This is a digital copy of a book that was preserved for generations on library shelves bef ore it was carefully scanned by Google as part of a project
to make the world's books discoverable online.
It has survived long enough for the copyright to expire and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject
to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books
are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that 's often difficult to discover.
Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the
publisher to a library and finally to you.
Usage guidelines
Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to
prevent abuse by commercial parties, including placing technical restrictions on automated querying.
We also ask that you:
+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for
personal, non-commercial purposes.
+ Refrainfrom automated querying Do not send automated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine
translation, optical character recognition or other areas where access to a large amount of text is helpful, please contact us. We encourage the
use of public domain materials for these purposes and may be able to help.
+ Maintain attribution The Google "watermark" you see on each file is essential for informing people about this project and helping them find
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it.
+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other
countries. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can't offer guidance on whether any specific use of
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner
any where in the world. Copyright infringement liability can be quite severe.
About Google Book Search
Google's mission is to organize the world's Information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full text of this book on the web
at |http : //books . google . com/
4
i
>
R E I Z E ^^
V
O
^
VAX
I
\ MAAKTEN GEEKITS;^. VRIES
TN KUS
.N.ijU!
J A P 4 IV.
< TTf:Kf;pvK\
1 . A, L E l' »• '■
StKT KAAUT EN t'A€*SïMIl#3 .
VAX
.l.mklitifr l'. K VON SIRBOLÜ.
rrjOK T*AL
AMSTEHDAM, ^
'4?^ E RED ERIK MÜLLKU, ^*-
1858
Digitized by VjOOQ iC
GIFT or
PR0FFfï90R CA. KOFOJDl
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
GIFT or
PR0FE990R CA. KOFOlOl
Digitized by
Google
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
^ .'■■/. : ::-.-.:
l ,,■■.••• », ••
R E I Z E
VAN
MAARTEN GERRIT8Z. VRIES
IN 1643 "
NAAE HET NOORDEN EN OOSTEN VAN
JAPAN,
VOLGENS HET J0T7ENAAL GEHOUPEN BOOB C. J. COBN,
OP HET soKip CASTRICÜ M.
NAAR HET HANDSCHBIÏT UITGEGEVEN EN MET BELANGRIJKE
BULAGEN VERHEERDERD
DOOB
P. A. L E U P E,
KAPITinf SEE UAKOaSSS.
MET DE DAABBU BEHOOBENDE EAART EN EENlfiE FAC-SIHILÉS ,
£N 6EOGRA7HISCHE EN ETHNOGRAPHISCHE AANTEEEENINGEN,
TEVENS DIENENDE TOT EEN ZEEMANSGIDS NAAR
JEZO, KEAFTO en de KüEILEN,
EN STUKKEN OVER DE TAAL EN VOORTBRENGSELEN DER
A IN O-LA ND EN,
VAH
Jonkheer P. F. VON SIEBOLD.
iriTGIOETSN VAN WEGB HM KOVOnO^mS, mmrXJXTT VOOK TAAL-, LAND- KH
VOLKSirXUNDIE VAN NXDULANDSCH INDlS.
AMSTEBDAM,
FBEDËBIK MULLEB.
1858.
Digitized by VjOOQ IC
VERBETERINGEN.
BI. 45
reg. 6 V. b. êtaat: Generael
lees:
Generael
# 55
r 10 ▼. b.
»
middach
^ 73
# 13 ▼. b.
# 2 min«
• 9
28 min.
. 76
# 21 V. b.
ir 6Vi myl
H
6V« myl
" 88
# 14 V. b.
# somtyst
somtyds
ir 105
# 7 ▼. 0.
' 16 min.
26 min.
ir 139
# 7 V. 0.
# 49
40
ir 164
# 4 ▼. b.
# 45 gr.
43 gr.
' 182
# 9 V. 0.
# 12 min.
52 min.
ir 188
# 3 V. b.
Zie noot 3 op bl.
196.
ir 207
# 1 V. b. Mtaai: Novemer
leu:
November
ir 352
ir 14 V. b.
# 41 gr.
47 gr.
Verachil tusschen het Joubnaal en het Vebkokt Jouakaal.
Journaal
Verkort Journaal.
BL 53
27 April
gegiste breedte
bevonden breedte*
99
20 Junij
46 gr. 6 min.
46 gr.
7 min.
#183
4 Sept
41 gr. 3 min.
41 gr,
5Vi min.
#201
28 Oct. 160 gr. 5 min.
160 gr.
25 min.
# 207
7Nov.
31 gr. 22Vi min.
38 gr.
53 min.
De yerschülen, die minder dan eene minuut bedragen» zijn door ons
niet opgegéren.
Digitized by VjOOQIC
INLEIDING.
Eene der belanfrijksie ontdekkingsreizeD, die er onder
be( bestQQr Tan den Goovernenr-Generaal Antonio van Die-
men bebben plaats gehad, is die onder het beleid van den
Scbipper-Commandenr Maerten Gerritsz. Vries in het jaar
1643, niet de schepen Casirieum en Breskens naar het
Noord-Ooster-deel van Aiië»
De aanleiding tot het doen dezer reize vas Tooral deze*
In 1635 was er door eenen Willem Verstegen» in dienst
der Oost4nd. Gomp. in Japan werkzaam geweest zijnde,
»EeDe Remonstrantie ofte Corte VoorstellingOi omme een
»grooten schadt ofte wel nieuwen aenvang van negotie te
»crygen, op het ryck ende Goadt ende Silver Eylant, gelegen
»in de Zuit^ee» ter hoochte van 377t graden benoorden
»de Linie Equinoctiael, gedirigeert aen d*Ed. Keer Henricq
• Brouwer, Gouvernear-Generael enz." Deze Gouverneur ver-
trok spoedig na het ontvangen dezer Remonstrantie naar het
Vaderlandi en Het bet aan zijnen opvolger ovm*, om die zaak
in overweging te nemen.
Hoe gaarne nu ook van Diemen» dadelijk na het aanvaar-
den van zijn bestuur, schepen ter opsporing van die Eilan-
den had willen afzenden, werd hij daarin door verschillende
omstandigheden verhinderd, en niet voor het jaar 1639 kon
hij daaraan gevo^ geven. Zoo schreef bij, onder dagteekening
van den 18 December 1639, aan de Bewindhebbers in het
1*
Digitized by VjOOQ IC
4 inLEIDIflG.
Vaderland: »maer op enckei onvermogen ende dat doorgaens
«trachten de negotie voor eenige saecken, exploicten ende
» ontdeckingen van vreemde landen te prefereren, is d'opsoe-
«cking van goadt ende sllverrycke Eilanden ten Oosten Ja-
npan gelegen, wel tegen ons gemoet f sedert anno 1636
nuytgestelt ende suspens gebleven \ maer aengemerckt we-
nsende, UEd. tot derselver" ontdeckingh, mitsgaders Corea
• ende Tartarise cast inclineren, daertoe order geven, met
»hope van vrachtbaer succes; hebben in conformité van onse
• resolutie dato 24 May bevoeren, Gomp'. presente ak uyt
^Nederlantie comen navale macht, tegen de voorhantse ende
• ordmarie besendingh wel geexamineert ende overleyt, synde
» goetgevonden ende vastgestelt, tot gemelte ontdecking te ge-,
»bruycken de flaytschepen Bngel ende de Graff^, als de be-
nquaemste op soo orappen vaerwater. Ingevolge syn deselve
vyder met 45 coppen cloeck volck voor 12 maenden gepro-
«videert, den 2 Juny passjito onder U beleyt van den Gom-
»mandeür Matthys Quast uyt dese reede verseylt, met order
»by Oosten Banca den cours nae Manilhaes baye te doen,
»om *t canael van Spirito Sancto te passeren ende alsoo om
»de Noort aen Japans Oostsyde in de Noort-Wesle winden
»te comen, de E; landen 100, 150 ende 200 mylen tnsschen
»de30en36, mitsgaders 't doelwith op 37'/t graden Noor-
Mderbreete, 400 mylen by Oosten Japan gelegen, op te soe-
• eken ende aentetreffen, als wanneer by nonopdoeningh ge-
»last hebben, andere 200 mylen om de Oost te seylen ter
»selT«r hoochte, ende geen voordeel bejegenende, dat van
» daer suilen trachten nae Tartarien ende Corea, ingevalle de
u winden (daer aen twyffelen) sulcx gedoogen, te comen. Wy-
• ders soo wanneer keerende geen Noort connen winnen, an-
» dere 200 mylen om de Oost aff te loopen, al waer't op de
»custe van West-Indien, omme t'onderstaen wat voordeel
» daer te bejagen sy, ende dan door den SuytrOosten passaet
» te keeren nae Tayouan off Batavia, nae siqfi den tyt, we-
Digitized by VjOOQ IC
IRLEIDING. 5
«der ende wint Toegen sai; mits dat in passant Islas de
» Ladrones verkenne en visiteere, gelyck dit ende salcx meer
•ten dienste Tan de Gomp. gesegden Quast gerecommandeert
• hebben, by desselfs instructie can worden b'eoogt, die ÜEd*
• gelieven te resnmeren in ons brieffbouck, onder dato primo
» Jnny laest. Den Almogende bestiere alles tot dienst van de
• Generale Comp., ende geye datUEd. ter syner tyt gewenst
•sncces van dese expeditie mogen aencondigen."
De reis Tan Quast leverde echter dat resultaat niet op,
dat men er zich Tan had Toorgesteld. Bij brief Tan den 8
Janoarij 1640 berigt Tan Diemen den afloop dezer reize aan
de Bewindhebbers aldus: »Met Breda is herwaerts onTer-
«richter saecke Tan d'ontdeckingh der landen by Oosten Jo-
»pan gelegen gekeert^ den Gonmandeur Mathys Quast, heb*
•bende rnym 600 mylen by Oosten Japan op de geordon-
• neerde hoochte affgeseylt, sonder lant op te doen, als wan-
• neer den 'windt sich sulcx presenteerde, dat resoWeerde
• nae de West te keeren, by Noorden Japan de cust Tan
» Tariarienj Corea ende China aen te doen, sulcx dat sy de-
>selT6 lenghte weder teruggekomen, tnsschen de 42 en 38
• graden Noorderbreete, mede in *t keeren geen landt Temo-
•men, maerdoor sieckte overvallen wesende, moesten d*ont-
• deckinge om de Noord staecken, ende syn by Oosten Japan
• seer misegabel ende swack Tan Tolck in Tayouan den 24
• NoTember aengelandt, hebbende op beyde de fluyten 38
«man Tcrloren, dat is byna de helft Tan !t ophebbende, Tan
• hier affgoTaren Tolck.'* (1)
Niettegenstaande dezen min gunstigen afloop der reize van
Quast, werd er besloten om andermaal een* togt derwaarts
te laten doen, maar ook nu Terloopt er door de belegering
Tan JUalakka, de zaken op CeyUm^ de reis Tan Tasman
naar het Zuytland enz. weder een geruime tijd, aWorens
(1) Zie Aanteekening.
Digitized by VjOOQ IC
6 ' INLEISUI6.
men schepen kan missen, om deze onderneming te bewerk-
stelligen; In 1643 erenwel heeft de reis yoortgang, en ver-
den de schepen Castrieum m Breskens onder de bevelen
gesteld van den ervaren Schipper-Gommandenr Maerien Ger-
ritsz. Vries of de Vries« zoo als wij hem ook wel in offi-
cieele bescheiden genoemd vinden. In een gedeeltelijk in cij-
fer geschreven missive aan de Bewindh. in dato 23 Janoarij
1643, wordt hen hiervan op deze wijze keanis gegeven:
i>Tot ontdeckingh van de Noordenste M. r. k. M. r. k. e.
«b. d. ende van daer omme andermael optesoecken, de XXI
»ende IV rycke 24, 89, 17., 30, 16, 6, 50, 20, by tt.
»h. m. b. d« c. r. f. r. d. syn geprojecteert de flayt Cas^
• tricum ende 't jacht Breskens^ sollen nlttmo deser de réyse
«aenvangen, onder 't bestier van den ervaren Schipper Sber-
»ten Gerritsen Vries, de cours is van hier by Noorden Ce-
»lebes nae Ternaten ende van daer by Oosten 11, 9, 16,
» 10, 2, om de 2, 25, 20, 72, 22, coste van M. r. k.
i>M. r. k« c. b. d. aentesoecken, U welde gesostineert wordt
»in den somertyt sal connen geeffectueert worden^ ende dan
» voorts om de Oost, daer men meent d'aengetogen Eylanden
»op te doen (2). 'T succes van d'een ende d*ander wordt
•lUEd. nae desen gecundicht.**
Aan den Vice^Gouverneor Wonter Seroyen te Ternaten
werd van het doel hunner reize en om hun daarin op alle
mogelijke wijze bevorderlijk te zijn, bij missive van den 31
Januarij kennis gegeven. » Dese gaet per *t flnytsdiip Castrieum
» ende 't jacht Breskens, onder commando van den Schipper^
9 Commandeur Maerten Gerritsen Vries, over Temate^ tot ont-
vdeckingh van de Oostkuste van Tartarien ende om op te
Bsoecken d onbekende Eylanden Oostwaerts gelegen. UEd* sal
«deselve costy omme geene redenen ophouden, veel min
» veranderingh in H ophebbende volck als officieren, soldaten
(8) Zie Aanteekeniug.
Digitized by VjOOQIC
I9I.EIPING. 7
• off Tarent?oIck doen, ten waere eenige sieeken tegen oioecke
ngesonde ivisselden; de gemelte schepen ende volck geduy-
» rende baer Terblyff (dat cort sal wesen) soo veel mogelyck
«verversendey daeromme geen oosten noch coebeesten spa-
y^ rende, suU hun van alles tot de reyse soo veel te beco-
vmen sy versorgen^ vooral beestiael^ dat costy niet 4)nt-
B breekt. Hiertoe ons verlatende sullen met d*eerste gelegent-
• bejt per brieven van de overhoofden deser schepen gaeme
» vernemen, hun desen aengaende contentement gedaen sy, dit
>»ons desseyn soo veel mogelyck secreet houdende, voorge-
iivende dat omtrent Manilha om buyt ende advaniagie te
nbecomeu; gedestineert syn te cruysen."
Ook aan de Vries gelakte bet niet die rijke? Goud- en
Zilver-Eilanden te vinden, maar daarentegen is zijne vm
hoogstbelangrijk geweest voor de uitbreiding der aardrijks-
kunde, want behalve dat men beter bekend werd met de
kusten van Japan^ werden door hem eilanden en straten
ontdekt en benoemd, waarvan* men tot dus verre slechts
weinig of geen kennis had.
De mededeelingen, die men van de reis van de Castricum
en de Breskens heeft, zijn zeer onvolkomen en bestaan voor-
namelijk in eenige opgaven, voorkomende bij Nicolaas Witsen
in zijn werk over Noord- en Oost^Tartarije (3)^ en daaruit
bij Buache (4) overgenomen, zoo ook in de «Koorte Be-
»6chryvinghe van het Eylandt Eso^ soo als het eerst in den
9jare 1643 van U schip Castricum beseylt ende ondervonden
»is"(5). Eerst 144 jaren daarna is bet den verdienstelijken,
doch ongelakkigen Franschen zeereiziger la Pérouse (6), die
ODs met de belangrijkheid van de reis van de Vries bekend
maakt. Het is dan ook vooral na dezen reiziger, dat de
Hoogleeraar Moll in zijne Verhandeling (7) ons het een en
ander over de Vries en zyne verrigtingen bekend maakt.
(3) (4) (5) (6) (7) Zie Aanteekeningen.
Digitized by VjOOQ IC
8 IflLEIBIllG.
Het mogt den Hoogleeraar yon Siebold in het jaar 1842
met behulp yan den Heer P. L. de Honnick, gelukken, in het
Öud-Koloniaal Archief alhier, de Instructie Toor de reis van
de Vries vastgesteld te vinden. Ze werd gedeeltelijk geplaatst
en toegelicht door den Heer P. B', Melvill van Garnbëe in
de Moniteur des Indes (8). Deze geachte hydrograaf be-
klaagt zich ten hoogste, dat de journalen van de Vries niet
uitgegeven zijn. Hij zegt (9): nll est fort i regretter que les
>»joumaux de de Vries n'aient jamais été publiés; nous nV
»vons de son voyage que peu de détails, qui se trouvent
»dans Touvrage de Mr. Nicolaas Witsen, et qui ont servi au
urecit qu*en donna plus tard Mr. Philippe Buache. Il parait
»que nos ancétres firent peu de cas de ces voyages, qui
nn'eurent, il est vrai, peu ou moins de resultats immédiats
mpour Ie commerce, mais qui furent pourtant tres impor-
»tants pour la géographie. C'est i cela apparement qu'on
»doit attribuer que dans les ouvrages de ce temps-1^ il n*est
»fait mention des voyages de Quast, Vries et de plusieurs
»autres encore, qü*en passant et que ce n*est qu*un et deux
«siècles après qu'on s'aper^ut que ces mémes voyages furent
»et sont encore aujourd'hui du plus haut intétêt pour les
» Sciences géographiques.*'
Ook in het nog niet lang geleden (1852) voor de kennis
van Japan zoo hoogst belangrijk uitgekomen werk van den
Hoogleeraar von Siebold lezen wij (10), nadat de geachte
Hoogleeraar alvorens een overzigt der reis van de Castricum
heeft gegeven: iDie volstandigen Reiseberichte der beiden
» Schiffc Castricum und Breskens, wovon wir nur die oben-
» erwahnten Auszüge kennen, scheinen verloren gegangen oder
nnoch in irgend einem Archive in Holland oder zu\ Batavia
«verborgen zu liegen."
Het oorspronkelijke volledige Journaal van de Casiffcum^
(8) (9) (10) Zie Aanteekeningen.
Digitized by VjOOQIC
niLBIBIllG. 9
dat wij het genoegen hebben onsen lezers aan te biedeui is
gehouden door zijnen verdienstelijken Opperstnorman Comelis
Jansz. Goen(ll). Het werd aan de Bewindhebbers inhelVa«
derland opgezonden en berat eenen schat yan opmerkingen en
waarnemingen, zoodat het de behartiging overwaardig is.
Dat de waarnemingen op deze reis gehouden naauwkeurig
waren, hiervoor staat ons een Ia Pérouse borg,. die met zoo
veel betere instrumenten uitgerust, gevoegd bij den hoogeren
stand, waarop de kennis der zeevaart te zijnen tijde stond,
gaarne de getuigenis aflegde : » que la navigation dn Gapitaine
aUries (Vries) est Ia plus exacte, qui ait pu étre bite dans
»un temps, oü les methodes d'observation étaient tres gros*
.sières" (12).
Wij hebben het Journaal doen voorafgaan door de In-
structie aan de Vries voor dien togt medegegeven, en de
Remonstrantie van Willem Verstegen aan den Gouverneur-
Generaal Henrick Brouwer ingezonden; terwijl wij eindelijk
eenige uittreksels uit de brieven* van den Gouverneur-Generaal
Antonio van Diemen en Raden van Indiè, over den afloop
van de reis van de Vries, zoo mede eenige aanteekeningen
over dezen Commandeur, als Bijlagen laten volgen.
Het Journaal van den Opperstuurman Comelis Jansz. Goen,
dat ons aanleiding verschafte om op het Oud-Koloniaal Ar-
chief eenige nasporingen te bewerkstelligen omtrent de reis
van de Vries in 1643, behoort in eigendom aan den Hoog-
welgeboren Heer, Jonkheer J. Huydecoper van Maarseveen,
die, ter liefde der wetenschap, de uitgave wel heeft ge-
lieven te vergunnen, waardoor Z.H.W.G. allen, die de ge-
dane ontdekkingen der Hollanders in de 17* eeuw op prijs
stellen, ten hoogste aan zich verpligt heeft; want na alle
(11) (12) Zie Aanteekeningen.
)
Digitized by VjOOQIC
10 IHLSIDIBG.
daartoe aangewende pogingen, was men tot dos verre niet
geslaagd, om de Joarnalen vau de Castricum en de Breskens
tenig te vinden ; men mag zich derhalve verheugen, dat ten
minste een derzelve voor de vergetelheid bewaard is geble-
ven, en wel dat, dat naar ons inzien door den Gouverneur-
Generaal Antonio van Diemen en de Raden van Indië, bij
hunne missive van den 4 Januarij 1644, naar het Vaderland
werd gezonden.
Digitized by VjOOQ IC
INSTRUCTIE
voor den Sehipper-^Commandeur MaeKen Gerrilsen
Vries, en den Raed van 7 Fluytsehip Castricum
en U Jadtt Breskens, gedesHneerd tot antdec-
king vai^de <mbekende Oostcust van Tartariën,
7 coninckryck Catbaija en de Westeust van Ame-
riea, mitsgaders de good- en silver^rycAr^ eylan-
den by Oosten Japan.
Bij de geloofwaerdighste geographea ofte wereldbeschrij-
Ters werd onder de groote landea Tan Asia^ Tartariën ofte
Tartaria (als *t grootste land) gesteld» dat in *t Noorden Tan
de Ts%ee^ in *t Westen van Rusland en Polen^ in 'I Znyden
ran de Zwarte zee, *t Caspische-meer^ de landen yan Bac^
iriana en India^ ende in't Oosten van China en den onbe-
kenden Tartarischen Oceaan bepaeld ia ; hebbende in de
lengbte van 't Oosten nae 't Westen niet min dan negen-
hoodert en in de breedte yan U Zuyden nae 't Noorden
wel 450 daytsche mijlen, in welck rnym begryp (sijnde
grooter als geheel Europa) yeel groote landen, proyintien,
meeren en wo^tijnen gelegen sijn. Onder anderen werd yoor
't aldertreffelyckste deel 't yermaerde coninckryck yan Ca-
thaya, onder 't getemperde climaet yan omtrent de yyfiigh
graden by Noorden den Aequator, gestelt, wesende d*eerste
proyintie yan 't keyser-ryck des groeten ChamSy welcken
prinee den stoel syner Monarchia in de groote Hooflstad
Cambalü hond, dat eep plaetse yan wonderlycke commer-
cien werd befaemd, daer seer groeten handel van allerley
binnenlandse oft Tartarische en baytenlandse Chineese wa-^
Digitized by VjOOQ IC
12
ren en coopmanschappen gedreven ¥^erd. De Oostcost van
dit land is bovenmate schip-ryck befaemd» mits de groote
traflBcqnen, die van dit rvck op d*omtrent gelegen landen
en casten gedreven werd, doch vermits in eenen boeck van
den aerdcloot gelegen, werd tot noch van f^een Europeanen,
noch eenig Orientaelse natiën» selfs oock niet van de aen-
palende Chynesen ' gefreqaenteerdi maer als verborgen, te
verre affgelegen, en schier als bnyten de vrereld geacht.
De seeckerhejt van dese gementionearde gelegentheyd des
vermaerden lantscbaps Cathaya, heeft aen veel geleerde cos-
mographen en piloten oorsaeck gegeven, op d*ontdeckinge
deses conincx-r;ci emstelyck te ^ryven en diverse wegen,
soo door 't Orientaelse India cfflie straete Magelanus, als
door 't Noorder America by de Enghte Davids^ mede om«
trent Nova Sembla en recht onder ofte over den Noorder-
pool eene passagie derwaerts aan te wysen, daer op oock
door de drie laetste wegen diversche preaven van dC Engelse
en Nederlandse natiën ondernomen sijn, maer alle te ver^
geefs, gelyck mede de twee voyagies door den vermaerden
Jan Huyghen van Linschoten, uyt bevel van de Ho. Mo.
Heeren Staten Generael der Yereenighde Nederlanden, ten
selven eynde in den jare 1594 met 2 schepen, en An** 1595
met seven schepen, onvruchtelyck is gedaen. En alhoewel
in d^eerste reyse ^en passagie by 't eyland Waygats^ doar
de slrate ofte enghte van Nassauw tnsschen Moscovia en
Nova Senibla tot in de Tartarische Noordxee wierd ont-
deckt, soo is nochtans de tweede reyse desen ontdeckten
wegh door menighte van ys onbruyckelyck gevonden en de
vlote sonder verhoopt effect in Nederland gekeert. Sedert
dien tyd hebben alle natiën van de Tartarische ontdeckinghe
in 't Noorden, als van een ondoenelycke saecke gedissisteert»
en door 't Orientaelse ofte Oecide»taelse India is, 't door
onvermogentheyd ofte cleyne carieusheyt van de Gouverneurs
des conincx van Hispania (onaengesien de beter gelegentheyd
als in Europa), niet onderleyd; immers van dien mogende
Digitized by VjOOQ IC
13
Prinee (als wesende noch ontydigh) niet gemandeert, gelyek
mede by geen andere aldaer traffiqoeerende Europeanen is
onderstaeny tot dat jn den jare 1639 (staende ons Goayerno)
twee floytscheepen onder den Comm. Mathys Qoast, tot
ontdeckinge yan de Tartarisehe Oostcost, insonderheyd de
befaemde Goud- en Süver-ryeke eylanden by Oosten Japan^
derrewaerts sjn gesonden, die almede door ongelnckige toe*
vallen, sonder yets nutteljex te yerrichten, yredergekeerd syn.
Maer dewyie uyttle gewenscbte ontdeckinge yan Caihaya
en de daeromtrent gelegene landen groote nottigheden, soo
door oommercien als conqnesten^ insonderheyd de yoortplan-
tinge yan de yrare cbrklplycke religioi met goede redenen
te hopen syn, en preseSblycken geen christen prins» noch
repablicpiey daertoe beter gelegentheyd, als den yryen Ife-
derlandsehen staet ofte derselver Orientaelse Comps heeft,
welcx hooftstad BaUma daertoe bequaem gelegen is, en door
de nadere gelegentheid yan desselis conquesten in Moluceo
en Formosa nae wensch geaccomodeert can worden, soo is
dese dienstige ontdeckinge andermael by der hand te nemen,
van de Ueeren onse meesters de Noyo gansch ernstigh ge*
recommandeert. En dewyle yry sulcx mede een nodige saecke
achten, en de Gomp. t^enwoordigï yan schepen soo is yer-
sien; dat gevooghelyck sonder yercorting yan de ordinarie
commercien en oorloghs-besendingen wel twee beqoaeme sche-
pen connen affgesteecken werden, soo is in Raden yan India
gearresteert, dese pryselycke ontdeckinge niet langer te re-
farderen, maer H fluytschip Casirieum met U jacht Breskens
(yan alle nootwendigheden wel yersien) derrewaerts uyt te
selten en CE. als beqaaem en tot dese reyse wel genegen,
't beleyd yan dien te yertronwen en beyelen, op seeckere
hope dese importante yoyagie met de nodige conragie, goed
beleyd, en yereyschte pascientie, wel en met wackere yoor-
sichtighejd bestieren sult, soo als yoor ons, t'uwer weder-
comste, ten contentemente snit menen te yerantwoorden.
By den eryaren Piloot-Major Frachoys Jacobsen Visscher,
Digitized by VjOOQ IC
14
ÜE. en andere coriease personen, syn ons verscheyden wegen
tot d'ontdeckinge vznTarearia en d*eyhnden by Oosten Japan
in schriftelycke vertoogen yoorgesteld, die UE., om in ëesen
daervan geen ontleding te doen, alle in copyen ter band
gesteld worden, opdat Tsyner tyd daervan gediend cofid syn.
Alleen raken met een woord, wy Visschers en Verstegens
opinie, Tan den cours tosscben Vopon eo Cörea te nemen,
mits d^onseeckerheyd van bequaemen doorgangb, en d'apa-
rentie van veel droogten en dippen, al te pericaleos en on-
traden acbten, maer ons met nwe meyninge van den wegh
by Oosten bnyten JojMifi^ door myme lee te nemen, als den
seeckersten, confirmeren ; te meer jeensinis connen ophiieren,
de Westelycke passaetwind in dat geweste by den somertyd
800 crachtigh en gedorigb doorblaest, dat niet beqoamelyck
van de Oost nae de West geseyld can worden ^ gelyck solci
op de reyse van den Commandeur Qnast, ooaengesien den
laten berfsttyd, sells 2 k 300 mylen boyten alle landen con-
trarie bevonden is, en over solcx buyten twyfiel in de roaen-
den van Jony en July de Tartarise eusten, van by Oosten
Japan^ bequaemelyck te beseylen syn, met groote aparentie,
dat door de naegelegentheyd der landen, van de 40 graden
rtoordelyck op, in de Tartartsehen oceaen, geen contra -pas-
saet, maer variable winden (als omtrent Europa) gevonden
sollen worden. U£. sullen dan de ontdeckinge van Tar-
taria, by Oosten bnyten om Japan, als door den beqoaemsten
en min periculensten weghj voorsicbtdycken doen, en *t naer-
Tolgende n daerinne tot een regel van Instructie laten die-
nen, nochtans met dien verstande, sulcx nae eyseh van tyd,
plaetsen en voorcomende gelegentheden, met advys v^in rade,
soo te mogen corrigeren als den dienst van de Gomp. tot
erlangen van ons desseyn soode mogen vereyssehen, *t welck
uwe goede experientie en vertrouwd beleyd bevolen laten.
Aanvanckelycken sullen UE. op morgen vrough, nae ge-
daene monstering6, gesaementlyck onder seyl gaen, en uwen
cours soodanigb nae Mohtoea stellen, ai» by aparte instructie
Digitized by VjOOQIC
15
is geordoDoeerdy waernaer u op de derrewaerfsè reyse in
alles te reguleeren hebt.
Met lieff in Tamata voor 't casteel Maleya aengecomen
weseade, salt onse neffensgaende brieyen aen den vice-goa-
▼erneor Wooter Seroyèn behandigen en desselft ordre ten
dienste ran de Comp. obedieren, mitsgaders nwe schepen
van water, brandhout en *t gunt meer nodigh vresen mocht,
raymelycken versien, 't scheepsvoicq, gedurende 't aenwesen
aldaer, met verschc spyse wel verrerschen en daervan op U
ver treek beboorijfck provideren, waertoe aen den Heer Seroyen
de nodige ordre gegeyen werd» die u dienyolgens nae eysch
en vermogen bebulpigh «pen sat, waermede wy begeeren
geenen tyd onnut tetyck saT doorgebracht worden, maar alles
op 't vlytighste soo cort beschicken, dat vóór ofte ten langh-
ste in 't begin van April, uwe importante reyse van daer
beginnen moght. Doch sult alvorens met advys des Raeds een
goeden seinbrieff formeren, waerin mede dient gedacht, soo
de schepen door storm, ofte ander incident (dat God
verhoede) van den anderen quaemen te versteecken, door
wat middel «weder bequaemelycxst byeen geraecken mochten,
uvaaraen tot volvoeren van ons concept ten ho(^hsten ge^
legen is.
Nae becomen geryff van alle nootwendigheden sult (als
gcseght) op primo April ofte vroeger,, de voyagie in den
name Godes aenvangen^ stellende den cours, ab buyten GiMo
gecomen syt, Noord-Oostwaerts om, met de soele en variable
winden, die er dit saysoen des jaers ordinairie in dat ge-
west waeyen, weicke hun op de Noorderbreedte van 10 k
15 graden omtrent 't Zuid-Oosten vaststellen sullen, waermede
dan allenxkens wat Noordelycker en recht door zee, nae de
Oostcost van Jdpan seylen en 't land op omtrent de 37
graden in 't gesicbte loopen sult. *t Is seer aparent in dese
passagie wel eenige onbekende ofte dependerende eylanden
fan de arefaipelago de Si. Lasaro ofte Islas de las VeslaSy
anders gehaemt de Ladr&neSj bejegenen sult, om welckeu
Digitized by VjOOQ IC
16
aen te doen geen tyd sal dienen geqiilt, maer nae onbekende
drooghten en dippen wel naerstigh oytgesien.
Wy yerhopen gylieden omtrent 20 k 25 Uay de Oostcast
van Japan aen boord snit hebben, yan waer nwen veghy langhs
en in 't gesichte van 't land, soo lange Noord- en Noord-
Westwaerts nemen sult, totdat de cnst baer Westelycker ont-
valty opdat in passant ervaren werde, hoe verre H uytterste
van Japan om de Noord gelegen is, en off het land, dat
by de Japane%en Jeso werd genaemt, op snlcken conrs be-
jegenen en vernemen cond, *t selve 't vaste land van China
off Tartaria sy, ofte wel een bysonder en tusschenbeyde ge-
legen land ofte een eyland te w^n, waermede wy verstaen
oock geenen sonderlingen tyd consomeren solt, maar uwen
conrs soo langh Noord-Westwaert vervolgen, tot dat de cnst
van Tartaria ofte Caihaya ontdeckt, pogende salcx soo Zuy-
delyck te doen, als den wind gedogen en ^t aengetogen land
van Jeso toelaeten sal, 't welck verhopen tnsschen de 40 k
45 graden sal connen geschieden, als wanneer langhs de cast
Noordwaerts, ofte soo die strecken mach, solt dienen te sey-
len, tut dat de rivieren Polisangi, de Caihayse zee-stedea
JangiOj Brema off soodanigen baeye, haeven ofte rivieren
ontdeckt, daer de schepen bequaemelyck geberght connen wor-
den, en waer steden, vlecken, ofte bevoickiagh is, ten eynde
^slands gelegentheyd in corten tyd soodanigh ondersocht en
vernomen mach worden, als hier onder op syn plaetse om-
standigh aangewesen werdl
't Is grootelycx te vermoeden, UE. aen en omtrent de
Cathayse cnst wel eenige schepen, joncqnen ofte vaertnyghea
bejegenen salt ; dewyle die meest den aerdkloot beschryven,
niet alleen de Tartarische custen, maer den aengelegen
oceaan seer scheep-ryck achten, affirmerende daer grooten
coophandel van de omgelegen landen en eylanden met den
anderen gedreven werd, Salcx soo bevindende, dient gedu-
righ voorsicbtigh op hoede te wesen en by bejegèningh van
vaertnygh, daer tegen geen trots noch force te oeffenen,
Digitized by VjOOQIC
17
maer mei beleefde bejegeninge en ^riendelyck tractemoit» des
volcx gonste trachten te winnen en scherpelyck de gelegent*
hejt hunner reysen te vememeni oock waer de Toomaeihste
havens en coopsteden, insonderheyt de riviere Polüangi em
Janqio gelegen syn, door weicke en de bovengeschreven mid*
delen wy niet willen twyfelen, off snit d'een off d*ander be«
qnaeme rede en gep6puleerde plaetse in TarUma ofte Caihaya
omtrent 15 . i 20 Jany connen aendoen» synde aldaer den
soetsten somertyt en langhste dagen, dat dontdecking grooté-
lycx aocomoderen en de daeraen gelegene peryckelen seer
verminderen sal.
Alle landen^ eylanden, hoecken, bochten, inwycken, bae«
yen, rivieren, drooghten, bancken, sanden, reven, dippen
en rutsen^ die in dese ontdeckinge, soowel in den Oceaen»
als op de cnst^i van Japan^ JesOf Cathaya off Tartaria
bej^enen rai passeren snit, moeten UEd. perfect carteren en
beschryven, alsmede de opdoeninge en gedaenle wel affley^
ckenen, tot wekken eynde u een teykenaer mede gegeven
werd, mede wel sorghvuldigh noterende op wat hooghte ofte
breedte, hoedanige streckinge en distantie de casten, eylan-
den, capen, hooffden ofte hoecken, baeyen en rivieren van
den anderen gelegen syn, wat kennelycke mereken, als her*
gen, heuvelen, boomen off gebouwen (waeraen men die mogt
kennen) daer op te sien syn. Mede wat^ diepten en ondiep*
ten Tan gronden, blinde dippen, affschietende reven aen de
hoecken sullen gelegen wesen, hoe en op wat mereken die
beqnaemelyck te schuwen syn, item off de gronden hard,
scherp, weeck^ vlack opgaende ofte steyl syn, off men die
op H lood magh aendoen ofte niet, op wat mereken men de
beste anckerplaetsen in reden en baeyen vind, hoe de gaten
en rivieren instrecken en te beaeylen syn, wat winden in die
gewesten waeyen, hoe de stroomen loopen, off ebbe en vloed
hun nae de maen off winden reguleren^ wat veranderingh
van moessons, regen en drooghte bevind, voerders naerstelyck
ppserverende en noterende, daer ervaren stierlieden op te
2
Digitized by VjOOQ IC
•18
letten stiet, en in 't toecoinende tot 't bevaren Tan de ontdeckte
landen dienstigh.wesen can. Den beqnaemen tyd des jaers,
als 't somerweder, lange dagen en corte nachten, sullen, als
boven aengewesen is, tot de vooi^enomen ontdeokingh en
waernemingh van alle d*aengetogen saecken seer dienstigh
syn, weshalven nergens tyd versnymen noch onnoodigh eon-
sumeren solt; maer als meermael geseyd, het beste van den
somer én goed vfedev gebrnycken« wanneer soowelby nacht
als dagh salt connea voortseylen, *twelck in'teorten der da-
gen en by donckeremanen, om alles in 't sicht te crygen, soo
niet geschieden can, oversnlcx daeraen, om spoedigh en in
«orten tyd yeel V ontdecken^ ten hooghsten gelegen is.
Echter om da Tartarise en CtUhayse casten naer eysch
wel t' ontdecken^sal 't nodigh wesen, nu en dan, ter gelegener
tyd en bequaemer plaetsen, ten ancker te comen, altyd soe-
ckende en kiesende soodanige baeyen otie reden» daer met
de minste' peryckelen inlopen, leggen, vertrecken, en by toe-
vallende' winden ofte andersints bequaemelyck ruymencondt.
Vooral sal in 't landen met u deyn vaertoygh groote sorgvnl-
digheyd en circumspecte voorsichtigheyd dienen gebruyckt,
akoa onseecker is wat soort van menschen dit onbekende
deel y^üTartarie besitten, 'twelcke SQOwel met rouwe, wilde,
woeste barbaren als van geciviliseerde en gepoliceerde lieden
tsan bevolckt wesen, waeromme altyd wel gewapend en op
hoede wesen moet ; want by experientie in alle gewesten des
aerdcloots bevonden is> egeene barbare-natien te vertrouwen
syn, vermits gemeenlyck opinieren, dat het volcq, 't welck hun
'soo onverwacht en vreemd verschynt, alleen comen om hare
landen in te nemen; dat in H ondecken van America en
d'Orientaelse landen, aen 't verassen en dooddaen van veel
sorghloose en lichtvertrouwende ontdeckers, menighmael tot 1
ruyne hunner voyagies gebieecken is. Om weicke respecten
de barbaren, die rencontreren en ter spraecke comen mocht,
stadigh wel en mitinelyck bejegenen solt, en cleyne afronten
van dievérye ofte andersints, die aen d'onse mochten plegen,
Digitized by VjOOQIC
19
oogem^rckt laten heoeog^en^ om door H revengeren geen af-
keer van ons te causeren^ roaer.by alle doeneiycke middden
pogen, banlieden t'owaerts te trecken, opdat te beter en spoe**
diger de gelegentheden Tan. haer en hare landen Tomeniea
mogbt, lasonderbeyd off daer ieta nottelfcx voor ons te ver*-
righten is. ,
Van de g^leg^athtijd der landen, wat yroohten en bestiael
daer sy, hoedanige timmeragie van huyseny 't l^tsoen ^n; weeën
der. inwoondereni bafir .el^inghi waepeaep, seden, ipaniereny
spysey ernenngb^ religie,,: regering» oorloge,, en andere jpserdk*-
waerdige saecken meer, insonderheyd oflbe goed ofte boos-
aerdigh syn, salt nae ^elatingb des tydS{Wel pogpn te yer»
nemen» bon YoriopeodiS'ili^en»cbe' monsters tan de goederen
ten dien eynde^ mcidegegeYea^ om te ondenstaen wai waren
en materialen sy tiQUien, ^n boedanïge vaq de onse wteder
bieren, alle H welek soberpi^lyok aearaereken, wel affteyekeoen
en correct bi^bryi^n' snit, hondepde ten dien eynde een
breed ob wel «geestepdi^ert Jonrnael, daer alle nwe reseon-
teren perfeete%ek . in aemgeteyckend ' worden, om daermede
op u wederkeered^.beboorlycilc. riiport aen.pna te: oonnen doen.
Dewyie 't laod$cbap) Caihaya aparent met civiele menschm
is gepopnleert; sallenüE,, daer geeomeq sy^dde, den Assistent
David GassUi Tarta0r^ den boiisebieter Jorris^a Soholt'ei ofte
een vanf de 4 soldaten, die de 'J!fp^(^tf^ ofte Pool^^. téle
can, aen land senden, om by de; daer '^nde ovierigheyd Ie
Tersoeekeav vrytlyek aen {and te miogen:c(HaQten^ wanneeri mui
Folcomen licentie, .e6iQ^T9ii[ 4'Oiïder cooplieden ofte Assistentea^
n^ffens een 'taelman jppet e^ene cleyne vereeriogh aan land
schicken en de < regeerders doen begroeten solt; hnnlieden
van : wegen , den : Staét onser Republioqne, spedalycken den
Goaveraeur-G@Qferael en^Iladen van /ncKo, :aUe vrondseh&p eti
onderlinge commercied aenbiedeny openende de condUien ym
dien, als Bamently<ik, dat wy IVöd^toTKfeTjj ter. zee mQt; alle
Conincrycfcen ea natiën van de. gi^eele wereld vrnndeliy^k
traffiecpi^en en , negotiercn, hebbende daertoe allerieyMsoopr
2*
Digitized by VjOOQ IC
20
manschappen, en beter eommoditeyten als alle andere natiën
des werelds, ende dat gemelte nwe gebiedende overheyd
seeckerlyck vernomen hebbende, boe in dat sel?e land oprechte
handelingh en trafficque gedreven werd, goedgevonden heb-
ben, dese twee schepen onder goede regeringe derwaerts te
schicken, met al snicke waren, coopmanscbappen, rariteyten,
als by vrye toelalingh van negotie vertonen cond, en salcx
ten dien fyne ais yranden versoeckt.
Nae becomen antwoord sullen ÜE. hen tol voordere con-
ferentie off de vergunde commercien, nae tyd en plaets gele-
gentheyd, doch doorgaens met wackere vóorsichtigbeyd, moe-
ten scbicken; vertonende ordentelyck de coopmanscbappen en
monsters van de waren ten dien eynde medegegeven en in
yder schip de heldt verdeelt, waervan *t eene voor Cathaya^
en *t ander roor de eylanden by Oosten Japan gelegen, mede
gegeven word. Weicken volgende versorgen moet, dat van
yder soorte der goederen een gedeelte tot monsters voor die
eylanden bewaert werde, gelyck sulcx mede perfectelyck by
'factura aangewesen word, monterende gesaementlyck ter somme
van Gl. 13740,8,4, waervan door den Ondercoopman Willem
Byleveld negotie boecikens in beboorlycke forme, tot reecke-
ninge, bewys en reliqua doen houden sult.
In 't vertonen van de gemelte goederen en monsters sullen
ÜE. met de Ondercooplieden wel en scherpelyck letten,
waervan dese natie attentie maecken en tot wat goederen
meest genegen syn, insgelycx bespeuren wat coopmanschappen
en waeren sylieden daer hebben, insonderheyd nae goud en
silver ende of dat metael by hun in waerdige achtingh is;
UE. gelatende daemae niet graegh te wesen, om hunlieden
van desselfs precieuse waerdye oncnndigh te houden, en soo
't selve in mangelingh van uwe goederen mochten presenteren,
moet u honden off die specy niet estimeerde, maer vertonen
coper, spianlter, thin en lood, even off die mineralen by ons
van meerder waerdye waren. En soo gy hun tot handelen
genegen vindt, sult onse coopmanschappen, insonderheyd daer
Digitized by VjOOQIC
21
gret)gl»( nae syn en U weicke yf^ meyaen de laeckenen sollen
wesen, in soodanige estime honden, dat niet als met groot
proffyt vércocht off yermangeldt werden, noch niet ander»
aennemende, als 't geene seeckerlyck weet yoor de Coinp,
proffjtabei te syn, 't weicke hem selfs in 'I handelen wel wysen
sal ; siallende in U bysonder nodigh wesen, van de daer synd»
waren monsters, en van alle andere perfecte notitie herwaerts
hrengbl, om te sien wat retonren van daer getrocken connen
werden en in toecomende daervan gediend te syn«
Mits de onseeekere cnndschap Tan de waere gelegentfaeyd
des Cathaysen Conincrycx, sal *t nodigh wesen nae de toK
gende particalariteyten wel scherpelycken te yernemen:
De grootbeyd des lands en desselis hoedaenigheyd, wat ste*
den, Tlecken, vermaerde rivieren, bergen en woestynen *t selve
beeft, hoe en waer gelegen, ende wat landen dese provintie
tot geboeren heeft.
In wat plaetse de booftstad Cambalu leyd ; desselis groote^
gelegentheyt, hoedanigheyd etc., wat zee- off coopstad daer
heeft ofte naest aengelegen is, en hoe daer beqoaemelycxt
gereyst can werden.
Wat zeeplaetsen, coopsteden, baeyen, haevenen en schip-
vaerd daer is, en wat commercien door dat ryck en in des-
selfs naborige . landen gedreven werd^ specialycken in hoeda-
nige waren die bestaen..
Wat vrochten, bestiael en minerael daer syn« en wat der
inwoonderen principale neringh en hanteringh is.
Wat Godsdienst sy hebben, en off van eene ofte difierente
religie syn, specialycken off het Christen en Mahometse ge*
lovedaer mede gevonden werd, en d'faoedanigheid van.dien,
Insonderheyd off des lands r^geringh en hooghste overheyd
by een Coninck, den adel off 't gemfeyne volcq bestaet, en tot
wat plaetse desselfs opperste residentie is« Ende soo U een
Coninck wesen mocht, off die» Princa 4e* grote» Chaxa,
Monargh off Keyser der Tartof ^ ïjy, waörione desselfe erygs-
maght en ryckdoffi ))eftla^> en wat aothoiiteyt en huipe hy
Digitized by VjOOQ IC
22
in de regeriDgh ea jostHie beeft; niet wat Imden, DlitieneD
Priocen hy in oèrlogb en vrede is/ boe die gevoerd en on-
derbonden werd, en speeialycken- off desén PrineO' tot vremr
de naüen ^en ongemene dingen 'genegen id.'
' Mitsgaders snicx meér^ ^h'-éd Héeren 'ónseymeesiters'op 't
bellen der raportea fay memorie órdeaneten* eb HE» selfs
nae tjrd$gèlégenbeyd nodigb én doênelyek tinden 'mU/ '-
Indien gyHeden de Cathfoyse 'natie aflybelen t* .èiiaerte
vrundelyck, mitsgaders het land tan' Modanigèn' geiegentheyd
vind^ dat' aldaer Toor de gewerale Gomp, seeokertydi een
importante en proflfytabele negotie gefondeert ca|i werden,
sullen UE. aen *8 hnds oTcrheyd tenoefdcén,' eèn contract
ofte verbond van een gestadige, oprechte habdelinge, traffy-
(iqoe en^nafvigatie tot gemene wetvaeri van dat ryck en oase
tèp^liqne, meCd-ingesètene van dien, madi getroffen werden,
en soo hierinne werd geconsenteert, een gesant (doo bon
snkt mocbt gevallen) met den 'eersten' der waerts comen sal.
Ten sélvèn. eynde sal UE., indien ie overheyd snIcx èrnstich
begeren möehten, wel 2 è 3 personen om de tale en eoos-
tuyme te leren, alsmede *islands gelegenlbéyd etc. perfeete-
lyolc'te vernemen, daer, met résointie des Riteds» wel mogen
hiten^ en himliedèn daertoe met nedi^ tnstrnclie en eienige
cobpf^E^nscbappep, tot preave van negatie en- ondèrbood ver-
sien, versorgende geen andere daertoe ais ginwe, wellevende
en minnelycke jonge -borsten worden gebrnyckt; gelyck
mede in dien gevalle t' bonnen versoeoike mogen eonseo-
léren i gelyck getal .van de) baere, om owèé gelegentheyd
te comen besicbtig^,' berwaërts te bnengen, enhon vaste-
lyek ttfeseggen, 'tnaesle ijaer* mét; baar -voleqenveel dienstige
icotipmans^bappeiil, 'daerrwed^- vei^cbynen^^solt.
^ Mede/'^l^oo feevind, (éat lind van söo mogetóen Cooinck
xrerd beheerscht, als In 't begin van dese Instroetio eenigh-
^tefts aengeroerd'èn 'vkh ^Üive^hé'dntbeuren be^hreveu werd,
^I:UE; met goedvinden desRaeds en Mvys van de regenten
y^n» die plaets.n^öaenwesefis, 4e^ dtiér Myveöde residenten
\
Digitized by.VjOOQlC
23
wel mogen gelasten, eea r^se nae *» rycx booftstad te doen»
om de Goniackl;cke Maij'., met 'een presentje van de mede^
nemende rariteyten, nyt onsen name te congratoleren en
soodanige aenbiedinge yan ymnds^hap en ye^'boqd te doen,
ü» bierjboven aengeweaen |s; daer; noch bjfyoegepde *tgant ten
meestenf dienste, van <de Gon^p» $Qlt bovi^den te vf^reysachaiL
Alle insolentie en moetwil van *t scbei^svolcq t^en d*ont«
deekte natiën, solt voorsichtelyck prevenieren^en versorgen
bun geen overlast in baere boysen, tba]fnen»:va<)rtnjgh, mid-
delen, ofte vrouwen etc* werd aengedaen, in^elycx geen in-
woondfflTs tq;en bunnen wille uyt baor land vervoeren, maer
soo eeiiige weynige vrywilligh daertoe genegen ayn, mocbt
die alsdan wel berwaerts brengen.
T gant voerders in Caihaya saldienen gedaen» sollen bon»
als synde ongeboorne dingen, niet instraerm, maer snlcz
CE. en des Raeds vertrouMrt beleyd bevolen laten» alleen re-
commanderen serieuselyck in alles soodanige. vöorslchtigheyd
te gebroycken, dat *s Gomp'. costelycke schepen en volcq,
buytea alle vermpedelycke peryckelen soo veel doenelyck ge-
boadea werden ; om 't wéicke te beter te versorgen wy geen-
sints begeren dan Goi^iiiandeor bem licbtvaerdigb van boord
begeven, maer altyd in de scbepen blyven sal, tot dat Gomp'.
dienst, nae 't goedvinden des Raeds, H contrary mocbt verey»-
sdien, opdat door onbedenckelycke qaaede toevallen de vor*
dere desseynen van dése importante reyse niet scba^delyck
verbindert werden.
Nae dat dan alle (immers de nodigbste) bevolen saecken
in TnfêaHa syn verricht, 't volcq wel ververscbt en de sche-
pen ran Torsch water en brandhout behqorlydc versien, sul-
len OE. in H laetste van July ofte ten langhste 't begin van
Augosty, met vrundelycken oorloff van 's lands regenten en
inwoónderen, wederom t' seyl gaen, stellende awen cours dwars
over den Tartarisen Oceaen Z.O.waert aen, tot op de longi-
tnde yanU Oosteynde van Japtfn, ofte'datde Westcuste van
H onbekende America Oostwaert de Cdbo^ de Fartuna, Conen--
Digitized by VjOOQ IC
24
tes ofte Mendocina falsi gomoet, welde laad ia saickea ge-
valle, soo 't weder en wind beqaaemelyck gedooght, snit die-
nen te verkennen en van daer, ode voorgestelde pant, uwea
wegh recht Zaydwaerts nae den Oosthoeck van Japan ver-
volgen, lopende *t land op de 37 7t graden in 't gesicht, alweer
wy vertrouwen omtrent iO i 25 Aogosty met de Goddely-
cken baipe wesen solt.
Van hier sal U£. d*ontdeckioge van *t goad* ea silverrycke
eyland hernemen, die by den Gommaadear Hathys Quast
in den jare 1639 te vergeefs is onderleyd, welcx med^ege-
ven Instructie en gehouden Journalen u tot beter ve»tand
van ons seapus, in 't vermyden van de aldaer begaone nais-
slagen ter hand stellen^ alsmede de schriftelycke vertogen
ons van den Coopman Verstegen » op de gelegen theyd ende
tontdecken van dat eyland voorgesteld. Meldende in snbstan-
iie, dat in de Zuyd-zee op 37 7t graden Noorderbreedte,
ongeveer 400 loense ofte 343 Nederlandse mylen by Oos-
ten Japan^ een heel groot en hoogh eylandt soude gelegen
syn, wesende van blancq, schoon, vrundelyck en geciviliseert
volcq bewoont, en boven maten silver- en goudryck, gelyck
by scecker Spaens schip, over veel jaren varende van Ma-
nilha nae Nova Hispania, ervaren sonde wesen ; snlcx op die
raporten in den jare 1610 ofte 11, den Goninck van Spanje
een schip om *t selve nader t' ontdecken en in besit te nemen
uyt Aquapuka nae Japan gesonden heeft, om van daer (ab
bovenwinds) d*ontdeckiagh te doen, dat door qnaed beleyd
en ongeluckige toevallen verhindert is, en sedert heeft ge-
melten Coningk door onvermogen en nalatigheyd geen nader
vervolgh op die apparente nnttelycke discourse gedaen, gelyck
mede des Commandeurs Quast's besendinge derwaerts, als
meermalen aengetogea, geheel onvruchtelyck uitgevallen is.
Ende dewyle wy door gemelte en andere informatica see-
cker achten, 't voorschreven eyland omtrent de aengeiogea
distantie by Oosten Japan gelegen is, hebben goedgevonden
by dese gelegentheyd der Tartarisehe reyse, UE. oock dese
Digitized by VjOOQIC
25
oDtdeddnge ter beqoaemer tyd hern^sien smlt, doende uwen
cours yan d*Oosthoeck yan Japan^ op den paralel yan 877b
graden, 350 mylen recbt Oost aen, des daeghs met. goeden
yoortgangh, maer des nachts met eleyne seylen, om niet
yoorby te lopen, en soo 't gemelte eyland in die distantie niet
ontmoet, noch honderd mylen Oostelycker, opdat (soo *tniet
bejegent) yerseckert wesen mocht 't selye niet op geseyde lati-
tade, maer aparent bet Noord ofte Znydwaerts gelegen is.
Van dit aengese;lde pont, daeromtrent 20 September we-
sen cottd, sollen UË. nae tydsgelegentheyd, gestalte yan nwe
schepen en yolcq, een yan de twee naervolgende wegen tot
de yoordere ontdeckinge, met goeden oyerlegh des Raeds by
der hand nemen, namentlyck:
Den eenen coors is, yan 't geseylde pont (den tyd en wind
sulcx gedogende) weder om de West (al croyseiide yan de
37 tot de .35 graden) nae Japan te seyleo» om alsoo see-
ckeriyck te vernemen off 't gewenschte eyland in dien wegh
gelegen is ofte wel de eylanden, die men seyd tosschen de
30 en 36 graden, 100 & 160 en 200 mylen by Oosten
Japan te leggen; daer yoor seecker gebonden werd> eenige
Japanse yaertaygen aengeweest en silyer yan daer in Japan
gebracht hebben. 'T een noch 't ander gemoetende, moet den
wegh bet Zoyd-Westwaerts nae Formasa genomen werden.
D'smderen wegh is, soo de Westelycke passaetwind 't weder
keermi nae Japan^ op de yoorgestelde breedte by croysende
wjse (als aparent) niet gedooght, yan 'I aengeseylde pont met
een Noorden t/osuA de Zoyd-Westeost yan America^ boven
Cabo de Percelis ofte Mendocinay cnntrent £!aAo del Aqua
aen Costa Trista in 't geaicht te lopen, en soo H beqoaemelyck
geschieden ean, in deen of d'ander baey rede te nemen;
waeromtrent Thomas Candisch, Engels Ridder, anno 1517, op
38 graden, in een beqoaeme baey geweest is, daer seer goed
volcq gevonden en dat land Nova Allnon genaemd heeft, no-
terende men hier qoaelyck eenige aerde opnemen ean, offse
geefl e^ge aparentie van silver pfte good. Dit land conde
Digitized by VjOOQ IC
UB
alsdan in ^ssKtet werden aengedaen, om iets. fan desseUs
j^lègenibeyt te ervai^Q, avoteqtnet *t gitnt daer tinden mocht
Kfii te 'irerTer9ch»a ën de 8chc)[)ea fan 't nodtgev.v;iler en
brandheat t^ yersien, em Tan daer mei de Moord-.Westelycke
paasaety die nae alle ipareiïtien) ^p dien laten tyd des jaers
in dat g^^vMe y^hemdnt door blaesén sal, ten naesten b;
Zd^d^Westwa^rts' óver te lopen, en alsoo op een rechten coiirs
*t begeerde gebdtyeke eyland, «fff een Tlan de silverrycke ey-
banden, to^schen de 80 k 36 graden, 100 k 200 inylen by
Oosten Japan, te ' ontdecken. Endesoo Biet bejegend^ den
courg (even als in 't eerste -voorstel) nae *t eyland Amnósa
tot eynde déser iJeyse te doen
Maer dewyie ernstigh meynen 't gondryck eyland met den
Oóster cours, iïilmers een van de andere süv^rycke plan-
den, door een vaa de twee wederkerende wegen ontdecken
^uit, 800 snilen mede instrueren hoe ü in dien gevalle ten
dienst van de GoÉap. te schieken: hebt, 't welcke ten princi-
palen 800 we$en moet, als op dé gelegentheyd van Cathaya
ivoorgèscjireven is, waerby noch 't volgende cortélyck sullen
Tocgcn.
\^ wy. meynen dese eylanden^^met de mfntte.peryckeleD
bequaemelyoJLt aen de Zuyd-*Oostsyde (weseode benedenswinds)
connen aengedaen werden, aen weieken cast het gondryck
eyland, in de Japanse Beoby»(?) 'caerteo, met een revier ofte
haven affgeteyckend werd, als by 'tnevensgaende caerijen snit
jconnen sien. . . ,.
8Ó0 'dit gróote eyland ^«tft^d^ mindere, eylanden en d^in-
iuifiitaiitén van dien, in effecie soodanigh bevind^ als ons daer
:va9 gecoodighi is, natnentlyck' de ianden seergoud- en silver
ryek, en desselfs inwoonders wel geproportioneerde, blancke,
vrundetjN^ke, b^efiÖe en geciviliseerde lieden, sal dwervan
/meerstaet als v^ü ifitde barbare menschèn dienen gémaeckt,
minnelyck bejegent én dei^elver overigbeyd aengediend, boe
uyt verre landen, om proffytelycken handel te soecken, daer
gecomen syt, en haer met onse coopmanscfaappen en waeren
Digitized by VjOOQIC
35
yoor'de''e«imi))diteytMi 'iNnsitiiiiU'^^voeckt.'ite gmeven, ver-
tooeifdè* de goederen DB/ tén dien eyndeimedegegeveiii 'die
Bae jde^ efschen^e beviadinge Hn eètkoie houdeii trioet, u lie-
pdlendef sbo^ 't goud m ^Weri dier in g^oatei;abMid|müe is,
die^i^ffecjf by ens in geringe «stimev'^ien -^et^beter als 'eopèr,
spiabltec,' Uan off iomit geboodéni^wer^v (echter sondoFlinge
letten, wat OBtine'iiyUèden) vsn alfo «letaeien-inaeeheii, en
off^tgood èn silreir byimn In grote '«aerdyeis^^walinynen
daenMtt'^bebben, ta dmt ^Lim^Mm sf Hselvetiyt d'aeide
gisams' ea soyferen,. ireffene iota<Meer')aiSi'tot goede emt"-
^ap'i "tan- 'des'^lkn^ 'Helegenlhèyd* fsoodighcebhtèa eb doene-
lyck i4nden Milt» * ' -
Ende 400 HMtdeekte.-kHid ran eaUken ajreitkelyekea f yek-
dom bevind, ' dat de generale' Obm^. 'diervaw coosideraMe
nnttigbeden.tréckeo ean, «ai DË. 't verbljnren daer cort ma»
ken, en ftae becemen infematSe van de merckeiyekste» din-
gen, baestigh vtertrecken ' en over Forfhoêa op 't spoedighste
herwaerts comen, ^pdat de» te tydelyelser de vereysebte be»
sendingen .derWaerts eonoen> doen, docb sat UE. voor 't ver*
treek "dienen «te ddibereren off nodigb «y/daer 2 è 3 be*
qiiaeme- personen te laten, anlci niet resolverende, din met
believoD van *slands overheyd, op welex beg^en mede gelyck
getalvamd^ baere wel berwaerts brengen mocbt, sonder le^
mant dier vremde natiën legen^danokvyt bun land Ie voe-
ren/ maer raeekende dit point in alles te doen ais boven van
Cathafa -aengewesen is. Ende dewyie wy onse intentie we-
gen 4iwe. tedoene voyagie in desen ten prineipalen hebben
gedednceeri, en op atle vi>or te vallen saecken geen precise
ordre>«an gegeven 'Werden, see snüen 't<geene iresteren maeh
en véorcomen saly aen 'nwen' yver/ vigilanlie en goed beleyd,
neffens desRaeds vöoHïiohtigbe dii^ositie bevelen laten, met
een bfopoat vertronwen,- gylieden'in dese expeditie soodanigh
vigUeven snit; dat deseive lof nnt van de generale Comp.
snccedepen- saH afe wanneerwy in't reeoifipeneeren nwer ge-
daene deb¥oifen niet endand^baer sullen wesen, want byaldien
Digitized by VjOOQ IC
28:
op awe reyse eenige rycke en voor de Gomp. proffytelycke
lauden ofte eylanden werden ontdeckt, soo beloven mits. de-
sen, de beleyders en alle 't weldragend^ «Qboepsvolcqi met ^oo
danige promotien te veree.ren, ftls bevinden sullen baere
gedane |[oede diensten (e meriieren, snlcx ons deshalfen be-
dancken sollen, vaerop n al 't samen te verlaeten hebt.; gelyck
UE. mede een redelycke premie sult stellen Toor desulcke^
die eerst eenige oid>ekende landen, eylanden, ondiepten, san-
den, dippen ofte schaedelyeke vnylen yememen sallen, ten
eynde alle ongelocken soo veel doenlyck voorgeoomen wierde.
Alle *t vaste land en eylanden die <HitdeokeB> aeniloen en
betreden solt, moeten UE. voor de doorluchtige Bo« Mo.
Heeren Staten Generael, ,als Sonverayne van de Repoblicque
der Vrye geünieerde NederlatUse Provintien, in possessie
nemen, 't weleke in onbewoonde. landen ofte' die geen Heeren
hebben, door *t oprichten van een steen ter gedenckenisse,
*t planten van 's laods wapen, ofte onse prince vlagge tot
waren eigendom geschieden can, want sulcke landen den
vinder en innemer met recht behoren, maer in gepopuleerde
landen ofte die ontwyfelyck Heeren hebben, sal in 't nemen
yan den eygendom, 't consent des volcqs ofte Gonincx nodigh
wesen, dat door minnelycke bewegen met U presenteren van
een boomken, geplant in weynigh aerde,Vt.gemeyn oprechten
van een steen» wapen, ofte stellen van de prince viagge, ter
memorie hunner vrywillige suhmissie ofte onderwerpioge, djent
te geschieden. Doch dewyle vermoedely^k is, UE. 900 wel
in Tartaria, als de onbekende eylanden meest gepoliceerde
natiën en diensvolgens oock wettelycke overheden vinden
sult, sttlcK met recht, gei^n possessie van derselver landen caa
genomen werden,, en van hare sov^v^aoité geen vrywillige
afstand sullen wilton doen, soo sal % nodigh wesen, met aoodae*
nige natiën ofte hare princen, verbond van vrundscbap m^eckt»
waertoe 't oprechten van de voorgemelte dingen, als gedenck-
teyckenen, dienen cunnen ; ^lle welcke haj[ide)inge UE» perfec-
telycken in u Journael aenteyckenen sult, met nominatie van
Digitized by VjOOQ IC
de persoüeDy die present sallen wesen, om in toecomende
tyden onse Repablicqae te connen dienen.
Eq opdat de voyagie yolgens dese Instructie en onse goede
intentie wel magh geregnleert en voltrocken werden, goede
ordre onder 't volcq onderhouden, recht en justitie conform
den generalen artyckelbrieff geadnrinistreert, en yordei;s ten
meesten dienst van de Gomp. gedaen en terricht magh wer<*
den, 't gunt op soo peryculeuse en langhdurige reyse voor-
Tallen en vereysschen mocht, soo hebben den E. Maerten
Gerritsen Yrles tot Commandeur Tan beyde de schepen ge-
stelt, denselTcn by desen authoriserende, om de ylagge op
Castrieum Tan de groote stenge te yoeren» den Baed te be-
roepen en continueel daerin te presideren. OTersulcx gelasten
en gebieden aen alle officieren en matrosen, niemant uytge-
sondert, die op de schepen Castrieum en Breskens he^hff^*
den syn, den gemelten Maerten de Vries voor haer Gomman-
deur en Opperhooft t' erkennen, respecteren en gehoorsaemen,
mitsgaders in alle Tooryallende gelegentbeden met goeden raed
en Tlytige dienst, tot Torderingh der Toyagie en ontéeckinge
der onbekende landen, te assisteren, als yigilante en getrouwe
dienaren betaemt en gelyck yder Yoor ons in *t wederkeren
meend te Terantwoorden.
Den Baed ?an dese twee schepen sal bestaen uyt de toI-
gende personen, namentlyck :
Den Commandeur Maerten Gerritsen Vries, Continueel Preses.
Schipper Uendrick Comelisz. Schaep, op Breskens.
Ondercoopman Willem BylcTeld, » »
Schipper Pieter Wiliemsz. Knechtjes, » Castrieum.
Opperstuerman Cornelis Jansz., (Goen) » >
Opperstuerman Jeoriaen Bruyn, » Breskens,
ProTisioneelen Ondercoopman Abraham PittaTin op Castri-
cum, die mede als Secretaris en by Tereysch als Fiscus we^
sen saK
Digitized by VjOOQ IC
30
BydesenRaed salleii alle Yoorvaliende saecken, tol bevor-
deringh deser yoya^^e en nytfoeringb onser ordre, beleyd en
afgehandeU werden, sallend^ den Gemsiandear by steeekingh
twee stemmen itebben, doch . ia saeeke van justitie sallen
d^booghboótslieden > mede: gero^n werden» als d*oi^dre onser
principali» dicteert., Macr in saecken die de ieefaert, als
coarseta en 't ontdedben yan.de landen etc «y aengaen^ snUen
donderetierlieden mede «ompareren en adviserende sttmmen
hebben, die den Ootauiiandeur eoligeren en met do) meeste
concluderende stemmen sinytöi Mi, Versorgende alle .rësolii-
tien teilston^ dobbel gerepsirtiert, i gelèykend en' ten*' dienste
van de 6oin{K wel: uytgevoert werden.
Soo den Gonliiandeur. Vries (dat Gód; verhoede) qnaeraete
overlyddn^.sal de Schipper Hendridc'Sohaép in deaseifi plaetse
succederen en in alle deélen conform den inhoud deaer la*^
struotie, even. als syn voorsaedt; gebieden en gehoorsaemt
werdenvsoo dat betaenit«
De schepen gaeb gemant met 110 doeeke coppen, daer<-
ondet* :/IO soklateny syndeop ieder schip even veel y.mitsga*-
der» van alle nodige amjanitie, gereetschap en provisien ^l
versien en vooii twaelf maehden fnymelyck gevictnalieert.
Laet alles wel en behoorlyck mesnageren^ en 't ordinarie
rantsoen van twee vleeschr en een speckdagh^ ém mutsken
asyn en 7« mutsken oly ter weecke, en l^t mutsken arack
des daeghsy onder *t volcq uitdeelen. Stereken arack gaet in
yder schap .twee leggers, om. in de coude tot des. volcx ge-
sondheyd soberlyck uyt te 'deelen, maer insondeilheyd:diend
't versch water en brandhout seer gemesnageert, synde daer
omme van watervaeten ryckelydc varsien, opdat daervan in
geen noodw^dige behoeften vervalt, en om 'I selve'te soe-
cken in uwer reyse - niet verachterd ofte onverridtter saecken
te keren geneodsaeckt werd, dat tot groote- schtiiede van* de
€oinp., die in 't.eqoip^ren van dese 'schepen groote costen
heeft gedaen, en u aller schande gedyen sonde, dat daiiremme
met naerstige voorsichtigheyd voorgecomen diend.
Digitized by VjOOQIC
31
Tot besloyt van dese Instroctie willea UE. des Albestier-
ders segen toewenschen, vfelcn Divine Haij^ biddeü uwe per-
sonen^ tot ToWoeriogh van dese Toorgenomen ontdeckinge»
met maonelycke coaragie te begenaedigen ea yerrichter sae-
eken» behouden te laten keren, tot verbreydinge syner eenvige.
glorie, reputatie onses Vaderlands, des Comp. sonderlingen
dienst^ ons contentement, en U aller onsterffeljcke eere.
In 't Gasteel BaUma^
desen 2 Febmary, Anno 1643.
(6et.) Anthonio van Diemen.
Gomelis van der Lyn.
Joan Maetsnycker.
Jnstns Sehonten.
Salomon Sveers,
Digitized by VjOOQ IC
32
Memorie t«d de boecken eo pampieren, die by
dlastructie van de Tartarise besendingh gevoacht
moeien worden.
N\ 1. Tooneel des Aertrycx ofte nieuwe atlas, synde
den Gomm. een beschryfinge met Caerten Van alle landen
alleen. des aerdcloots, door Wilhelm en Joannes Blaaw.
d*. eygen 2. Ilinerarium ofte Schipvaert van Jan Hnyghen
van LiDschoten.
d*. alleen. 3. Nieuwe Wereld ofte beschryvinge van West-
Indien, door Jobannes de Laet.
4. Extract uyt 't Vertoogh van den Coopman Wil-
lem Verstegen, nopende 't onldecken van de on-
bekende Gusten van Coreüy Jeso en Japan,
mitsgaders d'ey landen daer by Oosten gelegen.
5. Remonstrantie van ditto Verstegen, op *t ont-
dëcken van 't Goudrycke eyland by Oosten Japan.
6. Instructie voor den Gomm. Mathys Quast, fot
ontdeckinge van d'onbekende eylanden by Oos-
ten Japan»
il. Een Jonrnael van Commandenr\ nopende hunne
Quast. ? gedaene reyse in
8. Een d**. van Schipper Tasman / de Zuyd-zee.
9. Extract uyt 't Joumael van India, vervattende
't sncces^ van des Gomm. Quasts voyagie by
Oosten Japan.
10. Extract uyt de memoriale aenteyckeninge en be-
denckinge van Maerten Gerritsen Vries op d'ont-
Digitized by VjOOQIC
33
?an 't Zuydland, de Oostcost van
Tartaria en d'eylanden by Oosteü Japan.
11. d"*. nyt 't Gort verhael vaa Haertea Gerritsen
Vries, no][^nde de nuttigheden van 't ontdecken
Tan 't Zuydland en Tattaria.
12. d°. nyt 't Vertoogh van Franchois Jacobsen Vis-
scher, nopende 't ontdecken der onbekende Gas-
ten van Japan^ Corea^ ChinOi Tartarien en
d*eylanden by Oosten gelegen.
N"". 13. Cort begrijp van *t ontdecken van CcUhaya en
d'eylanden by Oosten Japan, door Haerten Ger-
ritsen Vries.
14. Memorie op 't stellen van de raporten, voor de
dienaers van de geoctroyeerde Oost-Ind. Gomp.
15. Ordre voor den Schipper-Gomm. Maerten Ger-
ritsen Vries en vorder overicheyd van 't flnyt-
schip Casirieutn en *t jacht Breskens, op hunne
rejse van Batavia nae Molucco.
16. Factara van de Coopmanschappen en monsters
van allerley waren, gescheept in CastHcum en
Breskens.
!17. Inventarissen van de voornoemde schepen.
18. Originele resolutien, getrocken op de gemelte
reyse van den Comm. Quast.
19. Seynbrieff op ditto voyagie beraemt.
20. Twee Gaerten van gedaene Goursen des Gomm.
Quast, tot ontdeckingh van 't Goudrycke eyland.
21. Twee Gaertges van 't Goudrycke eyland, soo
't selve in de Japanse Beobys staet.
d^alleen• 22. Gedruckte pryscouranten off Gours van negotie
in Amsterdam y dato 30 September en 4 No-
vember anno 1641.
Alle weicke voorstaende Schriften ende Gaerten by den
Gouvern.-Generael ^n Raden van India syn overhandight aen
deu Schipper-Gomm. Maerten Gerritsen Vries op Castricum
3
Digitized by yjOOQ IC
84
en den Schipper Handrik <]oitieIisz, Scbaep op Bresketu,
gedestifieert tot de T^irtarisohe ende voorderq ontdeckingh;
Bietlast» sy alle deselve, in <3onformit^ van des? memorie, op
hun Iceerea aen ons weder sollen hebben o?er te leyeren,
om ons in tyden en nrylen daeryan naieder te mogen dienen.
In 't Gasteel Biaimia,
desen 2 February, Anno 1643»
Digitized by VjOOQ IC
REMONSTRANTIE
ofte Corte Voorstellingen omme een groeten sehadij
ofte wel nieuwen aenvang van negotie te erygen^
op het ryek e^de Gout- ende Silver-Eylandtj ge-
legen in de Zuytzee^ ter hoochte van 377t V'^
den^ benoorden de Linie Equinoctiael.
Gedcrigeert
Aeipi 4'Ed. Heer Henri^^ Brpawj^r, (Groffyenipar-GeaeraeU
en d^ presiejute Bad^p ovier depi N^erUatse .$Uie| m
A'In^i r^d^r^^de ter Cast/ee) Botavia»
Veele eode genoacbsaem (is een) yder kennelyck alle het
aertryck> §09 wel *t yast als d*eylanden^ in den beginne van
Godt Almachtich vast gefondeerd ende oock meest onveran*
derljQk in weesen geblevea is; dan noch tot op den hnydi-
ghen d^dx niet alles by ons cunt waer, hoe veel van ver-
stroydo volckeren ofte vluchtelingen dese vrel bewoont en
vervalt is. Soo is \ dat seer mymen tyt geleden, seecker
▼aertnych van Sfanilha vertrocken weesende, voornemens ter
traffique syi\e voyagie naer Nova-Hispania, in een deser
plaet^n te doen, beoosten Japan in de Znydtzee» op de
hqqcihte van 37 7t Hi'^^^.fl» omtrent 380 k 390 mylen van
wal, een grpot ende seer geweldich swae^ weer ontmoetende,
ja solcx d^t .syn mast verloren ende genonchsaem te keeren
ofl^e 't ee^t^ land aen te doen, genoodsaeckt was. 't Weer
wat handiger ende affgenomen weseade, met 't claer jachten
des Inchts, joegen jnyst t'baerer gelucke, een groot ende hooch
verheven eylai^t, ^t weick haer niet weynich in haer gemoet
deed blyden^ daer den conrs recht naer toe stellende, aen-
landen, bevonden *t vreempt ende niemant cundich; 'tvolcq
3*
Digitized by VjOOQ IC
36
▼an schoonder gedaente, blanck endewelgeproportioneert, seer
min ende vriendelyck, als men niet sonde connen nochte wil-
len, omme ntedq otnme te gap^, gew^nscfaen. 4lwaer nae
een weynich iyts' gelegen, het soodanich be?onden, dat naer
eon becomen mast, hunne reys te vorderen weder aennaemen,
ende alle soo wel gecontenteert, dat haer docht tot onderhout
van 't leven als ^roote Sr. ofte banderheeren noyt iets te
sunen , meer onth^^ soodanich daervan
opg^vèüde, niet . anders alsof men H gout ende silver^ by
maniere van spreecken, 'bynaer maer by de strant opraepte;
ja, bunder ketelen ende ander cocx-gereetschappen daervan
gesmeden waeren. O! wat een te wunschene saecke soude
't ^jn, ende hoe nodich voor de Gomp., daer sy in soo
(M)rl aénwesen haer beursen met te negotieeren als andersints
soo swaer .... gelyck voormelt, gesmeden hebben.
Nu het is soo het wil ende sy soo *t mach, men condeseg-
gen, indien, mefte waerheyt accordeerde, men 't selvige daerby
niet sonde gestaeckt noch achter weege laeten blyven hebben,
dan nie(mant) en kent yders gelegentheyt niet, want parti-
culieï*e coopluyden, ten sy met bewilligingh, geheel onvermo-
gent, werwaerts hun gelieft t'equijjeren, is 't echter in't jaer 10
~Tll, ofte 't jaer nae *t nemen van den Heere Wittert 1),
gebeurt; waeruyt claerlyck de waerheyt te speuren is, dat
den Goninck van Hispania H selvige aéngecundicht ende wel
op beraden wesende, synen Vice-Rey van Nóva-Hispania^
residerende in de hoofdstad Mexica^ (nu 2 è 3jaeren verle-
den, meest ingesoncken....,) ten halve oft midts wegh van*t
lant, tusschen de Ifodrd- en d' Znydzee gelegen, dérwaert
te equiperen last gegeven heeft; die tot voldoeningen der Mr.
ordre, een jacht, genaemptiS^. Francisco^ in een baye in Aqua-
pulcOf synde ongevaer 80 mylen van Mexka (een moeylyck
te reysen lantwegh, oversulcx 14 è 15 dagen ordinary te
passeerc^), heeft laeten vaerdigen, ende ter vertreck gereet
1) De zeevoogd Franco^ Wittert werd in het jaar 1609 by Manilha,
door de Spanjaarden genomen.
Digitized byVjOOQlö
S7
maeckeD, met raleked intentie» eerst in Jixpan geanriveert we-
sende, Tan 't jvotena der ooopmansehappen ofte oock wel om
der goede gelegentbeyt van schepen, npch een tweede jacht t«t
Otmn^, 800 ahderrewaerts *t bequaemste oordeeien sonde, Ie
laeten timmeren ; ende wert 't volcq tot gemelte eiploict aenge*
nomen, ende daerofergeordineert wasals Generael, Jan Bastiaen
Bnsqaine, een ont, grys, bedaert persoon, niet min dan 70 )ae^
ren, wien nevens alle andere ende mindere persoenen, ter
bestemder tyt op de geordonneerde plaetsen in Mewiea
ende Toor den Vice-Rey hnn lieten vinden, aiwaer een Co-
nincklyck placcaet openlyck voor alle voickeren gepubliceert
ende afgecnndicht wert» waerinne verhaelt wert. Spe May^.
op de aencandiging goet gevonden hadde, twee jachten te
eqniperen, omme *t Gout- ende Silver-Ëylandt; gelegen in de
Znydzee ter hoochte van ST^i graeden, naer opdaeginge te
conqnesteren ende onder syn gebiet te brengen, beloovende
yder soo wel van de meeste tot de minste, naer merite een
part oti nytdeylinge desselfs te doen ende meer; bnn ten
dien eynde den eedt van getronwicheyt afvorderende, waerop
gevolcbt, gesaementlyck naer Aquapuleo (de Inyden te paert
ende de goederen met mnylen, volgens gewoonte) t'inbarqnee*
ren haer begaven ende nevens noch drie andere jachten, ge-
naempt SL Anna, St. Bastiaen ende het jacht weick Meester
Adam, wiens soon Angiel present te Jedo noch residerende
is, seUs laeten maecken hadde, sy naer Japan en d*andere
naer Manilha gedestineert, vertrocken sijn* Daer aengecomen
wesende, heeft den gemelten Generael, hoewel ont ende be-
daecht, bnyten postner met bouracheren, vron weeren, dob-
belen als spelen aengegaen, snlcx dat naer verheys nieuwers
noch, noch op hemselis acht namp. Den tyt hunner vertréek
genaeckende, syn gesaementlyck soo wel het nienwe daergi^-
maeckte, als *t ouwe metgeüomene jacht, onder seyl gegaeu,
doch door onvoorsichticheyt is *t gemelte nieuwe te^en een.
cyland, met lichten da^e, liggende voor ofte niet verde van
G...« t^eenemael verseylt, ende \ ander, 't welck ns^r be-
Digitized by VjOOQ IC
88
booren niet gereparéerl was^ bevonden soodanieh gestelij dat
daer Tan daen quaemen, iveder, genootsaedct waeran te
retourneren ende 't Jacht te sloopen. Abdoen Toorders *t
geen noch resteerde ten naeitenby t*aottck brengenctei ieant
het $cheen eer deech noch rost toor alle^ op badde geweest,
vaerdoor oock onmogelyck wiert» een Taertoygfa ter eygeo
selfs Tertreck te laeten maecken ende noch naer een jaei^ over*
blyrens genootsaeckt wierden, op een gallioen, é^t M^ssam-
mady een groot lantsheer, (in wiens [haven?] geanckeri ge-
weest waeren,) op synen naem maecken ea eygen risico aaer
Aquapuleo trecken liet, met degene die 't aen^nd^ (e in-
barqaeren. Want eenige sastineerdra nyt des GoBHict dienst
ende alsdan vry waeren. Welek gaitioen^ dat meer is, selfs 't
gemelte eyhnd in H gesidit gehad heeft, veel drift vemae-
men ende van torteldayven schier als vervnU wiert, dan» omme
de Japanders meestei^ wïiereh, mo^en naer hon pypen dan-
sen. Dat. dit waerachtich ende geloove seeoker is, want Sr.
Vincent Romeyn» ter stede Nangasaeeke. woonachtigh, een
geloofwaerdigb persoon, tloenmaels in Memca weesende, de
publicatie ^fMs met eygen ooren geboort en een persoon met
de ^ioten verscheenen ende genstonmeert, gesproodcen, die
met H gemelte gaHoen teruggekeert en dit eyiand verclaert
met waerheyt gesien beeft Op gemelle SL Fralmsco^ dat
meer is, was een Nederlants schiemany genaempt Marcns Sy-
monsen, in syn leven een goede bekende van d%. HeerSpecx,
weldke nevens eenige andere daer te lande verbleef ende in
Wangasaeake lange gere^eert; atwaer noch twee docbters
in leven heeft. Soo dat genoechsaem al 't geene vtaev
ende niet aen te twyfelen is; oock laet het sfich niet on-
ÏJllyck aensien, door misnougenheyt ofte ^el xAejn ver-
mogen ende nauw omcomen van qnalyck te eqtiipei^n,
het vorderlyck by der band tenemen, tot beter ockagie ge-
staecl^ ende naergelaten wert. Wie weet off de fleere onse
Godt, der Spanjaerden, om 't quaed ende boose hunner vjoor-
nemen, oock d'aendagh niet confuys gemaeckt heeft ; als niet
Digitized by VjOOQIC
3&
wülettde geheag^i, it^MM luydeii imn mji Üebbmèe nam-
ém, maer inlegeBdeêl wel bejegetit eade Triendelyek ge-
weest, van baer goet Ofte erfdom» weloke als eeo preye bay*
ten viUk) souden MKerden ontrooft.
Gemelte dan, BÉd. Heéren, verstaeu hebbende, dachl my
yerplieht te weesea, ten ' dienste Tan de Gottp. ende wel-
vaeren onses gemeyiien Taderlants, UEd. *t selvede weet
van ^ te doen, opdat der vyanden Toordeel mach al^esieD
ende door ons becomen werden. Want meniehmael ieyt het
vier bedoven onder de assche, waervan eyodelyck eengehee-
len brant ontsteeeken can. Het is een licht te beginnen ende
oncostelyck werek, misschien de Gomp. daer soo veel proffyt als
uyt Japan te mogen baelen ; twee cleyne ofte handige stercke zee-
jachten uyt Japan derwaerts gesonden, sonde ter aenvangh
genoach syn, omme, ofte 't eene te misken qoamp» het andere
mocht te recht geraecken ; was, porseleyn» stoff^ enz. aykke
ende diergelycke waeren sonde tot een monster ofte prenve een
weynich connen medegenomen worden ; die Tallen tyde ende
schoon onvruchtelyck keerende, haer geit daer weder v^el haelen
sullen. H Is een groot booch lant, dan niet weetende watter
van sy, oversulcx d*ondervindingh de beste leermeester syn
sal; het Ieyt als gesecht maer 380 k 90 myleo ofte op het
hoochste 400 mylen van Japan^ op de hoochte qualyck van
377s graden, is oock meermaelen gesien van d'aodere vaer-
tuygen, nit Nova-Hispania naer de Manilha ofte wel Ma-
nilha naer Nova-Hispania willende ; dan schynt, al even in
't gesicht crygende, haer ordre, als daertoe geen last hebbende,
niet te bnyten gaen mogen, en snlcx ende diergelyck vast
d'oorsaecke van onbekentheyt is blyvende.
Gemelte Sr. Vincent Romeyn« soo ÜEd. daervan een
preave sints te doen syt, heeft gepresenteert selfs persoonlyck,
op de goede hoope die door eygen cuntschap van alle 't gene
is hebbende, mede te willen laeten gaen. De jachten souden
mede cunnen geemployeert worden omme een te doene
tocht, ter opspeuringe wat vorder om de Noort in 't ryck
Digitized by VjOOQ IC
40
van China ofte wel Carea te doen sonde mogen weseui ge-
merckt Tan d'inlanderen sel(s een grooten handel derwaerts
nyt, over ende weder gedaen worde; jae 'sKeyscrs passen
soo wel naer Tonquyn en Coehin^hina, als over *t lantschap
t/hina en Gorea. plegen verleent te worden.
Dit dan das cortelyck gestelt ende by den anderen ver*
saemelt wesende, gelieven ÜEd. als nyt een taygende gene-
gentheyt» volgens als voormelt van de Gomp. ende Vaderlants
welvaeren te geschieden, aen te nemen van
DEdlens onderdaenigen» altyd
verplichteuden dienaer
(get.) Willem Verstegen»
Actnm in H schip Amsterdam^
voor de straete Balimboan^
desen 7 December, anno 1635.
Digitized by VjOOQIC
ORDRE TOT DE ZEYLAEGIE
voor den Schippet-Comtnandeur Maertm Gerritsen
Vries en de verdere overigheyd mm de fluyi
Castricum ende H jacht Breskens, waer nae Mm
i>i V meren van hier langs d'Oostou^e van Cele^
bes tot het eyland Ternaten^ voor het Casteel
Maleye sullen hebben te reguleren.
Om wat redenen ende motiven wy in Rade yan IwUa
goed geTonden hebben, DE. tot begin ende aenvangh van de
geordonneerde voyagie nae de Noord^ over de Moluecos te
laten navigeren, sullen hier niet verhaelen, maer gedraegen tot
onse aen UE« verleende generaele Instructie, op die gelegentr '
heyd wyd ende breed geitendeert, ende in desen niet ver*
der gaen, als tot vertoogh van d*ordinarie conrswysing langbs
Celebes Oostcast tot in Ternaten^ gelyck daertoe gerefereerd
werd.
Naerdat dan morgen vroegh gemonsterd rade nweanckers
aen boord hebt, sullen ÜE. in Godes naeme van dese rheede
scheydende^ haren cours doen om Puio Rakit ende Boom^
hens Eyland by. Noorden te laeten en de Javaense cast in 't
gesicht houden, mits omtrent twee mylen daer buyten bly-
vende, op de diepte van 10 è 12 vadeem, alsoo den Vlacken
ende Schaedelycken hoeck (seylende van hier Oostelyck) wel
te loden syn, voorts uytsiende nae den steen, die in \ Noor-
den van Kandanghauwer leyd, omtrent drie mylen in zee.
Het rechte vaerwater van Batavia naer de Enghte tos-
schen Celebes ende Salayer is te houden op de ses graden
Zuyderbreedte, om in 't gesichte van 't hooge Javase land
Digitized by VjOOQ IC
42
by Zayden CarimafhJaoa en Lumbocq te sejlen, naer de
Bredc-Banck, niym derthien mylen by Westen den hoeck
van Tanakeka gelegen, daer die passeren moet op 8, 10
i 1 4 vaedem, wanneer wel diend nyt te sien naer de Twee-
Stenen» daer anno 16<3 een onser borgers^joadiea^ op ge-
blefen, ende den Gouvemenr-Generael anno 1638 (vaerende
lUMi JmtoyM) ïïM do Tloote omtrent geweest is ; niet alie^
naer deae, maer lule alle afdekt) elippen, mdwn en droogh-
tODy wil doorgaens naerstigh aytkycken, ende een man aen
de stenge bonden^ om alle ongemack soo yeei mogelyck
voer te comen*
De gemelte banek gepasseert wesende, solt in der yl den
hoeck van Tanakeka voornoemd^ aen boord maecken te cry-
gen, ende die soo nae loopen, als sonder peryckel ende tyd-
versiiym geschieden ean, opdat van *t land gesien mocht
worden ; seylende dan voorts digt lang» de Cdebese Zuyd-
cnsty naer en door voorschreven enghte, Hem wyéen tot
de straete van^oti/<m, die op het atderq>oedighst6 snlttradi*
ten te passeren, ende is 't doenlyck, sonder ten anekw te
cemen. Doch *tseive genootsaeckt wordende, ende iemantnn
de Bóutenders aen boord versc^ynende, voorsichtelyck hooren
wat te seggen hebben, ende hun voorts aendienen, om met
haer te handelen, geen last hebt, maer dat cito voort moet,
doch eerstdaeghs daer noch eenige schepen, met soMateiinae
Amboyna gedestineerd, staen te passeren, die tem beter te
i^raeek sollen connen sta«i.
Ondertusschen moeten UE, niemand aenl^uEid.vertroawen^
tegen die moordadige diefachtige, natie wel op hoede, ende
kk posture van defentie maecken > te weilen, ten . eynde de
vcfórdesen gepleeghde gruwelydt^ 4elien oiet mede subject
'Werd; boyten dat solt bon 'm 't passeren der aengetogen
(Eftrftete niet , besebaedig^.
De gemelte straet dooi^geseyld ^noide van waeter wel versien
syiide^ solt dan by Oosten de cusU» van Celebes trachten op
4ie stoppen, tot de hooghte van omtrent een graed by NQor-
Digitized by VjOOQIC
4t
•
dea de linie, irel Tentnendéf, boó U£. ide vind diertoe wil
di^ien, soo met, meiigbt vrA om d*Oosl ofersteedceo, van-
neer de linie genadert syt ; aboo dan ongetvjfielt Maequiam
vei beseylen snlt^ te meer de stormen omtrent de Guriehei •*-
dat syn cfippen ende cleyne eylanden in 't Znyden van
üto^ffHin gelegen ~* stibtont nemen^ aoo d'enrarendheyd ge-
leerd heeft.
Op de gemelte Oost^mste van ێl0be$ bevint men veele
droogten, moet derhalven Toorsicfaiigh seylen, ende des nachts
letten al^ h^ doocker is« maer het walm" rolt er soo slecht
ende de cofelwfnden sjn daer soo Aenstigh> dattet een goed
raerwater sy» ende lot meerder dierheyd behandigen n ne^^
vttis desen^ elek een caer^ van de gelegentheyd derseWer
Oost-cnste» streckende van CeUhn^ tnsscben den hoeck daer
't Eyland Waéroway byfasyd, tot omtrent l^i graed by
Noonlen de Linie, in 't weicke, met de aenteeckemug der
diepten, werd aengewesen den cours die men heeft te ne-
men, dat meest Celebes naest geschieden moet, alsoo men
daer irind de meeste openingh, ^tsgaders de minste droogh-
ten ende bancken, die t'zeewaerts soo menighvuldigh syn,
datter geen dooteomen ge«en vrerd.
Wy honden 't soo igeraeden, dat van Celebes o?ersteeckt om
Maequian te beseylen als Ternatey aengesien van Macquian
binnen door, langs de West-cast van Batachina ofte Hala
Maehera, mede goed opoomen is.
Omtrent de Moluccos verschynende» salt n wel slaghvaer-
digh houden^ insonderheyd verdacht wesen op het aencomen
der Spaense galeyen by stilte ofte andersints, oock sorge draegen
dat by den anderen blyft, ende gelyckelyck voor 't Gasteel
Maleyen verschynd, om te minder peryckel van d'aengetogen
galeyen subject te sjn; wyders '/ volck onderwege met de
toaepenen oeffenen^ opdat daerin fervaerener werden^ tegen
alle voorvalligheden van ofientie en defentie.
Behalven de Portugesen, met wien onse Souveraine in
Nederland voor thien jaeren trefües gem^eckt ende hierover
Digitized by VjOOQ IC
44
doen publiceren hebben, sollen ÜE. ^essementiyck yjandelycfc
aentasten alle die by Oosten den Bouqueron sonder onse
passen comt te gemoeten, niemant oytgesonderd als éie Tan
Boiêian^ wanneer n niet sells eerst o£feneeren; doende alle
mogelyck debToir om desolcke voorsichtelyck te yermeeste^
ren ende in n gewelt te becomen, nemende haer personen
in goede versekeringh, ende bon goederen onder inventaris
oyer, om die naer Molueeo ie brengen, ende daerover ge-
disponeert te worden als naer behoren.
Met lieff op Tamaten g*arri?eerd wesende, solt de nevens
gaende brieven aen den Vice-Goovemeor Wooter Seroyen
overleveren, ende o voorts r^leren naer onse hier Toor
geciteerde generale Instroctie, aen dewelcke wy ons, als ge-
seyd wyders blyven gedraegen. ,
Wenschende U£. tot het voltrecken van d*een ende d'ander
yoyagie, den Heyligen segen ende proteitie des Alderhoogsten.
In *t Gasteel Batavia^
den 2 Febroary, anno 1643.
(Get.) Anthonio van Diemen.
Gornelis van der Lyn.
Joan Maetsaycker.
Jostus Schouten.
Salomon Sweer».
Digitized by VjOOQ IC
I o URN A E L
efie DachregtsieTj geanoteert ende beschreven door
den Oppersiierman Comelis Jans%. Coen^ vae^
rende op U fluytschip Castricutn^ beneffens ons
het jacht Breskens ; synde geordonneert pan den
E, Heere Gouverneur-Geuerael Antonio van Die-
men ende de Raden van IndiOj tot ondeckingh
van TartariOy *t Coninckryck van Cathaya ende
West'Cusle van Ameryea ende de Gout- ende Sil*
verrycke Eylanden, die soude gelegen wesen by
Oosten Japan, op omtrent de Noorderbreeten
van 377s graden, onder het Commando van de
Ed. Commandeur Maerten Gerritsz. Vries.
Beginnende van Tematen alwaer van daen wy op
den 4 April anno 1643 fseyl syn gegaen. Godt
verleen ons geluek ende voorspeel, dat onse reys
mach gedien^ tot welstant onser Ed. Heeren Mees-
ters ende voortplanting synder gemeynte, Amen.
Aprii.
c 4. 'sMiddachts heeft den E. Heer Gommandear met syn
byhebbende raetspersponen, een eerlyck afscbeyt geno-
men van den E. Heer Goarernear Sereyen, .«nde syn
'savonts met een Suydelyck coettie, in den naem
Godts t'seyl gegaen ?an TarfuUens ree ; de goede ge-
nadige Godt verleen ons goet succes ende behouden
reys, AmeB« *s Nachts hadden ivy moy weder, deden
ons best om de cust Tan GiUola aen boort te crygen.
Digitized by VjOOQ IC
46
April.
d 5. *s Morgens hadden wy moy weder, de mnX variabel,
alsdoen lach het eylant Hiery W.S.W, 2 mylen Tan
ons> doe passeerden ons eenige corra*corras ende gala-
lys, die van OiUola qoamen ^n vfil^e naer Temaien
toe. De wini loopende in 't Noorden» deden ons best
iQOt laveren om Noort te winnen. *8 Middacbts waeren
wy omtrent l7i myl buyten de cast van GilMa.
Naer de middach liep de wint Noordwest, *s nachts
variabel Oost ende dan weder Noorden, somtyts met
slappe koelte.
e 6. 's Morgens was het regenachtich doncker weder , waeren
omtrent 4 mylen buyten de cast van Gülola^ de
wint variabel. *!s Middachts waeren wy op de Noorder
breeten van 1 graed 22 minaten, alsdoen lach de
banck van Ternaten S. omtrent 7 mylen van ons,
waeren 2 mylen bnyten de cust van Gillola, deden
alle devoir om Noort te winnen, maer bevonden
hier harde stroom om de S. te gaen. 's Avonts sae-
gen wy de eylanden van Tongy-Songy in 't N. vyf
mylen van ons, waeren l^t myl bayten de cust van
Gillola, saegen de berch van Ternaten in 't S. van
ons, de wint alsdoen N.N.W. 's nachts Oostelyck
met veel stilte.
f 7. 's Morgens met den dach cregen wy een styve regen
met een variable coelte, doch meest Noordelyck.
's Middachts lach de berch van Ternaten S. ten O.
*/t ö* ®""^® ^® eylanden Tongy-Songy in het N.0.
t.N. 5 mylen, synde buyten de cost van Gülola^ de
wint alsdoen N.N.W. Wenden het alsdo^ om de
NbO.^ alsdioeu is door den ordinacb seyn rai den E.
Gommanctear den raet beroepen; van beyde .scheepen
is geresolveent om aoo veel ais . mogdyek was ons
devoir te doen, om de N. hoeck van Moratay aen
boort te crygen ende van daer alsdan oose ooers om
Digitized by VjOOQIC
April.
de NX>. ken te stcUeo, doo Teel Moeder m irint soo*
de mogen toelaelen. 'eAvonto in *t opsetten van de
^acht schoot de ^9mi in 't O.t.N., maar cort weder
Noordelyek, variaM.
% 8. 's Morgens moj weder, het tochien Oesteljck. 'sMid-
dacfats hadden wj de N. breete van 1 gr. 44 min.,
dsdoen heh de berdi tan Temaien S. */, O., de
eylmden Tongy'^migy O. 7t ^* ^ mylen ?an ons,
de wint dooi Noeirdelyd[. *s Avoats door een peyling
beyonden 4 ge. 7 min, N.0« tering. *8 Nachts moy
weder met teel stilte.
a 9. 's Morgens moy weder, met een tariabd Inchien uyt
een N.0. ende N.N.W. met Teel stilte. ^jMiddachts
lach bet eylant van Tematen S. '/^ O. ende de ey*
landen yan Tongy^Sangy. O 7« N* ^ mylen van ons»
luidden alsdoen de N. breete Tan 1 gr. 48 min.
Gregen doen een deyn Noordelyck lacUen, maer
corts weder stil, in 't ondergaen Tan de son cregen
wy een deyn codtie oyt een Noorden, hetwdck nae
het O.N.0. trock, weiden het doen om de Noort.
Omtroit de middernacht «aregen wy weder de wint
Tariabel Noordelydc
b 10. 's Morgens moy weder, met een Tariabd Inchien met
Teel stilte. 'sMiddachts waeren wy op de gegiste
breete van 1 gr. 50 min., doen lagen de eylanden
van Tongy-Songy O.t.S. 3 mylen van ons, de West*
hoeck van d\ eylanden ende hoeck Tan Gamma ....
liggen S. */i ^' ®ö 1^* Vi ®- ^^^^ malcanderen in
strecldng; wenden het N.waert OTcr. 's A^onts. lach
bet eylant Salangary N:N.O. '/i ^^ ^ mylen, en het
eylant Tongy-Songy S. 7i ^* ^^ ^^* '^ Nachts
in de eerste wacht hadden wy regen met een Taria-
bel coeltie, in *t 4^* glas Tan de wacht cregen wy
de wint O.N.O., wenden het N.waert orer, de wint
Digitized by VjOOQ IC
48
April.
corts met stilte naer liet N.0. treekende, cregen
eeo moy codtie^ lieted het N.N.W.waert oyerstaen.
c 11. *ft Morgens moy Mreder, cregen omtrent 2 ore naer
sons opganck een cleyn reegen caeckien 1) met een
N.N.O.coelte, wenden bet om de O., corts daernaer
dreven wy in stilte, wat voor de middach cregen wy
een moy lacbien nyt een N.O., wenden het om de
N«N.W. *s Middachts waeren wy op de bevonden
breete van 2 gr. 7. min. ende op delengte beoosten
de meridiaen van Tef\firiffa liS gr. 42^/, min., de
wint alsdoen N.N.O., eonden abdoen de berch van
'TertuUen noch pas sien id het S. 7* ^* van ons.
: Het eylaut Doy, het IV. eynt M.0. Vt Né, het mid-
den van 't ejlant Tuancara N.O.t.0., het S. eynt
van *t eyiant Pou 0.t.N. 7t N. Van ons 5 mylen;
1 naer de middach cr^en wy een moye coelte nyt
een N.W., wenden het M.N.0; waert over, dreven
*s nachts in stilte.
d 12. 's Morgens moy weder, dreven in stilte ; tot 2 ure
voor de middach, waeren met de stroom wel l'/s nijl
om de S^S.W. gedreven, cregen doen een moy coeltie
nyt een N.0. ende trock naer het O.N.0. Seylden met
d* coelte soo.veer om de N«, tot 's middachts. <op de
breete van 2 gr. 7 min.,endehadden debovengcmclte
ejlanden op een peyling van ons als boven. Naer de
middach dreven wy in stilte, somtyts een cleyn va-
riabel coeltie N.Pf.0. N.0. en N.W., dreven 'snachls
in stilte.
e 13. *s Morgens moy weder, dreven meest in stiltie. *s Mid-
dachts bevopiden wy de N. breete te hebben van 2
gr. 12 min., op de lengte te syn van 145 gr. 33
min.; alsdoen lach het eyiant Doy N.O.t.O- 6 mylen
1) Öpkoitfflllde'lïttrdé.wiiidïlWiteiif.v^ ,/>^. Wjc *ih
Digitized by VjOOQ IC
49
April.
van ons, te weten het Noorteynty dreven die nae-
middach in stilte, 's Avonts conden y^j de bercb van
Tarnaten noch pas sien in 't S. van ons. 's Nachts
een cleyn luchien nit den Suyden.
f 14. 's Morgens moy weder, dreven in stilte, sdmtyts een
cleyn variabel lochien nyt een ^Y. ende S.S.W. ende
S. Waeren doen op de gegiste breete van 2 gr. 23
min., op de lengte van 145 gr. 50 min., ende bevonden
breete 2 gr. 22 min., vertiert 5 mylen ; alsdoen lagen
de eyl. van Day^ het middenlant O.t.S., ^/^S.Smjlen
van ons, saegen oock het eylant Behoa O. 7s W.
van ons. Naer de middach cregen wij een cleyn va-
riaber lachien. *s Nachts een cleyn coeltie nyt een
' Oosten, lieten het al N.waert over staen.
g 15. 's Morgens was de. wint N.0. met moy weder, lieten
bet al N.N.W. over staen, peylden alsdoen het mid-
denlant van Doy S.O.t.S., omtrent 6 i 7 mylen van
ons ende Behoa 0.t.S. ; giste 'smiddachts geseyldte
hebben, N.t.W. 7 mylen, waeren volgens dien, op de
gegiste breete van 2 gr. 49 min., ende op de lengte
van 145 gr. 44 min., ende bevonden breete van 2
gr« 49 min. Saegen doen het hooge lant van Jforotoy in
't Oosten van ons, leyden alsdoen onse compassen op
4 gr. N.Oostering. Cregen naer de middach de wint
n.0., in de eerste wacht 's nachts O.N.O., in de
tweede wacht N.O.t.0., in de dachwacht N.O.t.N.,
al met een cleyn topseyls coelte, lieten het al N.waert
over staen, de see begon styf nyt een N. aen te schie-
ten met heel holle deyninge.
a 1 6. . *s Morgens de wint N.O. met topseyls coelte, lieten
het al N.N.W.waert over staen, saegen met sons reysen
het eylant Talao in 't W., omtrent 8 mylen van
ons, ende is gemeen hooch lant ende gelyckt daer
benoorden van, vol cle)ne eylanties ende dippen te
4
Digitized by VjOOQ IC
50
Aprii.
en. Tegen den middach cregen wy de wint N.
N.W., wenden bet N.O.waert over, somtyts regen;
giste *s middachts behoaden cours gesejfit te hebben,
N.W.t.N. 14 myien, waeren volgens dien, op de ge-
giste breete van 3 gr» 36 min., op de lengte van
145 gr. 13 min. ende óp de bevonden breete van
4 gr. 6 min. ; alsdoen iach het Saydelycxste lant van
Taho, W.S.W. 7, S. 8 mylen van ons, ende het
Noordelycxste lant N.W. 10 m}len. lek bevont dat
ons de stroom hier wel 7 mylen veerdor om de
Noort geset had, als onse gissing uyt wees. Naer de
middach liep de wint in H N.N.O., lieten het Oost-
waert over staen. 's Avonts met sons-ondergang» lach
het Noordelycxste van de ey landen Talao W. 10
mylen van ons, naer dat ick met goede opmercking
sien can, waeren wy in de tyt van 6 neren 4 streecken
recht in de wint opgedreven, om de N.N.0. 's Nachts
3 glasen in de eerste wacht, liep de wint in 't N.O.,
wenden het N.N.W. , waert over, in 't aytgaen van d".
wacht, cregen wy . de wint Noorden^ met caeckich
weder ende regen, wenden het om de Oost*
•b 17. 's Morgens hadden wy doncker weder, de sec groff
uyt een N.0. aenschietende,.de wint N.N. O., N.O.t.N*
ende N.O., N.O.t.0., saegen veel raveling van stroom.
Naer gissing geseylt in dit etmael N.N.0. 7t ^- ^^
. mylen, waeren volgens dien, op de gegiste breete van
4 gr. 41 min;, ende op de lengte van 145gr. 3l7i
min., ende op de bevonden br. van 5 gr. 13 min.;
bevonden als voor^ dat ons de stroom, 8 mylen veer-
dor om de Noort geleyt had, als onse gissing was.
Dese stroomen tegen de wint oploopende, veroorsaecken
alhier het hol water ende de hoochrysendesees. Naer de
middach de wint variabel, tusschen het N.N.0. ende S.O.,
als oock 's nachts met travadich f ) weder, somtyts regeO'
1) Stormachtig. Witsen.
Digitized by VjOOQ IC
51
April.
c 18. 's Morgens was dé vrint variabel» tosschen het S.0.
cnde N.N. O., 'sochtens cregen wy een rtyve regen
caeek, ende 'smiddacbts de vint lf.0., meimo; hei-
der Moeder; giste geseylt te hebben» Noorden 12 my-
len, waeren volgens dien, op de breete van 6 gr, 1
min., ende op de lengte als voeren ; wao^n doen met
ons besteck op de cast van Araya, maer saegen geen
Iant> soodat ick vast vertroo, ons de stroom om de
N.0. geset hadde. Op dato hebben wy een swaer
ancker ende 6 stucken in 't roym geset, tot verlichting
van 't schip ^ hebben oock getalyt ende gestaecht.
's Nachts moy weder.
d 19. 's Morgens de wint meest N.O.t.N., somtyts O.N.O.,
met topseyls coëlte ^ giste *s middachts geseyit te heb-
ben, Oost: 16 mylen, waeren volgens dien, op de breete
van 6 gr. 30 min., ende op de lengte van 146 gr.
35'/j, min. ; soodat wy In dese 2 etmaelen^ omtrent 7
mylen veerdor om de Noort gedreven waeren, als het
gegiste punt. Het weder met een swarte donckere
lacht, naemen onse marsseyls in, om niet van 't jacht
Breskens te versteècken; seylden met schoverseylen
N.waertover,dc wint O.N.0. met styve topseyls coelte.
c 20. '*s Morgens nodi al ongestadigh weder, met styve
topseyls coelte, somtyts regen, hadden al hol water
met vee* raveling van stroom, de wint meest O.N.0.
ende N.0. ; giste 'is middachts geseyit te hebben N.t.0.
Vi O. 14 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste
breete van 7 gr. 23*/* min., ende op de lengte van
146 gr. 51*/, min., ende op de bevonden breete van
7 gr. 40 min. Bevonden dat de stroom ons omtrent
4 mylen veerder om de Noort geset hadde, als het
gegiste punt, dan bevondt deselve al langsaem te ver-
slappen, 's Nachts hadden wy caeckich weder van re-
gen, ende de wint uyt een O.N.0. en Oosten.
4*
Digitizèd by VjOOQ IC
52
April.
f 21. 's Morgens ongestadich weder van regen, ende de wint
als Tooren, giste 'smiddachts geseylt te hebben,
Noorden 15 mylen, waeren volgens dien, op de breete
tan 8 gr. 40 min., lengte als vooren; hebben wat
naer de xniddach de boot ingeset, saegen veel meeuwen
vliegen. *s Nachts al ongestadich weder, met regen
ende met styve O. ende O.N.0. winden.
g 22. *s Morgens weder ende wint als vooren, saegen eenige
steencroos dry ven, ende een snip rontom het schip
vliegen. Myn besteck stondt alsdoen 10 mylen buy-
ten het eylant Si. Jan^ maer saegen geen lant. Tegen
den middach werdt het heel moy weder, met een
opclaerende Incht, de wint O.t.N. ; giste ^s middachts
geseylt te hebben, N.t.W. 16 mylen, waeren volgens
dien, op de breete van 9 gr. 43 min., ende op de
lengte van 146 gr. SS^i min., ende op de bevonden
breete van 9 gr. 40 min. Bevonden alsnn seer wey-
uich of geen stroom, met slecht water, 's Nachts moy
weder,
a 23. 's Morgens moy weder, met eén grauwe lucht, de
wint O. en O.N.O., met topseyls coelte ; giste 's mid-
dachts geseylt te hebben. Noorden 18 mylen, waeren
volgens dien, op de N. breete van 10 gr. 52 min. ;
bevonden door een peyling 4 gr. 20 min. N.Oostering.
b 24. *s Morgens moy helder weder, met een O.t.N. wint
met topseyls coelte ; giste 's middachts geseylt te heb-
ben, N. 18 mylen, waeren volgens dien, op de N.
breete van 12 gr. 4 min., ende op de lengte als
vooren, op de bevonden breete van 12 gr. 8 min.
c 25. 's Morgens hadden wy moy weder, met een claere son-
neschyn, de wint als vooren, met topseyls coelte ; giste
s middachts geseylt te hebben, N. 17 mylen, waeren
volgeus dien, op de N. breet^ van 13 gr. 16 min.,
hadden 's nachts moy stil weder.
Digitized by VjOOQ IC
53
April.
d 26. 's Morgens begon de wint naer het N.0» te treckeo,
ende voorts naer bet N.N.0. Twee ueren naer sons reysen
wenden bet om de Oost, de wint N.t»0. met top-
seyls coelte; giste 'smiddacbts geseylt te hebben, N.
7s 0. 127t mylen, waeren volgens dien, op de breete
van 14 gr. 6 min., ende op 4e lengte van 146 gr.
437t min., ende op de bevonden breete van 14 gr.
12 min., akdoen giste ick caep Spiriitu Santa iS
ï 40 mylen, S.W.t.W. van ons. Naer den middacb
Uxi 4 neren, qaamdewint S.O., wenden bet ende lie-
ten het om de N.0. aengaen. *s Nachts continueerde
de S.0. coeltè, met moy weder.
e 27. *s Morgens weder ende wint als vooren, roet topseyls-
coelte. 'sHiddachts de wint S.O.t.S. ; giste geseylt te
hebben, N.O.tO. 22 mylen, waeren volgens dien,
op de gegiste breete van 15 gr. 9 min. *s Avonts be-
vonden 4 gr. 43 min. N.Oostering des naelts.
f 28. 's Mollens moy weder, met een heldere lacht, de
wint als vooren, met topseyls coelte ; giste *s middachts
geseylt te hebben, N.0. 22 mylen, waeren volgens dien,
op de breete van 16 gr. 11 min., ende op de lengte
van 149 gr. S'/t n^n., ende op de bevonden breete^
van 16 gr. 16 min. 's Nachts cregen wy de wint-
variabel, S.S.W. ende W.S.W., somtyts met stille.
g 29. VMorgens moy weder, de wint variabel S.S.W. ,
S.W.t.S., S.W., W.S.V. somtyts stilleckens. Als^
doen heeft de E. Commandeur door de gemeene seyn
den raet beroepen van 't floytschip Castrieum ende^
*t jacht Breskens; ende is geresolveert om onse cours
N.0. te vervolgen, soo veel weder ende wint sou
mogen toelaeten, tot op de N. breete van 24 gr., ende
op de lengte van de Oostcust van Japan. Het selve
bevonden hebbende, alsdan onse coens N. aen te stel-
len, tot op de N. breete van 37Vi gr., ende aldacr
Digitized by VjOOQ IC
54
April.
de cust aen te doen ; giste *8 middachts geseylt te
hebben, N.0. 12 mylen, M^aeren volgens dien, op de
gegiste breete van 16 gr. 60 min.» ende op de lengte
van 149 gr. 387, min*» op de bevonde» breete van
16 gr. 50 min. Naer den middach cregen wy een \
moye coelte, doch variabel N.W., N.N.W., N., N.N.O.,
saegen een sv^alaw rontom het schip vliegen, tongen
dien avont 2 groote bonyten. 's Nachts de wint meest
O.N.O., met doorgaens topseyls-coelte.
a 30. 's Morgens weder ende wint als vooren. Sloegen 2
nienwe marsseylen aen, cregen in *t cort verandering
van weder, wert heel doncker met styve regenbuyen,
de wint variabel, wenden het verscheyden reysen over
ende weer; giste 'smiddaohts door malcanderen ge-
sejU te hebben, N.0. 7 mylen, waeren volgens dien,
op de gegiste breete vau 17 gr. 10 min., ende op
de lengte van 149 gr. 597» d^ïDm ^i^o op de be-
vonden breete van 17 gr, 23 min. ; saegen veel rave-
ling van stroom, hadden hol water ayt een N.0.
's Nachts hadden wy ongestadieh weder, van regen
ende wint, met harde buyen uyt een O.N. O.
1, *s Morgens ongestadieh regenachtich weder, de wint
O.t.N., treckende temet naer het O.N.O., ende voorts
naer het Oosten ende O.N.0. ; giste 's middachts ge-
seylt te hebben ; N.t.W. 7, W. 18 mylen, waeren
volgens dien, op de gegiste breete van 18 gr. 31
min., ende op de lengte van 149 gr. 377, na*"*
Naer den middach styve regen, met een harde S.wint)
saegen eenige swarte ende grauwe meeuwen vliegen;
vernamen veel raveling van stroom, cregen tegen den
avont de wint variabel.
2. *s Morgens een grauwe lucht met motregen, docb
claerde tegen den middach op, cregen helder sonne-
Digitized by VjOOQIC
55
scbyn weder met stilte, met holle deyning uyt eea N.0. ;
giste geseyll te hebben N.N.0. 9 myien, waeren vol-
gens dien op de griste bréete van 19 gr, 4 min.,
ende op de lengte van 149 gr. 5Vf^m\n,fende op de
bevonden breete van 18 gr. 57 min. ; saegen ^savonts
een swalnw om H schip vliegen. Twee glaesen in de
eerste wacht, cregen wy ees^ cieyn luchien uyt den
Oosten, dan corts daernae weder stil, somtyts een
cleyn dwarrelcoeltie, voorts stil.
d 3; ^s Morgens stil, wat op den middaeh oreren een cleya
coeltie uyt den Oosten, met holle deyninge uyt een N.0. ;
giste 's middachts geseylt te hebben, N. '/^ O. 5 my-
. len, waeren volgens dien, op de gegiste breete van 19
gr» 17 min., ende op de lengte van 149 gr. 54'/,^
' min., ende op de bevonden breete van 19 gr. 17
min. Grégen naer de middaeh veel motregen, saegen
*savonts eenige meeuwen vliegen, 's Nachts moy weder,
de wint Oost ende O.t.N. met topseyls-coelte.
e 4. *5 Morgens de wint Oost, somtyts O.N.O., met top-
seyls coelte; giste ^smiddachts geseylt te hebben, N.
7, W' 20 mylen, waeren volgens dien, op de gegiste
breete van 20 gr. 37 min., ende op de lengte vau
149 gr. 467s min., ende op de bevonden breete van
20 gr. 39 min., met hoUe deyninge. uyt een N.0. en O.
f 5. 's Morgens moy helder weder^ de wint O.t.N., met
bol water uyt een N.0. , ^ste 's middachts geseylt te
hebben, N. */» W. 20 mylen, waeren volgens dien, op
de gegiste breete van 21 gr. 59 min., ende op de
lengte van 149 gr. 387s min., ende op de bevonden
breete van 22 gr. Naer de middaeh begon de see
styf uyt een S.0. aen te schieten, 's Nachts de wint
O.t.S.
g 6. 's Morgens moy weder, de deyninge uyt een S.O., heb-
ben voor de middaeh getalyt endè gestaecht, saegen
Digitized by VjOOQ IC
56
Mayus.
een cleja grau lantvogeltie om het schip vliegen.
'sMiddachts de wint S.O.» giste alsdoen gesejlt te
hebben N.t.0. ^1^0. 18 mjlen, \i^aeren volgens dien
op de gegiste breete van 23 gr. 10 min., ende op
de lengte van 149 gn 577t miüM cnde op de be-
vonden breete van 23 gr. 10 min. Naer de mid»
dach omtrent ten 4 neren saegen wy een groote trop
cleyne meeuwen N.0. opvliegen ; vingen dien avont
een groeten bonyt.
7. 's Morgens deysich, corts daemae helder veeder, de veint
meest O.S.0. ende S.S.O.» met slecht water, saegen
verscheyde cleyne clipmeeaWen vliegen ; giste 's middachs
geseylt te hebben, N.0. 19 mylen, waeren volgens
dien op de gegiste breete van 24 gr. 4 min., ende
op de lengte van 150 gr. 56Vs ^^^i ^ude op. de
bevonden breete van 24 gr. 6 min.; saegen, wat naer
de middach, een groote streeck sduiym, vermengt met
een raveling van stroom, wa.arin veel besaens quali-
ties ende steencroos, ende ronde qualities ende een
stuck hout saegen dryven : H welck seeckere teeckens
van lant behoorde te wesen; dan conden geen lant
sien.
b 8* 's Morgens was het deysich weder, saegen, wat naer
sons reysen, een cleyn eylantien, dat niet heel hooch
was, ende was naer het scheen omtrent 1^, myl
lanck, ende lach W.t.N. */« N. 4 mylen van ons;
soo ick con bemercken soo dreven wy styf om de
Noort, de wint Suydelyck met een sleyckende coel-
te 1); giste 'smiddachts geseylt te hebben, O.N.0.
15 mylen, doen lach d^. eylant West 6 mylen van
ons, waeren doen op de gegiste breete van 24 gr.
29 min., ende op de lengte van 151 gr. 57^1 min*?
1) Afnemende wind. Witsea.
Digitized by VjOOQ IC
57
Mayus.
ende op de breete van 24 gr. 43 min,, soodat ons
de stroom omtrent S^t nayl veerder om de Noort
gcset had, als ick gegist bad.
Soodat dit eyland ligt op de bevonden breete van 24
gr* 43 min. , ende op de lengte van 1 5 1 gr.31 '/, min.; ende
alsoo wy hier geen eylant in de Gompapy*s Caert bevinde
. te liggen, gaeven wy het den naem van Jffre^ifcetis eylant,
omdat het van daer eerst gesien was. Het eylant
Malabrygo lach naer gissing W.t.W. */• W. 21 my-
len van ons. Naer de middach saegen veel cleyoe
ronde ende besaens qualities dryven, met menigte
meenwen ende veel swalawen vliegen. Omtrent 3
neren naer middach, cregen vey de wint N.t.0. ende
trock temet naer het N.O.t.N.
c 9. 's Morgens moy weder, de wint N.O., treckende naer
bet N.N.O., met redelyck slecht water ende slappe
coelte, saegen veel swarte meeuwen met scherpe staerten ;
> giste *smiddachts geseylt te hebben, O.t.S. IS^i myl,
waéren volgens dien op de gegiste breete van 24 gr.
327t min., ende op de lengte van 152 gr. ih^j^m.^
ende op de bevonden breete van 24 gr» 36 min.
