Skip to main content

Full text of "Vaderlandsch woordenboek"

See other formats


This is a digital copy of a book that was preserved for generations on library shelves bef ore it was carefully scanned by Google as part of a project 
to make the world's books discoverable online. 

It nas survived long enough for the copyright to expire and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject 
to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books 
are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover. 

Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the 
publisher to a library and finally to you. 

Usage guidelines 

Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the 
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to 
prevent abuse by commercial parties, including placing technical restrictions on automated querying. 

We also ask that you: 

+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for 
personal, non-commercial purposes. 

+ Refrainfrom automated querying Do not send automated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine 
translation, optical character recognition or other areas where access to a large amount of text is helpful, please contact us. We encourage the 
use of public domain materials for these purposes and may be able to help. 

+ Maintain attribution The Google "watermark" you see on each file is essential for informing people about this project and helping them find 
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it. 

+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just 
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other 
countries. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can't offer guidance on whether any specific use of 
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner 
any where in the world. Copyright infringement liability can be quite severe. 

About Google Book Search 

Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers 
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full text of this book on the web 



at jhttp : //books . qooqle . com/ 




Over dit boek 

Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat 
doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. 

Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke 
domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteur srechttermijn is verlopen. Het kan per land 
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van 
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. 

Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de 
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. 

Richtlijnen voor gebruik 

Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken 
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven 
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op 
automatisch zoeken. 

Verder vragen we u het volgende: 

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door 
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. 

+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek 
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe- 
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien 
hiermee van dienst zijn. 

+ Laat de eigendomsverklaring staan Het "watermerk" van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het 
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. 

+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er 
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is 
voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval 
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het 
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. 

Informatie over Zoeken naar boeken met Google 

Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit 
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken 



op het web via http: //books .google . com 



V ADERLANDSC » 



WOORDENBOEK 



XVIII, DEEL. 



VADERLAND SCH 



WOORDENBOEK; 



DO O E 



JACOBUS KOK, 



AGTTIENDE DEEL. 



GH-GYZ. 



UST KAARTEN, PLAATBN CU f 0UKTRA1TTBN. 



« * 



TC AMSTELDAM » ij 
JOHANNES ALLART, 

H »C CLSXST1II» 



VADERLAND S C H 

WOORDENBOEK. 



G H. 



N. 



la dat wiclem de I, Prins van Oranje , ia het Jaar 
1578, de Stad Trui jen, in het Land van Luik, ingenomen % 
en aldaar grootcn buit, zo van leeftogt als anderzmts bekoo- 
mcn, en voorts den Abt van 't Klooster gebrandfchat had, 
trok hij op de Stad Tienen aan, om zig met den fleer van 
jenlis te vereenigen, die niet meer dan 300 fchreden van 
daar gelegerd was. Doch alzo de Rivier de giieete tusfchea 
beiden lag, plaatfte hij, aan den oever dier.Riviere, om den 
ovenogt te beveiligen, eenige benden ligte ruiters, alzo hij 
van den Hertog vin alba geduurig agtervolgd wierd. Oran- 
je had bijna ïtfooo ftrijdbaarë mannen bij zig. Vitelli, 
Oppervddmarfchalk van alba , 's Prinfen voomeemen ont- 
dekt hebbende, deed daar van den Hertoge terftond berigc 
geeiren, als mede, hoe gemakkelijk de Prins, in den over- 
togt, konde geflagen worden. Alba zond hem bevel te rug, 
zorgvuldig op zijne hoede te zijn, en den vijand niet aan te 
tasten , voor dat hij meerder zekerheid zou bekoomen heb- 
ben, Intusfchen had oranje reeds de helft van zi-n Leger 
over gefcheept , en de agterhoede gelaatcn onder filips de 
mörbais, Heer van Louvervaf, met 200 musquettiers en 500 
ruiters, meest allen Waaien en Gasconjers n die uit het Leger 
waren uitgekipt, om die van alba in beweeging te houden, 
terwijl de anderen over den frroora trokken. Vitelli , een 
dapper Krijgsman, dit ontwaar wordende, zeer misnoegd, 
den tijd dus ledig te moeten doorbrengen, en den Prins te 
zien overtrekken, viel, tegen order, mer een groot deel van 
zijn volk, op een deel van *s Prinfen Leger aan, en gaf 'er, 
door bar berin o , berigt van aan den Hertog , die den aan* 
val, om dat dezelve reeds was aangevangen , toen goedkeur» 
&YI1I. oifiL. 13 b de, 



3& 4 GHEETE, (Rivier in ïïrabanj) Feldflag aldaar, enz, 

de, en zijnen zoon don fredrik derwaards zond, om oran- 
je, van 'eenen heuvel te verdrijven en zig bij vitelli te 
voegen, 't Gevegt, 't welk toen aanving, werd voortgezet» 
met een genoegzaam gelijk getal manfchap. Maar het ongeluk 
wilde dat 'sPrinfen Leger van de vreeze werd bevangen, 
dat de gantfche magt van alba fpoedig zou koomen aanruk- 
ken. Van die vreeze bedienden zig de Spanjaarden , ver* 
flaande 'sPrinfen Leger in de vlugt, Alba aanfchouwde dit 
met de zijnen, van verre; ware hij toegefchooten 9 de Prins 
met alle de zijnen hadden gewisfelijk eene volkomene neder- 
Jaag bekoomen. Vitelli zond ten derdemaal barberini 
gan den Hertog, die hem in toorn antwoordde. Dit, zegt 
men , was het behoud van het overige gedeelte van 's Prinfeq 
Leger. Strada begroot het getal der gefneu velden , aan de 
Zijde van oranje, op 2000 man, en eenige gevangenen, 
onder welke zig bevond de Heer van loüverval , welke 
daar na te Brusfol onthoofd werd. De Graaf van hoog* 
«traaten was doorfchooten. F* van wvngaarden heeft 
deezen veldljag in prent gebragt. 

Zie strada, Neder l, Oorhgtn , VIL Boek, 
in fol, bU 270, en*. 



Ghibercius, een der. voornaamfte drijvers en onderteeke* 
naars van het verbond der Edelen. De Heer te water, 
houd hem voor den zelfden, die, bij bor en anderen, Gijber*. 
cije en Gijverije genoemd word, en zegt, van zijn Geflagt eq 
bedrijf niets verder te weten, 

Ghiessrn , (filips van der) Heer van Schotervlie* 
iand. Na dat men» in het Jaar 1749, den Prinfe van 
Oranje* willem den IV, het Opper»Direfteur- en Gout 
yerneurfchap der O. en W. Indifche Maatfchappije had 
opgedraagen 1 eene waardigheid , nimmer te voorea 
door eenigen Stadhouder bekleed, werd, in de maand 
Junij van dat wlfde Jaar , deeze Heer van de* 

QWÜh 



GHIESSEN, (FILIPS van der) GHISTELLES. 3!$ 

J ■! 11 ---■■- 11 urn 11 ^^— m_uj 

cniEssEW, nevens den Heer jo.ua van der poorten» door 
dien Prius, als zijne Re preien tan ten , bij de O. L Maatfchap- 
pij ter Kamer Awfleldam, aangefteld, en op eene plegtige 
wijze geincroduceert* Van der gwrssrn was Hoofdpar- 
ticipant van gemelde Maaifchappij , als mede Directeur van 
de Kolonie de Berbice, en zedert bet jaar 1717, Regent van 
't Uurgerweeshuis. Alle deeze posten zijn door hem met lof 
bekleed , tot aan zijnen dood , die voorviel op den 1 Februa» 
rij van het Jaar 1757. 

.Ghistelles of gistrlles, eene Ridderhofthd of Adelijk 
Huis, in Zeeland ', op Zuidbev eland \ bij het Dorp Kaptlle* 
De Heeren van Ghiftellet zijn, volgens fommigen, uit óeScij* 
thifche Natie gefprooten. Van Heer jan Van ghistelles word 
op het Jaar 1392 gewag gemaakt, en gezegd, dat hij, op den 
3 Maart van dat Jaar, op de Markt te Brugge , een pragtig 
Tournoijfpel gehouden heeft, als uitgedaagt zijnde door Heer 
jan van GRUYTH171ZE&, Ridder, onder wiens nazaaten men 
vind Heer lodewyk van brugge, Heer van Gr uit huizen, 
Prins van Steenhuizen , Graaf van Winchester, in Engeland, 
Heer van Haamfiede en IVeUerfchmwe in Zeeland, twaalf 
jaaren lang, met grooten lof, Stadhouder van Bolland en 
Zeeland Het gedagte Steekfpel werd gehouden door 100 Rid- 
ders, te weten 50 van de zijde des uitdaager , en $0 van die 
de* verweerders. De Koningen van Frankrijk, Spanje ea 
Engeland zijn aan het Gefiagt van Ghiftelles vermaagfehapt , 
gelijk blijkt uit de Stamlijst, daar van voorhanden. Heer jan 
van ghistelles trouwde met johanna chastillon, en liet 
na een eenige dogter, isabella van ghistelles» getrouwd 
aan robbert van bethune, Burggraave van Meauxi uic 
welk huwelijk verwekt werd johanna van bethune, die 
trouwde met robbebt van bar, Graave van Sois/bns ea 
Mark, Heer van Oifij; uit deeze is gefprooten johanna van 
bar , die de Getiaajin werd van lodewyk van Luxemburg , 
Graave van St. Paul, Conftapel van Frankrijk; en vervolgens 
uit haar de vader vao pibter van luxembbro, Gra»ve van 
St. Paul, die, bij mabia van savoije, verwekte maria, de 
Gemaalia van IRAW901S dm bourbon, Graaf van ftndame, 

Bba die 



3tóGHISTELLES f GHISTELLES. (CORNELÏS ta») 



die hem baarde iarel, Hertog van Vcndome. naderhand, bij 
fr angina va» ALEN90N, vader van antronie, Koning van 
Navarre, en van louis, Prinfe van Condé. Anthonie ver- 
wekte, bljjOHANSTA D'ALBRET, HENDRIK DBM IV, KoülDg 

van Frankrijk en Navarre , grootvader en overgrootvader 
van de Koningen lodewyk diet XIV, van Frankrijk; en 
van kar el dbn II, van Spahje; als mede van kaul den II 
en jacob dev II, van Engeland. 

Het tegenwoordige Slot van Ghiftelles, of Gifielle$ % legt 
een weinig ten Westen van Bruilis , ten Zuiden de Kerk van 
Kapelle % aan de Biezelingjche ftraat, rondom in het water» 
en behoort thans aan den Hoog Edelen Heere adolf jüuus 
jturchard, Baron van Hu f el, Heer van Kloetinge tn Bruëc 
lis. 

Van der houve, Handy. Chronijk, L 
Deel; smallegange, Chrtnijk van 
Zeeland, foL 525 en $26; Staat yan 
Zeeland, II. Deel, bl. 290. 



Gni stelles, (coknelis van) gefprooten uit een hoog aan. 
zienlijk Geflagt in Vlaanderen ; welk Geflagt zeer oud en 
van hoogen Adel is, zijnde de Koningen van Frankrijk 9 uk 
den Huize van Bourbon, daar uit voortgekoomen. Het zelve 
heeft zig ongemeen uitgebreid, door huwelijken, bijzonder in 
Vlaanderen , ais met die van hoorns, st. aldegonde, 

MAYLLY, LUXEMBURG, CMASTILLON, STEELAND, BORSSELE, 

merode en anderen, en is no^ in wezen. Deeie corkelis 
was onder de eerden , die het verbond der Edelen ondertee» 
kenden, fchoon fommigen van zijne bloedverwanten zig aan 
de Spaanfche zijde voegden x onder andere de Heer van kaal- 
stede, die zig liet beweegen, om den Aartshertog mattou* 
tot de Landvoogdij der Nederlanden over te haaien , buiten 
kenaSsfe van de Staaten, ea alleen op begeerte van eenige 
Grooten, die willem den I poogden te dwarsboomen. Doch 
de perfoon, van wien wij hier (preeken, was van 'gamsch 
•ifdere denkbeelden. De vrijheid was zijn troetelkind. Hij 
was van dezelve een ijverig voorftander onder brederodr, 

tot 



GH1STELLES, (JOOST va») cm. 3^ 

tot wien hij , door zijn huwelijk met antone penelopr 
van brrderode, weduwe van den Graave van isekrurg» 
eene nadere betrekking bad. Sommigen honden hem voor den 
Schrijver van eenige Tooneelfpelen , die in het Jaar 1555 ge. 
drukt zijn. Men fchrijfthem een zoon toe» pilips genaamd» 
Uit dit Geflagt word nog onder anderen gedoemd, 

Gbistellis, (joost vam) Heer van Axel en Maalflede* 
die, in bet Jaar 1481» eene reize deed naar het H. Land, 
welke, door zijnen Kapellaan, in de oude Vlaantfche taal 
befchreeven, en in 't Jaar 1567 te Gend gedrukt is* 

Ghistelles, f pilips, of, gelijk anderen hem noemen» 
petrus) Vrijheer van) was de zoon van coknelis, boven 
gemeld. Zijne Huisvrouw was asna vak pilden, gezegd 
van cluta. Hij diende verfcheidene Jaaren onder gregorius 
svebhabd, Graaf van Solms % en wel als Luitenant van des- 
zelfs Lijf-Regiment. Prins maorits bevorderde hem , in het 
Jaar 1597, na dat hij de belegering had bij gewoond, toe 
Gouverneur van Meurt. In hét Jaar 1600 was hij tegen woor* 
dig in den dag van Nieuwpoort. Vier Jaaren laater werd hij 
Gouverneur van Oostende. Doch zijn bewind aldaar was van 
korten dnur: want op den 21 Maart van dat Jaar, verloor hij 
aldaar, door een fchoot, het leven, en werd, wegens zijne 
dapperheid en Krijgskunde, van ieder zeer beklaagd* 

Zie de groot, Jaarboeken; rkyd, NederU 
Oorlogen. 



Ghoie (w.) of ghore, vermeld op de oorfpronkelijke lijit 
der zaamverjbondene Gelder fche en Hollandfche Edelen, word 
vermoed, behoord te hebben tot bet Gedacht van ohoir, 't 
welk in de XV en XVI Eeuwen vermaagfehapt was aan dia 
van croesbesk en lannats, ook wel van coir genaamd. 
Op deezen grond komt daar bij in aanmerking willkm van 
ooor, Heer van Eenrade en Schimperen , zoon van danibl 
cu maria van oije. Hij overleed in het Jaar 1572 , zonder 

B b 3 U* 



5(8 GIAM1BELLI. (FREDRIK) 

kinderen. Zijn Oeflagt is voortgeplant door zijnen neef, bbh- 
man vajt goor en anderen. 

Zie tb WATEft , bh 416. 



GiANrBiLLr, (rRBDKiR) vin Mantua , een man van een 
fnedig en vindrijk vernuft. Na zig reeds' lang te Antwerpen 
re hebben onthouden, bevond hij zig mede aldaar in het Jaar 
1584 , en dus in den tijd , dat de Hertog van pa»ma beflooten 
had , het beleg voor Antwerpen fterker voort te zetten , dan 
tot bier toe gefchied was. Terwijl men aldaar in groote vree- 
ze was voor gebrek aan mondbehoeften , floeg gianmblli een 
middel voor, om de Stad, voor een geruimen tijd , van voor* 
raad te voorzien. Men moest, volgens zijn plan, een Ge- 
nootfchap van eerlijke en getrouwe Burgers opregten, en hun 
zo veel gelds in handen [lellen , als de omflag van een bonder- 
Hen penning konde opbrengen. Deeze Burgers moesten , 
voor de penningen, in Holland en elders, op weeklijkfcbe 
levering, voor zesendertig tonnen fchats aan mondbehoeften 
koopcn, en een vierde met gereed geld, en de andere drie 
vierden over twee of drie maanden betaalen. Voorts moest 
men deesen voorraad den gegoed (te Ingezeetenen thuis zenden, 
tegen verfchot op dit pand van de penningen van inkoop , die 
sij, mee den verhoopten winst, te rug te wagten hadden, 
wanneer het Genootfcbap iets verkogt óf beval te verkoopen * 
terwijl zij , voor hunne huisgezinnen , van genoegzaamen 
voorraad van nooddruft konden verzekerd zijn. Doch dit 
ontwerp vond bij.veelen geen ingang, ais die raadzaamer oor* 
deelden, dat ieder gelast wierd, zig voor twee Jaaren van 
voorraad te voorzien. Ligt begreep men dat dit ondoenlijk 
was voor de fmalle gemeente; doch men had met voordagt 
dit verzonnen , om dezelve de Stad te doen ruimen. Maar ook 
dit vond even weinig ingang als het eerde. Inmiddels gelukte 
het parma, zijnen fchipbrug over de Schelde in gereedheid te 
brengen. De Stad werd hier door zeer benaanwd , en de voor* 
naamfte toevoer belet, tot in het volgende Jaar. Alge* 
meen begreep men in de Stad , dat het behoud van dezelve 
gcheellijk afhing van het vernielen van den brug. Van hier dat 



GIANIBELLI. (FREDRIK) 389 

elk zig bevlijtfgde om datr coe een middel uit ie vinden. 
Giahibelli, die tltoos hec hoofd vol had van nieuwe oot« 
werpen , vervaardigde eerlang een foort van Brandfchepen , 
die, co als hij zig verzekerd hield, den brug moescen doen 
in de lugt vliegen . Tien Pleiten en twee Schepen, van ailei 
behoorlijk voorzien, werden, op den 4 April, des avonds* 
naar beneden gezonden. Een der twee Schepen bereikte den 
brug niet, maar raakte onderwegen vast, fprong in de lugt 
en doodde eenSge Spaanfehe foldaaten, die in een Schans 
aan den oever lagen. Het ander Schip, voortgedreeven tot 
aan den brug, deed beter werking; het borst in (lukken, 
met zo geweldigen flag dat 'er de aarde , drie mijlen in het 
rond, van fchndde , en de Schelde haare oevers o verdroom- 
de ; waar door de Schans St. Maria en de naaste Landen 
onder water gezet werden. Oe zwaare zerk- en andere ftee* 
nen, de ijzeren bouten, nagels en fchakels, welke het 
Brandfchip uitwierp, kwetften en doodden veele Spanjaards 9 
die door den flag niet gefneuveld waren. De brug werd zeer 
zwaar befcttadigd. Parma zelf, die 'er nog kort te vooren 
op geweest was, en zig nu een boogfcboot verre van den 
Dijk bevond, werd door den flag ter aarde gefmeeten. Vijf 
honderd of meer Spanjaarden lieten daar bij het leeven, en 
onder deeze, de Markgraaf van rtsburc, de Heer van bil- 
1.1 en andere voomaame mannen. Hadden de Antwerpenaars 
kennisfe gehad van de uitwerking der Brandfchepen, waar 
van zij eerst op den derden dag daar na berigt ontvingen , 
in. welken tijd firma den brug weder deed hermaaken, 't 
geen voorts de reden was, dat de Scad met den Hertog in 
onderhandeling moest treeden, zij zouden gewisfclijk zeer 
groote voordeelen op den vijand hebben kunnen behaa. 
len. 

In het Jaar 1587 , op dien zelven tijd dat leicistee bin- 
nen AmfieJdam was, om zijn verraderlijk ontwerp ten uit- 
voer te brengen, bevond zig gianibelli, die thans als In- 
genieur in dienst der Koninginne elizabet* was. insgelijks 
alhier. Schoon hij onlangs, door de Staaten, met een Oétroi 
begiftigd was, tot het maaken van watermooiens en fontei- 
nen, verzwaarde hij, eg ter, het vermoeden, welk men tegen 

Bb 4 ui- 



390 GIDE0NSZ00W, (JAN) GÏEKERK, «u. 

lucxstkr had opgevic. 'Er wierd een man voor zijnen 
Herberg geplaatst, die agt gaf, waar hij ging, of wie ben 
kwam fpreeken. Op hec Art. van lriceste* hebben wij reeds 
gezien , dat zijne aanflagen verijdeld wierden ; dos was hier 
voor oUHiiKLLi ook niets te verrigtten een nadeele van de 
Stad. 

Zie bor ; hooft ; VaderL Hifi. VUL 
Deel. 



Gidbohszooh, (jan) een der vermaarde Zeehelden, wel- 
ke, in het Jaar 1632, door deHeeren lampsihi, waren uit- 
gerust, om de Duinkerkers allen mooglijk nadeel toe te bren- 
gen; waar in hij, nevens abiaham ulthszooit, zeer geluk* 
kig flaagde. 

Gibkbre , een der veertien Dorpen van de Friefche Griete- 
nij Tietjerkfteradeel, word, met de twee Dorpen Roedkcrk en 
Oudkerk, de Teijdwoldi genaamd, zijnde van een gefcheiden 
door de Vaart Mtrk; hebbende aan den anderen kant de Rijd, 
welke zig tot aan de Zwarte broek uitttreku Dit Dorp heeft 
zo Hemmen. 

WlNSEMIUS', BACBIEVB, A. bl. 1307. 



GiELTjESDO&r, eene Ambagtsheerlijkheid, in het Neder- 
kwartier van het Stigt, aan de Noordzijde van Nijkoop, ten 
Zuiden van 't Zuideinde van Corungen, en ten Zuidwes:en 
van Breukelen en Ni/enrodes Geregt. Het is groot 128 
morgens, en heeft 7 huizen. 

Gieisbergen, in Staatsch Braband* onder het Kwartier 
van Ootterwijk, is geen Kerkdorp, maar enkel een gehugt, 
behoorende. tot het Dorp Drunen. 'Er ftaan niet meer dan 
9 huizen. Het legt niet verre ten Noorden van den Land- 
weg, die van Laan op 7 Zonaar 'iHertogenbosch loopt. 

Bachizve, B. bh 647. 

Gjh* 



GIESSEN, GIESSENBURG. 3<>i 

Giesszn, een Vliet, die tusfchen Mijdrecht en Hardinkr 
veld in de Mery/e uiiwacerc. 

Giessen, G hi essen of g ijzen, eene Ambagtsheerlijkbeid 
en Dorp, in 't Land van Altena % tusfchen Neder* Andel en 
Rijsvijki het bevat 604 morgens en 406 roeden Lands , en 
51 huizen. Het Dorp legt een uur gaans van Woudrichem 9 
aan en binnen den Maasdijk , die aldaar veele Uiterwaarden 
of Voorland heeft. De legging is alleraangenaamst. De Kerk 
is oud en van middelbaare grootte , met een fpitzen toren. 
De Gemeente aldaar heeft een eigen Leeraar. De Jaarmarkt , 
die 'er eertijds plagt gehouden te worden, is vernietigd. Het 
.Slot der Heeren van Giesfen is afgebroken» zonder dat meu 
.weet bij welke gelegenheid. 

Giessen, was wel eer eene der Heerlijkheden, en een ge* 
deelte der uitgebreide eigendommen der Heeren van brede* 
rode, in Zuidholland, en bepaaldelijk in de Alblaifertaard. 
.Men wil dat dezelve aldaar zo uitgeftrekt waren, dat de Heer 
van brbderode, van Noordeloos af tot Dor dr egt toe, op 
zijn eigen goed kon gaan. Dit heeft fommigen aanleiding 
gegeeven om te denken , dat de Heerlijkheid Breder ode 
bier in het bijzonder moet gezogt worden, en wei met uit- 
zondering van die goederen . welke dit Geflagt in Kennemer- 
land heeft bezeeten. Maar het ij veel waarfchijnl ijker, dat 
de goederen, in Zuidholland en in Kennemerland gelee- 
gen, gezamentlijk de Heerlijkheid Brederode hebben uitge- 
maakt. Dit zegt ook johannes a leidis, wanneer hij van de 
gifte gewaagt , welke Graaf arnou* aan zijnen zoon sifrieq 
deed, waar in de goederen, aan het Water de Ciesfen gelee- 
gen , en die in Kennemerland, betden gemeld wórden. Van 
dit Water hadden de Landen van Giesfen hunnen naam. Van 
ouds waren dezelve minder verdeeld dan tegenwoordig, nu zij 
bedaan in drie onrierfcheidene Heerlijkheden: Giesfen , Ou* 
der kerk, Giesfendam en Giesfen-Nieuwkerk* 

Giessenburc, legt aan het Water de Giesfen. Het is een 
zeer oud Slot en Heerlijkheid , in Zuidholland, onder Dord* 

Bb 5 r egt, 



39* GIESSENBURG, GIESSENDAM, enz. 

regt. In het Jaar 1490 behoorde bec tan jak va* weina » 
Kniap. In het Jaar 1549 werd het gekogt, door willem van 
drineebaart, Dnrgemeestcr van Dordregt, van arend vak 
nederveen. Door huwelijk ia het gekoomen aan Jonker ja- 
cob taats van a me roncen, vin wieni Egtgenoote de ge* 
melde Burgemeester de grootvader was. Dit Slot, met dt 
Heerlijkheid, gelijk ook Noordehos y Langer ak en andere» 
maakten een gedeelte van de oude Heerlijk Breiende uit. 

Goudhoeve* 1 Holl. Chro». 



Giesjcndam, legt ten Noorden vtn Molenaarsgraaf, en 
flrekt ztg Zuidwaarts heenen langs Gietfen Ouderkerk, ten 
Ooften tot aan de Merwe 9 waar in het met een haven uit- 
loopt; ten Westen paalt het aan Slijdregt, en beeft zijne* 
naam van een Dam , die tn de Gietfen gelegd is. 

Giessen nieuvkerk, is een Hooge en Vrije Heerlijkheid, 
waar van Vrij heer is, Jonkbeer johan daniel, Baron d'A» 
blaing. 

Giessen oud: r kerk en giessendabc, werden, in het Jaar 
138a, als twee bijzondere Heerlijkheden, van één gefcheiden, 
volgens overeenkomst tuslchen Heere otto yi* areel en 
'Heer willem van brederode. Reiden mogten, elk in zijn 
Ambagt, een Schout zetten en Dingfteden leggen waar zij 
wilden; doch de Ambagten zonden» ten aanzien van bet Pol- 
derbeflier en het gebruik der Kerke, gemeenfehap blijven hou* 
den. De Morgentalen deezer Ambagten worden te zamen, 
in de Quohleren der Verpondingen, begroot op 1879 morgens 
Lands., en gefield op 208 buizen. 

Giessen ouderkerk, paalt, ten Oosten, aan Veurfum % 
ten Zuiden aan Ciesfen Nieuwkerk en Hardinhveld; het heeft 
Giesfendam ten Westen, en Blokland ten Noorden. Het 
Dorp ligt ren Noorden van de Gietfen , tegen over het Huis 
Gicsfenburg. De Kerk, die een vierkanten toren met een 

fpita 



GIETEN, GIETHORNE, ent. m 

fpits heeft, is redelijk groot, doch vervallen. De Ambagts- 
heer is de Heer joh. hofman. Drost en Dijkgraaf van 
Leerdam. 

Gieten, een Dorp in 't Landfchap Drenthe, onder het 
Dingfpe! Oost er moer % aan den geneenen rijd weg, rasfchen 
Groningen en Roeverden* 

Gjetjiobne, kortbeidshalven Gieteren, een groot en volk- 
rijk Dorp in Overijsfel, onder het Kwartier van Vollenhove % 
anderhalf uur gaans van Blokzijl. De Inwoocders aldaar heb* 
ben hun voornaam fl e bedaan van de Veen en. De Griften en 
Slooten, door welke de daar bewerkte Turf word aangevoerd, 
doorfnijden het Dorp aan verfcheidene plaatzen, en loopen 
Westwaarts aan , daar zij famen vloeien in een klein Meir, 
b*t Gieter fche Meir genaamd ; van daar word de Turf verder 
door de Sluizen van Blokzijl Zuidwaarts gevoerd. Uit dit 
Meir loopt insgelijks een Kanaal naar de Zwarte Sluis , al* 
waar bet met het Zwarte Water zig vereenigt, het welk de 
Arenbergfche Grift genaamd word» In dit Dorp , dat zig zeer 
verre in de lengte uitftrekt, en in de Noord- en Zuidzijde on- 
deTfcheiden word, woonen zeer veele Doopsgezinden, die al. 
daar twee Kerken hebben , en door zes Leeraaren bediend 
worden» 

Bachiene, B. bl. u& 



G ir fi anus, Chobzrtus) of eigenlijk van gifpes, was van 
geboorte van B uuren , en een zeer Geleerd Taal- en Oordeel* 
kundige. Zijne eerfte jeugd fleet bij in Frankrijk. Te Qr* 
kans ftigtte bij de Boekzaal der Duitfchers. Vervolgens werd 
hij Hoogleeraar in de Zedeknnde te Straatsburg , en daar na 
in de Staatkunde en de Rechten. Van daar werd hij , in het 
Jaar 1583, beroepen naar Altorf> en eindelijk te Ingol/lad, 
alwaar hij, ged uuren de 15 Jaaren, zijn verblijf hield. In de 
laaide Stad vertiet hij den Hervormden Godsdienst, en om- 
helsde dien der Roomsengezinden. Hij werd daar na Raad van 
Keizer rüdolf pen II) en fleet het overige van zijn leven te 

Praag, 



4<n GIFFE, GILDEN. 

Praag , tot in bec Jaar 1604. Hij heeft veel-* gefchreefto, 
en naar het oordeel van temsier en sweertiüs, zeer befdiei- 
den , fcboon lambinus en doüza hevig tegen hem hebben 
uitgevaaren. 

Giffe of oiffsv, een Dorp in de Meijerij van dai 

Bosch. 

Git der of gulden, is een foort van broederfchap of ft- 
men voeging van Handwerkslieden of Handelaars. Kiliaan 
aegt, dat Gulden of Gilden, is een Societas Qmtributiênum , 
Cortubernium , en een Gilden der Ambagten , een Collegium 
Opificum De tijd van derzelver oprigting is zo ond » 
dat dezelve niet naauwkeurig kan bepaald worden. Bij dé 
Befchrljvlng der Steden, door ons reeds vermeld, hebben wij 
derzelver getal en ieder Gild afzonderlijk genoemd. Ooï 
hebben wij gezien, dat ze, op fommige plaatzen , deel aan de 
Regeering hebben, inzonderheid te Dor dregt. Ieder GBd 
maakt op zig zelven , in de meeste Steden , een bijzondere 
huislijke Regeering uit** Aldns hebben zij een Deken, drie 
of vier OverÜeden, of Hoofdmannen , die meest al Jaarlijks, 
op gezette dagen, veranderen, naar inhoud der Gildekeurcn, 
en wel meest al op den vierdag van den Patroon , of zoge. 
naamden Heilige, bij ieder Gild, in oude tijden, daar toe 
gekoozen. De voornaamfte Heiligen, als mede de namen 
der Gilden , ieder van welke in de Kerken vóór de tijden der 
Hervorminge, een Kapel en Altaar had, en aan welke jaarlijks 
geofferd werd, waren deeze: noach, of het Wijnkooptrs GiU 
de; st. jan of st franciscus, het Kleeremakers Gilde; st. 
Babbera, of Melzelaars Gilde; st. joseph, of Ewouts Gil- 
de, waar onder behooren de Timmerlieden, Schrijnwerkers 
en Wielmaakers; st. Oderts» of Bakkers Gilde; sr. P« # 
tehs, of Fisverkoopers Gilde; st. anthohis, of Pleeschhou* 
wen Gilde; st. xicöl aas, of Lakenkoopers Gilde; de klei- 
»R ST NICOLaas daar onder de Kruideniers, enz. 
. Adams, of Tuinmans Gilde; Cosmi eu Damiaans Confre* 
t ie; Chirurgijns Gilde; st. iücas, bet Schilders Gilde; st. 
eloy , het Goud en Zilver fmits Gild , enz. st. crjspyi» » 

bet 



GÏLDEW. - ï9$ 



fcet Schoenmaakers Gilde * st. franckcüs, bet Knêepe 
kers Gilde* st. marcus, het Kuipers Gilde \ st. jacow, het 
lloedemaakers Gilde \ st. chbistoffzl , het Tappers Gilde* 
-st. valentyns, waar onder, bebalven de Schippers, hehoo- 
ren Huurkoetziers . Voerlieden , enz. Behaiven deeze vind 
men eene menigte anderen, in deeze en geene Steden. Boven 
•faebben wij gezegd 9 dat de Gilden , als te Dordrecht , deel 
hebben aan de Regeering. Met meer regt mogt dit gezeid 
worden vóór het Jaar 1582. Want in het Jaar 15S1 , op den 
23 Maart , namen de Staaten van Holland , vrijwillig, eene 
ïlcfolutie , behelzende: „ dat voortaan geene Steden , over 
*, geoneene 'sLands zaaken raadplegen zouden , met eenfge 
99 best gefiaatften Schutterijen , Gilden of anderen , gelijk 
„ door fomnrigen voorheen wel gcfchied was; ten ware met 
<,, voorgegaane gemeene bewilliging der Staaten." Onze voor- 
vaderen vonden in dien tijd goed , dit zig te laaten 
welgevallen. In Amflcldam, egter, bekreunde de Burgerva- 
der c. p. hooft zig weinig aan die Refolutie. Want toen 
, men , in het Jaar 1582 , de opdragt der Graaflijkheid aan 
Prinfe willem den I. met geweld wilde doordrijven , ver- 
klaarde die edele Voorflander van 's volks belangen , daar in 
niet te kunnen bewilligen, voor dat men de Gilden en 
Schutterijen daar over geraadpleegd had. Men ziet hier uit, 
koe het raadpleegen der Gilden bij bijzondere gelegenhe- 
den , wel degelijk, in vroegere tijden, in aanmerking geko- 
men is. 

Gildenburg , h een zeer fterk Kasteel of fteenen toren aan 
de Vaart , of Vreeswijk <, geweest, geen twee uuren van U- 
t recht , aan de Lek geleegen, tegen over Pinnen ; gemaakt 
tot befchuttinge der Sluizen aan de Lek en aan de Vaart , 
tegen de vijanden van het Stigt. Deeze fterkte wierd Gil- 
denburg genaamd, om dat ze op eigen kosten van de Gilden 
der Timmerlieden, Volders, en andere binnen Utrecht , om. 

trenc 



^ GILDENBURO. 



f rent het Jaar 1373 gebouwd was. Gysbert , Heer va» 
Vianen 9 kon deeze bril op zijnen neuze niet dulden, kliagdft 
«laar in 't heimelijk over aan Hertog albert van Beijeren^ 
toen, wegens de krankzinnigheid zijns broeders Granve Wil- 
lem , Voogd , naderhand Graave van Holland en Zeeland \ 
maakte hem wijs, dat dit Kasteel tot nadeel van de Graafl ijk- 
heid van Holland gebouwd was ; als gezet in het Ambagt en 
Gebied van Vreeswijk ; welke plaats (zcide hij) niet den 
Bisfchop , noch het Stigt , maar Holland wettig toekwam. 
Die van Dor dr egt meenden ook dat de Sluis, bij *t gedagte 
Vreeswijk , ten nadeele hunner Stad was gelegt , en vielen 
.derhalven den Heere van Vianen toe. Daar op volgde dat 
de Hollanden met eene zeer groote magt voor Gildenburg 
}n het Jaar 1374 kwamen. Daar binnen lagen als Kapiteins 
wegens het stigt , pieter dool , en arejud prays , die met 
bun volk eenen uitval deeden , en veel© Hollanders verfloe^ 
gen. Heer gysbert van nieuwenroode werd 'er zwaar ge- 
wond ; ^eer willem van naaldwyk , Marfchalk van HoL 
f and, Heer willem van geervliet , en meer andere voof- 
paarae perfooncn wierden gevangen. Hertog albert regtte 
twee groote ftorm - of fehiettorens op ,' den eenen aan den 
pever van dp Lek bij Vianen , den anderen beneden den 
Dijk van die Stad , daar hij Gildenburg zeer mede befetav 
digde. De Hollanders deeden 'er vreeslijke aanvallen op 9 
jnct allerlei Krijgsgeyaarten , met fteenfehieters , en andere 
zwaare Krijgswerktuigen : maar daartegen verweerden zig ds 
belegerden dapper, en fchooten een hunner groote gevaarten 
piet zwaare (lu^kogels (wanc, zegt matthaeus vossius, hec 
buskruid was toen al in gebruik , enz. ) om verre. Middfr- 
Jerwijl viel arnaup van uqorn , Bisfchop van Utrecht, 
bij 'Awamnerdam in Holland ', fleepte al dat hem voorkwam 
gevangen medp , nevens eenen grooten roof naar Ut f echt. 
JSa eer.e masndelijke belegeringe moesten die van binnen voor 
! tï c W<rf4 buigen, en gaven zig op goede voorwaarden over, 

8* 



GILDENBURG. 397 



De bewaaring vin het veroverde Gildenburg werd Meere oys 
bert van Wanen aanbevoolen ; maar hij bleef 'er niet lang 
meester van. Dat albecit , door eene zwaare en tangduurige 
belêgeringe, die daar bij zeer kostelijk was, gewonnen had» 
k reegen de Stigtfchen mee weinig moeite, en in eenen 
korten tijd weder in hun geweld. Op &• Timotheas en St. 
Symphoniaani nagt kwameu zij met eenen hoop volks in alle 
ftilheid aan het Kafteel; beftormden het eenen geheelen dag 
en nagt lang, met groote dapperheid en geweld» fchooten 
*er ook het vnur in, waar door de bezetting zig genoodzaakt 
vond, bet nog in 't zelfde Jaar weder over te geeven. Ter- 
wijl dit gefchiedde , trok Bisfchop abend van hoorn 't 
Graaflchap Holland in , daar hij groote fchade deed , inzon- 
derheid aan die van Naarden * ook nam hij Oudewater met 
geweld in, en gaf de Stad aan zijn volk ten beste. Albert 
ftelde eene bedriegelijke vredehandeling met die van Utrecht 
aan, om hen op te houden, tot dat hij een groot Leger 
badde bij een gebragt , om het Stigt dan op 9 t onvoorzienfte 
te overvallen: maar zij ontdekten het, fchoon bijna te laat, 
en maakten ter verweeringe goeden toeftel. Bij Gildenburg 
kwamen de twee Legers den anderen in bet gezigt : albc&t 
lag op geéne zijde van de Lek. aan den Viaanjchen kant; 
de Utrecht fchen aan deezen kant, die, Gildenburg wel bezet 
latende, naar huis keerden: want albert durfde zijne tanden 
niet waagen, om dien harden noot te kiaaken; maar ging 
ever de Lek 9 en nam het Huis te Wu/verhorst met beftor. 
minge in; veroverde ook het Slot Heemftede met verdrag $ 
maar het Huis te Her melen geplonderd hebbende, liet hij het 
in kooien leggen. Daar tegen deden de Stigtfchen geen min* 
der fchade in Holland. Dit duurde over en weder, tot dat 
'er, in 't Jaar 1375, een vjedeverdrag beraamd werd ('waar bij 
«Me van Utrecht aau Hertog albert, voor geleeden fchade, 
zonden geeven 4000, anderen zeggen 3000 oude Schilden; 
daar tegen zou de Heerlijkheid Freeswijk, of de Paart , ten 
eeuwigen dage aan St. Marten , of de Kerke van Utrecht 
blijven, indien de Bisfchop en nog zeven eerlijke mannen 
wilden z weeren, dat die plaats aan het Stigt behoorde, en 
nooit Hollandsch geweest was. Toen aj nu gereed waren 

om 



3o8 GILDENBURG , GILLEYELA. 

om den eed te doen, hield zïg Hertog albezt daar mede te 
vreden , en gaf tan Bisfchop hemd goede gezegelde brie* 
ven* dat hij vtn Vreewijk afftond, en de meergedagte Heer* 
lijkheid aan Utrecht in eigendom behoorde. Zie voorts wees* 
wye. 

Gillevela. De hoogaanzienlijke Heer anspzidus, of ah- 
fridus, en zijne huisvrouw ui sewtdis, of hilsowois, heb- 
ben, onder de Keireren, ó\e on o's genaamd zijn geweest, 
door huwelijk vereen igd bijna alle de Landen tusfehen de Lei 
en de Schelde , van de Boven- Betuwe af tot aan de grenzen 
van de Graaven , die lang daar na Graaven van Holland gcr 
naarod zijn. Van. het Land van Tet sterband fpreekt hij zelf 
in verfchiide Handvesten. Van Braband getuigt zulks sige- 
bertus gemikiacensis, als daar is het Land van Rije B van 
Huij % en van Leuven; gelijk blijkt uit het verhaal van zijn 
leven. Van het Land van Strijen, dat rilsoxois voor hu- 
weïijksgoed gehad heeft, fpreekt zij zelve in eenen brief» ge- 
fchrecven te Thoorn (dit is een Jufferen-Klooster,' digt bij den 
flinker oever van de Maat, tegen over het Eiland Suvem- 
weerd % geftigt door anfridus, ter gunde van zijne dogter be % 
üedicta) op den eerften dag van JuoiJ in den Jaare 992 1 
wanneer zij, met goedvinden vau haaren min, nu ar haar af. 
fcheid van de wereld genoomen had, gelijk men (preekt, en 
zulks vóór h:m, als die in het Jaar 994., wanneer hij de Bra- 
btmdfehe rovers fonder gebragt had, eerst van Veldoverfte , 
Bisfchop van Utrecht geworden is , zijnde de agtiende in or- 
der, volgens een oud Schrijver van zijn leven, die een Mon- 
nik vnn st. paulus te Utrecht is geweest. In deezen brief 
word de Iloftlede Cillcijela, met meer andere plaat zen van 
het Graat fchap Strijen , gefchonken aan de Kerke van het 
Kioouer van Thornc (thans Thoorn.) Dewijl nu deeze Hofftede 
geltegen heelt in het Land vau Strijen , gelijk hij fpreekt, 
k»n men rauwelijks twijffelen, of daar mede word gemeent 
Gille/en , het welk nog hedendaags een Dorp is in de Baronnie 
van Breda , het geen weleer een gedeelte was van het Graaf. 
fchap Strijen , leggende twee gemeene Duitfche mijlen en een 
vierde van de Stad zelve» naar het Noord-Noordwesten. 

Gil- 



GILLIS, (JACOB) 39» 



Gillis, (jacob) een der verdien ftelijkfte Staatsmannen vin 
deeze Eeuw, bekleedde, in het Jaar 1742, het Ampt van 
PenGonai-is der Stad Haarlem. Hij werd, in die waardig- 
heid, door de Staaten van Holland, benoemd als een der 
Leden , welke men beflooten bad naar D*r dregt en den Brtel 
te zenden, mee oogmerk, om die twee Steden te doen Hem* 
men in den onderfland van twintig duizend man, ten behoe* 
ve van de Koningin van Hongarijen. Het vertoog door dt 
bezending 9 in de vergadering van den Oud-Raad te Dêrdregt m 
ingebragt, was zeer uitvoerig. Dordrtgt verklaarde, niet on* 
geneegen ie zijn, om aan de verbintenis^ met de Koninginue 
te voldoen, maar betuigde, den onderftand liever in geld, 
xian in manfcbap te willen verieenen. De Stad kwam wel eenig- 
zins aan de hand; doch bleef protefteeren tegen het befluit» 
dat door de meerderheid genomen werd. 

Na dat, in het Jaar 1744, de eerfte Griffier der Aigemeene 
Staaten, Mr. fbancois fagbl, omzijn ontflag van dac gewig- 
tig Ampt verzogt en het zelve bekoomen had , en zijn neef, 
de tweede Griffier, de Heer Mr. hendrik fagjsl, daar toe 
was aangeüeld , werd de Heer gillis tot tweeden Griffier aan- 
gefield. De Graaf van wassenaa* werd, in *t Jaar 1746*, 
ten tweedemaaie naar Frankrijk gezonden , om alle verwijde* 
jring met dat Hof voor ie koomen, en de gekrenkte vriend* 
fchap te herftellen. Terftond na zijne aankomst, In de maand 
Februarij , maakte zijne Excellentie eenen aanvang van de on- 
derhandelingen , met den Markgraaf ö'argbhsojt, en gaf aan 
H. H. Mog. kennis , dat hij dien Minister en den Koning zee- 
ven niet ongeneegen tot den vrede gevonden had , en dat hij 
iioopte, dat 'er met vrugt iets zou konncn verrigt worden» 
De Aigemeene Staaten, wel bewust dat alles aldaar met het 
trfterfte geheim moest behandeld worden, beflooten, op hel 
verzoek, door den Heer van wassewaae, vóór zijn vertrek: 
gedaan, hem een tweeden Staatsdienaar toe te voegen, met wleo 
hij 'zou konnen raadpleegen en de zaaken overleggen. Hier 
10e werd de Heer jacob gillis benoemd. Reeds op den iS 
April bevond hij zig te Parijs. Het vertrek des Konings naar 
het Leger noodzaakte dié' Heeren zijne MajeOeit te volgen» 
Zij begaven zig eerst naar Brusfel> toen naar Mithekn e» 

XV JU. wi.. Ci *n$* 



I 



4 c» GILLIS. (JACOB) 



Antwerpen , en eindelijk t na dat de Koning liet Leger ver- 
laaten had, wederom ncar tarijs. Op alle deeie ptatzea 
handelden zij voornamelijk met den Heer d'aiginson en den 
Abt di la vtllk, die nit Holland te rog gekeerd was. Zij 
bragten, onder anderen, te wege; dat bet Aagten der verover 
de plaatzen in de Nederlanden % waar mede de Frmnfchen 
reeds een begin gemaakt badden, voor eerst geftaakt, en de 
franfehe wapenen, gednurende den gantfchen veldtogt, niet 
gebragc zouden worden op den bodem van den Staat. 

Doch het werk der bevrediging, het groote oogmerk deecer 
-bezendinge, vorderde luttel. De Staaten beoogden, ia dee- 
ze handeling, In de eerde plaats het meeste voordeel van hnn 
Gemeenebest , en daar na dat van hunne Bondgenooten , bij- 
zonderlijk van Groot-Brittanje ; met welk Rijk (wiens verra- 
derlijke oogmerken , om de bekende Staatsverwisfeling te be- 
werken , zij niet fcheenen te* bemerken) wij toen op het 
naauwst verbonden waren. Frankrijk had eene algemeece 
bijeenkomst voorgeflaagen , ter bevordering van den vrede. 
Maar in den Haag was men te regt van begrip , dat die bijeen- 
komst vrugteloos zoude zijn , Indien niet vooraf eenige pun- 
ten werden vastgefteld, die tot een grondflag der handelhxge 
op de bijeenkomst konden (trekken. De meeste gefprekken 
der Heeren vak wassenaar en gillis, met de Franfehe 
Staatsdienaars, liepen over deeze punten, en men gaf van al- 
les kennis daar het behoorde. Eindelijk werd ft er beflooten tot 
het houden van eene bijeenkomst van de Staatsdienaars der drie 
Mogendheden, en Breda als de plaats daar toe benoemd. 
Laat ons zien, wat aldaar verhandeld werd. Vooraf moeten wij 
melden , dat zints het overlijden van den Raadpenfionaris vak 
jdrr Htm, dat Ainpt, reeds zedert eenigen tijd, door den 
eerften Secretaris der Staaten, Mr. willim buis, waatgenoo- 
men zijnde» met den dood van ?an der brim, het zelve, 
bij voorraad, bekleed werd door den Heer adabc adriaan 
van der duin, Vrijheer van V Gravenmoer. Op den negen- 
den van de maand September van het Jaar 1746, werd de Heer 
jacob gillis tot dit gewigtlg Ampt verkooren. Hij maakte 
veele bedenklijkbeden, om dien post te aanvaarden, vooral 
in die zorglijke tijdsomttandigheid. Men vond hierom .geraa- 

den t 



GILLIS. (JACOB) 4 oi 



den , de waardigheid van Thefaurier Generaal van Holland* 
op eene wedde van vier duizend guldens , hem toe te le^- 
fien, boven eene diergelijke wedde als Oud-Raadpenfionaris* 
welke ook zijnen voorzaat toegeleid was , in geval hij , teil 
«enigen tijde, befiuiten moge, zig van 't RaadpenfionarisCchap 
te ontdoen. Ook voegde men hier bij, het voorregt, om* 
ten allen tijde , in 't Kollegie van Gecommitteerde Raadcn te 
Terfchijnen en raadgeevende Hem te hebben , mitsgaders te* 
-vergadering van Holland , en ter Algemeene Staatsvergaderin- 
ge. Door alle deeze voorregten en voordeden overgehaald 
zijnde , aanvaardde hij dien post , en werd , op den 23 Sep- 
tember, beëedigd* en ook, ten zelven dage, als Penfionaris 
van de Ridderfchap voorgedragen* 

Thans tot de onderhandel inge te Breda te rug keerende* 
dient vooraf gezegd te worden , welke Gevolmagtigden daaf 
toe benoemd waren* Van wegen Frankrijk verfcheen aldaar 
de Markgraaf van puisieux , de Graaf van sandwich we-- 
gens Groot- brittanje , en van wegen de Staaten de Graaf 
Van wassenaar , Heer van Twikkelo , en de Raadpenfionari* 
gillis* De Staatfche Gemagtigden vervoegden zig vroegtij- 
dig te Breda , doch de anderen verfchenen 'er niet voor heé 
einde van de maand September. Reeds in den aanvang wer« 
den de handelingen geftremd , doordien de Engelfchen bfr» 
geerden (enkel om tijd te winnen) dat ook Gevolmagtigden 
van de Hoven v?.n IVeenen eö Turin daar bij zouden wor» 
den toegelaaten* Spanje begeerde mede daar bij tegenwoor-» 
dig te zijn» Door dit aile< deeden de Engelfchen duidelijk 
zien » dat zij den vrede niet begeerden*. En geen wonder* 
Hun Plan, om willem den IV tot de Stadhouderlijke waar», 
digheid te doen bevorderen 4 zou als dan geen voortgang ge* 
hau hebben. De Fran/chen, die meer tot den vrede geneigd 
waren , zogten de Staat [enen , in verfcheiderie bijzondere 
gefprekken , fm?ak te doen krijgen in een afzonderlijk ver- 
drag , waar in zij beloofden dat de belangen der Bondgenoo- 
ten zouden geregeld worden. Tot ongeluk van de Repu* 
bliek , handelden de Staaten al te eerlijk , door van al hes 
verhandelde der Engelfchen kennis te goeven f doch ook te 

Cc 4 & : 



40* GILLK. (JACOB} 



gelijk van het gevaar , waar in de Staat zig bevond , fa- 
dien Frankrijk , in den aanflaanden Veldtogt , dien zdven 
voortgang: maakte als voorheen en nieuwe overwinningen be- 
haalde. 

In deezen: roetend van zaaken kwam de Raadpenfionarti 
«llis van Breda in den Haag, om aan de Gemagtigden toe 
de geheime zaaken verflag te doen van den ftaat der hande- 
lingen. Hij ver:oefde in 's Rage tot den 18 April van fier 
Jaar 1747 . den dag na dö overlevering der verklaaring de» 
Itonings van Frankrijk. Hij keerde terffond daar op weder 
naar Breda* Op den 20* van die maand werden , tusfclieur 
den Heer dit theil en de Staatfche Gevoltnagtigden , dew 
Graaf van wassenaar en den Raadpenffonaris gillis, eenï- 
ge punw» van eenen aigemeenen vrede op het papier ge- 
bragt, die, fchoon ongeteekend , ter wederzijde verzonden» 
en ook aan* de Engel/ chen ter hand gefield werden; In de» 
Haag kreeg 'er niemand keimis van r betialven de Gemagrig- 
den tot de geheime zaaken. De verklaarihg, die wij 20 even 
aeiden door Frankrijk gedaan te zijn, was niet gefchied, of 
«enige Franfche Knegten vertoonden zig op het grondgebied 
der Staaten, en deeden den inval itr Staats Vlaanderen, bij- 
zonder in 't Land van Kadzand ; veroverende , zo als be- 
kend is, al waar zij overkwamen. Dit alles ftrekte om <b& 
oogmerken van Engeland te bevorderen*. De verkiezing 
van willem den IV tot Stadhouder , volgde kort daar 
©p. Sommigen verzuimden , ten deezen tijde niet , eerlij- 
ke en getrouwe Regenten te belasteren , als of zij het 
voorneemen gefmeed hadden , om een verdrag van onzij- 
digheid met Frankrijk aan te gaan - ,- en den Koning Ssaatt 
Vlamdtren , tot een onderpand , voor de nakominge vanr 
zulks een verdrag , over te geeven. De fleer Raadpen-* 
ftonaris giliis , als een der Gevolmagtigden te Breda , werdf 
in 't bijzonder bcfciluidigd , als of hij in zodanig. verdrag dfc 
hand gehad had; Hij was onlnngs van Breda in den Haag 
te rug gekoomen , en hield *ig zo zeer gebelgd*, over hec 
geen ten zijnen nndeele verfpreid werd, dat hij gaarne bewfl- 
fijjde, om niet alleen ^ gelijk te vooren gefchied wös, aan * 






LXIX. 



***f*H wrr Marf.i 




i ^-^w^ «aivAKmmF*.,, %%-*&* r/y'- '*<'>>«* 




" ' -vW, 



"* «'»^W««V4^*S I1 ?KV. 7^/,,,/- y^. 



GILLIS. (JACOB) 4 o 3 



Geraagtlgden tot de heimelijke onderhandelingen, maar aan 
de volle vergadering der Atgemeene Statten, verfltg te doen 
van het geen 9 er tot hier toe te Breaa gehandeld was. 

Hij verfcheen dan den 28 April in de vergadering der Al* 

gemeene Sraaten, en verklaarde aldaar „ Dat 'er nog nim- 

„ uier te Breda getreeden was, in htt geene het wezen ee. 

„ ner vredehandeling uitmaakte; dat de oorzaak hier van 

„ was het verfchil, welk zig in 't begin der bijeenkomfte 

„ had opgedaan , over de toelaating der Staatsdienaren van 

„ de l loven van Weenen en Turin i en nog een ander ver- 

„ fchil, naderhand ontftaan , over de trelaating van den Heere 

9, ds macanaz, Staatsdienaar van den Koning van Spanje 

„ die eindelijk geprotegeerd had tegen alles, wat buiten hem 

„ zou verhandeld worden; met verklaaring» dat hij zig niet 

i, wilde kanten tegen de toelaating der Staatsdieoaaren van 

„ de Hoven van JVeenen en Turin : welk verfchil tot nog 

i, toe onbeflist gebleeven was, om dat de Gevolmagtigde van 

„ Frankrijk geen last had om in die toelaatinge te bewilligen. 

„ Dat hij Raadpenfionaris iaatftelijk een keer doende naar 

„ Breda , onderregt was geworden, dat de Heer de maca- 

„ kaz in die week befcheid verwagtte met een Courier, we- 

m gens 't gemelde ge fchil; dat hij hier na vier of vijf dagen 

„ vergeefsch getoefd hebbende, in 't affcheid neemen van 

„ den Heere de macanaz verdaan had, dat hij geen Cou» 

„ rier te gemoet zag. Dat fchoon 'er, tot hier toe, nog 

„ geene eigenlijke onderhandelingen gehouden waren te Bre» 

„ da , men egter wel eenige bijzondere ge fp rek ken gevoerd 

„had over 't werk der vrede, zo met de Staatsdienaars der 

>, Bondgenooten , als met die van Frankrijk en Spanje , met 

„ oogmerk om dezelven gemakkelijker te maaken , tegen dat 

„ de eigenlijke onderhandelingen zouden aangevangen wor> 

„ den , doch dat deeze gefprekken nergens op hadden gezien , 

„ dan op eene algemeene bevrediging , en dat de Gevolmag- 

„ tigden van deezen Staat zig nimmer hadden ingelaaten , in 

» eenige onderhandelingen over eene bijzondere vrede met de 

„Staaten alleen, noch over eene Neutraliteit voor de Repu- 

„ bliek; Dat hij Raadpenfionaris 9 hierom voor eene eerhoze 

„ lastering hield, het geene alomme verfpreid werd 9 als of 

C c 3 w * 



1*4 GILLIS. (JACOB) 



• 4* inval éhr Franfcbee *p dê* Staatfcfcen bodem gefd&U *+ 

» f** VOLOIH8 AFSHLAAff, lil OM ÜAAft DOOR XULK 11» 
j» VBIDB Of H1UTRALITKIT f B BBVORDEBEN." 

De Algemeen* Statten , den Rsidpenfiontris gehoord heb- 
bende, betuigden genoegen te neeroen, ia 't geen* doof bem 
vtfrlgt was, en beflooten te weege te bsengen, dat door de 
Statten Tan Holland 9 onderzoek gedaan werd €>p de tmftroot- 
jers van snlke kwaadaartlge gerugten, op dat dezelve In regtet 
souden konnen vervolgd worden. 

De gedtigte Staatsomwenteling , die In Holland en andere 
Gewesten plaats had, was teftnt oorzaak dat de onderhande- 
lingen te Breda werden afgebrookeó. In de maand Febrntrif 
des Jaars 1748 leverden de Heeren vah wassenaar en oaus, 
ter Algemeene Staatsvergadering, een verbaal over van het 
feene tij te Breda gehandeld hadden. Het gemeen , welk bij 
eenhoudenheid , van het fchreenwen van On*»/*****», de Logt 
deed weergalmen, raakte» zo als bekend is, in dat zelve Jaar 
san bet Woeden tegen de Pagters, Na dat die dolheid in Vftr- 
ge huren rol had nirgefpeeld , ja zelfs gednnrende de p/onde- 
itag, mren 'er briefjes geftrooid, waar bij het volk voor de 
huizen van den Raadpenfionaris gillis en den f hal vak 
wbsblb genodigd wierd. Men verftoutte zig , die beide Hce 
itn voor Landsdieven uit te maaken, en beibboldigde hun, 
als of zij veele duizenden van de Pagters getrokken hadden. 
De Raadpenfionaris verzuimde niet , den Staaren 'er tennis 
van te geeven. Decze, die reeds te vooren hun uitcrfte 
genoegen over zijn gedrag betoond hadden, vernamen wcc 
verontwaardiging den laster, tegen hem uitgebraakt, en verklaar- 
den, op raad van den Stadhouder, dat zij die beide Heeren 
In hunne bijzondere befcherming namen, en hunne perfoonen, 
huizen en goederen kost en (chadeloos zouden houden, beJoc- 
vende daarenboven een premie van 10,000 guldens aan dea 
ontdekker van de Schrijvers, Drukkers en Verfpreiders dier 
Lasterfchrlften. 

Onasmgezien de verandering in de Regeering, die hier et 
elders, gedfcurende de verheffing van willbm dsn IV, wu 
voorgevallen, had de Raadpenfionaris gillis zijn Aaopt be- 
houden. Doch In het begin van de maand Maij des J*" s 

174P 



fciLUS, (JAC06) ClLfltf, (GÉOllGË) en*. W 

i i' 

i749 werd hij te raade, zig van het zelve te ontflaan. Hij 
behield den titel van Thefaurier Generaal van Holland , op 
eene wedde van 4000 guldens, benevens eene gelijke fommt 
als Oud-Raadpenfionaris, volgens belofte, hem te vooren 
gedaan; doch van de zitting in de Hooge Vergaderingen, 
hem mede beloofd , vond men du geraaden hem te ontheffen* 
In den gewigtigen post van Raadpenfionaris werd hij vervan- 
gen, door den Heer pieter stem, Regeerend Burgemeester 
Van Haarlem. 

Op den 10 vort de maand September des Jaars 1765, 
overleed gillis, op zijne Hofftede, niet verre van *$Gra+ 
venhagen. 's Mans afbeeldzel vind men in 't XX Deel der 
Vaderlandfche Hiftorie* 

Gilpin, (georoe) was een der gcenen, die in het Jaaf 
1600, van wegen Koninginne elizabet, zitting had in den 
Raad van Staaten, en zig, op dien tijd, fterk beijverde, 
mee en benevens den Agent karon, om den Raad van Staa- 
ten, en zelfs de overige Gewesten, tot eendragt te verman- 
nen , en zig met Prins maürits te bevredigen. TiVee Jaaren 
faater was hij een der Afgevaardigden, die naar Embden g^ 
zonden werden, om de gefchillen met Graaf ewno te be* 
flisfen» 

Zie Faderk Hifi. IX« Öeel, bh 88 ett 
* 124. 



Gilsê, of gilst en gilzeK, een der Dorpen in de Ba* 
tonnie van Breda , leggende 3 uuren gaans ten Zuidoosten 
Van Breda, te midden in de Heiden, op een droogen en 
fchraalen grond» De Kerk, aan sT« pieter toegewijd, was, 
in vroegere tijden , Hoofd- of Moederkerk van verfcheide an- 
dere Kerken, die naderhand daar van zijn afgefcheiden. He- 
den word dezelve door één Predikant bedient* Als eene 
bijzonderheid van dit Dorp heeft men aan te merken, dat 
men, behalven den Regtbank, die in naam van den Baron 
van Breda gefpannen word, 'er nog eenen anderen heeft, 
dien der Abtdisfe van Thorn of T hoorn. Deez* Regtbank # 

Cc 4 die 



1 



4«ff GILSE, o* GILST, GlMtflG, (tl.) ent," * 

die den naam van het Ouden Hof voert , word gelpannen i* 
naam van de genadige Vrouw van Tkorn 9 en beftaat uit een 
Schout, die den naam van Meyer heeft, en zeven Schepe- 
nen, die aldaar Laaten genaamd worden, waarvan 'er drie uit 
Giffen, twee uit Ooittrhout , één uit Ginneken en één uit het 
Haagje , of bij aldien aldaar geene voorwerpen zijn , uit Rijt* 
Bergen , door den Schout gekooren worden. Tweemaal *s Jaars 
houden de Leden van dh Gercgt , binnen Giffen , hunne Ver- 
gaderingen, om uitfpraak te doen over de gefchillen, welke 
over de Abtdij-goe Jeren vallen konnen. Ook Is 'er , in naam 
van de Abtdisfe, een Rentmeester, wieiï de befturing der 
goederen is toebctrouwd. 

Bachiene; B. bl. 773. enz. 



GiMNitf, (H.) een Patroon- tekenaar te Haarlem f en, fit 
het Jaar 1747* een van de voornaamfce Doeliuen te Aa/Ier 
dam. Zie zijn gehouden gedrag op 't Art. Amsterdam. 

Ginderdoor, een Buurt onder de Heerlijkheid van Lies* 
hout f eene der Heerlijkheden van Peelland. 

Ginkel, een Biuirtfchap, in 't Laadfchap van de Vefowe, 
in den omtrek van het Dorp Ecde. Het oud en aanzienlijk Ge- 
flacht van ginkel heeft daarvan zijnen naam ontleend. 

Ginkel, eene Heerlijkheid, in 't Sticht van Utrecht , tps- 
fchen Amerongen en Rinswoude gelegen, onder de Heerlijk 
heid Leerfum, 

Ginkel; (Baron van) zie athlone. 

Ginneke, een der Dorpen der Baronnie van "Breda, tiet* 
bende eene Kerk en Predikanr. 

Giselinüs, (Viftor) gebooren te Zavtvoort^ ïn F/aand* 
ren 9 in het Jaar 1549, was een voortreffelijk Geneesheer, en 
boezem vriend van- j. lipsiüs, die te Doie % eet* openbaart 

Lof' 



GISELINUS, (Fiaor) GIZELBERT, enz. wj 

Lofbeden over hem gehouden heeft. Hij overleed te Brut/el 
in 1)580, hebbende verfcheidene Dichtkundige Werken nage* 
laaten. 

Melcbioe adaml 



GrztLiKET, werd door Koning xaxel dev ebnvoudigeh 
tot Hertog van Lotharingen aangefteld , en naderhand door 
Koning headbik, vader van otto, in dat Hertogdom beves- 
tigd. Ten behoeve van hbndbik , broeder van otto , bragt 
cizBLBERT een magtig Leger te Velde, dat, echter, weinig 
utoegtte, naardemaal dat van otto geflagen werd. Gantsch 
Lotharingen werd toen door den Overwinnaar afgeloopen , en 
ciïelbeet uit zijn Hertogdom verdreeven. In het Jaar 939, 
bragt lodewyk , zoon van kabel den ebhvoudigen , een 
matig leger op den been 9 en vereenigde zig met de Lotharing* 
fche grooten , om «izelbert weder in zijn bezit te fielten. 
Maar gizelbert werd bij Andernach overvallen en geflagen ; 
hij ztóf liet het leoven , naar men wil , in den Rhijnftroom. 
Zit vah loow en waoenaab. 



Glaübei , (johanhbs) bijgeoumd folidoor , gebooren 
in 't J*ar 1646, te Utrecht, bij gelegenheid dat zijne ouders, 
van Ampeldam , door die rtad naar Duiuchland meenende te 
trekken, zijne moeder aldaar beviel. Glauber toonde, van 
zijne jeugd af aan , eene zeer fterke drift voor de Schilder- 
komt: zijn vader, als hebbende iets anders met hem op 'toog, 
tragtte dezelve te fmooren. Dit verhinderde hem niet , om 
Tan tijd tot tijd , zotfder eenig onderwijs , zig dag en nacht 
in het fchilderen en tekenen te oefenen. Oit duurde tot dat 
eenige bekwaame Me etters, zijne liefde voorde konst ziende, 
hem uit genegenheid onderwezen. In dien tijd was zeker o. 
uilebbebg , een der grootfte Konsthandelaars in Italiaanfche 
Schilderijen in Holland bekend ; deeze hield verfcheidene jon- 
ge Schilders aan 't werk, om de Hukken na te fchilderen. Bij 
dezen nam de jonge olaüber zijn intrek, en oefende zig on- 
vermoeid , tot in het jaar 16*71 , wanneer hij , met zijnen 

Cc 5 broe- 



40S GLAÜBER , (JOH.) GL&UBER , (J. GOÏI.)enz 

broeder, een Jongeling van 15 Jaeren 9 ca oog twee endene, 
een reize naar Italië ondernam. Te Farijt ottbield hij sg 
een Jaar, en fchilderde aldaar voor Mr. picart, een Bloes* 
fchilder. Vin daar begaf hij zig naar Lions y en vervolgen! 
naar Rome. Twee jaaren aldur vertoeft hebbende, reisde bij, 
met anderen naar Tadua 9 en verder naar Fenetien, vso witr 
bij naar Hamburg vertrok, daar hij bleef tot aan 9 t Jaarróft; 
tusfehen beide had hij zig eeo half Jaar te foppemhage* met fctfl. 
deren bezig gebonden. Na zijne wederkom* xtAmjteUam % \d 
bij een kamer in 't huis van den vermaarden o. o. uw, 
en gaf federt veele uitmuntende blijken van xijo komt» 10 
door het fchilderen van Kabinet «Hokje*, «la vas groote wfr 
ken , voor Zaaien gefchikt ; waardoor zijn naam vermaard il 
geworden. 

Op het Lusthufs te So$Udijk , heeft hij de Eetsaal van Ko* 
ninginne maria met een geeftig Landfchap beffchilderd ; fis 
mede te /fmfteldam , in het bnis van den Heer jacoi di su- 
ites. Naderhand trouwde hij met de zuster van den venaal 
den Boumeefter steven veitnieool, ca woonde dearaefe 
in het Provenienhuis te Scfmnhoven. 

Glausbe, (Jan Gotlief) de Broeder dea flraka gemeld», 
geboren in het Jaar 1656, wis 9 zo als wij boven ge*g4 
hebben , (legta 15 jaaren oud, toen hij, met zijnen broed* 
naar Parijs vertrok, die hem, terwijl hij naar Lions vertrok, 
befteedde bij eenen Konstfchilder , jacob kruvf , geboortig 
van Haarlem* Naderhand volgde hij .zijnen broeder , en 
verzeide dien op zijne reizen. Maar toen johannbs zig naar 
Amfltldam begaf, trok deeze naar Duitschlané, alwaar bij 
eenigen tijd aan zeker Hof fchilderde* Hij bezogt IVetntn • 
Traag en Breslau, alwaar hij overleed, in het Jaar 1703. 

Glauber, (Diana) de zuster der zo even gemelde, heeft 
mede de Konat geoeffend en fraaije Beelden en Pourtraitten 
gefchlldert. Een ongemak aan 't gezigt noodzaakte haar, bet 
Konstpenceel te iaaten leggen. 

Houbbaken, Schouwburg HL Deel. 



GtZfJNI, 



GLEIJffS, GLTMES, GLIMMER, (JAN) eu. 40» 

GLeijhe » is een mam , dien men onder de Tekenaars van 
t vermaarde Verbond der Edelen gemeld vindt : doch vcrdcc 
ia Vr niets van bekend. 

Guus , een Polder in Staats -Brabant, in het Wester- 
kwartier van Bergen op den Zoem, ten noorden van het Dorp 
Halsteren* 

Glimmir , (Ja») of OLUMiiEK, ten man vin Burgemee- 
fteriijke waardigheid, la zijne geboorafiad Bommel, en die 
«termnalen de hoog aanzienlijke Vergaderingen in 's Rage 
hteft bijgewoond» Naderhand werd hij Penfionaris te ATi*- 
meegen 9 en ftierf alt Raadsheer in 't Hof van Arnhem. 
Befckrijv. ran Bommel, bl. 27. 



• Gliws, eene Edele State in Friesland, ten Noorden van \ 
Dorp Hempens, in de Grietenij van Leenwaarderadeel, be- 
hoorende aan het Gedicht van dien naam, federt de XIV 
Eenw In Friesland bekend , en *t welk voornaame mannen 
heeft voortgebracht. Het Geflachtregiater daarvan , door den 
Heer buemaicia opgefteld, begint rasfchen dejaaren 1300 ea 
1400; het bevat negen Generatien» waarvin de Jaatfte manlijke 
oir fchijnt geftorven te zijn tegen het einde van de voorgaande 
Eeuwe. Zij onthielden zig, meest te Dronrijp, alwaar zij 
een adelijk Huis, G//*rgenaamt, bezaten. Naderhand voerde 
het den naam van 't Blaauwe Huis, en ia overgegaan aan 't 
Gedacht van olinstra. 

Hariho glïhs hadt in Huwelijk akwa albada, Weduwe 
van oouwo douma. Hij hadt drie kinderen» van welke de 
twee zoonen vroeg geftorven zijn; de dochter jel, trouwde 
met jan van bubmania. H aai wo had verfcheiden broedara 
en zusters, onder andere eenan laas. 

Gltks, (douwe van) Frieseh Edelman , afkomftig uit het 
ftraks gemelde Gedacht, en zoon van den zo even gemelden 
laas. Ter bevetliginge van zijn perfoon , verliet hij zf jn Va- 
der- 



410 GLINS', ( HARING van ) enz. 

derland, als zijnde » in het Jaar 1568 , gebannen. Om van nat 
te kunnen zijn , verkoos hl/ elders zijn verblijf te neemen* 
Nogthans viel hij in de macht zijner vervolgers 9 werd naar 
Groningen vervoerd, en aldaar» met vier anderen, onthoofd. 
. Hij was een der Tekenaaren van het Verbond der Edelen. 

Glins , ( haring van ) Zoon via taco , en Oom vu 
doüwe , Grietman van Menaldumadal , overleden in *t Jaar 
1551 , en zeer beroemd in de Gefchiedenisfen van zijnen tijd. 
Zijne bewilliging in de opvolging van filips , leidê bem niét 
onder de verpiigringe , om naderband een flaaf te weezen. 
Hierom verftoutte hij zig openlijk, zig te verzetten tegen den 
Inqiiifiiieroeefter lindanus, en waakte ijverig voor '«Landt 
Vrijheid. Ook verklaarde hij zig tegen de invoering van den 
nieuwen Bisfchop van Leeuwaarden. Na dat hij zig bij de 
zaamvsrbonden Edelen had gevoegd , gaf hij fpreekende be- 
wijzen van zynen ijver voor hunne zaak, en wist, in de Ver- 
gadering van Gedeputeerde Statten , de voorflagen van tonus 
met voorzigttgheid te verijdelen. Gemagtigd tot befliafing der 
Gefchillen, over het Bevelhebberfcbapvan Friesland \ tusfehen 
schouwenburg en batbhbuio ontflaan , helde zijne keuze 
meest tot den eerstgenoemden, onder wiens voornaame Raaden 
hij geteld werd , en die hem ook aanftetde tot Prefident van 
't Provinciaale Hof, door de Nasfaufchen te Franeker opge. 
regt, om reden dat het Hof te Leeuwaarden de Spaan fche tij- 
de en billij aankleefde. Niet lang bekleedde hij die waardig* 
beid; nevens andere Edelen werd hij genoodzaakt in den bar- 
ren Winter te vlugten; zo veel leed hij, op die reize, van de 
koude , dat hij eerlang te Embden % in 't Jaar 1572, den geest 

Zie tb water, bl. 4T9 en 420. 



Glinstra, ook wel bet Blaauwe Huis genaamd, het zelf* 
de, waar van boven, op het Art, olins gewag gemaakt is 1 
als zijnde uit het gedacht van olins overgegaan in dat van 

GLINSTRA. 

Civsr 



GLINTHIüS,GLINTHORST,GLOCESTER,enz. 4 u 

Clinthiüs, eene Havezate in Overijsfel, onderhoorig aan 
faet Schouumpt van Zwolle , een uur gaans Noordoost waart 
van de Stad, behoorende thans aan den waaren Volksvriend, 
Heer gjjsbeit jan , Baron van F alland , waardig Lid der 
Overijfejfehe Ridderfchap. 

G linthorst , een adelijk Huis in Gelderland, in de Na- 
buurfchap van het Dorp Barneveld % op de Veluwc. 

Clocester, (humfrelj, Hertog van) Broeder van hen- 
drix din V . Koning van Engeland; het voorwerp , waar- 
op de ongelukkige Gravinne jacoba van bujeee* haar oog 
hadt laaien vallen , vóór haare Egtfcheiding met den Hertog van 
Brabant , om hem als Gemaal en Befchermer aan te neeinen. 
*c Is hoogst waarfchijnlijk dat zij, reeds in het Jaar 141 9, 
haaire gedachte daar over heeft laaten gaan, dewijl het bekend 
is, dat zij in den aanvang van het jaar 1420, daar over, met 
Koning hehdrik gehandeld heeft. Hij raadde baar , in Enge- 
land over te komen , om aldaar te gemaklljker een Pauslijk 
ontflag van haar Huwlijk, en de vrijheid tot hen aangaan van 
een ander te bekoomen. 

Jacoba, haare Zaaken befchikt hebbende, verliet , in ftilte, 
het Hof van haaren Gemaal, en begaf zig tot haare Moeder te 
Valenchien. In de Lente van *c Jaar 1421 in Engeland aan. 
gekomen zijnde, werd zij , door Koning jjendrjx den V, 
zeer heusch ontvangen . en haar , zo lang zij zig in Engeland 
vertoeven zou, 's Maands hondeit ponden toegelegt. Een ge- 
ruime tijd verliep *er , eer haar Huwlijk voltrokken werd. 
Hertog jan van beijeren verzuimde niet , om hetzelve , wa- 
re het mooglijk, te beletten. Doch na dat Paus bcnedirtus 
dr XIII , bet Huwelijk van jan en jacoba onwettig ver* 
Waard, en verlof gegeven had om tig met olochester in den 
Egt te mogen verbinden , werd het Huwelijk , nog vóór het 
einde van dat Jaar, voltrokken. Zij voerden, van dien tijd af, 
in opene brieven , den tijtel van Graaven van Henegouwen 
Holland en Zeeland. Minder moeite kostte het, dien tijtel te 
aanvaarden , dan zig in het bezit der Graafschappen te flellen; 

te 



*li GLOCBESTER. {Hertog tan) 

te meer, dtar Engeland werks genoeg had mee des Oorlof ia 
Frankrijk. De Brakander was ligt te beroovea ; maar Aa 
Beijer- Vorst, geholpen wordende door den Hertog van bmr> 
gendie , Holland en Zeeland te ontwringen , viel leer be 
«waarlijk; vooral, toen deeze zig als vermoedelijkcn oproljtt 
van Vrouwe jicoba begon te vertoonem Deeze Overwelft 
ger lokte eerst in zijne belangen door Hst, den Hertog m 
bztfort , Broeder van clocestzb , die zijnen Broeder de 
onwettigheid van zijn Huwelijk zocht te doen begrijpen. Muf 
de jong getrouwden antwoordden uit éénen mond, „ dit zij 
„ geene andere pauslijke uulpraak nodig: maar beflooten bid. 
„ den , binnen kort bezit van hunne Graaflchappen te nee- 
M men* 

' Na eenigen onderftand van het Parlement van Engeland te 
hebben bekoomen , begaven zij zig naar Henegouwen- In de 
Maand Oftober des Jaars 1423 , nur Calais overgeflooken 
zijnde, trok oloczstzr met zijne benden, in de Maand No- 
vember, voort naar Henegouwen. Bouchain was de eerde 
Stad, die hun de poorten opende en hulde deed. Bergen eo 
alle de Steden van dat Gewest volgden dit voorbeeld ; onge- 
zondere Halte , dat zig voor den Brabander verklaarde. De 
Hertog van Bourgondie , hier mede verrast , febreef in allerijl 
een Helrvaart uit , en bragt in 't kort een Leger op de been. 
In de brieven , welke de beide Hertoginnen over en weder 
fchreeven » daagde filifj , den Hertog vah glocbester uit 
tot een LSjfgevegt,om de zaak te beflisfen. De Engelsman utm 
de uitdaging aan, en bepaalde den dag daartoe op den 21 April 
1421* Doch eer die dag aanbrak, werd 'er een beftand ge- 
troffen tusfehen de Engelfcben en Brabanders; *c welk glo* 
cester gelegenheid gaf om een keer naar Engeland te does; 
en dus kwam 'er niets van 't Lijfgevcgt. Glochcsteb 1& 
zijne Gemaalin te Bergen , welks Ingezetenen onder een Eed 
aan. haar beloofd hadden , alles voor haar te zullen opletten. 
Naauwlijks was hij vertrokken, of de Brakanders fchoaden 
het gemaakt verdrag, en noodzaakten jacoba naar Heiland te 
vlugten. Op het Arr. van jacoba zullen wij zien , welke hulp 
de Hertog haar toezond, en hoe dezelve geflagen werd. Hiet 
merken wij aan 9 dat dit Huwelijk van Vrouwe jacoba niet 

ge- 



CLOCESTER, (Hertog van) CNEPHOEK, OOCH. 411 

■ — i 

gelukkiger voor haar was dan 't voorgaande. Hertog tiuf* 
wist, in het Jaar 1427, Wj Paus martyn den V te bewer- 
ken 9 dat het huwelijk van jan en jacoba alleen voor wettig 
verklaard, en aan den Hertog vaü glocester werd verboo- 
den 9 jacoba te trouwen, zelfs na den dood van den Hertog 
van Braband. Glocester, de Pauslijke Bul ontvangen heb- 
bende, toonde zig bereid, jacob* te verlaaten, en deed het 
met 'er daad. Na verloop van eenigen tijd , trouwde bij met 
eene eleonora cobham, met welke hij reeds te vooren, niet 
buiten kennisfe van Vrouwe jacoba , onbetaamlijke Gemeen* 
(chap had gehouden. Humfry en eleonoor hadden beiden 
een ongelukkig einde. Zij werd , in het Jaar 1441 , befchui- 
digd van toverij , en eenen aanflag gefmeed te hebben tegen 
het leven van hendrik den VI, en daarop veroordeeld, ora 
openbaar boete te doen, en voor altoos gevangen te zitten* 
Haar Echtgenoot bij alle Grooten in haat vervallen zijnde, werd, 
in bet Jaar 1477, gevat, en in de gevangenis fchielijk van kant 
gemaakt. 

Ghephoek , eene Ambachuheerlijkheid , in Rhijnland* zeer 
na aan die van Oudshoorn gelegen , waar mede dezelve voor- 
heen vereenigd was, en onder ééne Am bachtsheerl ijkheid be- 
hoorde. Zij worden van elkander gefcheiden door de Hu- 
mans Wetering. Zie verder oudshoorn. 

Goch, een Stedeke in het Land van Ckef % aan de Rivier 
de Niers , 3 uuren van het Huis te Gennep. Dit was een der 
plaatfen, welke, in het Jaar 1614, door Prins m*urits, met 
Siaatsch of lirandenburgsch Krijgsvolk bezet werden. Ter- 
wijl de Staatfche bezetting in dit Stedeke lag, werd een der 
Roomschgezinde Burgemeesteren, met naame goosen exken, 
door zeekeren Wever aangeklaagd , als of hij heimelijk han- 
delde, om de Stad aan spinol a te leveren» De Bevelhebber 
deed hem en eenigen der zijnen terftond vatten. Een van de- 
ze werd zwaar gepijnigd, doch ontkwam fcort daarop de ge- 
vangenis, en bragt te weege dat de zaak, door Gemagtfgdten 
uit den Haage 9 nader onderzogt werd. Het bleek eerlang, 
&li de Wever tot het befchuldrgen van den Burgemeester ver- 
leid 



4t4 GOCH, GOCKINGA, (SCHATÖ) eot 

leid was, door den Predikatie petrus ceporwus, zeer gebee- 
ten op exken , om dat deeze bem de Inkomften eener Room- 
fche Pnftorij in Goch geweigerd had. Na dat dit Stedeken in 
handen van den vijand was gekomen , was zulks voor de 
Staatfchen een fplinter in het oog. De Bevelhebber van M> 
ntegen 9 lambert charles, dit niet langer konnende dulden f 
maakte 'er Zig, op den 18 van de maand Januarlj van *t 
Jaar 1625, bi; verrasfing meester van. Doch hij had nier 
lang het genot van die overwinning, dewijl hij, kort daarna, 
aan eene beroerte overleed. Goch bleef buiten de magt der 
Spanjaarden , tot in het Jaar 1635, wanneer het, door den 
Kardinaal Infant, werd ingenomen, niettegenftaande G*ck voor 
onzijdig verklaard was. 

Zie Leven van maurits , in fiat, 415- eau 



GoCKtKCA, (scuATo) Raad en Sijndicus der Grcrtinger 
ömlanden, en Afgevaardigde ter Algemeene Staatsvergaderiif- 
ge, was een der 24 Gedelegeerde Regtcrs over Heer jan vak 

OLDENBARNEVELI). 

Zie brandt, Hifi* der Regtspieging* 

Gockinga* (schato) een ander van dien naam, was, iri 
het Jaar 1672, door de Staaten, onder den Eed van geheim" 
houding, gemagtigd om met en benevens den Prins vin oran- 
je, van beüningen, beverning en arlington, in onder- 
handeling te treden met Frankrijk* Ook was hij eert der vijf 
Gemagtigden , die , in het volgende Jaar , te Utrecht kwamen , 
ter bevestiging van de fchorfing, door den Graave van hoor.\Et 
gedaan, en de Regeering van Utrecht, bij voorraad, te her- 
tellen. 

Gockinga, (sciiato) was een der Gedeputeerden en Lid 
van den Raad van Staaten, in het Jaar 1714, gemagtigd tol 
het fluiten van het Tra&nat van Barrière. 

Goedaert, (joiiannes) gebooreo te Middelburg In Zee* 
land % een man van meer dan gemeen vernuft; 't geen hij op 
tene zonderlinge wijze beeft doeu blijken, in het zaaenftellea 

van 



GODEBALD, 



4*5 



ran zijn vermttrd en keurig wcikje: Metamorphofis Natura- 
fs'oT Historische Befchrihimge van den Oorfpronk 9 Aarden 
togenfckappen , van vreemde veranderingen der Wormen > 
Rupfen, Maden , Wiegen , fPttjei, Bijen, Motten en** deer 
tigen ondervinding , befehrevcn en na'a de Jtentt getekent f 
in II f. deeltjes gedrukt 1062 , 1667. 1669. De twee eerde 
rijn door hein «elven , en het derde na zijnen dood , onder 
opzigt van den Hoogleeraar j. de het , in order gebragt en 
door des Schrijvers weduwe , opgedragen aan Gecommitteerde 
Rieden ven Zeeland 9 in 't licht gegeeven. Voor ieder deeltje 
liet men *s mans afbeeldzel. Dit werkje is met de grootfte 
loffpraaken , door rzacmur en anderen , vereerd. Goedairt 
wat mede zeer ervaren in de Geneeskunde» hoewel zijne hoofd* 
«aak de Schilder konst was. Hij overleed in het Jaar 1667 of 
1668 , hebbende meer dan dertig Jaaren , in het nafpooren der 
lnfefteo, doorgebragt. 

Zie f, de la rui , Geletterd Zeeland t p. 66. 



Godêbalo , of oodeboLd , de XXIV Bisfchop ven CA 
trtchtt een Fries van geboorte ; hij volgde op bvrcbardus; 
trad <n de Kegeeringe in 't Jaar 11 ia» heefteden naam gehad 
van zonderlinge devotie en innigheid in zijne Religie: ook 
was hij zachtmoedig» goedertieren f en wijs; de GeefteJijken 
beminde hij zeer. Aan de Kanunniken der Kerke van S. 
masten te Utrecht fchonk hij de Kerk en het Dorp (nu de 
Stad) MedenbUk, met de Offerhanden en de Proostdij van 
WestFrieslanJ, met al dat 'er toe behoorde» in 't Jaar 11 18. 
Daarenboven heeft hij een Klooster van Monniken en Non* 
oen, elk op zich zelven, gedicht, ter'eere van de H. Maagd 
UAKiA, en den Martelaar s. ladribttius, te Oostbroek. Hij 
i<xg de reguliere Kanunniken uit bet Convent te Middel* 
hrg t om hun kwaad leeven , en plante in hunne plaats de 
broeders ven de Order der Pramen flrenzen, uit het Klooster 
vto s. michiel te Antwerpen. Onder obioorius , derden 
Aanibisichop van Utrecht 9 was dit Aartsbisdom , door bedel 
van den Aartsbiafchop van Keulen , én verworven Pausfeiijk 
vonnis, tot een Hecht of gemeen Bisdom vernederd, en tot 

XVIII. dril. Dd eene 



4 itf GODESALD op GODEBOLD. 

een e fvffragantie van den Keulfchen Bisfchop gemaakt, oa*» 
bloot van den Bisfchoppelijken Mijter. Toen *er , in *c Jnr 
ii 19, een Concilie te Rheims wierd gehouden, klaagde tij 
daar over aan den Paus; bad hem ook demoedig dat hij, a 
zijne navolgers , de Bisfchoppen van Utrecht % voortaan <ka 
Bisfchoppelijken ïnful en Mijter weer zouden mogen gebro- 
ken. De Paus» acht geevende op de eerwaardigheid, en a« 
groot aanzien der Utrechtfche Kerke 9 ook bewogen doot 
de liefde en kennisfe, die tnsfchen godebald en hem voortijds 
geweest was, bewiHigde in zijn verzoek, zo dat de Utrecht. 
fche Disfchoppen voortaan , ten eeuwigen dage , Mijter en 
Ïnful zonden mogen gebruiken , waar van hij godebald eene 
bezegelde Bulle toezondu Onder «odkbalds Regeeringewas 
'er rusc rusfehen Holland en *t Sticht : maar binnen Utrecht 
zelfs ontftond eene groote opfehuddinge.- In het Jaar 1121, 
of ii23t bleld Keizer Bannn de V zijn Kersfeest binnen 
Utrecht ; tusfehen zijne Hovelingen en des Bisfchops dienaars 
ontftond verfchil; 't geen zo hoog liep, dat bet gebeeleHof 
en de Stad met gewapende troepen tegen malkanderen vijand- 
lijk aanliepen , zo dat 'er veele in 't gevecht dood bleven ; 
doch de Keizerfchen behielden de overhaud : zo dat de Bis- 
fchop met de zijoen in St. Martent Kerke moest wijken. 
Bisfchop godebald wierd gevangen genomen , als of hij aan 
dit werk fchuhlig ware geweest v en Crimcn lafoe majeflatit 
begaan hadde: ook hield men hem in de gevangenisfe , waar 
uit hij naderhand ontflagen wierd , mids betastende eene groo* 
te fomme gelds, en dat nog door voorfpraake van veele 
voornaame Heeren, inzonderheid van FRtDKiK,Aartsbisfchop 
van Keulen. De oude Bolland fehe Kronijk zegt, dat code* 
bald uit de gevangenisfe brak , en het uit de Stad ontkwam: 
dat dit oproer veroorzaakt was door eenen •isbxbrecbt, 
dienaar van den Keizer» die den Bisfchop haatte; en dat ook 
de Keizer hem kort daar na deed gevangen neemen en ont- 
hoofden. Niet lang daar na overleed die Vorst. Hem volgde 
Keizer lotbarius de II , die eenen anderen twistappel tus- 
fehen Holland en Utrecht worp; doordien hij den Grave van 
HollarJ\ zijnen Neef, Oofter en tVettergco % of Friesland 
fchunk , ia 't Jaar 1125, 1126 of nao, dat de Bisfchop 9 
* door 



GODEBALD op GODEBOLD. 417 

Jóor gifte van de voorige Keizeren , nu omtrent 40 Jaaren 
Ja tijtel) bezeten badde; ja hkvdrik d» IV had 'er de Ker- 
ke van Utrecht voor eeuwig mede befchonken. Gelijk dan 
ook Keizer koiweaddeIII, opvolger van lothaiius dkh II. 
op nieuws Oofier en Wester-go* den Hollanderen afnam , 
en vervotgens de Kerke van Utrecht weder toevoegde. Go- 
dbbald trok 'er bet harnas niet om aan , hoewel zo zwaar 
verongelijkt. Omtrent 7 Jaaren na dat hij van den Paus den 
Bisfchoppelijken Mijter weer gekregen had, wierdhij van eene 
stekte overvallen ; der halven begaf bij zich naar het Klooster 
te Oost broek , dat hij gedicht had, wierd 'er Monnik van 
St. Bencdiüui Order, en (lierf in 't Jaar 1128, na eene Re. 
geeringe van 15 Jaaren* Hij legt in 't gedachte Convent be# 
graaven: hem volgde, als Bisfchop, anoreas va* kou. 

In 't Batavia Sacra vind men weiuig van deezen Bis* 

fchop godebald aangetekent , dat aanmerkenswaardig is , 

of het word boven ruim zo breed , en in eene beter order ge* 

zien; 't geen 'er ons echter buiten dat in voorkomt» zullen 

wij *er met weinig woorden uitpluizen. Hij wordt als dé 

man goroemt, die (ten tijde dat bbrnardus , Abt van Klaar* 

val , zo vermaart was , door de ftrenge onderhouding der 

Klootterlijke tuchtregelen , en zijne vrijborttige ftrafheid in *c 

berispen der ongebondenheid) de Reguliere Kanunniken uk 

Middelburg in Zeeland , beeft verjaagt, om dat ze (zegt de 

Schrijver) alles verfmuiden en verflempteo ,• en Norbertijner 

Monniken van Antwerpen , (boven hebben wij de broeders 

van de Order der Framonffirenxen , die mogelijk de zelfde , doch 

met eenen anderen naam» zullen zijn) in hunne plaatze ont* 

boden. Het Klooster, of de Abdij, voor geeflelijke Mans- en 

Vrouwsperfoonen, van hem gedicht, en boven gedacht, wierd 

gezet op eene moerachtige plaats , onder *t gebied van Ut* 

rtcht , duizend treeden van de Stad af; men volgde hier in 

den regel van St. bimboictus , zo dat deeze Abdij , wegens 

de ftrenge tucht , de Kerker van de Order genoemd zou zijn 

geweest; dat met het verhaal van jan vzldcnaaa, in 't leven 

dezes Bisfcbops , overeen komt. Ondertuafchen volgt 'er , 

dat deeze Abdijen van Oostbroek , en 't Vrouweu • klooftec 

(oaa/ 't getuigenis der fchriften, raakende de dichtingen der 

Dds Col- 



41 8 GODEBALD or GODEBOLD* 

Colleglên en Kloofteren vto % \Utte*hti Stift) door de RU* 
ders hermawnus en DiiDEirjK , na \ afleggen van 't Krqgtge- 
waad, eerst begonnen ; naderhand . in 't Jaar 1122» door de 
Kcizerinne jiachtildis van inkomften voorzien, en door da 
Bisfchop oooEBdLD bevestigd zijn geweeat; gelijk hij dan 
ook , tot ftijvinge van de goede meeninge der gemelde Ridde- 
ren (volgens zijnen Giftbrief) aan de genoemde Kerke, fa 
vollen eigendom , het zelfde moeras, met het land daar niest 
aan paaiende, te weeten het Veen, met alle inkom Hen, de 
groote en kleine tienden, en alles daar aan behoorende, vrij 
en wetüg heeft vereert. Ook heeft hij (vervolgt de Schrijver) 
de Reguliere Priesters nit het Kloofter te Staveren gejaagd , 
om dat ze wulps en ongebonden leefden, en twaalf Monniken 
uit Oostbroek (aan den bovengedqgten ftrengen tngtiegei ge* 
wentj in hnnne plaats gezonden. Dan verder den Abc vu 
Kgmond, avszlmus, die de goederen der Abtdije deerlijk 
verkwistte , en zijne onderhoorige Monniken , door zijne al te 
ruime Regeeringe, ontAigtte, van zijn Ampt afgezet. De &. 
fitten Kerke te Leiden zonde van hem, in 't Jaar U21, naar 
blijkbaar bewijs, zijn ingewijd. Vervolgens ziet men daar ia 
eene Ordonnantie van Bisfchop godzbald , nevens eeaige 
Voorregten door hem aan den Proost van West-Friesland to* 
gedaan; waar op de Schrijver eene wijdlufdge verhandeling, 
wegens *t aloud , of nieuwer gebruik der Bisschoppelijke Mij' 
lers, Iaat volgen, waar over zig de aan tekenaar nog veel broe- 
der , en niet min als of 'er het groot fte Geloofsartikel aan 
hing, heeft uitgebreid, daar hij, tegens verfcheide hoogaao* 
zienlijken zijner Geloofsgenooten , beweert, dat de Mijter* 
dragt al ten tijde der Apostelen zelf in gebruik is geweest, 
waar toe hij het bewijs uit verfcheide oude Schrij veren bij* 
breugt , welker gewigt , of wettigheid , zijne Tegendingers 
konnen ter toetze brengen. Jammer is het , daar men xo 
veele Pauzen en Roomfche Bisfchoppen blootsboofd ziec oJt. 
geheeld, 't geen de Schrijver is gedwongen te bekennen, doch 
daar hij zowat, terverduisteringe, over heen grolt, dat wij niet 
een naar * t leven gefchildert Apostelbeeld hebben met den Mij- 
ter op 't hoofd, en 't Schoudermantelije om den hals; 't geen 
een oorfprongelijk voorbeeld voor alle Roomfche Kerkvoog- 
den, 



b«« 



GODEFREDI, enz. 4 ip 



den, ter navotginge, ware; voort!, daar men «t. lui as voor 
eenen Schilder, naar de overleveringe, wil gebonden hebben. 
Mee reden moet men zig derhilven verwonderen, dat, daar 
men voorgeeft zo veel gebeenten, en andere overblijfsels i 
zelfs van de Apostelen en de Apostolifcbe tijden, in bewarin- 
ge ce hebben , men ook niet flegts zo eene onde vermufte en 
ïogefeboote fchiiderije. heeft verdigt, die men ten mioften met 
zo veel regt en fchijn bad konneo beweeren van die onde tij- 
den afgedaald te zijn, als de gedagte Reliquiën ; vooral naar- 
dien men te Ventten een afbeeldzel van onze L. Vrouwe, 
van de hand deezea Evangeliftlfcben konftenaars , vertoont: 
doch het schijnt dat zulks, wegens de eerlijkheid van f t ge- 
weeten fommlger verftandigen in de Koemfche Kerke, nfet sou 
door den beugel willen ; gelijk 'er ook geen elgenbaatig offer- 
geld , als aan de overblijftelen , zou aan verknogt zijn. 

GosmraEDi, (johan) in het Jaar 14.84. tot DoAor io de 
Reebten bevorderd, werd, den 1 December van bet Jaar 
14B7* de opvolger van wiliem akehdsz van Delft. Te 
Leuven is bij Voorleezer in de Rechten geweest. In 't Jaar 
1519 was hij Deken te Dole, als mede bewaarder der Archiven 
van de Hooge Schoole aldaar. Hij ftierf, volgens zijn graf* 
fchtift, te Leuven , den ia Oftober van het Jaar 1525. 



Zie Oudh. van Zeeland, hl. n*. 



Godifrid, Koning der Deentn 9 maakte, in bet Jaar 807» 
zwaare toebereidzelen ten oorlog, om de Abdoriten , die door 
xaasL den OROOTfiü , ter wederzijde van de Blve, in de Lan- 
den der Saxen geplaatst waren , te beoorlogen. De De enen 
hadden weleer in verbond gedaan met de Saxers; en de Ko- 
ning oordeelde, veelligt, dat de Abdoriten , ten onregte, de 
Landen zijner Bondgenooten bezaten* Zo dra had de Keizer 
geen berigt ontvangen van de toerustinge teiDtenen t of hij 
gif. onder anderen, bevel, dat de Graaven en andere Keizer- 
Ujke Amptenaars, onder de Friezen, zig gereed moesten hou- 
den om wel gewapend ten ftrijde op te koomen. Met den 
Dd 3 < *** 



4 *o GODEFRID. 



aanvang van het volgende Jtar trok de zoon des Keizers, 
tao het hoofU vin een aanzienlijk Leger van Franekers co 
Saxen * en waarfchijnlijk ook van Frie%tn % mar de Ehe. 
Hier vernoomen hebbende» dat de Ahdoriten groocendeeb 
verflagen en cijnsbear gemaakt waren» floeg hij eeueo bng 
over de Ehe, verwoestte de afgevallene Landftreeken en 
keerde daar op te rag in Smxe*. Gobbfzi» was, inmid- 
dels, met een groocen buit, naar zijn Land gekeerd, Jn zij- 
nen togt had hij eene Deenfche Koopftad, Rerik genaamd» 
aan den oever der Zee geleegen 9 ten eenemaal verwoest. 
Ook had hij, langs den oever van den E/derfireem, eeneo 
boogen maar doen optrekken, welks overblijfselen nog he* 
den den naam van Dannewerk dragen. 

Terwijl de Keizer zig te Nijmeegen bevond, zond godz- 
miD aan hem eenige voorflagen van vrede. Doch, in plaats 
van zig met onderhandelingen bezig te honden, zond hij 
Krijgsvolk naar de Deenfche grenzen , aan de overzijde vm 
de Ehe , om gewapenderhand over die voorflagen te binde- 
len ; waar op de vijandelijkheden van nieuws eenen aanvang 
flamen* Ook deed de Keizer, aan de overzijde van de El* 
vt % een vesting opwerpen. Hier door werden de Deenen In 
de daad belet, om te Land iets van belang te onderueemen ; 
doch toen namen zij hunne gewoone Zeetogten te bwre. 
Met den aanvang van het Jaar 810 deed godzfatd, in al- 
lerijl, eene Vloot, van twee honderd Schepen, uitrusten, 
die, behoorlijk bemand, naar de Friefche kusten (levenden. 
GonzFBiD deed den inval aan drie oorden te gelijk, verfloeg 
alle de Friezen , die hem tegen trokken, en vorderde eene 
fchatting van honderd ponden zilver, die terftond werden op. 
gebragt. Hier door trotsch geworden, begon hij Frieslamd 
als een Wingewest te befchonwen. De Keizer, te Aken hfer 
van berigt gek reegen hebbende, bereidde zig om hem tegen 
te trekken. Doch eer de beide Legers elkander naderden , 
was GODEFRID, door zijne eigen lijfwagten , omgebragu 
Hemming, zijn broeders zoon, volgde hem op. 

Godefrid, zoon van den Deenfcheu Vorst bkbiold, die 
omgebragi was, kwam, in het Jaar 851, als Bevelhebber, 

bc 



OODEFRID, GODEFROY. 4 ti 

benevens eeoeo sidrok, net een aanzienlijke Vloot» naar 
Friesland* Itfa dit Gewest naar hun genoegen gebrandfchat te 
hebben, voeren zij de Schelde op, terwijl lotüApiui en ka* 
bel de beide oevers dier Riviere, mee een magiig Leger, be- 
zet bielden* Kabel, in plaats van iets ten nadeele van de 
Deenen te verrigten, (loot een verdrag mee godefbid, laaten* 
de een ruim veld aan die verwoesten, 'c welk ten gevolge 
bad, dat godefbid eerst van een gedeelte, en daar na van ge* 
beel Friesland t meester werd. Hier mede nog niet verge- 
noegd, tragtte hij lig ook van Lotharingen meester te inaa- 
ken, en zond, in valfchen fehljn, in het Jaar 285» drie Frit* 
fche Gramven aan den Keizer. 

Keizer kaeel , die de Afgevaardigden met goede woorden 
had afgefcheept, was, intnsfehen, op middelen bedagt on 
zig van oodefrid te ontflaan. Doeze onthield zig toen in de 
Betuwe. Zekere Hertog hendiik was door den Keizer gelast 
om zijn oogmerk ten uitvoer te brengen. Hendrik kwam , 
te Schenk enfrham , met godefbid in onderhandeling. Op den 
tweeden dag was hshdrtk verzeld van de Graaven oerolp en 
everhabd, wier goederen door codefrid insgelijks overwel. 
d\gd waren. De Hertog had hun aangezet, om geduurende 
de onderhandeling gelegenheid teneemen, over het ongelijk, 
Y\un door oodefrid aangedaan, ernftig te klaagen. Dit ge* 
fchiedde. Doch de Graaf werd van godefbid zo bits beje- 
gend, dat hij terftond zijn zwaard trok, en den Noorman, met 
lenen flag, ter aarde deed (lor ten. Dit was de leuze, waar op 
de Krijgsknegten van hsndrik toefchooten, en den Noorman 
verder afmaakten. De overige Noormannen werden insgelijks 
omgebragt. 

Godefbot, of godbfbied de I, derde Voogt van Gelder, 
zoon van oerlao Dtw I. Hij kwam in 't Jaar 937 aan 't be- 
wind. In den aanvang leed hij veel van de Hunnen, of Hun. 
garen* was een Heer van groote zedigheid en vernuft. Om- 
trent het Jaar 958 ftierf hij, tot groote' droefheid der Gelder- 
fche Onderzaaten : hij had ter Gemaal in d e alyd, dogter van 
4HNO0D, Graave van Kleef , daar hij bij won zijnen nazaat 
wicuard dev 11 , den vierden Voogd van Celden Dat de 

D d 4 Sar- 



4 ii GODEFROY, GODEVAART. 

Bartarifeie Hunnen, toen tij DuiitcUand 
ook in Gelderland geween zijn, blijkt daar uit; dac nridde* 
op de Votum in eene broekagtige plaarze, de Ulkermter 
geheeten » nog beden de rulben of puinboopeo gezien wo» 
den van een groot Kadee! , voor deezen, en du oog de 
Hunnen-Schau* bij den Doorewaard. Het Dorp Hou/men 9 
oiet verre van Nieuwkerk, en dtHoener-, eigemlijk Humoer» 
Poen, te Nijmeegen, hebben dien naam nog van de Hammen 
behouden. Keiier otto» om de gedonrige flrooperijen vaa 
deeze moorddadige Natte eent voor al in te toornen 9 verza- 
melde eeft magtig heit; daar mede greep bij deeze wüde 
Hunnen bij Augsburg zodanig aan 9 dat hen de lust verging 
om naderhand de Chrit tenen weer te overvallen. In dien fl*g 
heeft de gedagte wiohard, toon van godzfiot, zlg ooge* 
meen helddadig gekweeten. 

Godevaart» oovert» öodijrot, enz. bijgenaamd riet 
den bult, Hertog van Lotharingen $ en door geweid, Graa,- 
ve van Holland, de IX in getal ; maar bij veelen onder de 
wettige Graaven voorbij gegaan. Na den dood van Graave 
floris den I« die een onmondig kind» diderie dek V na* 
liet» nam zijne Weduwe geertruid, met toeftemoiinge der 
Edelen en Steden van Holland ', teu man robert de vries , 
(zie op geertruid, en robert de vries) die het Land» 
als ook het onmondige kind, zeer getrouw regeerde, tot dat 

COV2RT MET Dfitf BULT, geholpen door WILLEM VAH GEL' 

der, Bisfchop van Utrecht* geweldadig en onrechtvaardig 
hem, en* den onmondigen Graaf diderik uit Holland ver- 
dreef» dit gefchiedde in het Jaar 1071. De flag, waar in ro- 
bert de vries deeze zwaare nederlaage kreeg » door covert 
met den bult, en den Bisfchop willem, viel bij Leiden 
voor. Robert vlugwe toen met zijne vrouw en ftiefzooa 
naar Gtnd in Vlaanderen. Bisfchop willem bad den Kei- 
zer opgegeeven » dat het Graaffcfcap van Holland en Zeeland 
eertijds van zijne vborzaaten bezeeten was: dat die beide 
Graaffchappen sr, martest, of de Kerke» geweldigerhand 
ontnomen waren » enz. Daar op bad hij van Keizer hendrii 
den III bet Gratffcbip van Hó/land en Zubnd bekoomeq. 

Toen 



godevaart; *is 



Toen hij nu dit verkreegen, en den onmondlgen Vorst didrv 
bik bad helpen verdrijven, beleende hij den bolt bh aai nee 
Holland en Zeeland. Mur deeze verblijde zig geene vijf Jatten 
«et deezen zijnen roof: wint in het Jaar 1075, \t Antwerpen, 
op de heimelijkheid zittende» werd bij door eeneu gtsbbrt, 
dienaar van den jongen Graave» van ouder op doorftoken of 
gepriemr. Dus gewond, deed hij zig naar Aiaajlrigt bren- 
gen 9 daar hij op den 5 Maart van het Jaar 1075 over* 
leed; en even twee maanden daar na (lierf Bisfchop willek 
mede. In den dood , en op wat wijze 't (lak gefchied zoude 
zijn , komen de Schrijvera genoeg overeen ; maar over Ma/r 
ftrigt, derwaards gevoerd en daar ge (tor ven, is twijflFelagtig. 
In de Egmendfche Kronljk (laat Traje&um, dat zo wel van 
Utrecht als Maaftrlgt \% re verdaan. Andere berigten dat hij 
zon ie Firdunum begraaven zijn. In den naam des daders 
verfchillen de Schrijvers ook : de meeste en beste noemen hem 
giseueegt, of gyssert: andere noemen hem sicakius; 
maar dit Latijnsch woord betekent eenen doodfliger of moor- 
der. Lamb. schafhaburgénsis zegt» dat hij een van oo« 
verts Lijfwagten was , die de wagt dien nagt buiten de deur 
hadde, en doet 'er bij, dat robebt de vries belegger van dit 
(hik geweest zoude zijn. Melis store noemt hem de Kna* 
pe van Graave dioerix , en (leid zijnen dood op het Jaar 1075. 
Mtsr berthoiD VAK cohfl aws, die ter zeiver tijd leefde^ 
op het Jaar 1076. Deeze godiva art, Hertog van Lotka. 
ringen , ging in bedaarde voorzigtigheid , geduurige wakker* 
hetd $ goed verftand, grooten rijkdom, magt van braave foi- 
daaten , alle de Vorüen van zijnen tijd te boven ; hoe wel hij 
anders, wegens zijne korte geftalte, en mismaaktheid van den 
bult, veragtelfjk fcheen. Hij word voor Stigter van de Stad 
Delft gehouden; floeg, met bljftand van den ütrechtfehen 
Bisfchop, de Fticz»n % zig roeester makende van Weit- en 
Oost- of Over-Frieslahd. Hier dient geweeten, dat in dien 
tijd al dat buiten de Dordre$tfche Waard lag (die toen maar 
•Heen de naam van Holland hadde) Friesland geheetcn wierd. 
Lambertus schafitaburgznsis noemt deezen oodkvaart, 
o«>2ELOi hij was de zoon van godevaart den orooten, 

Dd 5 Her. 



4H GODEVAART. 



Hertog vtn beide de Lotharingen t geftorven in het Jttr 1070» 
De Bultenaar is kinderloos overleeden. 

Wij ftellen deezen gebulten govsrt ook onder \ geul der 
Holland fche Gras ven, gelijk jan veldbnaar, in zijn Fafci- 
cului Temporum , fol. CCLVI. b. mede doet, die *er alleea 
het volgende, in zijne verouderde taaie, van meld. 
s „ Int jaer ons heren M ende hnci quam bertoch godeotert van 
lotbrijk ende bifcop willam van vt recht mit alten groten beer 
van voick in holiant bi leydeq. Ende daer teghens qoara greae 
robbert joocheer dircks (liefvader voecht van holiant ende daer 
wert alte feer gheuochten Mer int led rooft grcue robber: 
wijeken ende verloes den ftrijt ende wert verdienen mie fijn 
wijflf ende mit fijn ftieffkinder wt holiant ende toech te 
ghent. 

99 Godeuaert hertoch van lothrijck mitter buyl was greae van 
holiant mit crachte vijf jaer lanck Ende hl wert in allen rieden 
ghehult bi groot bedwanc voer een rechtlants beer Defe ber- 
toch godevaert Aichtede die (lede van delft Ende hi deder een 
fchoen cafteel bi maken daer hi fijn woenftat in hielc langbe 
tijt. 

t , Int jaer M Ixxij toech defe hertoch godeuaert mit groter 
macht op die weftvriefen mit hulpe van bifcop wiliams van 
vrrecht daer hi teghen ftreet ende want hem off ende brocht 
groten roeff binnen alcmaer Mer doe dat die oeftvriefen ver- 
namen qnamen fi mit groter macht ende belaghen alcmaer ix 
weken lanck Daer quam bifcop willam ende ontlettede den 
hertoch ende daer wert feer geftreden ende daer blaoen wel 
viij M vtiefen doot verflagben ende veel werter gheuangen 
ende veel onthoeff Aldus wert hertoch godevaert gbeweldich 
beer beyde van oeftvrieflant ende van wtftvrieflant." 

Ma lis store nu zet hem wel niet onder dit getal, maar 
de Rarmeliter Monniken hebben hem egter mede onder dien 
volgreeks der Graaven uitgebeeld» welke beeltenis, naar 't 
oorfprongelijke , wij hier ook den Liefhebberen voor 't ge- 
zigt (lellen. De Heer alkkmade heeft in zijnen druk van 
milis stoxb, fol. 31. de volgende reden opgegeeven, waar- 
om hij vrouwe oerrtruid, robbrt vt vries, en covert 

DEM 



GODEVAART. 4*5 



onv bultenaar ook onder 't getal der Grasven heeft ge* 

bra«*t 9 namel.jk; ,, niet alleen om dat r. scriverius en inde» 

*» re, voor en na hem, zulks mede gedaan hebben, maar 

99 voornamemiijk v om dat de Haarlemmer Karmeliten deze!* 

„ ve verwaardigt hebben , in zo vroege tijden , te doen af- 

», (childeren , en nevens de andere Craaven hebben konnen 

«9 goedvinden te plaatzen; welker aloude rang wij (zegt hij) 

,» nfet hebben konnen , nog mogen verbreeken , daar wij de« 

t , zelve met zo veel arbeid naar 't leven hebben doen nafchet- 

„ ren, en alzo getragt dit zo heerlijk en nooit voïpreezem 

r, werk deezer Monniken onfterffelijk te maaken 9 enz. 

Melis stoki zegt met de volgende duidelijke woorden, 
vmn zijnen trant, fol. 37. dat covert met den buit te U- 
treeht , en niet te Maafirigt den geest des levens heeft nitg» 
blazen , daar hij dus zingt : 

- Godevaert ghevoelde vreftHc * 
Sine fmerte , en de hiet doe recht 
Dat men voerde tot Utrecht , 
Ende daer dede hi fijn ende 
Voor Maerte op die vijfjle kalende. 

liet bijfchrift van zijn Beeltenis luid als volgt : 

Godevaert met den Bult e van Lofrijke Hertoghe , 
Met hulpe des Bifcops van Wtrecht en viel jl rij den 
Verereech hy Hollant ; en (foo ik betoOghe ) 
Fondeerde hy die Steede van Delft te dien tijden. 
Dee% Godevaert wert /* Antwerpen (om claer belijden) 
Ghequefi , en track te Maeftricht van daer : 
Daerfiarfhy van die wonde, en (fonder vermijden') 
Wert hy daer begraven t en regeerde Illljaer. . 

Gode vaart, of GODEFREDIJ8 van Rheenen , was de XXVIII 
Bisfchop van Utrecht; hij wierd tot deeze waardigheid , na 
den dood van Bisfchop herman van hoorn, door toedoen van 
Keizer frsdrik barbarossa, verheven-, welke Majefteit bin- 
nen Utrecht gekoomen was, in 9 c Jaar U56> om de twee- 

dragt 



4 9* GODEVAART. 



dragt van bec Capittel 9 over de nieuwe keure, te ft Wen; alzo 
de twist onder de Capitnlairen zeer groot was. Godbvaait 
was Domproost toen bij Bisfchop wlerd. Hij toonde tig in il 
2ijn bedrijf een eerlijk» maar ook te gelijk een grootmoedig 
man te zt]n : om zig zelven en zijne onderzaaten ie bescher- 
men tegen vijandelijke aanvallen der nabnurige volken» zo 
Geider/chen , als andere. Hij bouwde het Hols ter Horsr ; n* 
gen die van Holland , bet Kafteel te Montfoort^ tegen de 
Frieten, het Slot VoUenhoei en om zijne elge onderdaanes 
te kunnen in dwang houden 9 dat van Woerden. Ia zijnen 
tijd gingen de onrusten, zo in Groninger/and , als tegen Hoi- 
Jond, weer aan : want der Keizereti gift en heigift, van Q#r- 
terg** en Wtttergoo, was een geduurige twistappel tusïchea 
de Hollandfche Graaven en de Utrechtfche Bisfchoppen. Te 
Groningen was geflorven de Gouverneur LUYTNtizD , of lis- 
ford, Risfchop azaiBiKTs van Utrecht broeder, die tweede 
voorzaat van oodevaajlt was , en hem tot dien ftfat bevordert 
hadde. Met LuvrrtiEDs dood gaf Blsfchop godivaart van 
Rkeenen voor , dat hec Gouvernement en gebied weer aan *t 
Utrecht/ene Stigt vervallen was. Maar de dogters zoonen van 
lüïtfbied zogten dien vetten brok naar zig te trekken : im- 
mers meenden zij , dat iemand van hen in het Gouverneur- of 
Burggraaffchap behoorde te volgen ; want Bisfchop biriberx 
had twee broeders gehad ; de een de gedagte luyiteied , 
dien hij fiurggraave van Groningen gemaakt bad , en de an- 
dere ludolph, tot Erfmaarfcbalk van Drent h % en Erfkaüeleia 
van Koeverden. De erfgenaamen van deezen icdolph. Kas* 
telein der genoemde vesdnge, hielden zig, al* af komftig uit 
de mannelijke Unie, meer tot dit bezit dan de andere (ge- 
naamd superothen) geregtigd. Zij heetten superoiheh naar 
hunnen vader godschalk iupiroth , een fFettphatinger , aan 
de dogter van luttfriid getrouwd: deeze superothrh eg. 
ter, begunftigd van die van Groningen t hielden het nest in, 
eu namen bet bewind aan. Bisfchop godevaaut van Rhee- 
nen hield het voor een ftout bedrijf, zo lang *t vonnis nog 
niet geweezen, en de uüfpraak van hem niet gedaan was. 
Vermits nu nog de Superothen % nog de Groningers 9 op eeni. 
ge vermaningen agt gaven, belegerde oorvaakt de Scad 

Cr: 



GODEVAART. 4*7 



Groningen, bed woog ze, en verdreef de ruperotheij, die 
bunoe toevlugt tot den' Graave van Geider namen; beloo* 
vende hem, Indien bij hen berftelde, dtt Groningen ten eeu- 
wigen dage een Leen van Gelderland zoude zijo. De Graaf 
van Gelder , begeerig om zig en zijn gebied te vergrootent 
verzamelt Krijgsvolk, neemt DiDzaiK, Heer van Batenburg , 
in den arm, en beide maaken zij zig door li&t, met hulp 
van die van Groningen , meesier van de Stad, eer gode- 
vaart om oorlog dagt; die zig op een Slot bergde. Aude* 
re zeggen, dat de Gelder/eken fchielijk voor Groningen 
kwamen, na dat godkvaart die plaats kort te vooren inge. 
Doornen hadde. Hij, buiten alle verwagtinge dus o verrom* 
peld, wist niet of hij blijven , of vlieden wilde; 't blijven was 
gevaarlijk, om dat de Groningers den superothbn gunftig, 
en hem ongeneegeo waren; ook oordeelde hij daar te- 
gen, dat de vlagt Schadelijk zonde zijn. Onder deeze be. 
kommeringen , begaf hij zig op eenen toren; maar haast 
daar op kwam Graaf hendrik van oelobr , met groot 
gejuig van. die van Groningen , in de Stad, en belegerde 
godsvaart in dien toren. Hij verweerde zig wei dapper, 
maar uit vreeze dat <te zijnen eindelijk bezwijken mogten 9 
befloot hij bij nagt van daar te gaan : hij liet egter , in 't 
vlieden, de wagten wel bezet, en kwam bij Graave floris 
van Holland 9 die hem bijftand deed. Toen keerde hij ijlinks 
weer, terwijl Graaf hendrik met de Groningers den to- 
ren nog belegerd had , en belegerde Groningen : maar 
hij kon de Stad, hoe wel hij 'er een giheel Jaar voor 
bleef leggen, niet in zijn geweld krijgen. Keizer fre« 
druc barbarosja vernam den twist , en beval Bisfchop bei. 
% *ald van Keulen deezen oorlog bij te leggen : deeze werkte 
den vrede ook uit. De dogters kinderen van lüyifried, of 
de shpkrothrbt, zouden, bij vergunninge van den Bi&fchop 
van Utrecht , het Burggraaftchap van Groningen behouden, 
*)s een Leen van St. Mar ten $ of bet Siigt Utrecht, en aan 
codevaart van Rheenen geeven 300 oude ponden (300 
mark zilver, zegt ia. vossius.) Bisfchop godeVaait zou zo 
ligt van zijn regt niet afgedaan hebben ; want na de dood 
vau luyifrir* was het Leen zekerlijk vervallen, en weer 

aan 



4fiS CODEVAART. 



aan bet Stigt verdorven, indien niet tusfchen hem en zijnen 
helper , Graave floris 9 eene nieuwe tweedngt ontftaan ware, 
wegens Ooster- en Weuergoo. Datrom zorgde hij meer om 
gijn Bisdom, in veiligheid te (tellen, tegens alle ongelegenhe- 
den, dan in twist te blijven. Ten dien einde bad hij ook de 
bovengedagte fterkten doen bonwen. (In het voorbij gaan (hst 
hier aan te merken, dat m vossius, deeze zaak befchrijvea 
de, aegt, dat Graave hendrik van Gelder de Stad Utrecht 
door list inkreeg; dat Bisfchop godeva abt zig in eenen co- 
ren begaf, eu daar uit vlood ; dat godevaart, mee hulpe 
van Graave floris, Utrecht een Jaar lang belegerde, enz.) 
Bet fcheen dat de vonken van twist, tusfchen Bisfchop code- 
vaart en Graave floris, tot eenen feilen oorlogsbrand uit- 
geborften zouden hebben, vermits ieder regt op Oh ter- en 
Weiter&o voorwendde. Elk van hen had brieven van Kei- 
zeren tot zijn voordeel, als van hem, nu aan het Stigt 9 dan 
aan Holland gefchonken. Egter waren de Utrecktfchtn óe 
oudfte , en op nieuws bevestigde brieven. Keizer fre- 
prik » in de Nederlanden gekoomen , en van godevaüT 
aangezogt , om Befchermer van de Utrechtfche Kerke te 
willen zijn , zagj niet anders dan groote onheilen in den 
aanftaanden oorlog te gemoet; fprak daarom als Scheidsman 
aldns het vonnis: dat ze voortaan beide even gelijk regt op 
Friesland zouden hebben ; niemand tot het opperbewind over 
Ooster- of fFettergoo aan te (lellen dan met beider toeftein- 
imnge; ieder van hen zou 'er een Vicarius mogen benoemen, 
doch zulk eenen, die beide partijen aangenaam was. Das 
Hierd toen deeze twist wel bijgelegt , doch niet zonder vree- 
ze , dat wel ligt en haast krakeel over dat gemeen goed 
ontdaan zonde. Bisfchop godevaart overleed den < 
Junij van het Jaar 1177 of wel 1178, werd in de Domkerk 
begraaven bij Bisfchop ualderik. Hij heeft de Stad Rkcene* % 
en meer andere 7ijner aan geërfde goederen , aan de Kerke van 
Utrecht gemaakt. Balduinus de II, gezegt de Hollander , 
volgde hem. 

Heel weinig vind men in 't Batavia Sacra van deezen Bis* 
fchop te boek geflagen , dan alleen dat hij van reenen wiefi 
genaamd naar het Kadee] Rhectitn t dat naderhand bemuurd is 



GODEVAART. 429 



geworden: want (volgt 'er) meest alle de oude Familiën, ge- 
lijk bucheuus wel aanmerkt , hebben hunne toenaamea ont- 
leend van Kafteelen , die zij bezaten : van dewelke fommige 
nadethand vergroot zijn geweest, en de naamen vau Steden 
aangenomen hebben. Na eene korte melding vau de 
tweedragt tosfchen deezen Risfchop en den Graave van Hol* 
land gereezen , daar wij boven een veel breeder verflag van 
bobben, tekent de Schrijver aan, dat het Jaar 1170 en de vol- 
gende Jaaren, onder zijne Regeeringe, ongelukkig zijn ge* 
weest, door een groot getal van fchadelijke en droevige won* 
derge vallen; zo dat niet alleen Holland \ maar ook Utrecht* 
door eenen geweldigen watervloed, en den brand, leeiijk is 
gehavend geworden: de oprzaak yan deezo rampen (fchrijft 
hij verder) word geleid op het f c henden der heilige zaaken 4 
zonder wijders Ce melden , waar in die heilige zaaken en haare 
fcbending hebben bedaan , waar van hij egter niet kan onkun- 
dig zijn geweest; noch ook de grootheid van den ijsfelijken 
watervloed in 't bijzonder aan te wijzen 9 en het geene door 
den brand binnen Utrecht vernield ir. Naardien dit alles nu 
tot voldoeninge van de nieuwsgierigheid der verftandigen , en 
kennisfe van de oude gefchiedenisfen onzes Vaderlands be- 
hoort , zullen wij het ten kortften uit jan veldsnaars Fafch 
cu lus Temporum, hoe wel, wegens de bekortinge, nu niet 
met zijne eige taaie, hier bijvoegen; het volgende getuigt *er 
die oude Kronijkfchrijver van. 

„ In het Jaar onzes Heeren 11 70 kwam 'er een groote ftorm 
» van wind op, zo dat het Zeewater heel fchielijk kwam 
„ vloeien tot aan de Staaumuuren van Utrecht , en men in de 
„ Staats Graft Zeevisch, Bolk, of Wijting genaamd, met ze. 
„ genen ving. Eucbblius, over desa fchrijvende, zegt: 
Deeze watervloed is uit de Groote Zee ( anders bij ons de 
Noordzee) zoo alt de Jaarboeken fchijnen te kennen te gee- 
vetiy opgekomen; 7 zij dat de mond yan den Rhijn bij Kat- 
wijk toen al verftopt was ; V zij dat de Zee bij Petten over 
Duinen , over Akkers 9 en overal it heent geflroomd 

„ In het jaar 1171 (vervolgt veldenaab in zijne taaie» 
,, daar wij den volkomen zin van behouden) wierd 'er op 
i> Kersnagc veel blLxem gezien» en donder geboord , die lee- 



43» GODEVAART. 



9 , lijk en vervaarlijk luidde, tot verwondering e van alle dia 
„ het zagen en hoorden. (Zekerlijk mede Jies wegen een ge- 
», denk waardige Kersnagt, gelijk die van het Jaar 171;, 
,» daar wij , en zo veele andere Landen , de zwsare en droe* 
„ vige uitwerkzeli zo jammerlijk van gevoeld en gelede* 
„ hebben.) Doch het volgende Jaar (tekent hij verder ata) 
„ bloeiden de boomen , en het gras wies mede in den Leme* 
„ tijd meer en eerder dan het plagt te gefchieden ; gelijk ook 
„ de vogels in dit Land eiieren leiden, broeiden, en jongen 
,, kipten, omtrent Maria Ligtmisfe; dat is, in 't begin vaa 
„ Snoeimaand, of Februari j; dat voorwaar iet vreemds, es 
„ der aantekeninge wel waardig is. 

Doch laat ons nu eens nader bezien, wat de fchennisder 
heilige zaaken is geweest, dus agterhoudende, in 'c algemeen 
en bewimpeld, in 't Batavia Sacra f als wij boven zien, 
alleen gemeld. Vcldenaar verklaait dat het ecne Sacrament! 
dieverije, bij gevolg, eene Godsdieverije is geweest, die ie 
Utrecht in twee Kerken , namelijk , de Buur kerk en St. Ja. 
cobskerk, in v t Jaar ir 73 is gefchied; zonder dat de daders 
konden ontdekt of agterhaald worden. Doch dewijl 'er over 
zo eene heiligfcbending, daar niets bij haaien mag, en waar 
over de aller! jsfelijkfte flraffen gefchieden, geen regt kon wor- 
den gedaan, daar ondertusfehen op het honderd duizendfie 
deel geen zulk eenen zwaaren diefïhl te bedenken zij, daa 
dien van den waaragtigen God , den Schepper van Hemel en 
Aarde, zelf gefchied, en waar over die Opperhecr (hij lij 
dan verhoolen waar hij zij) zekerlijk wraake vordert; zo 
vervolgt die oude Gefchiedenisfchrijver; „ dat 'er op dea 
„ vijfden Idus van Maij een zwaare plaagc van water kwam , 
if zo dat de vloed het gantfche Aardrijk als bedekte , en met 
„ den feilen ftroom, huiden en boomen neder velde; alzo dat 
„ veele menfehen meenden dat het een nieuwe algemeene 
„ Zondvloed zou zijn geweest, en de wereld anderwerf ver* 
„ dronken hebben. Had bet ook zo lange geduurt (meld 
„ hij voort) als de ftorm fel of bard was , zou de Stad vu 
„ Utrecht, zonder twijffel, niet lang hebben blijven flssn. 
„ Maar Gods ontferm in ge minderde den ftroom, en bet wa» 
u ter viel binnen drie dagen daar na , zo dat het al merkelijk 

.. »e- 



GODEVAART. 431 



(ï weder in de Zee keerde, en alle Dorpen, omtrent de Zee 
* geleegen » uit dien zwaaren nood verlost werden* 

Hfer op verhuld hij verder; „ dat hildiimund, Abt van 

„ Sr. Pauweis ie Utretkt, op den Hemelvaartsdag daar aan 

» volgende eene predicatie deede, waar in hij de Gemeente 

„ tot vasten en bidden vermaande , op dat God zijnen toom 

*, wilde afwenden , wegens de fchenddaad die 'er was ge* 

», fchied aan 't Heilig Lichaam van onzen Heere jizus crris. 

>, tus, dat uit die twee gedagte Kerken (feboon het met de 

» ziele én perfoonlijk met de Godheid vereenigd, in den 

„ Hemel aan des Vaders Regterhand verheerlijkt zit) geftoo* 

», len was , of dat die Stad in ff t korte meer plaagen zouden 

i, treffen. Deeze voorzegginge (volgt *er) bleef niet zon* 

» der waarheid; want ten zei ven dage op den avond ontftond 

», 'er een groote brand , waar door de Vrouwekerk , die de 

n tuurkerk hiet, als ook het meeste deel der Stad in kooien 

„ wierd gelegt; waar op dan ook de Bfofchop oodrfrbdüs, 

,, voor Gods verdervenden toorn bedugr, door zijn gantfche 

n Siïït vastendagen en boetpleegtngen in (lelde , onder de aan* 

M roepisge der Heiligen om voor hen te bidden; en zelf» 

„ anderen ten voorbeeld, b!ootvöets ia de ommegangen ging; 

„ hoe wel, onder alle deeze ongevallen, zijne kloekmoedig* 

„ beid niet is bezweeken, als blijkt uit de vier bovengedagte 

„ Kaïteelen , die hij naderhand tot befcherminge tegens zijne 

„ vijanden, en betengelinge zijner ïnuitzïeke ouderdaanen» 

M geftigt heeft.** 

Het Jaar en den dag van zijn overlijden, field het Bat avis 
Soera even als boven , hoe wel met eene klaarder Nederduits 
fche uitdrukking, den 2} Maij, in *t Jaar 1177. Een man 
( vervolgt de Schrijver) van een kloeken moed, en daar bij 
groot van lichaam; waar van büChbLids, over hêda fchrij* 
ven de, vertaalt , dat hij 20 groot is geweest als een reus; en 
zulks bevonden heeft uit zijn bekkencel , en uit zijne andere 
gebeenten, die in in den Jaare 1580 uit het graf gehaald wier* 
den. Men vind hier ook, dat hij in het 22, of, zo andere 
wïïlen, in het 23 Jaar zijner Regeeringe overleden, en in de 
Maartenskerk , benevens jaldricüs, begraaven is, naar men 
field, met het volgende graffchrlft; doch onbefchaamd valsch, 
XVIlI. dem* Be moe- 



4}* GODEVAART. 

' ' " '■ ll — — — — — 

moeten wij» ter liefde van de waarheid, zeggen: want 
een woord is *er in , dat naar de uale en den rf joacrand 
dien overonden tijd het minfie zweemt; dies vermoeden 
liever, dat het uit de hersfenen van den vermomden 
teriijken Schrijver is gevloeid; en waarom dan het met 
cene verdigte oudheid bekleed? Of is 't om dat bet al 
moet bieten in *t Roomfche Geloof» hoe blijkbaar het 
merktekenen van nieuwigheid op 't voorhoofd draaft? Zeker, 1 
van dit flag der zogenaamde Priesterorden hadde men wat b* 
ter, en opregter verwagt: de Lezer oordede; dit is dsn' t 
gewaande Graiïchrifr, daar Bisfchop codevaaet van Rh*, 
nen t in 't Jaar 1177 mede vereerd, en dat op zijn graft ga» 
houwen zoude zijn, 't geen de woorden immers medebor 
gen, dat hij *er mede begraaven is. 

De Kerkvoogd godffeoy heeft V magtig Slot van Rheenen 
Cefchonken aan het Stift: en nog van klaar e fteenen 
De Sloten Volienho, Montfoort, en Horst gehouwd* 
En dat van Woerden, 7 welk de Stad geteugeld houd. 

