoetoockinhetlefen ende fchrijven ervaaren zijn, ende dtt Arnpt
SijuAmpt. werc genxee nli j ck bedient door de Muiijcq-Meeitervan het Vlek oí Dorp.
OpdeSondaagenfoowelals op de Feeftofte Heylige daagen, moethy,
voor ende na denDienft,de jonge Kinderen,foo van de Mannelijcke als Vrou-
welijke fexe in de -Kercke vergaaderen, ende haar aldaar de gebeden, de
thien geboden,ende den Catechifmus leeren,oock onderrightmge geven om-
trent de Sacramenten.
Alle morgen is hy , nevens de andere Muficanten,gehouden ^oo_draa fy de
Kloeke hoore n luyden , fich naa de Kerke te begeven , om aldaar de Mille te
üngenende tebedienen,fy Celebreren defelve met Orgelen ende andere Mu-
¿tcq-initrumenten , foo wel als de Spangiaarden.
Ook moetefy ten vyfueren des avonts aldaar verfchynen, op welke tyd
fy mede door de Kloeke werden gewaarfchouwt , om de Vefper ende heiSalve
Regina te feggen.
s™ Draet && Fifcaal , welke het Ampt bekleet van die geene , die men in Europa ,
m'JtáL áen Omciaal noemt , is in het Dorp feer geagt , hy gaat met meer uytterïyfc-
heyt ende cieraat langs de ftraat als de Burgermeeiters, Schepenen ende Oe-
fwoorenen; doch hy is evenwel gehouden, als het de Priefter begeert,den fel-
vcn te verfellenaiiine Sententien ende Ordres ter executie te ftelle^ende het
getal
Schoen
Kloofter
heyttot
l»et Schil
deren.
Haar
Schooien
Sangers
ende Mn.
fi canten.
III, Boek. "Door de Spaanjche Weft-Indiën. XII, Caï\ 297
getal van die geene, díe mer hem fullen trecken, ido wanneer hy uyt hetDorp
gaat te belchicken ende verfórgen.
Hy, ende alle die geene, welke aan de Kerke dependeren, fijnontflaa- ¿JJJJ*
gen ende ge-eximeert, van den dienft welke de andere Indiaanen weekent- ¿^^¿g
lyk aan de Spangiaarden moeten doen, ook behoeven zy de Rey figers Kerke de-
niet te vertellen, noch de andere Officiers van de Juftitie ten dienft te pwderen.
Doch fy fijn gehouden, wanneer 'er een Priefter ofte eenig ander Perfoon ¿¡JjJJJJ"
van qualitey t in haar Dorp komt , voor den felven te marcheeren , hem , met verbondea
haar mufijcq , te verfellen, ook met haar Trompetten ende Schalmeyen; zy«.
ende Triumphale Boogen , in de ftraaten , door dewelke hy moet pafleeren ,
van tacken van Boomen ende Bloemen te doen op-rigten.
Van den dienft van de Spangiaarden , zyn , boven de reets genoemde Per-
foonen, medebevrijt, alle die geene , die aan het Huys van de Kerkelyken
dependeren.
De Prieftervan een Dorp verandert alle weecken van Dienaaren , hy wert ¿¡¡¡JgJ
van defelve by beurten gedient, dan van de eenë ende dan van de andere, foo- r^Hajs
daanig dat fy een week ofte twee hebben , om naa haare eygene dingen om wert ge-
te fíen ende die te beforgen, ****"'•
Is het Dorp groot, foo moet hy drie Koks hebben , ende twee foo het • *£*'
kleynis, fy paffen by beurten op, uytgefondert wanneer hy gaften noodigt, *
ofte een groóte maaltyd geeft, want als dan komen fy alle daar. Sin/'*
Hy heeft ook twee a drie Perfoonen door haar Cbabals gen&amt , defefijn ¿"e>Bo*a"„
foo veel als Bouteilliers , fy beforgen alle den voor -raat ende provifie van het teiiiiersof*
Huys , defelve op fluytende , ende fy geven aan de Koek het geene de Priefter J ^feI_i
heeft geordonneert datmen hem voor fíjn middag ofte avontmaal fal.be- ,en<ia?*
reyÜen.
Ook bewaaren fy de TaafFel-laakens , de Servetten , de Schotelen, de
Borden, zy decken mede deTaaffel, bedienen defelve, ende nemen die
weder op.
Boven defe alle heeft hy noch vier Jongens, ofte ook wel fes, na dat het Synejöó-
Dorp groot is , zoo'om fijne boodfehappen te doen , als hem anderfints op te haa* werk,
paffen, ende yder op fijne beurte in het Huys te flapen ; deie, nevens de Koks , !,
ende de Bouteilliers ofteTafel-dienaars, houden haar middag- ende avond-
maal aan het Huys van den Priefter , ende dat op fijne koften , te weten als
het hare beurte, om hem te dienen, is. n i w
Hy heeft ook eenige oude Wijven , defe haar werk is , een half douzein °eB,f^¡
jonge Dochters te onderwijfen , welke dicht by fijn Huys komen, om koek- fijne bac\-
jens ,broot van Múiz ende ander oven-werk voor hem te backen, fijne Jon- fteivoA-
gens brengen herh die geheel warm, ende langen die met half domeinen etwJ,fe*í
gelijk op de Tafel.
Heeft hy dan ook een Tuyn ofte Hof, zoo geeftmen hem boven alle defe t^"eersHo~
Dienaars, om fijnen Hof te onderhouden , noch twee ä drie indianen , ende
Pp a ten
«fteTnyn-
lieden en-
de Stal-
fenegten.
Sacriftey.
nen ende
haai e be
ëicninge.
Major-
Domos of-
re Bedel-
len van de
Gebroe-
derfchap-
pen eode
haar
áUnpr.
JSyntvíf.
fichen.
iWatinko-
¡men den
ïriefter
boven dit
alle noch
ftccfi,
Befloyt
des Capiu
tab»
298 III. Boeck. Voyage vanThomas Gage XII. Cap.
ten minfte fes tot fijne Stal-knegten, defehaafcplightisomhem desavonts
ende des fmorgens Sacate, dat is gefneden gras voor fijne Peerden ende Muyl*'
efe Is te brengen , doch die alle aan haar eygen huys eeten , uytgeiondert die
Scal-knegt, welke des morgens aan fijn huys moet komen, ende daar tot cjen
avond blyven , om op te paiTen , of mogeiijck de Priefter wilde uyt- rijden.
Doch evenwel eeten defe alle, foo wel middags als desavonts, aan hét
huys van den Priefter, wanneer fy voor hem wereken, ende in de groóte Dor-
pen moet hy ordinaris twaalf Menfchen op fijne koften,van fpyfe ende drank
voorfien.
i\ocu zijn 'er twee a drie Indiaanen , die mede aan de Kerke dependeren ,
defe werdenSacrifteynen genaamt^n fy zijn mede ge-exi meert van dcSpangi-
jaarden ergens in te dienen.
Sydraagenforge voorde Gappen ende Caflïiyffelen derPriefteren, vooral-
le de vercieringen ende oppronkinge van het Altaar, ook moeten fy het fel-
ve op-fchicken als men de Miffe fal feggen.
Hier en boven zyn 'er noch twee a drie andere , die fy Major-Domos noe-
men , het zijn eygentlijk de Bedellen van de Gebroederfchappen van de Hey~
lige Maget ende andere Sancten ende San&innen.
Haar werk is door de Dorpen te gaan, om de Aalmoeffente verfaamelen
tot onderhoud van het Gebroederfchap, de eyereri die voor den Priefter wer-
den gegeven, weekentlyk te vergaaderen, ook zyn fy verbonden hem ree-
keninge te doen van alle de Aalmoeflen die fy ontf angen hebbenende aan hem
alle maanden ofte alle veertien daagen twee Rijkdaalders te geven , om een
MiíTe voor het Gebroederfchap te doen fingen, ter eeren van den Heylig die
daar Patroon van is.
Soo 'er digteby het Dorp een Reviere, ofte andere bequaameplaatfe tot
de VifTery is , lbo geeft men aan den Priefter drie a vier Indianen , ende op
cenige plaatfen tot fes toe , welke hem moeten van vifch verforgen.
Boven alle defe regten , heeft hy noch de Offerhanden , welke men in de
Kerke doet , het fy dat men by hem te biegte komt , of dat men het Feeft van
een Heylig vierdt , of wel dat de Indiaanen eenige faacke met hem te com-
municeren hebben, want noy t gaan fy hem, over wat faacke het oock zyn
mag, befoecken, offy geven hem een gefchenk, naahaaremagtendegele-
gentheyd.
Behalven dat hy de Tienden van alles heeft, fóo geef t me n hem noch alle
maanden een tra&ement , het welke hem de Alcaldes ende Regidors fel ve ko-
men brengen , ende hy fchryft daar van eene quitantie op het regifter van de
publijckque uytgaaven.
Hoewel dit Traclement aan de SpaanfcheMagiflraaten werd-goed gedaan ,
ende uyt de naam des Konings,ïnreeckeninge gevalideerr, als werdende ge-
geven tot uytbreydinge endevoört-plantinge des Euangeliums, foo komt het
doch alle uyt de beurfe van de arme Indiaanen, ofwel het fpruyt voort uyt ha
jea arbeyd j want racnhaalt het by Collc &e uyt het Dorp , ende uyede goed.
v iMig
HL Boek. *Boor de Spaanf che Weft -Indien*. XILCap* 299
willigheyd der Inwoonders ,. of men neemt het van de Schattinge , welke fy
aan den Koning betaalen , ofwel komt het van hetgeene feefcer ftuk Lands
op-brengt, het welcke men in het gemeen befaayt ende bebouwt, ende de
vrugten daar van komende, werden ver kogt, om datte betaalen.
HET XIII. CAFITTEL.
Commandeurs wat die zijn, Schattinge die de Indiaanen aan
haar geven. Waar mede Jy die bat aaien* Rigueur met de~
welcke die werdinge vordert. Hoe die vergaadert werdt.
Bermhertigheydt der Spaanfche omtrent de Indiaaneik
Vrye^Dorfen*.
ALle de Dorpen vatr America welcke wel geciviüfeert ende onder de gjgjjj
Spaanfche Heerfchappye 7,ijn, behooren aan de Kroonevan Span- d^jn,
gien, ofaaneenige particuliere Hee ren , welke fy, Commandeurs >
noemen , defelve fijn gefprootcn uyt de eerfte Conqueranteir van dat Land ,
ende aan defelve betaalen de Indiaanen een jaarlij kfche- fchattinge , beitaan-
¿e in verfcheydene waarenj ende dan noch een, andere in geit aan den Ko-
Daarenisgeenfoo arm Dorp in het welcke ygelijk getrout Indiaan nieJ^ch"JX
ten minften vier Realen jaeilijks aan den Koningh betaalt, ende fooreel a¡L
uien naar
aan de Commandeur. geven.
Doch foo het Dorp maar alleen onder den Koningh ftaat , foo betaalen fy Wgar mede
voor hem ten aller minftenfesRealen,ende in fommige Dorpen tor aght toe, íy d¡e be-
en dat hooft voor hooft in 'gek, want de fchattinge van de Commandeurs taaien.
Werdt mee Koopman fchappen , die op dieplaatfen vallen , betaalt , als Maíz,
welke men overal moet aannemen, Honigh, Gevogelte, Kalkhoenen,Sout ,
Cacao, Cattoene-Deeckens, ende diergelijke dingen.
DeDeekens die tot fchattinge gegeeven werden,fijn feer hoogh gcaght3om RSgafur
dat de Commandeurs die felve uy tfoeken, ende door dien fy grooter dan de ™£™*~
gemeene fijn ; het gaat op defelve wi jfen met de Cacao , met de Achtotte , en 'ingevos.
met de Cochenille, doordien de Indiaanen altoos, het befte aaneen zij-den.
<áe leggen , om de fchattinge te betaalen , want by aldien fy niet het uytgele-
fenfte van haare waaren bragten, foo is het feeker dat men haar geefleleft-
&ttde * ende weder ïe rugge ^nden 3 om andere te haaien.
Pp % Vc
¿Toe che
W£sC.
Barmner-
tigheyc
der Spaan
iche om-
trent de
Indianen.
Vrye Dor-
pen.
300 III. Boeck. Voy ige vanThomas Gage XIIL Cap.
DeHoofden van deStammen is den laft gegeven om die te verfamelen,ende
defelve in handen van de Alaldes ende Regidors te ftellen , defelve brengen die
in de Reeken-kamer , welke in de Stad ofte het Dorp is , of by de naaft aan
gelegene Spaanfche Overigheyd , foo het Dorp geheel aan den Koning be-
hoord , ofte wel aan den Heer ofte Commandeur felve, die Meefter van het
Dorp is.
Daar is maar eene eenige faake, in dewelke ikbefpeurthebbe, dat de
Spangiaarden eenige foorte van goetheyd ende medelyden met de Indi-
■ aanen hebben 3 defelve beftaat daar in , dat in gevalle eenig Indiaan zoo arm ,
fwak ende ongefond is , dat hy daar door niet kan arbeyden , ofwel dat hy
tot den ouderdom van feventig jaren is gekomen , dat een foodaanige, zeg-
ge ik, vry is van eenige zoorte van fchattinge te betaalen, opwatwyfehet
ook foude mogen zijn. .
Ook zyn 'er eenige Dorpen , welke daar vry van zy n , en dat fijn die geene,
welke konnen beroonen dat fy onder die van Tlaïcallan hebben gefïaan , ofte
door eenige Geilagten ofte Familien van Mexico geiligt zyn, of wel van andere
omleggende plaatfen , te weten, van die geene, die de Spangiaarden in het
conquefteren van dat Land hebben geholpen.
Dit zyn dan de eenigelndiaanen,welke van die herde fiavernye b'evryt zyn,
doch de eerfte , te weten , de arme , íieke , onmagtige ende oude , weet een
yder 3 dat , foo fy al genegentheyd hadden , haar immers geene hulpe ofte by-
irant , in gevalle zy van buytenen aangetaft wierden , zouden konnen doen ;
maar wat de tweede foorte belangt , te weten , die in de , door haare Voor-
ouderen verdienften , van de flavernye bevrydde , Steden ende Dorpen woo-
nen , men foude konnen agten , dat dit meer uy t politie dan uy t barmhertig-
heydfproot, ten waarefydie al immer ontbloot van alle foorten van waa-
penen ende geweer hielden dan alle de andere, ende hier door is liet, dat die y
als fy al wilden , haar mede niet fouden konnen helpen, in het korte, haare
tyrannie ende ongereguleerde politie , zuilen haar dat Land ligter doen ver-
liefen , dan fy het gewonnen hebben 3 foo fy van een andere EuropiÉhe Natie
werden ge-attaqueert.
HET
III Booeck. *Door de Spaenfche Weft. Indien. XIV. Cap. 3 o 1
HET XIV. CAPITTEL.
Naturel der Indianen. Haere groóte getrouwighevdt. Haere
ftilfwvjgentheydt. Haerrefpeffvoor de'Priejters. Over-
vloedt van exprejjien in haere Taek. Haere groóte wel-
fpreekentheyt* <De fwackheyt. van haer Geloove. Hare Af
goderye ende by-gelovigheyd+Toverye gaat by haar in/wang.
*Den dienftder Heyligen, maakt haaryverïger in het Room*
fcheGeloov.Oorfpronk van de Schilderyen in delndiaanfche
Kerken. Groot profijt ende voor deel des Trieftersvan defe
dingen. Goddelofe Aperye van de T?r tejieren hier omtrent
ge/peelt , die de Indiaanen in de Af -goderye ftyven^ Groóte
blindheyt der arme Indianen , wert door de Triefters ver-
meeräert\ Offerhanden der Indiaanen aan de Beelden ge-
daan. Voordeel dat de Triefters van de Wafch-keerjften
tree ken. Godtlofe gierigheyt.der Religieufen. Onwetenheyk
der Indianen in de verborgentheden desgeloovs. Eenfeer
aardig doch erbarmens-waardig voorbeeld daar van*
Een gruwelijk (f aaltje van degodlofe leeringe ende gierig*
heyt der Spaanfche Triefters. Nochfoo een ft aaltje.
WAt haare manieren ende omgank belangt , zoo is het feeker dat Naturel
zy zeer beleeft ende goed-aardig zyn , zynde vreefagtig van dcs lnd**
natuere, ende genegen om te dienen , te gehoorfaamen ende neQ'
wel en goed te doen , indien men haar maar de minfte vriendichap betuygt ;
doch in die plaatfen daar men haar mis-handek , fijn zy woefts knorrig ende
gry nig , niet willende doen 3 jaa zy fterven liever dan dat zy die Slaavernye
foudenverdraagen. /
Sy fijn feer getrouw , ende menheeft noyr bevonden , dat zy eenige dieve- Ha r
rye van confideratie gedaan hebben,foodanig dat de Spangiaarden niet fchro- grootege.
men den nagt met haar in de woefty ne over te brengen , en hoe wel zy facken trouw.
vol gouts by haar draagen , foo laaten zy niet naa geruftelyk te flaapen. hcyc'
Sy zyn ook zeer inhoudende ende weten wel te fwygen,ende om geen ding Hareftii-
des werelts zullen zy yets ontdecken , het welke de reputatie van haare naa- iwygent.
bueren foude konnen krenken,ofte het credit ende aanfien van eenSpangiaart ^ï1*
kreukea , zoo zy haar maar de minfte genegentheyd ende afte&ie betoont.
Doch
11
Haar
reípefl
roor den
í'rieíter.
Overvloed
va¡
taaie. Haa
re groóte
tve I (pree-
kemhcyd.
302 III, Boeck. Vqyagie vanThomas Gage XIV. Cap.
Doch voor al draagen fy haaren Priefter ofre Parochiaan een feer groot
refpecl toe , ende als fy komen om hem te fpreeken , trecken zy haare befte
klederen aan , ende zy mediteren expreifelijk hetdifcours, dat zy yoor hem
houden , enda het compliment , dat zy hem maaken fullen.
Sy fijn feer overtollig in haare uytdruckingen ofte expreffien, ende vol
van omwegen ende cirumlocutien , welcke fy met parabolen endegelijke-
preffien in niifen verrijken , om hare gedachten ende intentien wel uyt te drucken.
lek ben ¡om wijlen een uure tijds blijven fitten , alleen om een oude Vrouw-
te hooren fpreeken , welke het felve met foo groot een aardighey t , in haare
taaie , decde ( 't welk doch evenwel geen fin in de onfe foude hebben en car-
barifch fchijnentezijnj dat ick daar over verwondert was, endedikmalen
vorderde ick daar door meer in de kennifle van haare taele , als door al mijne
befondereftudie.
Indien ick haar konde antwoorden met manieren van fpreeken ende uyt-
druckingen , welcke metde haare over-een-quamen, gelijk ick fulks dick-
maalen trachte te doen , foo was ick verfeekert dat ick haare genegeotheydt
foude winnen, ende alles, wat ick begeerde, van haar verkrijgen.
Defv/ack- Wat den Gods-dienft betreft , fy doen uytterlijk Profeiïic van defelve Re-
hcyd'van ligie als de Spangiaarden ; doch in haar herte hebben fy groóte moeyte om te
haargc. geloven het geene haare kennifle ende begrijp te boven gaat , foo wel als de
natuure , oock ftellen fy geen geloove in het geene voor haare oogenniec
klaarlijk blijkt.
Hare Af- Daar fíjn'er nogh op den hedighen dagh , welke de Beelden van hout ende
godeiye ¿teen aanbidden,die tot de fupérftitie ende by-gelovighcydt genegen lijn , die
endebyge- ag[lt nemen op de Beeften die voor haar op den wegh loopen of die fy het eer-
longfieyd. ^ ^^ q^ het.vliegen der Vogelen, op het fingen van defeWe omtrent haare
Huyfen, in rijdenen wijlen dat iy daar niet gewoon fijn te komen.
Toverye Veele van haar maaken haar werk van de Tover konft,de Duy vel doet haar
gaat by gei00yen dat haar leven af hangt aan dat van eenigh Beeft , het welke fy ,evea
als haaren familaaren Geeft , by haarbewaren/y beelden figh in , dat,als dat
Beeft komt te fterven,fy ook moeten volgen , foodanign, dat 9 als foo een Dief
door de Jagers vervolght werdt , haar herte üddert ende beeft , ende wan-
neer het gevangen werdt, vallen fy van haar felven.
Het gebeurt fomwi j ¡en dat fy , door de lift des Duyvels , in de gedaante van
die Beeften verfchijnen , het welke gemeenlijk ende ordinarisgefchiet onder
het wefen van een Hertzeen Daiïe,een Leeuw,een Tijger,een Hondt ofte een
Arendt ,- foodaanigh dat in die gedaante van fommige Perfoonen op haar een
Roer is geloft , waar door fy fijn gequetft geworden , foo als ik in het volgen-
de een-en-twintigfte Capittel fal vertoonen.
Door dien fy ookfien datmen eenige San&en ende San&innen met fora-
geioof der mige Gedierten by haar ichildert, gelijk St. Hietonymus met een Leeuw, Sr.
'" Anroniusmeteen Varken,ende met andere wilde Beeften,St.Dominicusmec
een Hondt, Sts Mareus meteen Stier, St. Jan meteen Arendt, foo beelden fy
daar
haar in
ÍVang.
§y werden
ín wilde
ïkel)en
gerrans»
formeert.
Vremtby-
Indisa&e'n
omtrent
IILBoeck. *DoordeSj>AenfcheWefi-Indïèn. XIVCap.!}©3
daar door haar felv en in,datdie Heyligen van het felve gevoelen waren als fy deHeylï-
zijn,dat dieDiercn hare familiareGeeftcn waren,dat fyyús fy in het leven waa- {> j"f™"¿e
ren3íigíin haare gedaante veranderden, en dat fy met haar op een en defelve righ in hc*
tijd geftorven zijn,foodanig,dat, hoewel het gevoelen dat fy van dieHeyligen Roomfche
hebben, vals is, het haar dog evenwel in de Catholijke Religie beveiligt door Geioov*
de meeninge welke fy hebben,dat Cy hier in,methaargelove overeen-komen.
Dit is ook een van de redenen , om dewelke fy foo groóte eerbiedigheydt oor fpronk
aan die Heyligen toe-draagen , want een yder van haar fal naa de kleyne mid- JfJíf
- delen die hy heeft > alle fijne magt te werk (lellen , om foo een Schilderije te ryeiiifde
bekomen , ende defelve in de Kerke doen op-hangen, op dat die alfo van een indiaan-
yderge-eert werde. kcneKerC~
De Kerken fijn met dat flag van Schilderyen vervult, men draagt díe in
Proceflie om, boven op groóte vergulde ftocken, even als men de Banieren,op
de Heylige daagen , in Europa doet.
De PriefterendeParochiaanentreckéngeen kleyn profijt van defe dingen, ^j™°Ja.
want op den Feeft-dag van die Heylig, welkers Beeldt men infProceffie jJevoör-
heeit omgedraagen , fteltdiegcene, welke defe Schilderije toc-kqmt, eendeeides
groóte maaltijd in het Dorp aan , endejiy geeft gemeenlijk drie a vier rijks- Jj[f2efe
daalders aandenPriefter,voor hetfeggen van de MiiTe,ende voor het doen van alngan.
het Sermoen, boven eenKalck-hoenfchen haan, drie a vier ftucks ander
pluym- gedierte, ende foo veel Cacao, dat hy genoeg heeft, om, geduerende de;
geheele volgende O&ave , Chocolate te drinken.
Soodaanig dat van fommige Kerken , in dewelke ten minften veertig foo-
daanige Schilderijen zijn,dcn Prieftcr niet minder dan vier a vijíhondert gul-
dens, des Jaars, daar van trekt. -
Hier door draagt de Prieftcr feer goede forge voor defe Beelden ofte Schil-
derijen, ende hy laat de Jndiaanen, den tijd van den Feeft-dag van haaren
Heylig , tijdelijk aan konäigen , op dat fy fig daar" toe op haar gemak berey-
denfouden, en dien dag, foo wel in de Kerk als in haar Huis, luilig vieren.
Söo het gebeurt dat fy niet rijkelijken genoeg op-brengen , foo fal de Prie- Goddelofe
fter haar bekijven , ende dreygen het Sermoen niet te fullen doen. dSS?»
Soo het gebeurt dat eenig Indiaan, doorghebrek van middelen, niet hfer om.
contribueren , ende den Feeft-dag in de Kerke ende ín fijn Huys niet vieren "ent ge
kan, foo dreygt hem de Priefter.dat hy fijnen Heylig ende de ftok daar hyfFeek'
op ftaat , uyt de Kerke fal wet|¿ft , feggende , dat die niet moet vervult wefen
aict Heyligen , welke noch aän de zielen noch aan het licchaam nut toe bren-
gen, endedatdiefchilderijedeplaatfe vaneen ander beflaat, welkers Feeft
men jaarlijks in de Kerke ende in Huys foude vieren ,
Byaldienhet voor-valt, dat diegeeoe, welke dit Beeldt toe-behoordt,
komen te fterven,laatende eenige kinderen naa3foo moeten fy daar forge voor
draagen,als voor een laft die op haare erfFenifïe gevefligt is,ende beftellen dat
het Feeft gevierdt werde.
Doch foo hy geene Kinderen ofte Erfgenamen heeft nagelaten,foo doet de
Q.q Priefter
i
.f'', ¡.
Indianen
inde Af-
goderye
ityven.
Groóte
blir.theyc
de/arme
Indianen
V/erdc
tioor de
Priefters
termeer-
dere.
304* III, Eoeck. Voyagie vanThomas Gage XIV. Cap
Prisfter alle deHoofden van de Stammenen.de de voornaamite Officieren' van-
de Juftitie vergaaderen ? tot defelve doet hy eene Harangue , om haar bekent
temaaken, dat'er een plaatfe in de Kerke is, welke vrugteloos beflaagen
wert door een foodaanig Beeld , ende doorde.ftok daar her op ruft 5 dat die
geene , aan dewelke het behoorde , geftorvenzynde , fonder Kinderen, om
hettebeforgen, naa te laaien , hygenootfaakt ishaarte komen waarfchou-
wen, dat hy het inhaarhanden wil ftellen, hebbende hy dat voornemen
vaít-geítelt , op dat fy het in het Raad-huysfbude konnen brengen , ende het
aldaar bewaaren, totde tydtende wyletoe , dateenig vroom Chriften, het
voor het fïine erkenne ende koope.
Als de Indiaanen defe woorden hooren , foo vreefen fy dat het oordeel
Godes op haar Dorp fal vallen , ende dat de Heere haar fal caftyden , om dar
;fy hebben toegelaaten, dat een Heylig is buyten de Kerke gefet, hierom
gaan fy den Prieiter ten eerften befoeken 3 hem gefchenken brengende, op
dathydenHeyligh voor haar foude bidden, ende dat hy haar een feekeren
tydt wilfetren, binnen dewelkefy hem füllen te kennengeven , wat fy met
het Beeldt voor hebben , blyvende hetfelye onderwylenindeKerke.
Want fy geloven dat het een fchande en affront voor haar geheele Dorp is ,.
ende voor alle de Inwoonders van hetfelve, dat eene faeke welke de Kerke
wastoe-ge-eygent, daarwerde uytgeworpen, endeinde magt vanwerelt-
lyke Perfoonen gefet.
Als hy haer nu den tydt, binnen dewelke fy hem moeten befcheyt brengen,
heeft voor gefchreven , foo beloven fy hem, onderwylen, eenigh goedt
Chriiten.op te foecken, 'tfy van de Vrienden ofte de Bloedt verwanten van
die geene dié dat Beeldt heeft befeten , ofte wel eenig ander vremt ferfoon,
die hetfelve van den Prieiter fal kopen , wanneer hét nog in de Kerke is, ofte
wel van de Magiitraaten , foo net in haare handen isrgeftelt, het welke fy
evenwel feer ongaarne fien, doordien men haar veeleexemplen heeft voor
oogen geitelt y van ongelucken , welke aan andere , indiergerfjke gele-
gentheden fijn overgekomen, ende daarom,, in hoope van defelve te ontgaan,
beloven fy de gramfchapvan den Heylig teitillen,. by middel vaiï een fo-
lemneele'Feeft-dag, welcke fy, te fijnder eere, in-haar Dorp fullen vieren,
op dat hy haar geen quaat doe , door dien fy hem dus hebben veragt.
• De Kerkelyken van dat Landt, aan dewelke de eenvoudigheyt der In-
dianen bekent is , vergeten mede niet , alle cfemiddelen , welke fy konnen ,
in het werk te ftellen , omiïgvan defelve te bedienen, ende dit is niet een
van de minfte , om geit te treek en. / „■
Want door dien fy geloven dat het een affront voor geheel haar Dorp is,
wanneer fy toeftaan dat eene van haare Heyligen uyt de Kerke gefloten wert,
ende datmen het felve van de Wereltli jke Perfoonen moet weder af-kopen ,
foo ftellen fy alles te werk wat in haare magt is , om een Man uyt te vinden
ende aan den Prieiter te prefenteeren , welke de Schilderye van defen Heylig
saa iich n#smt,ende die hem niet alleen geeft foo veel die met fijnelijite in den
r Winc-
JILBoEK.7)oör''deS}aanfc^eW^JIJn£ef$. XIV. Cap. 305-
Winkel van de Schilder gekoíl heeft, maar noch daar toe foo veel hy daar
van, op de Feeft-daagen, plaghtetetrecken.
Men heeft de Indiaanen geleert, dat fy , omhaare Beelden des te meer eere ofFerhan-
aan te doen, defelve, op haare Feeft- daggen , moeten Offerhanden geven, Vendoor
hier door is het dat' de fornraige een Reaal' of twee brengen , of, gelij kfulks „^"^de
het gebruykin Gmtimalaïs , een witte Wafch-keerife ¿' op andere Plaatfen Beelden
geven fy weder Cacao ende vrughren , welke f y. voor het Beeldt van den Hey- gedaan.
ligh leggen , terwijlen men de JVïiiTe feght.
Sommigen fullen ook twaalf VVafch-keerííen brengen ,elk van eenReaal het
ftukof wel een weynigh minder van prijs , ende foo fy alleen zijn , of datmen
op haar doen geenaght fiaat, foo fteekeniy die alle aan,ende laaten die te ge-
lijk branden , foodaanigTi dat de Priefter, naa het eyndigen van de MiiTeaniet
dan de kleyne endekens vint.
Doch om hier middel in re febicken, hebben de"Bedellen van de Gebroe-
derfchappen ordre van den Priefter ; 'om niet toe te laaten , dat de Indiaanen
meer dan een keerifc voor het Beeld van den Heyligh aan fteeken, ende de an-
dere fonder branden maar te pronke ftellen , feggende dat de Heyligen alfoo
veel vermaak ende genoegen fcheppen in hetiien van de keeriïen, welke '
men voor haar heeft geftelt , als in die geene,welke ontftóoken zijn-op dat hy
álfoo de reftc moge behouden, ende daar goet geit van maaken.
Als de Miife gefeght is , nemen de Priefter ende de Bedellen alle de Offer- JaTdelrie-
handen wegh, nevens de Wafch-keerffen die men voor het Beeldt hadde fiers van de
geftelt, fy vinden daar fomwijlen wel tot twintigh Realen in geit toe , ende w^-
eenhondertWafch-keerifen, welke ten miniten vijfthien a fefthien guldens t^\Ja,
waardighzijn,
Het meefte gedeelte van de'Priefters weíke omtrent Guattmala yjoomn ?
zijn, door dit middel, foowelvan Wafch-keerflenvoorfïen, alsde winke-
len van de Kooplieden in de Stadtfelve.
Hoe wel defeReligieufen defe keerifen dikmalen in het gros aan de Spangi-
aardenverkoopen , om daarvan een redelijke fomme opeenentijdte tree-
ken, foo aghtenfy het evenwel niet veel of fy op díe, ofte opeen andera
wijfe qiiyt werden , omdat de indianen* wanneer fy die van nooden hek-
ben,, het fy vooreenigen Heyligen-dagh l voor het doopen vaneen Kind,
ofte voor een Vrouwe die haar eerfte Kerk' gangh naahaar Kinder-bedde
doet , deièlve van den Priefter gaan kopen,'welke op die wijfe vijf a fes maa-
ien defelve keerüèn aan defelve Lieden&l verkopen. Godtlofis
Doordien nu dé Religieufen bemerken , dat de Indianen een groóte gene-g¡erigneyc
gentheyt , tot dat ílágli van,Offerhanden p het welkejiaar foo voordeeligh is, <ler Reh-
zijn hebbende,- foo recommanderen ' fy, liaarjdefelve voor al in haare Predica- S18ufen'
tien3alsgöe"èe ¡ende noodigeteékéhën van haare gödtvrughtigheyt ende haare
devotie. r
- Doch Jpè wel defe Volkeren foo volveerdigh ende fooyverighzijnin het°™eten"
geven Va'ñ aèfe Offerhanden , foo zijn fy níet te min foo onwetende in de ver- J *
W Qji z bor-
looft.
' :
30e lil* Boeck. Voy agie vanThomas Gage XIV. Cap.
ifit india- borgentheden des Geloofs datfy de minfte reden vandefelve niet weten te
"enbiRrdc Scven'
genthcdeo Want de verborgeatheden van deDrie-Eenigheyt,van deMenfch-werdinge
¿e*Ge- JESUCHRIST I,van onfe verloflinge door Sijnen dood,fijn al te hoog-
dravende voor haar, ende fykonnen daarop niet antwoorden danfeekere
weynige woorden, welke men haar in haaren Catechifmus heeft geleert,
ende als men haarpoiitivelijk vraagt wat fy van die Articulen des Geloofs
houden, foofeggen fy anders niet dan dat fulcks weikan wefen, fonderja
ofte neen te willen feggen.
Van gelijken als men haar leert dat het licchaam JESU CHRISTI
vaarlijkende daadelijk in het Sacrament van de Euchariftie tegenwoordig
is , ende dat 'er niets van de fubftantie ofte de felfs-ftandigheyt des broods
blijft , dan maar alleenlijk de accidenten ofte de toevallige dingen, ende daar
op aan de beft onderwefene Indianen vraagt of fy dat geloven , foo fullen fy
antwoorden, dat fulcks wel wefen kan.
Ecnfter Het gebeurde dat feeckereoude Vrouwe, welcke men in het Dorp van
aerdïg Mixco voor feer devoot hielde , my quam vinden , op dat ick haar de Com-
baimeïis munie foude toe-reyken , terwijleickhaarnuonderrigte, vraagde ik haar
waardig offygcloofde dat het licchaam JESU CHRISTI wasin het Sacrament, dat
▼oorbeeld ¿y Uyt nan jen van de Prieitcr foude ontfange», ende fy antwoorde my anders
aar yan. ^.^ ^ ^ ^ wej |con¿e ¿^
Ick vraagde haar , om haar te beproeven , ende op een andere wijfe dan die
gewoonlijcke te doen antwoorden , wat 'er in het Sacrament was dat fy uyt
handen van denPrieitcraanhet Altaar ontfing.
Hier op bleef fy eenigen tijd fonder my te antwoorden , doch door dien ik
haaraanporddc om poíitif ende affirmatif te antwoorden , foo begonde fy al-
le de Beelden die in de Kercke, welcke aan St. Dominieus is toegewijd, waa-
ren , te bekijeken , niet wetende wat fy my foude antwoorden, als ik haar nn
eyndelijck al herder aandrong , dat fy my moefte feggen wat 'erin het Sacra-
ment was , foo wierp fy haare oogen op het groóte Altaar , ende antwoordde
my dat het St. Dominieus was, welke de Patroon van deKerk van hetDorp is.
Defe antwoort deede my in het bemerken van hare eenvoudigheyt lacchenj,
ende om haar noch meer te beproeven feyde ick haar,dat fy fag dat St. Domi-
ïicus gefchildcrt was met een Hond by hem,houdende eenFackel in de hand
ende hebbende een Aard-kloot aan fijne voeten.
Ik vraagde haar by gevolge, oí alle die dingen nevens St. Dominieus mede
in het Sacrament waren? waar op fy my antwoordde dat fulks wel zijn konde ,T
het welcke my verpligte om haar in haare dwaalinget&beitraffen, ende op
hetftuck, waar van wyfpraaken, te onderrrgteri.
Doch noch mijne onderrigtinge; nochtedie van alle de andere Spaanfcke
Priefters , hebben haar , tot noch toe , niet van haare dwaalingen konnen af-
Seyden , énde haar de verborgentheden des Geloofs doen begrijpen , want fy
ij n plomp e»de bot , fwaarli jk yets begrijpende dat de Natöere e^d.e het we»
5: '"• f«B
— -
ÍII. BozK.Tïoor de SpaanfcheWeft-Indïèn. XIV. Cap. 507
fenGodts, ende de Hemelfche dingen betreft , wanneer fy de redenendehet
gevoelen te boven gaan. *
Sy volgen niet te min de manieren van docu der Spangiaarden naa, en-
de obferveren feer ftiptelijck het geene haar door deKerckelijcke Perfoo-
nen geleert wert; ooklijnfy feer groóte formaliílen, maar hebben feer ge-
ringe kenniiïc van het eíTentié'elíte ende van de fubítantie van den Godts-
dienft.
Gelijk men haar nu geleert heeft dat fy een gefchenk aan de Pneftersmoe- ¿Äa'
ten geven wanneer fy te Biagte gaan, ende dat haare fonden , door datmid-ñaallje
del, vergeven worden , foo komen fyfulks foo ftiptelijk naa, voor al in de van de
Vallen, dat'er niet een het herte heeft van te komen Biegten, ten fy fijne e°e^dofe
handen wel voorfien zij n. e»de de
Sommige brengen geit , andere Honig , Eycren , Pluym gedierte , Vifch, gieiigheyd
Cacao , ofte andere diergelijke dingen , foodaanig dat de biegtisgen een goe- £^*¿¿
den OogHftvoordePriefters inde V aften zijn. fters.
Men hcefthaar mede geleert, dat fy , als fy ter Communie komen , ten Noch fo0
minften aan den Priefter een Reaal aan geit moeten brengen , foodaanig dat een flaatc-
ik ecnige arme Indiaanen gekent hebbe , welke fich aght a veerthien daagen je
van de Communie onthielden , rot dat fy een Reaal hadden konnen overfpaa-
ren, om die, daar gaande, te offeren.
Door dien nu de Priefters de Communie aan niemant weygeren , ende dac
fy alle die geene welke meer dan twaalf Jaaren hebben verplighten te komen
Biegtcn , foo is het qualijk te gelooven hoe veel haar dit Jaarlijks opbrenght ,
ende voor al in de groóte Dorpen 3 in dewelke ik dikmaalen tot duyfent
Communicanten toe gefien hebbe.
!
m\
Qjiï
HET
Devotie
ende mil-
dadigheyt
der India-
nen in de
goede
weeks.
Búffen om
het geit
voor de
gebeden
van de af-
geftorvene
teontfan-
gen.
Nocb een
ítaaltje van
de gierig-
:heyt
30U III. Boeck. Voyagie van Thomas Gage XV.Cap,
HET XV/C AP ITT EL.
^Devotie ende mild aadigheyd der IndiaanenindegoedeweeC'
ke> Btijfen cm het geit voor de gebeden voor de af-geftorvene
te ont fangen. Noch e en ft aaltje van de gierigheyd ende God-
loos heyd der Kerkelijke. Groóte eenvoudigheyd van een
Indiaan. Op aller zielen dagy werdt /eer rijke lijk ge^
geven. Wonder lije k Apen-f pel op den Kers-dag aanghe-
regt 3 loc kt vee Ie Indiaanen inde Kercke , doch alt otpro-
fijt des Triefters. Noch een voorbeeld vun degodtlojegïe*
righeyd der Kerkdijken. Hoe datfulks omtrent de parti-
culier e ge fchiet. Hoe by een GebroederfchapjComedie op drie
Koningen dag , ende op Vrouwen ligtemijje. Gods-lafïe*
ringe op *P in xt er en ge pleegt. Geftrengheydder Indiaanen
in het difciplzneren.
SY fijn ook feer naaukeurig in het vieren van alle de Heylige daagen van
de goede weecke3 de Geeftelyke maaken als dan Repofetoria die fy nagc
ende dag bewaarèn ende bewaaken, voor defelve fetten fy Crucifixen
met twee beckens, aan yder zydeeen, op dat een ygelijk in defelve de en-
kele ende dubbelde Reaalen foude werpen, fykruypenophaareknyennaa
de zelve , met hare bloote voeten , kuffende de handen , voeten ende de zijde
ván het Crucifix.
Men doet ook een Collecte door het geheele Dorp tot verval van de wafch-
keerifen, die geheel die weecke, voor het Repofitormm , branden, ende om de-
felve daar uyt te betaalen.
In alk de Kercken is ook een BuiTe , van deVelke de Parochiaan de fleutel
heeft, in defelve werd ^eftoocken het geene een yder geven wil, orate doen
bidden, voor de zielen , welke in het vaagevyer zijn ; foodaair^ dat de
Priefter, als hy geit van noden heeft, het felve altoos in de buífe viuu, ende
door dien ick dickmaalen die buífen hebben doen openen , fookan ik feggen ,
dat ik in defelve altoos veele enkele Reaalen hebbe gevonden , jaa ook ftuc-
ken van vier ende agt Reaalen.
Door dien ook de verloorene dingen , welke op de groóte ofte kleyne we-
gen gevonden werden , yemant tot haar eygenaar moeten hebben , wanneer
men niet weet wie den regten Meefter daar van is3foo heeft men haar geleerd
dat die faaken aan de zielen der verftorvenebehooren, hier om is het, dat de
Indiaanen
III* Boek. T)oof de Sp amtf che Weft -Indien* XV* Cap* 309
Indiaanen , of door ydelheyd , ofwel om dat de Priefter een goed gevoelen fnáÍgc^"
van haar fal hebben , indien het gebeurt dat fy yets vinden , het felve veel eer a°e°r Keike
aan den felven lullen geven , ofte in de buiïe iteeken , voor de zielen van de lijken.
afgeftorvene , dan welde Spangiaarden , welke, zoozy een verloorenbuy-
áel komen te vinden -3 defelve feer wel voor haar weten te bewaaren, felfs
alkennen fy den eygenaar..
Daar was feeker Indiaan , welke een Patecon ofte ftuk van agten op den Grooce
grooten weg hadde gevonden , ende íijnde eenige tyd daar naa te biegte ^ghiyj"
gekomen, gaf hy my dat ftuk , met eenen feggende , dathy het felve niet vaneen
foude derven behouden ruyt vreefe 3 dat de zielen der overledenen , voor hem India*".
fouden verfchijnen , ende hem het felve af-vorderen.
Qp aller-zielen dag doen fy ook feer groóte Offerhanden, ingelt, Maiz 3 Op aller-
Pluym-gedieite, eyeren ende diergelycke dingen, welcke alle ten profijte ¿l*l™erd
des Prieilers komen. feacf J¿
Daar was, te Petapa een Religieus, welke, omdittebewijfen, myfey-üjk
de , dat hy op feeckeren dag van Alle de zielen , hondert Reaalen in geit , g£geven»
twee- hondert ftuks pluym-gedierte, fes Kalkhoenen, agt mudden Maiz >
dríe-hondert eyeren, festbien-hondert amandelen van Cacao 3 agt Palmitas ■,
ende meer dan hondert wafch-keerfen hadde ontfangen , fonder eenige
brooden ende andere kleynigheden te reeckenen , het welcke alle te zaamen
wel hondert guldens , volgens den gewoonlykenprys des Lands, beiiep.
Sy vieren den Kers-dag ook met (eer groóte devotie , foo wel als de andere Wonder-
Feeil-daagen die daar op volgen ; een weynig tyd voor defelve maakenzy spt^el
in de Kerke, aan den eenen ofte den anderen hoeck, een kleynehutte, met Kerstdag!*
ftroy gedekt, op de wijfe van eenjftal , defelve noemen fy Bakbem, daara.-mge-
boven ftaat een fterre meteenftaart, welke eyndigt op de paatfe indewei- re^htr
ke de drie Wyfenftaan, die uyt het Ooften waaren gekomen , in (kfe (talie
fetten fy een kribbe meteen kleyn Kind van gefchlldert ende verguld houd
gemaakt,dat daar binnen in gelegt wert,het felve verbeelt den nieuw-geboren
jESUSjhierby iletmendeMagetMariaaande eenezyde,endeSt Jofeph aan
de andere , hebben de eene een Efel , ende de andere een Qííe by fig , ende
op defe wyk gaan die geene die de Wyfen verbeelden , op haare knyen leggen
vlak voor de hutte , offerende aldaar gout, myrrhe ende wieroock; de
Herders komen mede met haare gaaven te voorfchyn, de een gevende een
Geytjen, een Lam of Melk, ende de andere Kaas, Boter ofte vrughten.
Men liet daar de weyden ook afgebeeldt , metKudden van Schaapen ende LocUc
Geyten, ende rontomme de hutte, welke voor de iral ipeek , iietmen de *eele in-
beelden van veele Engelen met Violen, Fluyten ende Harpen in haare han- f^¿^t
den , het felve lokt een oneyndig getal van Indiaanen in de Kerke , heb- ke. C ".
bende haar vermaak in het fíen van defe reprefentatien,doordien fy met haar
plomp ende bot verftant over een komen, het welke de verborgentheden niet
dan door de finnen kan begrijpen.
Doch even als'er niet een Indiaan in het Dorp isjdie defe reprefentatie van Doch a,
d&kbem tot profijt
■
XV. Cap/
êêtïtUr
•flers.
Noch sea
ftaahje
van de
de/ Ker
kelyke.
Hoe dit
310 III. Boeck- Vqyagie vanThomas Gage
Bethekm niet komt bckyken , foois'erook niet een die gcene gefchenken,
het fy in gek, het fy in andere dingen, mede-brengt.
De Priefters hebben noch defe lilt uytge vonden , dat fy , om de devotie der
Indianen te doen aan waffchen, ende om hare mildaedighey t, in het geven van
Offerhanden , door het voorbeelt der Heyligen , te doen vermeerderen, haar
leSeyd geIeerdt hebben ,alle de Beelden van haare Heyligen in Proccffie te doen om-
draagen , geduerende de Heylige daagen van Kers-tydt , tot aan drie Konin-
gen toe , werdende die alle naa defe representatie van Betlehem gebragt , om
aldaar mede haare Offerhanden te brengen; fulksgefchier naa het getal van
de Beelden die in de Kerke zyn , nemende fy den eenen dag vier, den ande-
ren vyf ende íbo voort op ordre , tot fy'er alle voor drie Koningen dagh
konnen komen om haare Offerhanden , het zy dan in geit , ofte wel in andere
dingen, te doen.
Die geene, welken het Beeld van den Heylig toekomt, treedt voor aan,
Snfcuii* feeraardiglyk gekleed, ende met alle die geene, welke van fijne Familie
r«werue zij"j verfelt, foo'er geen Gebroederfchap van defen Heylig is , tot de
werk ge. Kribbe genaadert zynde , gaat hy voor defelve op fijne knyen leggen , ende
üeit' zynde daar naa op-geftaan , neemt hy den Heylig de Offerhande ai , laatende
die voor de Kribbe leggen, ende met fijn gefelfchap weder naa Huystoe
keerende.
Hoe aao Soo'er een Gebroederfchap van defen Heylig is , foo fijn het de Bedellen
brüeder. oftede voornaamfte van het felve welke defe pleghtelykheyt komen doen,
febap. ende meteene defe Offerhanden prefenteren.
Comedie Doch op den dag van de drie Koningen , komende Akalder nevens de
van drie Officiers van de Juftitie mede haaren pligt ende homagie af-leggen,brengen*
een" die de haarc gerchenken °P het exempel van de| Heyligen ende van de drie Ko-
ningen, doordien fy de magt ende authoriteyt des Konings reprefentee-
ren.
Geduerende alle defe daagen fietmen ook ín het Dorp een dans van Her-
ders, welke op Kers-avont voor dit gemaakte Betbelem> eerft komen danf-
fen, Offerende een Schaap, onder haar allen.
Noch zyn'er andere danflèn , van Perfoonen , welke als Engelen gekleedt
zyn , hebbende fy groóte vleugelen op den rugge , ende dit dient niet
. weynig om het Volk in de Kerken te trecken , om alle defe dingen te
- fien.
v?"u°w- Den dag van de Purificatie Maria» ofte van Vrouwen Ligt-miffe , werdt
ügc-miflè. mec*e met vee^e plegtelykheden geviert , want men draagt als dan in
Proceifie het Beeld van de Maget Maria tot aan het Altaar, ende aldaar offert
fy aan handen van denPriefterWafch-keerlfen, ende Duy ven ofteTortel-
Duyven.
Het geheele Dorp is gehouden haar exempel naa te volgen , ende een yge-
lyk komt ook Wafch-keeriTen brengen, om die te doen zegenen, doch vaa
vier a vyf fluks die fy geven, krygen fy'er maar een wederom, welke gefe-
* gent
KH
III. Boeck. T>oor de Spaenjche Weft-Indiën. XV. Cap." 311
gent is , de andere blijven voor den Priefter , de Indiaanen komen hem defel-
ve daar naa af-koopen,ende geven daar veel meer voor dan voor deandcre,otn
datfy gefegentzijn.
Op den dag van Pinxfteren ftelt men weder een andere vertooninge in de GodtsI
Kerke aan, wantterwijlen men een lof-fang,ter eeren van den HEYLIdEN fteringe"
GEEST iïngt , foo plaatft figh de Priefter voor het groóte Altaar, hebbende °P pinx-
het aangefighte naa 'het volk gekeert , men laat als dan op fijn hooft een Duy- pUehF*
ve, welke met verfcheydene bloemen verciertis, nederdaalen, ende iy h
werpen, dooreenige, expres daar toe gemaakte gaaten, een half ure lang
geduerende, niet dan bloemen op fijn hooft, om alfoo te reprefenteren de
gaaven van den Heyligen Geeft in fijn Perfoon , ende de Indiaanen , om dit
exempel naa te volgen , geven hem mede gefchenken.
Doch de Spangiaarden en hebben niet alleen defe Ceremoniën ende ver- pftreng.
tooningen aan de indianen geleerdt , maar daar toe noch haare manieren van Sfaanea
difciplinerenolte geeifelen in de goede weeke , ende hierin volgen fy haar ¡n het di-
niet alleen naa,maar felfs overtreffen fy 'er ten hoogften, in de geftrengheydt, iciPline~
met dewelke de Mannen ende de Vrouwen fig felven caftijden. rcn*
Ikhebbedikmaalengefiendat fommige niet alleen van haar felven vielen,
maar felve dat iy in de Kerke ftierven, door dien fy figh felvete hart geef-
felden ; oock fijn de Priefters, als dit voorvalt,daar mede niet feer verleegen,
door dien fy verfeekert zijn , dat haar bloedt-vrienden , een MiiTe voor haar
fullendoen feggen , welke haar op het minfte drie a vier rijcks-daalders ,
boven de andere Offerhanden 3 waardigh is.
Ri
HET
©e India-
nen fijn
niet alieen
ten proye
aan de
Geeftelijc-
ke , maar
geoeralijk
aan alle de
Spangi-
aarden,
welcke
haar groot
ende
kleyn
door on-
nutte la-
fteo uyt-
patten,
Voorbeel-
den daar
van .
312. HL Boeck. Vqyage vanThomas Gage XVI* Cap
HET XVI. CAPITTÈL
T>s Indianen fijn niet alleen tenprqye aan de Geejïelijke> maar
ook generalij k aan alle de Spangiaarden , welke haar groot
ende kleyn door onnutte lafien uyt-putten. Voorbeelden daar
van. T)e Ouders moeten f ch at tingen bet aaien voor haar e
huwbaar e Kinder m die fy noch niet hebben uytgetrouwt*
'De Spangiaarden fchrijven de Indiaanen Jaaren [voor
op dewelke fy trouwen moeten , en dwingen haar fomttjdts
fulks op de twaalf ende derthien Jaaren te doen. VoorbeeU
den daar van, ende van deTyrannye daar omtrent van de
Spangiaarden gepleeght*.
HEten fíjn de Kerkelyke niet alleen welke fich ten kofte van de arme.
Indiaanen verrijken, maar generalijk alle de Spangiaarden, welc-
ke voor het rneefte gedeelte leuy ende traagh pijnde , ook niet begee-
rende te arbeyden3haar lecker ende weelig leven op het bloed ende fweet vas
die ellendige door-brengen,haar alle haare dingen laaten doen , en alle haare
werken maaken , foo als ik boven gefeght nebbe , haar fcheeren als Schaa-
pen, ende daar-en- boven noch met veel onnutte dingen belaften, en dit al-
leen om altoos een pretext te hebben , om op haar te rooven enaVte kaapen ,
ende om haar , het wey nige , dat fy met veel moeyte ende arbey d hebben ver-
kreegen, te ontnemen.
De Prefident van Guatimala , de Reghters van de Cancelarye ofte Koning-
lijke Audiëntie , de Gouverneurs ende de Prefidenten van de andere Provin-
cien,bedienen haar van de arme Indianen,om haare bediende ende Huys-ge-
noten te avanceeren ende rijk en magtig te doen worden.
Sy geven aan eenigelaft de Dorpen te vifiteren, ende te vernemen of ook
yder Indiaan genoeg Maiz , tot onderhoudt van fijn Familie gefaayt
heeft.
Daar zijn'er andere welke gaan infpe&ie nemen van de meenigtevanhet
Pluynvged*ertedatfyaanqueeken, en dan weder andere die haare Huyfen
gaan befien , om te vernemen of fy die in goede ordre houden , of haare bed-
den wel ende behoorlijk geitelt zijn, naa het getal van de Kinderen ende
Dienaaren die fy tot haarent hebben.
Daar zijn'er ook welke de magt ende ordre hebben, om haar te doen
verfaamelen tot herírellinge ende reparatie der wegen , of die Commiffie heb-
»en om haare Huysgeiinncn op te tellenen om te befien hot Yeei Inwoonders
dat'er
III. Boek. *Door de SpamJcheWeft-Ináiht* XVI. Cap. 313
dat 'er in yderDorp zijn,op dat men daar in foude konnen foodaanig vooriier.j
dat haare Stammen toe-nemen ende niet verminderen.
Hier moet men aanmereken dat niet een van die Bediende ofte Officiers in
het Dorp komt om fijn Amptte oeffenen, of yder Indiaan moet hem yers
tot verval van fijne koften ende verteeiïnge geven , ende ondertuíTchen con -
fumeeren fy niet van het haare, door dien fy3 foo lange als fy in het Dorp zijn ,
íoo veelVogelen ende andere leef-rogt laaten brengen als fy van nooden heb-
ben.
Wanneer fy,komen om het getal van delnwoondersvan hetDorp te weten,
lefen fy, volgens feeckere rolle ofte lijfte,de naamen van alle de Indiaanen,de
eene voorde andere , op, fy doen haar alle haare Kinderen mede brengen, foo
Dogters als Jongelingen , om door infpe&ie oculair te vernemen , of fy out
genoeg om te trouwen zijn.
Indien het gebeurt dat 'er eenige daar toe out genoeg ïijnde , ongetrouwt £oeten" '
bevonden werden, foo bekijven fy de Vaders datTy die Perfoonenfo lange als ScWinge
onnutte Menfchen , ende fondèr de Schattingen van het Dorp te helpen ver- bet^en
meerderen , hebben laaten leven , foodanig dat fy de Schattinge van den Va- huwbaare
der verhoogen naa proportie van het getal der Jongelingen ofteDogters die nu Kinderen
huwbaar fijnde noch ongetrouwt zijn, e,n dat tot die tijd toe dat hydefelve d!efy°j*fc
voorfïen heeft , want als danishy daar van ontflagen , en fybetaalen felve Cinmt '
voor haar eygen hooft. getroawr.
Doch op dat die Schattinge altoos toe ende noy taf foude nemen, daarom DeSpan-
hebben fy geordonneert, datdiegcene, welke den ouderdom van vijftien §iaarden
Jaaren bereykthebben,fich in den huwelijken ftaat moeten begeven; jaamen Sndfá-
heeft den tyd van te trouwen voor de Indiaanfche Jongmans bepaalt op veer- ncn jaren
tien Jaaren, ende van de Doghters op dertien , want de Spangiaarden feggen , voorop
dat 'er geen Natie in de Werelt is, die fich eer bequaam vint tot de generatie , J¿eQry
die eer in de kenniiTe van de ontugtigheyd toe-neemt , ende die bequaamer is moeren.
tot den arbeyt , dan die van de Indianen.
Somtyds doen fy oock de Jongmans die maar twaalf ende dertien Jaaren Endwin.
hebben , in den Echten ftaat treden , wanneer fy iien dat fy kloek , fterk , wel- f^¿¡
gemaakt ende vigoureus zijn, het felve bekragtigendemeteen van deCa- heïïéive
nonyke Conftitutien , welcke niet wil dat men voor de veertien ofte vyf- °Pd«r
tien Jaaren trouwe , doch evenwel met die reftri&ie ; Niji malitiajuppieat £ta- ¿l^f**
tam : dat is j Ten/} de menfchelijcke verdor ventheyd den ouderdom vervulle. j aar te
_ Als ik in het Dorp van ? etapa woonde,het welke aanDow Juan de Guzman , doen.
die een Man van aanfien binnen Guatimala was,behoorde, wierden alle de In-
woonden van het felve aangeteekent , ende het getal van de Schatting ge-
vende Indiaanen , op die wijfe vermeerdert.
Men was agt daagen met het op-tellen befig, gedurende defelve deede voorbed
men omtrent twintig Jonge borften met foo veele aankomende Dochters daarvar-
trouwen , ende die , gevoegt zijnde by die geene , die federt de laatfte
befchryvinge getrouwt waren, maackten omtrent vyftig Huys-gefinnen uyt ,
. . Rr 2 wel-
3*4 IIL Boeck. Voy age vanThomas Gage XVII* Cap
welke Schatringe aan den Heer ofte de Commandeur van het Dorp moelei
En van de Doch het was eene ellendige faake teilen hoe veel'er noch te ionen v™,
IHraoT r/n/ welke men evenwel tot het huvelijk conftringeerde JetlTJnO^
á¿£Zn dedat ik veele redenen,om fulkste beletten , ^^¿^A
de span, Doop-boek vertoonde , op dat fy uyt het fclvc van haaVn kleynen ouderdom
guarden fouden verfeekert wefen , tot foo verre , datmen'er eenW AfIa.T
«^*^^
noch geen volle twaelf Jaaren hadde , jnaar men oordeelde dat njne krasnt
endekenmife het gebrek van fijne Jaaren vervulde "jnexragnt
Soodaanigh, dat in die faake, welke het meert in des Menfchen vrven
Wille behoort te ftaan , te weeten het Huwelijck.de Indiaanen van de Span"
g aarden als Slaaven gehandek werden , ende dat alleen , om de Schattinge
ÄÄÄrmeerdCren' endef0° ^«MddhJB
HET XVII. CAPITTEL
Vrolijk ende lujïig humeur der Indianen. Hoefy haar tot hei
dan f en bereyden ende daar in onder wejen werden, Hoe fy
de dagen van de "Patronen van haar e T)orJ>en vieren "Bat
met danjjen f uyfen ende fwelgen toe gaat. Toncontin een
miniere van danjfen. Hoe die geoeffent ende in het werck
wertgeftelt. Haareop-pronkingen daar in, Tepambaz
feecker Indiaanjch fpeel-twyg, ende hoe men daar opfpeeld
Tweede wijfe van danjfen. Hoe die in fíjn werck gaat. Op.
derfcheyt tujjchen deje twee eerfte foor 'ten van danjjen Hart
derde maniere van danjjen. Tragedien onder het danffen
vertoont Wonder by-ge >looJ ende fuprfiitie der Indiaanen.
Bejluyt desQapttels.
Daar is niet een Indiaanfch Dorp^et fy het groot ofte kl/yn zy, ja al hadde
het
III. Boek. T>oor de SpaanfcheWeJl-Indïèn> XVII. Cap. 3 x ?
het maar twintig Huyfen, dat niet aan de Maget Maria , ofte aan een van de
andere San&en ende Sanótinnen is gedediceert ende toe geweyt.
De Indianen van het Dorp , vergaaderen alle avonden, twee a drie maan- Hoe {Y
den eer die Heylige-dag komt, endedatomfig te prepareren tot de daniTe- ^¿^f.
ryen , welke fy op die dag gewoon zijn te houden, ende in die t'faamen fen berey-
komften wert veele Chocolate ende Chica gedronken -, den ende
Voor y der foor ce. van danflèniseen by-fonder Huys geprepareert3in het'ÍJ£í5e*
felve is een Meeiter,die de andere daarin onderwyit,op datfy daar volmaak- ienwor-
telijk in fouden onderngt wefen,voor dat het Feeftdes Heyligs verfchijne. den<
Men hoort , al die tijdt geduerende , door het geheele Dorp, niet anders,
gantfche nagten door , dan Lieden die fingen , die joelen , die op Kinkhoor-
nen blaafen, ende die op Schalmeyen ende Fleuyten fpeelen.
DogalsnueyndelijkdeFeeft-dagkomt te verfchynen, foofietmenhaar, ^°\lJ
agt dagen lang , in het publi jk ende voor alle de Werelt danifen , ftellcnde van de.
voor een yder ten toon , het geene fy , geduerende die drie maanden, in ge- Patroo-
feyde Huyfen hebben geleert. £e" v*n
Sy fijn als dan feer net ende findelijk gekleed, met zijde froffen , met fijn pen vieren
lij waat,met veele linten ende pluymen verciert , al naa de natuere van haare
daniferyen vereyfcht , welke fy in de Kerke, voor het Beeld van den Heylig,
die de Patroon van het Dorp is , beginnen ; fomwylen doen fy hetook op het
Kerk-hoF,ende geduerende deOctavegaan fy van heteeneHuysin het andere
danifen,ende in defelve geeft men haarChocolatejC^/cvz ende andere dranken.
Soodaanig dat men, geduerende die agt daagen, niet anders dan dronke Datmet
íieden in ' t geheele Dorp fiet, ende als men haar over defe hare ovei daad be- f"™,n¿.
írraftjfoo antwoorden fy, datfy haar verheugen, met haaren Heylig, die in defweigeu
den Hemel is, ende datfy op fijne gefondheyd drinken , om dat hy aan haar«>egaat-
foude gedenken,
De voornaamfte wijfê van danifen, wefcke onder haar gebruykt werdt, Toncemia
'v/erdTonco?ttin genaami ; eenigeSpangiaarden , díe langen tijd onder de ín- eenmaa-
diaanen gewoont haddenähebben defelve aandenKoning vanSpangien binnen ^nüen!"
Madrid vertoont , om hem alfoo yets van de manieren van het doen van die
Volkeren te doen fien ,.ende men fegt, dat zijne Catholijke Majefteytbetuyg-
¿e, daar van feer wel voldaan te wefen,ende groot genoegen daar in gefchept
te hebben.
^ Siet hierop wat wijfe men defelve gemeeniijck te wereke fteld : De Tm _~¡¿g¡¡j¡¡.e
diaanendie daniTen fullen, fijn ten mínften dertig a veertig fterk, alnaahet-èndeinhet
Dorp groot ende volk-rijk is. werk werd
Sy fijn alle in het wit geklèet , fijnde haare wambay fen, onderbroeken, 8eftek-
ende Ajotes, die-by naa tot op de aarde hangen , alle van witte ftoffe.
Oockfijn haare broeckenende Ajotes met zijde ofte Veder- werk verciert, «¿JjJU*"
ofte met een fchoon galon geboord.
Selve hueren eenige daar toe expreflelijck wambayfen , broecken ende
Ajotes van zyde ofte Taffetas.
Rr 5 Op
TapaH/t-
kaz-, fea
ker Indi-
aanfch
fpeel
316 IK. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XVII. Cap.
Op haaire ruggen draagen fy groóte bouquetten van Pluymen, en die van
allerhande verwen, defelve zyn aan een kleynhoute inftrument gelymt, het
welke daar byfonderlyk toegemaakt is, zynde buyten op verguit, bet fel-
ye heghten fy met linten aan haare fchouderen , op dat het vaft bly ven , ende
in het danflen niet vallen ofte losgaan ibude.
Op het hooft draagen fy noch een bouquetmet Pluymen, maar kleynder
als het eerfte, hetfelveisaan haar hoeden vaft gemaakt, ofte wel aan een
feekerfoorte vaneen Heimet dat gefchildert ende verguit zynde., van haar
op den kopwertgefet.
4, In de eene hand dragen fy ook een waayer die van Pluymen gemaakt
is 'i ende het meefte gedeelte heeft defelve ook aan de voeten, in maa-
mere van vleugels, fommige draagen fchoenen, andere weder niet, maar
van het hooft tot aan de voeten zyn fy alle by-naa met feer fchoone Pluymen
DedeKt.
Het inftrument van het welke fy fig bedienen om de cadans aande daniTers
aantewyfen, is van de uytgeholde ftamme van een boom gemaakt, het is
van binnen feer wel uytgehaalt ende effen glad , van buyten is het feer glinfte-
iuv* en rendee,nde welgepolyft, zynde het felve omtrent viermaalen foo dik ende
hoemen 8r°ot ƒ* onfe Violen , boven op het felve heeftmen mee a drie groóte kerven
op het ft!, gefneden , ende aan de eynden zyn eenige gaaten gemaakt . fy noemen het
tfcipceld. cenTepanahaz.
Het fehe inftrument wert op twee ftoelen ofte op een bank in het midden
van de Indiaanen gelegt , ende de Dans-meefter flaat daar op met twee ftoc-
ken , die aan heteynde met wolle bekleedt zyn, hebbende op het uyter-
ite onder de wolle een bepekte lap van leder , op dat die daar aan kle-
ven foude.
Hoewel nu dit fpeel-tuyg een doof> lomp ende traag gel uyt van iïg
geeit , foo kan doch evenwel die geene die daarop fpeelt, door fijne verfchey-
dene liaagen ook verfcheyde toonen maaken , ende aan de Danifers, door de
veranderingen van die toonen , te kennen geven , wat bewegingen fy maaken
moeten, het fy dan met haar uyt te recken,het fy dan met te buygen, ofte ook
Q wfnn/ier dat fy fingen cnde hare itérame verheffen fullen.
5>ydanifen alle in het ronde, om dat Inftrument heenen , volgende de een
op den ander , fomwylen gaen fy maar iimpelijk in het ronde , fomwylen drai-
jen fy het geheele Lighaam , en al te met draayen fy het maar ten halven 3 ook
iietmen haar dikmalen het lighaam foodaanig buygen , dat de pluymen,
die fy in de handt hebben , aan de aarde raaken , ende op defe wyfe fingen fy
het leven van den Patroon van haar Dorp , ofwel van eenigen anderen Sana
ofte banctinne.
Defe dans is niet anders dan feekere maniere van in het ronde te gaan, fy
continuerenhierfootweeadrieuurenin, op een ende defelve plaatfe, ende
aaar naa gaan fy het felve in een ander huys doen.
Het fyn niet dan de Voornaamfte endede Hoofden van het Dorp, welke
defe
III. Boek. 'Door de Sfiaanfche Weft-Indien* XVII. Gap. 3 17
defe daniie,Toncotitw genaam, danifen, fy oeffenden eefclve al eer dat fy Chrï-
ftenen waaren,ende daar in is niet verandert,dan alleen dat fy nu het leven der
Heyligen fingen,daar fy te voren den lof van haare valfche Goden daarin ver-
haalden.
Sy oeffenen oock dikmaalen een andere foorte van danifen , het welke een Tweed
maniere is van een wildt Beeft te jaagen , welck men tentyd vanhetHey- wiifevaa
dendom aan haare Af-goden opofferde , doch nu aan den Heylig die daar Pa- danflèn.
troon is.
Men bedient fig in die dans van een groóte verfcheydenheyd van voyfen en- Hoe díe in
de toonen,men fpeelt daar in op een kleyn Tepattabaz, ende op veele Schilden fi¡n vver<*
van Schild- padden , ofte wel aarde potten die met leder overtogen zijn , hier 8aat'
op flaah fy even als op de lepanabaz 3 ende dit geluy t werd door dat van veele
fleuyten verfelt ende vermeerdert.
Als fy defen dans danflen, fchreeuwenfy feer /ende maackeneen groot ge-
rugte , noemende malkanderen by de naamen , ende tot malkanderen , even
als in cene Comedie , fpreekende , fommige vertellen dát , andere weder wat
anders •, doch het flaat alle op het Beeft dat fy jaagen.
Alle zijn fy als Beeften vermomt , fommige hebben huyden om het lijf,
welcke als die van Leeuwen fijn gefchildert , andere als die van Tygers ende
Wolven 3 ende op haare hoofden draagen fy Helmettcn , welke als de hoof-
den van die Dieren zijn toegeftelt, ofwel als die van Arenden ofte andere
Rool-vogels.
In hare handen draagen fy ook houten welke alsfchigten, degens ende
bijlen gefchildert zijn , met defelve dreygen fy het Beeft dat fy vervolgen.
Andere vervolgen eenMenfch in plaatfe vaneen Beeft,even als oi hy in een
Bofch , door wilde Beeften , die hem verfcheuren wilden , vervolgt wierde.
Die geene welcke aldus vervolgt werd , moet feer rad ende gaauwter voer
zijn, ende figaanftellen even als een Menfch welcke vlugtom fijn levente
falverenafläande aan alle zijden op defe Beeften die hem vervolgen, ende doch
eyndelijk vatten en eeten.
Gelijck het Toncont'm voor hetgrootfte gedeelte beftaat in feer langfaatn te Onder-
treden; ende íig om te draayen, oock in hetlicchaamíomwijlenfagtelyck fCÍ¡*yt\aí*
uyt te recken, foo is in tegendeel defe maniere van danifen vol levensende tíeeeerfte
adié, dan loopt men een tyd lang in een ron-de kring, ende dan weder daar foorten
buyten , nu fpringen fy weder ende flaan op de Inftrumenten die fy in de han- p^danÁ
den draagen, het welke maakt ,, dat dit fpel verdrietig valt, enveelgewoels en'
ende gcrugt maackt , oock hebbe ick daar in noyt vermaack konnen fchep-
pen.
Te Mexieobedienenfy haar noch van een andere wijfe van daniTen3in defel- Hareder-
ve fijneenige als Mannen ende andere als Vrouwen gekleed. ft^T^
Ten tyde van het Heydendomdienden fy haar van defelve om dèn lof van danflètv
haaren Koning ende Keyfer te fingen, maar nu roemeniy in haare Liede-
kens den Koningh der Heeraïckheyd ofte het Heylig Sacrament , fich
gemeen*
onder het
danfle»
vertoon».
318 III, Boeck. Voyagie vanThomas Gage XVII. CapJ
gemeenlijk van defe volgende, orte van andere daar van feer weynigh ver-
fchillende woorden, bedienende.
Salid Mexicanas bailad Toncontm ,
Canfalas galanas encuerpe gentil.
En wederom daär naa :
Salid Mexicanas bailad Tencontin ,
Al Rey de la gloria venemos a qui,
Op defe wijfe daníTen fy in her ronde ,'op haare Guirarren fpeelende , ende
foo nu ais dan een veers of twee alle gelijk herhaalende , ende roepende de
Jufferen van Mexico , om nevens haar, den lof van den Koningh DER Heer-
lyckheyd te komen fingen.
Behalven defe daníTen , daníTen fy ook onfe Sarabanden , ende díe van de
Negers, met de Caftagnetten aan de vingeren*
Tragedíen jyiaar jen dans die het gemeene Volk het meefte behaaght , ende over ac
welke fy fich het meefte verwonderen,is een foorte van een Tragedie , welke
fy al danifende vertoonen , defelve beftaat dikmaalsin het reprefenteeren van
den dood van St. Pieter, ofte Johannes de Doper.
In defelve fijnPerfonen die denKeyfer Nero,o£te dcnKomngHerodes nevens
haare Vrouwen verbeelden, ook noch een andere, welke meteen langen
rok is bekleet , defe fpeelt voor Johannes de Dooper ofte voor St. Pieter ,
defelve treed in het midden van de andere terwijlen dat fy daníTen , houdende
een boek in fijn hand, evenalsof hy daar gebeden uyt las, ook fijn alle die
geenc , welke daniïen , als Capireynen ende Soldaaten toe-geftelt,hebbende
Degens, Pongiaarden ende Heibaarden in haare handen.
Sy beweegen haar op het geluy t van een kleyne Trommel ende van eenige
Fluyten, dan in het ronde, dan voorwaarts ende dan weder aghterwaarts,
ook fpreeken fy dikmaalen tot den Kiyfer ofte den Koningh, en ook wel
onder malkanderen , komende dat alle uyt , op het voornemen dat fy hebben
van den Heyligh te vangen ende te dooden.
De Koningh ende de Koninginnegaan fomwijlen fitten, om tegens den
Heyligh te hooren pley ten , ook om fij ne verantwoordinge te verftaan , ende
daar op daníTen fy weder met de andere. „
Doch eyndelijk komt het daar op uyt,dat fy St.Pieter met het hooft neder-
waarts cruy eigen, ende Johannes de Doper het hooft af-hacken, hebbende fy
daar toe een gefchildert hooft in een fchootel dighte by de hand , het welkefy
aan denKoningh en deKoninginne prefenteeren, welke daar op met alle de
andere van vreughde daníTen, en ey ndigen met het af-nemen van het Cruyce,
van die geene , die den Perfoon van St. Pieter verbeeld heeft.
wonder Het meefte ghedeelte der Indiaanen heeft eenigh by-geloof ende naa-
by-geioof dencken van het geene fy in die dans gedaan hebben, even als oferyets
peffticic" daadelijcksende reëels in was, boven de vertooninghe van die gefchiedc-
der Indi- nilTc. _.
a»ne&' Vit
IILBoEK. "Door de Spaanfche fVefi-IndiemXVllI.CAP. 3 19
Die geene welke voorSt.PieterofteJohannesdeDopergefpeelthadde,was
gewoon, wanneer ik noch onder haar woonde, het eerfte van alle te biegte te '
komen, feggende dat hy foyver ende heylig moefte zijn, even als den He vli»
welken hy verheelt hadde, ende dat hy hem tot de dood moefte bereyden *
Op defelve wijfe quaamen daar naa oock , die geene , die voor Herodes ofte
HerodMs of wel voor Soldaaten in die dansgefpeelt hadden, dieHeyli»en
befchuldigt ofte tegens haar gepleyt hadden, belijdende in de biegte haare
dinfonden, endedeabfolutiedes wegen verfoeckende. «
lek fal inhet volgende Capittel noch verfcheyde aanmerckctis- waardige
dingen van de Indianen feggen, welke ik ten tijde dat ick onder haar woonde, de
hebbe vernomen» - '
Eefiayt
s capir>
cels.
HET XVIII. CAPITTEL.
Tien Autheurwil naa fin Vaderland. Verjoekt hier toe ver-
lofvan den "Provinciaal ende Trefident , die het bey de wey-
geren. Hy neemt voor op het platte land te gaan woonen ,
om de Indiaanfche Taaie te leeren ende geit te winnen. Tien
Autheur fchrijft naa Spangien om fijne ontjlaaginge. Hy
laatfig bewegen om , in het gefelfchap vanjeekeren Moran ,
een nieuw land te gaan door-reyfen. Sijn loffelyck oog-
mer ck hier in. Vertrek ^¿ Guatimala. KomJieteCobm.
Vertreck van daar. Moegelijke wegen. Sy fien huyfen ende
bebouwt Land ', ende komen by Menfchen. Sy tree ken ver-
der ende komen weder by andere Indianen. Tien Autheur
wert nevens meer andere fiecL
T^T Aa dat ik ik den tijd van drie Jaaren een geheelen loop in de Philofo-
L^ £u \n Univcrfitcvt van Gtiatimala geleert , ende een andere in de
™, j Theologie begonnen hadde, foo begonde ick gedagten te krijgen,
om weder naa Engeland te gaan.
Ik adreffeerde my ten dien eynde aan den Provinciaal en aan den Preiïdent
xznuuatmala, verfoeckende dat fy my wilden toelaaten weder naa mijn Va-
derland te keeren , doch geen van haar beyde wilde my lulcks accordeeren ,
coor dien er eenejiprelTeordre vaniïjne CatholijkeMajefteytlag, foo wel
ais van hjnen Raad,door,dewelcke ftri&elijk verboden wierde,geen Priefter .
welke door iïjne gefeyde Mäjeftey t in de Indien was gefonden,daar uy t te laa^
ten trecken 5 voor ende al eer hy tien Jaaren in defelve hadde door gebragt,
Sf Siende
Den Aa-
theur wil
na fijti Va-
derland,
Ver'oeckt
hier toe
verlofvan
den Pro-
vinciaal
ende dea
Prefident ,
die het
beyde
wey geren.
;:
om íijiie
ohrflaa-
gjoge.
320 III. Boeckv Voyagte vanThomas Gage XVIII. Cap,
Hy neemt Siende my dan gedwongen om in dat Land als een gevangen te moeten
hematíe woonen 5 buyten hoope van in langen tijd Engeland te mogen befchouwen ,
jaidte • foo nam ik voor van niet langer binnen Gaatiinula^to. blijven , maar ik wil-
gaan woo- ¿e die itadverlaaten, ende op het platte land gaan refideren, om foo de Indi-
indiaande aanfche Taaie te leeren ende my bequaam te maaken , om op de Dorpen te
íche Taaie konnen Prediken, waarmede ick verfeeckert was veel meer geit te fullerr
reieeren koonen winnen •, dan in de UniverfiteytvanGwtóvtf/^ , en ik deede dit des te
tewiníen meer> door dien ik.hetfelye vannooden haddeom met iatfoen te konnente
' huys komen.
Den Aa- jck oordeelde ondertuffchen dat ick niet qualijck zoude doen , zoo ick naa
fchrijfc na Spangien , aan een zeeker Engelfch Religieus, mijnen Vriend^ Frater Faulus
spangien van London genaamt , fchreef , ende hem te gelijk bad , aan het Hoi te Ma-
drid, ende by onzen Generaal te Romen , foo veel te willen uytwerken 3 dat
ik perrniiTie om in mijn Vaderland te keeren » quaame te verkrygen.
Op defe zelve tyd quam den Prieur van Cohan , uyt de Provincie van Vera'
Paz te Guatimala , iij nen naam was Francifco Moran ; hy vertoonde aan den
Prefident, ende aan alle andere Magiílraaten ende Overigheden van de
b'tad , hoe noodig dat het was dat men hem de behulpzaame hand bood, om
een weg te ontdecken van díe Provincie na die varxjjicatan , ende om die Bar-
baren te vernielen ende uyt te roeyen, welke den door-togt beletten, ende
fomwijlen der Chriftenen Plaatfen quaamen beroven.
fichb laat ^e^e ^orm was mijnen by-fonderen Vriend , hy hadde het Geeftelijcke
¿en omtn kleed aangetrocken in het Klooiter van St. Paulus te Valladolid'm Spangien, ik
het gefel was mede in het felve op getogen ende in de Ordre aangenomen , hy bad my
feekPVan zeer ^at^ met hem zoude willen gaan,om deze Heydenfche Af-goden-Die-
Monmeen naars des te beter tot hetChriftendom tekonnen brengen; hyfeyde mydat
nieuw mert buyten allen 't wij fiel groóte rykdommen in dat nieuwe Land foude vin-
Land te den,endedatikmykondeverfeekeren,datikvandezelYe3zoowelalshy,mijtt
Sjfeï! gedeelte rykelyk foude hebben.
sijne lef- ^y na£*de niet veel moey te om my daar toe te bewegen , £oor dien ik niet
feüjkoog- zoo zeer wenfte dan te arbeyden tot de bekeeringe van eenigVolk ofte Natie,
merk hier welke noytvan J E S U S C H KIS T U S hadde hooren fpreeken.foodaa-
ip* nig 3 dat ik voor-nam, het Ampt , dat ik in de Univeriïteyt befar, te verlaa-
ten , om den Naame J E S U C H R I S T I onder die ongelovige Land-aart
te gaan groot maaken ende verbreyden.
vertrek De Provinciaal hadde een groóte vreugde als ick hem betuygde dat ick
lnlSmU" zoodaanïg eene refolutie hadde gen»men,ende naa dat hy my eenige gefchen-
ken hadde gegeven, ende van geit, tot het geene ik nodig hadde,beforgt, font
hy my met Mttrm naa Vera-Paz toe , met vy ftig Spaanfche S'oldaaten , die den
Prefident ons hadde toegevoegt,om ons,defeReyfe gedurende, te convoyeren
Komfte te Als wy te Cohan waaren gekomen , voorzaagen wy ons van alles dat wy ons
iob°* « noodig oordeelden tot eene zaake die zoo zwaar ende gevaarlijk was , als die
geene 3 die wy aanvingen,
x Vaa.
.
III.Boek. "Door de Spaanfche JFefl-hdtemXVlILCAp. jit
Van Coba» quaamen wy in twee groóte Dorpen , door Chiftenen bewoont vertre.i
zij nde , het eene heeft den naam van St. Pierer ende het andere van St . Juan , van dasr'
hier kregen wy noch hondertlndiaanen by ons,omonsConvoy te verfterken?
ende , geduerende de Reyfe, te dienen,
Wy reyfden met groot gemak op Muyl-efeis noch twee dag-reyfenaan
geene zyde defe Dorpen , en dat dooreen Land, datt'eenemaal met Chri-
üenen, in kleyne Dorpen woonende, bevolkt was.
Doch naa die tw&e daagen , foo als wy aan de Frontieren ende Grenfen van MoeyeKj.
die Heydenen begonden te naaderen, foo vonden wy den wegibodaniga ke wegen,
dat het voor de Muyl-efels niet mogelijk was defelve te betreeden,waar door
wy te voet moeiten voort-reyfen. '
Twee daagen lang deeden wy niet dan op en de nederklimmen , en dat
op ende van het Gebergte dat met Boomen beplant was , ende de ongemac-
kelijckheyt der wegendeede ons den moet om het Volk, datwyfogten, te
vinden , verliefen. Wy hielden evenwel geduerende den.nagt goede wagt ,
uyc vreefe van door de vyanden overvallen te worden , en namen voor op den
volgenden ogtent-ftont onfen weg te vervolgenende verder voort te trecken.
In dat Gebergte vonden wy verfcheyde^ie foorten van vrugten, etndein.
de leegten ende daalen veele Fonteynen endelfteken, nevens verfcheyde
Boomen die Cacao ende Achiotte droegen.
Wy trockendan denderden dag weder voorwaarts aan , ende quamen in
eene Valeye , door het midden van dewelke feekere Reviere liep die niet feer
<liep was, in defe Valeye , faagenwy eenige Milpas ofte kleine Dorpjens,
ende Velden met Maiz befaayt.
Hier uytbefpeurden wy dat wy digtc by de Indianen waaren , die verplig- EusJc^1
te ons goede forge te draagen, en ons by malkandercn gefloten te houden, om ende bc
haar te konnen af-keeren foo zy ons attaqueerden. touwt
Als wy op defe wijfe voort marcheerden quamen wy op het onverwagtfte Land*
by fes arme Hutten , welke met tacken van Boomen ende Palmitas bladeren Jn komea
gedeckt waaren, in defelve vonden wy twee Mannen , drie Vrouwen ende {Jh&a~
vyf kleyne Kinderen xfy waaren alle naakt, ende hadden wel willen vlugten 3
maar fulcks was haar niet mogelijck.
Wy ruften ons i»haare Hutten watuyt, gaven haar van onfeleef-togt,
welke fy in het begin wegfmeten, niet doende dan roepen ende fchreeuwen,
tot dat haar Moran, door fijne woorden, die fy ten deele verftonden, wat
hadde nedergefet , en doen bedaaren.
Wy gaven haar Kleederen ende leydden haar met ons , in hoope dat fy ons
eenigen Schat foudea ontdecken, ofte wel eenige andere Indiaanfche woon-
plaatfe , die grooter dan de haare was , helpen vinden , doch fy waaren geheel
dien dag foo grijnig ende moeyelijck vanhumeur, datwy niet met alle uyt
haarverftaan konden.
Op defe wijfe rrocken wy dán al voorwaarts aan, volgende de voet-ftappen s? trecke«»
äerlndianenawelke wy hieren daar vonden , tot dat het het by-naa nagt was ,• vo ea
S f z als
Sy fetten
den
marien
322 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XVlll. Cap.
als doen quamenwy by twaalf Hutten 3ïv idefelve waaren omtrent twinri»
Pcrfoonen ,foo Mannen ; ,\ rouwen alsKmderen , wy ontnaamen haar haa f
' iTu en. v,1J rV end£ VOndf by haar £en redeliJke ^antiteyt Palmita
Vifch ende Vleefdi , waar mede wy ons ververllen ƒ n «umitas >
Sy feyden ons dat 'er een groot Dorp was ¿ twee dag-reyfen daar van daan
gelegen , dit verphgte ons geheel die nagt goede wagfte houden
Ik bevont my opdiePlaatfe vermoeytendefieck-liik- a<-i¡;ir««L.
eanderevanonsíeíelfcr.pd^^^
mogelijk verder te trecken hier doornamen wy voor ons op diePlaatfe Seder
te flaan.fendende eenigeindianen enSpangiaarden om den weg te ontdecker.
Sy vonden noch cemje Hutten ende Velden met MaiZ beifayt , als oock
metC. */,. Fafeolen ende Cateen, maaralle de in woonders waren gevlugt
HET XIXTCAPITtEl: ï
Syfetten de marfchweeder voort. Vee Ie ver den fïeck. Tien
Autheur heeft berouw van de Reyfe. Befchrijvinge van de
Hamacs* Sy naaderen denvyand. T>ie haar kloeckelijck
aanvalt. *Ben Autfoeur^hier over in groóte vr e eje zijnde y
wertdoor Moran ge tr ooft. Eyndevanhetgevegt. Getal der
dooden &c. Muyterye der Sfaanfche Soldat en Waar >uyt die
ontftont. Kloeckerefolutie der Indianen. Verfeheyde voor-
flagen der Sfaanfche Soldaten. Tweede attaque der India-
tien. T)e Sf aan) che rejolveren te rugge te trecken , maaken-
de alvorens eenaccoort met de Indiaanen. T>e Sfaanfche
trecken te rugge. Nemen eenige Kinderen mede. Dwaas
voornemen vanMoun. Tegens het welckeftg den Autheur
fielt. T)og te vergeefs. Ver treek van Coban naa de Golf
EnvaudaamaTmxillo. Komfte aldaar* Swackheydder
T laatje. Armoede van Comayagua. Befchrijvinge van de
CaíTave. Gratias a Dios een goede Valeye. Goe dh er tige In-
dianen in Comayagua. Komfte te Guatimala daar f y met
groóte vreugde ende eer e werden ont fangen* TtenAutheu*
fcheyd van Morm af
Aks onfe uyrgefondene waaren weder tot ons gekeert, vermeerderde
den luit in ons om verder te trecken , door het verhaal dat fy ons dee-
denvandesLands ichoonheyt, maar fy waarfchoudenonsGokdatwy
op
III. BoEck. T>oor de SfaenJcheWefi-Indïèn. XIX.CAp.-323
op onfe hoede moeiten wefen>door dien het vlugren van delndianen gzen duy- weder
fter teken was, van dat alle de Inwoonders van onfe komfte waren Verwittigd voorE'
Des morgens vroeg beiloten wy tot aan die woonplaatfe welcke ons volck
geilen hadde voort te trecken, om dat die Meer openlag, ende daardoor
bequamer was om van fig te fíen, ende om het gevaardat ons mogtedrcy •
genteontdecken.
Alle defe wooningen fíjn digte aan deReviere gelegen, deSonne fteekt daar VeeIe
foo hevig dat wyde koortfe daarvan kregen, oockontftackde roode-loop JSb?
onder ons volk. iec
Hoewel ickgeheel vermoeyt ende afgemat was , foo liet ick doch niet naa DenAn-
met de andere voort te trecken, maar het was niet fonder leet-wefen,van dat bmmw '*
ick my op die reyfe begeven hadde , ende dat ick te voete moeite gaan , oock van de
begon ick te vreefen dat ons eenig ongemack op het onvoorfienite mogte over Reïle*
komen , door dien de Indiaanen van onfe komfte gewaarfchout waaren.
Ds gevangenen die wy hadden, begonden nual watgemeenfaamermetons
tewerden, ende feyden ons dat fy in die Reviere fomwijlenGoudt vonden ,
dat >er dieper in het Land een groot Meer was ^ront-omme het welcke veele
Indiaanen woonden , die ftrijdbaar ende kloeckmoedig waaren , welcke
iïg feer wel van boogen ende pijlen wiñen te bedienen.
; De hoope van goud te vinden verwackerde in fommige den moed , doch de
vreefe van defe menigte van Indiaanen te ontmoeten , veroorfaakte dar
eenige wel hadden ge wenft uyt defeBoífchen ende onbekende plaatfen te zijn,
ende tegens Moran begonden te murmureren om dat hy haar in dat gevaar ge-
bragt hadde.
Den" nagt gekomen lijnde begaf ick my tot de rufte , gelijk ook de andere Befchaj-
Spangiaarden die fieck waaren deeden , fómmige op den bloten grond neder, £352?
ende andere in Hamacs, foo als ick mede gewoon was te doen. DekHamacs
iijn bedden die van Catoen gebreydzijn, men maakt die aan twee paaien
ofte bomen vaft, men hangt daarin delugc, ende door deminftebewegin-.
gedeslicchaams, foo wiegt men ügfelve daar in aan beydedefyden over *
oöck flaapt men in defelve foo wel als in een wiegjen.
Ik rufte dan tot omtrent midder-nagt , want als doen maakten onfe fchild- Sy omdec-
wagten alarm , ende waarfchouden ons dat de vyanden tot ons naarderden , ken d?a
in meninge van ons te attaqueren, ende in de duyllernifle des nagt te overval- vyïn
len , hier voegden fy by , dat men geloofde dat die wel duyfent fterk waaren.
6y vielen als wanhoopige ende raafende menfchen op ons aan, doch doen Di^Jwaf
fy befpeurden datfy ontdeckt waren,enhet geluyd van onfe trommen hoorden ¿Ster k
nevens het fchieten van onfe Roers ende Musketten, maackten fy foo een ver- aanvalt "
yaarlijck geroep ende gefchreeuw,dat ik Yan vreefe fweette,niet tegenftaande
ick van de koortfe beefde
Doch Moran , die iïg aan my quaam biegten , niet anders dan de dood ofte Den aq-
eenige doodelijcke quetfuere verwagtende, quam my het herteftercken, thewhiér-j
feggende dat ick niet te vreefen hadde, dat ick my maar geruit moeiteoverm
Sf 3 hou-
m\\
crooíl.
.ftaac.
324 I IL Boecio Voy age vanThomas Gage XICap, X.
frre°rte houden, konnende haar inden íhat, waar inikmy doe bevond, gantfch
¿rjnJe geendienítedoen , ende dat het gevaar voor my minder was dan ik my in-
weid door beelde, door diende Soidaatenfigh ront-om mygeplaatft hadden, foodaa-
loran ge- n3"gn ¿al aan c|e ongelovige , den wegh , om tot my door te dringen ,was ge-
floten, daar by voegende, dat wy,fonder levens gevaar,niet vlughten kon-
den.
Eyndcvan Het ge veght duerde niet langer dan een uere, want díe tijdt verftreecken
ve^hc'ge- 2'Jncte> naamende Vyandendevlught ;wy vingen'erthien, ende op den vol-
tal van genden dagh vonden wij'erderthienop de aarde doodt uyt-geftreckt leggen,
doodea, Wy hadden ook viji ghequeften, waarvan'er een op den volgenden dagh
**• flierf.
Muyterye Des morgensbegondenonfe Soldaaten temuytineren , feggende de Span-
<lerSpaan. gierden rondelijk uvt5 datfyvan voornemen waaren wederom te keeren,
daaten!"' door dien fy noch een heviger aan-val, dan defe eerftegeweeft was, op den
volgenden dagh ofte naght verwagten.
Waar uyc Want eenige van de gevangene Indiaanen verklaarden haar naaktelijk, dat
die ont- wy ten minden fes of feven duyfent Indiaanen op den hals fouden krijgen, foo
wy niet wieder teruggekeerden.
Sy voegden daar by, dat fy wel witten , dat de Spangiaarden dat gehee-
le Landt befaaten , uy tgefondert alleen die kleyne ftreeke welke iy bewo on-
den: dat fy in defelve Land-ftreeke wilden leven fonder yets met ons te willen
te doen hebben;doch dat fy, foowv haar Land wilden befien,ende als vrien-
den daar door treeken, onsvryelijk fouden laaten paiferen j fonder ons het
minfte leedt te doen.
Maar foo wyquaamen in voornemen van haar te beveghten,ende totflaa-
ventemaaken, even als wy hare naa-bueren gedaan hadden , fy alle geilen
waaren al vegtende te nerven , dan haar aan ons over te geven. "
DqÍq woorden verweckten tweefpalt onder ons Volk. Sommige waaren
van gevoelen , de trouwe der Indiranen te beproeven,ende op haar woordin
vrede door haar Landt te treckemtot dat wy aan eenie Dorp MTcaJucaton fou-
«toaren. Andere wilden delndiaanen gaan beftrijden,ende de derde oordeelden dat-
, men moefte te rugge keeren, door dien wy niet beftant waaren, om alle de
i maght der Indiaanen, diein dat Landt waaren, te wederftaan. Daarwierd
evenwel die dagh geen befluyt genomen, door dien wy, teroorfaakevaadc
lïecken ende gequetften , niet konden op-breeken ende verreyfen.
Soodaanig dat wy noch den volgenden naght op die plaatfe bleven y in de-
welke , omtrent in defelve tijd als in de voorgaande gefchiet was, de Vyan-
den ons voor de tweede reyfe quaamen befoeken , doch door dien fy faagen
dat wy haar verwaghten, zijnde wel op ons hoede, foonaamenfy haaftdc
vlught.
De spaan- Op den volgenden morgen ftelde wy vaft, dat wy fouden wederom keeren,
ichc rdoi- en4e j^m <jecc]c aan de I lïdiaanen feggen 3 dat 3 inge valle fy hem in ruft en
vreede,
Kloeke
.relblutie
der Indi-
aanen.
Verfchey-
de voor-
nemens
Tweede
attacque
der /ndi-
aanen.