Saegen veel grauwe ende swarte meeuwen vliegen,
d 10. 's Morgens goet weder, met holle deyningeuyt een O.
saegen vele meeuwen vlijen, de wint als voeren ; giste
geseylt te hebben, O.S.0. */« S. 16 mylen, waeren
Tolgens dien op de gegiste breete van 24 gr. 8 min.,
ende op de lengte van 163 gr. 53^^ min. Met
sons onderganck cregen wy de wint O.N.O., wenden
bet doen N.waert over.
e 1 1 . *s Morgens een donckere betoge lucht, met een Ooste-
lycke coelte, de deyninge uyt een N.O., saegen. veel
meeuwen; giste 'smiddachts geseylt te hebben, N. 14
mylen, waeren volgens dien op de breete van 25 gr.
1 min., ende op de lengte van 153 gr, 53*/, min.
Digitized by VjOOQ IC
68
«
Mayas.
f 12. -8 Morgens moy veder, de viat O.N.O., somtyts va-
riabel, de deyninge uyt een 0,S.0. ; ^ste ^s middachts
geseylt te hebben, Pi.0. 12 mylen, waeren volgens
dien op de gegiste breete van 25 gr, 35 min., ende
op de lengte van 154 gr. 317t min., ende op de
bevonden breete tan 25 gr. 13 min. s Nachts in
de eerste wacht cregen wy de wint S.O, trock met
een doorgaende coelte naer het S. ende badden veel
meeuwen sien vliegen.
g 13. 's Morgens liep de wint S.W., met een doorgaende
coelte ende een graawe lucht, met regen ; giste *s mid-
dachts geseylt te hebben, O.IN.0. 30 mylen, waerea
volgens dien, op de N. breete van 25 gr. 59 min.,
ende op de lengte van 156 gr. 34^^ min., ende op
de bevonden breete van 25 gr. 58 min. ; hebben dpen
onse compassen op 7 gr. N.Üostering geleyt. Wat naer
den middach hebben wy onsecoers N.N. O. aenge-
ételt, maer een weynich naer sons onderganck cregen
wy de wint uyt een N.N.O., lieten het Oostwaert
over staen. 'sAvonts hadden wy een swalüw rontom
het schip sien vliegen.
a 14. 's Morgens saegen wy een cleyn grau lantvogeltie, de
wint N.0. met een betoge lucht, lieten het al Oost-
waert over staen ; giste *s middachts geseylt te hebben^
O.t.N. 15 mylen, waeren volgens dien op de gegiste
breete van 26 gr. 10 min., ende op de lengte van
157 gr. 4l7s min. ; hebben het doen om de N. ge-
went, met een N.0. topseyls coelte endeiriecht water,
saegen veel meeuwen vliegen. Tegen den avont de wint
O.N.O., in de eerste wacht O., voorts S.O., met regen.
b 15. *s Morgens de wint S.O., meteen donckere lucht met
regen, saegen verscheyden reysen steencroos dryven, ende
veel meeuwen vliegen, ^s Middachts de wint S.S.O., gi^^^
alsdoen geseyh te hebben N. 20 mylen, waeren vol-
Digitized by VjOOQIC
39
Majus.
gens cüeii op de gegiste breête ?aii 27 gr. 80 mio,,
ende op de lengte van 157 gr. 41'/; min. Naer de
niddaeh ^ert het stil, de deyninge begoimen styf ayt
een N.0. te schieteD, waerop de wint tegea den
avont naer het N. ende Toorts naer bet N.0. liep,
met een styve doorgaende wint. Hielden voor wint om
ende in bet toesetten Tan de groote hals, is het groot
seyl uyt het lyck geslaegen ; naemen onse marsseyls in
ende brochten weder een -ander schoTer seyl aen de
fee (ra)y het seyl aensynde, lieten het met schoTor
seylen N.W.waert OTer staen. Met het Tallen Tan den
doncker cregen wy harde regen, in de eerste wacht
beterde bet weder, hebben doen ons groot marsseyl
weder bygeset ; de wint N.O., mochten N.N.W. seylen.
c 16. 's Morgens was *t moy weder, dé wint N.O.tN. met
eleyn topsiqris coelte, holle deyninge nyt een O.N.0. ;
pste 'smiddachts geseylt te hebben, N.W, */• W.
14 mjlen, waeren Tolgens dien, op de gegiste breete
Tan 28 gr. 57t niin«, ende op de lengte Tan 156 gr.
52i/, min., ende op de boTonden breete Tan 28 gr.
2 min. ; berondeh 6 gr. 45 min. N. Oostering.
d 17. 's Morgens moy weder met slecht water, wat op den
dadi de wint 0«, met een moy topseyls coelte ; giste
'smiddadits geseylt te hebben, N.N.W. 16 mylen,
waeren Tolgens dien, op de gegiste breete Tan 29 gr.
1 min., ende op de lengte Tan 156 gr. 24*/t min.,
ende op de breete Tan 29 gr. 3 min.; seylende
N.nv.waert OTer, saegen Teel meeuwen ende een witte
peylstaert Tliegen. Gort naer de middach, is ons
staende lyck Tan ons groot marsseyl gebroocken,
soodat d\ marsseyl dwars door is geschenrt; hebben
stracx weder een ander aengeslaegen. 's. Nachts de
wint OJS.0.
^ 18. 'g Morgens de wint als Tooren, met topseyls coelte met
Digitized by VjOOQ IC
60
Mayus.
decht water; giste *8 middacbts gesejit te hebben,
N.N.O, 28 mylen, waerea yolgens diea op de gegiste
breete Tan 30 gr. 46 min,, ende op de lengte van
157 gr. 137, min., ende op de bevonden breete van
30 gr. 54 min. Tegen den avont saegea wy een
groot bos steencroos dryven, het weer veranderde
sabyt, ende wert doncker, motrich weder. *s Nachts
liep de wint naer het S.O., met r^en.
f 19. 's Morgens een donckere betogen lacht, met motrich
weder, met een Oosten styve doorgaende wint; giste
'smiddachts geseylt te hebben N.N.0. 30 mylen,
waeren volgens dien op de gegiste breete van 32 gr.
45 min., ende op de lengte van 158 gr. 77t ^ï^*
's Middachts liep de wint weer S.0. alwaer van daen
de see oock bol begon aen te schieten ; is goetgevon-
den onsen conrs N.0. aen te stellen, alsoo wy vrees
hadden, door de dagelycxe Oostewinden ende de Ja-
pansehe cmih^vi genaeckte» de stroomen aldaer mochte
styf om de Oost loopen, door de aenpersing der
winden» ende dat wy dan met geen N.N.0* cours
boven de hoeck Bosso móchte comen te vervallen.
Wat naer de middach liep de wint S.^.W., met een
styve doorgaende coelte, met doncker, regenachtich
weder. *sAvonts 1^, uer naer sons 'onderganck saegen
wy heel hooch lant, omtrent '/, myl van ons in 't
N.0. ; worpen het loot, hadden 80 vadem swarte sant-
gront» meenden het overstaegh te smyten. maer wert
dootstil» soodatwy met de holle deynin|p al naer de
wal toegeset werden; schooten een schoot tot waer-
schouwing van het jacht Breskens, H welek een inoy
stnck achter ons was. Wy lieten het schip om de
West omdraeyen^ naemen onse seylen in, ende quaetneo
op 36 vadem ten ancker, swarte santgront ; geset lig-
gende, wert het slecht water, de stroom met een styi^^
Digitized by VjOOQIC
61
Mayas*
«orent om de N.W. loopend^; saegen roet een blinck
noch een hoocb ront eylant, omtrent Vj^ myl W.t.N.
van ons» Wy bielden moy stil weder omtrent een
ner, doen begon bem de wint allengskens te verheffen,
loopende ongestaedicb nyt Terscbeyden streeeken, meest
N.W. ende N.N.O.. De eerste wacht nyt liep de wint
uyt een S.W. ende W.S.W., met harde caecken ende
ovenraliende bnyen, soodat ons daegelyex ancker door-
ginek^ ende alree op 26 vadem gedreven waeren; heb-
ben ons tnyancker daerby iaeten vallen, quaemen doen
voor de beyde anckers op, doch corts daemae is ons
daegelycx tou gebroocken, bleven voor het tnyancker
liggen. Maer akoo het weder hem noch meer ver-
befte, lieten alsdoen ons plechtancker to^aen; doen
waeren daer 3 glaes^ in de tweede wacht uyt, saegen
doen ons jachts vuer noch, maer verlporen het cort
«yt het gesicht. Laegen na op 24 vadem vile (voile)
gront, verwachtende de dach met patientie; een ner
voor dach is ons tuytou oock gebroocken, qnaemen
voor ons plecbttou op, als wanneer het 18 vadem diep
was, vile, dippige gront. Lagen een pistoolschoot van
de branding ende dippen van lant, soodat voor men-
sehen oogen hier geen uitcomst scheen, dan setten ons
betrouwen op Godt almachtich.
20. 's Morgens was de wint N.W., ende alsoo wy met den
dach doende waeren om 'de loos van het taytou in te
winden, doch was vergeefs, want bet eynt ergens om
eeiPclip achter het schip vast gestroompt was, soodat
wy d®. ton met groot ieetwesen moesten cappen. Saegen
oock' dat ons plechtancker dooi^nck ende dat al een
streng van het plecbttou stucken was, ende alree op
de diepte lagen van 14 vadem; ende indien ons de
stroom niet van de dippen afgehouden hadde, souden
ongetwyfelt al tegen den wal aengelegen hebben, dan
Digitized by VjOOQ IC
62
Mayus.
de goede genaedige. Godt. heeft ons bewaert^ ende de
N.W. wint coDtinoeren laeten. Is sanie pee (staende
voet ?) geresolveert, het plechttoa oock te cappen, ende
soecken het met schoverseylen van de wal af te leg-
gen, *t Mielck i¥y straci in 't werck hebben gestelt, als
weick de uiterste middel liras. Leyden het met de
steven om de Snyt, meteen styve buyige N.W. wint,
liggende boyen stroom, qoaemea corts wat van de wal,
maar wat van de wjil synde, is onse groöte smyt 1) door
een harde caeek stocken geborsten. Liepen doen op
niea groot/ peryckel, om noch tegen de wal aen te
dryven, want hadden |^ea anckers meer claerj, om toe
te laten gaen, maer cregen metter haest het seyl we-
der schrap, leyden het met Godes hulpe boven lant.
Saegen rontsom naer . onse medemaet, maer conden
hem nergens vernemen, waer over wy weder op nieu
bedroeft waeren^ wisten niet wat wy denckea soudco,
of hy gebleven was ofte niet. i^
Doen het begon . te daegen, hadden wy 2 vuercn
op het hooge ronde eylant gesien, maer waren cort
weder uyt, soodat lek yertron dat d^. eylant bewoout
is. Dit groote eilant daer wy onder geset gelegen heb-
ben^ was een heel hooch eylant, van gedaente als uyt-
geteyckent slaet, leyt gestrookt op syn langste 27i
myl S.O.t,S. ende.N.W.t.N. In 't verbyseylen van het
eylant, saegen wy in een valey veel beesten loopen ende
eenige hnysen staen, saegen oock verscheyden plantagies
ende geboomte in d*^. valey. Van het S.0. eyntvan
dit eilant, leyt een groot rif van dippen, omtrent 1
myl van lant, alwaer de see vrceselyck op storte ;
saegen in *t Snyden noch een hooch eylant. Dit voor-
noemde rif gepasseert synde, deden onse coers temet
om de Oost ende temet om de Noort, de wint liep
naer het W. en W.S.W., met harde caecken ende
1) Een touw om de zeilen toe te halen. Witsen. Een gording.
Digitized by VjOOQIC
63
Mayas.
regenbuyen, condea weynich van ons sien. Meenden
onse medemaet in ly van d"". eylant te vinden , dan
vernaemen hem niet, met groot leedwesen ; ende alsoo
wy geen anckers claer en hadden, vras -t geen tyt
om lang bier by te houden, lieten het voort staen naer
de S.Q.cast van Japan toe, om ondertnssehen weder
eenige anckers claer te m^ecken. 's Middachts hadden
wy de bevonden .breete van 33 gr. 34 min., als doen
lach het eylant, daer wy onder geset gelegen hadden
S.W.t.W» 5 mylen van ons; gaven d*. eylant den
naem van *t Ongeluekkh eylant. Wy vervolchden
onse cours N. aen. 'sAvonts met sons onderganck, lach
het Ongeluekkh eylant S.W. */, W. lOmylvanons,
saegen in het W.t«N. 11 k 12 mylen van ons, noch
2 hooge eylanden. Wat naer sons onderganck wert het
moy weder, de wint S.W., worpen grontop 120 va-
dem, het waf er was groen ende dick, gelyck in de
N.see. Sette onse beyde marsseyl daerby, onse cours
Noorden, de wint W.S.W. ende SiW.^ met topseyls-
coelte, 'diep 84, 82, 81, 80 vadem, conden geen gront
aen het loot er y gen.
Nota, Het OngelmMch eylant was heel hooch lant, hem ver-
tonende met 2 hooge ronde bergen, waer tusschen
een groote valey was; in *t aensien met hooge hoo-
rnen op sommige plaetsen bewassen, al waer oock
eenige huysen stonden ende beesten liepen. Saegen een
cteyn riviertjen om de' West in see loepen, waervoor
een cleyn baytie was, recht over de huysies, maer
was daer clippich. Het S,0. eynt van d**. eylant is
een steyle hoeck, alsof hy afgebickt \vas, alwaer een
rif van dippen, wel een myl veer in see afstreckte,
waer de see seer opstorte. Dito ejl. leyt gestreckt op
syn langste, 2 è 2^f^ myl N.W.t.W. ende S.O.t.S.
Aen de Oostsy van d*. eylant scheen een moyc bocht
Digitized by VjOOQ IC
64
Mayus.
te syD» maer men can daer niet ten ancker comen,
dat men voor de Oosteljcke winden beschut light.
W; hadden geset gelegen onder dit eylant, aen de
N.W. hoeck, omtrent een musqoet schoot van lant;
waeren doen, op de gegiste breete van 33 gr. 22 min.,
ende op de lengte van 158 gr. 517t min. Van 't
N.W«ejnt 1 k V/^ myl, lach noch een hooch ront
eylant, sonder laech lant ; synde een berch vry hooch,
doch i¥at laeger ais een van de 2 bergen van H On-
geluckich eylant, ende leyt W. van de N.W.hoeck.
Hier tosschen door liep de strodm met een styve co-
rent om de N.W., sonder stille, soo lange wy hier
geset gelegen hadden. Van d». eylant strecken een
party dippen, doch liggende boven water van *t N.
ende S. eyndt; d"*. eylant is omtrent 1 myl lang.
Op d®. eylant hebben wy 2 voeren gesien in 't hangen
van den berch, soodat het oock aparent bewoont is.
Van het Ongeluckich eylant, omtrent 7 & 8 raylen
S. 7i ^- daerof, leyt een ander eylant, hetwelck
hem vertoont met eenige verscheyde bergen, dan
conden van syn groote geen bescheyt sien, door den
donckere, deysige lucht ènde mot regen. Doen wy
het Ongeluckich eylant S.W.t.W. 6 mylen van ons
hadden, waeren doen op de gegiste breete van 33 gr.
35 min., ende op de lengte van 159 gr. 15 min.,
ende op de bevonden breete van 33 gr. 34 min.
Doen wy het Ongeluckich eylant S.W. 7t S. 10
mylen vao^ ^^^ hadden, worpen wy gront op 120
vadem, saegen in 't ondergaen van de son doen 2
e^landen^ ende sbhenen dicht by malcanderen te lig-
gen, ende waeren heel hooch, maer conden door de
veert geen recht bescheyt sien f sy.laegen W.t.N., om-
trent 11^12 mylen van ons. Wy waeren nu op de
gegiste breete van 33 gr. 62 min., ende op de lengte
Digitized by VjOOQ IC
65
Mayos.
?aii 159 gr. 22 mio» TOlgens onse cours ?an *sinid-
dachts, 4*/, mji N.t.0. 7t O* ^^^» saegen veel steen-
croos dryven. De 2 eylanden souden op de gegiste
breete liggen ran 34 gr« 1 min,, ende op de lengte
▼aa 158 gr. 28 min.
a 21. 's Morgens helder weder, de vint S.W. met topseyb»
eoelte, wierpen gront op 80 ?adem. Omtrent 3 neren
Yoor don middach» cregen wy het lant Tan J<^»in
't gesieht, ende lach in 'tN.N.W. ende in 'tW.N.W.
▼an ons, waeren omtrent 8 mylen bnyten de wal.
Wierpen doen gront op 50 yadem, wasige I) gront,
lieten het met cleyn seyl daer naertoe staen, cregen
een betoge lucht. Giste 's middachts geseylt te hebben,
N. ^/, O. 20 mylen, waeren volgens dien, op de ge-
giste breete tm 34 gr. 33* min., ende op de lengte
▼an 169 gr. 247«niin.; de Tariatie des compasOgr.
54 min. N.Oostering. Waeren doen omtrent 5 mylen
boyten AeJapansehe cnst, hadden een steylen hoeck
met 5 witte plecken, gelyck Bevesier op de Engelse
cost, N. Tan ons. Het lant is hier Tlack lant, met
weynich geberchte ende niet heel hooch; hadden de
diepte Tan 40 Ttdem, craelgront. Het Westelyckste
lant lach W.S.W. Tan ons, soo Teer wy sien conden,
ende was al eenparich Tlack lant, op het water steyl
neer, met veel witte plecken sonder weynich Toet-
strant, saegen veel bossen steencroos dryTon; doen
het opgedroocht was tot op 38 Tadem, smeten het bij.
's ATonts peilden wy het Oostelycxsle lant dat wy sae-
gen, in het N.W.tN. ende 't Westelyckte, W.S.W.
Vt ^* ^^° ^^' waeren naer gissing 5 mylen buyten
de S.O.cttst Tan Japan^ op de diepte Tan 50 Tadem,
singel gront met sant Termengt ; dreren met de stroom
1) Kegèi- en steenaohtige grond. Witsen»
Digitized by VjOOQ IC
Mayns.
om de N.Q* *s Nachts de wint variabel^ hielden het
al by mei cleyn seyV op de diepte, tan 36, 34, 30,
2S, 18, 16, 13, 12^10 vadem; soniiyts craelgroDt,
cbmtyts'gingeU somlyds sant; hadden mojr stil weder
met slecht water.
b 22. 's Morgens mei dea dach waeren wy, op de^iepte van
24ffldem santgrodl, 3 mylen van Janti waeren door de
stroom.oEfi.de N.Di.0. gedret^; de Soydelycxste
hoeok die wy sae^D lach S.W.t.W.. % W. ènde de
steyie gepleckte witte hoeck. WxN. */t ^* Seyldea
xl^at b^ onder! de wal, cregen de diepte. .vaii> 22, 20
. vadem santgrent; doen wy op de diepte Iwaereni van 19
vadem, 'gront als vooren, waeren wy omtrent 2 mylea
van lant. Doen lach de 5 witte gepJeckle hoeck
»,W. 7, W.van ons, endè de hoeck BoshoW.S.Vf.
7*^. van ons; seylden vooi^tsf tot op 10 vadem. Be-
suyAien de 5 witte geplecki^ hoeek, . scheen een fraeye
bay te ayn, dan^ doen wy dwr dicht voor quaemen
saegen dat bet macr een bay scheen door bet leege
. voorfant, alwaec een rivier scheen in teloopen ; daer en
•; :: was jader^et geen bay. 'sMiddacbts gistn geseylt te
, hebben, N.t.0. 97i myl, waeren volgens dien, op de
bceete .van. 85 gr.. 30 .min., ^de (^ de lengte van
1 i. . van tSS gp* ^Mè vüü.f. endfi op de bevonden breete
.; van 35 gr>. 30 miak.; de variatie, des compas ^as 7
gr. J}« Oostering; was doen 10 vadem diep^ swarte
. ;:.: . . gronL Doen lacfc de hoeck Boshó S^W. 7i &. van ons,
omtrent & mylea, eode&witte gepleckte hoeck W. i/,
.. ^ . S. omtrent 2.mylen;. soodat de .hotckBasha leyt vol-
,. ./: gen94iein,,.op de bneete van 35 gn. 14^^ rt^A.^ ende
op de* lengte van 159 gr. tó min. Van de hoeck
lyoo Bosht^ ofitfalt bopi de. cQ$t Jl de S«W. «Eide 2 4 3
mylen S.W.t.W. Voorts van hoeck tot hoeck . * .
. . Weslelyckery naier de bocht van /^, alwaer.de
Digitized-by VjOOQ IC
67
Mayus.
Kéy^r runJïtpan syn hoff houdt. Het hut fs hier op
Teel plaetseh' 2, Sdobbèlt^ tnaer ste^l op *t water
néér, met \€é\ vAiU pleckea, sonder gehackelt ge-
berebte^ het tamt om de Sayf , vab de lioeck BoshOy
is hooger ^ om de doort^ men; caü de wal be-
qaaemelyek aenloóden. Vat voor de middagti is dicht
onder de wal, ons een Japanse berek g^asseert, qaam
ayt deNoort ende seyld^ om de S.; wat naei'de mid-
dach cfoam een Japans wfiekbèrk ons aen boort,
want wy in stilte laegen en drereft op dé diepte van
10 raden ( d"*. berék wa$ gemant met 7 wridcers ende
5 lee^^ittende Jupandors*, braebteti ons 4 schoone
roode' stéenbraiesems aen boort, alwaer Toor haer wat
ry^t gegeven is; Dito Jèpanders syn ofergecotnen, we-
sen ons dat die hoeek taü ons ^s^middachts in H S.W.
Va ^* S^P^yl^ ^^ hoeck Bosho was, ende daf om die
hoeck, de bocht van Jedo lach, ende qnaemen met
ons vej'.moeden overeen. Gorts nae de berck qnam
noch een berck aen boort, dewelcke was gemant met
6JapanderSy waeronder 4 wriekers waeren; die gaeven
ons een sootie verse serdienen oover, vaervoor sy oock
wat ryst cregën. Dese ende vorige Japanders wesen
ende seydcn Nangesaeque lach om de W,, dat wy dat
been mostenv want om de Noort het voor ons niet
en dodit} syn met vrteatschap wede# van ons ge-
scheydi^ ende naer lant geroeyt. Omtrent 2 neren naer
de middachy cre^n wy een moye coelte uyt de Oos-
telyeke handt, w«nden het om de N.N.O.; want van
de S.0. hoeck van Japan^ genaemi BóshOi streckt de
cust N.N.0, tot de 5 witte gepleckle hoeck, dan
heeft men een laeeh landige inbocfat, strèck«nde om
de Noort, omtrent 4mylen, ende de hooge santdoyn,
géijckende ITyrtifwt/n op Huysduynen. Desen hoeck gae-
ven wy den naera van de' Sanlduynige hoeek^ ende
5*
Digitized by VjOOQ IC
68
ieyt Tan de >»riué gepleckte hocck, N.O.t.N. omtrent
9 mylen. Oose cotirs vervolgende met slecht \irater,
passeerdea de cost op de diepte van 11, 12, 13, 14,
15, 16, 17, 18, 20 vadem, swarte santgront, bleven
al 4 mylen van lant. Voor desen voornoemde bocht
saegen wy veel steencroos dryven, ende veel lammen
ofte duyckers swemmen, het , water was bier heel
dick ende groen, ende voorts was het diep 20 vadem,
«warte santgroat; doen lach de Santdüynige hoech
PI.O.tN. i' k 5 mylen van ons. 's Nachts de wint
S.S.0. ende S»0. ende O.S.O., in de tweede wacht
dreven wy in stilte, de stroom scheen om^e N.0.
te loopen, diep *8 nachts als volcht, in de eerste wacht
22, 20 vadem, de tweede wacht 23, 24, 26, 27
vadem, al santgront als vooren, tegen den dach diep
30 vadem.
c 23. *s Morgens dreven wy in stilte, hadden een deysige
locht, waeren doen op de diepte van 70 vadem, gront
als vooren; doen lacl^ de Santdüynige hoeck W.N.W.
3 mylen van ons, bet was die heele voor middach stil
ende mistich, de stroom hier loopende langs de wal
om de N.N.O., diep 32, 35, 33 vadem, 's Middachts
waeren doen Oost van de Santdüynige hoecky 4 mylen
op de diepte van 42 vadem; giste geseylt te hebben,
N.0. 10 mylen, waeren volgens dien, op de breete
van 35 gr. 58 min., ende op de lengte van 160 gr.
8 min., ende bevonden breete van 36 gr. Gorts naer
cocischaften quaemen 2 Japanse visschersbercken aen
^ boort, in ider synde 8 man, gaeven ons soo veel visch
over, als wy met het geheele scheepsvoick pas cooden
opeten, waer voor haer wat ryst ende wat arack ge-
schoncken wert. De visch was roch, scharren, waer
onder heele groote waeren ; swaertvisschen, spierhayties,
met een visch by ons onbekent; de visschers, volgens vis-
Digitized by VjOOQ IC
69
Majas.
schersvys eens Instich arack omgedroncken hebbende^
syn Tan boort gevaeren om weder te Tisschen.! Wat
naer de middach qoam een yan d'. yisschers aen boort
. ende bracht veder een moje soo Yisch, beneffens hem
noch een ander visschersberck, maar die badden geen
visch ; naer dat sy wat getracteert waeren syn tan boort
geraeren ende scheyden met groot vrnntschap, ende
roeyden naer lant toe. Van de Santduynige hoeek leyt
een cleyn 'eylandeck^ Oost daer af,- omtrent een myl»
gelysk het JUenseheters eUaiU in de straet Sunda.
Omtrent een mjl benoorden d^. eylant, leyt noch
«n cleyn* eylant, maar wat ylacker, gelyck het eylant
aerlem 1)» maar leyt dicht onder de wal. Van de
Santduynige hoede ontfalt hem het lant om de N.N.W.,
ende maeckt weder een diepe bocht, synde al een-
parich laech lant. Cregen naer de middach een moy
coeltie nyt een S.0. stelden onse coars N.N.W. aen,
saegen by menichle brnynvisschen, tolven P ende veel
wal?isschen, ende menichteduyckersofte lammen swem-
men, oock yeel drift van wier, groente ende loose
veeren dryven. Alsoo wy bemerckten, dat wy noch veer
van de wal stonden, stelden onse cours N.W. aen,
van de diepte van 40 vadem tot op de diepte van
26 vadem, wasige gront. Saegen doen tegen den avont,
een hoogen gehackelde berch recht voornyt, ende lach
op het laege lant in bet diepste van de bocht. Stel-
den doen onse cours N.t.0. aen, de N. hoeck van
dese bocht lach doen N.t.W. 3 mylen van ons, ende
de Santduynige hoeck lach doen S.t.W. wel 6 mylen
van ons; de N. hoeck is een laege vlacke hoeck.
's Nachts seylden wy met cleyn sejl, op de diepte
van 40, 42, 44 vadem, tegen den dach 60 vadem.
1) Mede eea eiland op de Noordkust van Java.
Digitized by VjOOQ IC
70
May os.
d 24. 's Morgens df «iot S.S.W. waereo 3 mytea vna lant,
. op de diepte vaa 40 vftdem, sautgront, neffeos hooch
berchachtich laot; eooden om de Sajt yaa de steng
noch de laege hoeek sien» waer beooordea dit hooge
lant begiot» ende lach S*W. ?aii oos, omtrenl 6 my-
len, Stelden onsa cour^ om de N N.W. luier de wal,
tot op de diepte vaa 30 vadem, laogsaem opdrogende
gronty synde al sant. Saegmi eensteylen hoeok, gelycken*
de een eybnt, alwaer wy uyt de Noort alter van daen
saegen comen, vurscheyden TisschersberckeQ, quaemen
te see om te visschen ; wat dichter by d°. hoeck co-
mende tot op 24 vadem, wit santgront, de jront te
voeren swart santgront geweest hebbeode, Waeren een
myl van d*^. hoeck, saegen doen dat daer een rivier
afler in strookte Noort op; bier is heel hooch binnen
lant op sommige phetsen 2, 3, 4 dubbelt, ende op veel
plaetsen compt het hooge lant steyl op 't water neer.
Hier cregen wy meniehte visschers aen boort, daervan
wy voor ryst omtrent in de 30 groote rochen ruyl-
den ende 2 cabbelianwen, met veel groote seharretf,
waaronder eenige waeren 2 voet lanck ende 1 voet
breet ende drie vingers dick, cregen oock veel roode
seehaen ende eenige andere visch van haer. Sy noemdèo
die rivier, dien after de genoemde steylen hoeck om
. de Noort opstreckte» Gissima, ende presenteerden ons
daerin te brengen; wesen dat daer in H incomen 9
k 10 vadem waters was, ende wesen dat bet om de
Noort niet en docbL Op de steylen hoeck van Gissitna,
staet wat in H lant een dramei boomen gelyck of 't
'een fort was» waervan een boom boven de andere
nytsteeckt in hoochte, hebbende een ronde croon.
'sMiddachte giste geseylt te hebhen, N.t.W. */« N.
167t ^jh waeren volgens dien, op de gegiste breete
van 37 gr. 5 min.» ende op de lengte van 159 gr.
Digitized by VjOOQIC
n
Mayos.
65 rüiIm ónde nip é» bevondea breeto Fan 37 gr.
5 min. Doen loeh de stf jrlea' boeek taa Gitsima W.
7t S. ?an ons omtrent 3 mylen, eoife aan boeck
daer bmoordén liggende, die «eer cartelich van ciejne
beréhies vas^deweleke wy ftoémden de Q^^r^Ue boeck;
dese boëck lach M. Vf^*^ mjlen vao ons« ende een
boeek die -beooorden de viaeke boeek leyi, lacbS.W.
van ons. Onitreat 6 mylen van d^. boeck» begint bet
lu>ocblantfte stredcen om de Noort, hadden doen de
diepte Tan 40, 36 vadem, swarte santgront ; stelden
'ck)en onsen cours N.t.0. aeo, met een Soydelycke
jopséyls coelte, om op de N. breete te comen van
37 Ya gr.; om onse medemaet aldaer te verwachten,
volgens de getrocken resohitie; Naer de Iniddach qnae-
Bien ons noch 2 Tisscbers a^ boort, waervan wy een
moye soo vtsch cregen^ waerea doen bayten de Ge-
hackeUe boeek ofte anders genaempt Caep de Kennis.
'S Avonts lacb C. de Kennis SXW. van ons, waeren
omtrent 2 mylen van hnt, ende doen ladi nocb een
boeek benoorden ons dat booch lant 'traïs, maer laecb
op *t water neerliep, die lach &• W. 7t ^* ^^^ ^Q^*
Het JNoordelycxste lant soo veer wy sien eenden, lach
N.t.W. Vs^* ^^Q ^^* enTwas al booch hmt, saegen
op een hoo|^ vlacken berch veel bnysen staen, waer
after heel hooch lant; wy hadden ée diepte gebadt in
't seylen van 37, 36, 32, 30, 28, 2& vadem, wa-
«ge swarte santgront. Met hei vallen van den don-
cker qoam ons een Japanse berdk Terbyseyien, ende
riep Toy^ Toy, ende wees om de Noort; indien wy
wilden, by wou ens in een baVen brengen om de
Noort, eontrary de andere JaptmderSp die altyt ge<
wesen hadden, dat het om de Noert nicA en docht.
.Sy siende dat wy onse marsse^n innaemen, ende
onse seyl ende fock opgeyden, endehetmet de besaen
Digitized by VjOOQ IC
72
»
Hayus.
' om de Ooit lieteo stevenen ende drjfreD, sette syn
seyl schrap ende riep dat om de Oost ofte i'seewaert
in, niet goet en was, hy sette syn coars om de Noort;
in dese berok waeren 4 Japanders. *s Nachts de wint
S.S.W., S. en S.O., diepte temet af, 26, 28, 30,
35| 36, 40, 45, 50, 65, 60, 65, 70 vadem, inrasige
gront, condeo geen gront aen H loot operygen. *s Nachts
regen.
e 25. 's Morgens metten dach begon *t slyf nyt een S.S.0.
te waeyen, waerdoor de see hem cort seer yreeslyck
hol hem verhefte, door oorsaeck, dat de stroom t^ea
de ¥int liep, endorde see tegen de gronden qaam
opschieten; ende viel oock een swaere mist, dien
dnerde tot omtrent 2 neren voor de middach, claerde
doen op ende wert 't haestich stil, maer ble^ heel boi
water. Hebben nieuwe onderseylen aengeslagen. Giste
s middachts soo geseylt als gedreven, behooden Ie
hebben, N.N.0. 9 mylen, waeren volgens dien, op de
gegiste breete van 37 gr. 39 min., ende op de lengte
van 160 gr. 12 min., waeren 4 mylen van lant. Doen
lach de Gecartelde ^ hoeck S.W.t.S. ende het Noor-
delycxste lant dat vi^y sien conden N«W.t.N. van ons,
ende was diep 72 vadem, conden geen gront aen H
loot opcrygen ; het is hier al hooch lant, gelyck vol-
gens oytteyckening te sien is. Wat uaer de middach
was het heel claer weder, saegen gan uyt naer onse
maet, maer vemaemen hem niet. Omtrent 3 neren naer
den middach, cregen wy een topseyk coelte nyt een
W.N.W. maer allenskens naer het N.W. ende seyl-
den met cleyn seyl wat om de S. tot *s avonts, lieten
het doen met een seyl byleggen Noortwaert over, de
wint naer het West treckende ; peylden doen de Ge
eariMe hoeck in 't S.W. */i W. van ons, ende
hel Noordelycxsle lant in 't N.W. V» W., waeren
Digitized by VjOOQIC
73
5 myleii vaa lanl diep 95 Tadem, doch oonden geen
gront operygen. *8 Naehts moy stil veder, de wint
Westelyck, hadden met donckere maen geaUdich 2
▼neren op, ende achooten aomtyta een achoot, of onse
medemadcer omtrent mocht weaen» dat hy het mocht
hoeren ende soo op het schieten naer ons toecomen.
f 26. 'a M^efl» was *t moy helder aonneachyn weder, dreven
in stilte met opgegeyde seylen ende slecht water.
'sMiddachts lach de C. de Kennu, anders de Ge-
earklde hoede genaempt, W. «/, S. omtrent 7 mylen
▼an ons, giste vertiert te hebben, S.O.t.S. S^/t myl>
waeren volgens dien, op de gegiste breete van 37 gr.
20 min., ende op de lengte van 160 gr. 2 min.,
ende op de bevonden breete van 37 gr. 20 min.;
conden geen gront aen het loot opcrygen ; doen wy
het Snydelycxste lant S.W., ende het Noordelycxste
lant N.W. van ons hadden, waeren wy gront af, synde
omtrent 7 i 8 mylen van lant. Omtrent 4 neren naer
middach, ecegen wy een moy coeltie nyt een S.O.,
ende trock ai treckende naer het S. ende S.W. ende
voorts naer het W. toe; wenden het met deyn seyl
om de N.W., om het lant weder wat te naederen.
*s Nachts diep 70, 65 vadem, gront als vooren.
g 27. 's Morgens was 't moy weder, met een heldere claere
Incht, waeren 4 mylen bnyten de wal, de wint va-
riabel, Westelyck met slecht water, hadden doen de
diepte van 50 vadem, wasige gront; alsdoen qnaemen
<nis 2 visschersbarcken aen boort, brachten ons een
lustige soo visch aen boort, die wy om ryst van haer
mylden, ende elck visscher creech een dronck arack,
waemaer sy seer begeerich waeren ; syn weder van
boort gevaeren ende gingen liggen visschen. Gorts
daemaer is ons een leege cnstberck verby geseylt,
qoam nyt de Noort ende seylde om de Snyt, sy
Digitized by VjOOQ IC
74
Mayus.
riepen 'Op syn Japmis, éH het met goètea. was om
de Naort, dii daer Toy lach, ende is toorts ge-
eeylU Oiste Soyt vertiert te wesen N^WXN. 9 mylen,
ivaerea -volgens dien^ op de breete.Tan:37'gr. 50 m.,
ende op de lengte tan KO gr. 3 min., «nde op de
'bewinden hreete van 87 gr. 50 min* Waeren hier by
.wit gepledLt lant mét eenige santhoechies^ oititi*ent
2 mylen Tan iant haAtt^Q 4e diepte Tan 19 è 20 va-
defld, singel ende grove sMitgronf, hier was de gront
ongetyeke diepte cort op ende af. Het voorlant is
'dnynich Iant, maer anders hoo«h Iant, op sommige
plaetaen dobbelt, gelyck per uytwerpsei (afieekening)
blyckt, het Iant om de Nport scheen een bocht be-
ginnen te maecken, het Noordelycxste Iant lach N.N.W.^
ende het Sttydelycxste S.6.W. van cmm, de cust
streekte hier S. ende N. Wy vemaemen dat de
stroom hier heen ende vreer langs de wal liep. Op
dato is ons noch een gebeden cnstbarck bejegent,
eomende nyt de-Noort, syn lading was rysf in balen,
is dicht aen ons schip gecomen. Wy vraeehden hem
-waer hy van daen qnam, hetwelek hy niet veilde
seggen, maer een van haer sprack wat Poriugies ; sey
op d*". spraeek, dat sy naer Meaco wikle, ende hy
sey dat benoorden ons een groote bocht lach, v ende
dat daer een eyian^ voor lach, dat foy hiete, ende
dat men met het schip vrel tnsscfaen de eustènde Totf
door mocbte of conde seylen, ende dat benoorden
Jofan Eso laeh, maer dat het daer niet en docht
ende seer cout was, ende dat het oock^in de bocht
atter Toy niet en docht. Souden aparent noch wat
meer* van hun verstaen hebben, hadden wy iemant
gehadt die Japans had eonnen spreecken ende ver-
staen ; hem is 2 realen voor een bad ryst geboden,
maer hy sey, dat hy geen ryet dorst vercoopen, ende dat
Digitized by VjOOQIC
75
Majos.
sya eoophiydcii die hem bevraoht haddea, in Meaeo
woonden» Wy ieyden het t'see eiide lielen het dry-
y/m, ende d^. berok vobrderde syne reys om de S.
's Hachts de 'wint rariabel, dreven in de diepte van
24, 26, 29, 32, 38, 40, 60, 60, 70, 72 vadem.
a 28. Y Morgens was bet doncker mistich weder, conden
boven een scheepslengte niet van hem sien, somtyts
een variabel lachten, dan meest stilte, lieten het al
dryven in d# diepte van 60 A 70 vadem ; 's mid-
daehts giste meest op een plaets te wesen, als op
den 27 d^ in breete, maer wel 7 myien van lant,
hadden doen de diepte van omtrent 70 vadem, con~
den geen gront opcrygen« Tegen den avont saegen wy
een seyi in 't N.W. van ons, met een weynich op-
claeren van de vreeslycke donekere mist, maeckten seyl,
deden onse b^t om daerby te eomen, alsoo verhoopte
dat hetselfde het jacht Breskens was, maer hem wat
naeokende, saegen dat het een groote Japanse cost-
berek met een groot viercant seyi was, ende van ons
afliep om de Snyt. Wy lieten het weder dryven.
> Nachts diep 40, 38, 33, 28 vadem ende was
motrich weder.
b 29. 's Morgens hadden wy suicken vreeselyeke donekere
mist als noch nooyt bevonden hadden, ende het was
doot stil, dreven met de stroom om de West, ge*
raeckten schielyck van de diepte van 28 vadem op
20 ende 19, singel gront, lieten ons werpancker vallen,
verbeydeude de tyt dat het mochte opclaeren ofte
coelte comen, om weder wat t*see te loepen. Tegen
den middach cregen wy een styve Snydelyeke coelte,
lichte ons ancker, maer eer ons ancker op was, waeren
op de diepte van 15 vadem, singel gront, wy Ieyden
het mét schoversc^ylen t'seewaert in ; dese styve coelte
dee de mist ten deele wat verdwynen. 'sMtddachts
Digitized by VjOOQ IC
76
Mayus.
waeren naer gissing op de breele viin 38 gr», omtrent
4 mylen van laat. Door de styye wint verhefte hem
desee,seer afgryselyck ende hol tegen de gronden, ende
qaaemen de swaerste sees uyt een S.S.0. ende S.O.,
doch de wint liep in *t S.S.W, met heel styye wint,
naemen onse bonets af, ende lieten het S.0. ende
0,S.O*waert over staen te seewaert in, wy cregen
soo veel worp sees over, als wy van boven, onse pre-
senning over de loycken gespyckirt synde, eonde loo-
sen. 's Middemachts wert het stil, maer de see noch
heel verbolgen, met motrich weder.
e 30. 's Morgens hadden wy moy sonneschyn weder, ende
de see slechte al langsaem, de wint meest N.W.t.N.
met moye topsoyls coelte, sette onse beyde marsseyls
by, deden ons best oih de cast weder aen boort te
crygen, conden in 't N.N. W. een ront berchien sien,
omtrent 9 i 10 mylen van ons, ende geleeck een
eylant, vermoeden dat Toy te wesen, daer de Ja-
panders ons verscheyden reysen van geseyt hadden.
Gisten sedert den 27 d% door malcanderen vertiert te
syn, O.N.0. 6«/| myl, waeren volgens dien, op de ge-
giste breete van 38 gr. ende op de lengte van 160
gr. 34 min., ende op de bevonden breele van 37 gr.
40 min. : soodat ons de stroom om de Suyt geset
hadde 20 min* meer als onse gissing was, waeren 7
i 8 mylen van lant, ende het was over de 100 va-
dem diep, singelgront. lïaer de roiddach liep de wint
Westelyck, leyden het om de Noort. *sAvoats wert
het claer weder, naemen onse marsseyls in, ende
geyden onse seylen op, ende lieten het soo K.waert
over leggen dryven. *sAvonts conden wy het lant
pas sien in 't S.W., ende in 't N.N.W. lach een
ront berchien, synde naer myn vermoeden Toy; soo
ick can bemercken, hadden wy harde stroom om de
Suyt, saegen veel raveling van stroom.
Digitized by VjOOQ IC
77
Mayiis.
d 31. *s Morgens was het beei moy weder met stilte, de
deyninge uyt een Suydelyekenliant» giste *smiddachts
vertiert te wesen N. 5</, myU waeren Tolgens dien,
op de gegiste breete van 38 gr. 2 min., ende op de
lengte van 16Q gr. 34 min., ende op de bevonden
breete van 38 gr. Doen lach Toy N.N.W. 7 ik 8
mylen van ons, ende de laege santpont besoyden Toy
lach in 't W. 7 4 8 mylen ?an ons, ende het was
70 k 75 vadem diep, conden in de bocht in 't N.W.
geen lant sien, vermoedende dat de groote bocht te
syn, daer de Japanders ons af geseyt hadden. Desen
nytsteeckende hoeck van Toy is heel kenbaer, als
men uyt de Suyt compt vertoont hem als een hoocb
eylant, ende een weynich daer bewesten, met een rey ^
van gehackelt geberchte, met een corte spaetsy laech
lant, condt voorts by het nytteyckenen desselfs ver-
der beoogen. Gregen naer de middach een moy Inchie
uyt leen S.O., stelden onse cours N. aen, om by O.
het eylant Toy om te loopen, want het eylant Toy
leyt boven een myl niet van de nytsteeckende hoeck ;
benoorden de nytsteeckende hoeck liggen onder de
cust veel cleyne gebroocken eylanties. Des aflermid-
dachts is by den E. Commandeur, den raet beroepen
ende geresolveert, alsoo volgens onse laetstgetrocken
resolutie, onse tyt geexpireert was, ende onse mede-
maet niet vernaemén, onse reys soecken te vervorde-
ren, Yolgens onse instructie, van den E. Heer Generael
ende Raden van India, medegegeven. Oock dat wy
noch 2 stucken uyt onse boech, tot ontlichting van
het schip, in *t ruym souden leggen; ende dat met
regenich weder, tot onderhouding des scheepsvolcks
gesontheyt, soude 's ochtents bier en broot gecoockt
worden. Tegen den avont bemerckten wy dat U lant,
hiervoor van ons voor een hoeck aeng^ien, al ge-
Digitizêd by VjOOQ IC
78
Mayas.
broocken iojhndctt wa^en, ^nde soo' veer' wy aaide
. liT.:.sieti'coiidcé^' feie^beii al gebroocken eylandea te
Tvesen; haddea met icms onderfanck een eylant, dat
de cleyne T&èfel xix de Piseód9r4s wel geleèck, omlrent
W. 3 mylea va» ons. Her booge eyTant, by ons
eerst. Toor een hoeck aengesiéft^ laeh N«W. i/^ W.
vuu odsv dil Termoede ick Tof Ie syn, het was 80
vadem diep, «regeriin H N. wel söo Oostelyck, een
beèl boegen Taefelbereh^ waervan om dé O. beger lant
aüsireckte» mei ées soiiiMonderganek cregea wy een
groeft, onweer van regen e&de blixenv n^^t swaere
donderUa^en» over faetr gebeithte, de wiol met een
styve coeüè Snydelycky naenlen onse seylen in, lieten
het voor de-fbok N.t^. aengaen. 's Nacht» de v?int
met boyeni variabel N.N.O. ende O., met groote
stortr^n, faiebien * dien heèlen nacht met schover-
seylen af ende aea;
Jgmyaé.
e 1. 'sMoi*gen) was 't moy weder, de wintN.N.0; Setten
onse beydè marsseyls by, leyden hel om de N.W.
naer hel eylant Toy, vikèc alsot) wy hetseifde niet
eonden beseykh, sejdden soo diep tnsschen het Taefel
eylant esde Toy in, dat de Oostely<^ste hoeck van
het eylant Toy, IS. van ons was, ende waeren- omtrent
1 myl van de wal, wenden *t doen, t'see gew^t synde,
mochten (Kt.N. seylen^ conden geen groot crygen, maer
was hier heel steyl, de wint N.t.0. 's Middaehts lacJi'
de spitsberch van Toy, K.W. ^1^ W. -2 k 3 mylen
van ons, ende was diep 80 vadem ; haddeü naer gis-
sing behoudt Noorden Omylén, waerea volgens dien,
op de gegiste breet^ van 38 gr. 24 min., ende op
de lengte van 160 gr. 34 min. Hielden het naer
midcfech raèck ende daeek ïnet laverea; de stroom
om de Suyt lo«»pende,^ maeckte met Noordeiycke wint
Digitized by VjOOQIC
JoDyus.
decbt vster. '•Aranto peyldea wy Toy WJi.W. i/.
N. 4 mrkn vn ons^ cade waeren graat af* 'sNachto
de eetsle vMht oyl symki* wert bet heel- 8t9.
f 2. VHorgeos eregea wy een moy lochfien ojt een Soy-
ddyck^ handt, doea lach Tey N.W* 3. mylen van
ens, stelden eoseii cours N.t,0. *s Middachtg lach het
eylant Tlpy, te vreten bet Soyteyi^ 8 ii 4 mylen West van
. onsy endo lach inet bel Soyteynt van het Taefel eylant
ixwet een ; recht Noorden van het Sayteynt van Toy
1 a 2 myien, tiggen ecuif» gebraoduin eyhmden ende
cRppea onder de ival. Wat landelycker leyt noch een
èylantie) vat langer ende hooger. Dicht ónder de cast,
eea balf vyl daer beni^rdeni l^t nocb een ront
eylaoitie, gelyck een Tojppêrriioeiiinf daer aen beyde
eynden al sdieipe cUppen, die boven vater leggen, af
strecken -ende vertonen haer al» naelden. Tnsschen het
Yör^ eylant ende het Toppersho^tien^ geleeck een ri*
vier in 'I lant te loopen, i de cast streckte hem hier
al Noortwaert been, met veel inbocbten ende was al
hooeh lant . Giste 's mnddachts geseylt te. hebben^ N. t. W.
Vt ^M Vfl ™7'» waeren Tolges» «Hen, op «dé gegiste
breete van .38 gr. 30 mtn.^ «nde op de lengte van
160 gr* 31 mia^r ende op de .bevonden breete van
38 gn 29 min. 'sAvonIs laoh de Oosthoek van
Toy S^W.t.S. 5 II 6 mylen van one, saegen in 't
N.t.0.. een heel hoogen vlacken bmh, dien.wy den
naem gaven van denTa^/êlforcA,. sleldoa onse cours
nutten dondier .N.O.t.]S. aen, de wint. S.0. met een
moy coeltie. 'slfacbts jstitte.
g 3. 's Mofgens hadden. w.y moy ïveder, met een Snydelycke
tDpseyls codte> hadden doen de Taefelbereh N.W. 5
mylen van ons,, deden ense conrs N. langs de wal,
bewéstcn .dese hoogen Taefelèercb maedLt het .lant een
grJDote tnhocht, eode alsdan streokt de coat S. naer
Digitized by VjOOQIC
80
Jonyus,
Toy toe; tasschen 7by eade- de TaefMereh leyt een
ronde berch, alwaer een tooren opstaet ende seer ken-
baar is. Van de Taefelbereh tot aen een steylen hoogen
gehackelde hoeck, dien wy de Gaep de Goeree noem-
den, omdat tosschen beyden, schenen ?eel havens ende
eylanden te liggen, daer Goederee soo het leeck after
vaere; de cast streckl hier N^t-O* ende S.t.W. Wy
cregen hier veel Japanse Tisscbers aen boort, die
ons 30 roode steenbraesems ende 3 cabbelianven over-
gaven, daervoor wy baer wat ryst gaven ende eens
arack schond^en. Daer quaemen 2 k 3 Japanders
over, die presenteerden ons in een haven te brengen,
ende noemden de plaels NabOj ende een ander plaets
Sehay; dan sy siende dat wy hier in geen haven be-
geerden te wesen, syn met vrientschap gescheyden.
Tegen den middach wert het deysich weder, conden
geen hoochte crygen. ^sMiddachts lach de C. Goeree
N.t.W. van ons 4 mylen, giste geseylt to hebben,
N.N.O.lOmylen, waeren volgens dien, op de breete
van 39 gr. 28 min., ende op de lengte van 161 gr.
2 min., stelden doen onse conrs N.t.W. aen, om de
Caep terdegen te besiehtigen. Het was hier 2, 3, 4
* myl van lant, al over de 100 vadem. diep, al wasige
gront, die men aen 't loot niet con opcrygen, sae-
gen noch verscheyden visschers, maer alsoo de Soy-
delycke wint begon styf door te blasen ende hol wa-
ter maeckte, dorsten niet aen boort comen^ vreesden
voor het stoeten van haer bareken. Naer de middach
cregen wy regen, van 'smiddachts naer gissing ge-
seylt 4 mylen N.t.W. aen, hadden doen de Caep
Goeree W.N.W. 1 myl van ons, ende was 80 vadem
diep, gront als vooren, stelden doen onse cours N.
tot het vallen van den doncker l^t myl, doen lach
Caep de Goeree S.S.W, 2 mylen, ende de hocck be-
Digitized by VjOOQIC
81
Junyos.
soyden de caep S.t.W. 7t ^- ^ mylen van ons ; tos-
schen die hoeck ende caep schynt een groote voert 1)
in te loopen, streckende S.S.W. heel diep in *t
lant, sonden naer wy sien conden daer heel nyt der
see seylen connen ; gaeven die voert den naem van
Goeree. Het veerste lant dat -wj sien conden, lach
N.t.W. 8 mylen van ons, ende was een vlacke
hoogen berch; ende een laege vlacke afgaende hoeck
lach N.N.W. 4 è 5 mylen van ons. Deden met het
opsetten van de wacht onse cours N.t.0. aen, met
een Snydelycke wint ende regen; in de eerste wacht
hadden wy de diepte van 78, 84 vadem, gront als
vooren; de eerste wacht nytsynde, lach de laege af-
gaende hoeck in 't N.W.t.W. van ons, ende betrock
stracx door een dicke natte mist, in de tweede wacht
diep 90, 100 vadem, in de dachwacht gront af,
doen stelden wy onse cours weer N. aen.
a 4. 's Morgens mistich doncker motrich weder, de wint
Suydelyck, stelden onse cours N.W. ende corts daer
naer N.W.t.N* aen^ om de cust van Japan weder
sien in 't gesicht te crygen, 't welck wy met een
blinck eens saegen, ende was een hoogen berch^ die lach
W.S.W, van ons, ende was stracx weder door de
mist betrocken, wy vermoeden dat die berch het
N.eynt van Japan was. Saegen menichte seerobben.
'sMiddachts naer gissing geseylt N,t.W. 14 mylen,
ende was 72 vadem diep, grauwe santgront, waeren
op de gegiste breete van 40 gr. 23 min», ende op
de lengte van 160 gr. 48 min., dreven in stilte. Twee
glaesen naer den'middach, cregen een O.S.0. styve
topseyls coelte, seylden N.N.W. 2*/» Piyl, cregen
doen de diepte van 72 vadem, gront als voor en;
naemen doen onse marsseylen in, lieten het by de
1) Inham of Zeeboezem. Witsen.
Digitized by VjOOQ IC
Janyus.
wint over staerii mochtea N. seylen, de wint O.N.0.
met regen ende een heel donckere mist, dewelcke
continueerde tot de tweede wacht nyt, de wint tree-
kende temet naer het N« Hadden de diepte van 50
vadem tot 2 glaesen in de eerste wacht, doen diep
40 vadem, al gront als vooren, wenden bet O.waert
over, gewent synde, diep weer 50 vadem, in de
tweede wacht diep 54, 56 vadem, ia de dachwacht
diep als vooren, de wint van 'smiddachts variabel,
S., 0;S.0., 0.N,0., N.N.O., N. end© N.W,
b 5. *s Morgens was 't al mistich motricb. weder, de wiat
N.N.W. de see al hol aenschietende qyt een N.0,,
setten onse marsseylen by, lieten het by de wint
N.0. over staen, maer maeckten weynich aenganck,
het was 65 vadem diep, grau santgront, het diepte
langsaem op als volcht, 70, 75, 80, 85, 90, 100
vadem, gront als vooren. 'sMiddachts gront af, giste
geseylt te hebben N.N. O. 37t myU waeren volgens
..dien, op de N.breete van 40 gr* 36 min., ende op
de lengte van 160 gr. 55 min, Saegen veel seerobben
ende veel drift, te weeten groene tacken van boomen,
ende steencroos ende groene blaederen dryvén.
6. 'sMorgens was de wint N.N. O. met tppseyls coeltc,
wenden het om deN.W. met mistich motrich weder,
de wint uyt- ende inschietende tusschea het N.N.0.
ende N.N.W., leyden over ende weer om soo veel
N. te winnen als mogelyck was om niet in de bocht
tasschen Japan ende Eso te vervallen, saegen veel
seerobben ende drift als vooren. Giste ^smiddachts
geseylt te hebben, O.t.N. */§ N. 8 mylen, waeren
volgens dien, op de breete' van 40 gr. 45 min. ende
op de lengte van 161 gr. 34 min., wenden het doen
om de N.0. 'sAvonts trock de wiüt naer 't N.N.W.
ende voorts naer *t W., ende hetbe^on op t^ claeren.
's Nachts somtyts coelte, somtyls stilte.
Digitized by VjOOQ IC -
83
Janyus.
d 7. 'sMoi^Ds was *t claer helder weder, de wint Wes-
telyck met töpseyls coelte, onse coars by de wint
over om de N. -s Ocbtents omtrent te 10 neren saegen
wy hooch lant in *t N.t.W. van ons, vermoede *t
sel?e het lant yan Eso te wesen. 'sMiddachts giste
geseylt te hebben N.N.0. 1 1 mylen, waeren volgens
dien, op de breete van 41 gr. 26 min., ende op de
lengte van 162 gr. 1 mnn., ende op de bevonden
breete van 41 gr. 24 min. ; alsdoen lach de S.0.
boeck van Eso N. omtrent 9 i 10 mylen van ons,
ende was een hoogen steylen boeck, gelyck per nyt-
teyckening blyckt. Vervolgende onse conrs recht N.
aen naer d"*. steylen boeck toe. Omtrent naer de
middach te 3 neren cregen wy gront op 50 vadem,
santgront, waeren doen omtrent 4 mylen van d*.
boeck. *s Avonts wat voor sons onderganck saegen wy
hooch lant van 't W. tot het N.W.t.W., hetweick
naer myn gissing wel 20 mylen van ons lach, wat
naer sons onderganck lach d**. steylen boeck N. 3 my-
len van ons, ende was doen diep 24 vadem, schilpige
saotgront, geyden onse seyl^ op ende lieten bet dry*
ven, met de steven om de S. 's Nachts in de eerste
wacht diep 25, 30, 50, 56 vadem, d*. wacht nyt
synde, leyden het om de N., In de tweede wacht
diep 56. 60, 65 vadem, santgront.
e 8. 's Morgens was H moy weder, de wint Westelyck,
maeckten seyl, deden onse cours vooreerst om de N.
naer de wal toe, liepen tot een '/t ^yl ^^^i onder
de hoogen boeck, ende stelde doen onse cours langs de
, wal in de diepte van 20 k 24 vadem. Van d*". hoeck
I streckt het lant N. ende is hier hooch dubbelt lant,
ende lach op de toppm bedeckt van sneeuw. Van den
hoogen hoeck langs het lant seylende om de Noort,
•/, myl buyten de wal, is de diepte 18, 19, 20 va-
6*
Digitized by VjOOQ IC
84
Janyas.
dein» de cours N. 6 myl, soo streckt de cast met
laech lant om de N.O., ende vertoont hem op som-
mige plaetsen met vlacke taefelbergen, dan niet seer
hooch. 's Middachts lach de hoogen hoeck te weten de
S.0. hoeck van Eso^ S.W. */, S. 5 mylen van ons,
doen hadden wy een groote bay ofte inbocht in H
N.W.t.N. van ons, waeren doen op de gegiste breete
van 42 gr. 197t min., ende op de lengte van 162
gr. 18 min. Wy saegen veel roock optrecken op
verscheyden plaetsen in *t hooge lant, was diep 58
vadem, wasige gront; waeren 3 mylen van lant ; deden
onse cours N.0. aen langs de wal, de wint S.S.W.
met slecht water, was beel mistich weder, soodat
wy naer de middach weynich bescheyt van het lant
siea conden. Tegen den avont diep 35 vadem, nae-
men onse seylen in ende lieten het dryven, vingen
met den doncker 4 cabbelliauwen. *s Avonts in 't op-
setten van de wacht, cregén wy de diepte van 26
vadem, ende alsoo de gront hart opdroochde ende
de see ons styf om de N. smeet, quaemen hier met
stilte ten ancker op grove santgront ; voor ons werp-
ancker geset liggende vernaemen geen stroom, vingen
^s nachts noch twee cabbelliauwen* Het bleef 's nachts
stil maer mistich.
f 9. 's Morgens was *t noch stil, somtyts een variabel
coeltie, lichte ons ancker om wat op dieper water
te seylen, want het heel mistich bleef, conden oock
de lant-see ' licht hooren ruyssen, onder seyl synde
het coeltie slaepende ende de Suydelycke deyninge ons
styf om de N. settende, droochde op tot op 15 va-
dem singelgront, hoorde de lant-see noch veel meer
als vooren, quaemen dan weder ten ancker. Bevonden
op dese cast als op de Japanse cust, dat als men
binnen de 20 vadem onder de wal compt, de gront
Digifized by VjOOQIC
85
Janyus.
meest singel is. Tegen den middach begon de sofn
claer door te scbynen, maer was noch al even mis-
tich op den horisont, conden noch het lant niet sien ;
wat naer de middach begon de mist op te claeren,
saegen doen dat wy in een groote inbocht geseylt
waeren, ende maer 7i ^J^ ^^ 1^°^ geanckert laegen,
ende was hooch steyl lant met Teel valeyen vol ge-
boomte. Peylden de S.0. hoeck van Eso S.W.t.S.
12 mylen van ons. Waeren op de gegiste breete van
42 gr. 44 m.^ ende op de lengte van 162 gr. 30 m.,
hadden een laege hoeck 6 mylen S.W.t.W. van
ons; hadden noch een hoeck in 't N.0. 7t ^* ^
of 7 mylen van ons, alwaer wel een rivier geleeck
by in te strecken soo wy sien conden ; saegen noch
lant in 't O.t.N. maer conden geen seeckerheyt sien.
Voorts lieeft de cost veel bochten, maer can niet
geanckert worden daer men voor de see. beschut
licht. Omtrent 3 & 4 neren naer den middach qoam
ons een vaertuych aen boort, waerin twee mans met
een jonge waeren, hadden 2 elantshnyden met wat ge-
droochde salm by haer, voorts pylen ende eick een
booch met een houwer, quaelnen gewillich over lo
ons schip ende vraechden naer taback, seggende /a/n-
backOi conden haer niet verstaen; sy schoncken aen
de E. Commandeur de geroockte salm, doch was niet
gesouten, ende een elantshuyt; sy syn getracteert
met een arackien ende toebackien, waeren wel in haer
schick. Dit was cort gedrongen volck, brnyn van vel,
hebbende rnyge swarte baerden, syn op haer lyf seer
ruych van swart haer, syn voor op het hooft ge-
schooren, maer voorts lanck haer, van de helft haers
hoofts neerhangende, als sy drincken lichten haer
knevels op met een vinger. Sy hadden grove rocken
van hennippe linnen aen, daerover rocken van vellen
Digitized by VjOOQ IC
86
Janyus.
gemaockt, sy hadden gaeties ia haer oorea waer toaties
in hingen, den eene had een ring in syn oor, het
vreick was ?an specy als coper ende half gout, had-
de» messen op haer boyck, de heften ingeleyt met
isilver ; aen de plaeten aen haer houwers, die waeren
op syn Japans, was oock siiver aen ; sy eenden wel
gont ende silver, presen dat haer pylen waeren seer
suptyl gemaeckt, sommige met fenyn bestreecken. Sy
wesen in 't W.t.N. dat sy daer woonden; ende dat
die plaets Taeaptie genaempt was, ende de hoogen
st^ylen hoeck van Eso noemden sy Cfroen, ende de
bocht met de rivier Gauisiaer, ende in *t N.O. eea
plaets genaempt Cyrarca, noemden oock een plaets
genaempt Goutsiote, Naer dat sy nvel met een ta-
bjickien ende arackien getracteert waeren, syn vrolyck
naer lant gevaeren ; haer praow was voor ende achter
plat, roeyden met smalle rieipen, Sy wat van boort
geweest hebbende, cregen een S.W. coeltie, lichte
ons ancker, gingen onder seyl, lieten bet by de wiol
over staen om uyt dese bocht te geraecken; lieten
het om de S.S.0. voortstaeo, tot dat de eerste wacht
nyt was, geyden doen onse fock op met het grootseyl,
haelden onse marsseyls neer, Heten het soo drjven,
verwachtende den dach; waeren gront af.
g 10. 's Morgens hadden wy claer weder, de wint W.S.W
saegen anders geen lant, dan daer wy van daen ge-
seylt waeren, deden onse cours O. aen, giste geseylt te
hebben 'smiddachts van onse anckerplaets, O.S.0.
10 mylen, ende was doen 100 vadem diep, wasige
gront, Waeren op de gegiste breete van 42 gr. 29 mt
ende op de lengte van 163 gr. 19 min., ende op i^
bevonden breete van 42 gr. 37 min. Saegen geeo
lant, deden onse cours N.0. aen, omtrent 3 ueren naer
de middach stelden wy onse cours N. aen, om het
Digitized by VjOOQIC
87
Junyus.
lant seecker in '1 gesicht te crjgen. ^ Het was heel
deysieh op de kimmen, conden geen gront crygen, de
wint liep variabel met veel stilte, saegea Teel drift ^
soo 't scheen quam uyt een rivier, 's Nachts de wint
variabel met veel stilte, hadden geen gront.
a 11. 's Morgens was *t al stil weder» somtyts een cleyn
luchien nyt een N.O., allengs omloopende naer het
O. ende voorts naer het S.S.0. Gort naerdat de
cock vroeg eost geschaft had, cregen wy gront op 60
vadem, wairige gront, saegen corts daernaer het lant
in 't N. ende N.N.0, tot in 't W., was effen vlack
lant met geen geberchte, de cast streckende O.N. O.
ende W.S.W. soo veer wy sien conden. De wint
N.N.0. lieten het by de wint om de N.W. over-
staen> om het lant terdegen te besichtigen, want het
heel deijsich betrocken lach; het droochde temet op
als volcht, 50, 43, 36, 30, 28 vadem, swart sant-
gront. 'sMiddachts giste geseylt te hebben, N.9my-
len, waeren volgens dien, op de gegiste breete van
43 gn 13 min., ende op de lengte van 163 gr.
19 min., ende op de bevonden breete van 43 gr
10, min., waeren 27t ^jl van lant, op de diepte van
27 vadem, gront als vooren, Doen lach het Weste--
lycuste laat dat wy sien conden, W.t.S. 6 mylen
van ons, ende daer scheen wel een ejlant te liggen,
het Oostelycxste lant dat wy sien conden, lach N.0.
Tan ons, 4 è 5 mylen. Wy hadden een rivier in H
W.t.N. */, N. van ons, saegen hier eenige clipies
onder de wal liggen boven water, saegen hier veel
drift, de wint trock temet uyt het N.N. O. naer het
S.S.0. , seylden al by de wint Oostwaert over, inde
diepte van 22, 21, 20, 19 vadem'; naer de middach
cregen wy een Suydelyck coeltiè, stelden onse cours
O.N.0. langs de wal. 's Avonts lach de hoeck die
Digitized by VjOOQ IC
88
JODJOS.
wy 'smiddachts ia het N.0. gepeyit hadden, in het
N.W.t.N. 2 mylen van ons, ende was diep 25 va-
dem, gaeven dien hoeck den naem van Gaep de
Manshoofïy omdat hy hem vertoont ak een hooft.
Hier is al slecht lant, niet hooch, sonder geberchte,
saegen doen in 't N.W.t.W. van ons een rif, daer
het seer op barnde, ende lach omtrent een myl van
lant, ende om de NjO. van de Gaep de Manshoofi
lach een vlack laech eylantien met 3 cleyne berchies,
het N. eynt van d"". eylantie lach N.N.0. 3 mylen
van ons, waeren van ^smiddachts geseylt O.N.0. 5
mylen ; saegen in *t N.O.t.N. soo ons docht hooch
lant, maer werden soo veel bedrogen van de mist,
dat men somtyst mist voor lant ende lant voor mist
aensaegen. *8 Nachts was *t soo mistich, conden in U
minst niet van ons sien, onse cours O.N.0. tof de
eerste wacht uyt, deden doen onse coars N.0. aen,
sejiden die heele wacht in de diepte van 25,
30, 32, 34, 36, 38 vadem, tegen den dach diep
30 vadem, al santgront met schilpen vermengt, de
wmt 's nachts variabel met veel stilte. 'sAvonts had-
de wy onse compassen geleyt op 9 gr. N.Oostering.
b 12. ^s Mollens was 't heel mistich motrich weder, de
wint O.S.0. ende S.0. met stilte, somtyts een cleyn
coeltie, lieten het N.O.waert overstaen, het droochde
allengskens op tot op 23 22 vadem, ende het water
wert heel slecht sonder deyninge, wisten niet waer wy
dreven of seylden door de mist ; qaaemen ten ancker.
Ten ancker liggende bevonden hier harde stroom om
dè N.W. ende naer de middach om de W., saegen
veel drift verbydryven, insonderheyt veel veeren van
vogels, gelyck wy daegelycx veel sien dryven, giste
geseylt te hebben N.O.t.0. '/é O* ^ mylen, waeren
volgens dien, op de gegiste breete van 43 gr, 28 m..
Digitized by VjOOQIC
89
Jaoyus.
ende op da leogte van 164 gr. O min. 'sAvont9
ende 's nachts coatinaeerde de mist ende de mot-
regen, conden de lant-see hooren.
c 13. *s Morgens continoeerde de mist, conden niet boven
een scheepslengte k twee ?an ons sien, wy hoorden de
lant-see seer storten, alhoewel het stil ende slecht
water was. Omtrent te 9 neren *s ochtents claerde de
mist wat op, saegen doen de Caep de Manshoofl
W.t.N. 3 mylen yan ons, conden de streckende cast
tot in H W.t.S. sien, saegen het eylant met 3
berchies in 't N.W. 7i ^* ^ mylen van ons, de
hoeck tosschen Caep Manshoofl ende het 3 geberchte
eylant gelegen, lach 4 mylen W.N.W. van ons; sae-
gen oock in 't N.t.W. 7i W. 1 myl van ons een
groot recif branden, in H N.O.t.N. ^4 0. lach noch
een vlack eylant omtrent 1 myl ?an ons, hetwelck
wy den naem gaven van 't Barbaren eylant. In 't
O.t.N. 1 myl, lach noch een party dippen boven
ende een deel onder water, alwaar de see seer styf
op storte ; after dese eylanden schoenen fraeye inboch-
ten te wesen, dit leecken wel naer de Pfscadores
eylanden, waeren allegaeder slecht ende plat boven
ende niet hooch, schoenen heel dor te syn. Dit vorige
op het corts beooght ende afgepeylt, wert stracx
weder heel mistich met r(9en, waeren tot 3 reysen
onder seyl met een cleyn Inchie maer mosten stracx
door stilte weder ten ancker comen, aboo met de
stroom om de N. dreef, qoaemen eenige reysen ten
ancker op 227t vadem, schilpige santgront, bier nu
geset liggende, vemaemen weynich stroom. Tegen
den middach cregen wy een moy coeltie oyt een
Snydelycker bant, gingen onder seyl, deden ons best
om bnyten dese gebroocken eyl. te comen, seylden
omtrent «^niyl boven het Ooster recif, vonden de diepte
Digitized by VjOOQ IC
90
Janyas.
in 't vaerwater als volcht 20, 21, 28, 27, 28 va-
dem, saotgront* Doen wy het Oester reeif een quart
myl van ons hadden in *t R.N.W. van ons, ende lach
met het Barbaren ejlant overeen, bevonden doen de
diepte van 18 vadem, schilpige <»raelgront. Doen lach
het Barbaren eylant 17i myl van ons, ende de mist
elaerde ,heel op, saegen noch een vlack eylant doen
in 't N.0. */, O. van ons liggen. Dese voorschreven
eylanden syn 1, VJ^ k 2 mylen lang, hebbende veel
deyne eylandekens ende dippen by haer liggen, afler
dese eylanden op het vaste lant leyt een kennelycke
berch, boven met een keep ende leyt alleen. Daer is
op het vaste lant hooch binnenlant, het weick wy
met een blinck eens saegen,, ende was meest boven
bedeckt met sneenvf, de berch met de keep lach *s mid-
dachts N.W,t.N. van ons, vraereti doen */i nayl buy-
ten het Ooster rif. Saegen doen 3 vaertoygies naer ons
tpecomen, hebben dien ingewacht, qaaemen aen boort,
in ider was 5, 6, 8 man, ende het vaertuych ende
volck was van gedaente als vooren, sy wisten die
plaetsen oock te noemen die de voorige inwoonders
ons genoempt hadden, quaemen in 't schip ende
vraechden stracx naer taback, hadden eenige fyne vel-
len ; naer wy sien conden waeren het ottersvellen die
sy wilden verrnylen, maer hielden dien heel daer,
verraylden eenige robbevellen met een beerehnyt voor
taback, sy droncken scheepsarack voor sackie 1),
ende waeren heel vriendelyck ende vrolyck volck, sy
wilden ons after de eylanden. te ree hebben, noemden
een plaets Tamary^ seggende Pierke Tamary^ dat
is te seggen, compt te Tamary. Sommige van haer
hadden groote silvere ringen in haer ooren, conden
1) Een zekere drank in Japan.
Digitized by VjOOQ IC
91
Junyus.
goot rade silver heel wel, verachte coper. Hadden
haer vnenlaegen by haer om viier te slaen, dat waeren
Tiereante planckies daer een holietien in is, was
voosachtich hout, daertoe hebben sj rieten daer een
coFt stockien in steeckt; ais sj Tuer hebben willen,
800 stoten sy dat stockien in dat holietie ende vryven
dat tosschen haer handen , dat het omdraeyt heen en
weer, soo gedoopt in gesmolten swavel houden dat
daeraen, hebben straci brandent Tner. Dese habytanten
noemden eea plaets, die sy wesen in 't Ff.0.t.N. te
liggen, Takotekan^ ende in 't N.0. een plaets ge-
noempt Raekokan, brachten oock traen in leeren
sacken om te verruyien aen boort. Sy siende dat wy
Toorsloegen om wat bet te laeten loopen, voeren van
boort ende riepen al in 't wecbTaeren Pierke Tamary
ende wesen naer lant ende toonden haer heel vro-
lyck. Sy van boort synde liepen wat bet t'see tot op
40 vadem y ende alsoo het cort weer heel mistich
wert, geyden onse seylen op ende leyden het met de
steven t'see met de besaen, ende lieten het 's nachts
dryven, de wint meest S.W. met goet weder ende
slecht water, maer heel mistich ; het diepte af tot
<^ 50 vadem, santgront» saegen naer de middach een
hoogen berch met een pieck in 't N. 7t O. van ons.
d 14. ^s Morgens was *t noch heel mistich, de wint Wes-
telyck met cleyn topseyk coelte ende slecht water,
maeckten seyl, stelden onse cours O. aen, tegen den
middach begon 't op te claeren, cregen helder sonne-
schyn weder. 'sHiddachts giste geseylt te hebben,
O.t.S. 4 mylen, waeren volgens dien, op de breete
van 43 gr. 25 min., alsdoen lach het Barbaren eyl.
N.W.t.W. 4 mylen van ons, saegen in 't lant een
hoogen berch met een pieck, die wel 20 mylen van
ons lach, in 'iN.W.t.N. van ons. Dat Noordeiycxste
Digitized by VjOOQ IC
92
Janyas.
van de Barbaren eyl. ladi N. 3 myleo van ons,
benoorden dese eylanden ontfalt hem het lant met
een groote inbocht ende is al laech slecht lant^ maer
di.ep in 't lant hooch geberchte, 't welck bedeckt
lach yan sneeaw; saegen cort naer de middach noch
een vlack eylantie, het welck recht ia de bocht leyt,
ende heeft verscheyde dippen om de N.0. van hem
liggen, vernaemen hier veel walvisscheni gaven 't den
öaem van 't Walvisch eylant. Onse cours was O.N.0.
langs de wal, conden geen voorlant in de bocht sien
als het hooch binnenlant, saegen oock in 't N.0.
hooch. lant I was *smiddachts 50 vadem diep geweest.
Onse cours tot 'savontsO.N.0., de wint variabel van
't N.N.W, tot 't S.S.W., diep naer de middach
55, 60, 65 vadem, santgront. *sAvonts lach het
hooge lant dat op de Noortsy van de groote bocht
leyt, in 't N.t.W. */, W. van ons, waeren omtrent
3 & 4 mylen van lant. Het veerste lant daeraen
streckende was duynich lant, ende lach in U N.t.0.
van ons, 5 & 6 mylen, ende was diep 65 vadem,
stelden doen onse cours N.O.t.N. aen. 's Nachts was
de wint W.N.W, ende W., doorgaende^coelte, diep
65, 70 vadem, santgront, in de tweede wacht ver-
toonde hem de see soo brandich, conde niet beter
sien ofte saegen een droochte in 't O.N.0. van ons,
leyden het met de steven om de S.W. ende lieten
het met een seyl by leggen, verwachtende den dach.
e 15. 's Morgens was 't taemelyck weder, de wint met een
styve doorgaende coelte N.W., maeckten seyl, deden
onse cours by de wint over om de N.N.0. ; den dach
wat doorgebroocken synde, peylden de N. hoeck van
de groote bocht W.t.S. van ons, ende de N.hoeck
van de duynen W.N.W. 2 & 3 mylen van ons. Dese
streeck duynen vertoonen haer als een eylant, door
Digitized by VjOOQIC
93
Janyas.
oorsaeck het iant aen beyde eynden hem ontfalt, seer
eert om de West. Wy gaven de Ff. hoeck van- de
doynen de naem van Gaep de Canael^ omdat wy
anders niet sien conden of daer benoorden in *t
N.W. van ons was een doorganck ofte canael, maer
de wint naer U W. treckendOi soo styf doorblaesende
alsof hy door een trechter qoam, naemen onse mars-
seyis in, lieten het voorts om de N. voort staen,
maer corts daemaa besadichde de wint, soodat wy
onse marsseyls daer weder bysetten. Wat over de
middach saegen wy een heel hoogen berch in H N.
van ons, ende corts daemae oock in *t N.N.W.
weick Iant seer claer blonck van sneeuw, 's Middachts
giste ick geseylt te hebben N.0. ^/^ 0. 157t myl,
waeren volgens dien, op de breete van 44 gr. 4 min.,
ende op de lengte van 165 gr. 27 min., ende op
de bevonden breete van 44 gr. 3 min. Hadden doen
een hoogen nyt muntende berch recht N. van ons,
ende was heel claer helder maer seer cout weder,
continaeerden onse cours N. tot *s avonts, ende was
doen 115 vadem diep, singelgront. Naer gissing van
's middachts behouden cours N.N.0. 4mylen, peylden
doen het geberchte als volcht, in 't W.t.N. lach de
pieckberch, dien wy op den 13^^ oock gesien hadden
by Tamarij, in 't N. i/, O. van ons; in 't N.W.
«/, W( lach een heel hooge berch, die boven op seer
hackelich was ende geleeck een eylant, ende daerby
noch een hoogen berch, die hem aen tween met een
doof vertoonde ; daer beoosten quam een hoogen ronden
berch hem vertoonen met syn top door een dys,
saegen in 't N. tj^ W. een hoogen vlacke gecartelden
berch, daer op het W. eynt een berch op staet,
gelyckende een boeren schuer van fatsoen, ende is oock
het hoochste van dien berch. Van d*^. berch streckte
Digitized by VjOOQ IC
94
Junyas.
wat laeger laat tot in 't N.O.t.N. ende was het veerste
^ lant dat wy sien conden; de boeren schuer berchlach
ons het naest ende was omtrent 10 mylen van ons.
Het geberchte leeck al aen malcanderen vast te wesen
tot den gehackelden berch» soo ick con bemercken
liep een canael tusschen den gehackelden berch ende
den pieekberch door om de W., gelyck per nyt-
worpsel can beoocht worden. Dreven de eerste wacht
in stilte, de eerste wacht oyt synde was *t 100 va-
dem diep, cregen een coeltie uyt een S.W.» de wint
te vooren W.N.W. geweest synde» stelden onse coars
N.O.t.0. aen, t^en den dach wert het heel mistich
ende waeren gront af.
f 16. *s Morgens was 't heel mistich, de wint S.W. tree-
kende naer het S. met eleyne coelties eoóe slecht
water. *s Middachts gisten wy soo geseylt als gedreven
te hebben N.0. 7s 0. 11 mylen, waeren volgens dien,
op de breete van 44 gr« 30 min. ende op de lengte
van 166 gr. 14 min., hadden geen gront; hadden dae-
gelycx veel stcencroos ende strommels, gelyck men
by de G. de Bonne Esperanee siet, die hol syn;
ende veel veeren ende andere groente ei^e vrier dry-
ven, . ende het bleef heel mistich. *s Avonts geyden wy
de fock op ende lieten de marsseyls neer loopen,
lieten het soo met een seyl liggen dryven om de
N.0. *s Nachts liep de wint O.S.0. dreven doen om
de N., het was slecht water. Tegen den dach een
moye topseyls coelte ayt een O.N.0.
g 17. 's Morgens was het noch heel mistich motrich weder,
de wint O.N.0. met cleyn topseyls coelte, maeckten
seyl, onse cours by de wint N.waert over, wat naer
de vroeg cost saegen wy lant in 't N. ende N.N.W.
van ons, lieten het voort staen tot omtrent een ner
voor de middach, waeren doen omtrent 174 myl van
Digitized by VjOOQ IC
96
Junjas.
laol ende hadden de diepte van 44 ^deniy singelgront,
saegeo in 't W. het teerste lant van ons« ende om
de O. of 't veerst N.O.t-0. */, O. 27, myl ?an
ons, ende was een steylen hoeck. Van d\ hoeck tot
een ander hoeck streckte het lant van hoeck tot
hoeck N.0. ende S.W. Gisten van den verleeden
middach behooden te hebben N.N.0. 19 mylen,
vaeren doen by een steylen hoeck, daer beoofiten een
rivier scheen in te strecken» doch niet groot, waer-
▼an in den mont een steyle clip lach, gelyck een
pyramida. Het lant was hier heel slecht ende steyl,
in 't lant lach een hoogen berch bedeekt met sneeuw,,
doch de valeye yan het laech lant lach bedeekt met
sneeuw tot op strant toe, Saegen hier by menichte
seerobben, seholvers ende lammen swemmen, het lant
was seer groen, dan saegen geen geboomte^ het was
op dato seer coot, wy wenden het weder t' see, ge-
went synde, mochten iS.O.t.0. seylen, de wint trock
temet naer het N. soodat wy O. ende O.N.0. seylen
mochten. Giste 's middadits geseylt te hebben N.N.0.
7,0. 127s niylen» waeren doen omtrent 1 myl van
lant, hadden geen gront, hadden een hoogen hoeck
N.O.t.0. Tan ons 6 i 7 mylen, saegen noch heel
hooch lant in *t W. H welck al bedeekt hch met
sneeuw, maer doordien de mist continueerde, conden
« geen degelyek bescheyt sien als altemet met een
blinck. Naer de middach liep de wint N.0. seylden
O.S.O.waert over, maer wert somtijts heel stil, de
eerste wacht dreyen wy in stilte, oregen in U begin
van de tweede wacht een coeltie uyt een S.W., stel-
den alsdoen onse cours om de N.0. met motrich mis-
tieh weder,
a 18. 's Morgens was *t heel mistich, een cleyn luchien uyt
een S.W., saegen met een blinck een heel hoogen
Digitized by VjOOQ IC
96
Junyns.
berch bedeckt met sneeuw in *t N. 7t ^* ^^^ ^^^
maer was straci weder met de mist bedeckt, Yerrolch-
den onse cours om de N;0., hadden holle deyniage
nyt een S.0. Tegen den middach was de wint Say-
delyck, begon weder wat op te claeren, saegen om-
trent de middach weder een hoogen berch in *t N.JV.0.
yan^nsy dewelcke seer yan sneeuw blonck, maer was
stracx weder beti*ocken van de mist, conden geen voorder
beseheyt sien. Gisten *smiddachts geseylt te hebben
O.N.0. 1 1 mylen, waeren volgens dien, op de breete
van 45 gr. SVJ^ min., ende op de lengte van 167
gr. 45 min. Cregen naer de middach de wint S.0.
treckende naer het O. ende voorts naer het N. ; oase
cours om de O.rï.0. maer het wert stil, ende hadden
een seer coude natte mist. Wy geyden 's avonts onse
seylen op ende lieten het dryven, in *t voorste van
de tweede wacht cregen wy een coeltie uyteenW.,
lieten het O. aengaen met cleyn seyl.
b 19. 's Morgens was het mistich weder, de wint S.W.
met Slappe coelte, onse cours N.0. aen. *sMiddach(s
gisten geseylt te hebben O.N.0. 61/^ myl, waeren vol-
gens dien, op de gegiste breete van 45 gr. 41^4 ^'^
ende op de lengte van 168 gr. 19 min., saegen doen
lant met een' blinck in 't W. ende in *t N.N.W.
ende corts daernaer in 't N. ende was al hooch g^
berchte, seer blinckende van de sneeuw die daer op
lach, maer was weder corts betrocken van de mist.
Somtyts scheen de son claer, maer conden geen
quart van een myl van ons sien, doordien de mist
soo dicht op 't water neerlach ende ons het gesicht
van den horisont benam; conden geen grontbewer-
pen, het water was heel blaeu, maer saegen veel
drilt, als veereu, wier, steencroos ende strommelS)
deden onse cours N. aen met een Westelycke wint*
Digitized by VjOOQIC
97
Jaoyos.
Tet 'saYonts geseylt drie mylen. Saegen 'savontsveel
troppen cleyne meeawen vliegen ; saegen oock omtrent
5 neren naer den middach met een blinck, recht voor
^ uyt in *t N. van ons, een heel hoogen berch, die oock
seer blonck yan sneenw ende was straex betrocken,
conden yoorder geen meer kennisse yaj^Jant beco-
men; hebben het alsdoen met de steven om de W.
geleyty ende lieten het dryyen, dorsten door oncnnde
niet yoortseylen, de wint variabel met stilte. Vier glae-
sen in de eerste wacht hoorden wy groote rasing van
water of het de lant-see ofte storting tegen de dip-
pen was van de see; worpen het loot, bevonden de
diepte van 30 vadem paelgront, straex weder diep
46| 47 vadem; saegen aen bagboort eenige storting
van de see, ende hoorden aen stierboort oock veel
geraes ende storting van water. Dan de see, die
slechte schielyck, ende wy leiden het met de steven
om de S.W.y ende geyden de seylen op ende lieten
bet dryven op Godes genaede, ende wat corts gront
af van 50 vadem, lieten ons daegelycx ancker droy-
pen met •/, van een ton bodt, of wy weder by
gront . qnaemen dat wy daervoor mochten comen te
ligg^Dy dan conden geen gront meer crygen; dreven
om de N.W., hoorden gestadich de iant-see ende
groote mysing van water ende veel gecryt van clip-
meeuwen.
c 20. 's Morgens met den dacb was 't mistich weder met
stilte» hadden noch geen gront, wonnen 003 daegelycx
ancker weder op ; wat op den dach cregen wy weder
gront op 50 vadem, ende den ander worp 47 vadem,
grof santgront, lieten ons toy-ancker vallen. Wat geset
gelden hebbende begon 't wat op te claeren, saegen
doen in *t S.S.0. de toppen van hooch geberchie,
inaer conden de voeting daer niet af bekennen, maer
7
Digitized by VjOOQ IC
98
Janyos.
scheen dicht by ons te syn, vfj hoorden gestadich
groot geruys van water, d^. lant is stracx weder be-
trocken van de mist. Omtrent 2 k 3 uerea naer de
vree cost claerde de mist op^ doea saegen wy dat
wy boven 7i ^^^ ^^^ ^^^ ^^^ ^^^ geanckert laegen ;
a^en in H S.tW. yan ons 3 mylen, lant, ende in
fll.O.t.0. 5 è 6 mylen yan ons het Noordelycxste
lant dat wy sien conden ; het gerays van water sae-
gen wy dat het a&tortinge van sneeawater was, dat
op verscheyde plaetsen yan het geberchte in de do-
ven qoaem afvallen, ende een groot gerays ende ge-
raes maeckte, ende het lant lach op veel plaetsen tot
by de waterstrant noch liedeckt met sneeuw, insonder-
heyt op 't geberchte. Saegen een hoogen ronden berch
die vol sneeuw lach in 't S.W.t.S. ende een d"*. in
't S.W.t.W. van ons, wat lanckwerpiger dao van één
hoochte synde, ende waeren met een laege valey
aén malcanderen gehecht, alwaer noch eenige cleyne
berchies bayten laegen, waer bewestea noch 2 ronde
berghen laegen, maer die laegen wel over de 20 myl
van ons* Van den berch in 't S.W.t.S. van ons lig-
gende, loopt een ste}le afsteeckende hoeck, dien by
ons de naem gegeven wert van Caep de Vries, con-
den in 't N.W. geen lant sien, vertroawende als nu
in de Tartarysche see te syn. ' Wy waeren myns oor-
deels 's nachts tusschen dat lant, daer wy na onder ge-
set laegen ende een dippige droochte doorgedreven,
al by de wal langs, eerst om de N.W. ende voorts
om de N. ; dancke Godt Almachtich, dat hy ons soo
merckelyck bewaert heeft. Giste van den verleeden
middach tot daer wy geset laegen behouden te heb-
ben N.t.W. 7t W- öVs "^y*^ waeren volgwis dien,
op do breete van 46 gr. 67^ min., ende op de
lengte yaa* 168 gr. 9 min., ende bevonden breete
Digitized by VjOOQIC
99
Janyus.
ran 46 gr. 6 inio.. Wy hadden hier |ieel slecht
water, setten oose prauw ende boot iijft, ick syn met
de praaw oaer lant gestiert om te diepen ; tofischen het
schip ende wal be¥ont een opgaepdq gront, ^4 "^y^
?an lant diep 30 yadem, santgront, een gotelings-
schoot ^an lant diep 19 ?adem, stenige ga|^t. Syn
voorts volgens ordre naer lant gevaeren om te be-
sïchtigen of *t hier wel mogelyi^k was om water te
haaien, daer comende vonden heel goede gelegentheyt,
conden met de boot af{er eenige hooge cllppen vae*
ren heel beschot voor de see, ende mannen soo het
vers afloopent water met beleyt in de boot. Syn al te
samen aen lant getreden ende bevonden geen teycken
van volcky dan saegen twee roo vossen loopen» die niet
heel sebaea (schaw) schenen te wesen, bevonden dat
het hier een yoorjaer was, want de elseboomties be*
gonnen eerst te bloeien ende de groene croyden
stonden seer liefelycki de bloemties begonpfsn haer te
openen ende de leewerick sonck seer liefelyck. Anders
lioi 't hooch berchaehtieb gehackelt lant met sommige
fraeye valeyeni saegen geen geboomte als oleyne else-
boomties, ^p H corts dit besicbticht hebbende syn
aen boort gevaefen ende heb 't den Commandeur alles
ger apporteert. Aen dit lant was geen strant ; daer
geen steyle clippen waeren was 't al groot ballast
«teen, daer veel vnereboomen ende hout met een
atorm op gesmeten was ende daer seer veel lach.
d 21. 's Morgens syn ick met de boot om water gevaeren,
het praulien is met den Stierman Roelof Siversz.
om de N.O.hoeck van Hlapt geweest, om te sien
of diuer noch eeni^ bay ofte beter geliegeniheyt was
om fe anckeren dan als wy laegen ; brechien tyding
als dal het een streckcnde co$t T?vas,.soö ve^sy sien
condten èm de N.0. stredkcnde, pnde.dat;4aer geen
7* •: •
Digitized by VjOOQ IC
100
Jonyas.
beter gelegentheyt en was om te anckeren. Doen ab
wy aireede laegen, vaeren met myn drie soldaeten aen
lant gegaen, nytgestiert om het lant wat te ontdecken
ende om te sien of daer oock volck op was, qaae-
men 's avonts weder aen boort, rapporteerden in eenige
haties geweest te hebben, alwaer een menschen geraemte
ende een dootshooft in lach. Dese haties waeren ge-
maeckt van tacken van boomen ende met lanck gras
gedeckt, vonden by d"", huties een pael in de groot
geset, alwaer een houwer, gelyck de voorige habytan-
ten by ons aen boort geweest sijnde op haer sy droe-
gen, ende was om de cant met wat silver beslagen,
hangen, ende was in de schee heel vast beroest ; had-
den oock een half gemaeckt prautie, 't weick uyt een
stuck van een groote vnereboom begonnen was te mae-
eken, vinden liggen. Dit lant daer wy onder geset
laegen vertron ick een eylant te wesen, dicht by de
cast van America te liggen, ofte dat het een uytstee-
ckende hoeck van &*. cast is.
e 22. 's Morgens is de boot weder om water gevaeren,
ende ick syn met de pranw om de S.W. gevaeren,
om te besichtigen ofte aldaer geen fraeye bay ofte ree
èn was, ende creech drie man mede óm daer aen
lant te setten ende op te loopen, ende te besichtigen
^ een berch, die van veere wel een mineraelberch ge-
leeck. Haer aldaer aen lant geset hebbende, synde
omtrent 2 mylen van 't schip om de S.S.W,, soo
syn ick voorts om de S.S.W. gevaeren, syn omtrent
3*/t rayl om dé S.S.W. gevaeren, qaaemen doen by
een steyle clip, die omtrent een masqaetschoot van
lant leyt, ende is gelyck eene pyramida ende was
vol meeuwen, dan was soo steyl, dat daer niet mo-
gelyck was op te comen, dese clip was wel een mus-
quetsehoot hooch. Dwars van d^» clip stont soo een
steenige berch dicht op strant, die in see staende
Digitized by VjOOQIC .
101
Jonyos.
dip gelyck daa booger. ende was vaa specy als via
verbrande swarte steen die men licht daerafconde schil-
veren. Of ende bnyten d"". see-lycxste clip conoende, ver-
naemcn een hoog reysende see met swaere deyninge,
conden noch lant sien soo veer om de S* als conde
beoogen. Het v^ert soo mistich in corten tyt, dat wy
dicht by de dippen langs roeyende geen lant conden
sien, soodat ick geen cans en sach om iets meer te
besicbtigen; syn wederom gevaeren naer ons volck,
die wy aen lant geset hadden ende hebben haer van
lant gehaelt, ende alsoo wy oyt het schip hadden
hoorcïp schieten, syn wy naer boort geroeyt. Ons
volck hadde eenige aerde uyt d*^. berch vernoemt
medegebrocht, die wel geleeck naer minerael ende
scheen silver by hem te hebben ; syn aen boort ge-
comen ende hebben 'het den Commandeur getoont-
Wy brochten oock een party snering aen boort ge»
lyck in 't patria wast, wy hadden verscheyde vossen
aen lant gesien, oock vonden wy een stock op een
steyle vlackte steecken die van mensehen daer ge-
stoocken was, met eenige kerven daerop gesneeden,
dan vernaemen geen volck, wij hadden oock nergens
geen santstrant gevonden.
f 23. 's Morgens syn ick weder van den Commandeur ge-
committeert, om met de drie vorige maets, te weten :
Jan Joosten, Onder-Stierman, ende den barbier Mr.
Jochum met Claes Meullenaer, bosschieter, naer de
vorige mynberch te vaeren, ende beneffens haer die
op noves te besicbtigen, ende een degelyck monster
aerde daeraf van daen te brengen, om aen den E.
Heer Generael ende de Raden van India te vertonen.
Daer comende syn by een aflooping van sneeuwater
opgeloopen tot naer de cruyn, ende was vry moey-
Jyck om op te^ comen, daer comende heb wat dieper
Digitized by VjOOQ IC
102
Junyus.
in de myn laeten graeven, bevonden merekelycke aede-
ren daerdoor loepen van glins-térende spetie ; heb soo
veel in een sack laeten doen als een man qaalyck
conde op strant brengen, ende syn naer boort ge-
vaeren. Maer eer aen boort quaemen, is ons den
Gomniandenr met den Schipper ende Onder*Goopman
omtrent dé vralerplaets te gemoet gecomen met
de boot, synde omtrent den middach; denComman-
detir riep myn toe» dat ick aen lant by hem sonde
comen^ ende dat als de boot het water inhad, dat
de boot naer boort sonde vaeren met de gehaelde
aerde, beneffens de drie andere maets, 't welck soo
geschiet is. Ick heb van de bevinding aen den Com^
mandeur van alles rapport gedaen. syn doen bèneF-
fens hem naer een steyle vlacke berch gegaen, ende
syn daer opgeclommen, daerop synde heeft den Gom-
mandenr een booten crnys op een verheven berchie
laeten oprechten, waerop dit volgende opgehonden
stont: ^ anno 1643. Heeft alsoo possessie van vft-
gen onse E. Heeren Meesters van dit lant genomen, ende
het selfde den naem gegeven van het Companyslant-,
ende dese hoeck genaempt de Cruyshoeck. Hebben
op het Companyslant gegeten ende gedroncken, ende
ter eere van onse E. Heeren Meesters 3 salvo's met
musquets gedaen, syn tegen den avont naer boort
gevaeren. Aen boort comende Is by den E« Gomman*
deur ende raet geresolveert om des anderen daechs
te seyl te gaen, alsoo vry na van water redelyck
versien waeren, ende Godtlof gesond voick hadden
ende hier niet te crygen was als groente, ende hier
met groote peryckel geset hegen; want so<> de wint
in 't W. geloopen hadde met styve eoelte, was geen
eans geweest om af te ryden. Terwyl wy hier gele-
gen hebben liep de stroom gestadich met een styf
Digitized by VjOOQIC
103
Janyus.
coreiit om de N.0. eode N.N.O., ende was som^ts
seer cort sUi water ende straex de stroom syn oude
ganck verrolgende sonder te kenleren. Het water
wast hier op ende neer 6 è 8 voet, dan en hielt
geen ty, in de winter wast het water wel 2 4 3
vadem op ende neer, gelyck sqIcx licht te beoogen
was; een myl van laat is men gront af. Terwyl wy
hier gelegen h^ben, was de wint al S.,S.t.W. ende
S.W. meest met stilte met een swaere dicke mist
^nde hielen heel slecht water, somtyts op een corle
.tyt elaere scmneschyn* Alhier op de wal wassen op
de gront blaeden met dicke holle sleelen, dewelcke .
in *t geheel 9 vadem lanck syn, d^, bladeren vint
men aen troppen veel in see dry ven, synde door
malcanderen gevlochten, onder dit lanck geblaed croos
onth^den haer by dnisende see-honden, oock lam-
meties ende duyckers, hadden hier op 't lant oock
een spierwitte vos gesien.
g 24 k 's Morgens was 't heet stil, hebben de boot ende de
prauw ingeset, cregen een cleyn coeltie uyt een S.W.,
lichte ons ancker, maer wert certs weder stil, dre-
ven naer de wal VA op 27 vadem, santgront, */4 ™y'
van lant ; het was soo mistich, dat wy geen lant sien
eoaden, maer hoorden het geraes claer genoech van
het afvallent «neeawater. Dit lant moet «eer coat syn
van spetie, want hebben malcanderen op het vlacke
laege lant met sneeawballen gegooyt ende sneeuw aen
boort i^ebrocht op den 23 Jnny, synde als nu op de
N. breet^ van 46 gr. 6 min., leyden onse compas-
sen op een streedk N.0. a^, lichte ons ancker te-
gen den avont met een moy coeltie ayt een S.W.,
deden onae éours om de N.W., cregen de wint in
't laetste van de eerste wacht N.0. met cleyne lop-
seyls «oelie endé 4\e(ski water.
Digitized by VjOOQ IC
104
Janyas
a 25. *s Morgens was H noch al heel coat ende heel mis-
tich weder, de wint N.O. met een mo;e yoortganck
ende slecht water; saegen somtyts steencroos endc
eenige andere drift drjven, saegen oock "perscheyde
gevogelte vliegen, waeronder eenige waerenswartmet
roo cromme becken. Giste 'smiddachts geseylt te
hebben N.W. 14 mylen, waeren volgens dien, op
de breete van 46 gr. 46 min. ; naer den middach
trock de winl naer het N.N.0. ende voorts naer het
N. ende N.N.W., saegen veel van de lange croo»-
blleden dryven, 's Nachts de eerste wacht ayt synde
liep de wint N.W.t.W. ende doen om de N.N.O.,
*s Nachts claer maeneschyn weder.
b 26. 'sMorttns was 't redelyck claer weder, de wint
N.W., treckende naer het N.N.W., lieten het alby
de wint N.O.waert over staen, sa^en menichte
van gevogelte vliegen. Giste ^smiddachts geseylt te
hebben N.t.W. */« W. 10 mylen, waeren volgens
dien; op de breete van 47 gr. 25 min.^ ende op
de lengte van 166 gr. 56 min., op de bevonden
breete van 47 gr. 12 min.. Naer den middach wert
het heel mistich, de wint naer het W. loopende
ende voorts naer het W.N.W,, seylden ten naeste by
N.waert over, cregen holle aenschietende deyninge
nyt den^ N., saegen veel lange croosblaeden dryven;
hadden *s nachts claer maneschyn weder.
c 27. 's Morgens was 't mistich weder, de wint N.W.t.N.
met een moy coeltie met holle deyninge nyt een
^N.0., wenden het om de W., saegen veel lange
croos dryven ende veel lantvogelties vliegen, waeraf
sommige soo cleyn waeren als mossies. Giste 'smid*
dkhts geseylt te hebben N. 9 mylen, waeren voK
gens dien, op. de breete van 47 gr. 48 min. ende
op de lengte v^ 166 gr. 56 min.. Alsdoen heeft de
Digitized by VjOOQIC
105
Janjas.
Gommandear den raet beroepen ende is geresoWeerI
om onse conrs om de W. te nemen ende N.W.
gelyck per resolutie blyckt. Naer den middach cr^en
wy de wint N.W.t.N. ende N.N,W. met topseyls
eoelte ende holle deyninge uyt een O.N.0* ; bet was
soo mistich als 't noch ooyt geweest was, geyden
'saTonts onse fock op ende lieten het dryven met
de steven om de W. 's Nachts de wint N. endo
N.IV.W. met cleyn topseyls eoelte.
d 28. *s Morgens was *t noch al mistich wed^ de wint
met een cleyn eoeltie nyt een N.O., maften seyl»
yerYolchden onse conrs om de W. met slecht water
maer geen gesichti saegen yeel swarte vogels met roo
cromme becken vliegen. Giste 's mid^liM^hts geseylt te
hebben W.t.S. 12 mylen, waeren volgens dien op
de gegiste breete van 47 gr. 39 min., ende op de
lengte van 165 gr. 49 min.. Naer de middach de
wint O.S.0. met cleyne eoelte, ende alsoo de days-
tere dicke mist continueerde, lieten beyde marsseyls
neerloopen ende geyden de fock op, leyden het met de
steven om de N., dreven opGodesgenaedeN.W. heen.
e 29. 'sMorgans was H noch al mistich weder, dan het
Oostelycke coeltie begon door te blaesen, waerdoor
het sch^n dat de mist wat begon te breecken, heb-
ben seyl gemaeckt ende onse conrs S. aengestelt, om
eenich lant weder in H gesicht te crygen. Giste 'smid-
dachts geseylt te hebben W.t.S. 7t S. 11 mjlen,
waere volgens dien, op de breete van 47 g. 16 min.,
ende op de lengte van 164 gr. 45 min., ende op
de bevonden breete van 47 gr. 27 min. Wat naer
den middach heelt den Commandeur den raet be-
roepen ende geproponeert, alsoo wy hier geen lant
bej^enden ende de gestadige mist ons sien tegenhielt
niet wetende waer wy seylden, ofte het niet goet en
Digitized by VjOOQ IC
106
Jnnyus.
\?as, om het lant weder om de S. aea te doen^
ende dan by de wal langs saegen te oomen, yolgens
de strecking soo wy dien mochten YindeB) om soo
met vaster fondament de cust van Tartaria te be-
seylen ; h gerésolveert onse coars soo lang om de S.
te vervolgen, tot dat men het lant dat N.W. van het
Companyêlani leyt in H gesicht sal crygen, om soo
terdegen te ondersoeoken ofte het een streckende
cust 19 ofte gebroocken eylanden. Naer den middach
d^wint O.S.0. met elaer helder sonneschyn weder,
nm claer gesicht ende heel slecht water.
f 30. *s Morgens was 't moy heldttr ende claer weder, de
wint O.S.O., saegen doen het lant in 't S.0. van
ons, €f||e waeren 2 hooge berghen, waervan de Oos-
telycxste de hoochste was, ende scheen een eylant
te weseu, synde met een valey aen malcanderen, in
't midden van de valey hebbende een Cleyn berchie.
Wy hadden dese 2 berghen op den 2 3"^^ van het Com-
panyslant gesien omtrent in 't W.S.W» van ons,
25 k 26 mylen. Wat op den dach saegen wy den
selfden berch by ons gesien op öenl5**" inUN.t.W.
Vs ^* ^^^ ^^> ende.by ons den naem gegeven was
van de Boeren schuer. Dito berch lach na in 't O.S.0.
van ons ende was met iaech lant aen de tweegeheu-
velde berch vastgehecht ; den twee geheovelden berch
was by den Commandear den naem gegeeven van
Caep de Trau ; vervolgende onse cours S. aen. Giste
'smiddachts geseylt te hebben S. */, W. 20 mylen,
waeren volgens dien op de gegiste breete van 46 gr,
.8 min», ende op -de lengte van 164 gr. 30 min.,
op de bevonden breete van 45 gr. 54 min.,
loen lach caep de Trou O.t.S. ^^ S. U k 15
mylen van ons, ende de Boeren sóhuer S.O.t.S. */4 O.
15 è 16 mylen, conden oock al het géberehte sien»
^e
JRloi
Digitized by VjOOQ IC
107
JoDyos.
dut Tan ons op den 16'** geslen was; soodat dit lant
maer een smalle streeek lant is, met hooge berghen
met sommige laege vaiejen aen malcanderen gehecht.
Het sneeaw op ^t geberchte scheen vrj wat gemindert
te syn, maer alsoo het op noves weer heel mistich
wert ende in 't aenseylen geen gront conden erygen,
mide de stroom ons merckelyck nyt de S. t^en-
qoam met veel drift, als synde groene biesen, wier,
steencroosi groene tackies ende blaeden Tan boomen
ende Teel Teeren van TOgets, hebben het met stilte
om do W« geleyt. Dreven soo ick con bemercken om
de IV.W., hiel^ het *s nachts met cleyne coelte by
over ende weer wendende, Tertron y^tstelyck dat hier
een doorganek was tot in de S.see.t
JqHos.
g 1. 's Morgens was 't heel mistich weder, somtyts een
corte wyl opclaerende maer straex weder een dichte
mist, wy lielèn het al S.waert over staen, meteen
O.t.S. ende O.S.0. coelte ende slecht water; saegen
by groote bossen steencroos, wier, gras, blaeden ende
tadcies yan boomen dryTen, saegen oock eenige lam-
meties. Soo wy conden bemercken qoaem ons de stroom
styf tegen, soodat ick op noves vaststel dat hier een
döorganck is. 's Middachts de wint meest N.W. ende
W.If.W. met slecht water; giste geseylt te hebben
S.S.W. */» S. 12 mylen, waeren Tolgens dien, op
de breete van 45 gr. 9 min., ende op de lengte van
164 gr« 8 min.; cfegen omtrent half naermiddach
het lant met een blinck in 't gesicht, naer de mid*
dach «regen wy de wint S.O., lieten het al S.waert
met staen om het lant soecken to verkennen, 't
welck ons de mist belet heeft. Saegen 's'onts met
^n btinck de pieck Ankmy in 't S.S.0. van ons,
fiaegen oock in 'i S.S.W. lant, conden geen gront
Digitized by VjOOQ IC
108
Joiius.
crygen, alhoewel wy niet boven 3 è 4 mylen van
de wal waeren, wenden het tegen den avont om de
N.O., hielen het *s nachts by met een Saydelycke
coelte om *s anderen daechts te sien het canael te
ondecken*
c 2. 's Morgens met de dach begon de mbt wat op te
claeren met een Saydelyck coeltie» saegen lant in 't
O.S.O. yan ons; omtrent 3 ueren voor de middach
lach de picck Antony S.W.t.W. 7, W., ie Croon-
bereh S.O.t.S. 7s S. 3 mylen yan om, sa^^n oock
de Boere hoysehuer in *t S.O.t.0. 7t O., de af-
gaende hoeck yan d"*. berch,in *t S»0. 7t ^m de
Caep de Trou O.N.0. 7t ^* ^^^ ^^* ^^ ^^^^ ^^^
stilte heel 'variabel loopende, cregen tegen den mid-
dach de wint N.N.W. nyt der see, lieten het S.
aengaen om het canael te ondecken. 's Middachts giste
geseylt te hebben O.S.0. 7« S. 67t myl. saegen
alsdoen de Croonberch S.0. 7i S. 2^/^ myl van
ons, conden oock de Gehaekelde bèrch in H S., de
Boere hoysehuer in U O.S.0, 7t S.» den afgaende hoeck
van d^ berch in *t O., de Caep de Trou O.N.0.
7a N. van ons (sien). Waeren nn op de gegiste
breete van 44 gr. 56'/^ min., ende op de lengte van
164 gr. 41 min. cort naer den middach viel weder
een swaere mist, soodat wy weer heel geen gesicht
en hadden, conden oock geen gront crygen, wenden
het W.waert over, peylden 'savonts met een blinck
de pieck Antony in *t S.W.t.S. 7t S. van ons.
's Nachts de wint variabel met een dichte mist, som-
tyts regen, hielen af ende verwachten claer gesicht ;
de wint 's nachts N.N.O., N., N.N.W., W., W.S.W.,
b 3. 's Morgens was 't heel doncker mistich weder, de
wint Westelyck, op hoop dat de mist wat opclaeren
Digitized by VjOOQIC
109
Jolius.
soade leyden vry het naer den wal toe; omtrent
*sochtents te 9 neren claerde de mist wat op, saegen
de pieek in H S.W. yan ons, ende Gaep de Canael
in 't S.t.O., Keten het al S.S.W. naer de wal voort
staen, ende is geresoheert om hier ergens ten ancker
te loopen, indien wy beqaaeme anckergront mochten
Tinden, ende dan met ons ?aertaych het canael te
visiteren. 'sMiddachts hadden wy heel claer weder^
de wint W. ende trock naer het N.W., giste akdoen
geseylt te hebben W,S.W. 7 mylen, waeren volgens
dien, op de breete van 44 gr. 45'/^ min.| ende op
de lengte va^ 164 gr. 4 min., op de bevonden
breete van 44 gr. 43 min.. Hadden doen de Croon-
berch ende de Boeren schuer over malcanderen, ende
saegen O.N.0. ^i N* ^^^ ob^» bet hooge lant beiden
de Boeren schuer ende de Gehaekelde berch W. '/, N.
De Gehaekelde berch lach O.t.S. 7t ^* ^ mylen van
ons, stelden onse conrs S. naer de wal toe, cregen
gront op 46 vadem, singel ; lieten het al voort staen,
vemaemen een opdroogende gront, qoaemen omtrent
3 neren naer de middach op de diepte van 27 vadem,
fyne singel ende cralyge gront omtrent l^t myl van
lant, qnaemen daer ten ancker. Geset liggende is onse
prauw uitgeset, syn naer lant gestiert om te onder-
soecken of onder de wal geen beter anckergront en
was ende of hier geen voick en woonde, oock of
hier geen gelegentheyt was om water ende eenich
hont te crygen; ende alsoo by ons om de O. van
ons een rifier scheen beoocht te worden, om het
sehe mei een te visiteeren, ofte het een diepe ofte
drooge rivier was. Syn vooreerst al diepende naer de
rivier gevaeren, vonden een goede opdroogende sant-
gront 1 myl van lant 20 vadem, tot een gotelings-
schoot van lant 10 vadem, swarte santgront. Voor de
Digitized by VjOOQ IC
110
Jaiius.
rivier eomende syn daerin geraeroni bevonden de-
yl?e drooch te syn eode brack water te wesen.
YeroaemeQ aen lant ?eel ?oetatappeii van measchen
iHide beestepy eade bet lant atont seer liefelyek ende
groeo, met veel ontloocke bloemeo ab ia oos vader-
lant, voodea een gemaeckt boute swaert i op 't corts
bet rontom ons besicbtlcht bebbende^ 9ya langs de
atrant gevaeren om do W., maer de dach ons te
cort wesende om meerder gelegeotbeyt te door-
sien, meenden naer boort te vaeren, maer een
vaertoycb dende, dat eenicb volck op strant haelde,
syn daer naer toe gevaeren. By haer eomende dicht
by strant, vonden een man met een groeten rnygen
baert met 2 vrouwen ende 3 jonge manspersoonen
ende eenige kinderen by bet vaertuych, 't welck sy
al op strant gebaelt baddeo. Den outate had een pyl-
koocker met pylen aen syn hooft hangen, met eenbooch
in syne bant ende een hoower op syn sy, saegen
anders geen geweer» Hy riep tegen myn sapay ende
wees, ick sou aen strant comen, 't weick ick gedaen
heb, liggende met de aftersteven van de pranw aen
de strant, hy selven de pranw, tot syn knies toe in *t
water staende, afhoudende. Heb soo sittende in de
prauw hem eeosaraek geschoncken, maer wilde niet
drincken dan als most selver eerst wat uyt H copien
drinckea, syn met vrientschap van hem gescheyden ;
hem wysende ick sou morgen weder comen, waer-
over de vrouwen in haer handen dopten ende sche-
nen bly 'te syn j syn in da voornacbt aen boort geco-
men, ende heb bet wedervaeren \m ons aen den E.
Commandeur geraporteert.
c 4. ^s Morgens hadden wy moy liefelyck weder met een
cleyn eoeitie uyt een N.O., gingen onder seyl, seylden
wat uaerder de plaets aWraer wy by hel volck ge-
Digitized by VjOOQIC
UI
Jolins,
veest waeran, alaoo daer ooek tot yerseheyde plaet-
8^ len water quaem afloopea ende, aldaer ffmacke-
lyek om te haelen was; quaemen weder ten ancker
op 20 Tadem, swarte santgront^ '/, myl van lant.
Geset syode syn met de praaw weder naer lant gesliert
met eenige cleenichedeoy om dese menseben daerdoor
soeoken te treoken ende soo haer ommeganek, leven
ende wat negotie sy mochten hebben, te bemercken,
ende ofte sy oock van gont ende silver wisten. Met
de prauw by bet straat comende riepen om het seerst
Mjpoy ende clopten in haer handen, conden anders
niet bem(»cken of dat roepen sapoy was welcom te
seggen ; den outste riep ende wees ick sonde aen lant
oomen, H weiek ick gedaen heb, ende liet depranwraet
ons voick 800 lang van de wal afroeyen. Ick aen
lant comende heb ick den outste by syne handen
genomen ende voorts malcamleren omhelst, betoo-
nende met wysen malcander^ soo veel vrientschap
ab eenden bybrengen. Een manspersoon quaem met
oen lange mat, gemaeckt van biesen ende ley die op
strant neder, den outste my by myn hant vattende
wees ick sou gaen op die mat sitten; ick nedersit-
t^ide quaem syn geheel gepeupel rontom my, U weick
bestoot in 4 manspersoonen, 2 vrouwen, 2 vrysters
met een cleyn meyden, sy waeren allen gecleet in
rocken van vellen* Ick dese groote beleeftheyt van
den barbaer doorsien hebbende, heb hem begifticht
met 2 43 raenocke[P] Tarnataense taback, die hy met
groote danck aennam, de vrouhiy ende het kint hinck
ick elck een chrystalyne craelde ketting om de hals,
waermede sy heel bly sdienen te wesen, gaf noch
aen eicke vron een deyn stuckie wit linnen, waer-
mede sy soo bly waeren, conden het selve niet ge*
noech uy troepen, sy vereerden my veel groote stuckeh
Digitized by VjOQQ IC
112
Jalios.
heylbot, die noch heel yers was, heb doen met haer
^allen wat arack gedroncken, ende iiaem den ootste
by de bant ende ginck al dansende met hem boven
op een groene Tlackte, alwaer 5 i 6 hoysies ston-
den, maer waeren maer 2 bewoont, alwaer ick noch
yeel Yerse heylbot vont hangen, daerTan sy my soo
veel gaeven als ick begeerde, ick (heb) haer beleeftheyt
weder met eenige cleynicheyt vergolden. Den outste
onder haer toonde myn een costelyck ottersvel ende
sey takoj/f 't welck is vrient te seggen, ende wees
't selve wilde vercopen, maer ick daer geen last toe
hebbende liet het blyven. Haere haysies waeren vao
cleyn aensien, bedeckt met gras, de moeren waeren
groote basten van boomen, die met streenties van
vellen op malcanderen vast ende seer dicht genaeyt
waeren; haer haertsteen in 't midden van bet huys
met 2 layckies daerboven, daer de roock uyttreckt;
hadden veel heylbot ende salm over stocken boven
het vner in de roock hangen, conden geen eetbaere
cost by haer vermercken als visch, sy aeten oock groote
dicke steelen van eenige groote blaeden, die hier veel
wassen, gaeven die over aen myn, waeren goet ende
smaeckelyck om soo uyt de bant te eten, saegen geen
gedierte by haer als een party dicke rayge honden.
Dit was al een volck als van Tamaryt TacapHe
ende Gouisiaer^ die plaetsen waeren by haer wel be-
kent. Syn plaet van syn houwer was met silver be-
slaegen, ick wees hem waer by daeraen qaaeoi, of
waer men dat goet creech; waerop de oatste vrouw
myn meening eerst verstaende, myn stracx wees,
graevende met haere handen in *t sant, ende nam doen
wat sant in haer bant ende dede bewys van sissen,
ende dede dat dan in een pot, ende wees dat men
dat dan op H voer sette, ende dan goet en was.
Digitized by VjOOQIC
113
Cany is by haer silver te seggeo. lek wees weder
waér sy dat soo deden, soo ^ees myn de barbaer
naer de pieck Antany, dat het daer was, U welck
sy allen confirmeerden. Syn alsdoen met vrientschap
▼an haer gescheyden, ende syn om de W« van die
huysies gevaeren in een baeytie, vonden daer soo
veel snering als wy begeerden, waervan wy ons ge-
noegen pluékten; voeren naer boort toe, brochten
soo veel heylbot ende suering aen boort, ab met
het faeele scheepsvolck conden opeeten, qaaemen te-
gen den avont aen boort ende heb van alles rapport
aen den Gommandenr gedaen. Daer wy'alsnu ten
^ncker lagen, giste sedert den S**"* vcrliert te syn
S.t.0. 3 mylen, waeren volgens dien, op de breete
van 44 gr. 31 min., ende op de lengte van 164 gr.
7 min., ende bevonden breete van 44 gr. 31 min.
's Morgens was 't heel mistich stil weder, syn be-
neffens de boot. met de prauw naer lant gevaeren,
de boot om water ende wy met de seegen om te
visschen, brachten met een aen de habytanten wat
ryst, alsoo sy daer begeerich naer waeren ende wy
oock haer arm leeven aensaeges. Wy aen lant co-
mende, qaaemen nlyn to gemoet sonder geweer by
haer te hebben, ende toonden myn alle vrientschap,
ende naemen de ryst met een groote beleeftheyt aen.
Syn volck holp ons de seegen trecken, wy vingen
soo veel salm, tarbot, bot, schaer ende andere visch,
waeronder 3 cabbeliauwen waeren, als wy met ons
scheepsvolck eeten mochten. Syn 'smiddachts, de
boot syn water inhebbende, saemen aen boort ge-
eomen, ende is de boot naer de middach weder om
water gestiert, ende ick syn met de prauw ende de
€lèyne seegen naer de rivier gevaeren om te vis*
schen, qaaemen met den doncker aen. boort; brachten
8
Digitized by VjOOQ IC
114
Jutius.
een moye soo bot aen boort. Aen boort comende,
yerstont dat de boot nocb niet aen boort en was,
wiste niét wat dencken sonde; syn met de praaw
naer lant gevaeren» aan iant comende, yonden de boot
op bet strant sitten, was ?an de dieg afgeworpen:
hebben stracx een dreg soo veer in. see laten bren-
gen als conden^ om met hooch water de boot weder
seeoker in 't vlot te crygen; heb de praaw weder
aen boort gestiert. lek yemaem na als dat de in-
woonders met ons seer becommert waeren ende alle
hulp presenteerden dien sy conden, leendoi ons een
byl om branthout te cloyen ende gaeven ons ge-
roockte heylbot om te eeien ; presenteerden, wy soa-
den in baer huties comen, maer wy bleven op U
strant by een groot vuer ons warmende» verwach-
tende hei hooch water, ^t welck wy dien nacht niet
hebben vernomen, maer wel een styve S.S.O. wint,
met doorsnydende conde.
e 6. 's Morgens cregen wy een hooge oploopende see, cre-
gen roet cracht van talyen de boot in 't vlot, ende
hebben noch de watervaten met water ingecregen.