GODEVAAET, GODBFIIDUS, enz* VAD AmflcL Bij BOXBON 

vind men deeze woorden; „ de eerde die gemeld wotd (uit 
M het Geflagt van amstel ) is oodefbidus van amstel op 
^ 't Jaar 11 18, en word gezegd te zijn gemaakt Bisfchop 
», van Utrecht, na de dood van w de rik. Van deexea 
„ word geen gewag gemaakt bij eenige Schrijvers, zo nieuwe 
„ als oude, en indien beda niet van hem gefprooken hadde, 
,, zijnen naam zou tot heden onbekend zijn gebleeven* fl* 
» geen 'er beda van zegt, is dit: ik hebbe ergens geleezeo» 
„ dat na tbeodoricus, of dideek van Holland ', godefii* 
4» dus van Amfiel zou verkooren zijn tot Bisfchop; mi** 
„ nog van zijne daaden, nog van het einde zijns leven" 
„ hebbe ik nooit iets konnen vinden." Uet zal dan ligt eca 
feil bij hem geweest zijn in het ultfchrijven, of befchrijvtt 
der Utrecht fche Bisfchoppen uit jobabus de bb&a, & 
hem voorgegaan Is, ook nader aan dien üjd, en zelf Ksou* 
nik is geweest, die 'er egter geen gewag van maakt. At 
BUGHfiUus getuigd ook nooit iets vaa deezen Bisfchop eo* 



GODEVAART. 43$ 



trRiDUS van Amftel geleezen te hebben. BoIhobnius zege 

ok; „ de eerde (der Amfleh) die gemeld word il godifri- 

, ©os van Amftel 111 'c Jaar jii8 , en word gezegd geweest 

r te zijn de tweeëadertigde Bisfchop van Utrecht, na de 

, dood van md*rir7' Alle lijnen der Utrechtjche Bisfchop- 

>en hebben 'er twee van den naame didebik, op malkandoü 

•en volgende; namelijk diderik den Hollander % in fcheuiin- 

5e tegen Aawooö van isenburg, en diderik van are» 

Isenbubct werd eerst bij den Paus bevestigd, derhalven de 

XXX; maar allo hij ftraks daar na, nog te Komen zijnde* 

ftierf , öelde de Paus dj der ik van Holland ', die op dien tijd 

snede te Romon was, na isenburob dood, tot Bisfchop; 

doch hij ftierf ook in zijne te rug reis, te Pavia in Itatitih 

Toen wierd dideeik van aas verkoozen : dus moet diderie 

van Holland de XXXI, en diderik van aez de XXXII 

Bisfchop geweest zijn. Ondertuafchen vinden wij eenen 

brief van Bisfchop andrzas van xuut, geteekend 11 31, daar 

als getuigen over gedaan hebben engelbbrt en godrfre* 

dus van Amftel; maar nergens word gerept dat ze Geestelij* 

ken , of Prelaaten in een der vijf Godshuizen geweest zon* 

den zijn. 

Godrwtk , (piiTBR van) Govtrtz ; gebooren te Dordregt, 
in het Jaar 159a, was een zoetvloeijend Oigter, van wien 
veTfcheideoe (lukken zijn na gebleevem Ook heeft hij eeni» 
ge aanteekeningen gemaakt , om te dienen tot eene Befchrij* 
ving van Dordregt; dan zij zijn onvoltooid gebleeven. Hij 
overleed den 11 Augustus, in 't Jaar 1669. 

Zie balb, Befchrijving van Dordregt* 
bl. fiSA* 



Godkwyk. (maria) Indien Utrecht roemt op Juffer inna 
*Aau schuurmans , zo heeft ook Dordregt reden om hoog 
(fchoon niet zo hoog) te treeden op Juffer margaretha 
oodewyk. Zij was niet alleen, boven haare moeders taal, 
*<*r ervaaren in de Griekfche, Latijnfche , [tatissn/ch*. 

E e a tran* 



154 GODEWYK, (MARIA) GODL1NSE , en*: 



Franfche en Engelfche Tillen; mi» had ook den graai 
van de Hebreewwjchê gelegt. In de Poëzij behaalde rij tój 
«itftekende wrogt «ij met de naaide; naar hei leven bordawH" 
zij de gedatnten vin Menfcheu, Landfchappeo , Watervaflea 9 
Bloemen, Schepen, Zee6n, enz. Zij fchüderdc kooffig; a> 
kende «eer wel mer de pen; aardig fchreef zij op glas 9 ver 
ftond de muzijk, en fpeelde deftig op de ClavedjmbaL flaaaj 
afbeelding, zelfs van haar gedaan, vind men ia de Befcknj- 
rirtge van Dor dr egt. Zij was gebooren in 't Jaar 1617, dea 31 
Augustus, en flierf den a November van het Jaar 1677. 

Godlinse, een Dorp in de Groninger Ommelanden t onder 
Fiveiingo* met een Adeüjk Huis van clawt. In den vervaar- 
lijken Groninger watervloed, den ia en 13 November van bat 
Jaar 1686, zijn aüeen in dit Dorp 53 menfchen» 23 paentat, 
166 koeien en jonge beesten om *t leven geraakt: 13 touwen 
en fchuoren gantsch weg gefpoeld, 9 andere meerendeels o* 
fcbadtgt. 

Godschalksoort, een der zeven Dorpen, befaoorende aaa 
het Baljuwfchap van Strijen % aan de Oude Maas, alwaar ces 
voornaam Veer is. Schoon geen Kerkdorp, is het, egtcf, 
eene vrije Heerlijkheid, behoorende aan den Heer van au* 
geland. In het Jaar 1624 zijn aldaar bedijkt 104 morgen» 
tn 46 roeden Lands. 

Goehs, (aYKLOF va») de XIII Gouverneur Generaal nn 
Keerlands Indie, geboortig te Emden, of, zo anderen zeg- 
gen, te Geuns 9 een Dorp in Öostfriesland. Wat 'er vaa 
ffij; hij was een dier Helden, die hunnen Adeldom niet doof 
het geboorteregt, maar door daden verkreegen hebben. Onbe- 
kend is het, wanneer en waar voor hij de eerfte reizenaar 
Oostindiin deed. Waarfchijnlijk zijn het zijne verdien&eo, 
-die hem voortgeholpen hebben, 't Allereerst, dat men vanhes 
gemeld vind , is met den tijtel van eerfte Commies, en Lid vm 
't Collegie van Commisfarisfen van Hawelijkazaaken t In het 
Jaar 1646 en 1647* In het Jaar 1652, werd hij is Gezant* 
fchap naar den Keizer van Java gezondan, waar bij hij ver- 
... fehei. 



GOBNS , (RYKLOF vah) 435 

bheide voordeelen voor de Compagnie bedong. In de twee 
notgende Jaaren vind men hem gemeld als Prefident van de 
leeskamer , en in 't laaide van die had hij eene reize gedaan 
taar Perfie, fn hoedanigheid van Commisftris. In het jaar 
[655 was hij Bevelhebber van de thuiskomende Vloot. Kort 
har na vertrok hij weder naar lndie % aan boord van 't Schip 
ie Oranje , in de waardigheid van Buitengewoonen Raad. 

Gedaoreode bet leven van zijnen voorzaat, heeft hij zigop 
VeiUn, Cormandel en Malabaar beroemd gemaakt. Twee* 
maaien was hij Gouverneur van Ceilon , welke waardigheid 
naderhand zijn zoon rtcklof van ooens de jonge bekleed- 
de, na dat zijn vader, in het Jaar 1661 , Ordinaris Raad van 
Indie was geworden. In het Jaar 1675 kreeg hij den post 
van Diredeur Generaal, en werd» den 4 Januarij van hec 
Jaar 1678, de opvolger van den Gouverneur maatzuike*. 
lo twee laatfte posten heeft de fleer van goens niets ver* 
ligt* dat aanmerking verdient. De Gouvern.-Geoeraal , die zig, 
zeden het Jaar 168 1 , in een waggelen den (laat van gezond- 
heid bevond, verzogt en verkreeg zijn ontflag, nevens een 
treffelijk getuigfebrift, waar bij de Heeren Bewindhebberen 
kon genoegen, over zijne dienden, aan de Compagnie be* 
weezen, betujgden, laatende het aan zijne keuze, om na het 
Vaderland te vertrekken , of in den rang te blijven ; hij ver* 
trok den 25 November van het Jaar 10*81, van Batavia, aan 
boord van 't Schip 't Land Schouwen, verzeld van zijne 
huisvrouw johanna van ommeren, en kwam, in het Jaar 
i6fti, behouden in Texel binnen. Hij ftierf kort daar na,. 
den 14 November van het Jaar 1682, te Amfteldam % en 
werd in 's Rage begraaven. Hij liet drie zoonea na, die allen 
«anzienlijke Ampten, in de Indien bekleed hebben. ' 

Zie valintyn, Hiflorifche Reizen. 



GozaiE of OOEDER1IDI, (Baljuwfchap van) in het Land 
van Voorn f legt, met deszelfs onderhoorige Polders, ten 
Oosten van bet Eiland WeUvê*rn % en paalt, ten Noorden, 
net de oostduinen en flranden , aan de Noordzee , of hec 

E e 3 Go<* 



43« GOEREE, GOEDEREEDE. 



Goedereefcke Gat; ten oosten tan de flikken, die de &4*f 
re Zee genumd worden, en tig (hekken naar den Hals; icf 
ten Zuiden tan het Brouwershaven fche Oiep ; en ten Wesct 
tan bet onde Land van Diepenhortt* het Onde en Nwnrt 
Nieuwland. De omtrek van dit Regtsgebied was , nog Ü 
het midden der XVI Een we, niet zo groot» toen Goem 
naanwlijks eenige Landen onder deszelfs diftrift had. In hu 
Jaar 1592 zijn de vrugten van de Nieuwe Pclóet, Od 
Westerloo genaamd, ten Zuiden van de Stad geleegen, voof 
de eerllemaal ingezameld* Naderhand werden de Polden de 
Nieuwe- Oostdijk , Nieuw* Westerloo , Rooklaasplaat , eo de 
groote en kleine Zuider Polder bedijkt, waar door bet 
Regtsgebied van Qoereede, met de onde Polders, valgeasde 
opneeming in den Jaare 1698» thans beflaat 1091 gemeten 
en 227ï roeden Lands. De oude Polders waren alleen de 
Tlas van Altena. die» in het geheel, niet meer dan ooroent 
60 gemeten uitmaakten. Alle de nieuw aaagewonne Pdderi 
zijn ongemeen fchoone Zaailanden. Behalven deezen legt 'er, 
buiten de Groote Zvi der-Polder, nog een groote Aanwu of 
Gors, die na verloop van weinige Jaren bedijkt zou konaen 
worden. In de Quohieren der verponding van den Jan 
1632 , was de grootte van het Regtsgebied van Goeree niet 
onderfcheiden , maar onder het geheele Land van fPes/mr* 
begreepen. Bij bet maaken van de nieuwe Quohieren, » a 
bat Jaar 1732, is de aanflag van het Eiland volgens óejo- 
risdtöien verdeeld. In die van Goedereede vind men , voor 
alle de Polders, 1051 gemeten en 247 \ roeden Lands aan£f< 
tekend; benevens 161 huizen en 1 koonnnolen. In hetBw- 
gerlijke en lijfüraffelijke (laan deeze Polders onder de Stad 
Goedereede. De Polderzaaken worden door Dijkgiaaven en 
Heemraaden waargenooracn , die in ieder Polder bijzonder 
door de Ingelanden verkooren worden. In de Plas-Poldt* en 
kleine Zuider-Polder hebben de Iogezeetenen gezamenlijk bet 
beftier over denzclven. 

Goederiede , of bij verkorting ookbee , eeue Stad ia fct 
Land van Pborne, bijna een half uur van het Havenhoofd » 
aan het ftrand de Rivier Hakte. Uit den aanwas der boven- 

«e- 



GOEDERBEDB. 437 



Polders blijkt, dit zij eertijds nader aan Zee gelee* 
gen beeft; waar door de Scheepvaart , volgens de verhaalen, 
in voorige tijden merkelijk bloeide , en de Stad magtiger en 
■volkrijker was. Volgens eene oude Keur was bet zelfs otiga. 
oorloofd , niet een wagen in een (haat of fteeg te vertoeven, 
oT een' paard aan een Hoep te binden, ten einde om den 
doorgang niet te belemmeren. 

Goeret was voortijds met fterke munren omringd ; waar. van 
eenige zwaare overblijfsels nog te zien zijn. Van de vijf 
woorige Poorten, zijn 'er niet meer dan twee, de Maria* 
en de Hoofdpoort* overig , met een gedeelte der Molenpoort, 
san de Westzijde der Stad. De vestingwerken zijn voorna- 
melijk na 't Jaar 1428 in ftaat gebragt, en wel bepaaldelijk 
in den oorlog met die van Zevenbergen; waar bij de Stad 
een zwaaren aanval leed, welken de Burgers kloekmoedif 
doorftonden, en den vijand manlijk afweerden. Tien Jaaren 
se vooren waren zij door het Krijgsvolk van Hertog jak van 
Braband aangetast. Na dat de Brabanders Dordregt bemeg* 
tigd, en het Land van Weitvoorn hadden afgeloopen, werd 
deece Stad door hen gepionderd en geheel afgebrand. Door 
het onagezaam uitwerpen van eenige heete asch, raakte de 
Stad , in bet Jaar 1482 , geheel in brand ; door de wakker- 
heid der Burgeren bleeven de Kerk en 't Gasthuis alleen on- 
gefebonden. 

Te gedenkwaardig is de heldendaad der vrouwen van Goe* 
reede, om hier verzweegen te worden* Op den at Julij van 
het Jaar 1490, kwgmen Jonker p*ahs vah biiderodb en 
Heer jak va» naaldwyk, met 26 Schepen, voorzien van 
Krijgsvolk en oorlogstuig, voor de Stad Goeroe, terwijl de- 
zelve genoegzaam van Krijgsvolk en Burgerij ontbloot was». 
alzo de mannen, ter haringvangst, op Zee waren. Zij dee- 
den de Stad opeisfehen, en, na gedaane weigering, beltor. 
men. Hier op begaven zlg de vrouwen naar de m uuren, 
weerden- de (tonners af met heete pik, teer en brandende 
hoepen , en volhardden hier in met zo veel kloekmoedigheid, 
dat de vijanden , na zeven uuren flormena, niet zonder merk- 
lijk verlies, Aoesten aftrekken* In de Stad was niet meer 
dan ééne vrouw dood gefchooten. Tot loon wof deeze 

E e 4 beid* 



4 )8 GOEDEREEDE, 



heldhaftigheid en trouwe, werd de Stad, door maiomru 
van joik, Vrouwe vtn Watvoorn, behalven honderd Rbtj* 
fche guldens, befchonken mee de vrijheid der Vlascbiieödeo. 

Geereede, gelijk uit oude aanteekeningen blijkt, weid wek 
eer eer dagvaart van de Staaten vau HelUmd befchreeven. H<* 
wel zij, door onmagt, zedert het Jaar 1579 geene Afgewa> ( 
digden heeft gezonden, zijn,_egter,.in het Jaar .1609, toea 
'er over het twaalf jaarig beftand werd gehandeld; eenigeGe* 
magtigden dier Stad ter vergadering verfcheenan. 

Door verval van neering ia Geeree zodanig verminden, 
dat men, in 't Jaar 1745, 'er niet meer dan 116 huizen telde; 
het geul der Inwoonde» beliep toen niet meer dan 350 per* 
iöonen , behalven de kinderen onder de vier Jaaren. Uit geot 
verminden nog meer dan het vermeerdert. De bewoonen ge» 
neeren zig meest met den Landbouw, behalven die geeoen, 
welke eenige daaglijkfche neeringen of ainbagten oeffenen, ea 
de SchJpperi der vaartuigen en Marktfcbepen, die de vrugreo, 
welke het Eiland voortbrengt» veelal naar Rotterdam ea dder» 
vervoeren. 

De har ingvangtt was oudtijds aldaar de hoofdneering. Me* 
wil dat de visfehers aldaar allereerst de haring in tonnen gezou- 
ten hebben. Het aanwasfen der droogten en plaacen was de 
voornaame oorzaak van het verval der Ingezeetenen ; die, eg* 
ter, na het bedijken der nieuwe Polders, wederom een nieuw 
beftaan en kostwinning kreegen. 

De voornaamfte Gebouwen zijn het Stadhuis en de Kerk. 
Het eerfte werd in het Jaar 1530 gebouwd, nadat debrmd 
van 't Jaar 1482 het oude Gebouw verwoest had. De Kerk fs 
een fchoon Gebouw, 't welk men, in 't Jaar 1708, heeft be- 
gonnen te herbouwen. Zij heeft een zwaaren vierkanten toren, 
die zeer hoog is, waar op, agt maanden in her Jaar, gevuurd 
word; men wil dat dezelve, in het Jaar 151a, en dus veel 
Hater dan de Kerk zelve , geftigt is. De Gemeente word door 
één Predikant bediend» Aldaar is ook een Gasthuis, en, bai* 
ten het Havenhoofd, een Lazareth, door Gecommitteerde Rat» 
den, in het Jaar 1737 1 aangeiegt. 

De Regeering beftaat uit den Baljuw, of liever Snbflirat 
Baljuw, en Schout, twee Burgemeesteren, waar vaa'er&i 

The* 



GOEDEREBDE, GOEREESCHE GAT, (HET) «9 

Tbefturier is; «even Scheepenen en één Secretaris, die het 
Kollegte van het Geregt uitmaaken; waarbij nog twee Wees* 
meesteren gevoegd zijn. Het aanftellen van den SubQuut Bal- 
juw gefchied door den Baljuw van den Lande van V4om% 
Tot de verkiezing der anderen Regenten 9 word Jaarlijks, op 
«Sr. Stevensdag, den 26 December, door de Leden, die in 
Regeering zijn , een Nominatie gemaakt van agtien petfoo* 
oen. Dit dubbel getal word overgezonden aan den Baljuw van 
Toorn, die 'er één Burgemeester en drie Scheepenen uit kiese, 
en vervolgens aan den Raad en aigemeenen Rentmeester, die 
de vier andere Scheepenen benoemt. De Heeren worden gemeen* 
H/k op den laatften December gekoozen en beêedigd. De Se- 
cretaris ontvangt zijnen last van Gecommitteerde Raaden. De 
twee Weesmeesteren worden uit de Leden van Regeering ge- 
kooien* 

Het Wapen deezer Stad is een Burgt mee een Koepel over* 
dekt* en een zwart zinker ter wederzijde op een Gouden, 
Ftld. 

Zie alkemase, Befchrijving van den 
Brie/ en Lande van Foorn. 



GoERïEiCHE gat» (het) een der Zeegaren in 't Land van 
Foortiy loopende digt langs het Eiland Wettvoorn beenen. 
Tasfchen dit Gat en het Land van Oostvoorn iegt een grooce 
droogte of zandplaat, de Hinder geheecen. 

Goxbke» ( willem) was de zoon van hügo willem ooi*. 
bes , en anna e wo ut a. Huoo willem was Do&or in de 
Godgeleerdheid en beroemd Geneesheer, te Middelburg, in 
Zeeland* alwaar willem, den 11 December van het Jaar 
1635, gebooren werd. Hij had, van kindsbeen af, een groo» 
te genegenheid voor alle konden en weetenfehappen , en vond 
zijn gtootfte vermaak in den ommegang met geleerde mannen. 
Dan, tot zijn ongeluk, verloor hij te vroeg zijnen vader, en 
geraakte onder de tugt van een onkundigen en ftrengen Hief- 
ytder, die hem niet wilde vergunnen, zijne geneigdheid te? 

E e s vol- 



440 GOEREE, (WILLEM) 

volgen. Dus vond bij zig genoodzaakt, een andere bezigbdj 
rer faand te neemen; waarom hij, als best met zijne ncigng 
overeen ftemmende , den loffdijken Boekhandel verkoos. On- 
eer deeze bezigheid Het hij niet na, de weetenfcbappe» • 
beoefenen; met dat gevolg, dat door hem, in vervolg ra 
tijd, de waereid met zijnen fchoonen letterarbeid is venijta 
geworden: als, zijne Joodfche Oudheden , II. Deelen in foL; 
Mofaisch Hiftorie, IV. Deelen in fol. 1700, alle met beerlij. 
ke plaaten verrijkt; Kerklijke en fVaereldtijU Hiflorien, ia 
4to, 1730; Algemeene Bouwkunde , met pi. 1681; Menxh- 
kunde , in 8vo, 1704 ; Inleiding tot de Schilderkunst, in S?o, 
1704; en tot de Tekenkunst , vierde druk, in 8vo, 1705; 
Ver ligt kun de , of regt gebruik der fVèterverwe 9 in Svo, 
1705. Behalven deeze gedrukte werken , vind men nog ad* 
ding gemaakt van eenige handfchriften, door hem opgeftdd: 
als, 1. Lexicon Htruvianum, of verklaaring der konstwoor* 
den, die in de ArchiteHuur van Vitruvius voorkomen; — — 
Werkwoorden der Bouwlieden , zijnde aUe benaamingen ton 
gereed f c happen t ft of en 9 woorden van commando , enz. die bij 
de werklieden der Bouwkonst daaglijks gebruikt worden ; 
Woordenboek der Archite&uur, waar in alle deszeJfs ktnst* 
woorden verklaard worden* Aanttekeningen over Perfep* 
lis; — Eerfte en tweede vervolg op de Republiek der Be. 
breein. 

In het Jaar 1666 trouwde hij , met elizabeth vah wii* 
iRROEif, en overleed te Amfleldam> werwaards hij zig, van 
Middelburgs met der woon begeeven had, den 3 Maij van 
bet Jaar 1711. Zijn afbeelding, is door vah oühst in 't ko- 
per gebcagt. 

Goerzb» (Jan) zoon van willem, heeft, behalven ande- 
re gedigten, op verfcheidene tijden en gelegenheden, afzon* 
derlijk in het ligt ligt gegeeven: 
Akxander % Koning van Ciprus en CiciUen , of gewaande 

Zeerover , in 8vo; 
Codvrugtige Atmanach t of Lofgedagtonit der Heiligen; 
Hiflorifche Gedenkpenningen van Lodewyk den XIV \ io8vo. 
als mede, eene verzameling van zijne ernftige en boonige Get 

dig* 



GOES, Gelegenheid en Groette. 441 



dig^en, onder den tijtel , Jan G oer e e's MetigelpoHij , 1734, 
io 8vo, Hij was gebooren te Middelburg , den 20 Odober, 
van het Jaar 1670 , en overleed in Amfieldam % den 4 Januarij 
van het Jaar 1731. Zijn af beeldzel ia door j. houurakkn in 
'c koper gebragt. 

Voorts heeft hij zig, door zijne Ets- en Teeken konst, zeer 
vermaard gemaakt. Men zie de bewijzen daar van , in zijne 
nog voor handen zijnde konstftukken; als ook in zijnen tVeg* 
Wijzer doer Amfterdam, in 8vo, v 

Gors , of ter goes , de derde in den rang der Hemmende 
Steden van Zeeland 9 en tegenwoordig de eenige Stad in Zuid* 
Berelandt leggende aan de Noordzijde van gemelde Eiland, 
op eenenvijftig graden en dertig minuten Noorderbreette. Dee- 
ze Stad beflaat, in haaren omtrek, langs de wallen» ruim zes 
honderd roeden. Buiten haare graften » langs de buitenfingels, 
die zig, met de haven, verre naar het Noorden, en toe aan 
den Zeedijk,, uiiftrekken , word de omtrek op ruim een uur 
gaans gerekend; binnen dezelve kan 7e naauwlijks-een half 
nur haaien. Aan den Zuidoostel ijken hoek heeft zij eene fraaie 
Voorftad. Men begroot het getal der huizen aldaar, buiten 'de 
pakhuizen , op 850 , en in de Voorftad op 100 , en dat der 
bewooners op 3500 perfoonen. Men vind aldaar drie havens: 
de oude haven , nieuwe haven en agterhaven. De Stad word , 
bij het inkomen der haven , gedekt door twee Schanfen ; de 
eene legt aan de Oostzijde, tegen de oude haven, en de an- 
dere aan de Westzijde» bij den mond der nieuwe haven, digt 
aan hetgroote diep; van deezelaatfte loopt een linie van com* 
vranicatie, de groene dijk genaamd, nabij de Hoofdpoort uitko- 
mende. Oudtijds fchijnt de Stad, voor het grootfle gedeelte» 
met een fteenen raufor omtrokken geweest te zijn , waarfchijn. 
lijk gefebied op vergunning van Vrouwe jacoba van bhije. 
lts, in het Jaar 1417, Dit is ten minfte zeker, dat Goet' 9 
vóór dien tijd, geheel open wat. Heden vind men oog ver- 
fcaeidene overblijfzelen van een ouden fteenen muur: als aan 
<te Oostzijde, bezuiden de Oostpoort; en aan de Westzijde, 
bezuiden 's Heeren Hendrikskinderen Poort. Ook ftaat 'er nog' 
cca oud overblijfsel van dien muur tegen de Zoute vest aan. 

Men 



44» GOES, Sterkte en Poert**. 

Men heeft thans, hier en daar, nog Bolwerken rondom de 
Stad, onder anderen een bij de nieuwe Poon, doch pnregd- 
inaatig, waar van het halve Gordijn door het water van de 
Zoute veit bedoeld word; In de Jaaren 1578 en 1585 werd 
de Stad nog merklijk verfterkt, Mn wederzijde van de haven, 
door Bolwerken en Ravelijnen» en twee Schanfen aan het ein- 
de van den havendijk. Ook werd toen , aan de Oostzijde , bij. 
de Ganzenpoort , de Stad met eeu tandwerk uitgeleid en ver- 
groot. Het geul der Poorten is aldaar zes: als tan den West» 
havendijk de Hoofdpoort, die, in bet Jaar 1637, naar de De- 
rifche Bouworde geheel verbouwd is; aan de Oostzijde van 
dezelve legt eene Batterij , Hoogerverwe genaamd, waar op 
vijf (tukken kanon leggen ; voorts de Heer Hendrikskindere* 
Poort; de Ganxenpeort, de Oostpoort, de Donkere Peer/ , en 
de Nieuwe Poort. 

De naamsoorfpronk. deezer Stad is niet zekerder dan die van 
andere Steden. Sommigen willen den naam afleiden van het 
woord Gans, waar van het wijfje , In de oude Duitfche taal, 
Cees heet. Zij geeven voor reden , dat de plaats, daar na Ter 
Cees legt, eertijds een Schor was /waar op zig veele Ganzen 
onthielden. Anderen zeggen, dat Gae$ 9 in de oude Deen/c ke 
of Duitfche fpraake, zo veel beteekent als een weelige en 
vrugtbaare grond ; en om dat Goes in zodanigen Landsdouw 
legt, willen zij den uaam daar van ontleend hebben. 

Even zeer word 'er getwist over de oudheid en opkomst 
deezer Stad. Daar zijn 'er, die de opkomst willen toefchrij. 
ven aan het oude Slot, aldaar nog in wezen. Maar dit is eerst 
omtrent het Jaar 1300 bekend geworden ; en in de XIII. 
Eeuw was reeds de Heerlijkheid van Goes vermaard, en van 
Scheepvaart voorzien. Want het is kenbaar, dat Graaf f lo- 
bis db V, in 't Jaar 1266, ter bede van zijnen neeve, Rid- 
der pstuus vam boisszlzh , aan zijne goede luiden van Goes 9 
door alle zijne Landen, vrijheid van tol, voor hunne goede* 
ren en koopmanfchappen , verleende. De zelve vrijheid gaf 
jan , Hertog van Braband, drie Jaaren daar na, aan Heere 
floris van dorssblen. Waar uit blijkt è dat Goes vroeger 
in wezen was dan het Slot. 

Dit 



GOES, Gefihiedénis/in. 44I 

Dk Slot , toen genaamd Oostende , werd eerst in bet Jaar 
1300, kort na deszelfs bouwing , door jan van renes», 
met de Wamingen belegerd, en door die van Rei merswaal 
ontzet. Van de Wamingen (beu velden meer dan 1800 man* 
oen. Goes, een eigendom van den Huize van Borsfelen f 
kwam, mee de verbeurdverklaring der goederen van dat Ge* 
flagt, aan de Graaven van Holland* en werd dus, in het 
Jaar 1305, door willcm den 111» aan jan van Beaumont 
en Bkis, fijnen tweeden zoon, gegeeven. In bet Jaar 1307 
fchonk Hertog alsregt van beijerbn, aan de Goezenaars , 
vrijheid van 't pondgeld op de visch. Jacuba van betjb- 
ien, in bet Jaar 1417, Vrouwe van den Lande en de Stad 
Goes geworden, zijnde, kwam, in bet' Jaar 1428, toen zij 
van het Graaffchap Holland ontzet was, met een klein ge* 
volg, op het Eiland Zuid-Beveland , en onthield zig zomtijda 
binnen de Stad. Op zekeren tijd, wanneer de Eilanders, 
van alle kanten, famen kwamen, om naar den Papegaai tt 
febieten, begaf zig Vrouw jacora, verzeld van eenige Ede- 
len, mede onder. den hoop, en voorts op de Schutters baan; 
alwaar zij den handboog gerlbomen hebbende, gelukte het 
haar , den Papegaai zodanig te treffen , dat hij van de fteng 
ter aarde viel. Hier op kwamen de vrouwen der fioogfehut- 
ters, zo uit de Stad als van de omleggende oorden, Vrouwe 
jacora geluk wenfehen, en als Koningin met gefchenken be- 
groeten. De Graavin vond hier in zo veel vermaak, dat zij 
de Ingezeetenen , van het Graaflijk regt op de Vlaschtienden , 
voor altoos onthefte. 

De dienden, welke de Goezenaars, in het Jaar 1426, aan 
Hertoge fiups , zo op zijne reize, als in den flag veor 
Brouwershaven en elders beweezen , hadden hen zodanig 
verarmd, dat veele Poorters zig genoodzaakt vonden , de Stad 
te verlaaten. Doch hlips, zig weinig kreunende aan de ar- 
moede der Ingezeetenen , verbood zeer ftrengelijk het uittrek- 
ken van Poorters uit de Stad , dan wanneer zij der Stede van 
buane lasten en kosten te bate zouden komen. Zelfs beval 
bij, in het Jaar 1436, aan den Geregte van Goes, Ast regt 
te hanteer en en te pleegen* vonnisfe te wijzen , en ter zij* 
* ner 



444 GOES, CifcUedenisfi*. 



ner komfie voort u gaan. In vervolg van tijd nogttans ver- 
leende hij hun nog zeer aanzienlijke voorregten. 

In de Jaaren 153 1 en 253a waren de Ingezeetenen , door 
verfcheideue zwaare overftroomingen , door duure tijden en 
verval van neeringe , zodanig verarmd en uitgeftorven , <kt 
'er, tot het Ampt van Rentmeester, geen twee goede eerbaa- 
re mannen» van vereischten ouderdom» tot twee honderd Eu- 
fche Nobeleu gegoed , konden gevonden worden : wsaroa 
Hertog karel bun moest toeftaan, daar toe te zoeken mannen 
van die jaaren 9 ais zij zonden konnen vinden , en gegoed tot 
honderd Nobeler.. Door deeze verarming der Inwoonden 
raakte de Stad zodanig ten agteren , dat de fchuld , die niet 
voldaan kon worden, in het Jaar 1543» meer dan agtden dui- 
zend guldens beiiep. v t Geen bet onheil nog treffender maak- 
te, was de brand, die aldaar, in het Jaar 1554.» op den 18 
Maij ontftond. Dezelve nam zijnen aanvang in een der Zont- 
keeten. Door een zwaaren ftormwind uit den Noordoosten , 
verfpreidde zig dezelve, eerst in de hnizen buiten, en daarna 
binnen de Stad. Alzo de brand niet kon gebluscht worden , 
werden, behalven zeer veeie Zoutkeeien, bijna drie vierde 
deelen van de Stad, met al wat 'er binnen was, door de vlam- 
me verteerd. UU verlegenheid werd de Stad van zeer veeien 
verlaaten. De voornaamfte Ingezeetenen , dit ontwaar worden* 
de, wendden zig tot den Keizer, en gaven hem hunnen nood 
te kennen, met verzoek om eenige voorregten, om de Stad 
wederom tot den voorigen bloei te herfielien , en te zorgen 
dat zij niet geheel ontvolkt werd. Zij verkreegen hier op 
eenige voorregten, en wierden daar door in fiaat gefield , in 
het Jaar 1596, om aan den eisen van den Hertog vak albj. 
gedeelteltelijk te konnen voldoen. Maar hoe geneegen zij ook 
waren, om alles ten diende van zijne Majefteit op te brengen» 
weigerden zij, egter, te bewilligen in den eisch van den jo 
en 20 penning. Evenwel bleeveu ze den Koning niet minder 
getrouw, zo ais zij zulks ten duidelijkften toonden, in het 
Jaar 1572. Want tseraarïs, met eenig volk en twee veld. 
Hukken, uit Viisfingen voor Goet gekoomen zijnde, Helde do 
bezetting aig zo dapper» weer, liit tsirjart* genoodzaakt 

werd, 



GOES , Gefchiedenisfen. 44f 

weid, te rug te trekken* Jo de maand September vin dak 
zelfde Jaar , kwamen tseraa&ts en entes wederom voor 
Goes , met negen (lukken gefchut. Zij begroeven zig en plant, 
ten 'er bon gefchut voor, op den 6 vin die jnaand, en fcboo- 
ten wel haast twee bresfen ; waar op de Franfchen en Engel» 
fchen 'snagts den ftorm waagden, terwijl de Kolonel kreyts, 
met de Frati fchen , aan de andere zijde, de Stad mei laddera 
meende te beklimmen. Doet alzo ó^eze te kort waren, ge. 
lukte het facjeco , met 600 Spanjaarden en 200 Waaien , de 
Stad te bewaaren en de bresfe zo manlijk te verdedigen , dat 
de belegeraars moesten afdeinzen. Geduurende dit beleg , deed 
4L6A zijn best om de Stad te water te ontzetten; hij zond, 
(en dien einde , den wakkeren mojtdragow , met volk en ge- 
fchut, naar Saa f tingen y en deed, met het zelve getij, eenige 
ligte Oorlogfchepen , mee Krijgsvolk , onder s ahchjo d'avjla, 
de Rivier afzakken, in de meeniog van dus den vijand met 
geweld van voor Goc* te verjaagen. Doch alzo deeze aanflag 
niet gelukte, en de Hertog geen mooglijkheid zag, de Stad te 
water te ontzetten , bedagt hij een ander middel. In de maand 
O&ober gelastte hij MOHDaiuoN, eenen nieuwen weg, hem 
door eenen blommart aangeweezen , in te daan. Mondba- 
gon, om zijnen last te volbrengen , trok op, met omtrent 300 
man, ondefr geleide van gemelden blommari, tot drie kwar- 
tier uurs van fVoenidregt* alwaar zij, met laag water, over 
het verdronken Land koude trekken. Mowdraooh, fchoon 
reeds in den krijg oud geworden , trok , in gezelfchap van dV 
villa en szaoosKERZEit, voor uit. Het Krijgsvolk, meest 
Spanjaarden en Waaien % moest, tot aan den middel, door 
het water waaden. Elk droeg een zakje met buskruid en 
lonten* benevens een weinig befchuit, op het hoofd, of om 
.den hals. Zij haastten zig, als duurende het laag water flegts 
vijf uuren, om twee mijlen wega voort te trekken* Aldus 
kwamen ze, tegen den avond, behouden aan den Krabben* 
dijk* en gaven, met een vnor, het zein van hunne gelukkige 
overkomfte. Tseiraarts ging voorts, met al zijn volk, te 
fcheep; waar op de Stad Goes 9 andermaal, vau het beleg 
verlost werd. Niet weinig werden de Landlieden daar door 
bezwaard; ea wel in zo verre, dat 'er, ia h*t Ja» 1574, e; 

een 



44* GOES, Ctfchiedentt. 

een overdag moest gemaakt worden , van de gegoedheid def 
Inwoonders en Burgers, op dat ieder, naar zijn vermogen, 
}n die lasten zoude draageo. Ook werd wel ftrengffjk vef> 
booden , dat niejnand zig uit de Stad mogt be«eeven , met 
oogmerk om zig daar door van die lasten te onttrekken. Met 
den aanvang van het Jaar 1576 werd op het Sta.>huia, naar 
gewoonte, beraadflaagd, hoe veelen de Stad, en elk Dorp ia 
*c bijzonder, van ieder honderd foldaaten moest huisvesten: 
het befleit was , dat men de niet geërfden naar zijne gegoed- 
beid zou fchaiten. 

imusfcben nam de overlast van het Spaanfche Krijgsvolk 
zo geweldig de overhand, dat die van Goes 9 in het volgende 
Jaar, zig tot don filippo, Gouverneur van de Stad en het 
Eiland, vervoegden, met beklag, dat zij, in vergelijking van 
de Dorpelingen, te veel belast waren, ea in gevalle dit aan- 
hield, zij genoodzaakt zouden zijn, hunne Stad en Vaderland 
te vetlaaten. Dow pilippo floeg dit alles in den wind; ia 
plaats van de belastingen te verminderen , verhoogde hij de* 
zelven. Daar op wierden de klagten gebragt voor den Raad 
van Brusfef; en toen ook hier geen agt op dezelve geflaagen 
werd , wat zulks oorzaak van den fchielijken overgang der 
Stad en Eiland tot de zijde der Staaten. Op befluit van Dor* 
gemeeateren en Scheepenen van de Stad, namena de Uur ge- 
ren en Ingezeetenen, en der Baljuwen , Schouten en Schee* 
penen van alle Parocbien des hilands, van wegens deszeifs 
Ingezeetenen, werden eenigen uit de hunnen naar den Prins 
van oranje gezonden, om van hem bijüand te verzoeken- 
Deeze bezending was opgedraagen aan den Burgemeester coa* 

HELIS PIETERS POLDERMAN , JOHAN ANOR1ES BLANK, Dijkgftlf 

JBewesten Schelde , en pieter jaspers vosseicare, Schepen, 
en aan den Secretaris Mr. jacob valee. Hun last hield io, 
om van den Prtofe de toeftemming te verzoeken op de Ar- 
tikelen, door gemelde Regenten, in aller naam, opgefteld, 
en op die voorwaarde, de Stad Goei en het Eiland te (lel- 
len onder deszeifs Gouvernement. Men begeerde dar bij? 
de agtervolgtng van den Roomfchen Godsdienst, zo in de 
Stad als ten platten Lande; mids het zo wel aan die vso 
tHeüand en* Zeeland ', als anderen vrij zou ftaan, daar t* 

plast- 



GOES, Gefchlede*isft*< 44/ 

f laatze in gerustheid te handelen , gaan keeren , woonen erf 
koophandel te drijven , ionder in geloofszaaken onderzogt of 
ontrust te worden; ook, dat men geene knegten of krijgsvolk, 
binnen de voorfchreeven Stad en Eilanden in GuarmToen zou 
leggen, dan ten gemeenen koste, en met toeftemming van de 
Magïftraat, en zulks nog niet dan in tijden van nood, en dac de 
fieuteis altoos in bewaaring van Burgemeesters zouden blijven. 
Verder bedong men, dat alle de bedieningen vin denGeregtc, 
of Waereldlijk of Geestelijk Regtsgebied, zouden blijven bij den 
^ffagiftraat , Wet en Officieren, daar toen over gefield zijnde, 
of verder 9 naar onder gewoonten van regtswege, gedold zul* 
lende worden. Ook zouden die van Goes blijven behouden, alle 
hunne oude voorregten , geregtigheden , handvesten, keuren 
en costumen, en zijne Hoogheid verzogt worden, hen daar bij 
te handhaven en befchermen. Na dat deGemagtigden, verfchei- 
«kne reizen, in onderhandelingen geweest waren met denPrinfe, 
fcheen het werk der fatisfaftie of genoegdoening te zullen blijven 
fteeken , op het Huk der imposten en lasten , welke men, tot 
(leun der zaaken, zonde behooren te draagen, alzo de Ingezee- 
tenen , geheel verarmd zijnde , zig buiten (laat verklaarden * 
vooreerst cenige lasten te koanen draagen ; waar in de Prins 
geen genoegen nam. Men deed dan eerst verflag aan den Magt- 
ftraat, welke, op den 25 Februarij van het Jaar 1577, <k» Ge- 
magngden op nieuw last gaf, tot het fluiten van het verdrag, en 
omtrent het point in verfchil zodanig over een te koomen, afe 
zij ten meesten nutte van den Lande, zouden oordeelen te be- 
hooren. Maar het leed nog wel eene maand, eer men het in 
alles eens was; want de Satisfactie werd van wederzijde nietgs- 
teekend voor den 22 Maart , en ten Stadhuize afgekondigd den 
27 van die maand. 

Het oogmerk van dit verdrag was eenigïijk, Satisfa&ie , dat is, 
Toldoenmge te bekomen op zekere bevoorens opgegceven poin- 
ten of voorwaarden , op welke de Steden zig onder hetStadhoo- 
derfchap van den Prinfe wilden begeeven , volgens het befloote. 
«e bij de Gendjche bevrediging ; in cegenoverftelUnge van de 
broedere magt, welke de Prins in Holland en Zeeland oeffende , 
XTiJl. deel. Ff ▼*• 



#4* GOËS, CefchieJenitfcké 

trolgens het verbond van vereeniging dier twee Provinciën. Deé* 
ze voldoening der Steden was bijzondèriijk ingerigt , om z^ 
tegen die uitgeftrekte magt te dekken , welke men minder nood- 
zaaklijk begon te oordeelcn , naar mate de Regenten zétot 
meerder fmaak in het opperbewind kreegen, en de Ariftocn» 
tie meerder doordrong* 

Bij het verbond, tusfehen die twee Gewesten, was de Ce. 
reformeerde Godsdienst vastgefteld. De Prins had de magt 
ontvangen , om de Magiftraaten te veranderen, krijgsvolk n 
de Steden te leggen , zonder toeftemming der Overheden* 
Gelden tot een bepaalde fomme op te neemen. Tegen dit ai* 
les meenden zig de Steden, bij het neemen der Satisfaétie, te 
verzekeren. Die van Goes bedongen de voorwaarden, die 
wij zo even gemeld hebben; waar in, egter, door den Prins 
niet zeer gemakkelijk bewilligd werd. Maar hij wist dit alk» 
wederom te vernietigen door de Regenten te doen bewiiligea 
in de opdragt der hoogde Overigheid , waar van hem allee* 
zijn ontijdige dood ontzette. 

Dan iaat ons zien , hoe het met den Godsdienst In Gncs 
gefteld ware , in een der pointen , waar aan die van de Stad en 
het Eiland zig bijzonder hielden. Het fchijnt dat de Hervor- 
ming . in den aanvang, hier niet zo veel opgang maakte als 
wel elders , zelfs in andere plaatzen in dit Gewest Men vind 
flegts eenige weinige Inboorlingen van de Stad e» het Eiland, 
die omtrent het Jaar 1560 , de Roomfche Kerk verteaten, en 
zig tot de Gezinte der Doopsgezinden of Gereformeerde* bo- 



geeven hadden. Ook is het getal der vonnisten , tegen zoda- i 



nige perfoonen, aldaar zeer gering, < 

In het Jaar 1567 kwamen te Goes twee Raadsbeeren van i 
des Kouings grooten Raad te Meckcler: Mr. üwthonte de ! 
meulenaar en Mr- jan d'aVjlxtruijes , welke , na- vertoo- i 
ning van hunnen lastbrief , den 22 Odtober , aan de Wetbou- ( 
derfchap zeven vraagpunten opgaven , waar op de zelve , uk ^ 
's Konings naam * gevorderd werden te antwoorden. Eqne dier ' 
vraagen wns , „ of 'er binnen de Stad Goes , of derzelver 
„ Regtsgebied gepredikt w* bij eenige Secretarisfen? Of daar 

91 toa 



GOES, CefchiedenUfen. 449 

die van de Wet, om verlof of plaats gevraagd 
j 9 en wat de Wediouderfcbap gedaan had, om het zelve 
fc>eletten/* 

c -cuatwoord daar op bevatte verfcheiden bijzonderheden , 
«xaderen: „ Dat de eerde pooging, tot het openbaar pre- 
t>&nnen deeze Stad, gedaan was den. 27 Augustus van het 
1566, wanneer zekere valebius van oinkff, (een ge* 
ene fèhoolmeester te Hoorn , naderhand te Middelburg* 
eer geroemd als eed ijverig voordander der Hervorming» 
alj daar na te Brouwershaven , in de gevangenis, met zijn 
cl 1>ezegeld heeft,) zo het fchijnt, zonder eeniggezclfchap, 
r «3e puie van het Raadhuis klom, en uit een papier , dat hij 
ie Ysand hield, overluid begon te leezen. Dat het volk, ge- 
m 9 aldaar de Plafcaaten te hooren afleezen, derwaards kwam, 
saende dat het een Deurwaarder was ; maar toen het hoorde 
liij zig voor een Predikant uitgaf, hem met mond en hand* 
aar hadden uitgejouwd Dat de Wethouderfchap, op het 
oeemen van die beweeginge, op het Stadhuis vergaderd was v 
den Prediker voor zig hebbende ontboden , hem verfcheidene 
alen liad gevraagd, uit wiens last hij dit bedrijf beilaan en 
ï. feem gezonden had; Dat zijn antwoord, op alle die vraa- 
1, geweest was, dat de Geest Gods hem gedreeven had, 
dat hij geen menfchelijke leeringen leerde; Dat uit andera 
Jen, die hij van zig gaf, de Wethouderfchap beflooten heb- 
ode* dat hij een Mennoniet was, hem dit verweeten , en hij 
r niet erkend of geloochend, maar alleen geantwoord had, dat 
Bitvo een vriend Gods wasi Dat de Regeering hem daar op 
order oangefprooken hebbende, hij van toon was veranderd en 
srklaard had, geen oogmerk te hebben om tegen de Overig* 
ad op te daan, en indien deeze zulks gebood, hij niet meer 
rediken, maar terdond de Stad zoude verlaaten; Dat de Hee* 
m 9 egter, beflooten hadden, hem in hegtenisfe te dellen, zo 
» gefctaied was, doch dat zij, nader geraadpleegd hebbende, 
MfljyoOTri hadden geoordeelt, uit hoofde van de tijdsomdandig» 
edev 9 die zaak niet verder te drijven, maar hem te Jaaten gaan, 
Ut jttttzegging van de Stad daadeli k te ruimen, zo als bij ge*' 
uu had* VU andere gevallen blijkt, egt er, dat 'et vetten ter 
ïots moeten geweest zijn, die een heiraeJijken afkeer tegen de 

Ff % ufo 



-45o 



GOES, QefchiedetAtftn. 



uiterlijke plegtigheden van de Roomfche Kerk hadden, 
de Wethouders, op den 2 Oftober van hec Jaar 1566, 1 
righeid maakten, het Placaat des Konings af te 
waar bij gelast werd, algemeene en plegtige 
doen, ten einde den zegen van den Hemel te 
voorfpoed van des Keizers wapenen tegen de Turken* 
bevrediging der ontftaane beroerten in de Nederianéen* 
daar na werd aldaar raadzaam gevonden, bij fcherpe 
t en , te verbieden , het houden van convendculen of \ 
ke Godsdienftige vergaderingen; welk nodeloos zoo 
zijn, ware men niet onderregt geweest, dat de Hervo 
aldaar haare voorftanders had Verder vind men, dat, o 
27 September van het Jaar 1766, binnen Coes geko 
ren zes per (bonen, welke men hield voor Predikanten, 
men vermoedde, dat daags daar aan zouden prediken; 
die perfoonen, voor de Magiftraat ontboden, en 
zijnde, wie zij waren, van waar zij kwamen, en wat 
doen hadden? vrijmoedig hunnen naamen genoemd, en 
klaard hadden, gezonden te zijn van de Hervormde 
Middelburg, ten verzoeke van eenige Inwoonders van 
(welke zij niet begeerden te noemen,) om het waare Wo 
Gods te prediken , en uit te roeien het venijn , door 
Weder dooper hier te Lande gezaaid ; Dat hun, door 
Wethouders, onder het oog gebragt was, een verdrag 
fchen de Landvoogdes^ en de verbondene Edelen, 
het toelaaten der vernieuwde predicatien , ter plaatze daar 1 
zelve, vóór den tijd van het verdrag, waren in gebruik 
weest. En ■ dewijl daar ter Stede nook te vooren 
predicatien gedaan waren, oordeelde de Magiftraat, dat 
nieuwigheden , zonder uitdrukkelijke bewiiliginge der 
voogdesfe, of van den Prinfe van oranje, als Stad 
van Zeeland^ niet konden worden toegedaan; en wildea 
egter, voortgaan, de Regeering zoude 'er zig tegen 
ten en kennis geeven , daar het behoorde ; Dat de 
ten, uitftel verzogt en bekoomen hebbende tot den 
dag, toen hadden geantwoord, dat zij met hun volk < 
overleid hadden, en meenden, met de predicatien te 
voortgaan, en daar toe gebruiken h.et Nieuwe Werk, 



GOES, Gejchiedenitfen. 45 ^ 



onder den Windmolen, twee opene plaatzen, binnen de 
n der Stad; Dat zij, op het dreigen der Magiftraat, een 
f verzet, gevraagd hadden, of het hun veroorloofd zoude 
Kitten de Stad? waar op hun ten antwoord was gegeeven: 
a zij prediken buiten de Stad, zij mogten zien, hoe zig 

de Landvoogdesfe of bij den Prinfe te konnen verdedL 

: antwoord, waarfchijnlijk , voor een oogluiking opgenoo- 
hebbende, waren zij buiten de Stad gegaan, en predikten, 

op een Huk zaailand, en daar na, nog drie of viermaalen, 
r een Olimolen , onder den rook der Stad. 
n dit alles was, door de Regeering, met een Stadsbode, 
ftefijk, kennis gegeeven aan den Rentmeester Bewesten 
Ue y die den zelfden Bode had gezonden aan de Landvoog- 
U Hoedanig bet antwoord daar op was, is onbekend ge- 
fcn. Dat het niet zeer gunfbg moet geweest zijn voor de 
ttamen, blijkt hier uit, om dat zij de Stad en die hun toe- 
tal waren verlaaten hadden. 

<ok fchijnen 'er, van tijd tot tijd, nog meer dergelijke predi- 
A, in 't geheim, zelfs binnen de Stad, gedaan te zijn, tot 

in het Jaar 1578, hun eene Kerk ten Godsdienstoefening 
Itoegeftaan. 

to het bovenftaande blijkt, dat de Regeering van Goes verre 
tas van den geest van vervolging, die in andere Steden plaats 
\ als mede, dat door haar voorzigtig gedrag, de haatelijke 
Henftorm geweerd werd, niettegenftaande het aldaar Kermis 
^toen men dit haatelijk bedrijf, te Middelburg gepleegd, 
p ontving. Zij hield zig aan alle de Roomjche Godsdienst-» 
tea> tot in het gemelde Jaar van 1578, doch waakte niet te 
J tfnftig tegen alle geweld der Inquifitie en invoering van de 
**e Bisfchoppen. 

net lang, evenwel , duurde de ongeftoorde oefening van den 
+lcken Godsdienst, na de onderteekening der gemelde Satis- 
*• En geen wonder! Want vermids de handel tusfchen 
™*d en Zeeland nu open ftond, kwamen 'er, van tijd tot 
j» Kooplieden , uit alle plawzen, derwaards. Men ijverde 
m om Goes en het Eiland, in alles, met de overige Leden 
* Zeeland te vereenigen. En dewijl de Gerejor titer de aan* 
Ff 3 hang 



4£d GOES, GefcUedenisfen. 



hang aldaar verre de fterkfte was , kon het niet anders ' 
of de zaak moest daar toe overhellen, hoewel de Regtf 
met bedaartheid, alles aanwendde, om de zaaken op dan 
voet te handhaaven. 

De Satfsfedtie was nog niet afgekondigd , toen de beweef 
om verandering reeds een begin namen. Zekere tbahs sci 
je, een Kleermaker van zijn ambagt, had, op den 26 1 
van het Jaar 1577, aan verfcheiden Burgers gevraagd, < 
mede tekenen wilden een verzoekschrift aan den Prinfe 1 
oaaifja, Qm hier, gelijk te Haarlem* twe e ërlei GoósA 
oeffeningen ce hebben; dat 'er wel twee honderd waren, 
begeerden, en dat hij hun Bode wilde zijn, en verzoete 
eenen Mr. quiryh tot Predikant te hebben ; welke quat 
zedert, de tweede Predikant, in bet Jaar 1579» binnen ( 
wierd. 

Doch.deeze fian«, door den Baljuw, in hegtenis gesol 
Zijnde, werd door denzelven veroordeeld, om geftraft te 
den met den dood en verbeurdverklaring zijner goederen. 
Regeering, de redenen ter zijner verfchooning gehoord heH 
de, veranderde den eisch in een vonnis van bannis&mect, 
Holland t Zeeland en Friesland , voor den tijd van drie Jaa 
Fmans , zig daar mede grooteüjks bezwaard agtende, beriep] 
op het Hof van Holland en Zeeland, en verkreeg mandeaj 
van Appèl ; doch moest , na lang twisten, de kosten val 
geding becaalen. Inmiddels hadden de Gereformeerden eej 
heimelijke predic^tien gehouden, die bij oogluiking fchQnenj 
doogd te zijn. Na de Pacificatie van Gend gefchiedde dk m 
openlijk; en wel voor de eerfte reize door eenen GABtiu. q| 
part. Op den ad September van het Jaar 1578 • werd aai 
Stads Overigheid een verzoekfehrift overgegeeven, uit naam t 
haare onderdanige Ingezeetenen en Onderzaaten ( wezende 
Froteftanten*) zo van binnen als ten platte Landen , waar! 
Zij verzogten, om een Kerk* het zij het Klooster , »ƒ J 
Zusterhuis. De Regeering, met dit verzoek verleegeo, i 
zogt twee of drie dagen uitftel, om de zaak, in het volle C 
legie van de Wet, te overleggen. Maar gelijk doorgaara d 
gelijke verzoeken mee niet weinig drift verzdd gaan, wegeri 
de verzoekers daar In te bewilligen. Waarom de Reged 



GOES, Gefckiedenhfen. m 



goedvond, onder proteflatie van bij de Satisft&ie te volharden, 
«an de verzoekers de Kerk van het Gasthuis toe te daan. 

Op die befluit liet men eenige der verzoekers binnen koo- 
men, om aan hun het zelve te openbaaren. Zij verfdieenen ge- 
wapend, de eene met een Rapier, een ander met een Roer, en 
wederom andere met een Hellebaard. Zij verklaarden, in gee- 
nen deele met dit befluit zig te konnen vergenoegen , maar 
veroverden de Kerk van de Kruisbroederen , of bet Zuuerhuit. 
en indien hun een van beiden niet goedwillig werd ingeruimd] 
zij dezelve met geweld zouden neemen. Mondeling werd hun 
dan de eerfte toegeftaan , en een der Secretarisfen gelast, mét den 
Predikant te gaan naar den Prior van het Klooster, hem kennis 
te geeven van 't befluit der Regeeringe, en te beveelen, de 
Kerk van alle verfierfelen te ontdoen. 

In ptaatze van hier mede vergenoegd te zijn, vorderden zij de 
bewilliging van vijf Artikelen, welke zij de Magiftraat voordel- 
den: „ i. dat de Heeren uit hun eerfte antwoord zoude ligten, 
>, ent alle inconvenientun en perijclen voor te koomtn. a. 
„ Dat hun zou gegeeven worden , het geheele Convent van de 
„ Kruisbroederen. 3. Dat ze den Predikant zouden toeleggen 
„ een tra&ement van 400 guldens, gelijk die op Walcheren ge- 
„ nieten. 4. Dat die van de lioomfche Religie hunne omme- 
„ gangen en andere plegtigheden zouden doen binnen hunne 
„ Kerken. 5. Dat de Gereformeerden hunne dooden zouden 
-,, mogen begraaven, op het Kerkhof van de Groote Kerk." 
Hier op kwam een antwoord , 't welk niets meer behelsde dan 
het voorige. Na dat de Predikant hier over nog met de Magi- 
ftraat in onderhandeling getreeden was, kreegen zij berigt, dat 
de ongeduldige Gemeente bezig was , met de beelden in de Groote 
-Kerk te verbrijzelen. De Predikant en Magiftraat, daar over 
niet weinig ontfteld, begaven zig derwaard, in hoope van den 
moedwil te betengelen. Maar te vergeefsch: de woede, eens 
gaande geraakt , rustte met, voor dat genoegzaam alles, dat niet 
kon geborgen werden, verbrijzeld was. Dit onbeftaanbaar be- 
drijf bepaalde zig niet binnen de Stad, maar floeg over tot het 
Pktte Land. Het duurde meer dan drie dagen, zonder dat de 
Groote Kerk in dien tijd gebruikt werd: een blijk, dat de pion- 
derars meer op den roof dan op den Godsdienst gefteld waren. 

Ff 4 Men 



454 GOES , Gefckiêdenisfi»» 



Men heeft voldoende zekerheid, dat het getal der Gereformeer- 
den aldaar op verre na zo groot niet was, als dat der plotufcr- 
aars en roovers. Allen, die zig aan de misdaad fcbuldig maak- 
ten, toonden duidelijk aan den Predikant, dat ze tot zijne Ge- 
meente niet behoorden, ten minfte dat zegeeneagtinge voor zijne 
vérmaaning hadden. 

Op den 7 van de maand Oaober van het Jaar 1578, kwam 
binnen Goei een Predikant van VUsfingen , en een ander van Veere % 
nevens eenige Krijgsofficieren , die teffens Leden van den Ker- 
kenraad fchijnen geweest te zijn. Zij deden zig terftond op het 
Stadhuis aandienen , en verzogten aan Burgemeesteren, dn 
vermits de Groote Kerk nu gezuiverd was van de RoemfcJtt 
fieraadjen, dezelve, den volgenden dag, aan hun mogt warden 
ingeruimd. De Magiftraat beriep zig op de Satisfactie, aan de 
geheele Burgerij gegeeven, en verklaarde, zonder volle bewil- 
liging van de geheele Wet en Gemeente , daar in geen verande- 
ring te konnen maaken; beloovende, daarom, tegen den vol- 
genden dag , dezelve te zullen bij een roepen. De Predikanten 
verklaarden, voor onfchuldig te willen gehouden werden, in- 
dien , door dit uitftel , eenig onheil gebeurde. Daags daar aas 
volgende, terwijl de Regeering eir eenige der voornaamfte Bur- 
gers bij een waren , vernieuwden de Predikanten , waar bij die 
van de Stad zig gevoegd had , hun voorig verzoek. Maar het 
Antwoord was en bleef als vooren , enkel met deeze bijvoeging , 
dat zo de Predikanten dagten , dat het hun geoorloofd was , de 
Groote Krjk te gebruiken , de Magiftraat beflooten had, het 
niet te verhinderen. Inmiddels verzogten de aanzienlijkfte Bur- 
gers en de Magiftraat, dat de Gereformeerden zig met de Kerk 
der Kmhbroederi wilden vergenoegen. Doch die van Vlisfin- 
gen, wel wetende dat de Magiftraat, met die Kerk toe te liaan, 
de Satisfa&ie reeds had te buiten gegaan , verklaarden dat men 
daadelijk in de Groote Kerk zoude prediken ; verzoekende ten 
dien einde om de fleutels. Het antwoord was, dat zij dezelve 
bij den Koster konden haaien. Daar op gingen de Predikanten, 
van het Stadhuis, naar den Koster. Zo ras de Ceutels, door 
deszelfs vrouw, hen waren aangeweezen, openden zij de Kerk, 
deeden de klokken luiden, en predikten nog dien zelven mor- 
gen. 

Zulk 



GOES, Gefchiedenisfev. 45$ 

Zulfc een geweldige omkeering in den openbaaren Gods* 
dienst kon ligcelijk eene gisting in de gamoederen der Burge- 
rije veroorzaaken , en geduurig aanleiding geeven tot verwij* 
ringe van het gebeurde. De Regeering, daar uit eenige on* 
heilen dugtende, befloot, op den 15 Junij van het Jaar 1579, 
met overleg en goeddunken der drie Schutterijen en het ge* 
feeele Ligbaam der Stad, eene algemeene vergiffenis af te kon- 
digen van aüe onwille en beweegingen , die 'er , zo vóór als 
ca de Pacificatie van Gend, gebeurd waren, met opnoeming 
van verfcheidene punten , (trekkende tot onderhouding van 
onderlinge liefde, eendragt en verdraagzaamheid, onder elkan- 
der. Dit was van de gewenschte gevolgen. De Regeering 
bleef aldaar verdeeld onder de Roomfchen en Gereformeerden. 
In het Jaar 1609 versogten drie Gereformeerde Regenten, 
die toen in het Kollegie van de Wet waren, bij gefchrifte, 
dat voortaan ten minden één Burgemeester en de helft der 
Schepenen , van den Gereformeerden Godsdienst belijdenis doen- 
de , in de Wet mogten worden aangefteld. Doch dit werd , 
pit kragt van de voornoemde Artikelen, geweigerd. Twee 
Jaaren daar na ontftonden *er wederom veele beweegingen bin- 
hen Goes, over de beftelling der Regeering. Meermaals, ze- 
den , heeft dit plaats gehad, als in de Jaaren 1653, 1656 , 
^657, en bijzonder in het Jaar 1692, zo als door ons, op 
het Art, korneus eversdyk , breedvoerig is aangetoond. 
Geen gering aandeel had Goei in de beroerten , die , in het 
Jaar 1702, in Zeeland plaats hadden. Verfcheiden Regenten» 
die aldaar, in het gemelde Jaar 1692, afgezet en gebannen 
waren, werden door de Burgerije herfteld. Kort te vooren, 
pp den 23 Maij, hadden zij zig met een verzoekfehrift ver- 
voegd aan de Staaten van Zeeland ', begeerende door dezelven 
in hunne posten herfteld te worden , waar uit zij oordeelden , 
(en onregie gezet te zijn , door de geweidadigheid van willem 
den III, Doch de Afgevaardigden van Goes hadden bewerkt, 
dat op dit hun verzoek geen befluit genomen werd; waarom 
zij zig door de Burgerij deeden herftellen. Zedert werden 
de vpnnisftn, in het Jaar 1692, tegen hun geveld, en de 

Ff 5 ufr 



I 



45$ GOES, Gebouwen. 



uitfpraak van willem pen III , geheel en al vernietigd , door 
*s Lnnds Stapten, la de groote Staatsomwenteling van bet Jaar 
1747 hielden de Goezenaart zig zeer vreedzaam; wordende 
«Le verheffing van den Prins van omnje aldaar, op voorüag vaa 
élnen Burgemeester, doorgedr eeven , zooder dat de Gemeente 
*er zig mede moeide» 

De openbaare Gebouwen binnen deeze Stad, zijn het Slot 
Oostende \ het Stadhuis; de Waag; de Bank van Leeoing ; Stads- 
fchuur en Weeshuis; de drie Schuttersboven, als die van de 
tiandbopg. Kruis boog en Khveniers\ de Groote Kerk; bec 
Gasthuis; de Waak Kerk; 't Latijtfcbe School, zijnde een 
gedeelte van het Klooster der Kruisbroeders - y cfc Roomfihe en 
Mennoniten Kerk; het Oude Mannen- en Vrouwenhuis; 't 
Gasthuis; het Pest- Arm- en Weeshuis. 

De Regeering beüaat uk den Baljuw, eenentwintig Raaden, 
waar onder twee Burgemeesters zijn, en twee Secretarisfen, 
welke ook het Kollegie van het Geregt waameemen; het wdke, 
boven dien, beftaat uit den Baljuw en negen Scheepenen, die 
meerendeels uit de Raaden gekooren worden. Een der Secreta- 
risfen bekleed ook het Ampt van Penfionaris, doch voert 'er 
den tijtel niet van. De afgaande Burgemeester word Jaarlijks tot 
Penfionaris Honorair verkooren. 

Tot aan het Jaar 1720, beftond de Regeering alleenlijk in een 
Kullegie van Burgemeesters en Scheepenen, als Wet en Raad 
te fomen. Dan die van Goes kwamen, in dat Jaar, bij een, om, 
op den voet der Re(bluüe van den 1 Maij van het Jaar 1651 , 
over eene betere vastftelling van hunne Regcering te raadplee» 
gen. Men was toen van oordeel , dat het tot meerder rust en 
eenighjid in de Regeering, en tot welvaart van de Stad zon 
(trekken , indien 'er een zeker getal van altijd blijvende Raaden 
werd naverteld. Dit tot een befluit gemaakt zijnde, werd daar 
van keimw gegeeven aan de Staaten van Zeeland, met verzoek 
om dit tot een point van befchrijving te maaken, en aan de bij- 
zondere Leden toe te zenden. Het voordel werd ter Staatsver- 
gaderinge overwogen, en daar in, op den 4 en 6 Junij van dat 
Jaar, bewilligd, en voorts aan de Stad oftrooi daar op ver- 
leend; 



GOES, Regeering. 457 



leend ; eenentwintig Raaden werden toen , door Burgemeeste- 
ren en Scheepenen, aangefteld en beeedigd, en verder vastge- 
fteld, dat bij overlijden, vertrek of om andere reden, een 
Raadsplaats open vallende, dezelve, door den Raad, binnen 
den tijd van dertig dagen, moest vervuld worden, met een 
periöon, uit de notabellen en gekwalificeerften uit de Burge- 
rij der Stad, hebbende ten minden geweest drie Jaaren Poor- 
ter of Burger, of één Jaar getrouwd, met een ingeboorene 
Burgeresfe. Verder moet hij zijn een Lid der Schutterije, 
en Lidmaat van de Gereformeerde Religie. Zeden de weder 
invoering van het Stadhouderlchap, maakt de Raad aldaar een 
Nominatie van twee perfoonen, welke aan den Stadhouder 
gezonden word, die 'er een uit kiezen moet. De Raad ver- 
gadert, gewoonlijk, alle Saierdagen, 's morgens om 10 uuren; 
dezelve kan geen befluit neemen, dan wanneer 'er ten minften 
elf Leden tegenwoordig zijn. De gewoone dag der Jaarlijk- 
Iche Magiftraatsvergaderinge , is de 24 Junij. Buiten dit 
•Ligbaam van Wet en Raad, is aldaaifeen Landregt; welk 
Kollegie, in het Jaar 1581, door Prins willem den I is in- 
gefteld, in plaatze van Provifoor en Deekens. Het zelve be- 
ftaat uit drie perfoonen, Kommisfarisfen van 't Landregt der 
Stede genaamd, en eencn Fiskaal, benevens een der Secreta- 
risfen van de Stad. Het eene Jaar verkiest men in het zelve 
één, en het andere twee nieuwe Kommisfarisfen, in de plaats 
der afgaanden, die dan ook den eed voor den Raad afleggen. 
Dit Kollegie behandelt geene crimineele zaaken, fchoon de 
Vierfchaar gaat over het geheele Eiland. De Stedelingen be- 
trekken voor het zelve zo wel de Ingezeetenen van het Land 
in regten, als de Rentmeesters der goederen van Buitenlieden 
van vcrfchiUend RegtsgebiecL Van de vonnisfen, door dit 
Kollegie geweezen, kan men tm Burgemeesters en Scheepe- 
nen appelleeren. 

De Ambagtslieden en neeringdoende Burgers zijn aldaar 
verdeeld in veertien Gilden, behalven de Panneluiden, die een 
Gild op zig zelve hebben. Tegenwoordig zijn 'er niet meer 
dan 27 Pannen- of Zoutziederijen. 

De Burgerij van Goes is vedeeld in zes Kompagnien: als 
twee onder het Oranje- 9 twee onder het Blaauwe-, en- twee 

on* 



4£& GOES, Schutterij en Voernaamc Mannen. 

onder het Witte Faandel. De PreGdent Burgemeester is altoos 
Kolonel van de geheele Schutterij. In tijd van nood houden de 
Officieren en verdere Adelborften, welke kwaliteit alle de Schut- 
ters hebben, de wagt op het Stadhuis, op een plaats, de Hoofd- 
wagt genaamd, alwaar zij beurtelings, met een derde van een 
Kompagnie, om den agttienden nagt, waaken. Doch in tijden 
van rust en vrede, word 'er niet gewaakt, daü alleen door vier 
Klapperlieden. 

Goes kan mede roemen op een aantal voornaame Mannen: 
als, gaspar bartius, doorgaans gaspar belga, of JASPER de 
kederl ander genaamd; johannes ramus; joachem politos; 

LEONARCUS MARIUs; CORNELIS PRANS EVARSDTi; JOHANNES 
AWTONIDBS VAN DER GOES ; CORNELIS O EN TM Aft; BERNARDOS 

vak der gobs en jacobus landsbergen; alle mannen, van 
wien wij reeds brecder melding gemaakt hebben, of nog moeten 
maaken. 

't Wapen deezer Stad is het zelfde als dat van het geheele Ei- 
land, namelijk een z0*ren of witte Gans ep een Zwart Feld y 
en keven die Gans het Wapen van Beijeren. 

Zie smallegange; vak meteren; boe; 
FaderL Rift.Satisfa&ie van Goes; Staat 
der Nederlanden , enz. 

GOIS, (AERT Of ARNOÜD VAN DER ) ZOOn van AERTof ar- 
noud en van margreta van banchem , gebooren te Delft. 
Zijn vader was eerst Penfionaris dier Stad, en daarna Advo- 
caat of Raad-Penfionaris van Bolland. Onze aert van der 
goes werd, om zijne welfpreekenheid, Advocaat van f t Parle 
ment en Grooten Raad te MecheUn , alwaar hij , op den 26 Maij 
van het Jaar 1550, overleed, en werd in de St. Rombout s 
Kerk, onder een blaauwe Zerk met agt kwartieren , begraaven; 
*t welk in dien tijd iets ongemeens was. De vier Kwartieren van 
9 s vaders zijde waren: van der Goes • Hack van Qut-Hcusden % 
Coeverden.en.van der Colve* Hij had ter vrouwe margreta 
beurelaar, waar bij hij verwekte drie dogters; johanna, 
basbera en ann* van d&* goes, welke hem met het volgende 
Graflchrift vereerden. 

Aan 



GOES* (AERT en ADRIAAN van dëb) 4J9 

Aan den voorz f gtigen en befcheiden Advocaat der beid f n 
Regten % in den Groot en Raad te Mechelen , arnout van 
BE& GOE8, ahsoutszoon» hebben zijn vrouw en kinderen , 
de dood yan haar en lieftien man en vadsr betreurende , dit 
gefield* Hij is in het Jaar onzer herjle/linge 1550 den 26 
Maij in den ouderdom van 50" Jaar overlee ten. 

Deeze lofrede, gevloeid uit de pen van zo nabeftaande 
bloedvrienden , zou als valfche roem konnen genomen worden , 
ware het niet dat de gcfchiedboeken ons duidelijk turn weezen, 
dat aebt van ixba coss met regt den eernaam van voorzigtig en 
befcheiden, geduurende zijn leven, en ook na zijnen dood, 
is toegekend. 

Goes, (amuaan van des) broeder van aert of arnoüd, 
«o even gemeld, insgelijks gebooren te Delft , in dien tijd, dat 
hun Vtder Penfionaris dier Stad was. Hem ging de roem na van 
een groot en verftandig Regtsgeleerdeé Hij volgde zijnen v-a- 
der, in het Jaar 1543 , in den gewigtigen post van Advocaat (nu 
Raadpenfionaris) van Holland. In het Jaar 1547 ontving hij, 
in naam der Staaten, maximiliaan van boukoondie, Heere 
van Beveren; waar .van hij zelfs > in zijn Register der Dagvaar- 
ten, dit volgende, op den 2 Maij, heeft aangeteekent : „ wan- 
,, neer bij den Stadhouder voorfz. mij gelevert fijn comraisfie, 
„ die in 't wals was , hebbe (ik) defelve de Staten voorgelee/èn , 
., en daer na fijne M. Ed. wellekom geheeten, hem gevende 
„ voor Tijtel Edele, Vermogende, Welgebooren Heere, Hem 
r> verklaarende dat de Staten feer verblijdt waren, dat Sijne Kei- 
„ zerlijke Majefteit belieft hadde hem in de plaetfe van den Hee- 
„ re van Praet te committeeren tot een Stadhouder en Gouver- 
„ neur van den Lande van Hollandt; biddende dat hij cTaffairen 
„ van den Lande altoos foude willen hebben voor gerecomman- 
„ deert, fij fouden hem altoos weder emploijeeren in fijne M.E, 
„ diende eii alle behoorlijke obedientie toonen , danckende 
„ voorts den Heere van Praet van de goede addresfe die hij de 
„ Staten offereerde te doen, en hun weder prefenteerende alle 
„ behoorlijken dienst," Waar op hij het antwoord van den Stad- 
houder doet volgen , beftaande in beloften en dankzeggingen* 

Adai- 



4<fo GOES, (ADRIAAN van der) enz. 

Ad&jaan van dés xjons was, te Z)*#3\ Ju den Egtgetrce- 
den met anna vak spangen, lAPben* dogter, bij welke hij 
zes kinderen verwekte, eenige van welke hooge Ajoptën bekleed , 
en aanzienlijke huwelijken hebben gedaan. 

Hij overleed, in. zijnen post als RaadpenGoaam, inbet Jaat 
.1560. De onmisbaare Registers der Dagvaarten, van zijnen 
Heer vader, airt vav dek ooes, loopen yan den Jaare 15*4 
tot 1543; en die van hem zelven, van f t Jaar. 1524. tot den 16 
December van het Jaar 1560* Dewijl deeze onmisbaare Staats* 
(lukken, tot zeer hooge prijzen, op auktiën verkogt werden, 
heeft men , om ze van meer nut te doen, dezelve in .8 ftukken , 
In gr. 8vo, herdrukt. 

Gors , (chrxstiaan vander) was een zoon van Heer adriaIn 
en anna van spjutor, gebooren te Delft, in het Jaar 1540^ 
Hi) was Heer van Spijk t en Hoofdfchóut te Delft; een man» 
bij de Burgerij .bij uitneemenheid bemind. In het Jaar 1558 
was hij in den Egt getreeden met anna van rp.nov, gerards 
dogter, Heer van Spijk. Christiaan overleed.den 12 Septem- 
ber van het Jaar 1600, en .zijne Egtgehoote den- ia Augustus, 
van het Jaar 1608. Zijne kinderen waren': adhiaan, maria, 

ANNA, GRRARD, LAURRNS, A RN OUT en CORNALIS VAN DER 
OOES. 

Goes, (adriaan van der) deoüdftezoon, pit het huwe- 
lijk van Heer christiaan en anna van sfanqe, was mede een 
uitmuntend Regtsgeleerde ; zo dat hij , niet alleen ±>ij zijne Qe-. 
boorteftad Delft , maar ook bij verfcheiden andere Steden , ala 
hun gewoone Advocaat werd aangenomen. Prins m au rits t 
fchoon Heer adriaan den Roomfchen Godsdienst was toege- 
daan, vertrouwde hem, egter , de allergewïgtigfte . zaaken. en 
volgde, in veele gevallen, zijnen raad. Freorik hbndrik 
fielde hem aan als zijnen Raad en Rekenmeester ; in welken 
post hij, m het Jaar 1632, den 7 Januarij, in 'sffage over- 
leed, en wierd in de Kloosterkerk begraaven. Hij is getrouwcj 
geweest met prtrohilla v&n stoffel aar* die, den 28 Oc~ 
tober van het Jaar 1604, overleed. Hij hertrouwde daar na, 
net maria van CAoiiSTaunr. Uit zijn eerde huwelijk had hij 

ver- 



XVm.Dipl.I. 




th'-: n :"•■/ v:fx f 
PUBLIC Lit.:ARï'r 



ASTQR, IKNOX *r**» 
T1LCKN * yo :» urt 1 -><*• 



GOES, {LIEVEN van der) enz. 46*1 

verwekt drie kinderen, waar onder csristiaan vah der gofs, 
gehuwd met margarrta de oruitip. Hij overleed den 26 Sep- 
tember van her Jaar 1677 , en liet na zes kinderen. - 

Qoes, (lieven va v dei ) adria anszoon , ftierf ongehuwd, 
en werd, met meer anderen van zijn Geflagt, in de Klooster- 
kerk, in 's Rage begraven. 

Go es, (anna vah oei) zuster van lieven, werd de vrouw 
van Mr. heter de bij*, Advocaat in 'sHage. Haar tweede 
man was adiiaan van Dia goes, die bij baar verwekte vijf 
kinderen; pbtronblla, ongehuwd geftorven, in het Jaar 
1 1624; a. MARTYir, Regtsgeleerde; 3. willem; 4. aoatha 
vam der goes, getrouwd, in het jaar 1641, te Delft , mee 
siMOjN van graswinerl; en 5. adria an van dercozs, die 
ter vrouwe nam marorrta van hooorndorp. 

Gors, (Jonker grrard renoy van der) zoon van^HRisTf* 
aan van drr ooEt en Anna van spanobit. Den naam van 
renoy, zijnde die van zijne moeder, hebbende aangenomen f 
heeft hij, van zijn jonkheid af aan, den oorlog gevolgd, en als 
een dapper Officier, ten diende van den Koning van Spanje t 
zig gedragen. Hij werd begiftigd met het Gouverneurichap van 
't Kafteel van Gend, en overleed op het zelve, den 8 Augustus 
van het Jaar 1623. Dit Geflagt, als nog in wezen, bekleed * te 
Delft , en op andere plaatzen , de aanzienlijkfte Eeramp» 
ten. 

Goes, (bernardus van der) dus genaamd naar zijne Ge* 
boorteflad Goes, in Zeelsnd* is de laatfte geweest, die, in het 
Jaar 157 1 , toen bijna ai Jaaxen oud, in 't Convent der Predik- 
heeren, zijne gelofte gedaan heeft, en, in dien haggelijken 
tijd, Biegtvader der Nonnen zijner Orde tsWijk bij Duurfieede 
was. Naderhand heeft hij nat Prioraat te Kalkar bekleed; hij 
was al vooreus, in het Jaar 1605, Procurator van dat Convent 
geweest. Na een dienst van* twee Jaaren is bij , op zijn ver- 
zoek, daar van ontflagen. Geenen kans ziende, om tot zijn 
eerfte Convent, te ZUrikzet, te koonen weder keeren, werd 



^ 



4& GOES, (COUNELIS PIETERSEN 'va* deb} en*. 



hij, in bet Klooster zijner Orde, te Cwi, ingelijfd, daarbij, 
tot zijnen dood, die voorviel in het Jaar 1619, in ruste leefde; 
laaten verfcheiden fchriften na. 

Zie la bus, Geletterd Zeeland , bl. 405. 



GOES, (CORNEU8 PIBTBREBN VAN DEl) geboortig in Zuid- 

Beveland* was Dominikaner Monnik te Zierikxee % vanwaar 
hij, in het Jaar 1566, na zijne Geboorteplaats wilde overüee- 
ken, om te prediken en zijnen eerden Priesterlijken dienst te 
verrigten, met oogmerk om eenige almoesfen voor zijn Klooster 
te verzamelen. Doch, terwijl hij, buiten de Stadspoort, naar 
den Schipper wagtte, die hem zou overzetten, werd hij, door 
booswteten, die voorgaven Geuzen te zijn, jammerlijk mishan- 
deld, en, na dat deeze hem half dood verlaaten hadden, door 
anderen naar zijn Klooster te rug gedraagen, waar in hij, wei- 
nige weeken daar na,i*an eene bloedspuwing overleed. Deezt 
Goezenaar had onder de Geleerden den tijtel van Athleta fiJef* 

Ibid. bl. 525, 



Goesstngi, eene Havezate, in *t Landfchap Drent ke , bln* 
nen de grenzen van het Diverder Ding/pil* 

GorrREDUS, (hilbrandus) was gebooren in Friesland \ en 
wel in het Dorp Huizum, alwaar hij Paftoor was. Hij was 
niet alleen een Godgeleerde, nlaar ook een Wiskonftenaar , ed 
overleed in het Jaar 1500. Hij was de verzamelaar van de Bis- 
fchoppelijke Ordonnantien der Bisfchoppen van Utrecht , die te 
Gouda , in het Jaar 1484, gedrukt zijn, en ook de Schrijver 
van verfcheidene Godgeleerde Gefchriften. 

SüPFR. PETRi; VAL. AND, 



GCGB 






GOGH. (MICHIEL va») 453 



GiOii > (mcniEL van) Regtsgeleerde, is eerst geweest Pen- 
fionaris vati Vtisfingen, zijne Geboorteftad, en werd, in hec 
Jaar 1655, wegens die Stad, gecommitteerd ter Rekenkamer 
des Lands en Graaflijkheid van Zeeland. Kort na dat ka» el d* 
II , Koning van Engeland, uit Holland vertrokken was, en den 
throon van Engeland beklommen had, werd goedgevonden, 
een buitengewoon Gezantfchap derwaard te zenden, waartoe» 
den 22 Julij van het Jaar 1660 , benoemd werden de Heeren van 
*z*lr waard, simoh vak HoonN, Burgemeester der Stad Am- 
feldam* de Heer v*w coon, en bipperda, Heer van farm* 
Ju iir. Na 't ontvangen van hunne inftruftien en genomen af- 
fcheid, van den Staat, venrokken zij den 29 O&ober, en kwa* 
men den 1 November te Gravèzande. Wegens eenige verhin- 
deringen voeren zij niet voor den 16 dier maand, verder naar 
Cr eenweek, daar zij door den Lord ricuard, (*) tweeden zoon 
den Marquis vah amout, met vier of vijf Edellieden van 
'sKonings Kabinet, nevens den geenen, die de plaats des Cere- 
moniemeesters, toen ziek, bekleedde, ontmoet, en uit naam 
zijner Majefteit verwelkomt wierden. Kort daar op vervolgden 
zij in des Koning» Bark hunne reis naar Linden , daar zij , 
voor den Tour, aan de trappen door Lord grave* ontvangen 
en verwelkomt zijnde geworden, in des Konings koetzen traden» 
en, met een gevolg van in de twintig koetzen met zc$ paarden» 
door London tot in 't huis van Sir. abraham williams gevoerd» 
kosteloos onthaald en ontvangen wierden, op ééne en de zelfde 
wijze, ais dat aan Afgezanten van gekroonde hoofden gefchied- 
de. Den 19 des namiddags, zijnde opgehaald door den Graaf 
ossory, hadden zij eerst openbaar gehoor, alleen in pligtplee- 
gingen beflaande, bij den Koning, (baks daar op bij de Konin- 
gin 



(*) Aitzema zegt, dat de eer van door een* loro buiten 
Londen gecomplimenteerd te warden , voor doezen nooit aan 
iemand der Ambasfadeun van H. H. Mog. gebeurd was: 't 
welk wicquefobt, door V onthaal van borium Mlfswou* 
J>s in 't Jaar 1640, tegen /preekt. 

, XVIIL DBÊL. Gg 



1 



4 $4 GOGH. (MICHIEL van) 

ginnè moeder , en *s anderen daags bij den Hertog van jon r , en de 
Prinfes rojaai. Daar na gehoor in 't Kabinet bij den Koning 
hebbende, droegen zij zijne Majeftek voor, dat de voornaamfie 
reden hunner bezendmge was , om vast te fteüen tusfehen de- 
zelve en Hunne H. Mog. een goed verftand en vriendlcbap, al* 
van oods was geweest, en (om die te bondiger te maaken) eene 
eeuwigdnurende Alliantie, welke zonde beftaan in eene belofte 
van Gnarantie, Commercie en Navigatie. Zijne Majeftek , hun- 
ne periöonen en voordel aangenaam verklarende , voegde ben 
eenige Engelfche Heeren tot Coramisfirisfen toe, om verder e 
handden. 

De Ambassadeurs keerden weder in September van het Jaar 
2662; hatende in Engeland 9 den Secretaris der Ambas&de a> 
Xjevs , tot onderhouding der correspondentie omtrent de nog 
hangende zaaken. Den 3 Otfober deeden zij verflag vmi hunnes 
handel , en roemden de betuiging van goede genegenheid, door 
denKonmg en den Hertog van jork gedaan, die, eer dier geieges- 
heid, ook gerecommandeerd hadden den Heer Prins van Oranje. 
Doch zulke recommandatien van Engeland Tmaakten Holland 
niet; dies volftrekt beflooten was die niet aan te neemen. 

De Ambasfadeur vak oouh gaf ook, den 26 der zelfde 
maand, ter vergaderinge der Heeren Scaatcn van Zeeland* kor- 
teüjk berigt van 't geene gednurende zijn Gezandchap was 
voorgevallen, en op wat wijze het Ttaöaat, van nieuws met 
Engeland gemaakt, tot befluit gebragt en wederzijds onderte- 
kend was: voegende daar bij wat crnJHge verklaaringen de Ko- 
ning , op 't afleheid der Gezanten gedaan had tot nakooming van 
het gefloowie , en opregte onderhouding van alle goede vriend- 
fbbap en vertrouwendheid met Meezen Staat; verzeid met ua- 
druklijke recommandatie van den perfoon en de belangen zijner 
Hoogheid, den Heere Prinfe van Oranje. Al *t welk gehoord 
2ijnde , wierd de Heer van coch daar over van wegen de ver- 
gaderinge bedankt, en wel in 't bijzonder over den ijver, de 
marftigheid en het beleid, dat hij, nevens de Heeren zijne 
Amptgenooten, tot het voltrekken van dat goede werk bad ge- 
bruikt; *t welk hooggemelde Staaten beloofden bij alle gelegen- 
heden te zullen erkennen. Ook Werd diè Heer, dewijl toen 
ftond gehandeld te worden tot geftadiging van *t gemelde Trac 

taatj 



GOGH. CMICHIEL van) 4 * 5 



taat, verzogr, zxg onluz waard en gereed te willen houden, om 
aan die hooge vergaderinge zodanig verder berigt te geeven 
als op eenige decien of uitbreidingen van 't zelve zoude mo- 
gen worden vereischt; waar toe.iiij zig ook gulhartig en be- 
leefdelijk aan Hunne Ed. Mog. heeft aangeboden. 

In het laatst van April des Jaars 1664 wierd goedgevonden, 
den Heer vaw gogh aan te frellen tot Ordinaris Ambasfadeur 
van dcezen Staat, bij den Koning van Groêt-BtiHanje : gelijk 
bij dan ook zijne Inflruftie inMaij ontving. Daarenboven mag- 
tïgden Hunne Hoog Mog. hem, om, ten koste des Lands, 
eenige ervarene perfoonen tot kundfchapgeevers , in de omlig- 
gende havens of elders nodig weezende, te mogen gebruiken. 
Ook werd goedgevonden, dat de fchade, die op de wisfels 
zoude koomen te vallen, voor zo veel zijn traftement aanging, 
bij Zeeland zou worden vergoed en betaald; als mede dat hij 
zijne onkosten en verfchot van Holland en Westvrieüamd 
wederkrijgen zou; en eindelijk dat hem, tot zijne toerusting, 
zouden worden toegelegd zes duizend guldens ééns, mede te 
totaalen door Holland en IVettvrietland , uit hunnen post op 
den ftaat van oorlog daar toe gefchikt. 

Den 17 Junij vertrok hij van Schever.ingen , en kwam den 
19 ia de Rivier van Londen, voor de Hoop, twee mijlen van 
'sGravezande; daar hij, overmids het gedaane verbod van 
eenige Schepen uit Holland (wegens de befmetting der daar 
toen zijnde pest) te laaten pasfeeren, tot 's anderen daags ver- 
blijven moest. Incognito aldus te Londen gekomen, had hij 
's avonds ten agt uuren afzonderlijk gehoor bij den Koning, 
die zijnen perfoon en overkomst voor aangenaam verklaarde, 
met veele ïninzaame uitdrukkingen, zo omtrent den Staat al? 
omtrent hem zelven; klaagende des niet te min, dat de 2\fc- 
.derlandfche Oost- en Weitindifche Compagniën dagelijks 
groote moeienis en fchade aan de Engeifchen deeden, en dat 
op zijne klagten aan de Staaten Generaal deswegens geene 
voldoening volgde. De Ambasfadeur, zijne Majefteit hier op 
naar gelegenheid van tijd en saaken gediend hebbende, zeide 
de Koning: Laat om vrienden blijven. Waar op de Ambas- 
fcdeur met de vereischte hoflijkheden afTcheid nam. Des an- 
deren daags liad hij een dergelijk gehoor bij den Hertog van 

Gg a joak: 



466 ÓOGH. (MICHIEL vah) 

jork: maar den 5 Julij had hij dat in 't openbaar, bij den 
Koning; twee dagen daar na bij de regeerende Koningin; en, 
den volgenden dag, bij de Koninginne Moeder, voorts bijden 
Hertog en Hertogin van jon. 

In de maand December van het Jaar 1665 werd de Ambasfr 
deur va n gogb , door Hunne Hoog Mog. ter gelegenheid der 
ontftaane vredebreuk met Engeland \ te huis geroepen , bij ee- 
nen brief aan den Koning van dat Rijk gefchreeven, die ben 
daar op een fcherp antwoord toezond. Eindelijk kwam hij, na 
genomen affcheid van zijne Majefteit te Oxfert, tot Lenden 
aan, en van daar met een Jagt naar Holland, alwaar hij in den 
Haig 9 den 11 Januarij van het Jaar 1666 , beknoptelijk opening 
deed van zijne handelingen; roemende voor 't overige des Ko- 
öings heuschheid in allen opzigte, doch daar bij voegende, dat 
de Hertog van jork nog meest den oorlog in 't hoofd had, als 
die gezegd had : men moest eikanderen in Zee nng eens begroe» 
Jen. Voorts melde de Ambasfcdeur , dar men in 't gemeen ver- 
langde naar den oorlog met Frankrijk; dat in Engeland geen 
gebrek van Zeevaart was; dat de Koophandel daar bloeide, en 
dat, of nu en dan door de Hollanden een Schip genomen werd, 
men dat niets agtte; dat bet den Engelfchen aan geen geld man- 
gelde, enz. Den s6 dier zelfde maand verfcheen hij ter Verga- 
dering der Staaten van Zeeland , daar hij aan Hun Ed. Mog. 
ook een kort berigt zijner verrigtingen gaf, verzoekende te ge- 
lijk eenige weinige Gedeputeerden, om eenige geheime zaaken 
nader te mógen openen, gelijk hij reeds aan Gedeputeerden 
Hunner Hoog Mog. in den Haag gedaan had. Waar op hij, 
zo voor zijn berigt als goeden ijver, vlijt en loflijk beleid, tot 
'sLands dienst in zijne Ambasfade aangewend, bedankt zijnde» 
werden hem, tot het ontvangen der geheime zaaken , toegevoegd, 
de Heeren thibaut , stavbkisse, gru waart, vryökrge, ijb- 
Cbls en REtGERSBiftG, met den Raadptnfionaris van 't Land. 

Den Heere vak gogh, die, geduurende den tijd van zijn 
Gezantfchap aan 't Hof van Engeland , altijd zijn Ampt als Re- 
kenmeester van Zeeland had blijven behouden, werd nu ook, 
bij Staatlijke Refolutie, den 20 Augustus van het Jaar 1666 , toe- 
gelegd het volle traftement, zedert dien tijd tot heden toe ver- 
Joopen; gelijk hij dan mede altijd zijn aandeel genooten heeft 

uit 



GOGAVA, GOINGA, enz. 4^ 

uit de daar toe beboorende Emolumenten (*). In het Jaar \66j 
%verd hij Raad van Fltsfinge, zijnde de eerde geweest, die, 
sedert dè opregting der Reekenkamer tot dien tijd toe, wegens 
die Stad Rekenmeester geweest is, en tevens het Raadsampt 
bekleed heeft. Hij overleed in het Jaar 1669. 

Zie db la bui, Staatkundig Zeeland* 

M. 45-5°- 

Goqava of gogavinus, (antoniüs) gébooren in de Stad 
Graaft werd een vermaard Do&or en groot Mathematicus in 
Italië. Hij heeft veele geleerde werken nagelaaten. 

Zie pojtavus en pztit, NederL Republiek. 



Goinga, eene Edile Staate, nabij het Dorp Heeg % in de 
<Jrietenije tVijmbritzeradeeL 

Goingarijp, een tamelijk groot Dorp , zig in de lengte 
uitftrekkende, in de Grietenije Doniawerftal. Dit Dorp heeft 
29 Hemmen. 

GoKiiflOA, een Adelijk Slot, tusfchen de Dorpen Zuid- en 
Kcordbroekt in het groot Oldampt van de Groninger Omme- 
landen* 

Golberdinghh of ozLBBiDiHOEH , een Dorp onder het 
Graaflchap Kuilenburg. Volgens pohtawüs behoort het onder 
Gelderland; doch van dbr hoüvb meent dat het, met Ever- 
dingen , onder Holland behoort. Dan daar Ever dingen en 
Golberdingen onder het Graaflchap Kuilenburg behooren , vol* 
gen wij pontanus. 

Gol- 



(•) Notul. ter Rekent van Zeeland, 1 Aug. 1663, en 8 
Maart 1667. 

Gg 3 



4** GOLDA, GOLKEHËIM, ha. 

Gou* , is een vaart, met een gedeelte van een natsnrSben 
Aroom» dwars liggende, tusfchen den Rhijn en den Hblland- 
fchen IJtfoi. Andkkas, Btsfcbop van Utrecht, heeft:, in dei 
Jaare 1139, aan de Kerke van 3t. Sahator gefchonken, aile de 
Tienden van de nieuw bebouwde landen, daar aan behoorende, 
als mede het waereldlijk regt. Graaf flor ts db V noemde dee- 
ie vaart, in zijn giftbrief van het Jaar 1281 , de Gou dr. Daar 
is 'er ook een tusfchen de Zeeuurfche ftroomen , die Keizer ot- 
to db II , in den Jaare 974 , de Rivier Golda heeft genaamd* 
Melis stoke noemde deeze vaart ook de Goude, als hij zegt: 

Op de Gomde vochten al den nacht 
Ënde in Middelburg bln der gracht. 

Alting, Not. Germ.Inf.Vm.il, pag. 71. 

M. STOKE, in JAN f)E II. 



Golkehbim, eene Edele Staate, onder het Dorp Garijp, in 
de Grietenije Tietzerkfteradeel. 

Golthctr», een der 33 Friefche Dorpen , welke in het Jsar 
1277, verdronken zijn. 

Gilws , (JACows) Hoogleeraar in de Wiskunde en Arabi- 
fche Taaie, op dé Academie te Leiden, werd, in het Jaar 
1596, binnen *sGravenh/7ge uit een oude en aanzienlijke Fami- 
lie, die weleer binnen Leiden gewoond had, gebooren. Zijn 
overgrootvader was frakciscus cool. Zijne zoonen ei 
kleinzooncn bekleedden, even als hij, de waardigheid van 
Scheepen en Raaden te Leiden. 

Gotius (msDtRiR) of oool, de vader van jacobüs, be- 
kleedde mede aanzienlijke Ampten, en heeft zig, geduurende 
het beleg van Leiden, als een waardig Burger gedraagen. Jaco- 
bus, den ouderdom van 20 Jaaren bereikt hebbende, begaf zig, 
na de Academie verlaaten te hebben, op zijns vaders Hofftcde 
Naaldwijk, om zijne ftudie aldaar in ftiitc voort te zetten. Ver- 
vol' 



GOLTZ. CHUBERT) tfg 



volgens deed hij eene reize naar Frankrijk, en daar a», in ge- 
volge van den Afgezant der Staaren , naar Marrokk* t om. zig 
de gronden der Arabifehe Taaie eigen te maaken. Bi] zijne te- 
rugkomst werd hij , in de plaats van zijnen voorigen meester e*« 
penius, tot gezegde waardigheid beroepen. Hij, overzigzel- 
yen nog niet voldaan zijnde, verzogt verlof nog eene reize naar 
de Levant te mogen doen, en keerde, na verloop van vier Jaa* 
ten, te rug- Om met één woord alles van hem te zeggen, hij 
heeft den roem nagelaaten, dat hij in de keimisfe dier Taaie 
nooit zijnen wederga gehad heeft. Hij overleed den 28 Septem- 
ber van het Jaar 1667, nalaatende twee zoonen, waar van de 
eene de grootfte waardigheid in Leiden , en de andere aanzien- 
lijke Ampten in de Staats-Regeering bekleed heeft. 



Batlz, Ditomairc. 



Goltz (buurt) of GOLTzius. De groote roem, dien lam- 
bert lobébardus, door zijne uitmuntenheid in de Schilderkunst 
verkreegen heeft, als hebbende een nieowe en betere manier, 
dan de oude, gevonden, deed denzelven veele leerlingen ver- 
krijgen. Onder deezen was aubcrt goltz, of goltziw, ge* • 
booren te Fen/o, doch herkomftig van IVwrtsburg, daar zijne 
voorouders gebooren waren. • Bij den gemdden lombar dus zag 
en kopieerde goltzius verfcheiden dingen naar de Antieken, zo 
wel Ftoomfchen als anderen, die van de oude Franken in 
DustschlanJ na gebieeven waren, en welken in hem een ijver 
en lust verwekten, om met behulp van zijne geleerde belezen- 
heid, de Rjoomfche Oudheden te onderzoeken, waar in hij zeer 
ervaaren geworden is, en door de handleiding van den Fleer 
van watervubt heerlijke zeldzaamheden voortgébragt heeft. 

Geduurende twaalf Jaaren hield hij zig onledig met het bijeenr 
zamelen der penningen, pronkende met de afbeeldzels der 
Reomfche Keizeren, welken hij door een zeker Schilder van 
Kortrijk, geheeten joc*t oirtleugev, een welgdeerd en ver- 
nuftig man , wiens levenswijs geenzints dien bijnaam verdiende, 
deed tekenen en in hout fnijden , en die hij , op verfcheiden 
gronden gedrukt, in een groot boek uitgegeeven heeft. Dat 

Gg 4 werk, 



#* GOLTZ. (HÜBERT> 

werk; waar aan goLTzius veel arbeid hefteed had, en .'t geen 
de borstbeelden van alle de Keizers bevatte, van jouus cae- 
sar af tot karbl den V en verdixcamo, met inlasfing van eeai- 
ge ledige ronden voor de troniën der Keizeren, van wien geaoe 
gedenkpenningen te vinden zijn , had hij met zwaare kosten m 
verfchetden Taaien te Bmgge in Vlaanderen, zijne woonplaats, 
op zijne eigene Drukkerij doen drukken, die van zeer fraaie 
letters voorzien was , of fchoon hij geen open winkel hiekL 
Behalven dat boek heeft hij verfcheidene anderen uitgegeeven, 
die bij de geleerden in agting en aanzien zijn: als in den 
Jaare 1563 een werk in 't Latijn , ten tijtel voerende Cajms 
jfulius Cafar 9 of de Hiftorie der Room/c h e Keizeren, uit ge- 
denkpenningen opgemaakt, en met het leven van joltos cabsa* 
verrijkt; welk werk hij den Keizer fbrdinand opdroeg. Ook 
gaf hij in den Jaare 1566 een ander werk, in de evengenoemde 
Taaie, in 't ligt, genaamd Fafls, vervattende de overheeringen 
en Feestvieringen der oude Romeinen , van de grondlegging van 
Rom§ tot den dood van augustus ; alles met gedenkpenningen 
eigenhandig door hem gefneden en met uitleggingen verrijkt: 't 
geen hij den Roontfcken Raad of Senaat opdroeg, die hem, in 
den Jaare 1567, in erkentenisfe van zijne voortreflijkheid en ge- 
leerdheid, op hetKapitoIium ,bij een bezegelden brief, wiens af- 
fchrift in zijn zedert uitgegeeven werk , Cétfar Augustus betij- 
teld , gevonden word , tot een Edel Roomsch Borger verklaarde. 
Het laatstgenoemde werk, in twee boeken verdeeld, waar in 
de levensbijzonderheden van cab?ar augustw in de Latijn feke 
Taaie befchreeven zijn, gaf hij uit in den Jaare 1574, &* ver - 
rijkte het met plaaten der gedenkpenningen en hunne reverfen of 
tegenzijden. In het Jaar 1576 gaf hij in het ligt een Latijnsch 
werk, onder den tijtel van Sicilia en Magna Grxcia, of de 
Hiftorie van de Steden en volken van Groot Griekenland 9 met 
Griekfchê gedenkpenningen en hunne befchrijvingen. 

De reeds gemelde en meer andere werken , door goltztos be- 
fchreeven, en die allen in groote boekdeelen kostbaar en met 
fraaie letteren gedrukt zijn , (trekken ten getuigen van zijnen vlijt 
en kundigheid, en doen de gedagtenis der voortreflijke oudheid 
van het Romfche Keizerrijk herleeven. 

Of 



GOLTZ. (HUBERT) 471 



. Oflchoon ik van zijne Penfeelwerken weinig te verhaalen 
weet, is mij nogthans bekend, dat hij verfcheiden dingen, 
onder anderen te Antwerpen, ten tijde van hec Feest der Or- 
de van bet Gulden Vlies, voor de Oosterlingen gefchilderd 
heeft. Voorts was ooltzius ltout in het onderneemen en 
kloek in bet uitvoeren. 

Zijne eerftq huisvrouw was de zuster van de laatfte huis- 
vrouw van iietkk koek van aalst, bij welke hij eenige 
kinderen teelde, welke hij Romein fche naamen deed gceven, als 
MARCELLus, julius en dergelijken. Staande dat huwelijk ver- 
trok hij naar Rome , buiten weten van zijne Egtgenoote, die 
'meende, dat hij zig mat Keulen begeeven had. Ten tijde als hij 
te Brugge woonde, fchepte hij veel vermaak en uiripanumg 
in de Sermoenen van zekeren graauwen Monnik, geheeten 
brobi kobnelis; en deeze Sermoenen zijn (zo gezegd word,) 
door hem befchreeven en gedrukt; ook heeft hij dien Mon- 
nik op een panneel in olieverf genoegzaam van vooren ge- 
portretteerd, en hoe wel uit het geheugen, zeer wel getrof- 
fen, met al zulk een verftoord wezen, als hij zettede, wan- 
neer men hem met fchimpdigten en fchotfchriften te vooren 
had getergd. Dat Portret, 't welk, zo veel de kunst betreft, 
wel behandeld was , heb ik gezien en in handen gehad. 

Zijne huisvrouw overleeden zijnde, begaf hij zig in een 
tweede huwelijk, met eene vrouw van geen zeer goed gerugte; 
toe fmerte van zijne kinderen en vrienden, en tot zijne eigene 
onrust,' fchade en ichande, gelijk meer aan wijze en verflan- 
dige mannen wedervaren is, die te veel vertrouwen (lellende 
op zig zelven, de ongeftadigheid van fommige vrouwen ge- 
meend hebben door de reden te zullen konnen matigen, de 
ingekankerde kwaade gewoonte door goed onderwijs te verbe- 
teren , en de bedorven zeden te hervormen. 

Goltzius, die een zeer ftatig man was en veel ooreeel 
bezat , was bij grooten en geleerden in geen gering aanzien. 
Aan antonio moro, een zijner penningwerken , zeer fraai. ge- 
bonden, geschonken hebbende, zeide deeze, dat.gefchenk niet 
dan met zijne kunst te willen erkennen, en deed hem eens en 
andernpal 's morgens komen, om. hem teportretteeren, doch 
weder, na hem telkens een ontbijt voorgezet te Rebben, ver- 

Gg s trek- 



4 r* GOLTZ. (HUBERT) 



trekken, tot de derde reis toe, wanneer hij hem binnen een 
uur , of immers een zeer korten tijd , ongemeen fraai en wégs- 
lijkend afmaaide; want hij ondernisfcben zig het regte waes 
van goltzius in het geheugen geprent had. Naar dat Portret, 
*t welk nog te Brvgge berust, is dat gefneeden, 't welk voor 
een zijner werken geplaatst is. Qelijk zijne boeken met ver- 
fchciden Latijnfchc loftfigtcn vereerd zijn , is ook op dat 
Portret door eene Engelfshen Gezant het volgemj brjrchrift ge- 
maakt: 

In effgitm hubfrti coi-Tzn, ah Antonio Moto exprefkm % 

Daniëlis Rogerü Angli Epigramma: 

Goltztum arte parem pittgendi cernis Apelü s 
' Senlpendique parem , culte Lyfippe, tibi: 
Tïetitin imperii Graji pariterqme Latini 
Farroni fimilem , Paufaniaque fmuL 

Puntdtgt van dahiel rooer, Engelsehman, op het afbeötf- 
zel van hubert goltz, door antonius morus: 

Difs goltz, wiens kundigheid der Griëkfche en Roomfche 

Ritten 
Foor geen fausanias of varro hoeft te wijken , 
Foor uien in Snij kamt zelfs ltsipfus onder doet 9 
Foor wien in Schilderkunde apelles zwigten moet* 

Hubirt goltz, overleed te Brugge 9 \n of omtrent het Ja* 
I5&3- 

Zie VhfÊ m ander , Leven der Konstfchilders % 
I. Deel, bl. 260-265. 



Goltzius. (hritoriic) Wanneer de veelvermogende en werfe- 
zaame natuur jonge lieden tot de Schilderkonst (om zo te fpree- 
ken) voorgefchtkt en afgezonderd heeft, blijft zij met haarea 
invloed niet ngier, noch Iaat het zaad, *t geen zij in der* boezem 
van de zulken (als in een goeden grond) geftort heeft, daar in 

ver- 



GOLTZIUS. (HENDRIK) 473 

verborgen blijven, maar doet het heel vroeg te voorfchijn 
komen, mtlddijk opwaaien, en deszelfs aanhoudende vrugtbaar- 
hetd voor 't oog der waereld aan den dag leggen. Hoe waarag- 
og die zij , zai met dit leren van hendrik goltcios beweezen 
'worden. Deeze was afkomftig van eerlijke en treffelijke ouders, 
en tot Maibragt gebooren, zijnde een Dorp in 't Land van 
Gulik, niet verre van Venlo, in *t Jaar onzes Heeren 1558, in 
Sprokkelmaand , cenige dagen voor dien van Paulus Bekeerhh 
ge. Hooger op is zijne herkomst uit een ander Dorp , genaamd 
Heembeek, daar zijn bet-overgrootvader den naam van goltz, 
van oude tijden den (hm eigen , reeds gevoerd had. De groot- 
vader van onzen hindrii ooltzius woonde te Fenlo % en 
was een kunftig Schilder , hu br egt goltz geheeten, hebbende 
ook een broeder sysmgt ooltz , een fraai Beeldfmjder." 
HomoT mi had eenen zoon en twee dogters , beiden aan Schil- 
ders gehuwd; eene van deezen was de moeder van eenen, ook 
numtcGT goltz genaamd, een uitneemend geleerd Hiftorie- 
fchrtjver , hebbende den naam van goltz van zijner moeders 
zijde aangenomen, daar hij anders van wkrtsbürg geheeten 
was: hij onthield zig veel te Brugge, in Flaandercn, gelijk 
boven in zijn «leven verhaald is. De oude buur* gt nu (zeg ik) 
had eenen zoon, jan goltz geheeten, een redelijk goed Schil- 
der, woonagtig tot Kelzen^eerd^ daar hij 't Burgemeester- en 
andere Regeeringsampten bediende ; en wederom , behalven ver- 
icheidene dogters, ook twee zoons had, waar van de jongde , 
mede jan golTz geheeten, na 't overlijden zijns vaders een 
GJasfchilder werd. Vermids hem 't geluk niet zeer gunftig 
was, trok hij naar 't voorgemelde Dorp Mulbragt, en begaf 
zig vroeg in den Egt: deezes oudfte zoon was onze Hendrik 
goltz rus, een vet, wild en lustig kind, niettegenftaande hem 
zijne moeder, uit oorzaake haarer ziekelijkheid, weinig had kun- 
nen te zuigen geeven. Deeze lustigheid en leevendheid van 
geest was oorzaak van verfcheidene ongelukken, hem in zijne 
kindsheid overkomen; want eens viel hij op een fcherp ftoksken, 
't welk hem de neus doorboorde ; veelmaal is hij uit het water 
gered; 't vuur, waar mede hij kinderlijk veelophadde, heeft 
hij ook beproeft: want een Jaar of meer oud zijnde, en alleen 

gaan- 



474 GOLTZIUS. (HENDRIK) 

gaande, viel hij in 't vuur, en met het aangezigt op eeaepafi 
net gebrande olie, verbrandende in de gloeiende kooien beide 
zijne handen. Zijne .moeder (lelde wel allen vlijt m 't werk, nagt 
en dag, zonder moeke of fmert te ontzien, dezelven fpalkende, 
fmecrende, enz. om ze wel te geneezen; maar een neuswijze 
buurvrouw deed 'er de fpalken af, zeggende, dat zij het beter 
befchikken zoude, en wond flegts de regterhand in eenen doek, 
waar door de zenuwen opkrompen, invoegen, dat hij nooit & 
hand regt heeft konnen open doen. Nog gebeurde hem een on- 
geluk in zijne kindsheid: want zijn vader liet hem eens, door 
een misflag of uit onkunde, Auripigmentum inden mond flee- 
ken, welk hij daar na, zo veel hij kon, weder daar uit i 
krabde. 

Toen nu goltzius omtrent drie Jaaren oud was , vertrok zijn ] 
vader jan goltzius uit het Dorp Mulbragt, en ging met de 
woon naar D*i$èurg 9 een Steedje in 't Land van KUef y wm ■ 
coltziüs op zijn vierde Jaar ter Schoole ging om 't A. b.c, en 
verder fpellen en leezen te leeren. Van toen afwilde de natuur 
niet langer verbergen, wat 'er in hem lag, en waar toe hij ge- 
fchikt was, des, gelijk de katten al vroeg gezind zijn te mui- 
zen, zo zag men in hem ook «wel haast, werwaard de genegen- 
heid van zijnen geest overhelde, teweeten deTeekenkoost, door 
de mannetjes, die hij veelal met de pen in plaats van letters 
maakte. Hier door nam de vader 't befluit, om hem aan 't 
Portret- en Glasfchilderen te zetten, en van de Schoole af te 
neeraen. Zeven of agt Jaaren oud zijnde , deed hij niet dao 
teekenen, zo in zijn huis als elders op planken en muuren; ook 
was zijn geneegenheid meer, om iet uit eigene vinding te doen, 
dan met geduld zig te zetten , om eenig (luk van eens anders ar- 
beid geheel na te maaken. Op dien voet bevlijtigde hij zig van 
jongs aan in de kunst, en hield zig geftadig aan den arbeid, met 
glazen maaken en befchilderen. Het heugt mij, eenige teeke. 
ningen van zijn eerfte kindsheid gezien te hebben, waar in men 
een uitneemend oordeel en behendigheid , om de meeningen zijner 
Hiflorien klaar, volkomen, en met naauwkeurigheid uit te druk- 
ken, merken konde. De geduurige ziekelijkheid zijner moeder 
veroorzaakte, dat hij veeltijds de andere kinderen moest op- 
pas- 



GOLTZIUS. (HENDRIK) 475 

■ ' i" ' " 

pasfen, de knegts helpen, en huiswerk doen, tot groot nadeel 
v*n zijne genegenheid en voorneenien; egter was de lust zo 
vuurig in bem, dat hij op alle heilige dajcn naarftiglijk, met 
op muuren en elders kerneis, olifanten en andere groote din- 
gen te teekencn, bezig was. De vader dit ziende, liet den 
jongen maar teekenen, fchilderen en kladden, al wat hij wil- 
de, mids hij maar zijns vaders zaaken niet veizuimde of ver- 
agterde; want, (gelijk gezegd is) den man 't geluk niet mede, 
maar veelal tegen liep. Golizius merkende, dat zijne hulp 
en naarftigheid te huis wel noodig was , bedroefde zig dik- 
wïls, dat hij niet uit zijner ouderen huis en daar ter plaatze 
konde koomen, waar hij iet fraais van de kunst hadde mogen 
zien; doch gedroeg zig hier in lijdzaam. Hij raakte door zijne 
groote kunstliefde aan 't etfen in 't koper, en beproefde het 
ook , om met zijn lamme (of verminkte) hand in 't koper te 
leeren mijden; 't welk hem van 't begin af zo gehikte, dac 
100 < NB art, toenmaals vier mijlen van daar woonende, wilde 
aannenmen, om hem het Plaatfnijden te leeren; want hij had- 
de voor denzelven aireede veele perken geteekend, die hij 
zelf voorneemens was te fnijden. De vader toonde zig daar 
toe overbodig, en maakte met hem een verdrag voor 2 Jaa- 
ren. Maar, alzo de voorwaarden of befprekken van dit ver- 
drag aan goltzius niet bevielen, raakte dat te niet; waar op 
xooiKMA&T voorfloeg, dat goiizius 't bij hem een maand 
of twee beproeven, en, zo 't hem niet beviel, *er uit zou 
mogen fcheiden. Hier in bewilligde ooltziüs gaarne, op dat 
bij dus de behandeling zien mogte; doch toen koornhart 
zeide; „ zo gij Vr dan uitfeheid, zult gij mij dan beloo- 
„ vcu 9 bij gtenen anderen meester , noch bij u zelven , telee- 
„ ren? floeg o >l?zius alles af, behoudende zijne vrijheid, 
en is met zijne vader weder naar huis vertrokken, niet nalaa- 
teade zig dagelijks in 't Plaatfnijden te oefenen. Koor «bakt 
<fit merkende, heeft den Jongeling terftond werk gegeeven, en 
daarenboven geraaden, hem in Halland te volgen, 't welk hij 
deed. Doch zijnen vader of ouders beliefde het, met hem 
derwaard te trekken, willende hem alleen zulk verlof niet 
geeven, : 

G0LT> 



tftf GOLTZIÜS. (HENDRIK) 

Goltzius dan kwam ce Haarlem woonen , even na den groo* 
ten brand omcrend St. Jansdag, terwijl iooihuart vermaak 
fchepte in het begin jen aanieeren van goltzios, en hen dikwerf 
onderwees op de beste wijze (zijnes bedunkens) en naar zijd 
uiterfte vermogen* Dus te Haarlem woonagtig, Oieed hij te- 
gen tijd voor koorkhart en Fé.m o alle; zijne ouders ro- 
msfehen van daar weder naar Dnitschland vertrokken zijnde. 
Hij nu te Haarlem blijvende, begaf zig in \ huwelijk met eeoe 
weduwe aldaar, die eenen zoon hadde, wien hij van jongs aai 
Vlijtig heeft onder weezen, en door groote naarftigheid tot het 
Plaatfnijden gebragt; deszelfè naam was ja<% mathav C*X 

GoLizius nu maar 21 Jaaren oud en gehuwd werende, be- 
gon bezorgd te worden wegens zijne huislijke omstandig- 
heden en middelen van beftaan, en verviel in zulkeene zwaar- 
moedigheid, dat hij bijna geene gezonde dagen meer hadde, en 
eindelijk in eene uitteerende ziekte verviel, wel drie Jaaren bloed 
fpuwende. De Geneesmeesters befteedden wel allen vlijt om hem 
te helpen , doch alles te vergeefsch ; zijnde die zwaarmoedigheid 
te zeer ingeworteld: te meer, vermids hem daar bij ook eenige 
moeielijke omflandighedeit wedervoeren. Hij nu ziende zijn le- 
ven (als men zegt) aan eenen zijden draad hangen, en geenenGe- 

nees- 



(*) Deeze jacob mathan, was in den Jaare 1571 op den 
15 van H'ijnmaand gebooren , en heeft het teekenen zo wel 
als het Plaatfnijden bij zijnen behuwdvader ooltzios geleerd» 
Vcele Jaaren heeft hij in Italië door gebragt % en veel in '/ ko- 
per ge f needen % naar de voornaam fie Italkanfche en Nederland- 
lche meestert 9 ook wel naar teekeningen van deezen zijnen be- 
huwdvader 9 of die van zijne eigen vinding i hij fckilderdt 
ook wet olieverf^ artfeerende met het pen fee l, als tf het teeke* 
mingen met de pen waren. Hij heeft eenige plooien van colt* 
zius, die deeze , door den dood verrast , ten halven had laar 
ten liggen t na deszeJfs ovarlijden qpgemaakt : onder andere* 
is 9 er eene heel groote prent van twee volle vellen , verbeelde»* 
de de bruiloft te Kgna in Galilee , welker eene helft door 

COLT' 



GOLTZIUS. (HENDRIK) 477 



©mesmeester vindende, die moed had hem te helpen, zeggende 
zij allen, dat het met hem te verre was gekomen, nam, hoe 
zwak ook, een vast befluit, naar Italië te reizen, hoopende 
<fanr door eenige beeteringe te bekoomen, of ten minden voor 
zijnen fterfüag de fraaiheid en fchoonheid der kunden in Italië te 
atanlchouwen, 't welk hem door zijn huwelijk en meer andere 
zaaken zo lang was belet geweest. Hij nam dan ten dien einde 
zijnen knegt mede , te huis laaiende verfcheidene leerlingen en 
den Drukker, en is, in het Jaar 1590, in 't laatst van Wijn- 
maand, over Am fier dam naar Hamburg vertrokken, hebbende, 
bebalven eene lange reis, zwaar onweder en ftorm; we&halven 
liij den verderen togt te voet ondernam , en is ook op dee- 
ze wijze met zijnen knegt gantsch Duitschland doorgereisd, 
zonder koude of vorst te ontzien; bevindende zig hoe langer, 
boe beter gefield, waar toe niet weinig hielp de gcoote geneugte, 
door 't gezigt van zo veele en verfchülende Landouwen ea 
verandering van menfehen veroorzaakt. In 't bijzonder vermaak- 
te hij zig op de reis met boertige grappen , die hij op verfchei- 
dene plaatzen aanregtte; «bij voorbeeld: zo hij ergens in eene 
Herberg in gezelfchap van Schilders, Plaatfnijders, of andere 
Kunftenaars was, liet hij zijnen knegt voor meester fpeelen, en 
hield zelf zig gantsch onweetende, verneemende door dit middel 

al- 



covrzius, en de wederhelft door mathan gefheeden is. *t 
Getal zijner prenten is te groot om hier te melde». Hij over. 
leed te Haarlem op den 20 van Loumaand van het Jaar 1631 , 
in zijn 60 Jaar, en liet drie zoons na, jak, adkiaan en 
niRV. De oud/h, jan, was een braaf Schilder 9 en overleed 
tok te Haarltm, in 't Jaar 1643, nog jong zijnde; zijn broe- 
der adaiaan is mede een kun jlig Plaat fnij der geweest y doek 
tneest van portretten , die nog heden bij de liefhebbers met 
veel agtrng bewaard worden. De jongfte> dirk, fneed veel 
Hijlorien , ook wel portretten: van deezen is nog voor handen 
de afneeming yan V kruis, naar de Schilderij van Geertgen tot 
St. Jam 



47» GOLTZIÜS. (HENDRIK) 

alles, wat zij in 't harte hadden, ook hoe zij hem zelven en zijn 
werk lasterden, de een uit afgunst, de ander uit on verfhal, 
doch ook fommigen met goede redenen. Dit alles vermaakte 
ooltzius derwijze, dat hij volkomen gezond is geworden. Das 
gebeurde het eens wederom, dat de knegt te gast genoodigi 
werd, of uit last van zijnen meester, op zijne beurt ook eenige 
kunftenaars in de Herberg onthaalde, wanneer goltzïli zig hed 
laag hield, hebbende bijna geene plaats om te zitten, en den 
knegt boven aan, als Gastheer, liet zitten; die dan van de ande- 
ren feestelijk bedankt werd voor 't goed onthaal, dat hij hun 
aandeed. Te Munchen gaf hij zig uit voor zijns knegts reisge- 
zel, en werd als zodanig genoodigd bij den kunstbevorderaar 
rans 6AD8LAAR, geevende zig uit voor eene Kaaskoper, of dk 
2ig met de Kaasmakerïj geneerde, beloovende aan sadclaais 
vrouw, dat hij haar uit Holland kaas zou bezorgen, 't welk, 
door fchrijven naar huis , ook zo gefchiedde. Men wisfeldc hier 
verfcheidene redenen over de prenten van goltzids, bijvoor- 
beeld deszelfs grooten herkules, en andere dragen, waar op 
de knegt befcheidenlijk antwoordde; wordende dus alles als on- 
der makkers verhandeld en beter afgenomen. 

Het is tog in de wereld veelal 't gebruik of misbruik , dat men 
van een afwezenden vrijer en met minder ontzag of beleefd* 
heid fpreekt, dan wanneer hij tegenwoordig ware : want dan is 
men min of meer fchroomagtig : daar bij komt, dat thans de 
veelvermogende vleierij en ftreelzugt te zeer in zwang gaat. 
Sommigen mogten hier opvallen, denkende, dat het niet voeg- 
lijk nog betaamelijk is, dat iemand zig bij zijne mede-kunüenaars 
of andere geesten zo vreemd en onweetend aanftelt, en hem dos 
cenigzints van geveinsdheid befchuldigen; doch mij is bekend, 
dat coltzios genoegzaame reden hier toe gehad heeft, co 
daarom gemakkelijk te verontfchuldigen is, gelijk hij 't zig 
naderhand genoeg en openlijk gedaan heeft. 

Dus reizende, is goltzius door lust voortgedreeven, ia 
Italië gekoomen, bezoekende aldaar de Steden Venetië % ifo- 
lêgne, Florence, en eindelijk, op den i o van Loumaand van 
het Jaar 1591, zijn lang gewenscht Rome y waar hij zig eeni- 
ge maanden in ftilte en onbekend ophield, als een Hoogtalt- 
fcher en eenigzints als een boer verkleed, zig noemende hkh~ 

Dfttf 



GOLT2IUS. (HENDRIK) 4» 



j>rik van b» act; hier vergat hij fchier zig zelven, door het 
.zien der uimeemende kunftige werken, en zijne ziel was (als 
*c ware) aan het Hgfaaam ontvloden: het dagelijks befchouwen 
van verfche en nieuwe voorwerpen maakte zijne begeerte 
nog grooter en vernieuwde telkens zijnen lust. Even als een 
Hegte leerjongen begaf hij zig tot liet nateckenen der beste en 
ongemeende oude (lukken met een gefladigen vlijt. De jongens 
ce Reme % die daar veel op ftraat teekenen, hem in zulke 
houding ziende, keeken zomtijds over zijne fchouders op het 
papier, belust om te weeten, wat deeze todbsco tog voor 
handdinge van 't werk hadde, meenende veel eer iet belach- 
lijks, dan verwonderüjks te zullen ontmoeten. Dan 't ging 
faun (bij gelijkenis) als den Rêomfchen Raad , met den 
J>émubifchen boer, ten tijde van markus aurimus: want 
.zij wisten elkander niet weinig te vertellen van de handeling 
van den Duitfcher % waar voor zij ooltsius aanzagen, en 
begonnen met hem nu wat gemeenzaamer te worden, terwijl 
hij hun vriendelijk behandelde en zelfs onderregting gaf. Aan- 
merkelijk is het mede, dat ten tijde van het verblijf vaa 
goltzics binnen Rome, in gantsch Italië «en ongemeens 
duurte van levensmiddelen was, en in Rome een jammerlijke 
bcnaauwdheid , veroorzaakt door befm ettelijke ziekten en 
fterfte, zo dat 'er meenig duizend menfchen in korten tijd 
Horven en vergongen. Op alle draaien en gemeene plaatzen 
Jagen de elendigen en zieken te zieltogen, zelfs hier en daar 
nevens zijne zijde den geest geevende , daar hij bezig was met 
antieke beelden na te teekenen; vaarende hij niet te min voort 
met zijnen lust te voldoen, ja niettegenftaande den vuilen dank, 
die alles te boven ging, en zijne fijnheid van 'reuk. Onder- 
tusfchen ftrekte het hem tot tijdverdrijf, te gaan , daar zijne 
prenten te koop hingen, om dus onbekend, en buiten ie- 
mands weeteti, het oordeel der kundenaaren daar ter plaatze 
aan te hooren. Met zulken handel , gepaard met veel oplet* 
cendheid, is voordeel te doen. 

Omtrent het einde van Grasmaand deszelven Jaars vertrok 
\i\ van Reme naar Napels, met zijnen goeden vriend en reis- 

XV11L deeu Hh g©- 



4«o COLTZIUS. (HENDRIK) 

Jezd den Zilverfmit jan m atry$seh (*) , en een geleerd )aag 
Edelman van Brusfel, genaamd f ruw va» wiugmh (f); aDe 
drie hadden zij zig heel flonfig en flegt verkleed, om het groot 
gevaar der bandieten of gebannenen, die in grooten aamal de 
wegen voor de reizigers zeer onveilig maakten Deeze tam 
wivohen was een groot oudheidminnaar of kenner, die van ai 
wat hem merkwaardig voorkwam, aameekening hield, en een 
gemeenzaame vriend van den vermaarden Landbefchrijver abra- 
ham oiteliüs te Antwerpen , van wien hij ook verfcheidene 
op de reis ontvangene brieven aan oolTziüs had getoond, on- 
der anderen inhoudende, dat goltzius in Italië was, met bij- 
Voeginge van eenige kenteekens van zijn gelaat en perföcm, zelfs 
van zijne gebrekkelijke regterhand* 't Was hier om te lachen, 
dat van wmoajur zulke begeerte toonde om hem te zien, dien 
hij dagelijks zag, en met wien hij reeds te voorn eenige maan* 
den had omgegaan ; eindelijk kon jan mattctsskv zig niet lan- 
ger inhouden en zeide: Dit is goltzius. Var wuigbsn, golt- 
zius in zo flegte kleedinga befchouweude ah een gemeenea 
bloed, en vergeetende dat hij zelf en zij alle drie op de voor- 
verhaalde wijze verkleed waren, antwoordde: Neen minutt*, 
'gij en zij des niet % ik meen dien fr aaien Hollandfchen Plamt- 
jhijder. Goltzius lachte hierom, en dat va» wiHOHZir den 
man naar 't kleed oordeelde, daar bij zelf even eens toegetakeld 
was, en hernam: Zou •/ niet boertig zijn , Sr. tav wijgbw, 

dat 



(♦) Eigenlijk jan matthysssh ban, gelijk van mande* 
welf hem neemt in zijne opdragt van het werk, waar in Uj 
hem aan/preekt als den trouwen en koruwpgen reisgezel 
van zijnen «tLTzies. Zie dezelve opdragt veer dat werk 
geplaatst. 

ff) Deeze *w in 7 gezelfehap van goltzius geraak* en) 
reisde met kem % zonder kern te kennen, gelijk zit het vei 
gcnde ver/taal van van UASBIt blijkt. 



60LTZIÜS. CHËNDklK) 4 fc 

"' '" ^ — -- -in 



*/<*/ Govrsiirs hier nevens u ging* Neen , (zeide hij wederom)* 
git en Mij des niet. Des avonds tet Viletrl komende, herhaalde 
hij al wieder, dat hij zo zeker fchrijven had; waar op jan iiat- 
tuyssev zeide: Hoe ligt gij dus van uw brieven te maaien? 
dit is G0LT2I0S. Va» wiborsht werd kwaad en geloofde *t 
niet: ja golt2ius zelf mogt dit op den weg bevestigen, 't was 
nog: Ba hxhdrik , ik en geloof niets. Tot Terracina gevor* 
derd zijnde, was het wederom als vooren. Doch qolttws' zien- 
de, dat hij 't niet kon gelooven, en dat hij een eerlijk man e» 
een goed reisgezel was, en deeze nu wel het regte diende» 
weeten, Ifak zijn kromme regterhand uit, toonende meteenen 
zijnen neusdoek, gemerkt met het teeken, dat op zijne prenten 
flwt, te weeten H en G in een getrokken. Va* wi^ohiic 
deeze zo klaare ken- en lidteekenen ziende, werd ftom en bleek* 
vloog daar op ooltz.us fchielijk om den hals, hem op een 
vriendelijke en hartelijke wijze omhelzende, en toonende zijn 
leed weezen, dat hij hem niet eerder gekend had. Zij vervolg- 
den voorts hunne reize tot Napelf > bezagen het kunftt^e aldaar, 
en te Fuzzoli mede de zeldzaamheden der natuure. Te Napels 
heeft GOLTfiüB (zo ik meen) in 't Paleis van den Onderkoning 
na gefchilderd een uitmuntend ftuk der oudheid: een zittenden 
jongen heakolbs, en is met zijn gezelfchap weder gekeerd naar 
home* op eene der Galeien van den Paus, om dat ooltzioi 
liist had om de naakte flaaven te zien roeien, doch zijn wegen * 
den fierken wind te Galta aan land geflapt, gaande voorts te 
voet tot Rome toe. Hier werd hij bij de Paters Je/uiten bekend, 
ook bij de kunftenaars aldaar, wetker meesten met Craijons te©: 
kenden: 't zelfde deed hij ook te Florence , Venetië en \A 
T>uitschland % en verliet op den derden van Oogstmaand Rome t 
met geen ledige beurs te rug keerende; want ik ben vfttt gedag*- 
ten, dat nimmer eenig Nederlander in zo kleinen en zo oqg&-- 
teegenen tijd aldaar zo veeleen zo kundige dingen heeft voor den 
dag gebragt. Hij dan kwam met zijnen metgezel jaü mitthys- 
«« te paard, tot Bologne 9 eir hield zig te Venetië Wj een goe» 
den vriend, didirik de vries, eenige dagen op. Hier viel 
ook een zoete klugt voor met een Schilder, die van de komst 
van coltziüs wist, en gezegd hadde, dat hij hem aan zijne ui* 

Hh 2 ter- 



#1 GOLTZIUS. (HENDRIK) 

eerlijke gedaante en voorkomen kennen zoude ; die werd 
ooLTzics aangediend, dewelke jan jéatthyssew zig voor af 
liet vertoonen; vermids nu jan lang van flatuur en Tan een 
deftige houdinge was, werd Bij van anderen voor goltzus 
verwelkomd , de jüpite* in de kunst geheeten , en tevens 
verzogt om eene teekening van zijne hand; maar deeze liet 
het zijnen makker doen, die 'er den naam van ooltziu* ook 
op itelde; tot dat eindeüjk de ander zig in zijne gedagixn, 
dat hij van iemand naar de uiterlijke geflalte kon oordeeten, 
zelfs bedroogen vor,d; waar over braaf gelachen, maar hij 
kwalijk te vrede werd, hoe wel het maar eene grap en korts-, 
wijl was. Zij reisden verder van Venetië op Trenten 9 en 
voorts op Munchen, waar ter plaatze hij ook zulken, bij 
welke hij te vooren onbekend was, op de toets zette (*), 
en fommigen niet weinig befchaamd maakte. Dus voortrazen- 
de 9 en overal de goede vrienden en kunftenaars bezoekende, 
is hij wel te pas en gezond te huis gekomen. 