III. Boek- T>oor de SpaanJcheWeft-Indïèn.XYX. Gmfij
vreede , om het Land van Jucatan te ontdecken , door haar Land wilden laa- veret1 te
rugúete
treckcn
..wv,^ , ""'»vw ^,«nw »ani/»l.l*Hi»LcuiiLuci.aci] , uuur naar j^ana wilden iaa-
ten trecken.hy over eemge maanden wederom wilde komen,zij nde maar met " T «
feslndiaanen verfelt,dat hy fijn leven in haare handen wilde ftellen.als verfee- Snde
kert zijnde, dat, in gevalle fy hem ongelijk deeden, allede Spangiaärden dorens
der omliggende Plaatfen , lich ibuden verfaamelen . en^ om /hit* r^ „„.*._ cen ¿c-
coord met
ie /ndia-
nen.
der omliggende Plaatíen, fichlouden verfaamelen, ende om fulks te wree- "
ken tege.ns haar in de Waapenen komen , fullende niet ophouden voor dat fy d!
haar hadden uyt^geroeyd. n<
Hier op gaven fy tot antwoord ,dat , ingevalle hy met dat klevne getal van
Indiaenen, waar van hy haar hadde laaten feggen , quam , hy van herten wel-
kom foude wefen , dat fy hem, en fijn gevolg vriendelijk onthaalenfouden, •
h«twelcke foo wel fy als Moran-, in het volgende Jaar, iiipteliicknaa quaa-
men. ^
Op deiewijfedan begonden wy noch die dag te rugge tetrecken , en dat sP»«nfche
door den felven weg die wy gekomen waaren , ook begonde ick my beter te trecken te
gevoelen, ende de koortfe verliet my. ruSgc*
Wy naameneenige Kinderen, welke wy gevangen hadde, metons, om Ncraen
die aan den Prefident van Guatimala te prefenteren. eenige
Als wy te Cobcm gekomen waaren, meende de PrieurMa™» dat hy GOD Kiftd°erea
een grooten dienft fonde doen , indien hy defe kleyne Kinderen deede dopen , mede' r ,
feggende dat fy konden hey lig werden , ende dat mogelijck hare gebeden V0D0?nafh
foo veel kragts foude hebben, dat daar door haare Oudersende Vrienden , men van
ende alle de Inwoonders van dat Land , tot de ChrifteHike Religie fouden be- Moran'
keert werden. •
Hoewel ick dit tegenfprak , feggende dat hy die eerit in de Articulen des TeSens
Geloofsmoeftedoenonderrigten, om defelve al foo gelovig ende bequaam tVdUn e
te maacken om het Sacrament des Doopfels te ontfangen, ende niet naa-vol- Scur
gen hetgeene de Religieufen ten tijde van Certez deeden , díe haar genoegen ftelt'
daar mede , dat fy de indiaanen aan de Revieren deeden brengen , ende haar
wat waater in het aangefigte wierpen, maackende daarop het teecken
desCruyces, ende dat alle fonder eenige voorgaande initru&ie ofte onder-
wijiinge. >
Des niet tegengaande nam hy voor haar te doopen, ende het felve verrigt Docbre
ende haar naamen van Chriftenen gegeven hebbende , deede hy die wel klee- vergift,
den , ende font haar aan den Prefident van Guatimala , welke beval dat men
Haar de koft foude geven , ende- in het Coo vent van St. Dominicus keren en
onderwijfen.
Hier naa bleef ick noch eenigen tijd te Cohan, ende fomwijlen ging ick op vmrecfc
de Dorpen die daaromtrent leggen , tot die tyd toe dat de Scheepen gewoon van %»"»'
2ijn in de Golfte komen ,• ik trok doen met Meran daar naa toe , om Wij nen gSf
ende Olie te kopen, gelijk ook yier, Laakenen ende andere voor hetCon-
ventnoodige dingen.
n/n dlfeíV,e VJ°nden ^ eei? Fre2aE » dac vaardiS laS om na Truxiüo te zeylen^ En *m
Säe? e yets nodigste verrigten, ende ickbeèafmymet hem re ^X
* 3^y
Kom íle
aldaar en-
de fwack-
heyt der
l'Jaatfe.
van£<
yaguas
Befchrij-
vinge van
de Caffare
526 IIL Boecjc. Voy age vanThomas Gage XIX. Cap«
Wy bleeven niet meer dan aght daagen in die Haven , welke fober vooriien
endefeerfwackis, gelijk als fulksblijckt door de weynige moeyte met de
welke ds Engelfcheendede Hollanders diePlaatfe hebben ingenoomen,ende
daar op ¿telden wy yaft dát wy te lande naa Gmtimala fouden trekken,nemen-
de onfen wegh door het Land van Comayagua , het welke men gemeenlijk de
Honduras noemt.
Armoede Dit Landt ís quaat ende moeyelijkvoor de Rey íigers, door dien het feer
Bofch-aghtig ende vol Gebergte is , waar by noch komt de armoede derln-
woonders , want daar zijn sqqii andere Koopmanfchappen als Huyden , Caiïia
tïïteSalfaparilla. ,
Hier toe hebben fy foo weynigh broot omtrent Truxillo , dat fy genotfaakt
zijn,, ilch van de Cajjavcte. bedienen, het* welke een wortel is, foodroog,datfy
die geene , welke die nuttight,by na doet fticken, voor al als fy droog gegeten
wert, ende daarom weyckt men die gemeenlijck in Vleefch-nat, in water, in
Wijn ofte in Chocolate , op dat die des te beter door de keel ibude willen.
--' TeLande-waartin, en voor al omtrent de Stad yan Comj^agua^ welke
hoewel fy kleyn is, ende niet meer dan vijf-hondert Huys-gefinnen heeft,den
Setel des Bifichops is , vintmcn de Wiaiz in wat grooter quantiteyt , dan op de
andere Plaatfen,doordieniigh de Indiaanen daarin wat grooter getal, als wel
op anderePlaatfen,hebben by-een-gevoeghtjende aldaar in groóte ende kley-
ne Dorpen wo'onen.
cotias a Ik bevond^ dat dit Landt het armfte van geheel America was , de geiontite
Paatfe daarin , ende daar wat beter voetfel valt, is de Valeye door haar
G rañas a Dios genaamt , aldaar zijneenige Hoeven daar veel Koorn ende B'e-
ftiaal valt.
Doch door dien fy foo dight aanGuatimala als aan Comayagua leght,ende dat
de weegen naa de zijde van Guatimalaveëi gemackelijker vallen , dan wel aan
de andere kant, foo maakt fulks dat alle dat Koorn eer naa Gmtimala } dan
naa Comayagua , gebraght wert,
tige india. .^11] van J?uxMo te Guatimala te komen , moetmen omtrent taghtigh
neniri^- a hondert mijlen af-leggen } ende hoewel dit Landgenoeghfaam onvrught-
baaris,foovolbragtenwy evenwel onfeReife fonder wegh wijfers ofte fpijfe
van nooden te hebben , door diende armen Indiaanen noch haar Jicchaam
noch hare middelen fpaarden om ons te dienen ende te onthaalen , ende niet
was haar foo dierbaar dat fy ons niet gaarne fchoncken.
Op defe wijfe quaamen wy weder te GuaiimaJafiaar wy van de Religieufen
met groóte vreugde ontfangen wierden,- DePrefident van die Stad gaf ons
een confiderabile beloninge,ende door de geheele Stadt hadden wy den naam
dV/nefre van waare Apoftelen , door dien wy ons leven gewaagt hadden om de India-
werden "en °P re ibeken , den wegh tor haare bekeringe gebaant , haare voornaam-
jte woon-plaatfe ontdekt , ende de gefeyde Kinderen voor ons daar gefonden
hadden, welke dan tot een klaar en blijckelijk teecken verftrekten van de
4oor ons genomene moeyte ende arbey t.
v " Mota»
goede Va
leye.
Goedher-
tnaya¿va,
Komfte te
Guatimala
daar iy
mee groo
ontfan-
gen.
III. BoiiCK.T)oordeSj>aen/cheIVe/?-Iv£ëv.XlX.CAP. 327
Moran was door ydelheyd foo opgeblaafen, foo wel als doordegonfte Welheyt
diehy vandenPrefidentendoordetoe-juycchingendiehyvan hetVolkonc-^0^0^''*
fing; dat hy voornam het leven noch eens te Imarderen, volgens het tra-
ctaat dathymet die Af- godifche Indianen hadde gemaakt, vanvreedfaam
metfes Indiaanen, door haar Land te mogen trecken.
Hy hadde geerne geilen dat ick weder methemgereyft hadde, doch ick DenAa.
vreefde dat die Barbarifche Menfchen tcgens ons fouden op-iraan,ter oorfaa- theur
ke van deKinderen die door ons waren medegcnomen,daar-en bovenbehaag- íaíSJ*?
de my het Land niet , door dien het arm was , ende dat ick 'ergeen kanfle fag
omiooveelgeltsbyeentevergaaderen, dat ick , door behulp van hetfelve
met fatfoen in Engeland foude konnen geraaken, het welckemijn voor-
naamfte oog-witwas.
Hierom nam ick voor mijn Vriend Meran te verlaaten, en<íe alle nieuwe
ontdeckingen van Ongeloovige Indiaanen te laaten vaaren , foo wel als alle
andere dicrgelijcke moeyelijcke ende penible faacken , in dewelke mijne ge-
fontheyd ende leven in groot gevaar konden geraaken , en dat fonder eenig
nut als een weynig aanfien ende ydel glorie in dat Land, "
Hier fien wy evenwel voor eerft , úq kleyne magt der Spangiaarden in die
quartieren, welcke, foo groot eenecommoditeytkonncndetreckenuyt de
communicatie van de Provintien van Vera-Paz ende J 'acatan , doch noch noyt
defe tuflfchen-leggende Indiaanen hebben konnen dempen ; ende ten anderen
het regte motif dat foo veele Geeftelijcken daar als Hemel ende Aarde doet
bewegen , om eenige Indianen te bekeeren; te weten, ydele eere ende werelt-
fche middelen , ende het eerfte van defe twee was het dat Moran , dfefe Indi-
aanfche kinderen , die van ongeloovige Ouders geboren waareri , fonder haar
al vorens te onderrigten dede doopen, alleen om de reputatie van foo veele
Neophy ten te hebben gemaackt , te verkrijgen , en wat het tweede belangt
hy gaf my niet duyijerlijk te kennen , dat de hoope van Gout- mijnen te oni-
deefcen, hemalledegeYaarendcedeYeragten,
Ji
HET
—
- —
32
8 IIL Boeck„ Voyagie van Thomas Gage XX. Cap*
HET XX. CAPIT.TEL
Motiven die den Autheur bewegen om delndiaanfche Taaie op
het Landt te gaan keren. Hy ver/oecktfulks aan den 'Pro-
vinciaal die het hemtoeftaat* Hyvertreckt van Guatimala
ende komt £d?etapa Jaloufie tujjchen de oude ende de nieuwe
Religieufen. T>en Autheur wertjeer wel in de Indiaawfche
Taak onderright^ende neemt wacker toe. Hy begint te Pre-
die ken y ende wert volmaackt in die Taak. Hy wert Paft oor
van Mixco ende Pinola. Op wat voorwaarden de Prie-
fters o-p de 'Dorpen werden gefonden* Rijkdom ende derteL
heydvan de Religieufen in Peru* Onderfcheyt tuffchen de
Religieufen van Peru ende van Mexico. Befchrijvingevan
het inkomen des Priefters van Mixeo ende Pinola., V we lek
den Autheur feer klaar > naackt ende kort voorftelt , waar
uyt men kan befpeuren hoe rjjkelïjck , weeligh ende dertel
fy aldaar , even als hier de Princen ende Vorftenykonnen le-
ven. Den Autheur tree kt meer dan fes duyfent guldens
Jaarlijks van twee 'Dorpen. Hy informeert fich op het gee-
nehydaar van Jaarljjcks moefte uyt-keeren > ende accor-
deert op elfhondert ende vijf en twintig guldens.. Hy koopt
een Muy l-e fel. Hyfchrijft naa Spangien om fijne ver lojfin»
ge , maar krijghtfoberen t rooft. Hier opfoeckt hy heymelijk ■*
door te gaan , dat mede niet lucken wil. Hy geeft fich over
aan de Goddelifcke voorfienigheyd. Sprinck-haanen. Haare
gedaante ende mee?¿igte. Groóte fchaade door haar gedaan.
sJMenfchen ende Beeft en lijden door haar groot ongemacL
Sy bederven de Indigo , Suycker ende de Tarwe. Reme-
dien tegens de fep laage aangewent , waar door fy eyndeljjk
ver dr e even werden. 'De/e flaage was niemant voordeligh
dan de Priefters ; Doch door fuperftitieufe ende godtlofe
miadekn. Blind by-geloof der Spaanfche, Tabardillo, een
íefih
UI. Boek. Door de SpaanfcheWeft-Indïèn* XX. Cap. 329
peftilentiale koortfe- Gevaarlijke uyt -w ere kingen daar van*
Die den Autheur door Gods hulp e ontgaat ■* V Getal der doe-
den daar door geftorven in Mixco ende Pinola , doet den
Autheur duyfent guldens winnen* Middel aangewent om
aan de Schattinge door defterfte niet teyerliefen*Ongemee-
nen fwaaren regen ende Jchr ie keiijken donder '* 'Droevige
gevolgen daar van*' Groot gevaar des Autheur s uyt het
we lek hem Godt genadelij ck redt* Voordeel uyt het onweder
getrocken* Truxillo in Peru door Aerd-bevinge verfonc-
ken. De fchaade die defelven in Guatimala doet , gedijdt
tot profijt des ^Autheur s* Befchrijvinge van de Aard- be-
vingen van Amenca* Seer groot gevaar des Autheur s door
defelve* Naams oor fpronck van het 'Dorp Pinola, anders
in de Indiaanfcbe Taaie Pancac genaamt* Befchrijvinge
van het ongedierte Nigua ende fijne gevaar lije ke effenen*
Middelen om die te ontgaan. De Indtaanen fijn daar vry
van* Den Autheur raackt door een Nigua in groot pericul*
Hy betraght in dit fijn werek Godts e er e* Si/n goedt voor*
nemen omtrent de Indiaanen > ende fijne liefde en genegent'
heydtot haar* Seecker Indiaan wert door fijn Mee (Ier feer
mis-handelt* Den ^Autheur doet den felven ftrajfen* Hy
raakt daar door mlijfs-gevaar , doch doet daar over weder
firaffe oejfenen*
A
Ls ick nu om de voorverhaalde reden hadde voorgenomen my met dieden"*
geen nieuwe ontdeckingen meeree bemoeyen, foo geloofde ickdat'er Antheur
- niet beter voor my te doenfíond, ende dat ick mijn tijd nergens in bewege«
nutter foude konnen befteden , dan in het leeren van een van de Indiaanfche Joche-
Talen.endedatop een van de Dorpen omzrentGuatimala gelegen zijnde,door Taaie oP
dien defelve doorgaans rijk ende weelig waareh , zij nde de In woonders van hec Landt
een feer goet naturel, feer genegen omhaarePrieitersinalle behoeftigheden "|J*
te hulpe te komen, en ey ndelijk feer onkundigh in de voornaamfte A rticulen
des Geloofs; Ik daghte dat ik haar hier in feer foude konnen te reght helpen,
haar een vaíle ende fuyvere leere inplantende, ende haar den gekrüyften
CHRISTUS , als den ecnigen Autheur van haare faeligheyt predikende en
voor pogen ítelde. Tt a Ick
Hy ver
foeckx
fuiksaan
den Pro
vinciaal
die bet
berruoe-
ftaat»
330 III* Boeck. Voy age van Thomas Gage XX. Cap¿
Ick hadde fo groot een vertrouwen op de gonfte van mij ne Vrienden, dat ik
my verfeekert hielde , dat ik met kleyne moeyte,de Plaatfe die ick wilde uvt
alle de omliggende van de Stadt van Guatimala foüdc mogen uyt-kiefen in de
welke ik alle tot mijne Reyfenaa Engeland noodig foude konnen berevden
ende alle verdere mefares nemen;ik konde uyt defelve ook opSpangien fchrii-
ven, ende jaarlijeks weelbeter, dan op andere Plaatfen, befcheyt krijgen
lek maakte dan dit mijn voornemen aan den Pater Provinciaal bekent de-
lelve bevont fich doe te Guatimah ,ende ftont my mijn verfoeck aanfton ts toe
my raadende my in de Taaie Pw0;/^/genaamt,te oefFenen á van dcidwe hadde*
ik eenige kleyne begintfelen in de Provincie van Vera-Paz geleert , ende Cv is
feer mende omtrent de Stadt Guatimala in het gebruyek , foo wel als inde
Provinciën van Vera-Paz ende van St. Salvador-.
Hy beloofde dat hy my naaPetapa foude fenden,om aldaar dieTaale van eca
van fijne voornaamíte Vrienden te leeren, defelve was Frater P^roMo/z^ge-
naamt , zijnde van feer hooge Jaaren , ende hebbende een jonger Geeileliik
Perfoon,dan hy was, van noden,om hem in fijn dienft te hulpe te komen door
dien het Dorp feer groot was,en veeie ReyfendeLieden daar door paiTeerden
Hetfch-en my als of denPaterProvinciaal in mijne gedagten hadde gefien"
door dien ik in het by-fonder feeckere genegentheyt voor die Plaatfe hadde t
nebbende oock voorgenomen hem fulks te verfoeken.
Hy ver- Soodaanig dat ik omtrent veerthien daagen voor hetFeeft van St Juan, va»
SÏÏS-Ï ^ W* naa *m* vertrock , dat omtrent fes mijlen van daar legt , om my
ende komt daarae der te flaan, ende de Indiaanfche Taaie te leerem *
te tetapa. De Religieufen van die Plaatfen , welke in de Indiaanfche Taaie geoeffent
zijn , hebben van defelve Grammatica'es ende Woord-boeken o&eDiäiona-
toffch°eUnfie ''"^maakt jL°P &■ die geene , welke , naa haare dood haare Ampten komen
de oude te krijgen > figh daar mede foude konnen behelpen i doch fy willen , foolan-
«nde nieu- ge als fy leven , die Taaien aan geene andere leeren, uyt vreefe, datdefe haare
SS' y Spuien, naa dat fy een Volkomene kennhTe gekregen hebben, haar fallen
den voet hghten, ende het voordeel, datfy uytde Indiaanfche Dorpen genie-
ten , ont-trecken , ïijndefy daarals Parochie-Prieiters beveftight.
Defen ouden Molina evenwel, bemerekende dat hy feer oud van Jaren was,
ende daar byconfidereerende de liefde welke fijn goeden Vriend den Pater
Provinciaal my betuygde, en weygerde mijn gefelfchap endeby zijn niet,
e,n hl Saf my feer openhertelijk te verftaan het geene hy , in vcele Jaaren , in
~ . de Taaie Poconchi geleert ende aangemerekt hadde.
theu"wett Hy gaf my dan een kort ende bondigh begrijp, van alle de eerfte beginfelen
feer wel in van die Taaie , welke meert in het conjugerenende declineren beftonden, het
Heet Telk£lk feer gemackelijk in de eerfte halve maant , die ik hy hem was,leerd-
Taaie on. d/ ' Daar °P ga* ty mY ^^Diaionarium van Indiaanfche woorden , op dat ik
derright dat van buy ten foude leeren , ende foo ey ndelijck fonder boeck konnen ftu-
wackeT' dereih tot dat ick bequaam foude zijn , om voor de Indianen te Prediken ; ik
gao. nam hier naa feer toe door het meenighvuldigh difcoureren ende confereren
met
III. Boek. T>oor de Spdtmfche Weft-Tndlbi. XX . Cap. %i i
met de Indiaanen , behalven dat ick noch mijne ftudie in het byfondervoort-
fette.
Ses weeckenhier naa maakte Molina feekere kleynevermaaninge in die Hybegiat
Taaie , hy leydde my defelve uyt, ende begeerde dat ik die van buyten foude daarin te
leeren , het welke ickdeede , ende ick fprak die in het openbaar voor de PredjRen *
Gemeente uy t op den dagh van St. Jago.
Tegens den vijfthienden Augufti daar aan volgende fteldehy noch een an-
dere Predicatie in de Spaanfche Taaie op , hy deede my die in de Indiaanfche
overfctten , verbeeterde daar in het geene hy oordeelde dat verandert moefte
worden , ende als ick hier door moedt ende couragie hadde verkregen , vreef-
de ick in het toekomende niet meer , om my in het openbaar voor de Indiaa-
nen op den Preedickitoel te vertoonen.
Ik volhardde in het doen ende maaken van defe vermaeningen ofte kleyne Enwert
Predicacien tot aan St. Michiels dagh toe , de Indiaanen leerende het geene volmaakc
dat ik , met fijne hulpe ,- uyt het Spaanfch hadde overgefet , tot dat ik alleen jn ¿¡íTaa-
met de Indiaanen konde converfeeren ende fpreeken , ende mijn Sermoenen e'
felve maaken.
Als nu den dagh van St. Michiel gepaifeert was , bevonde íigh Moíwa feer
wel vernoeght over de ïnitru&ien die hy my gegeven hadde , fiende dat ik,in
foo wey nig tijds , foo feer in die taaie hadde toegenomen , hebbende ick maar
drie a vier maanden , in defelve , onder hem geftudeert.
Hy fchreefdan aan de Provinciaal,om hem te kennen te geven, de moeyten
welke hy, ommy te onderrighten , hadde genomen , daar by voegende, dat
fijne arbeydt wel gefuccedeert was, ende hem verfeeckerende dat ik voortaan
capabel was om de indiaanen alleen te beftueren en voor haar te Predicken 3
hem biddende my eenigh Indiaanfch Dorp ofte beneficie in het felve toe te
leggen, door welk middel , mits in het Prediken volhardende , ik , het geene
ickgeleerdt hadde , foude konnen oeffenen , ende in de kennifife van die taaie,
welke ick foo gemacklrjk hadde geleerd ,. toe-nemen.
De Provinciaal, die altoos mijn vriendt hadde ge weeit,behoefde-men niet fy wen
feer te bidden , om aan my fij ne goede genegentheydt te betuygen, en hy gaf lln°Mixc*
my aanftonts laft om in de Dorpen van Mixco ende Pinola te gaan , ende forge ende Pi-
voor de Indiaanen in die plaatfen te draagen , mits alle drie maanden reeken- noU-
fchap van mijn ontfangh gevende aanhet Conv 'ent v an Guatimala , aanhet
welke die geheele Valeye behoorde"
Alle de Indiaanfche Dorpen , foo wel als de Indiaanen die daar in Woonen, op wat
behooren onder feeker Convent,ende de Religieufen die daarin fijn,moeten, ^°^en
aan haare Superieurs, reekeningedoen* van alle het geit dat fy overbehou- dePrie-
den , naa dat fy haar noodigh onderhoudt, ende dat van haare Dienaaren daar üers op de
van hebben afgehouden , ende het geene dan daar van komt , werdtdoor de Jesdea
Superieurs tot de behoeftigden van het Convent aangeleght. - gefonden.
Defe Ordre is in Peru noch niet in het gebruyek, want van alle de Religieu- Ryckdon»
£en y die eenige beneficien in de Dorpen hebben , ftaat'er niet een onder het ende der- •
Tt i Cloa-
m
telheyJ
van de Re-
ligieuíen
ín Peni.
332 III, Boeck. Voy agïe vanThomas Gage XX. Ca
p.
Ontíer-
ícheyc tuí-
icheniie
Clooíter , ende fy behouden voor haar alle het geene dat fy konnen krijgen ;
In tegendeel trecken fy weder niets uyt haare Conventen, ende zy fijn gehou-
den , fig , op haare eygene kollen te kleden ende te onderhouden ; Hier door
is het , dat de Reügieufen van Peru de rykfie van alle de Indien zijn , zy leven
daar alsHeercn;ende fpeelen in het openbaar met de kaarten ende de dobbel-
fteenen, fonder dat 'eryemantis, die haar zulcks belet.
Doch hoewel die van Guatiwala, van Guaxaca ende van Méwíco genoegh
hebben-om van te leven , jaa felfs meer dan wel voegt aan lieden van haare
íen'¡SU~ Fwieiïie, zoo mogen zy doch even welleven als die van Peru , niet difponeren
•Per* ende van h£r inkomen van beneficiemwant zy fijn gehouden aan haaren Superieur
van.ve.w- uyt te keeren het geenc zy boven haar verteeringe over behouden, ende die
fend haar maandelijck een Beuticha met Wijn , in dewelcke -ander-halve
Arroba gaat, daar toe jaarlijckfch een nieuw habijt , ende de andere dingen tot
de kledinge nodig zijnde.
_ Het was dan op defe voor-waarderende onder beding van defe dependen-
tie, datikgefondenwierde om voor de Indiaanen van Mixco ende PiuolaiQ
gaan Predicken , menligte, ommy te helpen , feecker out Religieus, ¿k
nuby naatagtigjaaren hadde, daarvandaan, ende mendeedehem, om
voortaan in rufte te leven, weder in het Convent komen , door dien hyfijn
Ampt niet meer konde bedienen, moetende hy twee Dorpen waarnemen,
die drie mijlen van malkanderen laagen.
isefchrij- Het inkomen dat ick in die twee Dorpen genoot, nevens de Offerhanden
vinge van ende deRegten, die ickvande Indiaanen ontfing, beftont in de volgende
priefters *ck ontnng alle maanden te Mixco twintig rijcks-daalders , ende te Pinola
IndepTno" vi^ien } defelve wierden my feer promptelijck betaalt door de Alcaldes ende
/*, wekk Re£id°rf > eer dat de maand verlopen was.
den Au- Om defe betaalinge te vinden befaaydendelnwoonderseen groot ftuck
tiSmck uZnds meC tar,we ofce ™aiz ' ende {y reekenden »» haar publijk Regifter aan ,
naacktcn ¡Joe vee* mudden daar van waaren gekomen , ende wat geit fy daar voor had-
de kort den ontfangènj Ick moeite oock maandelijck in het felve aanteeckenen , wat
voorfreir, ick van haar hadde ontfangen, dit ftreckte haar voor quirantie, ende ten
¡Lnkan SJnde van hctJaar brengen fy haarRegifter aan feeckerBediende,die door het
befpeuren Hof van Guattmala daar toe gefteltis.
hoe ryeke Behalven dit traftament hadde ick in yder Dorp , van de Gebroederfchap-
]ígendeee"nendcr Af'geftorvenen' yderweecke, tweerijeks-daalders , omeenMifie
dartel fy te feggen , voor die geene die in het vagevyer waaren ; Noch op elcke eerfte
aldaar Son.dag des maandts twee rijks daalders te Pinola , van wegens het Gebroe-
bierV derfchap van het Rofen-hoedeken van de Maget Maria , ende oock foo veel
rrinceo te Mixco , te weten , mede alle maanden , twee rijk-daalders van yder Ge-
ftenklnr" brö£derfchaP j/oovan Indiaanen , Spangiaartals Negers,
nen leven. N.och haddeick maandelijck twee rijks-daalders van yder Gebroederfchap
van het waare Cruyce , ende foo veel te Mixco van een ander Spaanich Ge-
broe-
III. Boek. <Door de Sfaanfche Weft-Indïèn. XX.Cap. 333
broederfchap vanSt.NicêlausTolentmus, etide oock twee njcks- daalders van het
Gebroederfchap van St, Blajtus te Pinola , noch twee andere te Mixco , mede
alle maanden , van het Gebroederfchap van St Jacyntbm , ende dat behalven
de Offerhanden foo in geit, pluym -gedierte als waf<¿h-keenTen ; dit bedroeg
dan negen ende feftig njcks-daaldeis alle maanden , ende ick konde my ver-
feeckeren, datick defelve, eerde maand om was, in mijne beurfefoude heb-
ben.
En noch fonder te tellen het geene ick hier boven gefegt hebbe , dat van de
Beelden der Sanclen ende Sanclinnen komt , welcke gedueriglijck geit , ge-
vogelte , wafch keeríTen , ende andere dingen , op haare vier-daagen aan den
Priefter toe-brengen-
Soodaanig, dat riet geene ik uyt defe twee Dorpen trock , al een feer conii-
derabile fomme importeerde , want daar waaren achtien Beelden ofte Schil-
deryen van Heyligen te Mixco ende twintig te Pinola, ick trock van elck van
defelve vier Rijcks-daalders wanneer haar Feeft geviert wierdc , foo om de
MifTe ende het Sermoen te feggen, als om de Proceffie ofte omganck te doen ,
behalven het Gevogelte , de Kalkhoenen , de Cacao, ende de Offerhanden
die men voor de Beelden der Heyligen deede, welcke ten minften op yder
Feeft-dag drie Rijcks-daalders opbragten.
De vier Gebroederfchappen van het Rofen-hoedeken,van dewelke 'er drie
te Mixco ende een te Pinola waaren , gaven my op de vijf voornaamfte Hoog-
tijden van het Jaar yder vier Rijcks-daalders;te weten,twee om de Miife dien
dag te feggen, twee andere voor den dag die daar op volgt , welcke fy den
dag van het Anniverfarium noemen , voor die geene T die , afgeftorven zijnde ,
in het Gebroederfchap hadden geweeft, en hier door hadde ik boven de Of-
ferhanden , en de gefchencken foo van Pluym- gedierte , Cacao als anderiints ,
meer dan tagtig Rijcks-daalders alle Jaaren.
De twee Gebroederfchappen van het waare Cruyce , bragten my op hare
Feeft-daagen , waar vandeeeneop den 3 May, ende de andere op den 14.
September voorvalt , yder vier Rijcks-daalders , om op dien dag de Miffe te
feggen , foo veel oock voor het Anniverfarium , ende twee Rijcks-daalders op
yder Vrydag in de Vaften, welcke ten eynde van her Jaar twee ende veer-
tigh Rijcks daalders uyt-maakten , ende alle dat ick tot nu toe genoemt
hebbe , was my als een feer verfeeckerde Jaarlijckfche rente in die twee Dor-
pen.
Doch het foude een feer verdrietige faacke wefen , foo ick wilde vernaaien
alles wat dat ick buyten dat door toe-val kreeg; De Offerhanden die men op
Kers-tijd in die twee Dorpen deede 3 bragten my gemeenlijk veertig Rycks-
daalders op ; die men op den witten donderdag ende den goeden vrydag gaf,
hondert Rijcks daalders ; dievan Aller-Heyligen tagtig, ende veertigdie
geene , die men op Vrouwe n-Ligt-miife gaf.
Hier by hadde ik noch het geene dat men op den dag van deinwijdinge van
yder Dorp offerde3 want als dan quaamen alle die op het platte land woonden ■
daar
334 ir^ Boeck* Vqyagkvan Thomas Gage XX. Ca p
daar hare devotie plegen , dit was rny in gek ende Wafch-kee rifen tachtigh
Rijcks- daalders te Mixco waardig , ende meer dan vijftien te Pinola.
De Communicanten yder een Reaal gevende, leverden my , inbeydede.
Dorpen , ten rninften dujjfent Reaalen uyt , ende de Biegtingen in de Vaften ,
waaien my mede wel foo veel waardich,behalven d^Offerhanden vanEyeren,
Honig, Cacao, Pluym gedierte ende Vruchten, ook noch boven dat men
twee Raalen voor yder Kind dat gedoopt wierde gaf , twee Rijck-daalders
voor yder paar dat troude, mede foo veel voor yder lijck datbegraaven wier-
d 3 , behalven dat fommige op haar doodt-bedde ordonneerden dat men tien
ofte twaalf Rijcks-daalders foude geven, omfesMiifen, naa haare doodt 3
voor derufte naarder zielen tefeggen,
¿en Au- Hier uyt kan men oordeelen hoe leuy ende lecker een leven de Religieufea
tfceur in ¿at Lande hebben , ende hoe veel middelen 'er voor haar fijn om rijck te
inician worden, want het inkomen van de twee Dorpen Mixco ende Pinola is veel
Sdwyfent minder dan dat van Petapa ende Amatitlan , welcke medeindefelve Valeye
gu'Hens gelegen zijn , ende noch werden op verfcheydene andere Plaatfen veel meer
Offerhanden als daar gegeven, ende evenwel bragtmy mijn kleyntje, met
de Offerhanden ende het geene men in de buifen ftack , nevens de gefchenken
diemydelndiaanen, alsïy myquaamenbefoecken, gaaven, ende her gek
van de extraordinarie Mi fíen , meer dan twee duyfent Ryksdaalders Spaan-
fchemunteop, ofte ten rninften fes duyfent guldens aan gek.
Ick agte dat ik op dat Beneficie beter foude konnen leven ende meer profijr
ende voordeel doen dan in het Convent van Guatimala , ai waar ik anders niet
doen konde dan mijn hooft breeken met eenige Theologiíche queftien , ende
daar toe het toe juyechen van de Studenten hebben , maar voor de refte wey-
nig gek winnen , waarom ick evenwel , foo wel moefte dencken , als alle de
andere die van mijne Ordrewaaren , temeer, om dat ik voorgenomen heb-
bende om wederom naa Engeland te keeren, weynigbyftantgeduerende
die lange Reyfehadde te genieten , en door dien ick mijne Vrienden in dat
landt foude laaten, foo moefte ick dencken dat mijne befte Vriendt, om
my te Landen te waater te verfellen , mijn geit foude zijn.
Hy infor- Het eerfte dat ick deede,was dat ik my informeerde , by middel van de Re-
ineen fig gifters vanden ontfang ende uytgift van ons Cloofter te Guatimala , wat
°P het . mijn naafte Voor-faat ende de andere die daar eer dan hy geweeft hadden^had-
jaarlijcks
ran twee
Dorpen.
ayt-kce
ren.
daar van den gegeven aan he.t Convent van wegens de Dorpen Mixco endePwola}op dat
moefte ick mijn leven foodaanig mogte aanftellen, dat ick mijne uytgift ende ver-
teeringe wel reguleerende, ende eerlijck ende Joffelijck levende, evenwel het
foodaanig foude konnen ftellen , dat die van het Convent my fouden bedanc-
ken,meer van my treckende dan van yemant die voor my daar geweeft hadde.
Ick bevond dat mijn Voor-faat niet meer dan vierhondert Rijcks-daalders
voor fijne reekeninge hadde gegeven , ende dat men in het gemeen te vooren
weynig meer voor die twee Dorpen hadde uyt-gekeert.
Hier op nam icjï op feeckere ty d gelegenthey t , met den Prieur van GuatU
male
"
III. Boek. "Door de SpaanfcheWeft-Indïèn* XX. Cap. y^
»Wöfpreekende van hem te vraagen , hoe veel hy begeerde dat ick hem jaar-
lijkfch foude geven ., foo lange als ick in die twee Dorpen foude wonnen ,• \\y
antwoorde my, dat hy,wanneerik foo veel gafáis die geene die daar voor my
gewoonthadde,mybedanken foude, ende niet meer afvorderen, ende dat ik,
het geene ik meer trock uyt die twee Dorpen, voor mijn felfs foude mogen
behouden om boecken,fchilderijen ende Cacao te kopen,tot mijneChocolate,
ende om mijne Muyl-efelsende Dienaerste onderhouden, Endeac
Ikantwoordehem dat ik in dieplaatfe inkeer en aaniïen hoopte te konnen corJeert
"verblijven., ende evenwel aan het Convent meer uytkeerendan vemant dieJSÍde«
daar voor mygeweefthadde, ende dat ik my vrywiíligh onderwierp van dat ende' vijf
Beneficie verfteeken te werden , foo ik niet jaarlijcks vier hondert ende vijf- ende
tighrijks-daaldersaanhetClooitergaf. SS
Hierop bedanck te my den Prieurfeer hertelijk , ende verfeekerde my ,dat
hy myaan Wijn geen gebreck foude iaaten lijden, maar dat hy foude forge
draagemom my die alle maanden,ende alle Jaaren kleederen toe te fenden,het
welke my veel geks deede fpaaren , ende hier door vondt ik my rijkelijker!
voorfien van alles dat ik noodigh hadde,foo lange als ik in Indien woonde.
Hier uyt kan men befpeuremhoe dat een Religieus , die in America met een
Beneficie is voorfien, daar met de inkomfte van vijf a fes duyfent guldens jaar-
lijkfch kan leven,fonder dat fijn Wijn ende klederen hem yets korten , béhal-
ven foo veel gefchenken als hy van Pluym-gedierte krijght , en den geringen
prijs van het vleefch, want men koopt daar derthien pondenOffèn-vleefch'
voor twee ftuy vers en een halve , ende men kan denken of hy dan nog niet ge-
noeg over behoud om fijn vermaak te nemen , ende om Muyl efels , Tapij-
ten3Schilderijen,ende Cabtnetten te kopen , ende felve defe laatfte met pifto-
lettenende rijks- daalders vervullen, ommetdefelveteM<w/r«/ce handelen,
ende by gevolge een goedt Bifdom te kopen,gelijk als {y meeft alle doen.
Het eerfte dat ik deede,na dat ik i n die twee Dorpen beveftigt was, was dat HY koaP¿
ik forge droeg van een goede Muyl-efel te kopen,die my van het eene Dorp in JgJ MayI" '
hQt andere foude konnen brengen,wanneer de noot fulks quam te vereylTchen.
Ick vont'er wel haaft eene, voor dewelke iktagtig rijks-daalders gaf,
defe diende my feer wel om de Valeye vaardigh te door kruyffen, ende om die
drie mijlen, welke defe Dorpen van den anderen fijn gelegen, af te leggen.
Hoe wel mijne voornaamfte ftudie in die plaatfe was,de Indiaanfche Taaie ^/chrijfc
volmaaktelijk te leeren,op dat ik tot de Indiaanen Preedikende my wel foude gfenPom
konnen doen verftaan,foo. bleef evenwel altoos vaftelijkbvmy beflotenwe fijne ver-
der na Engeland te keeren,ende tot dien eynde arbey dde ik,om daar toe mijn ¡J¡ffinge •
confentvanRomentekrygenoftewel uyt Spangien,en dat doormiddel van irijght f».
fekerCapiteyni/ii/oyo^Zflp^genaamt.ny was eenSiviliaanfchCoopman,en- teren
de meefter van een Schip,dat in het eerfte Jaar in het welcke ik tzMixco beve- trooft*
ftigt wierde , Koopmanfchappen voor de Stad van Guatimala mede bragte.
Ik lchreef aan mijne Vrienden in Spangien , door middel van defen Capi-
teyn , die dikmaalen door de Valeye van Mtxco pafTeerde , ook kreeg ik aac-
yoord,maar met kleyne fatisfa&ie op het geene ik van haar Yerfogte.
Vv De
33¿ III. RoECK. Voy agie vanThomas Gage XX. Cap*
Hier op De vrientfchap welke ick met die Capitey n gemaakt hadde was foo groot ,
h°evme:Íik daC ick hem mi\n voor-nemenontdeckte , ende te gelijck bad , dathy my met
doorcc hem naaSpangien foude willen voeren, my in fijn Jichip verbergende; doch
gaan, dat hy weyg.erde fulcks , my vertoonende, dat, indien hy fulcksdeede, hyfig
lacken^1 in groot gevaar foude ftellen, byaldien men daar over aan den Prefident van
wíl.. Guatitnata klagtig viel, raadende my te blijven daar ick was, ende my van
gek te verforgen ¡op dar ick,als ick mij naf-fcheyt foude gekregen hebben,met
eere enderefpect ibude konnen wederom keeren, /
Hygeeft Siende my dan gedwongen om in dit Land te blijven , namickvoor, my
iigov« aan de voorfienigheyd GO DT S over te geven, welcke wel foude weten
eo^èir- m^^e^en uvt te vinden om my van daar te trecken , ten tijde als het hem tot.
fc.iTvooriïe~Sijne eere ende mijn wel.wefen foude nodig 2,1 jm
nigheyc. Onderwijlen bleefik noch vijfjaarenin die Dorpen van Mixcoendc Pmola,
ende ick hadde indefelvegelegentheydtom veel meer gelts te winnen, dan
yemant van alle die daarvoor my geweeft hadden , hadde gehad..
Want in .het eerfte Jaar dat ick daar quam fond GOD over dat Landt eene
van de thien plaagen van Egypten,te weten die van deSprinck-haanen,welke.
men te vooren noyt in die Landen hadde gefien.
Sy geleecken feerwel aan de Europifche Sprink-haanen , maar fy waaren
veel grooter,ende fy vlogen gelijkelijck aan troupen,ende dat ten foo grooten
getaale , dat fy de lugt verduyfterden , ende de Sonne beletten fijne ftraalen
op den grond tefchietem
Men konde alle de plaatien op dewelke fy gevallen waaren bekennen, ende
door haar men fag daar niet dan de teeckenen van vernielinge ende verwoeftinge 3 want
gedaan, fy aaten niet alleen de Tarwe op , maar oock de blaaderen ende de vrughten
van de Boomen ; ly vielen op defelve ten foo groot een getaale , dat de tac-
ken , daar op fy faaten , door haar gewigte af-fcheurdden , ende van de ftam-
me des Booms fcheyddem
Degroote wegen wakren geheeldaar doorbedeckt, ibodaanig dat fyde
Muyl-efels die door het Land gingen , op yder oogenblick deeden verfchric-
ken, door dien fy, door haar vliegen , geluyd aanhaareoorenmaackten,
leer groot ende haar aan de beenen ende het lijf kittelden.
ongemack jj£t q.^ m^ £ej. wej voor s ¿at -^ , ¿oov ¿z Valeye reyfende , daar door
feer ge-incommodeert wierde,ende foo ick geen maske ofte mom-aangefigte,
met glaafen , op de pläatfe der oogen , befet , gehad hadde , foude het my niet
mogelijck fijn geweeft mijn weg te vervolgen.
Sybeder- De Boeren die aan de Zuyd-zijde woonden, klaagde dat haare Indigo ¿
▼en de in weicke noch groen was, flont om t'eenemaal door die Sprinck-haanen ver-
nield te werden.
Die geene die het Suycker-riet planten, feyden oock, dat de Suycker-
rieten , die doe alle noch teder ende weeck waaren , het felve gevaar liepen ,
doch voor al was het een beklaagelijke iaacke te hooren , het kermen van de
Huys-luyden van de Valeye in dewelcke ick woonde 3 vreefende fy dat
alle.
Sprinck
haanen.
Haarege
daanteen
menigte.
Groóte
fchaade
Menfchen
endeBee-
ilen lyden
door haar
digo,Sny
berende
Tarwe.
i
III Boek. 'Door de Sf'aanJcheWeft-Indïèn* XX. Cap. 337
alle haare Tarwe in cenen nagt van defe Sprinck-haanen foude op gcgeien
werden.
Doordien defefaacke het gemeene weivaaren raackte , fooverpligte zy Remedíera -
ook de Magiftraat , om alle remedien daar regens in het werek te itellen , die ¿e8f"as de~
fy immer bedencken ofte verfinnen konden, aange-gC
Men deed ten dien eyndeaalle de Inwoonders der Dorpen in het velt gaan , w«u.
voorfien zijnde met Trompetten ende andere diergelijke Inftrumenten , om
haar door het gerugte ende geraas te verfchricken , en haar van de plaatfe ,
daar fy de meefte fchaade deeden , te ver jaagen , het welke feer wel gelukte ,
want het was een verwonderens-waardige faake te fien, hoedanig fy weg vlo-
gen, als fy het gerugte van de Indianen hoorden.
Op wat plaatfe fy oock neder- vielen , het fy op het Gebergte, op de Vel-
den, ofte op de weegen, lieten fy haaren jongen, welke langs de aarde kro-
pen, ende defelve met een tweede plaage, tegens het volgende Jaar dreyg-
den, maar om fulcks te voorkomen, beval men de Boeren , lange goten te
aiaacken, om die, daarin, tebegraaven,
Door dat middel, ende door veel arbeyts ende moeyte, welckedearme ¡yeynde^
Indianen aanwenden , wierde ditfchaádelijcke Ongedierte, eyndelijk naade Eykverdcê.
Zuyd-Zee gedreven , in defelve vonden fy haar gratín de waateren, op defel- «"»«•
ve tyd als haare jongen dat op de aarde kregen ; ende door dien men die niet den"
alle op een ende defelve tydt begraaven konde, foo bleven 'er noch eenige
overig, doch alfoo het getal van defelve niet groot was , foo fag men daar in
het korte een eynde van.
Maar terwijlen alle de werelt op defe wijfe bedroeft was, gink hetniemant Defcpïa*-
wel , ende niemant hadde daar ook voordeel by, dan alleen de Priefters, want ^¡emll
men deede op alle Plaatfen Proceffien doen,ende op alle AltaarenMiiTen feg vóotdïjg
gen, om, door behulp van defe Geeftelijke remedien, die pcfteuyt het Land darl «*«
quytteraaken. y ^neitsrs.
Alle de Beelden derHeyligen die te Maro waaren, wierden inProceflïe om- Doch doet
gedragen , ende vooral die van de Heylige Maget , ende van St. Nkolaus To S^"^d~
ienttnus, tot wiens eere men gewoon is broodekens te fegenen, op dewelke godioiè
het Beeld van defen Heylig gedrukt is aan de eene zijde; menfegtdatde-micidcIetw
felve goet zijn , om de pefte , de koortfe , ende andere foorten van periculen
ende gevaaren , foo algemeene als byfondere , te verdrijven.
Alle de Boeren ende Spaanfche Pagters van de Valeye , quaamen te Mixco
haare Offerhanden aan die Heylig brengen , deeden veele Miffen feggen, ende
die kleyne brooden fegenen, alleen om die mede naa haare Huyfen te nemen ,
ende in hare Kooren ackers te werpen,fy begroeven die mede in hare heggen
ende Boomgaarden, door het geloove dat fy in defen Nicolaus hadden, dat die
gefegende brooden afouden beletten, dat de Sprinck-haanen in haare velden
fouden komen.
A Is het nu gebeurde, dat die Sprinck-haanen vertrocken ofte overvlogen, Blind by»
ibnder haare Ackers ofte Boomgaarden te befchaadigen , fy alte niet deeden geloof
V v % dan
der -paan-
fchc
Tahardiüo
een Pefti-
lentiale
koortie.
Gevaar-
lijke uit-
werkin-
gen daar,
van.
Die den
Authenr
Door
GODTS
hn'pont-
gaac.
Getal der
¿ooden
«laar van
in Mïxco
ende P*»#-
ia die den
Aatheur
dtiyfenc
guldens
doen win-
nen.
Middel
aange-
■weiuom
aan de
Schattingc
dèorde
5^8 III. Boeck. Vqyagie vanThomas Gage XX. Cap,
dan Miracul roepen , ter eeren van onfe Vrouwe ende St. Nicolaus Toktttinus,
°ok deeden fy Miffenfeggen, om de geloften, welkefy geduerendehetge-
vaar van deSprink-haanen, .hadden gedaan, te betaalen , foodaanigh dac
haare devotie , indiegelegentheyt, my noch veel meer geit toebragte, dan
het geene ik gewoon was van de Gebroederfchappen, daar ik boven van ge-
fprookenhebbe, teontfangen.
Op het volgende Jaar wiert het felve Land generalijkdoor feekere fieck-
teaangetaft, welke by-naafoo gevaarlijkende befmettelijk, alsdePefte,
was , fy noemen defelve Tabardillo ,het is een foorte van koortfe , welke men
in de ingewanden gevoelt, ende die felden langer dan feven daagen duerdt„
want fy doet de Menfchen gemeenlijk op denderden, ofte op den ievenden
dagh, nerven..
De quade reuk ende de ftank,die uyt de licchaamen der íleken waaifemde.,
was bequaam3om te infecteren en te befmetten,niet alleen die geene,die van
den Huyfe desiiecken waaren, maar ook die hemmaariquaamenbefoeken.
Sy deede de mont ende tonge van die patiënten verrottensende maakte der
felve foo fwart alsh-outs-kool , eer dat fy quaamen te fterven.
Daar waaren weynig Spangiaarden met die gevaarlijke iïeckte befoght,
doch de indianen, hadden die, in het generaal, alle.
Men feyde dat fy haar hadde beginnen te openbaren op de omliggende
Hoeven van Mixco,en fy haar van daar, van Dorp tot Dorp,tot aan Cuatimala
toe hadde verfpreyt , ende naamaals noch aan geene zijde die Stad., even als
deSprink-haanenin het voorgaande Jaar, welke uyt Mïxco gekomen zijn-
de, iich door geheel het Landt hadden uyt-gebreydt.
Ikbefogt veele Perfoonen, welke,, door die fiekte gequelt waren, fon-
deryets anders voor mij negefontheyt tegebruyken, dan hetruykenaaneen
neus-doek, die met afijn befprengt was, waar door kk, met GODTS
genaade, dat gevaar ontgink, daar veele andere daar aan ftiervem
In Mixco begroef ik negentig Menfchen , ende meer dan hondertin Vinola ,
ende van alle die boven de aght Jaren out waren hadde ik twee rijks- daalders,
om eene Miffe, tot verloifinge van haare zielen uyt het Vagevier,te feggen, te
dat ik daarvan , in minder dan fes maanden tijds.vier-hondert rijks-daalders
trok, ende.daardoor, foo wel als door de Sprink-hanen, kreeg ik middel,
om in twee Jaren tijds,mijn Capitaal merkelijck te vermeerderen, foo als ook
alle dePriefters van de na-buerige en by-gelege Vlecken ende Dorpen deden.
Maar men moet fig niet inbeelden datik.door dien'er veelePerfonen in defc
Dorpen ftierven,des te minder van mij ne ge woonlijkeOfferhanden trok, want
deHeeren van die tweeDorpen droegen daarop de volgende wijfe forge voor.
Om dan van deSchattinge, welke fy voor deiePeftilentiale iiekte getrocken
hadden „ niette verliefen, deeden fy , naadie ge-eyndight was, alle de India-
nen tellen,ende fy dwongen alle die geene,welke twaalf Jaren gepaiTeert wa-
ren , tot den Huwelijken ftaatte treden ; dit was , voor my , weder een nieuw
middel om gekte krijgen, want van yderkHuwelijk hadde ik twee rijeks-
daal-
III. Boek. ^Door de Spaanfche Weft-Indiht. XX. Cap. 339
daalders boven deOflferhanden,ende door defe occaiïe trouwde ik ten miniten fterfiejiiec
tagtig paaren aan malkanderen, het welcke myeenfeer goede fomme op- jLverhe"
bragt.
Dit waren noch niet alle depiaagen van datLand;want naa diePeftilentiale
fïekte viel den regen in dat Land foo fwaar , dat de Huys-lieden niet minder
daar door te gemoet fagen , dan de totale ruïne van haar Koorn.
Een maant lang geduerende , wierde alle dagen ,op den middag,de lugtToo- Ongeme-
daanig door woleken betogen , die foo fwaar ende duyfter waaren, dat het ligt nen ivvaa*
der Sonne daar door niet alleen verduyftert wierde , maar fy deeden foo fwaar endee§en
een plas- regen op de aarde vallen , dat daer door veel Koorn vernielt, ende ichrkke*
veel Huyfen van de arme Indianen onder de voet geworpen wierden, ende,dar !iJcke,a
het meeft te verwonderen was , defe regen was met foo groot een donder ver- don er'
feit , dat defelve het geheele Land met een onderganck fcheen te dreygen
TVeePerfoonen in compagnie door de Valeye vanM>roreyfendeswierden Droevige
beyde door defelve , van haare Muyl-efels , dood ter aarde-geflaagen. gevolgen
De Capelle van onfe Vrouwe van den BergCarmel, welcke in defelve Va- daar van'
leye ftaat ; wierde door den blixem foodaanig_ontfteecken,dat fy tot aan de
gront toe af brande , geb' jk ook twee Huy fen aan de Reviere van de Koeyen. '
Een andere donder-lïag viel in de Kerke van Petapa op het groóte Altaar,
hy kloofde de mueren van het felve,lopende van het eene èynde naa het ande-
re, vernietighde ende maackte alle de Schilderyen ende het vergultfel fwart ,
fonder evenwel eenig ander quaat te verrigcen,
Seecker Religieus, in het Convent van de Cordeliers/oinnen Guatimala, op
fijn bedde een middag-flaapje houdende, wierd daarvan dood-geítegen, ende
lijn licchaam wierd foo fwart als of het in het vy ergelegen hadde, en des niet
te min kondemen gantfeh geen teken van eenige quetfinge aan hem befpeuren.
Daar gebeurden in dat Landt in het felve jaar van i ¿32. veel droevige din-
gen, doch G O DT befchermde my airóos door fijne groóte barmhertigheyt,
alsby miracul.
Want foo alsick opfeeckere Saturdag des naa de middags volvan anghft, Groot ge-
ende van vreefe bevende, in mijne Kamer befigh was om mijne gebeden te vaar.des
doen , viel de donder op de muer van de Kercke, vlack by mijne Kamer, ende tylllT*
doodde twee Kalven,wclcke op de plaatfe aan een paal gebonden ftonden,om welke her»
des volgenden daags, tothetgebruyekvan hetKloofter , geflagt te werden. GoDdTp- k
De blixem was foo digte by , ende daar toe foo vervaarlijck , dat mijne ge- «d.
heele Kamer in vlamme fcheen te ftaan, fy wierp my met foo veel gewelt
teraarde, datiekeengeruymen tijd lang fcheen dood te zijn, endealsick
tot mijn felven was gekomen,vont ik veeleln dianen om mijn licchaam ftaan,
welke daar waaren komen lopen,gelovende dat 'er tot mijnent, ofte ten min-
ften in de Kercke , brant moeíle zijn ontftaan door de kragt desblixems.
Defe donder- vlagen en dat onweder bragten my al mede veel profijts aan L voordeel
want,foo als ik te voren gefegt hebbe,deSpangiaarden van de Valeye ende de nyt'het
Iadianen deeden veeleProcefllen doen,in dewelke men dQQdQ4Q Beelden der °nwed«
W 1 Heyli-Sctrockea'
Traxillo in
Fe?» door
Aarc-be-
v inge ver-
Í 'on ken.
De fchaa-
de die dc-
ielvein
Guatimal.i
dcecte ge-
dydc toe
f cofyc des
Arnhems.
Beíchry.
vjinge van
de Aarr-
bevingen
van Ame-
ma.
Seer groot
gevaar des
Autheurs
door Aart-
Jbevinge.
340 III. Boeck* Voyagie van Thomas Gage XX. Cap,
Heyligenom-draaghen; die gefchiede niet fonder gek te geven, want een
yder braght Offerhanden ende AalmoefTen,op de gewoonlyke wyfe.
In de bomer, die op átk volgde, waren 'er boven gewoonlyke Aart-
bevingen; Defelve vielen in Perufoo groot ende fwaar, dat de Stadt Truxilh
daar door in de aarde verfonk. ..
De aarde opende figh opveele plaatfen, en¿Q vernielde opeenigedeln-
woonders, welke in gebeden in de Kercke zynde, met Kerck met alle door
haar wierden verfwolgen.
De ichade die door defelve omtrent Cuathnala gefchiede , was veel minder,
dan die geene , welke wel op verfcheydene andere Plaatfen voorviel , want
fy deede n iet dan eenigemuyren, dievanfteen inde Sonne fchyngedroogt,
gemaakt waaren, ter neder werpen, ende de Kerken fchudden ende be-
ven; Dit evenwel verwekte een groóte vreefe in de inwoonders, welke
voorfoodaanig een ongeluk vreefden, als'er was voorgevallen, weynigh
tydtseerikindatLandtquamtearriveeren, ende om fulkste vlieden ende
te ontgaan , begaf fig een yder tot de devotie , ende men liet veele MiiTen feg-
gen, om het gedreygde gevaar te verwyderen.
Defe Aart-bevingen vallen in America veel meenigvuldiger dan langh-
daerig , want men gevoelt die maar een korte» tydt j maakende defelve drie
verfcheydene bewegingen ¿ de eerfte beweegt ter flinker , de andere
ter regter hand, endede derde fchynt de aarde weder in haare plaatfe te
ftellen.
Hetisfeeker, dat, foo fy lange duerden, daar geene Toornen, Kerken
ofte hooge gebouwen zyn, met hoe groot een konftende forgedie ook mo-
gen gemaakt wefen, welkefyniet totaan de grondt toe fouden neder- wer-
pen.
Daar viel 'er een voor te Mtkco, welke foo hevig was , dat hy de Kloe-
ken deede luyden , ende denToorn aan een zyde overhcllen3doch ik was daar
foodaanig toe gewent, datik, deshalven, de moeyte niet nam van uyt mijn
bedde te gaan.
Maarfybragtenmy, in dit Jaar, in foo groot een gevaar, datik feggen
kan, datik, fonder GODTS hulpe, van defelve foude fijn overftulpt
geweeft.
Want daar quam, foo als ik op feekeren morgen in myne Kamer ftudeer-
de , feer fchielyk eene Aart-bevinge , welke foo kragtig was , dat hy my
de Taaffel deede verlaaten om onder een venfter te vlugten , vreefende dat her
geheele Huys, eerik de trappen foude hebben konnen af-khmmen, foudc
gevallen ende my vermorfelt hebben.
Het venfter was in een feere dicke muer - zynde het felve boogs- wyfe over-
welft , ende íoodaanig een plaatfe , houden de Spangiaarden voor de veyhg-
fíe ende verfeekerfte, in gevallen een Huys komt in te ftorten.
Met dat ik onder het venfter mynfelven hadde geplaaft, bieldt de Aart-
bevinge op, ende foo als i^in myn felvenoverleydde of ik daar ter plaatfe
blyven
■3—
III. Boek. T>oor de SpaanfcheWeft-Indïèn. XX.Cap. 341
blijven foude , ofte welaf-klimmen ende op de voor-plaatfe gaan , foo over-
quam my een tweede Aart-beevinge veel heviger dan de eerite.,foodaanig dat
my fulcks deede vreefen , door die fterke fchuddingen ende bewegingen ver-
plettert te worden, , of dat ik uyt hetvenfter foude ter aarde vallenende het
felve wijdt en ruym , ende hoogh van de folder, fonder metglaafen ofte hout
gefloten te zijn , volgens de wijle van dat Landt.
Tot foo verre dat, alsmyfulks was overgekomen, ick geen minder gevaar
liep dan van mijn hooft aan ftucken te vallen , ofte wel mijne beenen ofte ar-
men te breeken , ende indien ik ter aarde van boven naa beneden wilde fprin-
gen , foo konde ik niet ontgaan my te befeeren.
Deverbaaitheyt, in dewelke ik my bevont, belette my eenige vafte re-
folutie te nemen > doch foo als in het midden van defe mime perplexiteyt ,
een derde Aart-bevinge my overviel , benam die my het gebruyk der finnen
foodaanig, datik het eene been albuyten het venfter ftak , om by gevolge.
het geheele licchaam te laaten af - facken , maar GODT wederhielt my,ende
deede te gelijk alle die Aart-bevingen op-houden.
Op defe wijfe bewaarde GODTmy herleven twee-maaien binnen Mixco ,
maar in het Dorp van Pinola was ik in gevaar van een been te verliefen , ende
dat door een kleyn dierken, datnoch foo groot niet is als een vloy.
Her Dorp Pmola werd in de Indiaanfche taaie P anear genaamt ; ' de eerile Naams-
fyllabe van dat woord Pan is binnen ofte in gefegt , ende Cae beduydt drie ver- ooripronk
fcheydene dingen, alseerftelijkhet vyer , ten tweeden een ieekere vrughtnanh"
welke men anderfints Guiava noemt, endeten derden eenkleyn foorte van ï°il, frí"
gedierte, doordeSpangiaarden Nigua genaamt, men vindt het felve doord"s'inde
geheel Indien, maar veel meer op de cene dan op de andere plaatfe , doch ífe
vooraliïjnfy meenighvuldigindie Dorpen ende Vleckem, inde welke men HÍ
veele Verkens houdt. naamt.
DeSpangiaarden feggen dat veeleSoldaatenvan Francoys Draak daarvan
fherven , wanneer fy de voet te Nombre de Dios aan Landt fetten, ende op het
hoge geberghte van St. Paulus,naa de zijde van Pannama klommen.
Want doordien fy voelden dat de voeten haar jeukten , iïjnde de oorfaac- Befchry.
ke daar van aan haar onbekendt , foo begaaven fy haar om defelve te krabben vin&e van
ende dat foo fterk datfy fweeren daar van kregen , die haar om hals bragh-^SX"
"' . gua ende
benige feggen dat men die op alle pláatfen , om hoog foo wel als om laag fijne 8?'
yint,en op de itoelen en bedden foo wel als op de vloer,dog de ondervinding? Sn!"
leert dat fy niet dan op de vloeren ende de aarde zijn 3 voor al in vuyle ende in
weymgh gereynighde Huyfem
Sy feiten iigh gemeenlijk aan de voeten, ende weten doordefchoenente <
dringen , maar men krijght die weynigh aan de handen ofte a*n de andere ge-
deelten des licchaams-, waar uyt ook blijkt dat fyhaar op de aarde, end-
met op alle plaatfe n , onthouden;
Syfijn, foogefeghtis, veel kleynder dan de allerminite Vloyen, foodaa-
mgë)
■:i
MidiWen
om die te
onrgaan.
Dein ¿lia-
nen fijn
daarvry
van.
Deh Ab-
theur
raakt
door een
Nigtta in
groot ge
raar.
341 III. Boeck* Voyagie van Thomas Gage XX. Cap,
nigh darmen moeyte heef: om haar te fien ende door het gefighte te onder;
fcheyden , ende als fy in de voeten komen gevoeltmen in defelve een uy tne-
mende nette ende ieuckte. m _
Sy fchynen als dan fwart te wefen,ende fijn met grooter als de punt van een
fpelde i men kan haer dan gemackelyk , door behulp van een naaide daar uyt
lighien , doch foo men dat niet doet fouder haar te breeken , enae dat het
minfte gedeelte daar maar komtinte blyven , foofa dat felve foo wel in het •
vleefch doordringen, ende foo veel quaat verwecken, even als of het ge-
heele lighaam daar in gebleven waare.
Ms fy tot in het vleefch fijn door-gedrongen, verwecken fy een kleyn blaa-
derken,het welke vol materie ofte etter fit,het felve werd allenxkens groóter
tot dat het de geftalre van een boon heeft gekiegen,ende doet de jeuckinge al
geduerigh toenemen, maar indien men het krabbelt foo werdt het geheel vie-
righendefteeckende , ook geraecktinen daar door in gevaarvanhet been te
VeSommi'ge meynen dat het beft is defelve uyt te treckcn , wanneer fy even
beginnen te jeucken ende maar in de huydt komen,maar dit wkfeet moeyc-
lyk ende fwaar, door dien men haar naauwlijks fien kan, endefy feerhght
¿ebroakenkonnen werden. , , ...
Hier van is het dat vede defelve niet willen aanraaken voor ende al eer dat
fytotin het vleefch fijn door-gedrongen,ende aldaar een blaadei met etter
vervult gemaakt hebben , welke figh door haare viengheyt tot door de huydt
laat fien,- ende daar op maakt men defelve met een naaide rontornme defe
blaaderlos, ende men ontwortelt defelve, foodaanigh dat men die, met
de punt van de naaide, daar t'eenemaal kan uytlighten (want indien men
die door-fteekt , foo begint fy weder op een nieuw te fweeren ) ende yers uyt
-de ooren ofte wat aife daar op leggen , loo is men dan in een a twee daagea
gftHet befte middel om van dit ongedierte niet geplaaght te worden is , dat-
men fijne fchoenen , kouffen , ende andere klederen altoos op een ftoel legge,
ofopeene van de aarde verhevene banck, ende datmennoyt bloodts-voets
SaDoch het is een wonderlijke faake, dat de Indiaanen, welke bloots-
voets gaan , daar door by naa noy t geincommodeert werden 5 men meent dat
dit van haar huydts hardigheydt komt want indien fy Üefelve foo week ende
teder hadden, als die geene welke kouífen ende fchoenen draagen, foo fou-
ten fy daar foo wel dan die van geplaagt werden.
Het Dorp Pancac ofte Pjwla is dit gewormte ofte defe Niguas feer onder-
worpen, het felve hebbe ik door eene verdrietige ervaarentheydt beproeft,
wantalsikopmyneeerftekomfteopdieplaatfedeeygenfchap ende natuerc
van dit ongedierte noch niet kende, liet ik 'er een foo lange in myn voet fitten
. fweeren , defelve ook gedueriglyk krabbende , dat'ereyndeli;k foo groot een
brandt toeüoegr^dat ik my onder de Barbieren haar handen moeite lieven.
XII. Boek. TïdordeSpaanfcheWtfi-Indïèn.l^Xïkv. 343
ende twee maanden te bedde leggen, in wekken tijdtick volkomentlijck ,
door GODTS genaadegenefen wierde.
Doch op dat de naakomelingen mogen kenniife hebben van degenaade, Hybe.
welke my Godt , door fijne wonderlijke voorfienigheydt , in foo verre van ¿ffil **
mijn Vader-landt afgelegene Landen heeft betoont, foo wil ik, voor en al werk
eer dit Capittel te eyndigen,de andere gevaren in dewelcke ik my bevonden godes
hebbe, nevens de maanieren door dewelke my de HEËRE daar üyt heeft eer'
verloft , den Lefer voor oogen ftellen.
Hoewel het waaraghtigh is dat de meefte Indiaanen alleen Chriftenenin vpngoer
fchijn ende in het uytterlijke zijn , ende in het heymelijck tot den Af-Goden men™6
dienft ende de Toverije genegen , door dien fy doch evenwel onder mijn op- omtrent
iïgt waaren , foo geloofde ik , dat ik haar JESUS CHRISTUS predikende, ¡J^1/***"
haar careíTerende ende tegens de wreedtheydt der Spangiaarden befchutten-
de,des te beter tot de waarheydt foude konnen brengen, ende voor al omtrent
de kenniffe GODTS den Vader ons Heeren JESUS CHTISTI.
Hier door, ende om dat fy groóte liefde ende eerbiedigheydt voor my had- i¡efde en-C
den , was het dat ik,in alle gelegentheden,haar mijne genegentheydt tragte te de g«ne-
betuygen, beklaagende haare ftaat ende conditie, kiefende haare zijde als ge™her<*
eenigh Spangiaart haar vcrongelijckte , ende hebbende altoos Wijn ende toc aar*
Brandewijn in mijne Kamer , om haar te drinken te geven als'fy my quaamen
befoeken , ook om haar te verfterken wanneer iy iiek ofte bedroeft waaren ,
het welke my evenwel,in het Dorp van Pimlayby naa het leven kofte.
Dit quam hier door dat feecker Indiaan van dat Dorp , welcke een Span- ^"^*
giaart, genaamt Dom Franci/co de Monte-Negro^ diendde,die omtrent een halve werd door
mijle daar van daan woonde , foodaanig van fijn meefter geílaagen ende ge {jjn^ee-
queft wierde , om dat hy hadde gefeght dat hy my foude gaan klaagen , dat hy ¿2
hem fijn loon wegens fijnen gedaanen arbeydt onthieldt , dat hy het foude be- dele.
ftorvenhebben,indien ik,nadatmen hem te huys hadde gedraagen,nietaan-
ftonts om eenChururghijn naahet Dorp van PwoÄz,hadde gefonden.
ik klaagde aan den, Prefident van Guatïmala over het quaat onthaal dat thSfido*
defen Indiaan hadde ontfangen, welke, mijne klaghten in aght neemende, dens^an-
denSpangiaardtbyhemdeedekoomen, ende in de Stad binnen het gevan- g"»™
gen huys logeren , alwaar hy blijven moeite tot dat den Indiaan geneefen was, ltraffea*
foetaalende met eenen een goede boete.
Ik vertoonde daar en boven in feeker Sermoen dit doen van Monte-Negr*
aan de andere Spangiaarden, haar vermaande de arme Indianen geen onge-
lijk te doen , ende haar waarfchou wende dar ik dat al foo weynig verdraagen
foude, dan of fy het aan mijn Perfoon deeden,doór dien ik haar als nieuwelin-
gen ende tedere voort-plantingen van het Chriflcndom aanfag, welck men
niet moefte ergeren, maar veel eer door foetheydt ende vriendfehap tot JE-
SUM CHRISTUMleyden.
Ik beval hier op aan alle de Indianen, datfyby myfoudenkome*) , als men
fcaareenig Ie et deede 3 ende daar over aan my haare klaghten komen doei
Xx
haar
II
344« III- Bo-eck. Voy age 'VanThomas Gage XX. Cap;
haar belovende, dat ik haarefaaken foo wel foude voordraagen , ende haar
ongelijk ten toon ftellen, dat ik my verfeekerde , dat men haar regtfoude
doen erlangen , gelijk zy weLkonden befpeuren uythet geene ik reets gedaan
hadde.
Hy mckc j)^ Sermoen nam Monte-Negro foo qualijk , dát hy by eede verfeeckerde ,
í ï/jrW f°° als men my naamaals heeft gefegt , dat hy my foude dooden. Ick konde
vaar fulks evenwel fwaarlijk geloven , my inbeeldende dat het eer een Spaanfche
Re domont ade dan een waaragtig opfet ende voornemen was.
Selfs eenige van mijne Vrienden feyden my , datickagtopmijnfelven
moefte nemen, maar ick veragte dit advis almede, totdatickopfeeckeren
dag de Indiaanen ende de Jongens die my diendden , naa de deure van mijne
lyamer fag komen lopen, die my waarfchouden , dat ick niet foude buytens
huysgaan, door dien Monte-Negro op de voorplaatfe was, met een bloten
Degen in de vuyft , in meeninge om my te dooden.
Ick beval haar aanftonts dat fy de Regenten van het Dorp fouden gaan haa-
len,op dat fy my te hulpe fouden komen,doeh den Spangiaart,die in foo groot
een raafernye was onrfteecken , iiende fig ontdeckt ,- was tcrwijlen uyc het
Dorpgeweecken.
Dit verpligte my, om forge voor mijne belToudenifïé ende veyligheyd te
draagen, ende ten dien eynde deede ick feecker Neger, Micbael Delva ge-
naamt, by my komen, defe was feerkloeck ende fterek, ende ick liet hem
by my woonen, tot dat ick een eynde van de faack van Monte-Negro gefien
hadde.
Als ick op den volgenden Sondag des morgens me Wxco moefte trecken,
foo nam ik mijnNeger met my,ende een half douzeinliidianen om my te ver-
feilen , ende foo als ik dwarfch door een kleyn Bosken paifeerde , het welke
middeninde Valeyelegt, foo fag ick dat mynvyantmy daar wagte, welc-
ke fiende het Convoy dat ick by my hadde, niets doriteonderftaan , gevende
my alleen veele fchelt- woorden , ende feggende dat hy my met minder gefel-
fchap eens hoopte te vinden.
Doch doet Dit verpligte my niet langer te wagten met het doen van een tweede
¿"r7" klagte over hemaandenPrefident, welcke defelve feer wel op nam, ende
näa dat hy Monte-Negro een maant hadde gevangen gehouden , bande by hem
dertig mijlen van de Valeye.
Ick wierde niet alleen doorde Spangiaarden vervolgt,en dat teroorfaacke
van de Indiaanen,terwylen ick in defe Dorpen woonde, maar oock van de In-
diaanen felve , hebbende , die dit deeden , geene Religie dan infeh^n, doch
hoewel ik my , foo wel door de eene als door de andere , in groot gevaar be-
vont , foo deede my GODT doch altoos de genaade van my voor haare han-
den te bevry den.
weder
ätraffe
oeffenea
HET
III. Boek. T)oorJe SpaanfcheWejl-Indïèn* XXL Cap. 34.5
HET XXI. CAP ITT EL.
Hiftorie van de Tover aar fier Martha de Carillo. Sy werdt
feer door de Indiaanen gevreeft, T>en Autheur nevens een
Officier van de Inqutfitie belegt infor mat ien tegenshaar.
SPreeckt met haar daar f elf s over, Weygert haarde Com-
munie. Sy neemt daar wraack over op hare ge ¡ch ene ken*
Tragt het oock aanfijn Terfoon te doen* T>og te vergeefs.
Sy dreygt hem op een nieuw. T>ogfy w er dt gevangen en-
de ft erft in heghtenijfe* Hiftorie van de Tover aar juan
Gordales. Hy werdt in de gedaante van een Leeuw ge-
quetft* Informatien hier overgenomen , ende examinatien
daar overgedaan. Hiftorie van Juan Gómez» Hy werd
fchie lij kfiec kende ontbiedt den ¿Autheur* Hyfpreec kt fij-
ne biegte , ende ft er ft. Sijn leven werdt aan den Autheur
ontdeckt. Juan Gómez ende Sebaftiano López veghten
onder de gedaante van een Leeuw ende Tyger met malkan-
der en. López raakt daar over in hegtenijfe. T>e Indianen
foecken defefaacke te verJuffenfDog andere brengen het aan
den dagh* Het Lijck van Gomez werdgefchout* Infor-
matien tegen Lopez belegt 3 dïe na Q^^úmAi gevoert , ende
aldaar wert opgehangen. Hiftorie van de Fuentes te Mixco.
Haar e Afgoderye komt aún den dag* Seecker Spangiaart
maakt defelve den Autheur bekent. T>en Authetirgäat ha*
ren Af-godt met feer groóte voor ftgtigheydt ende eïreum-
fpefíie op foecken. Hy vernaght met fijn Gefelfchap in het
Bofch. Sy vinden den Af-godt \ Befchrijvinge daar van*
Sy nemen hem mede* *Den i_Autheur doet alle de Spangi-
aarden ende de Negers tegens den volgenden Sondagh te
kereke nooden* Hy brengt den Af-godt aan fijn huys , en-
de des Sondags daar aan óp den Tredick-ftoel*\ Hy fielt • hem
Xx 2
,
346 III. Boeck. Voyagie van Thomas Gage XXI, Cap.
aldaar het Volck voor oogeiu "Daagt hem ende de Duyvel
wyt. T>oet hem aanftucken hácken ende verbranden. Hy
maackt fulcks te Guatimala bekent* Stelt den raadt die hy
van daar krijght te werck. T>e Afgoden-TDienaars zijn
obftinaat. Sy leggen den Anthenr laagen . Beftormenfijne
Jlaap-kamer. Sy komen voor de tweede rey f e wederom. Een
van haar werdgequetft* Sy brengen hem door lift in groot
gevaar* gïuetfen hem met eenmes. ¡Verpen hem ter aarde *
Hy werdtuyt het gevaar geredt* . Een van de fe gewelde-
naars werd gevangen. Wm Autheur belegt Informatien
wegens dit voorval. Sor ge van de Spangiaarden voor den
Autheur gedraagen* Dis alle de verdagte Indiaanen ge-
vangennemen* Haar boos voornemen werd ontdec kt % Sy
werden naa Guatimala toegevoerdt. Straffe aan haar ge*
oefent, Haar berouw en leedtwefen , werdt door den Au*
theur o£regt te zijn befêeurt*
Marth* äf
Urtlh.
1Ñ het Dorp vanPi»ola waaren eenige InwoonderSjdie feertot de Toverye
genegen waaren, ende door de magtdes Duyyels wonderlijckc dingen
gedaan hadden *
Onder andere was 'er eenoude Vrouwe * Marthade Carillo genaamr, welc-
ke al van te vooren was befchiüdigtgeweeftdatiyveele Lieden in het Dorp
betovert haddej doehde Spaanfche Regters verklaarden haar onfchuldig 3
vindende geene feeckere ende genoegfaame bewijs-redenqn tegens haarjhier
door wiect íy foodanig í n haare? booshey t geile rkt , dat fv haar ved erger dan
re vooren aanftelde , ende veel rneer cpaats bedreef
In de tijd wel<;ke iqk daar woonde a eyndigden twee ofte drie Perfoonen
naar leven door eenieeekere lajtigduerjge íoorte yan quyningejende {y feydzn
©p haar fterTbeddëi dat defe Carillohm al$.vermoQrthadde3fende fy defelve
dickroaal? omtrent haar beddchaa^ met, een dreyg^nde ejide vergram t gelaat
vervaarende;
<ec?doordE ^y ^adde fOQáaanjg.eenfchrick onder 4e Indiaanen gebragt ». dat niet een
-iein4iaá«van áe&lw? pver haar derive klagen, yreefend&dat fy fpel metfyurföudeq
asnge- hebben , éhd& dat fy baar nöchVgerfoudehaqdele-n $ ditve-roorfaaktedat ik
weeft. zzn>Dom$ii(in&Gu?m'anA\z doenmaals Heere va^n he^Porp wastdeefte {eg-
gen i dar fy fijne gph§eie P{aatJü foijdc ruip^rgn a iü gevalle hy 4er ia geene
Q^ejei1efdq_ teilellen,,
s ■ - Urn-
III. Boek. Door de SpaanJcheWeJf-Indien* XXI. Cap. 347
Hier op ver wierf hy van den BiiFchop , dat men aan my ende aan feeker an- Den Au-
der Officier van de Inquiiitie bevel foude geven , om een forgvuldige onder- venseen~
ibekinge op haare maniere ende wijfe van leven te doenjals wy dit aanvingen^ officier
bragten de Indianen feer groóte klagten tegens haarin,getuygende meeft alle vJ"(]^rn"
de inwoonders van het Dorp,dat hetbaarblijcklijk was, dat fy met de Duyvel beiegfin.
ende de Tover- konfte omginck, ende dat fy , eer fy de eerftemaal befchuldigt rormatica
wierde, gewoon was geweeft, fig door een Rotting, waar fy ook moghte j£8en*
gaan, re doen volgen, welke, alsfy in de Kerke ging , aan de deure bleet aar*
Haan , wagtende tot dat fy foude uytkomen , daar naa met haar weder naa
Huys toe gaande ; hier by feyden fy dat fy geloofden , dat die Rotting haa-
ren bofenkngel, ofte familiaren Geeft was, doordien fy dickmaals haare
Honden daar op gehitft hadden, weleke , in plaatfe van die te naaderen , daar
van waaren gevlugt.
Doch federt dat fy voor het Geregte was verdagvaart ende befchulügt
geweeft, hadde men die Rotting niet meer gelïen , het welke men dan dag-
te dat fy uyt liftighey t hadde gedaan , om daar door de Lieden de gedagten te
doen hebben, van dat fy haar nu met fulke dingen niet meer bemoeydde.
Defe oude Vrouwe was een weduwe, ende naaalleuytterlijckefchijn ,
een van de armfte ende behoeftigfte van het Dorp, fy hadde doch even-
wel altoos veel gelts , fonder datmenkonde bemercken , hoe fy d^atmogte
bekomen.
Het was omtrent den tijdr van de Vaften, wanneerick doende was, met
defe foorte van iniormarien tegens haar te beleggen, alle Inwoonders van hit
Dorp quaamen als doen te biegte, ende fyfoo wel als de andere,- Sybragt
my fchoondergefchencken dan ickvanymant van geheelhet Dorp hadde ge-
kregen , want daar men gemeenlijk maar een Reaal gaf, foo vereerde fij 'er
myvier, nevens een Kalkhoen, watVifchj Eyeren ende een pot met Ho-
nig.
Sy beeldde haar in dat dit my een goet gevoelen van haar foude doen heb-
ben , ende dat ick het feggen van de indiaanen tegens haar niet agren foude.
Ick ontfingh haare Offerhanden ende hoordde haar in bieghte; indefelve
feyde fy my met dan kleynighedèn , welke men naauwlijcks onder de verge-
velijcke fouden foude hebben konnen reeckenen.
Hier door agte ick my verplight, om haarfelfs nanuwkeuriglijkteon-
dervraagen , nopende het gevoelen dat de Indianen van haar hadden, en voor
al raakende het geene my twee a drie op haar dood bedde hadden verfeekert,
dat fy haar betovert hadde , dat fy haar , eer fy iïek wierden , gedreygt hadde^
ende dat fy daar naa aan en om haar bedde verfcheenen was, feggendedatfy .
haar foude doen fterven } terwï jlen fy van niemant dan van de flècken geiicn
wierde,
Hier op antwoorde fy my anders niet,dan met krijten .en de traanenteftor- Spm&t
ten s feggende dat men haar ongelijk foude doen , wanneer msn dit van haar ™th™i
ptoveÄiwe..- . ^,ft
Xx. s fck.
■ I!'
348 lil. Boeck. Voyagie van Thomas Gage XXL Cap.
Ikvraaghde haar hoe het mogelijk was , dat fy, iïjirde een arme weduwe,
fonder eenige Kinderen , die haar te hulpe quamen ende wat by-fetteden,te
hebben, ook fonder eenigh middel om de kolt te winnen zijnde , my meer
gek kon de gtven dan de rijkfte van het Dorp deeden,ook hoe fy aan dieKalk-
hoen 3 aan die Eyeren , aan die Hoonigh ende Vifch gekomen was,hebben-
de fy van alle die dingen niet in haar Huys.
Hier op ant voorde fy, dat GODT. die haar beminde, haareenige van
die dingen hadde gegeven,ende dat fy de reft voor haar geit gekogt hadde.
Ik vraagde haar weder, van wie fy die gekogt hadde, ende hier op feyde
{y , dat het was van de Inwoonders van het Dorp.
Ik vermaande haar feer tot de Boetvaardigheyt ende het Geloove, feggen-
de dat fy de Duy vel moeite verlaaten , ende gantfeh geene gemeenfehap mee
hem houden , hier opantwoordefymy, met woorden die vol van godvrug-
tigheyt ende devotie waaren, my feerernrtelijkbiddende.haar , nevens alle
de andere , die op den volgende dagh ter Communie moeiten komen , defel-
veuyt te reyken.
Doch ik feyde haar dat ik dat niet dorfte doen , my van de woorden van
onfen Salighmaacker bedienende, welke gefegt hadde, datmen bet hrood
der Kinderen , niet voor de Honden , noghte de Peerkn voor de Siaijnen moefte wer-
pen; dat foo ík haar toeliet ter Communie te komen, fulks groóte erger-
. niíTe foude geven , naa dat {y niet alleen van Toverye verdagt, maar ook be-
fchuldight hadde geweeir.
weygett Sy nam ditfeer quaalijk , ieggende dat fy veele Jaaren lang de Communie
hadde ontfangen, dat het haar een groot ongenoegen gaf die in haaren ouder-
dom te moeten miíTen , hier op begonde fy te krijten; dog alle haare traanen
konde my niet bewegen , ende ik bleef volftandig in mijn voorneemen , van
haar fulks te weygeren,gevende haar daar op haar ai-fchey .t,en feggende dat
fy foude vertrecken.
sy neemt Als ik omtrent de middag mijn dienft in de Kerke hadde af geleght, be-
daar wra- val ik aan mijn Volk dat fy de Offerhanden foude gaan verfaamelen, ende
J53°v|g.op tot mijn middagh-maal, de Vifch, die fymygefchonken hadde bereyden;
dog men hadde defelve foo draa niet in de Keuken gebragt , óf de Kok be-
vont die volmaayen ende grooten ftank , foodaanig datmen die moefte weg
werpen.
Dit deede my agterdenken krijgen van alle de giften van defe oude Tove-
reffey ende het bewoog my om haaren Hoonigte gaanbefïen, ik goot die
uyt de Pot in eenSchootel „ende bevontdie mede vol wormen ofte maayen;
wat haar Eyeren belangt , ick konde die van andere niet onderfcheyden ,
door dien ik'er omtrent hondert die dag hadde ontfangen, maar onder het
gebruyken van defelve vontmen nu en dan eenige ftinckende , ende oock an-
dere daar doode Kiekens in waaren.
Men vont op den volgenden dag de Kálckhoen dood , ende wat haar vier
Realen betrof, ik konde nietbefpeuren of fy my Yatfdie kant oock betovert
hadde ¿
haarde
Coramtt
nie.
ichenc
ken.
IEL Boek. Voorde Sfaanfche Wefl-Indien. XXI.Cap. 349
hadde, omdatickdiemetveele andere, myopdie dag doordeïndiaanen
gegeven, in mijn fak hadde geftoocken ,doch ik bevont evenwel , naa mijne
befte naa-reekeninge ende onchout van het getal , dat men my die dag hadde
gegeven, dat'er my vierontbraacken. _
Den avontwelcke op die da*; volgde, bleef ïck, naa dat mijne Indianen
naa haare rufte waaren gegaan , feer iaat ftuderen in mijne gewoonlycke Ka-
mer, om dat ick op den volgenden dageene vermaamnge moefte doen aan
alle die ter Communie fouden komen. _ ft: .
Naa ick nu wat geftudeert hadde , gebeurde. het tuiTchen tien ende elf uu- Trage het
ren, dat dedeure van het voor-huys^ welcke was aan die zijde daar mijne J™*^
Kamer ende die van mijne Knegtenilont, fchielyckgeopent wierdeende tedoen.
met feer groot gerugte , gelijck oock mede drie andere deuren open gingen ;
bier op hoorde ick het geluyd van yemant die in de Saaie quam , ende daar in
cenigentyd ging wandelen. '
Ah ick hier op noch een andere deure , door dewelke men naa het vertreck
ginek, waar in de Tuygen van de Muyl-efels geflooten wierden , hoorde ope-
nen , deede my fulcks gelooven dat het mijn Neger lAichaelDelva wel mog-
te zij n , die fich dickmaals laat te rufte begaf, voor al federt ick dit fpeï met
Monte -Negro gehad hadde,ende ik beeldde my in dat hy deSaale vanfijnMuyl-
efel ging opiluyten, hier om was het dat ick hem tweeadriemaalen, met
fijnen naam , van binnen uy t mijne Kamer , riep , fonder dar my ymant antA
woordde.
In plaatfe van antwoört hóordde ick noch een andere deure,door dewelke
men in den Tuyn gink , openen; dit verbaafdemyfoodathetgeheele lic-
chaam my fidderde ende beefde , en dat mijne hairen op mijn hooft te berge
reefen, foodaanig dat de fchrick my felfs de moet ende magt benam om
mijn Knegten te roepen. j^^ta-p
Hier door begonde iel? aan de TovereiTe te gedenken, endebad GO DT
datHy my voor haare booshey t wilde befchutten^Daar op dan moet gefchept
hebbende , ende gevoelende dat mijne tonge ontbonden was , welke de Vree-
fe te vooren hadde alsverfloten gehouden, riep ik mijne Dienaaren, klop-
pende daar toe meteen Rotting, op dat fymy des te beter hooren fouden,
want ick dorite noch mijne deure niet openen , noch uyt mijne Kaamer tre-
den.
Als numyn Volk, door het gerugte dat ick maakte, ontwaaektwas,
begaf het iïch aan de deure van my ne Kamer , ende ick vraagde haar , naa dat
ick die geopent hadde, of fy niemant in de Saaie gefien ofte gehoort, ende het
gerugte van het openen der deure niet vernomen hadden.
Sy antwoordden my dat íy íliepen , ende daar door niet gehoon hadden ;
doch onder haar was een Jongen , die my feyde dat hy alles hadde gehoort ,
my die faacke vertellende op defelve wijfe als ick die hier voorens hebbe be-
ichreven. „ • t
Hierop nam ick de keexffe in de hand, emle ginck met haar alle in de
oaaic
Doch te
▼erjjccfi.
3) o III, Boek. Voyagíe vanThomas Gage XXI. Cap.
Saaie om de deuren te befigtigen, ende ik vont die allegeflooten , op de
felve wijfe als deKneghtenmy hadden gefegt, dat fy die des avonts hadden
oeforgt,
Hier uyt befpeurde ick dat de TovereiTe van voornemen hadde geween my
te verfchncken , doch dat fy my geen quaat hadde konnen doen.
Ick begaf my daar naa in mijne Kamer ende te bedde 3 hebbende twee van
mijne Die-naars bevoolen mede ín defelve te gaan leggen.
'Ü2S morgens font ick om mijnen OrHciaal , Qiidt verhaalde hem het geene
my die voorledenen nagt was overkomen ; Hy begonde daar over te lacchgn ,
ende fèyde dat het de weduwe Carillo hadde geweeit, welke diergelijke partefr
Wel meer in het Dor^gefpeelt hadde, aan die geene, die haar hadden, na haar
gevoelen, geafironteert,hier om was hy my das avonts te voren komen verfoe-
ken, om haar de Communie te willen geven, alleen uyt vreefe dar fy my ee-
mg quaat (oude doen , doch ick hadde dat aan hem foo wel als aan haar felve
£e weygerc*; hier na feyde hy my dat ik maar moeite vrolijck zijn, ende dathy
wel wille dat fy de magt niet hadde van my eenig leet te doen.
hfilopeS. Naa dat ick de Co'nmunie die dagh hadde uyrgedeelt, quaameneenige
E1euw. ' vann de voornaamfte Indiaanen my befoecken , feggende dat de oude Carilh
haar beroemt hadde3dat fy my op de eene ofte op de andere wijfe een part fou-
D chC ^e^Pee^en> om dat ick haar de Communie niet wilde geven.
«rc'ttge- Maar om het Dorp van een foo boos Schepzel te verlciTen,deede ick haar
vangm naa Guatiinala brengen , nevens alle de informaxien die ick tegen haar belegc
ín h-iCrfi: ^ac^^e J 4e^e*ve fonc ick aan ^en Prefident ende aan den BiiTchop : Dsfc dec-
irleegte- ¿en jjaar -n ¿e Q£ vancjjen ¡¡fe fluy cen in de welcke fy twee maanden daar naa
ftierf.
Daar waaren noch veele andere Indiaanen in het Dorp die men verhaalde
dat wonderlijcke dingen deeden.
van !kn ie ¥en ^? onder andere dat 'er feeckere JuanGonqaks was , die fich felven
Toveraar ¿ickmaalen in een Leeuw veranderde , ende lijnde hy in die gedaante, wierde
Jian G*nm hy door een armSpangiaart in deNeusgeqüetft; defe gefeyde Spangiaarc
f«'«. won lijn koft met het Jaagen op het Gebergte van Herten ende andere wilde
Beeiten.
in dJoWe!rc R Hec gekste .hem op feeckeren dag , dat hy een Leeuw agter een grooten
¿unre van J> °Jm gewaar wiert , hy konde van defelve niet dan den muyl fien , waar op
een Leeuw hy fi;n Roer lofte , ende de Leeuw begaf fich aanftonts op de vlugt.
t- Gomales bevont fich op díe felve dag fieck , ende men font om my te haa-
ien op dar ik fijne biegte foude hooien ; Tot zynent gekomen zijnde , bevont
ick dat hv in het aangefigte gequetil was , en dat fijnen Neust'eenemaal was
verbrijzelt ; Hier op hem gevraagt hebbende hoe hy daar aan was gekomen ,
antwoorddehy, dat hy vaneen Boom was gevallen, ende dat het weynigh
fcheelde of hy hadde daar door t'eenemaal gedood ge weeft , doch evenwel
befchuldigde hy daar naa die arme Spangiaarc van op hem gefthooten te
heoben.
ge^uetfi
II L Bo e c K . *Ehor de Spaanfche Weft -Indien* XXL G ap. 3 5 1
Als nu defefaake voorden Reghrergebraghtwierde , foo nam men ver- Tnforma,
klaaringe van my , hoe dat Gomales, gefegt hadde , dat hy van een Boom was tien híer
gevallen,- DeSpangiaart wierdeoock onder eedegehoort,- hy feyde dathy overge"
in een feerdigt Bofchopeen Leeuw hadde gefchoten , fullende niemantkon-SSa.
nen denken dat eenig Indiaan daar in foude komen ofte yets te doen hebben !p«'na«en
Men doorfogt het Bofch , ende men bevont de teekenen van de kogels van daar op
het Roer in den Boom ftaan, ende Goncaks bekende dat hy iïch daar ter plaat- gedaan"
febefeert hadde, ende gevraegt zijnde hoe het mogelijck was dat de Span-
giaart hem daar ter plaatfe na fijnen val ofte quetfuere niet geilen hadde3wan-
neerhy na den Leeuw quam foeken, foo ántwoordehy dathy gevlugt'was
uyt vreeledatgefeyden Spangiaart hem voort dooden foude.
Doch door dien het meefte gedeelte van fijne antwoorden frivool was
ende de onfchult van den Spangiaart baarblijckelijck , waar by quam het gel
rugte dat door het Dorpginck van dat Gon£ales met de Duyvel converfeer-
de, ioowierde de Spangiaart vrygekent van alle het geene den anderen re-
gens hem gedepofeert hadde.
Doch dit alles is niet te vergelijckcnby het geene hierna feekeren 7«**„-„ ■
Gomez over quam defe was de voornaamfte van het Dorp , oud omtrent tag- ÏÏ£
tig Jaaren , ende fijnde het Hooft ende de Befiierder van de aanfienliick'te Ge«"-
brammedieonderhaarwas; fijnaanfien was foodaanig , dar fijn gevo-l-n
altoos voor dat van alle andere geprefereert wierde,voor de reit hadde hy alle
deuitterlijcke teekenen van een eerlijck Man, wevnig dagen patfeerden
fonder dat hy des morgens in de MiíTe quam ende 'savonts in de Vefper
Jiebbende felvehy groóte gefchenken aan de Kerke gegeven.
Als defen Indiaa* fo als ik in het Dorp van Mixco was,fchielijken was fiek hy »en
geworden,quamen deBedellen van het Gebroederfchap van de Maget Maria fcLiyk
vreefende dat hy fonder biegte foude fterven , ende fy dan daar over door my fiek,endc
beftraft werden3my te Mixco ter middernagt vinden, my biddende dat ik aan Ä,
ftonts met haar wilde gaan, om JumGome^ titeen goet einde te bereyden thcur.
feggende dat hyfeer na my verlangde, wenfehende dat ik hem quametroiten
Hoewel het een onbequaam uur was., endé dat'ereen fwaare regen viel '
door dien ik' evenwel oordeelde dat het een werk van liefde was , belette my
iulks niet te Paart te ftijgen ende drie mi;Ien weegs, geduerende den regen
ende duifterheyt des nagts , af te leggen. ö
aanlok ^0^00™^ ^ het gevallene waater gekomen , begaf ik my Hyfpreckt
aanftonts aan het Huys van den ouden Gomez , ik vont hem te bedd? legger- r/ne
de, hebbende geheel het aangefigte be wonden , hy bedankte my voor de biegle'
moeyte die ikvoordefaligheytvan fijne ziele hadde genomen, hy bad my
dat ick fijne biegte wilde hooren, ende door defelve foo wel als door fi,ne
traanen gaf hy my niet dan tcekenen van een goet leven,ende van de begeer,
tediehyhaddeomteítervenendeby JESUS CHRISTUS te gaan.
Ikberey4ehemtotde dood al trooftende, ende vraagde feem voormiin
vertrek hoe hy al voer ? Hy fejde my dat fijne fiekte niet was dan fim^mder-
dom, nevens de fwakheit die defelve verfelde. Y y H>>r
Inde.
fierfc.
Syn leven
Avertaan
¿en Aa-
sbettr ont-
dcckt.
SfrttB&fe
352 III. Boeck. Voyagle vanThomas Gage XXL Cap.
Hieropgink ick naamynHuys, icknam ander lywaar, begevende my
daar op te bedde om wat te ruften; maar men quam myaanftonts haaien om
het H. Olyfel aan Gí-wíz te geven,want dat is een faake die de Indiaanen nove
voor haaren dood vergeten.
Terwylen dat ick hem de Neufe , de Lippen , de Oogen , de Handen, ende
Voeten beftreeck, befpeurdeick dat hy geheel gefwollenendeblaeuw uyt-
geilaagen was, doch ick namdaar geene {"onderlinge aanmerkingeop, ge-
lovende dat fulks van de iiekte voort quam.
Ick gingh met het kriecken des daags weder naa huys toe , ende naa dat ik.
een weynig geruit hadde, quaameneenige Indianen aan myne deure klop-
pen , om Wafch-keeriTen te kopen , ten eynde fy die voor de ziele van Gomez
fouden Offeren, doordien hyfóoeven geftorven was, moetende dien dag
inet alle de ge woonlyke folemniteyten in de Kerk begraaven werden.
^Ickftondt dan op metroode ende gefwollen oogen, door dien ick geheel
dien nagt niet geruft hadde , en ik gink in de Kerke , alwaar ik bevondt dat-
men beiig was met fijn graf te maakem
ík ontmoete twee a drie Spangiaárden diedigteby het Dorp woonden,
welke gekomen waaren om die morgen de MhTe tehooren, fy gingen met
my in mijne Kamer, ende ik raakte met haar in dïfeours nopende Juan
Gómez, feggendedat ick feer geftight \?as geweeft door fijne Chriftelyke
doodt , dat ick niet twyffelde ofhy was in het Paradys , ende dat alle de In-
woonders van het Dorp doorfyn af-fterven veel verlooremdoor dien hy haar
Hooft ende Voorganger was, ende haar altyds met veel yerftandt ende wyf-
heydt geregeert hadde.
De Spangiaárden faagen hier op malkanderen aan , eríHe begonden te lac-
chen , feggende dat ik door alle de Indiaanen feer moeüe bedrogen worden,
ende dat voor al den overleden Juan Gómez my wel by de neufe hadde gekyd
fooik geloofde dat hy een eerlijk ofte heylig Man hadde geweeft.