Terwyl ons volck de watervaten met water innaemen,
quaem de oatste van de inwoonders by myn, ende
presenteerden myn een fyn ottersvel, waervoor ick
' hem een oude scheepsbyl gaf, dewelcke ick in onse
boot vont, ende was daer heel blyde mede; heb het
selve in handen van den Commandeur overgelevert,
als wsuineer wy met de boot aen^boort quaemen. Aen
boort comende, was ons schip driftich geweest» heb-
ben derhalven ons tuyancker tuys gewonnen tegen
den avont, alsoo het doen stillekens wert ende eer
niet hadden connen uytrechten.
f 7. ^ Morgens was \ moy weder, somtyts heel mistich,
een moy coeltie ujt een S.S.0.^ syn alsdoen met
Digitized by VjOOQIC
115
Jniius.
de praow ende onse Schipper met de boot om de
O. gestiert, om het canael terd^gen soeeken te ont-
deckeo, soo yeer het mogeljck was; sfn saemenyan
boort gevaeren, van boort wesende, cregen doen
eoB didce mist. Wy met het prantie syn langs de
wal geschept, de boot syn best doende met op te
Ia?eren> ick syn aen het eylant gecomen dat aen
het W. van het canaei leyt, alwaer het canael by
door sehynt te loopen» syn daer boven opgeelommen»
ende heb met een bfinck het canael eens beoocht,
?erwa»hiende onse boot. Op dit eylantie, het weick
cleyn was ende met een rif dippen aen het yaste
lant yast was gehecht, conde men met laech water
oyer aien het vaste lant yan Eso loopen ; saegen met
een bfinck onse boot didit aencomen, sijn naer het
schoytie geloopen» maer eer by ons schoytie qnae-
men, yerlooren onse boot nyt het gesicht door de
mist ende snbyte harde stroom. Wy saegen ver*
scheyde roode vossen op d*. eylant loopen, gaeven *t
den naem van Tosien eylant. Van dit Fojtm eylant
streckt een recif van dippen om de N.N.0. in see,
't wdck d*. canael heel peryckeloos maeckt, ende
streckt wd een myl van de wal. Door snbyt verlies
van de boot, preste ons best om de boot weder in
't gesicht te crygen, vreeaende de boot eenidi on-
gelndfi mochte bejegenen, schepten ons best; by het
rif nyt om de N.Ff.0., comende met de prauw voor
«en doortreckent gadt in 't rif, werden daer door
de stroom ingeruckt boven op een blinde clip, cre-
gen stracjL'de prauw meest vol water. Cregen met
der baeat de prauw slaechts ende schepten wat after
de dippen, ende cregen het water daemyt, schepten
alsdoen voorte langs het riff, saegen met een blinck
de boot geset liggen aen het eynt van d"*» recif, at
8*
Digitized by VjOOQ IC
116
Julios.
waer wy naer toe syd geschept. Daer aen boort co-
mende, verclaerde onse Schipper, dat de stroom haer
daer gevoert hadde eer het selve wisten, de bran-
ding siende de dreg hadden laten vallen, lagen geset
op 5 vadem, cralige gront. Dit rif was gebroocken,
op sommige plaetsen de dippen boven water lig-
gende, daer ginck sulcken stroom by de boot, soo
veel wy met de pranw conden doot scheppen, ende
dat om de 0«, ende vertrock soo veer wy met de
prauw buyten om het rif gecomen hadden, dat het
self niet wederom sonde opgeschept hebben. Hebben
met malcanderen overleyt of het geraeden was, om
met de vaertoygen ons in soo dangerense canael te
begeven, ende dat met soodaenige mist ende harde
stroom, 't welck niet wel conde geschieden, sonder
blyckelycke peryckel van vaertaych ende volck. Wert
met gemeene stemmen geoordeelt, met beeter fonda-
ment om qnaeder voor te comen, weder om te kee-
ren; de lucht een weynich opclaerende, ende een
cleyn coeltie hem verheffende, ginck de boot onder
seyl, ende dede syn best om onder 't lant van Eso
te comen. Syn ondertusschen weder naer het Vossen
eylant geschept, om met die claere blinck van d^
eylant te beoogen des canaels gelegentheyt, soo veel als
wy conden } conden in dit canael geen vile (vuilen)
sien als van het Vossen eylant afstreckte. lek- boven
op de hoochte van het Vossen eylant sittende, sae-
gen de Gaep de Canael in *t S.S.0. van ons ende
lach in een mist, ende wert stracx weder misticb.
Het Vossen eylant leyt omtrent 3*/, myl W. van de
gehackelde berch van bet Staten- lant, soo dat dit canael
omtrent 3 mylen wyt is. Voorts niet sonders meer
connende beoogen, syn by onse boot gevaeren ende
heb de seegen van haer overgenomen; ende syn aen
Digitized by VjOOQIC
117
Jiilias.
het visschen gepaert, vingen soo veel visch als -wy
met het scheepsvolek conden opeeten; quaemen
'g nachts de eerste wacht nyt synde aen boort, het
was 's nachts schriekelyck mistich.
g 8. 's Morgens quaem onse boot aen boort, syn doen
daermede beneffens den Commandenr naer lant ge-
vaeren, de prauw is terwyl om groenten gevaeren.
Wy aen lant comende heeft de Commandenr de ha*
bytanten eenige cleenicheden gegeven, ende aen den
ontste een cleyn Prinoe vlaggetie vereert, al waer-
mede hy bly scheen te wesen, sette het op syn hnys
ende liet het waeyen. Terwyl hébben wy een moye
soo visch gevangen, ende die aen lant gecoockt ende
gegeten, al waerop den ontste den Commandeurs gast
was, toonden haer seer vriendelyck ende beleeft als
vooren. Een van ons volck vont een houten cruys
staen, bracht dat op strant, toonde het aen de ha-
bytanten, maer het selve siende waeren daer ver-
vaert voor, ende wesen men soudt in 't water goyen,
ja die dat houten crnys aengeraeckt 'hadde, mocht
haer iiiet aen haér lyff comen maer most syn han-
den eerst wasscben, dan was 't wel; lachten ende
toonden haer bly, doen men het houten crnys in 't
water smeet, noch een soodaaiige cruys stont voor-
aen in 't bosch ; voeren tegen den avont aen boort,
seheyende met vrientschap,
a 9. 's Morgens was de wint Suydelyck, syn met de prauw
beneffens de boot weder naer lant gevaeren, om te
visschen ende eenich timmerhout van lant te haelen
dat by ons volck omgehackt was, synde al greenhout
ende berckenhout, 't welck hier in abondantie stont,
opck bequaeme boomen van vuerenhout, groot ge-
nouch tot mast ende stengen. Een weyaich aen lant
geweest synde liep de wint naer het N.N.W., ende
Digitized by VjOOQ IC
118
Juliiu.
trook voorts naer bet Ff.W,, waerop de see soo styf
tegen bet stnint aen bq^on te sdueten, dat onse
prauw in de gront wert geworpen, bebben bem
voorts op 't strant gebaelt, ende mosten de boot met
2 k 3 man laeten liggen ryen» effen bnylen de stor-
ting van de see, want conden nergens heen; ieyden
een groot vier aen ende droocbden onse plonie,
verwachten dien nacht met patientie beter weder
ende wint. 'sFfa^ts woey 't styf nyt een N,W.
met motregen, dmi ouden inwoonder gaf óns verse
beylbot, die wy coockten ende aeten» by sobeen met
ons groot medelyden te hebben. Dien dach was noch
een ander gemycht cai*el by ons gecomen, ende bleef
oock by den ouden Esoer, die had pylen ende booch by
hem ende een houwer ; toonde hem tqen ons oock
vriendelyck, bracht syn geweer in boys ende quaem
by ons.
b 10. 's Morgens was het weder wat bedaert ende het
water wat geslecht, syn met de prauw ende boot
aan boort gevaeren. Aen boort comende, is by den
Commandeur ende syn raet geresolveert om onse
reys te vervorderen naer Xartaria, alsoo ons voick
altesaemen noch redelyck gesont waeren, gelyck
voorder by resolutie blyckt. Wat naer middach syn
ick met de prauw beneffens de boot naer lant ge-
committeert, om een brief aan lant te brengen by
den outsten van het dorp; ende terwyl souden ons
volck met de boot het bout van lant haelen ende
aen boort brengen, *t weick geschiet is, Terwyl ick
by den ouden heer was, saegen den voorgeschreven
gecomen inwoonder met een prauw aencomen roeyen
ende quam alhier aen straut, hebben hem syn prauw
op 't lant helpen haelen. Hy quaem van de West ende
brocht noch een jongman mede met 2 vrouwen, een
Digitized by VjOOQIC
119
Jolius.
vryster eode i cleyne kinderen, naemen hder "woon-
plaets in een van de ieege hnysies; sy hadden seer
ipreynicb goet by haer, -waeren alle eender gecleet
met rocken van vdlen. lek myn boodtschap verricht
hebbende, naem myn afscheyt van haer luyden^ sy
geleyden myn möt alle man naer de prauw, wesen
ick mest v?eder naer lant comen ende by haer co-
mfen want wy vrienden niraereih ende syn huys vfn»
voor my ten besten ; syn soo met vi^iaitscbap ge-
scheyden ende aen hornat gevaeren. 's NachU hadden
wy een styve coelte oyt een S.S.0.
1 1 . *« Morgens was 't moy helder vfeAevt de vrint S.S.0.
met een styve coelte, lichten ons ancker, stelden onse
cours om de N.W. naer see toe; de gront diepte nae-
toerlydk af als volcht, 20, 22, 23, 25, 28, 30, 31»
32, 40, 43, 47, 50, 54, 60, 65 vadem, meest .
santgront, somtyts singel somtyt^ vayle gront; wae-
ren doen op d"*. diepte 2 mylen van onse ancker-
plaets ende doen wat gront af; wat buyten de W.
hoeck van de bocht daer wy gelegen hadden co-
mende, cregen de stroom 'uyt een W.N.W. legen.
'sMiddachts giste ick van onse Andkerplaets geseylt
te hebben N.N.W. '/s W. 4*/, myl, waeren vol-
gens dien, op de breete van 44 gr. 47 min., ende
op de lengte van 163 gr. 54 min., ende óp de be-
vonden breete van 44 gr. 48 min. Alsdoen lach de
gehackelde berch O.t.S. 7i S- ^^ myren, ende de
hoeck van Eso, daer het Vossen tffhni af leyt, lach
S.0. 7i O. 6 mylen van ons, -ende de W. hoeck
ofte flfgaende hoeck van de Tepellwrch lach S.t.W.
7i W. 2 mylen van ons. 's Nachts een möy coeltie
uyt een S.O., onse conrs W.N.W., vernaemen groote
raveling van stroom, met holle deyninge nyt een 8,0^
comende het canael doorrotten.
Digitized by VjOOQ IC
120
Jalius.
d 12. 's Morgens de wint als voofen, was moy elaer weder»
waeren door de styve febemente (stroom) soo tegen-
gehouden, soodat wy weynich verüert waeren. *sMid-
dachfs waeren omtrent een myl N. vertiert, alsdoen
lach de hooge Tepelbereh van Eso S.O.t.S. 7» ^-
yan ons, waeren omtrent 3 k 37i my> van lant.
Deden onse coors N.W. aen om wat bet t' see te
crygen, doch de stroom styf om de O.S.0. loopende,
hielt ons yeel tegen, want als de coelte wat stilde
dreven over stier, ende met coelte soo hielen wy
wat meer als raeck en daeck ; de deyninge als vooren
styf nyt een S.0. Gregen een doorgaende coelte uyt
een S.O., vervolcbden onse coors tot 'savonts» soo
ick con bemercken minderde de voorige stroom.
'sAvonts lach de Tepelbereh op Eso S.t.0. '/s ^'
van ons, 9 mylen, stelden alsdoen onse conrs W.N.W.
aen, conden geen raveling van stroom meer bemer-
cken; de eerste wacht nyt syude, begon de coelte
ende de S.Ooste deyninge wat af te neemen, cregen
in de tweede wacht een weynich regen.
e 13. ^s Morgens was *t een deysige lucht met een dichte
misty de ^int S.O.tQ. met een cleyn coeltie, stelden
'sochtents onse coors W. aen. 'sMiddachts giste ge-
seylt te hebben W.N.W. '/é N. 20 raylen, waeren
volgens dien, op de gegiste breete van 45 gr. 26 min.,
ende op de lengte van 162 gr. 17 min.; deden als-
doen onse cours W.S.W. aen, om te vernemen ofte
by d*^« cours weder geen lant souden opseylen, ende
by daech mochten in 't gesicht crygen. Naer de mid-
dach de wint O.S.0. ende saegen veel drift dryven,
als wier, veeren ende steencroos. 's Avonts cregen
een groote wallevisch rontom het schip s wemmen,
waerdoor vermoeden, gelyck veel bevonden hadden,
piet veer van gront te syn, 's Avonts noch geen lant
Digitized by VjOOQIC
121
Jolios.
sienédf noch geen gront crygende, geyden onse seylen
op ende naemen de blint in, lieten het met beyde
marsseyb ende fock voorts staen, deden onse cours
W. aen, cr^en gront op 80 yadem, steckgront.
Doen der 3 glaesen in de eerste wacht nyt waeren,
lieten de marsseyls neerloopen ende geyden de fock
opy lieten het soo lifl^en dryren met de steven IV.
waert over, de wint doen O. ende O N.O., dreven
om de N.W. ende Ff.W.tW., droochde te met
langhsaem op, hadden een doorgaende coelte ende
slecht water; vermeenden omtrent eenich lant te syn.
ƒ 14. 'sOchtents was het een donckere mistighe lucht, had-
den alsdoen de diepte van 65 vadem, fyn leyacbtige
santgront; de wint O.N. O. met een doorgaende coelte,
setten onse seylen weder by, stelden onse cours W.
aen, omtrent 2 mylen, was doen opgedroocht tot 60
vadem, sivarte santgront. Lieten het doen N.W, aen
gaen 2 mylen, was. alsdoen diep 50 vadem, grauwe
fyne santgront met eenige schelpen vermengt ; deden
doen onse cours N. aen 2 mylen, tot 'smiddachts,
hadden doen de diepte als vooren, 50 vadem, schel-
pige gront met cleyne crael vermengt, saegen som-
tyts eenige see->honden, oock veel drift als fyne steen-
croos, biesen ende veel veeren dryven.. Giste alsdoen
geseylt te hebben 'W.t.N. I674 myl» vaeren volgens
dien, op de breeté van 45 gr. 39 min., ende op de
lengte van 160 gr. 44 n^in., saegen eenige raveling
van stroom. Is alsdoen geresolveert om het lant aen
4e doen, alwaer door bet opdroegen van den gront
omtrent mosten wesen ; vervolgende onse N. cours
1^1 myl, was diep 46 vadem, fyn grauwe santgront.
Het scheen dat hier stroom liep, dan conden door
de harde coelte weynich bemeicken hoe die liep;
onse cours als noch N. vervolcht Vj^ my), bevonden
Digitized'by VjOOQ IC
122
JqHus.
de die|>te van 42 vadem, tpiG santgroat. Saegen als-
doen omtrant te 4 ueren aaer de middach kooch lant
in 't W4.S., ende streckte van N.N.(K tot in het
N.N.W. van ons, was op sommige plaetsen tosschen
het hooch lant met laech lant aen malcanderen ge-
hecht; het naeste iavt iach 4 ji 5 mylen van ons»
ivas alsdoen dïep 35 vadems fyne wasige dantgront.
Saegen corts daeroae 2 hooge berghen ^ende iach ge-
lyck een eykmt in 't O.t.N. omtrent 107, myl van
ons. Hadden van ^s middachts geseylt N. 67i ™y'*
was doen diep 35 vadem, gingen doen N.N.O.
iVt "^7' ^^^9 ^^ ^^^° ^*'^P ^^ vadem, fyne sanl-
gront, de wint doen O.S.0. *sAvonts haelden wy
onse marsseyls neer, geyden ons seyl ende fock op,
lieten het met de steven om de N. liggen dry ven ;
dreven W.N.W. aen 2 mylen, cregen doen de diepte
al opdroogent 42, 36, 33, 32 vadem, soiAtyts wa-
sige grimt somtyts steckgront. De wint somtyts
's nachts O.S.0. ende 0.t.N. met een cleyn luchie
ende slecht water, noch l'/i m^l N.W. aengedreven
was opgedroocht ais voli^t, 32, 30, 28, 27, 24,
23, 22 vadem, gront als vooren.
15. 's Morgens was 't mistich doncker weder met wat
regen, de wint 0.t.S., maeckten seyl, lieten het
N.N.O.waert over staen, behielden al de diepte 22»
23, 24, 23 vadem steckgront. Saegen omtrent 2
neren voormiddach roet een blincfc eens het lant iu
't W.S.W. tot in het N.W., sa^ön hier veel witte
plecken tegen het lant aan, maer ^isoo het corts
weder betrock, conden geen vaste kennis crygen^
hadden de diepte ende gront als vooren ; onse coars
N.O. aenslellende, om alsoo by het lant om te sey-
len. Giste 's middachts geseylt te hebben N. 12*/^
myl, waeren volgens dien, op de gegiste breete van
Digitized by VjOOQIC
123
Jülias.
46 gr. 30 min., eade op de Icfagle viin 160 gr.
44 min., waeren doen 4 mylen van lant. Venrolch-
den onse 'cours N«0. ae» 27, myl» vas doen diep
23 y«iiem, steckgronl, saegen alsdoen het hnt in 't
N.N.O., O.N.O., O ende O.S.0- De wint S. met deyne
coelte «nde slecht ^ater, lieten het voort staen»
droocbde te met op, 20, 19, 19, 18, 18^ 17. 16
Tadem, steckgront, alwaer wy ten ancker qaaemen.
Ten ancker liggende verwachten eens gesiefat te cry-
gen alsoo weder heel mistich was, hadden veel bie-
sen, groente ende hont sien dryren, wisten niet ofte
wy in een doorganck lagen. ofte in een bocht geset
liggende. De wint met een eleyn coeltie 's nachts
doorwayende nyt 'i S.S.W., hadden 's nachts een
cleyn regenbnytie, saegen in 't N. veel voeren onder
de wal, vermoeden hetselve visschers te wesen.
d 16. *s Morgens was *t noch mistich weder maer claerde
een weynich op, saegen dat in een groote inbocht
geset lagen; hebben onse prauw oytgeset ende syn
N.O.waert heen naer lant geschept om te diepen,
of de gront al gestadich opdroochde met goede gront
ofte niet; bevont de gront op te droegen tot 10 va-
dem, steckgront. Waeren doen Ys i°yl ^^ lant dan
droochde voorts Op^ maer wert doen steenige ende
clippige gront tot een rif dat dicht by de wal langs
streckte. Deden teycken aen ons schip, *t welck is
onder seyl gegaen ende qaaem naer de wal toe,
wy bem met de prauw te gemoet scheppende, saegen
dat ons 8 vaertoygen nae qaaemen roeyen, maer wy
roeyden voort aen boort. Wy wat aen boort geweest
hebbende, qnaemen met die 3 praawen 'by boort,
waer in eicx waeren 5, 6, 8 man; was al eender
hande voick als voor desen by geweest waeren, rie-
pen Asorka Jankaratej ende vreevea hacr bcyde han-
Digitized by VjOOQ IC
124
Julias.
den tegen malcanderen» met heen ende veder drae-
yende anneni ende yresen of sy aen boort mochten
comen, waerop den Commandeur vees sy soaden
aen boort comen, waerop sy aen boort qnaemen,
ende clommen eenige stracx over. Dese Esoers vaeren
gecieet meestal met grove rocken van henneplinnen,
ongebleeckty ende waeren op sommige piaetsen wat
vernaeyt met root ende blauw catoene gaeren, had-
den altegaeder scbrooties armosyn van aiderhande co-
leuren in baer ooren; sommige hadden rocken van
Tellen aen. Dese habytanten over synde, toonden
haer vriendelyck ende vrolyck, ende v?esen men soa
dicht aencomen met het schip, vesen naer lant, al-
waer my een dorp saegen staen in een valey^ het
welck sy noemden Tamary, maer alsoo wy niet
sonders by dese inwoonders vernaemen, als een cleyn
sootie visch ende maer een man met silvere ringen
in syn oor, syn weder van lant a^ewent, alsoo op
9 vadem waeren, steenige gront, ende alree 11 van
haer vaertuygen met vplck aen boort waeren. De
wint S.O., lieten het S.S.W.waert over staen, de
habytanten dat siende, syn van boort gevaeren naer
lant toe. Onder dese habytanten was een heel ondt
man die mede in 't schip over geweest hadde, van
ouderdom meest blint ende gaende heel erom, lea-
nende op een stockie, wiens haer ende syn lange
baert was soo wit als vlas. De wint treckende naer
het S. met stilte, synde omtrent 7fl ^J^ "^^^ '^ot,
quaemen eens noch 3 vaertuygen naer roeyen, ende
quaemen aen boort, brochten veel versche ende ge-
droochde salm ende gedroocbde haerinck aen boort,
doch was al ongesouten. Onder dese habytanten wae-
ren vcrscheyden persoenen met groole silvere ringen
in haer ooren, saegen oock een vrouw in de eene
Digitized by VjOOQIC
125
Julins.
prauv siiten, blanck synde met swart lanck hangent
haer op haer hooft, hadde in eicke oor een groote
silvere rinck, om haer hals hebbende een groote
blaawe gecraelde kettingi waeronder eenige andere
craelen geregen waeren, maer sy vhXde niet over-
komen. Dese inwoonders hadden sommige houwers
op haer sj, daer de plaeten rontom met siWer wae-
ren beslaegen ende oock de scheen (scheden) aen
de eynden seer sierlyck, haer heften ?an haer hou-
wers oock sierlyck met silyer ingeleyt ende gewrocht.
. Haer visch ruyiden wy haer af, om ryst ende stuckies
▼an ysere hoepen. By den Commandeur bemerckt
synde de abundantie van het silver, is geresolveert
om weder naer dat dorp Tamary te 4ylen ende te
vernemen waer dat sy aen dat silver quaemen, want
sy haer goet verruylt hebbende, riepen ende wesen
al dat wy weder omkeeren souden, ende sy seyden.
Pierke Tamary^ het welck te seggen is, compt Ie
Tamary. Quaemen daer ten ancker tegen den avont,
op 6 vadem, steenige gront> maer alsoo ons ancker
hier niet wel wilde houden ende de wint aflandich
was, syn op 9^1 vadem, steckgront geseylt ende
daer geset; het dorp Tamary N.0. 7i ™y' ▼*» oös.
Waeren nu op' de gegiste breete van 46 gr. 40 min.,
ende op de lengte van 160 gr. 58 min.; alsdoen
lach de anckerplaets onder Companys lant 6 gr. 32
min. besuyden het O. van ons, nagenoech 72 mylen,
ende de anckerplaets onder het N.0. eynt van Eso
lach alsdoen 45 gr. 42 min. beoosten het S. 4674
myl van ons, volgens waere cours ende veerheyt. De
faabytanten syn vrolyck naer lant gevaeren, die voor-
schreven stockouden man quaem alsdoen weder aen
boort^ ende had een blauw catoenen rock aen, al-
waer Japansche caracters met gout op gedfuckt ston-
Digitized by VjOOQ IC
126
Julius.
den, in eeo groote viercante perck op sya rog. Dese
rook was met alderbande coleareii vaa eatoene gaeren
geoaeyl ende Tersiert ; by toonde ayn rug, seggeode
of dede bewys men 90tt H lesc», maer wy hadden
niemant dien *t seWe eemde verstami. Wyonthaelden
die» ouden m^n met syn byhebbent volck met een
sebeepa aradkien, *t welek sy lustich mocbtett^ riepen
aUemet Tacay saekie meyere^ 't welck is Ie seggen,
,$aeki0 driocken, want seggen tegen drinekenmeyefe;
riepe» altemet met eeq vrolyck gemoet Taeoy pierka
TQmaryy 't welck is, vrient compt te Tamary. Syn
met den avont aen lant gevaeren yrolyck ende al
singen4e. 's Nachts regenachtich weder, met een
sware>%nist.
b 17. 's Nergens was \ heel mistich regenachtich weder,
syn gecomitteert met het prautie beneffens myn de
2 Assi/stenten Amout^ Brouwer ende Da?it Cassa
naer lant te vaeren, ende op alles goede opmercking
te nemen, ende baer soecken te ondervraegen waer
sy aen bet »lver qnaemen. Bevonden bet als Yolcht,
Tooreerst wy met de prauw door de mist beenbree-
ckende, quaemen onder de wal tegen een cleyn rif-
ken van dippen, alwaer wy niet over mochten maer
mostev daer by omscheppen. Een inwoonder van ons
boort comende, quaem ons inroeyen, badde 4 roeyers
^de eenc vrouw in syn vaertnycb» ende riep tegen
ipyn Taeoy pierka^ ende wees wy souden hem nae
scheppen, by sou ons voorroeyen ; by harder roeyen-
. de als wy eenden, wachte ons dan weder in, brocht
ons in een kil die naer de buysen toe liep, roeyde
.doen syn best ende was voor ons aen lant, liep
eerst in een bnys ende quam straox weder. Terwyl
quaemen wy met de praaw aan lant, maer alsoo bet
wat veer vlack was, heeft een praaw af laeten vee-
Digitized by VjOOQIC
127
Julius.
i . rqQ, die vlot hj onse prauw gel^rocht wcrt, ende
ri^p Takoffi eode YieeSf wy soodea in dia prauw
. overstappen om droochvoets a^n lant te co^ien• Voor
Viseer aynde, een groote beleeftbeyt van desen inwoon-
. d^r» syn d^erin getreden, broqhte ons drooch op
UnU d9 rest van de inwoonders sleepten doen onse
praqw met een groeten yver ooek op 't laat. Op
stuant stonde veel iawoonders, soo mannen ak vroo-
. wea mi^ kieren» qiiaemeQ uyt alle hoecken Toor
dm d^i^h ende riepen al Taeay, H weick is vrient,
. efin van dQ yroiiwen ons verwelcomende met eeo
bevent stf^mmetie. £en bedaecht man, comende vao
. boven uyt een van de boysQn, ende qnam by myn
endc greep myn by de bant, ende tey Tacoy jan^
lfarfff$j ende greep myn voorts eens vriendelyck om
. ipyn midden tot teycken van vrientscbap, ende gin-
gen soo b$int aen bant naer syn huys toe, 't welck
boven in *t groen dicht by het strant stont, ende
was rontom met palli^eden beset, met een getraliede
dieur daeraen, In huys comende vonden daer op een
verheven diggediig [?] alwaer matten op la^en, den
selfden map sitten dien ons voorgevaeren was, synde
geeleet met een blauwe catoenen rock met witte
bloemen, syn vrouw aen syn slincker sy, gecleet met
een roek die met veel strickies ende cruysles ver-
qayt was, met alderhande coleur van catoene gaeren ;
deso rocken waeren als de Japansche eatabers. Den
invvoonder wees ick sou gaen sitten aen syn rechter
sy op de verheven diggedig^ synde omtrent lYt^oet
., . bpveo de aerden, sittende op syn Japansch op de
IP^ltten, die overal geleyt waeren langs bet huys.
I>0se persoon scheen over dit dorp het meeste gesach
t^ hebben. Dus sittende hadden een fraey discoursie
n^et vysen, eiide alsoo hy in dcke oor een groote
Digitized by VjOOQ IC
Julios.
128
silvere rinck had ende syo vroaw noch veel grooter,
vees waer hy dat van daen ereech, sey dan Mima^
siama, *t weick is te seggen, ick verstae u niet.
Dos sittende liet myn 2 Japansche copere taback-
pypen sien, ende sey Tacoy tambaeo, 't welck is te
seggen, vrient taback, heb alsdoen wat Javaensche
taback omgedeelt, ende droncken in 't ront een
tambackien ende arackien, maer wilden niet drincken
of mosten self eerst daer wat uyt drincken. Dan op
het jongst wel merckende, dat de dranck al uyt een
can qnaem, droncken sonder schroom in 't ront om.
Naerdat wy soo wat met wysen ende spreecken, son-
der malcander te verstaen,. gediscoreert hadden, ick
niet van dien quant van het silver con vernemen,
hebben alsdoen onse doos laeten opdoen ende den
delinquant met syn vrouw eick met wat cleynicheden
vereert, ende alle de omsittende vrouwen ende kin-
deren 'desgely ex , waerover alle wel tevreden waeren;
insonderheyt als ick elck een cristalyne craelde ket-
ting om de hals hinck, roepende al lachende Taeoy^
Tacoy, Des hnysheers vrouw hadde een groot blau
gecraelde ketting om haer hals, waer copere teyckens
tusschen geregen waeren ende eenige andere coralen.
Dese vrouw is opgestaen, ende heeft ons elck wat
geroockte heylbot in een Japansch verlackt schutteltie
gegeven y ende sey Tacoy aimairat \ welck is Trient
eet; haer beleeftheyt siende heb elck een schrootie
armosyn omgedeelt, van de lengte ende breete eens
schoenlints, waermede sy seer bly waeren. Sy op*
staende ende haelde een oude lap van slecht Sinees
goüdlaecken, seggende Tacoy ^ ende wees ofwy suick
goet niet hadden, scheen daer seerbegeerich naer
te wesen; maer wy toonden haer onse coopmanschap,
't welck bestont in cieyne Sinescbe spiegels» water-
Digitized by VjOOQIC
129
Jolios. .
parelen ende slechte craelen, wat laecken, sarassen,
laiasilas, seylcleedea, om te betoonen als dat wy als
cooplnydea.hier quaemea om te handelen. Terwyiis
den boerman naest dese syn hnys wonende, alhier in
hnys gecomen ende dronck eens arack ende een ta-
baclde met ons, is doen opgestaen ende greep myn
by de hanti ende noodichde myn tot synent te co-
men; naem met beleeftheyt myn alscheyt endeginck
net hem. Hy uytcomende ging sitten ak den yori-
gen, maer hebbende 2 vroawen die aen syn slincker
sy gingen sitten; dese persoon had een rock aen yan
catoen, blan met witte oochies; syn vroawen waeren
gecleet, de een met een hennipe grove rock, wat
vernaeyt synde, * mylde die van haer lyf af voor 3
snoeren watercraelen. Sy alleen loopende heeft een
rock van vellen aengedaen ende qoaem ende brocht
myn de rock, deweicke ick heb laeten bergen ende
iien boort gebrocht tot een monster ; de ander 'vrouw
had een rock aen van robbenvellen. Syn doen tegen
ons ende haer mans over gaen sitten, haer mans
vereerde ons met eea vel, niet wetende van wat ge-
diert, waer tegen wy hem 2 ellen blaa syden lint
vereerden, hebben d®. wel aen boort gebracht; 'den
eene vronw opstaende deelde ons elck een Japansch
soo vier- als ses-cante verlackte schottelties om, alwaer
in elck 2 stacken gecoockte heylbot lach ende seyde
Tacoy amaira, als is te seggen, vrient eet. Corts
hierop is den vorigen by geweest hebbende inwoon-
der, met syn wyf ende gantsche hnysgesin by ons ge-
comen, ende brochten ons een swart geroockten salm
tot schenckagie mede, ende was met ons alle vrolijck
ende vriendelyck. Hebben op nevens (nieaw) onse
coopmanschap laeten sien, wesen of sy geen goet
daervoor geven wilden, wilden het goet ivel hebben
9
Digitized by VjOOQ IC
130
Julius.
maer wilden niet genoech van haer vetten scheyden;
wees dsft sy snlcke rocken voor haer vellen hebben
^Iden ak hy aenhad. lek haer allen wal Javaensche
tabacky wat naelden, ende wat naey-sy ende eenige
craelde keiiingties omgedeelf hebbende, schonckeo
haer noch eens arack ende naem myn afscheyt. Sy
bedanckten ons soo het sche^ gêweldich^ naemea
alsdoen onse ganck naer het strant, waer naer toe
sy ons met alle tnan convoyden. Wy op strant co-
mende, qnaem een ont man met een -lange ruyge
witte baert by ons, ende naem myn by de bant,
ende ginck met myn naer een Opgestelt hntien dat
op strant stont. Myn niemant volgende als odb eygen
voicky gingen daerin ende was maer van matten op^
gestel t met stocken in een driehoeck, waer in 't mid-
den vuer aenlach, daer een ysere ketel met salm
ende groen cruyt over hinck ende coockte. Gingen
in *t hatien by 't vuer sitten, beneffens ons den
ouden grysen man met noch 2 manspersonen ende
3 vrouwen, waervan de eene vrouw een cleyn kintie
op haer schoot had, so6 schoon als ooyt gesien heb,
't welck een meysie was, hebbende een blauwe crael-
de ketltngh om syn hals, waer tusschen silvere teij-
ckens geregen waeren, aen d*". ketting hingen twee
groote silvere ringen, sieriyck gemaeckt, wegende
met haer tween wel 7» V^^^ swaer* Geseten synde
droncken een arackien in 't ront met een tabackien,
terwyl schafte een van de vrouwen in drie verlackte
coppies met voeties wat salm ende groen cruyt op,
ende gaf ons elck daer een af^ ende sey, wy souden
eeten, langde ons elck twee stoekies om op syn Ja-
pans daermede te eeten; een van ons daer niet wel
mede connende eeten, lachten daerom. Een van de
inwoonders sey tot verscheyde reysen tegen myn
Digitized by VjOOQIC
131
Jalins.
Span^la^ maer kk hem daer'niet op Antwoordende,
: iBweeeh voorts stil'; 't welek inyn jn- feedencfcen bracht
of hier wel .Spaniaerts in vnrigetyden.feweest moch-
ten hebben. Terwji ick j in d*". hntien sart: is noch
wat sonders voorgeTailen, te weten:, haer- (honden af-
gericht tot ?isch rangen, SCO natureet ab sonde con-
nen bedencken, liegende öp do sprpng acn den oe?er
van der see ende cant valiide rivier,, ende verlossen
malcanderen of hét menseben woeren, wanneer daer
een een poos de aytsiobt: gehad he^ ; de rest yan
de honden, 10 i 12 . by trappen Joopeode langs
strant^ ende waoèeer die.ieenige'gewof!! van salm sien,
loopen met alle man in *t water, ende plonsten soo
met swemmen, niaeckende.eén halve maen« De salm
door verbaestheyt hem dan..Yerheft oyt het water,
ende springt op plaetsen daer weynidi water is of
op de droocbte, waerop de wacbthebbende passen,
ende grypén die salm; dan .byten.die stracx de cop
af ende brengen het lyf by haer meester in hays,
ende gaen dan weder op haer pfeaets; dit geschiet
met laech water^ Dit aHes beoocbl bfMiende, deelden
hier aen de vrouwen ende kinderen «enige cleyniche-
'den om lot . daockbaerheyt) al. waermede sy ten
hoochsten Temoeeht .waei«o> Syn' doen. naer de
pranw gegaen, hebben soo .wel TOfsche s&lm als ge-
droochde. d"*. ende^ gedroochde haerinck geraylt, als
wy condeo toeren,, voor stackies van ijsere hoepen
ende voor ryst. Cregen oock veel salm wm cleyne
staddes linnen,, dat ons volck aen! haer iiak hadde
in plaets van dassies.; De vrouwen ende de kinderen
quaemen soo dick . met visch < op strant, als of sy de
pranw wilden afloopen; den principaelste. vaÉ 't dorp
siende, dat wy ons.by de. pranw. niet wel conden
redden door de menichte van .'t gepesp?i| yant f;e-
Digitized by VjOOQ IC
t32
Julina.
<pen al te saemen Taeay Cany^ dal is vrientgser, 1)
«nde presenteerde eldc syn visch ; heeft met 2 4 3
woorden haer \ferbooden soo menichte rontom de
prauw te comen, qaaemen doen met 4 4 5 persoenen
treffens om te yerruylen, maer onse prauw viel ons
' te cleyn ende mosten met raylen uytscbeyden ende
lieten de prauw wat van de wal afleggen. Syn dioen
met beyde. Assistenten met noch 2 k 3 man wat op-
feloopen door een groen plasierich velt, H welck vol
Heele lelys was gelyck in ons vaderlant in de tuynen
wassen. Werden doen weder in een huys genoodt, al
waer wy met vrientschap bejegent werden, gaeven
ons wat geroockte salm ende vereerde weder aefl de
vrouwen ende kinderen eenige cleyne snuystering/
naemen met vrientschap ons afscheyt naer de praaw
toe, alwaer wy naer toe wel met 30 personen geleyt
werden, waeronder oock onse sangers was, die ons
verwelcompt badden in *t aen lant comen met sin-
gen. Dede alsnu met singen óns uytgeley ende syn
met groote vrientschap van de inwoonders van lant
afgescheyden, roepende in H wechvaeren Tacoy Ta-
tnary pierka cany, als wilden seggen, als ghy weder
aencompt in Tatnary^ soo brengt meer ijser mede.
Syn met een groote stortregen aen boort gecomen
omtrent 4 ueren naer de middach, ende heb aen den
. Commandeur ons wedervaeren vertelt.
c 18. 's Morgens was H mistich motrich weder, met een
cleyn variabel coeltie, syn 's ochtens beneffens myn
den Assistent Davit Gassü naer lant met de prauw
gestiert, om noch een deel visch te verruylen, ende
met een een vriendelyck afscheyt van dese inwoonders
te nemen, ende om den meest gesach hebbende een
Prinse vlaggetie te vereeren met een brief. Aen lant
1) BL 113 is G^nij: Zilver.
Digitized by VjOOQ IC
Jolias.
133
eomende vaereflseer ^Mrelcom, hebben in corte tyt
onse praaw vol salm ende haering gemylt, syn van
de 2 meest gesach hebbende persoonen weder in
huys genoodt, in boys wesende qnaemen wel 50
menschen, soo trouwen, mans ende kinderen ront-
om ons sitten. lek heb haer allegaeder wat taback
Tereerty de kinderen ende Trouwen eenige eleyniche*
den, om tot gedachtenis wat voor voick wy waeren,
ende onse goetbeyt mochte by andere naboeren roe-
men, ende schonck eick eens arack om, waervoor
sy al te saemen haer heel damckbaer toonden, ende
riepen allen Vrient, Vrient. Heb doen met een be-
leeft wesen de Prince vlag aen den meest gesach
hebbende gegeven met de brief, toonde hem heel
danckbaer, de brief van binnen besiende lachte. lek
wees hy soude die bewaereja, als wy wederquaemen
sou most by hem ons' weder sien laeten, hy heeft
de brief gebercht ende liet de vlag waeyen ; beduyde
hem als hier weder een schip qoaem, dan most hy
die vlag van syn huys laeten waeyen, *t welck wees
H selfde sonde doen; droncken daerop eens arack
ende liet de trompetter Wilhelmus van Nassouwen
blaesen, alwaer sy groot behaegen in hadden. Sy kee-
cken in de trompet, niet wetende of conden beden-
eken waer het geluyt van daen qnaem. Nae gedaene
rekaratiê (recreatie) naem met vrientschap myn af-
scheyt ende syn naer boort gevaeren ; quaemen met
een groote regen naer de middacfa aen boort, ende
was seer misticb. Dit dorp stont in een groene pla-
sierige valey; alwaer afterom eea schoone salmrycke
rivier loopt, syndé yersch water. ende loopt aen de
West-sy van 't dorp in see; maer de rivier is van
. buyten in de mont drooch met ikecfa water, alwaer
als dan door een cleyn kiUelje het rivierwater in see
Digitized by VjOOQ IC
134
Jalias.
.: : Joopt. ilat water wasl hi^r een vaem op «ade neer,
,. f' dan'rjw^ -tüde viel <5orf vefsohefdet reyseq op een
- idach^ 'ffier stonden, soo wy men «GCiiKlen, 12 è 13
Cf; ;•. huyseO) wacF ' ?aa det maer ,7 beiveoat aehidenea te
: :■. 'wesen; hier atondenf^^dk 6 4 6 deyi^e packhaysea
:.\n.<;Ki •mtrettt^'^éeaümans 4eii^e boVea ée aerde^ ^taende op 4
1 . atvtteü ofte i$ia^eii,otiwaergiédsfQiodideivisQh'ia lacb,
,!: ) . . de; deidrên/daenraa: waérea yaïi vaeteBhout eAde wae-
-^. .. :. re]i:!maerrt^gebctad6Dk -Haert^igraeven. waer»B boven
'\ ' de,aerdel )^lyck eeü. cap^ van «en hnys» een mans
.liefere: lanek code 8 voet .hooeh, wet beso][«ht ende
^ Aitkik toe %eA!^p! met igfootebi9tón<^a boomen. Haer
: boysen syn ,op *t fatsoen als ' in bet "vadcnrlant met
:!<€<$n f,laege{ di^ur-y! d^> mtteren: syn basten van boomen
.oiénde bet daksk ooek vanl'betl selfde .atbf> sèer dicht
! I op . . iDaleaBdek*en ' genaey t ; b^er buysen . syn van binnen
.isonder.: caemers^ m 't midden met leen haertstee, in
!*t; idaek Iwee veƒn9tersp!ill: ptietstan een scboorsteen;
i boven de baertslee ' leyt. :bet vol stockenr'gelyck in
n } " . eeif hèng^ alwaer het' voLsalnr ende andere visch op
.:bangt.iefroockën. Sy hebben ^eeq sonV in gebrayck.
,. ;c^?86en;'b]iyaen »yn rontom oveart de heèle'tliier beleyt
'. metl.bifiëea mnatteiii! ende. sommige met een verheven
!••:,(>: iliij;gedigr)onJb .opr. te-sAaepienyüsaegen eénig» 'Japansche
• oa»8ies..:eiide! cnaèsers^ sae^en «©cfc veel irelwerck by
.;. ,:.^ 'h^er. Yjondenibier^feen lév^t gedierte als haer visch-
• '- 'VWgende myg^ witte! honden j het was ioïhaer huy-
' : ,^^sen beel.warm^ de batekeui vfia haer hoysen waeren
!. van vtterenhDnt, heel perfeckt in malconder gevoecht,
. . , . : ' hadden Qock netten) ende harpoenties-om vi9Gh:te schieten
in ,ha^ : hiiyiseii. f Hier id H Boèch stonden schoone
, : groene boomen tot niasten^ óaegen geen frayt altoos.
. Terwyl wy op den 18 d^ op ons vèttrèck ston-
: den, saegen' wy 7 m'anspersoonen al met groote ruyge
Digitized by VjOOQIC
135
Jnlios.
.'baerdeny met haer vblle geweer, als syude pyl ende
booch ende aen hoai^iref^ oyt de O. langs het strant
iom&k passeeeea met drie* >)ongeDs by haer, die elck
een bos Tisch op haér rog droegen, .hebben die in-
gewacht; naer iek con. beoogen waeren 't.reysende
Itiyden, omtrent by ons eomende, heb haer eens
aorack geschoncken; dese hadden al adireoties armo-
«yn in haer ooren» maer haer plaeten \raeren be-
' slaegen met siWer, te weten ?an haer honwers. Sy
broehten hatf geweer, weeh ende quaemen ons mede
adié seggen.
d 19. 's Morgens elaerde. het weder op, de mist vertrock
ende. cregen een cleyn coeltte uyt een S.S.W., ende
alsoo wy hier niet aonders conden Y^nemen, gingen
onder seyl, maer quaemen eerts weder ten ancker
.door stilte op 97i Tadem, goede gront, een mylvan
lant beoosten Tamattf. Hier cpaemen nyt verscheyde
plaetsen vaertoygen aen boort met yisch, die wy
haer afroylden, oock Tan haer een levende swarte
beer« Een van dese aen boort comende inwoonders
toonde aen den Commandeur een. stuck. mynerael
. ende wees dat. dit silver was» .ende dat de berch
daer dat van daen gecomen was, in 't S.S.W. yan
- ons lach, *t weick wy vermoeden het. lant te syn^
'dat op den 14 d*". beoocht hebben; ende alsoo de
mist moy opclaerde, ende het coeltie uyt een S.W.
t^. moy opwackerde, niaeckten seyl om uyt dese
ingeseylde bocht te comen. Effen onder seyl synde,
quaem een pranw met 6 personen daer in aen boort,
synde gelaeden met vellen ende viscb die geroockt
was. In d%.vaertuych sat een blanck aensienlyck
oude man met een lange witte haert, aenhebbende
een blau gecleurde catoene rock, maer alsoo 't schip
te harde voortganck maeckte, is beneffens de andere
Digitized by VjOOQ IC
136
Joiios.
▼aertoygen weder naer lant gevaeren, Wy wat onder
seyl geweest hebbende, vonden de brief die ick by
de Prince yl:^ aen lant gegeyen had, in U coogel
laetien after een stock liggen, waerin wy yerwondert
waeren wat sy daermede meenden, of door wat oor-
saeck sy dese brief daer geleyt hadden. Wy deden
onse cours S.O.waert over, 'smiddachts waeren wy
q» de gegiste breete van 46 gr, 29 min., ende op
de lengte van 161 gr. 22 min., ende op de bevon-
den breete van 46 gr. 27 min.. Alsdoen lach de
steylen hoeck beoosten Tamary N.W. 7i N. 2*/,
myl van ons, in 't N. lach het lant 27t» in 't N.0.
3 myl, in 't O. 5 myl, in 't S.O.t.S. de veerste
hoeck dien wy sien conden 8* mylen van ons, ende
gaven dien hoeck de naem van Gaep de Jnitoa. Het
was al treckende afgediept ak volcht, 10, 11, 12,
13, 14, 16, 18, 19, 20, 22, 23 tot 25 vadem, ai
* steckgront ; hier was een groote bocht met een groote
valey iaech lant, saegen overal veel hoysen staen,
soodat dese bocht in 't ront heel bewoont is, sa^en
oock verscheyde rivieren te lantwaert inloopea, ende
geleeck overal een vlacke iantsdou te syn ^t hooch
binnenlant. Wat naer de middach de wint naer het
• S.t.W. loopende met een topseyls coelte, lie^ het
O.S.O.waert over staen, 4 mylen; was opgedist tot
30 vadem, ende daer van daen weder opgedroocht
tot 13 vadem, al steckgront. Gregen doen 12 vadem,
craelgront, ende waeren een myl van lant, saegen
in *t O. van ons een rivier in H lant strecken, al
waerby veel hoysen stonden, de Gaep imwa lach S.
5 mylen van ons. Tegen den avont wert het heel
mistich, liepen W.waert over. 's Nachts cregen wy
. een moy coeltie ayt een N., stelden onse coors S.
aen, hadden sont (sedert) dat wy om de W* gewent
Digitized by VjOOQIC
137
waeren behouden W. 8 mylen, ende was sfgediept
als Yolcht, 12, 18, 14, 16, 11, 20, 28, 24, 25,
26, 28 tot 30 vadem, al steckgront. s Nachts in 't
S. sejien diepte het al af ak yolcht, 83, 34, 35,
38, 40 Tadem.
e 20. *s Morgens was *t heel mistich doncker l¥eder, met
een N.lycke topseyls coelte ende slecht water, deden
ODse conrs als vooren S.waert over, ende was 42
▼adem diep, al steckgront. Giste 's middachfs geseylt
te hebben S.t.0. 67t myl,' was doen diep 30 vadem,
steckgront; waeren op de gegiste breete van 46 gr.
l^i min., ende op de lengte van 161 gr. 29 min.
Giste alsdoen de Gaep Aniwa O.S.0. 3 4 4 mylen
van ons, naer de middach claerde de mist wat op,,
saegen alsdoen Caep kniwa O.S.0. 4 mylen van ons;
naer de middach stillekens, was 'savonts 58 vadem
diep, waeren weynich vertiert, d*. Caep lach op een
streeck als vooren van ons, d®. Gaep is een steyle
hooge ronde hoeck. 's Nachts de wint variabel N.W.
ende N.N.W., onse coars S.S.O., diep 56, 57, 58
vadem, steckgront.
f 21. '#|Iorgens hadden wy een donckere betogen lacht
met een N.0. topseyls coelte ende slecht water, de-
den onse conrs by de wint O.S.0. aen, giste 'smid-
dachts geseylt te hebben S.S.0. 6 mylen, waeren
volgens dien op de breete van 45 gr. 39^1 min.,
ende op de lengte van 161 gr. 42 min.« Alsdoen
lach de Gaep kniwa N.t.0. '/b O* ^ mylen van ons,
ende hadden de diepte ^an 58 vadem, steckgront, ,
saegen een groote walvisch, wy conden geen lant
meer buyten d®. Gaep sien. Het wert wat naer de
middach weer heel mistich, cregen noch eens gront
op 62 vadem, ende waeren doen gront af; naer de
middadi de wint N.O.t.0. ende N.N.0. met een
Digitized by VjOOQ IC
1n38
Jalius.
'ino;/iacIiien.^li)!ieK'troefc de wint naer het N.N.W.
.■r énde de ^seQ. vbegpni iu^dt .üyt 4en N. Jieo te schieten,
vernaemeü veel Fa?elkig van stroom.
g 22^ 'is Morgens hadden, wy doncker misticb weder, de
^int N.W. met topseyls coeite, ende faolle deyninge
uyt den N. Gisie 's.mSddacbts geseylt te hebben
fhétiü. V4 ^* ^B' myka, waeren volgens dien, op de
/ bréete vaa* 45.gr. .54: min v, ende op 4e leagte van
163 gri. & min., .ieylden al by de wint N.vraert
over, saegen somtyts e^flige. steencroos dryven ende
veel lammettm encie zeerobben swemmen, ende saegen
Qock veel wier ^onde stocfcies hout dryve]i[i. Tegen
flej) avont cregen wy stilte tot de eerste wacht uyt,
cregen doen een eoeltie uyt. een W.S.W. ende trock
temet naec hét S.W., deflen onse cours R*W. aen.
a 29^ f-s^Morgens hadden wy doncker ■ regenieh weder, de
i^int' meest .S.W. ende S.W.t.S., deden. onse coars
^N.W.t.W. aen, corts ilaernaer W.N.W., om te soe-
. , 'eken om de'W. om te conken, hadden slecht water.
Giste 'smiddachts «eseylt te Jiehhen N.W. */• ^'
11 mylen, waeren volgens dien, op de breete van
46 gr. ^8 min., ende op de lengte v4||^162. gr.
25 min. Omtrent. 4 ueren Èaer de .middach cregen
wy weder de cust ysin:£ so in 't gesicht, e||k was
een steyld uytsteeckende hoeck met laech s^ende
iant omrde N. fltreckende, geleeck wel naer een
tonyi(ks hooft, gaeven d"". hoeck de naem van Tonyns
hoeck, d\ ho^èk lach W.SèW. 1 myl vajdons. Had-
den van ^smiddachts geseylt 5 mylen W.N.W. aen,
minderden seyl ende worpen het loot, vonden de
de diepte van 44 vadem^ stcckgront, ende corts daer
nae 58 vadem, vervolchden onse cours W.N.W. 2
mylen, Saegen doen met den avont, als dat d"". cast
noch al N.waert heenstreckte soo veer wy sien
' Digitized by VjOOQ IC
199[
wC0ddto^ «11111} étm hefctscUelyick. misüch vreriy ende
hei bui ai in ^i'^Sii^.^. |;epeylt hadden, dat hooch
yru^ maeri tol Ssi 4 Jnyl beooordea de Tanyns hoeck
• ia 't al laeih lant^Iiel^ii oaaemarsseylsloopen, ende
geyden .oase seylen op» Ueten'hel met. een S. vrmi
, iiiet:de.sleven.oai det.O.: liggen dryven» Maer alsoo
; bet^ eori met. de 'mpen de mist weder opclaerde,
maeckten. weder seyl^ eade tieten het weder voort
. . staéa tN..«a€D mei een S.. coeltie. De eerste wacht
(/óyf wesendö ende • dé 'vmaeit ondergindc, wert het
weder, hee^i. dpncker,.. lieten het weder dry ven als
> vooreoy net regen, het \ Was al langsaem opgediept
ab voleht^ 50^ 55,' 60; 63. 66, 66, 70 vadem,
. steckgcont; abdoen was de tweede wacht nyt, maeck-
ten <ioen seyl,. stelden onse conrs al N. aen met
een dichte mist, maer alsdoen drooch weder,
b 24. 's ]^^q;ens.. begon .de mist wat op te ctaeren, setten
. > al onse seylen daerby, cregen doen een N. wint de-
wi^e naer het N.W.. ende N.W.t.W. trock, met
^ een topseyls cpeltie^' lieten het by de wint N.N.0.
waert over staen. Wat op den dach claerde de mist
... ileel <op, saegen in 't N.W. het lant 4 mylen van
ons, ende was een streokende cust hoooh lant. Wy
. vervolchden rase cours om de N.N. W. aen. Giste
's middaohts geseylt te hebben N. */| W. ] S mylen,
waeren volgens dien, ep de breete van 47 gr. 27
; min.;.. ende óp de lengte van 162 gr. 14 min., maer
bevonden ons te wesen op de breete van 47 gr. 49
min., soodat ons de stroom wat om de N. geset
had, omtrent 8 mylen voerder ^ als gegist hadden.
Alsdeen lach het lant in 't S.W.t.W. 5 mylen ende in
't W. 6 mylen van ons. In H N.W* */, W. lach een
beogen berch met een scherp toppie boven op, gaeven
die de uaem van Tepelbereh^ ende lach 10 ^ 11
Digitized by VjOOQ IC
140
Julius.
mylen van ons. Conden nocb m 't N.Wt»N. Iaat
sien» 't welck noeh al N.ivaert heenstveekte» Hadden
alsdoeo de diepte Tan 55 vadem, steckgroot; op de
middaeh wert het stil, het was hier al laech lant,
op sommige plaetsen met geberchten met veel boch-
ten endé inwycken; tn 't W.t.N. saeg^ wy eenige
berghen daer sptlsies op stonden als stompe torens.
Naer de mtddacb cregen wy de wint W., deden
onse cours N. 1 myl, was doen diep 57 vadem,
cregen doen een luchien nyt den S., deden onse
conrs N.I*].W.9 cr^en holle deyninge nyt eei( O.S.0.
Geseylt hebbende 27t Q^yl op d°. cours, was 't lang-
saem opgedroocht tot 4 glaesen in de eerste wacht,
was alsdoen diep 47 vadem, steckgront, deden doen
onse cours N. aen, de wint doen W.N.W. ende W.,
tot dat 2 mylen geseylt hadden, was doen 40 vadem;
deden doen onse cours N.N.0. aen l^t myl, was
doen 42 vadem, gront als vooren; lieten bet met
neerliggende marsseyls ende opgegeyde seylen voort
staen N.O.t.N. aen 27s mylen, was alsdoen diep
44 vadem, steckgront.
c 25. 's Morgens was 't moy stil weder, de wint N.W.t. W.
. met een betogen lucht, doch taemelyck gesieht, saegen
op verscheyde plaetsen lant soo veer wy sien con-
den, van het W.S.W. tot het N.N.0. Saegen np
op noves (nieuw) als dat wy weder in een groote
bocht van Eso waeren geseylt. Voor de. middaeh de
wint variabel met stilte ende met holle deyninge nyt
. een O.S.0. Tol 's middachts noch geseylt N.N.O.*/, O.
3 mylen, was doen diep 39 vadem, steckgront. Giste
in dit etmael door malcanderen geseylt te hebben
N.t.0. 117i myl, waeren volgens dien, op de breete
van 48 gri 25 min., ende op de lengte van 162 gr.
27 min.; hadden doen in 't N.0. lant 10 mylen
Digitized by VjOOQIC
141
Jnlios.
Tan ons, saegen ooek lant in *t W.S.W. soo Teer
wy rien eonden; conden TOorts in de bocht in 't
N.N.W. op sommige plaetsen hooch lant sien. Het
naeste lant lach W.t.N. 7i N. 8 i 9 mylen Tan
ons, ende was een hooge hoeck, geleeck wel een
oylant, ende was geheel gebackelt bo?en q[> gelyck
of het een saech was. De mist ginck soo dabbelt
over het lant, dat men geen degelyck bescbeyt sien
conde. 'sMtddachts een slap coeltie nyt een N.N.0.
wenden het N.W.waert over, de wint liep temet
om naer het N.0. ende Toorts tot het O.t.N., dat
wy N.t.0. seylen mochten ; saegen wat naer de mid-
dach een doode' cabeliaa Terby het schip dry Ten , de
welcke scheen niet lanck doot geweest te hebben.
Naer de middach geseylt N.t.W. S^t myly diep 38,
36, 35 Tadem, steckgront, saegen doen *s aTonts noch
al lant in U N.O.t.0., ende om de O.S.0. strecken-
de met een groote bocht aen malcanderen. *s Nachts
dreven in stilte, hadden de diepte Tan 35v Tadem,
steckgront.
d 26. *s Morgens doncker weder, de wint S.S.O.» deden
-oose coars om de N.O., een weynich op den dach
synde saegen het lant tot in het O.S.O., scheen een
hoeck of eylant te wesen, dan was aen malcanderen
Tast met een groote bocht om de N.W., stelden
onse conrs om de O. tot 's middachts, diep 34 i 35
Tadem, al steckgront. Giste 'smiddachts geseylt te
hebben N.N.0. 67i myl, waeren Tolgens dien, op de
breete Tan 48 gr. 49 min., ende op de lengte Tan
162 gr. 42 min., ende op de bcTonden breete Tan
48 gr. 56 min. Saegen doen lant in 't W. 67i myl,
N.W. 7 myl, N.N.W. 7 myl, in 't N. 5 myl,
N.N.0. 3*/, myl, in 't O. 5 mylen, in 't S.0. 6
mylen Tan ons, ende qaaem al met bochten ende
Digitized by VjOOQ IC
142
Jalius.
laech lant aen malcandereDé V»i> 's miéiaebts geseyit
O.t.S. 37i myi, de Triot varhbel ; quajemen hierom-
trent naer de middaeh teo 6 neren tenanckerop 18
yadem, stcekgront met cleyne steenties vermengt.
Waeren op de gegiste breete wm 48 gr. 537i min.,
ende op de lengte van 163 gr. 1 min.^ raaer be-
vonden op den 2r7 d*". de breete van 46 üt\ 54 min.
Als nu lach de ree onder het Cofhptmys UuU 6 gr.
4 min. Oostelycker afa S.0. van ons ,.i.. myl, ende
de ree ofte anckerplaets onder, de N.0. hiieek van Eso
lach alsdoen 9 gr. 45 ibin. bedosten het S. 66Y4
mylen van ons; lagen . omtrent', i'/i'inyl van lant.
Hadden een hoeck- alwaer wy geen lant .bnyten sien
conden, als een deyn eyiantie S^O.tvO. 5 mylen
van ons^ ende d°.. eylantie lach S.S.0; 4 mylen van
ons. Het lant van d^. hoeck 8tre8ki'öm''de N.W.
soo >veer vy conden beoogen. 'OpidaAo is.geresol-
veert om de boot uyt te ■ setten ende. dit lant te
visiteeren, of men noch geen verandering* van volck
vernam; syn ^s nachts met de boot ende :prautien
naer lant gecommitteert, ick met den A&»istènt'JXavit
Cassu in 't prantie, ende t Stierman Roelof Sieversz.
met. den Assistent Brouwer syode in de^ boot. Was
1^00 mistich; conden geen half scheepslei^e isien.
e 27. 's Morgens qaaemen tegen den dach onder den wal,
bleven liggen tot dat *v¥y de boot f emaemea, de boot
in H gesicht hebbende syn beneifens den -Assistent
Davit Cassu aen lant jesprongon, eode'iliet de prauw
op de riemen wel claer liggeuv syn met ons beyden
op een hoochte geclommea, ende alsoo dèf mist wat
opclaerde, saegen dat dit een scboone iantsdou was
synde vol voetpaedên van menseben, saegen oock een
groot 'fóck (meer) van - verSoh water, ende was al
schoon vlack lant, .syn weder neder «op f het strant
Digitized by VjOOQ IC
Jalias.
143
ilommen, Tonden In 't sant veel voetpaeden yan
-menschen ende honden. Heb ons volek belast met
het scbnytien langs het strant' om de O. te scheppen,
ende wy syn met ons ttveen te voet langs bet strant
gegaen, vonden op het strant een groote plas sneeuw
omtrent een scheepslengte, ende was boven op wat
bestoven van sant» met hooch water qaaem de see
daer op een vadem nae aen; soodat vrj op dato mal-
canderen met sneeuwballen tot een gedachtenis heb-
ben gegooyt; boven op was dit sneeuw soo hardt
als ys. Syn voorts gegaai^ qiiaemen op een vlack
velt soo plasierich als eenich lant wesen mocht,
sonder geboomte synde vol vèetpaeden, vonden 10
graeven, daerin sommige dooden noch in laegen. Dese
graeven waeren heel raergemaeckt van vnereplancken^
omtrent een voet verheven van de aerde, staende op
4 stnties ende was onder een vieroante kist, onder
de boom (bodem) synde bonte bonte tralys, doorluch-
tich, alwaer de doode o'p lach met een crans van
spaenderties fyn gesneden synïde om syn hooft ge-
vlochten; hadde een oude blauwe catoene rock aen
gebadty maer die was al vergaen, vonden by hem in
de kist schnetehies ende eetensbaddes, ende eenige
andere snuystering met pyl ende booch, bad eeten
ooek in een doos gehadt soo het scheen, lach oock
een cleyn block om ryst te stampen, met een ryst-
stamper daerby in syn kist. De kist was boven met
een cap wel dicht toe, gelyck een cap van een huys,
daer beven op het scherp van 'de cap een fraey ge-
sneden houten cap lach. Langs de kist aen elcken
endt fraey met een leeuw ofte draecken cop uyt ge-
sneeden, met houten ringen van het selfde hout in
faaer mont, (ende) liep soodanich gesneden hout aen alle
vier boecken oock neerwaert aen, al uytgesneden als
Digitized by VjOOQ IC
Jolios.
144
geseyt is. Dese gnteyeD met verwondering aengesien
hebbende, saegen daerby veel stockies staen met fyne
gesneden cralleties ende spaenderties daer aenhangen-
de, synde noch met de eijnden aen de stock vast.
Voorts gaiende quaemen by een hays, alwaer wy io
gingen maer geen volck in vonden, ende scheen wel
dat daer in een jaer geen volck noch in gewoont
had; dit boys was van vueredeelen gemaeckt» synde
met groeven in malcanderen gevoechti seer dicht»
ende het dack was met een scherpe cap, dat boven
op de vaeredeelen beleyt was met basten van boo-
men ende houten overal gespyckert; de spyckers
waeren van fatsoen als de Japansche ofte de Synee-
sche syn. Het huijs had een opslaende denr meteen
cleyn voorhays met een groote vieroante binnencae-
mer, alwaer de haertstee in U midden was, daer
recht boven 2 valve;nsters om de roock te loosen ;
haer huegel was noch aen een stock ton vast ende
hing noch over d\ haertstee ende was een erom
quastich hontiOi maer dese binnencaemer sloot het
incomen met efii schayf op syn Japansch* In dit
hnys hingen veel van die stockies met byhangende
spaenderties, by dit huys stont een groot gemaeckt
hoek alwaer . eertyts scheen eenich gedierte in ge-
staen te hebben, met veel cleyne hockies daer noch
eetens ende drinckensbackies aen vast waeren. Hier
stonden oock veel opgerichte stocken om goet op te
droogen, met veel bonten stellingen oock om eenich
goet op te droegen. Wy met ons tween wat voor-
der om de O. gaende, qoaemen noch by 2 graeven
gelyck als vooren, gingen voorts voerder om de O.,
quaemen weder by een boys als vooren, daer by
synde hoorden de see seer tegen het lant aen stor-
ten, aen de andere sy van U lant in *t N.0. ende
Digitized by VjOOQIC
145
Julins.
\raBroTer ick verwondert was, dat meo hier de see
soo ghemackelyck conde hooren. Vonden oock in dit
Iinys niet als een honten hngel over de yaerplaets
hangen, ende conden niet bemercken dat daer in
een jaer vólck in hadt gewoont. Syn naer het strant
^egaen ende heb het praatie naer de boot toegestiert
om daer noch 2 soldaetea nyt te haelen, om benef-
fens ons tween het lant met beeter ▼N'seeekerheyt
te ontdecken .ende eenich yoick op te soecken. AIsoo
onse boot noch aen qnaem seylen, stonden wat op
i^trant ende wachten. Dos staende, saegen om de W.
van ons een man op de hooge ylackte gaen, daer
wy *sochtents op geweest waeren^ qoaem naer het
scheen neerwaert aen, maer ons siende is met een
voile loop om de. W. geloopen. Onse boot ende
pranw weder aen het strant comende, heb noch 2
^Idaeten ende een matroos, die een witte doeck aen
«en halve pieck vastgemaeckt droeg in de plaets van
«en witte vlag, nyt de boot gehaelt, ende belaste
voorts den Stierman Roelof ons met de boot ende
praow te volgen om de W. Syn doen voortgegaen,
Yonden noch een hays tegen de hóochte aen staen
tiat vervallen was, maer wert weder opgemaeckt.
Daer stont oock een cleyn hntie by, gedeckt met
basten van boomen, by dit hays lach een stuck van
een ys^'slee, synde van een vreempt fatsoen. Gingen
doen by een fraey padt boven op de hooge vlackte^
daerop synde conden de see over het lant in *t N.0.
sien, saegen oock dat de cast daer bayten om de
N.W. strookte tot een hoogen steylen hoeck, die ons
het voerder gesicht benam, ende saegen oock dat dit
staende lack (meer) in see om de N,0. oytliep,
saegen oock dat het lant hier maer een myl breet
was^ synde maer een aytsteeckende hoeck lants daer
iO
Digitized by V:iOOQIC
146
Jalitts.
ons schip onder geset ladi. Syo doen ofer die booge
vlackle hecngegnfiii naer kei stnuu. ""Ofn é^ N.W.
op strant coiBfinde, saegeo door het yaUeat water den
by ons gesienen iawooadefs voetstappen * comende
ende leeddoopende, in 't aant staen; syn die ver-
Tolebt met yaorsiditieheyt^ Omtrent Vf^ mjl gegaen
bebbende, saegen e«B Taertayjchie langs bet lantcomen
roeyen, sy ons siende ieydea aen het strant ende
hadden 't daerop. Wy dit siende syn daemaer toe
gegaen, daer bycomeatfe saegen twee tre&ijge(?) per-
floonen op em groeten boom, die Tan de fee op het
strant geworpen lach, sitten^ synde doeck van leden,
den eene met een roygen baertt hebbende pyl ende
boDch in de banden» met een pylkoooker vol pylen
aen eya hooft hai^n, met een honwer op syn sy, den
ander wat jonger met een groot gramseliap geschoo-
ten 1} hebbende twee groote knevelsi had oock pyl
endeboocfa in syn hand ende voorts gewaèpent met een
hoHwer ende pylkoodter vol pylen ; afier baer stonden
tw«e stèrcke mannen, geweert (gevapent) als de twee
voorige, gecleet met rocken van vdüen. lek bd> ons volck
laeten stilstaen ende ^last wel op baer hoede te syn,
aou alleen naer haer toegaen, alsdoen de honwer op
mjn sy hangende, syn toegetreden. Den oatste sette
«yn boocfa in 't sant met een pyl daerbf » ende nam
een lange pieck van 18 voet in sjfn bant, ende sy
bleven alle bey sitten, ende de andere twee staen.
Wat dicht by haer comende sey Tacefi jankaraie
ende vreef mja Jianden^ golyck gesien hadde aen
Tamary, waerop den ootsrte ^ack TqC€^, syn doen
toegetriedmi, ende naem syn bant ende vre^a dat wy
vrienden waeren, in myii beyde banden syn rechter-
bant nemende, ende soo sftemen gedroekt; oaen
doen de pieck, i»de smeet hem neer, waerop on
1) Barsch uiterlijk voorkomen ?
Digitized by VjOOQIC
UT
JuHas.
vQlok b comen aeatr^den, dieo sy doen met haer
tween te gemoet gingen ende welcom boeten^ seg-
gende Tacoy, ende ddaden met haer bejde handen
ons volcx reebterhani, gelyek ick haer gedaen had,
luaer de twee andere pasten op haer geweer. Dese
twee persoonen waeren gecleet met aydê gebloemde
Japanscbe rocken, gevoert met Sineese cangangs
waertnsfidien syde wattai waeren ; soodat ick vertrou
de twee andere lyÊcfaatt^ ofte haer dienaers wae-
ren. Dese twee trefiyge persoenen was iiaer hooft
yoorgescbooren tot balfwegen het hooft, ende voorts
hadden lang hangent haer tot heel aen haer midden ;
dn plaeten van haer honwers waeren oock met silrer
beslaegen ende doorluchtieh* Naedat wy malcanderen
met Yoel vrientsebap gecaresseert hadden, liet ick
eens araek schencken ende brocht het aen den out-
sten, liet het copien weder vol schencken» *t welck
by met danckbaerheyt entfinck ende dronck het uyt,
liet voorts haer allen eens omscliencken» schonck doen
a^ die twee prjncipaelsten dek een groote blaawe
crael» dewdcfce sy met dankbaerheyt ammaemen,
ende greep myn doen by der bant ende sey Taeoy^
ende wees oaer haer prautie die op *t strant stont.
Gingen doen al handt aen hmit dansende tot by de
pranw, vond.en< daer een blanckis vrouw, fraey van
tr^y, bebbci^de lanck swart haer met ioen stroock
Im^ om t(aer hj^ft van een bever, gecle^ heel in
'i bont» by haer hd>bende een cleyn meysie, heb-
l^^nde een t>onte rock aen, met een stroQck bont van
een ssi^l, dat seer schoon was, om haer hooft»
eode bad een jongen by haer staen, gecleet mee met
een bopte rock- Wat van de pranw af sat een oudt
Uanck map, 'ipet een lange gryse baert, op een
matiesi (matje) op de Japanscbe wyse, aenhebbende
10*
Digitized by VjOOQ IC
148
Julius.
een gebloemde catoene rock, synde op syn Japansch
gemaeckt. Myn leytsman wees ick soa by die oade
man gaen^ *t welck ick gedaen beb, ende heb hem
gegroet op syn Japans, 't welck hem aengenaem
scheen te wesen, vraechde myn veel, dan condeo
malcanderen niet verstaen, heb desen ouden patroon
een copien arack gescfaoncken, 't welck hy met ?er-
maeck nytdronck, ende rees doen op ende ginck met
myn naer syn yaertaych, daer de vronw was, terwyl
waeren de twee andere inwoonders yrolijck by ons
ander Toick. By de praaw comende schonck ick aen
de vronw endq het kint elck een blan gestreepte
crael, naemen die met groote danck aen ; dese vrouw
ende kint hadden elck een blau craelde kettingh om
den hals. Den onden patroon liet de pranw afvoeren,
ende ginck daer met de vrouw ende kint met de
jongen ende de twee dienaers in sitten, nemende
de pieck, pylen ende boogen van de twee andere in
de schuyt by haer, sloegen daer vyf witte ruyge hon-
den voor, met hem(hennip)seelen om haer lyf; den
stnerder after het vaertuych sittende riep eens, die
honden begonden stracx aen het trecken te pueren.
Den outste van ons 2 byhebbende babytanten naem
myn by de bant, ende wees ick sonde met hem naer
syn huys gaen^ syn doen met ons tween gevolcht,
soo hart loopende ende dansende als conden, maer
de honden liepen veel harder met de pranw voort
als wy conden volgen. Den andere habytant bleef by
den Assistent ende ons ander volck, ende volchdc
naer. Omtrent V» ï»yl oto de N.W. gegaen synde,
passeerden veel hoysen ende afloopende versche wa-
terties, oock een hntie, alwaer een stockonde vrouw
uytquaem, leunende op een stockien, scheen veel
hebben te seggen, maer myn leytsman myn al vast
Digitized by VjOOQIC
Jalios.
149
by mjn bant boadende, wees dat hy meester over
die bayseo was, ende dat wy soaden yoortgaen. Sae-
gen cofts daernaer dat bet yaertoych aen het strant
aenley voor eeo groot buys, 't welck myn leytsman
wees, syn te syn, sach van veer de bonden weder
uytspannen, haelden doen het vaertaych weder op
strant. Wy by dit huys comende, vonden een ander
ont man met een lange witte baert op een matien
sitten op syn Japans, daer ick yan myn leytsman by
wert^ gebrocht, daer bycomende groeten hem ende
sey als yooren Jankarate Tacoy, ende bewees hem
teeoken yan yrientochap, *t welck hy myn oock be-
toonde ; ginck by hem sitten op een stuck bont, terwyl
stont myn leytsman met 15 i 16 menschen rontom
myn met yeel kinderen, doch sach niemant met ge-
weer. Ondertosschen qoaem ons ander volck met
den ander inwoonder by myn, ende corts daernaer
de boot ende onsé prauw oock by ons aen *t strant;
doen qoaem myn leytsman by myn, ende wees ick
soa met den ouden man in boys gaen, hy sou yoor
uytgaen, het welck geschiet is. Dit hoys stont dicht
by het strant, ende was als de yoorige haysen van
maecksel ende fatsoen, maer van binnen rontom met
een verbeven diggedig^ ende was overal beleyt met
matten; in 't incomen van het huys synde, spreyden
het vrouwvolck matten voor ons om over te gaen,
met groote beleeftheyt. In hays synde gingen met
den ouden man op de verheven diggedig sitten, al-
waer de twee aensienlycke habytanten by myn quae-
men met beyde Assistenten ende den Stierman Roelof.
Hier waeren drie vrouwen in huys, ende eick hadde
een kint. Droncken saemen in 't ront eens om een
arackie ende toebackie, waernaer sy aUegaeder be«
geerich waeren. Saegen hier in huys 6 viercante kis.-
Digitized by VjOOQ IC
150
Jalias.
ten met roo leer overtrocken, eade e^n groole ronde
doos oock overtrocken met leet*t e&de waeren met
baste touwen wel styf to(%êsort ) wees wAt daerin
waS| wesen fyne tellen ende dat die Uk 't lant ge-
brooht most wèsen; wilden geen vei^raylen aen ons,
maer wel robben-ende béereo tellen. Das sittende
discoaref*en, schafte ons een tiercaül terlaekt backie
met lanterabben pooten op, die wy met émaédc aeten,
maa* wilden iiiet hebbent dat men eenige vnylicheyt
op de tioer smioet» maer mosten het al op *i bortie
^ïte backie leggen. Terwyl vrj hier in hujs saeten,
hebben de habytanten een tan haer taertnygen afge-
toert, ende hebben daer 3 honden toorgespanneo^
ende daer syn drie mans^soonen in gaen sitten»
ende de honden tiroeken de piraaw met haer langs
het strant om de N.W. lok beh het tölck hier in
hays eldc in H ront met wat groene taback ende
eenige t^ynicheden tereert, tereerde de trouwen
ende kinderen eenige craelen ende belleties, alwaer
seer bly mede waeren. Boten op dit huys stont een
groote letenden arent, die heeft myn leytsman aen
myn geschoncken, waertooi* ick hem w^der 3 è 4
manocke (?). taback schonck ende was weltetreden, heb
den arent in de boot laeten brengen. SÉegen hier
anders geen silter als aèn haer houwers, een tan de
trouwen had een toutie om haer lyf, bet welck tol
coopere ende ysere ringen hinck, éicke rinck wel
glat synde ende omtrent soo groot in *t ront als een
binnenste tan een hant^ ende oAitrent sóó dick als
een schaft; eon kint waeren drie groote doorluchtige
plaeten tan tabago 1) op syh rug genaeyly tan buy-
ten op syn bonte rock tot tersiersel ; sy waeren
1) Mogelijk iambaga, koper.
Digitized by VjOOQ IC
151
Joiius.
sdier begeeridb uer nlver, soo ick oen bemercken.
By dit grooie hiiys qoaem een vers afloopent watertie
Teriiy üi we loopen, alwaer op de cast noch Teel
cleyne hajsies stoiulbD, tertroa dat daer IM sleehté
▼okk in weende ; hier steot aock een groot yiercant
hoek, alwaer een groote swarte beer in sat. Aen
ekke hoeck fas *t hodL wat een famge spar met
een mey by opgeriehl, daeraen hangende veel
spsmiderties ; iek YersMede dat het lot triomf vras
over den getangen beer ofte eenige afgodendienst.
Idc nyn aCMdieyt met aUe vrtendeljokheyt nemende,
ymstt ïiaer stnmt geeonvoyt; op strant eoiaende liet
al on» velck ia de boot ende praow gaen, ende alles
slachwerdfeh maeeken lieten om wech te vaeren.
Myn kylsman dit liende, sey Taooff, ende wees
seo ick met hett in syti praow wiUe gaeli, dat wy
daermede nemeD naer boort soodea vliereo ^ ick wees
jae; hy Bet stracx een mat in syn pranw brengen,
waerop idc meet gaen aitten, ende hy giack after
myn sitkift, werde soo in see gevoert, by ons qoae-
BMQ Bocii 4 leeyers ende een die stoorde; syn soo
naer hoert gevaeren, oose boot ende prauw ons vol-
gnde, maer waeren wel 7* *^ ^^' ^^^ ^^^
boort. Orereomeade heeft den habylant mei ons by
den Comnundenr wat gegeten ende gedroncken, is
haealich opgeatac» ende van boert gevaeren^ niet we-
tende te bedenckea syn haestich vertreden ick hielt
faoBi enk geatreepl deet toe, hy son wederom comen,
maer ginck door naer lant. Dü scheen een treftich
man te syn in syn onunegdnck. Dien dag is onse
greote steqg versifin ende ons want geüdit, ende al-
soo Uer niet sonéers te vemiimen was, syn tegen
den doncksr t'aeyl gegaeoi steMen onse coors S. aen
boytcD het eylant om. 'sRacbts de wint 0.^ doen
Digitized by VjOOQ IC
152
JullQS.
wy S.S.W. TVs nayl geseylt badden, was *t afgediept
als yoleht, 18, 20, 24, 27, 2S, 30, 32, 33, 3&,
38 yadem, steckgront, stelden doen onse cours S.S.0.
2V, myl, diep 46, 50, 48, 47, 46, 43, 42, 40
vadem, al steckgront, deden doen onse cours N.0.
t.N. 3^8 myl) ^as doen 37 vadem, gront als voren,
dat was voor den middach tot op den 28 d^ 'sMid-
daehts door malcander geseylt S. 7 mylen.
f 28. 's Morgens was H mistich weder, de wint O., giste
van 's middachts geseylt te hebben tot dat daer 8
glaesen naer den middach nyt waeren, ende de mist
opclaerde, behoaden conrs N.O.t.N. 27i myU Als-
doen saegen wy het eylant dat in 't S.S.0. van
ons gelegen had, daer wy geset gelegen hebben, in
't N.0. 1 myl van ons, ende was opgedroocht van
37 vadem, als^volcht, 35, 30, 25, 20, 15, 16 va-
dem, doen schelp ende singelgront, voorts al steck-
gront. Alsdoen heeft den Gommandenr den Stnerman
Roelof Sievertsz. met de boot naer d"". eylant gestiert
om, dat te visiteeren, daer awicomende vonden d'.
eylant rontom met onder water liggende clq^pen be-
set, siende die wel by een myl ende op sommige
plaetsen veerder in see srtrecken. Dit rif streckt N.
van 't eylant naer het vaste lant, ende oock op syn
langst S. in see, maer heeft veel nytsteeckende rif-
fen. Daer streckt oock een punt van een rif N.N.0.
af, alwaer noch een groote clip of cleyn ^iantie op
leyt; dese reven lycken schier aen de hoeek van *t
vaste lant vast te loopen, dan scheen oock wel een
nauwe deurganck te hebben. De boot is met den
doncker aen boort gecomen, hadde oock by duysende
robben op de dippen ende het water varnomen,
hadde oock twee cleyne huties met vuerpbesies op.
't eylantie gevonden. Wy gaven het eylant den naem
Digitized by VjOOQIC
153
Jalius.
van Robben eylant. Wy yeraaemcn dat de stroom
hier om de S.0. ginck, vy hebben onse compassen
op 9 gr. N.Oostering geleyt, ende liepen by de wint
over S« aen, meteen O.S.0, eoeltie. De eerste wacht
uyt synde cregen de diepte van 16 vadem ende cort
10, met stilte ende styve stroom om de S»0. ; qoa-
men op 97t vadem ten ancker, synde singelgront.
g 29. *s Morgens is de Stierman Roelof nyt diepen gestiert
ende was mistich weder, maer alsoo wy hem....
qnaem naer ons toe, wy gingen onder seyl, de wint
O.S.0. ende S.O.t.0. met stilte, gaende de stroom
om de S.O., lieten het S.waert over staen. De mist
wat . optreckende, sac^en het Robben eylant in het
N.t.W. Vt W. van ons liggen 2 mylen, was 10
vadem diep, schilpige gront, de stroom nam syn keer
ende liep om de N.W.; dreven N.W.waert heen tot
een weynicb naer de middach, doen lach het Robben
eylant O.N.0. iVi myl van ons. ende was diep 25
yadem, santgront, quaemen daer ten ancker. Vingen
b'ier veel cabbelianw, schar ende leng; in de tweede
wacht begon de stroom om de S. te loopen, ende
corts daernaer om de S.W., soodat dit hier een
dwraelende stroom is ende ongestaedich syn loop hou-
dende, 's Nachts een cleyn luchien uyt den S., maer
stracx weder stil.
a 30. *s Morgens was *t heel mistich weder met stilte, de
stroom styf om de S.W. loopende, vingen noch eenige
cabbeUauwen. Omtrent te 8 ueren cregen wy een
lachien uyt den O., lichten ons ancker ende gingen
onder seyl ; deden onse cours S.S.O.waert over by
de wint, corts hiernaer liep de wint O.S.0. , lieten
het al om de S^. voort staen. Giste geseylt te hebben
behouden cours l*/* myl S.W.t.W., was afgediept
als volcht, 26, 27, 28, 29, 30 vadem, wenden he%
Digitized by VjOOQ IC
154
Julios.
doen om do O., de mvX S.O.t.S», 7i >"7^ 0.t.JV.
behouden, diep 29, 28, 27 yadem, al fyn vitte
santgront, de Btro<Hn noch om de S.W. loopeade,
Akdoen lach het Robbm eylant N.0. Vg O. 2'/,
myl naer gissing yan ons. Wenden het doen weder,
om de S.) diep 25 vadem, de vint tariabel, moch-
ten somtyts S.S.W., somtyts S.W.t.S. eade S.t.W.
seylen, de wint om ende by het O. nyt- ende in
schietende. Naer de middach behonden coonS.S.W.
2 mylen, diep 36 vadem, santgront; wenden het,
behonden conrs N.O.t.N. 7i °itU ^Udoen diep 32
vadem, fyn witte wasige santgront, de stroen, geset
liggende, liep om de N.O., de wint S.0. ende S.0.
t.0., ende was een schrickelyeke mist met motregen,
's Nachts 4 gtaesen in (fe eerste wacht kenterde de
stroom ende liep om de S.W.
b 31. 's Morgens was *t al mistich weder, de wint O.S.0.
ende S.O., de stroom weder om de N.0. gaeode,
seylden behouden cours S.W. 1 myl, wenden het,
de wint doen S.OUtS., behonden O.tN. I74 myl,
hadden al de diepte van 27, 26, 28, SO» 32, 34,
36 tot 37 vadem^ somtyts sant- somtyts steckgront.
^sMiddachts door malcanderen naer gissing behouden
O.S.0. V^ S. 27, myl ; doen lach het Roèben eyl.
2^4 myl N.t.W. naer gissing van ons; naer de mid-
dach behouden S.S.W. V^ myl, diep 36, 40, 44
vadem, steckgront^ doen gewent om de O.N«.0., be-
hielen naer gissing N.0. 27, myl, diep 42^ 35, 30
vadem, santgront ende singelgront. Gregen doen de
wint 0»S.0., wenden het doen weder om de S.,
behonden cours S.8.W. 17« myl, 8^t.0. 7t myl,
diep 32, 85, 40, 42 vadem, steckgront; vernaemen
des nadits groote raveling van alrooai. 's Nachts de
wint N.O., behonden S.0. 1 myl, diep 44 tot 48
Digitized by VjOOQIC
155
Julias.
yadeniy steckgront, doen de vint N.N^O», behoaden
>/^ myl O., diep 49, 50 vadem, steekgroDt^ noch
behouden 0.S«0. 2 myleo» was no teg^> den dach,
ende diep 60 tadem, steokgront ; soo iek een bemer-
eken werden wy met de stroom om de S. geroert,
het begon styf te regenen.
AagustuSk
c 1. 's Morgens was 't heel mistich met regen, de wint
styf doorwaeyende uyt een N.tO.» de see hol aen-
schietende uyt den O., leyden over ende weer om
Né te winnen, maer verlooren in plaets ran avance.
Giste 'smiddachts behouden te hebben 8 mylen
O^S.O., hadden doen de diepte van 72 vadem, steek-
gront. Alsdoen lach het Robben eylant omtrent N.W.
9 mylen van ons naer gissing, de wint N. Omtrent
2 ueren naer de middach hebben wy de boot inge-
sel, aisoo de see hoe langer hoe harder aenschoot,
giste van 'smiddachts geseylt te hd>ben O.t.S. 27t
mylen ) was doen diep 75 vadem, steokgront,
doen Oé behouden 27s myl, waeren doen gront af,
de wint N.N.0. ende N.O., oock N., wenden het
verscheyden reysen de beste boech voor om N. te
winnen^ in de dachwacht begon de see styf uyt een
N.N.W. aen te schieten, de wint alsdoen N.
d 2. 's Morgens al heel mistich weder, treckende naer 't
N. met topeeyls coelte, ende hadden holle deyninge
uyt een N.N.W.^ wenden het O.waert over, naemen
, onse voorroarsseyl in, alsoo hem de N. wint styf
begon te verheffen, giste 'smiddachts behouden te
hebben door malcanderen ^7i °^y' 0.t.S« aen. Gre-
gen doen de wint uyt een O.N.O., ende trock stracx
iveder naer het N,0., wenden het N.waert over,
naer gissing geseylt van 'smiddachts behouden cours
N.W* VI ^ mylj cregen alsdoen weder gront op 75
Digitized by VjOOQ IC
156
vadem» wasige gront, wenden het doen O.waert over^
met een N. coelte, de see hol aenschietende uytden
N«, de wint hem somtyts styf yerheffende.
3. 's Morgens al doncker ende mistich weder, de wint
treckende naer het N.0. met styye coelte met holle
deyninge njt een N.N.0*, wenden het N.W.waert
over. Alsdoen is per resolutie geresolveerti alsoo onse
bestemde tyt volgens Instructie van den E. Heer
Generael ende Raeden van India geezpireert is, dat
men onse best soude doen om weder soecken te co-
men in de Suytseep derhalve onse cours naer het Ganael
de Vries toe te stellen. De wrint met een styve door-
gaende wint alsdoen N.N.O. synde, deden onse cours
S.0. aen, giste alsdoen het Robben eylant omtrent
N.W.tlW. Vs W. 17 mylen van ons te liggen,
hadden geen gront, saegen by menichte groote ende
cleyne grauwe meeuwen vliegen. 'sAyonts begon hem
de wint te verheffen met een storm uyt een N.N.O.,
ende viel een schrickelycke mist neer, de see met
heel hol. water hem verheffende uyt een N.N.O.,
naemen al onse seylen in, ende lieten het liggen
dry ven met de steven O.waert over.
4, 's Morgens de wint al uyt een N.N.0. met door-
gaende coelte, met hol water, met heele.donckere
mist ende regen, saegen menichte gevogelt, saegen
veel lange steencroos, blaeden ende- stucken hoat
dry ven. Akoo de wint wat ginck liggen omtrent 2
ueren voor de middacb, maeckten weder seyl, deden
onse cours weder S.0. aen. Giste 'smiddacbts ge-
seylt te hebben als gedreven S.0. 22 mylen, waeren
volgens dien, op de gegiste breete van 47 gr. 67t
min., ende op de lengte van 166 gr. 15 min.,
maer bevonden ons op de breete te syn van 46 gr.
40 min., soo dat de stroom ons wel 6 a 7 mylen
Digitized by VjOOQIC
157
Aogostos.
Teerder om de S. geleyt hadde als wy gebist had-
den. Saegen daegelycz veel rayeling fan stroom, de-
den 'smiddachts onse coors S.O.t.0. met een door-
gaende N.N.O. wint ende bol water tot dat de eer-
ste wacht nyt was, wenden het doen by de wint
N.W. oyer tot de tweede wacht nyt, lieten het doen
weder S;0.t.O. aengaen.
% 5. 's Morgens badden wy al styve N.N.0. wint met
holle deyninge nyt een N.N.O., saegen met den
dach Caep de Trau in H S.W. Tan ons, ende lach
io een dys; saegen noch een steylen hoeck Tan het
Siaienlani in 't S.O.t.0. Tan ons, deden onse coors
O.tN. aen, de wint doen N., seijlden O.waert over,
om het Ganael de Vries terdegen open te seylen.
Giste 'smiddachts door malcanderen geseylt te heb-
ben S.O.t.0. 21 mylen, waeren Tolgens dien, op de
breete Tan 45 gr. 53 min., ende op de lengte Tan
167 gr. 67 min., maer bcTonden ons te wesen op
de breete Tan 46 gr. 43 min. Alsdoen, lach Caep
de Vries Tan het Statenlant S.W. 4 mylen Tan
ons, ende de ree Tan Companyslant lach . in het
N.0. 7^ O. 7 è 8 mylen Tan ons, deden als-
doen onse coars S. aen, het canael door, met een
doorgaende N. wint, de deyninge seer hol de straet
de Vries doorrollende oyt een N.N. O. Sa^en by
menichte geTogelte ende Teel drift, al groote bossen
Tan die lange croosblaeden Toor Terhaelt, dryTen, de
stroom liep met groote raTcling om de S. ; omtrent
naer middach te Tier neren geseylt Tan 'smiddachfs
5 mylen S.t.W. aen. Saegen doen de mineraelberch
op het Companyslant^ in 't N.O.t.N. 10 è 11 mylen
Tan ons, saegen oock met een blinck in 't S.0.
lant, ende scheen wel 22 k 23 mylen Tan ons te
liggen, Tertrou hetseWe Tan *t Companyslant aen 't
Digitized by VjOOQ IC
1&8
Augustus.
lant van Ameryea YMtgebecht is, dan eonde wel
vesen eenige deurgangea noch daer benoorden wae-
ren. De straet de Vriei gq^aafieert syndtt, deden
oDse coors S.W. langs de val Fan het Siatenlant
om, comende daerbj langs; in de voornacht hadden
wf een moy coeltie uyt een N.N.W., maer in de
nanacht stillekens met hoUe deyninge njt een O.N.0.
Wy hadden 'safonts Gaep dê Trau over heiStaiefi'
lant heengèsien, in 't W.N.W. van ons, door een
lage valey lants.
a 6. *s Morgens was 't stilleties met holle deyainge .oyt
een O.N.0. Somtyts een deyn coeltie syt een S.W.
Met sons-reysen lach de Caep dê Fries 12 iilSmy-
kn Nfl.0. '/, O. vao ons, giste 's middaehts geseylt
te hebben S.W, ^j^ S. 17 mylen, wieren volgens
dien, ^ de gegiste breete van 44 gr. 50'/, min.,
ende op de lengte van 166 gr, 56 min., ende op
de bevonden breete van 44 gr. 43 mia. Alsdoen
saegen wy de Caep de Trm m *t N.N.W. van ons,
ende een- hoogen bereh op de watercanit vaivhet
Sttttenlant stae&de, synde boven op met een witte roo
aerdige pleck, lach M.W.t.N. 4 mylen van ons,
ende geleeck w^ mynerael van veere, want als de
son daerop scheen, blonck dese pleck geweldich. De
Gaep de Vries ladi N.O.t.Br. 13 k 14 mylen van
ons ; het veerste van het S.Westdycxate lant dat wy
sien eenden, htth 16 ji 16 m^en van ons tot in *t
W.S.W., ende was de GehacheUe bereh op het
S.W. eynt van H Sêetenlaf^^ can voorts aen de op-
doening hier after nytgeteyckent alles beoogen. De
sfcecking van de cust langs het Staietdant is jS.W.t.W.
Wenden .het W.waert over. 's Avonts ladbi de berch
met de wit roo aerdige pleck in 't N.t.O. Vi O.
van ons. 'sMacfats een cleyn coeltie uyt den S.,
lieten het W.waert over staen.
Digitized by-VjOOQlC
159
Aogustus.
b 7. *s Morgen» wai H moy daer weder, de wint S. eade
S.S.W. mei een moye coelte. "sOchtents lach de
GehaekeUe bereb W. Vt S. Tan ons, de Boeren-
s^hiêer 'N.t.W. Vs W. 4 i 6 mjlen yan ons, conden
de pieck Antony ia *t W.t.S, aien ende de Croon-
jberdi ia 't N.W. Vt N- vu^ ona. Seylden al W.
waert over, cregen gront op 120 Tadem, 't welck
temet opdrooebde ab volebt, 100, 90, 80, 70 60|
50, 40 vadem, waerea omtrent 2 mylen van lant,
ende bleef lang de diepte van 40, 35 vadem, al
deyne aingelgront. Giste geseylt te hebben tot *smid-
dachta W. IS mylen, waeren volgena dien, op de
g^isle breete ak voeren» ende op de lengte van 165
gr. 43 min., drooebde cort op tot 30, vadem, ende
voorts tot 15 vadem, cleyige gront. Waeren doen
dicht onder de GehaekeUe berch Vt ^1^ ^^ I^°^>
hebben het doen weder afgewent, afgewent synde, al-
soo wy hier geen goede anckergront vonden, smeten 1)
het met bet schip by, syn met de prauw naer lant
gestiert, om van wegen de E. Beeren Staten ende
den Prins van Orange ende de Yereenigde Geoctro-
yeerde Oost-Indische Gomp., onse E. Heeren Mees-
ters, het lant in possessy te nemen, ende daer een
pael te stellen met de Staten ende Gomp. merck.
Maer ick, onder de wal comende, conde door de
holle aeaschietende see nergens aen lant comen,
sochten soo langs de wal naer eenige gelegentheyt
om aen te comen, tot dat het schip meest uyt het
gesicht was, conden de marsseylen pas sien boven
de kimmen, keerden weder naer boort ; qoaemen
*savonts soo veer dat wy bet hol van *t schip sae-
gen; doncker synde wert uyt het schip somtyts een
canon gelost, quaemen soq^ op 't schieten onverrich-
ter saecke aen boort. Doen wy 'smiddachts soo
1) Bijdraayen.
Digitized by VjOOQIC
160
Augustus.
dicht onder de wal waeren, lach de Craonbéreh N*
'/i 0« van ons, ende conden die over het Siaienlant
beensien, de afgaende steyle hoeck van de Gehackel-
de bereh lach S.W. 7t S. 1 myl Tan ons, Uwelck
is de S.W. hoeck van *t StatenlanU Terwylwyvan
boort geweest waeren, was het schip wel 2 mylen
om de S.S.W. gedreven, door de stroom die door
het canael Antany quaem vallen. Met den doncker
saegen wy den Gekaekelde berch van 't Sfaienlani
recht W. over de Tepelbereh ende de Croonberch
N. '/g O. ende de pieck Antony W.t.S. van ons.
Saegen het lant in 't N«0.t.N. soo veer als condea
beoqgip, de Gaep Canael lach S.t.W. van ons, wae-
ren V è 3 mylen bnyten H lant, te weten van de
Gehackelde berch j hadden de diepte van 35, 40, 45
vadem, ai fyne swarte singel- somtyts grauwe swarte
santgront. 'sAvönts de wint S.W., wen'den het
S.O.waert over, de wint temet scherpende, 1) condea
corts daemaer niet hooger seylen als O.t.S. De
eerste wacht uyt synde, quaem de wint S.S.O^nde
S.O.t>S., wenden het S.W.waert over meteeipmóye
coelte.
c 8. *s Morgens hadden wy redelyck gesicht, alsdoen lach
de Gehackelde berch W.N.W. van ons, ende was
90 vadem diep, gront als vooren; maer wert stracK
soo mistich, dat wy geen twee scheepslengten condea
van ons sien, met motregen. Giste tot 's middachts
geseylt te hebben S.t.W. 6 mylen, waeren volgens
dien, op de breete van 44 gr. 19 min., ende op de
lengte van 165 gr. 36 min. Wy hoorden alsdoeo.
een groote aenstortende see ergens tegen het laai;
ofte recif aen; de wint S.S.0. synde, wenden hel;
om de O. daervan af. 's Nachts claerde de mist op»
ende was claer weder, soodat wy de nacht wel yoomr
1) Schralen. Witsen.
Digitized by VjOOQIC
161
Augaslas.
dea dach mochten yergelycken, de wint S,t.O. ende
S.S.0, met topseyls coelle.
d 9. 's Morgens was H al soo mistich als daechts te too^
ren, wenden het 'sochtents om de S.W., de wint
S.S.Om giste 'smiddachts geseyit te hebben 12 my-
len O. aen, waeren volgens dien^ op de breete yan
44 gr. 19 min.y ende op de lengte van 166 gr.
43 min. 'sAvonts claerde de mist een weynich op,
800 ons docht saegen lant in 't N.N.W.» maer was
geen seeckerheyt, de wint doen S.0. ende S.O.t.S.,
seylden S.W.waert over.
e 10. *s Morgens was 't mistich weder, de wint S.O., sae-
gen yeel raveiing van stroom, 's middachts gbte door
malcjinder geseyit te hebben S.W.t.W. 197. ^1^»
alsdoen lach Gaep de Canael N. 5 mylen van ons,
hadden doen de diepte van 66 vadem, swarte sant*
gront, somtyts singelgront. Saegen wat naer de mid-
dach met een blinck het Wdlvisch eylant in het
N.W.t.N. 2 è 3 mylen van ons, maer vras weder
^snbyt betrocken, ende viel stracx seer dicke natte
mist dat wy weer heel geen gesicht hadden, stae-
eken by om de SêW. ; diep naer de middach 56,
55 vadem, swart fyne santgront» Omtrent een ner
voor de sons onderganck de wint S., wenden het
alsdoen O.waert over, ^snadits drie glaesen in de
eerste wacht was 't diep 58 vadem, ende waeren in
't vyfide ghs gront af. De eerste wacht nyt synde,
naemen de fock in de gey, ende lieten het soo liggen
dryven, met heel mistich regenachtich wedet.
Ml. 's Morgens de vnnt als vooren met mistich motrich
weder, wat op den dach wert het drooch weder,
maer bleef even mistich, cregen een subyte stilte tot
's middachts. Giste tot 's middachts geseyit te heb-
ben O. behouden door malcander 1 myl, hadden
11
I
Digitized by VjOOQ IC
162
Augustus.
doen de diepte van 58 Tadem, want hadden niet
den dach weder seyl gemaeckl, ende' badden over
ende weder geseylt in de diepte van 120, 100, 95,
90, 80, 70, 60, 58 vadem. Naer de middach be-
gon de mist wat op te claeren, cregen een cleyn
coeltie nyt den N., deden onse coars W. aen, naer
de middach te 3 nere diep 84 vadem, singelgroDt,
saegen aomtyts met een blinck het duynich lant vaa
Gaep Canael in 't N.W. van ons, het was 's nachts
weder heel misticb.
g 12. 's Morgens hadden wy tamelyck gesicht, saegen om-
trent 2 neren voor de middach het Walviseh eylant
in 't N.W. 7i ^' 174 M^y' ^ö ^^» ^"^ ^^ g^"
broocken eylanden van Tamary in 't W.S.W. van
ons, de Gaep Cafuwl Antony lach 5 mylen N.IV.O.
7t O. van ons, was alsdoen 50 vadem diep, swarte
santgront met schelpen vermengt. Wy hadden het
bygehouden op de diepte van 85, 90, 80 vadem,
singelgront, vernaemen harde raveling van stroom.
's Middachts lach het W. eynt van 't Walmsch eyl.
N.t.W. Vs ^- 2 è 3 mylen van ons, qoaemen 's a-
vonts ten ancker in de Gebrooeken eylanden van
Tamary. Giste van 's middachts geseylt te hebben
W.t.S. 5 mylen, waeren volgens dien van den mid-
dach af gereeckent, op de breete van 43 gr* 42 min.,
ende op de lengte van 164 gr. 44 min., diep 21
vadem» swarte santgront. Alsdoen lach het Barbaren
eylant W.S.W. 1*/, è 2 mylen van ons, ende het
Gebrooeken eylant 1 myl N.O.t.0. endo noch een
lang vlack eylant N.W. Vj^ myl van ons, de see
styf. de voert inrollende uyt een N.O., ende *s nachts
de wint N.N.0. met styve coelte ende harde regen,
verwachtende den dach met patientie.
a 13. 's Morgens was de wint N. met passelyck claer we-
Digitized by VjOOQIC
163
(tor, baddea holle deyninge nyt den O. Alsdoen
heeft de Gommandeur den Stierman Roelof met de
boot om de N. gestiert, om te sien ofte daer geen
gelegentheyt was om hoat te crygen, ende het schip
eonde verseeckert liggen; ende alsoo het hier geen
gelegentheyt was sonder groot peryckel te liggen,
heeft den Gommandenr een canonschoot lieten doen,
waarop de boot tegen den middach weder aen boort
gecomen is. Aen boort comende, rapporteerde wel
goede gelegentheyt Toor bet schip gevonden te hebben,
maer hadde geen geboomte op het lant connen sien.
Haer had ooek een vaertaychie met 3 inwoonders
aen boort f^weest, alwaer een sooüe visch van ge-
roylt hadden ; d*. inwoonders waeren aen het Ge-
broocken eylant gevaeren. Hier geen gelegentheyt
yernemende om hout te crygen, ende' wy hier met
groot peryckel laegen, is per resolutie goetgevonden,
om weder t' seyl te gaen ende een andere betere ge-
legentheyt op te soecken, om water ende bout te
becomen, ende wat te ververschen ende het schip
wat te repareeren. Syn omtrent naer de middach
ten 4 ueren t^ seyl gegaen met een N. wint, deden
onse cours S. in see tot op de diepte van 55 vadem,
eromde doen temet om naer het S.W- diep 55 y
50, 47 vadem, swarte santgront; het was 's nachts
stil met slecht water, somtyts een cieyn Inchien uyt
éen N. ende N.N«0., diep 46 tot 63 ende 54 va-
dem* Voor de middach was ons een pi^nw met 2
mannen ende 8 vrouwen aen boort geroeyt^ quaemen
van 't Barbaren eylaint, brocbten niet sonders mede,
de mans over geweest hebbende, spk weder naer 't
Barbaren eylant gevaeren.
b 14. 's Morgeti» was 't passdyck elaer wedi»*» saegen het
Barbaren eylant in 't N.N.0. 2 k 3 roylen van ons,
11*
Digitized by VjOOQ IC
164
Augüstas.
deden onse cours W.S.W. tot 's middachts, hadden
doen de diepte van 36 vadem. Giste geseylt te heb-
ben S.W. ■/, S. 97, myl, waeren volgens dien, op
de breete van 45 gr. 9 min., ende op de lengte
van 164 gr. 18 min., alsdoen lach Caep de Mans^
hooft N.t.W. 2 mylen van ons, saegen in 't lant
een hoogen berch N.N.O. van ons, ende een d^ wat
'laeger in 't N. */« O. van ons; waeren op de be-
vonden breete van 43 gr. 8 min. De cast van Eso
streckt hier W.S.W. ende O.N.O., naer de middach
begon H bart op te droogen, deden onse coors S.W.
t.W., de mnt variabel met stilte, quaemen 'savonts
ten ancker op 36 vadem, santgront, 3 mylen van
lant, de Caep de Manshoofl O.N.0. van ons ende
het W. eynt van het eylant JUossirca, ende nu by
ons genaempt van der Lyns eylant, lach W.t.S. 4
mylen van ons. 's Nachts vingen wy 3 4 4 cabbeliau-
wen, was stil, de stroom styf om de W. loopende.
€ 15. 's Morgens cregen wy een. cleyn Inchien ayt denN.,
lichten ons ancker, deden onse cours W.t.S. aen tot
omtrent te 10 neren 's ochtents, qnaemen alsdoen ten
ancker op 26 vadem, swartesantgront, de stroom styf
om de W.S.W. loopende. Syn alsdoen met de prauw
. ende Stierman Roelof met de boot naer lant gevae-
ren, om te ondersoecken of wy achter van der Lyns
eylant geen ree vinden conden, maer daer comende,
vonden de eylaiiden met een rif aen een cleyn eylant
vastgehecht te syn, ende het cleyne eylant weder aen
het lant van Eso. Conden daer met de prauw niet
door, de gront was opdroogende van 't schip tot
dicht aen het cleyne eylantie 5 vadem, sautgront.
Syn stracx aen boort gevaereu; ende heb het den
Commandeur te kennen gegeven; oock dat daer bia
nen die twee eylanden een groote bay was. Hebben
Digitized by VjOOQ IC
165
Augustus.
op staalde (voet) ons ancker gelicht, ende syn met
bet schip wat om de S.W. geseylt, ende voer doen
stracx OQse boot weder te gemoety ende syn t* saemen
bewesten tan der Lyns eylant omgeTaeren^ vonden
daer een schoone bay goede opdroogende gront, in
de bay synde, steckgront. Terwyl wy dese gelegentheyt
ondersochten, qoaem den Gommandear ten ancker
op 27 vadem. lek beb een schoot laeten schieten tot
teycken van de goede gelegentheyt, ende heb de boot.
voorts de bay dieper ingestiert, ende syn aen boort
gevaeren, om het schip hier binnen te brengen. Eer
ick aen boort was, qaaem het schip ons al te ge-
moet seylen, overloopende in het schip lieten het
voort staen, vonden de diepte als volcht, 27, 26,
23, 22, 20, 18 vademen, santgront, tot in het in-
comen van de bay ; seylden bewesten de steyle hoeck
van van der Lyns eylant in, lieten een ronde steyle
hoeck van Eso aen bagboort liggen, alwaer een rif
a&treckt omtrent '/t P^^^ ^^^ '^ incomen van het.
Dit gadt is van hoeck tot hoeck omtrent 2^4 myl
wyt, binnen de hoeck van *t eylant comende, is de
cours N.N.W. in 15, 14, 13, 12, 11, 10, 9, 8,
7, 6 vadem, steckgront, naer een steyle hoeck toe,
alwaer men after can loopen; quaemen 'savonts by
den hoeck ten ancker op 7 vadem, steckgront. De
W. hoeck van van der Lyns eylant lach S.S.0. 3
mylen van ons. Het was 's nachts moy stil weder,
somtyts een cleyn coeltie oyt een S.
d 16. 's Morgens syn ick ende Stierman Roelof met praaw
ende boot om de gemelde steyle hoeck gestiert, om
te vernemen hoe diep wy wel after de hoeck in
oonden liggen, ende wat diepte daer was, ende of
hier geen volck en woonde. Vonden verby de steyle
hoeck een bocht ofte rivier, de welcke N.0. in-
Digitized by VjOOQ IC
166
streckte, alwaer in 't gadt op de driimpel vonden
met laech water 10, 11 voet water, synde wasige
santgroDt; maer van binnen diep 5, 6, 7 vadem.
Wy «aegen verscheyden huysea staen, saegen een
dorp om de S. van ons alwaer wy rooek saegen,
syn daer met schuyt ende boot naer toe gevaeren,
maer eer by d^. dorp waeren, qnaemen de habytan-
ten met twee prauwen ons te gemoet, waervan drie
persoonen over in onse pranw qnaemen, ende syn
doen saemen naer haer dorp gevaeren, het welck sy
Ackys noemden, syn met de meeste gesach hebbende
in syn hnys gegaen, wiens naem was Noiasack; in
huys comende schafte wat gecoockte salm op, ende
syn bybaeren qnaemen ons begroeten. Terwyl hier in
hnys waeren, heb ick ons volck met de seegen lae-
ten visschen, ving een fraeye soo bot. Heb alsdoen
onse afisicheyt genomen, alsoo ick begon te mereken
dat het water begon te wassen, ende syn met vrient-
schap gescheyden. Naer boort vaerende syn ons drie
van haer vaertuygen gevolcht ende quaemen beneffens
ons aen boort, aen boort synde wesen aen den
Commandeur dat wy met het schip hier binnen. soa-
den comen» Alsoo bemerckte dat het water vry wat
gewassen was, syn weder heen gevaeren • ende hebben
't gediept, vonden 13, 14 voet water, ende was
noch een gaende .vloet; syn naer boort gevaeren^
ende heb het den Gommandenr te kennen gegeven ,
waerop geresoiveert is hier binnen te seylen, *t welck
wy stracx gedaen hebben. Vonden in *t gadt niet
minder als 15 voet water, de wint S.S.O., qnaemen
ten ancker op 5 vadem, steckgront, recht voor haer
dorp Ackys, de habytanten qnaemen aen boort ende
broehten ons veel oesters. De Gommandenr heeft liet
laeten doen, om Godt den Heer te danckeii>
Digitized by VjOOQIC
167
Aagastus.
dat Hy ons soo genaedelyck bewaert heeft, ende
¥Oorder wil bewaeren, Amen. Terwyl wy het gebedt
deden ende ¥6el van de inwoonden» aen boort wae-
ren, ging^ mede modest neersitten om te iaysteren,
maer aboo het wat lang duerde, reesen stil op ende
vo^^n naer lant toe. Wy laegen geanckert omtrent
een mnsquetschoot van beyde syden'van het lant,
betten toorts het schip opgered ende onse water-
▼aeten claer begonnen te maedcen, om versch water
te baden.
e 17. 's Morgens is eenich voick uytgestiert om te visschen,
voorts eenige om wilt soecken te schieten, ende
eenige om branthont te hacken. Syn met de pranw
oytgestiert om dese bocht te visiteeren, of *t een ri-
vier was of niety ende oock of hier omtrent meer
volcx woon^ te ondersoecken. Syn te^en den avont
aen boort gecomen. Aen boort synde, den inwoonder,
als het meeste gesach over het dorp hebbende y was
genaempt Noiasacky verstonden dat deselCde 'smid-
dachts aen boort geweest was met noch een oudt
man, ende den Commandeur over taefel sittende dede
teycken, alsoo een silvere lepel in handen naem ende
eeyde op syn spraeck: adat is fraey silver/' ende
dede 4 met een bewys dat men dat groef, sifte ende
smolt, ende was dan soodaenich silver, ende wees dat
men hetselfde gi'oef in H W.S.W. van ons, ende de
piaets Cirarca hiete daer de myn was. De jaegers
tvaeren aen boort gecomen, hadden niet eenich ge-
dierte gesien; maer de visschers hadden veel visch
nen boort gebracht, waer onder veel bot, schar, tar-
bot ende een groote stear was. Wy hadden ver-
scheyden dorpen gevonden, maer geen volck daerin,
voorts de beschryving van dese bocht ende riviere
was soodaenich als hiernae beschreven is. Wy laegen
Digitized by VjOOQ IC
168
Augustos.
hier met het schip, conden geen see sien; de in-
woonders qaaemen veel aen boort, wyven ende kin-
deren, ende brochten veel oesters ende roo appelties
▼an roosen aen boort, die wy haer om ryst afrayt-
den. Hadden dien daeh ende nadit moy weder.
f 18. 's Morgens syn ick ende de Stierman Roelof nytge-
stiert, om de groote bocht van binnen in 't ront
om te vaeren, om dien aldaer ooek te visiteeren.
Vonden d^. bocht van Adnfs vol oesterbancken ende
laech vlack ende (ver)dronck9n lant in 't midden van
d*. bocht, d"". bocht was van H schip om de O. wyt
27t inyl» ende in 't S. ende N. 1 myl| ende het
lant is rontom de bocht berchachtich lant met veel
laege groote valeyen, ende vooraen wat berch voor-
lant, al waer op veel roo ende witte aelbessen, moer-
beyen, roo braembeyen vonden wassen, maer het
goet en was noch niet ryp. Dese bocht was overal
ondiep, 2, è 3, 4 voet water in de kille. Syn
voorts doen naer een steyle hoeck gevaeren, die
N,0.t.N. */, myl van ons schip lach, ende is de
N.W. hoeck van de bocht, alwaer op een hoochte
een gemaeckt fort stont, ende in de laetste 8 è ID
huysen, dan was nergens geen yolck in ende scheen
in geen jaer Yolck in gewoont te hebben. Van d^
dorp S.W.t.W. waeren aen de andere sy van de
rivier, die alhier omtrent */« ™yï wyt is, twee dor-
pen, alwaer by elcx op een berch oock soo een ge-
maeckt fort stont. Dese. forten wa^en gemaeckt als
Yolcht: op den berch, da^ die op gestelt waeren,
was maer een smal opcomende wech, het welck
steyl was om op te dimmen, ende waeren palissae-
den in 't viercant gestelt, van de lengte ende de
hoochte l^t mans lengte, daer stonden 2^3 huy-
sen in, waeren groote vaeren deuren in de palissae-
Digitized by VjOOQIC
169
Angostos.
den met groote dampen, ak die toe waeren werden
dan met twee dicke bonten geslooten, synde door
de clampen heengestoocken. Op twee hoeeken van
. dese Tiercante gestelde palissaeden, is *t met Terheven
stellagie gemaeckt van meren plancken, omdaeropujtte
kycken, TOorts syn de palissaeden wel met dwarshon-
ten aen malcander geslooten. Dese rivier is versch
water, vonden nergens geen volek, syn weder naer
boort gevaeren ; aen boort gecomen sjnde, verstonden
dat de Schipper met de boot geseylt was om de
W.S.W., mede hebbende den inwoonder Ffoiasaek
met 2 van syn soons ; hy hadde belooft, om' een sy-
den Japanscbe rock, de onse te wysen alwaer het
silver gegraeven wert. De wint synde S.S.W. lave-
rende met de boot om de S.W., dien dach hadden
de habytanten veel oesters ende appelties aen boort
gebrocht, dien haer voor ryst afgemylt werden.
g 19. 's Morgens is een ander ondt man met een myge
baert gecomen, ende dede bewys söo hem den Com-
mandeur een cléetie k 2 wilde geven, hy wilde ons
oock een myn wysen ; 't welck hem gegeven is, ende
onse pranw wel gemant syude^ is den Ondercoopman
Pittavyn met hem mede gestiert, om het selve met
hem te ondersoecken ; syn van boort gevaeren met
den habytant, by hem hebbende oock 2 jongens,
voeren om de S. by de steyle boeck S.W. van Ackys
om. Wat naer de middach qnaem onse Schipper met
de boot weder aen boort, hadde niet nytgericht, den
habytant had hem (zich) sieck gemaeckt ende wilde
met niemant in 't lant gaen. Sy hadden geen volck
vernomen, maer veel honden gesien. Gorts hiernaer
quaem onse schnyt oock weerom, die hadde omtrent
by het cleyne eylant Mayomosier geweest in de
bocht, daer had haer den ouden habytant gewesea
Digitized by VjOOQ IC
170
Augustus.
op 't straat by een loopent verscfa watertie te grae-
ven, maer daer graerende yonden niet als sant, soo-
danich als het sCrant was» soo dat het (door) dese
layden was gedaen om wat te hebben. Naiasack
presenteerde de rock weder te geven, maer hebben
hem de rock ende den ander de electies laeten honden,
om reeden dien avont nyt visschen geweest ende soo
veel visch gevangen, als in twee dageneenden opeeten.
a 20. 's Morgens syn lek met de cleyne seegen de groote
rivier opgevaeren tot omtrent 1 myl van 't schip;
voeren in een ander dwars rivier, die W.S^W. in 't
lant streckende, mee heel versch water is, vischte
daer; terwyl is de Commandeur te voet by ons ge-
comen, ende hebben met malcanderen een sootieii
op de cant van de rivier gegeeten. Alsoo wy niet
veel in dese rivier conden vangen, is den Comman-
deur met syn byhebbent gevoich weder te voet tot
by het schip gegaan, ende wy syn naei* boort toe
gevaeren. Dien dach is den Gorporael van de soldae-
ten, met den Assistent Davit Cassu met 2soldaeten,
met een pranw om de S.W. gestiert, om eenich
wilt soecken te schieten ende het lant aldaer te on-
decken. Waeren voorts daegelycx doende om brant-
' hout te houwen ende de masten, stengen ende ons
want wat te versien.
b 21. 's Morgens syn ick ende Stierman Roelof wat voor
daech elck met een van de inwoonders prauties, die
daertoe van haer geruylt waeren, de groote rivier
opgevaeren, om te ondersoecken hoe hooch die in
H lant opliep, bevonden die 3 4 4 myien op te
loopen om de O. met veel cromme omloopende rac-
ken, doch is overal ondiq). Voeren de rivier soo
veer op als conden, niet voerder connende gingen
noch een stuck wechts opperdan 1), vonden veel vlacke
1) Opwaarts aan?
Digitized by VjOOQIC
171
landen met lang gras, soo lang dat aU men daerin
stont niet Tan hem sien conden, de canten van de
rhier meest met riet bewassen. In 't lant ende op
sonmiige canten van de rivier hooch geberohtei be-
wassen mei alderhande groot geboomte, als ejcken,
voeren, bereken, willige ende lindenboomen ende
wilde appelboomen, oock groote nootenboomen ende
eenige by ons onbekende boomen. Vernaemen geen
Tolck nodi hoysen» als een jaechhutien, opgeset synde
van tacken van boomen, voeren doen de rivier we-
der af; in het afcomen saegen wy een seer groote
yselyck swarte beer voor ons overswemmen, ende
was aen lant ende in *t bosch eer wy daerby eon-
den comen. Syn aen boort gevaeren. Aen boort co-
mende hadden de inwoonders veel oesters ende ap-
pelties van roosen aen boort gebrocht, dese appelties,
de pitties daeruyt gedaen ende gestooft, smaeckt heel wel
ende ververst treftich. De wint S. met een styve coelte.
c 22. *s Morgens was *t mistich . weder, de vrini S. met
een styve coelte, hebben een vlot gemaeckt om te
barpaysen, ende heeft ons volcq nyt vbschen geweest,
vingen soo veel visch als b^eerden; d^. is de timmer-
man aen lant gegaen om twee wangen (schalen) claer te
maecken tot de besaens mast ende groote mast. 'sMid-
dachts was *t claer voeder. Hebben verstaen van de
inwoonders, als dat het silver was te crygen in d-
rarca, ende gont in Tacapsy, maer dat het hare
vyanden wraeren, dat daerom Ndasack niet hadden
dnrven met ons volck daer naertoe gaen. Seyden
oock als dat de menschen nyt al de andere dorpen
ende hnysen door honger ende conde gestorven wae-
ren. Coutsiaer 1) was oock een dorp ofte plaetse by
Tacapst/y dat waeren wel haer vrienden, maer daer
1) Op bl. 86 Goutsiaer.
Digitized by VjOOQ IC
172
Aogustas.
en was geen minerael naer haer seggen. *s Nachts
hadden wy styve wint ayt een S.
d 23. *s Morgens moy weder met een S. coelte; hebben
het schip gecrengt, schoongipdaeckt ende de eene sy
geharpnyst,. mosten de andere sy staen laeten door-
dien het begon te regenen; cregen 's nachts een storm
met harde regen, de wint S.
e 24. *s Morgens de storm noch aenhondende, hebben een
worpancker uytgeset om de S.W., des noots synde
om ons daegelycx ancker daerby uyt te haelen.