Doch weinig djds hier te lande geweest zijnde, is hij we- 
derom (de oorzaak is mij onbekend) in de voorgaande ziekte 
allengs vervallen, die hem dermaate onder heeft gehouden, 
dat hij uitgeteerd en gantsch uitgedroogd, etlijke Jaaren gei- 
tenmelk drinken, ja zog uit de borsten van eene vrouw heeft 
moeten zuigen, of dit nog in ftaat ware, hem tot beterfchap 
te brengen. Ten langen leste is hij, egter, na veel zukke- 
lens en zwaare krahkten , met Gods hulp , tegen ieders gedag- 
ten en gevoelen aan, van die kwaal geneezen, hebbende niet 
weinig tijds in zijne zaaken verzuimd, vermids hij dagelijks 
veel tot verlustiging wandelen moest; zo dat hij nu wederom, 
fris werd, en met grooten lust zijne kunst oeffende. Dit is het 
geene wij korteü,k van 't lecven van coltzius te meldea 
hadden. 

War 



(♦) tVat zij van hem wisten te zeggen , tdg enbekeni 
hwdende. 



GOLTZIUS. (HENDRIK) 483 



Wat nu zine werken betreft, zal ik voor af zeggen, dat 
zijne geestige teekeoingen en prenten genoegzaame getuigen 
zin , boe verre hij in die kunst gekoomen is. 'Er zijn 
'er te Brugge , die naderhand eenigen zi ner dingen gezien 
hebben, door hem gefiieeden naar de teekeninge van a- 
i>«iaan di weerd, die al in zijn vroege jeugd gedaan, 
en als zijne eerftelingen zijnde, egter zeer wel Honden, ja 
fraai waren: bijzonderlijk hadden deeze veel bchaagen in een 
Hiftoretje van lukretia, door hem zelven geinventeerd en 
ge&eeden; onder anderen was 'er een maaltijd, waar in hij zeer 
aardig, veel al de hedendaagiche kleeding gebragt had, 't geen 
den welftand van 't ftuke zeer vermeerderde, en was naar 
hun oordeel, heel wat anders, dan de gemeene dender 
onzer Nederlander en. In 't Jaar 1583 tot Haarlem met ter 
woon gekoomen zijnde, kreeg hij kennis aan cenige teeke- 
ningen van spiangbr , waar in hij grooten zin had. Dit moet 
men van hem zeggen , dat hij van jongs op , niet air 
leen de fchoonheid en verfcheidenheid van de natuur getragt 
heeft na te volgen, maar zig ook wonderbaar gewend heeft, 
de verfcheidene handelingen van de beste meesters na te boot- 
zen, nu eens van heemskerk, frans vlokis en blokland, 
dan weder van frrdrik, en eindelijk van spranger, wiens 
geestige manier hij zeer eigenlijk volgde; en fneed ook kort 
daar op dat heerlijk ftuk, 't Hemels Banket (•) van spran- 
ger, waar in ook de kunst haaren nektar rijkelijk en verlok- 
kende opdiste, en aan Teekenaar en Snijder onfterffelijken 
roem bijzette. In zijn voorhuis, in 't begin van zijne komst 
tot Haarlem y hingen op groot en hoog doek de zeven 
Planeeten naar zijne vinding, door hem geteekend met geolied 
kool of zwart krijt, zeer uitmuntend gehandeld, gelijkende 
met wit en zwarte verf gefchilderd te zijn, waar in de kennis 
der naakten zeer uitblonk. Ter zelver tijd zag men van hem 
op een groot langwerpig dpek, van wit en zwart olieverf, 
dien Romein (f), die zijne hand verbrandde; zijnde dit ftuk 

■ ge- 



(*) Of Godenmaal. 
(f) Mucius Scaevola. 

Hh 3 



**# GOLTOUS. (HENDRIK) 

■■ ■ 'P ' m g ^w— — — — — — — mmm mmmm wmm » 

gemaakt paar 4e plaats In «eéne kamer van een grooc aanzienlijk 
huls, toenmaals den Burgemeester van Haar tem* gkbrit wjl- 
Uicszts, maar naderhand onzen golteiu* toekomende, en 
daar als nog (zo ik 't wd heb) te zien. Ik zoude hier kon- 
«en gewaagen van veelen zijner prenten, onder anderen zijne 
Bsmtinfche Helden , al vroeg van hem gedaan , waar in ook de 
heldhaftigheid der Teekenkunst en 't vermogen van het graafljzer 
niet weinig doordraaien* Doch kortheidshalven zal ik veel 
everflaan , en maar melding maaken van zes (hikken , door hem , 
«ersch uit kali* gekoomen , gewrogt. Want toenmaals zig te 
binnen brengende de handelingen, allerwegen van hem gezien ? 
heeft hij veele ?n verfchilknde handelingen naar zijne uitvinding, 
«et een «enige hand voor den dag gebragt, en dat zeer te ver* 
wonderen is, binnen zeer korten tijd gedaan, vermids hij 
l» tegen «en aanftaande -Frankforur Misfe of Markt in gereed- 
heid wilde hebben. Toen zij nu vaardig waren , en nog bijna 
wan geen tnensch gezien , regtte hij 'er verfcheidene zeer aardige 
klugten mede aan, in 't bijzonder met de prent der Befnijdenis, 
op de manier van+uisRT i>ur*r gefneeden, waar in het portret 
van oolwus te zien is: dit en zijn merk of teeken liet hij met 
éen gloeiende kpol of ijzer uitbranden , en weder lappen , de 
prent berookende en toemaakende, als of zij heel oud en veele 
Jaaren in de wereld was geweest. Deeze prent dan dus ver- 
momd., en als 't ware, in maskerade verzonden naar Rome, Ve* 
métten , Jlmfterdam en elders , werd bij de kunilenaars en ver- 
Handige liefhebbers met groote Verwonderiug, behaagen en lust 
geaien, pok van ,eenigep voor groot geld gekogt, verblijd zijn- 
de, zulk een ftuk, dat nog nooit het ligt gezien had, van den 
feundigften Neurenberger bekoomen : te hebben. Niet minder 
belachelijk was het , dat men alomrae den meester zo hoog bo- 
ven hem zelven hoorde opvijzelen: want op eenen tijd gevraagd 
of geopperd zijnde, of cowziw dat wel mogte gedaan heb- 
ben, antwoordden fommigen, die de minften in de kunst niet 
waren, dat «oitziüs Jut zijn leven zo goed niet *qu kunnen 
doen; en dit wel het beste was, dat zij van albizt nutst ooit 
gezien hadden: eeuigen voegden 'er nog bij voor waarheid, dat 
ALBEtT bij zijn leeven, een zekere plaat gefneeden, en die, 
bij zijn overlijden, bevoolen bad vetborgen te houden, tot op 

boa- 



GOLTZIUS. (HENBRIK) 4 t| 



honderd Jaaren tn zijnen dood; en zo dan nog zijne dingen in 
agtinge waren, zonden men ze drukken, maar anders niet: dit 
moest derhatoren eeniglijk deeze prent wezen. Wanneer don 
eindelijk na zo veel gepraat en hoogzwetzen, de onverminkte 
prent versch gedrukt, het ligt zag, en zulke lieden onder 't oog 
Itwam, Honden zij, (gelijk men zegt) met lange neuzen te kij- 
ken, en waren befchaamd en onthust wegens hunne waanwijs- 
heid: eemgen toonden hun ongenoegen en fpijt, jegens de gee- 
nexi} die deezen pots hadden aangeregt. Gelijke kJugt had hij 
met het (luk de Drie Koningen, op de manier van luk as van 
Z-eideni omtrent dit was 't het vreemdst, dat 'er Plaatfnijders , 
die de handeling en fileede der meesters zig wel meenden te ver- 
Haan, mede bedroogen werden. Uit deeze Haaltjes is op te 
maaken, wat onder de menfehen gunst of afgunst vermoogen, 
of ook het vooroordeel Sommigen, immers die ooltzids in 
zijne kunst meenen te verfinaaden of te verkleinen, hebben hier 
onwetende hem boven de beste oude meesters en boven hem 
zelven gefield; en dit gefchiedde zelfs van zulken, die gewoon 
waren te zeggen , dat 'er geen betere Plaatfnijders na albert en 
lub as opftaan zouden, en dat goltzius bij hen niet te gelijken 
was. Om kort te gaan, deeze zes (lukken waren genoeg tot 
bewijs, wat hij in deeze kunst vennogt. Zij waren opgedraa» 
gen aan den Doorlugtigen Hertog van Bei/eren , van wien 
ooltzius deswegens befchonken werd met een fchoone gou- 
den medailje, pronkende met het borstbeeld des Hertog», en 
afhangende aas eene gouden keten. 

Na deezen heeft hij, in 't Jaar 1597, het ligt doen zien, een 
geheele Pasfie, die wonder fraai is, en gantsch op de manier 
van lukas van Leiden , uitgenoomen dat hij in de Helling der 
bedden, als anderzints een bijzonderen trant houd, die egter 
niet min goed en te prijzen is. Ik kan ook met geen ftilzwijgen 
voor bij gaan, eene mama met den dooden chbktus op den 
fchoot, een middelmaatig klein ftukje, eigenlijk op de manier 
van albkit duuir gefneeden, welke plaat berustte onderden 
kunstüevenden Heer bierrnitkin , te Haarlem. Al dit ver- 
faaakie te zamen ftrekt ten bewi ze, dat oolt^us een zeldzaa- 
mtPriteus oïFertumnui in de kunst was, met zig in alle geftai- 

Hh 4 ten 



. jfi6 GOLTZIUS. (HENDRIK)- 

- • * 

ten door nabootzing van anderen te konnen berfcheppen. M te* | 
zfin eerften ti d heeft bij eenige verwonderenswaardige dmg» 
gedaan, te wetan," een vrouwyen met flahgen en duiven, m bet 
verfebiet christus voor filatüs: een zinnebeeld van *t bevel 
des Heflands, van eenvouwdig te zl.n als de duiven, en voor- 
zigtig als de (langen: het gaat alles in netheid te boven, en be- 
wijst een zonderlinge fcherpheid van gezigt. Wat hij nu met 
teekenen of handelen van de pen vermoogt , mogen anderen des 
kundigen oordeelen. Op perkament heeft hij verfcheidene ftuk- 
ken gedaan, zo kleinen als grooten: onder anderen eenen 
bacchus met ceres en venus, waar in eenKupido is, die vuur 
aanftookt, waar van 't ligt op de beelden vak: dat is (zo ik 
meen) te Rome. Een ander, verbeeldende eene jongen fauiws 
en fauna, een zeer kunflig (tukje, is bij den Keizer. Een zeer 
uitneemend (hik kwam aan de Heeren focchebs, te Aug± 
burg* zijnde een zogenaamde Piet as % daar Christus van *t 
kruis afgenoomen voor maria ligt, welke een inwendige, doeft 
uitneemende droefheid, zonder weenen in 't aangezigt vertoont; 
men ziet 'er verfcheidene Engelen bij (*) , en in 't verfchiet h 
de legginge in het graf. 't Is een (hik, dat van ordonnantie 

ca 



(*) De bijvoeging deezer Engelen brengt mij te binnen, 
de ordonnantie van eene fchilderij, in de Hoofdkerk van 
Worms, boven bet Autaar van eene der Kapellen in deeze 
Kerk; bier ziet men, dat de H. Moedermaagd den Heiland 
van */ kruis afgenoomen, ontvangt, terwijl verfcheidene 
Engelen de gereed f chappen der kruisiging ten bemel voeren. 
Deeze Schilder beeft zekerlijk toen ter tijd zig niet berin* 
nerd 9 dat deeze allerwegen nog te vinden zijn , en ah 
Heilige Reliquien van de Kerk ge eerbiedigt worden; of het 
moest wenen, dat de Engelen, zedert al die overblijfsels, 
weder op de aarde gebragt badden. Zie missons Reize, 
ƒ. Deel, bl. 43. Mogelijk is de teekening van ooltzius %hI 
naar ditftuk gevolgd geweest in de ordonnantie. 



GOLTZIUS. (HENDRIK), 487 

en handeling niet te verbeeteren is , en naar Spanje voor den 
Koning gebragt werd, die op den zelfden tijd overleed. 

Na deezen kwam 't GOLTzioi in den zin, op geplumuurde, 
of tot olieverf bereidde doeken, met de pen te teekenen; 
want hoe groot de perkamenten ook waren, vielen zij hem 
voor zijnen grooten geest en voorneemens nog te klein. Dus 
ging hij té werk, en teekende op eene tamelijk grooten ge- 
plomuurden doek, eene naakte vrouw met eene lachenden Sa- 
ter, zeer aardig en fierlijk gedaan; hij heeft daar op ook ge- 
hoogd, hier en daar het naakte, eenigermaate met verve ge- 
kleurd, en 'er een vernis op gelegd: dit (luk, eerst onder 
den Schilder franc scus badins, te Amflerdam, kwam nader- 
hand in handen van dea Keizer , die zig niet weinig over dit 
werk verwonderde, en om te weten, hoe dit* gedain was, 
eemgen van de kunst tot zig liet roepen, die mede hunne ver- 
wondering te kennen gaven. 

Voor den zelven badiks heeft hij nog zo een ftuk ver- 
vaardigd, verbeeldende eene naakte en liggende Venus met 
Kupido, en in *t verfchiet de fabel van de Nimfe Periflera* 
die, wanneer Venus en Kupido gewed hadden, wie de meeste 
bloemen zoude leezen, Venus hielp plukken, en om deeze 
zaak van Kupido in eene duif verandert werd. De ordon- 
nantie van dit (hik is uitneemend, gelijk mede de aktien der 
beelden, ftelzel en handeling met gladde lange artfeeringen , zó 
dat het niet alleen zeer te prijzen is, maar dat 'er ook niets 
op te vitten valt. Nog was hij bezig, zeden eea geruimen tijd , 
over een zeer grooten doek, waar in eenigegroote naakte beelden 
zouden komen , en moest dit ftuk alle deszelfs voorgaande 
penwerken te boven gaan, zo als men bij gerugte verdaan 
had; doch om 'er met eenlge zekerheid van te fchrij- 
ven, behoorde men ten minden het begin gezien te hebben, 't 
welk niet gebeurd is : want hij liet zijne dingen , nog 
onafgedaan zijnde, niet gaarne zien,* maar afgedaan, zeer gaar- 
ne aan ieder die wilde ; waar in , benevens andere zaaken , hij 
gelijk was aan den uitmuntenden michabl anoelo. Ik voor 
mij geloove niet, dat iemand zo vast en vaardig in de kunst 
was, als hij, om een beeld, ja eengantfche Hiftorie uit de hand; 

Hh 5 zou- 



C0LTZIÜ5. OJENDRIR) 



.zonder eenige tekening, ten eerftea met de pen vaardig te trek* 
ken, en dat met zulke zuivere juistheid en betooninge van geest. 
Bier mede zullen wij vaa zijs kuadigfte pen aftoppen, haar, 
gelijk bet p**t, la de banden van dien Keizerin de taaist iaatm 
de, en willen nu tot zijn fchildegen overgaan. 

Goltziüs uit halte gekomen, had de fraaie Italiaan fcke 
fdnKderijen zo vast in zijn geheugen geprent , dat bij ze, waar 
hij zig bevond, als in een fpiegel, nog geftadig voor zig zag; 
nu verlustigde bij zig in de engeJagtige bevalligheden van rapha- 
w., de natuurlijjce vleezigfaeid van corrrgoio, dan in de uit- 
komende hoogzels, en verre afwijkende diepzels van mi aam 9 
de fchoone zijdekens en andere wel gefcbilderde dingen van vt- 
boneso en antieren, ie Fèuetit, waar hij de Inlandfcben faem 
afvielen, en min volmaakt voorkwamen, 't Was een lost voor 
Schilders in hun leven , hem hier van te hooren fpreéken ; want, 
al wat hij fprak, was van gloeiende karnatien, (wegwijkende) 
«fiepzelen, en dergelijke ongewoone, of weinig gehoorde uit- 
drukkingen; tekende hij iet, de naakte beelden vooral, moesten 
met de kraions hunue verven hebben , tot dat hij eindelijk tot het 
penfeel en de olieverf overging, toen hij maar twee Jaar van 't 
zuigen afgeraakt of van de borst gefpeend was; dit was in het 
4a Jaar zijns ouderdoms, zijnde 't Jaar 1600. 

£ijn eerde werk was voor gyrbert ryckrrsse, te Haarlem , 
een klein Aukje op koper, verbeeldende Christus aan 't kruis, met 
iiabia, st. jan en MAooALfiiM. Het naakte van den christus 
is zeer doodelijk, doch aardig gekleurd, hebbende den naam van 
wel beftudeert te zijn, zijnde ook geheel zuiver en fchoon van 
verf; in 't verfchiet heeft men Jervfalem, op den voorgrond, 
eenigzints verfchicten&, eene klokhen mot haare kuikens, zien- 
de op 't geen Christus zeide, toen hij die Stad beweende. Te 
vooren had hij voor eigen vermaak op een doek, in olieverf 
eene beeltenis, levensgrootte en naakt zittende, gefchildert, naar 
't wezen van tobias swartz*iwj*g, te Haatlem, dien bij 
als eenfndiaam/ckefi Schutter had uitgedoscht, en in 't verfchiet 
«en kleinen st. srbastiaan, wel gelijkende, en bij uitftek wel 
behandeld. Voor fijnen reisgezel jan aiatthyssen, maakte bij 
ook een groot Huk <g> panneel, vertoooeade een hemel of he- 
mel* 



GOLTZIUS. (HENDRIK) 48, 

neUcbe vreugd, waar ia een gdoovige Christelijke ziele be- 
kleed , met de witte zijde (van een zuiver geweeten en onge- 
veinsd geloove) tot de Kerke Gods nadert, trouwende daar met 
cnuaxus haaren bruidegom, in de gedaante van een onnozel 
kind (zonder valsheid of bedrog), waar in zig alle de bemelin- 
gen verblijden , brengende of vertoonende aan de ziele eem 
palmtak en eene kroon, betekenende volöandigheid en beioomn- 
ge. Het kan ook uitgelegd worden op de Maagd stb catiiaiu- 
va , die door haare volhardinge in *t geloof en lijden, de kroon 
der martefaaren heeft weg gedragen, christus voor haaren 
bruidegom aanneemende, Pit (luk is zo van naakten, tronien» 
lakens, zijden als anderzints zeer uitneemend kundig, en alzints 
eea iegelijk voldoende, 't Is al willens, dat hij vermijd heeft 9 
n naakte en de tronien hard te fchaduwen, tot des te meer be- 
*alligiieid, doch heeft ze van wederzijden een weinig gediept, 
\ welk bunxloor de karaatige hoogzeis nog genoeg doet verheë- 
ièo« In het drapeeren van een groot blaauw laken van azuur ul- 
tramarijn, kwam hem in 't glaceeren wel te pas, de manier vap 
mee het penfeel te dopten, bij de Glasfchilders heel gemeen. 
Om kort te gaan, alles is met grooce opmerkinge en verftand uit- 
gevoerd, hebbende hij meest, of alles naar 't leven gedaan, 
wordende des wegens, van zig des verflaanden, zeer gepreezen, 
en van ieder een om de liefelijke bevalligheid met genoegen be- 
fchouwd. Hij heeft nog op eene kopere plaat vervaardigd, ee» 
nen zittenden Christus, meest naakt, bij zig hebbende twee knie- 
lende Engelen, met brandende toortzen, en eenige gereedfchappen 
derpasfie, mede zeer treffelijk, 't welk vervolgens in handen vaa 
den Graaf var deb lipfe of den Keizer kwam. Voorts heeft hij in 
't Jaar 1603, op een grooten doek, levensgrootte, gefchilderd, 
een naakte flaapende Danae, welker ligginge overfchoon is: het 
makte is tot verwondering, vleesagtig en verheevcn, en vaa 
groote ftudie, zo in omtrek als binnenwerk 5 eenoud wijf met 
een ingevallen wezen, en een doortrapte Merkuur komen 'er bij, 
benevens eenige (ik weet met wat voor) kinderkens, met ftok- 
beurs en andere dingen aangevlogen, zijnde al mede in fotioon- 
heid van ordonnantie niet te verbeeteren. Te Leiden , bij den 
kunstlievenden Heer bartbolomeus terrein, in deszelfs ka- 
binet of kunstkamer, was bet onder andere ftaaiheden te zien. 

Tot 



450- GOLTZIÜS. (HENDRIK) 

***.«-»-.,««.,«-.-«; 

als: een Noordfche boerin, en onder anderen, eenen javgo- 
VEaTzBW, woonende te Haarlem* een minnaar van (cfaelpenca 
hoorens, hebbende in de hand een peerlemoeren fcheip, en» 
dere hoorntjes bij zig leggende, volmaakt aardig van welgefij- 
ken en handeling. Dit is 't voornaamst, dat ik weet door hen 
met de verven gedaan te zijn. 

In 't Glasfchilderen zou hij elk overtroffen hebben, indien hij 
zig daar toe wilde zetten , als blijkt uit het weinige van hem , bij des 
uitneemenden Glasfchilder, iorwilis ysb&abdze* (*) te Haar- 
lem te zien, waar hij, flegts om tijdverdrijf, en zijner eerlier 
oeffèninge indagtig, zo wat gedaan heeft; want deeze kunst, zo 
wel als 't fchilderen en plaatfnijden, ontvangt haar meerdere vor- 
dering en volmaaktheid uit de teekenkunde, en m deeze had bij 
zijnen meester niet, of iemand, die hooger trap van kunst be- 
reikte , en zig boven 't oordeel van 't gemeen meer verheeven 
heeft; zo dat hij als een hooge rots pal kon ftaan tegen 't onwe- 
der, dat zig tegen hem mogt verheffen; zijn beroemde naam im- 
mers zal door zijne edele werken altoos leeven, daar de gedag- 
tenis van onverftandige aanbla&rs vergaan zaL Ook was hij ie- 
mand, die zig met de onrusogheden der wereld niet bemoeide, 

uk 



(*) Deeze Schilder* vel uit zobnius ysbrandz. rustios 
of kuffeus genoemd, was een gebooren Haarlemmer. In de 
Su Janskerk te Gouda, is een groet glas van zijne hand te 
zien; */ is het glas* welk de Burgemeesters van Amfterdam, 
in jen Jaar e 1597, aan die Kerk vereerd hebben ; het onder 
werp is de Farifeer en Tollenaar* die in den Tempel gingen 
om te bidden. In andere Steden ziet men fomtijds nog over' 
bliifzels zijner kunst, zo in Ktr ken als huizen , enz. Naar 
zijne teekeningen komen nog prenten uit % door gillis yah 
bpehn ge f needen 1 onder anderen * daar man en vrouw op in* 
flrumenten fpeelen , zijnde een Zin/peeling op den huwelijken 
ftaat. Hij overleed te Haarlem , op den 24 van B heimaand % 
des Jaars X618. 



GOLTZIUS. (HENDRIK) 4*1 



uit overkHmmende kunstliefde, rust zoekende, en de ftilheid 
en eenzaamheid lievende, vermits de kunst den gebeden 
mensch vordert* Hij was bij uitftek een beminnaar van zijne 
eigen vrijheid, zo wel als van beleefdheid en eerbaarheid, 
hebbende voor zijne zinfpreuk Eer beven Go'd: gelijk hij 
ook met de daad bevestigde, niet zo geldzugtig als eerlievcnd 
te zijn; zijne houding was mede veel eer nederig dan moedig 9 
fchoon men van hem mag zeggen, dat hij in de kennis der 
natuurlijke Wijsgeerte niet onervaaren was. 

Eenige vlugge, doch puntige antwoorden of fpreuken, heeft 
men van hem geweeten, die wel aanftonden, maar nu ge- 
deeltelijk uit het geheugen zijn gegaan; bij voorbeeld: onder 
andere aardige pórtretftukken , die in geen klein getal van hem 
geineeden zijn, had hij 'er, in den Jaare 1583, twee gemaakt 9 
ten voeten uit, op kopere plaaten, verbeeldende twee jonge 
Poolfche Prinfen, die de Landen bezoekende, laatst uit Frank- 
rijk, en dus op zijn Fransch gekleed, volgens de gewoonte 
van dien tijd aldaar, herwaard kwamen, welker eene de neef 
van den Koning van Polen was* Goltziu» nu iz Amjlerdam 
bij hen in de herberg zijnde, en met hun over den prijs han- 
delende , vond *er mede een Amfieldamfchen Koopman , 
meer rijk dan verftandig, die deeze perfonaadjen 't nodige 
geld verfchafte; deeze man hoorende, dat 'er meer geld ge- 
eischt werd van goltzius, dan hij ftaat gemaakt hadde, zeide 
onder andere uitlaatingen, dat het te veel was, en wierde 
ooltziüs dus voor zijne kunst geloond, dan kon hij meer 
geld winnen dan een Koopman: waar op goltzius ftraks een- 
vouwdig antwoorde: Uw Koopmanfchap heeft doch geene ge- 
lijkenis met onze kunst i met geld kan ik wel een Kooiman 
worden 9 maar gij kunt met al uw geld geen Kunflenaar 
worden. Eens werd hij ontboden bij eenige jonge Duitfche 
Edellieden, onder welken 'er een was, die gefchildert wilde 
wezen op een tafelet, om dan in koper gebragt te worden; 
deeze kwamen hem ftraks met drank (volgens der Duitfche' 
ren gewoonte) aan boord, zettende een deel glazen op de 
tafel, hem toebrengende, en vermaanende om hun befcheid te 
doen; waar op hij hun met beleefdheid vraagde, waar toe zij 
hem hadden ontboden? Zij zeiden: om te ft Allderen. Waar- 
om 



40» G0LT2IUS. (HËNDRIR) 

#» wilt gij dan , Heeren , (antwoorde hij) dat ik zo weel 
drank zal inneemenl ik ben Immers geen beest, en al deed ik 
kt$ eens; waar toe zal ik dan bekwaam zijn, of hóe zal ii u 
dan kunsten bedienen ? voegende daar nog iets meer bij , zo da: 
ftij zig begonnen te fchaamen. Op een zekeren tijd, san eeneo 
zijner leerlingen zeker gebrek in dcszelfs werk aantooneode* 
antwoordde deeze, hij wist of zag dat zelfs wel; waar op 
goltzius hem te gemoet voerde: Uw vat is voi* gij zift rijk 
genoeg; en zig met eenen wendde naar een anderen , daar meer 
plaats was» om wat in te Horten , die ook de onderrigting dank- 
baar en bereidwillig aannam» Als hij eens van eenige Schildert 
hoorde, dat zij hun eigen werk roemden, en zig zelven behaag- 
den, was zijne gewoonte te zeggen, dat zij rijk en gelukkig 
waren, om dat hij, die vergenoegd is, rijk in overvloed is, en 
dit heb ik (voegde hij *er bij) nooit van mijn eigen werk ken- 
nen zijn. Verfcheidenmaal heeft men hem zelfs hooren zeggen, 
nog nooit iet gedaan te hebben, dat hem voiköomen genoegen 
gaf, of zo behaagde, of hij wenschte» dat het nog anders of 
beter geweest ware; dit nu is een goede aart en inborst, om dat 
de zulken in de kunst niet ligt agter uit raaken , zo als die ptg- 
* altons, die blindelijk op hun eigen handenwerk verlieven, en 
in dien ijdelen waan veeltijds meer te rug gaan, dan zij bevroe- 
den, (trekkende dan bij de kunstkenners ten fpot en beiachtinge, 
«is die deeze dwaasheid niet draaglijk, en hen voor de eerfte 
lbort van zotten houden. 

Goltzius heeft eenige braave leerlingen gehad in *t Plaatfiuj- 
den, als db gktn, jaeob mathan (*), zijn behuwdzoon,die, 
halte bezogt hebbende, naderhand te Haarlem woonde, 
zijnde een uitmuntend meester in de kunst; en pistis dz 
jode (f), die mede eenige Jaaren in Italië heeft doorge- 
bragt. 



(*) Van dien mathab zullen wij nader melding manken. 
(t) Deene raut ox jott had eene broeder «bard Dr jo» 



GOLTZIÜS. (HENDRIK) 0§ 



Covttxvs overleed binnen Haarlem % op den i van Louw* 
maand, in bet Jaar 1(17, en is daar ter pia&tae in de Groot* 
Kerk begraaven, voor het Koor. Op zijn Grafzerk ligt eene 
koperen plaat* waar op dk volgende Graflchrift voormaals» 
eer het door den tijd was uitgefleeten, gegraveerd ftond: 

M. S. 

Htfrnco goltzio, viro incomparabili , Chaleographo «. 
cclientijjtme, Pittori celeberrimo , atque adeo om nis artis gra* 
fhicée periiiffimot Margareta Joh. Fil. Marito fuo conjunc- 
tiffimo, cum quo Har Umi vixit Annot XXXPI. ff fratri fim 
corijjsmo jacobus ooltziüs monumentum hoc fitri curm* 
runt. 

Jacobos mathav, vitrico fito optime de fit mirt t o ari ineU 
ditjculpfltque gratitudinis ergo. Ohiit Har Umi Anno CIO a. 
c-xvij. 1 Jannarij* Aetat. fute LIX. 

Dat ü: 

Ter gedagtenislè van bsndhik coltzius , een man tonder 
weerga, voortreffelijk Pkatfhijder, zeer beroemd Schilder, ja 
in alle deelen der Schilderkunfte wei ervaar en, hebben dk 0» 
denkteeken doen (lellen margaiita javsdb. haaren wel be- 

min. 



Di, mede een vermaard Plaat Jnij der % van wien onder ande- 
ren ook melding gemaakt word, in V leven van ba*s fkidk- 
man dk vans. De hier gemelde pibtei was een beroemd 
Plaat fnijder y en uitmuntend kunfiig Teekenaar , teer tijk 
van vinding , hebbende lang te Rome gewoond , daar 
hij tig de ksfenvan mijnen meettor ooltziüs te nutte maakte. 
In 't Jaar. ifoi , keerde hij uit Rome te rug naar zijne Ca- 
boortefiad Antwerpen, daar hij ever leed op den 9 van Oogtt* 
maand, in 7 Jaar 1634. 



1 





494 'GOLTZIUS. (HENDRIK) 

minden Egtgentxrt, met welken zij te Haarlem 36 Ja 
•léefd heeft, en jabobös ooi/rit Js cljfien zeer*toaanieB^ 
der tereere. . » .' ■'*"., 

, Jacobüs mathan heeft zijne behftwdVa<fefr,i*am wk 
de grootfte verplSgting had , tot eén tefcken ; vari* 
en hem ter eere in koper gefiieeden en gegirayeeftj. 
overleeden in Haarlem , in- het Jaar 1617, óp 4$* i 
Louwmaand, in het 59 Jaar zijnes ouderdoms. : , *-•* 

■••*•-» Vr.rry 
• Uit dit Graflehrift blijkt, dat onze goltztos-'j 
bad, Jakob ooltzids geheeten, en uk vergptfjlaijjjï 
ouderdom met bet Jaartal van zijn Kerven, dat 
1557 of 1558 zal gebooren zijn. * , f k%& ■ 

Hij heeft zijn eigen portret levensgrootte, zo kiinfttg.1 
gebragt, dat de allerbeste PJaatfitijders van deezentfjdp 
de grootfte verwondering, als een onnavolgltjc mee*ö#h#fci 
fchouwen. Het getal der prenten van zijne band^xpiflil^ 
als in hoogzel, als- in 't koper, zo van zijn eigene, inventie** |fr 
naar andere voornaame meesters gefneeden, en de prenten, 4fc 
wederom van andere Plaatfnijders naar zijne fchilderijen en teehr 
Hingen in *t Ugt gebragt zijn, is zo. -groot? dardefcelven tèmek 
den, een klein boekdeel alleen vüHen zoude'; waarom wij dat- 
van niets meer zullen zeggen. Uit medegedeelde berigten* \ 

.. Qomabds, (fkactcwcus) Dortor en Hoogieeraar in de Go<k 
geleerdheid, in- de Hooge Schoole te Leiden, werd den 30 Ja- 
nuari*, des Jaars 1563 te Brugge gebooren.- Zijn vader enm» 
der hadden den Hervormden Godsdienst omhelst, en weken wc» 
gens de yervolginge, in 't Jaar 1578, naar de Palts, om 6fé 
gerust te leven, en lieten hunnen zoon te Straanburg, ortder 
den geleerden stürmius, zijne ftudien voortzetten. Hij ym 
onder de tugt van deezen grijsaard drie Jaaren, waar op hij 
naar Neuftad&ng, daar zig de Hoogleeraaren van Hel de leer $ 
ophielden. Hij deed in \ laatst van 't Jaar 1582 , eerie feize naar 
Engeland, en hoorde te Oxford de Godgeleerde lesfcn vaas 
%ï w a tDus , en te Cambridge die van wi llem witakhu Hft 
ontving den eernaam van baccalauwws, in cje maand Janij 

des 



kvni.Dïpl.u. 




HE^ 



, ' puBüC U 






ASTOR-h^A-'i-^l 



U^vou^- 



COMARüS. (FRANCISCUS) 4» 

des Jaars 1584, bragt de twee volgende Jaaren te Eeidelberg 
door , alwaar de Akademie toen weder herfteld was. De Ne- 
dertiuttfche Gemeente te Frankfort aan den Maijn beriep 
hem als baarcn Leeraar, in den Jaare 1587. Hier bleef hij dee- 
zen dienst waarneemen, tot den Jaare 1593; moest toen, we% 
gens de vervolging, van daar wijken, maar werd, in 't volgende 
Jaar , tot Hoogleeraar in de Godgeleerdheid te Leiden beroepen. 
Hij nam dit beroep aan, en liet zig eerst Doflor in die facul- 
teit maaken, te Heidelberg. Dit Ampt nam hij met lof waar , 
tot dat hij met zijnen Amptgenoot tacobus armjuius, wegen* de 
Leere der voorbefchikking , in verfchil geraakte. Gomabus kant- 
te zig tegen hem aan, met een uitneemenden ijver, niet alleen 
in de openbaare lesfen te Leiden , maar ook in de tegenwoor- 
digheid ven de Staaten van Hollanden Westvriesland. In het 
Jaar 1608 redentwistten zij beide voor die aanzieneüjke vergade- 
ring, en in het volgende Jaar was 'er een dergelijke, van vijf 
tegen vijf. De uitfln$ van deeze redentwisting was niet , zo alt 
de Nederlandfche Kerken wel wenschten. De daar op volgen- 
de ziekte van arminius en zijn dood, kort daar na voorgeval- 
len, nam dit verfchil geenzints weg; maar conradus vorstius, 
een navolger, niet alleen van arminiüs gevoelen, maar zelfs 
verdagt van Socinianerii , werd in deszelfs plaats tot Hoogleer- 
aar aangefteld, onaangezien alle vertogen, door oomarüs en 
anderen daar tegen gedaan: waarom oomarüs, zodanig een 
Amptgenoot niet kunnende dulden, zig van zijnen dienst ont- 
floeg, en in 't Jaar 161 1 naar Middelburg week. Hier werd 
hij Predikant, en hield ook openbaare lesfen. Dit duurde tot 
den Jaare 1614, wanneer hij door de Akademie van Saumur, 
tot Hoogleeraar in de Godgeleerdheid , en tot den predikdienst 
beroepen werd Deeze bediening nam hij 4 Jaaren waar; trok 
daar op naar Groningen, en werd daar eerfte Hoogleeraar in de 
Godgeleerdheid en in de Hebreeuwfehe Taaie. Hier ftood hij 
tot aan zijnen dood, die den 11 Januari j des Jaars 1641 voor- 
viel. In den tijd van aa Jaaren was hij maar twee maaien uit da 
Stad geweest, eens in het Jaar 161 8, om het Sijnode van Dord- 
ttgt bij te weonen, en nog eens in het Jaar 1633 te Leiden , 
toen hij gebruikt werd om de overzetting van 't Oude Testa- 
ment te helpen nazien. Hij was drie maaien gttrouwd ', doch had 
XVIII. d»l. Ii gee- 



49* 



GONDEBALD. 



£ecne kinderen dan van zijn tweede bedde, bij kaiia ui 
mit, eene rijke Juf rouw, met welke hij te Frankfort mm i 
Maijn ttouwdc, en bij welke hij een zoon en tweeT 
had. De zoon IMerf voor den vader, en liet ook kinderen i 
Hij was een zeer bekwaam man , ijverig tegen de Renmfirè 
fen, ja Zodanig, dat hij met martinius in twist genakende, 
hem «niet pal kunnende zetten , den hnndfehoen op de 
Wierp , en hem tot een tweegevegt uitdaagde. Zijne 
aijn te Amfterdam, in het Jaar 1645, gedrukt» Baijle* Dfi 
Crit. 



ha 



<krJ 



• GONDtBALD, de fcgtite Koning der Friezen*, zoon van ai 
oillus den II , kwam, na den dood zijns veders, omtrent 
Jaar 739, aan het bewind. Onder zijne Regeering, en wd 
het overlijden van Büfchop wille* hor dus, nam het Bisdo» 
tan Utrecht zeer toe in magt en aanzien , inzonderheid door 
de milde giften van gohdbbald , daar aan gedaan. Som- 
mige Schrijvers zeggen , dat hij met 8000 Friezen , ter bul- 
pe vjto ka&il DiN oaooTtsr, opgetrokken , in een gevegt tegen 
4e Saraceen, al vroeger zou gefneuveki zijn. Ware bet 
moeite waardig, men zou kunnen aamoonen , dat hier mede, 
deeze gordibalo, maar eene oalidbod 'er door most 
Kaan worden. De perfoon, van wien wij fpreeken, 
zoonen na: cqndebald den II, en johankes, Dewijb 
beiden, bij *a vaders overlijden, nog onmondig waren, 
oo*pe9alds broeder, bothad o e II, uit Denemarken* 
Friefcht Kroon te ontvingen. Behalven die twee zoooen, 
hij ééne dogter, teela genaamd, die de vrouw werd vtf 
Friefchiu Edelman, haje camminga. Van oojidebal» 
men , op het Huis te Adelen , in Sexbierum* «ene 
munt gevonden, met dit opfehrift aan de eene zijde; «<*i 
BALM8 1 , ADGiixt filiüs ; en op de andere zijde : 

VA AUABA CIV1TATIS DOCUMRKSV , AlWlO dom 739* SBbI*! 

«a den aanvang zijner Regeering moet deeze munt geflaagen 

Zie WlHSUIIUS, EIOUEftlUS, Krtnijk 1* 
Frieilsnd. 



't 



• 


Lxn 


■ 


****** A^i,/z ije 






SU • 


rfk .^^fe. 






MB mm WÉ 


<j£ 




T ^^^^t* ^" ^^B 


^mm 




'*Jtr. '^Wc s ' 






£ • *<*> 5* «^ 


1 


$ |/IÉ. -4R **fc . . I 




Jfe 


^k! -r » ' r^Eafe: 3 


*, 


B'^l 


fm^êi^^m^ & 


ulE' r ' ; ,y 


Hfv *T '-j 


•2b-i-^J _Ji "U"±. ,. ^ 


^3' 


\^^^^^^^^fSTi^ ^ ^^ -^ 


•%Tg*i 


- 


^ïr.*%T%i 


//wr 


f /fiat mnneïfre wn Ff/rüw Jóenfatas 

i 


\MtA 


'- 


130. 



Lxxir. 




"' v . -^ai T '- 







*t gooi; 49P 

't Gooi > een Dorp, in het Overkwartier van 't Stigt van 
Utrecht , een klein uur gaans van het Doip Houten, ten-Zuid- 
eosten, en niet wel zo verre vin Werkhoven, en twee uuren 
gaans van de Stad Wijk. De Kerk aldaar was eertijds (iegts eene 
Kapel , doch is naderhand in eene Parochie verandert, wier 
Paftoor door die van Oud Munfier gehuldigd werd. Het is 
een klein en oud gebouw, (taande op een verheeven grond. 'Er 
woad geen dienst meer in gedaan , alzo de Gemeente mee die 
van Houten vereenigd is; beflaande bet getal der Ledemaaten 
naauwlijks uit zestig perfoonen. Hier omtrent ftond eertijds het 
vermaarde Slot ten Gooie, dat met toorens geflerkt was, en 
voor zo veel men uit de fingels en overblijfzels heeft opgemaakt, 
vrij groot en uitgeftrekt moet geweest zijn. Het was , reeds in 
het Jaar 11 26, als een Ridderhofllad bekend; ook als Heer daar 
van, in het midden van de XIII Eeuw, cyssert van 000», 
en in het Jaar 1294, een Marfchalk van dien naam. De Heeren 
van gooie bouwden het Huis tlettenburg % in het Jaar 1300. 
Eenigen van dit Geflagte zijn Burggraaven van Utrecht geweest. 
Be laatfte erfdogter daar van. trouwde, zo men wil, aan qys- 
beet, zoon van Heer henmik van vianen, en bragt dt 
heerlijke goederen in zijn Geflagt over. Deeze Heer oysbcrt, 
wil men, zou meer dan eens erkend hebben, dat de groore en 
kleine Tienden in '/ Gooi behoorden aan den Deken en het Ka- 
pittel van de Mariekerk te Utrecht. Doch andere melden, 
<ht eene erfdogter van den Heer van het Gooi aan zweer van 
vunen is getrouwd, en dat hier door de goederen aan die; van 
Vianen gekoomen zijn, in het Jaar 1330. Het kan zijn, dat 
zij, zo niét de dogter, althans de zuster geweest is van dien 
gysbregt, van wien wij, op het Jaar 13 17, gewaagd vin- 
den, en door diens entijdigen dood, aan de erfenis gekoo- 
tnen is. Ten minfte lchijnt zij eend andere dan haioust* 
vit den eooiE geweest ie zijn, die Vrouwe van Hagefiein 
Was. Nogthans is het waar, dat alk de Heerlijkheden uit dfen 
Gooit m via Hagefiein 9 na deezer dood, ^an zweok* van 
VUNS* en hubeet van scnenu vcikogt werden, ten rögte 
Etfeene, door wulem den III, Graave van Holland, alfo 
Jencvromwê Margrêis uijttn Gooit ran $ns hilt (zegt 

Ii 2 hij) 



498 "'t GOOI. 

Mj) uitgenoomen dat Huis ten Goeie t ende dat Gerecht te 
Houten ende ten Goije, alfo a/st Gijshert ten Goiie placht 
te houden , daar V Huis voorfz. inne flaet % velk Huis ende 
Gerechte Gijsbrecht y oor/%, van ons houdt , en daar wij zel- 
ve die manfchaP af behouden wille. Dit zijn de woorden 
van zijn verlijbrief van 't Jaar 1331 , te vinden bij match. 
de Jure Giadii 9 Cap. ia, p. 176. Gys^ert v*n gooi 
Aond, in het bovengemelde Jaar 13 17, nog een jongeling 
zijnde, ouder de Voogdij van jan van kuilenburg en m- 
colaas van kai s. Bisfchop goido eischte hun rekening af, 
of afftand van de Voogdij; doqji zij weigerden 't een en an- 
der te doen. De Bisfchop, door de Hol/anders onderfteund, 
belegerde voorts het Slot, dat zij bij verdrag moesten over- 
geeven. Maar in den zelfden nagt, als dit gebeurde, ftierf 
de Bisschop zeer onverwagt. De uitgeweekene bezetting 
keerde ftraks te rug, overrompelde de Bisfchoppelijken , en 
bemagtigde het Slot. Men vermoed dat bij die gelegenheid de 
jonge Heer van 't Gooi gefueuveld is; ten minflen datuR 
van KutLENBUKG toen de Voogdije over den Heer, of de 
Vrouwe van 't Gooi wederom aanvaard, en 'er nooit reken- 
fchap van gedaan heeft. Naderhand (lelde wel Bisfchop ja» 
van ariel zo veel vertrouwen in jan van xuilinbukg eo 
hmndrik van vianen, dat hij bun, met nog vier anderen, 
toen hij ten tweedemaale. buitenslands trok, de zorg over het 
Stigt aan beval; doch bij zijne wederkomst bevond -hij, dat 
2ij niet veel goeds verrigt badden. Naderhand matigden zig 
die Heeren alten gezag in het Stigt aan. Gy:bert van via- 
nen, hendrikszoon, toen Heer van 't Gooi, had zijns va- 
ders plaats vervangen, en zig, nevens jan van ruilinboxg, 
«n anderen, tegen Bisfchop jan verbonden; zij ftroopten 
daaglijks, uit het Slot ten Gooi, in het Stigt." Dit bad ten 
gevolge, dat de Bisfchop, in het Jaar 1354, ^ slo£ beleger- 
de, innam en afbrak. Naderband fpanden gysbrbgt, Heer 
van 't Gooi, ei> jan van kuilenburg en anderen , «wederom 
aan, met Hertog wiliem, Graaf van Holland* tuafchen wel- 
ken en den Bisfchop, na 't overgaan 'van 't Huis te Jiijvetf, 
asn den Hertog, de vrede getroffen werd, op voorwaarde, 

• 1 dat 



't GOÖU GOOILAND. 493 

dat elk in zijn voorig bezit zou herfteld worden, en cysdert 
▼én vianrn het Huis te Gooi wederom zou mogen opbouwen; 
dit deed hij op de oude plaats. Dpor de Stad Utrecht , en door 
het geld van eenige verzoende ballingen, tot omtrent 4000 
pond, werd hij daar in onderfteund. Daar na, in het Jaar 
137S , hield de Heer van '/ Gooi het eerst met Bisfchop arnoüö 
vak hoorn, die, reeds tot Bisfchop van Luik aangefteld, gaar- 
ne Bisfchop van Utrecht tevens gebleeven was. Vervolgens 
onderfteunde hij zijnen broeder reinoud van bredrrqde, die, 
door c: emeht dkn VII , tot Bisfchop aangefteld was» 
Hij nam ook des Bisfchops Tienden, en bragt die in 't Gooi. 
Maar florts van wrvblinkhovsn , niettegenftaande zijnen 
ouderdom, belegerde het Slot ten Gooi, en dwong, in het Jaar 
1380, beide de broeders, hem voor Bisfchop, en urbaan den 
VI voor Paus te erkennen. In 't Jaar 1404 was hendrik, Heet 
van Wanen, ook Heer van '/ Gooi. Eindelijk vind men, dat 
Heer jacob van gaasbeek, in het Jaar 1410, dooV wiilem 
van bcijerrn, Graaf van Holland, verlijd werd met .het Huis 
ten Gooi 9 en 't Geregi van Houten * welke daar na, met zijne 
andere goederen, wederom aan 't Stigt gekóomen zijn: zodat 
ook antonib, Bastaard van Bourgondien , in zijnen brief van 
overdragt en afltand van die nalaatenfchap , aan den Bisfchop in 
het Stigt, uitdrukkelijk melding maakt van 't regt, dat hij zei- 
& te hebben op Kheenen, A me rongen, Woudenberg, Drie- 
bergen, Zeist, Leerfum> Koot en, Langbroek, Zoest , Gooi 
en Houten. 

Hiflorie van V Utrechts Bisdom, II. Deel, 

cortceen, Chronijk; matth. Anala, 
de Jure ; brda, enz. 



Gooiland of öoeiland, zo als dit Baljuwfchap in zijn ei- 
genlijke bepaaling moet genomen worden, maakt het Oostelijkfte 
gedeelte van Holland uit, en vervat in zig, behalven de Stad 
Waarden en de Dorpen, die 'er onder behooren, de hooge 
beiden, bouw- en teellanden, die van Naarden af, Oost-, 
.Zuid- en Westwaart, naar de Provintie van Utrecht geleegen 

I* 3 zijn 



5 «* GOOU-ANP, 



zijn (*> Aldus grenst het ten Noordoosten aan de Zuiderzee, 
ten Oosten aan de Provincie van Utrecht, alwaar de brad&faei» 
ding aan dien kant begint aan den mond van den Eem , en Wen- 
waart voortgaat tot aan zekeren paal, van ouds en nog de Leen- 
wenpaal geheeten, en van daar langs de Heerlijkheden van de 
simnissen, Baren en Zoeit % waar van het >door eene gegran- 
yene Greppel, de Gooier gr aft genfemd, word afgefcheiden van 
hetStigt van Utrecht , rooiende deeze Graft, weinig minder dan 
in eene regte lijn, van de Leeuwenpaal af, op de St Mauartens 
of Doms tooren van Utrecht* en verder door eene gegraavene 
landfcheiding, en verfcheideae paaien, waar op aan den eenen 
kant het Holland fche % en aan den anderen kant het Stigtfcke 
Waapen ftaat, tot aan den hoek bij de drie fteenen aan Maar- 
tensdijk, alwaar dezelve een hoek maakt, en Westwaart voort- 
loopt. Hier grenst Gooiland insgelijks ten Zuiden aan de Pro- 
vinde van Utrecht, tegen een gedeelte van Maartensdijk , Ag- 
ttenhoven % Westbroek , en een gedeelte van Tienhoven , tot aan 
het Regtsgebied van de Loosdregten (f) ; langs welke het ten 

Wes- 



O *?ƒ /preeten hier niet van de Gooifche Landen, die 
ten Oosten van de Gooierföhans of landfeheidinge geleegen 
zijn: als de Vuurfche, Zoest, de Eemnesfen, Baren, Maar- 
tensdijk en andere plaat zen t die tot het Stigt van Utrecht, en 
deszeifs Befchrijvinge behoren. 

(t) In de bepaaling der grem fchei ding , volgens de oude en 
laatfie cv er eenkom fl en , tus/chen de Provintien van Holland 
en Utrecht, word de landfcheiding ten Zuiden begreepen te 
gaan % regtftreeks tot aan de Fegt : zo dat de Loosdregten, 
Mijnden , Hollands Loentn , en Locnderveen in deezen ook on- 
tfer Gooiland gereekend worden. Maar dewijl wij ons in deeze 
Befohrijvlng alleen bepaalen aan het Baljuwfchap van Gooi* 
land, of eigent lijk Gooiland, zo als het aan de Graafijkheid 
toebehoort, fielten wij de landfcheiding niet verder , dan daar 
zig het Regtsgebied van den Baljuw uitfirekt. . . 



GOOILAND. 501 



Westen grenst aan Kortenhoef* onder het Stigt, en langs de 
*sGravelandfche of Gooifche vaart, en Kortenhoe f benevens 
het Stigts Ankeveen , tot aan den Ankeveen fchen Polder , on- 
der Holland , daar Gooiland door den Z.001V//* bepaald word, 
en Westwaarc heenen (trekkende , den Anktveenfchen Polder 
onder fPeesper-Ker/pel ten Zuiden heeft; dat, nevens den 
Regtsban van Muiden heenen gaande, het Baljuwfchap van 
Gooiland , ten Westen van Mulder berg aan de Zuiderzee be« 
paalt, In deezen ommekring bevat de landftreek over de zes 
duizend zeven honderd morgen lands, Kijnlandfche maat, waar 
▼an vier duizend vijf hondert negenenzeventig morgen voor de 
geheeie Heide geteld worden. 

Zeer gevoeglijk kan de naam van Gooiland afgeleid worden 
van goedelo , Abtdisfe van Elten , die dit Land , onder de benaa- 
minge van Nerdincland of Nar dinger land* aan Graaf flobis 
DEM V heeft opgedragen. Vermaarde onderzoekers der Va- 
derlandfche Oudheden, die de Chaucen of Auchen in het tegen- « 
woordige Gooiland plaatzen , tragten den oorfprong des naams 
van deezê volkeren te ontleenen ; zo dat het voormaals Gauk- 
land of Auchland zou geheeten hebben: doch de woonplaats 
der Chaucen in Gooiland is zeer twijffèlagtig. Indien de naam 
van Gooiland of eene andere ,'tiier naar zweemende, ten tijde 
van Gotdela in gebruik was, fchijnthet vreemd, dat de Abtdis 
van Elten de overdragt deezer Landen zou gedaan hebben, on- 
der de benaaming van Nardlngerland ', gelijk de brieven altoos 
luiden. Dit Landfchap werd, nog in het begin der vijftiende 
Eeuw, Nardingerlana r genaamd; gelijk blijkt uit een Verlij van 
zekere Lecnen, die de Abtdis bij den verkoop aan zig behouden 
had: hoewel het in dien tijd insgelijks den naam van Gooiland 
droeg. Dit blijkt uit een handvest van Hertog ja» vin Beije- 
ren. van den Jaare 1403, en uit eene overeenkomst, aa nge gaa n 
in den Jaare 1404, tusfehen die van Naarden en de Gooiland' 
tche Dorpen, over de fchaaringe der gemeene weiden. Omtrent 
den Jaare 1440 moet de naam van Nardingtrland bijna in geen 
gebruik meer geweest zijn; dewijl de Abtdisfen van Eken de 
Vertijen van de bovengemelde Leenen, zeden dien tijd gegec- 
ven hebben, als Leenen in Gooiland geleegen. 

Ii 4 De 



'50* GOOILAND. 



De grond van Gooiland is hoog , zandig , en niet overal even 
vrugttoar, als ten grootden deele met beigras bewasfen, waar 
op eene menigte fchaapen geweid word , welker kudden en ge- 
ringe (lallen men hier overal op de eenzaame heiden , doch meest 
naar den kant van Hilverfum , verfpreid vind. Egter zijn % er 
rondsom alle de Dorpen zeer fcboone Akkers, op welke, be- 
halven haver en garst , voornaamlijk rogge en zeer fchoone bock* 
weit, in vrij grooten overvloed wast; *t welk ook gelegenheid 
geeft om *er Bijen te houden, die goede honing en wasch gee- 
ven. De Goot landen zijn gewoon, hunne bebouwde Landen, 
Enghen te noemen, in ondérfcheiding van de hooge hej; aldus 
is 'er de Naarder en Buifumer % de Buizer % de flilvtrfum- 
*w\ de Blarikummer en de Laarder Engk. Deeze verfchei- 
denheid van grond lokt Jaarlijks veele Inwooners der omgelege- 
ne Sjeden en Plaatzen naar Gooiland \ om den bloei der boek- 
weit te befchouwen, en zig te verlustigen met de bevallige ^e- 
zigten deezer Landsdouwe, die om haare menigvuldige veran- 
deringen eene aangenaame verwonderinge baaren , in zulken , die 
'zelden of nooit anders dan laage weilanden gezien hebben. Hier 
vertoonen zig tusfehen de ruwe heide, op de heuvelen en in de 
daalen, de vrnfctbaarfte Akkers, fommlge Lezaaid, fommïge at 
gemaaid, anderen met een witten blocifem bedekt, die men zig 
als een Zee van melk kan verbeelden. Op de hoogde heuvelen 
befchouwt men, als in een oogenblik, de Zuiderzee . het laage 
Waterland < de Blaauve l'elnwe , Hoiden, Bouwlanden, Wei- 
den en Bosfchaadjen : zo dat het oog naauwlijks .weet, waar hei 
zig zal heenen wenden, waar het zig wil aftrekken , om gecne 
der bekoorlijke vertooningen en verfchieten te misfen. Onder 
de heuvelen word wel de voornaamfte gereekend en meest be- 
zogt, de Kooltjes- of Tafelberg % waar op een ronde tafel van 
blaauwen (leen geplaatst is, fn welken zestig naamen van Steden, 
Dorpen, Gehugten, Sloten en Heerenhuizen , ieder volgens de 
(treek, daar men ze zoeken moet, zijn ingehouwen, en van 
welken ook het meeste gedeelte, bij helder weer, kan gezien 
worden. Detz^ Tafelberg, benevens den Seisjesberg en den 
Leeuwenberg, alle niet verre van het Dorp Huizen geleegen, 
zijn de hoogfte heuvelen in deeze landftreek. Tusfehen Hilvet- 
jum eu \ Gr av eland is ook fcet Trowpenbergje t dat zeer bevaL 



GOOILAND* 503 



lïge gezigcen oplevert. Omtrent Hilverfum , en van daar Zuid- 
wescwaart naar 'sGrave/and, is een aaneenfchakeling van hoog- 
ten , die al zeer vcrheeven zijn ; de omleggende Landerijen 
fchijnen 'er als in eene diepe Valei te zinken; hier ziet men 
Utrecht en Amersfoort , met eene meenigte van Dorpen en Ge» 
hagten. Het ontbreekt ook in Gooiland aan geene welige bos- 
fchaadjen ; doch deeze vind men meest naar den kant van Hui- 
zen en Naard<n. In het befchouwen der bijzondere Dorpen 
zullen wij 'er breeder van fpreeken. Ten Zuiden van Hilverfum 
heeft ook een bosch gedaan , en de huidftreek heeft hier omtrent 
nog voor een gedeelte den naam van het Gooier bosch. Wanneer 
dit bosch geheel verdweenen zij, hebben wij niet konnen naf}>oo- 
ren; doch men wil dat hjet nog in 't begin der voorigo Eeuw, 
immers ten decle, in wezen was. De grond van 't Gooit r bosch 
is een dorre hooge heide. Dit zogenaamde bosch werd dqor 
den Drosfirard piet er koknei iszoon hooft begroot, op om- 
trent twee honderd morgens ; bij gisfinge; doch, bij nader me- 
tinge, vinden wi} hit bepaald op drie honderd veertien morgens* 
Het af kruien van het zand , zo wel in het dooi er bosch , als el- 
ders in Gooiland, zou gelegenheid geeven om de heiden tot 
goed bouw- en weiland te maaken ; doch dit af kruien word niet 
vergund, dan digt omtrent Kaarden , daar men de hoogten, 
volgens den aanleg der vestingwerken , zoekt te flegten, om 
deeze Stad, bij overval van vijand, des te meer onwinbaar te 
maaken. 

In Gooiland zijn eenige Landerijen, die van ouds in on* 
middelijken eigendom toekwamen aan de Graaflijkheid, en ze- 
den het vernietigen der Rekenkamer van derzelver Domeinen, 
overgegaan zijn aan het gemeene land vau Holland \ zonder 
dat zij aan bijzonderen verder toebehooren, dan voor zo ver- 
re derzelver regt tot het gebruik aangaat ; zo als zij van 
zeer oude tijden gebruikt geweest zijn, en nog worden bij 
de In- of Opgezeetenen van Gooiland. Deeze Landen droe- 
gen, al voor den Jaare 1400, en mooglijk merkelijk vroeger, 
den naam van Gemeente, Meent , Gemeene Weiden of Schaar- 
vd.un; doch of het gebruik deezer weiden zijnen oorfprong 
heefr uic een zeker voorregt, aan die van Gooi/and in der 
tyd vergunt, dau of zij zei ven zig dit van vroege tijden heb- 

Ji ; beq 



H 



504 GOOILAND. 



ben aangematigd, en of dit, om de onlusten, waar in het 
Land door de lloekfcké en Kabeijaauwfche partijfirhappen ge- * 
wikkeld was, gedoogd zij, is door de oudheid zeer duister. 
Hec vroegst dat men eeoig bewijs vind, waar door dit gebruik 
gewettigd werd, is eene goedkeuring van Hertog albrïgtvo 
Brtieren, op zekere overeenkomst, tusfehen die van Naarde*- 
.en de GooHandfche Dorpen, aangegaan in den Jaare 1404, over 
.de fcliaaringe op deeze gemeene weiden ; Hertog jak van 
Jieijeren wilde, drie Jaaren laater, bij handvest» dat de Ge- 
meente in Gooiland zou gebruikt worden, gelijk van oudsde 
gewoonte was. In vervolg van tijd is het gebruik deezer wei- 
den tot grove buitenfpoorigheid vervallen: in zo verre dat de 
gebruikers zig den eigendom derzelven aamrokken, of immers 
keuren maakten op hun eigen gezag ; zo dat hier uk proces oflt- 
ilond, eerst voor den Hove van Holland, en bij hooger be- 
roep, voor den Hoogen Raade van Mechelen, tusfehen des 
Procureur-Generaal, in. den naame van Hertog kakel van Jtarr- 
gonje % als Graave van Holland* en Heere van God/and, ter 
eener, en Burgemeesteren, Scheepenen en Gemeente der Stede 
Naarden, met de gemeene Dorpen van Gooiland \ als Bnsfim 9 
Huizon, Laaren, Blarikum en Hilverfum % ter andere zijde. 
Dit proces werd in den Hoogen Raade van Mee helen beflist, bij 
vonnisfe van den 19 November, des Jaars 1474, en daar in aan 
den, Graave toegekend, de eigendom der Gemeente, en van de 
Beemden, Bosfchen, Houwingen, Moeren, Weiden, WHder- 
nisfen en Veenen , in de Landen van Gooiland; behoudens ebt 
de verwecrers hun gebruik in dezelven zouden hebben, mids 
dat zij zig niet zouden onderwinden, de Jagt van de konijnen, 
of andere beesten in het bosch, en.dat de geenen, die Bouwlan- 
-den in deeze gemeene Beemden hadden, alleen de Tienden zou- 
den betaalen, en, ten aanzien van de Veenen, het gebruik va» 
turf voor hunne nooddruft, zonder iets aan anderen te mogen 
verkoopen. In gevolge van dit vonnis, blijven die van Naai- 
den en de gemeene Dorpen geregtigd, tot het gebruik dier ge- 
meene weiden , in zo verre dezelve onverdeeld zijn geblecvcn. 
Doch het fchijnt dat men hier omtrent, voor den Jaare 1404» 
eene deeling heeft wülen maaken, naardien in de overeenkomst, 
tusfehen Naarden en de Dorpen , gezegd word, dat de Meent, 
• . - . die 



GOOILAND. 505 



Ie zij te gader leggende hébben op Gooiland* ongedeeld zal 
jfijven ten eeuwigen dage, een wtre zij die aan beide zijden eett- 
kagtelijk gefchciden wilden hebben, behoudens al zulke flagen, 
ils in voortijden, tot hun beider moedwille gedeeld zijn, welke 
gedeeld zouden, blijven. Bi) Naarden % Laren , Blarikum % 
Huizen en Hilverfum zijn Gemeenten of Meenten; maar da 
Dpgezeetenen dcezer diftriften zijn niet toe het beweiden van 
husme bijzondere Meenten bepaald, roar ieder Erf gooier mag 
fchaaren op welke Gemeente hij wil; onder welk regt Busfum 
mede begreepen is. Zij leggen alle onder algemeene keuren, die 
men Schaorbrieven noemt. Vijf fchaarbrieven zijn *er wegens de 
gemeene weiden. De eerfte is van den Jaare 1404, de volgende 
zijn van de Jaaren 1442, 1455, 1568, en de laatfte ii van den 
p Maart des Jaars 1741. In deezen word bepaald, hoe veel 
nmderbeesten, paarden, fchaapen en verkens, ieder naar gelang 
mag weiden, Mutderberg heeft mede een Gemeente met regt 
van fchaaringe. Over de geregtigden tot de gemeene weiden of 
fchaarweiden , is menigmaal gefchil geweest. Zij moeten land- 
whminge of landweeringe hebben, dat is, landen bezitten, en 
die bebouwen. Zij moeten ook man uit man in Gooiland ge- 
booren zijn; doch dewijl 'er fchaaringe verleend is, aan fommU 
ge bijzondere Huizen, Landhoeven en Geftigten, zo heeft men 
in gefchil getrokken, of naamlijk deeze Huizen geregtigd zijn tot 
de Meent , zonder dat de bezitters geboorene Gooi/anders zijn. 
la de verdere bijzonderheden, omtrent de keuren over de ge- 
neene weiden , kunnen wij niet treeden (*)• 

Tot de beftiering der gemeene weiden , word Jaarlijks, op 
den 27 Maart , te Naarden op het Stadhuis , eene vergade- 
ring van Stad en Land van Gooiland gehouden, bedaande uit 

drie 



(*) Dit alles Meen wij gitrokken uit medegedeelde be* 
rigten, te/taande, behatven do bovengemelde ge f chr eerene 
Handvesten , uit zeker Advi]% van de Rekenkamer , arm de 
Naaten van Holland, Sententie van den Groeten Raad van 

Mccbclcn , en andere gefchriften. 



5<rf GOOILAND. 1 

drie Burgemeesteren der Stad Naarden % en wegens L êtto m 
JHilverfum, huizen en B/arikum, uit den Buurnneesur *1 
ieder deezer Dorpen, benevens derzelver Gemagdgden; wtH 
vergadering door den Secretaris vin Waarden word bijgewoond 
om aantekening te houden. Op dezelve word tusfchen de QÉ 
derlinge leden verrekend en vereffend, gelijk mede de Schal 
meesters van Naarden en de voornoemde Dorpen , door dfli 
Schout van Naarden % onder eede gebragt worden, uitgezondkfl 
die van Hilverfum. Deeze vergadering mag ook zo dikwijl 
bij een koomen als 't nodig is, en keuren en fchiklringen ntf 
ken over de vrugten , zo van de Gemeenten als heide < 
Gooiland. Agt Schaarmcesters zijn 'er over de gemeene wekta^ 
vier van Naarden , twee van Huizen , en van Laren en Blarï { 
hum ieder één. Daarenboven zijn 'er te Hilverfmm v 
Boschbewaarders, die in oude tijden het opzigt hadden over het 
Cooijetbosch* doch zeden dit weg geraakt is, hebben zij mede, 
bewind over de Gemeente en heide van Gooiland. 

Ten aanzien der oudheid van Gooiland* of liever van Nar* 
dingerland t word getuigd, dat 'er in de Archiven der Stal 
Naarden een brief zou zijn, waar in het volgende geleettQ 
word : Gooiland ofte Nardinxland is bij de Keizers van Romea; 
een particulier Heer gr ge e ven en verleend geweest % eer eenig 
Bisfchop of* e Graave van Holland was. Van zulk een vroege 
gifte is ons geen ander befcheid voorgekomen; maar anderen 
willen, dat Keizer otto de groote (*) zijn regt op Nardi*. 
gerlatd zou overgegeeven hebben aan wioman, Graave van 
Zutphen. Hier uit kan men aflfciden, uit wat regt deeze w.g- 
majs, onder andere goederen, ook zijnen eigendom in Nor- 

dinx- 



- (*) Had. jühiüs fchrijft, in zijn Batavia, Cap. XHf % dat 
deeze Keizer ottq dit Land gegeeven heeft aan goedel*, 
4btdi*fe van Eken; doch naardien otto deI, in het Jttar 
973 over Ie eden , en goedpa omtrent den Jaar e 1280 Abtdit 
geweest is, behteft men zig niet te verwonderen, dat POJfri-. 
sus hem hier over berispt. 



GOOILAND. 50/ 



txland heeft gofchonken, aan het Klooster te Elten, gehee- 
ILltenburg , en geleegen tusfchen Emmerik en Arnhem , on- 
die voor «vaarde, dat zijne dogter lutcard Abtdisfe van 
Klooster zou zijn, Deeze gift is in den Jaare 970 door Kei- 
0TT0 drn I bevestigd (*). Hier tegen kantte zig baldbic 
III, Graaf van Kleef* die aan ai?klheid, eene andere dog- 
' van wi oman, getrouwd was. Hij gaf voor, dat zijn fchoon- 
geene magt gehad had , om deeze goederen weg te fchen- 
Dit gefchii duurde tot onder de Regeering van Keizer ot- 
dbjv III, die na den dood van lutgabd te weeg bragt, dat 
Ijdelheid en haar man al hun regt aan hem opdroegen, na 't 
prik de Keizer voogd en befchenuer van 't Klooster werd , en 
de betwiste goederen aan het zelve overgaf! Uit welk een 
Graaf otto van Gelder, de ftreek van Gooiland aan deu 
sfehop van Munjler t tot een losloon uit zijne gevangenisfe, 
den Jaare 1255, heeft konnen overgeeven, om ze als een erf- 
jtijk Leen van den Btsfchop te verheffen, konnen wij niet befcÊ 
'ka. Zeker is het, dat het Klooster te EU en, dit Land, nader- 
'ittnd in zodanigen eigendom bezeeten heeft , dat derzelver Abt- 
,&fen, met toeftemming der andere Kloosterzusters , niet alleen 
f fa ftaat geweest zijn om het te vervreemden; maar ook Leenen 
te verheffen, die *er onder behoorden. De Abtdisfe goedrla, 
pf godelêva, of GonruNDA, welke laatfte naam meest in de 
' f bekende brieven gebruikt word, heeft, gelijk wij ten dcele ge- 
stoeld hebben, Nardinxland* in den Jaare 1280, afgedaan, en 
opgedraagen aan Graaf florts den V, voor eene rente van 
vijfentwintig ponden, wettig Utrecht $ geld, Jaarlijks ten eeu- 
wigen dage op St. Maartemdag tebetaalen, aan de Abtdisfen 

in 



t*) BoxBoamua in zijn Theatr. Holl.^. 333, fchrijft de e. 
u beveuiginge toe aan Keizer otto DIN II, op het Jaar 
968, waar in hij met pont anus maar twee Jaaren rer* 
jfcA///, die dezelve fielt in den Jaare 070. 



$©* GOOILAND* 




in der tijd (•), gelijk dezelve nog ten huidigen datje uu dej(j 
weezene Graaflijkheids Domeinen betaald word. Ondertus 
Jchijnt bet, dat gtsbrbgt vam austel, de derde» die 
naam gevoerd heeft, door aankoop van de Vasfalen der 
ook eenige aanfpraak op zekere goederen in NardinxlanJ gel 
Beeft; waar omtrent de Abtdis in haaren brief van overdragt vopl 
klaart, dat deeze vervreemding nooit door haare hand of rooi 
ftemming gefchied zoo zijn : waarom zij die goederen mede saai 
den Graaf verleent, en in bezitting geeft* Van dit Land et 
deszelfs regt van eigendom , kwam de Graaf vervolgens in dt 
geruste bezittinge* door den zoenbrief van gtsbregt vak ax* 
tTEL, en zijne broeders, in den Jaare 1285; en zedert diea 
tijd is Nardinxland of Gooiland aan de Graafiijkheid van ffo£ 
land gebleeven. In deeze overdragt werden egter, bij de Abc- 
disfe, uitdrukkelijk en bij naame uitbedongen of voorbehouden , 
zodanige Vasfalen, die eenige goederen in Nardinxland leggen» 
de, van haar te leen ontvingen, op welke goederen de Graaf en; 
deszelfs erfgenaamen geen regt zouden hebben. Onder deeze 
behoorden, volgens kennelijke bewijzen, het Maarfchalkslcen en 
Houtvesterfchap van dien, benevens de Koptienden in Gooiland; , 
een regt, 't welk nog tegenwoordig hier in be/har, dat alle 
Land, het welk eens bezaaid is geweest, moet geeven zeker ge- 
tal van koppen of maaten, naar den inhoud der Tiendcubockcn, 
waar over binnen de twaalf nagten van Kersmis zitdag word ge- 
houden, in ieder Dorp; en moet ieder zijn aandeel daar komea 
betaalen in rogge, die rog fchuldig, en in gerfte, die gerst 
ichuldig is» of in gelde. Tot het (lellen van den pri.s worden 
Burgeineesteren van Naarden Jaarlijks verzogt, en genieten 

voor 



(*) Deeze overdragi vind men zeer dikwijls bij de Schrij- 
vers onzer Oudheden , waarom wij alle de plaat zen , daar tij 
gevonden word 9 niet aanhaal* n< De Nederduitfche Lezer tel 
ze vinden in de Kerkelijke Oudheden van van hkussin, //• 
Deel, èJ. 271. 



GOOILAND. $o£ 



hoor het zetten van dien, zes guldens ; waar na de Tiendpagtin- 
jen de keuze heboen, van in geld of in graan te betaalen. Zij, 
FEe binnen de twaalf nagten niet betaalen, verbeuren dubbel, het 
rirelk fluieo genaamd word; en die drie Jaaren agter een verdui- 
den, en in het vierde Jaar niet betaalen, derzelver land vervalt 
«n den Tiendheer, waar omtrent veele oude verklaaringen zijn. 
Dit regt heelt van ouds behoord aan den Huize van Niemode % 
waar van verfcheidene Verlijen aan ons zijn voorgekomen ; gelijk 
j wij ook vinden , dat het zelve aan de nazaaten uit dien Huize is 
loegeweezen, bij uitwijzinge van de Staaten van Holland en 
Weuf rietland , vonriisfe van den Hoogen Raade , en berigr van 
4e Rekenkamer aan.de Stanfén van Holland * alle gegeeven om- 
trent den Jaare 1649 en 165a. Volgens dceze Leenen, had het 
Huis van Nienrode mede het Erfmaarfcnalksfchap van Gooiland 9 
üet de atinge Tienden, oude en nieuwe, aanvallende en aanko- 
mende, en waren ook de Heeren van Kien rode in der daad 
Houtvesters van Gooiland. Het Erfmaarfchaiksfchap en het regt 
wn de Koptienden, is een geruimen tijd bezeeten door den 
Heer ge&rit hooft, danielsz., en de Heer Mr. abraham 
alewym , Raadsheer in den liooge Raade van Holland 9 en 
Houtvester van Gooiland. 

Van oude tijden zijn 'er menigvuldige gefchillen gereezen, 
over de landfeheidinge tusfehen het Stigt van Utrecht en Gooi- 
b*d; gelijk onder anderen, ten tijde van willem van Beije* 
ren, Graaf van Holland, en joban van arkel, Bisfchop van 
Utrecht; want na dat 'er in den Jaare 1351 , tusfehen den Graaf 
en den Bisfchop, eene overeenkomst gemaakt was, over het turf 
delven, in de Veenen deezer landftreek , omftond'er naderhand 
nieuwe twist, over de landfeheiding, en werd zelfs ingefchil 
|«rokken, of Eensnes aan den Bisfchop behoorde, het welk 
bem word toegekend, bij verdrag van den Jaare 1356. De 
; grensfcheidinge en het turf delven, bleef nogthans in gefchil, 
« was lang een twistappel tusfehen Gooiland en 't Stigt van 
Utrecht. In of omtrent den Jaare 1472, werd Hertog karel 
van Bourgonje 9 door zijne vleiers diets gemaakt, dat zekere 
Veenen of Broeklanden tot het Regtsgebied van Gooiland be- 
koorden, of ten minften dat derzelver eigendom twijffelagtig 
ttas; waar door bij met den Bisfchop van Utrecht , david van 

hour- 



1 



5W GOOILAND. 



Bovrgonje, zijnen bastaardbroeder, in hevigen twist ge**aaku« 
Om dit krakeel ten einde te brengen, Helden zij de zaak aan goe- 
de mannen, bij wien de redenen en bewijzen van den Stadhou- 
der des Hertogs weinig ingang vonden. De Bisfchop verdedig- 
de zig aan zijnen kant, met de Handvesten der Keizeren, eo 
zelfs van Graaven van Holland : waarom de Stadhouder wist uit 
te werken, dat de zaak, als door zijn verzuim, tot geene u?r- 
fpraak kwam ; en aldus bleeven de Bisfchoppen en Staateo van 
Utrecht in hunne oude bezittinge. Hertog karbl had zig ook 
nog op eene andere wijze den eigendom der Veenen willen aan- 
matigen, naamlijk door voorgeevcn, dat het aangefpoelde Las- 
den waren, van welke de eigendom aan den Graaf behoorde,. 
verbiedende derhalven hier in te delven. Het gefchil over de 
grensfeheidinge werd weder levendig, in den Jaare 1526, eo hef 
komt ons voor , dat 'er geene uitfpraak over gedaan is , voor 
den Jaare 1532, in welken tijd wij vinden, dat de Graaf va m 
boogstraatcn, Stadhouder over Holland en Utr*cht % welk 
laatfte, omtrent vier Jaaren te vooren, onder de heerfchappij 
van Keizer rap el gekoomen was, bij voorraad, eenige fefcik- 
kinge gemaakt heeft, omtrent het delven van turf op de grenzen 
van ieder der Provintien, en wijders eenenGemagtigde benoemd, 
om kennis te neemen over de grensfchcldingen, en hier van een 
kaart te maaken. Om egter deeze zaak tot een uiteinde te bren- 
gen, werd na ingenomen goedvinden van Öen Hove van Hof- 
land en den Hove van Utrecht , bij vonnis vanden Geheimen 
Raad des Keizers, de grensfebeiding tusfehen het Stigt van U* 
trecht en Gooiland, ten naasten bij in dier voege vastgefteld, 
als wii dezelve hier vooren hebben bafchreeven , en zouden ten 
dien einde greppels en paaien gemaakt worden , om ieders gren- 
zen te onderfebeiden. Tot bewaaringe van het regt van ieder 
der Provinciën, verleende Koning filim de II, in 't Jaar 15665 
een Oftrooi , dat de Officieren van het Stigt en van Gooiland ' t 
ieder in den zijne, die geenen zoude mogen vangen, welke zij 
bevinden zouden , tegen de voorgaande overcenkomftcn en von- 
nisfen, turf, heiden, plaggen en wat des meer zij te (teeken. 
Door den tijd kwam 'er, egter, wederom verloop in deeie 
fchikking, en men bevond, in den Jaare 1600, dat de (leen, die 
tot een kenmerk van de landfeheiding moest dienen, weltwali 

roe- 



GOOILAND» 51 r 



Joedea dieper in het Stigt gebrtgt wu: waarom dezelve, uk 
hst der Statten van Utrecht % weder op zijne plaats ge- 
iegd werd. De Ridder hoopt meld, in den Jaare 1618, dae 
'er toen wederzijdsch redenen van klagten vielen, zo aan d# 
zijde van Gooiland als van het Stigt, over het misbruik van 
ieders grondgebied, en getuigt zulks ontdaan te zijn, door- 
dien de greppel, welke tot fcheiding diende, alomme was 
toegeworpen en verduisterd. Het is zeer natuurlijk te den* 
ken, dat zulke klagten en misbruik, in deeze Eeuwe, mede 
gelegenheid gegeeven hebben, tot een nadere overeenkomst en 
verdrag, tusfchen de Staaten van Holland en Utrecht , 
waar bij alles op nieuws In orde gebragt is ; 't welk gefchied- 
de 'm den Jaare 17 19: en volgens deeze minnelijk beraamd» 
fclukkingen, zijn 'er op behoorlijke plaatzen • nieuwe greppels 
gegraaven, en op verfcheide afftanden paaien gezet, waar van 
toen ook een kaart gemaakt is. De fchouw over dit werk 
en deszelfs onderhoud word aan de Schouten van weder* 
zrjdsch diftrtët aanbevolen. 

Van de Gooilanden getuigt lambsitus hortensios, wel 
eer Schoolvoogd te Naarden, in zijne Latijn fetic Befchrij- 
yiag van den op en ondergang van Naarden i dat zij va» 
zeer oude tijden af, een zeer drijdbaar volk waren , in buk 
tenlandfche oorlogen werden aangenomen , aHe anderen hl 
*oem en ervarenheid van Krijgskunde te boven gingen t 
«n onder de geoeffendfte Krijgsluiden gefteld werden: dat 
zij, of tot Lijfwagten van den Veldheer werden verkool 
«o, of in de voorde fpits pal Honden, in eenen v0dr 
tog ; dat zij dubbele foldij trokken , de dagorden aar*. 
Voerden; de Krijgsampten bekleedden, en in 't kort, dap!» 
perer dan alle anderen gerekend werden. In de oorlogen hun* 
ner Vorften, tegen Gelderland of Frankrijk , en van de Kei» 
ttrs tegen de Turken , of oenigen anderen magtigeg vijand ? 
verden zij op milde bezolding ten ftrijde ontbooden; zo dat 
*ij, volgen» dit verhaal, ten allen tijde bewijs gegeeven heb* 
hen van hunne onversaagdheid. Het blijkt ook, daf zij iiy 
katere tijden hunnen krijgeien aard niet hebben afgelegd/ Dip 
toonen veele gevallen, die zij man tegen mm onder nwlkan* 

ttVHI, mei, Kk <fer 



5i* 0ÖOILAN», 



der gehad hébben, en waar van de Ridder hooft, als &$n< 
▼an Gooiland, aan de Hooge Overheid en zijne Hoogheid* 
den Prinfe van Oranje, fbidric bkpdiik, merggmaal o» 
iferrigtiqg heeft moeten geeverr; gelijk het moogifjk nog» 
genwoorcfg aan zulke voorbeelden net zou ontbreeken. Voort! 
zijn zij goede Landbouwers, e» niet onvernufcig inhetgeene 
zij onder banden neemen* 

. De Regeering der Dorpen in Gooiland is genoegzaam over* 
al eenpaarig. De Baljuw fpant de Hooge Vierfchaar, met 
Scheepenen der Stad Naarden, De civiele Regtbank beihar 
In den Schout en Scheepenen van ieder Dorp; alle Dorpetf 
bebben vijf Scheepenen; behalven dat 'af voor Laren en hlmï 
fiJtum, die een famengevoegde» Regthank uitmaaken, zevefi 
Scheepenen zijn, waar van 'er bij beurten, Jaarlijks, drie uif] 
het eene, en vier uit het andere Dorp- verkooren wordenJ 
Zij hebben te famen ook twee durgemeesteren?, die in de «M 
dere Dorpen twee in getal zijn, en waar van 'er Jaarlijks ead 
afgaat» De Schout en Burgemeesters maake» een Nomina^ 
van een dubbel getal, waar uit de Baljuw de Scheepenen ver- 
kiest; aan wier* dan de verkiezing van den nieuwen Buurt' 
meester Haat. 

In het Kerkelijke behooren de Predikanten onder de KJasfit 
van Am ft €r dam.- 

Onder Gooiland behooren de Stad Naarden r en de Dor* | 
pen Huizen* Biarikum^ Laren , HHverfum, *tGrav*la*ii 
fiusjum en Mutderberg* 

Gonzmm, (octavio fkbwattdo) was, in het Jaar r$i6 f \ 
de geleider van doh jam van oostshryk , naar de Neder 
fanden , voor wiens paadje hij zig uhgaf. Kort daar na zon* 
pon jah hem, met en benevens octavio goh zag a, mar 
Antwerpen , om dé Spaanfehe Bevelhebbe» toe de reize « 
feeweegen. Doch dk was Oegts een list; want hij had geheid 
men last, om hun in il^te te zeggen, dat zij niet moesten 
▼ertrekken, dan ter Zee; gelijk zij déeden. De re^en hier van 
was een geheime Staatkunde, daar niemand op verdagt was. la 
9 t gemeen oordeelde- ppn , dat oom j*q daar dtor het volk lan- 

P 



ÖONZALÖS, (ÖON ANTONlO) «tó. 51 J 



MM» 



«r zogc in het Land te houden», Dan naderhand ontdekte men » 
pbet voorneemen was» om met de Vloot, die hun vervoereift 
do, zig van Engeland meester te maakeui 't geen» égter» 
Mikte» In het jaar 1578 lond don ja* hem tegen de Fran- 
sen , waar van hij 'er 400 , in het Dorp Éarlaimónt , verfioeg» 
Mt was zijn taatfte bedrijf in de Nederlanden* 

2ie bor » Nedtrl. Hifi. V. ». bh a$$ , X» 
B. bl. aojr* Joopt, XIIL Boek, bh 575* 



fcön2*LE«* (don ANtoüio) was, in het jaar 160a, fievel- 
lebber van Graaïe, geduntende het beleg» dat icaürjts voor 
net léve geflaageü had* Hij verdedigde die Stad, niet allee* 
tomlïjk, maar deed» van tijd tot tijd» veele gelukkige uitvallen» 
tt matte daar door 'sPrinfen Volk geweldig af* Na een beleg 
Van twee maanden, benaatiWde hein, egter, ftuoatTi iodanig* 
te go«2alrs, als een eerlijk Ëevelhebber» beüoöt» den 19 
September» de Stad, op eeü eerlijk verdrag» ovef te geeVeü. 

Zie vin METiftitf» XXIV» boek» föh 4$»* 



, Goot» óf 1 oöér» Ml dpeti Steedje öf Vlek, in het 
jfoiderdeel van Overljsfel, in het Landfchap Twent % legt aart 
«ene Beek» die te Dlepenheim in dé itofc Vak» of» volgens 
CDJcuRDtM» een mijl van Üiepenhetmk Geduurende den oor- 
log met Spanje lag aldaar eene aeer fterke Sfchani, die meer- 
totalen» nu door deeée, dan Wede* door andere» bemagrigj 
Werd» al naa*r dit de partij meester in 't Veld Was* Geer wa* 
Wel eet een Graaflchap op tig zelve, Waar Van de laatfte bezit- 
ter adolV» Graave van Geer, genaamd word* Na in de XI* 
B*aw den Geestelijken ftaat te hebben aangenomen, droeg deeae 
anotr aijn erfgoed in eigendom over aan den UtrecAffc&t 
feisfchop BiRHirLr» Thans is dit plaatsje zeer Vervallen;» fchoon 
de bewooners 'er eed aanzienlijk aantal uitmaaken. De Gemeen- 
lt aldaar wqrd btfien4 door twee Predikanten* Men vtod 'er 
Kk a •<* 



514 GOOR, (THOMAS ERNST van) enz. 

ook eene vergadering van Doopsgezinden t die 'er mexfcdiM 
handel drijven in linnens. De Regeering beftaat *er uit zes BoÉJ 
g emeescers , benevens één Secretaris en vier GcmeensUedeo. 



Zie BAT, Di&. PITJT, G1HCIA&DY* €A 

CHI1NI. 



1 

J 



Goot, (adolf van) Heer van Kaldenbroek, was een 
Staat fche Gemagtigden toe de vrugtelooze Keulfcke VreddanJw 
ling, in het Jaar 1579. 

Goor, (thomas irwst vab) Regtsgdeerde, heeft zijnai 
naam vereeuwigd, door de befchrij ving zijner Geboortepfcarze» 
de Stad en Lande van Breda , in folio, met kenrlijke plaatst 
verfierd. Dit werk, in 't Jaar 1744, in 'sHage gedrukt, '* 
verdeeld in III. Boeken, en deeze wederom in onderfebeden 
Hoofddeelen; het bevat al wat tot eene volledige befchrijviqj» 
behoort. 

't Goo-eegt, in het bijzonder bij de Latijnen genaamd, j 
Prafi&ura Snburbana, een der Landfchappen , onderhoorig 
aan de Stad Groningen. In oude febriften draagt het de* 
naam van '/ Coo en V fVoldregt. Hier komt in aanmerking 
de betekenis van 't woord Gho of Goo 9 eigenlijk Gaarne t 
dat, in de oude Duit fche taal, zo veel als Land wil zeggen. 
Dus Goo-regt niets anders is,. dan Land-regt; of Regtsg$bied>l 
't welk de Stad over dit Land oefent. Dit Landicbap beflaatj 
een fmalle (beek Lands, die de Stad omringt, doch inzonder- 
heid naar 't Zuiden of Zuidoosten zig uitftrekt, tot aan de! 
grenzen van Drenthe. Men ziet hier de Zand- en Kleilwdea 
zig onder elkander verwisfelen. Door bet zelve loopt de zo- 
genaamde Bisfchopsrugge i zijnde een zekere hoogte, die, 
binnen de Stad Groningen baar begin naemende, van daar 
Zftidoostwaard voortgaat, door Drenthe , en eindigt in &**" 
ft er land. Op den bodem van dit Qoo-regt f leggen den, meest ! 
al fraaie en wal bevolkte Dorpen, als: fPiorum, Noerddiik,\ 

Uid* 



GOOREN, (1)E> eflz. 5*$ 

Middehveri en Engelbert , Helpen , Haar en, Noor diaaren % 
Wciterbroek, Krapsweide, Hegezand en Sapmeer. 

Zit BACHIENE * B. bl. 235, Q!tf. . 



Gooren, (flk) een Vlek, door van der houve gefteld, 
Doder de Dorpen van Noordholland, en wel ónder het Schout-» 
tapt vta Hoorn* 

Goijer, (diric dë) Werd, in liet Jaar 1588, door Niiuwt- 
HAiR , met dirk kanter , aangefteld tot Burgemeester vaif 
Utrecht) in plaatse van de berogte Rtnscit en proumkk. 

Vaderl. Hifi. VIII. Deel* bL 301, 



CooijEr, (jAdoB dr) wfts eeft dW Utreehtfche GemagtSg* 
den, in het Jaar 1618, om met de HoUandfche Afgevaardigden* 
■an het huis van daniel tresel, over het afdanken der Waard- 
gelderen te handelen. Hij dus de partij van adolf de waal en 
andere toegedaan zijnde, moest, na dat maurits dezdven had 
afgedankt, en die in zijne begrippen Honden , het lot van anderea 
ondergaan Hij werd uit dé Regeering gezet , om plaats tfl 
Braken voor de creatuuren yan dien Stadhouder* 

Zie Vaderl Hifi. X. DeeL bl. no 
en 233. 

Gornichem, tioRNicHEtf , en bij verkorting doorgang gok- 
cum genaamd , de agtfte Stad in den rang der (temmende Steden 
van Holland, legt aan de Merwede, ter plaatze daar de Linge 
zig met die Rivier vereenigt; vier uuren gaans ten Noordwes- 
ten van Schoonhoven, tn even zo verre ten Westen van Dord- 



5itf GORICHEM .. Gelegenheid, Sterkte em Poorten. 

■ 1 1 i 1 1 mmmmmm— i i ■ " h 



regt De Menvoée ftroorat voorbij de Zuidzijde deezer Stad 
de Linge deelt dezelve in tw*e deden, welke, mee drie groon 
bouten bruggen, ieder van vier boogen, de St 9 Pdetersèrvggt 
de yitchkrngge e* de, Koenhmggo* aan elkander gebegt zijn 
Zij maakt hier eene der voornaamfte graften der Stad uit, de Hj 
ven genaamd. In bet Jaar 1542 werd aij , tot in een diepe kred 
doorgraven , waar door dezelve vetvolggis in de 
uit* Deeze Stad kan zo wel, aU meer qnderc Steden 
Holland , meer verfterkt zijn , dan se wertytijk is, te 
nog # om dat de ligging deezer «Stad 9 met weinig moeite, 
hier toe gelegenheid geeft» Al in den aanvang der voorgaan 
de Eeuwe , hebben om de Stad twaalf bolwerken 
taderhwd zijn 'er nog yerfctieide nieuwe wecken by aanga 
legt. Dan , wat baat dit alles , indien dezelve van geen* 
genoegzame manfchappeQ ,. voorzie» zijn f Voorheen 
gen hier gewoonlijk negen Compagnien voetvolk in bet 
aetting 9 die door Helimud betaald werden , en onder bei 
vel van een Majoor ftonden* In d* maand September 17*7 
frerd Goruuhem geattaqueerd» door de troepen van zijne Ma- 
Jefteit den Koning van Pruijfen , onder bevel van den itgee- 
lende Hertog van b*uwww j »n wien deeze Stad naar eeoQ 
geringe tegeptyand , door den Gouverneur- Jonkheere aleiéh- 
WH y iup va$ pg* CAFELLE9 , Heer van Berkou4e en Ach- 
fcnbxoek , ov$r werd gegeeven ; die den 19 van die ma*»' 
gevangen naaf 4Kw4 werd gevoerd, en den xo December t* 
Utrecht overleed. Gorichem heeft vier Poorten ; de De- 
Um - of Burgfifori , naar Bodem , in de Théelerwssrd uit- 
gaande; de Arkeipoort, naar 't Land en Dorp van dien naam 
leidende; de Waterpoort en te Kan fc poort ; welke laaiftemen 
meent, den naam ontleend K bebbe» vp de dwArft op 
#1 4tvr|i r*# 4fM* 



f* 



GORICHEM, Naamsóorfrroag, Oudheid en ftl/torie. 517 



Volgens fbmmigen zou deeze Stad karen naam ontleen* 

!~ ebben , van de eerde bewooners , een gering flag van vis- 
tors, om hunne Goore, oïGoorige gedaante, ipotswijze, Gor- 
ekens genaamd Anderen leiden dien naam af van Heim, of 
wooning van eenen goris of joiis, Heer van ArkeL Maar 
deeze hebben niet bedagt, dat 'er onder die Heeren niemant dien 
naam gevoerd heeft. Indien ons ook bet gtsfen vrij fta , zouden 
wij als eene waarfchijnlijke onderfteüing voordragen, óatGori- 
ehem zijnen naam ontleent van Gor of Goor, 't welk in de oude 
taal een moerrasdge plaats betekende; dit gevoegd bij Hem of 
Heim, beduidende eene woning, zou Gorichem zo veel zeg- 
gen, als wooning, in of aan een moerasfigen grond. Dit meenen 
wij, drukt de gelegenheid deezer Stad zeer naauwkeurig uit. 

Even onzeker, als de naamsoor (prong, is de tijd der ftigtinge. 
Sommigen willen , dat de Komcinfche Legerplaats Grinnet ge- 
weest is , daar nu Gorichem legt. Anderen verhaalen , dat ze- 
kere Heer jak vm arx£l, de Heerlijkheid Wolf eren* bij de 
Mtrwede en Linge geleegen, van Graave otto va» benthem 
gekogt hebbende, dezelve met het Land van Arkel vereenigd, 
en daar in, omtrent het Jaar 1230 , Gorichem geftigt heeft. Dan 
dit alles rust op losfe gronden , alzo laater Schrijvers 'er niets 
van zeggen. Het eerfte berigt, dat eenige zekerheid heeft, vind 
men in twee Handvesten, van Herjog jan va» brabamd, eii 
van floris den V, van Holland ', gegeeven in de Jaaren 1287 
«1 1289, waar bij die van Gorichem , door gantsch Braèand 
en Holland, tolvrij verklaard worden. In de oude Rijmkroni,- 
ken word van Gorichem, al vóór het Jaar 1300, gewag ge- 
maakt. Ook begint de lijst der Scheepenen van die Stad reeds 
met het Jaar 1315. Uit een Handvest van den 11 November 
des Jaars 1182, gegeeven door den Heer otto van arkel, 
Wijkt dat die Stad, toen reeds eenen geruimen fcjd, in bloei- 
jenden welftand was geweest. Men vind daar in melding ge- 
maakt van de Schepen der Poorteren van 's Heeren Veer, over 
de Merwe; van zijne Molenaars; van zijn Gevangenhuis; van 
de Stadsfchool en Vischmarkt, enz. In het Jaar 1378 werd al- 
^tt» door otto van ARREL, eene Kanunaikdij van twaalf 
of veertien Kanunniken geftigt. Tien Jaaren laater óotftond 
'* geweldige twist, tusfcben de Heeren van ArM en Fia- 

Kk 4 *r* 9 



4i1 CORICHEMf, Oudheid en Hifterlè. 

mn 9 bij gelegenheid dat vier Gerfekemfyke Pootte» 
Mciboomen te Meerkerk wilden haaien, met toeftamnibg 

den Landman, doch tegen den zin van deszeift 
die over geweld fchreeuwende, de Af eerkerkers op 
hragt, en dus oorzaak was, dat de Goricttemmers 
dig om 't leven gebragt werden. Heer otto van ark 
hier een geweldige wraak over: hij brandde het hmi* 
Hanen plat. Door Graaf witLEtt vak oostbe,*a*t 
deeze ongelukkige twist eerlang bijgelegd. In *i 
jaar, den 14 September, verloor Gorichem^ door é&f 
lükkigen brand, meer dan 1500 Haarditeden. Hertog A\M*éfct 
met Heer jan van ar iel, die, als Rentmeester vaöJM*- 
land, weigerde rekening te doerf, oüeemg gewördefr *tfc£* 
belegerde, zo als op het Art. van ark el gezegd ïsvtalfef 
jaar ^403, die Stad. Daar na maakte Hertog wilLbh fM 
reijemn zig meester van Gcrickem, en dééd het, onderlip 
vel van den Ridder filip van dorp, bezetten, met 500 
toail. Willek vak ark ix hernam de Stad, bij Verrasfiqj, 
en dreef de Hollanders, die 'er hem wilden uitjaagen, op jje 
Vlugt. Hij werd daar in onderiteund, door zijnen 0M1 
Graaf icinoud va» osloer , van wien hij daar na Gotickem 
en het Land van Arkel ter leen ontving. De felle oorlog, 
die vervolgens, tusfehen de Hollanders eti Gtlderfchcn, ont- 
ftond, eindigde met een verdrag, *t welk in het Jaar' 141* 
getroffen werd. Bij het zelve werd deeze Stad, nevens /fiw- 
dr leken en het geheele Land van Arkel, aan Hertog wille* 
va» beijerIn, Graave van Holland \ afgedaan. Heer'jm 
vah arkel verzette zig eerst tegen dit verdrag, h welk met 
zijnen zoon geflooten was, doch werd f^oedig genoodzaakt, 
daar in te Hemmen* Inmiddels was Hertog willcm, op ded 
04. Augustus» van 't gemelde jaar, gehuldigd, en had reeds 
*wee onderscheidene Handvesten verleend. j 

Toen, vijf Jaaren daar na, Hertog jan vak beijrrsn, met | 
den onrustigen willeu van arkel, famen fpande, werd Co* J 
rieken^ 't welk door de Hoek/eken bezet was, door de Kak 1 
keljaauwfchen, onder arkels behuwdbroeder > jan van io- | 
ftioNü» overweldigd. Het Slot bleef onder bedwang van | 
VrottWd jacoba, die, een aanzienlijk Leger verzameld heb- ! 

beft- ! 



xvin.DÏpl.ra. 




JONKHEER WILXEM va* AKKEL SNEUVELD tb G OKI C HEM. 



f"~7aE NEW YORK 



'.LIC LIBRARY 






£1 



GORICHEM, Oudheid en HlftêU, gi 9 

bende, 4e Kabbeljaauwfchen overviel en verfloeg* Jonker 
willkm en veele Edelen fneuvelden in 't gevegt. De ftraat, 
waar in dat gevegt voorviel, droeg 9 zedert dien tijd, den 
naam van de Krijt- of Krtj gifteeg; thans word zij de Revet* 
fieeg genaamd. In den gevel van een huis, voor 't welk 
Jonkheer wille m zou gefneuveld zijn, leest men, in een 
blaauwen arduinfleen, hebbende de gedaante van een kruis, 
de volgende regels: 

Doe men fchreef den 1 December mccccvi. en een 
Dóe bleef den Edelen Hocggebooren willbm vah arkel 

voor de e zen ft een. 

Misfchien heeft men dit kruis, volgens het gebruik dier tij- 
den, eerst opgeregt gehad ter plaatze, alwaar Jonkheer wil- 
lem omkwam, en naderhand, om het geheugen van zijn on- 
geluk te bewaaren, in den gevel van dit huis gemetzeld. 

Gorichem en 't Land van Arkel werden naderhand, door 
de Heiland f che Graaven, ter leen uitgegeeven, en, in 't Jaar 
1454, bezeeten door Jonkheer jacob va* gaasbeek. In dat 
zelfde Jaar ontftond 'er een geweldige twist, tusfehen de vis- 
fchers van Gorichem en jacob van hoorn, Heer van Alte- 
**,t>ver de visfeherij in de Merwe. De Regeering van Ge* 
richem was 'er zelfs oneenig over. De Drosfaard deed ver- 
fcheideo Burgers ftraffen; veele anderen moesten hem en de 
Scheepenen, op Zon- en Feestdagen, blootshoofds en in 't 
hemd, om vergiffenis vragen. Hertog filips gaf, in dat zelf- 
de Jaar, vergiffenis uit voor 70 Gjrichemmers, die, om dee- 
zen twist, gebannen waren. Ook moest de Stad, omtrent 
dien zelfden tijd, ter voldoening der Graavelijke Bede, 226* 
Ronden Jaarlijkfche rente; verkoopen. Geen gering aandeel 
had deeze Stad in den oorlog met de Gelderfehen ; haare In- 
gezeetenen verbrandden Vnuren en Aalst, in het Jaar 1479. 

Eerlang, egter, flooten de Dorpen van de hommelerwaard 
«en verdrag met Gorichem. Op den 10 Oclober van het vol- 
gende Jaar kwamen de Gelderfehen , niettegenftaande dat ver- 
drag, wederom voor de Stad, en fchooten dezelve in brand; 
1 Waar door verfcheiden huizen aan kooien werden geleid. 
I Kk5 Zes- 



j»* OORICrtEM, Oudheid en Ilijlorie. 

Zestien Schepen, onder loiiky, kwamen, in het Jaar 1572, 
voor deeze Stad, en eischten dezelve op, in naam dei Prinfen 
vah oranje, als Stadhouder van Holland. De Df osftard gpf 
een weigerend antwoord, en borg zig, met alle zijne goederen, 
op het Kafteel. Maar de Burgemeesteren lieten de Staatfckn 
binnen komen , die 't Kafteel wel haast bemagtigden. Wreed en 
aUerfchandelijkst handelde lumet aldaar met eenigender Jto*/M* 
Geestelijkheid; negentien van dezelve,, na het doorftaan van 
verfchrikkelijk folteringen , werden in Jen Briel opgehangen. 
De bijzonderheden van dit Tfeurtöoneel zijn bij c. estius te 
vinden , zo ais reeds op dat Art. is gezegd. In het Jaar 1573 
braken die van Gorichem > bedugt zijnde voor de Spa» f aards , 
hunne Voordeden af, zelfs die van de Kanfefoort* alwaar bet 
Leprofenbuis en wel zestig ffeenen wooningen ftonden. Zij ver- 
kerkten de wallen, verbreedden dé graften, en (taken den bnnd 
In fVoudtichem , om dezelve voor den vijand ten onbruik te 
jnaaken. Zij beveiligden zig daar door. 

In het Jaar 1672 fmëedden de Franftheu verfcbeiden aanfl* 
gen op Gorichem; die, egter, allen ten leur liepen. Opded 
30 Junij eischten zij de Stad op. Doch de Veldmarfcbalk 
wurrz, die 'er het bevel voerde , gaf een zo moedig ant- 
woord, dat zij zonder 'er het beleg voor te flaan, naar 's Her 
togenbotch trokken. Den 18 van Augustus werden 'er eenige Rui- 
terij > uit Utrecht, naar Gorichem gezonden; doch zij moesten 
met verlies te rug keeren. Daar na zogcen de Franfchen* door 
verraad, 'er meester van te worden; doch de toeleg werd tijdig 
ontdekt, en de vefrader naar vef diende geftraft. Daarenboven 
zogten zij, door valfche Patenten, de bezetting uit dé Stad te 
lokken; doch ook dit mislukte, zo als de voorige ondernee- 
ming. Behalven deeze rampen, van binnenlandfchen twist en bui- 
tenlandfchen oorlog, heeft Gorichem meermaalen, door over- 
ftroomingen, bij het döorbreeken der Rivierdijken, zeer veel 
geleeden, en wel voornamelijk in liet Jaar 1740; doch deeze 
nadeelen zijn telkens fpoedig herfteld. Het voorgevallene in die 
Stad , in de berugte Jaarén 1747 en 1748 , benelst niet zo veel bij- 
zonders , als elders: daar hadden ook de twisten, tusfeben 
de Regeering en Burgerij, ten gevolge, dat door Commisfaris- 
fen, in naam \m den Stadhouder der waards gezonden, de Re- 



GORICHEM, Huizen , tew$9niet% en Cefhnrea. 52f 

gering aldaar veranderd werd. 

Men telt aldaar tusfchen de 13 en 1400 huizen. Sommigen 
bepaalen het getal der Ingezeetenen op mieer dan 6000. De Stad 
zelve is verdeeld in agt Wijken, Men heeft 'er een tamelijk 
ruime vierkante Markt; in het midden derzelve legt een ronde 
Heen, waar op, bij het geheugen van eenige oude lieden, paa- 
ien 'Honden, die men voor overblijfzels hield van het Tooneel, 
waar op Hertog karel van Bourgonüe gehuldigd is geworden. 
Daarenboven is 'er een Koornmarkt, een aanzienlijke Visch- 
inarkt, waar op Zalm, Elft, Karper en andere Riviervisch, 
inzonderheid aangenaam fmaakende Voorn * word ter Mart ge» 
bragt. Een der voornaamfte Gebouwen was weleer het Slot, 
dat men in het Jaar 1578 heeft begonnen af te breeken; dit 
duurde tot in het Jaar 1600, wanneer de laatfte overblijfzelfg 
werden weg genoomen. Reeds in 't Jaar 1598 maakte men ee~ 
nen aanvang , om op die zelve plaats een aanzienlijk Tolhuis te 
bonwen. Verder heeft men 'er het Stadhuis , Vleescbhal , Waag, 
Gevangenpoort, Bank van Leening, de Doele, wee Gerefor- 
meerde Kerken, IVaalfche, Remonfirnntfche en Rotmfche Ker- 
ken, Wees-, Gast-, Pest-, Oude- Mannen en Vrouwenhuis. Nog 
U aldaar, in 't Jaar 1753, een nieuw Armhuis gebouwd. 
Ook heeft men hier een Latijn fche School. Gorichem heeft, 
zo wel als andere Steden , verfcheidene vermaarde mannen 
voortgebragt; onder anderen, w. estiüs en thomas erpenius , 
waar van reeds gewag gemaakt is. Eindelijk is hier een goede 
Schutterij , die in de Oude en Jonge verdeeld is. Door aan- 
fpooring van het Gcnoetfchap, hier ter Stede, is zij begonnen 
ie herleeven. 

De Regeering deezer Stad beftaat uit een Kollegie van ze- 
ventien Raaden of Vroedfchappen, en een Kollegie van het 
Geregt, beüaande uit een Drosfaard, drie Burgemeesters, een 
Schout en zeven Schepenen; voorts Thefaurier, Fabriekmees- 
ter, Ontvanger, één Penfionaris en twee Secretarisfen, Wees* 
meesteren , enz. 

De Graaflijkheids tol word aldaar bediend door een Ontvm. 
ftr, een Kontrarolleur en een Beziender. Het Wapen deezer 

Stad 



5*t GORNICHEM, (HENDRIK van) cnr. 



Stad is de afbeelding van de Arkelpoort* 

Kemp, Befchrijving van Arkel\ Vadert* 
Hifir Neder/. Jaarboeken. 



Gorleus, (abraham) gebooren te Antwerpen , ia het Jaar 
.1549 , was beroemd wegens zijne kennis in de Penningkunde en 
Hiftorien. Hij overleed, als eenampteloos perfoon, te Dejft, 
den 15 Aprü van het Jaar 1609. Zijn Kabinet is, na zijne» 
4ood* verkogt aan den Prins van fFalles„ 

Ibid. 



Gornichem, Chendrik van) geboortig in de Stad van dior 
mam, werd, in het Jaar 1420, Leeraar in de Godgeleerdhad 
te Keulen , en naderhand Onder-Cancciier aldaar. Hij leefde 
onder f t Pausfchap van pius den II. Zijne fchriften zijn g* 
drukt in de Haawfche Taal, 

Val. and. 



Gornichem, (jan van) willemszoon, mede aldaar gebocv 
ren. Hij verliet den Gercformeeraen Godsdienst , werd Roomsch 
Priester, en onthield zig te *s Hertogen boich, alwaar hij over- 
leed in het Jaar 1628. Bij valerius andreas vind men zijne 
fchriften aangewezen. 

Gorredyk, bij verkorting Gordiji* word, op de lijst der 
Dorpen va» de Frtefche Grietenij Op(lerland 9 die gemeenlijk 
op XIII bepaald worden, niet mede gerekend , en heeft dus ook 
geene Rem , als andere Dorpen in Friesland. De reden hier 
van is , dat toen de lijsten der ftemgeregtigden gemaakt wierde% 
dit Dorp of Vlek nog niet in wezen was ; het was toen mets 
anders , dan een JJuitenbuurt van het nabij geleegcne Dorp Kort 



GORNICHEM, (JAN va») enz. jaj 

zwaag* Ter oorzaake der bekwaame Veenen, door den djd, 
langs boe meer bevolkt zijnde, is het eindelijk eet Dorp ge- 
worden. Thans beftaat het uit twee lange fhaaten, die kruis- 
wijze elkander in 't midden doorfnijden. Eene deezer ftraaten 
word doodbeden van een vaan, aangelegt om de turf te ver- 
voeren; zij draagt den naam van de Gorrejloot. De Kerk, 
die in bet Noorden (bat, een weinig van de huizen afgezon. 
derd , word door een eigen Predikant bediend, de beroeping van 
die flaat, met aan de Eigengeërfden, zo als in andere Dor- 
pen van Friesland plaats heeft, maar aan den Grietman van Op. 
{Ierland: die een Nominatie van drie perfoonen zend , waar uit 
de mans Ledematen de vrijheid hebben, eene keuze te doen. 
Ook is aldaar een Gemeente van Doopsgezinden , die een Predi- 
kant hebben, welke te gelijk de Gemeente te Lippenhuizen 
bedient. 

Bachienz, A. M.-I37& 



GoRtsiL, een Gelderseh Dorp, tusfchen Zutphen en De* 
venter * -aan den IJsfel. 

Gortcl, een Buurtfchap, onder het Schoutampt Eepe 9 ia 
't Landdrostampt van de Péluwc» 

Gortz. (Baron) Deeze bevond zig, in het Jaar 1717, al. 
hier fa Holland 9 na alvoorens, als Refident der Kroon Zweeden 
gereGdeert te hebben aan verlcheidene Hoven , onder anderen in 
Engeland. Uier had men ontdekt, dat hij , met den Graave van 
«VLLEMBoao , eenige onderneemingen gedaan had , ten behoeve 
van den Pretendent. Het voorneemen was, in frankrijk ea 
MetUnd Schepen te koopon, en dezelve naar Gottenburg te 
zenden , om vervolgens van daar 8000 knegten en 4000 ruiters, 
-met eenen bekwaamen voorraad van oorlogsbehoeften , over tt 
zenden naar Groot-Brittanje. Doch dit voorneemen werd on> 
•dekt, en otllbmboro in hegtenis genomen» De Engelfche Re- 
fident leathis had, aan Gecommitteerde Raaden, verzogt* 
om gortz insgelijks te doen vasthouden , die zig meest te Am» 
fiêldam bad onthouden. De Koning vao Xweeden tod hem 

voor» 



Ja# CoRf t. (Baron) 

Voorzien van een algenteerie volmagt, om, ten zijnen dienst * 
inet ieder een, te handelen en te fluiten* Gecommitteerde Ra* 
den zonden, den 19 februari j, twintig titan naar de woomng 
Van den tiaron, die zig toen in 'sHagt onthield, niet last ooi 
fcig van zijn perfoüü te verzekerert; doéh, twee uuren te voo- 
ten, was hij, te post, verreisd naat AmfteJdami Èen zijner 
ftecretarisfed, broeder van dert Graave van ovu.e||Bobg, werd 
gevat en in de Rastelenij gebragt* Lsatius vertrok , in allerijl* 
haar Amffeldam^ daar hij niet voor den volgenden* dag verlof 
bekoomeii kon, om voaiz, die zijnen intrek bij een Zweed fc^ 
Koopman genomen had, te doen vasthouden» Maar hij was* 
leeds met het openen der Pootte* naar Arnhem vertrokken) 
daar ep beWoög roeii dert bekenden wiLlbü vleert**ah, on) 
hem na te jaagen; deeZe agterhadlde hem te Arnhem, alwaar hij 
inet voorkennis Van den Prefident burgemeester, üevens zijnen 
Secretaris stambié, in Verzekering Werd genomen. Men vond 
bij hem twee kisjes inet papieren. De Staaten, berigt gekreegco 
hebbende dat oorrz gevat was, beflooten, op herhaald verzoek 
van het Engelfche Hof, en ionder tig te ftooreri aan de ver- 
toogen, die hier tegen gedaan werden, door dert Secretaris vta 
de Zweedfche Ambasfade in 'sHage, hart niet zijne twee Se* 
eretarisferi zorgvuldig te bewaarétu In Engeland Werd des 
Barons gedrag zo hoog gexlomert , dit inert terftond allen Uandci 
Inet Zweeden verbood, en daar toe de Staateri ook zogt te b* 
Weegert* In tweeden had men 'er geene tijding van gekreegen, 
of de Etigelfcke Retiderit, robdkbt jacison* werd mede in 
fcegtenis genömert, en den keilden! der Staaten , wiliimhe* 
zuur rümpf, het Hof ontzegd. 

De brieven van oyllrüborg eri oortz werden gedeeltelijk 
In 't ligt gegeeven; men ontdekte daar uit duidelijk genoeg hm> 
tien toeleg* Koning gkqroi drong 'er flerk op aürt, dat goiti 
aan hein overgeleverd, of in naauwer hegtenis, het zij op L** 
veftein of elders, zou worden opgeflootem Dodi zo min totW 
een als het ander werd geen befluit genoomen* Het Zweedfchi 
Hof, daarentegen, drong niet min fterk op zijn ontfiag* D* 
Staaten beriepen zig op de naauwe verbintenisfe met Engelandi 
Welke niet gedoogde* dat men iemand, die verraderlijke aanfl* 
gen tegen dat Rijk geüneed had, op vrije voeten (lelde: te mfr 

dtti 



GOtLtté (Baren) #5 



der* om dat hij nooit voor een Gezant van de Kroori Zweedeti 
erkend was* Kabel ds XII, niet voldaan met dat antwoord* 
befloot , aan de Holland/che Koopvaardijfchepen* die naar' 
Zweedt* wilden, paspoorten te weigeren, %o Jaj)g de Baron 
goxtz niet onttfagen zon zijn. Inmiddels handelde het Fran/cke 
Hof, om Har RL din XII met den Koning van Engeland ter 
bevredigen. Zijne Zweedfche Majefteit liet zig eerlang overhaa- 
Ien, om (Schriftelijk te verklaar en, dat hij geene kennis had van 
het geen zijne twee Staatsdienaars gehandeld hadden, en dat zijn 
oogmerk nimmer geweest was, omeenige troepen naar Enge- 
land te zenden, De Staaten , bier van kennis gekreegen hebben* 
ie, en ziende dat het gevaar van eenen inval in Engeland voorbij 
was, beflooten* den Baron gortz en de zijnen te ontdaan, en 
met den Engelfchen Gezant te overleggen, op hoedanige wijze 
zulks gevoeglijke konde gefchieden. Docb Engeland, nog 
geen genoegen noemende in de Verklaaring des Konings , ton in 
dat ontflag tot nog toe niet bewilligen* Evenwel toonde zig das 
Hof geneegen, om gyllfmborg tegen jackson uit te wisfelen* 
De Staaten vonden dit zeer vreemd; en *t was op hunne voor - 
(kettingen dat dit Hof van denkbeelden veranderde, Koning 
GiORGE verklaarde, in de maand Julij, in het ontf&g van den 
Baron te zullen bewilligen, mids hij zig te fcheep naar Zweeden 
begaf, en het hem niet zoude vrij ftaan, zig in de Nederlanden 
op te houden. Door bemiddeling van 't Franfche Hof wer J 
beflooten 9 dat gTllembobg, met een Fregat, uit Engeland 
zou gevoerd worden naar de Aiaaze, alwaar oor t zaan boord 
zon komen, om gezamenlijk naar Zweeden ce ftevenen, van 
waar dat zelve Fregat jactson zou te rug brengen* De papie- 
ren, die bij den gevangenen gevonden waf en, zouden , beflooten 
•n verzegeld, aan den Koning van Zweeden worden te rug ge* 
zonden. Terftond hier na (lelden de Staaten van Gelderland 9 
op verzoek van den Graave van bavkmtlau, Gezant van den 
Hertog van Sleeswltk, den Baron gortz op vrije voeten, mids 
iavibtlau zig voor hem verbond, dat hij terftond naar Zwee- 
den huren zou. Dit beftuit werd aldaar op den laaiden Julij 
genomen. De Secretaris stamsir werd ten zelfden tijd, en d« 
Secretaris gustaaf gyllihboag, die in den Haagzxt, wet-' 
flije dajen laater ontQa^en, De Staaten gavt* >r terftond kennis 

van 



52* GOSEWINUS van AMSTEL, enz. 

van aan den Koning, met berigt dat zij vertrouwden, dat de 
Scheepen hunner onderdaauen niet meer belemmerd zouden 
worden. 

Gortz, met zijne twee Secretarisfcn, keerde eerlang naar 
Zwttden. Nog vóór zijn vertrek uit Gelderland hidd hij een 
heimelijk gefprek, op het Loo % met czaar peter oen L Ni 
den dood van karel den XII» die voorviel in de maand No* 
vember van het Jaar 1718, werd de Baron gotz, zeer onver- 
wagt , op naam van de Hooge Regaering van Zweetten , in 
hegtenisfe genomen, en eeriang, als van verfcheidene misdaden 
befcbuldigd en overtuigd, ter dood veroordeeld en onthaist, 

Faderk Hifierie, XVIII. Deel, N. ifo. 
Gosi winus van amstel 9 Bisfchop van Utrecht; zie am- 

•TEL. (GOSEWYN VAN) 

Goslinga, eene Edele Staate, in de Friefche Grietenij Feu 
vrerderadeel, nabij het Dorp Ha Hum. Eene andere Staate, 
van dien zei ven naam , ligt N. O* van het Dorp Wanwcid* 
Beiden behoorden aan 't bekende Geflagt, 't welk dien naam 
voert, waar uit verfcheidene aanzienlijke Staatsmannen zijn 
voortgekomen: onder anderen» 

Goslinoa, (tjejke vai*) die de zoon was van^r» en syta 
van atlva. Hij was gehuwd met anna liauckama, over- 
deden den 2 Julij van het Jaar 1582 , en bij hem te Driifitm 
begraaven. Van zijn wedervaaren, zedert het Jaar 1568, is wei* 
nig of niets bekend. Uit zijne indaging, naar Antwerpen , door 
den Hertog van alba, blijkt het dat hij onder het getal der ver- 
Bonden Edelen behoord heeft. Hij overleed den 30 Maart van 
het Jaar 158 1. 

Goslinoa , (sicco van) mede een der aflraramelingen van dat 
aanzienlijke Geflagt, was, in het Jaar 1712, Grietman van Fr* 
vekeradeel, en tevens een der Gemagtigden , tot de vredeharufc 
Hrtg, te Utrecht. Naderhand weed de Heere goslinoa, met 



GOSLINGA. (SICCO r ah) ifij 

den Heer w. buis, afgevaardigd -, als AmbaSfadeurs, naar Fr***-. 
rijk. In de maand Januarij van 'c volgende Jaar vertrokken zij 
derwaart; £ij deeden hunne openbaareintreede, te Perfaillei 9 
fiiet vóór Zondag den 17 Maij, met een ongewoone piegtigheid, 
en hadden, ten zelven dage, openbaar gehoor bij den Koning, 
dien zij begroetten wegens den geflooten vrede. Zij werden zeer 
minzaam ontvangen; en, inde daad, niet zonder reden. Beide 
die Heeren hadden ongemeen geijverd om dat werk , tot genoe- 
gen van 't Franfche Hof, door te zetten. Goslwga keerde, 
in 't einde van de maand Junij , naar Holland te rug ; de Heer 
imrs, zo als wij op het Art. van hem gezien hebben, bleef al- 
daar tot in het volgende Jaar. Geen minder deel had de Heer 
gosli»ga, in het Jaar 171 8, in de bevordering van willek 
dik IV tot Stadhouder vati Groningen , dan hij in de bevorde* 
ring der Uttechtfche vrede gehad had 1 in het geheim had hij 
geltadig gearbeid, met den Burgemeester kcrnelis schay, van 
Groningen, die de eenige oorzaak was, dat dit werd doorge- 
dreven. Dat hij een bekwaam Staatsman moet geweest zijn, 
blijkt hier uit, om dat men, in het Jaar 170$, groote moeite 
deed* om hem den post van Gevolmagdgde , in de bijeenkomst 
te Soisfons 9 te doen aanneemen. Hij had verzogt, daar van 
Terfchoond te zijn , deels om zijne hooge Jaaren , deels en nog 
meer, om dat Fries/and, van wegen de bekrompenheid van 
geldmiddelen , bezwaarlijk draagen kon in de kosten dier aanzien^ 
fajke bezending. Dit niettegenftaande hielden de andere Gewes- 
ten, en bijzonder Holland, zeer ernftig aan, dat Friesland den 
Heef GOSLINGA daar toe wilde beweegen. Zelfs bood Holland 
tan, de helft det kosten te willen draagen, geduurende den tijd 
dat G03LINOA zig tot de handeling zou laaten gebruiken. Op 
deeze voorwaarde nam hij eindelijk dien post aan. Het Gezant- 
schap duurde tot in het Jaar 1730, wanneer hij, nevens den 
Heet hop, na huis keerde. De Heer gqslinga Üierf te Franc- 
fcr, in de maattd September vari het Jaar 173! ; eéuenlofftlijkeo 
team bij zijne Landslieden nalaatende, en ook bij allen, die hem 
gekeild hebben. In den Succesfi e-oorlog tf as hij Afgevaardigde 
te velde geweest, en had den flag van Malplaeuet van zo nabij 
bijgewoond , dat hem een paard onder *£ lijf wierd dood ge- 
frhooten, en eenigen naast hem fneuvelden. Even kloekmoedig 
XVIII. deel. LI kweet 



4*& GQSSO , tLWWSKMN) enz. 

' . » ■■ ' ■ . ■ > ■ i ,", ■ 

foveet ,hij zig in alle 'de PQSte^; waar toe hij benoemd Weü 
llii was niet alleen in de bedendaagfcbe, maar ook inde Latei*** 
fiche en Griek fche Taaien bedreeven. Horatius eo eoltwj* 
fes hij met. groot genoegen,- Keizer l*opom> hadzo veel 1 
VQor hem, xlathij heiq tot den Rijksgraavenftand wilde ve 
Ten. De Regeerjng van Bern bood liem het groot Burgpöég* 
haarer SwJ awi. Doch hij * te vrede met zijne Oud-Adelijke ge- 
boorte, en niet willende uitmunten boven andere Edeleö zijner 
froviude, heeft zo .wel de eene als andere cerbewijzing v*a de 
hand ge weezen.. Het gefehenk, egter, van «enen gouden be- 
ker, hem # benevens de Heeren fagzl en HOO&KW*, aange- 
boden,. doof .de Staatcn van Gelderland* na bet bijleggen vw 
eenige hunner gefchillen,. e*Ver. het aandeel dec bijzondere Kwar- 
tierlasten, heeft hij aangenomen. Op zijn overlijden; heeft de 
Hoogiceraar p. wessbliko een Lijkrede, in de Lasijnfche 
Taal , gedaan, k 

Zie Vaderk Hiflorie , XVII, XVIÏÏ en XIX. 
Deel. 



Gosto, (lüdiomin) de VI. der Potefiaaten v*n. Friesland \ 
leefde omtrent het Jaar 1000. Op. het Artikel babdikocuc is 
leeds gezegd, hoe fommigen vim oordeel zijn geweest, datnit 
het huwelijk .van zijne, dogter tetia, met een der jonger zoo- 
Ben van. ar wout, Graaf van Holland, fa Heeren YauBRgPE- 
*ooo£ of brjsdürojrm , 2iju voortgekomen. 

; . Zie wiNSjpMius , Kronijk van Fnesjapd; 

foekbe sjokrds, Friefche J aprjbtejt** 9 
II. Deel, bl. 149» : . r ^ 



Gossotf. (ntcolaas) Onder alle de Edelen , die zig mot Kch 
iing FiLiPs verzoend hadden, word geteld capitcs, Gouverneur 
yan Atrichty fchoon hij daar bij niet volhardde. De Aartsher- 
tog matthias, niet veel vertrouwen in hem (lellende, beval 
hem en de Magiftraac, het oprigten van een Collegie van vijftien 
aanzienlijke mannen , die gekooreu moesten worden uit de Bur- 







DE ftAADSUSEH COSRO^ïüiIIANvak OMTRENT 70 JAAHETJ, 
W d* NACHT n.| T O OH T SLICHT, te UTHECHT, ONTHOOFD. 




Tï-'I KSY7 7 CSX 
PUfcÜC Li BR ART I 



I 



A8T0R, 1XNOX AND 



GOSSOtf. (NICÖLAAS) 5*9 



gerij, en wier post zijn zoude, de Stad in rust te houden , 
en bij de Unie te bewaarcu. Capres en de Magiftraat had- 
den hier toe weinig lust, doch moesten *er evenwel to« be- 
fluiten. Een van hun, welke tot dat vijftiental gekooren wer- 
den, was deeze jucolaas oosson, een voornaam Regtsgeleer- 
de. Schoon deeze Heeren zig in het geheel niet moeiden, 
noch met het Ampt van den Gouverneur , noch met dat van de 
Magiftraat, konden zij, egter, van dezelve niet geduld wor- 
den. Zij hielden zig (lil, tot den 17 Otfober, op welken dag 
de Magiftraat alle de Burgers op het Stadhuis ontbood, en 
beval, dat de Schutterije zig zoude wapenen. Een groot ge- 
deelte der Burgerij, ziende dat hier iets agter fohool, maakte 
zig meester van de hoofdwagt der Schutterij. Van daar zig 
begeevende naar d e Kamer van de Magiftraat, namen zij de 
vergaderde Heeren in verzekering, zonder dat zij daar in 
door iemand verhinderd werden, of zij zelven iemand eenig 
leed toebragten. Door middel van de Schutterij, we# de 
Magiftraat, na een gevangenis van vier dagen, ontflagen. Ca- 
tres daar na binnen de Stad gekoomen zijnde, was men be- 
dagt, hoe men zig zoude wreeken van die Burgers, welke 
«tegen de Magiftraat waren. Een der voornaamfte van dezelve 
werd terftond met de koorde geftraft. Ook werden de vijfden 
Gecommitteerden afgezet, en een van hun, met naame ?it> 
ter bsrtoul, een man van 71 Jaarcn, in den nagt van den 

23 Otftober, opgehangen, nevens den Advocaat all ar d cru- 
ceot. Nicolaas gosson , een wijs en geleerd man, oud 7a 
Jaaren, die, als Edelman, den Lande zeer veele diende be» 
weezen had, werd, na een regtspleeging van 7 uuren, op den 

24 der gemelde maand van het Jaar 1578, 'snagts van zijn 
bed gehaald en voorts onthoofd. Hier mede fcheen de wraak- 
zugt van den Gouverneur en de Magiftraat voldaan te zijn. 

Boe; baüdait. 



Gothew , coth of gotti , een oud en xüagdg volk , 't 
welk, ten allen tijde, zeer beroemd geweest is. Over hunnen 
oorfproag en eerfte verblijfplaats aijn de gedagten zeer ver- 

Li a- fc hü - 



530 GOTHEtf. 



fchillende. 'Er zijn 'er, die willen, dat zij in Duitsddmii 
langs de Eis fel 9 tot aan de Baltifche Zee, gewoond hebben. 
Anderen zeggen, dat het de Geti uit Afie geweest zijn, die, 
om een ander Land te zoeken, bun Vaderland verlieten, zig ia 
Bosnië, Tracie en Buigarie nederfloegen , en zig van daar tot 
in Scandinavië hebben uitgebreid* Best volgt men *t gevoetea 
van jornanbes, die hun uk Zweden doet voortkomen, alwar 
nog heden eene Provincie, Gotland genaamd, bekendis. Pi- 
teiüs leid hunnen naam af van eenen hunner Regenten, gothu 
Het ging dit volk als veele anderen- De vemenigvuldighigvaft 
hun Geflagt noodzaakte hun , andere Landen te zoeken , oa- 
voedzel te vinden. Eenige van hun trokken uit , en floegen zig 
elders neder» dus hebben zij zig eerst in West-GotlaniiW 
het Eiland Bornheim, on in het Gotland, verder in Estland* 
en eindelijk ü» Duitschland uitgebreid. Eenige Jaaren vóór 
CH&iSTus geboorte, verkooren zij een nieuwe wooning, fl<tfg a 
zig % Pommeren, V ruis f en en Saxen neder, en werden dar 
door in Oost- en West er -Got hen verdeeld. Ook heeft de plaats, 
daar zij zig eerst in Zweeden nederfloegen, nog dien naam be- 
houden. Onder de Regeering van Keizer decius, dat is, o** 
trent het Jaar 250, begonnen zij hunnen inval in het Keiumj » 
en verfloegen decius. Onder de Regeering van gauuiü 1* 
len de Gothen m Tracie* Griekenland en Zevenbergen. Doch 
onder Keizer claudios leden zij een groote nederlaag in Uekt 
alwaar men wil dat wel 32,000 van hun gefneuveld zouden zijn- 
De Keizer zou hier van den bijnaam van gothicus ontleend heb- 
ben. De weinigen , die nog in Iilirie waren overgebleeven, 
deeden den Christenen, onder cowstantyn, veel onregt. Ofr 
der het beftier vanvALEKs werden 'er eenigen van hun Chris»' 
nen, doch meestal Aiiauen. Valens liet hun in Tirade *w 
nen; doch die gunst beloonden zij zeer ondankbaar, doof 'W 
den oorlog aan te doen. Hij overwon hun, driemaal, doe 
moest in den vierden veldflag de vlugt neeraen. De K^* * 
een huis zig verborgen hebbende, ftaken zij 'er den brand in, » 
deeden hem door vuur verteeren. Keizer thiodosiüs d* ^ 
te verdreef hun uk Thracie. Maar hun Vorst ATHiHA^ ro 
begaf zig onder zijne befcherming. Na het overlijden van *** 
aen, onderwierpen zij zig gezamentlijkaan den Keizer, «* . 



GOTHEM, GOUDA. 531 



rijnen dood. Na den dood van thbodomus, liet Rijk zeer ver- 
deeld zijnde, maakten zij gebruik van die onlust, tot dat rup- 
wivm, onder Keizer arcadïus, alarik voor Koning der 
Wèa-Gothen in Griekenland uitriep, welk Land zij niet alleen, 
maar ook Hungarse, en eindelijk, in het Jaar 413, de Stad Ro- 
me zelfs veroverden. Na dat de West -Gothen , door de Wan- 
dalen, uit Italië verdreeven waren, bragt throdoricus, Ko- 
ning der Oo$t- Gothen, odacer, Hertog of Veldheer der Heru- 
len, in 't Jaar 493, overwonnen hebbende, Italië onder zijn 
gezag; zedert welken tijd de Gothen van Italië meester bleeven. 
Schoon Rome hun ontweldigd was , wierd deeze Stad, egter, 
door totila, in de Jaaren 546 en 549, van nieuws veroverd. 
Justin ia an maakte, door zijn dappere Veldheeren brlizarius 
en hahses, na dat hij totila en tijas overwonnen had, een 
einde van het Gothifche Rijk in Italië. De West -Gothen % 
cgier, onthielden zig nog in Spanje; zij hadden aldaar , onder 
hunnen Koning aistulpbiüs, een Rijk opgerigt, *t welk 
tot aan het Jaar 713 (land hield: om welken tijd de Sar netenen 
het Koningrijk Spanje overmeesterden. Ook had aistulphus , 
in Aquitanie, een Rijk der West -Gothen geftigt, *t welk als 
■og den naam van het Gothifehe MarkgraafTchap draagt. Z\ 
hadden hunne bijzondere inrigtingen , munten en gewoonten. 
Dat deeze volkeren, reeds vóór de belegering van Frije* en ten 
tijde van hercules, al in Zweeden zouden gewoond hebben, 
word met regt voor beuzel taal gehouden. 