Ick antwoordde dat fy geflaagen Vyanden der Indiaanen zynde, daar al-
toos qualijk van oordeelden , dothdat ick daar van beter getuygeniífe dan fy
lieden konde geven ,.. door dien my den ftaat van haare gemoederen feer wei
bekent was.
Maar een van haar repliceerden op myn feggen , dat het fcheen dat ik feer
onkundig was in de doodt van Juan Gómez-, ende dat de biegte die hy my ever*
voor fij n a f-fterven hadde gedaan niet veel byfonders moefte geweeft hebben;,
dat hy ook bemerkte dat my het gerughte dat'er van fijne doodt door het
Dorp gingh, niet bekent was -, dit verbaafde my íeer, ende ik badt haar my
de waarheydt van het geene fy wiften te feggen;
Sy feyden dat het gerughte ginck , dat Juan Gómez de grootfte ende voor-
flaamfteToveraar van het Dorp was, dathy gewent was fighin een Leeuw
te veranderen , ende ín die gedaante over de Bergen ende door de BoiTchen te
lopen.
Dathy altoos een&odélïjkeit haat hadde gedraagen op feeckeren Seha-
fiianê
III. Boek. T>oor de SfaanJcheWefi-Indïên* XXL Cap. 3^3
fiianoLopez^tlkt een oudt Indiaan ende Hooit van een andere Stamme was;
Dat het twee dagen was verleden dat fy malkanderen op het Geberghte ont-
moet hadden, Gomez in de figure van een Leeuw, ende López in die van een
Tyger ; Dat fy dus feer kloeckmoedelijk met malkanderen hadden gevogten,
tot die tijdt toe dat Gomez, die de outíle ende de fwakfte was , vermoeyt wier-
de, ende foo door krabben ende bytengequetft, dat hy daarvan was geftor
ven.
Om te toonen dat dat waaragtig was , voegde hy 'er by datmen Lopez in
de Gevankeniffe hadde gefet over die íaake , ende dat beyde defe Stammen
oven dit werk met malkanderen itr queftie waren; dat de Stamme en de Vnn ■
den van Gomez aan die v&aLopez voldoeninge eyften,ende daar toe een groóte
fomme geks , ende dat fy dreygden , by gebreeke van fulks de faake in
handen van de Spaanfche Magiftraat te ftellen , maar dat fy dat noch foo haait
niet wilden doen, vooral, foo fy fulks onder malkanderen konden by-leg-
gen , uy t vreefe dat fulks het Dorp mogte fchaadelijk zijn , ende by de Span-
giaarden verhaat maaken.
Defe faake quammy foo wonderlijk voor, dat ik niet wifte wat ick lan-
ger geloven foude , ende deede-my voornemen noyt eenig Indiaan meer ge-
loove te geven , foo ick konde ontdeken dat Juan Gomez foo bevey nft hadde
geweeft , ende my op foodaani£ een wyfe bedrogen.
Ick nam myn af fcheyt van de Spangiaarden , ende begaf my naa de Ge*
VankeniiTe , in defelve vont ik Lopez met de yfers aan de voeten.
Synde hier op weder tot mynent gekomen , ontbood ik feeker Officier
van de Stadt , welke tAlguazü Major was , zynde daar-en-boven my een goet
Vrient , en van hem wilde ick in het by-fonder weten waar over Lopez op die
wyfe wierde gevangen gehouden.
Hy vreefde my fulks te kennen te geven, hopende dat die faake tuflchett
beyde de Stammen foude by-geleght werden , ende dat daar geen verder praac
van vallen foude, omdat ter felver tyd beyde de Alcaldes ende de Regidor; ,
met de voornaamfte van beyde die Stammen , ten dien eynde , op het Raad-
huysvergaadertwaaren.
De aghterhoudentheyt die ik in defe Officier bemerkte , vermeerder-
de in my de begeerte die ik hadde om defe faake te doorgrondenjlck preflèer-
de hem dan feer om my de waarheyt te feggen , felve my yets laatende ontval-
len van het geene ik van de Spangiaarden gehoort hadde.
Hy antwoordde my daarop , dat hy niet vreefde dat de Spangiaarden haar
Dorp in een quaade naam fouden brengen , foo fy de faake onder malkande-
ren konden by leggen; maar ik feyde hem dat ik weten wildewaaromme fy
foo heymelijk op het Raad-huys vergaadert waaren.
Hier op beloofde hy my , dat hy my de waarheyt foude feggen , indien
ík hem verfeekeren wilde van fijnen naame niet te melden , door dien hy de
gramfchap des Volks vreefde.
IkYerfeekerde hem daarvan, laatende met eenen een glas Wyn komen
Yy a om
weende
SebaftUn»
Lo^veg-
ten in de
gedaenre
vau een
Leeuw en
Tyger
met mal-
kanderen.
Lopez
raakt daar
over in
hegtenis,
De India-
nen
ioeken
de faake
re verfaf-
feö.
354 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cap.
em hem moet te geven, ende ik beloofde hem dat hem niet quaats foude we-
dervaaren wegens alle het geene hv mv foude konnen fegaen.
Hierop verhaalde hy my de geheele faake op defelve wdifeals de Soanei-
aarden gedaan hadden , hv voegde daar bv dat hy niet gelooide dat ce Stam
sien met maikanderenfouden konnen accorderen, om dat'er Vriend-n van
bomez warenweke Lopez haetteden,fo wel als alle de andere,die even als ir '
gemeemchap met de Duyvel hielden , ende feer wevnig agreden of het ¿~
vemsde leven van Gomez aan den dag quam ende een ider wierde bekent fe-
maakc , maar daar wareneer ook andere , al immers fo boos ende ondeueemie
als López ende Gómez, die defe dingen wilden verholen houden, uit vreefe dat
¿1 e andereToveraars van hecDorp daar door fouden ontdekt wer-
Dh trof my feer aan het herte , door dien ik klaarlijk fag , dat ik gedwon-
gen was te woonen onder een Natie, die alles, wat fv door í waren arbevr kon-
de winnen , aan de Kerken ende aan de Oierhanden aan de Kevligen'te koft
mng , ende ondertuííchen foo groot een gemeenfehap met de Duvvel hielt.
Het werkte m mijneen feer groot ongenoegen, wanneer ick befpeurde
dat ik haar het Woon GODTS te vergeefs predikte, en hier om nam ik voor
m net toekomende tegens de liften des Duyvels te arbeyden , ende haar mee
meer kragt , dan wel te vooren , te vertoonen , het groot gevaar in het welke
, de zielen der geener waren, die eenige foorte van accoort met den Satan had-
den aanbregaan,op dat ik haar foude bewegen om de werken der duifternifle 'e
verfaaen , ende fig doereen opregt Gelove, tot Jefum Chrittum,te beseven
Alsik nu defenlndiaaniche Officier hadde laten gaan, begaf ik my na de'
Kerke, om te fien of het Volk ter Miifewaare gekomen, dog ik vont in de-
H Kket tWee Menfchen » dÍ£ een grai voor Gomez berevden.
Hebbende dan aldaar niemant gevonden, keerde ik weder' naa mijne Ka.^
Ta ï ■ uer °mñf h r-!n,de W£Sens nen g£en£ men m>' ge%c hadde , ende niet
\aitelijk wetende of ik hem als een Chriften moefte begraven , naa dat hv in
ioodaanig eeni|aat., als die was , welke men my hadde bekent gemaakt /ce-
leeft hadde ende geftorven was
*kJdc°/d?- evenwel,dat ík gtcn geleve moeite geven aan hetfeggen van
e.ne.nig Indiaan, ende alfo weynig aan dat van de Sangiaarden, welke-,
dn ehofT a' nieC fPraaken > ^n volgens het geene fy van andere had-
Terwijkniknochindieonfeekerheytwas, nopende het geene ick daar
omtrent foude hebben te verrigten, quamen'er aan mijn Huvs ten minften
m rong van de voornaamite Indiaanen van het Dorp , nevens de Borgemef*
iteren^chepenen ende alle de Officiers van de Jultitie in het felve. welke my
öaauen da tik net begraaven vznfuan Gomez , voor die dag, wilde uytiteÜen,
aoor dien iy hadaen voorgenomen , een Officier van de Croone te 'doen ko-
mí? V° ?m Jn f tC Iaienvifiteren, alsom de oorfaaken van fijne doodt re
^Pn£rhp°! - ' °P dar/7 daar do^r in geen ongemak fouden geraaken 3 ende
«eanem met weder foude moeten op-graven* i¿
III Boek, Tioor de SpaanJcheWeft-lndihu XXL Cap. 3 5 f
Ik ftelde my aan even als of ík gantfchelij knier van de faake hadde gewe-
ten , ende vraa'gde haar waaromme fy fuiksaan my verfogten.
Sy verhaalden my her doen alleszeggende dar'er geruygen in herDorp wa- J*£hb*"¿
ren . welke verklaarden dar fy een Leeuw ende een f yger mer malkanderen genhet
hadden fien vegten', ende dar een oogen b-lik: daar naa , die Beeílen fig van aan den-
ma'kanderen gefcheiden hebbende.ende voor haar oogen verdweenen fijnde, daa'
fy Sebaflis.no Lcpez ende Juan Gcinez hadden geilen , ren naaften by op defelve.
plaatfe;datdieider haaren weg waren gegaan , ende dar ¿azv o? juan Gomsz
te lijnen Huyfe was gekomen, geheel door flaanende byrenverbrijfeltiijnde3-
dathy daarop was te bedde gaan leggen , waar van hy nier weder was op ge-
ilaan'; darhyaaneenige van fijne Vrienden verklaart hadde , dat Sebafliñiio
Lopsz hem hadde gsdoor 3 ende dat defelve daar op was gearrefteerr ende ge-
vangen gefet,
Sy feyden my daar-en-boven, dar, hoewel fy nooit iets hadderrbemerkt van
het beleende ergerlijke leven van die twee Lieden, welke de voornaamfte
van her Dorp lijnde, fy altoos met groot oarfagge-eert hadden, fy doch even-
wel in defe faake feer wel geinformeerr waaren , foo van de fijde van de eene
Srammë als van de andere > dar die rwee Perfoonen altoos mer den Duy vel
hadden omgegaan, het welke dan een fchandelijke ende gruwelijke faake
fcheen , aan alle die geene, die in haar Dorp woonden , doch dat fy wat haar
belangde5alle die bofe pradijken verfaakten ende verwierpen,ende dat fy my
baadende misdaaden vaaeenige particuliere niet op alle de andere re 1 eggen;
hier voegden fy by dar fv van voornemen waren , ende onder haar hadden vail
geftelt , alle die godtlofe menfehen re vervolgen , ende niet toe te laten dat
fy, onder haar, in het Dorp fouden blijven woonen
Ik gaf haar totantwoort dat ik haaren iver voor goedt keurde ende de-
felve prees , ende porde haar aan dat fy , als goede Chriilenen , de Duvvel uit
haar Dorp fouden verbannen, ende alle haare kragten daar toe impannen,-
Ik voegde daar by dat fy feer wel gedaan hadden, in het fenden naa Gitatimalct,
omfulks deSpaanfche Ov'erigheyt bekent te maaken , feggende dat, foo
fy fulks hadden verholen gehouden , fy alle, als aan de doot van Gonuz
fchuldig zijnde ^hadden konnen geirraft werden , fullende fy daar door Com-
plicen van den Satan hebben geworden.
lkverfeekerdehaardaar-en boven, dat ik gantfeh geen quaat gevoelen
van haar hadde, maar dat ik haar in tegendeel feer hoog a.gte 3 door het
geene fy voorgenomen hadden te doet*
Dien fetveavont arriveerde de Oincier van de Kroone, om dewelke men Hetiyfc
hadde gefonden,hy fchoude her licchaat
m G
omez m mi
ne tegenwoordig- vanGotaez
heyt, ende vont het in verfcheydene Flaatfent'eenemaal gekneuit, gebeten, ™!Ttge-
gekrabtendegequetft. lchcur- .
. Men beleyde daar op veele ir.formarien regens Lcpez ,' ende men befchreef informa-
dle de redenen die de Inwoonders van het Dorp,ende de Vrienden van Gameg tien "g™
tegens hem hadden 5 hier op wierdt hy naa Guatimala gebraght , daar hy L*tey*t~
Yy i tegens
HaareAf-
goderyc
komcaan
der) dag.
356 III. Boek. Voy agt e vanThomas Gage XXI. Cap.
tegens alle defe getuygen geconfronteert wierde , ende door dien hy íích niet
wel wille te verantwoorden, maar in tegendeel defaake eenigfints beleed,
wierde hy by fententie , op dewelke ook de executie volgde , gecondem-
neert om gehangen te v/orden ; ende Gómez, in plaatfe van in het graf, voor
hem in de Kerke bereyt, begraaven te werden , wierde elders, ineen gat,
in een iloot gemaakt, gedompelt.
In Mixco vont ick ook eenige indiaanen , welke niet minder beveynft
waaren dan Gomez , defe waarenvier Broeders de Fuentes genaamt , zyndc
de voornaamíre ende de rijkile van het Dorp , ende dan noch meer dan thien
andere
Defe Lieden fcheenen uytterlijk feerwel te leven, mildaadig tegcns de
behoeftige , goet doende aan de Kerke, devoot ten opfigte van de Heyli-
gen , draagende goede ende groóte forge om haare Feeilen te vieren, doch in
het heymelijk waaren fy niet dan Af-goden-dienaars,
Doch het behaagde G O D T my tot een inftrumcnt te gebruyken ,
om haare werken der duyíterniíTe te vernietigen ende aan den dag te
brengen, welke door de eenfaamheyt van feekere Bofch , ende door de af-
gelegentheyt van een Gebergte, federtveele Jaaren waaren verborgen ge-
weeit.
Eenige van defe Lieden, zijnde op feekere dag in het gefelfchap van an-
dere Perfoonen, die beter Chriitenen , dan welfy, waaren, ende beílg
zijnde met het drinken van haare Chica , begondenfich wegens haarenGodt
te beroemen, feggende dat hy aan haar een beeter Predicatie hadde ge-
daan dan wel ick , leerende dat fy niets moeiten gelooven van alle dat ik haar
vanJESUS CHRISTUS mogte komen te feggen , doch dat fy de Religie
van haare Voor-ouders moeiten behouden, welke haare Goden , foo als hsc
behoordde, aanriepen, ende dat fy nu, door het voorbeeld der Spangiaar-
den waaren verleyt geworden , omeven als fy, een valfchen Godt te aan-
bidden.
De andere Chriitenen verwonderden haarfeer defe woorden hoorende,
ende vraagden haar te gelijk waar dan die Godt was, endefy verftonden,
naaveeleinítantien, ende naa beloften van te doen gelijk als fyj enc*e ^e
Godt te dienen, in wat Gebergte ende op wat plaatfehyiïg onthielt.
Hoewel nu defe goede Chriitenen , onderden drank, haar beloort hadden,
even als fy te fullen doen , foo lagten fy doch evenwel,na dat fy de faake rijpe-
lijken overwogen hadden ende tot haar felve gekomen waren , met die belof-
te, als fijndefulks een befpottelijkefaake,foo wel als allede praatjens, die
men haar daar van gefegt hadde.
Sy konden dit evenwel foo geheym niet houden,of het quam ter ooren van
feeker ipangiaard, welke in de Valeye woonende, geloofde dat hy in
confcientie gehouden was my fulks te openbaaren ; Hy quam my dan ten dien
eynde te Mixco befoeken ,ende feyde my dat'er in dat Dorp eenige Indiaanen
waaren, die een Af-godt hadden aangebeden, ende die lig beroemden dat
defelYê
III.BoEK. Tïoor de SpaanfcheWeft-Indïên.ySsX.Qkv. 357
defelve regens mijne leeré gepredikr hadde , tor voorilandc van de oude Af-
goden-dienft der Heydenen van dac Landt.
Ick loofde GODT daarover dat hy 'iaagelijcksde wereken des Satans ver-
nietigde , endebadtde Spangiaarddat hy my wilde feggen van wie hy defe
dingen hadde gehoorde,- Hy deede dat, mydie geene, die het hemgefegt
hadde , noemende, daar by voegende dat defelve my het foude hebben komen
verklaaren , ten waaren hy fuïks hadde naagelaaten om die Indiaanen niet te
ontdecken ende in het lijden te brengen.
Hier oplietickgemeltenlndiaan haaien om hem tegensden Spangiaartte ^ertLeerde
confronteren ; hy bekende in de tegen woordighey dr van defelve alles wat dat eerundU0
hy daar van gehoordt hadde , maar. dat hy dat niet hadde derven openbaaren3 aan.
door dien hy wel wifte , dat , foo hy defe Indiaanen ontdekte,fy hem door de
Duyvcl veel quaats fouden doen.
Hier op vertoonde ick hem , dat hy , foo hy een waaragtig Chriften was , D?tt Aa-
yoor de Duyvel niet vreefen moefte , maar tegensden felven ftryden, door ¡j-J u" "§r
dien die hem gsenquaatkonde doen foo lange GODT met hem- was, ende te nemen,
hyiigdoor een vaft Gelove aan CHRISTUM JESUM gehegt hielde;
Hier voegde ick by, dat, foomendefen Af-godt kondeontdecken,het felve
hetregte middel foude iïjn om defe Af-goden-dienaaren tebekeeren, wan-
neer men haar foude vertoonen hoe kleyn de magt van haaren valfchen , ver-
geleeken by die van den Waaren 3 GODT was , die alleen door de Chriiïenen
wierde aangeroepen.
Hier by feyde ick hem rondt uyt , dat , foo hy my niet wilde leggen wie die
Indianen waaren , ende waer die Af-godt was , ick hem naa Guatimalafoüdc
fenden, alwaarmen hem wel fouden doen klappen, tothet minfte, dat hy
wifte^oe.
Door dit mijn feggen kreeg hy de vreefe in het lyf, ende gantfeh vanont- J"'1.0"
ftelrenifle bevende, feyde hy my dat het de de Fw«íe/waren,die iïgoverdefen ¡¡£¡ ¿JT"
Af-godt, welke fy haaren Godt noemden, hadden beroemt , ende datfy pen.
hadden gefegt darmen- dePAaatfe, op dewelcke hy te vinden was, ioude
Kennen door eene Fonteyne^nde een Mail-boom } op foodaanig een Geberg-
te, endatbydeielveeenefpelonkewas.
Ick vraagde hem ofhem de plaatfe bekent was, ende- ofhy wifte wat voor
een flag van een beeldt dat het was, hieropantwoorde hy mv, dathydick-
maalen op dat Gebergte geweeft hadde , ¿at hy daar twee a drie waater Fon*
teynen hadde gefien,doch noyt ín cenige fpelonke geweeft,
Ick vtaagde hem weder of hy wel met my foude willen gaan om die plaatfe
te ontdecken^ dit weygerde hy uVt vreefe van defe Af-goden-dienaars; ook
raade hy my felve dat ick daar ook niet gaan foude, door dien fy , a!s fv daar
waaren, my liever fouden dooden, dan datfy haaren Godt iouden ontdeckt-
fien.
Hier opgaf ick totantwoort , dat ick foo goeden Convoy foude mede ne-
men;, datneifclvebequaamfaudezijn, om my tegenshaar te befchermerr,,
ende-
I 1:1
Precautie
des Au-
thcüts.
Syne
dreyginge
aan den
Indiaan.
Me: de
welke hy
onligtelyk
handelt.
Hy bereyc
.íig-tor
rdsRtyít.
Den Au-
theur gaat
den Afgod
mecíeer
groare
voorlig-
n'ghtyc
ende
circo m-
ípedie op-
íocfeeo.
35S III. Boek. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cap.
ende dat mijn Gelbove in den levendigen ende Almagtigen GODT, my
voor díe Af-godt (pude bevrijden.
Hierop nanvik met. defen Spangiaart voor , defefpelonke opden volgen-
den dag legaanopíbeken, mee ons nemende , boven drie a vier andere Span-
giaarden , ende mijne Neger Michael De'va , defe Indiaan , ook wilde ik hem
dien dag niet weder naa fijn Huyslaaten gaan ,uit vreefedat hy mijn voorne-
men}in het Dorp, bekent foude maaken.endedatde Af goden-dienaarsfulks
wetende , my des nagts ir.-ogten Voorkomen , ende haare Af-godt uit die
plaatfe ligten.
De Indiaan weygerde gedueriglijkmy te verfellen, hier om dreygde ick
hemde Officieren van de Juftitiete fullen ontbieden, ende hem doen arre -
fteren, dog daar op beloofde hy dat hy met my foude gaan.
Dog ik bad den Spangiaart dat hy hem tot iijnent foude nemen, ende
by nagt ende dag wel bewaaren , ditdeede ik alles op dat hy met niemant
van het Dorp, jaafelfs niet met mijne knegten, foude konnen fpreeken; ík
beloofde volders de Spangiaart dat ik hem des anderen daags des morgens
foude komen befoeken,bevelende hem voor al de fake fecreet te houden, ende
op defe wijfe liet ik hem, nevens denindiaan, die hy met hem nam,vertrecken.
ík reet die felve dag naa Pinola , om mijn Neger Michael Delva te haaien ,
ikbragthem metmy teMixco, fonder hem iets van mijn voornemen teont-
decken ookginkikdrie avierSpangiaarden, mijne gebueren, befoeken,
ikbadthaar dat fy üg&p den volgende morgen wilden gereet houden } om
my te verfellen in eene faake die den dienit ende de eere GODES betrof,
dat fy haar ten dien einde in het Huis van een van onfe gemeene bueren wil-
den laaten vinden ,feggende, dat, foofy hare Roers mede bragten, wy ,
mogelijk ons, ter plaatfe daar wy gingen , fouden konnen diverteren ,ende
datikvoordereftcordreioudeiiellen, datwy den overvloei van Wijn en*
de fpijfe fouden hebben.
Sy alle beloofden dat ly komen ende met my gaán fouden, fig in-beeldende
dat, hoewelik feide, dat het den dienftGODTS betrof, ik dogh anders
geen voornemen hadde, dan een Hert op het GSoergte te gaan jaagen.
Ik was feer blijde fiende dat fy mijne meeninge op die wijfe uitleiden,ende
daarop begaf ik my weder naa mijn Huis, ende tot onfe voor-raat, bereide
ik een goede hamme met eenig gebraaden Pluímgedierte ende gefooden
Vleefch alle wel gepepert ende gefouten , om ¿es volgenden daags te ge-
bruiken.
Ik vont mijngantfchegefelfchap in het Huis daar ik den Indiaan in had-
de doen bewaaren , ende van daar gingen wy gefaamentlijk na de plaatfe daar
de Indiaanenhaaren Af-godt gingen befoeken, defelve was omtrent twee
mijlen van Mixco , naa de kant van St. Juan de Sacatepeques.
Als wy in het Bofch quaamen , vonden wy eerft een diepe natte weg , in de-
felve was een beek , dit maakte dat wy alles aldaar feer naaukeurig door-
fogten, dog wy en vonden hetgeene niet daar het ons om te doen was.
WV
íll. Boeck. Tïoorde Spaenjche Weft-Indi'èn. XXI. Cap. 3 59
Wy begaaven ons daar naauyt die diepe weg, klimmende het Gebergte
op, ende na dat wy lange gefogt hadden, vonden wyeene Fonteyne, doch
hoe naauwwyoock aan alie ¿ijdenomfaagen, fookonde'wy doe eeenefpe-
lon keilen, J ■■..:-.
_ Wy venleten dus te vergeefs geheel die dag tot aan den avont toe , foodaa-
nig dat mijne Vrienden, vreefende doorhetvalleñ van den avond, rever-
dwaalen,het begonden moede te worden,ende van weder te keeren fpraaken,
Maar alsick overleydde dat wy de helfte van het Bofch noch niet hadden
door-fnuffëlt , ende dat , als wy naa huys toe gingen , in voornemen van noch
eens daar ter plaarfe te komen,wy mogelijk ontdeckt ibuden zijn,ende dat ons
voornemen konde uy t-lecken , foo was ik van gevoelen dat het beter was den
nagt in het Bofch door te brengen , en dat in die diepe weg daar wy eerft in
gefogt hadden, door dien in dcfeivQ waater was om de Chocolate re kooken ,
ende men daar bequaamelijk onder den lommer der Boomen konde flaapen '
waar naa wy dan met gemack ons tweede enderfoeck konden doen.
Het geheelegefelfchap was van het felve gevoelen , ende de nagt , die koel Hy we-
ende ftü was, begonftigde ons goede voornemen nagt mes
Wy maakten vyer voor onfe Chocolate, ende hielden een feer goed avont- ¡Xtf~
maal met ons koud vleefch , waar naa wy het grooefte gedeelte des nagts met het Bofch.
difcoureren ende praaten door bragten , hebbende geduerig hetooge op on-
fen indiaan , welcken ïck aan MicbaelDelva hadde te bewaren gegeven , vre-
fende dat hy my mogte ontlopen.
Des morgens ftorten wy onfe gebeden totGODT , fijne Majefteyt bidden- sy rangen
de ons die dag te willen geleiden,den weg te wijfen tot de uytvoeringe van ons hare twee~
goede voornemen , ende ons die fpeloncke van de wereken der duyiierniffe te ?e,£ndcr~
willen ontdecken , in de welke men dat inftrument des Satans verborgen had- ¡u u
iíftíS men' hetfelve voor den dag gebragt zijnde, eereaanden Wa-
ren CiüDT mogte geven, ende fijne Vyanden met fchandeoverdeckt, ende
naa verdienfte geftraft werden .
Wy begaaven ons wederom in het Bofch , klimmende op een fteylen ende Sy geraa~
ruwen Berg; als wydefelve aan de Zuyd zijde door-fnuffelt hadden , begaa- ken oP het
ven wy ons naa die van het Noorden ; wy vonden daar een iteyle diepte , wel- fP00r*
ke wy begonden af te tredentfende altoos naarftelijk aan alle zijden uyt,ende
dat niet te vergeefs, want als wy omtrent een halve mijle weegs den Berg
waren af geklommen , faagen wy eenige teekenen , welcke onsfeyden , dac
den weg betreden was,defelve volgden wy tot dat wy by een tweede Fontev-
nequaamen. . '
Omtrent defelve onderfogten wy alles naaukeuriglijk, ende wyvonden
aldaar eenige ftucken van aarde fchotelen ende potten , ook een broek van een
confoort, van die foorte als daar de Indiaanen mede gewoon zijn wieroock
voor de Beelden der Heyligen te roocken.
Dit deedeons geloven, gelijckfulcksookwaaragtigwas, datditftucken
vaaren van wierook-vaaten , met dewelke defe Afgoden Dienaars haaren-
Zy Af-
?6o III. Boeck. 'Vtyagie'ïan Hkcwas (j^XXLCap.
Af-godt be wieroockten ; wy wierden iñ dit gevoelen des te meer verfterckt,
door dien wy bemerckten dat het aerde- werck van Mixco was , ende de Maft-
boom,die wyaenftontsdaeropme.ciefaegen, vermeerde in ons de hoopc
die wy aireede gefchept hadden , dat wy niet verre van de foo lange gefoghte
plaetie waeren,
S SiCDl ede ^S vyy ^ighte ky die Boom waeren gekomen, foo vonden wy de Speloncke
aenflonrs ,itaende defelve niet verre van daer; fy was feer duyfter van bin-
nen, maer helder aen den inganck, wy vonden daer weder van die aerde
vaeren , in -dewelcke affe was, ende dat deede ons gelooven datmen daer
wieroock gebrant hadde.
Door dien w y nu niet wiften hoe diep defe Speloncke móghte lopen, alibo
weynigh als het geenedaerinmoghtebeflooten leggen, foo maeckten wy
light met een vyer-ilagh ende ftaecken daer door twee keerifen op , waer
mede wy iü defe diepte traeden.
sy vinden In den beginne was defelve breet ende wijdt , maer daer dieper in gegaen
godtt*" z^n<^'a> vonden wy dat die nae delinckerzydetoeilreckte,aendekantvan
het Geberghte, doch evenwel niet feer diep in-waerts, want omtrent twee
roeden van daer vonden wy den Af-godt , fittende op een ftoel , ende zijnde
met een ihick lij waets bedeckt.
Beichrij- Hy was van een fwart ende glinfterende hout gemaeckt,e ven als of het van
™fcdaer get was ge weeft j Het hooft was als dat van een Man tot aen de fchouderen
toe, evenwel fonderbaert ofte knevels, het was vervaerlijck om aen teiien»
met een gerimpelt voor-hooft , ende diepe oogen.
Sy nemen Evenwel joegh ons fijne vervaerlijcke-gedaente geene vreefe aen, ende de-
hem me- felve belette ons niet hem mede te nemen , doch ioo als wy hem van fijnen
d* ftoelaf-naemen, foo vonden wy op defelve eenige enckele Reaelen leggen,
die fijne gonft-genoten aan hem hadden ge-offert ; dit deede ons noch nauw-
keuriger in de Speloncke om-foecken, ende die arbeyt was ons niet fchaede-
lijck , want wy vonden noch verfcheyde andere enckele Realen op de vloer
leggen, nevens eenige Palmiten ende andere vrughten, gelijck mede half-
gebrande wafch-keerffen, potten met Maiz, , een pot met Honigh, ende
kleyne confoorden , waerinne men wieroock gebrant hadde.
Hier door bemerekte ick dat de Af-goden-dienaers defelve dingen als de
Chriitenen offerden , ende foo ick niet verftaen hadde gehad, áztfy deien Af-
godt liaeren Godt noemden , foude ick niet meer op haer hebben te feggen
gehad, dan op alle de andere Indiaenen van de Dorpen, welcke de f elfde
dingen offerden aen de Heyligen, endefich voor haar op de knyen laegen,
ende van der fel Ver houtene Beelden waeren eenige niet veel beeter gemaeckt
dan dit, het welcke niet de geftalte van een Beeft, maer van een Menfche
hebbende, foo konden fy aen het felve de naem van eenigh Heyligh geven,
ende fich daer door , eenigermaeten, verfchoonen.
Doch hetfy zy dít niet wilden ofte niet konden doen , fy volhardden in het
feggen,van dat dit haer Godt was , welcke tot haer gefproocken hadde ; en
heb-
III. Boek. <Door de Spaanfche Weft-IrJïèn. XXL Cap. 3S1
hebbende haer naemaels noch gevraeght , of her niet het Beeld van eenigh
Sanct was , even als'er te Mixco ende elders in de Kercken waeren , lbo tey-
den fy my neen , maer dat hy boven alle de Sanden ende Sanótinnen van het
gantfche Landt was.
Wy waren verheugt fiende dat wy geen vet'geeffchen arbeyt gedaen had-
den , ende datoníen tijd niet qualyck wasbefteetgeweeit; totfoo verre dat
wy, hebbende defen Af-godt uyt de Speloncke gebraght, veele tacken van de
Boomen hackten, welckewydaer in wierpen, om den inganckte floppen.
Ditgedaenzynde,laeden wy den Af-godtopden rugge vandenlndiaen,
nae dat wy het Beeld met een ftuck lijwaets bedeckt hadden, op dat niemant,
ter plaetfedaerwypafleeren moeiten, het fien foude.
ïck geloofde oock dat het goet foude zyii , foo wy op het vallen van den a- ^en Aa-
vont eeril: vertrocken , om ín den duyfter te Mixco te komen , op dat het de aiiïïe °CC
Indianen niet fouden bemereken. spangi-
Soodaenigh dat kk in het Huys van een van de Spangiaerden verbleef tot aer,de?-
dat het laet was , ick bad den felven alle de daer omtrent woonende'Span- Negerste-
giaarden uyt myne naame te willen feggen ,dat fy op den volgenden Sondagh, gens den
te Mixcoin de Kerckefouden komen, veynfende dat ick aan haar eade aan Iol^enle"
haare Negers yets te feggen hadde op het fufajed van haare Gebroederfchap- te°L«ke
pen. - nooden.
Want ick begeerde nietdatfy eenigekenniife van die faacke fouden heb-
ben, voor ende al eer fy het Beeldt voor haare oogenaanfehouden , ende
van die faacke in de Kercke hoorden fpreecken , uyt vreefe dat , het felve ter
ooren van de Af-godifche Indiaenen komende , defelve mogten op de vlugt
gaen ende íich uyt het Dorp met Wyfende Kinderen weg- packen. Den An
Als nu de nagt t'eenemaal gevallen was, namickmyn Indiaan ende Mi- theur ""
chael Delva met my, gaande met die beyde aan myn Huys, alwaar ick den brenght
Af-godt in een Coffer floot,ende tot den aanftaanden Sondagibewaerde ; hier íjtíeh
op font ick den Indiaan weder te rugge , hem belaftende niets te feggen , oock cjn Hay"»
vreefde ick daar niet voor , door dien hy wel wifte, hoe veel quaats hemde
Af-goden-dienaars fouden gedaan hebben , en daarom wagte hy íich wel be-
kent te maacken dat hy my verfelt hadde.
Ick behielt MicbaelDelva by my , door dien hy begeertig was om het eyn-
de van dit werek te líen, ende ickbereydemy om op den volgenden Son-
dagh te Predicken over het derde veers van het een en twintigfte Capittel
van het Boeck Exodus , Gy enfidt geene andere Goden voor mijn aangefigu hebben.
Ick fogte defe text expreffelijckby defe gelegentheytuyt,hoewel het niet den
fewoonlijcken vaa die dagh was } zijnde men als dan gewoon Wat anders te
redicken.
Als des Sondags s'morgens de Predick-ftoel bereyt Was, door die geene,die dagís daw
de forge over de Kerk ende de Altaaren was aanbevolen, deedeick den Af-aenopden
godt door Michael Delva onder fijnen mantel naade Kerke draagen , ende in *■ reJicl<-
den Predick-itoel verbergen , op dat niemant den felven foude konnen fien , oe *
Zz: voor
Kertke.
Precami-
362 Ui. Boeck. Voyagie van Thomas Gage XXL Cap.
voor ende al eer lek foude noodig oordeelen den felven onder de Predicatie m
yertoonen ook belafte ik hem by den Predick-ftoel te bli^en op da hy van
niemand geilen ofte wegh-genomen foude werden P 7
vdd< A^Yt hadde?r mef VoIk in de Kerke g^eeft dan op die dagh , zoo van
Lt "n % aguarden , als van Negers die omtrenthet Dorp woonden, wekke
fce alle, volgens het geeneick haar hadde doen aanzeggen, verwaghten dat ik
te mee- haai" yets fwaarwightighs foude bekent maacken. ^^agntendatik
! . ,^aren'e!"^eynigvanííeInwoondersvanhetDoTpdiehaargeabfen
teen hadden felf faghmen daar de ¿,iW, nevens de ¿SSedEöE
goderyeverdaghtwaaren, diete faamen nergens minder aan dagten dan
datmen haaren God uy t de Speloncke hadde gelight , dat hy in den PrVdick
r , ^^valöockaanMi-^/D^öfich, geduerende het Sermón AÏ<*ÜL
ïneZfjuu A £ eemge an^? Negers van fijne Vrienden , zoude ver-
zoecken fich by de trappen van defelve te plaatfen. -
den^oeï ^11%^^^}^ 3 0^^i«e Predicatie te doen, op
denitoel, wanneer ick nu de woorden van mi nen text las, bemerkte ik dat
de Spangmarden ende de Indiaanen malkanderen aanfaagen , ziende zvniet
g^oonPredicatienoverhetoudeTeftamenttehooren. J 7 "
dErie- „ J°tUyile^^van ditGebodtoondeikhoefchrickelijk eeirzonde deAf-
GO p T konde vergeleken werden , dat oock geenigh Crearuer Joet ofte
quaat aan den Menfche konde doen zonder Sijne ïoelatinge, ende datmen bv
gevolg , aezelve niet moeite aanbidden. & aatmen,by
lek voegde daarby, datmen die dingen welcke geen leven hadden ak
ÍTn )n hi°Ut,ende ft£e?' aen dewelcke ^ Menfchen5 KrSES^SïcE
de oogen konden maacken , maar die daar door niet fpfeecken, Ten ole veri
ftaan konnen,noch veel minder moeile eeren en dienen, S het maar doo-
^S^SfïS* dandiegeene, die voor haar op kny 'en vallen. *
den Pred?ck SS SrTÄ^f^0611^5^^^ buckte ick *"
S-WäShS^006^^*1^" fwarten ende mismaackten Af-
Eyftelt
den Af-
god op
den Pre- & — > «;*- ^v*vt«* ucju aan ue eene zijde van den floél , ende kurkende ^nïa*
Volck fínrvtn / 5 a datzy root van Couleur wierden, dat andere weder be-
hoor, "orven , fiende zy gedueng op malkanderen.
dnchdl °rn^ "? die rrgaa-derinSeLdat 27 weI wilden bemerekenhoedanigh
i
ÍS
III^Boeck. <Door de SfaanfcheWefl X-Indïèti vXXI. CAp.3^3
Ik feyde vorder dat eenige van die daar tegenwoordig waaren , iich hadden
beroemt dat die Af godt gefprooken hadde , ende tegens het geene ick haar , •
van J E S U C H R Í S T O geleert hadde,gepredickt;hier omme was het dat
fy hem als een God hadden aangeroepen , geit , honig, vrugten , &c. aan hem
geofferr , wierook voor hem gebrant , ende dit alle in feeckere verholene ende
in de woeftijne verborgene Spelonke , daar door betoonende dat fy haar
fchaamden hem in het openbaar te erkennen , ende dat hy, dus onder de aarde
verborgen zijnde , abfolutelijk onder den Vorft der duyiterniffen ftont.
Als doen daagde ick hemin het openbaar uyt om te fpreecken , ende fijne Hy daagt
íaake te verantwoorden , feggende dat anderfints fijn ftilfwijgen fijne aanbid- ¿e nendf|
ders metfehande ende fchaamte foude overítortem n|¿# nyv
Ik toonde haar daar naa dat het niet dan een ftuck houts was,het welcke op
die wijfe door de handen der Menfchen gefatfoeneert was , zijnde het by-ge-
volge niet dan een dooden Af-godt.
Dus argumenteerde ik kngen tijd tegens hem,ende daagde den Satan uyt s
welke fich van hem als van een inftrument bedient hadde, dat hy,fo het in fijne
magt was,hem van die plaaife,op dewelcke ik hem geftelc hadde,foude ligten ,
om alfoo te doen fien , dat fijne magt feer gering was , als die geftelt wierde ,
tegens het geloove dat ick in C Hl S T O j E S U hadde.
Als ik dus nu wel geraifonneert ende gedifputeert hadde na het begrijp van Wy ver-
de Indianen die daar tegenwoordig waaren , feyde ik haar , dat , foo die God ¡" ^3.1" de
de magt hadde om fich te redden ende te bevrijden van de ftraffe die ik voor roc ¿eíT"
hem bereydde , welke was , dat ick hem aan ftucken wilde doen hacken,ende waaragtig
daar naa in het openbaar verbranden , ick haar wilde toelaaten dat fy aan het 9 cI0¿qT
Euangelium vanCHRISTUS JESUS niet fouden gelovenjdog indien fy be- <
fpeürde dat hy geene magt altoos tegens my hadde,tcgens.my,feyde ik,die een
van de fwakfte werktuygen van den Waarachtigen ende Levendigen GODT
was , dat ik haar dan bad dat fy haar tot dien Waaren GODT , die alle dingen
§efchaapen hadden,bekeeren wilden,de hoope van haareSaaligheyd,in £jnen
oone CflRISTO JESU,die onfe Saalighmaaker ende Middelaar is>ftelien,
ende voortaan alle die oude Af-goderye van hare Voor-ouderèn verfaaken.
Ick verfekerde haar daar-en.-boven,dat ra, wat het gepafíeerde betrof,mi j ne
voor-fpraake ende interceflïe voor haare wilde te werke ftellen,ende maaken
dat fy niet zouden gecaftijd worden , het welke anderfints den BifTchop ende
den Prefident van Guatimaia regtvaardelijk doen konden,ende beloofde haar
foofy my wilden komen befoeken,dat ik alle mijne kragten foude aanfpannen
om haar te onderwyfen,ende in den weg desChriftendoms te doen toenemen.
Naa dat ik dus mijne Predi catie , zonder evenwel yeman t te noemeiv, ge- Hy doet
eyndigt hadde , klom ik van de Predik-ftoel , ende deede den Af-god na my den Af-
dragen, hier ophebbende een bijle, nevens twee groóte manden met houts-'l0^"
kool doen haaien, foo belaile ik datmen den felven aan kleyne ftucken foude hacken
hacken , ende daar naa in het vyer wetpen. ende ver-,
§ommige van de Spangiaarden begonden Vi8or;¿ Jfitfor, te roepe n , andere bra ndWl
Zl z 3 fsyden
Voy agie vanThomas Gage XXL Cap.
feyden; Eersf, < aan ouJènGODT , maar de Af-goden-dienaars waaren in een
groóte ftilfwijgenthcit , fpreekende niet een woort , maar daar naa deeden fy
alles war fy konden om my den hals te breeken endé te vermoorden.
Hy maakt Ikfchreef aan den Prefident van Guatemala , omhemkennifTe van dit mijn
•en te geven, ook aan den BifTchop, aan dewelke , als Inquifkeur zijnde,
het onderfoeken ende (haffen van deiefaake toeftont, om van hem te weten
hoe ikmetdefchuldige moefte handelen, van dewelke ik noch maar een ge-
deelte kende , ende dat alleen uit het feggen vaneen eenig Indiaan.
Sy bedankten my beide over de moeite die ik hadde genomen om den Berg
optefoeken, ende de plaatfe daar den Af-godtwasteontdecken , fo© wel
als voor den yver die ik 'm die faake betoont hadde.
Wat nu de wijfe betrof op dewelke ik met die Af-goden-dienaaren
moefte leven, raaden fy mydat ick foude tragten , defelve, foo veel my
mogelijk was, te ontdccken , ende geduerig arbeyden om haar tot den
Waren GODÏ te bekeeren , ende dat door foete middelen, onder bettiiginge
van medelijden met haare blintheit te hebben , haar beioovende vergifteniifè
voor haarby de ïnquifïtie te fullen verkrijgen , mits dat fy berouw over hare
misdaat moeften betoonen , door dien de ïnquifïtie , haar als nieuwe planten
coniidererende , op het ftrengfte met haar niet wilde handelen , het welcke fy
wel met de Spangiaarden foude doen, indien fy in eene <liergelijcke foute
vervielen.
Ik volgde dan ditadvijs , ende ick deede de de Fuentes in het heymelijk by
raat dichy my ontbieden , als ik haar nu in mijne Kamer hadde doen komen , vertoonde
Jetk?6 jk ^aar °P noe ¡N? ^" wjfe de Inquifitie met haar wilde handelen , ende dat
in hoope dat fy haar bekeeren en van maniere van leven veranderen fouden.
Doch ickbevont dat fy hartneckigh ende t'eenemaal vergramt waaren,
•door dien kk haaren Af-godt hadde doen verbranden, welke fy foo wel als
veele Inwoonders van dat Dorp ende van dat van St. JuandeSacatefeques had-
den aangebeden.
De Af go- En als ik haar wilde vertoonen datmen den felven níet als God had4e moe-
marsíyñ ten eeren » antwoorde my een va^de haare ftoutelijck , dat fy wel wiften dat
obiiinaat. dat maar een ^uc^ houts hadde geweeft , het welke van fich felfs niet fpree-
kenkonde; maar door dien hetgefprooken hadde, foo als fy alle konden
getuygen , dat dat dan een miracul was het welke iy gelooven moeiten , ende
datfy waarlijk verfeekert waaren, dat Godtin dar ftuck houts was, door
dien het door het fpreken betoont hadde , dat het geen gemeen hout was,
ende dat fy het daarom meer en eer eeren , dienen , ende Offerhanden gewen
moeiten, als die Heyligen die in de Kerke waaren, ende nooit tot het Volk
gefprooken hadden.
Ik antwoorde haar dat de Duyvel ende niet GOD dat äifcours geformeert
werdenCgt ^de, *° net fo was dat fy hethadden gehoort,ende dat alleen om haar te be-
driegen ende in de Helle te trecken , het welke men klaarlijck konde üen uit
deleeredie hy haar hadde voorgehouden tegens JESUM CfllUSTUM
dca
Haare re«
denen.
Welke
IIL BoEGic. <Door de Spaanfche Weft-Indïèti* XXI. Gir.$6$
deneenigenSooneGODTS, indewelkeHy Sijn welbehaagen heeft, heb-
bende het geheel geen fchijn, dat Hy tegens Den Selven door dat Beeld
foude hebben willen fpreeken
Een ander antwoorde al immers foo ftout als de eerfte , dat haare Voor-
ouders van CHRiSTO JES Úniet hadden hooren fpreeken, voordekom-
fte der Spangiaardenin datLant, ende dat fy evenwel wel wiften dat'er
Goden waaren , dat fy die aanbaaden , Offerhanden gaaven , ende dat fy wel
wiften dat die Godt eene van de Goden van haare Voor- ouders hadde ge-
weeft.
Hier op feyde ik die God moet wel kleynemagt hebben gehad, door dien
hy heeft toegelaaten dat ik hem verbrant hebbe.
Ditgefegt hebbende bemerkte ick wel dat haare gemoederen niet geftelt
waaren , om meer met haar te redeneavelen , ende dat fy ,t'eenemaal verharc
waaren, foodaanig dat ik my gedrongen fag, haar fo wijs, als fy gekomen
waaren, weder naa huys te laaten gaan. f.
Het is feeker dat defe Lieden myfouden gedood hebben, foo GODT my den-die°
tegens haar niet hadde befchermt , want een maant naa dat ik defen Af-god "aarsieg-
verbrant hadde, als ik my inbeelde dat alles vergeten was, ende dat die Af- Arnhem
goden- dienaars in rufte leefden, begondenfyhaarquaat voornemen tegens laagen?*
my te werke te ftellen. .
Ick bemerkte fulkseerft door een gerugtedat ick ter middernagt hoorde,
het felve quam voort van eenige Lieden die om mijn Huys waaren , felve na-
derden fy tot aan de deure van mijne Kamer j ick riep daar op , maar dorfte
de deure niet openen , doch niemant gaf myantwoort, ende als fy daar op
geduerigop de deure klopten ende drongen , fo bemerkte ick dat het Lieden
waaren die met gewelt wilden indringen.
Hierop nam ik de laakens van mijn bedde , bont diemetdeeynden aan Beftórmen
malkanderen , ende maakte defelve aan de traalien van mijn venfter vaft, om fyne flaar
my by defelve op de aarde te laaten glijden ende te vlugten , foo draa fy maar kamer*
groot gewelt om in te komen deeden.
Als fy nu al vöort-gingen met op de deure te kloppen fonder eenigh woort
te willen fpreeken, foo geloofde ick , datfy, wanneer ick luyde riep , de
vreefe in het lijffouden krijgen ende íich weg-packen ; hier om dan riep ick
mijn Volk , het welke aan het eynde van een lange Galerye was, dat fy de gc-
bueren tot mijne hulpefouden doen komen.
Mijne Dienaren , diQ al door het v^orige gerughte ontwaakt waaren ,
quaamenommybyteftaan, foodanigdat myne vyanden , haar hoorende
komen , de trappen van het Huys af-liepen 3 cade men hoorde haar die naec
niet meer.
Doch door dien ick daar door bemerkt hadde hoe groot haaren haat ende
boosaardigheyt was, foo geloofde ik dat het geene wijshey t voor my was, dus
alleenin foo groot e§n Huys 3 alsdatvan Mwaïs , met Jongens verfelt te
blijven*
Hier
—
Ry voor-
liet fig
ende doet
haar
waar-
ich ou-
wen.
Sy i<orr.en
voor de
tweede
reyfe we-
der.
Een van
haar werd
,ge<jueir.
Sy leggen
hem ande-
re laagen,
Brengen
fcemdRar
366 III. Boecio Voyagie van Thomas Gage XXI. Cap*
Hierom fondtick den volgenden dag om Michael Delva re haaien od de
welke ik myt'eenemaal vertrouwde, endedie alleen bequaam wasom fes
Indiaanen te verdrijven, ook liet ick hem feggen, dathyde, tot mijne bel
fchermmgenooaige, waapenenfoude medebrengen
Ik hielde hem danveerthien daagenbymy, ende den volgenden Sondag
deedeik-in de Kerke af kondigen, datdiegeene, die desnagts, omtnvt!
vervaaren , tot mijnent waaren gekomen , agtfouden hebben te nemen om
fulks niet meer te doen, door dienik hetgxlreygde quaat metoffenfive e"
de defenfive waapenen dagte af te keeren , ende my ciaar van hadde voor-
Hoe wel fy, hierop , fig eenigen tijd in rufte hielden ,foo lieten fy doe niet
naa m haar boofe opfet te volherden , wan t wetende dat Michael Delva niet ín
mijne kamer fliep , quaamen fy , omtrent twee we-ken daar naa , terwiilen
ik tot omrrent midder-nagt , by de keerfle ftudeerde , de trappen foo foete-
Iijk ende met foo weymg gerugte te maaken op-kiimmen, dat ik fulks
niet hadde konnen hooren ofte bemerken ,- doch de Neger, welke niet fïieo
was het feer wel gewaar geworden . ende van fee k ere taafïel , op dewelke hv
op een matte lag , fagtelijk oPgeftaan,zi,nde , .nam hy twee eebackene vier-
kante fteenen, die onder de taaffel laagen, om eenig metfel-werk , datik
onderhanden hadde , op te maaken , laagen , ende daar op de deure irillekens
openende , foo was evenwel het kleyne geluydt dat hy maakte , oorfaake dat
iy> om haar leven te fal veren, de trappen weder af liepen.
De Negerliep haaraanitontsnaa, doch door dienfy al eeniee fchreden
voor uyt waaren, ende hy niet konde weten Wat wegfy fouden inflaan, fmeet
by haar de twee fteenen naa het hooft, foodaanig dat hy een van haarraakte
want foo als hy op den volgenden morgen door het Dorp ging , ontmoette hi
«ene van deVuenm , welke een muts op het hooft hadde, ende hebbende aai
eemge Indiaanen geyraagt wat hem lette, foo antwoorden die, dathy
eengatin hethooft hadde, maar dat fy niet wiften hoe hy daaraan wasgeko-
De : Afgoden-Dienaar iiende datik altoos door Michael Delva bewaart
hare traman ? °' * T W ^ "^ me£r in miJn huvs te k°™"> <*<><*
hare gramfchap ende quaat herte tegens my was daarom nietgeminderr.
üen maande naa dat dit alles was voor-gevallen , ende als ik dagte dat Cv
nergens meer aan dagten , betuygende fy my uy tterli,k veele beleefthe vd el
tlT? vg° £ ^ he"c'cluammyyeillanduyt denaam van de oudfte Broeder
vzndeFuemes , Paulusgenaamt, befoecken, feggendedathygefonden was
om te feggen dat gefeyden Paulo de Fuente, {eer & was , e /df de doodnW¿S
op de lippen hadde , dat hy my dieshalven badt , om hem te komen trooften,
ifP^f*^ de waaragtigheyd van onfe Religie te onderwij fen,door
dien hy voor hadde fig van gantfeher herte tebekeeren.
JÍTJngflf, *&?*% met Sr°ote vreugde, gelovende dat dit waar-
agugwas, foodaanig datik, geheel geen quaat vermoedende, GQDT van
herten
nz-
III. Boek. *Door de $l>aanfchéïFe/?-Ivdiën. XXIL Cap. 367
herten had,my in het bekeeren van die me niche by te ftaan,ende dus vol vyer d°@T »n
ende y ver zijnde , ging ik feer fpoedelijk na fijn huys toe , al waaralle mijn fJJJ.1*6"
vrugt ende trooft wel haait in droeíheyt ende moeyte veranderde. '
Want foo draa als ik aan de }>oorte van het huys was gekomen ende binnen
defelve trad , foo vond ik alle de Gebroeders de de Fuentes , ende dan noch ee-
Hige andere die van Afgoderije verdagt waren, in het ronde op de plaats fitten,
doch door dien ik Paulo de Fuentes by haar niet vond , foo trad ik een weynig PenAn'
terugge , ende vraagde waar dat hy was, krijgende ik eenig agterdencken, ¡„Jracrfete"
door dien ick haar alle dus vergadert fag ; dog fiende hier op , dat fy niet op- haareia-
ftonden,ende dat fy my niet antwoorden, ook felve dat fy hare hoeden niet af- êcn»
namen, foo kreeg ick een groóte vreefe in het lijf, ende ick dagte voor ver-
raaderfche laagen, foodanig , dat ik haar den rugge toe-keerde , om weder na
mijn huys te gaan.
Doch ik hadde my foo draa niet omgewend,of Paulo de Fuentes, wdckz had-
de laaten feggea, dat hy fieck was , ende dat hy fig wilde bekeeren, quatn van
agter het huys van daan fpringen met een fware ftock in de hand , heffende de
armen op,om my te flaan, foodaanig dat,foo ik fijnen ftock met beyde de han-
den niet hadde gevat^ende daar door fijnen flag gebroocken,het feecker is,dat
hy my daar door ter aarde foude hebben geworpen.
. Terwijlen wy nu vaft yder ons befte deeden,am meefter van de ftock te blij-
ven,foo quaamen noch eenige anderelndiaanen,die in huys waren gefeten ge-
weeft,op de plaatfe loopen,doch door dien die vlack aan de gemeene weg en-
de geheel open was, was my fulks ook veel voordeeliger,dan foo fulks in huys
ware voor-gevallen.
Defe vielen alle op my, deeene trockmy herwaarts, ende andere gints-sy ?<•*«-
waarts,fcheurende ende breekende mijne klederen op twee ofte drie plaatfen, „¡Jc„™
ende een van haar, ftack my met een mes in de hand , op dat ik de ftock foude mes aan
verlaaten , wekker wonde lit-teecken noch aan mijne muys te fien is , zijnde ¿e hand.
het feecker, foo wy foo digte by de ftraat niet hadden geweeft, hy my het mes
in de ribben foude hebben geftoocken.
Als nu een ander fag dat ik de ftock niet wilde verlaten , vattede hy defelve En werpen
met Paulo de Fuentes , ende fy beijdeftieten die fookragtelijck regens mijnen hem ter
mondt aan, dat fy my de tanden braaken , foodanig dat ick niet dan bloedt ^aarareh,Jan
fpuwde, ende die ftoot was foo grof , dat ik daar van heel bedwelmt ter aar- weder op.
de viel, evenwel hervatte ik aanftonts mijne kragten , ende ftont daadelijk ftaat« f
op , fiende doen dat fy my befpotteden , dog evenwel geen leet meer dorften
aandoen, vreefende ontdeckt te werden.
Ook wilde God, dat op het felve moment, als ik ter aarde wierdegewor-
pen,feeckere half-flagtfche Slavinne,welcke een Spangiaart,die in de Valeye
woonde,diende,daar, voor by quam te paifeeren,en,horende,dat ik de gebue-
ren te hulpe riep, welke dog evenwel verre genoeg van daar \POonden,om dat HywerJ
alle de naby gelegene huifen door de deFuentes wierden bewoont,quam op de ^HJ^
yoorplaatfe,ende fiende my bebloet,geloofde dat ik ter duod toe gequeft was, gerede
in fulker voegen 3 dat 3 haar alle als Moordeuaars uitgefcholden hebbende, fy
Aa a langs
Een van
¿e gewel-
denaars
tverJ ge-
vangen.
Den Aa-
theur be-
legt in
fbrmatien
wegens dít
79orval.
Serge van
de Spangi-
aarden
voorden
Autheur
gedragen .
368 III, Boek. Voyagte vanThomas Gage XXI. Cap*
langhs de (traten begonde re loopen , niet anders dan Moordenaars ! Moor-
denaars ! roepende , zeggende dat die op de voor-plaatfe van Paulo de Fuentes
waaren, felfstot datzy op de merkt-plaatfe ende aan het Raad- nuys was ge-
komen ; omtrent het felve vond fy de Alcaldes ende de Regidor s met twe Span-
giaarden, welke, het gevaar, waar in ick was, gehoord hebbende, met de
bloote degens in de vuyft , nade voor plaatfe van Paulo de Fuente t , door de
Officieren van de Juititieverfeltfijnde, quaamen loopen, ommy uyt het ge-
vaar, waar in ik was, teverloiTen,
Doch de Afgoden-Dienaars, hebbende het geroep van het hali -flagtfche
Vrou menfch gehoorr , begaaven haar op de vlugt , de eene de eene , ende de
andere de andere weg uyt , met meeninge van haar te verfteeken , ende Pau-
le de Fuentes gink mede omiijne deure te iluyten, ende daarna te vlugten,
maarik, fuiks bemerkende , deede al wat ikkonde, om hem hier in te be-
letten , tot de tijd ende wijle, datmy yemandfoude te hulpe komen
AlsnudeSpangiaerdenaenquaamen, ende my t'eenemaal bebloetfaagenj,
Í00 vielen fy alle met een feer groóte rafernye op Paulo de Fuentes, rragtende
hem methaare bloote degens te treffen , ende zonder mij neturTchen-komite.,
foudenzy hemfeeckerlijck gedoot hebben , maar ick feyde hoe dat men my
alle het quaat datmen hem deede fbude te lafte leggen.
Doch ick bad de Bediende van de Juftitie dat zy voor hem , hoe wel hy rijk
ende magtig was , niet wilden vreefe.n , ende belafte haar fig van fijn Perfbon
te verfeekeren , ende hem in het Gevangen-huis te brengen , ofte dat {y fulks
andei s voor de kamer van Guatiwala foadzn hebben te verantwoorden ; maar
aanftontshieropdeeden fy het felve.
Hierop deede ik aanitonts iniormatien, wegens alles dat'ergepaffeert was,
beleggen , de Spangiaarden ende de half-flagtfche Slaevinne dienden daar in
voor Depofanten , hoe fy my in de hand hadden gequetft geilen, dat ik niet
dan bloet fpoog , dat ook mijne kleederen geheel bebloet waaren , ende t'ee-
maelgefcheurt, ende defeinformatien fond ik met alle neerltigheid na den
VieüdentvanGuatimüla.
Dit werk wierdeoock aanftonts door de Valeye rugtbaar , ende allede
Spangiaarden quaemenmyhaere hulpe aenbieden ; Mïchael Delva , welcke
doen by geval in het huys van een van die Spangiaarden was, quam mede met
haer , endefeekerlijk fy alle fouden die nagt veel quaatsaen de Indiaenen ge-
daen hebben, foo het door my niet waare belet geweeft.
Ik bad haer dat fy fig inder itilte weder tot harent wilden bege venjeggende,1
¿at ik geene vreefe hadde , ende dat Michael Delva alleen bequaem ende furfi-
iant genoeg was om my te bewaeren.
Dochopalle mijne remonftrantien wilden fy niet vertrecken , by-bren-
gende dat die nagt gevaarlijker voor my was dan ik wel dagte, ende dac
ick, omfeekertezijn, meer dan een menfche van nooden hadde, ommy te
bewaeren.
. Sy geloofden dat die Af-godei>Dienaars,refïeaie maakende, op het geene
fy
lil. Boek. T>oor de Spaanfche Wejï-Indïèn. XXI Cap. 369
fy aireede gedaan hadden , ende vreefde door den Prefident van Guatimala »
daar over geftrengelijkgeftraft te werden, iïende mede dat fy geruïneerten
verdorven waren, door wanhope,die nagt yetwes ibuden konnen aanvangen,
om haren Broeder uy t de gevankeniiTe te trecken , ende my ook eenig quaat
doen , gevende fig daar naa op de vlugt..
Wat fy my ook feyden , lbo konde ik my noyt inbeelden dat die lieden de sy ,l>eiva~
fioutigheydc fouden hebben van fulks[te doen, ende datfy ioodaanige dingen T¿"n ^
fouden derven aanvangen, ook konde ik niet gelooven dat Fy iouden wil genden
Jen vlugten,om dat fy alle Huyfen in het Dorp hadden ftaan , ende veele Lan- Ra§hCs
den daar omtrent leggen , dog e venwei ftondt ik eyndelijk toe , dat fy my die
nagt , nevens Wchael Delva, fouden bewaaren.
Naa het avondmaal deeden fyde ronde om het geheele Huys, tot dat fy setten
faagen dat alles in ftilte was,ende dat alle de Indiaanen vertrocken waren ;hier J^8^*40
naa ftelden fy ook fchild-wagten omtrent het Gevangen-huys , om te beletten vangen-
datdaarniemant ioude komen omdat opte breeken, ende Paulo de Fuentes huys.
daar uyt te helpen ende in vryheydt te fetten.
Doch iïjnde noch met alle die precautien niet te vreden , agtende fig felve, rv*rdere
ibo wel als my , in gevaar te 2ijn , doordien fy maar omtrent twaalf fterk fieïdoör
waaren,fullende alle de Inwoonders konnen op-ftaan^enda door de inftigatie haar in her
van de Afgoden- Dienaarsons op het lijf vallen, wilden fy de twee alcalaes en ^crck ge-
de andere mindere Officieren doen opftaan,om Huys-foekiñge door het Dorp e u<
te doen, ende de overige de Fuentes nevens de bekende Afgoden-Dienaars
naa te fpeuren, ende haar van haare Perfonen te ve«-feeckeren, in de gevanke-
niiTe op te iluyten , ende naa Guatimala te fenden , fullende men haar door dac
middel beletten ons eenig quaat te doen, niet alleen die nagt, maar ook
in het toekomende.
Door al ditwerk,endedoordegrooteforge die fy voor mijn Perfoon droe-
gen , maackten fy , dac ick geheel die nagt niet te bedde ginck , ende defelve _
fonder ruften overbragt.
I Sy gingen dan de Alcaldes ende twee onder Officieren haaien, fy bragten syklop-
haar tot mijnentende baaden my dat ik haar vertoonen wilde , dat het nodig Pen d^
was dat men de refererende Indiaanen opfogt. ^ald**
_ De arme Alcaldes waaren ieer verbaaft , iïende op dat uere foo veele Span-
giaarden, met de blootedegens in de vuyft, in mijn Huys, foodanig darfy
haar wel wagteden, van, het geenewy haar verfogten, teweygeren, ook
was het, indiegelegentheydvanfaaken, nodig.
Het was omtrentrnidder-nagt als fy uyt mijn Huys traaden, fy gingen door Díe met
geheel het Dorp alle de Huyfen befoecken , in dewelcke fy dagten dat de de ha^c
¡Fuentes fouden mogen verfteecken wefen , ofte ook eenige van de andere In- gaaa "os-
^diaanen , welke geholpen hadden in het affront dat men my die dag hadde ken.
aangedaan. ' .
Niemant van defelve wierde te Huys gevonden , maar komende aan hét
logement van Lorenzo de Fuentes, die een van de vier Broeders was, attrapeer-
Aaa 2. .-den
37o IILBoECic Voy ägie van Thomas Gage XXI, Cap.
den fy niét alleen de andere drie , maar oock alle dieby haar waeren , als men
my dit gewek aandeede , iljnde fy doende met drinken ende klinken.
Sy nemen Doordien men nu hethuys aen alle de zyden befet hadde,fo was'er geen
^J^f^f middel voor haar om te . cfchappcren ofte te ontvlugten, ende fiendezy de
gevangen, bloote degens der Spangiaarden , dorften zy gantfch geene rehdentie doen.
Haar boos Hetisfeeker, ende wy bemerkten het daar na ook ldaarlijk, dat zonder
men werd ^eze voorzorge , zy een groot gewek die nagt in het Dorp zouden hebben
omdeckw aangeregt, ende dat zy alle vergadert waaren om Paulo' de Fuentes in vryheid te
nellen , om my daar na op het lyf te vallen ¡ ende dat verrigt hebbende , weg
te vlugten, ook wiftenzy niet, dat ik door de Spangiaarden zo wel verfelt
was.
Men fiayti Men bevond dat fy thien in dat huys iterk waaren, men leydde defelve aan-
haannh«flontSa fonder dat daarvan eeniggerugtein het Dorp ontilont, indege^
huys.ngen" vanckcnifle , waar in zy alle door de Spangiaarden wierden op-gefloten ende
bewaart.
Door dien nu den Frefident Guatimala Hom Juan deGuzman , die een zeer
gtigh Gouverneur was, geconiidereert hadde het geene ik des vo-
rigen daags aan hem hadde'gefchreven, ende geloofde datick noch in groot
gevaar was; fond.hy des morgens feeker Spaanfch Officier vandejuftitie,
vooriien zijnde met een feer brede Commiflle , omalledelndiaanen, die my
denvorigen dag,haddengeattaqueert, gevangen binnen Guatimala te bren-
gen, en dat, zo men dezelve niet konde vinden , hy de goederen a die men van
haar in het Dorp van Mixco zoude vinden , confifqueren zoude.
Doch de moey te , die de Spangiaarden , in de voorledene naght voor my
Sorge
denPrefi- Godvru
clent voor
den Au-
the«r ge-
dragen.
Sy werden
na Cuan- hadden aangewend , was oorfaake , dat hy hctgeheele footje wel verforgt ,
voert?0" in ds gevankeniiïe vond , ende na datie de koften van dien Officier hadden
betaalt , welke hy zoo hoog fchattede als hy zelve wilde , zo wel als die van
MkbaelD'elva , ende van twe a drie andere Spangiaarden , aan dewelke men
uyt den naame de Conings beval , om haar in alle feeckerheid na Guatimala
te brengen , deede men haar te Paarde klimmen 3 eiade men bragt haar 3 nog
die zelve dag, voor den Prefident. •
sy werden $°o draafy gekomen waaren, fondhy haar aanftontsna her gevangen-
in de ge- huys , ende daar na verwees hy haar om publijkelyke op de itraaten gegeef-
eKäsP felt te werden > hy bandde'er twee uyt het Dorp van Mixco na de Golphe van
Inde daar St. Thomas deCaftMö , ende hyfoude haar alle in ballingschap verzonden heb-
m geftraft.ben , indien fy , fo als fy deeden , my niet hadden gebeden voor haar te willen
intercéderen, belovende ia het toekomende beter te leven, my alle foorten
van vernoeginge te geven , fo men haar toeliet weder in het Dorp te keeren ,
ende daar by feggende dat fy haar felven aan de galge, ende hare goederen aan
de confifcatie onderwierpen 3 fo fy oyt weder in diergelyck een foute vervie-
len.
Haar AIs nu ^e Prefident hier op haar nog yder in de boete van twintig Ryxdaal-
stootbe- dershaddeverwefen, moetende fy die aan de Kerke betaalen á ende zijnde
my
III. Boek. "Door deSpaanfche Weft-Indïèn. XXI Cap. 37.1
my daar over de vrye difpofitie geheten, fond hy haar weder na haare huy-
fen toe; volgens haere belofte quaemen fy my alle befoeken , ende lig voor
my vernederende, ende heete traenen ftortende, betuygden zy groóte rouwe
wegens het geene fy gedaan hadden,leggende alle de fchult op de Duy vel,die
veel magt over haar hadde gehad,ende haar verzogt tot op zoodanigen poincl:
toe , dat fy die boofe daad hadden begaan , maer nu feyden zy , dat fy hem en-
de alle fijne liften verfaekten , ende in het toekomende als goede Chriftencn
wilden leven , biddende ende eerende maer eenen Godt,
Ik wierde feer tederlijk door hare traenen getroffen , zoo wel als door de
getuygeniiTen, die fy my, van haer berouw ende leetwefen gaeven , ende daar
door bemerckte ick dat fy nu bequaemer waren omjEsuM CHRlSTUMte
om-helfen,dan fy wel van te voren hadden geweeft,ook tragte ik haar in Sij-
11e kennifíe te onderrigten , ende den weg ter faligheid te wijfen.
Ik bleefnadietijdnietlangeinhet Dorp, maar doch e ven wel foo lange
als ik my daar onthielt, beipeurde ik foo groot eene veranderinge in haare
manieren van doen, datmy fulksverpligte te gelooven, dat haar berouw
opregt ende goet was , als voort-komende uyt een leet-draagend herte .
Ick hebbe defe gefchiedeniífen van eenige particuliere Indiaanen niet ten
toon geftelt , om geheel haare Natie te blameren , want ik beminne die feer ,
ende wenfchte dat ik al mij n bloed voor haar vergoten hadde , foo haar fulks
konde eenig nut toe brengen , ende tot faligheid van hare zielen gedyen.
Het gefchiet veel eer om te maken datmen medelijden ende compaffie over
die Lieden hebbe, die, na datmen haar fo veele Jaren Christum Jesum
heeft gepredikt , doch maar meeft alle Chriftencn in uyterlijken fchijn , ende
in het onderhouden der Kerkelyke Ceremoniën zijn.
Syzijnfeekerlijk van een feer goet naturel, feer gemackelijk om te on-
derrigten, ende konnen ligt bewogen werden tot het aanroepen van eenen
Godt, ende men foude fulks bevinden zo men haer. den regten ende ey-
gentlyken Gods-dienftleerdde,
ronw en-
de leetwe-
fen.
Werd door
den Au-
theur voor
goet ge-
keurt ende
opregt te
fijn bevon-
den.
Befluyt des
capitsels.
Aaa %
MET
De Au-
theur
krijgt
penni/Ee
van fijnen
Generaal
om naa
Enge and
Eejkeeren.
Hy maakt
fulcksden
Provinci-
aal beken:.
372 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXII. Cap,
HET XXIL CAPIT.TEL
T)en Autheur krijgt fermijjie van fijnen Generaal om naa
Enge landt te keer en. Hy maakt fule ks den "Provinciaal be-
kent. T>ie hem niet toe -laat te vertrecken , maar door wel-
daden tragt te behouden. Redenen die den Autheur bewe-
gen om te blijven. T>en Autheur werdt Vicaris van het
T>orp ende Cloofter van Amatitlaru SuChriftoffel van
Amatitlan ofte Palinha. Naams -oor fpronck. Bejchrijvinge
van hetTïorp Jelve. Schoone geconfijte Ananaifen. Steenen
door een Vukanus uitgeworpen. Pampichi een klejn T)orp.
Naams -oor/pronk. 'Den Autheur doet weder /eer groóte
ende hevige infiantien om ontflaagen te worden . Antwoord
van den Provinciaal. Rep lij ck van den Autheur , diefigh
evenwel genoot faaktfiet te blijven.
OP het felve Jaar als het voor-verhaalde fpel te Mixco voor-viel>ontfing
ick de peraiiifie van mijnen Generaal van de Ordre vanSt Dominï-
cus , om weder naa Engeland te mogen keeren ; lulcks verheugde my
feer.om dat ik het leven onder de Indiaanen moede wierde,ende het verdroot
myteiïenhoe weynigvrugtsik aldaar uytwerkte , dervendéhaar, teroor^
faacke van de Inquifine , de Euangeliiche waarheyd niet voor oogen /tellen ,
welcke haar anderiïnts goede ende waaragtige Chriftenen in het innerlijcke
foude gemaackt hebben.
Ik verlangde te meer te vertrecken , door dien ik befpeurddc , dat Antoxio
deSotto-Major, welcke Heere van Mixco was3 eenaf-keervanmy hadde, om
dat ik zwee. inwoonders uyt fijn Dorp hadde doen bannen, ende een openbaar
affront aan de de Fuentes, wegens hare Afgo<lerije3gedaan5nemende hy dat op 3
even als of ik het aan alle de indiaanen van die Plaatfe gedaan hadde.
Hebbende dan alles wel overlegt 3 fchreef ik aan den Provinciaal , die doen
teC/wrpawas, dat ik van voornemen was, om weder na mijn Vaderland te
keeren, volgens het verlof dat ik daar toe van Romen hadde gekregen.
Maar door dien hy verftaan hadde alles wat ik in hetDorp van Mixco hadde
gedaan , fóo met het tot reden brengen van de Afgoden-Dienaars 3 verbran-
den van haren Af-godt , als met het gevaar van mijn leven in eene foo goede
faacke ;
En weten.de daar-en boven dat ik eene volmaackte kcnniííe in deTaalePö-
Goncbi
hem
III Boek. Tloor de SpaanJcheWeft-Indïèn^&l.Qkv. 373
cvncbi hadde , foo wilde hy noyt toe laaten dat ik foude vertrecken , maar hy
deede alles wat hykonde ,ibo door groóte beloften als andersiints, om my in
dat Land te doen verblijven , niet twyfelende of ik foude , even gelijk ik ai-
reede dienft aenGODT gedaen hadde,het felve in het toekomende noch veel
meerdoen.
Om my dan des te gemackelijker tot fijnen wille te krijgen , fond hy rnyDie]
openebrieven, door dewelke hy my fijnen Vicaris van het Dorp ende Con- met toe-
vent van Amatitlan maekte, al waermen doenmaels doende was , met een ïfarte ver-
nieuw Convent te ftigten , om alfoo die geheele Valeye van het Cloofter van „«ydnó'
Guatimalatc fcheyden. weldaden
Hybadmydatik datgetuygeniife van de genegentheid, welke hy, omtrag{te
my te vorderen, hadde, wilde aen-nemen, twijfelende niet, door dien ick de ou en'
Indiaanfche Taele feer welfprak , of ik foude feer veel konnen toe-brengen >
ja meer dan yemand anders, tot den fpoedigen op-bouw en de voltoyinge van
dat nieuwe Convent 3 ende dat foude hem dan gelegentheid geven , om my,
in het korte , eenander employ te doen hebben, dat tot mijn avancement
noch veel nutter zoude zijn.
Hoe wel ik niet veel werks maakte van het Ämpt dat hy my doen gaf, al- Redenen
zo weynig als van alle eere ende profijt die hy mydaer na zoude hebben kon- t',ecjen
nen doen genieten, zo geloofde ik dat het doen de tijd nochnietwas, wel- bewegen
keGODT tot mijne wederkeeringena Engeland hadde voor gefchikt,- ook "mte bJy»
fag ik wel , dat , 2,00 den Pater Provinciaal ende den Prefident van Guathvala ven"
fig te zaamen voegden om my niet te laten gaan , gelijk ik uyt den brief van
den Provinciaal befpeurt hadde , dat fulks haar voornemen was , het my nïefl
mogelijk zoude zijn geweeft, de eene ofte de andere weg uij te trecken , zon-
der ontdekt ende daar op weder te rugge gevoert te worden.
_ Dat deede my dan refolveren, voor eerft noch te bly ven , totdat de Pro-
vinciaal weder te Guatimala zoude zijn gekomeiijOp dat ik met hem in het by-
2onder foude mogen confereren , ende hem mijn redenen om na Engeland te
keren, ende dat Land te verlaten , vooroogen teilellen
Soodaanig dat ik het Ampt van Vicaris van het Dorp ende Cloofter van -DídAe-
Amatitïan me t luiten aanvaarde, ook kondeik daar veelmeer winnen, danr^eur
inde twee andere Dorpen, in dewelckeieknualvoile vijfjaren hadde;
woont.
icans
e- van het
Dorpendè
Want behalven dat hetDorp veel grooter was dan Mixco ende Pinda te faa-
Cloofter
men,datter veel meer Beelden in deKerke waaren dan in die van dieDorpen,f¿í/<s«
ende ook veele Gebroederfchappen daar aan dependerende, hadde ick een
groot inkomen van de Suyker-molen , die ick hier boven gefegt hebbe , dat
digtebydeStadlag, doordien de Negers ende de Spangiaarden , die daar
op woonden, my daagelijki'eh veele offerhanden qüamen brengen. st chñ
Behalven dit Dorp van Amatitlan hadde ick noch eenander ondermijn op- ffó'fféf ¿an
iigt , het welke kleynder endeSt. Chriftoifel van zSlmaUtlan genaamt was, #*diM »
aijnde twee mijlen van her groóte Dorp gelegen. °¡»¿/*"
374 ÏÏI. Boegk. Vqyagïe van Thomas Gage XXII. Cap,
Dit Dorp van S. Chriftoffel, werdtin de Indiaanfche Taaie eygentlijck
Valinha genaamt , Höbeduydt water , ende Palï is figh over-eynde houden
gefeght, hier door iietmen dat het eygentlijk een over-eynde ftaande water
beteekent.
Want het Dorp is gelegen in het hangen van den Water- Vulcänus,aan die
kant daar men fijn uytiight op Guatïmala heeh ¿defelve fchiet aan die zyde
niet alleen veele fchoone Fonteynen uyt, maar uyt feekere feer hooge Rotfe,
komt ook een Beeke af vlieten, welke van boven naa beneden vallende, ende
daar door groot gerughtemaakende, van verre íchijnt eenftaande ende fteyl
afgaande itreepe waaters te vertoonen , doch omtrent twintigh roeden op die
wyfe gedaalt zynde , foo fpruyt daar uyt, door dien den Bergh vlacker werd,
een feer aangenaame Beeke , welke bezyden het Dorp haaren cours neemt,
ende fulcks heeft de Indiaanen bewogen , om het felve Palmha te noemen ,
ter oorfaake als boven gefegt is.
Be.fchrij- In defe plaatfe zijn veele rycke Indiaanen , welke na de 7yde van de Zuyd-
helSo'p11 ^ee toc ^an^eIen ,endeher Dorpisfoodaanighmet vrught draagende boo-
ielve. menoverfchaduwt , dat het fchijnt dat heteenetefaamengevloghte wan-
delarye is , ofte wel een kleyn Bosken, dat men tot vermaak geplant heeft»
Schoone Doch de voornaamfte vrughtdiemen daar vindt , is die geene, die mea
^Inaaaffèa. ^mas °^ce ananas noemt , defelve liet men op alle de voor- plaatfen der In-
e 'diaanenftaan waiTchen; de Spangiaarden koopen defelve veel op, om Con-
fituren van te maaken , door dien iy het geryf van de Suycker-molen daar by
de hand hebben , oock is dat het befte fuyker-werck , dat ick in die Landen
hebbe gegeten.
Delnwoonders van dat Dorptrecken veel geks van de Cederbomen, wel-
ke in groóte meenigte in het hellen van die Vulcanus groeyen , fy verkoopen
de felve te Guatïmala , ende op de omleggende Plaatfen, om in de gebouwen
gebruyckt werden.
Tuifchenhet groot ^matitlanendc dat laatfte genoemde 5 is den wegieer
vulcanus even ende vlack, fy loopt onder aan den voet van een Vyer-Vulcanus , welke
uyrgewor- eertij ts foo veel rook ende damp uyt- wierp, als die van Guatïmala doedt,maar
pen. zynde daar op feekeren tydt op de kruy n een groóte klove op-geborften , uyt
dewelke veele fteenen geworpen wierden , die men noch in het diepfte van
de Valeyefiet leggen, foo heeft men naa die tyt geene fteene nochte roock
meer vernomen 3 ende het om-gelegene Landt is daar door gantfch niet meer
befchadight,
In mynen tyd was daar feeckere Juan Baptifia de Guatïmala , welcke een
nieuwe Suyckermolen op die wegh deede maacken, ende die, volgens een
ygelycks gevoelen, veel voordeel en winftefoude moeten toe brengen.
fampkbi Terwylenick te Apiatithn woonde, hadde ick nog een derde Dorp onder
Twnlftyn miJnoP%nc> Pampicbi genaamt, het lagh aan den voet van een Berg, aan de
andere zijde van het Meer , dog daar was maareene Capelle, welke onder de
Kerke van het groóte Amatitlm behoorde3ick begaf my alle Jaaren daar maar
vier
Steenen
dooreen
Porp.
£Z-
III. Boek. ÏÏoordeSpaanJcheTVeJl-IndrênXXll.Ck?. 375
vier maaien heenen om my te verluftigen , want het Dorp is met feer goede Waafm,*n.
reden dus genaamt, van het woordeken Pam , dat in de Indiaanfche Taaie in oor pron *
ofte binnen gefegt is , ende Picbi dat bloemen beduyt, hier door foude in het
Duytsde naam in ofte binnen de bloemen wefen,wantwaermeninoftee-
ven buyten het felve komt , fietmen niet dan bloemen, dat dan een feer aan-
genaam gefigte geeft, behalven het vermaak dat men daar geniet van op hes
Meer te konnen gaan vaaren , om vermaak ofte om te viltenen, ende dat door
den over-vloed van de Canoas* welke even agter de huyfen leggen .
Soodaanig dat ick, terwijlen ik te %Amatïtlan woonde , om mijn vermaak
te nemen, de keure van drie Dorpen hadde, ende door dien in defelveveele
zielen te verforgen waren, hadde ik ook altoos yemandtom my te helpen.
Het Dorp van *AmatitUn was als het Hof, ten opfigte van de twee andef e*
want aldaer en ontbrak niets dat den Geeft des menfchen foude konnen ver-
luftigen, ende ook het lichaam voeden, door den grooten overvloed van vlees
ende vis.
Ick wierde evenwel het woonen in dit groot ende aangenaame Dorp wel
haaft moede, ter oorfaake van den grooten omflagh ende forge, wegens het
op-bouwen van het Convent.
Somwijlen hadde ik dertig a veertig werklieden, ende op andere tijden
min ofte meer onder mijn opiïgrjk moefte aght op de felve geven , ende haar
alle faturdaagen op den avond betaalen , dat verveelde my feer, ende belette
iny in mi jn ftudie, ook hadde ick daar geheel geen vermaak i n , ende ick kon-
de niet hopen dat ik daar eenig genot van die arbey d foude hebben.
Hier om was het, dat ik, naa een Jaar in die Plaatfegewoont te hebben, JJjJ^JJ,
den Pater Provinciaal, die doenmaals te Guatimala was, ging befoeken, ende we(jcr ieec
ik badt hem weder feer ernftelijk, mijn verlof, dat ik van Romen hadde ge- gr ooieen-
kregen, te willen examineren, op dat ik daar door weder naa Engelandt , ¡¡¡¿¡¡¡ff
mijn Vaderlandt lijnde, moghte vertrecken , om aldaar het Euangelium te omonr-
prediken, zijnde fulks de conditie onder dewelke my den Generaal van on- flaagea te
ie Ordre verlof hadde gegeven, niet twijffclende of ik foude aldaar GODTwcrdcn*
een grooten dienftdoen ; Ik voegde daar by, dat ik my, in mijne confeientie,
gedrongen voelde . omme de Taaienten , welke GODTmy hadde toever-
trouwt , meer te hefteden onder die van mijnen Landt-aardt, dan onder de
Vremdelingën ende de Indiaanen.
Hy antwoorde daar op, dat die van mijne Natie, Ketters waren , ende dat *""J™
fy my , als ik by haar foude gekomen zijn, fouden doen op-hangen. pnmneï-
Dog ik repliceerde dat ik een beter gevoelen van haar hadde , ende dat ick aal.
opfoodaanigeen wijfe onder haar dagte te leven , dat fy fouden bemerken ¡Jjj*
dat ik de Galge niet verdiende. Aaehear.
Naa lange ntijt over ende weder gedifputeert te hebben, bemerkte ik datDicfigh
den Provinciaal onverfettelijk was, my, half ingramfchapontfteken zijn- e**ü*£3
de,feggende,dat hy ende de geheelcProvincie haare oogen op my hadden ge- faackt fiec
worpen, om py alle de weldaden, dieinhaarmaght waarena te laaten toe- 1& blijven.
Bbb kamen,
3/6 III. BoECK. Voyante vanThomas Gage XXIII. Cap.
komen, ende dat ick feer ondanckbaar foude zijn, iboikhaar, ten op-
íighre van mijne Natie, verliet, welke men my van mijne kindtsheyd af
haddendoen verlaaten,
HET XXHI. CAPITTEL
*Den Autheur neemt voor ïn derftilte te vertrecken. Hy ver-
foeckt van Jij n Vicaris- Ampt ontjlaagen te zijn , dat hem
met moeyte werdt toegeftaan. Hy werdt te Petapageplaetft.
Hy neemt vaftelijck voor dat Landt te verlaeten ende te ont-
vlughten* Hymaac kt fulcks met liftigheydt aen Michacl
Y)z\v2l bekent. Redenen waar om hy dat deet. T>efelve pre-
fenteert hem te ver f ellen , maar hyjlaet fulcks af T>en Au-
theur verkoopt fïjne Muy l~e fels , Koorn, &c. Oock fijne
Schilderijen 5 Boe eken ende verderen huys-raedt. Het Ca-
pitael van den Autheur. lVaer*in hy het felve heft eet. Voor-
bercydfelen tot de vlugt. *Den Autheur fendt fijne Bagagie
voor uyt. Begeef tfigh vier dagen daer na felve op de vlugt <
BcnAn- irCkbefpeurdeweldatikmethemnietmeermoeftedifputeercn, ende dat
neemt ■■■ al-les wat ik {oa~Q konn€n by-brengen, nergens toe foude dienen , foodaa-
voorin nig dat ik by mijn felren voor-nam, de eerilegelegentheyt, dieik,om te
derftilte ontvlugten, foude konnen vinden, waar te nemen, ende, buyten iïjn weten 3
te vertree- weg te gaanj my grandende op hQZ Yerlof dat ick, daar toe, van Romen, had-
de gekregen.
Hy ver- In dit voornemen badt ick hem my uyt het Dorp van Anuttithn te verlof-
JinCv;ca!nfe.a^oordien ick my niet fterk genoeg kende om die groote laft te dragen,
ris-arept gJn<* ook ni^ bequaam om het beleyt , over de op-bouwinge van het Cloo-
ootiiagen fter, te hebben.
hem met" Het was niet -dan met groote moeyte dat hy daar in conienteerde, my voor
¿oeyce O0gen ftellende de groote eere , welke het ftighten van een Clooftcr mede-
werd toe brengt, my ook feggende , dat ik mijnen naam, om, tot een eeuwigh-duy-
■ rende teeken, aan de naa-komelingen te dienen,* in de muere foude iien
uytgehouwen.
Doch ik feyde hem dat ik niet veel aghts op alle die diugen nam , ende dat
ik meer werek maakte van mijne gefondheydt ende rulle, als van alle die
>y-delheydt
Dis bewoog hem eyndelijk my mijn verfoek toe te ilaan, bevelende my
naa
geftaap.
Hywer*
III.Boeck. tDoor de Sfaenfcbe Weft-lndïèn. XXIII. Cap. 377
naa Petapa te gacn , ende ontbiedende den Vicaris van Petapa, om , in mijne £e Vttaps
plaetfe te Amatitlan te komen , ende het gebouw aldaar te volcynden. geplaetft.
Ick was te Petapa meer den een Jaar met alle genoegen, datmeil , omtrent Hy neemt
de wereltfche faacken , konde wenfehen , doch door diea de deffeynen , die faftreljick
ifk voorgenomen hadde3mv geen rufte lieten, fooftelde ick vaft, het koftedan Landt te
wat het wilde, die Landen te verlaaten , ende weder naa Engelandt te kee- verlaten
ren, veraghtendeendeaghterdenruggeftellendedegevaaren, in de welcke e"de.re . .
ickmyginck werpen, ende oock alles wat myibude hebben konnen overko-°elu u"
men, foo ick gevangen ende nzzGuatimala voor den Prefident ende de n Pro-
vinciaal gebraght wierde.
Doch bemerkende dat hy my fwaar foude vallen alleen ende fonder gefel-
ichap te gaan,ende dat voor al in de twee a drie eerfte dagh-reyfen, hebbende
ick oock verfcheydene faacken die ick wilde verkopen ende tot geit maaken,
iöo daghte ick dat het beter was het felve aan een goet ende getrouw Vriead
te communiceren , ende den felven mede te nemen , als foodanigh een reyfe
alleeen aan te vangen.
Ick geloofde dan dat ick daar toe geen beter noch bequamer konde vinden,
dan Micbael Deha s ick hadde altoos befpeurt dat hy my feer genegen was.,
dat hy een groóte getrouwighey tin fijnherte voede, oock dat hy iigh met
een kleyntje voor fijne moeyte foude laaten loonen.
Ick liet hem hierop van P/Wtf, alwaar hyfigh onthield, ontbieden, ende J?v mae^
naa dat ik hem bevolen hadde de faacke geheym te houden , zeyde ick hem , y¡^¡£¡¡¿
dat ick , tot quytinge van mijne confeientie, verplight was een reyfe naa Ro- aëof^firj
men te doen , dat ick niet wilde dat yemand anders, dan hy, fulcks wifte,heb* gei-n ba-
bende vaft geftelt , even als veele andere gedaan hadden , daar naa wederom ent*
tekeeren, welcke, naa verloop van twee Jaren, weder in dat Landt waa-
ren gekomen.
Ick wilde hem niet bekent maecken dat ick van voornemen was na Enge- **fj"¡jf
landt te gaan, op dat die goede ende oude Neger niet bedroeft foude we r-bydat
den, vreefende dat hy my noy t weder foude fien, oock dat de genegentheyd , doet.
welcke hymytoe-droegh, gevoeght zijnde by het voordeel , dat hy van my
iadde, hem mijn voornemen foude doen ontdecken , ende middelen foecken
om het uyt-voeren van het felve te ftuyten.
Defen goeden Neger bood fig aan ,• om geheel de reyfe met my te doen , Beha^ré*
doch ick floeg fulcks af, hem verwonende dat hy te out was om fig op foo ver fenteert
«en wegh te begeven , ende oock dat men hem voor een verlopene flaef foude ¡Sftfc
aenfien , ende fijn perfoon arrefteren, foo drae wy buyten dat Landt waren, maar hy *
Siende datmynfeggen in redenen beftont , keurde hy het felve voor goet, flaatfaik»
ende hy prefenteerde my te veriellen tot op de kant van de Zee , ende aan de j£n Aa_
plaatfe van mijn embarquement toe , ende als ick fulcks in danck hadde aan- theur ver-
genomen, gafickhemordre omeenige van mijne Muyl-efels , Koorn ende koopt fijn
Maiz dat ick hadde te verkopen , gelijck ook eenige andere faaken , daar hy Anací
kennifie van hadde.
Bbb z Ick
3?S HL Boex. Voyagie van Thomas Gage XXIII. Cap.
?bku'rne Ick geloo*"de» watde Schilderyen die in mijne kamers vaaren , belandde,
¿ u ery dat delnwoonders \znPetapa die wel zouden kopen,om in hareKerke te han-
boe'ken gen , ende daarom fprakik daar van met den Gouverneur , die daar leer bly-
•ndejrer- de over was.
raíd.'U>í° 'Doch ik verhandelde het meefte gedeelte van mijne boeken ende verderen
huys-raad te Guatimttla , ende dat door middelvan Micbael Deha , welke ik
volle twee maanden, voor mynvertreckbymy hield, houdende alleen voor
my twee ledere maaien , eenige weynige boeken, ende een Matras , om, ge-
duerende reyfe , op te fiaapen,.
Doen ik alles, watik wílde verkopen, my hadde quyt gemaakt, bevond
ikdatik negen-duyfentftuckenvanagten, Spaanfche munte, hadde over-
behouden , welke ik , binnen twaalf Jaaren > door my in dat Land verlieten
hadde overgewonnen.
. Door dien ik nugeloofde, dat een íbfwaareíbmme aan gek, my op die
hetfehe langcre>'fe' welk ik noch moeite af-leggen, foude verveelen, befreede ik
vier-duyfent Ryxdaalders aan Pcerfenen edele Geireenten,op dat myn Reys*
tuygdesteligter foude vallen ; het overige van myn gek , deede ik ten dee-
Ie in facken , ende ten deele in myn Matras, in voornemen, van ondei wegen,
daar Piftolen voor te wiflelen.
Syndenuvan geit voorfien , deede ik ook voor-raad van Chocolate ende
Confitueren , voor de reyfe, op,
Ende door dien ik voorfag, dat ik, de eerfte weeke , feer fpoedig foudc>
moeten voort-trecken , ende dat ik myne koffers fo dra niet foude konnen
over den weg krygen, als ik voor myn Perfoon foude konnen reyfen, fo refol-
veerde ik defelve ten minften vier dagen voor uy t te fenden.
Door dien ik rui my aan niet een van de Inwoonders van V etapa dorfte ver-
£!!" *nd "ouwen , 20 fond ik om feeker Indiaan van Mixco, welke mynen byfonde-
ren Vriend, ende aan welken de weg, die ik houden moefte, feerwel be-
kentwas ; aan dcnfelvenondekte ik myn voor-nemen, ende ik bood hem
een genoegfaam recompens voor fij ne moey te aan , ende daar op liet ik hem*
desmidder-nagts, met twee Muy 1-eíels voor uyttrecken, opdeeene was
hy, ende op de andere myne Bagagie; Ik gebood hem altoos na St, Micbael
ofte Nicaragua toe te trecken . tot dat ik hem foude onderhaald hebben.
Ik het hem dan vier dagen voor my vertrecken , ende die verlopen fcyride,
begaf ik my , met mynen goede Neger verfeld , kloekmoedelyk op de reyfe-,
laatendedeflcutelvan myne kamer in de deurefteeken, ende niet dan oude
papieren in het huis,ende tentijde dat alle de Indiaanen in haare rufte waren*
fo feyde ik mijn laatfte vaar-wel, aan het Dorp va.nPetapa¡ aan geheel de. Va.-
leye, ende aan alle myne Vrienden in America,.
Eyndc van het derde Boek.
Set Capi
taal van
den Aa-
thcur.
bïfteet.
Veorbe-
Tcydfclen
tot de
Den Aa-
fijne Ba-
§*g'e
*cor nyt
Begeeft
«gTier
daagen
iáaina
felveop
èt ?lugt.
Nieuwe en>{eer Naauwkeurige
R E Y S E
Door de Spaanfehe West-Indien
V A N
THOMAS GAGE.
HET VIERDE BOECK.
I. C A P I T T E L.
Bekommer nïjfe des Autheurs over äen wegh die hem te nemen'
Rondt. T>ifficulteytenop de wegen van de Golf , Mexico,
&c. T>en Autheur neemt Jijn wegh door Nicaragua ende
het Meer van Grenada.^ neemt ptrmiffive eenfeer beleeft
af-fcbeyt van den Trovinciaal. Trecautie van den^Ait-
theur. Hy trekt uytFctzpz. BefehrijviugezanSicmRo-
. tonda. Los Efclavos een Indiaanfch Dorp. Naams-oor-
■ fpronck daar van. Oorfpronck van de naam Amatitlan.
Komfi te Agn&chzpÁ ende te Trinidad,
Yne meeíte bekommerniife , in defe mijne voor|enomene Belco^
reyfe , washoe ickbeft den feeckerften wegh foude tafiu, gjj
daarom en nam ick die van de Golf niet, hoewel defclye wel theQrj>
de eemackeliickite was-, ende oock de naafte Zee-naaven f,verdeir
aan mijne woon-plaarfê , temeer, door dien ickverfeeckert w«g ^e
. was, dat ick ; in.de plaatfen, door dewelcke ick trecken mcDftom;
moeite , veele Perfoonen van kennüTe foude vinden 3 ende dat de tijde
*an hei vertrek der Scheepen daar zoo onfeeker was, dat men3 voor
Bbb $ mijn^
■^fc.
^fií
Golf
Ai e Ki co,
DenAa-
theur
neemt fyn
weg door
380 IV. Boek. Voyagie vanThomas Gage* I. Cap,
mijn vertrek , ordre van Guatimala om rny te arrefteren , foude hebben kon-
nenfenden.
Diffical- lek vreesde ook dat , foo ik mij ne rey fe door de Provintie van Gom ay agua
teyienop ofte Truxillo voort-fette , ende aldaar na de Schepen wagtede , de Gouver-
íarTdf " neur van die Plaatfe J door den Prefident van Guatimala gewaarfchouwt zijn-
de , my mogte komen te ondervragen , ende daar naa te rugge te fenden , of
wel dat hy de Schippers foude verbieden my binnen haar boord te nemen.