'sAvónts de wint continneerende, hebben ons daege-
lycx ancker nytgehaelt tot een borch.
f 25. 's Morgens begon de harde S. wint wat af te nemen
ende het weer wat te beteren, hebben omtrent de
middach het schip voorts geharpnyst, hebben ons
worpancker tays gehaelt daer wy sns lange mede
vertoyt gelegen hadden. Naer de middach cregen
weder een harde S. wint. Syn *savonts met èen
deyn praatien de rivier opgevaeren, ende syn de
dwars rivier opgeschept, die om de W.S.W. streckt ;
voeren d"*. rivier 's nachts 2 mylen op, cregen doen
styven regen ende een harde wint, schaylden onder
het lange riet tot tegen den dach, schepten alsdoen
de rivier weder op.
g 26. 's Morgens syn wy de rivier voorts opgevaeren, soo
veer als wy op conden comen, ende vonden die bo*
ven heel ondiep ende smal, alwaer een groote essen-
boom dwars over lach, die door de groote afwate-
ring de wortel nyt der aerde was gernckt; vonden
op dese rivier schoone hoornen staen van ^derhande
hout, of men in Noorwegen was. Hier wSsen tegen
de voetings van het geberchte op de rivierscant
witte ende roode braembessen, die ryp waeren, ende
veel witte ende rooaelbessen met heel swarteimbere bei-
Digitized by VjOOQIC
173
Aagostos.
yen (Himbeeren) ; vonden oock schoone vlacke valeyen
van ylack lant, maer conden daer niet oploopen door
de langte van het gras. Naer ick boven in de rivier
con bemercken, soo had het water wel een vaem
*s winters hooger geweest als nu met hooch water
qnaem. Hier niet sonders meer connende vernemen,
syn de rivier weder afgevaeren, hadden de rivier omtrent
4 4 5 mylen op geweest, ende loopt soo erom ak een
slang, op het hoochst gelyck een gecmide slang die byt
(het oogenblik afwacht) om te springen. Vonden in *i
afcomen, omtrent 2 mylen de ririer op, 6 haysies
op een vlaeke hoeck staen, waerby langs een cleyn
afitoopent watertie qnaem afloopen, by een steyle hooge
hoeck van wit albastert steen ; vonden daer geen
' volck in, noch scheen in geen jaer voick geweest te
hebben, vonden daer eenige vischkorvien in, gelyck
de cubbe in *t vaderlant; voeren voerder af, vonden
alsdoen noch^2 hnysies op een vlackte staeo, als de
vorige, syn voorts a%evaeren. Voor in den montvan
de rivier la<^en eenige groote vuerenboomen, oock
eenige 7^ ^^ï' ^^ rivier op, die 's winters met de
groote cracht van het smeltende sneeuwwater* met
wortel ende al afgestroompt worden, ende door de
groote cracht des waters uyt de aerde geruckt wer-
den. Tegen den avont by ons schip comende, saegen
een Japansche lastberck by ons schip liggen, waer-
over ick seer verwondert was; aen boort comende
verstout als volcht, dat d^. berck alhier omtrent de
middach gearriveert was, ende dat een Japander,
synde een jongh flucx man, synde als opperhooft van
fl**. berck, aen ons boort had geweest met 6 man
van syn volck, ende hadde geseyt dat by hierquaem
om te handelen, gelyck de Hollanders in Japan co.
men handelen, ende dat hy van een plaets qnaem
Digitized by VjOOQ IC
174
Augastas.
gcnaempt JUatsimay, liggende bemesten Gaep Eroen
op Eso, ende is aldaer een Japansche regent op d**.
plaetS; 800 dat die plaets onder de Japaoder sorteert,
maer dese layden comen hier om te handelen vel-
wercky traen ende walvischspeck. Heeft Terscheyden
discoursen met den Gommandenr gehadt, ende is aen
boort gevaeren, ende liet syn bovenreek ende houwer
in de cajuyt liggen, seggende hy sonde die morgen
comen ha'elen. Haer lading "vras ryst, getnaeckte roc-
ken, sackie, toeback ; hadden oock loode ringeties,
die sy aen de Esoers schoncken, om in haer ooren
te hangen. Hy hadde ooek geseyt; dat hy van een
Japanscben vader, maer syn moeder nyt Eso was.
Hy sprack de Esosche spraeck soo pront als syn Ja-
pans ; hy seyde oock als dat in Tacapsy ende Cirarca
veel gout sonde vallen, heeft van eicke plaets een
cleyn stnckien berchgoat aen den Commandeur ge-
schoncken ; hy seyde ooek dat Eso^ synde dit lant,
een eylant was, ende haelde het fatsoen uyt syn
hooft met potloodt op een vel pampier met Japan^
circa als in 't hantteyckenboeck is te beoogen.
Seyde oock dat de Matsmadatèna syn hof hielt ia
Maisimay, ende dat daer een fraeye haeven bylach,
genaempt Camenda ; seyde oock als dat de Matsma^
donna jaerlycx naer den Keyser trock ende brocht
schenckagie van vellen tot tribnyt aen hem, syn reys
nemende te vrater tot Wabo^ wat verby de Gaepffoa
ree om de S., ende reyst dan naer den Keyser over
lant naer Jedo, Hy affirmeert het seggen van dea
Esoer, als dat Couisiaer sonder mineraelen^ ende dat
Cirarca silver ende gout heeft, ende dat* Tacapsy
gout geeft, hy noemde noch 2 plaetsen Erbis, Porpobis(?)
Op d"". hebben bronnen water ende bout te haelen»
a 27. *s Morgens is de Japander weder aen boort gecomeUy
Digitized by VjOOQIC
175
Augustus.
eude heeft het schip bekeecken ende daernae weder
wat mei den Commandeur gediscoureert ; een geschil-
dert tsits cleetie hangende voor de Commandeurs coy,
eyste daer soo ^eel af als tot een beurse van doen
hadde, doen is hem een stuckkn wit damast ende
geel armosyn gegeven met noch een roemer, alwaer
groole sin in hadden ; sey : compt met u schip in
JHatsimay^ brengt daer sulcke stof, snit soo veel sil-
ver crygen als ghy begeert. Den Commandeur liet
hem een stuekien minerael sien, vraegende waer wy
daeraen quaemen, seyde dat wy dat in JYeva Spania
gecregen hadden, soo seyde hy weder Cany Nota
Spania. In 't uytgaen van de cajuyt sach hy een
Hoilantsche can, alwaer hy groote genegentheyt toe
toonde, alwaer wy tien balys ryst voor geruyit heb-
ben, ende wert hem noch een Sineesch verglaest
potten toe geschoncken. Hy naer boort vaerende, sey-
de, dat hy met syn berck dichter by ons comen wil-
de. Den Japanders naem was Ory{?) Ons yolck doende
synde met water haelen, alwaer den Japander oock
met 2 i 3 man van syn volck om water is geco-
men^ elck een leege sackie baly 1) hebbende; dewelcke
ons Yokk haer gevult hebben, ende syn naer haer
boort gevaeren. Wy haelden dien dach veel branthout
aen boort met onse cleyne praow, syn ^savonts uyt
yisschen gevaeren, quaemen in den voornacht aen
boort, broehten een lustige soo visch mede. In het
aen boort comen sach ick dat den Japanders berck
wat bet lïiet de stroom, de ebbe gaende, nytwaert aen
gedreven was, ende in 't laest van de eerste wacht
veftrock scmder van ons syn afscheyt te nemen.
Hier in de bocht ende ree van Ackys maeckt een
O.N. O. ende W.S.W. maen hooch water, dan co-
mxia veel wantyen.
1) Een tobbe of back. Witsen.
Digitized by VjOOQ IC
176
b 28. 's Morgens syn met het prautien om de S. geroeyti
om te sten of ick den Japansche berck noch sien
eon, ende ivaer hy het heen liet staen, om de N.
of om de S., ofte om de O. of de W. ; maer om
de steyle hoeck comende saegen hem nieti syn voorts
nytwaert aengeroeyt tot aen het cleyne eylant^oyo-
mosier, syn daer boyen opgeclommen, maer conden
d^ berck ffet sien, maer ick beyont dit eylant bo-
yen op soo scherp gelyck een cap yan een hays.
Op d^. eylant stont het vol Aniens(1) synde paers van
cleor. Syn weder naer boort gevaeren. Op de vlackte
van het gadt van Ackys comende, heb het selfde noch
eens op noves gediept, vonden 13, 14, 15 voet wa-
ter ende was noch geen hooch water. Dus doende
wesende met diepen, begon 't styf te reenen ende
te' waeyen, ende alsoo weder drie persoonen met
een prantie op den 26 d"". uytgesonden waeren, om
de S.W., om nae eenich wilt te soecken ende het
lant soecken veerdor inwaert aen te ondersoecken,
saegen die noch niet opcomen, waerover den Com-
mandeur een schoot heeft laeten doen dat wy aen
boort souden comen. Aen boort comende, heeft ge-
seyt: ons volck is er noch niet, ende haer tyt die
sy nytblyven souden is geexpireert, sy moeten wat
gebreck hebben, compt, laet de prauw claer maecken
ende neemt eeten ende drincken mede, ende vaert
heen ende weest haer in behulp. Heb alles stracx
claer laeten maecken, maer als doende waeren, om
oyer boort te dimmen, saegen ons -volck aen comen
roeyen, doch veeltyts dwars liggen, vermoeden dat
sy moede ende mat waeren, syn al evenwel naer
haer toe gevaeren, de wint styf nyt een S.S.W.
waeyende, qoaem met haer eerst naer de middach
aen boort. Sy en hadden menschen noch beesten
Digitized by VjOOQIC
177
Ternoomen, brochten eenige steenties mede» dier
eenige blinckende aerde ofte spetie in scheen te we-
sen. Hadden OTer het lant heen in *t S.W. de see
gerien, ende daernaer weder lant; *t welok de bocht
▼en Taeapsjf moet wesen. Op dato is een tan ons
▼olck, die b j de waterpnt mede geordineert was, om
water in de yaten te scheppen»^ huys gecomen
van Neiasaekj ende begeerde eeii^p taback op te
steeckim; heeft een deyn meynen met de eenehant
op *t hooft geraeckt, waerover dese Naiataek een
groot misbaer gemaeckt heeft. Waeroyer de aen lant
wesende Stierman met den matroos aen boort geco-
men is, ende het selfde den Commandeur aengedient
heeft. Soo heeft den Commandeur de Assistenten Ar^
nont ende Davit aen lant gesonden, om de gelegent-
heyt van de daet te vernemen. In Noiasadc syn huys
comende, vonden hem geheel verstoort, vonden al de
manspersoonen van het dorp in syn huys ; hy sitten-
de met een hóute knuppel in syn bant, alwaer sy
recht mee doen ; ende wilde de twee Assistenten niet
toe qireecken. Sy saegen het meysie met het aeuge-
sicht op de aerde liggen, conden van niemant geen
spraeck crygeo, A% Naiasacks vrouw sey, dat itToia-
$adc dat meysie geslat^en hadde. Syn met dat be-
scheyt aen boort gecomen.
*s Morgens syn de twee Asristenten weder naer lant
gevaeren, om imant van de manspersoonen van *t
dorp aen boort te haelen, op dat sy sien souden dat
wy recht ende justitie maintineerden. Syn met drie
broers aen boort gecomen, twee myge gebaerde man-
nen ende een jonck man. Sy siende dat den delin-
qaant voor de mast gestelt wert, ende den Schipper
hem geslaegen hebbende, ende ick slaen sonde, heeft
12
Digitized by VjOOQ IC
178
den een myn vastgeboiiden, endede dachl) met cracht
nyt myn bant gerockt» ende vesea de persoon soa
i^n de' mast wechgaen, sy wilden de dach over boort
smacken, seggende Oryback^ bét is niet goet, Sy in
de cajnyt loopende, seyden, dat ay aen itTo joiaeür elck
een rock ende bouwer gegeven badden, dat by wel
tevreden sesen sonde, ende soo den Gommandear
een rock'Vn Noiasach geven wilde, dat sydanhaer
houwers weder crygen souden met baec roeken. Den
Commandeur de groote listicbeyt ende gierieheyt van
desen Noiasaek bemerckt bebbende, beeft d^ layden
wat getracteert, ende heeft baer naer lant laeten vae-
ren, seggeode by sou maecken dat sy baer rocken
weder souden crygen. Gorts syn met den Assistent
Davit naer lant gestiert^ bebbende een can slechte
arack by ons; aen lant comendef gingen stracx in
Noiasaeki buys ; vonden Noiasaek sitten^ siende heel
stuerts, greep bem by de bant» ende wpes, wy mos-
ten vrolyck syn; ick quaem' aen lant met bem eens
vrolyck te syn, ende wees, most. niet suer sien maer
lacbtn; waerop b; myn toelachte, ende wees, ick
sonde by bem gaen sitten. Ick siende syn bouwer
ende knuppel achter hem liggen, greep (üe ende
brocht dat heel in een ander boeck van 't huys,
ende wees, dat was niet goet, maer mosten t'saemen
eens taback endé een arackien drincken, 't welck h;
met myn dede ; creecb bem soo veer, dat by begon
praetich te worden. Rontom saeten die drie broers
met nocb 4 & 5 andere manspersoonen, brocht het
soo veer, dat sy allegaeder mannen^ vrouwen ende bet
voORscbreven meysie weltevreden ende vrolyck wae-
ren. Ick. rontom siende, sach de drie bouwers ende
1) Een kort dik ent touws daar men de schepelingen mede kastijdt.
Witsen. Te^uwoordig Hauddagen.
Digitized by VjOOQIC
119
rocken liggen, syn opgestaen» ende die opgenomen
«nde in handen yan lYoiasaci gegeyeüf endegewesen,
ny sou de rocken ende houwers geven die sy toe*
quaemen, dat bet niet en docht anders luydens goet
te neemen. Heeft het vrywillich gedaen, gaf elck syn
eygen goet weder; waerover sy yerblyt waeren, roe-
pende Tacat/f faeoy, vrient, yrienL waerop ick haer
aliegaeder een scheeps arackie hdPlaeten scbencken,
Waerop Noiasack syn beleeflheyt heeft getoont, ende
schonck myn drie blaeden Japansche taback, seyde
die heb ick van de S^oka gecregen; *t welck is de
Japander, by haer soo genaempt. Ick heb in myn af-
scheyt neemen de yroawen ende kinderen met cleyne
snnysteringe yereert, ende syn soo met yrientschap
yan haer gescbeyden ende naer boort gevaeren. Ons
waf er ende hout haelen ginck gestaedich voort; heb-
ben op dien dach hout tot een besaens mast gebackt
ende noch twee greene spieren.
d 30. *s Morgens heeft den Commandeur een tent aen lant
laéten oprechten, ende syn met alie maii in de wae-
penen geweest. Syn soo door ende verby het dorp
van Ackys gemarscheert, om de inwoonders eens te
betoonen» indien ons imant quaet dede^ dat wy oock
op onse defentie stonden. Scheenen seer vervaart ende
bevreest te syn, maer alsoo sy sdegen dat wy haer
geen quaet en deden, ginck de vreed haest over.
Syn weder by de tent gemarscbeert, alwaerdëCranc-
besoecker een predicatie gelesen heeft uyt den 16^"''
psalm, het ¥^ vaers. Hebben alsdoen t' saemen wat ge-
geten ende hebben dese baey genaempt de Goede
Hoop ; syn tegen den avont aen boort gevaeren.
's Nachts hadden wy harde regen ende wint uyt den N.
e 31. 's Morgens syn met het meeste scheepsvoick naer iant
gevaeren, om het omgehackfe ronthout uyt Üetbosch'
12* -
Digitized by VjOOQ IC
180
Augustus.
op *i straat te brengen, ende Yoorts aen boort sien
te crjgen; quaemen 'smiddachts inreder aen boort,
brochten Teel tacken met groote nooten aen boort,
die meest ryp vaeren. Hadden d"". bont op de water-
cant gebrocht, om het met bet toecomende hooch
water aen boort te brengen; hebben oock hont tot
wintboomen ende hantspaecken gebackt, s;nde ber-
ckenhoat. Ons ronthont *8 avonts aen boort gecregen
hebbende, baelden ons daegelycxs ancker t'huys, om
'sanderdaegs t*seyl te gaen.
Soo lang ais vfj hier in de bay laegen, hebben
wy geen gedierte by haer vernomen ab honden, ende
Tier arenden, die wy van haer geruylt hebben voor
twee handen vol Javaensche taback. Voorts het vel-
werck dat sy hadden, vertroa ick, dat sy *s winters
crygen, want het wilt somers hier niet is te beco-
men, door de dichticheyt van het bosch ende het
lange gras. Dese bay sonde welgelegen syn, om te
overwinteren, des noots synde. Dese layden syn rnych
van baert, het halve hooft geschooren, voorts achter
op \ hooft lanck haer, de vrouwen haer hooft is
met een crans geschooren. Het vroavoick schynt seer
eerbaer te syn, alsoo wy conden bemercken aen haer ;
als sy haer kinders de borst gaeven, bedeckten die
seer nauw. Als hier een vrouw in de craem leyt,
wort in een hnysie alleen geleyt, tot dat de bestemde
tyt verstreecken is; wert by de mans soo lang on-
suyver gehouden. Ak sy eenige straffe doen des doots
schuldich ofte eenige van haer vyanden gevangen cry-
gen, slaen die doot met een swaeren kneppel in de
lenden. Voorts de streckingvandebayendehet incomen
van dien met de diepte, is als by de caertcan beoogen.
September.
f 1. *s Morgens, was *t heel stil moy weder, hebben met
het criecken van den dach wat bot ingecort, ende
Digitized by VjOOQIC
181
September.
verwachten voorts het hooch water, lichten alsdoen
het ancker ende boechseerden het gadt nyt; vonden
in de kil 16 voet water. Terwyl wy met een voor-
ebbe het schip met de boot lieten nyt boechseeren,
is den Assistent Amoat Brouwer ende Davit Cassa,
naer Ackys gestiert met een cleyn praatie, om aen
Ifdasack een Prince vlaggetie yd vereeren. Wy
qaaemen tegen den middach by den eersten hoeck
ten ancker op 3 vadem, steckgront; want de ebbe
verloopen was ende de wint ons nyt de see tegen-
quaem. Gorts daemae qaaemen de twee Assistenten
weder aen boort, ende werden nytgeley gedaen van
Pfoiasack, ende met noch twee prauwen met baby-
tanten, deweicke voor een adieu medebrochten me«
nichte oesters ende appelties van roosen, Gaeven oock
een van haer houwers aen den Commandeur, waer*
tegen haer eick een cleetien is gegeven, ende syn soo
met vrientschap gescheyden. Saegen noch een prauw
comen van Gaep Santaneli het scheen dat dese ha-
bytaoten de andere niet wilden verwachten, maer syn
met der haest wechgevaeren naer Ackys. Dese prauw
aen boort synde, was vol velwerck ; als robbenvellen,
elants, otters ende beeren, ende eenige by ons on-
bekende vellen; hadden oock een doode craenvogel
ende eenige ^gedroochde visch ; presenteerden het alles
te verrnylen voor Japansche rocken. De prauw quaem
van Couisiaer, de habytanten waeren met haer vie-
ren ; drie waeren gecleet met rocken van vellen, den
anderen had een geschilderde Japansche rock aen,
ende was e^n oudt man, met een ruyge lange witte
baert. Qaaemen in 't schip over, ende presenteerden
haer waeren, maer daer en is niets van haer geruylt.
Syn 's nachts van boort gevaeren ende roeyden naer
pan der Lyns eylant, om daer te vernachten. On»
Digitized by VjOOQ IC
182
September.
▼oick waeren 'saYonts uyt Yisschen geyaeren. Aisoo
wy in de Tooniacht eeo N. coelüe cregen, schooten
een schoot, dat sy aen boort souden comen; qaaemen
aen boort ende brochten een schoone soo yisch mede,
alwaer een groote steur onder was. Wy syn wat
dichter onder mn der Lyns eylant geseylt, ende heb-
ben het aldaer geanckert op 8 vadem, steckgront;
Terwachtende den 'dach, om het rif met voorsich-
ticheyt te passeeren, dat yanCaep 5afitoi»el afstreckt;
meest O.S.0. P/^ myl in see.
g 2. *s Morgens omtrent twee ueren Yoor daecb cfegen wy
een moy coeltie uyt een O., deden onse cours S.,
lichten ons ancker, het diepte al gaende af 8, 9, 10,
11, 12, 14, 15, 16 tot 18 ?adem. Hielden het eylant
het naest, liepen by de steyle W. hoeck uyt in see,
om het rif terdeg^n te schouwen ; dach synde saegen
wy die voorige aen boort geweest . synde habytantea
ons naer comen roeyen, dan wy te hart yoortgaende,
keerden wederom naer de Caep Santanel toe. Een
myl W. 7i S* I^y^ ^® O* hoeck van de bay van
Tacapsy van de Caep Santanel af. Wy buyten in see
wesende, setten onse vaertuygen in. 's Middachts giste
Caep Santanel Ji.i.Vf, i mylen van ons, Mraeren vol-
gens dien, op de breete van 42 gr. 52 min., ende
163 gr. 30 min. in de lengte, ende op de bevonden
breete van 42 gr. 12 min. ; diep 60 vadem, grauwe
wasige santgront. Wat naer de mlddach cregen wy
de wint O.S.0. , lieten het ten naestenhy N.waert
over staen ; 3 ueren naer de middach was 't noch
90 vadem diep ende doen corts gront af. 's Avonts
scheen het eylant Mossirca N.O.t.N, 7 mylen van
ons, ende Caep Canael N.t.0. */. O. van ons^ Sae-
gen menichte van gevogelte, s Nachts was 't motrich
ende re^enachtich weder met styve topseyls coelte.
Digitized by VjOOQ IC
183
September.
a 3. 's Morgens begon de ^nt all treckende naer het S.
ende S,W* te loopen, éade voorder naer het W.,
de see hoi aenschietende nyt een S.O. ; wenden het
alsdoen ende lieten het om de 8.0. staen. *sMid*-
dachts giste geseylt te hebben S.t.W. .11 myl, wae-
ren volgens dien, op de breete van 42 gr. 9 min.,
énde op de leikgte Tan 163 gr. 18 mn.; deden als-
4oèn onse cours S;S.O; aen. Vier ^aesen daemae
saegen wy de Gaep Eroen. in 't W.t.N. 10 mjlen
van ons, vier neren naer de mlddac h deden wy onse
coars S. aen. 'sAvonts saegen wy het hooge iant
van Caep Eroen in 't W.N.W; van ons ; saegen veel
ineen wen vliegen, 's Nachts de wint W. •
b 4. 's Morgens waé dé ^int W.S.W. met goet weder.
Giste 's middaclits geseylt te hebben S. 7t ^- ^6
ïnyle^i, waérën. volgens dien, op dé breete van 41 gr.
3 min.; hebben dient dach getalyt ende gestaecht.
Haer den middach de "«Hnt S.S.0. ende S.O., wen-
den het om* de &. W. met een labber coeltie; *s Nachts
dé wint S.0^ ende S.a.t.S.
c 5. 's Morgens hadden < wy een betogen lucht, de wipt
S.O.t.S. Gi^ 's middacbts geseylt te hebben S.W.
Vt W. 15 mylen, waeren volgens dien, op'de breete
van' 40* gr. .24 niin.» ende op de lengte van 162 gr;
27 loin., ende bevonden breete van 40 gr. 24 min. ;
/; lieten het al S.W.Wacrt ovefstaeü tot 'salvoüis, wen-
den het doen om de O. ; de wint dsdoen S.S.W.
In 't ttytgaen van de eerste wacht [cregen wy de
wint S.W. mët regen ende styve coelte/naemen onse
marsseyls' in, ende in 't inneemèn éér marsseyls is
de schenefcel van de Idefbras ende het ly*ge;tonw
'•> aen stnefcengebroocken,' wkerovet ons groot marsseyl
uyt de'lyck geraefckt isj' geydcn voorts on^grootscyl
op, lieten bet met de fóck' endé b^saen véort staen.
Digitized by VjOOQ IC
184
September.
Sese stpe vint bielt «en tot in 't rjtAt ^ van
de tweede wacht, abdoen wert bet goet weder, cre-
gen een N. wint, deden onse coon S. aen.
d 6. *8 Morgens goet weder, de wint N. met een kbbcr-
coeltie. Giste 'smiddachts geseylt te bebben S. 8
mylen, waeren Tolgens dien, op de N. breete van
S9 gr. 52 min., de lengte als vooren, ende op de
bevonden breete van 39 gr. 54 min. Hadden van
's ocbtents in stilte gedreven tot 's middachts. Cregeo
naer de middach een variabel labber coeltie njt een
S. ende S.W.
e 7, *s Morgens was 't moy weder met een cleyne coeUe
nyt een S.W., met een donckere betogen Incht met
stilte, somtyts een variabel lachien. Gbte 'smiddachts
geseylt te bebben S.O.t.S. 5 mylen, waeren volgens
dien, op de breete van 39 gr. 37 min., ende op de
lengte van 162 gr. 42 min. Wat naer de middach
saegen wy eenige walvisschen. Het sons ondergaack
cr^en wy de wint S.S.O., deden onse conrs S.W.
t.S. ; doen er 4 glaesen in de eerste wacht ayt wae-
, ren, cregen de wint S.W. met motregen, wenden 't
S.O.waert over. Hadden *s ocbtents de compassen op
8 gr. N.Oostering des naelts geleyt.
f 8. *s Morgens moy weder met oiepe eoelte, de ^t
nyt een S.W., ende wat op den dach variabel
Giste 'smiddachts geseylt te hebben S.t.0. V. 0.
8 mylen» waeren volgens dien, op de gegiste breete
van 39 gr. 6 min., ende op de lengte van 162 gr.
54 min., ende op de bevonden breete tan 39 gr.
29 min., bevonden styven stroom om de N. te gaen;
saegen eenich wier dryven. Naer de middach cregen
wy een cleyn coelUe nyt een N. ende trock naer *t
O., deden onse eonrs W;S.W. 'sAvonts de vint
N.O., stelden onse conrs S.W. aen.
Digitized by VjOOQIC
185
g 9. 's Horgens wu H eea betogen lodit, de inriiit R.O.,
deden onsen coors W.S.W. ; stegen omtrent 2 neren
naer sonnen opganck h^ Isnt in *t W, nn ons liggen
omtrent 11 è 12 mylen. Bleven by de W.S.W.
conrs, tot dat wy het lant ten deele verkennen een-
den, *t welck was de hooge Taefelbereh van de O.
eost Tan Japan, deden alsdoen onse eonrs S.W. aen ;
saegen oock N.waert van ons bet hooge lant van
Nabo. Giste 'smiddaebts geseylt te hebben S.W.
'/, W. 15 mylen, waeren volgens dien, op de breete
van 38 gr« 53 min., ende op de lengte van 162
gr, 2 min.. Alsdoen lach de Taefelbereh wel soo N.
als W.t.N. 8 i 9 mylen van ons; deden doen onse
conrs S.S.W. tot half naer middach, cregen doen de
wint W.S.W., lieten het ten naestenby S.waert over
staen ; saegen groote raveling van stroom. Met sons-
ondergandc lach de Taefelbereh N.W.tW. 7, W.
10 mylen van ons. *s Nachts de wint nyt een W.N.W.
code N.W.i deden onse conrs al by de wint over
ODDi de S.S.W. ende S.W.
a 10. *s Morgens de wint N.N.W. met topseyls coelte, onse
coors om de S.W. ende daèmaer W.S.W. Omtrent
2 neren voor middach cregen wy de O. cnst van
Japan in H gesicht, ende lach in *t W. ende W.S.W.
van ons. Giste *s middachts geseylt te hebben S.S.W.
Vb ^«19 mylen, waeren volgens dien, op de breete
Tan 37 gr. 46 min., ende op de lengte van 161 gr.
6 min., ende op de bevonden breete van 37 gr.
38 min.; waeren 10 i 11 mylen bnyten de wal.
Is alsdoen geresol veert om onse conrs om de O. te
stellen, tot ontdeeking van de Goot ende Silver rycke
eylanden; waertoe de goede genaedige Godt gelieft
sjn segen te geven. Amen. Naer de middacb ende
*B nachts bet Inchien variabel met veel stilte.
Digitized by VjOOQ IC '
1S6
ir. .*." •
b 11. 's Morgen» mdy treer-ab voóren met irtillè, naéir gis^
sing igeseylt 0.t.fl. 8 .mylen, faaddea de' breete vaa
87 gr. 51 mió. Naer de niMach een lafaber coeitie
. . nyt deü S., tariabel, ds èock 'sliiichfs.
G 12. *s Morgens moy xveder, de wint S.Q*, onseeoursten
naestenbjr O.waert over; wat op den dach «regen wy
. dó irifti S.S.0,, dis aeé styf aeoscbietende nyt een
S.0, fiiste 'amiddacht» geseylt te hebben O.N.0.
12 Bijlen, waeren ?6lgèt» dien, &p de gegiste breete
: vjm 3B gr* d min., ende op de leügte vaa 162 gr.
39 min., ende op de bevoüden . breeSó vaa 38 gr.
29 Éritt. Yernaemeii hier dé stroom oün de W. te
Idopen; waeren na 28 mylen bnyten de O.CQstvaa
Japan^ Saegen wat naer de middach een stack heat
dryvea «ode by menicbte gevogelte vliegen^ Tegen
dea avoDt begon *t' styf te motregenen/ftilde in de
- eerste, waicht cregei» wy èen, harde slaphregen, ende
. in 't Inettite deel van» d^. .wacht wert het dtil tot 7
• glaesen in de- tweede wacht» cregen- dóen een coeitie
nyt een W.S.W.. met lopseyl» xodteS' deden onse
. 'eoors S.Oi aen. . .
d. 13. 's Morgens was 't een graawe betogen- lacht, giste
^ 's middachls geseylt te hebben O.t.S. l^mj^Ien» wae-
ren volgens dien, op de bi^te vdh '88 gr<. 20 min. ;
maer bevonden te syii» op 3e> bevonden breete van
38 gr. 40 min.ysoodat op no^ behtondén^^^ stroom
styf lem dé Nw te gaen; dedbb .onseü; ooors S.O.,
da wint' iVT. met holle' deyningeayt een: SI; saegen
veelt niéea wen vliegen.
€i 14. 's Morgens was 't moy weder, de wint' NwW. ende
; NkNiW. met topseyls coeltë^.^edarsi als vobrené Giste
'smiddachts geseylt te syn S;SvO: 20 mylëp, waeren
volgmsdiea, op de/lnréete: van 37'gr. 26min., ende
op: de lengte vad 164 gn^ 16 min., énde op de be-
Digitized by VjOOQIC
1S7
September.
Tonden breete van 37 gr. 10 min., berondmi ab.na
de stroom gekentert te wesen, waeren njn 49 mylen
bajten de O* cost van Japan. Vingen 2 clepelant-
YOgeities gelyck! rietvinckies. U nacUs crofen wy een
N. coelte*
f 15, *8 Morgens moy weder, de urint ab Tooren nyt een
If.N.W. met belle deyninge nyt een N» Giate 'smid-
daehts geseylt te bebben O.t.N. 17 mylen, waeren
▼olgens dien, op de gegiste breete ▼«! 37 gr. 29 m.,
ende op de lengte vaa 165 gr. 38 min., ende op
de bevonden breete yaa 37 gr. 24 min..; waeren
doen 64 mylen boyten de O. Qist Tan Japa^'^ Sae-
gen Teel steencroos ende een stnck bont dryTen ; de-
den onse eonrs N.O.t.0. aen; saegen naer de mid-
d^ een stnck Tan een Tiercante balek dryTen, syn-
^IjpTiercant gehadct, lanck omtnent l^t vadem ende
2 Toet breety ende scheen al lanck gedreven te heb-
ben. De wint trock temet naer bet N.N.O., ende
continaeerde die heele nacht,
g 16. 's Morgens moy weder meti een dappe N.NvO« coelte,
met bolle see qyt een N» Saegen toot de middach
een groote scbilpadt dryyen, saegen Tedl cleyne clip-
nieenwties. c^de. andere^ groote meeawen Tliegen. Giste
's middachts geseylt te hebben Oit«S. 16 mylen, wae-
ren Tolgens èXpa^, op. de breete Tan 37 gr. 12 min.,
ende op de leAgtf\ Tan 166 gr» 64. min., ende op
de bevonden breete tm 37 gr» 17 min.. Vingen
we^er eendeyn laatvogeltie corts naer de middach,
gelyck. een pnttertie. De. wint Tariabel met stilte;
waeren na omtrent ^, mylen bnyten de O. cast
Tan Jaga» ; v^et spns onderganck cregen wy de wint
nyt een S.S.O., dedea.onse.conrs eenst N^O., ende
. daemaer OJf^O. ; ia de eerste wadit motregen, ia
't.Tooi[st|& Tan d^. tweede, wacht cr^n wy een siyTe
wint nyt een S. ; naemen beyde onse marsseyls in.
Digitized by VjOOQ IC
188
September.
a 17. 's Morgens was *t al ongestaedich weder, met styre
bayen nyt een S.S.O., met regen endé hol water,
naemen onse bonets af ende reefden de besaen, de
wint allengskens naer het S., S.S.W. tot het &W.
omloopende. Leyden 's ocbtents onse compassen op
10 gr. N.Oostering^ des naelts. Giste *smiddachts
geseylt te hebben N.O.t.0. 16 mylen, waeren vol-
gens dien, op de breete van 37 gr. 53 min., ende
op de lengte van 168 gr. 2 min. Bevonden alsdoen
dat wy groote leccagie door onse laetpoort geerenen
badden, maeckten het van binnen soo veel dicht als
conden. Wat naer de middach wert 't moy weder,
brocbten onse bonets weer aen ende setten alle de
seylen doen weder by, ende deden onse coors 0.
aen, de trint temet met een styf topseyls ^Itie naer
het W. omkringende; de holle depingeWieyde al
met de wint om. *s Avonts hadden wy veel blizem
in *t S.p. ende in 't S.S.0.
b 18. 's Morgens was de wint W.N.W. Aet styve coelte;
saegen een stack bont dryven, ende veel meeuwen
Tliegen. Giste 's middacbts geseylt te hebben O. 38
mylen, waeren volgens dien, op de breete van 37 gr.
. 53 min., onde op de bevonden breete Tan 88 gr.
Stelden doen onse cours O.t.S. aen; waeren alsdoen
130 mylen buyten de O. cust van Japan^ de wint
naem langsaem af ende liep in 't N.W. * 's Nachts
N. met stilte ende slecht water.
c 19. *s Morgens was *t heel mistich weder ; setten voor de
middach ons want aen. Giste 's middacbts geseylt te
hebben O.t.S. 17 mylen, waeren volgens dien, op
de breete vsm 37 gr. 47 min., ende op de lengte
van 172 gr. 38 min. De wint naer de middach
naer het S.W. ende voorts naer het S. treckende,
deden onse cours O.t.N. aen, ende corts daernae 0.
Digitized by VjOOQIC
189
September.
> Nachts styre coelte» *$ avonts hebben wy onse com-
passen op een streeck N.Oostering geleyt,
d 20. 's Morgens hadden wj moy weder, met een styre
doorgaende wint met slecht water; saegen Teel meeu-
wen vliegen; venrolgden onse conrs om de O. Naer
de middach ten 4 neren cregen wy een styve coeité
uyt een S.t.W., soo dat wy onse marsseyls innaemen.
Tegen den ayont de wint naer het W. treckende»
maeckten de marsseyls weder by, met styve topseyls
coelte; doen er drie glaesen in de eerste wacht nyt«
waeren, verhefte hem de see soo snbyt met een W.
styve wint, dat wy weder de .marsseyls innaemen.
e 21. ^s Morgens was *t helder ende claer weder» de wint
W., hebben onse marsseyls weder bygemaeckt, yer-
Yolgende oase cours om de O. ; cr^en naer de
middach de wint W.N.W. tot in de eerste wacht^ .
doen N.W. ende de coelte loopende temet uaer het
IV. ende voorts N.O. ende voorts naer het O.
f 22. *^ Morgennhadden wy moy helder weder, de wint
tegen den middach S.O., *smiddachts S.O.t.S. met
slappe topseyls coelte, met bolle depinge uyt een
W«N.W. ; maer cregen 's nachts slecht water, 's Nachts
de wint S.» treckende temet naer 't S.S.W. met
gemeen topseyls coelte.
g 23. 's Morgens hadden wy moy weder, omtrent 2 ueren
voormiddach saegen wy eenige puystebyters rontom
het schip vliegen, met menichte grauwe ende witte
meeuwen ende eenige swaluwen ; stelden onse cours
S.O.t.S. by de wint over. *sMiddachts giste gesejlt
te hebben O.t.S. 20 mylen, waeren volgens dien» op
de breete van 37 gr. 32 min., ende op de lengte
van 181 gr. 12 min., ende op de bevonden breete
van 37 gr. 31 min. ; waeren alsdoen omtrent 240
mylen buyten de O. cust van Japan^ Ende alsoo wy
Digitized by VjOOQ IC
September.
rentafóedefl dat desé pays^ebyters uyt de S.0. ran
daen te coÉftéD, is geresoheert óbsé coofs S.O.tO.
aen te stdlen omtrent 50 mylèiiy om te ondersoe-
eken of wy bet eylant Rieia de Plaie aldaer moch-
ten bejegeüen; De wint S.W.t.S., 'sa?onts' yernae-
men wy geen meer puysteby ters ; in 't ondergaan van
de son scheenen vfj lant te den in 't W.t.S. van
ons, alwaer ^y naër toe gewent syn, W.waertover;
de wint S.S.W. met slappe topseyls coelte. 's Nachts
badden wy belder weder met claer gesicht.
a 24. 's Morgens badden wy claer belder weder, 's nachts
geseylt W.t.N. 7 mylen, maer yernaemen geen lant;
syn wat naer sons-ryscn gewent S.O.waert over, met
een topseyls coelte endeeenclaeresonneschyn. 'sHid-
dacbts bebben wy onse compassen op 14 gr. N.Oos*
tering geleyt ; de seestyf nyt een S.W. aenschieten-
de. 'sNacbts moy weder, de wint S.S.W.
b 25. 's Morgens was 't moy weder, de wint S.S.W. met
slecht water met een topseyls coei||^ 'sNacbts weder
ende wint als vooren.
c 26. 's Morgens badden wy moy weder, de wint als voo-
ren; saegen eenige witte meeuwen. Wat voor de mid-
dach cregen wy een weynich regen. ^sMiddachts is
geresolveert onse conrs O.S.0. aen te stellen tot 'sa-
YOüts, ende als dan geen lant yememénde, onse conrs
om de 0<N.0. aen te stellen. 'sAvonts niet verne-
mende, deden onse cours O.N.0. aen met een S.t.W.
coelte ende belder weder.
d 27. *s ttorgens weder ende wint als vooren, omtrent 2
neren voor de middach cregen wy de wint nyt een
N.0. tot •smiddacbts, alsdoen O.N.0. met een top-
seyls coelte, wenden het alsdoen N.waert over. Giste
geseylt te bebben O */, N. 21 mylen, waeren vol-
geus dien, op de breete van 36 gr. 13 min..
Digitized by VjOOQIC
t9i
September.
op de leogfe vm 186 gr. 59 mini, eade op de
bJDeete Tan 86 gr. 10 min. ; saegéi» groote grauwe
cockmeeowed eftde een witte pyktoert* De eerste
naeht troek de wint naer het O. eade Toorfs- naer
bet S.O., ende liep in de dachwaeht naer faet S.
e 28. VHoDgens was *t helder wioder met elaer gesicht,
de wini S.W. met moye coelte, onse eonre O.N.0.
aen. Saegen naer de nuddach eenige troppen meeu-
wen ; hadden 's nachts helder gesioht.
f 29. *ft Morgens was *t moy helder weder^ de wint S.W.
met een doorgamde stf?e coelte, deden 'smiddachts
onse cours O. , aen» de wint alsdoen W. met styve
doorgaende coelte ende heel hol water, 's Nachts
helder gesicht.
g 30. 's Morgens was 't moy weder met een styve W. wint,
treckende ailengskens naer het W.N.W; met heel
holi water. *s Ayonts liep de wint naer het N.W.
met helder ende claer weder *s nachts.
October.
a 1. 'sBlorgens was 't moy helder weder met een styve
N.W. wint ende hol water uyt een N.W* ; saegen
teel' gevogelte. 'sMiddachts naer gissing geseylt O.
7t Sé 48 mylen, waeren volgens dien^ op de breete
van 37 gr^ 2 min., ende op de lengte van 198 gr.
17 min.^ ende op de be?onden breete van 36 gr.
56 min. Is alsdoen gerèsolveert om weder te keeren
van de O., ende onse cours cmyseade om de W.
te doen. Naer de middach noch O. geseylt 4 mylen,
waeren volgens dien, . op de breete van 36 gr. 56 min,
ende op de lengte van 198 gr. 37 mio.^ waeren
doen 460 mylen bayt^ de O. cust van Japan.
Wenden bet alsdoen weder om, om onse cours we-
der om de W. te nemen, de wint synde N.N.W.
met hol water uyt een N.N.W., ende tegen den
Digitized by VjOOQ IC
192
October.
a?ont de mni N.W.t.N., ende liep heel Tariabel ia
de tweede waeht. 's Nachts weit 't moj stil weder,
cregen doen tegen den dach Oostelijck.
b 2. 's Morgens was de wint O. met slappe coelte ende
een graawe lacht, alsdoen saegen wy een leawerick
rontom het schip vliegen, ende socht om daerop te
rusten; maer door 't loopen van 't volck,v]ooch we-
der van H schip af, om de W.S.W. Wy deden onse
cours om de W. *s Middachts was H stillekens, de
wint naer de middach omloopende naer het N.W.,
ende voorts naer het O. ende tot het N.O.i tegen
den dach 0»N.0. met doorgaende coelte ; de dej-
ninge uyt een N.0.
€ 3. 's Morgens was 't moy weder ihet een moye wint
uyt een O.N.O., treckende naer het 0. ende O.S.0.
met grauwe lucht, 's Middachts de wint O.S.O., voort
treckende naer het S.O., cregen naer de middach
st;ve regen met holle deyninge uyt een N.0* ; deden
onse cours W.t.S. aen. 's Nachts trock de wint weer
naer het S.S.0. met styve coelte, lieten het voort
staen met schever seylen, alsoo wy onse marsseyls
in de eerste wacht innaemen ; cregen hol water uyt
een W.N.W., somtyts regen met caeckich weder.
d 4. 's Morgens de wint naer het S. ende voorts naer het
W.S.W. hebben het eerst naer sons-rysen gewent.
Gewent synde mochten S.S.0. seylen, de wint W.
tot 's middachts, cregen doen harde buyen uyt een
W.N.W. ende N.W.t.W. met hol water uyt een
N.W.; lieten het met schever seyien om de S.W.
staen. 's Nachts de wint W.N.W. ende N.W. met
styve buyen ende hol water, somtyts regen.
e 6. 's Morgens de wint N.W. tot 's middachts, met styve
buyen ende hol water, cregen , 's middachts droochte.
Bevonden dat ons de stroom styf om de S. geset
Digitized by VjOOQIC
193
Oclober.
badde, \7at naer de middach de wint N.N.W. al
met styve buyen ende hol water, somtyts regen,
's Nachts de urint al met styve bayen naer het N.
treckende, maer naem in het laetste van de eerste
waeht afy setten onse marsseyl weder by, ende de
see begon rry wat te slechten. Worden op dato wys,
als dat onse achtersteven ende oock de lastpoort veel
leckagie bybrochten.
f 6. 's Morgens de wint meest N. met topseyls coelte,
met helder gesicht, onse conrs W.N.W. ; sloegen
andere seylen aen; tegen den avont cregen wy een
moye coelte nyt een N.O., deden onse conrs om de
W.H.W.. 's Nachts de wint N.0. ende O. met re-
delyck gesicht.
g 7. *s Morgens de wint O.N.0. met styf topseyls coelte,
onse conrs N.W., de wint naer het O. treckende;
hadden *s nachts redelyck gesicht.
af 8. ^s Morgens was 't doncker, mistich weder, met een
styve doorgaende S. ende S.0. wint, onse conrs
N.W.. Bevonden de breete van 35 gr. 43 min. nae
gissing; vervolchden onse conrs N.W. tot *savonts,
deden doen onse conrs W.N.W. aen, met een S.0.
vrint, dewelcke 's nachts in 't 8.S.O., tegen den
dach in U S. liep; hadden by dach veel meenwen
gesien.
b 9. 's Morgens hadden wy moy weder, d^ wint S.S.W..
met deyn topseyls coelte; naer gissing geseyltN.W.
t.W. */• ^- 28 myien, waeren volgens dien, op de
gegiste breete van 36 gr. 39 min., ende op de
lengte van 187 gr. 54 min., waeren op de bevon-
den breete van 36 gr. 42 min.- Waeren nn 331
mylen bnyten de O. cnst van Japan. Hadden som-
mige pnystebyfers gesien, ende oock een gevangen,
maer waeren wat naer de middach al weder wech;
13
Digitized by VjOOQ IC
I»4
October.
ip yfinf. *sinid(}apl»^ $.V. Wl» cteer ]m(«r, deden
(^jfa^ CQurs i^m de W.W.V. i^f^ slai^ cofoUe by de
. T^iBt oyer.
e )p. '3 Morgeiis de ^inl S.W. pet c||sya tQp^ejl» coelte,
pet slecbt watef!, Iw)>bqp ^Is^o^a de la9tpaQrt dicht
gecreg^p. Cjrege^ Wdv d^ middacb wa( regen, maer
<;prt? dderaaer wp4^ I)el4l9r Tf^der. ^sV^cht^dewint
S.W., ende treckende teme( n^pr l^pi W.^.W., t^
gea de^ dac|t styve cpelte.
d 1 } . 's Morgen^ <^i^!V^ de >rin^ m^t soqshf ysiog ayt een
N.N.p., m^ ppn graifwe donckepe lucl^t, stelden
QQse coor3 j^.^. aen ; ^^geo Teel grpotp grauwe
meeai^cn et^éfi deyne ipee^weQ? sommige swart,
sommige bont. Gregen somtyts motroge^, d^ see be-
gon styf qyt epn N.W. aen te schie^QUi vaerop een
atyve N.0. mv^l yplchde. 's IlfaQ^ts ^0 wi^t als ?oo-
ren, somtyts regen, ^egeq d^n d^icl) de ^t O.N.0.
9 i:^. *s Morgens was H pqy l^elfier lyeder, 4? ^iot trec-
jfeqde naer het O., qiet eei| doorgaei^de coelte; de-
den *s mi(i^aq|tt9 on^ c^purs W4.$.,. 'S^yoAts de
m^\ 0.$.Q. ende troc)( naer be^ $• 's Ifachts in de
twep49 vacht de wint S.W.t.S.^t^qn den d^h S.W.
f ld^« > Morgens wat n^er sons-rysen cr^en wy dp wintNo
yourt? N.N.W. ipet topseyls coelte, de s^ b<%on
hem heel hol te verheffen uyt een N«W,;s9^gea veel
peepwep yii^en. '§ Nï^c^ts de i^^in^ yaria^^ van het
K.D(«W. tot bet N.pi. heen pnde ^eer Ipopende,
Wt cUaftp, cj^tpj P^er ^ipl «ater.
g H. Ts^orgeq^ wa| op^ deq dach cr^ge^ vry, (Ie. wint 0.
if^eik stil^p ende een {[ranwe l^fht, de deyi[i|^Dge stjf
nyt een N.ljtf. ae^schiete^de. 'sN^cl^ts^ ip de eerste
wacl^t S. m^t potregen en^e §tyf topsejl; coelte,
^eden onse. cpprs ooi de W. ; tege^ den dai&h cregen
wy dp >ppt W.S.W. ipet 4yve yerli/effiqg van wint;
Digitized byVjOOQ IC
195
Oclober.
naenieD ons« manseyls ioi éiide H<fieti Kei by de
wint OTer liaen met 9thöytc seyteH.
» 15. 'dtforgeDs ir» de irist W.9.W., tlÉgeDt eefo straot-
loopertie ende saeged ér Bodr eetf reiltoi&' let schip
▼liqgen; saegen oock éea swalcrw etAe' vetï.sv^rië
neeowen vHegisn. Wat op' den daebsyAde, eregeo wy
een swaere trafaet van i^<^gen ende i^Hnt; de wint
in 't N. sebfetende^ hielev voor vfiüÊ eiiy,> ende lie-
ten bet W.t.N. aeagaeD, atsoo de mni sttacx weer
aaet het N.lf.0. liep, ende naem soeties af; sette
lege» den nMdaeb onse niarssisyk daer w^der by.
€isle '& iniAJacht^ geseyft lö hebben* W.t.W. 7i N.
11 myleü, waeren^ vö^ensdien, op de gegiste breete
tao S^ gr. 25- min., énde op de lenige ▼ad' 179 gr.
48 nrin., ende op de bevonden breete van 35 gr.
19 min. ; Avaeren 23^' mylen bayten de O. cnst van
Japan. Wat naer de middach cregen wy- een tcfp^yb
coelte, die wint al treckende omleopende naer bet
W.O; ende voorts naer 't O N.O., onse cours W.t.N. ;
in de tweede wacht de wint O; met een moy coeltie.
b 18. •» Morgens was 't regenachtiob weder, de wint O.
met een betogen lacht; saegên eenige groöte ende
eleyne meeowen vliegen. Dé wint styf door coelende,
naer de middach uyt een N.0, 'snaobts in de eerste
wacht O., in de tweede w«(cht variabel O. en^S.,
niet^ groene stortregen eflrde styve doorgaende coelte.
Tegen den dach cregen wy een Swaere caeck, de
marsseyls pas ingenomen synde, ttjt' een^'&.O. met
een styve storm ende corts N. Alsoo wy doende
waeren om bet seyl op te geyen, is.de wiot uyt.de
ly gecomeov soo dat ons groot seyl. op de, inast' viel,
en^e cond^n bet selve niet neer crygeu pfteopg^jren,
^o^i^X het: beel aen^ i^tnd^ei^ g^a^g^ jisi; (^nd$La($oo
met bet comen van dese harde imt oflsi fpfeko
13»
Digitized by VjOOQ IC
196
October.
croyshcfot gebroocken was, was de fwk heel scha-
loos; de .besaen is oock losgewaeyt, soo dat wy die,
noch heelschaloos synde, neer cregen. Hadden sdirick^-
lycke bliiems in dit harde weer.
c 17. 's Morgens hebben wy weder andere seylen aenge-
slaegen, alsoo de wint wat bedaert was; liepen met
een styre storm ende N.0. wint ende met holle see
uyt een N.0*» met een opgearmde fock 1) om de
W.S.Wm niet een donckere draeyende lacht; maer
wat naer de middach onse blint er by om beter
beniert 2) te wesen. Tegen den avont slechte de see
ende de wint naem af, soo dat wy onse fock der
viercant bysette met het schoverseyl ; lieten het W.t.N.
aengaen. 's Nachts goet weder, de wint N.N.0. met
doorgaende wint, in de tweede wacht de wint N.O.,
in de dachwacht O.N.0.
d 18. ^s Morgens was de wint N.0. ende N.N.0. met
topseyls coelte, brachten ons bonnets 3) weder aen,
ende setten . de marsseyls daer weder by, lieten het
al W.t.N. voort staen ; naer de middach wert het
heel moy stil weder met slecht water. Bevonden dat
onse roerpen in *t roer aen stncken was, hebben
weder een ander daerin gestoocken ; wy bevonden
styve stroom om de S. te gaen.
e 19. 's Morgens goet weder met claer gesicht» de wint
S.O., saegen 'socbtents een swaluw vli^n, was
stillekens; hebben getalyt ende gestaecht, Saegen een
van diergelycke visschen sonder staert, als by den
1) Opgearmde fock wordt gezegt, wamieer die op een sonderljcke
wyse ter wintfanck staet, als men voor wint seylt. Witsen*
S) Ongemaniertin see leggen, zeer sohndden en bew^ien. Dezelfile*
3) Een seyl 't geen aen de onderzeylen vast is» 't welck af en aen
geregen kan worden. Deselfde.
Digitized by VjOOQ IC
197
October.
Gommandettr Quast saliger gevangen was 1). Saegen
oock croos ende veel besaens qaalleties drjven, ende
een vi^itte pylstaert vliegen. *$ Middachts cregen wj
een moye coelte nyt een S.W. ende W.S.W., lie-
ten het al om de N.W. voort staen. Giste *s mid-
dachts geseylt te hebben W.t.N. 12 mylen, ivaeren
volgens dien, op de breete van 35 min. 51 min.,
ende op de lengte van 17 1 gr. 8 min., ende op de
bevonden breete van 35 gr. 38 ^min. ; vaeren doen
naer gissing 121 mylen boyten de O. cast van Ja-
pan. 'sAvonts hebben wy de compassen op 11 gr.
N.Oostering geleyt. Naer sons-onderganck stont de
lucht heel Jeelyck in U N. ende N.W., venden het
om de S.W. om alhier wat te cmysen; de wint in
't N.W. loopende met styve coelte, naemen onse
beyde marsseyls ende biint in^ dan de wint corts
daernaer N. variabel, ende wert omtrent 2 ueren
naer sons-onderganck stil. Cregen weder in *t voorste
van de tweede wacht, een moy coeltieuyt een N.W.
met helder claer weder; sette onse marsseyls daer
weder by, lieten het S.W.waert voort staen, de wint
temet treckende naer het N.; tegen den dach de
wint N. met slappe coelte ende slecht water.
f 20. *s Morgens was *t moy weder, dreven dien ochtent
in stHte, bevonden 's middachts dat ons de stroom
styf om de S. geset hadde ; cregen omtrent Vj^ aer
Toor sons-onderganck een moye coelte uyt den S. ;
deden onse 'cours uyt een W.N.W.. Corts naer sons-
onderganck was het weder stil, een glas in de eerste
wacht cregen wy weder een moy Incbien uyt den
O., ende trock allengskens om naer het S.O., voorts
1) Deze visch was zeven voet breed en vyf voet bng. Onuitge-
geven Jcmmaal van den Gommandeat Mathys Hendrickss. Qnast 16Sd.
Digitized by VjOOQ IC
198
October.
qatr bei $, mie lot bet S*S»W, Omtrent half de
tweede ir9<^t begen de wint styf door te waeyen,
m^mm d# iparsseyl» }o, Hetep bet ui W.N.W. voort
^taeu.
g 21. *s Morgens de wiat 8.S*W.f met styve deorgaeode
r . wintf inet motrieh doncker weder, niaefikten wat
op den daeh ^yl ; akoo de wint tegen deA middach
I i naer het S,W, liep, eade beel hol water maeckte,
naemen de bliat ende besaen weder in, ende wenden
het ver^cbeyden reysen. Saegen dat oQse groete rast
wel een hantbreet afgeweeckep i?asi deweicke stracx
weder gemaeckt wert, ende lieten bet om de N.W.
. vport staeo. Hadden 'soehtents. een swalow gesien;
's avonts de wint W.t.If • *s JHacbtf hegan *t weer te
beeterea ende de wint af te néaieÉ, (sregen de wint
. Mf in de tweede wacht W.N.W., wenden het S.W.
. waert over,
a 32, 's Morgens moy weder* de wint W^N^^W. «aet hol
water uyt een S.W«, sette 0A$e beyde» marsseyls
daerby, lieten bet al S.W.waert over 6tae»t saegen
2 witte pylstaertea vliegen, ende een be^^i steencroos
dryven ; *s middachU de wint W». D<^or verscheyden
cowsen geseylt N.N.W^ 6 ipylen» vmne^i volgens
dien, ^ de breete van 35 gr. 4Q miB., mie ^.de
lengte vaa 169 gr. 8 min.% maer b^evcNodeii ons op
de breete van 36 gr. 1 min,; $oadat( ops de stroom
heel styf om de N. geset heeft, vervioedeü bet sel?6
gecomen te syn door de styire S. windieQ^; waeren
alsdoen 108 mykn. bnytm dO: O. <wt von Japan»
Corts naer de midda^A oregw wy de wfi^ uyt een
.W.S.W., wenden het Pt.waert ovjcPé. 's Avonts de
wint W., deweicke hem 4 glaesen in de tweede
wa^ W^r g^yf yeifhi^filie j naemen onse mm^jh J^»
beien bet by 4e wint I%.I)(!. Wa^wneet oveir atam.
Digitized by VjOOQIC
190
October.
b 23. 'sHorgens was 't' kart #eer güeüdcf af, d6 wint N.,
niet litjt topseylis cóélle, aèttén onse ibarsséyb'by^ wen*
den het W.^aert óver, met holte deyninge ajt een
W. Giste door ^erscheyden eonrsen geseyll te heb-
Bën N.W.t.N. 14 mylen, waei^n volgens dien, op de
Ureeté Taii 36 gr. 46 miil., énde op dé lengte yan
(68' gr; 29 min'., endé. bevonden breete tan 36 gr.
5ff nrin. ; Waereü' üiier gissing tOO' mjlen bayten de
O. cnst vaü Japün. VOehteüts hadden wy Veel steen-
^i^os siëii dry Ven, ende een witte pyistaeit^envlie-.
gen ; légen' den aVottt qnaem' een' tortèlddyf by het
sdHjl Vfiëgen, eüde scheen' heel mOëde te syn, ende
sbcht te i'nsten, maer door *t gdbop van 't' scheeps-
völck, ft' \Vedfer vsiil' 't sehi^^ afgevloogen W.wa^rt heen.
^sAVottts stniekensy *snathts in 't ü^tgaètt' yan de
eerstto wacht' cregbn wy eed' moy lochien nyt den
FT., ti^dilende tediët' liaer hW N.0.
c 24P. VNPórgens* \(^as *t eed grafti^e hicHt, sA>thi^^ regen,
dé n^int lli.0. ; saie^ Vooi' dé niiddacH' eéifige drift
soo^ vai» steéncréös i\k Hout diryved. (jSste Vntiddachts
jjeséjit' tö hebben 22r myïen W. */;* S. rfe^l waeren
volg(ihs (Ben, op dè'^ bré^èl vdrii 36'gK 47 lÜFn., ende
cfii^ dë* lënp v^ii 1136' gr. 40 Mü. mèr dé middach
dél'widf Variibcl vah ï itl tot Bet N.O', 's nachts
di$ wint mèekV Nir^.0.' nfët claèr^ uytèicUt'; naemen
iü^ *t voorste viah^ de^ eerste* Wacfif' otis*gtt)ot marsseyl
ih. De ^'ib'de tWeèdë v^aèVt' tfa«^* *t K. loópen^
de,- begiW styï* doof te ' cdeléWj • sèo 'dat vi^' vborts de
i'erf' vari' de naèht,' Verscfceytién- rtey^iSa onsvóormars-
seyl' in ende oylgéKaéh' hebtieil; nae^ dten nadat
hct-vi^déli" hfem aér lièfi'siéh.^
d^ 25. *s4MóiffeeDfi''dè' wïfit'Pf; mé styf tojisëjl* cöeltlB, setten
oès'séhb^ei^l eèië gföél iHi^èjW miA''me yoot^
niafsseyl d^ér' WedëP bf,' oi^sb cbïts" W.,* de wint
i
Digitized by VjOOQ IC
200
October.
R.N.O., treckeade naer bel N.0. ; Teniaemen de
stroom om de SL te gaen, deden 'smiddachts onse
cours om de W.N.W.. 's Nachts de wint Pi. ; hoor-
den Nveel geerysch van pylstaerten.
e 26. 's Morgens was de wint N.N.W. met een moy top-
seyls coelte, de see hol aenschietende nyt een N.0.
ende O.N.O.i endé was helder weder. Saegen 'soch-
tents eenige wal?isschen ende corts daemaer het lant
in 't W.N.W.y ende was naer gissing het hooge lant
van Gissima, Giste *smiddachts geseylt te hebben
W.I.N. 26 mylen, waeren volgens dien, op de breete
van 36 gr. 1 min., ende op de lengte van 161 gr.
54 min., ende op de bevonden breete van 36 gr.
8 min., sóo dat het omtrent 10 mylen scheelde het
lanty te weeten : de O. cust eer sa^en als g<^t
hadden. Alsdoen lach de O. cost van Japan omtrent
12 mylen van ons; 'savonts lach het hooge lant van
Gissima 7 k 8 mylen van ons, ende was diep 70
vadem, swarte wasige santgront» leyden het met de
steven t'see, ende lieten het dryven, om *s anderen
daechts by de Santduynige hoeck soecken te comen ;
volgens resolutie getrocken op dato. In *t voorste
van de tweede wacht maakten wy seyl, setten onse
cours naer de wal toe, de eerste wacht diep 68 va-
dem^. de tweede wacht diep 50 vadem, wasige gront,
in de dachwacht diep 45 vadem, swarte santgront.
f 27. 's Morgens saegen wy de Santduynige hoeck N.W.
omtrent 5 mylen van ons, de wint N. met moy
weder, seylden wat besuyden d^. hoeck op de diepte
van 13 vadem, soo dat de Santduynige hoeck ]y.0.t.N.
4 mylen van ons lach, alwaer omtrent 2 mylen van
lant synde, ons 4 è 5 visschersbercken aen boort
quaemen. Hadden jeel visch, maer wilden geen ver-
coopen, ende hielden haer heel atuers, waerover wy
Digitized by VjOOQIC
aoi
October *
yerwondert waeren, i^rilden geen nu haer OTereomeD,
eade syn weder cort wech van boort gevaeren; soo
dat vrj onse seylen schrap gehaelt bebbea, deden
onse cours eerst S. ende yoorts S.S.W. langs den
val. ^sAvonts lach de hoeck yan Bosho W.S.W. 7
mjlen yan ons» saegen de yijf WiUe gepleciie hoeck be-
noorden de hoeck yan Bosho in H Wa.N. yan ons;
saegen een heel hooge berch in 't lant staen, recht
op d"*. streeck oyer de yijf IFfttojr^pfodt/^ hoeck been.
Hadden de berch, doen wy in U heensejien vaeren,
niet gesien ; hadden de diepte yan 20 yftdem, wasige
santgront. 'sAyonts deden vy onse cours S. tot dat
de eerste yracht nyt was, doen S.S.W. ; de wint
If.0.t.I(., ende was alsdoen diep 98 yadcm, conden
geen gront opcrygen.
g 28. 's Morgens was 't motrich weder, met een doorgaende
N.O.t.ri. wint, omtrent 3 neren yoor de middach
saegen wy de twee Noorder eylanden, by ons ge*
naempt, het Suydelyczste bet Prins0 ende het Noor-
delycxste het BarnewUs eylant, ende liggen meest
N.N.W. yan het Ongeluekkh eylant af; waenran bet
Prinse eylant W. ende BarneveUs eylant W.N.W.
yan ons lach, syn^ doen *smiddachts. Giste in dit
etmael gescylt te%bben S.t.W. */, W. 28*/, niyl,'
waeren yolgens dien, op de N. breete yan 33 gr.
567i min., ende op de lengte yan 160 gr. 5 min.,
ende op de bevonden breete van 33 gr. 58 min.;
als wanneer wy onse cours naer BarneveUs eylant
-^ naemen. Seylden tusschen het BarneveUs ende het
Prinse eylant door; meenden ree te yinden onder
het W. eynt yan het BameieUs eylant, maer con*
den daer geen gront bewerpen, alhoewel wy dicht
by d®. eylant langs seylden. Dit eylant soo genaempt
om dat daer een berch op stout, dien gestaedich
Digitized by VjOOQ IC
Oclober. *^
f^ofeklefy éAdcf ^ Béri laejféf MM tol éeer Kuneode
estfel rlüDd^e, Tenmdieden tt^Ke <ïff brattden van
eMicir lang gr« oAé^ rif te syn. ALs" gy (f. eylant
^.O.X.Óé 7. tfrjl taii' u hefcf, soo lejft h^ Prinse
eyfenl S.O.t^S. *V, m^J taé rf, éUdfe siet iïï 't W.
'/^ If . 1 <Dy) van il Teel' lMH)ge dcherpé' eK^|>en bo-
i^D Ti^ater liggen, die htér o^eeii^ al» tóbl^eas ; dan
le^ ooek noth eett hoóDh' éybnt M 'f N.W.t.W.
& myfetf ^te tf| eUdé in *t N.N.W. eéiMgë' bergen,
gélydceAde eylalid^, 6 mylen' Van n. Conifen geen
gronf crj^en, it HAni N. synde, SéSitm oni^e coors
miBt eetf styve coeBfe S.t,0, iAtt sctoWWfeylen, tot
4 glkeisen in db tweede inrat^hl!, géydëü' alsdoen de
feck öp, elidë llfetcn' het mef de ^evcA^ Olwiaert over
liggen dryyen ; de wint dbén N.I^.OV met^ topseyls
eödté, dfèVen om^d'e iM. rtet döticker,ittbtii<:li xi^der.
i 1^. 'sMbi^^ Wèë' 't heel' ittlMch' mder mèt niotregen,
gi«ft Wel Ofifféluelridh' eylatit S.8;W. van» ons te lig-
gtti ff mylfeöi settfe orise'cotir» S.S.W. aiwi. Om-
tfen!/ 2 i^yleiii d*^. êbui^ gëd^ylt bebbendl^v fbet een
dtyvë rf.I^.0.. v^inti ^aégcfd bët O^goMckioh eylant,
• tfmfrient 3'* lüylieti, óp de streecfc alrf voól^eti'vanons;
dê!ttlni oni^' coors tteR^chej|^ Het O^él^ktth eylant,
. e6<fe di^ FÜéndö HolW door, quaetéen' op' dë'middach
ofndfer dfe' S.W. ^ v«i V (hffMtmh éfMi te ree
op 4^7 vaf^in; grof itönt vUtü défaë slë^ties ver-
itiéngl^ ointt^t */« myl'^n lant. Naier dkt' viry wat
ge^t^ gelegen badfl^; ié ^en Jdpansi^e lierck by
Het* schip gecofflèfn, ali^dp' \W 8' af 10^ tófatf » in wae^'
rtü;' wildeü niet' aen' boort domen, ihaè* sjrwuyfdcn
dkt wy aen larif sbndèn' cómen, etlde hfh i^rèder naer
fent* gtinetén: WaeroVér iek' mef de iJrérui*' geordon-
itóett^ sytf riaef lant te vaerén, om^të vehièiöen wat
dèzé persboftfen begeefden tè bebtren, etïdié om me^
Digitized by VjOOQIC
20t
#
October.
èen te TerBemeD of vy hier geen yelék ofte tejcken
Tan 't jacht Breskens conden sien; maer fan boort
synde» conden de stfre vint ende atreom, die om
de N.W* liep, niet dootacheppen, motten veder naer
boort kewen* Deen wy hier geaet begen, lach de
Bande hdm N.W.t.W. 7, W. 17. myl yan ons.
b 30. 'a Moiigena ixraa 't moy weder, de wint N.N.0. ende
])i.0.t.N. ; ayn met twee pranw» naer iaot gecom-
mitteert, om eenige gelegentheyt yan *t JaAt Breê^
kens té yernemen, ofte eenige fdeg^theyt van het
eylanté Aen fant comende met een wit taenlien, de-
den soo Teel met eenige deynicheden wecb te scben-»
eken, dat de Japandersi waerras dit eylant gepen-
peleert ende bewoont waa, one een cocbeesi yercof-
ten ende 1 1 hecDda*eii ende eenige orangieappelen
ende miecattlies(?) ende eenige aortT- ende andere
beomyrochten. Sy wiUen geen Spaenscfae realen heb-
ben, sneden daer met haer faeowers in, endeseyden,
éA flWer was met goet ;. maer waereia met een elle
root laecken ende een slecht gestreept eleetien tevre-
den; sy vraechden verscheyden reysen naer achrüf,.
dan ick hidU myn of idc het niet TOBstont. lek by^
de Banioeis (Bai||aoa) aen httÉ sittende-, wiMen myn
kt 'I lanl hebben bj haer enerate, stondem wel 100
Jayandars mei henwers' ^ haer wf ronlom myn ;
hicit haer soa lang in dtacears, tel dat het beest ende
het ander goei in. db pranw was; Toer doen stracz
neer boott. Hiev» stonden yeracheydeni gnoetebefiËken
^ op H hnt^ waeiion^ 2 groote laslbereken waeren ;
maer eenden geen teycken van het jacht Breskens
▼etnemen ofte* sieo.. In *ti weebmereiK rii^eni de Ba-
mosia, ick . soa mengen, wedercomen. Sjf vlierden 3
cleyjae benckea Tan lant,. dewelcke naer dbi Ronde
holnp Toerem; d!".. helm was* oonk bemoontv hier was
Digitized by VjOOQ IC
194
October.
geen rivier, ab voeren in een gadt alter eenige dip-
pen, of H een liaventie was. Hier waeren veel vroa-
v/en ende kinderen op *t lant, ende was overvloedich
van ossen ende coebeesten ; dan conden geen silver
ofte gout vernemen, als aen haer beften ende plaeten
van haer houwers. ^sAvonts is geresolveert; alsoo
biervoor ons niet sonders bj de Japanders was te
verrichten, dat wy t*seyl sonden gaen ende onse reys
jaaer Tayouan op U cortst soecken te vervorderen;
«yn met den doncker t' seyl gegaen, deden vooreerst
onse cours S.S.W. met een N.0. wint.
o 31. *sMoifens de wint als voeren N.O., onse conrs
S.W. ; alsdoen lach bet Ongeluckkh eylant N.N.0.
9 mylen, ende het Suyder ejlant O.S.0. i k 5
mylen van ons. Is alsdoen geresol veert, om onse conrs
W.tS. aen te stellen, recht naer de S.0. hoeck van
dkoko toe. ^sMiddachts lach bet 0$u/eluckich eylant
N,0.t.N. 16 mylen van ons, ende het Suyder eyl.
O. 8 mylen. *8 Nachts de wint N. met slappe top-
seyls coelte.
November.
d 1. *s Morgens was *t'moy weder, de wint N., somtyts
stillèkens, ^smiddachts liep de wint naer H S.W.
ende W.S.W. met cleyn topseyls coelte, lieten het
N.W.waert over staen ; saegen veel steencroos dry-
ven. *s Nachts de wint S.0. met topseyls coelte, lie-
ten het by de wint W,O.W. over staen.
e 2. *s Morgens de wint S.W., cregen een styve slachre-
gen, naemen beyde marsseyls in; wat op den dach
wert het weer goet weder, setten beyde marsseyls
weder by. Giste 's middachts geseylt te hebben N.W.
Vt ^' ^^ mylen, waeren volgens dien, <^ de ge-
giste breete van 82 gr. 35 Vt niin., ende op de
lengte van 156 gr. 46 min., ende op de bevonden
Digitized by VjOOQIC
205
NoTember.
breete Tan 32 gr. 35 min.; saegen veel steeneroos
dryven, de wint treckende temet naer het N., wen-
den het W.waert over. Omtrent 5 glaesen naer de
middach, saegen wy 2 cleyne hooge eylanden in het
Pf.O.t.0. 12 mylen van ons; omtrent 4 neren naer
de middach,' saegen d"*. eylanden N.O.t.O. van ons,
ende conden die pas beoogen. Saegen oock in het
N.W. ende N.W.t.W. de strokende cast van K^
nokony wel 20 mylen yan ons. 's Nachts de wint
N.N.Ö, met stpe doorgaende coelte, de see hart
nyt een 1V.N.W. stortende of het baming (branding)
was, vermoeden U selve door harde stroom te comen.
f 3. *s Morgens redelyck weder^ de wint N.N.0. met
styve passaets eoelte, saegen veel raveling van stroom
saegen oock*een doycker; bevonden *smiddachts de
stroom styf om de S. te gaen, deden onse cours W.
aen, omtrent half naer middach cregen wy de wint
N.O., ende trock temet naer het O.N.0. ^s Nachts
in dè tweede wacht cregen wy motregen, de wint
O.N.0.
g 4. *s Morgens hadden wy al een styve O.N.0. wint, met
een donckere lacht ende holle see nyt een N.O.,
naemen ons groot marsseyl in; deden *smiddachts
onse coars W.t.N, aen, om de cost van Cikoko te
beseylen. *s Avonts met sons-onderganck naemen wy
de blint in ende geyden ons schoverseyl op, lieten
het voormarsseyl neerloopen, ende lieten het soo met
de fock voort staen, tot 2 glaesen in de eerste wacht ;
als wanneer wy door donckere lacht ende styve regen,
ende schrickelycke blixem ons voormarsseyl innaemen
ende de fock opgeyden. Lieten het soo met het scho-
verseyl byleggen met de steven om de S., de vrint
met styve bayen crygende nyt den O. ; ten halven
^ van de tweede wacht wenden wy het met de steven
Digitized by VjOOQ IC
206
Noyember.
om ée N., TreesdBn anders te veer orti de S. ge-
drena te worden, Uetea ket seo drjven*
t &. *a Hergfins ongeüacdicb roa {ruw)vfed%ff de wint met
styre buyeQ nyt don O. met yeel regea ende hol
water ; wat op den dach synde» naeckten seyl, deden
onse oonrs W.t^N. aen. Giste *8 middaehts gesejit te
bebben W.t.N. 27 nyleo, waere» Tolgens dien, op
de gegiste bieete wn 31 gr. 29 min.^ ende op de
leagte van 149 gr. 40 min. Wat naer de middach
de wint variabel met ongestaedich weder, geyden onse
aeylM ep^ tot balf naemiddacb, cregen doen de wint
N.y naeektm seyl, ende deden onse coqfs W. aea.
. Tegen den avont scheen het weder wal te bédaereo,
feege» o&e groot bonnet weder aen, met het opsetten
van de wacbt smeten wy bet by met de st^en om
de (Xy sender voorseyl, ende lieten bet dryven tot
3 ghesen ia de tweede waebt, dat wy redeïyck claer
weder cregen, de wint N.N.W. Lieten onse fock
vallen» ende lieten bet met schoverseyl W.waert over
staen, dan de wint liep cort variabelv dan S.W.,
W.9 N., doch syn plaets in *t W. nemende, Keten
bet S.waevt over staen.
b. & '«.Morgens, de wIqI W. met tamelyck wedlsir, setteo
de marsseyl» by, ende wenden* bel N.waert over,
saegen wat op den dlich de streckende ensf van Ci-
kpko^ ende was. beet bpocb gebercfatè, dat W.waert
heenstredUe^ Voor de middach de* wrnt variabel met
fltüte, soo.dat wy sint (sedert) dat wy bet lantgesien
kfbben, niet' vertiert en waefen* tot *s middaehts.
6istie> soo gèseylt als gedreven te bebben^ i«r dit et-
maeè N. 1 myl, waeren volgpns- die», op de breete
van 31 gr. 3a min., ende op de^ lengte van 149 gr.
40 min., endc^ op de bevonden^ brepte van 31 gr*
33 min. Alsdoen lach de S.Oi hoedt van Cikoio
Digitized by VjOOQIC
JW7
NoTQmer.
W. 18 mflep yaa pns^ 4** capp |«di ^el 25 m in
|9 c|e Con^aays i^er| t^ jSnydeljck ge^ar^ert. Nae
i^ middacb ^a v^ri^l aofiiip vff^ ^eo W.» dan
i^fjiest sU^. 's 4^04^ ^icb dp S,Q, bpf^k fai^ CiAroJro
Wj4pH. 12 ^ J? lyiylm van a^i, w^^i^i ?'/, myl
Vf^pi de atrpojoi ip de naemi4dach Wi d^ ^. ged^-
ven. *« Nachts Taii^bl^ viifc^n m^f dopd^r ^ndeblixem.
c 7. 'fBIgrgens de ^mt W. ^et ti^psejk ^elte, lieten
l^t ^«^aert over staen \ giste ^s middaclUs «oo geseylt
^ i|«dreven te he)>M S.S.W^ Vt W- 3 mylen»
9^^^p Tolg^i^s dien op de breefê ve^n.y^ 31 gr.
227i v\i^•i n^ef J^ewo/ff, de bre^te, van. 91 gr. 52
vjfffiry soo 4^ pn? 4^ i^trooa wel a^ 0. al^N. heeft
gpi^even by de 8 wl^P Teerder ^h gi^t hadden,
^ dat ygtgens <||ien, inaor K.UW. ^ n^yl^n hadden
be^ii4en; genden H ^i^midda^ts N.waert oiyer. Om-
^^t bs^f Q^r midda^h saegen wy laat io U N. yan
oq^ ^4? ^^s ]|^t S.W* ept vafi T'C^P^'y» *s Ayonts
gaer 8^-oivfi^gancJ|f[ saegen wj l^nt ir;^n U N.0. tot
\^ *t It.^. ; het lant p;respjiieerde ick de O. cust
T^ Cikoka te ^e^en. end^ dat iipi 't N.P,. lach To-
ho^%t\ yraeren in een trianget d^er vfA 14 i 15
D^yleil af» ^nde is t^el j^ooch ^nt; «m^^e^. een ner
lia^r 80P8-9Ad^aQe]^ ^^ejOLwy 't^oixi d^S. 's Nachts
\^ de t^cri^ YT^c^ht doen er ^ i^es^n oyt.waeren,
cregen yfj d^ wi^ uyt de^. l^.j died^i^ ope cours
W.^iier^ oyea^, om onder 4e 0..<mt van Cii^oüro soe-
i^en te comei^, s^o yern^ioed^ dat/ daer snlcke
4yye sVoPm P9i. 49.N« niet «üb^de ^j^e mocht gaen.
^s n ajpl^. heb ick de, N. breete gei^ aea de Noort-
iprm^^r yaa 91 gr. 54 min. ; aoodail. do Qtüoom noch
a) om de N, cojatipQoecde.
d 8. 's Uoirgenis de wi^^ N., ats4i>ea peyjide ick de S.W.
. hpeok 1^ %oh4my N.N,0. 11 ^ 12 mylea yanons^
Digitized by VjOOQ IC
208
November.
saegen de streckende cast yan Cikoko tot in het
W.t.S., ende Toorts tot m 't N., ende Tokoesy's
cast tot in *t N.0. De ^rint allengskens omloopendo
naer het N«0., ende voorts naer het O. met slappe
topseyls coelte; tegen den middach cregen vrj mot-
rich veder. Soaden yan dit etmael soo geseylt als
gedreyen hebben 11 mylen W. 7t ^*» ^^^^ ^
yonden aen de rigting yan *t lant, dat wy niet meer
als 2 mylen W.N.W* behooden hadden^ soo dat ons
de stroom omtrent 9 mylen spatie heeft tegengehou-
den, ende om de N.0. geset heeft. Alsdoen lach T<h
koesy N.N.0. 12 mylen yan ons, naer de middach
yiras H regenacbtich y^reder, deden 'smiddachts onse
coars N.t.0. tot 's ayonts, cregen doen een O. coelte,
doen onse coars W.S.W. aengestelt. Met het opset-
ten yan de yiracht naemen vfj de blint in» ende
geyden het schoyerseyl op, al met regenacbtich we-
der. Cregen 4 glaesen in de eerste wacht de wint
oyt een N.N.O. met heel styye coelte, lieten de
marsseyls neerloopen, yeryolchden onse coors, nae-
men ons groot marsseyl in de tweede wacht in, doen
er een glas uy t was ; lieten het soo yoort staen met
deyn seyl ; in \ laeste glas yan de tweede wacht,
geyden alsdoen de fock op, leyden bet om de N.W.
met de besaen, ende lieten het soo liggen dryyen.
Een glas in de dachwacht nyt synde, werden het
lant gewaer, yraeren daer geen 7t ^3^ ^^ ^^^^
lach in H N.W. yan ons, ende was het eylantie Te^
nera, alwaer 'een yoyl rif alstreckte ; wy lieten onse
fock y allen ende heesen ons yoormarsseyl op, ende
lieten het cort yoor wint omdraeyen S.waert, ende
sette onse bagboorthalsen toe. De wint in *t N.N.0.
loopende, mochte O. weder van de wal afseylen, de
wint voorts in *t N. loopende, seylden O.N.0. In 't
Digitized by VjOOQIC
209
ïovember.
voor \?iiit omdraeyen inrorp ick gront op 22 Tadeniy
singel, ende de ander ^orp 1 5 yadeniy vnyle clippige
gronty ende voorts in 't abeylen diep vrorp op worp
als volcht, 17, 20, 18, 13, 8, 10, 13, 14, 16,
18, 20, 22, 24, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 34, 35,
36, 37, 40, 43 vadem, al vile (vu;le) gront.
9. 's Morgens was 't goet weder, de wint N. met styve
topseyls coelte, waeren doen bet licht was, 3 mylen
van lant, op de diepte van' 45 vadem, wasige sant-
gront, ende corts daemaer 50 vadem, santgront als
vooren. De cast van (Hkoko streckte hier N.N.0.
ende S.S.W. ; saegcn in 't N. tot in 't NO. het
lant, ende in 't S.W., de S.0. hoeck van Cikoko
6 mylen van ons; deden onse cours al S.S.W. langs
de wal, tot dat de S.0. hoeck van Cikoko S.W.t. W.
van ons lach, deden doen onse cours S.W. aen.
's Middachts giste wy geseylt te hebben ende ge-
dreven W.S.W. 16 mylen, waeren volgens dien, op
de breete van 31 gr. 31 min., ende op de lengte
van 148 gr. 19 min.. Alsdoen lach deselfde hoeck,
dien wy op den 6^* d**. in 't Westen van ons gepeylt
hadden, W.t.S. ^^ S. 4 mylen van ons, ende most
wel naer de distantie die wy gegist hadden, volgens
geseylde coursen wel N.O.t.N. 6 mylen van ons ge-
legen hebben. Soo dat wy op de waere breete van
31 gr. 37 7s ii^ïo* waeren, ende soo de waere cours
behouden hebben S.W.t.W. 8 mylen; soo dat ons
de stroom verleden nacht merckelyck tegen geweest
heeft, gelyck op den 8'^* d^. oock bevonden hebben,
als oock op den 7^<^ d^« ; soo dat hier femente (sterke)
stroomen loopen, waerdoor de see altemet soo ont*
stelt is, dat het als het styf waeyt ende de wint te-
gen de steven is, vreeselyck om aen te sien is de
14
Digitized by VjOOQ IC
210
November.
groote stortiDge. Saegen alsdoen eea seyl in H O.N.0.
van ons, alwaelrwy naer toe gèwmit. hebben, daerby
comende . bevonden 't ddve het jacht pBreskens te
sjn, dat op den 20*** Mey^ 's nachts van ons geraeckt
/was, onder bet Ongeluckich eylant, waerover wy seer
verblyt waeren. Hebben hem verprayt (gepraald),
hebben ons toegeroepen, als dat Schipper Schaep met
den Ondercoopman Bylevelt, met 2 jongens ende 6
matroosen in Japan gevangen waeren, op de breete
van 397i gr.. Alsoo wy niet terdege besoheyt con-
den hooren met toeroepen, syn ick met de praaw
daer aen boort gestiert, om met een te sien, hoe het
in 't jacht al gestelt was met haer volck. Daer aen
boort comende, vonden den Opperstnerman heel dick
aen het water te syn, ende het meeste volck onge-
sont^ soo is den Onderstierman met myn naer ons
boort gevaeren, om volle rapport te doen van haer
wedervaeren. Heeft gerapporteert als dat sy 18 doodea
hadden gecregen, in *t doen van de O. streeck ; ende
dat sy 500 mylen beoosten de O. cnst van Japan
. geweest waeren. Dat sy in een haven van Japan ge-
weest hadden, alwaer sy meenden te ververschen;
maer alsoo haer schuyt met haer Schipper ende het
voorgemelde volck der gevangen genomen waeren,
waeren met het jacht doorgegaen. Sy hadden hier
aen het Ongeluckich eylant geweest, om naer ons
te vernemen, waeren daer daechts daeraen gecomen,
soo wy 'savonts daer van daen t'seyl gegaen waeren,
alwaer sy veel orangie*appelen gecregen hadden voor
eenige coopmanschap. Alsoo dit jacht swack van volck
was, is onse Schipper met 3 cloeke maets daerop
overgegaen; dreven die aflermiddacb by malcanderen
Jn stilte, somtyts èen cleyn N. coeltie, de stroom
Ncigitizedby Google
211
KoTember.
die dreef ons om de S.O.. Saegeo eeo hooge hoeds
in '1 S.W.t.W. ran oos, dedeo onse eonrs S.W.
aen. Dien nacht een stjve coelle nyt een N.W.;
doen de eerste wacht nyt was, hadden wj aen de
Roortster, de breete van 31 gr. 20 min.
10, 's Morgens moy weder, de wint N.W., onse conrs
ten naestenby om de W.S.W., alsdoen lach de S.0.
hoeck ?an Cikoko N. 7t W. S'/t royl ▼an ons.
Giste ^smiddachts geseylt te hebben 8 mylen S.W.
aen, waeren Tolgens dien, op de gegiste breete van
31 gr. 14Vt min., ende op de lengte van 148 gr.
29 min., ende op de bcTonden breete van 31 gr.
12 min. Doen lach de S.0. hoede van Cikoko
N.N.0. 5 mylen van ons, de W« hoeck van een
groote inbocht, IachN.t.W« 7s ^* ^Vt ^J^ ^^ ^^^i
hadden doen een laech eylant, synde omtrent 2 my-
len lang) S.S.W. 7t ^* '^ mylen van ons. Setten
de praaw oyt, al waermee den Gommandenr naer 't
jacht Breskens is gevaeren, ende heeft de raet al-
daer vergaedert, omdat den Opperstaerman van d"*.
jacht niet aen ons boort conde comen, ende is als-
doen geresolveert, als dat Schipper Pieter 1) op d"".
jacht tot Tayouan met den Ondercoopman sonden
blyven. Dreven somtyts in stilte, somtyts een coeltie
comende nyt een N.0. met slecht water; hadden hier
gront op 60 vadem, wit santgi*ont, half aftermiddach
55 vadem, gront als vooren ; lieten het W.waert voort
staen, alsoo de cast hier meest O. ende W. streckte.
'sAvonts lach de S. hoeck van Gkoko W. 7t S*
5^6 mylen van ons, van d"*. hoeck v strecken 3
berchies af, al of 't eylanties waeren, waerdoor seer
1) Pieter Willemsz. Knechtjes, Schipper van de Gasiricam.
14»
Digitized by VjOOQ IC
212
November.
kenbaer is ; saegen oock ia 't W.S.W. een heel hooi
Brandent eylant 11 h 12 mylen van ons, saegen
oock het groote eylant Tanasstma^ ^ 't S.W.t.$.
van ons 8 i 10 mylen ; het laege eylant lach in
S.t.W. 7s ^* ^ myleil yan ons, saegen noch heel
hooch lant in S.S.W. 15 2i 16 mylen van ons; was
doen diep 50 vadem, santgront, lieten het W.t.S.
aengaen met een cleyn coeltie nyt een N.0. Hebbes
onse compassen op 4 gr. N.Oostering geleyt. Dese
doorganck tasschen Tanawima ende Cikoko, is by den
raet ende den Gommandear, de naem gegeven van de
slraet Diemen. *s Nachf s de eerste v?acht nyt syode,
worpen gront op 48 vadem, voorts die heele wacht
geen gront.
g 11* 's Morgens was de wint O. met topseyls coelte, gisie
*smiddachts geseylt te hebben W.t.S. 15 mylen^
waeren volgens dien, op de breete van 31 gr., ende
op de lengte van 147 gr. 49 min., ende op de be-
vonden breete van 31 gr.. Alsdoen lach het ffran(W
eylant S.S.0. 4 mylen van ons, saegen noch eea
hooch geheuvelt eylant, in \ S.O.t.S. 6 mylen van
ons ; noch een eylant dat oock heel hooch was, S^
Vt W. 7 i 8 mylen van ons ; ende noch een eylanl
in 't S.W.t.W. 3 mylen. Een heel hooge gehackeUe
berch, staende op de S. cast van Cikoko, lach O.IH.0.
3 mylen van ons ; badden doen oock de hoeck vsa
Sadsuma N. 7s W. 8 4 9 mylen van ons, saeges
noch lant tot in 't O. 7i S. van ons. Deden on»
cours W.t.N. aen, omtrent half naermiddach saegei
in 't W. Oengy, ende corts daernaer Sackacka^
't W.t.S. van ons, ende doet hem op gelyck
eylant Meaxuma. 's Avonts met sons-ondergaock hA
bet Brandent eylant S.0. 8 mylen» ende de hoecii
Digitized by VjOOQIC
213
lovember.
van Sadsuma N.O.t.0. 10 mylen yan ons, ende bef
eylant Sackacka W.S.W. 8 mylen, ende bet eylanl
Oengfy-W.N.W. 7i N. 7 mylen van ons; vervolcb-
den onse cours W.t.N. 's Nachts de wint N., 4 glaes*
sen in de tweede wacht uyt synde, lach het eylant
Sackacka S. ende het eylant Oengy N.t.0. ^t O*
van ons ; deden onse cours tosschen de twee eylanden
door, W. aen.
12. *s Morgens de wint N.N.W., deden onse cours by
de wint W.waert over, alsdoen lach het eylant
Sackacka O.S.0. 4 mylen van ons, ende het eylant
Oengy N.O.t.N. 5 mylen. Giste 'smiddachts geseylt
te hebben W. 20 mylen, waeren volgens dien, op
de breete van 31 gr, ende op de lengte van 145 gr.
46 min., ende op de bevonden breete van 30 gr.
47 min., soo dat de stroom hier om de S. liep;
conden het eylant Sackacka, noch uyt de mars, in 't
O. 9 i 10 mylen van ons, sien, ende' het eylant
Oengy N.O.t.N. 12 h 13 mylen; doende onse cours
W.S.W. aen. 's Nachts tamelyck weder, de wint
N.N.W. met cleyn topseyls coelte.
13. 's Morgens was 't moy weder met slecht water, de
wint als vooren ; hebben alsdoen een nieuw touw van
't jacht Breskens overgecregen. Gregen omtrent 3
neren naer de middach gront op 80 vadem, ende
was swart wasich sant met schulpies vermengt. Giste
'smiddachts geseylt te hebben W.S.W. 23 mylen,
waeren volgens dien, op de breete van 30 gr. 12 m.,
ende op de lengte van 144 gr. 8 min., ende op de
bevonden breete van 29 gr. 57 min., was alsdoen
diep 75 vadem, gront als vooren; de wint N.N.0.
''s Avonts diep 64 vadem, bevonden noch al de stroom
om de S. te loopen, de eerste wacht uyt synde, was.
diep 54 vadem, gront als vooren.
Digitized by VjOOQ IC
214
NoVember.
c 14. *s Morgens met den dacb diep 53 yadem, wasige
gront, de ^int N.N.0. met doorgaend topseyls coelte.
Giste behouden te hebben S.W.t.W. 28 mylen, was
alsdoen diep 50 yadem, gront als vooren ; wy ver-
volcliden onse cours W.S.W., de wint N.N.O. tot
/■ *saTQDts. Meenden de cust y^Lü China in 't gesicht
gecregen te faebben» maer saegen geen lant; hadden
van 'smiddachts geseylt S.W.t.W. il.mylen, was
doen diep 46 vadem, steekgront; doen er 4 glaesen
in de eerste \yacht uyt waeren, vf9A het diqi 38 va-
jdem, wasige groot, deden doen onse cours S.W. ; d'.
wacht uyt synde, diep 40 yadem, balf in de tweede
visifikt diep 45 yadem, de wint, doen ]V.0. n^et sty?e
.dQorgaende coelte, bleven by de S.W. cours,
d 15* > Morgens met het lemieren (aanbreken) van den
dach, bevonden de breete van 27 gi*. 37 inin. aea
de Noortster, ende was alsdoen diep 40 vadem, steek-
gront, 4e wint N.O., Giste 'smi^daichts geseylt te,
hebben S.W. 38 mylen, waeren volgpns di^, opde|
breete van 27 gr. 8 min., ende op ie lengte yan|
140 gr. 20 min., ende de bevonden breete van 26 1
gr. 56 min., ende was doen 6.0 vadem diep; (Jedeni
onse cours W.S.W. aeO) om de, ondiepjte van dei
cust van China te crygen, om terdegen yerseeckertl
te syn om over te steecke^ naer Formosa. *sAfter-*
middacl^ts cregen wy de wint N., doen tot 'savoots
gpseylt 107j myl W.S.W., was doen diep 55 va-i
dem, steekgront, noch 5 mylen W.S.W, geseylt, wal
doen diep 5^ yadefu, stecjcgront, de wint doen wedei
N.0. In de tweede w^cht geseylt l*/i nayl W,
hadden 'doen de diepte van 46 vadem, steckgroi^
lieten het doen dryven, dreven W.t.N. heen, omtrei
V/t ^^U ^^ ^^^^ weder 50 vadem diep, steckgroiï
Digitized by VjOOQIC
216
November.
e 16. '8 Morgens de Vfini 0.N*0« met styte N. monsonr
coelte ende deysich Dreder^ dóen 'noch W. -8 mylen
geseylt, was abdoeb diep 40 vadem, steckgront; nae
het schaften Tftn de Troe cost geseylt W. 7 mylen,
was doen diep SS.vademi steckgront. Giste 'smid-
daëhts door malconder geseylt te hebben W.t.S. 31
mylen, waeren volgois dien» op 'de breetë van 26 gr.
82 min«y ende op de lengte tan 188 gr. 5 min. ;
deden doen onse conrs S< aen, met een N.0. wint.
Giste tot 'savonts geseylt te hebben S» 11 mylen^
was doen diep 40 vademi steekgroiH, noch S. onse
;eoars Tervolcbt 4 mylen, utras noch 40 vadem; sae-
gién doen een groot vner op Formosa in \ O.S.0.
van ons, *t Weiek wel 6^7 mylen van ons was.
\ Smeten het by met een seyl, met de steven om de
IÏ«W., dreven W.t.8. 1 myl, bleef een diepte ;^
voorts in de hondewacht gedreven W.t.S. 2^/^ myl,
was doen diep 45 vadem i stéchgront, in de dach-
wjtebt hoch W.t.S. gedreven 1 myl^ was doen diep
40 vadem, santgront.
f 17. 's Morgens was U een heel styve N. moiliisotis wint,
met heel deysich weder ende^ hol water, de tf^lnt
N.O., dreven iaoch S.W. 17t wyl, diep 40 vadem,
wasige santgront. iiaegen 'sinorgeUs de berbh vaa
TfÉmti&ji op F^rmcm in *t Ob ian om, maeekten
s^ stelden oase eoiArs S^ aen, Vj^ myl. Ünde al-
soo wy saegeit, dat bet jacht Bfeihmig ^nfct volchde,
bèhbeii het hygesmeten ende hem -ii^ëw^cbf, doch
^Iséo wy hem saegen aencomsen seylcui) sl^en^ weder
voor. Van coa schaften tot *s middaohts geseylt, nae
.gissteg S.t«0. 3 mylen, abdoen hadden wy naer
ipssing door matcaiAler behouden S.t,W. V^'^- ^^
mytèb^ waeren volgens dien, op de breete van 25 gr^
Digitized by VjOOQ IC
216
November.
14 min., ende op de lengte yan 137 gr. 43 min.,
alsdoen lach de Leguaens boeck S.O.t.0. 4 mylea
▼an ons, soo dat ons de stroom slyf om de S.S.W.
geset bad. Doen het jacht by ons was, deden w;
onse cours S.W.t.S. aen, ende voorts langs de wal
op de diepte van 20, 16, 18, 15, 14, 10, 13, 8,
7i 9, 10, 11, 12 vadem. 'sAvonts passeerden wy
de boeck van Bisselyó, ende in de eerste wacht
passeerden wy bet Fissehers riff^ liepen al trecken-
de langs de wal ; ende soo wy vernaemen dat de
vloet ginck ende ons op de wal sette, gierden wat
van de wal af, tot dat wy in de diepe kuyi van
Wanckang qaaemen, ende de diepte van 50 vadem
bequaemen, wasige gront. Lieten het doen dryven,
met de steven om de W., dreven S.W. been, diep-
te temet af tot tegen den dach dat 65 vadem, wa-
ölge gront, diep was, ende worpen weder, crcgenop
d^. diepte grof sant, singel ende craelties aen het loot
op, waerdoor vermoeden omtrent de P^seadores ejL
te syn; hielen voor wint om, ende leyden het met
de steven om de O.
g 18. 's Morgens metten dach, saegen wy de i9trar/è dippen
in *t W. van ons 2 mylen, bleven soo lang liggen,
tot dat het jacht eon sien, dat wy seyl maeckten, al-
soo het heel deysig weder wras, ende was doen diep
70 vadem, grof santgront met crael vermengt. Doen
wy bet jacht terdege sien conden, stelden onse cours
S.0. 7s i^* ^^^9 ™^^ ^^ ^^7^^ doorgaende N.0.
wint, saegen omtrent 3 neren voor de middacb de
rondayt (redoute) van Wamkang in *t O. van ons,
Deden onse cours S. aen naer het Noorder rif van
Tayouan^ alwaer omtrent de middacb qnaemen,
daarbij omloopende, op de dieptensvan 8, 10, 7, 6, 5^
Digitized by VjOOQIC
217
Noyember.
474^^^099 comende wat naer de middach op de Noorder-
ree; cregen de loots aen boort, endesynbeneffeDs het
schip de FTaterhont, die op de 17d« d*. oyt Japan
hier te ree gecommen was, naer binnen geseylt. Qaae-
men binnen ten ancker op 10 vadem, waerroor wy niet
genoech de goede Ahnachtige Godt connen loo?en ende
dancken, dat Hy ons van dese gedaene peryckeleuse
reys soo genaedelyck bewaert ende hier binnen Ta-
yauan behouden heeft gebracht; Hem sy alleen
eer, Amen.
Wy vonden binnen liggen de fluyten de Oranten-
boom ende Meerman ende het jacht Lillo. Boy-
ten op de Noorder-ree lach het schip de Swaen.
Digitized by VjOOQ IC
218
JOUENAEL VAN DE MAENT APEIL, IN T COBT
30 MIN. BËOOSTEN DË MEBIDIAEN TAN TENËBIFFl,
LINIA EQÜINOCTIAEL, DOOE CORNELIS JANSZ. COM,
OAftSH*
OSaiBTB
T RW AVW
DATÜIC
COü&SKN.
XTLBH.
BRBBTE.
JdUiF
■ WAO*
HAinir.
OB.
MIN.
OB.
MIX.
APl
UT4.
c
4
•
145
90
d
5
N. V. 0.
4*/i
1 .
12
145
38V,
e
6
N.t.W.
2Vi
l
22
145
31V,
t
7*
N.W.
4
1
93
145
20V,
g
8
N.0.
3
1
42
145
2SV,
.<& -
9
N.N.W.
f
1
48
145
27*/i
b
10
0.t.N.
IVi
1
49Vi
145
33%
•c
U
NJÏ.O.
b
2
s%
145
40»/8
d
12
0,t.N,
2
2
9
145
48»/,
e
IS
W.t.N. % N.
N.O.t.0.
4
2
llVi
145
3S
f
14
5
2
23*
145
50
g
15
N.t.W.
7
2
49
145
44
a
16
N.W.t.N.
14
3
36
145
13
b
17
N.N.0. V, 0.
10
4
41
145
31V,
c
18
Noorden.
12
6
1
145
31V,
d
19
Oost.
16
6
1
146
35V,
e
20
N.t.0. */« 0.
14
7
23 V,
146
51V,
f
21
Noorden.
15
8
40
146
61V,
g
22
N.t.W.
16
9
43
146
881/,
a
23
Noorden.
18
IQ
52
146
38V8
b
24
Noorden.
18
12
4
146
38V4
c
25
Noorden.
17
13
16
146
38V,
d
26
N. % 0.
12V,
14
6
146
48V,
e
27
N.O.t,0.
22
15
1
147
Ö9V,
f
28
N.0.
22
16
11
149
8V,
g
29
N.0.
12
16
50
149
38Vi
a
80
N.0.
7
17
10
149
59i/,
Mi
lT.
b
1
N.t.W. */i W.
N.N.0.
18
18
31
149
37*/,
c
2
9
19
4
149
51%
d
3
N. Vs 0.
5
19
17
149
54V,
e
4
N. Vi W.
20
20
37
149
46V,
f
5
- N. Vj W.
20
21
59
149
38*/,
g
6
N.t.0. % 0.
18
23
10
149
57V,
a
7
N.0.^
19
24
4
160
56V,
b
8
O.N.0.
15
24
29
151
57;/,
c
9^
0.t.S.
131/,
24
82V,
152
£5*/,
d
10
O.S.0. % S.
15 •
24
8
153
53*/,
e
11
Noorden.
14
25
1
153
53*/,
f
12
N.0.
12
25
35
154
31*/,
Digitized by VjOOQIC
219
BEKBECKENT VOLGENS ONSE SETLAÖIE, BEÖINNENDE 145 GIL
ENDE VAN DE BEEETE VAN O GR. 54 MIN. BENOOEDEN DE
OPPEESTIEEMAN, ANNO 1643.
BKTONDBir
BSISTB.
wnrDSN.
BSXXOa BaTI]n>IIIQKK«
N*0o8t6ring.
64
O
92
84
44
48
12
22
49
6
13
O
ao
40
o
40
O
8
O
12
9
16
50
O
Ö7
17
89
O
10
48
86
5
O
18
my\
0| SoyddTck. Oaen 'f «Tontf t*êejl yan Toor MaiUyé,
Variaoel. Tematen 4 )t 5 mylen S. V4 W. Tftn ons.
0| N.W.k.W. Temaien 7 mjlen S. Tan ons.
OJNoordeljck. Térnaien S.t.0. Vt O. 10 mylen van ons, waeren
5 iBYlen bnyten t Uut.
Variabel. De ejl. Tongy-Songy O. Vi N. 4 mylen ran ons.
Variabel. De eyU Tongy^Songy O. % N. 4 mylen van ons.
OlNoordelyck. De eyl. Tonay'Songy O.t S. 8 mylen ran ons.
Noordelyck. Het N. eyndt ran bet eyl. Doy «.O. Vi N. 5
Tan ons.
N.O.t.0. Het eyl. Doy 8 mylen ran ons, op de streeck als
▼ooten.
O Variabel. Het eyl. Tuaneara O.N.0. 6 )t 7 mylen ran ons.
O Westelyck. Het eyl. Tuaneara 0.t.S. V4 S. 8 mylen van ons.
€ O.t.N. Hebben onse compassen op 4 gr, N. Oostering geleyt.
O Variabel. Het eylaat Taiao W.t.N. 9 mylen van ons.
O Oostelyck. BeTonden styve stroom om de Noort.
14 Oostelyck. Doen getalyt ende gestaecbt.
ONoordelyck. De stroom styf om de Noort loopende.
O Oostelyck. De stroom styf om de Noort loopende.
O 0.t.N. Doen onse boodt ingesat.
40 0.t.N. Saegen croos ende een lant rogel.
20| 0.t.N. Topseyls coelte met een granwe Incht.
0.t.N. Bevonden de stroom gedaen te hebben.
0| 0.t.N. Qemeen topseyls coelte.
lö| Variabel. De eyl. ^irüua Symta 38 )t 40 mylen S.W.t.W.
Tan ons.
Met s^ topseyls coelte ende moy weder.
Met gemeen lopseyls coelte ende een heldere Incht.
Veel stilte*
Met styre doorgaende coelte.
43
O
O
O
Variabel.
S.O.t.S.
Variabel.
Variabel.
O
16
O
27
15
15
50
O
O
80
45
58
Oostelyck.
Variabel.
Oostelyck.
Oostelyck.
0.t.N.
O.t.S.
&0.t.0.
Snydelyck.
N.0.
N.O.t.N.
0.t.N.
S.O.t.8.
Met topseyls coelte ende veel regen, saegen meeuwen.
Met stUte ende veel regen, saegen een swalnw vliegen.
Met motregen, saegen meenwen vliegen.
Met topseyls coelte met holle deyninge uyt een
N.0. en O.
Met topseyls coelte en hol water nyt een N.0.
Saegen een lantvogeltie ende veel meenwen vliegen.
Saegen veel tronpen meenwen vliegen^ ende croos
ende qnallen aryven.
BrtskenB eylant W. 6 mylen van ons.
Saegen swarte meenwen met scherpe staerten.
Saegen veel meenwen vliegen.
Deyninge hol uyt een N.0. Saegen veel meeuwen.
De deyainge nyt een O.S.0. Saegen veel meeuwen.
Digitized by VjOOQIC
220
DXQVK,
VXUEK.
1, =s:
DATUM.
G0ÜB8BV.
MTLBV.
OB0I8TB
BBBBTS.
OB. MIN.
LBN6TB.
OB. MIN.
KAT.
g
li
O.N.0.
30
25
59
156
84V,
a
b
14
15
0.t.N.
Noordea*
15
20
26
27
10
80
157
157
41*/,
c
d
16
17
N.W. V, W.
N.N.W.
14
16
28
29
öVi
1
156
156
52V,
24V,
e
18
N.N.0.
28
30
46
157
18*/,
f
g
19
20
N.N.0.
N.0.
N.O.t.0.
30
13
6
32
38
33
45
22
35
158
158
159
7V,
52
16
a
b
21
22
N. % 0.
N.t.0.
S.W. «/« S.
20
5
34
35
35
53
30
14Vi
159
159
159
25
34
18
c
d
23
24
N.0.
West.
N.tW. Ve N,
10
4
16V.
35
36
37
58
5
160
159
159
8
48
55
e
f
25
26
N.N.0.
S.O.t.S.
9
37
37
38
I9Vi
160
160
12
28
g
27
N.W.t.N.
9
37
50
160
3
a
28
Oost.
5
37
50
160
28
b
c
29
30
N.W.
Oost.
4
38
38
1
1
160
16Q
14
34
d
31
Noorden.
5V,
38
2
160
34
JÜN'
rus.
e
1
Noorden.
6
38
24
160
34
f
2
N.t.W. «/t W.
•IV,
38
30
160
31
g
a
3 ..
4
N.N.0.
N.t.W.
16
14
39
40
28
23
16i
160
2
48
b
5
N.N.0.
3V,
40
36
160
55
c
6
0.t.N. Vi N.
8
40
45
L61
34
d
7
N.N.0.
Noorden.
11
10
41
42
26
4
162
162
1
1
Digitized by VjOOQIC
221
BEVONDEN
BBBETB.
GB. MIN
MISWTSINa.
GB. MIN
BBVIOB BBTIVDINOEN.
N.Oostering.
08
O
O
6
6
3| 6
54 6
84
30
O
O
38
20
50
O
O
40
29
O
O
24
O
31
23 O.S.0.
Variabel.
S.S.W.
0| Westélyck.
S.W. en
W.S.W.
Variabel.
Stillekens.
S.t.0. S.0<
O.S.0.
S.0.
Suydelyck.
Snydeijck.
Variabel.
Variabel.
N.O.tN.
N.O.tO.
Suydelyck.
Variabel.
Saydelyck.
Variabel.
Variabel.
Variabel.
OS.Westelyck.
O Noordelyck.
Suydelyck.
Suydelyck.
Suydelyck.
Variabel.
Noordelyck*
Westelyck.
Met regen, hebben een swalnw om het schip sien
▼liegen.
Saegen veel meeuwen ende een cleyn lantTogeltie.
Saegen veel meeuwen Tliegen en veel steencroos
dryven.
31ap topseyls coelte, holle deyninge uyt een O.N.O.
Saegen veel meeuwen ende een witte peylstaert
vliegen.
Met topseyls coelte, saegen een groot bos croos
dryven.
Een styve doorgaende coelte met regen, quaemen
ten ancker onder het Ongeluckich eylant.
Doen lach het Ongeluckich eylant S.W.t.W. TQf
mylen van ons*
Saegen de S'0. hoeck van Japan,
Doen lach de S»0. hoeck van Jc^m, anders ge-
5 mylen van ons.
De Sandtduynige hoeck doen W. 4 mylen van ons.
Doen lach de J^eyU witte hoeck van Gisêima W.
Vs S. 3 mylen van ons.
Waeren 4 mylen bnyten de Oostcust van Japan.
Doen lach de Caep de Kennis W. Vi S. 7 mylen
van ons.
Waeren 2 mvlen bnyten de Oottcust van Japan,
diep 19 )t 20 vadem.
Waeren 7 mylen bnyten de Ooaicutt van Japan,
diep 70 vadem.
Waeren 4 mylen bnyten de Oostcust van Japan.
Waeren 7^8 mylen vao lant, diep 100 vadem.
singelgrondty bevonden stroom om de S.
Doen lach het eyl. Toy K.K.W. 8 mylen van ons.
Als doen lach het eylant Toy N.W. Vi W. 2 ïi 3
mylen van ons, hadden doen de diepte van 80
vadem, wasige gront.
Als doen lach het S* eynt van Toy W. 3 )t 4 my-
len van ons.
Als doen lach de Caep Goeré N.t.W. 4 myl van ons*
Giste de Noordelycke hoeck van Japan, als doen
S.W.t.W. 4 mylen van ons, hadden de diepte
van 75 vadem, santgront, dan conden 4oor de
mist geen lant sien.
Waeren als doen gront af, saegen veel seehonden
ende drift.
Als doen lach Caep de Goeré naer gissing S.W.tS.
Va S. 17 mylen van ons, saegen veel seehonden
ende drift.
Als doen lach de 5.0. hoeck van Eso, N. 9 U 10
mylen van ons, endo was een steyle hooge hoeck.
Digitized by VjOOQIC
222
DAOKH.
HAlIElf.
BATÜM.
COUBSIK.
OEGISTE
BSBBTB.
GR. xn
LBHOTB*
OB* wir.
JÜNTÜ8.
C
d
e*
f
c
d
e
f
10
11
12
13
14
15
16
17
IS
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
JULTUS.
g
a
N.0. Vi N-
N.O.t.N.
O.S.0.
Noorden.
N.O.t.O. V4 O.
o.t's.
N.0. % O.
N.0. % O.
N.N.0. % O.
O.N.0.
O.N.0.
N.t.W. Vt W.
N.W.
N.tW. Vj W.
Noorden.
W.t.S.
W.t.S. %s.
s, «/, w.
S.S.W. % w.
O.S.0. Vi s.
6
12
10
9
14
10
9
12
11
20
42 19Va
43 44
15V,
11
6V1
6V,
12
6V,
42
43
43
43
44
45
45
45
46
46
47
1?
47
46
162 IS
162 30
29
13
28
25
301/,
81'A
4l*A
163
163
164
164
165
166
166
167
168
6V4
168
46
25
48
39
26
8
167
166
56«A
164
164
19
19
21
27
14
47
45
19
II
56
166 56
165 49
164 45
164 30
8
41
Digitized by VjOOQ IC
223
BETOVDEK l
BBBBTS<
OB. ]inr.|OB*
MIBWTSIBO.
mxiDwtt,
BBBIOB BBTnrDIHOBH.
N.Ooêtering.
7 5S
57
10
O
25
O
12
O
O
S7
54
45
Weateljek
en
SajdelTck.
Varift&el.
VarUbel.
S.O.tS.
S.S.0.
W.S.W.
^0
O
O
O
40
O
O
50
N.W.
S.t.W.'
O.N.0.
S.W.
s.w.
Variabel.
Variabel.
S.W.
S.W. en
B.S.W.
S-W. en
S.O. TT •
S.W.
N.0. en
N.N.0.
N.W.
N.W.t.N.
O. en N.0,
O.S.0.
O.S.0.
Variabel.
Alf doen lach de S,0, hoeek van Eso 8.W. Vs S.
5 mylen van ons, ende hadden de diepte Tan 58
▼adem, waiige gront. waeren 8 myl bnyten lant.
Alfl doen lach de S.0. hoedt van Ebo S.W. Vs S.
12 mjlen Tan ons. ende laegen geset Toor een
plaetB genaempt Tacafuy^ op de diepte Tan 15
▼adem, aingelgront
Doen was *t diep 100 ▼adem, wasige gront.
Waeren als doen 2Vt myl Tan lant, op de diepte
▼an 27 ▼adem, swarte santgront.
Qnaemen alhier ten ancker op 23 vadem, santgront,
het Barbaren ejl. lach N.0. *U N. 1 myl tan
ons ende Caep Manshooft W.t.N. 3 myi.
Syn weder t'seyl gegaen.
Als doen lach het Barbaren eyl. N.W.t.W. 4 myl
van ons, ende de Hooge berch met de keep in *t
N.W.t.N. wel 20 mylen.
Als doen lach de Caep Canael in \ W.t.S. 4 myl
▼an ons, saegen in H N. de Boeren achner.
Saegen ▼eel lanee ende corte steeocrooB dry^en.
Waeren een myl ▼an lant, hadden geen gront.
Was een slappe coelte ende heel mlstich.
Saegen met een blinck lant in 't W. ende WJi'.W.
ende in *t N., ende stracz was *t weder bedeckt
▼an mist.
Laegen ten ancker onder het Companye Lant,
Hebben water gehaelt ende heboen het lant om
de N.0. beaichticht.
Hebben water gehaelt ende hebben het lant om de
S.S.W. besichticht ende een mijn ontdeckt.
Hebben water gehaelt ende mynerael^ ende het
lant in possessy genomen, ende het den naem
gegeten van Companys Lani.
Sette onse boot ende pranw in, ende gingen onder
seyl, deden onse conrs om de N.W.
Saegen veel lange steencroos dryven.
Saegen veel lange steencroos dryyen.
Als doen lach de piaets, daer wy ten ancker sele-
gen hebben, onder 't (Jompanys lant, S.S.0. 1
fr. 56 min. Oostelycker, 28Vi myl Tan ons, wen-
en het als doen om de West.
Met cleyne coelte ende heel donckere mist.
Met cleyne coelte, keeren wederom naer de B.
Als doen lach C. de Trou 0.t.S. % S. 15 myl ▼an
ons ende de Boeren echuer S.0. 15 k 16 mylen,
saegen Teel drift, ▼ertronwe die door een canael
te comen.
Waeren voor het Cantul Antony^ saegen veel steen-
croos, wier, biese ende tackles van boomen dryven.
Variabel. Als doen lach de Oroonberch S.0. % S. 2% myl
) ▼an ons, saegen in *t S. de Gehaekeule beren.
Digitized by VjOOQIC
224
DAGEN.
DATUM.
GODB8BV.
XTUDf*
OBOI8TB
BBEBTB.
uoroTE.
HAMBN.
OB. MOT.
OB«
HIK.
JUL'
rü8«
b
8
W.S.W.
7
44 45»/4
164
4
c
4
S.t.0.
3
44 81
164
7
d
5
w
«
«r
r
*
e
f
6
7
m
w
ir
9
9
r
g
a
8
9
W
m
9
9
w
b
c
10
11
N.N.W. «/, W.-
4V.
9
44 47
168
9
54
d
12
Noorden.
1
44 47
163
54
e
f
13
U
WJï.W. 8/4 N.
W.tN.
20
I6V4
45 26
45 89
162
160
17
44
g
a
15
16
Noorden.
N.0.
N.0.
l2»/4
46 30
46 37
46 40
160
160
160
44
54
58
b
17
n
«r
r
c
18
u
r
• w
m
»
d
19
S.O.t.0,
5
46 29
161
22
e
20
s.t.0.
6V,
46 1*/,
161
29
f
21
S.S.0.
6
45 39V,
161
42
g
22
o.tjsr. «/4 N.
15
45 54
163
5
a
b
23
24
N.W. Vi N.
W.N.W.
N. «/s W.
11
5
15
46 28
46 36
47 27
162
161
162
25
57
14
c
d
25
26
N.t.0. '
N.N.0.
0.t.S.
48 25
43 49
48 5dVa
162
162
163
27
42
l
e
f
27
28
Snyden.
N.O.t.N.
u
7
2V,
M
48 26
48 S3V,
163
163
1.
8
g
29
W.t.N.
1
48 34V,
163
3
a
30
S.W.t.W.
IV,
48 28V,
162
53
Digitized by VjOOQ IC
225
BEVONDBN
B&EBTE.
GR. mN.
KISWT8IN0*
as. Mnr.1
wnroBK.
BCnOa BBYIVDIMOBW.
43
dl
43
45
o
o
o
o
o
H
Ê
27
o
40
N.Oostering
O O
O O
O O
56 O
54 O
w
7
O] O
O o
o o
Westelyck.
N.0.
Variabel.
S.S.0.
S.S.0.
Variabel.
Saydelyck.
S.S.0.
S.S.0.
S.0.
S.0.
O.N.0.
O.S.0. en
0.t.S.
Snyden.
S.0.
Variabel.
Variabel,
S.S.W.
ONoordel/ck.
Variabel.
O Variabel.
ONoordelyck.
S.W. *
S.W.t.8.
Variabel.
O Variabel.
0^ Variabel.
O Snydelyck.
w Variabel.
30 Oostelyck.
O Oostelyck.
O.S.0.
Variabel.
Als doen lach de Otkackeldé berch 0.t.S. Vi S. 6
mylen van ons, deden onse cours Snyden aen.
Qnaemen ten ancker, als synde ^/g myl ▼au lant»
op 20 Tadem, santgront ; synde onder het N.0.
wnt van Eso^ 2 mylen bewesten het Canatl Antony,
Hebben water gehaelt en gevischt, is de boot op
strant gecomen.
Onse boot vlot gecregen ende qnaemen aen boord.
Ondersoecken het canael ende yisschen*
Hebben gevischt, ende groente gehaelt.
Syn om hont geraren ende met de boot aen lant
yemacht.
Qnaemen met boot ende pranw weer aen boort.
Doen hadden wy de GehackeUk bereh 0.t.S. V| 9*
10 mylen yan oos.
Als doen lach de Hoogé Tépelberch S.O.t.S. Va S.
yan ons, waeren 8 ^ 8Va myl bayten lant*
Cleyne coelte met een swaere mist.
Was doen diep 50 yadem, saegen yeel drift.
Waeren nu 4 mylen yan lant, diep 23 yadem, steck-
gront; qnaemen yoor Tamary ten ancker op 10 V»
yadem.
Qnaemen yoor Tamary ten ancker op 9Vt vadem
steckgront.
Hebb«n in Tamary aen lant geweest.
Hebben weder aen lant geweest ende ons afscheyt
genomen.
Als doen lach de Steyle hoeck beoosten Tamary
N.W. Vi N. 2% myl yan ons.
Als doen 'lach de Caep Aniwa O.S.0. 3 )t 4 myl
yan ons.
Als doen lach de Caep Aniwa N.t.0. */t O. 4 myl
yan ons.
Saegen yeel seerobben swemmen ende yeel drift.
Met styve coelte met mistich regenich weder, als
doen lach de Tonyna hoeck W.S.W. 1 myl yan
ons.
Rtkddenffoochlaniin *t S.W.t.W. 5 myl yan ons.Ver-
naemen dat ons een stroom om de N. geset had.
Hadden doen lant in *t N.0. lO mijl yan ons.
Hadden doen een Hooge vlacke berch SV9 myl yan
ons ; qnaemen hier ten ancker od 18 yadem IVi
myl yan lant. Als doen lach Caep Patientie S.O.t.0.
4 mylen yan ons ende het Robben eyl. S.S.0. op
d*. yeerheyt.
Hebben het lant geyisiteert ende yolck geyonden.
Was doen diep 37 yadem, steckgront.
Als doen lach het Robben eyl. N.0. 1 mijl yan ons
ende het was 16 vadem diep, singelgrout.
Als doen lach het Rojbben eyl. O.N.0. l*/i myl
yan ons, laegen doen geanckert op 25 vadem.
Als doen lach het Robben eyl. N.0. % O. naer
gissing van ons 2 k 3 mylen, conden het niet
sien door mist.
15
Digitized by VjOOQIC
226
DAOEK.
BATUK.
COÜHBBK.
mncBir.
OEGI8TB
BREBTB.
LENGTE.
KAVEir.
OB. MIN.
GB.
MIN.
JUL'
ras.
b
81
: O.S.0. «/j S.
2V,
48 lli/.
163
50
AU0U8TDB.
C
1 <
O.S.0.
8
4S \b%
163
50
d
2
o.t.s.
6V,
48 6*/,
164
S8
e
f .'
3
4
0.t.N.
S.0.
3
. 22 .
48 8V,
47 eVs
164
166
1
II
5
. ' ft ■
S.O.t.0.
S.W. Vi s.
21
17
45 53
44 bO%
167
166
57:
1
b
7
West.
13
44 43
165
43'
1
c
d
e
S
9
10
S.t.W.
Oost.
S,W.t.W.
6
12
• 19%
44 19
44 19
48 36.
165
166
165
36
43'
14;
1
f
g
U
12
oost.
N.W.t.N.
. -W.t.S.
1
3
5
48 86
43 46
43 42
165
165
164
1
20
11!
44
a
13
M
»
» ¥
v
*
. b
14
> . S.W. «/, &.
9*/,
43 9
164
18
c
15
W. Vs s. •
7
43 5«/»
163
40
d
16
N.N.W. % W.
4
43 19V,
163
30
T»B d«» leden Aagnslns iot den Isten
8EPTBHBEB.
g
a
b
c
d
e
f
g
2
8
4
5
6
7
8
9
10
Sayden.
s.t.w:
S. Va O.
s.w. 4/3 w.
Snyden.
S.Ö.t.S.
S.t.O, Vj O.