Men zie hier over breeder jornandzs en 
anderen , die over de oudfte volkeren 
gefchreeven hebben. 



Gouda, de zesde Stad in den rang der (temmende Steden van 
Holland, legt aan het water den Ijs fel, 't welk wel eer uit de 
Lek, een weinig beneden Vreeswijk of de Faart, zijnen oor- 
$rong fchijnt gehad te hebben , doch naderhand , boven IJs- 
felftein , afgedamd geworden is: het vereenigt zig, bij 
de Stad, met eene gegravene vaart, de Gouwe genaamd, ioo- 
pende in den Rhijn, bij Alphen, en met denzelven voort tot 

LI 3 ia 



53a GOUDA. (Gelegenheid en Oudheid) 

in het Leidfthe of Haarlemmer Meir. De Stad heeft eene bijna 
ronde gedaante. Men heeft 'er eene frisfche iugt, door den ge- 
duurigen op- en afloop van 't IJsfelwater* Ook is de Stad om- 
ringd met aangenaame Hoven , Tuinen en lustige Wandelwegen. 
Sterk is zij alleenlijk wegens haare gelegenheid , konnende, door 
middel van verfcheidene Sluizen, in en buiten de Stad, binnen 
vierentwintig uuren, rondkom, onder water gezet worden. 
Gouda is meteenen enkelen muur, doch wijde en diepe Graften 
omringd. De Stad heeft zeven Poorten, behalven twee kleinere 
uitgangen. De zeven Poorten zijn, de Tolpoort, de Middel- 
poort ^ de Dijktpoort, de Pottentwort, de Kleiwegspoort , de 
Tiendewegspoort , jen de nieuwe Veerjlnhpoort. De twee uit- 
gangen zijn het Wamingspoortje , en het Doelenpoortje. Voor 
het laatfte legt een brug; doch voor het eerfte alleenlijk eene 
fchouw. Gouda legt omtrent vier uuren gaans ten Noordoosten 
van Rotterdam , en omtrent agt uuren gaans ten Zuiden van 
Amfterdam. 

Gouda word van veelen Tergouw, van fommigen Der Goude 
genoemd. Waarfehijnlijk heeft de Stad haaren naam naar de reeds 
gemelde vaart of vliet de Gouwe , die haar in twee ongelijke dee- 
len deelt. Waarom deeze vaart Gouwe genoemd zij, is 
onzeker. Sommigen willen, dat zij deezen naam gekreegen heb- 
be, van hét goud of geld, 't welk, op den tol aldaar , gehee- 
ven werd. Doch dit fchijnt verre gezogt. Anderen bcwee^en , 
dat Gouwe oudtijds ook Graft zou betekend hebben. Verfchen 
dene ongerijmde gisfingen , over den naamsoorfprong van Gou- 
da , gaan wij met ftilzwijgen voorbij. 

De tijd van den eerden aanleg van Gouda is onzeker. Som- 
migen willen, dat Der Goude eerst een onbemuurd Vlek ge- 
weest zij, voerende den naam van Heerlijkheid, engeleegenin 
een gedeelte van den Blocmendaalfchen Polder, 't welk naast 
aan de Stad paalt, en nog de Oude Gouwe genoemd word. Ze- 
ker is 't, dat 'er ouder ri.oais den IV, willem den II, en 
floius den V, een diderik van der goude onder de Hol- 
land /che Edelen bekend geweest is. In 't Jaar 1272, verkreeg 
de Ridder hicolaas van kats, van Graaf floris den V, ee- 
nige voorregten, ten behoeve der Poorteren van Der Goude ; 
en toen werd, zo men wil, de plaats eerst bemuurd. Sommigen 

zija 



GOUDA. (Gefchhdenisfen) 533 



zijn van gedagten, dat Gou da, ten deezen tijde, door den huize 
van xats, van den Graave van Holland ter leen gehouden werd. 
Sofia, laatfte erfdogter uit den huize van Der Goude, trouw- 
de, in 't Jaar 1294, met jan van renesse, Baljuw van Zuid- 
holland \ en overleed zedert, zonder kinderen na te laaten: 
waar door de Heerlijkheid van Der Govde aan de Domeinen der 
Graaflijkheid van Holland verviel. In 't Jaar 1306 werd jan 
va» hbneoouwen, Heer van Beaumont, van zijnen broeder, 
Graaf willem den goeden, Lefchonken met de Heerlijkheid 
van Der Goude, Schoonhoven en Thoolcn. Hij was getrouwd 
met maria, dogter van huüo, Graave van Soisfons, en over- 
leed in den Haag, in 't Jaar 1356. Zijne eenige dogter, joan- 
na, was getrouwd geweest met iodewyk van chastillon, 
Graave van Blois, die, in 't Jaar 1347, in eenen veldflag ge- 
fneuveld was, en drie zoonen, lodewyk, jan en oüy, nage- 
laaten had. Zij vodden eikanderen op, in- 't bezit der vaderlijke 
Heerlijkheden. Guy, de jongde, ftierf, zo wel als zijne broe- 
ders, zonder wettige kinderen na laaten, in 't Jaar 1397. De 
Heerlijkheden van Schoonhoven en Der Goude vervielen toen aan 
Hertog albregt van BEijRREN , Graaf van Holland, en zijn 
zedert met de Graaflijkheid verknogt gebleeven. Van dien tijd 
af, is Gouda onder de groote Steden ter Dagvaart van Holland 
befchreeven. Ondèrtusfchen had de Stad Gouda, al vóór den 
Jaare 1375, merkelijk door den brand geleeden , en onder ande- 
ren, haare Handvesten verlooren. In 't Jaar 1438, werd Gou- 
da andermaal, op eenige weinige huizen na , aan kooien gelegd. 
Die van Utrecht zogtcn zig, in 't Jaar 148$, 'door verraad, 
meester van Gouda te maaken ; doch de aanflag werd tijdig ont- 
dekt; 't welk vier Schippers, die 'er toe gebruikt waren, hec 
leven kostte. De beeldftorming , in 't Jaar 1566, werd, t£ 
Gouda, door de wijze voorzorg van den Slotvoogd, Jonkheer 

CORNELIS VAN DER MYLE, ZOOn Van AREND VAN DER M YLE , 

Burgemeester van Dor dregt, voorkomen. Men poogde, om- 
trent deezen tijd, buiten Gouda te prediken, en liet het gerugt 
daar van, door zekeren Barbier, onder 't volk ftrooien; doch 
niemand kwam ten gehoor. Zelfs mompelden eenigen , van den 
Predikant en deszelfs gezeifchap te willen doodflaan. Eenige 

LI 4 ' Paa- 



53« GOUDA. (Gefehiedenhfen) 

patpen deelden den Schoolkinderen van Der Goudê koek uit, 
mits dat zij ie glazen van den gemelden Barbier zouden uit- 
werpen; 't welk nog dien zelfden avond gefchiedde. In 't 
Jaar 1572 , op den 21 Junjj, werd Gouda , door omtrent ze- 
ventig mannen, onder beleid van Jonkheer apaiaan van 
zwikten, voor den Prins van Oranje en de Staat Jche par- 
tije verzekerd, Lumey, Graaf van der Mark, die zig t door 
't mishandelen en 'ombrengen van Yerfcheidene onnozele Gees- 
telijken, bij Onroom fcken en Roomfchen gehaat gemaakt had, 
iyerd, niet lang hier na, op 't Slot Ter Goude* en niei te 
Woerden , gelijk fommigen fthrijven , gevangen gezet. Nader- 
hand, van zijn bewind verlaaten, trok hij ten Lande uil ia 
den aanvang des Jaars 1574 , zogt men Gouda wederom aan 
de Spaanfche zijde te brengen. Jan bei of hein, die zif 
te Utrecht onthield, en zig verftond met adriaan pietebs- 
zoon, zijnen fchoonzoon te Gouda, was één van de boofd- 
beleiders des aauflags. Men had voor, de Stad op den 5 Fe- 
bruarij te overvallen. Doch kort te vooren, was Jonkheer 
albreot van EOMOND, met een vendel knegten, binnen de 
Stad gekoomen, 't welk den famenfpanneren geenen kleïnca 
fchrik aanbragt, Adhiaan ^etehszooh fchreef aaq zijnen 
fchoon vader, dat de toeleg haperde; doch bewimpelde den zin 
Zijns fchrijvens met woorden, meldende de krankheid eener 
nigte, wier kwaal verergerd was, zulks haar thans de beraam- 
de geneesdrank geene baat kon doen, Zekere boer zou den 
brief overbrengen, die, terwijl hij eerst eene wijl in de Poort 
(hat te trantelen, en naderhand naar den droom gaande, 
fchrijlings fchuit en oever befiapt houd, niet weetende hoe 
hij wüde, de wagters tot agterdenken brengt eifaangegreepen 
word. In 't wagthuis betast zijnde, vind men eenig geld bij 
Jiem , en een kluwen garens , om 't welk hij , meer dan om 
't geld, begaan fcheen. Dit gaf nieuw bedenken, Men wond 
<len draad af, en vond den brief. De boer, gevraagd zijnde, 
wat hem zo bedremmeld gemaakt had, antwoordde, dat het 
}?ater t fchijnende ah klaar bloed tegen hem op te rijzen, 
hem in zig zelven had doen zeggen , Heere God 9 zou ik wel 
f ent thedige koofl/ehaf draagen! 't Verraad zejjert volkom^ 

wr 



GOUDA. (GêfMideMêsfim) 535 



Der onideja zijnde* werden verfebeidene medepligtigen met d« 
dood geftraft» Toen men in den Jaare 1583 arbeidde, om den 
Prïnfe van Oranje de Graaflijkheid op te dragen, waren Am- 
fteldam en Gouda de eenigfte Steden, welke hier in zwaarig- 
heid maakten. Ook ftelde Gouda zig, in den Jaare 1584, ern- 
ffetijk tegen den handel met Frankrijk. Toen, in 't Jaar itfi 8, 
de Regeering der meeste Holland Tche Steden, buitenstijds, ver- 
andert werd, kwam Prins mauhts, op den 31 O&ober, ook 
tot dat zelfde einde, binnen Gouda. Doch hier gefchiedde min- 
der verandering dan elders, 't zij om 't groot getal van Remrn- 
firantsgezinden , dat zig in deeze Stad , en zelfs onder de Re- 
genten, bevond, niet te zeer te ftooten; of om andere redenen. 
Op den «7 December des volgenden Jaars, gefchiedde 'er, eg- 
ter, door Gemagtigden van den Stadhouder, eene nieuwe veran- 
dering in de Vroedfchap, en werden toen wel dertien Leden» 
die te vooren in bediening geweest waren, van hunne A nipten 
verlaaten. In 't Jaar 1658, werd de Trekvaart, tusfehen Am- 
fteldam en Gouda , voltrokken, en op den 18 April voor de 
eerde reize gebruikt. In de maand Juni] des Jaars 1672 , na dat 
de Franfchen Oudewater reeds ingenoomen hadden, kreegen 
die van Gouda fchrijvens van de Staaten , om hunne groote Slui- 
zen te openen,, en 't omleggend Land onder water te zetten. 
Dit was zo dra niet gefchied, of de Boeren der naaste Dorpen, 
de overftrooming te gemoet ziende, trokken gewapend op de 
Stad aan; doch vonden de Poorten geflooten. Zij wilden de 
groote Sluis toe hebben; 't welk geweigerd werd: waar op zij, 
tegen den avond, de Tofpoort open braaken, en in merkelijken 
getale ter Stad in trokken. Zij bezetten terüond het Stadhuis, 
alwaar de Regeering vergaderd was. Vierentwintig uuren bid- 
den zij hier (lal; binnen welken tijd, Gemagtigden, zo van 
Stads- als van hunnentwege, aan den Prinfc van Oranje gezon- 
den werden, Midlerwijl viel het graauw aan op het huls van 
den Burgemeester gbbard cinq, 't welk geplonderd werd. De 
Burgerij, in de wapenen gebragt, deed de Boeren wel haast 
verftuiven , en ter Stad uitvlugten, 't Gemeen was , egter , nog niet 
geftild. Men riep, dat de Prins Stadhouder zijn moest. Men 
dreigde de huizen van eenlge Regenten , die men zeide dat hem 
tegen waren , om verre te haaien. De Wetjiouderfchap befloot , 

LI s Wf 



53^ GOUDA. (Gefchiedenisferi) 



half radeloos , van 't Stadhuis te laaten atfeezen, dat menden 
Prins zou verzoeken binnen Gouda te koomen, alwaar men 
hem, met alle agtinge, ontvangen zou. Dit gelchïedde twee 
dagen daar na. De Prins werd op 't Heeren- Logement deftig 
onthaald, 't Volk waande in 't eerst, dat hij nu Stadhouder was, I 
«n hield zig (BI; doch naderhand verneemende, dat men eenigea 
van Dordregt en Rotterdam afeond, om hem 't Stadbouder- 
fchap nog eerst aan te bieden , floeg het op nieuws aan 't mui- 
ten, de Heeren voor bedriegers uitmaakende. Men moest dan, 
gedwongen, bcfluiten,den Prins tot Stadhouder te verklaaren. 
Men liet de Orante vlag terftond van den Stadhuistoren waaien; 
waar mede de morrende menigte geftild werd. Kort daar na 
ontftond 'er nieuwe beroerte. Men wilde verandering in 
de Regeering gemaakt hebben: 't welk, op den 25 September 
en den 2 Oétober, door den Stadhouder gefchiedde. Zcóaz 
heeft Gouda , zo verre ons bekend is , eene volkomene rust ge- 
nooten, tot in het Jaar 1747. Hier, zo wel als elders, heerseb- 
te toen een geest van beroering, onder de (malle Gemeente, 
om den Prins van oranje tot de Stadhouderlijke Waardigheid 
te doen verheffen. De Regeering befloot 'er toe, op den 1 
Maij; 't welk oorzaak was , dat hier alles in rust kwam. (?**• 
da was niet eene van de laatfte Steden , welk alles toebragten, om 
Bergen op den Zoom van het nodige te voorzien. Maar dit 
blijk van Vaderlandsliefde werd, kort daar na, onluisterd, door 
een hevigen twist, tusfehen de Pijpemakers en Pottebak- 
kers , over het bakloon der pijpen. Zo lang dwongen de laatften 
de Burgemeesters , dat zij hun moesten toeftaan , om ovens in j 
hunne huizen te mogen zetten , tot het bakken der pijpen. Doch 
't gevolg deed ras zien, dat dit voor die beide Fabrieken nadoe- 
lig was. De onbeftaanbaarc drift, tot het verkoopen derAmpten, 
uit Rotterdam en Amflerdam , naar Gouda overgewaaid zijnde, 
zag men aldaar, ten dien zelfden einde, op den 28 Oélober, aan 
den Raad en Vroedfchap een Re^uest ten voorfchijn komen , 
't welk door den Hoofdofficier dier Stad allereerst geteekend was. 
Doch de verftandigften , naderhand ziende, hoe zij, door drift 
vervoerd, iets gedaan hadden, dat zelfs bij den Stadhouder, te 
Rotterdam , was afgekeurd, leverden, op den 4 December van 
dat zelve Jaar, een nader vertoog in, waar in zij verklaarden, 

mis* 



GOUDA. (Gefchiedenhfen) 537 

misleid te zijn. Het was onderteekend door een twaalftal Bur- 
gers, welker naamen, bij Refolutie van de Vroedfchap, op 
het eerstgemelde gefehrift werden doorgehaald. Anderen maak- 
ten daar op eenige aanmerkingen, met oogmerk om de billijk- 
heid van het eerde Adres ftaande te houden, en den Heer 
Hoofdofficier moeiuno vrij te fpreeken van alle oogmerk om op- 
roer in de Stad te verwekken; als hebbende hij niemand ver- 
zogt, veel min gedrongen om te teekenen. Ligt vermoed men, 
dat de (teller van die aanmerkingen niet verzuimde , om de 
twaalf Burgers, welke het tweede Request geteekend hadden, 
van lafhartigheid te befchuldigen. De fchikkingen, naderhand 
op het (hik der Ampten gemaakt, bragten de gemoederen tot 
bedaaren. % 

Maar in het volgende Jaar, ontftond 'er een nieuwe beroer- 
te, door gebrek aan Friefche turf; 't welk oorzaak was, dat 
de Pottebakkcrs bakken , noch de Pi fpemaakers konden werken. 
Op den \6 van de maand Maij van het Jaar 1748, vergaderde 
een hoop van 4 of 500 gemeen volk , voor het huis van den 
Pottcbakker pluim, en bedreef aldaar grootcn moedwil; die, 
egter, door den Heer Hoofdofficier gefluit, en door de aan- 
komst van eenige Schepen met Turf geheel tot bedaaren ge- 
brast werd. De geweldadige plonderingen , die, in jfmfieiiam 
en elders, om de pagten te doen vernietigen, hadden plaats 
gehad, decden de Vroedfchap van Gouda, ter voorkoominge 
van dat onheil, op den 26 Junij, door het doen eener Publi- 
catie, aan de Burgerij kennis geeven, dat de pagten waren 
afgefchaft.' Met een groot gejuich werd dit aangehoord, en* 
door de waakzaamheid van meergemelden Heer Hoofdofficier 
bezorgd, dat de Pagters, terftond, de invordering Haakten. 
Hier door voorkwam hi' allen moedwil. 

Niets , ondertusfehen , waren alle deeze beweegingen , in ver- 
gelijking van de opfchud&ng , welke aldaar ontftond, óp den 13 
van de maand O&obcr des zelfden Jaars. Reeds eenige dagen 
had binnen Gouda een gerugt geloopen , dat in de Stad een Re- 
giment Krijgsvolk zou koomen, om Guarnifoen te houden. De 
Burgerij , van oordeel dat zulks onbefhanbaar was met de Kapi- 
tulatie, in liet Jaar 1673 geflooten, tusfehen de Regeering en den 

Stad- 



SS' GOUDA. (Cefchiediuhftn) 

Stadhouder wil mm dkv III, toonde dtar over haar ongenoe- 
gen. Verfcheiden van de aanztenlijkfte Burgers begaven zig , daagt 
daar aan, bij Burgemeesteren, terwijl het grootfte gedeelte der 
Ingezeetenen, voor het Stadhuis, naar raport bleef wagten. Zo 
dra de Burgers binnen gedaan waren, meende de Penfionaris bet 
woord te voeren; doch werd door de Burgers gekist te zwijgen: 
alzo zij tot Burgemeesteren, en niet tot hem fpraaken. Op 
hunne vraage , wat 'er van de Homst van Krijgsvolk ware, zaót 
de eene ja, een ander neen, en een derde, het niet te weeten; 
welke onbepaalde en verfchillende antwoorden den agterdogtnog 
neer gaande maakten. Een der Burgers, die het woord voer- 
de, wat driftig zijnde, riep tot de buitenftaande meemgte: 
Burgers , gij moet in de wapenen en de Poer ten toe. Naauw- 
Bjks was dit gezegd, of het gefchiedde; loopende den een mar 
deeze, en geene naar eene andere Poort, om zig daar van te 
verzekeren. De Poortier van de Potterspoort weigerde de fleu- 
tds te geeven; doch naauwlijks was hij, met een kolf vaneen 
fnaphaan, tusfehen h«k en fchouders geflagen , en hem den 
dood gedreigd, of hij gaf de fleutels over. De vijf tamboers 
floegen alarm, en de Stadsroeper riep, dat ieder in de wapenen 
had te komen , op Jiraffe van met geweld gehaald te zullen 
w$rden. Binnen een half uur waren de vier Compagnien in 
de wapenen, en alle de Poorten, Boomen en Sluizen gefloo- 
ten. Aan den ingang der haven, aan den Ijs fel, plantte men 
drie, en bij de Doelepoort 9 alwaar een (luk van den muur, 
om dien te vernieuwen, afgebrooken was, vier (lukken kanon; 
van daar werd eenen ieder, die naderde, toegeroepen: niet 
verder J 

. Dien geheelen dag wierd de Rotterdamfche Poort voor 
eenen ieder geflooten gehouden, vooral voor Rijtuigen. Een 
voerman, zig daar tegen willende verzetten, werd wel haast 
genoodzaakt , de Burgers te gehoorzaamen. De Heeren , om 
den angst te (luiten, deeden, bij klokkeflag, afkondigen, dat 
ze niets van de aankomst van Joldaaten wisten; niets baatte 
deeze afkondiging: want zij hadden, daags te vooren, al hun 
vertrouwen verbeurd. Opmerkelijk is het, dat van de vier 
Kapiteinen, flegts één in de Stad, en de Kolonel in Amfter 

dam 



GOUDA. (Gefciiedenisfen) 339 

dam woonagtig was. Een fraaie fchikking, voorwaar! Tegen 
den avond kwamen de drie Kapiteinen in de Stad, Inmiddels 
vonden Burgemeesteren goed, den Penfionaris shels, die bi) 
de Burgerij in geen goed vertrouwen was , mee den Burgemeester 
vaf de» kerkhoven, en ais Adjun& den Heer vu goudanus 
«fits naar den Haag te zenden, om met den Stadhouder,, 
over den toeftand van zaaken, te raadpleegen. De Burgers, die 
voor hunne vrijheid waakten, kwamen in de Doe/e bij een, en 
beraamden een order, dat twee Compagnien des nagts zouden 
waaken. Ook raadpleegden zij over het (lellen van een Request, 
om bij den Heer Stadhouder eenige fchikkingen en veranderin- 
gen te verzoeken. 

Daags daar aan, den 15, betrokken wederom twee andere 
Compagnien de wagten. Burgemeesteren deeden, van nieuws, 
afkondigen , dat Vr niets te vreezen was, en dat ieder gerust, 
kon zijrii doch dit holp weinig, alzo devoorige bekendmaaking. 
Te diepe wonels van wantrouwen had gefcliooien; en dit werd 
nog grooter, toen, met den middag, de reizende Bode uit den 
Haag kwam, en den Burgeren toeriep* Mannen, zijt gerust; 
zij zullen niet komen .* het Patent is hertekend. Hoe , zeide men , 
vat wil dit zeggen ? Zijn *er geen orders gegeeven , waar 
toe dan het Patent hertekend. Dus bleef alles in de wapenen. 
Gelijk een kwaad zelden alleen komt, ging het ook hier. 
Een commando van zestien man, met een Serjeant, was, voor 
eenige maanden, Hoor den Stadhouder, gezonden aan de groote 
Sluis , bij de Rotterdamfche Poort , om te pasfen op de door- 
vaarende Schepen, die na fet aflehaflfen der pagten, geweigerd 
hadden, pasfagiegeld te betaaleu, niet wetende, dat het geld 
voor den armen was , en Stad noch Land raakte. Eenigen van 
dit volk hadden de onvoorzigtigheid , om de Burgers over hunne 
verrigtingen te berispen, met de bijvoeging, van wel in ftaac te 
zip, om de gantfche Burgerij naar hunne pijpen te doen danzen, 
of weg te jaagen. Dit farren , niettegenftaande de Officier reeds 
twee in arrest had doen neemen, ging zijnen gang, tot dat de 
wijven en jongens, zulks moede wordende, hun ontwapenden , 
<n het geweer op het Stadhuis bragten. De foldaaten, nevens 
hunnen Officier, begeleid door eenige Burgers, om hun voor 
mishandeling te beveiligen , begaven zig hier op naar 't Stadhuis, 

om 



540 GOUDA. {Gefchicdenhfen) 

om van de Regeering te hooren , wat hun te doen (lood. 
't Antwoord was, dat zij de Stad moesten veriaaten. Stra*s 
werden zij, onder het voorig geleide, naar hunnen post aan de 
Sluis, doch zonder geweer, te ruggebragt, van waar zij de 
marsch naar den Haag aannamen. Nog meer werden de gemoe- 
deren der Burgers verbitterd, toen eenige vreemde Officiers on- 
dernamen om in de Stad te koomen; doch afgeweezen worden- 
de, den Burgeren toeduwden: wij hebeen u maar eens wrik* 
bc proever. In óon avond liep 'er een gerugt, dat 'er eec£e 
honderden foldaaten te tlaafïtegi waren aangekoomen. Dit deed 
de beweeging tot eene ongemeene hoogte rijzen. Vijfentwintig 
Burgers, met een Serjeant, trokken der waart; doch vonden 'er 
niets. 

Van nieuws vergaderden de Burgers in de Doe/e . en werden het 
aldaar eens over 9 Artikelen: 1. over de Ampten; 2. over bet 
armen geld van de Sluis; 3. een vrijen Krijgsraad; 4. het hand- 
haven der Gilden ; 5. op het beftier der Godshuizen ; 6. bet 
benoemen van ' twee Kerkmeesteren uit de Burgerij ; 7. beier 
agtgeeving op de Stads Gebouwen; 8. verbetering van 'topzigt 
van Curatoren over de Latijn fche Schoole, en wel te zorgen, 
dat Burgerkinderen, in het uitdeelen der prijzen, niet voorbij 
gegaan worden; 9. dat de Roomschgezinden , voortaan, onthe- 
ven mogtcn zijn van 't zogenaamde Schoutgeld, als ftrïjdig tegen 
de Unie. Na dat deeze Artikelen , door eenige honderden Bur- 
gers, onderteekend waren, werden de vier geweezen Hoofden 
der Burgerij, te weeten de HeereiL moe ring, dr. de moor, 
bavensberg en vry^ldehoven, fmogt op de Doele te koo- 
men. De drie laatstgemelden verfcheenen terftond ; èoch de 
eerstgenoemde niet dan na herhaald verzoek. Bij zijne komfte 
aldaar deed hij een aanfpraak, die alle harten bewoog, en w& 
in hij aantoonde, dat hij, in alle gevallen , niet als Burger koa 
worden aangemerkt. Evenwel weigerde hij niet , eenen wegasfl 
te wijzen, dien meu moest inflaan. Ook bleef hij niet in gebre- 
ke, fchoon hij vertrok, goeden raad te geeven. De drie ander* 
beflooten, dat reen eene coramisfie moest benoemen aan den 
Stadhouder , met een Notariaal Request. Tot deeze commisfo 
werden de drie gemelde Heeren benoemd, met bijvoeging van 
nog drie anderen. Den zestienden bleef de Burgerij in denzefcea 

ftaa!. 



GOUDA. {Gtfchledenisr*n) 541 

fiaat. Op de Doele deed men het Request aan den Stadhouder, 
door een Notaris , opftellen, en daar in voegen een verzoek aan 
zijne Hoogheid, dat het hem mogt gelieven, in de Stad te koo- 
nien , of, bij verhindering , Commisfarisfen te zenden , om op 
der Burgeren bezwaaren agt te geeven. Het Request werd da- 
delijk door 300 Burgers ontertekend. Dan , voor dat het werd 
afgezonden, kwam des avonds om 7 uuren, onder de Bedeilon- 
de, eene misfive van den Heer Stadhouder nan de Regeering, 
welke daar na aan het volk, bij wijze van Publicatie, werd 
voorgeleezen. 
De misfive was van den volgenden inhoud. 



Erentfestey Wijze , Voorziening* , 



99 



onze Lieve Bijzondere 



„ Wij hebben met geen mindere bevreemding, als ongenoegen 
*, vemoomen, dat 'er in uwe Stad eenige gerugten verfpreid 
„ zijn , als of 'er militie in Guarnifoen ftond te komen , en dat 
» daar toe door UE. of eenige Leden van de Redering aan- 
„ zoek zouden gedaan zijn. Het een en ander verdigt zijnde 9 
„ hebben wij UE. bij deezen , daar van wel willen kennisfe gee- 
„ ven. In 't particulier moeten wij 'er bijvoegen dat ook on- 
9 » waar is, 't geen gedebiteerd werd, dat door den Penfionaris 
9 » Snels , daar over prefentatien zijn gedaan , daar wel verre van 
?» dien, al een geruimen tijd geleden, door den gem. Penfionaris 
?9 verzogt is , niet alleen van Guarnifoen , maar' zelfs van door- 
9) marfchen, verfchoont te worden." 

„ Het is nog met vrij grooter ongenoegen , dat tot onze ken- 
„ nisfe is gekomen, dat eenige Ingezetenen, zig hebben durven 
„ verdomen om een Detachement van 16 man, tot opzigt van 
„ de Sluis gefield te disarmeeren, en twee man, daar van in 
*, arrest te neemen. 

„ Wij hebben zulks voor ditmaal aan een verkeerde opvatting 
9, van de Burgerij wel willen toefchrijven , doch requireeren 
99 UE. feffens om ten fpoedigften order te (lellen, dat aan 't 
99 gem. Detachement de wapenen wederom gegeeven, en de 
» twee geacrefteerdegerelacceerd worden. Zullende wij in gebree- 

„ ken 



54* COUbA. (Gefchiedenhfen) 

„ ken van dien, genoodzaakt zijn zodanige kragtdadige ma*r& 
i9 gelen tegen de Autbeurs van deeze ongeregrithedeo te nee- 
99 men, als wij zullen oordeelen te behooren " 

Waar mede enz. 

Deeze brief, waar uit duidelijk was af te neemen, dat men 
2ijne Hoogheid , omtrent de waare gefteltenis van zaaken, geen- 
jtints naar behooren onderregt had , verbitterde de gemoederen 
nog meer, en wel zodanig, dat de HeerenBurgemeesterèn, van 
het Stadhuis naar hunne huizen, door de goede Burgerij moei- 
ten begeleid worden. Een Oud -Burgemeester, bij veelenbe. 
kend voor een Ariftocraat, werd, door fommige van het ge- 
meen, nagefchretuwd: /Ia dood dien die en die. Voorts vergader- 
de het gemeen voor deszelfs huis; verwoedheid en plonderzugi 
flraalde veelen ten oogen uit. Dan deeze gevaarlijke toemgte 
teef d Ver ftröoid , eerst door het gezag van den bij den fiurger 
bemindéh Hoofdfchout moibiwg , en daar na door een Detache- 
ment gewapende Burgers. 

In den morgen van den zeventienden roden de zes Gecommit- 
' teerden naar *sllage, om den Stadhouder van alles verflagta 
doen, en vervolgens het gemelde Request over te leveren. Ter- 
wijl deeze op reize waren, vervoegde zig iemand bij Burge- 
meesteren, met verzoek: I. dat de brief van zijn Hoogheid, 
d:s aïpntlste vooren voorgeleezen, gedrukt mogt worden. Dit 
werd toegedaan. II. De copie van den brief, die 's morgens 
aan zijn Hoogheid gezonden was; om te zien, op welke wijze 
men de zaaken daar in had voorgedragen , vooral ten aanzien va 
de foldaaten. Doch Burgemeesteren gaven tot antwoord, «n 
dat verzoek niet te konnen voldoen , buiten bewilliging van de 
Vroedfchap; doch dat hij afgezondene de vrijheid kon krijgen, 
om op de Secretarij den brief te mogen zien en leezen. Inmür 
dels bleef de Burgerij nog in de wapenen, en alle Poorten ea 
toegangen bezet. 

Des avonds om half zeven uuren kwamen de Gecommitteerd* 
uit den Haag te rug, reden het Stadhuis om , en riepen: Gotdt 
tijding. Op de DoeU deeden zij verflag van hunne commisfie; 
zij berigtten , „ dat zij bij zijne Hoogheid, bijna een half uut 

ui* 



GOUDA, Gefchiédcnltfen. 543 

„ gehoor gehad hadden , en dat die liet Request had aangeno- 
„ men, met bijvoeging, dat hij het gedrag der Burgeren goed- 
,, keurde» en hun bedankte voor betoonde zorge en bravoure. 
„ Dac het gerugt van inkwartiering ontdaan was , door abuis van 
„ den Kwartienneester Generaal, die, bij misflag, Gouda, ge. 
» febike had voor een Battaijon van het Regiment van Gardalie- 
„ re , doch dat zijn Hoogheid den naam van Gouda had doorge- 
„ fchrapt, en den Briel in de plaats gefteld. Dat hij voorts de 
„ braave Burgerij recommandeerde de wapenen neder te leg* 
„ gen, wijl de zaak, waarom zij die hadden opgevat, nu ver- 
„ vallen was. Dat hij , dan doch ook niet eerder Commisfaris < 
„ fen zoude zenden , om zodanige middelen van redres te be- 
„ raamen, als zijne Hoogheid best geraden zoude vinden. Dat 
„ hij na het afvaardigen van dien brief beter was onderregt ge- 
„ worden , en die hield als nooit gefchreeven. En dat hij de 
99 Burgerij van zijn Vordelijke gunde verzekerde.** 

Dit rapport, *t welk met groot genoegen door de gnntfche 
Stad werd verdaan , had ten gevolge , dat men de wapenen ne- 
derieide. Daags daar aan werd hier van, bij Misfive, kennis ge- 
geeven aan den Heer Stadhouder. Het Detachement foldaaten, 
welk wederom aan de Sluis kwam , werd aldaar een huis aange- 
wezen, en hun eene order voorgeleezen. Men vorderde, eg- 
ter, van Burgemeesteren de copie van twee brieven; die men 
*m bevond, niet aan den Stadhouder, zo als men vermoedde , 
maar aan de Stads Gedeputeerden gefchreeven te zijn, op den 15 
en 16 Oötober. Na dat dezelven in druk verfcheenen waren , 
zag men ook . dat dezelven niet behelsden het geene men ver- 
*agt had. Alles bleef in rust, tot dtn 25 Oftober, wanneer 
toen verftond, dat Commisfarisfen van zijne Hoogheid, als Stad- 
houder i eerlang verwagt werden. De Burgerij, hier op in de 
Doek vergaderd , revideerde , corrigeerde en ampfieerde het 
Request in dier voegen, zo als men meende tebehooren. In 
den avond van den volgenden dag verfcheenen aldaar de Baton 
*an wassenaar, Mr. willem faaüw, en de Heer pielat, als 
Secretaris. Terwijl zij reden naar de Doele % dond de Burgerij 
onder de wapenen. Hier werd aan H. Ed. Mog. het gemelde 
Adres der Burgerij, en een ander van de Vendrigt der Burgerij, 
XVUI. DiSL. Mm over- 



1 



544 GOUDA , Grootte , Gebouwenen Voornaame Mannen* 

overhandigd , inhoudende verzoek om zitting te mogen heb» 
ben (gelijk voorheen) in den Burger -Krijgsraad. Hun Edb 
Mog. de verzoeken gehoord hebbende, vertrokken, den ne- 
genentwintigftcn , naar 'sHage % om aan den Stadhouder vet- 
flag te doen , en kwamen op den eerden November te mg. ] 
Het eerde werk was nu, verandering in de Regeering; woe- 
dende eenigevan de Vroedfchappen, Burgemeesteren en Sche- 
penen bedankt, en anderen aangefteld en beêedigd; en voorts 
zodanige nadere dispofiticn, op de Requesten der Burgerj, 
gemaakt, dat dezelve daar mede volkomen genoegen nam. Zie , 
daar het voornaamfte van het voorgevallenen in .gemelde Jaar. 
Dewijl, in de tegenwoordige tijdsomftandigbeden, de zaaken 
aldaar, zo mm als eldeFs, nog niet haar volle beflag hebben, 
zullen wij *er niets van zeggen. 

Wat de Grootte deezer Stad aangaat; deeze kan eenigerma*- 
te worden afgeleid, uit het getal der huizen en derzelver be» 
wooners. Het getal der eerfte wordgefchat op 3974, c° ^ 
der laatften op 20,000. Onder de voornaamfte Gebouwen 
binnen Der Qoude behoorde weleer het aanzienlijk Slot, 'c 
welks in het Jaar 1577 geflegt is. Thans zijn dezelve her 
Raadhuis; de Vleeschhal; Korenbeurs? Waag; Boterbuis; 
Lombard; de Doele ; Grocte of Sr. Janskerk y door gantsch 
Europa vermaard, wegens derzelver kondig gefchilderde gbr 
zen ; Kleine of Gauhuiskerk ; Gasthuizen ; Oude-Manhuis ; 
Weeshuis; Aalmoesfeniers en Leproaenhuis; Pesthuis; Tugt- 
en Proveniershuis ; Lotijnfcke School en Boekerij* 

Onder de vermaarde mannen r welke deeze Stad heeft voorv 
gebragt, muntten onder anderen uit: koehbus en willem 

HERMANS VAN DER GOUDE ; PJETEft EOEHEUSZOOW JKJEKEJ* 

bebo; hieeowymüs van beverhihce;. xoeneijs en PEE DEI E 
nou tm Air, en meer anderen. 

Deeze Stad, zo wel als anderen, is voorzien van aanzie» , 
lfjke Voorregten: als de Tolvrijheid, door Holland T Zeeland, . 
Gelderland en Zutphen. Ook is, niet aan de Regeerders* 
• maar aaa de Ingezeetenen , door Vrouw jacoba, in het Jaax 
1428 verleend, en bevestigd door filips, in het Jaar 1505, 
het voorregt, om door huune Regeerders, als Landpoorteri % 

te 



COUÖA, Regeer/hg. '* $tf 



ft mogen doen aniweenien , de Opgeeeetenen van de Dorpen 
ftfor dregt , Mevwkerke Kapellen, Zevenhuizen, Waddinx-' 
f een, Boskoop, Middelburg , S 'Ju ipwij k, . Reewij k , Zwam- 
merdam\ Bodegravt, Haoitregt, Stolkwtjk> Bergen en 
Bergamtagt, uitgezeid die van Oudkoop, welken te S/uipwijk 
eer Kerke koomen; alle welken gelijken vrijdom met de andere 
Poorters genieten. Ook moet de Vierfchaar van Bloem endaal 
binnen Gouda gefpannen worden. 

Gouda is heden de zesde onder de ftemhebbende Steden van 
Holland, terwijl dezelve voorheen de vijfde was* 

De Regeering aldaar beftaat uit een Kollegie van Raaden, ea 
ten Kollegie van den Geregte, beftaande uit een Baljuw en 
Schout, vier Burgemeesteren en zeven Schepens, behalven de 
andere Amptenaars. 

De Ra^ideu waren 'er oudtijds veertig, dienden voor hun lee ven, 
en verkooren,bij het overlijden van eenderzelven,eenen hunnef 
w deszelfs plaats» Ook benoemden ze Jaarlijks een dubbel ge- 
tal, waar uit, door den Graaf* of deszelfs Stedehouder, Bur- 
gemeesteren en Schepenen gekozen wierden* Hertog kakel 
va» BOUiGONDiRN ontnam den Raaden dit yoorregt. Zij wer- 
den, in het Jaar 1476, daar bij her (leid, door Vrouw maria. 
Toen naderhand deeze brief, door eenigen , die na de Regeering 
fbnden, gefcheurd was, werd dezelve hernieuwd, in *t Jaar 
1494, en bekragtigd door Hertog filips. In het Jaar 1650 
verzogten Burgemeesteren en Raaden, bij Hun Ed. Groot 
Mog. O&roi, om het getal van 40 te verminderen tot op 28 
Raaden , waar uit het nog tegenwoordig beftaat. Ook verkree» 
gen zij toen het Octroi, om voortaan hunne eigen Wethouders 
te mogen kiezen, bij openbaare Hemmen, op een enkel getal. 
Hier van maakten ze gebruik, tot in het Jaar 1672, wanneer de 
verkiezing van Burgemeesteren en Schepenen aan den Stadhou* 
der werd opgedraagen , zo als van nieuws gefchiedde in het Jaar 

De Baljuw en de Schout van Gcuda worden .aangefteld door 
Hun Ed. Groot Mog. De nieuw verkooren Burgemeesters* doen 
den eed van zuivering in banden van den afgaanden Oud-Burge- 
meester, en den eed vap aanftelling in handen van den Baljuw. 

Mm a Sche- 



546 OOUDA, Regeering en Kerkelijk Bejlier 



lier \ 

ondenvan M 
handen van 4 



Schepenen. leggen den eed van zuivering af in handen van 
Prefident Burgemeester, en dien vanaanftelling in handen vu 
Baljuw* 

Zedert het Jaar itf6 9 is het getal van Burgexüeesteren aidfl 
tan twee tot vier vermeerderd. Eer iemand die waardrgbi 
aldaar kan bekleeden, moet hij ten miniten 40 Jaaren oud z| 
Het getal der Schepenen is zeven, en de dag der JaarHjkH 
verandering der Magiftratuure , de 1 Januari]. Aan de Kol 
gien van Regeering zijn toegevoegd één Penfionaris^en drie S 
cretarisfen , en verdere Thefauriers en mindere Am] 
naaren. 

't Regtsgebied van Gouda was voortijds bepaald binnen 
rouuren der Stad, doch, volgens Privilegie van flojts dih V| 
in het Jaar 1272, tot 350 Gaarden daar buiten bepaald. In 
Jaar 1484 werd het, door maximiluan en filips, uirgebri 
tot op een vierde deel van een mijl rondsom de Stad, Gouda 
zit mede veele Heerlijke goederen , zo binnen als buiten 
Scad: als de Heerlijkheid van de Landen van Steen; een 
Lands, genaamd Kalverbrotk; de Heerlijkheid van fW/ 
Korte Haarlem; Willem \ Gouderak ; Kapelle en Nieuw ker 
op den ljsfel. .Onder het Baljuwfchap van Gouda behoi 
ook de Ambagtsheerlijkheden van Gouderak , Bloemend**! 
Broekhuizen , Broek , Tuil en '/ lPegf'e. 

Gouda is de eerde ftcmrcende Scad, in de Klasfis vanG 
en Schoonhoven. Aldaar zijn vijf Predikanten, doch hebben 
lamen niet meer dan vier Predikbeurten ieder Zondag. Het %\ 
der Remonftranten is aldaar grooter, dan in eene der ffo 
fche Steden ; zij worden aldaar door twee Predikanten bcdientc 
'Er zijn vijf Roomfche Staatjen. De beroeping der Predikante* 
gefebied door den Kerkenraad, na verkreegen handopening, van 
deu Wel Ed. Groot Achtb. Magiftraat, nit een Nominatie vaaj 
zes en drie, door de Magiftraat geap^robeerd, welke ook dé 
beroepuig, door haare goedkeuring, haar volle beflag doet gejj 
nieten. *t Wapen deezer Stad is een zilveren Baar, hebbende 
ter wederzijde drie gou Jen Sterren op een gouden Veld, om* 
rïngd door een Doornkrans, waar opdeeze fpreuk; Per üspe- 
»a i door zwarigheden ten Hemel In de oude Zegels der 

Stad 



GOUDA, (WALTËRUS) enz. 547 

Stad (tonden maar twee Sterren; doch, in 't Jaar 1616, werden 
'er zes in geplaatst. 

Zie jüniüs, Batavia; walvis, Befchrij4ing 
van Go*da\ van lEEUWEtt, Bat. van 
loon, Aloude Hifi ; hooft , Neder l. 
Hiftorie'j BRANDT, Reform. VL Boek\ 
valkenier, Verward Europa % bL 690. 
Staat der Nederlanden-, NederL Jaar- 
boeken \ bachieNe, Kerkl. Geographis. 

Gouda, (walterus en jacobüs ntc^ilai di£ beide 
•mannen van naam en geleerdheid* De. eerfte overleed in 't Jaar 
J475- 

Goud* , (wilheimub a.) ««* vermaard Minnebroeder, 
fchreef, in f t Jaar 1504, uidegging van de geheimen der 
Misfk 

Gouda, (franciscüs) een Inboorling van die Stad, leefde, 
in het Jaar 1520, in 't Klooster Zion % buiten Delft. 

Goüdanus, (henricus), een geleerd Goudenaar ■, die leef- 
de in het Jaar 1435. Hij begaf zig onder het getal der Klooster- 
lingen, die men de Eremiten tan St. Augufiinus noemde; 
fleet zijnen tijd in Godgeleerde boeken, waar door hij zig bo- 
ven de zijnen verhefte. Hoogleermeester te Heidelberg gewor- 
den zijnde, overtrof hij allen in f t fchrijven van boeken, die 
door and. valeriüs zijn opgenoemd. Den tijd van zijn over* 
lijden vind men niet aangetekend* 

G*)udanus, (jacobüs) Predikheer te Keulen, was tefièns 
een vermaard Zededigter. Valbriüs hield deezen voor een Gen* 
tenaar ; doch van dien misflag heeft hem boxmorn overtuigd, 

Akd. valeriüs; walvis, Befchrijving vanGouda. 
Min 3 Gou- 



?54« GOUDERAK , GOUDHOEVEN, (WOUTER vab) i 

Goudsbak of oouweeak, een vermaaklijk Dop, 
JJs/el, een uur beneden Gouda f niet onderhoorig aan den\ 
fchaar van Zuidholland, maar aan de Stad Gouda , aam 
ook de Ambagtsheerlijkbeid deeier pJtatze behoort. 

Baceubm, A. 517. 



- Goudhoeven, (wouter van) zoon van adbiü9, 
Dijkgraaf vtn.Duppeldam , en geboortig van Dordregt\ 
zeer naarftig onderzoeker der Keder land fche Oudheden, 
bijzonder in de Stamlijsten der oude Holland fche Edelen: 1 
kens; zijne Vermeerderde Hollandfche Kronijk, welke herdft 
is in het Jaar 1636. Hij heeft ook gefcbreeven een Krom) 
van Dor dregt \ dat, egter, niet gedrukt is. Hij overleed ia 
Jaar 1635. 

Goudbiaaw, onderfcheiden in Oud- en NiewvÓouirian 
in de Zuidholland fche Waard, behoort, als eene vrije Hei 
lijkheid , aan de Vrouwe van Langer ak. Weleer was 't 
eigendom van 't Geflagt van trip, 

OU. 



. Goudsche sluis, legt in de Heerlijkheid van Alphtn 
Rietveld, over de Watervliet, de Gouwe genaamd. Meflfflea 
dat door Graaf FLoaig den V, reeds in het Jaar 1284, devrijhd 
gefchonken is, om de deur liggende in de Goudfcbe OM 
den Rhijn , te mogen uitdoen en afneemen 9 mids het Undtt 
wederzijde van de Gouwe te bewaaren met een fPa/erkeeri 
Zomer dijk. Uit een voorregt yan Hertog wftLEM va* biiJ 
ren, in het Jaar 1356, aan die van 4lphen % Hatarsw$rft { 
Boskoop en tVaddinxyeen gegeeyen, blijkt, dat dit regt <fie| 
om in den IJtfel eene vrije uitwatering te hébben ; wordenl 
dw bij bepaald de (trekking van elke kaade, welk ieder AaW 
te bekostigen had. Jan van blois, Heer van Sckoenhsvn* 
Ter Goude, verzette zig h;er tegen met dadelijkheid, cd lic 
den watergang, als ten decle door zijn Land en Heerlijk 

loo 



GOUDSCHE SLUIS. 54$ 



ïoopende, dammen en toeflaan. Naderhand te vrede gefield 
zijnde, gaf tij 'er, bij opene brieven , van den Jaare 1358, zij- 
se bewilliging en toedemming aan. Hertog albrbot van bei* 
jeBEfv heeft deeze voorregten, indejaaren 1360 en 1400, na- 
der bevestigd Men vind ook, dat aan de Heeren Raaden van 
Alphen , Hazartwoude en Boskoop , die een onregte Schouwe 
in fVaddinxveen gedaan hadden, door gemelden Landsheer, in 
't Jaar 1401 , een gedeelte der boete is kwijt gefcholdën. 

Ook bHjkt, uit een vergelijk en uitfpraak", in *t Jaar 1446, 
, dat 'er geen Sluis met een ophaalbrug, *zo als tegenwoordig, 
maar alleen een fchotdeor heeft geieegcn. In het Jaar 1561 is 
de Goudfche Sluis van (leen gemaakt, zo als zij nog is. In de 
gemelde zestiende Eeuw , is Westwaards van de Oude Goudfche 
Sluis, een tweede grooter Sluis, Verlaat en Kolk gelegd en ge- 
naakt, ten diende van 't gemeene Land van Hollanden IVcm- 
pittlandi ter bevordering van de Scheepvaart. Nog heden ten 
dage zijn aldaar twee Sluizen, waar van de grootfle, bij Meeren 
Gecommitteerde Raaden van Holland en ïPestf rietland , word 
onderhouden, en de kleinfte bij Hoog-Heemraaden van Rhijn- 
land. Deeze Sluizen dienen tegenwoordig, om bij Noorde en 
Noordooste winden en watervloeden te verhoeden , dat bet wa- 
tier, koomende uit de groote Haarlemmer Meer, bij perfing 
der winden en wateren , niet zo hoog op de kaade gedreeven 
worde, dat de nevensgaande Landen zouden overllroomen. 
Maar na de verhooging van 't bedde van den IJsftl, dient dee- 
ze Sluis thans meer , om , bij drooge zomers , water in te laa- 
ecn, tot ververfchaig van de Rhijnlandfche Boeren, dan om 
tet te ontlasten. 
Uit 'sLands Gefetiiedverhaalen blijkt, dat hij, die voorheen 
. meester van dt Goudfche Sluis was, veel voordeel op zijnen vij- 
sod had. Want, in het Jaar 1436, brak Vrouw jacoba het 
beleg voor Haarlem op, pm dat Hertog filips van lour- 
oonjk deeze Sluis dreigde te doppen. In het Jaar 1574 die- 
ven de Spanjaards van daar vijf Engelfche Vaandels, om te 
veiliger voor Leiden te zijn. En in de volgende Eeuw werden 
de Franfehen aldaar door de Staat fcken gefluit. 

Zie Handvesten van Rhijnland f enz. 



Mm 4 GooDi* 



550 GOUDSWAARD, GOULART, (SIMÖN) enz. 

Goudswaard; zie kboohdyk. 

Goulart,. (simoh) zoon van simon goulart, Predikant 
te Geneve. Gou la et, daar wij hier van fpreeken, wasFransek 
Predikant te Amfleldam, in tien tijd, als de verfchïilen met de 
Remonftranten aldaar het hevigst waren; zo als wij , onder de 
Kerklijke Gefchiedenisfen van die Stad , reeds vermeld hebben. 
In zijnen dienst gefchorst zijnde, trok hij, met de gebannen 
Remonftranten , naar Antwerpen , en na het einde van *r Be- 
ftand, naar Frankrijk. Hij overleed in de Frederikftad \ in 't 
liolfteinfche. 

Brandt, Hifi. der Reform, u cucac, 
enz. 



Goutum of oouthem, een der Dorpen In de Grieten// 
Leeuwaar deradeel, hebbende 28 (temmen. 

Bachiekf. 



Gou wk, (de) een Vaart of Rivier, loopende in den RJUjn% 
bij Alphen , en met denzelven voorts tot in de Haarlemmer 
Meer. 

Gou7XR2viUA generaal; zie stadhouder. 

Goverwxl, is een Sluis aan den IJsfel. tnsfchea JOudewatit 
en Gouda , welke, geduurende den inval der Franfcken, inbqt 
Jaar 16/2 en 1673, zeer berugt was, en nu wederom dikmaal» 
word genoemd , om het tegenhouden van de Gemaalin van den 
Stadhonder, willbm den V, in derzelver voorgenomene rriic 
na 's Graven Aage. 

Gozewth db wilde; zie wilde, (gozswtv'dz) 

Graaf, (dirk janszoon ds) was een dier Burgeren der 
Stad Amfleidam, welke te vooren, uit hoofde van het flegt ge- 
drag der Regenten, als ballingen, eenigen tijd, hadden omg* 

zwor- 



GRAAF, (DIRK JANSZOON di) enz. 55* 

zirorven, zo ais wij reeds, op het Art. amsteld.im, hebben 
«ugeweezen. Zeden werd hij, bij den omkeer van zaaken, in 
bit Jaar 1578 , na dat de Regeering ter Stad was uitgeleid % door 
do nieuwe Raaden lot Burgemeester verkooren. Doch ik vin- 
de niet dat hij die waardigheid naderhand bekleed heeft. 

Van nieuws ontmoet men den naam van ja cos dirkjz. db 
graaf, op de lijst der Bur^emeesteren , op het Jaar 1615, die» 
nevens sebastiaan ecberf^zoon, ten aanzien van dcKerklijke 
gefchillen, inftemdemet den beroemden c. p. hooft, en daarom 
met anderen , op den 3 November van het Jaar 1618 , door 
Prins MAüRrrs,aIs Raad en Oud* Burgemeester werd afgezet, 
en, met nog zes andere Heeren, nooit wederom in 't bewind 
kwam. 

Zie waobxa'R, FaderL Hiftorie en Be* 
fchrijv. van Amfierdam* 



Graaf, (koimlts dr) was de zoon van jacob di o*aaf, 
Vrijheer van Zuidpolsbroek . welke, tusfehen de Jaaren 1628 en 
1Ó37, de Burgemeesterlijke waardigheid meermaalen heeft be- 
kleed. Korneli8 de graaf, Vrijheer van ZuidpoUbroek^ 
werd Burgemeester in het Jaar 1643 , en bekleedde die waardige 
lieid negenmaalen, tot in het Jaar 1661. In het Jaar 1650 werd 
Wj, beneveus sïmon van drr does en ntcolaas tulp, Sche- 
penen, en pietir kloek, Raad, door de Regeering afgevaar- 
digd aan wille m den II , die zig aan hun verklaarde , met te 
zeegen, dat hij Krijgsvolk in de Stad wilde laaten koomen, en 
dezelve bezetten. In dat zelve Jaar werd de o ra af, met ver- 
fcheiden andere Heeren , gezonden naar Gelderland en Ovcrijs- 
fcl , om die Gewesten tot eenigheid met Holland over te haa- 
ien. In het Jaar 1655 vertrok hij andermaal naar Overijsfel, 
met den Raad-Penfionaris db witt, om de gefchillen in dat 
Gewest bij te leggen ; 't welk hun gelukte. Dit alles toonde het 
groot vertrouwen, welk de Staaten van Holland in den perfoon 
van den Heere de craaf Heiden. 

Ibidem. 



Mm 5 Graaf, 



55» GRAAF, (PIETER deV GRAAF. (ANDRJES de) 

' Graaf, (pietbr di) was een der Raaden, die, den 15 
September van het Jaar 1672, van hunnen post ontzet wer- 
den. Diergelijk lot trof ook, 

Graaf, (awdrips db) welke, in het Jaar 1657, tot * 
Burgemeesterlijke waardigheid verheeven was. Deeze is de 
kiatftè, dien men op de Regeeringslijst der Stad gemeld vind. 
In het berugte Jaar 1672 , niettegenftaandc de Vroedfcfaap, 
als mannen van eer, verklaard had, gezind te zijn, de Stad 
tot het uiterfte te verdedigen, en zelfs den uitvoer van graa- 
nen verboden had , morde de Gemeente onophoudelijk. 
De Heer aw dries de graaf, Oud -Burgemeester, werd zelfs 
naar den Haag afgevaardigd, om, uit naam der Stad, inde 
verheffing van wi» lbm osn III te bewilligen. Aan den post- 
wagen gekoomen zijnde, werd hij, door 't graauw, aangeval- 
len, hem de paruik van het hoofd gehaald, en hij gedreigd, 
hem te zullen doorfchieten. Intusfchen fcholden hem anderen 
voor verraader, en riepen dat hij geld en brieven bij zig had, 
om de Stad aan den vijand te leeveren. De Schutters, die 
de wagt boven het Heeren- Logement hadden, op dit geragc 
coefchietende, deeden den postwagen ftilftaan; waarop de Bur- 
gemeester het dreigende gevaar in 't Logement ontkwam. Bij 
het fluiten van de deur werd naar hem met een degen geftoo- 
ken: waar door een jongman , olfert hemen genaamd, aan 
de hand gek west werd. De Bftrger- Kapitein, pirter verlo, 
zijne Kompagnie onder de wapenen gebragt hebbende, trok 
naar het Heeren -Logement, deed het graauw verftuiven, ea 
geleidde den Burgemeester naar 't Stadhuis ;. waar na hij eer* 
lang, tusfchen de Burgemeesteren corveus dr vlamikg var 
oudsaoon en h swdr ie hooft, «en de KoloneUen crelvirk 
en roeters, gevolgd van eöne groote meemgte weldenkende 
Ingezeetenen, naar de Haarlemmerpoort geleid werd. Hier 
deed men eene verklaaring aan de Burgerij , dat de Heer d* 
graaf, om Stads zaaken, ten beste van de Ingezeetenen, 
naar den Haag vertrok. Toen liet men hem ongemoeid zij- 
nen weg .vervolgen naar den Haag, alwaar hij, ter Staatsver- 
gadering, ernftig aandrong op de verheffing van wil lbm dim 
XII, tot Stadhouder; onder andere voor reden geevende, dat 

alla 



«GRAAF. (PIETE R in JACOB vaw m> 55$ 

rik uirftel bet volk ten uiterfte zou verbitteren. Men weet 
dat kort hier op volgde , de aanfteBing tot Kapitein Generaal 
van de Unie, 

Md. 

Graaf, (pietzr ïn J4foi van s^) zoonet) van dtf 
jUaiJsheer .van q» g**** , die, beneyen; apolf bcubiacj 
en kprnklis Djt bruyn , overleg gemaakt hadden , om dei 
Raadpenfionaris o* witt te vermoorden , $n daar toe geto- 
JHhtid meenden gevonden te hebben , in den nagt van den 
tenent^intigften Juiiy van het Jaar 1672.. Pe*Raadpenflonte 
ï«> die , 'tot omtrent middemagt , in de. Vergaderplaats der 
Stapten van Heiland had gefchreewn, keerde thans, naar hui*, 
verzeld van «ijnen knegt, die een brandenden flambouw drt*& 
W\ te zogenaamde Groen* Zootje gekoomen zijnde, werd de 
Heer de witt aangevallen van de gemelde perfoonen , die 
het ligt hebbende uitgeflaagen, hem een houw in den hals ga* 
yen, vervolgen» op den grond fmeeten, en daar na nog eeno 
yonde, tusfehen de fchqnders , en eepe andere rosfehen de 
ribben, toèbragten. Ook was , door den val^ zijq hoofd ge, 
kneusd. De moorders, meepende hun doel bereikt te hebben % 
namen <je vlugt. 't Leeif, egter, niet lang, dat de booswfig- 
fen ontdekt werden, Jjcqr van m* graaf ^verd alleen ge- 
vat, en terftond voor het Hof te regt gefteld. „ Hij beieed . 
,, buiten pijn en banden , dat *ij, met hun vieren , aan h* 
„ huis van den Raadsheer , die n$ar Delft was , gegeei^ 
„ hebbende, uitgaande, en ziedde dat *fr nog ligt in de ver? 
» gadering van Holland was, daar uit afleidden, dat de Raad- 
», penüonv^ dm nog tegenwoordig zou zijn» dien zij uit- 
„ maakten (zo als reeds meer gedaan was) voor een fchelm, 
» voor een landverrader, en daar op beflootcn, hem van kant 
si te maaken. Dat db 9Ruuv hem het eerst had aangetast, en 
» <fc Wj gevangene hem met een mes tusfehen de fchouderea 
»• gsfteeken had; voons geen reden wetende waarom hij cfy 
11 tak had helpen Ttftyoeren 9 dan dat Wf van God vertaatea 



was,* 



554 GRAAF, (PIETEtt en JACÖB van der) ebt* 

* i^— — — — — — — — i — **m 

* was.** De jonge van der graaf werd , op fterk aanhon- 
den der Staaten van Holland > fpoedig door *c Hof gevonnisd, 
*t welke hem verklaarde, begaan te hebben misdaad, vangekwas» 
He Hoogheid, en veroordeelde, om onthalsd te worden, met 
verbeuring vfn zijne goederen. Het vonnis werd aan hem teil 
uitvoer gebragt, op den 29 van gemelde maand. Hij flierfals 
een waar Christen, indien men mag geloof Haan aan het gedrukt 
Verhaal, kort daar na, onder dén djtel Van Jacobs fV&rftelinr^ 
in het ligt gegeeven. De vrienden van Oranje befchouwden deii 
jongen van der graat als een Martelaar van Staaté 
Alle weidenkenden hadden wel gewenscht, dat de Raadpenfio- 
fiaris de edelmoedigheid bezeetenhad, om pardon voor hem te 
bewerken. Doch de Heer de wrrr, welke moeite daar toe ock 
werd aangewend, was daar toe niet te be weegen.. Ondanks alle 
nafpooring, heeft men de overige medepligtigen nooit kunnen 
ontdekken» 

Hiüandfchc Mercurtus van 1673, faL 88- 



Graa?, fwiLLEü de) vaö Gêuj, was een der wakkere bel- 
den, door wier beleid en moed, in het Jaar 1572, den Briei 
Werd ingenomen. 

Graaf, (reinier de) een vermaard Geneesheer ie Deift 9 
gaf, in 't Jaar 1664, eerie verhandeling in het ligt, over dé 
ftoffe en het gebruik, van 't Succus pancreattcus. Ook heeft 
hij gefchreeven over de Teeldeelen der mannen eö vrouwen » 
en getragt aan te toonen , dat alle dieren , zonder de menfchen 
Rit te zonderen, voortkomen uit eijereü. 

Hoogstraten. 



Graaven erf GRAAfLijKHEïD. Üe Graaveft fcareti , oudtijdf, 
20 ved als Landvoogden der Franfike Vorften, en bekleedde* 
bijzondere Ampten, als die van Regier» Dijkgraaf, Woud- 
graaf, 



GRAAVEN. 555 



graaf, Vrijgraaven , Markgraaven , Burggraaven , Heirgraaveu 
en Watergraaven , en onder meer foortgelijke benaamingen. Zij 
bekleedden het Ampt van Regter , over zeker DHtrift of Land- 
fchap, hun door den Vorst opgedraagen. In tijd van vrede wa- 
ren zij gehouden , regt en geregtigheid te oeffencn , zo wel in 't 
Geestelijke als in 't Waereldlijke. De kwaaddoenders moesten, 
dionsvolgens , naar de Wetten van het Diftrtö, waar over zij 
waren aangefteld, door hun geftraft worden. Van hier dat alle 
nieuwe Wetten en Ordonnantien , door den Vorst gemaakt > aan 
hun gezonden werden, om in huu Graalfcbap ope;:li k te wor- 
den afgekondigd* Daarenboven waren zij gehouden, in tij J van 
oorlog, in hun onderhoorig Diftrift, een bepaald getal manfehap 
op de been te houden, om den Vorst daarmede ten dienst te 
zijn; over welke manfehappen zij ais Krijgso verf ten het bevel 
voerden. Over een zeker getal dier Graaven werd doorgaanj 
een Hertog aangefteld. Ook gebeurde het fomiijds, dar één 
Graaf met twee of drie Graaffchappen werd begunftigd ; onder 
de jonge Frankifcht Vorften vind men hier van veri'cheiden 
voorbeelden. Wanneer, daarentegen, een Landfchap te groot 
was, om van wegen de meenigte van Inwoonderen , door één 
Graaf behoorlijk te kunnen beftuurd worden , werd het wel eens 
in verfcheiden Landfchappen verdeeld. Sommigen zijn ftouc 
genoeg geweest van te willen bepaaien, dat één Hettog twaalf 
Graaven onder zig moest hebben. Doch dit was geene vaste 
wet. Want, gelijk zo even gezegt is, en in 't vervolg nog na- 
der zal blijken, de eigenlijke Graaven hadden geenen Hertog 
boven zig. Ook vind men dat fommige Hertogen niet meer 
dan vijf of zes Graaven onder zig hadden. Alle deeze Graaven 
bezaten, in den aanvang, hunne Graaffchappen niet in eigen- 
dom, maar in den naam van hunne Oppervorften, en enkel als 
Leenmannen van den Keizer of Koning. Zij en hunne Bijzitters 
in 't Geregt, genooten, gemeenlijk, een derde deel van alle geld- 
toeten en verbeurd verklaarde goederen. Somtijds hadden zij 
hunne erfgoederen, of wierden, indien zij hunne posten vlijYg 
waarnamen, of indien zij hunne vrienden ten Hove hadden, of 
om hunne aanzienlijke Hu welijksverbintenisfen, door den Vorst 
net eenige erfgoederen in eigendom begiftigd, het zij binnen 
of buiten hun Graaffcbap. Deeze Graaffchappen, welke zij als 

Leen- 



55* GRAAVEN. 



Leengoederen bezaten en béftierdett, waren, in den beginne; 
niet erflijk, maar voor een zekeren tijd, of ten hoogftcn voor 
hun leven, aan hun opgedraagen. Niet altoos giil* dos dit 
waardigheid op hunne kinderen oven Zonder aan een bepaal- 
den tijd gebonden te Zijn, gaf hun de Vorst een opvolger 
naar zijn welgevallen* Hunne Zoonen droegen den naam 
van Jonkers. Hoewel deeze waardigheid niet erflijk was * 
werden , nogthans , de Zoohen , bij 's vaders overlijden , 
Indien zij bekwaam geoordeeld werden , om deeze waardigheid 
te bekleeden, anderen voorgetrokken. Wijders , zo als wij 
reeds hebben aangemerkt, waren 'er verfeheiden foorten vao 
Graaven. Door verloop van rijd , toen de Vorften hunne 
Vorftendommen of Staaten erflijk gemaakt hadden, volgden de 
Rijksgraaven dit voorbeeld, en ontvingen dezelve als onfterffe- 
lijke Leenen. Anderen maakten zig, door magt of geweld, 
van de Regeering tert eenemaale meester. En dit was de re- 
den, dat fommige Graaflchappen , in 't Roomfche Rijk, reeds 
ten tijde van constantyn din groot, n, crfli.k waren; wel- 
ke Vorst de wet Lex Flavia de harcêit. uitgaf, waar lu be- 
paald word, dac de Steden, Landerijen en Dorpen , welke 
den Graaven, als mede den Hertogen, Krijgsoverften en uit- 
gediende foldaaten, tot hun onderhoud, waren toegeweezen, 
op hunne kinderen en erfgenaamen zouden overgaan. Wal 
Frankrijk aangaat; fommigen zijn van gevoelen, dat de ge* 
melde waardigheden, van Hertog, Graaf, enz. in dat Rijk, 
van de ouders op de kinderen hebben begonnen over te gaan, 
onder karel dcn eenvoud* gen; en dat de gfoote Heeren, 
die in 't bezit van de gemelde bedieningen waren, en weinig 
ontzag voor karel hadden, of hem overal werk verfchaften, 
zig in het bezit vestigden, en het aan hunne kinderen nalieten, 
zonder dat de Koning met dezelve anderen durfde begiftigen. 
Dien 't lust, kan hier over nazien doüza, in het V, Boek 
Zijner Jaarboeken* Anderen daarentegen gelooven, dat de 
waardigheid van Graaf, nevens andere Arapten, hfcr boven 
gemeld, erflijk zijn geworden onder huoo rapst v die dubbe- 
le reden had, om de Grootën aan zig te verbinden. 

Wij gaan over, om de opkomst en magt der Hollandjcht 
Greaven na te fpooren. De oude*Kefklijke Schrijvers, wtt 4# 



GRAAVEN. SST 



hbda en anderen , die buil gevolgd zijn , weeten veel van dfe 
oude Graaven te venellen. Doch alles is zeer twijftclagtig en 
onzeker, zo als wij reeds, op de Artikelen van dirk dr I en 
dirk de II, hebben aangetoond. Even onzeker is ook de aan- 
wijzing van hunne magt, en van de voorwaarden, op welke 
duk dbI zijn GraarTchap ontvangen heeft. Doch alzo , vóór hun , 
aan de zogenaamde Koningen der Batavieren , niet zo zeer ee- 
ne onaf hanklijke magt , als 't gezag om de beveelen vnn hooger 
hand uit te voeren, gegeeven was, en zelfs uitlandfche Schrij- 
vers hebben aangetekend, dat de heerfchappij der Vorftefl, in 
deeze Landen, door wetten bepaald, en door de befluiten der 
Staaren gematigd werd, kan men daar uit zekere gisting maa- 
ken, dat de Regeering der Republiek van Holland ', in die ttf- 
den, als tusfehen beide is geweest, en de zelfde, welke zij 
van hunne voorouderen ontvangen, en vervolgens aan hunne 
nakomelingen nagelaaten hebben. Dit Is waarfchijnlijk , inzon- 
derheid om dat het bezwaarlijk valt te gelooven , dat zo wel de 
magügfte Steden , als de Edelen , aanzienlijk door hunne midde- 
len , uit hunne gewoone gelijkheid , fpoedig tot eene ongewoone 
ongelijkheid zouden hebben willen vervallen. Van de andere zijde 
is 't kennelijk , dat de grootheid der volgende Graaven , door 
de aaneenkoppeling van Vorftendommen , voornamelijk onder 
het beftier der Huizen van Bourgondie en Oostenrijk, zeer 
toegenoomen zijnde, de' vrijheid op den oever van haaren on- 
dergang gebragt was ; zo als op de Artikelen van ieder dier Graa- 
ven blijken zal, en reeds op eenige is aangetoond. 

De voorwaarden van de heerfchappij der Graaven waren dee- 
ze: i. Geene Graavin neeme een man ten huwelijk, anders dan 
op goedvinden der Staaren. 2. Geene Ampten van Raaden, 
Rentmeesters, Schouten, Baljuwen, zullen anders dan aan in- 
boorlingen gegeeven, worden. 3. Den Staaren ftaa het vrij, 
Staatsgewijze te vergaderen, zo vaak en daar het hen gelieven 
i. zal, zonder daar toe alvoorens aan de Graaven verlof te vraa- 
; gen. 4. Geen .nieuwe tollen of belastingen mogen geheeven 
I worden , dan met goedvinden van de Staaten. 5. Geen oorlog 
aan te vangen, tot befcherming van buitenlandfche goederen, 
of om verbintenisfe met andere Vorften gemaakt, dan met goed" 
dunken der Staaten. 6. Dat die Vorften ui hunne brieven de 

Duit- 



<553 GR A AVER. 



Duitfche Taal gebruiken. 7. De Vorftelijke munt nist te ver* 
hoogen of te verminderen, dan met bewilliging der Saa&s. 
8* Geen gedeelte van het Graaflchap te verminderen of vt 
vervreemden* 9. De Staaten noch Ingezeetenen buiten het 
Graaffchap te regt ter dagvaart te mogen roepen. 10. Dat de 
Graaf verpligt zal zijn, alle beden in perfoon te doen, en 
niet door zijnen Stadhouder, en geene fchacdng vor<fcren, 
dan die, waar in vrijwillig geconfenteerd is. 11. Het Rcgt 
en de Juftitie, door den gewoonen of ordinairen Regfcf , te 
doeu bedienen. 12. De oude Gewoouten, Wetten en Coftumen 
onverbreeklijk in waarde te laaten blijven; en indien de Vorst 
daar tegen eenig bc (luit nceme, dat niemand der Ingeüeeteaca 
verpligt zal zijn, daar aan te gehoorzaamen. 

Deezc regtcn en voorregten des volks zijn wel een dd 
lang onderhouden; doch naderhand, op dat de aart der Vor- 
ften, door kwaade konftenarijen der hooffche vleiers, niet tot 
de hoope eener onwettige heerfchappij zou verleid worden, 
eerst fluks wij ze befchreevcn, en door de Vorften onden&ercfc 
en ten laatften, op de klagtcn der Staaten, dat vecle grond- 
wetten van de oude Republiek , door onbruik , werden om 
verre geflooten, zo van anderen, als voornamelijk van Vrou- 
we maria van bjukgoxdien, bij een vergaderd , en ter eeu- 
wige gedagtenisfe bezegeld. Alhoewel die van H*!and> ia 
navolging eens Vorftendoms, de orde van de Geflagten v Jij- 
den , hebben zij niettemin , om te toonen dat de heerfchappij 
niet voortkwam uit des vaders erffenisfe , maar uit eene alge- 
meenetoeftemming des volks, dat is, door deszelfs Souve- 
raine vertegenwoordigers , niemand voor hunnen Vorst erkend, 
ten ware zig dezelve alvoorens, onder ecde, aan de Stparen 
had verbonden, 'sLands Wetten, Gewoonten, enz, te zulle» 
onderhouden. Na dat de Vorst dit had bezworen, werd ver- 
volgens aan hem de eed van getrouwheid gedaan. 

Wij laaten hier volgen, eene Lijst der Graaven van HolUtd, 
zo als zij, uit bijzondere Huizen, elkander zijn opgevolgd. 



UU 



GRAAVEN.' 5S9 

Vit den Huize van Holland. 

*• Dihk de I. ftierf 901. of 903. regeert 40 Jaaren. 

2. Dirk db IL . 9*7*:- P88. . 85 

3. Arhoot*. . 993*' • • 5 

4. Dirk de III. . 1039. • . 4°" 

5. Dirk de IV. . 1048» » • 9 

6. Floris de I. . 1061. - 1062. . 13 

7. GjEaTj1.VAKSAXcw.afgef.1064. • . 2 

8. Robbert de vues. 1071. . . 7 

9. GüVRRT MET DE B0LT. IO75. . 5 

10. Dirk de V. ftierf 1091. - 1092. 17 

11. Floris dr IL 1123. - 1124. 3 1 
ia. DrRK db VI. 1157. - 1163. . 40 

13. Floris dr III. 1190. . • 27 

14. Dirk de VIL 1203* • 1204. 13 

15. Ada» • . 1204I . 1 . 

16. Willem de I. 1223. • 19 

17. Floris dr IV. 1234. - I2 35» 12 • 

18. Will. dr IL R. Koning. 1255. - 1250*. 20 

19. Floris de V- vermoord. 1296. . . 41 . 

20. Jan de L . 1300. « . 4 

Uit den Huize van Henegouwen. 

si. Jan de IL 1305. . * 5 • 

ai. Willem dr III. 1337. • - • 3* 

S3« Willem dr IV. 1346.. . . 9 • 

24. Marcrrta. Keizerin. 1351. • • 5 

Vit den Huize van Beijeren. „ 

25. WiLt.DRV.wordkrankz.137t. . »*> . 

26. Albset. • 1404. • 33 
27» WautM de VI. 1417. # 15 . 

28. Jaü DB III. 1424. • 7 

19. Jacoba. doet aflland. 1433» • " 5 9 • 



-XVKLderl. Nb üit 



1 



406 GRAAVE. (de Stad) 

Uitten thhte vb* Èeurgondien. 
3*4 Filipi oteofedEl.fiferF 14©% > regeert 34 JsaMi 

31. KARtLDBSTOÜTRi 1477» « » IO . 

32. MARtA. , I4? 2é . 5 

Vit den Huize ran Ooatenrijfe 

33. MAxnaiudoetaflbuid. 1494» » 12 . 

34. FiursDBlLgeftorven. 150$. # is 
35* KARSLDBlI.doecaflland.1555. . 40 . 
36. FiupsD«JII.afgeïworeBi$8i* « . *6* 

Met de afzweering van pilip! f» liet Graaflcbap vernietigd, zH 
als op het Artikel daar van omfflttdig is aangetoond» 

Graavi, graaf, of dr cRAAr, legt aan den linker oever 
der Maè*e 9 ruim twee uuren gaatas ten Zuidwesten van Nifmet- 
gen, tn zes uuren ten Noordoosten van '* Hertogtnbosth. De 
Stad is Hein binnen faaare WUten, en kaïr ia een vterdefidec! 
uurs TOrid gegaan worden; doch zij is van verfdieideüè goede' 
Vetüngwerken voorzien, en daarenboven zeer ftert, mt feoofle 
van haare gelegenheid. 

De Maas ftmottt langs dé Staï aan dè Noordzijde, en w£* 
derzelver wijde en diepe graften. Aan den anderen kant, 
heeft' mtn vêele farfge Landen , die door het Riviertje dé 
Raam, dat uit de Peel komt., etr fomtijds over zijne boeriat 
vloeif , vogtig én diep gemaakt wórden, la de wintennaandéB f 
frroomt de Maas over de Landerijen, die ónder de Stad geft 
gen zijn, en zet dezelven zo diep onder water, dat zij met 
kleine fchuities bevaaren konnen worden. De Stad is, op zo 
tijden, ;volftrekt ongenaakbaar voer éea vijand* Dfe Vtadng» 
werken fceftaaa uit vijf goede Bolwerken, die door vier Half* 
inaanen Wftreeken worden» De oude muur der <Sfiad Jt* «f 
fommige plaatzen, nog overgebleven, en van f f r f dwidenB ro* 
de toorts voorzien. # Aan den atjdereft jvlft «br Af****» teg* 
over de Stad, heeft men eene Schans, zijnde een Kroonwerk, 
opgeworpen, door welke de Vaart lang* de Rivier befcbeöRd 
r : .• *«* 



CRAAVJÈ. (de Sta/) S fi t 



Word. De Vestingwerken van Graave zijn leer regelmatig, 
en worden we! onderhouden. 

In den aanvang van den Spaanfcken oorlog, maakte alva zig 
meester van Graave > voorgeevende dat deszelfs Baron» wil- 
le» de 1 , Prins van Oranje, tegen zijnen wetdgen Vorst waa 
opgedaan. De Stad werd, egter, op den a; April des Jaara 
1568, docfr zekeren sanosr tors, den Spaanfcken, bij ver* 
rasfmg, ontweidigd, en in den naam des Prinfen van Oranje 
overmeesterd» De tijding hier van kwam zo dra niet te Brusfet^ 
of men zond eenlg volk naar Graave, om die Stad wederom tê 
bemagtfgen. Turk, de aankomst van deezen hoop verneemen- 
de, verliet de Stad, daar toen eene goede bezetting, onderden 
Spaanfcken Overfte braccamohte, In gelegd werd* De I* 
gezeetenen leden veel van de wreedheid deezes Overften, tot 
dat zij, in 't Jaar 1577, beflooten, zig van zijne dwingelandij 
te ontflaan. De Regeering lokte hem ten dien einde op het klein 
Kafteei aan de Maazc, alwaar zij, in ftilce, eenige gewapende 
Burgera had doen komen ; en zo dra had meü *er hem niet bin- 
nen, of de brug werd opgehaald, en hij gevangen genoomen. 
Na eenige dagen , voerde men hem , te fcheep, naar Maajlrigu 
De Prins van Oranje kreeg tijding van deezen wel gelakten aan- 
flag , en zond de Stad eenig Krijgsvolk toe, met welks hulp 
men de Spaan feke bezetting verdreef. De Stad bleef inde magc 
der Staat feken, tot in 't Jaar 1586, wanneer zij door paeua 
werd ingenomen. Maurits, Prins van Oranje , kwam 'er, in 
't Jaar 1602, voor, en maakte 'er zig, hTtgeaigt vm't Spaan fcht 
Leger, na twee maanden, meester v*n» De Spaanfcken , en 
» 't bijzonder crobbbndone, ftelden zedert verfcheidene poo» 
fcfagen in *t werk, om Graave wederom magtig te worden. 
Doch vergeefsch. De Statten bteeven meester van de Stad, 
tot in t Jaar i«jfc. Wij hebben te vooren gefprokén van den 
■wflag* den de Pranfcken op V Hertegen fosck voor hadden» 
Die Siad was (legt van volk voof tien , en in Graave lag eent 
bezetting van rofrn vierentwintig honderd man , onder den Heere 
♦au WALsmote* De Staaten, bedugt voor 's Rertogcnbosck, 
waar aan ved meer dan aan Graave gefcegenwas, gaven wa- 
'-Htboro bevel, om Graave te veriaaten, ea'sHertègenBoteh 
* bezetten* Wauhbvbo ftmmeMe, tn wHde bet befluk vatt 
" * Nn 2 den 



56a m GRAAVE. (& Stad) 

» ■ f ? ■ ' . ■ ■ 

den Prins van Of aft je eerst afwagten; doch , door vernieuwde 
boden en fcherpe bedreigingen verfchrikt, trok; bij, op den a 
Joiij, ter Stad uit, en kwam dien zelfden avond» omtrent tien 
uuren, binnen 's Hert ogen kosc*. Tournee, die veot Nijmee- 
gen lag, kreeg zo baast geen berigt, dat Graave vejiaatè was, 
of hij deed de Stad opeisfcben. De Regeering gaf voqr , onzij- 
dig te willen blijven; doch toexvse ftond (lijf op het inncemui 
yan Franfcfte .bezetting. Men ïpoest hem dan Gemagtigden toe- 
fcfcikken , om over de voorwaarden te handelen., Ondenusfchen 
omving wa LHf burg te UHertogenboich eenen brief van den 
Prins van Oranje* en daar bij bevel, om Graave niet te vcr- 
laaten, of zo zulks reeds gofebied was, zig in allerijl wederom 
naar die Stad te begeeven. Hij rijdt 'er dan, op den 4 Juli j, 
met eenig volk naar toe. Voor de Poort gekooraen, eischte 
hij, dat men hem binnen liet, voorgeevende, dat hemeen aan- 
zienlijke Krijgsmagt volgde. Ook kwam hij in de Stad. Doch 
de Franfchen* die kondfehap gekreegen hadden, dat men hun 
Graave > 9 met eenen kleinen hoop volks, zogt te ontweldigen, 
zonden 'er. eenige troepen op af, door welke walenburgj 
manfehap onder weg geflaagen werd. De Stad moest zig ver- 
volgens aan de Franjehen overgeeven. Toen zij, ia 't volgen- 
de Jaar, de overmeesterde Steden in de Nederlanden verlieten, 
hielden zij Maaftrigt en Graave nog in, Graave werd, in 'e 
jaar i$?4, door den Generaal aabcnhaoft belegerd. Het beleg 
duurde eenige maanden, tot dat de Prins van Oranje zelf voor 
de Stad kwam, en dezelve, op den 26 O&ober, tot de overga-' 
ve poodzaakte.< Zeden dien tijd is Graave in der Scaaten magt 
gebieevetf. 

. Men heeft binnen Graave niet meer dan omtrent vierhonderd 
Ruizen geteld, die voor 't grootfte gedeelte .oud en zeer (legt ' 
gebouwd zijn. Daar zijn ook eenige foldaatetiwoofiiigen, in 
-welke een gedeelte van de bezetting gehuisvest wtwL Men 
telt omtrent drie duizend Ingezeetenen binnen Graave. Dtr 
Stad is van drie Poorten voorzien: de Maaspoort, de Haam* 
foort en dè Brug poort. De Haampoort is e$n deftig gebouw: 
2ij is zo .groot,. dat men 'er, in eenen tijd van belegering, wel 
twee Batailjoni voetvolk in kan : bergen, en men kan 'er mer 
geenc bomben bij komen. Men had te Graave eertijds een üraaï 



xvmuipi Iv* 




DE RAADPENSIONARIS J.deWIT AANGEVALLEN 
en S¥AAB GEWOND. 



PUBLIC L1BRARY 



ASTOR, LE' V ^ ,r ) 
T11.D&JM FOUNDAiluNS 



<<5RAAVE. {de StaJ) <$$% 

Kafteel, alwaar de Heeren van Knik gewoonlijk hun verblijf 
plagtea te houden. Het was veel ouder dan de Stad; doch, 
in de Joatfte belegering van 't Jaar 1674, zeef befcbadigd zijnde, ' 
heeft men het, eenige Jaaren daar na, afgebroken, om de Ves- 
tingwerken der Stad aan dien kant te bekwaamer te konnen ver- 
beteren. De Stallen en Voorpoort van dit Kafteel zijn alleen 
overgeWeeven. Van de Stallen heeft men een Wapenhuis ge- 
maakt, waar in wapens voor drie of vier duizend man bewaard 
worden. Het (laat onder het opzigt van eenen Kommis, dife 
door den Raad van Staate word aangeftdd. De Voorpoort dient 
tot eenen Kruidtoorcn. Het klein Kafteel, waar van wij te voo* 
ren, met een woord, gewag gemaakt hebben, en waar door de 
Maas befchermd word, is, ter gelegenheid van het vermeerde- 
ren der Vestingwerken langs die Rivier, ook te eenemaal 
geflegt. 

Van negen of tien Straaten, uit welke 'de Stad Graave be- 
ftaat, loopen 'er vier uit op een groot Plein, rondsom het wel-» 
ke de beste huizen ftaan ; behalven het huis van zijne Hoogheid; 
't welk door den Rentmeester der Domeinen bewoond word, ed 
dat van den Prins van Htsfen-Fitipsdat, welke voor de fraaifle 
huizen van de Stad te houden zijn. i 

Men heeft twee Kerken binnen Graave. De voornaamfte 
ftaat op de Markt, en was weieet aan St. elizabzt toege- 
wijd. Zij. word van de Gereformeerden gebruikt, welker getal 
veel kleiner dan dat der Roomschgezinden is , en door twee 
Predikanten bediend. Een groot deel van deeze Kerk, is in 't 
Jaar 1674, door de bomben, verwoest geworden. De inkom- 
ften derzelve zijn gering, en worden door twee Kerkmeester* 
beftierd, die 'er Jaarlijks aan de Regeering rekening van moeten 
doen. Door de fjpaarzaame beftiefing dier inkomften, is men 
ra (laat geweest, om deeze Kerk, in het Jaar 1739, merkelijk 
ie verbeteren en te verderen. De andere Kerk werd, in den 
Jaare 1686, door willzm dih lil , Prins van Oranje, tot ge- 
bruik der Franfche vlugtelingen gefchikt. Zij werd voor dee- 
zen door éénen Predikant bediend; doch alzo 'er maar twee of- 
drie Franfche huisgezinnen te Graave z\\n 9 is 'er, zedert het 
Jaar 173 1, geen vast Predikant geweest. 

Nn 3 Men 



$U CRAAVE. <V' Slai) 

Men heeft te Crssrenog Noemen van St. Fravcifew Orét % ! 
dte haar Klooster bewoooen, en deszdfs inkomen blijven genie, 
ten; min te *ij eeoe Jaarlijkfcfce erkentenis voor deese grot 
tan den Raid des Prfnfen tan Or«nje t inden Hmsg 9 hetadeo, j 
Zij neemea haaren Godsdienst waar in eene Kamer van \ \ 
Klooster, die egter te klein is /om aHe de Rnmukge zinden vaa ! 
Crasv* te bevatten : welken charom nog een ander Kerkhms, 
tot het pleegen vaji hunuen Godsdienst , vergund word, fk 
Algeiaeene Staaten hebben, in 't Jaar 1731, faeflooten, dn 
Klooster te laaten uitflerven. 

Daar is een Gasthuis voor krenken en eteodigen ie Grasn, 
dat , onder andere inkomften , de Tienden geniet van de Unden, 
cue, braak gelegen hebbende, wederom op nieuw* bebouwd 
arorden. Het öaat onder de befttering van drie Provifenrs of 
Opzigters, en één Ontvanger, die Jaarlijks aan de Provifcun l 
welke uit de Rcf eering gekooren worden , rekening doet. 

Vóór de laatfte belegering der Stad, ftond 'er, agter de Grofr 
te Kerk, een Weeshuis, dat, in die belegering, te eencassl 
verwoest werd, en waar van men aedert eenen Tuin gemaakt 
heeft* De inkomften van dit Huis ftaan onder de beOicriag van 
twee Directeurs , die met de sorg voor de opvoeding der Wee- 
ten belast «ijn» en Jaarlijks rekening aan de Regeering moeten 
doen. 

Het Stadhuis, dat op de Markt ffaat, is het fraailte openbaar 
Gebouw van Grsave, De plaats, in welke de gevangenen be- 
waard worden, was voor doezen onder 't Stadhuis; doch mm 
heeft *er onlangs «enen Vkeschfaai van gemaakt» De VteescaM 
ia nu tot een Wagthuis gefebikt. 

Het Burgerregt van Gr*a*€ was eertijds zeer gewild. Een 
vreemdeling rekende zig gelukkig, ais hij een Burgerdqgter vso 
Graave ten huwelijk kreeg, «onder eeoige andere Bruidfcfaat, 
dan haar Burgerregt Men heeft agt Ambagtsgitfen te Ciwr, 
Onder de Rimscigezinden *ijn nog zeven of aft Sdmtterijeo, 
die ieder «enige inkomften hebben, tot ouderfteuaiqg der annec 
De Burgerij is in vier Kompagmên verdeeld, die ieder eenea 
Kapitein, eenan Luitenant en «enen Vendrig hébben. De Ek» 
veniers fchieten Jaarlijks naar den vogel. De Burgers vaq 
CreaYt hebben van ouds veele vooraegten gehad, en onder 

80- 



6&AAVE. iASttf) &j 

fadereu vrijheid v*i tollen in Mt&qtf) Qiilikb*k*4 > Oflism 
land, Holland en Zcelsvd. 

De Regeering der Stad bcftaat uit 4ep Amptmen, X&& fior- 
gemeesten r zeven Schepen», en agt £ezwQ$rat. Q* A»p*. 
man en de twee Burgemeesters neemeu de Burgerlijke Rggpering 
der Stad waar. De Amponan trekt Jaarlijks vaq de St§4 twee 
honderd guldens wijngeid, en honderd en vijftig gulden* cgroes* 
porxkntiegeld De eerde der twee BurgeuKestpreu wojcd Bur- 
gemeester van den Heer, en de andere, Burgemeester van ,de 
Stad genoemd, welker Zegel hij bewaart. De Burgemeester» 
worden Jaarlijks, door den Baron, op 4e benoeming vanden 
Amptman , verkooren. Zij genieten ieder honderd guldens 
's Jaar* , behalven vijftig guldens conjparidegeld , en drie guldens 
negen duivers wijngeid. De Schepens, welke het. Regteranipc 
waarnemen, trekken, boven het Regt, dat «j van de hanjkto- 
gen gemeten, welke voor hun verleeden worden, niet andere 
dan vijftig guldens comparitiegeld, en drie guldens negen duivers 
wijngeid. Zij oordeelen over alle Burgerlijke en IjjfflrafièUjk* 
zaaken. Ten opzigte van de eerden ten men herziening van 
hunne vonnisfen, bij den Raad van Braband, in den Haag, 
verzoeken. In de laatften vellen zij beflisfend vonnis , volgens 
een voorregt, dat Craave gemeen heeft met de andere Brabant* 
Jche Steden. De agt Gezwoorens woonen den Raad alteen bij, 
wanneer 'er over eenige nieuwe belasting zal gehandeld worden , 
of over andere zaaken , welke de gantfche Stad aangaan. Zij 
genieten ieder niet meer dan een eerengeichenk van eenenveertig 
duivers wijngeid in 't Jaar. De Schepens en Gezwoorens wor- 
den insgelijks Jaarlijks door den Baron, op de benoeming vaa 
dea Amptman , aangefteld. 

De Regeering heeft eenen Geheimfchrijver in haaren dienst, 
die twee honderd guldens in 't Jaar trekt, behalven vijftig gul- 
dens comparitiegeld. De Ontvanger der Stad word, voor zijn 
leven, door dm Baron, aangefteld, en trekt twee honderd gul- 
dens, behalven een wijngeid van drie guldens negen ftmvers in 
't Jaar. Zijne ontvangst, waar van hij Jaarlijks aan de Regee- 
ring rekening moet doen , is niet zeer groot, en beftaat alleenlijk 
in de Stads exrijnzeu op de tabak , wijn , bier , enz. welke 
weinig opbrengen. Paar is ook een Onderfchout binnen Gr*d m 

Nn 4 vt 9 



I 



JS» - «VGRAATE. C* St*it) 

*t 9 die te gelijk het Ampt van Rigterbode waarneemt. Atf 
Onderfchout moet hij, nevens drie Geregtsdienaars , en drie 
Poorters, den Amptman en Schout een dfenst ftaan. Voor» 
is 'er nog een reizende Bode binnen Graave. De Sead Grove 
doet Jaarlijks een gefchenk van honderd guldens aan den Griffier 
van den Raad des Priufen van Oranje , en betaak honderd ea 
vijftig guldens aan den Agent, dien Jij, gezamentiïjk met het 
Land van Kuik , in den Haag houd. 

Het Regtsgebied der Stad (trekt zig alleenlijk over eenen klei- 
nen Polder uit, die Mart en IVijth geheeten is. DeScboa 
is 'er Dijkgraaf over, zo wel als van de Dorpen Eeifchartn en 
Gasfel. Hij is' van zeven Heemraden verzeld , wanneer hij de» 
fchouyv over de Dyken doet; en dit Kollegle vau Dijkgraaf ea 
Heemraden oordeelt over de boeten, welke men zulken moer 
opleggen, dit verzuimd hebben , de Dijken behoorlijk te onder- 
houden. 

De Leenkamer, die binnen Graave gehouden word, beltat 
uit den Amptman, als Stadhouder van de Leenen, zeven Leen- 
mannen , een Griffier en een Bode. Zij doet rekening aan den 
Raad des Prinfen van Oranje* in den haag> en alle de Ageer- 
leenen, welke van de Baronnie afhangen, moeten voor deeze 
Leenkamer verheven worden. De Griffier is te gelijk Ontvanger 
van 'sHeeren Geregtigheden. 

Het Kollegie van de Admiraliteit, ter Kamer op de Maa*e> 
houd een Komptoir te Graave , alwaar cv regten op de inko- 
mende en uitgaande goederen ontvangen worden. Men heeft 
'er, ten dien einde, een Ontvanger, een Kontrarolleur, en vier 
Kommiezen ter recherche. De Baron houd ook een afzonderlijk 
Komptoir te Graave, om zijne tollen van de goederen, die 
langs de Maaze gevoerd worden, te heffen. Het beftaat uit 
een Ontvanger, een Kontrarolleur en twee Vifirateurs der vaar- 
tuigen. Zedert het verminderen van de Vaan langs de Maaze , 
zijn de inkomften van beide deeze Komptoiren merkelijk minder 
dan voor deezen. 

De Stad Graave heeft, na tijds gelegenheid, doorgaans eene 
redelijke bezetting. Dezelve heeft haar verblijf, ten deeie in de 
Kazernen of wooningeu, voor haar gefchikt, en ten deele» 
•ij de Ingezeetenen in huis. Schoon deeze Stad een der voort 

naanv 



GRAASBEEK, (JOOST ~vah) 



naamfte fleutels van den Staat is, naar den kant van de Lan- 
den des Konings van Pruis/en , voert, echter „ de Bevelheb- 
ber derzelve, alleenlijk den Titel van Kommandeur. Zijn Ampt 
brengt hem omtrent duizend guldens in *t Jaar op. Hij heeft" 
daarenboven eene gemakkelijke wooning, die op kosten vaa 
het Land onderhouden word. Over de bezetting heeft hij het 
zelfde regt , als de Gouverneurs in andere fterfee Plaarzen heb- 
ben; doch in de Regeering en over de Burgerij heeft hij 
geen gezag altoos. De Kommandeur heeft eenen Majoor on- 
der zig, die, echter, geene vrije wooning heeft. Ook is *er ge- 
woonlijk eeu Ingenieur binnen Graave. 

Het Wapen der Stad is een 'Hemelsbiaauw Veld mes agt 
zilveren Meerlen, tusfehen twee zilveren Balken, in welks 
midden een roode ronde Burgt Haat, . 

Graasbrek , (joost van) van Ambagt een Broodbakker te 
Brusfel, en, door den daaglijkfchen omgang, een zeer gemeen- 
zaam vriend van adria*n brouwew; zij waren «Is broeders 
met elkander: zo dat in den drinkwinkel, daar de eene was, 
de ander ook werd gevonden. Joost , zo ras hij zijn brood 
had gebakken, was ftraks bij brouwer, welken hij, onder 't 
ioiooken van een pijp, en het drinken van een potteke bier 
gezelfcbap hield, tot dat de,eze zijn werk verrigt had: waar 
m zij te faamen naar de kroeg gingen, om te drinken, of 
deeze of geene pots te vetrigten. Joost, die een vernuftigen 
geest bezat, vatte insgelijks, door den tijd, het Penceel bij 
de hand. Brouwer gaf hem eenige vaste lesfen, en wekte 
daar door nog meer zijnen Schilderlust. Hij maakte zo goede 
vorderingen, dat brouwjtr zig zelvcn in joost, als in eeu 
fyiegel, kon zien; beiden werden eerhing even flordig in le- 
ven, drinken, potzen maaken en fchilderen; zo dat de een in 
den anderen volkomen en in alles genoegen nam. Doch al 
wat jcost fchilderde, was niets dan vuiligheid: fchijters, fpu- 
wers, dobbelaars, bordeellopers, luizeknippers , en andere 
verbeeldingen, die grappig heetten. 'Er word van hem ver- 
haald, dat hij, vermoedende dat zijn vrouw een ander man 
liever zag dan hem ,~daar van op deeze wijze de proef nam. 
Hij trok* zijn wambuis open, en befchilderde zijnen blooten 
Nn s bgrst, 



bom, als of hij zwaar gewond was; voorts zijne lippen ca 
wangen niet een witte doodjdeur beftreeken Jiébbende, maak- 
te hij een paar geluid, terwijl bij ukgeftrekt op den grond 
hg, Zijn wijf daar op toefchiecende, maakte een yr*ot mis- 
baar» en viel hutlende ep bejn neder, meenende dat Wj fooi 
was* Toen reea hij ever einde, en fprak: nau gij *etti%ni % 
h§ud u bakkus: ik *V w$l ja? gij mij lief heb; ik btnikt 
ioed. Meer fbortgelijke kuuren regtte hij aan* Op meer dan 
ééne wijze heeft hij zig zelven gefchildcrd: zo dat zijn gnt- 
fche levenswijk in *iju afbeeldzel te zien was. 

Zie boubiauv, I. Deel, hL 333. 



. Gbaat, (barent) insgelijks een oeflfenaar van de edde 
Schilderkunst, doch op een gantsch andere wijze dan de ?o 
even gemelde. Op den 21 September van 't Jaar 162B werd 
hij te Amfteldtm gebooren. Na dat zijne moeder hem in zij- 
ne eerfte kindsheid had opgevoed, nam hem zijn oom, die 
een fraai Beestefchilder pas, en in de wandeling Meeseer 
Biws genaamd werd, in zijn huis. Deeze, een grooten geest 
en natuurlijke zugt tot de kunst in hem befpeurende, werd 
te raade, zijner neiginge bot te vieren. De zugt des Jongeling* 
tot de Tekenkunst ging alle maat te boven. Naderhand aan 
'c fchilderen geraakt, liet hij niet na, ijverig naar 't leven te 
teekenen. Des zomers, zo ras de Poort open ging," begaf 
hij zig naar buiten, om in 't Land paarden, osfen, koeien, 
fthapen en geiten naar 't leven te teekenen ; hier mede hield 
hij aan tot 7 of 8 uuren , wanneer hij met dien zelven ijver 
aan '< fchilderen ging. Tot zijn ongeluk maakten de vrouw 
en dogter van Meester hans meer werks van fpreeken over 
Godgeleerde gefchillen, dan van het huishouden; en om dat 
zijn oom, die op krukken liep, weinig voort konde, noest 
3ABEWT veeltijds voor keukenmeid (peelen. Na dus een 
Jaar zes of zeven bij zijnen oom gewoond ie hebben, 
keerde hij te* zijne moeder te rug, om zijne konsioeffening 
onvermoeid yooct te zetten. Eerlang bragt hij het zo verre, 
dat zijne beestjes yqq? kunstftukkeo van p. var uua werden 

aan- 



GRAAT, (BAJIENT) GRAAUW, (HENDRIK) 5& 

aangezien; zelfs werd een van dezelve voor dat van ba m boots, 
in openoaare veiling , verkogt, fchoon de kooper nader bevond, 
dat 'er 0. q*aat fecit onder gefchreeven (lood. Met deeze 
vorderingen nog niet vergenoegd» beproefde hij zijne kragtea 
op andere (tukken, en ging over tot het z waarde in de konst, 
namelijk het Ichikleren van Hiftorien, Terwijl hij daar mede. 
bezig was, beving hem de reislust; wesbalven hij zijne Schilde- 
rijen, Teekeningen en al wat hem niet dienen kon, verkogt, 
met voorneemen om een reize te doen naar Rome. Doch hier 
in werd hij verhinderd, eerst door den raad zijner vrienden, en 
vervolgens door zijn huwelijk mee mjsia boom, weduwe vaa 
jam V4# bellen. Hier door werd hij meer bekend dan voor- 
heen, en kreeg handen vol werk, vooral van 't fchüderen vaa 
Pourtraitten, Dus vervaardigde hij de vier Regenten van 't 
Ouden-Mannenhuis, in één ftuk; de zeg Overlieden van 't Leer- 
touwers Gilde ; folder en fcboorfteenftukken , en grauwen en 
nisfen in portaalcn. Nog heden zijn veele van zijne (lukken in 
wezen. Vijftien agtereen volgende Jaaren , hield hij , tweemaal 
ter week, in zijn huis , een Kweekfchool, op de wijze der Ko- 
jiinghjke Academie, niet alleen om anderen te onderwijzen, 
maar ook om zig zelven te oeflenen. De voornaarafte Konst- 
tchilders lieten zig daar bij vinden, om naar het leven, zo wel 
vrouwen als manneu , te tekenen. Zijn ijver diende Yoor ande. 
Ten tot een fpoorflag, 

Hij had een ligtvaardige en vaste wi;ze van tekenen, zo met 
rood als met zwart krijt. Aan alles wist hij , zouder veel moei- 
te , de waare natuur én leven te geven. Weinig leerlingen heert 
hij tot de konst opgekweekt, ilzo hij afkeerig was van de 
moeite, daar aan vast. Zekere joh, hendbik roos, van Frank* 
fort , is evenwel, door zijn onderwijs, een bekwaam meester 
geworden. Met vermaak oeflende hij de konst, tot het laatst 
rijns levens , en ftierf in Jboogen ouderdom. Zijn af beeldzel 
gaat in ^ent uit, 

Houbraken, II, Deel, UU «000, enz. 



Gbaauw, (hbndrik ) gebooren te Hoor* } genoot her eerfte 
euderwijs in de Schilderkonst van p, feaiue gejeu^e vaa. 

Haar* 



J7a, GRAEVIUS. QOHANNES .GEORGIUS) 



Haarlem. Daar na raakte hij, geduurende agc Jaaren, onder 
het opzigt van jacob van kampkn, den vermaarden Bouw- 
meester van *t Stadhuis van Amfteldam; geduurende welken tijd 
hij niets deed dan tekenen en ordineeren van allerhande voorwer- 
pen. Daar na bcfchilderde hij, voor van kampeb, vier groo- 
te vakken, op de vermaarde Zaal van 'iPrinsfen Huis in 't 
Bosch. In het Jaar 1648 begaf hij zig naar Rome, oeffèuende 
2ig eerst naarftig in het natekenen der beroemde marmeren 
Standbeelden, en vtrvolgens in het fchilderen naar de beste 
voorwerpen. Zo grootè vorderingen maakte hij daar in, ds 
poüzy, hem de hand op 't hoofd leggende, zeide, nooit eenen 
Hollander gezien te hebben, daar grooter verwagting van wis. 
Na een driejaarig verblijf aldaar, keerde hij weder naar Heiland, 
onthoudende zig nu te Amfteldam en dan te Utrecht. In het 
Jaar 1672 dreef hem de vreeze voor de Franfchen naar Hm*. 
Hij overleed te Alkmaar , alwaar hij agt of tien Jaaren bad 
gewoond. 

Ibidem , bL 189, enz. 



GaJEvius, (johankrs CEORGius) broeder van codpbieo 
ourvius, een teroemd Hiftoriekenner en Staatkundige, Hoog- 
leeraar der Gefchiedenisfen en Welfprekenheid te Utrecht , op 
den 29 Januarij van het Jaar 1682 te Npumburg y in Saxen y 
gebooren. Bij zijne komst in de Nederlanden , vervoegde hij 
zig allereerst bij grohovius, te Deventer. Detze vraagde hem, 
of hij de Latijn fche Taal wel verftond ; daar hij ja tot ant- 
woord op gaf. Waarop gbonqviüs hem verder vraagde, of hij dan 
de brieven van cicero wel verftond. Gr&vius dit zeer vreemd 
vindende, bood aan, eene proef daar van te willen geeven: 
waarop cronoviüs hem eenige brieven in de Hoogduü/che Taal 
deed overbrengen. Gronovius, uit deeze proeve raj bemer- 
' kende, dat hij de Taal wel verftond, maar geenen ftiji bezat, 
onderrigtte hem vervolgens in de waare kragt der Taaie, en 
verder in de Romein fche Gefchiedenisfen; waarom ogjEvius, in 
*t vervolg, altoos plagt te zeggen, 'dat hij 'l meeste van 't geene 
hij wist, aan oaomovius was verfchuldigd. Twee Jaaren bragt 
bij aldaar door. Salmasius en hsiksius, inmiddels, te Leiden 



GRAEVIUS, (JOHANNES GEOROIÜS) enz. 571 

geftorven zijode, begaf hij zig naar Amfteidam* en hoorde daar 
alixawö 'ft Motos en david blonopl. Op hun aanraden, 
oeffende hij zig in de Hiftorien en Godgeleerdheid, en deed be- 
lijdenis van den Hervormden Godsdienst, Na een verblijf van 
twee Jaaren, werd hij, in de plaats van scrultikg, naar 
Duitburg ^ en zedert het vertrek van oionovius naar Leiden* 
in 't Jaar 1658, in deszdfs plaats, tot Hoogleeraar te Deven- 
ter beroepen, en van daar, in 't Jaar 1661 , naar Utrecht % 
alwaar hij een meenigte Leerlingen tot zig trok* Zo veele 
gunst werd hem aldaar beweezen, dat hij alle beroepen, ce 
Amfteldam % Leiden , Venetië* van den Koning van Pruis/en 9 
van den Keurvorst van den Paltz en elders, door den roem 
zijner geleerdheid, hem aangeboden, beleefdelijk van de band 
wees. Koning willen de III gaf hem den rang en tijtel van 
Hiftoriefcbrijver. In het Jaar 1702 werd hij met duizelingen, 
fchemeringen der oogen en andere toevallen geplaagd; waar bij 
nog kwam, de droefheid over bet overlijden zijner huisvrou- 
we, met welke hij, veele Jaaren, in liefde en eendregt had 
geleefr. Na dat hij, 's morgens, den 11 Januarij van 't Jaar 
1703, aan eenige voornaame perfonaadjen nog les had gegee* 
ven, ging hij dien nademiddag uit, doch werd, onverwagr, 
door eene beroerte overvallen, en voorts in 't huis van rotf- 
tauvs gebragt, alwaar hij, nog dien zelven dag, overleed. 
Bij zijne huisvrouwe oduia, uk Dus/eldorp* had hij 18 
kinderen verwekt, waar van vier dogters hem overleefd heb- 
ben. Zijne uitgegevene fchriften, waar onder vrij- aanzienlijke 
werken, beloopen een aantal van 37 Deelen. Zijn leven is, 
door den Hoogleeraar f. burmav, in eene lijkrede, omftaif* 
dig vermeld. 

Gajes, eene Havezate in Overijsfel, een uur ten Z. O. 
van Delden. 

Gr aft, eertijds een zeer welvaarend Dorp, in de Scker* 
mermeer* doch, in laater tijd, merkelijk vervallen; de oor- 
zaak daar van was, een felle brand, in 't Jaar 1705; waar 
door 43 huizen in de asfche geleid werden* Onder dit Dorp 
behoort het Hoor dt inde y*n Graft. 

Graft- 



#* CÜtAfrtntt, GftAFHORSt, en*> 

G*aftdyk, in dien zelven oord geleegen, befiaat uit ttfed 
bijzondere Dorpen » die elk hunne eigen Kerk en Predftnot 
hebben, Gr aft dijk cü de Oost er buurt, wordende anders ook 
onderscheiden in Ow/- en H^ett-Gr aft dijk, Men wil, <fet 
deeze drie Dorpen t Grafie Om- en IVeit-Grafidtik , hanne 
namen omvangen hebben van een water, loopeode nit de 
Schermer, langs ffett-Graftdijk • in de Stermeer, de viri/e 
Cr/f/> genaamd, of ook wel de kwaade Grafi h dus ge* 
ttoemd , om het verongelukken van een vaartuig in dezelve» 
In deeze Dorpen woonen veele Mennoniten» die aldaar drie 
Vergaderplaatzen hebben; als één te O**/-» een teUêu-Grafl- 
dijk, en de derde in V Noordeinde, alwaar ook een Staatje 
Van Roomchgeziuden is» De Ambagtsheerlijkheid deeter ge- 
melde Dorpen is, in 't Jaar t/30, door dé Regenten, ten 
behoeve van de In- en Opgezeetenen, gekogt voor 15200 
gulden* Wett-Graftdijk heeft de eere, van de Geboorteplaats 
geweest te zijn, van den godvrngtigen en wijd beroemden t* 

MIEUWEBTYT» 

Grifhorst , een Buurtfchap in Overfjsfitt, een klein half 
tmr gaans ten Noordoosten van IJsfelmuiden % aan den Zee* 
dijk. 

Graft vaw drüzüs en van corbülo* De eerstgenoemde 
Is de tegenwoordige nieuwe IJsfel ; de andere , die, «aar 
van wij, op 't Art. cokbulo, gewag gemaakt hebbent 

Gralda, eene Edele State, in de Friefcke Grietenij Me* 
naldumadtel, in de nabuurfchap van 't Dorp Menaldum* 

Grammate, {joh. baptist) PausUjke Pnt$*$t0ris , Proost 
Van Arnhem % en Aartsdiaken van Utrecht, werd te Antvw 
pen, uic een Geflagt, uit Gelderland herkomftig, gebooren. 
Ha zijne ierteroeffentagen, te Lewvem, rerrigt te hebben, 
werd hij Htftakfctaqvcr van Neder immd % en deed eene reise 
«aar TMttchlêné «n ItmKe. Op cijaen weg naar Spanje, 
Weid ty « feer Zteiftven van sUtfert, gevangen en in JfrL 
cu opgebragt, vtm door èq fakgeaheid Jcreeg, veele Lande* 

te 



CRAMS BËRGEW , en*. #g 

te bezien , Welke hij ook befchreeven heeft. Vk zijne w& 
derkomst in de Nederlanden , deed hij eetffc reize naar Mora* 
v/e en Sikgi* % alwaar hem het öpzigt over het Collegia 
werd toevertrouwd. Op zijne rerngreize naar Nederland \ 
werd hij, te Lubek s in 't Jaar 1635, krank, en (Herf aldaar* 
Zijne fchriften zijn: Hifloria Brabanti*; Antiqvitatei Du* 
eatas Brabants* i AntHuitatet Flmndrim ; Namnrcum^ 
Jfrica lllmftrata % eac« 

Zit VAL* AND. 



Geamsberoih, een Dorp en Heerlijkheid in QverijsM, 
een nnr gaans ten Noordoosten van Hardenburg , beboorendé 
mn denGraave van b échtere», die daar bij nog eene Have- 
zate, van dien zelven naam, bezit. 

Gram 11 , (oc*arb de) een der Onderteekenaars van *t 
Verbond der Edelen , door tot, verkeerdelijk, gkaver ge- 
naamd. 

Granck, (ir. s. de) kan behoord hebben tot het Geflag» 
van dien naam, 't welk, in Frankrijk en Vlaanderen , onder 
de Edelen bekend rtond. Dit zo zijnde, is hij een Stamge- 
noot geweest van den roemwaardigen p«ac«*i« di la «a*** 
gi, den Heller der Neder landfcka Geloofsbelijdenis. Zeker ia 
het, dat hij behoord heeft tot de Onderteekenaars van het 
Verbond der Edelen. 

Zie t* wATia, bL ^a* 



Ga anvzlli; zie peiMot, Cardinaal van GrantaUe. 



Graswivkxi, (jicoa jan*2.) bijgenaamd aooT, 
om dat zijn vader, jam ja**2. oraswiwkel, Tkeferier dar 
Stad Delft , in de Èrouwerij de Boet woonde. Hij weid at 
daar gebooren, den 35 Jiriij des Jaars ifótf. Hot wel gee* 
man van groete geteerdheid, was hij, egter, em zeldzaam 
voorbeeld van nedrigheid, foberhdd, weldadigheid, fDdvraf- 

Ut 



S74 GRASWINKEL. (JACOB JAMSZ.Ï 

ugheid, en meer andere deugden. De Gefchiedenis van zija' 
leven, volgens de opgave van dionisids vaw spraiuuct-z j», 
onder den Tijcel van Delffcke Israëliet* zullen wij bier kor* 
telijk mededeelen. , Niet meer dan zestien. Jaaren oud zijnde, 
gebeurde het, dat hij, met andere jonge lieden, uit vermaak, 
naar Delf gauw > een Gehugt, een half uur van de Stad gelee- 
gen, varende, het fchuitje, in het wederkeeren, orallocg. 
Onder de vermisten was hij de laaide; doch men vond. 
hem insgelijks, na dat het fchuitje was regt gezet. Op zijn 
jeugdig gemoed had dit voorval een zo levendigen indruk, 
dat hij befloot, van de ijdelheid en vermaken des levens af te 
zien, en zig geheel aan God en Godsdienst over te geeven. 
Smts dien tijd wijdde hij zijn leven en wandel volkomen aan 
de oeffeningen van Godzaligheid; zo dat hij voor een wonder 
van zijnen tijd gehouden werd* Nooit beeft hem naderhand, 
iemand zien lachen; nooit een onbetamelijk woord hooreo 
fyreeken, of toornig, of ontfteld worden, wat leed hem ook 
wkrd aangedaan. Hij nam fijnen intrek gantsch alleen, ineeo 
agterhuis , tot aan het einde zijner dagen , en leide aldaar, in die 
eenzaamheid, een ongemeen ftreng leven, /fijne klederen «ri- 
ten, in huis, zeer eenvoudig en armlijk, doch op (baat als die 
van een gemeen Burger, In het gebruik van fpijze en drank 
was hij ongemeen fober, ectende niets dan gekruimeld broot, 
met een weinig gefchraapte kaas. Zijn drank was, niets dan hui 
of Wei; hebbende hij, zints zijn agttiende Jaar, geen kan bier 
noch pint wijn gedronken; en geen pont vleesch of een ei gebe- 
ten. In zijn huis vond men bed, tafel riöch banken, of Iets 
diergelijks; 'hebbende hij alleenlijk een doel, daar hij overdag 
opzat, en *snagts in (liep; hij lag dwars tegen zijn deur aso, 
met de beenen op de fp'orten. Dit deed hij zo wel des winteis, 
als des zomers , uitgezonderd dat hij zig 's winters van een ftoof 
bediende. Dit alles zou men meer als een uitwerkzel van over- 
dreven dweeperij , dan als waare Godsdienftigheid hebben aange- 
zien, ware het niet dat het duidelijk gebleeken was, dat hij, w 
diende Gods, en ten nutte van zijnen evenmensen; alles opof- 
ferde. De woorden van da vin, Pfalm 16 vs. 8 en 10. Pfil ffl 
18 v.«. 2 en 3. *n Pf. 115 vs. ia, had hij ftceds in den mond « 
in bet hart; befteedende voorts zijnen tijd met' bidden en Jee/eo 

io 



.• -GRASWINKEL:- QACOB 'JANSZO 575- 

<— — — — ^*— — I I I I I —^ — — — MM— — — — — — — 

ïo de H. Schrift, en woonende ook den openbaaren Godsdienst, 
naafftïg bij. Ten aanzien van zijnen medemensen gedroeg hij 
zig niet min godvrugtig. Zijn vermaak was , alle nenfehen 
ie dienen en te heipen, en wanneer iemand iets voor hem.* 
verrigt had» rijkelijk te beloonen. jegens de rrmen was hij 
zeer milddadig, behoudende hij bijna niets voor zig zei ven, en 
zoekende zelfs de behoeftigen op, en dat wel des avonds in 
het donker , om niet bekend te -zijn. Men verhaalt dat hij ^ 
op zekeren tijd, uitgaande, om iets aan een behoeftig huisge- 
zin te brengen, door een dief werd aangerand, die hem zij- 
nen mantel ontnam en daar mede doorging. De goede man 
ftond ftil, en riep den dief toe: Vriend , doet gij dit uit ar» 
moede f (la dan ftil: ik zal u nog wat geld geeven. De 
dief, hier door befchaamd wordende, wierp hem zijnen man- 
tel weder toe, en gmg heen. Zijne vrienden hebben bere- 
kend , dat hij , van al zijn inkomen , naauwlijks vijf pondett 
vlaams, of dertig guldens, Jaarlijks, verteerd heeft. Wanneer 
hij bij iemand ter maaltijd werd verzogt, ging hij vooraf der- 
waards, zeggende: Breng , voor mijn deel, een fckotel, in 
dit of dat kuit, daar hij wist, dat het benodigd was. Om 
de armen nog meer te dienen, leidde hij zig toe op de Ge- 
neeskunde, waarin hij zulke vorderingen maakte, dat hij den 
aart en de kragt der Geneeskruiden leerde kennen ; ten wel- 
ken einde hij briefwisfeling hield, met den vermaarden falu- 
danus, van Enkhuizen* en andere vermaarde mannen vaii 
dien tijd. In zijnen Tuin plantte hij de heilzaamfte kruiden, 
en , die hem ontbraken , zogt hij buiten de Stad. Vervolgens 
leide hij zig toe op de Stookkunde, en geraakte daar door in 
kennisfe met de Gravinne van solms. Hij droeg een lederen 
riem om zijn lijf; en als hij-, 's avonds, de zieken ging be- 
zoeken, 'hingen daar aan veelerlei kannetjes, glaasjes en potjes 
voor lijders, wUke hij bediende, genas, en nog geld daar- 
enboven gaf. Volgens zijne aantekeningen, die men, na zij- 
nen dood, vond, deed hij alle avonden de ronde, en bezorg- 
de aan hun, die aan dé beterhand waren, verwerkende fpijzen. 
Door iemand der zijnen gevraagd zijnde, of hl], met zo een 
armoedig en werkzaam leven, den hemel dagt te verdienen, 
antwoorde hij: Ach! wat zouden wij den hemel verdienen , 
XVIII. deel. O o die 



57«- GRASWINKEL, (JACÓB JANSZ.) enz. 



die onze fchuld niet kennen ke taaien l Hij overleed, op de* 
10 Maart van het Jaar 1624, in den ouderdom Tan 88 Jaaren, 
zonder van iemand geholpen te willen zijn, zo lang bij zig uV 
ven heipat kon. Na zijn overlijden, deeden hem zijne vrienden 
aftekenen, en zijn dor en vermagerd lichaam eerlijk ter aarde 
faeMlen, in de Oude Kerk te Delft , en, op zijn Famüiegraft, 
dit volgende Graffchrift ft ellen; 

In dit Graf ruit 
Jacob jaxsz* cia* winkel, ge feit boqt^ 
Qehoreu 35 >/#; 1536. 

Tot een wonder 

Den arm bh "je 

Hem zelvbn arm. 

Sterft X Martii Anno MDCXXIV< 

Sip» ouderooms LXXXVIIL 

Zie BLBtswYK, Befchrijving van Delft , 
pag. 796* 

Graswinkel, (dirk) gebooren te Delft ', was een van dr 
vermaardfte Regtsgeieerden in de zeventiende Eeuwe; gelijk 
daar van verfcheide werken getuigenis kunnen dragen, In denjaare 
1642 zag men van hem, in *sHage t in *t ligt komen eeiiboek, 
onder den tijtel de jure Majeflatis, door hem opgedragen aan 
de Koninginae van Zveeden* Hij betoonde zig daar in een ijve* 
rig voorftander van de voorregten der Monarchale Regeering, 
en kantte zig heftig tegen bucharus» Daar na verdedigde bij 
het regt der Venetiaanen , tegen den Hertog van Sof «en % 
waar over hij verfcheidene fchrifcen iu 't ligt gaf. Behafven zij- 
ne Regtsgeleerde fchriften, vervaardigde bijeen overzetting van 
de Pfalmen davids, en eene vertaaling van het Leven van Th* 
nas il Kempis. Ook fchreef hij, in 't Neder duitsch, eecfc 
werkjes; als de kunst van wel te leven; Continent ar ie ortfb 
1* Ia kaaien van de Ltjftogten 9 in twee ftukken, in 410, n* 
de Oppermagt der Staaren van Holland* De Staaren van Bil- 
ianu' erkenden zijne verdienitea; want hij werd aangefltld » l 

Ad- 



CRATINGA, GRAVÊ. (HENDRIK) 57? 

Advocaat -Fiscaal van Holland , en Griffier der Staaren Gene- 
raal. De Republiek van Venetun maakte hem Ridder van £s. 
Mar cu ^ Hij overleed te Mickefcn, aan een beroerte, dart 
k2 Otfober van het Jaar 1666, m den ouderdom van 66 Jaar 
ren, en- werd begraven in 't Choor van* de Groote Kerk bin- 
nen 'sGrartn&agJi alwaar, op een uitgehouwen Zark, zijn 
Graflcbrift nog te zien is. Zijn afbeddzel gaat in prent uit. 
Zijne Zinfpreuk was : Htuo unavia fictus immortalis; 
dat is: uiimaut is do ia Luixair oNSTOagujx oewoa»BN. . 

Nieuwe Befchrijving van Delft % in foL 
bL 762 en 763, 



Gbatiihsa, weleer een Dorp in de Grietenij Franckers* 
it%l % doch tegenwoordig eene fraaie Bukenbuurt der Stad 
Harlingtn. 

Ga ave, (hendrik) Na datdeeze Zeeheld, in *t Jaar 1722, 
al« Schout bij Nagt, met een Esquader in Zee was geftookea, 
tegen de Algerijuen> had hij het geluk, om twee van hunne 
Kapers -te bemagtigen. In het Jaar 1744 werd hij, als Luite- 
nant-Admiraal; met een Vloot van tien Schepen, in Zee ge- 
londen, om zig met de Engeljchc Vloot, onder den Admi- 
raal joah balchin, te vereenigen, hoe wel de Staaren, tot 
nog toe, geen beQujt hadden 'genomen, om Frankrijk den 
oorlog te verklaaren. De Heer gravs bekleedde den post 
van Luitenant -Admiraal van Holland , onder het resfbrt van 
* Koltegie op de Maaxe, tot aan zijnen dood, die voorviel 
op den 2$ Maart van *t Jaar f749» hebbende hij bereikt den 
ouderdom van 79 Jaareo» Den 31 van die maand werd het 
■|k ter aardebeflteid , in de Nieuwe Kerk , te Amfltliam , met de 
Wgende ftaatfie : 1 • agt Aanfpreekers , in twee rijen. 2. Het Wapen. 
& De Degen. 4. De Staf van Commando. 5. De Lijkkoets, 
*et 6 paardtfn befpaimen, leggende op het doodkleed, waar 
tade de kist overdekt was, ter wederzijden, vier kwartieren 
tan het Wapen. 6. De vier oudfte Vlag- Officieren: namelijk, 
<*• Luiwnant-Admixaat tielman, de Luitenant-Admiraal 

O o a «CHaY- 



57« GRAVE , (HENDRIK) '$ GRAVEDAAL , enz, 

■ " — ^ — — —■ — «, 

scH&Yvu, de Viee- Admiraal, heihst en de Schout bij Nagt 
de lange , in hunne monteeringen , omhaugen mee kaperzïjdé 
Sjerpen, en floerfche Cocarden op de hoeden en aan de degens; 
houdende ieder deezer Heeren een (lip van 't doodkleed. 7 De 
Kapiteinen Geweldige , met een S ponton. 8. Zes Hellebarrfiers. 
$• Veertien dragers, met zwarte Rouwmantels. 10. Agt Bo- 
den, met busfen op de borst. 11. Zijne ExceLL de Wel Ed. 
Heer c. a. Hasselaar, (reprefentaerende den Heer Stadhouder, 
als Admiraal-Generaal,) gekleed in bruin fluweel, rijk met goud 
gegalonneerd, omgord met een kaperzijde Sjerp, en gezeten In 
een koets, met zes paarden befpannen. 12. Vier koetzen, ieder 
met vier paarden , waar in gezeten waren de Heeren van den 
Raad. 13. Vier koetzen, ieder befpannen met vier paarden, en 
ledig voor de Vlag- Officieren, die het kleed ophielden. 14. 
Vier koetzen , ieder met twee paarden , voor de Heeren Kapi- 
teinen, zijnde de Heeren, die daar in zaten, in gekouleurde 
kleedinge, doch op den arm met floerfche Cocrrde, tenteken* 
van Rouwgewaad. 15. Agt Rouwkoetzen voor de Familie, ie- 
der met twee paarden befpannen. 16. Drie koetzen, zonder 
Rouw, die den trein floten. 

Faderl. Hi/l. XVIII, XIX en XX. Deel, 
Neder l t Jaar boeken t 1749. 

'sGtAVADAAL; Zie DAALHEM. 

'sGiavedeel, eene Ambagtsheerlijkheid, behoorende aan dè> 
Stad Dordregt, in het Baljuwfchap Strijen , in de Hoekfcha 
Waard > nabij de Dordfche Kil. 

'sGqavbland , het jongde, fraaifte en aangenaamfte Dorp. 
van gantsch Gooiland , leggende ruim een uur gaans van Naar- 
den* en maakende, met deszelft Landftreek, het Westelijk ge. 
deelte van het Gooiland uit, als zijnde alhier de grensfeheiding 
tusfehen Holland en het Stigt, eenige voeten ten Westen, van 
de 'sGravelandfche vaart, die naar dè Loosdregfen en Hilver- 
Jum loopt. Tot omtrent bet Jaar 162$ 9 w « Wer nog niets vaa 

* 



♦iGRAVELAND. 



S7* 



al bet tegenwoordig fraaie te zien; wordende aldaar niets anders 
'gevonden, dan onlanden, vullingen, verlaatene veenen, uitge- 
dolven en moerasfige plasfen, die niets dan biezen, hei en ander 
wildruigten voortbragten. Ten dien tijde behoorden nog deeze 
Landen aan de Graaflijkheid, zonder dat zij onder het bijzonder 
bcffier van eenige andere Dorpen van Gooiland fchijnen geweest 
te zijn; waar uit men met reden kan opmaaken, dat zij van 
daar den naam van % $Gray elanden behouden hebben, waar van, 
bij verkorting, 'sGraveland gemaakt is. Hoe flegt deeze Lan- 
den ook waren, vond men, egter, eenige lieden , die, ten ge- 
melden tijde, dat is, in het Jaar 1625, zig geneegen toonden, 
cm dezelve te bebouwen, bekwaam en vrugtbaar te maaken. 
Ten dien einde wendden zij zig tot de Graaflijksbeids Rekenka- 
mer, met verzoek om die onlanden, voor zekere erkentenisfe, 
in eigendom te mogen erlangen. Van daar werden zij geweezen 
naar deStaaten van Ho/Zanden ff^est friesland , bij welke, in dat 
Jaar, door Mr. jan engel, en zijne medeftanders , een ver- 
zoekfehrift werd ingeleverd , om die Landen te mogen benade- 
ren, op zodanige wijze, als zij, met de Rekenkamer , zouden 
konnen overeenkomen, mids genietende de voorregten, die, 
gemeenlijk, aan de bedijkers van nieuw aangelegde Landen wor- 
den vergund, benevens het regt van Ambagtsheerlijkheid, over 
den grond, die aan hun zou worden toegedaan. Met eenige 
bcpaaltngó werd dit aan hun ingewilligd. 

-Tot erkentenisfe zouden zij, aan de Graaflijkheid, betaalen» 
Jaarlijks, tien duivers voor ieder Morgen Lands; 't welk, in 
liet Jaar 1636, veranderd is op de elfde fchoof. De Ingelanden 
verkreegen toen ook het Burgerlijk Regtsgebied, om, met raad 
van den Baljuw van Gooiland, Keuren te mogen maaken, en 
hunne Landen te itaten beregten, door Schout en Schepenen, 
bij den Baljuw uit de Ingezeetenen te kiezen. Het Hjfltraffelijk 
Regtsgebied bleef ter beregtinge van de Vierfchaar van Naarden. 
Op den grondflag deezer Oftrooien, ofwel van het eerde, ging 
men aan het werk, om de Landen af te graaven en ter bebou- 
wing bekwaam te maaken. Doch het werkvolk der ondernecmers 
werd , door de Ingezeetenen der omleggende Gooiland fcht 
Dorpen, en in 't bijzonder door die van Hilverfum , geduurig 
geftoord, met hunne werken te vernielen, eo met op de gravers 

Oo 3 te 



te fchietsn, hun te kwetzen en allen moedwil aan te vangen, in 
weerwil zelfs .van 'sLands Plakaateu en injegernig van eene 
Xompagnie ruiters en voetvolk. Zó groot was , ondertusfcbcB, 
.de ijver der aanleggen, dat, reeds in het Jaar 1034-, öe akk«* 
konden gekaveld worden. Volgens de verdeeling van dien tijd, 
befloeg UGrartland 555 Morgens en 28 Roeden , Rhijnla*d* 
fcke maat. Na dies tijd is het Dorp merkelijk in luister toege- 
nomen, en beeft dien, tot op den tegen woordigen rijd , behou- 
den. Behalven de aangenacme ligging, is de aanleg zeer regel- 
matig. Het grondgebied, aan de zijde van Naartfe** ftrekt zig, 
van den hoek aan de Noordzijde, genoegzaam in een regte lijn, 
tot aan de Htiverfum/mtr vaart , langs eenen weg , die , ter weder- 
zijde, beplant is met een dubbele rij vanfchoone en hoogc ri- 
jten boomen. Aan de Oostzijde van dcezen weg ziet men niet 
anders dan fchoone weilanden en heerlijke lustplaatzcn; terwijl, 
aan den anderen kant, de Dorpbuurt legt, waar van de erven 
jder wooniagen ftrekken tot aan de Gr yirt land Tcke vaart. Alle 
üe huizen, die tot geen iustplaatzen of boerewooningen dienen, 
^moeten aan die zijde gebouwd worden, zo lang V plaats, in de 
lengte van * t Gr av eland % overig blijft. Men beeft hier ook de 
meeste linnebleekerijen, óie zeer goed water uit de vaart hebben, 
en aldaar in geen minder agting zijn , dan die buiten Haatlem. 
Het geul der huizen word gerekend op np. De Kerk is niet 
r,root, maar net gebouwd, in *t midden op eèh vierkant bclora- 
nierd Kerkhof, en voorzien yan een klein vierkant Torentje, 
met uur en flagwerk , waar op een dergelijke fptts ftaat, met lei 
gedekt. 