Ikoverleydde mede, dat, foo ik weder naa Mexico ofte Vera- Paz toekeer-
de , my die weg , alleen zijnde , veel verdrietiger foude vallen , dan fy gedaan
hadde doen ik met mijne Vrienden te Chiapa quam , ende noch te meer, door
dien ik Mickad Delva te Lande wilde metmy nemen.
Hebbende dan voor-genomen geene van die drie wegen in te trecken, (tel-
de ik vait de vierde door Nicaragua ende het Meer van Grenada te gebruyken, ,
ickftelde mijne reyfe uyt tot in deweecke vanliers-tijdt, wetende dat de
Se*KT' ^cnePen ofte Fregatten , gemeenlijk , om naa de Havana te feylen , omtrent
Meer van half Januarii , ofte , ten laatften , o mtrent Vrou wen-Ligtmiffe uyt dat Meer
Gnnada. liepen , hoopendeikgenoegfaam voor die tijt daar te zijn.
Hy neemt Doch om alle gedagten aan den Provinciaal te benemen, van dat ik die
eer.'bekeft Wegh mognce.gekofen hebben , font ick voor mijn vertreck, door Micbatl
aficheyt Delva, een brief aan een van fijne Vrienden, omdefelve, vier dagen naa
mijn vertreck, aan den gefyden Provinciaal te Guatimala te behandigenj door
de felve nam ick een feer beleeft af-fcheyt van hem , hem met eene biddende
niet qualijck van my te willen fpreeken , oock niemand my agter na te fen-
den , door dien ick tet mij n vertreck geauthorifeert was , door eene , in alle
deelen, fuffifante permiffie van Romen , en hebbende de fijne niet konnen
verwerven, hadde ik gelooft, dat ik, met een opregtgemoet, ende fonder
mijne confeientie te quetfen, naa mijn Vaderlant mogte keeren, te meer,
om dat ik in dat Lant , de ruymte van Luyden liet, welke mijne plaatfe
fouden konnen vervullen , ende diein de Indiaanfche Taaie genoegfaam er-
varen waren.
Om hem nu de luit te benemen van my op den weg van Nicar aguate doen
foeken , foo dateerde ick mijn brief, even of als fy uyt het Dorp van St. An-
tonio de Sucbutepequet hadde gefchreven geweeft , 't welck op den wegh Yan
Mexico gelegen zij nde , regt tegens die van Nicaragua over lag.
Daags dan na drie Coningea, zijnde den fevenden Januarii itfj?. reedick,
uywetapa. omtrenc midder-nagt , op een feer goede Muyl -efel gefeten zijnde , uyt het
Dorp van Petapa, hebbende niemant, dan Michael Delva, bymyj defelvc
Muyl efel verkogtik daar na onder- wegen voor tagtig Rijxdaalders.
Befcbrij- Door dien nu het begin van den weg feer bergagtig was, konden wy fo veel
wegs niet af- legden, als wy wel gewenfcht hadden , want den nagt overviel
ons eer wy ©p de hoogte van het Gebergte waren, men noemt het iclve Sierra
Rotonda, ofte het Ronde Gebergte, het is in dat Lant feer beroemt door de
fchoone wey den die men daar op vint , voor de Koe-beeften ende Schaapen a
wanneer
vanden
Provin
ciaal.
Precautie
van den
Atttheur.
Hy trekt
vmge van
SierrnRo-
i-gade.
IV* Bo e c K . *Door de Spaanfche We fl -Indien* I. C a p. 3 % t
wanneer de Valeyen verdroogt xijn , ende dat, by gevolge , voor de felve , al-
daar geen gras meer te vinden is.
Op dat Gebergte vinden de Reyfigersook veel gemacks , want fy werderï
feer wel onthaalt, in feekere Herberge , in welke men wijn ende fpijfe ver-
koopt , men kan fig ook in defelve , met alles, watmen foo van menfehen als-
beeften, by fig heeft, vertrècken , ende fijne nagt ruft nemen.
Op dit Gebergte is ook een van de befte Hof-fteden van geheel dat Lant»
ende op defelve werdt de befte Geyten ende Schaapen-kaas gemaakt die daar
omtrent te vinden is.
Defen ronden Berg is vijf mijlen van V etapa gelegen -, ik pafleerde defelve
met grooten fpoet , vreefendc eenige Inwoonders van Petapa te ontmoeten,
doordien ik , in de Herbergen , veele Indiaanen in haare nagt-rufte liet leg-
gen, welke eenige troupen van Muyl-efels, aan de Spangiaarden behoren-
de , dreven , moetende fyden volgenden dag te Petapa kornet.
Vier mijlen aan geenezijde dit Ronde Gebergte,isfeeker IndiaanfchDorp,^feJ^*
Lot EJelavos genaamt, in onfe Taaie deSlaaven, nietdatfy vooralsnudediaanïch"
ilavernye ,meer dan de andere Indianen, onder worpen zijn , maar om dat fy3 Dcrp..
in vorige tijden, wanneer Montezuma^náz de Coningen die onder hem fton-
den , regeerden , als Slaaven waren , vergeleeken zijnde by de Indianen van
de andere Dorpen.
Men was doenmaals gewoon de Inwoonders van dat Dorp te amatitlan Naams-
te ontbieden', ende defelve , even als Slaven , met de brieven af te fenden , ^rvan/
©p wat plaatfe van het Lant dat men ook wilde.
Hier en boven moeiten fy noch weekentlijk , feeker getal van haare In-
woonders te Amatitlan fenden , al na dat die geene die in dat Dorp woonden
het van nooden hadden , het fy om brieven ofte om packen , op andere plaat-
iên, te dragen.
Denaam van het Dorp van Amatitlan ipruyt uyt hetgebruyk vande lette- OorfpronK
ren, van dewelke iig de Indianen in die plaatfe bedienden, het felve is ge- „aanban
maakt in de Mexicaanfche Taaie van het woord ¿4mat3 dat een brief 'beduit , Awaütien,
ende dat vairT/VAw , dat een Stadt gefegt is , foodanig dat het wöort .Ama-
titlan eygentlijk een Brief-fiadt beteekent.
Ookwasheteygenrlijk een fch rij f ofte Brief>ftadt, want fy waren ge-
woon, alles wat fy wilden, opbaftenvanboomen tefchrijvenofte re grave-
ren, van defelve bedienden fy fig even als wy vande brieven, fendende die-
geheel het Lant door , felfs tot in Peru toe.
T)itDorp-Ioj£/¿/At;oxlegtineene laagte, digte by eene Reviere, over
dewelke de Spangiaarden een feer fchoone fteenen brugge hebben laaten ma- »
ken, om met gemak in ende uyt het Dorp te konnen komen , want fonder
dat foude men het felve , met Muyl efels , niet konnen doen , foo door den'.
fnellen ftroom van het water , als door de meenigte van klippen die in de Re-
viere zijn , door dewelke het water met een groóte vaart loopt.
Van dit Dorp, in het welke «y niet ftil waren, dan. om een kop Choco- Romfte tfr
late
382 IV, Boek. Voy agje vanThomas Gage I. Cap.
A-nach fa late te drinken, ende om onfe Muyl-efels te voederen, quaamen wy noch den
TnJLd. felvenäagteJgnacbapJ, het felve legt vier mijlen aan geene zijde, dighte
by de Zuyd- Zee, ende by de Haven van Trinidad , aan dewelke wy des avonts
aanquaamen, hebbende op dien dagh , ende in een gedeelte van denagt,
meer dan twintig mijlen-, over het Gebergte, ende door iteen-agtige wegeni
iedertwy het Dorp Los ¿JciavésgQpaBeat waren, afgelegc.
HET II. C A P I T T E L.
Schoon aarde-werk te Trinidad* Befchrijvinge van het geene
de Spangiaardeu den Mont d?r Helle noemen* Seecker
Religieus traght de felve te befightigen. Hy wert ter aarde
geworpen ende feerjïek* Verhaal daar van door andere
Terfoonen* JVat den Autheur daar van heeft vern omen en-
de ¡eggen kan* Redenen waarom hy geen onder foek de e de*
Chale vapan eengroot T)orp. ^Precautie van den i^Autheur
gebruykti om de Stadt St. Salvador te paleren* Befchrij-,
vinge van St* Salvador. Hy pajjeert geluckelijck door de
Stadt. Komjle aan Rio de Lempa > ende by den voor uyt
getrocken Indiaan. Groot voor-r egt van die geene die Rio
de Lempa pajfer en. Waar over den Autheur feer verblijd
is* Hypajfeert Rio de Lcmpzende pleyftert aan de andere
zijde met eengerujl hert e* Kom ff e te St. MichaeU Befchrij*
vinge daar van* Groóte genegentheyt van den Indiaan.
'Tien K^Authenr fendjijne Bagagie te lande , ende hy felve
gaat te water van St^Michael na la Vieja.
Dit Dorp van UTr'midad is in dat Lant icer vermaart, ende dat om
tweezaaken, de eerfte is het Aarde-werk dat men daar maakt, het
welcke men fegt,noch beter,dan dat van Mixco, te zijgende de twee-
de is een plaatfe die omtrent een halve mijle van daaris, welcke de Spangi-
aardenfeggen, ja voor fceker gelooven , eene van de ingangen der Helle
tezijn.
Uytdefelvekomtgeducriglijck een dickeM ende fwarten rook, welke na
»mge via fwaavel rieckt, ende door dewelke men , fomwijlcn , fware vlammen iiet flic-
keren 5
Schoon
aarde-
werkte
Trinidad
Eefchrij-
IV. Boek. 7)oor de Sfaanfche Weft-Indiën. II Cap; 383
keten l het Landt dat defen roock van fig geeft is laag , ende gantfcheli jk niet hetgeena
verheven, ende niemand heeft oy t tot het felve konnen naaderen,om de oor- Í¿f5eñ
faacke daar van te onderfoeken , want alle die fulcks gepoogt hebben , zijn den mond
ter aarden geworpen geworden , ende in gevaar van haar leven geweeft. dcr HeIle
Üeecker Religieus van mijne kenniife,welcke ook buyten dat,geIoof-waar- ooemen
dig was,heeftmy by eede verfeeckert, dathy,metfeeckeren Provinciaal, die scktrRei
weg reyfende,refolveerde,na die Plaatfe te gaan,om fijne nienws-gierigheyt ligieas "
te voldoen, ende om de oorfaake,van alle de vremdepraatjens,die men in dat "a^tde.
Land , ter oorfaacke van dcfe fwaare rook voerdde , te door-gronden. bcfiericcó.
Hy feyde my , dat , zijnde op omtrent vijftig fchreden daar aan genaadert ,
hy foo een vervaarlijk geluyd hoorde,dat hy,foo daar door,als door de fchric-
kelijkeftank, ter aarde viel, ende daarop iïg aanftonts moefte vertrecken , Hywerdt
werdende daar naa van foo hevig een heete koortfe aangetaft , dathy van de- ter aarde
felve meende te fterven. S°fcPc?
Andere feggen dat fy , daar by komende , groot gekerm ende gekrijt hoor- fieck.
den , even als dat va n lieden , welke me n pij nigt,het felve was vermengt met
het gerammel van yfere keetenen ende diergelijcíce dingen ,ditgaf haar reden dallan*1
om figin te beelden,dathet eene van de poorten derHellewas,doch,door dien dooran-
ik geloove dat het de eenvoudfgheyd van die menfchen is , welke haar fulcks dere Per*.
doet aannemen , meer dan de waarheyd , foo fal ik denLeier , foodaanig oor-
deel, als hy begeert , daar over laaten vellen. w • .
Wat my belangziek foude daar van niet anders konnen feggeh,dan dat ick Autheuc
den rook geiïen hebbe,ende hebbende de Indianen daar op gevraagt of fy daar daar vaa
van de oorfaack niet wiften,en offy daar niet digte by hadden geweeft ? ant- ¡¡^en""
woordden fy my, dat de reden daar van haar onbekent was ,ende dat fy geilen endefcg-
hadden,dat eenigeReyfigers daar toe digte willende naaderen, onder dit haar gen kaa,
beftaan, alsdoodemenfchen, ter aarde waare gefmeten , ofte wel door een
fchielijke vreeze waaren bevangen geworden , ende daarna door een zwaare
koortze , zoodaanig dat zy , als ik haar te kennen gaf, dat ik van voornemen
was daar na toe te gaan , myzeyden, dat ick wel aght moeite nemen óp het
geene ik wilde aanvangen, endedatikmyzeekerlijck , in 'gevaar van mijn
leven te verliezen ftelde.
Doch het was niet zoo zeer de vreefe van die Spaanfche Helle , foo als men Reienen
defelve in dat Landt noemt , welcke my met alle vlijd van die plaatfe deede J**™J*
vertrecken , als wel de gedagten dat my ymandt , om my te arrefteren , mog-onJer&ek
te Volgen. - deede.
Omtrent tegens den midder-nagt trok ik van daar,ende deede mijnen ont-
bijt in een groot Dorp Chaletapan genaamt,de Indiaanen van het felve, welke
Focomanen waaren, ontfingen my feer wel , door dien ik nevens haar de Taaie ciaktapaa
Poconcbi ofte Pocoman fprak, ook wilden fy my op-houden , op dat ik den vol- een groot
gende Sondag , voor haar predicken foude , dit hadden fy lightelijck van my DorP-
konnen verwerven , foo ick niet een feer preiferende reden hadde gehad, om
my Yan daar te begeven, ende dat met alle mogelijke Ylijd,
Ccc Ick
Precautie
van Jen
Autheur
gebruykt
omde
Stadt SV.
Salva :or
te pafle-
Befclirij.
vinge van
Si, Saha'
dor.
By paf-
fcertge-
luckclijck
Joorde
Stadc.
Komfbe
aanSJia ¿e
£,0»¿> en
de by den
?aoruyt
getrockca
Indiaan.
| 84 IV. Boek. Voyagie vanThomas Gage IX Cap;
lefc begonde op defe plaarfe vaft te overleggen , boe dat ik beft door St Sal-
v/ïarfoudekonnen pafferen, dit is een Spaanfche Stadt ,waarineenCloo-
fterisvan Religieufen van deOrdre vanSt. Dominicus, voor di¿ van defefc-
ve hadde ik meer vreefe dan voor cenige andere , door dien ik van haar naeeil
alle bekent was. ""«■"'', i , - ,
Hierom nam ik voor, dat, als ick by de Sradt zoude komen, ïckvande
weg foude af- rijden, even als of ick verdwaalt hadde geweeft, ende onder
dat pretext op de eene ofte de andere Spaanfche Hof ftede gaan , brengende
aldaar den tijt door met Chocolatere drinken , houdende een praatje , ende
doende mijn Muvl-efels wel voederen , op dat ik des te beter met haar , den
volgenden nagt zoude konnen over den weg geraaken , ende alfoo des ande-
ren daags 'smorgens verre van de Stadt , ende van de Religieufen , die in de
naa-buerige Dorpen woonden, mogen geraaken
Defe Stadt van St\ Salvador is nietzeer rijck , ende is niet veel grooter als
Cbiapa, . . ...
ín defe Stad is een Spaanfch Gouverneur , ende zy is omtrent veertig mij-
len van Gttatimala gelegen , zijnde zy , aan de Noord-zijde , door hoog Ge-
bergte , de Cbanvaks genaamt , omringt , de Indiaanen , die daar op woonen,
zijn feer arm. . „,,-•"• - r. *
Dietebydeplaatfe, op dewelke de Stadt gebout is, zijneenige Suyker-
molens , men teelt daar ook Indigo , dog die befte Hoeven zijn die geene,op
dewelke men Befriaal aanqueekt.
Ick voerdemijn voornemen uyt , ende hebbende op feekere Hoeve ge-
pleyftert , ende my nevens mijne Muyl-efels wel ververft , trokik des avonts
ten agt uuren van defelve,paiferende door de Stad, fonder van y mand bekent
te zijn.
Ick was van voornemen des anderen daags op den ogtent , aan een groóte
Reviere, Rio de Lempa genaamt , rekomen, defelve istien mijlen van «Sí.
Salvador gelegen ; Ick haafte des te meer , om dat twee mijlen aan defe zijde
de felve ; feetier Indiaanfch Religieus, onder het Convent van St. Salvador
behoorende, woonde, welcke my zeer wel kende.
Dog ick deede zoo groot een neerftighey.t , dat ick , voor het aan-breeken
des daags , doordat Dorp paneerde , ende voor fevenuuren quamik aan ge -
feyde Reviere , by de zelve vont ick den Indiaan , door my voor uvt-gefon-
den i zoo als hy vaardig ftont , om , met mijne Bagagae , over te vaaren, zijn-
de hv te drie uuren des morgens , van twee mijlen aan geene zijde het voor*
zeyde Dorp , vertrocken ; Ik was zeekerlijk zeer verheugt hem gevonden-
te hebben, door dien in de maaien, welcke ick hem vertrouwt hadde, een
groot gedeelte van mijne middelen was.
Ickruftemvopdieplaatfe, ende digte aan de Reviere , een weyniguyr,
ik asede ook mijne Muyl efels weyden , enüe mijnen Indiaan maakte vyer5
ende bereyde my de Chocolate. a
Mèa hout defe Reviere-, oüq Rio de Lempa voor een van degtootite van
nee
/\
IV. Boeck. *Door de SfaenfcheWeft-Indïèn* II.CAP.3S5
het Land van Guatimala, daaarzijn gemeenlijk twee Ponten om de gaande
ende de komende Paifagiers , nevens haare Muyl-efels ende Dienaaren over
tefetten. / . , '■
Dcfe Reviere heeft dat voor- regt, dat, byaldienyemand eenige mifdaad Groot
begaen hebbende , ende van de zijde van Guatitnah ofte St. Salvador komende ™°T¡¡*&
vlugten , ende aan de andere zyde over te vaaren , hy als dan in alle veylig- geene
heid ende feekerheid is , ende geen Officier van die kant , daar hy van daan welke Ri»
komt kan hem, om eenige mifdaaden arrefteren , ende noch veel minder om *%gg
fchuiden, ende ook hebben de Officiers van de zyde aan dewelke hy is komen v
vlugten, geen vat aan hem , op defelve wijfeis het mede met die geene , die
van de zyde van St. Michael ende Nicaragua komen, wanneer fy fig aan de kant
van St. Salvador ende Guathnala hebben begeven,
Hoewel ik nu door GODES genade niet om eenige mifdaaden , alfo wey- Her we&e
nigals om fchulden.de vlugt hadde genomen, fo verwekte hetevenwelin my den Au-
een groóte vreugde , fiendedatik ftontom over te vaaren in het Land, in ^¡¡¡„¿f*
hetwelkeik, door een byfonder voor- regt . in alle feekerheid konde zijn,
wetende dat, als al yemand my quaame te vervolgen, defelve de Reviere
van Lempa niet paiferen foude ; mijn Neger begonde te lacchen als ik hem de-
fe myne vreugde te kennen gaf, ende feydé my dat'er nu niet meer te Yrefen
was , ende dat alles wel foude gaan.
Wy paífeerden defe Reviere feer geluckelijk, ende aan de andere zyde ge- jtyP4Í1.
komen zijnde, begaaven wyons, nevens onfen Indiaan, naeenlndiaanfeh ¿ej£££
Dorp dat twee mylen van defelve af-lag ', wy deeden aldaar de befte maaltyt, endepiey-
welke Wy,federt ons vertrek van PfíApíi,ge nuttigt hadden , ende wy lieten ^T^n
onfe Muyl-efels tot vier ueren in den avont ruften , als doen vertrocken wy na z*¿¡¡ ^
een ander kleyn Indiaanfch Dorp, dat wat meer dan twee mijlenaan geene een geruft
zyde legt, paiïeerende door vlak, even ende fandagtig Land. hcrce-
Des volgenden daags leydden wy maar thien mijlen af, om in het Dorp van K°™fte cc
St. Micbael te komen , het felve behoorde aan de Spangiaarden , ende hoewel «*«*■*
het geene Stad is, fo is het doch by na foo groot als 5/. Salvador, ookis'er
een Spaanfch Gouverneur. ,
Daar in is een Convent van Religieufe Dogters , ende een van de Religieu- ^J^
fea de la Merced, die my leer welontfingen, want in die plaatfe begonde ik my vaQ#
inhet openbaar te vertoonen, fondermy meer te verfteeken, zijnde van
▼oor-nemen mijn Muyl efelste verkopen, ende tewaater, overeen bogt
van de Zee, nafeekerDorp \zn Nicaragua, la Viej a genazmt, te gaan.
Ik wilde mijn Indaan ook op die Plaatfe van mijn laaten gaan , doch door Genegent-
dien hy fig bedroeft toonde , om dat hy my foude moeten verlaten , eer dat ™d¿*¡?
ik in de Stad van Grenada was gekomen , uyt dewelke hy my geerne hadde ^ -
#en tefcheepe gaan, foftontik hem willig toe fo lange by my te blyven,
door dien ik wifte dat hy feer trouw was , dat hy myne Bagagie feer vooriïg-
tig , tot aan die Plaatie toe , hadde gevoert , ende dat hy de weg wifte 3 welke
men , om te Grenada te komen , houden moefte.
Ccc 4 ïck
-■ ■
Den Aa-
the ur fend
fijne Ba -
gagiete
Lande ,
endeby
fclve gaat
te water
van Si.
CMchaet
x&La
38<j IV. Böëck. Vqyagie van Thomas Gage II, Cap.
Ik fond hem dan te lande , tot aan Realejo ofte la Vieja , welke plaatfen feer
digtebymalkanderen leggen, toe, zijnde de weg van Si. Michael tot aan de
felve omtrent van dertig mijlen , ende ik verbleef die dag nevens de volgen-
de,tot aan de middag, binnen St Michael, verkopende aldaar mijn Muyl- e fels
wel verfekert zijnde , dat ik, van Realejo af, tot aan Grenada toe , dagelijks eea
MuyLefel van de Indiaanen foude konnen krygen , fonder voor het <»ebruyk
van defelve yets te geven .
Ick fondoock den Muyl efel van mijn Neger met mijn Indiaan te lande,
ende op den volgenden dag begaf ik my nadeöolf toe, welke drie a vier
mijlen van Sc. Michael is af-gelegen , op defelve begaf ik my des na-de- mid-
dags t'Scheep, nevens veele andere Paffagiers, ende op den volgenden dag,
des ochtens ten agt uuren, quaamen wy te La Vieja , daar ik anders, te.
Land gaande , drie daagen foude hebben moeten op weg zijn.
Men iïet hier de trouwe van die Natiën , welke door veele menfehen iri
Europa voor Barbaren werden gehouden , ende ondertuíTchen is het feeker
dat ik my meer foude bedagt hebben , ende meerder precautie gebruykt, in
het vertrouwen van fo een confiderabel gedeelte vanmyne middelen, aan
cenige Eu/opiaan in Europa, dan ik hier deede omtrent defe Indiaanende Ne-
ger, aan welcke beyde , ik mijn licchaam ende goet vertrouwde, ende dat
metfoveel veyligheidende feekerheid, ook met fo weynig bedugten ende
ongeruftheid, als ik het aan mijn Vader ofte Broeder foude hebben konnen
doen , van het welke , fo als den Lefer vorder fal fien , ik geen reden hadde
my te beklaagen , ende dit fy gefegt tot confufie van de ontrouwe , die onder
de Chriftenen, in Europa, die waarlijk het regte woord GODES konnea
Gooren ende verftaan } in fwang gaat»
HET
IV*Boeck. <DoordeSpaanfcheWeJl-Indïêfi>lll.Gkv. 387
H E T III. CAPITTEL
Komfte te Realejo. Redenen waarom den Autheur daar niet
f Scheep gaat* 'Paijancïe van de 'Provincie van Nicara-
gua. Gelegent heydt van de Stadt Leoru Sotte tnheeldinge
ende be (i aan van eeu Religi • us de 1 a Merced . Aart van de
Inwoonders van Leon. Mahonie ts 'Taradjjs. Komfte te
Grenada. Liefde ende genegent bey d van Michael Delva»
Oock van den Indiaan y die met traanen affcheyd neemt.
*Den ¡^Autheur verkoopt fijne Mtiyl-ejeis. begeeft (igh ten
f latten Lande. Aanmer ekens-waardige dingen in Grenada»
Rijcke Koop -lieden. *Den Autheur werdt gealarmeert doo r
de komfte van eenige uyt Guatimaku Gevaar in het over-
vaaren van het (jMeer van Grenada* Groóte meenighte
muggen ende onver dr aage lije ke hette. *Den Autheur bereyt
Jig tot ft/n vertreek uyt Grenada* Hy werdt inhetfelve be-
let door ordre van het Hof van Guatimala. Het welcke hem
f e er ontfet ende verlegen maackt. Tdele over- leggingen om
weg tegeraaken. Men raadt hem naa Coila-Rica te gaan.
Het welcke hy nevens drie Spangiaarden aan~neemt. T>en
Autheurjcheyt eyndelijck van Michael Delva* ,
D Es anderen daags op den avond quam mijn indiaan daar mede te arri- £°j^€tc
veren , ende wy gingen te faamen naa Realejo, het welcke een fwacke "* 'J*'
ende gantfehongefortificeerde Haaven op de Zuyd-Zee is,in de welc-
ke s hadde ik willen wagten , ik my vijkhien daagen daar naa ibude hebben
konnen embarqueren om na Pannama tefeylen , ende van daar naa Porto-Bello
gaande 5 ibude ik aldaar de Gallioenen uyt Spangien hebbeivkonuen verwagi
ten.
Doch ick confideerde dat de Gallioenen daar niet foude aankomen , dan in Redecen
«Je maanden van Junii ofte Julii, ende dat ik 3 ioo lange wagtende , veel gelts waarom
foude verteeren ; ik had'ie evenwel daar naa wel ge wenfcht die weg genomen t™¿ Jaar
te hebben, want ik wierde doch eyndelijk genootfaackt naa Pannama ende niette
Porto- Belfa te gaan * fc «P*
De wegh is vandaar naa de Stadt van óretiada%oc foo even ende vermaac- gaar'
fceHjck, dat men daar door ende door de overvloed van vrugten ende yan de pteifemie
338 IV. Boeck. Voy agte vanThomas Gage III. Cap*
ïderhout van het leven noodige dingen, feggen kan, dat de Provincie
van Nicaragua als het Aardfche Paradijs van America is.
De Stadt Leon legt tufïchen Realeio ende Grenada in , digte by een Vulca-
nus ofte brandende Berg, welke in-voorige tijden boven eens is opgeborften ,
ende alle de omliggende Landen groóte fchaade toe bragt , dog naadie tijd
hieldthy op met branden, ioodaanig, dat delnwoondeis, dief-halven, nu
onbekomrrlertiijn , menfiethemnufomwijlen maareen weynigh roocken,
het welke dog evenwel een teeken is dat'er noch fwaavel-agtige itoffe in den
Berg moet weien.
bSeidfJe" ^aar was ieeker Religieus van de Ordre de*la Merced , welke fig in-beel-
ende b¿? de te fullen in die plaacfe een groóte Schat ontdecken s en die foude bequaam
iiaenvan tijn om hem ende alle die geene die in dat Landt woonden , rijk temaakenj
É?e«K ¿w« ^y hadde in ilg felven voor vaft geftelt, dat het Metaal, het welke in die Berg
■ "brande, niet dan gout was; in defe gedagten deedehy een groóte ketel ma-
ken , defelve aan een fware yfere keten doende klinken , om die dan foo be-
neden inde openinge van den Berg te doen neder-daalen , denkende defelve
vol gefmolten gout weder op te haaien , hoopende daar door foo veel van die
itofFeoptetrecken, dat hy fijn felven daar dooreen Bifdomfou de verkrij-
gen , ende alle fijne Vrienden rijk maaken, maar de kragt van het vyer was
foo groot, dat hy de ketel niet foo draa daar over de openinge hadde gehijft ,
Gffy viel van de keten ende was aanilonts gefmolten.
De Stad van Leon is feer wel bebouwt , want het meefte vermaak der In-
woondersbeitaatinhetbefittenvanfchooneHuyfen,endein het genot van
¿»a. de plaifieren des Landcs , waar in fy alles, dat fy noodig hebben, vinden , ook
2ijn fy foo ieer niet, als wel andere , genegenom Schatten te vergaaderen ,
ende daar door vindmen daar foo veele magtige ende rijke Lieden niet, als
Wel in andere gedeelten Van America.
Sy vernoegen haar mee het beiitten van fchoone Tuynen , met het houden
van Perroquiten ende andere fingende Vogelen,met den overvloed ende goe«"
de koop van vleefch ende vifch , met het bewoonen van aardige Huyfen, met
het leyden van een leuy ende vermaakelijk leven, fig weynig met den koop-
handel bemoeyende, hoewel fy digte by het Meer woonen , uyt het welcke
jaarlijkfch Scheepen naa de Havana door de Noordt-Zee vaaren , gelijk die
fulcks mede van Realejo door de Zuydt-Zee doen,waar door fy, foo fyfoodaa-
nige genegentheydt hadden, gemackeli jk op Peru ende Mexico fouden konnen
handelen , maar het fchijnt dat fy het lijffoo verre niet willen waagen.
De Edel- lieden van defe Stadt zijn by-naa foo ydel ende foo dwaas als die
xznCbiapa.
Malmetí Het fpruyt byionderlijk uyt den overvloed van alle dingen ende uyt het
i'aradijs. vermaak, welke men in de Provincie van Nicaragua geniet, dat de Spaingiaar-
4en defelve het Paradijs van Mabomet noemen.
Komfte te De weg van de Stadt Leon tot aan die van Grenada toe , is feer even ende
Qrcnad». vlak, ik arriveerde feer geluckelijk in die laatfte Plaatfeen met groóte vreug-
IV. Boek. ÏÏoor de SpaanfcheWeff-Indíen.YR.Ckv. 3S9
de, hopende niet meer te lande fullen behoeven te reyfen , voor dat ick te
Douvres in Engeland foude komen zijn.
Twee daagen naa dat :
iie Stadwas gekomen, ende naa dat ick wat
hadde uyt-geruit , genietende het vermaackelijke gefigre van het Meer 3 be-
gonde ik te dencken om mijn indiaan ende Neger re rugge reienden. .
Doch de goede Micbad Deha wilde my niet veriaaten,voor dat hymy had ^-SJj^f**
defienteScheepgaan,endehy verfeekeri was, datikfijndienit, te Lande, ¿¿ftheyä
niet meer noodig hadde. 'an^«''-
De indiaan hadde mede wel willen by my blijven , doch ik begeerde fulks ^VcH
niet toe te laaten , door dien iic confereerde , dat hy een Vrouwe ende Kin- *
deren hadde , ende dat het nooüig was, dat hy teruggekeerde, omforge
voor fijne Familie te draagen.
Hy was alfoo wel genoegt ende te vrede te voer als de peerde wederom te oockvan
gaan ,. felfs wilde hy datik mijne Muylefels fouden verkopen , om daaribo i^illd*'"
veel als hec mogelijck was, af te trecken, ende ick, fijne goérhercigheydt aan'
iiende, oordeelde dat ik beter foude doen hem een ir.ucks geks te geven , als
dat ik hem een vermoeyde ende , door den groóte n weg , af-gefioofde MiiyL-
efel foude laaten, welke ook onderwegen foude hebben konnen fterven , foo-
daanig dat ick hem genoeg gaf, niet alleen om Müyl-efels op den weg te
hueren ende om fijne verteerin¿e te betaalen,maar opk,om te huys komende,
yetsaante vangen.
Eyndelijck naa dat hy veele traanen geftort hadde , ende betuyght dat hy Ëfemei
vreefde dat hy my noyt wederom foude fien , nam hy fij n af fcheyd van my , "^z{^yc
drie daagen na dat wy in de Stad van Grenada waaren gekomen, neemt.
Als ikende mijn Neger nu alleen gebleven waren, was onfe eerire forge te - Den An=
bedèiicken hoe wy beft ons onfe twee jvïuyl-efels,metdewelcke den Indiaan theitf ver-
met mijne Bagagie was gekomen , fouden quyt-maacken , ickontfing voor ^F^"
de felve negentig Rijxdaalders , ende geloofde dat ik haar , nafoo lang een efejJ'"
reyfe gedaan te hebben , wel genoeg hadde verkogx.
ík wilde ook dat.Micbarf Delvjj , die geene , op dewelke hy gekomen was ,-
ende welke hem felve toequam, verkopen foude , belovende h -.meen ande-
re die beter ende bequaamër, om hem te huys te brengen, foude zijn , te koo-
pen,maar de goede Neger, hadde foo groóte vrienfehap voor mv, dat hy noyt
lijden wilde , dat ick die onkoiten voor hem foude doen, uyc coafiüeratie van-
den grooten weg die ik noch te reyfen hadde.
Als wy dit verrigt hadden , veritpnden wy , dat de Fregatten noch in geen
veertnien daagen vertrecken foui^n , ende daar op refolveerden wiy maar een'
dag of twee 'inde Srad te blijven , om het vermaack vandefelve te befchou-
wen, ende het rerrrarcabelfte daar in te fien, ende daar na op .het land te
gaan,in het eene ofte andere daar omtrent gelegene Dorp, om daar door van
niemand bekent te worden , ende dat wy fom wijlen nade Stad t fouden gaan ,
©m accoort, wegens mijn vragttemaacken, om' met een-vati de Fregatten •
na de Havana ofte Gar-thagcna over te vaaren* ■ ■ .. .
m
Begeeft
figcen
p;acten
lande.
Aanmer-
ken*,
waardige
dingen in
Qrenaia,
Ryke
Kuop-lie-
den.
Den An-
theur wert
geallar-
roeerc
door de
komfte
van eeni»
geayt
GttJtima-
390 IV. Boek. Voyagie vanThomas Gage. ÏÏL Cap.
^Wydeeden dit uyt vreefe, door dien wy in bedugten waaren , dat, wan-
neer de groóte troupen van Muyl- ekh , welke aldaar uyt Guatimala , de Co-
chenille , Indigo , ende andere waaren , om op de Fregatten te fcheepen, ko-
men brengen,, wy van de een ofte de ander fouden mogen bek ent worden.
Het aanmerkens-waardigite dat wy in die Stadt faagen, waaren twee
Conventen van de Religieufen , van de Ordre de la Merced, ende dan een van
St. Francifcus, waar by noch quam een van Geeitelijke Dogters van die
laatfte Ordre, en ook de Parochiale Kerke, welke, in die Stadt, als een
Cathedrale is,door dien de Bifichop van Leon aldaar iig gemeenlijk op-houdc,
ende meer rijdt verflijtdan in fijne BilTchoplijke Stadt.
De Huyfen zijn 'er ook veel fchoonder als in de Stadt van Leon, ook zijn'er
meer In woonders, ende onder andere verfcheydene Koop-lieden, van dewel-
ke eenige feer ryk zijn , handelende op Carthagena , op Guatimala, op St. Sal-
vador e nde. op Comayagua, ende door de Zuydt-Zee op Pannama ende Peru.
Maar ten tijde dat de Fregatten verwecken, kan men feggen , dat die Stade
een e van de rijk/Ie van geheel dat N oorder-gedeelte van America is.
Door dien deKoop-lieden van Guatimala haare waaren door de Golf van de
Honduras akt derven fenden, omdat defelve dikmaals door de Hollanders
tulTchen die twee plaatfenzijn genomen geworden, foo houden fy het veel
veyliger die op de Fregatten van Cartbagena'm te fchepen , door dien de Hol-
landers dat vaar-waater niet foo feer door-kruylTen als wel het andere.
Ookdoetmen dikmaalen het geit des Konings, over het Meer van Gre* •
nada naa Carthagena over- fchepen, wanneer men feekerheyd heefr dat eenige
Hollanders omtrent CaboSt. Antonio geilen zijn.
Terwijlen ik my noch in de Stadt op-hieldt, ende al-vorens dat ik my in
een Indiaanfch Dorp hadde begeven , foo fag ik op eeneendede fel ve dag ten
miniten drie-hondert Muyl-efels van St. Salvador ende Comayagua, welke
met Indigo , Cochenille ende Huyden gelaaden waaren, ende twe daagen daar
naa arriveerden 'er drie andere troupen van Muyl-eiels van Guatimala, de
eerfte van defelve bragte het Cadaval ofte des Konings gek mede , de tweede
Suycker . ende de derde Indigo.
Ick hadde geene vreeie voor die eerft aan waaren gekomen , maar de laat-
fte maakten dat ik my in myn huys op-gefloten hieldde , üyt vreefe dat
ik , uyt wandelen gaande , van eenige van die Lieden , die uyt,Guatimala ge-
komen waaren, mogte bekent werden, fy vertrocken evenwel foodraa als
{y haare Muyl efels hadden ontlaaden , ende door haar vertrek ftelden fy
my in vryheydt , hebbende ik my fel ve , *yt vreefe van haar , op-gefloten ge-
fcadt.
Si jnde hier over evenwel in vreefe dat'er andere fouden konnen komen,die
my noch meerder fchrik fouden hebben konnen aan-jaagen , dan ik al-reede
gehadt hadde , foo begaf ik myn in feeker Dorp , dat buyten haaren wegh ,
ende een mijl van de Stadt van Grenada was gelegen , aldaar nam ik myn ver-
maak in het beiien van de omliggende Landts-douwen, inde felve wierde
ik
ÍV. Boek. *E)oor de Spaanfche Wejï-Indïèn. III. Cap. 391
ick feer wel onthaelt van de Religieufen déla Merced s aen dewelke die meeítc
Dorpen behooren,
Ondertuflchen wiftenfy my evenwel foo veele dingen te verhaelen , om- ccraar ín
trent de vaert van de Fregatten tet aen Cartbagen a toe , dat ik daar door by- het over-
«ae een tegen-fin kreeg van het langs die weg te nemen. vaeren
Want hoe wel de Scheepen , foo lange iy op dat Meer zijn 's in alle feecker- STería»
heyd haere reyfe voort-fetten , ende dat fy nergens voor hebben te vreefen , <?««*/.
Í00 is het evenwel fulks,dat,alsfy op de Reviere komen, welke men op die
Plaetfe El Defaguadero noemt , om foo voort na de Zee toe af te facken, men
daer dickmaels feer groóte tegenfpoet vindt, het welke dan maeckt darmen
op die kleyne weg , fomwijlen twee maendèn door brengt. •
De waeter-vallen zijn op fommige plaetfen foo groot ende fteyl, zijnde de-
felve daer-en-bovenaen beyde de zijden met Rotfen befet, datmen de Schee-
pen moet ontlaeden,ende daer nae weder laeden, het geene gefchiet door hul-
peyande Muyl-efels , welckemen, ten dien eynde, exprefTelijk omtrent
de Reviere houdt , ook zijn daer toe eenige Indiaenen , die mede iorge drae-
gen voor de Pack-huyfen , daermen de Koopmanfchappen in-fluy t,terwijlen
de Scheepen alle diegevaerlijkeplaetienpaiferen^nde iig begeven, ter plaet-
ledaer {y weder een ander Pack-huys vinden , in het welke de Muyl-efels
de Koopmanfchappen komen-brengen, om weder in de Scheepen eelaeden te
Werden. °
_ Behalvendefemoeyelijkheyd, welke den Reyfiger niet dan feer verdrie- Groóte
tigkanvallen, fiendedathy dus telckens werdt op-gehouden in fijnen we», raeeni8tc
ïs'er foo groot een meenigte van muggen datmen gantfch geen vermaek opSEïi-
den weg kan fcheppeti, ook valt de hette, op eenige Plaetfen, foo on- verdraa-
verdraagelijk , dat veele daar van fterven , voor ende al-eer fy aen de Zee ko- le,yke
men. hette»
, Hoewel alle defe dingen my feer tegen (tonden , foo trooftede ik doch myn Deu Aa-
ielvea daer in s denckende dat mijn leven inde handt endcbefcherminghetheurbc-
Godes ftondt, dat de Fregatten die wegjaerlijks paífeerden, ende dat- "^8
men felden hoorde dat 'er een van verging. . ¡Strik
fefcg*fl& fomwijlen nae de StadtvanGra^, om mijn felven t'Scheep te nySrt-
beiteden, endeoverdevragtteaccordeeren, om den precifendag, van het s^-
vertrcck der Fregatten , te weten , ende om my te voorfien van Chocolate en-
de andere dingen , welke ik op de reyfe foude konnen noodig hebben, heb-
bende ik met een Schipper van feeker Fregat verlprooken , wat ik hem ge-
VC n|0Uíe ÏS°r mi^ne verteeringe aan fijn eygen taeffel.
Men hadde vaft geftelt,datde Fregatten in vier a vijf dagen vertrecken fou- Hy w«4
den,maer wy alle faegen ons feer fchielijk daer in belet, door een ordre, welke j"*1"
per expreflfe , van het Hof van Guatimala was gefonden, door defelve wierde iet door
aen alle Scheepen geboden , haere reyfe, voor dat.jaer,re itaaken,door dien de ordre va»
l relideot ende het gantfcheHoi fcker ad vijs hadde gekregen,dat'er Engelfchc
Ddd ofte
fier Hof
van Gnaii
mala.
Het welke
km leer
ontfet en-
deverle-
gen
maakc.
Ydele
overleg-
gingen
om
»aak en
392 IV. Boeck. * Voyagte van Thomas Gage III. Cap*
ofte Hollandtfche Scheepen in Zee waaren , welke iigh aan de mondt van de
Reviere de Defaguadero onthielden , wagtende op de Fregatten van Grenada
dat fy ook fomwijlen eens om de Eylanden van St. Juan ende Catbarim feyl -
den; Dat laatfte befaaten de Engelfchedoen, ende noemden het de Provi-
dentie, ende daar door was de fchrik in het herte van alle den Koop-lieden
van dat Landt gekomen , ende het bewoog den Preiïdent , om forge voor des
Konings geit te diaagen , ende om dat men hem niet van na-laatigheyd,in het
ftellen dernoodigeordres, foude befchuldigen, alle de Fregatten , voor dat
jaar,terwijlen het noch in fijne magt was, op te houden, door dien hy ver-
ieekert was van hetgevaar,datfy op de kuilen fouden loopen.
Defe tijdinge bedroefde my ten hoogften , iïende dat ik my nergens konde
heenen wenden , en daar door begonde ik weder te denken aan het Schip dat
te Realejo hadde vaardig gelegen om nzPannama te gaan , hopende dat ik het
noch over die boeg foude konnen werpen, maar als ik de faake wat nader
onderfogt , verfeekerden my eenige Koop-lieden , dat het voor weynige daa-
gen was vertrockeiu
Hier naa wierp ík de oogen op Comayagua ende Truscillo gelijk ook op de
Scheepen van de Honduras , doch dat waaren niet dan ydele gedagten,fpruy-
'enf te tende uyc de ^"^ mijnes geefts , d©or de verlegentheyd in dewelke ik my be-
vond , want die Schepen waren mede vertrocken fonder felfs een kleyn Barkje
agter te laaten , om de tijdinge van haar vertrek in de Havana ofte te Caftfm-
gena te brengen ,want anders hebben die Steden voor een gew©onte,malkan-
deren advijs te geven van de Scheepen die in Zee zijn, ende als dit al aldus ge-
weeft hadde, foo washet doch feer gevaarlijk , ende mijne vrienden raadden
my fulks niet aan te vangen.
Dit bragt my noch in grooter onfeekerheyd,dan voor-heenen , het eenig-
fte , waar mede ik my konde trooften , was , dat'er noch meer Paffagiers waa-
renen dat in grooten getaale , ook wifteik dat fy op de eene ofte op de ande-
re wyfe van daar moeften vertrecken,ende hierom nam ik voor haar, 't zy dan
te lande, 'tzy dan te waater, te volgen. <
Wy naamen dan gefaamentlijk in den beginne voor , een Fregat naa Car-
thagená te bevragten , maar fulks wierde ons geweygert , want niemand wilde
fij n Schip ende leven om onfent hal ven in gevaar ftellen.
Terwijlen wy in defe verlegentheyd waren, ende aan alle zijden by de
Kooplieden vernaamen , wat wy beft konden in het werk ftellen om nog dat
Jaar in Spangien te komen, ofte immers tot aan de Havana ofte Cartbagena
toe te geraaken , vonden wy'er eyndelijkeen, welke ons genegen zijnde,
aanraade dat wy naa Cofia-Rica fouden gaan , alwaar wy te Cartbago foudeti
konnen vernemen,oi 'er ook eenige Scheepen ofte Schip n^z? orto- Bello foude
va.ren,het zy dan van de Reviere ¿os Anzuelos genaamt,ofte van die van Suere^
want gemeenlijk liepen jaarlijks uyt de felve feekere kleyne Fregatten,welke
met meel, hammen, Pluym-gedierte ende andere kef-togt voor deGallioe-
nen te t orto Bello gelaaden waaren.
Defe
Mea raad
hem om
raaCoJla-
Rifa te
gaan.
IV. ^ozK.¥)óordeSj>aanfcbeïVeft-ïndië?i: III, Cap. 39.*
Defe re y fe quam ons wat hert ende ongemackelijk voor, door dien wy meer
danhondert ende vijftig mijlen moeiten afleggen,, ende dat dwarfch door
Woeftynen en de Gebergte heenen , in ende op dewelke wy de vermakelijk-
heden van de Provinciën van Guatimala ende Nicaragua niet fouden liegende
dan liepen wy noch gevaar van niet een Fregat > om na V orto-Bello te gaan , te
fullen vinden.
Doch wy alle hadden fooweyniggenegentheyr, om weder naa Guatimala, Hetwelk
daar wy van daan quaamen , te keeren , dat wy iiever wilden verder vertrec hy nevens
ken , ende alle die gevaaren ende ongemacken uytiïaan , mits wy alleen maar d.n^ fa,ran-
een Schip fouden mogen vinden , het welke ons , ter pláatfe,daar de Gallioe- f ™n * e'
nen waaren , mogte b.rengen , werdendë defelve niet dan in de maanden Ju- neemt.
nius ofte julius te Porto Bello verwagt.
Hierop refolveerde ik nevens drie Spangiaarden naa Cofta-Rica te gaan, om
te befien wat wy daar ter plaatfe fouden konnen uytvoeren. <
Ydervandegefeyde Spangiaarden haddefoo wel als ik een Muyl-efel om
iijne Bagagie tedraagen,dochfy waaren niet vooriien van een andere om voor
haar perfoon op te rijden , foodaanig dat fy agten voor haar het befte te zijn ,
een ygelijk'er een te koopen , hopende die ,[na volbragte reyfe , te Cvfta-Rica
te verkopen, ende Muyl-efelsende Indiaanen onderwegen te hueren3om ha-
re perfoonen ende goederen , daar naa, van Dorp tot Dorp , te voeren,welke
ons dan mede te gelijk yoorGidfen ende weg- wijfers fouden konnen dienen
foo op het Gebergte als op alle de andere gevaarlijke plaatfen.
Ikwenfchtc doen wel om de Muyl- efe Is die ik te St. Micbael hadde ver-
kogt, of omeene van die geenc, welke ik myte Grenada hadde quyt ge-
maakt, doch ik troofte myin mynen Neger, hopende dat hymy daar van
wel drae beforgen foude , ook kogt hy'er myn een voor vijftig Rijxdaal-
ders j met dewelke ik my konde verfeekeren die weg wel te fullen konnen
af-leggen.
Mijn getrouwen Negèf hadde ook die reyfe wel met my willen doen , jaa D«n Aa*
felfs de geheele wereld , irntiijn gefelfchap , door-kruyifen , by aldien jk het ¡¿¿° K
hadde willen toe-laaten,doch ik konde hem dit nietvergunnen,ende bedank- eyndeiyfc
te hem van goeder herte , vooralle hetgeene hy voor my gedaan hadde , ende v™ mu-
hebbende hem daar op feekere fomme geit gegeven, met dewelke hy fee,rha*lD*1?*
wel vergenoegt was,fondt ik hem weder te rugge , niet twijftelende of ik fou-
de gefelfchap genoegaaade Spangiaarden hebben.
MÍ i
HET.
394 IV. Boek. Voy agie VanThomas Güge IV. CAPr
HETIV. CAPITTEL
^DenAutheur vertreckt met drie Spangiaardenuyt de Stadt
i;¿z# Grenada* Sy werden by naa door een Crocodil ver/helt.
Maniere om dit T> ter te ontkomen* Maniere van het lopen
der Crocodillen* Grootte van het Meer ofte Moeras van
Grenada* Groóte Bojfchen end* JVoeftynen. Huttenvoordc
Reyfigers gemaakt \. Komfte te Cartílago. Negotie van die
¥ laat f e* Befihryvinge daar van. Sy vinden eyndelijk ge-
legent heyd om f Scheep te komen. Vertrek uyt Carthago*
Slègte ^Dorpen ende ruwe Inwoonders. Komfle aan de Re-
viere ende aan Boort. Befihryvinge van de Reviere van
Suere*
Stadt van
Grutadaê
Den Ao- f\P ^c^ *ijk vettrocken wy dan uyt de Stadt van Guñada3ende dat mes?
sheur ver. ■ ions vieren , naa dat wy een Indiaan om ons voor weg-wyfer te die-
dSspan ^**^ncn> hadden gehuert, De twee eerftedaagen genoten wy nog de Yer-
giaarden " maakeiijkheden van dat Mahometaaniche Paradys, vindende de wegen op
syt de alle píaatíen even ende gladt , de Dorpen feer vermaakelijk , het Landt met
Bomen overschaduwt* ende op alle plaatfen een leer groóte overvloedt van
vrugten.
Op den tweeden dag naa ons vertrek uyt de Stadt, wierden wy feer ver-
vaart gemaakt ., door een groóte ende feer monftrcufe Cayman ofte Crocodilo
welke fig uyt het Moeras > langhs het welcke wy reden , ende waar in hy in
een plas dwarfeh uy tgeitreckt lag, loerende opeenighaas, naa ons toe be-
Sy we ïJcn In den beginne i niet wetende wat het was s faagen wy den felven vooreen
¿JiSïen ' a^"Seï:aPten Boom aa" ï ofte vooreene die in het waater was neder ge waayt,
crocodii tot dat wy, digte voor-byde plaatfedaarhylagpafferende, fijne fchubben
veifocit. bemerkten , ende daar op faagen dat dat moniter fig begonde te bewegen, en-
de naa onstoe wilde fchieten ; Dit deede ons met alle fpoet daar van afwijken,
maar dit ongediert ,het welke geerne gewildt hadde , dat een van ons hem tot
fpijfe foude verftrekt hebben, liep ons ièer fnel agter naa, het welke dan
ons alle in groóte vrcefebragt, fiendedat hy ons, opweynignaar, onder-
haaldthadde^
DocheenvandeSpangiaarden, aan dewelke den aart van dit Dier, be-
terdan aan de andere, bekent was-, riep ons toe,dat wy bezyden den weg fou-
onifeunca den af-rijden,daar naa weder wat voorwaarts uyt avanceren,ende daar op ons
weder
Manier»
on dit
Dier te
IV. Boxck.ïïw'de SjpaenfcheWeft-Indim. IV* Cap- 395
weder aan de andere zijde geven, rijdende foo al gedueriglijk flangs-wyfe,
dan aan de eene kant, ende dan weder aan de andere.
Defen raadt te werk ftellende,behielden wy daardoor buy ten allen twyffel
het leven , want hier door lieten wy dit monfter agter uy t , ende geraakten »
uyt fijne klaauwen , met dewelke hy anderiints yemandt van ons , ofte ten
tninften van onfe Muylefels , foude gevat hebben , indien wy altoos regt uyt
hadden gereden. ,
Hy liep al immer foo ras als onfe Muy 1-efels wanneer wy regt uyt reden, Natnrel
maarterwylen hy, doordefwaartcvan fijn lícchaam, groóte moey te hadde v*"¡]ecl(*"
methetfelve tefwaayen*, hadden wy tijdom voorwaerts aen te fpoedigen, croco&l-
ende dus voordeel op hem te Verkrijgen , tot dat wy hem eyndelijk agter uyt leu.
lieten , hebbende vry veele op hem ge wonnen .
Op defe wijfe dan leerden wy de natuere van dat Dier kennen , belettende
hemde fwaarte van fijn licchaem niet foo ras als een Paerdt ofte Muyl efel te
lopen, doch even als den Eliphantmoeyte heeft, als hy is gaan leggen, om
wederom op te ftaan, foo gaathet mede dit Monfter-dier , het welke groot
ende ftijf zijnde , figieer verlegen vint , als hy fijn licchiaam moet fwaeyen.
Wydanckten Godt, dar hy ons die dag, uyt foo groot een gevaer verloft:
hadde , ende fáegenfcherpelijk toe , foo lange als wy langs dat Moeras ree-
den, op dat wy niet weder in een diergelijk gevaer fouden geraeken , als daar
van wy nu even van waeren verloft.
Men kan oordeelen hoe groot datMeer ofteMoeras van-Gr«//r^moetzijn, Grootte
daardoor, datwynaa twee ende drie daegen reyfóns, in dewelke wy teny?hh^
minften twintig mylen hadden a£gelegt ^ hetfelve noch niet ten eynde kon* Moeras
de fien. v&nGrt-
Als wy nu eyndelijk het felve uyt onsgefigte hadde verloren ¿ quaemen "***'
wy in íwaere ende ftèenagtige wegen; welke meer na-de Zuydt dan naede
Noördt-Zee toe-fchoten.
Op geheel onfe verdere reyfe, tot aan de Stadt Carthago roe,faegen wy niet Groóte
aenmerkens-waerdig , dan groóte Boflchen nae de zijde van de Zuydt-Zee , *ndt Í
ïndefelve waeren bomen, welke tot den Scheeps-bouw feerbequaem waren ; woefty»
ook ontmoeten wy fware Bergen ende Woeftynen, indewelkewy fomwy-nen*
len twee nagten aen den anderen moeften flaepen , fonder inal die tijd eenig
Dorp ofte Indiaenfche woonplaetfe te ontdecken.
"Wy hadden in defe woefte plaetfen evenwel dien trooft, dat wy altoos een Hinten
Gidie ofte weg-wyfer by ons hadden , ende dat wy ledige Hutten vonden om ^.°[f¿TS
in te flaepen, welke de Overighedcn van de omliggende Plaetlen,tot gemak^ gemaakt.
van de-ai dacr paíferende Reyfigers¿hebben doen maaken.
Eyndelijk quaemen wy , naceen oneyndig getal van gevaeren uytgeftaen fon^e u
te hebben , te Ctirtbago, ende wy bevonden dat die Piaetfe niet foo arm was % n*%'
als-men ons te GuatimaJa ende in Nicaragua hadde willen doen geloven.
Wy begaeven ons by Koop- lieden , om fil ver i n gout te verwiifelenjende wy Ncjotie
vernamen.dat fy feer rijk waren,ende dat iy te lande ende te water opParwama Jjj¡¿g.
Ddd 3 -- han*
39¿ IV, Boek. Voy agie van Thomas. Gage IV. Cap.
handelden, als mede te Zee op Porto Bello , op Garthagcnaenáz'op de Havana
ende van daar verder op Spangien.
iSgeïar . Daar.zijn omtrent vier-hondert Huys-gefinnen in die Plaatfe , ook werd
van. die dooreen Spaanfch Gouverneur geregeert,
Daar qnthoutiigoock een BiíTchop , ende men fiet'er drie Conventen,
twee van Monicken , ende een van Geeftelyke Dogcers.
Sy vinden Soo dra wy daar gekomen waaren, gingen wy aanftonts vernemen, na
S'iègeii?" da£ êeene^ om het welke wy fo veele Bergen , Boílchen ende Woeftynen
had om waaren door getrocken , te weten , eene gelegentheid om te Scheepe te Port»
t'scheepte Bello ofte te Carthagena te konnen geraken , wy ver&onden dat'er een Fregat
omen. vaardig lag om uyt de Reviere de Los Anzudoi te loopen , ende een ander uyt
de Previere van Stoere , ende hebbende daar op vernomen dat het o'nsgemac-
■kelyker was,met dat van deReviere yan Suete ,dan dat szx\Lot Anzuelos te gaan,
doordien men, om daar na toe re komen , meerleef-togtopden weg, meer
Indiaanfche Dorpen ende Spaanfche Pagt- hoeven vond , fo refolveerden wy,
na een verblijf van vier daagen binnen Cartbago, weder een nieuwe reyfe na
de Noord-Zee aan re vangen.
Domen ™ bevonden dat dat Land op veele plaatfen feer berg-agtig was , tuf-
ende ruwe fcnende Bergen waren evenwel eenigeValeyen,in dewelke men goede terwé
inwoon-.» won , oock ïaagen wy dat de Spangiaarden aldaar op goede Pagt-hoeven
woonden , die nevens de Indiaanen , een groóte meenigte Verkensaanteel-
den , doch wy bevonden een groot onderfcheid tulfchen de Indiaanfche Dor-
pen van dat Land , ende die geeue die wy agter ons in de Provinciën van Gua-
timalaende Nicaragua hadden gelaten,zijnde de laatft genoemde veel fchoon-
der, ook waren hier de Inwoonders feer ruw ende onbeleeft, hoewel fy, fo
feer als eenige Indiaanen , aan de Spangiaarden zijn onderworpen.
Wy quaamen fo net van pafte aan de Reviere van Suere , dat wy maar drie
daagen, op eene daar na by-gelegene Spaanfche Hoeve , behoefden te wág-
ten , ende die gepaifeert zijnde vertrocken wy van daar.
De Schipper van hetFregat was feer verheugt dat ons gefelfchap aan boord
foude hebben , ende prefenteerde my , fonder dat ikfoude geit geven , over
te vaaren , alleen begeerende dat ik GODT foude bidden , dat Hy ons de ge-
naade wilde doen van onfe reyfe in veyligheid ende íeekerheid te volbrengen,
hopende dat wy in drie a vier daagen , ter gewenfter Haaven , fouden weien
aangeland. „
Ons Schip was niet bevragt, dan met honig, huyden, fpeck, meel ende
Pluym-gedierte. . _ ¡
Hy feyde dat het grootfte gevaar beftond in het uytloopen van de Reviere,
d^Revïe? welkc ? 3 0P eenig^ pkatfen , feer fnelir roomt , ende op andere weder ondiep
Se". en^c vo1 rotien is 3 duerende dat , tot datmen in volle Zee komt.
Vertrek
uyt Char-
thago.
ders.
Komfte
aan de
Reviere
en aan
boord.
Befchry-
HET
IV. BoECK. Door de Spaenjche Weft-Indi'èn, V. Cap. 3 ¡gr
HET V. CAPITTEL.
Sy komen in Zee ende ontmoeten twee Scheepen. Sy kiefen de
vlugt. Doch werden gedwongen te ftrycken. Gedaghten
des Autheurs. Sy werden genomen* Hiftorie vanDaguil-
kv Den Autheur ver Heft feven-duyfent Rij x daalders Ci-
viliteytvan de Mulat* DenxAutheur vert rooft fit in God ,
die hemniet verlegen laat, ende door wiens huif e hy noch
eeniggeltbehout. De Mulat maackt fïgvroolyck-op de gé*
nomene frijfe , en geeft die aan-de Spaanfche wederom.
Demyiutheurtragt Jijn goet wederom te krygeny doch te
vergeefs. Hy verfoekt om mede na Holland te vaaren ,
dat hem mede werd ' geweygert. Het Schip werdgeloft y •
endefy met weynig leef-togt naa Land gefonden y daarfy
weder met groot gevaar aankomen.
WY geraakten feer geluckelyk uyt de Reviere , maar wy waaren ¡M^f
geen twintig mylen in de Zeegeadvanceert, of wy ontdeckten de o^ded
twee Scheepen , welke jagt op ons maakten. Hier op begonde ken wee
het herte aan ons alle te kloppen,ende wy bemerkten dat de Schipper van ons ScheePen°
Fregat , de vreefe ib wel als wy in het lijf hadde , als dugtende dat ásfá En-
gelfcheofce Hollandfche Scheepen moeiten zijn,
Door dien wy nu g€en Gefchut hadden, endegeert ander geweer, dan vier a ƒ? kiefen
vijf musketten, ende fes degens, fo geloofden wy, dat wy geen betere parthye vluêhc°
dan-de vlugt konden kiefen > ons op de wel befeyhheid van ons Schip ver-
trouwende.
_ Dit konde ons evenwel feer weynig helpen, want eer wy fes mylen, na Maarwer-
Porto Beliatot , feylende hadden af-gelegt , bemerkten wy uyt onfe Ma r fíe n den ge-
dat gefeyde twee ScheepenHollanders waaren,en dat fy voor ons kleyn Schip feSTn
te fpoedigh feylden ; Een van defelve , zijnde een Oorloghs-fchip , quam ons
op zijde, ons gebiedende, door een fchoot grof Gefchuts, dat wyfoudeitrij-
ken,foodaamg dat wy ons fonder flag ofte fiooc over-gaaven , in hope van des
te beter quartier te fullen bekomen.
Ickfoudenietkonnenaf-beeldendeverfcheydenheyddergedagten, wel- f*èS?
ke my pp dia tijd het herte,dat my veel lager gefonken was dan de Seyle- '— - ten des
ens Schip waren geftreeken, door-boordden.
Hoe dikmaalen vertoonde ik aan my fdyen het af-fchuwelijk aangefahte
\tes
Autheur?,
II
3 9 8 IV. Boek. Voyagie van Thomas Gage J¡T¿ Cap.
des doodrs , ende als ik my felve in d^Cs fwaarigheydt hoopegaf , ende my in
Godt wilde trooften , foo fagh ik my veriteeken van de hoope van oy tineer
in mijn Vaderlandt te komen , waar naa ik foo meenighmaalen verlangt en-
de gewenft hadde.
Eyndelijkfagh ik my foo verre gebragt, dat ik in een oogenblick foude
moeten verhefen het geene ik ín twaafjaaren hadde verfaamelt, ftaande ik
om gedwongen te werden3in mijn weer-wil,aan een Hollander, op te offeren,
het geene my den goeden wille van de Indiaanen van Mixco, Finóla , Amamlan
ende Pet apa , gegeven hadde.
Doch alle defegedagten wierden door deHolknders wel haait af-gefneden,
welke ons , veel eer,dan wy wel wenften.aan boordt quaamen.
sy werden Hoe wel haar musketten,piítoolen ende degens ons niet dan een al te groóte
genomen, fchnk aanbraghten , foo hadden wy doch evenwel , in dit ons ongeluk, fekere
foorte van vertrooftinge , als wy verilonden de naam van die geene , die haar
Schip commandeerde , hoopende, door dien hy onder de Spangiaarden ge-
boren ende opgevoedt was , dat wy beter van hem fouden werden onthaaldt,
dan van de Hollanders, welke geen groóte redenen hebben om deSpaanfche
Natie te,beminnen.
Hiftorie DeCapiteyndan , van het HoUandfche Schip, het welke ons nam, was
van -Da. Daguilh genaamt , iijndein de Havana geboren^nde opgebraght , ook hadde
hydaarnoch fijne Moeder woonen, welkeik, als de Gallioenen daarquaa-
men , om de Scheepen die van Vera-Cruz moeften komen , in te wagten , dat
felve Jaar aldaar noch fprak.
Deie Mulat llende lig , door den Gouverneur van Campeche , in wiens dienil
hy was , mishandelt , ende daar door wanhoopende , dat men hem regt foude
doen , begaf iig in een Boot op de Zee , alwaar hy eenige HoUandfche Schee-
pen ontmoette , die opeenigenbeuyt laagen en hengelden.
• Godt wilde dat hy, tot fijn geluk., by defe Scheepen geraakte, hc¿
nendehy op de.felve meergonfte te ontfangenalsonder fijne JLandts-lieden,
«y gaf iig dan aan haar over , belovende haar, tegens;fijne Natie , getrouwe-
lijk te dienen, door dien fy hem hadden mishandelt, ook hebbe ick daar
na hooren feggen,dat men hem te Campeche hadde in het openbaar gegeeltelt.
Defe Mulat betoonde iig daar na foo getrouw ende genegen tot de Hollan-
ders , dat hy een groóte reputatie onder haar verkreegh , men trouwde hem
aaneene Dogter van. haare Natie, ende daar naa wierdthy Capiteyn van eea
Schip, onder die kloek ende edel-moedigen Hollander, welkede Spangi-
aarden foo feer vreefdeh, eride die Piéde-Palo, ofte Houte.been noemd-
den.
Het was dan defen vermaarden Mulat die ons Fregat met fijne Soldaaten
gmlto
Den Au-
^eeftuj:ver-abordcerde, ende hyfoudeïn het felve niet genoeg gevonden hebben , om
duyie"6" hem van ^efe fiJne genomene moeyte te betaalen , ten waare de Offerhanden,
«ijxdaal- van delndiaanen my gegeven,binnen ons Boordt hadden geweeft,van dewel-
ke", ke ik dien dag de waardijevan vier-duyfent Rijxdaalders in Peerlen en ede-
le
IV. Boek. Tioor de Sfaanfche Weft-Indïètt. V. Cap. 392
de Gefteenten verloor, boven noch omtrent drie-duyfent gelijke Rijxdaal-
ders in geit ende gereede penningen.
De andere ¿¡pangiaerden verlooren oock eenige hondcrtRijxdaeMers,ende
defcn buyt viel deHollanders foo aengenaam.dat fy daer door onfe grove wae-
ren van fpeck, meel endePluym-gedierte veragteden,ende ons gek was haer
veel aengenamer ende foeter, dan alle de honig die wy binnenboort hadden. . ...
_ lek hadde noch ander goet by my , gelijk als een bedde om op te leggen, ee- SnSe*'*
nige boecken, kopere befchilderde plaeten ende kleederen.defelve verfogt ik xjuaiat.
aen defen Mulat te mogen behouden , welke , opiïgt op myne Ordre hebben-
de, my defelve liet ende mildadelijken fchonk, feggendedatik patientie
moeft nemen, ende dat hy mijn gek endepeerlen nietkonde wedergeven,
lijnde fulks_niet in fijne magt,daer byvoegende,dat,foo deFortuyne opsneden
aen iijne zyde was , defelve op morgen weder aen de mijne konde ïijn , ende
dat hy,het geene hy heden hadde gewonnen,op morgen konde verliefen.
Dit maakte dat ik mynfelven toe-pafte, het geene gemeenlijk gefegt wert, Den Aa-
dat hetgeene quaelijk is gewonnen niet bedijdt, liende dat ik op eenen tyd by theur ver-
naa alles verloor, datdeblinde devotie der Indiaanen my onder haer hadde "^^
doen vergaederen , foodaenig dat ik, in plaatfe van alle die Offerhanden, my- m '
nen wille verfaakte ende aen mynen Godt op-ofterde , biddende Hem my het
noodige geduk te geven , om een foo grooten verlies , als ik geleden hadde, te
konnen verdraagen met een Chriiielijk geduk ende lydfaamheydt.
Ick bekenne dat dit voor vleefch ende bloed feer herdt viel>maar ik voeldde Die hera
des niet te min feekere geeftelijke kragt , welke , van boven uyt den!Hemel »«« wrie-
kcmende,my va n binnen verfterkte, waar door ik de waarheyd gevoelde van S2ttlaar«
hetgeeneSt Paulusop het twaalfde Capittel van den Brief tot den Hebreen
op het elfde vers fegt ¿ Dat de tegenwoordige Caftydwge niet aengenaem is, datfy in
tegendeel moeyelijk te ver draegen valt , maar dat fy naemaels een vrugt der Geregtïg-
beydt baerdt3 aen die geene ', welke daer door zyngeoefjent,
a» Oockvondtikmyvandiedagaf, van binnen geruft, hebbende myfelven
t'eenemaaïaan den wille Gode Sover-gegeven,wenfchendedat defelve op
de Aarde, op de Zee, ende in my fel ve foude volbragt werden , gelijk fulks
altoos in den Hemel gefchiet.
Hoe wel nu hier in de befte ende volmaekfte trooft beilont die ik konde ont- doop
fangen,foo bleef ik doch , door de toe-laetinge Godes des Scheppers , niet vvienstmi-
t'eenemael verfteken van die van deSchepfelen,want ik behield eenige encke- pe hy noch
le ende dubbele Piftqletren over, die ík in mijne matras hadde doen naeyen , «™ge
welke my , door beleeftheydt ende courtoifie des Capiteyns , wierde weder Sonde"!
gegeven , foo wel als uyt confideratie van het kleedt dat ik droeg , ook had-
de ik 'er eenige in myn wambais verborgen , welke fy niet hadden gevonden
doen fy my betaften , defelve monteerden omtrent ter fomme van duyfent
Rijxdaelders. -
Naa dat nu den Capitëyn ende de Soldaeten haare Prijfe wel hadden door- DeCM(tUt
fojgt, foobe.gonden fyte dencken om haar wel te ververñen'met de leef- maakt %
Ee-e
togt
40© IV. Böeck, W&agieván7*homa*Gáge V. Gap.
fighvro. togt die binn»n ons Boordt was, waar doordien magnifkken Caaper een
gino^nghaerüjlremaaltijdtop ons Schip desde nïnre|ten ; hy noodigde my op de
Fyfe. felve, endedoordienhygehoord hadde, datikhaade Havana toe ginck,
dronck hy ook > onder veeleandere gsfontheden , die van fijne Moeder, bid-
dende datifc haar wilde gaan beibeken, ends haar te gelijk aendienen , dat
hy haar fijnen disnfl; deeoVprefsnteeren, ende dat hy my>omharent wille,foo>
beleeft als het ham mogelijk hadde geweeit, g? handelt hadde.
En geeft Hy feyde, ter wybn dat wy aan te taaffel faaten , nog daar en boven :, dat hy,
Spanfche om mijnent wille,ons ons Fregat wederom foude geven, om dat ik daar door
wederom, foude konnen te Lande kornet^ ende een feekerder ende veyiiger wegh , onv
naa Pö^i» te gaan, konnen nenasn , om foo voortin Spangien te geraec-
ken.
Den Au- Naa de maakijdc maekte ik mst den Capiteyn ., alleen zijnde, een praatje3 ,
theUht Cin'1^ tey$® hem dan ik geen Spangiaardt was , maareen geboren Engelsman*
g'ïftwe^toondehemde permiffis die ik, van Romen, hadde bekomen , om weder
dercekrij- naa Engeland? te kecren , daarby voegende dat ik hoopte ., lijnde van eene
*?*• Natie , welkemft de Hollanders in vrientfchap ende Alliantie leefde,dat hy
my, het geene my toe-behoorde, foude doen wedergeyen»,
Doch te Maar dit alles diende my nergens toe, ende hebbende fíg altreede meefter
vergeefs, gemaakt van alles dat inons Schip was, gaf hy my tot antwoort , dat hy wel
wenfchce, dat iulks aan hem hadde geftaan, maar dat ik moeite lijden met
die geene, by dewelke ik my hadde begeven , ende dat ik op die felve wijfe*
alle de Waaren^die in het Schip waren > foude konnen reclameren.
Hjrver- ik badt hem daar op, dat hy my mede naa Hollandt wilde voeren , op dat
«Se nS & van daar naa Engelandt foude konnen over-fteeken, dog hy weygerde my
Hoiiandt fuiksmede, feggende, dat hy van de eene plaatfe op de andere voer, ende
te varen dat hy niet wift op wattydhy weder naa Hollandtfoudekeeren, dat hy daa-
rna™ geüjckfch niet anders hadde te verwagten, dan om met eenig Spaanfch Schip
werdt ge-in hetgevegtteraaken, ende dat fijne Soldaaten, alsfulcks voor-viel , ge-
weigert, duerende de hevigheyd des geyeghts , my eenig quaat fouden konnen doen ,
lig in-beeldende dat ik haar yets fchaadelijks foude konnen frerockene , foo
fy door de Spangiaarden genomen wierden .
Doordefc antwoorden bemerkte ik wel datter geen hoope voor my was ,
om het verloorene weder te krijgen , ende daarom ftelde ik my op de hulpe
ende de voorüienigheydt, GO DE S geruft, foo als ik ook al te vooren hadde-
gedaans-
De refte van die;dag, ende geheel de volgende, deeden de HollandfcheMa-
troofen ende Soldaaten haar beft,om alle onfe koopmanfehappen uy t onsFre-
gat in haar Schip te laaden , terwijlen dat wy, even als gevangenen , met haar
op de Zee aan alle zijden laagen en dobberden.
Het Schip Dog terwijlen wy in hoope waaren , dat fy met ons geit fouden te vreden
SftJÖ, ^yn* foo. bemerkten wy op den volgenden dag,, dat iy luft hadden om ons
Piuym-gedierté*ende fpsk ceeeten » dat fy ons meel yanjioodcn badden om
broodr
=
-_
0«M$ÈS£K. ïï)QordeSfaanfcteWefi--Ind^V:Ckv. 401
broodt te backen, onfe honig om haare mondt te verfoeten , ende onfe huy- fr «*«
den om fchoenen ende'ieerfen af remaken , want fy naamen alles mede, uyt- wf Ä
gefondertmijn bedde, mijne boeken ende mijne kopere befchilderde plaa- naa h*<fc
ten, welke de Capiteyn Daguillo my*liei behouden, door eenc genereusheydj Sondea»
welke men niet veel in de Capers vindt,oök liet hy wat leef-togt aen dcSchip-
per , dog ook niet meer dan wy van nooden hadden om aan Landt te komen,
van het welke wy niet veel waaren verwijdert , ende op defe wyfe naamen fy
haar af-fcheyt van ons, ons te gelijk bedankende vooralle het goede datfy
•van ons hadden-genootem
-Onder ons Volk , die metdefe Gaften nietfeer hadden vermaakt ge weeft ?atÍ7 ***
waaren'ereenigedieGODTbaaden, haar in het toekomende niet meer teg""*^
moeten verwagten, andere weder vervloekten haar, ende voor al den Mulat vaar""~
diefy een Renegaardr ofte verloochende noemden , ende eyndelijck waa- k°mea'
'renner ookandere die CODTdankten, dat men haarnet leven haddege-
ipaart , maar ondertuflchen 2eylden wy weder naa de Reviere van Suere toe,
•uyt dewelke wy tn Zee waaren geíteekcn, ende in het op loopen van de felve
waarenwy ingroot gevaar van ons leven te verliefèn , ende Schip-breuke te
lijden, naa Jat wy onsgoedt waarenquyt geraakt.
Sicthierdan,lieye'Lefer,hoedathet.geenequalijkis verkregen, foo als
* boven gefegthebbe, niet alleen noy t bedijdt, maer ook hoe dat het felve
toteenrmerteftrekt, wanneer men hetverlieft , want feekerlijk, hetgee-
ne ik hier in foo korte regulen begrijpe, noopendede geruft-itellinge mijns
gemoets daar omtrent, kondeik in foo weynig tijdsniet van het felve ver-
wei venáis gy dit wel fult lefen ; Maar aenmerkt ook dat de H E E RE noyc
flaat of hy falft daar by , want daar Hy my niet alleen het alle , ja felve het le-
ven, door mijne grove endehoog-gaendefonden,niet danal te geregtelijck,
hadde konnenaf-nernen, liet Hy, door Sijne grondeloofe barmhertighevd!
^f Ie eTy g! nu ade i-°°/ dcren Capiteyn Daguiik vinden , maar verblinde
ook felfs, door de buyt diefy op my gemaakt hadden, de oogen van dat bege-
i^rge volk dieper anders al foo veel als ^«/hebben, foodalnig, datfy mi,¿
Jedde ende kjederen, foo alsfy dk van andere deeden . niet ten nauften doo?
Eee
HET
Mildaa-
digheyd
der Span-
giaarden
aan de ge -
pionder-
de.
Onfeec-
kerheydc
van den
Autheor
over hec
voort- iet-
ten der
Reyfe.
H y keert
weder naa
€artba¿9.
40.2 IV. Boek. Voy agie vanThomas Gage VI. Cap,
H ET VI. CA PITTE L.
tMildaadigheyt der Spangiaarden aan de geplonderde* On-
fee kerheyt van den Autheur over het voort-fetten der reyfe .
Hy keert weder na Carthago* Hy neemt met fijne Ge f ellen
voorfig armer dan wel in der daad was te veynfen* Hy be-
gint weder geit te winnen v Hy *valt in verfoeckinge van we-
der na Guatimala / <? keer en ; doch overwint dejelve^ Han-
del met Muy l-e fels* Barbarifche Indiaanen* Aanmercke-
lijck exempel van de voorfienigheydt God es over onfin
Reyfiger. Men raadt hem naa de Golfáe Súimstegaan.
Hy volgt die raadt met endenevens de drie Spangiaarden.
Sommiere verhaalinge van de Rey fen door den Autheur in
Ameúcagedaan. *Den Autheur heeft drie-duyfent en drie-
Iwndert Engelfche mijlen in America te lande gereyfl.
SOo draa wy de voeten Hadden aan Landt gefët , toonden de Spangiaar-
den , welke aan die plaatfe woonden , groot medelijden met ons, wegens
de fchaade die wy geleden hadden , foodaanig dat fy ons door haare aai-
moeíTen adiifteerden , regtende ten dien eyndeeenColle&e onder haar aan.
De drie Spangiaarden die in mijn gefelfchap hadden geweeft , waaren alle
haar geit , ende het meefte gedeelte van haare befte klederen quyt geraackt ,
dog fy hadden eenige WiiTel-brieven , die haar te V-ortó Bello moeften betaalt
werden , behouden, ende ik bemerekte dat ik een foute begaan hadde,
hebbende my niet op een diergelijke wijfe beforghr.
In den beginne wiiien wy níet naa wat kant dat wy onie reyfè fouden voort-
fetten , wy hadden in den finne naa de Reviere De lor Anzuelos te gaan , maar
men feyde ons , dat;die Fregatten nootfaakelijken moeften vertrocken zijn ,
oftedatfy, ten beften gen©men , alinZeefoudenfijn, eer wy daar konden
komen ; fy voegen daar by, dat, foo-fy,. op bet ge rugte van dat'er Hollan-
ders in Zee waaren, haare reyfe niet hadden geftaakt,fy nu al , even als wy,
door de Hollanders moeften genomen zijn, immers dat het onmogelijk was
dat fy haare handen ontkomen fouden.
Hierom naamen wy voor , geholpen fijnde door de Charitable mildaadig-
heydt van de daar omtrent woonende Spangiaarden , weder na Cartbago te ke-
ren,ende van daar onfe faaken wat voorfightiger te aan-leggen dan wy gedaan
hadden-;
í i* ■ - Onder-
te Keeren.
IV. BoEck* *Door de SpaenfcheWeft-lndïèn.V\* Cap- 403
Onderwegen fpraecken wy vanhecgeene een ydervan ons haddeaande Hy neemt
Caapers onduyítert , ende de Spangiaarden feyden dat fy eenige WiíTel- ^efeUn
brieven hadden behouden , die haar re Carthago fouden betaalt werden», ende voor fig
dat fy door dat middel weder geit fouden krijgen , dog ick wilde haar niet be- armer te
kent maaken wat ik hadde , ik feyde haar alleen dat ik mede yetwes ge- v¿¿n/en
falveert hadde; Hier over beiloten wy met malkanderen, datwy, op den a ■
weg, ons armer dan wy waaren , fouden veynfen, op dat daar door de In-
diaanen ende de Spangiaarden medelijden met ons mogten hebben , ende ons
wegens het geledene verlies , haare mildaadigheydt becoonen.
Als rvy te Carthago waaren gekomen , betoonden alle de Inwoonders , me-
delijden met onsongeluck te hebben , ende men itelde Collecten voor ons
aan. *
Men verwagte van my ook, dat ikdeMiíTe foude feggen, ende dat ick, Hy begint
als men my fulks verfogte. foude konnen prediken, ook begaf ikmytot^^®
beyde die dingen , foodaanig , dat ik my , door dat middel,weder van geit be-
gondeteverforgen.
Ik befpeurdde evenwel ligtelijk , dat ik, in foo arm een Landt, waar in Hy tak in
ik ook pnbekent was , niet veel foude konnen op-doen , om met eere ende yji°eecv"an
fatfoen in Engelandt te komen ; hier door was het, dat ik in verfoekinge weder naa
quam van weder na Guatimala te keeren , alwaar ik verfeekert was, dat my G*f^(f
myne Vrienden wel fouden onthaalen, endemy wel terneder fetten, tot die ""
tijdt toe dat ik weder geit genoeg, ofhnaamijn Vaderlandt te gaan, foude
hebben gekregen.
Doch hebbende aangemerkt dat Godt op my vergramt was, ende my ^thd"r"
regtveerdelijk hadde ontbloodt, vanmeeft alle hetgeene dat ik in twaalf feive.
Jáaren hadde gewonnen , foo nam ik eenvafte refolutieom mijnen weg te
vervolgen , ende naa mij n Landt te keeren 3 felfs al foude ik mij n brood op de
weg hebben moeten bedelen»
__ Uyt vreefe evenwel van by de Spangiaarden verdagt" te werden , ende ee-
nigongemakte ontfangen, foo ik de funclien , tot dewelke my mijn kleed •
verbond ,'niet waar en nam, foo refolveerde ik alles te ontfangen datmen my3
als een, Vremdeling ende Reyíiger, voormijne Predicatien ende andere pu-
blijke exercitien , geven foude, te weten ,als men my tot het oeffenen van dd-
felve verfogc.
Hebbende dan weder moet gefchept>ende blijvende altoos vaft in die geno-
mene refolutie van weder naa Engelandt te keeren , foo vernam ik te Qhat-
tbagoop wat wijfe ik beft te P orto -Bello foude konnen komen;maar die Poorte/
op dewelke ik eenige hoope hadde gehadt,was voor my mede geiröoten3hoe-
welmijn vertrouwen op Godt niet verminderde.
Op die tijd quaamen teC/2r¿%-o omtrent drie hondertMuyl efels die onbe- H . tf .
láaden waaren, bydefelve fagmen eenige Spangiaarden, Negers ende Indiaa- mï&fuyï.
nenvan ComayagnaenazGuatimaläfy dreven defelvetelande,aan geene zijde cieli.
h©t Gebergte szïiV era-V az 3om die alfoo te Vatmama te verkopen.
Eee 3. Befen
■
i i íc te Ia»
«üaaneo.
404 W. Boira. Foyagk van Thomas Gage VI Cap.
Defen handel , welke alle Jaaren werdt gedreven , isdeeenigfte welke
YmGïtêtitmta, Comagitgtta ende Nicaragua op Pmmma te lande gefchier, aan
£«nwsjidftdi.efmalle ftreeke Landts:oftedie iñmas 3 die de h'ootdt van de
¿ttydt-Z'w.-fcheyt,
Befen weg iMeer gevaarlijk a niet alleen ter oorfaake van de boofewegen;
endevandeliotfen.ende het Gebergte datmen moetpaffeeren , maar oock
om datmen. op defelve veel Barbarifche Natiën vindt > wekke deS^angiaar-
den noch niet hebben konnenvermeefteren, die dikmaalen op die geene, wel-
ke met de Muy.l efels door haar Landt treeken , aan-vallen, ende defelve
AQQ<teti&tsx>r aljbo fy het minftedoendat haar mishaagt.
.Doch ik,, niet tegenftaande myaÜe d.efe fwaerjgheden bekent waaren>liet
niet naa , m myne gedagten te befluy ten , met de Spangiaarden , die te>Iaii-
<te.nzaVamatBaSoyidcn rey fen3 mede te treeken , de drie Spangiaarden., wel-
ke metmywaaien gekomen , waaren by naamede van die fclve refolutie ne-
vens xny¡y ende Tonder dat de Goddelijke Voorfienigheydc „ welke de faaken
der menfchen vry beter befchickp , dan fy felve fouden kannen docn,ons 9 tot
.onsbeite ende behoudeniiTe^dat voor-nemen hadde doen llaaken , wy fouden
«er feerquaii jk door.gevaaren zij n.
TeÄqjw komende, veritonden wy, dat een .gedeelte van die SJpangiaar-
exémpei , |.endc Muyl'dry.ver5,dQor de Barbarifche Indiaanen , waaren om gebragr,
van de .welke ons vin allenfchijn , foo welals haar foudenjedoodt hebben , hadden
nielív" ™? gevaarlijke Reyfeaangevanje» ,, maar defelve wierdc my te CmtbqgQ
go de s ar'gera?den , door veele Perfonen , welke my vrientfehap toe-droegen , en-
over onie,cIe ȴniet alleen het gevaarvande^arbarifchelndiaenen voor oogen ftedden,
Reyfiger. maardaar ook by -voegden /dat dat Gebergte foo periculeus in fig felven was,
>ende foavol viiyle pahagien,dat hetmy nietfoude mogelijkzyn, fondergroot
>geyaar des levensbaar over te trecken.
Men raad Hebbende wy dan dit voornemen laeten vaeren,foo leyden de Koop-luyden
gÏÏÏ de'V-clkc,Qns ; .beminden ,fdat wy behoorden re befoecken of ons de Zuydt-Zee
s./.nanc ^et<&onftiger3foudeiyn, dan.de Noordt-Zee hadde reeweeít, ende dat wy,
Aeniucrc
keiijk
gaan
ten dieneynde, opiVT/i-o^moeiten trepken ,ende van daerop C&^omalibo
in de Ooli desalmas te komen , in dewelke wy bnyten twyffel Schecpeniöü-
den vindende ons tot Pmnmnatoe voeren fouden.
m Wy waerenwelgerefolveert, alle den goeden raedt, welke men ons gaf,
m het werk te itellen , ¡maer wy wiiteii ook dat dit het laefte was dat wy doen
Konden , endedat .ditnietgei.uokende alle onfe hoope uy t was , fcijnde ons dan
geenandermiddel^ vmtePatixawa te komen, overig, dan, van als wanho-
pige menfchen ,ons leven tegaen wagenin bet patleren van het Gebergte van
V ?ra-Faz ende fonderConvoy ofteiLey ts-lieden te trecken door faetLandt van
dle Barbarifche Indiaenen , welke de Spangiaerden hadden vermoordt ; of
wel moeiten wy , door den weg die wy gekomen waeren , weder naa Reakjo
meeren , daar wy in oijfe hoopg;mede Jionde bedrogen zijn a ende mogelijk
... .■_- cea
IV.Boekí T>mrdèS£aanfcheWeft*IndïH> VI. Gap. 40 f
een Jaer fouden moeten wagten,voor en al-eer wy gelegentheyd fouden kon-
ner vinden , om ons op Pannama te fcheepen.
Hierom refolveerden wy den raadt van onfe Vrienden , welke wilden dat Hy rojgt
wy.naaMV^ foudeng aan, te ageer volgen 3 omalfooaan de Golf van de Sa- dien raad
linaiXQ komen , in dewelke ikallacchcnde tegens de drie Spangiaarden die met end*
met ons gingen-, zeyde-, dat, foowydaar niet uytregteden, wy, naa het Srie -pai-8
exempel van Mennies , een Colomne moeiten doen ftellen , ende onfenaamen giaardtn.
in defelve laaien houwen , met de Infcripnie van Hond-Ultra-, om dat'er buy-
ten dat geen Häaven ofte Rheede is om nae Pannama te varen.
Geenmenfébe kondeootemeeraenvangen, danwy gedaen hadden, om sommie-
ten eynde van orrs oogmerk te raakenj maar voor al ik, die niet alleen meer re mha*.
wcgs in dat Landt, hadde; af-gelegt , dan alle deEngelfche die voor my daar 'ding"a.n
hadden ge weeft , maar die daar* en boven van Mixco tot Nicoja toe fes-hon- door den
dert ueren, of agtbien-hondertEngelfche mijlen hadde gereyit , alleen van Authenr
het Noorden nae het Zuydentreckende, behalven den weg die ik hadde af- ln ƒ n:erit*
gelegt van Vera Cruz nae AtoVoreyfende , ende van daar nicGuatimala-, en- 8
de van Guattmala weder nae Vera-Pazzn&t Puerto de Cavallos ofte Golfo Bolee,
ook noch van daar over Truxillome Gmtimaia , welke reyfen , ten . minften ,
nochdcrthienaveerthien^hondert Engelfchemijlen daarboven uyt maaken,
cndèditdagte ik op een Pylaer te Nkoja te laeten graveren, om de geheuge-
nilie daar van^voor altoos te behouden.
Doch ik hope dat het geene op die plaetfe niet gefchietis,in de gedagtenine DenAu-
^r menfehen fal blijven,door middel van dit mijn Boeck,ende dat defe mijne heeft dri^
Jiiltone, door dien fy opregt ende waeragtigis, een eeuwig duerende duyftm
monument fal *ijn van een Reyfe van elf hondert ueren,ofte van drie-duyfent ln& drie-
endedne hondert Engelfche mijlen , die een Engelsman te lande in het vafte Ä,
Landt van/i«wm-Ägedaen heef t,behalven fijne Voyagjen te Zee naa Panmmia, myfen in
van FMo«thmtoHmGm&hswaï<mdiyzn daar tot aen de-ff<W0. ^'
te lande
fcereyft»
B&T:
■
¿o6 IV. Boek. Voyagte van Thomas Gage VII* Cap*
HET VIL CAPITTEL,
Vertreck van Carthago , Komfle te Nicoja ewdegoet onthaal
aldaar ont fangen * Sy krijgen hoop e van wel haaft f Scheep
te raaken. "Den Autheur begint weder geit te winnen. Hi-
flor ie van den Tat^ochiaan van Nicoja ende de Alcalde Ma-
jor Tuftus deZalazar, waar in men de wreedheydvan den
eenen Jïet 5 ende de onregtvaardigheyd , die het Hof van
Guatimala , aan den ander enpleegde. *Den Autheur neemt
aan den Parochiaan van Nicoja te vervangen* Hy ver-
dient hondert ende vijftig Rijksdaalders in vijfweecken.
Hy bejfeetfig f Scheef. La Pita een kruydt dat gefponnen
werd* Befchrijvinge van de Schulp-vifch Purpura. Ko-
flelijcke couleur daar uyt -getrokken. Groóte meenigte van
Schulp-vifch* Waarwte^icdfiy &c wallende.
Vèrtteck
y,flti Car-
tbaro.
WY vertrocken dan van Carthago
welcke wy na Nicoya reyfden
;
ende vonden den weg, door de-
feer bergagtig , rouw ende on-
acngenaam, wyfaagen'erniet dan feer weynige Spaanfche Hoe*
ven ende Indiaanfche Dorpen , die niet alleen feer kleyn waaren, maar
wy befpeurden ook dat de inwoonders in groóte armoede ende ellende leef-
den»
Komfte te Te Nicoya gekomen fcijnde , bevonden wy dat het jeen feer fchoon Dorp
Nicoyam was } en¿e het voornaamfte van een geheel Spaenfch Gouvernement, wy
haaf aT" vonden aldaar eenen Juftus de Zalazar als <Alcalde Major , die ons met groo-
daer. te civiliteyt ontfing, ende een huys gaf , om, geduerende ons verblijf j inte
woonen.
Hy verheugde ons ook ten hoogiten, feggende, dat, hoewel 'er nu gee-
en ne Schepen ofte Fregatten in de Go\£ de Salinas waaren , hy noch niemand in
hetDorpeenigfintstwijffelde,ofdaarfouden'erwelhaaiteenige,omfoutte
laaden, van Pannama, komen , oock om andere Coopmanfchappen , foals
fy fulks Jaarlykfch gewoon waaren, daar in noy t, omtrent die tijd, man-
que rende.
De conftitutie des tijds in dewelke ik daar quam , was mede feer bequaem
voormy, ommy, naa een foo groot verlies, eenig geit te doen winnen ;
want het was in de vaften , in dewelke de Rcligieufen haarengrootften oogft
heb-
hope van
vvelhaaft
t' scheep
te raken.
Den Aq-
theur be-
gint we-
r_
IV. BoEck. Jïoörde'SfaenfcheJVeJïJndwLVltCk?* 407
hebben,door dien fy , gelijk ik hier voorens in het derde Boek gefegt hebbe, íergdtte
alsdanveeigeJrontfangen door de Offerhanden, welkehaar werden gege- winnen-
ven, wanneerfydebiegtevandelndiaanen-hooren, ende aan haar de Com-
munie uyt-reyken
Die Saifoen des Jaars, ende de ftaat van de Francifcaner Monik , welke Pa-
rochiaan van dat Dorp was, quaamen myfeerwel, voor al in een tijd,in de-
welke ik my niet fconde onthouden van de fun&ien van mijne Profeffie in het
werk te itellen , ten fy ik dan de Spangiaarden hadde wiiien de grootfte reden
C^s werelts geven om my te blameeren ende verdagt te houden.
Defe Monick was uyt Portugal van geboorte , ende hadde , omtrent drie Hifto»*e
weeken voor mijne aankomfte , groóte queftie met den Alcalde Major Juftusde ^th!
Zalazar gehadt , door dien hy de Indiaanen voor-itondt , welke Zahzar ten aan vaa"
noogften mishandelde. Nmpceoh
Hygebruykte haar alsflaaven in fijnen dienft,. foo wel als in die van fijne dj,fre
Vrouwe/onder het loon van haren arbeyd,dat fy in het fweet naars aanfehijns AfcjW*-
hadden gewonnen,te betaálen , ende doende haar op de Sondaagen ende Fee- $- de 7-l~
ften der Heyligen , foo wel , als op andere,werken. 'ílZ'n
De Religieus nu , dit niet konnende verdraagen , verbood haar uytdrucke- ¿«de
•lijk van den Predik-ftoei dit in het toekomende te doen, niet willende dat fy «rcedheyt
de onregtvaardrge beveelen van haren Alcalde Majir f ouden gehoorfaamen. ¡T^L
Ju/tus de Zalazar , die in den Oorlog was opgevoed, ende die voor defen in en<fc de
het Caiteel vanMilaan hadde inGuarnifoen geleegen3meende dat het hem een on«gt-
groote fchande fewjde zijn, indien hy met gedult verdroeg , dat een Religieus, lllff'
hem, op die wijfe, handelde r welke hem in het bedienen van fijn Amptbe- heihèï
nfpenwilde, ende ontfetten van de middelen , door dewelke hy voor defen "«£*«""-
fijnemeeítewiníte ende profijt plagt te trecken. * Jf^"
Hier opgebeurde het dat , naa dat {y wel op malkanderen gekeven ende ge- ««pief
Icholden hadden , Jvftuide Zalazar3op feekere dag, geheel in gramfchap onc- de-
fteeken Mmde,metdeblooten deegen in de vuyft,inhet huys /anden Priefter
quam lopen, welken hyfonder foute foude om den hals hebben gebragt, foo
hy daarin niet waare belet geweeft door eenige Indiaan, die fig doenmaals
daar bevonden.
; De Religieus die al immers foo fier ende vaardig was als hy , ende die f^
inbedde dat hy hem niet foude derven aanraaken ter oorfaake van fijneOr-
dre desPneiterfchaps,aIs fullende daar door geëxcommuniceert werden,fprak
vuyl ende moedig wederom ¿ inplaatfe van de vlugtte nemen , hem onder
andere leggende dat hy hem niet geloofde foo veel moets té hebben van toe te
ilaan , ende hier door deede hy niet dan de gramfchap wanZalazar te vermee-
deren s tot foo verre dat hy den degen op-heffende om hem een braaven fiag te
geven , ende de Religieus de fijne om den fiag af te keeren gebruykende , h v
hem twee vingeren van de handt af-kapte , ende hy foude fijnen houw nog op
een gevaarlijker wijfe hervat hebbeh , foo de Indiaanen , om te fcheyden,niet
tufkhen haar heyden waaren in gelopen>fluytendèden Monik in fijne Kamer.
Fff fufa
4,oS IV, Boek, Voyagie vanThomas Gage Vil. Cap¿
f aflús ds lalazat wietde hier op geëxcommunkeert , _ dog door dien hy een
Man van groot aanfien was , wierde de excommunicatie wel haaft vernietigt
door den eiffehop van Cofia-R ¡ca.