S.W. «/s W.
S.S.W. Vi w.
4
11
16
15
8
5
8
15
19
42
42
41
40
39
39
38
37
52
9
5Vj
24
52
37
6
53
46
163
163
163
162
162
162
162
162
161
Digitized by VjOOQIC
227
BEVOHDEH
BBBBTB.
MiswTBnro.
OE. MW
wnsBr.
XBKIOB BBTIVDlirQEV.
O
46
45
44
43
O
O
42
O
41
40
39
O
39
O
37
K. Oostering.
O 8
40 d
43
43 O
15
15
0.8.0.
en
8.0.
Noordelyck.
Vftriabel.
Noordeljck.
Variabel.
Noordelyck.
Variabel.
N.N.0.
15
O
N.N.0.
N.W.t.N.
8.t.W.
Variabel.
S.S.0.
8.0.
S.0.
Noordelyck.
NJï.0.
Noordelyck.
Variabel.
Noordelyck.
8aydelyck.
AU doen lach het Róbbên eyl. meest in *t Noort
Tan ons. naer gisting omtrent 8 mylen, maer
coDden d*. eyl. niet sien, het was 37 vadem diep,
steckgront.
Als doen lach l|et Robhen eyU N.W. ende omtrent
9 mylen yaa'^ns, ende was doen diep 72 vadem,
steckgront.
Met styff topseyl ende variabel weder.
Met Btyve coelte ende heel mistich weder, saegen
veel gevogelte.
Met styve wint, saegen veel drift, bevonden dat
de stroom ons styf om de Snyt geset hadde.
Als doen lach Caep dê Vriu S. W. 4 mylen vae ons.
Als doen lach Caep de VrUn N.O.t.N. 13 k 14 my-
len, waeren 4 mylen bnyten het StaeUnlaut,
Waeren dicht onder de Gehaekeldê berch % myl van
lant, op de diepte van 15 vadem, vnyle gront.
Met topseyls coelte ende een dichte mist.
Met topseyls coelte ende heel mistich weder.
Als doen lach Caep dé Canael Aniony mede 5 my-
len van ons, ende was diep 66 vadem, singelgront.
Met topfievis coelte en mistich motrich weder.
Als doen lach het W. eynt van *t Walviseh eylant
N.t.W. Vs N. 8 h 8 mvlen van ons, qoaemen ten
ancker in de Gebroocke eyl. yan Tamanf, op 21
vadem.
Met styve coelte, laegen ten ancker, gingen naer
middach t*seyl.
Als doen lach Caep dê Manthoajt N.t.W. 8 mylen
van ons.
Als doen lach de SttjfU W, hoeek van van der Lym
eylant W. Vi S. 1 myl van ons.
Qnaemen voor de bay Goed» Hoop, voor het dorp
Aücys ten ancker, op 5Vi vadem, een mnsqnet-
schoot yan lant*
Scpieaiber tea anker la de Baat êm êloeée Bo&p.
5i
o
3
24
54
O
29 O
O U
33 7
O
O
45
O
O
50
O
O
30
Oostelyck»
Variabel.
W.S.W.
S.O.
Noordelyck.
Variabel.
S.W.
Variabel.
N.W.
Caep Santanel N.t.W. 4 mylen van ons.
Met topseyls coelte, saegen veel meeuwen vliegen*
Met een labber coelte.
Met een topseyls coelte.
Met deyn topseyls coelte.
'sOchtens onse compassen op 8 gr. N. Oostering
geleyt.
Met cleyne coelte.
Als doen lach de TVe/óercA W.t.N. 9 mylen van ons.
Met topseyls coelte, 10 mylen bnyten de Oostcnst
Japan.
15»
van Japan.
Digitized by VjOOQIC
228
DAOEN.
GEGISTE
LBN^lTR.
DATUM.
C01TB8BN.
KTLBK.
BBEETE.
NAKEN.
GB. HIN.
GB.
MIN.
8EPTE
MBBB.
b
11
0.t.N.
8
37 44
161
44
C
J2
O.N.O.
12
38 9
162
39
d
13
0.t.S.
12
38 20
163
37
e
14
. S.S.0.
20
37 26
164
16
f
15
0.t.N.
17
37 29
165
38
g
16
O.t.S.
16
37 12
166
54
a
17
N.O.tO.
16
37 53
168
2
b
18
Oost.
38
87 53
171
• 15
c
19
O.t.S.
17
87 47
172
38
d
20
0.t.N.
28
38 9
174
58
e
21
0. % S.
34
37 47
177
50
f
22
0. % N.
20
37 61
179
31
g
a
23
0.t.S.
20
37 32
181
12
24
S.0. % 0.
4Va
37 20
181
29
b
• 25
o.s.o.
25
36 41
183
24
c
26
O.S.0.
25
36 6
185
18
d
27
0. Va N.
21
35 13
186
59
e '
28
N.0. % N.
O.N.O.
14
36 53Va
187
43
f
29
35
37 47
190
27
g
30
0. V, s.
46
37 19
194
17
OCTOBEB.
0. Va S.
48
37 2
198
17
a
1
Oost.
4
36 56
198
87
b
2
s.w.
10
36 28
198
2
c
3
W.t.S.
19
36 13
196
29
d
4
W.S.W.
24
35 36
194
39
e
5
S.t.W.
18
34 20
194
22
f
6
W.S.W.
17
33 34
193
7
g
7
N.W. Va W.
17
34 17
192
4
a
8
N.W.
38
35 43
189
54
b
9
N.W.t.W. Va W.
28
36 39
187
54
c
10
N.W. % W.
16
37 ' 21
186
51
d
11
West.
17
37 21
185
2i
e
12
S.W.
33
35 34
183
K
f
13
W. Va S.
21
35 34
181
3:
g
14
w.s.w.
12
35 12
180
4(
a
15
W.tN. Va N.
11
35 25
179
4{
b
16
W.t.N.
26
35 39
177
4
c
17
West.
• 38
35 39
174
3
Digitized by VjOOQ IC
229
BEVONDBN
BBEflTB.
GH. MIN,
HI8WT8IKO.
OS. HIK,
SB»IG£ BETISDlNQSir.
51
29
40
16
24
17
N. Oostering.
O o
O O
O
O
56
46
48
31
19
44
5
10
53
87
21
O
11
O
13
O
14
14
15
O
O
O
O
56
O
O
O
30
56
O
42
21
42
30
O
19
O
O
O
O
O
O
O
O
O
17
15
O
18
O
6
O
o
15
38
O
O
45
30
O
50
8
20
O
O
O
O
Snydeljck.
Variabel.
W.S.W.
N.W.t.N.
N.N.W.
N.N.0.
S.S.0.
W.N.W.
Variabel.
Suydeo.
West.
Variabel.
S.0.
s.s.w.
S.S.W.
S.S.W.
s.s,w.
S.S.W.
Variabel,
s.w.
-West.
N.W.
N.N.W.
Variabel.
Oostelyck.
Met sleyckende coelte.
Saegen een stack hout dryven ende veel gerogelte
yliegen.
Bevonden als voren harde stroom om de Koort.
Hebben 2 cleyne lantvogelties gevangen.
Saegen een stnck hout ende steencroos dryven.
Saegen een schilpad dryven ende veel meeuwen
vliegen. ||
'sOchtens onse compassen op 10 gr. K. Oostering
geleyt.
Saegen een stnck hout dry ven ende veel meeuwen
vliegen.
Hebben onse compassen op een streeck N.Oostering
geleyt.
Met styve doorgaende coelte, saegen veel meeuwen
vliegen.
Met styve doorgaende wint.
Cleyne topseyls coelte.
Saegen eenige paystebyters vliegen. *
Met deyn topseyls coelte.
Met topseyls coelte.
Saegen eenige meeuwen vliegen.
Saegen veel meeuwen en een witte pylstaert.
Saegen veel troppen meeuwen. ^
Met styve doorgaende wint.
Met heel styve doorgaende wint.
Met styve doorgaende wint.
Keeren wederom naer de Oostcust van Jttpan^
waeren 460 mylen heoosten Japan,
Saegen een leeuwrick by 't schip vliegen.
Met topseyls cpelte ende hol waeter uyt een N.0.
VeranderlijckMet ongestaedich weder ende wint.
Variabel.
Noorden.
OJJ.0.
O. S.0.
Variabel.
S.W.
Variabel.
N.0. en
O.N.0.
Variabel.
Variabel.
Variabel.
Oostelyck.
Variabel.
N.0.
Bevonden harde stroom om de Snyt te gaen.
Met harde coelte, sloegen andere seylen aen.
Met styve stroom om de Snyt.
Met doorgaende wint.
Hebben een puystebyter gevangen, waeren naer
gissing 331 myl buyten de Oostcust van Japan,
Met cleyn topseyls coelte, somtyts regen.
Saegen veel deferente meeuwen.
Styve coelte met mot regen, by daech claer gesicht.
Met topseyls coelte met hol water uyt een N.W.
Met ongestaedich weder ende wint.
Vingen een strantloopertje ende saegen een swaluw
ende veel swarte graeuwe meeuwen, waeren naer
gissing 235 myl heoosten de Oostcust van Japan.
Heel ongestaedich weder van regen ende wint,
hebben onse seylen verlooren.
Met storm, sloegen andere seylen aen.
Digitized by VjOOQIC
230
DAOBK.
VAMKK.
DATÜM.
COÜBSSN.
MTLBH.
0E0I8TS
BBBBTB.
OB. Hnr.
LBKGTB.
GB. lOH
\
OCTOBBB.
d
18
W.tJff.
30
36 2
172
14
e
19
W.t.N.
12
85 51
171
8
f
20
W.S.W.
8
35 26
170
32
g
a
21
22
N.W.tW.
N.N.W.
18
6
35 18
35 40
169
169
19
8
b
23
N.W.t.N.
14
36 43
168
29
c
d
24
25
w. v, s.
W.S.W.
22
35
36 .47
35 53
166
163
40
58
e
26
W.t.N.
26
36 1
161
54
f
27
W.S.W.
15 ^
85 45
160
45
g
28
8.t.W. */i W.
28V,
33 561/,
160
35
a
29
s.uw.
»v.
33 21
159
56
b
c
30
31
S.W.t.S.
16
ir m
32 25
159
r
14
NOVBHBBB.
d
e
f
1
2
3
w.t.s. Vi s.
N.W. Vi W.
W.8.W. Vi S.
23
15
30
32 »
32 sSVj
31' 38i/,
157
156
154
40
46
41
g
a
b
4
5
6
w. v« s,
w.In.
Noorden.
West.
38
27
1
13
31 8
31 29
31 33
31 33
151
149
149
148
43
40
40
39
c
d
7
8
N.t.W.
W^.W.
5
2
31 53
31 55
149
149
35
27
e
9
S.W.t.W.
8
31 37t/,
148
56
f .
10
s.w.
8
31 141/,
148
29
g
11
W.t.S.
15
31
147
4S
Digitized by VjOOQ IC
231
BKFONDKir
BRSSTK.
6R. USX
WlftOKN.
SXXIOB BBVUTDIHOBN.
N. Oosteriog.
42
88
3811
01 O
10
56
O
41
8
O
M
68
18
27
58
35
23
O
O
33
52 O
0.0
O
12
O
O
20
25
O
5
O
O
22
O
O
12
N.O.t.N.
S.0.
Noordeljck.
S.S.W.
Variabel.
WJï.W.
N.N.0.
N. en N.0.
Noordeljck.
Noordelyck.
Variabel.
Noordeijck.
N.N.0.
N.0. en
N.N.0.
N.0.
30
O
O
O
O
Noordelyck.
Variabel.
N.N.0.
O.N.0.
OoBtelyck.
Westeljck.
Westelyck.
0| Variabel,
15
Variabel.
Variabel.
Variabel.
Met styve coelte, de stroom styf om de Sajt gaende,
bebben een andere roerpen in *t roer gestoocken.
Saegen een witte pyUtaert en een swamw yiiegen.
ende reel steencroos dryyen ende een manstreuaê
viach awemmen, waeren 121 mylen bayten de
Oostcnst van Japan,
Met atilte, bevonden styve stroom om de Snyt.
Was ofigestaedich motrich weder, met styre wint.
Saegen 2 witte nylstaerten vliegen ende steencroos
dryven, bevonden barde stroom om de N. te gaen,
waeren als doen 108 mylen bnyten de Oostcnst
van Japan,
Hebben een sperwer gevangen en een torteldnyf
Sesien, waeren naer gissinge 100 mylen bayten
e Oostcnst van Japan,
Saegen een stnck bont dryven ende veel croos,
badden reegen.
Met een styve coelte.
Waeren na 12 mylen bnjjrten de 0.cast van Japan,
conden de cast pas sien, badden de cast 8 myt
eer aU gegist hadden.
Als doen lach de Santduynigé hoeck N.O.t.N. 4 my-
len van ons, als doen diep 13 vadem, santgront.
Als doen lach het Frinse eyl. W. 6 myl van ons,
ende BameveU eyl. W.N.W. 6 mylen.
Qnaemen onder het Ongdudach eyL ten ancker.
Hebben het Onaeluckich eyl. gevisiteerd.
Als doen lach het Ongeluddek eyl. N.O.t.N. 16 my-
len ende het Suyder eyl. O. 9 mylen van ons.
Met cleyn topseyls coelte, saegen eenich croos dryven.
Ongestaedich weder van regen ende wint.
Met styve doorgaende wint, saegen een dnycker,
bevonden styve stroom om de Soyt..
Met styve ongestaedige wint ende weder.
Met styve wint ende ongestaedich weder.
Waeren na naer gissinge 32 Vi myl bewesten het
Ongeluddek eyl., segge W.tS. van d®. eyl., soo-
dat volgens dien de S.O. hoeck van Cikoko leyt
op dese geseylde lengte ende breete.
Haaden dit etmael vehemente stroom vemomeo.
Wint ende weder, vemaemen aen de peyling van 't
lant styve stroom.
Bevonden harde stroom, als doen lach de S.O. hoeck
van Cikoko W.t.S. Vi S. 4 mylen van ons, als
doen is het jacht Bresicens by ons gecomen.
Als doen lach de S.O. hoeck van Ckkoko N.N.0.
6 mylen van ons.
Als doen lach het Brandeni eyl, S.S.0. 4 myl van ons.
Digitized by VjOOQ IC
232
DAGEN.
NAMEN.
DATUM.
OOÜBBBN.
MTLBN.
QBOI8TB
BRBBTE.
GR. MIN.
LENGTE.
GB. Ma.
1
NOYSMBBB.
a
12
West.
20
31
145
46
b
13
W.S.W.
23
30 12
144
8
e
d
U
15
16
S.W.t.W.
S.W.
W.t.S.
28
38
81
28 55
27 8
26 . 32
142
140
138
21
20
5
f
17
S.t.W. */4 w.
20
25 U
137
43
g
18
S.t.\V.
31
22 58
187
16
Aan het einde van iedere maand, wordt in het Handsehrift
den loop van die maand heeft kunnen opnemen ; eenige er van
taryen^ 1« deel, bL 152.
Digitized by VjOOQ IC
233
BETOHDBN
SSEETE.
Dl. Mnr.
BBHIOK BayiNDINGSK.
N..OosteriDg.
O
O
56 O
O
16
O O
57
OjNoordelyck.
N.N.W.
N.N.0.
N.0.
Ol^oordeljck.
OlNoordelyck.
l8 doen lach het eyl. (Xkoko 9 k 10 mjlen O.
yftn 008*
Met clejn topseyls coelte, was doen diep 75 Tadem,
wasiee eront.
Was au doen diep 50 yadem, hadden st^e cpelte.
Met stjre wint, was als doen diep 60 vadem.
Was nn yolgens de Companyê eaert 15 mylen met
myn besteck op de cast van China.
Als doen lach de Leguaens hoeck S.O.tO. 4 mylen
van ons, vernaemen harde stroom om de Sajt.
Binnen Tajfoüan te ree op 10 vadem.
VHD het Jonmaal mede gejondeQ^ de landverkenningen^ die men gedurende
qn opgenomen, in het werk van Nicolaes Witsen, Noord' en Oost-Tav'
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
B IJ L A G E N.
Digitized by VjOOQ IC
N*. 1. Extract oit de Resolatie van den Goavernear-Generaal
en de Raden van Indië, van den 17^* January, 1643.
» 2. Idem als boven, van den 23'^* idem.
» 3. Idem als boven, van den 2"^* Febraarj.
» 4. Idem nit de Missive van den Gouvernmr-Generaal ea de
Raden van Indië, aan den GouverlPr van Amboim^
van den 16** February, 1643.
» 5. Idem uit de Missive aan de Bewindhebberen ter ver-
gadering van 17"% van den 22"" December 1643.
» 6. Idem als boven, van den 4"^' January, 1644.
» 7. Idem als boven, van den 23'^ December 1644.
» 8. Idem uit het Baiavia'*s Dagregister, van den H**'
December, 1643.
» 9. Maerten Gerritsz. Vries,
tt 10. Gornelis Jansz. Goen.
Digitized by VjOOQ IC
EXTRACTEN
uü de Resolutiën en Missiven van den Gouverneur'
Generaal en dé Raden van Indië^ betrekkelijk
de reis van de schepen Gaslricam en Breskens.
1643-1644.
Salurdap den 17** January A*. 1643.
N». 1.
Op geen mindere hoop en groot vertrouwen» als wy ten
dienste ran de Ver. Ned. O. I. Gomp., tot vergrootingh en
verbeieringh van desselfs stant en negotie hier te lande, heb-
beo gehad en gepractiseert, om de g^opinieerde off noch on*
bekende landen besayden de Linie Eqainoctiael en de gele-
teotheyt desselfs Ie ontdecken, in voegen als onse Resolutie
primo AngQstus passato daerover genomen, wyt en breet
licteert. Mitsgaders op 14 dito met 't jacht Heemskerek
(n de fluit de Zeehaén^ onder *t beleyt van den E. Abel
bsz. Tasman, van hier over 't eylant Mauritius doen on-
fernemen hebben. Vinden wy ons door deselve redenen en
uotiven immers soo gretigh en genegen, om te besoecken
'Q t'ontdecken, de onbevaren vaste landen en eylanden by-
ioorden Japan en van daer Oostwaarts gelegen ; insonder-
^cjl de Oostcust van Tartarien, en daeronder het vermaer-
k CoDJnckryck Cathaya. Geijck de Heeren onse principalen
Herloe mede scer. inclineren, 't selve veelmalen en by haere
^r naeste ontfangene generale brieven, noch ernstich recom-
Nderen ; te meer, om die gelegentheyt t'ontdecken, diverse
Digitized by VjOOQ IC
«^ 236
besendingen uyt Europa derwaerts syo gedaen. Welcke ver*
mits het soecken van de Noorder-wal en de daeromtreol
dominerende Ts%eef geen effect hebben gesorteert. Mitsgaders
dat onse gemelte Gebieders opinieeren, gelyck. oock apparent
sy en diverse beschryvingen getuigen, daer profitabele nego-
tie en meer goede geicgentheden voor de Gomp. te vinden
sollen wesen. Item om van daer wyders andermael te gaen
soecken, naer H voorgegeven Crout- en Silverrycke eylantby*
oosten Japan^ werwaerts wy, volgens resolutie van 28 Maj
A®. 1639, op 2 Juny daer aen, onder het beleyt van deo
E. Mathys Quast, door de straet Manüha uytgeset hadden,
de fluyten Engel en de Graff^ die door ongeluckige toeval»
len op 24 November desselven jaers, vruchteloos in TViyouaii
syn gekeert. Op dese apparente ontdeckinge dan langh ge*
speculeert, en daertoe gehoort en gesien hebbende, d^opiniei
en voorstellingen, van verscheyden wel geëxperimenteerde per-
sonen, haer op de gelegentheyt deser te doene ontdeckingli
verstaende, en voorders geconsidereert, dat het de CompM
staende onse regeringe, noyt beter gelegen lieeft gekomen
om twee bequaeme schepen, boyton vercortingh van den or
dinairen handel, en vereysch in den oorloge hier te lande
af te setten> als tegenwoordicb. Soo is 't, dat wy dan in ge
Yolge van dien, geresolveert en gearresteert hebben, gelycl
resolveren en arresteren by desen^ tot die bevaringh en ont
deckiogh 't fluytschip Castneum^ jongst van SunUUrd*s WeH
tust gekomen, en 't jacht Breskens, onlangs uyt 't patri
verschenen; hoewel al naer Macassar en Amboyna gedesli
neert sy. Welcke beyde ^daertoe seer bequaem geoordee
werden, en dat onder *t gesach van den Scbipper-Commai
deur Maerten Gerritsz. Vries, die sich tot dese verricbting
seer genegen thoonde, item soodanige Schippers en Stierliede
meer, als daertoe mede bequaem en mede graegh syn. Q
donnerende deselve, uyt de verscheyden voorstellingen oi
gedaen, van hier door de straet \Boittoff langs Celebes na^
Ternaten te seylen, om van daer (wel verversctit synde)
Digitized by VjOOQIC
2S7
't begin d«r niMDt April N.O.waert over te foopen, naerde
OostcQsl Tan JopoHj op de breete van 37 graden, en tan
daer N.W.wacrU over, tot hetn de eost Westelyeker ontvalt.
Om in passant te ervaren, hoe verre 't uyttersCe van Japan
om de N. gelegen is, en of het lant» dat bj de Japanderen
Eso wordt genaemd, een bysonder eylant of de vaste cust
m China of Tartarien sy. Pogende van daer Tartaria of
't lantschap Caihaya soo Soydelyck aeii boort te crygen, als
doenlyck wert, om dan wyders N.W. off soo als die cast
strecke, by op te seylen en t'ontdecken, Hgeneoojselnstrac-
lie sal medebrengen. Item dan ivyders tegen de maent Au*
gostns van daer S.O.waerts over, tot op de langte van Japam^s
0. eynde. Van dat pont roet een S. eoors tot op dl^/^gr.^
in 't gesiebt van gemelte buts O. hoeck, en van daer recht
0. aen, de langte van 350 k 450 mylen ; em bet aengetogen
gerachte Goadt- en Silverrycke eylant te beseylen, en des
neeo, van daer weder al croyssende van de 37 tot de 35 gr.
W.waerts aen nstev^fapan te keeren. Om 't meergemelte ey-
lant, mitsgaders die geseyt worden» tassehen de30 ea 36 gr.
100, 150 i 200 mylen byoostea Japan te liggen, en mede
seer silverryek souden syn, nader te soecken en aen te sey-
len. Doeh den Westen passaetwint snlex niet gedogende^ dan
Tan de geseylde 450 mylen om de O., N.W.waert over te
steecken, naer de cast van America^ en dat lant omtrent
ilübo de Menioema^ op de breefe van 3$ gr. aen te doen,
m de gelq;entheyt aldaer mede te onderstaen, ban te ver-
>«rschen, en \rfders met de N.W. passaetwint S.W.waert
over te seylen ; om by dien wegb een der gemelte rycke
ejiandeD, op 't lyff te mogen loopen en eyndelyck over 't
«ylant Formosa herwaert te keeren.
Den E. Jastos Schouten, Extra Ordin. Raed van Indii^
^erdt gelast de noodwendige Instructie voor den getogen
'Schipper-Gommandeur de Vries met desselfs advys te con-
^piereo, des blyft den E. Cornelis van der Lyn bevolen,
^celdcrley metalen, waren, coopmanscbappen en rariteyten
Digitized by VjOOQ IC
240
by den anderen te versameien ; om gemeite onideckers to
preave in de landen, daer te €omen staen^ ten dienste ei
nutte yan de Gomp. medegegeven te worden.
Aldo» gearresteert in het casteei Batma^ enz.
datam:at supra.
Vrydagh den 23'*» January A\ 1643.
N«. 2.
De flojt Caiiricum en 't jacht Breskens^ by resolati
van 17 stanty, onder 't gesach yan den Scbipper-Gomfflaa
deur Maerten 6eri*itsz. Vries, over Moluceo naer de ^ost<»
van Tartarien en byoosten Japan gedestineert ; werden ver
staen ieder met 50 cloecke seelieden, en daertoe elck m,
5 soldaten ; t* samen 116 coppen, te doen mannen; gepro?!
deert van alles voor 12 maenden, mitsgaders van noodwea
Zieheden ryckelyck versiea«
Soo is mede goetgevonden, gemelteniiVries tot assistent!
by te voegen, den Schipper van de Luypaert^ HendrickCoi
nelisz. Schaep, als Hooft op Breskens ; item Pieter Willemsi
Knechtjes, als Schipper van de fluyt den Engel op Castn
cum^ mitsgaders den Ondercoopman Willem Bjlevelt
BreskenSf om van U medegaende cargasoen, pertinente rek(
ningh te houden.
Abraham Pittavyn, als provisioneel Ondercpopman, Secr<
taris en Fiscael by den Commandeur, en drie k vier b(
qaaerae Assisleiiten, waeronder een van Tartarien geboortij
Aldus enz.
Maendagh den 2**" February A^ 1643.
W, 3.
En alsoo de fluyt Castricum met. 't jacht Breskens^ ondi
bet Commando van den E. Maerten Gerritsz. Vries, ov(
Ternate, tot ontdeckingh der custen van Tartarien, en <
Digitized by VjOOQIC
241 ♦
verhoopte rycke landen byoosten Japan gedestineert, tegen-
\t^oordigh sonder iets te gebreecken voleomen seylvaerdigh.
Mitsgaders daertoe oock gereet, de Instrnctie voor gemelten
Commandear en synen Raed, by den E. Justas Scbonten,
Extra Ordin. Raed van Indiëj met dito de Vries advys»
ingestelt, als de missive aen den E. Wonter Seroyen, Vice-
Gouvemeur en Directeur over den Nederlantschen stant in
MoluccOy door den Gouvemeur-Generael geconcipieert ; beyde
te deser vergaderingb, bysonder gemelte Instructie, in pre*
sentie van aengetogen de Vries en syn voornaemste Raets-
personen, ten tweede male aendacbtelyck gélesen engecoUee*
tioneert, daertoe met ons aller teeckeniogh geconfirmeórt, en
de papieren tot de een en d'ander besendingh dienende, by-
gevoecht wesende. Soo is eendrachtelyeken verstaan, gemelte
ODtdeckers dese voyagie in conformité van onse resolntie
dato 17 January passato, morgen vroegh nae gedaene mon«
steriog in Godes naem te laten aenvaogen. Pen E. Jostus
Schouten voornoemd en den E. Salomon Sweers, mede
Extra Ordin. Raed van Indië^ werden gecommitteert, om
morgen den Commandeur als dan t' scheep behoorlyck tean-
thoriseren en *t voick te monsteren.
Aldus enz.
N\ 4.
Nader op d*ordre van onse principalen, nopende *t ont-
decken van de Tartarhche custen, ende 't hervatten deisop-
soeckens van de Goudt- ende Silverrycke eylanden byoosten
Japan gelet synde, mitsgaders daerover gehoort, 't advys van
de aenwesende erVarenste schippers ende stierlieden, als de
remonstrantie van den vermaerdeu Piloot Franschoys Vis-
S6her> op syn vertreck naer H onbekende Suytlant^ over dit
punt ons ter hand gesteit. Is goetgevonden die voyagie te
ondernemen, ende daertoe te gebroycken 't floytschip Cas^
tricum ende H jacht Breskens; wes deselve onder 't Com-
16
Digitized by VjOOQ IC
mando Tan den Schipper Maerten Gerritsen Vries, wel ge^
armeert, jeder met 60 céppen geniattty daeronder in alles
10 soldaten, voor 12 maenden geprovideert ; den 3 coorant
T^an hier langs de cu^n van Celebes naer Ternaien genavi-
i;eert syn. Omnie van daer, in der y)e wel ververscht ende
^an water versien synde, den conrs byoosten Japan te ne-
men, ende dé caste van Tartarien^ 000 Westeijpek aen te
soei^kefi, als de gelegentheyt van de winden eqde landen sol-
len toelaten ; omme van daer naer verrichter saecken, dat
g'opinieerd word in icngnsty aenstaende sal wesen, den Tor-
êarischen oceaen te crayssen, omme d^aengetogen vei^oopte
ejlanden te beseylen. d* Almogende geve tot d'een en d'aa-
der synen segen, ende dat de Spaensche galey in Ternaien^
door dese cleyne (doch deffencive) schepen geabnseert synde,
in ons ge weit vervalle.
Aen den Hr. Antonio de Gaen in Ambaina^
desen 16 Febmary, 1643.
't Geene aengaende \ verlies van 't jacht Breskens op de
Noortcuste van China schryven, vernemen met d'aencomste
van de Swaen abuys te wesen; God geve gene van de jach-
ten tot de lichtingh des forts Kelangh syn, die als geseyt,
buyten expectatie^ in Tayouan te keeren^ tardeerden^ . Ende
comt met meer.aengetogen ^wa^n^. herwaerts, denSctiipper-
Pommandeur Maerien Gerritsz. de Vries, «neffens desselfs
Opf)erstierman Gqrnelis^ Jansz. Cpen ; pi^r .de flnyte Casfrieum
ende *t jacht Breskens^ uyt d'ontdeckinge van Tariarien^ den
.18 November in Tayouan behouden aengelandt. Op syne
p)aet$. 3ullen 't succes verhandelen, ende becomen ITEd.. der-
4iplver joornsilenj cfierten ende doydelycke beschfyvingh van
bun wedervaeren ende ondervindingh,^ die van app3re|itie
schynt te wesen. ,
Digitized by VjOOQIC
243
Door ODimöetiDg van landen ende contrarie ynindèOj bebbea
de Tartarische cast niet connen beseylen ;. Hfant Eff^iehde
de Noorder cnsCe v^n- America aenge?r«es( ; iryders narer de
gepresupponeérde S^fer ende Gbudt. eyianden gecniya^
maer niet opgedaen* Sulox vastelyck te gelooven 97, op die
lengte en* breeté, geen derselver eylanden liggen ;- maêr datter
aen geseyde Nóorder custe van Ameriea (daeff an 'possessie
genomen is) ryekdocomen syn/ dat by nader ontdeckingb te
vernemen staen. Als geseyt 'salleti d^overgebraehte papieren
en caerten nader roemeren, ëndeUEd. per volgende sehepeoi
beter onderrichten, mttsga<{ers onse eonsid^ratien op dit ge-
T^iehtigh stnck declareren.
In H Gasteel Batavia^
desen 22 Dec. A\ 1643.
Aen de Bewintbebbereni enz.
N«. 6.
Hoe den Schipper4]lomraaiidear Maerten de Vries, met de
Clayt Casirieum ende het jacht Breskens^ van d*ontdeckingh
der Noörder landen. November verleden in Tayouan gekeert^
persoonlyck met den Stierman Gornelis Goen, Xoi Bdiama
gecomen ; 't lant van Eso en *t Noorder Ameriea eensdeels
ontdeckt) en in die vreemde voyagie yets notabels geexperi-
menteert heeft, is UEd. in onsen generalen brief, dato 22
December, eott aengeschreven. Mitsgaders toegeseyt, 't succes
van dese reyse, met dén naasten • omstandiger te sallen ver^
halen, en onse consideratien daerby te doen, gelyck in *t
vervolch na cortelyck geschiet, én om van volcomen cont-
schap (ons) aen de neffens gaende descriptie ofte relaes van
den Coniinandéar de Vries, joumael van den Stierman Coen^
ende daéraffgemaecktecaerten, refereren; waerinne de gedaene
ontdeckinge en remarqoable ondervindinge in 't breede te
16*
Digitized by VjOOQ IC
244
lesen . ende te beoogen sy ; daeryan alleen *t bysondere in
'substanlie verhaeleo sullen.
Gemelte Commandear Vries, met syne twee schepen, in 't
i^e^ van April nyt Ternaien scheydende» hebben haeren
eiQurs; inits vroeg in : *t jaer ende 't bejegenen van Noord-
oostelycke. winden, Noortwaert genomen, ende geen der od-
genoemde eylaodcn in de Suyfsee ontdeekt; maer op 20
Mey, des nachts omtrent den Soy toost hoeck van Japan^ met
.storm (boyten gissiogh) aen \ Ongeluekich eylant, by baer
300 genaemt, op een lager wal vervallen, ende in *t nyterste
peryckel van schipbreuck geraeekt; sulcx uae H verliesvan
anckers en touwen, naeuwelycx gesaWeert en van den ande-
ren versteecken syn. Voorts gesepareert, langs de Oost cast
van Japan (daer veel visschersbercquen in vrientschap aen
boort quaemen) tot op 40 gr., aen den uyttersten Noortoost
hoeck geseylt; van waer de Vries, alleen met Caslricum tot
vervolch van de geordonneerde voyagie, den 4 Juny Noort-
waerts gevaren is, ende op den derden dagh, het hoogh met
sneeuw bedeckt lant van Eso, op 42 gr. aengedaen heeft.
, Langs welcke Suytoost cnst, omtrent 60 mylen, meest gesta-
digh door dicken mist geseylt, en op diversche plaetsen ten
anck^r gecomen is, vindende 't lant.sober, doch van rede-
lycke mensohen bewoont, met dewelcke vriendelycke com-
municatie gehouden, ende een arm lant bevonden is. Synde
;tra^n . en pelteryen, 't voornaemste dat daer (maer sober)
vi^It, ' 't wëlcke van de Japanders voor. diversche waeren ge-
hsmdelt wert. Ende hoewel dese barbaeren haer sabels, bal-
sen en ooren met silver (dat sy hooch estimeren) vercieren,
ende wysen binnen haer lant, uyt de aerde gegraven wort,
soo hebben d*onse daer nochtans geen quantiteyt vernomen.
De cust van E$o op 447i graet ten eynde synde, hebben
't 8to/^eylant, insgelycx by henlieden soo genaemt, spde
vol dorre blinckende bergen en omtrent 30 mylen langh,
(Mitdeckt; ende daernaer. op. 45, 46 ende 47 graden, aen 't
Oioofder '^menca^.een, seer ho(^ grciot onbewoont bnt,
Digitized by VjOOQ IC
245
waerop hem yeFscheyden bergen, gaatsch blinckoDde ds ryobe
miiieralen Terthoonen. Daervan 'solemDele possessie, eod^
eenïge monsters van d^aerde genomen synde, hebben haeren
wegh, tnsschen dit lant ende 't Staien eylant, door dè straet
de Vries vervolght. Wanneer in !t Idétstevan Jnny, in een
rayme, \¥oeste, ongestoymige Nodrtsee gecèmen syn, daerinae
door donckere'^ mist, tot op 48 graden, sftoutmoedigh geyaeren
syn;. doch wierden door cracht van Noortwesfelycke winden,
benoodight, de onbekende Noórtoost cnst van Eso^ opiSgt^
aen te doen. Van waer d*". ciist 4 graden Noortwiaci^ts ont-
deckende, *t lant van een selfde natie als aen dei Snytcant^i
doch in meerder menichte, oock civilder ende beth met!
silver . gesiert, bevolckt, vonden. Saegen op dese cnst eeuen
wond^lycken, hoogen, ronden, spitsen bergh, die dlnwoou*
ders, neffens noch een ander ,^ affirmeerden silverryck te we-
sen. Welcke spetie by haer in sonderlinge waerde gehouden
wert, sulcx d^onse maer twee arm- ende eenige oorringen,
van haer hebben cohnen raylen. Wesende dan in 't laetste
van Jnly tot op 49 gr. by den uytersten hoeck, by haer
genaemt van Pattentiet gecomen, conden door styven con-
trarie wint ende donckere coude mist, geexL Noort meer win^
nen. Soo dat den 3 Angosty, dq reyse naer TartoHen ge^
staeckt, door dMngecomen enghte weder in de groote see
gevaeren, ende^ op 16 Augnsty aen de Sny toost cast van
Eso^ in de bay, van haer gebaptiseert de Goede Hoop, ge-
comen syn. Van waer, nae dat tamelyck v^rverscht, en hun
van water ende branthout wel hadden versien, den 2 Sep*
tember«lot ontdeckingh, van de geruchte Gout ende Silver-
ryoke ey landen byoosten Japan gelegen, vertrocken. Doende
hunnen cours (volgens order) 'eerst naer de Oost cast van
Japan^ van waer tusschen 10 September ende 1 October,
op de breete van 377» gr-» 450 mylen met veranderlycke
winden, ende felle stormen eerst Oost orogeyaeren syn, soa-
der in dien streeck, met geduericb claer weder, eenigh lan^t
te ontmoeten, maer wel veel teyckenen van vogelen ende
Digitized by VjOOQ IC
246
diift.; ^lie tiaer alle a[^renti0 door i^tint endo stroom^a vaa
Japan i Eto^ Stakn ende Compagnies laat, alsaaede het
Noorder Jmerka^ in de Snytsee gedreyen ^ovden. Gelyck
mede in *t keeren, al cruysende naer de Oost oost van Jdpon,
geen ' lant bejegent hebben, ende alsoo seeckerlyck ervaeren,
de geaoehte eytanden in dat geweste niet en syn, ende na(ar
alle apparentie 't Itfit van *t Noorder America wesen moeten*
Bestendige Tlyt ende goede opmerckinge, is op dese roya-
gie, by die Tan de iDayt CastriMm gebmyckt, gelyek by de
sofariftelycke rapporten omstandigh blyckt Doch d'iopperhoof-
den-Tan 't jadit Breskens^ syn fonTooraichtigh geweest; dat
haer gevangenis in Japan^ en den Eeyser cimtschap van dese
Toyagie ende ons concept reroorsaeckt heeft. Bvebwel is \
jacht mede aen de Soyt cast van Eso^ Siaien ende Com-
pagnies iant geweest, ende onder H beleyt van den Stierman
Jnrriaen Brayn, 't soecken van de eylanden byooeten Japan
onvrncbtelyck betracht. Soo dat eyndelyckbeydedeae^hepen,
in 't laetste van October, aen 't Ongeluckigh eylant verversdit;
ende op 10 November omtrent^ den Soyt hoeck van dkokp^
naer yyff maenden ende twintigh dagen, weder by den an-
deren gecomen syn, ende gesaementiyck den 18 November,
behonden in Tayouan gearri veert.
Geen negotie van importantie, heUen d*onsein *t lant van
Eso iconnen sien, hoewel dlnwoonders civile ende goe^erdige
menschen syn. Alleen wert by de Japandera van Nabo eenige
tyde ende cattoene rocken, ryst ende verdere cleynigbeden, in
de provintie van MaHsmay gebracht (die alleen op dat iant,
van de Ja{mnders beseten w«rt), ende van daer met w^n^
bandelsbercken, langs de cast gevoert, ende /tegen peltpry^n en
traen verhandelt, Gelyck d^onse 4soodanq^ berdt, in de lay
de Goede Hoop bejegent syn ; waernyt vaa haieren handel
ende des lants gektgentheyt, vry wit cantschap beqoa^meni
als in de rapporten te iesen is. Evoiwel is iran d'onse daer
niet anders becomen, ab eenige stncxkens silver, monsters
'van goot, minerale aerde ende 4 stocken bontwaerek (de
Digitized by VjOOQIC
247
sabel- ende martersvellen niet ongeiyck) die voor een byl,
een cangangh, ifveynigh glaesen coraelen ende andere snayste-
ringh (in alles geen ses galden waerdigh) (lebben geroylt;
weleke na met den Salmander tot een monster versenden.
Silver ende gout ivert, üaer 'tseggen van de Japanders, mede
oyt dat laQi naer Japan gietrockén, dQoh in geen groote ,
qoalttiteyt. Oversiilcx te bedocbteti daer niet profi^lyck voor
de Comp. te verrichten sal syn, ten waere daer minen van
importance wierden ontdeokt» daer de inwoonders veel bewys
van sdiynen te geven, ende meest alle met silver geciect
syn ; waervan de seeckerheyt door naeder ondersoeck te ver*
nemen is. Van 't Noorder America ofte Camp. iant, can mede
niet seeckers tot €omp. proffyt aengewesen iverdeni hoewel
daer.^ede teycke&en Tan mineraelen synde gesieo^dat mede
al naeder ondersocht dient ; insgelycx wat in Tcrtarien mach
te haelen wesen.
Ende alsoo ons by de rapporten ende discoursen van de
Vries, groote apparentien tot ontdeckingh van noch veel an-
dere landen, ende dat onbekende Noorder gewest aengewesen
werden, nefféns hoope die door 't vinden van rycke mine-
raelen, ende consequente traffyqnen, voor de Gomp^. nuttelyck
connen syn, blyven alweder voornemens de begonnen ont^
deekinge van EsOy Tartanen^ Ameriea ende daeromtrent
gelegen rydcen, in April aenstaende, met twee jachten ende
een qael, onder bestier tan gemelten de Vries ende Stieüman
Coen, emstigh te vervolgen ; .met .vaste hoope, suIcjl voor de
Generale Comp. dienstich, ende t' syner tyt proffytelydc wesen
sal, waervan 't aenstaende jaer, UEd. goet saeces verboopen
te mmdigen.
In 't Gasteel Batavia,
desen 4 .Janiiary A*. 1644.
Aan dezelfden.
Digitized by VjOOQ IC
248
N*. 7. -^ .
Den. Schipper Hendrik Cornelisz. Schaqp, nevens d'aeih
gebonden Nederlanders van 't jacht Breskens, daenrao in
onse Torige brieven mentioneren, ende veele vry awaerhoof-
dich over waeren, syn op de verschyning van den President
(van, Elserack) ten hove gelargeert ende vrygegeven ; nae dat
menichmael op veelvuldige gelegentheden vaeren ondervraecht
geworden, daer alle distinctelyck tot contentement op geant-
v?oort hebben. Gelyck dan den Presidenl, met deselve reply-
qoe^ ter audiëntie van den Eeyser selver, doch bedeckt ge-
comporteert wierde, *t welck alles soo quadreerde, dat men
oordeelde, de Nederlanderen een oprechte en ongeveynsde natie
te syn, Waeruyt den Keyser bewogen is geworden, ons meer
faveur als voor desen, te laeten genieten, ende soodaenigen
toegang vergunt, als by passé van syn schoonvader ingewil-
licht sy; namentlyck by noot alle liavens van Japan te mo-
gen aendoen, daervan acte verleent heeft, ais by 't Japansch
dacbregister te iesen, ende ons in Japan toegesonden is.
Tot naedere ontdeckinge van TarUirien, ende 't Noorder
America^ mitsgaeders d'opgeseylde Suyderlanden in 't Oostea
als Salomons eylant/ daervan UEd. voor desen caerten, onse
bevindinge ende opinie gecommuniceert hebben, inclinerea
wy seer, maer pregnanter affairen ende manquement van
bequaeme jachten, hebben ons tot dato wederhouden; 't sal
echter nodich wesen die vaert behertigen ende de reeds
ontdeckte landen, beter ondersocht worden, alsoo vertroowen
immers eenigegont ende silverryck te syn. Soo b^rypen
oock meer ende meer, de ontdeckingh van eenige rycke mi-
nen voor de Gomp. gansch nodich te syn, die oock vertrou-
wen noch opgedaen sullen worden, byaldien buyten prejaditie
ende behoudens €omp. respect, met den Portugees hier te
lande tot accoort ende vrede gereacken. Inclineren seer een
Digitized by VjOOQ IC
M9
Toyagie naer Chüy fondernem^, omme fonderstaea off
quantité goal, Toor aldaer getrockcn coopmamchappeo omte
setfen syn, ende iaei eenen mede in de Wesi-India k rim-
proviste een treffelyckon boyt te baelen, 't welck men meent
door Godes hoipe niet ontslaen sonde. Ende dewyie UEd.
opinieerad, die van de WesUltidiiehe Gomp. haer octrojy
omtreni Chüy eztenderende, te snllen mainteneren» sal by
om, ten vaere UÉd. H seWe geliefde Tordonneren, niet ge-
tracht worden aldaer te msten, 't welck bayten dat ?an de*
sen cant geroochelyck sonde geeffectneert, ende oock behouden
coonen werden. Wy hebben wel verstaen 't geene onder
d'Heer Generael Bronwer saligers beleyt daer yerricht is.
In 't Gasteel Baiwia,
desen 23 Dec. A^ 1644.
Aan dezelfden.
N\ 8.
Extract nyt Batavia' s Daghregister^ d*". 14 Deeember, 1643.
Met t schip de Swaen^ comt hier oock den Schipper-
Commandear Marlen Gerritsz. de Vries, 3 February voorleden
jaar, met de flnyt Castrieum ende 't jacht BreskenSf gelyck
voor is geseyty tot ontdeckinge van Tariaria ende d'eylanden
achter Jaffon gelegen, nytgeseth; rapporterende van gemelte
Toyagie hetgeen volcht. Naer dat haer in Tarnaten ver-
Terscht, ende van eenige nootlycUieden versien hadden, ge-
lyck boven geseyt, waeren 4 April, synde Paeschavont, haere
reyse te vervorderen, weder onder seyl gcgaen, nemende ha-
ren cours meest Noortwest; den 25 d"". passeren de Cabo
Spifüw SaniOj omtrent 60 mylen beoosten, ende 3 Mey
het eylant Malabriga in 't gesicht, liggende op de Noorder
breete van 24 gr. 30 min., ende 151 gr. 26 min. lengte.
£lff daegen daemae, omtrent 3 glaesen nae sonnen*onderganck,
bejegende (haer), op de hoogte van 33 gr. 20 min., ende 151 gr.
Digitized by VjOOQ IC
«5 min. lengte» omtrent 36 k 3? mylen If^N.W.yan den
S«0. hoeck Tan Japamj genoemt B^ho^ tea eylant, by hssa
bet Ongehtekige genoemt ; daer, vermits bet aobylelyck gaiits
stil wiert, ende de see bart nfter de wal aenscboot, genoot-
saeckt wierden, baer ancker toe te laeten gaen, op 30 vadem,
ceraeigront ; TooniemeDde >des daecbts daeraen» betselve met
4e boot (te) gaen besiohtigen, off daer eenige ververscbingen op
te becomen waer^n ; maer ontstacq snbytelyck soo rebemente
storm uyt den S. ende S.W.t.W., maeckende een botten
laeger val, dat (^«/Hotfi» 'sdagelycx ton brack ende bet tny*
ancker doorginck. Soodat in een oogenblick tyts^ dicht aen
de wal, midden ondertosscben de hooge enck steyle dippen
geraeckten, alwaer het plecbtanckér lieten vallen, bet weick
ten allen gelack houdende, in duysent vreese, hebbende van
tyt tot tyt de doot voor oogen, den dach met verlangen in-
wachtte. Doen den dageraet doorbreeckende, saegen niet son-
der ysen het gronlyck gevaer, in 't welcq d^ gantschen
nacht geweest waeren. Oudertusschen bracq het tnyton mede
aen stacken, soo dat op 't plecbtanckér alleen most opdrayen,
welcx töu door H geduerich slingeren ende stampen, oock
meest faalff doorgevylt was, soo dat geen beter ra^ vonden,
als betselve, synde doch met winden niet t' boys te crygen,
de byl in de neck te leggi^, de seylen daerby te rucken,
ende over d'een off d^ander boech, uyt de clippep sien te
geraecken, daer Godt Aimacbtich syn. segen toe verleende.
Soo dat met verlies van voorsz. anckers, weder van de wal
ende rndsen geraeckten, maeckende geen ander gissingh, off H
Jacht £redBens, .dat nergens vernomen, was met man ende
mnys v^ongeluckt ; maer badde door Godes bnlpe 3ee ge-
houden, wetende . oock niet beter, off Castrioum was in de
dippen , aen duysent stuokken gecaeckU Soo dat van daer ><kNris
elck bysonder, baer geordonneek*d& voyagie vervorderende,
Casiricum 22 der geseyde maent, op de breete van 35 gr. 30
min., ende de lengte van 160 gr. achter op de Oost cast
van 'Japan vervielen; meenende in 't West een evlant voor
Digitized by VjOOQIC
251
de boeeh t« faebben, alsoo Jofan 'm .de caertan soo Terre
om de.Noort niet eü stredcL Langs .dese cast seylende» ere*
gen ?ersdie;den Tiascbersbafcken, ;fflet Terreradiini^ van al-
derhande goede Tiscb^ aen boort, die tegens ryst incochten.
Japan tot op de 40 graden, aen .do ayterate N.0. boeck aen
boort gebonden bobbende, . qnaanen op 7 Jnaj, op 42 gr.
aen 't Jant .van Jeso^ ofte gelyok ffe inwoonderen bet noemen
Eso^ ^nde een boogb lant, het igebernhte meest metsneeaw
bedeckt ; langs welcq S.0. cust, omtrent 60 mylen, meest al-
tyt door dictoa ne?el geseylt, ende 'ettelyeke maelen ten an-
eker gécMnen waèren. ¥indende iielselve sober bewoont, met
arm docb redelyck volck; scbynende aae de Japanders, *t
voomaemste 't welck daervan verstonden, te fallm was, traen
ende peHeryen, die de Japandens t<^ens andere coopman-
schappen,, de ingesetenen comen affbandelen, docb noch in
geen groote qnantiteyt. Eenige der inwoonders hadden baer
sabels, faalsen ende ooren met «ilver geoiert, maer hadden 't
selve in enleke estin», dat niet te gelooven is, dat minerael
daer gedolven iviert, off bet most wesen in gantsc^ geringe
qoantiteit. De voorsz. east van Eso op 447i gr. Otn eynde
synde, hebben weynich daeraff een lang smal eylant beje*-
gent, streekende meest N.0. ende S.W., dat het 5/atofi lant
geintitnkert hebben, syode meest dorre bliockende bergen^
ongeveer 30 mylen binck, doch op eéüige plaetsen gantseh
niet breet. Daemae qoaemen op debopcbte van 45, 46 ende
47 gr^, .aen een ander hoochende bre^ groot knt, onbe-
v?oont <van mensehen, Mraervan op haere wyse, met eenige
teydcen^ daertoe dienende, sofenmeie possessie naemen, ende
baptiserende met de naeme >van 'I Campagoies iant Aen 't
blincken . der gehuchten, maeckten gissingb daer eenige rycke
mineralen in moeten schuylen, vaervan ooek eenige dompen
tot momters medebraditen ; maer en is daer niets uyt ge-
vonden. Tosschen 4\i ende 't Staien eylant, naemen voorts
baeren coors Noortwaerts, waermede in *t laetste van Jony
in een gnx^e, woeste, ongestuymige aee gecomen syn, tot op
Digitized by VjOOQ IC
262
48 gr., meest doorgaens met dieke duystere mi$t; dodi ge-
raeckteiiy Tennits de N.Westelyeke wiodeQ, op de N.0. cost
Tan *t lant Eso voornoemt op 45 gr., yan waer deselve dan
voorts 4 gr. N.waerts ontdeekende, ai meest van een slach
van volcq bewoont vonden. Saegeni op dese ^st een wonder-
lyck hoo^ spitsen berch, die aflSrmeerden siiverryck te we-
sen, maer saegen daer by de ingesetenen geen abondantie
van; hebbende niet meer als een oir- ende twee armringeo
connen roylen.
In 't iaetste van Julio, aen de nytterste hoeck van gemeit
iant, tot op 49 gr. geraeckt synde, ende vermits de styve
tegenwinden ende donckere coude mist, geen cans siende
meer Noort te gewinnen, wierden den 3 Ango^ gedwoa-
gen te resolveren, de geordonneerde reyse naer Tarlarién te
sfaecken, ende door die enghte, die gecomen waeren, weder
te rugge te keeren, gelyck geschiede. In de bay van Goede
Hoope (by hen soo genaemt) aen de S.0. cost van Eso^
tamelyck ververseht ende van water ende branthout versiea
synde, gingen weder 5 September, van daer weder aeyl, tot
ontdeck^ van de gepresameerde Gont ende Silverrycke ey-
landen by oosten Japan ^ nemende eerst hanen cours, volgens
órdre, weder naer gemelte lantschap, ende van daer recht
voort O. aen 450 mylen, tot op 37 7i gr. breete, met veel ver-
anderiycke winden ende felle stroomen, sonder in diOiStreeck
over ende weder crnyssende, van den 10 der geseyde maent
tot 1 October, eenich lant te vernemen, hoewel meest claer
weder hadden, ende veel teyckenen van drift ende gevogelte
saegen; soo dat voorseecker houden de gemeende Gout ende
Silverycke eylanden, daeromtrent niet te vinden syn.
Die van U. jacht BreskenSj hadden mede hun devoir rede-
lycker wyse gedaeui uytgesondert dat in 't wederkeeren, op
de Oostcust van Japan, gelyck primo deser verhaelt, voor
de stadt Nambo in 't lantschap Oekia ofle MasanumonOj ten
ancker ^eloopen synde, den Schipper Hendrick Schaep, ne-
vens den Ondercoopman Willem Bylevelt, énde noch acht
Digitized by VjOOQIC
25S
personen, onyoorsichtiéh ende contnirie expvemtf ordre, met
de boot aen Idnt gevaeren, door d*o?erheden aldaer aenge*
hoaden, ende naer 't hoff Jêdo gevoert vaeren. Sollende 't
jacht bnyten twyfel mede gearreeteert syn, byaldien den
Opperstierman, met de Tordere Overheyt aen boort gebleven,
daefvoor bedacht synde, stilswygende geen seyl gemaeckt
hadden ende doorgegaen waerén. Doende yoorts haer best,
om de geordonneerde reyse te voibroigen» gelyck dan ooek
EsQ, hèt Skiten lant, Companies lant, ende meest alle gelycke
bevindinge bejegent hadden ; - maer insgelycx vernüts verioo-
pen des tyts, ende sty ve cootraie winden Tartatia niet con-
nen crygen, nochte oock de gepresumeerde eylanden achter
Japan ontdeckti nietjegenstaende de goede devoyren daerioe
aengewent. Ende eyndelyck syn dese twee schepen, nae dat
yyff maenden ende twintich dagen van den anderen waeren
geweest, ende beyde op de wederom reyse aen U Ongeluekige
eylant, alwaer I eerst van den anderen waeren geraeckt, re-
delyek ververscht hadden, 9 November omtrent de S. hoeck
van Gkoko, op 31 gr. 35 min. miracalens weder byeen-
gecomen^ Met een groote vrenchde, d*een d'anderliaer we«
dervaeren vertellende, ende soo Toorts acht dagen daernae
behouden in Tayouan, daer den Almogende voor gedanckt sy.
Gelyck uyt het geene verhaelt verstaen can worden , soo
en hebben dese schepen, vermits harde tegenwinden ende dat
met de bejegeninge van d"". het Staten ende Comp. lant, de
tyt verloren was, de geordonneerde voyagie naer Tartarien
ende de stadt Jangio niet connen performeren ; nochte oock
Tao de Goot ende Silverrycke eylanden, die men seyt achter
Japan te leggen, ende A"^. 1639 by den Commandeur Qaast,
iQsgelycx met twee schepen, te vergeefs gesocht syn, ietwes
conde vernemen. Op Eso gelyck geseyt, viel niet als pette-
ryen ende traen, die d'inwoonders van Nabo daer quaemen
negotieren, wdck ooek in de provintie van Matsmay^ besit
schenen te hebben, doch buyten deselve niet. Ende dus vel^
sy gesegt van de voyagie naer Tartarien^ refererende den
Digitized by VjOOQ IC
25»
corieosen leser, ifregen Terdere pMioilariteften Tan winden,
stroomen, gronden, cnsten etc» tot de Jonrnaeien, by de re-
q>ectiye <nrerheden gebonden, mitsga'öders de prenten daenran
gemaeckt.
Naer gedaene coibtie, is dese metsyn
prindpael bevonden t'accorderen.
In 't Gasteel Batoma,
desen 2 Mey A\ 1644. by my
Pieter Mestdagh.
(Bniten op staat)
Extract nyt Baiavid's Daebregister,
raeekende- den gedaenen tocht om
de Noort ende Oost van Japan.
»•. 9.
MAËRTEN 6ERRITSZ. VRIES 1).
• Maarten Gerritsa^ Vries van Harlingen, bier te lande
ngecomen A"". 1622, den 22 Juiy, met het schip \ Wapen
i^van Hoorn voor matroos, tegen woordich Schipper & 75
ogaldens ter maent; \i^iens jon^t verbant 9 September 1640
» verstreeckeo synde, genegen is hem op nienw voeder te
• verplichten, werd ten dien aensien, als ten respecte v!m de
1) diensten, welcke denselven bnyten 't ampt van Schipper,
»soo in 't landmeten, afbeelden van landen en andere voor-
• vallende occagien daer kennisse van beeft, aen de Comp.
»sy doende, by desen toegevoecht, een belooniog van Hondert
• guldens ter maent, onder verbant van drie jaren, beyde
»gagie en verbiotenisse primo December passato ingaende.' '(13)
. Wanneer wij dit lezen, dan zal het ^el geene verwonde-
ring baren, dat het ons hoogst aangenaam is^ de onzekerheid
te kunnen wegnemen, die er bij den Hoogleeraar Moll heeft
1) Volgens eigenliandig geschreven brieven onderteekende bij ziet
Marlen Gemtsz. Fries.
Digitized by VjOOQIC
259
beaUan, ids Z»H.G.' ia njoe Veriuiaddia|( (14) rin de Vries
zegt: «La Peroose brengt ia tersehiUende phalsen V9ibl zijn
»werk regtmalige holde toe» aaoi de jaistbeid der waame*
» mingen van de Vries. Wdligt wordt hem hierdoor eeile
ttvermaardteid gbgevea, die hem niet gebeer toekomt. Hij
»was wel GetagheUer o|> dezen togt, doch ^een Sehipp^f
»en misschien geen %eeman; het is dos mogelijk, dat de
• nakomelingsehap ondankbaar is jegens de nagedachtenis van
»den Sdiipp^ der Castrieum, Pieter Willemsz. Knechtjes,
• aan wien het zeer mogelijk is, dat men alle die waarne-
«mingen, welke zoo zeer geprezen worden, verschuldigd is."
Uit de op de voorgaande bladzijden voorkooHsnde stokken ,
van den Goa?ernear*Generaal van Diemen en den Raad van
Indièj blijkt het onzes inziens ten doidelijkste, dat de Vries
wel degeljk Schipper en ook %eeman was, en allezins be*
voegd .om aan 'het hoofit te staan van een ontdekkiniptegti
en dat hij. in aQe opzigten heeft beantwoord, aan het ver-
trooweilf dat men in hem had gesteld, zelb zoo, dat men
het voornemen had, hem weder voor denzelfden togt te ge-
bruiken, in welke eer ook zgn hoogst verdienstelijke Opper-
stonrman Gornelis J^qsz, Coen zonde doelen (15).
Dat men de verdiensten van de Vries reeds vroeger op
prijs stelde, vinden wij ^vermeld in een schrijven van den
Gonvwneur-Generaal en de Raden van Indiè\ aan den Gou-
Temenr van Tayouan op Farmosa (16), waarbij zij schrij-
ven «Den Schipper Maerten Gerritsz. Vries, hebben met
»dese schepen geiargeert, alsoo verstaen op Tayouan diens-
»t]ch is en UEd. sulcx versoeckt/* Dat hij aldaar met ijver
en ?roeht werkzaam was, schrijft de Gouverneur Traude-
nius (17): »Insgel;cx gaet hiernevens, in handen van deaOp-
«percoopman Sr, Jan Dircxz. Galen, een primuere caerte van
j»'t gantsche eylant FoPmosa, soo 't selve van.tyt by expe-
>»rieotie is ondersocht, ende principalyck nu jongst met onse
«joncquen bevonden, op welcke caerte men seeckerlyck mach
'»gacn,. ende sal tot een groot licht, soo voor deselvc die hier
Digitized by VjOOQ IC
256
• van daen naer Japan, als insooderheyt die van daer in 't
• Noorder mooson herwaerls tenderende syn, connen dienen.
• Schipper Maerlen Gerritsz. Vries hebben dese caerte doen
•byeenstellen, uvaerin seer naerstich heeft geqaeten; geijck
• oock is doende in *t ayt ende inbrengen der schepen, item
• de fortificatien Goncernerende« als andere diensten raeer."
Wij yermeenen, dat bet voor deze diensten is, dat Goaver-
neor-Generaal en Raden van Indiê, in honnen generalen brief
van 1642 aan de Bewintbebberen verzochten: »om aen de
• hnysvronw van den Gommandeur de Vries te betalen/* 600
»vooi extra goede bewesen diensten/*
In de Instractie door genoemden Gouvemear gegeven aan
den Veldoverste Johannes Lamotios (18), » vertreckende om
• des vyants vestingen op het Noorteyude van Farmosa gele-
gen te bemachtigen/' komt hij voor onder de personen die
den Raad znllen uitmaken, als Schipper en ïngeniear.
Dat hij zijne gedachten over de wijze, langs welken weg
het Znidland te ontdekken ware, heeft laten gaan, zien wij,
dat onder de • Pampieren den Schipper Commandear Abel
• Jansz. Tasman, gedestineert tót ontdeckingh van *t Soyt-
>• lant, ter bant gestelt/* die onder N^. 2 aldaar voorkomen,
van zijne hand zijn (19).
Dat door hem verschillende stnkken over eene te doeoe
reize om de Noord waren zamengesteld, zagen wij reeds nit
zijne hem medegegeven Instructie (20). Mogen wij derhalre
uit al hetgene wij hebben aangevoerd, om te bewijzen, dat
de Vries bij zijne tijdgenooten reeds voor een kundig zeeman
gehouden werd, niet met eenigen grond veronderstellen, dat
hij te regt verdiende, aan het hoofd van een ontdekkiogslogt
te staan, en dat den lof, hem door La Perouse voor tijne
naauwkeurige waarnemingen toegevoegd, wel verdiend is.
Aan de Vries, benevens zijne officieren, werd bij zijne te-
rugkomst, eene belooning toegekend van twee maanden gagie
in contant, terwijl aan zp volk eene maand werd verstrekt (21).
Maar eene- bij2ender& onderscheiding viel aan de Vries te
Digitized by VjOOQIC
257
beart, toen hij bij resolutie van 6 Febraarij van het volgend
jaar tot Eiaminator der scheepsjonrnalen van de Schippers
ea Staurlieden ^erd aangesteld. »Alsoo wy eenigen tyt her-
Dwaerts, met groot misnoegen ende tot geen mindere schade
>als ondienst van de Gomp., aengemerckt hebben de sorg-
uloosheden, versuymen ende abnysen, welcke by de Schip -
»pers ende Stierlieden, op desGomp. costelycke schepen, hier
»te lande gepleecht -werded; gelyck daervan met het schan-
»delyck verseylen der HolUmdia ende OUeVj als bysonder
»noch onlangs met de voyagie door de iluyt Schagen^ van
"^Siam na^ev Malacca gedestineert ende. herwaerts gecomen,
)« gelyck mede van het schip Nieuw Delft ^ noch versche ende
» droevige exempelen hebben; soo is, om snlcx sóo veel mo-
» gelyck voor te comen^ goetgevonden te gelasten ende te
» committeren den Schipper-Gommandeur Maerten Gerritsz»
»Vries^ jongst van de gedaene ontdeckingh nyt 't Noorden
«gekeert, om alle de aencomende scheepsjournaelen van de
«Schippers ende Stierlieden t*haerer aencompste te vorderen >
»die eiamineren ende ons de bevindingh te rapporteren^
»om de schuldigen off versuymigen naer merite, door den
«Acbtbareo Raet van Justitie alhier, te doen corrigeren.
» Welcken Raet by de Vries, in diergelycke saeckea , oock met
» goede berichtinge ende advys sal coonen dienen, waervan
»hem dientengevolge behoorlycke acte sullen doen passeren»
• opdat alsoo naegecomen werde/'
Deze betrekking bekleedde bij. tot de maand October van
betzelfde jaar, toen bet bevel over de schepen Sufphen^
Schiedam en een jacht aan hem werd opgedragen, ten einde
bij Manilha de Spanjaarden alle mogelijke afbreuk te doen.
In de resolutie, waarbij bij tot Bevelhebber pver deze sche*
pen was aangesteld, bezigden Gouverneur-Generaat en Raden
van Indië deze voor hem vereerende woorden: «Gebruy-
»ckende tot desen tocht als Hooft, den Schipper-Gomman •
8 deur Maerten Gerritsz. Vries, jongst over Molueco tot onl-
• decken der Noorder landen geemployeert, van waer ons
17
Digitized by VjOOQ IC
268
• wegen synen gedaenea y ver en naerstiebeyt goei conlente-
• ment heeft gegeven." (22)
De Vries, die tot dos verre slechts den rang had bekleed
van Schipper-Gommandear, werd bij resolntie van 5 Haart
1646 benoemd tot Commandeur; terwijl hem tevens reeds
eene maand te voren andermaal het bevel over zeven sche-
pen, op eene expeditie tegen de Spanjaarden in Manük
was opgedragen (23).
Naauwelijks van deze togt terog, of er werd besloten, om
eene hoogstaanzienlijke magt wederom derwaarts te zenden.
Deze bestond uit üegen schepen en jachten. Ook na werd
bet beleid van dien togt aan de Vries toevertrouwd. »Tot
• noch in bedencken gebleven synde, wien het commando
• over de geordonneerde vloote van offencie, by onsen Raede
t»van 24 December I6469 naer de cnste van Manüha, tot
• afbreuck van den vyant gedestineert, sullen bevelen, ende
• hoewel het wel meriteerde een persoon van eene aensiene-
• lycke qualiteyt ende ontsach uyt onsen Raede, is echter,
• dat niet willende contrarieren, d'ordre van onse Heeren
• Meesters, te meer den Baet tegenwoordich syn compleet
•getal van Raeden noch niet en heeft, daerin nieten daryen
» treden. Soo is nae rype deliberatie ende o verlegh van perse-
• nen, die haer (hier) present by der bant hebben, geresolveert,
• voorschreven Commando weder te defereren, aen denCom-
• mandeur Maerten Gerritsz. de Vries, dewelcke wegens de
• situatie van de Manühasche cu^te^ door lange ervaerentheyt,
• grondige kennisse becomen, ende ons tot noch toe, wegens
• de voorleden Jarige expeditie ende andere gedaene togten
• altyt goet contentement gedaen beeft.'* (24)
Deze togt werd echter met geen gunstig gevolg bekroond.
De aanslag op Manüha mislukte. Wel werd er een klooster
ingenomen, maar daarentegen gingen er vier schepen verloren.
De vloot verloor ruim 600 man aan zieken, waaronder ook
de Bevelhebber Maerten Gerritsz. de Vries, zoodat men ge-
noodzaakt was terug te trekken.
_ Digitized by VjOOQIC
259
Men vfSis te Batavia over den ODgelukkigea afloop dezer
expeditie zeer ontevreden, die men toeschreef aan de on-
achtzaamheid van den Commandeur. Men nam echter ge*
Qoegen met het ;Terdeelen van den buit, door genoemden
Commandeur in het klooster St, Domingo bekomen. »Van
ogelycken, dat by den over dese vloote ge wesen Commandeur
uMaerten Gerritsz. de Vries, voor syn overiyden, in 't nian-
» haftig bestormen ende veroveren van 't Castiliaensch clooster
»SL Domingo, in 't selve becomen syn, veertien dnysent
«realen van achten, ende daervan de Comp. geattribueert
» 5000, onder 't volck Terdeelt 6600, ende hem selven toe^^
Bgeeygent hadde 2400 gelycke realen. By welgemelte Haer
»Ed. om verscheyden consideratien, oook dat den bayt, als
ttmeermaelen verhaelt, by landtochten principalycken vercre*
"g^o? geheel vrygegeven sy, geapprobeert «nde voor welge-
«daen genomen wordt." (25)
Aldus eindigde de Vries zijn werkzaam leven. Als matroos
in Indié gekomen, klom hij van rang tot rang lot dien van
Bevelhebber. Vele en belangrijke diensten heeft hij in zijno
verschillende betrekkingen der Comp. bewezen; maar door
zijne ontdekkingen in het Noord-Oosterdeel van Azia^ waar-
door de kennis der Aardrijkskunde van dat gedeelte des
Aardbols grootelijks vermeerderd werd, heeft hij zich als een
der nitstekendste zeelieden van zijnen tijd doen kennen, en
daardoor zijnen naam voor de vergetelheid bewaard.
N^ 10.
CORNELIS JANSZ. COEN.
nCornelis Jaosz. Coen van Hoorn, in 't lant gecomen,
«den 18 Maert A\ 1639, met 't schip Br^dö, voorOpper-
» stierman k 56 guldens ter maent; wordt op syn versoeck
Digitized by VjOOQ IC
260
«eade beqaaemhejt, mits royme tyts expiratie, Toor Utm
njaeren in gemelte qaalité gecontinaeert, onder eene beloo-
• niog van 66 guldens ter maent; daermede alle desselfs
tpretentien op de Comp. comen te cesseren; verbant eode
»gagie primo December passato ingaende/^ (26)
Ziedaar alles wat wij tot dos verre weten van hem, aan
wien wij het te danken hebben « dat de reis van de Castri-
eum is opgeteekend geworden. Wij sullen in hem den ge-
trouwen opmerker wel niet 'miskennen, en er bijvoegen, dat
de goede resultaten, die de reis van de Vries heeft opgel^
verd, ook wel mogen toegeschreven worden aan hem» wiens
Journaal de onderscheiding te beurt viel, met dat nn de
Vries, naar het vaderland werd opgezonden to worden. (27)
Zoo het ons geoorloofd zij gissingen te maken, dan zottde
het ons niet vreemd voorkomen te veronderstellen, dat oaze
Goen vermaagschapt was aan den Gouverneur*-Generaal Jan
Pietersz. Coen, die mede te Hoorn geboren was, en d€D20
September 1629 te Batavia overleed»
Digitized by VjOOQ IC
261
AANTEEKENINGEN.
(1) Deze reis was echter geenszias onvruchtbaar, voor do
kennis der Aardrijkskunde. Onder anderen werden eenige
eilanden ontdekt, die door den Heer von Siebold voor dezelf-
de erkend zijn, die later door de Engelschen de Bonin eilan^
den werden genoemd. Deze eilanden liggen op 26 gr. 38
min. en 27 gr. 4 min. N.Br., en 142 gr. 28 min. en 142
gr. 20 min. O.L. van Greentoich, Zie zijne Geschichie
der Entdeckungen im See-gebiete von Japan j nebst Erklag^
rung des Atlas von Land- und See-karten von Japanischen
Reiche nnd dessen Neben- und Schut%-Landern. Leyden,
1852. bl. 7.
(2) Verklaring der cijfers en letters in dezen brief voor-
komende :
T. a. r. t.a. r.i.e. a. Goud en Zilver E.y. I.a.n.d. e. n.
Oo.s. t.e.n. J. a.p.a.n. J. a. p. a.n.
n. o. o. r. t. T. a. r. t. a. r. i. e. n.
(3) Deel II, bl. 52.
(4) Considérations sur les nouvelles découvertes au Nord
de Ia grande mer du Sud. Paris. 1753. pag. 90.
(5) Joumael van de reyse gedaen beooslen straet Le Maire
naer de custen van Chily, door den Admirael llendrick
Brouwer, in 1643. Amsterdam, 1646.
(6) Voyage de La Perouse autour du Monde. Parts-
1785—1787. Tom. III, pag. 117—157.
(7) Verhandeling over eenige vroegere zeetogten der Neder-
landers. Amsterdam. 1825. bl. 202—214.
Digitized by VjOOQ IC
262
(8) 1848— 1849., Tom. IH. pag. 400.
(9) Idem, pag. 401.
(10) Von Siebold, bl. 12.
(11) Zie Bijlage N«. 10, bl. 259.
(12) Ea Perouse, Tom. III, pag. 153.
(13) Resolutie GouTernear-Generaai eo Raden van indien
yan 31 December 1642.
(14) t. a. pi. bl. 205.
(15) Zie Bijlage N'. 6, bl. 247.
(16) Missive GouverneurGeneraal en Raden van Indié, aan
den Gooverneor Paalus Traudenius op Formosa, van 13
Janij 1640.
(17) Idem, van laatstgenoemde, aan den Gonvern.Gene-
raal enz., van 10 Janaarij 1641.
(18) Den 7 September 1642.
(1 9) Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het Zeewezcn
enz., 1854, N^ 2, bl. 96.
(20) Hier voren, bl. 32 en 33.
(21) Resolutie Gouverneur-Generaal en Raden van Indie,
van 21 December 1643.
(22) Idem, van 17 October 1644.
(23) Idem, van 17 iPebmarij 1646.
(24) Idem, van 21 Jannarij 1647.
(25) Idem, van 20 idem 1648.
(26) Idem, van 23 idem 1643.
(27) Zie Bijlage N». 6. bl. 243.
Digitized by VjOOQ IC
AARDRUKS' BN T0LKBNKIINDI6B TOBLICHTINGBH
TOT DB ONTDEKEINOEN VAN
MAERTEN GERRITSZ. VRIES,
MET HET FLUrrSCHIP CASTRIGUM k\ 1648,
IN 't oosten BN 't NOORDEN VAN JAPAN, DIENENDE
TOT ZBBMANSGIDS LANGS DB OOSTKUST VAN JAPAN
NAAR DE EILANDEN JEZO^ KRAFTO EN DE
KURILEN.
Jhr. Fh. F. von SIEBOLB.
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
Door het Bestuur vao het Koninklijk Instituut voor de
Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië werd
aan mij de even vereerende als aangename taak opgedragen,
het ^JournaeV\ gehouden op de ontdekkingsreize van
Maarten Gerritsz. Vries, in het Oosten en het Noorden
van Japan, dat door de wetenschappelijke pogingen van Le-
den van het Instituut opgespoord en door hunne letter-
kundige medewerking door den druk bekend gemaakt is,
met ter zake dienstige aardrijks- en volkenkundige aanmer-
kingen toe te lichten. Is het mij reeds gelukt, de onduide-
lijke voetstappen van onzen vermaarden Nederlandschen zee-
vaarder in het ver uitgebreide gebied van den Groeten Oceaan
op te sporen en in mijne i» Geschiedenis der ontdekkingen
in het zeegebied van Japan'' aan te wijzen, thans, waar zijn
nJournaeV^ voor mij open ligt, hoop ik die met meer ze-
kerheid te kunnen vervolgen, en, na verloop van twee volle
eeuwen, zijne ontdekkingen te bevestigen en in de geschie-
denis van den ouden Nederlandschen zeeroem te boeken.
In de Inleiding en uit de Instructie, die het Journael
vooruitgaan, is deze zeetogt, een van de meest belangrijke
in de 17^"* eeuw, genoegzaam geschiedkundig toegelicht;
mijne aanteekeningen zullen zich dus bepalen tot eene naauw-
kenrige aanwijzing van den koers door Vries van het eiland
Breskens af aan, in de Japansche wateren, langs de Oostkust
van Nippen en naar en langs het door hem ontdekte land
van Jezo genomen; tot eene vergelijkende beoordeelin^ en
bevestiging der waarnemingen en ontdekkingen van dezen
zeevaarder, beschouwd uit het oogpunt der hedendaagscho
Digitized by VjOOQ IC
266
kennis van dat zeegebied, en tot een overzigt der aitkomsten,
die deze zeetogt voor de hydrographie, voor de natnorkande
der zee en voor de volkenkunde opgeleverd heeft.
Om echter aan dat aanhangsel bij het Joarnael eene meer
algemeen nuttige en aanwendbare strekking te geven, althans,
daar ook in het Noorden van het Rijk Pfippon, ieHakotade,
eene haven voor de zeevaart geopend is, aan eene driageiide
behoefte voor de scheepvaart te voorzien, zoo heb ik mijne
toelichtingen zoodanig gewijzigd, dat zij ook tot eenen
Zeemansgids voor de vaart langs de Oostkust van Japan,
en naar Jezo, Kraflo en de Kurüen dienen kunnen.
Aan den staatkundigen invloed van Nederland in Japan
heeft men veelal eene meer algemeene vrijheid van scheep*
vaart naar dat land op den weg des vredes te danken; zoo
moge dan ook door de waarnemingen en ontdekkingen van
onze oude Nederlandsche zeevaarders 4e grondslag tot eenen
wegwijzer langs zijne nog weinig bekende kusten gelegd worden.
VON SlEBOLD.
Digitized by VjOOQIC
I. DE ONTDEKKING VAN HET EILAND BRESKENS EN
VAN DE QüAST'S EILANDEN.
De Cominaadear Vries had den 29 April, op 16'' 50'
N.Br. en 149» SS'/,' O, v. Teneriffe (128* 18' 6" O. v.
€r.) den raad van U flaitschip Castricum en van 't jagt
Breskens beroepen, en besloten den koers N.0, te vervolgen,
zoo weder en wind het zouden toelaten, tot op de breedte
?an 24'' N. en op de lengte van de Oostkust van Japan
(toenmaals volgens de waarnemingen van Mathijs Quast
en Abel Tasman, op den 24 Aug. 1630, op SI'' 40' O.
van Pulo Timoan (ISS** 55' O. v. Gr.) bepaald. Den 7
Mei bevond men zich op 24'' 4' N.Br. en ISO*» 56' 30". O.
V. Ten. Kleine klipmeeuwen, schuim, drijvend zeekroos en
een stak hout lieten zich als teeken van land herkennen,
hetwelk men echter niet zien kom Den volgenden morgen
(8 Mei), na zonsopgang, zag men in 't W.t.N. '/^ N. binnen een*
afstand van 4 Duitsche mijlen, een klein, omtrent V/^ mijl
lang, niet hoog eiland. Dit eilandje lag, volgens de op den
middag gedane waarneming, op 24'' 43' N.Br. en 151''317t'
O. V. Ten. (130« 11' 6" v. Gr.). Daar zich op de Com-
pagnieVkaarten (1) op deze breedte, behalve het eiland Ma-
labrigo, geen ander bevond, en dat eiland, volgens gissing,
21 mijlen in 't W. lag, zoo hield men het geziene voor
onbekend, en omdat het van het jagt Breskens het eerst
gezien was, gaf men het den naam van fir^^ib^^-eiland.
(1) Twee CaeHen tan gedaene Counen dei Comm* QMost, tot ont-
deckingh van V Gaudrijeke eyland, verg. p. 33.
Digitized by VjOOQ IC
268
Op de zeekaarten vaa den toennialigen tijd bevinden zich
tusschen 25"" en 2V N.Br. en binnen een* lengteafstand vao
omtrent 70 Dnitsche mijlen, slechts drie eilanden,
waarvan het zuidelijkste en westelijkste den naam van
Amsterdam^ het noordelijkste en oostelijkste (eigentlijk eeoe
groep van vijf kleine eilanden) dien van Ihlas dos Herma-
nos, en het derde, op 26' N.Br. 17 mijlen in 't Z.W. van
Ihlas dos Hermanos^ dien van Malabrigo draagt.
De beide laatstgenoemde eilanden, welke zich reeds op de
in 1570 in U licht verschenen kaart van Abraham Orte-
lius' nTheatrum orbis terrarum^\ bevinden, en waarvan
Malabrigo in 1543 door Beruardo de Torres is gezien
geworden, zijn onbetwistbaar het Hooge Meeuwen eiland,
het Engels en Grachts eiland, door Quast en Tasman
in 1639 ontdekt (1), en op de voornoemde nCaerien mn
gedaene Coursen^'^ de Quast's eilanden genoemd (2). Het
(•1) Journael ofte dachregister van den Éd, Commandeur Mathijs
Quast. M.S. 1639. Yon Siebold's Geschichte der Entdeckungen
im SeegeUete ton Japan, Leyden 1853.
(2) Deze keten van eilinden, die zich van 26' 38' tot 27' 4*5' N.
Br. en van 142' tot 142' 14' O.L. v. Gr. uitbreiden, is later meer-
malen teruggevonden geworden, en vindt zich onder de namen van
Idas del Arzobispo (1734), Margarets eilanden (1773), MendizaoaU
Desconosida, Guadelupe, e.z.v., en onder zeer verre uiteenloopende
lengtebepalingen op de kaarten van de 18de eeuw aangeteekend, maar
nergens aardrijkskundig beschreven. Ook zijn zij door de Japanners
reeds in 1675 bij toeval ontdekt en Mvnin-sima, d. i. eiiandeu
zonder menschen, en later naar den ontdekker Ogasawa'sima geRoemd,
en in 1785 door eenen Japanschen aardrijkskundige FajasiSiveiin
zijn boekwerk # San'hok'tm-ran'dsU'ki*' , d. i. Beschrijving van dqp rij-
ken, beschreven en in kaart gebragt geworden. Dat boekwerk en eene
Nederduitsche vertaling daarvan werd door den geleerden Is aak Tit-
singh, in de jaren 1780—1785 Opperhoofd van den Nederlandschea
handel in Japan, naar 't vaderland overgebragt, is echter na zijn' dood
(te Parijs in 1812) in handen van Abel Remusat, en later in die
van Julius Klaproth gekomen. Door deze onwettige er%enamen
van Titsingh's letterkundige nalatenschap is dan ook de beschryving
van de zoogenoemde iflles [Bonin ou inhabitèes;" in 1818 uitgegeven
Digitized by VjOOQIC
269
eerstgenoemde, onmiskenbaar ook door Nederlanders ontdekt,
en allengskens wederom op de kaarten verdwenen, is in 't
jaar 1820 door een' Riissischen zeeofficier L'. Ponafidin
op 25*^ 50' N.Br. en 131'» 12' O.L. teruggevonden, en naar
zijn schip en omdat het twee eilanden zijn, Porodino's
eilanden genoemd. Zonder twijfel zijn het dezelfde die
Kapt. Forbes aan boord van de brik Nile in Aag. 1825
voorbijgezeild, en het zuidelijkste op 25° 42' N.Br., 131»
t3' O.L., en het noordelijkste op 25° 53' N.Br., 131°
17' O.L. gevonden heeft. Onlangs werden deze eilanden
door Commodore Perry opgezocht en de ligging van het
grootste en noordelijkste op 25° 47' N.Br. en 131° 19' O.L.
bepaald.
geworden, die op nieuw de aandacht van zeevaarders tot zich getrok-
ken en de aanleiding tot de opzoeking, als het ware tot de wedef
ontdekking, door den Jb'ngelschen Kapt. Beechey (in de maand Junij
1827) en door den Russischen Kapt, Lutke (in Mei 1828) gegeven
heeft. Thans, sedert den 22 Aag. 1853, bestaat op het grootste der
Bonin eilanden, het 9 Peel Island", waarvan Beechey in der tijd
voor Engeland bezit genomen had, eene gemeente van meestal Ame-
rikanen, die zich uthe Colony o/ Peel Island** noemU De ^zuidelijke
groep dezer eilanden, door Beechy ifBaily Group" genoemd, werd in
October 1853' door den Amerik. Kapt. Kelly onderzocht voor de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika in bezit genomen, en naar den
gezagvoerder van eenen Amerikaanschen walvischvanger » Transit",
die in 1823 bij toeval daar ten anker gekomen is, » Cqffins hlandt"
genoemd. Commodore Perry, die de Bonin eilanden in 1853 bezocht
heeft, begreep zeer goed, dat, zoowel voor walvischvangers als voor
de mailstoomvaart van Cali/omië naar China en later naar Japan,
deze eilanden weldra een van de meest belangrijke stations in het
noordelijk gedeelte van den Grooten Oceaan zullen worden. In
't bezit der f Quast eilanden" heeft dus Engeland met Amerika ge-
deeld, terwijl de eer der ^ ontdekking aan onze oude zeevaarders en
de verdienste van de eerste aardrijkskundige kennis daarvan aan de
letterkundige nasporingen van onze Nederlandsche geleerden toekomt.
De schrijver dezes heeft reeds in J 824 de aandacht van de Nederlandsch-
Indische regering op deze belangryke groep van eilanden gevestigd, waar
toch de Japansche regering, want ze worden tot het Japansche rijk
geteld, liever de Nederlandsche als eene andere vlag zag waaijen!
pigitized by VjOOQ ICi©
270
Met regt mogt het Breskens eiland als eene nieuwe ont-*
dekking beschouwd worden. Daar echter het nJournael*'
?an Vries verloren geraakt was, vindt men het nergens
geboekt. Evenwel werd in H begin dezer eeaw zijn bestaan
bij herhaling bevestigd. Door het Fransche fregat >» la Canon-
niêre,'' werd in 1807 een eiland op 24<' 30' N.Br. en
ISO"" 18' 30'' O.L., en in 1815 door het Spaanscbe fregat
y*Magelan^^ insgelijks een klein laag eiland iriet struiken be-
wassen op 24'' 26' 40" en 13^ 03' 46" ontdekt en ^Isla
Rasa^^ genoemd. Deze beide eilanden zijn buiten twijfel een
en hetzelfde(l), waarvan de gemiddelde breedte 24' 28' 20" N .
en de gemiddelde lengte 130"* 41' 8" O. zijn zouden. Neemt
men daarbij in aanmerking de sterke oostelijke strooming der
zee in dat zeegebied, die in. 24 uren 35' tot 40' en meer
bedragen kan, de onvolkomene middelen ter vinding en be-
rekening van lengte in de 17 eeuw, en de opmerking, dat
de door Vries bevondene breedte doorgaans eenige minuten
te hoog is; zoo mogen wij gerust het Breskens eiland als
eene Nederlandsche ontdekking pp de kaart van
den Groeten Oceaan aan teekenen en zulks met te meer regt,
daar men op de nieuwste zeekaarten het eiland Rasd, nog
maar als twijfelachtig (pointe dubieuse) en het Kendrkk^s
eiland geheel niet meer geplaatst vindt.
II. DE ONTDEKKING VAN DE TASMAN'S EILANDEN.
Op de terugreis van den in 1639 door Mathijs Quast
en Abel Tasman ondernomen zeelogt tot het opzoeken
van de » Gout- en Silverrycke eylanden " gelegen ten Oosten
van Japan, werd op den 2 December de kust van Japan
(1) Ook houdt vou Kr usen stern een ongeveer 4 engel, mijlen
lang eiland, door den Engelschen kapitein Kendrikop2é*35' N.Br.
en ISé"* gezien en onder de naam van Kendrik hlané in de kaart van
ArrowSmith opgenomen, voor Rata.
DigitizédbyCiOOQlC
271
op 34'' 54' N. Br. ontdekt. Dit iand, hetwelk zij voor de
eilanden hielden, die op de oude Portugeesche kaarten in *t
W» van den Z.0. hoek van Nippon geplaatst zijn, is wel de-
gelijk de Z.0. hoek van dat groote eiland van Japan, Kaap
Sirofama en op de oude Portagéesche kaarten Capo de
Bosho genoemd. Van bier namen zij een' Z.Z.W. koers,
langs welken weg zij verscheidene kleine eilanden ontdekten,
hunne ligging, zoo goed zij konden, bepaalden en voortreffe*
lijke afteekeningen ten behoeve van *t land vervaardigden.
Aan deze keten van eilanden heb ik den naam yan de Tas-
man's eilanden gegeven (1).
Een van deze eilanden, dat zich als •heel hooeh htnV
vertoonde, werd den 19 Mei 1643 yan boord van het fluit-
schip Castricum op korten afstand gezien, welk schip zich
kort daarna, door wind en strooming der zee, genoopt zag
aan den N.W. hoek van hetzelve ten anker te komen. Dit
eiland, waaraan Vries, den naam n hei Ongeluckich ejlmi'*
gegeven beeft, wordt bij de Japanners Faisi sjó genoemd
en ligt volgens de waarnemingen van den Hof-astronomist
Sakusajcmon te Jedo, op 33V6' 30" N. en 3» 50' 30"
O. van Mijako (139* 30' 30" O. v. Gr.). Kapt. Broughton,
die in 17^ deze eilanden bezocht heefi, bepaalde de ligging
van Füts^ó op 33'' 6' N. en 140» O. Óp de originele
kaart van zijnen togt ligt het op SS"» 4' N. en UO^ 7' O.
De N.W. hoek daarvan, waar V r i e s is ten anker gekomen was,
is, volgens zijne gissing, op de breedte van 33** 22' en op de
leogte van 158* 51*/,' O. v. Ten. (137<» 30' 6" O. v. Gr.)
gelegen. Wij hebben reeds opgemerkt, dat het verschil van
de lengtebepaling van de eilanden^ die wij op de kaarten
van de 17 en 18 eeuwen tusschen 24<» — 28* N.Br. waar-
nemen, aan eenen oostelijken stroom der zee in dat zeegebied
te wijten is, en getoond, dat dit verschil somtijds twaalf graden
bedraagt. In evenredigheid daarvan is dus het verschil van de
(1) Von Sieboid's Geschiehte Aer Entdec&ungen, pag. 8.
Digitized by VjOOQ IC
272
leugtebepaliog vaii V r i e s tusschcn die van den Hof-astronomist
(aan welke ik de voorkeur geef boven die van Broughlon),
dat 2^ meer oostelijk bedraagt, klein, wanneer men daarbij in
aanmerking neemt, dat de stroom om de Oost tusschen Fatsi-
sjé en de Z.O.kost van Nippon gedurende drie achtereen-
volgende dagen door de Amerikaansche expeditie 72', 74' en
78' binnen 24 nren is bevonden geworden.
De beschrijving, die in *t Journael van het Ongelukkig eiland
gegeven is, stemt met de door Qu'ast en Tasman gemaakte
schets overeen, en is dus de eenige beschrijving die wij tot
heden van dit eiland kennen. De woorden nhetOngeluckich
eylant was heel hoog lant, hemverlonende met
'2 hooge ronde berge, waar tusschen een groot
valey was^'*^ zijn doorQuast en T a s m a n's landverken-
ning veraanschouwelijkt en laten tevens de benaming van een op
deze hoogte op de kaart van de TI sic uitgeteekend eiland
nMontagne avec deux ptV verklaren (1). Deze pieken vindt
men ook op cene Japansche originele kaart van Fatsi sjé
geteekeud, en de hoogste daarvan Aka fusi jama d. i. de
Roode Fusi berg (tegenover de beroemde vulkaan Fusi, die
het grootste gedeelte van 't jaar met sneeuw bedekt — dus
wit is). Ook is de ligging en de gedaante v^ het kléne
nhooch ront eylant^^ 1 tot l*/» mijl W. vandüï.W. hoek
van het Ongelukkig eiland gelegen, door de Japanners Eosima,
d. i. klein eiland ^nopdekaart van Vries orond^ /tc^JfT^" ge-
noemd, zeer juist opgegeven, terwijl de opmerking, dat » Aeer
tusschen de stroom met een styve corent om de N.W.
zonder stille doorliep^' eene hoogst belangrijke is voor de
kennis van den Japanschen stroom Kuro siwo of Kuro gawa^
d. i. zwarten zeestroom. Van deien stroom, dien ik volgens
eene Japansche originele kaart op mijne kaart van Japan (2)
(1) Carte de l*Jsie, par J. de I'IsIe, a Amsterdam, cbea Covens
& Mortier.
(2) Vou Siebold, Atlas van Land- und Seekarten vom Japanischen
Reiche, N. 1.
Digitized by VjOOQIC
273
overgenomen heb, wordt gezegd, dal hi] insschcn Faf si sjö en
Mikura {Prince-eylant van Vries) obgeveer 3 engelsche mijlen
breed en in 't voorjaar en den winter gevaarlijk te bevaren
is. Door de Amerikaansche expeditie is deze stroom nader
onderzocht, in kaart gebragt en beschreven worden (1). De
opmerking van Vries: nsaegen veel steencroos drijven*'*
bevestigt ook de waarneaiing, dat zich de Japansche stroom,
gelijk de golfstroom in de Atlantische Zee, door banken van
eene bijzondere soort van zeek roos onderscheid.
Het hoog eiland op den 20 Mei *s morgens in H Zuiden
van het ongelukkig eiland gezien en bij Vries »Suyder
eylant" en bij de Japanezen Awo sima, d. i. Groen eiland
genoemd, is ook reeds door Qu.ast en Tasman (den 3
Nov. 1639) ontdekt en zijne ligging op 6ü7 mijlen Z.tW.
Tan het Ongelukkig eiland, op 32*^ 33' N.Br., bepaald eneene
iandverkeaning daarvan vervaardigd geworden.
's Avonds van. den 20 Mei voor anker gekomen op 33°
52' gegiste breedte en 159° 22' lengte O. van Ten. (volgens
onze verbetering met 4- 2", op 140° O' 36" O. v. Gr.)
werden van boord aan Castricum W.t.W. op een' afstand
van 11 h 12 Dnitsche mijlen, no^ twee andere eilanden ge-
zien. Deze zijn het eiland Mikura door Vries » Prime
eylandt" eü^ijakef door hem, volgens het Journael, nfiar-
nevelts" en op zijne kaart ^^ Brandend eilandt" genoemd,
omdat er een steeds rookende berg op gezien werd.
Deze twee eilanden zouden op de gegiste breedte liggen
van 34° 1' en op de lengte van 158° 28' (volgens onze
verbetering 139° 7' 36' O. v. Gr.), eene bepaling, die met
de waarnemingen van den Hof-aslronomist en met Brough-
ton's kaart tamelijk goed overeenkomt. Van hier vervolgde
(1) NarraUve of the expedition of an American Squadron in the
China Seas and Japan performed in the years 1852— - 54$ under the
Command. of Commodore, M. C. Ferry, by Prancis L. Ilawks.
New-York, 1856. The Kuro siwo, or Japan stream. pag. 601.
18 .
Digitized by VjOOQ IC
274
Vries» zoo als ik later zal aantoonen, zijnen koers langs
de N.0. en O. kast van Japan, waarran wij de eerste hj-
drograpbische kennis hem te danken hebben.
Op de terugreis werden door Vries de Tasmans-éhn-
den wederom opgezocht en hnnne geographische living
nog naaawkenriger bepaald. Den 28 October bevond
bij zich op 33» 58' N.Br. en 160« 25' O. v. Ten. (138'
34' 36" O. V. Gr.), waar het Pmce-eiland W- 6 mijlen
en het J^am^t^te-eiland W.N.W. 6 mijlen gepeild werd.
Volgens deze waarnemingen zonde het eerste op 33* 58' en
het tweede op 33'' 6' N.Br. liggen, hetwelk slechts een ver-
schil Tan eenige minaten tasschen de waarnemingen nu
den Hof-astronomist en Bronghton oplevert, terwijl zich de
lengte van Mikura (het Prmc^eiland), volgens de op de
reede van Faisi sjö op den 29 Ootober bevondene lengte
(159» 56' O. V. Ten. of 138'» 34' 3^" O. v. Gr.), die55'
54" minder dan die van den Hof-astronomist bedraagt,
met eene verbetering van + 55' 54" zich op 139'» 36' 30"
O. V. Gr. laat bepalen, die zoomede met de aardrijkskon-
dige ligging, welke het op het kaartje van Commodore Fer-
ry's zeetogt heeft, nagenoeg overeenkomt (1).
Op den namiddag van den 28 October nam Vries zijnen koers
naar het Barnevelts-eilsiuA en zeilde tasschen dit eiland en
het Pmc^ciland door, en bevestigde door herhaalde peilin-
gen de onderlinge ligging van de fa^man^-^ilanden. Op
mijne verbeterde kaart van Japan (Atlas N°. 1) heb ik de-
zen weg, het eerst door een Earopiscb schip genomen, de
9 Straat CastHcum", en de in 't W. */, N. 1 mijl (van
Bamevelts^eihüd) » wel hooge scherpe dippen boven waier^ die
haer opdoen als toorens^^^ naar den verdienstelijken staorman
(1) Map of the Japan Islands copied from von Siebold's iw^A
slicht additions and oorrections èy the U* S, Japan expedition amd othef
authorities compiled by order of Commodore M. C. Fetxj, iy LUutt*
W. L. Maury and SiUs. Bent. 1855.
Digitized by VjOOQIC
276
van het schip, Caen^s klippen genoemd. Deze klippen heeft ook
BroQghton» die in 1796 denzelfden veg als Vries ge-
nomen had, gezien en beschreven : » Off the West point of
Volcano Isle are same deiaehed black rockt at two or thtee
miles distanee'* (1). en op zijne kaart aangeteekeiad. Op
de kaart van Japan N"". 2347, door de Admiraliteit teLon*
den in 1855/56 uitgegeven, zijn deze klippen «JB^acibAooib**
genoemd. Deze zeevaarder heeft insgelijks eene andere, meer
zuidelijk en iets westelijker dan de Coen's klippen gelegen,
groep van rotsen ontdekt, die door de Japanners Inaniwa
en door von Erusenstern Broughton's klippen ge-
noemd zijn. Ik houd de CoefCs klippen voor dezelfde
als de ReöfieldrRocks^ die op het kaartje van Commodore
Perry en op de kaart der Admiraliteit op ongeveer 33' 55'
N.Br. en ISS*" 50' O. L., als eene nieuwe ontdekking yer-
meld zijn. Wanneer, behalve de Coen's klippen [Brough-
toiCs Blode Rocks)^ op deze hoogte nog andere klippen
voorhanden waren, zouden die door Brougbton, die daar
kruistte, gezien zijn. Mogten evenwel de ReüfieUTs Rocks
bestaan, dan liggen zij meer noordelijk en zijn dan ook
dezelfde, die op Janssen 's kaart op 34^ 35' N.Br, en op
den meridiaan van kaap Idsu opgegeven en dus ook door
Vries gezien zijn. Ook zyn nog op dezen togt van Vries
de, in 't N.W.t.W. 5 mijlen en in 't N.N.W. 6 mijlen van
het Barnevelts-eA^nAy liggende eilanden waargenomen en on-
der den naam van Gebroken Eilanden in kaart gebragt. Aan
deze eilanden en niet aan de geheele keten komt de naam
Gebroken Eüanden toe. Aan de geheele keteo — eene reeks
van nog werkzame en uitgedoofde vuurbergen van Ohosima
tot Faisi sjó sima — hebben wij den naam van Tasman's
eilanden gegeven. Ik meende in deze geschiedkundige hy-
1) A vogage of discover^ to the North Pacific Ocean performed in
E. M. Sloop Providence and her tender in the years 1795—98, bg^
W. R. Bronghton. London. 180é. p. 14.0.
18*
Digitized by VjOOQ IC
276
drogeographische bijzonderhedeD te moeten treden, om niet
alleen de voor meer dan twee eeuwen gedane ontdekking vao
deze geheele keten van eilanden door Quast, Tasmanen
Vries onbetwistbaar te bevestigen, maar ook om de jaistheid
hunner waarnemingen door vergelijking met die van vermaarde
zeevaarders van onze eeuw aan te toonen en te doen waar-
deren.
III. DE ONTDEKKING VAN DE OOSTKUST VAN JAPAN
VAN DE KAAP SIROFAMA VAN i^T/PPOiV (HOEK
BOSHO) TOT DEN NOORDHOEK.
De Oosthoek van het eiland Nippon was» met uitzonde-
ring van twee punten, die Quast en Tasman in 1639
gezien en in kaart gebragt hadden, toenmaals onbekend.
Deze zeevaarders verkenden op den 24 Augastus de kust
van Japan op 37^ 30' N.Br., en den 1 en 2 November
op 34^ 54' N.Br. Het eerste was een gedeelte der kust
tnsschen de kaap de Kennis en de Rookhoeck (van Vries],
het andere de Capo de Bosho (der Portugezen), de Zuid-
hoek van het landschap Awa, aan welks Westzijde zich de
ingang tot de baai van Jedo bevindt.
Aan Vries heeft men de ontdekking en de opneming der
geheele kust van den hoek Bosho tot aan den Noordhoek
van Japan (van 34° 58' tot 41° 25' N.Br.) te danken;
eene kuststreek, die tot de opening der havens van Sm(M
en van llakotade (op Jezo) door geen' zeevaarder, dan ia
1739 door Kapt. Spangberg en Walton (1), in 1779
door Kapt. King (2), en in 1796 en 1797 door Kapt.
(1) Foyages et décofivertes /aites par les Busses Ie long des cótes d^^
la Mer glaciale ei sur VOcéan Oriëntale tant vers Ie Japon que ven
VAmérique, par Mr. G. P. Muller. Amsterdam 1766. Vol. I. p. 210.
(2) Tr'oisième voyage de Cook. Tom. IV. p. 372.
Digitized by VjOOQ IC
277
Broughton (1), is bezocht geworden. De beide laalst-
genoemde hydrographea konden echter alleen met behulp
van het gebrekkige kaartje van den zeetogt van Yries^ dat
omstreeks het jaar 1650 door Johannes Janssonins is
uitgegeven (2), den koers van onzen zeevaarder opsporen
eo zijne ontdekkingen bevestigen.
Ook voor den schrijver dezes waren bij de zamenstelling van
dit gedeelte der kost van Nifpon^ behalve oorspronkelijke
Japansche, geene andere kaarten beschikbaar dan Brough-
ton 's kaart (3).
Het is dus van een wezenlijk belaing om thans uit het
teruggevonden Journaal van Vries zijne ontdekkingen toe
te lichten. Daar echter de kennis der configuratie van het
oostelijke gedeelte der kust van het groot eiland Nippon tot
na toe op oorspronkelijk Japansche kaarten berust, volgens
welke de meest beduidende uithoeken, bogten en baaijen,
door Vries, Ei ug en Broughton ontdekt, aardrijkskundig
bepaald, benoemd en in kaart gebragt zijn, zoo dienen
wij ook bij onze herziening der ontdekkingen van Vries
eene Japansche kaart tot grondslag te nemen, en zullen
daartoe onze kaart van het Japansche rijk bezigen, die wij
naar oorspronkelijke kaarten en de waarnemingen der Hof-
astronomisten te Jedo zamengesteld hebben (4). En om ook
uit de waarnemingen van onzen vermaarden zeevaarder zoo
veel mogelijk nut te trekken, zullen wij die in vergelij-
king met anderen tot eenen Zeemansgids langs deze
(1) A voyage of discovery to the North Faeific Ocean perfarmed in
H. M» sloop Frovidence and her tender in the years 1796—98 èy W.
R. Brought^on.
(2) iVbrtf ei accurata Jopaniae, terrae esonia ac insularum adjucentium
ex novissima detectione descriptio apud JoannemJanssoniamé
(3) A general Chart of the Japanne Islands, and N, K Coast of
Anay in Broughton 's Voyage,
(4) Karte mm Japanischen Eeiche noch Originalkarten und Beobach'
iungen der Japaner, ia v. Siebold's Atlas von Zand- und Seeharten
vom Japanischen Beiche, n'. 1.
Digitized by VjOOQ IC
278
weinig bekende kuststreek trachten te bewerken. Op deze
wijze zullen wij aan de scheepvaart langs de Oostkust van
Japan eene dienst bewijzen (1).
De hoek Bosbo. De Z.Oosthoek van Japan, door eea
Toorgebergte van het landschap Awa op het eiland Nippon
gevormd, is door de Portugezen Cabo de Bosho, naar de
niet ver daarvan afgelegene haven van de stad Fósjo genoemd.
Op de oorspronkelijk Japansche kaarten draagt het oostelijke
uiteinde van deze kaap den naam van Firatatsi^ en bet
westelijke dien van Susaki, en het tusschen beide liggende
strand Siro fama, d. i. witte strand. Kaap Susaki ligt,
volgens de waarnemingen van den Hof-astronomist Saknsa-
jemon op 84« 58' 30" N.Br. en 189« 38' O.L. v. Gr.,
en kaap Ftratatsi (door von Krusenstern Cap King %t'
noemd) op 84'' 55' N.Br. en ISS*" 57' O.L. Het zuidelijk-
ste uiteinde van Siro fama op 34* 54' N.Br. en 139° 44'
O.L. Op de originele kaart van Broughton (2) ligt de
Z.Oosthoek van Nippon op 34* 55' N,Br. en 140* 12' O.L.
Vries bepaalde de breedte van kaap Bosko op 35* tlV 30"
N. en nam daar 7* oostelijke miswijzing van het kompas
waar. Door de Amerikaansche expeditie onder €ommodore
(1) In het o^erzigt der reis van den Kapitein-Luitenant ter see
Pabins tot bet broeken van de havens van Hakotade en Siinoia
met de Nederlandsche schroef korvet Medusa^ in September en October
1856, wordt gezegd : « Den 17 Sept. werd HakodcUe verlaten en de reis
langs Nippon'9 Oostkust voortgezet, doch deze togt was hoogst moeije-
lijk. Bene nagenoeg onbekende kust, sterke stroomen^ hevige stomen^
iwee orkanen, slechte kaarten, waarvan de landkaart vanv. Siebold
nog verreweg de beste is. maakten dien togt lang en zorgvoi." Sic!
(2) Deze kaart, welke de schrijver dezes van den Admiraal Sir
Franois Beaufort, Chef van het hydrographisch bureau der Admi-
raliteit te Londen, ter leen gekregen heeft^ is daar onder Idt. B. e. 1.
480 geboekt. Aan het einde van dit Hoofdstuk zullen wij een verge-
l^kend overzigt van de nflmen en de aardrijkskundige ligging der meest
belangrjke punten op de Oostkust van i^i/i^», zoo als die doorYries,
King, Broughton en von Krusenstern benoemd en bepaald
sijui mededeelen.
Digitized by VjOOQIC
279
Perry werd de aardrijkskandige ligging van kaap Fkolatsi
op 34» 53' 15' N.Br- en \W 18' 15" O.L. v. Gr. be-
paald, hetgeen nagenoeg met de door von Krnsenstern
volgens Brooghton^s waarnemingen berekende breedte en
lengte (34<' 54' N. en ikO^ 19' O.) oyereenkomt (1). ^Het
lant is hier op veei plaetten 2, 3 dubbelt (de
bergen Kjo%umif TakOÊukajama^ Tenin^ laatste de berg
King ea EaUijama) maer tteyl op *t water neer^
met veel witte pleeken (Siro fama); het lant om
de Suytf van de hoeck Botho, is hooger als om
de Noort; men kan de wal bequaemelyck aen-
looden van36 totlOvadem, somtyds craelgront,
somtyds singel^ somtyds sant.'' De stroom loopt
hier om de N.0. en N.N.0. Kapt. King berekent desnel-
beid van den stroom, die 45 Eng. mijlen O. van dezen
uithoek N.0. 7i ^* li^P) op 3 Eng. mijlen per uur. Het is
hier' de N.Westelijke grens van den Japanschen stroom (Üjii-
rosiwo, d. i. zwarte zeestroom), die een graad zuidelijker,
volgens de waarnemingen der Amerikaansche expeditie, nog
met eene snelheid van 72' tot 80' per dag loopt. Vries
zag hier steenkroos drijven, hetwelk ook in ongewone menigte
op de hoogte fan Iso mura door de Amerik. expeditie
waargenomen werd, en met den fucus natons van den At-
iantischcn Golfstroom te vergelijken is.
In de bogt van Iso mura merkte men ook eene verkleu-
ring van het water op, die waarschijnlijk aan de drijvende
banken van zeewier toe te schrijven is. Hier werd 74 tot
80 vadem fijne zwarte zandgrond gelood (2).
1) Becueil de mémoires ht/drographigues pour êervir d^atialt/se ei d^ex*
pUeaiion è l' Atlas de POcéan padfique par Ie Cotdre^Amiral de K ro-
sé as ter n. St. Peteisbourg 1827, pag« 178.
(2) Troisihne vo^age <^ Cook. Tom. IV. pag. 384.
(2) Narrative of the expedUion of an AmericaH squadron to the China
seas a. Japan^ performed in the year 1852—54, under the command of
Commodore M. C. Perry, èy Francis L. Hanks. New-York 1856.
pag. 497.
Digitized by VjOOQ IC
280
De ivitte Hoek. ^^Yan de S. O. hoeck van Japan,
yenaemt Bosho, streekl de eust N.N, O. lot de
witte gepleckte hoeek, dan heeft men een
laechlandige inbochty streckende om deNoort^
omtrent 4 myten^ ende de h.ooge santduynj' De
witte Hoeck f op de Japansche kaarten Dai do saki of Oho
figasi sakif d. i. de groote Oosthoek genaamd, ligt, volgens
Vries (Janssons kaart) op 35"* 25' N.Br. Iets zuidelijker
van dien hoek steekt nog een ander voorgebergte in zee uit.
hetwelk van eene digtbij gelegene kleine stad den naam van
Kaisura saki heeft. De baai in het Zuiden van dien hoek,
die Vries voor i^het leege voorlant alwaer eene
rivier scheen in te loopen^' hield, is de hogi na.
IJtsi ura met de haven van Kominalo (d. i. kleine haven),
waarbij verscheidene rivieren, waarvan de Itsumigawa ende
Amanogawa de grootste zijn, uitwateren. Deze haven is 32
Ri (1) van kaap Sagami (ook Nagatzuru en Monomisaki
genoemd), waar zich de ingang van de baai van Jedo be-
vindt, verwijderd, en de eerste, die men, van daar komende,
op de Z.0. kust ontmoet. Digt bij den witten Hoek %eQ
verscheidene rotsen en kleine eilanden, waarvan het grootste
Uwarasima heet; deze schijnen zich onder water in zee
voort te zetten en in een rif uH te loopen. De Amerik.
expeditie nam bier eene gebroken en anders gekleurde zee
in eene diepte van 30 vadem koraalgrond waar, die nog
iets oostelijker op 21 vadem verminderde. E ing en Broagh-
ton zagen op deze hoogte vele visschers en bewonderden de
vlijt, waarmede bet land bebouwd was.
De laere Inboort- Van den witten Hoek tot den Zand-
duinigen \Hoek trekt zich de kust in eene ongeveer negen
mijlen wijde bogt terug, die den naam van Siro solo fofM)
(1) Volgens de berekening van den Hof-astronomist Sakusaje-
mon komen 28 Vs Ri op eenen breedtegraad van 15 Duitsche mijlen.
Overal waar wij van mijlen spreken, zijn Duitsche of geographische
bedoeld; zijn het Engelsche, dan is zulks telkens bijgevoegd.
Digitized by VjOOQIC
281
d. 1. witte dorp strand, heeft. Het is eene lage landstreek,
door verscheidene riyieren en meeren bewaterd. De grootste
rivier is de Kuri jama gawa^ die aan de grens tusschen de
landschappen Kadsusa en Simosa in zee loopt. Langs deze
bogt, nwaer se veel seekroos dryven en lam-
men of duikers swemmen sagen^^"* zeilde Vries
met een' N.O.t.N. koers tot op eenen afstand van 4 of 5
mijlen van den Zandduinigen Hoek^ peilende 10 tot 20
vademen zwarten zandgrond, en verder tot op 4 mijlen O.
van dien hoek 22 tot 42 vademen. De stroom loopt langs
den lagen wal N.0. en N.N.0.
De Zanddulni^e Hoek, Dai do saki genaamd, ligt van
den witten Boek N.O.t.N. omtrent 9 mijlen af, volgens
Vries op 36° N.Br. en volgens de originele kaart van den
Hof-astronomist Takahasi Saku Sajemon op 35® 43'
N.Br. en 140|*46'O.L. »Van de santduynige hoeck
leyi een cleyn eylandeken Oost daer af^ om-
trent een myl, gelyck het Menscheterseiland in
de straet Sunda, Omtrent een myt benoordend"*.
eylant, leyt nog een cleyn eylant^ maer wat
vlaeker gelyck het eylant Haerlem^ maer leyt
dicht onder de wal. Van de Santduynige hoeck
ontfalt hem het lant om de N.N.W.^ ende
maeckt weder een diepe bocht^ syndè al een-
par ie h lae^h lant.'^ Deze is de Walvischbogt, Aan
den Zandduinigen hoek stort zich eene groote rivier, ^de
Nasakay in zee, die diep in het land bevaarbaar is; aan
den mond . van deze rivier is ook eene goede haven, Tosi
minato, vanwaar men 38 Ri naar de voornoemde haven
Komindto rekent. Binnen eenen afstand van omtrent 5 Eng.
mijlen* van dezen uithoek nam King een' zeer sterken
stroom van 5 Eng. mijlen per uur waar (1).
De WalvischbofTt? door Vries zoo genoemd, omdat
men daar eene menigte bruinvisschen, dolfijnen en vele
(1) Troisième voyage de Cook, 1. c.
Digitized by VjÖOQ IC
282
walfissdien zag ; ook nam men daar veel wier waar, hetwelk,
zoo als bekend is, de walvisschen gewoonlijk opzoeken. Op
de Japansche kaarten is deze bogt Füaisi hora no genoemd,
d. i. ylak yeld van het landschap FiiaUi. Met eenen N.W.
koers naar den wal ioopende, yindt men 40 tot 26 yademen
wasigen grond. Het land is laag, vlak en moerassig door de
wateren, die van bet hooge binnenland afzakken, en zich in
poelen en meeren verzamelen (zoo als de meeren van Takeda
en Finmna). In H N.W. nop hei laege lant in het
diepste van de bochi^'^ steekt »een hooge gehak-
kelde bereh*" uit (de bergketting door den Asifo^ Maju-
mif Ohonó en andere bergtoppen gekenmerkt). De N. hoek
van deze bogt is een lage vlakke hoek, de
Iiaffo Hoek door Vries genoemd en op de Japansche
kaarten Minato sakiy d. i. havenhoek, omdat zich daar aan
den mond van de rivier Nakagawa eene aanzienlijke haven
bevindt, die 3 Ri van de stad MiU) en 20 Ri van den ha-
ven van Tósi ligt. Deze afstand komt met de waarnemingen
van Vries goed overeen »de IV. hoek {Minato saki) lach
doen S,t. W. 3 mijlen van ons ^ ende de Santduy-
nige hoek (Tósi minato) lach doen S»t.W. wel 6
mijlen van ons; de N.hoek is een laege vlacke
hoek."' Men heeft hier en meer noordelijk 40 tot 50 va-
demen zandgrond, die naarmate men den wal nadert, op-
droogt. Hier begint het land hooger te worden tot den
Boompjeshoek. ^Een sieylen hoek gelyckende
een eylant, alwaer wy (Vries) uyt de Noort
after van daen saegen comen, verscheyden
vissehersbercken, quaemen te see om te vis-
schen; wat dichter bij d*. hoek eomende tot
op 2 4 vadem, wit santgront, de gront te
vooren swart santgront geweest hebbende,
Waeren een myl van de hoeck, saegen doen
dat daer een rivier after in streckte Noort
op; hier is heel hooch binnenlant op som-
Digitized by VjOOQIC
283
mtge plaeisen 2,3,4 dubbelt^ ende op veel
plaetsen eompt het hooge lant tieyl op "t wa-
ter neer. Sy noemden (de visschcrs] die rivier
dien after de genoemde steylen hoeck om de
Noort opstreektOj Gissima^ ende presenteerden
ons daerin te brengen; ivesen dat daer in
'/ incomen 9 a 10 vadem waters' was^ ende dat
het om de Noort niet en docht. Op de steylen
hoeefc van Gissima staet wat in 7 lant een
dramei boomen gelyck of U een fort was^
waervan een boom boven de andere uytsteekt
in hooehtoy hebbende een ronde cron.^^ De
bootnpjeshoek is het voorgebergte, Siwqja saki geDoemd, de
rivier de Same gawa of Salm rivier. Eene plaats Gissima
bestaat bier niet, mogelijk was daarmede de stad Idsumi^
die eene mijl van den mond van de rivier ligt, of wel de
booge berg van Irusima bedoeld; digt bij den mond der
rivier is eene havent waarvan de afstand van Minato saki
op 24 Ri aangegeven wordt. Het booge land wordt door
eene bergkelen gevormd, waarvan zich de Jonowoko^ Akai-
now(Aa en Irusima kenmerken, achter welke de toppen van
den Jakojama en van andere hoogere gebergten uitsteken.
Den Boompjeshoek W. */i S. 3 mijlen en eenen hoek,
T^daer benoorden liggende^ die seer cartelich
van eleyne berchies was N. */• W^» 3 mijlen pij-
lende, bevond zich Vries op 37^ 5' N.Br., »hadden
doen de diepte van 40, 36 vadem swarte sant-
gront.*'' Volgens deze waarneming zoude de boompjeshoek
op 37* 1' N.Br. liggen. Op onze kaart ligt die op SB*» 52'
dus 9' zaidelijkef. nOmtrent 6 mijlen van d". hoeck
begint het hooch land te streeken om de
Woorty Daar is
De Oecartelde Hoek, ook Caep de Kennis genoemd,
omdat Vries op deze hoogte zes dagen kruistte, ten einde
het jagt Breskens in te wachten. Deze kaap op den 25 Mei
Digitized by VjOOQIC
284
binnen eenen afstand van 4 mijlen van H land Z^.t.Z. en
het noordelijkste land dat men zien kon {Karasu ^aAriopdè
Japansche kaarten) N.W.t.N. peilende, bevond zich Vries
op de gegiste breedte van 37 * 39' N. Volgens onze 'kaart
zoude zij zich op 37° 3^2' N.Br. bevonden hebben^ hetwelk
slechts een verschil van 1' voor de breedtebepaling van deze
kaap oplevert. Volgens Vries ligt dos de Kaap de Eennis
op 37** 11' en volgens onze kaart op ST** 4', op de kaart
van Jan SS on echter op 37* 22' N.Br. Op den middag
van den 26 Mei, de Kaap de Kennis in eenen a&tand van
omtrent 7 mijlen W. 7i 2* ^^^ ^dch, bevond zich Vries
op de bevonden breedte van 37° 20' N. Volgens deze waar-
neming zoude echter de meergenoemde kaap op 37* 16'
N.Br. komen te liggen, hetwelk merkwaardig overeenkomt
met de later door Kapt. King waargenomene breedte van
37° 15' N. De door Broughton op zijne originele kaart
opgegevene breedte komt met die op onze kaart juist over-
een. De gedurende de kruistogt op de hoogte van Kaap de
Kennis waargenomene diepten leveren de volgende uitkomst
op: op eenen afstand van 2 tot 3 mijlen, 25 tot 40 vademen
wasige zwarte zandgrond, op 4 tot 5 mijlen afstand van 45
tot 95 vadem wasige grond, konden echter geen grond op-
krijgen.
Op de kaart van Jansson en op de kaart van ngedaene
ontdeckinghe onder den Commandeur Marten Gerritsen
Vries, A°. 1643 (1), vindt men «enen hoeck »Roock
hoeck^' genaamd, die eehter in 't Journael niet vermeld
wordt. ♦
De Rookhoek is buiten twijfel het noordelijkste land op
den 25 Mei in 't N.W.t.W. gezien en op de Japansche kaar-
ten Karas^no saki, d. i. : Ravenkaap genoemd. »Ëen
hoeck benoorden ons dat hooch lant waSj
maer laech op U water neerliep.^^ De kust strekt
(l)Vou Siebold, Atlas von Land- und Seekarten, N'. 11.
Digitized by VjOOQ IC
285
zich Z. e% N. uit« Den 27 Mei 's namiddags dezen hoek Z.W.
en het noordelijkste land N.N.W. peilende, bevond zich Vries
op de 'bevonden breedte van 37^ 50' N., zoodat de breedte
van den Rookhoek 37° 42' zoude zijn, hetwelk ook met de
kaart van Jansson juist overeenkomt en met onze kaart
slechts een verschil van — 3' oplevert. » Waeren hier bij
wit gepleckt lant met eenige santboschies,
omtrent 2 mijion van lant hadden de diepte
van 19, 20 vadem^ singel ende grove sant-
gront, hier was de gront ongelycke diepte cort
op onde af. Het voorlant is duynich lant,
maar anders hooch lant, (rp sommige plaetsen
dubbelt; het lant om de Noort scheen een
bocht beginnen te maecken. Wij vernoemen
dat de stroom hier heen ende weer langs de
wal liep.'*^ De verandering van den grond, die vroeger
wasig en zwart zand was, en hier singel en grof zandgrond,
bevestigt, dat zich Vries op den 27 Mei 's middags op
omtrent 3 mijlen afstand van den Rookhoek bevondt, waar
zich eene groote rivier, de Tamanogawa^ in zee stort en
zwaren kegelzand met zich sleept. Ook wordt in 't Jour-
naal maar eens van den lagen Santhoek gewaagd, te weten
op den 31 Mei, 's middags, waar zich Vries op 38° N.Br.
binnen een afstand van 7 è 8 mijlen, W. daarvan op 70 — 75
vademen bevond. Op dé kaart van Vries en Jansson is
die uithoek op ongeveer 38° i O' N.Br. aangeteekend. De plaats
echter, waar Vries op den 29 Mei het werpanker op 29
vademen singelgrond vallen liet, en waar hij zich op den mid-
dag naar gissing op 38° en 4 mijlen van den wal bevond, is
door een ankertje aangemerkt ; deze bevindt zich in 't Z.0. van
Den lianen Zandhoek, die op de Japansche kaarten
Ara fama, d. i. : woeste strand, genoemd is. Daar loopt
eene van de grootste rivieren van de oostkust van Nippon
in zee, de Ara Kuma gawa, aan welke ook de ongelijke
diepte, de banken en de singelgrond te wijten is. De groote
Digitized by VjOOQ IC
286
bogt, die zich van hier allengs tol de Kaap Kinfgmsany in
*t Journaal Eylani Tay genaamd, is de baai van Sendai,
waar zich de haven van Siho kama bevindt, waarvan men
42 Ri naar de kaap de Eennis rekent. Op onze kaart ligt
de mond van den Ara kuma gawa op 38"^ 5' en de baTen
van Siho kama op 38<* 22' N.Br.