Zo wel als Hiivcrfum en de Loêsdrtgten , diende 's Grgve- 
fand 9 in den Jaare 16*72, tot inlegering der Franfchen, die 'er 
tot in het Jaar 1673 Wecven , en veeie baldadjgheden pleegden. 
Zij verwoestten ajdaar de Hofltede van den Luitenant -Admiraal 
jtqumus tju>*cp, en die van ?ijue GeraaHnne Vrouwe mar gr e- 
ta baronjïessp van raaphopst, naast elkander geleegen. Het 
heerlijk geboomte werd 'er uitgeroeid, bet Lusthuis van den 
Admiraal, ten gronden toe, geflegt; al wat. men 'er kostbaar 
vond, vernield , en eindelijk hoc huis van des Admiraals Gema- 
Jinne in brand gefloken, waar door het in een puinhoop veran- 
cc.de Dcete ramp, hoc fckadelijk ook voor de eigenaars, 

was 



'sGHAVELAND, 'iGRAVEMDER, ent. 5«c 

wis ooraak, Art de Lusthoven, vooraametijk dat vu Mevro*» 
We teomp, naderhand, in meerder, luister terftdd zijn geworden, 
gelijk het deftig Trompenburg nog heden getuigt. Het huis , in 
gedaante, eenigzints gelijkende naar een Oorlogfchip, rijst rond- 
om uit het water, als een Kafted, en pronkt met een fchoonen 
Koepdtoren. Behalven deeze, vind men aldaar eené menigte 
andere Lnstplaatzen, die bij de tegenwoordige omftaadtgheden 
veel geleeden hebben. 

De bewooners van dit aangenaam Dorp geneeren zig met den 
landbouw en linaebleekerijen, behalven welke geene andere» 
dan de benodigde Burgerneeringen, aldaar gedreeven worden. 

Toe 'de verkiezing van Schepenen van *iGra*êland $ word, 
door Schout en Schepenen, een Nominatie gemaakt, idt Inge- 
landen en Opgezeecenen, en vervolgens overgeleverd» aan HooibV 
Ingelanden , welke deeze Nominatie vervolgens zenden aan den 
Baljow van 't Gooiland , die daar uit de verkiezing doet» 

De Predikant van 'sGrareland, even als alle die van 't geheel 
Gooiland, behoort onder de Klasfis van Amfltldam. 

's Gfc ave moer, een Dorp, aan de Rivier da Dongt, die, 
langs Geertruidenberg, in den Biesbosch valt. Dit Dorp is 
geen Ambagts-, maar eene vrije Heerlijkheid, en ftaatdus niet 
onder den Hoogen Vierfchaar van Zuidhoiland, maar heeft een 
e!*en Regtbank op zig zelven. Laast heeft deeze vrije Heerlijk- 
beid behoord aan zijne Exellentie arnoud joost, Baron van 
tier Duin, Heer van Maasdam, enz. 

'êGnAVEtWAGt, hoewel, in pragt en luister, veele der 
grootfte Steden van Bolland, niet alleen evenaarende, maar zelfs 
overtreffende , word , van fommigen , flegts een Plek ge- 
noemd, om reden dat het met geene muuren of wallen omvan- 
• gen is, of met poorten kan worden afgeflooten. Wat hier van 
7ij, dit is onbetwistbaar zeker, dat 'sHage, zo als het, bij- 
wkortingj word genoemd, met veele voortreffelijke Stedelijke 
voonegten voorzien is. Ook valt het gemakHjk te bewijzen , 
&&'%Qravenhage y al in den Jaare 14B1, en vroeger, en ook 
nog in de zestiende Eeuw, meermaalen , onder de kleine Steden 
fan ÜUland ter dagvaarten is befchreevefir Met dit alles is het 



5** 'flGRAVENHAGE, Gttègttfhtld en Nasmswrjpnng. 

insgelijks zeker, dat, in brieven van de Jaarêu 1350, 1370, m 
zelfs van veel hater tijden* den Haag een Derf genoemd 
word, 

In vroeger tijden werd deeze plaats dtt Haagt % nu meest/t 
Haag t of den Haag genaamd. Haare ligging is tan den Zoom 
van Delfland, nabij de plaats der grensfcheidinge tusfeheo Rhij*. 
en Delfland, te weten, aan den eeueu kant door de fcbddinge: 
van Haag-Ambagt 9 en aan de anJere zijde door JPssfenaar, 
Meer bepaaldelijk legt 'tGrarenkage i\ uur gaans van Detft\ 
3 uuren van Leiden , en 5 uur van de Noordzee. Het heeft, (en 
Oosten, bet Bosch, of Hagerhout\ ten Zuiden, de grazige 
Weilanden ; ten Westen , weelige Koornakkers , vrogttore 
Boomgarden en fierlijk beplante Lusthoven; aan het Noorden , 
«Ie Duinen, die 'sHage voor de Zee dekken. Rondsom 9 sGra* 
yenhage vind men aanzienlijke Dorpen, heerlijke Landhuizen, 
pragtige Hoven en uitmuntende Wandelwegeiu 

De Naamsoorfprong word tweeledig opgegeven. Vojgens de 
eerde word. dezelve ontleend van eene Haag % of beplanting vaj 
houtgewas, ter beveiliging van de gemaakte Bofchaadje, die zig 
voorheen veel verder uitftrekte dan tegenwoordig. De tweede 
is de oude betekenis van een huis of wooning, waar bij mei 
zou konnen voegen die van den Graaf* en dus *s Gravenhagt , 
zo als bet, in laater tijd, en wel in bet Jaar 1400, genoemd 
is. 

Van deszelfs oudheid of allereerfte ftigtïng, kan niets met ze- 
kerheid gezegd worden. Men vind wel een Handvest van Gratf 
f lor is de» II , door hem, op den 15 Junij van *c Jaar 1097» 
in* den /fa*£*£egeeven; doch hier uit kan met geen volkomen 
regt beweezen worden, dat aldaar, toen reeds, een Burgerlijk 
bedel over Inwooners, of van Overigheid, plaats bad, of dn 
den Haag* toen reeds, tot een vast verblijf van den Vorst ge» 
fchikt was. Want, uit veeie Handvesten blijkt duidelijk, dat de 
Gcaaven, nu hier en dan elders, hun verblijf hadden, en alzo 
hunne brieven op onderfcheidene phatzen tekenden. Met dit 
alles is het, egter, niet onwaaricbijnlijk,dat*sGrtfVM^^,nuea 
dan , hun tot een plaats van vermaak gediend heeft. Men vind 
ook, vóór het Jaar 1250, geen bewijs, dat den Haag vooreen 
plaats van Burgerlijk verblijf gehouden isj marwei, dat, 00- 

treilt 



•s GRAVENHAGE , Oudheid. $8* 



sent dien tijd, Graaf willzm de II eenen aanvang beeft ge- 
maakt mee het bouwen van zijn Paleis , 't welk , vijf Jaaren 
ïw zijnen dood, door zijnen zoon flobis den V voltooid 
werd. Vermits deeze Graaf, gelijk uit verfcheidene aantcko 
oingen kenbaar is, aldaar menigmaal zijn verblijf gehouden 
heeft, zal dit, waarfehijnlijk, aanleiding hebben gegeeven tot 
den aanbouw van vcele huizen van Ridders en Edelen, die 
van zijn gevolg waren. Ook zullen veele • Winkeliers en 
Kooplieden zig aldaar hebben nedergezet, om de noodwendig- 
heden te vervullen: waar uit dan, allengs, eene bewoonbaare 
plaats , rondsora het Hof , zal ontftaan zijn. Dus zal dan 
ook het verblijf der volgende Graaven den Haag in bewoo- 
ners merkelijk hebben doen aangroeijen: waarom ook Hertog 
iLBRBOT van BEijHïHN, in den Jaare 1370, het een aanzien- 
lijk Dorp noemde. Vraagt men, waar *sGravenbage het al- 
lereerst bebouwd is? Wij antwoorden, waarfehijnlijk, op de 
'f laats, de Kneu ter dijk, voorheen het Tournoiveld der Graa- 
ven, en de Fijverberg* alwaar, door de Graaven, aan de 
Edelen , den grond tot de bouwing hunner huizen verleend 
werd. Reeds in 't Jaar 1400 waren, in het Zuidelijk en . 
Westelijk gedeelte van den Haag, veele huizen bekend, die, 
van tijd tot tijd vermeerderende, oorzaak waren, dat 'sGra- 
venhage, reeds in *t Jaar 15*3, ta vier wijken verdeeld was. 
Na het vertrek der Spanjaarden uit deeze Landen, en het 
herftellen van de fchade , welke den Haag door hun geleden 
had, begon men, op plaatzen, daar toe van nieuws aangewee- 
Z en, met meerder ijver dan voorheen, den aanbouw voort te 
petten ; 'c welk, door de vermeerdering der bewooners , 
noodzaaklijk was geworden. 

In het Jaar 1626, had men den Haag reeds in meer wijken ver- 
deeld. Naderhand gefchiedden nog aanmerklijke vergrootingen, 
en werd, omtrent de Jaaren 1642 en 1643» de Prinfegraft, het 
aanzienlijktte gedeelte der piaatze, gegraaven. De laatfte ver- 
grooting gefchiedde in het Jaar 1706, wanneer veel gronds 
van het Bouh en de Maliebaan tot Erven uitgegeeven, en 
hier door een ongemeene luister aan den Haag werd bijge- 
*eu 

Oo 5 Wat 



$*4> 's GRAVENHAGE , CtfcUeieniifeu. 

Wat het Gefchiedkundige van 'sGravenkage betreft; de eer» 
Ife Wijten, welke men daar van, met zekerheid» gemeld vind» 
zijn die van het Jaar 1479, wanneer de tweefpalc tusfcfcen 
Hoekse h en Kalbeljaauwsch gantsch Heiland nog beroerde, en 
~ïti den Haag tot dadelijkheid kwam. Deeze nam faaaren aanvang 
met den twist tusfcben de dienaars en huisgenooten van dea 
Stadhouder wolfbrt van rorsseli*, die den Hoekschgezinden 
met ongeneegen was, en die van den Heer van wassenaar, 
ces der voornaamfte hoofden van de andere partij. Na herhaald 
wederzijdsch fchelden en verwijten, werden de Valkeniers van 
den Stadhouder, digt bij 't Hof, door de dienaars van den Hee- 
re var wassenaar overvallen; doch de eerde zig in huis ge- 
borgen hebbende, fchooten op de anderen en doodden *er eeni- 
gen van. Hier door geraakten de Kabbeljaauwfche Edelen en 
Goedelen in 't harnas; die voorts, met hulp uit de Steden Delft, 
Leiden 9 Haarlem en Amfleldam, het Hof belegerden, en het 
ook, met geweld, zouden overmeesterd hebben, indien 'er niet, 
door de tusfehenkomst van eenen pistor la£ khau , een ver- 
drag getroffen ware, Waar bij werd vastgefteld, dat de dienaars 
van den Stadhouder, en anderen, vrij en onverhinden zonden 
mogen aftrekken. De Kabbeljaauwfchen , op het Hof gekomen 
zijnde, haalden de hengden uit den (hl, fioegen kisten en kasfen 
open, en bedreeven allerleie moedwil. De Stadhouder, over 
het lebenden van 't verdrag, ten uiterften verbitterd, verfterku 
zig met die van Dor dregt. Gouda en Schoonhoven , en trok met 
groote magt op den Haag aan, 't welk hier op, door de Kat- 
beljaauwfehe* % geruimd werd. De Hoekfehen pionderden de 
buizen hunner vijanden, en veroorzaakten, alomme, groote 
fchade. Na dat de Stadhouder dit volk had afgedankt, kwamen 
'er de Kabbeljaaaw/ehen wederom binnen, en oefenden, van 
buuue zijde , wraak , tot dat zij , van roven en piooderen , hunnes 
genoegen hadden bekomen. 

In den Jaare 1489 , werd UHage en Haag-Ambagt , door 
de knegten van Keizer maximiliaan, die tegen Rotterdam was 
opgetrokken, onder brandfehatting gefteld. In het Jaar 1524 
üocg bet volk aldaar aan 't muiten, over zekere dubbele belas» 
ting op het bier, welke de Regeerders van 'sHage, metOftrool 
van Keizer karel deb V, hadden opgelegd. Aanleiding tot den 

op- 



'sGRAVENHAGE, GeMtedenftftf,. #J 

proer gaf, het bedrijf van den Procureur Generaal, die eeneo 
tfiuitevoerder, welke tan de Gemeente bier zonder excijnt 
nd getaragt, in de «Kerk, waar in hij gevlugc was, ais ten dien 
ijde nog een veilige fcbmlplaats , wilde vangen. De Schuit©- 
f oerder werd met geweld ontzet, en de Procureur Generaal , 
(net zijne dienaars, den gantfehen mgt, in de Sacriibe van de 
Groote Kerk opgeöooten gehouden. 

Terwijl hij aldaar zat, brak men den Kerker open, en gaf een 
vrijen uïttogt aan de gevangenen, welke, zints eene voorgaande 
oproerige beweeginge, aldaar op^eflooten waren. Om dien op- 
roer te (lillen, was de todhouder genoodzaakt, drie honderd 
foldaaten in den Haag te doen komen, die eenige muitcüngeu 
onder den voet febooten. De Gemeente werd hier door genood- 
zaakt, vergiffenis te verzoeken, welke zij ook verkreeg, mids 
betaalende eene boete van 1500 guldens, en dat fommige per- 
foonen openbaar* boete moesten doen, in naam van de gantfche 
Gemeente van den Haag en Haag-Ambagt. 

Zeer bekend is de aanval, welken y sGravenhage leed, in 't 
Jaar 1528, door maarten van rossim, die het openlijk op 
deezo plaats gemunt had. Hij kwam van Utrecht, langs den 
R f iijn % voorbij Leiden, met aooo knegten , en 200 paarden, 
cf, gelijk anderen willen, in het geheel met 14 of 1500 men, 
die ©nder Keizerlijke baniere optrokken. Te Rijswijk en aan 't 
Ilaagfthe Bosch genaderd zijnde, beval de Veldheer, de Gel- 
uerfche Vaanen te ontwinden, en te fchrecuwen Gelder! GeL 
dn l Hier door werd de fchrik en het vlugten algemeen- De 
Gelder fchen dus geen weerftand ontmoetende, gingen ras aan 
't plondercn, en lieten weinige buizen ongefchonden; ook (la- 
ken zij de Groote Kerk in brand. De coof van goud, zilver en 
andere kostbaarheden , werd in beddekusfens . waar uit men 
de veeren gefchud had, ingepakt en weggevoerd. Het Paleis, 
of Hof, werd aan den geweldenaar ingeruimd, alwaar hij alles 
ongefchonden liet. De pionderaars bleven 'er niet lang, maar 
vertrokken , gelijk eenigen willen , op den derden dag , met 
Gijzelaars en Pandslieden voor twintig duizend guldens, welke 
de Gelder fchen, voor brandfehattieg, bedongen hadden. 

Dan dit alles kwam in geene vergelijking, bij het geen 'sGra- 
ve*hage 9 geduurende de Sfasnfcae beroerten, heeft geleden. 

Na 



«{*« ?s GRAVENHAGE , Gefchieienitfau. 



Na dat aldaar , in den Jaare 1566 9 door de ftoutlw 
van twee onverlaaten, de beelden uit de Kerken waren 
genomen , moesten de Ingezeetenen , in bet Jaar 1572 
bezuuren, door den inval der Spanjaarden t die, voor Ddfl 
het hoofd geftootcn hebbende, de Hagenaars noodzaakte] 
hun binnen te laaten; waar na zij ten doel (tonden aan aöe 
leie overlast. Zij moeten 'er evenwel niet lang vertoefd fad 
ben, alzo -het blijkt dat de Staaten, in het volgende Jaar 
de verfterking van den Haag bedagt wven; 't welk eve 
niet gefchiedde. Integendeel, werd de plaats, geduurecde b 
beleg van Let 'Men , ontledigd, om rowkro met zijne benden 1 
ontwijken* 

In het Jaar 1574, toen baldeus, ten tweedemaale, Leidt 
belegerde, lag, in den Haag, flegts eene bezetting, ondfl 
Hopman ruikhaver; zo dat Don loüis gaetaw weinig 
moeite had , om de plaats in te neemen. Nogthans kwam hij ] 
*er niet binnen, zonder dat vooraf iuhtravjer, aan de Geest- 
brug, hen zo lang, met fchermutzelen, bezig bad gehouden , 
dat de Hagenaars gelegenheid hadden, met hunne beste goe- 
deren , naar Delft te vlugten. Na- dat gaeta » 'er binnen 
was gekomen, nestelde hij zïg op het Hof, om te meer ver- 
zekerd te zijn, alwaar hij, door het gemeen, dat overgeWee- 
ven was , van levensmiddelen , kruid en lood voorzien werd, 
in de hoope van daar door te beter behandeld te zuDen wor* 
den. *t Geen aan den Haage het meeste nadeel deed, wis, 
dat de voornnamfte Ingezeetenen, de Stadhouder, de Adel en 
de onderhoorigen van het Hof, ja zelfs alle de hooge Koflfr 
giën, zig naar Delft begeeven hadden, waar door den H'H 
met eene gantfche vernietiging gedreigd werd. Het plonderen 
en rooven veroorzaakte % èt de droevigfte vertooning; 10 te 
het niet meer naar een bewoonbaare plaats geleek. De (haaien 
waren met gras begroeid ; vari de voornaamfte huizen waren 
de deuren, kozijnen, zolders, enz. tot brandfloffe gebrul 
De fraaifte vertrekken dienden tot ftaüingen voor hees». 
Sommige huizen waren zodanig van ijzer en lood beroofd, 
dat ze niet meer (laan kodden. In het Jaar 1576 waren de 
ftraaten en fteegen,in % tGravenhage % nog zodanig met mest- 
hopen en vuiligheden bezet, dat de Dorpelingen van B**t 



's GRAVENHAGR , Qefckieienhfen; tff 

jfm&agt, van den Baljuw daar toe bevel hebbende ontvangen, 
onmooglijk alleen in (laat waren om deezc plaats van zo me- 
nigvuldige onreinigheden te zuiveren : waarom het Hof ge* 
noodzaakt was, aan de Dorpen Rijswijk, Voorburg, fVatfe- 
naar en Losduinen bevel te geeven, om, danglijk3, ieder, 
met zes wagens met paarden , die van den Haag ten dienst te 
ftaan , om het Vlek te reinigen. Prins wjllem di 1 was de eeni- 
ge, die weigerde, aan die van Delft hun verzoek toe te ftaan, 
om den Haag geheel en al te verdelgen. Want, het zij dat eene 
regtmatige vreeze voor hunne Stad hun noopte , of dat de voori- 
ge luister van deeze plaats hun in den weg was, zij dienden , ia 
het Jaar 1575, zijner Hoogheid aan „ dat hunne Schutters ver* 
9, zogten veiklaaringe, of men den Haag zou doen verbranden, 
„ zo verre de vijanden zig naar 't Westerkwartier kwamen te 
„ begeeven ; waarop, bij den Prins, geantwoord werd, dat 
„ alzo zonderling geen beestiaal omtrent den Mag is, en de 
», vijanden zig ook des zomers in de Temen konden onthouden, 
„ het daaromme niet geraden was, den Haag te verbranden; 
„ doch dat des niet te min zijn Doorlugtigheid verhoopte, dat 
„ zo verre Maaslandfluis mogt worden behouden, de vijanden 
„ zig in dat Kwartier niet zouden begeeven." Al vroeger had 
de Prins reeds zijne zugt voor het behoud van den Haag ge- 
toond. In het Jaar 1574, toen de Spanjaarden het beleg voor 
Leiden opgebroken en den Haag verlaaten hadden, verbood de 
Prins, door een Plakaat, deelc plaats te berooven, te pionde- 
ren of te verbranden, of eeuige verdere brandfehatting te vorde- 
ren; op ftraffe van de koorde, of met den vuure, naar gelange 
van de misdaad; verbiedende hij tevens, dat niemand delnge- 
zeetenen zou mogen verongelijken , aan hunne perfoonen of 
goederen, onder voorwendzel dat zij, geduurende het aanwe- 
zen der vijanden, aldaar gebleeven waren, maar zulks over te 
baten aan de Gemagtigden , ten dien einde aangefteld* 

De Raden des Hofs en die van de Kamer van Rekeninge, of- 
fchoon nog te Delft vergaderd, wendden, in het volgende Jaar, 
mede hunne zorge en poogingen aan, tot welzijn van 'j Gr*. 
venhage, zendende zij ieder eenen Gemagtigde, uit het midden 
hunner, om op te neemen, hoe veel leeftogt aldaar gevonden 
werd, eu om van Burgemeesteren te verftaan, welke perfopnen 

dea 



jtt V 6RAVENHAGE , Gifc\iedcnhfer> 



den Eed van getrouwheid nog niet hadden gedasn, met tevel 
om voorts dezelve bij klokflag, of anders, te ombieden, 
dien af te leggen; als mede, om de ongehoorzaamen en oawiffi» 
gen te beiasten, binnen vierentwintig uuren, den ffa*g te ver- 
haten. De Staaten van Holland waren- insgelijks op bet weïzijl 
van 'sHage' bedagt, en wendden allen rioogiijken vlijt aan, tef 
bewaaring van het Hofgébouw. In het laatst van het Jaar 1574, 
hadden zij isac koe hel gemagtigd, om twintig perföonea vé 
te neemen, en daar mede, als Kastelein, onverminderd den laf 
van hem, welke voorheen tot dien post was aangefteld, het Hof 
ie helpen bewaaren. Doch vermits over deeze Heden klagten vfe* 
!en, van wegen hun wangedrag, werden Burgemeesceren, k 
het Jaar 1575, gemagtigd, om gemelde© koibll, met ifjo* 
knegten, af te danken. Naderhand werd die zelve Regeermf 
gemagtigd, om het Hofgébouw te doen bewaren , door den Pro* 
coreur Generaal, paulus van hovb, bij voorraad, voor den 
tijd van een half Jaar. f sLands zaaken, zedert, een gtznlh^f 
keer neemende, keerden ook de beWooners derwaards tere^. 
Bij eene misfive, van den 13 Maart van het Jaar 1577, gsf »h 
ie Doorlugtigheid san het Hof wederom vrijheid , om deszelf» 
verblijf, van nieuws, in den Haag te mogen neemen; doch de 
Staaten van Holland en Zeeland vonden, als nog, cfet geraden, 
de Registers, of andere Hukken van aanbelang, derwaards over 
te brengen. Kort daar na werd de Kamer van Rekeninge, vol- 
gens Refolutie van Holland ', mede derwaards van nieuws over- 
gebragt. Van tijd tot tijd namen aldus de Staaten van Hoti*nJ y 
ès Algemeene Staaten en andere Hooge Kollegiën wederom nt- 
tfng in den Haag; terwijl het Hof, aan alle zijne ondernoo» 
rigen, beval, aldaar terug tekoomeu. De Deurwaarders moes- 
ten, op verbeurte van hun Ampt , zig insgelijks aldaar met der 
woon nederzetten. 

. Na deeze herftelling, waar door den Haag, binnen kort, m 
voorigen luister kwam , heeft deeze plaats geene aanvallen van 
buitenlandfche vijanden geleden, hoewel de bekommering^ 
voor, de Staaten y menigmaal, deed in overweeginge neemea, 
om dezelve te verfterken. Meer dan eens heeft Prins mauwt* 
den voorflag gedaan, om den Haag met omgraavingen en ves- 
tingwerken te voorzien , en wel inzonderheid in het Jaar i6oo y 

«KB 



/ 



♦« GRAVENHAGË , Gefehiedentifén. $9 

joen de Spanjaarden voorneemens fcheenen, om, ut dat 2ij 
ïommtl overrompeld zouden hebben, in het ban van IUU 
kmd te dringen. Hij fchreef, ten dien einde, aan de Scanten 
van Holland 9 en deed aan hun, door de Sociëteit van V>>«- 
yenhage, de nuttigheid daar vau ten kiaarften voorfteileau 
Hier door werd de zaak zo verre gebragt, dat de Edelen en 
alle de Steden 'er in bewilligden» Doch alzo de Staaren wei- 
gerden, daar toe eenigen onderfhtnd te geeven» bleef bet werk 
agter. Geene twintig Jaaren, egter, verliepen 'er, of metf 
«tg dit Vlek met graften ontgraven. In het Jaar 1629, toen 
men bedugt was voor eenen aanval van de Duinkerkers, die 
voorgaven, bet zelve te willen pionderen, ontving de Magi- 
ftraat bevel, van Gecommitteerde Raaden, om de grafcen, aan 
de Noordzijde, te verdiepen en te verwijden. Niet alleen 
Werd dit terftond in het werk gefield, maar inen begon ook 
ten borstweering- op te werpen, en met ravelijnen en wagt- 
Buizen te dekken. Maar dit alles gefchiedde niet met alge* 
neane goedkeuring der Staaten* Op een Vertoog, door de 
Stad Delft ingeleverd * werd de onderneeming -opgefchort, ja 
zelfs, op uitdrukkelijk bevel <der Staaten, verboden. Zedcrc 
keeft de Regeering. van Delft , met geen minder ijver, zïg 
tegen het verfterken van den Haag aangekant, waar toe, 
door eenige Gemagtigden uit de Regeering, verzoek ge* 
daan *as aan de Staaten van Holland, den 1 Maij van het 
J 321 1635, d»* bij voor redenen geevende, de gerugten en 
oogmerken van eenige Spanjaarden , om een ftroop op den 
Haag te doen; waar omtrent, zo als men zeide, aan Prinfe 
fiaoaic hutdrik verfcheide waarfbhouwingen zouden gedaan 
rijn. Toen Schenkenfehant , in dat zelve Jaar, in 't laatst 
van Julij, door de Spanjaarden, was ingenomen, liep ook 
te gttugt, dat de vijand voorneemens was, % sGravenhagt % 
van den Zeekant, te overrompelen: waarom men, aanftonds, 
op alles order ftelde. De onderhoorigen van den Hove en 
de Burgerij werden in de wapenen gebragt; twee of drie 
Kompagmën Waardgelders aangenomen, en nog twee andere 
van /fmfieldam ontboden. Daarenboven deed men eemge vis- 
fcherspinken, langs (brand, in Zee kruisfen. Doch van de 
toorgenomene verfttrking, zo min als van den aanval, kwam 

niet*. 



Spo 'sGRAVENHAGE, Ctfchied**nfè«; 

niets. Eenc dergelijke voorzorge, nakende het asooecm; 
van Waardgelders, tot bewaaring van den Haag, .werd 
gebruikt, ten tijde van den oorlog met karbl den 11, & 
Hing van Engeland , en den Bisfchop van Munfier, in bet 
bet Jaar 1665. Na het fluiten van den vrede* werden ze we- 
derom afgedankt. 

Nooit* egter, trof deeze Hofplaats grooter vreeze, voor. 
binnenlandfche beroerte, en voor buiteniandfebe vijanden, dan 
in het Jaar 1672, wanneer de Franfchen den aanflag fmeedden, 
om uit Woerden , 't welk zij, in het laatst van September, ia 
bezit hadden genomen, dieper in Holland te dringen, Leièen 
te overrompelen en den Haag te pionderen. Ten dien eiafc 
had de Hertog van Luxemburg de Stad U^oerden met meer- 
der Krijgsmagt bezet, en van alles wel voorzien; waarna hij» 
met omtrent negen duizend man te voet, en twee duizend 
man te paard, den togt over het ijs aannam. De tijding vffi 
deezen aantogt, zo als ligt is te denken.» baarde, in den 
Haag , eene bijftere ontfteltenis ; elk zogt een goed heen ko- 
men ; terwijl , intusfehen , de Regeering niets verzuiode , 
om alles, wat tot bewaaring dienen kon, te werk te ftelfeo. 
De Heeren van de Sociëteit van % tllat* ontvingen, ten dien 
einde, bevel, om op alle toegangen de boomen om verre cc 
houwen, en op elkander te fbrpelen, om den we* hier door 
te belemmeren. Bij deeze gelegenheid had men wederom twee 
Kompagoién Waardgekiers aangenomen; als mede, de Advo- 
caaten , Procureurs , Deurwaarders en andere, onderboorjgen 
van den Hove , onder een Vaandel gebragt. Maar alzo de 
vijand, door het omilaan van het weder, in het volvoeren 
van zijn oogmerk verijdeld werd , bleef den Haag vrij vin 
den gedreigden aanval. De voor (lag, om den Haqg te ver- 
Herken, werd thans wederom levendig; doch de Stadhouder 
willem ob III keurde het toen ongeraden. Na dien.tid, 
alzo den Haag* telkens, van diergelijke aanvallen is bevrijd 
gebleeven, heeft men het laaten berusten. Dewijl wij, op het 
Art. db wiTTiN, omftandig zullen moeten fpreeken van bet 
rampzalig lot, die beide broeders, aldaar, te beurt gevallen, 
ifchuiven wij, voor het tegenwoordige, een gordijn voordat 
ai;clig Tooneel; gelijk wij ook zullen genoodzaakt zijn, de 

ver- 



*sGRAVENHAGE, Grootte, Getal van Huizen , enz. $gt 



Verder aldaar voorgevallene en veel gerugt "mankende gebeurt** 
nlsfèn, te moeten verhaalen op het Art. van wille m den IV eii . 
Willfm dem V, Prinfeu van Orante. Den draad van 't ge- 
fchiediamdige dus hier mede afbreekende, gaan wij over tot dé 
befchrijvinge van de plaats zelve* 

Wat de Grootte en uitgeftrektheid van dcri Ff a/tg aangaat. Dé 
beroemde bor getuigde, in Zijnen tijd (in het begin der voorigé 
Eeuw) dat het getal der huizen beftond in bijna 2400. In het 
Jaar 1732 , werden , op de lijst der verpondingen , gebragt 
6163 numero's, en het getal der bewoöners van den Haag eri 
Haag-Ambagt op 38000 gerekend ; waar van men wil dat 3 of 
34000 ïn den Haag zouden woonen. Anderen begrooten het 
getal, met bijvoeging van Haag-Ambagt , op 41500, van wel- 
ke moeten worden afgetrokken 2 of 3 duizend vreemdelingen eri 
reizigers. 

Dit heerlijk 'sGravenbage munt, boven ' rille plaatzen in 
Nederland üit, irt zeef fchoone opene pleinen, als de fifr 
wberg , de Kneuterdijk en het Voorhout , -die allen mei 
overheerlijke gebouwen en teer fraaie wftndelwegen voorzien 
fcijifc Het Plein , weleer des Graaven Kooltuin , en naderhand 
de Tuin van den Stadhouder, is een aangenaame Wandel Weg, be-> 
plam met Lindeboömen , en aan wederzijde met heerlijke ge* 
bouwen verfierd. Op dit Plein trekt alle dagen de Wagtparade 
op. Op de plaats, voorheen de voorplaats van het Hof, ftond 
weleer, vóór de bouwing van 's Graaven Hof, een herberg, da 
'Zwaan genaamd , de tot een pleisterplaats voor de reizigers 
dieade. Volgens fommigen zou dit weieer een Jagthuis der ou- 
de «Graaven geweest zijn , en naderhand een Leen van Holland 
geworden. Zedert ztjn, van deeze herberg, twee aanzienlijke 
huizen gebouwd. Ten Westen op deeze plaats ftond weleer de 
Geregtsptaats des Höfs , gemeenlijk het Groene Zaodje genaamd* 
waar op de nüsdaadigen, bij vonnisfe van' den Move, hunna 
ftraffcn ontvingen. Doch dit werd, in het Jaar 17 19, op ver- 
zoek der eigenaars en bewoonefs der bijgeleegene huizen, weg 
gebrooken. 

Behalven .deeze opene P4einen , is den Haag van de benodig- 
de ruime Markiplaatzen voorzien: als, twee Groenmarkteu * 

XVI1L deel. PP W( * 



59» 'fGRAVENHAGE, Marltplaatzen en Gebeuwt*. 

twee Vischmarkten; de Kalvermarkt, Varkenmarkc , Turf- co 
Houtmarkt; en inzonderheid de groote Weekmarkt. 

Onder alle de gebouwen van *sGravtnhage munt uit, hei 
Hofgebouw, van den- tijd van welks fligtfag wij reeds, ais 
Onder Graaf wilibm i>cm II gefchied, melding gemaakt heb- 
ben. Eene omflzndige befdirijving daar van voor ons beftek 
re omflagcig zijnde» zeggen wij alleen, dat, zints eemge Jat- 
ten, onnoemelijke fchatten ter verbetering daar van hefteed 
*ijn. Dij weinige moeten wij 'er van zeggen. Bij den. op» 
gang komt men op de groote Zaal. Als eene bijzonderheid 
daar van word aangetekend, dat de kap gemaakt is van hom, 
uk Ierland herwaarde gebragt; welk hout de eigenfcbap zoo- 
de bezitten, van nimmer te verrotten of te vennolfemen-, als 
mede, dat 'er geene fpinnen in konuen nestelen* Ook is het 
zeer merkwaardig, dat deeze Zaal, hoewel zonder eemge 
dwarsbalken gemaakt, reeds zo yeele Eeuwen heeft kom» 
dnnren, en nog in een zeer vasten ftaat is. Aan het eWe 
van de zelve is de plaats, waar 'sLands Loterijen getrokken 
worden» Boven aan pronkt zij met allerhande zegetekenen. Io 
deeze zelfde Zaal, vooraf daar toe bekwaam gemaakt, werc 1 , 
jn het Jaar 1651, de zo zeer vermaarde Staatsverga.deruig ge* 
houden, bij den naam van de Groote Vergadering bekend , 
waar van wij reeds, op het Art. van jacoa cats, melding 
gemaakt hebben. De verdere vertrekken van het Hof, zijn; 
de Graaflijkkekis Rekenkamer, die gebruikt word door de 
Heeren van de Sociëteit van ' s Graven Amge ; de Kamer ter 
Auditie van de gemeene Lande Regeringe in Heiland \ k 
Leenkamer van Heiland \ de Pleit zaal veer den Here *em 
Heiland, Zeeiatid en Friestand$ de Raadkamer, de Lu» 
kamer en Rtquettkamet; een tweede Raadkamer, doch die 
tegenwoordig niet gebruikt word; twee Charterkamews * waar 
van dt eene deft Hecre joah van QLiitSBAftnvsLr tot eea 
gevangenis geffrekt heeft; de Feurneerkamer van het H$f f 
zijnde een langwerpig vertrek , waar in de zakken van de 
Procesfen, die in (bat van wijzen gebragt zijn, Ingeleverd 
worden. Ook worden aldaar bewcard de Merttoriaaiioeke* 
en Rfgisteu van den Hove* Nog vind «en 'er de Grift 

ven 



'sGRAVENHAOE, Qiboünn. 593 

-van den Hwei gelijk ook de vertrekken van den Hoogen 
Raad* als de Pleitrolle, weleer de Pijnkamer van het Hof; 
en daar naast eenige kleindere vertrekken, tet compariticn, en 
berging van papieren en boeken; de KasteUniu tegen over. 
de poort of ingang van den Hoogen Raad» Verder vind men 
de Vergaderkamer der Algemeene Staaten; de Treveska» 
mer t het zogenaamd Hollands Kamertje , welk gebruikt 
word, wanneer de Leden van de Vergadering der Algemeene 
Staaten, gefijk ook die van den Raad van Staate, of van de 
Generaliteits Rekenkamer, in onderhandeling moeten komen; 
wijders nog twee vertrekken, ten diende van de Afgevaardig- 
den uit de Kollegien der Admiraliteiten; de Vergaderplaats van 
den Raad en het Leenhof van Eraband ; van den Raad 
fan Staaf e; de Finantiekamer 9 en daar boven de Artillerie 
kamer \ da Generaliteits Reken- en Charter kamer i en einde- 
lijk de Griffie der Algemeene Staaten. 

De vertrekken, ten diende der Heeren Staaten van Heliand 
m Weitfrieiland^ en derzelver onderhoorige Kollegien, zijn 
je volgende: de Vergaderzaal van Hun Ed. Gr» Af eg. ten 
Oosten van dezelve de Befoignekamer , en daarenboven de 
Charter kamer ; ten Zuiden van die Vergaderzaal , heeft men 
ée Verbliifplaatt van den Stadhouder. Regt onder deeze 
Vergaderzaal van Heiland* zijn twee Kamer* veer de Gecom- 
mitteerde Randen > en twee Befoignekamers ; het Komptoir 
van den Raadpensionaris , en dat van den Secretaris van 
Staat; drie vertrekken, behoorende tot de Finantiekamer va* 
Hvlland, en verder het Corps de Garde; het Comptoir vam 
de Bxpedieerende K/erken, en de Secretarij van Hollands 
Aan wederzijden van het Binnenhof vind men de Staaten 
D>ukkei'iji en aan den ingang naar het Hof, aan de Spuij- or 
Zuidzijde, de Raad» en Rekenkamer der Domeinen van den 
Beere Frtfife van Oranje ; niet verre van daar Haat hec 
Goud» en Zilver fmits Keurhuls van 'sHageï en naast daar 
tan de Generaliteits Muntkamer. Alle deeze vertrekken vaa 
het Hof zijn, door geduurlge vertimmeriflgen, en bijzonder, 
door het maaken Van ichuifrtatmen, en daar door vermeerde-' 
tin; van ligt, zims eenige Jaar en, merklijk verbeterd. Het 
Buitenhof % veel fchooner en ruime* dan het Binnenhof, is» 
* Pp 2 ge- 



m '«GftAVENHAGÊ, OeUuven'. 

gelijk algemeen bekend is , met zeer fchoone huizen bezet. Het 
huis van de Gravinnc Van albbmirle, is een van de aanzie* 
lijklte derzelve. Daar op volgt het gebouw , in welks loves* 
fte gedeelte thans de Bibliotheek van zijne Hoogheid, en in ha 
benedcnfte deszerfs Naturalien-Cabinet bewaard word. Voorheen 
was, op dit Buitenhof, het Gevangenhuis van 'sGraveuhate , 
toen % tQratenjlein genaamd, (taande naast de (hülin?, weleer 
van Prins maübits, doch thans de ftalling of het Corps de 
Guarde van de Ruiterij , die aldaar baare Hoofdwagt houd. Op 
dit Buitenhof word ook een gedeelte van de Jaarltikfche Kenni* 
gehouden, welke invalt op den 3 Maij. In liet Jaar 1758, m- 
flond, ter deczer plaatze, in een der kraamen , een zeer zwaare 
fcrand, waar door eene zo aanmerkelijke fchade veroorzaakt 
werd , dat men de ongelukkig gewordene kramers, door her 
doen van eene colie&e, wederom moest in (laat fielten. Vaa & 
Buitenhof gaande naar den Pijverberg , treed men door eco 
poort , weleer de Voorpoort van den Hove ; dienende nu tot 
de Gevangenpoort, waar op de misdadigen bewaard worden. 
De verdere aanzienlijke Gebouwen, die de Staaten eeaigiüw 
aangaan, zijn, onder andere, het Huis van Prins MAUWT*, 
gebouwd door joan k/iüpits, weleer Gouverneur van Brou'. 
Dit huis word, doop de Algemeene Staaten, in huur gebruikir 
om 'er de Gezanten van vreemde Mogendheden , bij hunne in- 
trede, te ontvangen; of ook wel, om bijzondere Cotnmisfien 
daar in zitting te doen neeinen. Onder anderen heeft de beroem- 
de Commisfie, tot de vervaardiging der nieuwe Pfirlmberijminf, 
haare zittingen daar in gehouden , en dat werk ten einde gebragr. 
In het Jaar 1704 verloor dit Gebouw, dooreen feilen brand, 
zijnen voorigen luister, blijvende daar van niets dan de kelder» 
en m uuren overig. Aau de eigenaars van dit Gebouw werd toe- 
gedaan, eene Loterij te mogen oprigten; waardoor het vervol 
gens in dien ftaat gebragt is, waar in het zig thans verwast, , 
Meer onraiddelijt.behooren tot de Gebouwen der Staaien vaa 
Holland: . , 

% t Landt QefchuU en Ammunitie * Magazijnen , zijnde 
•s Lands Gefchuthuis, gebouwd in het Jaar 1665 , en de At/uw- 
nirie- Huizen in den Jaare 1598; vervolgens mag men hier ond* 
rekenen, de Logementen der Afgevaardigden van de Su*** 



'sGRAVENHAGE, Gebouwen. $9$ 



bewde Steden* als, die van Dor dr egt, Haarlem , Delft , Let 
' den % G^da en Rotterdam , ieder afzonderlijk. Andere Ste- 
den hebben te ftamen één Logement, dat Js, voor twee of 
weer Steden gemeen: als Gomichcm % Schiedam, Schoonhoven 
en den h iel; Alkmaar met Enkhuizen één; Hoorn met 
Eda:rr 9 Mom.ikkendam , Medenblik en Pur merend. , 

Het Kollegie ter Admiraliteit op de Maate, en dat van 
Am fier dam, hebben ieder, voor hunne Afgevaardigden, inden 
Haag, hun eigen en vast Logement. Zo ook heeft de Alge- 
meene Oostindifche Maatjchappij een Logement , tot verblijf 
der Heeren Bewindhebberen. » 

Verder kflmt in aanmerking, als «gentlijk tot den Haag 
behoorende, vooreerst, het Stad- of Raadhuis > naar men 
wil, weieer het huis der Heeren van bbbdero e. Het ge- 
bouw, thans daar toe dienende, meent men, geftigt te zijn 
tusfchen de Jaaren 1560 eu 1565, fchoon 'er, vóór dfen tijd, 
ter zeiver plaatze, al een Stadhuis was. De laatfte vernieu 
wing en vergrooting van dit gebouw is gefchied, in 't Jaar 
1733. Een der oudfte hier na volgende gebouwen , is de 
Qroote Latijnfche School, gelijk bKjkt uit eeuen brief van 
Hertog almtbt vak bbijeren, van het Jaar 1393. Die ver- 
der in aanmerking komen , zijn : de Anatomie of Ontleedka* 
rner ; de Vleeschhal; de Bot er hui zen ; de fVaag ; het Collegie 
der Apothecars\ het Koorenhuis; het Konst genoot fc hap van 
Pi&ura, het Tugt- oï Spinhuis; de Bank van Leening', de 
St. Joris- en St. Sebastiaans-Doelen. 

Tot de Kerklljke gebouwen overgaande, dient vooreerst 
melding gemaakt te worden van de Kloosters, die, voorheen, 
in den Haag geftigt waren; als, het Oude Weeshuis ; St Ma. 
na, nu de Hof Cape t ; St, Jacobsparochle , nu de Grooit 
Kerk; St* Vincent Klooster , nu de Kloosterkerk', St. Eli- 
fabets-Convert 5 6V. Agnietc-Convcnt ; het Cmvent van de 
Proost dij van herkeien', St. Maria in Galliea; St. Maria 
Capel; de Capel van 'Sacrements Giidenhuii; St. Nicolaa$ 
Capel, nu de Vleeschhal; St Nicolaas Gasthuis ; St. Jacob? 
Capelleken ; het Cape lic ken van */ Vrouwken met te Crufj> 
ken; St. Cornelis Capel ,. en het Leprozer.huis ; St. Antho* 
Hfes Capel, en Pesthuis', St. Anthonies Capel \ en iict Oude 

Pp 3 KV- 



S9i /êGRAVENHACE, Gehenwt*. 

Wijvekuis. Behalven de Groote, heeft men nog de Rh*** ' 
en de Nieuwe Kerk, welke laatfte gebouwd is m bet Jöt 
1649. Ook vind men aldaar de Franfche en tngeifcht^ dk 
te gelijk de H oogduit f che Keik is; de Lui her f che Kerkj& 
ftigt in *t Jaar 1620; de Remenflrantfche Kerk % gebouwd in 
het Jaar 1635; d> e der Doopsgezinden f nu al lang vernietigd; 
ea drie Roomfche Kerken ; als ook de Joedfche Sijnapge, 
volbouwd in '1 Jaar 1726. Voorts het Sr. Nlcalaas Gasthuis \ 
Leprozenhuis ; Sacrament s -Cast kuis ; £>*/- en Pesthuis* 
Weeshuis-, Diaconie-Armen f of (W* Vrouwen en Kinder- 
huis ; en qpdelfjk het //iris *** ^ Vremwe van Renfitouét. 
Ook telt men m % sHage verfcheidene Hofjes: als, 't /f. C«*f 
J5fo/7*; dat van Nieuwkoop \ van Korneiia van Wouw;** 
den Ridder BarthoUmeus ram Wouw\ van v*« O», of& 
si mme land', van P#>/#r w* Hooglanden en dat van Mr. **<■ 
**/#> Bart hout Jamz. 

Verder pronkt 'f Gravtnhage met een aantal van imnraffleade 
•Gebouwen, die eer Paleizen, dan wooningen verdienen gewamd 
te worden: waar onder uitmunt, het Oude Hef ram Spanje <n 
"i //<?ƒ »** Spanje. Jonker vah der hoüvr, in zijn Handvest 
Chronijk, geeft» in het Jaar 1640, daar van deeie volgende lijn: 

Het Keizers Hof, nft het Hof van den Haag. 

V Stadhou Iers Hof, nu het Kwartier van zijn PrinsfeO}kc 

Excellentie. 

V Stadhuis , eerst het Hof van Brederode. 

't Huis van Brunswijk, op den Kneuterdijk. 

V Buis van Egmont , op den Vijverberg. 

V Huis van H r asfenaar % op den Kneuterdijk* 
•/ Huis van Aardenburg , in 't Voorhout* 

V Huis van de Prefident Suis. 

V Huis van den Abt van Egmont. 
»/ Huis van Oostenrijk. 

V Huis van Borstelen % in f t Voorhout» 

V Huis ie Cabau. 

\t Buis van Seraerts. 

V Huis van den Prefident Sasbout, allen in 't Voorhout. 

V Httis rum Coebet, op dan Kneuterdijk, 

1 



's GRAVENHAGE, Schutterij.- -&? 

V Htfis van de KeUL 

V Huis te RenshniMn. 

V Huis te Schagen. 

V Huis te DrcgendijK 

V Huis «e Bronst horst. 

V Huis te Baertwijk. 
*/ Huis te Brantwijk. 

% t Huis van Jonker Otto van Egmenf. 

*/ Huis van Asfendelfu 

'/ Huis van de Vreww van Helmen*. 

V Huis van Hoogwoude. 

V Huis te Verfijn. 

V Huis van der Nieuwburg. 

»/ Huis van BJois van Tre slang, 

V Hmfs van Maria van Vo*fen+ 

De meeste van deeze zijn naderhand in aadere Geiagtea over* 
gegaan, 

' pe oude Schutterij van den ffaag 9 waarvan de hedendaags 
fche haaren oorfpronk heeft, beftond uit de Klovenien, of Bui- 
fchurters, van Sebastiaant Doe/e, wier Gild, of Broederfchap, 
omtrent het Jaar 1538, door Keizer kabil oen V, wierd in- 
gefteld, beftaandc toen in 't geheel uit tagtig perfoonen. FaiPi nt 
H vermeerderde het zelve, in het Jaar 1561 , tot op honden en 
twintig. In het Jaar 1580 werden dezelve onder twee vaandel» 
gebragt, en aan hun Roers gegeeven, in plaats van Busfchen. 
Door den aangroei van het getal der Schutteren, moesten dezel- 
ve, naderhand, in meer Kompagniën verdeeld worden. In het 
jaar 1617 werden zij tot vier, in 1648 tot op zes vaandelen ge* 
feragt, welke nog in wezen zijn: als, het Witte, Oranje , 
Blaauwe, Oranje Blane en" Bleu , Groene en het Cehmbijne 
\raaadel; voor ieder van welke bepaalde loopplaatzen zijn vast- 
gpfteld. Ieder. Kompagnie heeft een Kapitein, een Hoofdman 
of Kapitein -Luitenant, een Vaandrig, mitsgaders zes Officieren, 
ook Luitenants genaamd, die, met hunne Rotgezellen, in zea 
.Rotten verdeeld, de Nagtwagten op bet Stadhuis moeten waar* 
neemen. Alle deeze Kompagniën (ban onder één Kolonel. Alle 
; Oppexofficieren worden, door Schout, «n Burgemeewcren, voor 

Pp 4 A» 



5*8 'sGRAVENHHAGE, Sckntterif. 

den tijd van agt Jaaren, aangeftcld, en de anderen voor zes 
Jaaren. De verkiezing gefchied doorgaans op den 20 Januari), 
door alle de Officieren, op voortelling van de Rotgezeilen, ia 
wier Rot een plaats open is. De afgaande waakende Officier 
word Hoofdman, of Kapitein- Luitenant, voor den rijd van ééa 
Jaar, en heeft zitting en (tem in den Krijgsraad. Men plagt 
hier, Jaarlijks, op Kermis r een algemeenen Wapenfchouw te 
honden, die zeer pragtig was; doch, otn de o^gemeene kos- 
ten, zo van kleeding als anderzints, welke fommigen hiertoe 
maakten, werd dezelve, voor eenige Jaaren, opgefchorc; doch 
}s, naderhand, wederom in (tand gebragt. In het Jaar 1750 trok 
de Schutterij op, voor zijne Hoogheid den Heer Erflbdbouder, 
wtLLEM den IV, zo ook, in het Jaar 1752, ter eere van Prins 
willem deh V, en, in het volgende Jaar, met den Prins aap 
het hoofd; wordende, door de Vrouwe Gouvernante, meteen 

'gouden beker befchonken." Zedert heeft dit , eenige Jaaren, aan- 
gehouden. De Haagje he Schutterij heeft nooit eenig deel gehad 
aan de Heirvaarten of Uittogten, die onder het Graaflijk beftier, 

'weleer, plaats hadden, om reden dat die oude gewoonte, ten 

'tijde haarer oprigtinge, meest in onbruik geraakt was; en ook, 
pm dat deeze Schutterij was opgeregt, „ om te verkleden zeke- 
re merkliike immineerende pericultn van overUopen en ma- 
ften van Herdoopers en andere fediiieufe menfeken en gene- 
raelijk tot defenfie van de Inwoonders der vrijketd van den 
Haage en tot fterkemife van de Exercitie van de Jupifie, 
Dit nicttegcnlhande kan men haar den roem niet betwisten, dat 
zij, in laatere tijden, bij verfcheidene gelegenheden, haar aan- 
deel heeft gehad in het befchermen van het Vaderland. Dus 
werden dezelve, op bevel der Staaten van Holland, in het Jaar 
1584, gezonden naar den Uriel % om die Stad voor den vijand te 
bewaaren en te verzekeren; waar voor, aan ieder Schutter, 

'daags, werden toegeiegt twintig Huivers, en aan een Sergeant^ 
vijftien duivers. Toen, in het' Jaar 1599, de Spanjaarden f 

'zeer fpoedig, voor Bommel gerukt waren, werden, op ver- 
zoek van Prins MAURtTs, opontboden 500 Burgers uit Dord- 

' regty 200 uit Haarlem , Delft , Leiden , Amfietdam, G**da 
px Rot ter dam \ 300 van Qornichem\ 106 van Schiedam, en 
150 u}t 'sH*£*f tot bezetting der Fromierfteden. Het zelfde 



• '«GRAVENHAGE, Schutterij en Gilden* S99 

gefchiedde in 't Jaar 1621 , toen de Stadhouder voorneemens 
was , om hergen op den Zoom te ontzetten-; de Haazfche 
Schutterij bezorgde toen twee Kompagni£n, ieder van 150 man, 
-wel gewapend. In bet Jaar 1629, werden 300 Haagfche 
Schatters gezonden naar Utrecht en Gccrtruidenberg , en, in 
het Jaar 1672, naar bodegraven en elders. Breedvoerig zou 
men hier kunnen uitweiden, over 't geen, )n de jongde zeer 
b?rugte binnenhmdfche beroerten, zo ten aanzien van deeze 
Schutten je, als van het Genoot jchap van Wapenhandel* is 
voorgevallen. Doch wij oordeelen 't raadzaam , zeden de on- 
langs voorgevallene verandering van zaaken hier van te zwijgen. 
Intusfchen kan men een omftnndiger verhaal, van deeze Schutte- 
rij, vinden, in mijne uitgegeevene Verhandeling van den oor- 
fprongm aanwas en tegenwoordigen fiaat der Nederlandjche 
Schutterijen, enz. Of het plaatzen van Meiboomen , door de 
Haagfche Schutterij, in het Jaar 1635 allereerst gefchied zij, 
is onzeker. Doch de zaak zelve is te bekend en van te weinig 
aanbelang, om 'er iets van te zeggen. 

Thans gaan wij over tot de Gilden, of Broederfchappen , in 
'sCravenhage, wier Wapenuordcn, of Schilden, in de Groote 
Kerk aldaar, bij meenigte ten toon hangen. De na te noemen 
Gilden, fchoon met eenige voorregten befchonken, hebben al- 
daar nooit, zo als in andere Steden, eenig gezag of bewind, of 
eenig deel aan de Stedelijke Rcgeeringe gehad. Hoewel de oud- 
*fte Borden, die men aldaar vind, niet ouder zijn dan van de 
Jaaren 1579 en 1580, blijkt het, egter, uit eenige bewijzen, 
dat het Gild van St. Babera, of dat der Metselaren , al in het 
Jaar 1497, in wezen is geweest, en dat van Sr. Jan, of der 
Kbdermaakert, in het Jaar 1505. De nog meest bekende Gilden 
•Jdaarzijn: 

^lams , of 't Fruitver kopert. St. Jozephs, of't Ti mm er m Gild. 

Noachs. of 't ï'ijnkopen. St. Etois, of 't Smits. 
St Baröeraas* of't Metzetaats.St. J*n 9 of 't KI etemakeri. 

St. Peters, of't Visthkop'.rs St. Lucas, of't Schilders. 

St.Oberts, oft Bakken Gt IJ. Poliers, of't Hoender kopers. 

Valeuttjns Gild. St.Krispijns, oft Schoenm. Gild. 

IFeveru . . Chirurgijns Gild. 



6oo 'sGRAVENHAGB, C«» Kmpkandel sUaar. 

Lakenkeprt. Vleeschkossmers Gitf. 

Hoedenmakers. Osêdekleedemaakers. 

Folders. KeetzemakertGiid \ enz. 

Boekverkopen en Boekbinders* afgèfcheiden van 'c Komst fd& 
den Gild, waar onder zij voorheen behoorden* 

Lakendrafiers en Dreeafckeerders Gild. 

Uit de benaamingen van deeze Gilden kan me» opmaaken, dat 
allerhande Burgerneeringen aldaar gedreeven worden. Doch ei- 
genlijk- genaamde Koophandel kan aan \Gravenhage nier wa- 
den toegefchreevetu De LakenkereiJerij en Weverij was al- 
daar, voorheen, in zeer bloeienden (laat; doch zedert gebed 
verioopen zijnde, zogt de Magiftraat, in het Jaar 1588, den 
zelven weder te herftellen. Zij bragt, ten dien einde, deLa- 
kenter eiders en Droogfcheerdtrt onder één Gilde, verleenende 
aan dezelve een uitvoer igen Gildebrief. In het Jaar 1600 waren 
aldaar nog tien Raamen , beflaande het kleiufte 33 Roeden» De 
katfte Keur, hier op gemaakt, is vau het Jaar 1621; na dien 
tijd is deeze Fabriek aldaar geheel te niet geraakt. 

De Regeering van 'i Gravenhage beftaat uit den Baljuw, die 
te gelijk Schout is ; verder uit Burgemeesteren , Schepenen en 
Vroedfchap. De verkiezing flónd, weieer, aan de Graaven; 
naderhand kwam zij aan de Stadhouders, en, in Stadhouderloo» 
ze tijden, aan de Staaten van Holland , of, indien deeze, op 
.den dag der verkiezinge, niet vergaderd zijn, aan Gecommk- 
teerde Raaden. Van ouds werd hier toe, Jaarlijks, op den 34 
'November, een dubbel getal, door Burgemeesteren, Schepenen 
en Vroedfchappen, overgegeeven, waar uit, den volgenden 
dag, de nieuwe Regeering werd aangefteld. Doch zedert het 
Jaar 1672, is aldaar in gebruik geraakt, dat de Burgemeestec- 
Bjke waardigheid alleen bekleed word, door zes perfoonen, uk 
Schepensbank , behalven welke geene anderen , tot de Regeering, 
zo verre het Burgerlijk beftier betreft, worden cekooren. Wa* 
neer de Burgemeesters van dit Ampt afgaan, worden zij weder- 
om dienende Schepenen; zo dat die Heeren, altoos, als Burge- 
meesters of als Schepenen, in Regeeringe zijn. Doch aan deeze 
wijze zijn de Staaten noch de Stadhouder gebonden , dewijl 
daar van Wet noch Handvest voor handen is. Nogthans word (fit 
*rder doorgaans onderhouden. ' Her 



♦•GRAVENHAGE, Baljk* èn *ck*vtia*pt. «ot 

Hec Ampt van Baljuw en Schout van 9 sQravenkage 9 fchooit 
merklljk verfchilknde in magt en waardigheid , onnnoeten wij, 
egrer, niet alteen in de eerde tijden, maar tot in de vijftiende, 
ja zelfs -nog in de volgende Eeuwen, wanneer den Haag, van 
een Dorp, reeds toe een aanzienlijke plaats was uitgebreid; na 
een* door een en den zelven perfoon, en dan wederom door 
twee onderfcheidene perfoonen bekleed wordende. 

Allereerst fchijnt het Ampt van Baljuw van den Haag bekleed 
geweest te zijn door 'sGraaven Hofmeester, dewijl kenbaar is, 
dat Graaf willem de III , door zijnen Hofmeester met de 
Schepenen recht deed doen, 't welk m die tijden, zo lang 'er gee- 
ne Burgemeesters aan zodanige plaats waren, eigenlijk het werk 
van Baljuw en Schepenen was, 

Fiup van leioen, (preekende van de tijden van de Hertogen 

willem en alieet van BSijtftEN, dat is, van het Jaar 1350 tot 

i33o, getuigt, dat voorheen de Rentmeester van NoordhoUand* 

uit kragte van dat Ampt, plagt te zijn Baljuw van den Haag* 

alhoewel, zegt hij, „ bij onze tijden die twee Ampten ge- 

„ fcheurd en gefcheiden zijn , en misfehien kwalijk , dewijl die 

„ aanhegting is uitgevonden, en door famenvoeging van wedde 

„ verknogt zijn geworden, op dat de Heere dienden teligter 

„ aan de gewoone Paleizen en des Graaven Hoven zouden kon- 

„ nen worden gedaan, en de bedieningen van de algemeene be- 

„ hoeften en eetwaren niet verdeeld zouden zijn." Uit deeze 

woorden blijkt, dat 'er, vóór zijnen tijd, een Baljuw van V/fo- 

g*v en dat die Baljuw de Rentmeester van Noordholland was: 

$en Amptenaar, toen en zeden altoos van meerder aanzien, als 

de kleine omtrek van 'sHage, in die tijden, fchijnt vereischt te 

hebben , indien niet de Graaf daar voor een bijzondere zorge bad 

willen draagen. Doch, wanneer de Rentmeester van Noordhoh 

land een Geestelijk perfoon was, moest hij eenen anderen ia 

zijne plaats aantellen; zo als gebeurde in 't Jaar 1356, wanneer 

clatse oev heAt, Priester, volgens order van Hertog willim 

van beijerev, moest aantellen eenen gyseem ammers; blijven- 

de, egter, de klem en luister van dat Ampt in handen van den 

.Rentmeester. Het Ampt van den Baljuw beftond eigenlijk in hec 

uitoefenen van al wat de Hooge en LijfltrafFelijke misdaden aaa- 

gtigi terwijl dat van Schout zig bepaalde tot het geen den middel- 

ba* 



*» 'sGRAVENHAGE, Baljuw er. SckouUsmpt. 

baaren en iaagercn Geregtsdwang betrof. Maar, hoe wel hier 
uit blijkt, dat de Baljuw van sHage % Hoogen en Crimmeeka 
Regtsdwang konde ©effenen , bewijst dit evenwel in geenen dee- 
^c , dat Schepenen van den Haag ook zouden gehad hebben bet 
vermogen, om , met den Baljuw, in zodanige zoaken te regt te 
gitten. Integendeel* zijn 'er menigvuldige bewijzen voorba- 
den, dat de Baljuw van 'sHage, als in eenHooge Heerltjkbeki, 
niet met Schepenen, maar met welgebooren mannen, terVic* 
fchaar zat, en dat wel tot in het Jaar 1497. 

Ondcrtusfchen fchijnt het zeker te zijn , dat , kort na het Jar 
1500, Schepenen van den Haag, met den Baljuw, de Vier- 
fchaar gefpannen hebben: dewijl men, in een oud Formulier, 
betreffende hec fpannen van den Baljuws Fier fchaar m leest: vot 
'iConinx vegen als Grave van den Landen , om me rrgf te 
doen van Hoog , van Laage , van Oïmi»eeI, van Civijl , enz. 
als mede, dat de Baljuw zijnde gaan zitten, mes regt rreêfdt 
de oudfle Schepen of de Vietfckaar gefpannen was; welk For- 
mulier gefield is tusfehen de Jaaren 1500 en 1505. Ook is hit 
zeer zeker, dat, in het Jaar 1544, een Hoogc en Laagc Vicr- 
fchaar in den Haag geweest is; als ook, dat de Baljuw, over 
«He Criminccle misdadigen, met de Schepenen, aldaar heeft ie 
regt gezeeten; en wel in dier voege, dfct als, in het Jaar 755.7, 
de Baljuw ecnige perf onen, bij hem Crimineel gevangen, wil- 
de te regt (lellen, door dien de nieuw gekoorene Schepenen wei* 
gerig bleeven in den dienst te treeden , „ het hem niet mogelijk 
„ was, tegen denzelven te procedeeren." 

Zeer groot was altoos de luister van dat Ampu Duidelijk fc 
dit op te maaken, uit het aanzien der perfoonen, aan welke bet 
2elve was aanbevolen ; zijnde meest al geweest Edellieden; 
fommigeu van welke daarenboven bedienden groote Ampten: 
zelf vind men als zodanig gemeld, Raadcn van den Graaf. Ook 
i; het Baljuwfchap , in kiarere tijden, beftendig aangemerkt ais | 
een Principaal üffi.ie vim 't Land. Dus hielden de Staaten van 
Holland, in het Jaar 1580, bij het verdrag, met den Graave 
van Lfickster gemaakt, aan zig, het regt van de benoeming 
van drie perfoonen, om daar uit, bij zijne Excellentie, cénge- ( 
kooren te worden. Van hier ook, dat zo dikmaals, naderhand, ' 
deeze Provintie zonder Stadhouder was , Hun lid. Groet 

Mo- ! 



'sGRAVENHAGE, Baljuw en Schoutiampt. 60% • 

Mogende, onmiddelijk, de begeeving daar van gedaan heb- 
ben. 

Wat de voorregten van den Baljuw van % sHage aangaat; zij 
zijn inzonderheid de drie volgende: Vooreerst , dewijl het Dorp 
van Scheerlingen , vanzeer vroege tijden, zodanig heeft be- 
hoord onder den Haag dat te Scheveningen geen afzonderlijke 
Regtbank is geweest , maar die van dat Dorp werden aangemerkt 
als Leden van 't Lichaam van den f laag % en door die van *sHa- 
ge genoemd wierden onze buur lieden van Scheveningen , en 
xij in cai van regten yerjcketnen in den Haage , zo had de 
Baljuw het voorregt, van te Scheveningen een Schout aan te 
Oellen. 

Ten tweeden heeft de Baljuw het voorregt , dat aan hem ook 
is onderworpen, het Ambagt van \Gravenveen of Nieuwveen* 
geleegen buiten den Haag, aan den kant van Fooi burg en Rijs- 
wijk. 

Het derde aanmerkenswaardige voorregt van den Baljuw be- 
ftaat hier in , dat hij , ten allen tijde , zitting heeft in de Kamer 
van Burgemeesteren, en met de zelven, over alle zaaken, het 
politiek bedel deezer aanzienlijke plaat» aangaande , helpt beraa- 
men en befluiten, en dus als een geduurig aanweezend Burge- 
meester kan' wordeu aangemerkt; hebbende dus de Baljuw, ne- 
vens de drie Burgemeesteren, zijne tourbeurten, in de begee- 
ving van alle Ampten , welke in de drie maanden van zijne beurt 
open vallen; iets, 't welk, in de daad, geen geringe» luister aan 
dit Ampt bijzet. 

Het fchijnt zeker dat in 'sGraveniage geeue Burgeiheestera 
geweest zijn, vóór het Jaar 1559, wanneer Koning fiups de 
II, als Graaf van 'Holland, bij Ocfroi van den 10* November 
van dat Jaar, vergunde-, dat van toen af, voortaan, boven het 
getal van Schepenen, die aldaar, Jaarlijks, werden aangefteld, 
ook zouden gefield worden twee Burgemeesteren , van de nota- 
helften aldaar. Bij deeze werd , door de Staaten van Holland, 
den 11 Januarij van het Jaar 1591 , nog gevoegd een derde Bur- 
gemeester, met gelijke waardigheid en voorregten als de twee 
voorgaande; dat is met zulke eer e, regten en pttêminentien , 
alt andere Burgemeesteren , van *onze groote of kleine Steden 
van Holland, genieten en gebruiken* Reeds te vooren, eg- 
ter, 



éof 'sGRAVENHAGE, Burgemeesteren. 

ter, te weeten»in her Jaar 1560, was «ene breedvoerige Ififae* 
tie beraamd , waar bij derzelver gezag en voordeden uitgedrukt, 
en in 't bijzonder hunne magt, in bet niaaken van Keure», woed 
bepaald. Deeze Inftrudie word nog heden gevolgd. 

Wat aangaat de aanftclling van Burgemeesteren van **Ha*e\ 
set zekerheid kunnen wij hier omtrent melden, dal gelijk, vol- 
gens het Handvest van wir.Lm var beijsr**, de Schepenen 
werden aangefteld op den 35 November, zo ook ten zeivcn da- 
ge, vermoedelijk van den beginne af, de Burgemeesteren zijn 
sfcngefteld. Voorts , dat , ten dien einde , door de dienende 
Magtftraat, plagt te worden gemaakt een dubbel getal van per- 
Jbonen, zo van Burgemeesteren en Schepenen, als van Vroed- 
fthappen, 't welk, op den 24, aan den Stadhouder werd ovcr- 
gegeeven, en, in Stndhouderlooze tijden, aan de Staaren van 
H>Mantt % en, bij derzelver afwezigheid, aan Gecommitteerde 
Raaden, tot het doen van eene verkiezing; wordende, 
bij die overzending, verzogt, dat roer geneminee* en 
geiiigeert megten werden geienden de Burgemeesteren enSthe* 
penen , die afgeflemt zonden mogen worden, §m te dienen els 
Vroedfchnfpon naar onder gewoonte. Maar, zedert het Jaar 
167a , Is gemaakt een overleg, waar van het gevolg geweest is, 
dat 'er alleenlijk zes perfoonen zijn , die de Burgemeestertijd 
waardigheid bekleeden, en dat niemand, buiten dat getal, tot 
die waardigheid verkooren word. Bij aflterven van eenen der- 
ielven , word de oudst gekooren Schepen Burgemeester, ea 
•en ander, ia diens plaats, tot Schepen gekooren; dat insgeHjb 
de afgaande Burgemeesteren niet meer in de Vroedfchap koo- 
tten, gelijk voorheen plaats had, maar dat deze! ven als dan wor» 
den dienende. Schepenen. Gelijk de Burgemeesteren , in gevoi* 
ge deezer fchikkinge, zo als reeds gezegt is, altoos in 't bewiad 
fijn, 't zij als Burgemeester, of als Schepen, zo worden ook, 
de drie andere Schepenen, van Jaar tot Jaar, gecontinueerd; 
vit alie *t welk ligt is op te maaken, van hoe veel belang ea 
voordeeltg, als ook hoe aanzienlijk , dit Arapt aldaar is : te meer 
nog, dewijl zij, benevens den Baljuw en Schout, hebben dt 
begeevinge van aHe groote en kleine Ampten en bedieningen, 
binnen den Haaf; alie welke bedieningen, zo door derzelver 
getal, als aaumerkHjke voordeden*, en door ds irftgeftrekttio* 

* van 



'< GRAVENHAGE ,. Stktpent: «oj 

den Haag> van de grootfte aangelegenheid zijn voor hun, 
de dezelve te begeeven hebben. Geen wonder dan ook, dat, 
zeden de Magiftratuure aldaar, zo wet als in andere Steden, 
in handen gekoomen is van aanzienlijke Familien, de Regee* 
Hngsposcen met zo veele moeite worden befollknteerd , en 
^an zo veel sfenzien mogen gerekend worden. 

Het oudfte Kollegie van Wethouderfchap van dea rfaag i 
t.0 wel als van de meeste piaatzen in Nederland t A* dat van 
Schepenen; welk Kollegie aldaar reeds plaats had, in het Jaar 
1311, en dus naauwlijks zestien Jaar en na de bouwinge van 
het Hof, geftigt door Koning w.llzm; welke ftigting, zo alt 
wij boven hebben aangetoond, den grondflag van den Haag 
gelegd heeft. Het bewijs van de gemelde oudheid word om> 
leend uit eene Acte, gedagtekend Sr* Dionifias dag des Jaars 
131 1 , volgens welke zekere heyme va» loon> voor de 
Parochie Paap van 'sHage, en die gemeene Schapenen in 
dezelve Stede, Jaarlijks, eene rente vestigde op zijn Httis ea 
Hofltede. Denkt ondertusfehen iemand, dat al bet doen vaa 
deeze Schepenen eenig en alleen beilaan heeft, in 't verlijden 
en bezegelen van brieven, of in het verrigten van andere 
Veine daaglijkfche bezigheden, zo dient hier ter wederlegging 
van dergelijke gedagte, de volgende Afte» die een bewijs op- 
levert vari Pnxtednuren en Regtspleegingen , al in het Jaar 
i333 9 voor het Geregt vaa *tHage % gehouden: zij h vaa 
ieezen inhoud r 

„ Wij die gemeen Seepenen uttr fiaghe maken cóndt ai- 
;, len Inden , dat voor den Regter en voor ons in die Magha 
„ qnamen Jan Arentsz. en Gheryt Aelwynszoene van Leijdea 
» (tuigden) mit ons Heren 's Graven Brieven, dat Dirk Ve- 
„ ren Bavettz. (dat is Vrouw Baventzoon) al zijn geut te- 
„ ghen» Heeren Pïeter van Leijden en Janne voorsz. verbon- 
j, den hadde .over Scout , die Dirc Heeren Pieter fculdlg 
„was voerts toegheden zij Seepenen brieven van Leijden, 
„ hoe zij mit Dirck voorfz. geëffent hadden van dier Scout 
1, en van andere ftucken naar Haeren Pieten doot voorfz. 
„ alfoe dat Dirck voorfz. feuldig was, bleven naer dier eife- 
•» nmgen Janne voerfz. vijf pont den ftelHngto vier ponnin- 
„ ghen groptto ia Ghtfaerdc vealfik actt* past vier fceUin- 



<So<5 'sGRAVENIJAGE, Schepeen: 

, — — — i ———■—* 

„ gen vier penninghen grooten , eo hier af begeerden beipfc 
^ Jan en Gheracrt voorfz. rechts aan zijne goeden in die H* 
„ ge, alfoe vorre als 't (trekken ciochte; die Rechter gaf 
„ hem pande van alle hufen en erven, die D»rck toebehoor- 
,, den, aifoe alfe Eggerich hier voormaals beieren hadde bc- 
„ houdens elx man zi}» regt/* enz. In gevolge hier via werd 
dag belegt en regt ged:»i> , en de uitfpraak getekend door 
adh. BENMNCf. Even duidelijk kan men aamoooen, dtt 
Schepenen van den Haag % al in het Jaar 1325, 'gemagiigd 
zijn geweest, om met 'sGraaven Hofmeester, als Baljuw, 
Keuren en Ordonnansen te mogen maaken; welke Baljuw ook 
het regt van aanftelling van Schepenen had, zonder bepaafing 
▼an tijd. Dit heeft geduurd tot in het Jaar 1407, wanneer 
Hertog willbm v*ft atijF.RRN daar in verandering maakte, om 
dat die van den Haae hem, gunftiglijk, dat morgeageld ge- 
geeven hadden. Gelijk bij andere zijne Landen en Steden, met 
verfcheidene voorregten, befcfronk, vcrleenUe hij ook act 
regt, dat Schepenen, op dtn St Cathtrima dag, door den 
Baljuw, zouden gekooren worden, die een Jaar laag zosdea 
èienen. In de Handvest word gezegd: „ voort foc hebben 
„ wij om des getóeene otrbaers wille onfen goeden ludrt 
, voirfz. fwlke gratie gedaan ende gecomenteert, confenteen» 
, en willen dat onfe waelboorne Uiden en huisiuden bianen 
onfe VJifz* Ambachten gefeten (amemlijfc in onfe Gerectae 
wefen fullen en ons Dorp en Ambacht regeeren töt oafa 
„ eere en beste oirbacr, a!fo dat oofe Bailjuw, die ou is of 
namaels wefen fal , hit onfen goeden waeiboorene en A*«- 
htden, voornoemt alle Jaer op Sc. Caiharijnen dag k*eze»« 
* zetten fal teven gêedige en vreedzaam e mannen , die drie 
\ Jaer after . een binnen onfen ambocht woenftad gehouden heb- 
ben, Scepenen te wefen in onfen Dorpe en Ambocbt vokk 
, een Jaar lang, die men alle Jaer verfetten op den Jaarsdad» 
voorfz. en anders niets ten wair of eenig varf die Scepenea 
„ ftorven binnens Jaers, fo fbud men eenen ander goeden ffltf | 
„ in fijn ftede fetten, die dat Jaer voirt uit Scepen wefca 
„ fouden." 

Hier bij was wel bepaald, dat men, om Schepen te ko* 
ncn worden, drie Jaaren in het Ambagtvan den Hsag **& 

V 



♦sGRAVENttAÜÈ, Xchefieveh. Sóf 

gewoond hebban 5 doch, egt er, daar bij geene bepaalinge ge- 
Maakt, hoe vörre de eeri den anderen in den bloede mogt 
fcdtotw, of welke Jaaren hij moest bereikt hebben, eer hij 
Verkiesbaar Wns. Ook is ons niet gcblecken , dat aldaar nader* 
hand eenige vastftelling 15 gemaakt. Volgens Handvtest vnn n- 
Lips Dp.Ér GOEtf* w, van het Jaar 1452, zonden zij moeteh 
gegned zijn hindert Nobelen en daarenboven Oök was daar 
bij , aan deu Baljuw ^ volkoomen vrij gelaatcrt , öm uit Aê 
gieten vretbooretie Huislteden , binnen voornoemde Ambngt 
gezeeten* tot Schepenen aan te dellen, die hun zouden wel- 
gevallen. In het Jaar 1656 is hier uit twist ontdaan, door* 
dllen men in twijflfel trok, of de Magiflraat wel bevoegt wa- 
re, tot het maaken van een Nominatie. Doch de Staaten von« 
den goed, dit (luk bij het oud gebruik te laaten. 

Daarenboven is het meer dan waarschijnlijk, dat onder diö 
zeven Schepeden zullen behoord hebben * de Schepenen vart 
Schrvenitigpn . In deeze gedagte worden wij te meer ver- 
fterkt, door de volgende woorden van het gemelde Oftrooi* 
Waariti de Graaf zegt, dat onfe waelgeboerene Luden en 
Heii Inden b f tin e onze voorfis. Ambacht gé '/ eten , famentlijk 
in onfe Gerechte we/en lullen en ons Dorp en Ambacht re- 
genen. Want niet alben bevestigt ons in die gödagte, het 
uaauwe verbond, rasfehen den Haag en Scheveningen , maar 
•ok het gemeen gebruik dier tijden, volgens 't welk eeriige 
Dorpen, onder ééne Vrijheid en Poortregt zijnde, den naam 
tan het voornnamfte en aanzienlijkfte Dorp wel behielden, 
maar, egter, uit ieder Dorp, naar maate van deszeifs vermo- 
gen, een zeker getal van Schepenen en Regeerders wierd ver- 
kooren, die dan met elkander één Geregt en Vierfchaar uit. 
maakten, en gelijke \vetten en voorregten hadden. Dan, of 
W, in den beginne, meer dan één perfoon, wegens Scheve* 
ningen , in Schepensbank gezeten hebbe, !s onzeker. Even- 
wel zouden wij dit ook geloven, namelijk, dat 'er, na het 
gemelde Jaar 1407 , van Scheveningen een Schepen in den 
Schepensbar.k van d2n Haag gezeten heeft. Ten minden, irt 
het Jaar 1531, zat 'er een jacob stmonsz., die volkomen 
met die van den Haag gelijk was. En zelfs nog lang na den 
Jjart zestien honderd blijkt het» dat de Schepen va* Schept* 

XVIII. deeu Qq •/*• 



6aS 'sGRAVENHAGE, Btirgemetsfêren. 

mingen alle zaaleen , met en benevens die van den Haag, 
heeft helpen berigten. Ondertusfchen dient men hier aan te 
merken, dat hij, in laatete tijden, en ook nog tegenwoordig, 
niet anders werd geroepen, dan in geval van CriraineeJe en 
halsftraffelj'xe misdaden. Waar uit men dan, met regt, zon 
mogen befi uiten, dat de tegenwoordige Scbcpensbank alles* 
uit zes perfoonen beflaat; ten minden dat alle Civiele zaaken 
en Proceduuren bij zes Schepenen worden oehandeld en afge- 
daan. Met dit alles is de tijd, wanneer die van Schertningtn 
daar van zijn- uitgefloten, ons onbekend. Te vooren viekn 
zij zelfs mede, als afgaande Schepenen, onder de Vroedfchap- 
pen, gelijk gebleeken is aan cor»eljs jovgekeil, wdke, 
eenige Jaaren , Schepen van Scheveningen geweest zijnde , 
Vroedfchap is geworden. 

Wat aangaat den dienst van Schepenen* van dea Haag, in 't 
algemeen; hier omtrent (laat aan te merken, dat, in voorige 
tijden , aan de perfoonen v die dit Ampt bekleedden , ms 
toevertrouwd, niet alleen de oeflfenkige van Hooge, Middel- 
baare en Laage Jurisdictien, als zijnde de behandelmge vin 
alle Regtzaaken, na dat het Crimkieele, van den Vierfchaaf 
van welgeboorene mannen , aan Schepensbank was overgebragv 
als ook van Burgerrijke gefchillen, het maaken van Keuren en 
Ordonnantien, enz.; maar ook het gantfche beduur en bewind 
over alles, wat den Burgerftand, de bewaaringe van de goede 
Stede, en de beftieringen haarer goederen en inkomften be- 
trof. Dan , vermkJs dit uitgebreid bewind hun te zwaar en w 
lastig viel, deeden zij, in het Jaar 1552, hun beldag aan de* 
Keizer, en verzogten, dat hen 9 even als alle andere grectt 
en kleine Steden , en fommige Dorpen en open Vlekken in 
Holland , ter hunner hulpe en bijftand , werden toegevoegd 
Burgemeesteren en Toezienders van het gemeen welvaren vaa 
den Hiag. Het liep, egter, aan, tot in- het Jaar 1559, 
eer zij, van filips den II, twee Burgemeesteren, boven bet 
getal der Schepenen , verkreegen , zo als boven reeds gezegd 
is. Hier door werden de Schepenen, ten dien tijde, voor 
liet grootfte gedeelte, ontheven van den last, het bewind etf 
de bezorging van veele zaaken, de Policie en welftand var 
den Haag betreffende * die, vervolgens, aan Burgemeesteren, 



SGRAVENHAGE, Vmdfchappen: 6o£ 

volgens derzelver Inftruclie, werden opgedragen; blijvende * 
Da dien tijd, gelijk in andere Steden en Dorpen, alleen aan 
Schepenen (die, ondertusfchen , door dat verzoek, hunnen 
grootften luister en voordeel weg fmeeten ) de behandeling en 
belening van de Regtspleegingen over: zo dat zij dus een 
Lichaam boven zig verkreegen* 

Hoe wel, volgens het zeggen van 's Lands Staaten, in het 
Jaar 1587, de Randen t.f y roe d f chappen der Steden *o oud zijn 
ais de Steden , ofte imnsers dat 'er geen Memotie en is van 
haar beginzel, kan dit, egtcr, op den Haag niet worden toe- 
gepast: naardien dezelve hunnen oorfprong fchijnen genomen te 
hebben na het Jaar 1400. Immers vind men 'er geene melding 
van gemaakt, vóór het jaar 1443. Ook is het onzeker, uit hoe 
veele Leden het Kollegie der Vroedfchappen , in den beginne 4 
beftaan hebbe. Zekerder is het, dat het zelvo menigvuldige" 
veranderingen ondergaan heeft , en niet altoos in een en dezelve 
gedaante gebieeven is. 

Hertog filips van bouroondiin bepaalde , op den 18 
Mwrt van het Jaar 1451 , Stijli. Curiae , het getal der Leden op 
tweeendertig mtahte perfoonen , Buur/uiden in den Dorpe va» 
dtn Haage; gevende, aan dezelven, magt, „ om alle Jaaren, 
5, op St. Kat'iann* avond, op Dqrphuifcn van den Htage te 
„ vergaderen , en aldaar te verkiezen , eer zij fcheiddeu uit tett 
„ Huifen, bij de meeste ftemoien, veertien perfoonen, dair uit 
y, onfe Stathouder en llaide voorfz. of onfen Baljuw aldair , bij 
„ beuren bevoelen , kielen zoude zeven perfoonen naar baare 
r> goetduncken, om Scepenen te wefen," enz. De Hertog 
voegde daar nevens: „ ende indien eenich perfoon van dë 
» voirfz. tweeendertig aflijfvich ware geworden» zo zouden in. 
*, de Stede van des dooden s die eeriendertich of zo veele als 
* daar blijven zullen, kiezen en (lellen eenen anderen, om 't 
» getal altoes vol te houden ; het welck zoude dueren den tijd 
„ van den ahtoen den Jarige bede en daerenboven naa 's Graafs 1 
i, wederzeggen/* 

Waarfchijnlijk , hoewel niet volkomen zeker, fehijnt dit al 
tenige Jaaren geduurd te hebben. Want* in het Jaar 1481 ^ 
werd, in het Mandement , gegeeven bij maxi mi liaan en ma* 
ua> den 1 Oftober, duidelijk gewag gemaakt van Scepenen en 

Qq a Art* 



Clo 'iGRAVENHAGE, Froidfchappen. 

Raide tnfcr Stede van den Haige; en ia 't O&roi, doorn- 
ljps, Hertog van Oostenrijk t verleend, in het Jaar 1485, 
word niet alleen gefproken van de Rtjkhei:t f maar ook vaa de 
Vroedtchap van den Hage. Dan dit moet, eenigen rijd, in 
verval geraakt zijn, dewijl zij anders niet hadden konnen ver- 
zoeken, om te hebben vernieuwd heu e Privilegie van èt 
yroet[chappe\ 't welk zij ook verwierven, van Keizer maximi- 
liaan, als Voogd van zijnen zoons zoon, in bet Jaar 1513» 
waar bij haar gegund werd , het verzovk om roet den Bal- 
juw , Schout en Geregte , een Vroedfchap van vierentwintig 
perfoonen te kiezen van 's Keizers wegen , en zulks uit de 
rijkftc, bekwaamde en wijste mannen van den Haag. 

Na verloop van eeuige Jaaren , verkreegen die van den H»pig 
een ander Privilegie, waar bij 't voornoemde getal van vieren- 
twintig Vroedfchappen wierd verminderd , e» gebragt tot op de 
helft; in wélken (laat dat Kollcgie, tot nu toe, gebleeven fc. 
Gemelde Privilegie was gegecven, door Keizer karel diw V, 
in het Jaar 1525» In het Jaar 1621 verzogt de Magiftraat, 22a 
de Staaten van Holland, bij Requeste, „ dat H. Ed. Gr. Mtg. 
„ wilden vergunnen aan de fupplianten , een Permanente Vroed* 
„ fchap, en dat het getal van 22, (afco de Schepen vzn $chr 
„ veningen niet gerekend word onder de Vroedfchappen) roogi 
„ worden vermeerdert op 28 perfoonen. De reden van dit bua 
„ verzoek beftond voornamelijk hier, in , dat de Regeerende 
„ Burgemee* teren en Schepenen na oude Coftume, ook Vroed- 
„ fchappen waren , en afgaande ook Vroedfchappen bleeven ter 
„ tijd en wijlen toe zij mede veranderd wierden. Zulks dat al* 
„ uit het Corps van ** Qmvenhage buiten de Woedfcbapp» 
„ eenige bekwaamé perfoonen tot Regecrende Magiftraatetf 
wierden voorgeflagen, en bij zijne Vorfteliïke Genade dasf 
toe wierden geëligeert, nootelijk volgen moesr, dat Jaarlijte 
„ zeker getal van oude Vroedfchappen haare plaatzen moesten 
„ ruimen voor de afgaande Magitiraaten , die Vroedfchappen 
„ bleeven, welke verandering de fupplianten (zo zij zeiden; 
„ voor den welftand van *s Graver, fy«ge in veele manieren feba- 
„ delijk vonden." Hun Ed. Gr. Mog. namen daar op geen be» 
fluit, en de Regeering bleef nog in haare voorige gedaante; «* 
dar, eindelijk, In bet Jaar 1672, eene geheel andere fchft*"# 

tor 






•j GR AVENtI AGE , Sociëteit in rerekre Ampten , enz. 6 1* 

M ^— p^— I —— — — — — — 

daar in gemaakt is , zo als boven reeds is aangetoond. Hier doof 
is de Vroedfchap geworden , een vast en afzonderlijk Koilegie , 
uit twaalf perfoonen beftaande ,' welker Leden , eens verkooren 
zijnde, hun leven of poorterfchap lang, dienen; terwijl ze ce 
vooren, alle Jaaren, op den 25 November, nevens de andere 
Magiftraat«per<bonen , werden vernieuwd. Volgens de befchrij- 
ving, die *s Lands Stunten zelve daar van gegeeven hebben, 
„ (bat het aan deeze Amptgenoopfchappen alleen te Hemmen, 
,, te befluiten en order te (tellen op v alle zaakeu, die 't ge- 
„ meene Land of de Stad van elk in 't bijzonder aangaan; en 
„ wat zij Hemmen, befluiten of verordenen, werd bij de 
„ gantfche Burgerije gevolgd." V n hier dat zij de Raaden , 
of de Wijsheid der Stad, genoemd worden. Om meer be- 
paaldelijk van de Haagfche Vroedfchap te fpreeken, zoude 
men moeten onderfcheid maken tusfehen de verfchillende tij- 
den, dewijl dit Collegie niet altijd in den zelven (laat geweest 
is. Doch alzo dit eene taak is, welke wij niet durven op 
ons neemen, merken wij hier alleen aan, dat de magt van dit 
Koilegie zodanig befnoeid en verminderd is, dat het thans 
meer een Koilegie in naam, dnn in de daad zelve is. Onder 
de verdere Amptenaaren % van *s Gravenkage behooren : één 
Thefaurier en twee Secretarisfen; vier Weesmeesteren : al» 
mede de soa kt e rr van *sHage t een Koilegie, 't welk nergens 
anders, dan daar. alleen , plaats heeft. Om van deeze Sociëteit een 
regt denkbeeld tegeeven, zullen wii, vooreerst*- onderzoeken, 
bij welke gelegenheid dit Koilegie is opgerigt; ten tweeden, 
uit welke Leden het zelve beftaa ; ten derden , wat onder . 
deszelfs beftiering behoore. 

Voor dat wij overgaan tot het eerde point, zullen wij in 
bet algemeen aanmerken, dat d«n Haag, van oude tijden af, 
tot nu toe, beftaan heeft uit tweederlei foort van Ingezeete- 
nen* te weten, uit Edelen en Suppoosten, die onmiddelijk 
onder den Hove van Holland behooren, en uit Ambagts- en 
Nceringdoende perfoonen , óle aan het Geregt vair den Haag 
Qtiderhoong , en het zelve onderworpen zijn. Wij zullen ons' 
hier niet inlaaten , tot een onderzoek , of 'ef «og een derde* 
f)on van Inwoonders zij, onderfcheiden vdn dfe twee boven 
genlelde ; ais mede , onder welk Regtsgebiéd of beheeringa 

Qq 3 de* 



tfia 'sGRAVENHAGE, Societ eit en verdere Ampten.m. 



dezelvceigenlijk zoude behooren : waar over. tusfcheu ha Hof 
en de Magistraat van den Haag , al voorheen , vérfchil is on- 
fhan, 't welk tot op dezen dag, voor zo veel wij weeten, niet 
is afgedaan. En dewijl binnen den Haag ook is gelecgen cea 
groot gedeelte Graaflijke Grond, waar van de beheering ta 
aan de Graafliikbeids Rekenkamer , die voorheen met her Hof 
zodanig was vereenigd, dat geene zaaken, die eenigzims hare 
betrekking tot de Graaflijke Domeinen en Gerechtigheden bad- 
den, voor den Hove wferden gebragt, verhandeld en afgedsan, 
ten zij daar hij en over waren genepen , die van de Rekt* 
pingen in den Hage, vind men diensvoigens ook, dat zij, 
als Raaden, onder die van den Hove, in oude Memoriaalboe- 
Jcen, vermeld worden. 

■ Deeze drie afzonderlijke Amptgenootfchappen , waar van bet 
eene over des anderen onderhoorigen geen zeggen had, of eemg 
gezag konde oeffenen , kwamen voorheen , als de nood het 
vorderde, bij den anderen, om de zaaken, het aigemecne wel- 
zijn van den Haag betreffende, te beikgten, roaakren Ordoiv 
flantien, enz. Nogthans maakten dezelve tot nog toe geen vast 
lichaam uit. Maar met het uitbreeken der beroerten, in 1572, 
door gantsch Nederland, eq toen alles moest worden opgezet, 
om de Vrijheid te bewaaren , moest den Haag ook zijn aandeel 
draagen. Doch , naardien de Magiftraat , over de Edelen en 
Suppoosten aldaar , die onnuddelijk onder het Hof van lUIUni 
(tonden, geheel geen regtsfpraak had, vervoegden zig dezelve, 
bij de voornoemde Kollegien, om gezamentlijk middelen re be- 
raamen. Bij.dee*e drie kwam, in het Jaar 1584, de ttf» 
Raad, als een vierde Genootfchap, niet uit eigene beweeg 
of uit hoofde , da; de gemelde Raaden eenige Jurisdictie tod- 
den , als een Hof van Hooger ap<H , maar als door de Swtffl 
daartoe genoodzaakt. Deeze vier Kollegien vereenigden zig» 
inden Jaare 1586; wordende, naderhand, door de Staaten vtn 
Holland , in verfcheidene gevallen, erkend en ter Vergaderinge 
befchreeven; 't welk geduurd heeft, tot kort na het Jaar 1600» 
'Er vielen, echter , nu en dan, eenige gefchillen voor, die, 
eindelijk , in het Jaar 1603 , aan goede Mannen gefield wer* 
<len, waarbij de Sociëteit haare regte geftalte verkreeg; wor- 
4eud?,im<M$vwd^£fo*j, Wj "* uitfpraak, uit deinkomften 
'" vaA 



# aGR AVENHAGE , Sociëteit en verdere Amfttn , m # 6\ $ 

v *n de G*ci*teit , toegelegd, eene fomme van 5000 guldens, 
die, naderhand, verhoogd is, met een gelijke fomme. Bij de 
uudeeling der Soci'teitt- penningen , trekt de Magistraat twee 
"vijfde, en de andere Kollegien ieder een vijfde gedeelte. 

In 'dien (tand bleeven de zaaken, tot het Jaar 1614, wanneer 
'er nieuwe moeilijkheden ontftonden, die zo hoog reezen, dat 
de Magiftraat niet goedvond, op dien voet, langer in de So- 
ciëteit te blijven. Doch, na de veranderingen, in 16 18 en 
1619 voorgevallen, vereenigden zig dezelve wederom , in het 
Jaar 1-622. 

Deeze Sociëteit, zo als wij gezegd hebben, is zaamengevoegd 
uit vier Kollegien. Derzelver Leden komen niet CoJlegtaliter 
bij den anderen; ieder van dezelve zend zijne Gevolmagtigden 
ter Sociëteit : te weeten, de drie Voorzittende Kollegien ieder 
twee, en de Magifiraat drie; maakende te zamen een getal van ' 
negen perfoonan. De tijd hunner bijeenkomfte is niet bepaald. 
Hunne Vergaderplaats is in het vertrek van de Graaflijkheids 
Rekenkamer; welk vertrek, in het Jaar 1681, op kosten van 
de Sociëteit , daar toe is bekwaam gemaakt. Dit Kollegie 
beeft ee» eigen Secretaris, die de Vergaderingen bijwoont, en 
verder alles verrigt, het geen tot het ampt van zodanigen Amp- 
tenaar behoort. Hun Tijtel is Edele Mogende Htetcn* Deeze 
Sociëteit verrigt, in % %Gravenhage y al wat de Magiftraaten in 
andere Steden doen. Zij (telt de Ontvangers aan van den honderd»» 
ften en tweehonderdden Penning , als mede van extraordinai- 
re Verpondingen ; zij heeft het beftier over de Nieuwe 
Kerk , en voert het bewind over de Brandfpuiten en Brand* 
firhouw, als mede over de Lamaarnen, in den Haag; (lelt een 
Hoogleeraar in de Ontleedkunde aan ; heeft het regt om een 
Burfal, in het Theologisch Collegie, te Lei j den > te benoemen» 
Ook „ behoort aan de zelve de verfterking van den Haag 9 
waaraan zij , meer dan eens, de hand gelegd heeft, doch tel- 
kens is verhinderd geworden. Ook zijn, meermaalen, door de- 
zelve, Waardgelders aangenomen. De Armen van den Haag 
Hebben, verfcheiden maaien, reden gehad, om op de mildda- 
digheid der Sociëteit te roemen, Eindelijk trekken de Haag* 
Jcne Predikanten, van dezelve, jaarlijks, boven hunne gewoo. 
«e Weddp, 200, en die van Scheveningen één honderd guldens, 

QqV ' 'iGr*. 



rfi4 # '« GRAVENPOLDER, 'sGRAVENSANDE, enz. 



'sCrawnhage bezit de Ambachtsheerli kheid R ij wijk % 
waarvan de Stad Delft de Hooge Heerlijkheid in Pandfctafl 
heeft. 

't Wapen tan 'tGravenfofe, is rra Oijevaar ep een Gwi, 
veld, hebbende een gekronkeld Aaltje of Slangetje m den Bek. 

'sGftavEiiFOLDBi, een Dorp ea Heerlijkheid, een half uw 
van Gocs m Zeeland* De Am baclusheerlij kheid behoort aa 
verfcheide Heuren , doch het grootftc gedeelte aan deo Heere 
willem cornelisz ockees . Bij dit Dorp zou, meent iaea, 
het oude Fortrappe ge'eegen hebben, waarvan , in oude Schrift 
ten , gewaag^ word, 

Bacqibk** 

*s Ga aveveen; zie kieüveen. 

. 'sGihuvrnwaard, ook Vosfenhol genanmd , feen Eiland, of 
$chier-Eiland, waarop Schenkcnfchans gefcegen is, 

'sGravenzandp, in qude brieven , Arena Comités genaamd) 
Jegt in het zogenaamde Westland , doch bepaaldelijk » Delft- 
fond, twee uuren gaans ten Zuidwesten van 's Gravende* 
en drie ten Oosten van* De /ft, aan den Koek van Holtend. De 
£rond is aldaar zandig, doch de Oord bekoorlijk, door Zaai- 
Wei- en Teeltenden , en overheerlijke Holïleden en Landhoeven, 

Denaam van *sGravcnzande word afgeleid, van de verb/ijfc 
plaats der oude Graaven van Holland , die aldaar, voordat 
Koning wilLrm het Hof in 's Hage had gebouwd , btW 
verblijf hadden , gelijk nog heden blijkt , uit de overga 
blecven naamen van Koningflraat en Hoflaa** Met meerder 
grond, echter, zou men dit konnen bewijzen, uit de Brieven, 
door de Graaven van Holland t aldaar gegeeven; zijnde h# 
Hof, hier ter plaatfe, nog in (land. geweest , na deo dood vaa 
gemelden Koning willem , in het Jaar 1256. Ook i& 't nier 
onwaarfchljnlijk , dat willen dit Hof, aan zijne Moeder, 
Vrouwe machtxld, ter wooning heeft nagelaateu, 
Ook meent men , dat het oude Pastoors/tuis aldaar tot de 
Jlqf keueen , en , na de Hervorming , als eene woobh* 



GREBBE , op DE GREB, <ïf5 

,voor den Predikant gediend heeft. Bij de herbouwing vond 
men, in den grond, verfcheiden aarden vaatjes met Huisgerr.a- 
den, die men voor Gedcnkftukken der Rou.e.nen hield. On- 
zeker is het, wanneer dit Hof is ten gronde gegaan; mca 
meent ; dat zulks gefchied is in het Jaar 141 8, geduurende 
den tweefpalt tusfehen Vrouw jacoba en haaren Oom jam 
v< nabijer bn. Ook meent men dat dit *s Graven tande behoord 
heeft aan de oud de Graaven van Maasland , Texel en Kim* 
ht;m m 

Van ouds is 'sGravcnzavde een bemuurde Stad geweest, 
en voorzien met Poorten ; hebbende voorts eene bevaarbaare 
Haven, tot in dei* mond der Maa*e % welke, door den tijd, en 
door het bedijken van fommige Polders , verdweenen is. Te- 
genwoordig is het nog een der voortretFelijkfte opene plaatzen. 
Men telt 'er 109 Huizen en een Koormnoten, De openbaare 
Gehouwen zijn, de Kerk, het Raadhuis en ecu Ouden Man* 
«cnhuis. Onder het zelve behoort Zand- Ambacht. 

Staat der Nederlanden. 

Grebbe , of D". gr*b , een Riviertje , dat zï^, tusfclieii 
ÏFageniaken en Rhcenet? , in den Rhijn ontlast. Omtrent het 
midden legt een Mcjr , het U' termeer genaamd, waar uit zig 
ds Puin en het vervallen Muurwerk van een groot Kasteq 
verheffen, de llumerfcham genaamd: ecu naaai, welken dat 
oud Kasteel zou ontleend hebben, van de Hunner,. Dr. greb 
is een buurtfehap , en de pleisterplaats der Arnhem fche Posv 
wagens. 

Qbebbe*, (cLAAt de) die leefde ten tijde rxn Graaf fl*v 
et/ mm V, fchijnt een West-Friesch Edelman geweest te 
saja, en, in 's Graaven dienst, eenig bevel gevoerd te hebbent 
Hij belegerde , met de tf 'est/rieten , het Musdt'tjfot, toeit 
gemelde .Graaf, daarop, door zijne verraders, gevangen ge-, 
houden werd, in het Jaar 1292. 

GftSBB**, (claas db) een ander, van denzelven naam, was 
tan der 8«v.elhtbbe» van de Vloot , in bet Jaar 143* > «fiP* 



êi6 GREGORIUS MARTtNUS, GRENSVOORD, enz. 

de Oosterlingen in Zee gezonden, en behaalde* Op dezehre, 
eenige aanzienlijke voordeden. 

• Vadert. Hifi. III. Deel , bl. 80 en 537. 

G&EGORIUS MARTINU ; ZÏC MARTIKUS (gRIGOAIOS)* 

Grensvoord, een Adelijk Huis, in Gelderland* onda bet 
Dorp Renkotr* 

G^eowtrrp, een Frieseh Dorp, in de Grietenije tVrtfer* 
deel, hebbende elf Stemmen, 

Grevihckhoveh, (kicclaas) Predikant te Rotrërd*m 9 m<xx 
aldaar, als behoorende tot de Remonftranten , veele moeiff;** 
beden doorflaan t en zag zig, eindelijk, genoodzaakt, op raad 
van den Heer de groot, van zijnen dienst afftand te doen. 
Zie BRAKDij VaderUHifi. X. DeeL 

Gkevtus, (joannes) voorheen Predikant te Hemden % werd, 
als behoorende tot de Remonftranten , in het Jaar 1621 , 1* 
gebannen te zijn, te Emmerik gevat, en te Amper da* , in het 
Rasphuis, gevangen gezet , benevens samüel prixcf, Geduu- 
lende hunne Gevangenis hielden zij, en bijzonder pru*ce, een 
gefprek met den Koning van Boheemen , en andere aanzienlijke 
lieden van deszelfs gevolg. Zo 2eer was de Koning daar ovef 
voldaan, dat hij , in het heengaan, tot iemand zeide: Die 
Man her f f ver/tand; maar V 1* jammer , aat hij het tikt 
beter gebruikt heeft» Ik dank God* zeide de gevangene, dat 
ik nog niet overtuigd ben , het kwalijk gebruikt te Mbe** 
Hierop nam de Koning, nevens de anderen, aficheid. met be. 
tooning v?n beleefdheid. Van eene der voornaamfle Vrouwen, 
daar bij tegenwoordig, word verhaald, dat zij, haare driften 
bot vierende , de twee Predikanten . die dus geantwoord tod- 
den , voor Oproermaakers en Landverraders fchold ; waarop 
geen van beiden antwoord gaf, als pijnde zij,, aan dergelijke 
bejegeningen, dageli.ks, gewoon. 

Het omkomen van welsino uit den Haag, van sapjü «uc 
de boeijen te Am fier dam y en van vez mus te Haarlem y deed 
fcmmigen oordeelen^dat men voortaan deezeGevangaoen,büireff 

all» 



GREVIUS (JOANNES). 617 

füen toegaf , behoorde op te flmteri. Zelfs wilden twee Regen- 
ten, dat men hun in naauwer hegtenisfe, en wel naar Lorv<* 
fiein , moest zenden. Hunne Vrienden , reeds zints eenigc Man- 
den , hier voor bedugt , waren op middelen bedagt geweest om 
hun te verlosfen; en, ten dien einde , met hun eens aflpraak 
gemaakt. 

Tot dat oogmerk kwam men eindelijk tot het befluit, hun met 

Ladders te verlosfen; iapma had, al vóór zijne gevangennee» 

ming, aangenomen, dit ontwerp ten uitvoer te brengen; maar 

toen mislukte de aanflag , uit hoofde van te weinige helpers. 

Naderhand , toen hij , in zijn Vrouws Kleederen , de Boei en 

ontkomen was , namen anderen , die zig daar mede bemoeid 

hadden , 's nachts daar van eene proeve ; andermaal mislukte 

}xet, en was bijna ontdekt geworden, Dus mQest men wr.gten 

tot eene betere gelegenheid, De Remonftranten , op Zaturda^ ? 

den 19 van Oftqber, zeker bericht ontvangen hebbende, dat de 

twee Predikanten , den volgenden Woensdag, naar Lot v e/h in 

zouden gevoerd worden, beflooten, van nieuws, eene pooling 

te doen. Sapma en de zijnen oordeelden, nu den Iaatflen kans 

te moeten wagen, en geen gevaar van Lijf of Leven te ontzien, 

En, zeker, buiten dit kon het niet gefchieden , vermits het 

Tugthuis zeer hooge muuren en fteiJe daken had , langs welke 

de Gevangenen moesten op en af klauteren. 

De aanflag werd dan weder te werk gefteld , in den nacht , 
tusfehen den 12 en 13 van Oftober, Men had middel gevonden 
om de (leutels van de Kamers, Vaar in de Gevangenen zaten, te 
doen namaaken, Aan den buitenmuur bracht men houten lad- 
ders , zwart geverfd, om, in den duister, minder gezien te 
worden. Langs dezelve klommen eenige lieden naar boven, tot 
op het dak , waar over ze touwen leeren fpandon , welke ze 
voorts lieten nedervallen , tot op de binnenplaats van het Tugt- 
ljuis. Maar , eer men tot hier toe was gevorderd , bejegenden 
den beleider en helpers zo veele zwarigheden, dat zij, aan de 
verdere uitvoeringe , bijkans wanhoopten. Van alle kanten hoor- 
de men zo veel geblaf van hondeneer waren zo veele voetgangers 
op de been; de Nachtwachten hielden zo lorgvuldig wagt, en 
het aanvoeren van Ladders ging zo traag voort, dat zij het ver* 
4$r gaan voor dwaasheid aanzagen. Nogthans gingen ze voort, 

hoe- 



<i8 GREVIUS CJOANNES> 

boewei ze, naderhand, over honue ftandvastlgfceii f zig act 
genoeg konden verwonderen. Terwijl dan, onder dfc olies, ét 
Ladders geplant (tonden , de touwen leeren over bet dak ge- 
fpannen waren, en de helpers daar nog aanhingen, vast neder* 
klimmende om op de binnenplaats te komen, en de floten der 
gevangenen te ontfluiten, kwam iemand, die digt daar bij wooc» 
de. met den blooten degen in de hand ,aanloopen , ap de geener, 
die bij de Ladders ftondeo, fchreeu wende, uk aUe zijne magu 
Alarm , de Nacht dieven zó t ken de Geldkil $ der Armen ran 
V Alwoeiftniershuii (nu het Latijufche School) u bef uien % 
en Zijn vast bezig om de ijzeren traliën te hteeken, In de 
verlegenheid, welke daar op volgde, deed men wat men kon, 
om den fchreeu wer te doen bedaaren \ en zeide rond uit, dsi 
het hun te doen was om de gevangene Predikanten te verlosfen, 
en niet om te fteelen. Op dit zeggen zweeg hij (lil, bleef 
eenigen tijd liaan , zag het werk aan, en vertrok, na toeweo» 
fching dat het werk wel gelukken mogt. Dit dreigend gevaar, 
van buiten, verdwecnen zijnde, ontftond 'er een ander van biiv 
nen. Een van de Tugtelingen, die niet wel bij zijne zinnen was, 
riep en tierde geweldig, terwijl men aan het werk was; her- 
haalde reizen agter een fchreeu wende: De Atmihtaanen bne. 
ken uit! de Ar miniaatitn breeken uit! zelfs aan de overzij- 
de van den Singel , daar eenigen de wagt hielden, werd dit 
roepen gehoord. Dan, het zii men, van binnen, hier opgee- 
Ue agt gaf, of, om dat hij dit meermaal, zonder dat 'er iets 
aan was, hadt geroepen, de helpers, althans, kwamen, einde- 
lijk , langs de leeren , op de plaats , openden terftond de Ge* 
vangenplaatxen , haalden crevius en princk 'er uit , deeden 
hun langs de afgelaaten touwleeren, (die zij wei vat gemaakt 
hadden, met een koorde, welke, met een Katrol, werd opge- 
haald, am niet ligrelijk te ontfehieten of te vallen) naar boven 
klimmen , tot op het Dak , en van daar langs de houten Lad- 
ders, naar beneden daalen. Hier moesten zij nog gaan dooreea 
Poort, waarvan zij ook den Sleutel hadden. Nevens hun wier- 
den, op gelijke wijze, twee ot drie anderen verlost, onder an- 
deren nog een Jefuït, levinus woutrs genaamd. Om de*' 
jfelntts wille, hadden eenige Roomschgezinde Burgers den Re- 
monstranten de behulpzaams band geboden* Dus werden dan 



CREVIÜS, (JOANNES) CRIBBÏUS, (PEÏftUS). ét? 



^•eviüs en *aiwcE uk den bangen Kerker verlost, en kwamen, 
'nog in dien nacht, bij cenigen hunner Geloofsgenooten. In hét 
Tugthuis miste men hun 's morgens} doch de deuren vond men 
tfverni geflooten , zonder eenig teken van breekcn. Buitenshuis 
•vond men twee Ladders, welke de helpeis hadden achtergelaa- 
•ten. 

Weinige dagen daarna fchreef grevius eenen Brief, waar irt 
nij> van zijne verlosfing, gewaagde, met dankzegging aan God, 
wfen hij alleen de eer gaf van de zaak , die hem altoos onmoog- 
Kjk hadt geCcheenen. Gat vu» bediende de Remonftranten , te 
/fmffeldaa: 9 nog eenigen tijd daarna; doch dit fchuil zitten moe- 
de zijnde, bogaf hij zig, in het volgende Jaar, •naar Duttick* 
land. Ook onthield hij zig, cenigen tijd, te Hamburg en in 
Holflein. Op eene reize naar S/iers is hij vermis, zonder dal 
men ooit taal of teken van hem gevonden heeft. Van zijne 
Vrienden werdt hij, om zijne geleerdheid, zedigheid, goedaar* 
tigheid en andere deugden , hartlijk betreurd. 

Zte brandt, III. en IV* Deel. 

Ghibbfü% (petrus) was de Zoon van p« Gamius, geboo* 
ren te Middelburg, in 't Jaar 1651 , alwaar de oude chibbiüi 
toen Leeraar der Engelfche Kerk was, doch vanwaar hij, in- 
het volgende Jaar, als Hoogduitsch Predikant, te /tmfleldam 
werd beroepen* In het Jaar 1676 werd de Jonge gribbïus 
Proponent ouder de Klasfis van Haarlem. Naderhand deed hij, 
met jacosi's trioland, eene reize naar Engeland. Bij zijne 
terugkomfie was zijn eerde ftandpiaars , in 1677, Middeleen 
*an daar werd bij verroepen , in 1679 , naar Grottenbroeki 
1680, naar llatderwijki 1681, naar Drift , alwaar hij, (heb- 
bende voor andere beroepen , die hem werden opgedraagen, 
bedankt ) tot zijnen dood bleef. Deeze beroemde Kerkleeraar 
heeft aldaar den tijd van vier- en- vijftig Jaarcn zijnen dienst ge* 
trouwlijk waargenomeu , en ftierf , na een rusttijd van acht Jaa* 
ren, den 30 Oktober 1739. Hij was, te Delft , in den Egt 
geureeden met dcboka vaw heul; uk welk huwelijk gebooren is 
maria G'iBsrcs, die, naderhand, de Egtgenoote werd van* dett 
Wel Ed. Heer abram vam BLthWYK, Burgemeester van üeïfu 
fcMaqi Af bteldiog gaat ia Eient uk. 

Ou* 



-éto GRIBBENVORST, GRIETWAARDER, enz* 

G^ibren vorst, een der negeu Dorpen des Lands van Kesftk 
in het Kwartier van Koer monde, 

V* der uoüvi, I. Deel foL 81. 

G iet waarder* en grietwachter, waar van de eigenlij- 
ke fpclding is krytwaarde . Dit Ampt beftond in bet 
opzigt over het Kampveld, 't welk met krijt was afgetekend t 
en in het bewaaren van de Wetten, op het Kampvechten ge- 
maakt; welke men kan vinden bij alkemade, over het Ramp» 
recht* Dit Ampt heeft, weleer, berust * onder de iieeren vai 
wassenaar; onder andere vind men, als zodanig, vermeid, 
PiLlp: , Heer van Hagenaar , Burggraaf van Leiden. H* 
werd te Leen bezeeten van de Graaveu van Holland. In het 
Jaar 1404 werd het opgedrsagen aan jan van oer woude, 
Heer van Wam;o>d y wiens Voorouders het lang bezeeten had- 
den. Niet zeker is het, ondeftusfehen , of gemelde Heer #1- 
Ups dit Ampt , als Burggraaf van Leiden, dan als lieer tan 
ff'ai/enaar , bezat* Het laatfte is het waarfchtjnlijkfte , omdat 
het blijkt , uit den Zoenbrief , waarbij het Burggraafïchap 
wierd afgeftaan, dat hij het daarbij behouden heeft, en het, oog' 
lang daarna, door zi,ne Nazaaten bezeten is, zelfs tot in 't Jaar 
1444, wanneer het werd afgeftaan* 

Grietenijen. Dit woord komt af tan het oude Friefcht 
woord greten, 't welk niet alleen betekent, iemand aanfprte- 
ken en begroeten , maar ook uitdaagen en befcbuldigen, \t 
Eelfs, *t geen nog nader komt, beoordeelen en vonnis fen. Qrtt. 
man % Greetman , of Grietman , wil dus zeggen, een Gf 
recht ttnan ; Hoofd/echter , (Procurator Generalis) , die'sGrtf- 
ven Perfoon, of dien van 's Lands Souverain, in zijn Diftrift* 
Verbeeld, in zaaken, die de Rechtsoeffening betreffen, en zor- 
ge moet draagen, dat het recht wel en wettig worde gehand- 
haaill. Men vimit , van deeze Gr iet manna , allereerst gewag 
genaakt, in ecu A&e van Verzoening der Friezen van Wester 
guo , met onderwerping aan Graave willem van Holland, 
van 4 Julij 1310 , te vinden in het Qhartetboek van Friesland* 
I. i)eel, pag. 140. enz. De Grietmannen* of, gelijk men, in 
die Provincie, gewoon is te «eggen, de Griet ilnideu , die hua 

Ampt, 



GRIËTHOORN , GRIËTHOORN. 6<i 

Ampt, geduurende bun leven, behouden, worden door de Hee* 
ren Stadhouders van dat Gewest verkooren , uit eene Nominatie 
van drie Perfbonen, die ontworpen of gemaakt word, door de 
Eigenërfden van ieder Grietenij , en door de Gedeputeerde Staa- 
ten, aan den Erfftadhouder in der tijd, gezonden. Van de Bij- 
zitters of Mederegters , heeft de Grietman het recht van Verkie- 
zing, uit eene Nominatie van drieën, welke door de Stemgereg- 
tigden gemaakt word; waarna de gekoozene, door het geheeie 
Geregt, hi den eed word genomen Dit heeft ook plaats 
omtrent de Verkiezing van de Sfcretarisfen , alleen mee 
dit onderfcheid, dat zij den Eed doen aan de Heeren Gedepu- 
teerde Staaten. De ( Wiet lui den hebben, in Dijk-en Vaartfchou- 
Wcn, en eenige andere zaaken* een hun alleeen bijzonder aan- 
vertrouwd gezag, maar, in alle gewoonlijke Rechtshandelingen ^ 
betreffende de Civiele of Burgerlijke Rechtszaak en , niet meer te 
* e gg«i, dan een Bijzitter; elk heeft daarin niet meer dan ééne 
Stem. Voorts is eene Grietenij zulk een Diftrift, waaraan meer 
«f minder Dorpen onderhevig Zijn, die te zamen óén Gerecht 
uitmaaken. Dus zou men kunnen zeggen , dat de Grietenijen , 
in F' ir Uand , een volkomene overeenkomst hebben met de 
Amptman- of Baljuwfchappen in de andere Provinciën ; 't en 
ware , tusfehen deeze en geene , dit aanmerklijk onderfcheid 
plaats liaddc , dat , in de laatstgcmelde , het Rechtsgebied zig 
mede uiUlrekt tot het Crimfneele ; terwijl dat der Grietmanneu 
zig alleen bepaalt tot het CivilCé Uit ieder Grietenij worden, 
Jaarlijks , door de Stemgeregtigde Opgezeetenen , twee Lie- 
den , Volmagten genaamd , tot de Seaatsvergadering be- 
noemd: één' uil den Adelfland, en één uit de Eigengeerfden ; 
't welk men elders noemt den Ridder - en Boeren/land. Hei 
getal dezer Grietenijen is niet altoos even groot geweest; zijtv 
de nu eens meerder, en dan minder, door de ineenfmelting of 
Jplitzing van Disrrtöen. Thans beftaan dezelve in een getal va» 
XXX. Zie verder hei geen, op het Art. fiuesland, hier van 
gezegd is* 

CaiiTflooRN, een Overijtfehch Dorp, onder het Drostampt 
Hi3\V*llenhovtn y en, naar men wil, allereerst, in het Jaar 131a, 
bewoond geweest, van een deel Vreemdelingen, die op hunne 

KIe* 



«is GRïETIIUlZEtf > GRIFFIER. 

' | T 

Kleederen, vmt veorcn en agteren, Kruisfen droegen, zig rel- 
te", met roeden en touwen, volknvopen, &eesfelden; welke 
ftenfehen r,ot die Sekte behoorden, die nitn toni, in /frtg-ea 
ffederduit*chlard % Geszefa*ri noemde. Deze eexile bewoo- 
liers van dit Dorp, hebben, met zwaaren arbeid, het zelve be- 
bouwd. Ook wil men, dat zij de eerflen geweest zijn, dh 9 ia 
deeze Geweesteh , het Turfmaaken , dat zij , muoglijk , elders 
gezien hadden, in gebruik gebragt hebben. Ook vind men, dit 
lünoi p-i, de eerftc Abt van J7. Lavrtns Kok t te Ootérêek^ 
buiten Uttecht , aan de Nonnen, die uit dat Klooster, om de 
engte, verpteabt waren $ een ftuk Veengrond vereerde, om *ef 
io veel Turf, als zij noodig hadden , uittedtelcri. 

Kokliike Oudh. van Deventer, I. Deel* 
bh 571. enz. 

Gmfthi'12*n 9 een Steedje of Vlek, in den omtrek vanffh/. 
fhatttiy behoorendc aan het Hertogdom Khe/\ een btlve mijl 
boven de Stad Kitif Weleer behoorde het onder het Bisdom 
▼an Uticthté 

Gri'fiep. Dus noemt men den eerftcn Minister der A!ge- 
Jneenc Staaten , zijnde dus een Ampcenaar van 't eerde aanzien* 
Reeds ten tijde der Graaflijke Regeering, was de Griffier een 
Minister van de Staaten. J Jij word aangefteld do r de Stuten 
van Holland en Y.teinnd % en geniet de zelfde Voorrechten, als 
de Leden van den Raad. Ten tijde , dat de Graaven , te» 
hunnen voordeele, van alle Ampten, Recognitien trokken, werd 
dit Ampt verpagt. Dan H. H. Mog* vonden, naderhand, ge- 
taaden , bij derzclver Refolutie , van 24 en 30 Mai I&», 
dit tot een Permanent Ampt te maaken. 

Reeds te vooren , in den Jaare 1582, had men een Order en 
Aeglement , op de Griffie van den 1 Iove , gefield , en de Jaar- 
wedde van den *h fier bepaald; zie Refol. van Hoïh 4 F«.br. 5# 
8 Maart en 23 April van dat Jaar. De verpachting bleef* echter, 
in fland, mids nienjand daar toe werd aangeiteéd, dan die den 
Move aangenaam , en eeh goed Vaderlander was ; welke woor- 
den men uitdrukkelijk leest in de Refol. van 4 en 26 Mai , en 34 
Jutitj van 1583. Doch, ifl het genekte Jaar 1602, den 24MUJ, 

wad 



Griffier, griPt,(ob) grimaldi, (Reinier) enz. -4*3 

Werd eenandere Inflruftie voor den Griffier vastgefteld, en, WJ 
het bepaaJen van een nader Order op de Griffie , 6 Junij 1605, 
goedgevonden , dat dé Griffier zou borgtogt (lellen , ten genoe- 
gen van den Hove , voor zijnen Ontvangst van de Namptisfe- 
menten. »In de Jaaren \6\% en 1619, Werd deszelf» Wedde da- 
der geregeld. Aan den Griffier ftaat , onder goedkeuring 
van den Hove , de aanfteiling van den Penningmeester , en van 
alle de Klerken der Griffie, gelijk ook, met goedvinden van de 
Staaten, van den Subftitut - Griffier. De Griffier van H. Hoog 
Mog. woont dagelijks derzelver Vergaderingen bij. Hij leest 
het Gebed , waar mede alle Vergaderingen worden aangevangen. 
Geduurende de raadpleegingen , zit hij aan bet einde van de 
tafel, met gedekten hoofde; doch hij ontdekt zig, én ftaat over 
einde agter den Armftoel van den Prefident, wanneer hij , zo ah 
zijn post mede brengt, Brieven, Verzoekfchrifteri, of andere 
Papieren voorleest. Hij (telt alle de befluiten der Staaten te 
Boek. Hij fchrijft de Berigtfchriften voor de Dienaars van deft 
Staat aan vreemde Hoven ; en de Brieven aan Uitheemfche Mo- 
gendheden. Alle de Lastbrieven , voor de Krijgsoverften en Be- 
velhebbers , als mede de Wetten en Plakaaten der Algemeente 
Staaten, worden door hem bezegeld en afgevaardigd. De be- 
fluiten van den Staat, door den Griffier geboekt, worden ge- 
drukt op der Staaten Drukkerij. Hij woont ook de Onderhan- 
delingen met de vreemde Ministers bij, daar hij zijne ftem in 
heeft. Dit aanzienlijk Ampt is, zints den Jaare 1670, zo af» 
wij op het Art. fao*l, gezien hebben, door mannen van dat 
Gedacht, tot op heden toe* bediend; Van de Vertrekken, tot 
de Griffie behooTende * hebben wij , bij de befchrijving van t 
Hof, op 't Art. sgravenhaöe, melding gemaakt. 

Grift, (db) een der Gelder fche Becken % welke een zarnen- 
loop van alle Breker., in uie Provintie, is, alle welke, bij Hat- 
tem , haar water in deu Tsfei Horten. 

Grimaldt, (reinier) vin Genua 4 was, in bet Jaar 1304!-, 
Admkaal van Fravkri)k. Toe onderftand van Graaf jan pen II t 
en van de Hollanders, kwam hij herwaards, om de magt der 
Vlamingtn te. helpen- dempen i.loopende hij, met zijne Vloot, 

XVlli. pibl. Rr de 



«H-- ' "CfRïMALOI, (REWIER). 

de Maas binnen, en tot voor Schiedam t terwijl de H*U**dfche 
Vloot gereed lag voor Geertruidenberg. Niet lang toefde <5H- 
haldi , maar den voorcogt neemende, voor hij langs de Bw- 
nisfe , een Water , welk eertijds de Landen van Ve+rue en F^ 
./«» van elkander fcheidde, tot in bet Hsringvliet , en wad 
van de Bollamdfche Vloot gevolgd. Een bevige ftotin hield de 
Vlooien drie Etmaalen op. Naderhand , in bet gezicht van Zir 
ritzee, *t welk door de Vlamlhgen belegerd was, gekomen 
lijnde, vuurden de Vlootejingen , van de toppen der Masten, 
om den belegerden kennis van fcunne aankomst te geeveni'tweft, 
.uit de Stad, met vnuren beantwoord werd. De ftüte, na è& 
.Storm, wa6 20 groot « dat de Schepen saauwlijks een Boog* 
fcheut wegs, op een gebeden dag, konden afleggen. Met veda 
moeke naderden ze, eindelijk, tot onder Zierikzee* en Beten 
aldaar het Anker -vallen. Veel werks had het in , om te voor- 
dien in 't gebrek aan leeftogt. Gut, Graaf van f7a£mderc* t 
in het Jaar 1304, kennis gekreegen hebbende van het m- 
. deren der vereenigde Vloot , liet io # ooo mannen voet 
Merikzee leggen*, en begaf zig, met de rest van het Leger, 
.aan boord zijner Schepen, die voor de Stad ten Anker lagea, 
.Op den 10 van de maand Augustus raakten de Vloocen aan mak 
Jtander, $p 't Gouwe, tusfeben Schouwen enDuiveJmd, sier 
.verre van Zierikzee* Grimaldi, door de Ebbe genoodzaakt 
zijnde , aftefroudefi , raakten eenige zijner Scheepen , op een 
droogte , voor de Stad , aan den grond, en moesten 'er, tot 
dat de Vloed kwam, blijven leggen. Ter naauwer nood onf 
kwamen ze het gevaar- van verbrand te worden. De Admiraal 
.en jonkheer willek hadden beflooten, het gevegt, met voor 
's daags daaraan, te hervatten; doch tegen den avond, met bet 
wasfend water , kwamen de Flamingen op hnn af. Terüood 
werden de vereenigde Vlooien in dagorde gefield, .en van de 
'hoUandfche zijde, eerst uit zestig OesteJtn, en tweehondem' 
Bank-Armborsten , en daan» uh meer dan duizend , op de» 
Vijand gefchooten* De Blijden, waaruit men Steenen wierp» 
wierden ook, zo laag ze dienst konden doen i gebruikt; waar 
tegen de Flamin§en ook niet fcbuJdig bleeven. Onophoudelijk 
•zag men de lugt vervuld met een hagelbui pijlen, 'waar van toe 
gcfnor , een mijl verre , kon £phoord worden. De tand» 

we*- 



SftlItfANï* (rtüBSRTüS) GRIMBERG*?* 4t$ 

Weergalmden van het geroep van Holland, Hofland! Parijs , 
Varijs! 

In den aanval was het den Vlamingen gelukt , drie onzer 
.Schepen te bemagrigen, op welke 2ij eene geweldige fl^gdag 
«nrigtteni De Hollanden vermeesterden daar na een Vlaamsck 
Schip, dat dergelijk lot onderging. Grimaldi, ziende meer te 
zullen kunnen verrigten , indien hij de Vlamingen aan boord 
klampte f gaf <**"■ toe bevel* Ten zelven tijde raakten vitr 
van zijne Schepen wederom vlot , en gingen terftond op den 
Vijand los, die dezelve, met allerhande handgeweer. , ja zelfi 
met brandende houten, te keer ging» Kortom, de zege, die men op 
den Vijand behaalde, was volkomen. De Graaf van Vlaanderen 
werd, 's daags daaraan, door grimaldi» gevangengenomen; 
het welk het ontzet van Zierikzee ten gevolge bad* 

Zie melis stoke» Oude HM* Chrth 
nijk) enz* 

Grim aki, (hübeptüs) anders hubeet jacobsz. genaamd, 
gebooren te Delft. Van der jeugd af aatt geneïgt geweest zijn- 
de, om andere Landen te bezien, begaf hij zig onder anderte 
naar Venetië n , alwaar hij zig aan het Hof van den Hertog 
wel den Jaaren onthield > en door den Hertog met den eet- 
naam van orimani werd befchonken : welken zijne Nazaaten 
ook behouden hebben. Hij was een goed Pourtrait- Schilder» 
Maar, alzo de Engelfchen , voor welke hij veel werkte, wei- 
nig geduld hadden , om , zo lang hij noodig oordeelde, te 
zitten, liep hij zomtijds wat lös over 't werk heen. Dit' is de 
reden , dat zijne laatfte werken op verre na zo goed niet zijn als 
zijne voorige. 

Hij was te Delft getrouwd , met oeertroij orauwinkil 
Jansdogter, en ftierf in den BrM, in 't Jaar i6a8 of 1629. 

. . . Zie BUMWiji, Befchr. van Delft. 

Grimbergen > een der Adelijke Huizen, ten Noorden van 
Rijs/en, onder 4fwfr> behoorende aan 't Gedacht van vuêRsiv 

Rra . Gum- 



&fr GRIMBIJ, GRIJÏHUIZEN, GBCïSfOALtr, en* 



Grimbij, is, met Meckelen , de tweede Bank van St. Ser? 
vaas, in Staats- Br aband. Het Dorp van dien naam, dat ook 
Daal-Qfimbij genaamd word, ligt een half uur gaans van bet 
Dorp Meckelen y doch nader bij Maastricht. 

Grimhüizen, een Adelijk Kasteel,, in Staats Braband^bt- 
fcoorende aan het Geflacht van dien naam, een Westen van het 
Dorp BuvcL 

Gbimoalh , 2oon> van peptjn vaw lawhn , was de opvol- 
ger zijns Vaders, als Groot Hofmeester in Aujhüfu. On-o, 
die de Voogd of Opziender over sige.ifrt was, dit Arapt voor 
zig zelven zoekende te vei krijgen , maakte hem, drie Jaarea 
lang, zeer veel fpels, tot dat hem orwoald, door leutha- 
.rios, Hertog van Zwaben , liet afmaaken. Daarna vierde bij 
zijner Heerschzugt'den teugel, tot zo verre , dat hij zijnen 
2oon tot Erfgenaam van 't Rijk deed verklaaren; doende des 
Konings Zoon dagobert uaar Ierland voeren f en in een 
Klooster fteeken, in het Jaar 650 of 652 „ onder voorgeven, dat 
dezelve overleden was ; 'Waarop* hij zijnen 'Zoon , onder den 
naam van childsbbrt, tot Koning deed uitroepen» Nadernand 
ontving de verraader zijnen loon : met zijnen Zoon werd bij, 
door clodoveus, gevangen genomen en omgebragt. 

Zie mijn Amjierdams Eer en Opkomst deer 
de Hervorming* 

Grih^amv zoon van pepybt van herstal, was, onder de 
Frauiifc'ie Koningen ouldeb&r? db» II en dagorert dut 
III, Groot -Hofmeester. Hij trouwde, in het Jaar 715, mee 
THBosiNDA, Dochter van- den Friefchen Koning radbood. In 
het Jaar 758, werd hij, s op de begrafenis van st. lamber», 
door een Fries % rang ar genaamd, vermoord, nalaatende een 
Bastaardzoon tibalo, die, onder dagobert den III, Groot» 
Hofmeester was , en insgelijks vermoord werd. 

uu, 

' - • Gout- 



.GRINNES, GRINT, GRIND, óp GRIEN, enz. Gt? 

* 

. Grh*nes. Claudii» qvilis maakte eenen aanvang van dra 
Oorjpg, tegen d<? Romeinen % met hun , zo veere het Land der 
Canninefaten zig ukftrekte, van de Noordzee te. verdrijven. 
Waarfckijnlijk zou de Oorlog ten voordeele der Batavieren 
geëindigd zijn , hadde hij de Romeinen ook uit het bovenle 
gedeelte van het Eiland konnen verdrijven , alwaar zij vier 
yiekken bezet hielden , niet met een klein getal , maar met 
twee geheele Keurbenden , en de Uitheemfche Hulptroepen, 
zo te Voet als te Paard* Aan ecne van deeze vier plaatzen, 
welke, door classicus, met geweld wierden aangevallen, geeft 
tacitus den naam van grimes , zonder iets verder van de- 
zelve aanteteekenen. In de Reiskaart van pbutifger word de 
regte plaats van grinnbs aangeweezen, als gelegen, twee ge- 
meene Duitfche mijlen beneden Carve , en eene mijl boven 
Lefevanum* omtrent het Dorp rrmmrrten, en dus een wei- 
nig boven den Dijk, waardoor drusus den Rhijn, die op den 
Gaulifchen Oever aanftoroe* beteugelde, Men kan niet twijfr 
felen, of het Zand , 't welk van den Oever afgefpoeld was, 
door de kragt van den droom , die weerom (tuitte*, verder 
naar boven is gedreeven ,alzo de kromme en bijna overdwarsfche 
ftroom van den Neder -Rhijn daar wijd geweest is. Waar uit 
dan volgt , dat 'er tusfehen oriunm en remmbrten , eenige 
drooge Eilandjes zijn opgekomen , waar van' deeze twee plaat- 
zen hunne naamen hebben kunnen omvingen. 'Grinwrs ftamt 
dus af van creno of grenden, met welken naam de drooge 
gronden genoemd worden , waarop de groente zig boven he* 
water begint te vertoonen; betekenende crin, in'toudFriesch, 

OROEJJ, eOGAlKD, GROND. 