Hier naabraghthy fijne klagten daarover voor de CanceUarye van-het Hof
van Guatimala , fig verfeekerende dat hy door middel van fijne Vrienden en-
de van fijn gek , wel haaft triumpheren foude over een Pridkrvan een arms
bedelende Ordre, het welke ook daar naa gebeurde, want hvwift fijne faa-
ken ioodaanig te beleggen , datmen den Monick te Hove ontboodt , alwaar
hy foo veel credit hadde , dat hy hem eyndelijck uyt Mcqja-decds ligten.wer-
dende aan fijne Ordre geläft een ander in fijne plaat fe te ftellcn.
Ter tijdalsik daar was, hield lig de Monik in fijn huya op- gefloten, fij-
ne kaamerbewaarende, {onderin de Kerke te willen komen nog om de Mif-
fetefeggen, noch om te prediken ofte -yemandtsbiegte te hooien, tothet
Welke hem evenwel de vaften , in dewelke men doemnaalen was , byfonder-
lijken verplighte i maar hy hadde het foodaanig weten te (tellen, dat hy door
een ander Religieus geholpen wierde , die fijne plaatfe waar-nam, dog zijnde
defelve maaralleen , enwashy nietfurEfantomte prediken , omdebiegte
te hoorenende de Communie uyt te deelen , voor.van ende aan een foo groot
getal van Indiaanen, Spangiaardcn , Negers ende Mulatten als'er tot hem
quaamen , foo uyt het Dorp felve /als van de omgelegene Lahderyen, om ha-
re devotie te plegen. ,
Den Au. Hier door gebeurde het dat fy beyde,naa dat fy gehoort hadde , dat ik daar
iheur ter plaatfe was aangekoomen, my lieten bidden , dat ik, ín fulkc foorten van
SenPa.engeeftelijkefun¿tien, mede wilde adfifteeren, ende dat ik voor mijne moey-
rochiaan te foude hebben , nevens de vrye taaffel , alle daagen een Rijxdaalder voor het
wnNi^a feggenvan deMiffe, boven het geene, welk men myvrywillig foude ge-
se mvar^ ^ ^ funende daar toe voor mijne Predicatien feer wel werden geloont
Hy ver„ Ik bleef in dat Dorp federt het ey nde van de tweede weeke in de vaften tot
¿ier.ti 50. aanPaflchen toe, ende in die tijd won ikhondertendevi|ftigRijxdaalders,
Äijxdaal- f00 ¿Qor drie Sermoenen , welke ik het ftuk voor thien Rijxdaalders deeds,
teckTn5' als door mijne daagelijkfche gagie , ende de Offerhanden die ik ontfingh •
H . ' In de weeke voor Paaftchen kreegen wy tijdinge dat'er eenFregat van Pan»
teeffigh nama in de Golf van de Salinas was gekomen , hie r door wierden wy feer ver-
e scheep, ¿eugt, want dit lange agter blijven begonde onsal bekommert te maac-
ken.
De Schipper van het Fregat quam teNïcoja, het welke als de Hof -Stade
van die quartieren is, ende ik accordeerde, nevens de drie Spangiaarden ,
overonfevragt, tot&ziiPannamatoe. .
UK* In de Plaatfen die omtrent Chica, Golfo dé Salinas ende Niceyaleggen , fiet-
ee«kruyt meneenige Indiaanfche Paght-hoeven , gelijk ook eenige kleyne Indiaan-
iotfnen fehe Dorpen ; , De Alcalde Major gebruykt de Inwoonders van defelve alie ais
ïerd. fijne Slaaven , ende hy laathaar , voor hem , feeker kruydt , datmenÄa iPita
noemt i fpianco-, At is «? ene. Koopwnfthafr welkom Spangi«»> feer hoog
IV. Boek, Ttoof äe SfaänJcheWeplnäien^VL. Cap. 40^
-geagtwerdc, vooraldiegeene, welke uNicoja en$e daar omtrent met een
purpur-verwe gecquleurc is,ende ten dien eyö^e 2Í jn'er veele ïndiaanen, wel-
ke verplígt zijnaande Zee-ftrandt te gaan, omdaar feekerehoorntjens te
foeken , uyt de welke men de purpure ceuleur trekt.
Purpura is een feeker flag van hoorntjens ofte van vifch die fig in hoorntjens .Befehr?.
onthoudt, defelve leeft omtrent feven Taaren , ende verbergt fig in de diep- Schuif
tedesZee'es, omtrent het begin der Honds daagen, blijvende dus by-naa vifch p«r~
drie-hondertdaagenfonder datmen die kan vinden, men gaat defelve ín de iwr«»
Xenten foeken, ende wanneer men die tegens maikanderen vrijft , foo geven
-fyeenigquijl, even als dikagtigh lijm ofte week wafch, vaniïgh, maar de-
.iefchoone verwe , die foo feer vermaart endegeagt is, fit inde keelofte hak
van de vifch verborgen , maar de alderbefte vintmen in feekere witte aader
befloten 3 zijnde in de refte van het lichaam niet dat ergens toe kan gebruykt
werden*.
Het aegovifchelaaken, dat daar mede geyerftis, geit twintig iUjxdaal- , Kofteifj.
dersdeeile, ende dat doordekoftelijkheyd van deïe couleur, ook fietmen dJacr°ulÍJ,ir
liet niet draagen , dan van de grootfte Heeren van Spangien , gelij k ook eer- getroc-
tijds de Edellieden van Romen hetgebruykten tot haare kleedinge , het felve kea«
.purpur van Tyms noemde.
Daar is ook een groóte abondantie van andere hoornkens i tryt dewelke Groot»
4oen verCcheydene verwen trekt , jaa fbödaanig , da.t men geene Plaatfe ter 'menigte
weereid weet , op dewelke men die in foo gwoz een meenigte , als daar ter JJJ0,
plaatfe, vint. vifcln
'De vóornaamite waaren welke te Chica ende aan de Golfo de Saí'mat werden wa*reB
gevondetiiZijnfoutjhoonig» lAajzy tarwe ende Pluym-gedierte, men fendt daar ral.
Sefelve alle Jaaren mee Fregatten naaFannama, dis expreffelijkdaar van daan Jende'
komen , om die af te haaien , foo wel als de in het Pnrpura geverfde P/Y* ,daär
Ik vorens vaojefegt hebbe.
Fff %
-"— ■
4,10 iv. )¡^v&.vofáptvan'lftommij&g&
HET VIII. CAPITTEL
SygaauuytdeSúin&s ffcheep*. Tegenjfioet op de rey je* Swa~
re flor 'm* 'Dienaaaght daagen op-houd ende ingoet weder
verandert ; 'Door groet gebreck van drank , drincken fy
haar ey gen water* Sy willen om wM er te lande. Het wek
ke de Schipper wey gerende , dwingen fy hem daar toe. Sy
landen op een Ey landt fonder water. T)cn Autheur werdi
op hetfelve van fijn gefelfchap ver laat enfDat hem f e er ver-
legen maakt. Hy t rooft ende ver verft fig eenigfints y ende
werdt van fijne mackers daar af geh aalt > welke waater ,
Orangie -appelen ende Citroenen hadden gevonden T)en
Autheur geraakt in groóte fiaaute s ende krijgt een fwaar e
hort f e. Sygaan tfzeyL Het Schip ft oot op een klip*, Het ge-
raakt naa groóte moeyte daar weder af. T>en Autheur be*
gint te beteren. Het Schip komt te Perico , maar werd door
ftorm van daar gedreven. Sy komen voor de Hdaven van
Pannama. Werden daar van daan verdreven* Komfte U
Pannama.
EYndelijk begaaven wy ons t'Scheep , want Het Fregat dat daar quam
ten tijde wy ons te Nhaya bevonden 3 was door die Koopmanfchap wel
haaft vol-Iaaden , ende wy maakten giffinge te Vannama te fullen ont-
fcheepen , naa dat wy vijf a fes daagen fouden binnen boort zijngeweeir.
Maar wierden, evenals wy te voren veelè tegenfpoeden haaden gehadt,
ook in defe reyfe van vecle rampen aangetaíl 3 want hoewel die niet feer lang _
was,moeften wy dech eenmaandt tijdsgedoerende, tegens de winden , de
Zee en de Couranten ( dus noemtmen de ftromen die feer fnellijk by de Wal
uyt-fchietenjende alio© fterk zijn als die van de meeit af-drijvendeRevicren)
worftelen.
Op den felven dag dat wy vertrocken 3 wierden wy door windt ende ftorm
naa de kant vanPm* gedre ven,ende dat tot onder de Linie .ffiquinoitiaal toe,
alwaar wy de hette ende de winden foo groot ende fterk vonden^datwy aan
ons leven wanhoopten.
Maai het behaagde Godt , naadatwy agtd*agen lang> vanoogen-
blick
IV. B&EK. Tloor^e Sj>aanfcheWeJï-Indih.Vlll. Cap. 41 i
bliek tot öogenbJick , nier dan de doot hadden rerwaght , ende te gemoet^j;^3-
geiien, Hem,feggeik, door wekken alle de Schepfelen haar leven ,bewe-hout er>de
gen ende wefen hebben , ons weder nieuwe hoope tor het leven te geven , ons in goec
een voorfpoedigen windt toe laatende komen, welke ons uy t die Middellijn ^¿rr:*er"
fcheherte ende die onrftelde Zee verlofle , ende na het Eyland Margareta
ende dat van Puerto de Chame voerde,- welke aan de Zuyd zijde van het Ge-
bergtevan Neragua leggen, ende van daar hoopten wy ,ten langften in twee
daagen , voor Pannama te f uilen arriveren, ende het Anker aldaar in de bijt te
werpen.
Doch wyverloorendefeonfe hoope wel haeft, door dien defe- Windt niet
lange ducrende, gaande defelve aanitonts leggen, ende ín den tijd van vijttien
daagen, verlooren wy, des nagts¿ door de ftromen, meer, dan wy, des daags ,
konden winnen.
Het is feeker dat, foo Godt,daarter Plaatfe, geen medelijden met ons had- poor
de gehadt, wy, buy ten allen t wyffel, fouden vergaan hebben, willende dus te- brcck van
gens gefeyde ftromen op zeylcn, want hoewel wy geen gebrekaan leef -togt dranck
hadden, wierden wy evenwel door gebrek van drank foodaanig geplaaght , f"£¡£™
dat wy, in geheele vier daagen, niet een druppel waater ofte wijn droncken , gen wa.
ook geene andere vogtigheydt , die bequaam was om onfen dorft te leflen , ter.
hierdoor wierdeik, foo wel als veele andere, genootfaaktommijn eygen
waater te drinken , ende den mondt , met het knaauwen van loode Musket-
kogels te ververfchen , dog hier mede en fouden wy niet lange onfe natuure
hebben konnen voldoen, indien niet GODT de HEERE , door fijne voor-
fienigheyt , onsby daag een<doorgaande windt hadde-geionden , welckeons
uy t die ftromen trock.
Het eerfte dat wy doen hadden voor-genomen te doen was om na het va^ sy willen
fte Landt ¿en vaart te gaan fetten, oftewel opeenigh Eyland , van diegee^mwjwt
Re die in meenigte daar omtrent waaren , te gaan landen, en dat alleen om K an e*
water te foeken , door dien wy door dorft yerquynden , ende defelve niet
langer konden verdraagen.
Maar de Schipper van het Fregat wilde fiilks niet toe-laaten , ons verfee- ^"^ff
kerende dat hy ons , nog op die dag, te Pmnmtta foude aan landtleveren , dog peer wey.
door dien wy fonder drank nietlanger konden leven, zijnde het onsniet me- gerende
gelijk die te miifen, ten 2y wy van voornemen waaren doodde Pannama ont- gjjgf11
feheeptte werden, foo geloofden wy dar wy die belofte te dier Í ouden kopen, dyaar ^
door dien ons leven daar aan hing , ende wy, in die ftaat, geen dag meer fub-
fifteren konden, foodaanig dat wy, iiende dat de wind begonde te verflappen,
hem alle baaden dat hy ons, op eenig Eyland, omwaaterte foeken, foude
fetten , welke redeli jeke-beede als hy geweygert hadde te yergonnen, begon -
den de drie Spangiaarden ende eeaige Matroofen te miitineren, ende de
deegens in de vuyft nemende , dreygden fy hem te dooden , foo hy haar niet
aanftonts ergens deede landen.
Hier op volgde, door dien hy geen vermaak hadde>in het aanfehou wen van
Fff 3, de-
opeen
Eytèndt
• fotjder
waater.
Den Au-
Dat hem
fe er ver-
legen
4x2 IV, Boek, Voyagie van Thcmas Gage VJII/Cap,
depuntenderdeegensopfijneborft, dathydefteven vanonsSchip na twee
aune Eylanden , welke ook maar twee drie uerenweghs van-ons vaaren ,
deede wenden.
en Daar digte by komende , wierpen wy het Ancker , fettende onfe Boodtin
¿ee, endeeenyderagtefigfeergeluckigdaarinte mogen vallen, om aan
Landt re gcraacken , ende aldaar fig met waater te verfaadigen.
Het Ey landt daar wy eerftaanquaamen was aan.die zijde onbewoont^nde
wy hepen langen tijdt het felve omtrent de Strant door-kruyííen , doeh -»-y
deeden daar mede niet anders op, dan dat wy ons meer verhetteden, vermeer-
derende daar door ook onfen dorft.
theurwerc Terwijlen datwy alle ons aan alle zijden verlpreydnadden , om, wasfaef
eP het fel- mogelijk, eemge Fonteyne ofte Beecke te ontdecken ,.doch geduerigliik te
'íeííSS; TíeQÍS ' veí"dwílald? ik i" fcekM Bofch , zijnde myne fchoenen geheel aan
SZP W*" g£raakt dooldlQ Rotfen atruenen ende ongemackelijke plaateen die
IK nadde moeten pafleeren , ende onderwijlen hadde fig mijn Gefelfchap we-
der t Scheep begeven , om naa een ander Ey landt te zeylen , laatende mv al-
leen aan landt in het Bofch. }
Uyt het Bofch-gekomen zijnde, ende befpeurende dat het Schip verfevlde,
aagteik, dat ik li jve-loos was, gelovende dat fy waater hadden gevonden,
en daar mede weder naa het Schip vaaren gekeert , ende dat fy, my niet ge-
vonden hebbende, de zeylen fouden hebben op-gehijft om naa Vmtnama te
Zeylen.
Siende dan my felve in deie verlegentheydt , riep ik die vaffhet Schiptoe
doch bcmerc-kende dat mijne ftemmetefwak was om tot haar doorte drin-
gen, liep ik hier ende daar door de Rotfen heenen , om te lien of ik de Boodt
nietkonde ontdecken, welke ik bemerkte niet by het Schip te zijn, ende ik
iag die eyndelijk digte by een ander Eylandc, dat niet verre was van dat gee-
ne.op het welke ik hadde verdwaalt geweeeft.
Ditdeedemyhoopen, dat fy my niet fouden verïaaten, endemy komen
-ai-naalen als fy waater hadden gevonden , hier op ginck ik van de Rotfen we-
der neuer-waarts , myophet Strant begevende, digte by het felve vondt ik
.Jsomen die een aangenaame fchaduwe gaaven , op defelve waaren ook^enige
^leynevrugten, welke my den mondt leer ververiten , doch ditduerde niet
lange, want die met dervende , door dien fy my onbekent waaren,door-fwel-
•gen., a iooweynig als het-fap van defelve, mogte het weynig helpen , ook
■haddeikfoo groot een brand in het licchaam,dat iknoytdagtehet leven
oaar af te brengen , foodoor die brand,als door de flaeutcn die my alleoogen-
bkckenover-vielen. 5
Eyndelijk viel my in , dat ikmy behoorde te baaden , ende, tot aan den
hals toe, in het waater loope-n , om my foo wat te verkoelen; Ik ontkleede my
ctinigiiuH nier op, ende hebbende my eenigen tijdt in het waater onthouden , begaf ik
ende werd my weder onder de fchaduwe van die Bomen, al waarik in foo fwaar een flaap
,J «^dat.wanneerdeBooiquaoiaommyte haaien, ik niet wacker wier-
de,
Hytrooft
etuierer-
■ ver a fig
eenigfmts
IV*.Bo.ECK.2)w de SpaanfiheWeft-Indiïftt VIII. Cap, 41 3
de, wat gerugt ons Volk ook maakte mee roepen ende fchreeuwen/ m*<í*r*
Híer door begon den ïy te vreefeo dat ik dood was , tot dat fy te iandt ujnde gee¿5¿
gekomen , ende % > om my te fdfeekëü , de eene aan de eene, ende de andere
aan de andere zijde verfpieyt hebbende, een van haar tnyvondt ende ont-
waakte, fonder het welke ík in gevaar was van door eenig wilde Beeft ver-
bonden te werden5ofte ,-naa het vertrek van het Fregat , ellefldcïi )k ende al-
leen op dat Eylandc te vergaan.
Als ík ontwaakt was, beving my een groóte vreugde , fiende my we- wekke
der by mijn gewoonlijke Gefdfchap , ook was het eerile dat ík vraagde, of fy J^jJJ"
oolr waater hadden gevonden ? waarop fy my antwoorden.dat ík maarhadi'e ¿pïeifrf
opteftaan, ende my vrolijk te maaken,~oor dien ij níet alleen waater had- «Roei-
den gek regen ineen naa-by gelegene Eylandt, op het welke íy Spangiaar- "°¿¿¡¡¡
dtn , al daar woonende , hadden ontmoet , maar ook Orangie appelen ende gevonden.
Citroenen.
Ikr gíng dan met haar , met alle vlijdt,naa de Boot, ende foo draa ik in de
felve was gctreden,gafmenmy foo veelte drinckenalsik wilde,
Het waater was laauw ende drabbig, door dien fy hecniet hadden konnen
fchepperi,of fy hadden te gelijk de grondt van de Bron moeten beroeren, waar
doornetflijk fig daar onder gemengt hebbende , hadde fulks veroorfaakt dat
het foo troubel ende drabbig was;
Des niet tegenftaande , dronk ik evenwel een geheelekanneiryt, het wel- Den Au=,
ke mijne maage , door haare fwackhey dt , niet verdraagen konnende , moeite <hcur ge-
ik defelve ten eerften weder uyt-braacken ; men gaf my ook een Orangie- raakrtin
appel ende een Citroen te eeten , welke mijne maage mede uyt wierp , even Saauw ,
als fy het waater hadde gedaan , ende naa het Fregat toe vaarende , verviel ik en krijgt
in eene foo groóte ffaauee 3 dat ik vreefde te fterven ik aan Boort foude zyn £enr[rare
gekomen.
Aldaar gekomen lijnde, eyfehte ik noch al meer waater,maar het felve was
foo draa niet in mijne maage , of ik moefte het al weder uyt werpen , hier op
leydde men my te bedde, zijnde met een brandende koortfe bevangen,die my
geheel dienagtby bleef > wagtende ik niet anders dan de doodt, ende dat
de Zee my tot een graf foude ftreckem
De Schipper van het Fregat , fïende dat de winde was omgelopen, vond iïg
fee r verlegen , vrcefende met de windt 3 die doe woey, noyt te Fanuama -te
fullen komen.
Hierdoor wilde hy het op eene andere wij fe, die hy tevooren noyt hadde
befogt , waagen,te weten,het tuflehen de twee Eylanden, op dewelke wy het
waater gefogt hadden, door-fecten, wetende dat de windt, die ons over
den eenen boeg fchaadelijk wasá onsover den anderen ioude te baate ko-
men,
Desavonts liet hy de Zeylen ontbinden ende betAnckerligten , inyoor- Sjrgaaa ,
nemen van tuffchen de twee Eylanden door te zeylen , doch de uyt-komfte be- weder
wseshoe geyaarlsjlf dit beftaan was , zijnde eer het werek van een defperaat ^6?** '
ende -
4H IV. Boeck. Voyagie van Thomas'Gags VUL Cap.
ende wanhopig menfch , dan Yan een Perfoon dieiijne faacken met rijpe»
raade overlegr.
Ik kan wel feggen datikdoen alsopmijn doodt-beddelag, ende dat ik
my.geheel niet bekommerde aan wat zijde deSchipperhetFregat wilde wen-
den, oite»waarde Fortuynonsibude heenen voeren , mits alleen dat Godt
mijne ziele genaadig was.
Het Fregat was foodraa niet binnen de engte tuffchen die twee Eylanden
gekomen, oihet wierdedoorde kragtdesltrooms, foo digte aan landt ge -
trocken , dat het op een Roife ftiet , ibodaanig dat het roer wierde opgeligt,
ende, by naa uyt de handen van den Stierman geruckt , welcke daar op begon-
.de te roepen 1 OHeyligfteMaaget.raat onsby3 wantfondex uwe hulpe ver-
gaan wy !
Dit , nevens het gerugte van alle die geene welke.inhet Schip waren, ver-
raakt naa weckte in my een doodelijk vreefe , evenwel geliefde het GoDTmy, ne-
groote vens aiie het gefelfchap van dit gevaar te verloifen , ende dat door de moey te
endearbeyd, welke de Matroofen den geheelen? nagt aanwenden, met de
Boot als anderfints alles , wat mogelijk was, in het werk ftellende om hetFre-
gat van de klip te/krijgen , het wetkefy e.yndelijk daar af bragten,naa dat het
drie maaien daar op hadde-geftooten.
Kae dat wy die moeyelijken nagt gepaffeert hadden , zeylden wy op den
morgen verre van alle die gevaarlijke plaatfenjloopende van tuifchen die twee
Eylanden uyt, ende het landt-waartfte op zijde hebbendegekregen, vervolg-
den wy-onfen cours naa Pannamamet feer_goeden fpoer.
Doordien numynemaage weder wat verfterekt was, foo begonde ik dié
morgen weder wat. te eeten ende te drinken , ook nam ik mijn vermaak in
het befchouwen van dat fchoone Eyland , digte langs het welke wy heenen
zeylden.
Op den avond arriveerden wy inde Haaven van Perico, ende wy wierpen
aldaar het ancker in den grond,wagtende datmen-hetSchip op den volgenden
Het Schip
(loot op
een klip.
Het ge-
moeyte
«Jaar we-
<2er af.
Den Aa-
theur be-
gint ce be
reren.
Fet Schip
komt te
maar wen ochtend foude komenviriteren , ende begaf fig onfe Schipper alleen tëlande,;
door maar in de volgende nagt , de windt zijnde om-geloopen, ontftont'er foo
daargZ.*0 groot een ftorm , dat wy ons ancker verloren , ende digte tot aan.Itf Vacheque
dreven, toe te rugge gedreven wierden ; wy hadden daar en-boven groóte vreefe dat
wy foo verre in den Oceaan fouden geraaken , dat wy niet , dan met groóte
moeyte , weder te Pannama fouden konnen komen,
Sy komen Maar degroote^GoDT, aan de welke de windt ende de Zee gehoorfaam
zijn, deede dieitormineen voorfpoedige koelte veranderen, met dewelke
wy, voor de tweede reyfe, te Pewoquaamen,vanwaar , naa dat wygevi-
fiteertwaaren,wy met volle zeylehonfencoursnaaP/w»*w/¿voort-fetten.
Als wy nu digte voorde Haaven van delaatfte plaatfe waaren gekomen»"
hebbende geen ancker aan boord , dreef ons de windt wederom te rugge,ende
foo de Schipper ons geen ancker hadde toegefonden , fouden wy weder naa la
Yacheque, ofte mogelijk verder,zijn gedreven geworden.
Maar
?oorde
Haaven
-van Pa»
Warden
daarvzn'
daan ver-
¿TCVCOt
IV. Boek. T>oor de Spaanfche Weft-Indiên. VIII. Cap. 41 y
Maar door middel van dat toegefonden Ancker, bleven wy die nagt voor
renco leggen , zijnde geheel verbaaft dat wy foo veel tegenfpoet hadden,foö-
oaanig dat eenigafeyden, dat wy moeiten betovert wefen, ofwel dat'ereen
yeroannene oite g-escommuniceerde onder ons moeite zijn , ende dat fy.foo
iy hem kenden , hem buy ten boord fouden werpen.
1 erwijlen defe praatjens valt onder ons omgingen , liep de windt wedemm Vnmfi „
om, ende naa dat wy het ancker geligt hadden , vervolgden wy onfe reyfe naa £2J!
Vannama, alwaar ons de goede Godt eyndelijkgeluckelijkenbragt.
HET IX. CAPITTEL.
"Den yfutheur treedt te lande. Befchrijvinge wwPannama,
Megte gebouwen.' Groóte onkuysheydt. Swa'are Ebbe en-
deVioedt, oock ongefonde lugt te Pannama. Vertreck van
Pannama. Komfte te Venta de Cruzes» Goet onthaal al-
daan
DS°nrifíein,Íkcm-y "? *Í£ ftond-e reedeliicke» wel bevondt, en bleef Den a..
ikniet lange in het Fregat, in het welke ik hadde gedagt mynetheut
miinWSntíeyAl3 niaarikbegafmyaanítontste lande, LmendéEl"
mijn verblijf in hetC oofter van de Ordre vanSt. Dominicas, ik onS '
SnoeTom^líT ' "$^1 ^? ' ende defdve gedurende hadde ik ^jt
genoeg , om alles , wat'er in de Stadt aanmerekens-waardig was , te befchou-
A^rJt^v v™?mmfa werd even als die vanG*^w*Wregeert,te weten Befchry-
door een Prefident ende fes Raads-Heeren , conitituerenle eene Konind ike T& ™
Cancelarye,ook is in de felve den Setel eens Bifichops. ^oiiingiijke tamm0t
tóSielk niï?Tadc Zruyd;2eeveel.ftercker dan eenige andere Zee-
^^^^^^^^^m fe uchúes
ikflASr3^^1^"' jn dewelke ik geweefthebbe, hebbc
iik ftêeen nSlf^M ' Cnde dat do°r dien men ter P1^tfe foo qua-
^.SSÄSJS^' roodaanig dat d-«^* ^V
ü^maZ7ll^ZfrfdT3 endede mueren van de fchoonile Kerken be- sim*
SS"S Pieken, welkedaar nietalleen voor kalk ende fteen Ä
fenmedeteáecker
GiS
De
Groóte
onkuys-
beydr.
Swaare
Ebbe ende
V;oedc,=
enonge-
fondeJugt
te Panna-
ma.
Vertreck
Van Van-
Komfle te
'Venta <?t
Cruz.es.
Goet ©nt-
4,16 IV. Bqeic. Voyogie vanThomas Gage IX. Cap.
De hette isdaar foo groot , dar de gewoonlijke dragt der Inwoonders niet
anders is , dan een watnbais van Hjwaat, dataan alle dezijden opgefneden is,
nevens een broek van tafofre diergelijke andere ligte ftojfe.
Vifchjvrughten endekruyken vindtmen daar in grooter overvloed dan wel
vleefch \ het friiïche waater uyt de Cocos-nooten werd meeTf vänxhrVrouwen
tot haaren drank gebruykt , ook drincktmen daar veel Chocolate,ende men
heeft'ei' de ruymte van Peruviaanfche wijnen.
De Spangiaarden welke in die Stadt woonerc, zijn feer tot vermaak ge-
negen, ende voor al, totdat van de Vrouwen , lijnde de Negerinnen,wel-
ke daar ten grooten getaale ende rijk en aardig zijn , het voornaamfte voor-
werp van defe haare ongeregelde onkuysheydt.
Men houdt Pannama voor een van de rijkite Steeden vzn^merica 3 drijven-
de de InwoonderSjVan de felve haaren handel na de Noord-Zee , foo te landt*
als op de Reviere van Chiagre , ende langs de Zuydt-Zee op Pm/,de Ooit-Ifr-
dien , Mexico ende 4e Honduras,
Te deferPlaatfe werden de grootfte fchatten vanPeru gebragt in twee a drie
groóte Scheepen, defelve ankeren in de Haaven van Perico, welke drie mij-
len van de Stadt af-leght,wantde Ebbe en de Vloedtzijn te dierPlaatfe foo
groot end&iterk , dat de grootfte Scheepen daardoor belet werden /naarder
aan de Stadt te komen, want als het ebt, ishetwaatermeer daneen mijl van
de Stadt verfcheyden, laatende het felve veele modderige Plaaten bloodt
leggen , ende hier van daan komt de ongefontheyd van die Plaatfe, welke nog
vermeerdert werd door veele moeras-agtige plaatfen die omtrent de Stadt ge-
legen zijn.
Mep heeft'er omtrent vijf- duyfent Inwoonders, ende defelve onderhouden
ten miniten agt Cloofters, foo van Religieuie Mannen als Dogters.
Ik hadde geen grooter vreefe , dan voor de hette , ende daarom deede ick
ook alles wat ik konde , om draa van daar te geraaken.
Ik hadde de keure om te lande ofte te waater met Gefelfchap naaPerto-Belfo
te gaan.
Maar bedenkende de moeyte diemen hadde , wanneer men te lande ging ,
inhetpaiTeerenvanhet Gebergte, foo ftelde ick vaft langs de Reviere van
Chiagre te gaan, foodaanig dat, ík omtrent midder-nagt vertrok, om naa
Venta de Cruzes te reyfen,iijnde dat omtrent thieft a twaalf mijlen va.nPmm-
ma gelegen.
Den weg welke men moet nemen om daar te komen , is , voor het mee-
fte gedeelte vlak ende effen, ende des avons ende des morgens feer aange-
naam.
Wy quaamen omtrent ten thien uuren des morgens te Venta te Cruzes , al-
daar woonen níet dan Mulatten ende Negers,welke de plat-gebodemde Sche-
pen beftieren , waar mede men deCöopmanfchappen.ende Waaren vanP¿»-
nama naa Porto-Bello brengt.
Ik wierde van alle die Lieden feer wel ontfangen , {y baaden my , dat ik,op
de
IV* BoKCKfDoQrdeSpaanfcheWéft-Indzëïï. X. Cap. 447
deaanftaandeSoüdag, voor haärlpredicken wilde, ik deededan fulckstenhaara'
haare verfoecke , ende fygaaven my twintig Rijxdaálders, foovoormyn daar'
Sermoen als voor het doen van de Proceflie.
HET X CAPITTEL.
Fertreck van Venta de Cruzes* Tegenjpoedt op dè Reyfe.
Komjfe aan Zee. Groóte Jloffigheydt der Spängiaardeti*
Nli^Ä^ vijfdaagen hadde leggen wagten , vertrocken eyn- vertreck
dehjk de Schuyten, maarwy hadden veele moeyte om de Reviere »an **»"■
af te dry ven, door dien wy hetwaaterop eenige plaatfen feerlaag AeQ***">
V°a a > /ooaawHgdat de Scheepen dickmaalen in de modder bleven fitten,
ende de Negers moeiten met bomen ende andersfints alles in het werk ftellen
wat iy konden , om defelve weder vlot te krijgen.
Somwylen vonden wy ook fterke ftroomen , die ons als een pyl uyt een TegeB.
boog onder de bomen ende haere tacken dreven , ftaande die met meenighte 'f0,?0?
aan de kantvan de Reviere, hier door wierden wy dan kort op-gehouden, en- y
dewy moeiten, om wederaan de vaart te geraacken , veeltijdsverilijten,
met het at- hacken van de tacken der groóte bomen die over het waater hin-
gen.
. Oock fbude onfe Reyfe veel langer ende verdrietiger hebben gevallen , foo
fco D T ons geen fwaare pias-regens hadde toe-gefonden , welke,door het af-
vlieten van het Gebergte , de Reviere , die van felve weynig waater heeft ,
deeden op-fwellen. '
Twaalf daagen naa ons vertreek van Venta de Cruzes , quaamen wy aan de Komfte
r\ wy Sifigen aan het Cafteel te lande, om ons daar een halven dag te ver- **" de
verfeben
Zee.
a.frll¿ **rhhikdWkdïtde Spangïaarden voor feeker houden, dat de gw«e
IfiJ ^^nen^etkgewaatervan deReriere van Cbiagre bequaam ¡£ SS
1 ÏA te beletten,dat eenige vremde Natie, langs defelve VmtadeCruzes §¿^cn.
!ír ^ÍníCatquercí * en,de by gevolg te P^»^;/Ägeraaken , want fonder
dat ïouden (y beter forge draagen , dan fy nu wel doen,om dat Cafteel te on-
derhouden énde te fortificeeren, want doen ik daar paffeerde , diende het
^n°°dig gerepareext te werden, ftaande op het point ont in duygen te
' .... .
Ggg* Pc
4 1 8 IV. BoECk: Voyagie van Thomas Gage X. Cap
De Gouverneur van hetCafteel was een groot debauchanc, ookdeedehv
ons, terwijlenwy daar waaren, feerfterk drinken, ende doordien hy een
Cappellaan , voor hemende fijne Soldaaten, van nooden hadde , verfogt hv
my , om daar te blijven , doch ik hadde affaires die vry van meer gewigte
waaren, ende die my op een andere plaatfe riepen , ende daarom nam ik myn
af-fcheydt van hem , ende op ons vertreck vereerde hy ons eenige ververffin-
gen van vleefeh , vifch ende Confituren, gevende ons daar naa oorlof om te
gaan.
iRny7«P'en r WyIiePenhieropin volle Zee, ende ontdekten eerft het geeae men VE.
^oi'Efcu-fcuäo de fragua noemt , ende onfe Reyfe al roeyende niet verre van de Wal
iodevtra- voort- fettende,. continueerden wy onfen Cours naa Porto-Bello tot Saturdag
««*• des avonts toe , als wanneer wy ons anckerby een kleynEylandt wierpen in
voornemen van des volgendendaags te Por/o-Be/Abinnem^rloopen. '
K.mfte te De Negers bleven dien geheelen nagt wacker , uyt vreefe van deHollan-
Torio- ders , welke , foo fy feyden , fig, ter dier plaatfe , dickmaalen in embufcade
Bdie. hielden , om de Scheepen , welke van de Reviere van Chiagre komen, te ver-
rafiTchen , maar wy bragten die nagt in rufte over,ende quaamen , des ochtens
geluckelijk bisnen Porto-Bella.
HET XL CAPITTEL.
Sterckte van Porto-Bello. Tien Autbeur voorjïet Jïg van
een Logement. <Duere Huys-huer^ Voorbeelt daar van*
Groóte mildaadigbeydt* Groóte meenigte vanjiiver. <De
Gallioenen komen. Die groóte dierte in de eet -waar en bren-
gen. Maniere van handelen ft? Porto-Bello* Rij ckfte merkt
deswerelts* i
DEieHaaven isfeer welgeíterckt, door twee Cafreelen die aai den
mondt van defelve leggen, op dewelke altoos goede wagt werdt ge-
houden, foo wel als op eenderde, dat meer. innewaarts legt, ende
het Fort St> Michatlgenaamtis.
Als ik daar was aangekomen bedroefde ik my feer , veritaande dat de Gal-
lioenen noch niet uyt Spangien waaren gearnveert,döorJdieh ik wel wiiledaï
ik aldaar niet lange konde verblijven fonder groot geit te ; verteerén.
Doch ik troofte my , door dien ik wifte , dat het de tijde was datfy moeften
komen, ende datfy niet lange konden agter bfy ven. ;
Het eerfte dat ikdeedewaseen Logement op te foecken, fulks konde mem
4©en foo goede koop bekomen } dat'er felfs perfoonen waaren 3 welke aanbo-
; dea
«r-«-
IV. BoxcKJDoor de SpaenfeheWefi-IndiH. XÏ^Cap- 419
denmy voor niet te huys-veften, mits dat ik , als de Gallioenen fouden zij»
aangekomen , het buy s weder ruymen foude > ofte ibo veel geks als de andere
geven.
Maar ^aar was een Edelman ,. welke Threforier des Konings was ,. die my D*n ^"
een kamer beloofde te beitellen, op dewelke ik, voor een civilen prijs four- ^¿"fac
de konnen verblijven ,.felfs als de Scheepen fouden wefen aangekomen , ende fig van
dehuys-veltingeophet dierftezijn, foodanigdat wy te faamen uyt-gingen ee^ LoSe*
om'ereenop tefoecken, als wanneerwy , door tuilchen-komfte van fijne mcnt'
authoriteyt , met den eygenaar accordeerden over feeckere kamer, ènde be-
dongen dat hy die , op de aankomfte der Scheepen, voor my alleen foude moe#
ten behouden-
Op defe kamer konde niet ftaan dan een bedde, een taaffsi,en een itoel,blij- Doere
Vende dan alleen maar fpátie over voor het openen ende fluyten van de deure , ¡¡°J*"
ende evenwel eyfte men my hondertende twintig Rijxdaalders voor de felve,
ende dat maar voor den tijd dat de Gallioenen indeHaaven fouden verblij-
ven, díe gemeenlijk vijfthien daagenduert.
Door dien de Stadt kleyn ís , ende men ten minden vier a vijfduyfent Sol-
daatenopde Gallioenen tothaare defenííe ïn-fcheept ,doordien'erook veeW
Cooplieden uytSpangien ,Pm*jende andere quartieren , de eene om te koo-
pen, endè de andere om haare waaren te verkoopen , komen, foo veroorfaakt
fulks,datdekaamers, hoe kleyn die ook mogen weien, feerveele gelden,
want het gebeurt dickmaalen dat, 'er niet genoeg ia de Stadt zijn , om alle de
aienfchen onder het dack te helpen.
Ik kende iceker Coopman die duyfent Rijxdaalders gaf, voor een winckel ^°Pr' .
van eene,maar taameli jke,grootte,ende dat alleen voor den tijd van vijfthien ^ ***
daagen dat de Gallioenen in de Haaven bleven.
Ikagte dat het voor my te veel was, dat ikhondert ende twintig-Rijx-
flaalders foude geven „ende dat voor foo kleynen kamer 3 welke nietdaneen
Ratten-neft was, endè door dien my dat niet aanftont,feyde ik tegens des Ko~
nings Threforier , dat het niet lange wasgeleden , dat ik op de Zee was be-
rooft ge worden , endè dat ik foo veele onkoften boven mijnenoodige vertee-
ringe,welke,ten minften , ook foo véél ioude belopen,niet konde doerr.
Maar daaromme wilde men het my niet te minder geven, foodaanig dat Groóte
die goede Threforier, medelijden metmy hebbende,aanden Höipes preien- J?'^3*;
teerde feftig Rijxdaalders voor my te geven , mits dat ik de andere helft fou- d,Sheydt?
de konnen betaalenj ende hier toe moeite ik refolveeren, ofte welombuyten
•p de ftraate te flaapen.
Ik wilde my evenwel in dat neft met begeven dat my foo duer quam te ftäan,
voordat de Vloote was aangekomen, ende ik gink op een ander, ineenfeer
fchoon vertreckjdatmen my voor niet geprefenteert hadde, logeren.
Terwijlen ik naa de komfte van de Vloote wagtede , ontfing ik eenig -
gelt,foo van Offerhanden als Miflen , ende voor twee Sermoenen } die ik dee-
4e>ga£m.en my veor yder vijfthien Rijxdaalders,
Ggg 3 ♦ ^
4,20 IV. Boek. Voy agie van Thomas Gage XL Gap.
Ikgink ookdeCafteelenbefien , die ikfeergoet ende wel verfeekert te
fci;nbevondt
Doch daar ik my het meefte over verwonderde was het groóte getal van
van filver. Muyl-efels , die daagelijks van Pannoma , met bhaaren filver gelaaden quaa-
'men, foodanig dat ik 'er op eenen dag meer dan twee-hondert telde, die
met niet anders bevragt waaren , men ontlaadde defelve op de volle markt,
op dewelke hoopen van bhaaren filver., evenof het maar fteenen hadden ge-
weeft,laagen ; ook liet men die daar fonder voor dieveryetevrcefen.
Naa thien daagen daar ter plaatfe geweeft te hebben,arriveerde de Vloot,
defelve beftondt in thien Gallioenen ende fes Coopvaardy-Scheepen, ende
hier door fag ik my verpligt , my naa mijn Ratten-neft te begeven.
Het was een wonderlijke faaketeiien , het groot getal van menfchen die
doen op de ftraaten waaren , daarmen , weynige daagen te voren,by nsa nie-
mandtfag.
De prijs van -alle dingen begondemedete rijfen, foodaanig datmenvoor
een Hoen twaalf Reaalen verkogt, dat my te voren maar een gekoft hadde op
het platte landt , het pondt Oifen-vleefch goldt twee Reaelen,daar ik op ari-
brengcn. dere plaatfen derthien ponden voor een halve Reaal hadde gehadt, ende alle
de andere fpijfen wierden naa proportie-foo dier , dat ik,niet wetende wat ik
foude aanvangen , mymet vifchende Schildt-padden moefte behelpen , en
hoewel defelve my mede al yry wat geks koften , konde ik evenwel niets be-
ter koop hebben.
Het was mede béfiens- waardig , hoe de Cooplieden haare waaren verkogr
ten , nietin het kleyn , ende by de elle , maar in het gros 3 , met geheele flucken
ende fwaar gewigte, de betaalinge gefchiede ook, niet met gemunt geit.,
maar met bhaaren filver 3 welke men woeg ende voor de waardye der Koop-
manfehappen aannam.
Doch dit duerde maar vijthiendaagen , welke geduerende de Gallioenen
merkt des met Schuytjens ende bhaaren van filver gelaaden wierden, foodaanig dat ik
vryelijk feggen kan ende ftaande houden , dat 'er geen rijker merkt in de we-
reldt is , dan die gcene , welke op die tijdt te Porto-bello werd gehouden, tuf-
fchen de Cooplieden díe uytSpangien a Pamtawa, Pinsendedeomleggende
Plaatfen aldaar komen.
Die groo
te dierte
in de eet -
waaren
Maniere
van ban=
delen te
Vello.
Rfjkfte
HET
iV.BöEk, 'boor de Spaan/c heW'eJf-Indiëiu XII. Cap, 421
HET XIL CAPITTEL
Meerfligheyd van Ybaïïa* Groóte ongefontheydt van Porto
Bello* Foor beeldt daar van ten tijde des Antheurs¥ Schoon
Gafl-huys te Porto-Bello. Swaerevragt den ^Autheur af*
gevordert op een Gallioen. ¥)ie defelve feer goede koof
krijgt . Ver treek der Vloot e , die Scheepen/iet. \De Ho lian*
ders nemen twee Scheepen van de Vloot. Goede gelegentheyt
van het Ey landt ■ de * 'Providentie om de Spangiaarden te
befthaadigen- T)e Hollanders komen weder- Gevaar van het
Schip des Autheurs.
DOn Carlos ¿PYharra , welke dat Jaar Admiraal van de Vloote was,,
bragtalle neerftigheyd ende mogelijcke vlijd by , om met defelve we- ^eerftig-
deraanftontstekonnen vertrecken; Dit maakte dat de Cooplieden Yéarra?
haar ook feer haaireden in naaren handel , foo met kopen als verkopen , ende
met het in fchepenvahdefchuytjensende bhaarenfilver.
Dele neerftigheyd verheugde mytenhoogften, om dat ik bemerckte dat
hoe eer fy de Scheepen laadden,hoe trage r ik ook mijne beurfe ontlaaden fou- ^nr°°ite -
delende dat ik daar door in hetkorteuytdie ongefonde Plaatfe foude konnen heyd vaa
vertrecken, alwaar de brandende Sonne niet alleen heete koortfen , die de?""?
menfchen dickmaalen weg fleepen , veroorfaakt, maar men komt'er oockSe//"'
veeltijds te fterven,alleen als men , wanneer het regent 3 de voeten niet droog;
weet te houden.
Maar voor al kan men feggen , wanneer de Vloote daar haar verblijf heeft,
dat defe plaatfé een altoos open graf is , bereyd ftaande om een groot gedeelte Jf °J*d t,
van het Volck, dat daar dan in foo grooten toe-vloed naatoe komtfacken3in Van La**
te fwelgen , even als het ook gebeurde doe ik daar was , als wanneer'er in die tijde des
korte tijdt meer dan vijf hondert foo Cooplieden , Soldáaten als Matroofen Auct-eur*.
itierven , en dat ten deele van de heete koortfen , ende mede van den Buyck-
loop, welke verweckt wierde door het teveel eetenvan devrugten, ende
het onmaatig drincken van het waater ¿foo wel als door andere ongeregelthe-
den, foodaanig darmen konde feggen , dat defe Plaatfe voor haar niet was
V orto-Bello 3 dat is een fchoone Haaven , maar Porto-Malo ,dat ispeen quaade»
Door dien nu dit gemeenlijk alle Jaaren gebeurt3foo heeftmen, ten behoe- Schoon
ve van die geene die qualijk geftelt uyt de Zee op-komen, of die daar ter Gijft'li-»y*'
plaatfe fieck worden , een Gaft-jmys 3 dat feer rijk is,in de Stad getimmerten ¿'//,*"'"
het felve fijn veele Religieufen de la Charita, welke forge draagen foo voor het
foulaas der fïecken,als voor het begraayen der dooden.
Den
42 2 IV. Boek. Voyagie van Thomas Gage XII. Cap.
Den Admiraal welcke bedugte dat die faaken meer moghten toe-*emen ,
deede alle mogelycke neerftigheyt , om met de Vloote weder in Zee te gera-
ken , ende hy en ftoordde fig niet aen het geene men feyde , te weten , dat'er
drie a vier Engelfche ofte Hollandfche Scheepen in Zee waeren,die, na allen
fchijn , niet anders fouden doen , dan het eene ofte het andere Schip 9 dat ee«
weynig van de Vloote mogte af raaken , tragten te nemen.
Defetydinge joeg mijn den fchrick in het lijf, ende ik meeflde dat het ,
voor mijne fecuriteyt ende veyligheid, beft foudezijn, fo ik tragte op een
van de befte Gallioenen over te varen, maar als ik hier op wegens mijne vragt
gevordut wilde handelen, fo bevondik, datmen my niet minder dan drie-hondert
GaUioeu, Rijxdaalders voor de felve af-vorderde, ende die fomme foude ikaiet hebben
konnen op-brengen , fonder my grootelijks te incommoderen.
Hier door dan nam ik voer , my aan eenig Schipper van een Coopvaarder
te addreíferen,hoewel iek wel wifte dat ickby een foodaanige niet fo feecker
foude zijn als in een Gallioen dat wel van Soldaaten ende metaal Gefchut
voorfien was3maar ik troofte my altoos inGODTswelke een feekere toevlugt
ís voor die geene die Hem vreefen, ende die,in die verlegentheyt, my een feer
veylige over-vaart voor geen geit deede vinden.
Want hebbende op feeckeren dag mijn Vriendt den Threforier ontmoet,
hadde de felve weder medelyden met my , my als een Vremdeling , die korts
gefpolieeit was , confidererende , hy recommandeerde my aan den Schipper
van een Coopvaarder,de St.Sebaftiaan genaamt,welke hy wifte dat van finne
was een Cappelaan in lijn Schip te hebben , ende aan denfelven fijne taafleltc
geven. , _,
Ik hadde my fo dra-nietbyhena, uyt den naam van den Threforier, die
fo wel fijnen als mynen Vriend was,aengegeven , of hy belooide my binnen
fij n boord te ontfangen, ende aan fijne taffel te fpyfën, begeerendehy daar
voorniets, dan dat ikGODTvoor hem endedezyne bidden fouden, be-
loovende my daer- en-boven te betaalen voor alle de Sermoenen die ik foude
Ik'loofde ënde dankte GODT voor de genade die Hy my deede , erken-
ne in defe faake , fo als ik te vooren in veele andere gedaan hadde , de hulpe
vanSyne voorfienigheyt , welke my middel verfchafte om in Engeland te
geraaken.
venreck Soo dra als de Scheepen gelaaden waaren,vertrocken wy om na Cartbagetta
¿er vloote te zeylen , ende daags na dat wy t'zeyl gegaan waeren, ontdekten wy vier
¿ie schee- Scheepen , dít joeg de vreefc in de Coopvaarders , ende maakte dat fy digte
pen fiet* omtrent de Gallioenen hielden , als hebbende meer vertrouwen in de magt
van die Vaar-tuygen als in haare eygene.
Defloibn- Het Schip waarin ik my bevond, was ligt ende wel beïeylt, hier door
iersne- was het altoos digte by den Amiraalofte een van de andere Gallioenen ,
maar alle de andere die fo rad niet ter zeyl waaren , quaamen fo verre agh-
tera
Díe de iel.
ve feer
goede
koop
ÜE¿ Boi.CK!Door.:deSfaanfchemeft-Indr¿n. XIf.CAP.423
ter, dat'ei twee door de Hollanders genomen wierden, ende door haar by tweeScfc a
nagt weg gevoerc , eer wy te Carthagena ko men konden. *an de
De Spangiaarden hadden geen meerder vreëfe dan omtrent het Eylandt de Goede g«-
rrovidentie,het welke fy St. Catharina noemen , vreefende dat uy t de Haaven tegenthe J*
van het fel veeenige kloeke Engelfche Scheepen foudeu komen loopenen de Ä*
Vioote attaqueren. r Kïï8*>
Sy vervloekten de Engelfche die. het felve bewoönden,ende feyden dat dat tie oinde
Eylandt nu niet anders was dan een toe-vlugt van Rovers ende Zee-fchuy-SS'te
mers, ende dat, ibo den Koning van Spangien da-ar niet haaft ordre inHel- befchaa-
de , fy veel quaats aan de Spangiaarden fouden doen , door dien het digte by diSca-
de mondt van El De/aguader» legt , waar door de Fregatten van Grenada groot
gevaar loopefi,en zijnde het nog daar-en-boven gelegen tuiïchenPorto-bellê en-
de Carthagena , foö houdt het de Gallioenen in fchrik die de Inkomften ende
Schatten des Koninghs overvoeren.
Op úqÍc wijfe dan,altoos op de Engelfche ende het Eylandt de Providentie De H*
vloekende, fettenwyonfe Reyfe voort n&aCartbagem , daar omtrent ont-¿a0n¿"
moeten wy weder de vier Scheepen die ons te vooren vervolgt ende twee van weder,
ons Gefelfchap genomen hadden,meenendcin het binnen loopen noch eeniee
te onderfcheppen. •
Ditfoudenïy ook hebben konnen doen , fcofy hadden willen waagen het Geva*
bchip , waar mik was , te attaqueren , het welke boven de Caap , die voor vanhet
de Haaven legt, feylende , om dus binnen te loopen,tegenshet Landt wier- S«írl
de gedreven, wy fouden aldaar ¿tyy ten allen twijñel, Schip-breuk hebben
geleden , foo de .grondt foo Wel ftpenig als fandig hadde geweeft , doch wy
wierden uyt dit gevaar geredt door de moeyte welke deBootsgefellen namen,
om ons van de grondt te helpen , ende wy ontfnapten defe Scheepen , welke
ons?ioo verre als fy konden , vervolgden , dervende doch evenwel niet onder
het öereyk van het Gefchut der Citadelle,komen.
Hfit beliefde da nGoDTmy op defe Reyfe voorde tweede reyfe, uyt het
gevaar , van van de Hollanders genomen te werden,te redderende feeker.by
aldien ik dát ongeluk hadde gehadt, ikfoudeálseen Bedelaar hebben moe-
den te huys komen , ende door dien dat tegens mijn gemoet ftreedt, ende ik
dat niet wel vanhet felve konde verwerven5foo foude ik ia groóte tentatie
Rebben geraakt van weder naa Qmtlmah te keeren.
Hhh
HET
1!
424 IV' BóECK. Voyagïe van Vbomas Gage XIII- Gap,
HET Xffi. C APIT TE L.
Komfte te Carthagena bye enige Êngelfche, Waarvan hyrer
vier in fijn Schip krijgt. Ongelmk van Eduard Layfieldt.
Valfchgerugt door die van Carthagena uytgefiroyt* Re/o-
lutie van Don Garlos d'Ybarra*. Vertreck van Garthage-
taande komfi e aan de Havana* ^De fwaalf Apofiolen^Ca-
piteynSLo&doorde Spaanfche geaffront eert zijnde , roept
haar 'm 'Duel.* t Welckden Autheur belet* Byfondere ey-
genfchap van het varckens-vleefch in ¿¿¿'Havana ende op het
Ey landt Guba. Schildt-paddengevengoedefpijfe. Hoe die
bereydwert. Wat leeftogtmen gemeenlijk op de Gallioenen
inde Havana inneemt*, *Den Admiraal fieldt vaft te ver-
tree ken* EefichrijvingevandeBQueaniers enTlanters*,
Komftefte
Carthagena
en byee-
ïiige En-
gelichc.
Waarvan
ky er vier
in fijn
Schip
fcrygr.
Ongeluk
van
Edwrd
ievfieidf.
OP defe wijfe dan liepen wy binnen de Haaven van Cartagena , ia
dewelke wy thien a twaalf daagen bleven leggen ; Hier vondt ik ee-
nige Êngelfche Gevangenen , welke de Spaanfche op Zee gekregen
hadden, ende in het Eylandt de Providentie te huys boordden. Een van de
felve was den vermaarden Capïteyn Ros ,ende nevens hem waaren'er omtrent
noch twaalf andere , ik was feer blijde haar ontmoet te hebben , doch ik dor-
fte haar geen groóte vriendfehap betoonen,uy t vreefe van my verdagt te inaa»
ken.
Doordien men nu hadde voorgenomen , ©m haar naa Spangien op te ft»1-
den, foo4addenfy op het Schip, in het welke ikgeëmbarqueert was, wel
willen over- vaaren , ende doordien ikfolks , niet minder dan fy , wenfehte,
bragt ik het foo verre met onfen Schipper,dat hy 'er vier, ten opfigte van my ,,
binnen fijn boord nam. Onder defelve was'er een ^enaamt Eduard Laifieldt,
welke van St. Lucar naaEngelandt toe vaarende , van de Turcken wierde ge-
nomen , en die ook aan my ,in Engeland zijnde,brieven, uyt Turckijen,heefc
gefchreven,my door de felve biddende , te willen myn befte doen tor fijn vry-
kopinge ende verloffinge uyt de ilavernye.
Ikhaddegrootbehaagen in fijnen omganck, ende be vondt dat hy feer ge*
dienftig omtrent mijn perfoon was, ende hier door verpligte hy my , om voor
ihem een woort te» beften te fpreecken , foo aan de Schipper als aan de Matro-
hvi9
IV. 1&ov&.T)ooräeS-paeufche Weft-Indiïn. XIII. Cap. 425
fen , die anders hem , foo wel als de En&elfche van il; ngefelfchap , quaalij k
fouden gehandelt hebben.
Terwijlen dat wy te> Caribagenala&gzn ,~ quam'er een gerugt , dat'er feitig vals ge.
Hollandtfche Scheepe» in Zee waaren , om op ons te paffen , ende het uy t- raghte
loopen der Gallioenen af te wagten j Dit verweckte geen kleyne vreefe in de J°°r,£ie
Spangiaarden , welke daarover den breeden Raad vergaderden,om te beíiuy- lha¿tT
ten of de Gallioenen > daar ter Plaatfe , fouden overwinteren ,. ofwel , dat fy.t uytge-
dat Jaar noch, fouden naaSpangienzeylen. ftrooyt.
Doch door dien dat gerugte valfch was , ende bevonden wierde dat het níet Refoimie
yoort-quam , dan uyt de Inwoonders van Cbartagena > die om haar particulier v*n Dom
profijt wel hadden gewilt, dat de Gallioenen ende de Coopvaardeïs daar^.yj^.#
ter Plaatfe verbleven badden^foo gufDem Carlos de Ybarraxot antwoordt,aan
die geene , die hem van die faacke fpraaken ¡ Dat hy felfs voor honderc Hol-
landtfche Scheeën niet vreefde, dat'cr niet ter wereldc was dat hem foude be-
letten naaSpangien over te fteecken,ende dat hy hoopte,in alle feeckerheyd,
desKonings geit over te brengen; Het welke hy , volgensdit fijn feggen,
ook volbragte.
Agt daagen naa dat wy van Cartbagena vertrocken waaren , quaamen wy Verweck
aan de Havana y hier verbleven wy ook agt daagen , wagtende op de Vloo- SS**
te, welke Jaarlijks, opdefelve tijd, foo als wyin het eerfte boek gefegt ende kom.
hebben, daar is gewoon te komen , werdendedeReyfe,foovandeGallioe-fte aan &
nen van Perto-Bcllo, als van de Vloote van Vera-Cruz , daar naa gefchikt ende ******
gerigt.
Ik hadde, die tijd.geduerende, gelegentheyd , om die ílerke ende ver- ¿JolE?1*
maarde'Citadelle te fien , op dewelke twaalf uytnemende groóte ftucken Ge. len.
fchuts leggen , die men gemeenlijk de twaalf Apoftolen noemt, welke doch
evenwel weynigleet fouden konnen doen , aan een Leeger dat van de Landt-
zijde ofte van de kant van de Reviere de Matatías quam.
Ik ging ook de Moeder van de Mulat Dagmllo , die my in Zee geplondert Capiteya.
hadde, befoecken , ende ik deede alles wat ik konde , om die kloeckmoedi- ^«*Am
§e Engelfche gevangenen te vertrooiten3doch voor al den Capiteyn Ros3 wel- ah^ESê
e fig aan myquámbeklaagen, wegens de Affronten, welke de Spangiaar- fromem r
denhem,op het Schip met het welke hy gekomen was, hadden aangedaan, z,'Jnde»
welke hy , hoeweleen gevangen Man zijnde , níet hebbende konnen verdraa- SeV"
gen, hadde hy die geene, welke hem beledigden , in Doel geroepen, ènde
hy daagde haar uyt , om met hem man tegens man te vegten , waar ter plaat-
fe fy ook in de Havana wilden.
■ Defedaadtvan4iegevangenEngelfchman,was feeckerlijk eenteecken van
eên kloeckmoedig ende genereus herte , hebbende hy de ftoutigheyd van een
üyt-daaginge aan een Spangiaart , in fijn eygen Landt , te doen , ende alfoo
¿en haan op fijn mejl-vaaltaan tetaften.
üoch doo| dien ik die door E,duardLaifieUt hadde verftaan 3 wilde ík defe
Hhh 2, faacke
—
<
't wekk
den Au-
eheur be»
let.
426 IV. Bdek. Föyagtè vm Thomas Gkge XIII. Ca-k
faeke fliflen , ende , zo dra my mogelijck was, by-leggcn , vrecfende dat veele
Perfoonen,door haaré gewoonelijke rafernye regens onze Natie,op hem fou^
denaenkomen, ende fo om dèn hak en her leven brengen?
Hierom ontbood ik hem in het Convent in het welke ik my onthield , en*
de ik deede hem van dit fijn voornemen af-ftaan , zeggende dat hy niet moeft
vegten ende zijne kloekmoedigheid betoonen op een tijd ende plaatfe,alwaar
bem fijn ftaat vaneen gevangen daar van difpenfeerde.
Iktroofte ook de andere iri haare bedroe ftheid , ende hielphaar in haar©
armoede zo veel als ik konde» vooral Lay fieldt;
Door dien ik daar rer Plaatfe bevonddat hetmy noodigwas een kleyne
purgatieintenemeni voor ende al eer ik my weder op de Zee foude bege-
ven , kreeg ick daar door gelégentheid om te leeren yets dat ik noch niet
wifte, te weten, welke de fpijfe was, die de voornaamfte Doctoren van de
Havana, aan haare Patiënten ordonneerden, wanneer fy die haden doen
purgeren. V,
Bvfondere Want in plaatfe van dat ick, na de-purgatie gewerek* hadde¿ vcrwagte
eygen- dat men my een ftukje Schaapen vleefch zoudetrengen , ofwel wat van eca
ichapyan Hoen,Kalkhoenofce eenige andere regt voedfaame endegefonde fpijfe, fo
S™" hadde mijnDoótorgeordonneertdatmen myeengebraadenilukvan eenVer-
vieefchïn ken foude geven, endeik, geloovede dat my fulks , inden ftaatin dewel-
ke h^™* ke ik my bevond , foude fchaadelijk zijn, weygerde het aan te nemen, fegr
hecEyiandgcnde regens den Doftor dat fulks tegen de praóHjcke van alle Natiën was,
c»b*l door diendat vleefch de eygenfchap hadde,van den buyk week te maaken,
Doch hy antwoordde mydat hetVerkens- vleefch daar eengeheel andere
kragt , dan wel op andere plaatfem hadde , ende dar ik moefte eeteriVan het
g;eene hy myhadde láaten bereyden,my verfeekerende dat my fulks niet qua-
lijk bekomen foude
schudt- Gelijk men nu agt dat het Verkens-vleefch , daar ter plaatfe , feer gefont
badden is , foo houtmen ook , dat,naaft het felve,geen beeter fpijfe werdt gevonden,
dan de Schildt padden , van dewelke alle de Seheepen,die naaSpangien vaa-
ren, aldaar haare provifie op-doen. a
Men fnijdt de Schildt- padden aan feer lange ende dunne faedeB,even-alsik
vztideTafajos gefegt hebbe , deielve werden gefouten ende in 4?n windt ge-
droogt, waar naade Matroofen dcfelve nuttigen , geduerende geheel de
Reyfe, totinSpangientoe, fy kooken die in het waarer , mer eenweynig
lookop, ende fyfeggen dat fy daar foo goeden finaak van hebben, alsoffy
Kalis-vleefch aaten.
Sy nemen mede eenigPluym-gedierte inde Scheepenvoor de taafrel van de
•o^meT* Gapiteyns ende Schippers , gelijk ook levendige Verkens , het welke , naa
gemeen- a|] en fchij n , eenige befmettinge in hetSchip foude brengen,foo men geen fot-
Gaboc-6 gedroeg,, van de plaatfe , inde welke iïgdcfe Beeften onthouden >, daage-
en, lijks wel metwaater te reynigen.
geven
goede
-ipijfe.
Boe die
bereydt
werdr.
Wat kei
■ 1
- «_
iy. BbEK. Toor dèSpaanfcheWeft-Indiïn.YSLl. Cap. 427
In her Schip waar op ik was , doodemcn gemeenlijk , alle week , een Ver- uav\ua¡
ken , voor de taeffel van'de Schipper , de Stuurman ende de PaíTagiers. inneemt,
Als nu alle de Scheepen voorfien waaren •, van alle noodige voor- raat die
fy in de HrtVtf«*kondenbekorrfen, ende dat, in negen daagen tyds3 de waaren
der Kooplieden , ende het geit des Konings was ingeläaden , decden wy niet
dan de aankomfte van de Vloote van Vera Cruz af te wagten-, welke den ag-
iten September, daar ter plaatfe , moefteby ons komen.
Maar Dom Carlos d'Vèarra, iiende dat fy lange , boven den geprefigêerden D?" Aii
tyd , uyt bleef, vreefende ook voor ftorm ende onweder , ende voor de nieu- SSJaft
we Maane van-die maant , die gemeenlyk gevaarlyck vaar-waater maackt tevertreo»
inhet paiTeeren van de Straate vanBahama , wilde niet langer wagten , maar kcn«
refolveerde de Reyfe na Spangien voort te fetten.
Doch eerwy hier van de Havana fcheyden , moet ík nóch yets van eerïEy- Befchry-
lant Cuba , dat ick hier vorens geographifcher wijfe hebben befchreven , Jin8e va«
feggen ; De eeiie zyde dan van dit Eylant , welke door de Spangiaarden ver- niereen *"
läaten is , wert door de Boukaniers ende Planters bewoont, de felve zijn daar namen;;
ín foo grooteen meenigre , dat de Spangiaarden daar niet derven^komen ,
het Lant is'er foo vrugtbaar ■, de Boffchen iyn'er foodaanig met Orarigie-ap-
pelen ende Citroen boomen voorfien, leverende daar en-boven foo groot een
meenigte van wilde Verfcèns , Stieren ende Koejerruy t,dar, foo die Lieden,
tot haarekleedingeendeomkruyr ende loot uyt Europa te hebben, niet ge-
nootfaakt waren met andere te handelere, fy daar regt als in een Aertfch-
Paradys fouden woonen , maar defe nootfaakelykheyd dwingt de Boukaniers
tot het fchieten van Stieren ende Koejen, om de'huyden, ende van wilde
Verkens, omhetvkefch ; De huyden verkopen fy aan de Handelaars, welke
aldaar jaarlijkfch op die Kuftenmet haare Scheepen komen, ofwel brengen
{y de felve met Canoas naa Tortuga toe, daer fy die regens ly waat, laken, kruit,
loot , fcliiet-geweer, &c. verruylen, verteerende aldaar in een maant het
geenefy in een geheel jaar hebben gewonnen, endehetvleefchvande Ver-
kens leveren fy aan de Planters voor Tabak , defelve geven een-pont van de-
fe laaftgenaamde waar voor twee ponden vleefch % het felve wert by- naa be-
rzyt alsazTojfaj os , daar voor defen van gefprooken is-, en zijnde droog in-
gepakt , kan het jaarren lang goet blyven , defe Taback verhandelen fy mede
aan de Scheepen voor de Europifche waaren die wy boven hebben genoemtj *
©fte ook wel Yoor Wyn.
Khfa
BËjr
Vertrek
uytde
Havana.
DeGalli-
oenen ra-
ken by
nagt on-
der een
andere
Vloote
dar haar
doet met
groóte
vreefe fig
ilag vaar
digmaa-
ksn.
428 IV\ Boek. Voyagie "vanThomas Gage XIV. Cap.
HET XIV. C A P I X T E U
Ver treek uyt de Havana. T>e Gallioenen raacken fy nagt
ander een andere Vloote , dat haar doet met groóte vree f e fig
Jlag-vaardig maacken. Maar bevinden dat het de Vloote
•van Vera-Cmz is Een Engelfch Schip neemt een Spaenfch
uyt een Vloote van twee-ende-vijftig zeylen. Sfiaanfche
grillen ende Rodomontades* T>e Engelfche falveren haar
methaareTrijfe. Kloeckmoedige daaäen vaneen HoMand-
/che Vic e- Admiraal,
WYfmeeten het dan onder xeyl op een Sondag- des morgens, ten
getaale van feven-ende-twintig Scheepen , daar onder begrepen
díe uyt dei/tf»</#raj ende uyt de Eylanden by ons waren gekomen 3
wy liepen een voor een uyt de Bavana , om in Volle Zee te geraacken , in de
welke wy het dien geheelendag heenen ende weder hielden, wagtende op
een voorfpoedige wint , ook op het Schip , dat ons, door de Engte van Baba-
ma, den weg moeite wijfen, het welke noch uiet uyt de Havana was geko-
men.
Maar als de nagt gekomen was, wenfchten wy van herten weder, in cfe Ba»
vmiaxo. zijn , gelovende dat wy door een magtige Hollandtfehc Vloote óm-
ringelt waaren , door dien wy bemerckten datlíg veele Scheepen onder onfe
Vloote vermengden; het welke ons dan deedealles tot een gevegt, tegeas
den volgenden dag, bereyden.
Men riep den Krijgs-Raadt , men hieldt den geheelenj*agtalle het Volck
opdewagt* menbereyde het Gefchut, mea fchoot de Schants-kleederen
op alle de Scheepen, ende men fondt de noodige ordresop allcde Gaflioenea
endedeCoopvaardy-Scheepen> door dewdkefy konden weten watramgfy
hadden te houden. - : ■ ,-■ —
Het Schip waarop ik was a tnoefte lig digte byden Admiraal begeven,"
ende daar door waaren wy verfeekert van een goedt befchermer.
Ons Volk was ook feer kloeckmoedigende braaf gerefol /eert om wel te.
vegten,ende door dien alle defe krijgs-bereydfeien my niet feer aanftonden ,
foo wees-men my een plaatfe aan ,in de welke ikmy,inalle veyligheydjkori-
de verborgen houden , tuífchen de biflchuyt-Yaaten.
Geduerende die nagt hadde ik ook geen gebreck van werck , want ick
moeite de biegte hooien van alle die in het Schip waaren, foodaanig dat ík
des morgens wel rufte van nooden hadde , naa dat ik , geheel die nagt , in die
moeyelijkebeiigheyd hadde door ge>ragtt
Doch
IV. Boek. VoordeSpMn{cheWeft-lndihi^\y&&v. 429
Doch met hetaanbreeken van den dag wierden wy uyt de twijffelinge , in Maat be-
de welke wy waaren , getrocken , ende wy faagen dat onfe vreefe ongegrond 'ím d¿n ^
was, doordien het geen Hollandfehe Scheepen , maar onfe Vriendenwaa- vloode
ren , die al foo veel vreefe. als wy gehadt hadden,hebbende fy iig mede tot het Tan Vera°
gevegt bereydt. Cratis.
Want foo draa wy haare vlaggen gefien hadden , bemerkten wy dat het de
Vloote was die wy van Ver*~Cruz\ezwagtent ende diemetonsnaaSpangien
aioefte zeylen. -
Haare Vloote beftondt uyt twee-ende-twintig zeylen , welke alle niee
minder dagten dan ons buy ten de Havana te vinden , maar geloofden dat wy
haar daar noch binnen op anker laagen en wagten , foodaanig,dat fy,gedue-
rende de nagt , meer vreefe voor ons,dan wy voor haar,gehad hadden.
Maar als de dag allé die wolken verdreven hadde, ende wy daar door de
reghte befchaapentheyd van de faak-c faagen ¿ nam men alle die teekenen van
Oorloge weg , ende in plaatfe van defelve hoofde men het geluydt der Trom-
petten, ende men fag.niet dan Chaloupen, die,om malkanderen te begroe-
ten , van het eene boordt naa het andere, roeyden , ende het Volk dat geiont-
heden dronk , ende malkanderen geluk op de rcyfe wenfchte ¡ waarmede ge-
heel die ochtent doorliep;
Doch in her midden van die vreugde,;beítaande onfe Vloote doe uyt twee- Een Es-
ende-vijf tigzeylen,fonder dat wy het getal van die van Vmt-CVa^ofte fy van ïelfih
de ons wiften , bevondenwy dat'er twee Scheepen onder ons waaren , wel- neemt een
fcewy niet kende, de Engelibhe Gevangenen feyden my alleenlijk, dat het sPaanfch
eene een Engelfch Schip was,' de Neptunus genaamt, dat dan de windt op °f
ons gewonnen hebbende,het op een van de Scheepen van onfe Vloote aanfet- vanuvec
te , het welke van Duynkerken vandaan was, ende^ijnde teCadixende te «de-
St. Lucarm'sGoningsdienftgebruyk^geweeft^ashetindelndiën metfuy- twi™£
ker ende andere koftehjke waaren bevragt geworden , kr waerdije van tagh- Ze^ea'
tig duyfent Rijxdaalders , aen het welke nu defen Neptunus de lage gegeven
hebbende , antwoorde het niet dan met twee fchooten , waarop het iïg fagh
gedwongen over te geven,konnende het vandeVloote nietgeholpen werden,
door dien het daar van een weynig verwijdert was.
Dit gevegt duerde geen half uer, ende daar naa faagen wy dit Schip weg:
voeren, vlak voor onf&geheele Vloote heenen , het welke alle de vreughde-
teekenen van de Spangiaarden in lafteringen ende vervloekingen cfeede ver- :
anderen.
Sommige fcholden op den Schipper van het genomene Schip , ende feyden
4athy een Verraaderwas, ende dat hyiïgvry willig hadde laaten neemen >
door dien-hy tot de Reyfewásgepreítgeweeft;
Andere vervloekten ook die geene die haar genomen hadden , ende noem-
den defelve dronkaarts , fchelmen , dieven ende Zee-roovers.
Daar waarÄi'erdie.haaredeegens vatten, even als offy de Engelfch e had- spaanfch?
den
do»
De Engel-
430 IV. Boeck. Voyagie van Thomas 'tr^XIV. Caj?.
grillen den willen in ftucken kappen, andere ftelden haar met haar musketten in po-
erde Ro-^ ftuer 0f fy Qp haar hadden willen fchieten, ende eyndelijk andere , welke , als
a* raafendemenfchen,metde voeten ftampten,éndeover den Overloop liepen,
als hadden fy, om die te agterhaalen , .buyten boort willen fpringen . kneri-
fende op haare tanden tegens de arme Engelfe Gevangenen , even als oí ly die
hadden willen vermoorjdcns. en*iat omde faake die haare Landts lieden daar
foo even gedaan hadden, ende. ik moet bekennen dat ik groóte moeyte hadde
om alle deze windt-buylcn te beletten, dat fy geen quaat aan Layfieldt foudea
doen, die meer dan ymant anders over haare fotternijen lagte, ende op de
fcheld-woorden die zy hem gaaven, weder antwoorde.
Men gaf aanftontsordre aan den Vice-Admiraal,en.de aan twee andereGal-
£h/ikNe" lioenen, om haar te vervolgen, maar, datwaste, vergeefs , doordien hetin de
renhaar windt was, foodaanig dat die-twee Scheepen, al immer foo verheugt zijnde
?SeharC a*s ^e Spaanfche bedroeft. waaren ,ende de wint van achteren hebbende , het
ontfeylden , .geen kleyne reeden, hebbende om tepocchen dat zy foo rijken
buyt hadden gemaakt in het midden van twee-ende-vjjftig Scheepen, e nie
xnn de, voornaamfte Zee-magr van, geheel Spangien.
Hetishctvermaakelijkfte ding des werelts voor een die van deSpaanfche
Landt-aart niet is , welke iïg op haare Vloote bevindt , wanneer hy fiét alle
haare grillen ende buyten-fporigheden , ende hoort haare dreygementen en-
de fcheldingen , foo draa men maar van Engelfche ofte Hollanders fpreeckt,
want feekerlijk , fy gelaaten fig als miy geheel Engelant ende Hollandt al-
leen met haar twee a drie Perfoonen fouden uytroeyen, ende ondertttiïen
wenichen/y. niet meer dan altoos hondert mijlen van haar te zijn, want die
ftaaltje dat wy hier van dit Engels Schip^onder een geheele Spaanfe Vloo-
te, verhaalt hebben, is haar door gefeyde Engelfeen Hollanders meermaaleti
Kloeck-
moediga
een Hol
landtfche
Vice-Ad
miraaJ.
gefpeelt, onder andere venviel eens een Hollandtfe Vice- Admiraal , van
Ujne.VlooteveriteelÄen zijnde, ondereen geheele Vloot van feftien Spaan-]
daadt'^Tan fe Gallioenen>hy hadde maar dertig Stucken op,ende voerde 't negentig kop-
pen, ende des niet tegenftaande hieldt hy het drie daggen tegens die braave
baafen uyr, ende Aaa dat hy twee Galjoenen hadde in de grontgefchoten, en-
de op de Spaanfe Vloote meer dan twaajf honden doodenende :gequetften
gemaakt,, 4rakbyfop den 4erden.dagti den brant in iïjnkruydt, waardoor
nevens fij n Schip nog twee GalÜoenen fprongen , die aan zijn boord laagen»
de Spangiaardeji/praa^e^Yandefeidaadtniet dan met verwonderinge, maar
wiften my defen kloekmoedigen Heldt niet te noemen , wiens naame waar*
dig i s eeuwig te leven , naa,hec fpringen van zijn Schip wierde hy nog leven-
diggevjft , maar ftierf door zijne quetfuuren twee a drie uuren naa dat hy öp
haaren Admiraal was gebragt, die hem geerae in herleven behouden Jjaddê»
HET
m-fm^--n ~r
^rrsmmm
IV.Boeck. tDoordeSpaenfchtWeft-Indïèn. XV- Cap.' 43Ï
H E T XV. C A P I T T E L.
DeVkotenfcheydenvanmalkanderen. Groot gevaar van de
Vloot. Spaan fche hlintheid. Sypafferen de Azores* Swa*
re/ïorm van aght daagen. S.y zijn genoot faae kt ftinckendt
waater te drïncken. Syfien Madera. "Daar naa Cadix.
KomfleteSt Lucar de Barrameda. Bekommemife des Au'-
theurs wogens de receptie die by van fijne Vrienden in fy-
ne armoede foude ont fangen. Groóte verandering voor die
geene die uyt Indïén weder in Europa komen.
OP den na-de-middag nam de Vloore van Vera Cruz h^zx af fcheydcDe vio0;
van ons, ende fy liep inde Havana binnen , door dien fy niet gevi&u- ten fcI*f
rror * ? "/?** ' ^6 Reyfe na SPan§ien te bonnen doen, ende wyíaW
regten onfen Cours na Europa we, niecmeer vrecfende dandeEnghte van'S L '
T^4 diewy ookgeluckelijkpaileerden, doorhulpe van de Lootfen,
dieonfen Admiraal, ten dien eynde, uytgekofenendegehuert hadde,
IK noude het voor onnodig hier met veele woorden voor oogen te ftellen ,
liet gezigte dat wy hadden van het EylandSt. Auguítijn, ende la Florida, al
io wey mg als het verhaal van de ftormen ende tempeeíten die wy, op de Rey-
fe, moeiten uyt-ftaan, endede verfcheydenheid van de Polus hoogte, ende
daaromme fal ik die met i}ilfwygen voor by gaan.
Ik fal alleen feggen , dat, als op feeker tijd , de ervaerenfte Stier lieden niet Groot- ge.
Wiiten waar fy waeren, het niet weynig gefcheeld hadde, of wy fouden alle by vaar ™%
nagtbchip-breuke geleden hebben by de Bermudes, foden daageraat, welke eVlooce'
Degonde door te fciiij nen , ons niet hadde doen bemerken , dat wy daar vlak
op ieyiden
Maar de Spangiaarden , inplaatffeGODT te danken, dat Hyhaar van Spaanfche
dat groóte gevaar , hadde bevrijd , begonden de Èngelfche die op dat Ey land blintheid'
^utn^terry]0ecke,n3Je^endQ' datdiedacEylandc. nevens alle de
omLggende, betoovert hadden, ende dat fy, door Duy veis pra&i, ken , al-
voofbyTaÄ
Nadat wy geluckelijk van defe gevaarlijke plaatfe waaren geraakt, ftel-
denwyonfenCoursnade Eylanden van Tercera ofte dz Acores, wy hadden
in defelve wel foet waater willen innemen, om dat het geene wy inde Hava-
na hadden ghekregen , gheheel geel was geworden , ende fo leelijck
ín ilonk.
Sy pafo-
ren de
f.waare .
ftorm van
aght daa-
gen.
Sy fijn
genoot-
faacki
itinckint
waatercc
¿ríneken.
Syfíen
Madera,
Daar naa
Cadtx.
432 IV. Boeck. Voy agle vanThomas Gage XVV.Cap.
iïonk,dat wy gedwongen waaren onfen neufe te ftoppen,als wy daar van wil-
den drinken.
Maar de geftrengen Dom Carlos ^ geen a gt nemende op den noot van de an-
dere Scheepen , deedesons die Eylanden voor-by loopen, dog den volgenden
nagt wenfehten wy aan de felve voor anker te leggen,
Want hoewel, naa haar gevoelen, die Eylanden niet door de Engelfche
zijn betovert , ende in tegendeel door goede Catholijken bewoont werden,
kreegen wy , in het gefigte van de felve, de grootfte ftorm ,die wy nog,federt
ons vertrek uyt de Havana , gehadt hadden, de felve duerde geheeie aght
daagen, en daardoor verloorenwy een Schip, ook raakten'er twee Gal*
lioenen daar door in foodaanige ongelegentheydt , dat fy twee fchooten dee-
den los branden , om ons van haaren noot re waarichouwen , waar om dan
de geheeie Vloote by liak , om te verwagten dat fy haare groóte mailen we-
der gerepareert hadden.
Hiernaazeylden wy een tijd lang heen ende weder, wetende inderwaar-
heyt niet waar wy waaren, ende gedueriglijk ons ftinkende waater drinken-
de , van het welke wy y der een pinte des daags kregen.
Vier daegen naa het ftillen van den ftorm ontdeckten wy Landt, ende daar
door begonde een yder Spangien! Spangien! te roepen.
Terwijlen dat de Stier-lieden aan boordt vanden Admiraal vergaadert
waaren, om haare giiïingen ende befteken noopende het Landt over malkan-
deren te brengen, waaren'er veele die haare vaaten met befchuyt ende waa-
ter verkogten , een yder iig inbeeldende dat wy voor de eene ofte andsre
Kufte van Spangien waaren.
Daar gefchieden ook veele weddingen , maar wy bevonden , alswy naa-
deraan het Landt waaren gekomen , dat het het EylandtM^;v/ was; Dit
deede veele op de onwetende Stier-lieden fchelden ende vloecken , ende wy
moeften gedult nemen, iiende dat wy nog niet ten eynde vanonfeReyie
waaren gekomen.
GODT deede ons evenwel de genaade, nae dat wy datEylandt gepafleert
waaren , van ons een doorgaande ende voorfpoedige windt te geven , die ons
tot in Spangien toe by bleef , ín het welke wv naa twaalf daagen Gadix faa-
gen.
Eenige Scheepen verlieten ons op deefe plaatfe , maar het meefle gedeel-
teliep verder tot naa St.Lucartos, ende onder andere Kiede het Schip daar
ik op was.
Doe wy aan die gevaarlijke plaatfe, die de Spangiaarden la Barra noemen,
quaamen,endedorftenwy het beleydt van ons Schip niet aan onfe Stier-lie-
den toe vertrouwen , maar wy bedienden ons van die van het Landt , welke ,
de hoope van wat te winnen, ten foo grooten getaale , deede aan boordt koo-
men , dat'er yder Schip een hadde, om het felve in de Haaven te brengen, ge-
lijk men fulks ook gewoon is in alle andere Haayencn die qualijk in ende uyt
seloopenzijn. Den
IV. ^o^^oordeSfaenfcheWeliJndi'èn^l^.Ck^Y^i
Den een-ende-twingften dag van November 1637. omtrent ten een uere Komftete
na de middag , lieten wy ons ancker te St. Lucarde Barrameda vallen , ick ging ** f m¡tr
met veele andere PaiTagiers aldaar teLande,na dat wy eerft door de bediende Íi*rw"
van het Tol huys waaren gevifiteert.
Ick danckre mijnen G o d t van dat ick de bodem van Europa weder mog- Bekom.
te betreeden , ende ick hadde geen kleyne vreugde van my foodigte by mijn merniffe
Vaderkndt te fien zijnde my nu noch maar overigh een gedeelte van de ^ufswe,
Spaaniche Zee ende het Canaal, tot aan den Hoofden roe , doorte zeylen,gens de
maar, om dewaarheydt tefeggen, deze mijne vreugde wierdefeergetem- recePcie
pert,alsikdagte, wat verandenngehetfterven , in foo veele Jaaren , hadde ¡j£ehy va"
konnen, inonfe familie uyt-werken; de gramfchap van mijn Vader , zoomende»
üie noch in het leven was, ontruftemy oock ten hooghnen, ende, gelijck'" fiJne-ar-
men in zoodaamge gelegenheden, doch alles vreeñ\, hadde ick oock geen ?*£%**
kleyne appreheniie, dat hy weder , fohy al overleden was, door fijn Tefta- fangen.
ment, het zoodanig mogte beitelt hebben, dat 'er voor my niet ten beften
zoude zijn ende ik hadde een tegen-fin van weder nade vleefch-potten van
Egypten, ikmeenehet&loofter, tekeeren, doch de Heer e, welke eeu-
wig gelooft zy , fchickten het alles ten beften.
Het is oock quaalijck te zeggen, wat veranderinge het aan yemandt geeft, Groóte
diezoo lange Jaaren, als ik gedaan hadde, in die vreemde Contreyln se- verande"
woont hebbende, weder in deze Europifche quartieren komt, ende die tin K£l
plaatfevanMulaHen,NegersendeIndiaanentefien,nunietdanblankekopJíí5fS-
pen vindt , _ enae daar toe alle die Indiaanfche vrugten mift , maar zoo als ick dicu we"
tot defelve in Indien hadde moeten gewennen , zoo moefte ik-die gewoonte ÍI 5 ƒ-
wederaf-gaan , het welcke dan de tyd my feer gemackelijck leerddl Lel "
lii z
HET
4<2o IV. Boek. Voy agre van Thomas Gage XVX> Cap^
HET XVI CAPITTEL.
Waarom den i^Autheur in een Her berge ende niet in het Kloo-
ft er gaat. ¡ Hy komt by broeder 'T 'au lus van hondón. 7»
hem feer port om na Engeland te gaan. T>en Autheur ver-
laat JijnGeeftelyke kleed* Hy ontkomt door de beft i eringe
GOT>S eengroot gevaar ; Hy befteltftg f Scheep , en ver-
trekt van S. Lucar* Komfte te Douvres in Engeland. Voor
een Spangiaart aangeften zijnde wert hy niet gevifiteert^
Komfte te London. Hy komt by zijn CWaagfchip ende
Vrienden , welke hy ontkent Jij h de wert hy evenwel door
haar weder bekent ende met alle vrientftchap ont fangen. Be*
fluyt van het werck*
H
Oewel ik ten eerften in het Kloofter van de Dominicanen hadde kon^
nen gaan, in het welke den Ouden Broeder VauJus van London noch
Clooftcr
gaat
Waarom
den Au
eeTrier- "*" -beefde , die buyten alle twijffel van vreugde foude opgetogen hebben
berge ende ge weeft, fiende my iryt de Indien weder te huys gekomen, foo geloofde ick
niet inhec evenwel dat ik wel foude doen, blijvende in hetgefelfchap van mijne Vrien-
den , fooEngelfchealsSpangiaarden, die loo groot een Reyfe met my had-
den af gelegt ; Hier op dan ginck ik in een Herberge , in de' welcke ik meer
rufte konde vinden dan in het Convent, daar ik niet foude gehad hebben als
een arme Monicken maaltijd , nevens een kleyne Celle om in te ruften , ende
metduyfenc vraagen, nopende de Indien , daar in ick foo veehijdts hadde
c verlieten , door Frater Pau/ux van London ontruft werden ,
Ick koos dan die avond een Engelfche Herberge voor my uyt , ende ick gaf
my in defelve nevens de arme EngelfcheGevangenen te rufte, welke de Schip-
per op mijn woort in myne bewaringe hadde gelaaten, onder bedingh van
defelve, op fijn bevel, aan hem weder releveren.
^Broeder ^es ant5eren daags font 'lcK myn Vr ient Layfieldt met een brief na het Con-
?.«/«i van vent van Frater Paulus van London, die defelveonrfangen hebbende 5my met
Lendm. groóte vreugde quam befoeken , defelve wierde vermeerdert door de lanck-
heydtvandetijd die ick hadde uytge weeft , ende naadatwy wat tefaamen
hadden gepraat , feyde hy my dat 'er in de Haaven Scheepen 2eyl- vaardig naa
Engelandrlaagen.
r>ïe hem Defe oudeMonik die by na afgeleeft was ende al begonde te mijmeren, ver-
geer pore lailgde met groóte genegentheyd na ¿nyn yertreck 9 figh inbeeldende dat ick
foa.
IV. Boek. "Door de Spaan • icheWeft-Indiën. XVI.Ca*. 425
foo draa niet foude in Englandr gekomen zij n, of ik foude gaan arbeyden aan ora rm
aefcekenngevandeProteitanten: dit maakte dat yder dag ¿ie ik daar bie -f L,1-e|rmi
hemeen Jaar fcheen te dueren,ende hy deede al wat hy konde om mijne Rey- "^0*
fe voort te fettemik van mijn kant wenfchte fuiksmeer dan hy, ende ík had-
de des anderen daags, wel willen t' zeyl gaan,ioo er een Schip daar toe hadde
vaardig gelegen.
Maar GODT, die my altoos, geduerende den tijdt van negenrirr daagen,
welke onfe over- vaart uyt de Indien hadde geduert , hadde beíchérmt , ende
bewaart in het midden van veele ftormen ende onweders, fchiekte wel haait
alle dingen tot volvoeringe van het geene waarna ik foo lange verlangt had-
de , te weten, om naa Engeland t mijn geboorte-landt te gaan, uyt het welke
ik nu aireede vier-ende-twintigh Jaaren geweeit hadde.
Ia1ileímiÍnegecíagten teSí-Lucar~er<¿gaanovethet verlaaten van mijn DenAu-
geeftelijke kleed ende hetmaaken van een ander, waar mede ik in Engelandt fheur.*er-
foude mogen yerfchijnen, hebbende ik nog omtrent hondert Rijxdaalders gSik
overig , naa dat ik een Jaar van Petapa tot aan Si. Lucar toe hadde onder- we- ke kleedt.
gengeweeft Ik liet dan door een Engelfchekleermaaker een wereltfch
kleed toe-ftellen , ende hier op maakte ik my tot de Reyfe vaardig.
Ten dien eynde laagen drie a vier Scheepen t'eenemaal gereet , welke niet
als de aankomire van de Vloote verwagt hadden, om eenige Koopmanfchap-
pen, ende vooral Bhaareniilver, in te nemen. %
Ickwasvanfinnemethetgeenedat eerft t^eyl ging te vertrecken, endeH7°?*
mijn Vnendt¿^Wíembarqueerdeíig daar op, wantallede EneeKeheffe- 4°™ ,
IZfZVT r T Plf tfe,°P Haare Vr^e VO£Cen §eftd^ end£ **» ifct Senn.
¿aar toe weder naa haar Landt te keeren. ge godes
Maar de voorfienighey'd GODES des HEEREN belette my fulks en- eengrooï
de indien ik dat gedaan hadde, foude ik jegenwoordig met LmjUldt ín f ure-8""
kyengevangen fitten , vant dat Schip wierde, daags naa het vertrocken was,
^oiTSrí C? gen°fen ' ende meCalle de Engelfche nü Algiers gebragt.
ilzÄj? ,£.í.mydan een v5y^ger over vaardrvinden, ineen Schip dat Hy*«":
den Ridder William Cou
^/"«toebehoorde, de Schipper op het fdve was een fefi'*h
Nederlander genzzmt AJriae» Adriaetifz , doenmaalste" Douvns woonende
taaiFereC C acCOrdecrde ik ' WeSens miJ»e vragt ^nde fpijíeaen ñjni
Dit Schip vertrok van de baare van St. Lucar, negen daagen naa mijne aan-
sXenen^i? rfe'hetWagte foo lange om ^ gefelfthapvan vier andere
^,,rPf, dae f 7^ voort te fetten , ende voor al naa eenige bhaaren filver die
we uyt Weft-indien gebragt hadden, die het in de Haaven , op poene van
Confifcatie, met ioude hebben derven laaden.
Sijnde dan op een andere wijfe verkleedt, ende bereydt om een andere wy-
tlAriZ^' ^^"IP^f^geleydt hadde, aan te vangen, endemyvL
•cnAmericaanineenEngelsmaii.getransformeerthcbbcSde^ feyde ick, cp
111 1 ' doa
heep»
En ver-
treckc van
Komfte te
Douvies
ín tnge-
l&Mt.
436 IV, Boek, Voy agie vanThomas Gage XVI. Cap.
den thienden dag van mijnverblijfteSV. Iwc^mijnlaatíle vaar-wel aanSpan-
gien ende a an de Spaaníche wijfen van doen. *
Icknamm^de mijn af-fcheytvan den ouden Religieus, Frater Paulusvan
St^Laclr? Lof*don3ende van alle mijne andere bekende Vrienden, ende ik begaf my in een
Schip om de baare te paffeeren , ende aan het boordt van ons Schip re geraac-
ken , het welke noch dien avondt , in Compagnie van vier andere,naa Enge-
land t'zeyl ging.
Ik foude op defe plaatfe konnen vernaaien alle de goedtheden die den
Schipper Adnaan Adriaenfz. voor ons hadde , ende alle de beieeftheden , die
hy my, geduerende de Reyfe , bewees , maar ik fal alleen feggen , dat ik noch
veel meer reden hadde, om weder mijne gedagten over de goetheydGoDE s
te laaten gaan , welke ons foo fraayen we'erende ibo voorfpoedigen winde
verleende, fonder eenige Storm,datwy in derthien daagen teDoavmaanquaa-
men,alwaar ik te Lande ging , ende het Schip liep in Duyns binnen.
v°a°r *Jj^t De andere die te Marigat uyt-gingen , wierden te Douvres gebragt , alwaar
aingdien fy door de Officiers van de Admiraaliteyrgeviikeert wierden,doch doordien
lijnde wert ik niet als Spaanfch fprak , hadde men geen achterdencken op my , ende daar
viStF" wasniemandc die geloofde, datikeen Engelfchmanwas.
Twee daagen daar naa ging ik te poft meteenige Spangiaardenende een
Yrfch Collonel naa Cantorfety. , ende van daar naa Gravefend.
Doenikeyndelijk te London gekomen was, vondt ikmyfeer verlegen,
konnende mijn Moederlijke Taaie niet wel meer fpreken, door dien ick
maar eenige gebrookene woorden feggen konde , foodaanig dat ik daar door
vreefde , dat ik groóte moey te foude hebben om my voor een Engelfchman te
doen verflijten.
Ick geloofde evenwel dat mijne bloed-verwanten , welke wiften datmen
my voor veele Jaaren als dood hadde gehouden , my ten eerften kennen fou-
den, als ik my aan een vanhaar openbaarde , ende dat ik daar door dan tijd
zoude hebben om de Engelfche Taaie weder volkomentlijk te leeren.
DeeerftePerfoonvanonsMaagfchap, aende welke ik my addreffeerde ,
ende die ik eerft leerde kennen,was Me- Vrouwe Penelope Gage, Weduwe van
hap ende den Ridder ^¿«G^g*, weike in de St Johansftraate woonde; Ikginghaar
vrirnden , daags na mijne aankomfte te London befoeken , om door haar middel te we-
wekke hy ten w¡e myne andere Vrienden waaren.
Ik wierde tot defe haaftigheid gedwongen , door dien ik vreefde in armoe-
de te vervallen , eer ik het rechte gebru} k van mijne Moederlijke Taele fou-
de wedergektegen hebben, dieik, fogefegtis, by na geheel vergeten had-
de , ook moeite ik weten wat middelen my mijn Vader hadde naagelaaten ,
en de manieren van het Land leeren, om alle defe redenen dan , moeit ik na
haar vraagen , ende haar tragren te vinden
Als ik tot Me-VronweG/Tg-e was gekomen, geloofde die wel dat ik van haar
Maagfchapwas, maarfy begonde te lacchen , feggende dat ik alseenlndi-
aan ofte als een Walsman , ende niet als een Engelsman fprak.
Sy
Uy komt
by fijn
Maag
ikem
zijnde
■wert hy
evenwel
door haar
weder be-
kentende
rret alle
Vrient-
fchap ont-
fangen.