Kaap Klnkwasan. Een eiland Toy bestaat niet; daar-
mede is echter baiten twijfel het eiland Kinkwasan verstaao,
hetwelk ongeveer 1 mijl van het voorgebergte afligt, dat het
oostelijk uiteinde van de baai van Sendai vormt. nDexet^
uiisteeckende hoeek van Toy is heel kenbaer;
als men uyt de Suyt komt^ vertoont hem aU
een hooeh eylant^ ende een weynich daer be-
westen met een rey van gehaekelt geberehtet
met een corte spaetsy laech lani»*' Dit eiland is
Vries den 1 Junij.op een* afstand van eene mijl genaderd^
en tusschen dit en een ander, dat hij Tafeleiland (op onze
kaart Nagafama) noemde, ingezeild; otvaeren omtrent
1 myl van de wal^ wenden 7 doen^ fsee gewent
synde,'^ Volgens zijne waarneming op den middag van den
1 Junij waar hij, den spitsberg van Toy N.W. */, W. op 2
k 3 mijlen afstands peilende, zich op 38*" 24' gegiste breedte
bevond, ligt dit eiland op SS"" 32' N.Br., hetwelk slechts
een verschil van + 7' met de bepaling van den Japanscben
Hof-astronomist Sakusajemon oplevert. Deze waameiniDg
werd op den 2 Julij bevestigd, waar het zuideinde van Tojf
op 38** 29' bevonden werd, overeenleggende met het zuid-
einde van het Tafeleiland. »Recht Noorden 'van het
Suyteynt van Toy 1 d 2 mylen liggen eenige
gebroocken eylanden ende dippen onder de
wal; wat landelycker leyt noeh een eylantie,
wat langer ende hooger [Dezima); dtcht onder
de oust een half myl daer benoorden leyt noeh
een ront eylantie gelyck een Toppershoetien
(Jesima), daer aen beyde eynden al scherpe
Digitized by VjOOQIC
287
dippen^ die boven water leggen, afstteeken
ende vertonen haer als naelden. Tussehen
het vorige eylant ende het Toppershoetien
geleek een rivier in 't lant te loopen*\ Dit is
echter eene diepe bogt Sjuga fama genoemd. •De e ast
streckte hun hier al noortwaarts, maar met
veel inboehten ende was al hooch lant.'*'* Deze
eilandjes zijn op de originele kaart van Vrie^ •Schild-
pads eylantjes'^ genoemd. Overigens is de beschrijving
daarvan en van dit voor de vaart langs de Oostkost van
Nippon gewigtig punt van verkenning voortreffelijk; wij
willen echter nog aanmerken, dat tassehen het zoogenoemde
eiland Toy {Kvnkwasan) en den vasten wal een voor Japan*
scha gropte schepen bevaarbaar kanaal bestaat, dat Jama
tori no seto^ d. i. het fazanten kanaal, genoemd wordt, en
dat aan de Noordzijde van de bogt van ^'ti^o/ama zich een
tak van de groote rivier Figami gawa in zee stort, die te-
vens bevaarbaar is voor groote schepen en door' een kanaal
bij Miato^ eesoe haven in de baai van Sendai uit watert.
Door deze 9 Ri lange vaart, die voor gewone niet al te
groote schepen geschikt is, wordt de omzeiling van kaap
Kinkwasan vermeden, die anders 22 Ri bedraagt. Mogelijk
is die ook voor kleine stoomschep^ bevaarbaar. Langs het
grootste gedekte van de Oostkust van Nippon droogt het
water langzaam tot Op 10 vademen en minder op; rondom
de kaap Kinkwasan echter vindt men reeds op korten af-
stand eene diepte van 80 vademen, en eenige mij(,en verder
in zee geen grond meer. In het Z.0. van Kinkwasan^ 2
en 3 mijlen van daar, nam Vries eene om de Zuid loopende
strooming waar* Ook Broughton heeft (7 en 8 Septem-
ber 1797) langs de Oostkust van Nippon op 39"* 55' tot
40O 44' N.Br. eene sterke Z. en Z.Westelijke strooming
waargenomen. Deze heeft Vries reeds zuidelijker op 37°
39' op een* afstand van 4 mijlen van de kust ontmoet, en
ais oorzaak * van de korte vreeseiyk holle zee verklaard, aom-
Digitized by VjOOQ IC
288
dat de stroomiug tegen de wind {uil S.S.O,)
liep.'' De Japansche stroom, de reeds vroeger genoemde
Kuro siwo of zwarte zeestroom, schijnt aan den grootca
oosthoek van Nippon^ kaap Daihó saki^ zijne kracht te bre-
ken, en vervolgens/ langs de kaap de Rennis meer N.Ooste-
lijk te worden afgeleid. Behalve zijne snelheid en zijne rig-
ting, die aan den zeeman niet ontgaan kunnen, kenmerkt
zich de loop van dezen stroom gedurende de koudere jaar-
getijden en in hoogere breedte door den digten mist, die
'jj morgens en 's avonds zijn stroomgebied bedekt. Vries
klaagt dikwijle tot op de hoogte van bijna SS"* N.Br. over
nvreeselycke donckere misV\ terwijl hij noordelijk
door heet mooi begunstigd werd. Men kan dus als cene wet
van dezen warmen stroom aannemen, dat zijn gebied zich
langs de Oostkust van Nippon niet verder dan op 38* N.Br.
uitstrekt, en dat zich tusschen hem en langs de kust een
koude stroom indringt, die van de Zuidkust van jezo en
mogelijk van de straat van Tsungar^ waar, door dit tot op
12 Eng. mijlen verengd kanaal, de doorstrooming van al dat
water belet wordt, afzakt en naar het Zuiden loopt. Dat
deze aan den invloed der afwisselende winden min of meer
blootgesteld is, is natuurlijk, en zijne kracht scbijut zich als
het ware aan die van den warmen stroom allengskens te
breken, alhoewel beide stroomen duidelijk onderscheidbaar
voorbij stroomen. Want nog op de boogie van de Tasmans
eilanden wordt door de Japanners sedert eeuwen de grenslijn
van den Kuro siwo waargenomen en bepaald. Ook is de
w^armte van het zeewater in het Noorden van de Oostkust
van Nippon aanmerkelijk lager als van dat van den Kuro-
siwo, zijnde het maximum der temperatuur van dien stroom
op 86^ Fabr. en die der zee bij kaap Kurosaki (39® 56')
slechts op 55° Fahr.
De Tafelberg. n*s Avonts lach de Oosthoeckvan
Toy S, W,t,S. 5 d 6 mylen van ons^ saegen in ''t
N.t.0, een heel hoogen vlacken berch^ dien erj
Digitized by VjOOQIC
289
den naem gavên van den Tafelberchy Deze is»
volgens deze peilingen op den 2 Jnnij gedaan» waarschijnlijk
kaap Wosaki op de Japansche kaarten ; hetwelk ook met de
kaart van Jansson en met de waarnemingen van King
en Broughton overeenkomt. Daarna zon de hoek vanden
Tafelberg op ongeveer 39* tot 39*» 15' N.Br. moeten liggen.
De beslissing daarvan laten wij aan het onderzoek van Ne-
derlandsche zeevaarders — zoo hopen wij — over ; betreu-
ren echter zeer» dat Commodore P^rry de Oostkust van
Nippon^ van de Witte hoek af aan tot kaap Sirij/tsaki een
afstand van vier en een vierde graad van breedte^ of 255
Eng. mijlen voorbijgestoomd is, zonder de aardrijlukundige
ligging van deze zoo weinig bekende kuststreek nader onder-
zocht te hebben.
Gaap de Goeree of Goede ree. ^Een steylen hoo-
ien gehackelde hoeck^ dien wy Caep de Goeree
noemden^ omdat tustchen beyden schenen veel
havens ende eylanden te liggen, daer (eene)
Goede, ree soo het leeck after waere; de cusi
streek t hier N.t.0. ende S.t.WJ*'* Volgens zijn bestek
van *s middags den 3 Juoij» waar Vries op 39"* 28' N.Br.
caep de Goeree N.t.W. 4 mijlen van zich had, zoude deze
kaap op 39'' 45' N.Br. liggen. Op Janssons kaart is de-
zelve op 39'' 40' geplaatst. Het is de oostelijkste uithoek
vao Pfipponf Euro saki^ d. i. de zwarte kaap genoemd,
die volgens Sakusajcmon op 39'* 56' N.Br- en 142'' 10'
O.L., volgens B r on ght o n*s originele kaart 20' oostelijker»
en volgens v. Ernsenstern's berekening 10' oostelijker
ligt. Wij zijn van meening' aan de breedtebepaling van
Vries thans» waar wij zijn Joumael kennen, de voorkeur
te moeten geven, en vooronderstellen, dat de kaap JTtiro-
soit, op de Japansche kaarten te ver van Tnko famoy waar
zich de zoogenoemde haven van Wabo of Nambu Ëevindt»
geplaatst is. De haven van Nabo, waarheen de Japansche
I visschers aanboden Vries te zullen brengen, is die van
19
Digitized by VjOOQ IC
290
Mijako; en die van Schay is die van Kmi (ook Kmimka
genoemd). De eerste is 38 Ri van de haven van De%ima
bij kaap Kinkwasan gelegen, en de laatste ligt 20 Ri noor-
delijk van die van Mijaka af. Deze beide havens en nog
eene 20 Ri noordelijker bij' den Noordoosthoek gelegen, zijn
de drie yoornaamste havens van het noordelijkste gedeelte
der Oostkust van Nippon^ dat onder het district van Namh
behoort: daarvan Nabo of Nambu (1). ^Een groote
voert, streckende S.S. W, heel diep in 7 landt
souden naer wy tien conden daer heel uyt der
see seylen connen^^^ werd de Voert van Goeree ge-
noemd. , Het is de raime ingang van de haven van Mijako^
door Broughton en King op hanne (al te kleine) kaarten
met den naam van Port en Cape Nambu beteekend. De
beschrijving, die King van den ingang maakt, komt met
de Japansche kaart daarvan overeen; dezelve wordt door
twee landpunten gevormd, waarvan de noordelijke lage [vkne
pointe basse de terrè) Tako fama, d. i. Inktvisch strand,
heet, de zuidelijke hooger is, en met een* kegelberg eindigt
(uné colline en forme de cone) en deswege den naam van
Taka fama^ d. i. hooge strand, heeft (2). De diepte der
zee is hier, 2 tot A mijlen 'afstands van den wal, meer dan
100 vademen wasigen grond. De kaap Kurosaki kenmerkt
zich door eenige hooge naar binnen liggende kegelbergen (de
Kairaki en ICabutojamd), die tot het einde van Mei nog
met sneeuw bedekt zijn.
De Noordhoek. nHet verste lant dat wy sien
conden, lach N.t.W, 8 mylen van ons (ende
(1) Wij hebben reeds in onze n Geichichte der Bnfdeckungen " aan-
getoond, dat digt bij deze haven, en waarschijnlijk in de bogt van
Komoio, het jacht Breakens vervallen en Kapt. S c ha ep gevangen
genomen is. Verg, pag. 100, aanmerking 20.
(2) Vergelijk: Troisième v<n/age de Cook, Tona. lY. p, 372. pL79.
Oeschichte der Entékckungen im Geblete von Japan, von v. Siebold,
pag. 10 en 92. Anmerk. 20.
Digitized by VjOOQIC
291
Gaep de Goeree S.S, W. 2 mylen) ende was een
vlacke hooge berch (de Croonbereh?)] ende een
laege vtacke afgaende hoeek lath N,N.W. 4 d 5
mylen van ons" De veronderstelde Noordhoek van
Japan is. zoo als uit de Japansche kaarten te zien is en uit
de opneming van Bronghton blykt, slechts een gedeelte
van de kust, die zich van bet oostelijkste uiteinde van iftp*
pon (kaap ' de Goeree of Kurosaki) in eene noordwestelijke
rigting uitstrekt tot op 41* 34' N.Br. Deze door Vries
geziene^ Noordhoek is de kaap Tane itsi en de » laege
vlacke afgaende hoeck" de kaap Misaki op de Ja-
pansche kaarten, de eerste volgens Janssons kaart op 40®
10', echter door Sakusajemon , Eing en Broughton
15' tot 16' meer noordelijk geplaatst. Daar wij, alvorens
wij van Vries Journael kennis namen, vooronderstelden,
dat de door hem benoemde Noordhoek kaap Misaki was,
omdat de op Janssons kaart daarvoor opgegevene breedte
juist mede overeenkwam, zoo hebben wij op onze kaart aan
kaap Misaki den naam van kaap de Vries gegeven/ terwijl
wij aan kaap Tane isii den van von Krusenstern gege-
ven naam Pointe JYord, King, bijbehielden. Langs deze
kust tot op ongeveer 40** 23' N.Br. heeft men op een af-
stand van 4^5 mijlen 72 è 100 vadem graanwe zandgrond.
Kaap SirUasaki, of de Noord-Oosthoek (P. Nord-Est,
Krusenstern.) Aan onzen Nederlandschen zeevaarder Vr i es
en aan den Engelschen King bleef deze kaap onbekend. Op
de, volgens oorspronkelijk Japansche, ontworpen kaarten van de
17* eeuw vindt men het noordelijk gedeelte van iVippow door
omtrekken begrensd, die deze kaap duidelijk laten herkennen.
Zijne aardrijkskundige ligging echter hebben wij aan Brough-
ton te danken, die dit voorgebergte den 9 ^ugustus 1797
omzeilde, en hetzelve den 25 d. m. nader bepaalde en
Cape Nambu noemde. Op deszelfs originele kaart is kaap
Nambu op 41« 15' N.Br. en 141« 30' CiL. geplaatst. Von
Krusenstern berekende de ligging van deze kaap op 41*»
19*
Digitized by VjOOQ IC
292
22' 45" N.Br. en 141° 30' O.L., en Sakusajemon op
iV 25' N.Br. en 14P 46' OX. Op de kaart van i^lhe
Kuril Islands from v. Krusenstern, v. Siebold and
Broaghton'" oitgegevea in 1856, door het hydrographisch
bureau van de Admiraliteit te Londen, is von Erusen-
8 ternes berekening bijbehouden. Digtbij liggen rotsen en
een eilandje Rakosima^ d. i. Robben eiland genoemd. Op
den 5 Junij was Vries op deze hoogte en zag teveel see-
robben end e veel drift" Het diepte hier langzaam
van 70 tot 100 vadem graauwe zandgrond.
De Kaap ToriwisaU (The North Point of Nipon,
Brought.). Ook van deze kaap hebben wij de aardrijks-
kundige ligging aan Broughton te danken: »a low plat
poini situaied in the laiUude 4P 31' N. and 140<» 50' £.
of GreenwJ*'' Volgens Sakusajemon ligt deze echter 3'
noordelijker en 20' oostelijker, en op de kaart der Admiraliteit
op de breedte volgens Broughton, maar 8' oostelijker.
Ook deze kaap eindigt met een eilandje, Benten genoemd,
dat aan de Godin Ben zai ten, eene beschermster tegen
zeemonsters; toegewijd is en met eene groep rotsen, die
zich gelijk naalden boven water vertoonen.
Tusschen kaap Sirijasaki en Toriwisaki vormt de kust
eene diepe bogt, waar zich de haven van Ohobata bevindt,
die 20 Ri van de aan de Oostkust •gelegen haven van Kuzi
afligt. Verder westelijk van daar bij Óhoai is nog eene kleine ,
havenplaats voor schepen, die naar de baai en haven van
Awomori varen, waarheen 23 Ri gerekend wordt. Bij kaap
Toriwisaki neemt de kust eene Z. Westelijke en vervolgens
nog meer zuidelijke rigting aan, en loopt alsdan bii kaap
Kusö domari naar O.N.0. om ; en dit noordelijkste uiteinde
van Nippon krijgt als het ware de gedaante van een klein
schiereiland, waar zich de Jakejama^ een uitgedoofde vuur-
berg in het midden van kleinere kegelbergen, 3200 voet
hoog verheft. M# het tegenoverliggend N, Westelijk uiteinde,
waarvan de noordelijkste hoeken Tatsupisaki en Takonosakige-
Digitized by VjOOQIC
293
lioemd worden, Yormtditschiereilanddeaongeveer 2 mijlen wij-
den ingang der baai van Awomori^ die eene roimte van 5
tot 6 D mijlen beslaat, en met den tijd voor de zeevaart
belangrijk worden kan. Eaap Tatsupisaki of kaap Tsugar^
die volgens von Erusenstern op 41*^ 16' 20" NBr. en
140^ 30' O.L. ligt, vormt met de tegenoverliggende kaap Tdd^Mt
of K. Matmai op Je%o, die op 41^ 30' NBr. en 139^ 57'O.L.
ligt den westelijken ingang in de straat Tsugar, terwijl kaap
Sirijasaki en de tegenover op Je%o liggende kaap Jesan
volgens Broughton op 41*» 49' 20" N,Br. en 141» 20'
O.L. den oostelijken ingang tot deze straat, die op Japan
KuHnoseto genoemd wordt, bebeerscht.
Wij hebben deze aardrijkskundige uitweiding gemaakt, om
den door Vries Langs de Oostkust tot naar den Noordhoek
van Nippon het eerst gebaanden weg verder nog aan te wij-
zen, en wel tot de haven van Hakotade op Jezo^ ïie sedert
den 31 Maart 1854 aan alle de zeemogendheden, die met
Jafan een tractaat van scheepvaart gesloten hebben, geopend
is. En zoo vinden wij het ook doelmatig, dezen Zeemans*
gids met eene zeildirectie voor het inloopen in de straat van
Tsugar en de baai van Hakotade te sluiten.
De Baai van Hakotade ligt N.W. */« ^'-^P ^^^^ afstand
van omtrent 45 Eng. mijlen van kaap Sirijasaki op Nippon
verwijderd. Op deze hoogte gekomen en de rotsen, die aan
de Oost- en Noordzijde van deze kaap uitsteken, vooruit-
geloopen, bekomt men de kapen Jezan en Siwokubi met h^t
hooge land van Je%o en de Noordkaap van Nippon [Toriwi-
saki) in het gezigt. Men boude aanvankelijk op kaap Jezan^
en vervolgens, kaap Toriwi West peilende, op kaap Siwo-
kubi aan. Deze ligt o^ 41» 49' 22" N.Br. en 140*47' 45"
O.L. De stroom, die de straat in 't Westen met eene snelheid
van 5' in het uur inzet, is in het midden (ier straat het
sterkst, namelijk tusschen kaap Siwokubi en Toriwisaki^ waar
de straat het naauwst, 10 tot 12 Eng. iiijleOf^brced is. Ja-
pansche vaartuigen, die naar de haven van Ohobata zeilen,
Digitized by VjOOQ IC
294
gaan derhalve digt bij kaap SHrijasaki Toorbij en honden
sich langs de kust, waar de stroom minder bespeurd wordt ;
ook loopt hij, volgens de mededeelingen van Japanners, bij
Ttmwisaki digt bij de kust van Jfippan W.t^Z. om en Z.W.,
hetwelk zich als eene terugstrooming van de watermassa be-
schonwen laat^ die de naanwte tnsschen Sitcokum en Tm-
wisaki niel doorstroomen kan. De Noordkust van Nippm is
echter klippig, en in het N.N.W. van het Benten eilandje
zijn gevaarlijke ravelingen. Bij mistig weder en bij nacht is
het niet raadzaam de straat in te loopen. Stoomschepen kun-
nen zich met het hoofd in zee gemakkelijk aan den ingang
honden, totdat zij gelegenheid hebben binnen te loopen.
Van den Noordhoek van Japan naar de kaap Jerimo op
Jwo overstekende, werd aan boord van Castricum 72 tot
iOO vademen gewone zandgrond gelood; men was vervolgens
grond af, en vond op eenen afstand van 4 mijlen N. van
dezen nithoek weder 50 vadem zandgrond. Deze waarne-
mingen kunnen tot maatstaf der diepte van den Oostdijken
ingang der straat Tsuyar dienen. In het midden der straat
vindt men 50 tot 130 vademen. Wanneer men den hoek
van Siwokubi^ die 12' O.Z.O.^sO. van de stad Haküdale
ligt, gepasseerd is, kan men de masten der in de haven voor
anker liggende schepen, boven eene lage landengte uitsteken-
de, zien. Daarnaar neemt men nn zijnen cours. Bij het in-
zeilen in de haven dient, bij helder weder, de 3169 voet
hooge Komagatake of Zadelberg tot gids. Nadat men op
eenen afstand van 1 Eng. mijl (ten einde de stilte onder de
lagen wal te mijden) het 1136 voet hooge, door eene lage
landengte met het Oostelijk gedeelte der baai verbonden voor-
gebergte, aan welks N.0. zijde de stad Hakotade ligt, om-
zeild heeft, boude men op den scherpen piek van den Ko-
magataki^ die Noord strekt, aan, totdat de Oostpiek van
den Zadel, die N.0. bij N. strekt, zich Westelijk van den
ronden knop. op de kant van het Zadelgebergte be-
Digitized by VjOOQIC
295
vindi (i)i alsdan hale men vin N. naar O. ov^, tot dat inaa
het midden van den zandhenvel op de landengte Z,0.t.O«
74 O. van zich beeft. Zoo doende vermydt men eene droog->
te, die aan bet Westeinde der stad in eeae N.N.Westelpe
rigting '/^ mijl uitstrekt. Alsdan brengt mea den zandbewel
op de bakboordzijde, en loopt door, tot dat men den West-
hoek der stad Z,W,*/jjW. van zich beeft, waar men den
besten aakergrond op 57, tot 6 vadem diepte vindt. Minder
groote schepen kannen tot op 74 ^y} ^^^ hoek van Tsuki
digt bij de stad naderen* In geval men bij mist of betrok-
ken lacbt den Piek of den Zadel niet onderkennen kan,
sture men, nadat men, zoo als gezegd, het voorgebergte om-
zeild heeft^ N.0. 7sO., totdat men den sandhenvel in de
opgegevene rigting voor zich heeft. Bi) ongonstigen wind
vindt men op de buitenree op 25 — 12 vadem goeden anker-
grond. De diepte aan den mond der baai is omtrent 30
vadem en droogt allengs tot 6 en minder op. Hakotade (de
mond der rivier Kameta) ligt op 4P 49' 22'' N.Br. en
140O 47' 45^' o.L. De miswijzing van het kompas is i"* 30' W.
Hoog water bij nieuwe en volle maan 5 uur. De grootste
rijzing en daling van het water bedraagt 3 voet.
IV. DE ONTDEKKING VAN HET LAND VAN JEZO.
Van den vermeenden ^ Woordelijcke hoede van Japan''*
had Vries den koers N.N.0. genomen en bevond zich
's middags den 7 Junij op 162** 1' O. v. Teneriffe (volgens
onze verbetering op 143** 39' 36" O. v. Gr. en op 41** 24'
(1) /y Ster for the sharp peak of Kamagataki, bearing aboat north»
until the east peak of the Saddle, bearing about N.E. by N. opens
to the westwards of the round knop on the sidc of the mountain.*'
Sailing durections for Hakotadi, by Lieut. Wm.iL. Manry, inHawks
Narratioe, pag. 691.
Digitized by CiOOQ IC
296
bevonden N.Br.) (1). Van daar tot op M"" 36' N.Br.heefi
men 70 tot 100 yademen graaawen zandgrond, langzaam
opdiepende totdat men grond af is. Zij hadden 's ochtends
omtrent 10 uar hoog land gezien. Dit was de
Kaap Jerimo, de Z.O.hoek van Je%o (Eroen of Grm,
Vt i e s) > «en hoogen steylen hoeek^'" en iigt volgens B r o agh-
ton's orig. kaart op 41« 53' N.Br, en U2'^ 55' O.L. Vol-
gens Sakasajemon^s kaart echter op 41'' 56' N.Br. ea
143^ 39' 10" O.L. Omtrent 4 mijlen van dezen hoek loodt
men 50 vademen zandgrond en 3 mijlen daarvan 24 vad.
schnipige zandgrond. Men kan den hoogen hoek tot op Vi
mijl naderen en vervolgens langs den wal op de diepte van
20 — 24 vad. sturen. > Van O", hoede streeki het land S,
ende is hier hoêch dubbelt lant ende op de toppen bedeii
met eneeuw.^^
Den Z.O.hoek Z.W. 7f 2* 5 mijlen abtand peilende, heeft
men in het N.W.t.N. tteen groote bay ofte inbocht. Dit is
de baai van Firoro. Vries nam een* N.0. koers langs deo
wal; het was mistig weer, de zee liep om de N., hem Daar
den wal zettende, waar hij op 26 vademen grove zandgrond
ankerde ; zij konden de landzee hooren raischen. De hoek
van deze ankerplaats wordt
(1) Langs de oostkast van Nippon hebben wij op de lengtebepaliQ*
gen van Vries niet gelet, omdat in het Joamaal gedurende deien
togt de afstand van de Japansche kust telkens naauwkeurig opgegerea
is. Wij hebben echter opgemerkt dat de in het Journaal opgegeveoe
gegiste lengte van het eiland Faisisfo met ongeveer + 8* moest ver-
beterd worden. Die van den hoek Bosho levert reeds een verschil va&
+ 2* 22' O. en die van Kaap Misaki en Kaap Taneitti raim + ^'
O. op. Volgens deze verbetering zoude zich Vries op den middag
van den 7 Junij op 143* 39' 36" O. L. v. Greenw. bevonden hebben,
en den pS,0.hoeck van Eto** Kaap Jerim, 9 èk 10 mijlen in hetN.
peilende, op 41* 24' N.Br. Beide 'waarnemingen zijn, voor zoo verre
wij tot heden de aardrijkskundige living van den Z.Choek van ƒ<»«'
kennen, zeer goed; de lengte verschilt bpa niets met die van de
kaart van den Hof-sterrekundige en de breedte 4* 9' met die op
Broughton's originele kaart.
Digitized by VjOOQIC
297
Gabbeljaus hoeck genaamd en is waarsehijnlijk de lage
uithoek digt bij Tobui in de rivier MonbeiSf waar bet hooge
land 4ifvalt. Tobui ligt 35' noordelijker en 18' oostelijker
als de plaats Saruru^ wiens breedte door de Hof-astronor
misten op 42<' 7' Ü. en de lengte op 143'' 56' O. bepaald
is. Dit laatstgenoemde oord is eene Japansche wachtplaats,
en mogelijk zou men aan den mond yan de rivier kunnen
ankeren. Van Japansche schepen wordt die plaats sedert eene
eeuw bezocht. Ik merk zulks op, omdat in het Journaal ge-
zegd is : » Voorts heeft de eust veel bochten, moer can niet
geanckert worden daer men voor de see beschut liehtJ*^
Den 9 Junij op 15 vadem singelgrond ten anker gekomen,
wordt 's middags de breedte van 42'' 44' N. berekend en de
Z.O.hoek van Jeio 12 mijlen Z.W.t.Z. en een lagen hoek
(Cabbeljaus hoeck) 6 mijlen Z.W.t.W. gepeild, •hadden
noch^een hoeck ^ in U N.0. */« ö. 6 of 1 myten van ons
^ (Goutsioer*)f alwaer wel een revier geleeck bij in te strec-
ken soo wy sien conden ; saegen noch lant in '/ OJ.NJ*''
Vries bévondt zich zoo mede in een a&tandvanVi luijl
van het aanzienlijke dorp Tokatsi, {Toca^tie, Vries), waar
de rivier Usibets^ eene van de grootste op de Oostkust van
Je%o uitwatert, en de kust zich in eene lage bogt terugtrekt.
Op de originele kaart van Vries (1) staan de woorden:
T» Alhier {Tocaptie) komt haar U eerste vaartuyg van dit
Land aan boort, daarin syn twee mannen en een jongen,
^eel süver om haar hebbende en wijsen na U gebergte,
dat daer süver in overvloei w." Deze eerste ontmoeting
met de inboorlingen vamJejo wordt in het Journaal meer
breedvoerig verhaald. Met uitzondering van eenige vroegere
mededeelingen omtrent dezen merkwaardigen landaard, die
^Ü in de brieven van de Christelijke zendelingen in de 16
en 17 eeuw vinden (2) eji eenige bijzonderheden daaromtrent •
(1) Vou Sieboid, Atlas von Land- und Seeiarieu, n*. 11. E.
(2) Rerum a Sodetate Jesu in OrieiUe geêtarum Volumen. Coloniae.
1574. in 8'. pag. 426. Nicolaes Witsen, Noord-Oost Tariarye,
Digitized by VjOOQIC
298
door de reisgenotoD van Vries in de 17 eeaw bekend ge-
maakt (1;, behoort de beschrijving van dit volk, zoo als ook
van zijne zeden en gebmiken aan verscheidene plaatsen van
het Journaal ingelascht, tot de belangrijkste bijdragen, welke
vrij door Earopische zeevaarders van dezen volksstam, thans
bekend onder den naam van Aino's of de ruige Furüen,
verkregen hebben. Om echter onze geo-hydrographische toe-
lichtingen niet telkens af te breken, zullen wij aan den
volkstam der Aino's een bijzonder hoofdstuk aan het slot
dezer erhandelingen toewijden.
t)e BofiTt Tan TokaUi heeft haren naam van het dorp
dat aan den noordelijken mond van de deltavbrmige uitwa-
tering der rivier Usibeis op 42« 39' N.B. en 144^ 22' OX.
ligt. De kust is laag en in het zuiden van Tokatsi moeras-
sig ; daar bevinden zich verscheidene meeren, waarvan die
van Jeutö het grootste is. .
De Rivier en de hoek van Kuiuri, ongeveer 33^ in
het N.0. van Tokatsi, loopt de Kusuri (Goutêioer, Vries)
in zee en het lage stroomgebied van dezelve vertoont zich
als èene opening van bet land, die ook door Broughton
gezien en op zijne kaart aangeteekend is. Deze rivier is de
grootste van de Oostkust van Je%o en bestaat uit de ver-
eeniging van twee armen, waarvan de oostelijke uit een bin-
nenmeer aan den voet van den berg 0^05;a (het heeft den
naam van Kusuri) en de westelijke ook uit een binnenmeer
aan den voet van den berg Akani ontspringt en daarvan
Akanibets (bets is rivier, beek) genoemd is. Deze beide
booge pieken behooren tot de bergketen, waarvan het Z.W.
gedeelte, volgens Jansson's kaart, »dd Blaauwe berg''
en het N.0. uiteinde »Batavias hergh" door Vries ge-
Deel II, pag 57. » Bericht toegens het rijk Jcmo, volgens zekeren brief
van den vlader Hieronymus de Angeiis, geschreven in'tjarel^22»
(1) Beschrijvinge van het Eylandt Eso soo alst eerst in *t selvigejaer
door het Sehip Castricum èeeeylt is. Tot Amsterdam. 1646. Vei;gelijk
daarmede ook N. Wits en, Deel 11, pag. 60.
Digitized by VjOOQIC
299
D06ind is. Ook Broughton vermeldt im eerstgenoeniden
onder den naam van Peaked Hül^ en peilde op 42^ 47' N.Br.
dien piek N. 9^ O. en de opening van het land (den mond
van de Kusuri) N. 21'' O., op eenen afstand yan 12 tot 15
Eng. mijlen. Het stroomgebied van den Kusuri is van de
Ainos bewoond^ die langs de beide armen eenen veg naar
de binnenmeeren van- Kusuri en van Akani^ en van daar
langs de rivieren Sjarilwts en Ikuisinakots naar de Noord-
kust van Je%o gebaand hebben. Ëenige Eng. mijlen ooste*
lijker ran de uitwatering en van de Kusuri steekt een hoek
nit, aan welke wij den naam van Kaap Kusuri gegeven heb-
ben* De meergemelde opening van bet land vormt met deze
kaap eene baai, waar, zonder twijfel, schepen eene goede
tegen de N.0. en Oostelijke winden beschermende anker-
plaats zullen vinden. Deze van geen europeschen zeevaarder
tot nu toe bezochte kustenstreek bevelen wij aan hunne bij-
zondere dandacht en hebben derhalve dezelve meer breed-
voerig, volgens de Japansche kaarten en berigten, be-
schreven.
Yan zijne ankerplaats bij Tokatsi nmi Vries zijnen koers
Oost tot op eenen afstand van ongeveer 50 Eng. mijlen van
de kust; daar geen land ontdekkende, stelde hij den koers
N.0. en vervolgens N., om het land in het gezigt te krij-
gen. Den 11 Junij 's middags bevond zich Vries op 43'
10' N.Br., 27i niijl van het land, op de diepte van 27
vadem zwarten zandgrond. Van deze hoogte zijn drie voor de
zeevaart belangrijke punten van de Oostkust bepaald gewor-
den; in het W.t.Z. 6 mijlen afstand de kaap Seriba {San-
tanel Vries), die de Zuidelijke uithoek van den ingang in
de Baai de Goede Hoop is, dan in het N.0. 4^5 mijlen
afstand de Kaap de Manshoofï, en in bet W.t,N. V«N. eene
rivier, de /lokirarubets h\] Èiwase. Ook zijn de digt aan
den mond dezer rivier gelegene eilandjes Fujutar en Kitafu
en een eiland aan den ingang der baai de Goede Hoop ge-
legen, door de Japanners Daikoksimay door de Aino's Ho-
Digitized by VjOOQ IC
300
romosiri en door Vries van der Lyns eylant genoemd^
Mraargenomen geworden.
De Kaap Serfba (Santanel Vries) vormt den Zuide-
lijken wal en kaap Harasan {Caep Maetsuyker) den Noor-
delijken wal van den ingang der baai de Goede Boop^ waar
voor een eilandje ligt. door de Japanners Daikoksima (d.i.
het eiland van den god van den rijkdom) en door Vries»
na zijne terugkomst in deze baai, van der Lyns eiland ge-
noemd. Dit eilandje is door eene reeks klippen met den
Noordelijken wal verbonden, en van den Zuldelgken wal
steekt een rif met rotsen boven water l*/» mijl O.Z.O. in
zee nit« Kaap Seriba ligt 8' Zuidelijker en 5' Westelijker
als Atkesi of Akkes, de voornaamste plaats in de baai, die
door den Hofsterrekundige op 43<' 2' N.Br. en 145'' 34' 27'
O.L. geplaatst 1s. Op Broughtons originele kaart is de
ingang mét het voorliggend eilandje en eenige rotsen onder
43** O' N.Br. en 144^ 36' O.L. aangestipt. Volgens Vries
zoude dezelve op ongeveer 43'' 5' N.Br. te leggen komen.
De Baai de Goede Hoop verdient dezen naam, aan
haar door onzen vermaarden zeevaarder gegeven, die daar
van 16 Augnstns tot 1 September zich ververscht en zija
schip hersteld heeft» Dezelve is naast 0ie van Hakotade de
beste van Jeu), en op de Z.0. kust de eenige veilige haven
voor grootere vaartuigen.
Van de baai de Goede Hoop heeft Ni co la es Wit-
sen (1) eene schets volgens oorspronkelijke handteekenlDgen
medegedeeld, die in vei^elijking met het plan van Atkis,
in 1793 door den Russ. Lt. Laxmann opgenomen (2),
en met de beide kaarten van Jeso van Sakusajemon en
van Mogami Toknai (3), voor zoo verre de buitenbaai
(1) Ifoord' en Oost-Tariafye, Deel I. AA. pag. 66.
(2) von Xrusenstern, Beise urn die JFeU, Atlas n. 104.
(3) von Siebold, Atlas von Land- und Seekarten, n. 2. Die Insel
Jqzo und die Japanischen Kurilen nach einer Originalkarte von J. Sa-
us ajem on. Bal von Atkesi nach M. Toknai.
Digitized by VjOOQ IC
301
betreft, goed overeenkomt. Volgens deze schets is de baiten-
baai raim 3 mijlen diep en 27t mijlen ^Yijd, met hoog
land omgeven ; het vaarwater in het midden is ruim, zuiver
en 15 tot 6 vademen diep kleigrond; alleen langs de Oost-
kant in het Zuiden yan eenen steilen uithoek, die nCaep
Stoers"^ genaamd is, liggen eenige rotsen en klippen, insge-
lijks aan de in eene bogt zich uitbreidende Westzijde. De
ingang is in het Zuiden, zoo als gezegd, door het van der
Lyns eiland en een ander eilandje, Bonmosirif waarvan zich
eene reeks rotsen naar kaap MaeUuycker uitbreidt, en door
«en van kaap Seriba O.Z.0. vooruitstekend rif beperkt én
ongeveer eene mijl wijd. In het N.0. ligt de binneobaai.
Volgens de beschrijving van den verdienstelijken stuurman
Go en en de plans van Laxmann en de Japansche
aardrijkskundigen vormt die eene kom, die ongeveer 2 mijlen
miA is, echter ondiep en vol oesterbanken, en in het midden
laag, vlak, verdronken land — vier è vyf eilandjes — heeft ;
zij is met bergachtig land on^even en door groote valleijen
doorsneden, waar volgens Sakusajembn en Toknai
twee rivieren en verscheiden kleine beeken uitwateren. De
Noordelijke rivier noemt Toktsijarubehj de Westelijke Uko-
Tid)et$t beide alhoewel ondiep zijn met kleine booten 2 4 3
mijlen opwaarts bevaarbaar. Langs de eerste en eene andere
verder naar het Oosten loopende rivier, Kokopebets, ver-
keeren de Aino*s met de in het O. gelegene Baai van
Laxmann^ de stapelplaats van den handel met de Eurilen,
ea langs de tweede met hunne landgenooten langs de Kusuri
rivier. Deze met den tijd meer en meer toenemende han-
delsverbinding met het binnenland van Je%o en met de Eu-
riiische eilanden en de voor de zee- en kustvaart gunstigo
ligging der baai de Goede Hoep geeft aan deze zeeplaats
een goed voorultzigt. en daartoe zal, daar de haven van St.
Peter en Paul op het schiereiland van Eamtschaika sedert
<le oprigting van die van Aian en eene in de baai de Cas-
Iries zijne beleekenis verloren heeft, een der belangrijkste
Digitized by VjOOQ IC
302
panten ?oor de handels- en oorlogschepen in het Noordelijk
halfrond van den Grooten Oceaan kannen worden (1). Ten
tijde van het bezoek der baai door het flaitschip Ckistrieum
vvas slechts Aikis van eenige ^tiio-familien bewoond; thans
vindt men reeds meer dan twintig gehuchten rondom de
baai door Aino*s en Japansche visschers bewoond.
Tot aan het inkomen van de baai loodt men 27 tot 18
vademen zandgrond. Alsdan loopt men bij Westen van den
steilen hoek van van der Lyns eiland binnen, latende een
ronden steilen hoek (kaap Seriba)^ ^vaar een rif O.Z.O. ver
uitsteekt, aan bakboord liggen. Binnen den hoek van het
eiland gekomen, neemt men den koers N.N.W. op 15 tot
6 vademen kleigrond naar eenen scherpen steilen hoek (door
Vries Caep Stoers genoemd) , dien men achteromloopt om
ten anker te komen.
Achter dien hoek is eene smalle bank, waarop bij laag
water 10 — 11 voet, bij gewoon lioog water 15 — 16 voet,
maar binnen dezelve 5 — 7 vadem water staat; en natuarlijk
bij springvloed nog hooger (2). Men komt hier regt voor
het dorp Aikis op 5 vademen kleigrond ten anker. Ook
vindt men achter het van der Lyns eiland op 8 vademen
kleigrond eene goede ankerplaats» waarvan men na het bin-
nenkomen of voor men uitzeilt een voordeelig gebruik kan
maken. Om zich te ververschen en schepen te hersteilen,
wel ook om des noods daar te overwinteren, biedt thans
reeds deze haven de beste gelegenheid. Men kan zich daar
(1) De schr^ver dezes heeft daarom reeds in 1852, toen hij een ont-
werp van een gezantschap naar Japan en van een tractaat met dat rijk
te sluiten, aan Z. E. den toenmaligen Minister van Koloniën aanbood,
in § 4 gezegd: /geworden twee stations voor stoomscheepvaart, eene in
het Noorden van het rQk, de Baai van de Ooede Boop op Jezo eoz*
aangewezen." Yergelyk hiermede het Rapport aan Z, M. den Koning
over de Japansche aangelegenheden, uitgebragt door Z. E, den Minis-
ter van Koloniën, onder dagteekening van 12 Febr. 1855. Ari 4. L
(2) ifHier in de bocM ende ree van Ackys maeckt een 0,N^0, ende
jrjS.W. maen hoochwater.'*
Digitized by VjOOQ IC
303
met water, visch, kabeljaauweii, steuren» roggen, tongen,
brand- en scheepsbouwhoot ruim voorzien. Digtbij in debos-
scben groeijen zware eiken, varen, berken, wilgen, linden
en Doteboomen (1). Ook vindt men daar aalbeziën, frambo-
zen (2) en appeliies van roosen (3). In den winter zal
mea hier beeren, herten en vogels vinden ; in den zomer is
het moeijelijk in de digtste bosschen en het hooge rietgras te
jagen. Thans, waar deze baai van Japansche visschers en
kooplieden bezocht is en zich daar waarschijnlijk ook eene
Japansche volkplanting nedergezet heeft, zullen ook andere
ververschingen en levensbehoeften te verkrijgen ziXn.
Kaap Blaetsuycker. Zoo werd door Vries de Ooste-
lijke uithoek van den ingang der baai de Goede Hoop ge-
noemd en van daar tot zoo ver de kust N.0. strekt door
eene voortreffelijke afteekening van het land kenbaar ge-
maakt (4j. Op Jansson^s kaart is deze hoek ook zoodanig
genoemd; in het Journaal vinden wij ej^hter niets van deze
kaap gewaagd. Op de Japansche kaarten noemt men het
Harasan en ligt ongeveer 3' k i' N.N.O. van Atkesi. De
reeks van rotsen, die zich van daar naar van der Lyn^s
eiland uitbreiden en waar bij laag water niet meer als 5 voet
water staat, maakt zelfs aan booten de doorvaart naar de
baai gevaarlijk. Voor Japansche en andere kleine vaartuigen
bevinden zich langs deze kust nog twee ankerplaatsen, als:
De haven van Biwase en de reede bij de Iruri eilandjes.
De eerste ligt 50' oostelijk en eenige minuten noordelijk van
Atkesiy eene kleine baai aan den mond van de rivier lïo^
(1) Voor scbeepsboaw eIJh bijzonder geschikt de Pintu jezoensiê (in
de Aino-taal Fuppo genoemd), P. densiflora {Km). Abie$ Ufida (Suni),
Q> denUUa {Oomuni) en eene andere eiksoort, Bironi. Ook leveren ber-
ken (Tflfoii), linden (Kobergen) en^hom (Fusini en TohetU] goed tim-
merhout.
(2) Rubus palmatus {Imare /ureppi),
(3) Het zijn de vruchten van Eosa rugosa en Kamtschatica {Mau)^ dio
van de Aino^s en Kamtschadalen algemeen gegeten worden.
W Nicolaes Witsen. Deel II. A. pag. 65.
Digitizéd by VjOOQ IC
304
kiurbets gelegen en door twee eilandjes Kttafu en Binebisjo
(volgeos Laxmann Tsigab en Eikumushiri) en verschei-
dene hooge rotsen (vijf 7) in het Oost en Zuidoost beschermd.
Het is de rivier, die den 1 1 Junij *s middags aan boord van Cos-
iricum W.t.W. ^f ^« gepeild is ; de eilandjes zijn voor laad
gehouden, maar •eenige cUpies onder de wal liggende boven
water'' gezien voorden. De laatste ligplaats is op ver-
scheidene Japansche kaarten aangewezen, doch de ligging
en de afstand van de Iruri eilandjes van de kust is DOg
twijfelachtig. Volgens de kaart van Mogami Toknai (1)
en de originele kaart van Broughthon (2) en ook volgens
eene oude handschriftelijke kaart, ons door eenen Japanschen
geneesheer Fukutsi Gensok/(3), die lang op J02O geweest
is, medegedeeld, liggen dezelve digt bij Kaap üsu^ hetwelk
wij voor i^Caep de Manshoofï' ysm Vries houden. Het zijn
twee grootere €n een kleiner eilandje Jruri^ Moiruru en
KinasUomari genoemd. Ook op het plan van Laxmann
liggen deze eilandjes (zij zijn Erari genaamd) in het oosten
van een uithoek, waarop zich de plaatsnaam Olishi (Otsisi)^
die op alle kaarten digt bij kaap Usu geplaatst is, aange-
teekend bevindt. Op de landverkenning van Vries (4) zijn
verscheidene eilandjes kenbaar en in het Joumael is gezegd:
Bier {Caep de Manshooft in hei N. W.t.W* 2 mijlen van
ons ende was diep 25 vademen swart santgrond) is al slecht
lanty niet hooch, sonder geberchte, saegen toen in UN. WX W.
van ons een rif, daer hel seer op bamde, ende lag omtrent
een mijl van lant, ende om de N.0, van de Caep de Mans-
(1) Yon Siebold*8 Ailoi von Land- und Seekarten. N^ 2. A.
(2) Catalogus librorum ae manuseriptorum JapotUcorum a PL Er. de
Siebold coUectorum Lugdum-Batavarum 1845. N*. 177* Jssono dut,
Mogami Toknai geograpU Jap. iüUBtrintmi mappae geograpUcae
quinque.
(3) Catalogus librorum et mannuscripiorum Japofticorum. N*. *78.
MMatsumaë Jezono dzu est viro tabula geogr. exhibena insulam Jeto
caius capat est Matsumai."
(4) N. Witsen, Deel II. pag. 65. A.
Digitized by VjOOQIC
805
hoofi lach een vlack eylantien met 3 cleijne berchies, het
N. eynt van d"* eylantie lach N.N.0. 3 mijlea van ons. Het
rif Tiodt zich juist zoo op Laxmann^s plan aangegeven en
daardoor wordt ook bevestigd, dat de kaap üsu de
Caep de Hanshoofty Yries^ is. Op Sakusajemon^s
kaart ligt dezelve op éa'» 11' N.B. en UG*» 14' O.L. en
zoude volgens de peilingen aan boord van Caslricum op den
14 Augastos gedaan, op 43'' 16' N.B. liggen, en is zeer
kenbaar beschreven: ^gaeven dien hoeek denaam van Caep
de Manshoofl^ omdat hij hem vertoont als een hoofïy Van
deze kaap steekt de kost N.0. en loopt in eene smalle, lage,
50 minoten lange landtong, kaap i^05jr/am uit, die door vou
Krusenstern kaap Broughton genoemd en op 43^ 38' 30"
N.B. en U6'' 7' 30" O.L. geplaatst is. Noch Vries, noch
Broughton hebben echter deze landtong als het ooste-
lijkste punt van Jezo herkend en geweten, dat om de W.
van deze landtong een straat bestond, die het eiland Jezo
van Kunasiri^ het zuidelijkste van de Kurilen^ afscheidt.
Wel bevindt zich reeds op de kaart van de Eeizerl. Akademie
te Si. Petersburg, in 1758 uitgegeven, het eihni • ICunaschir^'*
door eene straat Tan Jezo afgescheiden (1), en waarschijnlijk
is zulks volgens de waarnemingen van Spangberg en
Walton geschiedt; de ontdekking echter dezer straat moe-
ten wij aan Laxmann (1792) toekennen. Zijne kaart
bleef echter tot het begin van deze eeuw in het .Archief te
Kamtschatka liggen. Aan den vermaarden Admiraal Go*
lownin en zijnen bevrijder uit de Japanschc gevangenschap,
Admiraal Ricord, heeft men eene nadere kennis van deze
straat, waaraan von Krusenstern den naam van straat
Jezo gegeven . heeft, te danken. Alvorens wij met Vries
de oostkust van Jezo yerlaten, moeten wij nog opmerken,
dat Ton Krusenstern bij vergissing de baai van d^ ^o^de
j Hoop tweemalen op zijne kaart van Jezo geplaatst heeft, een-
I (1) Nouvelle Carte dei déeouverteifaites par devaisseaux RMsienè ete,
ia Muller's Déeouveries etc,
20
Digitized by VjOOQ IC
306
maal onder den naam van baai de Goede Hoop^ volgens
Janssons kaart, andermaal onder die van baai van Atkesi
volgens het plan van Laxmaan (1).
De CSoen's eilanden. In het Noorden van kaap Brwigh'
ton breidt zich het eiland Kunasiri in eene wijde hogt oit,
waarin verscheidene kleine eilanden liggen. Deze bogt heelt
Vries en ook nog Broughton voor een gedeelte v» de
kost van Jeio gehouden. De kleinere eilanden werden echter
juist onderscheiden, opgenomen en beschreven, en Barbaten
eiland, de Gebroocke eilanden van Tamary en bet WMsé
eiland benoemd; het grootste daarvan, in het N.0. gelegen,
Tooronderstelde Vries een berg te zijn, die bij het •Lani
van Eso'^ behoorde. DezQn berg noemde hij den Saniberg
en den vermeenden Oostelijksten uithoek van Jezo » Caep Ca-
nael of Caep Diemen\
Op zijne been- en terugvaart zien wij onzen stoutea zee-
vaarder tussehen deze groep van eilanden dagen lang met
ti^enspoed van wind en weder worstelen, en vooral is het
de digte en lang aanhoudende mist in deze gewesten, die
at\jnen loop deed staken, den gezigteinder beperken en zijne
waarnemingen verhinderen.
De onderlinge ligging dezer eilanden is door de kompas-
waarnemingen op den 12 Augustus, waar zich Vries op
43* 46' N.Br. bevond, als volgt bepaald geworden: Caep
Canael (N.0. hoek van het eiland Sikotan) 5 mijlen N.N.0.
*/,0., het Walvi&ch eylant (Taraku) N.W. •/, W. l»/, mijl
eti de Gebrooeken eilanden W.Z.W.; en denzelfden dag
Vavonds op tó"" 42' N.Br. het Barbaren eiland W.Z.W.
17, k 2 mijlen, het Gebrooeken eiland N.O.t.0. 1 m]\,
en nog een lang vlaek eylant N.W. 1*/» mijl- Daarbij voe-
gen wij nog de peilingen van de op 43* 26' N.Br. ontwor-
pen, door Ni GO la es Witsen (2) medegedeekle kaslver-
(1) Ik had. het genoegen den grooten zeevaarder, by mijn verblijf
te St. Petersburg in 1834i, van dezen misslag te mogen overtuigen.
(2) N, Witsen, Deel II. pag. 65. E.
Digitized by VjOOQIC
307
kcnningcn: Barbaren eiland (Westpunt) N.W.'/s^- 2 mij-
len, Gebrooeken eilanden N.W. *ƒ, N. 8 mijlen. Ook kun-
nen de op den 13 Junius op 43° 28' N.Br. t mijl in het
Z.W. Yan het Barbaren eiland ?oor anker gedane \eaarne-
mingen iets tot de bepaling van de ligging dezer eilanden
bijdragen. Caep de Manshoofl W.t.N. 3 mijlen, het eyldnt
met S berehies N.W. */,N. 2 mijlen, een groot reeif^xVf.
i/jW. 1 mijl, N.W.*/,N, 3 mijlen een laag eiland, N.N.W.
'fjN. de Piek en N.O.t.N.*/*©. een vlaek eilant 1 mijl,
het Barbaren eilant. Ook lag een partij dippen boven en
een deel onder water O.t.N. 1 mijl.
iiDese voorschreven ey landen syn 1, t*/, d2mylenhng,
hebbende veel eleyne eylandekens ende dippen by hoer lig^
gen, aftef dese eylanden op het vaste lant (het eiland Kü^
nasiri) legt een kennelycke bereh boven met een keep {de
Piek Antony) ende leyi alleen.**
Deze berg, dien wij later nader zullen leeren kennen, is,
omdat hij 20 mijlen ver uit zee kan gezien worden, hier een
belangrijk punt van verkenning. De eilanden en rotsen, wier
met namen beteekend getal op Saknsajemons kaart (1)
op tien aangegeven is, en zich op Tok na i's kaart (2) op
12 grootere en kleinere eilandjes en meer dan 30 rotsen
beloopen, en meestal met de Aino-unmen voorzien 7ijn, ma-
ken eeue aanzienlijke groep uit, die zich van kaap Brough-
(1) Volgens Sakasajemon's kaart noemen deze eilandjes en rot,
srn naar hare N.0. strekkiag : SmJo, XJtsuhi^ Akiroro, Juru, Harukaru,
Siöois, Imukunèê, Taraku, Ifasièets en Kaliof.
(2) Yolgens Toknai's kaart zijn de eilandjes naar hare grootte:
^Uj6, SibjfU^ Taraku, Juru, Jiiroro, Harukaru, Onekinasif Tonari^ Moi*
nosiri, ütsuki, Masirika, Honkinad iomari en Monrika genoemd. De
rotsen en klippen willen wij overslaan en nog bemerken, dat onsiri in
Ie Aino'i^ eiland en iomari verblijf of dorp bfe teeken t, en dat bij al
e namen mosiri {muschir, Eus»3cbe uitspraak) gevoegd is. Op do
( kaart van Jezo van den bovengenoemden geneesheer K«nsofc
ook reeds negen eilandjes met namen opgegeven, en noemen naar
e grootte: Stsjo, Siröts, Kinasiioma, Juru, Harukaru, AHroro, Man-
!, Uriiii en Mojomosiri,
20*
Digitized by VjOOQ IC
308
ton N.0. tot den •Santberg'^ (hot eiland Sikoian) nitbreidt
en ongeveer 45' in lengte beslaat* Wij hebben aan dezelre
op onze Terbeterde kaart van Je%o (1) den naam van den
▼erdienstelijlcen stnurman GorncUs Jansz. Goen gegeven,
zijode hij de man aan wien wij de eerste aardrijkskaadige
beschrijving daarvan in zijn Journaal te danken hebben.
Met dat al is het moeijelijk volgens deze door d& Ja-
panners, door Vries en Goen, en ook door Broaghton
gedane waarnemingeni de juiste ligging van de vier aaaziea-
lijkste dezer eilanden juist te bepalen, en wij dienen ons
vooreerst nog aan de ligging van dezelve op S a k u sa j e m o n's
kaart te houden. Voor zoo ver de door Vries aan dezelvo
gegeven namen betreft, zoo houden wy het daarvoor, dat
Juru het Barbaren eiland, Sibofsi de Gebroocken dlaDdeD)
Tarakn het Walvisch eiland, en het lange eiland op den 13
Junius N.W.*/,N. 3 mijlen van de ankerplaats, SUjóis,
De diepte wordt van 25 tot 65 vademen zandgrond lang-
zaam naar de eilanden toe opdroogende, en in het Z.0. van
bet Walmeh eiland 70 tot 120 vademen singelgrond (2)
bevonden en op de heenrei», eene Noordelijke en op de te-
rugreis eene N.Oostelijke strooming waargenomen.
Het EUand Sikotan {Tsehikotan^ Russ.). Het is de
• Saniberg*' van Vries en onbegrijpelijk, dat deze zcevaa^
der en zijn bekwame stuurman dtt ver van het vermeende
nLant van Eso'* afgescheiden eiland niet herkend, en voor
eenen berg en den Oostelijken uithoek van dit land,
hij Caep Canael of Diemen noemde, gehouden heeft, en wij
meenen deze vergissing alleen aan de digte, aanhondende mist
te moeten virijten. Broughton heeft Sikotan op den 6 eit
7 October 1796 omzeild, zijne aardrijkskundige ligging be
paald, en aan hetzelve den naam gegeven van den Rossiscben
Kapitein Spangberg, die het in de maand Juiij 1739 be-
(1} Ton Siebold, Mloi ton Land- und Seekarten^ n. 2 en n. SA
(2) Singelgrond is langs de Oostkust van Japan en bet land vai
Juo een kenmerk, dat mèn niet ver van den mond eenier .mier is.
\pigitized by VjOQQIC
309
zocht had (1). Door Golownin verd io 1811 de aard«
rijkskandige ligging Dog jaister bepaald, en in 1812 en 1818
de Oost- en Noordkost door Ricord en zijnen opvolger»
aan boord van de Diana omzeild. Spangberg bepaalde
de breedte rec^ds op 43** 50'; volgens de kaart van Jans-
sen ligt Caep Canael op 44*' 7', doch volgens Vries
waarnemingen van den 10 Angnstus ^s middags, op 43* 56'
N.Br., hetwelk met die van Golownin en van de Hof-
astronomislen van Jedo op eenige minuten na overeenkomt»
te weten 43^' 52' en 43' 58' N.Br. De lengte van Golow-
nin, 146* 43' 30' 0.» verdient vooreerst nog de voorkeur,
verschillende 9' van die op Broughton's originele kaart,
waar het midden van het eiland op 146* 52' O.L. geplaatst
is. Sikotan strekt 5 Eng. mijlen Z. en N. en O. en W.,
en is kennelijk door den nSantberg'\ Men viudt daar water,
brandhout en eenige vruchten. Kapitein Spangberg, die
digtbij op 8 vadem zandgrond ten anker gekomen was, nam
dennen, elzen en andere boomen waar, ook ontmoette hij in-
boorlingen, die zeer ruig waren en de taal der overige Ku-
rilen {Aino's) spraken. De door Vries op den 13 Junij ont-
moette Aind's behoorden waarschijnlijk hier te huis, en do
plaats, die r^dese habytanten Takotekan en Rackokan noem"
den^ en die sy wesen in V N.O.t.N. te liggen^ is de baai
van Sjakotan of Malakotan, op de N.W. kust gelegen.
Volgens Toknai*s kaart vinden zich op Stkotan meer
dan 20 gehuchten van de A%nd*s^ en verscheidene baaijen,
waar riviertjes uitwateren en Japansche schepen ten anker
komen. Rondom' liggen vele eilandjes en rotsen, en in het
Z.W.'/^W. van het eiland, op eenen afstand van 9 ii 10
Eng. mijiep eene groep van vijf lage eilandjes, volgens Sa-
kus aj e m on Kabioff en volgens T o k n a i Mosirika genaamd,
en met rotsen en klippen omgeven. Golownin heeft er vier
gezien en is digt daarbij voorbijgezeild ; ook op de kaart van
(l) Voyageê ei décauvertes /aites par Uê Suites, T. 1. pag. 218.
Dijgitized by VjOOQ IC
810
Vries zijn dezel?e aangegeven. Buitendien schijnen rondom
deze eilanden vele klippen en gevaren aanwezig te zijn.
Het Eiland Kunaslri {Kunasehir; VinssX in het jaar
1758 op de voormelde kaart van de Keizerl. Skademie der
Wetenschappen te St« Petersburg vertoond, is allengs vfeier
verdwenen. Lapérouse nam, na de ontdekking der straat,
die zijnen naain vereenwigde, in Augustus 1787 zijnen koers
N.0. langs het naburige eiland Jetorop^ zonder evenwel de
n.O. kust van het vermeende »Lani mn Eso^^ te raken.
Brou^hton hield ook de Walvisch baai voor de Oostkast
van Je%o. De ontdekkingen van Laxmann bleven verbor-
gen, en zoo werd, na de terugkomst van Golownin uit
zijne Japansche gevangenis te ^a/5maé'y von Erusenstern
met de ontdekkingen van dezen verdienstelijken zeevaarder
bekend en in de gelegenheid gesteldi op zijne in 1815 uit-
gegevene ^AUgemeine Wellkarie'^ (1) het eiland S^unaschir
te Vertoonen en de straat, die het van Je%o afscheidt, de
straat van Je%o te noemen.
Wij kennen echter alleen door Golownin en Ricord
van het N.0. en Z.W. einde ^e aardrijkskundige ligging van
dat eiland, zijnde de N.0. hoek kaap Moimota ((7, Loffióff^
Krus.) door Golownin op 44*» 29' 15"' N.Br. en 146*^8'
O.L., en het Z.W. einde, het Japansche fort in de Baai,
waar Golownin gevangen werd {kÊ' Baio des Traiires) op
43*» 44' N.Br. en 144*» 59' 30" OX. bepaald geworden. De
kennis van de geheele configuratie der kusten hebben wij,
met uitzondering van de Baie des Traiires, waarvan in de
nieuwe Bussische uitgave van Golownin 's reize in 1851
een voortreffelijk plan medegedeeld is (2), alleen aan deop-
(l)VonKruBen8tern, Eetse urn die Wett, Atlas, iV*.l. Dmelfs
Bflduterungen zu einer Charte des ganzen Srd&reises, ete. 1 Band. 4**
Leipzig, 1819. pag. 88.
(2) aanHCKH BacHAia HHXiftAOBHHa roAOBHRHa, bib isjlvbj n iino
H^eB'B n 1811, 1812 b 1813. roAaxB. GAHKT ÜETEP'LWB.
1851. Daar is de breedte op 43' 4A' 35'' N. en de lengte op 145 9'
46" O. aangegeven.
Digitized by'VjOOQlC
311
nennog der Japanners, loo ab die ia Sakosajemon'a en
Tolnai's kaart zieb vertoont, te danken.
DaarenlettB laten zkh de waanaemingen, die aan
boord van MfCasiricum gedurende den togt langs de Coen\ê
eilanden en tegenover de » Walvis bay" en gedurende het
verblijf voor anker van dit schip van 4 tot 12 Jnlij :^ii
den westelijken ingang van de Canael de Pieco of Aniony
gemaakt zijn 1), als eenige hoogst belangrijke aard<r
rijksknndige en hydrographbche bijdragen beschouwen en te-
regthrengen ; en vooral zyn het de kustverkenningen^ die ons
Nicolaes Witsen bewaard heeft, waardoor de strekking
en de gedaante van het hooge gebergte, dat het Noordoos*
lelijk gedeelte van dit eiland kenmerkt, aanschouwelijk gt*-
maakt wordt. De op den 13 Jnnij 's middags op het vaste
laiid geziene ^k^neUjeke berch boven mei een keep^* die
alleen ligt, is de berg Tsiuna of Tjósinobori^ do hoogste op
het zuidelijke gedeelte van Kunasiri^ en de den 14 Junij op
de breedte van 43'' 25' in N.Wt.N., en wel bijna 20 mijlen
abtand gepeilde T»hoogen berch met een piek,'*^ is de vulkaan
Tsjaiija naburig waaraan die Vries de naam van •PieckAn*
/Of»y" (naar Antony van Diemen, Gouverneur-Generaal van
Nederlandsch Indië, iu de jaren 1636 — 1645) gegeven, en
dien de stuurman G oe n den » Booge Tepélberch "' noemt, bet-
welk de woordelijke veHaling van den Aino-naam is, betee-
kende Tsjatsja borst en Nobori hooge berg, piek. Volgens
Toknai is deze nog een brandeude vnurbei^ en de hoogste
op het eiland. Na eene schets van dien vulkaan Iaat zich
de Tepel als eene zijdelingsche uitbarsting, die zicb allei^
kegelvormig verhoogt heeft, herkennen, zijnde ook aan de
zijde van den berg eene zulke zoogenoemde t&terale eruptie
zi^tbaar (2). Daar deze piek zeer kennelijk is en op 20
(1) tfQMemtn ien aneiér, alt êynde % mjfl v4M Igui op 2Q vadem soMi'
groni; gynde (mder M N.0. eynt van Eio 2 it^ylen bew^stien het GaMet
AnUmyr . * ' ...
(2) Het schijnt toch, dat de top of krater ran ékfï vuurberg ia
Digitized by VjOOQ IC
312
mijlen uit zee kan gezieo worden, zoo » de aardrijkskondige
ligging van dezeWe voor de zeevaart zeer belangrijk. Volgens
de waarnemingen van Golownin en RicodMLligt die op
44<' 31' N«Br. en léS^» 46' O.L en op Brol^ton s ori-
ginele kaart op 44'' 20' N.Br. en 146'' 10' O.L. Volgens
Vries 9 die den » TF. hoeck ofte afgaende hoeck tan de
Tepelberch"' 's middags den 11 Jol\j op 44'' 43' N.B.
Z.t.W. 7i W. 2 mijlen afslands peilde, zonde die boek op
44*^ 36' en de >» Tepelberchf^* die volgens Saknsajemon^
kaart 10' zuidelijker ligt, op 44*' 26' li^en» wat op de ge-
middelde waarneming van deze zeevaarders uitkomt. Bere-
kenen wij de breedte van den Piek naar de waarnemingen
van den Holsterrekundige bij Nisibeis^ in de baai van Lax-
mann, waar dit Japansch fort op êS'' 23' W. en de piek
l'' 6' noordelijker geplaatst is, zoo vindea wij die van 44"^
29' W. en derbalve eene uitkomst, die aan de aan boord
van de Castricum gedane waayemingen het grootste vertrouwen
inboezemt. In *t N.W.t.W., op ongeveer 8'afstands, ligteen
hoog gebergte, hetwelk een voorgebergte, den noordelijken
uithoek van Kunasiri, vormt, en door Vries » Maria bereK'
genoemd wordt. Deze hoek, kaap Rewaust\ kenmerkt zich
door een klein daarvoor liggend eilandje KawarsjOj en door
witte plekken. De op middag den 11 Julij gemaakte pei-
lingen zijn te belangrijk om bier niet te worden herhaald:
• Als doen lach de gehackelde berch {het zuidelijkste voor-
geberchte van het » Siaetenlant" (Jetorop)) Ot.S. 7, S. 10
mylen^ ende de lioeck van Eso, daer het Vossen eylantaf
leyt^ lach S.0. 7i ^- ^ mylen van ons^ ende de W. hoeck
ofte afgaende Iweck van den Tepelberch SJ.W. Vt ^* 2
mylen van ons'' Ook de landverkenning op 44'' 53' aan
1796 eene andere gedaante aangenomen had. irin ihe hearing of the
peaked hill ihe coast formed a bay, mth a fine sandjf beach; and ihe
mouniain, lohieh in ihis point of view formed a saddle hill, preeenied a
very magnificeni appearance from iis greai heigU and exiendve bate"
Broaghton, Voyage of ditooverg^ pag. 116.
Digitized by VjOOQ IC
313
de westiijde van bet StaetenUmt ootworpen (1), komt zeer
te pas tot de bepaling Tan de vrederzijdscbe ligging van
Kunasiri en^het Siaeienlant en van den westelijken ingang
in de straat, die beide van elkander afscheidt, het Canael
de Pieco of Antony van Diemen. De daarop betrekkelijke
peilingen z^n: »de Croonberch O.N.0. 6 mijl, de gehackelde
bereh O.S.0. 7s O. 4 mijl (reede van het Statenlant)^ het
Yosien eylaiii 3 mijt (aan den oosthoek van Kunasiri) en
de Maria bergh W.t.S. '/• S* 4 è 5 mijl (westhoek van
Kunasiri). Van het Vossen eylant^ dat Goen den 7 Jalij
bezocht heeft, is gezegd : » Op dit eylantie^ hei wekk eleyn
was ende met een rif dippen aen het vaste lant vast gé*
keehtj conde men met laeeh water over aen het vaste lant
van Eso loopen; wy saegen verseheyde roode vossen op
d° Eylant loopen^ gaeven 't den naem van Vossen Eylant.
Tan dit Vossen Eylant steekt een rif van dippen om de
N.N. O. in see, V teelk d"" Cai^l heel peryckeloos maeckt^
ende streckt wel een myl van de wal. Dit rif was ge-
broockenf op sommige plaetsen de dippen boven water lig^
gende, daer ginck een harde stroom om de O" Op de
hoogte van dit eiland heeft men getracht »des Canaels ge-
legenikeyf' te onderzoeken, nconden in dit Canael geenvih
(vuilen) sien als van het Vossen Eylant afsteekie, saegen
de Caep de Canael (deN.O.hoekvaniStio/an), in S.S.0.
van ons ende lach in mist. Het Vossen eylant leyt omtrent
37i myl W. van de gehackelde bereh van het Staeten*
lanty soo dat dit Canael omtrent 3 mylen wyt is.^^
Volgens de waarnemingen van Golownin en Ric%rd
is de Straat Antony van Diemen (dit is de ware naam, die
wij aan deze straat zallen geven, maar tevens ook opmerken,
dat nog eene Straat van Diemen in U zuiden van Japan
a)N. Witaen.pag. 65 N.
(1) De roode tos, door de A in o 's Fureisup genaamd, is de vuur^
908 der Kamtchadalen en de algemeen in deze gewesten verspreide
verscheidenheid.
Digitized by VjOOQ IC
314
bestaat) 16' en volgens Broughton's orij^ele kaart 20'
breed. Vries is met zijn volk aan de ^al geweest ea
met inboorlingen, Aino's^ in aanraking gekomen. Daar hij
aan deze groote baai» waar het schip Castrieum voor anker
lag, en die van kaap Moimoto tot Rewausi 15 Eng. mijlen
wijd en 5 Eng. diep is, geenen naam gegeven heeft, zoo will^
wij dezelve de Kruisbaai noemen, want hoogst merkwaardig
was hier de ontdekking van twee bonten kruizen. ȣm
van ons volck vont een houten eruys staen^ bracht dat op
strant, toonde het oen de habytanten, maer selve siende
waeren daer vervoert voor, ende wesen men soudt in 7
water goyen ; ja die dü houten eruys aengeraeckt hadden
mocht hoer niet aen hoer lyff comen, maer most syn haih
den eerst wasschen^ dan was 't wel; noch een soodamge
eruys siont voor aen in ''t bosch,''
Ongetwijfeld waren dit Christelijke gedenkteekens en waar-
schijnlijk grafzuilen van C||ptenen. Reeds in 1622 werd
het Christendom van het noorden van Japan naar Je%o
(Matsmaè) overgcbragt, en daar sedert 1639 het Christelijk
geloof bij straf des doods verboden werd, waren het bekeerde
Japanners of Aino's^ die daarheen gevlugt en overleden zijn.
Bij de Aino's wordt al wat met een' dooden of zijne goe-
deren in aanraking komt, voor onrein gehoudeuy van waar
het afgrijzen der inboorlingen voor deze kruizen. Denkelijk
was hun ook bij overlevering dat streng verbod en de Christen-
vervolging bekend geworden. Eenen anderei^ weg als over
Japan had zich toenmaals het Christelijk geloof nog niet
naaoi dit einde der wereld gebaand, want eerst in 't jaar
1689 kwam de eerste tijding van het bestaan van Kam"
ischatka naar Rusland, en in 1697 hebben het eerst eemffi
kosakken aan de Kamtschatka-'Tmer een Oslroch-fort opgerigt.
Het eiland Kunasiri is 70 Eng. mijlen lang, N.O.tN.en
W.t.Z. strekkeode, zeer smal, 10 tot 5 Eng. mijlen, en
ongeveer in het midden, bij kaap Onnenois, door een naan-
welijks eenige Engelsche mijlen breede landtong verbonden»
Digitized by VjOOQIC
3J5
vfBur bet land laag is en zïch de Oostkast als eene diepe
bogt TertooDt, die door Vries de n Walvis bay"^ genoemd
wordt, omdat zij nhier veel walvisschen vernoemen,'* Aan
bet noordelijk en zuidelijk gedeelte van deze kast bevinden
zich echter eeoige baaijen, die eene goede ankerplaats bieden.
Die van Onnebets aan de noordelijke kust is waarschijnlijk
de i^Bay daer men by alle winden bevryt ligt*'* (1), en
die van Furuka bij de landengte en Tóbuts of Töbets aan
de zuidelijke kust verdienen voor ankerplaatsen voor walvisch-
vangers zeer in aanmerking te komio ; de laatste staat door'
eene rivier met een groot binnenmeer in verbinding» waar-
van dan ook de naam Tö (meer) en betÉ (rivier). Dit meer,
dat van het door Vries gezien ^hooch binnenlant meesi
boven met sneeuw bedeckt^ zijnen toevloed van versch ^vi^ater
ontvangt, moet rijk aan zoetwater-visch zijn en aan de in
de rivier opstijgende zalmen ten tijde van het knit schieten
(hier Jnlij —Augustus) eene goe||^ gelegenheid bieden. Ook
aan de zuidelijke westkust bevindt zich zulk een binnenmeer,
en bij Sasak^ en insgelijks aan de westzijde van de landtong
bij Ikabanots^ eene goede ankerplaats. De straat, die in het
zuiden van Kunasiri Je%o afscheidt, hebben wij eigens de
voortreffelijke kaart van Toknai in onzen meergenoemdeu
Atlas N**. 2 A. medegedeeld ; voegt men daarbij het boven
genoemd plan van de Baie des Traüres van Golownin
en het plan van Laxmann, dan heeft men alle tot op
den huldigen dag bekende geo-hydrographische bouwstoffen
betrekkelijk dezen voor de tgekomst belangrijken handelsweg.
Nog wil. ik echter doen opmerken, dat ook hier eene sterke
strooming bij den westelijken ingang om de Z, en bij den
uitgang om de O- loopt. Van de geologische gesteldheid
van dit eiland weten wij niets ; edele metalen zullen daar
(1) Vries, MOedaene Coursen** in von Siebold, Atloê NMl. E
Verouderstellende namelijk de Contmandeur, dat de Saniberch bij liet
vaste Lani van Eso behoorde en zoo mede de baai ook voorO.enN.0.
vinden beschat was.
Digitized by VjOOQ IC
316
Toorkomen, kraiden ter verrerschiog (zuring en stelen van
eene groote sehermplant» waarschijnlijk het eetbare Heraeleum)
heeft het scheepstolk in menigte gevonden, en Go en spreekt
Tan dennen geschikt voor raa*s en masten en van roode
vossen, otters, zalm, tarbot, bot, schaer, cabellianwcn en
andere visscben in overvloed. Wij hebben ons lang bij
dit eiland opgehouden, omdat het zoo goed als onbekend is
en zijn bestaan nog in 1820 is in twijfel getrokken (1).
Wij willen nog doen opmerken, dat het op Golownin*s
kaart als het XXI* der«Karilische eilanden gemerkt is.
Het Eiland Jetorop {liurup^ Russ.). Onze vermaarde
zeevaarder heeft dit eiland van den 13 Junij tot den 4 Jalij;
toen hij eenige mijlen van het Zoideinde is ten anker geko-
men (zie boven pag. 113), bijna omgezeild, üet is geheel en
al zijne ontdekking, eene Nederlandsche, op welke hij bet
zegel van eigendom door den naam het • SlaelenlatU'* of
nSiaeten eylant'' gedrukt beeft* Het is het grootste eiland
van de Kurilen, dat zich meer dan een graad in eene N.0.
en Z.W. rigting uitstrekt (2).
(1) L*üU de EaunoêH ne se ttoave pas dans la demière édition (de
1820) des Caries de POcéan Faeifiqve, ip&T Arrowsmith. v. Kru-
senstern, Becueil de mémoires hydrographigues. p. 200.
(2) Helaas! beeft de oude Yereenigde Nederlandsche Oost-Indisclie
Compagnie, die den edelen C!ommandeur uitgezonden heeft, om de
Gout' ende Silverrycke Erflanden te ontdekken, de belangrgke oiikomstea
yan zijne ontdekking van het land van Eso en het SicUen* en Con'
pagnys lant — een eertt Cali/ornië — omdat het goud en zilver niet
aan den dag lag, nimmer begrepen en gewaardeerd en hebas! heeft
ook ons Bestuur van Koloniën, sedert de omwenteling en de teruggare
van onze Overzeesohe Bezittingen nooit verder dan tot op het eilandje
Degima zijne blikken gevestigd. Toen in het jaar 1778 de Japansche
aardrijkskundige Fajasi Sivei het opperhoofd Arend Willem
Feith omtrent de door Quast en Tas man ontdekte Bonin eilan-
den ondervraagde, antwoordde die » Dat de Compagnie daarvan maar
zeer weinig voordeel zon kunnen trekken, omdat zy te ver a%elegen
en te klein waren" (Yergelyk: San kok tsou ran to tets. par
Fr. J. Klaproth. pag. 261).
i^izedby Google
317
De N.O.hoek van dit eiland» kaap Sewarosi (G. Vries)
bdoor GolowaiD op 45' 38' 30" N.B. en 149M4'O.L.
en de Z.hoek kaap Tesito (G. Ricord) op 44'' 29 N.B. en
146* 34' O.L. bepaald. De breedte ?an Co^ ^rk?5(l)isop
de kaart van Jansaon dezelfde en zonde volgens Vries
waarneming op den 5 Angastos 45* 35' N. bedragen, terwijl
die van G. Ricord, volgens de op den 4 Julij bij het
Vossen Eiland voor anker gedane waarneming op 44* 29'
N. Dilkomt; op de kaart van gedaene coursen ligt die hoek
eeoige minuten zuidelijker, op 44* 25' N., hetwelk ook op
Bronghtons en Sakasajemons kaart het geval is.
Behalve deze twee voor de aardrijkskunde gewigtige pun-
ten» die later ook door andere Europesche zeevaarders zijn
bepaald geworden, hebben wij aan V r i c s nog andere belang*
rijke geo-hjdrographische waarnemingen langs de O. en W.
kost van dit eiland te danken, die aan waarde zullen winqen
naar gelang het ons mogt gelukken ze met de kaarten van
Sakusajemon en Toknai en met die vanBroughton
Even weinig werdt daarna geluisterd, als toen de SchryTcr dezes,
Tan 1825 af, over de in regtmatig eigendom aan Neder-
land toetehoorende SiaieM' en Compagnte^eiltüiden. sprak en op
Witsen's vertooning van het Compa^nU'eylaHd heenwees, waar het
wapen van Amsterdam opgerigt te zien is; ook heeft men, nit bezorgdheid
Tan den Japanscben handel te benadeelen,'' gedurende twee volle eeuwen
nimmer den steven naar het Noorden van Japan gewend, om het spoor
Tan onze stoate voorvaderen op te zoeken. «Had men (zoo schreef
de Schrijver dezes in zijn Verslag nopens zijn wetenschappelijk onder-
zoek op Japan aan het NederL-Ind. Oonvemement, in dato 30 No-
vember 1825) voor 50 jaren, waar de Japanners met de strekking van
hun knd en de ligging der eilanden In het Noorden reeds zeer goed
bekend geweest zijn, pogingen gedtaan deze landen nader te onderzoe-
kao, zoo zoude men van Dezima uit eene straat van Tsugar en
van Laperouse hebben kunnen opspeuren en de eere van deze ont-
dekking was aan de Hollanders behouden geworden."
(1) Op de kaart van Jansson en die van Vries if gedaene Cour'
<««" draagt de N.0. hoek er niet, zoo als Lap er on se en volgens
bem ron Krusenstern ea Golownin aangenomen hebben, de
N.W. hoek den naam van Vries.
Digitized by VjOOQ IC
S18
en andere zeevaarders overeen te brengen en toe te liehlen.
De den 13 Junij op 44*" 20' N.Br. gedane peiitngea be-
vestigen de ligging van den pielc Antony tegenover den ^ge-
haekelden berchy^ op de Z.hoek van Jetarap, ndie b(n}en
op seer haekelkh was ende geleeck een eylani, ende daerbij
noch een hoogen bereh, die hem aen tween mei een eloof
vertoonder »daer beooslen quam een hoogen ronden berch
hem vertoonen met sijn top door een d^s,^^ en van eenen
anderen n hoogen vloeken gecartelden berch^ daer op het
W, eint een berch op staet^ gelijckende een boeren sehmr
van fatsoen f ende is ooek het hooehtste van dien berchy
>» Van d*. berch streckte wat laeger lant tot in 7 N.O.tüt.
ende was het verste land dat wij sten eonden ; de boeren-
sehuur^berch lach ons het noest ende was omtrent 10 mt}'-
len van ons. Bet geberchte leeck al aen malcanderen
vast te wesen tot den gehackelden berch, soo men con he-
merekenj liep een canael tusschen den gehackelden berch
ende den piekberch door om de ÏF." De piek Antony lag
W.t.N., de gehackeldC' berch N.W. */« W. ^daer beooslen""
dehooge ronde berch (Croonbergh) : de Boerenschuerberch
N. 7t W. Alle deze geberglen bevinden zicb op onze Ja-
pansche kaarten. Den piek Antonij kennen ivij; de Gehac-
kelde berch vormt hel zuidelijke voorgebergte (kaap Ricord)
de hoogen berch met een cloof is ecne bergkcten, die bij
kaap JUoikesi Of de W.kost nitloopt en de Croonberch een
hooge trachytdom, Bussanobori genaamd, die op de W.kust
een ver uit stekend voorgebergte K, Itobirikawoi vormt;
en de B oer eschuer berch is ook een Kegelberg, op de oost-
kust tusschen Ikusiara en Tosimoinots. De ligging dezer tot
verkenniDg dienende bergen werd door de waarnemingen
van den 30 Junij en 2 Julij bevestigd. Gedurende den 17
en 18 Junij zeilde Vries langs de Oostkust van dit eiland
met eenen N.N,0. en O.N.0. koers, en zag somtijds met
eenen blik de toppen der met sneeuw bedekte bergen, die van
kaep Noneisjó af aan zich hoog verhieven. Deze zijn de
Digitized by VjOOQIC
319
Refunsiri, Hetsirap en TokarufUpe, die boren allen uitste-
ken. Mogelijk kon men ook van hier uit de toppen der te-
genoverliggende kegelbergen op de Westkust, van den HeUmO'
buri en Borosjunoburi, zien. De steyle clip gelyck een py*
ramida is waarschijnlijk het eilandje Obkarusibeisjó^ hetwelk
benoorden van »een steylen Ao^cA: '* (kaap Horaka) tegenover
eene beek ligt. Het »hooch geberchfe sefir blinckende van de
sneeuw, 's morgens 19 Junij in *lW., N.N.W. en daarna in
het N. gezien, zijn de hooge bergen, die het Noordeinde
van het 5/aa/&n-eiland omsingelen, en de naar het N.0.
nitloopende kaap Seworosi {C. Vries) en in het Noorden de
hoeken Okkebets en Tosifuri vormen. Derzelver namen zijn :
Sjusinoboriy Isomattsenobori Kitettsenobori en Sjokkonobori.
Van den laatsten hoek begint de W.kust diep in te buigen
en vervolgens eene hooge landtong N.W. uit te loepen. Van
deze bogt hebben wij eerst door de meergemelde Japansche
kaarten eene betere kennis gekregen ; op Golownin's kaart
is dezelve aangestipt en baai van Sana geuoemd. Het fort
Sjana of Sana ligt echter niet in de baai, maar in het Z.
der landtong. Dezelve is 25 Eng. mijten wijd en 10 diep,
en eindigt met een binnenmeer, Seppo genoemd, en met
laag land, eene landengte van naanwelijks vier Eng. 'mijlen
breed. Zij biedt naar de WT. zijde eene tegen wind bescherm-
de ankerplaats. Wij hebben aan dezelve den naam van
de Baai van Seppo gegeven, omdat die van Sana onjuist is.
De landtong bestaat uit een gebergte, dat twee toppen heeft,
waarvan de oostelijkste de hoogste is. Deze tweegeheuvelden
berchy die men 25 k 26 mijlen ver kon zien, was door den
Commandeur Ca^p de Trou genoemd geworden; het is kaap
Ikabanois op Sakusajemon's kaart. Op den 30 Junij»
op 45*^ 54' N.B„ Jlag Caep de Trou O.t.Z. 7^ Z. 15 mijl,
en de Soerenschuer Z.0. 15 è 16 mijlen en 's middags
den 2 op de gegiste breedte van 44° 5'6', de Croonberch
Z.0. 7, Z. 27, myl, de Geliackelde bereh in het Z., de
Boeren Schuer O.Z.0. 7, Z., de Caep de Trou O.N.0.
Digitized by VjOOQ IC
320
7, N. Th.'iDs blijft nog de aardrijkskundige ligging van
Caep de Trou te bepalen, die, ofschoon deze kustenstreek
door onzen zeevaarder Vries, door Lapéroase (den 18
en 19 Augustus 1787) en door Broughtou (van 8 tot 11
October 1796) is onderzoeht geworden en op de kaarten
van Sakusajemon en Toknai dit ver uitstekend voor-
gebergte zeer naauwkeurig vertoond is, nog twijfelachtig
schijnt te zijn. Door Lapérouse is dezelve op 45° 39'
N.B. geplaatst, hetwelk ook met zijne waarneming op den
19 Augustus, waar hij zich op 46"^ 20' in een afstand vaa
41' in het N. van dat voorgebergte bevond, overeenkomt.
Broughtou, die zich 's middags den 9 October op 44^
31' 30'/ N.B. bevond, den Piek Z. 52*» W., en het eiland
Sikotan Z. 17*» O. peilde, en van N. 48*» O. tot 61" 0.
hoog land zag, dat hij voor een eiland hield, nam zijnen
koers N.0. om het te onderzoeken, 's Namiddags passeerde
hij op een afstand van 4 Eng. mijlen den Croonberch^ dien
hij voortreffelijk beschrijft (1), en peilde bij zonsondergang dezen
vulkaan Z. 24° VY., en de kust, zoo ver hij zien kon, Tt.
55° O. Stormig en mistig weer lieten hem de kuat den
volgenden dag slechts met een blik zien, en het laatste laad
werd van Z. 61° O. tot Z 27° O. en oa low point'' Z.
8° W, ontdekt. Dit lage punt, dat op zijne originele kaart
op 45° 7' geplaatst is, veronderstelde von Krusenstern,
dat het Caep de Trou was, eo gaf aan de aardrijkskundige
ligging van de vermoedelijke Caep de Trou de voorkeur
(1) #We were abreast of a hill which rosé from the sea shore, with
a steep ascent to a considerable elevaiion of a conical sbape aud evi-
dentiy volcanic: we passed within two miles of it, and plainly per-
Gcived it covered with stones and einders down to ks base, as an
eraptiou had latelj happened. Rond the Crater it presented ragged and
misshapen points; and some small sfarubs were growing on the S.W.
fiide very. low down. This abrupt hill was connected with the blands
by a low isthmus, which receded from it on each side, so as to fona
oircnlar bays; and the land continned low to some distanee.*' Brough*
ton, F(^ge, pag. 117.
Digitized by VjOOQ IC
321
lie van Lapéronse en die van Vries volgens Janssens
kaarU Bronghton heeft die kaap, die hij op den 10 tot
11 Oetober zeer nabij voorbijkwam, wegens de digte mist
niet kannen zien, en het land, dat hij den 12 *s ochtends
zich van Z. S"* W, tot Z. 22"* O. zag uitbreiden, en dat
hij Toor een eiland op zichzelve hield, was het N.W. einde
van het Staaien eiland, waaraan Lapéroase en zijn op-
volger (zoo als boven gezegd) verkeerdelijk den naam van
Caep Vries gegeven heeft. Zulks is dan ook den volgenden
morgen door deszelfs waarnemingen bevestigd geworden, waar
hij zich midden in den Noordelijken ingang der straat Vries
bevond. Deze uitweiding hebben wij moeten doen, om te
bewijzen, dat kaap de Trou Noordelijker ligt als de groote
hydrograaph von Krusenstern vermeende (1), en om de
waarneming van L a p é r o u s e en die van onzen Nederlandschen
zeevaarder te regtvaardigen. Aangenomen dat de breedten-
bepaling der vermeende kaap Vries (onzer kaap Okkebets)
door Golownin goed is, en daar kaap de Troti op Saku-
sajemon*s kaart, waar de configuratie der kust alle geloof
verdient, slechts 6' van kaap Okkebets verschilt, zou de on*
derwerpelijke kaap op 45® 32' N.Br. te liggen komen, das
6' Zaidelijker als die op Janssen's kaart geplaatst is; en
volgens Vries waarnemingen op den 5 Augustus, waar bij
op iS"" 43' zijne kaap Vries Z.W, 4 mijlen van zich liggen
had, en kaap Okkebets op 45® 40' liggen zou, laat zich de
breedte van kaap de Trou op 45® 34' N. bepalen. Ook op
Golownin 's kaart ligt die kaap op 45® 22' N.Br. De
vermeende kaap de Trou op de kaart van Broughton is
kaap IfoterOf een lage uithoek, die op Sakusajemon*s
kaart 20' Zaidelijker j;eplaatst is, doch nagenoeg met de
aardrijkskundige ligging (45® 7' N,), die de verdienstelijke
(1) tfljB cap Tra» est place par 45* 35' (moet z^jii 39') sar lacarte
ie Lapéroase et par 45* 10' (moet zija 7') sar cettede Broagh-
ion, U première latitade est certainement trop boreale." Becueil de
mémoiref kydrographiques, pag. 198.
21
Digitized by VjOOQ IC
a22
Engdbohe zeetaarder aan zijn «Low porl*' aaagewcxen heeft,
owroénkomt.
De r^ks raa vulkanen die Je%o iikeeoe N.(k ngting door^
Irekty zich in het Z. van Kunasiri doov dfo T^iiipa «oior»
te keBocn geeft en m het Noorden van dal eiland als eea
hooge Piek (do TsjTsja nobari) verheft, breidt zich ook oog
verder over Jeterop uit, waar de iiu^este bergtoppeni, ^e\ke
voorgebergten vormen, of hier en daar vrij sfa^m, of aan
den voet van meeren, verzonkene trechters van uitgedoofde Tuor-
bergen, zi^ ais kegelbergen en trachyt dommen henmerkeo.
Men kan aannemen dat alle bergen die opJesoen deKa-
rilen den bijnaam Nobori (1) hebben, van vnlkanischeii oor-
sprong zijn en zoo zien wij' dan den Cro^nbergh. ak Fussa-
fUiboru en in - de baai van Seppo. deu Betó nobari eo Ho^
rosju nobori^ en fangs de N.W. kaap den Sjud nobori,
Itomatse nobori^ KUeiUe nobori, tn Sjokku no6ort zich ver-
heffen. Het uitmuntende kaartonbecid, dat ons Tok na i van
dit eiland, in een maatstaf van 24 centim» een equatoriaal-
graad, geeft, laat uit de configuratie van de kusten — hier
ver uitstekende, hooge voorgebergten en steile uithoeken, daar
diep inloopende bogten, baaijen en* massa -gebergten, door lago
landtongen van elkander afgescheiden, van verre gezien zich. als ei-
landen op zich zei ven vertoonende herkennen. Dit verscheard
en gebroken, smal en meer dan 70 Eng. mijlen lange •eiiaad
geeft ons een duidetijk. denkbeeld van de onderaardsche krach-
ten^ die het uit den Oceaan hebben doen oprijzen, en van
het geweld dei^ door orkanen bewogen golven der zee, die
sedert duizende janen de rotsen uitgespoeld, .de bogtea en
baaijen uitgehold en er het strand met zand bedekt hebbeo,
d{ior welke zich kleine, snel loopende riviertjes denkweg ba-
(1) Noboru is een oud Japausch woord en beteekeut opklimmeu
en nobori eene hoogte, een top. De Japanners gebruiken het niet
voor valkaan, waarvoor zij het woord Taie hebben; bij de ^«wV wordt
bat volgens Dawidon en Toknai uitsluitend voor vcilkanische g^*-
bergten gebezigd b. v. Iwcau nobori, zwaveiberg.
Digitized by VjOOQIC
323
nen. Uit deze bij afvvisselfög uil steile roiseo en ondiepe
baagen en bogten bestaande kusten van dit eiland Iaat zieb
dan odk de ongelijke diepte digt bij den wal yerklarén^ tvaar
men, naar gelang yan deszelfs gesteldheid, 30 tot lOOvade^'
men z^^arte zandgrond, singel en paaigrond loodt. Behalve
de Piramyda vindt men vele kleine eilandjes, rotsen en klip-
pen rondom de kast verspreid, wier ligging maar figuratief
bekend is; op d^ze gevaren moet men goed uitkijk houden.
Behalve van cenige schipbreukelingen is dit eiland nog niet
van Europische of andere natuuronderzockers bezocht gewor-
den, van zijne Fauna en Flora h«|l)en wij nog geene weten-
schappelijke kennis, zijne voortbrengselen laten zich gedeel-
telijk uit de mededeelingen van de Japanners ontcijferen of
als overeenkomende met die van Je%o m Kamtsckatka, zijne
zuidelijke en noordelijke naburige landen, vermoeden. En dit
merkwaardige eiland draagt — ik herhaal het — sedert meer
dan twee eeuwen een Nederlandschen, den zeer respectabelen
naam van het Staalen eiland.
De straat de Tries en het Compagrnljsland (het
eiland Urup)^ met eenen O.N.0. koers langs de oostkust
van het Staatendland zeilende, zag men den 19 Junij op
45' 41' gegiste N. breedte, y^met een blinke lant in 't ÏF.
ende W.N. W* ende stracso was ^t weder bedeckt van mistJ"
Dit was het hooge met sneeuw bedekte land van nCaep de
Vries y kaap Okkebets en van het eiland Urup. Vries be-
vondt zich toen in het midden van den zuidelijken ingang
der straat, die Jeterop van ürup afscheidt, en die thans
zijnen naam draagt. ^Saegen oock omtrent 5 neren naer
den middach met een blinck, recht voor nyt in V iV. een
heel hoogen herch^ die oock seer blonck van sneeuw y'^'^ t» be-
vonden de diepte van 30 vadem paolgront, stracx weder
diep 46, 47 vadem, ende wat corts gront af van 50 vadem *'
^diëten het drijven op Godes genade om deN.W., hoorden
gestadich de ldnt'%ee ende groote ruysing van water ende
veel gecryt van cUpmeeuwen,^^ ■ Wat op den dach cregen
2V
Digitized by VjOOQ IC
324
toij weder gront op 60 vadems ende den ander worp 47
vadem grof santgroni, lieten ons tuy^aneker vallen f'* nsae-
gen doen in V S.S.0^ de toppen van hoochgeberehte,maer
eonden de voeling doet niet af bekennen^ maer scheen dicht
bij ons te sijn, wij hoorden gestadich groot geruys van wa-
ter.** n Omtrent 2 a 3 neren naer de vroe eost elaerde de
mist opf doen saegen wij, dat wij boven 7t ^V' ^l ^^^
den wal geanckert laegen; saegen in H SJ.W. van ons 3
mijlen lant, ende in H N.OJ.0. 5 d 6 mijlen van ons het
noordelyexste lant dat wij sien eonden. Het geruys van wa-
ter saegen wij dat het afstorten van sneeuwater was, dat op
verseheyde plaetsen van het geberchte in de chven quam
afvallen, ende een groot geruys ende geraes maeckte, ende
het lant lach op veel plaetsen tot bij de waterstrani noch
bedeckt met sneeuw, insonderheyt op U geberchte. ^Saegen
een hoogen, ronden berch die vol sneeuw lach in *t S.W.tS.
ende een d*. in *t S.W.t.W. van ons, wat lanehwerpiger
dan van één hoochte sijnde, ende waeren met een laage
valey aen malcanderen gehecht, alwaer noch eenige eleyne
berehies buyten laegen, waer bewesten noch 2 ronde berghen
laegen, maer die laegen wel over de 20 mijlen van ons»
Van den berch in H S»WJ.S» van ons liggende, loopt een
steyle afsteeckende hoeck, dien bij ons de noem gegeven
was van Caep de Vries, eonden in 7 N.FF. geen lant
sien, vertrouwende als nu in de Tartarijsehe see te
sijn" » Waren op dp bevonden breedte van 46* 6'."
Wij konden niet beter dan met de Iptterlijke woorden uit
het jonrnaal getrokken den ankerplaats van het schip Casin-
cum beschrijven, die op de plaat 66 S. van Witsen's boek-
werk afgebeeld is en waar wvertoont wort, hoe zich het Ce ff^-
pagnieslant opdoet, als men *J^ deel van een mijt van
de Kruishoek afleit.^* De in het Z.Z.0. geziene toppen
van hoog gebergte zijn de Mineraelberch, van wiens voel
niet ver verwijderd Vries ten anker gekomen was, endieo
wij nader zullen leeren kennen, het in Z.t.W. 3 mijleoaf-
Digitized by VjOOQIC
325
liggende land is Caep van der Lijn en het in het N.Ot.0.
5 è 6 mijlen noordelijkste land Caep Schouten terwijl hij y,
mijl ver Yan de Cruishoek af was. Van het schip mt zag men in
het Z.W.t.Z. de N.O.hoek (K. Seworosi) en Z.W.t.W. de
N.W.hoek (K. Okkebeis) Tan het Staaten eiland, waarvan
de N.O.hoek Caep de Vries genaamd was. De 20 mijlen
afstand bewesten van het K. Okkebets geziene 2 ronden
bergen konden de boyengenoemde . kegelbergen bij K. To^i-
furi zijn^ waarvan de beide het verste afgelegene de Sjusi
nobori en Hornatst nobori genaamd worden, de overeenstem-
ming yan de N.O.hoek van het Staaten eiland met Caep de
Vries is door deze peilingen buiten allen twijfel gesteld en
het Yoorzetsel de, dat men in lateren tijd dikwijls voor den
naam yan Vries geplaatst vindt, laat zich ook uit deze be-
noeming verklaren.
Lapérouse heeft, zoo als bij herhaling gezegd is, den
N. westelijken uithoek van het Staaten eiland voor Caep de
Vries gehouden en ook op zijne kaart met dezen naam ge-
kenmerkt. Daar wij op onze kaart van Je%o ende Kurilen
den naam van de Caep de Vries weder teregt gebragt heb-^
ben, zoo willen wij aan de N. westelijken uithoek, die name-
loos geworden is, den naam van Kaap de Lapérouse geven
en op deze wijze aan den groeten ^n ongelukkigen Franschen
zeevaarder hnlde doen, die aan onzen Nederlandschen eene
zoo hoogen achting toegedragen heeft (1). Lapérouse w<is
dan ook de eerste die na Vries deze straat teruggevonden
heeft (op den 20 Augustus 1787). De ankerplaats werd be?
vonden te liggen op 46^ 6' N.Br. en 168'* 9' O. v. Tenc-
riffe of 146'' 48' 36'' O. v. Greenw., hetwelk met de boven
vermelde verbetering van + 3"* 149° 48' O. v. Gr. zijn
zoude en nagenoeg met de waarnemingen van Golownin'
(1) Vergelijk de inleiding, waar de woorden van Lapérouse tot
motto aangehaald zijn: trLa navigation du Capitaine üries (Vries)
est la plus exacte qui ait pu étre faxte ^ da»8 un temps, ou les methodes
d'oèservatm étaieut tres grossières,**
Digitized by VjOOQ IC
326
overeenkomen, die de aardryksknndige li^ng van Kaap vm
der Lijn^ die ongeveer 3 mijlen in bet Z.t.W. van de an-
kerplaafs aflegt, op 45° 39' N.Br. en 149"» 34' O.L. bepaald
heeft. ^^Tusschen het schip en de wal bevont (Coen\ een
opgaande groni, 74 ^V^ ^^^ ^^^' ^^ 3^ vadem samgroni,
een gotelingsschoot van lani diep 19 vadem steenige gront,*^
nZij hadden hier veel slecht water ^* en nlaegen hier met
groote peryckel ge%et;^^ eene betere legplaats konden zij echter
Qiet vinden; aan den wal komende vond men echter eeae
goede gelegenheid om water te halen. Het scheen hier eerst
voorjaar te zijn (20 Janij), de ekenboompjes begODDen te
bloeijen, de kruiden groenden (1) en bloeiden en de leeawcrik
(1) Daaronder ook tr wering, gelyck in Hpairia wast," wASderof
de toal tcassen op de grond bloeden met dicke holle steelen, demlke in
't geheel 9 vadem lanch syn, d^. bladeren vint men oen troppen veelin
eee dry ven, gynde door malcanderen gevlochten, onder dit lanck gélad
eroo9 onthouden hoer bij duizende see^honden, ook lammeiies ende du^'
ckers:* Over 50 voet lange bladen te spreken, schijnt oTerdieTCn
en ongeloofelijk te zijn; en toch is het waar. Dit croö* kan niet anders
als de Tucus esculentus Zin. zijn, die ook aan het strand van Je^o ge-
vonden en luim 50 voet lang en een voet breed worden. Dezelve groeit
dikwijls digt bij het Istrand en wordt overal in het meer van Oekots
als drijf-zeegras aangespoeld, ontmoet. Men heeft daarvan ook eene
verscheidenheid met holle steelen opgemerkt, die door Agardli
(Species Algarum, I. p. 143) als Alaria fistulosa beschreven en onlangs
door Dr. E. J. Ruprecht als eene soort van zijn Phasgonum\^'
kend is. Deze kruidkundige heeft dan ook den Fucus esculenks zeer
omstandelijk als Fha^g, alatum beschreven (v* Middendorffs ^-
fisehe Reise, Band. I, Th. 2, pag. 353 ff.) Erman heeft aan het
strand bij Ockota afgescheurde stukken van dit zeegras gevonden, die
meer dan 50 voet lang waren ; het dient tot voedsel van de Fl^oa
naufica en wordt in tijd van nood van de Zee-Tungusen gegeten (Des-
eelfe Reise, III, pag. 48). De Fucus esculentus^ Kombu genoemd, wordt
op Japan ajgepieen gegeten en heeft een zeer aangenamen smaak, en
wordt als zeer gezond en voedzaam geroemd. De 72jarige grijsaard
Toknai verzekerde aan den sohryver dezes, door het genot van dat
zeegras gedurende zijn veeljarig verblijf op Jezo en Krafto zijne ge-
zondheid te hebbeu behouden. Mogt deze opmerking tot onderrigting
van zeevaarders dienen. Ook de Chinezen weten deze Fwcfw-soort op
Digitized by VjOOQ IC
m
zong liefelijk. Men isag «eaige roode vossen en een spier ^
wiUen, ook sporen -« eeiie hot en een geraanite, waaracbija-
lijk eene èegraaf^aats. -^ maar geeno menscfaen.
De hooge berg waar aarde gevonden werd, •dh wel ge-,
heek naer minerael ende scheen sUver bij hem te hebben^'*'*
noemde Vries de Mdnetaelberth^ en nam op den 23 Juny
van dat labt, hetwelk men voor een eilant bield (i) digt bg
de kust vaSB Amerika gelegen, namens de Compagnie bezit,
en grf atti hetzelve den naam van bet Compggnyslant (2).
waarde te steUen. De jaarlijksche uitvoer daarvan van NagasaU naar
Shanghai Tbedraagt 51,000 Pikol, van den inkoopsprijs van 170,000
Tail of ongeveer 340,000 Guldens (Ni pp on Yl^ Fm JapanücAen HOh-
del, p* 62). Ër bestaan op Jego en de Kurüen zeegras-visscherijen» die
door de regering aangemoedigd en beschermd worden.
(1) Zoo als bekend is, was men nog in bet begin van de 17de eeuw
van meening, dat Amerika slechts door eene zee-engte, den Fretum
AniaUy van bet rijk van Mongol, het noordoostelijke uiteinde van de
oude wereld, waa afgescheiden. Op Jansson's kaart en op die van
de van trOedaene coHrstn" (Atlas N". 11 £) wordt het CompagnydofU
als een groot land zonder einde vertoond. Op de kaart echter van de
ff Gedaene ontdeckihghe onder den Commandeur M. O. Vries" is het
Companyilant als een eiland uitgeteekend en door eene straat van een
uitgebreide landstreek, op welke de woorden vAmericae Pars" staan,
gescheiden, en in deze straat is geschreven fEier is *t Jacht Breskens
geweest*' Men heeft dus de herkenning van het Compagnyslant als een
eiland aan dat schip te danken. In het jaar 1739 werd dit eiland door
den meergenoemden Russischen zee-officier Spangberg omzeild. De
smalle landtong naar het W. uitstekende op het vermeende gedeelte
van Amerika is hoogst waarschijnlijk SimusMr, }iet XYJe van de Ros-
sisohe Kurilen, Op de kaart van Japan, behoorende tot de Verhandeling
over jde Nederlandsche ontdekkingen -vdjx Bennet en van Wijk, vindt
men in het Z.W. van dat eiland twee eilandjes Rond eiland en Heuvel
eiland, die waarachijnl^k ook door het schip Breskens ontdekt en zoo ge**
BOemd Bijn. Thans noemen ziü deze eiianG\>es Broughton*ê Island en Tsirp$i,
(2) De in^beziineming vaa ürup is eene te belangrijke daadaaak, om
die niet bier woordelijk uit het Journael van O oen over te nemen:
'Idc bd) V4U1 dë bevinding aen den Commandeur van alles rappoft
gedaen', seyn doen beneffens hem naer een steyle vlacke' berch gegaat-
ende syn daer opgeolommeui daarop synde beóft de Commandeur een
houten cruys op een verheven berohie lasten oprechten, waaro^t diX
Digitized by VjOOQ IC
328
Reeds tegen het einde van de lesde eeuw waren de Japan-
ners met het zuidelijkste gedeelte van Je%o bekend gewor-
den, dat zij Waiari sknano Je%o, i. i. : Overvaart eiland van
Je%o noemden, omdat toenmaals ook nog het noordelijkste
gedeelte van Wippon, Je%o genoemd werd. ïh MmiPsche
eilanden, namelijk de zuidelijkste, die zij Figasi Je%Of d. i. :
Oost Je%o noemen, zijn eerst b^ toeval in het jaar 1672
door een Japanschen knstvaarder, die daarhenen door eenea
storm verslagen geworden is, ontdekt geworden. De Rassen
hebben dezelve, kort na honne vestiging op KamUehatka^
leeren kennen en, zoo ak boven gezegd is, in de jaren
1737 — 39 door Spangberg en Walton doen onde^
zoeken. In het begin dezer eeuw zijn somtijds jagers, zoo-
genoemde ProtnuscMenike^ van de Bossisch-Amerikaanscfae
pelterij-compagnie naar ürup overgekomen, dat, wegens de
vele zee-otters (1) die zich daar ophielden, ook Rakkositna
door de Japanners genoemd wordt. Omtrent het jaar 1840
dreven de Rassen op dat eiland met de Aino's en met de
Japanners, die daar om te] visschen kwamen, eeneo rail-
handel, die de Japansche regering stilzwijgende scheen te
gedogen. In 1854, den 3 September, werd van twee fransche
fregatten, behoorende bij het naar Kamischaika gezondene
smaldeel, namens de verbonden Westersche zeemogendheden,
van het eiland ürup »den zetel van den Russischen handel
op de Eurilen'* bezit genomen en aan dit eiland de naam
•Alliance^^ gegeven. Toenmaals was ürup nog geen Keizerl.
Russisch gebied, bet behoorde wel degelijk nog onder Japan,
volgende opgehouden stont: ^ anno 1643. Heeft alaoo possessie van
wegen onze E. Heeren Meesters van dit land genomen, ende het aelfde
den naem gegeven van het CompanytlofU, ende deze hoede genaempt
de Cruj/ihoek. Hebben op het Companyslani gegeten ende gedroncken,
ende toen ter eere van onse E. Heeren Meesters 3 salvo's met mos*
quets gedaen."
(1) Van Enydris marina^ door de Jino^s en de Japanners Baiio en
dooi de Kamtsohadalen Baii» genoemd.
Digitized by VjOOQ IC
829
vaar het ook op Sakasajemoii's kaart nog ab zoodanig
geplaatst is. Maar de Keizerlijk Rossische gezant, admiraal
Pa ti at in e, was jnist ten dien tijde op Japan en had aan
bet ho£ van Jedo een traetaat Tan vrede en handel aange*
boden,waarin door den Keizer Nicolaas voorgesteld werd
dat: sde grenzen tosschen Rusland en Japan^ zallen zijn
tassehen de eilanden Itemp {Sktaien eiland) en ürup (Conh'
pagnie eiland." Volgens art* 2 yan het traetaat in H toorle-
den jar 1856 tosschen Japan en Aivtoid gesloten, > behoort
ürup tot de Rnssische bezittingen/* En geiyk wij onlangs w->
nomen hebben, is aan de Rnssisch-Amerikaansche Compagnie
eeoe coneessie verleend geworden om de op dit eiland ontdekte
kopennqnen te ontginnen. Ziedaar de geschiedenis van ons
verwaarloosd Compagnyslant! Urup strekt N.0. en Z.W.
en breidt zich, Tolgens de waarnemingen van Golownin,
m Caep van der Lyn, i6^ 39' N. en 149'' 34' O., tot
Kaap Caslrieum W 16' N. en 150<» 22' O. uit. Yan Kaap
CusMenm strekt nog, volgens Saknsajemon^s kaart, eene
landtong 6 Ri ver N«0. uit. Op Golownin's kaart is die
veel kleiner en met rotsen eindigende aangegefen. Von
Krasenstern heeft de geheele lengte van dit eiland op 54
eng. mijlen berekend, hetwelk ook vrij goed met de meer*
gemelde Japansche originele kaart OYoreenkomt. Ook de ge-
heele gedaante en de configoratie van de knst is zeer over-
eenstemmende. In het zuiden neemt men den hoogen Mine^
raeU)€reh, KaMop genoemd, achter welke de kust inloopt
ea eene bogt vormt, en langs het noordelijke gedeelte vaa
de westzijde eene reeks van kegelbergen waar, die met een
voorgebergte K. Nobu {Castricum) eindigen. Ook aan de
oosücost bevinden zich eenige bogten, waarvan de baai van
Wanany ongeveer in het midden gelegen, zich als een goede
haven vertoont.
Nog willen wij aanstippen, dat de » Sieyle clip, die (in het
Z.Z.W. 37t xi^ijl van ^^^ znkerphsiis) omtrent een musquet-
schoot tan lant leyt, ende is gelyck eene pyramida ende was
Digitized by VjOOQ IC
330
vol meeuwen^ dên was soo sieyl, iêt daer met mog^k
was op ie comen^ de%e el^ was wel een musquetschooi
èoock^^^ ook door Golownin op Vt ^^i* mijl abfands ran
tien Z.hoek van Urup gezien is, het op Jansson's l^tain-
gegeven rif echter niet waargenomen verd* OoloJliD eo
Ricord, die ieStraat de Vries drie keeren gepasseerd zijo,
deden niets over de strooming in deze straat mede. Op Stka-
sajemon's kaart is de strooming in het midden der straat
naar Z.0. aangegeven. Volgens de vaamemingên in het Jbtfr
nael op den 5 Aagnstos was » met een doorgeende tfntmd^'
9 de deyninge seer hol de straet doorrollende uyt m
Pf.N.0.*' Daarentegen vermeent de stoarman Goen,opdeo
20 Jnnij, het Ganaal •eerst om de N.W. ende voorts om
de N. doorgedreven'* te zijn; de wind was toen variabel,
doch de heerschende van dat jaargetijde Z.0. en Z.W.; daarait
mag men besluiten^ dat de winden een wezenlijken invloed
op de strooming in deze straat uitoefenen, en dat, daar ia
dat zeegewest, van de maand Mei tot Aagustns meestal zoi-
delijke en van Augnstas af aan noordelijke winden waaijen,
de strooming gedurende de drie eerste maanden oin de N.
en vervolgens om de Z. loopt.
Van hier nam Vries eenen N. en N.W. koers tot op
de breedte van 47'' 27' N., waar hij besloot wederom naar
de Z. te keeren. Mogt hij dezen koers langer yervoigd hel>-
ben, dan zoude hij in de zee van Ochots v^dwaald 2:90.
Zoodoende werd door hem de westkust van Jetorop onder- '
aoehty de straat die dat eiland van Kunasiri afscheidt, ont*
dekt en vervolgens langs de noordkust yan Je%o de weg g^
baand tot de ontdekking van de bogten van Anima en van
Patientie, het' zuidelijk en zuidoostelijk gedeelte van bet zoo-
genoemde schiereiland Saghalien^ dat wij later, volgens de b^
langrijke onderzoekingen vanden Japanner Mam ia Rinsó,
het eerst als een eiland met zijnen waren naam, dien ran
Krafto, in de geschiedenis der aardrijkskunde geboekt heb-
ben. De uitkomsten van den togt langs de W.kast van
Digitized by VjOOQIC
331
Jeierop en van de waarnemiiigen op de ligplaats bij het
Fioi^tffi-etland, aan den westelijke ingang van de straat Antany
van Diemen, bebben viij ons reeds ten nutte gemaakt bij de
bydro-geographisehe beschrijving van dat eiland en van deze
straat. *'
Nadat Vries, op den 11 Jalij, zijne ankerplaats bg het
Fossen^eiland verlaten had, nam bij zijnen koers N.N.W.,
waar zij echter door een •siyw fbhemmUê stroom^* zoo
tegengehoaden werden, dat zij weinig vertierden. Deze stroom
om de O.Z.0. loopende — naar de straat toe -^ vermin*
derde allengs en kon op eenen abtand van 9 mijlen Z.t.0.
van den piek Antony niet meer gevoeld worden. Op de
gegiste breedte van éS"" 26' N. t» deden alsdoen den eoers
W,S.W* aen^ om te vernemen ofte by d*, Coers weder
geen lont souden opseylen ende by dach mochten in U ge*
skht erygenJ*^ Zij krijgen 80 vadem »steekgrond" vervol^
gens 60 vadem zwarte zandgrond, verder 50 vadem graanwe
fijne zandgrond, en bemerkten eenige ravelingen van stroom.
Op den 14 Julij *s middags was m^ op 45^ 39' gegiste
breedte ea besloot het land aan te doen, waarvan men volgens
het opdrogen van den grond niet verre zijn moest ; men vervolgde
3 duitsehé mijlen eeneN.koers op46 tot 42 vadem fijn graanwen
zandgrond en zag alstoen ten 4 ure des namiddags hoog land in
!ietW.t.Z. Dühnd ^streekie vanN.N.0. tetin hetUfPf.W.
van onSf teas op sommige plaetsen iusschen het hooeh lant
met laech lant oen makanderen gehecht; het naeste lant
keh 4 d 5 mylen van ons^ was alsdoen diep 35 vadem,
fijne wasige santgront. Saegen eorts daernae 2 hooge her*
ghen ende lach gelyck een eylant in 't O J.N. omtrent
10*/^ myl van ons.*'
De Straat de Iiapérouie. Visies bevond zich van den
13 tot den 14 Jolij in het midden der straat die Je%o van
i^rafto a&cheidt, en die eerst 144 jaren later, op den 11
Augustus 1787 door Lapérouse is ontdekt en naar dezen
groeten zeevaarder benoemd geworden. Zij • saegen eenige
Digitized by VjOOQ IC
332
raveUng van siroom^'^ en ^hei scheen dat hier sêroomUepf
dan conden door de harde coelie weynieh bemerken hoe
die liep.'" De mist, die het lage kustland bedekte eo de
ti^ppea Tan bergen, die in het W.t.Z. tot in het N.N.0.
uitstaken, misleidden den kondigen zeeman en lieten bem
het land in het W. voor samenhangende honden en een door-
togt in de zich diep naar hig N. inbaigende golf zoeken,
»hadden veel biesen^ groente ende hotU sten drgven, wislet^
niet ofte wy in een doorganch lagen ofte in een bocht ge-
set liggendeJ**
Volgens de peilingen ten 4 aren na den middag van den
14 Julij gedaan, beyond zich Vries reeds in de Golf van
Aniwa^ en ivel 4 ï 5 mijlen O.t.N. van het hoo^ gebei)^e
{Horobori)^ hetwelk in eene landtong (Notoro) uitloopt, die
dóór Lapérouse Cap Crülon genoemd werd en deweste*
lijke en zuidelijkste grens van de Golf van Antifa vonnt.
W^ij hebben dan ook reeds op onze kaart van Kraflo (i^
n^. 3) den Horobori als den Blgdeb&rg herkend, die het
hooge land, door Vries in het V7.t.Z. gezien, zijn moet (1).
Het land dat verder van N.N.W. tot N.N.O. strekt, zijn de
bergketen, Poortlandt genoemd, die in het westen van de
golf tot den Pic Bernicet van Lapérouse, en regtsvaade
Zalmbaai noordelijk strekken, en op Toknai*s origiaeie
kaarten de namen van Okosjó en Niwajemesi (de Speenberg,
Vries?) dragen; en de twee hooge bergen kort daarna ia
het 0.t.N. op 107s luijl afstand gezien, die zich gelijk een
eiland vertoonden, zijn de kegelbergen Héru en Serikmy
welke lot de ketting behooren, die de oostelijke grens van
de golf vormt en wier zuidelijkste uithoek Sireioko genaaind
(1) Op de kaart vaa Japan, behoorende tot de bovengenoemde ver-
handeling van Bennet en van Wijk, is de naam van Bl^dehergi»^
den Pic de Langle toegepast. Op alle originele kaarten van Vries
zeetogt ligt de Blydeherg ten minste 50' noordelijker als het eilandje
JStVt'rt, waarop zich deze piek bevindt. Ook laten zich de voormelde
peilingen hoegenaamd niet daarmede overeenbrengen.
Digitized by VjOOQIC
en Caep Aniwa^ Vries, is. Deze beide kapen, Cap CrilUm
(yolgeos Ton Erasenstern, op A5^ 54' 15" N.Br. en
141« 58' O.L.) en Caep Aniwa (op 46* 8' 20" N.Br. en
143'' 30' 20" O.L.) zijn de noordelijke, en Kaap Soja (op
45<' 31' 15" N.Br. en UI'' 51' Q.L.) dé zaidelijke grens
der Straat de Lap^ff'ouse, die aan den ivestelijken ingang
23 engl. mglen breed is. fehalye de klip la Dangereuse,
10 engl. mijlen in het Z.0. van Cap Crillon op 45^*47' 15"
IV.Br. en 142» 8' 45" W.Br. en 142*» 8' 45" O.L. gelegen,
en die dezen naam draagt, omdat dezelve even boven water
ligt en mogelijk bij hoog water onder water, In een* a&tand
van 2 — 8 engl. mijlen daarvan, vonden Lapérouse en
Srasenstern 23 è 25 vadem rotsigen grond met kleine
steentjes. Beide zeevaarders hebben ook eene sterke stroo«
ming (von Krusenstern half Mei om de oost) waarge-
nomen; Lapéronse merkt op, dat de strooming harder
aan de noordzijde van de straat, aan de zijde van Krafto^
dan aan de zuidzijde, die van Je%o^ liep. De diepte in het
midden der straat aan den westelijken, den naanwsten, ingang,
door Lapéronse en von Krnsenstern waargenomen,
zijn 36— '42 vademen rotsigen grond met kleine steentjes.
Vries loodde bij den oostelijken ingang 80 vadem steek-
grond en verder, 70 fijne zandgrond ; zijne bevonden diepten
naar en in de Golf van Aniwa zijn ook grooter als die,
welke door von Krnsenstern bekend gemaakt zijn.
Daar deze waarnemingen bijna een en een halve eenw uit
elkander liggen, zoo mogt men daaruit aanleiding tot de vraag
nemen : of dat verschil niet het gevolg kon zijn van verhef-
fing van den bodem der straat, die eene keten van bij voort-
during werkzame vuurbergen afbreekt ? Dit problema behoort
niet alleen tot het gebied van de geologie, het behoort ook.
wel degelijk tot de hydrographie en verdiende hier en in alle
vulkanische landen, van zeevaardei*s mede in aanmerking ge-
nomen te worden. Bij het opzoeken van den westelijken in«
gang der straat, van het zuiden komende, dienen de eilandjes
Digitized by VjOOQ IC
334
Bisiri en Refunsiri^ het eerste met zijne
die 50 engU mijlen nit tee ioin gezien worden tot loodsen,
en van het noord(di komende het eilandje Toto mesm (/.