Altiwg, Not. Germ, In f. Part \. foh 80. 

• Gnirr, grind, of grien, een yerlaaten Eilandje, onitrent 
twee mijlen bezuiden ter Schelling* && ™ de Ffiê J che Ka8t * 
Voor omtrent 80 Jaaren ftond uldaar nog één huis, en werd 'er 
nog Hooi gewonnen ; doch tegenwoordig, is het een Schulp* 
plaat. 

■' Grindt, (cornelï* van) Volgens Sententie der Stad Enk- 
hizen, in het Jaar J5<*5>, om reden dat hij zijne Vrouw, had 

Rr 3 .1» 



tot 0MSPEERE,CANTömjTA»)0ROBBERD01fE. 

■ ■ ■ ■ ■ ■ —w^ 

faareü flerven , Solider ettiig SacfeMetft , naaf êt Wijze dé Room- 
Jbhe Kerke , en voorta in. flüte , bi) nacht , Ugraaven , na 1 
drie maaleó, te vergeefsch, iogedaagd te zijh, werd deezematf 
veroordeeld , in Bannlsfement en Verbeurdverklaring zijner 
Goederen; 

Giispeeii , (awtontj vib) en oer rit vah ratii^e», 
geweezen Raaden in het Hof van Utrecht, en ,in het Jaar 1580, 
Woonagtig te Emmerik , hadden , in dat zelve Jaar , ten voer- 
Öeele van parma, zig ingelaaten metwiLLEM va« mohtpooit, 
Drost van Hattem , om die Stad in handen van den Koning te 
leveren. Niets anders hadden zij daar voor bedongen , dan ver* 
giffenis en onderhoud voor .hun en de hunnen; indien zij hier* 
om vervolgd wierden ; 't geen hun ook was toegezegd. Zo 
Zorgvuldig beleideh zij het ftuk, dat veertig man*, door keb» 
bekberg, haar Hattem gezonden, door hun werden ingeiaatou 
Doch de Drost en zijh Vader werden gevangen , naar Arnhem 
gevoerd , en aldaar onthoofd: De belpringers werden éérst uit 
de Stad, en daarna, door bekomen hulp, uit de naast bij gde< 
gene Steden gejaagd, 

Grobbekdone, eene Baronnie , met een Kasteel, in Bw 
tand t tusfehen .LiVr en Herenthals, aan de kleine AV/*f gele- 
gen. Ten tijde van Keiler rarïl demV, bloeide zekere 010» 
Beu donr , als lieer van fVcftmaale . en Thefaurier Generaal 
der Koninglljke Financien in de Nederlanden. Deszeifs Zoon, 
Cobvraad vAir oROBBENüoit R , Koninglijke Raad, Commisfr' 
ris der Finantien in Vlaanderen , werd, in het Jaar i6<x>, Vrij* 
hafer van lUb$ke. Antoüie schets vak crobbejdohk, Ko- 
ninglijke Sfaanfche Krijgsraad , Gouverneur van 'sf/ertêgen- 
h*sch 9 werd, in 1602, tot Baron of Vrijheer, en, in 1637, 
tot Graaf verheven, als ook tot Ridder van Ar. Jacob. Terwijl 
hij Gouverneur van 's Bosch was , gebeurde het zo berogte als 
onbezonnen gevegt, waarvan 'wij, op het Art. BRCAttté, ge« 
wag gemaakt hebben, in het Jaar 1600. Groabbndorc werd é 
meermaalen , befchuldigd, dat hij zijn Volk zou hebben aangezet 
om BiiEAUTé om te brengen. Dat dk gefchied zij, k bekend; 
of öMiHKDQ** werilijk oorwak van dit fchetaftu*. 



CROBBENDOJfIL £%9 



„ware, feauet zeker, hoewel het ook, met {rond, niet kan wordeh 
tegengefprooken. Een der naastbeftaanden van den vermoorden; 
HQCQuiRcouJtT genaamd, kwam» uit Frankrijk, te 's Hert o- 
£e*è*sc& 9 en daagde oiobbbndoiik uit tot een tweegevegt; 't 
welk de Aartshertog verhinderde. Manlijk gedroeg hij zig, in 
J*et Jaar 1601 , wanneer Print waubits den Botek , te ver- 
geefscb , belegende. Buken de Vugurptort deed hij egnige 
Buitenwerken opwerpen, moedigde de Burgers, opaliemege- 
Jijke wijzen, aan, en beloofde hun» binpen kort, ontzet en vecv 
goediog van fchade. In het Jaar 1603, in de maand Juni}* 
dreef de Burgerij het Regiment van den Baanderheer va* ba- 
£He»couit uit de Stad. Geduurende de Belegering , waren 
verfcheiden Sokkaten in de Stad gekomen, en het gemelde Re- 
graieiu» met de Ruiters van den Gouverneur, aldaar in Bezet- 
ting gebleeven. De Burgerij was. daar over ten uiterften mis; 
neegd; te meer, om dat zij vermoedde, dat dit Volk gemeen- 
fchap hield met de Muhelingen te Hoogftraate». Gbopuendonk 
fcheen, over de uitdrijving, zeer misnoegd te zijn: want men 
vond Briefjes , van den volgenden inhoud, door de Stad ge- 
(trooit. „ Ach lieve Burgers , Ha bij , of wij zijn met goed en 
^ bloed verlooren. De Heer van orobbemdönk heeft gezwoo- 
„ ren, dat hij het ons vergelden zal, dat wij de Waaien uit df 
t, Stad gezet hebben; maar laat ons dat niet genoeg zijn, wij. 
„ over de drie honderd fterk, die gezwooren hebben, dat wij 
„ hem yergeiden zullen, dat hij met zijne Rufceren beflooten 
„ had, ons van boven neer dood te fmijten; laat ons malkande- 
„ ren bijftaan, om hem ter Stad uit te helpen met zijn Volk, of 
„ wij- zijn' in eeuwigheid verlooren." Doch hier kwam niets 
va%, wijl, de Stad, kort daarna, wederom, door Prins maümts # 
fiaewel vrpgteloos, belegerd werd. 

Grobbbmdonk beftierde de Stad» in meerder rust dan voor- 
heen, tot in het Jaar 1629» in. welk Jaar hem, in bet zekere t 
bejrigt weed, dat Prins, fridrtk uzndrik het'voorneepen faa4 
©Rgevat, *>m het beleg voor den B$sch te flaan, Gao6B£NpoKr # 
echter, weigerde, aan die tijding geloof te geevep. # zeggende dal 
hifcden Prins .daar toe voor veel te wijs kefld*. Doch de tij4 
leerde hem het tegendeel» De Gouverneur , jctwjjl liet Leger 
deftadjudesde» deed alk de zwaklle ptaautfa, binnen Je* 

* Er * " Wal, 



«&• GROBBENDONK. 



Wal, zo veel móoglljk, verftërken,'doch verzuimde, de Bekge? 
xaars , in het aanleggen hunner Werken , te verhinderen, ib 
kunnende nog niet gelooven , dat de Prins het beleg van den 
Jhsckj maar wel dat van Breda, 'm den zin had. Deeze ongelo* 
vigbeid was de oorzaak, dat bij de Vesting niet naar behooren 
met Volk en Krijgsbehoeften deed voorzien. Dit niettegenftatt- 
de hield hij het hevig Beleg uit, van den i Maij tot den il 
September, op welken dag de Regeering verzogt, om in on- 
derhandeling te treeden. Twee dagen daarna kwam men over- 
een, om de Stad, aan de Algemeene Staaten, overtegeeven. 

* Uit het misnoegen der Burgerij op den Gouverneur en dei 
Voorziuenden Schepen , blijkt duidelijk, dat de Stad, rotje? 
brek aan Buskruit , heeft moeten worden overgegeeven. Open- 
lijk zeiden ze: „ Men belastte ons, op zwaare ftraftn, onze 
„ huizen met Levensmiddelen te voorzien ; en nu is 'er geen 
„ genoegzaame Voorraad van Buskruit. Wij hebben , Jaaren 
„ achter den anderen, geld, tot verbetering der Vestingwerfaeu, 
f , moeten opbrengen ; en nu zitten wij 'er toe. Wij hebben een 
„ rijken Gouverneur en Voorziuenden Schepen , die ons hebben 
9 , uitgezogen." 

Zeker is het , dat grobbendovr van ongemeene gierigheid 
befchuldigd werd ; en, uit de Stads Rekenboeken, is meerma- 
len aangetoond, dat hij en zijne Vrouw, zelfs nog gedüurendo 
het beleg der Stad, groote gefcheuken ontvangen hebben. Nog- 
thans kan de roem , van een dapper , voorzigtig en kundig 
Krijgsheld geweest te zijn, hem niet onthouden worden; kun- 
nende daarvan dit beleg ten getuige (bekken. 

* Bij den uittogt, uit den Bosch, zag men, onder de Geestëfr 
ken, die de Stad verlieten, de Gemaalin van cionsENDoifr, 
verzeld van eene Minne en een klein Kind, waarvan zij, gedoo- 
rende het beleg, verlost was. De Prins groette haar, eafprak 
haar zeer vriendelijk toe ; waarbij zij eene ongemeene bedaard- 
heid betoonde. De Krijgsknechten waren in drie hoopen ver* 
deeld. GaoBUENLONK, gezeeten op een wit Paard, had zij 
tusfehen de eerfte en tweede bende geplaatst. Hij toonde een 
ernftig gelaat , waarop aller oogen gevestigd waren. Bij den , 
Prins gekomen zijnde , hield hy met denzelven een gefprek, 
Y«arlH f ijjo$ Hoogheid desjelfc gebou^ gedrag, geduurenda 



tïROEDE, GROEN, (THEODORUS), enz. £31 

het beleg, ten hoogden prees. Hij ; fchertfende, daarop gearn* 
woord hebbende , dat hij vernes te ld was, gaf zijn Paard de 
fpooren , en reed weg. 

Van heurn , Historie van den Bosch ? 
H. Deel f 

Groede, kortheidshalve, groe genaamt, is het grootfte en 
beste Dorp van het geheele Eiland van K ad zand , in S/aits 
Waan deren. Het pronkt met een fraaije Kerk en een hoogen 
fpitzen Toorn. Dit Dorp word bewoond door verfcheiden 
Franfche Vlugtelingen, die 'er ook een Kerk hebben. In het 
Jaar 1740 is aldaar een Luthttfche Kerk gedicht, ten diende 
der Zalts&urgers. Wijders is aldaar een Gemeente der üoops- 
ge zinden, welke, met die van Nieuwvliet, een Leeraar hebben, 
wiens eigenlijke (hradplaats te Aardenbutg is. 

Gioen , ( theodorüs ) gebooren te Heusden , en weleer 
Fredikant te Maanlicht , Schrijver vnn vcde geleerde Schrif- 
ten, en daar onder ecne volledige BefchrijviYig zijner Geboorte* 
piaatzg, 

Qüdrnhovin, Be/cArijving van Hemden , 
bl. i8ó\ 

Groenend \*i* 9 een Konvent, bij Brusfel , in 't Sannéen* 
boichy behoorende onder het Bisdom Mechden y zijnde, wel. 
f er, geweest de wooning van een Kluizenaar. In het Jaar 1417, 
werd dit Konvent gebragt onder het Kapittel van Windeihcim, 
t>ij Zwolle, en wel bepaaldelijk onder het Bisdom Deventer. 

\ Gsoendijr , weleer een KloQster , niet verre van de Stad 
. Bohwerd, in d$ Frie/che Grietenij tVonferadeel\ doch , in het 
. laar 1572 , door het Water geheel weggefpoeld. Tegenwoor- 
dig leggen , op den grond van hetzelve , eenige Boerderijen. 
Een ander Klooster, van dien zelven naam, vond men, voor** 
Ijeen , in de Grietenij ffijmbritferadeeJ. 

Groenhout, een Gehugt, in Staats Brabant, behoorendQ 
föder de Vrijheid yan Roozendaal. 

R* 5 Gao«. 



03* GROENENBERG, GROENEVEEN. (VflWx) 

Ga^nehberg , weleer een Slot of Stamhaisvan, de Riddert 
Tan dicü naam , in de Groninger Qmmelar.de* , ten Westen 
van 't Dorp Middelbcrt. Ava van cboehenb*rg, of Gioir 
kenburg, Srnd voogd van Groningen, was, in het Jaar 1322» 
fcet laatfte Mansoir van dat Gedacht, dat bekend was geweest se- 
dert liet Jaar 1040. 

§ . 

GiOEOTVEwr, ('t Huis) na Papenburg , gelegen in Kenn* 
mtristd, een half uur benoorden de 7.antp*rt % allernaast bet 
huit H Vtl*e*i omtrent het Jaar 1565, door. adriaaji van 
cromkv.ie* , ( die , in 15/2 » Vroedfcbap der Stad Haarlem 
was, geftigt , in de gedaante van een Slet» omfingeld met bree- 
de Gmften. De Stichter van dit Huis, is, in den Jaare 157a, 
terwijl H*arlcm> door oow fridhico, belegert wassen hij, in 
een Schermutzeling., op den 20 Januarij , gevangen was , beoa- 
vens quirijw dirkszoon en Meester lambert jacobfz, beide 
Oud- Borgemeesteren , tot wéér wraak , op den Wal, met de 
beenen om hoog , aan een Galg gehangen. Op de puinhoo» 
pen van dit Huis, heeft de Heer korhius van der me»je, 
«1 het Jaar 10*33 , een fchoon vierkant Huis gebouwt , en 
hoi zelve, In 1643, hoewel toen nog niet' volbouwd, verkogt 
en opgedraagen , aan den Heer gehard van patenbuoek , 
Bewindhebber der Oost* Indifche Maatfchnppij , ter Kamer Am<* 
ftidam , die het naar zijnen naam genoemd heeft. 

In hec uitgraven en diepen der Vijvers, rondsom dittfub, 
snjn verfcheide oude gebakken roode Steenen gevonden, met 
Bijbelfche en andere IMorien daarop, als ook eeugantscli on- 
fchonden Jacóba's Kannetje» Behalven verfcheidene aanmerklij; 
fce zaaken, was, onder anderen , aldaar een zeer groote en onge- 
fcemeen kostbaare Boekerij , zo van oude gedrukte als met de 
iiand gefchrecvene Boeken , die twee Gallerijen of Kamers be- 
lloeg; als ook de afbeeldzels van vermaarde en geleerde Man- 
nen, en veele Antique Hukken Marmer, met groote kosten, 
Hit de 'zeldzaamde verzamelingen van de Heeren reinst, siz» 
witsen, hêidanus, graevius en anderen, bijeengebragt. Van" 
deze verzameling van oude Marmeren Gedenkflukken , met Aan* 
tekeningen -en Uitleggingen verrijkt, was, in zijnen rijd, de 
kundige AmfieUamfche Predikant o£BB£* 9 voorueqfiens, een 

Werk 



GROENEVELDT, enz. *# 



Werk in 't licht te brengen, onder den tijtel marmora papen- 
burgïca ; doch zijn ontijdig overlijden verhinderde de volvoc* 
Xing van dit ontwerp/ 

Zie de Oude HoU. Ckro*ijk$ van leeuwen, 

Batavia \ ampsing; hooft; schrevs- 

lius, enz> 

Geoknivfldt, een Ambachtsheerlijkheid, in Holland \ be- 
toomde onder het Baljnwfchap van Delfland 9 onder de Paro- 
chie van het Wout, is geweest een adeiijk Stajnhuis der Hcercu 
vAh wassenaar, door Heer dirk, nevens 75 morgens Lands, 
voor deszelfs Erfdeel ,. nagelaaten aan zijnen jongiten Zoou 
arend, die daar mede verlijd werd, in het Jaar 1228. Dee- 
ze arfnd, daar na, een Slot daarop hebbende doen bouwen, 
fceeft den naam van wassinaai nagelaaten aan zijnen oudften 
Broeder, en dien van groevrveld, van deeze Hofttede, aan- 
genomen» Hij nam tot zijn Wapen , drie wanende Maant* 
*p een Groenveld. Dit Ambacht word, in de oude Brieven, 
genaamt de la Harnesth. In het Jaar 1409, werd daarmede 
verlijd, johav van oroenevbld. Doch deeze, de zijde van 
Vrouw jacoba volgende, werd, in het Jaar 1420, zijn Slot, 
met meer andere Huizen , ten grond toe afgebrand, maar na* 
Verband weder opgebouwd. Dit Gr beneveld grenst, ten Oosten, 
aan het Wout, in dtGroeneveldjche Watering; ten Zuiden , aan 
den Lierweg; ten Noorden, aan de Zwet; en ten Westen, aan 
den Naaldwijifchen weg, In zijne Polders beflaat het omtrent 
300 Morgens, 't Slot Oroeneveld is thans veranderd in een fraai 
fleenen Boerenhuis, 

Geoeweveld; (reinier van oldensarneveld, Beer van) 

Zie OLDENBARNEVELO (R.) 

Groenevfid, (jonrbeer arend van) was , in het Jaar 
1587 , een manmoedig verdediger van Sluis, toen het, door 
den Hertog van farma, belegerd was, 

Groinbwegbn , eéi der achttien verdronken Dqrpen , ia 
Roemenwaard, in Zeeland* 

Gros* 



534 GROENEWEGEN,(M t.SIMON vait diiMADE)cm. 

- Groeneweoen, (Mr. simon van beb made) Leeraar in 
<ie beide Rechten, jen Secretaris der Stad helft; alwaar zijne 
Voorouders , veele Jaaren , aanzienlijke bedieningen bekleed 
.hadden. Hij heeft den roem nagekiaten, van, door zijn kunde 
•in de Recbtsgelet rdheid , deeze Landen grooten dienst gedaan te 
hebben; bijzonder door het fchrijven zijner twee Boeken, 
waarvan het eene ten tijtel voert: Aanmet kingen op de Hoi" 
landtche Recht i geleerdheid van H. de Groot ; en het tweede ; 
TraBatus de legibui abrogatit in'Hollandia vieinisque Re* 
gionïHs, in 4to. 

. Hij overleed, den 5 Julij 1652, in den ouderdom van ruim 
35) Jaaren. 

Plhiswijk, Befikrijring va* De7fi>pag.Üz± 

1 Grobnewbgbn-, (huig janszoon van) een der Voorzaacen 
van den zo evengcmeldcn Heer van gboevbweg^n , was, 
in het Jaar 1573, Burgemeester der Stad Delft, en den Room- 
.fchen Godsdienst nog toegedaan. Bossu, zogt zig van hem ce 
•bedtenen, om den Prins van oranje gevangen te neemen; 
doch de brenger van den Brief, een gevangen Soldaat zijnde, 
.ftelde dien in huiden van den Heer van batenburg, die hem 
jan den Prins bezorgde, De Burgemeester , bij den Prins 
ontboden zijnde , verklaarde zijne ppregtheid , met God aan 
te roepen tot getuige van zijne onfchuld \, zeggende verder, 
geen meester van de Pen van bossü te zijn. De Prins her- 
vutte , dat zijne trouwe zou blijken, indien hij bos u zelven 
ja de laaien lokte, wejke hij voor andefen bereid had. Maar 
ook hierop betuigde de Burgemeester, dit, van zig zelven ni$t 
te kunnen verkrijgen; waarop de Prins hem, eenigen tijd, in 
pijn buis, deed in verzekering houden, doch eerlang weder* 
om ontdaan. 

Bob, VI. Boek, bl. 315 en 318, 

• Groenrwoüdb; zie ameliswaabt. 

Grofnewoodr, eene Riddermaatige Hofftad, in 't Sticht van 
Utrecht , ruim een kwartier uur ten Noordwesten van de 
Kerk van Woudenberg. Deeze Ridder-Hofltede fchijnt geffiebt 

te 



GROEÏÏINCX, (EGIDIUS) GROEÜLO, en*. 6tf 

«e 2ija, in 1382, dooreenen willem van grobnp.woude, op 
*te plaats van het Kasteel Woudenberg. Zijne Nazaaten be- 
zaten het, tot in het Jaar 1495; in welk Jaar het, door 
lubbert Vijf groemewouqe en deszelfs Zoon, werd ovcrge- 
draagen aan ernst taats var amerongen, in wiens Gedacht 
bet -gébteeven is, tot dat willem taats van amepc^ctkn, 
dit er. va* GUsftnborg , in 1643 , het aan den Leenheer op- 
dioeg , ten behoeve van maria hondbmno , Weduwe vsn 
dirk van eck van paktalon , Heer van L/iuwenrrgt , die 
het , ten zelven dage , opdroeg aan haaren Zoon , gekard 
van ec« va» paktalon, Heer van Qud - üi tek huizen* 
Deezegafdit Huis, in 1670, wederom over aan hknd<ik ja- 
COb van Thüijl van serooskbkken , Heer van Zuilen , 
door wien het , ten volgende Jaare , werd opgedraagen aan dfe 
Weduwe van uijsbert van hardenjjrosr , die het torltomi 
wederom overgaf aan haaren Zoon, cijsdert johan van ha*- 
tïei^brouc, die, wegens Croenewoude , in 1674, ds Lid der 
Edelen helchreeven werd. Nadernand veikogt hij het aan 
«artholoktvüs de GRUiTEBy Raad in de Vroedfchap der Stad 
Uttcchr. Vervolgens is* het aan andere Gedachten overgegaan. 
Het Huis vertoont zig als eert ouderwetsch Gebouw, met drie 
fcherpe Gevels , en legt in een ruimen Vijver , omringd vato 
aangenaame Laanen en Ifosfch&adjen. 

Groenincx , (egtdius) was, in het berugte Jaar 1672', 
bij het fchrikverwekkend oproer , dat toen , te Rotterdam y 
plaats had, een der Burger - Kapiteinen , die zig aller achting 
waardig maakte , door het befchermen van eenige Leden der 
Regeering op het Stadhuis , tegen de woede van het moord- 
en plonderziek graauw. 
«» 

G&oinlo; zie grol. 

Groisbeek, (..,. Heer van) was, in het Jaar 1567, LM 
van den Grooten Raad te Mechelen. Hij werd , in dat zelVe 
Jaar , door de Landvoogdesfe , benevens jorib rat aller:, 
benoemd, als Afgezant naar Denemarken , om den Koningvan 
de verhooging der Zvndfch* Tollen aftexnaanen ; doch zijn 

Ge- 



tfj* CROLLO, GRONINGEN. *> 

Grollo, een Buurt, een Zuiden van Relde , in 't Landfchaj* 
Drenthe, alwaar, eertijds, in het nabij geleegen Bosch, onder 
den blooten Hemel, de algeraeene Vergaderingen der Orcnth- 
jche Landftanden gehouden werden. 'Er waren, daar ter plaat- 
ze, gaten in den grond gemaakt, voor elk naar zijnen rang, 
om daarin te zitten; dan naderhand zi,n die Vergaderingen ge- 
houden in de Kerk te Rolde i 

GmNIIVGIN, GRONNIKCEV, GROKNKiGRX, G. UNIX O E* of 

crluningen, in het Latijn Gtoninga 9 Groningia y Gruninga* 
en Gtuningia , eenc fraaije, fterke en welbewoonde Stad, in 
het Noorderdeel van Nederland , tusfehen de Eetns en de 
Lauwer $ gelegen; hebbende ten Zuiden, het LandTchap Drtz- 
$he; ten Westen, de Provintie van Friesland \ ten Noorden, 
de Wadden en Eilanden aan de Noordzee \ en ten Oosten, den 
gemelden Eems/lroom en Oost- Friesland, en inaakende met de 
Dorpen, de Ommelanden genaamd, eene der zeven Vereeuigdc 
Kedcrlandfche Provinciën. 

Deeze Stad word, ten aanzien van haare eerde beginzelen, 
voor zeer oud gehouden , en zelfs niet alleen voor de oudlle 
Stad van Friesland , maar ook van de gantfche Zeekust over 
den Rhtjn. Zij heeft haaren naam «chter niet ontleend vaa 
eenen grumk, gelijk eenige Fabeldichters willen, voorgeeven- 
de, dat zekere frisu, 313 Jaaren vóór Christus Geboorte mee 
de zijnen in dit Gewest zou gekomen zijn, het welk nu/r/Vx- 
lanu genaamd word \ dat dit Volk, ten opzigte van zijnen Gods- 
dienst , een Opperpriester , zo veel als Opperhoofd , en eerde 
der Druïden , had, haijo genaamd; dat dezelve twee Zoonea 
had, gai.o en Mannls, geheetcn; van welker eerden obunu* 
zou gefprooten zijn, dewelke omtrent 135 Jaaren vóór Chris- 
tus geboorte, in Frtcslahd , een Kasteel bouwde, naar heip 
Gruny*birgcn , of Grunuiburght genaamd; waarbij naderhand 
eenige Huizen zouden gebouwd zijn, en dus uruninger al* 
fengs in de gedalte' van een Dorp geraakt. Dit gantfche ver> 
haal is zonder bewijs v en word deswegen met reden Voor eeh 
verdicluzel gehouden. Waarfchijneiijker y zo niet geheel zeker, 
is het geeji de geleerde mrnso alt^c, eeri Man, die zijn Va- 
derland, door eenen onvermoeiden vlijt, in het nafpeuren vaa 

der 



GHOJVINC£ff:> s& 



Aszelfs oudheden , en het ontdekken en vcrklaaren van veéte 
tot zijnen tijd toe onbekend geweest zijnde zaaken , tot roem 
llrekt , aangaande deeze naamreden opgeeft , namelijk , dat 
G* oningcn of C ramingen zijnen naam heeft gekreegen van de 
groenheid der Velden , tusfchen de twee Vloeden of Rivieren 
gelegen, waar van zij , gelijk gezegt is, een hoogen rug beflaat. 
Deeze gelegenheid, dus vervolgt die naauwkeurige Schrijver, 
Tfrord zelfs niet duister te kennen gcgeeven door het Stads Wa- 
pen , zijnde een groene (treek , of Veld , dat midden tusfchen 
twee Wateren of Vloeden is uitgeftrekt : * want Groen , bij de 
Friezen ,G / ten genaamd, word van de Duitfchers^ die dieper in 
het Land woonen , Gruin of Grun geheéten , en van de ande- 
ren , die langs de Stranden, of aan de Zeekust, woonachtig zijn, 
Groen oïG*on; waar van daan de verfcheide benaamingen van 
Grim , Gtur,Ugen^ Groeringen % Groningen, enz. aan het 
hoofd van dit Artijkel "aangehaald , gekomen zijn. Greuningen 
word door de wandeling alleen van de Hollanders gezegd, door 
het verkeerd uitfpreekcn van de Saxifche tweeklank oe . Maar de 
uitgang ing is bij ons , gelijk op veele plaatzen in Duitschiand, 
v*el inzonderheid een merklctter der Geflachftnaamen. U:«bo 
emmu s, fchoon de naamreden van de groenheid der Velden niec 
verwerpende, ichijnt echter meer zin te hebben in eene van zij- 
ne ukviifdingë. Namelijk, hij is 'er niet vreemd van , dat Groningen 
geftigt, of ten minfte beheerscht is geweest door eenen grujnus , of 
CTtjNs; doch geen Indiaanfchen grunus; geen frisoos Neef; 
geen trojaan; maar een Inlander en een gebooren Fries ; en dit 
is , zegt hij voorts, mogelijk de reden , dat Groningen dikwijls (zo 
ars nog bij deF/iVz*») Grinfe % oïGrenfe^ is genaamt geweest- 
Voor het overige doet hij gelden, dat meer plaatzen, hier om- 
trent gelegen , haare benaaming van braave en deftige Lieden 
gekreegen hebben. Doch men twijfFelt niet , of de Leezer zal 
vrij meer finaak vinden in de naamreden, door den Heer ai- 
tiwg opgegeeven. Men zal hier, echter, tot befluit van het on- 
derzoek, aangaande den naamsoor fprong dezer Stad, nog bijvoe- 
gen, degedagten van den Heer ii. v. r. in zijne Aantekenin- 
gen op de Oudheden en Gestichten van Groningen , dien aan- 
gaande , en het oordeel daar over aan den Lezer overlaaten, 
volgende daar omtrent het zedig voorbeeld van den Schrijver 
3LVIU. Mn. S» sel- 



GRONINGEN. 



zelveo. Het. flaat dm, volgens deren Schrijver, te weeten, dat 
Grouna, Gronnia, en Grunna , naar de opmerking van toL- 
LAHnus (bij du cavgk, op het woord Gronna 9 bij de Lari- 
uifiten'der middelde Eeuwen, Veen, of Peenland ', en zomwfj- 
len ook Moeras betekent , het welk de Schrijver door eemgp 
phatzen in de Latijnfche taaie bewijst. Van dit Granns* of 
Grunna , hebben, volgens het getuigenis van do ca hoe, 
zommigen de naamen van Groningen , in Frieiland; Gronaw, 
'm het Land .van Rruniwijk 9 en Groningen , in het Bisdom van 
Ralberftad , afgeleid. Hij befluit hier op met deeze woor- 
den: „ Was de naamreden van Groen niet in den weg, dan 
„ zou die van Gr onna ^ of Grunna , al vrij in bedenking ko- 
„ men , en doet het misfehien evenweU" 

Wat voorts de Oudheid rmGroningen betreft, de Heer al- 
tinc (P. L Germ. Jr.f. p. 48 ) beeft waarfchijnlïjk niet ge- 
doold in zijne meening , dat de Stad Groningen het Kasreel of 
de Vesting is , welke de Veldheer der Romeinen coibulo 
bouwde, om de Friezen r die weder onder de gehoorzaamheid 
van het Roomfche Rijk gekomen waren, in bedwang te hou- 
den. Gerjbamicüs , van voorneemen» zijnde de Cherufcen y 
zig omtrent de Wtfer onthoudende, den Oorlog aan te doen, 
vertrok, van het Eiland der Batavieren , met zijn Voetvolk, op 
duizend Schepen, zijn vaart neemende op Drufui Gragt en den 
Tsfel tot in een. Meir , het welk hedendaags te Zuidenee is , 
welker wateren ter dier tijd nog zo wijd uitgeftrekt niet waren, 
als zij tegenwoordig zijn» Van daar begaf hij zig in den Qcea*n% 
en de Kusten langs vaarende, kwam bij aan den mond van den 
Etmu alwaar hij zig met zijn Volk ontfeheepte. Pedo , Gene* 
raal van de Ruiterij , nam een anderen weg, en trok door Friei- 
iand en het Land van Groningen , het welk daar aan vast 
was, en kwam, met zijne Benden, mede op de Oevers van den 
Eems, daar de befterode algemeene vergaderplaats was. Hier 
was een kleine Haven, met een Kasteel, dat den naam van de 
Rivier had, waarin de Vloot, geduurende den Veld togt, gefaaten 
werd. Deeze Haven en dit Kasteel, of Stedeke, wierden ved- 
tijds verkeerdelijk genomen voor de Stad Emkden , die zo ovd 
niet is , en eerst vermaard is geworden door haaren groote* 
Koophandel, als de andere. Maar deeze twee Staden waren 



GRONINGEN* 6>ï 



gelegen aan de twee verfcbeide zijden van de Rivier» waar van 
cij haaxen naam ontleenden; en die, daar GEaMAtucvs zijn Voeu- 
volk ©Bticbeepte, boiten allen t wijffel, aan deeze zijde van den 
JLems > en san den kant van Groningen , nademaal de Rokerij te 
Laad door Friesland zich kwam voegen bij het Voetvolk , het- 
welk daar ontfeheept was. Me» had als toen nog geeoe Dijken» 
om het geweld en de overftroomingen van de Zee en van den' 
Eems , welks mond zeer wijd ia, te keeren; zo dat de Ro- 
meinen hunne winterkwartieren langs die Rivier niet houden» 
of fterke bezettingen laaten konden, maar genoodzaakt waren». 
ce rug te keeren; en zij leden zelfc onder weg al veel, door den 
bevigen wind, en 't opzwellen van de Zee: waarom zij hunne 
wijk namen in een Dorp in 't Land van Groningen , 't welk 
faooger was dan andere, en daar ottMimcus, mee eenige Keur- 
benden (Legiones) voor uit getrokken zijnde, hen verwagtte. 
Friesland en Groningen hadden de magt niet, de minde bewee- 
ging te maaken, zo langde Krijgsbendcn van giriuhicos , die» 
*an het bedwingen van hunne nabuuren, waren te rug gekomen» 
zo nabij waren. Maar het leed niet lang, of daar gefchiedde een 
algemeene opftand; de Benden der Romeinen werden geflagen, 
tb connui o, in den Jaare 48 van de getneene tijdrekening, her* 
waarts gezonden, om de Volkeren van Oou- Frieslanden het 
Hertogdom Itreemen weder tot gehoorzaamheid te brengen. De 
Friezen , door zijne komst en de geftrenge ftraffen , die hij oef- 
fende, overal, wie hem dorst wederdaan , ten uiterften ver* 
baasd, zonden Afgezanten aan hem; beloofden zig zijner gehoor-' 
zoaroheid te onderwerpen, en gaven hem Gijzelaars voor hunne 
getrouwheid. Hij nam deeze gelegenheid waar, om zig meester 
van Friesland ce maaken , en verdeelde het in Kwartieren ; 
hij gaf de oude ên nieuwe Inwooners zeker gedeelte Land, en 
bouwde eenefterkte, om hen intoom te houden. M. alt ing' 
meent, gelijk zo even gezegd is, dat deeze Vesting gelegt werd ' 
ter plaatze, daar tegenwoordig de Stad Groningen legr, ora dat 
liet eene welgelegene en gemaklijke plaats was, op den weg tot 
cohbulo, en niet verre van het Steedje£*«ri, daar deeze Veld- 
heer zig bevond , wanneer de Friezen hem hunne Gezanten 
toezonden , en van waar hij het oog kon hebben , te gelijk op het 
boawcit van deeze fterkte, en op het onderbrengen van de Vot' 

Sa a ke- 



«4* GRONINGEN. 



teren , die aan de overzijde van de Rivier woonden. Het geen 
deeze gisfing waarfchijnlijker matkc , is, de groote overeen- 
komst , welke men befpeurt tusfchen de Regeering van 't oade 
Rome en die van Groningen. Daar is een Raad of Senaat, die 
het oppergezag heeft; daar zijn Burgemeesters (C*ft/»to); e» 
Hoofdfchout (ffvr/dr); Zede- of Tuchtmeesters (Ce*fore$)i 
Wijk- of Bouwmeesters (A£diles) % en zelfs beeft men 'er, ab 
het de nood vereiscbte, een Oppergezaghebber Qüiö/rtor) ge- 
naakt. Maar voornamcmlijk zijn 'er vericheide Wetten ia 
deeze Stad in gebruik, de welke uit die van de twaalf Tafelen 
fchijnen genomen te zijn. Het was eene Wet der twaalf Ta. 
felen, dat de Hoofdfchout de Procesfen vóór den middag moest 
oordeelen; dat de naaste Bloedverwant van minderjaarige Kin- 
deren, die hunnen Vader kwamen te verliezen, de Voogdij over 
dezelve moest op zig neeraen; dat men op geen Begravenisfen 
mogt drinken , en dat de uitfpraaken van het Volk van een vol- 
trekt gezag zijn. Men vind, echter, niet veele Roonuche gedenk- 
tekenen in Groninger/and ; doch dit komt misfchien om dat de 
Romeinen , op 't bevel van den Keizer claudius , hunne troe- 
pen uit Duitschland trokken, en hunne Guarnifoenen naar de^y 
Rhijnkant zonden. Het is niet wel te zeggen , of de Vcstio? 
van corbulo eene Stad is geworden; en hoewel vericheide 
andere plaatzen , daar de Romeinen hunne Bezettingen , en Tuig- 
en Wapenhuizen badden . bet geluk van dusdanige voordeelige 
verandering gehad hebben , men kan nogthans niet verzekeren, 
dat het ook zo met deeze fterkte gegaan is. Heda verbaalt, dat 
de Hormannen in hunne ftrooping, in 't Jaar 837, drie plaatzen 
verwoestten, welke vermaard waren door haaren Koophandel en 
baare Jaarmarkten , te weeten: Antwerpen, kit de Schelde % 
Ktita* digt aan de Maas, en Groningen , op den Oever ygn 
den Eems. Antwerpen is genoeg bekend ; maar naardien 'er io 
dien tijd geen plaats nabij de Maas was , in welke een Jaarmarkt 
gehouden, en groote Koophandel gedreeven kon worden, dan 
alleen ï/aardingen , fchijnthet, dat men voor Hlta zou moe- 
ten leezen Vlardinga Viltorum Ook mist de Schrijver in de 
gelegenheid van Groningen , als zi;nde niet, gelijk hij zegf, op 
den Oever van den Eems : en zo zou bij mede hebben kun- 
nen miscasten in don naam van deeze Stad, die niet aanmet- 

k* 



GRONINGEN. 64$ 



lelijk werd, noch bemuurt is geworden voor langen lüd na de 
gezegde ftrooping, gelijk zo aaiiftonds zal gezegd worden. Ook 
•Wijkt het gezegde uit den Giftbrief van Keizer hendrik dkh 
III, ten behoeve van de St. Martemkerk te Utrecht , waar. 
bij hij , na verfcheidene ovenvecgingen wegens 't goed gebruik , 
't welk men behoort te inaaken van de aardfche Goederen, me*. 
die aan God , van wicn men dezelve ontvangen heeft , weder 
ce geeven, aan de gemelde Kerk, in den Jaare 1040, geeft een 
Landgoed » dat hem toebehoorde in Wilt , Groninga nuncupa- 
ta , in het Vlek Grom' f gen , gelegen in het Landfchap Drenthe, 
met de Huizen, Velden, Weiden, bebouwde. of onbebouwde 
Landen, Lecnfchattingen , enz. Het is zeker, dat het woord 
Ftl la in dien tijd zeer zelden eene bemuurde Stad betekende» 
maar gemeenlijk genomen werd voor eenige Huizen , bijeen 
fiaande , die een Dorp of Vlek uitmaakten. In de elfde en 
twaalfde Eeuw werd Groningen eene Stad van vermogen en 
aanzien, en omtrent den Jaare 11 10 met muuren , torens 
en poorten omringd : doch codbbald , XXII Bisfchop 
van Utrecht, noodzaakte de Inwooners, in den Jaare 11 12, de 
zelve weder af te breeken , hen voorts verbiedende dit werk 
ooit weder te onderneemen, ten zij de Utrecht fche ftoel, aan 
weiken deeze plaats, als boven gezegt is, in den Jaare 1040, 
door Keizer hendrik d n Jil gegeeven wa% daar in had be- 
willigd. De plaats moet, egter, kort daar na wederom verfterkt 
en in (kat gefteld zijn om een beleg te kunnen uitftaan : want 
delnwooncrs, in den Jaare 11 66, tegen godfried van rhee- 
i*en, Bisfchop van Utrec'tt, opgeftaan zijnde, kwam floris 
de III , Graaf van Holland, tot zijne huipe, verloste hem 
uit de handen der Inwooners , die hem bezet hadden , en bele- 
gerde de Stad, welke hij met veel moeite poogde te vermeeste- 
ren ; doch waar toe hij niet kon gcraaken. Keizer frederik 
gebruikte zijn gezag om een einde vau deezen Oorlog te maa- 
ken, en verzoende, door beinold, Bisfchop van Keulen, de 
Burgers met den Bisfchop , en vervolgens den Bisfchop met den 
Graave van Holland , die te zamen oneenig geworden waren 
over den eigendom der Landen, (trekkende van Groningen tot 
aan de Rivier de Lauwert. Floris hield ttaande, volftrekt mees-' 
Cr van dezelve te weezen, om dat zij hem door zommige Keir 

Ss 3 zert 



* «44 'GRONINGEN. 



fcers gegeeven waren. De Bisfchop bragt van zijnen kam andere 
grften te voorfchijn, waar bij hij aantoonde, dat hij de wettige 
Eigenaar van een gedeelte van deeze Landen was. De Keizer 
beflegtc het gefchil in diervoegen , dat zij voor het toekomende 
de inkomHen te ramen zouden deden, en dat zij derfaalven eea 
Burggraaf zouden verkiezen, die de beheering daar van ion 
hebben; dat zfj malkander over de keur van den periöoft niet 
kunnende vexftaan , dezelve door hem zou worden benoemd; 
dat voorts beide m de maand van Maij te Greningen ztmóea 
tomen , om de verdeelmg van den ontvangst te doen , en 
daar met langer verblijven dan zes weeken , de een om den 
Geestelijken dienst te verrigten, en de ander om de Burgerlijke 
faaken te befchlkken. Hier uit blijkt dan niet alleen, dat O*. 
miniem toen eene bemuurde Stad wa*, die een Leger kon we- 
derftaan, en een beleg uithouden; «aar ook, dat de Graaven 
van Heiland en de Bisfchoppen van Utrecht zig elk den eigen- 
dom daar van aanmatigden, en dat de Keizer rechter van de 
gefchiUen over dat Land was, niet alleen als Scheidsman, maar 
ook als Leenheer; om dat de eene en de andere het zig niet an- 
ders toeêigenden, dan uit kragte van giften, door zijne Voorzaten 
gedaan, onder beding van Lccnfchatting en hulde, zo ah dat in 
die tijden geschiedde. H# platte Land, of de Landen, gelegen 
ropdom Gr$ningen , d^t men tegenwoordig de Ommelanden 
noemt, behoorden niet onder de Stad; het was eene heerfchap- 
ptj, of zelfs verfcheide heerfchappijen op zig zelve, die, voor- 
namenlijk het Kwartier van Fivelingo t geregeert werden door 
Burgemeesters, welke alle Jaaren verkooren werden, als in 't 
oude Rome. Deeze bediening werd zeer begeerd door de gee- 
qen, die aanzien en gezag in 't Land hadden; en hoewel dezelve 
in vervolg van tijden dikwils vermengt is met die van Schepenen 
en Gezwoorens, die Rechters over 't Volk zijn, zij was daar 
van nogthans zeer verfchillende , en veel hooger in het oude 
Land van Groningen , of liever de Ommelanden. Een gedeelte 
van de Ommelanden Hond, ten opzigte van bet Geestelijke, on- 
der den Bisfchop van Munfler\ maar die van Utrecht matigde 
zig het Geestelijke rechtsgebied over de Stad aan , feboon zij 
beide daar over altijd veel ftribbeiingen en ftrijd gehad hebben. 
Dat de verfcheide Kwartieren der Ommeland** , efc eene bij- 
zoo* 



ÖHorftNGEK. «45 



«wdere heerfchappij , onaf hankelijk van Groningen ^ waren, en 
*ïg zomtijds daar tegen vereenigdeo, blijkt genoegzaam uit de 
Oorlogen , die 'er dikwijls ontftonden, en gevoerd werden, tusfchen 
de Inwoeners van de Stad, en de Opgezeetenen van het platte 
Land; als mede daar uit, dat de Stad en ieder Kwartier zom- 
tijds afzonderlijk tegen malkander, of tegen anderen, veeltijds 
om zeer geringe zaaken , oorloogden ; want elk had zijn bij- 
Kouder belang , en zijne eige Krijgsbenden en Wapenen. De 
Stad werd zo rijk' en magtig, dat zij beftond haar gebied uit 
te (trekken over Friesland* en daar veroveringen te doen* De 
Overwinnaars misbruikten hunne magt, en handelden de geeneo, 
die zij onder i>ragten, hardelijk. Albbrt van Saxen , door 
Keizer maximiliaan gezonden , tastte de Friezen mede aan» 
en zijn voordeel doende met de verdeeling en bloedige Faétien 
van de Sckieringers en Petkoopers, welke geheel Frieslanden 
Groningen zo deerlijk gefchud hebben , viel hem de overwin- 
ning gemakkelijk* Hij wilde ook van de Groningers wederom 
tieemen het geen zij overweldigd hadden; doch zij wederfton- 
den hem kloekmoedig, en verdroegen alle de ongemakken van 
een (Ireng beleg, tot dat zij eindelijk, vreezende in de handen 
van hunnen vi and te zullen vallen , zig liever onder zekere 
Voorwaarden wilden verzoenen met PREDEatK vaw badkn, die 
tn den Jaare 1490 tot Bisfchöp van Utrecht verkooren 'Wat. 
Zij (tonden toe, een Rechter, in den naam vanden Bisfchöp, te 
ontvangen , behoudens dat zij eene volkomen vrijheid Debiel- 
"den ; maar wanneer men hen wilde noodzaaken , weder te geeven, 
liet geen £ij in Frieslana veroverd, hadden, werd de onderhan- 
deling affeebrooken door een Priester, die veel gezag had, en 
zich daar tegenwoordig bevond, beweerende, dat het beter was 
■onder het juk te buigen, dan die overwinningen te verlaaten • 
waar op zij middel vonden om zig van albbrt te ontdaan, 
tnet de Friezen bij te (foan, die zijn Zoon hendrie; beleger- 
den. De Vader verliet de Groningen , om den belegerden 
Prins te hulp te komen , en (tierf van hartzeer. Hendrik en 
zijuBroeder george, hervatten, echter, den ftrijd weder tegen 
-de lnwooners van Groningen , die edzard , den Vorst van 
Oi$i- Friesland, aan geene zijde den Eems> en kakel, Her- 
r*og van Gelder, uit den flamme van romokd, te hulp riepen. 

Si 4 De 



<4$ GRONINGEN.. 



De Oorlog was uitfteekend hevig. Koever den , door verraad 
va\i de Groningers in handen van den Hertog geleverd, werd 
hernomen" door den Bisfchop, die, het Recht van zijn Bisdom 
niet kunnende (bande houden , zig daar van liever omfloeg. 
Eindelijk gaf Groningen zig inden Jaare 1536 over aan Keizer 
karel den V, zendende eenige Afgezanten aan waria, Zuster 
van dien Keizer, en Gouvernante der Nederlandm 9 met ver- 
zoek om onder des Keizers befcherminge aangenomen te wor- 
den. Dit werd greetig aangenomen, en georg schenk, met 
eene genoegzaame Krijgsmagt, als Stadhouder derwaarcU gezon- 
den ; waar door Groningen en de Ommelanden aan de Neder* 
landen werden gehegt. Karjkl de V liet dezelve onder ande» 
ren na aan kijnen Zoone philips den II, onder wiens Regee» 
ringe, wegens het verhreeken van des Lands Voorrechten ea 
Vrijheden , en het pleegen van Dwingelandij en Gewee- 
tensdwang, de Jangduurige en wreede Oorlog met Spanje 
een begin heeft genomen , aan welken Groningen zo we! , als 
andere Ne der land je he Steden en Provinciën , zijn deel heeft ge- 
had, en eindelijk, met dezelve, het Spaan fche juk ten eene- 
maal van zijnen hals gefchud. Men zal het merkwaardigfte, . 
deeze Stad in het bijzonder , geduurende deeze beroerten , overge- 
komen , hier kortelijk verhaalen. Na de algemeene Beeldvor- 
ming in Nederland , die te Groningen zo groot niet was afc 
jn andere Steden , kreeg de Graaf van arenuerg , in het begin 
van Junij des Jaars 1567, uit naam van den Koning van Spanje, 
met bewilliging der Regeeringe , en op eene listige wijze , vier 
Vaandelen Hoogduitfcbe Soldaaten binnen Groningen , dewelke 
aldaar grooten moedwil bedreeven , inzonderheid aan de Her- 
vormden ; de Stadsfleutels naar zig namen ; de Burgerij ontwa- 
penden; de Gereformeerde Predikanten deeden ophangen , en 
een Jongman , door opgelegd Verraad , vierendeelen. Graaf 
lodewijk van nassau kwam de Stad wel, in den volgenden 
Jaare, na het verdaan van are^berg bij Heiliger let , met eene 
redelijke Krijgsmagt belegeren ; maar het afkomen van den Her- 
tog van alba, meteen vrij talrijker Leger dan het zijne, deed 
hem het Beleg opbreeken. De Hertog kwam daarop binnen Gronin- 
gen, en gelastte daar een Kasteel te bouwen,tusfchen de Qoster* 
en Heerepoort, met vijf Bolwerken, het welk in den volgenden 

Jaare 



GRONINGEN. 6tf 



Jaare werd voltrokken : maar de Algemeene Scanten zonden 
zekeren stella derwaarts, om de Regeering en het Krijgsvolk 
tot. bet aaimeemen der Pacificatie van Gent te beweegen, en 
hen te overreeden, om het met de Generaliteit te houden, 'be- 
ioovende de bezetting ten dien einde alle de agterftallen , die vrij 
groot waren , te betaalen. De Stadvoogd robles , de lugt daar 
van gekreegen hebbende, liet stella terftond vatten en op den 
Pijnbank leggen, om zijnen last uit hem te brengen; maar door- 
dien hij alles ftandvastig ontkende, en het Krijgsvolk heimelijk 
de gezegde aanbieding wist voor te ftellen , raakte hetzelve ein- 
delijk op de been ; nam den Bevelhebber robles , met eenige 
andere Spaanfche Hoofdmannen , gevangen ; verloste stella 
uic zijne gevangenisfe ; bragt hem op de Markt, onder het geroep 
lang leeve de Prins! lang leven de' Staat en! en deed hem, in 
den naame der Staaten, den Eed; zendende voorts eenige Ge* 
volmagtigden met stella naar Brus/ei , welke de Stad aldaar 
aan de Algemeene Staaten opdroegen , en een Gouverneur van 
hen verzogten. Hier op werd de Graaf van rennenberg der- 
waards gezonden, die 'er in den beginne des volgenden Jaars 
aankwam , het vreemde Krijgsvolk de agterftallen ten vollen be- 
taalde, en het zelve de Stad deed uittrekken ; waarop de GVo- 
ningers hem en de Generaliteit den Eed van getrouwheid dee» 
den 9 en het Kasteel , door last des Hertogs van alba opge- 
bouwd, weder afbraken. Echter weigerden zij in de Unie, in 
den Jaare 15791e ös recht geflooten, te treeden: waarom ren- 
nenberg de Stad met omtrent 2000 man , in de maand Maij 
des gezegden Jaars, belegerde, en tot het aanneemen van het ge- 
melde, eeuwig Verbond noodzaakte ; waarop op den Gerefor- 
meerden de Sf. Wa/burgs- en Minnebroeder %• kerk werden inge* 
ruimd , on de Magiftraat door rennenberg , die Gouverneur 
der Stad bleef, veranderd. Doch deeze trouwlooze Graaf toon- 
de wel haast, dat hij hec zelf niet wel met de Staaten meende ,, 
alzo hij Gronin%en y op den 3 Maart des volgenden Jaars 1580, 
wederom aan de Spanjaarden overgaf. De Staaten deeden de- 
zelve wel terftond wederom belegeren ; maar vruchteloos , 
doordien Graaf lodewjjk van nassau , na de nederlage des 
Gnuiven van hohenlo op de Hardenberger Heide , genood- 
zaakt, was het beleg , na drie en een halve maand geduurd te heb- 

5s5 ben, 



64* GRONINGEN. 



ben, weder op te breeken. Zeden werd # er «eer dm 
een aanfhg gemaakt om GrtnHtgen aan' der Staarn aijde te 
brengen: doch alles te vergeefsch, tot dat Graaf maurits het 
zelve eindelijk, in den Jaare 1594» voor de Algetneene Staateo 
vermeesterde, en weder tot de Unie bragt, na dat hij het om- 
trent vijf weeken had belegerd gehad. Graaf willek vah kac- 
sau werd tot Stadhouder daar over aangetteld, en de nieuwe 
Regeering en de Burgerij deeden daar op den Eed van getrouw- 
heid aan denzdven en aan de Algetneene Staaten. Evenwel 
bleef Groningen in het draagen der Confenten , tot de algetneene 
Lanen van de Generaliteit, zodanig in gebreke, dat het verfchet- 
de Jaaren ten achteren was: zo dat de Staaten der andere Pro- 
vinciën dezelve met geweld moesten laaten invorderen. Ten 
dien einde werd de Heer van tempel, in den Jaare 1600 , mee 
eenige Troepen derwaarts gezonden , die, tegen wille en dank 
der Burgeren, op den 16 Maart in de Stad raakte, en de Exe- 
cutie ftraflfelijk uitvoerde. Eenige bijzondere Perfoonen warea 
de oorzaak van deeze harde behandelinge, om welke voortaan 
)n toom te houden, omtrent de Heen poort, ten Zuid -Oosten 
van de Stad, wederom een Kasteel werd opgebouwd, het welk 
over de 40,000 guldens kwam te kosten ; doch het zelve is in 
den Jaare 1607, op het etnftig verzoek der Groningers t voor 
ecu groot gedeelte wederom afgebrooken , en zijn in het tegen- 
deel, in den volgenden Jaare, de nieuwe Vestingwerken deezer 
Stad begonnen en voltooit, wordende dezelve met een aan den 
Zuidkant verder uitgebreid en vergroot. Eene aanmerkeliiker 
vergrooting deezer Stad gefchiedde in de Jaaren 1612 en 1613, 
te weet en rondom dezelve , doch meest naar het Noorden; wor- 
dende vervolgens met zeven fchoone groote poorten voorzien, 
nevens nog een klein poortje bezijden het Schuitendiep. 

Wanneer de Koning van Frankriik, lodewije de XIV, met 
Zijne Bondgenooten , karel den II , Koning van EngelanJ, 
den Aambisfchop van Keulen , en den Bisfchop van A?nnfler 9 
den Vereenigden Staat, in den Jaare 167a, zo plotfelijkop het lijf 
viel, belegerde de laatstgemelde, na het onderbrengen van 0»*r« 
ijsfel en het veroveren van de Vesting Koeverden, met eene 
Krijgsmagt van 82000 man, de Stad Groningen , den 19 Juiij, 
tan de Zuidzijde. De Stad hadt tot Gouverneur karel vah 

BA» 



GRONINGEN. €& 



eabenhaupt , een dapper en ervaaren Krijgsheld. De Hertog 
-van HtlfUin-lleun had het bevel over het Voetvolk, en de 
• Kolonel stoltzenburg over de Ruiterij. De Bezetting beftond 
-. in den beginne uit flegts 24 Vaandelen Voetknccbten , 4 Stand- 
sarden Ruiters, en drie Vaandelen Dragonders, te zamen om- 
.trent 9000 man irtmaakende; maar zij werd meer dan de helft 
verfterkt door de 18 Vaandelen Burgers, die geureer voerden. 
- Daar na werden *er nog 4 nieuwe Vandelen van Advokaaten , ea 
andere Lieden , die tot deezen tijd toe vrij van de Wacht waren 
geweest, en een Kompagnie Studenten, 150 man uitmaakende, 
-opgerégt; en voor dat de Stad nog geheel door de Vijanden be- 
rend was, kwamen 'er 200 man, met Bijltjes gewapend, bin- 
den , uit het Regiment van koningsmark. De Sterkten en Ma- 
gazijnen waren in goeden (iaat, .en de Regeering meende het zo 
.wel als bet Volk, ftaande alle te zamen onder het bevel van ra- 
benhaüpt. Deeze ervaren Stadvoogd , do Belegering al van 
langer hand voorzien hebbende , had alle de Huizen en Tui- 
nen, buixen de Stad ftaande , doen verbranden, of fleca- 
teru Op den eerften aantogt der Vijanden liet hij de Sluizen 
openen, en de Dijken doorfteeken, om alzo het Land rondom 
.te haten onderloopen. Doch dit belette den Bisfchop van Mun- 
ft er niet, den 22 Julij, zijne Krijgsbenden te doen aannaderen, en 
.nog dien zei ven avond aan de Loopgraven te doen werken. Hij 
jrieed,den 27 der zelve maand, eene Batterij met vijf (hikken Kanon 
op de Stad fchieten ; maar de braave Konftapels , waar van de 
Stad voorzien was , maakirn de gantfche Batterij , eer de dag 
ten einde was , onbruikbaar. Dts anderen daags liet de Bisfchop 
.«Ie Mortieren te werk (lellen, en met Bomben en Granaten op 
•de Huizen werpen : doch door de goede voorzorge van ra- 
bfkuauft en de naarftigheid der Doopsgezinden deeden dezelve 
.weinig fchade. Maar de volgende dagen fchooten de Belegeraars 
•geweldiger , waar door in de Stad groote fchade werd. veroor* 
.zaakt, en c'e Inwooners gedwongen met hunne huisgezinnen naar het 
Noorder gedeelte van de Stad, daar zij zekerder waren , te ver- 
trekken. Ondertusfchen fchikte de Stadvoogd zijn gefchut zo» 
<hnig op de Wallen, dat hij in het laatfte der gezegde maand óm 
werken van den Bisfchop en van den Keurvorst zeer begon te 
fcdehadigen* Hij liet ook vedcfaeide uitvallen doen, waar door 

do 



«50 GRONINGEN. 



de Belegeraars genoodzaakt werden, met verlies te wijken, en 
nieuwe Werken te beginnen. De Burgers , die de bevelen des 
Stadvoogds gehoorzaamden , droegen zich zo manhaftig als de 
best geoefende Soldaaten ; de Studenten kweeten zich mede 
op eene verwonderenswaardige wijze : zo dat de Staaten der 
Provincie Gedenkpenningen tot hunner eere hebben baten flaan, 
om des zelfs geheugenis te vereeuwigen. Ondertusfchen zagen 
de Belegeraars het getal hunner Bouiben verminderen , zonder 
veel uit te werken, en begonnen derhalven, in de maand van Au- 
gustus, met gloeijende Kogels te fchieten : doch geene deeden 
fchade dan de eerfte , doordien de andere naderhand door de 
wakkerheid der Doopsgezinden , meest werden uitgedoofd. Daar 
na zond de Bisfchop een Trompetter, met een Trommelflager, 
aan den Magiftraat, om eerlijke voorwaarden voor te ftellen, in- 
dien zij de Stad wilden overgeeven : doch men gaf tot antwoord, 
dat men in het algemeen beflooten had het uiterfte af te wagten, 
en dat de Stad , die eene nieuwe verfterking van Solckatcn, 
Kruit en Geld had bekomen, van Volk en allerlei behoeften voor 
veele maanden voorzien was. Het vuur van het Gefchut en 
van^de Bomben ging echter met de zelve kragt voort, totdat 
het op den middag begon te verflappen , en de Bisfchop den moed 
ten eenemaal liet zakken, en alle hoop verloor van een algemee- 
nen ftorm te vvaagen. Na dien tijd hoorde men in het vijandelij- 
ke Leger niet dan met Musketten fchieten; het welk de Bele- 
gerden deed denken , dat hun gefchut onbruikbaar was , en 
vreesden derhalven voor eene Krijgslist : doch drie honderd van 
de ongeduldigfte Mannen deeden eeq uitval op de Loopgraven 
der Vijanden, daar zij een groot bloedbad aanrechtten, en eenV 
ge gevangenen mede in «de Stad bragten. Den volgenden nacbt 
liet de Vijand het gros van het Leger opbreeken % laatendc de 
Mijnen, die vervaardigd waren, fpringen, en verliet alle zijne 
Werken. De Gouverneur kreeg daar kondfehap van ; deed daar 
op den 27 deezer maand de Batterij in br&nd fteeken , de, 
Gragten vullen , en alle Wapenen , Krijgsbeboeften en Legertnig, 
<loor den Vijand agter gelasten, daar uit haaien. De Stad werd 
den, laatften Augustus geheel van den vijand verlaaten , en die 
dag door de Gtoningers met Bidden en Vasten gevierd, om 
God voor deeze gelukkige verlosfinge te danken» Het verliet 

der 



GRONINGEN. gjt 



der Belegerden was zeer gering, naar de groote menigte van Ko- 
gels, Boniben en Granaten , door den Vijand in de Stad ge- 
fehooten en geworpen , en daar werden geene honderd men- 
fchen vermist. Maar dat der Vijanden was zeer groot. Van 
de 22000 Man , met welke bet Beleg , als boven gezegd is, 
was ondernomen, keerden 'er maar 12000 te rug, waar ondef 
nog 1400 zieken waren; 600 kwamen in de Stad overloopen * 
en 5000 begaven zich naar andere plaatzen: zo dat 'er omtrent 
4500 dooden waren, waar onder drie Kolonellen, twee Lieu- 
tenant - Kolonellen , en drie en zestig Kapiteinen gevonden wer- 
den. Her is aanmerkelijk , dat in cene groote Borabe , door 
den Vijand in de Stad geworpen , na dat dezelve gedempt wa? f 
op een koper Plaatje eenige wonderlijke Letters en Characlers 
gevonden werden. Niemand wist dezelve te ontcijferen , e» 
men heeft verfcheide andere plaatjes met diergeïijke opfehriften 
gevonden; het welk eenen der Hoogleeraaren van de Akademïe 
te (JroKtrgrn in zijne dankreden , na de opbreekinge van het 
Beleg, niet onaartig heeft doen zegden, dat de Bisfchop van 
MuHJler , de Stad niet ziende te winnen door de hulpe van 
simon petrus , zijne toevlucht had genomen tot simon magus , 
of den Tooveraar. Doch me» moet hier bijvoegen , dat de 
afbeelding daar van zeer onderfcheidenh'jk door de Schrijvers 
word opgegeeven. Na het verlaaten van de Stad veroverden 
de Groningers , onder aanvoeringe van den dapperen racex- 
haupt, Kotver den wederom , en verdreeven den Vijand voorts 
uk Wtn fenolen , Winfchoter -/c/tan s , en li'infchoter-fi)l, ais 
mede van het Huis te H'cdde , uit de Brugjehans, de Oude 
Schans, enz. Rabenhaüpt werd, tot belooninge zijner getrou- 
we dienden en betoonde kloekmoedigheid , door de Staaten , be- 
haiven Lieutenant Generaal der Provincie van Groningen en 
de Ommelanden , en van Gouverneur der Stad Groningen , tot 
Drosfaard van het Land van Drenthe , en tot Gouverneur van 
Koeverden aangefteld. Vervolgens werden de Vestingwerkcn 
der Stad Groningen , welke geduurende het Beleg eenige fcha- 
de hadden geleden , weder opgemaakt en verbeterd : ook werd 
tot derzclver verzeekexinge in het toekomende, en tot beveili- 
ginge der nabuurige Provintie Friesland, als mede van 
Holland , inzofldejbeid van deszelfs Noorder- kwartier, bij 

de 



«53 GRONINGEN. 



de Algemeene Staaten, beflooten, haar verder op gemeene kosceit 
te verfterken, en teu dien einde de Drent A/che zijde, tusfeben 
het Schuttert- en het Hoirvfche Dirp 9 daar zich de Vijand, we- 
gens de hoogte van den grond, met zijn Leger had nedergefla- 
gen, geheel te iaaten Hechten , en met den laagen grond gelijk ce 
moaken; waar toe dan de de afgeftookene Aarde, niet karren, op 
den Stads Wal gereden , in de groote hoiiigheden der dwinge- 
ren werd gebragt, en dezelve daar mede gevuld, langs welke 
been cene fterke Vestinglinie , naar des Heeren koehoorns 
ontwerp, is gelogd , en waar in naar de Stad toe, bij beraagu- 
gtng door den Vijand , nog twee of drie aflkijdingeo kunnen 
gemaakt worden. 

Groningen , zints dien tijd, van openbaare belegeringen be- 
vrijd gebteeven, heeft, even als andere Steden, menigmaal, 
vericheiden onrusten vap binnen doorgeftaan ; waarvan wij hier 
een kort verflag zullen geeven. De groote Staats verandering , 
in het Jaar 1747, maakte aldaar, in den beginne, geen de minde 
beweeging , alzo men , in die Provintie, aan de waardigheid 
van Stadhouder meer gewoon was , dan in de andere Provintien. 
Alleen fcheen de toenmalige Burgemeester j. geertsema. aan 
de vreugde , over de aanfteiling van wijlen Zijne Hoogheid 
Prins willem den IV , eenige paaien te willen (lellen. Ten 
minde het verzoek, door eenigen, van ter zijden, gedaan, toe 
het dragen van Oranje, werd, op deszelfs bevel, afgefcheurd, 
en aan een ieder zijne vrijheid daar omtrent gelasten ; dat bem 
niet weinig in den haat der Gemeente bragt. Op den Landdag 
werd, genoegzaam met eenparigheid, geftemd tot het overnee- 
men van 30,000 men vreemde Troupen. Ook gaven de Staa- 
ten van die Provintie hunne toefteraming tot het heffen van 
den 50 Penning. Het gemeert werd, nog in dit Jaar, door 
zeker bekend Maandwerk , de Groninger fljouve.üst , in zo 
verre tegen de Regeering opgezet en arngchitst , dat dezelve , 
voor erger gevolgen daar van bedugt zijnde , belloot , op den 
11 van de maand November, na herhaalde waarfchouwingen , 
den Gtohinger NnuvelHst niet alleen te verbieden , maar ook 
de Drukkers van de Groninger Courant ernflig te waarfthou- 
wen, voortaan geene Couranten meer te drukken of uktegee- 
ven, zonder voorafgegaane examinatie* en approbatie. De za- 

men- 



GRONINGEN. <5S 



toenfteUer van gemelde MtamMbhrift, n. remkës, M. D. ver* 
zogt , bij Requesc , uit hootóe dal hij daarvan zijn bellaan 
bad 9 het zelve te mogen vervolgen , doch op zijn Requcst 
kwam Nihil. Dit fmocxde dr Laaterfchriften niet, maar nood- 
zaakte de Regeering , nog andere Publicaties (har tegen tt 
doen. 

Door de Staaten van Holland en Zeeland, werd, nog vóór 
bet einde van dit Jaar , aanzoek bij die van Groningen gedaan, 
om de Waardigheden van den Heere Stadhouder erflijk te ver- 
Idaaren. Schoon eenige Regenten van de Stad 'er niet tegen 
waren , werd , evenwel , ter Staatsvergadering , geen befluic 
daar toe genomen. Om de opfchuddingen , in het volgende 
jaar, voortekomen, vond de Regeermg raadzaam, de Cronsn- 
ger Courant te verbieden; te meer , daar men de verbodene 
Groninger NouvelUst , en de Reizende NouvtlHst, Gefchrif- 
ten , beiden door de fcherpe Pen van Do&or n. rrmkes za- 
mengefteld , van nieuws zag in 't licht komen. Ook werd een 
fcherpe Publicatie, tegen alle oproerige beweegingen, afgekon- 
digd. Maar de geest van misnoegen bedaarde daar door niet. 
Op Zondag, den laaiden nagt, was 'er grooce beweeging bin- 
nen Groningen t wordende elk en een ieder gedwongen , Oran- 
je te draagen. Dqs avonds om vijf uuren , eischte het Ge* 
neen, van den Prefident Burgemeester, den Sleutel van de Ge- 
vangenis, als willende, dat zij , die, om het laatfie Oproer, 
gezet waren, zouden worden losgelaaten; doch de Burgerij e» 
de Bezetting (ruitten de gevolgen daarvan. Op den 6 April, 
wanneer drie gevangenen openlijk gegeezeld werden, als deel* 
genooten van de Plundering aan het huis van den Burgemeester 
cee&tsema, toonde het gemeen zig hier over ten uiterfte mis-» 
noegd; het verzamelde bij tijds op de Markt , om , indien het 
mogelijk ware , de Gevangenen te ontzetten. Om de Regts- 
pleeging. onverhinderd , ce doen voortgaan, had de Regeering 
eenige gewapende Soldaaten op de Markt doen post vatten. 
Nogthans begon het Volk, in 't oógenblik als met de volvoering 
van het vonnis een aanvang werd gemaakt , zodanig met Stee- 
nen te werpen, dat het Krijgsvolk zig naauwlijks bergen kon, 
«n verpligt wat, ondar den hoop te ftbieten. Dit niettegen' 

flaan- 



651 -GRONINGEN. 



ftaande was bijkans een der Gevangenen , in bet gaan van het 
Stadhuis naar de Kaak , aan de banden van 't Geregt ontwddigd. 
De Juftkiehad, echter, voortgang; waarna de Geftraften ge- 
bannen werden* In de Stad. bedaarden de opschuddingen bijna 
geheel; doch werden, op het Land* met grooter woede hervat. 
In het Dorpje H'ar , werd de Plaats van den Burgemeester 
geertsema geheel geplunderd. Even eens ging het ook elders; 
't welk met , dan door tusfehenkomfte van Krijgsvolk , gefluit 
werd. Alles bedaarde, na dat, in de Stad, eene Burger-Coo- 
misfie was benoemd, om de bezwaaren der Burgerij te onder- 
zoeken, en hetStadhouderfchap, in de Mannelijke en Vrouwelijke 
Linie, erflijk verklaard werd. Bij zijne komst, in het volgende 
Jaar, fchikte Zijne Hoogheid alles , het geen nog onafgeda» 
was gebleeven; (lellende tevens vast een reglemect refomia- 
TOIR, om te dienen % tot een fundament ee Ie en onvetbieek- 
baare Wet , waarna alle zaak en , zo van Politie ah 'jfiijli- 
tit y daarin vervat , voortaan zullen worden beleid en bt- 
handeld\ van den volgenden inhoud: 

Art. I. „ Dat de Regeering gelijk van ouds,zal blijven beftasn 
uit twee Leden , de Stad en Ommelanden. 

II. „ Dat de Stads Regering zal beftaen in Burgemeesteren en 
Raed, met asfumptie van den Oud Raed, en als dan in Eed 
zinde of eflèclive Taelmannen en Gezworen Gemeente, die tot 
alle zaken, het welzijn van de Stad en Provintie concernerende, 
door Burgemeesters en Raed geroepen zullen worden imperio 
& jurisdiüione exceptis ; zoo dat de Taelmannen en Gezworen 
Gemeente zich direét niet zullen bemoejen, met zaken, rakende 
de Criminele of Civiie Juftitie, maer zal de gehele oeffening van 
de Jurisdictie verblijven bij Burgemeesters en Raed. 
• III. „ Dat de keuze van den Raed en Gezworen Gemeente zal 
blijven aen Taelmannen en Gezworen Gemeente, bij uitlounge 
van vijf zwarte Boonen. volgens de Originele Conftitutie, roet 
•nnvülatie van alle inreperatoire Re<blutien , ingekropene gebrui- 
ken , zoogenaemde recommandatien en ligues , als mede van alle 
verteringen bij ïolHcitatie. 

IV. „ Dat de zittende Raed aen zich zal behouden de appro- 
batie of disapprobatie over de wettighek van de qualificatlen der 

ver- 



GRONINGEN; %t 



terkorene , gelijk ook de faculteit, om bij verderf van eerf vaii 
de Leden van den zittenden Raed , een' ander in deszelfs plaats 
te eligeren , als mede om uit het midden van hun Burgemeeste- 
ren te verkiezen , en dat de zittende Raed aen zich zal behoudeii 
bet onderzoek en recognitie, of de verkorene perfonen naer de 
Wet behoorlijk zijn gequalificeerd; 

V. „ Dat de zittende Raed, hebbende onderzocht en kennis ge* 
nomen, of de verkorene Perfonen behoorlijk zijn gequalificeerd, 
en de verkiezing dus in zoo verre voltrokken zijnde, de Raed 
daer op zal moeten verzoeken de approbatie van den Heer Erf- 
Stadhouder in der tijd; gelijk mede aen den Hecre Erf- Stadhou- 
der zal ftaen de approbatie van de verkorene Burgemeesters , en 
200 wanneer Hooggemelde Heer Erf- Stadhouder niet zoude 
mogen goedvinden de voorfz. keuze, het zij van Burgemeeste- 
ren en Raed , het zij van Gezworens , in het geheel of ten 
deeie, te ageren, en met deszelfs confent te bekrachtigen , dat 
de Hoogstgedachte Stadhouder, in zulk een gevalle, die zelfs 
zal mogen fuppleren met de bekwame Perfonen uit het gehele 
Lighaam der Burgerije. 

VI. „ Dat alle Gilden zullen herfteld worden en gemaimineerd 
bij hunne Gilde- brieven en Privilegiën, en gelijk van ouds mo- 
gen Gecommitteerden zenden ^ om te asfifteren bij Stads Rege- 
ringe. 

VIL „Dat bij Burgemeesters en Raed, gelijk altoos in gebruik 
is geweest, en behoorlijk is, zal blijven het aenftellen van Bur- 
ger-Officieren, mits dat de verkiezing gefchiede uit Burgeren* 
die onder hetzelve Vaendel woonen , daer de vacature valt. 

VIII. „ Dat deRegeeringe van de Ommelanden zal belhen, ge- 
lijk van ouds, utt Jonkeren * Hovelingen, Eigen -Erfden en 
Volmachten j uit de drie diïhnae Kwartieren Hunzingo, Five* 
Engo en 't Wester- Kwartier. 

IX. „ Dat de Subdivifien en Onder- Kwartieren , waerdoor de 
macht in de RegeHug gemakkelijk tot eenige weinige kan wor- 
den gebracht, zullen ophouden, en het Reglement van den Jaré 
1659 met de Ampliatie 1663, waer bij dit is geïntroduceerd / 
in zoo verre vernietigd worden , en dat in het toekomende mei 
twee Kwartieren zal worden geconcludeerd ', zullende in ieder 

XVIIL dkil. Tc Kwa* 



*5« «R0NINGB9C 



Kwartier de ftemmen hoofd voor hoofd worden gerekend, e* 
«teer uif de meerderheid geformeerd. 

X. „ Dat, vier weken voorde monden ng, de Electie van de 
Volmachten zal gefchieden , na dat Zondags te voren de afkon- 
diging door den Predikant zal zijn gedaen; om , indien geen Ei- 
gen-Erfden mochten compareren, bet Karfpet op den Landdag 
tb van ouds te repreièmeren* 

XI „ Dat de Verkiezing van Volmachten zal gefchieden in de 
Kerk of liet Rechthuis , of andere bekwame plaets > zoo beide 
in een Karfpel niet mochten gevonden worden , en zal de 
Convocatie der gequalificeerde Karfpeükden den Rnar-Ricbterf 
en daer niet zijnde , door den Schatbearder gedaen worden , 
die de (temmen behoorlijk zal opnemen , en daer uit de Pro- 
curatie of Volmacht T naer wettige metrderheit opmaken, en aeo 
de Monfter Heeren ter examinttie en decifie overgeven. 

XI F. „ Nadien Delfzijl van ouds het Recht gehad heeft om ten 
Landsdage te verfcWjnen , en 'm den Jare 1659 ook geplaetst is 
onder de Karfpeien van FrveHngo, daer coe gerechtigd, doch 
aldaer geen grazen Lands worden gevonden, waer door iemand 
gequalHiceerd is ten Landsdage te compareren, of kan worden , 
om Volmachten te teekenen of aen te nemen , en reeds in den 
Jare 1061 , door wijlen Onsen Heer Over -Grootvader Prins 
willem FREDERis , glorieufer gedachtenis , en de Heeren de 
Monftering daer omtrent interpretatie of dfspenfatie is gereqnv 
reerd. zoo hebben Wij goedgevonden, dat de Ingezetenen van 
Delfzijl, die een eigen Huis bewoonen en Hooft- en Haerdfie* 
de Geld betalen , zullen gerechtigd wezen , om uit hun een 
•f twee Volmachten ten Landsdage te zenden, doch die gefijk 
in alle de andere Karfpellen , niet meer dan een- ftera te faxoea 
sollen hebben , en zal de Convocatie van de Ingezetenen tot 
Eleltie van de Volmachten gedaen worden door den Hopman 
of eerden Officier van de Schutterije. 

XLIL „ Dot de Stad Appingadam volkomen herfteld zal wor- 
den in haer Privilegie r om wegens de Communiteit twee Vol- 
machten ten Landsdage te zenden, welke door hetEedgenooeV 
fchap als van ouds zullen verkoren worden, ieder met een ge* 
bete ftem, fchoon te gelijk wegens Appingadam Eigen -Erfden 
ten Landsdage mochten compareren, 

XIV. 



GRONINGEN 6fr 



• XI V. „ De Monfter- Heeren zullen malkanderen In confangul- 
inteic of affiniteit niet nader mogen beftaen dan in den vierden 
graed , 't welk ook plaets zal hebben omtrent de Heeren Ar* 
biters, en zal de Heer Erfltadhouder in der tijd van beide dé 
Verkiezing hebben uit Leden van de Ommelander Regering* 

XV. „ Dat alle gefabriceerde en geleende qualificatien, federd 
«enigen tijd lang menigvuldig in gebruik geweest , waer doof 
vele Ingezetenen van de Ommelanden *in hunne Rechten wor- 
den benadeeld en Comparanten op de Landsdagen gebracht # 
die daar in geenen deele toe gerechtigd waren , en alleen dien- 
den om het gezag van andere te ftijven , waer door een Heer* 
fchappije van weinige * zoo nadeelig voor de wettige Confti* 
tutie, wieid opgerecht , op het ftrengfte worden verboden, 
bij poene dat de dus misbruikte goederen tot fubverfie van de 
fundamentele gronden Van de Regering zullen worden gecon- 
fisqueerd , waervan de derde part zal komen ten profijte van 
den ontdekker van zulke frauduleufe handelingen , zoodanig* 
dat de fchuldige in Rechten zal wezen geconvinceerd , een derde 
voor de Armen van het Karfpel , daer de gecondemneerde 
woouagtig is, en zal de overige derde part komen ten profijt* 
van het Ommelander Comptoir» 

XVI» „ Dat* on> de Regering van de Ommelanden in eenigt 
Weinige Familen over te doen perpetueren , federd eenigen tijd 
is geïntroduceerd, om Contraéten met Eigen- Erfden, zelfs in 
gefchrifte, op te rechten, waerbij die Lieden zich verbinden 
om op te trekken onder zekere Huizen , en geen andere ftemmen 
ten Landsdage uit te zuilen brengen , als die hun uit een Fa- 
milie of van een bezitfter van een Huis zijn opgegeven t En 
fchoon zulke Conventien en verbintenisièn zijn ftrijdig tegeni 
de Wetten* van het Land , en ook vernietigd door Hun Hoog 
Mogende de Heeren Staten Generaal der Vereenigde NederlaiK 
den in den Jare 1735 , zoo hebben wij echter befpeurd, dat 
dezelve niet zijn ingetrokken, maer ah nog exfteren; waerom 
Vij goedgevonden hebben, om zulke onbetamelijke Compiotte* 
geheel te weren en uit te roejen , te ftatueeren , dat boven de 
Ordinaris ftraflfcn, naer Rechten daer op gefield, de Oprechten 
Van zulke Aften, zoo wel die dezelve pasferen al» ontvangen» 
ftt«t een altoos duurend* Inftmie en Inkabilicek op de Land* 

Tt a da- 



<fc&\ GRONINGEN. 



dagen te verfcbijnen; of eenig Amt, CommkGe of Bedfcnb%e 
De bekleeden, zullen worden geftraft. 

XVU. „ Dat geen Eigen- Erfden ten Landsdage zullen woeden 
geadmitteerd , een zij die boven de vereischtten , bij het Oor. 
meiander Reglement geftatueerd, op de Quohieren van de perfo 
neele Goedfchatting of zoogenaemden 4ooÜen penning bekend 
(hen ,. ten minfte voor de waerde van de Goederen, volgen* 
weleer eigendom zij begeren te compareren , en daerenboven- 
zullen hebben bereikt den ouderdom van i^ Jaren voorden tijd 
van de Regulraiure, en zijn Ledematen van de ware Gerefo- 
meerde Kerk. 

[ XVÜL „ Dat r gelijk billijk is, dat ieder in zijn Reebten Ge- 
rechtigheden worde gemaintineerd r ook nacuwkeurig zorg be- 
hoort gedragen te worden , dat daer van geen misbruik tegens de 
primitive inftellinge word gemaekt , zoo keuren wij volkomen 
af de wijze, waer door men zich (èderd veel* Jaren in de Om- 
melanden heeft weten meester te maken van Gerechtigheden en 
Heerlijkheden met die in eigendom te acquireren , zonder de 
Huizen en Landen , die daer toe van ouds behoorden, of die ie 
famen in eigendom bekomen hebbende , het Huis en Landen 
weder te verkopen , feparerende dus de Getechttgheit, zijnde 
een jus fundo inherent van- 't Goed of Haerd , waer aeu ha 
van ouds afhangig is geweest , door welk middel vele ftaende 
Jurisdiclien , Schepperijen , Zijl en Dijkrechten, als mede Jan 
Paironatus of Collatien zijn opgerecht : waerom wij voor altoos 
verbieden het afleheuren der Heerlijkheden en Gerechcignedei 
van de Erfgronden, Edele en andere Haerden, Huizen, Hoffte» 
den en Landen y waer aen zij behooren , welke van malkander 
noch in het geheel noch ten deele zullen worden veralieneerd» 
of afgefcheiden, op wat wijze zulks ook zoude mogen wezeo, 
maer zullen als volgens hunne rtchte natuur van ouds in ge» 
bruik is geweest, bij malkaoderen moeten blijven. 

XIX» ., Doch, nadien tegens- de aloude fundamentele Wetteo» 
Conftitutien en Herkomens in zoo verre is gedevieerd, en * 
gewoonte om de Gerechtigheden en Heerlijkheden van de Erf- 
gronden af te zonderen zoo oud is , dat zonder merkelijke cofr 
fufie en nadeel van die gene, die volgens het 8fte Artikel via 
bet 4de Boek van hetOmmelaodex Landrecht^ zulke Gerecb* 



GRONINGEN. *S* 



heóen J*1I* Ti f ulo hebben bekomen en geëxerceerd, daerin niet 
volkomen kan worjen geremedieerd, zoo hebben Wij nochtans, 
om diergelijke misbruiken in 't toekomende voor te komen, 
goedgevonden, dat, binnen drie ftiaenden , na het emaneren van 
dit Reglement, ieder een zal hebben op te geven aen de Hooge 
Juftitie- Kamer de Gerechtigheden en Heerlijkheden, die of met, 
of zonder eenige Goederen bezit, met de aenkomst- brieven, 
daer toe behoorende , op dat door gemelde Gerichtshof exade 
*n naeewkeurige Clauwboeken en Registers van alle Gerechtig- 
pghedep ieder afzonderlijk worden gemaekt, en aldaer in origi- 
nali bewaerd, ten einde dat in het toekomende voor een richtfnoer 
yerftrekke, om het getal en hoedanigheit van die Gerechtighe- 
den, en wie dezelve met of zonder gronden, Huizen en Hoftte* 
den bezitten 9 te weten, op dat alle onzekerheit in een zaek van 
pulken verren uitzicht, en die zoo zeer concerneert de welvaert 
van het Land en de Ingezetenen, op onwrikbare gronden, (zoo 
veel doenlijk) worde gefield. 

XX. „ Dat de Jurisdidien van de Grietenijen, Over of Land- 
Reeb ten ^ Redgerechten , Schepperijen 9 Dijk- Zijl en Buurt- 
Rechten, naer hunne originele Fundatie -brieven weder zullen 
jvorden ingericht, en alleen de bxeukvallige geboet volgens de 
Wet, zonder dat geoorlofd zal wezen, onder wat voorwendzel 
of naem 't zij, van vacatien of diergelijke, boeten te vorderca 
van die gene , dewelke niet fcbuldig aen Overtredingen zijn 
bevonden. 

XXL „ En nadien het misbruik in het vorige Artikel gemeld, 
zoo groot is geworden, dat genoegzaem onmogelijk is het 
zelve weg te nemen , als door het introduceren van een Un- 
partiale Rechtbank tot wien die gene , die zich door den or- 
dinairen en domeftieken Reohter bezwaerd vinden , bij appel 
hunne toevlucht kunnen nemen ; en zulks ook in de Stad Gro- 
lingen deficieert, kunnende van de Vonnisten, door den Raed 
geveld , niet worden geprovoceerd , waer over ook vele en 
verfcheiden klachten zijn ontrezen , zoo hebben wij niet kun- 
nen afzijn, om, tot duur van de Juftitie, Onze gedachten te 
laten gaen op een Provintiael Hof van Juftitie, het welk de 
Burgers en Ingezetenen, zoo van de Stad als Ommelanden; 
tót.aüe de Leden en deelen van de Provinüe, met veél.iever 
" ., Tt3 « 



<* GRONINGEN 



«d zucht hebbeo begeerd, waer toe wij hèi bekwaemfte geoor- 
deeld hebben de Hoofdmannen kamer te erigeren, mee derzehrer 
jpftructte te amplieren en op nieuws vast te (lellen. 

XXII. „ Alwaeromme Wij vernietigen de Ordonnantien op <k 
uppellen van de drie geprivilegieerde Zijlvefterijen, die voor aen 
j&ullen komen ten gedachte hooge Juftitie-Kamer, 

XXIII- „ De gemelde hooge Juftirie- Kamer aal beftaen ui* 
f en' Luitenant en acht Hoofdmannen, alle permanente Leden. 

XXIV. „ De Heer ErflUdhpuder in der tijd prefent züsdc* 
kal in deze hooge Judiüe- Kamer altoos prafideren, doch 'm 
deszelfs abfemie zal de luitenant piieflderen, 

XXV. „ De Luitenant en Hoofdmannen , of Ordiaaris Ra* 
den, zullen moeten zijn Ledematen van de ware Gereformeer» 
de Kerk, Inboorlingen, of ten minften Genaturalifêerde, Doc- 
tores of Llcentiari Juris , die den ouderdom van 115 Jaren heb* 
ben geadimpleerd, en malkanderen niet nader beftaen in confan- 
guinitdt of affiniteit, als in den vierden graed ( zullende echte* 
de fupervenierende affiniteit aen dezelve onderling niet obfteren) 
en sullen niet vermogen eentg deel in de Regering, zoo in de 
Stad als Ommelanden , te hebben , of aldaer of elders eénige 
Amten of Bedieningen bekleedcn, maer zich alleen moeten be- 
moejen met de adminiftraiie van de Juftitie , zonder, onder 
wat voorwendzel het mag wezen , zaken van Politie of Fïnamié 
aen zich te trekken, referverende wij echter aen Ons de 
macht, om voor de eerfte mael omtrent den Gradus van Doftor 
of Licentiaet en Inboorlingfchap of NatnraUiatie düpen&üe te 
geven, 

XXVI. „ Dit Hof zal wezen voorzien met een Procureur 
Generaal en twee Sekretarlsfen, die mede de qualiteiten, als in 
Luitenant en Hoofdmannen worden gerequireerd , zullen moe- 
ten bezitten. 

XXVII. 99 De Luitenant , ' Hoofdmannen en bovengemelde 
Ministers, zulten, zoo nu als in het toekomende, worden ver* 
koren en aengefteld bij den Heer Stadhouder in der tijd, direét, 
«onder «enige Nominatie. 

XXVIII. „ De Klerken , Boden , en mindere Suppoosten, 
zullen wordm teqgefteld door dei Luitenant en Hoofdmannen 



GRONINGEN. tfr, 



XXIX. „ Deze Provintiale Hooge Juftkie- Kamer zal oefenen. 
de Civile en ook de Crimineele Jurisdiclie over de gehete 
Provincie van $tad en Lande ', en het geen cot dezelve behoort, 
f zonder dat de Militairen zullen worden veröaen bier onder 
begrepen te zijn , welke aen de Judieature van den Militairen 
Hechter zullen gejaten worden,; op een wijze als bij een ln« 
ftrti&ie, door Ons geformeerd , is gearrefteerd ; welke achter 
dezen Regiemeute is geannexeerd , en gehouden word als van 
woorde tot woorde hier geinfereerd, gelijk ook de Formulieren 
ran Eed, daer toe fpelterende, 

XXX. „ Dat, ten diende van de Juftkie, bij de Gerechten in 
de Ommelanden ordentelijk Protocol, zoo omtrent Aden van 
contentieufe als volontaire Jurisdiftie , zat worden gehouden , 
welke Protocollen bij de afgaende Rechteren of hunne Erfgena. 
men niet zullen mogen verblijven, maer bij verandering van den 
Richter aen den Succesfor in OfficLo aanftonds worden overge- 
geven , op dat de Retroa&a altijd kunnen nagezien worden. 

XXXI. „ Dat , op gelijke wijze als in Holland en Westfries- 
fand, de Heer Erfftadhoucjer zal hebben en exerceren het recht 
van pardon* 

XXXII. „ Dat tn cas van oneenigheit of discrepantie tusfehen 
de Stad en de Ommelanden, of Coliegien en Leden van dien, 
mitsgaders tusfehen bovengemelde Hooge Juftitie- Kamer , de 
Stad, of eenig Gerechte, de Heer Erfftadhouder in der rijd zal 
hebben de bemiddeling, of, bij onverhoopt Non fucces, de ein» 
delijke decifie en uitfprake derzelver. 

XXXIII. „ De Heer Erfltadhouder in der tijd zal hebben 
de approbatie van alle Provintiale , zoo binnen als buitenland- 
fche Commisfien , zonder eenige reden van disapprobatie te 
geven t en , op dat in dezelve Commisfien , voor zoo verre 
die op het Lid der Ommelanden vallen, de refpe&ive Kwar- 
tieren daer in , zoo veel mogelijk , egacl komen te participe- 
ren, zal daer van door het Lid der Ommelanden een verdeeling 

.gemaekt , en aen Ons ten fine van approbatie geprefereerd 
worden. 

XXXIV. „ Dat de Heer Erfftadhouder in der tijd, de volko- 
men aenftelling en dispoOtie zal hebben van alle hooge Politieke 
iöinifleriale Bedieningen, zoo Provintiael, als die van de Stad 

Tt 4 «» 



^i GRONINGEN. 



en Ommelanden, waer onder begrepen zullen wezen Sindicqueo, 
Sckretarien, Rentmeesters, Ontvangers, Monfter-Comnrïsfaris- 
fen, Artilleriemeesters, Fiskael, Postmeester, Major en Com- 
iDis van de Provintie, Drosten en Amanannen in de Oldamcen, 
Wcsterwolde, Gorecht en Saproeer, gelijk de Heer Erffladbou- 
der in der tijd zal hebbep de volkomen aenftelling en dispoGóe 
van Gouverneur en Commandeur , en van alle verdere militaire 
Charges, refervcreude Wij aen Ons om aengaende bet Krijgsge* 
richt nader te disponeren,. 

XXXV. „ Dat, om het zoo zeer vervallen Finantiewezen te 
bcrftellen, ten fpoedigften middelen befaooren te worden uitge- 
(Jacht, niet alleen het verlies van de afgefchafte Pachten te ver- 
vullen, maer ook om de inkomens van de Provintie van Stad en 
Lande aen hare Quote en Verbimenisfen aen de Unie zal kotmefl 
voldoen , en de Provintiale Lasten hoeden , dat ten dien einde 
;en fpoedigften een Provintiale befoigne van Finantie zal worden 
gehouden , en na gedane rapport , door de Staten , met On* 
overleg , zoodanige middelen vastgefteld en ten fpoedigften geïn- 
troduceerd , als noodig zullen geoordeeld worden ; welke belas- 
tingen een ieder, van wat Staet of Conditie hij mag wezen, als 
aechtgeaerde Ingezetenen betaemt , ?ich zal hebben te onder- 
werpen. 

• XXXVI, „ Dat ten fpoedigften een nieuw Quohier van de 
ferfonele Goedfchattinge , of zoogenoemden 40often Penning 
zal worden opgemaekt, en alle twee Jaren gerevideerd en ver* 
nieuwd ; en deze perfonele fchatfing zoodanig gebeft , als 
^e nood of toeQand van de Provintiaje Finantiea zal vercis- 
jchen. 

, XXX VIL „ Vpqrts word bij deze vastgefteld, dat alle de 
frovintiale Plaetzen en Landen ter bekwamer tijd, door Ons na- 
der te defigneeren, zullen worden verkocht op eene wijze, die 
jnet Onze voorkennis het profijtelijkfte voor de Provintie zal ge? 
pordeeld worden. 

XXXVIII. „ Alle Splliciteurs- plaetzen zullen , a\s onnutte 
bedieningen, komen uit te derven, zonder dat dezelve ooit we~ 
{ler mogen vervuld worden , zullende do betalingen der Soldijen 
van de Militie direft uit het Provintiale Comptoir gefchicden, 
$u de Tra#am$ntffl van de $olliciteurs komen ten voordeele v^q 






GRONINGEN. <M 3 



ile Provintie, en zoo veel doenlijk, geëmplooièerd worden, om 
J>rorapte betaling te bezorgen. 

XXXIX. „ De Provintiale Rekenkamer zal in alle deeien van 
baare fundie worden gemaintineerd , en zich (lipt nner hare 
Inftrucue reguleren, en zal de Erffladhouder in der tijd, aldaer, 
als ook in de Commisfie van de Finantie, Sesfie en Stem heb- 
ben, op gelijke wijze, als in de Commisfie van de Gedeputeerde 
Staten. 

. XL. „ De Ontvanger Generael van de Provintie zal verplicht 
zijn , alle drie maenden , een naeuwkeurigen ftaet van zijn 
Comptoir zoo wel aen den Heere Erffladhouder in der tijd, als 
aen het Collegie van de Gedeputeerde Staten over te geven, 
yervattende den Ontvang en Uitgave die hij federd zijne laetfte 
gedane Rekening heeft gehad , en zoo vervolgens federd den 
laetst overgegeven ftaet, volgens deszelfs Inftrutfie. 

XLI. „De Ontvanger van de Provintie of eenig andere Comp- 
taDelen,die adminiftratie van 'sLands Penningen hebben, zullen 
in hunne functie niet worden toegelaten, ten ^ij eerst en alvorens 
cautie en borg voor hunne ontvangst en adminiftratie hebben ge- 
field, conform de ordres en begrooting daer omtrent gemaekt, 
of in het vervolg gemaekt te worden , zullende niemand tot bor- 
ge worden geadmitteerd , die eenige adminiftratie of ontvang van 
's Lands Penningen heeft , gelijk ook niemand als borge zal toe- 
gelaten worden , die 3 icli repds voor een Ontvanger of Compta- 
bele als borge zal hebben geconftitueerd. 

XLlI f „ Alle defalcatien aen de Comptoiren , het zij onder 
dennaem van Depechegelden als anderzins, worden verboden , 
bij poene van verlies van amt. 

XLIIJ. „Ten voordeele van het Comptoir van de Spad als Om- 
melanden zullen equivalenten op de Amten en Bedieningen, zoo 
politieke als militaire , worden gefteld, naer mate van derzelver 
tendement, en zullen verders alle Amtenarv» bij het aenvaerden 
Van hunne Bedieningen den Eed van purge doen , dat voor 
het bekomen van dien niet gegeven hebben, geven, of beloven 
gullen, 

, XLIV. ,, Dat om het verval van de Provintiale Academie 
te herftellen en dezelve in goeden ftand te conferveren, de Cura* 
\9ïi -plaatzen, zoo wegens de Stad als Ommelanden zullen 

Ttj . WCt 



Mj. G&ONINCEK, 



wezen permanent, en de begeving daer van ftaen aen denHeert 

Erfïhdbouder in der tijd, zullende de Erflhdbouder ra der tijd 
wezen Re&or en Curator Magnincentisfimos, aan wieo bet net 
Overroeping van de zes .Curatoren zal flaen . de begeviog eo 
aenftelling vaa Profesforen en andere Leeraers in de Univcrfitek, 
is mede de volle direftte over de Gebouwen en alles wat tot de 
Akademle behoort. 

XLV. „ Dat een Provintiael Jacht -gericht zal worden opge- 
richt, waer van de Erfltadbouder in der tijd zal wezen Opper» 
houtvester , die de aenftelling zal nebben van een* Luitenant- 
Houtvester en zes Meesterknapen, welke in het laetüe resfort 
een op te rechten Jacht -Reglement over alle zaken, rakende de 
Jacht, Visfcherij, en het gene daer toebehoort, alleen zullen 
oordeelen en geasfifteerd worden door een* Fiskaal. 

XL VI. „ De Hoofdmannen- Kamer opgerecht zijnde tot een 
Provintiale Hooge Juftirie- Kamer in Civile en Criminele zaken, 
als de Schouw die men in eenige Kwartieren van de Ommelan- 
den federd lange Jaren gehad heeft , insgelijks worden wacrgeoo- 
men door dit Jacht •gericht, welverftaende echter, dat van de 
vonnisfen en boeten aen de Hooge Juftuie- Kamer zal kunnen 
worden geappelleerd. 

XLVII. „ Dat het Traftement van den Luitenant Houtvester, 
Meester -knapen en verdere Bedienden van het Jacht- gericht zal 
worden bepaeid en gevonden uit de Traktementen van de mee 
Extraordinaris Gecommitteerde Raden ter Admiraliteit tot Haf- 
lingen met de verdere Bedienden daer toe behoorende, welke 
Commisfien, als geheel onnoedig, worden ingetrokken, envooc 
Altoos vernietigd. 

XLV1II. „ Dat alle Regenten , hooge en lage Magiftraeu- 
perfonen en Amtenaren , geenfc uitgezonderd , op wat nseo 
eenige Commisfien , Charges en Beneficien bekleden of genieten, 
zoo nu als in der 'tijd bij het aenvaerden van hunne Amteu, 
Commisfien of bedieningen , bij folemnelen of geftaafden Eede 
op nieuw zullen moeten aennemen alle'sLands Wetten, Reg^ 
meuten en Ordonnantien , in zoo verre dbor deze niet zijn vet 1 - 
*nderd, en wel in het bijzonder dit Reglement drift te obferve- 
IQü en te doen obfcrveren. 



XLIX. 



ORONINCEft U* 



XLIX. „ Dat zoo iemand, vtn wat ftaet, conditie of rang 
hij ook mochte wezen , zich zoo verre emancipeerde van hict 
tegens direft of indirtft aen te gaen , de facto van zijne Benefl* 
cie , en Amt , Commisfie , of Magiftrature zal wezen vervallen , 
behalve» dat tegens de zulken aenftonds met de Wetten van den 
Lande zal worden geprocedeerd. 

L. „ Wij referveren aen ons de explicatie en interpretatie van 
dit Reglement, indien hij opkomende gevallen eenige elueidatie 
tnochte nodig wezen , en nadien gedurende het verblijf vah onze 
Commisfarisfen binnen de Provintie van Stad en Lande, aen 
dezelve vele klachten zoo van Particulieren als van Sociëteiten 
xijo gedaen , die een egael onderzoek requireren , en wij in <J&- 
zen Reglemente voor de oefening van de Juilirie zoodanige 
zorg gedragen hebben , dat ieder een deszelis grieven en bs- 
zwareuisfen behoorlijk aen den Competenten Rechter kan te- 
brengen , en aldaer ventileren t zoo zullen zoodanige Remotf- 
Arantien, Requescen en Suppliquen aen de Vertoonders we- 
der worden uitgegeven , om dezelvcn nner rechten te ver- 
volgen bij den Rechter , aen wicn de jutficature daer over be- 
hoort, 

M. „ En eindelijk ( om zoo veel doenlijk) het gepasfeefde 
gedurende deze oneenigheden te doen vergeten, en de Ingezete- 
nen met malkander in ruste en eenigheit te brengen, en het 
onderling vertrouwen te herftellen , hebben wij goedgevonden 
aen <}e Ed. Mog* Heeren Staten van Stad en Lande te rect>n:« 
mandeeren , gelijk wij doen bij deze , om door een generale 
Amneftie te vergeven en te aboleeren , alles wat gec'urende deze 
Troubles en ter occafie van dien is geperpetreerd , van tv:t 
natuur zulks ook mag wezen , zelfs uit een fingulicre gratie 
daer onder begrijpende de nu onlangs voorgevallene zeer ver* 
regaende, en ten uiterften draf bare oppofitien tegens het PI* 
kaat op het heffen der middelen van Finantie, met onze goed* 
keuring en overleg geêmaneefU , fchoou zulks een naeuwkeu» 
rig onderzoek en exemplare ftraffe verdiend hadde , in ver* 
wachting , dat een iegelijk 's Lands Lasten , Schattingen en 
Gerechtigheden met gewillige onderwerping zal opbrengen en 
betalen, zonder dat iemand daerom in rechten zal worden ver» 
Wlgii met interdiftie aen de Hooge JulÜtie-Kamer, Magiftraet, 
4 • U^ 



666 GRONINGEN. 



Gerechten , Jufficieren en Officieren van deze Provintie om mr 
of namaels zelfs eenig verder onderzoek hier naer te doen, 
of gedogen dat gedaen word, bevelende wijders alle en een ie* 
gelijk, om zich ia het toekomende als goede, gefchikte en ge- 
trouwe Burgers en Ingezetenen betaemt te gedragen en aen hun- 
ne Overigheit alle fchuldige onderwerpinge , eerbied en gehoor- 
Taamheit te bewijzen, op poene dat die bevonden zullen wor- 
den contrarie te hebben gedaen , daer over als Verdoofden 
van de gemeene ruste en veiiigjieit naer de befchreven Rechten 
P) Phkaten yan den Lande zullen worden geftraft. 

„En op dat niemant hier van eenige ignorantie zoude kunnen 
pretenderen , zal dit Reglement over al worden gepubliceerd 
en geaffigeerd , daer men gewoon is Publicatie en Affixie te 
doen, want wij zulks tot 'sLands welwezen en hertelling van 
de rust en vrede verftaen hebben te behooren. Aldus gearre- 
steerd in Groningen den 27 November 1749." 

(ya% geteekend) 

PRINCE D'ORANGE en NASSAU. 

(L. S.) (Lager ftond) 

Ter Ordonnantie van Zijne Hoogheit 

(Gecontrafigneerd) ]. de BACK, 

: In het Jaar 1759 ontftond *er twist tusfchen de Scaaten van 
deeze Provintie en die van Holland en WeitfrieUand , ovcf 
en ter zaake van het arrefteeren' van Schepen en Goederen, aaa 
Ingezcctencn dier Provintie behoorende , uit hoofde van bet 
niet betaalcn der agterftallige. Lijfrenten, ten lasten der Provincie 
Groningen en Ommelanden. Zie .hier de echte Stukken van 
dit toen veel gerugt makend geval. 



Echt 



ORONINGEN, 6èf 



Echte Cofj van Ar reu , benevens Reden 
van het zelve , gedaan door den Heer 

JACOB ROETERS* 

Jacob r o e t e r s, Koopman. 

„ Wooneode binnen deeze Stad , zo voor hem zelven en als 
gequaiificeerde van een groot getal mede geintresfeerdens in de 
agterftallige Lijfrenten ten laste van de Provincie van de Stad 
Groningen en Ommelanden, bij den hierna te vermeldene Re- 
fölutiè breder gementioneerd, en alzo in evcngemelde qualiteic 
en Relatie bij Refolutie van de Ed. Groot Mog: de Heeren 
Staaten van Holland en West -Vriesland, in dato p Maij 1759 
permifïïe bekomen hebbende , om vermogens en in gevolge da 
Prote&ie , fterke hand en retorfie daar bij aan hem verleend , ea 
ten fine als bi) dezelve Refolutie vervat is, de Hand te mogen 
kggen op alle Effeéten en Goederen geene uitgezonden , welk© 
Hij binnen deeze Provintie zoude kunnen bekomen en magtig 
worden , en de Ed, Mog. Heeren Staaten van welgemelde Pro- 
vintie van Stad en Lande, of eenige Leden, Steden of Plaatfen 
van dien of ook wel aan eenige of iemant der Ingezetenen van 
de zelve Provincie in eijgendom toebehooren , doet door mi) 
©ndergefchrevene Gerechts Bode 

Arrefleeren 

Onder handen , bewind en direétie van • • .-. . alle zodanige EP* 
feéten , Goederen en Penningen , geene uitgezonden , als onder 
Hem mogten berustende zijn en bevonden worden in eij- 
gendom toebehoorende, voor het geheel of ten deele Hoog ge- 
kiekte Heeren Staaten van voorgedagte Provintie van Stad ea 
Lande, of eenige Leden, Steden of Plaatzen van dien, of ook 
wel aan eenige of iemand der Ingezeetencn van dezelve Provin* 
Me, en fpeciaiijk •.,•••«••• als zijnde Ingezetenen van meerge- 
melde Provintie van Groningen en Ommelanden , ten einde es 
enune daar op niet alleen de Jurisdictie van de Ed. Groot Achtb* 
Heeren Schepenen dezer Stad te fundeeren, maar ook daar aan 
door de gewoone weg van Juflitie hier ter Stede gebruikelijk-, 
voor zo verre zulks zal kunnen (trekken te Aogen verhaalen » 

het 



6*8 dROtflNGEft 



lltt deugdelijk agter wezen van hem Arrertant, ende geene vafi 
irclke hij Arreftam , de voorfz. zijne qualiGcatie mede beeft be- 
komen, als in voorfcbreven Lljfremet* mede geratresiceit zijn- 
de, en voorts ten fine als de meergemelde Refolsue mede 
brengt. Concludcerende tot &e. 

AStum Amjierciam den 2 08 ober 1787* 

B E ü M E R* 
EYLKENS, Uoéei 

' Protur. 

REDEN VAN ARREST, 

)Acob ftOETERs, Koopoi an ; woonende binnen deze Stad* 

io voor hem zelven en als gequalificeerde van een groot getal 

mede geintresfeerdens in de agterftallige Lijfrenten ten laste van 

ée Provinüe van de Snad Groningen en Ommelanden, bij den 

tier na te vermeldene Refolurie breder gementioneert, en alzoo 

In evengemelde qtialitek en Relatie bij Refolutien van de Edé 

Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en West- Vriesland, € irt 

&tto 9 Maij 1759 permisfie bekomen hebbende, om vermogens 

én ingevolge de Proteótie , fterke Hand en Retor Ge daar bij aan 

Hem verleend, en ten fine als bij dezelve Refolutie vervat is, 

de Hand te mogen leggen op alle Effcftcn, Goederen, geen* 

uitgezonden, welke Hij binnen deze Provintie zoude kunnen 

bekomen en magtig worden , en de Ed. Mog* Heeren Staaten 

van welgemelde Provintie van Stad en Lande, of eenige Leden» 

. Steden of Plaatfen van dien, of ook welaan eenige of iemand 

der Ingezetenen van dezelve Provincie in eijgendom toebehoren 1 

doet door mij ondergefchrevene Geregts - Bode , overleveren aan 

N. N. de Ommeftaande Copia quatificatie emploijeerende dezeW 

ve , als mede de Refolutie in den Hoofde dezes gemeld. Voor 

redenen van liet Arrest bij hem in voorfchreven quaiité op 

gisteren Rr. Bode beumeh gedaan , en Concluderende & Pro- 

•etterende, &c. 

A&nm in Am (Ier dam 4 O&ober 1759. 

DUNTE. 
EYLKENS, Bode. 

Procur. 

Op 



GRONINGEN. «gp 



i „Op den 23 Oftober en volgende Dagen tot den$Maij inchiis, 
van den Jaare 1754 compareerde refpeótivelijk voor mij aura- 
ham -tzeewen openbaar Notaris tot Amfterdam , bij den Eó< 
Hove van Holland geadinitteert , ende voor de Getuigen naar 
genoemt. 

. „ De Ondergetekende, alle Getntre sfeerdens en Succesfeuren ii» 
de oubetaalde verfcheenen, en nog te verfchijne Lijfrentens ten 
Lasten d'Provintk van de Stad Groningen en de Ommelanden f 
verklaren mits dezen genoegen te neemen/in de behandelinge 
ende direétie dus verre gehad en genomen bij de overledene 
Meeren jacob roeters en leonard drderiks , tot bevordering 
van bet agterwcezen van de gefaraentlijke Geinteresfccrdens iflf 
de onbetaalde verfcheene Lijfrenten tot Laste der Provintie vait 
Stad en Lande van Groningen, en vermits de Ed# Mog. Heeren 
Staateu van Groningen , tot noch toe geen dispofitie fchijnen te 
maaken , tot voidoeninge van het voorfchrevcn agterwcezen » 
waar toe al voor lange op gemelde Heeren jacob rorters en 
leonard dederjks , fpecialijk waren geauthorifeert en gequaliii- 
ceerd na lutje Afte den 31 Julij en volgende Dagen des Jaars 
V3 1 voor mij abraham tzeewen, Notaris alhier en Getuigen 
gepasfeert. 

; „ Zoo werd bij dezen de Heer jacob roeters, Zoon van den 
Overledenen Heer jacob roetébs geauthorifeert en geqnalifi- 
ceert om het belang en Intrest van Hun gezamentlïjke Comparan- 
ten-verder te vervolgen ende waar te neemen, zoo en in dier- 
voegen, als hij zal goedvinden ende verdaan te behooren. 

, „ Ende dat niet alleen bij en omtrent de voornoemde Staa- 
ren van Groningen, maar ook om in de namttn en van wegen 
alle de Intresfamen en Comparanten, bij Haar Hoog Mog. de 
Weeren Staattn Generaal dezer vereenigde Nederlanden, mits- 
gaders Haar Groot Mog. de Heeren Staaten van Holland en 
West -Vriesland, en daar het zijn Ed verder mogte goedvin- 
éeg te behooren en werden vereist , derzehrer hnlpe en adfi- 
flentre ten dien einde ce verzoeken, ende wijders alles meer te 
jnogeo doet of bate* verrigteu in den naame en van wegen 
bun Geintresfeerde Comparanten , als hij de Heer roeters uit 
kragte dezes goed en geraaden oordeelen zal te behooren, 
net AfKhonfftcie, on voor aüe «Geregghoveft of Hotfuaannen- 
t. Ka- 




•CRO NINCEW 
^* **: ^accepteert * n Com Pareereode a! - 

V*~*jSL £p2£ r ee T CT - ' roor,ntade 

^ RCETEBS. ' 

P,Se^ "* CLBRCQ ' a,s «ede E Xc „„ 

PiETER «>* CLERC «' * mede G ea Z^' etborcn ««««< 

Danieu de i*»™"* en t BBVDERr 
Taco* roe"** voor e. VAN haas Kam , ""»»«"» JW. 
November 1753. ' Vo W» Brief van 7 

Jan BOEKIVE/JT. 
J. ROETERS VOOr JOH. VUL. HEI,*^ . 

eember 1753 , voor mijne behuwd Zus * "^ van tf V * 
van mvijdbn en van jacob van striie *** d ' Wed ' s ecr«ar« 
«» voor mi/n ze/ft. . J ' ■*** ie Ucrecbr* 

£*• *** HARLUfOEN. 

"•«* ae WSSft V(Wr d'£fven van den H». 



URONINGËff. ifi 



'Hüijbert Van beusekom; 
cornelia eusaboth occoj 

Ji GRAAFLANO: 

JAN GlJSBERT DE foEIJ; 

Petrus ijvo van diependaal , voor mijn Hnijsvróüw n. Mi 

VAN KEMPEN. 
tjIJSBERT bEIJKOÓP; 

Johannes Me ne ven , als fctiTiftelijke ordre hebbende van den' 

*' He^r JAN CAREL BARKMAN WUlJTIERS. 

Idem als fchriftelijkc ordre van m. e. van den heuvel tot 

BEIJUNGEN , gezegt BARTVLETTI. 

Jan arent abbeleven, als Erfgen. van Vrouw sARa mu!jken% 
fred. «THéer Mr. van bbuseküm, mitsgaders vobr de Erffcé- 
naamen van arnoldus müïjkens en nicolaAs * abbeleven ; 
▼oor marrjstjÊ van huJjnen , Wed. a. crist. müïjkens» 
▼oor de Houders van vier Lijfrefltebrieven. Een op dfc 
naam van philIppus muiJkens , erin arnöldus müijkens , en 
een anna muijkens. 

Adriaan pla, als Executeur in den Boedel van den Heer ek 

Mr. JER. GHIJS. 
AiNTONIJ ÖOÜMÉR; 

Cornbus hakker, Jansz. als Last hebbende Van den Hr. ed 

' Mr. c. bacRer , Oud Schepen dezer Stad. 

Joan muijsken, als fchriftetyke Ordre hebbende va* den Heer 

en Mr. theodorus schreveliüs , als in Huwelijk hebbende 

Vrouwe elisabeth glaudina van teijUnoê; 

DAVID D'ORVILLEi 

Barbnt cramer, ais Executeur van wijlen jan van de velde/* 
Mattueus boendermaker , voor d'Erfgenamen van mabja van 
'Foreest, Wed. jan teenos. 
?. c. pils, Wed. van der spelt* 

frETER SIX* 

•Pieter croos voor <TErven van wtiogt schellinöer*. 

*■ van den broek *oor zig zelfs f als Erfgenaam van derf 

neer ernst roeters, en voor zijn zelfs* 
J- U V. Admiraal reinst, als ETfgenaam van H. Reijnst 9 Jacoifi 
jacob dull, als Executeur vandeTestameme van wijlen j> va** 

de velde* . 4 

*WII, DEEL. V? B*M 



6?o .GRONINGEN. 

ii ié— — *♦ 

Kamer , alle AéUen te mogen Inftitueeren en ctiec Regtsmiddeteo 
pourfuiveereu tot de betalinge. 

„ Gevende en verleenende bij dezen daartoe aan zijn Edele 
volkomen magt en autborifarie , met raagt van fubjlittttie ai 
Ntgotia & Ad tites y belovende al het geene, in voegen ais 
vooren , bij den meergemelden Heer geauthotifeerde bierione 
zal worden gedaan en verrigt , te zuilen approbeeren, voor goed 
en van waarde te houden , en doen houden , gelijk ook dezelve 
Heer geauthortfeerde mede compareerende , de voorenftaande 
beeft geaccepteert en aangenomen. 

„Aldus gepasfeert en getekent binnen Amfterdam, in prefentie? 

▼an CHRISTOFFEL ABRAHAM DOUBLET , JACOB MJL Ctt STEPUAW* 

molengraf, ais Getuigen. 

(//'*/ meKverfcheide handen ondertekent) 

jacob roeters* 

Jan van wattens. 

Willem kat. 

Anselmus eu ant. hartzen . als Executeurs van de Testamen- 
ten van wijlen AL1DA HARTZÊN. 

Pieter de clercq, als mede Executeur van de Testamenten 
van wijlen cornelia blok, Wed. pieter de clercq. 
. Adriaan temmink voor jacob temmink. 

Gijsbert van HOGER woert voorHem en Broeders en Zusters. 

Js. sweers voor Hem en Vrouw , d' Wed. six, geboren beekman^ 

Pieter de clercq , als mede Gemagtigde van sara blok» 

Wed. P. GR1JSPEERT. 

Daniel de neufville en lbendert de neüfville y Jansz. 
Jacob roeters voor e. van harskamp , volgens Brief van 7 

November 1753. 
Jan boekweijt. 
J. roeters voor joh. will. HEijMAN , volgens Brief van 6 ^ 

cember 1753 , voor mijne behuwd Zuster d'Wed. Secretaris 

van muijden en van jacob van strjjen, beijde te Utrecht* 

en voor mijn zelfs. 
M. van harlinoen. 
Pieter bensek voor d' Erven van den Heer hjbuqob kon* 

kingh- HW 



CRONINGË». «7J 



^lüijBERT Van beusekom; 

CORNELIA ELISABETH OCCOX 
Ji GRAAFLANDi 

Jan giJsbert de Meij* 

Petrus yvo van diependaal - 9 voor mijn Hnijsvródw n. Mi 

VAN KEMPEN. 
•GlJSBERT bEIJKOOP; 

Johannes Meneven , als fciiriftelijke ordre hebbende van deö 

"" HeÖT JAN CARBL BARKMAN WUlJTIERS. 

Idem als fcbrifceJijke ordre van m. e. van den heuvel tot 

BEIJUNGEN , gezegt BARTVLETTI. 

Jan arent abbêleven, als Erfgen. van Vrouw saRa muiren*, 

tved. rfHéer Mr. van beusekum , mitsgaders vobr de Erf&é- 

* naamen van arnoldus muijkens en nicolaAs * aêbeleven 5 

▼OOr MARÜETJÊ VAN HUljNEN , Wed. A. CfclST. MUIJKENS i 

voor de Houders van vier Lijfretitebrieven. Een op dè 
naam van ttuuppus muiJkens , erin arnóLdus Hüïjkens , en 
een anna muijkens. 
Adriaan pla, als Executeur in den Boedel van den Heef ek 
Mr. jer. ghijs. ' 

ANTONIJ DOÜMÉr; 

Cornblis bakker* Jansz. als Last hebbende Van den Hr. ed 

Mr. c. bacRer , Oud Schepen dezer Stad. 
Joan muijsken, als fchriftefc-ke Ordre hebbende va* den Heer 

en Mr. theodorus schreveliüs, als in Huwelijk hebbende 

Vrouwe elisabeth glaudina van teijlïnge, 

DAVID D'ORVILLE; 

Barbnt cramer, ais Executeur van wijlen jan van de velde/- 
Mattueus boendermaker , voor d'Erfgenamen van maria van 
t foreest* Wed. jan teengs. 

S. C. PELS, Wed. VAN DER SPELTj 
PtfXER SIX* 

Putter croos voor cTErven van wrogt schellinoer*- 

*.- van den broek toor zig zelfs , als Erfgenaam van derf 

Heer ernst roeters, en voor zijn zelfs; 
Luijt. Admiraal reIjnst, als Erfgenaam van H. üEijmr yjacofa 
Jacob dull, ais Executeur vandeTestamente van wijlen j* van 1 

DE VELDE.* "4 

XVIII. deel, V? fi*r< 



4* 6H0NH1 CBH . 



Bruvo TiDB*A5, vocMT de Wel-£d. Geftr. Heer en Mr»>> 

vam westrbre te Utrecht. 
Jan van boorn, voor d'Erfgenamen van jan vau stijn. 
Dibk piitbbs haan in Comp. , woonende tot Zaandam, 
David leeuw, qq. 
Jacob iroon van Edam, als Executeur van *t Testament vm 

mijn Schoonmoeder sijtjk dekker , Wed. jacob groot f 
,. -en Procuratie hebbende van de Voogden over tierb louei. 
Jacob alewijn voor zig zelven, en voor de verdere Defoen- 
• denten van, wijlen martinis albwijn. 
Gebabo rogge. 

Theopoor booöBi zo voor zig zelven als qq. 
HjUfAiw* ^obbbb te Edam , voor ^Erfgenamen eo Succes- 

ftweu van raijv jans roüs, jan mxitaatt wcdt, awmt- 

]B VAMMUS» DIRK. ClAStM VGGRL, gn JAK CLAARJI W- 

Jan ijeju*ik cjlamrb , al» ordre hebbende va» miesje van 
db velui> Wed. joh. &4CBL4AB , woonende te Vijfhuijfen 
bij Zuijlen* 

Abraka* DEftBRlBi , lis ofdce bettende van 4' Erfgename* 

Van JAN DE LA HAIJB en SARA DE LA BATjB. 

A. van harbncabspel , {per ordre van mijn Vader p~ bbcb» 

•als maéo Eve«iMeur van 't Testament van wijlen i en Heef 

cbrbit kabsbbqom , ais mede van wijlen *e*bit vaaa- 

<t- c. p*r f a»j , uit kragtep van Erffenisfeo qq., ten refpede 
van wijntje van leeuwaarde* waar van Moeder ia ge- 
weest CATÜARINA VAN BAASDORP. 

A»tA**¥ s# M woij e» Confc>r*o, mede Erfgenaameo vin 

v Y*U*TJM BAtfUNt Wed, JA** E VAN LèAR* 

David delprat , Diakon van de Wiattch* Gereformeerde Dtr 

conie alhier. 
Daniël florbnooij , Diaken van de Gereformeerde Diacoak 

alhier. 
David de willem , voor d'Erfgen. van Jonkvrouw claïa 

ELISAÖETH DB WILLEM. 

Luca^ coudbi» voor d'Erfgen. van loiia en jacob guiot. 

Cobkbus vau UNTQia, afe Executeur vaa.de Testamenjake 
Dispofitie van marqr^ta jacoöa bbcbx y WaoV wille* 
MgX£R. Co* 



GfcONltfGËtf. tji 



£ornblis van cent, als Gemagdgde van margreta IS ABEL- 
LA DB SURMONT. 

Cornru* van Dit vlibtj pr. procuratie Tan coafreLia valt 
laak, We'dt jan van dar vliet, zijnde Erfgenamen Vari 

TBDNTJB HA ETSEN, Wed; JACOB VA» LAAR. 

Matthias koopman y voor de Erfgenaften van mijn Groot* 
moeder anna visser, Wed; matthias koopman; • 

]am van scuagen * per ordre van mijn Vader net t ft va* 
schagen , zo voor hem zelven als voor de verdtre Erfgena- 
men van Mn salomon van scuagen > ' als mede «Voor <M 
Heer jacob cukot* 

GftBBRAHT MOENS. 

Daniël desmarbtsb, voor d* Erven van jacob desmareTS?* 
» . . ; savtijn* voor zig zelven als voor d* Erfgenamen vari 
. Vrouwe tuaodoba van- bamueer, Wed* Wauii sAiriijff, 
Gerard regtrbing i voor de Familie val wijtibbs • cioia- 

HOUT» DUTRIE; 

Submont » als Executeur van de Testamente van Jonkvrouw* 

bsaria elisabeth db wale van Ankeveen. 
Fi baommee j voor de refpeétive Erfgenamen van ankrtji 

PIETEBSB JOSEPHS i FIETER COBNBLIS en CORNBLIS Wij* 
. BETSZi 
PhILIPPUS *AH DEN IJVBB* 

Gehard reoibring* 

Jacob boeter» $ als ordre hebbende vaü p; A; gillis ; volgens 

Brief van 4 Juli j 1753; 
Gerrit hooft , als Executeur van de Tesumence van Jonk* 

vrouw maödalbns wij bb anti. 
PfBTBR Btct , als fëhriftelijke ordre hebbende van den Heerf 

Wi li; HOFt 

Hestbr barnart, Wed. davId leeuw van lkjnepj voor' 
d* Erfgenamen van de Heer joieph coijmans. 

Bi COIJMANSi 

Jan xetelhoed de Jonge 4 qq. Vodr m. ompiialij. 

Gieter bijlopf * als Executeur van de Testamente tan wijlen" 

. HENDRIK TESINU. 

F* M wijt f wegens de pretentie van de Heer oberit M 

VV B GRAAF 



^ 



<74 GRONINGEN. 



graaf, cum fuis; als mede wegens de pretentie van de Heer 

JAN DB WIT. 

Hendrik hooft , D. L. Z. over de Kinderen van dasiel* 

hooft, 
Geebeet rebel , voor Mevrouw d'Wed. daniel deutz. 
D. van bueejt , als Erfgenaam van geerit en anna dviï 

•ent. 
Wr wiltens t voor de Erfgenamen van Jufvr. hagtelt jaco- 

BA SBRVAAS, 

P. en j # schildernie , als Executeuren van de Testamenten 

van .geerit van limburg en rissie hijm?. 
Jacob schellinks, als procuratie hebbende van d' Erfgenamen 

van den Heer en Jonkvrouwe van zuijtunjE. 
Diek hagen enz,, als gefurrogeerde Executeur van den Teso- 

mente van Mejufvrouw anna zoutman, Wed. h. williee- 
Diek haobn, voord'Erven jacob vobsteman. - 

MATTHIJS ALEWljN. 

Claas waqïnaar, als in Huwelijk hebbende tuintje kieft, 

woonendè tot £dam. 
Corneus en ap, woonendè aan- de Westzaander Overtoom. 
Jan van hout, woonendè tot Zaandam. 
IIinrico staats, voor de Erfgenamen van henrico .staats, 

Zalr. woonendè tot Gouda. 

Quod Atteftator. 
Geteken* 

ABRAHAM TZEEWEN. 
Nou PM. 

„ De Staaten van Stad Groningen ende Ommelanden doen te 
weeten: Alfo de Heeren Staaten van Holland en Westfries 
land hebben* goedtgevonde» an enen* jacob kosters foo- voor 
Jaem felfs als gequaJificeert van enige gejntresfeerdens in oude 
pnetenfien , fo vermenen ten laste van defe Provintie te hebben, 
te permitteeren de hand te moeten leggen op alle Efeöen es 

ra* 



GRONINGEN. 67$ 



roerende Goederen, gene uitgefonderd, welke Hij in de Provincie 
van Holland til konnen bekomenen magtig worden, in eijgendom 
toebehoorende an iemand of .enige der Ingefetenen van defe Pro-* 
vincie, en daar mede te mogen continueren , heen ter tijd 
gen. el Je jacob ROETERS w Con forten wegens haar ver* 
nteenende pnetenfien zouden Xiin voldaan: en gemelde Jacob 
bobters en Con forten ook in gevolge voorgemelde concesfc 
reeds verfcheiden Scheepen, Gekteren , Waren en Koopman- 
ïcbappen Onfe Ingefetenen toebehoorende , hebben in beflag 
genomen, ea daar mede onverhooptelijk continuerende , veel 
nadeel bij provifie aan onfe goede Ingefetenen foude kunnen 
toebrengen. 

„ So hebben Wij nodig geoordeeld door defen alle onfe con- 
me r derende Ingefetenen, Kooplieden en Schippers hiervan de 
vereijste kennisfe te geven , en defelve te waarfchouwen na defer 
laken gelegentheid voorfigtig te zijn, en tot voorkominge van 
alle onverhoopte fchade , vertragingen en belemmering bij Pro- 
*tfie geen Waaren, Kooproanfcbappen fcn Turff na enige plaatfen 
in de Provincie van Holland gelegen , te verfenden en vervoe- 
ren, of doen verfenden of vervoeren, ten zij dan op hun eigen 
rtfico en gevaar. 

„ En fal defen tot een ieders narigtinge alomme in deze Pro- 
vincie worden gepubiiceert en geaffigeort ter plaatzen alwaar 
men gewoon is fulks te doen. 

„Aldus gedaan ter vergadering binnen in *t Provincie Huil 
den 13 O&ober 175^. 

Ter Ordonnantie van De Selve, 

B. H. KNOCK, Secret. 

„ De Staaten van Stad Groningen en Ommelanden, doen te 
weeten: Hoe Wij bij Onfen vorige Placcaat van den i3 0étober 
laatstleden , ter oorfaake door j ajd o 3 roeters en Conjorten 
veele Goederen Onfe Ingefetenen toebehorende in Holland zijn 
gearrefteert geworden , insgelijks de hand hebben gelegt en in 
beflig genomen alle fodane Effc&en , Credit en en Goederen, 
|pene uitzondert , als de Ingefetenen van de Provincie van 

Vv 3 Hol. 



iji GRONINGEN. 



Heilanden WenfrUtUtnd i» deefe Provincie in eigendom toe- 
bekom of te eisfchen hebbeo, om daar uit fchierkomfbg n 
verbaal» de fchadens Onze Ingefetenen toegebragu en op ók 
deefe Qnae Serieufe intentie in allen dede moge worden vol- 
(Imb, cq ter executie gebragt. 

„ Se is *t: dat wii hebben goedgevonden en verftaaa de Pro» 
yinciale Bedienden op de vennen van de Provincie ter reckr* 
eke geftett, als bij alle de Zijlen, op de Soutkamp, tot Stroboa 
pk bi| dt Haven yan deefe Stad hij defen wel ernftig te getant 
nauwkeurige toeverfigt te nemen ontrent alle Schepen en Goe- 
deren die aldaar mogten binnen komen, en bevindende dat de 
zelve de Ingezetenen van Holland zijn toebehorende, o» als 
dnn dusdanige Schepen «> Goederen aanftonds In beflag ie n* 
pen, en daar van foo ras doenlijk kennis te geven aan denSttr* 
faris van de Provincie a* h, i*occ t 

„ Verfo^ken en beveeleq daar benevens aHe refpeüireJujHdt- 
f en en Réchtertn in de Provincie om ter uitvoer van dee$ 
Qnfe wetmeininge , bij voorkomende gevallen en bet yereisdit 
wordende, de fterke hand te bieden en alle nodige asfijlentie te 
fcforgen. 

„ Wijders hebben wij goedgevonden alle Rendotten , SoUtc* 
tman en een iegelijk % uit welken hoofde Het ook moge fi>i 
wegens Ingefetenen van Holland tets in Admimftratse, onder 
fcun bewind hebbende pfte aan haar fcholdig fijnde, bij defen 
{c gelasten yan alle diergelijke Goederen, Penningen en Eft^ 
fonder onderfchejd een exa&e notitie op te mak$n , en m 
yoorgemelden Secretaris binnen den tijd van veertien dagen * 
Publicatie èti& te overhandigen, fo nogtansdat het de Koop- 
lieden f<ü vrijftajui pm v?n al het geene fij aan Ingefetenen vm 
£e Provincie yan Rolland mqgten fchuldig zijn, een gecscket- 
teerd Billet met eigenhandige verteikening hunner naemen in 
derfo aan den Secretaris voornoemd inwendig den voorfcfcreve- 
pe tijd te beforgen: ten einde daar van gebruik zoude kaftttQ 
werden gemaakt, iogevalle fulks noodig mogte worden geoor- 
deeld, of anderzints het fdve ter zijner tijd ongeopent irete- 
pm te mg te langen: zullende alle defetve foo wel Koopliede* t 
§oUiciteurs ab die verders eenlg bewind of Adminiuratie m 



GRONINGEN. 67} 



toebehoorende mogten hebben , verpligt zijn , dei gerefirUrU 
haare overgegevene Notitie met lichamelijker! Eede te bekrtgtl* 
gen: Alles bij pcena, dat de geene foo inwendig den voorfchfé- 
vcne tijd «n deefe Onze wdmeinlnge niet mogten hebben vofc 
daan, vervallen zullen zijn in een boete van honderd Ducatoft*, 
half ten proüjte van deij Aanbrenger, en half ten profijte van d* 
Armen ter plaatfe, alwaar de cdlange zal gefchieden. 

„ En op dat nicmant hier van eenige onwetenheid moge 
voorwenden, zal dezen alomme gepubliceert en geaffigcert wor- 
den ter plaatfen , alwaar men gewoon is zulks te doen. 

„ Aldns gedaan ter Vergaderinge in het Provincie- Huia 
binnen Groningen den 2 November 1759. 

Ter Ordonnantie van De Sihe 
B. H. K N O C K, Secret. 

Msfive van de Heeren Staaten van Stad 
en Lande, aan de Heeren Staaten van 
Qelderlatd, Zeeland, Vtrtcht, Over. 
ysfel en en Friesland; over de ontffane 
di f er en ten met de Heeren Staaten van 
Holland en Weitfrietiar.d. 

EDELE MOGENDE HEEREN, BIJZONDERE 
GOEDE VRIENDEN , NAGEBÜ1REN EM 
BONDGENOOTEN. 