IV. Boek. "Door de Spaan TchePFeJl-Indten.XVl.Cki>. 437
Sy deede my een goec onthaal in haar huys aan, ende fy gaf my aan wy fin °z
van het huys van een van mijne Broeders, welke in de ñrzAt,Lm¿ker genaamï
woondde , ende doenmaals in de Provintie van Surrey was 3 ende zi inde hy al-
' daarvan mijne komfte onderligt 3 font hymy een kn*gt mee een Paart, om
my by een van mijne Oomen te brengen, w.elcke te Gation fig onthield op däe
ik de Heyhge dagen van Chrift-mifle met haar fóude door brehff-n
Defen Oom, die my als eenverrefen Menfche, ende die naav'ier-ende-
twintig jaaren was weder gekomen , aanfehoude , ontfing my feer wel tot fii-
nent , ende onthaalde my wonderlijcken vriendelijck , daar nafondt hy my
n&Cbeam by mijn Heer Fremottd , die mede een van onfeMaagen was, rek
bleef daar tot Dne-Coningen toe, ende keerde als doen met mijn Broeder
naLondon. '
Aldus kan den Lefer dan alhiereen Americaan fien, dien? veelegevaaren Beflayt
foo te Water als te Lande geluckelijk in Engelandt aankomt, w5ar in hy\ fë*
even als ick,de groóte goetheyt Godts, omtrent mijn arm ende ellendig fon-
. daar gepleegt, bemerken kan. "öA"
Hy die my in alle die Landen foo geluckelijck bewaart heeft,wil geven dat
die geencdie nu het roer van .dit mijn Vaderlandt in handen heeft,entreprifes
die foo honorabel als profitabel zijn op die gedeelten vznAmerica wil maaken?
op dar het gebreck van gelegentheyt om de couragie van fijneOnderdaanen té
oeffenen,haar ïehe ende het geheele Rijcke niet tot een laft zy.Hier om is het
dat ik aan mijne Natie een nieuwe Weerelt kome aanbieden ƒ haar biddende
dit trouw ende waaragtig verhaal voor aangenaam aan te nemen , ende hier
door fal fy konnen fien,wat eere ende voordeel dat ly verlooren heeft.door de
k leyne moet van een van haare Vorften, welcke in vreede levende , ende
overvloet van Schatten hebbende , evenwel verwierp de aanbiedinge welke
hem gedaan wierde 3 van de eerfte America te ontdecken-, laatende defelve aan
terdmandvau Arragon, die doen feenemaalgeoccupeert was met het con-
quefteren van het Rijcke van Grenada o? deMoren,waar door hy foo verarmt
was dat hyfigh gedrongen fag, eenkleyne fommegelts hiertoe, vaneen
Man die maar van een middelbaare conditie was , te moeten leenen , fenden-
cie daar door Clmftophorus Calumbo tot dit loffelijke voornemen uyt. Des niet
tegenftaande hebben wy foodaanigalle gelegentheden niet verloren . dat wy
ZnnT Tf T;£r dcaar/Í?e.í)Uáen konnen kriigen > waar «>« ons onfe Colo-
men in de Barbados , St. ChníioíTel,MWendein derefte vande Eylanden van
de^»i///«veelfoudenkonnen helpen, ende daardoor konnen wy niet alleen
reeckenen datwyde grootfte helft van den weg airede hebben af gelegt
maariijn daar door oock die van onfe Natie foodanigh tothetClimaat van dê
Indien gewoon geworden , dat fy veel bequamer fijn om de entreprifes op het
uaanlen ^™ •e'fetBílFa dan deSpangiaarden waarendoen fy daareerit
De fwaarigheyd omtrent dit voornemen is oock foo groot niet als fommiVe
h
438 IV. BoECK. Voyagte van Thomas Gage XVI. Cap!
lig wel fouden konnen inbeelden , want ick kan klaarlijk aanwijfen ende ver-
feeckeren, dat wy3 meeden felven arbeytende onkoiten, die wy hebben
aangewent omeene van die kleyne Eylanden tebevolcken, een groot getal
Steden, ende een braave ftreecke Landts, orneen nieuw KonincknjcRe al-
daar op te rigten , fouden hebben konnen magtig werden.
Onfe naabueren de Hollanders konnen ons hierin voor een exempel ver-
ftrecken , die terwijlen wy ons hebben beiig gehouden met het voort-fetten
van onfe Commercie van deeene Haven op de andere, zoo veele Landen
in de Ooft ende in de Weft-Indien geconquefteert hebben , dat men van haar
kan feggen het geeneinen van de Spangiaarden feght, datdeSonnenoytin
haare Landen ondergaat.
Aangaande de objectie welckemen gemeenlijck doet, van dat de Span-
giaarden dat Landt nu beiirtende , het onreghtvaardigh foude zijn , foo men
haar daarvan wilde depoflideren 5 ikantv/oordedaarop, datzy, uytgeion-
dert het reght dat fy uyt kraghte van des Paus gifïe hebben , geheel geen an-
der konnen aanwijfen dan dat van het gewelt , het welke dan op die felve wij-
le, door een grootergewelt, kan vernietigt worden. En wat aangaat hec
feggen dat fy daar regt toe hebben door dien die Landen eerft door haar ont-
decktzijn, ick aghte dat die reden al foo weynig ge volgh heeft, als of men
wilde feggen dat door het feylen van een Indiaanfch ofte Engels Schip op de
kuften van Spangien , die Natiën daar door Poffeffie van dat Land voor hare
Opperheeren hadden genomen»
Het is feeker dat de reghre eygendom aan de originele ïnwoonders van het
Land behoort, dewelcke, foofy vryelijck ende fonder bedwang de Engel-
fche verfoecken haar te willen protegeren , foo is het feecker dat fy haar rege
wettelijcken konnen tranfporteren ¡ en foo men wil feggen dat de onmen#
fcheli jekheyd die die Indiaanen begingen , in het op-offeren aan haare Goden
van foo veeíe redelijcke Schepfelen , de Spangiaarden foude maght gegeven
hebben om haar haar Landt te ontnemen , fo kan men dat felve argument ,
ende met veel meer reden , tegens de Spangiaarden keeren , die foo veel Mil-
lioenen van Indiaanen aan den A fgodt van haare gierigheyd ende barbarifche
wreedheyd hebben opgeoffert,dat jegen woordig veele Eylanden ende gehee-
le Pi ovincien in het vatte landt , dievoor defen wel bevollrt waaren , t'eene-
maalwoeftende verlaaten fijn geworden , gelijckfulcksklaarlijckwerdbe-
tüygt door Bartbolomeo de las Cafas , een Spangiaart , zijnde geween Biffchop
van Guaxaca in nieuw Spangien, door het Tra&aat dat hy heeft m het light
gegeven van wreedheden der Spangiaarden in Weit-Indiën, falie Madrid
gedrukt is.
E Y N D E.
KOR«
p^.
KORTE .',
O N D E R W Y S I N G E;
Om de Indiaanfche Taaie > welke men Toconchi \, ■
ofte Toe oman noemt, te leeren, - l .:
werdende defelve in ende omtrent Guatimala gefproockeul
geitje k ook in e enige gedeelten van de Honduras.
HOewelde Indiaanen, door dengeduerigen omgang, die fy metde
Spangiaarden op verfcheyde.Plaatfen hebben, voor het meefte ge*
deeke de woorden, die in hetgrootfte gebruyk zyn, verdaan, foo-
daanig dat een Spangiaart onder haar gaan ende ftaan kan , ook verftaan wer-
den als hy y ets begeert van de Officieren die gefïelt fijn om die geene,die door-
haare Dorpen paneren, te helpen.
- Om dat evenwel de meefte indianen foodaanig een kenniffe van de Spaan- *
fche Taaie niet hebben, ende dat fy, foowel alshaare natuerlijke Taele3
met by haar in het gebruykis, foobebben de Religieufen ende deKercke-
hjke Perfoonen haar uyterfte devoir aangewent , om de Taaien van verfchey-
de Landen te leeren, ende om die onder verlcheydene regúlente brengen,
opdatdiegeene, die naa haar fouden komen, daarvan haar genot foude*
konnen hebben.
Men moet ook weten dat'er geen algemeene Taaie is , maar dat de fpraac- Gr^ot«
ken in die quartieren foo verfcheyden zijn , dat van Cbiapa ende de Zoquesaf, michey-
tot aan Guatimala, St. Salvador ende de omliggende Plaatien van de Honduras ^"^V1
toe, menwelagthienverfcheydenevint, ook heeftmen daar Monicken die l/niS^'
L'cr fes a feven volkomentlijk verftaan. ¿imcric*.
Men onder wi jft de Indiaanen niet , ende men Predickt noyt voor haar,dan
inhaare moederlijke Taaie , ende door dien die niet dan van de Parochianen
gefproockenwert, foo is dat de oorfaake dat fy van de naturelle Inwoonders
foo bemint ende gelieft werden.
Hoewel ík, doen ik in die Landen was, twee Taelenfpreeckenkonde ende
geleert badae , te weten,de eene diemen Chauiquelende de andere welcke
men Poconchi ofte Pocoman noemt, die eenigeover-een komfte metmalkan-
deren hebben , om dat evenwel de Taaie Poconchi de aardigfte ende gemacke-
lijkfte te leeren is, fijndeickoock gewoon geweeftin defelve te onderwijfen
ende te Predicken , foo hebbe ik noodig geoordeelt van defelve .eenige regu-
Kkk ka
4£a Korte Onder wyjing e
len te fchrijven , oock het gebed onfesHeeren in defelve ter neder te írellen ,
nevens eene uytlegginge van yder woort in dat gebedt , op dat de Naakome-
lingenfulcks mogen weten, ende daar doornen hoedaanig ende op warwyfe
men die Taaien leeren kan,
Syfonder- Men vint niet ín de Taaie Voconcbi ofte in eenige andere van die Landen ,
5e Taaie a^e verftheydcnheydí van de Declinaten , welcke men ïn de Lati jnfche heefr,
BfcoBcbs. en&Q evenwel zijn-er twee manieren naa de welke men de Nomina déclineren ,
ende de verba conjugeren kan , ende dat door verfcheydene particulen ,al naa
dat de woorden beginnen , of door een Vocaal , of door een Confonant.daar
en is ook geen veranderinge inde Cafus 3 als die geene welke door die parti-
culen of door eenige praepoikie wert aangewefen.
De particulen voor de woorden of NonwiaywukQ met eenConfonant begin-
nen , fyn die geene welke hier volgen
SDecliiia- Singularis Nu , A,Ru. Pluralis. Ca , ^4ta, Qtiitacqm. Als by exem-
S!ye.n Pe* 3 ^at 's ecn ^uys %c^& • enc*e Tat Vader , welke woorden men op de vol-
gende wijfedeclineertj
Singularis. Nupat , mijn huys ;/4/wf,uh*ays- Rupat , fijn huys. Plura-
XJs; Capat3ons huys; A-pat- ta , u 1. huys ; Qui- pat -tac que , haar 1. huys.
Singularis. Nutat, mijn Vader; +/$tat , u Vader; Rut at , fijn Vader.
Pluralis ; Latat , onfe Vader ,- , A-tat-ta , u 1. Vader ; Qui-tat-tacque 3 haar l¿
Vader.
Duswerden ook de andere woorden, welke door een Confonant begin-
nen, gedeclineert ; by voorbeeldt ; Queb , een Paard, Ntiqueh , Äqueh \ Ru-
pieh3 &c.
/?«£-, eenboeck of papier , Nuhub - /i#«& , Rtibub.
Mo lob , een cy ;..- Numolob ,Amoloh , Rumolob.
Holm , het hooft; Nubolan ¡lAholan , Ruhülan,
Chi, de mond 5 /V«fW , «yï/aW , /?«£•/•/.
C?» , de hand ; Nücan , ^¿öw , Rucan*
Cbaci vleefch; Nucbac , Achac, Rucbac.
Car , viích; Rucar, Ac ar ^ Rucar , Cacar 3 A-carta 3 (}ü!- car. taque.
Ch acquit', het licchaam ofte vleefch van een Menfch ; Nuchaquil3 Ackaquit3
Jtttehnqujh Cacbaquil3 A-cbaquil-ta , (¡hii-cbaquil-tacque.
Daarzijn eenige woorden welcke menuyt-fpreeckt alsof die met een ts,
waaren gefchreven , die evenwel niet daar mede maar met een tz. gefch reven i
werden, het welke wat by fonders in die Taaie is ; gelijk als, t/t , een
Hond i tjiquin3 een Vogel : Nut ft 3 mijn Hond ; Atjt , u Hond ;Rutfi, fíjn
Hond, Catfi, onfenHond; A-tfi-ca3\x\. Hond; Qtti tfi-taque, haar 1. Hond;
Nutfiquin , mijn Vogel; *Atfiquin3 u Vogel \ Rutfiquiti3 fijn Vogel: Catfi-
quin3 onfe Vogel,* A-tJïqum*ta t u L. Vogel, Qui-tjiqum-taquc , haar 1,
Vogel.
pok, vallen ia de Cafus geen verfcheydene. terminaticn, even zh 'm de
Latijn-
In de Taele *P O CO NCHI. 441
'Latijnfche Taále,doch defelve zijn onderfcheyden door eenïge particulen o£
te prepoíítien } gelijk by exempel : Hethuysvan Pieter ; Rupat Pedro aftel-
lende foo den naam van den Eygenaar ende particukje Ru , by het woordeken
Pat , dat huys beduy t , werdende door dat particukje als een eygenfchap ge-
infereert.
Soo heef tmen voor de Cafus Dativus het particukje Re , by voorbeeld;Gceft
Pieter fíjn hondt; Chay ere Pedro ruijï.
Wat de Cafus Accufativus belangt, wanneer 'er eene veranderinge van
plaatfe werdt bygeftelt, moetmen daar het particukjen Chi by doen, an-
ders niet, als by exempel ; Ickgaanaa het huys van Pieter. (hiinocbirupat
Pedro,
De Voeativas Cafus neemt by fig het particukje Ab of Ha , beduydende
fulksofeenwenfchinge ofte een roepinge, gelijk als, hier mijn Soön>o£Ab
mij n Soon ; Ab vacun , of, Ha vocun.
De Abiativus Cafus houdt altoos de felve terminatie met de Nominativas,
ende werdt meteenige praepofitie uytgedruckt, gelijk als, in mijn mondt s
Pan ñachis met m i j n handt , Chi nucan.
In, dat ik ofte my gefegt is , en werdt niet gedcclineert , gelijk ook Ai , dát
gy ofte u beteeckent'
Het poiTeffive particukje , mijn,werd mede niet gedeclineert, gelijk vi cbin ,
mijn ofte voor mijn, foo ook u ofte vooru, ave. Hier moeten wy aanmerc-
ken , dat in die Taaie geen dubbelde V. ofte W. is , gelijk als in het Engelich,
maar de V. confonansofte dei/, vocaal werden als een TV. in het Engelfch ge-
pronuncieert, mits dat voor de 17 vocaal eer» O werdegefet,foodaanig dat
hoe wel wy Wacun* ofte Ouacun > mijn Soone , pronuncieren, gelijk ook
Wichin ofte Ouichin , mij n ofte voor mij n , axve ofte aoue , u ofte voor u , foo
Schrijft men doch nietals, Vacun, Vicbin,Ave.
De particukjes ofte de" letters , welke voor de Nomina komen , die mét een
vocaal beginnen , fijn foo als hier volgt ; Singularis; V. Au. R, P l u-
H AL is; C, of Au y Ta. C. oí Qu. Tacque.; gelijk als by exempel ; Acun%
beduydt Soone ; \xim , koorn ,'OcBocb , huys ¡ defelve werden op de volgende
wijfe gedeclineert.
_ Singularis. Vacun , myn Soone ,- Avacun , u Soone; Racun, fijn Soone;
Pluralis, Cacun, onfen Soone; Avacun-ta3 ui. Soone,- C acun tacque.
haar 1 Soone.
Singularis. Vococb, myn huys; Avococb, u huys; Rococb , fijn huys.
Pluralis. Cococh3 ons huys; Av-vcocb-ta, u 1. huys; €-ococb-taque , haar
1. huys.
Men verandert ende decimeert op de felve wijfe ook het woort Abix , het
welckeeenftuckbezaayt Landt beteeckent, Acal, aarde,U/<?» dat mede aar-
de beteeckent , Acacb , een kerne ; uy tgefondert dat de woorden die met een
I beginnen,tti de eerfte ende derde Perfoon van hetVluralis Numerus 3mede een
Kkk z' B.ad*
Korte Onderwy finge
w
B. admitieren , maar de andere willen voor defelvePeribonen ín het felve
Numerus niet dan een C. toe laaten.
De verba bntfangen ende admitieren ook verfcheydeparticulen tot haare
conjugatien , even als ik van de Nomina in haare veranderingen ende declina-
lien hebben aangemerkt j mede al na dat fy door een vocaal ofteCotííbnanc
beginnen.
. Defe welke door een Confonant beginnen, hebben, gelyk de Nomina 3 de
volgende articulen.
Singularis. Nu,na3 Inru, Plural r S. Inca 3 Nata 3 Inquhaque:
Gelyk 'by exempel, Lococb , beminnen.
Singularis. Nulococb , ik bemin ; Naïpcocb , gy bemint , Inrulococb,
hy bemint; Pluralis. Incahcoch , wy beminnen ; Na-lococbta3 gy 1. be-
mint; lnqui-loc och -taque , fyl. beminnen.
S ingülaris. Huroca olte Nurapa , ik geeiTele ofte ik fla ; Narav* of-
te Naropa , gy geeifelt ofte gy ilaat ; Inrurocaohe Inrurapa 3 hy geeifelt ofte hy
' ilaat ^Pluralis. Incaroca oïlncarapa , wy geeflelen ofte wy Maan ; Na-
rocata'oi Narapata , gy 1. geeiTelt ofte gy 1. flaat ; Inqmrocatacqueoite Inquïra*
p ataque , fy Lgeelfelen ofte fy liaan.
Singularis. Ykutfiba , ik fchry ve ; Natfiba , gy fchrijf t ; hmttfiba , hy
fchryft. Pluralis, lmatftba , wy fchry ven ,• Natfibata , gy 1. fchryft ; ln-
quitfibatacque , fy l.fchryven
Daar en is anders geen tempus als het imperfeéium , noch geenprateritum aft
'het perfeétum , maar in plaatfe van die andere bedient men % van hec plus
quamperfeäum ; Daar is ook geen tempus futurum , maar dat werdt door het
tempus prafem uytgedrukt, ende volgens' de fin van het difcours werd het
daar voor genomen; gelyk als , Nulocoh Pedro , feeduyd, ik bemin Pieter,
®fte, ik fal Pieter heminnen, Tinhcob 3 ikbeminneu, ofte ik fal u bemin-
nen. ¿s
Somwylen , om het Tempus futurum beter uyt te drucken , voegt men daar
by het woord lnva , ik wil; Nava, gy wilt; lnra3 hy wil; gelyk als-, Invanu-
löcob Pedro, ík wil Pieter beminnen.
De parxiculen voor het 'Tempus plus quamperfeäum ïyn de volgende.
Singularis. Ixnu , Xa , Ixru. Plural is beca, Xa- ta, Ixquitacque.
Hier moeten wyaanmereken darin alle die particultjens, ¿Q letter X werd
uytgefprooken als*£. in het Engelfch , ende de eb. in het Franfch ofte Neder-
duy tfch : by exempel Ixnu werd gepronuncieert even als oi'erlcbmt gefchreven
was , Xa als cba, Ixru als Ichru,
PrateritumperfecJum. Singularis. Ixnulocoh, ik hebbe bemint ; Xxa-
ïöcob, gy hebt bemint ; Ixrulocoh , hy heeft bemint. Pluralis. Ixcaïocoh,
wy hebben bemint ; Xalocohta , gy 1. hebt bemint; Ixqmlocobtaqut3 {y 1. hebben
bemint. Ende fo ook met alle de andere woorden oite verba.
De particulcn voor de modmimpermivns 3 %yn dufdaanig^
T-coi-
In de Taaie TOCO N'CH'L
442
Voor het numerus fingularïs en de tweede períbon , cba , voor de derde per-
foon 'm jinguUiri numero, chirw, voor de eerfte perfoon 'mplurali numero, chica,
voorde tweede , Cbatu,\oor de der de, Chkit a que ; als by extmpe\,Cbalocöh,dzx.
gy beminnet ; Chirulocob, dat hy bsminne. Plural is. Chicalocoh , dat wy be-
minnen , Cbilocobta , dat gy 1. bemint , Cbiqui/ocobtaque,dai fy beminnen, ende
op defelvewijfe met de andere.
De modus optativas is de- felve met de indicativus , alleen werdt daar het par-
ticultje ta by-voeet, het welkhetfelve beduydt dat ütinam'm het Latijn
doet, ende eygentlijk het felve dat ons, Ochof Igcfegt is,gelijk als , Na/o-
cohta Dios , och of gy Godt bemindet ; Ixnuhcobta Dios , och of ick G o d t
bemint hadde.
De modus conjunéiivush ook defelve metde indicativus , maar menvoeght
daar het particultje, vet, by, gelijck, veinalocobtaDios , fogy GODT be-
mint ; vet Ixnuhcobta Dios , fo ik GO DT bemint hadde
In defeTaale is geen modus infinitivus, maer in plaatfe van de felve gebruykt-
men de indicativus, gelykals, Qmncbolmitfibct , fk kan fchry ven ; Quinquhii,
beteekentfterven; ende Nurab, ikbegere; fo is dan Nurab Quinquini , ick
begere tefterverc.
Men moet ook bemerken , dat wanneer in alle de verba aóiiva , ík ofte gy
als in accufativo cafu werden uytgebracht, fy te faamen gevoegt werden by de
perfoon die het verbum maakt, ofte voor het felve geftelt werd, ende dat
door dé partiolltjens , Quiñ, ik, Ji, gy wat het tempus prefens belangt, ende
wat aangaat hetpr^teritumperfecJum^ieeit men die van,^>;,my, ende Ixti.gy,
als by exempel»
: Quinalocob , gy bemint my,- Xinalocoh, gyhebtmy bemint; Qtiinranlocoh,
gy fulrmy beminnen \ Quinahcobta , bemint my, ofte, och dat gy my bemin-
det ! vei Quinalocob , fo gy my bemint hebt, ofte , bemint haddec ¡ Qninctralr
nalocob , gy wilt my beminnen.
So ook voor de tweede perfoon omtrent de accufativus , tinulocob , ickbe-
minneu; ixtinulocob , ik hebbeu bemint; tiranulocob , ik wille u beminnen,-
tinulocobta , och of gy my bemindet ! vei tinulocob , fo ik u beminne ,• veiixtintt-
locoh , fo ik u bemint hebbe , ofte, bemint hadde.
Men moet noch aanmerken dat die twee woorden , jQuincbol , dat gefegt ís
ík vermoge , ende , Inva , ik wil feer aaardiglyk by andere verba gevoegt
werden , van wat perfoone die ook zyn , doch inperfonelijk by de derde per-
foon van het numerus Jingularis , als by exempel ;
Incbdlnuhcob , ik kan bemin nen ^Invanulocob, Uk wil beminnen j Ixraixna-
locoh , ik hebbe willen beminnen ; Ixcbolixnuhcob , ikhebbe konnenbemtn.-*
jienr; Ticholnulocob , ik kan u beminnen , &c.
De letters ofte de particulen die voor de verba komen 3 die met een vocaab
beginnen, 7¿jn4e volgende*
Kkk ■-.$..; Wim~
!l
:444 Korte Onderwy finge
Singularis, hm, Nau, lnr, Plur. Ingu, oVJnc , Tt$m$at3 ïngw-
tacqut, ofte lnétaqu'm ; alsby voorbeeld , eca3 isbevryen, verloffen gefegt»
dit verbum wort op de volgende wijfe geconjugeerd
Singularis. Inve $a , iek verloffe ; Navega , gy verloft ; lnre qa , hy
verloft. Pluralis, Inqueca, wyverloffen; Nave f ata-, gy i. verloft; ƒ*-
queqataque , fy verloffen,
A, is een woortuyteene letter beftaande, endebeduyt wenfchen, bege-
ren , willen > men vint het felve noytfonder fijne particulen, alsj
Singularis. Ickwil;/«™; Nava, .Ghy wilt; lnra, Hywil \ PLu.
RAL^IS. 7»^; wy willen; Nacata, ghy 1, wilt; lncataque , fyl. willen.
Ivircb , hoorenj Invircb , ik hoore i liavivircb , gy hoord; Imivirch , hjr
noord; Pluralis. Inguïvircb , wy hooren, ^aviviregbva } gy l.-hoordt»
Inquivireghtaque , fyl.hooreu.
Op defe wijfe hebbe ick dan aangewefen op wat wijfe men alle foorten van
Nomina moet declineren , ende ook alle de wrfo in die Taaie conju-
geren.
My refteert nu noch alleen van de verba paflïvare fpreecken, ende aan
. tewijfen hoemendiemet die defelve particulen moet conjugeren ende for-
meren.
De verba paf/tva , gelijk als fy verfcheyde terminatien hebben , foo wer-
den {y ook verfcheydentlijk geconjugeert.
Van die geene, welke met een /z eyndigen, werdt gemeenlijk in pajjtio
de^af-genomen, endeby de laatfte Confonant werdt het particultje ¿¿ge-
voegt, als by exempel, van het woord Nuroca, ik geeffele ofte flaa , is hét
paffivum . Öuinrocbis op defelve wijfe_is^iet/>^u«w van Nurapa, dat mede
ik flaa ofte geeffele beduyt, Quinraphi j doch hier is een exceptie in N«i-
zuba3 ikichrijve, in het welcke de Hn een wwert verandert, Quintfimhi*
ikbengefchreven.
Die verba die met een pb eyndigen, veranderen defelve in Onbi, gelijck
~Hutocaph , ikbeminne } Quifjloconbi , ik ben bemint.
Soo ook die in eb eyndigen, veranderen ázcbiñhr, gelijck als Invhïnhl
ik hoore , Qmmvírhi , ik ben gehoort. «
Maar diegeene diein^ eyndigen ( hiermoetmen noteren dat een f als een
/werdt uyt-gefproocken) veranderen de a in ibi, als by voorbeeld, lnveca>
ikyerloffe, Quinocibï, ik ben verloft ; Nucamca, ik doode , Qukamcibiy
ik ben gedood.
De verba die in acb eyndigen, voegen bi in het paffivum achter aan; foo
heeft Nucacb , ik vergeve , ïnpafjïvo, Quimachi , ik ben vergeven.
De particulen die dé verba pajjiva of veranderen ofte conjugeren fíjn de vol-
gende.
Singularis £««/,2?, /^Pluralis, Coh.o^CoJita^itacque^h
-»y een voorbeeld.
Si N-
In de Taaie TOCONCHL
445
Singularis Quüoconcbi, ik ben bemint , Tihconcbi , ghy bent be-
mni,i»Ioc*cbihy is bemint. P.ur.us. Ccloconchi, wy íijn bemint*
Tiloconhita, ghy 1. fijt bemint; Qiiiloconhitacque , fy fijn bemint
b ïngular is Quinrochi ik ben gefiaagen ofeeseeiTelr • TrWA; ^,,
"/' wyfyngeflagenof gegeeffelt; 2W,^, ¡y 1. bentgeflagenof «c-
geeiTelt; .Quiwknacque, fy hfyn geitegenofgegeefelt. ö S
De parnculen voor het tempus plu* quam 'perfeSum Ú¡ ir de volden de
Singular^ &3 Ixti, lx. plukalis. ¿tf, dfej¿¿ x¿-
tacque> als by voorbeeld ?*- "**» A'
Si nguL'ar is.- Xinjeco^cbi ick ben bemintfgeweeft ; Xtihconcbt , 'fihy ■
iytbemintgeweeit,- Ixkconcbi, hy is bemint ge weeft. Plural ís t!//
?? ' wyfijnbemintgeweeir; WÄ^, ghy 1. hebt bemint geweeft
XÜQconchtacque , fy fijn bemint ge weeft. ""scweeir,
Jtnrocbi, ick ben gegeeiTelt ofte geflaagen geweeft ; ƒ*#**&; ghy bent «re.
^tt^T^X^r ]rf¿ 4 ^egeefêltofteSa^nlè:
weeft . F lu ra L i s. Xom^ ; ofte X0/,r0r/,/ , wy fy n gegeeiTelt ofte eeffäeert <
geweeft ; 7^w^ ghy 1. fyt gegeeiTelt ofte gekagen Ie wteft ; ÄL-'
*w, fyl fijn gegeeiTelt ofte gefiaagen geweeft. ë vw.AvoctotM.
De Modus Impcrativus is dufdaanig
tfW&, weeft ofte fijt bemint, Tihcwcfc*, weeft ghy 1. bemint -O^
|«; kcpnht^e dat fy 1 bemint zijn ; in dit laatfte fietmen dat her particultien
e; in bo verandert werdt c parucuitjcn
De modus optativas ende ewjmèlüm volgende fel ve ord re als de z^^-
Qwnhcmhh* och dat ick bemint waare ; 1¿W,>0, och darghy b?n int
l$i£!SSS&¿? ^W¿**m ^wJ^;^:
weSeftNG^L/A2/ívS* ^r^f' °ch>tick bemint waare ofte/badde ge-
weeft,- Ixttiocmbita och dat ghy bemint waart ofte haddet geweeft ; ixL
€mhtta3 och dat hyhadde ofte waare bemint geweeft ; P l u r a l , Txocoan
££ÍÍ j?aádetofte vaaretbeimncgewecft,- Xloconlñtatacque 3 och dat fyl
hadden ofte waaren bemint geweeft. "«-"udtiyi.
J^rfoffSCvnh^lhari?Ueren dat h£t P*"™^"» roo'ereenige ander
woord of ce fin by hetverhum gevoegt isa voor het verbumkn geftelt werden
gelijk ^mntaqmnhconcbi, och dat ick feer bemint waare /anderSfoo
het wtíimw alleen is, wem* agtetaan geftelt -"uerjinre ïoo
Vt Modus Conjunóiivu, fs dufdaanig 5 -vet quinloconbi, feo ik bcmiadtbea ■
mtiknconht, foogy bemint zi^endefoo voort metde-refte. °emiIKici>en>
• ' Bit-'
—
44 6
AT<wtf ¿ Onderwyfmge
Dit is het alle dattnen gewoon is tot onderrigtinge te geven omtrent de fe
Taale;By aldien nu yemant in alle de boven-verhaalde regulen wel onderwe-
ïtx\ is , ende alle die begintfelen volmaakrelijken wel weet, foo fal die, in feer
Korren tijd , die Taaie perfecl konnen leeren fpreecken , foo hy eenDidiona-
J»mm ofte wcorden-boeck daar by heeft.
En foo mijne Vrienden my komen te betuygen datmen daar van wel een D/-
Biouartum fíen wilde, foo fal ik haar dat contentement geven a ende,terliei-
devan haar, een, die volmaackt fal zijn, op-ftellen.
Onderwijlen hebbe ik ten propoofte geoordeelt defe kleyne ende korteOn-
derwijfingen te doen drucken , ende dat alleen uyt curieusheyd , ende om te
doen lien 3 hoe Jighteli;k men de Indiaanfche Taaien kan leeren.
Ickcfal dan voor het laatfte een eynde van dit werckje , welcks gelijck men
noyt gefíen heeft, maacken, met het Gebedt des Heeren in die Taaie,
ende met een korte ende bondige uyt legginge over het felve.
Het Gebed Catat taxah vilcat , Nimta inqabarqihi avi\ Inchalita avihauri p ancana \ In-
RENtaE~ vanivatanava*lnbvirvacacal> 'heinvan taxah. Chaye rima cahuhun taquib ; na-
at Taaie iac" ta ^iac.^e incacacbve quimac xim acquivi cbiquih; macoacana cbipam catacchy-
Vtconthi. hpcoaverqaca china uncbe^tfirimdniquiroshsfnqui. Amen.
üydeg- Hiermoetmenaanmercken áztCatat, volgens de eerfte regul van de Deeli~
gingedaar natiën der nomina , de eerfte perfoon is in het numermplaralis , het welke men
pefpeurt door het particultjeG?, gevoegt.by het woord Tat3 dat Vader betee-
kent , foodaanig dat Catat, Onfe Vader beduyd.
Taxah beteeckent den Hemel , ende men Jet het voor het woordt ofte ver-
bamvifcat 3om&a.t\\ztte aardiger ende beter geplaatft foude ftaan,in tegendeel
van het Latijn ende Engelfch, daar het woordeken es , zijt,geftelt isvoorm
cdit , inde Hemelen. Men ftelt ook fonder eenige praepofitie, in tegen-
deel van het L*atijn, Grieckfch ende Engelfch,want in defe Taaie werden de.
praepofítien dickmaals vergeten,maar evenwel ftiifwijgende verftaan.
Vilcat, beduydtzijt, oftediezijt ; het is de tweede perfoon van het La-
tí jnfch woordtyW, es fui, dat een verbum anomalum is , ende nietgeconju-
geert werdt , volgens de boven-geftelde regulen , als by exempel; Vijquin3ik
ben, V Heat ,gyti}t; Vil/i, hyis, Pluralis, Vilcob, wyzijn; Vilcatta^gy
I.znt; Vtlquetacquejy l.zyn.
Het tempus plus quant perfefíum; Singularis. Kinv /,ick hebbe geweeft ;
lxttvt, gy hebt ge weeft; Ixvi, hy heeft ge weeft; Pluralis. Xöh'w3 wy
iïjr i geweeft ; Ixvitiva ,gy 1. fijt geweeft ; XivitacqueSyl.'fïjn geweeft.
Modus imperativas. Singularis. ThioiTivo, zijt of weeft: Chtvi of
Chivo, dathyfy; Pluralis. CobvitäofCobvota , dat wy fijn.: Tivirao£Ti-
wtajdat gy 1. zijt : Quivita oïQmvitatacqueMi fy 1. zijn.
De modus optativas ende conjuncJivus fíjn volgens de boven-geftelde regalen ,
doende by het tempus prafens de particulen ta oite vei in het tempus prajhs}ende
kztplusquamperfefíumvanáe modus indicativas .
Wmtê
— — „ , — , ,
In de Taek TOCO NCHL 447
_ -Nimia incaharpbi. Dit beteeckent, ick biddedat ten hooghfien vcrheer-
lijckt zy; -Nim bcduyd grootelijcks ofte tenhooghüen,- siseen partícula
optativa , ofte een uytdrackingc van een wenfeh ; lncabargihi is de derde per-
íoon vanhetverbum Quincabarfib/ , het welcke verheerlijckt ofte groot ge~
miacckt zijn,beduyd, het welcke , volgens debovengeitclde regul. gefor-
rnèert wnt van het verbum aBivumNucabarfa, groot-maecken, verheer-
lijeken, veranderende de laetfte a ín, chi3 ende het particukjeO#/« daer
by voegende , dat liet pajjïvum maeckt.
**4vi3 uvvennaeme; vi beteeckent naeme; ende volgens de regul , die
w F hier bcvoorens gegeven hebben , voorde Nomina die met een Confonant
beginnen , foo is* het particultje van de tweede perfoon.
lncbalita avibauri; lactuRijcke komen, foudeeygentlijck deuytlcgginge
van ciie woorden zijn. lnchali is de derde perfoon van het verbum quine bah ,
dat komen bcduyt Ta is, als vooren gefeght is , een teecken vaneen
wench ofte partícula optativa. Ibauri ofte Uauric beteeckent een Koningh-
rijeke, ende av daer bygevoeght zijnde, bednyd de tweede perfoon.
Pancana; op onfe hoofden , dit is een byfonderc maniere van uyt-drnc-
kiogeindieTaele, welcke, even als veele andere, meenighte van Pbrafer
ende manieren van fpreecken heeft , gelijck alshare eygen-aen-geboorene
aerdighedenendecircum-locurien,waervau'crdefceenisals fy feggen; u
Koninghiijcke komsover onfe hoofden. Plofte Pan is een prxpofitie,
welcke in ofte op beduy f; Na beteeckent het hooft; Nuna, mijn hooft;
Catt*i onshooft, volgensdcn hier voorens gegeven regul, hiervandac»
komt het dat fy een hoedt Pan-nuna noemen , als zijnde bovenop het hoofr.
Invanivatanava; Dar ghy wilt moet geichicden. De IndiaenerVhcbbeti
geen eygen namen om den wille uy t te drucken ; rnaer fy exprimeren iulcks
door een verbum, lnvanivi is de derde Perioon van het verbum quinvanivi,
het welckegedaen zijn bcduyd ; Het verbum aïïivumisNivan ick doe , ende
daer van werden veele pajjïva geformeert , als quinvan , quinvanbi, quin-
vaniy quinvanivi, qutnbanan , quinvantibi , van dewelcke het laetftc ey-
gentlijck ipoedighlijck gedaen zijn beduyd,
Op defelve wijfe voeghtmen achter aen al le de verba foo aüiva als pajjiva
dat pamcukje tibi , om den fpoet ende vlijt in eenige iaecke aen te wijlen,
Nava isdetweede perfoonvanhet verbum inva, ickbegcere, volgensdcn
regul van deverba-die door een Vocael beginnen ; Nava , ghy begeert}
lnva, hy begeert.
Tahvir vab acal, alrcede op het aengcfighte der aerde. Tabvir is een ad-
verbium, het welcke alrtdeofre reeds beteeckent. Vab beduyd aengcfigh-
te , Navah , de aerde,
Heinvantaxpb. Sêo als die in den Hemel gedaen wert. He> is cen adver-
bium , dat Í00 , als , ohe gelijck beteeckent ¿ Invan is de derde perioon van
het verbum p-affivum quinvan , gedaen zijn. Taxah , beduydt , alsbevoo-
rens, in deriHemel, fonder eenige pnspofjtiedaer byte doen.
Lil Chaye
■i
44,8 Korte Onderwyjïnge
Cb*yemm,vtth htdm.Nuye is de eerfte perfoon in het tempnprsfen*-
beduydende «ck geve. Cha is het part icaltje, volgens den voorgeAeldfn re
gal , van de tweede pcrloon van de modus impcrathus. Chaye geeft ehv
Chtruè, dathy geve. Rnna, beduyd heden £ctr[ëny>
Cahuhmtaquih vuc. Ons brood van yder dagh . Hier mbetmen aenmerc-
, uf ?í a hct v,oor ¿«¿««gefet werr het ieer aerdig geplaetft wert, hoe-
wel het behoort tot het woordeken vuc dat brood beteeckent, Nuvüc , miin
brood CW ons brood, Hnhun, iseen woortdatnietgedcclinecrten wert,
bcduydcndeydercen^cyder faakc. fi«/¿beduyd de Sonneofte den daeh
Nafah u camac ick bidde Godt dat Gy ons onfe fonden vergeeft ;fv befieen
hier niet de modmimpcrathut , gelijk als in het Latijn alwaer ftaet dimitte
vergeett ; maerdoor depsrtieul* optativa ¡fcgebruyefcen fy demodm optati-
vas. Nafa is de tweede perioon van het verbum Nucab, ick vergeve • Mac
beteeckent ionde, Nmnac mijn fonde, of mijn fonden , Camac , onfe fonden!
^ !S een ? ndcr woord 111 die Taele , het welcke mede fonden beteeckent.
Ha ,»«^w ammac. Op defelve wijfe als wy haerc fonden vergeven
lwacah is volgens dcflbovengeftclde regul de derde perfoon in het numerus
plural» , voor de woorden die met een Conibnant beginnen ; ve is aen het
cynde, aerdigheyds halven, by-gevoeght, Quimac is de derde perfoon in
plurah numero. •
Hier moctmen aenmereken , hoe dat in een difcour softe fententiedick-
maelen wert overgcflaegen het woordeke /*£»*, het welckeick hierbo-^
ven inden regul van de declinatien geftelt hebbe, fomwijlendoetmênhct
daeroockby , maerhier ishetafgelaeten, want anders motile het quinu-
ttaauetïjti, daer nu mztr quimac, haere fonden, ftaet. ,
Ximacauivichiauib Die tegens onfe rugge.gefondight hebben. Van hei
wooïdMac , dat fonde beteeckent , wort geformeert het verbum Quimac-
quivt, iond.gen. Soo mede van het woord Laval, ionde, maecktmen een an-
der verbum qumlavïm , mede , fondigen , beduydende , hebbende dat woort
qmmacqutv, , dat een verbum deponem is,gelijk'er veele in die Taele zijn (als,
by voorbeeld , &«/»«/**/, predicken) dtfche particuU als de verbapaffiv*
Cte/iis een woord gecomponéertuytde/^^c^, ende het nomen
th , dateenruggebeduyt; men declinccrt het felvealsde nomina díe door
een 1 Vocacl beginnen , ende met Qbi gevoeght zijnde beteeckem het tegens,
gelijck als, Singularis. Cbivin , tegens my 5 Cbavib, tegens u
Gbifth , tegens hem. Pluralis. Qhiqmh, tegens ons* CWwftegers
u 1. Lbiquitacque , tegens haer 1.
En warineermen daer een andere derde perfoon by neemt, foo dient Cbhib
voor tegens ,• gelijck als ,'Chmh Pedro , tegens Pieter 3 dat evgentlijek
ionde zijn tegens den rugge van Pieter. '
Alsmen eemge in de derde perfoon in numero plurah daer by voeght , foo
leghtmencbiquiy gelijck als, Qhiqui uncbe , ohcChimih cwichehl , te-
icgens alle.
A/ff-
In de Taele TOCONCHl
449
lÁeccacma, en !aet ons niet. Dit verbum werr uytdrie woorden gemackY-
'Ecrltclijckisw* een verkortinge van het woord lAani dat neen bcduyd 5 het
felve doet oock manchueu, Co ofte CcA beduyd ons; ende fooals ick in de
bovenftaende íiaeude regulen, hebbe aengemerekt, is het hier voor het
verbum geliefd , het welckc maeckt dat de /* daer van is afgefneden', daer
het,, ionder dat, foude moeren tïjnNacana, van het ve-.bumisSucam
laete; Nacam. gy laet; Inrucana, hylaet, ende foo met de refte. '
chipamcataccbiki,\Ti ons verfoghr zijn. Diris oock een andere ichoone ma-
niere om figh 1 in dieTaele uyt tedrucken , gebruyekende fy een verbum paffi-
t'«winplaetfcvaneen*i>wf«-, voegende daer een prscpofitieby, gelijck als
hier Qhipam , het welcke in beduyd , ende voegende by her wooiddcparti-
cultjens daer de namen mede veranderende gedeclineert werden. Nutacchi-
h beteeckent ick verfoeck ,• Het paffïvum is Quintacchibi , ick ben ofte werde
verfoght; waer van N«f*«fc/A/ beduyd taijnveribght werden, ofte, miine
verfoeckinge ¡^r/^/" -
Ccavefaca cbina unch
cbi , uwe verfoeckinge,- Cataccbihi, onfe verfoeckinge.
be tfni. Verloft ons van alle bofe dingen, lnveca . lbo
als ick boven gefeght nebbe, bedayd bevrijden, verloflèn. C.isdeecrfie
Ferloon in numero pluraïi , her welcke men voor het woord ftelt , foo als
ick bevoorens in den regul hebbe aengemerekt , ende in die vox compoüta van
Mccoacanjt. China , is een prsspoiitie die boven ofte van beduyd
_ Vnche, beteeckent, alle, ofte , al les ; Het hetnadjeShumázi eygentüjck
met kan gedeclineert werden. Tfirïis mede foocen adjeShum ende dat in-
vanabel is tn genere, cafu, & numero , het beduyd boos of quaet gelijck als tfni
+s*ac, is een quaed Man gefegt > tfi ri ixcoc, een bofe Vrouwe 5 tfni cbicop , een
boíe oíte quaede Beefte, más innúmero plu, a/i wert het mede niet verandert
bondafub/Iantivum dnerby , is het als een verbum neutrum , even foo als
•de Latijnen malum , pro mala re , autmalis rebm , itellen, te weten quaet
ablolutelijck voor een quaet dingh ofte quaede dingen.
Ji/fHct{uWa'itt'vum dat daer van wert gemaeekt is tfi riquil dat een boos
Meniche ofte boosheydt beduyt; Voron beteeckent in defelve Taele Po-
ñonchi mede het felve.
Maniquiro. Geen goede. Dat is geftelt tot een ampelder expreffie van de
ooiedingen, teneynde menmagh bevrijdt fíjn van alles dat'er nieteoedt
2i)nde is. .
Mani , gelijck ick híer boven hebbe aengemerekt , is neen gefeght ; Qui-
to, is, als tfiri, een adjeñhum , dat goet , ofte een goede faecke , be-
teeckent , ende wort mede in alle de numeri niet gedeclineert ofte verandert.
Quiro vinoc, is een goet Man; Quiro ixcec , een goede Vrouwe; Quiro
'Mop-, een goedt Beeft j foo mede m numero plurali , Quiro vinac , goede
Mannen. ^ =
Hctfubjranttvum , dat van dat adjeSivum gederiveert wert, is QuircbaU
goedneyd , chicbal , beduyt mede het felve. Qunolah , is feer goet. Ti f il ah ,
leer quaet. Alwaer in dele Taele lab , achter een adje&ivum wert gevoeght,
Lil 2 heeft
45° Korte Onderwy finge ¿-c
SeCÄekragh£aIS^inhCtLatIJl1' ¡«^kete ofuytac.
í«/ , wy feggcn • T,^ , gy 1, feght ; Tiquitaíqu?, fyVfeggen. & ' r*"
.yW Alie de woordcn.tot dewelcke de Indiaencn geeneej preffien heh
den geleerd hebben, foo feggenfy dán hier amén *í*«'jaer-
SooishetmedemetdenWijn, welckefy voor defcn niet hadden ende
die fy nu Vtnc noemen hoewel iommige , door een oncygemïïS Ä
dieden nacme van C*yZ,^
noemen fy oock gjmeenhjck Godt , Dios , hoewel Hem fcE3E 3Ë
het woord N/w «^^/ , dat den Grooten Beere bedu yd kennen
Het is dan uy t curicusheydgeweeft , ende ten verfoeckc van eenige mijne
by-fondere Vriende, dat ick de onderwij finge van defeTaele op de Perífc
l^bbelaeten brengen, ziinde die noyttevooreninEngelandtb?kendtge-
Soo het by geval moghte komen te gebeuren,dat eenigh E ngels Schip ofte
wel maer Engels-man, op de Amcricaenfche Kufte qSaemc , erkiealdaer
Chafardeen i^
eenigh light in de Taele Ptconcbi te geven ,- ende fy fallen , door defe kffen
yets kunnen veröaen van hetgeene hy , in fijne Taele ? tot haer feggen fin'
ende mogelijckfa! ick,ten befte vanmijn Vaderlandt, hier noch yetscon
derabils by-voegen3Iaetende ondertuflchen aen den Lefer den tijdt omte
Eynde van het vierde ende laetíle Boeck.
R E-
REGISTER
Van de aenmerckelijckíte faecken ende vöor-vallen die 'm
defe Reyse verhaelt werden.
BOE
k:
C A R I.
BEftieringe der Geeftelijeke in Ame-
rica. - pig'i
Verkiefínnge der Generalen. pag.z
En der Provincialen. ihid.
Generael en Provinciael Capitte] . ihid.
Procureurs en Deriníteurs en hacr Ampt.
ihid.
Vicaris Generael , en hoe die íulefes ver-
klaert werd- pag, j
Apoftolifche Commiílaris , Sijn maght en
bevel. ihid,
Tweederhande Spanjaerden in America ,
Naturelle en Cnolen. ihid.
Haer onderlinge haet ende ftrijdigheydr.
ihid.
Criolen door de Spanjaerden onder-
druckt. * ¡bid.
Voorbeeld daer van. *a¿. 4
Nakomelingen van deeerfteinnemersvan
^America. t fiid.
Den haec tuffehen de andere Spanjaerden
ende de Criolen ftrcckc ílch uyt tot in het
kerckelijcke. ihidt
Voorbeelden daer van. ibíd.
Criolen hebben op íbmmi»e Plaetfen de
overhand. fa ft
Gceítelijcken in de Provincie van Mexico.
T n & id.
¿ vvjft pn der de Paters de la Merced, ihid-
Geeftelijeke in de Provincie van Guaiimc*
la- ¡bid.
Geeftelijeke in nieuw Grenada , 'Cartlagcna >
&c. fAg.6.
In deEylanden van Cuba, Jamaica, &c ihid.
lnjucantanr InMechocan, IndePhiíippij-
nenende Mantilla- ihid.
Moe die daer komen . pag. 7
C A P. II.
y Ier Sendingen werden na Indien gcíon3
den ¡lid:
Hoe die daer komen. ihid.
Aenleydinge door de wclcke den AutheuE
bewogen wierd om nzez^ímerica tegacn.
pag. 8.
Aengenaemheden van Indien cierlijek tea
toongeílelt. ihid.
Den Autheur is in ongenaede by fijn Va-
der ende de reden daer van. p^-9-
Redenen die den Autheur bewogen defe
Reyíeteaenvaerden. pag. 10 i
Den Autheur verbind ílch met feeckeren
fijnen Vriend tot dceiè Rcyíe. ibid»
Hy werd den Superieur Caho voorgefteldc
ihid.
Voorraed tot de reyfe. pag.w..
Sijn vertreck van Xeret. ihid.
Komfte tcP orto $t. Mar ¡al -, ibid,.
Goed onthael van den Gauvccncur. ende
LH 3 eer-
1
IN
cerbiedigheyd der Inwoon ders. pa?.
'Vertreckvandaer.
Komfte.teGid-x.
Vermaeckelijck verblijf aldaer.
12«
ibid.
ïbid.
ibid.
DeApoftolifche Commiflarisfcheyd uyt de
Reyfe en geeft haer een ander in fijne
pïaetie. ,-¿/¿
Ongenoegen hier over. ihid.
Hoedanigheden van den nieuwen Com-
miilaris. &¡a
de x.
ƒ Sien Maridante enSt-Domiwaae; Anckc-"
rende voor Guaialoupa. ft¿j
De Wilde komen aen Boord. WiA.
Cieraet der Wilden. P %¿
Haeren treek tot de Wijn. ibid.
Den Autbéur treckc. te UndcopGuadalou'.
*/*; , , , T • 'M.
Miniacmheyd der Inwoonders. ibid.
CAP III.
y Oorbcreytfelcn tot het vertreed
pag. i j.
Onderibeck op den Peribon desAutheurs
gedaen. ¿bid.
Wacr doorveroorfaeckt. ihid,
Den Autheur wert vcríl'eecken.' ibid
En racekt in Zee. ihid.
Getal der Schepen van de Vloot. pag. 14
Plactfcn op dewelcke fy het gemunt heeft.
I,aedingevan deielve-
Wat Giooten op de Vloot wacren
Aerd der Jefuiten.
Convoy.
Holle Zee.
Het Convoy fchcyd van de Vloote- ibid.
Berouw en befighcyd van eenige Monic-
« kSn' • , *¿
Paeflaet-wind. ¡y^
Qrooteíhlte. M>1¿
Dorado. c ibid.
Groóte meenighte van dcíelve: ibid.
De Vloote doec Land op. ¿¿/c/.
De Jefuiten vieren feer praghtigh het Feeft
van haeren Patroon. ¿¡¿t
Ais oeck de Jocobijnen. pa?. 17
Een Comedie binnen Scheeps -boort ver
toont. ihld
Sien het Eylandt Defirado. ' ihid
C A P V,
^Enmerckclijcke Hiftori
Ut.
ibid.
ibid.
ibid,,
pag. 1 s
ibid.
ie van "een Ma-
pa?, 20.
Blinden yver der Monicken. par.iz.
Tumult op het Stranr. L* 2?
LofFelijckc refolutie van eenige Vrou-
wen. n ¿foj
De Wilden beveghtcn de Spanjacrden!
Doch werden verdreven. ¡¿¿/t
I EenJacobijnerMonickgequetfl. ibid'.
! Dúc Jefuiten gedood ende drie gequetfi
Oorfaecke van dien op -loop. pa2 2/
Waghttegcnsdelndiaencn. ibid
De Vloote vrefiet fích van waeter. /J-rf
Ver treek van Guadaioupa. ¡¡,\¿
CAP Vi.
rYRoeflieyd der Monicken. pag. '-¿k
Werd door Calvo gemaetight. ibid.
Befchrijvingh van de >»»*«<«■. /¿¿/
Soycker-ried. ihi¿
Schil- padden. ¡i¡¿
CAP IV.
yErfcheydene giilïngen der Stier -lie-
den» . pag.it <
Hare beíchrijvinge ende nutn'gheyd.
Een gequetitc Jacobi/ner Monick fterfr!
i Sijne uytvaert.
1 Oockfterlteen Jefuit.
Sy fien Porto E^co ende St Domingo.
De Vloot icheyd vaneen.
Groóte ftilte.
~Vis «vanghft.
OalijdefijkehittC
Hayen.
ibid-.
' ibid.
ilid.
ibid.
ibid.
ibid.
pag- 17.
¿bid.
Ver-
I N
Verfchil tulkhen de Hayen ende de Croco-
di! lea. ¡bid.
Een Hay gevangen. ibid.
Sijne wonderlijcke groóte, ibiá.
Een Boots gefel door een Haey verfloiv
den. ib id.
Sien het vaftc Land. pag. 28.
Groóte vrcughdc dacr over. ¡bid.
Gevaer in hetfLand aen te doen, ¡bid
Den Raed daer over beroepen. pa?. 2¡>
Delíclfsbefluyt. ibid
Aengewende voorforge. ibid-
Noorder Storm. ¿¡¡id-
Anghft der Matrofen. ibid.
Socteby-geloovigheyd. ¡bid.
De Vioote word binnen gelootft. ibid.
Eq anckert inde Haven. /w. 30.
C A, P. VIL
£)En Autheur treed aen het vafteLandt
VAnAmerica. ¡y^
Edelmoedigh beíluyt van Gonez. ibid.
Oorfpronck van den naem \?.n Vera Cruz.
pag. 11.
De Monicken werden pleghtelijckte Lande
ontfangen. |¿/á.
En een yder by die van fijne Ordrcgeplaetft.
DcViceroy komt te Lande. ¿bid'
En werd heethjck ingchaeJt. ibid
De Monicken werden iti iCIoofters gbe
pab, $1,
ib,
ib,
ih,
. ih,
ib,
Pa£>th
ib,
) E X.
Getal van de Inwoondcrs en haer rijckdom»
ib,
Houte huyfen, en vccl-Yuldigc brand daer
door, iby
Ongefontheydrdes Lughts, « ib,
Sterckte der Stfadt , waer in die beílaet.
Pa&> 3 5
Gevaerlijckc uytwerckíclen van den Noor-
den windt, ib,
Harde ftorin, fa
wonderlijcke kragbt van defclve, 'ib,
De nieuw aengekomene Monicken vlieden
uythaere bedden, ib,
werden daer over befpot, ib,
Gevaerlijckc onmaecigheyt in hctgebruyck
der Landt vrughten, pag, 36»
Befígheydt van Calvo tegen het vertreck, ¿b,
Gomedie inde Kercke vertoont. ik
G A p. ix
braght.
Den Pneur voorgeíteldt,
En heerlijck onthaelt,
Befchrijvinge van den Pricur,
Sijncydelheydt,
Praghtenleckernye,
Ongebondentheydt,
Overdaedt,
Groóte veranderingh,
G A P,
y Ertreck van St. Juan d'Ulkua, ih;
Koaifte aen het oude yira-Cru^.pag, 57,
Ge/egentheyd daer van. " ibt
Maght der GeefteJijckc ovei de Indiac-
nen, v fa
Voorbeeld daer van, ib%
Praghtigeinhalingc, fa
Aengenaem onthael, ib,
Blinde onnofelheyd der Indiacncn, &,
Snorken je der Monicken, ib>
Het goede onthael bctaelcn fymetvodde-
rfyen, pag, jg*
Onderwerpinge der Indianen , en de arro-
gantie der Monicken, - ih;
Vertreck van het oude Vire-Cruz, ib*
s'Lans overvloed, #,
Komfte te Xalappa de la Vera.Cru^ fa
Inkomfte van den BüTchop daer van, ibi
Wacr uytden rijkdom der Stadt beftaed*
VIII.
1 * \ Pa"t 3 «5
Cordel iers te XaJappa, * ¡y
O Ngctcmpcrthcydt des Lughts te Vera- v& ^l^" ^™^ "•
1 tb,-
Beichrij-
• . I N D
Befchrijvinge van de geloften der Franci-
scanen, ¡bid.
Die van de Monicken niet onderhouden
werden. ¡y.
Uytftccckcnde praght ende kieedinge van
een Cordclier. já¿. 40
En van fijne Confraters. jf,
De Monicken raecken aen het dobbelen &.
Profanatie daer in geplceght. ib.
Als oock bcfpbttiogc van bare geloften ib-
De Monicken f p-celen een doiickcrtic over.
Waer door jaerlijcks foo veel Monicken na
Indien gaen. ,¿_
Vertreck van Xalappa. ¡¿
Befchrijvinge van ¡anconada. i¿.
Middel om het wacter te koelen. 'pag. 41
Gtoote hitte des naghts. ¿b
Meenighte van Muggen. ib'
, Vertreck van d e Rinconada. ib.
CAP. X.
J^OmRc te Segura de la Frontera, pag. 43.
Oorfaecke van des felfs bouwinge. tb.
De Indianen offeren ende eeten twaelf
Spaenjaerden. ¡y
Corte* traght dit te wreecken. ¡y'
En verkrijght hulpe van die van Tlaxca lian.
Hy treckt op tegens die van Tepcacac'.
Eyfchthaerop. P"S' /¿4
Haer antwoord -y
Cortex. overwint die vznTebeacac. ib
E X.
CAP XL
pe overige geven figh over.
Straffe over de moord der ia. Spaniaer-
de»- ib
Sapottesende Chico- Sapoites. pag. 4S
Bcfchrijvingh daer van. . ,y]
Druyven. './ '
Wijn tcperiïen is 'm^merica verboden ende'
waerom. ¿y
Trouwe van die van Tlaxcallan aen de
Spanjaerdcu die hacr daer yoor loo-
öen. ,
to,
QÖrfpronck van de nacme van Ttix-
ca"an' paz, 46
Gelegcntheyd van Tlaxcallan, ib,
Straeten daerin. ¡y
Befchrijvinge de daervan. ib,
YLicotencaü was Opper- Bevelhebber over
die van Tlaxcallan , als Ferdinand Cortez
ende de Spanjaerden defelve overwon-
nen, ende Maxixca was fijn Stede hou-
der ende een van de Kopluyden Yan de
vier Straeten. ¡b
Wonderby -geloof. pa ¿
Groóte van de Provintie van TlaxcalUn- ib,
Haere armoede. ¿y
Haere Handt-wercken ende goede ordre.'
Desgronts vrughtbaerbeyd. pag, 4g
Water -Godt. ¡y
Wijn-Godt, ¿
800. Menfchen jaerlijcks aen een Godt nc-
offerc. h¡k
Chalaila een groóte Stadr. ¡y
Hardeífrafoverdiefte. t¿
Kercken ende Capellcn ■ in Tlaxcallan,
Viílchers voor het Clooíf er. ' ' #'
^Alcalde Major , Sijne bediende, ib,
CAP XII.
pag, f- Q
ib,
ib,
ib,
puebla de los Anhelos.
Befchrijvinge daer van,
Haere op-komíf.
Oude naem van díe Stadr.
Des Biííchops inkomen.
Grooten roevloed van Inwoondexs. ¿i,
Haere manufacturen. ,t
Munte í¿'
Suycker- Molens. \y
Guacoango. .7'
Kinderen die aerdígh daníTcn. pag, r¿
Ydele beíigheden der Monicken. ' ¡b\
Vryhedén van die van Gmcodmo. ib.
W¿er door verkregen.
KcuJc
I&oude op het geberghte.
CAP, XIII.
N ©
WÍJ
E X.
CAP
(~)P toghr van Cortes tegens Mexicü. ib.
Die van México ftoppen den vvegh. " ib.
Welcke de Spanjaerden openen. pag, 54
Verfuymder Mexicanen. ib.
Cortes oudeckt het Leger der Mexicanen , En
flaet hetfelve. ib.
Quahutepec. pag. %\
TezcuCo. ib.
Hoe die Stadt figh aen de Spanjaerden
overgaf. - ib.
Coríe* trecktdaer binnen. ib.
Delnwoondersvlughten. ib.
£ortex ilelt een Chriftcn tot Koninghover
Te%,cuco. i,ag. 56
Sijne trouwe aen Spanjaerden. ib.
De Mexicanen treckeu tegens defen Koningh
op. fag'S7
Cortex begeefc iïch tegens haer te velde, ib
Cortes brenght fijne Roey-barquente Tez-
cuco. ¡¿m
Wijfe op dewelcke fulcks gefchiedde. ib.
Veele Indiaenen geven iich aen de Spaen-
iche over. £<*£•ƒ§
Cortex bereyt fich tot het belegh van Mexi-
co' ib.
Roey-barquen met Menichen Vet geroet.
ib'
Getal van de Spanjaerden die Mexico bele-
gerden, pag. 59
Sytrcckentcveld. ib.
Haere verdeelinge. ib.
Cortex begeeft íich cp de Vloot. ib.
Het welck hem door Jïjn Volck werd ontra-
den. lb>
Doch haeren raed deor hem veracht. ib.
Sijn redenen daer toe. ¿¿4
Hedendaghfe Staet van Te X.cuc8. pag. 60
Cederbomen om Texcuco. ib.
c^lexicalcingo voortijdts een groóte Stad.
Gueüac&c een ieer fchoon Dorp. pag. 61
ibj
Komile te Mexico
yOcrfigbeytderGeeftelijcken, ib.
Vermaeckelijckheden van bet Huvs Si.
lacyntho, pag. tx
Onderichcyd omtrent het voedfel 'm Europa.
en America. ¡y\
Swaeckheyd des rnáeghs i in tArnnicck pa? 6x
Reden daer van. ¡y\
B edrieglijcke Mcnfchen in '¿dmitica. ib.
Acrdigh fegghen van Coninginne Elifa-
,.beth' ib,
Mtuatie van Mexico, pag. é4
CAP. VX.
gEfchrijvinge van het Meer van M-exico. ib.
Deilelfs oorfpronck. pag. 6%
Sout daer uytgemaeckt. ib.
Brandende Bergh in Guatimaia. ib.
Werme Baedcn uyr de natuere.
Meenighvuldige aert. bevingen h\ America.
pag. 66
Sout ende foet waeter in een Meer. ib.
Wreetheyd der Spanjaerden over de In-
dianen. ¡¿
Het Meer van Mexico van de Stadt af-shc-
leydt. ft ib.
CAP, XVl.
gEfchrijvinge van het oude Mexico, pag. 67
ib.
ib.
,b.
ib<
pag, 68
ib.
ib.
ib.
ib.
ib.
ib.
ik
pag. 69
ib.
Met
Paleys des Koninghs
Praghtigheyd van het ielve,
Indiaanfche Bedden.
Vrouwen daer in.
Worden opgefloten.
Ander Falleys'
Vijvers voor Vogelen.
Meenighte van aciche.
Derde Paleys.
Beichrijvinge daer van.
Barbarifche Ouders.
Roof- Vogelen.
Wildt Gedierte.
Slangen , Agedilïen , Sic.
Mmm
;
-INDEX. .
Met Mcnfchcn bloed gevoer. . ib. Deiperact voornemen-. ■&
Tempel onder de aerdc. ib. Groóte ellende en honger in deStadt. %'
Sijn Schatten. ib. CirftCfommcerr deSudt voor i.iot ïaetftc '
Magazijn desConincks. p^. 7©. lue'
Vergiftigh Geweer tf. Gramichapdes Coninghs, ^' /Í
Swaerden van Houdt ende Steen. ,*. Voornemen om te ftormen, I'
J?W ,Ck«.im' j rr , ib DeS^beftormt,en ingenomen *,,,£
Beelden van Bloemen ende Kruyden ge- De Coningh gevangen ^ -u
TaTÊ f ;'v'.'l ' ^ Vcr^cktgedood'te worden, /w S
«aeren toeitel. ^ ?I. fijne, het Geweer neder te leggen, ¿A
Waranden met W.Idt. /fe. MaghtvanOwa, KB /f'
Lj-jfwaghrdesConmcks /¿. Getal der doodenaenbeyde de zijden, /*
MaghtvanhetRi,ckcvanM«/f0. ib. Peft ín de Stadt, ' ' 7*
Waer toe de Grooten verplight waren. ib. Stantvaftigheyd der Inwoonders, ih
Hoe des Comnghs Huyfen gebouwt ende Americantn eeten niet dan haere vyanden
onderhouden wierden. % f¿ | vyanaen,
Whour voor het Paleys. lh. « Kloeckmoedigheyt der Vrouwen ' "*' J¿9
Drie'erley Straeten in MrxiV».. #.
Water leydingetot den dranck,. fag.ji.
CAP. XVII.
|^ Aems-oorfpronck van de Stadt Mex/-
¿. - ** ib.
Oude naem van defelve. /¿
Waepen van Mexxc?. ¿^ 7J.
Verfcheydene gevoelens over des naems
? oorfpronck. ;¿#
Het gemeene gevoel en daerover.. ib.
Optelhnge van haere Coningen. ib.
Edelmoedige daed van TlacaelUc. ib.
CAP. XVIII.
%M Otitevtm* gevangen en Qualpapoca oe-
_ .. irrafr- pa?. 74.
Strijd van 2 a 3 dagen. ¿¿.
Montex,urna raeckcellendigh-aen fíjn cyn-
■ua' -r , '*•
■niltorjfchcaenrnerkinge. ;¿,
Quahutimoc werd totConing gekofe.0^7 »'.
DeSpaenfche vlughtcn uytMex/Vo. ib
Belegeren het wederom. ' ¡¿:
B reugen het in de uytterfte noot. ,¿."
Hsrdneckigheyd dwluwoondcrs. ib.
Mexico wert geplondert , Verbrant , en wei
der herbouwt. ¡y
CAP, XIX
g Efchrijvinge van de Merckt, ih,
Groot getal van Canoas, pa?, 80
Dorp-merckten, " ¿f
Verdeelinge van de Merckt van Mexico', ib\
Waeren die dacr op verhandelt wierden,»*,.
Kleederen van veeren, . pag*%\-
Wondere konfte der Indiaencn om alles
van veederen femaecken. ib,
Haere groóte geduerfaemheyd ende uytne'
mendegedulr, fy
Konftige Gout- fmeden onder defdvc, ib\
Aerdigegegotene Wercken. pag, 8 2.
VervoïghvandeKoopmanichappen die op
de Merckt gebraght wierden, ib,
Medicijn-konile, /¿A
Apotheeckers, ¿y^
WonderlijckeKoopmanfchappen, ib,
Vremdefpijie, pagy%y
Cacao. j^
Veriheckt voor fpijfe en geit. ib,
De Goningh trecktgclt yan de Merckten, ibt
Mcrckt-Mccfters, ib,
Merckt-
I N D
Merckt-Re»h!;crs^
Handel door reuylinge gedreven
Maeten, ib,
Straffen voor d:c talfche maeten hadden,
pag, 84
Tempelen, ib,
Op wat wij Ce gnnaeckt,
Befchrijvinge des Tempelsj
Altaren,
Ca pel Ie,
Gebede-plaets dex Priefteren,
GodtdesLughts,
ib,
ib,
ib,
»85
'b,
'b,
ib,
pag, E 6
ib,
X.
ib, Mnme te Mexico,
¡b, /Nieuw Mexico,
Univerfïteyt,
Onderfcheyd derlnWoonders,
Armehovaerdye,
Spoedige aengroeyinge van Mexico
Tndiaenen door deSpaenfche vemieti
Vervaerlijcke Poorrc,
Huyfen derPriefteren,
Magazijn,
Menichen bloedeen voet dick op de aerde
beftalt, ib,
"Wijfe van Menichen te offeren» ib,
CAP, XX.
J^ Es Tempels inkomen. . p&S-'$f
2000. Goden in Mexico, ib,
KüftelijkeAf-goden, ib,
Befchrijvinge daer van, ib,
Wonderlijck Af-goden-Becld, fag, 8 8
Gewijdtwaeter, ib,
Wonderlijck Schavot, ib,
Toorens van Doods hoofden, ib,
Door het vy er verbrandt, f<sg>89
Mexic* werdt herbouwt, ib;
CAP, XXÏ,
*y Erdeclinge van Mexico, p*g>90
Voorreghten voor de op-bouwers, ib,
Groóte toe- vloed van Inwoonders, ib,
Sterfte daer onder, ib,
Swaeren arbeydt, pag, 9 1
Gifte des Coninghs van Sfanjen aen Cor
tez, ib,
Heerhjck Paleys, ib.
Damp des Meers, -¿b,
Florilanten ftaet van Mexico, ib,
Seeckerhey t der Spaen fche te Mé xico,p ag, 9 %
koophandel van México, ib
Woonplaetíederludiaenen
Getal der Indiaenen in Mexico,
Manier van bouwen,
Straten,
Ca rollen,
Toeitel derPaerden,
NethevdderStraeten,
Foftelijck Juweel,
Praght en uytfteeckentheydt derKerckenl
Cieraden, ib,
Vryheyd der Vrouwen in het ipelcn, ib,
Geval daer door aen den Autheur bejegent,
Hg» 96
Praght in klederen. ib,
Ovcrvloet van Juwelen. ib,
Klcedingc der Negerinnen, ib,
Is fecr liglnveerdjg. pag-97
Onkuysheyd van defelve. tb,
Liefde tot de Kerckcende dcKcrckelijckc
Perfooncn.
Voorbeeldt daer van.
^Alonfo Gueller , fijnen rijkdom.
Mildaedigheyd aen de Kcrcke.
Onkuysheydt.
Sijne geveynftheyd werd ondeckt-
Hoe GodtloofcrYolck, libcraeldcraen.de
Kercken, pag-Jfr
Geul der Cloofters ende Kercken in Mexi-
co, ib,
Haer praghtigh gebouwfel , en inncrlijckc
rijekdom. ' ib,
Het leven der Religieufen. ib,
Twift onder de Paters de h Merced. ib,
Ongebondenheyd der Nonnen ende Monic-
ken. ib,
Ydele befigheden der Geeftelijcke. pag. 100
Misbruyck van de Kercken. ib,
Befchrijvinge van de Merckt» ib.
Mmm z Gak-
■— ?■
_
HM
lil!
INDEX.
ph>
m-
ib.
ïb.
ib,
ib.
lOI
ib.
ib.
Da-
ib.
loi
ib.
ib.
ib.
ib.
Galeryen daer op.
Paleys van den Viceroy
La Platería.
Sc. Auguftijnsftraete.
Arent-ftraer.
Talcys van Cor tez.
La Alameda.
Praght der Edellingcn , Als oock der
mes, EndesViceroys.
Min-yver derSpaenfche.
Kerckelijke vryheyd.
Lonen gront van Mexico.
Voorbeeld daer van.
Wegen om tot Mexico te komen.
CAP. XXII.
JJEfchrijvinghe van de vrught Nughïi.
pag. lui
Het onderfcheyt, Eu fmaeck van defelvc./'¿.
Wondere uytwerckfelen van een foortc van
ib.
ib.
ib.
pag. 104
ib-
ib-
ib.
defelve
Onkunde der Doétoren.
Maniere om die te nuttigen.
Bedrogh daer door gepleegt.
Waííende Blanc-manger.
Befchrijvingedaer van.
Pinnas.
Befchijvinge daer van,
Hoemen deielve nuttight,
Druyven , Sec,
Mctl , een Boom,
Gebruyckdaefvan»
Lof Yan Mexico,
CAP. XXIII.
^/[Aght van de Viceroy, {h
Uytftreckinge van fijne Jurifdidie, ib,
Sijn inkomen. jb
Liften van de Onder-Coninghom geldt'tê
trecken, %
Winftcn van den Marquis de Serraho^W
MJ.P geichenck aen den Coningh, ib
Groóte maght van de Viceroy, ih\
ib.
ib,
pag, 105
ib,
ib,
CAP. XXIV.
£)Eughden van den Grave van Qehesy
Sijne cxade Juftitie, *[^
Si jne groot gierigheyd, ¡¿
Voorbeeld daer van, #j
Het Volck , door den Viceroy mis handelt |
Klaeght aen den Aerts-biflchop, pa£tioi
V/clckc Pedro MexJa ia deabau áoet¡ ib,
Die daer mede fpot, #
Stiifrant van Godts-dienft, ib\
Koft den Gecenfureerde 1 000, Rijcks-dael-
dersdaeghs,
Dom Pedro vlught by den Viceroy, ¿
Diefich cegeos dca-Actts-ëiffchop ftclt, ,%
En ¿te-weder regens den Onder-Coningh,
Si jne redenen, \¿
De Viceroy geeft laft om hem te vanghen,'
Hy vlught uyc de Stadt, ' £
Doch te vergeefs, %j*
CAP. XXV.
f|Y vlught in de Kercfce,
Hy werd gevangen,
En nae Spanjen gefonden,
De gemeente beweegt fich, %
En werdt door de Kerckelijcke aengefeti
Haer middel daer roe, P- '"
Het Volck begint te muytinercn A
Begin van den op-loop, ¿¿
Het Paleys beftormt/ P*[,lil
Den Ondcr-Koningh van de vöornaemftc
van de Stade verlaeten, /¿
Doch te vergeefs, ^'^4
Dooden in defe rencontre, '¿
Het Paleys in brandt geftoocken, ¿*,
Ver;(tedcrStadtftc,kn^t
De
ik,
pag, 1 1 1
ib:
De On¿er Coningh retireert in het Clooftcr
der Prancifcanen. pag. 115
Ördre van het Hof van Spanjen in defe
faeckegeílelt. ib.
Straffe daer over geoeffent. ib
Af keerighcydt der Criolen tegens defpaen-
fche. ib.
m%
INDEX.
Sententie tegens Za'aüar. ih,
3 a 4 werden gehangen . pa%. 1 1 <?.
Politique ítraffe acn den Aertfch-Biílchop
geoeffent. ib.
Belooningc van den Viceroy. ib.
Politique aenmerekinge. ib.
De fchuldige ylughten uyt het Paleys. ib.
REGISTER,
Van de aenmerckelijckfte faecken ende voor-vallen die in
defe Reyse verhaelt werden.
I I. . B O E C K.
CAP. I.
VOor-nemen van den Autheur om ge-
heel America te befchrijven. pag-
117
Verdeeliiigevane-^wffnfa. pag- 118
Vcrdeelinge van het Mexicaenfche Améri-
ca, ib-
EnvanhetPeruviaenfche. ib.
Humeur der Spanjacrdcn. ib.
Provinciën in het Peruviaeníche Jmerica. ib.
Befchrijvinge van de Provincie van Mexico-
pag. 119
Brandende Bergen.
Grenfen van de Provincie van Mexico-
Spaeniche wreetheyd.
Befchrijvinge van Capultepec. pag,
Tacuba,
Toluco,
La Tiet a,
Aengenaeme Woeftijnc,
Rijcke Offerhanden aen een L. Vrouwen
Beeld , &c, pag, 122
laculaya,
Beíchrijvinge van Guaflacan, pag, 12$
ib.
pag-
110.
ib.
121
ib,
ib,
ib
ib,
Van nila-X¿ca,
Van Mechonean,
ralUdolid,
Sinfonne,
Pafcuar, Coloma&c,
Barbarifche wrectheydt ViüDomNunnh de
Guarnan, pag, 124
CAP. H.
§ OIcmnifatie van het Huwelijck der Mc-
choacanen, \b*
Begravinge der Coningen, '*»
Gif ten acn den nieuwen Coningh, fag, 125
Ceremoniën omtrent het Lijck van ácn.
overleden Coningh *"¿,
Menfchen ora den doodcn Coningh te die-
nen gedood, ib)
Vremt by- geloof, *í¿
Schatten met den Coningh begraeven, ptfg»
117
Rouwe over de dood desConinghs betoond,
iby
Overfpel met de dood gefiraft, ih
Hoeren toegelaeten, ib,
Befchrijvinge vaa mcawGallicien, ib
Mmra 3 CAP,
-**■ Gvactalaj<tr&'
t*g. i2,8
ih,
Coarum , &c.
ib,
Kloeckelndiaencn,
ib,
Haere vaerdigheyd.
ib,
Haer rijekdom.
ik
Mecnightc van lilver.
f,
Vrceíe der Spanjacrdea.
pag.ify
Hacr voornemen.
ib,
Beichrijvinge van Quixira.
ih,
Qvcr-cen-komfte"van de
Inwoondersmzt
de Tartaren.
\>ag. i)o
Menich-cctcrs.
tb,
Lieden die alle hare nootc
ruftvandeOiïen
enKocyen treeken.
ib.
Cíbola.
ib,
Totentaa.
ib,
Tinguez.
■ ib.
Her nieuwe ^Aïbïon.
¡b,
Beichrijvinge daer van,
lucatan, ;
ib.
Béichijvingc daer van,
ih,
Guatimala,
pag, 1 3 i
*J.cafamult
ib,
Nicaragua,
ib,
Beichrijvinge daer van,
ih,
Haere Wetten,
ib,
Overvloet van lecf-toghr,
Zeon,
ib,
INDEX.
Mis-ñag dcrHollanders omtrent het cálüf.
Rijekdom van chili, ?*£,i$í,
Kloeckmoedigheyc der Inwoonders, ib.
Gierigheyd van Valdivia, ib,
ís oorfaecke van íijn ellendige dood, ib,
Beichrijvinge van Cápele á'Óro, yaga j j
Nombre de Dios ende Porto-Bello, ' ib,
Braeve A&ien van Francais Draeck. />*£
1 38
En van Qxenham, ib,
Barbarifche Indiaenen willcnfích onder de
Greña da i
CAP IV,
"DEichrijvingc van het Peruviacnfche tJ.-
"*-* merica,
tñ&
,134
Verdeelinge daer Van,
ib,
Veru,
ib,
Rijekdom daer van,
ih,
Mijnen van Potofi,
ib,
Vrughtbacrheyd Yan Pew?
Pa5
l35
Limdj
ih,
Spaeniche begeven,
HaerCieraet,
Nieuw tjíndalújia»
Nieuw Grenada,
Beichrijvinge daer van,
Carthagena,
Beichrijvinge daer van,
z^Abuidai.
Sanéis Martha,
■Venezuela, £7Y>
ib,
pag,i}9
ib,
ih,
ib,
ih,
ib.
14®
ib,
^i.
P*S* 14«
ib,
f>ag,l4í
ih,
ib.
CAP. V.
p Ylandcn van <±America,
~^ Befchrij vinge van Margarita,
Groóte meenighte van Peerlen,
Maniere om defelve te viíTen,
Handel daer mede gedreven,
Rencontre tuíTchen de Engelfcheende Hol-
landers ialveert de Spaeniche Pccrl-
vanghft, ib i
Beichrijvinge van Jamaica, fag, 14$
Spaeniche wreetheyd, ib,
Beichrijvinge van Cuba, ib,
Sijne vrugtbacrheyd, ib,
Aert van het Verckens-vleeích in cuba, ib,
Beichrijvinge van de Havana, ' fag, 144
Sterckte van de Haven daer af, ib,
DeHollanders nemen defiIvereVloote,/>¿¿>
146
Den Admirad van defelve wert onthooit>/¿,
BcfcbriJYinge van Efpagnolt, ib,
Sijnc
INDEX.
Si/nevrughtbaarheydende rijkdom,
Gvervloec 'vanBeftiaal, ■ pag,
Verdeckheden onder de Spanjaerdcn,
Aerts-Biídommen in ^America,
Politiqueregeeringe van America,
C A P, VI.
"T\En Authcur v/crdc de Rey fe úucJtíamSa
■*^ ontraeden, . pag, 14-9
Verdorvencheyd van de Philippijnen, ib,
Swaerigheyc dm .uyr Manilla, vizázx tekoo-
men, ib,
Booshey dt van de Geeftelijcke aldaer, ib,
Den Autheur wanckelt in fíjn ccrfte voorne-
men ib,
Beractflaegingh dart over meteen Religieus
van ^America, pag, 1 5 o
Sijne oordeel, ib
ib, 1 Geluckigeontinoetingh,
47 I Praght vaneen Pachter,
Sijne mildaedigheydt,
Tafeo,
ib, Chanfla,
Xumpango,
Geberohtevan Mifleque,
Koftelijcke Kerken ten platten lande.
Vrnghtbaerheyd van het felve.
Goudt-mijnen,
Süvcr-mijncn.
Yfer-mijnen.
ib,
ib,
ib,
ib,
ib,
ib;
ib,
ib,
CAP. VIII.
gObere tocítant vaa alie de Steden in^-
mtrica. &*&>,*$*
RegeeringevanGaa**^, ' ib,
Den Auihcur neemt met ecniahe van fijne í 0*crvIoetvanvleefch. ib,
mackers voor ia^ímerica te blijven ib, ^°onePeerden ., En Confituercn. ib,
EenMomck vlught, fagi^i; bct]oone Kercke der Jacobijnen inGuaxa-
Gramfchap van Cah-o daer over, ib, ,ca ,■ ib,
Hy mishandelt de Monicken. ¡h, j ****** W»t¿Wfc ib,.
Een, van die blij ven wilden, valt af, . ib, VffC d?^°"*gemaeckt wcrdt. ib,
Groóte confternatic onder de andere, pag | W acr In den rlÍckd°m ™n Quaxaca beítaet.
Stantvafb'gheyd
andere gcvolght- ib,
Beleyc van de Monicken inhaere vlught ge-
. houden, T*tlH
Kley ae voor - raed t van gek tot de Rey fe, ib,
des Autheurs werd door de Jo%heyd ende fecumeyt der Spanjaer-
den i¿3
Schoonc gelcgenthcyd ende overvloed vaa
leef-toght iu Cuaxaca. ib,
Haet van de Criden tcgcHS de Spaenfchc ib, .
AenmerckelijckVoorbeeldt daer van. ib,
Alie Rcligicofen in^wmVdverbrcecken ha-
re gelofte van armoede., pag, 1 60
GAP, VIL
A^Oor-forge van denOnderConingen-
* de van Calvo, P&&í$4
Doch te vergeefs geftelr, ib,
Sy raecken uyt Mexico, ¡b,
Vaicyeyanzs4tlixc$, /¿,
Haerevrughtbaerheyd, P*g,*Sf
Goet onthae! op den wegh genootcn, ib,
Sy begiunen by daege te rcyfen, j¿
Valeye van St. Paulus, ¿¿
Dubbelden Ooghít in dcfclve,
Xijcke Boeren,
b, N
CAP. XI.
"^"Ertreck van Cuaxaca na Chapa, pag. xéu
Charirative ordre wegens het onder- .
hou: der arme Reyíende Monicken ende-
andere Religicufen. ib,
Proeven daer van te Zuequera. pat, \6%-
Wert in de kleyne Vlccken niet onderhou-
den. •/
txapa,
&) Rijcke Monicken aldaar,
ib,
ib,
Vrughr—
ib,
n i6}
pag,
Vragtbaerbeyt van die plaetfé.
tsfyuatuicoeaCapalita.
Sandias.
Tecoantepcque.
Gelegentheyt daer van.
Havenen op de Zuyd-Zee.
Overvloedige YiílcHerye.
Woeftijnc
KraghtdesWints.
Wílde paerden.
Den Autheur dwaelt in deWoeítijne vau fijn
- Gefel fchap. ib,
En vint fich genootfacckt daer in te vernagh
ten. ¡y
Vremtgeraghtealdaergehoort. pdg>i6$
Des Aucheurs vreefe daer over. ib,
Verdwijnt met het geriighte *'t>,
Den Autheur komtbyeenfeeckerlndiaen,
diehemtereghtheJpt. pag.166
En eyndelijck by fijne Gefeilen. ib,
Ooríaccke van het gerughee door den Au
theurgehoort. ¿y,
Gevaerlijke pafTagie. pag.iíy
Kraghtdcs wints. *¿,
Deliberatie wegens het nemen van den
wegh. ih,
Beíluyt daer over. ¡h,
Goct onthael te ¡anaiepe^ue. *b>
INDEX.
GAP,
JT omite te Tamtepeque-
Groóte meenighte OíTen.
pag,
16%
ib.
167.
En allerhande leef toght. pat
B:leeftheyd van delnwoonders.
Hooghtc van het Geberghte.
Maquilapa.
Sy vertrecken aen het Geberghte.
Vernagtcn daer op. pe
Trecken vorder.
Werden door de wint wederhouden.
Fabul van de PJylles.
Vernaghten voor de tweede reyfe op het
Geberghte. ib.
Groóte hongers-noot. pag. 169
Vernaghten aldaer voorde derde reyfe. tb.
Een van haer gaet den wegh ontdecken, ïbi
Sijn rapport. pag. 170
Slaepen vcor de vierde reyfe op het Ge-
berghte. #,
Sy vertrecken eyndelijck opwaerts. ïb.
Komen aen Maquilapa. ih,
Beichrijvinge daer van. . ib,
Gevaerlijcke Paílagic. ib,
Ghcmackclijck middel om die te mijden
p«?. 171
Swackheyd door ongemack verweckt, ib.
GAP, XI.
K
omfte in het Indiaenfche Qkiapa. pag,
371
Goet onthael aldaer. ib.
Ontmoetingh van Pedro Boralho' ih,
Diefcer wel ontfangen was. ib.
Vertreckván Cbiapa. pag. 173
St Chriftoffel. ,¿.
Sy komen by den Provinciael dichacrwel
onthaeld. ib.
En daer nae bracf door- neemt. ib.
Dat haer leer ontftclt. pag. 174
Doch den Autheur fchept moet. ib.
Die door de Gefelle van den Provinciael
wert vermeerdert , haer redenen van het
doenvan den Provinciael gevende, pag.
175
Den Provinciael raeckt met haer aen het
ipeelen. pag. 176
Welke fy het fpel af-winnen en daer door
aen genomen werden. ib.
Sulcks werd haer naerder verfeeckert. ib.
waer door fy Godt loven, pag. 177
En figh daer naer verheugen, ib.
CAP, XII.
C Y raecken weder aen het fpcelen met den
Provinciael. ib.
pag. 178
ib.
Bedingh van het fpel.
Sy alle verlieien haerc vryheyd.
Lift van den Provinciael om haer te flacn
ende te falven. ib.
Bercytfelcn tot het vertreck.
Ver-
«
INDEX,
VcrtreckvanSr. Chriftoffcl. ib.
Komftein het geíighte van5¿. Vhiüppo. ib.
Buytenhetwelcke fy var. dai Pneur werden
mgehaelt.' _ . pag. 179
Enfeer minfaem ontfangen.
CAP. XÏII.
p Raghtige intrede in het Dorp felvc, pag.
1 180
Goet onthael met Apen-munte betaelt. ib.
Koitelijck ontbijt, ib.
Ongeruftheyd in onfe vlughtelingen door
het feggen van denPrieur. ¡hkg. 1 81
Tournoy-fpel. ib.
Vertreck van St. Thiiippo ib.
Dat praghtigh is. ib-
De ordre van den Provinciaal , nopende
onfe Reyfigers. pag. 181
Door dewelcke fyopgefloten endetewae-
ter ende te brood verwefen worden, ib.
Doch alleen uyt Politie. j¿.
Komíte in het Convent te Chiapa. pag. 183
Beginiel van de poenitentie. /¿¡,
Door den Autheur vrolijck overgebracht. /¿.
Een aerdigh voorval tuilchen den Autheur
ende een Criool. ¿¿.
GemackelijckegevanckeniiTe. pag. ¡84
Werden daer uyt ontílagen ende verdeelt.z'è"
Den Autheur wert Profefïor te Gnatimala.ib
En by provifie Mcefter in de Latijnfche Tae :
ie te Chiapa. pag. 1 % 5
* Waer door hy feer geíien ende bemint wert
ib
CAP XIV.
gEfchrijvinge van hetLandtendeProvin-
üe van Chiapa. pag. 18e
Gelegentheyt daeraf. ib.
Overvloei van Cochenille. ib.
Hooft-gclt in Chiapa. ib,
Verdeelinge daer van. pag. 187
Koudt Climaetin C/Vapaenhcticin de Va-
leyen.
Capanabafïla.
'ib.
'.Izqttint enango. . ,¿.
Overvloei van Catoen. ib.
En vanVifch, Vleefch, &e. pag. 18 S
Schaersheyt van geit. ib.
Schaede door deCrocodiilen. ?&•
Begerigheyd der Jefuiten vertoont. tb.
Kaerigh?yd van die van Chiaba. ib.
Haer Koop-handel. l pag. 189
Merck t. ib.
Frugaliteyt van de Inwoonders. -b.
Dertele Religieuien. \b,
Plompen Adel. ¿¿ ,
CAP. XV.
O Eer naeuwkeurige Conferentie tuÏÏchen
den Autheur, en een Cnoliich Edelman
van de Stadt van Chiapa- pag. 190
Crioliiche frugaliteyt. ib.
En armen hovaerdyc ende ydelhey dt. ib.
Í Hare hanteringe¿ ¡pag. 191
Haere laf hertigheyd ende kleyne genegent-
heyd tot het reyien en tot de wapenen, ib-
Maght des Gouverneurs. ib.
Onreghtvaerdig goet bedijdt nier. ib ,
CAP. XVI.
ïNkomendesBiiTchopsvan Chiapa- pag.i 9 %
1Waer in het beitaer-. ib-,
Sotternye der In diaenen. ib.
Den Autheur doet met den Biilchop de vin"-
te ten platten Lande. ib
Humeur van den Biilchop. pag. 193
Misbruyck van de Chocolate door de Vrou-
wen, ib.
Ordre des Biilchop daer tegéns. ib.
Verbittert de Vrouwen. ib.
Onveríettelijkheyd des Biilchops. pag.1^4.
Herdneckigheyd der Vrouwen. ib.
Op-loop daer uyt ontfraen. ib.
De Vrouwen gaan in de Kloofter-Kerken.
ib.
En verlaten die eyndelijk ook. jb.
De BilTchop werd iïeck. ¿b.
Hy fterft. ¿¿.
Nnn Suipi-
INDEX.
Suf pitie wegens fijne doodt. p'?& 19 5
Lightveerdïgheyt van de Vrouwen van Ckia-
pa. *b-
Rencontre van den Autheur meteen van de-
felve. '*•
gEíchi
GAP. XVII.
iñjvinge van hctlaáisfiaCchc Chiapa.
pag, 196
Meenightevan Adeldacrin. . ib-
Moedigheydt van een Indiaenfch Gouver-
neur. pag-i97
Bequaemheyd van de Indiaenen van chiapa
in waeter- vertooningen. ib.
Andere bequaemheden der Indiaenen. ib.
Onvooriïghtigheyt der Spaenfche. ib-
Comedien door de Indianen vertoont ib.
Rijckdom der Stadt. ib-
Overvlqetvanleeftoght. ib.
Grqóte hettete Chiapa. pag.19%
Koele avont-ftonden. ■ ib.
Ingenios. . ib
MuylenenPaerden. ib'
Gebreck van Tarwe. ib ■
Handel met Bifcayt cndeovervloet van Ca"
toen. ib
CAR XVÍII.
BEfc
fchrijvinge van de Provincie vandeZe-
ques. 'jmgityy
Haere fwackheyd ende de vreefe der Spaen-
iche, ib.
Sloügheydc der Engelfche ende Hollan-
ders., ib.
Meenighte van Zijde en Cochenille. ib.
Handel daer mede gedreven. pag. 200
Aert van delnwoonders. ib.
Overvloei van leef-toghr. ib.
'Befchrijvinge van &eZe!Hales. ib
Wilde Indianen. ih.
Cacao ende ^/¡chiotte- ib
V'rugkt baerhey t van de Zddales. ib. ■
Gfclegenthey-d van Ozmngo. pag. iot
Voornemen van den Autheur om de1" Cho-
colate ende de ^Alella te befchri jven. ik
CAP- XIX.
O Edenen die den Autheur bewegen de
Chocolate te beichn jven. pag.ioz
Naems oorfpronck. ib.
Definitie. * pag. 205
Befchrijvinge van de vrught Cacao. ib.
Boter van de Cacao gemaeckt. ib.
Hoedanigheden van defelve. ib.
Gajenus by gebraght. ib.
Sorheyd der Spaenfche Vrouwen, pag. 20 5
Teder heyd van deCaoio/Boomen. ib.
Hoe de vrught groeyt. ib.
h tweederley. , ib.
Maniere om de Chocolate temaecken. ib.
Chocolate van Antonio Colmenero, pag. 20 6
Hoedaenigheytvan de Canecí. ib.
Van de ¿¿chiolte.. ib.
Hoe diebereytwert. ib.
Bainilla. pag. 207
Hoedaenigheyt van de Chocolate. ib.
Hoe die gemaeckt wert ib.
Man ere ora die te drincken. pag. 208
Tweede maniere. ib.
Derde maniere, ib.
Vierde maniere. pag. 209
Schaedeüjckheyt daer van. ib.
Swackhey t der maege i tí Indien. ib.
Oorfaeckcn van de veríloppinge door de
Chocolate verweckt. pag. 210
Vctheyt door de Chocolate verwekr. ib.
Middel om de Chcfcolate in Engelandt te
hebben. ib.
Onkunde der Engelfche "ende Hollanders,
Handel met de Cacao gedreven, ib,
Befchrijvinge van de ¿Atolla, ib»
Hoe die verkoght wort., ib.»
Gebruyckdae-r van> . ib,
CAP,
>-
D
INDEX.
Ongefont waeter. iS.
'CAP. XX. WaeckcGefwcJIeiiaende-fcecI. ib.
Heeríijcke preíematie van den Prienr van
Sacapula. /&•
ücfchrijvingc van het Dorp van Sacapula ib
En Autheur wcrt op fiju vertreck van
Chiapa door iïjne Vrinden befchonc-
ken. pag. iJt
Vertreck uyt Chapa ende komfíe te Theopix-
ca. pag. 213
Onrmoctinge vaneen Franfch Pricur. ib.
Die hem veel eer en vrientjehap doet. ib.
Komíte ende verblijf te Comhlan. pag. 21 4
Dertclheyt der Indianen. ib
Koraitete laquintenango . ib-
Befchrijvingedaer van. ib-
Groóte door- toght te l^tilntenangp. ib-
Prachtige inhaelinge. ib-
Rijckdorn van een Bedel-MonickenRoora-
fchc Simonie. pag. 215 ;
Vertreck van iKquintenango. ib
SehooneDadelen. pag. 2x0
Verrreck van Sacapula. ib.
Ende komííe re St. Andrea. ib.
Vertreck van daer ib.
Aengenaemenaghi-reft. ib.
Gevaerlijcke pafíagie. ib,
Ontmoetingh van die van Zúlala- ib.
CAP. XXI.
SEergrootgevaervau den Autheur.
Onnofelheyt der Indiaenea
Volhardingeindefe'Jve. pa~
Hoe het gevaer was by gekomen.
pa^
2 2vl
ib.
222
ík
v<¿mcu<.vcLn¡zjuiMenango. ib. 1. , :j»- ""-* w«*:> vy geKomen. ¿b
Maniere van reyfenin dat Landt die feer ge- A"J«cIndiacnenalfoo onnoíel als de eer
mackeüjckendeonkoílelijck is. "ib.
Melancolie des Autheurs. ib.
Dieverfetwert. pag 216
Befchrijvinge van het Geberghte van de Cu-
chumatlanes, ib.
St. Martin. ,¿
Gewoonte van de Indianen onder malkan
deren, ,-¿#
Koude op het Geberghte. ¡b.
Vertreck van St. Martin. pag,
Komftc in het groóte Cuehumatlan.
Goet onthael aldaer.
Vertreck van daer.
Komftc te Qhantla.
Miraculeus Beeld te Chantla.
Brenglu groóte rijekdeftn aen. pa?,
KoftchjckcKérck-cicradcn.
Vertreck van Qhantla ; en komftc te Cbaut-
tan. .7
SchooneDruyven. ¡y[
Handel daer mede gedreven. ¿¿'
Vertreck van ChautUn. ¡¿
Schoon geiïghte. t¿
Oiitrnoecmge van den Pricur yüü Sacapula.
pag. 210
217
ib.
ib.
ib
ib.
ib.
218
ib.
pag,
is.
ib.
ib.
225
ib.
224
ib.
ib.
ib.
KomilcteZoiaBa.
Goddelooie Politie der Monicken,
Cjodts-laftcrliick te werek geftelr. m
Uiterhanden der Indianen".
Somnie van de Offerhanden.
Beichrijvingevan^(?/a^.
Beleeftheyd der Indianen.
Vertreck uvt Zoiaba.
CAP. XXII.
30-ge der Indiaenea omtrent den laft der
Geeftelijcke. pa 22i>
Jertreck me St. Martin.
Komfte aldaer.
Gelegentheydende vrughthaerheyd
Vertreck van St. Martin. pé
Rijcke Indianen te Ghimatienamo,
Schooncjaer-merckr.