Monneron^ Lapérouse). Risiri ligt op 45" 11' N.Br. en
141* 12' 15" OX.; het eilandje strekt N.N.W. en Z.Z.0.
▼an de kust, ongeveer zeven engL mijlen lang en drie ii vier
breed, de oostzijde is stijl, rot^g en schijnt onvrncbtbaar te
zijif; de westzijde loopt vlakker neer, is ook met rotsen om-
singeld, hier en daar echter weelderig begroeid en legert door
afwisseling van groene plekken met besscben een aaDgeoaam
gezigt op ; de Kegelberg, van welke men dnidelijk de vullu-
nische oitwerkingen- en de krater zien kan, is rolsig en dor
en in de maand Mei nog gedeeltelijk met sneeaw bedekt.
De west* en noordwest-kust heeft eentge inhammer», Toto
tomari en Benkaï tomariy die bewoond zijn, en waar zich
Japansche wachthuizen bevinden. Ook aan het mwèekieis
een gehucht van deiltW, en eene wacht, Nakkatomari, en aan
de N.O.kust (volgens Toknai), eene bogt Oisutsi (omri,
waar een riviertje Ku9jénai uitwatert ; van deze bogt gaat
een landweg naar Toto tomari. In deze bogt ankeren telkens
de Japanners op hunne vaart van Maismaë naar Kaap%<i'
Op- eenen afstand van 24 engh mijlen in het Z.W. gezien,
vertoont zich dit eilandje als een Trij in zee stadode k($eJ-
berg, aan welke men nog in den zomer met sneeuw opge-
vulde voren waarneemt (1). Refunsiri ligt op 45' 27' 45
N.Br. en 141* 4' O.L., strekt N.t.0. en Z.t.W. cnison-
geveer 10 eng. mijlen lang en vier k vijf breed, met stijl«
rotsen omgeven, heuvelig, zich naar het N.O.einde in ceo
berg verheffend (Cap Guilbert), die echter in vergelijkio?
met de piek van Risiri laag is. Aan de Oostzijde, oflgereer
in het midden van het eiland bevindt zich een inham T(^^
bekiy waar een Aino dorp en een J^pansch wachthuis is ^
(1) Von Krusenstern, Reise urn die Welt, Atlas, nM^^^^
en LXXII.
Digitized by VjOOQIC
een beschenaende ankerplaats voor JtipofHtf^sehepen ge?o»-
den wordt* Ook aaa de Ifaijde bnigC de kast di«p iff^ en
vorntt eene kom naar een biDnenneer geUpEende. Beiés
eilandjes waren v^oeger^ meer dan tegenwooFdig, door de
Aino^s bewoond. Het vaarwater tusschen beide eilandjes is
zttiTer, insgeiyfcs' de vaart insschen dezelve en de westknst
van J0%o^ Van het noonden komende, dient het kleine en
laage eifandje Tato^ mmrif d^ u Walrussen eiland,, tot gids».
Het ligt op i6^ 9' N.Br. en 141* 15' O.L., strekt zeven engi.
mijlen- N. en W.^ en is ongeveer 18 engl. mijlea (volgens
Lapéroase) vaa de: kust van Krafla verwijdert. La»p>é*
PO as e ea 8roag.ii;to.n) zijn tosschenidit eilandje en de. knst,
waar niet minder dan 50 vadem water gevonden wordt, ge-
passeerd; de laatste heeft het echter niet gezien. Men moet
das bij mistig weer hier .veorzigtig zijn, te meer daar* de af-
stand van het eilssMije van de kust vaa Srafto niet jmstbe^-
paald. is. Wanneer men Tota mostri gepasseerd, is^ kan men)
ook reeds^ de piek van Rüiri zien. Den oostelijken ingang
van de straat kenmerkt het hooge gebergte van de oostkust
van Krafto, die op 46'» 8' 20" N.Br. en 143« 30' 20" O.L..
den zuidelijken en oostelijken uithoek van dat. eiland vormt^
Siretoko, door Vries Caep Aniwa genoemd. Deie kaap
vertoont zich als eene steile, losgescheurde rots met een diep
gekloofde punt. Volgens Toknai's kaart liggen eenige rot-
sen nog buiten de kaap. Von Krusenstern, die de kaap
in een afstand vaa 5 tot 8 engl.^ mijlen omzeilde, vond het
vaarwater zuiver en loodde- 75 vadem kleigrond.
Dé Golf van Aniwa. Aan Vries hebben wij de ontdek-
king en eerste kennis, aan v o.n K r u s e n s t e r n dé bevestiging
dezer ontdekking en. een. nader geo-hydrographisch onderzoek
^n deze golf te danken. De Japansche aardrijkskundigen, na-
melijk Mogami Toknai, en M'amia Rinso, hebben ons
ïneer bijzonder met de configuratie der kusten, met derzel ver
ïulhoeken» bogten en inhammen, .met de daar uitwaterende rivie-
ren, ou beekeoymetbinnenmerenen ketens van gebergten en met
Digitized by VjOOQ IC
336
de inlandsche namen daarvan en met al de bewoonde plaatsen
bekend gemaakt. Maar niet alleen danken wij aan hon de
bijzondere kennis van deze golf; met verre bet grootste ge-
deelte van Kraflo hebben ons deze onvermoeide reizigers
insgelijks bekend gemaakt. Het voorheen zoo weinig be-
kende voor een schiereiland gebonden SaghaUn is door hoooe
nasporingen van bet vaste land van Azii als bet ware atp-
schenrd en door hen is het binnenste van eene ierra ineogfiita
ontsloten geworden* Men vergelijke de beste Eoropische
kaart van Krafto die bestaat, de Cark de la Presqu'islei»
SaghaUn in 1827 (1), door von Krnsenstern oit è
waarnemingen van Vries, Lapéronse, Bronghtonen
zyne belangrijke eigene ontdekkingen zamei^esteld, met onze
kaart wdie Insel Krafïo und die Mündung des MaM
(Amur) noch Originalkarten «on Mo gami Toknaitttui
Mamia Rinzo" (2), en het in de lên^e groaisk eiland
der. wereld ligt ontsloten voor onze oogen ; een eiland, dat
met ons toedoen , volgens art. 2 van het tassehen RusM
en Japan gesloten traktaat, als neutraal verklaard, dos m
nu af aan niet alleen voor den wereldhandel geopend, maar
ook voor kolonisatie door eene nieuwe bevolking vatbaar is
gemaakt (3).
(1) Jilaê de POeéan Padfiquef par de Erusenstern, n*. 25«
(2) Yon Sieboid, Atku von Land- und Seekarten I. c. &'• 3.
Ik wil hier opmerken, dat het eenige, in Japan bestaande Ezempl'
van 7!okaai'8 ^ Originele Jf. S. Kaaréen van JeMO^ de KurileUf Krap
en den Amur;* aan my op den 16 April 1826 te Jedo door dezen rei-
ziger is afgestaan geworden, onder de voorwaarde, dezelve niet vroeger
dan na verloop van 25 jaren bekend te maken. De 72jarige grijsad
was toenmaals, ondanks zijne groote verdiensten voor de kennis ras
de aan Japan onderhoprige noordelijke landen, in ongenade geralieo^
en IA nood en ellende gedompeld, omdat hy van zmie ontdekking geen
geheim maakte, te vrijborstig en oud was; en tooh\niet gebukt vilde
gaan. Zoo kwamen zijne onschatbare kaarten in mijn bezit enverden
eerst in 1862 in het licht gegeven.
(3) #Art. 2. De grenzen tusschen Rudand en Japan zijn voortaan
tusschen Itwrup en Urup. Het geheele eiland Ikirup (SiaaietiM
Digitized by VjOOQIC
337
In de verondersteitiQg, dat io het W. het land gesloten
en geen doorgang mogelgk was, had Vries zijnen koers
noordelijk Tervoigd, op een afstand yan 4 mijlen ?an de knst,
die hij Poort Landt noemde. Hij bevond zich volgens gis-
sing op de breedte van 46** 30' N., bij eene diepte van 23
yademen steekgrond. Hij nam nu eenN.0. koers en na dien
eenige mijlen met opdrogende diepte tot op 16 vadem steek-
grond te hebben vervolgd, kwam hij ten anker. Den t6Jalij
»V morgens was U noch mistich weder moer daerde een
weynieh op^ saegen dat in een groote intocht geset lagen.^*
Men zette de prauw oit, om eene ankerplaats digter bijden
wal op te zoeken, die ook op 10 vadem steekgrond, Y, mijl
van het land, gevonden werd. Aanvankelijk liet men het anker
verder naar het land toe, op 6 vadem steenachtige grond val-
len, daar dit echter niet ^vilde houden en het van het land
begon te waaijen, zeilde men terug en ging op O'/i vadem
steekgrond voor anker, het dorp Aniwa-Tamary (tamari^
d. i, : woonoord) N.0. 7i ^Ü^ peilende. » Waeren nu op
de gegiste breete van 46' 40'.*' Deze inbogt werd de » Salm-
baff'' genoemd, omdat men zich hier rijkelijk van zalm voor-
zag. Op de meergemelde kaart van nGedaene Coursen^^
leest men: »Hier komen haer veel inwoonders aen boort,
die haer willen beduiden dat hier in 't gebergte ^t Silver
in overvloei te bekomen is, ook houden zij 7 iper waer-
diger als U Silver.'" Ook worden in het Journaal merk-
waardige verhalen over de inwoners, waarmede onze zeevaar-
ders in aanraking kwamen, medegedeeld. Daarvan op eene
andere plaats.
Alvorens het Journaal teruggevonden en van de meerge-
melde twee kaarten, die zich in den y* Atlas van geteekende
Land' en Zeekaarten,'^'* thans bewaard bij het statistiek Bu-
beboort aan Japan, hei eiland Ürup [Compagnieland) met de noorde-
lijke Kurilen, tot d» Buisüche bezittingen, ierw^l het eiland Kra/ïo
iSaghalien) tusschen de beide rjjken neutraal bl^ft." Joumal de St.
Petétêbourg, 28 Arril 1857.
22
Digitized by VjOOQ IC
336
reau ran het Ministerie van KoloniSn» bevinden, door on*
inzage genomen ^as, berustte de keniU3 vanden door Vrie^
ontdekten Golf van Aniwaf op de kaart van Janssoji eo
op eenige stuksgewijze mededeelingen van ajoen gedaokwaar-
digen zeetogt door Nicolaes Witsen en anderen, en deze
waren ten opzigte van aardrijkskundige bepalingen zeer ge-
brekkig. Von Krusenstern had niets dan eene kopij van
Jansson's kaart aan boord, waarop de mond van de rivier,
waarmede de ^Salmbay'^ eindigt, op 67** 35' N.Br. geplaatst
was. »Es seheint fast unglaubUeh\^^ roept hier de groote
hydrograaf uit, nwie man einen Fehkr von 52 JUinuteni»
der Breite hat begehen können'' (1). En toch een Vries
heefl zulk een misslag kunnen begaan? Neen, xmmttl
De ankerplaats van het schip Castrkum werd ^door hm\
volgens gissing bepaald op 46"* 40' N.B. en die was^i^ij^
in het Z.W. van Aniwa Tamtiry. De ankerplaats vao de
PfMeshda werd -door von Krusenstern sierrekundig be-
paaM op 46*» 41' 15" N.Br. en 142*» 38' Ö.L. op eenen
afctand' van 27» engl. mijlen Z. 49* O. van de Jo^oih
sthe faktorij. Daar nn de ankerplaats van von Kraseo-
stern ten hoogstcn 3 minnten noordelijker dan die Tan i
Vries was, zoo bedraagt het verschil der breedte, dooroQ* >
zen Nederlandsehen zeevaarder in 1643 bij ^ts^ifi^f bepaald
slechts 2 minuten van de sierrehwndige waarneminges vaaj
een der vermaardste hydrographen dezer eeuw, Yo^t m^d
daarbij Vries* bevonden breedte op den 19 Jolij, wanneer bij
zich op 46'' 27' N. bevond en ^ alsdoen lach de steylen hoé
beooston Tamary IV.W. */, W. 2*/, fnyl van ons, in 'tl
lach hei land 2*/^, t» U N.0. 3 myl, in 't O. 5 myh *»
7 S.OXS,, de veerste hoeck dien wy sten conden^ 8 wyfe«
van ons ende gaven dien hoeck de naam van Caep de AmOi
en vindt men uit deze sterrekundige èn compas-waarneffiiDS^B
van Vries, dat de nsteyle hoeck beoosten Tamary''^}
(1) Von Krusenstern, Reiê$ urn die WeU, Th. Il, pag. 68.
Digitized by VjOOQIC
339
46*" 37' ligt, en dat die hoek 4' zuidelijker dan von Kru-
senstepn^s ankerplaats is» zoo bestaat er geen verschil meer
omtrent de aardrijkskundige liggiog van AeSalmbay^ zoo als
die door onze beide zeevaarders bepaald geworden is. En
neemt men daarbij de gegiste breedte van den volgenden
middag (20 Julij) |n aanmerking» waar Vries giste Z.t.0.
6*/j mijl gezeild en op 46** 1' 30" te zijn, en Caep Aniwa
O.Z.0. 3 a 4 mijlen van zich te hebben, alsdan wordt ook
de aardrgkskundige ligging van Caep Aniwa op 45"" 59' N.Br.
bepaald, hetwelk ^en verschil van 3' 20" oplevert met de
herhaalde sterreknndi^e waarnemingen van von Erusen-
stern, volgens welke deze kaap op 4$° 2' 20" N.Br. ligt.
Ook de inham Tofuts genaamd, in het O.t.Z. van den hoek
van Tamary gelegen, en een steile rots, op Vries kaarten
Piramyda en op Toknai's kaart Takatsuka, d. i. de hooge
graf heuvel genoemd, die wegens den diglen mist door von
Krnsenstern niet konden gezien worden, bestaan en ge-
tuigen van de naauwkeurigfaeid van Vries waarnemingen en
gelijktijdig van de getrouwheid der Japansche kaarten, en
met regt, zegt Lapérousé, wanneer hij de waarnemingen
van onzen zeevaarder nopens den Golf van Aniwa beoor^
deelt: » précision ëtonnante pour Ie tenipi oü fut faite la
campagne du Kastricumj^ (1) en niet minder streelend is de
aitroep van von Krnsenstern, toen ik hem in 1834 op de
kaarten van Toknai en Rins o de straat aantoonde, die
Krafto van het Amurland afscheidt: »Les Japonais m^ont
vaineuT^
De Golf van Aniwa, die 90 engl. mijlen wijd en 70 mijlen
diep, en voor zoo verre hij haar onderzocht, vrij van gevaren
is, biedt eene ruime en tevens veilige ankerplaats langs de
kasten, die haar in het O. en W. omgeven en in de zoo-
genoemde Salmbay, W'aarmede zij eindigde. Men vindt van
45 tot 10 vademen steekgrond, rondom naar den wal toe
(1) Foyaffê rféf Lapérousé 1, c. Tom. III, pag. 93.
22*
Digitized by VjOOQIC
340
regelmatig opdrogende, waar de grond rotsig met steeutjes
gevonden wordt. Het tijdstip van hoog water bij nieawe of
volle maan kon door von Krusenstern niet naaawkeo*
rig waargenomen worden; hij gelooft echter dat bel om-
streeks 5 uren zijn zal. Stuurman Goen zegt: »J7e{ wa-
ter wast hier (aan de Salmbay) een vflem op en neder,
meer malen op den dag,"** Er waaijen hier ook regelmatig
land- en zeewinden, 's avonds en 's morgens. Vries nam
hard waaijendejandwinden en von K rusens ter neen fris-
scben zeewind waar. De strooming die jn het midden der
Straat van Lapérouse O. loopt^ wordt aan de kust van de
golf niet gevoeld ; daar schijnt, zoo als aan de noordkost van
Je%o\ door de getijden afwisselende, eene oostelijke eo wes-
telijke strooming plaats te hebben. De miswijzing van het
kompas bedroeg (1805) aan den oostelijken uitgang v&a de
golf 1* ir Oost. Ten tijde van het bezoek van Vries was
de golf alleen van Aino's bewoond ; wel had reeds in het
begin van de 17 eeuw de vorst van Malsmaè' op Jeso, van
Kaap Soja uit eene herhaalde expeditie naar Kraflo onder-
nomen; de Japanners bleven daar overwinteren, keerden
echter na verloop van eenige jaren terug. De eersts mede-
deelingen over KraftOy ook Kita-JezOy d. i. Noord-ieso ge-
noemd, heeft men aan den Japanschen aardrijkskundige
Fajasi Sivei te danken (1); daaruit blijkt, dat reeds in
het begin van de 18* eeuw een handelsverkeer van JezomU
met dat land plaats had, en dat men toenmaals daar reeds
22 iltno-dorpen kende. Men veronderstelde, dat dit land
door eene hooge bergketen van het land Sanian en Mantschu
afi;e$GheideB was en beweerde dat de sterke strooming, klip-
pen en banken in de straat tusschen Jezo en Kraflo den
vaart daar naar toe zeer gevaarlijk maakten. Een eiland Sa-
gc^in (Saghalien) wordt op Siveis kaart nog bijzonder
tiagenover den mond van den Amup vertoont, zoo ais dat
(1) San'kol'int'raH'dtn'ki en Klapi;oth& Tertaling, pag. 187»
Digitized_by CjOOQ IC
341
eilaud ook op de Chinesche kaarten geplaatst is. Op de meer--
gemelde kaart van Fukutsi Kensok is Kraflo reeds als
een eiland nitgeteekend en daarop de vaart van Soja naar
Siranusi aangewezen. Eerst sedert Angnstus 1785, wanneer
de meergenoemde Mogami Toknai ook van 5o/(i uit, met
een Japansch koopvaardijscbip naar Siranusi, niet verre van
Cap Crillonj' overzettede, is Krafto aan de Japanners nader
bekend en van dien tijd af aan van kooplieden onder het
toezigt der regering bezocht geworden. Vischvangst en visch-
handel hebben tot op den hnidigen dag eene levendige ver-
keering tusschen Jezo^ Japan en de Golf van Aniwa on-
derhouden, die allengs een onoitpatbare en onmisbare bron
voor het levensonderhoud van de meer en meer toenemende
bevolking van het rijk Nippon geworden is.
De Bocht van Patientie. Na de omzeiling van de Caep
Aniwa (21 Julij) nam Vries zijnen koers N. en vervolgens
N.W. en verder N.W.t.W. en ncorts daernaer TF.N.W.
om ie soecken om de W". te komen^ hadden slecht water.
Giste 's middachis gezeyü te hebben N.W, */i W. \\ mij^
len, waeren volgens dien op de breete van 46 gr. 2^ min.
Omtrent 4 uren naer de middach cregen wy weder decust
van Eso in *t gesichty ende was een steyle uytsteeckende
hoeck met laeeh afgaende lant om de N. streckende^ ge-
ieeck wel naer een tonyns hooft j gaeven d**. hoeck de naem
van Tonyns hoeck, d^. hoeck lach W.S.W. 1 myl van
ons. Hadden van ^smiddachts geseylt 5 mylen W.N.W.;
vondeih de diepte van 44 vadem steeckgrond, ende coris
daemae b8 vadem. Vries bevond zich toen aan de oost-
kust van Krafto. Van de Caep Aniwa af aan, die het uit-
einde als het ware van éene door, eene hooge bergketen ge-
vormde landtong is, kenmerkt zich de oostkust daarvan door
vier uithoeken, waar de zuidelijke en kleinste op Toknai*s
kaart Tsisinqjey de volgende grootere Hontob {Cap Lówenorn,
Erusenstern), dan wederom een kleine uitstekende hoek
JViteosi en eene groole met een voorgebergte naar het N.
Digitized by VjOOQ IC
842
uitloopende hoek aan zijn zuidelijk uiteinde Wojakulsi en
aan zijn noordelijk Ajerub genaamd is. Von Krnsen stern
heeft aan dat noordelijk uiteinde den naam van Cap Tonyn
gegeven en de aardrijkskundige ligging daarvan 'op 46*" 50'
N.Br. en 143^ 33' O.L. bepaald, en die van Cap Lówenorn
op i6' 23' 10" N.Br. en 143» 40' 20" O.L. Deze kaap is
eene steile uitstekende rots, door zijne gele kleur van an-
dere rotsen verscheiden en kenbaai*. Na de kaart van Jans-
sen en van die van de «Gedaene onideckinghe^' (Atlas von
Land- md Seekarien, N\ 11: D.) te oordeelen, zoude de
Tonyns hoeck zuidelijker liggen en de uithoek Ifoniob {Cap
Löwenorn) zijn; neemt men daarentegen de op den middag
van den 23 Jnlij gegiste waarnemingen van breedte aan boord
van Aq .Castrieum^ 46** 28' N. en reekent daarbij vijf mijlen
met een W.N. W. koers en den afstand van den Tonyns hoeck
van 1 mijl W.Z.W; zoo komt deze hoek op ongeveer
46** 47' N.Br., dus 24' noordelijker dan C. Löwenorn en
3' zuidelijker dan C. Tonyn, Erusenstern, te liggen.
Op onze kaart van ICrafio {Atlas, N"". 3) hebben wij reeds
aan het zuidelijke uiteinde, aan fFojakutsi, dat ongeveer
6 a 8 minuten zuidelijker ligt dan von Krusensterns
C. TonyHy den naam van Tonyns hoeck toegekend.
Het lage knd » ^o^ 3 d 4 myl benoorden de Tonyns hoecky*'
4s ontwijfelbaar de bogt, die zich van Ajerub ((7. Tengn^
Krusenstern) tot Notsuüoko ((7. Seniavin^ Krusen-
Sitern) in eene JV.W. rigting uitbreidt, en door von Kru-
denstern, Mordminoffs baai genoemd werd. Onze meer-
genoemde Japansche reizigers hebben ons deze bogt nader
leeren kennen en wij zien daar eenen diepen inham en een
groot binnenmeer, Omutó^ dat door eene rivier in zee uit-
watert en door een ander riviertje en drie meer zuidelijlt
gelegene kleinere meren, Tsisikusitó^ Botoma en Téfuts, eenen
weg ter verbinding met den Golf van \^mti}a opent. Deze
communicatie is voor de langs de geheele oostkust van ^fd/Zo
tot de in de *> Bocht Patientie^^ wonende bevolking ieet
Digitized by VjOOQIC
343
nuttig, omdat zij daardoor ontheyen zijn van met honoe kleine
vaartuigen de Caep Aniwa om te zeileu, wflnneer zij ten
handel daar naartoe willen komen (vergelijk AtlaSy N\ 3).
Den 24 Julij. » Wy vervolchden onse cours om de N,N.W.
aen. Giste 's middachts qeseylt te hebben N. "/j ^. IS
myleny waeren volgens dien^ op de breete van 47 gr. 27
min., maer bevonden ons te wesen op de breete van 47 gr.
49 min., soodat ons de stroom wat om de N. geset had^
omtrent 3 mylen veerder als gegist hadden. Alsdoen lach
het lant in *t S. W.t. W. 5 mylen ende in 7 TF. 6 mylen
van ons. In V N.W. 7i '^^ i^f^ ^^ hoogen berch met
een scherp toppie boven op^ gaeven die de noem van Te-
pel berch ^ ende lach 10 d 11 mylen van ons. Conden
noch in U N.W.t.Pf. lant sien^ 't welck noch al N.waert
heenstreekte. Hadden alsdoen de diepte van 55 vadem,
steekgroni." Volgens deze waarnemingen en verkenningen be-
vonden zich onze zeevaarders tusschen Cap Seniavin en Cap
Muloffsky, Krusenstern, die op Toknai's kaart de
namen Notsuitoko en Sjqjunkotan dragen en waarvan de eerste
op 47° 16' 30" N.B. en 143*» O.L. en de laatste op 47'*
57' 4Ö" N.Br. en 142« 44' O.L. door von Krusenstern
geplaatst is». Ongeveer naar het midden van deze kuststreek
toe wordt het land lager, valt naar het W. af, en vormt eene
bogt, waar de grootste rivier op de oostkust, de JVaifuts,
zich in zee stort, en de bergketen, die Z.W. en N.0. strekt
en die von Krusenstern op het denkbeeld bracht, dat
zich daar eene doorvaart opende, is het gebergte, door welks
valieijen deze rivier stroomt« . De berg dien Coen den
nTepelberch"' noemt, is waarschijnlijk dezelfde die op alle
andere kaarten van Vries' zeetogt Speenberg genaamd is.
Wij hielden den Speenberg voor het gebergte Niwajemesi^
op den regten oever van den Naifuts gelegen. Von Kru-
senstern die denzelven als een hoogen afgeronden berg
beschrgft en op 47^» 33' N.Br. en 142° 20' O.L. plaatst,
meent dat het de op de westkust door Lap órous e geziene
Digitized by VjOOQ IC
344
piek Bemizei zijn kon/ die volgens Lapérouse op 47'
25' N.Br. en 142' 21' 20" O.L. ligt. Dm in het Joumael
de afstand van den Tepelberch {Speenberg) op 10 i 11 mij-
len opgegeven is, zoo kan het niet ï^el een berg op de oost-
kust zijn, daar hier (op 477» gr. N.Br.) Kraflo niet veel
broeder dan 30 engelsche mijlen is. Op de Japansche kaar-
ten bevinden zich op de oostkust twee bijzonder gekenmerkte
bergen, de voormelde Niwajemesi en de Toküaê. Het is
niet onwaarschijnlijk dat de eerste de ronde berg is, die door
von Krusenstern, na de omzeiling van zijnCap Tongn
{Ajerub) is gezien geworden (1), en de andere die, waarvan in
het Journaal (den 24 Julij namiddag) gezegd wordt: »in't
TF'.LN. saegen wy eenige berghen daer spüsies opstonden
als stompe torens.*^ De Tokitat^ die door twee kegelror-
mige toppen gekenmerkt is, ligt ongeveer op 47*" 50' N.Br.,
juist in de bogt in het Z. van de Cap Muloffsky^ waar de
kust zich N.t.0. begint uit te strekken. Nog willen wij de
aandacht van zeevaarders op eenige meer naar het N. op de
westkust van Krafto gelegene hooge bergen vestigen» die
waarschijnlijk ook van de oostzijde van dat eiland kannen
gezien worden. Het zijn de kegelbergen Raüsiska, Jesijaran
en Rijonaiy waarvan de eerste door Lapérouse Pk i»
Lamanon genoemd en op 48*" 45' N.Br. en Hl^» 56' O.L.
geplaatst is en de laatste. Pk de Monge%, ongeveer 38' noor-
delijker ligt. Wij hebben meer breedvoerig over deze bergen
uitgewijd, omdat in dit zeegebied meestal een digte mist het
lage land bedekt en de hoogste bergtoppen dikwijls maar met
een blik ten voorschijn komen en tot verkenning dienen
kunnen.
Alvorens wij echter deze kust verlaten en mede in de
•groote bocht van Eso^'* zeilen, die zich aan onze zeevaarders
(1) Hinter dieser Spitse erhob sich ein abgenmdeter Berg, an wel-
ohen nach Norden za sich wieder hohe mit Sohnee bedeckte Berge an-
reihten. Vou Krusenstern, Bêite urn die JFeli, Th II, p. 87.
Digitizedby VjOOQIC ,
345
in het N.N.VT. tot O.Z.0. opende, kannen wij niet onop*
gemerkt laten, dat Vries daar eede strooming waarnam,
die hem in 24 nren 3 mijlen om de N. zette; en dat aan
•Yon K rusenstern, on|eveer op de hoogte van Cap Mu-
loffshy^ het land een ym. aangenamer gezigt opleverde dan
de meer zuidelijk gelegene landstreken van Krafto en
Je%o (1). Mag daartoe reeds de ligging dezer kust naar het
oosten en derzelver bescherming door hooge bergketens in het
W. en N.W. tot in het N.0. veel bijdragen tot de voort-
brenging van een zachter klimaat, toch moet men niet mis*
kennen, dat de uit warmere gewesten naar het noorden
slroomende wateren — een zijtak van den meergemelden
Japanschen stroom — eenen even gunstigen invloed op
deze kust, die zij bespoelen, uitoefenen als de in het noorden
tot IJsland doordringende verwarmende vloeden van den At~
lantischen Goirstroom. Ook willen wij bij herhaling beweren,
dat de in dat zeegewest heerschende mist door de onevenre-
digheid van de temperatuur van het zeewater tot die van de
lacht voortgebragt wordt en gedurende het grootste gedeelte
van den zomer aanhoudt.
Op de gegiste breedte van 48" 25' N.Br., waar men de
bogt door hoog land van W.Z.W. tot in bet N.0. begrensd
zag, lagW.t.N. ^t ^* ^V ^^^ afstand' van 8è9 mijlen «een
hooge hoeck^ geleeck wel een eylant, ende was geheel ge-
hackelt boven op gelyck of het een saech was.'' Deze uit-
hoek is hoogst waarschijnlijk bet voorgebergte, dat door een
bergrug gevormd wordt, die N. en Z. strekt, steil aan den
(1) vBaa ganze Land gewahrte uns einen viel angenehmem Anblick
als jene südlicheren Lander die uns seit unsem Absegelen von Japan
zu Gesicht gekommen waren» die weissen, schroifen Ufern mit ihren
Einschnitten, Berge hinter ihuen von massiger Höhe in verschiedenen
Gestalten und mit dem schönsten Grün bcdeckt, welche mit holzreichen
Thalem abwechselten , gewannen uns einr sehr gunstiges Vorurtbeil
für diesen Theil von Sachalin ab. Auch hat er unstreitig unendliche
Vorzüge von dem, von uns spater untersuchten , mittlem und nörd*
liohen Sachalin." VonKrusenstern, Eeise urn die Weliy Tb. II. pag. 92.
Digitized by VjOOQ IC
346
oever der zee neerloopt en zich als geheel vrijstaande ver
toont, en op de Japansche kaarten Uri én door voq Km-
senstern Cap Palrymple genoemd en op 48'' 21' N.Br.
en 142'» 50' O.L. geplaatst is, jpe kust die van de Cap
Mnloffsky aan N.t.0. strekt, neemt van Cap Dalrym'ple af
aan eene noordelijke rigting. Daar Vries van den 25 tötden
26 Julij eenen N.N.O. koers vervolgde» zoo kon hij Ox^
Soimonoff^ een hoog, ver naar het O. uitstekend voorland,
dat men ligt voor een eilaüdje houden kon, in het W. niet
duidelijk gezien hebben. Het land echter dat *s middags deo
26, wanneer Vries zich op 48' 56' N.Br. bevond, 6*/, mijl
in het W. gezien werd, kan niets anders dan deze kaap zijn,
die, volgens de waarnemingen van von Krusenstero, op
de breedte van 48* 52' 30" en 143*» 1' 30" O.L. ligt. Vaa
'deze kaap aan strekt de kust al wederom meer westelijk eu
vormt eene bogt, die op Jansson*skaart en op die Tan» (r^
daene Ontdeckinghe^* de t» bocht van Sainct^Iacob" gemmd
is, waarvan echter in het Journael niets vermeld woi^t. De
groote rivier Boronai^ die in het meer Sdnai zijn oorsprong
heeft, dat in het midden van het breedste gedeelte van KraflOt
op de breedte van ongeveer 507^ gr., een waterbekken
vormt, rondom van hoog sneeuwgebergte omgeven (1), aan
de N.W.zijde van deze bogt in delta-gedaante üitwatert, en
twee meeren voedt; die zich regts en links wijd uitbreiden,
deze is het en zijn ruim stroomgebied, dat van verre gezien,
zich als eene diepe bogt vertoont. Van boord van het schip
Castrieum is de mond van deze rivier gezien geworden.
Ook von Krusenstern heeft den mond dezer rivier van
nabij . onderzocht : » Wir entdeckten zwei Mündungen^ von
welchen die nördUche^ welche auch die grösste war, in
(1) Het gebèt^te van UrunHri, waarvan op Jansson's kaart ge-
zegd is; ' Gebergte op vijftien graden gesien*' en op de kaart van fGe-
daene Coursen" te lezen staat: m alhier lach *i sneeuw in de maend
Augustus nog op de bergen tot op strand toe.** Ook von Krusen-
stern sag hier »tiefim Lande hohe Schneeberge,"
Digitized by VjOOQIC
347
N.W. 72* lag. Die JUündung dieses Flusses^ w^he ich
die Newa wmntey isi über eine halbe MeUe (engl.) breU.
Sie liegt in 49» 14' 40" N.Br. und 143* 2' O.L." (1).
(1} Yon Krusenstern, Iteite urn die Weli, Tb. 11, pag. 95.
Hoogst merkwaardig is het dat deze rivier, eene halve eeuw later» het
eerst en door eenen Russisohea reiziger Dr. L. Scbrenk, in het bin-
nenland van Krafto is gevonden en beschreven geworden. Nadat Dr.
Scbrenk den 80 JanoariJ 1856 het vaste land (het Amurland) verla-
ten iiad, kwam hij langs de westknst van Krafto tot aan de baai de
laJonqmère, Lap ér ons e (op 50" 54' N£r. en 142* 16' O.L.)» waar
ten Z. van kaap Bui {Itoi, Toknai) de Giljakache bevolking woont
en de noordelijke grens der Jino's is. Op den 8 Febr. bij het dorp
Arkei {Ar*koi, Toknai) begaf hij zich in eene schuinsche rigting over
bet eiland naar deszeUa oostkust, die ran den Grooten Oceaan bespoeld
wordt. Naar het zeggen der inboorlingen moest hij drie berghoogtens
overtrekken totdat hij aan het gebied van de rivier Fym kwam. Deze
rivier is de Boronai, aan welke von Krusenstern den naam van
lfe%Da gegeven heeft. De Pym-rivier, die van zijne bron tot de monding
in zee (in het W. der Bogt Patientie) talrijke dorpen der Giljaken be-
sproeit, noemt Sehrenk de levensader van het eiland. Deze rivier
heeft een snellen stroom, zoodat zij wel op, een bei^troom gelijkt, het
bovenste gedeelte bevriest nooit» ondanks de hevige koude, waardoor
de temperatuur somtijds tot ouder het vriespunt van het kwik daalt;
het water is uiterst vischrijk en somtijds in den herfst aan zalm, waar-
onder de Satmo iagoeephalui, even ds in de Amur, op verre na de
voornaamste is. De groote vangst der Giljaken verzekert hnn een on-
hezoig^ leven voor zich zelven en hunne honden in den langen winter,
daarenboven komen daardoor vele naburige stammen telken winter naar
het Pym-dal, als : Aino's van de Golf Patientie, met Japansche waren ;
Oroha (Orotsko, Toknai), met pelterijen, de opbrengst van hunne
jagt; de Qiljaien van beide kusten, met zeehondenvleesch en vellen,
benevens eenige stammen van het vasteland, zoo als Mattgoenen van
den Jmur {Manko, Rins o), met Mandsourische en Eussissche pro»
dukten, die tot de Pymi'CHlj alten komen, om zich bij hen deels van
visch en jnkkola (viachkuit), deels ook van de toestroomende vreemde
goederen te voorzien.
Toen men de rivier volgde om naar de oostkust (Bogt Patientie) te
iomen« daalde de temperatuur op den 18 Eebruarlj ten 7 ure des mor-
gens tot — 42* R,, en op den volgenden morgen tot — 31* R.
«Zulke gestrenge koude/' zegt Dr. Sehrenk, #doet onderstellen,
dat het binnenste van het eiland een klimaat heeft, dat meer met het
Digitized by VjOOQ IC
348
\ Namiddags den 26 Julij 3^, mijl O.t.Z. gereild zijnde,
kwam Vries teu 6 ure ten anker op 18 vadem steekgrond
met kleine steentjes vermengt Hij bevond zich omtrent l'/t
mijl van het land, op 48 gr. 54 min. *» Hadden een hoeck
alwoer wy geen lant buyten sten conden, als een clep
eylaniie S.O.t.O. 5 mylen van ons ende d". eylantie lach
S.S,0. 4 mylen van ons. Bet lant van d*. hoeck streckt
om de N.W. soo veer wy conden beoogen.''^ Deze hoek is
benaamd geworden Caep Patientie en het eilandje Robben
eylanL Von Krnsenstern ging, nadat hij de bogt rondom
van nabij omgezeild had, ook aan de oostizijde van de bogt
op 11 vadem kleigrond voor anker. Op zijne kaart {Atlas
N**. LXXIII) is- de ankerplaats van de Nadeshda op 49Mr
N.Br. en 142'' 10' O.L. aangeteekend ; dns 17' noordelijker
en 8' westelijker dan die van het Castricum. Volgens zijne
waarnemingen ligt de noordelijkste grens van de bogt op
49** 19' N.Br., terwijl naar de bepaling van de ankerplaats
van Vries, die nog V/^ mijl van den noordelijken wal at-
gelegen was, dezelve op 49^, en volgens Jansson^s kaart
op 49* 15' N.Br. ligt. Uit het onderzoek, dat den volgen-
den dag door den stnarman Janz Coen aan het land is
ingesteld geworden, blijkt dat daar de landtong, die naar de
Caep Patientie aitloopt, niet broeder dan een mijl is, dat
men de zee aan de oostkust kon hooren rnischen en ?aQ
vasteland overeenkomt, dan men van een eiland kan verwachten.*^ Dit
bewees ook de plantengroei. In het bovendeel van het jP^-dal ziet
men overal de denneboom (Jldes jegoënsü F) terwijl de\oTk{LarixleptO'
itacht/s) naar den zeekant alle andere boomen verdringt. Men vindt
hier noch herten, noch elanden, wel het mü8ku8dier(Zf^0»/^amM,A ia o)
eii het rendier. Ook bestaat nog op Krafto een stam Tungoesiache reo-
diemomaden, terwQl de Tongoesen, aan de Amur^ reeds lang de ren-
dierteelt hebben opgegeven. Op den 20 Febniary bereikte Sc breuk
de oostkust van het eiland en nam den terugtogt langs dezen zel£iea
weg aan.
{Bulletin de la Claue Phifsico-nuUhémcUique de l'Acadhiie Impiriak
des Sciences de St. Petersbourg, Tomé XIV. 1856.)
Digitized by VjOOQIC
349
eene hoogte uit zien; ook heeft men het groote binnentneer
van Taraika doidelijk kunnen onderscheiden, dat op Tok-
nai^s kaart in den achtergrond der bogt zich diep in het
land uitbreidt. Ook werden door hem il»n()-woningen langs
het noordwestelijke strand gevonden en eenige daarvan be-
zocht. Daaruit laat zich afleiden, dat het schip Casiricum
veel zuidelijker en oostelijker geankerd lag dan de Nadesdha^
van welke de Luit. Ratmanoff met een boot de noorde-
lijke kust onderzocht, en de mond van eene rivier ontdekt
heeft, die 15 vadem wijd, 7 voet diep en zeer vischrijk
was, en welke hij vijf engh mijlen ver opgevaren is. Deze
rivier, die haren oosprong neemt in het hooge gebergte, dat
zich van 50 tot 507t gr* breedte uitbreidt, is, naast de
Boronaif Se grootste die in de bogt uitwatert. Haar mond
is op Tok na i's kaart tusschen de Aino-dovfen Nfikoro en
Nifiktoi. Goen vond het eene schoone landouw, maar
nog eene groote plek sneeuw op het strand, en Ratma-
noff het land deels modderig, deels met eeuen vetten, zwar*
ten grond bedekt. In het laatst van Mei zag men nog op
vele plaatsen sneeuw en de hoornen begonnen naauwelijks
uit te l)ot(en^ Nergens bemerkten de Russen sporen van
bevolking dan eenige Aino^s die hen ontvlugtten; onze Ne*
derlanders daarentegen vonden woonhuizen, begraafplaatsen
en gastvrije inwoners, waarmede zij in vriendschap verkeerden
en die zij voor denzelfden landaard als die van het zuiden
van Jezo hielden. Mogelijk is het dat de bevolking in dat
gedeelte van Krafio sedert 170 jaren verminderd is ; doch
op de kaart van Toknai van 1786 zijn van de westelijke
uitwatering van^ de Boronai^ rondom het meer van Taraika
tot aan het Caep Patieniie, 96 woonplaatsen met namen op-
gegeven. Er zijn echter hier meestal jager- en visscher-
ugmaden te huis, die meestal eerst van de maand Junij af
aan naar de kosten en de monden van de rivieren trekken,
om daar hunnen voorraad van visch voor den langdurigen
winter te verzamelen.
Digitized by VjOOQ IC
350
De Caep Paêientie is door von Krasenstern op 48^
52' N.Br. en 114» 46' 15" O.L. geplaatst. Volgens de
vaarnemiogeQ Tan Vries zoode dezelve op ongeveer 48'' 34'
N.Br. te liggen komen en op de kaart van Janssen is
dezelve op 48'' 23' en op de oveqge kaarten nog zuidelijker
geplaatst. Deze kaap is een laag voorgebergte en wordt door
eenen dubbelden heuvel gevormd, en loopt in eene Uoge,
platte landtong naar het Z. uit, die duidelijk op Vries
kaarten aapg^wezen is.
In het Z.W.t.Z. van de Caep Patientie werd op den 26
Julij van Vries' ankerplaats in deze bogt een ^Eylanfie^'
Z.Z.0. op 5 nfiijlen afstand gezien en op den 28*'' nader oq-
derzocht. '^Alsdoen heeft den Commandeur den Siuerman
Roelof Sieyertsz. tnet de boot naer d"". eyldnt gesUert
om dat te visiteeren ; daer aencomende vonden d^ eylant
rontom met onder water liggende dippen besety siende die
wel by een myl op sommige plaetsen voerder in see streo-
ken. Dit rif streekt N. van U eylant naar U vaste lont,
ende ooek op syn langst S. in see, maer heeft veel uü-
steeckende riffen. Daer streekt oock een punt van een rif
1Y.N,0. af f alwaer noch een groote clip of cleyn et/lantie
pp leyt; deze reven lyeken schier aen de hoeck vanH
vaste lant vast te loepen^ dcm scheen oock wel een nauwe
deurganek te hebben.^'' ii Hadden, oock by duysende rebben
op de dippen ende het water vernomen; oock twee ekyne
huties met, vuerplaesies op H eylantie gevonden. Wy gaixn
het eylant den naem van Robben eylant. Deze voortreffe-
lijke beschrijving hebben wij woordelijk uit h^t Jonmael over-
genomen, omdat dezelve tot bijvoegsel dienen., raogt van de
beschrijving die ons de groote russische hydrograph daarran
medegedeeld heeft. » Wir sahen in einer Entfernung 9on
höchstens 3 bis i Meilen {engL).das gefahrliche FeUenr
riff f wekhes das Robben Eyland umgiebt. Es erstreckte
sich von N,N.W. V, W. bis N.0. Die Wellen braehen
sich hefïig, üeberall im Norden sahen wir ein grosses
Digitized by VjOOQ IC
351
Eisfeldt unier welchent wahrschmnHch- die 'Klippen forU
gingen f die wohl aueh das weitere Treiben des Eises in
dieser Richtung aufhielten, Eimelne Brandungen konnie
man nach Osten^ zu, so weit das Auge reichte wahrnehmen.^*
9 Die Nordost SpU%e liegt nach unsern Beohachtungen in
éS"" 36' der Breite und 144*" 33' der Lmge^ und derjenige
Theily den man für die Sildwest Spit%e ansehen kann, in
48*» 28' md 144*» 10', so dass der gan%e ümfang des Riffs
gegen 33 engl. Meilen ausmacht (1). Op Jansson's kaart
is, het N.0. punt yan bet rif op 47*» 25' N.Br. en het
Z.W. pijnt op 47*» 8'. Ook zoo zfwdelijk ligt het eilandje
op de kaart van nGedaene ontdeckinghey Op de kaart van
y^Gedaene Coursen'*^ echter bevindt zich het midden op on-
geveer 48*» 12' geplaatst. Volgens de waarnemingen op
Vries' ankerplaats zoude het Robben Ej/lantop 48*» 31'
der breedte, liggen^ hetwelk bijna met die van von Kr.u*
senstern , overeenkomt. Toknai noemt op zijne kaart
het Robben eiland: Wotamo siri en de Caep Patientie: Fu-
monots, D^. aan boord van de Casirienm waargenomeja?
lengte hebbenf wij om vroeger aangehaalde reden ook hier
overgeslagen, en ook niet overal van de diepte en den grond
gewaagd, die «onze nederlandsche en rnssissche zeevaarders
langs de oostkust van Krafto en in de Bocht Patientie. :|o#
zorgvuldig aangeteekend hebben. Aan boord van de CaS'
tricum^ die zich verder van de kust gehouden heeft, zgn 60
tot 34 vadem noeestal steekgrond (kleigrond) tot op de pa-
rallel yan het Robben eiland en verder de bogt in tot op
een a&tand van Vj^ mijl van den wal. 18 vadem steekgrond
met kleine steentjes vermengd, gelood geworden. Aan boord
der Nadeshda, die eénige malen de kust op korter afstand
genaderd is en zich wederom verder verwijderd heeft, peilde
men de diepte van 95 tot 20 vadem kleigrond, en aan k&t
noordeinde van de Bocht Patientie van 9 tot- 4 vadem kort
(1) Von Krusenstern, Reiie urn die Welt, Tb, II, pag. 98,
Digitized by VjOOQ IC
352
op elkander. Eene mijl in het N«W. van het Rohben eüand
vond Coen de diepten van 35 vadem steekgrond toC 16
vadem schelp* en singelgrond opgedroogd en 2 mijlen fa liet
Z.t.Q. 7f O. daarvan 10 vadem schelpachtige grond. In bet
oosten van de Caep Patienüe nemen de diepten schielijk toe
tot op 80 en 95 vadem, minder en langzamer naar het Z.0.
toe, waar op een afstand van 9 mijlen 75 vadem steekgrond
gevonden werd» Von Erasenstern, die op zijne kom*
passen vreinig vertrouwen stelde, geeft de miswijzing op zijner
tweede ankerplaats (op 49** 13' 53" Br. en US"* 48' 30''
Lengte) gemiddeld op O"* 38' Oost. Aan boord van de Cas-
tricum werd die op 48** 26' N.Br. op V 30' oostelijk be-
vonden en 9 de eompassen op 9 gr. oosiering geleyC'*
Op den 3 Augustus op de gegiste breedte van 41gr. S'/i
min. v/tvAl^ngeresolveeTtj alsoo ome bestemde tyt volgens
Instructie van den E, Heer Generael ende Roeden van
India geexpireert is, dat men onse best soude doen om we-
der ie eomen in de Suytsee^ derhalve onse cours naar het
Canuel de Vries toe te stelten."^ De Caep PaOentie bekwam
dan ook nog de hijnaam »Caep Keer Weer.*^
Op den 5 Augostos hebben wij reeds onze stoute zeevaar-
ders in de Straat, die den naam van hunnen Gommandeor
vereeuwigt, ontmoet en hun verblijf in de Baai »cfe Groede
Hoop'''' van den 16 Augustus tot den 1 September beschre-
ven en hunne waarnemingen toegelicht en bevestigd. Ook
hebben wij reeds hunne ontdekkingen op de terugreis langs
de oostkust van Japan en van de eilanden^ aan welke wij
den naam van eenen nog meer verdienstelijken zeevaarder,
Abel Tasman gegeven hebben, in de geschiedenis der
ontdekkingen geboekt. Laten wij dan nog den dag vermel-
den, waarop het iloitschip Castricufn, onder het Commando
van den Commandeur Maerten Gerritz Vries behou-
den in den haven van Tayouan op Formosa binnengeloopea
is en de uitboezeming van vreugde en. dank herhalen, waar-
mede het Jonrnael eindigd: . -^
Digitized by VjOOQ IC
353
^Quaemen — den 16 November 1643 — binnen ten
aneker op 10 vadems waervoer tvj niet genoeeh de goede
Almachtige Godi connen looven ende daneken, dat Hy ons
van dese gedaene peryckeUuse reyse soo genaedelyck bewaert
ende hier binnen Tayouan behouden heeft gebracht; Hem
sy alleen eer^ Amen,''^
Hiermede slait ik mijne geo-hydrographische toelichtingen,
waarin ik aan zeevaarders eenige nuttige aanwijzingen en
wenken tot de uitbreiding Tan de aardrijks- en zeevaartkunde
gegeven heb. Deze schreef ik met het hoofdoogmerk neder,
om dezelve in de handen van de Officieren der Koninklijke
Marine, van mannen versiert met kunde en ervaring en
meer dan ooit bezield met den geest van onze Nederlandsche
zeevaarders in de 17de eeuw, neder te leggen, en bij voor-
keur van degenen, die thans te Japan gedetacheerd zijn,
aan welke niet alleen de taak van wetenschappelijke ver-
lichting der weetgierige bevolking van dat rijk toevertrouwd,
maar aan die nog bijzonder opgedragen is, daar den grond*
slag te leggen van eene marine volgens Enropesche begin«
selen, en bovendien aan Japan de wereld, aan zijne schepen
de vaart in den Groeten Oceaan, en aan zijn volk den we-
reldhandel te openen. Heeft Nederland*s invloed en vertrou-
wen de klippen van vooroordeel en achterdocht bij eene re-
gering kunnen wegruimen, die hfet stelsel van afsluiting als
grondstelling tot behoud van rust en vrijheid, niet willekeurig
maar door nood gedrongen, aangenomen en eeuwen lang vol
gehouden heeft ; hebben Nederlanders van geboorte, of mannen
met eenen anderen tongval, evenwel door getrouwe en
veeljarige diensten aan Nederland verknocht en ingelijfd, van
1641 af, in hunne gevangenis op het afgesloten Dezima^
zorgvuldig het verlichtend vuur van de wetenschap als het
ware in het geheim weten te onderhouden, welke ver^^
wachtingen laten zich thans met regt koesteren, waar
het aan de Nederlandsche vertegenwoordigers van de Enrope-
sche weienschap in Japan vergund is, de fakkel derverlidi-
23
Digitized by VjOOQ IC
3»«
ling openlijk en ongehinderd t« «IPgef^ ▼oordqig^n en langs
den weg van onderwys non de Japinn^rs, zicbaselvep nopens
Japai|8Ghe caken en wetenaohap te onderrigten$ m wair
hun de sehoonste gelegenhdd gegeven is, bet zoo ver ait^
gebreide gebied van de geographie en bydrographie, 4»t, tot
voor korten tijd, de vreemdeling niet anders dan op gebeime
wegen beeft mogen bewandelen» onder de Nederiandicbemet
de Japansebe vereenigde vlag te onderzoeken en door oieowe
waarnemingen en ontdekkingen uit t9 Miden.
DE STAM DER AINO'S.
Atfio beteekent man, menseh en is de naam, die deze
volkslam zidizelven geeft en onder welke dezelve bek^d is.
Pe Aino*s, die in de Geschiedenis van Japan Asuma JebUh
dat is: Oo6twilden9 genoemd worden, bewoonden in den oad*
sten gescbiedknndigen tijd (660 voor Christos) het B9ord^ |
lijkste gedeelte van het eiland Pfippan^ te weten de tegen- |
woordige landschappen Muisu, Detoa en het noorden vao |
JeisigOf welke toemnaab Jebisn m JPuni, het Land der |
Wilden heetten. Nog in de 7de eeaw waren de JeUsu in |
Mufêu en Detpa tot op SS*" N.Br. verspreid en besteadig i
met de Japanners in oorlog. In het bcigin van de 9de eeuw |
was het eiland Nipfm reeds gehee^l onder de h^rschappij i
van de llikado^s, 4o Erf keizers van Japan, gekomea;
niettegenataande vocht bg voortduring de beschaafde, Qit
aaiden van Japan naar het noorden voortrukkende be?o&iQ
met dat ruwe noordeljgke volk, totdat dit eindelijk ten ondet
gebragt werd en met de overwinnaars tot éen volk versmolt,
of deels vernietigd» deels verdreven werd. Velen, die oie
wilden hukken, hadden zich allengs naar Jeso over de Straal
van TsugaTj die Wippon van dat eiland afscheidt, b^^vei
en zich daar met bianp^ onde landgefipoten vereenigd. Doe
Digitized by VjOOQIC
i
888
in de I4<te eeuw werdni eok de AsMs ia bel zwdm Tm
dai «ilaiid door de Japanners teo onder gebrigt* Tbnis be *
woo^ de Aml^s bel eiland </m> eo de Kwrüm^ en het zai<«
deii|{ke gedeelte ran Ktafto^ waar zij zich langs de Wesikiial
tot op 48* N.Br. en op de Oostkust tot naar de Begl vw.
Paiimktie uitbreiden*
Voor de ontdekking van bet bnd yan Jezo, door Maep-
ten Gerritz, Vries» beperkte zich de kennis van dal
land en deszelfs inwoners tot de mededeelingen van de P«*
tres Aloiaitts Froea eft Hieronyraus de Angelis
en \9m Joan Saris en Fran^oys Garon. In z^en^
brief vaa den 11 Maart 1565, dus 22 jaren na de ontdek*
king yan Jbpan, uit Myako, de hoofdstad yan dat rijk» ge*
schreyeo, beschrijft F roes dat yolk alzoo: «In hetnoerdea
van het land yan Japan, drie hondei*d Leucas (1), ligt een
yec ottgebrrid gewest door wilde menschen bewoond (2). 9epQ
zijn bddeed met beestenyellen^ rnig over het geheele Üg-»
chaam, Iid»bea een varachrikkei^k groeten baard en aeer
gro<4e kneyels, welke zij, wanneer zij drinken willen, laet
een stolje opligteo. Zij losten gaarne drank, zijn sKmt in/
den oorlog en door de Japanners zeer gevreead. In den atr^d
gekwetst zijnde, wasschen zij de wonden met zoutwater ; dUl
is hun eenig geneesmiddel. Hen zegt dat ze op de borsl
eenen i^iegel dragen ; zij bindea de zwaarden eoi het boofd
in dier yoege vast, dat bet gevest op de schouders neder-
hangt. Zij hebben geene godsdienst, bet schijnt dat zij den
beniel plegen aan te bidden enz/' (3). Mber breedveerig ia
(1) Leuca {Legua) \Vl% op een graad.
(2) MAmpUidma tj/kêêifiu» hominum fegio" Deze oitdrokkiDg schijnt
aan Abrabamus Ortelius aanleiding te hebben g^even b#t in
zijn if Theaimn orbu iêtranm " in het noorden van Japan vectoonde
eiland ir Sai^rorum ItutUam" te noemen*
(3) Rerum a SoeieUfi$ Jes» in Orieute ge^iartm volumen. Colpnia/Q*
1574. psg. 426. jr Japoniae terne in Septentrionem adiaoet ampU88in(kf
sylvestrium hominum regio» leucai ab urhe Meaeo tceeenAas. Be^tia-
23*
Digitized by VjOOQ IC
356
bet berigt yan het laDd van Je%o en deszeUs inwonec») dat
door Hieronymus de Angelis in zijnen brief, oit Japan
in 1622 9 een jaar voordat hij te Jedo verbrand werd, ge-
schreven, medegedeeld en door Nicolaes Witsen inziJDe
nlVoord^Oost Tartarye''' (1) overgenomen is. Deze schets
van de Aino^Sy van banne zeden en gebruiken is te belang-
rijk om ze niet letterlijk uit dat zeldzame boek over te ne-
men, ten einde te kunnen dienen tot vergelijking met de
berigten van onze Nederlandsche zeevaarders.
»Wat belangt den aert der inboorlingen, die zijn grof, en
grooter van lichaem, als de menschen in 't gemeen zijn:
meer hellende na de blanke als bruine verwe. Zij dragen
lange baerden zomtijts tot aen den middel toe. Hun hooft-
hair scheeren zij, van vooren, half af, zoodat zij aen deslaep
van H hooft gantsch geen hair hebben: maar wel van ach-
teren, daer zommige van hen het zoo lang dragen, als de
Japanders. Zij hebben in 't gemeen de ooren doorboort, en,
in plaets van pendanten, dragen daer zilvere ringen in : maar
die geen zilver hebben, dragen daer een vlok zijde deur,
die lang afhangt. En dit doen zoowel de vrouwen als de
mannen» De kleederen, zoo wel van mannen als vrouwen,
zijn lang, met zijde doorwroght, beleit met cieraet van
krnissen of rozen van de zelve stof, zoo klein als groot.
Bunne stoffen zijn van zijde, katoen, of linnen. Tot wape-
nen gebruiken zij pijlen, boogh, landen en zwaerden, die niet
grooter zijn, als een gemeene Japansche pook. In plaets van
biamassen, gebmiken zij rokken, als gemaliede wambassen
van kleine plankjens bij een gezet, H geene belacchelijk is
mm peUibus induuntar, toto hirti corpore. ingenti barba, mystacibos
^aximis, quas paxiilo sabrignut potatori. Yini gans avida in primis,
ad bella ferox, formidolasa Japoniis. In praelio sauciati, salitis aquis
itblunnt yulnera, id ünnm genti remediam est. Specalum gestare dicantur
in pectore; ad capnt gladios alligant sic, ut in humeros maaubrium
desinat. Sacra habent nnlla, caelum dumtaxat venerari soliti suat."
U) N. Witsen, Deel H. 1. c. pag. 57.
Digitized by VjOOQ IC
357
io 't aeiuehouwen. Zij hebben vei^ftige pijlen, waer van
iemant gewont zijnde, noit genezen kan worden. Zij zijn
zeer tvistgierig, echter dooden eikanderen zeiden. Tot üfol-
sufnay vert yeel gedroogbde viseb, ook baring, zwanen en
kranen, zoo leyendigh, als doot, en ook gedroogt, als mede
talken, en ander gevogelte, te koop gebraghl. Walvisschen
worden daer mede gevangen en de Tadonoeno (Robben),
waer van het vel mighairigh, niet ongelyk dat van een ver-
ken, en vier voet lang is. Deze viscb is aldaer voor een
zeer geringe prijs veil. Zij handelen met geen gonde of
zihere mnnte ; maer verwisselen hnnne waren tegen rijs^ ka^
toen, gaem, linnen en stoffen, of ook wel tegen gemaekte
kleederen. De heer van Matsumay verzekerde mij, dat de
inwoonders van Jesso visch*vellen, die zij Raeeon (Rakko,
Enydrys manna) noemden, aen drie eilanden, niet verre
van ban lant afgelq^en, tfaamen koopen : waer van d*inwoon^
ders geen baert, en een zeer verschillende tale met die van
Jesso hadden, doch hij wist niet of die eilanden bezuiden
of benoorden Jesso lagen. Wat de kennis aengaet, die zij
van d'andere werelt, en het toekomende leven hebben, de-
zelve is zeer klein of niet. Zij eeren eenighsins de Zon en
Haen, als de twee voordeelighste lichten ; behalven noch
eenige bergb- en zeeduivels : want alsoo zij zich meest in *t
gebergbte, op de jacht, en met houthakken, en ter zee, met
de visscherije erneren, zoo hopen zij daer door veel vangst
te krijgen, en noit gebrek yan bont, om te branden of te
boawen, te zullen- hebben. Zij hebben noch Bonsen, of oS<er*
papen, noch tempels, of eenig plaets, daer zij bij een kom-
*men, om van hunne zaligheit te handelen.
Niemant onder hen kan ook lezen of schrijven. ,
Elk onder hen heeft zijn eige en wettige vronw, doch, zo
zommige meinen, wel twee ; hoewel er noch veele gevonden
worden, die, op de Sineesche wijze, bijzitten houden. Als
de man gestorven is, begeeft zich de vrouw veeltijts ten
haize van den schoonvader, of bij iemant van 's mans vrieik-
Digitized by VüOQQ IC
S&8
tal, «nder todiogi dat zij '«r noil nit lal gam, of her-
trooweo.
Eeo vrottw^ die in overspel befondea tf, werl liet dooft-
kair a^eschooren» op dat zij daer of er bekent »mde zijn ;
«n den over»peelder, of den gene, \^aer mede zij de foiiig-
liett bedreven heeft, van ajn degen berooft, en al zijn lijf-
((leraet, door den beledigden man of door zgn triendea, lo
dikwils ab zij hem ontmoeten, afgenomen.**
Joan Saris heeft ab gezant ?an de Engebche Maat«
echappij aan het Hof te Jedo in 1618 door een Japanner,
die tivee maal op Jetbo (Jesto) geweeat is, berigten vai
daar verkregen, waardoor het woeste voorkomen van dit
volk bevestigd en ook over den handel met hetzelve eenig
Mil verspreid wordt. • De menschen syn 'er wit ef blmk^
en wel gemaekt» maar heel ruw en haijrig het gebade L^f
jover, gelijk als de meirkatten en aapen* Han geweer be-
staat Bijt boegen en vergiiMge pglen. IHe aan de «lijdeiijk-
«le kant woonen, verstaan haar op getvigt en maat, Buar
dertig dagen landwaards in weet men daar niet van. Sij
bebbea veel aHver en sand^ond, dar sij de Japanners mede
èetalen voor r^s en andere waren. Rijs en Japamsdie cotr
4oenen worden hier wd gesogt. Yser en Loot krijgen sg 09!
Japan* Alle eetwaren, en *t geeae daar men sig medeklee-
den kan, wil bier liest aan de man. De rijs van J^gfsa na
Tioéfo gebragt, leverd vier voor eea tot winst nijt.
De Stad daar de Japanneesen alhier bon meeste verblijf
hebben en markt honden, word Matehma (Matsmaéi) ge-
naamd. In deselve sijn 500 Jj^ansche hnijsgeannen, die
hier ook een Fort hebben en die daar in commandeerd;
Maiehmadamta (Maismaè' Dono) noemen. Deze Stad Matelh
ma is de Yoorsame bandel^laats van geheel Yeêso^ wer-
waards meest alle iogeboome gaan om te kopen en te ver-
kopen, bijsonder in de maand van September, on haar
winter- voorraad op ée doen. In de maand van Maart bren-
gen sij aalm, en ailerley soort vos viseh, seffens ander
Digitized by VjOOQIC
350
v^Sfnn die de ^pduaers in roijliag «moeoien, ea lietep
h«bbeiy al» hun siivier. Verders hebben die va» Jaften^ be^
halten MatehfMÉ^ pm andere taste i^oon- of bandel-plaals.
;^e in het selre eiland- verder na het Noorden uroonenr
sipi seer kiéijn, en gel^k ab dwei^gen, maap de andeM
Yedsoers sijn van pesitonr en grootle, gelijk als die vai Ja«
pan. £j hebben geen kleedfflgi sds die hen nyt Japan ge-
bragt word.
Tossen Yefiio en Japan gaat een seer sterke slFoem,
die ytfii' Gorea komt^ en Oost- Ptoordtyost aan hoipik De
vfitiden s^ daar geHMenlijk soo ais in Japan ; te weteo^ éê
Noorddijke Deinden beginnen in September, en dooren tot de
maent Matfrt, en danbegind de Zii|defyke wind te waaijen. (t)
PranQOys Garon, ity de jaren 1439 en 1640 Opper-
hoofd \m den NederlandschenBandel in Japan, deelt eeenigé
minder belangrijke op Japan vernomen tijdingen van Jeuff
en de AttHio^s^ ^^* ^^ ^Ü ^^^^ vi^ens^ de volledigheid
vaïi de Ksenmalige wetenschap van ds^ merkwaardig land en
volk tevens willens aanhalen*
Meü^ reyst noeh 27 dagen Neordtoosty wel iso Oosll^ke
SKHH eer men komt bij de uijterste hoeck van 't tant T'sun^
fsffr (Tsugar)' genaemty aen de zee^el)9ghen; van daei*
vaert mm^ over een' water, onghevaerlijke^ elfmijiM wijl, ea<-
de men komt in 't landt Jeso' ofte SesiOy dtle^ kostelijeke
bonte», ende- peltwerk valt^ w«Ik lant vrij woest, beroh^
aefatlghy^ ende weijnigh bewoont is ; dit lant S^sso is seer
groet, door den Jappanderen dickweijts doorsoeht, diep,.endet
verre doorreijst, doch noyt tot den eijnde, noeh seeeker*
heijt des sel& gekomen^ so dat het haer ghemeenelijke aen
vvetnatie ontbroken heft, ende gedwongen waren, t^elokeii'
reijse wederom te keeren; de i^pperten der visitateors ajn*
(1) NaaukeuHffe VêtMameling der ChdetiktüaanUgsie Reyse» na Oogt-
en WeêUIndiën enz. Te Leiden door F. vao der Aa, 1707. Beel
24. AgsU OotUndiêche Beys enz, onderGapitwn Joaa &aris.pag.l36.
Digitized by VjOOQ IC
360 •
ook sodanigh goweesl, dat sijo Majest, curieasheijt, om ver-
der ondersoeck te doen, wederhoaden is, want het lant (als
, geseijt) is woest, ende werdt in sommige plaetsen bewoont
van een volck die roygh o?er *t lichaem zijn, dragen lauuck
Haer, ende baert^ als den Chinesen brntael, beter den miII-
den» dan de andere menschen gelijck. (1)
Hoe yervelend dan ook deze berigten voor den lezer zijo
mogen, zoo hebben wij het toch voor doelmatig gehoaden,
dezelve zoo veel mogelijk volgens den oorspronkelijken tekst
jDit boeken getrokken, die allengs zeldzamer worden, hier
te zamen te stellen, om hem een duidelijk denkbeeld te Ter-
schaffen van den toenmaligen staat van de kennis van het
land van Jew en deszelfs inwoners, de Aino's, voor dat wij
de volkenkundige waarnemingen op den denkwaardigeo Zee-
togt van Vries gedaan, aan een nader onderzoek onder-
werpen.
Éort na de ontdekking van het Land van J^so door Vries
en van den ongelukkigen zeetogt van *t ïacht Breskens, vin
in 't • vaderland onderscheiden berigten omtrent Je%o en de
bewoners van dat land. ontvangen en van lieverlede door
den druk bekend gemaakt. Het eerst berigt is reeds in 1646
te Amsterdam uitgegeven onder den reeds meermalen aange-
faaalden titel: Korie Beschryvinghe van hei Eylandi Eso
en%. Dit stuk is later (1692) ook door Wits en oTeii^e-
nomen en toegelicht geworden (3). Insgelijks deelde deze ge-
leerde aardrijkskundige eenen brief mede »die nopende de
ontdekking van het lantschap Eso-' of Jesso en Tartarye
uii Batavia in den jare 1644 herwaarts is geschreven ge*
worden'' De inhoud daarvan beperkt zich echter tot^eeoige
aardrijkskundige berigten omtrent Vries* ontdekkingen eo
over de goud- en zilvemasporingen, die de hoofdbeweegredea
(1) Buehri/tnnghe van hei Machtigk Omnckrifcke Japan, em^ door
Fran^oys Caron. T'Amsterdam 1648. pag. I.
(3) N. Wits en 1. c pag. 66.
Digitized by VjOOQIC
361
der uitzeoding yan Qaast en Tasman, en van Vries
en Schaep naar het noorden van Japan geweest z\jn. Ook
Termeldde Nicolaes Witsen een berigt yan Philips
Jacobs z. de Bakker, onderstoarman aan boord yan 't
Castricum (1)« Van de door Jansonios uUgc^eyen kaart,
als ook yan andere onnitgegeyene kaarten yan den meerge-
melden zeetogt en yan de i^Opdoeningen en lQnt'4>erkente-
nissen van de %eekusten des lants van Jesso^ en van het
Compagnies lanf' door Witsen bewaard, hebben wij
reeds breedvoerig gewaagd. De meest belangrijke waarnemin-
gen en berigten, bijzonder met betrekking tot den stam der
Aino^s, hunne zeden en gebruiken/ die wij aan zeevaarders
yan den lateren, tijd en aan de Japanners, die het Land van
Je%o bezocht en beschreven hebben, te danken hebben, zijn
door den Schrijver dezes onlangs tot een geheel gebragt en
in zijne » Beschrijving uan Japi^n" geboekt geworden (2),
De herhaling daarvan is hier overtollig, zoo dienstig ook de
verhandeling op zich zelve zal zijn, om de mededeelingen
van onze Oude Nederlandsche zeevaarders te bevestigen, toe
te lichten en te verrijken.
Wij zullen ons dus ten doel stellen om den qaerkwaar*
digen stam der Ainó*s te beschrijven volgens de berigten
die in 't teruggevonden Journael aangeteekend zijn, en vol-
gens al de oorkonden, die ons de Nederlandsche pers van
Vries^ zeetogt bewaard heeft. Daarbij willen wij ons, zoo
veel mogelijk, aan de letterlijke bewoordingen houden, waar-
in de onderscheiden waarnemingen opgeschreven zijn, om de
reeds aan onze stoute zeevaarders voor hunne verdiensten
voor de aardrijkskunde opgerigte gedenkzuil ook met zoo be-
langrijke bijdragen voor de volkenkunde te versieren (3).
(1) N. Witsen 1. c. pag. 59,
(2) Nippon, Abtiieil., VII, pag. 205-224.
(3) De geschrifteii, waaniit wQ deze besohrijving zamenge&teld heb-
ben zijn gemerkt als volgt: (K. B.) KorU Besckrjfvinghe : (S^t Bi)
sivnrman de Bakker*» berigtx en (J.) C9en*9 JournaeL
Digitized by VjOOQ IC
362
Oedaanlei GelMtttfakken der Aliió%» Dv Iqwoob-
deren yan dese Eijlattden Eso^ zgn alle den andereii seer
gelijck, kort ende dick gedrongen van sfatare, heblen langh
rnggh baïr ende baerden, soo dat het aenghe^ht d»sr bij-
kans mede bedeckt is» doeb het hooft ia yooren gescbooren,
zijn wel besnede ran tronien, awart van oogen, korti tame'
li)ek didc, ende niet plat tan nensen, laegb tan voorhooft,
geel van vel, oyer het lijf seer raijgh* De vronwen 2ijn so
bruijn niet als de mans, laten eentghen het hair in 't ronde
seheeren, s& dat het haer aengesicbt niel en belet, anderen
laten het langh wassen, ende strieken H op als do Javara-
sche vroowen, haer wijnbraeowen ende lippen swarl ende
blaenw geyerft| hd>ben aoo wel mans, vroawen als kinderea
gaten in haer ooren, daer sij silvere ringen in dragen^ oeck
seherljens van Aitnosijde, met loode ende koopere ringen.
(K. R) (1).
Op Kr^flo zijn de yiroawen bhnker als ep Jewi »zaqen
(in den Golf yan- Anima) eek eene vrouw in eene pnufw
sitten» Mank synde mret swart hndi han^ent haer op bet
hoofti hadde in elcke oor een groote bhiawe geeraelde ket*
ting, waeronder eenige andere craelen geregen waren (2) (Jj.
• Vonden daer (in de bogt PaÜenUe) eene biancke vroaw»
firaey van trony, hebbende lanck swart haer me€ eenstroock
bent om haer hooft van een bever {ZeeoUer), gecleet èeel
in 't bont, by haer hebbende een eteyn meysie, hebbende
een bonte reek aen^ met een stroeek bont van een saebel,
dat seer seheon was em hner hooft ende had een jongen by
haer staen geeleel mee met een bonte roek(J.) Osk is in^t
(1> Vergcl. Nip pon, Atlas, Tab; XVI, XVH, XVIU.
(2) VergeL Nippon, VII Ailas, Tab. XXI, fig. 5, De kostbaarste
zyn van hlsAxiwen Obsidiaan, dien zij noemeii Krafl^ tama^ edelsteenen
uit Krafto* Deze blaaawe koralen vindt men bij alle volken in dea
konden aaidgefdel, van het nooidelijke halfrond van den Qrooien Oceaan
tot ia ó& Bekmff skaat, waar ze van von Kotzebne in de Zend,
die zijnen naam draagt, zijn waargenomen* f^worden, verspreid.
Digitized by VjOOQIC
Jounmel vui eenen blanken man gewaagd: mogelijk dat die
een door <sciijpbreQk daarheeo gekomen lapaniier was ; doch
door de gebreken van den ouderdom minder aan de open
lucht blootigesteld, kennen, zoo ak de vrouwen van de betere
klasse in dit land^ ook oude lieden verkleuren en vritter van
gelaat -wovóea.
9 Wat van de pravw af sat een oiidt Mande man, met
een lange grijse baert, op een nuitien (matje), op de Japan*
sche "wijse» aenfaebbesde een gebloemde eatoene rock, sijnde
op sijn Japansch gemaeckt» Mijn leijtsman wees ick sou bij
die oude man gaen. (1.)
Jfteeeeriag^ AbUhboailUaaL^ Gerestsukeni Straflbn.
Ten l^e van Yri^s^ besoek op Je%o bonden reeds lang
de Aino's van het znideKjke gedeelte van dat eiland onder
een' «b^iampchen Vorst, die rijnen zetel had in de stad Mats-
moë, jiDen Matsmay Simadanne (Matsmaë Sinui dono),
Gouvemeor ofte Overste van 't vooraz. Eylant, gaet jaeriyex
de Keyseriycke Majesteyt van Japan tot Jedo begroeten, tot
gesdienben mede nemende veel silvers, vogelsveederen (om
aen Pi^ te gbebraycken) ende fyne bonte vellen, hem met
een berck van Eso ladende oversetten tot aen de Japansche
Gust NidHf (1), van waer hy dan voorts te lande naar Jedo
reyst." (K. B.)
Onder haer is geen wettelijdce regieringhe ofte politie,
geschrift ofte boecken, konnen lesén noch schrijven.'* (E. B.)
Zij hebben echter hoofden, die hnn gezag over een min of
meer nilgebreid gebied uitoefenen, én onder hen in aanzien
staan en geëerbiedigd worden.
•Qnamen de habytanten met twee proowen ons te gemoet,
waarvam drie persoenen over in onze pronw quaemen, ende
syn doen aaemen naer haer dorp gevaeren, hetwelk sy Aehys
{Aikesi op Jezo) noemden, syn met de meeste gesach
(1) Waarschijnlijk naar den boven beschreven haven van N'ambu, op.
e Oosikast vaa Nippon. Mogelijk ook de haven van Sm of Ohata.
Digitized by VjOOQ IC
364
hebbende io syn ha;s g^aen, wiens udem was Noia-
sack/XJ.)Het zijn meestal oude mannen die zidi door erva-
renheid en burgerlijke dengden kenmerken: »Ten anker leg-
gende, qnam 'er een hoop volks aen boort dat een blinden
man by zich had, en dien zeer eerde en ontsagh. Dese
onde blinde man, eer hij weer naer lant yoer, hief zijn han-
den op, en deed over 't scheepsvolk een lange rede, die
d'onzen niet verstonden/* (S. B.)
«Heeft de Gommandeor aen den ontste een cleyn Prince
vlaggetie vereert, waermede hj bly scheen te wesen, sette het
op syn hoys ende liet het waeijeu." (J.)
De ontmoeting van Aimhhoaf^m. in de Bogt van Po/tefi/te
zal hier eene geschikte plaats vinden > ten einde zich een denk-
beeld van zulke krijgshaftige mannen te vormen.
sSaegen twee treftige (deftige) persoenen op een grooten
boom, die van de see op het strant geworpen lach, sitten,
sijnde cloeck van leden, den eene , met een mijgen baert,
hebbende pijl ende booch in de handen, met een pijlkoocker
vol pijlen aen sijn hooft hangen, met een honwer op sijn sij,
den ander wat jonger, met een groot gramschap geschooten,
hebbende twee groote knevels, had oock pijl ende booch io
sijn hand ende voorts gewaepent met een houwer ende pijl»
koocker vol pijlen ; after haer stonden twee sterke mannen^
geweert (gewapend) als de twee voorige, gecleet met rocken
van vellen.
Den outste sette sijn booch in 't sant met een pijl daerbij^
ende nam een lange pieck van 18 voet in sijn bant, ende sij
bleven ^lle beij sitten, ende de andere twee staen. Wat
dicht bij haer comende seij Tbcot/ jankarate ende vreef inijn
handen, gelijck gesien hadde aen Tamarij\ waerop de outste
sprack Tactnj; sijn doen toegetreden, ende naem sijn bant
ende wesen dat wij vrienden waren, in mijn beijde handen
sijn rechterhant nemende, ende soo saemen gedruckt; naein
doen de pieck, ^^nde smeet hem neer, waerop ons volck is
comen aentreden. dien sij doen met haar tween te gemoet
Digitized by VjOOQIC
365
gingen ende wdcom heeten, seggende Taeoijf ende doodeu
mei haer beijde handen ons yoIcx rechterhant, gelijck ick
haer gedaen had, maer de twee andere pasten op haer ge-
weer. Dese twee persoonen waeren gecleet met sijde ge-
bloemde Japansche rocken, gevoert met Sineese cangangs,
waertossehen sijde watten waeren ; soodat ick vertron de twee
andere lijfschntten ofte haer dienaers waeren. Dese twee
treAige persoonen was haer hooft yoor geschooren tothalfwe-
gen het hooft ende voorts hadden lang hangent haer tot heel
aan haer midden, de plaeten van haer houwers waeren oock
met silver beslagen ende doorluchtich/' (J.) (1).
Deze hoofden doen onderzoek bij overtreding van de wet-
ten, vonnissen en straJQfen. »Hij (het iltno-hoofd) zittende
met een bonte knuppel in sijn bant, alwaer sij recht mee
doen, saegen bet meysie met het aengesicht op de aerde
liggen." (J.) (2).
» Als sij eenige straffe doen des doots scbnldigb ofte eenige
van haer vijanden gevangen crijgen, slaen die doot met een
swaeren kneppel in de lenden." (J).
Deze straf, zoo als ze aan gevangenen voltrokken wordt,
is nader beschreven: «Eenighe van baeire vijanden gevangen
bekomende, die straffen ende doeden zij in dieser voegen ;
den gevangen wort recht over eijndt gestelt, het bovenlijf
naeckt zijnde, de armen ofte handen worden hem in de
zijde geset, alsoo staende wort van vier persoonen vastgehoo-
den, twee aen de armen, ende twee aen den voeten; dan
komt een vijfde persoon met een knodse, daer eenighe swaerte
van ijser vooraen is, die ghepast hebbende hoe hij den pa-
tiënt treffen wil, treet 10. a 12. treden achterwaert, komt
dan, de knodse om 't hooft slingherende, al dansende aen,
t'eleken? (met beijde de handen de knodse gevat hebbende)
(1) Vergelijk: Foyage de Lapérouae, AHm N*. 60, waar eene ont-
moeting van Aino'hoofden op de westkust van Kraflo vertoond wordt.
(2) Nip pon, VII Ailas. T. XIX. A. fig. 3, waar deze knuppel,
sjt Inne genoemd > afgebeeld is.
Digitized by VjOOQ IC
309
een slagh io kiuya yaa de» patienta rogge bvvigeii, tot dat
hij de geest geeft. Io dier voegeo airafien raede^ die bevia*
den dat met baer w^veii ofte dochter oacuijsheit bedr^veo."
Godadleotty Befraaf plaatsen. iSo veel ala kooden
vememen ende bespenrea, 900 baddea we;aigh ofte %mi
religie ofte superstitie; doch i^anneer sij ontreal bel ^ijer
sittea en drincken, soo sullen sij eersl op verseheijde pbet*
sen ter zeijden het vijer eenige droppelbens storten, gbelQck
oC sulcx offerden. Hebben eenige gesnede vnijre sfocikeos,
daer * kroUetjens ende spaeadertjens bij hangen» die aSj ^
veel plaetsen in de aerde stecken« ende in de hnijsea asn i»
vanten hangen (1), Wanneer ijeaiant onder haer sieck is,
soo schaven sij met een mes van langhe vuijre sfockjeosi
lange schaeffels, ofte krullen, winden die de sieeken om bet
hooft en^e de armen." (E. B.)
»Als hij eeten zou^ deed hij zijn gebed, gelijk de Kriste*
nen, met gevouwen handea«'* (S. B.)
« Haere graven (in den Golf van Aniwa) waerea boven de
aerde gelijck een cap van een hu;s, een mans laigte laaek
ende 3 voet hooch, wel besorcht ende dicht toe benaiji met
groote basten van hoornen." (J.)
» Vonden (in de Bogt PatimUé) 10 graeven, daevia mtL"
mige doeden noch in laegen. Deze graeven waren heel raer
gemaeckt van vuereplancken, omtrent een voet verhevea n^
de aerde, staende op stüties ende was onder een vier*
eante kist, onder de boom (bodem) sijnde boute traUjs.doer-
lacbtigj aiwaer de doode op lach met een crans van spaea-
derties fijn geaneden sgnde om sijn hooft gevlochten; hadde
een oqde blauwe catoene reek aen gebadt, maer die was al
vergaen, vonden bij hem in de kisi achnetelties ^da eetHh
backies, ende eenige andere snuijslering met [Hjl ende boocb,
(1) Deze stokjes met kruiien worden bij him Inao genoend^ en ko-
men overeen met de Mei of Qohei, zinnebeelden vaa godheden ia den
ouden godsdienst, den 8in0, der Japanners. Yergeiyk Nippon YII,
pag. 214 en Atlas, Tab. XVII.
Digitized by VjOOQ IC
367
had eten ooek in een doos gehadt, soo hot schoon» ladi oock
een cleijn block om rijst te stampen, met een rijststampor
daerbij in sijn kist. De kist was boven mot oen cap wel
dichte toe, gelijk «en cap van een hoijsi daer boven op het
scherp van de cap eon fraeij gesneden bonten cap lach.
Langs de kist aan * eicken endt fraeij met een leeaw «ftè
draecken cop nijt gesneeden, met houten ringen van het
seUde hont in haer mont, (ende) tiep soodanich gesneeden
boQt'aen aUe vier hoecken oock neerwaert aen, al uijtge-
snedea» ak ges^t is. Dese graev^ met verwondering aenge-
sien bobbende» saegen daerbij veel stockies istaan met fijne ge-
sneden crnllelies ende spaenderties daer aenhangen." (J«)(l).
Bij Atkesi^ op Jeso, heeft men opgemerkt dat de plaats:
«Alwaer dë doeden onder de aerden legghende, het graf met
Oesters schelpen bedeckt wert. Op andere plaetsen staense
in een Hutteken in de kisten boven de aerdoi op vier stae-
kjens, zijnde het hnttecken met konstig lof*werk ghesneden,
sonder dat men eenige andere Offerhande daer bij vint/* (J.)
De hut met een geraamte» op ürup gevonden, was zonder
twijfel eene begraafplaats, de daarvoor opgehangen sabel be-
wijst dit. In het Je%oki staat (2): «Wanneer de AiMi^s
iemand plegtig willen begraven» hangen zij over zijn graf»
(1) Men veigeiyke kiemiede de grafzerken in de Bate de Castrie»,
^of/age de iLapèrouscy Atiês, N*. 53» ook de door Toknai op de
Westkust van Kra/to waai genomen gjcaftombe. Nip pon YII, pag.
217, Atlas, Tab. XXII, fig. 15. Deze grafsteden hebben zeer veel
overeenkomst met die van eenige Amerikaansche volksstammen, te
weten de Bacotaks en Chippetcas, Ook bij deze worden de lijken 12
tot 16 maanden lang in zerken, van planken en berkenbaast vervaar-
digd en die op palen rosten, bewaard, voordat dezelve begraven wor*
den. Gedureade de^e tentoonstelling worden spys en drank aan de
zielen van de overledenen geofferd en wapenen en andere kostbaarhe-
den bggezet
(2) Jeso-ii, ou De$eripUon de PUe ^leto etc», par Pinterprète Kan*
nemon; in Malte-Bran's Annales det voyages, etc» Tom. XXIV,
pag. 147.
Digitized by VjOOQ IC
368
aan een 5 tot 6 voet hoogen paal, den sabel van den over-
ledene op."
• Rapporteerden in eenige hnties geweest te hebben, al-
vraer een menschengeraemte ende een dootshooft in lach.
Deze hnties waren gemaekt van taeken van hoornen ende
met lanck gras gedeckt, vonden bij d**. hnties een paal io
de gront geset^ alwaer een houwer hangen." (J.)
Ook getuigen de lidteekens» zoo algemeen aan de voor-
hoofden der inboorlingen waargenomen, het bestaan van den
zoogenoemden doodenkamp, die daarin bestaat, dat zich
de naaste bloedverwanten met een mes {makiri) sneden aan
het voorhoofd geven en het bloed aan de afgescheiden zielen
offeren." (1). »Sijn meest op het hooft met verscheijde
honwen ende kerven gequetst geweest, ghelijck sulcks de
groote litteeckens getuigen." (K. B.) Daarom werden de
vreedzame Ainó's van de onze uitgemaakt voor: »Boschloo-
pers ofte Banditen van eenighe plaetsen te wesen, een ijder
even veel Meester zijnde." (K. B.) '
Zeden en CMbrulkeni Leventwijze én Toedsél.
«Schijnen door haere ruijhe baerden eode hair seer wreedt,
maer weten haer tegens de vreemde Natiën soo sinceer ende
eenvoudigh te houden, dat men niet anders sonde konne
oordeelen, ofte het waren civilen ende gepoliceerden men-
scben. Waeneer sij bij vreemde Natiën komen, soo vercie-
ren haer met haer beste kleederen, ende weten haer seer
modest te houden, toonen hare courtosien ende beleeftheijt
met het hooft te bnijgben, en gevouwen handen, de selvigen
voorbeij den andern heen ende weder strijckende; singen met
bevende stemmen^ als de Japanders doen; doch waneer sij
een weynigh commissie bekomen, soo sijn sij haest familiaer,
dan met een vriendelijck ende vrolijck gelaet/' (K. B.)
i*Ende greep mij voorts eens vriendelijck om mijn mid-
den tot teijcken van vrientschap ende gingen soo hant aen
(1) Ni pp on, VIII, paf?. 214.
Digitized by VjOOQ IC
369
hant naer zijn boijs toe.** (J«) Zija ook gastfrij: »aen lant
komende vierden van de inwoonders vel onthaelt." (S. B.;
presenteerden mij sonden in haer bnties comen/* (J.)
IJder man heeft twee vrouwen , die maken biese-matten,
naijen haers mans rocken, ende koocken het eten; en wa-
neer de mans het bont om te branden in 't bosch vergaderen
ofte kappen, soo draeght bet de vrouwe in de prauw ; ende
moeten dan soowel roeijen als de mans.** (E. B.)
De vrouwen, vooral de oude, zijn niet onkundig en schij-
nen veel te zeggen te hebben, «waerop de outste vrouw mijn
meening eerst verstaende etc." (J.) >Een hutie alwaer een
stockonde vrouw uijtquaem, leunende op een stockien» scheen
yeel hebben te zeggen/' (J.) »De mans zijn voor vreemde-
lingen op haer vrouwen ende dochters seer jalours, soodat
niet mogen lijden dat men met haer stoeijt ofte speelt: wan^
neer bemerken dat \jemant haer tot hoerereije versoeckt,
sollen hem doeden, soo in haer macht bekomen/* (K.B.)
Waneer haer vrouwen baren» ende in kinder-bedt zijn, so
honden sij hare residentie in een huijsjen apart, daer gedn*
rende den tijdt van 2 a 3 weecken geen mans-persoonen bij
haer komen; hare kinderen te werelt brengende zijn heel
blanck ; wanneer isij die de borst sullen geven, ende datter
eenighe van onse Nederlanders ontrent waren, soo deden H
gantsch bedecktelijck, haer borsten niet wijders ontblotende,
als de. kinderen de tepels even met de mout vatten kon-
den. Ja selfs de meijsjens ende kleijne kinderen, daer veel
tijdts met schoon weder naeckt loopende, en de Nederlan-
ders siende, sullen met hooft, handen ende beenen in mal-
kanderen krimpen, ende haer seer beschaemt toonen. De
vrouwen dragen haere kleijnen kinderen in haer rocken,
met een bant om 't hooft (1), op haer ruggen, zijn op haer
(1) De Aino*8 dragen alle lasten op den rug, door middel van een band
of liem die over bet voorhoofd loopt. Deze gewoonte van kindsbeen af
aan gevolgd moet aan het voorhoofdsbeen (Os frontalü) ceue onna-
24
Digitized by VjOOQIC
S70
isaljenis daer sij de vloer mede bededcen, ende op iMer ^
ende dranck veel reijndeUjckery als over haere licbamea et
kleederen, die veel tijdts (soo vfel van mans, vrouwen als
kinderen) seer vuijl ende smeerigh dder aijt sien, ende weij*
nigh vcrnieut ofte gewassen Moorden. Haer spijs ende voetsel
is visch y walvischspeck , traen , groente , knoppen van
roodo roosen, die in Aequeis in overvloei zijn ; welke af-
gepluckt zijnde, de groote hebben van een mispeli ende
worden tegbens de vrinter gedroogbt, ende zijn haer vin-
terprovisie* Hebben verlackte kopjens, ende vierkante back*
Jenfi daer sij haer eten in opschaffen» ijder een kopjen voor
haer hebbende, etende met stockjens.op de Japansche ma-
niere, bchalven op 4S graden 50 minuten (in de bogt van
Patienlie), dio wel op de Japansche maniere geschooren, ook
met sijde rocken bcklect zijn, en wat blancker, ende ver-
anderlijck van spraecke zijn, maer nemen haer eten met de
vinghcrs» sonder do voorsz. stóckjens to gcbroijcken." (E. B.)
» Sy hebben geen sout in gebruike'* (J.) » De mans ende
vrouwen zijn tot stereken drank seer ghenegen, en worden
daer oock heel licht droncken van^' (K« B.) «Droncken sae-
men in U ront eens om een arackie ende toebackie, wae^
naer sij allcgaeder begeerich waeren". (J.) Als sy drincken
lichten haer knevels op met een vinger'* (J.) »Sittea op
zyn Japansch op de matten'V(J.)
Woning, huizen, hutten, voorraadschureii| for-
ten enz. • Hare huijsjens, die meest voor aen strant ia 't
hangen van 't geberghte, ende eenige daer boven op staen,
zyn van planken, gheschaeft ende het een in den andern
gevoeght, met basten van hoornen gedeckt ; doch de meeste
part met opgerechte stijlen, met breede basten van hoornen,
soo wel ter zijden, als boved bedeckt, met een vcijnstcr
iuurlijkc rilling geven ea hetzelve naar achteren drukken, vaardoor lich
dan ook hun voorhoofd kenmerkt. VcrgcL Nip pon VIL Atlas Tab.
XYI, waar de wijze hoe de Aino's hunne wapenen dragen vertoond is.
Digitized by VjOOQIC.
371
boVB* fcrslen «to'dfen roock tan 't v^er uijl lê tre^ten.dat
middeil in f haijs gemaeckt i^ord; Vgüde tan èinneti eea
camer met afecsehnttc deelcn, die rontom eürieus m^t ent*-
keldé biesematten langs de aerde bedeckt is, 10 a 12 tre-
den langii; ende 6 breed zijnde^ alles seer poliet ghemacdft,
eenigen met eèn stacketsel van sparren rontom beset. Hare
hoijsen zijn boven de twee mans langhte niet hoogh, erea
als de boeren^htitlen in de Nederlanden, ende de deuren so
laegh, dat men daer al boekende in gaen moeten ; staen niet
vee! bij den anderen'; 't iheeste ghetal, dat van de onsen bij
den anderen ghesien wierdt, was 18 è 20, ordinaris 6, 7,
9, ende 12, dan meer als een half mijl van den anderen,
oock de meestien part leedigh ende onbewoont. Hebben geen
hoijsraédt als enkele biesematten, hare Japansche rocken
zijn benevens 't silver-werk haer cieraet, hebkende weijnigh
deekens om op te sitten ofte te slapen" (K« B.)
Dadrmede stemmen ook de op verscheiden plaatsen in 't
Journaal te lezen beschrijvingen en de aftcekeningen, die
wij van Japanners verkregen hebben, overeen (1). Daarin ^
wordt ook van batten, voorraadsscharen en van hokken voor
beeren, voor arenden en andere vogels gewaagd. Eene in den
golf van Aniwa aan het strand staande hut of tent wordt
alzoo beschreven: »was maer van matten opgestdt met sloc-
ken in een driehoeck, waer in *t midden vuór aenlach^ daer
een ysere ketel met salm ende groen crajt over hinck ende
coockte'" (J.) (2).
Gleyne packhuysen, omtrent een mans lengte hoven de
aerde, staende op 4 stutten ofte stejien, alwaar ^drooehte
visch in lach, de deuren daar^^n waren van vurenhout ende •
maer loegebonden" (8) . ,,.
(1) Nippon 1. c. Tab. XVI. XX. von Krusenstertt Heiae.
Atlas no. LXXVI.
(2) Vergelijke Nippon l. c. Tab. XVIII vod Krusensteïn,
1. c. No. LXXX.
(3) Von Krusenstern 1. c.No.LXXVI Nippon l.cTab.XVI.
24*
Digitized by VjOOQ IC
372
• Bij dit huys stoot een groot gemaeckt bock alwaar eer-
tijts scheen éenig gedierte in gezeten te hebben «Veelcleyne
faoeckies daer noch eeteids ende drinckens backies aen vaist m^
ren'"* (J.) »hier stont een groot vierkant hoek, alwaer«en
groote swarte beer in sat (1), aen elke hoeck van H hoek
was een lange spar met een mey by opgericht, daeraen han-
gende veel spaenderties ; ik vermoede, dat het tot triamf
was over den gevangen beer ofte eenige afgodendieDsf
(J) (2).
Ten tijde dat het schip Casiricum in de. Baai de Goede
Hoop zich ververschte, vernam men, dat de inwoners van
Atkesi met hnnne zuidelijke naburen in geen goede verstand-
houding leefden, en stuurman Goen zag daar eenige beves-
tigde wooningen. bDoso forten waeren gemaeckt als volcht:
pp den berch, daer die op gestelt waren, was maer een smal
opcomende wech, hetwelck steijl was om op te dimmen, ende
waeren pallisaeden in 't viercant gestelt van de lengte endede
boochte van IVi mans lengte, daer stonden 2a 3 hnijsenin;
waren groote vueren deuren in de pallissaeden met groote
dampen ; als die toe waeren, werden dan met twee dicke
bouten geslooten, sijnde door de dampen heengestoocken.
Op twee hoecken van dese viercante gestelde pallissaeden,
is 't met verheven steilagie gemaeckt van vueren plancken,
om daerop uijt te kijcken, voorts sijn de pallissaeden wel
met dwarshouten aen malcander geslooten/' (J.)
Kleedin^r ea andere opschik. »Haere kleedinge is
o^eest op de Japansche maniere» doch weynigh van sijde,
meest van water*bloemen geschilderte blaeuwe cangans, met
(1) Nippon 1. e. Tab. XVI.
(2) Het zijn de bovenvennelde Inao; Overigens wordt bij hen de
be» in eere gehouden en deshalven ook gpnoemdHokjokKamttiiKamii
Japansch KOni God). Zij voeden evenwel de jonge beeren op met
de bedoeling ze aan hunne Beschermgoden op te offeren en tevens bij
het offerfeest te eeten. Vergelijk Nippon 1. c. pag, 203, 219. Tab.
XVII, waar het. Beerenfeest Omtia vertoond wordt.
Digitized by VjOOQ IC
873
ofte sonder ghcvoerde' Jdpatïsche'roieken; ftiaekên eenigc van
kieetjens sel(s haerc rocken, de mouwen aen de handen niét
soo wijdt I maer bijkans slüijtende; benaijen die met stroock-
jens ende lapjens van sijde kriiijs-weeghs, met kirïmiftén;
desgelijdks maecken oóck i^ocken van beesievellen ; de mans
de rocken voor open, ende.de vrouwen die als een'heinbt
toe hebbende." (K. B.)' ' , . ' .
Meer bijzonder zijn de kteederen en andere opscüik in het
Journaal beschreven ; op de Oostkust van Je%o : • $ij hadden
grove roicken van heimipe linnen aen (1), üfaerover rocken
van vellen gemaeekt^ s^ badden gaeties in haer ooren waei*
loaties in hing^^ den èene had een ring in sijn oor, het
weick was van specij als coper ende half goat." (J.) (2).
In den Golf van Aniwa* » De' man bad een rock aen van
catoeuy blau met witte oochies ; zijn vrouwen waeren gecleet
de een met eed hennipe grove rock wat vernaeijt 8ij.nde, de
ander vrouw had een rock aen van robben vellen." (J.)'(3)^.
» Ende waeren op sommige plaetsen wat vernaeijt met root
ende blauw catoene gaeren.** » Sommige hadden rocken van
vellen aen."
9 Vonden daer op een verheven plaets waer matten op la€h
gen (het ^tno-hoofd) zitten, zijnde gecleet roet een blauwe
catoenen rock met witte bloemen, sijn vrouw aen sijn slin-
cker sij, gecleet met èen rock die met veel strickies ende
eruijsies vernaijt was, met alderhande coleur van catoene
gaéren ; deze rocken waeren als de Japansche catabers {Kaki
hira, eene soort neteldoek).
»De stockoude man (een X»no-hoofd) had een blauw ca-
toenen rock aen alwaer Japansche caracters met gout op ge-
druckt stonden in een groote vierkante perk; deze rok was
(1) Deze worden yan den bast van eenen boom, Ats'ni genoemd,
waarschijnlijk eene soort van Bróussonetia, vervtófdigd. Vcrgei. ï^ip-
pon, 1. c, pag. 209. Tab. XVII.
(2) Nippon, 1. c., pag. 210, Tab. XXI, fig. 6, 1, 8.
(3) Nip pon, 1. c. Tab. XVI, XVII, XVIII.
Digitized by VjOOQ IC
374
met alderhando coleoren van catoene gaeren genaeijl eode
veiisiert-" (J), .
«Haddea alte gaeder scbrooties armosiJD vaa akkarbande
coleuren in bs^fr oqrea/' (JO
bDcs haijsheers fro^w badd^. een groot blau geendde
l^ettiDK OW h9er bats, waer oopere tegckeas tasach^ gereg^
waeren ende eenige andere coralen.'\(J.}
«Soimnige vao b^er haddea groote silfere ringen in haer
wren," (J,). .
• Waervan de eene vrouw een deyn kintie op ham* schoot
badf soa schoon als ooijt gezien heb» 't welk een meysie
was» hebbende eene blauwe oraelde iettingb om sijo bals,
waer tusschen ailvere teijckens geregen waereo ; aen d^ kH-
.ting hingen twee groote silvero ringen, sierlijck gemaeet, we-
gende met baar tween wel ^/^ pond swaer.** (J.) (1),
Wapeom, vaartnlgren | jagrt- cm. visclxvaiH^ge-
reedachappcn. n Haere wapenen zijn pijlen ea boogh, ne-
vens een houwer, de Japansen seer gelijck» alle met eea
2fhin; silver rantjen om de plaet beslagen ; dragea de:selvige
met een draegh-bandt op sijn Persiaens, de pijl-koeck^r met
een bandt om haer hooft, op de rechterzijde Iiangende ; bare
booghen zijn 4 a 5 voeten langh, van eisen ofte esschea-
bout» ende de. pyjen een half ellen, seer subtijl. gemaeckt,
• Toor aéü een barpoentje yan riedt hebbende, dat met swart
.)fenijn bestrijcken» soo dat wie daer mede ghequetst wordt,
éie moet terstont sterven'* (2) (K. B.)
Dit wordt bevestigd.
'} A'Presen dat haer p^ien waeren seer suptjl gemaeckt, som-
mige met fenyn beslreecken" (J.).
'. » Den outstp bad een pylkooker met aen syn hooft haB-
: (1) Van eulke eeue in baar soort kostbare halsketting met versier-
selen van geel koper werd ons eene teckenin^ medegedeeld. Ni pp on»
1. c.. Tab. XXI, %. 4,
(2) Nippou, L c, pa^'. 210-211. Xab. XXÏI, fig. 1— 5;
Dig'itized by VjOOQIC
375
i&ï mei een boooh in syne hant ende een houwer op sya
sy, saagen anders geen geweer*' (1).
De imvoofiderA (van den golf van Auriwa) hadden sommige
hoawers op haêr sy^ daar de plaeten rontom met silver
waeren Jbeslaged ende ook de scheen (scheden) aan de eynden
seer sierlijk, haer heften van haer houwers ook sierlijk met
silyer in geleijt einde gewrocht." (J.)
»Des6' lieden zijn in dé natoer Inijaerls, niet vlijtigh om
te arbeijden, zaeijen nochte maeijeu niet, geneeren haer met
een kleijn prauckeo, Uwelk uyt een dieke boom gehackt is,
ende aen beijde zijden met vier plancken opgeboeijt, een voet
hoogh (2)» roeöen daer mede ghelijck de boeren met haer
melck-scbnijteny dan slaen de riemen niet gelijck in *t water,
gaen daer mede schieten ende visschen robben ende andere
zeeghedierte ; waer toe sij mede fhereetschap .hebben, als
harpoenen van been, de punct met een stuckjen ijser ofte
kooper versien; hadden oock segens op de Hollandtschè ma-
niere ^ebraeijt, het gaaren van hennep gesponen, die daer
in*t wildt ivast, houdende het eene eijnde in de mondt, soo
weten met de handen het gaeren soo 't samen te draeijen,
ende bequam te maecken." (K. B.)
Zij laten hunne vaartuigen door honden trekken. » Sloe-
gen daer vijf witte ruijge honden voor, met hem (hennip)
seelen om haer lijf; den stuerder after het vaertuijch sittende
riep eens, die honden begonnen stracx aen het trecken te
poeren." (J.)
Insgelijks ook aan sleden. «Een ijsslee, zijnde van een
vreempt fatsoco." (J.) (3).
Hebben mede knippen^ die ais een booge gespann^ zijnde,
soo is inU hout van de booge een rondt gat gfaemaekt, daar
oaiigb aes in legghen, de voghels, als meeuwen, arenden,
(1) Ni pp on, 1. c. Tab. XVI.
(2) Vergelijke Nippoo, l. c. pag. 2ia. Tab. XXIII, fig. 1, 2, 5-
(3) Nippoü, U c. Tab. XXll, % 7.
Digitized by VjOOQ IC
376
snippmi, ofte ravens daer dan in komende, piek^, ofte
haer voet in^ steecken, soo springhet de booghe op, ende
blijft de voghei vast (1). Hebben altijdt waerse gaen pijlen
en boogh, nevens een houwer op haer zijde; waer mede
sij oock in 't bosch gaen om grof vnidt te schieten, als
beereni reen, harten, elandts, ende ander bij ons onbekeot
ghedierte." (K, B*)
«Haer honden afgericht tot visdi vangen, soo natoreel als
sonde connen bedencken, liggende op de sprong aen den
oever van der see ende cant van de rivier, ende Terlossen
malcanderen of het menschen waeren^ wanneer daer eeneen
poos de nijtsicht gehad heeft; de rest van de honden 10
è 12 bij troppen loopende langs strant, ende wanneer die
eenige gewoel van salm sien, loopen met alle man in 'i water
ende plontsen soo met swemmen, maeckende een halve maen.
De salm door verbaestbeijt hem dan verheft nijt het water,
ende springt op plaetsen, daer weijnich water is of op de
droochtei waerop de wachthebbende passen, ende grijpen die
salm; dan bijten die stracx de cop af ende brengen het lijf
bij haer meester in huijs, ende gaen dan weder op haer
plaets; dit geschiet met laech water." (J.)
Merkwaardig en eenvoudig is hare wijze, om vanr tema-
ken: '» Hadden haer vnerslagen bij haer om vuer te slaen,
dat waeren viercante planckies daer een hoUetien in is, was
voorachtich hout, daertoe hebben sij rieten daer een eort
stockien in steekt; als sij vuur hebben willen, soo sloten
sij dat stockien in dat holletie ende vrijven dat tnsschen
haer handen, dat het omdraeijt heen en weer, soo gedoopt
in gesmolten swavel honden dat daeraen, hebben stracx
brandent vuer/' (J.)
' Handel. De Aino^s drijven alleen ruilhandel met de Ja-
panners, met de noordelijke bewoners van Krafto^ en van
(1) Deze küipbogen, die zeer zmryk uitgedacht z^n, vindt men ook
te Japan in gebruik en worden HtMa toakê genoemd.
Digitized by VjOOQIC
877
het AmwrUmd. «De mainieii yerhrijleii tiraén, wdrióidi-^
speek, gerooekte ^^raWisehteuïgeny veelderUhden Tellen endë
TOgelyeederctti aen de . inv^oonderen van Japan, die hier
eens des jaers komen, om die waeren op te koopen, daer
voor gevende rijs, sacie, Japansche rocken (soo van sijde,
,als blaentve cangans), koopere tabacks-pijpen ende taback,
doosen, verlackte eet- en drinck-bacxkens ende kopjen^;
silyere oorhanghers, loode ringen om in de eoren té han-
gben, bijlen ende messen, soo dat al wat sij hebben, snleks
meest yain de Japanders mijlen : haer spraéék' i^ eeh Viréè'^
nigh met het Japans vermenght: zijn seer sobtijl in haeir
handel ende niet diefachtigh/* (K. B.)
Kwamen op de oostknst van Je%o hunne goederen aan de
Nederlanders aanbieden: »Dese praaw was vol velwerk; als
robbenvellen, elants, otters ende beeren ende eenige bij ons
onbekende vellen; presenteerden het alles te vermijlen voor
Japansche rocken." (J.)
^aren in den Golf van Aniwa en de Bogt PaHentie^
»8eer begeerigh naer ijser, daer vogelvederen ende velwerck
voor gevende, weten de vederen seer pertinent in dóosen
te packen." (K. B.)
» Presenteerden mij een fijn ottervel, waervoer ick hen
een onde scheepsbijl gaf, endè was daer heel blijde mede." (5).
»Ja hoeveel zilver men hen ook aenbood, zo verkozen zij
allqt het ijzer voor hét zilver.'' (S. B.)
» Deze loiden waren oock graegh na zijde stoffen, daer voor
zij bontwerk en zilver in overvloet 'aenboden.'' (S. B.)
Thans is de handel der Japanners met de Ainê's op de
geheele knst van Je%o en tot op Fraflo in den Golf van
Aniwa uitgebreid en wordt met veel voordeel gedreven. Ge-
droogde en ingezouten visch, vooral zalm, . haring, sardij^
nen, stokvisch, schelpvisch, zoo als klipzuigers (Atvawiy He-
liotis Japonica)^ Tripang {Inko)y zeekroos {Kombuy Fucus
esculentus) beerenvellen, zee- en rivier-ottervellen, arend-
veeren jLijn de voornaamste artikelen, die zij tegen rijst,
Digitized by VjOOQ IC
378
sdkOi tabak, katoenen alofiinii nieaween oude kleederen, lak-
werken, sabels, messeni ruw ijzer » gegoten ijzeren m kope*
ren ketels en pannen, enz. inmilen. Ook ruilen de Japan-
ners van de JümI's eenige andere goedereui zoo als ge-
bloemde en met gouddraad doorweefde zijden stoffen, ken^u
genoemd, hengdsnoeren {susif uit bet corpus sericeum van
eene rups venraardigd), de meergenoemde blaauwe obsidiaan-
koralen {Krafto tama) en geëmaljeerde tabakspijpen, die zij
door hun Torkeer met het Amurlandt van het volk van
Sanian en van de Mantsehou^ die naar Derent eene han-
delq)laats aan de Amurt niet ver van de Baw dö Casiries^
komen, verkrijgen (1).
De beantwoording der vraag over de afkomst der Aino's
en hunne verwantschap met andere naburige volken zoude
eene hoogstgewigtige taak voor de volkenkunde 0[ileyeren.
Hunne verdichtsels omtrent hunne afkomst, die zich bij
overleveriug en in volksgezangen bewaard hebben, verdienen
niet meer geloof dan alle dergelijke fabelachtige verhaleo bij
andere ruwe en onbeschaafde volken (2). Aan de Japanners
zijn de Jebisu of Oost-wilden bekend van den tijd af aan,
wanneer de stichter van de Mikadoi's of Erfkeizers. dynastie,
Zin mu ten wd, zijn rijk naar het oosten en noorden be«
gon uit te breiden, dos van 660 voor J. G. In de Ghioescbe
Geschiedenis wordt het eerst onder de dynastie der Han
(189 Y. J. G. tot 30 n.. J. G.) van den volksstam
Mao-min gewaagd, die aan de over^de van de Oostzee
te huis, hoorde en over. het geheele lijf behaard was.
Ook wordt in de geschiedenis van de Sui dynastie (608—
622 n, J* G.) van een* volkenstam Mozin gesproken, die
uit vijftig horden bestond, en die in bet gebergte inHN.W.
van het land Woke (Japan) woonde. Met de Aino^s werd
m^ eerst in 't midden der 7de eeuw (659) persoonlijk
(1) Nip pon, 1. c. pag. 178.
(2) VergeUjk Nip pon i. c* pag. 281.
Digitized by VjOOQ IC
379
aan bei:. Hof. vmi Tiomg ia Gbioa bekend, vaar door eon
Japanscb gezantschap twee Amo's ds zddzaambeid aange-
bragt werden (1). Daar bet grootste gedeelte van bet
Moordeii y^n Ifippon ten tijde van Zia mu ten w6 door
de Oostwilden, de Aino^s^ bewoond was, zoo k^n men Jooet
zekerheid vooronderstellen dat deze volksstam daar reeds
voor 2500 jaren bestaan beeft. De noord*oostelijkste grens
Tan 2yne venspreiding laat mh ecbter niet verder dan tot het
tweede van Kamtschaika afgel^en Kunlsdhe eiland Para
musehip aanwijzen. Op het perste Kimfscbe eilaad ScHum^
schu heeft, reeds eene verbastering der Aim's met den och^
spronkelijken stam der Kamtschadalers^ de zoogenoemde /M(»
nien^ plaats. Deze //i^/m^n hebben echter geenegeljgkenis met
de bewoners van de zuidelijke Kurüen, de Ai$io%uiKik in ge«
daante jnoch in taal ; en deze oude bewoners van Kamtschatka
zijn ook vroeger dan de Tungusen enKariakenj die zich thans
tosschen Kamschatka en.^et naburige Oo5^N$i6^fé' nedergezet
hebben, op be( schiereiland gehuisvest geweest en waari^chijnlijk
in den ondsten tijd van het land in 't Z,W* van den Amw
gelegen. derwaarts gekomeQ. Dezo... groote stroom was de weg
van eene voorgeschiedkundige volksverhuizing^ zoo als. h hij
.misschien zal wordf n de baan van de Europesche beschaving
naar bet binnenland van het Noord-oostelijke gedeelte van
bet Cbinescbe rijk en van Siberië. De oude bevoU^ing der
^oie. de. Castries, zoo als die ons Lapérouse beschrjyft,
heeft reeds veel overeenkomst met de Aino's in gedaante*
zeden en gd)nnken ; en ook dp stam : van de EHevtg- en
Ketscheng^ waarvan de eerste het gebied in *t W. van den
Amwr^ de door den Bingon (Aemgun) doorstroomde valleien, en
de laatste het kustland in 't Z, O. van émAtnur en tegenover
het eiland Krafïo bewoont, heeft. veel gelijkenis in zijn ui-
terlijk voorkomen, zijne, zeden en gebruiken met onz^ 4^P>.
Zoo zoudfiQ zich d^R ji^L^l .dui^eedj-^rige voetstappen van den
(1) Nippen 1. c. pag. 222.
Digitized by VjOOQ IC
380
Aino9-9Um óp ét kiast >an het vaste land van' itü^ laten
opsporen; doch 'dien yérder tot aan zijne wieg Ie reirolgen,
laten de gebrekkige geschied- en volkenkondige berigten niet
toe, die Wij dnè verre uit deze gewesten — in het R.O. van
Kfirai en van het Zuidwestelijke stroomgebied van den kmur
bezitten. Alles wat wij van dit merkwaariUg volk weten,
getuigt echter voor zijnen- hoogen onderdom.
Dé slot^ra vaii deze onze lossingen komt hierop neder:
op gelijke ' w^ze als in voorgesehiedknndigen tijd de //«{-
men, Üe* oodste bevolking van Kamtschaikay naar dit schier-
eiland gekomen djn, en later door eenen anderen' volksstam
opgevolgd en tot aan het zoideinde voortgedreven is geworden,
is het ook waarschy olijk, dat in nog veel vroegeren tijd, ook
langs den Amur^ de Atno-stam allengs zich over de zoo digt
bij het vaste land gelegen eilanden [Jejo^ de Zttriten en
Krafk) uitgebreid heeft; doch in het N.0. door de hem
opvolgende Külmen^ en in het N. en N.W. door de later
verschenen Koriaken en Tungusen — deze omzwervende
visschers en jagers^ die wij op Kraflo onder de namen m
Smerengur's en Orotsko's weder herkennen (I) — terog-
gedreven, en in het Z. door de nakomelingen van Zin ma
ten wö vernield of verjaagd, tot zijne tegenwoordige woon-
plaatsen is beperkt geworden.
De ons verborgen gebleven jaarboeken, waarin de verhui-
zing van den ^ifUHstam beschreven is, dagteekenen van
voor vele duizenden jaren, en toch schijnt hij in zijne wieg
reeds door eenen lichtstraal van beschaving te zijn beschenen ;
evenzoo telt ook de geschiedenis van zijne aCsluiting van de
overige wereld duizenden jaren, waardoor dan ook noch een
geestelijke, noch oen maatschappelijke vooruitgang bij dit
volk heeft kunnen plaats hebben. Onder deze omstandig-
heden treffen wij de Ainci^s na verloop van vele duizenden
jaren nog op den laagsten trap aan van eene aartsvaderlijke be-
(1) Nippon, 1. c. bl. 182.
Digitized by VjOOQ IC
381
schaking, die zij bij honne aizonderiDg eo onder de. di^uiig*
heerschappij van de stoute Japanners uit eigen kracht van
geest niet vermogten te oyerschrjjden. Bij deze onmagt,
bij zalk een zedelijk onvermogen om den beker van vreemde
Lelustheidy bon door de beschaafde westersche en zuidelijke
natiën aangeboden — te kunnen weigeren, zullen deze van
natuur krachtige, maar onnoozele, schepselen al spoedig ont-
zenuwd en zedeloos, even als hunne naburen, de Eamtschadalen
en de IVoord-Aroerikaansche volksstammen, ten grave dalen!
Doch een Lapérouse en een von Erusenstern heb-
beti reeds aan dit goedhartig en braaf volk eene gedenkzuil
opgerigt: »0n M peut douter quHls rCayent beaucoup de
eonsidération pour les vieillardSy et que leurs meurs ne
soient tres douces; et eertainement sHls ëtaient pasteursj
et quHls eussent de nombreuBs iroupeaux^ je ne me forme-
rais pas une autre idéé des usages ei des moeurs des pa-
triaches.*^ (1).
^Einigkeit, Stille y Gutmütigkeity Bereitwilligkeit, Beschei-
denheit: alle diese wirklich seltenen Eigenscliaften^ die sie
keiner verfeinerten Kultur %u verdanken haben, sondern
tcelche nur die Gefühle ihres naturlichen Charakters sind,
machen, dass ich die Aino für das beste von
allen Völkern halte f die ich bis jetzt kenne.^^ (2).
DE TAAL DER AINO'S.
De weinige reizigers, die, voor de opening van den haven
Sakodate, de At/io-landen bezocht hebben, hebben ons tel-
kens eene verzameling van woorden, uit den mond van dat
0) y^oyage de Lapérouse, ïom. III. pag* ësO.
(2) Von Kruseastern's Beise urn die Welt^ Band II, pag. 80.
Digitized by VjOOQ IC
3B3
nuirkwasmlige Tolk «vergeiionMn^ medi^cftragt (1). Met irit-
londéring van de venameling, die Danieidow van zijne
expeditie naar de baai van Aniwa^ in 1807, medegebragt
heeft, en die hoogstwaarschijnlijk door een Japanner zamcn-
gesteld was, hebben de overige op zich zei ven weinig taal-
kundige waarde. De Japanners daarentegen, die sedert eenige
eenwen met de inboorlingen van Jeto verkeeren, met hen
handel drijven en over hen heérschen, hebben zich allengs
meer grondig met hunne taal bekend gemaakt en woorden-
boeken zameagesteld, waarbij zij de uitspradc der woorden
door hnn syllaben-schrift (het zoogenaamde I-ro-ha) zoo ge-
lrouw als mogelijk weder te geven en vast te stellen zoch-
ten (2). Op deze wijze hebben zij door middel van schrift
aan den menigvuldigen klank en de wisselvallige betooniog,
die de woorden door den tongval van ver uitgebreide en on-
geletterde volken ondergaan, paai en perk gesteld en den
grondslag tot eene schrifttaai gelegd. Ofschoon zich de
^iiio*taal door den gemeenzamen omgang met een beschaafd
(1) Lapérouse, Tom. III, pag. 40. Broughton, Tom. I, pag.
390. Von Langsdorf, Theil I, pag. 300. Von Krusenstern,
Wortenammlung aus der Sprache der Aino (nach Dawidow). St. Pe-
tersburg. I8!L3.
(2) De meergenoemde Mogami Toknai heeft iu 1804 een Aino-
woordenboek door den druk uitgegeven, onder den naam van: Jezo-
Fègen of Mosiho Kusa, en ons daarvan een verbeterd handschrift:
Jezo ga sima Kotoba, d. i.: <rTaal van het eiland Jezo^** medegedeeld.
Buitendien hebben wij nog verscheidene handschriftelijke woorden-
verzamelingen door Japanners, die op Jezo waren, verkregen. Verge-
lijk: Nippon, VII, NachriclUen über Jezo, die Kurüen, Krafto uni
das Amurland, pag. 224 — 244. «^Die Aino-Sprache." Ook heeft onze
verdienstelijke landgenoot Isaac Titsingh (in de jaren 1780— 178*
Opperhoofd van den Nederlandschen handel op Japan,) eene verzame-
ling van ruim honderd 2fM0*woorden, bij zijne uit oorspronkelijke Ja-
pansche boeken zamengestelde beschrijving van het land van Jesso,
gevoegd, mede naar het vaderland overgebragi. JOeseriptton de la ierre
Jesso, traduits du Japonms, par /e» M. Titingh, in: AaMk» des
Voyages, par Ma l te -B run. Tornt XXTV, pag. 145.
Digitized by VjOOQIC
3S3
volk veredeld heelt, zoo bleef dezelve echter haar oorspi^n»
keKjk karakter behouden en kenttierkt deb als eene eigen-
aardige en zelfstandige taal^ <Se met geene van de nabnrige
landen eenige overeenkomst heeft voor zoo verre de wortelen
der vloerden betreft. Dat eenige vreemde woorden van de
noordwestelijke en noordelijke volken {Samajeden, Tungusen
en Kamtschadalen), waarmede de Aino's in aanraking kwa-
men, van lieverlede in hunne taal ingeslopen zijn^ is niet te
ontkennen, zoo als door hen ook verscheiden Japansche
woorden overgenomen zijn, om daarmede hun voorheen on-
bekende voorwerpen en begrippen aan te duiden. De Aino-
taal, even als ook deze volkstam, staat afgezonderd van alle
tot nu toe bekende van het Noordoostelijk A%ié daar; deal-
gemeene regels echter, waarna zich de rededeeien verbui-
gen en vervoegen, .stemmen met die van hunne zuidelijke,
noordelijke en westelijke naburen, die hunne taal door middel
van syllabenr-sehrift (zoo als: de ManUchou's^ Mongolen^
TubeUmen, Jakuien enz.) en niet met een waarden-schrift^
teckens van woorden (zoo als de Chine%en)^ schrijven, overeen.
Het zal hier voldoende zijn, de algemeene, wetgevende
grammaticale beginselen aan te halen en door voorbeelden
op te helderen, die de ultno-taal met de Japansche en dus
met andere Oost-Asiatische en ook Amerikaansche talen ge-
meen heeft, en die aan dezelve, alhoewel zij zich als van
eenen zeer ouden oorsprong kenmerkt, eene plaats in bet ver-
bond der volken aanwijzen, welke zich later den weg van de
oude naar de nieuwe wereld gebaand hebben.