Schoon Wij gaarn UEd.Mog. attentie foude hebben g6- 
raenagcen, en welgewenscht hadden ons gedifpenfeert te mogen 
z!eu, van ü Ed. Mog. gewigfige occupsftien te interrumperen, 
worden Wij egter door de haggelijke omttandlgheden, waar i» 
ons tegenswoordig gebragt zien, als genoodperst, dit ons ver- 
togen op te offeren aan 't genwen welzijn onfer Ingefetenen , 
en ter behartiging van dien , door eed en pHgt gedrongen , ü 
Ed. Mog., tot wien Wij als Bondgenoten fuik een nauwe r* 
' kttie hebben, voor te dragen, de ftrenge en harde behandeling, 
die de Heeren Staaten van Holland en Westftiesland tegena 

Vv 4 0B * C 



£ ? % . GRONINGEN, 

ui «in ■ 



pnfc Ingefetenen werkelijk oeffenen ; hebbende Haar £d. Gr* 
Mog. bij Refolutie van den 9 Maij defes Jaars kunnen goed- 
vinden aan eenen jacob roeters en Conforten , uit hoofde.vsm 
penige oude agterftallige lijfrenten, ten laste vandefe Provin- 
cie, te permitteren de hand te mogen leggen of alle Efeöem 
fn Goederen , geene vit gezonder t , welke hij binnen de Pro- 
vincie van Holland zoude kannen magtig worden , niet alleen} 
aUfê Provincie % maar zelf* e ent ge of iemand onfer Imgefetenen 
in eigendom, toebehorende, om daar aan te verhaalen 't agter- 
wefen van vporgemelde Geinteresfeerdens; en hoewel Wijnio: 
% \n gebreeke fijn gebleven, Haar Ed. Groot Mog. op *t vriend- 
ernftigfte te verfoekeq , om derfelyer genomen Refplurie, tat 
voorkominge van alle fchadelijke en nacfeelige gevolgen , die 
hier «uit noodwendig Temden moeien proflueren , wederom te 
willen intrekken; Soo hebben egter onfe repraefèntatien daar te- 
ggts gedaan die ingresfie niet gevonden , welke Wij daar van 
hadden te gemoete gezien , nadien door een gfoot aantal onfer 
Jngefetenen geinformeert zijn geworden, dat derzelver Goede- 
ren, Waaren, Schepen en Koppmanfchappen, felfs cP ordinaire 
Veer- en Beurtfchepen niet uitgefondert, door j, roeters eq 
Conforten in Amfterdam , en verfcheiden andere Steden en Plaat- 
een, van Holland reeds gearrefteert fljn. Wesbalven Wij , de ia- 
ken tot die extremiteit fijnde uitgeborften , ter vermijding van 
verdere confuGe , en handhaving van onfer Ingefetenen gefchon- 
*}en regt, niet fconnen dille (laan, dienswegens aan UEd.Mog., 
gelijk mede aan (f andere Bondgenoten, te doen ons regtveerdig 
beklag , en te protefteren oyer 't fenQbel ongelijk door diergelib 
ke onnabuirlijke en onvriendelijke maniere van behandeling onfe 
. gpedo Ingefetenen aangedaan. 

, En om fulks te meer te doen geblijken, vinden Wij pns vq- 
pligt de faken hoger op te balen, en U Ed. Mog. tot onfer de- 
. pharge ouverture te geven van al 't geene ten defen opfigte is 
gepasfeert: Ten welken einde Wij d'eer hebben U Ei Mog. 
yoor te houden, dat in den Jaare 166$ en 1666 , wanneer de 
•Yerëenigde Staat in een fwaaren en kostbaren, Oorlog tegens de 
ftreton van Engeland, en den pisfefcop van Munfter waar inge- 
wikkeld, en reeds een groot aantal Munderfche Troupen in «en 
ynn 4? beste Diitrtöen van d^fe Prorincie zig onthield en iögt 



GRONINGEN, $79 ' 

yytst te maken, de middelen defer Provincie niet in (laat fijnde 
fot 't dragen van d' enorme lasten, Wij, ter betoning van onfe 
bereidwilligheid in '; bevorderen en handhaven der gemeene fa- 
ken, en conferyatie van den Lande, tot ftuir van de toen fwe* 
veilde en npg verder gedreigden oorlog , confiderable fommcn ia 
Holland van I^os-en Lijfrenten genoodfaakt fijn geweest te ne- 
gotieren , en dapr voor aan de refpedi ve Creditoren hebben doen 
afgeven Obligatien }n gewone en behoorlijke forma, /onder egr 
ter daar in te verbinden d* Effeöen en Goederen on/er Inge- 
/eien€a 9 gelijk U Ed, Mog. uit nevensgaande Copie kan geblijr 
ken ; dat Wij vervolgens met de betaling der interesfen van dQ 
losfe Obligatien qa 5 en van Lijfrenten n? 10 ten honderd eenige 
Jaren agter malkanderen gecojitinueert , en opk de Capitalen na 
5 percent in 't laatfte van de voorgaande Eeuw hebben afgelost , 
dog naderhand doqr de menigvuldige calamiteiten, waar fffde 
do£c Provincie befogt is geworden , de fvyare rampen die Gods 
hand over defelve heeft laaten toekomen, en de notoire onmagt, 
waar in de Provincie vervallen is door de overdragende lasten 
van den Oorlog , ende daar op gevolgde engagementen met de 
Generaliteit, ons genoodfaakt hebben gevonden van de fcetaaling 
defer Hollandfclie Lijfrenten voor eenigen tijd ?if te zien; welke 
hooggaande en continuele fataliteiten ook altoos foo veel impres- 
fie hebben gemaakt, dat, of fchoon de onbetaalde Rentheffers 
|n den beginne eenige inftamien ter betaling entameerden, egter 
ijl 't vervolg overtuigt van defer Provincie onmagt, geen fterke* 
re pourfuir.es daar op hebben gedaan ; en hoewel in den Jaare 
.J726, wanneer eenige Gecpmmitteerdcn uit de Vergadering vap 
Haar Hoog 3V?og. herwaarts gefonden, om over de dringendft* 
fchulden van defe Provincie , een vaste voet te beramen , die 
Jieeren mede last hebben gehad op defe betaling te infteren , fo 
Jiebben fe egter , uit aanmerking van de fware lasten , waar on- 
der ócCq Provincie toen gebr?igt is , tot preffotie van immenfe 
agterftallen qan de Generaliteit verfchuldjgd , en voikomene over- 
reding, dat alles, wat de Provineie boven 't geftipuleerde aan 
,f)e Generaliteit , hadde te ontfangen , tot noodwendige lasten in 
,de. Provincie abfoluit gerequireert wierde, defe pretenfie ten 
eencmaal ter fiide gefield , verklarende felfs dat aan cordate 
fionégemttn niets meer konde werden gevergt; gelijk ooi* in 

! v v 5 tv* 



6%o GRONINGEN. 



den Jaare 1734. Haar Hoog Mog. Gecommitteerden, ter occ*- 
fie van de toenmalige differenten alhier lijnde, op verfoek van 
de Geintresfeerdens , wel eenige aanmaninge tot de betaling heb- 
ben gedaan, egter geperfuadeert van (fabfolate onmogelijkheid, 
waar in de Provincie zich bevond tot voldoening van dTagter- 
ftallen, insgelijks hier van afgezien ; ja fdfs wanneer wij In den 
Jaare 1751 door Onfe Gecommitteerden in'sHage aan wijlen 
Stjn Doorlugtigfte Hoogheid , en de Heeren desfetfs Gemagrig- 
den , hebben opengelegt de waaragtige en deplorable toeftand 
van defer Provincie finan^es , en daar tegen de groote fcbukfen 
en agterflallen aan de Generaliteit, en andere openftaande, tot 
welkers voldoening 21 Tonnen Gouds onddr Guarantie van 
Haar Hoog Mog. hebben moeten negotieren , is op defe preten- 
ficgeene de minde reflexie, veel minder compucatie gemaakt, 
en'geoordeelt , dat defe Provincie boven het hoeden van de 
Ordinaire en Extraordinaire Staaten van Oorlog , de betaaling 
der lopende Petitien en Subfidien , en noodwendigheden in de 
Provincie, niets meer konde werden gevergt, dan de voldoe, 
nïng van 250 duifent guld. 's jaarlijks aan de Generaliteit, waar 
voor alle de Goederen van defe Provincie niet alleen verbonden, 
maar felfs andere posten van ontfang fpeciaal verhijpotifeert fija 
geworden ; waarom fijn Door 1. Hoogheid Glor. Ged. geen fa* 
righcid heeft gemaakt, aan onfe Gecommitteerden te declareren, 
dat deze Provincie met de betaling van verdere Schulden niet 
zoude werden ge moeit ; tot dat eindelijk, des niet tegengaande, 
na verloop van bijna een halve Ecuwe , defe inftantien door J. 
roeters en Conforten , bij wien voor eenige weinige Jaaren 
deze oude pretenfien van zo weinig valeur en conffderatie wier» 
den gercke*t % dat dezelve voor 8 a 10 pro cent aan meer dêm 
een van onze Ingezetenen U hoop hebben geprefenUert , we- 
derom gerenouveüeert, en in den Jaare 1755 voor de Hooge 
Juftnie- Kamer defer Provincie met foo veel vigeur gepourfoi* 
veert fijn geworden , dat Wij met cf uiterfte attentie , overeen- 
fcomftig 9 t groot gewigt en importante van defe Aak , onfe deB* 
beratien daar over hervat » en ailen ijver hebben aangewend, offl 
middelen ter afdoening defer affaire te beramen , ten einde de 
fclagten der Holhmdfche CrodftOTen eot wederzijds genoegen oit 
tien weg geruime , en een dragelijk accommodement tot weffijn 



GRONINGEN, Ut 



oitier Provincie getroffen mogten werden; dan wat wegen Wij 
daartoe ingeflagen , en welke propofitien Wij door onfe Gecom- 
mitteerden aan tobias fjniNcic, als gevohnagtigde van j.roeters 
en Conforten, hebben laaten doen, fiju Wij egter in onfe ver* 
jvagting, dat de Geinteresfeerdens in defen, welke dog voor 't 
grootfte gedeelte haar aftien voor een zeer geringe prijs hebben 
nangehandelt of bij Erfenisfe verkregen , aan onfe gedaane 
pfefentatien fouden hebben gedefereerc, tot ons innig leetwefen 
gcfruftreert gebleven, hebbende de bovengenoemde t. umrc* 
\n plaats van een redelijke en convenable wijfe , gelijk voorgaf f 
te accorderen, desfelfs enorme en importante eisch van 862164 
guld. bij Mandate gerechtelijk ge vordert, met meer dan 1 00000 
guld. vermeerdert , en renten ex mom judiciali , nog daar na 
boven gercferveerj; foo dat Wij geen apparentie tot 't treffen 
van een accommodement ziende, en egter geinclinecrt blijvende, 
om de fchuldeisfchers , foo veel eenigfints met 't behoud van 
pull* Provincie mogelijk was , kragteloos te ftellen , met wijlen 
J laat e Koning!, Hoogheid, boog loffcujker Memorie, in over- 
leg fijn gekomen , op welke een convenable wijfe dele faak* 
(oude kunnen werden geternjineert , en in ome laatfte Misfive 
van den 27 Novemb, des gepasfeerden Jaars , aan wijlen Hoogst 
Pefelve hebben geproponeert , dat Wij de flegte toeftaml van 
jlefer Provincie finances met leetwezen ingefien , en volkomen 
overreed, dat d'inkomften en middelen van dien, welke meest 
füle tot vaste en onvermijdelijke posten van uitgave ter fouüen 
van 'tComptoir van d' Unie als anders geaffefteert fijn, geeufinta 
permitteeren , om tegenswoordig (ónder ruine van defe Provin- 
cie en verval van onfe verbintenisfen , fuik' een imponante pre» 
' fenfie, <üe na allen fchijn op 17 a. |8 Tonnen Gouds fal beloo- 
pen, geheelijk af te doen; dat Wij egter ter contemplatie van 
de mcuigvuldige klagten en inftanticn gerefolveert hadden eenige 
penningen ten laste defer Provincie te negotieren, om daar mede 
aan de Hollandfe Creditoreo, wegens hunne ^gterftaüige Lijfren- 
ten, na aaagetoont regt binnen <J Maanden alhier , te voldoen 
een fuouna van 15 van ieder 100 guld,, welke door valabte Wij. 
ken aan onfe Gecommitteerden fouden kunnen loonen, hen uit 
hoofde van de onbetaalde Lijfrenten ie competeren; en geüjk 
WA dif aaq wij^n Haar* KoningL Hoogheid hebben gecommn-. 

Pi- 



fC* .GRONINGEN. 



niccert, foo hebben Wij insgelijks Haar Ed. Groot Mog. hier 
van wel kennis willen geven, met verfbek, dat Haar Ed. Groot 
Mog., f. roeters en Confh mogten foejcen te disponeren, om 
hier van te profiteren, ten ware defe^ye liever prefereerden, om 
met haare pretenfien te fuperfederen , te zijn herfteld, of ten 
minden meer mogelijkheid tot afbetaling dezer lijfrenten zig foa 
hebben opgedaan 

„ Na U Ed. Mog. dus *t geheel beloop van (aaken te hebben 
gedetailleert, twijflelen Wij geenzints, of ü Ed. Mog. fullen 
daar uit de redenen van óns billijk resfentjment ligtelfjk hebben 
opgemaakt. 

„ Wenfchelijk waar het fekeriijk geweest, dat HaarEd. Groot 
Mog. de Staten van HoHand en Westfriesland derfelver genome- 
ne Refolutie, geduirende de Minderjarigheid van den Heer Erf- 
ftadhouder, als d' eenigfte, aan wien ingevalle van discrepan9e 
tnsfehen de Bondgenoten, 't regt van decifie competeert , buiten 
effeft hadden gefield , of j. roeters en Conforten door derfel- 
ver veel vermogende induétien hadden foeken te permoveren, 
om van onfe gedane oflferte gebruik te willen maken, en zig daar 
mede te contenteren , ten einde alle occaficn van verwijdering 
nufchen Bondgenooten , die door een eeuwig verbond aan mal- 
kanderen verknogt zijn , met alle forgvuldigheid hadden mogen 
werden geprevenieert. 

„ Dan in plaats van de band dereenigheid en goed vertrouwen 
tusfehen Haar Ed. Groot Mog. en ons te conferveren, hebben 
de Heeren Staten van Holland, fonder eenige de mrafte egaards 
op onfe Misfive te nemen , of haar gedagten daar over aan ons 
te laten toekomen, geen fwaarigheid gemaakt, na een ffilfwij- 
gen van ao Jaar en, en fonder ons Copie van derfelver genome- 
ie Rclolutie , veel weiniger van de peremptoire tjd tot disfefft 
executie bepaald , te communiceren f 't efFeft van derfelver 
violente en onwettige maatregels aan j, roeters en Conforten 
tigens onfe Ingefetenen te accorderen, en hem te permitteren, 
om defelve in Haar Ed. Gr. Mog. Provincie, doormiddelen 
van conftrainte en nadruk, hoe feer die ook bij het ontwerp van 
d' Unie forgvuldig zijn gaadegeilagen en geprecaveert, tot de 
betalinge te brengen van oude fchulden door defe provincie 
gecontrafteert, daar 't egter uit 't vooren gededuceerde klaar is 

8* 



GRONItfGEtf, 6S| 



gebleken, dat de Particuliere efeêten en goederen vnn dTnge* 
fetenen defer Provincie bij d* Originele Obligatie- Brieven' 
geenfts geafe&eert zijn * en dienshalven op geen fundament 
mee arreften belemmert kunnen worden, zijnde 't gfenoegfaam 
geavereert, dat de goederen van Particulieren indefeRepublijk 
in geene deele obligatoir zijn voor de fehulden van den Sou- 
"verain, ten zij expres daar voor verbonden: Waarom Wij ook 
in den Jaare 1702*, wanneer ten dienfte van de gemeene-ftake 
gezint waren een Somma van 500 duifend guld. onder Gua-= 
lantie van Haar Hoog Mog. te negotieren, en Haar Hoog Mog* 
in de Obligatie mede de Perfonen en Goederen van onfe Parti- 
culiere Ingefecenen, in cas van wanbetaling, wilden ftfpuleren* 
die Obligatie niet eerder hebben- geaccepteert , dan na dat de 
clauful van verband op de Perzoonen en Goederen van onze 
Ingezeten Vr was afgelaten, oordeelende Wij niet bevoegt vé 
zijn , om door fodanige verbintenisfe» onfe Ingefetenen te ont-»* 
rusten en in bekommering te brengen ; 't geen mede tot evident 
bewijs kan verftrekken, dat de He er en Staten van Holland , 
die zig immers in defen opzigte geeft meerder autoriteit kun- 
oen aanmatigen, dan Haar Hoog Mog. , geen fin ts geregtigtzijrti 
em arreften te verlenen , op goederen onzer Ingezetenen , die 
in geenen deele voor de Schulden' dezer Provincie zijn geënga» 
geert. 

„ Behatven dien vermernen Wij ook , dat fulke harde en on- 
vriendelijke manieren van behandeling geenfints te compasfe- 
ren zijn met 't traüaat van d'Unie tusfehen de Provinciën on- 
derling gefloten tot gemeene befcherming tegens alle Uitheemfer 
en Intandze magt , als 't eenigfle fundament* waar op 't ge- 
bouw van defen Staat is gegrondvest ; terwijl de tranquiliteif 
van de Bondgenoten het vereischt dat bij , in , of onder de' 
Provinciën geen extremiteiten of dadelijkhede» werden gebruikt; 
en fchoon V regt van reprefailles onder vreemde Mogendhe- 
den, ingevalie van openbaare weigering van Juftitie, gepermic* 
«eert zij , foo heeft 't egter geen plaats onder de Bondgenoo- 
cen, die, hoe feer ook ieder op zig felven aangemerkt, de 
Souverainiteit bezitten , evenwel in foo verre bij d' Unie daar 
*tn hébben gereauncieert , dat de veifchillen en oneentghedenr 
niet door geweld i gelijk de reprefailles zijn, maar dcor vrien~ 

4<- 



«8 4 CÜtONitfGEft 



delijke en zagti wegen uit den weg moeten werden gehtiftfj 
ingevolge */ eer ft e , 16 en 1? ar HM van de Unie: Cmm tthm 
nihil , volgens 't zeggen van Cicero, cirltati fit exitiefm^ 
nihil minus chili & hnmannm , quam tempefita \ & <nr/f 
$i tui a repuhüca uuicaumm agi per vim. 

„ Hebben dan onfe voorflgtige Vooronder! tig dos op eet 
plegtige wijfe verbonden, om d* eenigheid, eendragt en vriend- 
fchap onder eikanderen te onderhouden, en in voorufctigt mi 
eenige disfenfie of misverftand tnsfchen dezelvr, de middelen, 
om die onderling weg te nemen , vastgefteld , en vinden tóe 
Provinciën daar bij baar wefendlijk belang, veüigbeid en fterfee, 
foo cwijflfelen Wij geenfints, of het zal U Ed* Mog*, foowd 
als de vier andere Bondgenoten, ter hanen moeten gum, on 
defc fterke en onheufche behandeling van de Heeren Staated 
van Holland , alltwnts legen t d*Unte aankopende, in har 
verdere gevolgen voor te komen; 

„OordeeleudeWij bet bijna onnodig te £ijn, a*iUEd.Mog< 
na derfelver hooge wijsheid in cordate bedenking te geven, 
welke fwarigheden U Ed. Mog. Ingefetenen of van <f andere 
Provinciën mede over bet hoofd fbuden kunnen hangen, Wan- 
neer fuik een voorbeeld door andere Crediteren, na inhoud 
hunner nog fterkere fchuldèrieven gevolgt wierde, gelijk lig 1 
telijk fodanig exempel wel navolgers fou kunnen krijgen, en 
welke fchadeiijke en dangereufe gevolgen hier uit voor 't te- 
genwoordige kunnen refulteren , bij aküen de efleften en goe- 
deren onfer Ingefetenen , die thans voor fuBc een importante 
pretentie in beflag zijn genomen , door de HoUandfe Credko- 
ren worden ingehouden , en na zig getrokken, waar door di 
Commercie tot nadeel Tan wederzijde Ingefetenen niet alleen 
Verbroken, en alles in de uiterfte confiifie alhier fou genken * 
maar Wij ook buiten flaat gefield , om aan de diert gefworene 
engagementen met de Generalheit in Jaren 1736 en 1751 fó- 
gegaan te kunnen voldoen , en dus geheel imxil tan *t Bondge* 
noodfehap fouden werden gemaakt. 

*, Alle welke akelige en voor Ons fmertelijtte vooroitzigten erf 
omfiggelijke gevolgen , Wij gaarn aan de nadere overwegi n g e 
van U Ed. Mog. overlaten , in vertrouwen , dat U Ed* Mog. 
daar aan niet onvtriftiltig, maar conform «ftoportanpc van defe 



GRONINGEN. f%i 



laatetSe , met 'er daat fuflen willen toonen , V geen V Bnndéüten 
Pij ten met een hand te famon geknoopt mede krengt , en doof 
alk bequame middelen de Heeren Staaten van Holland fuUan 
foekes te peifuaderen, om Haar Ed* Groot Mog. van der fel- 
rargenoÈnene Refohtie te doen afzien , en d* arresten fcha* 
deioes t % onthef en , lullende Wij aan onfe zijde ook niet In ge- 
breke blijven na vermogen alles te contribueren, wat tot bevor- 
dering van de goede harmonie en eenigheid fal kunnen dienen , 
en voorts niet nalaten de effeéten en goederen aan de Hollander* 
m defe Provincie toebehoorende, en welke Wij tot onfer Ingefe- 
tenen indemniteit in beflag hebben genomen, wederom vjij te 
verklaren, en teffêns, aan de Hoilandfche Creditoren, zig na 
behooren aan Ons addresferende , onfe gedaane offerte te pre- 
fleren. 

„ Voor dat Wij defen eindigen is ons vriendelijk verfoek, ra 
gevalle U Ed. Mog. niet vergaderd mogten zijn, dat de Heeren 
Gedeputeerde Staaten of Gecommitteerde Raaden, wegens 'tge- 
wigt dder materie , U Ed» Mog. ten aller eerden gelieven te 
befchrijvcn, teneinde hier over Tender uitftel mag werden ge- 
delibereert. 

„ Wtar mede enz* 

Cromngen den 23 O&oher 
W59- 

C O P I A. 

• „ De Gedepnteatde Staaten van Stad Groningen ende Omrrfe*- 
kaden doen condt ende betuigen door kracht van defen Opener? 
Verfegeiden Hrieve, in ceoformité Refoluden van (FExtraordi- 
aaris Heeren Gecommitteerden van beide Leden defer Provfnci* 
pi dato den dertigfien Martii defes Jaars festien hondert fes en 
festig , door handen van onfen Outfonger Generaal cornbu* 
van roijen , ten proiqte enjje laste van defe Provincie , toe 
noatirenJig empbU in defe befwaarlijko tijden , in dewelke 
contante penningen werden vereist, ontfangen te hebben een 
ftmuoe firidea, estie tot dkn etude wettelijk verkoft ende gecon- 
#uueert, verkopen ende conffitueren mits defen i»r ...^ 

een 



éte osiioflfttrGEir. 



. * •. een rente van hondert Caroli guldens, tot twintiig ftuivef* 

het tok , ten Lijve van gebooren van N. N. 

4 ... out zijnde omtrent ; . .•• Jaaren; welke rente wij voor 
ons ende onfe nakomelingen beloven aan den Koper voorfc, 
of des last hebbende, d* eene helfte op den eerden November 
toekomende , en d' andere helfte op den.eerften Maij feffien 
hondert feven en feftig daar aan volgende j ende foo voor» van 
half Jaar tot half Jaar binnen Amfterdam , kost en febadetoos 
te betalen, foo lange de voornoemde N. N. . ♦ . . in levende 
lijve wefen fal , ende langer niet : Ordonneren da&romme oofen 
Ontfanger in der tijdt , ofte die daar toe binnen Arafterdaü 
verordent is, om dit voorfz; Lijfpenfioen voornoemt aan hou- 
der van defen , tegens overneminge van behoorlijke atteflarfe 
de Vita, van twee geloofwaardige Perfoonen, t'elken verfchija- 
dage (acht o (te tien dagen voor ofte nae onbehaalt) nit zij- 
nen ontfank , eerst ende voor al te betalen, ofte doen bendes 
binnen Amfterdam voornoemt, verhjpotiferende ende verbin- 
dende daar voor alle onze Provincie Landen , Goederen ende 
Inkom f{ en , wat namen die felfs ook mogen hebben, het zij 
dezelve ftaan onder bewind van den Ontfanger voornoemt , ofte 
iemant anders maneance van Provincie penipngen hebbende, 
foo wel binnen als buiten lands gelegen, de felve alle der Hee- 
ten Lieutenant ende Hooftmannen Camer , ende alle andere 
Gerechten, de reale Executie, onder renunciatie allen exceptien 
rechtens , foo defen eenigfints contrarie fouden konnen erdacht 
ofte gemoveert worden, fnbmkterendei omme in cas van mte 
betalinge daar uit dezelve te mogen eijfchen ende vorderen: 
pllcs fonder arglist , in oirconde der waarheid hebben Wij Ge- 
deputeerde Staaten opgemelt, beneffens d'Heere Prefidents p* 
raphure ende des Secretarii fubfcriptie , het Provincie Zegel 
beneden aan defen doen hangen, ende in de Rekenkamer latea 
regirtreren. Gegeven binnen Groningen den twinttgften Maij 
festien hondert fes en festig* 

(Onder /lont*) 
A< CHRISTOPHORI vu 
{Lager fiont) 
Ter Ordonnantie der Heereff vooriz. 
(getekent) J. M E IJ N A R D'I* Secret. 

Puft- 



CRONlNGEtf; Af 

PUBLICATIE. 

w De Staat en van Holland en Weitfriesland ; Allen deti 
geencn , die deeze zullen zien of hooren leezeh , falttt : Doen té 
weeten: Dat de Heeren Staaten van Stad Groningen en Omrae 
landen in vroeger tijden voor en ten behoeve van dezelve Pro- 
vincie van veele Ingezetenen binnen deeze Provincie hebbende 
genegotieert en opgenomen importante Sommen van Penningen 
op Lijfrenten; onderde gewoone Verbintenisfen , na luijd def 
Brieven daarvan aan de Geinteresfeerdens geéxtradeert , de- 
zelve Heeren Staaten al van den beginne af aan, zeer ge- 
brekkelijk aan haare beloften hebben voldaan, en verders 
van tijd toe tijd daar mede zodanig zijn ten achteren 
gegaan , dat dezelve Lijf- Renten met den Jaare 1685, en 
vervolgens , meerendeels hebbed gelasten onbetaald , waarvan 
eenvolgende de gezamemlljke welgefundeerde PrétenGen tot 
eene notabele Somma, veele Tonnen Gouds Impdrteerende , zijn 
geaccrefceerd. 

w Dat, gelijk opgemelde Heereil Staaten met dit alles ; echter 
daar toe nitatoer hebben kunnen refolveefen , om de deugdelijk- 
heid van dezelve Schulden eenigfints In twijfFel te trekken of té 
willen tegenfpreeken , alzo t'elkens wel hebben willen aanhooren 
de welgefundeerde Kiagten over de Wanbetaalinge door de Ge- 
interesfeerdens aan haar gedaan , zo als ook de menigvuldige 
Sollicitatien en Repréfematien dieswegens door alle de tijden 
been, en zonder ophouden, bij Ons daartoe geëmriloyeerd , ed 
welke verfcheijdemaalen bij haar Hoog Mog; zelve zijn geap- 
potjeerd, dan dat al het zelve, buiten en behalven de weinige 
betaalingen, welke daarop, veele Jaaren geleder!, zijn gëvolgt; 
wanneer men in deze Provincie dien aangaande met nadruk heeft 
beginnen te procederen, is geweest van geen het minfle fucces, 
terwijl het opgemelde Heeren Staaten, die Wel Middel hebbeiï 
weeten te vinden haar eijge Ingezetenen genoegen te doen 
hebben, nooit aan Pretexten heeft ontbroken, om dezelve 
Zaaleen; ten opzigte van de Geinteresfeerdens in de2e Provin- 
cie, te doen traiueererl, onder geduürige Beloften van ten fpoe- 
digfte en met alle ernst haare Deliberatien te zullen voortzetten* 
om eenmaal dezelve buiteri Kiagten te doen verblijven •> doch 

XVI1L dibl. Xx vin 



ff* G&ONINGETt* 



van alle welke zo folcmneele gedaane Intentie Wij een vollen zijtf 
geperfuadeert geworden y wanneer laatftelijk Ons isgebleeken, 
dat, of fchoon wijten Zijne Doorluchtige Hoogheid, Hoogtofiê- 
lijker Memorie, bii authorifatie en overgifte van faooggemelde' 
Meeren Staaten , de Zaaken va» Politie en Juflkie bij eene akoos 
duurende Wet en Reglement ra den Jaare 1749. binnetf de 
voorfebreve Provincie badde gebragc op eene billijke en vaste 
grond, en de voorfchreve Gefoteresfeerdens in confonnké van 
dien, dezelve Heeren Staaten over haar achterwezen in Juftirte 
hadden aangesproken e» geroepen, en verfcheide Jaaren de noo* 
dige Procedures over deze wettige Schuld voor de hooge JafB-* 
tiekamer aldaar tegens dezelve hadden voortgezet, opgeroeide 
Heeren Staaten de Condemnatk en Juftitïe niet weeteade ie oirt- 
gaaa, zelfs die geencn zijn geweest, welke tegens die vastgeftet- 
de Wet aan, Se Deur van de Juflkie voor de gemelde Gefme-* 
resfeerdens etjgener autnoriteijt hebben toegeffooten ; zonder 
dat zelfs daarenboven de hooge Intercesfic van wijlen haare Ko- 
ninglijke Hoogheid , Glorieufcr Gedachtenisfe , in die tusfehen- 
rijd te meermalen tot quijtinge, immers tot behoorlijke fchikküv 
ge van deze rechtmaatige Schuld , voor dezelve Geïhteresfeer- 
dens aan welgemelde Heeren Staaten gedaan, zo veel heeft koi> 
nen effeftueeren , dat dezelve zig tot eenige de minde vrien- 
delijke en betamelijke Arrangementen hebben gelieven in te 
haten. 

„ Dat, over zulks de voorfz. zaak op die wijze ziende be- 
handelt, en in zodanige fituatie ge&ragt, welke niet alleen nim- 
mer onder fiondgenooten behoorde plaats te vinden , maar wel- 
ke ook vertrouwt wordt , dat nergens, noch ook na eenig regr r 
met de naam van goede troowe zal konnen beftempek worden, 
Wij dienvolgende na dit alles, volgens het regt en billijkheid , 
en op voorige exempelen , hebben geoordeeld Ons niet anders 
overig te zijn, dan aan dezelve Gethteresfeerdens eindelijk te 
moeten verlcenetr de flerke hand en ptotetfie, óp die wijze ais 
bij hun te werk is gelegt r als het eenigfte middel om daar door 
aan haar deugdelijk achterweezen te kunnen geraaken , dan waar 
toe Wij noch geenfints zijn gekomen, als na dat welgemelde 
Heeren Staaten een geruime tijd bevoorens daar van hebben ge- 
waarfchouwd, te» einde op eene redelijke wijze zulks zoudecn 

WÜr 



GRONINGEN/ tóf 



willen voorkomen , doch waarop al wederom niets is gevolgd , 
dan alleen dat bij eene onvriendelijke Reforiptic en op eene 
gantsch ingratieufe wijze vijftien perCento van het voorfz. ach- 
cerwcezen hebben durven prefenteeren ; een aanbiedirige naau- 
"Weitjks toereikende tot de onkosten bij de Gehiteresfeerdens iri 
aco veele Jaaren ter invordering van dien gefupporteert. En na- 
demaal Wij boven dit alles met ieer veel bevreemdirige zijn ont- 
waar geworden , dat opgemelde Heeren Staaten van Stad en Lan- 
de , in plaatfe van hier door eindelijk geneegeri te zijn gewor- 
den , om tot eene vriendelijke fchikkinge van een deugdelijke 
hand te leenen en daartoe nadere en billijker voorflaagcn aan 
Ons te doen, orame daar door alle verdere verwijderingé te 
voorkomen , en alle verdere nadeelen voor haare Provincie en 
lngezectenen af te wenden , integendeel de voorfz. Onze han- 
delwijs , waartoe Ons zelfs genccesfiteert hebben , gantsch 
qualtjk opneemen, en dezelve daar mede trachten te denigree* 
ren , dat zulks zoude gefchieden om een verouderde fchuld , 
regens alle recht, en ter 'Verongelijkinge van haare Ingezete- 
nen , en in die idees zijn voorgeflagen tot middelen , welke 
Wij zelfs om alle preuvcs van Onze moderatie omtrent Onze 
Boudgenooteh te geeveri , tot op een nader toedragt van zaa- 
ken hadden uitgefteld , terwijl van alle bij de voorfz. Provin- 
cie Onsae lakten gelegt wordende zaaken geene gevonden zal 
worden, waar vau niet aanftorids* en bij een ieder geconfide- 
reert zal moeten worderi , opgemelde Heeren Staaten zelft 
alleen de oorzaak te zijn, en aan wien het toeftaat al het zel- 
ve op eene billijke wijze te rcdresfeerën ; en nadien Wij der- 
halven geenfints van intentie zijn, om van de voorfz. Onze 
wettige genoome Mefures eenigfints af te gaan, zonder drè 
eindelijk eens eene billijke voldoeninge zal zijngevolgt, en 
«iaaroin thans genoodzaakt wordende de voorfz, onrechtmatige 
handerwijs van de Heeren Staaten van Stad enLaride met eene 
behoorlijke rctorfle tegen te gaan, en voorts alles te doen wat 
tot efficatieufe proteftie Van Onze zo zeer benadeelde In^ezcs 
tenen enigtints zal konnen ftrekken. 

ZOO IS 'T, dat Wij hebben goedgevonden* en Verdaan, to 

als goedvinden en verdaan bij deezen , boven en behalven da 

Arresten , die bij de Geintresfeerdens ia de yqqHz, Groningfe 

«. Xs* Lijf- 



6f* GRONINGER, 



Lijf- Renten , in gevolge van Onze daartoe verleende permis- 
Ce airede op eenige Schepen, Goederen of Koopmanfchappeix, 
aan de Provincie van Groningen of eenige Ingczeetenen van 
dien toebehoorende , zullen zijn gedaan , of in gevolge zulten 
mogen gedaan worden , de hand te leggen , en in beQag te 
neemen alle zodanige verdere Effe&en, Adien, Crediten en 
Penningen , geene uitgezonderd , als de Ingezeetenen van de 
Provincie van Groningen in deeze Provincie in eijgendom toe- 
beoooren of te eijfchen hebben , vau wie zulks ook zoude 
mogen wezen, met last en bevel daarenboven aan alle Ingeze- 
tenen van deeze Provincie, geene Goederen of Penningen» 
uit welken hoofde dezelve ook mogten fchuldig zijn , aan 
eenige Ingczeetenen van de Provincie van Groniugen over te 
geeven, te voldoen, of op eenige wijze te transponeeren of 
te betaalcn , het zij iemand dezelve in eijgen Perfoon of ia 
eenige Qualiteijten, en uijc^ wat hoofde zulks zoude roogett 
zijn , daaraan fchuldig zoude mogen- wezen , maar al hetzelve 
onder zig te houden, op poene, dat iemand tegen» deeze Onze- 
prohibitie iets overmaakende , trnnsporteerende of betaaiencte, 
niet alleen zal worden gehouden als dezelve Arreüen te hd» 
ben gevioleert, maar bovendien andermaal aangefproken wor- 
dende , met dusdanige o ver ma aki nge of betaalinge zig niet zal 
itogen behelpen , maar bet in Regten zal moeten gehouden 
worden, als of in her geheel niet voldaan afbetaald hackte} 
alles ten cijnde bijaldien de Heeren Staaten van Groningen on- 
verhoopteUjk mogen blijven declineeren*de voorfz* Geinteres- 
(eerdens op biHijke en redelijke Conditien genoegen te willen- 
geeven, door deeze enaUc andere Middelen, welke (kar be- 
nevens nog in het werk zullen worden gefield , te kunnen ver> 
haaien derzelver voorfz. deugdelijk agtcrwezen, en daarenbo- 
ven alle verdere toegebragte belediging en fchade Onze Inge- 
zeetenen door de voorfz. geëntameerde Procedures van de 
Heeren Staaten van Groningen aangedaan , met alle overig 
nadeden , die uijt eene zo» om echtrasrige en tegens he* reehr 
der Bondgenooten niet alleen , maar tegens alle Wetten c* 
Regulen van recht en billijkheid aanloopende Behandelde 
eenigzints zouden kunnen proüueeren. Waarfchouwende 
voorts bij deezen allo Onze Conunerckexende Ingezeecenea, 

ca 



GRONINGEN. Sft 



jm die het verders zoude mogen aangaan , ter zaake van dt 
feitelijkheden, die tegens alle recht en reeden, en alleen om 
riet te .betaalen een Schuld, die deugdelijk is, en als recht- 
matig U erkend , bij de Heeren Staaren van de Provincie vaa 
-Groningen bereijds tegens de Goederen van Ingezeetenen van 
deeze Provincie zijn ondernomen ., voorzigtig te zijn in het 
verzenden van eenige Goederen , Waaren of Koopraanfch?ppeu 
n* dezelve Provincie , ten eijnde daar door geen Schaden ko- 
men te lijden. En dit alles bij provifie,' en toe onze nadere 
Ordre en Voorzieninge. 

., En op dat niemand hier van eenige ignorantie zal kunnen 
pretendeeren, lasten en beveelen Wij, dat deeze alomme zal 
worden gepubliceert en geaffigeert , daar zulks te gefchiede* 
gebruijkelijk is. 

„ Gedaan in den Hage onder het Kleijn Zegel van den Lan* 
jle den 2 November 175^. 

( Lager ftend) 

Ter Ordonnantie van de Staaten* 

Qwas get eekend) 

aeis v. d. mieden; 



" „ De Staater van Stad Groningen ende Ommelanden doe», 
te weeten. Nademaal Wii tot Ons uiterfte Leedwefen en gro» 
xe beyreemdinge in 'tfekere zijn onderrigt geworden, fat Raar 
Ed. Groot Mog. de Heeren Staat en van Holland en tVeitfriet» 
lat\4 hebben konnen goedvinden , aan jacob roeters voor 
hem zelven en in alté te permitteren om in beflag te neemen 
Gpederen van bijzondere Ingezeetenen van deze Proviucie, 
om daar uit te vernaaien verouderde pratenfien ; zoo deeza 
provincie zeden een halve Eeuw aan gemelte jacob roeteri 
'en in qlté mogte fchuldig zijn; en daar bij uit menigvuldige 
Jdagten van Onze Ingezetenen zijnde geinformeert , dat 
van die verregaande per wi ijle tot groot nadeel van wede;zijdft 



épt GRONINGEN. 



Ingezeetenen en eene onnagaanbaare confufu in de Ccmmerdf, 
werkelijk gebruik werd gemaakt. 

. „ Over welke importante materie bij Ons thans ernflig 
werdende gcdilibereert , om middelen uit te denken, waardoor 
pnze Ingezeetenen van alle zulke veiongeüjkingen mogen wer- 
den bevrijd , bij hun goed regt gemaintincert , en alle gevrees- 
de Cenfafien worden voorgekomen. 

. „ SOO IS 'T , dat Wij Ons verpligt bevinden , bij prmfe 
f eduirende Onze deliberatie* , elk en een iegelijk bij dezen te 
gelasten , geene penningen uit welken hoofde dezelve ook 
mogten fchuldig zijn , aan Ingezeetenen van Holland te voldoen, 
over te maaken , of op ecne of andere wijze te betaalen door 
WUfeU te accepteren of geaccepteerde Nttfeh te voldoen ; 
het zij iemand die penningen in eigener perfoon of in eenige 
aadcre qu»Utèit wegens I fair en Renten , Goederen of eenige 
andere Credit en of Adminiuratien* mogte fchuldig Zijn, en 
zulks alleenlijk bij pravifie heen ter tijd hier over nader zal 
zijn gcdi spon eert> bij pana dat iemand tegen den inhoud dezes 
gedüirende deze Onze pro hibitie iets betalende of overmaken- 
de, ten: allen tijde gerekent zal worden niets betaalt of overgCr 
maakt te hebben, maar in allen gevalle zulks fqhopn betaalt of 
pvergemaakt zijnde fchuldig te blijven. 

„ En op dat hier van niemant eenige onweetexifcetd voor? 
^vende, zal dezen worden, gepubliceert en geaffigeert daar meq 
gewoon is zulks te doen. 

„ Aldus gedaan ter Vergadering binnen Groningen in 'tPrch 
^facie-Huis den 8 Oftober 1759. 

Ter Ordonnantie van De Sehe. 

B, IL K N O C K , Secret, 

1 

. „ De Staaten van Stai Groningen enJe Ommelanden doen 
fe weeten; Dewijl de peeren Staaten van Holland en West- 
f rietland, op in ft anti en van roeters en Confr. , als geinte- 
tesfeerden in eene oude pratende ten laste van deze Provincie 
Rebben kunnen goedvinden , niet tegenftaande onte ernftige 
f*f' */<$*** ten daar *gen* gedaan.» «an denfelven, irx tfié te- 



• GRONINGEN. 693 



gens het regt onder zulke nauwe Bondgenooten ftand grijpende* 
*oe te laten , de hand te mogen leggen op alle efftücu en goe- 
deren , geene uitgezonden , welke Hij binnen de Provincie 
van Holland zal kunnen bekomen of magtig worden, niet alteen 
onze Provincie , maar zelfs ook aan eenige of jetnant onzer 
Ingecetenen in eigendom toebehoorende , om daar aan te ver- 
halen het agterwezen van voorfchreven getntretfeerdens. 

SO IS T, dat Wij, na ingekomene regtmatige klagten van 
een groot aanerf onzer Ingezetenen # wiens goederen reeds in 
Holland door j. roeterr gearrefteert zijn geworden, fchoon 
zij in geenen opzigte aan defelve of in qlté iets het minfte 
ichttldig zijn , nog ook voor eene oude gepretendeerde Scherf- 
de van defe Provincie in hunne goederen aan(pmkbatr veel 
minder +n*ft*èêl zijn, hebben goedgevonden en verdaan, bij 
-defen de hand te leggen en in beflag te nemen alle fodanige 
*(ftfteti 9 Crediten en Goederen, geene uitgefondert, als de 
Iugefetenen van de Provincie van Holland en Wtttfrietland m 
deefe Provincie in eigendom toebehooren of te ei jsfehen • heb- 
ben, om daar door, bij onverhoopte quade uitflag van alle 
V.ndcre middelen , welke in het werk geftelt fullen kunnen wor- 
tfen , om defe zaken op eene vriendelijke voet uit den weg *e 
tuimen, in (laat geftelt te zijn , de toegebrsgte belediginge onfer 
lngefetenen te kunnen herftdlen , de fchadens hen fonder hun 
"fchuld aangedaaan te vergoeden, en ter uit in allen gevalle 
ïchierkomftig te verhalen de verdere nulselen, uit defe on- 
vriendelijke en tegens het Regt der Bondgenoten ftrijdende be- 
bandelinge voort te vioeijen. 

Ten welken einde Wij elk en een jegelijk vrn onfe Ingefete- 
aen gelasten, geene penningen of goederen, onder hun bewind 
ftaande, en IngeTetencn van Holland toebehorende uit te kee- 
pen of te voldoen, maar bij provifie onder zig te behouden, 
en niets uit hoofde van Schulden, Huiren, Renten» Goederen 
0f AdminiftratUn aan een of ander builen de Provincie ce 
betalen, maar fulks alles voor gearrefieert te houden, bij poe- 
jmu dat voor het betaalde of verfondene ten Allen tijde aan- 
jpnakbaar zal bhjven, en vervallen ziju ia de boeten op het 
viokrtn e» arrefim geftelt. 

XX4 * Q 



4»4 GRONINGEN. 

„En op dat niemant eeiïtge onwetenheid voorwende, fal de- 
(en alorame werden gepubiiceert en geaffigeert ter plaatfe, 
daar men gewoon is fulk> te doen. 

„ Aldus gedaan ter Vergaderinge in het Provincie - Huis bü> 
* non Groningen den 13 Oftober 1759. 

Ter Ordonnantie van De Selrc 
B. H. K N O C K , Secret. 

PUBLICATIE, 

„ De Gecommitteerde Raaden van de Staaun ran Holland 
en m Weufriesland ; Allen den gcenen die deefe fullen Gen of 
hooren leefen , falut : Doen te wecten : Nademaal haar Edeie 
Groot Mogeqde de Hebren Staaten van Holland en Westfriesbnd 
bij Refoluxie van den 13 Maart deefes Jaap, genoomeo op het 
fubjeft der agterftallige Lijfrenten door de Ileeren Staaten van 
Stad en Lande aan de Ingézeetenen van ^eefe Provincie verfchul- 
digt, hebben gelieven te verklaaren, dat Haar Edele Groot Mo- 
genden uit toegeevemheid voor de intercesfie der Bondgenooten, 
en oin te doen fien hoe zeer i\\ aan, 4c Provincie van Stad en, 
fjmde ten besten willen te geinoet koomen , niet ongeneegen 
zijn , mits het felve alvoqrens in de Provincie van Stad en 
Lande , ten reguarde vaq de Ingezeecenen van deefe Provin- 
cie, falgcfchied zijn, om, blijvende alle de Aresten, foo ge- 
neraale als fpeciaale, die gedaan zijn van volle kragt, bij eene 
Publicatie te doen adverteeren, dat van doen af aan. tot den 1 
junij aanftaande geene verdere Arresten op ecnige Scheepen * 
Goederen of EfFeften , de Ingezeetenen van de Provincie van 
Stad en Lande toebehoorende , f uilen gedaan werden, teneinde 
daar door, bij provifie, alle Commercie in zoo verre wederom 
open en vrij te (tellen, en om aan de Ileeren Staaten van Stad 
en Lande, des noods, eene overvloedige tijd (e laaten om zig 
op de cordaate offertes van deefe zijde gedaan, te konnen be- 
denken , en deefe laak op eene billijke voet tot een volkoome 
af komftc te konnen brengen , indien bij opgeroeide Heeren 
Staaten daar toe eeu finceere inclinatie is refideerende, met 
die expresfe voorbehouding nogthans , dat, de voorfz. tijd 
yrugteloos verloopen zijnde , Haar Ed, Groot Mog. nog do 



GRONINGEN. 69% 



Geinteresfeerdens aan dcefe gedaane prefentatie geenfints verder 
zullen gehouden zijn, en aan haar referveeren, omme daar np 
alle fpodanige verdere bequaame middelen weederom bij de 
band te neemcn , als zij tot de einde|ijke voldoeninge van deefe 
.pretenfien meest pirbaar Tullen vinden ; En wij geinfonneert 
werden, dat de Hceren Staaten van Stad en Lande door derfej- 
ver Publicatie van den 3 deefer loopendc maand aan deneisch, iit 
opgemelde Haar Edele Groot Mog. Refolutie vervat, aisnu 
hebben voldaan f 

„ SOO IS 'T , Dat wij , uit kragte van de authorïfatie ons 
bij voorfz. Refolutie verleend, en. met oyerleg van de Heeren 
Gedeputeerden van deefe Provincie ter Generalitéit , goedge- 
vonden hebben bij deefe allen en een iegelijk te adverteeren, 
dat , blijvende alle de Arreftten , foo generaale als fpeciaale, 
die voor dato van deefe onfe Publicatie zijn gedaan, in volle 
kragt en vigeur , van nu af aan tot den 1 Junij aanftaande geen 
verdere of nieuwe Arresten binnen deefe Provincie op eenigc 
Scheepen, Goederen of Effeften, de Ingezeetenep van Stad en 
Lande toebehoorende , fullen werden gedaan ; wordende ten 
dien einde geduurende die tijd alle Commercie bij provifie in 
zoo verre wederom open en vrij gefield» 

,, En pp dat nlemend hier van ignorantie pretendeere , or- 
donneeren wij , dat deefe alomme fal worden gepubliceert ea 
geaffigeert daar fulks behoort en te gefchieden gebruikelijk is. 
„ Gedaan in deu Hage onder het klein Zeegel van den Lande, 

flen 14 April 1760. 

( Onder ftond) 

Ter Ordonnantie van de Gecommitteerde 
Uaaden. 

(fFas geteekent} 
C, CLOTTERBOOKE., 
PUBLICATIE. 

„ De Staaf en van Holland en West f rietland ; Allen den 
fecnen, die deefe f.;lien fiep pf hopreu leefen, falun Doen te 

Xx 5 wee- 



3* GRONINGEN. 



weeten : Dat bij de PnMkatfe van de Heeren Onfe Gecotmnic» 
teerde Raaden van den 14 April iaatstleeden op Onfe authorife- 
fic gedaan, de yastgeftelde termijn, waar inne ( blijvende afle 
arresten die gedaan waren ) geene nieuwe arresten binnen deefe 
Provincie op eenige Scheepen, Goederen of Efftóen 4e In- 
gezectenen van. de Provincie van Stad en Lande toebehooren- 
de , (bode gedaan werden, met den eerden Junij aanftaande 
•ftaat te expireeren , (onder dat de differenten over de voldoe- 
pinge der agterftallige Groningfche Lijfrenten tusfeheu defelve 
Provincie en ons gereeftn tot hier toe geheel hebben kunnen 
'werden verefient, waar toe weigemelde Heeren Staaten van 
'Scad en Lande nogthans ter deefer tijd eenige meerdere hoope 
koomen te geeven , en Wij uijt Onfe gewoons rooderade en 
•foegeevenbeid voor Onfe Bondgenoot en, de (anken, hoefeer 
op alle regt en billijkheid gefundeert , niet geerne pousfeeren 
'dan in de uiterfte noodfaakelijkheid, en daaroinme alsnog ge- 
neegen zijn eene convenable tijd af te wagten , om daar um; 
1 de verfchillen buijten verdere venvijderinge tot onderling ge- 
noegen te kunnen zien afgedaan, 

„ SOO IS T, Dat Wij ten dien einde noodig hebben ge» 
vonden door deefe alle en een iegelijk nader te adverteeren, 
dat Wij hebben goedgevonden de voorfclireeve bïj de Publica- 
tie van den 14 April Iaatstleeden gefielde termijn tot den ecr- 
ften Junij , alsnu verders te prolongeeren tot den eerden Au* 
guftij aanftaande , en dat allbo tot die tijd toe geene nieuwe 
«resten binnen deefe Provincie op eenige Scheepen , Goederen 
of Effeften de Ingezetenen van de Provincie van Stad en Lande 
toebehoorende fullen worden gedaan, maar alle Vaart en Com- 
mercie geduurende defelve tijd wederom fal zijn en blijven 
ppen en onverlet; en dat wijders, omme te betoonen de defe- 
rence welke voor de inflantien door de Heeren Staaten van 
gtad en Lande daar toe aan Ons gedaan zijn hebbende, booven 
dien -nog hebben goedgevonden, die ordre te (lellen , dat ds 
(Scheepen aan de Ingezeetenen van Stad en Lande toebehooreib 
de , en die in de*fe Provincie zjg thans nog onder arrest zou- 
den moogen bevinden, daar uijt met den eerfte geheel en al 
amllen werden ontfïagen en vrijgefteld; terwijl egter voorts, en 
*ot Onfe nafcre dfepofkie, van volle kragt en vigeur wllen 

Wi> 



GRONINGEN. 69? 



fcrtjven alle verdere arresten 200 generatie ah fpeciale , die be- 
vooreos tot dato deezes op alle andere Goederen en Effec- 
ten, geene uitgezonderd, .de Ingezeetenen van de Provincie 
van Stad en Lande toebehooreode, binnen deeze Provincie 
pedaan zullen zijn, 

„ En op dat niemand hier van ignorantie pretendeere , or- 
dooneeren Wij , <kt deeze alomme fal worden gepubiiceert en 
gcaffeeert, daar zulks beboort en 'te gefcliieden gebruike- 
lijk is, 

„ Gedaan iq den Hage ander bet Hein Zcegel van den 
f^ande, den 14 Mcij ij6o f 

{Ouder fttnd) 

Ter Ordonnantie van de Staaten, 

(uw getcekent) 

ARIS v. d. M I E D E N, 



PUBLICATIE, 

„ De Staater. van Holland en Westfrieiland ; Alle de 
geenen die deezen zullen zien of hooren leezen; Salut: Doen 
;e weeten, dat, nademaal Wij van wegens de gefaamentlijke 
Geinteresfeerdens binnen deeze Provincie in de bekende agter? 
fUffige Groningfcbe Lijfrenten, zijn geinformeert geworden 9 
dat volgens de daar toe tusfeben Ons en de Heefen Staaten van 
de Provincie van Stad en Lande aangegaane en fubfifteerende 
Conventie, alsnu dien conform de betaalinge in contante Pen- 
pingen , mitsgaders de extraditie der Obligatien aan de gemelde 
Geinteresfeerdens werkelijk is gefebied en volbragt, en mits-: 
dien he| billijk is, en ook i>a luid van de voorfchreeve Con- 
ven:ie, dat alle arresten en belemmeringen ter faake voorfz, 
binnen deeze Provincie gedaan, tbans werden opgeheeven, en 
alles wtrcderom berfteld op den voet gelijk bet voor deeze 14 
geweest, 

„ SOQ 



*pt GRONINGEN. 



w SOO IS- 't, Dat wij hebben goedgevonden en vertfean, 
door deefe te verklaaren, niet alJeep op te heffen het genera** 
\e arrest , foodanig als het bij Onfe Publicatie van den 2 No- 
vember 1759 op alle EfFe&en, Goederen, A&ien, Crediten 
en Penningen , de Ingezeetenen van de Provincie in eigendom 
toebehoprende, is gelegt geworden, met alle verboden en al het 
gunt verders daar inne is gevoegt en geexpresfeert , maar boovea 
dien ook bij deefè op te heffen, en buiten alle effeét te fteBen, 
alle zoodanige particuliere arresten als bij de voornoemde Getnte- 
fesfeerdens, of van haarentweegen door jacob roetbrs qq, op 
eenige diergelijke Effeét en, Goederei?, Aétien, Crediten of Pen- 
ningen , hoe ook genaamt , binnen deefe Provincie ter (aake 
voorfz. éentgiints feuden moogen gedaan zijn, fonder dat daar 
toe eenig verder of particulier ontflag noodig zal zijn, en zulks 
va? ftonden aan, na de Publicatie deefes, als niet willende dat 
eenige van dien het alderminfte effeft roeerder forteeren fullen^ 
met begeerte verders, dat alle Commercie, correfpondentie, ea 
alle verdere handelingen tusfehen de Onderdaanen van deefe Pro- 
vincie en die van Stad en Lande voortaan weederom zal zijn, en 
moogen gefchieden zoo vrij en onbelemmert als dezelve voor 
dato van de voorfz. ongelukkige ontftaane, dog nu gelukkig bij- 
gelegde, en geheel gecesfeerde di&renten, eenigfints is geweest, 
en gevoert heeft mogen werden. 

„ En op dat niemand hier van eenige ignorantie pretendeere, 
lasten en beveelen Wij , dat deefe alomme fal werden gepubli- 
ceert en geaffigeert daar fulks te gefchieden gebruiklijk is. 

„ Gedaan in den Hage onder het klein Zeegel van den Lande ^ 
den 5 Februari] 1761. 



( Onder ftondy 
Ter Ordonnantie van de Staaren* 
(fPas gettekent*) 
A R I S v. d. M I E D E N, 



CttONltfGEN,oF GROENINGEN.GRONINGERLAND,tfj> 

Het verdere wegens deezeStad,geene zaaken van groot gewigt 
"beaeffende, gaan wij over tot andere Artikelen. 

Groningen, of groeningen, een welbebomvde buurt, drie 
uuren van Sant beek, in staats liraband, hebbende in deszelfs 
midden een oude Kapel. Ook is hier de pleisterplaats der 
Postwagens tusfchen Veulo en Nijmegen* 

GroningeiIland , is meermaalen met droevige Watervloedei* 
bezogt geweest, waar van de oude Kronijken en laatere Gefchie- 
denisfen beklagelijke verhaalen en beschrijvingen doen. Men zal 
hier alleen van drie der voornaamfte gewag niaaken. In den 
vierden Allerheiligen- vloed , ook de Allerzielen- vloed genoemv 
om dat die dag op den 2 November komt , en deeze Stormvloed 
twee etmtalen duurde, voorgevallen in den Jaare 1570* Icedt 
Groninger/and eene ongemeene fchade. Het Water brak 
bij Qremeihorn eerst door; vloog wel een mans lengte over 
alle Dijken, en als oen Zee, landwaards in; en men re- 
kent , dat 'er in Groningerland toen 9000 Menfchen en 7000* 
Hoornbee. ten verdronken zijn , en eene groote menigte var* 
Huizen en Schuuren weggefpoelt. Het grootfte gedeelte van- 
het Land üondtals een baare Zee , en vijf mijlen verre dreeveiv 
Menfchen, zittende op daken van Huizen, waar van eenige in 
het hooge Land gered wierden^ Overat zag men 'er op balkcn y 
berden, hooibulten, (lukken van huizen, enz* in het Water 
drijven , die de genade Gods en hunner Evennaasten om hulpe 
boden. Een tweede, en nog verichrikkelijker Watersnood , trof 
Groningen en de Ommelanden tusfchen den ia en 13 Novem- 
ber des Jaars 1086; wordende deeze vloed gewoonlijk de der- 
de St. Mar tens* vloed genoemd, om dat dezelve daags na dat 
Feest is gebeurt, en- ook de Groninger - vloed geheeten, om- 
dat hij dit Gewest inzonderheid trof. Des avonds van den 13 
November waaide het zeer fterk uit den Zuid- Oosten, gelijk-' 
bet reeds eenige dagen gedaan had , waar bij een zwaar onwe^ 
der van Donder en filixem kwam; en omtrent 9 uuren draaide 
de wind naar het Noord - Oosten , en kort daar na naar het? 
Noord -Westen, Deeze ïlorm dan , verzelt van hagel, deed 
Jgt zoute Zeewater, in dien naaren nacht, of tegen den marge»- 

ftond 



fbo CkONlNGEkLANÖ; 

ftond, over alle Dijken , wel, naar men zegt, tot de tioogie 
van eens mans lengte, loopett, en oterftroomde 'm konen tijd 
bijna geheel Groninger land. Het altereerde ongeval trof het 
Kwartier van Hunfingoi de tweede (loot viel voorts op dat van 
Fiveiiwgo (zie piv^loo,) en voorts werden de beide QMamp-' 
teiiy het Geerecht , en eindelijk het Heester -kwartier over- 
ftroomt. De Sud Growinxen ftond rondom blank, en het water 
drong 'er zelfs op verfcheide plaatfen in. Van derzelver 
Wallen zag men overal niets, dan droevige vertooningen: hier 
kermden eenigen, op folders, daken, boomen en booiboketf 
gevlucht , om hulpe ; daar zag men fchorteidoeken en hkens 
uitfleeken , ten teken van uiterften nood ; alommje drecvm 
lijken op het water* Veelcn wierden op hunne bedden 
en in hunne kamers, eer zij vluchten konden, van de indrin- 
gende golven overrompeld. Bij menigten moesten *er op de 
folders, twee en drie ecraanlen, en langer, zonder cetcn of 
drinken , in koude en ongemak zitten jammeren. Zeer veelen 
dreeven op hooiblokken , (lukken van folders , of daken , 
planken , enz. waar van veelen verdronken , eenigen hier en 
daar nog aandreeven , en wonderlijk , na veele uitgeftaane 
honger>noöden , geborgen wierden : want de Regeering der 
Stad GronUgen deedt de Burgerij , twee Vaandels te gel'jk, 
en zo vervolgens bij beurten * met allerhande vaartuigen uil- 
varen; die dan ook ijverig in de weer waren, om menfehen, 
Vee en andere goederen te bergen. De kracht der Zecgolveo 
terbrak ook veele dijken; van De/f zijl tot aan de Oude Schans* 
Was weinig van den dijk te vinden , en te Oterdum fpoelde 
da dijk zodanig weg, dat de oude grondvesten van huizen, 
die aldaar geftaan hadden , bloot raakten: ook verram men, 
dat verfcheide (lukken Veengrond, zo groot als huizen, tot aan 
de Nieuwe Schans dreeven: zo dat deeze vloed fchrikkeüjk 
Was voor deeze Provincie, en de rampen onbefchrijflijk; wam 
in de zelve verdronken 1558 menfeben, 1387 paarden, en?Mt 
koornbeesten, behalven al het andere kleine vee, als fchaaptfi 
en varkens , waar van men het getal niet vind aangetekend: 
mogelijk om dat het zelve te groot was , of dat het niet is op- 
genomen. Ze 1 honderd- en -een- en- dertig huizen fpoelden ge- 
heel weg , en z^$ honderd* en- zestien waren door de kragt 

4%i 



GftONIlSÖERLANÖ.: ^rtf - 

des waters befchadigt. De derde booge watervloed, Gronin- 
gcrlaed overgekomen, en van welken men bier zal fpree- 
ten , is de jammerlijke Kersvloed, gezegd de zesde, van 
den Jaare 1717, Hoe groote fchade deeze vloed alom- 
me, en in het bijzonder in de Landen , aan de Noord- 
Zee -geleegèn , beeft veroorzaakt , is , helaas ! te bekend t 
dan dat men 'er hier in *t breede van behoeft te fpree-* 
ken. Men zai alleen zeggen , dat het eenige dagen 
voor Kerstijd fterk üit den Zuidwesten had gewaaid ; dat 
het Zeewater daaf door zeer menigvuldig wit den Oce- 
aan, door het Kanaal, in de Noordzee was geworden, en 
dat de wind daar op den 24 December redelijk fterk uit den 
Noordwesten waaide , waar doof al het water üit de Noord- 
zee weder door het Kanaal moest lopen , en dus eene zwa*- 
re overftrooming veroorzaakcn. In de Provintie van Gro- 
ningen en de Ommelanden zag het niet veel beter, en op 
fommige piaatzen zelf-; flegter uit , dan in deu zwaarcn St,- 
Manensvloed, waar van boven i« gefprooken. Ook is hes 
water in deezeri vloed hier ongelijk hooger geweest dan in 
den voorverhaalden, ja, naar fomtniger meeninge, wel 3 of 4 
voeten in het algemeen hooger, en het getal* der verdronken o 
menfehen zelfs Yeel grooter. De zvraarfte rampen: gebeurden iit 
de Kwartieren van Hun fin $o en Five/ingo, en in ds OA/am/j- 
ten. Ellendig zijn veele menfehen in het water omgekoo- 
men , en wonderlijk zijn ook eenige , na yeele geleedene 
r ampen , behouden. De Stad Groningen had het water rond- 
om haare wallen en poorten; doch in de Stad ftond het 
maar. op eenige piaatzen, waarom ook eenige menfehen op' 
bovenkamer*, of zolders, moesten vlugten; en alzo het-. 
Land alomme als eene Zee was , en veele menfehen in nood 
waren, wendde de Magiftraat deezer Stad groote zorge aan,- 
otn dié rampzaligen op het Land te redden : ook wier- 
den veele beesten met vaartuigen aangehaald, en te Gronin- 
gen op openbaare piaatzen, zelfe op de plaats van de Hooge 
Schoole, en ekfers, geborgen. Het getal der in deeze Pro- 
^fotie vetdronkene menfehen heeft beloopen 2276; dat der 
k°°n*eesten ntfótf; dat der paarden 3200, der varkens* 



ïé± GÜONINGERLANÖ. 



1305, en dat der fchapen 11214. Ook is 'er een geul van 
1560 huiren 20 weggefpoeld; als ten deele befcbadigt. 

Het Bisdom van Groningen. 

Wanneer , in den beginne der Regeeringe van Koning n- 
lips den II ,- de nieuwe Bisdommen in Nederland wierden 
opgeregt, en dat van Utrecht tot een Aartsbisdom verhee- 
vtn , werd Groningen aan het Aartsbisdom van Keulen » en 
aan meer andere Bisdommen, doch voornamentlijfc aan dat 
van Mnnfter, onttrokken, Zelf tot een Bisdom aangefteld, 
en aan het Aartsbisdom van Utrecht onderworpen.- On- 
der dit behoorde im geheel Groninger land % het Landfchap 
Drenthe en de Eilanden Roilinge en Bêrcknm. Men vind 
dit alles breder uitgedrukf, en de grenspaalen van dit nieuwe 
Bisdom omftandig aangeweezen in de Bulle van Paus fii» 
den IV, door den Schrijver der Oudheden en Geftigten van 
Groningen 4 uit een oorfprongelijk handfehrift der Utrecht- 
fche Kerke het eerst in het ligt gegeeven. Zie het gemelde 
Werk , pag. 6,- enz. in 8. Deeze Bulle is gegeeven te 
Rome % den 7 Augustus des Jaars 1561. De Bisschoppelijke 
Stoel wierd in de St. Martenskerk opgeregt, en het eerst 
beklommen door 

Johan knyf , gebooren te Utrecht , een Minderbroeder* 
Hij werd tot Bisfchop verkooren, in den Jaare 1561, en is 
geftorven* volgens valerius andreas, den 1 O&ober det 
Jaars 1576; doch, naar het zeggen van anderen, eerst in 
den Jaare 1578. Na hem werd. tot dit Bisdom benoemt, 

Johannbs bruhesius* of de bruhese, een Brahamhch 
Edelman; maar dezelve werd, voor dat hij zijne bevestiging 
had bekomen, tot Aarfsbisfchop van Utrecht aangedeldi Ia 
zijn plaa's werd tot Bisfchop van Groningen verkooren, 

Arnoldus nylen, te Nijmeegen gebooren, van de Orde 
der Predikhceren: doch dezelve heeft het wijdzel niet eens 
ontvangen, en heeft zig, na dat Groningen , in den Jaare 
1594, door de Staatfchen, als boven is verhaald, was inge» 
noomen, naar Brutfel begeeven; waar mede dit Bisdom we- 

dar 



GRONINGERLAND; jraj 

&èt in duigen vief, én God, in plaats van de Roomfche 
Ijdelheden , de*' eenvoudigheid van bet Euangelium , door dtf 
H erVorminge » ook te Groningen allengs deed fhtud grijpen; 

Hooge School enzi van Groningen*. 

Deeze Hooge School werd in den Jaare 1614 opgeregt , 
fender het Stadhouderfchap van Graaf willem lodewyk 
van massau. Het befluit tot deeze opregtinge was reeds in den 
Jaare 16 12. genoomen, en haare inwijding gefchiedde op den 23 
Augustus des voorgemelden Jaars 1614; De eerde Hoogleeraa- 
ren, in deeze nieuwe Akademie beroepen, waren zes in getal, 
namentlijkt Dr. hermanus ravensberg, Hoogleeraar in de 
Godgeleerdheid, van de doorlugte Schoole van Steinfurt der- 
waards beroepen ; Dr. cornelius pynacker , Hoogleeraar in dé 
Regten, in welke hij reeds te Leiden lesfen had gegeeven; Dn 
wicolaus mulerius» Profesfor in de Genees- en Wiskunde, te 
vooren Re&or in de Schoole te Leeuwarden \ übbo emmiusj 
Hoogleeraar in de Gefchiedenisfen en Griek fche Taaie, van de 
Latijpfche Schoole deezer Stad, daar hij Rector op was ge* 
toeest, op deeze nieuwe Akademie beroepen; Dr. johannes 
èpinus, gewoon Profesfor inde Philofophie en Zedekunde, en 
buitengewoon Hoogleeraar in de Regten; en Dn guhjelmus 
macdowel; Hoogleeraar in de Reden-* Natuur- en Bovenin* 
tnurkunde, een Schot van geboorte, hebbende reeds te Sti 
jindrtm over de Natuurkunde van aristoteles lesfen gegeeven t 
De inwijding deezer Hooge Schoole gefchiedde op de volgende 
wijze. Eerst werd op den gezegden 23 Augustus in de Sb 
Martenskerk een predikatie gedaan door arwoldus martini , 
Predikant dier Stad. Vervolgens ging «en in order naar 6% 
Akademie, daar Dr; pancraTius, Stads Sijndicus, eene reden* 
voering uitfprak, in den naame der geheeje Provimie, aangaan* 
de deeze prijzelijke ftigtinge; waar na de Hoogleeraar herma< 
nus kavensberg mede eene redenvoering deed , op deeze om- 
flandigheid gepast. Des avonds werden de Leden deezer Aka- 
demie door de Gedeputeerden der Heeren Staaten deftig ter 
maaltijd onthaald ; en op den volgenden dag deed de Profesfor 
jwanmes epjnus eene redenvoering, aangaande den lof &d 
XVIII. DBfiL. Vy Frü* 



7*4 CRONWGERLANÜ. 

Frieten % inafendcrheid van de Provintie vin Cr«efa£e* en dv 
Ommelanden. Op den 35 Augustus deed 'er macdowel eene 
over de nuttigheid der PhÜofophie* en vervolgens weid uaatf 
hohüs tot eerflen Re&or Magnificus deezer Hooge Schoole 
verkooren; dewelke over deer* verkiezinge verbaast, deeze 
waardigheid in den beginne weigerde aan te neemen. Scrab 
werden 'er wetten ontworpen, volgens welke deeze Hooge 
School zou beftierd worden? doch dezelve grepen geen fiand, 
voor dat zij door de Staaten der Provinde goedgekeurd en be- 
vestigd waren, het welk in den beginne des volgenden Jaais 
1Ó15 gefchiedde. Dezelve werden daar op den 6 Maart de* 
gemelden Jaars den Heeren Curatoren en Hoogleeraaren voor* 
geleezen: doch de baestgemelde bezwaarden zig daar ever, 
dat deeze wetten buiten hunne kennisfe gemaakt waren, en ook 
eenige zaaken behelsden, die tot hun nadeel waren; waarom 
hen eene verbetering derzelven belooft werd. De eerde r 
cRe op deeze nieuwe Hooge Schoole tot Doftor in de 
Regten werd verheven r was nuco van nyeveen, houdende 
zijn inauguraal difpuit op den 13 November des Jaars 1615, 
tiuder her Reétoraat vwi den Frofesfor raveksbero. Ook heb- 
ben de Heeren Staaten ter zei ver tijd, op des Lands kosten, 
zestig voedfterlingen {alumni) aangenoomen , om hen in de 
fraaije letteren en geleerdheid te doen- onderwijzen. 
' Tegenwoordig zfjn in deeze Hooge Schoole negen gewooor- 
Hoogleeraaren, te weten, twee in de Godgeleerdheid, twee fa. 
de Regten, een in de Genees- eir Krnidkonde, en vier in de 
Philofophie, Redeaeerkunde en Taaien, nevens een buitenge- 
woon Hoogleeraar ia dé Godgeleerdheid , die te gelijk ook Pre- 
dikant is, en den predfltdienst nevens de andere Predikante* 
waarneemt. Deeze Heeren Profesforen worden door de Heem 
Bezorgers of Curatoren der Akademie, die zes in getal zfjb r 
te weeten drie Heeren van de Sttd, en drie wegens de Omme- 
landen , voorgeftelé, maar door de ITeeren Staaten op eet 
Landdag verkooren. Alle zondag avonden word 'er ook door 
cenen der twee Hoogteeraaf en in de Godgeleerdheid, beun o* 
beurt , in de Akademiekerk gepredikte 

De gemeene Latijrfcke School deezer Stad beftaat In zevea 
Clasfin, of bijzonder Sthooien, die- door een Rc6or f eea 



GJLoWlNGÈftUNÖ, M 



Cbttretfor én zeven Leermeesters of Preceptoreh beftierd W* 
êea* Behalven deeze is 'er een Preceptor in êe muzijk, die 
woeasdags en zaturdags na den middag de nrazijk onderwijst üt 
ccne der voornoemde Schooien. t\y worden alle gekozen doof 
twee Heeren van de Stad, Schohrchen genaamd. 

Groningen had voor deezen twaalf kerken, te weeten, drie 
Parochiekerken, vijf Kloosterkerken , en vier Gasthuisker* 
ken. 

De Hoofdkerk , in de, Roomfche tijden , st. BÉAiitïNüs Vaü 
*ours toegewijd, beeft een hoogen, fterken en deftigen Too» 
ren, In detf Jaare I469 begonnen, en in dén jaare 1482 vol- 
bouwd. Hij fs een der aUerfierlijkfte , en mogelijk ook dé 
boogde, als 2ijnde 333 Rhijnlandjche voeten boVen den grond 
opgehaald, van gantsch Nederland* Dettine is, behalven eeü 
VoortretièKjk klokkenfpel , met een zeer groote klok voorzien* 
Be Tooreö, die 'er te vooren op ftónd, Hortte in den Jaare 
f468, midden in den nagt» in* en vernielde mede een gedeelte 
Van de Kerke. Deeze Kerk is met een voortreffelijk orgel ver* 
fiert , het welk door de kundige hand van rudolphüs agricolA 
ft gemaakt» Op het Hof van deeze Kerk plagt de Raad, in dé 
XV ' Eeuwe*. onder de iindebootnen dikwils te zitten en raad ie 
pleegen. 

DeS/. Walbut&ktrh was de tweede Parochiekerk * U zeef 
tud, en heeft 'er io vroeg, of nog Vroeger gedaan dan dé 
8tad zelf; ja is, Volgens het zeggen van fommigen» weleer tol 
het pleegen van den Heider fchen Afgodendienst gebruikt géi 
wee«4 Deeze Kerk , op het zelve vierkante Plein óf Kerk- 
nof met de St» Martehskerk (hnande, was bijna rond, en van 
een gantsch ander maakzel dan de gemefene Kerken* Beka ver- 
baalt, dat de Groningers deeze Kerk, ten tijde van heriberT« 
Bisfchop van Utrecht dat is omtrent het midden der Xil Eeu- 
*e, Kafteelsgewijze verfterkt, en 'er hooge Bolwerken aan ge- 
maakt hebben (eene gewoonte, )n de middelde Eeuwen fterk 
in gebruik;, waar uit zij met pijlen, tteenenen flingèrs tegeA 
de Noormannen vogtetn Deeze Kerk, met haaren fchoonea 
fpirfen Tooren» heeft tot den Jaare ióift geftaan; maar toen 
Ingeftort zijnde, i* dezelve geheel en al geflegt, zo dat daat 
Tan tegenwoordig niets toeey gezien word» ' 

¥yj* Di 



7*6 ORONINGERLAND. 



De St. Nicolaaskeri was in de Roomfeke tijden de derde 
Parochiekerk, en is naar het Westen van de Stad geleegen. Zif 
is daar na aan de Lieve Vrouwe ter aa toegewijd geweest, ei 
heeft, in den Jaare 1671, door biixemvnur haaren hoQgen e» 
fpitfen Tooren, met het aangenaame klokkenfpei, verlooren* 
Vervolgens weder herbouwd zijnde, is bij naderhand ongeluk- 
kiglijk iageftort, en heeft het voortreffelijke Orgel onder zijne 
puinhoopen verpletterd: doch is zeden veel fieriijker dan ooit 
te vooren herbouwd. 

Behalven deeze Kerken, waar van 'er tegenwoordig nog twee 
in wezen zijn, waren te Groningen eenige Kloosterkerken, on- 
der welke die der Franciskanen , met een ruim Klooster daar 
aan, de grootfte was. In het Klooster is, zo als boven is aange- 
tekend, zedert de veranderinge van den Godsdienst, de Hooge 
School opgeregt, en in een gedeelte der Kerke de Boekerij. 
van de Akademie geplaatste 

De andere Kloosterkerken waren: 1. die der Jaceb^nen^ of 
Dominicaan*** met eeri Klooster daar &an. Zij ftond zederc 
de uitlegging der Stad, in den Jaare 1615^ omtrent in het mid* 
den der zelve, en is in den Jaare 1621 in een Diaconie- Kinder- 
huis verandert» 

a. De Broedenkerky anders de Kerk der Klerken van het 
gemeene leven, met een Klooster daar aan, was met heel groot, 
en ftond voor deezen op den Noorderhoek van het St. Walburg* 
Plein; maar is zedert tor de verblijfplaats van den Stadhouder 
bekwaam gemaakt* 

3. De Klari>fenke* k > met een groot Klooster daar aan, 
werd in den Jaare 1590, wegens den Spaanfcken oorlog, door 
de Klarisfen verlaaten, en het Klooster aan de Jefuèten .gegee- 
ven; maar is, dezelve door de Gereformeerden verdreeven 
zijnde, tot een Burger- Weeshuis gemaakt. 

4. De vijfde Kloosterkerk werd in de Koomfcke tijden ge- 
bruikt van Adelijke Maagden, die geen Kloostergeloften deden f 
en St. augustinus als hunnen patroon eerden. Deeze Kerk, 
veel kleinder dan de voorgaande r werd in den voorgemelde* 
Jaare 1590 mede den Jrfiiiten ingeruimd, maar is zedert da 
veranderinge van den Godsdienst tot de Akademie- Bibliotheek 
en Latijn fchc Schooien gefchikt, wordende de Kerk de Broer- 
#f Akademieketk genoemu S» 



GRONINGERLANB. 707 

De Gasthuiskerken zijn: 1. de H. Geestkerk* (taande aan de 
Zuidzijde van de Stad, met een zeer groot Gasthuis daar aan. 
a. De &• Jakobsker** een klein gebouw, ftaande in den uiter- 
ften hoek van de Stad, naar het Westen toe. 3. De St. Anto- 
miekerk . digt aan de Oostpoort , en de kleinfte van allen. 4. 
Eindelijk de Geertruidtkerk , met een Gasthuis daaraan, ftaat 
aan de Oostzijde Tan de Stad, bij de vesten. In de eerde en 
laatfte der genoemde Gasthuiskerken word alle zondagen voor 
de middag gepredikt. 

De Franfche Gemeente vergadert in de Broer- of Akade- 
miekerk 9 en heeft een Predikant. 

De Lutherfche Gemeente, die hier al vrij talrijk is, heeft ecu 
fraaie Kerk, met een Orgel voorzien, waar in een Predikant 
in het Hoogduitse^ predikt. 

De - Mennoniten hebben twee Kerken , behalven nog eene 
vergaderplaats voor die van de Zwitterfche Natie. 

De Roomsehgezinden hebben hier ten minfte vijf, zo niet 
meer Kerken, doch geen openbaar e, maar woonhuizen. 

Het Stadhuis der Stad Groningen is gebouwd in den Jaare 
1 443 ; al voor lang heeft men in beraad geha<% een nieuw in deszelfs 
plaats te bouwen. Het Amuniüehuis in den Jaare 1628, om van 
andere openbaare Stadsgebouwen kortheidsbalven niet te fpree- 
ken. ~ 

Aangaande de Regeeringsform van Groningen , deeze Pro* 
vintie is de laatfte in rang van de zeven Nedcrlandfche Provin- 
tien, en zeden dezelve, in den Jaare 1594, wederom met de 
andere zes Provintien is vereenigd, word de oppermagt ge. 
noemd de Staaten van de Stad Groningen en van de Ommelan- 
den^ of van Stad en Lande, welke beftaan uit twee Leden. 
Het 'eene Lid, wegens de Stad, word gereprefenteerd door 
Burgemeesteren en Raad der Stad Groningen , en het andere 
Lid door de Jonkeren, Hovelingen, Eigenêrfden en Gevol- 
magtigden der drie Kwartieren van de Ommelanden. 

Deeze Heeren Staaten vergaderen alle Jaar en eens, gewoonlijk, 
•p de uitfehrijvirig der Gedeputeerde Staaten, op den 21 Fe- 
bruarij, in het Provinciehuis binnen Groningen (bevoorens ge- 
weest de St. M artensfchool , maar in den Jaare 1601 ten dienftc 
der Landdagen aangelegt), wanneer de eed van alle Provinciaal* 
Collegien komt te eindigen , en de Heeren Gedeputeerde Staaten 

Yy 3 ta 



fol GRONWGERLAND, 



Il de 2ul, tor de Staaten vergadert zijn, verzogt worden, de* 
welke hunne bediening op eene pkgtige wijze mee een «s- 
4?nek, die door bunnen Prefidenc gedaan word, in handen 
-van de Heeren Statten nederleggen , en worden daar op door 
den Sijndicus der Stad, uit naaine der Staaten, voor fannae 
goede voorzorge bedankt, en de refignatie geaccepteerd. Op 
dien tijd word voorts een dag vaatgefteld , wanneer de Senten 
weder Utyeen zullen Zoomen om de GeóenriiteRs Ampcen ea 
de Provinciaale Regeering te beftellen , na dat eerst op den 
.feeftemden tijd eene predjeatie in het Provindehuia is gedaan, 
door eenen der Profesforen in de Godgeleerdheid, of ge. 
WoonHjk door eenen der Predikanten van de Stad, waar van, 
-volgens teen oud gebruik , de nominatie en keuze gedaan word 
bij het Lid der Ommelanden. Geduurende deezen nisftfaea» 
tijd worden de Provinciaale orders béfteld door den Prcfident 
van de Stad en den Prefldent der Qmmttaudcrt, Op dia 
faéftemden tijd word, uit name en op commisfie van de Saa- 
ien , beftelling gedaan van alle Generaiipits- en Provinoaste 
£mpten, op die wijze, dat ieder Lid in den zijnen, te wee- 
ten de Stad uit haaf e Burgers, en de OmmeUtndem uit hunne 
comparanten ten Landdage, de perfoonen aanftellen, en op de 
fcaatsvergadering benoemen, welke voor dat loopeode Jaar de 
Generaliteits- en de Provinciaale Ampten zullen bekleeden; 
wordende doof ieder Lid gefteki drie tot Gecommitteerden in 
4e Vergadering der Heeren Staaten Qeneraal; feder een in den 
Raade van Staate; ieder een in de Generaliteits Rekenkamer | 
ieder een Ordinaris en een Extraordinaris Gecommitteerde it 
het Collegie ter Admiraliteit in Frieiland, te Hartimgen refi» 
deerende. Aangaande de Gecommitteerden in het Collegie ter 
Admiraliteit te Amfierdam , daar van heeft de Stad twee' Jaa- 
ren de beftelling, wanneer, daar tegen de Ommefandtn twee 
Jaaren de beftelling hebben -van den Luitenant, of Prefidenc 
van de Hooge Jufti tiekamer ; en de twee Jaaren, wanneer df 
beftelling daar van is bij de Stad, hebben de Ommelanden 
wederom de beftelling van een perfooo in de Admiraliteit ft) 
jimfterdam* ' Op. den gemeiden tijd worden, boven de vier 
perpctueele Hoofdmannen, alleen door het Lid vin de Stal 
fjog aangefteld , vier Hoofdmannen voor dat loopende Jaar ia 
4* ifepgC Juftitiekaaei, wwtente de PreQdenj tq de gemelde 



CRONINGERLAND. 709 

Kamer twee agtereemrofgende Jaaren , de eerfte twee Jsfarea 

door het Lid van de Stad, de volgende twee Jaaren door het 

JAó van de Ommelanden , gekoozeo. Ten zelven dage worden 

'mede door ieder Lid bedek vier Perftont n in het Collegie der 

Meeren Gedeputeerde Staaten , en door ieder Lid drie ter f 00- 

'men in de Provinciaal* Rekenkamer» Ten zelven dage worden 

mede uit de Staaten en uit ieder Lid een gelijk getal van Gecom: 

emitteerden aangeftelt. Die tot de Provinciaale Atnpten gekoozen 

zijn , hébben geen regt gednurende hunne bediening op den Land* 

dag als Leeden van de Staaten te verfchijnen. 

Voorts vergaderen de Staaten Extraordinair, zo menigmaal zij 
wegens voorvallende Generaliteits of Provinciaale zaaken door 
de Gedeputeerde Staaten befchreeven wórden. 

Bij de Staaten worden ook afgegeeven alle Inftru&iên , Ou- 
ders, Plakaten, Ordonnantién , en alles wat de Generaliteit of 
Provincie in het algemeen betreft. Bij dezelve worden mede 
geftatueert het Landregt en andere Wetten in regtzaaken, de In* 
gezetenen der Landen verbindende. 

Het Lid van de Stad heeft in alle Staatsgewijze Befoignes 
bet eerfte Advijs , ook in alle Collegiën en Commisfiën den 
«erften rang. 

Verder is in deeze Provincie een Krijgsgeregt , of Krijgt- 
raad* beftaande uit een Pre/sdent, of Geregtfchultz , twee Ad* 
fes/boren , en een óecretaris, welke in alle civile zaaken van 
Perfoneele Aftiën oordeelt, wanneer eenig Militair Perfoon, in 
deeze Provincie Garnifoen houdende , gedaagde is , eri oök 
met adfomtie van ten minde negen hooger oflaager Officie- 
ren, in de Provincie Garnifoen houdende, criminele Jurisdic- 
tie oeffent over grover misdaaden, bij Militaire Perfoonen be* 
dreeven. De Prefident en de Secretaris worden bij beurtwis- 
feling, dan door het Lid van de Stad, dan door het Lid van 
de Ommelanden , gekoozen : maar de eene adfesfor word al- 
toos door het Lid van de Stad , en de andere door het Lid 
.van de Ommelanden aangeftelt. 

Daar zijn ook twee Generaliteits Monfter-Cmmisfarit- 
fen , de welke bij beurtwisfelingder beide Leeden aaugefteld 
worden, om pp order der Staaten , of der Gedeputeerde Staa- 
ten , de monOering te doen over de Militie in de Provincie, 

Yy 4 tf 



fio QRONINGERLAND, 

pf ook wel elders anders in Gamifoen leggende buiten de Pro- 
vincie , maar echter (taande ter repartitie yan de Stad en 
JL.ande, 

Het eerde vaq de Prpvindaale JCollegif n word genoemd ir 
Hoofdmannen - Kamer , of de Hoogt Juflitie- Kamer. Men 
vind van Jiet zelve allereerst gewag gemaakt in de oude Ge- 
fchiedboe^en In den Jaare 1410, zijnde altoos tot den Jaare 
1645 alleen befteld dpor de Stad , en gemeenlijk of bijna al- 
toos bekleed door de vier Qnrgenneefters , welke iq dat Jaar 
Biet in den Raad zaten , waar bij ten tijde, toen eerst Her/r 
Jog karel van gelder in den Jaare 1514, en naderhand Kei- 
zer karel de V, in den Jaare 1537, en vervolgens zijn Zoqn 
fjlips de II, Koning van Spanje , ]3efchennbeeren van de 
{S$ad weren , gevoegd is een Prefident , onder den ejref 
yah Luitenant^ of Stadhouder* He; is aacigerkenswaar? 
dig, dat (3e Dienaars of Geregtsboden van de Mooge Juiboe- 
JÉamer als nog 'dragen de liverij , de welke door Hertog ka- 
rel van gelder is gegeven , of ingefteld 9 zonder dat daarin 
poit eenige verandering i* gemaakt. Maar na dat veele Jaaren 
herwaarts tusfehen beide Leeden veele verfchillen, ter occaije 
van de Hooge Juftitiekamer , waren ontftaan , is daar aan een 
geheel apdere form gegeven, ongeagt alle de Protesten van de 
Stad over nulliteit, dppr decifie yan H. H. Mog. yan den Jaare 
1645, welke als qpg beftaat, ui* kragt van <le welke de 
Hopge Juftitie-£amor }>eftaat m\i negen Regters, of Raaden % 
p\ twee Secretaris/en t te weegen een Luitenant , als Prefi- 
dent, de eepe (wee Jaaren (e kiezen bij de Stad, en andere twee 
Jaaren bij de Ommelanden, eq dan vier Perfooneo Jaarlijks 
bij de Sta<) te kiezen, en dan nogyier Hoofdlieden* die eens 
vooral, of geduureode hun leven gekoozeq worden, en daarom 
perpet ueêlen genoegd worden: te weeten een door de Stad, tt 
drie anderen door de Ommelanden , namentlijk eeq uit Hunfn* 
go, een uit Fivelingo, en een uit het Westerkwartier ; op dee- 
ze wijze, dat, wanneer 'er een Stadhouder is yan de Provincie» 
flie meerderjaarig is, bij vakatuure twee Perfopnen door de Stad 
pf de Ommelanden genomineert worden, waaruit de Stadhou- 
der eenen kiest; maar als *er geen Stadhouder, of een minder* 
Jaajigf is , v?o:i hij ieder Lid direg de begeeving gedaan K vo> 



GRONINGERLAND. 7 i % 



jgcns fee Sttacen Refolutie van den 12 Maart des Jaars 1667V 
Pe Secretarisfen worden bij beurtwisfejing, dan door de Stad, 
jfati wederom dogr de Ommelanden benoemt. Zeden de bo- 
vengemelde decifie gaan nu de bevelen, van <ie ljooge Jufti- 
ciekamer op naame van Stadhouder en Hoofdmannen, wegens de 
liooge Overheid van Stad en Ommelanden, en ontvangen alie 
zonder onderfcheid hunne commisfie, uit naame van de Staa- 
len van Stad en Lande, gelijk zij mede in derzelver naame 
süle Jaaren beéedigt worden/ De Hoofdmannenkamer is ge- 
regtigd om te oordeelen pver alle civiele zaaken, arresten over 
huuren en penningen, in de Ommelanden geleegen, ovqr 
potfesforia fummarla; nemende mede kennis van beklagten 
tegen Regteren in de Ommelanden , in civiele of crimineeie 
zaaken, hun Ampt te veel of te weinig doende, ook of de- 
zelve competent of incompetent zijn. Voor hen kunnen mede 
in perfoneele aftien ter eerder inftamie gedaagt worden de 
Staaten van Stad en Lande, of een der belde Leden, 't zij 
van de Stad, 't zij van de Ommelanden , en kunnen ook Bur-r 
gers en Ingezeetenen van Groningen tejr eerder inflanüe een 
Ommelander voor de Hoofdmannenkamer roepen, het welk 
den eenen Ommelander tegen den anderen niet geoorlouft is; 
maar moet dezelve eerst te Lande worden aangefprooken voor 
dien Regter, waar onder hij gehoorig is, ten ware hi} zig 
fpeciaal de hooge Juditiekamer ter eerder indantie onderwor- 
pen had: want door fpeciaale fubmisfie kunnen alle zaaken 
voor 't gemelde Gcregt getrokken worden, maar anders heeft 
dezelve alleen te oordeelen over die zaaken, dewelke volgens 
pud gebruik, zeden het Jaar 1 521 tot den Jaare 1560, gewoon 
zijn bij de Kamer buiten die (waar van hier na ge- 
fprooken zal worden) beregt te worden; en dewelke haar 
verder breder bij derzelver inftru&ie zijn aanbevoolen. Aan 
de gemelde Kamer gefchieden ook de beroepingen van de 
fententien in civiele zaaken , bij de Regters in de Ommelan- 
den geweezen, binnen den tijd van tien dagen na bet vellen 
van *t vonnis; gelijk mede de beroepingen van fententien van 
bet Gildregt in Groningen , wanneer zulks gefchied bij een 
vreemde of Ingezeten van de Ommelanden , maar van een 
Jtyrger in Groningen gefchied 't zelve aap Burgenjeesteren on 

Yy 5 Raa4 



7 rs GRONÏNGERLAND, 

Raad te Groningen. De beroeping van fentenriën «van den 
Drosfaard van #W^f en WestwoUtngeland gefebied mede aan 
de HoofdmannenkamcT, en wanneer dezelve daar over geoor- 
dedt heelt, kan daar van geen verder beroeping of revifie ver- 
*ogt worden; maar van Tentenden, in geval van beroepinge vaa 
de Regters in de Ommelanden, of ter eerder inftantie bij de 
Hoofdmannenkamer geveld, kan revifie worden ingefteJd: het 
welk verzogt mag worden bij de Staaten van Stad en Lande, 
of, zo dezelve niet vergadert zijn-, bij de Gedeputeerde Staaren, 
«n word dan vooru de zelve zaak in gefchrifte bij de booge 
Juftitiekamer geventileerd ; en wanneer alsdan in revifie fententie 
gegeeven is, kan van dezelve nog wederom een revifie worden 
tngefteld aan een Hof van Juftkie buiten de Provintie, ineene 
van de andere Provintlen reftdeerende, het welk op de zéfce 
wijze all het eerde revijs moet worden verzogt: waar op, ten 
overftaan van den Secretaris van de Hoofdmannenkamer, van 
het proces door partijen van eüe de (lukken en blijken , daar in 
gebruikt, een Inventaris word gemaakt, en het gcbeele proces 
aan die Gedeputeerde Staaten , zo de Staaten zelve niet vergadert 
zijn, overgelangt, die het zelve beflooten, en met hun Zegel 
bezegeld, overzenden aan een Hof van Juftitie, door hen bij 
pluraliteit van ftetnmen te eligeeren, of bijaldien de Hemmen op 
de Staats vergadering, of bij de Gedeputeerden mogten fteken, 
word de verzending gedefereerd aan den Stadhouder. Het Hof 
van Juftitie, waar aan het proces verbonden zal worden, moet 
daar over ten mlnfte met agt peHöonen beibigneeren , dewelke 
op den eed, bij hun Ampt gedaan,- over de zaak moeten oor- 
deelen volgens de kndregten, oude gewoonten en gebruiken 
deezer Provintie, en warden in het Hemmen bij de ftemmen, 
van dat Hof, welke voor de fententie zijn , altoos gevoegt drie 
ftemmen voor de fententie, en dan met meerderheid van ftem- 
men, deeze drie daar mede onder gerekend, voor of tegen de 
fententie geconcludeert, en daar op het proces met de ièntende 
wederom geflooten, aan de Gedeputeerden terug gezonden» 
welke het zelve aan de Hoofdmannenkamer doen behandigen; de* 
welke alsdan tegen den gewoonen regtdag, waar op de zaak ter 
eerfier inftantie gedient heeft, partijen doen dagvaarden om de 
Uitfpraak te hooren, en de ten dage dienende het geflooten pr+ 

ces 



GRONINqjERLAND. jrij 



eet in tegenwoordigheid van partijen doen openen, en de feu* 
tentie, bij het Buitenhof geveld, openlijk doen voorleezen; 't 
welk gedaan zijnde, moet dezelve zonder de minfte verandering 
fliptelijk ter executie worden gefteW, zonder dat daar tegen* 
•enig foort van reauditie kan worden verleent 1 en bijaldien 
ggfustineerd word eenige donkerheid of twi fFelagtigheid in het 
di&um der fèntentie te zijn, (bat daar van de interpretatie 
aan het Buitenhof, het welk de fèntentie heeft afgegeeven. 

Bij de Staaten van Stad en Lande word mede befteld het 
Collegie der Gedeputeerde Staaten, welker vergaderplaats il 
in het Provinciehuis te Groningen , en beftaat uit agt perfoo- 
nen, en f wee Secretarisfen , welke bij beurten, dan bij he$ 
Lid der Stad, dan bij de Ommelanden gekoozen worden, en 
ook met een zijn Secretarisfen van de Staaten. Aangaande de 
Gedeputeerden, daar van worden alle Jaaren tegen den t2 Fe* 
bniarij vier genomineert en gekoozen bij de Stad, en vier bij 
de Ommelanden, welke door de Staaten bevestigd en beëe* 
digt wordeq. Deeze. bezorgen, dat alle Refolurien, bij de 
Staaten van Stad en Lan<Je genoomen, ter executie worden 
gefield, en mogen zij ook op hunnen naam ten dien einde Plakaa- 
ten publiceeren; zij moeten zorg draagen, dat de dijken, 
post- en paalwerken, de Provintie te last toornende, voorts 
alle Provinciaale gebouwen wel worden onderhouden; dat de 
militie in goede order word gehouden en betaald; zij depe-» 
cheren alle ordonnanden van posten, welke door de Provintie 
betaald moeten worden; bezorgen de verpagting van alle Pro- 
vinciaale middelenden regten alle verfchillen, dewelke ter oc-* 
cafie van de pagten komen voor te vallen. Aan dezelve word 
*lle Jaaren door de Staaten verleend het regt van verligten en 
verzwaaren der crimineele fententien , bij den Krijgsraad ge-» 
veld; kunnen ook over verfcheide misdaden crimineele fenten* 
tie vellen; moeten alle Jaaren tegen den 21 Februari j, en ook 
?ndero 90 menigmaal hen zjiaken van gewigt voorkomen, of 
gnders door de Generaliteit, of een van beide Leden der 
froviutie, daar toe verzogt warden, de Staaten van Stad eq 
Lande verfchrijven , om- Staatswijze op den Landdag in het 
Provinciehuis te vergaderen , en worden alsdan in de Proviih 
$ie#utf versop ,w*qneer de Secretaris, op order van den Pre. 

(idénf 



7»4 



GRONINGERLAND. 



fidem der Gedeputeerden, voorleest die punten , waar over de 
vergadering der Staaten is verzogt; 't welk gedaan zijnde, ver- 
trekken de Gedeputeerden weder naar hunne vergaderplaats, 
en mogen geen befoignes van de Staaten bijwoonen. 

Op dezelve wijze, als zo even van de Gedeputeerde Staatea 
is gezegt, worden alle Jaaren drie Rekenmeesters door de 
Stad , en drie door de Ommelanden genomineerd , en uir naa- 
me der Staaten beëedigt, welke hunne vergadering mede bon- 
den in het Provinciehuis. Derzelver Ampt is naauwe agt te 
neemen op alle (wanden van de Provintie. In hunne handen 
worden eerst gefield alle declaratien , ten laste van de Provin- 
tie, om dezelve te onderzoeken, te liquideeren, en dan aas 
de Gedeputeerde Staaten te doen behandigen, ten einde daar 
op ordonnantie worde geflaagen. Zij moeten mede agt geeven, 
dat alle ordonnantiên door vier Gedeputeerden, twee van de 
Stad, en twee van de Ommelanden , nevens een Secretaris, 
worden vertekend en geregiftreerd , om vervolgens mede op 
dezelve wijze door vier uit de hunnen , en een Secretaris ver- 
tekend en geregiftreerd te worden; dat geene ordonnantién ge- 
pa sfeerd worden, welke regen eenige Staat fche Refolutie zijn; 
dat de Provintie in eenige Generaliteits posten niet hooger wor- 
dt aangeflagen, dan geconfenteerd is; dat alle inkomften van 
de Provintie tijdig en exaftelijk worden ingevordert ; ten dien 
einde naauwkeurig nazien alle boeken van die geenen, welke 
eenig ontvang hebben van Provinciaale penningen, bijaldien zij 
verineepen eenige confideratiên te hebben, waar door de pag*. 
ten of andere Provinciaale inkomften verbeterd kunnen worden, 
het zelve aandienen aan de Gedeputeerde Staaten; ftellen ook 
alle Jaaren hunne Gecommitteerden, om nevens de Gecom- 
mitteerden van de Staaten te befoigneeren over het inneemen 
van de rekeninge van den Ontfanger Generaal der Provintie; 
en van den Rentmeester der Provinciaale vaste goederen. 

Nog is in deeze Provintie een Collegie van Juftitie, welke 
Revifeurs genoemt worden, het welk niet ordinaris vergadert, 
maar alleen wanneer het door de Gedeputeerde Staaten word 
verfchreeven; het welk of uit efge beweeging, of op verzoek 
van een geinteresfeerde partij gefchieden moet , zo menigmaal 
jzes of meer fententiê'n zijn, waar van beroeping of revifie is 



CRONINGERLANIfc ?ij 



lugefteld Dit CoIIegie beftaat uit twaalf perfoonen , waartoe 
Jaarlijks worden gecommitteerd, uit bet Lid van de Stad, een 
Burgemeester en drie Raadsheeren, en uit het Lid der Omme- 
landen mede vier Heeren, dewelke mede Leden zijn van de 
Ommelander Vergadering, en vier uk het Collegie der Gede- 
puteerde Staaten \ te weten twee, welke wegens het Lid 
Tan de Stad, en twee, welke wegens het Lid der Ommelan- 
den aldaar fesfie hebben. Het preüdium wegens het gemelde 
Collegie word opheteene revijs bekleed door den Burgemeester, 
wegens de Stad aldaar gecommitteerd, en op het andere door 
den oudften Ommelander Heer, en alzo vervolgens bij tour- 
beurten. De Vergadering is in het Provinciehuis , in de Zaal 
of Kamer van de Scaaten; zittende de een om den ander, da» 
een Heer uit het Lid der Stad, dan een uit het Lid der Omme- 
landen: te weten, als het prefidium is aan de Stad, zit aan 
de linkerzijde van den Prefïdent, en ftemt eerst een Heer uit 
de Ommelanden , daar naast een Heer van de Stad , en zo ver- 
volgens. Anders als het prefidium is aan de Ommelanden , zit 
en ftemt eerst de Burgemeester , uit de Stad aldaar gecommit- 
teerd. Dit Collegie oordeelt oVer alle civiele fententiën, bij 1 
de Heeren Gedeputeerde Staaten, of bij het fcrijg<geregt ter 
eerder inftantie gewezen , en zulks bij meerderheid van Hem- 
men gelijk zijn, moet voor de fententie geconcludeert , en de- 
zelve geconfirmeert worden. In het vellen van de fententie' 
word gepronuntieerd , dat de Gecommitteerde Revifeurs regf 
doen uit ïiaame van de Staaten van Stad en Lande. Van deeze 
fententie valt geen verder revifie , of eenig foort van reau- 
dide. 

Boven is gezegt, dat de Regeeringsform in de Provintie vart 
Stad 'en Lande beftaat uit twee Leden , het eerde van de Stad, 
waar van nu is gehandelt, het tweede van de Ommelanden 9 
beftaande uit Jonkers en Hovelingen, Eigenerfden en Volmag- 
ten; omtrent welke laatfte is aan te merken, dat derzelver Re- 
geering in oude tijden heeft beftaan in verfcheide bijzondere 
Dorpen, en daar in gefielde Regtftoelen, zijnde de eene va» 
ie andere geheel niet afhankelijk, noch met malkander in een 
algemeen veibond vereenigd, maar die zig naar gelegenheid 
van tij4en.cn zaaien in een meerder of minder getal: onde* 

mal- 



J7<5 CftölfltoËftLANÖ. 

- — — iLLB-r — 

malkander, of met de Stad hebben verbonden, doch bij vedoo? 
Van tijd al wat meerder en algemeener verknogt wierden» to* 
dat eindelijk, na veele verfchiüen en wisfelraüigheden , opbaar 
verzoek en fubmiflïe , bij Hun Hoog Mog. in den Jaare 16& 
eene eeuwigduurende en onverbrekelijke wet is gemaakt, wd- 
ke, volgens nadere decifie van den Jaare 1663, net **• Aït# * 
nooic verandert mag worden, volgens welke de Omlander Re* 
geering bedelt moet worden , en is de zelve alzo daar door 
een regt vereenigd politiek ligchaam geworden * uitmat* 
kende het tweede Lid van de Staaten der Stad Grenimgem eü 
de Ommelanden ; zo dat nu de Omuelanéer Regeering 1 
als geZegt is* beftaat uit Jonkers, Hovelingen , Bigenér fd ca 
en Volmagten, en verdeelt is in drit Kwartieren, als het Aam* 
fifigo , het Hvelingo , en het Westet kwartier. Het geen den 
naam en de Befchrijving zo van deeze Kwartieren , als die 
Van de Ommelanden in het algemeen betreft , daar van word 
op ieders Artijkel in het bijzonder gefprooken* Hier zal men, 
•m eene aaneengeffchakelde Befchrijving , van de Regeerings» 
wijze deezer Provintie , beftaande uit de Staaten van Stad en 
Lande, te geeveo» een naauwkeurig verhaal van beide doen. 

Het eerfte der gemelde drie Kwartieren, te weeten het H**~ 
fingokwartier , is verdeelt in drie Onderkwartieren, gemeenlijk 
fmaldeelen genaamd* Het eerfte derzelven is genoemd Mam- 
flerdeel, het tweede Halfam/ferdeel , en het derde OoReram* 
fier deel) zijnde in ieder Onderkwartier zeventien Dorpen. 

Het tweede, namentlijk het Fivelinge Kwartier, is ook Ver- 
deelt in drie Onderkwartieren , ieder beftaande uit vijftien 
Dorpen , als het IVoUdeel * bet Hogelanjferdeef , en het 
OofterdeeL 

Het derde , te weeten het fPetterkwartier * beftaat mede 
irft drie Ondefkwarderen, naraemlHk, Oost* Langewolfier deel, 
waarin agt Dorpen , of Karfpelen ; Pr e dev* 1(1 er deel , waartó 
dertien Dorpen , en Middagfitrdeel , waar in zeventien Dof- 
pen zijn Uit deeze Dorpen, in de drie Kwartieren vermeld, 
moeten alle Regenten in het Lid der Ommelanden gekoozefl 
worden , zonder dat daar ooit andere of meerder Dorden of 
Karfpelen mogen bijgevoegt worden* 

In opzicht van de Regeering dient verder gelet te worden 
•P de perfoonen, welke gekporo worden, en derzdvcr hoe. 

dl- 



G&OlONGE&LAm 7V 

danigbeden; de wijze , waar op zij ingekoozen worden , es 
in war form de Regeering der Ommelanden bedaar. In op 
zigt der perfoonen en hunne hoedanigheden word vereischt* 
dat zij bekend zijn goede Patriotten van het Vaderland, en den 
Hervormden Godsdienst toegedaan , en dat zij niet zijn in de 
familie van hunne ouderen , maar buiten derzelver ftnüüe hnrt 
eigen goed hebbende, en twee Jaaren met hun huisgezin in de 
Ommelanden , in hunne eige huizlnge , hebben gewoont , of 
twaalf Jaaren , bij aldien zij Buitenlanders zijn , ten zij ze in 
de Ommelanden koomen te trouwen , wanneer zij zes Jaaren 
aldaar gewoond moeten hebben- Dezetae perfoonen moeten 
in waren eigendom , of in pagt , bijaldien dezelve na verloop 
van negen Jaaren niet is ingelost , bezitten dertig jukken of 
grazen Lands, duizend Embder guldens waardig, (ieder Emb- 
der gulden is aa duivers en een halve Brabandsch) daar een 
huis op ftaat , een perfoon toebehoorende (boven hunne 
bewoonde huis , als zij op die plaats niet woonen) doende in 
de verpondmge of Lands fchattinge agt Kar. guldens , alle te 
laamen geleegen onder een Dorp, en het zelve fchatregisterj 
én bijaldien iemand die Landen mogt hebben onder het fchaf- 
register eci karfpel, daar hij woont, moet hij van dat karfpel 
compareeren ; maar bijaldien hij zodanige Landen niet mogt 
fcebben # daar hij woont , moet hij compareeren uit dat kar- 
ipel , alwaar hij zodanige Landen heeft ; doch mag iemand 
ook compareeren van zijn Vrouwen goed , even of het zijn 
eigen was, niet alleen bij VleeVen van de Vrouw, maar ook 
fis derzelver dood, zo lang hij continueert in het bezit der zei* 
ver goederen. Voorts moet die geen, die van zijn eigen of Van 
Zijn Vrouwen goed uit het eene of het andere karfpel compa- 
reert, op dat zelve Karfpel blijven, ten ware hij door beter 
geteegenhdd van erfiènisfe, of aankoop, zijne familie in een an- 
der kwartier of Karfpel kwam te transporteeren. Dit zijn ei- 
gentlijk de waare en regte hoedanigheden , welke in den per- 
loon, die een eigenerfde uitmaakt, vereischt worden om een 
Lid te kunnen zijn vm de Ommelanden: want buiten deeze 
dingen kan noch Jonker , of Edelman wegens zijne geboorte, 
noch hoveling wegens eerrige Redgeregten (waar van hier na ge- 
fprooken zal worden) eenige magt hebben, om in de Omme ton- 
der 



fit ÖRÓrflNGERLANll 



dér Regeering toegelaaten te wofrdenj maar alken een eigeoerfde^ 
invoegen als boven gequalificeert: doch indien het möjgt gebeu- 
ren, dat in een of meerder Karlpelen zodanige eigenerfde niet 
inogt gevonden worden, kunnen de Ingezeeteden van dat Kax- 
fpel , dewelke dertig graazen beklemd of onbeklemd Land in 
dat Karfpel bezitten , wegens dat Karfpel ttellen een of twee 
volraagten, van de gecjualificeerdfte Inwoonden , voorzien met 
fchriftelijke procuratie , en in gebruik hebbende in het zelve 
Karfpel dertig graazen beklemd of onbeklemd Land 4 001 we- 
gens en op kosten van dat Karfpel een ftem , en niet meer 
ia te brengen in dat Onderkwartier * waar in het Karfpel ge- 
leegen is; welke volmagt niet langer duurt dan twee Jaarcn, 
en moet dan weder een nieuwe geftelt worden. De wijze, 
waar op het onderzoek en de admiflie gefchied der perfoo- 
nen , welke dsOwmelander Lariddaags - Comparanten begee- 
ren toegelaaten te worden , is , dat alle twee Jaaren op her 
oneffen Jaar, na dat de Provinciaale Regeer ing en Collegien 
zijn beftelt * word gehouden de monfiering * of \ examen 
Van de perfoonen en befcheiden, welke ais Ommelander Re 1 
genten verzoeken aan te gaan. Ten dien einde moet ieder 
een voor den 22 Februari] van dat Jaar , op welken de 
monfiering gefchied, bij den Secretaris der Ommelanden aan-- 
geeven alle zodanige befcheiden van Landen , waar van hij » 
volgens^ *t geen hier boven gemeld is , vermeent ais Compa- 
rant toegelaaten te kunnen worden , welke bij den Secretaris 
te boek geftelt en geregiftreert worden * en de regiftratnure 
op den rug (<» dor/o) getekend. Deeze mondering gefchied 
door negen Monfterheeren , wordende uit ieder Onderkwar- 
tier der Ommelanden een geftelt , ter prefentie van den Sijn- 
dicus der Ommelanden en den Secretaris. Van dit Collegie 
is de Stedehouder in der tijd Prefident, en in het zelve zit- 
ten te gelijk op een tijd Vader en Zoon , en alle andere 
Bloedvrienden, of Zwaagers, en oordeelen mede over de zaa- 
ken van perfoonen , de welke heit even na verwant zijn. Dee- 
ze Heeren moeten eerst een Eed doen , dat zij zonder eenige 
gunst of affeétie zullen oordeelen, en niemand afwijzen , wei- 
ken zij meenen gequalificeert te zijn volgen* het Ommelander 
Reglement, en ook niet admitteeren, welke volgens het ge* 



dfeONINGÉllLANÖ. 71$ 



Inelde Reglement Gedisqualificeert is. Wanneer de zelve rfeë- 
ten daar op zitting hebben geriotncn in een Kamer in het Pro- 
vinciehuis binnen Groningen , moet die geen , dewelke begeeri 
geadmitteert té wórden; zijne befcheldcn in de vergadering 
san den Secretaris overlangeri , dm bij de Monfterheeren in 't 
bijzonder onderzogt te worden ; of bijaldien iemand in dat On 4 
Üerkwarticr daar belang bij heeft , dat hij niet geadmitteert 
worde» zo worden de zelve opentlijk gelezen, eri daar ovef 
gedisponeert ; wordende in beide gevallen door dé Monfterhee- 
ren gëfententieert, of hij geadmitteert zal worden, of iiietj 
moetende de reeden van non qualificatie in het Examinatieboek 
uitgedrukt en aangetekend* worden. Bijaldien iemand geadmit- 
teert word, zó Word hij ingelaaten door de eene deur* van dë 
Kamer, alwaar de Moriftering gehouden word, en gaat doof 
de andere Kamerdeur weder uit; maar bijaldien hij niet geadU 
rameen word * moet hij door de zelve deur weder uitgaan 4 
.waar door Hij is ingelaaten, en voorts moet die geen, die ge* 
admitteert word, ónder Eede verklaaren; ddt alle blijken , waaf 
mede de qualificatie ; bier boven gemeld ; is aangetoond , op* 
regt en naar waarheid zijn, zonder dat hij eenig contrakt, te* 
gen den eigendom ftrijdigj beeft aangegaan, et>dat hij ook om 
te compareeren als Regent, of om zijne ftem aan iemand te 
geeven, geen giften, uitleg, leening, defroiement, of verfchoé 
van penningen heeft genooten, of zul genieten; Verder moet 
hij mede onder Eede verklaaren, dat hij zal helpen' mainteneer 
.ren de Privilegiën * Hoog -Vrij -en Geregtighëden der Omme* 
.landen , in het bijzonder het Omtnelander Reglement, bij Hun 
Hoog Mog. in de jaaren 1659 en 1663 vastgeftele, als mede 
fententien, bij de Heeren Arbiters in de Ommelanden (waai 
van hier na) uitgefprooken j ook naar vermogen bezorgen, dat 
zulks alles bij anderen naauwkeurig worde gedaan , en zulks oirt 
.generlei oorzaaken na te laaien* Die gecnen» welke eens inge* 
monftert of geadmitteert zijn, worden daar op fuëceflïve van 
twee tot t*ee Jaaren gecontinueert , ten waare der zelver qua* 
lificatie verandert mogt zijn; in welken gevalle ben een man** 
daat door de Heeren van de monftering word gezonden, om 
hunne continuatie in hunne voorige qualificatie te toonen : waaf 
op dan na gehoorde difputen en examinatie der blijken door dd 
XVIIL deel, Z a Mon* 



ffto GRONINGERLANR 

Moofterheereö fenteffiie word geveld. Van de tentenden ècf 
Monfterheeren l^an niet geappelleerd worden, maar is meer- 
maaien gebeurd, dat iemand, die meende daar bij verongetipt 
te zijn, zig bij middel van klagte aan Hun Hoog Mog. beeft 
feaddresfeerd; welke daar op ook wel informatie hebben ge- 
nooraeu , en difpoOtiven hebben afgegeeven. 

Wegens de Regeeringsforro van de Ommelanden moet voor 
«erst tot een grondflag gelegt worden, dat ieder Onderkwar- 
tier in zijne Vrij- en Geregtighedeti van de andere Onderkwar- 
tieren niet kan worden overftemt; bellaandc deeze Vrij- ttt 
Geregtigheden in drie posten, als: i. Alle * Privilegiën en 
Voorregten, dewelke, bij cenige decifie van Hun Hoos Mog. 
aan de Ommelanden zijn toegekent; 2. AÜe inftru&ien voor 
zijne Hoogheid, den Stadhouder, of voor eenige Provinciale 
of Ommtlander Collegierr gearrefteerd ; 3. Aïle decifiên e» 
reglementen, door Hun Hoog Mog. voor de Ommelanden 
gemaakt, in 'r bijzonder die van de Jaar en ié5p en 1663 T 
waar in zelfs niet bij 't geheele Lid da Ommelanden eenige 
verandering of ampliatie kan worden gemaakt, nmr alleen 
door Hun Hoog Mog. Doch in alle andere zaaken* de Pro- 
vïndaale of 'Ommtlander Regeering. rakende, heeft overftem- 
ming plaats, wanneer zes Onderkwarderen tegen drie eens 
zijn: zonder otiderfcheid , of die zes Onderkwartiereo ziraf 
uit twee of drie diftinde Kwartieren; maar vijf Onderkwar- 
deren kunnen de vier Onderkwarderen niet overftemmeo, 
maar moet bij induébie gevonden worden. De wijze van (tem- 
men in ieder Onderkwartier gefchied altoos door overftem- 
ming, naar de meerderheid van ftemmen bij teder perfoon, 
hoofd voor hoofd in te brengen f en- op deeze wijze worde» 
alle Generaltteits- en Provinriaale Ampten ,. waar van de be- 
Helling de Ommelanden toekomt, en waar van* hier voor ia 
de Provinciaale Regeeringsforro gelprooken fs, in ieder On- 
derkwartier beftcld, gelijk mede alle Om meiander Ampten, 
en worden op die wijze voor den tijd van twee Jaaren iff 
ieder Onderkwartier gefield een Arbiter (waar van hier na); 
een gewoon en eert buitengewoon Gecommitteerde Raad der 
Ommelanden, door welke negen gewoone Gecommitteerde 
Raaden met óqu Sijndkus en Secrearis beöehl worden dt 



GftONtNGERLANÖ* jat 



gewoone iaaken van de Ommelanden , als mede de uitfchrij- 
ving der Ommclander vergaderingen. Dezelve bezorgen me- 
de, dat in de maand van November een zekere dag en plaats 
.beftemd worde in ieder Onderkwartier, op welken ieder gequa* 
Hficeerde Landdagscomparant, ten overfiaan van den Sijndicus 
en Secretaris der Ommelanden , zijne ftem inbrengt tot begee* 
Vinge der Ampten* op naastkomenden 22 februari) openvallen- 
de, bij meerderheid van (temmen; welker geeligeerden naameri 
al dan op St. Pieters Landdag worden ingebragt* om bij de Staa- 
ten bevestigd te Worden. Wat verder aangaat de beftelling def 
-Ampten, dewelke liaan ter difpofitie van een geheel Kwartier* 
als Luitenant van de hooge Juftitiekamer , altoosduurend* 
-Hoofdmannen, enz. daar in gefchied wel 'in ieder Onderkwar- 
tfer de begeeving bij overftemminge * maar kunnen twee On- 
derkwartieren het andere derde Onderkwartier niet overftem- 
men, maar moet alsdan door ieder Onderkwartier een briefje irl 
.den hoed geworpen , en alzo de zaak door het lot beflist wor* 
.den; en mag ook 't eene Kwartier 2ig niet bemoeien met de 
Ampten in het andere Kwartier* zelf ook niet een Onderkwar* 
tier met de Ampten in het andere Onderkwartier van het zelv* 
.Kwartier vallende : zo nogthans, dat met toeiteraming der com-* 
paranten in de lefpeftive Onderkwartieren wel een ver wisfeling 
inag gefchieden der Ampten* in het eene Onderkwartier van het 
zelve Kwartier befield* met een ander Ampt in het andere On J 
.derkwartier van het zelve Kwartier begeeven, en bijaldien uit 
verfcheide Kwartieren, of Onderkwartieren * perfoonen in eed 
.en het zelve CoIIegie mogten zijn gekoozen, dewelke, otn al te 
,öa verwantfehap , te gelijk in het zelve geen zitting konden heb- 
ben, moeten de geëligeerde perfoonen onder malkander looten^ 
ten word in de plaats van de uitgevallene een ander in het zelve 
Onderkwartier gekoozen. Verder is van alle Generaliteks en 
•l>roViiicfoaIe Ampten, tijdelijk ftaande ter difpofitie der Omnte* 
•landen f een vaste tour gefield , wat Ampten ieder Onderkwar* 
tier van twee tot twee Jaaren hebben te begeeven, waar van 
een Almanak in den Jaare 1663 is opgefteld, en komt olie agc* 
tien Jaaren om , wanneer de gefielde Ampten op dezelve wijztf 
wederom rouleeren: zo nogthans, dat in hooge Generalkeits of 1 
.Provinciaale Ampten niemand gekoozen mag worden, alvorens 

Zz 2 bij 



1** ÖR0N1NGERLAJÖJ. 



'hij twee Jaaren de Landdagen heeft bijgewoond, en moeten alk 
gekooze Officianten doen den Eed van zniverfnge, dat zij gee* 
giften of gaven hebben gegeeven , of belooft, direft, ofinfi- 
reft, oA hunne Ampten te bekoomen; gelijk mede die gee* 
nen, aan welke de collatie of difpofitïe van eenig officie ffeat, 
'moeten aaimeemetf, dat zij daar voor direét nog indireft ied 
hebben , of zullen genieten : en zo iemand van het tegendeel 
•overtuigd mogt worden*, fc hij naderhand onbekwaam o« 
eenig Ampt te bekleeden, of op den Landdag te verfchi> 
nen. 

Uit de meeftlgte tan Dorpen itf de Ommelanden, waar tik 
de perfoonen tén Landdage kuriherf cofnpareertn , is Ilgteiijk 
af te neemen, dat de Regeering der Ommelanden beftaat uk 
een groote meenigte van menfehen; kunnende derzelver getfi 
fomtijds wel beftaan uit twee of drie hondert, of meerder per* 
(bonen. Tot meerder zekerheid der Ommelandtr Regeering, 
en tegen de inbreuke van het Cmtnelander reglement, is de 
Jaaren 165$ en 1663 vastgefteld, dient niet alleen het Coflegïe 
der Monrterheeren , hier voor befchreeven , maar is daarenbo- 
ven nog een ander Collegie van Regters beraamd, dewelke 
Arbiter 1 genoemd wordeir, en beftaan uit negen perfoonen, ten 
overftaan van den Stadhouder in der tijd, uit de negen Onder- 
kwartiereti gekoozen. Deezfe nemen alleen kennis van feiteif , 
tegen het reglement begsan, en van geen andere; gelijk zij ook 
onder Eede moeten verklaaren , dat zij zig in deezen punétue* 
lijk naar het reglement zullen gedraagen, en bijaldien iemand 
vermeent, dat 'er eenig perfoon is, dewelke het meergemelde 
reglement in eenig punt mogt hebben overtreden, dezelve bö 
'daar van kennis geeven aan* den Stadhouder in der tijd, als 
Prefident van het Collegie der Arbiters; dewelke de zaak via 
eenig gewigr bevindende , het Collegie der Arbiters kan doen 
vergaderen, waar op* de Advocaaten, bij de Ommelanden* 
"noraineereti , onder E edVwörden gelast, op den naam van het 
Lighaam der Ommelanden in re (lellen en te doen vervolge* 
'moetende zulks van tfgt tot agt dagen worden vervolgt door de' 
Arbiters, tot dupliek incluis, en niet verder; moetende de be- 
wijzen van getuigeftiifWTvöor ieders competenten Regter belegt 
worden , wdar op. sa verloop van nog agt dagtn, na het io§9- 

dlea- 



CRONINGERLAND. 71J 



«Jtende dupHek* de ftukkes van het procet onder geBbeHeercfea 
Inventaris bij malkander ia een zak worden ingeflooten, ea 
door de Arbiters aan den Stadhouder in der tijd overgelangt, 
jdewelke dezelve buiten weeten der Arbiters overzend aan een 
Hof van Juftitie bultende Provincie, welk Hof daar op fenten- 
jLie formeer*, en den beklaagde, die fcbuldig bevonden word» 
«jag condemneeren in een breuke van duizend goudguldens, 
of ook wel afzetten, naar vereisch van zaaken, uit alle Arap- 
*en en Regeering; zo nögthaos, dat een van beide gefchledde, 
en niet te gelijk brenke en afzetting; te weeten, zo iemand 
ongeoorloofde giften heeft gegeeven, ofgenoomen, of anders 
legen het reglement aangegaan, mag een Jonker, of Hoveling 
-geftraft worden met afzetting, en een bijzondere Eigenërfde , 
.of Volmagt , met vijf honden: of duizend goudguldens. De fen- 
tentie , bij bet Hof geformeerd , word aan den Stadhouder ge- 
flooten toegezonden, en alzo door hem aan de Arbiters be- 
Jiandigt, dewelke daar op binnen drie dagen in hunne volle 
Vergadering, na dagvaarding der partijen, doen uitfprecken, 
op naame van de Jonkeren en Hovelingen, Eigenêrfden en 
Votaagten der Ommelanden , tusfchen den temt en de Lau- 
wer* , zonder dat daar tegen eenig appèl of reauditie mag 
verzogt of verleend worden, maar moet ter executie gefteld 
worden, des noods, door den Stadhouder, welke daarin 
'door des Lands mtijtje moet worden gefterkt, en door Hun 
Hoog Mog, onderfteund. 

. Buiten deéze beide Collegiên van Monflerheeren en Atbi- 
tcrs hebben de Heercn der Ommelanden, geconfidereert als 
een vast aaneengebonden politiek Lighaam, en het tweede 
lAd van de Proyintie van Stad en Lande, geen de midfto 
jurisdictie, noch in eenige civiele, noch ook in eenige crimi- 
nele zaaken, maar zijn alleen bevoegt orders af te geeven r 
makende hunne bijzondere politieke Regeeripg, als medt 
kiftruétiën te geeven, waar naar hunne Heeren Gecommiu 
teerde Raaden, hun Raad en Sijndicus, als mede hun Rent* 
meester en Secretaris in hun Ampt, mee relatie cot de Hee* 
r*n der Ommelanden* zig moeten gedraagen, 

In de Landftreek, de Ommelanden genaamd, zijn wel ver* 
&beide Regtftoelen, tot 63 in getal, en ook Regters, Over* 

Zt 3 ttfr 



pt GRONINGERLAND, 

* f— ^— — — - — — ^— — — — tmm 

regters , Regters ( welke in bet Westerkwnrticr Grietmannen 
genoemd worden ) en andere ; • doch dezelve dependeeren in 
geenen deele van het Lid der Ommelanden als een LigHoam, óf 
van het Lid van de Stad, als een Lighaam aangemerkt zijnde; 
maar die Geregtigheden behooren aan particuliere perfoonen, 
uf ook wel aan bet eene of bet andere Lid van de Provintie, 
pangemerkt als bijzondere eigenaars van die Gronden of Lan- 
den, waar op van ondenkelijke tijden af deeze Geregtigbeid is 
gelegt, welkOr gronden veelerwegeq edele Heerden genoemd 
worden. 

Om van deeze Regtbanken of Regtftoelen een regt begrip te 
krijgen, dient men te weeten, dat deeze Regtftoelen de eeft 
van den anderen geheel afgefebeiden en onafhankelijk zijn; dat 
in ieder Regtftoel verfchcide Gronden of Landen Zijn , in den 
cenen Regtftoel meer, in den anderen minder, waar op van 
Jaar tot Jaar de bediening of flijting van het Regtersampt voor 
dat Jaar valt; ten welken einde in ieder Rcgtftael een zoge- 
naamde h'tawe is gemaakt, welke klawe in zo veele deelen 
( Ommegangen genaamd ) verdeelt is , als 'er in den Regtftoel 
zulke genaamde edele heerden of gronden zijn , waar op de 
bediening van het Regtersampt gelegt is : bijgevolg, hoe wei- 
niger zulke Heerden , Gronden of Landen in een en denzelven 
Regtftoei zijn, hoe meer de bediening van regt omkomt, gelijk 
in fommigc Regtftoelen alle 10 of 20, in andere alle 90 of 
meerder Jaaren de fiijting of bediening omkomt , of rouleert 1 
waarom ook, boe meer zulke edele Heerden iemand bezit,* 
hoe mcermaalen hij de Regtsbcdienrng heeft : want uit de nar 
fuur of eerde inftelling behooren deeze Geregtigheden en zijn 
aanhangende aan zodanige Erfgronden, doch bij vervolg van 
tijd is ingekoomen, dat men deeze Geregtigheden, afzonder- 
lijk van de Heerden, waar op dezelve lagen, heeft verkogt , 
waar door het is gebeurd , dat een perfoon aan zig handelde 
pf een groot gedeelte , of ook wel de Geregtigheden van alle 
Heerden, waar op dezelve fn deezen of geenen Regterftoe! 
Jcwamen te vallen, en alzo altoos Regter was van dien gchee-' 
Jen Regterftoel, het welk dan eén ftaande jurisdictie genoerar 
yrord. Egter kunnen niet alle perfoonen, fchoon zij eigenaars 
yafl die Erfgronden ^ tf Geregtigheden ^ijn^ deeze Regtsbe- 



GRONINGERLAND. 7*5 

«Meningen zelf bekleedcn en waarneemcn : want Predikanten , 
Vrouwsperfoonen , Minderjaarige , Kosters, Schoolmeesters, 
33iertappers, Onegtgeboorene , of niet Vrijgeboorene , Dood- 
ilagers, Overfpeelders 9 en berugt van andere misdaden, die 
iemand aan zijn lijf of eere gaan, zijn daar van uitgeflooten , 
gelijk mede de geenen, dewelke geen dertig grazen Lands 
bezitten, of welker goed geen duizend Embder % of duizend 
een honden vijfentwintig Kar* guldens waardig is , of die bul- 
ten de Provintie woonagtig is ; doch mogen dezelve de Gereg- 
tigheden of Regiftoel, hen competeerende, wel door andere 
bekwaame en naar 't Landregt gequalificeerde perfoonen laaten 
bedienen. Deeze Regters hebben een civiele en crimineele 
jurisdictie over de Ingezeetenen in hunnen Rcgterftoel woonag- 
tig; alleen met dit onderfcheid, dat van hunne vonnisfen van 
civiele zaaken binnen tien dagen appèl of beroeping kan inge- 
fleld worden, of aan de Warf (waar van hier na volgt) of aan 
de hoogc Juftiriekamer, naar de natuur van de zaak; zijnde 
ook de Höofdmanskamer gevoegt de Regers te bevecicn in ci- 
viele zaaken fpoedig regt te doen: maar van vonnisfen, van 
toen in crimineele zaaken geveld, kau niet geappelleerd of ge- 
levideerd worden ; alleenlijk is de Hoofdmannen kamer gereg- 
rïgd , de Redgeeren hun pligt niet naar behooren waameemen- 
de, beveelen volgens de Placaaten en 't Landregt te doen, en 
draf te oeffenen, ook mandaten af te geeven de relaxando aut 
puniendo captiv& % en den Regter, daar omtrent pecceerende, 
met een geldboete te ftrafFen. 

In ieder Regtftoel is een Wedman, of Geregtsdienaar , die 
gemeenlijk door de Ingezeetenen gekoozen,-en door den Reg» 
ter beêedigt word, dewelke alle citatiën en regtsexploten , zo 
*vel in civiele als crimineele zaaken, moet waarneem en. De 
Warf , waar van zo eren is gemeld , is eene vergadering van alle 
Redgeeren, Regters en Hovelingen uit de geheele Ommelan- 
den* verdeelt in de Oosterwarf, waar onder de Regters uit het 
Hutfingo en Fivelingo Kwartier behooren, en in de Wester- 
warf , waar onder de Regters uit het Westerkwartier behooren- 
Ieder Warf vergadert tweemaal in een Jaar binnen Groningen 
op het Raadhuis , na voorgaande verzogte concesfie van Bur- 
gemeestcren en Raad in t3ionl*g*n % met de Heeren Hoofdman- 

Zz 4 nen 



f«* GRONINGBRLAND. 



nen van de hooge Juflhiekamer , welke aldaar prefideerea, n 
den rang hebben benevens een van denelver Secretarisfen , en 
kunnen oordeelen over aDe verfchiHen, raakende vaste goede- 
ren en andere zaakeq, die zeden de Jaaren 1521 tot 1560, 
op de Waryen pbgten verhandelt te worden, als mede over 
beroeping der fententiën, bij de Regters in de Ommeidmicm 
per eerder inftantie over zul^e zaaken geveld. Van deeze 
Warfsfementiën kan niet verder geappelleerd worden; en hoe 
ivel de Jurisdictie der Warven in de voorgaande Eeuwen 
zeer groot is geweest, is dezelye nu bijna ten eenemaal bnir 
ten geb.ruik geraakt , dewijl door ftilzwijgende of expresfe 
fubmisfic van partijen bijna alle zaaken ter judipituure van de 
jiooge Jufii.iekamer worden gebragt, om te vermijden de al 
te groote langwijligheid van procedeeren, dewelke noodzaker 
lük moet volgen, wanneer een Geregt maar tweemaal in eeq 
Jaar vergadert, als ook om andere redenen. 