Vftd'eCke,JJCkheden °P defe,Ve UB&-
Seecker verbaftert Spaenicb fijjeftea É
IsreergeveyniUghter-doghtiglv pa. aig
En qualijckJpreeckende, Hy drijft biícríjcfe
^fe11!"^ Autheur, Diehemaer-
dighli/ck beantwoordt , weder befpot,
N n 11 2 cncje
'b.
ib.
ib.
¿27
ib.
ib.
INDEX.
ende eyndetijck den mont ftopt ¡ Tot fijne
groóte vreugde. ib.
Vertrek van Chimalt enanco, p,
Befchrijvingevan Xocotenaugo.%
Befchrijvinge van de vrught Xocote.
r. 21«,
ib
ib
Waer mede men de Verkens me-ft,
Hoven. pag.
Watermolens.
Schoone Kerk-gevel ende Altaar.
Komíle te Guatimala,
130
ib.
mi
3^¡>S
EtiawSEM
)m3<ÏMS€mi
REGISTER,
Van de aenmerckclijckfte faecken ende voor-vallen die ia
defe Re y s e verhaelt werden.
III. B O E C K*
CAP. I.
SWackheydt van de Sradt van Guatima-
la. pas- ij?
Haerefobereuytterlijcke toeílant. ib.
Die doch geheel binnen wat beter is- ib.
Komfte aen het Convent van Guatimala. ib.
Daer hy Teer wel wert ontfangen. ib.
Tot fijne groóte vreugde. ib.
Den Autheur doet een publijk difpuyt.
pag. 234
Voornaamfte twift-poinit van het felve. ib.
Gramfchap der ]efuiten daar over. ib.
Onder welcke den Autheur fijn credit ver-
liefiS doch by.andere weder aanwint, ib-
Den Autheur wert l'rofeilor in de Philo-
íophie. 'W-Ú
Het welcke hem benijd wert- ib-
Dat hem aanmoedight om beter te doen. ib.
En naght en dagh doet ftuderen. ib.
Den Autheur wert ordinaiis ende openbaar
Predicker. . ?*&• M*
En verknjght daer toe de pefmiffie des Eii-
fchops.' < ib-
Hoelanelie den Autheur te Guatimala v 'er-
t>Iee£ [b-
B-efchrijvinoe van de Stad van Guatimala. ib.
Sude van de weghen om Yan en tot die
Plaetfe te komen. pag 2-37'
Vulcanuflen ende abuys der Spanjaerden
daer omtrent. *»•
Waeter-Vulcanus. pfig*ifr
Hiftorie der Spanjaerden. ib.
Schrickelijcke derperatie ende veraghtmge
Godts. ih-
Vervaerlijck ende reghtvaerdigh oordeel
Godts. ih.
Yermaeckelijckheyd van de Waeter-Vulca-
nus. ih-
Af-fchouwelijckheyt van de andcre.ptfg.z39
Gevaerlijckheyd.
Schrickelijcke brsnt.
Wonderli jeke kraght des vyers.
GewooulijcketoeftantvandeVulcanus
Schrickelijke aert-bevinge. pag.
Getcmpertheyt des Climaets.
Orervloet van leef-rt>ght.
Eu voor al van Oilen-vleefch.
Oorfaecke daer van.
Een Spanjaert heeft 40000. Koe-beeften.
pag. 'Ui
Wijfeop dewelke de Steden endeVlecUen in
Guatimala van Vlecfch voorfien werden.
ib.
ib.
ib'.
ib,
ih.
240
ib.
ib.
ib
ib.
Groóte toevoer van Schapeiv
pag- Ut
Won-
ppp
INDEX.
Wonderüjcke geringe prijfevanhetvleefch
ende andere ípijfe. - ib.
Getal van de Huyfen in Guatimala. ib.
Merckt vandieStadt. ib.
DeiicateíTenderCrioIen. ib
Grooten Koophandel in Guatimala. pag. 243
Rjjckdom der Stade. ib.
Regeeringe van Guatimala ende het omleg-
gende Larade, . ib.
Beichrijvinghe van het Hof van Guatimala
f«£-244
Traclament des Pzeiidents van guatima-
la. ib.
Hiftorie van Dom Juan de GuX.man. ib.
Gierigheyd van Dom Gon\alveK de Pazde Lo-
L
rendaría. to.
Voorbeeld daer van. tb.
Tra&ament der Raeden en des Pifcaels. ib.
'Groot pro-fijt der Raeden pag: 2 45
Quaedeadminiilratieder Juftitie. ib.
Kercken van Guatimala. ib.
Clooftcrs. ib.
Inkomen der Jacobijnen. tb.
Haere Schatten. ib,
Befchrijvinge van haer Cloofter. pag. 14e
Beichrijvinge van het Convet de la Concep-
tion, ib.
Hiftorie van Donna Juanna de Maldonado. ib.
Oploop door haer ontftaeu. pag. ¿47
.Weit door den Preiident geflirt. ib
Groóte praght ende rijekdom van een Non-
. ne. - pag. Ï48
Koftelijcke Capelte ofregebede-kamer. ib.
Verdoiventheyd der Cloofteren. ib
..Óngebondenheydt ende Godloosheydt ¿n
de Stadt. p ag. 149
Voorbeelden van haere fcloecfemocdig--
heydc. ¡y,
Havè'u van la Trinidad, ib.
Befchrijvinge van St Michel. ib.
Befchrijvinghe van de Havtn van Realejo.
pag. 151
Hoe den handel van Guatimala op Spanjen
werc gedreven. ¿¿.
Groóte aííurantíe en íbrgeloosheydt der
Span jaer den. ib.
Schoone ende ruyme Haven van Golfe-Dolce.
pag. 2. s i
Laf-hertigheytder Spaenfche. ' ¿¿_
De Hollanders nemen TruxiUo in , en ver-
laetcii het fel ve fleghtelijeb. ib.
Gerevolteerde Negers. pag. 2 5 j.
Doen groóte fchaede aen de Spanjaerts. ib.
Haeré Wapenen. ib.
Sy verlanghen nae Engel fche ofte Hollan-
ders. ib~
<Ls4cafaba¡llan. ib.
Bobo een aengenaem ílagh van vifeh. ib.
Tepemechinsen íoorte van Voorn. pag. 2 54
Schoone Muloenen. ib.
Yferendekoper-mijnen* ib.
CAP. III.
pag.itf
ib-
G A P. II.
QRoote van het Landt van Guatimala. ib.
Havenen. ib.
JCoopmanfchappen die daer gebraght wer-
den. V^í>2^°
VrughtbaereLande-ílreecke. ¡b.
Swaere donder en blixem. ib
Dcfperate Negers. - ib
L En Reviere die gout geeft.
Wrfedheyd der Spanjaerden.
Doet een Gout-mijne verliefcn.
Seeckerrijck Neger. ib.
Is verdaght van die Mijn te weten , en werc
daer over aengefproocken, doch vcr-
antwoort fich fee-r wel. pag. 3 tfö
Reviere van de Koeyen levert eenigh gour
uyt. ib.
Beichrijvinge van de Valeye van Afcwoen P¿-
ñola. - ib.
Hiftorie van JuanT? alómele, pag. Zfp
Sijn rijekdom. ib.
Sijne barbarifehe wreedbeyt over fijne Slae-
ven en Negers. ibl
Sijne onkuyííche beeftigheyt. - pag. 2. 58;
Sijn Moorden. : /'S.
Niin 3 Ero
INDEX.
Eremitagie van onfe Vrouwe van denBergh
Carmel. ib.
Beíchnjvinge van Mixco ib.
Geral van de Muyl-eíels in de Valeye van
Mixco. png. i\9
Schoon Aerdo-werck te Mixco. ib.
Befchrijvinge van Finóla. ib
Barancas, ib.
Befchrijvinge van Pffd/>¿. pag. 260.
Mt jarra een Vifch . ib.
Goede ordre om. Guatimala van vifch te ver-
forgen. ib.
C A.P. IV.
T^Aems-ooiTpronckvanPíío/'A. pag. 261
Koninghlijcke Familie te P etapa, ib.
Indianen fijn fecr genegen tot den dramk.
pag.rfi.
Privilegen van den Gouverneur van Peta-
pa. ib.
Magt van den Priefler van het felve Vleck.¿¿.
Praghtigh Kerck-cieraed. ib.
Jaer-merckcvan P etapa, ib.
Stier- lopen. ib.
Hiftorie van Sebafiiano Savaletta. pag. 2 6 3
Tweederhande Suycker-molens Trapiches,
ende Ingenios. ib
Befchrijvinge van de Suycker-molenvane^i"
vis. • ib.
Befchrijvinge van t^ímatitUn. ib.
Warme baeden te ^Jmatitian. pag. 264
Sout aen een foet Meer gevonden. ib.
Merckt-plaetfe van ¿¿matitlan- ib
Dubbelden Ooghil m de Valeye van Mix-
co. ib.
Vremde maniere van dorííchen. ib.
Vremde manier van het Landt te meften. ib.
St.Lucar. pag. ¿66
Wonderlijck getempert Climaet van dat
Dorp , doet het Koorn merckelijck ver-
meerderen, ¡b
Hoemen het Koorn bewaert. • tb.
Milpas. pag. 167.
Swacke fituatie van Guatimala. ib
Moeyelijcke paiiagic
Aengename wegh.
BefluytdesCapitrels.
■ih
ib.
ê>.
CAP. V.
/~\Orfpronck van den naem van Vera-
Paz, pa%.i68
Befchrijvinge van die Provincie. ib.
Ceban. ib.
Ongetemde Indiaenen beletten áen handel
t u fichen Guatimala ende Jucatan- pag 169
Hifrorie van de Reyfe van feecker Reli-
gieus. \ ib.
Handel van die van Vera-Paz op de Golf, ib,
Koopmaníchappen van het Landt van Vera-
Paz. pag. 270
Wegh van Guatimala nae Vera-Paz- ■ ib.
Befchrijvinge van het Geberghte van de Sa-
catepeques , de Dorpen daer op , ende de
Inwoonders van deícíve. ib.
Groóte mildaedigheydt van een godtloos
Indiaen- ib.
Bouquetten Pluymen die te heur gaen. ib,
Ongemackelijcke en vervaerlijcke wegh op
den Bergh \abinal. pag, zyi
Befchrijvinge van de Valeye Yan S£. Nico-
laas. ib,
Roíinal een feer fchoon Vleck. ib.
ís feer o'vervloeyende Yan allerhande vrugb-
renen leeftoght. ib.
Praghtigh tra&ement van Frater Juan Bapti-
Jía. pag. 272
St. Chriftoff-I. ib.
Een groot Meer door Aerdt-bevinge ont-
ftaen , ib.
BefluytvanhetGapittel. ib.
CAP- VI.
aegelijcken ftaet van de Volckeren
BEkl
\zn Guatimala. pag. 47$
Vergelijckinge tuíTchen de Indiaenen ende
het Volckïfraëls. ib.
De Indiaenen nemen toe tcgens de onder-
druckinge. _ ib.
5 Veo
I N
Verkeerde politic der Spanjaerden pag.
274
Middelen om de Spanjacrden ^Jmerka te
ontweldigen. ib.
MisflagU van fommige Perfoonen werdt
klaeilijck aengewcfen. ib.
Kleyne maght der Spanjaerden in Guatima-
la. ib.
Deerlijcke ftaet der Indiaenen onder de
Spaeuíche. pag. 275
Deerlijcke wanhope der Indianen. *" ib.
CAP. Vil.
f\ F wat prerext de Spanjaerden hebben
den dienít van de Indiaenen ver-
kregen, pag. rj 6
Hoe deielvein haeren dienít werden ver-
deelt, ib
De IvezR^epartidor en fíjn Ampt. ib.
Gp wat wijfe de Indiaenen van hem gehan-
delt werden als hy-dïe aen de Spanjaer-
den uytdeelt. / pag. 277
Profijt van den Ivex Repartidor. ib\
Straffe van de Indiaenen die den arbeyt ont-
lopen, ib.
Onreghtvaerdighcydt omtrent de Indiaenen
gepleeght. pag. 27g
Hoe hart ende barbaních men haer han-
delt. ,b.
Haerfoberdagh-oelt. ib.
Grouwelijcke godtlcosheden van de Span-
jaerden omtrent deíe Indianen gepleeght-
ib.
Godtloofe wijfe om aen de kofttegeraec-
ken. v ib.
Andere harde foorte van ílaveniye- pag* 279
Voorbeeld daer van.
Befluyt vanditCapittcl» ' ¿¿,
CAP. VIII.
ti Oe armelijek ende ellendigh de India-
nen gemeenüjckgekleedtgaen. -pag.
280
Haer bedde is haere kleedinge. - ¡b.¡
D e x.
/Swaeren arbeyt doet wel ruften
il.
28c
ib.,
ib.
ib.
Kleedinge van de rijckítelndianen. p
Sleghte bedden van alle de Indianen.
Waer uyt die beftaen.
Kleedinge der Vrouwen.
Befchrijvingc van deHuyfen der Indiaenen
Haer fobere Huys-raet ib..
Haere Bad- ftoven. ¡y\
Haere maniere van Hylicken. ib'
Wat koílen daer oplopen. pag. 283
Hoe het onder haer by erfFeniíIe ende ver-'
fterf toegact. ,¿.
Hoe fy haere Huyfen timmeren ende dec-
ken. -¿,
CAP. IX.
fj Eteetenende defpijfe der Indianen be-
ftaet meeíf. in boontjens, en werdt
verhaelt hoe íy deíelfe bereyden ende nuc-
TV"tn- ■ pa£. 2S4,:
TortilUs een foorte van koeckjens en hoe die
bereyt werden. ¡ /¿.
Hoe fy de Maix groen eetem pag. 285
Gepelde gerft van Afo/*.. &.
Tafaios wat die zijn, en de maniere om die*
te maecken. ¿¿t
Handel daer mede gedreven brenght groot
profijt aen. ¡fö
Spijfe van de rijeke Indiaenen. ib.
Hoe fyDaflen vangen om te eeteni iê.
Egels tot fpijfegebruyekt. pa%, 286
Niet alleen van Indianen , maer oock van de
Spanjaerden. jb.
Diipuyt onder de Theologanten of die
vleefchofvifchzijn. ¡b.
Befchrijvingc van de Agedis Ignanä.pag. 287
Indianen beminnenden dranck. ¿&.
CAP. X,
g Efchrijvinge van den Indiaenfche dranck
Chica i maniere om die te bereyden ,
vuyle ingrediënten die daer inkomen , tot
een levendige Padde incluys, ende fchae,
de.-
wmm*
INDEX.
üfeïijèTse uytwerkfelen daer van.'pa%. 2S8
Den Autheur doet te Mixco eenige porten
met gemelten dranck aen ftucken ílaeB ,
ende wertííeck van den ftanck. pag. 189
Het is de Spaeniche verboden wijn in de
Dorpen der Indiaenen te verkopen , maer
die doen het doch evenwel. ib.
De Spanjaerden misbruycken de genegent
heyd der Indianen tot den dranck. ib.
Hiftorie van Juan Bramos ende fijn Rijckdom,
. door onreghtvaerdigheydtverkreghen.
pag. 19°
Een merckelijck exempel daer van , Eu va11
de onreghtvaerdigheyd des Hofs van Gua~
tímala. b-
Spaenfche Godtlooshcyd. 'b-
CAP. XL
p Orme van haere Borgerüjcke Regerin-
. ge. m- 29i
Getal der Regenten. }b.
ïndiaeniche Gouverneurs. ib.
Hoe en wanneer de wet verfet wert. ib.
Hoe de Reeckeninghen werden op geno-
men, pag. 2,91
Griffiers in de Dorpen. ib.
Haer inkomen. ib.
Gouverneurs hoe lange die regeren. ¡b.
Maght ende pouvoir van de Indiaenfche Ma-
giftraet. ib.
Welcke de Spanjaerden ontwalTen zijn. ib.
Voorbeeld daer van.
Groóte onreghtvaerdigheydt ofte onkunde
der Spaenfche Reghters. pag. 295
Hoe de criminele reghts-pleginge onder de
Indianen geoefrent wort. <. ib.
Appel van den Reghter aen den Priefter. ib.
Maght des Priefters in criminele faeckën. tb.
Vremt gevoelen der InJiaenen omtrent
haere Priefters. pav. 2 94
Vremt voorval hier uytipruytende den Au-
theur te Mixco oyex-komen. ib.
CAP. xa
A Llerhande flagh van hand-wercken on*
derde Indiaenen geoefFent foo jvel als
onder de Spaenfche^ Pag-Z9?
Voorbeeldt van haere kon ft in het metfc-
len. ib*
Schoon Klooiier door haer te i^imatitlan ge-
maekt, £<tg. 296
Haere genegentheydtot het Schilderen, ib.
Haer Schooien. ib.
Sangersende Mufïcanten. ¡b.
Haer Opper hooft de Fiicael. ib.
SijnAmpt. ib.
Sijn praghtenaeniien. ib.
Exemptie van alle die aen de Kerke depen-
. deren , pag. 297
Waer toe die weder verbonden zijn, ib.
Hoe den Priefter in fijn Huys werdt ghe-
dient. ib.
Sijne Kocks- ib*
Sijne chabals, Bouteilliers ofte Tafel- dien-
ders, ib.
Sijne Jongens en haer vferck. tym
Oude wijven welcke fijne backfters onder-
v/ijfen. ib\
Sijne Hoveniers ofte Tuyn-Iieden ende Stal-
kneghten. ib,
Sacrifteynen ende hare bedieninge. pag. 198
Major Domos ofte Bedellen van de Gebroe-
derfchappen ende haer Ampt. ib.
Sijne Viííchers. ib.
Wat inkomen deiv Friefter boven dit alle
heeft, ib.
BefluytdesCapittels. ib.
CAP. XIII.
r^Ommandeurs wat die zijn. pag.i<)%
Schattinghe die de Indiaenen haer ge-
ven. i|.
Waer mede fy die betaelen. ib.
Rigueur met dtwelcke die werdt ingevor-
dert. ' ib.
Hoe díe vergadert» pa%. 30©
Barm-
"■- -
I N D
ïarmhertigheyd der Spaenfchc omtrent de
Ind ianen. ih
"Vrjr Dorpen. ib.
E X
pag.
r«s-
301
ih.
ih.
JOZ
aere tae-
ib
ih.
G A P.- XIV.
|<J Aturel der Indianen-
Haere groóte gttrouwhcyd,
Haere ftilfwijgentheyd.
Haer rcfpecT: voor den Priefter.
Overvloede van expreffien in \
Ie.
Haere groóte welfpreeckentheyd,
Defwackheyd van haer gelovc. tb-
Haere Af-goderye ende by gcloevigheydt.
ih.
Tovcrye gaet by haer ih fwangh. ih.
Sy werden in wilde Bceften getransfor-
- meert.
Vremt by- geloof der Indianen omtrent de
Heyligen , inaeckt haer yverigh in het
Roomfch Geloof. ih.
Ooripronckvan de Schilderyen in de Indi-
aenfcheKercken. pag. 303
Groot profijt ende voordeel des Priefters
van defe dingen. tb.
Goddelofeaperyevan de Priefters hier om-
trent gefpcelt. ih'.
Indianen in de Af-goderye (lijven, pag- 304
Groóte blintheyd der arme Indianen. ib,
Wert door de Priefters vermeerdert. ib.
Offerhanden door de Indianen aen de Beel-
den gedaen. pag. 305
Voordeel dat de Priefters van de Wafch-
keerflen trecken.
Godtloiegierigheyd der Religieufen. ih.
Onwetenheyd't der Indiaenen in de verbor-
gentheden des Geloofs. ih.
Een feer aerdigh doch erbarmens waerdigh
voorbeeld daer van. pAg. ?o6
Een gruwelijck ilaeltje van de goddelóíe lee-
ré ende de gierigbeyd der Spaenfche Prie
rters. pagt j07
Noch fo© een ftaeltje? _ ¡y
QEvotie ende mildaedighejrd der India-
nen in de goede weecke. pag. 308
Builen om het gek voor de afgeftorvene;tc
oncfangen. /^
Noch een ftaeltje van de gierigheydt ende
godtloosheyt der Kérckélijckeh".
Groóte eenvoudigheyd van een Indiacir.
Op aller zielen dagh werd ícer rijckelíjcic
gegeven.
Wonder apen-fpel op den Kers- Jagh aenge -
reght. ib.
Lockt veele Indianen in de Kèrcke. /*.
Doch al rot profijt des Priefters. ih
Noch een ftaeltje van de godtlofc gierigheid
derKerckehjckc. pag. fio
Hoe dit aen de particuliere wert te werek
geftelt. ¡y.
Hoe aen een Gebrocderfchap. ih.
Comedie van drie Koningcn-dagh. ib.
En op Vrouwlight-miile. tb.
Godts-lafteringheop Pmxteren gepleeght.
pa%. 3 1 1
Geftrengheyd der Indianen in hetdiicipl'
neren. j&.
£^ E Indianen fijn niet alleen ren prove aen
de Geeitelijcke , maer gencrali jek aen
alle de Spanjaerden, welcke haer groot
endekíeyn door onnutte laften uyt put-
ten, pag. 3 ix
Voorbeeld daer van. ib.
De Ouders moeten Schattinge betalen voor
haere huwbaereKinderen die fy noch niet
hebben_uytgetrouwt. pag. 313
De Spanjaerden fchnjven de Indiaenen Ja-
ren voor, op de welcke fy trouwen moe-
ten. ib\
Í En dwingen haer fomtijdtshet (elve op de
rwaelfende derthien Jaei? te doen. ib-
Voorbeeld daer van. ¿h.
O© o En
—
_
INDEX.
En van de Tyrannye daer omtremt van de
Spanjaerden gepleeght. pag- 314
C A P. XVII.
yRolijk ende ¡uftigh humeur der India-
nen, ih.
Hoe fy hun tot het danílen bereyden ende
daer in onderwefen worden. pag. 3 1 5
Hoe fy den dagh van dePatroonen van hare
Dorpen vieren. ih.
Dat met danílen, fuypenendefwelgen toe-
gaf, ih.
Tofu-ontin, een maniere van danílen. ib.
Hoe die geoeffent ende in het werek wert ge-
ftelt. \,
Haere oppronckingen daer in. ib,
Tapanabaz , feecker Indiaenfch fpeel-tuygh ,
en noemen op her. felve ipeeld. pag. 3 1 6
Tweede wijfe van danílen. pag, }t?
Hoe die in fíjn werek gaet. ih.
Onderfchcyc tufichen defe twee eerfte foor-
ten van danfièn, ¡ym
Haere derde maniere van danílen. ih.
Tragedien onder het danílen vertoont, pag
Wonder by-geloof ende Superftitie der In-
dianen. /-^>
BdhjytdesCapittels. pagJ Ip
; CAP. XVIII.
0En Autheur wil nae fijn Vaderlant.-. ih
-^ferfoeckt hier toe verlof van den Pro.
vihoael ende den Prefident , die het beyde
Wegeren. '.¿
Hy neemt voor op het platte landt te gaan
woorrtm om de Indiaenfche Taefe te lee
ren endegeJt te winnen. - pag. 3 20
Den Autheur fchrijfc nae Spanjcn om fijne
ontílaeginge. /¿
Hy laet fich bewegen om inhetgefclfchap'
van feeckeren Moran een nieuw Landt te
gaen door- rey fen. ¡y
Sijneloffeiijckooghmerckhierin, ih
VetuechuytGuatmala, %
Kmfte te Qohan. ¡¿
Vêrtreck van daer. ¡>a* , z .
Moeyelijcke wegen. ¡^
Sy fien Hayfen ende bebouwt Landt. ib.
En komen by Menfchen. /¿.
Sy trecken vorder enkomen weder by ande-
re Indiaenen. ,¿.
Den Autheur ende meer andere werden
fieck. pagt j 2 r
CAP. XIX.
o Y fetten den marfch weder voort. ik
0 Veele werden fieck. pag. 31 3
Den Autheur heeft berouw van de Reyic . ih'
P>e(chrijvinge van de Hamacs. ib.
Syontdeckendenvyand- ih.
Diehaer kloeckmoedelijck aenvalt- ib.
Den Autheur hier over in groóte vreeíe zijn-
de wert door Moran getrooft. ib.
Eynde van her geveght , getal der dooden ,
Muyterye der Spaenfche Soldaten. ih..
Waer uyt die ontftaet. ib.
Kioeckerefolutie der Indianen. ib.
Verfcheyde voornemens der Spaenfche S oi-
daeten. - ¡h.
Tweede attaque der Indianen. ib.
De Spaenfche refolveren te rugge te trecken ,
maeckende alvoorens een accoord met de
Indiaenen. /><*£• 3*5
Spaenfche trecken te rugge. ih.
Nemen eenige Kinderen mede. ih.
Dwaefch voornemen van Moran. iy.
Tegens het welckefich den Autheur fielt. iy.
Doch te vergeefs. iy.
Vêrtreck van Qohan nae de Golf. ib.
En van daer nae Truxillo. ib.
Komfte ai daer ende fwackheyt der Plaetfe.
pag. $2 6
Armoede van Comayagua. %ym
tefchrij vinge van de Cajfave. ib.
Gratias a Dios een goede Val eye. ibm
Goedhertige Indiaenen in Cojnayägua, ft
Comité te Guatimala daer iy met groóte
vreughde en eere werden óntfangen- ïb.
Ydel
I N D E* X.
Ydelheyd vznMopan* pag. 327
Den Autheur fcheyc vzw Moranza ' ib.
CAP. XX.
V/f Otiven die den Autheur bewegen om
de Indiaenfche Taele op het Landt te
gaen leercn. pag. 329
Hy verfoeckr fuicks aen denprovinciael die
het hem toèftaet. pag. 3 30
Hy vertreckr van Guatimala ende komt te Pe-
Jaloufïc tuííchen de oude ende nieuwe Reli-
gieufen. ib.
Den Autheur wert ièer wel in de Indiaen-
fche Taele onderrighc en neemt wacker
aen. . ib.
Hy begint daer inte Predickcn. pag, 331
En wert volmaeckt in die Taele. ib.
Hy wert Paftoor van Mixco ende Pimía, ib
Op wat voorwaerden de Priefters op de Dor-
pen werden geibnden. ib.
Rijckdom ende dertelheyd van de Religieu-
CcuinPeru. pag, 332
Onderícheyt tuííchen de Religieuien van
Verü ende van Mexico^ ib.
Befchrijvinge van het inkomen des Priefters
van Mixco ende ÏHnola , welck den A utheur
feer klaerlijck naeckt ende kort voorftelt ,
waer uyt men kan befpeuren hoe rijcke-
lijck^ weelighendedertelfyaldaer, even
als hier de Princen endeVorftenkonnen
leven. ¡fm
Den Autheur treckt meer dan fes duyient
guldens jaerlijcks van twee Dorpen, pag
334.
^iy informeert fichophetgeenehydaer van
moefteuyt-keeren* ib.
Ende accordeert op elf honderdt ende vijf
ende twintigh gulden. pagi , , ,
Hy koopt een Muyl-efel. ib,
Hy fclirijft nae Spanjen om fijne verloilïnge ,
maer krijght foberentrooft. ,#á
Hier op foekt hy beymelijck door te gaen ,
datmedenietiucken wil. pa;. $36
Hy geeft fich over aen»dcGoddclijckcVoor-
ib.
pag.^%
fienigheyd.
Sprinck baenen.
Haere gedaente en meenighte.
Groóte íchacdedoor haergedaen.
Menfchen ende Becfteii lijden door hae
groot ongemack.
Sy bederven de Indigo, Suycker endeTar
Remedien tegens dcfc plaeghe aengewenr.
pég. 3 j 7
Waer door fy eyndelijck verdreven' wor-
den, ih.
Defe plaege was niemant voordcelieh dan
de Priefters.
Doch door Superftirieufe en godtlooie mid-
delen ;¿.
Bhnd by-geloof der Spaenfche.
Taberdiüo een Peililentialekoortfe.
Gevaerlijcke uytwerekingen daer van. ib
Die den Autheur door GODTShuIponc-
gaet. ibm
Getal der dooden daer van in Mixco ende Pi,
noïa die den Autheur duyient guldens doen
winnen. ¿¿
Middel aengewent om aen de Schattiiige
door de fterfte niet te verliefen. ¿K
Ongemenen fwaeren regen ende fchricke-
lijcken donder. pag. 3 3 9
Droevige gevolgen daer van. tb.
Groot gevaer des Autheurs uyt hetwelcke
hem G O D T genaedelijk red. ib.
Voordeel uyc onweder getrocken. ib.
TruxiUo in Peru door Aert-bevinge verfbne-
ken« pag. 340
De fthaede die defèlve in Guatimala deede
gedijdt tot profijt des Autheurs. ib.
Befchrijvinge van de Aert -bevingen van ^J.-
merica. ib.
Seer groot gevaer des Autheurs door Aert-
bevinge- ib.
Naems-oorfpronckvan het Dorp Vinola , an-
ders in de Indiaaniche Taele Pancacge-
naemt. pa& ,41
Befchijvinge van het Ongedierte Nigua ende
fíjn gcvacrlijke effecten. ib.
O 00 2. Mid-
INDEX.
Middelen om dicte ontgaen. pag. 341
De Indiaenen fijn daer vry van. ib.
' jDen Autheur raeckt door een Nigua in groot
gevaer. ib
Hy betraght in die fijn werek GO DES eer
M- 343
Sijn goedt voornemen omtrent de Indiae-
nen ib.
Ende fijne liefde ende genegentheydc tot
haer, ib.
Seecker Indiacn wen door fijn Meefter feer
mishandelt ib.
Den Autheur doet den Spanjaert ftraf-
fen. ib.
Hy raeekt daer door in lijfs-gevaer. pag. 344
Doch doet daer ©ver weder ftrafrc oefrenen
ib.
CAP. XXL
|_| Iftorie van de Toveraerfter Martha de
Carillt. pag. J46
Sy wert feer door de Indiaenen gevreeft. ib.
Den Autheur nevens een Officier van de In-
quifitie beleght informatien tegens haer-
pag. 347
Spreeckt met haer daer felfs over. ib.
Weygert haer de Communie, pag 548
Sy neemt daer wraecke over op haer ge-
fch ncken. ¡y
Traght het oock ¿en fijn Perfoon te doen
pag. 349
Doch tevergeefs. pag. 3^0
Sy dreyght hem op een nieuw. ib
Doch fy weidt gevangen ende íterft in hegb-
tenis. ib
Hiítorie van den ToveracrJ;/,* ¡ Gañíales, ib.
Hy wert ín de gedaence van een Leeuw ge
ciuetft ib
Informatien hier -over genomen. , endeexa-
minatiendaer op gedaen. 'pa'. 251
H;'ftorie van Juan Gome% . . ib.
Ky werdt fchielijk fieck en Ie ontbiet den
Autheur. ib.
Hy fpreeckt fijne bicghte. ib.
wert aen den Autheur om
Endcilerfc,
m> 3P
Sijn leven
deckt.
Juan Gemez ende Sebaftiano Lope\ veghten in
de gedaentc van een Leeuwen Tyger met
malkanderen. t¡a?. 353
LopeK raeckt daer over in heghtenis. ib.
De Indiaenen foecken de faecke te verfuL
Doch andere brengen het aen den dagh. pag'
Het Jijck van Gotnex wert gefchouwt. ib,
Informatien tegens LopeK beleght , die nae
Guatimala wert gefonden ende aldaer op-
gehangen, ib.
Hiítorie van de Fuentes te Mixce. pag. 35Í
Haere Af-goderye komt aen den dagh. ib.
Verkeerde vreefe van een Indiacn. p*g. 357
Den Autheur traght die wegh te nemen ib.
En doet den Indiaen aenklappen- ib.
Precautie des Autheurs. pag. 358
Sijne dreyginge aen den Indiaen. ¡Br-
Metdewelcke hy omfightelijck handelt, ib.
Hy bereyt figh.tot de Rey ie. ,¿t
Den Autheur gaet den Af-godi met feer
groóte vooríightigheyd ende circumfpe-
ciieopfoecken- j¿#
Hy vernaght met fijn gefeifchap in het Bofcfu
pag.. 359
Sy vangen haere tweede onderfoeckinge
aen.
Sy geraecken op hetTpcot.
Sien deSpeloncke.
Sy vinden den Af-godt.
Befchiijvinge daer van,
Sy nemen hem mede,
Den Autheur doet alle v
ende de Negers tekens den volgenden
Söndagh te Kercke nooden. pap 3 6 1
Den Autheur brenght den Af-godt aen iija
Huys. ihm
Ende Sondaghs daer nae op den Predick.
ftoe!. ibi
HccVolckkoomt in feer groóte meeniohtc
te Kercke. pag-^ót
Precaunen van den Autheur. ib.
Sljns
r*g-
'ib.
ib.
360
ib.
ib.
ib.
Spar.jaerden
i —
I N D E X.
Sijiie PieJícatie. ib.
Hy fteltden Af-godt op den Predick-ftocl
aen hec Volck voor. i'¿.
Hy daeght hem ende deDuyvel uyt.pag.^6}
Hy vermaent delndiaenen tot een waerag-
tigh Geloove in GODT. ib.
Hy doet den Afgod aen ftucken hacken en-
de verbranden ib.
Hy maeckt fulcks te Quatmala bekent, pag.
364
Hy wertvandaerbedanckt. ib.
Eiikrijghtinftrudicoraíichnae te regule-
ren, ib.
Stelt den raet díe hy krijght te wcrck. ib-
De Af goden-dienaersfijn obftinaer. ib.
Haere redenen. ib.
De Af-goden-dienacrs leggen den Autheur
laegen. ^. 565
Beílormen fijn flacp-kamer. ib,
Hy voorfíet fích ende doethaer waerfchou-'
wen. pag_ }66
Sy komen voor de tweede reyfe weder. ¿6;
Een van haer wort geqiKtft. ¡b,
Sy leggen hem andere laegen. ib.
Brengen hem daer door in groot gevacr. ib.
Den Autheur bemerekt haere lagen. pag. 367
Sy quetfen hem mer een mes aen de haijt. ib.
En werpen hem ter aerde , van waer hy
weder op-ftaer. ib,
Hy wert uyt het gevaer gered, ib.
Een van de geweldenaerswcrdt gevangen.
Den Autheur beleght informatien wegens
dit voorval. /¿t
Sorge van de Spanjaerden vcor den Au-
theur gedragen, ib,
Sy bewaeren hem den volgende nacht.'
Setten waght.aen het Gevangen-huys % ¡b.
Verder precautien door haer in het werek
geftclc. ih
Sy kloppen de Alcaldes op. ¡y.
Die met haer de Indianen gaen foecken. ib'.
Sy nemen de gedaghte Inducnen gevangen.
pag. 370
Haer boos voornemen wert ontdeckt. ih
Men fluit haer in het gcvangen-huys. ib.
Sorge van den Prefident voor den Autheur
gedragen.
Sy werden nae Guatmala gevoert.
Sy werden in de gevatíckeniffe gebraghc
ende daer nae gefhaft. ib,
Haer groot berouw ende leetwefen. ib.
Wert door den Autheur voor goet gekeurt
ende opreght te fijn bevonden, pas. «71
BefluytdesCapittels. * ib.
CAP. XXII.
Q E Autheur krijght permiiTie van fijnen
Generael om nae Engeland te keeren.
pag. 371
Hy maeckt fulcks den Provinciael bekent ib.
Die hem niet toe-laet te vertrecken, maer
door weldaeden hem traght te houden.
päir, 271
Redenen die den Autheur bewegen om te
blijven. ihm
Den Autheur wertVicaris van hetDorp ende
Clooítervan^7w^/í/dK. _ ¡^
St. Chiiitoffel van AmatitUn ofte Palfa
ha. ¿fr
Befchrijvingc van het Dorp felve. pag. *71
Schoone gcconüjtc ¿JnanaJJèn. jfy
Steenen door een Vulcanas uytgewor-
pen. . * .bt
Pampichi een kleyn Do rp. ¿¿#
Naems-oorípronck. ^ '
Den Autheur doet weder feér groóte niftan-
tien om ontilaegen te werden. ¿¿^
Antwoord van den Provinciáel. ¡y*
Die iïgh evenwel genootiaeckc fiet te blijl
ven- L
CAP. XXIIL.
£) En Autheur neemt voor in de ftilte 'te
verrrecken. fa. .„6
Hy verfoeckt van fijn VicanVampt ontila-
°°o l ' gea
INDEX.
gen te zijn, dit hem met rnoeyte weidt
toegeftacn. ih
HyvrcrdtcPetapagepheft. tb
Ky neemt vaftelijck voor dat Landt te ver-
keren ende te ontvl ugliten. pag. 5 7 7
Hy maeekt iulcks met iiftigheyd aênMickael
Delva bekent. ib .
Redenen waerornhy dat doet. ib.
Delva. pteienteert hem te verfcllen , maer hy
fiaet fulcks af. ib.
Den Autheur verkoopt fijn Muyl-cféTs
koorn, Sec. ib.
Oock fijne fchilderijcn , boecken ende ver-
der huys-raed. pa%. 3 7 g
HetCapitaelváfiden Autheur. ib.
Waer in hy het íelve beiteet- ib.
Voor-bereydfelen tot de vlnght. ib.
>en Autheut fend fíjn Bagagie voor uyt. ib.
Begeeft iich vier daeghen daer nae op dé
vlugt. g£
REGISTER,
Van de aenmerckelijckite faecken ende voor-vallen die in
defe Rey se verhaelt werden.
IV. BOEG K.
CAP- I.
BEkommernifíe des Autheurs , over
den wegh die hem te nemen ftondt
f^- 379
Difhculteyten op de wegen van de Golf,
Mixco-, Sec. p#g- 380
DenAutheur neemt fíjn wegh dooiNicaragua
ende het Meer van Grenada. tb-
Hy neemt per miflive een beleeft af-fcheydt
vandenProvinciael. ib.
Precautie van den Autheur. ib.
Hy treckt uyt V 'etapa. ib.
Beichrijvinge van Sierra Rotonda. ib.
Los EfclwvQs een Indiaenfch Dorp. pag. 581
Naems-oorfpronck daer van. /£.,
Oorfpronck van de naem van ^Amatitlan. ib.
Xomftc te ¿Jgnackapa ende te Trinidad. ib.
CAP. II.
-Choon aerde-werek te Trinidad.* pa\
582
ÊefchriJYingc yan het genede panjaer-
den den mond der Helle noemen. ih.
Seecker Religieus traght defelte te befighti-
gen. pag. 385
Hy wert ter aerde geworpen ende Í eer iïeck.
ib.
Verhael daer van door andere Perfoonen. ib'.
Wat den Autheur daer van heeft vernomen
ende feggen kan- ib.
Redenen waerom hy geen onderfoeck dee-
de. 7 J ib.
Chalétapancen groot Dorp. ib.
Precautie van den Autheur gebruykt om de
Stadt St. Salvador te paneren. pag. 3 84
Beíchijvinge van .Sí. Salvador ib.
Hy pafieertgelijckelijckdoor de Stadt ib.
Komfte aen Rio de Lempa eude by den voor
uyt getrocken Indiaen. ib.
Groot voor reght van die geene welckeR/0
de Lempa palieren , Het wdeke den Au-
theur feerverheught. pag. 385
Hy paíieert\/'í deLempa ende pleyftert aen de
andere zijde met geruft her te, ib>
Komftc
==-.
I N D
Komítc te St . Michael. ib.
Bcfchrijvingedacr van. ib,
Genegentheyd van delndiaen. ib.
Den Autheur fend fijne Bagagie te Lande,
ende hy íelve gaet te water yan Sí. Michael
E x.
nae La Vieja.
M- 3*«
C A P. III.
JfOmftc Realejo.
Redenen waerom
den
VH- 3*7
Autheur daer
ib.
J^JEn Autheur vertreckt met drie Span-
jaerden uyt de Stadt van Grenada, pkg.
niet te Scheep e gaet.
Pía i fan tic van de Provincie van Nicaragua, ib.
Gelegentheyd van de Stadt León. pag- 3 8 S
Sotte inbeeldinge ende beftaen van een Re-
ligieus de la Merced. ib .
Aert Van de Inwoonders van León. ib.
Mahomets Paradijs. ib.
Komfte te Grenada. ib.
Liefde ende gcnegenthey t van Michael Deha.
pag. 389.
Oock van den Indiaen. ib.
Die met traenen af-fcheyt neemt. ib.
Den Autheur verkoopt fijne Muyl-efels. ib.
Begeeft fich ten platten lande. pag. 3 90
Aenmcrckens-waerdige dingen in Grenada-ih.
RijckeKoop-lieden. ib.
Den Autheur werdt geallarmeert door de
komfte van eenigc uyt Guatimala. tb.
Gevaer in het overvaeren van het Meer van
Grenada. pag. 3 9 1
Groóte mecnighte muggen ende onverdrae-
gelijcke hette. ib.
Den Autheur bereyt fich tot fija vertrcck uyt
Grenada. ib.
Hy wert in het felve belet door ordre van
het Hof van Guatimala. #•
Het welckc hem feer ontfet ende verlegen
Sy werden by-nac door een Crocodil ver-,
fnelt. ib.
Maniere'om dit Dier te ©ntkomen. ib.
Naturel van het lopen der Crocodillen.
Grootte van het Meer ofte Moeras van Gre-
nada, ib.
Groóte Boílchen ende Woeftijnen. ib.
Hutten voor de Reyfigers gemaeckt. ib.
Komfte te Cartba^o.
Negotie van die Plaetfe. i&¿.
EefchriJYinge daer van. pag. 39«»
Sy vinden eyndelijck gclegentheyt om
t'Scheep te koomen.
Vertreck uyt Carthago.
Sleghte Dorpen ende ruwe Inwoonders
Komfte aen de Reviere en aen boort.
Befchrijvinge van de Reviere van Sucre.
CAP. V.
maeckf.
pag. 30.2
Ydele overlegginghen om wegh te raec
ken. ib
§Y komen in Zee ende ontdecken twee
Scheepen fag. J97
öy kielen devlught. ib.
Maer werden gedwongen te ftrijckcn. ib.
Gedaghten des Autheurs. ib.
Sy werden genomen. *«*, j^g
Hiftorie van Daguillo. ¡b.-
Den Autheur verlieft feven duyfent Rijcks-
daelders. ib.
Civilitcyr van de Mulau pag. 3 99
Den Autheur vertrooft fich in Godt. ib.
Die hem niet verlegen 'aet. ¿£.
En door wiens hulpehy noch eenigh geit be-
houd. ,¿#
ff' I De Mulat maeckt fich vrolijckopdegeno-
ib.
Mcfi raed hem om nae Cofla-RJca te gae» '* I mene priife.
Het welck hy nevens drie Spänfaerden EngeefídieaendeSpaei^chewedexa^ ib
X.ITZT1' c\ 2 i- ■ fag l ?/ Den Autheur traght fíjn goet weder tekrijl
Den Autheur fcheyt eyndelijck van Mic^el \ gem ö ' ft '
Delva. ib * ^ f°
Doek.
1 N D
Doch te vergeefs. |
Hy verioeckr om mede nae Hollandt te va-
ren dat hem mede wengcweygert. ib.
Het Schip wert geloft ende iy met weynigh
leef-toght nae landt gefonden . ib.
Datfy weder nae g-root gevaer aenkomen.
pag. 401
GAP. VI.--
|^|Udaedigheyd der Spanjaerden aen de
geplonderde. , pag. 402
Onfeeckerheydt van den Autheur over het
voort fetten der Reyiè. ih.
Hy keert weder nae Carreo. ib.
Hy neemt mer fijne GefeJl'e voor iïch armer
teveyniendanfy zijn pag. 403
Hy begint weder geit te winnen. ib.
Hy valt in verfoeckinge van weder naeGwa-
timala tekeeren. ib.
Doch overwint defelve. ¿¿.
Handel met Muijl-efels. ib.
Barbarifche Indianen. pag, 404
Aenmerckelijck exempel van de voorfienig-
heydG ODES over onfeReyiïgers. ii.
Men raedt hem nae de Golf de Salinas te
gacn . ib.
Hy volght dien raed met ende neven de drie
. 'Spanjaerden. pÄ,. 405
Sommiere verhaelinge van de Reyfen door
den Autheur in America gedaen. ib.
Den Autheur heeft drie-hondert Engelfchc
mijlen in iAmerha te lande gereyft ib.
C A P. VII.
VfErtreck van Carthago pag. 406
Komfte te Ntcoja en goet onthael al-
daer \y.
Sy krijgen hope van wel haeft t'Scheep te
raecken ib.
Den Autheur begint weder geldt te winnen.
é.
Hiftorie van denParochiaen van Nicoya ende
dmj4kdüe- Ma)or, Juflus cli'Z«/a^/!r,waer
in men de wreedheyd van den eenen iic-,
.endedeonreghevaerdigheydin het Hof
E X.
vmGuatimalancik den andercnp.Ieegh.de.
pas. 407
Den Autheur neemt aen den Parochiaen van
Nlcoja te vervangen. pag. 408
Hy verdient 1 50. Rijcksdaeldersin 5. weec-
kem ib.
LaVitaeen kruyt dat gefponnen werd. ib.
Befchrijvinge van de fchulp vifch Vurpura
pag. 409.
Koilelijcke couleur daer uy t getrocken. ib.
Groóte meenighte van fchulp-vifch. ib.
Waercn daer vallende. vb.
G A P. VIII.
O Y gaen n'yt de Salinas t'Scheep. pag. 410
Tegenfpoet op de Reyfe. ib.
Swaereftorm. ib.
Die nae aghtdacgen op- hout ende in goedt
we'er verandert, pag. 411
Door groot gebreck van dranck drincken fy
haereygen water. ib.
Sy willen om watet te lande ib.
Het welck deSchipper weygeren¿e dwingen
iy hem daer toe. 'ib.
Sy landen op een Eylandt fonder waeter.
pa%. 41 z
Den Autheur wert op het felve vaniijnge-
ielfchapgelaeten. ib.
Dat hem feer verlegen maeckt. ib.
Hy trooilende ver verft ficheenigfints, ende
werdt door fijne mackers weder af-ge-
haelt. ib.
Welcke waeter Orangie-appelen ende Ci-
troenen hadden gevonden, pag. 415
Den Autheur geraeckt in groóte flaute , en
krijght een fwaerekoortie. ibL
Sy gaen weder t'zeyl. ib.
Het Schip ftoot op een klip. pag. ^j^
Het geraeckt nae groóte moey te daer weder
af. ib.
Den Autheur bcgint-te beteren. ib.
Het Schip komt te Perico, maer wert door
ftorm van daer gedreven. ib.
Sy komen voor de' Haven yan Vanama. ib.
werden
I N
Werden daer'van daen gedreven.
ib:
Komíte tzPannama.
p*s- 415
CAP. IX.
■jT\ en Autheur treed te lande.
Befchryvinge vznPannama.
ib.
ib,
Slechte gebouwen.
ib.
Groóte onkuysheydt.
pag, 416.
Swacre Ebbe ende Vloed . en
ongefondc
iught izPann&ma.
ib
Vertreck van Pannama.
ib.
Komite re Venta de Cruces-
ib
Goetonthaelajdaer. '
ih.
4.7
ih.
CAP. X.
"y Ertreck van Venta de CruZ.es. fag
Tegenfpoec op de Reyíe.
XbmfteaendeZee. ib
Groóte floffigheyt dcr Spanjaerden. ib
Den Autheur weygert feeckere gelegent-
heyrom in c^werzVrtteblyven. pag. 418
Sy loopen in Zee , en fien l'Efcudo de Vera-*
gua. , ib,
Komfte te Parto-Bello. ib.
CAP. XI.
Terckte van Porto-Sello. ¿¿,
Autheur voorliet fígh van een Loge.
419
ib
ib.
ib
4*0
ib
t*l-
413
ib.
STer
Der
m
ment.
Duere huys-huen
Voolbeeltdaervan.
Groóte miidaedigheydt.
Groóte meenighte van fílrer.
De Gallioenen komen.
Die groóte diertc in de eet-wacrcn bren
„, £en- ib
Maniere van handelen te Porto-Belh. ib
Rijckftemerckt des werelts. ¿¿
m-
CAP, XII.
j\T Eerftigheydt van Ybarra.
^ Groóte ongefontheydt y
p&g. 42 1
van Porto- Bello.
ibii.
D E a.
' Voor beeldt daer vanten tijde &s Autheur s
ib.
Schoon Gaft- huys te P 'orto-Bello. ib.
Swaere vraght den Autheur ai gevordert of
eenGalíioen. ' pag. 421
Die defelve feer goede koop krijghr. ib.
Vertreck der Vioote die Scheepen fíet ib.
De ^Hollanders fiemen -twee Scheepen van
de Vloot. /¿
Goede gclcgentheyt van hetEylandt dePro-
( videntie oni de Spanjaerdcn te befehae-
digen.
De Hollanders komen weder.
Gevaervan het Schip des Autheurs
CAP, XIII.
!£ Omírc te Carthagena en by eenige En-
gclfche. pa^. 4J4
Waer van hy'er vier in fyn Schip krijghr. ih,
Onodackvzn EduardLayÑeldt. ' " ib.
Vals gerught door die van Carthagena uyt-
geftrooyr. fa~ 41$
Refolutie van Dom Carlos d'Ybarra. ib.
Vertreck van Carthagena en de komite aen de
Havana. ¿bm
De twaelf Apoftolen. ib'
Capitcyn Ros door deiSpaenfchegeaffron-
reert zijnde, roept haer in Duel- ib.
'tWelckden Autheur belet. pag. 462.
Byiondere eygenfehap van het Verckens-
vleefchindeHiwracndeop het Eylandt
Cuba. ibt
Schild padden geven goede fpijfc. ib.
Hoe die bereyt werd, ,&.*
Wat Ieef-toght men gemcenlijck op de Gal-
lioenen in de Havana in-neemt ib,
Den Admiiacl ftek vaft te vertrecken, pag,
417
Befchrijvinge van de Boacanicrs en Plan-
tcrs> ib,
CAP. xlV,
yErtrecícuytdeífrfvawíZ, pug, 428
DeGailioenenraecken by nagh't onder
ceja
.",_:,_"
een andere Vfoote , dat haer doet met
groóte vreefe figh iïagh-vaerdigh maec-
ken. ib,-
Maer bevinden dat het de Vloote van Vera-
Cyuk'is. ^.4;9
EenEngelich Schip neemt een Spaenfchuyt
een Vloote van twee-ende-twintig zey-
leu. #,
Spaenfche grillen ende Rodomontados.
pag. 430
DeEngelichefalveren haer met haerc Prij-
&- ib.
Kloeckmoedige daed van een Hollandtfche
V¿ce- Admirad. ¿¿,
CAP. XV.
£) E Vlooten fcheyden van malkanderen.
p^.431
ib
tb.
I N D E X.
pag. 43 2
Groot gevaer van de Vloote.
Spaenfche blintheyt.
Sy palieren de picores.
Swaere ftorm van aght dagen.
Sy fijn genoot- faeckt ilinckenc waeter te*
dnncken.
Sy fien Madera,
Daer nae Cadix.
Komile te St. Lucar de Barrameda
ib.
ib.
ib.
£4-453
Bekommerniiïedes Authéurs wegens de re-
ceptie die hy van fijne Vrienden in fijne arl
moede foude ontfangen. ¡y
Groóte veranderingh voor die geene dieuyê
Indien weder in Europa komen. 4.
C A P. XVI.
y^Acrom den Autheur in een Herberg
ende niet in het Cloofter gaet. pag.
434
Hy komt by Broeder Paulus van Londen, ib.
Die hem feer port om nae Engeiandt té
gaen- , . ' ib.
Den Autheur verlaet fijn geeftelijcke kleed.
pag. 4j£>
Hy ontkomt door de beftieringe Godes een
groot gevaer. ¿¿..
Hy befteet fich t'Scheep. ;¿.
En vertreckt van St. Lucar. pag. 426
Komilc te Douvres in Engeiandt. ib.
Voor een Spanjaert aengefien zijnde wert
hy niet geviiïteert. /¿#
Hy komt byfijnMaeghfchap ende Vrienden",
welke hy ontkent zijnde, wert hy evenwel"
door haer weder bekent , ende met al]c
vrientfehap ontfangen. ¡¡¡.
Befluytvan hetwerek» fai- 417
E Y N D E,
REGI-
tiSbsmSk^ê&ê&Ê&a&êsb*
¿S5
REGISTER,
Volgens de Ordre van het A. B . C . by middel van het welcke men
feergemackelijck, alle de aenmerckelijcke Voor- vallen en-
de Befchrijvingen , welcke dit Boeck behelft , kan
vinden , met groóte moeyte., tot gerijf der
Lefers, by een geiteldt.
A.
Buida eco Stade in bet Land*
fchap Carthagena. 140.
Abuys van den Jutbeur deies
Boecks. 145.
zAhuys der Spanjaerden on.
trent de Vulcanuflen.i 3 7.
zs4capala een Dorp in America. ' 171
Acafabaftlan eenVleekin het Land van Gua-
timaJa.
S?'
^Acafamul een gedeelte van het Landt van
Jucatan. j,z#
Brave <^4ttien van FrangoysDraeck. 138.
Plompen t^c/e/inChiapa. !S9.
Quaede ^dminijlratie der Juftitie te Guati-
maia. 245#
tJdmirael der Spaeniche iïlvereVloote werd
onthooft. ll6
Spoedige Aengtoeyinge van de Stadt Mexico.
Hiftorifche ^Aenmnc\inge. ~\'
Politique Aenmerc\inge. j,¿"
Aerrfí-Wír^valtfcerfchoonteMixco.»s«'
Schoon ^erde-Tverc/i te Trinidad. * g 1
^be'th^ Van WÍJkn deConinSinneE'i»
e^r/der Spanjaerden, Il85 '
derivan de Inwoondersvan de Zoques 100.
Aert van het Verckens- vleeích i¿ het Ey land
Cuba.
Aert van delnwoonders van León. 3 8 %
Aenbevinge doet Truxillo ín Perú verílnc-
ken.
Aertbevinge brengt dcnAaíWin f eer groot
gevaer. b
Schrickelijcke ^Aertbevinge. I40'.
tsierts-Bifdomenia A menea.' , 47 *
Aerts-Bi/fchcp van Mexico ftelt iTgh tcgens dé
Vjceroy
Hyvlughtuyt de Stadt.
Maer te vergeefs.
HyvIughtindeKercke.
Werd daer gevangen.
En nae Spanjen gefonden.
^ff-goden 1000. in gctaele in Mexico
Afgoderye der Indiaenen.'
¿fkeerigheydt van de Criolen teehens de"
Spaenfche. X1
Af-fchomdijkbeydt van de brandend!
BerghinGuatimaia. x,9
Agedis Ignana genaemt werdt door de Indi-
aenen en Spanjaerden in America ge^c-
ven - 2t6
^Agediffen met men fchen- bloed gefpijft 69
La. Alameda te Mexico. ■ ioi
pPF * . Nieuw
109.
110.
11 1.
#«/.
87.
302,
Nieuw Albien een Provintie in Amcric
ijo
Alcalde Major van TIaxcalIan. 49.
¿¿balt!? Majox van Nicoyais feer onrecht
vaerdjgh. 4oy.
Mlexicalcngo voortijds een grooteStad in-A-
. merica. 6o.
^/ow/o CueJiar is feer rijekende mildaedigh
aen de Kerckelijcke 98.
Schoon /i/f^erteXocotenango. 230
Altaren des Tempels van Mexico. 84.
Peruviaenich America. i¡8.
Mexicaeních America.. t 1 g .
AmercJaenen eecen niet dan hetvleefch haer-
der Vyanden. 70
"fc^w^i van het Qpper-hook der Muficanten
onder de Indiaenen. 29e.
^ö^ivandeMajor-domosofteBedellenvan
de Broederschappen. 298.
t^WÄHfli-eenlndifche vrugt ende befchrijving
van de felve. 2 c.
^Anandffen íecr ichoon geconfijt. 374.
Nieuw ¿Anctälufia. I59#
St. ¿Andrea een Dorp. 220,
esintequera een Stade ofte Vleckin America.
IÍ2.
Antonio Calvo geíubítitueerdeApoítoIifche
CommiíTaris. 7.
Werd door Mattheo de la Villa tot Apo-
ftolifchen Commillarisaengeítelt. j 2.
Befchri jvingc v.in fijn Perioon. ihid.
Goddeloofe ^Aperye van de Prieilers on-
trent de Beelden gepleeghd. 305.
Apen-fpelo? den Kersdagh in deKercken in I
America aengereght.1 SOat
¿Appel van den PoliticquenRechtcr aen den
Priefter. " 2?
Aquapulca een Stadt in America. 163.
'Sw&ezmArbeyd der Indjaenen in het op
bouwen van het nieuwe Mexico. 91
Sw&eienArbeyd doet den ellendiocn wei-
ruften. 28o
Armoede van de Provintie van TIaxcalIan
49.
Armoede van de Provintie van Comayagua .
319
REGISTER
Arrogantie der Monickcn in Indien. j g .
Groóte eAflurantie der Spatijaerden in
Guatimala. %et
^o&ieenlndkcnfche Dranck, wg^
Koele Avondjlonáen in het Indiaeniche
Chiapa. l9g#
Den z^int beur krijght gelegen theyd om nae
de Indien te gaen. ' 8,
De vermaecklijcfcheden van die Geweften
werden hem ieer cierüjcfe ende aerdigh.-
voorgefteltendebeichreven. ¿bid.
Waeraghtige redenen die den <_Autbeur toe
het aenvaerdên van die Reyie acnpor-
Hy (lelt vaft de Reyfe te aenvaerde. ¿bid.
EndeverkiaertiuIcksaenCalvodenOn-
der Apoílolifchen CommiíTaris. i¡.
Die hem met groóte teeckenen van <*ene-
gentheyd ontfanktende fpoedigh raed te
vertrecken, dat door den sAutheur cock
aeríítonts werd te wereke geftelt. tbid.
Hy komt te Porto-Maria daer hy feer
praghtigh werd ontfangen , foo wel als
fijne Gefellen. ibid.Scit.
HykomtteCadix. I2"
Sullende van daer vertrecken ; komen
hem groóte obftaculen voor, waetdoor
hy genootfaeckt is figh in een tonne te
veriteecken. ,,
Hy raeckt eyndelijck in zee. j 4* *
Komt aen het Eyland Guadaloupa. 18.
Hygaetaldaertelandeendebefchnjftdc
gelegentheydc van het fel vc naeukcurigh.
Sijn vertreck van het ielve. 24,
Hykomt voor St. Juan d'Ulhua. %^\
Hy treed aldaer te lande. 3o]
Werd daer nevens fijne Geiellenpragh-
tighlijckonthaeld. rt,iê
En Vorftelijck getracleert. , 2'
Hy werd aidaer door een iwaere ftorm uit
fijn bedde gedreven. ,-
En daer over van dcAndereMonicken die
fulcks gewoon waeren beípot. m¿
Sijn vertreck uyt St. Juan d'ülhua ofte
Vera- Cruz. ¿6
Hy/
Op 't A.
Hy brat acn het oude Vera Cruz ende
werdaidaerpraghtighingehaeld. 37
Hy vcrteckt van daer. 38 .
Hy komt te Xalappa de la Vera Cruz, ibid
Hy vertreckt van daer. 41
Hy komt aen la Rinconada. ibid.
Hy vertreckt van daer. 42
Hy komt te Segura de la Frontera. 43.
Hy komt te Tlaxcalianendebefchrijftdat
feernaeuwkeurig 46
Daer nae te Puebla de los Angelos dat hy
medebefchrijft. 50.
Hy komt te Guacocingo dat hymedebe
ichrijfr. 52
Vertreckt van daer ende komt teQuahu-
tepec 53-^5
Guetlacac te Mexico* 61.
Hy werd tot het fpeelcn verfoght door
feeekére Dame te Mexico. oc-.
Hem werd af-geraden na dePhilippijnen
tetreckèn. ,49
Hy wanckelt in fijn eerft voorneemen.
149.
Hy beraed ílaeght daer over met een Re
ligieus van America. " ' - j,Q
Hy neemt met eenige van fijn mackers
voorin America te blijven. 150.cn i<i.
Hy is nevens fijne mackers feex fobervan
geld vooriïcn. T-,
Hy raeckt nevens fijne Gefellen uyt Mexi-
co- 154-
Hy werd op den wehg onder het vluchten
feerwelonthaeld.
Mi"-
Hy begint nevens fijne Gefeüen by dae^e
teReyfen. ¿iS.
Hy komt te Tafeo, Chanda ende Znn-
ET' „ '<«
HykomtteGüaxaca. x,Jy
Hy vertreckt van Giiaxaca nae Chiapa!
Hy werd te Antaquera feerwelonthaeld!
Hy dwaeld in feeckere Woeftijne vaufijn
Gefelíchap. l '
Hy vind figh genootfaeckt daer iq te yer-
B. C.
tij hoord daer een vrcemt gerughte. i6< •
Sijne yreefe daer over verdwijnt met hét
verdwijnen van het gerughte. ibid.
Hykomt by een Indiaen die hem te rechte*
brenght. ^
En eyndelijck by fijne mackers. ibid
Hy dehbereert metfijn Geiellen watwegh
hyfal nemen. rf
Hy komttcSanatcpeque. ibid.
EuvaiidacrtcTapanatepcque. 16$.
Hy treckt over het Geberghtc de Quele-
nes- 16T
- Hyvernaghtdaerop. lég
Hytreckt verder, ¡bid.
Hy werd nevens fijne mackers door dea
wuidwederhouden. ;¿/¿
Hy vernaght daer voor de tweede reyfe.*
A ] l 69*
Als oock voor de derde. ffijm
Hy vernaght daer op voor de vierde-
mael. ^
Hy treckteindelijckopwaerts. ibid,
Hykomt aen Maquilapa. ibid.
Hy ¿sfeer fvvack van ongemack. 1 71*
Hykomt te Acapala. ' &¿¿\
Hy komt in het Indiaenfche Chiapa daeÊ
hyfeer wel onthald werd. ,72.
Hy vertreckt van Chiapa ende komt te
St. Chriftofrcl. I7Jo
Daer hem den Provinciael wel onthacld
maer braef beftrafc I7?>
Dar hem ende fijne Gefellen grootelijcks
ontiteld , maer hy fpreeckt haer moed in. '
174..
Welcke daer na in hem ende in fijne Gefel-
len wert verfterekt. l7^
Hy raeekt met den Provinciael aen het
fpeelen. I?^
Et het den Provinciael af-winnende weit
hyeindehjekaengenomen. i76,
Hy danckt Godt daer over., endeis dies-
hal ven feerverheught, i77;
Hy raeckt weder aen het fpeelen meeden"
Provinciael. ihida
Ende verlieft nevens fijne Gefellen fijne
•
•vryheid. r7?
Hy verrreckt van Sr. Chrifloffel ende
komteSr. Phiüppo. 179.cn 180.
Hy vertreckt van Sr. Philippo op een
pragluigewijfe. , g , ;
Hy wert door ordre van den Provinciael
te water ende brood verwcfen, 181.
Doch alleen uit Politie. ¿bid.
Hy kom t in het Convent te Chiapa. 1 g 3 .
Hy begint fijne poenitentie endebrenght
die vroljjck door- ¿bid.
Hy werd uit fijne gevanckeiiiílc ontílae
gen ende van fijne GefeJIén gefcheiden.
Den iJutheur wertProfeílorteGuatima-
Ia' j , ibid
Ende by provifie Mceiler indeLatijnfche
Taele te Chiapa. ,g5.
Waer door hy fcer geficn ende bemindt
wrprr . 1 . f
REGISTER
wert.
ibid.
üy doet met den Biflchop van Chiapa de
vifiteten platten lande. t9z.
Hy vertreckt uit Chiapa ende wert op fijn
vertreck door fijne Vrienden befchonc-
ken. 2I1>
HykomtteTbeopixca. 213.
Hy ontmoet een Eraniêh Pricur , dié hem
- veel eer ende vriendfehap doet. ibid.
Hykomt teComitlan. iI4,
Ende te Izquintinango. ' ■ ibid,
Daer hy praghtigh wert ontfangen. ibid.
Hy vertreckt na IzquintinaiW. 2if
hykomt te St. Martin. 217
Vertreckt van daer. 2 '
Hf komt in het groóte Cuchuraatlan , en
Vertreckt van daer. ¡^
Hykomt te Chancla. ¿bid'
\ Hy vertreckt van Chanda ende komt té
Chautlan. alg
Hy vertreckt van Chautlan ende ontmoet
den Prior van Sacapula. ibid. Cr % 1 9 .
Hy komt tot ende vertreckt van Sacapula
ende komt te St. Andrea. 2 19. en íi o
Hy vertreckt van St. Andrea, paflèerteen
gevacrlijcken wegh ende wert ontmoet
vandieZojaba. ibidi
Hy komt teZojaba ende wert aldaer als
een Heiligh aengebeden. 2i2
Waer door hy veele offerhanden ont-
[*°8ht 223.
Hy vertreckt vanZojaba. Z2*
Hy komt te St. Martin. 22£
Hy vertreckt van daer. Í2J[
Komt te Chimaltenango. ibid'
Sijn vremt voorval met feecker verbailert
SpaeníchPneíler. *}7«i2a8.
Hy vertreckt van Chimaltenango. 1 1 «
Hykomt eindehjek te Guatimala. 2 1 o.
Hy komt aen het Convent te Guatimala
ende werd daer tot fijne groóte vreuede
wd ontfangen. £,
Hy doet aldaer een publijcqdiipuit. ¡54!
Benaeld daer door groóte nijd en gonft.
Hy wert Profeffor in de Philofop hie.0 \ \ \ \
Hy wert ordinaris ende openbaer Predic-
ar ende verkrijght daer toe de permiilïe
desBiíTchops. 2 ¿
Den zsiutbeur doet eenige potten met den
Indiaenfchen dranck Chica ghevult aen
ftücken flacn in het Dorp van Mixco , ende
wert vanden ftanckgevaerlijckfieck. 289«
Hem valt wat vremes voor te Mixco. 294.'
Hy rraght na fijn Vaderland te gaan', ende
verfoeckt daer toe verlof van fijnenPro-
vrnciael ende den Prefídent van Guarnía-
la, diehethembeydeweygeren. n9
Hy neemt voorop het platte landt re gaen
woonenendede Indiaëafche Taele telec-
ren
Hy fchrijft nae Span jen om fijne ontfla-
ÜT' r u . md-
tiy iaet Iigh bewegen om met eenen Mo-
ran een nieuw Landt te gaen door- reyfen.
c-- 1 /T i-- ibid.
Si jn lorkhjckooghmerck hierin. ibid.
Hy vertreckt uyt Guatimala ende komt te'
,Coban- , 3*0.
Sijn vertreck van daer. jiT
Hy fiet nevens fíjn Gefelfchaphuifen bel
boud land en komt by Menfchen. 'ibid.
Hy treckt vorder. ' ibid.
Komt
-^— r*
Op 't A
Komt weder by andere Indianen. 322
Hy wert nevens meer andere heek. ibid-
Hy fet de Reyfe verder voort. '313,
Veele van fijn Geielfchap werden fieck
ende hebben nevens hem berouw van de
&eytè. ibid
Sy ontdecken den vyand die haer kloeck -
moedighaenvalt. ¿bid.
Den isíutheur hier over in groóte vreefe
fijnde wert door Moran gefterekt. 3 14.
Eynde van het geveght ende getal van de
Gooden. ibid.
De Indiaenen vallen voor detweedemaei
aen- ibid.
Den Autheur ende fyn Gefelfchap refolve-
ren te rugge te trecken -maeckende alvoo-
rens een accoord met de Indianen. 3 i.j,
Te rugge treckende nemen Cy eenige Kin-
deren mede. l m¿
Den i^Autheur fieldt iigh tegens Morans
dwaesheyd. ¡hid
Hy komt weder te Coban , en van daer te
TnixiJlo. ibid. en 326
En van daer eyndelijck te Guatimala daer
ÍJ met veele yreughde ende eere werden
ontfangen. /£/¿
Den Antheur fcheyd van Moran. 327.
Hy verfoeckt aen iyn Provinciael dein-
diaeniche Taele op het platte land te mo-
gen gaen leeren ende verkrijght fulcks.
TT 3 3°-
Hy vertreckt van Guatimalaendekomt te
*etaPa- , m.
Hy wert ieer wel in de ïndiaeniche Taele
ondernght ende neemt luftigh toe. ibid.
Hy begint daer inte predicken. 331
En wordt volmaeckt in die Taele. ibid
Hy werd Paiïoor te Muco ende Pinola-
TT 1 ibid,
Hytreckt meer dan fes- duyfend guldens
jaerlyx van die twee Dorpen. ?,4
Hy informeert iigh op het geenehy daer
van moeite uyt-keereñ. ¿¡j j
Ende accordeert op elf- honderd ende vyf
ende twmtigh guldens. , , \
% koopt een Muy l-cfel, ¡bid
B. C.
Hy fchryft nae Spanjen om fyneverlof-
iïnge , maer krijght foberen trooft. ibid.
Hier op foekt hy heymelijck door te gaen
dat mede niet lucken wil. 336.
Hy geeft figoveraen deGoddelykevoor-
ilenigheyd. ièid.
Welcke hem oock van de Peililentiale
koortie,die hem aen begravingen enZiel-
miííen fes-duyfent guldens deede winnen,
bewaert.
338.
Hy werd noch van GODT uyteen groot
gevaer gered. 3?9.
Hy raeckt weder door een Aertbevinge in
groot gevaer, maer de HEERE redt hem.
340
Hy raeckt door een tfigua in groot ghe-
34*.
Hy doet een Spanjaert (haffen die fijn ¡
Slae ve feer mishandel t hadde. 345.
Hy raeckt daer door in groot ge vaer.344.
Dogh doet daer over weder ftrafte oeffe-
»e"L | ibid.
■Dett^utheur beleyd informatien tegens
een Tooveraetfter. 347.
Spreeckrhaer daer felfs over. ibid.
Weygert haer de Communie. 348«
Sy neem t daer op wraceke op hetgeene iy
hemgefchoncken hadde. ibid.
Traght het oock aen fyn Perfóorj te doen.
Dogh te vergeefs. 3 50^'
Sydreyght hem op een nieuw. ibid.
Doch fy werdgevange ende fterf t in heg*
ÏÏ'^f- ibid.
Atgoderye van eenige Indiaenen wert aen
den ^«¿£>f«r geopenbaert- 3 f 6.
Hy ipreeckt hier over met een Indiaen,
die, ieer bevreeflfynde, van den^^ewr
gefterekt we rdt.
Hy doed den Indiaen klappen. ibid
Syne precautie, endedreyginge aen dea
Indiaen. " '*» ö g;-
Hy handeld met den Indiaen vooriïghte-
lyckende beréyd %h tot Reyfe. ibid.
HygaetdenAf-god met groóte voorfigh-
tigheyt ende eircumipecrie op-foecken,/¿.
REGISTE
Hy vernaght met fijn Gefclíchap in het
Eoích. 359>
Hy vanght fijne tweede onderíoeckinge
aen ende komt op h«:tfponr. - ibfd.
Hy fiet de Speloncke des Af-godts ende
vmdhem. ?6o>
Hy neem t hem mede. ibid
Den ¿Jutkeur , doet alle de Spanjaerden
ende de Negers regens den volgenden
Sondag te Kcrcke nooden. ¡bid.
Hy brenght den Af-god-aen fijn huis ende
des Sondaeghs düer aen op den Predick-
ftoel. ihidt
Het Volck komtin feer groóte meedighte
re Kercke, precaución vari den ^iutheur.
ende fijn Predicatie.' 3é2.
Hy ílek den Af-godop den ftoel denVolc-
ke.voor. ih>iL
Hy daeght den Duyvel uyt ende vermaent
ce Indiaenen tot het wacraghtigh Geloove
ínGodt. * B }é?ê
Hy doed den Af-godt aen ftucken hacken
ende verbranden. ibiá.
Hy maeckt folies te Guatimala bekend ,
werd van daer bedanckt, endekrijgbtin-
írruétie om figh nae te reguleren- 364
Hy fteld den raed die hy knjgbr te werek ,
maer de Afgoden dienaers fijn daer te-
gens obítinaet ¡n¿
iíaere redenen daer toe, wekke weder-
leght werden. _'.# ^
De Af-goden-dienaers leggen herniaegen
ende beltonnen fijne Kamer. 3 éí#
Hy voorliet figh ende doet haer waer-
lchouwén- .¿^
Sy komen voor de tweede reyie weder
cndcccn van haer wert gequeeft. ièU
Sy leggen hem andere laegen ende bren-
gen hem in groot gevaer. ilyid.
Hy bemerekt haere laegen , Cy werpen
hem ter aerde van waer hy weder op-
ftaec. 367.
Hywert uyt het gevaer gered , ende een
van degcweldenaersgevangen. 368.
Den Autheur beleght infbrmatien over dit
voorval , ende de Spanjaerden dragen |
R
' groóte fo rge voo r hem; ,-¿/¿
Sy bewaeren hem den volgenden na'gjii
ende fetten waght aen het gevangen hüys,
Verdere precautien door haer in het
werek gefield, ihldj
Sykloppm de Alcaldes op , die met haer
de Af goden- dienaers gaen foecken, ibid,
Sy nemen de Af-goden-dienaers gevan-
gen ende omdecken haer boos voornee-
men» 3?0
Die in het gevangen huys werden op-ge-
flootcn , ende de Prcíident van Guatima-
la draeght forge voor den Autheur, ibid,
De Af goden- dienaers werden in de ge-
vanckeniiTe gevoerd te Guatimala ende
-í'-daer . geftraft, iUd,
Haer groot berouw ende leetweíen wert
door átw^Autheur voor goed gekeurt ende
opreght-te fyn bevonden. 371.
Den zJutheur kryghrpermiffie vanfynen
Generael om nae Engeland: te keeren.
372.
Hy maeckt fukks den Provinciael be-
kent. ibidt
Die hem niet toelaet te vertrecken maer
door weldacden rraghtte houden. 373.
Redenen die den ^Autheur bewegen om te
b,?ven- ibid.
Den zJutheur wert Vicaris van het Dorp
ende Cloofter van Amatitlan. ibid.
Hy doet weder feer groóte ende hevige
inílantienom ontflacgen te werden. 375.
't Antwoord dat hy daer op van den Pro-
vinciael bekomt wert door hem weder-
leght , maer fiet figh evenwel genoot-
iaeckt te blyven. , ibid.
Hy neemt voor in der itilte te vertrec-
ken. j ?6m
Hy verfoeckt van fyn Vicaris Ampt ont-
ílaegen te fyn ; dat hem met moey te wert
toegeitaen. fcd.
Hy werttePetapagcpIaetit, ende neemt
vaftelyck voor dat Land te verlactenendc
teontvlughten, 377.
Hy maeckt fulcks liitejyck aen Michacl
Delva
» i
Op \ A
■-Del va bekent. /¿/Vi.
Redenen waerom hy dat doet. ibid
'Delra prefenteerthem te verfellen maer
hyílaetfulcksaf. &-.<{
Hy verkoopt fyne MuyI-efel , 'Koorn ,
&c. oock fyne Schilderyen , üoecken"
ende verdere huys raed. ■ 377.-37«
Hy befteet íyu Capitael in eenige í aecken
daer hy meent voordcel van te trecken.
378.
Tot vooríettinge van fyne víught fent hy
fyne Bagagie voor uyt, cride nae drie
daegen volght hy íelve. ibid:
Hy \s feer bekommert over den wcgh díe
hem ¿níynevlught re nemen ftaer. ' 379
Difficulceyten voor hem op de wegen nae
de Golf van Mexico. 380
Hy neemt fynen wegh door Nicaragua
ende het Meer van Grenade. ¡¿id-
Hy neemt permifíive een beleeft af-
icheyd van den Provinciacl. ibid.
Hy treckr uyt Perapa. ;-¿,-¿
;Komr te Agnachapa ende teTrinidad- 3 82
Hy befchryft de mond der Helle, . door
de Spanjaerden foo genaemt , ende
verhaelt het gcenehy daer van heeft ver-
nomen , ende oock waerom hy geen on-
derioeck deede. ig.
Hy gebruyekt groóte precautie om de
Stadt St. Salvador te palieren. 384.
Hy^ palTeert die Stadt feer geluckelyck
ende komt aen Río de Lempa by fyne
voor uytgefondene Bagagie. 384
Hy verneemt daer tot fyne groóte vreug
de de voorreghten van diegeene wdeke
die Reviere pafleereti, paíleerr deíelve'
ende ruit aen de andere zyde met een
geruft herte. .gt.
HykomtceSt.Michaeí. \]¡
Hy íend íyne Bagagie te lande , ende ga«
felve te water van St. Micbael nae La Vie
Hy komt te Realejo. \\
Redenen waerom hy daer niet i'SchJp
fcaeC NA-f
Den Indiaen neemt af-fcheyd van hem
i B. C
met traenen? * '< p
Den Auikeur verkoopt íyne Muyl-efels.'
By begeeft fígh ten platten lande. !¿¿
Hyvcn gealarmcert door de komíle van
eemgeuytGuatmula.
Hy bereyd ngh tot fyn vercreck uyt G in-
tímala. J
wert daer ín belet door ordre van'híi
HorvanGuatimala. .
Het welck,- hem fecr ontfct ende v erte-
gen maeck , doende hem vede ydcJe
overleggingen macckeiíora wcgh te raec-
Ken ■ n .,.j
Men ned hem na Coila Ricatcgaen ihtl
Herwelcke hy nevens drie Spanjaerden
ooet, lcheydendceyndelyckvanMichad
JJelva.
By vertreckt dan eyndelyck met drie
Spanjaerden uyt Grenada. ,t)4
Sy werden byna door een Crocodil ver-
íneld. - .,.. '
HykomrteCarthago. .£..'
Hy vind eyndelyck gelegentheydt om
t Scheep te komen. *o<j
Hy vertreckt uyt Carthago met fyn Ge'.'
ICiiCllSp, 'L'J
Sy komen aen de Rmere ende aen boord'.
Van daer in Zee'4nde ontdeckèn t'wee
scheepen.
Sy kiefen de vlugt macr werden gedwon-
gen teftrijeken. 5 m
GedaghrendesA«/Äf»rf; f-¿/{/
Sy werden genomen door rcnMuIat.398
Den ^iuthear verheft 7000. Ryxdaelders.
Hy vertrooft iïgh in GODT diehem niet"
verlegen laet, en door wiens hulpe hy
noch eemgh geldt behoudt. , ib¡¿
De Mulat maecktiï^h vrolyckop de ae.
nonjeue Pry fc endegeeft die de Spaeníche
wederom.
Den^wA^traghc Cyn goedt wederge
krygen, doch tevergeefs. ibld,
tiy yerfoeckt om mede nae HoJIandrtc
Q^ -Tacrcn.-
REGÍ
iraeren , dat hem medegeweygert werd, \
ibid.
Het Schip werd geloft ende f y met wey-
nigh Toor-raedte Landcgcfenden. 401.
Alwacr den Amheut ende fijnGefclfchap
met groot gevaeraenkomt. ibid.
Sijnconfccckerheyd over het voort- fecten
der Rey Ce. 401
Hy keert weder nae Carthago- ibid.
Hy neemt met fijne Gefellcn voor figh ar-
mer te veynfen dan fy fijn. 4°?-
Hy beginc weder geit te winnen. ibdi.
Hy valt in verfoeckinge van weder nae
Guatimala te keeren , doch ovcrwind de
ièlve. ib'd.
GODT toont fijjie vooTfienigheydtover
hem op een Teer aenmerckelijcke wijíe.
404.
Men raed hem nae de Golf desaliñaste
ga en. tbid.
Hy volght. dien raed met ende nevens de
drieSpanjaerden. 4OS
Hy betoond dat hy drie duyfend ende drie
honderd Engelfche mijlen in America te
lande gereyft heeft. ibid-
Hy vertteckt van Carthago ende komt
teNicoya, 406»
Hy werd daer wel onthacldt ende krijght
hope van welhaeft t'S.cheep tcraecken,
ibid.
Hy begint weder geld te winnen. 407,
Hy neemt aen denParochiacn vanNicoya
te vervangen, 408,
Hy verdiendt 1 50 Rijcksdaelders in vijf
weeeken. ibid.
Hybefteet figh t'Scheep. ibid-
Gact uyt de Salinas t'fcyl. 410
Door groot gebreck van dranck, drinckt
hy en fijn Gefelfchap fijn cygen waeter.
44!
Sy willen om waeter te lande , het wek
ke de -Schipper weygerendc dwingen fy
hem daer toe. , ibid
Sy landen op een Eylandt fonder wae
ter. 4'
Den,jí«t£«wwertop hetfelvcyanfijriGe 1
s T E R
íelíchap verheten dat hem fecr;vcilegen
maeckt. ibid.
Hy trooftende ververfcht Gg eenigfints ci>
wert door fijne mackers weder af-gehaclr».
die waeter Orangie- Appelen ende Citroe-
nen hadden gevonden. 415.
Hy krijght een groóte flaeute ende daer
opeen íwaerekoortfc. .id
Sy gaen weder t'Seyl en het Schip floot
opeenKlip 413. 414.
Her geraeckt naer groóte moeyte daeE-
weder af. ibid,
Hy begint weder te beteren , ende komt
tePerico , en werd door Storm van daer
gedreven. ibid,
Hy komt voor deHaeven vanPannama,
maer werdt daer mede door Storm van
daen gedreven. ibid.
Eyndelijckkomthy tePannama, 415,
Hy.treed aldaer te Lande, ibid.
Hy vertreeke van daer ende komt te Ven-
te de Cruzes. 41 6*
Hy vercreckt van Venta de Cruzes daer hy
fecr welonthaeld was, 417,
Hy heeft groóte tegenfpoet op die Reyfe,
komt aen Zee , endebemerekt de groóte
floffigheyd der Spanjacrden, ibid.
Hy wcygert feeckere gelegentheyd om in,
America te blijven, 4 gf.
Hy loopt in Zee , ende komt te Porto-
Bel lo, . ibid.
Hy voorfiet figh alder van een Loge-
ment. 419-
Hem word fwaere vraght op een Gallioen
afgevordert. 421.
Maer verkrijghtdcfelve feer goede koop.
ibid.
Gevaer des ^J.uthems ovo. van de Hollan-
ders genomen te werden. 41 5-
Hy komt te Carthagcna by eenige gevan-
gene Engelfche. 4,14.
Hy verkrijghr dafer vier op fijnSchip ko-
men f bid.
Hy vertreckt van Carthagcna ende komt
aen de Havana. 425.
Hy belet datCapiteyu Ros, een gevan-
gen
,
Op 't
g?n Engelfman , door de Spaeniche ge-
aifrontecrtzyndc;, met haernietinDuè'J
vcghc, 426,
Hyvertrackt uyt de Havana, 4?8,
Hy paileerc met de Galliocncn de Azo-
res, Ij 2,
Hy werd genoodfaeckt ilinckend waeter
te drincken, ibid
Hyiïet Madera, ibid,
DacrnacCadix, ibid,
Hy komt te Sr, Lucar de Barremeda, 453,
Hy is ieer bekommert wegens de receptie
diehy van fyne Vrienden in iyuc armoede
ontfangen ioudc, ibid
waeromhy, te St, Lucar de Barrameda.
aen Land getreden zynde : in een Herber
ge ende niet in een Ckoftergaet. 434
. Hy komt by Broeder Pau lus van London .
die hem feer.port om iiae Engelandttc
gac,V 43 5
Hy verlaet fyn Geeitelycke k/eed, ¡bid.
Hyfontkomt door de beftieringe Gods
een groot gevaer, • 4 5 S '
Hy bcireed figh t'Scheep, ¿bid,
Hy vertrecVvai St> Lucar , ende komt
teDouvresinEngelandt, 436,
Voor een Spanjaert aengeiien zynde
werd hy niet gevifiteerr, ¡bid,
Hy komt by fyn Maeghl'chap ende Vrien-
den^ dewelcke ontkent zynde, werd hy
doch evenwel door haer weder bekent ,
ende met alle vriendíchapontfangen,j¿¿¿
Synbeiluytopditwerck, 457, 458,
B.
T>j4dftoven der Indianen, 212,
V^arfnpliWiMhP Amih'f!iii .» ,
A. B. C.
Warme Pueden te Amatithn,
warme Benden uyt deNatuere,
Vainilla een ingrediënt van de Chocolate,
varanets wat die zyn, 2 , « ,
Barmbertighejd ¿erSpaenfche ontrent de In-
dianen, 400j
Indiaenfche Bedden. 6?}
Bedden der Indiaenen beftaenuythaerekle-
dinge, 2g0
Slcghtc Bedden van alle de Indiaenen foo arm
J alsryck,
Bediende van de Alcalde Major van ïïaxcal
| fan,
'B^^doordeyrugtNughtíigepIeegtroJ;
heelden Werden dóór de Indianen m «-Offer-
handen begaefc, j04
wonderlyckBfp/^van een Af-godr. S8
Beelden van bloemen ende Icruyden ohe"
maeckt. *'
Miraculeus Beeld te Chantla. 217*
Be&ceri&hcyd der Jefuiten vertoon t. 1 S 8.'
Begin van den oploop te Mexico. 1 ¡ z'
Begraevinih der Koningen van Mechoacan.
Be\ommcrni(fe des Authrurs over den wegh
die hem in fyne vlught uyt Araerica te ne-
men {font. ?79>
Be{omwerni(fe des Autheurs over de receptie
die hy van fyne Vrienden in fyne armoe-
de ontfangen foude. 4jJ#
Beleeftheyd der Indiaenen van ZoLiba. z24'
Beleeft heyd van den Mulat Dagmllo aen den
Autheur. J9pi
Beleef theyd van de Inwoonders van Tapana-
tepeque. i¿_
Beleyd door den Autheur in iync vlusht ee-
nouden. ' a ,°
Beqtiaemheyd der Indiaenen van Chiapa in*
waeter ver tooj^ngen. i97
Brandendeifr^e» in het Mexicaenfche Ame-'
rica. ,II9>
Brandende BíT^inGuatimaía. 65.
Bcreytfelen van den Autheur tot fyn verrreck
van Chiapa. I7g#
ïïeroennge vzndicYzn Mexico over het van-
gen van harren Acrts biilchop. m,
Berouw ende leetweelen van cenige Mouic-
ken díe haer tor de Reyfc nae Indien had*
den Iaeten bewegen. ¡»
Ydele Befigkeden der Geeftelycken re Mexi-
co- 100.
Bejtellingevm de Politicquc Regeeringc in
America. ,47.
Beweegredenen die de Monicken naer de In-
dien doen trecken. . 41.
Befchyvingh van het Meer yan Mexico. 64.
Qqq 1 Befchrj-
w&^.
" ■ -
REGÍ
Bcfckryvinge van de Palcyfen des Konïnghs
van Mexico. 67. 68.
Befchry^inge der Af-goden in Mexico. 87.
Befchryvinge van her oude Mexico. 67
Befchryvinge des Tempels in Mexico. 84.
Befchryvinge van de vrught Nughtli. 10 3 .
Befchryvinge van de Provinciën van het Me-
xicaenfche America. 1 1 9.
Befchryvinge van Puebla de los Angelos ƒ o.
Bejchryvinghe van de Stadt van Guaccjcm-
g°- • Yh
Befchryvinge van de Gdokcn der Franciica-
nen. 39.
Yermacckelycke Befchryvinge van de In-
dien- . 9.
Befchryvinge van her nieuw Gallicien , een
Provincie van het Mexicaenfche Ameri-
ca. 127.
Befchryvinge van Quivira de Ooftelyckfte
Provincie van America. 129
Befchryvinge van het nieuwe Alblon. 1 \p
Befchryvinge van Nicaragua een Provincie
van her Mexicaenfche America.' 131.
Befchryvinge van het Peruaenfchc Ameri-
ca ,54.
Befchryvinge van Chili. 136.
IJc/r&ryWtfgevanCafrillo d'Oro. 137
Befchryvjnge van het nieuwe Andalufïa.i 3 9.
J3e/c£ryv/«gtfvanCarthagcria. 139.
Befchryvinge van het Eyland Margarcra. 3 41 .
Befchryvinge van het Ey land Jamaica. 143 ,
Befchryvinge van het Eytaud Cuba. 143.
Befchryvinge van de Havana . ï 44.
Befchryvinge van het Eyland Efpagnola. 14a.
Befibryvinge van Capultepec. 12 1 .
Befchryvinge van Guaftacan een Provincie
van het Mexicaenfche America. ¡53.
Befchryvinge van de Sapottes ende Chico-
iappottes. 45
Befchryvmge van de Stracten in de Stadt
Tlaxcalian. 46.
Bfchryvinge van Pannama. 415.
Bejchryvin^e van detwaelf Apoílolen te Car-
thagena , fynde groóte íiucken dus ge
Befihryvin^e van de Boucaniws ende Plan-
S T E R
4i 7.
ters,
Befchryvinge vanXocotenango een vruoht m
America. *
Befchryvinge van de vrught Xocotte. 12o.
Befchryvinge van de Stade Guatimala. 237.
Befchryvinge van het Hof van Guatima*
k 244.
Be/f fcryv/«gi van het Cloofter der Jacobyncn
te Guatimala.
246.
Bejchryvtngc van het Convent van la Con-
ception te Guatimala. 246.
Befchryvinge van Zoiaba. z 2 4°
Bejcbryvingevan de Tabardillo een pcftilcn-
ff«.'
tialekoortie.
Befchryvinge van Vera- Cruz ofte St. luan.
„rF Ua* 4* *n 3f.
af/ffcrya^evanPetapa. 260.
Befchryvinge van de Vifch Mojarra. 60.
Bejchjyvinge van de Suycker-molen van A-
v,s' i)ia,
Befchryvinge van Amatitlan. 2 6 y¿.
Bejehryvinge van Maguikpa. 1 70.
Befcbryvinge van het wallende Blanc-man-
£er- 140.
Befchryvinge van de Atolla. 211.
Befchryvinge van Izquintenango. 214.
Wafchryvinge van het Geberghtc van dcGu-
cbumatlahes. 2l5#
Befchrfrfage van de Stadt Carthago. 59/.
Be/cbryvinge van de Reviere van Suerc ibid.
Befchryvinge van de Acrdbevingcn van Ame-
--»«■ 340.
Befchryvinge van fceckcren A f-godt door den
Autheur uyt eeneSpelonckcgehaelt. 3 £o.
Befchryvinge van het Dorp van St. Chriftof
fel van Amatitlan. 374*
Bejehryvinge van een Rc-yfe des Autheursom
een vreïnt Landt te onrdecken. 321» &c.
Bejehryvinge van de Hamacs. 323.'
Befchryvinge van de Caiïave. . 3 26".
Befchryvmge van het inkomen des PricnVrs
van Mixco encePmola, het wdeke dea
Autheur fcer naeckr , klaer ende kort voor
itelt, wacruyt men befpeuren kan hoe
rijckelijck , wee/igh ende dertel fy al-
daer leyen , eyen als híer de Pnnccn en-
de
.-■'■P.
1 '"!'""■■ —
dé Vorflcn doen. 133.
He/chryvinge van de Hüyfen der Indianen.
282.
Befcbrijvinge van Sierra Rotonda. 3&0.
Befcbrijvinge vanLos-Efclavoseen ïhdiaenich
Dorp. 38l.
Befcbryvm^e van het gecne de Spanjaerdcn
den mondt dei Helle noemen- 383.
Befcbrijvinge van de Scad Sc. Salvador. 3 84.
Befchryvingr van de grootte van het Meer
. van Grenada. 395.
Befchijvmge van de Provintievan Vera- Paz.
Op 't A.B.C
2¿8.
Befcbrijvinge van het Gcberghte van de Saca-
tepeqnes ende van de Dorpen daer op ge
legen. 279.
Befcbrijvinge van de Valeye van S Nicolaes.
287.
Befcbrijvinge van de Agedis Ignana. 287-
Befcbrijvinge van St. Michel. 250.
Befcbrijvinge wan de Ha ven van Realejo. 251.
Be/cbrijvrnge van de Valeye van Mixco ende
Pinola. 2J<j.
Bejehrijvtnge van Mixco. 2cg
Befcbrijvinge van het Dorp Pinola. 259.
Befcbrijvinge van het' Indiacnfche Chiapa
196.
Befcbrijvinge van het Lande ende Provincie
van Chiapa. i8¿.
Befcbrijvinge van de Provincie van de Xo-
<ï»ies, 199.
Befcbrijvinge van de Zeldales. 200.
Befcbrijvinge vande vrught Cacao. . 203.
Be/chrijvicSe van Tafeo. 1^0,
Befcbrijvinge van den dranck Atolla- 158.
Befcbrijvinge van de Sandias een vrught in
America- 169
Befcbrijvinge van Villa-Rica. 123.
Befchrijvmge van Mechoacan. 123.
Befcbrijvinge van het Dorp Chautlaiu 2 18.
Befcbrijvinge van het Dorp van Sacapula
219
Befcbrijvinge van het Dorp St- Andrea. 220.
wonder lyck Bygeloof der Indianen. 47
' 302.. en 318
Sotte Bygelovigbeyl 29; en 125
Blind BygeIoof der Spanjaerden inAmeriJ
c* 33*;
Vremt Bj^e/ow/ der Indianen maeckt haer
yverigh in het Roomièhc Gcloov ontrent
deHeyhgen. ^0je
Bijfcbop van Chiapa wert dervende door de*
Vrouwen in de Chocolate geacht verge-
ven te zyn. *
waflende Blanc-manger. 104.
Spaenfche Bihtbeyd. 431.
Groóte hlintbejd der Arme Indianen. 5 04.
Swaerc Blixem doet groóte fchade in Amcri-
ca' 3 39.'
Swaere Blixem end« Donder in Guatima-
]a- 250.
Bloei derMcnfchen een voet dickop deaerdc
beftalc in den Tempel van Mexico. %<S.
Bobo een aengenaem flagh van Vifch. 25-1 .
Rycke hoeren in de Valeye van St. Pau-
Jus- is 5.
Boosheyd der Geeftelycken in de Philippv-
nen' 346«
Grooce Boffc hen. jj/
Boter van de Cacao gemaeckt. 203.
Bonketten van Pluymcn dicmen te huerc
doed* 270,
Meenigvuldige Brand te Se, Juan d'Ulhua. 3 4
Brand-houd voor het Paleys des Konincks va»
Mexico. 7j
nuffen om geld voor de gebeden voor de A¿ •
geítorvene te ontfangen, 308»
/^yí^overítrccktvoorfpyfe, dranck ende
Cacao valt veel in de Zeldales, 200»
NipuwCdd?» een ftereke ende maghtigeStad
■A inCarthagena, ^o,
Callao de Lima, j^c,
Ca//«o ofte Zcc-boefem van St, Michel, 250»
Groóte Calmte-i l^
Calvo is feer verftoort om dat een van fync
Monicken vlught, j,f
En mishandelt de andere daer over, iíidí
Capa/a anders nieuw Mexico een Stadt ia .
ineuwGalicien, ,a-g¿
Qapdita een Stadt in America. 1 í 3 *
-
REGISTER
Caponábanla een Vleck in Chiapa. 187.
Capelle» van de L. Vrouwe van dcnBergh
Carmel wert door den Blixem verbrand.
359-
Cdpelle in den Tempel van Mexico. 1 S 5 .
Koftelijcke Capelle ofte gebeden-kamer, 148
Capiteyn Ros door de Spaeniche gcaff rou-
teert zynde, roept hacr in Duel, 41 ƒ>
Het GencraleCapittci der Geeftelyckcn waer
het wert gehouden. 2,
Capultepec een Dorp by Mexico, 1 21,
Dom Carlos d'Ybarra Admirael van dcGal-
liocnen. 13, en 4? 1»
Carojfen in Mexico, 94
Carthagena een Landtíchap ende Stadt 111
Caftiilod'Oro, 139,
St, Catharina een Eyland fecr gelegen om de
Spanjaerdcnteboichaedigen, 41 3 .