1. De waarden van beide talen zijn zeiden uit eene,
meestal uit twee lettergrepen zamengesteld :
Japansch. Kono-aïta okï-kata ottosevro tatsuneta.
Aina. Ofunaki atuMa uneu is'tan.
Nuper in mare phocam quaesivi.
2. De zelfstandige naamwaarden zijn zonder geslacht,
worden menigvuldiger in het enkelvoudige dan in het meer-
voudige gebruikt; in het laatstgemeld getal worden de woor-
Digitized by VjOOQ IC
384
den herhaald of van eenige bijvoeging voorzien; de naamval-
len worden meestal door eene particabu aan het einde der
woorden gevoegd, gevormd ; de tweede naamval of g^itivas
gaat altijd vooraf.
Jap. Ame, coelam; fito, homo; fito-fito, homines; fito-
koto i. e. homo quivis; fito-ga, homo; fito-no, homiais;fito-
ni, homini; fito-wo, hominem; fito-jori, ab homine; fi-no
fikari, solis radius.
Aino. Rikita, coelum ; goru, homo, gura obitla, homines
omnes, gum-koro, hominis; gnru«ta» homini; gara-ne (vel
be), hominem; guru-karit ab homine; imuschi nits\ gla^i
capulam.
3. De bijvoegelijke naamwoorden staan voor de zelf-
standige ; zij maken den vergelijkenden trap door bet aan-
hangen eener particula aan het einde van het naamwoord of
het voornaamwoord, beteekenende in het Japansch van, in
de Aino-Uzl beier dan ; den overtreffenden trap door het voor-
zetten van zekere particula, beteekende even veel als het bij-
woord %eer.
Jap. Utsoku^i onago, pulchra foemina; kono ki-wakono
kusa-jori futoï, bic arbor hac herba maior ; fosino jama ga itsi
takai, mons fusi perquam altus.
Atno. Iramasiure matsi, pulchra foemina; tanbe kak\
hac re melius; rui sünatara, perqaam fortis; porobiruka füra,
valde gratus odor.
4. De telwoorden een tot tien zijn, als grondgetallen, io
het Japansch oorspronkelijke woorden, doch in de itno-taal
maar een tot acht, ook twintig en in het oude Japansch
honderd; zij wordendoor particulae verbonden, die de betee-
kenis hebben van en^ nogmaals of meer, ook weiniger.
Jap. Fitots', 1 ; ftals', 2; mits', 3 j jots', 4; itsuts', 5;
muts\ 6; nanats', 7; jats% 8; kokonots', 9; tó(towo), 10;
hatats', 20; momo, 100; tó mata (atque iterum)'fitots\ Ü;
t6 mata ftats*, 12; hatats' mata itsuts% 25; mu-sozi; 60.
Aino. Sinepp, 1; tupp, 2; rcpp, 3; inepp, 4; asiki-
Digitized by VjOOQIC
385
nepp, 5 ; iwaabe, 6 ; arawanbe, 7 ; thope sjanbe, 8 ; (ex tapp
et sjan; forsan pro i wanbe i. e. minus decem); sinebsjan,
9 (ex sinepp et sjan); wanbe 10; hots' 20; asikinepp-bots\
100; (i. e. 5. 20); sinepp ikasima (plas, yerbatim: restat)
wambe^ 11; tupp ikasima wanbé, 12; sinepp ikasima hots\
21; tappots% (ex tapp et hots*) 40; wanbe i rehots', 50;
(3. 20—10).
5. De voornaamwoorden. De persoonlijke zijn een- of meer-
lettergrepige woorden en naar den rang vei^hillende (teeken
van fijner zeden); de derde persoon wordt omschreven. De
bezittelijke worden door het aanhangen der uitgang van den
genitivos gemaakt en staan altijd voor het zelfstandig naamwoord.
Jap. Watak's sive ware, ego; omaë sive anata, tu; kare
sive ano fito (iste homo) ille; watak's domo sive warera,
nos; oroaë gata sive anata gata, vos; karera sive ano fito
tats\ ilii; watak's*no, meus; anata no, tuus; ano fito do,
illius; watakVno atama, mei caput.
Aino» Ku, kuani, ego; e, iani, tu; iki sja an gnr' (ex
iki sja, illinc, an, esse et gurn, homo) ille; tsjd kai (i. e.
hac parte), ego; i tsjd kal (i. e. ex iila parte) ta;ku-koro,
mens; i-koro, tuus; iki sja ah gur*, illins, vel, tangnr,
hains. I Eoro kotan, meum domicilium, tan gur'tsise, huius
hominis domus.
6. De werkwoorden. De bedrijvende hebben drie tijden, door
verandering van den uitgang gemaakt: a. een tegenwoordige,
in het Japansch met den uitgang u^ in de iltno-taal an, Art,
Tdy u; b. een verledene, meestal met den uitgang a; c. een
toekomende tijd of een potentialis, in het Japansch door eene
verlenging van den tegenwoordigen tijd, in de imo-taal door
eene aangehangen particula gevormd. De lijdende werkwoor-
den hebben insgelijks drie tijden door verlenging der uitgan-
gen gemaakt, die in de ^mo-taal lijdelijke hulpwoorden
schijnen te zijn. De gebiedende onderscheidt zich door kort-
heid des uitgangs. De onbepaalde wijze is gelijk aan het
Praesens Indicativi ; in de AinoA^^X staat dikwijls daarvoor
25
byGdoQle
Digitized by VjÖOQ
386
eene particula naar een voornaamwoord gelijkende. De rer-
biedende wijze wordt gemaakt door achtervoeging van de par-
ticula, die dezelve regeert. De negatiën (ontkenningen) wor-
den in het Japansch aan het einde der werkwoorden aange-
hangen en veroorzaken dikwijls eene verandering- in de ver-
voeging, in de Aino-iidl worden de ontkenningen door de
particula niet beteekent. Aan de tijden worden partikels
ter aanduiding der deelwoorden aangehangen. Hulpwerkwoor-
den worden bij de vervoeging der werkwoorden gebruikt en
hebben dezelfde vervoeging als andere werkwoorden ; de on-
persoonlijke werkwoorden komen zelden voor ea de bij ons
gebruikelijke worden omschreven.
Jap. Utsu, verbero; utsita, verberavi; utsou, verberabo;
utaruru, verberori utareta, verberatus; utarea, verberabor;
ntside, verberans, utse, verbera; utareta, verberate; ulso
verberare ; watak's'ga sorewo miru joni, ut id ipse videam ;
utanu, non verbero ; utanu te atla, non verberavi ; uta-
reru, non verberor, utareru te atta, non verberatus snm;
aru^ esse ; arita^ fui ; aró, ero ; ame-ga furu^ pluit (verbatim
plu via decedit). Kaminari-ga nari, intonat. (Deus fijdfflioans
adest.)
Aino. Sitaiki, verbero; sitaiki wa, verberavi; sitaikirus-
jui, verberabo ; sitaiki aniki, verberor ; sitaiki ank'wa, verbe-
ratus sum ; sitai anki annan gora, verberabor ; I(tu) sitaiki,
verbera; kakure, vetii, i sitaiki anki, verberare; rura-jan,
ut sequatur; unono s'jomo an, non congruit (verbatim con-
gruum non est); anats*, habens; asinike wa, existens; an,
habere, esse; anna, fui; an nan koro, fuero; asi, factumest.
Apto asi, pluit (verbatim pinvia facta est). Kamui fomi, in-
tonat (verb. Deus sonat).
7. De voorzetsels en een oogmerk aanduidende en reden
gevende voegwoorden staan aan het einde der woorden, op
welke zij betrekking hebben, zonder eene verandering in de-
zelve te veroorzaken. •
Jap. Ni, ad; to, cum; niiote, quia; j6ni, ut; jokka
Digitized by VjOOQIC
387
maëni watak'swa desi to jama ni jaita, qaatoor ante dies cam
discipolo montem ascendi.
Aifw. Ani, cum; kasja, propter; jakka, quamvis; tanbe
kusju, propter banc rem; tsib api, eam naye; atai kata^
in mare.
AINO-GESPREKKEN.
Ëenige Aino^Gesprekken mogeo tot voorbeeld van de woord-
voeging en de spreekwijze dienen :
Ikoro kotan siri monosiri anna?
Gaat het wel te huis?
Ofunaki atai-kata reba aneu istan.
Onlangs op zee varende heb ik zeehonden gevangen.
Tsibü ani rorajan itasja bunma tntara atte nankonna.
Zend dit met het schip, ik zal u ter beiooning twee zak-
ken (rijst) geven.
Hosike onamani tan kotanta heroki athuwa.
Eergisteren hebben zich hier visschen opgehouden.
Keannak' hauki an koratsi an?
Is het zoo als gij zegt?
Sinanta uwekariwa bankine rejan.
Komt hier te zamen om wacht te honden.
Tewan sisjamu anakine asijur asi rntske askai néua.
De man, die hier moet wacht doen, zal eene groote be-
looning vragen.
Osi sireba kusju sjomo osjaganke jakka pirikana.
Daar hij komt, heeft men hem niet te roepen.
Tan ithuikari bajiasi aiine nekona kotan anaP
Dezen hoek volgend, aan welke plaats komt men?
Kamui juwanke tsib' jankena.
Met God's hidp. wordt het schip behouden.
Ohono 'i^mo unükara.
Lang niet gezien. ^
25*
Digitized by VjOOQ IC
Wene kappirika ariiamande tsomi itsikore naogonna.
Wie kwaad doet wordt gestraft.
Pirika guni korumu an.
Het zal zoo wel goed zyn.
Ponno osite tsimi aabe ama.
' AYacht maar, ik kleed mij.
Teirean gnsitapf nani afankeja.
Ik verwacht a, kom binoen.
Nefutsi jokibene sjanke nankoro tasju kamitatsi sinetara
sjAkoro.
Wanneer bet goede waar is, geef ik er eenen zak rijst
voor»
Dteke anbano ahihibai sen.
Zich de band gevend volgt de een den ander.
Nepu karukuse Jaibasjare.
Waartoe maakt gij twist?
Mokoroi kottetsa nwatasi.
Daar ik rusten wil, zijt stil.
Ramukanbare tsiriosi.
Dat is breeder dan men denkt.
Iteke jaibaro nsi.
Niets onnoodig spreken.
VERZAMELING VAN AINO-WOORDEN.
Wij laten eene kenze van ^tno-woorden volgen, met de
bedoeling om zoo wel door' taalkundige oorkonden eeneaao-
wijzing te geven tot het opzoeken der sporen van de afkomst
van dat merkwaardige onde volk, als ook aan zeevaarders en
reizigers de gelegenheid te verschaffen tot een nader onder-
zoek van deze nog zoo weinig bekende taal. Daarbij beb-
Digitized by VjOOQIC
beo wij tevens de betedkenis der itino-woorden in het Ja-
pausch gevoegd, zoo als die ons door de Japanners, die
zich op de ^»no-taal hebben toegelegd, zijn medegedeeld ge-
worden. De ^tfto -woorden van Je%o bebben wij meestal uit
Toknai's Woordenboek, en die van Erafh nit Dawi-
dow's en Lapéroose's Woordenverzameling overgenomen.
NOMINA.
1. DB WERELD
EN DE ELEMEIÜTEN.
Japansch.
Aino op Jezo.
AinoopErafto.
Aardbeving
naï (dsisin)
siri sjumni
schiri moi
Aarde
Msi
sirika
Aardrijk
tsutsi
toi
toi tui
Aïond
joi
sirionnma
guMn^ani
Beek
sawa
nai
Berg
jama
kimita, kimro
kinda
Bliksem
ina fikari
kamni ne beke
kamoinibiki
Dag
akiraka
siribekere
schiribegere
Deze dag
kon nitsi^
tantoo
tan too
Dampkring
sora
nisoro
Daauw
tsuju
munbe
muni wakka
Donder
kami nari
kamni fumi
kanna kamoi
Ebbe
sihohi
sirari sjats
(fumi
Eiland
sima
mosiri
muschiri
Erts
kane
kani
gani
Golf
tadenami
kaibe
kui
Hagel
arare
kaukaa
kankaubass
Hemel
^ama
rikita
ni schi uro?
Herfet
aki
tsjuk
,
Heuvel
nobori
nuburi
nobnri
Hitte
atsusa
sirippuke
schischikf
Elip
se
rakka
Koude
samuki (kan)
mei
.
Lente
baru
baikaru
paigara
Digitized by VjOOQ IC
«90
Japamach.
Aiüo op Je2o.
AisoopKrafto.
Licht
fikari
heriats
IfUdit
ki
piriri
mmi
tsoki
kunne tsupp
tombi, tschukf
Mist
kiri .
ürari
nrariaz, orai,
Meer
midsQ omi
t&
to (arari
Morgen
asa
nisjats
nischatza
Morgenscbeme* akatsaki
toobeker
schiri-bekere
Nacht (ring jo
antsikara
anzkari
Deze nacht
konban
onuman
Oever
fama
ko^u
rauda
Regen
ame
apto
apftu
Regenboog
nizi
rawots
rajots'
Rook
kemuri
sibuja
schibuia
Rots
iwa
watara
Schaduw
fikage
tsjupke
tschukariu
Sneeuw
juki
ubas, ubascbi
obas, obassi
Steen
isi
s'juma,
schioma
Ster
hosi.
. keta nptsju,
keda, nodsi
Stroom
kaha
bets (^pdschu
bez
Veld
no
, nupuka
nnpka
Vloed
misi siho
sirarihaa
Voorgebergte
saki :
siri ^t|l^ :
schiri ido
Vuur
fi
abe, unszi
abe undsbi
Vï^ater
midiiu
wakka^bcshak- waka, \irachka
V^Tereld
se kai
bekere sjap (ka begiri schiam
Wind
kaze
reira .. . .
rera, dirr?
Winter
f"jö
mata
^ madapa .
Wolken
kumo
nisi, nisikjori
nischi kori
IJs
kohorl
junru
:"
Zand
suna
ota
oda >
Zee
umi .
atui
adui
Zomer
natsu
sjaku
schakpa
Zon
fi
bekere tsupp,
tschukf kamoi
Zout
siho
sipo (tonotscbu
i schippo
Digitized by VjOOQIC
391
2. DIBEEII 89 nbAüTEN BH KXSSSH DEELEH.
Japansch*
Aino op Jezo#
AinoopKrafto.
Baast
kino kawa
niga fukar*
nii kapu
Beenderen
< bone
bene
poné
Beer
kuma
hokojuk'
chagujakf
Blad
ia
barna
chamu
Bloem
bana
ebui
ibuiki
Bloed
tsi
kern' kemi
kim
Bosch
hajasi
teigar
Dier
ketamooo
kimo tsup
Ei
tamako
nokiy noki
zkapf nuki
Hart
jani
unkotok'
Hond
ina
seta, sita, cheta scheda
Hoorn
tsano
kirau
Hout
ki, ita
tsikuniy ita, ta
1 ziguni, ida
Hootskool
sami
pasipasi
pas
Huid
kawa
kaba
kapa
Emid
kusa
kina
Ligchaam
karada
netobake
Lviis
sirami
aroki, kü
uriki
Lijf
mi
netobake
nidobaki
Man
wotoko
okkai
okkai
Mannetje
WO
binne
Melk
tsitsinosiru
tóbe
16
Mensch
hito
sisjam, aioo
guru
Olie
abura
sjnma
Ongedierte
masi
kikiri
kigiri
Schildpad
kame
itsinke
Slang
hebi
tokko (kamoi)
toko kamoi ,
Traan
kosirano abura funbei
funbikii
Vet ,
abara (niku)
ke kiribe
kiü
Visch
uwo
tsep' tsep'
zepf
Vleesch
nik
kam
kam
Vlieg
haiy apu
fitsarube
bitsürup
Digitized by VjOOQ IC
392
Japanseb.
AlDO op
Jezo.
AinoopKrafto
Vloo
nomi
taike
taigi
Vogel
tori
tsikapp
t7;kapf
Vogeltje
kotori
tsiri
Vracht
mi
ebaike
ibiiiki
Wijf
wonna
menoko
0«p.)
miaoko
Wijfje
me
matsoe
(sits
*
Wortel
ne
kuberike
p, sin-
schyndshiz
3. HBT LIG^HAAM ER DB LBDEMATBR.
Aangezigl
kaho
nanu
nanu
Baard
katsibige
reki
rigi
Borst
mune
terar
Borsten
tsitsi
tdkab
to
Buik
hara
boni
chuni
Gunnus
tsubi
pogi (bokki)
Darm
tai tjd
kankam
Hals
kubi
rekuts
regut
Hand
te
teke, teki
tegi, tiké
Hart
kokoro
sjanbe^ sam-
schambi
Hoofd
atama
bake (pêh
schaba
Hoofdhaar
kaminoke
ottobe, numa
schaba numa
Huid
badaje
nuwom'kuma-
kasike)
Lip
kutsibira
batoje, tsjamon
Mond
kutsi
bam, tsjaro
para
Nagel
tsome
am, ami
Navel
boso
bankapai
changttbai
Neus
hana
etbüy ilo
ida
Oog
me
siki
schiki
Oor
mimi
kisijara
kischara
Penis
mara
tsii, tsije
Rog
senaka
setharu
schedaru
Staart
WO
isi
Digitized by VjOOQ IC
393
Japansch.
Aino op Jezo. Aino op Krafto.
(ki
Tand
ha
imaki, jorna- nimaki
Tong
sita
be baranbe ba- au
(rumbi
Vinger
jobi
asikibette askibitz
Vleugel
hakae
rafn
Voel
asi
kema kima
4w FAMILIE, GE2SEISCHAP.
Arm mensch
matsusiki fito
helon gnr
schiron guru
Boosdoener
akn nin
ujen gor
uwen
Boosheid
akn sin
ramunisite
Broeder, oudste
) ani
jübi
jubu
> jongste
1 vototo
iriiivakiy aki
aki
Deelgenoot
tsure
ntare
Dief
nusu hito
inuga guru
ikka guru
Dienaar
kattsju
kojantono
Dochter
menoko
matsihebo
mazenebu
Echtgenoot
otto
hokn
chogu
Echtgenoote
tsuma
matsi
maz, mati
Familie
sin mi
awa
Grootmoeder
baba
sjunsti, hakko
Grootvader
zizi
ikasi, sas»
chambi
Eind
kotomo
bóybohoCsubon
po
Kleinzoon
mago
sitsupopo, imit-
Koopman
akindo
ihoksiam
egokischamo
Landman
fijak^sjo
toitasisiamo
Landsheer,
/»
(Vorst)
kami
mosiri kamoi
Lieden, oude
tosi jori
hekai
chigoi
» jonge
wakai
hekats, uben,
Man» voornaam
tats'toki fito
nisipa (beure
1
» gemeen
hei nin
jajasiamo
Digitized by VjOOQ IC
894
Japansch.
Aino op Jezo.
AinoopKrafto
Moeder
haha
babo
chaba
Oom
ozi
keusiuts
atscha
Ouders
wqja
serimakaatajho
Scheepsvolk
fiinakata
tsipo gnru
Soldaat
busi
tono
Stedehouder
matsi bugjo
matsijantono
Taate
oba
konnaripe
Vader
tsitsi
hanbe »
chambi
Vorst
tonosama
tonokamol^
Vijand
teki (mome
tomautare
Weduwe
onakogoke ja-
holQiak
Weduwnaar
otokogoke ja-
matsusiak^ sjo-
(mowo
(bija
Zoon
wotokonoko
okkaihebo
poo
Zuster» oudste
ane
sija, gutoresibo
scbiaa
» jongste
imoto
thuresi
turisch
5. WOONPLAATS, WONIRG.
Dak
jane
akup» barukata puda
Deur
to
aha (sjam schiri aba
Haardstede
irori
innunbe, abe
Huis
ije
tsise zise» zisse
Hut
koja
kasi
Venster
mado
bujara, biyari puiari
Woonplaats
tokoro
kotan kodan
6. GSaEEDSCHAPPBÜ.
Aalspeer
jasu
opu, urei
Anker
ikari
kaje kaida
Boogpees
tsuru
gtüca knga
Boog
jumi ^kiu)
gö, kusiykunisi guu ko
Bijl
masakari
mukkari mukar
Digitized by VjOOQ IC
395
Japanscb.
Aino op Jezo.
Aino op Kraflo
Harpoeo
jasü
opu, urei
opf
Hengel
tsuribari
beraje, perai
apf, pirai
Hat
kasa
kakka, kasja
chaka
Kleedmg
kimono
tsimipu
imi
Mast
tobasira
kajani
kaiani
Mes
kokadana
ibira, makiri
magiri
IVet
ami
jaa*
ia
Oorring
mimikane
ninkari
ninkari
Pijl
ja
ai
ai
Pijlkoker
jabako
ikajap
igaiupf, ikjup
Roer
ro
osjui
Rok.
kimono
mi (atsni)
imi, atosh
Schip
fane
tsip'
zibi
Slede
sori
sikeni
Smart
itami
aruka
arika
Spies, Piek
jari
fami, paro
kuu
Touw
tsmia
thubi, tosi
Zeil . .
fo
kaja
kaia
7. VBaaiGTIllGEN, UITWERKING.
Begin hazime' • asinno
aschino
Beweging, Le- fagoki moi moi
vensvermogen, [inotsi ' sikkisa
• moi-moi :
'
Dood ' ^■> sini rai
rai
Dorst nodonokahaki igursjui
igm'usch
Einde .:: . owari ohari
Gehoor . kika nö
nu
Geluk ' sjawase jainirikarai
•
Gezigt . Miruzi nukaru
nugaru
Gezondheid. .• sukujaka,'Sukor ramurakböJ
katschara-flUghH
Haat aikami (jaka jesisi
{nè
Honger fimozi kemuramu
kemurampa
Kracht tsikara okira 'tsuraiko- ukira
Digitized by VjOOQ IC
396
Japansch.
Aino op Jezo.
AinoopKraflo.
Leven
inotsi
sikkinoka (ra
schikfaa
Liefde
kol
nsikkarahare
Lijden
komsimi
ihomasii
Medelijden
itsakosimi
komebor"
konebura
Ongeldk
ingVan
jaikohonnojeje
Oorlog
ikusa
tomi
Reuk
niwoi
füra
furaan
Rost
Jasami
sini *
Stem
koje
haoje
chau
Smaak
aziwaf
kéra, kówoan
Verdriet
makkasiki
ramuikasite
oschidra
Yreagde
mendA, ahare
jakaU
Ziekte
jamai
tasijoma, ikoni
ï
Zwakte
jowasa
(sija
schiari
8. BI6BNSGHAPPEN, HOEDAniGHSBBR.
Arm
matsu$iki
sirnn
schiron
Beneden
simo
tekkesi
Bitter
nigai
balkar, sja
parakara
Blaanw
aho
sijei
Breed
hiroi
tsiwa, tsiriusi
oschip
Diep
fakai
ohoho, oh6
ogo
Dan
nsari
kabar'
Droog
karetani
sjats'
schats
Geel
ki
qonin
Groen
mitori
tsuisjamo
schiosiam
Groot
oho
poro
poro
Hoog
t^kai
riiwa, ri L.
riawa
Elein
tsiisasi
pon
ponno
Kond
samui
jamuy mei,
mei
Kort
mizikasi
takine (meao
Lang (tijd)
fisasi
ohonno
ogonno
» (maat)
nakasi
tanne
tanni
Digitized by VjOOQIC
397
Ligt
Links
Japansch.
karui
fidari
Aino op Jezo.
kosine
hari kiaturn
Aino op Kraflo
koschni
charik
Mager
Midden
jase
mannaka
sjatteka
nosikike
schattigu
noschke-ta
Nat
awaseme
uthur'
Nederig
Ondiep
Purper
Rood
asasi
asai
morusaki
akaï
ohaka
ohak'
ikarari
fare
Qgakfu
furi
Rijk
Smal
tomu
semai
nisiba
tsibakaram
nischpa
Stinkend
Warm
Wit
Welriekend
kusai
atataka
siroi
Tkobaisi
(nihofo
fura njen
popko
tetaru,detaraL.
fürapiurka
furara karn
fura uwen
scheschikf
tedari
Zwaar
Zoet
Zaor
Zwart
womoi
amai
susi
koroi
base, pase
rara rurakor'
nakai
kanne
paschi
schinkkoi
kunni
9. WERKWOORDEN..
Antwoorden
kotafu
itasjaitats (kari eischiwa *
Dansen
wodoru
tapkaru, tafa- tapkarawa
Dooden
korosu
rapeke, ronno raigiiakka
Drinken
nomu
iku - iga
Eten
kü
ibe imbe, ebe
Gaan
ajumu
apakasi apkas
Geven
jaru
jenikore ingori
Hoeren
kiku
nu, inn, kunu nun
Eoopen
k^u
ihokn, itometsu egokf
Lagchen
warafu
mina mina
Leggen
jasumu
sini scbine
Digitized by VjOOQ IC
398
Japansch*
Aino op Jezo.
Aino op Kraflo.
Leven
inotsi arn
sikkinu
schikfaa
Levend zijn
ikite oro
h6jur
Loopen
hasiru
hojubu
chojnba
Roeijen
funewokogu
tsipu
zipowa
Roepen
jobu
hothui, hotoje
Slapen
nèmuro
mokoro
mojuru
Smarten
itamu
itasjasja
Spreken
itako
itakuwa
idawuwa
Staan
tatsu
rosike
rosehki
Stelen
nnsumu
ikka
ikka
Sterven
sinuru
rai
rai
Verkrijgen
motomu
tsipapa
okuwa
Vogelvangen
toraheru
tsikapp koiki
zepfkoigi
Visschen
sunatoru
tschepp koiki
iukgari
Verruilen
tota furu
itasjare
' itaschare
Vliegen
hasiru
basi, tsjasi
choiupfa
Vragen
tatsunemiru
isitan
Weenen
naku
tsiUi
tsitsi wa, zijssi-
Zien
miru
nukar
nogaro (m
Zingen
utau
jügari
iukgari
Zijn
arisu
an
10. PBBSOONUJKE VOORNAAMWOORDEN.
Ik
watak s, ware
Jij
karera
Gij
omaï, anata
Hij
kare» ano fito
Ulieden
omaï gata
Wij
watak's domo
ku,kuannit,tsjó- kani tschogai
inki angur (kal anu udari
iani^ i, i tsjó kai jani itschogai
iki sja angur^ ikoro
inki ntare [(ille) itschogai udari
tsjó kai utare toogai udarp
Digitized by VjOOQ IC
399
11. aahwuzsbdb tooknaaiiwoobdeh.
Japansch.
Aino op Jezo. Aino op Krafto.
Deze
'kono
tan, tanbe, ane ani
Die
sono
P!i
Dit
kore
tapa
Ieder
koto
kesi keschi
Wie
sore
neni nini, nen
Welke
itsore
ikijaan
Zulk
sajd
keannari
12. TELWOORDEn.
Een
fitots'
sinepp, sine, schnepf
(schinep L.
Twee
f'tats'
thupp thu tupf tup
Drie
mits'
repp, reepu L. repf
Vier
jots'
inepp» inepu L. inepf
Vijf
itsuts'
asikinepp, as- aschiki nipf
(chikinepu L.
Zes
muts'
iwanbe juwambi
Zeven
nanats'
aruwanbe aruwambi
Acht
jats'
thupe sjanbe tub%8chambi
Negen
kokonots'
sineb sjan schnebi scham-
Tien
tó (towo)
wanbe wambi (bi
Twintig
hatats (nisju)
hots, chozn L. scheehoz choz
Vijftig
gosju
wanbe i rehots w^ambi irichoz
Honderd
momo
asikne hots aschi nichoz
Dnizend
tsi
1
asikinesinewa* aschi kini schi.
(nehots i. e. 5. (ne wane choz
Eerste
itsiban
teppake(10.20
Tweede
niban
nosike
Derde
sanban
jreth tanta (rep-
Eenmaal *
itsi do
sine sjui (tanta schiui
Tweemaal
ni do
thusjui schini
Digitized by VjOOQ IC
400
13.
BUWOORDEn.
Japansch.
Aino op Jezo.
Aino op Krafto
Allengs
ohi ohi
abi nbi
ja ja ukcrc
Daarom
sorenitsoite
ne waanberisja
Daarna
sonotsogi
imakake
Dikwijls
tahi tahi
sja sjni
Eindelijk
tsuini
aine
Eertijds
n^akasi
fusiko
Gansch
nokorasu
nenai
Gisteren
saknsits'
numani
nomani
Heden
konnits
tanto (deze Dag)
Hier
koko
tan kotan ta
changitto
Hoe. veel
ika
henbakkuno
chimbaguno
Ja
bei
jise, jese
Ja wel
narnhodo
nokon, oownn
Morgen
asta
nisjatta
nischatta
Neen
ija
kotsjan, koban
Niet
nu
sjomo
schiomo
Nog
mato
sijui
schioi
Nog niet
imada
naa
Onlangs
kono aida
tetai
Thans
ima
tane
tani
Waar
toko
ine kotanta
nida
Waarom
itsure
nekonta
nigonda
Wel aan
iza iza
sita sita
14. AANHAÜGSELS (AFFIXA) EN VOEGWOORDEV.
Alle
mina
obitta
Al te
hanahatasi
sitoma
Anders
bets'
sinnai
Als
tokini
ike, tsiki
En, nog
sósite, to
kanna
Met
tomoni
itssianneno^ani
Digitized by VjOOQ IC
401
Japansch.
Aino op Jezo.
Aino op Kraft<»4
Naardien
joriwa
orowano
%
Of
mata
ia, sjui
sehini
Ofechoon
ihetomo
jakka
Omdat
jotte
kasju
koscha
Op, in
ni
ta
üit, van
jori
orowa
Zeldzaam
mare
kemian
Zonder
nasi
isjamu
ischamu
VOORTBRENGSELEN DER AING-LANDEN.
De weinige zeevaarders, die tot de openstelling van den
haven van Hakodaie (Sept. 1855) de Ai7»o-landen met een
wetenschappelijk oogmerk bezocht hebben, hielden zich eenen
veel te korten tijd en onder te beperkte omstandigheden op
de kusten van Je%o en Kraflo en de Kurilen op, om maar
eenigzins de voortbrengselen dezer eilanden, die eene opper-
vlakte van meer dan 2000 D mijlen beslaan, te kannen
leeren kennen; aan deze hebben wij derhalve slechts eene
zeer kleine bijdrage tot de Fauna en Flora en tot de ken-
nis van de geologische gesteldheid dezer landen te danken*
Maar nog veel minder, voor zoo verre ons de reisverhalen
van Commodore Perry en van Wilhelm Heine als pros-
pectos van een natnorkundig onderzoek in deze gewesten
kunnen dienen, laat zich te dien opzigte van de Ameri-
kaansche expeditie verwachten. Daarentegen zijn ons de
meest belangrijke natuurzeldzaamheden dezer eilanden en
vooral van Je%o door schriftelijke en mondelinge raededee-
iingen van kundige Japanners, die dezelve bezocht hebben,
bekend geworden. Al wat ons over de voortbrengselen dezer
landen uit Europesche en Japansche bronnen bekend is,
hebben wij tot een geheel gebragt en in onze beschrijving
26
Digitized by VjOOQ IC
402
van Japan geboekt (1). Daarop Tvillen wij hen opmerk-
zaam maken, die zich meer in het bijzonder daarvan
wenschen te onderrigten. Evenwel laten onze mededeeliogeu
veel te wenschen over en zij mogen slechts als een bladwij-
zer van het groote boek der natuur beschouwd worden ,
waartoe deze landen hoogst merkwaardige voorwerpen leve-
ren* Heb ik reeds mijne geo-hydrographische, volken- en
taalkundige toelichtingen met de welgemeende bedoeling ne-
dergeschreven om aan onze Nederlandsche zeevaarders eenig-
zins tot gids te kunnen dienen bij hunne verdere reizen in
dat zeegebied, zoo mag ook hier een beknopt overzigt der
voortbrengselen der zoo weinig bekende Ainolanden eene
geschikte plaats vinden.
HET DIERENRIJK.
2jOOirdieren. Het overzigt dat wij daarvan kunnen aan-
bieden is vrij volledig, en er wordt daardoor eene gaping
opgevuld, die dusverre in het gebied der dierenkunde (as-
scben de Japansche eilanden, het vaste land van Oost-
Siberië en Kamtschatka bestond (2).
Vledermuis
Pteropus speo. Ahj^ (Aino)
OhokómuU (J
a
Vespertilio camt- Kahap
(schaticusP
Itaisi kènmU
Mol
♦TalpaWoguraPJ. Ithutsikere
Wogura
Spitsmuis
Sorex spec. SjaiHri
Bsinezum
»
ir 9 Ubasitsironop
Kawanezum
Beer
*ürsus arctos (fe- HokjuKsijuk(mba) Okokuma
rox) Ojan (foem
)
(1) Nippon, VII, p. 244, /fDie Naturerzeugnisêe von Jezo^KraJio
und den Japaniichen Kurilen,"
(2) Van de met * aangestipte dieren hebben wij de vellen gezien,
en van die met f gemerkt afteekénigen verkregen; de overige zijn vol-
gens de Japansche synonimen der ^t«o«namen te regtgebragt. De met
F. J. gemerkte dieren zijn in onze Fanna Japonica afgebeeld.
Digitized by VjOOQIC
403
Beer
♦Ursus coUaris Borêp, selerif
Fïkuma, aka kuma
* ff ihibetanusFJ. THra manie
Ttukitto kuma
Marter
♦Mustela melam- ThuijufUke
(pus P. J.
Ten
* 9 braehyuraF.J. Eoin»
Jez(hien
Visch-otter
*LatravalgarisFJ. lijamani
Kawa uto
Zee-otter
*Enydris marina Bakko, Binnep Bakho
Wolf
Ganis lupns Ose kamui [(mas
) Oho kami
Vos
* /r vulpis Fure tsnp, i. e
. Kitsne
(vulpis rubra
m
* 9 » argen- Kufuie gjumarile
(tatus (vulpis nigra
1.
tt
tr variet Siihunpi
Siitukj>eu (Kuril.)
m
9 f variet Tsironop
Hond
» domesticas Sita^ seta
Kan inu
Kat '
Felis Catus Meko
Neko
Tannki
Nictereutes vive- Mojuku
(rinus F. J.
Tanuki
W
CanisP procyoi- Numari
(des F. J.
Haas
Lepus brachyu- hjaho
(rus F. J.P
üsagi
Eekhoorn
♦Sciurus varius Niuf
Wogatsuy,
tf gestreept *Tamias striatns Kan kiri gusi
Sima nezftmi
Hat
Mus spec. maj. Irimo
Nezumi
Muis '^
9 ir min. Pon irimo
Tanezumi
Hert.
♦CervusSikaF.J. Juk,Binnero(ïrm) Sika
(F. J. momanbe (foem)
1
Gems
f Antilope crispa' Jukusisi
Niku
Rendier
*Cervus Tarandus Thunakaï
Barok" (Chin.)
Maskusdier
♦Moschus moschi- Likon kamui
(ferus-F. J.
Nora, Kuzika
Wild zwijn
Sus leuco mystax WoUomun (1)
Inosisi
Chineesch varken » sinensis (F. J. Woaju furokke
Buta
(1) Buitendien worden nog de volgende namen aan varkens of wilde
zwijnen gegeven, die waarschijnlijk op het geslacht, ouderdom en an-
dere eigenschappen van dezelve betrekking hebben, waarop wij echter
de aandacht van reizigers willen vestigen: tooun-ommetousi, tooun-hikata
en iffoun-momorum,
26*
Digitized by VjOOQ IC
404
Zeehonden ofr^Fhoca oceanica Situkari
robben (zonder j * v barbata (J. Jai thukari (1)
sigtbare ooren)^* ir namularisF. Ketjo
Robben met ooren OtariaursinaF.J. Onnep^uneu (ïq»a) üminoneko, Otto-
Zeebeeren en zee- * [Eomapp (foem) (sei
leeuwen # SteileriF.J. Tkukara (2) Asarad
Wakus TrichecosRosma- Sikaitanke Asika, Kd4ats
(ras (nasi (Chin.)
Borkenwale Rytina StelleriP IkusUfe, 'Kamuta- üminka
Nog worden eenige andere namen van waarschijnlijk tot
de familie der Pinnipedia behoorende dieren vermeld:
Hekeppokoma (eene jonge Phoca?) Ufuühukari, Amusine
of Amossibe, Boniri (een jong of wijQe van een rohbe),
IViguii Tasjunhuikoro.
Van walvisschen, waarvan zoo dikwijls in het Journaal
van Vries' zeetogt gewaagd wordt, worden zonder twijfel
in de zee van de iitno-landen dezelfde soorten en verschei-
denheden gevonden die aan de Japanners, die zich naarstig
op de walvischvangst toeleggen, bekend zijn ; de onwetende
Ain&s schijnen nog veel meer soorten daarvan te onder-
scheiden dan de Japanners, die sedert eeuwen hunne nataar-
kundige waarnemingen nederschrijven en bij voortduring
trachten te herzien en te verbeteren.
Mogami Toknai haalt in zijn ^tno-woordenboek 19
namen van Walvisschen (Ku%%ra) aan, terwijl de Japansche
Linnée Wono Lansan maar 16 soorten opnoemt. Vol-
gens onze nasporingen op Japan en volgens het oordeelkun-
dig onderzoek van onzen geleerden medebewerker der Fauna
Japonica^ Dr. H. Schlegel, beloopt echter het getal van
de door ons in de wateren 'van Japan waargenomene en
naar van de Japanners vervaardigde teekeningen en bescbrij-
(1) Het witte {tetart) jong wordt door de Aino*ê op JesQ^ Rekri
ihukari en van de Kurilén^ Eeiaikor genoemd.
(5) Ruo beteekent een jonge Ottaria.
Digitized by VjOOQIC
405
viagea met tekerbeid te bestemmen walvisschen op acht
soorten, en deze zijn:
^Belphinus longirostris, Jap. Sakamaia
Tlnlfiinon
9 melas
Namino uwo
1/ouijueii
* globiceps
Gotó
\ » Orca
Iruka
/-Balaena antarctica
Sebi-kutifa
Walvisschei
I \ BalaeDoptera arctica
ItDa9%4cuzira
^ 9 antaroüca
Saio, noffOfU'kuzira
Potvisoh
Physeter macrocephalus
MakkO'kuzira
De door Toknai en andere Japanners voor benamingen
van lyalvisscheny dolfijnen en potvisschen {Kuzira) gehouden
en ons medegedeelde iltno-namen billen wij bier opnoemen,
ten einde tot leidraad van een nader onderzoek in de Aino-
landen zei ven te kunnen dienen. Tawajuk (Iruka Jap,)i
Jukfunbe; Kene funbe^ rood van huid; Nise funbe^ eet
haring; Iwakotóma funbe, is groot; Okina, is zeer groot;
moasjankury groot ; yasijangufy groot j Nokor, heeft baar-
den; Ithutsikere^ beeft eene lange neus; Füretibe^ beeft
rood spek; Oakansi^ eenen groeten buik; Asbekorüf gelijkt
eene 'groote makreel; Kuttare ook Otahoi genoemd, eet
baring. Okirike; Isjobonbe; Jattesi; Taneibe; en Thunat.
Hoe talrijk zich de walvisschen op de kusten van de
^tfio-Ianden ook vertoonen, zoo worden .zij toch zeldzaam
van de Aino's gevangen ; zij nuttigen echter bet vleescb en
de traan van zniken, die stranden. Onze Nederlandsche zee-
vaarders hebben de meeste walvisschen in scharen van bet
noorden naar bet zuiden zien trekken. Piog voor kort wer«
den door de Amerikaansche Expeditie in bet Oosten van
Japan benden van 300 walvisschen ontmoet. Ook vertellen
de Aino^s van een zeemonster Okina^ dat zoo groot zijn
zou, dat bij walvisschen verslinden kon. Men heeft echter
daarvan alleen den rug gezien. Dit verdichtsel is waar-
schijnlijk ook op groote troepen van walvisschen of dolfijnen
Digitized by VjOOQ IC
406
gegrond; insgelijks verhalen zij dat de walvisschen door een'
naar den Iruka (Delphinns Orca) gelijkenden dolfgn, dieo
de Japanners Eami Kirt, d. i. zaagviscb» noemen, vervolgd
en gedood wordt.
▼offels. In evenredigheid van de hoeveelheid van vogels
in Oost-Siberië, Kamtschatka en Japan bekend (1), is het
getal van deze, die door Europesche natuurkundigen en de
Japanners op Je%o en Krafïo zgn waargenomen, klein.
Deze zijn:
Valk
Faloo communis Tnrikoiki (Aino) Taka (Jap.)
Sperwer
Astur nisus Kunkuth Fitaka
UsTulk
albus Teiari kunkuth üm kohoritaia
Spizsaetes orienta- Tekku Horo taka
(lisP
Visch-arend
Ualiaetos pelagi- Kaha tstri. Ra- Iso wad
(cus F. J. {tupf.
Zee-areLd
albicilla Sira tupf Waha wati
FandionhaliaetuB Pgoak^ Kak Kuso wono wm
(orientalisP [(Kamtsoh.)
Kuikendief
Buteo Japonicus Jatiowe Sima toU
(F. J.
Ooruil
Otus semitorquesfiTtfiww tsi kapf, Mmitsuk
Strlx bubo (F. J. ( d. L Oeesteuvogel
Uhu-uil
Caliopo
Silvia Caliope EokitH Nokoma
Nachtegaal
vel Lucio- Bakekijo Uguhm?
(la speo.
Kwikstaart
Modacilla lugens Batkatsiri Sekuro sekirei
spec.(F.J. Tokhakun
Koolmees
Parus major Fukiotnri Sisjukata
Staartmees
Huismos
Fringilla domes- Amanitdkapf Suzum
(tica
Leeuwerik
Aiauda alpestrisP Btkinisiri Fibari
Lijster
Turdus8pec.(F.J. Sike Muku
Spreeuw
Stumuscinerarios Jego-muJ»
(1) Vei^elijk Ni pp on, VIL 1. e. pag. aSé ff„ waar eene lijst van
de vogels, die door Fallas, von Kittlitz en von Midden-
dor ff in deze gewesten gevonden worden, medegedeeld wordt.
Digitized by VjOOQIC
407
Raaf
Coryusjaponensis Hasiimro
Karagu
Kraai
corone? Jeppiria
?
Ekster
Fioa varia
Kasasai
Blaattwspecht
Garrulns Brandtii Barkeu
Kanton
UsYogel
Alcedo speo. (J. Jjami
Kagesn
Groenspecht
Ficas awokera F. hokmki
Awokera
Koekoek
Gaculas canoras ToppiU
Hotodoku
Huisduif
Columba domea- Toita
(tica
Ijebato
Beigduif
gelastrisF.J. Ktujufeè'
Jamabato
Groeue daif
SieboldüF.J. TMhuii'
Awobaio
Huishoen
Gallas domestica
Nitea tori
Kwartel
Cotumix vulgaris
(var. F. J.
Usura
Trapgans
Oti3 tarda? UtaJtau
Nogan
Papegaaidoiker
Arca torda 1 ..... ., -
. monoceroa H'*-'"*'"*^^^
Utoü
»
Marmoü cirrhata Jeppiri&a
Duiker
Fodiceps speo, Jptotsi&ap/
Ame tori
»
9 » Wakhaioüoi
B
Golymbus spec. Imoton
Aiia kam
Aalscholver
Carbo bicristatus XJriri
Simau
Wilde eend
Anas boschas SikóbeUja
Makamo
Wintertaling
* crecca Kobettsja
Kokamo
Eend
spec. Thura
m m Kakkari
Kobe
9 Kakkjo
' r Kaofi
» 9 (reus f Jaureta
Wilde gans
Anser hyperbo- Kuiiopp
Kari
Tamm^ #
9 cinereus
(domesticns
Magan
Gans
9 spec (F.J. Kuwetou
Meeuw
Lams melanurus Kabi*
Kamome
Stormvogel
Fuffinos tenuiros- Wonnetsikap/
(tris F. J.
Okino kamome
Kemphaan
Tringa variegata Kui kui
Siki
#
9 meleagris Thurapftortdri
FamasikiF
Hoatsnip
Scolopazrusticula MaUjo
Mijakotori
Kraanvogel
Grus cinereavar. Sururvn
Tiuru
Witte reiger
Ardeaalba (F. J. Bett^o
Sirataki
Digitized by VjOOQ IC
408
In Toknai's woordenboek wordt notg eene lange reeks
vut vogelen opgenoemd, zonder dat daarbij de Japansche
synonymen gevoegd zijn* Hoe vreemd ook deze Aina-mmen
ioiden, zoo willen wij dezelve toch hier mededeelen, teo
einde aan reizigers de gel^enheid aan de hand te geven
om ze op te sporen. Oretara, Thutja, Arats, Kakakjo^
F4setsiri, K^orokakkun^ Harikeu, Wauwo^ Sirarwa,
lihurahirika^ Itoki ioki^ Ainusetsiri, Omanruüsiri, Bak-
kunne, üweisirüsiki, JVuppukaareUf Bokkiure^ Usseknta^
Oppikepike Worunkakkeuy KuUapp, Kaoriy HekatsUsiri,
Jauretara, Furesjamisiri, fforutsiri, Okeura Reraobï, Ho-
metsiri. Wij herhalen, dat Tsikapf een' groeten vogel eo
7>trt een* kleinen beteekent en dat verscheiden namen bijna
eensluidend met reeds opgenoemde zijn.
Kruipende diereo. De meeste van de dieren van deze
klasse worden in bet zuiden van Jezo gevonden en lomen
veelal met die van het noordelijke Japan overeen.
Schildpad Emys v. Tricmyx Ittinie (Aiao)
Gam (Jap.)
Hagedis Stincus quinque- Hara»
Tokage '
(lineatus F. J.
Slang Goluber quadri* HasiJturo iamoi
KurokMnaèfi
virgatus F* J.
f Coluber virgatus Fugowoka
Mugi waMi
(F.J.
Adder Trigonocephalus Tohko iamoi
MamMn
(Blomlioffi F. J.
' Trichonocephalus Tanne iamoi
Siro/ehi
(spec.
» 9 9 Kinasiioniur*
Gemeene pad BufovulgariaF.J. Terekeibe
'Kaheru,
Groeae kikvorsch HanaescalentaF. Toroti iamoi
Kamadsu
Kikvorsch » spec. (J. Keiietsck
» 9 rugosaF.J. Woai^
Tsvtsiiaheru
Boomkikvorsch EylaarboreaF. J. Koieieis
dwogahern
• • * ? spec Ihi
Watersalamander Triton 9pcQ* '
Wimm
Digitized by VjOOQIC
409
Ook vfovAl nog van eenen Rob SÜhukari gewaagd, die
naar eene schildpad gelgkt, waarschijnlijk eenoi^Aaff^if mer-
euriaUs of eene CheUmia soort, die somtijds door orkanen
en strooming der zee aan de kusten yanJ^o aangespoeld wordt.
▼Isachen. De verhalen van de groote hoeveelheid van
visch, welke onze oude Nederiandsche zeevaarders langs de
kusten en vooral aan de monden der rivieren van het land
van Je%o ontmoet hebben, schijnen niet overdreven te zijn,
wanneer men daarmede de berigten vergelijkt, welke ons de
zeevaarders van den nieuwen tijd omtrent zekere vischsoor-
ten, als van zalm, haring en sardijnen in het noordelijke
gedeelte van de Japansche zee, in den zoo genoemde Tar-
tarischen golf en in de zee van Ocholsk en. Eamischaika
niededeelen. Want ook zij spreken van vischbanken die den
mond der rivier stoppen en schatten de hoeveelheid daarvan
naar scheepsladingen; maar ook geloofwaardige Japansche
reizigers, met name Mogami Toknai, verhaalde ons dat
alleen van de Isüari, de grootste rivier op de westkust
van JezOf ten tijde van zijn verblijf op Jezo (1785) twaalf
duizend kok (1,800,000 Ned. pond.) aan gezouten en ge-
droogden zalm (Salmo leueocephalus en S. caUaris) is ver-
voerd geworden, en dat men langs de kust van Je%o ban-
ken van eene soort roode schollen {Trygdn Akajei) vindt,
die 126 tot 2 60 D ellen beslaan. Het getal van de ons
bekende vischsoorten, die aan de kusten in de rivieren en
meeren van Japan gevonden worden, beloopt ruim vier
honderd, dat langs de kusten van China ongeveer twee
honderd; en dat van het noordelijke gedeelte van den
grooten Oceaan even veel. In evenredigheid daarvan is
echter het getal van vischsoorten die van de zee en de
rivieren der ^«no-landen bekend zijn, klein. Dit neemt
echter niet weg, dat men daar niet alleen eene groote ver-
scheidenheid zal kunnen opsporen, maar ook vele reeds in
andere zeegewesten waargenomene soorten terugvinden ; want
daarheen worden visschen uit hoogere en lagere breedten door
Digitized by VjOOQ IC
410
httnne eigene natuordrifl tot verre togten verleid en door
eene krachtige, eeuvrig dorende locomotive, den Japan-
schen stroom, medegesleept. Door Eoropesche reizigers helibea
v^ij slechts eenige weinige vischsoorten nit het zee- ea ririer-
gebied dor Atno-landen kennen geleerd; ook is de kennis van
visschen, die v^ij aan de op de knsten van Je%o en Kvkpi
gehuisveste Japanners te danken hebben, gering, omdat
deze niet naar zelzame, maar naar zulke visschen kijken,
welke ook in hun vaderland tot spijs dienen of voor deo
groothandel in visschen het meest geschikt zijn. Des te
meer welkom zal aan zeevaarders de lijst van visschen zijo,
die wij hun aanbieden kunnen:
Zeeba^
Niphoa spinosos KatUtai (Aino)
MaUmaë tm
9
(F.J.
[(Jap.)
W
Ferca-labrax Ja- Airo
(ponicQS r. J.
Suzuki
Zeehaan
Dactyloptem Fure sepp
(spec.
Kasago
Goudbaars
^Chrysophris ma- Fure sepp (1)
(jor F. J.
Akadd»
»
«' spec. Ninijesepp
Makreel
Scomber pneuma- l^aèa
(tophorus F. J.
Saba
Tonyn
Thynnus pelamys Tanneibe
(F.J.
KatswDo
B
# Sibi F. J. SjunU
Sibi
Makieeir
9 spec. Pukka
(E.bivittataF.J.
Mam
W
(tata F. J.
Bun
TTayy^mimftn
Aspidophorasaci- Tsirosineibe
(pensennus
Eokiak
»
p superciliosus
m
' stegophthal-
(mus
(1) Fure -rood, seji^ visch, want beide zyn roede visschen.
Digitized by VjOOQ IC
411
HarnBaman
Cottus interme-
(dias
Je^o-gotH
M
Hemilepidotus
(Tilesii
tf
Epmephelos cilia- ^otoi ^
(tllS
Tanago
m
Pleuronectesstel- Taniaka
(latus
Karei
Schollen
n spec. Kdbarin
9
» » Katibisi
Tongen
M Sitmuibo
Firame
w
r Hebe»
Oho firame
n
» » Eerekun
Meerval
Silarus japonioua IJta
(F. J.
Namazu
Vooren
Cyprinus coniros- Buwokom
Funa
(tris F. J.
•
Haifbek
HemiramphusSa- Funbe deppo
(jori F. J.
Sajori
Zalm
Salmo lagocepha- Sibe
Sake
» Proteus (las Sjankenbe
Mazu
sanqninolen- Urupp
Beni-mazu
spec, (tus Tsirai
'Jto
w Hemoi
Tsjarokun
JTotüO
SaurosP Ttuppo
ükui
SaumsP Urund
Kusaki uwo
Haring
Clupea graoilis F. Ponsepp
Iioasi
a
P (J. Eero&i
Kado V. NUin
Stekelboik
Tetraodon spec. Jkamkorbe
Eugu
m
Jursi kasepp
Kiompvisch
Orthagosiscus Einabo
mola F. J.
Manbo
Steur
•Aoipenser Helous
Haai
Mustelus vulgaris JTonne
Want
Eog
Trijgon Akajei F. Aiisi korbe
Jki^ei
w
Raja P Karma
Same
K
Tdkobakui
M
Ihetyarkorbe
Zevenoog
Heptastema cir- Nukaribe
Jodamusi
•
(rbatum F* J.
Digitized by VjOOQ IC
412
LMoprei Petiom]fzoa oamt- Sptmmop
[sohatioos (1)
Ook van visschen hebben wij eenige' itno- namen oiet
kannen ter^tbrengen, deze zijn: Inunbeibe^ TakutakUt Si-
ribokkef Sjokorseppy Furarui, Rannibe, Kasinube, PoiUokii.
Weekdieren. De mollusken die wij van de itno-laoden
kennen, zijn ook meestal znlke, welke daar gegeten of voor
den handel naar Japan bijeengebragt worden» als:
Zeekat
Octopus areolatas
Mhm nam (Aino) Taio (Jap.)
9
granuiatoa
Aikui ne
Iwatako
Inktrisch
FuiMHUH
Ika
9
P
Pasiani
9
SepiolaP
Man tanbe
9
Loligo breyisF
Maiiêijana
Oesters
Ostrea spee*
Biba
Kaki
Jacobsscholp
Fecten '
Asikedekke
Tadekai
9
9 9
Akketesei
HamdoaUet
Pina 9
Apnisei
Èami
Mossel
MytUoB 9
Hankatêjui
Ikai
Hartschalp
Cudiom 9
Ttjakenai
Akakd .
9
9 9
Ttibojettup
Sisim
9
9 9
Tdurp
Veniudouhlet
Venus 9
lasibeboU
l^afamakuh
9
9 9
Herenad
9
9 9
Kabanuei
9
9 9
Heurokke
Aion
9
9 9
Urukke
Klipsuiger
Haliotis japonioa
Aibe
Aioabi
Nog worden eenige schulpen genoemd» als : Petst, Tïtitom,
Trusjunkoy Kawputh, Ratutsjéke, SimabüraieU, Sikikems-
juu Zeer belangrijk is op Je%o de vangst van TV^n?» ^
Eakurauta en van de Japanners Irigo of Eingo genoemd
(1) Ook de Kamtsohadaalsche Lamprei heeft maar ceven tpirtto^'
de Japanners noemen hem echter Jatt^me-wtagi, d. i* achteroog-uüi ^
tellen by de zeven spiraada op iedere syde het oog, is dos ook een
HepkuUma,
Digitized by VjOOQ IC
413
Ook yerzameld en droogt men daar een eetbare zeekwallen,
Kurage genaamd.
Schaaldtoren. De weinige soorten van Crustacea^ die
wij uit Japansche bronnen hebben knnnen opsporen, ab
te hnis hoorende in de ilifio-landenf leveren eene zeer be*
langrijke uitkomst voor hare geographische verspreiding
op. Wij vinden daar van den zeldzamen Crapsus JapO'
nicus F. J. {Anbajaja in de AinoAsnA en op Japan
Dsu gani genoemd) gewaagd die ook de rivieren van Je%o
bewonen, en van onze op het strand van de Oostkost van
Japan ontdekte reusachtige zeekrab Inachus Kaempferi F. J»
(Murikana {Aino)Sima gani of Taka asi^ganid. i. langbeen-*
krab (/ap.). Deze reuzenkrab, waarvan Engelbert Kaem-
pfer eenen arm afgebeeld en de vermaarde Stellec in
den ilftf/ora-golf op Kamtschatka ook eenen arm gevonden
heeft, die toereikende was eenen hongerigen mensch te ver**
zadigen (1), wordt ook somtijds aan de kust op J€%0 ge-
vonden en van hem beweerd dat hij eene groote van acht
tot tien Sjak (voet) bereikt. De grootste door ons gezien
heeft armen {Chelae) gehad die vier voet lang waren. Ook
vindt men daar eenen Palinurusi Holokerki [Aino) Jebi
iJop.)j den Astacus Japonicus, Tekunbe karbe, eene Squilla,
Beka karbe '{Aino) Sjaku {Jap.) en verscheiden andere
krabben, die in het algemeen Hiko kunbe genoemd worden»
Spluachtlir^ ffekorvene dieren. Daarvan kunnen wij
slechts eene kleine lijst aanbieden, waarin echter de alge-
meen voorkomende dieren van dien aard geschetst zijnT
Spinnen (Kumo, Jap.) worden eene Jawosike en eene
Jatem^ en ook een Exodes, (Jani Jap.) Baraki gevonden ;
ook eene Basterdspin, Phalangima, waarvan de sap tot de
bereiding van het vergift hunner peilen gebruikt wordt. Verder
worden Kevers genoemd: Lucanus spec, Ninakikiri {Aino)
(1) Engelberth Eaempfer, Bêtehrijving van Japan^ pag. 100,
Tab. 14. A. Mémoiret deVAcadénUe éU St.Petersbourg, "ïom.y, pag. 358
Digitized by VjOOQ IC
414
HasamifHUsi {Jap.) ; ecnc Baprestis, Sino kane haram {Aino)
K'mk*wako)? (Jap.)', de glimworm, Lampiris, Nisêep
(itno), HoUmi (Jap.); een krekel, Gryllus, Sibebe (ifeö),
Kirikirim (Jap.); bijen, Apis melifera, Sisjöja (imo),
^midsuhatsi (Jap.) ; wespen, Vespa, ccne met witte vlekken
Majuksjdja (Aino)^ Hatsi (Jap.)^ paardevliegen, Oestros,
Sirawo (itno), ApA (Jap,)\ aardwespen, Pompilos, Jasjéja
(Aino)y Tsudsibafs (Jap.); walernimfen, Libellnla, Bank-
katyui (Aino), Tonbo (Jap.); kapelletjes, Mareu {Aino]^
Tjó (Jap.); ook nachtvlinders, moselsikap; eindelijk mag-
gen, Culex, Tipula, Simnliam, Ithutanne, Kamuru^%
IbirOj Irairai, Itsjoltsjare (Aino), Ka en Futö (Jop; lui-
zen, ürki (Aino) f Sirami (Jap,); vlooijen, Taike (Aino)j
Nomi (Jap,); duizendbeenen , Julas, Itemekkiri (A%no)j
Makade (Jap); en priereu, Tonin^ Rutswo (Mno)y Mimi%u
{Jap.). Wij gevoelen zeer goed, dat zoo vele vreemde woor-
den voor onze lezers eene vervelende lektuur zal zijn; het
nut echter, dat daaruit zeevaarders en reizigers in de Aino-
landen bij hunne natuur- of taalkundige navorschingen zallen
kunnen trekken,, heeft onszelven aangemoedigd een zoo
moeijelijken letterkundigen arbeid te volbrengen, en moge
dien dan ook bij hen verschoonen.
HET PLANTENRIJK.
Van geene eilanden, die sedert twee eeuwen ontdekt en
waarvan de omtrekken der kusten in de wereldkaart zijn op-
geteekend, kennen wij tot nu toe minder de voortbreng-
selen van het plantenrijk, dan van Je%o, Kraflo en de zui-
delijke Kurilen. Lapérouse en von Krusenstern, die
op hunne gedenkwaardige reis om de wereld eenige
kuststreken van de -^twö-landen bezocht hebben, waren
daar te kort en in een voor den plantengroei onganstig
jaargetijde en onder te beperkte omstandigheden, om meer
dan oppervlakkig met de Ftora dezer eilanden bekend te
worden. Ook zijn de weinige kruidkundige bouwstoffen die
Digitized by VjOOQIC
415
de han vergezellende geleerden verzameld hebben, verloren
geraakt of niet behoorlek bekend gemaakt. Broaghton,
M'iens verdienste voor de hydrographie niet genoeg kan ge-
waardeerd worden, heeft ook op de planten dier eilanden
zijne aandacht gevestigd, en een lijstje van op Jezo verza-
melde planten medegedeeld (1), en Golownin in zijne
gevangenis alleen eenige eetbare en nuttige gewassen leeren
kennen ; Dr. S c h r e n k , die voor korten tijd (Febmarij 1 866)
een uitstapje van het ^oitff-Iand naar Kraflo maakte, heeft
daar de Hora in het hart van den winter ontmoet en haar
oDs ook slechts in haar winterkleed kunnen schilderen ; en de
weinige regels ^compiled from the original notes and Jour-
nals of Commodore Perry(2) betrekkelijk ogardens*' (3)
^eulinary vegetaties** (4) en nvegetation** (5) zijn van een'
zoo nietigen inhoud, dat zich van deze Expeditie geene we-
tenschappelijke bijdrage tot de Flora der ^»no-landen Iaat
verwachten. Ous moeten wij ook op het gebied der kruid-
kunde, voor zoo verre de ^tno-landen betreft, dat door de
aardrijkkundige legging van deze — tusschen de oude
en nieuwe wereld — voor de aardrijkskundige Botanie een
zoo merkwaardig tafereel zal opleveren, uit oorspronkelijk
(1) Broughton, Voyage of discovery, 1 . e. pag. 392.
(2)!E'raiicis L. Hawks, Narrative, 1. e. pag. 511 en 519. Om
zich een denkbeeld te vormen van de bekrompenheid der kraidkandige
mededeelingen, uit de aanteekeningen en dagboeken van den Commo-
dore getrokken en in onze eeuw door den druk bekend gemaakt,
laten wij den ge heel en letterlijken inhoud volgen:
(3) # These are tastefully planted with fruit* and shade trees, and
bounded with green hedges, while beds of variegated flowers contrast
their bright hues with the green verdure of the foliage and the lawns
of grass."
(4) Onions^ a few sweet potatoes and radishes, are the chief pro-
ducts." Sweet potatoes of Batatas edulis tieren niet op Jezo.
(5) There are several beautiful copses of pines and maples, near the
town, some. fruit trees and floweriug shrubs, and the vegetation upon
the lower acclivities of the surrounding hills is vigorous. A large
variety of northem plants, birches, spiraeas, laburnums, wake-robins,
aud others clothe the sides, and afford a scant fuel to the poor."
Digitized by VjOOQ IC
416
Japansche bronnen potten, die echter deste rijker zijn, daar
de kennis van gewassen bij de Japanners meer algemeen
verspreid is als die van dieren en delfstoffen, omdat daarin
meestal bon voedsel bestaat en daarin ook van hen de
werkzaamste geneeskrachten gezocht worden. Door- naam-
lijsten van gewassen, die op Jezo en Kraflo gevonden vor-
den, verklaard door de Japansche synonyme plantnamen en
door gedroogde en levende planten, die wij gedurende ons
verblijf op Japan van onze Japansche vrienden uit J^so ver-
kregen hebben, zijn wij dan ook in den staat gesteld een
overzigt mede te deelen van een groot gedeelte van de ge-
wassen die het kar^ikter van de Flora van Jeno kenmer-
ken, en die daar tot voedsel en ander hnishoadelijk gebruik
aangekweekt worden. Meer breedvoerig hebben wij daarvan
in de meergemelde afdeeling van onze beschrijving van «Ispan
nitgewijd en daarin dan ook de verhouding der Flora van
de ^ino-landen, voor zoo verre die ons bekend is, tot de
naburige landen van de oude en nieuwe wereld aangetoond (1).
Ter loops willen wij alleen hier mededeelen, dat van
342 soorten, 175 der Flora van Japan^ 60 aan die van
OostSiber%è\ 50 aan NoordrChina^ 38 aan Kamtschatka^
26 aan het gebied van Ochótsk^ en 16 soorten aan Noord-
Amerika toebehooren, waarvan 8 zich tot in de Noordpool
gewesten verspreiden.
DICOTYLEDONEAE (2).
I. Papilionaceae.
1. Astragalus lotoïdes, Lam., Genge bana J.
2. Grotolaria eriantha, S. & Z., var. fol. angustioribus,
Tanuki manie J.
3. Ervum tetraspermum, L., Suzume no Jentó J.
4. Indigofera^ Iwa fust J., v. s.
(1) Nippon VIII, 1. c. pag. 273 eia.
(2) De eetbare en andere nuttige gewassen zijn met * gemerkt.
Digitized by VjOOQ IC
417
5. Lathyrus, Rnnriso J.
6. Lespedeza pilo9<i, S. ft Z., Pfeko fagi J.
7. L. Sinkepf^ A.
* 8. Lotos dichotomos, Süeb^ Kogane hana J. S.
9. Orobns Japonicusy Siek» Nanten fagi J.
lO/Pachyrrhizas thanbergianos, S« ft Z., var. hisptdas, Kudté--
Kudsura J., Wottara, tot Tonw.
ll.^Phaseolos Mango, L., Atsuki J; Anthuki.
12."^ Pb. vnlgarisy L., Bijinmame J*
IS.^Pisom sativomy L.» var, quadrat, Jentó J., Pasiktara,
14. Sarothamnos scoparins, Wim., Jenista J.
15** Soja hispida, Monofa.» ifam« J.
16. Sophora Japonica, l.» J^f^jti^ Jm Tokhmi vel Tsikbe.
17. Thermopsis fabacea» D. C. Sendai hagi J., ÜContikina.
18. Yicia amoena, Fiscb.
19.* V. Faba, L.» var. minor, 5ara «naino J.
20. V. Karamojemó J.
21.*Wbtaria japonica» S. & Z., i^o fudsi J., iïuisuts\ tot
bogsnaren.
II. Amygdaleae.
22.*Gerasas Karinka^ A., Sakura? J., T. V.
III. Rosaceae.
23. Fragaria indica, And.? Febi üsigo J., FunkUcama
24. Eerria japonica, D. C, Jama buki J. [f^^^PP
25. Potentilla discolor, Bge., Sp. aff. P. argentea, L.. A.
S.9 Kawarei saiko^ J.
26. P. spec. fol. digitat., JTm musiro?
27. Rhodotypo» kerrioides, S & Z., Stro jamabuki i.
28.* Rosa rugosa, Thb., I/ama nasi J., Mau.
29. Rosa spec, Iwara? J.
30.*Rubiis molucanos, L-? Th. Fl., Fiy« t/wgro J.
31.* R. palmatos, Th., //^e^/o J., Imare furetsup.
32.* R. triphyllus, Thb., var. Jez., Mijama asi kudasi JV'
33. Spiraea Aruncus,L., tïfoma, /omo asikusa J.
34. S. palmata,' Th., J^usa sitnoiske J.
27
Digitized by VjOOQ IC
418
IV. Pomaceae.
35. Amelanchier? Imotsüsi^ A., Jdma non f J., Specame-
ricanis aff.
36. Sorbos sambacifolia, Gliam«, Nana ka modo ]., rel
Seikabara Kijeru funeru
V. Lythrarieae.
37. Lylhrum Salicaria, L.» Mi%o hagi J.
VI. Halorageae.
38.*Trapa incisa, S. & Zo Hisi J., Bekfmbe.
VII. Geraniaceae.
39. Geraneam pratense, L.» Dai fi^rosó J.
VIII. Zanthoxyleae.
40.* Zanthoxylon piperitaoit D. C, Sansjé J., Kanisikamam,
Spezery.
41. *Z. Sikerebe, A., Ki wada J., Wdbakf.
IX. Anacardiaceae.
42. Rhus Toxicodendron, L., Tstf/a Urusi J., t^^'i #g'
X. Jaglandeae.
43.*JugIans Nesiko, A., Kurumi J., De Noten noemen zy
XI. Euphorbiaceae.
44. Euphorbia Lathyris, L., Poriosó J^
45. '^ E. Sieboldiana, M. ft Decai&oie» Kansui J. Ikatsuka, r
neesmiddel..
46. E. Spec.
47. Pacfaysandra terminalis, 8. & Z,^[ Fükisó J.
XII. Ilicineae.
48. Ilex crispa, Sieb., Jamc^ jadome J,, J^tókatoreni.
49. I. integra, Th.» JUotsi no ki J.» lijamvin.
XIII. Gelastrineae.
50. Evonymus J?«^Mo, A., MajUfai? J.
51. E* Japonicus, L.^ Masaki J. Masja.
52. E. Konkeni, A., Majumi? J.
53. E. Sieboidianust BI., Majumi i.^ var. maj., ükepuf^i^
Digitized by VjOOQIC
419
54. E. sobtrifloros» BI., Majumi i.^ Kasijufm,
XIV. Polygaleae.
55. Poijgala japontca, Hontt., Fime hagi J.
XV. Acerineae.
56. Acer Fusini, A., T. V.
57. A, rofinerve, S & Z.» üTonst no ki J.
58.* A. saecharinam L.? ICaide «/., Tobeni, uit het sap
wordt saiker bereid.
XVI. Tiliaceae.
59.*Tilia parvifolia, Ehrh., Sinano ki J,, Koberegebf tot
scheepstoaw,
XVII. Caryopbylleae.
60. Alsine media, L., Hakobe, J.
61. Lychnis SennOi S. ft Z., Senno J.
62. Steilaria Spec. 2*
IVni. Violaccae.
63. Viola canina, L., Komeno tsume 5.,
64. V. disecta, Ledeb., Jezo sumire J., fragmenta quoque
adsaDt V. palmatae ac pedatae.
65. V. Motokina j A.
66. V. Patrinii, D. C, Sumire J.
XIX. Drorseraceae.
67. Parnasia macronata, S. ft Z., Mumeba tsisó J.
IX. Nelnmboneae.
68.^NelQmbiam speciosara, Willd.» Hatsisu J.; JUeja^ de
wortel.
XXI. Mymphaeaeeae.
69. Nymphaea Spec./ Bitsmi gusa? J.
70. Nyphar Japonicum, D. C, Kohone J., Kapato,
XXII. Crnciferae.
71.*Brassica chinensis, L„ Tona J.
72.* B. orientalisy L„ Abura na J,, tot otie.
73.* B. rapa, L., JfaA'no J.
74. Capsella Parsa Pastoris, Monch, Nats na J.
75.*CochIearia, Wasabi J., T«t vel Kiseseri.
27*
Digitizéd by VjOOQ IC
420
76. Draba hirta, L.»
77.*Raphanas sativus, L., ?ar. chinensis, Daikan J.
78.*Sinapis chinensis, L., Earasi J., Kurcauf.
79. Thiaspi arvense, L., Gunbai utsiwa J.
80. Turritis hispidala» D. C, Hata%S J.
81-83. GruciferarQm species 3 indeterminatae.
XXIII. Papaveraceae, a) Papayereae.
84. Ghelidonium majas, L., Kusano u>o J.
85. Ch. auiflorum, S. & Z., Jama buki s6 J.
86. Macleya cordata, K Br., TahAi gusa J.
87. Papaver Rboeas, L., Bimnsó J.
b) Fainarieae.
88. Gorydalis ambigaa, Cham. & Schlecht., Jengo sak' J.
89. C. incisa, Pen., Murasaki geman J.
90.- G. Toma^ A., JTezo jengosak^ J.
91. Bicentra pusilla, S. & Z., Gonha kusa J.
XXIV. Ranancaiaceae.
92.^AcoDitQin ehinense, Sieb., Tori kabuto J., Setasjuri,
Geneesmiddel.
93. A. Kamtschaticom, Fall., Sjosinosjurk. Het sap der
wortel dient tot de yergiftiging van pijlen.
94. A. tenuifoliuniy Tarés., Ponsjurk.
95. Adonis Sibirica, Fatrin., Fuk iju sSJ., Kunau^ Kumaubé.
96. Anemone Futaberaj A., y. p.
97. A. JUusikarbe^ A.
98. A. parviflora, Mich.,
99. Aqailegia Oda tnahi J., pi. siccata A. flabellabei
S, & Z., ac pl. picta A. brevistylae Hook. similior.
100. Galtha palustris, L., Jen kS só J«
101.*Goptis asplenifolia, Salisb., Seribano wóren J.
102. G. trifoiia, Salisb., Mitsuba wóren J. Geneesmiddel.
103. Glaacidiam palmatum, S. & Z., Jama boïan J.
104. Hydrastis jezoënsis, Sieb.,
105. Paconia albiflora, Fall., Jama sjok jak J.
Digitized by-CjOOQlC
421
106. Pityrosperma obtusifoliam, 8. ft Z-, var. Jezoëns., Inu
sjoma J.
107. Ranuacalus gregarius, Pen., Kiis^neno botan J.
108. R. japonicQs, Thb.» Kinpoke J., v. s.. Bui.
109. Trollias asiaticas, L.P Sjurkbui^
XXV. MagQoliaceae.
110.* Magnolia hypoleaca, S. & Z.» Ednoki? J, Ikajubni,
tot pijlkokers.
111. M. Fusinij A., r. s. f., Sp. aff. M. acuminala, L.^
112. Mapoliacea JlfofHifttfy OjokranF J.
XXVI. Lardizabaleae.
113. Akebia clematifoliai S. & Z.,
114. A. JezoënsiwSy Sieb., Jew akebi J.
115. A. lobata, D. C, Mits' ba akebi J.
XXVII. Saxifrageae.
116. Hoteja japonica, M. & Decain., uiwa morisó J.
117. Hydrangea acaminata, S. & Z., Aiisai? J., Kikinni.
118. Rapifraga sarmentosay Thb., Jukinosta J*
XXVIII. Corneae
119. Gornus alba, Müsugi J., Uisukanni.
120. G, (Orctocrania) canadensb, L., Gozen iatsi bana J.,
Fakka, E., O.
XXIX. Ampelideae.
121. Cissus Fungara, A«, Tsutal J.
122.* Vitis jezoënsis, Sieb., Je%o buió J., Hats^. Welsma-
kende zwarte droiven^
XXX. Arialaceae.
123.*AraI]a ednlis^ S. & Z.» üdo J., IMjaribe vel Tftma-
kinoy de wortel.
124. A. peoUphylla, Thb.» rArogft J., var. Harokajusi.
125. Hedera Helix, L., Ki dsuta J.
126.*Panax quinqaefoüum, L.» Nin%in J.. Geneesmiddel.
XXXI. Umbelliferae.
127.*Apiuni Seri J., eene soort selderij.
128. Arcbemora? Otakina^ A.
129. Qcata? KamoUesina, A.
Digitized by VjOOQ IC
422
130/Daacus Garotta, L., Tats dai kon J.
ISl/HeracIeom TVimo, A,
132. Heracleam Bitu, A.
133. Ligasticam? Seiaubeu^ A.
134. Osmorrhiza japonica, S. & Z.P Naga sirami J.
135. Peacedanam japonicam, Th«, Bófik i*^ Kef^taporo,
136. P.7 Uraibauisi, A., Bófé? J.
137. Plearospermum kamtschaticum, Hffm.? Itara.
ISS.'^SanicuIa elata, Ham., JVaga sirami J., canadensis, Li
139. ITmbellifera Eamoisjukina, A.
140. ü. Worapp, A., Senkiu? J.
XXXII. Ëricaceae.
141. Gautiera jezoênsjs, Sieb., Kotokoni.
142. Rhododendron Netanaï, A., v. s. f., M. %., ti\kb
sjakunange J.
143. Vaccinium Ghamissoais, Bong.P Isusuka.
XXXIII. Myrsineae.
144. Bladhia japonica, Tbumb.» J'abu kosi J.
XXXIV. Primnlaceae.
145. Lysimachia japopica, Th., Ko nasubi J.
146. L. spec.
147. Primula cortusoides, L.? Sakura só 3.
148. P. farinosa, L., Juki ware sö J.> Konzumui,
XXXV. Orobancheae.
149. Boschniakia glabrji, Mey.?
150. Orobanche spec.
151. Phacellanthus tubiflorus, S. & Z., JTAre dake J.
XXXVL Bignoniaceae.
152. Catalpa? Sine, A., Jama kiri J., Ajusim,
XXXVII. Scrophularinae,
153. Lioaria Jukktomabak^ A.
154. Siphonostegia chinensis, Bge.» Hiki jomogi J.
155. VeroDica Anagallis, L*» Kawa Tsisa.
156. V. sibirica, L.P Jama iora nou)o7 J.
XXXVIII. Solanaceae.
Digitized by VjOOQIC
423
157. Physalis Alkegeogi, Th. Flor., UoistM J., Hokisei.
158. Ph. Toiorep, A.
159. Ph7 Uotsuki? J., Tobdroma.
160. Solanam carolinieiise, L.f Katakina.
161. S. speCi Hadaka hodsuki? J., ia insal. Krafto.
XXXIX* GoDYoIvalaceae.
162. Calystegia Soldanella, R. Br., Hama hirugaho J.
XL. Asperifoliae.
163. Bothriospermum spec.
164. Gynoglossum spec, Hama murusaki? J.
165/Lithosperinom erythrorhizoD 8.&Z, Murasaki J.
Purpervcrw.
166. Myosotis apola, L.r Thunb. Flora» Kawara ketM?
XLL Labiatae.
167. AjQga remotat Benth.P Zjuni fUoge J.
168. Brunella voigaris, L.» ütsubo kusa J.
169. Glinopodiam Yulgare» L., Kurumd bana J.
170. Dracocephalum arganense, Fisch., Musja rindo. J.
171. Lamium amplexicaule, L., Hotokeno só J.
172. L. barbatam, S. & Z., Odoriko só J.
173. Lycopus virginicns, L.? Inu sirone? J.
174* Melitis Raseomon J.
175. Nepela incana, Thb.? Dan kik^ J.
176. 8ahia japonica, Thb.» Kama iadome J.
177. Scatellaria japonica, Tatsunami J.
XLIL Gentianeae»
178. Gentiana KatnUati, A., Sasa rindé? J.
179. G. Thanbergii, Grieaebn v. s., ffaru rindó J.
ISO.'^Menyaiithes trifoliata, lM,Midsugasiba J. Geneesmiddel.
XLIII. Asclepiadeae.
181» Pycnostelma chinense, Bge.» Sjo tsjó kei J.
182.^Urostelma Ikema, A.^ Tel Penpu. Geneesmiddel.
183. Viucetoiionm atratum, 8. & Z., Funawara sd J.
XLIV. Jasmineae.
184. Jasminom praecox, Sleb» Obai J.
Digitized by VjÓOQ IC
424
XLV. Apocinaceae.
185. Apociniun venetnm» L^ Basikuromun^
XL VI. Lonicereae.
186«*Loiücera bradiipoda, D. C. Sui kadswra J. Ge-
Deesmiddel.
187. L. (Xjlostetun) coeralea, L., Futa kobasi J.
188. L. (Xylosteom) nigra, L., Byéianbok" J., Tonkaju,
XLYII. Gampanulaceae.
189. Campannla Mukekasi, A., Eikeo? J.
XLVIIl. Compositae.
190. Anacydns? OtanesStf^ A., v. p.
191. Anandria dimorpha, Tnrcs., Senbon jari J.
192. Artemisia capillaris, Th., KatDQrajotnogii.^Retarncifa.
193. A. Tsikurbe, A., JTomoki? J.
194. A. KamoMOjat A., Siro jomogi J.
l95* A. sachaliensis, Tiles.» in insol. Kraflo.
196. Aster Sjamono^ A.^ No kik? J^, T. V., in insal.Kraao.
197. A. tataricus, L. fil.P
198. Cacalia acerifolia, Sieb^ Momüsi kusa i.
199. C. aconitifolia, ^.» Jlfure gusa.
200. C. aoriculata, D. C? Takarakó J.
201. C. delphinifoUa, S. & Z., ifoiiito» Aa^iima J. /Adft2amt.
202. C. hastata, L., Komulüó.
203. Galendala officinalia, L, yar. sinensis, Kin se% km
i»f Urajenekina,
204. Cirsiom japonicam, D. C^ No asami J.
205. C. kamtschaticttm, Ledeb., Jama asami J.
206. Eupatoriam japonicom, Th., Fiodori bana J.
207. Gnapbaliom confosam, D. C, Hahako gusa J.
208. G. japooicom, Th., TsUsi kckusa J.
209."* Lappa edaiis, Sieb., Kobó J. Setakorokoni^ de wortel.
210. L.? Sikibesjoro, A., Jama kobo? J.
211. Ligaiaria £aeaipferi, &• & Z., Tsuwafugii.^ Oinamals\
212. Mulgediom? Wawahal, A«, T. V., ia insul. Krafto.
213. Nardosmia japonica, 8. SbZ.^Fukiiéy Èlakajo\t\Korkoïii,
Digitized by VjOOQIC
425.
214. Saussurea spec., Je%o no üvxmi i.
215. Senecio sabensiformis, D. C.» Sawa oguruma J.
216. S? Paraja, A., t. p., in insuK Krafllo.
217. Taraxacum Dens LeoDis, Desf., Tan boboJ.^Inemwu»
218. Yoongia pygmaea» Ledeb., Tsuru nigana J.
219; T. Thanbergiana, D. C, Sfigana. i.
XLIX. Plantagineae.
220. Piantago major, L., Ohobako J.
221. P. kamtschatica, Link, Je%o ébako J., lerumkina, PI.
virginica, AS.
L. Aristolochieae.
222. Aristolochia debilis, S» & Z«» Mumano su%u J.
223. Asarom canadensei L.» Saisin J.
224. A. intermediam, Meyer.
225. Heterotropa asaroides» M. ft Dm Kan afiU J.
LI. Eleagneae.
226. Eleagnos SjussimaUj A., Gumt? J.
LIL Daphoideae.
227. Daphne spec. flor, lateraU, Oni sibari J.
LUI. Lanrineae.
228. Camphora officinamm, Baah.» Kusuno ki J.» Tjuro-
toofi, (bet boat bedoeld).
229. Lanrinea Binni^ A., Tamono ki J.
230. L. ? Tsikisjanu A., Aka tamo i.
LIV. Polygoneae.
231.*Fagopyrum tataricom, Gart., Soba J.
232.*Lapatbaiii Ma daiwd J. Geneesmiddel.
233. Polygonam avicalare, L., Niwa janagi J.
234.* P. chinense, L.» ji% J., blaauwe verw.
235. P. cnspidatnmy, 8* & Z.» var., Inu itadéri i., IkokuA
vel Sikkwa.
236.*Rbeam spec., Daiwd J., Sjunaba* GeneesmiddeU
237. Ramex crispus, L,? Ki%igizi J., Stakamaro.
LV. Gheoopodeae.
238. Ghenopodiam album et robrmn, h.,JlkasaJ.ySimsikina.
Digitized by VjOOQ IC
426
LVI. Salieioeae.
239. Popalus Dero^ A.
240. Salix Sjusjuju, A., Janagi J., de bast daarvao JUe •
romai of Nikaumai,
241. S. Toisjusju, A., Jfwkoro janagi J.
242. S. Toppikara, A., Kojanaki J.
LVIL Ganabinae.
243.*Ganabis sati?a, L., Asa J., uisakara, tot naaidraad*
244. Humulus jlponica, S. & Z., Aana mugura J.
LYIII. Crticaceae.
245. Procris umbellata, S. & Z., Kutsinawa %j6go^ J.
246.*Urtica ifo5{, A.,Siromawo?J., vél üiarpe, tot stoffen.
LIX. Moreae»
247. Broussonetia? jits'ni, A., tot Stoffen.
248.*Morus indica» Thb. Flor., Kwa J., TVstmam.
LX. Clmaceae.
249. Microptelia parTifolia, Spaoh., Nire J., Wofsjani,
LXL Gapuliferae.
250.^ Castanea yesca^ Qart., Kuri^ J.» Jam*.
251. Gorylus americana. Walt., Hasibami J., IFoAoin.
252. Fagus Pira, A,, Bunano ki? J.
253. Quercos Berani, A., iVara? J.
254. Q. dentata, Thb.» JEicustc^a J., 6^onitM)i; Riemen en an-
dere gereedschappen.
LXII. Betniaceae.
255. Alnas incana, WiUd., Hanoki h, NüaWkenej genera-
tim Kene.
256. A. Jaja kene, A.
257. Betuia Asada, A., de bast.
258.''B. Beüats\ A., Kaba? }., v. p., de bast.
259. B. SÜais' T. V.
LXIIL Taxineae.
260. Podocarpos Maki» 8. & Z., Makt J„ Tstkuni.
261. Thoja? Reünospora? Sjungu^ A., Kara hiba.
262.* Taxus ca8pidata,S.&Z., Ararakii.^ 7Viriimam,totbogen.
Digitized by^VjOOQlC
427
LXIV. Abietinae.
263/Abies bifida, 8. & Z., Mómi J., Sunk\ Timmerhottl,
masten.
264.^ A. JezoënsiS) S. ft Z.» J€%o mais' J., F^vpo^ masten,
timmerhout,
265.^Larix leptostachys, S. & Z.P Ftf»'ma/#* J., timmerhoat,
266.*Pinus densiflora, S. ft Z., Aka mats' J., Kui, timmer-
hout, masten.
267 .^P. pauciflora, S. ft Z., Gojo tnais' k, Tsikafupp ?el
Inekereni^ voor boizeuj masten.
MONOCOTTLEDONEAE.
LXV. Typhaceae.
268. Typha angostifolia, L., Gama J.» Sikina.
269. Acorus Gaiamos, L., Sjob* J., Geneesmiddel.
LXVL Aroideae.
270. Arisaema japonicum, BI. var., Tennan^ó J,, Raurau.
271. A. ringens, Schotj;, Musasi afumi.J.
272. Simplocarpos kamtschaticus, Salisb., üsino sta J.
LXVIL Alismaeeae.
273.'*Sagittaria sagittifolia, L., Tar. angnstifolia» Womodaka
J., de MTortel.
LXVIII. Orchideae.
274. Gympidium virescens» Lindl.» Jfamaran, var. Haruran
J., Imaisutnatts.
275. Gypripediom macranthon, Swarts, Setanoki.
276. Dendrobium catenatam, Lindl., Sekikok J.
277. Orchis f, Likonkamuikina.
278. Pelexia falcata, Spr., Suzuran J.
279. Pogonia ophioglossoides, Xerr.f Tokisó J.
LXIX. Irideae.
280. Iris japonica, Thb., Sjaka J.
281. I. Kaempferi, Sieb*. Kakitsubata i., Süau.
282. I. oxypetala, Bge.r Fime^aka J.
Digitized by VjOOQ IC
428
283. I. «birica, L., Ajame J.
284. I. uniflora, Fall., Jama ajame i.
LXX. Dioscorideae.
285» Dioscorea beterophilla, Sieb., Tokoro J.
286/ D. opposita, Th., Naga imo J., Tsjurip vel Wonkot-
tuibe vel Ko$a^ de wortel.
287.* D. sativa, L., Kasjuimó J., de wortel.
LXXI. Smilaceae.
288. Gon?aIlaria majalis, L., var. foU laXm.,Kifnücakesól,t
SeiatUo.
289. Paris qoadrifolia, L.» Tswne tori gusa J.
290.*Polygonatiim japonicum, M. ft DeoaiB.» Amatokoro J.,
de wortel.
291. P. Imi, A. ;
292. P. Utifoiiom, Desf-P Bebeukkina.
293. Smilacine bifolia, Deaf., Maidsur J.
294. S. racemosa, Desf., var« Jezoëosia, Sieb.» Jukisasa.
295. S.? Firqi'omaj A. v. p,
296-97. Smilai spec. 2 inermes. .
298. Trilliam grandiflorom, SaUab., Mikadosd J., Heroara,
T. V., Sp. aff. obovatum, Pursh.
LXXII. Liliaceae.
299.*Alliam sativam, L„ Ninnik'f J. Fuksa.
300.*Aliiam oliginosam Don^, Nira J., Heroni.
301-2, A. spec. 2 indetermiaatae.
303. Grinam maritimom, Sieb.P Hüma juri J.j Itnakibar.
304. Erythroniom Dens canis, Katakuri J., KUori.
305. Fritiilaria ruthenica, Wiet.» Haru juri J.
306. Fankia iindalata, Sieb., Siui gibSsi J.
307. Gagea lotea, Xunth., Amana J«, Tsikapptoma.
308. Hemerocaliis Sieboldii, Kiks., Kisuge J.
309. Liliom canadense, L.P Kuruma juH i. e. fol. verti-
ciilal. J., Binnera vel Imakiane.
310. L. PartheneioD, Sieb. & Vries Fime jwri J .
311. L.7 Baba juri? J., Thurep.
Digitized by VjOOQIC
429
312. Narcissos TazetU, L., Sui%en J.
313. Oraithogaloin ; species indeterminata.
314. Sarana kamtschatica, Fiach» Kuro juri J., Anrokol
▼cl Sirakar\ Har*.
315. Scilla japoDica, Tkb., Seo%eo fakama J.
LXXIII. Melanthaceae.
316. Uvaiaria sessilifolia, L.» Höisjak* J.
LXXIV. Junceae.
317. Juocus, spec. ^
318. Lozala campestrisi Desv., Suxwneno jari h^ RUenmum.
LXXV. Cyperaceae.
319. Carex Tariegata, Sieb.ftdeyriet,^i»9e? J., Jlirasinekira.
320. C. Tsmo, J., Irrap.
321.*Scirpas maritimos, L., Kasasuge J.» voor stroohoeden.
LXXVL Gramineae.
322. Airoclytrain japooieam, Steod.» Sasakusa J.
323. AndropogoQ spec, Kaze gusa? J., Nino.
324. Aothistiria japooica, Willd., Karukaja J., T. V., üm\
3^5. Araado nitida, H. ft B.P JoH J», Sjukki.
326. A. Sjariki, A., T. V.
327. Bambusa sive Arundinaria» Take J», Top\ Kurbe.
328. Gaiamagrostis ? Muri^ A., ad littas maris in JQs. Krafto.
329.''Eleasiae eoraeaoa vel iodica, autor, Fiju J.| Aira
sjqjafn* vel Bijaba.
330. Erianthos spec;, Kaja? J.> üm»
331. FestQca spec.^ Taisnofige J.
332.*HordeQin valgare, L., Mugi 3., Menkuro,
333. H. jabaium, L., baud dabie hoc referendom.
334. Imperata pedicellata, Stead.. Tsigaja J., Nupkausi.
335. Melica, Sp. aff. Jf. mi«^i(?a, Walt.
336/Oriza sativa, L., Kome J., Tsimarimoküsubi, rijpt
zeldzaam op Jezo.
337.*Panicaiii italicom et miliaceum, L., Awa, Kibi J.,
Mnsiro; quoque KUenamam, Sipsike.
338. Pbalaris spec. (panic. ovoidca pendala), tot daken.
Digitized by VjOOQ IC
430
339, Phyüostachys?, Sasa? J., Ikitara.
340. Graminea /^o, A», Jama gu$a, d. i. Berggms, J.
341.* 6. Untsja, A^, Makotno J., eetbaar.
342. G. Siki, A., Onikaja? J.
ACOTYLEDONEAE.
LXXVII. Equisetaceae.
343. Eqaisetam, Tok'sa i., SitisiU.
LXXVIII. Filices.
344.*Fiiix, Ptcris?, Warabi J., Toha, eetbaar.
345. F. Warabi? }. SefumaMm.
LXXIX. Mas Cl.
346.*Muscas9 Koke J., Ikkimaimaif eetbaar mos.
347. M., Koke J., Furukama.
LXXX. Fongi.
348k* Agaricos Eburieo^ A.» (op Lfurkltlepiost.). Geneesmiddel.
349.*Boletus KurumOy A.» (op Qufircus BeToni)^ eetbaar.
350. Fuogus? Take J.» KaruH^
351. F.? Take J., Kappara.
352. F.? ifai take J., JWfc ftartm, i. e. Fmig. cervi.
LXXXI. Al ga e.
353.*Faca8 esculentus lAn^Kombü Jap., Künfu (1).
354-56. F. siliqaosQs, F. perforatas, F. graminoides. Ab
ill. a Langsdobfp observatae species.
357. Alga?, Wakame J., Ikkekanfu^ i. e. F. muscosos.
DELFSTOFFEN.
Eene orographische beschrijving van het eiland Je%o en
van de reeks van vuurbergen die zich van het Z. tot het N.
van Japan en van daar over Jezo tot naar de Kurilen en
verder tot naar het schiereiland Kamtschatka uitbreiden, heb-
(1) Dit eetbaar zeewier, die, zoo al9 boven reeds gezpgd is, een
aanzienlijk artikel van den uitvoer der Japanners is, wordt van eene
bijzonder goede hoedanigheid in het zuidoosten en oosten van Jeto
gevondéui en met het opvisschen en droogen daarvan, zoo ids ook van
tripang en klipzuigers, honden zich de vrouwen der Aino's bezig.
Digitized by VjOOQIC
431
ben wij reed» op andere plaateen medegedeeld (1). Over de
geologische gesteldheid van de ^tno-landen kannen wij niets
mededeelen dan eenige waarnemingen door Dr. Green, lid
lin de Aroerikaansche expeditie, in de naaste omtrekken Tan
Hakodate gedaan. Deze beperken zich tot eene opperylak-
kige beschrijying van eene roodachtige verscheidenheid van
Siëoiet, dat zich door eene bnitengewoon groote hoeveelheid
Tan Toermalijn kristallen kenmerkt, waarnit de top van den
digt bij Hakadaie gelegen berg bestaat, en tot eenige waar-
nemingen op het Toorgebergte (dat de baai vormt?), van
verheffingen door onderaardsche kracht en van de oprijzing
van een naar het voormelde Siëniet gelijkend gesteente, dat
in plaats van Toermalijn met Veldspaatfa vermengd was en door
Dr. Green als eene Porphier^fermatie herkend werd (2).
Het eiland Je%o schqat overigens zijne tegenwoordige ge-
daante, even als Kwntschafka, waarvan men thans de geo-
logische gesteldheid naauwkeurig kent, aan verscheidene ver**
hefiingen, waarvan de eerste in groote tijdperken elkander
opgevolgd zijn, te danken te hebben. Het eerste kwam daar
Graniet en Porpbier te voorschijn en déze beide gesteenten
hebbm de eerste verheffing en omwenteling van den vasten
lebteen veroorzaakt; na eene lange rost, gedtirende welker
laatste tijdperk zich de tertiaire lagen gevormd hebben, braken
Basalt en Amandelgesteente; dpor en oefenden op de jongste sedi-
mentgesteenten eenen omwentelenden invloed nit. Daarna volg-
den spoedig op elkander magtige uitbarstingen van trachietische
en oud«valkanische gesteenten, de reeds voorhanden geste^ir^
ten menigvuldig door elkander werpende en omwentelende,
tot dat zich eindelijk de nog thaos in werking zijnde vunr-
bergcn, door de reeds bestaande verstoring en verwarring van
oude kraters, den weg baanden en bij voortduring nieuwe
omwentelingen en formatiën van het land voorbrengen. Zulk
(1) QesehiMe der Entdechungen, L c, pag. 137. Alezander von
Hnmboidt, KosmoÈ. Band IV, Abth. 1.
(3) Francis L. Hawks, Karratwe, I. e. pag. 518.
Digitized by VjOOQ IC
432
eoa tafereel van verwoesting en herschepping, door onder-
aardsche kracht , levert de gebeele keten van vuurbergen
op» die zich van het 'zoiden van Ja'pan over de ^tno-iaodeD
tot naar Kamtsc/uUka uitbreiden, waar zij, zoo als de
laatste onderzoekingen hebben getoond, uit zeventien trechters
onophondelgk werkzaam zijn.
Onder de verzamelingen van zeldzame steenen uit Je%o,
die wij van Japanners gekr^n hebben, bevinden zich ook
gelijksoortige granitische en porphiergesteenten en verscheidene
gekrystaliseerde Kwartssoorten, waaronder zich uitmontende
krystalien van zwarten Rooktopaas, Amethyst en Bergkrystal
bevinden. Ook hebben wij Obsidiaan^kogels van twee tot
drie palmen doorsnede, pikzwart van kleur, en kleine blaaawe
stukjes, waarvan waarschijnlijk de zoogenoemde Kraflo toma,
d. i. edele steenen van Krafto vervaardigd worden, van daar
verkregen. Als eene bijzondere zeldzaamheid werden ons
van Maismaë meer dan eene el lange en vier duim dikke
vijf hoekige zuilen van Trachiet gezonden, die op de bergtop-
pen aan de oevers van de Isikar i-rivier gevonden worden.
Zulke gesteenten op zichzelven bestaande, laten zich echter
bloot als zeldzaamheden beschouwen en het bestaan van pri-
mitive ertsrijke, en vulkanische, nog werkzame of uitgedoofde,
gebergten veronderstellen; voor de beoordeeiing van de geo-
logische gesteldheid dezer landen zijn zij van geene b^eeke-
nis. Wij willen hier nog de namen van ertsen en van eenige
andere delfstoffen aanhalen:
Goud
Konkani
(Aino)
Kane, kin (Jap.)
ZUver
Sirokani
Sirokane, gin
Koper
Akkane,
furesJQ
Akakane
Brons
Karakan<
j
Karakane
IJzer
Kupka
Kurogane, tets
Arsenik
Kabuto
Kawauo sómjó
Barnsteen
Rukke
Kwarjó
Slijpsteen
Rui
Tóisi
Steen
Furima,
sJQUia
Isi
Digitized by VjOOQ IC
433
Het bionenland van Je%o zou rijk aan ertsen zijn en het
zand yan yerscheiden rivieren en aan bet zeestrand good
bevatten. Het zal dos niet onbelangrijk zijn onze verhande-
ling met een geschiedkundig overzigt van de berigten over
den goud- en zilver^rijkdom van Jno^ nit japansche bronnen
geput, te sluiten. Het was toch het voornaamste oogmerk
van de onder de Commandeurs Quast en Vries onderno-
men zeetogten» goud- en zilverrijke eilanden op te zoeken;
en die zijn dan ook door onzen Vries werkelijk ontdekt»
zoo als thans op het eiland ürup gebleken is, waar de
nieuwe bezitters van het Gompa^nie-land, de Bussen, rijke
kopermijnen openen, en zoo alb ook alle Japansche reizi-
gers van JmJi beweren. Deze ontdekkingen zijn, helaas ! gelijk
vele andere nuttige wenken en raadgevingen in het belang
van onze overzeesche bezittingen, in het meer der vergetel*
heid met de oude Nederlandsche vlag ondergegaan, om zich
onder ecne vreemde vlag, in het noordelijk halfrond van den
Grooten Oceaan, allengs weder daaruit te verheffen (1).
^JeiOt zegt Fajasi Sifei, is rijk aan ertsen ; de in-
boorlingen hebben echter geene kennis van bergbouw en
verstaan niet edele metalen door mijnwerken te winnen."
Gondzand vindt men op Je%0 op vele plaatsen: als bij
Kunsui in bet N.W. van de Vulkaanbaai, aan het strand
van Usibets in het W. van kaap Jerimo; in het gebergte
Tan Jubari en Sen ken gak^ dat men de Goudbergen {Jün-
san) noemt ; bij Sikots, niet verre van het groote binnenmeer,
waaruit de grootste rivier van Je%0, de Isikari^ ontspringt;
en bij Haboro op de N.W« kust. Het goudzand wordt niet
alleen door de rivieren aangespoeld, maar dikwijls ook over
(1) De schrijver bedoelt daar het verwaarloosde Fomota^ Quehpaard,
de Bonnin eilanden en eenige andere voor de Nederlandsehe scheep-
vaart en den overzeeschen handel gewigtige plaatsen^ die hij hier niet
noemen wil, omdat ze mogelijic nog voor den particalieren meer en
ineer verlichten Nederlandschen handelsgeest kannen toegankelijk ge.
«ttskt worden.
.28
Digitized by VjOOQ IC
434
streken lands vdn 10 tot 20 Ri ?efspreid gevonden. Bij
BaboTO Tindt men het gondzand telkens waaneer de \riad
N.W. is, en wanneer het hard gewaaid heeft, glinstert het
zeestrand, als ware het rergaid. Ook Y(»iiamen onze oude
Rederlandsehe zeevaardersi op honne ankerplaats hg het
Vossen-eiland (op Kunaiiri)^ dat gond in de omètrekea van
den piek jintany geyonden en het zilver voor oorriDgeo
van de Minami sjam d. i. Zuidmauchen (van Jezoërs)
verkregen werd. ^De luiden aehim hei tüver weinigK^
(S. B.). De erts op den MineraeUerghi op het Gonapagnie*
land (Urup) gevonden , wordt aldos beschreren : «Steen-
achtige aerde, gelijkende wel witte volaerde, welkoi dikwils
gewasschen zijnde^ stukjes metaal, als speldehoofden, uitgaf,
die zij oordeelden zilver te zijn" (S. B.}. Sifei klaagt
er zeer over, dat de Japanners het opzoeken van het goad*
zand verwaarloozen , voorgevende , dat de berglieden het
daar van koude niet konden uithouden; bleven toch^ meent
hij; de inboorlingen in het noorden van Habar& gezond,
zoo konden daar ook wel menschen uit warme landen, wan-
neer zij zich maar warm kleeden en goed voeden, nch te-
gen de koude bewaren en gezond blijven.** Er bestaat echter
eene andere oorzaak, die de Japanners van het goudzoeken
terughoudt : het ontginnen van goudmijnen en wasschen van
goudzand zijn voorregten eenig en alleen aan den Sgdgun,
den zoogenaamden wereldlijken Keizer, voorbehouden en lut
staatkundige redenen streng verboden. Vroeger, in het midden
van de IV^ eeuw, werd veel goud en zilver in de Vulkaan-
baai bij de rivier Kunui en op de oostkust aan de Sarui'
rivier gewonnen, en er had daar veel handel tusschen de
Aino*s en de Japanners plaats; toenmaals verwekte echter
een berncbt ^j^o-boofd, Samsaiin, eenen opstand, die met
geweld van wapenen ten onder gebragt werd, waarop het goud-
zoeken beperkt en allengs verboden is. In de Bate de Langle^
op de westkust van Krafio^ werden door Lapérouse aan
het strand stukken van steenkolen, maar hoegenaamd geene
Digitized by VjOOQIC
43£
gesteenten gevooden, aan die men «poren van goud, koper
of andere ertsen kon ontdekken. In den nieuwsten tgd
zijn ook op Je%o steenkolen geTonden, die van goede
hoedanigheid zullen zijn; de Vorst-stedehonder van Mats-
maë had echter in 1856 van het Hof te Jedo het verlof
tot het ontginnen van de kolenmijnen nog niet verkregen.
In bet overzigt der reis van den Kapitein-loitenant ter zee
Fabius tot bet bezoeken van de havens van Hakodate ep
Simoda met de Nederlandsche schroef-korvet iVedusa, in
September en October 1856, wordt ook bevestigd, dat het
eiland Je%o zeer rijk aan zilver- en kopermijnen is, en dat
de mijnen niet mogen ontgonnen worden (1).
In onze aardrijkskundige toelichtingen hebben wij van de
meest gewigtige punten en plaatsen Op de oo^kust van
Jezo^ de zuidelijke Kurilen en van den golf van jinivoa
tot naar de bogt van PuHentie op Kraflo de aardrijkskun-
dige ligging, zoo als die door Vries bepaald of door ona
volgens de waarnemingen van onze oude Nederlandsche zee-
vaarders berekend is geworden , aangehaald , en ze met
die van de Hof-astronomisten te Jedo en van andere zce^
vaarders vergeleken. Een vergelijkeiid overzigt. dezer waar-
nemingen zal hier niét te onpas komen, en om het algemeen
nut daarvan te verhoogen, zullen wij er de tot nu toe beken-
de breedte en lengte bepalingen van alle 'overige punten en
plaatsen van Jezo, Kraflo en de zuidelijke Kurilen bijvoegen.
(1) Rapport der Departementen van Koloniën en Baitenlaadsehe Zaken
dd. 19 April en 7 Mei lB57f betreffende de Japanscheaaugelegeoheden.
28*
Digitized by VjOOQ IC
436
TAFEL VAN VEEGELIJKING VAN DE BREEDTE- EN LEU
TEBEPALINGEN VAN DE VOORNAAMSTE PUNTEN
EN PLAATSEN VAN JEZO, DE ZUIDELIJKE
KÜBILEN EN VAN KRAFTO.
KAICSN DER FUKTBK.
Breedte N
Lengte O. ▼. Greenw.
WAA&N£1QBU
Eet eiland Jeso.
Matsmaë, stad.
Gaep Tadeisi ((7. Maisumaë, ton
C. Sirakami (C. Nadiejda).
C. Kinoko (C,Sitieko,}iixwiMni)
C. Ohota (C. Ooia, KnuMalm).
G. Sepomai {C. Kauiousoff, Kru.)
C. Raitexi • <
G. Wofiii (C. Maieapina, Kruieniu) .
Bera^ Fallas, Kras. (ManJke,Jap,).
CTomamai {C.SchiicAJkqf,KxiM,).
C. NossjaV (C. Bomafuqf, Km.).
41* 28' 30'^
41 80 —
C. Soja
Dorp Soja
G. Schaep, Krui. {Kamui-iroiaf).
G. £amui-iroka. . • . .
De baai van Sjaruran. . .
Jubets (mond van de rivier).
G. Notoro
G. Siretoko (C. Spanberff, Kmi )•
Nisibets (mond van de rivier)
G. Notke (Noiêiy, Laxmaiw). •
G. Nossjam (C.Broughton, Kriu.).
41 80 —
41 25 10
41 39 30
41 38 -
42 18 10
42 22 -
42 38 —
42 57 -
43 14 80
43 15 -
43 42 15
43 36 —
44
44 20 —
44 20 30
45 25 50
45 27 —
45 31 15
45 28 —
45 21 —
45 5 —
44 24 -
44 9 —
44 3 —
44 14 —
43 23 —
43 28 —
43 45 —
43 28 -
43 27 -
G. de Manshooft, vriM. • •
Atkesi {Baij de goede Hoop, ?ri«)
het Dorp
140* 26' 40"
140 4 —
139 67 —
140 9 30
139 54 15
140 13 40
139 46 —
140 1 40
140 1 —
140 16 ^
140 15 30
140 34 40
141 18 80 •
141 41 40
141 54 —
141 37 —
142 9 —
141 34 20
142 28 —
141 51 —
142 49 9
142 14 —
143 41 —
144 2 —
144 84 —
145 19 —
146 19 —
146 4 47
146 4 —
145 52 --
146 44 27
146 — -
146 7 30
146 14 -
43 88 30
43 11 —
43 16 —
43 2 — |145 34 27
43 20 -
T. SakosajemoiL
Von Krosensten
T.Sakusajemon*s]
Von Krosensten
T.8aku8ajemon,k
Von Krosensten
T.Sakusajemoni
Von Krusensteni
T.Sakasajemon,k
Von KrosensteiÉ
Von Krusensteri
T.SakusajemoQ,!
Von Krosensten
T. SakusajemoaJ
V. Krusenstem, ï
T.Sakusajemon,!
T. SaknsajemoB^
m
Von Krosensten
T.Sakusajemon,!
Brooghton, Orij
kaart.
Krusenstem, 1
T.Sakusajemon, 1
Vries, Journaal.
T. Sakosajemon
Vries, kaart.
Digitized by VjOOQIC
487
7AMEN DE& PUHTEN.
Breedte N.
Lengte O. v. Greenw.
IfAABKEMSBS.
vaa de Baai.
fluri
\\ ^Dorp aau den mond van
[Jsibets')
; (Dorp)
imo (Eroen, Vri«s)*
iomo {Endermo, Brought). .
ian (Esarme, Brought)* •
iate (Stad en baven). •
(Mond van de Kamida-
er)
144* 36'
14é 36
8 •
14A 22
143 56
143 39
6
10
142 55
142 48
141 12
141 7
140 56
141 35
141 20
141 13
141 5
140 47
40
45
idom liggende eilanden.
)auQa.
loaima.
kOSiri.
iore.
nkesirL
isiri (Fic de LangU).
efansiri.
Qibert.
41 20 —
41 21 30
41 30 -
41 31 30
18 30
42 9 —
44 27 30
44 27 45
44 29 —
44 29 45
45 11 —
45 11 -
45 18 —
45 27 45
De Japansclie Eurilen.
^'ri (Kfénatchir, Krauostero).
ü Moimoto(C. lofzoff,Kxw.) <
Piek Antcmy, Vri«s. . . .
W. Hoek van de Tepelberg
44 26 —
44 29 15
44 24 24
44 21 —
44 31 —
44 20 -
44 36 —
140 48, —
139 55 —
139 46 —
139 29 —
139 19 15
139 42 40
139 30 — ,
141 46 —
141 16 45
141 52 40
141 23 15
141 45 —
141 12 15
141 35 40
141 4 —
146 12 ^
146 8 —
146 23 -*
146 54 —
145 46 —
146 6 -
BroQ^ton, org.-kaart
Yon Amsenstem.
Broughton, org.-kaart.
Vries.
T. Sakusajemon, kaart.
T. Saknsajemon.
T. Sakusajemon, kaart
Vries.
Broughton, org.-kaart.
Rioord.
T. Sakasajemon^kaart
Broughton*
Ricord.
T. Sakusajemon, kaart
Broughton»
Ricord.
T. Sakasaiemon.
Amerik. Expeditie.
Broughton.
Von Krasensterui vol-
gens Ricord*
T. Sakusajemon, kaart.
Von Krusenstern.
T. Sakasajemon, kaart
Von Krusenstern.
T. Sakusajemon, kaart.
Von Krusenstern.
T. Sakusajemon, kaart
Von Krusenst^.
T. Sakusajemon, kaart
Von Krusenstern.
T. Sakusajemon, kaart.
Von Krusenstern.
T.Sakusajemon, kaart
Von Krusenstern.
T. Sakusajemon, kaart.
Golownin (1813).
Broughton, org.-kaart
T. Sakusajemon, kaart.
Golownin (1818) en
Ricord.
Broughton» org.-kaart.
Vries, Journaal.
Digitized by VjOOQ IC
4
38
VAÜMS VMM TUVTBV*
Breedte N.
Lengte O. y. Greenw.
▼AASKKUESS.
9 Bu» des Tnitras. . . .
43-36'— "
146«17'-''
T.SakQsajemon»b
43 44 —
144 59 30
Golowniix.
# BergTiiasi
48 54 —
146 26 —
T.Sakasaiemoü,b
Jetorop {Iturop, KroNnst.» Siaien
* '
ElfUmt, Tri«)
44 28 -
146 24 —
• C. Tesiko (0. mcord, efm.).
44S9 -
146 34 —
Golownm en Kio
44 21 --
146 46 ^
Broughtoii,org.-ki
44 26 —
-^ —^ -^
Vries, Journaal.
« C. Kvoonlmg» Ynw • •
44 51 -•
147 34-.
T.SAku8ajemoii,ki
44 45 —
146 52 —
BroagiitoQ,org.-lD
46 6 —
— — -^
Vries (Janss. kaï
« C, Noteio (hmwdfd, Braoght) •
46 7-
147 17-.
BroiiditoQ,org.-b
!r.Sftkusajemon,k
46 83 —
146 U -
45 34 —
-^ -^ —
Vries, Journaal.
45 39 -
-•. .1^ .•
De Lapéroase.
# a Tonfori (N.W.punt). .
46 40 30
148*63 —
T.SakQsajemon,k
46 48 -^
148 18 -
Broughton^org.'fc
45 46 —
— — . — ,.
Vries (Janss. ka
46 37 —
149 1 —
Golowniu.
' COkkebets. . . . .
45 39 —
149 9 -
T.SakQS&jeinon,k
45 45 ->
148 28 -
Brougbton,org.-k
45 69-t-
148 20 24
De Lapérouse, ki
Vries cJanss. kaj
45 50 —
— -.««»
9 C. SeworoBi (C. Vritn^ Yri«) .
45 30 -
149 10 —
T.Sak:Qsajemoo,k
45 35 —
148 27 —
Broughton,org.-k
45 38 —
— . — . — li.
Vries (Jaoss. ka
46 38 30
149 14 —
Gk>lowiiia.
46 36 —
— .4* .^
Vries, Journaal.
46 44 —
149
T.Sakosajefflon^ii
# C. Notmnots
45 46 —
148 58 -
Broughton,org.-k
T. Sakasajemon,!;
C.Ka»Ul0t8(C.0.(;j!4>,Yries).
46 46 —
149 49 —
46 38 —
..-....««.
Vries.
' 0. Iwara {KruithoeJIi, Yriw).
46 39 —
149 34 —
Golownin.
45 53 —
149 48 -
T.Safcusajemon,k
45 57 —
149 7 —
Broughton,org.k
46 6 —
149 48 —
Vries, Joornaal.
46 6 —
150 42 24
De lipérouse, \
» G.ktimja(C.Seh(miett.Yr'M).
46 59-
149 67 —
T.Sakasajemo&,i
k
46 8 —
149 20 —
Broaghtoii,org.-k
46 33 —
-— — —
Vries (Janss. ka
r C. Itojentomo (C Casirumm,
46 18 -
150 29 —
r.Bal;iisi^emoD«k
Lapfeouae). .«..*•
46 16 —
150 22 —
Gblownin.
46 14 —
149 52 -
Brottghton,oig'.-i
De Lapéroase, k
46 23 —
151 48 24
Rebuntsinböi {TtohiHpoij). . .
46 27 —
150 44 —
T.Sakusajemoiitk
(HttUnDOCk Islmd, Braagbt). . •
46 32 45
150 37 10
Golownin.
Jargetsiriboi
46 32 —
46 24 —
150 10 -.
150 39 -
Broi»liton,org.-*
T.SalnsajemoD,!
46 29 16
150 33 30
Golownin.
é6 89 -- (160 1 ^
lBrciagfatoii.(Sg.-k
Digitizedby CjOO<
^le
4ft9
SAX3W DBB PimXEK.
:%eedioN.
rara {J.Broughton^ Gokw.)
l Mand, Broughton)* •
Q (Tsehi&oian, J. Spangberg).
XItoraika(C Canael,yrin)
BOaiid KraftOt Qolf vazx
Aniwa.
toPO (C. Crillon, Lapéraaie).
Bangerease» Lap^ronie*
etoko {€• Aniwa, Tri«)* .
«ai» Vriet
T. Knify Ankerplaats
ri Aniwa, Vriei. . .
ramida {Taiaisuga, Vri«).
ST'estkust vaa ISïafto,
)*mosiri ( /Jlfo»«0ro«,Lapér.)
ie Langle, Lapéroun. .
e Lamanou {RaiUUka),
d'Estaing, Upérouse.
de Jonquière, Lapéronse.
otitm {Tekka, Lapérouw).
roordkuBt vaa Krafto.
Olowatcheff, ton Brosentle».
prner, ^on Krasemtero*
ane, ^oi^ Knuenstern* • •
ÜSabetll, voo Knuenstem. .
Oostkust Tan Erafto.
Pewenstern, Ton KriMenatero* .
'Mrst, ton Kraaanstora» w
! Bas-fonds, fon Kruwnstero*
46 42 30
46 46 ^
43 58 —
49 53 -**
43 44 —
44 1 —
43 50 —
43 56 —
45 57 —
45 54 15
45 47 15
46 3 —
46 2 20
45 59 —
46 40 —
46 41 15
46 36 20
46 20 —
46 32 —
46 9 —
47 49 -
47 45 —
48 45 —
48 59 —
50 54 —
51 52 —
53 30 15
54 8 —
54 17 20
54 24 30
54 3 15
52 27 30
52 32 30
150' 4r—^
150 28 30
149 59 —
137 23 —
146 48 30
146 52 —
T. SaknsajemoQ» kaart
Golownia.
BiouehtoD, org;4caart.
T.Sakosigemoii» kaart
Qolownin.
Broughton»Qig^kaart
Vries (Janss* kaart).
S]
140 34 — (0.v.Par8».)
141 48 -*
142 8 45
144 24 —
143 30 20
142 33 -w
142 52 —
141 14 —
140 29 -^ (O.V.Parijs.
141 58 -
141 56 -
140 32 — (O.v.
142 16 —
141 53 -
141 55 -
142 28 -
142 17 45
142 46 30
143 42 30
143 17 30
143 14 30
riea JoumaaL
De Lajpérouse.
Voii ICrasenstem*
»
De LapéroQse.
Yon Krusenstem.
Vries (Jaoss. Joum.)
i^ 9 »
Von Krusenstem.
Vries, org. kaart.
Toknai'8 kaart.
Volgens V. Krasenst.
Mémoires hydrogr.
jlDe Lapérouse.
Volgens V. Krusenst.
Mémoires hydrogr.
Volgena v. Krusenst.
Parijs.) De Lapérouse.
Von Krusenstem.
Mémoires van den-
zelfden.
Von Krusenstem.
Digitized by VjOOQ IC
440
NAXKN PER PUliTBH.
Breedte N.
Lengte O. v. Greenw.
WAABHEXZXS
Pointe de dunes, r
G. Delisle de la Croyeie t. Knueiiit»
C. Batmanoff, tob Knueosteni.
C* Kimnick, Ton KruMDsieni* •
C. Bellingbansen, too Kmeiuteni.
C. Patientie, Yriat» • • •
Robben eyland, Yitef • •
«
C. Dalrijmple, ton RroMBitm (ITn)
C. MuUoffisky^T'. Km. {SjofunkotoH) .
C. Seniawin, t. Knu. {ifotiuiloko) .
Mordwinoff-Baaiy tob Knuautem*
C. Tcn^n, irm {WqjaJmtn)*
C. Lowenom, ▼. ïbimuA.{H<miob),
51 80
50 48
50 11
49 35
48 34
48 53
48 34
48 31
48 81
47 67
47 16
46 48
46 50
46 47
46 23
10
143 33 —
143 53 15
144 3 -
144 25 45
144 46 15
144 25 —
142 50 —
142 44 —
143
143 24 —
143 33 —
143 40 20
Von Krosensta
Vries JoamaL
Von KrusensteD
Vries Jooina&L
Von Krasensta
Vries JoonuaL
Von Erosenstea
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
1
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
Digitized by VjOOQ IC
THIS BOOK IS DX7E ON THE LAST DATE
STAMPED BELOW
AN INITIAL FINE OF 26 QENTS
WILL BE A88E88ED POR FAILURE TO RETURN
THIS BOOK ON THE DATE DUB. THE PENALTY
WILL INCREA8E TO 80 CENT8 ON THE FOURTH
DAY AND TO 8I.OO ON THE 8EVENTH DAY
OVERDUE. ^
FLS 2'^-i^ii-
>
1
'
r
(
f
•'
LD 21-100wï-12,'43(8796s)
Digitized by VjOOQIC
^C 42520
M'n723L
THE UNIVERSnY OF CAUFORNIA UBRARY
5dbyV^jpgle
n i: \ \ VOT
K'
.STÏTÏTUT VrtOi;
^ERl. INDIK
Nirniwi* wliCïtiüLs 16 deel, IS50, 1« en 3» nttiil
, ...,. ... .,; van
n\n bei \'o.i]i!tL-
1 4o jareu i^i^^ — i^irf, ;i ueekti mi^
rBoctósüUrr (J. IL), Uanka^ Maliikis en Billitoij; xar*
4sipm aan het bt-stamr van NeclerL^Iiiflio g«dajin in
di: jjareti 1S4J> en lS5fL s*, (1,50) ^ — JHl
KiTAB'Tü£iiPAn, .1:1' .m«oh Wotbotsi.
iiHg€g(:v*:n door -* ii.- *> * •■'* -'• . • * * * . . >, —
v^^ ï>EJï. IIaet (C)t IWswï rondom bet öïknd Cali^bcs
itQ naar ccnii^ ' .ut
Am jfiro irtfiO. .' //7>
ru Bro/fw» l"-
Hf
door (X i\ Wi.vTKE, ör* M^t om ' / Bijvoegt:!
-* ^i(*t Woimlcüboük der Jiiviiaa... ,,.. ua^^ van (ti:*
«n Riioiiüi, is:i7. S^ , . • . . M/r 5.7t
tnj ■ r^iir :\.iWM. — Arabiscliü vertdlingtüu
Ntjtliïfduitschcj vurtalins? iu liot Javaaiiach
^ Jour (l F. W' ^r., nitgegtivon door
1. ....,a»A. ISIJ— IBIO, 'lU S\ • . . (21.— )v 11 -
llfit' Qo&k Radja Pirarigon of da gcschicdönis van Nabi
^" T']i>ïni Javuaii^clie legende, uitgcgcvri
I u. ISlk S^
JJij (hnzel/dm U media mt>ri^i
Ikii,. ZKER RIJKE YF' -■ ''^"^^^^
1! nU tegenwoordige in Azic^ A!
' '\ilugus van iW» NyInlï>er^ j. ■ ,-
Digitized by Vj 'kj'W^ [.C