De Stads Regeerjng in bet bijzonder betreffende, hoedanig 
jlczelve, in voorige Eeuwen heeft bcilaan, l>an uit de oude 
Jliftoriefchrijver$, en voomamentlijk uit rjet Traktaat van den 
vermaarden uböo emmius de agro Ftijie & uree Gronings, 
gezien \y orden ; maar is daar in hij verlqop yan tijd, en. 
VQornamcnclhk zedert liet Jgar 1663, een merkelijke verander 
ring gemaakt: zijnde tegenwoordig een zuivere Ariftocratifche 
Jlegeering , egtej niet bepaald of gehegt aan eenige bijzonder 
rg familiën, ais beftaande uit vier Qurgemces teren en twaalf 
Raadsheeren , dewelke op de volgende wijze verkooren wor- 
den. De voorzittende Burgemeester dpet Jaarlijks op den % 
Februarij de Burgemeesters en Raadsheeren, welke in den 
Eed zijn, nevens, de gez woorene Gemeente, beftaande uit 24 
perfoonen, des morgens. ten agt uuren in de Kerk, en ver- 
Volgens , na 4e predicatie , bjj hunnen Eed op het JjUadhuii 
(lagen, alwaar de I^aad zitting genoomen ^ebbende t doet de 
Voorzittende Burgemeester de gez woorene Gemeente binnen 
|n de Raadkamer verzoeken, welke dan fesfie neemt naar 
prder van hunnen rarjg op een iagerbank beneden voor de, 
Jlaadsfreeren , en dppr den Prefident over de reden van hun- 
jie famenroeping. verwittigd worden, welke daar op venW 
(jpor eeq der Stads Secretarisfcn, doet yoorleezep ^e \vetten, 

wsaf 



6R0NINGERLAND. 7*7 



waar naar dezelve zig in het doen van de Raadskeur zullen 
N moeten reguleeren; 't w^lk gedaan zijnde, doet de Prefident 
in een hoed, waar in getast en niet gezien kan worden, 20 
veele gouden wit-gemaiDeerde, met vüf zwart^gemailleerde bo- 
nen, dat te faamen een gelijk getal uitmaakt, als 'er jfcrfoonea 
van de gezwoorene Gemeente tegenwoordig zijn r Dan koo- 
inen eerst de drie Taallicden, en vervolgens de Gez\i oorene, 
ieder naar de order van zijn keur, welk? in het tweede Jaar 
Gezwoorcnen zijn geweest, en dan van onderen op naat de 
pudften toe , die in het eerde Jaar in de gezwoorene Gemeente 
gezeetep hebben, on tasten ieder, een voor een, een boon 
pit den gezegden hoed. Die een witte boon krijgt , gaat aain 
Honds weder op zijn plaats; maar die vijf, welke ieder een 
zwarte boon getast hebben, moeten midden op de vloer in de 
Raadkamer (laan blijven, wordende hen door den PieGdene 
voorgeleezen de Eed, waar naar zij zig in de te doene keur 
moeten gedraagen: 't welk gedaan zijqde, venrekken zij naar 
«en andere Kamer, en kiezen aldaar agt perfoonen, volgens de 
wetten kiesbaar, dewelke ?ijn Raadsheereq voor dat loopende 
Jaar met de andere agt Heeren, welke nog een Jaar in den Raa4 
continueeren; en bijaldien het agt Heeren zijn, dewelke alvoor 
reus in den Raad hebben gezeeten, worden dezelve wederom 
pp nieuw ingekooren, ten zij iemand door fententie van den 
Raad om eenige misdaad onbekwaam mogt zijn verklaard; en 
bijaldien geen agt perfoonen in leeven zijn , welke alvoorens in 
den Raad hebben gezeeten, kiezen die vijf Keurheeren zoveel 
nieuwe, als 'er oude ontbreeken, naar hun eigen zin en welge- 
vallen, mits dat dezelve hebben die hoedanigheden, welke naar 
de Keurwetten vereischt worden. Deeze Keur gedaan zijnde, 
moet zij aan den Raad geprefenteerd worden , om geapprobeerdte 
worden; want de een of de ander geimprobeert zijnde, moeten 
4e zelve Keurheeren een ander in deszelfs plaats verkiezen. On* 
te beter te begrijpen, dat alle Jaaren maar agt Heeren verkoozen 
worden, dient men te weeten, dat de geheele Raad, faamenge- 
fteld uit oude, of niet in den Eed zijnde, erf uit den zittenden, 
of in deu Eed zijnden Raad, beftaat uit zesentwintig perfoonen, 
te weeten agt Burgemeesters, en agtden Raadsheeren. Van de 
agt Burgemeesters zijn vier in den Eed, of ia den Raad, en 

Zz 5 vier 



?*C GRONINGERLAND. 



vier Hebben zining in de Hoofdmanneükamer; zo dat alle Ja 
twee Burgemeesters uitgaan uit den I\aad, en voor twee Ja 
zitting moeten houden in de Hoofdmannenkamer , en dat < 
tegen alle jaaren twee Burgemeesters gaan uit de Hoofthnan- 
nenkamer, en voor den tijd van twee Jaaren weder in den 
Raad worden ingekoozen. V-a de agtrien Raadsbeeren zijn 
twaalf in den zittenden Raad, en zes in andere Generaliceics 
of Provincfaale Atnpten. Van de twaalf Raadsheer en, die in 
den Eed zijn, gaan alle Jaaren zes uit den Raad, voorden tijd 
van een Jaar , in een ander Generaliteits of Provinciaal Ampt 9 
en worden in derzelver plaats weder voor den tijd van twee 
Jaaren ingekoozen de zes andere Raadsheeren, die n het 
verloopen Jaar buiten den Raad, of buiten den Eed in een 
ander Generaliteits of Provinciaal Collegie, zitting hebben 
gehad. 

De keuze van den Raad, invoegen .boven verhaald, door 
de vijf Keurheeren uit de gezwoorene Gemeente gedaan en 
geapprobeert zijnde, gaan de agt nieuw ingekoozene met de 
agt continueerende Heeren voor liet zogenaamde oude Regt- 
huis, alwaar nu de Hoofdwagt u van de Burgerij, en alwaar 
hen door deü oudften afgaanden Burgemeester, of bij onver- 
mogen van hem, door den volgenden de Eed word voorge- 
kezen, waar bij zij z weeren, dat zij van naastkomenden Sr. 
Pietersdag, als de zon opgaat, tot St. Pietersdag van het vol- 
gende Jaar, als de zon wederom opgaat, regte Raadsheeren 
zulicn wezen der Stad, derzelver best naar vermogen bezor- 
gen, en ieder een konder aanzien van perfoon Regt en Jufti- 
tje in de procesfen doen. Daar op komen die zo in den Eed 
gebragte Raadsheeren, des anderen daags, den 9 Februari] > 
voor de middag ten tien uuren van zelf op het Raadhuis, en 
kiezen uit hen voor dat loopende Jaar vier Burgemeesteren in 
den tijd, twee uit de continueerende, en twee uit den nieuw 
jügaanden rang , namentlijk die te vooren Burgemeesters zijtr 
gcwee?t, of zo 'er een geftorven.is, den oudften Raadsheer 
in dien rang , waar in een Burgemeester ontbreekt. De Keur 
gedaan zijnde, gaan de vier Burgemeesters naar de zelve 
plaats, als boven is gezegt, en worden aldaar ook op dezelve 
bpvengemelde wij^e in den Eed gebragt, blijvende de twaalf 

Raadi- 



CRONINGERLAND, 759 



Haadsheeren zb lang boven op het Raadhuis, tot dat de vier 
Burgemeesters hunnen Eed hebben afgelegt, Behalven dien 
Eed, moeten alle nieuw ingekooze Burgemeesters of Raadshee- 
ren , die nooit te vooren Burgemeester of Raadsheer zijn ge- 
weest, nog doen den Eed van zuiveringe, dat zij om hun 
Ampt te bekoomen aan niemand iets hebben belooft, of ge- 
geeven, noch ook belooven of geèven zullen; gelijk mede op 
den 22 Februarij, op de eerfte zitting, de geheele Raad, ne- 
vens den Sijndicus, en beide de Secretarisfen , den Eed moe* 
ten doen tegen het neemen van gaven en gefchenken, bij Re- 
folutie van den 14 December des Jaars 1663 verboden, niet 
alken in opiigt van pointen van Juftitie, maar 00!; in pointcn 
van Politie, wegens het begeeven van Ampten en Beneficien, 
*t fcij groot of "klein, uitgenoomen het geen op eenigc ein- 
ploien bij openbaare wet als een equivalent is gefield, ten 
voordeclc van de gezaamentlijke Regenten, maar nooit ieti 
voor iemand in het bijzonder, Bijaldien het mogt gebeuren, 
* dat een Burgemeester of Raadsheer, in den Eed zijnde, 
mogt komen te overlijden, zo word in deszelfs plaats een 
Ander • bekwaam perfoon gekoozen, niet door den Taalman éa 
de gezwoorenc Gemeente, maar door de andere Burgemee*. 
ters en Raadsheeren, dewelke in den Eed lijn, mits dat 
xulks gefchiede binnen agt dagen na de bcgraavinge van den 
verftorven; anders vervalt de beftelling aan de gezwoorena 
Gemeente, om zijn plaats wederom te vervullen op dien agt- 
ften dag van Februarij des Jaars, als de verftorven op zijn 
tourbeurt wederom had ingekoozen moeten worden, bijaldien 
bij in 't leeven was geweest, 

In het algemeen word gepermitteerd, dat in alle vergaderin- 
gen van de Stads Regeering, alle voorkoomende zaaken, zon- 
der eenig onderfchcid van groote of kleine , worden gecoi*. 
cludeert en afgedaan bij meerderheid van ftemmgn, hoofd 
voor lioqfd te tellen. Aangaande verder de magt en *t gezag 
van Burgemees teren en Raad, dient men te weeten, dat het op- 
pergezag is bij den zittenden of in deu Eed zijnden Raacj, 
uit vier Burgemeesters en twaalf Raadsheeren beftaande, ge- 
lijk bevoorens is gezegt , en zulks in alle zaaken , een punt 
cf m*ee, hier na te melden, uitgeZöndcrt. Gevolglijk beeft 

<!e 



?3« GRONINGERLAITO- 



de Raad de magt, om alle' politieke ordonnanrien 9 tot,,»^ 
order en handhaving der politie dienende, alleen af te gfeeveo; 
alle Ampten en Beneficien, groot of klein» in Politie, Jufinfe 
*Q Militie, ter difpofitie van de Stad (bande, naar baar welge- 
vallen te begeeven, *t zij in de Generaliteits, Provinciaaie af 
Stads Regeering en Jurisdkticn. Bij den zelven word order ge- 
field op alle openbaare Stads gebouwen en werken, het orcünaris 
«üsponeeren over alle Stads goederen en inkomfteo , bet inoec- 
men van alle rekeningen van goederen en inkomften, de Stad dj- 
reft of indirect concarneerende, uitgenomen dar de rekening, 
die alle Jaaren, in de week voor Paasfchen, gedaan word f door 
den Stads Rentmeester gefchied, ten overftaan van Burgemees- 
. teren en Raad , nevens Taalmannen en gezwooxene Gemeente 
(Te vooren plagten daar over mede geroepen te worden, de 
Gecommitteerden uit de agttien Gilden of Maatfcbappijen, voor* 
namentlijk van handwerkslieden, ) Burgemeesteren en Raad 
hebben mede alle civiele en crimineeie Jurisdiftie, alwaar em 
Burger of Ingezeeten der Stad gedaagde is , en oordeelen in bd- 
dc gevallen bij arrest, zoqderdat vanderzelver vonnisfen eenig 
appèl, reauditie , of reduftie, bij eenig ander Geregt, in oT 
buiten de Provintie, verzogt kan worden. 

Boven is gezegt, dat *er een punt of twee waren, waar in de 
Zittende Raad alleen niet concludeerde. Dit is vooreerst, in het 
maaken van algemeene wetten voor de Stad, en het bezwaaren 
van de Stads kasfe, dpor negotiatie van kapitaalen: want daar 
over moeten mede worden geroepen, de oude of buiten den 
Eed zijnde Raad, nevens de Taalmannen en gezwoorene Ge. 
meente, welke in den Eed zijn;. wordende ook in deezen bij 
meerderheid van fteramen, van alle aanweezende perfoonen ge- 
concludeert; kunnende voorts de zittende Raad njede in alle 
voorvallen deeze vergadering beleggen, zo menigmaal zij oor- 
deelen dat het gewigt der zaake komt te vercisfchen. Wijders 
Is, zederl eenige Jaaren , ingevoerd, dat over de zaaken, dewel- 
ke op den Provinciaalen Landdag verhandelt zuilen worden, 
eerst de oude of zittende Raad mede word beroepen, om over 
die zaaken te befoigneeren en te beOuiten. 

Gelijk de zittende Raad bevoegt is om wetten te maaken voor 
de beide Oldampten , öelt dezelve ook een Drosfiard aan , over 

het 



ÖHONINGERLAND. /3f 

het Groet of Wold-OUanpt , dewelke, uit naame van Burgen 
meesteren of R*a8, oeffem Jurisdiaie in alle civiele en crini- 
neele zaaken, vallende geen appèl van des Drosfaards Tentenden, 
In crimineele zaaken geveld; maar van fententiefc, in civiele 
zaaken geweezen, bedragende boven vijftien Car. guldens, kan 
geappelleerd worden aan Burgemeesteren en Raad ïnGrotttrgep. 
Dezelve Drosfaard is mede Schepper van Ter munter zijl. en 
heeft met zijne Sijlvefters uit het fVotd- en KM-Oldampt % opzigt 
op de gemelde Sijl, als mede met Sijlvefter uit het Wold-Old- 
étmrpt 9 over de Diken en Sijlvefter afwateringen in het fVoM- 
Oidampu Bij dit Gollegie van Drost en Sijlvefters is gevoegt 
een peribon , zijnde Ontfanger der penningen , die tot on- 
derhoud der Sijl, Diepen en Dijken worden uitgefchreeven , m 
met eeneti Secretaris van dezelve. In opzigt van de civiele en 
rrimineele Jurisdiaie, word inede door den zittenden Raad ge- 
field een Lands Schrijver, dewelke bij den Drost in alle deelen 
en punten het Ampt van een Secretaris bekleed. 

Over het Klei-Oldampt fielt de zittende Raad mede een 
Amptman, dewelke in opzigt van de civiele en crimineele Juft*- 
de aldaar de zelve magt heeft als de Drosfaard in het Groote of 
Wtld-Oldampt. Hij is ook mede Dijkgraaf, en heeft nevens de 
Dijkregters uit de refpeaive Karfpelen het opzigt over de Zeé< 
en Dollaarddijken van het Klei-Oldampt. 

De zittende Raad fielt mede een Amptman over het Gerigte 
Selwert, of Geeregt , hebbende dit regt na veele ftrubbelingen 
vast begonnen in den Jaare 1516, en zeden altoos gerust behou- 
den. De Amptman heeft bij zig een Secretaris, die mede door 
den Raad word aangefteld, en beeft mede civiele en crimineele 
Jurisdiaie, welke beide binnen Groningen in het oude Regt- 
buis gehouden word, met eenig onderfcheid; zo dat de Genten- 
den in crimineele zaaken worden geveld door den Amptman, 
met agt gezwoorene bijzitters, zonder dat daar van eenig appèl 
kan ingefteld worden; maar in opzigt van civiele Jurisdiaie 
oordeelt de Amptman ter eerder inftantie met twee bijzi ters 
(het welk Lege bank genoemt word) over alle voorvallende 
verfchillen, 't zij perfoneele, of reëele aaien; en bijaldien de 
ciscH is onder de 50 guldens, of van zaaken, die geen uitftel 
. kunnen lijden, word van die femeutie onmiddelijk gcappelieeid» 



?3i GftONIÜGERLANEh 

aan Burgemcesteren en Raad in Grtniwgf; maar de appètterf 
over allerhande andere zaaken, bij den Amjtonan én de twee 
bijzitters gedecideert, moeten eerst gedaan worden soa het 
Hvfiding* hec welk aüejaaren driemaal gehouden word bij den 
Aaoptraan en de agt gezwoorenc bijaitters; en die zig tri} dia 
vonnis bezwaard vind, kan daar van voor de derde ioftanrié 
appelleeren, aan Burgcmeesteren en Raad in dm/ge». De 
bijzitters, waar van zo even is gemeld, worden tot agt ia gecal 
terkooren uk geratificeerde Ingezeetenen, in hetGwrrg/, of fis 
liet Geregte van Selwert woonagtig, tn continoeeren dra tijd 
van vier J aanren : zo nogthans, dat alle Jaaren vier van dezelve 
afgaan* en in derzelver ptedts vier nieuwe, door den Ampram 
met de vier continueerende bijzitters gekoozen worden ; of, zor 
iemand binnen dien tijd kwam te fierven, word in deszeifs 
plaats een nieuwe gekoozen , door den Amptman en de zeven 
overige bijzitters» in alle deeze voorvallen word geoordecl* 
naar het Selweder Landregt, het welk particuliere wenen zijn , 
alleen tot deeze Jurisdictie behoorende, en door Burgemeesteren 
en Raad, in den Jaare 1673, na gedaane revifie der oude Laad* 
regten, gearfefteerd. 

De zelve Amptman is mede Regter in het Sapptmecr* mee * 
annexen , en heeft tot zijn dienst den zelven Secretaris van het 
Gooregr. Dit Stppemeer is te vooren geweest , een groot woest 
Meir, waar onder veel Veen zat* en is in den Jaare 1619, en 
daar omtrent hot water daar uit afgetapt * en naar de Stad geleid» 
en tegenwoordig een welbeplanfe en redelijk volkrijke Kolonie, 
Als hier na op zijn Artijkel breeder zal gezegt worden , waar 
over de Amptman, als Regter van het Sappeneer, alleen uit 
naame van Burgemeesteren en Raad, oeffent alle civiele en cri- 
•mineele Jurisdictie, oordeeiende daar in naar het Oldampter 
Landregt; vallende mede geen appèl van crrmineele fententkT», 
.maar van de civiele Jurisdiclie kan mede geappelleerd worden 
aan Burgemeesteren en Raad in Groningen, 

De Jurisdictie over Westwoldingeland \ is voor der Jaare 

•153R, veele tijden lang geoeffend bij de familie van addinga, 

maar door Keizer karel den V* tot een Leengoed gemaakt, en 

tot recognitie van gedaane dienden gegeeven, aan georo 

schenk, in den Jaare 1538. Door deszeifs zoon is het over* 



«RONINGERLAND. ffl 

.gedraogen aan den. Graave van aremberg, die het, in het twaalf* 
jaorige beftand tusfchen Spanje en de Nederlanden, af (fond, aam 
een Amfletdamuh Koopman , dewelke het naderhand voor eene 
groote fbmme gelds beeft verkogt, aan de Stad Groningen, zo 
dat dezelve nu de Heerlijkheid van Wedde en IPestwoldit ge- 
land bezit, als een Leengoed, en dezelve doet beleenen, op 
naame van deczen of geenen perfoon van den Raad van Bra+ 
band % de Provintie van Holland \ Frisland en Overijsfel; 
zijnde gevolglijk geregtïgd, in dntLandfchnp te verregten,al wat 
liet Leenregt medebrengt, of eenigzints aan Leenmannen is ge- 
oorloofc; (lellende uit dien hoofde den Drosfaard over geheel 
Wedde (alwaar zijne refidentie is) en. over Wettwnldingeland 
aan , met magt van civiele en crimineele Jurisdictie,, volgens de 
order en forme, aljaar voorgefchreeven en gebruikelijk; (lelt 
mede een Regter over Waterwoida . dewelke moet oordeelen 
naar het IVesterwoldin^er Lcndregt, in de Jaaren 1566 en 1567, 
.door Gecommitteerden van Keizer karel den V opgefteld , en 
in den Jaare 1677, op order van Burgemeesteren en Raad, in 
Grimingen gedrukt, met last, dat de Drost, Regter en Inge- 
zeetenen zig daar naar zullen reguleeren. Bovendien (lelt de 
zittende Raad een Regter aan, over Bellingewolda en Blij ham 9 
welke met dat gedeelte van de Kolonie, de Pekel genaamd, hel 
welk aan de Zuidzijde van het Riviertje , de Pekel A geheecen , 
tegenwoordig mede onder Westerwolda gereekend word, hoe 
wel het waarfchijnfijk is, dat de beide eerstgenoemde Dorpen in 
oude tijden onder Reider land mede behoord hebben ; het welk 
ongetwijfeld de reden is , dat die Ingezeetenen met geregt woe- 
den naar het Westerwolder Landregt, maar naar een bijzonder 
Landregt , het welk bijna in alles overeenkomt met het Landregt 
der Oldampten , naaste gebuuren , en in oude tijden ten deel* 
mede onderhorig aan Reider land. Van de fententien van deeze 
beide Regters in eivieie zaaken geveld , moet eerst geappelleerd 
worden aan den Drosfaard te Wolda , van wiens fentemie voor 
de derde inftantie geappelleerd kan worde», aan de Hoofdman- 
nenkamer van Stad en Lande, doch niet verder. In plaats van 
het geen Keizer karel den V, bij een Oclroibrief, Jaarlijks van 
de Ingezeetenen van fPesterwolda had bedongen-, worden nu , 
gelijk in de zeven vereenigde Provintien gebruikelijk is , de ge- 

mce- 



• #4 CRONlNGERLAtf D. 

n ■ , 11 f 

• meene middelen in Westervnlda % BtlliPgewelda, B Ui kam, 
t en de Zuidzijde van de Pekel A, door die Gecommitteerden 

van den Raad van Staate, Jaarlijks ten voordele van de Ge- 
neraliteir verpagt ; ten welken einde door den Raad van Staate 
een Ontfanger is gefield y aan wicn mede de betaalmg gedaan 
moet worden, wegens de vrijwillige verkooptng van vaste en 
.onroerende goederen* 

De Taatmannen en de gez\Voore Gemeente, van welke bo- 
ven dikwils gewag is gemaakt, beftaan uit zesendertig perfoo- 
nen, waar van twaalf zijn buiteri den Eed, en vierentwintig 
in den Eed. Aan dezelve (laat niet eenige befteüing van Ju- 
rtsdiaie of Rcgtspleegiug, of begeetfing van eenige Ampten; 
zij maaken ook niet uit een bijzonder Lighaara, veel min 
geoppofeexd aan Burgemcestefen en Raad: waarom zij ooi 
geen bijzondere Vergadering mogen beleggen j of houden, dan 
met expres voorgaand confent van Burgemeesteren &i Raad, 
maar kan derzelver pligt of officie best worden begreepen u?t 
den Eed, welken zij Jaarlijks afleggen en 2 weeren, namen* 
Bjk: Dat zij regte Gezworenen zullen weien der Stad Git*- 
■ stagen* en dat zij Burgenteen e te* en Raad ftijf en fterk 
zullen maaken , en holden in haar en regte % en dat hij haar 
zullen koomen alt haar bode zenden % en dat beste helpen 
raden voor de Gemeente en voor de Stad van Groningen* 
en vermelden den Raaa % '/ geene de Baad of de Gemeente 
der Stad hinderen of Je ha Jen mogt % en dat zij geene ver* 
zameling of verbond maaken zullen , dan dat gezamevttijk 
met Burgemeeiteren en Raad bovengemeld g en buiten haar 
tonfent niet* 

De Taalmannen en gezwoorene Gemeente, die in den Éed 
2ijn, zitten en befoigneeren Jaarlijks, nevens den zïttenden 
Raad, over bet fnneemen vati de Stads rekeningen, 't welk 
iile Jaaren, in de week voor Paa<fcben gedaan word, doot 
den Stads Rentmeester, tan alle ontfangst en uitgave van de 
Stads goederen , die in den verloopen Jaare te voorgevallend 
Burgemeesteren en Raad, welke in den Eed zijn, Hellen ook 
alle Jaaren Gecommitteerden aan tot de Stads Rekenkamer, 
beftaande trit negert perfoonen , den jongden Burgemeester a& 
Prefidcnt, de twee jongde Raadsheeren, een uit den atngaari- 
den «n een uit den comfaueerendeq rang, den Stads sSjiffliató, 



ÖRONlNGERLAtfÖt y s $ 

kencmeester, een Stads Secretaris, een Tolman nit de gezwodi 
vene Gemeente, den Stads Fiskaal, en een Gezwooren. Deezé 
fcxamioeeren en liqoideeren alle declaratiefl van arbeidsloon, gei 
datoe leveraritien van materiaalen aan de Stad . en pasfeeren dad 
op ordonnantie van betaaling op deri Rentmeester; welke op 
flonnantien door den Burgemeester en de beide Raadsheeren j 
nevens den Secretaris, vertekend worden 4 examineeren dere* 
Ibmten vad den Stads Rentmeester, en Hellen order op deid< 
Vordering van deielVe; 

Het Geregt van Gildwater ttl Sttpelregt, beftaat uit een 01- 
dermaü en twailf perfoonen, met eén Secretaris, waar van agt 
in den Eed zijn f en vier buiten dien Eed ; gaande van die agt iri 
den Eéd zijnde, alle Jaaren vier af, Welke twee Jaaren gezeé- 
ten hebben, én worden opge volgt door de vier andere, welke 
eeii jaar buiten deti Eed zijn geweest* Deeze agt perfoonen 
Worden alle jaaren gekoozen en opnieuw in denEedgebragt, ojj 
den 22 Pebruarij 9 door de twee Burgemeesters eti de zts Raad*! 
oeeren , welke op dien tijd uit den tlaad gaan ; maar bijaldied 
«oor de dood, of anders * een plaats van een Giidregtsheer, ia 
<fen Ëed zijnde, mogt komen te vaceereii, daar van ftaat de be j 
tfeving ter dispofitie van den zittenden Raad» De Óldermatt 
van het Gildregt word alle jaaren verkooren door den zittenden 
Raad, en word gewoonlijk die geen, welke daar toe eens is 
aaogefteld, Jaarlijks* geduurende zijn leeven, bij continuatie 
gekoozen. Hij U als Prefident van het Gildregt; maar in opzigt 
van contravemien, tegen het Stapelregt begaan, word hij ge* 
confidereerd als Fiskaal, en ageert op zijn naam: waarom hij 
ook moet opftaan j wanneer de andere agt Heeren over htt ver* 
fchil oordeelem 

De Weeskamer » beftaande uit vier perfoonen * ten minfte *j 
Jaaren oud, nevens een Secretaris* en een Dienaar * word med# 
befteld door den zittenden Raad, en worden de vier Weesheeren* 
*lle Jaaren op den 22 Februarij , op nieuw in den Eed gebragt* 
Die zelve Heeren zijn tevens Gommisfarisfen van de Huwelijks* 
taaken. 

In de Stad zijn ook agt Kluftheeren* of Wijkmeesters, bene* 
vei» eeil Schrijver, en een Dienaar* De Schrijver word aange? 
field door den zittenden Raad* de, Dienaar door dt Ktoftbeeren; 
< XVIIL mui* Aaa maaf 



73* GRQNINGERLANTX 



in opzigr van de Kluftheeren zelf, is eemg oaderfchuU 
want bijaldien de. Heeren vap den Raid een Kluftheer toe een 
ander Ampt bevorderen, vergeeven dezelve wederom terftoaé 
de Kluftheersplaats; maar wanner een Kluftheer komt ce Aar- 
ven, maaken de zeven overblijvende de nominatie vn drie 
perfoonen, waar uit een, en tijdelijk* de oudfte of eerfte op 
de nominatie, door den zitteqden Raad verkooren word. Het 
Ampc d$r Klufibeeren is, te bezorgen, dat de (batten en aP» 
wateringen in de Stad behoorlijk worden onderhouden; dat 
niemand door eenige thnmeiagie van huizen, of anders, bet 
gemeen of zijn buurman benadeelen, enz. de verfchillen, daar 
over tusfehen de nabuuren ontftaan, de plano te decideeren, 
moetende van derzelver oordeel binnen 24 uuren aan den zk- 
teqden Raad geappelleerd worden. 

Nog is in de Stad, in den Jaare 1697» ingefteld, een Ge 
regc, gekaamd Commisfarisfen van kleine zaaken, beftaande 
uit den jongden Raadsheer in den afgaanden rang, en twee 
daar toe gefielde Kooplieden, dewelke zonder vacarien, etr 
zonder dat Advocaaten geadmitteerd worden, de piano deci- 
deeren de verfchillen, over het niet leveren naar de ftaal, of 
andere misleveringe van koorn , of diergelijk ; moetende mede 
van derzelver uitfpraak binnen 24 uuren aan den zierenden 
Raad geappelleerd worden. 

De Kerkelijke beftiering, of den Hervormden Neéerdmit- 
fckem Kerkenraad der Stad Croninftn betreiende, dezelve 
beftaat uit negen Predikanten, waar van een buitengewoon 
Hoogieeraar is , en den predikdSenst , zo als boven , daar van de 
Akademie is gefprooken, gemeld is, nevens de andere Heeren 
Predikanten waarneemt; zesden Ouderlingen, te weecen vwr 
nit de Heeren, vier uit de Geleerden, en agt uit de Burge* 
tije; ~eeu Aart diaken, of Boekhouder der Armen, ea agmen 
Diakenen. De verkiezing der Predikanten geCchied op de 
Folgende wijze. Een Predikant overJeeden zijnde, word door 
Predikanten en Ouderlingen ean nominatie van drieën gemaafct, 
dewelke ieder cweemaaien na malkander moeten prediken. Oii 
gedaan zijnde, word op de Confiftoriekamer , door den gaot» 
fchen Kerkenraad, namendijk Predikanten, Ouderlingen, den 
Aartsdiaken, en de andere Diakenen, de verkiezing bij meer* 
derbeid van Hemmen gedaan. Vervolgens word de gekooie- 

v, 



CkOftiNGERLANI* ftf 

fee, drie agteréen volgende zondagen, van den Predikftoel afge^ 
kondigt, en voorts des morgens, in de Sn Marten%ktrk , in defl 
dienst bevestigd* 

Omtrent de igttleü Diakenen is aan te merken* dat «Is f er teii 
of meer verkooren moeten worden, zulks altoos drieweekeo 
voor Pinzteren , door Predikanten , Ouderlingen en Diakenen * 
in de Confiftoriekamer gefchied, wordende altijd op Pinxterdag 
bevestigd. 

De Kerk en Klasfis van Groningen (ban onder het Sijnode 
\wi Groningen en de Ommelanden , het welk, om het tweede 
Jaar , in de eerde week van de maand Maij , in deeze Stad 
gebonden word, wordende het andere Jaar gehouden in de Stad 
Appingadam. 

Onder de Geleerde en vermaarde Mannen, welke ie Stad 
Groningen heeft voortgebragt , worden geteld johannes wesse- 
lus, of wessel harmens, een groot Taalkundige; óerardus 
èVNELLlus , Abt van Mariendale, te Norden; hieronymi/S 
VERRUTtüs, een voornaam Regtsgeleerde; üwohelt, zeerbe^ 
drceven in de Latijn fche en Griekfche Taaien; übbo emmiüs } 
menso alting, en veele anderen, op verfcheiden jriaatzen in 
dit Woordenboek vermeld* 

Zie Ubbo Emmiuii, de agro Frifia & urbe Groninga$ it. iti 
hifi. Frif. Schotanus, Hifi. Frif Win femiui ^ Kronijk van FHesh 
Alting * Notitia Qerm. Inf. P. IL Matthaui, AnaleCt. Tom. 
VL Hooft en van Meuren , NederL Hïfli SijJvius, Fervolg 
pp Aitzcma, h Deel$ h en IL Stuk. Valkenier , Verward 
Europa* Jokannis Aljiorphit Conjeüanea Phifol. fuper nummé 
tttfd in memi obfidi & libcrat. orbls Gioning*. De Pij laar e fi 
tn Peerlen van Groningen. Oudheden en Gefiigten van Gro» 
«iögem Sufridus Petri, de fcript. Frif. enz* 

Gronovius, (johannes fredricüs) een beroemd Regtsgo* 
leerde en Hiftoriekundige , gebooren te Hamburg, in 't Jaatf 
tói i. Hij Het, van zijne tederfte jeugd , een ongemeenen ijvetf 
en lust tot de ftudien blijken. Tot rijper Jaaren gekoomen zijn- 
de, bepaalde hij zig tot de twee bovengemelde weetenfchappen» 
Naderhand doorreisde hij Duitsckland , Italië en Frankrijke 
Eindelijk in de Nederlanden gekoomen zijnde, zette hij zig té 
Deventer neder, daar hij zig, door ferfchaidene geleerd* 

Aaa a Schrift 



73» GRONOttÜS. 0ACÖBUS) 

Schriften, een naam maakte. Dk was oorzaak, dat hij, in 
cle plaa:s van daniel heinsius, tot Hoogleeraar in de Griek» 
fchg Taal , de Hiftoriekunde en Welfpreekenheid , te Leiden 
bevordert werd. Hij nam zijnen post met grooten lof waar, 
en gaf een groot aanofl werken in het ligt, onder welke ver- 
fcheiden oifde Schrijvers, met zijne aanteekeningen. Hij ftierf 
te Uiden , den 28 December van het Jaar 1671, tot finert 
vr.n alle Geleerden, hntende twee zoonen na: jacobus, van 
wien, in het volgende Artikel, zal gefprooken worden, en 
theodorus Laurentius oronovkjs, die, als Regtsgeleerde , 
zijn verblijf te Deventer hield. 

Gronovius, f jacobus) werd, in het Jaar 1645, te Deren* 
ter gebooren; zijn vader onderwees hem, te Leiden, met 
allen vlijt, in di Taaien, Weetenfchappen en bijzonder in de 
Regten. Daar na liet hij hem eene reize doen naar Engeland* 
alwaar hij zig met vlijt bediende van de Boekerijen te Ox- 
ford en Cam bridge , en met de geleerdfte mannen van dien tijd 
kennisfe maakte. Na zijne terugkomst, gaf hij polybius, mei 
zijne aanmerkingen en die van casaübonis, in het ligt. In 
zijn twintigfte Jaar werd hem, te Deventer , het Hoogleer- 
aarampt aangeboden; doch om zijnen lust tot reizen te vol- 
doen, bedankte hij daar voor. In het Jaar 1666 vertrok hij, 
met den Holland fchen Gezant, den Heer paats, naar Spanje, 
en vervolgens naar ltaHe y daar hij Hoogleeraar werd. Doch 
alzo het Land en Volk hem niet behaagden, begaf hij zig, 
na verloop van twee Jaare», naar Venetië % Padna, en van 
daar naar Dui/scAland, om 'er eene rijke erflfems te omvan- 
gen. In 't Jaar 1679 werd hij te Leiden als Hoogleeraar be- 
roepen. Van wegen het genoegen, dat hij met zijne Intreêre- 
de gaf, werd zijne Jaarwedde terftond met 400 guldens ver- 
hoogd-; het zelfde gefbhiedde, andermaal, in het Jaar 1703:, 
wanneer hem, daarenboven, de tijtel van Aardrijksbefcbrijver 
werd gegeeven. In dien tusfclrcnüjd had hij verfchelde andere 
beroepen buitenslands van de hand ge weezen. Hij is, in hoc 
Jaar 1716, van droefheid, over het verlies zijner jongflr 
dogter, te Leiden overleeden, juist op den lijd, als hij zijn 
werk over tacitus, f t welk na zijnen dood* door zijnen 

zoon, 



GRONSFELD, r enzv j& 



Toon , is nicgegceven , voltooid bad. Hij liet twee zoonen na; 
«eb oudfie van welke Do&or in de Geneeskunde, en de jong. 
Jle in de Regten was: beiden zeer geleerde mannen. Als Iets 
-berispejijks beeft men, in deezen grooten man, aangtmerkt, 
dat hij de Geleerden, waar mede hij in pennenflrijd was, te 
fcherp en met bittere woorden te keer ging. Het getal zijner 
gedrukte fchrifien beloopt 45, waaronder eenige zeer aanzien- 
lijke werken. 

Gronsfeld,, een klein Landfchapje , met dea tijtel van 
Graattchap, in het Hertogdom van Limburg , in de XV Eeuw, 
door het overlijden van catharina, de laatfte vau dat Gefkgt, 
^ekoomen aan het tegenwoordige Geflagt. Toen, in het Jaar 1588, 
jodocus, door den Keizer , tot Graaf van Bronkhorst verheeven, 
zonder kinderen overleed , nam deszelfs broeder den tijtel aan, 
Dceze liet drie zoonen na , waar van de oudfle was jodocus 
maximiliaan, Graaf van Gronsfeld Ebtrftein, Hij overleed * 
in 't Jaar 1622, nalaatende: 1. otto willem, Graaf van Bront- 
horst , Gronsfeld en Eberflein , Kt urbeijerfche Generaal, Veld- 
marfchalk , en Wijbisfchop en Vicaris-Generaal van den Bis- 
fchop van Osnabrugge; 2. johannes franciscus; 3. ernest; 

J0IIAN FILIP FEUX; 5. ANNA JUSTINA, en 6. CLARA SYBILLA. Uip % 

dit Geflagte is mede af komftig, 

GRONSFELD-DIEPENBRCEK , (BERTZIAM FIUP SIG1SMOND AL- 

bregt, Graaf van) Heer van Wijngaarden Qi\-Ruigbroek 9 enz # 
Ijx het Jaar 1747 wen * h 'J » ^ oor c,e ~ :rvatcn van Holland \ als 
Afgezant, gezonden naar het Hof vzw Berlijn, om het gedrag 
der Staaten Generaal, met opzfgt xoi Frankrijk, te verdedigen,' 
en om tevens , ware het mogelijk , den Koning van Pruisfen 
Upder te verbinden nan de belangen van den Staat der Vereenigde 
Nederlanden. Als een bekwaam Staatsman kweet hij zig ge- 
trouwelijk van zijnen pligr. In de hoedanigheid van befchrecven 
in het Lid der Edelen vjui Hol and , werd zijne Excellentie, op 
de Verkiezing van wijlen zijne Hoogheid, aangefteld tot Kastelein 
van het Slot te Muiden , en to: Baljuw en Dijkgraaf van Naaf 
den en Gooiland, mk^aders tot Hoofdfchout van IVetsp en 
}Vces}tT-Karfttl en Üoog-Bijltmtr, in plaatse van den Meere 

A*a 3 clv 



f+0 GRONSPELD , (PREDRIK , Qraaf van) ai, 

en Mr. jan bernd bikker, die daar vn, vrijwillig, aflbndtad 
gedaan. Op den i9 van de maand Augustus fan dat )m wcré 
de Graaf jrfegtig aangeftdd. Op den 15 van de mand }nnq f 
van 't Jaar 1761 , nam deadve ifeting » den Ra*l oer Admr»- 
tKdt te Amjteldam. 

Groksfeld, (fredrih, Graaf van) w«d, den rw<xüuwlnr 
tigften Jannarij van het Jaar 1744, beleend met Werkendam* 
't welk, na zijn overlijden, werd opgedraagen aan deszdfi 
Weduwe, Vlrouwe carouna tredrica henrietta karia» 
Gravinne van Bentheim % Tektlenburg, Steinfnrt en Limburg, 
den 25 Julij van het Jaar 1755* D* *<>S leveode willem an* 
HE lodewyk, Graaf van Grontfild, Heer van Werkendam en 
Endegeest , werd daar mede beleend den 30 JuHj van 't Jaar 
1783. Werkendam werd, door zijn Ed., bij verkoop, afgp- 
ftaan, den 3 Fèbruarij van het Jaar 1787, aan den HeereTHEO? 
door jan, Baron Roest van Alkemade , woonagrig te Leiden* 
aan wiens medegedeelde berigteq wïi «fit Artikel yerfchnt' 
digd zijn, 

Gronsfort, een oud Slot, in Gelderland, nabij het Deden- 
weerd, door de Heeren van lynüeb?, die het lang bezeecen 
hebben, in de voorgaande Eeuw vertimmerd, en met groote 
posfehen beplant. Voorheen was het <}e verblijfplaats van een 
Jefuitfchcn Priester, 

Groot, (de) Van dit aanzienlijke Geflagt, waar uit dePeoi* 
^er Geleerdheid, de vermaarde hugo de groot, afkomffig wast 
hebben verfcheiden beroemde mannen, zints Jaaren herwaards, 
binnen Delft 9 en naderhand te Rotterdam , de aanzienlijkste 
Eerampten bekleed, welke deszelfs nakomelingen in laatstgemelde 
$i*d nog bekleeden, 

Mr. hugo hukensz de groot was, in het Jaar 1485, Lid 
fier Veertigen. Hij overleed in het Jaar 1509. 

Dirk huigensz de groot, Schepen, in de Jaaren 1491 , 9*1 
tft V7 *q *5<>3i Tbefcurier, in bet Jaar 1493» Burgemeester 

fa 



DIRK HUIGEN de GROOT, enz. 74c 

in liet Jaar 1501 , 2, 4, 9, 10, 11, 15, itf, 17, 18, 19/ 
^O en 1521. 

Dirk huigen de groot, Weesmeester, in het Jaar 1506. 

Huig de groot, cornilisz., van Nè&rth* rn , Schepen, in 
de Juren 1541 , 42, 46, 52, 53, 54 «1 i55<*5 Burgemees t er , 
in de Jaaren 1555, 57, 58, 62, 63, 64, 65 en 1566. Hij 
fBerf , den 12 April van het Jaar 1567, 

Mr. johan huigensz de groot, Schepen, in het Jaar 1589, 
en 1590; Burgemeester , in het Jaar 1591 , 92, 93, 94 ea 

1595- 

Mr. Japï buigensz de groot, Raad; van zijn Atnpt verlat- 
ten, in het Jaar 1601; geftorven den 3 Maij van het Jaar' 
1640. 

Groot, (cornelis de) was de oudlte zoon vanwiG of hu* 
00 de groot, cornelisz., gebooren te Delft, in het Jaar 
1546. Te Parijs en te Orlcans zijne ftudien volbragt hebben- 
de, kwam hij, met roem , van daar te rug. Eerst was hij Re» 
qnestmeester van zijne Hoogheid , Prinfe willem den I ; doek 
werd, bij hec opregten der Hooge Schoole te Lei den , aan de* 
zelve, tot Hoogleeraar in de Regten verkooren. Hij overleed 
op zijnen Geboortedag, den 25 JuRj van het Jaar 1610. Blf 
zijn leven, was hij, bij de geleerdfte mannen van zijnen tijd, 
in groot aanzien geweest. 'Er zijn gefehriften van hem in druk; 
•oxhorn getuigt, vier onderfeheidene nog ongedrukte werken' 
van hem gezien te hebben. 

Groot , (jan of johan de) broeder van den zo evengeraei- 
den, en vader van onzen vermaarden hügo, had, ieDouaij 9 
den trap beklommen van Meester der vrije Konflen en Filoib- 
phic, en vervolgens dien van Dotfor in de Regten. Hij waa 
een groot vriend der geleerdheid en der Geleerden ; houdende* 
in den bloei zijner Jaaren, een gemeenzaainen omgang en brief- 
wis&linj met de voornaamfte Letterhelden van Nederland ', in 't 

Aaa 4 bij- 



ftt OROOT, (HUOO m) 

bijzonder met lipsius , die hem zijtien vriend en leerling noem* 
de. Ook was hij ervaaren in de Latif* fche Poezlj. In het Jaar 
1589, vffkreeg bij, zo als wij boven gezien hebben, den rang 
4er Veertigen of Vroedfchappen zijner Geboorteftad Delft 9 en 
werd aldaar, in het Jaar 1591, Borgemeester. Vervolgens be- 
kjom hij de waardigheid van Curator dep Leid fcht Academie, 
en eindelijk die van Raadsheer van den Graave van houenloo, 
l|ij was gehuwd met alida van overschie, eene vrouwe van 
een aanzienlijk Geflagt , uit dep Huize van Ovarfihte en Adrin 
chem n 

: Groot, (ds) of qrotius, (hdoo) een der geteerdfte ea 
beroemdfte mannen van Europa > was gebooren te Delft* den 
10 April des Jaars 1583 , zoon van jan de groot , 
zo even gemeld. De blijken van zijn verheeven vernuft 
taalden reeds in zijne tederQe Jaaren door: want hij 
jnaakte met zijn negende Jaar vaarzen , die van de 
grootfte liefhebbers gepreezen werden. Kort voor zijn twaalf* 
de Jaar, begaf hij zig op de Hooge Schoole te Leiden* daar hij 
•anftonds ging blokken in de Wijsbegeerte , Godgeleerdheid en 
in de Regten: zo dat hij met zijn vijftiende Jaar, reeds fa 't 
openbaar, over de Wijsbegeerte durfde redentwisten. In dien 
«elven ouderdom, namentlijk in 't Jaar 1598, trok hij met den 
holland fiken Gezant, den Hcere jan van ou*kbarneveu>» 
naar Frankrijk , daar hij den tijtel van Meester in de Reg- 
ten ontving, en ter handkus van Koning hendrik den IV wierd 
coegclaaten , die betuigde s veel agting voor hem te hebben ; 
Wam hij gaf hem mede bet gefchenk, 't welk hij gewoon was. 
aan uitmuntende Geleerden te geeven. Na zijne terugkomst in 
Bolland, ging hij ijverig ter rolle, en pleitte met zijn 17 Jaar* 
en naauwlijks was hij 24, of hem wierd het Ampt van Advocaat 
Generaal opgedraagen, Hij gaf met zijn 17 Jaar uit: Martiani 
Capella feptem Art et Liberale* , en zou, qp den raad vaij 
&ca!ig,r t over de Humaniora iets uitgegeeven hebben; maar 
zijn vader belette zulks.. Hij drong zig in de vriendfehap van 
ffen beroemden janus dousa, en befchreef, op hoog bevel, de 
Hiftorie van de Nederlandfthe oorlogen. Hij zette zig , in \ 
Jaar 1613, te Rotterdam neder, alwaar hem de waardigheid 
Yjfl Fcu^OOTis wierd opgedraagen; dewelke hij egter niet wilde 



GROOT. (HüGO d») T4J 

aaxmeeinen, toot dat men hem beloofde, hem nimmer af te 
zullen zetten; om dat hij wel voorzag, dat het verfchil, aan* 
gaande de algemeene genade, reeds hevig aan 't blaaken, in de 
Yoonnamfte Steden van Hottend voor veelen fcbadelijke uit. 
werkzelen ftond te veroorzaaken. In dat zelve Jaar wierd hij 
naar Engelamd gezonden, om de zwevende verfchillen, tus- 
ichen de twee Natiën, wegens den Koophandel op In die + 
ware het mogelijk, te beflisfen; waar over hij ecne verhande- 
ling had nitgegeeven, onder den tijtel: de Vrijt Zee % gedrukt 
In bet Jaar 1609. Hier kreeg hij , aan 't Hof van Koning ja- 
codus den I, gelegenheid, om met isaak casaubonus naau- 
wer keimisfe te maaken, die hem reeds uit zijne fchriften 
veel agting toedroeg. Tot nu toe was hügo de groot door 
het geluk geftreeJd, en had in een vergenoegden Haat geleeft; 
maar in 't vervolg beproefde hij de onftandvastigheid van 't 
zelve. Hij, ingewikkeld in de zaaken van jan van olden- 
9arneveu>, wegens het gevoelen der Rem on jir anten , of A** 
viiniaanen, werd mede in den maalftroom van ongenade ge- 
«jompeld, en in hegtenis genoomen, in de maand Augustus 
<(es Jaars 161 8; vervolgens den 18 Maij, des Jaars 161 9, ge- 
doemt tot een eeuwige gevangenisfe, en alle zijne goederen 
verbeurd verklaard. Ten dien einde voerde men hem den 6 
Junij, van 't selve Jaar, op het Huis te Loe*eJlein 9 als 
Ohuldig verklaard, dat hij de zaaken van den Godsdienst ia 
Holland <> niet alleen beroert, maar ook fchadeïijke raadflagpn, 
ten nadeele van denzelven, en van de rust der Kerke en der 
J-ands, door heimelijke en openbaare fchriften en redenvoe- 
ringen, gegeeven had. Daar bragt hij zijnen tijd door, met 
oaarftig blokken en fchrijven van heerlijke boeken, zo wei 
over den Godsdienst, als over andere doffen, tot dat, na 
verloop van anderhalf jaar, zijne wakkere vrouw, maria van 
*ei&ersberg, hem op een ongemeene wijze wist te redden, 
en in vrijheid te ftellen, Deeze' vrouw, .uit een voortreffelijk 
Geflagt gefprooten, na alles aangewend te hebben, wat moge- 
lijk was , om bij de Heeren Staaten zijn omflag. te bevor- 
4eren, nam een kloekmoedig befluit. Zij had reeds gemerkt, 
dat zijne wagters zo naauw de koffers met boeken en lijnwaat, 
(sfm xoegezpjiden wordende, niet meer openden of doorzagen , 

Aaa $ als 



744 GROOT. (HUGO ds> 

als zij ptagten ce doen, en hen belast was; derfariven overreed-' 
de zij haar man, dat hij zig in een koffer Ket fttriten, in weiken 
zij, aan het einde daar aijn hoofd zon leggen, eenige gaten, 
om lugt te fcheppen, had laaten booren, en dien hij van binnen 
met een ander flot kon fluiten. Ds groot, zig op haar aas- 
houden, daar in gelegt hebbende, werd de koffer, zelfs mee 
hulp van de wagt, in de fchuit gebragt, waar mede men hem 
naar Gorkum, daar niet verre van af geieegen, aan 't huis vut 
eenen zijner vrienden voerde, terwijl zij de wagt verzogr, 
eenigen tijd te willen (Hl zijn, alzo zij voorgaf, dat haar non 
onpasfelijk was; maar wanneer zij dagt, dat hij reeds in beton- 
de haven was , zeidc zij tegen hen, dat de vogel hen ontvlogen 
en haar man in vrijheid was. Aanftonds wilde men tegen haar , 
als tegen eene misdadige, handden; en daar waren Regters, die 
oordeelden, dat men haar in haar mans plaats moest opfluiten; 
maar de meerderheid van (temmen fprak haar vrij, en ieder 
prees haare kloekmoedigheid , en liefde voor haareo Gemaal. De 
groot dus in vrijheid geraakt zijnde, ging onder het kleed vaa 
cen Metzelaar, met de maatftok in de hand, op den gewoo- 
nen wagen zitten, en reed naar Antwerpen. Van daar ging hij 
naar Frankrijk , alwaar hij met veel agting aan 't Hof omvan- 
gen, en met een Jaargeld begiftigd werd. De Htllmdfche Af- 
gezanten tragtten te vergeefsch , hem bij den Koning kwaad te 
brouwen; die Vorst befchermde hem in 't tegendeel, voor 
hunne vervolgingen. Hier was hij niet ledig, maar hield zig 
geduurig op met het fch/iiven van fraaie werken. Het eerde, 
dat hij uitgaf, was een verweerfchrift tegen de Staaten van ffoU 
land, waar in hij zijne befchuldigingen wederleidde. Prins fre* 
drik hendrik fchreef aan hem*, in 't Jaar 1623, en bood hem 
zijne gunst aan. Men vind deezen brief agter het Leeven van 
dk groot gedrukt. , Na een verblijf van elf Jaaren, in Frsnh 
téjk keerde hij, met hoope vervuld, wederom naar ffallamt; 
maar hij zag, dat zijne vijanden, niettegenftaandc de gèoeget> 
lieid des gemeldcn Prinsfe, hem lagen leidden, die Jhem eerlang 
fchadelijk zouden kunnen zijn. Dus werd hij op nieuw ge- 
dwongen, zijn Vaderland, wiens weivaaren hem altijd zeer na 
pan 't hart had geleegen , te verlaaten. Hij lloeg den weg in naar 
Hamburg, alwaar hij zo lang vertoefde, tot dat hij, de aanbid' 

ÓÜJr 



OROOT. (HÜCO wt) 74J 



vm de Kroon Zweeden, in *t Jaar 1^34, aangenomen 
hebbende, derwaards ging, . De Koningin christin* vereerde 
fcem mee de waardigheid van Raad, en zond hem, als haarea 
Afgezant, naar Frankrijk, aan Koning lodewyk oen XIII # 
Na dat bij bier, ontrent elf Jaaren, met die Eeratwpt bekleed 
was geweest, trok hij wederom naar Zweeden % om aan de 
fLooiagin vettbg van zine verrigtingtn te doen. Hij trok 
«koor Holland ', en Am fier aam ontvimg hem met eerbewijzin* 
fipau Hij * zag de Koningin cimiSTm a , te Stokhtlm ; en na 
haar rekenfehap van zijn doen gegeeven (e hebben, verzogt 
hij zeer ootmoedig om ontflag van zijnen dienst. Dit ver? 
kreeg bij van haar, hoewel ongaarne, doordien deeze Vorftin 
eene bukengemeene agting voor zijne verdienden had. Dk 
ftelde hem ten doele des nijds, en verwekte hem veele vijaa- 
aten, onder de Grooten van 't Rijk. Hij ging fcheep , 
aaaar moest, door een ftorm beloopen, op de Pemtrfche kust 
nkftappen , en zijne reis over Land, in ziekte en ongemak, 
vervolgen ; doch zijn ongemak de overhand noemende , 
was hij gedwongen, te Raflok (lil te blijven, alwaar hij, na 
weinig dagen, den 28 Augustus, des Jaars 1645, overleed. 
Zijn lijk werd naar Delft gevoerd, en bij zijne familie begraa- 
ren. Zijne Gezantfchappen , en ometbaare andere bezigheden , 
hebben hem niet belet, verfcheide heerlijke werken in 't ligt 
je geeven; want geduitreade zijn veiWjjf te Parijs, voor dac 
hij daar als Afgezant van Zweadan was, bragt hij in 't Latijn 
over, in profe, zijn boek, over dt Waarheid ran den Ckrit* 
petijken Godsdienst, \ geen hij te vooren in Naderdnit- 
fcht vaarzen, een dientte der zeevarende perfoonen, zangsge- 
Wijze had op£eftdd, Dh werk was zeer Godvragtfg, en be* 
kwaam om de rnwfte zielen te beichaaven , vervuld met eene 
Aepe wijsheid: waarom het ook in •■€ Griekse*, Per/taansch, 
Arabisch, Engeisch, Framck en Neder duit uk is overgezet. 
Ztjn onvergelïfktijk werk, van 9 t Regt det oorhgs en der 
vrede, gaf hij te Parijs, in 't Jaar 1625, uit, en droeg het 
op aan Koning lodewyk den XÏH. Dk werk is mede in 
veele Taaien overgebragt, en zeer dikwfls herdrukt, ftrekken* 
de als een hoofdüeraad voor alle geleerde Boekzaalen. Ver^ 
der zijne Nadir landfeke Jaarboeken en Hifann, mede een- 
fraai 



ftf GROOT. (HUGO at) 

fraai werk, en bij de Geleerden in agting; voorts 'zijn werk, 
van de Oudheid der Batavifcue. nu Heiland f che Republiek ; 
Chreuijh van Heiland \ Eurèpidii Phanisfat Bxeerpta e* 
Commdüi & Traealiit Groeit % turn qua extant % turn qmaf 
perier *nt\ Philcfiphorvm fenteutia de fat 'e ; üiftorim Getka- 
rum 9 Vandalerum % partim vet fa , partim in erdinem dlga- 
fia\ Lueani Phaifi$Rm% eum net is; Difertatieries de fludiis 
reêè infiituendit\ De Uuferie fummarum petefiatum circa fa* 
era, cum IcheUit BUndeiH; Flerum fparfit, feu uêta breres 
ad Jufiinianum\ tfêia & emendationet adTacitum\ Apêlo- 
geticus eorum, tui Beliamdia fPettfrifimque & vicinis natie- 
mibus ex Ugibus prafueruut ante mutatiênem, qua evenit om. 
1618. fcriptit; Opera Theelegiea\ Difertatie de Origine gen* 
tium Americanarum\ Neta in Martiani Min* Feiicis Capel- 
la SatiMc9n\ Fe* haal van de belegering rau Breda \ ram 
Grol, Brieyen ; Gedigten, enz. waar van ook veele tn andere 
Taaien* overgezet, en dikwils herdrukt zijn. Deezezo groote 
en doorgeleerde man, zag zig, egter, van alle kanten, door 
duizenden vijanden befprongen. Hij wikkelde zig in eenonaange* 
pnainen ftrijd; want willende de verfchillen over den Godsdienst, 
ware het mogelijk, vernietigen, maakte hij zig verdagt , en ver* 
©orzaakte grooter verwijdering» Een Godgeleerde binnen Lei~ 
den % andbeas aiVETUs, een Franse hm an van geboorte, tastte 
hem 't eerst aan , en vergat niets om hem bij de Protefianten 
verdagt te niaaken. De laster, die door zijne vijanden kwaad- 
aardig na zijnen dood wierd uitgebraakt, als of hij, zonder op 
God te denken, geftorven was, is kragtig wederlegt, door het 
getuigenis van johannes quistorf, Hoogleeraar in de Godge- 
leerdheid te Rojlok, daar bij krank leggende, denzelvenbij zig 
ontbood, en blijken gaf, dat hij waarlijk zijn eenigfte vertrou- 
wen op Gods barmhartigheid, en de verdienden van Christus 
Helde. Hier door word ook wederlegt de lastering, dat hij als 
een Scciniaan zou geAorven zijn: want hij betuigde mede aan 
dien Hoogleeraar, dat hij geloofde, dat christus God en 
Mensch was. Ook hebben andere geleerde mannen de perme 
ter zijner verdediging opgevat; waarom men hier geene omftan- 
digheden meer zal aanhalen, vermits den la steraar en door ds 
waarheid cjc mond is geflopt. Hij is getrouwd geweest met 



GROOT. (HUGÖ de) 7 # 



MARIA VAN REIGERSBERG, bij WClke Wj «Me ZOOIien, KORNELIS, 

pieter en diderik, en eene dogter, corneua, heeft verwekt* 
*Ue perfoonen van een uitneemend verduid. Van den middel- 
den , pitTER, zal hier na, in een aftouderlijk Artikel, gefprooken 
worden* KoRnelis en Dlitfc hebbed den oorlog gevolgt; de 
oudfte heeft, onder den vermaarden füRENNE, In ItaHe gedient, 
en is, dooi 1 den Raad van Venetië, met de Ridderorde van Sn 
Matcus begiftigd; en de jongde heeft gedfent, onder den ver- 
maarden Hertog UERNARD wnSaxet'Wrijmar, wiens gewoone 
Edelman hij eerst is geweest, als mede daar ita Luitenant Ge* 
fieraal en Gouverneur van Laufen6urg i in den E/zas. Maar 
wanneer karel gustaaf, Koning van Zweeden, het vuur de* 
oorlogs aan alle kamen ontdoken had, en naar dappere mannen 
omzag, zo ontbood hij deeze twee helden, die, door hunden 
Vader hugo, te vooren keitnis aan 't Hof hadden gehad; de- 
welke zig ontdaan hebbende van hunne voordeelige posten , en 
hunne goederen verkogt hebbende , zig gereed maakten om te 
vertrekken, wanneer de tijding van de dood des Konlngs gus- 
ïaaf kwam, overleeden m *t Jaar 1660. Doch de Koningin 
weduwe, hen hebbende laaten weeten , hunne voorgenome reize 
te vervorderen, zijn ze in den Jaare 1661 venrokken, wanneer 
hun Kamerdienaar, verlokt door hunne fchoone goudbeurzen, 
voornam hen beide te dooden, en met den buit heenen te gaan* 
Het zelve ia ook, voor een gedeelte, door hem voibragt: zo als, 
onder het volgende Art. nader zal verhaald worden. Kor- 
neus de groot, diep getroffen door dit rampzalig voorval , 
keerde weder naar 't Vaderland, alwaar hij in den Jaare 1665 is 
overleeden, zijnde, zo wel als zijn broeder, ongetrouwd, en 
te Delft begraaven. Corneua, de dogter van hugo de groot* 
is getrouwd met eenMansch Edelman, jan barton, Burg- 
graave van Montbas, die in den Jaare 167a, om zijn zwager, 
heter de groot, heeft moeten lijden. Crotii Apolog. Joh. 
Impériales Mvfieum. Patin Epsji. 7 Fan Me t eren , Neder- 
landfche Ge fchi edenis fin. Freher. Theatr. ƒ. I103. Meur ft i 
Ath. Bat. Auberij Memoires. Witte Mem. Philofoph. p 554. 
Obferv. Hall- T. FIL p. 3 30. feq. Le Fafor l. Xll. Hifi. 
Lod. XIII. Baijle Diüon* Crit. Batefiui Theatr. Firorum 



74* GROOT, (HUGO Ite) GROOT, (WILLEM öe) en* 
éignüate c/ar. /. 420 & ft+ Zifters Lsbijrinsk. ). 796. 

usc. 

G&oot, (willem de) jonger broeder van hugo, wiens 
Digtkundige werken hij, in het Jaar 1617, bij een verzamelde, 
en in 't ligt gaf. - .Ook fchreef hij eene Inleiding ut de Praktijk 
ven den Hove van Holland , eerst in 't Latijn, en naderhand 
in het Nedtrduitich\ welk boek, door hem, aan de Regeeriaff 
van Delft werd opgedraagen. Willem, mede een voortreflijk 
Digter, was voorts een nedrig en vroom man in zijnen wandel 
Hij was gebooren den 10 Februarij, van het Jaar 1597, en 
overleed den 12 Maart, van het Jaar 1662, 

Groot, (coknelis de) oudfte zoon van hugo en maria va* 
reigersbergen, bad, in ec zijnen jongden broeder, dirk de 
groot, het ontwerp eener rcize naar Zweeden beraamd, om 
bunnen dienst aan te bieden aan carel gl staaf, dtc 9 na ch*is* 
Tina, den Zweedfchen Troon beklommen, en altoos een bij- 
zondere agting voor hunnen vader betoond had. Zij bevonden 
zig ïcqós op weg, wanneer hun, tüsfchen Embden en Brer 
men 9 een deerlijk ongeluk trof. In een herberg vernagtendey 
had een ftrbelmfche knegt , die den jongen Heer j eentge Jaaren, 
gcdient had, en verlokt door het geld, welk zij bij zig hadden, 
Voorgenomen, hun beiden te vermoorden. Met dit opzet in 
de kamer tredende, daar de jongfte reeds te rust lag, door- 
echoot bij denzelven met een piftool, met voornoemen om den 
oudften even eens te behandelen. Dan deezc, nog niet in (hap 
zijnde, hoorde de fchoot, kreeg agterdogt, en greep een pi* 
(tooi , dat voor zijn bed op een ftoel lag. Thans zag hij , bij 
iet ligt der maane, den moordenaar zagjes en al bukkende, zij- 
ne (laapftede naderen. Hierom brandde hij los , om hem geeri 
tijd te geeven om nader te koomen, en trof hem zo gelukkig, 
dat hij nederviel. Hier op geraakte alles, in de herberg, in 
beweeging. De moordenaar, die niet dood, maar zwaar ge- 
kwetst was, werd gegreepen, en naar de gevangenis gebragu 
Eerlang bekende hij zijne misdaad, en ontving zijne verdiende 
firaffe. Onze de groot werd, naderhand, Kapitein van d« 

Bé 



GROOT, (PIÉTER d£ ent. W 

> H0iê m*/ He iGardes , en Landdrost van de Metjerij van 's Her. 

Groot, (pieter de) ttireede zoon vannuGO, was gebooren 
den 28 Maart, van het Jaar 1615, en, om dat bij niet wel ter 
been Tras. door zijnen vader, tot de Regtsgeleerdheid opge- 
leide Zijne ftudien volbragt hebbende, werd hij Refident bij 
de Staaten Generaal, van wegen karel lodewyk, Keurvorst 
van de Paljz. Jn het Jaar 1660 werd hij Penfionaris der Stad 
AmfteUam 9 en bekleedde dat Ampt den tijd van zeven Jaaren. 
In het Jaar iö(J8 werd hij, als Gezant, aan de Noardfihe Ho- 
ven gezonden; en, bij zijne terugkomst, Penfionaris te Rotter- 
dam* Kort daar op vertrok hij, als Ambasfadeur, naar Frank- 
rijk* doch keerde, met den oorlog van het Jaar 1672, inde 
Nederlanden te rug. Geduurende de beroerten van dien tijd , 
werd hij, te Rotterdam, van zijn Ampt ontzet. Toen begaf 
bij zig, eerst naar /Utwerpen, en van daar naar Keulen, en 
deed groote dienften aan zijn Vaderland. Nogthans befchuldigde 
men hem, bij zijne terugkomst, van misdaad van gek weed e 
Majefteit; doch, na wettig onderzoek, werd hij daar van vrij 
«efprooken. Hij leeftle, na dien tijd, op zijn buitengoed, als 
*ea Arapdoos perfoon , en ftierf , in den ouderdom van 70 Jaa- 
ren. Hij liet een zoon na , die Drost van 's Hertogenbouh ge- 
weest is. 

In Rotterdam bekleedde, als aog, de nakomelingen van dit 
Geflagt, de Stoelen der eere, zo als men uit de ftegeeriogs- 
fijsten kan zien. 

Groot , (gerakd se) werd, in liet Jaar 1384, Kanunnik 
van Ut reeks en Aken. Doch bij leide, eerlang, die bediening 
neder , om , in zijne Geboorteftad Deventer , een Kollegie van 
Geestelijken, tot onderwijs van de jeugd, op te regten; maar 
de dood vpiuflëerde hem, ia de uitvoering van dit ostwerp* 
Van hem is nagebleeven , een* FertUutring om de waarheid 
**gt te prediken ; als ook , een boek over de fiudie der H< 
Sfèrf/i: befcalven aog eejrfge bandfchriften, die in de Btblio- 
theeken bewaard worden. Het Klooster, welk hij, in het Jaar 
^57 y bad beginnen te ftigten, is naderhand gebruikt door Gees- 

te- 



75* GROOT, (JAN de) eni. 

i ■— I— — — — — — ^^—— ■JK»* 

lelijke Maagden, en beeft» nar hem» den mam gevoerd vta 
Ceens Klooster. Na de Reformatie is bet, eeuigen tijd, os' 
een Munthuis gebruikt, en, nog na dien tijd, tot andere oog- 
merken, Van dienst geweest* 

Okdh. van Deventer * L DeeL 



Caoot, (fAN de) gebooren te Vlisfingen, m iet Jaar 1650, 
is geplaatst onder de Nederlandfche Konstfcbilders. In zijne 
jeugd had hij tot meesters, a. verdoel, a. va« ostadb e» 
f rans de jong: in meergevorderden ouderdom, verliet bij bet 
penceeJ , en werd een Koffijkooper. 

Houbraken, IL Deel» bl. 52* 



Groot ammërs ; zie ammèrs. (groot en klei*) 
Grootenbroek ; 21e broek, (grooten) 

Grootegast en doesum, twee Dorpen, in de Grenfngéf 
Ommelanden , die in 't Kerklijke gecombineerd zijn; hebbend? 
de Predikant zijne woonplaats in dit Dorp. 

Grootenhuis , eene* Havezaate in Overipfelj ten Noordei* 
van Qldenzeeté Een ander, van dien naam, legt in de nabij- 
heid van Enfchedè. 

Grooteniiuis, (arent vAn) een beroetnd Amfteldammer* 
Welke , als Oprigter der Oostindifche Maatfchappij , bekend 
Iteau 

Grootenhoct, een Buurtfchap, in de Landen van Over- 
msss t onder de Hoofdbank Beek. 

Grootc undrn, een Dorp, in 't Nederampt det Laifds van 
Knik* 

GROOf 

i 



GftÖÖT I/toN, GROOTfc PIER. W 

Groot loon, een fraai Dorp, digt bij bet Stedeke Borgloon, 
tn *t Land van Maaftrigt; tiet betaalt, Jaarlijks, aan Redemp* 
depenningen, 240 guldens* 

Groote pier, of lanoe pier, dus genaamd, wegens da 
rijzigheid zijner geftaUe; bereikende hij, met zijne fchouderen, 
de gewoonc lengtea Daarenboven muntte hij uit in (lerkte ; was, 
vervolgens, trotsch, (tomen on verzaagt, en zelfs wreedaartig* 
Hij was, van geboorte en handteering, een Fr ie/c he Boer, die, 
wel gezeeten was , doch , door de plunderingen der Saxen en 
Gelder/chen 2 tot den bedel zak gebragt. Dit hem in den krop 
ueekende, bragt hij een deel rappe gasten, die het zelve los 
ondergaan hadden, ten getale van zes honderd, bij elkander, 
daarbij zig als hoofd over (lelde. Zijn neef, wyrd, of wierd, 
die hem, in grootte, (terkte, noch wreedaartigheid weinig be- 
hoefde toe te geeven, was de tweede Bevelhcober in dit opge- 
raapte Leger, 't welk, onder hunne aanvoering, mensch nog 
duivel fchroomde, en, gelijk men zegt, een roof van voor da 
hel zoude gehaald hebben* Vennids het Dorp Kimwerd> zijna 
geboorte-, althans zijne woonplaats, nevens veele anderen» 
door de Saxen was afgebrand , endoor den Hertog, ter pion* 
deringe overgegeeven, om dat het, voor de vrijheid der Frie* 
at», de wapenen had opgevat, ging hij op de Saxen los, en 
voegde zig bij de Gelder ft hetr. Groote pier, ziedde dat hem 
het geluk diende , meende » fpoed te moeten maaken. De C*/- 
itrfchen^ om de Zuider Zee ruim en open te maaken i en hun- 
nen vijanden allen toevoer af te fnijden, hadden een goed aantal 
enkelde en dubbelde Zeilfchepen toegerust. Over deeze Vloot, 
werd groote pier, om zijnen hoogmoed te (treelen, als Ad- 
miraal aangefteld. . Vlijtig kweet hij zig in dien post, en rigtte 
zo veele plonderingen aan, op de kusten van Holland, geduu- 
xende het Jaar 1514, dat hij de fchrik van dat Gewest werd* 
De Saxen hadden , in Holland \ onder, bevel van den Zeevoogc 
hieronvmus snees , een Vloot van 36 Zeilen uitgerust , om hunnen 
Krijgsknegten , die, in Friesland, door gebrek van betaaling, 
aan het muiten waren geflagen, geld en levensmiddelen toe te 
voeren. Geen aangenaamst tijding kon pïer gebragt Werden. Met 
16 welbemande Schepen, zeilde hij deeze Vloot te geraoet, 
XVIII. deel. Bbb en 



TJt ' GROOTE PIER* 

en mm alle de Schepen, op agt ot , die, na een hardnekkig gr» 
ypgt, het ontvlugtten. Het geluk, dat den zijnen ten diende 
ftond, maakte hun zovermeeten, dat zij niemand, dan bouw 
Bondgenooten, fpaarden; wordende, al wat hun in handen 
▼iel, prijs verklaard. Pier, hier door trotfcber wordende, 
wilde niet anders genoemd zijn; dan de verwoester der Dce- 
nen ; de wretker van Breemen ; dê aanhouder der Hambur- 
gers 9 en het kruis der Hollanders. Om zig nog gedngter te 
maaken, voerde hij, in zijn Wapen, Galg en Rad. Hij over- 
won de Hollanders 9 in een zeer hardnekkig gevegt, bij Ho*r% t 
en deed veelen derzelven over boord werpen: veroverde en 
brandfchatte Hoorn* Alkmaar , de Beverwijk, Nienwpoart ca 
eenige andere Steden. Het geweldig op de Hollanders geladen 
lebbende, begroette hij hun met deeze ouderwetfche rijmen* 



Ik GRoote pier , Conine van Friesiamt , 
Hartog van Steek T Graaf van Sleateu r 
Vrij heer van Hinlaopen, Capitein Gene- 
raal van de Zuidet Zee- 

Een Stuurman ter doodt r 

jicht de Hollanden bloot: 

Al zijn f e groot van rade f 

Zii zijn flap van dade* 

Stère van Partijen* 

Cranc in 7 jlrijen* 

Hoog van Glorie* 

Cranc van Fi&orie. 

Maer de Gelderfcke fterk van t eer enge T 

Slap vétn neeringe* 

Cloec in den Velde , 

Maar dorre van Geide v 

Vroom van Moede r 

Maar clein van Goede: 

Doch onv er t zaagt in 1 ft rij den r 

Dus wilt u verblijden, 

En de Hollanders niet achten r 

9Vant zij moeten verfmagten r 

trant 



CftOOTË BIEÜ, GftOOT-SëHEtlMEft, ént* f ft 

■■ ■ !■ ■ . ié> 

Want zij zoudent bekopen, 
Waar '/ beftant uitge/oopem 
Tegens mijn darck * 
Ist zes maand*» befianu 

Als hij, eindelijk, zdg, dat al de beloften" der Gelder {ene* 4 
*m de vrijheid der Friezen te verdedigen , Iputer bedrpg 
Waren, en dat zij ielven * eren als de fox en Bourgondiër* 
zogten te handelen, en daar bij bedenkende, hoe wankelbaar d4 
gunst der Vorften zij » heeft hij zijd aftcheid van den dienst ge* 
hoornen, en is te Sneek, in rust en in hoogen ouderdom, defl 
18 O&ober van het Jaar 1520, overleeden. Op het Stadhuis t* 
Leeuwaarden ziet men nog twee lange blanke zwaarden , di* 
ipen zegt hem en zijnen neeve te hebben toebehoord. 

GROOT-SCHERMER, of 2UIDSCH£ËM£R ) Zie gTHRHMKg. (ZÜI0 

ta nooRd) 

Groot zundert, een aanzienlijk Dorp, omtrent drie uufeii 
ten Westen van Breda, aan den rijweg, van Breda op Ant* 
werpen* Dit Dorp was , onder anderen , in *t Land van Bre* 
da, in het Jaar 1387, door Hertogtane johanna, aan jan Va* 
polaanen, verpand, voor een fomme van duizend guldens * 
op voorwaarde, dat het, voor gelijke fomme, wederom zotf. 
gelost konnen Wórden* Karel de II, Koning van Spanje 9 
bood, in het Jaar 1664, &* fomme aan den Prins van Oranje} 
doch in den Haag weigerde men dezelve te ontvangen, alzo 
de oppermagt* over dat gedeelte van Staat s-Braband, bij defl 
Munflerfcben Vrede, was afgedaan; en ook, om dat het regt 
Van.losGng alleen de Hertogen van Braband toekwam. Het 
draagt den naam Van Groot Zundert. om het te onderfcheideif 
van Klein Zundert* 't welk een kwartier uurs nader aan Breda 
geleegén is» Alhier is ten Gereformeerde Kerk» die vrij a$n« 
lienlijk is. 

Groote schans i zie MAtfELLE schans 

Groote schans, in Staats Braband, iri de nabuurfchap 
van TerHride, dus genaamd, ter onderfchdding van de Kleine* 
Beiden zij* thans geheel vervallen* - 

Bbb 2 Groot* 



754 GROOT-OLDAMPT, GROUP, enr. 

Groot-oldampt, in Groninger land , waar in gdeegen zijn: 
Winfchoten , fVinfehoterzijl 9 de Pekel- Aa , midervanh r 
Veendam , Munt en dam , Meden , IVeiterlie , Heiliger Jee ? 
Eexta, Zuid- en Noordbroek, Scheemda, Beert a, Fsnfter- 
wold 9 Oostweid, Midwolde r MidwoJde Hamrik, enz. 

Group; zie west-maas* 

Grouw, is bet grootfte enr aanzienlijkfte Dorp van de ge* 
heele Grietenij IJ daar der ade el , en den naam van Vlek wel 
waardig. Het ligt, rondomme, zo zeer fn Meeren en Moe-' 
rasfen beflooten, dat men, voorheen, het zelve te Land nier 
kon genaaken. Doch, voor eenige Jaaren, is 'er een hooge 
rijweg, door de Moerasfen, derwaards aangelegd: zo dat menr 
nu, met wagens, in en uit het Dorp kan rijden. Dit Vlek 
beeft zijnen naam van het water de Grouw, 't welk uit de ver- 
fcheide Meiren, die deeze plaats omringen, voorkomt. Her 
Dorp heeft 71 ftemmen. Behalven ééne Hervormde, heeft 
men 'er twee Gemeenten van de Doopsgezinden, die 'er ook, 
voormaals , vlijtiger dan heden , openbaare oeflfemngen of bij- 
eenkomften plagten te houden, inden fmaak der Collegianten. 

Grouwe, een Dorp, in Staats Vlaanderen , in het Ambagt 
van Hulst, in bet Jaar 1532 r door het water, verflonden. 

Grovestins, het Stamhuis van bet Adelqk Geflagt van 
deezen naara, in de Grietenij Tietjerkfleradeel, onder het 
Dorp Hardegarijp , onderfcheiden van twee anderen , van dien 
zelven naam, het eene in Menaldumadoel , en het ander irr 
Hemelummer-Oldephaart- 

Grovestins , het Geflagt van dien naam , of, zo als men- 
van ouds plagt te fchrijven, grouwstins, heeft dien naam* 
ontleend , van een groote Stins , of Kafteel , ftaande , wel- 
eer, bij het Dorp Pngtum, en nu omtrent 35 Jaaren gelee- 
den, afgebroken Voorheen droeg dezelve den naam van Sir- 
ttrna. De Lijst van dat aanzienlijk Friesck Geflagt, 't welJt 
nog in wezen is, vind men bij ferwerda, in h|t Adetijk 



GROVESTINS, enz. ^ 755 



Wapenboek , I. Stuk. Winsemius , nevens andere Friefche 
Schrijvers , maakt uitvoerig gewag van mannen , daar uit voort- 
gekoomen. Onder sfaderen Q>reekt hij, op de XV Eeuw, 
van wybe grouwstins, bekend onder den naam van scher- 
ne wybe. Zijn fpreuk was: net te goed, net te tjoed\ dat 
is, filet te foedy niet te kwaad \ welke fpreuk eenigen van 
dit Geilagt, naderhand, rondom hun Wapen geplaatst heb- 
ben. Hoe zeer eenige Spaamchgezinden , in de volgende 
Eeuw, den roem deezer mannen zogten te verduisteren, zij 
blijven, egter, tot heden toe, in groot aanzien, en behou- 
den , door Staat- en Krijgskunde , hunne onfterflijke eere: 
gelijk inzonderheid zal blijken onder het Art, van den Gene- 
raal van GROVESTINS. 

Grovestins, (oene van) zoon van idzard. Hond, al 
vroeg, bekend, als een der Bondgenooten; doch was te 
voorzigtig, om, op de begeerte van alba, te Antwerpen zig 
te kooraen verantwoorden. In het Jaar 1572, voerde hij het 
bevel over eenige Ruiters, in Friesland \ en werd, met twaalf 
der zijnen, handgemeen met een gelijk getal Karabiniers van 
bïlly. Na dat zijne manfehap was gefneuveld, ontkwam hij 
zelve, ter naauwer nood, het gevaar. Naderhand voegde hij 
2ig bij den Graave van schouwenburg , met wien hij Fries- 
land verliet. De uitfluiting, die hij, bij de amnestie, in het 
Jaar 1574, onderging, beloofde hem niet veel goeds. Dus 
bleef hij in ballingfchap , tot na de Qendfche bevrediging; en 
bevorderde toen het tekenen en fluiten der Unie. Ook begaf 
bij zig wederom in den Krijgsdienst, en ijverde zelfs fterk, te 
Sneek en elders, in het Jaar 1583. Zijne Egtgenoote, tet 
üninga, dogter van doxjwe hoytsma, begaf zig mede, mee 
haar talrijk kroost, op de vlugt, betoonende dus, eene vrouvr 
van mannenmoed te zijn. 

Zie winsemius , bor en te water. 



Grovestins, (wybe van) broeder van oene, was, zedert 
bet Jaar 1561, Grietman van Menaldumadee\> doch werd van 

Bbb 3 diea 



ffi OROVESTlNS. (WYBB vAn) enz. 

WH 1 1 ■ II I ■ f l I M— — itl, 

dien post verfaaten, en in f t Jaar 1571 f opgevolgd, door hetts 
Abinga. Nogthans fchijnt hij , eenige Jaaren daar na, daar in 
üérftrid te* zijn. In het gemelde Jaar 1572, bevond hij zig 
te fraheker, en voegde z\g toen, openlijk, bij dp Nasfauv- 
jcheit. Hij wierf eenig volk, en werd een verdediger der vrij- 
heid. Uit friesland naar Enkhuizen geweeken, ^verd hij , door 
'gen Prins, tot Luitenant Admiraal aangefteld, om met zijnd 
'gchepen de Etms te bezetten, en te verhinderen bet Vervoeren 
Van Graanen, die naar de Spaan fche Steden gezonden werden. 
Even als zijn broeder, van de algemeens vergiffenis ukgefloor 
ten zijnde, was het veiligst voor hem, zig naar elders te be- 
geven. Naderhand in 't Vaderland wedergekeerd zijnde, werd 
hij , in het Jaar 1583 , Kolonel van fPestergo* , en in het Jaar 
1556, Volmagt van de vijf Deelen, In den Jaare 1599 deed 
bij openlijk belijdenis van den Hervormden Godsdienst. Hij 
qverleisd, den 18 Junij van het Jaar 1600, en werd begraavei; 
\t BerUium t Tweemaal was hij getrouwd geweest, 

'Te WATE&, M. 426, enz. 



GkovESTWS* (Jonkheer johan van) bevond zig, In te? 

Kar i6i8 9 op de vergadering, ten huize van züilenstein, tö 
trecht % en befchuldigdè aldaar den oudfteü Hopman der 
W&trdgelders, hArtcvelq, met te zeggen; dat die hun te voa- 
tcn htid aangezegt, dat hij en de andere Hop lieten niet bé- 
fae'rden te dienen tegen de Algemeene Staat en , n&ch tegen den 
Print; noodzaakende voorts harte veld, ta 't bijzijn van de 
onderen -, $ulks ce bekennen; dm het ook dee4, met bijvoeging» 
^ar, zijq volk zelfs onwillig was, Dit had ten gevolge, na d*t 
jfó Prins, binnen Utrecht, meester #as geworden, dat grove- 
*T?ns, nevens anderen, van zijn Ampt vertaaten werd, 

Vaderl % Hiftórie^ X, D^ 9 bl, 239 en 233* 



Cw* 



GROVESTINS, (Jonker EDZARD van) enz. 737 

Grovestins, f Jonker idzard van) was een der Friefche 
Edelen, welke, in het Jaar 1668, met de Holland fche, de par- 
.Sij hield zegen de Prinsgezindere 

Zie VaderL Hifterie, XIII. Deel, bl. 341. 



Grovestins. (n. n.) In het Taar 171 1, deed deeze Krijgs- 
v.ian, als Generaal Majoor, aan het hoofd van 1500 uitgeleezen 
ruiters, een inval in Champagne, en rigtte deerlijke verwoes- 
ingen aan , op het platte Land en in de Dorpen. Omftandiger 
word dit verhaald bij te water, alwaar men 't volgende leest: 
99 De wakkere grovestins deed, met een troep vrijwilligers, 
„ waar onder verfchei den jonge Officiers, Friefche Edellieden, 
^ en andere jongelingen van goeden huize, eenen inval m Fr ank- 
,, rijk tot op zekeren afftand van Parijs. Waar dit vliegend 
„ Legertje kwam , werd alles onder brandfchatting gelegd. De 
„ bijna ongelooflijke voorfpoed, dien het maakte; de fchrik, 
n dien het zo onverwagt tot in het hart van het Rijk bragt; het 
„ beleid van grovestins, en de dapperheid zijner togtgezellen, 
„ waar van de langstleevende geweest is , de Luitenant Generaal 
„ eelco van gunstra, hebben doffe van verwondering indien 
„ tijd opgeleverd.*' 

VaderL IMorie , XVII. Deel, bl. +66. 
Te water, in Nota, bl. 424. 



Grudiüs , (nicolaas) Ridder, zoon van den Prefident, 
nicolaas everhard, bekleedde zeer aanzienlijke posten, als, 
die van Kasfier der Staaten van Brahand; van Geheimfchrijver 
van de Order van 't Gulde Vlies ; van Raadsheer van Keizer ka- 
rel den V, en van Koning filips den II. Hij was een beroemd 
CHgter en Redenaar. Hij overleed te ï enetien ^ werwaards hij, 
door fiups, in het Jaar 1571 , gezonden was. Zijne fchrifteft 
vind men gemeld , bij sweertius , Ath. Belg. 



13 bb 4 Gruis- 



75* . GRUISBEEK, enz. 

Gruisbeek, ecne Hofltede , ia DetfsJand, onder Rijtwijk 
geleegen. 

Gruitwardt , (fernandüs ) gébooren te Goes , den 19 
Maan van bet Jaar 1638. en aldaar een beroemd Geneesheer, 
Schepen, Raad, en eindelijk Burgemeester." In het Jaar 1651 
was hij, te Uttteht t ftateïijk, met de kap gepromoveert. Eerst 
peffende bij de praftijk te Middelburg , en daar na in zijne Ge- 
boorteftad. Hij (Kerf, nalaatende eenige gefchriften , in het Jaar 
1701. In het Jaar itf8o gaf hij in .het ligt, een boek, onderden 
tijtel van Zeeuwsch Treurt ooneel , in 410, ter verdediging zijner 
huïsvrouwe en kinderen, tegen derzelver Medeburgers, Vaders, 
Voogden, Regenten enz. ' Men vind daar in; de Dedu&ievoor 
zijne vrouw, petropïella wilhelmi, in het Jaar 1668; Am- 
pliatie voor dezelve , in het Jaar 1668 ; Appendix voor dezelve, 
Jn het Jaar 1Ö71 ; Index van de voorgaande ftukken, in het Jaar 
1672; Finis, of befluit, in het Jaar 1673; en meer anderen, 
tot in *t Jaar 1685» De Pleidooien, over welke deeze fchriften 
loopen, waren ontdaan, over eene erffenis, bedragende elf 
honden negenendertig ponden vlaams en vijftien fcheüingen, die 
haar, door haaren vader, onthouden wierd, als zijnde haare 
Jigitime portie. Ook was gruitwardt, met zijne mede Re- 
genten, in 't Jaar 1692, in een hevig gefchil geraakt , over de 
vermeerdering van gezag, dat hij, aan willek den III» wilde 
toekennen, 

Gruitwardt, (hieronimus) broeder van bovengemelden, 
ftterf, ais Raadsheer van Zeeland* in het Jaar 1675, 

Grute , of ook wel grutte , dien men meent te behooreo 
tot het Geflagt van grutheere, of gruterus, was een der 
Teekenaars van het Verbond der Edelen, en mogelijk, dezel- 
ve, die, bij anderen, voorkomt, onder den naam van f. os 
owmuu 

Te water. 



Grü- 



GRUTERUS. (GUALTERUS) 759 



GRUTERÜS , (GUALTERUS , Of WOUTER VAN GRUTHEERE , ) 

vader van den na te noemenen janus gruterus , was 
afkomftig uit een Adeüjk Flaamsch Geflagt, zo als te zien 
is, bij i/espinov, carpintier en sanderus. 's Mans levens- 
loop is eene aancenfchakeling van zeldzaamheden. Hij werd 
gebooren te Antwerpen 9 alwaar zijn vader, nicolaas, Lid der 
Regeering, en, volgens fommigen, zelfs Burgemeester was. 
Het verbond en fraeekfchrift der Edelen getekend hebbeude, 
moest hij zijne Arapten en Geboorteftad verlaaten, en, als 
balling, elders een veiliger verblijf zoeken. Zijne huisvrouw, 
katharina tishem, van Engelfche afkomfle, en ongemeen 
bedreeven in de Taaien, tot zo verre, dat zij galeiNus in t 
Grieksch las, werd, te gelijk met hem, gebannen, om dat 
zij, fchoon baars ondanks, iemand, die om den Godsdienst 
verdagt was, binnen haar huis ontvangen had. Zij beiden be- 
gaven zig te fcheep, en leden groot gevaar van fchipbreuk, 
bij Walcheren. Eindelijk kwamen zij te Calaiu Hier ont- 
moette hem een zonderling getal. Op zekeren tijd de Stads 
wallen, in zijne onkunde van daar mede te misdoen, rond 
wandelende, werd hij, door de foldaaten, gevat; en terftond, 
naar het gevangcnhuis gebragt. Inmiddels komt 'er iemand 
van de Magiftraat , die zeide, den vreemdeling wel te kennen, 
en ftraks bevel gaf, om hem los te laaten; tot zijne grootc 
verwondering zeker, wijl die -weldoender hem onbekend was, 
en ook altoos gebleeven is: waarom hij dien man zijnen on- 
bekenden verlosfer plagt te noemen. Kort daar na (lak hij 
over naar Engeland, en koos zijne verblijfplaats te Norwich. 
Na verloop van tien Jaaren , keerde hij weder naar Nederland. 
In het Jaar 1577, woonde hij, met zijn vrouw en drie kiu- 
deren, te Middelburg , en werd of was aldaar Ledemaat van 
de Gereformeerde Kerk, en zelfs verkoozen tot Ouderling. Na 
dat de Staaten zig van Antwerpen hadden meester gemaakt, be- 
gaf hij zig derwaards, onder beding, van nooit in opeqbaare 
Atnpten gefield te zullen worden; een blijk, dat hij van alle 
cerzugt zuiver was. In het Jaar 1583 , wanneer anjou die Stad 
dagt te overrompelen , was hij , egter , Wijkmeester , en kweet 
zig iq wd, dat men hem, toen parma de Stad benaauwde, be- 

Bbb 5 noem- 



}6o GRUTERUS , (JANUS) tnt. 

noemde, om met aldegonde, leefdaal en roosa, zorgete 
draagen voor de levensmiddelen. Onzeker is bet, of hij nog 
lang daar na geleefd hebbe; maar niet dac hij, met den roem 
van eerlijkheid, edelmoedigheid en Godsvrugt, ten grave ge- 
daald is. 

Gruterus , Qanus) gebooren te Antwerpen , was een grooc 
kenner der Latijnfche Taal, en beroemd Aardrijkskundige. 
Zijn vader, gualterim gruterus, genoodzaakt, de wijk naar 
Engeland te neemen , leerde de jonge gruterus aldaar de Ut- 
tijKfche Taal. Hij werd, door zijoen vader, naar Uiden ge- 
zonden, om zig in de Regten te oeffenen; waar in hij, eer- 
lang, den trap van Leeraar beklom. Doch zijn fmaak hdde 
bijzonderlijk over tot de GefchieJenisfen en Oordeelkundige wee- 
tenfehappen. Zijne ftudieu volbragt beLbende, doorreisde hij 
Duitsckland, en werd , te Wittenberg^ Hooglceraar in de 
Gefchiedenisfen. Na den dood van christiaan, Keurvorst van 
Saxen , verliet hij dien post. Ook weigerde hij , het Formulier 
van Eendragt te teekenen. Hij begaf zig naar Hcidtlberg, al- 
waar hij het zelve Ampt bekleedde, en ook overleed, in het 
Jaar 1627 , het 77 Jaar zijns ouderdoms. Zijne fchriften maa- 
ken een geheele Lijst uit. 

Bayle, Did< 



Gruterus, (petrus) bekend door zijne fchriften , gedrnkt 
.te Leiden, in het Jaar 1609; te Frankfort* in het Jaar 1615; 
• en te /fmfterdam, in het Jaar 1625. 'Er is veel verfchil, zo 
over de plaats zijner geboorte, voor welke de een Zierikzee, 
anderen de Paltz houden, als over zijne zoonen. Zijne 
fchriften worden van eenigen gepreezen, en van anderen ge- 
laakt, 

Baijle, Did. 

Gruterus. (thomas) Volgens fommigen zou dceze , bene- 
vens jan , jacob en reinier, een zoon van eveogemekiea 

FE- 



GRUTERÜS, enz. 761 



>temus geweest aïn; en, Indien men boxhorn gelooven mag, 
waren 't allen Zeeuwen* Thomas was Hoogleeraar te Duisberg* 
Zijn broeder jan was, in het Jaar 1604, te Middelburg % Rec- 
tor der Latijnfche Schoole, en Profesfor in de Hiftorien. 

CfcUTERüs, of de grutheere, (filips) naar alle waarfchijn- 
lljlvheid, mede behoord hebbende tot het Geflagt van dien 
naam, was mede eén der onderteekenaaren van het Veibond der 
Indelen; en dus, naast denkelijk, onderfcheiden van hun, die, 
in 't Jaar 1575 , te Get,t 9 door den Aartshertog, en naderhand, 
doqr Keizer rabjel, Ridder geflagen werden. 

Te WATER. 



Gruterui, (philippus) gebooren te Dirx/and, op # t Ei- 
land van Overfiaikee % was een Geestelijke der Ronmfche Kerke, 
Hij heeft, in het Latijn, befchreeven 4* dapperheid der Oude 
Bataven , gedrukt te Leiden , in het Jaar 1618, in folio. 

Val, and. 



Gruijtgeld. Gruijt was een foort van Plantgewas , 't welk 
uien, in de plaats van gist, gebruikte, om het bier te doen gis* 
ten, volgens speelman, in Glosfario, V. Grutum. Dit gevoe- 
len word bijna eenpoarig bevestigd, in alle oude brieven, waar 
in van 't Gruitgeld gefprooken word. Bij heda, Hifloria UI- 
trdj. pag. 95 , werd het uitdrukkelijk genaamd ; Ntgotium ge» 
ncrale ferment at a Cerevifiét , quod vulgo grutt nuncupatur\ 
en elders, bij matthaüs, de Nob, Lib. IV, p. 910 en 911, 
Van den 11 Maij van het Jaar 1*338 > Jus fermentandi. Tot 
hog meerder bevestiging, word in een brief van het Jaar 1064, 
bij MiRiEUs , Opera Diplom, Tom. I. pag, 63 , de grüijter be- 
fchreevert, als een perfoon, die de (tof bereidde, waar medo 
toert de bieren a&n *t rijzen hielp. Volgens de meeste Schrijvers , 
moest dit Gruijtgeld, door de Brouwers, betaald worden, voor 
het gebrutk van 't water, Sligte,Wqrst beweert, dat dit gele] 

t al» 



GKTÏTGELD, GR1JX, 



T22 de «fitte bieren, <fi 
a éa a&a tzb bet daae, of anders, fcherpbiez. 
L*± ïar.nnLs «ar tb wcnien Ttifcnnrd ofverpagt. De was* 
szs^.m* m cz óe Lknei tas xaaldwtk, onder XMjm- Ddf- 
er jl : ~ '««*, Tar.y» nede Gaygek!, wur Tan de eene heöt 
«s L^xd 'zbeLxameti ra, Dtojfr verkreeg, eerst uk zeke- 



-ï Lz=nnir3, 2* cese V^r ra mis de U; de andere helft 
uii^z ie Sar af ¥xs er Beerea tas wasszxaak. Ni dat men 
fe *caï irti^r ss=± lv&\ixu ie gebroken, is het G mïjig dd, 
o" S» "rrasc^i cp ót pst, aaakx^ gedaald, en gnuKgnirn 
«±£t£i veraKSSfL 

Zie bc€T, ATWdnfefr; Oudheden r*u 
Ltrecir y UL Deel; Befchnjrmg rs 
De'ft 9 n foco, bL 616, enz. 



Ct_-« t vtatseez csi Bart o FrietUmdj aan den uitgang 
t, door het wzscr Terflonden, in het 



C i.^r^, eet ésr Yrf EZzsiea Tan ffestfrieilmd, aan de 



Gl-kixux. - J^ܻr*n, eeaond earrijgoed Dorpen 
*-jL^Lzs3rL m ci?di be lxiu ten d e azn Pffemdamme. Ten 
>_.<-_.- raafc Yac n Bwt:éwge* y en behoorde, weker, aan 
o. £^ i-r ra iasi aaa». De Kerk aldaar word door één Pre* 



• "*-.r-*ï. C?3Tï3t) oczeker waar gebooren of geftorren, 

* ■;..- r^iro:. cci ck r: : , Tan het Jaar 1625 tot 1655, 

I .-. r . r. ' . •• -r e~ -* : jt#*c , ooder dcïlasmfcke Men- 

!••; ..x •!&. Z" ze ferri":^. z : 1 onder de zijnen genoeg bekend. 

SoiTtc, fcV- jer Afamntoa, III. Deel, 

bi. 1É3. 



Gar- 



GtlYZE, (JACOB de) enz. 763 

' Gryze, f jacob de) weleer Hoog Baljuw van Brugge, en, 
in het Jaar 1584, Afgezant, van wegen Braband, naar Enge* 
land, om, nevens joachim ortel, mee Koningin elisabeth 
te handelen. Op het Are ortel zullen wij van die onderhan- 
deling verflag doen* 

Guiciardyn, (lodewyk) was een neef van den Hiftorie- 
fchrij ver van Florence , die den zelven naam voerde. Van deezen 
U ons nagebleeven , zijne Brfchrijving der Nederlanden. Hij 
was het 9 die, aan den Hertog van alba, den raad gaf, dac 
hij, om de rust te herftellen, de Vasten behoorde af te fchaffen; 
welken raad hij zelfs in gefchrifte aan den Hertog overgaf. Be- 
halven het gemelde werk, heeft hij nog gefchreeven : Verhaal 
van aanmerklijke voorvallen in Europa, en bijzonder in de 
Nederlanden , van de Jaar en 1530 tot 1560; Uitfpanningen ; 
Ernftige en Boertige woorden en daad en , ter verbetering der 
Zeeden. ' Hij fchreef dit werk , te Antwerpen , alwaar hij , 'm 
den ouderdom van 66 Jaaren, overleeden is. Pontanus heeft 
zijne Befchrijving der Nederlanden , in fol. gedrukt, in het 
Jaar 1612 , met aanmerkingen verrijkt en verbeterd* 

Gugernen, of gubernen . worden , bij plinius , tusfehen de 
Ubien en Batavieren , langs den Rhijn geplaatst; dat ook door 
tacitus genoegzaam bevestigd word. 

Guido van avennes , anders van Henegouwen, deXLII 
Bisfchop van Utrecht , was een zoon van jan van avennes en 
van maRGREta van constantinopel, Graavinne van Vlaande- 
ren. Hij kwam , na den dood van Bisfchop willem den II , op 
de volgende wijze, tot het Bisdom. De (temmen der Kanun- 
niken , zeer verdeeld zijnde , (temde de een voor adolf , 
Domproost* en de ander voor guido. Maar guido, geholpen 
door zijnen broeder jan den II, Graaf van Holland ', en door 
eenige andere Vorften , kreeg dus de meerderheid. Zijne Re- 
geering was niet gelukkig; moetende hij vcele wederwaardighe- 
den ondergaan; eerst door gemelden adolpii, en daar na van de 

Friezen ; zo dat hij zig, niet zonder groote moeite, (bande 

hield» 



I 



j«4 GÜIDO van A VENNES, cdz< 



hield. Hij deed, tot dekking van het Stigt, bouwen, de So* 
ten Goer* Dullenburg en Stoutenkurg. Hij was een mam 
deftig gelaat, en fchoone geflalte; bevallig van uiripraak; tioeb 
van verftand, en voorzigtig in 2ijne onderneemingen; en verdek 
begaafd met verfcheiden deugden en goede hoedanigheden. Me* 
fchulden beladen zijnde, was hij ongemeen fpaarzaam, leeven* 
de, een geruimen tijd, in Frankrijk * zuinig es lbber. Ge* 
duurende zijne reize, in het Jaar 1311, naar Fïenne, werd 
hem, op die Kerkvergadering, de Kardinaalshoed aangeboden, 
waar voor hij bedankte* Geduurende zijne afwezigheid, 
waren de Friezen* op een valsch gerugt van Zijnen dood, aan' 
het muiten geflaagen* Terug gekeerd zijnde, ging hij hun gewa? 
pend tegen. Op den 27 Maij van het Jaar 1317 overleed hij, 
zeer fchielijk, niet zonder verdenking van vergeeven te zijn, 
en werd in de Domkerk begraaven. 

Zie Batavia Sacra, D* IL 



Guizlielmi, (adrunus) gebooren te Vlisfingen^ en over* 
leeden, te Parijs* in 't Jaar 1604* Hij was een Geneesheer* 
en ongemeen ervaaren in de Atabifehe Taal, waar van de je- 
tuigenisfen, bij casaubonis en anderen* voor handen zijn* 



La rüe, Geletterd Zeeland* 



Güiaius, (mattuias van> een gebooren Amenfoorder ^ wég 
Weleer, te Emmerik* Kruisbroeder geweest, zonder, egt er, 
.iijne geloften gedaan te hebben t Hij werd Priester, en bedien- 
de Stcmtenkerg * Leusden en Hoevelaken* Zoeit en Baartt* en 
Werd daar na Paftoor in zijn Geboortestad. Oud geworden zijn- 
de, is hij aldaar overleeden- den 04 Februari] van \ Jaar 1696* 

Gulik, (matthias van) geboortig van den Bosch , wat 
eerst een Je/uit, en naderhand Huispaftoor bij den Heer vah 
warmond* 



C* 



GULIK, (JACOB van) «jz. 765 

Guuk, ( jac op van) een Minnebroeder, kwam, in het Jaar 
1392, te Utrecht, gif zig uit voor een Geestelijk Prelaat, en 
vertoonde daar van eenige verdigte brieven. Bisfchop blan- 
kbnheim ftelde hem aan tot Vicaris en Wij-Bisfchop; welk Ampt 
hij bijna zes Jaaren bediende. Daar na rugtbaar geworden zijn- 
de, dat hij ongewijd was, werd hij gevangen, en veroordeeld 
om in een ketel met kookend water geworpen te worden , daar 
de Bisfchop hem levendig deed uithaalen, en vervolgens ont- 
hoofden. Die van hem , tot Priester , gewijd waren , moesten , 
op nieuw, gewijd worden. Sommige van deeze verlieten den 
Geestelijken Staat, en begaven zig in 't Huwelijk. 

Heda, Oude HolL Krontjk. 



Gudelinus, (petrus) een beroemd Neder landsch Regtsgc-* 
leerde, gebooren te Aath, in Henegouwen, den 8 Augustus- 
van het Jaar 1549, ftierf te Leuven , in bet Jaar 1619, nalaa- 
tende twee zoonen r en zijne fchriften over de Regtsgeleerdheid* 

Val. and. foppens, Bibliot* Belg* 



Gunterstein, een oud Adelijk Huis, in 't Nederkwartier vaif 
Utrecht , fchuins over de Kerk van Breukelen* Dit Huis werd, 
▼oorheen, door Edelen bezeeten, In het Jaar 1573, geduuren- 
de het beleg van Haarlem , werden daar op gelegd 40 man „ 
van de 500, die B reu kelen befchanst hadden. Reeds in 't Jaar 
1539 was dit Huis, door de Staaten van Ufncht, voor 'eet? 
Ridder-Hofltad bekend; doch, in het Jaar itfn , door de Staa- 
ten van Holland 9 aan welke het leenroerig was aan den Advo- 
caat van oldenbarneveld , als een Leen gegeeven. In het Jaar 
167a werd het, door de Franfchen^ met buskruid om verre 
gefmeeten. Zedert wederom fierlijk opgehaald en vernieuwd" 
«jnde, vertoont het zig tegenwoordig, als een vierkant deftig 
gebouw, in 't midden van een breede graft, omringd met lom- 
mep- 



766 GIJBELAND, GYLLEN, (J. de) enz, 

merijk geboomte. Zints lang heeft het behoord, tan de Hec 
ren van collen , Heeren van Gunterjlein en Tienkwen. 

Staat van Utrecht. 



Gijbel and , cene Heerlijkheid, onder Dor dregt , in het 
Kerklijke, gecombineerd met Brandwijk. 

Gyllen. (j. de) Van deezen weet men niet meer, dan dat 
hij behoord heeft onder de Brabandfche Bondgenooten. 

Te water. 



Gvsseling, (joiian> van Wisfingc* , was Bewindhebber der 
Geo&roieerde West-Indifche Maatfchappij , ter Kamer \ Zeeland. 
Hij werd, te gelijk met den Heer m Thys van cellen, Hoofd- 
Participant en Bewindhebber ter Kamer Amflerdam , verkoorerf 
om naar Brazit te vertrekken, en aldaar het opperbewind te 
aanvaarden. Zij namen, den 13 Oclobcr van het Jaar 1632, de 
reize derwaards aan, en kwamen, den 17 Januarij van het Jaar 
1633 t voor 't Recif , met de Schepen Middelburg en dé 
Leeuw voor anker. Gysseling begaf tig, den 4 Februari] y 
Baar Tamarica , om aldaar order te Hellen. In de maand Augus- 
tus zeilde hij naar Anja'. 's Morgens vroeg vertrok hij met 
het volk uit de Afigadn* en verder naar gezegde Kaap, daar 
hij zig nederfloeg ; maar gebrek aan leeftogt, en de aannade- 
ring vun de vijandelijke overmagt, noodzaakte hem van daar te 
wijken* In Oclooer van dat zelve Jaar , deed hij , met eenige 
Schepen, beroana met 600 foldaaten, een togt naar 't Zuiden van 
Brazil, en toonae overal, waar hij kwam, zijnen moed en be- 
kwaamheid Op dien togt veroverde hij 250 kisten met zuiker, 
en 98 (lukken Brazilië* hout; fteekende voorts , behalven het 
Vlek Alago , veele Hoflleden, Schepen en Barkeu in bran<L 
Den 24 Februarij van het volgende Jaar, zeilde hij, met een 
Vloot wel toegeruste Schepen, als Generaal, op het Schip 

Over* 



GYSSBLING, (JOHAN) ÖYZELS. (ARNOÜD) féf 

* - - 

Orerijsfel, naar de Rivier Pariba\ doch, om dea te grootert 
tegenftand, dien hij aldaar -ontmoette, liet hij dien droom mei 
jagten bezetten , en zette , met de overige Schepen , koers naar St. 
^imguflijmj daar hij eenige veroveringen maakte» en 'den vijand 
verfloefc. In April keerde hij weder Haar 't Reclf. 

Hunrien tijd tèrt einde gctoopéh Zijnde, kwamerf zij , mét drte 
Schepen en één Jagt, welker lading beftond in 826 zo vaten aM 
kisten fuiker, 27000 Braziliehout, den 6 November van het 
Jaar 1634, in ' c Vaderland te rug* J. de Laat, hun Mede-Be- 
windhebber» heeft, in zijn Jaarlijks Verhaal, omflandig aaip 
getekend, wat voordeel de Maatfchappy , geduorende hun ver* 
blijf in de Brazil* genooten beeft, en betekent het zelve op 
bijna 23 tonnen gouds; van de fuiker alleen is gemaakt, 1655700 
guldens. Hun lof is f door barleu$, zeer breed uitgemeeten. 

De laat, Jaar lijkt Verhaal y bL 380, 3891 
390 en 398. 



Öyzels. (aAnoüd) Na dat nreü, in hef Jaar 1^41, heflo<P 
een had, om eene Vloot naar Portugal in ^ee te zenden, voer* 
de hij *t bevel over dezelve. De ruiter werd, op dien togt, tot 
Kapitein en Schoot bij Nagt aangefteld, en woende dus, in diö 
waardigheid, den Scheepsftrijd , bij Kaap St. Vincent, bij. Nd 
deiizelvert week hij naar de Rivier van Lisbon , enkeerde» n* 
feel fukkelens, in de Havens deezer Landen terug. 

Vadtri Hifi* XL Deel, blo** 



ivtiï. öEt^ cca KR 



REGISTER 



9 S ft 



HOOFDZAAKEN. 



LOTTE! G* 




XTH. ca XVUI. DEEL. 




vXaal, (Hiigo) 
— — (Jacob) 


bL 
i. 

ib. 


.fal. 
Galen r (Tan van) Heef van 
Papendorp. - ia. 


Gaasbeek, Geflagt. 


ib. 


Galeans Abrahams. 


35- 


— — (jacob van) 


ft. 


•— — (Masthens) 


3ö. 


Gaasdonk. 


t* 


Galkeheim, Adelijk Huis. 


ib. 


Gaasp. 


ib. 


Gallen, of Galli. 


37* 


Gaast, Dorp» - - • 


ib. 


Gaüien of GaUia r 


1£ 


Gaasterland, Grietenij. 


ib. 


Galiilee , voortijds een Kloos- 


Gaastmabunren. 


4- 


ter. T 


4^ 


Gaastxneer. 


ib. 


vHuttenBs^ * 


4^ 


Gabbema, eeo Dorp- 


ib. 


Gaflus. (Gard) 


*. 


Gabellen. . - 


ib. 


Gaflutiut. {Acgeto) 


43- 


Gaetan 9 (Den Lonk) een 


Galo. (Simon) 


ib. 


Spanjaard. 


ib. 


Ganuu (Vaacus) 


ib. 


Gagain.. (Robbert) 


5- 


Gameren, efenDorp- 


fb. 


Gageldonk. . 


ilv 


Gamarra. (Don Esterande) 


ib* 


Gajekingaterborg , Adelijk 


Gama. (zie oud Gein) 


44* 


Huis. 


ib. 


Gangalphus. 


ib. 


Gafi, (A.) of Gcmlus. 


ib. 


Gan5. (Mr. Johan) 


45* 


Galama, Slot. 


6. 


— — (Jan in de) 


4*- 


■ oud Adelijk Gefkguib* 


Gansfort. ( J. W.) 
Ganfootjen, een Buurt. 


ib. 


■- Poteftaat.- 


?• 


50^ 


« (Galo Iges) 


ib. 


Gans wijk; zie Emminkho- 


— — (Hartman) 


r. 


ven en Waardhuizen. 


5*- 


■ (Sjerp) 


9- 


Gaptage, een Kerkdorp. 


ib.- 


— «Taboj 


10. 


Garderen, een Dorp. 


ib.- 


Galamadam. 


11. 


Gardin. (Guilleaume ds) 


ib. 


Galba . (Serpius SuJpitus) 


Gardolf. 


52. 


Roomsch Keizer. 


ib. 


Garmerswolde.. 


ib. 


Galber, een Buurtfchap. 


12. 


Garneweert en Gostrnm. 


ib. 


Gaten» (Christ. Bernard) 


ib. 


Garrtl$weerd r eeo Dorp* 


ÜKr 



Garn» 



fcÉcisTEit ton tiöotfoüAAfcÉft -& 



CSrahuizeih * 52. 

•Gteijp. - ib. 

Gasparen, Ga^paeme of 

Ca- parde; 2ie Hagcücüu ib. 
Gaffel , een Iddn Dorp* ib. 
-Gmfulte^n Gasfcfcer-Nieu w- 

veen. - 53; 

«Gastanaga; (Don Praaciico 

Antonio Agerto) jb. 

Gastel, een Dorp* ib. 

«« — — (Oud) - il>* 

— (Nieuw) - ib. 

" Gat (het) van de Maaze. $4. 
Gnrobuis; (H. D;) 55. 

Gaudenten, een Orde fan 

Monniken. - ib. 

Gauw,, een Dorp. ib. 

Gaveren 5 zie Juchij; ib. 

Gaijmans ; zie Tulleken* ib. 
Gaijkema. een Hofttede* ib* 
GaJa. (TTheodorus) ib; 

Gebhêrd. /janus) - 56. 
-Gecommitteerden ad Canfaj.ib. 
Raadene ib* 

_ — in 't 
Noorderkwartier* 65* 

f» - — iriZee- 

tend; - 6ji 

Gedeputeerden in fceeland* 72. 
Ceelmuiden; zieGeenemui- 

den. - 
Geeirink, een dudGeflagt. 




(Jan Cornelis) 
(Mr. Johan; 

(Mr; Nicolaas) 



ib. 
»b. 
ib; 
ib. 
de jonge.74. 
(Corrielis) - . ib. 

(Derk) - ib. 

^an Corheliszóon) Jb. 

ib, 
ib. 
ib. 



(Jan 

(Mr. Lieve) 
(Anna Eiifabeth) 
Ge$r of vrije Geer. 
Geereftein, Lusthuis. • 
■ ■i en Snidbr oek* - 



bl* 
Garwiik, «on ÖörjN" 7$* 
Geertrui , de zuster W Rfig- 

ga. ib* 

— . ■■ dógwr «au Hertog 

Herman. -. Ib' 

— (St^eenDotp* fr* 
Geertruidenberg, de (ter- • 
. lijkheid - Ib. 

1 — - een Stad 78. 
Geertzema. (johannes) 81* 
Gëer&had v eenkleki Stedeke. 894 
Grins, zieRinsmagee$t*een 
. Dorp. r 83. 

Geestelijkheid^ - ib* 

Geesten. (AdeÖik Huk) 85* 
Geestwater ; zieLïsfepoldei 1 . 
Geésteranus. (Henriciw) ib* 
(ïodocus) 85* 

(joht&nes) . ib* 

QCornelius en Ax- 
. noldus) - 9** 

1 . " i (Nanriius) 574 

Geestmer-Ambagt. 98* 

Geffen , een aanzienlijk Dorp. ib* 
.Gein, Geijn* of 't Gei* 90* 
Geldehhauer. (Gerard) ioi< 
Gelder , of den Gelder > -ook 

öp Gelder, * ib* 

« een Stad.- ■» loa* 

■ ■ i (Aarnoud van) ib* 
Gelderland, Gelria. lo$* 

■ . Gelegenheid. • 105* 

■ Voortbrengfels. ïoó'. 
— — kivieren. 107* 
— — Aard der Bewoo- 

nefsi - 11& 

Hiftorie* H24 

- ïlegeering* 172* 
— — kerkelijke Regee- 
ring. - 20& 

■ (Staats Oppet) 208* 

Gelri , of Gelrc (Pieter ¥811)2134 
Gelder. (Arend de) ib* 

Geldermalfum. - 2144 
Geldersoort, een Schans* ib* 
Gelderfche Fritfen* 215- 

Ccc a Gel- 



ff* 



register 



bL 

Gelderfcfae Tooren, een 
Adelijk Hoi*. si$. 

Gddorp , of Geldrop. ib. 

— — een Schilder. 216. 

Geldaba, Legerplaats der 
Romeinen. - ib. 

Geleen. (de) - ib. 

Gelekingen. - 217. 

Gelente,of Gelenthe,een Pol- 
der. - 218. 

Gelei jnfe of Lei jnfe, (Cor- 
nelis) . ib. 

Gelkenis , een Dorp . 319. 

Gellekun, een Dorp. 220. 

Gellecnm. (Cornelis van) ib. 

Geloofsonderzoek; zie In- 
quiüüe. 

Geloofsvrede. - ib. 

Gelzeiaar, Heeren Huis. 232. 

Germachi. - ib. 

Gemblours , een kleine Sta&ib. 

Gemert, een vrije Heerlijk- ^ 
heid. - ib. 

Gemma Fnfius. - 236. 

Gemond of Gemonde. 237. 

Gena, Gene. - ib. 

Gender. (de Rivier de) ib. 

Genderen, een Dorp. ib. 

Genderingen. - ib. 

Genemuiden. - 238. 

Generaliteits Landen. 239. 

Gen^naretb , of Genefareth.278. 

Gend , (Sas van) een klein 
Stedeke. - ib. 

— ofGend,Hoofdflad.278. 
— — — (Otto van) 287. 

— (Willem Jfcfephvan) ib. 

— (Darthold van) 289. 

— - ( Johan van) ib. 
«■ ■ (Johan van) Heer van 

Oosterwekie. - 290. 

— (Cornelis van) 291. 
-— . (Walraven , Baron 

van) - 293. 

Gentman. (Cornelius) ib. 

Gcnma en Ligtaard. 394. 



Georg Wilhelm, Keurvorst 
. van Brandenborg. 394. 
Georg, Hertog van Brons- 

wijk. - *7I* 

Georg Christiaan de II. 

Vorst van Oostfriesland. 2091 
George Bernhard, Graaf 

van Solms. - 3°*. 

George de I. - &. 

— — de II. - 3io- 

Georgios-van Egmond; zie - 
. Egmond. - 3 2 5« 

Gepiden. 
Gerard. 
— vanVelfen;zieVd 

fen. 
Gerardus, een Leeraar. 
Gerbranda, een HofRede. 
Gerbraada. (Edo) 
Gereformeerden. 
Gerardus. (Johannes) 
Gerbrandus. 
Gere. 

Gerkes, Klooster. 
Geriach de I. 
de II. 



Gerkcius. (Anconie) 
Germanen. 
Germania, Inferior. 
Germanicus. 
Gemerhuifen. 
Gemerwalda, een Dorp. 
Gerolf de I. 
Gerolf de IL 



ib. 
ib. 
ib. 
ib. 
326. 

35* 

ib. 
360. 

ib. 
36». 

ib. 

362. 

3<53. 
ib. 

37* 

374- 

ibw 

ib. 

ib. 



Gerrit Gerritz, xieETasmus.375. 

Gerritz. f Lubbert) ibw 

■ (Cornelis) ib. 

Gershuizeu , een Dorp. 37^ 

Gerroluma. - ib. 

Gerfloot. - ib. 

Genven. - i& 

Gerfchoron. - ft> é 

Gefehu'» (Cornelius) ib. 

Gechorne. - 3781 

Geulum. - ib. 

Geuzen» • it> 
Gf£ 



«OOFDZAAKEN. 



P* 



bl. 

380. 

381. 
ib. 
ib. 



Genzen. (Wilde) 
Geufenbril, een Schans. 
Geul, (de) Rivier. 
— ■ een Dorp. 

XVIII. 

Oheete, (Rivier de) in Bra- 

band. - 383. 

Ohibercius. - 384. 

Ghiefen. (Filips van der) ib. 
Ghiftelles, een Adelijk Huis.385. 
* (Comelis van) 386. 
* (Joos* van} Heer 

van Arel. • 387. 

— — (Filips van) ib. 

Ghoir, (W.; of Ghore. ib. 
Giannibelli, (Fredrik) van 

Martna. - 388. 

Gideonszoon. (Jan) 390. 

Giekerk, Dorp. - ib. 

Gieltjesdorp, Ambagtsheer- 

lijkheid. - ib. 

Giersbergen, Gehugt. ib. 

Giefen, een Vliet. 391. 

■ Heerlijkheid. ib. 
Giefenburg, Heerlijkheid, ib. 
Giefendam. • - 392. 

■ Nieuwkerk. ib. 
m Ouderkerk en Gie- 



Geraert*. (Johan) 
Gewarde. 

Geijn; zie bet Gein. 
Geijns, een Slot 

DEEL. 

Glauber. (Johannes) 
(Joh. Gotlieb) 

— (Diana) 
Gleune. 

Glimes, een Polder. 
Glimmer. (Jan) 
Glins. 
Glins. (Haring) 

— (Douwe van) 
— — (Haring van) 
Glinftra. 
Glinthuis. 
GHmhorsc. 
Clocester. 
Griephoek. 
Goch, een Stedeke. 
Gockinga. (Schans) 



38i # 



ib. 

408. 

ib» 
409* 

ib. 

ib. 

ib. 

ib. 

ib. 
410. 

ib. 
411. 

ib. 

ib. 

ib. 

413. 
414. 

ib. 

ib. 

ib. 
415* 
419. 



fendam. 


ib. 


— — Ouderkerk. 


ib. 


Gieten, een Dorp. 


393. 


Giethorne. 


ib. 


Giffianus. (Hubertus) 


ib. 


Ciffe of Giffen , een Dorp. 


394- 


Gilden. 


ib. 


Gildenbnrg. 


395- 


Gilleijela. 


398. 


Gillio. 


399. 


Gilpm. (George) 


4°5- 


Gilfe, of Gilst, en Gilfen 


i. ib. 


Gfmnig. (II.) 


406. 


Ginderdoor, een Buurt. 


ib. 


Ginfel. 


ib. 


Ginkel, Heerlijkheid. 


406. 


Gmneke. 


ib. 


Gifelinus. (Viftor) 


ib. 


Gifelbert. * 


407. 
C 



Goedaart. (Johannes) 
Godebald, ofGodebold. 
Godefredi. (Johan) 
Godefrid, Koning der Dee-' 

. nen. - ib. 
Godefroij , of Godefriedde 

1* - 421* 

Godevaart. - 402. 

■ van Amftel. 43», 

Godewijk. (Pieter van) 433. 

- <Maria van) ib. 

Godlinfe, een Dorp. ib, 

Godfchalkoord. 434* 

Goens. (Rijkloff van) ib. 

Goeree, of Goedercede. 435. 

Coedereede, Stad. 436. 

Goereefche Gar. 439. 

Goeree. (Willem) ib# 

? (Jan) - 440. 

Goes, of ter Goes, Stad in 

Zeeland. - 441. 

— — (Aart van der) 45a. 

— — (Adriaanvander) 459. 

cc 3 Goes, 



X* 



t E G 1 S T £ R Di< 



W. 
Goes. (Chri<tiaanvander)46o. 

^— (Adrinanvander) 461. 
p (Linvevander) fö« 

» l Anna van der) ib. 

— — ; Jonker Gerard Re- 

noij van derj - ib. 

— t Ber nardus van deï* ib. 
— — (Corodis Pieterfen 

van der* - 4Ó2. 

Ooesfinge. - ib. 

Goffredus. - ib. 

Goch. debiel van) 463. 
Gogara,of J ogarimif * (Anto- 

nius) - 4<i7. 

Goinga. - ib. 

Gokkinga, AddijkSlot. ib. 
Golberdingen 9 ofOeibeldingeh.ib« 



Golda, een Vaart. 468. 

Golkeheim. * ib. 

Gotius. t tacobus) ib. 

(Fredrik) ib. 

Gokz. (Hubert) 46?. 

Göitzius. (Hendrik) 473. 

Comarus. (Frandscus) 493. 

Gondebald. - 45J6. 

Gooij, een Dorp. 497. 

Gooiland * of Goeitand. 499. 
Ctonzaga* (Oflavio Feraan» 

do) - 515. 

GbnGües. (DonAntonio) 5134 
Goor,ofGoer,een Sceedje. ib. 

— — (Adolf van) 514, 

— (Thomas Ernst) Jb. 
*t Oooregt. - ib. 
Gooren* (de> * - 515. 
Goijer. (Dirk dé) ib. 

— ■ (Jacob de) t ib. 
Gonuchem, een Stad» ito 
Gorleui. (Abraham) 522. 
Gomichem. (jan van) ib. 
■ ■ < Hendrik van) ib* 
G wedi;k, een Dorp. ib. 
Gt>rfe! * een Dorp. 523. 
Gortel, een Buurcfchap. ib. 
Gortz. (Baron) ib. 
Gofewinus van Amitelj zie 

AmM 4 - 52$. 



Gosltnga. 

- (TJepkevan) 

- (Sicco van) 
Gosibi (Ludigsao) 
Gosfon. (Nicobas) 
Gothcn, Goth, of God. 
Gouda. 

(Gelegenheid 

Oudheid) - 

• (Geichiededisfen 

■■ (Groote^Gebouwen^bj 



(Regeeriag) 

■ ■ . Watert*) 

■ ■ ■ (Wilbdmnsa) 

— (Frandscus) 
Göudamn. (Henricus) 
(Jacobus) 




Rn 

547' 
ib. 
tb/ 
ib. 
ib. 

54»< 



Gouderak,oiGouweraL 

Goudhoeven* (Wouter van, Ib/ 

Goudriaan, vrije Heerlijk- 
heid. - ib. 

Gcfudfche Sluis. - ib. 

Goudewaard;zie Kroondijk.550; 

Goulart. (Sinion) ib. 

Goutum of Gouthem, een 
Dorp. * 

Gouwe, (de; Vaart of Ri- 
vier* 

Gouverneur Generaal; zie 
Stadhouder. 

Goverwei, Stals* 

Gofewijn de Wilde ; zie Wil- 
de. 

Graaft (Dirk Janszoon) 

Graaf. (Cornelis dtfj 

— (Pieter de) 

■ (Andries) . 

■ l Pieter en Jaeob vatf 
der) - 553, 

(Willem de) 

— ■■■■■ (Reinier de) 

Graaven en Graaflijkheid* 
Grave» Graaf of de Graaf. 
Graasbeek. (Joost van) 
Graat. (Barend) 



ib* 
ib, 

8fc 

ib. 



ib. 

ib. 

55». 
ib. 

ib. 



Graauw. (Hendrik) 



554^ 
ib. 
ib, 

567- 
568. 

S*9* 



Gra* 



H0OF02AAKEHL 



m 



bl. 
Bfaevius. (Johaaaef Geor- 

^us) • 570. 

Graes. - 571* 

Graft, een Dorp* ib. 

Graftdijk. - 572. 

Grafhorst. - ib. 

Graft vaa Drufut ei vaaCar- 

bulo. - ib* 

Gralda. ib. 

Gramroaije. f Jobtn Baptist) ib. 

Graxnsbergen, een Dorp* ib. % 

Graanen. (Gerard de) ib. * 

Grange. (H. L de) ib. 

Granveüe ; zie Perenot. ib. 

Glaswinkel. (Jacob Jansz.) ib. 

■■ \Dirk) 576. 

Gratingsu - $77. 

Grave. < Hendrik) ' ib. 

*sGravedaal; zie Daalhem. 578. 

'sGraveland. - ib. 

'sGravemoer. - 5&1. 

*sG ravenhage. - ib. 

f s Gravenpolder. (14* 

'sGravenveen, Nieuwveen, ib. 

*s Graven waard. ib. 

'sGravefande. * ib, 

Grebbe , of de Grebb. 61 5. 

Grebber. (Claas de^ ib. 

Grtgorius Martin; zSe Mar- 

tinus. - 61 6. 

Gtensvoord. - ib, 

Greonterp , e$n Dorp, ib. 

Grevinchoovenv vNicöiaas) ib. 
Grevius. ( lohannes) ib. 

Gribbius. (Petrus; 619. 

Gribbenvorstr - 620. 

Grfctwaarder. - ib. 

Grietenijen. . ib. 

Griechoorn. - 62 1. 

Griethuizen^ - 622. 

Griffier. - ib. 

Grift, (de) - 623. 

Grimaldi. (Reinier) ib. 

Grimani, (Hubertus) 625. 

Grimbergen. - ib. 

Grimbij. - 626. 

Griahuken. 4 ibr 



bL 
Grhnoald. - 4%6» 

zooa van Pepijn van 



HerftaL 
Grinus. 

Grint, Grind of Grien. 
Grindt. (Corneiis vaa) 



■) 



Grispeere. (Amonij' 

Grobbefldonk. 

Groode. 

Groen. (Theodorot) 

Groenendaale. • 

Groendijk. 

Groenhout, etn Gflhugc. 

Groenenberg. 

Groeaeveen. 

Groeneveld. 

Groene veld; (Reinier van 
Oldenbaraeveldjieer van) 
' zie Oldenbarneveld. ib. 

' (Jonkheer Arend van^ib. 
Groeneweegen , een Dorp. ib. 
, (Huig janszoon 

van) - tfj*. 



ib. 
fe7. 

ib. 

ib. 
6*3* 

ib. 

631* 
ib. 
ib. 
ib. 
ib, 

ib. 



Groenewoude; zie Amelis- 
waard. 



Groenimc (Egidilrt) 
Groenlo; zie <irol. 
Groesbeek. (Heer van) 

G roeftra. 

Groet. 

Grol of Groenlo. 

Grollenhout; zie Bailenhout. ib. 



ib. 
ib. 

«3* 

ib. 

ib; 

<$3& 

*37* 

rtr. 

ib. 



Grollo, een Buurt. 638^ 

Groningen. - ib» 

Groningen, een Buurt. 63$, 

Groningerland. ib ; . 

Grortovius (J F) /$y\ 

JO - 73». 

Gronsfeld, Geflngt. 735^. 

(B.F.S.A.) ib: 

(F. Graaf van) 740-, 

Gronsfort, een Slot. ib. 
Groot, (de) verfcheidene 

mannen uk dat Geflagt. 74 r. 
Groot» 



774 REGISTER d*r HOOFDZAAKEft. 



bl. 
Groot 'Hugode* 742. 

— fWiilein,Cornelis,Pie- 
ter de) - 748. 

Groot (Geward de) 750. 

— — (jan de) tb. 

Groot Ammersj zie Ammers. ib. 
Crooteubroek \ zie Broek. 

(Grooten) - ib, 

Grootegast en Doefiön , 

twee Dorpen. ib. 

Grootenhws. ' • ib. 

Groot Loon, eeti Dorp. 751. 
GrootePier, of Lange Pier. ib. 
Groot Schermer, of Zu : d- 

fchenner; zie Schermer. 

(Zuid en Noord.. 753, 

Groot Zundert, een Dorp ib. 
Grootc Schans; z:e I&belle 

Schans. • ib. 

Groote Schans ib. 

Groot-Oldampt. 754. 

Group ; z e Westmaas. 1 b. 

Grouw, een Dorp ib. 

G rouwe, een Dorp. ib 

Groveftns - ib. 

■■ een Geflagt. ib. 

Grovefttas 'Oenevan) 755. 
«.^.^ — (Wijbe van) ib, 

— — (jonkheer Johan 
van) - 75<$. 

-i— — (Jonker Edzard 
tan) - 757. 

■ > , ■ (N N.) k 



G radius. (NicoIaasV 
Gruisbeek , een Hofftede 
Gruitwardc. (Fernandus) 
- < Hieroni jmus) 

Gnïte, of Grutte. 
Gruterus. (Guaiterus , 

Wouter van Grutheere) 
- " , (Janus) 
■ (Petrus) 
' (Thomas) 
of Grutheere. 



Ups) 



(PhilJppns) 

Gruijtgeid. 
Grijn , een Buurt. 
Grijnde. 
Grijpskerke. 
Grijspeer (Pïeter) 
Grijze, (facob de) 
Gukriardijn. (Lodewijk) 
Gugernen , of Gubernen. 
Guido van A vennes. 
Guielielmi. (Adrianus) 
Guifius. (Matürias van) 
Gulik. (Matthias van) 
— ~ (Jacob van) 
Gudelinus* (Petrus) 
Gupterfte'n, een Adel. jk Hu's ib 
Gljbetend » een Heerlijkheid ?&> 
Gijllen. (J de) - b. 

Gijsfelng (Johan) ib. 

Gijzeis. (Arnoud) 767* 



of 
759- 

»b. 
ib. 
CF- 

*£' 

«x. 

ib. 
ib. 
ib. 

?b. 
ib. 
ib. 
764. 
ib, 
ib. 

7*5- 
b. 



?<f <L+> 



-\ . 



JUL v 7 lg2 g 



<