Cataen wctd ryckelyck in Chiapa gewon-
nen, 187
Ceder boomt n te Tezcuco, ' 60
Cfc<sWiBouteilliers ofceTafel dienaers wcr
den de Pricilers door de Indiaeniche Rc-
gccringebefteld, 297.
Chantla een Plaetiè in America, 1 ^6,
Chantlan een Dorp daer een miraculeus
beeld is> ' 117,
Chapultepec een Vleck omtrent Mexico, 44
Cbaletapaneen groot Dorp, 384,
Chiapa der Indiaenen een Stadt in Ameri-
ca. 17z,
Chicofapotteseen vrugfet in America, . 45,
Chocolate verweckt verftoppinghen, 2io;
Ende oock vethcyd, /¿«t,
Chocolate van A ntionio Coimero, 206,
Chololla een Stadt in America, - 48,
St.ChrijloJfilcen Stadt in America, 178,
St,Chriftoffel van Amatitlan ofte Palinha,
een Dorp, 373,
Cíbola een Landtfchap ende Stadt in Ameri-
ca, 1 3 o,
Cieraed van eenigeBarbariicheIndiacnen,i3 9,
Civiliteyt van den Mulat Daguillo, 399»
Ko id CUmatt te Chiapa, 1 87,
Schoon Cloofttr door de Indiaenen te Ama-
titlan gemaeckt, 296,
/C^oq/?a\fvanGuatimala,
Coarum een Stadt in Nieuw Galicien, 1 2.3
Coban Hoofd-itadt van het Landt van Vera-
Paz' -iff8,
Cochenille werdt veel omtrent Chiapa ge-
wonnen, lgi
Cdlegie der Jciuiten te Tinguez, 1 3 o,'
Colonia, I2,
Comayagua een arme Provintie, 3 2¿,
PraghtigeCcw7?d/> binnen Scheeps- boord ge-
fpeclt, f7j
Comedíela de Kerckc van St. Juan d'Ulhua
vertoont, 3^>
Comedkn door de Indianen van Chiapa ver-
toont, I97>
Comitlan een Pnorye in America, 154,
Commandeurs in America , watdiezyn, 299,
Compofteila een Stad in nieuw Galhcien, 128,
Apoftolifchen Commtfarisjyn maght,ampt|
ende hoe hy dat-bekomt, i,
Seer naeukeurige Conferentie tuiTchen eeií
CrioliícliEdelmancndedcnAuthcur,i90,
Confituerenin Guaxaca, i<Bt
Groóte' 'Consternatie onder de mackers van
den Authíur, r\»¿
Cordeliers te Xalappa de Vera-Cruz, 3 $¿
Cordeliers onderhouden iuAmcricahaerc ge-
loften niet, 29,
Crióle» , wat die zyn, haerchacttegensde
Naturelle Spaujaerden , ende hoc Cf
van de iel ve werden onderdruckt, 3 , en 4,
Voorbeelden van die onderdruckinge en-
de van de wanhope der Criolcn, ibid,
Crocodülen doen groóte fchaede in het Landt
van Chiapa, 188,
Crocodülen werden doot de Indiaenea gege-
ten. 26,
Cuba een Eyland in America, 143,
Groot Cuchumatlan , een Dorp op het Gc-
berghte vandeCuchumatlancs, 217,
D,
o Choone Dadelen te Sacapula, 220,
^! Klocckmoedige Daed van een Hoiländt-'
'fchcVicc- Admirael, 430,
EdelmoedigeDrff¿ vanTlacaê'IIec een van
de Vorftcn van Mexico 73,
- ■'
" ■ v
Op 't A
Damp des Meers van Mexico. 9 1 .
Danjferjen'dej: Indiaenen hoc diegeoefrent
werden.- 515.
DeBniteur ofte Procureur der Gecftclijck en,
hoe die werr verkoren , nevens beiehrij-
viugc van fíjn maght. Amptendclaft. 2.
Delicate f en der Ciiolcn te Guatimala. 2 42 .
Het Eyland Defirado werd door de Vioote
opgedaen.; 18.
Schnckelijcke De/peratie 138.
Dcfpratie desNegersin Guarimala. i$ö.
Deughden van deh Gracve van Gclves. 107 .
Diego de Niquefa bout Pannama ende Nom-
bre de Dios. 000.
't Dieploot van Mexico. 2 6 .
GtoottDierte in de eer-waeren tcPorco Bel-
lo door de kornftc van de Gallioenen42o
i>iffitultejtenvooT dcnAutheur op fijne vlugt
op den wcgh nae de Golivan Mexico.
. 380.
Di/puit onder de Thcologanten in America.,
of de Egels Vifch or Vleeich zijn. 28*.
Aenmcrckens-wacrdigc Dingen In Grenade.
39°«
Het HylzridDomimque door de Vioote op»c
daen f 8
Swacre Donder enBli .era teGuatimala. 2. 5 o.
Groóte Door togbt te Izquintinango. 214.
Dsrado een vifch ende ¿ijne befchrijvinge
16. 17
Viye Dorpen in America. 500.
Op Drie Koningen-dag werd veel apen -fpcl
in de Kerckeaengereght. 5 1 o
Schoonc Druyven in America. 45.
Schoone Drujven te Chautlan.. 2 1 %
E.
¿7ö'W/LayrïeldtdoordeSpaenfcheinA-
merica gevangen zimde , werd . van
haerontilagenendc door deTurckenop
de fhuysreyich genomen. . 414
Swaere Ebbe ende Vloed ce Pannama. 416.
Eenvoudigheid ! van feecker Indiacn. 309.
GODES Eer e door den Autheur in fijn doen
bctraghc 34?.
Eeuwmren ilaen op door de komiïe van de j
Gallioenen te Porto-BcJlo,
B. C.
ƒ Egels tot ipijfe gebruyekt. 2 u.
1 Gevaeriijcke E feilen van het ongedierte Ni-
gua. - HI.
Byfondere Ey^enfchap van het Verekens -
vleefch in de Havana ende op hetEylandt
Cuba. r ;42é.
Eylanden van America. < 1 42.
Groóte £i7fwci«f in de Stad van Mexico. 75.
Engelfche miflehen deSpaenfche Peerl-vangft
teneemen. I42.
Een Engeljch Schip falveert figh met fijne
Prijfe genomen uyt een geheele Spaen-
fche Vioote. 4?0.
Eremitage van St. Juan, X6j.
Eremtagie van onieL. Vrouwe fan denBerg
Carmel. 2,g0.
Los Efclavos een Indiaenfch Dorp* 3 81.
Efpa^nola een Eyland in America. 14Í.
Aenmerckelijck Exempel van de Voorficnig-
heyd GODES over onien Reyfiger. 404.
Exemptie van eenigelndiaenfche Dorpen hoe
die verkregen is. . , 3 ©o.
Exemptie van alle laften gqaccordeert acn all
1 e die de Kercke dienen. a «7.
F 7/
p A 'bul van de Piylles. Tft.
Koninghlycke Indiaenfche a»w¿V in Pe-
raPa- í6t
Feejl van St. Tgnatius praghtigh door de Je-
funen binnen boord o-cvierr. tg.
Fee(i van. St. Dorhiniciis op defelve wyfe
door de Jacobynen op de Zee gevierd. 17.
HaFeefl van aller zielen brenght veel aen de
Prieftersop. ?09#
Feeflen van de Parroonetv der Indiaenfche'
Dorpen hoe die Reviert werden. 515.
Fifcael van Guatimala ende Cyn Trailament*.
fï/?^/,Opper- hoofd van de Muficante^dir'
Indianen, 2<),
Francoys Dracck ontdeckt het nieuwe AU
b-ion. "Mr.
Fm^^dCortez landt te Vera-Cruz ende
om iyn Volck tot het innemen vanAme-
nea aen te moedigen kackt hy iyne Sche-
pen ui de grond, 30
m
■—
R E G
-Hy traght de dood van twaelf Spaniaer-
den door de Indiaencn op geoffert te
wrcecken. ft
Hy verjmjght daer roe hulpe van dievVn
Hytreckr op tegensdie van Tepeacac^"
Hyoverwinddefclve. - hsjij
Hyft raft de Moörders der i z . Span jae'r "
■^ytrecfcttcgens Mexico op. ' cf
54- I Q'h«¿>Xe van Miftcq
STER '
ncaenfche America
*Mi««dit de VJoote tot Convoy „e7.'
ft «kt hadden , verlatten defel e >><
0»W,,raecke„bynaglltond„ecn-nd;^
VJoote , dathacr , met groóte vreele
^dortfl h rdlhnraccke reee
^tfÄ0d"p-n-»i»^.Tcnt;if
21 tf,
15«
Hy n. eckt bi nnen de Stade Tezruco. «
tóve e" lftCnt0tK0ningh0^
^rd,WGortez treckt tot Secours van Don
Pcrainando eerlren Chnitcn£Konmgh in
America. *?"
Hy doet 'Roeybarquen te T/axcaihn
inaecken ende op Mcnfchcn fchoudcren
te TezciKo en in het Meer van Mexico
ore noen.
Hy benyd figh tot het belegh van U&
Hy begeeftfigh opdeVlooteom Mexico
te vermeeireren. • » <(i
Sijne redenen dacr toe. - ib{d'
FerdlnandCpttcz fommceert de Stade van
Mexicö'vo'orhetlaetïre. l6
Hy reiolveert de Stadt te beftormen. ¿d.
Hy neemt die,,, ende den Koningh Qua
hutimoc gevangen. ö ^1
«velcke Koningh hem om de dood bid \\
maerhytrooflrhem. o
é:o^tmtt d^lc^hy^ó
£gifTigrhtvanden Koningh van s^n
En boíd een heerlijck paleys in Mexico
Don Terdimnd den cerftenChrifte riKoninoh
m America. 'f,
r^ mi L , 9 ' VJeckSt,, Martini
iäÄttcM[Ii, ñ-m^ Gd!M' ™ g~
« KW-Gallicien een Provincie van het Me-' I f *#* der Indianen ís ieer iwack, ¿l.
Geit
• van hout , enwaeromme, ,.
Praghttgh c,W der Kerd<cn d ¿4'
iteren m Mexico.
5^"«J van Tarwe in Chiapa, ,!?
^ör^vandeMetl-boom . '
Gabrujc^vK de Atolla, LS'
¡¡«¡¡fin** te Mexico meten wegens her
Kijcksdaelders daeghs geven ,--•
Gïfp van ee" rf°ne van SP' "ickha enen
daer een gedeelte van America mede ge-
pJaeght wierde,
wild Gedierte, 35-'
G^/^hoediein America ende andere
Ooft e„de Weft-Indifchc gedeelten ver!
íbnden ende beitst werden, pïê ¡.
Gele.entbeydt van de Haeven yan Vcra*¿*£
Gdegenthejd dc Stadt TIaxcaIJa .«£
Schoonc Gelegmhod van Guaxaca, i < ,
Gelegentbeydt van de Stadt Tecoantepeque-"
Gelegenthejd van het Landt ende Provincie
vanChiapa, /"c
Gdegmhejd van Ococingo, zo , •
rfeÄ ?¿COde vrughtbaerheydt van het
V JeckSr.. Marrin
Op
Geit ís feer fchaers in Chiapa,
Gcmackclycke Gevancfynijfe des Authcurs
184.
De Gemeente van Mexico beweeght iïgh
over het vangen van haeren Aerts-bif-
fchop. in
KkyatGenegentheyd tothetreyfen ende oef
fenen der wapenen der Criolen, 191.
Geñegentheyd der Indiaenen tot de Schilder-
korift. 1^6.
Generaeten der Gzcüdy ckc Ordren hoe die
verkooren werden , haer Ampt\ en "
yoor het leven ende inwelckehet maer
Voor fes Jacren gegeven wert 2.
Gcpeitle-gtrjt van Mai'z gemaeckr. 2. g 5 .
y alich Geruchte door die ~van Carthagena
uytgeftroyt. 4M
Vremt Gerughte in ièeckcrc woeilyne ge-
hoord. 16^
Gefchendi van den Marquis de Seralyoaen
denConingh vanSpanjcn. 106.
Schoon Gefigbte. atg
Geftrengheyd met de wekke iïgh de indianen
diiciplinceren. - 000
Ge fallen aen de keel door ongcfont waeter
verooriaeckt, 219
Getal der wedcrfydfche dooden in het beleer
van Mexico. 7gö
Groot Getal van Canoas te Mexico. 80.
Getal der Huyfen in deStad Guatitnala.iAz!
Getalder Indueniche Regenten in de Steden
en Dorpen. i9I
Getal der dooden van dcPeft in Mixco ende
Piiiola. ,,.
Getal van deScndingc derDominicaenen na'
Mexico. j.
Getal der Spanjacrden die Mexico bcice-
g«dcn. -
Getal der dooden in dcii oploop vanMexico
tegens den Viceroy. Il4
Getal der Indiaenen in Mexico. 94'
Getal der Cloofters ende Kerckcn ín Mexi-
co.
Getal van Muyl-Efels ¡n de Valeye van
Maco. %f9
't A.B.C.
18?. pc-f^^/^idesCIimactsteGuatimala/24®
- Groóte Getrouwhejd der Indiaenen. '301.
Seer groot Gevacr van den Autheiïr, doeÊ
hem voor een Heyligh padecen . zn.
Groot Gevaer des Authcurs uyt het wclcke
GODThemredt. 3}9.
Groot Gevaer om het UndiTena- Firma aen
te doen. lS
Groot G^iT des Au theurs door het ongc.
diertc Nigua. *u
itc/ Groot GevÄfr van de Galliöenen. 4:4'
cl Geval den Autheur doojt het dobbelen der
95»
- .- -.---.--, ---. ~WJ-~, ^..wv ^^«t ucii nutneur door hetdobb
maght ,tem in wclcke Ordre dat Ampt Vrouwen te Mexico overkomen,
Gevejnjïheyd van Alonfo Cueliar komt aen
aen dagh. 9g#
VrcmiGtvoelen derlndiaenen omtrent haerc
Pneiters. 2?4#
VcrCcheydc Gevoelens over de naems oor-
ipronck van Mexico. »i¿
Vergiftigh Geneer. 70.
Caritati ve Gewoonte der Indiaenen. 2 1 6.
Groóte Gierigheyd van den Grave van Gel-
n ves' 107.
Gierigheyd van Juan Palomequc. z 57.
Gierigheyd van Valdivia. j , $
Godioofe Gierigheyd der Priefters. 3 oy.
G/>r/¿fc/WvanDomGonzalvo de Paz de Lo-
renzano. íaa*
Konftige Gieters in GoutjKopcrjSilvcr.&c.
onder de Indiaenen. $z.
Gifte des Konincks van Spanjcn aen Cod
teZi . or.
Giften door dcOnderdaencn vanMechoacara
aea haerc nieuwe Koningen geichonc-
ken. I2ji
Goden tot het getal van 2000 in Mexico.87,,
Godt dés Lughts der Mexicaenen, gJ#
GruweJycke Godloosheden van deSpanjaerl
den aen de Indiaenen gcpleeght. 138,
God/o9í¿fj¿indeStad vanGuatimala. 248!
Spaeniche Godlooshejd. , ¿ 90 * ,
Gods-la(leringe op Pinxteren ghepleeghrl
Gotdhertigheyt derlndiaenen inComayagual
[|
REGISTER
'ï\\
Colfo-dolce een fchoonc ende ruyme Hie-
ven. ís2-
Golfo de las Yeguas ende groóte ftorm daer
inuytgeftacn. if*
Konftige Qoud- [meden onder delndianen. 82
Gouverneur van Peupa -heeft groóte Privile-
gien. 2Í2.
Gouverneurs der Indiaencn hoe lange die re-
gceren. 292.
IndiaenícheGottVrwwí. 291,
Gramfchap des Coninghs van Mexico. 76
Gramfchap der Jefuiten tegens den Au
theur. 134
Gratias a Dios een goede Valeye in Comaya-
gua. 326.
Nieuw Grenada een Stadt in Nicaragua.i 3 3 .
Grenjen van de Provincie van Mexico. 120.
Griffiersin de Dorpeneer Indianen. 291.
Grillen der Span jaerden. 430.
Loffen Grond te Mexico. 102.
Grootte van hét Landt van Guatimala. 249.
Grootte van de Provincie vanTlaxcallan. 47
Guacoonjrs een Stadt in America. 5 ; .
Guafiacan een Provincie van het Mexicatn-
fche America 125.
De Scadt Guatimala toond vaa binnen beter
als van buy ten. 153.
G««XiZi-i2 een Stadt in America. ï^s.
Quetlacac een feer fchoon Dorp omtrent
Mexico. 61.
H.
ÏJ4eyen,i het onderichcyd tuilchen hacr
endedeCrocodilien. • 27.
werden van de Spanjaerden gegeten
ibid
Een feer groóte Haey gevangen. ibid
Een Bootsgefeljdoor een Haey vernield. 1 b
De hlaet tuííchen de Criolen ende naturelle
Spanjaerden heeft fich oock veripreyc
tot in het Kcrckelyckc 4.
"Voorbeelden daer van.. <-.
Haet der Criolen tegens de Spanjaer-
den- Ï59.
Haevsnen Tan Terra Firma op de Zuydt-
aee. i62-
Haven la Trinidad in Guatimala; % ^o.
Haven van Golfo-dolce is ícer íchoon ende
ruym» 152.
GevacrlyckeHavwiteScJuand'UIhua.jo,
Havenenin het Landt van Gnatimala, 149.
Hamacswat diezyn. 3 ij.
Htfwrfe/ van Vera- Paz op de Golf. 249'.
Handel tuilchen Guatimala ende Jucatan
werdt door ongetemde Indiaencn be-
let,
2(9.
Handel met de Cacao gedreven, 211.
Handel door reuylinge gedreven. ' 83.
Handel met Pccrlen gedreven. 142,
Handelmct Druy ven gedreven. 218.
H«»ö!Wmetbefchuyt in Chiapa gedreven!
198.
Handel met zy de ende Cochenille in deZo-
quesgedreven. 100.
Handel met Taffaios gedreven brengt grote
winltaen. 2g^.
Hendel met MuyI-efels. 403.
Handt-Tverchen van allerhande flagh werden
onder de Indianen geoeffent. 295.
Hanteringe der Criolen van Chiapa. 14Í.
GrooceLfemwvanhet Rycke van Mexico,
waer toe die verplight waeren. 71.
Herdnectygheydt der Inwoonders van Mexi-
co 6 5.
Hcrdnec'ñgheyt derVrouwcn vanChiapa".! 94.
On-lydelyckc Hf/ff. ¿j.
Hettem de Valeye van Chiapa. 187."
Groóte nette in hetlndiaenicheChiapa 198.
Groóte Hitte des naghts. ^r.
Onverdracgelycke Httte op het Meer van-
Grcnada. 35>r.
Aenmerckelycfce Hflorie van feec&er Mulat
ofte Half-ilagh. 20. 21 &c.
Hijlorie van Alonfo Cueliar. 58.
Hiflorie vanTeecker reyiend Religieus. 16%>
HiÜorie van Juan Palomeque, 2ej,
Hi/?arïfvanSebaftiaen la. Valetta, 263»
Schnckelycke Hijlorie, 2 3 8,
H»/rm> van Dom Juan tJeGuzman, 244,
Hiflorie van Donna Juanna de Mal do nado,
24^
" ' ■
a —
Hiftorie van Juan Ramos.
liifíoriev&n Edouard Laifldd. 414
Htjlorie van den Parocbiaen van Nicoya ende
den Alcalde Major Juflus de Zalazar,
waer in men de wrecdheyd van den eenen
ííet, cndedeonreghtvaerdigheyddiehet
- Hof van Guacimala aen' den anderen
piceghdc. 407.
Hiftorie van Daguillo. 3 98.
Hiftorie van deToveraeríler Marthade Ca-
' rillo. 34¿.
Hiftorie van de Toveraer Juan Gon^ales.
3 5°-
Hijtorie van Juan Gómez een groot Tove-
raer. 351.
Hy werd fchielijck fíeck ende ontbied den
Autheur.» - ¡bid.
Hy ípreeckt aen den fel ven ííjne biegh-
te. 352-
Sijn leven werd aen den Authcur ont-
deckt. ¡bid.
Eenigc Indiacnen foeckea díe faecke te
Op'tA. B. C.
2?0,
verfulïen.
35?
Doch andere brenghen die aen den dagh
Hetlijckvan Gómez werd gefchoud ibid-
Het fel ve wert in een floot begraven, 3 5 6-
Hiftorie van.de Fuentes te Mixco, 3^6,
Hare Afgoderye komt aen den dagh, ¡bid,
Verkeerde vrecfe hier in van een Indi-
aen, 557>
Den Autheur rraght diewcghteneemen
ende doed den Indiaen klappen, ¡bid,
Precautie des Autheurs in, defe faecke.
3 5 8.
Sijne dreyginge aen den Indiaen met dc-
wekkchy oraiïghtelijckhandeld. ibid.
Hy berey.d figh tot de Reyfc, endegact
den Af- godt met groóte vcocfightighevdt
.endccircumiptäicop-foecken. ibid.
Hy vernaght hier over in het Bofch , ende
ranghc iijne tweede onderfockinghc
Hy gerackt op het fpoor, ibid]
Hy fiet de Speloncke des Af-gods, 360,
Sy vinden den Af godt ende nemen hem
mede, tyjd
Den Autheur doet alle de Negers ende
Spanjacrden tegens den volgenden Son-
aagh te Kercke noden, ,ér
Hy brenght den Af godt aen fijn huys
ende Sondaeghs daer aen op den Predick
ttod, ;L.f
ij \t tbidt
"et Volckkomt in feer groóte meeuiohtc
.te Kercke, ö j^'
Precautie van den Autheur ende fijncPré-
Glcatíe' íbid,
% fte/d den Af.godt op den Predick-ftoeí
aen het Volck voor, * ¡¿¡¿>
Hy daeght denDuy vel uyt ende vermaent
het Volck totGcloovcindcnwacraehti-
genGodt, *,
Hy doed den Afgodtin ftucken hacken
ende verbranden, ¡bid,
Hy maeckt fuickj te Guatimala bekent ,
ende werd van daer bedanckt ende krijghc
inftrucliewaernaíigh te reguleren. 3*4.
Hy field den raed die hykrijght te wercke,
inaer de Afgoden dienaers fíjn obítinaer.
xj 1 &i^>
Hacrc redenen , endewederlegginge van
• ¿cfclve» ibid.
De Af-godcn -dienaers legghcn den Aa-
thcurlaegen. Jtf,
Sy beftormen fijne Slacp-kamer. ¡bid,
Hy voorfiet fígh ende doet haer waer-
ichouwen, ¿66j
Sy komen voorde tweede reyíen weder,'
ende een van hacr werd gequetft, ¡bid
Sy leggen hem andere laegèn, ¿bid,
Brengen hem daer door in groot »evaer ,
maerhybenicrekt h¿ere lacgen, " 7Ó7,
Sy quetfen hem met een mes acn de hand,'
en werpen hem ter aerde van wacr hy
weder opftact, ¡b¿
Hy werd uyt het gevaer gered en een van
de gewcldenaers gevangen. ,ég
Sorge van de Spanjacrden voor den
Autheur gedraegen. m%
Sy bewaecken hemden volgenden uaght ,
*rr 2 ende
al
ende
ibid-
REGÍ
en Je fettea waght aen het gevanghen
huys. > }<9'
Verdere precautien door de Spanjaer-
den in het werek geftelt , die de Alcaldes
op kloppen welcke met haer de Indianen
gaenfoecken. ibid.
Sy nemen de Af-goden-dienaers gevan-
gen ende ontdecken haer boos voorne-
men. 37o-
De Afgoden- dienaers werden in het ge-
vangen huys op-gefiooten ende de Preiï-
dent draeght forge voor den Aucheur./'&d.
Sy werden nae Guatimala gebraght
I daer in de gevanckeniile geflooten ,
eyndelijckgeftraft.
Haer groot berouw ende leetweefen wert
door den Authcur voor goed gekeurt ende
opreght te zijn bevonden . 371*
HoedaenigkedenYan de vrught Cacao. 203.
Eoedanigheyd van de Caneel. 2 c 6 .
Hoedaenigheyd van de Achiotte. ibid'
Hoedaenigheyd van de Chocolate. 207.
Hoeren in Mechoacan publijckelijck toege-
laeten. ,27-
Hollanders nemenTruxillo in ende verlaeten
herfleghtelijck. 251.
Hollanders nemen twee Scheepen van #le
' Vloot. 4"«
Hollanders komen weder , ende brengen het
Schip des Autheurs in groot gevaer van
door haer genomen te werden. 413
Hollanders neemen de Spaenfchc filvere
, Vloot. MS.
Hollanders mifïchen de Spaenfche Peerl-
vanghft te nemen. 14*-
Groóte Honger in de Stadt van Mexico. 75 •
GzoozcHongers-nood door deAutheur op her
Geberghte de Quelenes geleden. 169.
Éoofd-gelaïn Chiäpa betáeld. 18}.
Hooghte van het Geberghte Quelenes. '167.
Arme Hovaerdye der Spanjaerden. ? 3 .
Arme Hovaerdye der Criolen. 150.
Houtebeen een Hollandts Commandeur,
brenght groóte fchrick onder de Spaen-
fche in America. 145-
STB R.
Huacololla een Stadtin America. 52
Huyfen der Prieftercn des Tempels van
Mexico. 89.
Huyfen'der indiaenen. 281.
Soberen HuySraed der Indianen. 181-
Ducrc Hitys-buyr te Porto Belio. 419.
H«w2e«rdcrlndianenis vrolyckendciuftigh
314.
Humeur der Spanjaerden, 1 1 8,
Humeur \¿nden BiiFchopvan Chiapa^ 193»
Hmtenwoot de Rcyiigersgemacckt. 395.
Huw e lyc\en der Mcchoacanen. 124.
Huwelycfen der Indiaenen. 282.
I.
O t. Jêcjntho een vcrmaecfcelyck huys der
Dominicaenen ontrent Mexico. 61.
Jaer-merc\twz.nT!tt2it)2L. 26t.
schoone Jaer-merckt te Chimalccnango.
227-
Jdhwsbeydt der Spanjaerden te Mexico.
102.
Jaloufie tuilchen de oude ende nieuwe Reli-
gie ufen. 330:
Jamaica een Eylandt in America. 143.
fefuiten fcheppen een ydele vreughdeover
de gepretendeerde bckeeringhe vaneen
Mulet. 22.
Sottefoèef/^eendebeftaen van een Reli-
gieus. 388.
Seecker fadiaen werd doorfynMeefterfcer
mishandeld. 343.
Seecker hyHaen toond groo té genegentheyd
tot den Autheur. 385.
Indianen inGuadaloupahoe die hacre Jaeren
reeckenen. 18.
Haercieraed, vaertuygh, &c. ' 19-
Veele Indianen geven iigh aen de Spaenfchc
over. 58.
Indianen omtrent Cápala fyn feer ftrydtbaer.
128.
Indianen van Quivira trecken allen hae-
rennood-druftvanOiTeiwende Koeyen.
130.
Barbarifche Indianen willca iigh onder de
Spaenfche begeven. 13 9-
r Een
Op 't A. B
Een goddoos Ind'aen doet groóte mildae,
digheyd. 270.
Indianen van Chiapa hebben veele bequa?m-
heden. 197.
Wilde Indianen omtrent dcZeldales 000.
Indianen fijn feer geneghen tot den drarxk.
262.
Seer onnofele Indianen. ut. 212.
Indianen fijn feer forghvuldig oin dcGeeft'e-
. lijckebcveelen tegehooriaemen. 126.
RijckeinJj/ïHenteCbimaltenango. H7.
Indianen werden door het ha'rdetra&ament
der Spanjaerden tot wanhope ghe-
braght. 275.
Indiaenen moeten de Spanjaerden dienen.
vji.
Indianen die niet geterct fijn beletten den
handel tullchen Guatimala 169.
Indianen maecken alles nae van Vederen. 8 1 .
Sijn feer geduerfaem in den arbeyd. ibid.
Sy fijn konftige Gout fm eden. ibid-
Indianen v/erden door Apen-fpel in deKerc-
kegelockt. 309.
Indiaenen fijn niet alleen ten proye aen de
Geeftelijcke macr oock aen alle de Span-
jaerden welcke haer groot ende kleyn
door onnutte laften uytputten. 312.
Indianen werden gedwongen op twaelf ende
derthien Jaeren ouderdomste trouwen.
Indianen beminnen he. danílen. j 1 5.
Indianen vieren de Feefrenvan de Patroouen
van haere Dorpen met fnypen ende fwel-
gen. 715.
Indianen ia Comayagua fijn feer goedher-
tigh. 51<j
Barbarifche/?/i;á.>!í'». 404.
Indianen fijn van een feer goed naturel. 301
Indiaenen transformeren figh in wilde Bee.
ften.
301
Indianen fíjn vry van de gev aeren van het on-
gedierte Nigua. i42i
Indianen door de Spaenfche vernietight. 94
Indianen fijn in ftammen verdeeld. 2 82.
Indianen beminnen den dranck, 182.
Indianen doen levendige! Padden in haeren
dranck Chica genoemt. ' 288.
Indinen hebben een vremt gevoelen om-
trenthacre Prieflers. 294.
/«<//'<«e«ocffe»en allerhande flagh van hand-
wereken. 295.
Indianen vanGu'atimah nemen toe tegens de
onderdruckiage. 273.
Indigo door Sprinckhaenen in een gedeelte
van America bedorven. 336.
hez Repartidor en fijn Ampt. 275-,
Informatien tegens Juan Goncalcz denTovc-
racr genomen- 351.
InfirtnatiemtegcnsLo^ez beleght die naGua-
timala gefonden cndcaldaerghehangcn
werd- 35Í,
Ingenio een ibortevanSuykcrJ.moIens3 en
wat die zijn» 198. 2*3.
Ingrediënten van den Indiaenfchen dranck
Chica. 2$f.
Viz°húgz\Inhaelinge in het oude Veía-Cruz.
37.
Praghtigc Inbaelmge den Autheur aenghe-
daen- '214.
Inkomen des Tempels van Mexico. I7.
Infamen van een Priefter op een Dorp in In-
dien. - . 299,
Infamen der Griffiers op de Dorpen der Indi-
aenen. i92.
Inkomen van de Raeden van Guatimala. 144.
/^owiwderjacobijnen te Guatimala. 24 5.
Infamenvan denViceroy van Mexico., 105.
/«^«/kdesBiffchops vanChiapa. 192.
In^pmjle des Conincks van Mexico van de
Merckten. 8j>
Inleomfte van den Biilchop van Xalappa de
Vera Cruz 3J.
Infamfle van den Büïchop van Puebla de Los
Angelos. 5r.
Ir\om[te des Priefters.yan Mixco ende Pino-
la. . - J33.
7ow£e-D3c¿f frc werden dcuPrieftcr in A meri.
ca tot fes toe tot backfters van de Indiaen-
fcheRegeeringe beitelt. 297.
Jongens om te dienen, werden de Prieftersm
Rtr j Ameii-
ft
R EG I
America door de Indiaenfche Regenten j
verfchafr, i97> j
Meenighte van Invoonders in Puebla de Los
Angelos, 51,
Inyioönders van Tezcuco vlughtcn uyt de
Stadt. '55,
Iwu'öifii/frivanChiapa 7yn feer frugael,i 89,
Dom juan de Toledo gaet voor Pieiident na
DeManillas. 14.
Juan Gómez een groot Toveraer, 351,
werd íchielyck íieck ende ontbied den
Autheur, ¡bid,
Hy ipreeckt aenden ielven fynebicghte,
¿bid,
Hyflerfc, 352
Syn leven werd aen den Autheur ont-
deckt, ibicU
Eenige foecken , dcfaeckente verfuficn
3 5 3>
Doch anderebrengedicacn den da», 5 55
HetLyckvanGomez werdgefchoutj/tó/
3«¿i)iGoncalesecn Toveraer werd in de ge-
daentc van cenXeeu w gequetft, 3 f o,
Dom J«a«TorrczdeGuzman Admiraelder
Spaenichc Silver-Vloote werdt onthooft
146
Juan de la Cueva Dominicaner Monick , op
Guadaloupedoor de Indiaenen gequetil
zynde , fterft, 26.
Juan Palomequc is een ryck doch feer God-
loos menfche^ -jf • 257;
Juan Ramos een Godloos Spanjaert, 290:,
üxailcjuftitie van den Grave van Gdves,
107,
Juflus de ^alazar is een feer onrechtvaerdigh
Alcalde Major van Nicoya* 407,
Koftelyck luweet, 9?,
JuweelenCya te Mexico feer gemeen, 9 6
lZ<juv.tin*ngo een Vleckin Chiapa, 187,
Izyuintinango een Amcúcaenfchc Stadt,204,
T£ Aerigheyd van die van Chiapa, i$8,
Köflelycke Kerc <- Cieraeden> 2 1 S ,
Praghtigh Knc\ Cieraed in Petapa, 261,
i(frc^c>jvan Guatimala, 245,
X>sKfir.Csen werden feer te Mexico mis-
ster
bruykt, 100,
Ke rennende Capellen in de Scadt Tlaxcai-
lan, 49,
Koftelycke Kerclgn ten platten lande inArne-
rica,. ïji,
Schoone/Ceri^e-vf/tcXocotenango, 130,
Praghtige A>rr^r der Jacobynen. in Guaxa-
ca, 1^8,
De Kerc\elyc\e van Mexico ietten de Ge-
meente dier Piaetfe aen over het vangen
vanhacrer Aerrs-biiïchop, ii:>
tfWmwdieaerdighdanilen. 52»
Armelyckc Kleedinge der Indianen, 280,
Kleedinge der Rycke Indianen, 281,
Kledin^eder Indiaenfchc Vrouwen, ibiiï
Kledinge van vederen gemaeckt-, 8r,
Praghtighlycke Kledinghe der Vrouwen te
Mexico 9Í,
DcrteleJC/ec//»^? derNegerinnen te Mexico,
ibid,
De Kledinge der Indianen ftreckt hacr voor
haer bedde, 280,
Kloec{meedigheydt der Inwoonders van Chi-
li» 13*,
KUec\moedighejdt der Ncgers in Guatima-
la,
M°>
Kloec\moedigheydt der Mcxicaenfche Vrou-
wen, ^79,
Kocks werden de Prieftersin America door
de Indiaenfchc Regenten verfchaf't, 297,
Komfttrvia de Gallioenen te Porto Bello,
420»
Koningen van Mechoacan hoe die begraeven
werden, 125,
Kfiñinvcn van Mechoacan werden op het aen-
vaerdender Regeeringe van hacre On-
derdaenenbefchoncken, 125,
Koophandel in Mexico, 92»
Koophandel \*n die van Chiapa, 189,
Grooce Koophandel in de Stadt Guatimala,
a43*
Rycke Kooplieden in Grenada, 3 90^
wonderlycke/Cüopwan/í^/í, 82,
Koopmanjc happen van het Landt van Vera-
paz, 270,
KoQpm¡infchapp¿n die ia de Haevcnen van
.Gua-
Op 't A. B. C
Guatimalagebraght werden. 15-0.
Wondere K^onflen der Indianen om alies van
vederen cc maecken. gi
K^orn werd door degetempertbeyt van Sr.
Lucar aldaer merckelijck op de Solder &
vermeerdert- z66.
Koflelijckheden der Af-goden binnenMexico
*7
Kopen op het trouwen der Indiaencn lopen -
- 183.
de.
Koude op het Geberghte. ¿;.
Koude op hetGeberghtc van deCuchumatla-
nes ut,
Wonderlijcke^V^rdeswinds. 1É4. 167.
«1239.
L.
J^cJf-hertigheyd der Spanjaerdcn. 2 j 1.
Land -huyfcn des Conings van Mexico.70.
Landt ftreec\e omtrent Guatimala is fecr
vrughtbaer^ j0
Leckernye der Spanjaerdcn doet haer in A-
merica difpiiteren of de Egels vifch of
vJeefch fijn om die in de vatten te mo-
gen eeten. lt€m
Leef-toght die men gemcenlijck in dcHavana
in-necmt. , 41^
Leon een Stadt in America wert nevens haere
gelegentheydbefchreven. 135. en 388.
Ongebonden LtfVtf»dcrReIigicufeninMexi-
co. 9?. j
Lieden die alle haere nooddruft van Oilen I
ende Koeyen trecken. 1 3 o. |
Op Vrouwen Li¿ht-mijje werd grooteApen-
ipel in de Kcrcken aengereghc. 300.
Lightvaerdigheydt der ¡Negerinnen te Mexi-
co. 96.
Lightvamligbeyt' der Vrouwen van Ghia-
.Pa- i?5-
Lt/f'-wa^ht desConinghs van Mexico. 71.
Wondcrlijck-L//?» 7o.
¿««¿deHoofd-ftadtvanPeru. - 135.
Z^van den Provinciacl van Ghiapaom den
Autheurteílaenendetefalven, 178.
Liften van de Viecroy van Mexico om geit te
JriJSen- J06.
Lof, van Mexico. IOj
' ' • i f
Soberen Leon&en de Indianen gegeven door
de Spanjaerdcn. 278.
St. Lucar een wonderlijck wclgetempert
DorP' 266,
M.
fy[yin:ere om de Crocodil te ontkomen.
Maniere van handelen tePorto-Bello \lo.
Mamere hoe de handel tuilehen Spanjen
ende Guatimala wert gedreven. ter.
Maniere van bouwen in Mexico.
Maniere boe de Pccrlen gcvift werden. 14Z.
Maniere ora de vrughtNughtli te nuttigheid
103.
Maniere op dewelcke de Atolla verkoght
wert- 211.
Macere van het bouwen ende onderhouden
der Paleyfen van den Coningh van Mexi-
co. , 7Ï.
Mamer fom de Atolla eenlndiaenfche dranck
temaecken. Xjg#
Maniere om het waflende&Janc-manger te
nuttigen. 104.
Maniere op dewelcke de vrughmnde Ca-
caos-boomengroeyd. ¿oy.
Maniere om Chocolate temaecken. 105.
Maniere om de Achiotte te beryften. 20 *V
Andere Maniere om de Chocolate te maec-
ken. 107>
Maniere om de Chocolate te drincken. 108%
Tweede Maniere. ibid.
Derde Maniere. ¡bid.
Vierde M. »/Vre. 2,09*
Maniere op dewelcke de Indianen in haeren
dieníl verdeeld werden. 267.
Godtloofe Muñere door dewelcke eenighe
Spanjacrden aen dekoftgeraecken. 178»
Maniere van het trouwen der Indianen. z8z.
Maniereop dewelcke deludianen haere huy-
fen bouwen-
783,
Maniere op dewelcke de Indianen haere erf-
goederen deelen. 2-83:.
Maniere op.jdewelcfee de Indianen de boont-
jens > die haere meefte fpijfe fijn , berei-
den.
284,
Maniere op dewelcke de Pricfters de pajticu'
lie re
lllli JU lf HIUIIWlMHill
—
I
regí
licre by feeckere gekg^ntheyd voor haer
Heyligh doen offeren. -' 3^°'
Hoc íy het fdveaeneenSebroedeilchap
doen doen. 3 !°-
Miniere o? dcwelcke de Indianen flgh tot het
danflen bereyden ende daer in onderwe-
ien werden. M-5'
J^mt* op dewelcke het Toncontm een
foorte van danflen onder de indianen ge-
oerren t werd t. aiS
Tweede Maniere Tan danffen der Indiacnen
317.
Der >le Manier svxa danflen derlndianen. 518 •
Maniere om deTaflajoste 'maecken. i8$-
Mamere op dewelcke de rijckelndiaencn de
Paffen vangen, bereyden ende ectcn.a 58.
Maniere om den IndiacnichendranckChica
tcbereyden . 2^8
Maniere op dewekke de Spaojaerden den
wijn die iy aen de Indiaencn verkopen
vervalfchen 2^9'
ttáfl&tii op dewelckc deStadtGuatimala van
v vifch voorfien werc. *6o.
Vremde Jl/tfBtíffvandorflchen. aí$.
Vremde Maniere van Landt te metten, ibid.
Maniere om hetkoorn tebewaeren. 266.
Maniere op deweleke de Criminele Reghts-
plcginge onder de Indiaenen gcoeffent
werd.3 *5>5-
Maniere op dewelckc men de Coningen van
Mechoacan begraeft. 1 1 $•
Maitierev&ü rey fen dieiecr onkoftelijck ende
gemackclijckis. ai 5«
Mt^avjnen des Coninghs van Mexico. 70.
Magazijnen tot voorracd der Priefteren des
Tempels van Mexico. 8<.
Mz¿¿í der Indiaervfche Magiftraet. 291 .
Magt der Indianen "hteft geen vat op de Span •
jaerden. • ibid*
Magbt des Priefters in Criminele faecken
293-
Kleync Magbt der Spanjaerden in Gnati-
mala. 175.
Magbt van den Gouverneur van Chiapa. 191,
il/<í£&ívandenPrieftervanPetapa. x6%,
Magbt van het Rijckc van Mexico. 7 1 ,
STER
Magbt dei Greftelijcke over de Indianen-jy.
Maght van de Viceroy van Mexico,. 105. en
106.
Major domes ofte Bedcllen van deGebrocder-
ichappen. . 298.
Mai\ IndiaènfchcTatwe wert vandclndia-
neu groen gegeten- 185. ,
Manufacturen van dehiwoonders vanPuebla
de los Angelos. 5 '••
Maquit&pa een gevaerüjcke fpits van het Ge-
berghtc Queiencs l6i.
Martba de Carillo een groóte Toveraerfter.
M'-
Werd feer door de Indianen gevreeft tbid.
Den Autheur nevens een Officier van de
Inquifitic belcyd -ïnformatien regens
haer. }47-
Sy wert daer over by den Autheur aengc-
fproocken- ibid.
Die haer de Communie weygert. 348.
Sy wreeckt dit op het gene iy den Autheur
gegeven haddc. 348»
Traght het oock aen fijnPcrfoon te doen. *
549.
Doch te vergeefs 35"°-
Sy dreyght hem op een nieuw» ibid-
Doch fy vyerdt gevanghen endefterftin
heghtcnifle >, ibid-
Hec Eylant Marigakrite dcor de Vloote op-
ge dacn. 18»
Margarita een Ey landt van America. 141.
Marquis van Scralvo gact voor Viceroy nac
Indien. 14.,
DomMArtin deCarillo gaet voorlnquiiiteur
Geucrael nae Mexico. 14«
St. Martin «en Dorp in hctGebcrghte van de
Cuchumatlancs. 7.16.
Maeten te Mexico. 89»
Frater Mattheo de la Villa, Apoftolifchcn
Commiflaris ovcreenc Sendingedcrja-
cobijncn nae de Manillas , 7.
lenige Monicken bewogen hebbende om
nac de gefeyde Manillas tegacn,fcheyd hy
felveuytdieReyfc. 11*
Maxixca Overfte Lieutcnant van de Stadt
Tlaxcallan. 4«.
Mecbt-
, _
'Mcc'aoacdñ.
Me xh 'O acanen hoe die fr 'ouwcn. J24,
Meihoacanen begiftigen hacren nieuwen Ko-
.ningh. ,lfi
Sy dooden Mmfchen om haereti dooden
Coningh te dienen. _" ibú.
Sy begraeven veele Schatten met haeren
overleden Coningh. n^,
Syírraffenhet Overfpel metdedood-i 27'
'Het Meer van Mexico heeft twecderley wae-
ter- 64.
Hctwert van deStadtaf geleyd. e¿
Meer van St. Chnftoffcl is geen grond in te
vinden. 2?1
Het Meer van Grenada is iecrgevaerlijck te
overvacren. 59I
Een fcet A/w geeft fout uyt. z¿4
Het Meer van' Mexico geeft eenfwaerci
damp van iïgh. 9]
Een groot Meer door Aerdbevingeoutftaen
2. 7 1 .
Melancholie des Autheurs. 2 r . '
Schoone Meloenen te Acaíabaftian. 2 5 4'
Groóte Meenightevzn Pecrlen. ldi
Meenigbte van Zijde ende Cochenille in de
Provintie van de Zoques. JOO
Meenigbte van Adel in het Indiaenfche Chia-
groóte Meemghte van ulver te Porto Bello.
Meenigbte van muggen, 42
Meenigbte van Sprinckhaenen. , ,6'
Groóte Meenigbte Oilen tc Tapanatepe'
^ue' 168
Mif«^/j/e der Vogel- vy vers. 6g'
Menfcb-eeters'.- x "
Menichen.endc Beeftcn lijden in een °edeelte
vanAmerica door deSprinckhaeneli groot
ongemack. a "l
il^wycÄf » ¿W een voet dick op de aerde be-
ftaltin den Tempel van Mexico. 86.
Menfchen die alle hacre nood-druft vanOflen
ende Koeyen trecken. :j
Menfchenhoe die geofFert wier den. 86*
Acht honderd Uenfcben Jacrlijcks aen eencn
Af-godtgcoffcrt. .§;
'öp ?t A. B. C.
Bedriegelijclce Machen in América. Cx
Merc\t van Amatitlan. z6V
Mer{a van het oude Mexico werdbefchre-
ven.
UerrM van de Stade Gnatimala. 24?"
.RiJckfteAáír^í dts weetelds i 11 'Porto Bello.
Merèkt-meeflers te Mexico. * 4g?'
Mtfrf^r.^ />/«? re Mc x i co. g ' "
Merchenop de Dorpen omtrent Mexico. 80.
Metl een boom. j
Metfel-i^flwert feer aerdig van de Indianen
geoeffent.
Mexffo wert door Cortez beftof mt ende in-
genomen. -*
Het wert geplondcrdt , verbrandt ende'
weder herbouwd. 7«
Nieuw Mex/rowaer het gelegen is. 92]
Mexicanen itoppen den weg voor Cortez. 5 fc
Sy trecken tegens Dom Fcrdinando'eer-
ftcn Chriftcn Coningh in America te vel-
, -de. sJt
I AllcdeA/««<i«M ftaeh tegens deSpangiaer-
den op over da ge van ckenhTe van haeren
Coningh.
Mexicaenen fíjn fcer mildaedigh aen Kercken
ende Kerceklijckenperfooñen. 98
MtchaelDclvz toont groóte liefde ende aene-
gentheydtotdenAutheur. " %g9
Middel om dcChocolate inEngelandt te heb-
ben.. 1¡o
Godlooieende CupcraitieuCc Middelen doot
dewelcke de Priefters in America odt ver*
gaede-rea, °
M/^aV/aengewend om door de fterfte der In-
dianen aen de fchattinge niet te verliefen,
Middelen om de gevaerlyckc uyt-werckfe-
Icn van Let ongedierte Nigua te ont-
gae"' 542
Middel om het water te koelen , \z''
Middelen door de Kerckelycken van Mexico'/
gebruyekt om de Gemeente dier Plaetie
tegens den Viceroy , over het vangen van
haeren Aerts-biflchop aen te fetten, ir 2,
Gemackelyck Middel om feeckerefeerghe-
Sfr vácr-
_____
REGISTER
vaeríijcfce paííagie te mijden. _ J7r'
Middelen om de Spanjaarden America te
ontweldigen. 274
Mijnen van filver endegoud omtrent Capa-
la, »28.
Mijnen van Potofi. i ? 4
YCermijnen in het Gcberghre van Acafaba-
íllan. . 2*4-
Koper -mijnen. ibiA.
Goud Mijne doordcSpaenfchewrecdheydt
verlooren. 255.
Goudmijnen omtrent het Geberghte van
Mifteque. 1 57 •
Silver-mijnen ende Yfcr-mijnen ter felver
l'Iaetfc. ibid
Mildaedigheyd van een Landt paghter. 156.
Mildaedigheyd* aen den Autheur te Porto-
Bello betoond. 419.
Groóte Mildaedigheyd van een godloos Indi-
aen 270.
Mildaedigheyd van Alonib Cueïlar . 9 8 .
Mildaedigheydt der Indiaenen in de goeáe
weecke. $08.
Mildaedigheyd der Spanjaerden aen den
Autheur ende fijn beroytgefelfchap.402.
Mildaedigheyd van een Indiaenich Gouver-
neur van Chiapa,. 197.
Milpas wat die zijn.. 267.
Min-yver der Spanjaerden te Mexico. 102.
Mkbruyc>i van de Chocolate door de Vrou-
wen van Chiapa. 193
Misbruyci^ der Kercken te Mexico. 100.
Mií-Jla^h van fommighePerioonen wegens
het vermeeiteren van America klaerlijck
aengewefen. 274.
Mis fiagh der Hollanders omtrent hetin-ne-
men van het Callao de Lima. 135.
Mts -verftand van den Autheur defesboecks.
145.
Het Dorp Mixco geelt fchoonáerdcwcrck.
ru *"'
Mojarra een viich» 2^0.
Molma een oud Spaerifch Priefter kerd den
Autheur de Indiaenfche Taele feer trou-
hcrtelijck. 330.
Mond der Helle een plaetie door de Span-
jaerden foogenoemt. 1 gj. »
Monteren dobbelen ftcrek ín America. 40.
Sy {potten met haere geloften. ibid.
Speciën eeti geheelc naght over. 41.
RijckcMo«rc%>jteNixapa. 162,
Monición door de Indiaenen op Guadalou-
pa gedood, 23,
Montexuma werdt tot Koningh van Mexico
verkooren, 74,
Montexuma de tweede diesnaems Koningh
van Mexico werdt van Cortez gevan-
gen 74»
MontexumaraecVt ellendig aen hctEynde.74,
Moorden door Juan Palomeque bedreven,
258.
Mora» eenMonick gaet met den Autheir ecu
nieuw Landt ontdecken, 320,
Moran toond fijne ydelheydt ende hovaer-
dye, 327,
Moran betoond groóte dwaesheyd, 325,
Het reghteMofzi/dat foo veeleMonicken nac
de Indien doet reyfen, 327>
Motiven die den Autheur bewegen om de In-
diaenfche Tacle op het platte land te gaen
leeren, 329,
Groóte meenighte Muggen op het Meer van
Grenada, 391,
Muylen in het Landt van Chiapa, 191,
Muyl-efelsü)ti in groóte meenighte in dcVa-
leye van Mixco, 2^9,
Muyterye onder de Spaenfchen Soldaeten,
324»
Munt e van die van Puebla de les Angelos^ 2,
Munte te Mexico, 92,
Muftcanten onder de Indianen, 296,
N,
r\\JdcNaem van Mexico, 71*
Naturel van de Crocodil in het lopen,
Naturel der Indianen, 301,
Ncerfligheyd van Ybarra Admiracl van de
Vlootc, 421,
Neerftigheyd der Authcurs, 235,
Seeckcr rijckAfrgfrverdaght van een verloo-
re Goud mijne te weten verdecdight figh
fccrwel, 256,
F*fpe-
" ■
■ «■Ml i i pi. i . i . . ..-
Dcfperate Negers. 2 50
Verlangen feer nac Er-gelfchc ofte Hol
landers. 253,
Negotie van die van de SradtCharthago. 3 9 5 .
Netheid der ílraeten in Mexico. 95
Nicaragua een Provincie van het Mexicacn-
fche America- 132.
Nigua een ongedierte en fijne gevaerlijcke
efrecien- 341.
Nixapa een StadtofteVleckinAmerica.162.
•Afaw¿re¿eD/oKenScadinCaftillod'Oro 137.
Nughtlizta Americaenfche vrught, 103
Dom Nunnio deGuzman, fijnbarbarifchc
wreedheyd. 124.
O
Q Cotingo een Stadt in de Zeldales. 20 1 .
Ri jeke Offerhanden aeu ieecker Vrouwen-
beeld. I2i,
Offerhanden door de Indianen aen den Au-
theur als aen een Heyligh gegeven. 2*3.
Offerhanden door de Indiaenen aen de Beel-
den gegeven. 305
0»¿erdjí«e?;vanMechoacanbetoonen rouwe
over het af-iterven van haere Conin-
g™- 117.
Onderfchetd tuflehen het voetfel ín Europa
eade in America, ¿j,.
Onder fcheid tuflehen de eerfte ende tweede
maniere van danflen der Indianen. 2 1 7.
Onderfchetd tuflehen het inkomen van deRe.
ligieuicn van Peru ende Mexico. 332.
Onderwerpinge der Indianen acndeMonic-
Op'tA. B. C.
ken.
Onderwijfinge in de Taelc Poconchi anders
Pocomanvan 432.101450.
Ongebondenheid ende godtloosheyd in deStad
van Guatimala. 249,
Ongebondenheid der Nonnen ende Monickcn
te Mexico. „«
Ongedierte Nigua ende fijne gevaerlijcke
cffe&en. ' 3 14.
Ongeruftheid des Authcurs. 181.
Groóte Ongefontheidtz Porto-bello* 42 1 '.
Ongetempertheiddcslughts teVera Cruz ende
desredenen daer van.. * 4.
Ontyjién op de huwelijken der Indiaenen
lopende.
Schrickelijcke Ovknysheyd der Spanjaerden
ende Negerinnen te Mexico. 97.
Onyysbcyd van Alonfo Cueflar. 9g '
Ohknysheyi te Pannama geplceght. 41 é[
Onhuysheyd van Juan Palomeque. 25 j".
Onkunde ofte onreghtvserdigheidt der Spaen-
fche Regenten. 2?;
Onkunde derlndianen in de verborge nthcden
desGeloofs. i0.
Onkunde der Engelfche endeHollanders om-
trent de Cacao. j.,1.
Onkunde van de Doctorea. 103,
Onnjfelheiddct Indianen. 3 7. en 2 i 1 .
Oireghtvaerdighetdt door de Spaenjacrden
aen de armelndianengepleeght. 27S.
Onreghtvaerdigbeidvza Juftus de Zalazar Al-
calde Major van Nicoya. 407.
0«r^kv^rí//¿ee/dvanhetHofvanGuatima-
Ia» 290.
Onregbtvaerdiiheid bedijd niet. 191.
Onfeecherheydt van den Autheur over het
voortfetten van fijne Rcyie. 401.
Goed Onthael mee Apen-muntebetaelt. 38.
GoedOníW/denAuthcur ende fijne gefellcn
op den wegh aengcdaen. 180. en 15^.
PraghtighO«i/3«f/denAutheurteSt.Philippü
aengedaen. j™
Gcluckigc Ontmoet ingh des Autheurs. 155.
Onver(ettelijc\beydt des Biffchops van Chia-
Pa- 194,
Dubbelen Ooghjl in de Valeye vanSt.Pau-
Jus- 155.
DubbelenOi^/? in de Valeye vanMixco.2¿4.
Oorfaec\e van de op- bouwinge vanScgura de
ia Frontera. 4J-
Oorfaeckf van ieecker vremt gerughtcdoor
den Autheur gehoord. i¿6.
Oorfaecke van feecker gevaer den Autheur
overkomen. 222.
Oorfaecke der verftoppingen doe f de Choco-
late veroorfjeck. 210.
Oorfaecke des ovcrvlocds van leef-toghten
voor al van Ofíen-vleeích teGuatimala.
240.
Qorfpronc\\zn de naerrie derChocolate.202.
Sfl' 2 o r.
REGISTER
Qorfpronvh van den naeme van het Dorp Pi
ñola. ; 43r.
Qorfprongh van den naeme van Petapa. i6i-
Oorfprongh van den naeme van het Dorp
Pampichi. ¡575.
Qorfprongh van den naeme van los Eiclavos
een Indiaenich Dorp. 381,
Oorfprongh van den naeme van Amatitlan.
ibid.
Oorfprongh van den naem vanVera-paz.a 68
Oorfprongh van de fchilderyen in delndiaen-
fc he Kercken. 303.
Oorfprongh des naems van Jucatan.
Oorfprongh van de naem van Vera-Gruz. 3 1 .
Oorfprongh van den naeme van Mexico, 72.
Oorfprongh van het Meer van Mexico. 6^.
Op-komfl van de Stadt Puebla de los Ange-
los, ^o.
Oploop tt Mexico. 112.
Oploop door de herdneckigheyd der Vrou-
wen in Chiapa ontftaen. 194.
Oploop door een Nonne ontftaen. 247.
Opneminge y ¡ui de Reeckeningen der India-
nen. i9I.
Opper-hoofd van delndiaenfche Muilcanten
wert den Fifcaelgenaemd. 296
Oppronckmgen der Indianen in haerc danfle-
ryen. JIJ#
Opftand van de Indiaenen van Guadaloupa
tegens deSpanjaerden. 2?,
Optelimge van de Geeilelycke in deProvincie
van Mexico. 5.
VanGuatimala. 5.
Van nieuw Grenada, Carthagena3&c.6
Van Jucatan. ¿¿,/c/
Van Mechoacan. ibid
In de Philippynen ende Manilla é.en 7.
Optellinge van de voornaemfte geilaghten
ende defcendenten van de eerfteConque
ftcurs van Mexico ende Peru , die «och in
wefenzyn. r.
Optellinge van de Coningea van Mexico.73 •
Ordre van. het Hof van Spanjenin den op
loop van Mexico geftelt, 115.
Charitative Ordre wegens het onderhoudt
der arme Reyiïgers in eenige gedeelten
van America, \étt
Ordre ¿es Bifichops van Chiapa tegens het
drincken der Chocolate in de Kercken.
193.
Qjjèn fyn feer meenighvuldigh in het Lande
vanGuatimala. ;■ 241.
Ove*-een-\omfte van eenige Indianen met de
Tartaren. 119.
Over/pel met de dood geftraft onder deMe-
choacanen, 117,
Overvaerd van het Meer vanGrenada is feer
gevaerlyck, 391,
Overvloedt des Landts omtrent Vera-Cruz,
38,
Overvloed YAaBeñitíHa hetEylandf Eipa-
gnola, • 147,
Overvloed van leef-toght in het Landt Nica-
ragua, ■ ' 133,
Overvloed van vleefch in Guaxaca, 1^ 8,
Overvloed van Cochenille omtrent Chia-
pa. - i8£,
Overvloed yan'Catoen in Chiapa, 187.
Oock van viích ende víeeích, ibid»
Overvloed van leef-toght inhet Indiacnfche
Chiapa, • 197,
Overvloed van leef-toght in deZoqaes,ioo,
Groóte Overvloed van vrughten ende leef-
toght in het VleckRabinal, . 271^
Overvloed van expreihenin de Indiaenfche
Taelen, 30a,
Barbarifche Ouders, 78,
Ouders moeten ichattingc voorhaereKinde.
ren betaelen, 3 1 3 ,
Oxenham een Capiteyn van ErahcoysDraeck
doet een wonderlyckexpioit, ' 138,
P.
o Choone Vaerden te Guaxaca, 158,
■J Wilde Paerden, 1Í4,
Paleys des Coninghs van Mexico, . 67
Pa/(?j; van den Viceroy te Mexico, 100,
Hoe de Palejfen des Coninghs van Mexico
gebouwd endeonderhouden wierden, 71,
Palejs van Cor tez m Mexico, 91, joi,
Het Valeys van den Viceroy te Mexico wert
beftormt, 113,
Het wert in brand geftoocken, 114,
— —
— —
Op 't A. B. C.
ftfofe ofce ScChriftoffcl van Amatit/an «i, ƒ brood te fitten door hem vroli]ck W
Vampichi een kleyn maer fecr vermaeckelijck
Dorp. 374
Pannama een Stadt in Caftillo d'Oro. 1 37.
Paradijs van Mahomet. 3 88.
Pafcuar. ii;,
Tafjaet-tvmd, en hacrekraght. 16.
GcvaerlijckcPflj^«. 167.17c. 210.
Moeyelijcke Pajfagie. ' i 67.
Po/ro Mexia werdt door den Viceroyvan
Mexico tot fnodc fchraperye misbruyckt.
107.
Sijneliftenhierin. HU.
Hy wert door dea BiiTchop in den ban ge-
daen. Jo8-
doch hy fpot daer mede. ¿¿/¿,
Hy vlught by den Viceroy. , b9
Pedro Boralho voor den Autheurgedefcr-
teert hebbende komt weder byhem,i7Z.
Peerl-vangkfl der Spaenfche wert door een
rencontre tuilchen de Engel/che en Hol-
landers gefal veert. I4„
Peerl-viflhkerye omtrent het Èylandt Marsa-
Dnc a vier Perfoonen over den oploop te
Mexico gehangen. n¿
Peru beichreven. x . /
Peft in de Stadt Mexico, 7§[
St, Philippo een feer vermaeckelijck Dorp!
Piaftle een Reviere in nieuw Galicien. 1V7 .'
La Piëta een vleckby Mexico. r2¿.
La P/^ een kruyd dat gefponnen wert. 408.
I ^derSpnnckhaenetiwas niemandinA-
menca voordeeligh dan dePriefters 3 3 7
■Plai/antie van de Provincicvan ¿Nicaragua.
La PW¿¿ te Mexico. ,00
Pleghtdijckheden in hef overboord fetten der
IiJckenopZeegebruyckt. 29-
P/#i derGrooten van het Rjjckc van Mexi-
co.
Plight der Indianen welke om dat iy deKerc-
kc dienen van alle laften exempt ziin.297
ëoenttentic desAatheurs yante waeter ende te
gebraght.
Verkeerde Politie der Spanjaerden. 174.
Godloofe Politie der Monicken. az2.
Porto-Mello een Haven ende Stadt in Caftillo
r.d'°ro; M7-en4i8.
Uytlteeckende Praghtendc kledinge van een
Cordel ier. 4o<
Praght ende uytfteeckentheyd der Kercken '
- cieraden in Mexico. 95
Praght der Vrouwen te Mexico. ¿¿Q
Praght der Edellieden ende Dames te Mexi-
co- ior.
Pragbt des Viceroys. te Mexico. tor.
Pracht van een Land-paghter. 15 5,
Groóte Pracht vaneen Nonne. 248
Pra^htigheyd van het Paleys des Coninghs
van Mexico- ¿7.
| Precautie van den Autheur in fyne vlugt. 380.
Pr<rc-a«?/evandenAuthcurgebruycktom de
Stad S.Salvadodtcpaileren. jg4.
Hcerlijcke Prefentatie van den Prieur van Sa-
caPula- zi9.
Prefident van Guatimala ende fíj» tradra-
ment.
Prefident van Guatimala ftilt den Op-loop
door Donna Juanna dcMaldonadoont-
ftaen.
Prefident van Guatimala wcygert den Au-
theur nae fíjn Vaderlandt tegaen. 31«
Pretext op het welckc.de Spanjaerden vari
Mn Coningh verkregen hebben dat detn-
dianen haer dienen moeten. 176,
Paepfche IV/V^r/ftijvcn delndiaencnii>dc"
Af-goderye. J04>
Pr/f/Zt-rj-trecken groot voordeel van deSehil-
deryen in de ïndiaeniche Kercken. 303.
Priefien vermeerderen de bluitheidder arme
Indianen. J0
Priejhrs trecken groot voordeel van de*
wafch-keerilen- 30-
Oock van veele Apen -fpeelen die fy doen*
aennghten. JIO
Een Priefler magh op de Dorpen in America
een fcntentie vanden PoliticquenRegh-
terrerormeeren, ¿93.
-s rf 3. PnZ
=
REGISTER
Wriefiers trccken voordeel qyt het ouwe
der, 350
Pnefler in America hoc die in fyn Huys van
de Indianen gedient wort, 297
Priefitrs van Petapa heeft groóte maghr» 1 6 1
wonderlyckc geringe Prys van het vleeich
ende andere leef- toght inGuatimala, 142
Pr/orvandcJacobynenteSt,Juan d'Ulhua
isfeer praghtigh , Jecker, ongebonden
ende overdaedigh van leven , de ftaelt-
jensdacr van werden vertoont. 31» 33,
Privilegien van den Gouverneur van Peta-
pa, 2 6i,
Privilegien voor die geene welcke Rio de
Lempa parieren, 385,
Procureur ofte Definiteur der Gecftelycken
hoe die wert verkoren, nevens befchry-
vinge vanfyn maght , amptendclaft,i>
Profyt des Prieirers van de Beelden in de In-
diaeniche Kercken, 303,
Profyt van den Inez Repartidor. '277,
Groot Profyt der Raden van Guatimala,! 4 5
Propbanatie der Monicken onder het dobbe-
len 40,
Providentie een Ey landt op deKuft vanTerra
firmáis feer wel gelegen om de Span-
jaerden te befchaedigen, 423,
Trovinciael van Guatimala weygert den Au-
theur nae iyn Vaderlandc te gaen, 3 1 9,
Provinciael\an Chiapahandeldt feer liftigh
metden Authear 176,- 177, Sic,
Nieuwen ProvincUel onder dePaters de la
Merced, met groóte tw/tï verkoren. 99,
Pcovinciael derGeeftelycke hoe die verkoren
werd, i,
Provinciën in het Peruaenfche America gele-
gen, 11 8r
GceitelyckcProv/HCWjinSpanjcn en in A-
merica, 2,
Purpura een Schulp-víích, 409,
Koftclycke verwc dacr uy t getrocken,/¿¿¿,
r\ Uahutepec een Stadt in America, 5 ƒ ,
^^Quahutetnoc wert totConingh vanMexi.
coverkooren, 7^-,
Hy wert van Cor tez gevangen, 77,
Hy verfoeckt van Gorter gedood te wer-
den, 78
QWp£í>Jí7jeenMcxicacnfch Vorít weit door
deSpanjaerden levendigh verbrand om
dat hy 9 Spanjaerden gedood hadde,74»
Quivira deOoítelyckíteProvincic vanAme-
rica, J29,
R.
L> zyibin een (eer gevaerlyck Gebergte, 271,
Redenm van de fwackhey t des macghs in
America, ¿3,
R^edenenwa.etom ííghdenAerts-BiíTchop van
Mexico tegens den Viceroyftcld, 109, en
110,
Redenen waerom den Aurheur te Realejo
niet t'Scheep gaet, 387.
Reedenen die den Autheur bewcghen om de
Chocolate te beichry ven, 202,
Rjekemngcn der Indianen hoe die op- geno-
men werden. * 191.
Kegeerïn^e derStadcGuatimala ende het om*
leggende Landt.
;Vv
Borgerlycke i^fgem«^ der Indianen. 291.
Regeer inge der Indianen wanneer die veran-
dert wert. ifrjt
Politique Regeringe in America. 147.
Ongemecnen iwaeren Reegen- 339.
Reghts-plegmgh in Mexico 106.
Criminclei^e^-p/f^«?ederlndianeu.393.
R^ihtigheyA der Straetcn in Mexico. 9 5-,
MleRtligieufen 'm America verbreecken hae-
re Geloften. ig0.
Seccker Religieus traght den mond de Helle
tcgaen beiightigen. ig»
Hy wert ter aerdeghe worpen ende feer
iieck. ¡bid.
Dertele Rjh^ieufen ia Chiapa. 1 S 9.
R¿kgieufen van Peru fyn veel ryeker ende
dcrtelderdan die van Mexico. $l2.
\emedien tegens de plaege derSprinckhanen
in America aengewent. 5 37.
Rencontre tuíTchen de Engelfche ende Holl
landers, falvcert de'Spacnfchc Pecrl-
vanghft. ,4j#
Rencontre van den Autheur met een Dame
vanChiaya. I95<>
Repo-
mmmÊm
_
Op 't A.B.C.
^epofitoriadoorêcGceRclyckcin de goede "
wcecke gemaeckt in America. 508.
Kloeckc l{efolutie van ecnigelndianen.3 24.
Kjfoiutie van Dom Carlos d'Ybarra wegens
her valfch gerught door die van Cartha-
genauytgeftroyt. „ 425.
Refpe£t der Indianen tot hacrePricflers .301
Revier der Koeyen Ievcrd ecnigh goud uyt.
Zf6.
Ryckiom van de Stadt Xalappa de Vera-
Cruz. 39.
Oock van de Cordcliers aldaer. ibid.
Inner jyke Rjc^dom der Kcrcken ende Cloo-
fters in Mexico. 99.
RJjc&om van het Eylandr Eipagnola. 146.
Rijkdom der Indianen omtrentCapala.ii 8*
Kijckdom van Peru. r 54.
Rijc{dom van Guaxaea waerindiebeftaet.
*Ï9.
Kjc\dom van het Indiaenfchc Chiapa. 1 97
Ryckdom van een Monick. 215.
Van hec miraculcufe Bcelt te Chantla2i8
J^yf^ffwderStadrGuatimala. 243.
Ryckjiom van een Nonne. l4gé
Rjc^iom yan Juan Palomcque. 2^7.'
Ryckdom van Sebaftiacn la Valetta. 263 .
Ryc\dom van Juan Ramos door onreght-
vaerdigheyd verkregen. 290.
Ryckdom ende dertelhcyd dcrReligieufcn in
Pcru- 332.
la Rinconada, ende de befchryvinge daer
vai,« 41.
Rebina! een feer fchoon Vleck. 271»
Rodomontadosder Spanjaerden. 4-30.
Roeybarquen door Cortez tor het dwingen
der Stadt Mexico gemaeckt werden van
Tlaycallan op Menfchenfchoudercnrc
Tczcuco gebraght. <7#
Roey-barquen met Menfchen vet gereed. 58*
Roofvogelen
§ '&&$&*** en haere bedieningen tjf
St.Salvador een Stadt veertighmylen van
Guatimala. ¿g4#
SamepegueeenDoTp in America. 167]
Sandias een vrughr in America. 16).
Sangers onder de Indiaenen. 29*.
5«po/iex een vrught in America. 45 -
GxooittSchaede door deSprickhaenen in een
gedeelte van America gedacn. 3 jo.
Schaede door deCrocodillcn in het Land va»
Chiapa gedaen. ug;,
Schaede door de Aerd- bevingen gefchied
dijd tot voordeel der Prieftercn. 340.
Schadelyc\heyd derChocolate. 209.
Schaepen werden in oiigclooflyckc mecnigh-
tcinGuatimalagcbraght. 242.
Schaersheyd van geld in het Lande van Chia-
P f*' I".
Schatten der Jacobynen te Guatimala. 245»
Schatten met de Coningen van Mcchoacan
begraeven. ï27.
Schatten van feeckcre Tempel die te Mexico-
onder de aer de was. ¿9.
Schattinge van de Ouders voor haere Kinde-
ren betacld. j^.
Schattinge voor de Commandeurs hoe die
vergacderdtwerdtende aen de Alcalde,
orcrgelcvcrt. JOo
Schattinge door de fterfte verlooren werd-
door onreghtvaerdige middelen weder
aengewonnen. 3 3 9*
Schattingen werden in America aendcCom-
mandcurs der Dorpen beraelr„ 299.
Schattinge aen dcCommandeurs wacr mede
die betaelt werden. 299.
wonderlyck Schavot. gg.
Schilder-\onfl onder de Indiaenen geocffent.
lj> 6.
Schild-padden.hnctc befchryvinge ende nut-
righeyd. 35.cn 2<f.
416.
ibid.
69
Kp'r een gevangen EngelfchCapitcyn door Schild-padden geven goede foyfe.
De Spaenfche geaffronteert iyndc roept Hoe die bercy d werden.
jlcr! 7, M ,> ■ «f- EcnEngelíchSf^nccmccenSpaeníchuyr
cuL f °ld dcr 9?nJn8f ^ van "e, een Vloote van twee ende twinugh Sey*
choacan door haere Onderdaenen bc- ien, ö '9y
H 7 • ' Schooien des Indianen, 2 5 tf*
toont.
Schiep der Spaenfche voor den Hollandt
fchen Commandeur Hcutebeen. 145-.
'Schuldige aen den Oproer van Mexico vlugh-
cen uychetPaleys - u4.
Schulp.-vtfch Purpura. 309.
Koftelijcke verwe daer uyt getrocke n Abid.
St. Sebaftiaen. een Reviere in nieuw Galicien.
327-
iebaftiar.0 Lopez veght met Juan Gómez in
de gedaente van een Leeuw ende Ty-
scr- m-
Lopez raekt daer over inheghtenifle ibid.
Hy wert metinformatien riae Guatimala
gefonden ende aldaer gehangen. 35 e.
Seeckerheyd der Spaeniche in Mexico. 92.
Sententie regens ¿alazar. )2<-
Marquis van Seralvo gact voor Viceroy nac
Indien. j .
De Marquis van Ser aha treed te St.Juan
d'Ulhua aen Landt ende wert aldaer feer
praghtighontf.ingen. 3I_
Schoon 5<>f^«-Ä«_yxtePorto-BeIJo.- 421.
Sierra Rotonda werdt door den Autheur be-
fchreven. j8o<
Si/ de wert veel gewonnen in de Provincie
van de Zoques. 200.
Hei Silver komt in groóte meenightete Por-
to-Bello. 410#
Simonie gaet onder de Geeitelijcke van Ame-
rica in fwangh. ¿2.
Roomfche Simonie. zl/
Sindelijckheyd der Smeten in Mexico- 4 5".
Sin f ome. I2.
Swacke Situatie van Guatimala. 2 67'.
Situatie van Mexico. 6/
HztdcSlaevernye x*'
Slangen 6?.
Slsjjigheyd ende fecurireytderSpahjaerden.
Sloffigbeyd der Engelfche ende der Hollan-
ders. ,99
Smaec^vin de vrught Nughtli. IO$
Snerc\crye der Monickem , _
Silcmnijaüe van hethuwclijck der Mechoa.'
canen. I2
•Siwaw der Offerhanden door de Indiaenen
REGISTER
/ van Zoiaba aen den Autneur als aen een
He y hgh gegeven. 2?
Verfcheydene Soorten van de vrught Nughtli.'
Groóte Sorgelnsheydt der Spanjaerden ín'
Guatimala. 2
Sotternye der Spacnfche Vrouwen. 20/
Sottcmye der Indianen. j 92
-frw uyt het Meer van Mexico gemaeckt.tfc!
óo«/ aen een foet Meer gevonden. 264
Naturelle Spanjaerden in America, hoe iy
de Cnolen onderdrucken , 3 . en ¿
Ooríaecke daer van. ¿y¡j
Spanjaerden door de Indianen op Guadalou-
pa gedood.
Twaelf Spanjaerden door de Indianen op-
gcoffert. *
Spanjaerden, Iconen die vanTlaxcallan voor
naeretrouhertigheyd. 4J-,
^«.^frdfHvlughten uyt Mexico. 75'.
Sy belegeren het wederom. ibid'.
Brengen het in den nycrerften nood.ibid.
Spanjaerden openen den wegh die de Mexi-
canen geilopt hadden. , .
Spanjaerden werden meeftcr van Tezcu-
'x' , 5S.
1 recken op tegens Mexico. 5 9
Spanjaerden fetten haere Gallioenen uyt
vreefeder Hollanders aen de Wal. i4j.
Een Spanjaert heefr 40000. "Koe-beeiW.
24i.
Spanjaerden verliefen door haere gtootc
wreedheyd een Goud-mijne. " z5 5.
Spanjaerden 'fijn feer fwack in Guatima-
Sy mishandelen delndianen daer feer, í'¿/'í/.
Spanjaerden verkrijgen op een valfch pretext
van den Coningh den dicnft derlndiac-
P nen' *7*.
Spanjaerden beminnen de Egels feer tot hae-
re fpijfe in America. ¿$gm
Spanjaerden overtreden het verbod van wijn
op de Dorpen aen de Indianen te verko-
pt 189.
Spanjaerden fijn de maght der Indiaeniche
Magiftracc ontwaffen. löi.
Spanjaer-
"»'"■ ■ -•"'" 1 —
Snoerden fchrijvcn de Indiaenen faerenVr,^ ,
^ft^^W^te^to^»; Jol;
Vreemdeíp». \8S-. vanTetraRrn," V tLan<íc
'Sw?«cS/WBC,00l;a£nAuthrjriiyt^
■ — Tvyr- o
SjrwQmtneH wcrdcn eyndelijck verdreven.'
Joofr ?7' at 8?"^«* « van de Godde-
Noch een Staeltje van de grutyelncke 22'
¿£ ende Goddood^d tóA*
Noch een^//>yan(íefc,vcr 308 3o9
Hcdenídaegrche^fívanTe2cuco. ' Í'
^^^vandeVoIcke^i^S-
^or-delndiacnfchc Regenten beftddt.
(raen.
w„,n<fcsta<JtTI a «a.
Srí?S"-"^o«r' dieft,.. »'■
^over<JcnoplooptotMeï.cog^,.
21?.
S'terLdddeefCnedi-^eS,coTaIfch'e
K ns den op.loop geoefrent.
^clerrindiaenendiedenarbcvdon^
*|8. Strengbcyd met dewekke A. r u - n7"
&**«■ door de SMiJii,n.„ • **'•
. ^««Amerfc °bedorve„,nCCn g^
^"^"«lÄosAo^
5r-
^Ä»Wf« der In dañen
St*vandtIflWoofldHsva;¿;
te dx^rícádü f ' PP ,nt.°m deGe«n«o
Standvajligkeyd des Autheurs werf ^ Z H
dere gevolghr rt door an
Swacre Stccnen door een V«Iffl„' '**
4.8.|SW«^ddesmaegllsil]Ä!ner.ca .,g
«de Ingenios/ ky TraPlci>«
Styc{er-ried 26-3
— — —
REGISTER,
Sfèfltkhèyd desAuthcüTS door ongemack ver-
weckt 171.
STvackheyd van de Provincie van Zoques.199.
S^ac^heyd der rnaegein Indien. 109.
S^ac^hejd van de Stadt Guatimala. 233.
Swackbejd van het Geloove der Indiaenen.
302.
%v>ae\heyd der Stadt Truxillo. 316.
Swaerdenvzü houdenfteen. 70.
Swaeri^heydt om ijyt de Manillas weder te
komen. 149.
T.
Tpt^c7/&3 een Vleck by Mexico. 121.
Tacubaya een Vleck by Mexico. 111.
Taele der Indiaenen ¿sieerovervloedigh in
haereexpreifien. 302,
Tapanatepeque een Dorp in America. 168.
lam» e door de Sprinckhaenen in een gedeel-
te van America vernieldt. 356.
Tajfaios wat die fíjn. - 185.
Tecoantepeque een Zee-ftadt in America.
163.
Tederbeyd van de Cacaos boomen. 207.
Te&enfpoed op de Reyfe des Autheurs. 410.
2íw/>£-/onder de aerde. 6y .
Tempelen van Mexico koe die gemaeckt
wierden. 84.
Tepacvf3iX.a3.txy. 68.
Tepanababax. een feeckcr Indiaenfche fpccl-
Tepeacac door Cortez ingenomen. 44.
Tepemechin een foortc van Voorn. 2.54.
teïcuco een Stadt in America., 5^-.
Twd Firma werdt door de Vloote öat
deckr. , i§>
Theopixca een Plaetfe fes mijlen van Chia-
?*• "3-
Ttn^uex een Stadt in America. 1 3 o.
Tyrannye van de Spanjaerden omtrent de
buwelijcken der Indianen gepjeeght 3*4.
ilacaeüec^fttá tot Conïngh vanMexico ver-
kooren , maer weygert die waerdig-
heyd. 73.
Tlaxcallan een Stadt in America. 4Ó.
Gewoonlijckc Totfm van den Yukanus by
Guatima!
*3*.
Sobere Toeftandt van de Steden in America]
Sobere uytrerhjcke Toeft and van de Stadt
Guatimala. 2,,
Tof/f/ van de Landt-huyfcn dcsConinghs
van Mexico. -t
Praghtige Toe/iel de Paerden in México. 9f .
Groóte Toevloed van Inwoonders tot het
nieuwe Mexico. 90<
Groóte Toeswr van Schaepeir in Guatima-
Ia* 242«
Tolucoeen Vlcckby Mexico, 1 zïo
Tonantin cea maniere van danilen der India-
nen- 31/.
Toorens van Doods-hoofden werden door
vy er verbrand sg.
Tortilles een foorte van koeckjens hoe die
bereyd werden. 284.
Totontaa een Stadt in America. 1 3 o.
Toveryen. gaen by de Indianen ieer in fwang.
301»
Tournoy.fpel der Indiaenen te St- Philip-
po
i8r
Tracfament van den Prefident van Guatima-
la 24,4.
TraBament van de J^aeden ende Fiícaal ván
Guatimala. 24>
Praghtigh TraElament door een Monickgc-
daen. a|^
Tragedien onder het daniTctj vertoont. 31 J.
Trapiche een foorte van Suycker. molens..
263,.
7Vo«wí van Don ïerdinautfo ecrftenChri-
ftenConingh in America. j<j.
Trouwe van' díe van Tiaxcal/an aen de
Spanjaerden^ ^r
Truxillo in het Mcxicacnfch America door
de Hollanders ingenomen maer ileghtelijck
verlaeten, a<i,
Truxillo in Peru door aer-bevinge verfoïic.
ken> 340;
Tuyn-luydsn werden de Priefte-.sin Amerü
ca door de Indiaenfche Regenten be-
ftcWi 297,
2V#
r
■MM
_, , ^_
jedaen.
*,4
n ' Op 5t A. B. C.
Twtft onder de Paters cíe la Merced over het f Verdeelde der w; * «.„ • -e ^ l
verkiefen van een nieuwen PromciaeJ.,,. Zdll, iïh\ fa, ItrT" wStat??™' 2 * «
Voornaen-ite 7»//?-^ van h« publijck Kergeelfnihe ^hecPeruviacnfchc America.
■uyrdoor den Autheur re Gtíatirnala Verdeehheden onder de Spanjaerd^n ^
Verdorvemhejdt der Geeitelijcke in Ameri-
Krdorve»thej,ddes levens in dc-Philippiinfchc
Eyl anden. 14-
KrJorvwíAíjHfin de Clooflers der Stadt Gu!-
tímala.
^r/ uyt de Schelp-vich Purpura gctrocken.'
Krgelijcimtfe tuiTchen bet Voick Ifraelsfn
Egypten ende de Americanenvan Guaci-
mala, , ¿j
Verhaelvui het^eene eenige Perfoonen om-
trent at Coo genoemde mond der Hellen
2ebeurtis- 3S3.
sommicre. Pïrhaelinze van de Reyfen door
den Autheur in America te landegedaen.
405.
"ermaec(elt/c$eden op de Jaer-merckt van
Chimaltenango. 215.
ftrmaechelijchhod van den Water-vulcanus'
byGuarimala. 25
^/y« der Mexicanen. ' 54
^mec/(vanGuada!oupa. I4,
Vértreckfcs Aurheursvan Carthago. 4o¿
V<rtrec\ des Autheurs van -Pannama. 41 6.
ñrtreek. der Vloote valí Porto-Bello] welcke
vremde Scheepen iiet. 422.
Vertrech. der Vloote uyt de Havana. 4 1 *
Y^r^AO^derlndiacnenomtrenrCapa-
la. jig
^>-/fy<?van Atlixco. - ',-,
^/ryevanSt. Paulus. *.'
Vale-a van Misco ieverd veelc Muyl-efds'
uvr.
/ 259
*Wíjk van Gracias a Dios is herbcftegedecl-
tev^n Comayagua. ' y 6.
Valdivia komt door iïjnc gierighey: ellen-
dighomhals. TI¿
-ValladoUd \lf
Va/qnes de Coronado neemt de Stade Tin'
gwzin. ,30
Kra Paseen Provinciein America. 268'
¿chnctelijcke Veragbtinge Godts werd fchric-
keh/ckgeftraft. - Z3g
Groóte Verandering voor die ^eene die uyt
America eerft weder in Europa komen.
Vederen tot Klederen gebruyeke l] '
Venezuela een Stadt m Carthagcna. i4o
VerMte-ringbe der Vrouwen van Chiapa om
dat men haer het dnncken van de Cnoco-
late in de Kercké verbood. ' i9,
Vtrchens^leefcb bct£: een vremde eygen
lchap in het Eylandr Tuba V* .
M» mer de K iöcotte «emeft '¿t ■! 2E.W ^¡""í ^ HaV3m- *« 8
r«M¿g* van de sfadt Mexico ° lo T r I h°C ^10' "" i^ ïa"
KweW^va,, de Merck van Mexico Ie , ft, Tf' ™'7d" °rdre werdt
"Ä™ he, Leger de.Spa.^e.den^™,, Mexico fteld ich tegenin
Wc.%,»an America. . /f ,,*£" B,I,C,,0P; . f , ' 'o,.
"^vanhecMexicaen.cne^r/ca' | ^SaSf ^ "í?
Perdee!¿n%key¿n het Peruviaenfche Ameíi
Verdeelinge van de Vloore met deweicke den
Auteur nac de Indien reyft. ,4'
f/^eroj van Mexico wert door de voornaem
fte der Stadt verheten. llg
Hy plant den Kouinghlijckca Standaerd
Doch te vergeefs.
Ttc 2,
—
R E G I
De ftceny van Mexico vlaght in het Cloo- '
ftex der Francifcanen. "5-
Hy wert van den Koningh wegens fijne
conduite bedanckt ende beloond. i ' 6.
fyvers voor Vogelen. é8'
Overvloedige Vifferye téTecoantepeque. i 9 3 •
yijfchers die gedwongen fijn voor het Goo-
tter van TIaxcallan te vuTchen. 46'
yijfchers werden de Priefters in America tot
lafte van het Dorp verfchaft 2*2.
Yioed ende Ebbe in een Meer 'dat geen ge-
meenfehap met de Zee heeft. 133 »
Swaerer/oft/tePaimatna. 4T9-
Silvere f lood der Spaenichc door deHollan-
ders genomen. '4Ä-
De Vioote Anckcr voor het Ey landt Guada-
loupc. l8
De Spaeafchc ploote fchey-d van malkande-
rcn. 26- j
De Spaeniche Vioote komt te St. Juan d'Ul |
hua. 3C-
K/ooie van Vera- Cruz racektby naght onder
de Gallioenen. 429-
Vlooten van Vera-Cruz endeSt. Juan d'Ul-
huafcheyden van eikanderen 431.
Het Volck^van Mexico beflormt het Paleys.
u3.
Hoe Godtlooíer Volc\ hoe liberaeldcr aen
deKercken. 99
Het P5/c\va:iMcxico door denViceroy mis-
handelt klaeght aen den Aerts-Biilchop
108
Het J^/f^van Mexico begïut te muytiue
ren. 112-
yblh&rdinge der Indianen in haerconnofel-
heyd. 2.* 2.
Voorbeelden van de Criolifche frugaliteyc-
láO.
J 'oorbeelden van de kloeckmoedigheyd der
Negers in Guatimala. 2^0.
foor beelden van de uytiuyperyè der Span-
jaerden omtrent de Indianen. 5 1
§ T E R
Voorbeelden van deliefde ende mildaedigheid
der Mexicaenen aen de Kercken ende
Kerckelijcke Pcrfoonen, 9 S,
Voorbeeld van de losheyd des gronds teMexi-
co, 102,
Voorbeelden van de groóte gierigheydr van
den Graeve vanGelves, i°7«
Aenmerckelijck Voorbeeld van den haet der
Criolcntegens>ieSpanjacrden, 160»
Voorbeeld hoe dat deSpanjaerden demaght
der Indiaenfche Magiftraet ontwaflehen
zijn, ^2,
Voorbeeld van de onreght aerdigheydvan
Juan Ramos. 29°'
Voorbeeld daterbarmens waerdigh is vande
onwetenheyd der Indianen ín de verbot*
gent heden des Geloo f s, 206,
Voorbeeld van de ongeibntheyd tePorto-Bel-
lo ten tijde des Autheurs; 411,
Voordeel van dePriefters uyt het onwedergc-
trocken, 339»
Voordeel dat de Priefters van de Wafch -keer-
(en trecken, 4°$>
Voornaemfle van de Stadt van Mexico veilac-
ten denViceroy, H3>
De Voor.raemfte van Mexico traghten den
vreede tuficben den Viceroy ende de Ge-
meente van Mexico te maecken, 114»
Deiperaet Voornemen der Mexicanen» 7 5»
Voornemen van den Autheur om geheelAme-
rica tebefchrijven, H7*
Voornemen der Span jaerden in America,,
I29>
Voornemen van den Autheur om de Chocola-
te ende Atolla te befehriven, 20i3
Verícheyde Voornemens van eenige Spaen-
fche Soldaten, 3M>
Voornemen des Autheurs omtrent de India-
nen< 343'
Loffcüjck Voornemen randen Autheur m het
door reyfen van een níenw Land, 310,
Voor-reghten voor de Op-bouwers van het
nieuwe Mexico, ¿o>
Voorbeelden van den gedwongen trouw
¿Cx\vovr-regbten van die geenedicPviodeLem
315.
'papafferen.
384,
Voor-
— — —
Fóorfi^htigheyd der Geeilelijcken; ii.
Fborforge van den Onder-koningh ende van
Calvo tegens het vlughren des Autheurs
cn.de fijner Geièllen tevergeefs gefteldt.
154'
AerdighfWWtuííchen denAutheur en een
Criool. 1 8}.
Vremc Fóorvaldca Aunheur te Mixco over-
komen. 294.
Foorvaerden op dewelckc de Pricílers op de
Dorpen werden gelenden. jji.
Vree fe der Spanjaerden voor de Indianen
van Cápala. 129,
Fr e eje des Autheurs moetende des naghtsin
cene woeftijne blijven. 16$.
Svtitve Vracht den Autheut afgevordeit op
cenGallioen. 42 %,
Freefe der Spanjaerden in de Provincie van
de Zoques. i99.
Freefe der Spanjaerden over het innemen
van Truxillo door de Hollanders- 2j-i.
• Fryheden van die van Guacocingo. . ^ 2 .
Vryheden der Vrouwen in het ípeelen te Me
XÍcO. tw
Vryheyd eeniger Indiaenfchc Dorpen hoe
die verkregen is. 300
Vrouwen in het Paleys des Coninghs van
Mexico, <7,
deíeíve werden opgeiloten. 68.
Trouwen van Chiapadrincken Chocolate in
de Kercke. I93
Sy gacn ín de CJoofter-kercken , ende
verheten die cyndelijck mede. I94.
Vrouwen fpeelen fterek te Mexico. 9 ^ .
Frughtbaerheyd van de grond van het landt
vanTlaxcalIan. 4g
Vruchten die te Mexico vallen. 1 o4
Vrughtbaerheyd van Peru. i39
Frugktbaerbeyd van de Valeye vanAtlixco
Frughtbaerheyd van het Eylandt .Efpagno'
g-«^ivandcCacaoisrweederIey. 205*
Op'tÁ. B. C
Vleck St, Martin? ai^
Prngktbperheyd van de Landt-ftreecke om-
trent Guatimala 15a>
Uytjlreckfoge van de jurisdi&ie van den Vicc*
roy van Mexico. IO-
Gevaerljcke Vytwerckselen van den Noorden
wind. g -j
Schaedelijcke Uytverckftltn Tan den Indi*
aeníchendranck Chica. 28ge
Gevaerlijcke Vytwerckfelen tan het ongel
dierte Nigua .?x.
Gevaerlijcke Vytweri&nge van.de Tabardill
lo , een Peftilenciale koortfc in Ameri-
ca' 5?8*.
Vnïverfiteyt te Mexico. * *
Uytjkeckfntheyd en praght der Kerck-cierac-
denin Mexico. - '
Een Fulcanus die feer feer fwacre ilcenera
uytwerpt. 3
Fidcanufien ende abuys der Spanjaerden*
daer omtrent. li7
W. '
yy<*pen van Mexico. -- j
»ap«*«i van den gerevolteerde Negers
inGuatimala. * ,
^^ rac£ Wild van denConingh var*
Mexico. 71
%e^« aen de Golfo de Salinas vallende"
40*4
Wieren die op deMerckt vanMcxic© verhan.
delt wierden. 20
Oageiont Waeter. lt9*
Gewijd meter in de Mczicaenfche Tempci
Tweedcrhande%<rimn hetMeer vanMexi--
CO' , *4-
jpaífcr Goí/í te TIaxcaüan, 4$3
waeterleydinge tot den dranckhoc dicgerey-
mght ende onderhouden wert. jif
meterleydingevzn drie mijlen langhomtrenr
Mexico. ^
mieter-molens omtrent Xocotenango, i.0)'
TVdetervulcanus, ,,«
AÄrW V3n Í¿ ZTeldaieS' ' * 2°0" !Df 'ñ*'"ZÍoPc der Indiacnen door he^
frHgktbmhqd van het Land omtrent het j harde tracWnt dat hacr deSpanjac"
■Tt£3 de*
■m
~
REGISTER
tien aen doen. 275.
$ïrafch-\eer(fen brengen de Priciters der In-
dianen groot voordeel aen, 304
Aengenaeme 'Wegh by Guatimala. 267
Wegb van Guatimala uae Vera- P2Z. 270.
W^è op den Bergh Rabinal is Teer gevaer-
lijck. 271
Wegc-lae^en aen den Autheur door een
Spaenjaertgeleght. 344.
Wegen om tot de Stadt Guatimala te komen.
237.
Wegen om totMexico te komen. 102.
MoeyelijckeTTegftf. 321
Groóte lFelfpreec\enthejd der Indianen. 301.
Wetten van die van den Lande van Nicara-
gua. 133.
^«te periicn m America verboden. 45,
Wijn die deSpaenjaerden aen delndiaenen
verkopen wert vervalfcht, zS9>
Wijn op de Dorpen aen de Indianen te verko
penis verboden, 289,
Wijn'Ggk te TJaxcallan, 48,
#?//? op de welckc men de Tempelen in
Mexico maeckte> 84,
Wij (e om de Aienfc'hen op te offeren, 8 tf,
^/e op dewelcke de (Seeftelijcken nae Ooft
ende weit Indien werden gcfemden. 7,
Wijfeop dewelcke de Steden ende Vlecken
in Guatimala van vleeich vooriienwrr
den, i4l>
Oude Wiptn die de Backfters van de Prie-
fters in America op des Dorps lañen on-
derwijlen. 207,
W'inflen van'den Marquis de'Seralvo, 106,
Aengenaeme Wbeftijne by Mexico, 121-,
Groóte Woejlijnen; 1^3, en 395,
Woonplaetfe der Indianen in Mexico, 94,
tïlreedheyd der Spaenjaerden doet haer een
Goud- mijne verliefen, ztjt
Barbaerifche Wreedheyd van Juan Palomeque
over fijne Sla van, 2^.
Barbarifche uyeedheyd ran Dom Nunnio de
Guzman, l24,
Wreedheyd der Spaenjaerden over de India-
an, ' no,
X.
y^yilappa. de Vera- Cruz. 3 Sr.
Xalijco en Stadt in nieuw Galicien, 1 z8,
Kicotencatl Overfte van de Stadt Tlaxcallan,
4«>
Xocette een vrught van America, 229,
Y.
Y Delheyd van den Gardiaen van Xalappa
de Vera Cruz, f 6,
S Onverftandigeniw- der Gecftelijcken, 12,
Z.
; >y ^lcLK.ar een Prifter doet veel cjuaedsin
den oploop van Mexico. h^l
j Sijne Sententie, - 115 1
Zcnaba eeu Vleck; in America, ^.23.
Zumpango, ijfo
E Y D N E
—
ONDERRICHTINGE
Voor de Boeck-binders om te ifcllen de Plaetenindefe
V O Y A G I E.
. I
X 2
3
4
f
6
I
9
Op-ftant der Wilde in Guadaloupe.
Mexico. r
Op-loop te Mexico. . m '
America.
Onnooíclheyd der Indianen.
Guatimaia. m
Vreemde maniere van 't DoriTchen
ii Gierigheyd der Geeíteiíjckcn.
il Vliegende Springh-hancn.
Pag. 2} l
**$
ii 7^
- 12.6 V
222
23I
3 op
53*
'
-—
■-- ~-
7
I
-
ú.
'.:-
We
1
c
w